Hard in de zorg? - ESF-Vlaanderen · 2017-07-25 · Deel 3. Belemmeringen In dit deel van de...
Transcript of Hard in de zorg? - ESF-Vlaanderen · 2017-07-25 · Deel 3. Belemmeringen In dit deel van de...
Meer weten? www.morelestress.be
Hard in de zorg?
Céline Baele, Dorine Coolen & Herlinde Dely
Een initiatief van Howest – onderzoekscluster
Verpleegkunde
in samenwerking met Woonzorggroep GVO
Met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de
Vlaamse Overheid
Situationele vragenlijst Morele stress
2 Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid
Productfiche
Situationele vragenlijst morele stress
KORTE OMSCHRIJVING: De situationele vragenlijst brengt in kaart rond welke thema’s of situaties zorgverleners in de ouderenzorg het meest en/of hevigst morele stress ervaren, op welke moment van de dag zorgverleners het meest te kampen krijgen met morele stress en wat de belemmeringen zijn die zorgverleners in de weg staan in het verlenen van goede zorg.
1) Thema 2) Moment 3) Belemmerende factoren
Nadat elk teamlid deze vragenlijst individueel en anoniem heeft ingevuld worden de verschillende vragenlijsten door de leidinggevende samengebracht en geanalyseerd. Op die manier krijgt de leidinggevende een zicht op waar de pijnpunten van het team liggen op het vlak van morele stress.
DOELSTELLINGEN: Medewerkers kunnen thema’s en momenten herkennen die morele stress opwekken en de
belemmeringen die daarbij een rol spelen. Leidinggevenden kunnen met dit instrument in kaart brengen welke thema’s /momenten morele
stress in het team opwekken en welke belemmeringen daarbij een rol spelen. Leidinggevenden kunnen met dit instrument de thema’s/momenten van morele stress in het
team en de belemmeringen die daarbij een rol spelen, bespreekbaar maken.
DOELGROEP(en): Medewerkers
Leidinggevenden
Aandachtspunt: kader eerst het doel en het belang van deze situationele vragenlijst vooraleer het uit te delen. Je vindt een begeleidende tekst in bijlage (bijlage 1).
ORGANISATIE: Aantal deelnemers: het volledige team
Duur: 5 minuten uitleg, 20 minuten invullen
Materiaal: Situationele vragenlijst: in te vullen door alle teamleden Begeleidende tekst voor leidinggevenden (bijlage 1) Scoreblad (bijlage 2, via de website www.morelestress.be kan een Excel bestand
gedownload worden waarin de scores automatisch berekend kunnen worden)
Waar en wanneer inzetten: Deze vragenlijst kan door elk teamlid worden ingevuld tijdens een overlegmoment zoals een teamvergadering. Als leidinggevende leg je de verschillende vragenlijsten samen en bespreek je het resultaat met je team. Wanneer je dieper wilt ingaan op de pijnpunten inzake morele stress die uit deze situationele vragenlijst naar voor zijn gekomen, kan je een groepsreflectie organiseren (deze methodiek is te downloaden via de website www.morelestress.be ).
3 Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid
ERVARINGEN:
Noot: dit is geen gevalideerd diagnostisch instrument, maar een verkennend instrument. Het voornaamste doel
van de vragenlijst is dan ook vooral een vertrekpunt bieden om ervaringen van morele stress te delen,
bespreekbaar te maken en eventueel aan te pakken.
“Deze vragenlijst gaf een goed beeld van de pijnpunten rond morele stress in ons team.
Morele stress kon benoemd worden en daarna bespreekbaar gemaakt worden. Zo konden we onderzoeken wat er achter het ‘rode’ thema lag en kwamen er al vrij vlug
hulpbronnen naar voor.” (zorgcoördinator, vrouw)
“De thema’s zijn heel herkenbaar. Zo besef je ook dat je niet de enige bent
die die dingen meemaakt.” (zorgkundige, vrouw)
“Dit instrument was heel interessant voor mij als leidinggevende om een zicht te krijgen op die thema’s die morele stress opwekken bij mijn
mensen.” (zorgcoördinator, vrouw)
morele stress opwekken bij mijn mensen.” (zorgcoördinator, vrouw)
4 Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid
Situationele vragenlijst morele stress
1. Inleiding: Wat is morele stress?
1.1. Morele stress
Je ervaart morele stress wanneer je niet de goede zorg kan verlenen die je zou willen verlenen, vaak
omdat je het gevoel hebt dat iets jou dat verhindert. Bij morele stress gaat het steeds om je eigen
beleving en je eigen idee over goede zorg.
1.2. Wat is het verschil tussen morele stress en ‘gewone’ stress?
Morele stress is een speciale vorm van stress en verschilt van ‘gewone’ werkstress of emotionele stress.
In vergelijking met ‘gewone werkstress’ (zoals een drukke dag op het werk) is morele stress een diepere
vorm van stress: omdat er waarden en normen in het spel zijn, raakt morele stress je vaak veel harder dan
‘gewone werkstress’.
Hieronder vind je een getuigenis van een zorgkundige:
In de bovenstaande getuigenis vindt de zorgkundige het belangrijk om naar het verhaal van de bewoner
te kunnen luisteren, maar voelt zij zich belemmerd om dit te doen, omdat het zo druk is. In deze
getuigenis gaat het niet om het feit dat de zorgkundige veel werkdruk ervaart (= ‘gewone’ werkstress),
maar omdat zij het gevoel heeft dat ze haar waarden en visie op goede zorg niet in de praktijk kan
omzetten, namelijk de tijd nemen om naar het verhaal van de bewoner te luisteren. Dit veroorzaakt
morele stress.
Morele stress verschilt ook van emotionele stress. Een ruzie met een collega op het werk kan je flink wat
emotionele stress bezorgen, maar dat is daarom nog geen morele stress.
Let op: morele stress heeft niet altijd te maken met tijdsdruk. Soms ligt de belemmering om goede zorg te
verlenen binnen jezelf (gebrek aan kennis, zelfvertrouwen, het klikt niet met een bepaalde bewoner,
angst om collega’s aan te spreken, etc.), bij je collega of bij de organisatie (de organisatie van de zorg,
gebrek aan personeel, strikte regels).
‘Morele stress is het wrange gevoel dat zorgverleners ervaren wanneer ze hun waarden en visie op goede zorg niet in de praktijk kunnen brengen.’
Af en toe kom ik op een kamer van een bewoner en merk ik dat die persoon een verhaal
wil beginnen vertellen. Dan denk ik onmiddellijk: “Oh neen, ik heb hier geen tijd voor!”.
Eigenlijk wil ik wel luisteren, maar dan denk ik aan al die andere mensen die ik nog moet
wassen. Ik begin zenuwachtig te worden en terwijl ik al naar de deur aan het gaan bent
hoor ik mezelf zeggen: “Ik ga dan maar weer hé. Het is erg druk”, en ik vlucht naar buiten.
Dan sta ik op de gang en denk ik: “Ik had moeten kunnen luisteren”. Dat is vreselijk!
(zorgkundige, vrouw)
5 Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid
2. Uitleg Situationele vragenlijst Morele stress
2.1. Waarom deze vragenlijst?
De ‘situationele vragenlijst morele stress’ heeft als doel in kaart te brengen bij welke situaties je het
meest en/of hevigst morele stress ervaart, op welke moment van de dag je het meest te maken hebt met
morele stress en wat de belemmeringen zijn die jou in de weg staan om goede zorg te verlenen.
2.2. Wat gebeurt er met deze vragenlijst?
Deze vragenlijst wordt door ieder lid van je team (anoniem) ingevuld. Daarna worden alle vragenlijsten
samengeteld zodat er een antwoord komt op de volgende vragen:
- Welke situaties wekken er in ons team het meest en/of hevigst morele stress op?
- Op welk(e) moment(en) van de dag ervaren wij als team het meest morele stress?
- Welke belemmeringen, die het verlenen van goede zorg in de weg staan, ervaren wij in ons
team?
2.3. Hoe vul ik deze vragenlijst in?
Het invullen van deze vragenlijst duurt ongeveer 20 minuten. De vragenlijst bestaat uit drie delen.
Deel 1. Mijn morele stress-situatie
Deel 2. Moment van de dag
Deel 3. Belemmeringen
Deel 1. Mijn morele stress-situatie
In dit deel zal je een lijst zien van situaties. Deze situaties komen voor in de dagelijkse zorg voor ouderen.
In de kolommen naast de situaties kan je aanduiden of je in die situaties morele stress ervaart.
Ervaar jij bij die situatie morele stress?
Ja?
- Duid aan hoe vaak (frequent) je dit ervaart en hoe sterk/hevig dat gevoel is (intensiteit).
- Zet een kruisje in het vak dat het beste bij jouw ervaring past. Hoe hoger het cijfer, hoe vaker
of hoe heviger je morele stress ervaart.
Neen?
- Duid dan ‘nooit’ (0) aan bij frequentie. Je mag de vakjes van intensiteit open laten. Als je een
bepaalde situatie nog nooit hebt meegemaakt, kies dan ook “0” (nooit) bij frequentie en laat
de vakjes van intensiteit open.
Onderaan de vragenlijst kan je zelf andere situaties opschrijven waarbij je morele stress ervaart. Zet ook
hier kruisjes bij hoe vaak je hierbij morele stress ervaart en hoeveel morele stress dit jou bezorgt.
Legende frequentie:
6 Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid
0 1 2 3 4 5 6
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Een paar keer
per jaar of
minder
Eens per
maand of
minder
Een paar keer
per maand
Eens per week Een paar keer
per week
dagelijks
Deel 2. Moment van de dag
In dit deel van de vragenlijst worden verschillende tijdstippen of momenten opgelijst. Duid per tijdstip aan
hoe vaak en hoe hevig je morele stress ervaart.
Deel 3. Belemmeringen
In dit deel van de vragenlijst worden verschillende mogelijke belemmeringen opgelijst. Duid per mogelijke
belemmering aan hoe vaak dit voor jou meespeelt bij jouw morele stress.
2.4. Aandachtspunten
Het is de bedoeling dat je de vragenlijst invult op basis van je eigen ervaringen, niet op basis van de
ervaringen van jouw team!
Het gaat in deze vragenlijst niet om gewone werkdruk of emotionele stress, maar om morele stress.
Niet elke situatie wekt bij iedere zorgverlener morele stress op, dit is heel persoonlijk en hangt af van
de context. Als je aangeeft dat een bepaalde thema jou geen morele stress bezorgt, wil dat dus
absoluut niet zeggen dat je geen betrokken zorgverlener bent! Zo kan je het als zorgverlener heel
moeilijk hebben met het overlijden van een bewoner (=emotionele stress), maar dit wil dit niet
noodzakelijkerwijs zeggen dat je hierbij morele stress hebt ervaren. In deze vragenlijst peilen we
enkel naar gevoelens van ‘morele stress’ (= het wrange gevoel dat je jouw visie en waarden over
goede zorg niet in de praktijk hebt kunnen brengen).
Uiteraard hangt het resultaat af van het moment waarop je de situationele vragenlijst invult.
Bijvoorbeeld: je werd onlangs geconfronteerd met een agressieve bewoner en je wist op dat moment
je waarden en visie op goede zorg niet in de praktijk te brengen. Dit thema zal dan waarschijnlijk voor
jou sterk naar boven komen. Dit is niet erg, maar het wil zeggen dat dit thema op dit moment bij jou
leeft en dat er aandacht aan geschonken kan worden. Het resultaat van de vragenlijst zal aantonen of
dit thema ook voor morele stress zorgt bij de rest van je teamgenoten.
De lijst is niet volledig. De vragenlijst werd opgesteld op basis van literatuur en interviews met
zorgverleners in de ouderenzorg. Je kan er ook voor kiezen om zelf een thema aan te vullen (zie
‘andere’ in de vragenlijst).
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 7
Deel 1. Mijn morele stress-situatie
In dit gedeelte kan je aangeven rond welke thema’s of situaties je vooral morele stress ervaart.
Ik ervaar morele stress wanneer….
Frequentie en Intensiteit
Groen 0
Groen 1
Groen 2
Oranje 3
Oranje 4
Rood 5
Rood 6
1. … ik de zorg niet kan uitvoeren zoals ik het geleerd heb (tijdens mijn studies, in opleidingen, bijscholingen,…).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
2. … ik niet tegemoet kan komen aan een concrete nood van een bewoner.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
3. … ik niet kan ingaan op een wens van een bewoner.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 8
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit
Groen 0
Groen 1
Groen 2
Oranje 3
Oranje 4
Rood 5
Rood 6
4. … ik het leed van de bewoner(s) niet kan verhelpen.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
5. … ik te maken heb met het levenseinde (palliatieve situaties, euthanasie, overlijden,…).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
6. … ik geconfronteerd word met situaties waar ik niet of onvoldoende voor opgeleid ben.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 9
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
7. … andere zorgverleners (in mijn ogen) geen goede of gepaste zorg verlenen (collega’s doen zaken waar ik niet achter sta, zijn nalatig, betuttelen de bewoner, maken fouten, …).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
8. … ik niet weet wat ik kan of mag doen (ik weet niet wat de juiste beslissing is, ik zit in een dilemma, ik weet niet of iets wel mag, …).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit sporadisch Af en toe regelmatig dikwijls Zeer dikwijls altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
9. … een bewoner (mijn) zorg weigert.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 10
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
10. … een bewoner wordt opgenomen waarvan ik weet dat we die niet de gepaste zorg kunnen bieden.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
11. … mijn visie op goede zorg verschilt met die van mijn organisatie.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
12. …ik bewoners moet ontgoochelen (vb. ik kan een belofte niet nakomen, een activiteit wordt afgelast,…).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 11
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
13. …bewoners geen gelijkwaardige behandeling krijgen (vb. mondige bewoners, bewoners met mondige familie,…).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
14. ...er (be)handelingen opgestart of uitgevoerd worden waar ik niet achter sta (vb. zinloos, overbodig, te vergaand,…).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
15. … familie/mantelzorgers andere ideeën of verwachtingen hebben over de zorg.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (Hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 12
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
16. … het goede doen voor de ene bewoner, ervoor zorgt dat ik het goede niet kan doen voor een ander (vb. langer bij ene bewoner blijven betekent minder tijd voor de anderen,…).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
17. … er beslissingen worden genomen die niet in het belang zijn van de bewoner(s).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
18. … ik niet kan opkomen voor de bewoner(s).
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 13
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
19. …. ik moet liegen, iets verzwijgen of onrealistische hoop moet geven aan familie/bewoners.
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
20. … ik niet weet wat eerst te doen om goede zorg te verlenen (bv. waaraan geef ik prioriteit?,…)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
21. … een bewoner niet gehoord wordt
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 14
Ik ervaar morele stress wanneer…
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
22. Andere (vul hier een situatie in die bij jou morele stress opwekt): …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
23. Andere (vul hier een situatie in die bij jou morele stress opwekt): …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 15
Deel 2. Moment van de dag
In dit gedeelte kan je aangeven op welk moment of bij welke taken je vooral morele stress ervaart.
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
1. Bij de overdracht ‘s morgens
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
2. Bij het wekken van bewoners
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
3. Tijdens de maaltijdzorg (ontbijt)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 16
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
4. Tijdens de hygiënische zorg (wassen, aankleden, mondzorg)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
5. Tijdens de verpleegtechnische zorg (medicatie, wondzorg)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
6. Tijdens het badmoment
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 17
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
7. Tijdens de soepbedeling
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
8. Tijdens de opkuis, praktische taken tussendoor (opmaken van de bedden, …)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
9. Tijdens de maaltijdzorg (middagmaal)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 18
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
10. Na het middagmaal (opruim, bewoners op bed…)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
11. Bij de koffie
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
12. Na de middag, vb. animatie
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 19
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
13. Bij het avondmaal
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
14. Na het avondmaal
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
15. Bij het slapen gaan van bewoners
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 20
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
16. Bij de overdracht (’s avonds)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
17. Tijdens de nachttoer
Frequentie (hoe vaak?)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
18. Tussen de nachttoeren door
Frequentie (hoe vaak?)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 21
MOMENT
Frequentie en Intensiteit Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
19. Bij de bespreking van bewoners (vb. in een multidisciplinair overleg)
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Andere (verduidelijk op welk moment of bij welke taken je te maken hebt met morele stress):…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………......................
Frequentie (hoe vaak?) Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Andere (verduidelijk op welk moment of bij welke taken je te maken hebt met morele stress):…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………......................
Frequentie (hoe vaak?)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Intensiteit (hoe hevig?) Erg laag Laag Eerder laag Matig Eerder hoog Hoog Erg hoog
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 22
Deel 3. Belemmeringen
Hieronder vind je een lijst van belemmeringen die je in de weg kunnen staan, waardoor je het gevoel hebt dat je geen goede zorg kunt verlenen.
Duid aan in welke mate deze belemmeringen meespelen bij jouw morele stressmomenten. Zet een kruisje in de kolom die aangeeft hoe vaak deze belemmering
voor jou een rol speelt: 0 t.e.m. 6 (0 = nooit; 1 = sporadisch; 2 = af en toe; 3 = regelmatig; 4= dikwijls; 5 = zeer dikwijls; 6 = altijd). Hoe hoger, hoe vaker deze
belemmering een rol speelt in jouw morele stressmomenten.
BELEMMERING
Hoe vaak speelt dit mee bij jouw morele stress? Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
1. De visie van mijn organisatie
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
2. (onduidelijke/strikte/…) regels of procedures
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
3. De praktische organisatie van de zorg
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
4. Gebrek aan mandaat (ik kan/mag iets niet)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
5. Onverwachte situaties (overlijden, ziekte collega’s)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 23
BELEMMERING
Hoe vaak speelt dit mee bij jouw morele stress?
Groen 0
Groen 1
Groen 2
Oranje 3
Oranje 4
Rood 5
Rood 6
6. Collega’s van mijn team
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
7. Andere collega’s buiten mijn team
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
8. Zaken bij mijzelf (angst, zelfvertrouwen, twijfel…)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
9. Artsen (hiërarchie, moeilijk bereikbaar…)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
10. Normen, routines, gewoontes in het team
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
11. Familie en bezoekers van bewoners
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
12. Werkdruk (tijd tekort-taken teveel)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
13. Gebrek aan middelen of materialen
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen
Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid 24
BELEMMERING
Hoe vaak speelt dit mee bij jouw morele stress? Groen
0 Groen
1 Groen
2 Oranje
3 Oranje
4 Rood
5 Rood
6
14. Besparingen in de zorg
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
15. Problematiek van de bewoner
(dementie, psychische problematieken, agressie, depressie…)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
16. Zorggraad van de bewoner(s)
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
17. Gebrek aan steun, begrip, erkenning, gehoor
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
18. Communicatie(problemen en
fouten) en (gebrek aan)
informatie
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
19. Gebrek aan kennis/ervaring
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
20. Andere: beschrijf welke zaken bijdragen tot jouw morele stress? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nooit Sporadisch Af en toe Regelmatig Dikwijls Zeer dikwijls Altijd
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 25
Bijlage 1. Gebruiksaanwijzing voor leidinggevenden
1. Aandacht voor ‘morele stress’
Morele stress is het wrange gevoel (frustratie, machteloosheid, ‘ambetant’,…) dat zorgverleners ervaren
wanneer zij hun waarden en visie op goede zorg niet in de praktijk kunnen brengen. Kortom, wanneer je
als zorgverlener niet de goede zorg kan verlenen die je zou willen verlenen. Het gaat bij morele stress
steeds om de eigen beleving van de zorgverlener en zijn of haar persoonlijke visie op goede zorg.
Morele stress op zich is niet negatief. Wanneer een zorgverlener morele stress ervaart toont dit aan dat
hij moreel betrokken is en zich door de zorg laat raken. Positief is ook dat de aanwezigheid van morele
stress kan leiden tot reflectie op het eigen handelen en het in vraag stellen van de kwaliteit van de zorg:
‘Zorgverleners die morele stress ervaren zijn betrokken zorgverleners’.
Toch kan morele stress ernstige gevolgen hebben. Morele stress is een specifieke en ‘diepere’ vorm (het
raakt aan de kern van uw persoon) van stress die, zeker wanneer er sprake is van chronische morele
stress (morele stress die vaak en intens voorkomt en die niet ‘opgelost’ wordt), tal van negatieve
gevolgen kan hebben:
fysieke klachten (hoofdpijn, buikpijn,…)
psychische klachten (piekeren, twijfelen, negatieve gevoelens,…)
burn-out symptomen (emotionele uitputting, cynisme, verminderde betrokkenheid, …)
verminderde kwaliteit van de zorg (onpersoonlijke zorg verlenen, op automatische piloot
werken,…)
verminderde jobtevredenheid
de organisatie of de zorgsector verlaten
Zowel de frequentie als de intensiteit van morele stress is belangrijk. Beiden hangen namelijk samen met
negatieve effecten. Een hoge frequentie van morele stress wijst op een chronische vorm van stress,
hetgeen verschillende negatieve effecten heeft en onder andere in verband wordt gebracht met burn-out.
Een hoge intensiteit van morele stress heeft begrijpelijkerwijs een enorme impact op een zorgverlener als
persoon.
Omwille van deze negatieve gevolgen is het belangrijk dat er aandacht is voor morele stress en dat morele
stress gedetecteerd wordt bij de zorgverleners zodat:
- zorgverleners morele stress bij zichzelf gaan herkennen,
- leidinggevenden het kunnen detecteren bij hun medewerkers
- er actie ondernomen kan worden (erover spreken, verbetervoorstellen…)
2. Doel van de ‘Situationele vragenlijst Morele stress’.
De situationele vragenlijst heeft als doel in kaart te brengen welke thema’s binnen het team de meeste
en/of hevigste morele stress opwekken. Op basis van literatuur en interviews met zorgverleners in de
ouderenzorg werd een lijst opgesteld van situaties (deel 1) die morele stress kunnen opwekken. Deze lijst
is niet limitatief. Stimuleer daarom de deelnemers om aan te vullen met thema’s die voor hen persoonlijk
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 26
morele stress opwekken. Daarnaast wordt in de vragenlijst ook gepeild naar de morele stress- momenten
tijdens het verloop van de dag (deel 2) en worden belemmerende factoren bevraagd (deel 3).
3. Invullen van de vragenlijst
Elke medewerker vult de vragenlijst individueel en anoniem in. Zorg dat je als leidinggevende op
voorhand de invulinstructies en aandachtspunten voor de medewerkers hebt doorgenomen, zodat je kan
antwoorden op vragen. Het geniet de voorkeur om de invulinstructies door te nemen met het team.
Aandachtspunten en valkuilen
Stress en moeilijke gevoelens zijn niet noodzakelijk morele stress Zorg dat het duidelijk is voor de zorgverleners dat het gaat om ‘morele stress’ en niet om gewone stress of emotionele belasting. Sommige zorgverleners kunnen de vragenlijst anders interpreteren. Bijvoorbeeld bij de situatie ‘overlijden van een bewoner’ vullen zij een hoog cijfer in, omdat ‘een overlijden altijd moeilijk is en hen raakt’. Dat klopt ook wel, maar dit heeft niets te maken met het gevoel dat je niet de goede zorg kunt verlenen die je zou willen verlenen (=morele stress). Geef hen dit ook mee.
4. Verwerken van de vragenlijst
In bijlage 2 vind je een handleiding scoring en scoreformulieren om op een makkelijke en overzichtelijke
manier de scores voor je team te berekenen. Op de website www.morelestress.be kan je een
Excelbestand downloaden waarin de scores automatisch worden berekend.
De kleurencode geeft je een beeld van hoeveel aandacht deze situatie verdient.
Aandachtspunten en valkuilen
“We hebben geen morele stress” Het kan verleidelijk zijn om ‘uit te pakken’ met een overwegend ‘groen’ scoreformulier. Geef dan ook niet toe aan de neiging om te besluiten: ‘We hebben geen morele stress, want we hebben veel groen’. Op die manier misken je de eventuele situaties van morele stress die zorgverleners wél ervaren. Zorg dat deze ten minste aan bod kunnen komen.
Groen Gemiddelde 0 tot en met 2
Oranje Gemiddelde van 2 tot en met 4
Rood Gemiddelde van 4 tot 6
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 27
5. Wat na deze vragenlijst?
Na het afnemen van de situationele vragenlijst heb je zicht op die thema’s/momenten/belemmeringen
die het meest of hevigst morele stress opwekken bij de teamleden. Deze vragenlijst wordt bij voorkeur
ingezet voorafgaand aan een andere actie. Het is niet de bedoeling dat medewerkers de situationele
vragenlijst invullen en dat er verder niets meer mee gedaan wordt. De teamleden zullen zich afvragen wat
er verder met de resultaten gebeurt. Koppel deze dus zeker terug.
Na de bespreking van de resultaten van deze situationele vragenlijst kan je verder aan de slag met diverse
methodieken die als doel hebben morele stress bij de individuele zorgverlener te detecteren (detectie-
instrument morele stress), bespreekbaar te maken en te hanteren (workshops). Neem hiervoor zeker
verder een kijkje op de website www.morelestress.be.
De situationele vragenlijst kan bijvoorbeeld als voorbereiding dienen op een groepsgesprek rond morele
stress. Je kan een teamvergadering beleggen om inzicht te krijgen in één van de thema’s (vb. dilemma’s),
momenten (vb. maaltijdzorg) of belemmeringen.
Hoe? Organiseer na de situationele vragenlijst een reflectiemoment (Laat je eventueel inspireren
door of gebruik de leidraad ‘Groepsreflectie morele stress’ (www.morelestress.be ). Men kan dan
dieper ingaan op die situaties/thema’s die in het team veel of hevige morele stress opwekken en
eventueel acties uitdenken (zie ‘Suggestie’ hieronder).
Tip Werkgroepen
Het kan het een goed idee zijn om het uitdiepen van morele stress rond een bepaald thema of tijdens een bepaald moment op de dag, binnen een werkgroep te laten gebeuren. Een (eventueel reeds bestaande) werkgroep ‘Maaltijdzorg’ kan bij het zorgpersoneel bijvoorbeeld nagaan wat de aanleiding is voor morele stress tijdens de maaltijden.
Tip Structurele bevraging
Het loont de moeite om deze vragenlijst herhaaldelijk af te nemen binnen het team (vb. eens per jaar). Dit dient een dubbel doel: enerzijds blijf je de vinger aan de pols houden rond de morele stress binnen het team, anderzijds kan dit leiden tot het permanent bevragen van de gang van zaken m.b.t. de organisatie van de zorg (waarbij de beleving van de zorgverlener als vertrekpunt dient). Dit draagt bij tot een ethische kwaliteitscultuur.
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 28
Suggestie Teamvergadering
Geef aan dat het doel van de teamvergadering is om meer inzicht te krijgen in morele stress: Welke
thema’s wekken in ons team het meest en/of hevigst morele stress op? Hoe manifesteert zich dat? Wat
kunnen we hier als team aan doen / mee omgaan? Waar of op welke moment van de dag liggen de
specifieke pijnpunten? Welke belemmeringen spelen ons parten? Je kan de ‘top 3’ van meest moreel
stresserende thema’s en/of momenten overlopen binnen het team. Laat eventueel wat ruimte voor
een reactie van de teamleden. We raden aan zowel het ‘meest rode’ thema voor frequentie als het
‘meest rode’ thema voor intensiteit te bespreken. Is er voor intensiteit en/of frequentie sprake van een
ex aequo, dan kan je de deelnemers laten stemmen voor een thema (of een moment van de dag) dat
ze willen bespreken. Als intro van de groepsreflectie kan je ook aan de deelnemers vragen of ze kunnen
voorspellen welk thema’s naar voor zijn gekomen als rode thema’s of anders gezegd: of ze kunnen
voorspellen welke situaties in hun team het meeste morele stress opwekken.
Een voorbeeld: Stel dat de maaltijden steevast naar voor komen als een erg moreel stresserend
moment. Kies er dan voor om dit met je team uit te diepen:
- Laat de teamleden een voorbeeld geven van momenten waarop ze tijdens de
maaltijdmomenten het gevoel hebben dat ze goede zorg kunnen verlenen.
- Laat de teamleden een voorbeeld geven van een moment waarop ze tijdens de
maaltijdmomenten morele stress ervaren.
- Laat hen de voorbeelden op kaartjes noteren van zaken die hen morele stress geven.
- Laat de groep de kaartjes in twee stapels leggen, namelijk ‘veranderbaar’ en ‘niet
veranderbaar’. Met de veranderbare kaartjes kan je iets doen. Zoek samen met je team
naar mogelijke oplossingen of verbetervoorstellen (hulp van collega’s inroepen,
werkorganisatie aanpassen…). Zo maak je gebruik van de ervaringen van morele stress om
tot verandering te komen en vooruitgang te boeken.
- Geef aan dat morele stress steeds bespreekbaar is.
- Zorg voor opvolging van het besproken actiepunt op overlegmomenten.
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 29
Bijlage 2. Scorebladen
1. Handleiding scoring
2. SCOREBLAD THEMA: FREQUENTIE
3. SCOREBLAD MOMENT: FREQUENTIE
4. SCOREBLAD BELEMMERINGEN GOEDE ZORG: FREQUENTIE
5. SCOREBLAD THEMA: INTENSITEIT
6. SCOREBLAD MOMENT: INTENSITEIT
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 30
HANDLEIDING SCORING Situationele vragenlijst Morele stress
Ga te werk volgens de volgende stappen:
1. Verzamel de vragenlijsten van alle teamleden. 2. Er zijn vijf scorebladen. Er zijn aparte scorebladen voor situatie/moment/ belemmering,
opgesplitst volgens intensiteit en frequentie. Bij het deel ‘belemmeringen’ wordt er enkel naar
frequentie gepeild. Begin bij het scoreblad situatie: frequentie.
3. Bekijk de eerste situatie ‘Ik ervaar morele stress wanneer ik de zorg niet kan uitvoeren zoals ik het
geleerd heb (tijdens mijn studies, in opleidingen, bijscholingen…)’. Tel de scores van alle
zorgverleners voor frequentie voor die vraag samen en vul deze score in in de eerste kolom (‘Som
cijfers’).
4. In de tweede kolom ‘ # ingevuld ’ vul je in hoeveel zorgverleners op die vraag hebben geantwoord
5. Doe hetzelfde voor alle andere vragen
6. In de derde kolom ‘gemiddelde’ vul je de gemiddelde score voor die vraag in. Doe dit door de
som van de scores op die situatie te delen door het aantal zorgverleners dat de vraag invulde (
kolom ‘som cijfers’ delen door de kolom ‘# ingevuld’)
Een voorbeeld: een team van 3 zorgverleners vult de situationele vragenlijst in. Je wilt de eerste vraag uit
deel 1: Mijn morele stress-situatie verwerken.
Zorgverlener 1 scoort voor ‘situatie 1’ een 3 voor frequentie en een 2 voor intensiteit.
Zorgverlener 2 scoort voor ‘situatie 1’ een 4 voor frequentie en een 3 voor intensiteit.
Zorgverlener 3 scoort voor ‘situatie 1’ een 5 voor frequentie en een 4 voor intensiteit.
Voor ‘situatie 1’ is de gemiddelde score voor frequentie: 12/3 = 4 (3+4+5= 12, gedeeld door drie
zorgverleners) en de gemiddelde score voor intensiteit: 9/3 = 3 (2+3+4 = 9, gedeeld door drie zorgverleners).
Stel nu dat zorgverlener 3 voor ‘situatie 1’ niets had ingevuld, dan deel je slechts door 2 zorgverleners.
7. Hoe hoger de gemiddelde score, hoe frequenter de teamleden morele stress ervaren. Zet een
kruisje in de vierde kolom (‘Rood?’) wanneer het thema/moment/belemmering zich gemiddeld in
de ‘rode zone’ bevindt. (Groen: Gemiddelde 0 tot en met 2, Oranje: Gemiddelde van 2 tot en met
4, Rood: Gemiddelde van 4 tot 6).
8. Omcirkel de ‘meest rode’ situatie, d.w.z. de situatie met het hoogste gemiddelde. Deze situatie
kan je verder bespreken in het team.
9. Herhaal de stappen voor de andere scorebladen.
Door het berekenen van de gemiddeldes per situatie/moment/belemmering krijg je een duidelijk beeld
van de situaties en momenten die het vaakst en hevigst morele stress opwekken bij de zorgverleners en
de belemmeringen die het vaakst meespelen bij morele stress.
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 31
SCOREBLAD SITUATIE: FREQUENTIE
Situatie (ik ervaar morele stress wanneer…) Som cijfers # ingevuld Gemiddelde Rood? 1. … ik de zorg niet kan uitvoeren zoals ik het geleerd heb
(tijdens mijn studies, in opleidingen, bijscholingen,…).
2. …ik niet tegemoet kan komen aan een concrete nood van een bewoner
3. … ik niet kan ingaan op een wens van een bewoner 4. …ik het leed van de bewoner(s) niet kan verhelpen
5. …ik te maken heb met het levenseinde (palliatieve situaties, euthanasie, overlijden)
6. …ik geconfronteerd wordt met situaties waar ik niet of onvoldoende voor opgeleid ben
7. …andere zorgverleners (in mijn ogen) geen goede of gepaste zorg verlenen
8. … ik niet weet wat ik kan of mag doen (ik weet niet wat de juiste beslissing is, ik zit in een dilemma, ik weet niet of iets wel mag)
9. … een bewoner (mijn) zorg weigert
10. … een bewoner wordt opgenomen waarvan ik weet dat we niet de gepaste zorg zullen kunnen bieden
11. … mijn visie op goede zorg verschilt met die van mijn organisatie
12. … ik bewoners moet ontgoochelen (vb. ik kan een belofte niet nakomen, een activiteit wordt afgelast)
13. … bewoners geen gelijkwaardige behandeling krijgen (vb. mondige bewoners of bewoners met mondige familie)
14. ... er (be)handelingen opgestart of uitgevoerd worden waar ik niet achter sta (vb. pijnlijk/zinloos/overbodig/te vergaand)
15. … familie/mantelzorgers andere ideeën of verwachtingen hebben over de zorg
16. … het goede doen voor de ene bewoner, ervoor zorgt dat ik het goede niet kan doen voor een ander
17. … er beslissingen worden genomen die niet in het belang zijn van de bewoner(s)
18. … ik niet kan opkomen voor de bewoner
19. … ik moet liegen, iets verzwijgen of onrealistische hoop geven aan familie/bewoners
20. … ik niet weet wat eerst te doen om goede zorg te kunnen verlenen (bv. waaraan geef ik prioriteit?)
21. … een bewoner niet gehoord wordt
Andere:
Groen Gemiddelde 0 tot en met 2, Oranje Gemiddelde van 2 tot en met 4, Rood Gemiddelde van 4 tot 6
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 32
SCOREBLAD MOMENT: FREQUENTIE
Moment Som cijfers # ingevuld Gemiddelde Rood? 1. Bij de overdracht ‘s morgens
2. Bij het wekken van bewoners
3. Bij het ontbijt
4. Tijdens de hygiënische zorg (wassen, aankleden, mondzorg)
5. Tijdens de verpleegtechnische zorg (medicatie, wondzorg)
6. Tijdens het badmoment
7. Tijdens de soepbedeling
8. Tijdens de opkuis, praktische taken tussendoor (maken van de bedden…)
9. Tijdens het middagmaal
10. Na het middagmaal (opruim, bewoners op bed…)
11. Bij de koffie
12. In de namiddag vb. animatie
13. Bij het avondmaal
14. Na het avondmaal
15. Bij het slapen gaan van bewoners
16. Bij de overdracht (’s avonds)
17. Tijdens de nachttoer
18. Tussen de nachttoeren door
19. Bij een bewonersbespreking (vb. multidisciplinair overleg)
Andere: vul hier andere momenten in
Groen Gemiddelde 0 tot en met 2, Oranje Gemiddelde van 2 tot en met 4, Rood Gemiddelde van 4 tot 6
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 33
SCOREBLAD BELEMMERINGEN GOEDE ZORG: FREQUENTIE
Belemmerende factor Som cijfers # ingevuld Gemiddelde Rood? 1. De visie van mijn organisatie
2. (onduidelijke/strikte/…) regels en procedures
3. De praktische organisatie van de zorg
4. Gebrek aan mandaat (ik kan/mag iets niet)
5. Onverwachte situaties (overlijden, ziekte collega’s)
6. Collega’s van mijn team
7. Andere collega’s buiten mijn team
8. Zaken bij mijzelf (angst, zelfvertrouwen, twijfel…)
9. Artsen (hiërarchie, moeilijk bereikbaar, ..°
10. Normen, routines, gewoontes in het team
11. Familie en bezoekers van bewoners
12. Werkdruk (tijd tekort-taken teveel)
13. Gebrek aan middelen en materialen
14. Besparingen in de zorg
15. Problematiek van de bewoner (dementie, psychische
problematieken, agressie, depressie…)
16. Zorggraad van de bewoner(s)
17. Gebrek aan steun, begrip, erkenning, gehoor
18. Communicatie(problemen en –fouten) en (te weinig) informatie
19. Gebrek aan kennis/ervaring
20. Andere: lijst hier de ‘andere’ belemmeringen op:
Groen Gemiddelde 0 tot en met 2, Oranje Gemiddelde van 2 tot en met 4, Rood Gemiddelde van 4 tot 6
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 34
SCOREBLAD SITUATIE: INTENSITEIT
Situatie (ik ervaar morele stress wanneer…) Som cijfers # ingevuld Gemiddelde Rood? 1. … ik de zorg niet kan uitvoeren zoals ik het geleerd heb
(tijdens mijn studies, in opleidingen, bijscholingen,…).
2. …ik niet tegemoet kan komen aan een concrete nood van een bewoner
3. … ik niet kan ingaan op een wens van een bewoner 4. …ik het leed van de bewoner(s) niet kan verhelpen
5. …ik te maken heb met het levenseinde (palliatieve situaties, euthanasie, overlijden)
6. …ik geconfronteerd wordt met situaties waar ik niet of onvoldoende voor opgeleid ben
7. …andere zorgverleners (in mijn ogen) geen goede of gepaste zorg verlenen
8. … ik niet weet wat ik kan of mag doen (ik weet niet wat de juiste beslissing is, ik zit in een dilemma, ik weet niet of iets wel mag)
9. … een bewoner (mijn) zorg weigert
10. … een bewoner wordt opgenomen waarvan ik weet dat we niet de gepaste zorg zullen kunnen bieden
11. … mijn visie op goede zorg verschilt met die van mijn organisatie
12. … ik bewoners moet ontgoochelen (vb. ik kan een belofte niet nakomen, een activiteit wordt afgelast)
13. … bewoners geen gelijkwaardige behandeling krijgen (vb. mondige bewoners of bewoners met mondige familie)
14. ... er (be)handelingen opgestart of uitgevoerd worden waar ik niet achter sta (vb. pijnlijk/zinloos/overbodig/te vergaand)
15. … familie/mantelzorgers andere ideeën of verwachtingen hebben over de zorg
16. … het goede doen voor de ene bewoner, ervoor zorgt dat ik het goede niet kan doen voor een ander
17. … er beslissingen worden genomen die niet in het belang zijn van de bewoner(s)
18. … ik niet kan opkomen voor de bewoner
19. … ik moet liegen, iets verzwijgen of onrealistische hoop geven aan familie/bewoners
20. … ik niet weet wat eerst te doen om goede zorg te kunnen verlenen (bv. waaraan geef ik prioriteit?)
21. … een bewoner niet gehoord wordt
Andere:
Groen Gemiddelde 0 tot en met 2, Oranje Gemiddelde van 2 tot en met 4, Rood Gemiddelde van 4 tot 6
Situationele vragenlijst Morele stress – www.morelestress.be – Hogeschool West-Vlaanderen Dit product werd ontwikkeld met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse
overheid 35
SCOREBLAD MOMENT: INTENSITEIT
Moment Som cijfers # ingevuld Gemiddelde Rood? 1. Bij de overdracht ‘s morgens
2. Bij het wekken van bewoners
3. Bij het ontbijt
4. Tijdens de hygiënische zorg (wassen, aankleden, mondzorg)
5. Tijdens de verpleegtechnische zorg (medicatie, wondzorg)
6. Tijdens het badmoment
7. Tijdens de soepbedeling
8. Tijdens de opkuis, praktische taken tussendoor (maken van de bedden…)
9. Tijdens het middagmaal
10. Na het middagmaal (opruim, bewoners op bed…)
11. Bij de koffie
12. In de namiddag vb. animatie
13. Bij het avondmaal
14. Na het avondmaal
15. Bij het slapen gaan van bewoners
16. Bij de overdracht (’s avonds)
17. Tijdens de nachttoer
18. Tussen de nachttoeren door
19. Bij de bewonersbespreking (vb. multidisciplinair overleg)
Andere: vul hier andere momenten in
Groen Gemiddelde 0 tot en met 2, Oranje Gemiddelde van 2 tot en met 4, Rood Gemiddelde van 4 tot 6