Handleiding T260

15
T260 BEDIENINGSHANDLEIDING INFRAROOD- THERMOHYGROMETER NL TRT-BA-T260-TC-001-NL

Transcript of Handleiding T260

Page 1: Handleiding T260

T260

BEDIENINGSHANDLEIDINGINFRAROOD-

THERMOHYGROMETER

NL

TRT-

BA

-T26

0-TC

-001

-NL

Page 2: Handleiding T260

SymbolenGevaar!Wijst op een gevaar, dat tot persoonlijk letsel kanleiden.

Gevaar door laserstraling!Wijst op letselgevaar door laserstraling.

Let op!Wijst op een gevaar, dat tot materiële schade kanleiden.

De actuele versie van de gebruikshandleiding vindt u op:www.trotec.de

Juridische opmerkingDeze publicatie vervangt alle voorgaande versies. Geen enkeldeel van deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, zonderschriftelijke toestemming van TROTEC® worden gereproduceerdof met elektronische systemen worden verwerkt,vermenigvuldigd of verspreid. Technische wijzigingenvoorbehouden. Alle rechten voorbehouden. Artikelnamen wordenzonder waarborging van het vrije gebruik en volgens deschrijfwijze van de fabrikant gebruikt. Alle artikelnamen zijngeregistreerd. Constructiewijzigingen in het kader van een doorlopendeproductverbetering, evenals vorm- en kleurveranderingen, blijvenvoorbehouden. De leveromvang kan afwijken van de productafbeeldingen. Ditdocument is met de nodige zorgvuldigheid opgesteld. TROTEC®

accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke foutenof tekortkomingen.Het verkrijgen van geldige meetresultaten, eindconclusies enhieruit volgende maatregelen is uitsluitend deverantwoordelijkheid van de gebruiker. TROTEC® geeft geengarantie voor de juistheid van de verkregen meetwaarden, resp.meetresultaten. Verder accepteert TROTEC® geen enkeleaansprakelijkheid voor mogelijke fouten of schade, die het gevolgzijn van het gebruik van de verkregen meetwaarden. © TROTEC®

GarantieDe garantie is 12 maanden. Schade door bedieningsfouten doorniet geïnstrueerd personeel of het in gebruik nemen door nietgeautoriseerde personen, is uitgesloten van de garantie.Het apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde fundamenteleeisen voor wat betreft de veiligheid en gezondheid volgens deEU-bepalingen en is in de fabriek meerdere keren getest op eenprobleemloze werking. Mochten desondanks storingen optreden,die niet met de maatregelen in hoofdstuk Defecten en storingente verhelpen zijn, wendt u zich dan tot uw handelaar of dealer. Bijgarantieclaims moet het apparaatnummer worden opgegeven(zie achterkant van het apparaat). De aankoopfactuur geldt alsgarantiebewijs. Bij het niet aanhouden van defabrieksspecificaties, de wettelijke eisen of bij eigenhandigewijzigingen aan de apparaten is de fabrikant niet aansprakelijkvoor de daardoor ontstane schade. Ingrepen in het apparaat of hetongeautoriseerd vervangen van onderdelen, kunnen deelektrische veiligheid van dit product aanzienlijk negatiefbeïnvloeden en leiden tot het vervallen van de garantie. Elkeaansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk letsel, diete herleiden is tot het niet volgens de instructies in dezebedieningshandleiding gebruiken van het apparaat, isuitgesloten. Wijzigingen in het technische ontwerp en deuitvoering, als gevolg van continue doorontwikkeling enproductverbeteringen, blijven zonder voorafgaandeaankondigingen op elk moment voorbehouden.Voor schade die het gevolg is van onbedoeld gebruik, wordt geenaansprakelijkheid aanvaard. Alle aanspraak op garantie vervaltdan eveneens.

Inhoudsopgave

Opmerkingen m.b.t. de gebruikshandleiding ........................... 1Informatie over het apparaat ................................................... 2Technische gegevens.............................................................. 3Veiligheid ................................................................................ 4Transport en opslag ................................................................ 5Bediening ............................................................................... 5Meetprincipe........................................................................... 11PC-Software ........................................................................... 12Defecten en storingen............................................................. 13Onderhoud.............................................................................. 13Recycling ................................................................................ 13Conformiteitsverklaring ........................................................... 13

Opmerkingen m.b.t. de gebruikshandleiding

1 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 3: Handleiding T260

Beschrijving van het apparaatDe infrarood-thermohygrometer heeft de functies van eenthermohygrometer en een pyrometer.Met het apparaat kunnen de volgende meetwaarden wordenbepaald:• Luchttemperatuur (°C, °F),• Relatieve (% rH, relative humidity) en absolute

luchtvochtigheid (g/m3),• Dauwpunttemperatuur (dp °C, dp °F),• Mengverhouding (g/kg, gr/lb),• Oppervlaktetemperatuur (°C, °F).

Het apparaat heeft drie verschillende bedrijfsmodi, de TH-modus,de IR-modus en de IR DP-modus.In de TH-modus heeft het apparaat de functie van eenthermohygrometer. Het apparaat meet luchttemperatuur,luchtvochtigheid en dauwpunttemperatuur.In de IR-modus heeft het apparaat de functie van een pyrometer.Het apparaat meet de oppervlaktetemperatuur van objecten.De IR DP-modus dient voor het opsporen van kritischeoppervlakken, waarop condenswatervorming doordauwpuntonderschrijding kan ontstaan. Het apparaat toont deoppervlaktetemperatuur van het meetobject en tegelijk dedauwpunttemperatuur binnen de meetomgeving.Voor een directe analyse van de meetgegevens zijn min., max., engemiddelde waardefuncties beschikbaar. Bovendien kan deactuele meetwaarde via de hold-functie worden vastgehouden.De bediening gebeurt via een capacitief touch-bedieningspaneel.Een uitschakelautomaat bij niet gebruik spaart de batterij.Vanwege de meetnauwkeurigheid, die wordt beïnvloed doorzonlicht (ook diffuus, resp. indirect), alleen geschikt voor gebruikbinnen gebouwen.Met de meegeleverde USB-kabel kan het apparaat met eencomputer worden verbonden en kunnen de meetgegevens metde optionele Software MultiQube Studio worden uitgelezen engeanalyseerd.

Overzicht van het apparaatInformatie over het apparaat

Nr. Bedieningselement

1 Display2 Stuurkruis3 Batterijvak met batterijvakdeksel4 Aan-/uit-toets5 USB-interface6 Infraroodsensor met beschermkap7 Laserpointer8 Meetsensor met metaalgaasfilter

1

2

6

3

45

7

8

6

7

8

NL Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 2

Page 4: Handleiding T260

Stuurkruis

Display

LeveromvangTot de leveromvang behoren:• 1 x infrarood-thermohygrometer T260• 1 x USB-kabel• 4 x batterij alkaline LR6 AA, 1,5 V• 1 x displaybeschermfolie• 1 x korte handleiding• 1 x fabriekscertificaat

Nr. Bedieningselement

9 Omhoog-toets10 Rechts/terug-toets11 Omlaag-toets12 OK-toets13 Links/menu-toets

Nr. Weergave-element

14 Indicatie instelmodus15 Meetmodus16 Temperatuuruitlezing17 Temperatuureenheid18 Vochtigheidsweergave, resp. dauwpuntweergave19 Eenheid voor vochtigheid, resp. dauwpunt20 Opties instelmodus21 Indicatie bedrijfsmodus

9

1013

12

11

THHOLD

%WT

g/m3 g/kg

Pabs[hPa]SENS MAT TEMP Alarm

Alt.[ft] CAL12

gr/lb dp °C °F % rH

CM m/s ppm °F °C

IRMAX

DPMIN AVG

CFGACT

16

18

20

17

1415

19

21

Technische gegevens

Parameter Waarde

luchttemperatuur NTCMeetbereik -20 tot +50 °C

Tolerantie ±0,2 °C (0 tot 40 °C)anders ±0,4 °C

Resolutie 0,1 °C

Objecttemperatuur PyrosensorMeetbereik -70 tot 380 °C

Tolerantie ±0,5 °C (0 tot +50 °C)anders ±4 °C

Resolutie 0,1 °COptische resolutie 12:1

Typische nauwkeurigheid

±1,0 °C (objecttemperatuur -40 tot 0 °C, omgevingstemperatuur > -20 °C)±0,5 °C (objecttemperatuur 0 tot 60 °C, omgevingstemperatuur > 0 °C)±1,0 °C (objecttemperatuur 60 tot 120 °C, omgevingstemperatuur > 0 °C)±1,0 °C (objecttemperatuur 120 tot 180 °C, omgevingstemperatuur > 0 °C)±3,0 °C (objecttemperatuur 180 tot 240 °C, omgevingstemperatuur > 0 °C)±4,0 °C (objecttemperatuur 240 tot 380 °C, omgevingstemperatuur > 0 °C)

Vochtsensor CapacitiefMeetbereik 0 tot 100 % r.v.Tolerantie +/- 2 % r.v.Resolutie 0,1 % r.v.

Meetfrequentie 2 keer per secondeBedrijfstemperatuur -20 °C tot 50 °COpslagtemperatuur -20 °C tot 60 °CBatterijtype 4x AA 1,5 VDCAfmetingen (LxBxH) 202 mm x 63 mm x 35 mm

3 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 5: Handleiding T260

Lees deze gebruikshandleiding voor het gebruik van hetapparaat zorgvuldig en bewaar deze altijd onder handbereik!

• Gebruik het apparaat niet in olie-, zwavel-, chloorhoudendeof zoute atmosferen.

• Gebruik het apparaat nooit voor het meten bijspanningvoerende onderdelen.

• Bescherm de infraroodsensor tegen vervuilingen.• Zorg dat alle verbindingskabels zijn beschermd tegen

beschadigingen (bijv. door knikken of beknelling).• Bescherm het apparaat tegen permanent direct zonlicht.• Houd rekening met de opslag- en gebruiksomstandigheden

(zie hoofdstuk Technische gegevens).

Bedoeld gebruikGebruik de infrarood-thermohygrometer T260 uitsluitend voortemperatuur- en vochtigheidsmeting in binnenruimten. Houdhierbij rekening met de technische gegevens en houd deze aan.Voor het bedoeld gebruik en het verbinden van het apparaatuitsluitend door TROTEC® goedgekeurde accessoires, resp. doorTROTEC® goedgekeurde reserveonderdelen gebruiken.

Niet bedoeld gebruikGebruik het apparaat niet in zones met explosiegevaar of voormetingen in vloeistoffen. Richt het apparaat niet op mensen ofdieren. Voor schade die het gevolg is van onbedoeld gebruik,accepteert TROTEC® geen aansprakelijkheid. In dat geval vervaltalle aanspraak op garantie. Eigenhandige constructievewijzigingen, evenals aan- of ombouwerkzaamheden aan hetapparaat zijn verboden.

Persoonlijke kwalificatiesPersonen die dit apparaat gebruiken moeten:• de bedieningshandleiding, vooral het hoofdstuk Veiligheid

hebben gelezen en begrepen.

Bij onderhoudswerkzaamheden en reparaties waarbij hetopenen van de behuizing nodig is, contact opnemen met deTROTEC®-klantenservice. Onrechtmatig geopendeapparaten zijn uitgesloten van elke aansprakelijkheid enelke aanspraak op garantie vervalt.

Restgevaren

Gevaar door laserstraling!Klasse 2 laserstraling.Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbarebereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudendestraal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bijlanger direct in de laserstraal kijken (meer dan0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet metoptische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk hetreflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld inde laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet opmensen of dieren.

Gevaar!Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloosrondslingeren. Voor kinderen kan dit gevaarlijkspeelgoed zijn.

Gevaar!Het apparaat is geen speelgoed en hoort niet inkinderhanden.

Gevaar!Van dit apparaat kunnen gevaren uitgaan als hetondeskundig of niet volgens het bedoeld gebruik wordtgebruikt door niet geïnstrueerde personen. Zorg datwordt voldaan aan de persoonlijke kwalificaties.

Let op!Stel het apparaat niet bloot aan extreme temperaturen,extreme luchtvochtigheid of nattigheid, zodatbeschadigingen worden voorkomen.

Veiligheid

NL Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 4

Page 6: Handleiding T260

Waarschuwingen op het apparaatHoud de waarschuwingen op het apparaat altijd in een goedleesbare toestand.

Op het apparaat zijn de volgende waarschuwingen engebodssymbolen aangebracht:

Gevaar door laserstraling!Klasse 2 laserstraling. Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbarebereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudendestraal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bijlanger direct in de laserstraal kijken (meer dan0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet metoptische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk hetreflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld inde laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet opmensen of dieren.

TransportGebruik een geschikte tas voor het veilig transporteren van hetapparaat.

OpslagHoud bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met devolgende opslagcondities:• droog,• op een plaats die beschermd is tegen stof en direct zonlicht,• evt. met een kunststofhoes tegen indringen van stof

beschermen.• De opslagtemperatuur moet voldoen aan het in hoofdstuk

Technische gegevens opgegeven bereik.• Bij langdurige opslag de batterijen verwijderen.

AccessoiresOptioneel zijn de volgende accessoires verkrijgbaar voortransport en opslag:• TROTEC® holster 3• Sinterbeschermkap

Neem voor meer informatie contact op met deTROTEC®-klantenservice.

Batterijen plaatsen• Plaats voor het eerste gebruik de meegeleverde batterijen.

Let op!Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog en hetapparaat uitgeschakeld is.

1. Open het batterijvakdeksel (3).2. Plaats de batterijen zoals op de afbeelding getoond in het

batterijvak.3. Sluit het batterijvakdeksel (3).

– Het apparaat kan nu worden ingeschakeld.

Transport en opslag

Bediening

5 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 7: Handleiding T260

Inschakelen en meting uitvoerenGevaar door laserstraling!Klasse 2 laserstraling.Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbarebereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudendestraal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bijlanger direct in de laserstraal kijken (meer dan0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet metoptische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk hetreflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld inde laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet opmensen of dieren.

Opmerking:Het stuurkruis is zeer gevoelig. Voorkom daarom vervuilingen ophet bedieningspaneel, omdat ze door het apparaat verkeerdkunnen worden geïnterpreteerd als ingedrukte toets.Zorg voor het gebruik dat het touch-bedieningspaneel vrij is vanvervuilingen.Reinig het touch-bedieningspaneel indien nodig volgenshoofdstuk Apparaat reinigen op pagina 13.

1. Verwijder de beschermkap van de infraroodsensor (6) als ueen infraroodmeting wilt uitvoeren. Anders de beschermkapop de infraroodsensor laten.

2. Druk op de aan/uit-toets (4), tot een signaaltoon klinkt.3. Het apparaat voert een korte zelftest uit.

– Op het display verschijnt de apparaatnaam en defirmwareversie.

– Op het display verschijnt de laadstatus van de batterij.– Het apparaat is klaar voor gebruik.– De weergave van de eenheden komt overeen met de

instellingen bij het laatste gebruik4. Kies de gewenste meetmodus.5. Richt het apparaat op het meetgebied.

– De meetwaarden worden weergegeven.

Opmerking:Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de gebruikslocatievan een koude naar een warme omgeving condensvorming op deprintplaat van het apparaat kan ontstaan. Dit natuurkundig effect,dat niet te voorkomen is, vervalst de meting. Het display toont indit geval geen of een verkeerde meetwaarde. Wacht enkeleminuten, tot het apparaat zich heeft ingesteld op de gewijzigdeomstandigheden, voordat u een meting uitvoert.

Toetsblokkering1. Druk tijdens gebruik kort op de aan/uit-toets (4).

– Het apparaat piept kort.– Het display toont de melding: LoC on.– De toetsblokkering is actief.

2. Druk opnieuw op de aan/uit-toets (4).– Het apparaat piept kort.– Het display toont de melding: LoC oFF.

De toetsblokkering is niet meer actief.

BedrijfsmodusHet apparaat heeft drie verschillende bedrijfsmodi.

1. Druk opnieuw op de omhoog-toets (9), voor omschakelingtussen bedrijfsmodi.– De bedrijfsmodus wordt via de indicatie bedrijfsmodus (21)

weergegeven.

TH-modus• Het apparaat heeft de functie van een thermohygrometer.• De bovenste meetwaardeweergave (16) toont de

temperatuur.Zie Temperatuurweergave instellen op pagina 9 voor hetinstellen van de eenheid.

• De onderste meetwaardeweergave (18) toont deluchtvochtigheid, resp. het dauwpunt.Zie Vochtigheidsweergave instellen op pagina 10 voor hetinstellen van de eenheid.

THHOLD

IRMAX

DPMIN AVG

CFGACT

21

NL Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 6

Page 8: Handleiding T260

IR-modusGevaar door laserstraling!Klasse 2 laserstraling. Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbarebereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudendestraal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bijlanger direct in de laserstraal kijken (meer dan0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet metoptische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk hetreflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld inde laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet opmensen of dieren.

• Zodra de IR-modus wordt geselecteerd, wordt delaserpointer ingeschakeld. De laserpointer dient voor hetmarkeren van het meetvlekmiddelpunt.

• Het apparaat heeft de functie van een pyrometer. Het meet deoppervlaktetemperatuur van objecten.

• De emissiegraad voor oppervlakken kan worden ingesteld inde instelmodus (Pagina 8).

• De bovenste meetwaardeweergave (16) toont deoppervlaktetemperatuur.Zie Temperatuurweergave instellen op pagina 9 voor hetinstellen van de eenheid.

• De onderste meetwaardeweergave (18) toont deluchtvochtigheid, resp. het dauwpunt.Zie Vochtigheidsweergave instellen op pagina 10 voor hetinstellen van de eenheid.

IR DP-modusGevaar door laserstraling!Klasse 2 laserstraling. Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbarebereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudendestraal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bijlanger direct in de laserstraal kijken (meer dan0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet metoptische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk hetreflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld inde laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet opmensen of dieren.

• Zodra de IR DP-modus wordt geselecteerd, wordt delaserpointer ingeschakeld. De laserpointer dient voor hetmarkeren van het meetvlekmiddelpunt.

• Het apparaat meet oppervlakte- en dauwpunttemperatuur inrealtime.

• Bij onderschrijden van de dauwpunttemperatuur(zie Alarmfunctie op pagina 9) wordt een visueel (laserknippert, indicatie ALARM (20) knippert) en afhankelijk vande gekozen instelling wordt een akoestisch signaal gegeven.

• De bovenste meetwaardeweergave (16) toont deoppervlaktetemperatuur.

• De onderste meetwaardeweergave (18) toont dedauwpunttemperatuur.

7 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 9: Handleiding T260

Instelmodus1. Druk ca. 2 seconden op de links/menu-toets (13).

– Het apparaat piept kort.– Het symbool CFG (14) wordt rechtsboven weergegeven.

2. Druk op de toets rechts/terug of links/menu om deinstelmogelijkheden te kiezen.– Houd er rekening mee dat enkele instelmogelijkheden

alleen in een bepaalde meetmodus kunnen wordengekozen.

Met CAL kan een eenpuntskalibratie worden uitgevoerd voor degeselecteerde sensorweergaven. Alle sensoren zijn al vanuit defabriek gekalibreerd en beschikken over de betreffendefabriekskalibratiekarakteristiek. Bij eenpuntskalibratie wordt doorhet opgeven van een compensatiewaarde (offset) een globalekalibatiecurveverschuiving uitgevoed, die werkt over het gehelemeetbereik! De in te voeren offset is de waarde waarmee dekalibatiecurve wordt verschoven.

Voorbeeld:Weergegeven waarde altijd 5 te hoog => wijziging van de offsetvoor dit meetkanaal naar -5.Vanuit de fabriek staat de offsetwaarde op 0.0.

Pabs[hPa]Alarm

Alt.[ft] CAL12

CFG

20

14

22

23

22

23

Instelmodus Beschrijving

Lamp Helderheid instellen.Waarden tussen 20 en 100 % en Al.on selecteerbaar.Uitschakeling na 30 min, behalve bij instelling Al.on

Pabs [hPa] Alleen selecteerbaar bij actieve eenheid g/kg.Weergave absolute druk (waardenbereik: 600 en 1200 hPa).1. Waarde via het stuurkruis (2) invoeren.2. Met OK-toets (12) bevestigen.

Alt.[ft.] Alleen selecteerbaar bij actieve eenheid gr/lb.Weergave locatiehoogte (waardenbereik: -999 tot 9999 ft).1. Waarde via het stuurkruis (2) invoeren.2. Met OK-toets (12) bevestigen.

CAL1 (TH-modus) Offset voor temperatuur invoeren.(Waardenbereik: -10 tot +10 °C of -18 tot +18 °F)Bij een negatieve offset zijn meetwaarden lager dan 0,00 niet mogelijk.1. Waarde via het stuurkruis (2) invoeren.2. Met OK-toets (12) bevestigen.

CAL1 (IR-modus) Offset voor temperatuur invoeren.(Waardenbereik: -10 tot +10 °C of -18 tot +18 °F)Emissiegraad instellen.(Waardenbereik: 0,1 tot 1,0)1. Waarde voor temperatuuroffset via het stuurkruis (2)

invoeren.2. Druk 2 s op de OK-toets (12).3. Waarde voor emissiegraad via het stuurkruis (2)

invoeren.4. Druk 2 s op de OK-toets (12).

CAL2 Alleen selecteerbaar bij actieve % rH.Offset voor relatieve luchtvochtigheid invoeren (Waardenbereik: +/- 30 % r.v.).Bij een negatieve offset zijn meetwaarden lager dan 0,00 niet mogelijk.1. Waarde via het stuurkruis (2) invoeren.2. Met OK-toets (12) bevestigen.

ALARM Alleen selecteerbaar, als IR-DP actief isBovenste (Hi) en onderste (Lo) drempelwaarde voor de dauwpunttemperatuur vastleggen.Waardenbereik: max. 9,9 °C of 9,9 °F1. Waarde voor Hi via het stuurkruis (2) invoeren.2. Druk 2 s op de OK-toets (12).3. Waarde voor Lo via het stuurkruis (2) invoeren.4. Druk 2 s op de OK-toets (12).5. Akoestisch en optisch signaal met omhoog- (9) en

omlaag-toets (11) in- of uitschakelen.– Knipperen de balken (22) in de bovenste en onderste

meetwaardeweergave, is het akoestische enoptische signaal geactiveerd.

– Knipperen de balken (23) in de bovenste en onderstemeetwaardeweergave, is het akoestische enoptische signaal gedeactiveerd.

NL Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 8

Page 10: Handleiding T260

AlarmfunctieIn de IR DP-modus is de alarmfunctie automatisch actief. Hetactiveren en de intensiteit van het alarm worden bepaald door debovenste en onderste alarmgrenswaarde.Deze beide alarmgrenswaarden worden altijd berekend uit degemeten dauwpunttemperatuur (TdP) en de individueel via deinstelmodus gedefinieerde drempelwaarden, de bovenstedrempelwaarde (Hi) en de onderste drempelwaarde (Lo).De som van dauwpunttemperatuur (TdP) en bovenstedrempelwaarde (Hi) vormt de bovenste alarmgrenswaarde(TdP + Hi).Het verschil van dauwpunttemperatuur (TdP) en onderstedrempelwaarde (Lo) vormt de onderste alarmgrenswaarde(TdP - Hi).Daalt de oppervlaktetemperatuur onder de bovenstealarmgrenswaarde (TdP + Hi), wordt een akoestisch alarm en eenvisueel alarm (laser knippert en indicatie ALARM knippert)geactiveerd en proportioneel met de nadering van de onderstealarmgrenswaarde neemt de intensiteit hiervan toe.Hoe verder de oppervlaktetemperatuur daalt, des te sneller neemtde herhalingsfrequentie van de akoestische en visuele signalentoe. De maximale herhalingsfrequentie wordt bij het bereiken vande onderste alarmgrenswaarde (TdP - Lo) geactiveerd.

Voorbeeld: De actuele dauwpunttemperatuur (TdP) is +10 °C. Udefinieert de bovenste drempelwaarde (Hi) op 5 °C en deonderste drempelwaarde (Lo) op 5 °C. Het alarm begint dan bij+15 °C (TdP + Hi) en bereikt de hoogste intensiteit bij 5 °C(TdP - Lo).

Temperatuurweergave instellenDe temperatuur kan worden weergegeven in Celsius (°C) ofFahrenheit (°F).De temperatuur kan als luchttemperatuur of alsoppervlaktetemperatuur worden weergegeven.

1. Druk opnieuw op de omhoog-toets (9), voor omschakelingtussen °C en °F in de verschillende bedrijfsmodi.– De temperatuur wordt in de gekozen eenheid weergegeven

op de bovenste meetwaardeweergave (16).– De eenheid (17) wordt op het display (1) weergegeven.

Bedrijfsmodus Temperatuureenheid Beschrijving

TH°C Luchttemperatuur in °C°F Luchttemperatuur in°F

IR°C Oppervlaktetemperatuur in °C°F Oppervlaktetemperatuur in °F

IR DP°C Oppervlaktetemperatuur in °C°F Oppervlaktetemperatuur in °F

%WT CM m/s ppm °F °C 17

9 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 11: Handleiding T260

Vochtigheidsweergave instellenDe vochtigheid kan in % r.v., g/m3, g/kg en gr/lb, en dedauwpunttemperatuur in dp °C en dp °F worden weergegeven.

1. Druk op de omlaag-toets (11), tot de gewenste eenheid wordtweergegeven op het display.– De vochtigheid, resp. de dauwpunttemperatuur wordt in de

gewenste eenheid weergegeven op de onderstemeetwaardeweergave (18).

– De eenheid (19) wordt op het display (1) weergegeven.

Meetmodus1. Druk op de rechts/terug-toets (10) of links/menu-toets (13),

tot de gewenste meetmodus wordt weergegeven.– De gekozen meetmodus (15) wordt op het display (1)

weergegeven.

Het apparaat heeft de volgende meetmodi:

Meetwaarde vasthouden1. De meetmodus instellen op HOLD.

– De actuele meetwaarde wordt vastgehouden enweergegeven.

– Het apparaat zal deze waarde vasthouden, tot demeetwaarden worden gereset of het apparaat wordtuitgeschakeld.

Meetwaarden resetten1. Druk ca. 2 seconden op de OK-toets (12).

– Alle eerder vastgelegde meetwaarden in de meetmodi AVG,MIN, MAX en HOLD worden gereset.

– Alle meetwaarden worden op basis van de op deachtergrond doorlopende meting opnieuw bepaald.

Meetwaarde opslaanHoud er rekening mee dat het opslaan van meetwaarden op hetapparaat zelf niet mogelijk is. Voor het opslaan van meetwaardenmoet het apparaat via een USB-kabel op een PC met de softwareMultiMeasure Studio zijn aangesloten.

1. Druk kort op de OK-toets (12).– De weergegeven meetwaarde wordt opgeslagen in de

software.Meer informatie kunt u vinden in de helptekst van deMultiMeasure Studio software.

Bedrijfsmodus Eenheid Beschrijving

TH

g/m3 Absolute luchtvochtigheid g/m3

g/kg g/kg droge luchtgr/lb g/lb droge luchtdp °C Dauwpunttemperatuur in °Cdp °F Dauwpunttemperatuur in °F% rH Relatieve luchtvochtigheid in procent

IR

g/m3 Absolute luchtvochtigheid g/m3

g/kg g/kg droge luchtgr/lb g/lb droge luchtdp °C Dauwpunttemperatuur in °Cdp °F Dauwpunttemperatuur in °F% rH Relatieve luchtvochtigheid in procent

IR DPdp °C Dauwpunttemperatuur in °Cdp °F Dauwpunttemperatuur in °F

g/m3 g/kg gr/lb dp °C °F % rH

pp

19

Meetmodus Beschrijving

TH Het apparaat toont de luchttemperatuur en -vochtigheid (zoals een thermohygrometer).

IR Het apparaat toont de oppervlaktetemperatuur (zoals een pyrometer).

IR DP Het apparaat toont dauwpunt- en oppervlaktetemperatuur (combinatie van thermohygrometer en pyrometer).

ACT Meetwaarde in realtimeAVG Gemiddelde waarde van meting sinds inschakelenMIN Laagste gemeten waardeMAX Hoogste gemeten waardeHOLD Meetwaarde wordt vastgehouden

THHOLD

%WT CM m/s ppm °F °C

IRMAX

DPMIN AVG

CFGACT 15

NL Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 10

Page 12: Handleiding T260

LaserpointerGevaar door laserstraling!Klasse 2 laserstraling.Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbarebereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudendestraal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bijlanger direct in de laserstraal kijken (meer dan0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet metoptische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk hetreflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld inde laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet opmensen of dieren.

• Zodra de bedrijfsmodus IR of IR DP wordt geselecteerd, wordtde laserpointer ingeschakeld. De laserpointer brandtmaximaal 2 minuten en kan door kort drukken op deOK-toets (12) nog 2 minuten worden geactiveerd.

USB-interfaceHet apparaat kan via de USB-aansluiting (5) worden verbondenmet een PC. Zie hoofdstuk PC-Software op pagina 12.

Uitschakelen1. Houd de aan/uit-toets (4) ca. 3 seconden ingedrukt, tot een

signaaltoon klinkt.– Het apparaat wordt uitgeschakeld.

2. Schroef de beschermkap indien nodig weer op deinfraroodsensor.

Het apparaat heeft een meetsensor voor luchttemperatuurevenals luchtvochtigheid.Verder heeft het apparaat een infraroodsensor voor het meten vanoppervlaktetemperaturen.Bij de metingen met de infraroodsensor spelen de emissiegraaden de verhouding van de afstand ten opzichte van demeetvlekgrootte een belangrijke rol.

EmissiegraadDe emissiegraad is een waarde de wordt gebruikt om dekarakteristiek van de uitgestraalde energie van een materiaal tebeschrijven.Hoe hoger deze waarde, hoe hoger de capaciteit van hetmateriaal om straling uit te zenden. Veel organische materialenen oppervlakken hebben een emissiegraad van ca. 0,95.Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben eenlagere emissiegraad en levert daarom onnauwkeurigemeetwaarden.Houd hier rekening mee bij het gebruik van het apparaat.Ter compensatie kan het glanzende deel van het oppervlak mettape of met matzwarte verf worden bedekt. Het apparaat kan niet meten door transparante oppervlakken,zoals glas. In plaats hiervan meet het de oppervlaktetemperatuurvan het glas.De emissiegraad van een materiaal is afhankelijk vanverschillende factoren, zoals de materiaalsamenstelling, deoppervlaktegesteldheid en zelfs de temperatuur hiervan. Dezekan tussen 0,1 en 1 (theoretisch) liggen.Als vuistregel kan het volgende worden aangenomen: Is eenmateriaal nogal donker en de oppervlaktestructuur nogal mat,heeft het zeer waarschijnlijk ook een hogere emissiegraad. Hoelichter en gladder het oppervlak van een materiaal, des te lagerzal de emissiegraad hiervan waarschijnlijk zijn. Hoe hoger deemissiegraad van het te meten oppervlak, hoe geschikter het isvoor een aanrakingsloze temperatuurmeting met een pyrometerof een warmtebeeldcamera, omdat vervalsendetemperatuurreflecties kunnen worden verwaarloosd.Desondanks is het invoeren van een mogelijk geschikteemissiewaarde voor een nauwkeurige meting onvermijdelijk.

Meetprincipe

11 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 13: Handleiding T260

Afstand en meetvlekgrootte (Distance to Spot ratio, D:S)Om nauwkeurige meetresultaten te kunnen bereiken, moet hetmeetobject groter zijn dan de meetvlek van het apparaat. Debepaalde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van hetgemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te geringermoet de afstand ten opzichte van het apparaat zijn.De exacte meetvlekgrootte kunt u zien in de afbeelding. Voor nauwkeurige metingen moet het meetobject minimaal tweekeer zo groot zijn dan de meetvlek.

Gebruik de PC-software MultiMeasure Studio Standard (gratisstandaardversie) of MultiMeasure Studio Professional (betaaldeprofessionele versie, dongle nodig), voor een gedetailleerdeanalyse en visualisatie van uw meetresultaten. Alleen met dezePC-software en een TROTEC® USB-dongle (Professional) kunnenalle configuratie-, visualisatie- en functiemogelijkheden van hetapparaat worden gebruikt.

InstallatievoorwaardenZorg dat aan de volgende minimale voorwaarden voor hetinstalleren van de PC-software MultiMeasure Studio Standard ofMultiQube Studio Professional is voldaan:

• Ondersteunde besturingssystemen (32 of 64 bit-versie):– Windows XP vanaf service pack 3– Windows Vista– Windows 7– Windows 8

• Software-eisen:– Microsoft Excel (voor weergave van de opgeslagen

Excel-documenten)– Microsoft.NET Framework 3.5 SP1 (wordt indien nodig

tijdens het installeren van de PC-softwaremeegeïnstalleerd)

• Hardware-eisen:– Processorsnelheid: min. 1,0 GHz– USB-aansluiting– Internetaansluiting– min. 512 MB werkgeheugen– min. 1 GB harde schijfruimte– Optioneel: TROTEC® USB-dongle (Professional) voor

gebruik van de professionele versie van de PC-software

Installeren van de PC-software1. Download de actuele PC-software via internet. Ga hiervoor

naar de website www.trotec.de. Klik op Service, daarna opDownloads en vervolgens op Software. Kies de softwareMultiMeasure Studio Standard uit de lijst. Neem contact opmet de TROTEC®-klantenservice las u de optioneelverkrijgbare professionele versie van de PC-softwareMultiMeasure Studio Professional (dongle) wilt gebruiken.

2. Start het installeren door te dubbelklikken op hetgedownloade bestand.

3. Volg de aanwijzingen van de installatie-assistent.

Start de PC-software1. Verbind het apparaat en uw PC met de meegeleverde

USB-verbindingskabel.

Opmerking: Stap 2. hoeft alleen te worden uitgevoerd als u gebruik maakt vande Professional-functies van de software.Gebruikt u de Standard-functies van de software, ga dan verdermet stap 3.2. Verbind voor het vrijschakelen van de Professional-functies

de TROTEC® USB-dongle met een vrije USB-aansluiting opde PC.– De TROTEC® USB-dongle (Professional) wordt automatisch

herkend door het besturingssysteem.– Wordt de TROTEC® USB-dongle (Professional) pas na het

straten van de PC-software met de PC verbonden, klik danin de PC-Software op het menupunt Parameters. Klikdaarna op het USB-symbool (dongle-controle), om deaangesloten TROTEC® USB-dongle (Professional) in telezen.

3. Schakel het apparaat in (zie hoofdstuk Inschakelen en metinguitvoeren op pagina 6).

4. Start de software MultiMeasure Studio.

Informatie m.b.t. gebruik van de Software MultiMeasure Studiokunt u vinden in de helptekst van de software.

PC-Software

ø18

205400

800 mm

ø35 ø70

D:S = 12:1

NL Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 12

Page 14: Handleiding T260

Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op eengoede werking getest. Mochten er desondanks storingenontstaan, controleer dan het apparaat op basis van de volgendelijst.

Het apparaat kan niet worden ingeschakeld:• Controleer de laadtoestand van de batterijen. Vervang de

batterijen als bij het inschakelen de melding Batt lo wordtweergegeven.

• Controleer de correcte plaatsing van de batterijen. Let op dejuiste positie van de polen.

• Voer een elektrische controle nooit zelf uit, maar neemhiervoor contact op met uw TROTEC®-klantenservice.

Bij onderhoudswerkzaamheden en reparatieswaarbij het openen van de behuizing nodig is,contact opnemen met de TROTEC®-klantenservice.Onrechtmatig geopende apparaten zijn uitgeslotenvan elke aansprakelijkheid en elke aanspraak opgarantie vervalt.

Apparaat reinigen1. Gebruik voor het reinigen een zachte, pluisvrije doek.2. Bevochtig de doek met schoon water. Gebruik geen sprays,

oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen ofschuurmiddelen voor het bevochtigen van de doek.

3. Verwijder de vervuilingen van de behuizing, de aansluitingenen het kleurendisplay.

Infraroodsensor reinigen• Bij vervuiling van de infraroodsensor kan deze voorzichtig

worden uitgeblazen.

Batterijen vervangenVervang de batterijen als bij het inschakelen de melding Batt lowordt weergegeven of als het apparaat niet meer kan wordeningeschakeld. Zie Batterijen plaatsen op pagina 5.

Elektrische apparaten horen niet in het huisvuil, maarmoeten in de Europese Unie – volgensRichtlijn 2002/96/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENTEN DE RAAD van 27 januari 2003 betreffende

afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) –vakkundig worden gerecycled. Dit apparaat graag aan het eindvan de levensduur recyclen volgens de geldende wettelijkebepalingen.

Batterijen horen niet in het huisvuil, maar moeten in de EuropeseUnie – volgens Richtlijn 2006/66/EG VAN HET EUROPEESPARLEMENT EN DE RAAD van woensdag 6 september 2006betreffende afgedankte batterijen en accu's – vakkundig wordengerecycled. De batterijen graag recyclen volgens de geldendewettelijke bepalingen.

in het kader van de EG-Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG en deEG-richtlijn 2004/108/EG m.b.t. de elektromagnetischecompatibiliteit (EMC).Hiermee verklaren we, dat de infrarood-thermohygrometer T260in overeenstemming met de genoemde EG-richtlijnen isontwikkeld, geconstrueerd en geproduceerd.

De -markering vindt u op de achterzijde van het apparaat.

Fabrikant: Trotec GmbH & Co. KGGrebbener Straße 7D-52525 HeinsbergTelefoon: +49 2452 962-400Fax: +49 2452 962-200E-mail: [email protected]

Heinsberg, 31-3-2014

Bedrijfsleider: Detlef von der Lieck

Defecten en storingen

Onderhoud

Recycling

Conformiteitsverklaring

13 Bedieningshandleiding – Infrarood-thermohygrometer T260 NL

Page 15: Handleiding T260

TROTEC GmbH & Co. KG

Grebbener Str. 7 52525 Heinsberg Deutschland

+49 2452 962-0 +49 2452 962-200

[email protected] www.trotec.com