Handleiding Serie J 100 E5 - rdgsystems.be · Storingen en correctieve acties ... - Deze...

Hitachi Frequentie-omvormers

Handleiding

Serie J 100 E5

Deze handleiding dient aandachtig gelezen te worden.

Hou deze in de buurt van het toestel

HITACHI

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 2

Opgelet! NL De frequentieomvormer kan enkel geplaatst en in bedrijf genomen worden door gekwalificeerd personeel. Men moet erop letten dat de toepasbare reglementeringen (bv. IEC, VDE, VBG, enz.) nageleefd worden. Opgelet: wanneer de voedingsspanning onderbroken wordt, kunnen bepaalde onderdelen van het toestel nog onder spanning staan. De ontladingstijd is ongeveer 3 minuten.

Attention! F Ce variateur de frequentie doit être installé ou réglé uniquement par un personnel qualifié. Installez-le conformément aux réglementations nationales de sécurité (telles que IEC, VDE, VBG, etc...). Attention : Pendant une coupure dàlimentation, il est très dangereux de toucher certaines parties de láppareil. Le temps de décharge complet de tous les circuits est d' environ 3 minutes ; il faudra tenir compte de ce délai.

Attention! GB Qualified persons only are allowed to install and set up the frequency inverter. Attention must be paid to the applicable national standards (e.g. IEC, VDE, VBG). Caution: When the power is turned off, parts can still be under tension! Discharge time is approximately 3 minutes.

Achtung D Der Frequenzumrichter darf nur durch qualifiziertes Fachpersonal montiert und in Betrieb genommen werden. Die Installation muß entsprechend den nationalen Standards (IEC, VDE, VBG) erfolgen. Wichtig: Nach Netzausschaltung liegt am Zwischenkreis noch Spannung an. Die Entladezeit beträgt ca. 3 Minuten.

Attenzione! I Solamente personale qualificato é autorizzato ad installare é ad operare inverter. Particolare attenzione deve essere data alle nomative nazionale vigenti (IEC, VDE, VBG, CEI). Norma precauzionale: Quando lálimentazione é tolta. Tenere presente il fatto che alcume parti rimangono in carica, anche per un tempo superiore o circa ai 3 minuti.

Atención! E Solo personas cualificadas tienen permiso de instalary maniobrar operaciones de fucionamiento del convertidor de frecuencia. Prestar la atención o ciudados de los modelos nacionales ya validos como por ejemplo (IEC, VDE, VBG). Atención: Cuando está desconectado algunas partes pueden estar aún cargadas. Tiempo de descarga aproximadamente 3 minutos.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 3

Inhoudstafel 1. Controle bij de levering ................................................................................................ 4 2. Veiligheidsmaatregelen................................................................................................. 5

2.1 Bescherming van personen.......................................................................................................5 2.2 Omgevingsvoorschriften ..........................................................................................................5

3. Beschrijving van het toestel .......................................................................................... 6 4. Montage ........................................................................................................................ 7 5. Bedrading...................................................................................................................... 8

5.1 Aansluiting en beschrijving van de vermogenklemmen...........................................................8 5.1.1 Beschrijving van de vermogenklemmen.............................................................................9

5.2 Aansluiting en beschrijving van de stuurklemmen.................................................................10 5.2.1 Beschrijving van de stuurklemmen...................................................................................11 5.2.2 Beschrijving programmeerbare functies stuurklemmen 1-5 .............................................13

5.3 Aansluiting met een programmeerbare automaat ...................................................................14

6. In gebruikname .......................................................................................................... 15 6.1 Herstellen van de fabrieksinstelling .......................................................................................15 6.2 In gebruikname door middel van het ingebouwde controlepaneel .........................................15

7. Bediening met het ingebouwde controlepaneel OPE-J............................................... 17 7.1 Beschrijving van het toetsenbord ......................................................................................... 17 7.2 Overzicht van de functies ..................................................................................................... 19 7.3 Beschrijving van de monitor modus en de functie modus F................................................. 22 7.4 Beschrijving van de bijkomende functies............................................................................. 29

8. Foutmeldingen ........................................................................................................... 51

Fout melding............................................................................................................................... 51 Beschrijving................................................................................................................................ 51 Oorzaak ...................................................................................................................................... 51 Remedie...................................................................................................................................... 51

9. Storingen en correctieve acties ................................................................................... 54 10. Gebruik van de programmatie eenheid DOP of DRW ............................................. 55

10.1Aansluiting van de DOP of DRW console ............................................................................55 10.2 Het klavier ............................................................................................................................55 10.3 Parameters wijzingen in Monitor mode met het klavier.......................................................56 10.4 Parameters wijzingen in Functie mode met het klavier ........................................................56 10.5 Gebruik van het klavier voor de wijziging van de functie « F00 Control » .........................57 10.6Overzicht van de functies in monitor en programmatie modus.............................................58

11. Technische gegevens ................................................................................................ 62

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 4

1. Controle bij de levering Ga na of het toestel geen schade geleden heeft tijdens het transport. Kijk na of de karakteristieken van het geleverde toestel (waarden zijn aangegeven op het kentekenplaatje) overeenstemmen met deze die voorkomen op onze leveringsbon en op uw bestelling. Een integrale levering bestaat uit: - De frequentieomvormer type J100 ... SFE5 / HFE5 (zie kentekenplaatje). - Deze handleiding over de installatie, de cablage en de programmatie van de frequentieomvormer. - De brochure ‘Montage en installatie van de J100 en J300 Hitachi frequentieomvormers conform aan de Europese normen inzake electromagnetische compatibiliteit (EMC)’.

HITACHI 007SFE5J 100INVERTER

220-240V0,75 kW5.0 A

J 100E - 007S5 53A

VOLTS MAX.CAPACITE MAX.

AMPERESDATEPHASEFREQ.VOLTS

HITACHI, Ltd. Tokyo JAPAN NE 15412

1997

220-240V 220-240V50 Hz 60 Hz

MFG.NO.

INPUT OUTPUT

Netspanning

Phase

Bouwjaar

Model van J100

Uitgangsspanning

Max. motorvermogen(4P-kW)

Uitgangsstroom

Productienummer

Ingangsfre-quentie

1 1

Codificatie :

J 100 007 S F E

E : Versie Europa, Australia, Singapore etcU : Versie USA, Canada etc

F: langs toetsenbord

VoedingsspanningS : 200 - 240 Volt éénfazig

H: 400 - 460 Volt driefazig

Codering voor maximum motorvermogen (4P, kW)

Reeks004 : 0,4 kW007 : 0,75 kW015 : 1,5 kW022 : 2,2 kW037 : 3,7 kW

5 5: Versie nummer met CE voorbereiding

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 5

2. Veiligheidsmaatregelen

2.1 Bescherming van personen De aarding dient enkel als beveiliging voor de frequentieomvormer en niet als bescherming van personen. Volgens de norm VDE 160 mag een frequentieomvormer niet met een normale differentiële schakelaar gevoed worden omdat die een gelijkstroomlast kan zijn voor het net (diodenbrug aan de ingang) en zo de werking van de optimale differentiële detectie kan beinvloeden. Aardingsverliesstromen worden veroorzaakt door de capaciteit van de voeding- en motorkabels. Het gebruik van een netfilter om de EMC te respecteren verhoogt deze verliesstroom. Om de personen te beschermen moet men de motor en de omvormer correct aarden. Een speciale differentiele zekering die rekening houdt met de gelijkstroom en de hoogfrequentestroom kan eventueel ook gebruikt worden. Men mag geen onderdelen in het toestel met de handen of met eender welk voorwerp aanraken wanneer de spanning aangesloten is of voordat de condensator van de tussenkring ontladen is, dit om kwetsuren of beschadiging te vermijden. Wanneer de spanning aangesloten is mag men niet aan de bedrading werken of signalen verifiëren. Indien er een korte stroomonderbreking is nadat de frequentie-omvormer een start signaal gekregen heeft, kan deze opnieuw in gang schieten wanneer de stroom terug is. Indien deze toestand een gevaar voor personen kan betekenen dan moet men een elektromagnetische schakelaar plaatsen aan de netspanningzijde. Dit zal het heropstarten na de stroomonderbreking beletten. Wees in het bijzonder voorzichtig wanneer het automatisch heropstarten ingeschakeld is. Kijk de aarding van de ganse installatie grondig na. Hou er rekening mee dat de ontlaadtijd van de tussenkring condensator ongeveer 3 minuten bedraagt. Wacht dus tot het lampje "Charge" volledig uitgedoofd is alvorens aan de frequentie-omvormer te werken.

2.2 Omgevingsvoorschriften Kijk de netspanning na: : 3 x 380-415 V, ± 10% /50 Hz, ± 5%; 3 x 400-460V / 60Hz , ± 5%.(Serie J 100 HFE5) 1 x 220-240 V, ± 10%; 50/60 Hz, ± 5%.(Serie J 100 SFE5) Vermijd hoge temperaturen en vochtigheidsgraden. Men moet het toestel eveneens vrijwaren van slijk, corrosieve gassen, en mogelijke vloeistof spatten. Installeer het toestel in een goed geventileerde plaats, en niet in rechtstreeks zonlicht. Monteer het toestel op een verticaal, vuurvast en trillingvrij oppervlak (bijvoorbeeld zijkant van een machine). Opgelet! Geen netspanning aansluiten op de uitgangsklemmen U,V,W Indien de genormaliseerde motor gevoed wordt met een frequentie > 60 Hz, dient u de fabrikant van de motor of van de machine te raadplegen Alle frequentieomvormers zijn gecontroleerd op het gebied van overspanning en van isolatie. De meting van de isolatie tijdens een controle, geschiedt enkel op de vermogenklemmen. Bij die gelegenheid, gebruikt men een Mohm-meter om de isolatieweerstand van 5MΩ op de verschillende

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 6

klemmen na te meten door het aanleggen van een spanning van 500 VDC. Nooit deze weerstand meten op de stuurklemmen. Gebruik geen onderbreker tussen het net en de omvormer of de omvormer en de motor om deze op te starten. Plaats geen condensator die uw vermogensfactor zou kunnen verbeteren, noch beschermingen tegen overspanning tussen de uitgang ²an de omvormer en de motor.

3. Beschrijving van het toestel

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 7

4. Montage De aan de EMC voorschriften conforme montage- en installatieinstructies vindt u in de brochure ad hoc.Gelieve deze eerst te raadplegen alvorens aan de installatie van de omvormer te beginnen. Om een goede warmtedissipatie toe te laten, dient de frequentieomvormer verticaal gemonteerd te worden. Bij inbouw in een gesloten omgeving moet men in het bijzonder rekening houden met de voorgeschreven minimum afstanden met de zijwanden en andere toestellen. Laat geen gereedschap achter in frequentieomvormer.

J100min.5 cm

min.5 cm

min.10 cm

min.10 cm

Luchtstroom

Opgelet: plaats de omvormer tegen een wand van niet brandbaar materiaal (bv. metaal).. Men moet erop letten dat tijdens het uitvoeren van werken aan de frequentieomvormer geen voorwerpen zoals bv. isolatie materiaal, metaaldeeltjes of stof in de kast terecht komen. U kan dit vermijden door de frequentieomvormer af te dekken wanneer deze niet onder spanning staat. De limieten van de werkingstemperaturen zijn -10 tot +40° C of +50°C indien de behuizing opgesteld is in een vrije ruimte. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe korter de levensduur van het toestel zal zijn. Opgelet: de voorschriften omtrent EMC worden slechts gerespecteerd als het deksel op het toestel blijft zitten De frequentie-omvormer niet in de omgeving van een warmtebron plaatsen.. Indien de frequentieomvormer in een schakelkast gemonteerd wordt moet men letten op de warmte afvoermogelijkheden van deze schakelkast. Men moet eventueel een efficiënte ventilatie voorzien. Het aanspankoppel van de bouten aan de vermogenklemmen is 1.2 Nm (max 1.5 Nm) en voor de controleklemmen 0.5 Nm (max 0.7Nm)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 8

5. Bedrading De aan de EMC voorschriften conforme cablageinstructies vindt u in de brochure ad hoc.Gelieve deze eerst te raadplegen alvorens aan de installatie van de omvormer te beginnen. Het frontpaneel moet verwijderd worden om aan de vermogen- en stuurklemmen te kunnen werken. Nooit de netspanning aansluiten op de motor aansluitklemmen (U, V, W). Om een optimaal contact te waarborgen, gebruikt men kabelschoenen of soldeert men de kabeluiteinden. Bij het aansluiten van meerdere motoren op dezelfde omvormer moet iedere motor over een eigen thermische beschermingsrelais beschikken.

5.1 Aansluiting en beschrijving van de vermogenklemmen Voorbeeld voor de aansluiting van een J100- .... SFE5

Vermogen klemmen

Net

Remweerstand(Optie)

P RB L1 N U V W

1x220V-240V

M3 ~

Motor aansluitingenmet afgeschermde kabel

Net filter

Voorbeeld voor de aansluiting van een J100- .... HFE5

Vermogen klemmen

Net

Remweerstand(Optie)

P RB L1 L3 U V W

3 * 380 - 460 V 50 / 60 Hz

M3 ~

Motor aansluitingenmet afgeschermde kabel

Net filter

L2

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 9

5.1.1 Beschrijving van de vermogenklemmen

Klem Functie Beschrijving L1, N of L1, L2, L3

Netaansluiting J100- ... SFE5 (Klemmen L1, N): 1 ~ 220 - 240V ± 10%, 50/60Hz ± 5% J100- ... HFE5 (Klemmen L1, L2, L3): 3 ~ 380 - 460V ± 10%, 50/60Hz ± 5%

U (T1) V (T2) W (T3)

Motor aansluiting Sluit de motor aan in ster of driehoek naargelang de uitgangsspanning van de frequentie-omvormer.

P (+) RB (RB)

Aansluiting van de remweerstand.

Rem weerstandenJ 100 - Ohm Aanbevolen type Remvermogen

aan 10%ED004 SFE3/4 180 FZM 135 x 35 - 200 550 W

007 SFE3/4 100 FZM 200 x 45 - 100 1100 W

015/022 SFE3/4 50 FZM 300 x 65 - 50 2200 W

015 HFE3/4 180 FZM 300 x 65 - 200 2200 W

022/037 HFE3/4 100 FZM 300 x 65 - 100 2800 W

PE Aarding

De te voorziene netzekeringen zijn van het trage typer of eventueel een trage magneto-thermische lastschakelaar type “ Curve D”. De volgende grootten zijn aan te raden. J 100 004 SFE 5 10 A traag J100 022 SFE5 25 A traag J 100 007 SFE5 16 A traag J 100 015 et 022 HFE5 16 A traag J 100 015 SFE5 16 A traag J 100 037 HFE 5 25 A traag Gebruik afgeschermde kabels voor de motoraansluitingen. De afscherming dient aan weerszijde aangesloten te worden aan de aardleiding. Indien de voeding- of de motorkabels een totale gecumuleerde lengte van 50 m overschrijden is het noodzakelijk motorspoelen te voorzien om de verliesstromen van de motorkabel te beperken.Gelieve uw Hitachi.agent te raadplegen Men moet voor een perfecte equipotentialiteit zorgen. Maak de aansluiting voor de aarding zorgvuldig zoals voorgeschreven. Wanneer meerdere frequentie-omvormers worden geplaatst zal men een gemeenschappelijke aardleiding vermijden. Opgelet! de volgende bedrijfsparameters kunnen de frequentieomvormer beschadigen en dienen dus vermeden te worden:

• De asymmetrie van het net >3%. • Het vermogen van het net is groter dan 10 maal het vermogen van de frequentieomvormer

of is > 500 kVA. • Belangrijke spanning pieken • De frequentieomvormer wordt aan een generator aangesloten. • Een (slecht geregelde) automatische cos phi compensator

Indien één (of meerdere) van de bovengenoemde toestanden zich tegelijkertijd voordoet, moet men een smoorspoel (Uk=3%) op de voedingsleiding plaatsen.

FU 1 FU 2 FU 3 FU 1 FU 2 FU 3

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 10

5.2 Aansluiting en beschrijving van de stuurklemmen Bij het gebruik van de transistor uitgang AR/RUN - CM2 moet men een vrijloopdiode parallel op de aangesloten relais monteren, anders kan het inschakelen van deze relais de uitgang beschadigen. Men mag de klemmen H en L resp. P24 en CM1 niet kortsluiten. De stuurleidingen moeten gescheiden gehouden worden van de netspanning- en motorleidingen. Ze mogen niet langer zijn dan 20 meter en moeten afgeschermd worden. Indien het niet mogelijk is de kruising van deze kabels te vermijden, dan moet men deze loodrecht op elkaar plaatsen. Voorbeeld van aansluiting

Belangrijke opmerkingen • Alle stuuringangen zijn door een optokoppeler galvanisch van het net afgescheiden. Iedere

digitale ingang verbruikt 5mA. • De relais voor storingsmeldingen schakelt in ± 1 s. na het onder spanning brengen van de

omvormer • Er zijn 3 mogelijkheden om een storingsmelding uit te wissen of om terug te zetten: ofwel de

toets RS/STOP, ofwel langs de ingang RS (Reset) ofwel nog door de netspanning uit te schakelen. In dit laatste geval moet men wachten tot het controlepaneel van de console volledig gedoofd is.

• Opgelet: indien het Reset signaal langer dan 4 s aanwezig blijft op de klemmen RS, zal de

display aangeven(of indien men een DOP gebruikt ). Let er dan op dat dit signaal niet langer op de klemmen RS blijft door op eender welke toets te drukken.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 11

5.2.1 Beschrijving van de stuurklemmen

Klem Functie Beschrijving FM Programmeerbare uitgang

Frequentiewaarden

Motorstroom Koppel

Analoog signaal in pulsbreedte modulatie. (frequentie 3,6 kHz) De werkelijke frequentie en de motorstroom zijn beschikbaar (zie functie A 51). De uitgangsfrequentie is tevens beschikbaar als een blokgolf met een frequentie gelijk aan die van de motor (zie functie A 50) De schaal voor het uitgangs signaal is regelbaar met de functie F 10 Fabrieksinstelling: analoog signaal (0-10 V) = maximum motor frequentie

10 V

t

Ts

10 V

Ts

Analoog signaalUitgang frequentie, stroom

Numerisch signaalUitgang frequentie

PV24

CM1

24V-voedingsspanning voor het sturen van FW,

1, 2.........., 5

Opgelet: PV24 en CM1 niet kortsluiten !!

gemeenschappelijke aarding van ingangen FW, 1, 2, ...5

en de uitgang ‘FM’

Maximale uitgangsstroom: 100 mA.

FW Run/Stop voorwaarts draaien

Voorwaarts (FW)

Achterwaarts (RV)

ON

ON

Frequentie uitgang

Contact FW

Contact RV

5 Programmeerbare ingangen

REV Ingangen 1, 2, ... , 5 zijn programmeerbaar. We zullen deze functies verder bespreken op de volgende bladzijden.

4 de functie aangegeven naast de

klem, is deze bij

RS Deze tabel geeft slechts een functionele beschrijving van de verschillende klemmen (fabrieksinstelling)

3 fabrieksinstelling

CH1 Twee klemmen kunnen niet tegelijkertijd gebruikt worden voor het uitvoeren van eenzelfde functie.

2 Functies C0 t.e.m. C4 laten toe

CF1 - REV: achterwaarts - CF1,CF2: voorgeprogrammeerde snelheden

1 klemmen 1 t.e.m. 5 te programmeren

(F-38 DOP/DRW)

CF2 - CH1 tweede aanloop- en uitlooptijd - RS reset en uitwissen van een foutmelding

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 12

Klem Functie Beschrijving H 5V DC voeding voor de

potentiometer De ingang "O" voor de vraagfrequentie kan voor een signaal van 0-5V geprogrammeerd worden. Functie A48 (F-21 DOP/DRW)

O Vraagspanning 0-5 V DC of 0-10 V DC

voor een externe frequentievraag (spanning gestuurd)

OI Ingang 4-20 mA voor het sturen

van de vraagfrequentie (stroom gestuurd)

Indien een stroom ontstaat van 4mA tussen klemmen OI en L, kan de uitgang motor frequentie 0,6 Hz bedragen. In dat geval moet men onder A4 de frequentie van het start commando van de motor inbrengen.

L 0V-Massa van de frequentie sturing

De ingangimpendantie van de spanning bedraagt 30 Kohm De ingangsimpendantie van de stroom bedraagt 250 Ohm

CM2

Gemeenschappelijke klem (0V) voor de uitgang 11

Uitgang met open collector : 27 V DC en 50 mA maximum

11 Programmeerbare uitgangen AR : signaal voor het bereiken

van de frequentie RUN : werkingssignaal

OL : Signaal overschrijding overlast

fabrieksinstelling : klem 11 - AR AR : Signaal dat aangeeft dat de motorfrequentie de vraagwaarde bereikt heeft. Zie programmatie van A49 (F-32/DOP) RUN: uitgang is actief OL : Uitgang geactiveerd wanneer de stroom groter is dan deze aangegeven onder de functie A30 De uitgangspolariteit kan geprogrammeerd worden met de functie C21

AL2 Uitgang Contact foutmelding

AL1 Contact alarm

250 V AC 2,5 A (Laad impedantie) : 0,2 A (cos φ = 0,4) 30 V DC 3,0 A (Laad impedantie) : 0,7 A (cos φ = 0,4) (min. 100 V AC 10mA : 5 V DC 100 mA)

AL0 Normale werking : AL0-AL1 gesloten Default of geen netspanning : AL0-AL2 gesloten De uitgangspolariteit kan geprogrammeerd worden met de functie C21

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 13

5.2.2 Beschrijving programmeerbare functies stuurklemmen 1-5

Klem Functie Beschrijving REV Achterwaarts draaien Run/Stop achterwaarts draaien

CF1 Voorprogrammeerbare frequenties

CF1 Voorgeprogrammeerde frequentie (snelheid: 1 = A12) CF2 Voorgeprogrammeerde frequentie (snelheid: 2 = A13) CF1 en CF2 Voorgeprogrammeerde frequentie (snelheid: 3 = A14)

CF2 CF1 en CF2 Voorgeprogrammeerde frequentie.(snelheid: 4 = A15) CF2 en CF3 Voorgeprogrammeerde frequentie (snelheid : 5 = A16) CF1, CF2 en CF3 Voorgeprogrammeerde frequentie (snelheid : 6 = A17) CF3 Voorgeprogrammeerde frequentie (snelheid : 7 = A71)..

Zie functies A12 tot A17 en A 71 De voorprogrammeerbare frequenties kunnen geregeld worden met de toetsen > en < op het toetsenbord van programmatie eenheid

DB DC rem Inschakeling gelijkstroomrem van buitenuit. Zie functies A20, A21, A22, A55 en A56 Fonction A56 = 0 Fonction A56 = 1 FW, REV

DB

Uitgang

Functie A22 Remtijd

FW, REV

DB

Uitgang

Rem

FW, REV

DB

Uitgang Remtijd

functie A22

FW, REV

DB

Uitgang Rem

STN Fabrieksinstelling Procedure om de fabrieksinstelling opnieuw in te stellen :

1 Eén van de ingangen “ STN” programmeren met de functies C0 tot C4 2 Deze klem “STN” voeden met de spanning van PV 24 3 Net afsluiten (wachten tot de LED, verklikker van de lading van de

condensator, gedoofd is) 4 Net herinschakelen

SET Tweede reeks parameters

Overschakeling naar de tweede reeks parameters enkel bij stilstand. Ware frequentie = O Hz of met "RS" geactiveerd. De tweede reeks parameters bevat de volgende instelwaarden: Vraagfrequentie (functie F2 (Monitor DOP/DRW)) Tussenfrequentie (functie F5, A62 (F-00 DOP/DRW)) Maximum frequentie (functie F5, A63 (F-00 DOP/DRW) Werkingsmethode (functie A0 (F-00 DOP/DRW) Motorcaracteristieken (functie A1, A2 (F-00 DOP/DRW)) 1ste versnelling (functie F6, A18 (Monitor DOP/DRW)) 1ste vertraging (functie F7, A19 (Monitor DOP/DRW)) Stijging van het koppel (functie F8 (Monitor DOP/DRW)) Elektronische beveiliging van de motor (functie A24(F-23 DOP/DRW))

2CH 2de tijdskurve 2de aanloopkurve (functie A18 , Monitor DOP/DRW) 2de uitloopkurve (functie A19, Monitor DOP/DRW)

FRS Stop in vrijloop De omvormer wordt afgesloten en de motor stopt in vrijloop. Fabrieksinstelling: actief wanneer het contact open is.

EXT Externe storing Ingang voor het opvangen van een externe storing (actief indien het contact open is) (bv. te gebruiken met thermische schakelaars)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 14

USP Vergrendelen voor het beletten van

heropstarten na een netonderbreking

Deze vergrendeling voorkomt een heropstarten van de omvormer na een stroom onderbreking, indien het startcommando geactiveerd is gebleven (het contact is open)

SFT Vergrendeling van de gegevens

Vergrendelt de programmatie en de ingebrachte waarden. Indien deze actief is kan geen enkel gegeven veranderd worden noch langs het toetsenbord, noch langs de DOP of de DRW.

RS Reset Wissen van een fout of een alarmsignaal

5.3 Aansluiting van een PLC

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 15

6. In gebruikname Vooraleer de installatie in gebruik te nemen, moet men op de volgende punten letten:

• Kijk de aansluiting na van het net en van de motor • Controleer dat de stuurleidingen correct aangesloten zijn aan de overeenkomstige klemmen. • De omvormer is verticaal gemonteerd op niet brandbaar materiaal en op een veilige manier geaard • Verwijder mogelijke kabel- en materiaal resten • Controleer dat alle schroeven en klemmen zijn aangespannen • De aangesloten motor is voorzien voor het gewenste frequentiebereik, en in het bijzonder voor de

maximum frequentie.

6.1 Herstellen van de fabrieksinstelling

Alle omvormers van de reeks J100 zijn geïnitializeerd t.t.z. ze werden geprogrammeerd met tijdelijke parameters die wij “fabrieksinstelling” noemen. Ten allen tijde kan men deze fabrieksinstellingen herinstellen. • Plaats de omvormer onder spanning display : 000 • druk op de « FUNC » toets display : F1. • Kies de F14 functie door herhaardelijk de toets « FUNC » in te drukken • druk 7 maal op de toets: display : 1. • druk op de toets « FUNC » FUNC. display : C1. • druk op de toets display : 02 • Programmee de waarde 05 met de pijltjes toetsen display : 05 • druk op de toets « FUNC » display : C1. • Maak een brug tussen de klemmen "PV24" et "2" • Schakel de voedingsspanning uit en wacht tot de display uit is • Schakel de spanning weer in en wacht 6 seconden • Neem de brug tussen "PV24" et "2" weg De frequentie-omvormer J100 is nu teruggebracht naar zijn fabrieksinstelling.

6.2 In gebruikname door middel van het ingebouwde controlepaneel Het ingebouwde toetsenbord, alsook de optionele afstandsbediening DOP / DRW, laten toe de omvormer te controleren zonder een signaal te sturen naar de klemmen.

Beschrijving van de besturing door middel van het ingebouwd toetsenbord • Zet de omvormer onder spanning . De display "POWER" schakelt aan (afbeelding: 0.00). • Kies de functie F9 door achtereenvolgend de pijltoetsen in te drukken. Druk op de toets "FUNC";

Programmeer "00" met behulp van de pijltoetsen. Schrijf de inhoud van functie F9 weg door op de toets "FUNC" te drukken. (De frequentie-omvormer is nu klaar om langs het geïntegreerde toetsenbord instructies te ontvangen voor zowel het opstarten als de draairichting als de gevraagde frequentie)

• Indien u niet beschikt over een afstandsbediening DOP/DRW, ga dan naar functie "F4" door achtereenvolgend de pijltoetsen in te drukken. Druk op "FUNC". U kan nu de draairichting kiezen (F ⇒ rechts draaien (voorwaarts); r ⇒ links draaien (achteruit)) door op de pijltoetsen te drukken. Schrijf de inhoud van functie F4 weg door op de toets "FUNC" te drukken.

Ga naar functie F2 door op de pijltoetsen te drukken en geef de frequentie aan door middel van de pijltoetsen. Start de omvormer op door op "RUN" te drukken (stoppen met de STOP toets)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 16

7. Bediening met het ingebouwde controlepaneel OPE-J

7.1 Beschrijving van het toetsenbord

De bediening van de frequentieomvormer kan in drie modi gebeuren : • De Monitor Modus dient voor het consulteren van werkingswaarden zoals reële frequentie en motor stroom. • In de Functie Modus kan de omvormer met een selectie functies (F2 tot F14).eenvoudig geprogrammeerd

worden. Met uitzondering van de functies F2, F6, F7, F8 en F10, kunnen alle andere functies enkel bij stilstand geprogrammeerd worden.

• De Uitgebreide Functie Modus een uitbreiding van de vorige functies, biedt een verdere reeks functies ( A1 tot C21 ) die dan enkel in stilstand kunnen geprogrammeerd worden en via F14 toegankelijk zijn.

Voorbeeld van inbrengen van gegevens

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 17

Inleiding tot het programmeren

Monitor mode en functie mode F

Uitgebreide functie modus

terug naar

Functie

Functie

Input onderA12

Inputonder C1

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 18

7.2 Overzicht van de functies

Functie Blz. Beschrijving Type Regel waarden Gegevens

F1 22 Afbeelding informatie: Stroom, frequentie, spanning,

draairichting

Display ---

F2 23 Ingave/Display frequentie vraagwaarde

Display/ Ingave

0 - 375 Hz

F4 24 Draairichting by RUN toets F F,r

F5 24 V/F karakteristiek -SFE5 08 -HFE5 00

0 - 57

F6 26 Versnellingstijd 1 -SFE5 10 -HFE5 15

0,1 - 999 s

F7 26 Vertragingstijd 1 -SFE5 10 -HFE5 15

0,1 - 999 s

F8 26 Koppel bij lage snelheid (Boost) 11 00-99

F9 26 Sturing modus 03 00 - 03

F10 27 Regeling FM signaal 72 1 - 99

F11 27 Regeling nominale spanning Functie AVR

-SFE5 220 -HFE5 380

-SFE5:200 - 240 V -HFE5: 380 - 460 V

F14 28 Toegang tot bijkomende functies

--- ---

A0 29 Bedrijfssysteem 0 0 - 2

A1 29 Motorvermogen Functie van het nominaal

vermogen

0,37 - 5,5 kW

A2 29 Aantal motorpolen 4 2 - 8 pol

A3 29 Maximum frequentie verhoging 00.0 0 - 15 Hz

A4 30 Minimale frequentie 0.5 0,5 - 5 Hz

A5 30 Hoge frequentie grens 00.0 0 - 375 Hz

A6 30 Lage frequentie grens 00.0 0 - 375 Hz

A7 31 Frequentie sprong 1 00.0 0 - 375 Hz



A10 31 Frequentie van de draaggolf 16 5/8/12/16 kHz

A11 32 Filter analoge frequentie vraag 8 1 - 8

A12 32 Voorgeprogrammeerde snelh. 1 00.0 0 - 375 Hz




J100e5_full_NL.doc 09/09/03 19

Functie Blz. Beschrijving Type Regelwaarden Gegevens A16 32 Voorgeprogrammeerde snelh. 5 00.0 0 - 375 Hz


A18 32 Versnellingstijd 2 10 0,1 - 999 s

A19 32 Vertragingstijd 2 10 0,1 - 999 s

A20 32 Frequentie DC rem 00.5 0,0 - 375 Hz

A21 33 Remkoppel DC rem -SFE5 36 -HFE5 20

-SFE5: 00 - 36 -HFE5: 00 - 20

A22 33 Remtijd DC rem 00.0 0 - 600 s

A23 33 Niveau thermische beveiliging 100 20 - 120 %

A24 34 Type thermische beveiliging 0 0/1 A26 34 Freq. bij min. vraagwaarde 00.0 0 - 375 Hz A27 34 Freq. bij max. vraagwaarde 00.0 0 - 375 Hz A28 35 Versnelling karakteristiek 0 0/1 A29 35 Vertraging karakteristiek 0 0/1 A30 35 Alarm overbelasting 150 50 - 150 % A31 36 Stroomgrens 150 50 - 150 % A32 36 Stroomgrens tijdens inloop 0 0/1

A33 37 Werkingsmodus bij overlast 0 0/1

A34 37 Heropstarten na net onderbreking

0 0/1

A35 38 Uitschakeling door gebrek aan spanning bij stilstand

0 0/1

A36 38 AVR functie tijdens de uitlooptijd

0 0/1

A37 39 AVR spanning tijdens de uitloop

-SFE5 220 -HFE5 380

-SFE5: 200 - 270 V -HFE5: 380 - 540 V

A38 39 Bescherming van de remweerstand

05.0 0,1 - 30 %, 31

A39 40 Frequentie niveau melding bij aanloop

100 0 - 100 %

A40 40 Frequentie niveau melding bij uitloop

100 0 - 100 %

A41 40 Voorwaarts draaien 1 0/1

A42 40 Achterwaarts draaien 1 0/1

A43 40 Stop toets 0 0/1

A48 41 Keuze van de freq. vraagwaarde (Klem O) 0-5V/0-10V

0 0/1

A49 41 Type melding frequentieniveau 2 1/2

A50 42 Keuze meetsignaal analoog / digitaal

1 0/1

A51 42 Display frequentie / stroom (klem FM)

0 0/1

A52 43 Uitgangssignaal RUN 1 1/2

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 20

Functie Blz. Beschrijving Type Regelwaarden Gegevens A53 43 Vergrendeling van de

vraagfrequentie (“Soft Lock”) 0 0/1

A55 43 Keuze DC rem 0 0/1

A56 44 Start voorrang bij DC rem 1 0/1

A57 44 Uitwissen van opgeslagen foutmeldingen

0 0/1

A58 44 Opstarten met beperkte spanning

1 0/1

A62 45 Tussenfrequentie 050 50 - 360 Hz

A63 45 Maximum frequentie 050 50 - 360 Hz

A64 45 Maximum frequentie 120 120/360 Hz

A68 45 Amplitude van de frequentiesprongen 1,2,3

0.5 0,0 - 9,9


A80 46 Bijregeling van de analoge ingang O

0 - 255 0 - 255

A81 46 Bijregeling van de analoge ingang OI

0 - 255 0 - 255

A82 46 Duur van toegelaten onderspanning

1.0 0,3 - 3,0 s

A83 46 Wachttijd heropstarten 10.0 0,3 - 100,0 s

A84 47 Vergrendeling van de gegevens 0 0/1

A85 47 Tijdsconstante voor stroomgrens

1.0 0,1 - 30 s, 31

C0 47 Programmeerbare ingang 1 01 (CF1) 0- 12

C1 47 Programmeerbare ingang 2 02 (CF2) 0 - 12

C2 47 Programmeerbare ingang 3 07 (2CH) 0 - 12

C3 47 Programmeerbare ingang 4 01 (RS) 0 - 12

C4 47 Programmeerbare ingang 5 00 (REV) 0 - 12

C10 48 Programmeerbare uitgang 11 0 0 - 2

C20 49 Keuze NO/NG (Klemmen 1 - 5) 00 00 - 1F

C21 49 Keuze NO/NG (Klem 11) 03 00 - 03

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 21

7.3 Beschrijving van de monitor modus en de functie modus F De functies F2, F6, F7, F8, F10 kunnen tijdens de werking bijgeregeld worden.

Afbeelding van informatie over de werking Deze display geeft de gebruiker belangrijke informatie over de werking zoals bijvoorbeeld : de motor stroom, de frequentie, de gelijkstroom spanning enz... Er is keuze tussen twee afbeelding modi : • Een cyclische melding van al de informatie gedurende ongeveer 2s. • de continue afbeelding van één van de informaties gekozen door middel van de ↑ of ↓ toetsen Wanneer de functie F1 afgebeeld is, druk éénmaal op de toets ↑ of de toets ↓ om een cyclische weergave te krijgen van de informatie. Na een stilstand, geeft de display aan

Cyclische weergave van de informatie Statische weergave van de informatie

Tijdens de cyclische afbeelding, druk éénmaal op een van de toetsen ↑of ↓ en daarna nog een maximum van 3 maal op dezelfde toets om een statische afbeelding van de informatie te bekomen. Een vierde druk op dezelfde toets, brengt u terug naar de cyclische afbeelding van de waarden.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 22

Frequentie vraagwaarde Fabrieksinstelling : 0,0 Hz Instelbereik : 0,0 - 375 Hz De vraagwaarden voor de frequentie kunnen voor de omvormer J100 aldus worden ingegeven : • Ingeven van de vraagwaarde langs het ingebouwde toetsenbord. • Keuze van voorgeprogrammeerde snelheden • Ingave langs de klemmen ( analoog signaal 0-10 V, 0-5 V, 4-20 mA) • Inbrengen van de vraagwaarde langs het toetsenbord van de digitale afstandsbediening. Wij beschrijven hier de manier waarop de vraagfrequentie kan ingegeven worden langs het ingebouwde toetsenbord alsook het programmeren en de keuze van voorgeprogrammeerde snelheden. Bij fabrieksinstelling zijn de toestellen geprogrammeerd voor de vraagwaarde 0-10 V langs de analoge ingang (klem O) (zier functie F9). Inbrengen langs het toetsenbord Om de frequentievraagwaarde in te brengen langs het ingebouwde toetsenbord, moet men 00 of 02 invoeren onder de functie F9

Door de pijltoets ingedrukt te houden kan men de ingeefwaarden continu doen stijgen of dalen. Voorgeprogrammeerde snelheden De klemmen CF1, CF2 en CF3 laten toe de snelheden 1 tot 7 te programmeren ( functies C0 - C4).

Klemmen CF1 CF2 CF3

Voorgeprogrammeerde snelheid 1 ON OFF OFF Voorgeprogrammeerde snelheid 2 OFF ON OFF Voorgeprogrammeerde snelheid 3 ON ON OFF Voorgeprogrammeerde snelheid 4 ON OFF ON Voorgeprogrammeerde snelheid 5 OFF ON ON Voorgeprogrammeerde snelheid 6 ON ON ON Voorgeprogrammeerde snelheid 7 OFF OFF ON

Na de selectie van de voorgeprogrammeerde snelheid met de klemmen CF1 tot CF3, kan de gewenste snelheid ingegeven worden door het indrukken van de toetsen en . Fabrieksinstelling: 000 Hz.

Deze frequentie kan opgeslagen worden in het geheugen met de toets .

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 23

Indien de display pinkt, wil dit zeggen dat er geen draairichting is ingegeven. Opgelet bij frequenties > 60 Hz ! Kijk na of de motor en zijn belasting wel overeenkomen met deze frequentie. Indien U een standaard motor gebruikt, dient u de fabrikant te raadplegen.

Draairichting motor - Toets RUN Fabrieksinstelling : F Instelbereik : F, r De motor begint te draaien in de richting die gedefinieerd wordt door het indrukken van de toets Deze functie heeft geen invloed op de ingave langs de klemmen. F: Rechts draaien (Vooruit ) r: Links draaien ( Achteruit )

V/F karakteristieken Fabrieksinstelling : J100-... SFE5 00, J100-... HFE5 08 Instelbereik : 00 - 31, 50 - 57 Indien men een V/F karakteristiek opvraagt die niet opgenomen is in de lijst hierna, of indien men een ander werkingssysteem SLV (Sensorless Vector Control)vraagt, wordt afgebeeld voor deze functie. (zie functies A0, A62, A63) De tussenfrequentie en de maximum frequentie kunnen aangepast worden met behulp van de functies A62 en A63, van 50 Hz tot 360 Hz.

Netspanning Type Karakteristiek V/F curve 200 V 220 V 230 V 240 V -SFE5 380 V 400 V 440 V 460 V -HFE5 00 08 16 24 V/F VC

Constant koppel

01 09 17 25 V/F VC

Constant koppel tot 50 Hz

02 10 18 26 V/F VC constant koppel

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 24

Netspanning Type Karakteristiek V/F curve

03 11 19 27 V/F VC Constant koppel tot 60

Hz

04 12 20 28 V/F VP1 Gereduceerd koppel

M ~ n1,5

05 13 21 29 V/F VP1

Gereduceerd koppel M ~ n1,5 tot 50 Hz

06 14 22 30 V/F VP1

Gereduceerd koppel M ~ n1,5

07 15 23 31 V/F VP1

Gereduceerd koppel M ~ n1,5 tot 60 Hz

50 51 52 53 V/F VC


54 55 56 57 V/F VC


J100e5_full_NL.doc 09/09/03 25

Aanlooptijd 1 Uitlooptijd 1 Fabrieksinstelling : J100- ... SFE5 10 s, J100- ... HFE5 15 s Instelbereik : 0,1 - 999 s De aan- en uitlooptijden refereren naar de maximum ingestelde frequentie. Het is mogelijk de tijden vast te leggen tot 3000 s met de afstandsbediening DOP.

Display op het ingebouwd toetsenbord, indien de tijd, ingesteld met de afstands bediening DOP > 990s.

Koppel bij lage snelheid ( Boost ) Fabrieksinstelling : 11 Instelbereik : 00 - 99 Het motor koppel kan aangepast worden door de uitgangsspanning te verhogen indien het startkoppel te klein is in V/F modus. Een verhoging van de spanning veroorzaakt een verhoging van de uitgangsstroom en kan een foutmelding te weeg brengen op de display. De “Boost” is enkel nuttig in V/F modus.

Keuze van de sturing en van de frequentie vraagwaarde Fabrieksinstelling : 03 Instelbereik : 00 - 03 Deze functie bepaalt op welke wijze de werking of de RUN instructie zal doorgegeven worden aan de frequentie-omvormer.

Instelwaarden RUN signaal langs Freq. vraagwaarde langs

00 Toetsenbord Toetsenbord 01 Toetsenbord Stuurklemmen 02 Stuurklemmen Toetsenbord

03 Stuurklemmen Stuurklemmen

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 26

Regeling van de analoge uitgang ( signaal op klem FM ) Fabrieksinstelling : 72 Instelbereik : 01 - 99 Regeling van het analoog signaal aan de klem FM. Dit analoog signaal kan evenredig zijn met de frequentie (snelheid) of de stroom naargelang de instelwaarde op de uitgang "FM". De regeling van deze waarde heeft geen invloed indien de blokgolf uitgang is gekozen. De waarde ingebracht onder deze functie blijft in het geheugen zelfs indien men de fabrieksinstelwaarden herstelt via de klem STN. Een maximale uitgangsspanning (10 V) stemt overeen met: • de maximum frequentie geprogrammeerd onder A63 voor een display van frequenties • 200% van de nominale stroom van de omvormer voor een stroom display modus

Regeling van de nominale spanning van de motor Fabrieksinstelling : J100- ... SFE5 220 V, J100- ... HFE5 380 V Instelbereik : J100- ... SFE5 200 - 240 V, J100- ... HFE5 380 - 480 V Kies hier de nominale spanning van de motor (zie ook functies A36, A37). Indien de netspanning groter is dan de motorspanning moet u onder deze functie de netspanning programmeren en de V gain programmatie veranderen (enkel met DOP/DRW console) in verhouding tot het verschil van de spanning. Bedraagt de netspanning bijvoorbeeld 440 V en de motor spanning 400 V dan zul u een V Gain moeten programmeren van 90%.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 27

Toegang tot bijkomende functies A0 tot C21 Indien de toepassing het gebruik vergt van functies boven F2 tot F11, dan is de toegang tot de bijkomende functies mogelijk via F14 . De toegang tot de bijkomende functies laat toe een reeks bijkomende functies te gebruiken (A0 à A85). De in- en uitgangsklemmen zijn eveneens programeerbaar door de functies C0 tot C21. Kies de uitgebreide functie modus met behulp van functie F14 en druk op de ↑of ↓ toetsen om de functie te selecteren.. De toets laat toe om vanuit ieder van de bijkomende functies terug naar functie F14 te gaan , waar een nieuwe functie kan gekozen worden. Na het invoeren van de gegevens druk op de toets om de gegevens te bevestigen.

Monitor modus en functie modus F

Uitgebreide functies modus

Functie Toegangtot A12

Terug naar F14

Functie Toegangtot C1

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 28

Foutmeldingen Geheugen Het geheugen van de foutmeldingen onthoudt de 3 laatste fouten van het toestel De display Err verschijnt als het toestel een werkingsfout genereert

Indien men op de toets na de F14 functie drukt en het foutmeldingsgeheugen was niet leeg (d.w.z dat fouten reeds hebben plaats gevonden gedurende het gebruik van het toestel) dan zal de display Err ook verschijnen . Voor elke foutmelding wordt ook de motorstroom en de tussenkringspanning van op dat moment afgebeeld. Zie hoofdstuk 8 voor de omschrijving van de foutmeldingen

E 7

E 5

E 3

F 1

FUNC.

3 1 U

1 9 AFoutmelding (4 s)

Motorstroom op ogenblik van fout(2 s)

Tussenkringspanning op ogenblik van fout (2 s)

: Geheugen leeg (geen foutmeldingen)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 29

7.4 Beschrijving van de bijkomende functies

Bedrijfssysteem V/F, SLV1 of SLV2 Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0 - 2 De frequentieomvormer van de reeks J100 kan op 3 verschillende modi werken: • V/F-modus voor een standaard koppel • Vectoriële Sturing (SLV1) voor een hoog koppel, in het bijzonder voor lage frequenties (< 5 Hz) en dynamische slipcompensatie (voor standaard motoren). • Vectoriële Sturing (SLV2) voor een hoog koppel, in het bijzonder voor lage frequenties(< 5 Hz) en dynamische

slipcompensatie (voor speciale motoren). Voor deze werking dient men gebruik te maken van een afstandsbediening DOP om de motorgegevens te kunnen inbrengen.

In ieder geval dienen de waarden van de nominale belasting en het aantal polen van de motor ingebracht worden via A1 en A2.

Waarde Functie V/F curve 0 V/F-modus, karakteristiek constant

koppel

1 Vectoriële sturing (SLV1) voor standaard

motoren

2 Vectoriële sturing (SLV2) voor standaard motoren

(enkel in samenwerking met de afstandsbediening DOP)

De sturing van verschillende motoren is enkel mogelijk met de curve V/F

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 30

Nominaal motorvermogen Aantal polen Nominaal motorvermogen Fabrieksinstelling : nominaal vermogen van de frequentie-omvormer Instelbereik : 0,37 - 5,5 kW Aantal polen Fabrieksinstelling : 4 polen Instelbereik : 2 - 8 polen Geef hier het nominaal vermogen alsook het aantal polen van de motor in. Indien de waarden ingebracht onder deze functie niet overeenstemmen met de werkelijke waarden van de motor, dan kan deze niet optimaal gebruikt worden, in het bijzonder in de SLV modus.

Verhoging van de hoog frequentie grens Fabrieksinstelling : 0 Hz Instelbereik : 0 - 15 Hz

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 31

Minimum frequentie Fabrieksinstelling : 0,5 Hz Instelbereik : 0,5 - 5,0 Hz

De minimale frequentie kan ingesteld worden tussen 0,5 en 5,0 Hz in stappen van 0.01 Hz. Een verhoging van de minimum frequentie veroorzaakt een verkorting van de inlooptijd.

Hoge limiet frequentie Lage limiet frequentie Fabrieksinstelling : 0 Hz Instelbereik : 0 - 375 Hz De regeling van de frequentie limie-ten via A5 en A6 is enkel mogelijk binnen de limieten bepaald door de functies A4 (minimale frequentie) en A63 (maximale frequentie). De frequentie-omvormer aanvaardt enkel die waarden die binnen de grenzen van dit bereik liggen. De omvormer zal continu kunnen werken vanaf de frequentie ingesteld door A6 maar zal in werking treden vanaf de minimale frequentie geprogrammeerd onder functie A4. Deze functie is niet actief voor een waarde van 0 Hz.

Voorbeeld : maximale frequentie : 45 Hz Minimale frequentie : 20 Hz

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 32

Frequentiesprong 1 Frequentiesprong 2

Frequentiesprong 3 Fabrieksinstelling : 0 Hz Instelbereik : 0 - 375 Hz Er bestaat de mogelijkheid om drie frequentiesprongen te programmeren om eventuele resonanties in het aandrijfsysteem te vermijden. De sprong (± 0.5 Hz) kan veranderd worden met de functie A68 in een bereik van 0,5 Hz tot 9,9 Hz. Voorbeeld frequentiesprong 1 van 15 Hz frequentiesprong 2 van 25 Hz frequentiesprong 3 van 35 Hz

Frequentie van de draaggolf Fabrieksinstelling : 16 kHz Instelbereik : 5 / 8 / 12 / 16 kHz Een hoge frequentie vermindert de ruis veroorzaakt door de motor maar verhoogt de thermische verliezen van de motor. Door de frequentie van de draaggolf te verminderen kan men nauwkeuriger de draaisnelheid van de motor bekomen.

Indien de motorkabel langer dan 50 m is, moet de frekwentie van de draaggolf op 5 Khz gebracht worden en moet aan de uitgang va nde omvormer een spoel geplaatsd worden om de spanningspieken tengevolge van het capacitief effect van de kabel te verminderen.

fUitgangs- frequentie

15 Hz25 Hz35 Hz

0

Versnelling

Vertraging

15 Hz 0,5 Hz0,5 Hz

Frquentiesprong 1,0 Hz(zie A68 )

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 33

Filter van de analoge frequentie vraag Fabrieksinstelling : 8 Instelbereik : 1 - 8 Deze functie wijzigt het filtratie effect van het analoge stuursignaal van de frequentie. Men gebruikt een lage waarde om een snellere response te bekomen van de snelheid op het stuursignaal. Een hoge waarde zal de analoge spanning filtreren, maar verlengt de response tijd.

... Voorgeprogramm. snelh. 1 tot 6 Voorgeprogramm. snelh. 7 Fabrieksinstelling : 0 Hz Instelbereik : 0 - 375 Hz De voorgeprogrammeerde frequenties kunnen ingegeven worden via de functie F2 langs de stuurklemmen CF1, CF2 en CF3. ( zie functie F2 )

Versnellingstijd 2 Vertragingstijd 2 Fabrieksinstelling : 10 s Instelbereik : 0,1 - 999 s De tweede in- en uitlooptijden verwijzen naar de maximum frequentie. Het is mogelijk deze tijden in te stellen tot 3000 s door middel van de afstandsbediening DOP.

Display op het ingebouwde toetsenbord wanneer de ingebrachte tijd langs de afstandsbediening DOP > 990s.

Frequentie van de gelijkstroom rem Fabrieksinstelling : 0,5 Hz Instelbereik : 0 - 375 Hz De omvormers van de reeks J100 zijn uitgerust met een dynamische gelijkstroom remmodule. Door het injecteren van een gelijkstroom in de stator van de motor veroorzaakt deze een remkoppel (max. 20% van het nominaal motorkoppel) zodat de draaibeweging vertraagd wordt. Wanneer een stop signaal wordt gegeven wordt de dynamische rem geactiveerd bij een frequentie vastgelegd met de functie A20. De takfrequentie tijdens het remmen is 5 kHz (zie ook functies A55 en A56 )

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 34

Remkoppel bij gelijkstroom Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : J100-... SFE5 0 - 36, J100-... HFE5 0 - 20

Werkingstijd van de gelijkstroomrem Fabrieksinstelling : 0 s Instelbereik : 0 - 600 s De remtijd wordt met deze functie geprogrammeerd. Voor langere remtijden moet men voor de motor een externe koeling voorzien.

Niveau van de thermische beveiliging Fabrieksinstelling : 100 % Instelbereik : 20 - 120 % De omvormers van de reeks J100 kunnen de motor thermisch beveiligen. De thermische beveiliging van de omvormer wordt bepaald als een percent van de verhouding van de nominale stroom van de motor tot de nominale stroom van de omvormer. (Zie ook functie A24). Voor toepassingen met een kwadratisch koppel (programmatie via functie F5) kan men hier waarden inbrengen > 100%

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 35

Type thermische beveiliging van de motor Fabrieksinstelling : 1 Instelbereik : 0, 1 Kies het type van elektronische thermiek Regel dit type thermiek naargelang het soort belasting dat zal gebruikt worden. De elektronische beveiliging van de thermiek kan verhoogd worden voor de lage frequenties (lage snelheid en dus ook beperkte ventilatie).

Frequentie bij vraagwaarde gelijk aan nul

Frequentie bij maximum vraagwaarde Fabrieksinstelling : 0 Hz Instelbereik :0 - 375 Hz Met de functies A26 en A27 kunnen de uitwendige werkingswaarden aangepast worden (0-5 V, 0-10 V, 4-20 mA). Het is mogelijk om een gegeven frequentie toe te schrijven aan de minimum instelwaarde (0 V of 4 mA), en een andere frequentie bij de maximum instelwaarde (5 V of 10 V of 20 mA) . Op deze manier stemt het ganse gebied van vraagwaarden (0-5 V, 0-10 V of 4-20 mA) overeen met de gekozen frequenties. Voorbeeld : A26 = 20 Hz, A27 = 35 Hz Inversie Bepaalde toepassingen kunnen voor een minimum instelwaarde (bv. 0 V) een maximale uitgangsfrequentie vergen, of omgekeerd voor een maximum ingeefwaarde (bv. 10 V) een minimum uitgangsfrequentie. In zulk een geval, moet de maximum frequentie ingegeven worden onder A26 en de minimum frequentie onder A27.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 36

Karakteristiek aanloopcurve Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 0: lineair 1: S-vormige curve

Karakteristiek uitloopcurve Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 0: lineair 1: S-vormige curve

Alarm overbelasting Fabrieksinstelling : 150 % Instelbereik : 50 - 150 % Uitgang 11 kan geprogrammeerd worden als een uitgang voor een alarm van overbelasting (zie functie C10 ). De functie A30 laat toe de drempel vast te leggen ( in % van de nominale stroom ) boven dewelke uitgang 11 geactiveerd wordt ( zie functie C21 ) De te programmeren waarde wordt berekend volgens onderstaande formule: :

Nominale stroom v/d omvormerx 100Stroom overbelasting (A)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 37

Stroom grens Fabrieksinstelling : 150 % Instelbereik : 50 - 150 % De stroom limiet laat toe de stroom naar de motor te beperken. Van zodra de uitgangsstroom de limiet geprogrammeerd onder A31 overschrijdt, onderbreekt de omvormer de frequentie stijging tijdens de aanloop, of verlaagt de uitgangsfrequentie indien de motor in stabiele werking is. Op die manier wordt de motorstroom beperkt (de vertragingstijd kan vastgelegd worden via functie A85 ). Wanneer de uitgangsstroom gezakt is beneden de geprogrammeerde drempel, zal de frequentie teruggebracht worden naar zijn vraagwaarde. De stroombeperking kan uitgeschakeld worden tijdens de aanloopfaze om hogere stroompieken toe te laten (zie ook functie A32). Deze stroombeperking kan echter niet een alarm en stroomonderbreking beletten bij een plotse stroompiek bijvoorbeeld te wijten aan een kortsluiting. De te programmeren waarde wordt afgeleid van de nominale stroom van de frequentie-omvormer.

t

t

Uitgangs-frequentie

De vertragingstijd bij hetoverschrijden van de gepro-grammeerde stroomgrenskan aangepast worden(zie functie A8 5 )

Stroomgrens bvb.geprogrammeerdop100 %

Stroomgrens tijdens de aanlooptijd Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 De stroombeperking kan opgegeven worden tijdens de opstartfaze om een hogere stroom te hebben bij opstarten. Opgelet ! In dat geval kan een alarm “Over-stroom” (E3) optreden. 0: Stroombeperking geactiveerd tijdens de opstartfaze 1: Stroombeperking niet geactiveerd tijdens de opstartfaze

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 38

Werkingsmodus bij overbelasting Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik :0, 1 Indien bij de aanloopfaze de stroom waarden bereikt hoger dan 150% van de nominale stroom van de omvormer, zijn twee werkingsmodi mogelijk 0: De omvormer blijft verder werken en de aanloopcurve wordt gestopt zonder rekening te houden met de

verandering van de vraagwaarden, tot de stroom terugvalt beneden de 150% van de nominale stroom. 1: De aanloopcurve wordt niet onderbroken en de omvormer houdt rekening met de verandering van de

vraagwaarden.

Heropstarten na onderbreking van het net Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 Het heropstarten is mogelijk na de volgende foutmeldingen: overspanning, onderspanning, overstroom, kortstondige netonderbreking.

de omvormer stopt bij ieder van de bovenvermelde storingen

bij één van de bovenvermelde storingen, wacht de omvormer gedurende de tijd vastgelegd onder functie A82 en begint daarna weer te werken vanaf de minimum frequentie.

(zie functies A35, A82, A83)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 39

Onderbreking ten gevolge van te lage spanning bij stilstand Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 0: Geen alarm in geval van te lage spanning of kortstondige net onderbreking. 1: Alarm

AVR functie tijdens uitlooptijd Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 De AVR functie (Automatic Voltage Regulation) zorgt voor een stabilisatie van de motorspanning tijdens spanningsvallen in de tussenkring (bv. veroorzaakt door een instabiliteit van het net, of kortstondige versnellingen of vertragingen). Aldus wordt een hoog koppel behouden in het bijzonder tijdens de vertragings- of versnellingsfaze.

Zoals men kan vaststellen op de grafiek, zal bij het remmen de werking van de motor als generator de spanning in de tussenkring doen stijgen. Deze stijging veroorzaakt een overeenstemmende spanningsstijging in de motor. Dit is vooral het geval bij kortstondige vertragingen. Deze hogere spanning veroorzaakt op zijn beurt een verhoging van het remkoppel. Op deze basis, kan de uitgangsspanning verhoogd worden bij de vertraging, of zelfs uitgeschakeld worden door de functie A37. 0: de nominale spanning van de motor ( geprogrammeerd onder F11 ) is van toepassing tijdens de versnelling 1: een hogere spanning, geprogrammeerd onder functie A37, wordt gebruikt tijdens de uitlooptijd.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 40

AVR spanning tijdens de vertraging Fabrieksinstelling : J100- ... SFE5 220 V, J100- ... HFE5 380 V Instelbereik : J100- ... SFE5 200 - 270 V 000, J100- ... HFE5 380 - 540 V 000 Wanneer men voor A36 de waarde 0 ingeeft, vindt men hier dezelfde spanning terug die men geprogrammeerd heeft onder F11. Wanneer men onder A36 de waarde 01 geprogrammeerd heeft, kan men hier een andere spanning ingeven of zelfs de AVR spanning desactiveren door de waarde 00 in te geven. Zie ook functie A36

Bescherming van de remweerstand Fabrieksinstelling : 5,0 % Instelbereik : 0,1 - 30 %, 31 De omvormers van de reeks J100 zijn uitgerust met een dynamische remeenheid. Een remweerstand kan aangesloten worden op de klemmen P(+) en RB. De inschakeltijd van deze dynamische rem -in verhouding tot 100 seconden- kan ingesteld worden tussen 0,1 en 30%. Indien deze duur overschreden wordt, schakelt de dynamische rem uit en de omvormer gaat in foutmelding. Deze regeling is afhankelijk van het vermogen van de gebruikte weerstand De dynamische remeenheid is niet ingeschakeld indien A38 = 31

Frequentie niveau melding bij aanloop

Frequentie niveau melding bij uitloop Fabrieksinstelling : 100 % Instelbereik : 0 - 100 % De karakteristiek van het signaal “bereiken van frequentie bij aanloop” (uitgang 11) kan geprogrammeerd worden met behulp van functie A49 (zie functie A49). De overeenstemmende frequenties (voor regeling 1 in A49) moeten ingebracht worden in de functie A39 en A40. De regelwaarde verwijst naar de maximum frequentie (functie A63)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 41

Vergrendeling voorwaarts draaien Fabrieksinstelling : 1 Instelbereik : 0, 1 0: Voorwaarts draaien vergrendeld 1: Voorwaarts draaien vrij

Vergrendeling achterwaarts draaien Fabrieksinstelling : 1 Instelbereik : 0, 1 0: Achterwaarts draaien vergrendeld 1: Achterwaarts draaien vrij

Stop toets Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 Deze functie laat toe de werking van het stop signaal van het ingebouwde toetsenbord te vergrendelen 0: Stop toets actief 1: Stop toets niet actief

Keuze van de analoge vraagwaarde (Ingang O) 0-5 / 0-10 V Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 Programmeer de ingave van de vraagwaarde: (klem O - L) voor 0 - 5 V (A48 = 0) voor 0 - 10 V (A48 = 1)

Indien de vraagwaarde wordt ingebracht met een poten-tiometer met behulp van de referentiespanning (klem H-L), moet de ingang van de vraagwaarde 5 V bedragen.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 42

Type melding frequentieniveau Fabrieksinstelling : 2 Instelbereik : 1, 2 Aan de uitgang 11-CM2 kunnen twee verschillende soorten signaal “frequentie bereikt” geprogrammeerd worden. De frequenties die overeenstemmen met de regeling A49 = 1 en A49 = 2 moeten ingesteld worden via A39 resp. A40.

De functie C21 laat toe de uitgangen te programmeren als “normaal open” of “normaal gesloten”

Voor de programmatie van de uitgang verwijzen we naar functie C10.

1

ON

Melding wanneer de uitgangs-frequentie groter is dan de waarde geprogrammeerd onderde functies A39 en A40

Uitgangsfre-quentie (Hz)

Frequentie van A39

Frequentie van A40

- 0,5 Hz

Uitgang FA1-CM2

- 1,5 Hz

60 ms

2

ON

Melding wanneer deuitgangsfrequentie gelijkis aan de frequentie vraag waarde

Uitgangsfre-quentie (Hz)

- 0,5 Hz

Uitgang FA1-CM2

- 1,5 Hz

60 ms 60 ms

1,5 Hz

0,5 Hz

ON

Keuze meetsignaal analoog / digitaal (klem FM) Fabrieksinstelling : 1 Instelbereik : 0, 1 de uitgangsklem FM levert een signaal 0-10V proportioneel met de uitgangsfrequentie. Deze functie laat toe het uitgangssignaal om te vormen tot een digitaal signaal (zie beschrijving van de stuurklemmen en de functie A51)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 43

Display frequentie / stroom (klem FM) Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 de uitgang FM kan geprogrammeerd worden om ofwel de uitgangsfrequentie ofwel de motorstroom af te beelden. Het frequentie signaal is beschikbaar onder de vorm van een analoog signaal 0-10V of een digitaal signaal. (cfr. beschrijving van de stuurklemmen en de functie A50) 0: Display van de frequentie 1: Display van de motorstroom

Uitgangssignaal RUN Fabrieksinstelling : 1 Instelbereik : 1, 2 Uitgang 11 kan met functie C10 geprogrammeerd worden om 3 verschillende signalen te geven. Voor het RUN signaal zijn twee aparte karakteristieken beschikbaar onder deze functie: 1: RUN signaal indien de uitgangsfrequentie > 0 Hz 2: RUN signaal indien de uitgangsfrequentie > 0 Hz, dynamische gelijkstroomrem inbegrepen (zie ook functies A20 - A22, A55, A56)

Verandering van de vraagfrequentie (soft lock) Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 Indien de gegevens vergrendeld zijn (soft lock) door het activeren van functie A84 of via de klem SFT, kan het inbrengen van een vraagfrequentie langs het ingebouwde toetsenbord vergrendeld worden.. het invoeren van een vraagwaarde voor de frequentie is uiteraard steeds mogelijk langs de analoge ingangen O en OI 0: Inbrengen van vraagfrequentie langs toetsenbord mogelijk wanneer “soft-lock” geactiveerd is. 1: Inbrengen van vraagfrequentie langs toetsenbord niet mogelijk wanneer “soft-lock” geactiveerd is. Zie functie F9, type sturing

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 44

Keuze gelijkstroomrem ON/OFF Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 0: Gelijkstroom rem UIT 1: Gelijkstroom rem AAN (zie ook functies A20 - A22)

Start voorrang bij gebruik van DC rem Fabrieksinstelling : 1 Instelbereik : 0, 1 0: De gelijkstroomrem wordt onderbroken door het ingeven van een nieuw start signaal en de omvormer start

onmiddellijk weer op. 1: Bij het geven van een nieuw start signaal tijdens het remmen (zie functie A22), zal het effectief heropstarten pas

gebeuren na de remcyclus.

Uitwissen van opgeslagen foutmeldingen Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 Wanneer voor deze functie de waarde 1 wordt ingegeven zullen de opgeslagen foutmeldingen uitgewist worden na het inschakelen of onderbreken van het net, of na een Reset. De waarde valt daarna terug naar 0.

Opstarten met beperkte spanning (RV) Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 Het opstarten met RV, is een opstarten met een lagere uitgangsspanning. Deze verbetert het opstarten bij zware belasting, en vermindert de stroompiek bij versnellingen. Men bekomt een snellere reactie, in het bijzonder bij lage frequenties, zonder een RV opstarten.

t

t

fmin

Frequentie

SpanningOpstarten met RV OFF

Opstarten met RVON

0: RV opstarten UIT 1: RV opstarten AAN

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 45

Tussenfrequentie Maximum frequentie Fabrieksinstelling : 50 Hz Instelbereik : 50 - 120 (360) Hz De functie A62 kan naar keuze geregeld worden binnen een bereik van 50 tot 360 Hz en komt overeen met de frequentie waarbij de uitgangsspanning maximaal is (zie functie A64 voor de overgang van 120 naar 360 Hz). De normale waarde die men inbrengt is de nominale frequentie van de motor. de gegevens betreffende de nominale frequentie van de motor kan men vinden op het kentekenplaatje van de motor. De functie A63 biedt de mogelijkheid om een snelheid met constant vermogen te behalen boven de nominale frequentie van de motor.

Omschakelen van maximale frequentie Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1 0: 120 Hz 1: 360 Hz

Amplitude van de frequentie sprongen 1 .. 3 Fabrieksinstelling : 0,5 Hz Instelbereik : 0 - 9,9 Hz De amplitude van de frequentiesprongen 1 tot 3 (functies A7-A9) kan bijgeregeld worden met 0 tot 9,9 Hz. Bijvoorbeeld, voor een geprogrammeerde waarde van 1 Hz, zal een amplitude sprong van 2 Hz plaats vinden. (zie functies A7-A9)

Voorgeprogrammeerde snelheid 7 Zie functies A1 - A17, F2

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 46

Bijregeling analoge ingang O Bijregeling analoge ingang OI Fabrieksinstelling : --- Instelbereik : 0 - 255 De ingangen van iedere omvormer worden individueel geijkt. Een bijregeling van de geprogrammeerde waarde is slechts nodig wanneer de range van vraagwaarden (0-5/10V of 4-20mA) niet overeenstemt met de frequentie breedte (bv. 0-50Hz). Deze functies kunnen ook gebruikt worden voor een optimale synchronisatie van de frequentie van verschillende omvormers die dezelfde snelheidsvraagwaarde krijgen. Opgelet ! Deze instelling is slechts te gebruiken voor de fijnregeling van het analoog signaal (zie functies A5, A6, A26 en A27 voor een complete instelling.

Duur van de toegestane onderspanning Fabrieksinstelling : 1 s Instelbereik : 0,3 - 3,0 s De functie A82 laat toe de maximum tijd te bepalen gedurende dewelke de omvormer kan werken zonder netvoeding en zonder in foutmelding te gaan. Indien de netspanning terugkeert vóór het verstrijken van de geprogrammeerde tijd zal de omvormer automatisch heropstarten (het is dan wel ook nodig dat voor functie A34 een waarde van 1 werd ingegeven) De functie A83 laat toe te tijd te programmeren die moet verstrijken alvorens de omvormer opnieuw start.

Wachttijd heropstarten Fabrieksinstelling : 10 s

Instelbereik : 0,3 - 100 s De wachttijd voor een automatisch heropstarten na een korte netonderbreking kan geprogrammeerd worden tussen 0,3 en 100s. (zie functie A82)

Vergrendeling van de gegevens Fabrieksinstelling : 0 Instelbereik : 0, 1

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 47

0: de ingebrachte parameters zijn niet beschermd tegen overschrijving. 1: de ingebrachte parameters zijn beschermd tegen overschrijving. De waarden kunnen van het toetsenbord afgelezen

worden, maar ze worden niet naar het geheugen geschreven. Zie ook functie A53.

Tijdsconstante voor beveiliging tegen overlast Fabrieksinstelling : 1,0 Instelbereik : 0,1 - 30 s, 31 Deze tijdsconstante bepaalt de tijd die nodig is om een vermindering te bekomen van de frequentie na het overschrijden van de stroom limiet. De stroombeperking is niet actief indien hier een waarde van 31 wordt ingebracht (zie ook functie A31).

- Programmeerbare ingangen 1 - 5 Fabrieksinstelling :

Functie Programmeerbare ingang Fabrieksinstelling

C0 1 01 C1 2 02 C2 3 07 C3 4 11 C4 5 00

De programmeerbare ingangen kunnen geprogrammeerd worden met de functies C0-C4. Iedere stuurklem kan gekoppeld worden aan ieder van deze functies. Doch eenzelfde functie kan niet tegelijkertijd gekoppeld zijn aan verschillende klemmen. De functies worden in meer detail besproken onder § 5.2 Overzicht van de functies

Gegeven Functie Beschrijving

00 REV Links draaien 01 CF1 Snelheden 02 CF2 (zie beschrijving van 03 CF3 de stuurklemmen) 04 DB Dynamische DC rem 05 STN Fabrieksinstellingen 06 SET Tweede parameter set 07 2CH Tweede aan- en uitlooptijd 08 FRS Stop in vrijloop motor 09 EXT Externe storing 10 USP Vergrendeling tegen heropstarten 11 RS Reset 12 SFT Vergrendeling gegevens

Stuurklemmen

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 48

Programmatie uitgang 11 Fabrieksinstelling : 00 Instelbereik : 00 - 02 Overzicht van de functies

Gegeven Functie Beschrijving

00 AR Bereik van frequentie

01 RUN Werksignaal 02 OL Alarm overbelasting

De uitgang kan gekoppeld worden aan één van de hierboven vermelde functies. (zie § 5.2, functies A39, A40, A49, A52).

Keuze NO - NG klemmen 1 tot 5 Fabrieksinstelling : 00 Instelbereik : 00 - 09, 0A - 0F Alle ingangen, met uitzondering van RESET, kunnen naar keuze geprogrammeerd worden als “normaal open” (NO) of “normaal gesloten” (NG).

Waarde in te geven Ingang 0F 0E 0d 0C 0b 0A 09 08 07 06 05 04 03 02 01 00

5 NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO NO4 NG NG NG NG NG NG NG NG NO NO NO NO NO NO NO NO3 NG NG NG NG NO NO NO NO NG NG NG NG NO NO NO NO2 NG NG NO NO NG NG NO NO NG NG NO NO NG NG NO NO1 NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO

Waarde in te geven Ingang 1F 1E 1d 1C 1b 1A 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10

5 NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG NG 4 NG NG NG NG NG NG NG NG NO NO NO NO NO NO NO NO 3 NG NG NG NG NO NO NO NO NG NG NG NG NO NO NO NO 2 NG NG NO NO NG NG NO NO NG NG NO NO NG NG NO NO 1 NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO NG NO

NO (Normaal open) - Een gesloten contact activeert de ingang NG (Normaal gesloten) - Een open contact activeert de ingang

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 49

Keuze NO - NG Klem 11 Fabrieksinstelling : 03 Instelbereik:00 - 03

Waarde in te geven Uitgang 03 02 01 00

11 - CM2 NG NO NG NO AL1 - AL0 NG NG NO NO

NO (Normaal open) - Contact gesloten als de uitgang actief is NG (Normaal gesloten) - Contact open als de uitgang actief is Voorbeeld uitgang 11 "Contact NO" of "Contact NG"

Voorbeeld: alarm relais "Contact NO" of "Contact NG"

Contact NG In bedrijf: AL0-AL1 gesloten Défault: AL0-AL2 gesloten Zonder spanning: AL0-AL2 gesloten Contact NO In bedrijf: AL0-AL2 gesloten Défault: AL0-AL1 gesloten Zonder spanning: AL0-AL2 gesloten

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 50

8. Foutmeldingen De omvormers beschikken over verschillende beschermingsuitrustingen tegen bvb. te hoge stroom, overspanning, onderspanning, enz.. De spanning op de uitgang wordt dan uitgeschakeld en de motor stopt in vrijloop. Een foutmelding wordt afgebeeld. Fout melding Beschrijving Oorzaak Remedie

Overstroom of verhitting van de wisselrichter (transistor module)

Is de omvormer wel goed ge-dimmensioneerd voor de no-minale stroom van de motor ?

Kies een zwaardere omvor-mer

• bij constante snelheid Motor geblokkeerd of stijging van de last

Vermijd de last toenamen Men zal eventueel een zwaar-dere omvormer en motor kiezen.

Zijn de motor klemmen U, V, W in kortsluiting ?

Kijk de motor en zijn voedingskabels na

• tijdens de uitlooptijd Is de uitlooptijd te kort gekozen ? Uitlooptijd verlengen

Zijn de motor klemmen in kort-sluiting ?

Kijk de motor en zijn voedingskabels na

• tijdens de inlooptijd Is de inlooptijd te kort ? Verleng de inlooptijd

Zijn de motor klemmen in

kortsluiting ? Kijk de motor en zijn voedingskabels na

Is de “V-Boost” te hoog ingesteld voor de stijging van het koppel ?

Verlaag de “V-Boost”

Is de motor geblokkeerd ? Kijk de belasting van de motor of de koppelcompen-satie na

• bij stilstand Omgevingstemperatuur te hoog ? Kijk de omgevingstempe-ratuur na

Motoroverbelastingsbeveiliging De thermische beveiliging is af-gesprongen wegens overlast van de motor.

Kies een zwaardere omvormer en motor. Kijk de regeling na van de motor beveiliging.

De omvormer is overbelast De uitgangsstroom > In van de omvormer

Gebruik een zwaardere om-vormer

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 51

Fout melding Beschrijving Oorzaak Remedie

Overschrijden van de inscha-keltijd van de remweerstand

Werd de vertragingstijd te kort gekozen ? Is de inschakeltijd te kort gekozen ?

Vertragingstijd verlengen Inschakeltijd verkorten

Overspanning in de gelijkstroom tussenkring

De machine drijft de motor aan (De motor draait oversynchroon ) Is de netspanning te hoog ?

Verleng de uitlooptijd Monteer een dynamische remeenheid of een remweerstand. Kijk de netspanning na.

EEPROM fout

Werden de gegevens te dikwijls hergeprogrammeerd ? Te hoge temperatuur ? Is de omvormer afgeschermd tegen interferenties ?

De levensduur van de EEPROM´s bedraagt ±10.000 aantekeningen (genoeg voor enkele aantekeningen per dag gedurende 10 jaar !) Analyseer de omgeving van de omvormer

Onderspanning van het net

Is de netspanning op zijn nominale waarde ? Zijn er kortstondige net onderbre-kingen ?

Kijk de netspanning na

Slechte werking van de stroommeting

Is de omvormer onderhevig aan sterke elektromagnetische velden ?

Analyseer de omgeving van de omvormer

Defecte CPU

Belangrijke elektromagnetische velden in de omgeving van de omvormer ? Omvormer defect ?

Analyseer de omgeving van de omvormer (kabels in de buurt ?) Herstelling door de dienst naverkoop

Externe storing Storing display "EXT" Ga de oorzaak na in de ex-terne bekabeling

Storing ten gevolge van vergrendelen van het herop-starten

Omvormer onder spanning gebracht met ingeschakelde vergrendeling (klem USP) ? Kortstondige netonderbreking met ingeschakelde vergrendeling ? (klem USP)

Schakel de vergrendeling in enkel nadat de omvormer onder spanning werd gebracht. Kijk de netvoeding na

Aardaansluiting aan de motorklemmen

Is er een aarde tussen de klemmen U, V, W ?

Deze aansluiting uitscha-kelen en de motor nakijken.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 52

Er zijn drie mogelijkheden om met de RESET de stoormelding te annuleren: • Reset langs RS • Reset met de START/STOP toets • Spanning op de omvormer uitschakelen

Display Beschrijving

Het RESET signaal is geactiveerd sinds méér dan 6 seconden Druk op één van de volgende toetsen : of schakel de omvormer uit.

De ingebrachte waarde heeft 4 cijfers of meer. De waarden geprogrammeerd voor de functies A0, A62, A63 zijn niet compatibel met functie F5

Omvormer buiten spanning

Het automatisch heropstarten is ingeschakeld Zie functies A34, A82, A83.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 53

9. Storingen en correctieve acties

Storing Mogelijke oorzaken Remedie De motor start niet

Geen spanning op klemmen U, V, W

Zijn de klemmen L1, L2, L3 aan het net aangesloten ? Indien ja, is de verklikker "Power" aan ?

Kijk de aansluitingen van L1, L2, L3 en U, V, W. na. Zet de omvormer onder spanning.

Is er een foutmelding ?

Ga de oorzaak na van de foutmelding door op de pijltoetsen te drukken. Verlaat de foutmelding door op de RESET toets te drukken.

Heeft u het startsignaal gegeven met de RUN toets of langs een ingang ?

Druk op RUN of geef een start bevel langs de overeenstemmende ingang.

Heeft u een vraagfrequentie ingegeven onder functie F2 langs het ingebouwde toetsenbord ? Indien de vraagwaarde langs een potentiometer wordt ingegeven, werden de klemmen H, O, L correct aangesloten ? Voor een ingave van buiten uit, zijn de klemmen O en OI correct aangesloten ?

Geef de vraagwaarde in voor F2 Kijk na voor de correcte aansluiting van de potentiometer. Kijk de aansluiting na van de bedrading van het signaal van de vraagwaarde.

Is de vergrendeling van de regeling “FRS” geactiveerd ? Werd een RESET signaal gegeven ?

Kijk de programmatie van de waarden voor C0-C4 en C20 na. Kijk het signaal van klem 4 na (fabrieksinstelling is “RS”)

Werd de bedieningsmodus en de frequentie onder F9 correct ingesteld ?

Lees aandachtig de beschrijving van functieF9.

Er is spanning op klemmen U, V, W

De motor is geblokkeerd of de belasting is te zwaar.

Kijk de motor en de last na. probeer de motor onbelast te doen draaien.

U gebruikt een DOP of DRW

Werden de parameters correct ingebracht ?

Kijk de ingebrachte parameters na. Kijk de positie na van de “DIP switchen” achteraan de afstandsbediening

Motor draait in de verkeerde richting

Zijn de klemmen U, V, W correct aangesloten ? Stemt de aansluiting van klemmen U, V, W overeen met de draairich-ting van de motor ?

Corrigeer de bedrading van de motor.

Zijn de stuurklemmen correct aangesloten ?

FW = rechtsdraaiend (voorwaarts) RV = links draaien (achterwaarts)

De motor versnelt niet

Er bestaat geen vraagwaarde op de klem O of OI ten opzichte van L.

Kijk de potentiometer of de externe aangifte van vraagwaarde na, met eventuele vervanging

Heeft u een voorgeprogrammeerde frequentie opgeroepen langs de ingangen 2 en 1 ?

Hou rekening met de voorrangen: op de ingangen O en OI hebben de voorgeprogrammeerde frequenties voorrang.

Is de motor overbelast ? Verminder de motor belasting. Bij een overbelasting zal de beperking op overbelasting beletten dat de vraagwaarden bereikt worden.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 54

Storing Mogelijke oorzaak Remedie

De motor draait niet regelmatig

Zijn er belangrijke last schommelin-gen ? Mogelijke frequentie resonantie van de motor. De netspanning is niet constant

Installeer een zwaardere motor en frequentie-omvormer . Schakel de last schommelingen uit. Ga over deze frequenties heen door frequentiesprongen, of verander de volgorde van frequenties.

De snelheid van de installatie komt niet overeen met de frequentie

Is de maximum frequentie correct ingesteld ? Werden de snelheid van de motor of de verhouding van de reductor correct gedefinieerd ?

Kijk het frequentiebereik na aan de ingang. Kijk de nominale snelheid van de motor en de verhouding van de reductor na.

De weggeschreven parameters stemmen niet overeen met de ingegeven waarden.

De waarden van de fabrieksinstelling worden aange-geven

Was de omvormer onder spanning wanneer de STN toets werd inge-drukt ? Was de omvormer onder spanning bij het activeren van ingangen 1 - 5

De ingang STN dient om de fa-brieksinstelling te programmeren. Geef opnieuw de parameters in. Dit gebruik dient vermeden te worden.

De ingebrachte gegevens werden niet opgeslagen

De omvormer werd uitgeschakeld alvorens de ingebrachte gegevens werden weggeschreven met de toets FUNC.

Geef de waarden opnieuw in, en schrijf iedere input weg naar het geheugen.

de gegevens die werden ingebracht en weggeschreven zijn opgeslagen in een EEPROM. De informatie is aldus beschermd tegen spanningson-derbreking. Zo’n spanningsonder-breking moet minstens 6 s lang zijn. Een “Reset” signaal werd gegeven vóór de spanningsonderbreking.

De waarden van de kopieereenheid (COPY UNIT) worden door de omvormer niet opgenomen.

Na het kopiëren van de informatie van de DRW eenheid naar de frequentieomvormer is de spanning minder dan 5 sec aangebleven.

Kopieer de gegevens opnieuw en zet de omvormer onder spanning voor minstens 6 sec.

De waarden worden niet aanvaard

De omvormer kan noch starten noch stoppen, en geen enkele waarde kan ingegeven worden.

Werd de bedieningsmodus en de fre-quentie onder F9 correct ingesteld? Is de vergrendeling van de program-ma’s (functie A84) actief ?

Kijk de regeling van F9 na Schakel de sofwarebeveiliging uit (enkel mogelijk met de optionele af-standsbediening) Opgelet : het uitschakelen van de softwarebeveiliging is niet toege-staan bij motoren beveiligd tegen explosie.

De elektronische beveiliging van de motor slaagt af (E5)

Is de manuele boost te hoog ? Is de regeling van de thermische beveiliging correct ?

Kijk de regeling na van functies F8 en A23/A24.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 55

10. Gebruik van de programmatie eenheid DOP of DRW Het gebruik van de programmatie eenheid DOP of DRW staat de programmatie toe van alle parameters van de frekwentieomvormer série J 100 E5. De afbeelding van de parameters kan op 2 manieren . In de « Monitor »mode is het mmogelijk de gegevens te veranderen tijdens de werking van de motor terwijl in de « Functie » mode men de gegevens enkel kan veranderen in stilstand.

10.1 Aansluiting van de DOP of DRW console • Opgelet! Vooraleer men het toestel opent moet men de voeding afzetten en wachten tot de LED uitgaat. • Neem het bovenste deksel weg en verwijder het origineel klavier. • Sluit de DOP of DRW console met bijhorende kabel en eventuele aanpassingstuk aan. • Zet het toestel terug onder spanning. De frekwentie omvormer is in « Monitor » mode na het onder spanning zetten en beeld « FS 000.0 Hz FM 000.0 Hz » af. Indien de uitlezing een ander bericht afbeeldt moet men de programmatie-switchen op de achterzijde van het toestel controleren. Deze moeten zoals hiernaast afgebeeld staan. Ook moet men nagaan of de « Reset» functie niet actief is.. • A80, A81 : Deze parameters zijn enkel te veranderen via het programmatie klavier van het toestel . Er bestaat geen verbinding via de DOP of DRW. • Opgelet ! Het is enkel mogelijk gegevens te kopieren tussen toestellen van hetzelfde type.

10.2 Het klavier

Toets Functie Omschrijving

Monitor Modus-

Deze toets kiest de "Monitor"mode. Deze laat tijdens de werking van de omvormer toe verschillende parameters af te beelden. Men kan de star/stop instructie geven en beeldt de fouten af. Sommige gegevens kunnen tijdens de werking van de omvormer veranderd worden.

Functie Modus

Deze toets selecteert de “Functie” mode. In deze mode kan men de parameters digitaal uitlezen en veranderen. De wijzigingen worden slechts in stilstand en na het indrukken van de “STR” toets in het geheugen opgeslagen.

STORE

Deze toets slaat de afgebeelde parameter in het geheugen op.

Cursor beweging Deze toets verplaatst de cursor in hetgebeelde gegeven

Gegevens wijziging

Deze toetsen laat u toe verschillende parameters af te beelden of te wijzigen.

VOORWAARTS

ACHTERWAARTS

Met deze toetsen kan u de omvormer voorwaarts of achterwaarts bedienen. Deze toetsen zijn enkel actief in “Monitor” mode . Cfr uitleg over deze mode.

Stop en Reset Met deze toets stopt u de omvormer volgens de vertragingscurve. Indien een fout zich voordoet dient ze eveneens als reset.

ON

OFF

Bei ON ist Auslesen der Kopiereinheit gesperrt.

Keine Funktion

Codierung J100

"On" = Copieer functie van de DRW console actief

Geen functie

Correcte programmatie voor de J 100

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 56

10.3. Parameters wijzigen in “Monitor” mode met het klavier.

10.4. Parameters wijzigen in “Functie” mode met het klavier

- Druk op de FUN toets om de Functie mode te selecteren , de eerste functie verschijnt en het display geeft

"F00 CONTROL" weer. Deze mode geeft de functienummer en omschrijving weer. - Andere functies kunnen geselecteerd worden door de toetsen te bedienen.

Drukken we bijvoorbeeld op de toets , het display geeft : "F01 +Fmax "

-Door op de toets FUN te drukken kan men de in het geheugen opgeslagen waarde van die functie aflezen. In ons geval gaat de aflezing van "F01 +Fmax " tot "+Fmax 000Hz" met de afbeelding dat de versnelling 3à seconden is.

- Druk enkele keren zodat de cursor naar de juiste plaats onder de waarde gaat om deze te veranderen

- De wijzigeng van de waarde (meer of minder) gebeurt door verschillende malen op de toetsen te drukken. Indien de afgebeelde waarde niet meer identiek is aan de in het geheugen opgeslagen waarde verschijnt er een asteriks.

- Druk op STR om de waarde op te slaan. Een uitroepingsteken verschijnt indien de limiet van de waarde bereikt is

De wijziging van de parameters in moitor mode gebeurt als volgt:

- Selecteer de te wijzigen parameter d.m.v. de toetsen

- Druk op de toets om de cursor naar de te wijzigen parameter te verplaatsen

- De toetsen laten toe de geselectioneerde waarde te wijzigen. Het "!" teken duidt op de limieten van de geselectionreerde functie. De omvormer houdt onmiddelijk rekening met de nieuwe waarde.

- Druk, indien de wijziging voltooid op de MON toets en de display zal automatisch de volgende monitor parameter afbeelden.

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 57

10.5. Gebruik van het klavier voor de wijziging van de functie . 10.5.1 Programmatie van de karakteristiek standaard spanning / frekwentie ( V/F control)

10.5.2 Progammatie van de vectoriele regeling zonder snelheidsvoeler ( SLV 1)

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 58

10.6 Overzicht van de functies in monitor et programmatie modus 10.6.1 Monitor modus

DOP Uitlezing Waarde Omschrijving Gegevens OPE Blz

1 FS 000 , 0-000,0 Hz 0.5-360Hz Vraagfrekwentie Uitgaande frekwentie

F1 F2

21, 22

2 ACCEL-1 0010,0S 0.1-2999,9 s 1 ste versnellngstijd F6 25

3 DECEL-1 0010,0S 0.1-2999,9 s 1 ste vertragingstijd F7 25

4 ACCEL-2 0010,0S 0.1-2999,9 s 2 ste versnellngstijd

5 DECEL-2 0010,0S 0.1-2999,9 s 2 ste vertragingstijd

6 F-SET-M Terminal Terminal Remote

Besturingsmodus F9 25

7 F/R-SW Terminal Terminal Remote

Besturingsmodus F9 25

8 RPM 4P 00000RPM 2-48 Synchrone snelheid uitlezing

9 If---A Im 000,0% Uitlezing uitgaande stroom

F1 21

10 PN-V 000V Uitlezing tussenkringspanning

F1 21

11 V-Boost (11) 00-99 Koppel bij lage snelheid (Boost)

F8 25

12 V-Gain 100% 50-100 % Uitgaande spannings regeling

13 M-ADJ 72 01-99 FM regeling F10 26

14 # Foutmelding

15 ? ERROR COUNT 000 Foutenhistoriek

10.6.2 Programmatie modus

Functies Fabriekswaarden waarden Omschrijving Gegevens OPE Blz

F-00 Control

CONTROL VF

VF/SLV1/ SLV2

V/F karakteristiek F5 A0

24 29

CONTROL VF VF-VC 050-050

CONTROL SLV1 SLV1 F050-050 K 0,37k P 4P

F= 120/375K=Motorve

rmogen P= polen

aantal

Nominaal vermogen en aantal polen van

de motor

A1 A2

30 30

F-01 +Fmax +Fmax 000,0Hz 0 - 15 Hz Fijnregeling van de maximale frekwentie

A3 30

F-02 Fmin Fmin 000,5Hz 0,5 - 5 Hz Minimale frekwentie A4 31

F-03 H-LIM-F H-LIM-F 000,0Hz 0 - 375 Hz Limiet hoogste frekwentie

A5 31

F-04 L-LIM-F L-M-LIM-F 000,0Hz 0 - 375 Hz Limiet laagste frekwentie

A6 31

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 59

Functies Fabriekswaarden waarden Omschrijving Gegevens OPE Blz

F-05 SPEED -1 SPEED-1 000,0Hz 0 - 375 Hz 1 ste snelheid A12 33

F-06 SPEED -2 SPEED-2 000,0Hz 0 - 375 Hz 2 de snelheid A13 33






F-12 F-DCB F-DCB 000,5Hz 0 - 375 Hz Frekwentie DC remmen

A20 33

F-13 V-DCB V-DCB 000 000-020 DC remkoppel A21 34

F-14 T-DCB T-DCB 000,0S 0 - 600 s DC remtijd A22 34

F-15 E-therm E-therm 100% 20 - 120 % Thermische beveiliginsniveau

A23 34

F-16 ACCline ACCline LINEAR Lineair S-Curve

Versnellingstype A28 36

F-16 DECline DECline Lineair Lineair S-Curve

Vertragingstype A29 36

F-18 F-START F-START 000,0Hz 0 - 375 Hz Frekwentie bij vraagwaarde nul

A26 35

F-19 F-END F-END 000,0Hz 0 - 375 Hz Frekwentie bij vraagwaarde max

A27 35

F-20 SWITCH1

DCB OFF DCB ON/OFF

DC remmen selectie

A55 44

FM ANA FM ANA/DIG

Selectie meetsignaal analoog/digitaal

A50 42

fmax 120 120/360 Hz Maximale frekwentie communtatie

A64 45

PWER ALM PWER ALM/ZST

Automatisch heropstarten

A34 38

DIOP FWD DIOP FWD/REV

FWD ON FWD ON/OFF

Selectie FORWARD

A41 41

REV ON REV ON/OFF

Selectie REVERSE

A42 41

OLMT ON OLMT ON/OFF

Stroomgrens tijdens versnelling

A32 37

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 60

Functies Fabriekswaarde Waarde Omschrijving Gegevens OPE Blz

F-21 SWITCH 2 DB LVL DB EDG/LVL

Voorrang van forward commando tijdens DC remmen

A56 44

STOP ON STOP ON/OFF

Validatie stoptoets A43 41

Ethm 100 Ethm 000/100

Type thermische beveiliging

A24 35

SLOK OFF SLOK OFF/ON

Vergrendeling van de vraagwaarde

A53 43

AIN 5V AIN 5V/10V

Selectie vraagwaarde ingang

0-5V,0-10V

A48 41

AIN TER

F-22 SWITCH 3 SOFTFREE SOFT LOCK/ FREE

Vergrendeling gegevens

A84 46

FARV 2 FARV1/2 Vraagfrekwentie bereikt

A39A40

40

TRIP OFF TRIP OFF/ON

Uitschakeling door gebrek aan spanning

bij stilstand

A35 39

DEBUG OFF DEBUG ON/OFF

Toegang tot de software

Verboden !!

TCNT CNT TCNT CNT/CLR

Foutenhistoriek wissen

A57 44

F-23 SWITCH 4 MON FM MON FM/CUR

Display frekwentie stroom

A51 43

F-24 SWITCH 5 RUN 1 RUN 1/2

uitgangssignaal RUN A52 43

AVR ON AVR ON/OFF

AVR spanning tijdens de uitloop

A36A37

39

LAD ON LAD ON/OFF

Werkingmodus bij overlast

A33 38

RVS ON RVS ON/OFF

Opstarten met beperkte spanning

A58 44

F-25 LM.CONS LM.CONS 150%01,0Hz 50 - 150 % 0,3-31,0

Grens en tijdconstante voor de

stroom

A31A85

37

F-26 IPS-T IPS-T 001,0Hz 0,3 - 3,0 s Duur van de toegelaten

onderspanning

A82 46

F-27 IPS-R-T IPS-R-T 0010,0S 0,3 - 100,0 s

Wachttijd heropstarten

A83 46

F-28 BRD-%ED BRD-%ED 05,0% 0.1-31 % Bescherming van de remweerstand

A38 40

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 61

Functies Fabriekswaarden Waarden Omschrijving gegevens OPE Blz

F-29 SPD-ARV SPD-ARV ACC DEC

ACC or DEC 0-100%

Frekwentie bereikt bij aan- en uitloop

A39A40

40

F-30 CARRIER CARRIER 16kHz 5/8/12/16 kHz

Frekwentie van de draaggolf

A10 32

F-31 V-SET V-SET 220V (SFE5)

V-SET 380V (HFE5)

200,220, 230,240 (SFE5)

(380,400, 415,440, 460,480 (HFE5)

Regeling nominale spanning

functie AVR

F11 26

F-32 DEC-V DEC-V 220V

(380V HFE 5)

-SFE5: 200 - 270 V

-HFE5: 380 - 540 V

AVR spanning tijdens uitloop

A37 40

F-33 JUMP-F1 JUMP-F1 000,0Hz 0 - 375 Hz Frekwentiesprong 1 A7 32



F-36 JMP-WID JMP-WID 0,5Hz 0,0 - 9,9Hz Amplitude van de frekwentiesprongen

A68 45

F-37 Olalarm Olalarm 150% 50 - 150 % Alarm overbelasting A30 36

F-38 IN-TM IN-TM 1 CF1 Programmeerbare ingangen CF1,2,3 : Selectie voorgeprogrammeerde snelheden DB: Selectie DC remmen

C0 47 13

IN-TM 2 CF2 STN: Selectie Fabrieksreset SET: 2 de reeks parameters 2CH : 2 de tijdscurve

C1 47 13

IN-TM 3 2CH FRS : Vrije uitloop EXT : Externe fout USP : Vergrendeling tegen automatisch heropstarten na spanningsuitval

C2 47 13

IN-TM 4 RS

SFT : Vergrendeling van de gegevens

C3 47 13

IN-TM 5 REV RS : Reset C4 47 13

IN-TM O/C-1 NO IN-TM O/C-2 NO IN-TM O/C-3 NO IN-TM O/C-4 NO IN-TM O/C-5 NO

NO/NG keuze voor de klemmen 1-5

C20

48

F-39 OUT-TM OUT-TM 1 AR AR/RUN/ OL

Programmatie van de uitgang 11

C10 48

OUT-TM O/C-1 NC NO/NC NO/NG keuze van de uitgang 11

C21 48

OUT-TM O/C-A NC NO/NC NO/NG fueze van de uitgang alarm

C21 48

F-40 F-SAMP F-SAMP 08 1 - 8 Filter analoge frekwentie vraag

A11 33

J100e5_full_NL.doc 09/09/03 62

11. Technische gegevens

Serie J100-...SFE 5 J100-...HFE 5 Type 004 007 015 022 015 022 037 Aanbevolen motorvermogen (kW)

0,25 0,37 0.55

0,75 1,1

1,5 2,2 1,5 2,2 3,0 4,0

Elektrisch vermogen (kVA) @ 230/400V

0,9 1,6 2,9 4,1 2,6 3,6 5,9

Nominale uitgangsstroom (A)

3.0 5.0 7,5 10,5 3,8 5,3 8,6

Gewicht (kg) 1,3 1,6 3,3 3,4 3,3 3,4 3,4 Ingangsspanning (V) 1 ~ 220 - 240 V ± 10 %, 50/60 Hz ± 5 % 3 ~ 380 - 460 V ± 10 %, 50/60 Hz ± 5%Uitgangsspanning (V) 3 ~ 0 - 220 ... 240 V volgens ingangsspanning 3 ~ 0 - 380 ... 460 V volgens

ingangsspanning Beveiliging IP20

Frequentie draaggolf 5/8/12/16 kHz Werking Spanninggestuurd, pulsbreedte modulatie met sinus codering PWM , Sensorless Vector Control,

eindtrappen IGBT/IPM Uitgangsfrequentie 0,5 - 375 Hz

Nauwkeurigheid van de frequentie

Digitale sturing: ± 0,01 % van de maximum frequentie Analoge sturing: ± 0,2 % (25 °C ± 10 °C)

Resolutie van de frequentie

0,01 Hz

Toegelaten overbelasting

150% van de nominale stroom gedurende 1 minuut, éénmaal om de 10 minuten 220% in piek.

Startkoppel 150 % à 3 Hz Remkoppel zonder

weerstand ca. 20 %

Remkoppel met weerstand

150 % 100 %

Remmen door injectie van gelijkstroom

De duur, de intensiteit en de frequentiedrempel zijn programmeerbaar

Analoge ingangen 0 - 5/10 V, ingangsimpedantie 30 kΩ 4 - 20 mA, ingangsimpedantie 250 Ω

Programmeerbare ingangen

5 ingangen naar keuze programmeerbaar, logica PNP 24 V

Analoge uitgangen 1 analoge, omwisselbaar : uitgangsstroom of frequentie. Voor de frequentie, omwisselbaar naar digitaal.

Programmeerbare uitgangen

Transistor uitgang : werking, frequentie bereikt, alarm overlast, foutmelding relais

Beveiliging functies Overstroom, onderspanning, overspanning, overlast, opwarmen, aarding, overbelasting van de dynamische remeenheid, elektronische beveiliging van de motor.

Omgevings-temperatuur

-10 - 40 °C (tot 50 °C zonder deksel)

Vochtigheid 20 - 90 % relatieve vochtigheid, boven dauwpunt Trillingen en schok 5,9 m/s2 (0,6 G) 10 - 55 Hz Maximum hoogte 1000 m boven zeespiegel

Opties Digitale afstandsbediening DOP Kopieereenheid DRW

Seriële kaart RS232/RS485 Netspoelen

Motorspoelen Radio ontstoringsfilter

Remweerstand

Handleiding Serie J 100 E5 - rdgsystems.be · Storingen en correctieve acties ... - Deze...

Documents

Transcript of Handleiding Serie J 100 E5 - rdgsystems.be · Storingen en correctieve acties ... - Deze...