HANDLEIDING - pure.knaw.nl · Deze handleiding was aanvankeli1k bedoeld als leidraad bij het...
Transcript of HANDLEIDING - pure.knaw.nl · Deze handleiding was aanvankeli1k bedoeld als leidraad bij het...
... HANDLEIDING VOOR DE KARTERING
p, ~ TJT!JUT VOOR OECOLOC:SCH ONDERZOEK
Kl::lmperbergexweg 11 ARNHEM
.VAN NEDERLANDSE INVERTEBRATEN
H. TURIN
INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK
I N H 0 U D
I n l e i d i. n g
w e 1 k s y s t e e m ?
K a a r t A
V a n K a a r t A n a a'r K a a r t B
K a.a r t B
A a n h a n g s e 1 (codering habi tatgegevens)
Deze handleiding was aanvankeli1k bedoeld als leidraad bij
het ontwerpen van één systeem voor het verzamelen van gege
vens van alle invertebraten-groepen. Na overleg binnen de \
werkgroep 1 Invertebrata Survey1 '-Nederland~)werd besloten
een handleiding voor elke grote systematische groep afzon
derlijk te maken. De eerste 50 kolommen va.n de ponskaart
zullen voor alle groepen identiek zijn, terwijl de laatste
30 kolommen speciaal bestemd zijn voor gegevens die betrek
king hebben op de he treffende groep. Zo 7.ijn er i nm.iddels
twee handleidingen gereed ~ekomen, n.l. voor de insekten
en voor de mollusken. Hierbii komt deze handleiding de
finitief te vervallen.
H.Turin Arnhem mei 1976
x) Deze werkgroep is gestart in het voorjaar 1975 en heeft
tot doel het bestaan van een datR-bank voor invertebraten
gegevens tot een feit te maken.
Het adres van de werkgroep is voorlopip;: Museum van
Natuurlijke Historie, Raamsteeg 2 Leiden. (Inlichtingen:
Dr. P. v. Helsdingen).
2
3
4
14
1?
21
lilU;IDING
In het kader van l1et 'Euro;1e.'"'n Inverte:n'ate .Survey' (E.I.S.) is men
in e·~:n a·HLtal West-Euro,;e.se Ltn(len de laatste jaren bezig gegevens
betreffende onge<~Jervelde dieren i)i.ieen te i:lrengen. In het kort komt
het hierop neer, dat het proje~t tot doel heeft per land een data
ban!: te forllleren, •vaar de gegevens voor iedereen toegankelijk zijn.
Dergelijke grote hoeveelheden gee;e~rens kunnen van groot nut zijn om
inzicht te krijgen in de gevol~en van milieuveranderinge~ en voor het
maken van verspreidingskaarten. Voorwa'lrde is, dat de toegankelijk
heid en de wijze van administreren universeel en niet te moeilijk is.
Hier komen we al gauw l1ij ltet gebruik van de ponskaart en de automa
tische verwerking terecht. Dit is evenwel een vrij kostbare geschiede
nis, en hierin zal dan ook voor een belangrijk deel de verklaring
liggen van het feit, dat tot op heden een dergelijk centrum nog niet
vqn de grond is gekomen.
Reeds in 1971 besloten we voor zover het ons werk aan de naderland
se loopkevers betreft, zoveel mogelijk aan te sluiten bij het E.I.S.
De noodzaak om de oorspronkelijke gegevens (welke met een kleine
wijziging volgens de E.I.S.-indeling op ponskaart waren gezet) bruik
baar te maken voor verdere statistische bewerkingen, had tot gevolg
dat een nieuwe ponskaart-indeling moest worden ontworpen. Beide kaart
indelingen worden in deze handleiding besproken. Daar landelijke coör
dinatie ontbrak hebben we noodgedwongen de verwerking van de gegevens
op eigen gelegenheid ter hand moeten nemen. Vaak door schade en schan
de wijzer wordend zijn we nu op het punt gekomen waarop de versprei
dingskaartjes gepubliceerd kunnen worden.
Het lijkt ons nuttig door middel van deze handleiding te trachten
de standaardisatie van de werkwijze te bevorderen zodat anderen van
onze erv~ring gebruik kunnen maken.
LITE:RATUUR: Heath, J., 19'71. The Euronean Invertebrata Survey. Acta ent. fenn. 28: 27-29.
Heath, J. en F.H.Perring, 1970. Biological Records Centre (stencil).
Leclercq, J.,l070. Atlas provisoire des insectes de BeJgique (serie). Facultê des sciences agronomiques de l'~tat, Gembloux.
Perring, F.H. en S.M. Walters, 1962. Atlas of the British Flora.
Turin, H., lC)7Lf. De kartering van Carabidae (Col.) in Nederland. Entom.Ber.,Amst.34:86-88. 1974. Over het karteren van invertebraten en het '~uropean lnvertebrate Survey'. Entom.Ber. Amst.34: 171-173.
Wanneer er voor een bepaalde vorm van biologisch onderzoek grote hoe
veelheden ~e~evens betreffende een Groot aantal soorten bijeen moeten
worden gebracht, zijn er drie punten van belang bij het bepalen van
de keuze van het administratiesysteem:
1 Welke gegevens willen we in dit systeem opnemen (plaats, datum,
stadium, habitat, weer, gewj_cht etc.),
2 Zijn deze gegevens eenvoudig in het systeem onder te brengen, en
is het mogelijk er nieuwe !';egevens aan toe te voegen,
3 Kunnen we op het materiaal alle gewenste bewerkingen uitvoeren,
en zj_jn de resultaten van deze bewerkingen (b.v. verspreidings
kaarten en tabellen) eenvoudig uit het systeem te halen.
Hoewel er op het moment nieuwe systemen op de markt komen, welke een
snellere verwerking dan die van ponskaarten toelaten, komen dit soort
kaarten al volledig tegemoet aan deze drie punten. Vanwege het uni
versele gebruik zullen we hier alleen de vervaardiging van ponskaar
ten behandelen.
Wanneer het er om gaat de ponskaarten te gebruiken bij wijze van kaart
systeem om een grondige administratie te voeren van collectie en lnven
tarisatie gegevens, en er daarnaast geen ingewikkelder bewerkingen zijn
uitte voeren dan af en toe een sortering op b.v. soort of plaats, dan
verdient het aanbeveling de kaartindeling te hanteren als beschreven
onder Kaart A.
Voor hen die meer ge1nteresseerd zijn in het uitvoeren van statistische
studies (sorteringen op bepaalde criteria, tellingen, berekening van
percentages etc.), is de indeling als beschreven onder Kaart B beter
geschikt.
Het verschil is, dat Kaart A als een normale systeemkaart te lezen is
maar daarnaast veel makkelijker sorteerbaar, terwijl Kaart B vrijwel
niet te lezeri valt maar beter geschikt is voor rekenwerk.
h J\AH 1l• /~
Bi.i t; ,,,,_rt /'>. :;a<:tn we er 'Jan uit dat de ei:çenschapJ)en die een nort11aal
i':a;u·t è~fc_:teern !leeft zove2l mogeli.·ilc -..•Jorden overvenomen in het pons
kRDrü;;y.steem. Een voordeel van de ponskaart is de mogelijkheid tot
mechanische verwerking (per sorteermachi•ne of per computer). Een
nadeel van rle ponskaart iE> z'n beperkte ruimte, waardoor men vaak ge
dwongen wordt code.s te gel;ruiken in plaats van lee.sbare gegevens. Dit
in tegenstelJ.ing tot een systeemkaart, waarop men verschillende regels
onder elkaar kan schrijven en zelfs de achterkant kan gebruil<;:en. Op de
ponskaart kan men maar één enkele regel vermelden.
~r wordt gebruik gemaakt van de gangbare 80-koloms ponskaart. In elk
van de 80 kolommen kan onder elkaar op 12 plaatsen een gaatje worden
gemaakt. Zo'n ponsing bestaande uit één of meerder·e gaatjes, (zie afb. 11.1~11\
l, blz.6) heeft een bepaalde betekenis, overeenkomend met""bepaalde
letter of een bepaald cijfer- of ander teken. De positie van ponsing
en in een bepaalde kolom bepaalt deze betekenis welke internationaal
lS vastgelegd. Wanneer de kaarten geponst worden kunnen tegelijkertijd
de betreffende letter- en cijfertekens boven aan de ponskaart worden
afgedrukt (afb. 1 en 2, blz.6).
Een aantal samenhangende kolommen noemen we een rubyiek. Een rubriek
van 4 kolommen kan dus zowel een naam van 4 letters als een getal van
4 cijfers bevatten, of zelfs, zoals het 't geval is bij de gridaan
duiding van het E.I.S., een kombinatie van letters en cijfers (afb.
2 kolom 36-39, zie ook toelichting Rubriek F, blz.8).
Bij de indeling van de ponskaart legt men de positie van de rubrieken
op de kaart vast. Men noemt zo'n indeling ook wel het Format van de
kaart. Een bepaald onderdeel van de informatie komt zodoende altijd
in dezelfde kolommengroep terecht. Dit houdt in dat namen altijd in
dezelfde kolom beginnen, en dat van getallen altijd de eenheden, tien
tallen etc. in dezelfde kolom~en terecht komen. Men mag dus ook nooit
incidenteel meer kolol!IHlen gaan r;ebru:i.ken dan die ruimte, di'e voor de
betreffertde rubriek toebedacht is. ~e lange r;enus-,species en plaats
namen b.v. moeten dan worrten :c•.I'r:ekort;. Dit is zeer belangrijk daar
andertJ indiem men dit niet doet, de porwkaa.rten niet meer mechanisch
te verwerken zijn, en dit zov inhouden dat men niet boven de mogelijk
heden van een gewoon kaartsysteem zou uitkomen.
i '
Om de ruimte op de kaart optimaal te benutten is het gebruikelijk zo-
veel r<!O'';el:i.jk ge1~;evenc; te coderen, ;oorten worden met een nummer aan
.•eduicl, evenalf; r:e orde, >3tatus, bron van de gq~evens etc. De E.I.S.
kaart hrJeft daarna;;st de mo,;elijkheid aoort- en plaatsaanduiding al
fai·,etisch te vermelden. De ,c;orteringen geschieden echter uitsluitend
o~ de codes, tenzij men b.v. alfabetisch de soorten wil rangschikken.
De gegevens (dus namen en codes) zijn het handigste te verwerken vonr
de ponstypist(e) als deze zijn ingevuld op zogenaamde '80 kolom formu-
1 i e ren ' ( a fb • lf , b l z • ? ) .
Iedere regel komt overeen met ~~n te vervaardigen ponskaart, en wordt
volgens de vastgelegde indeling ingevuld. Op het formulier gaan 25 re
gels, Voordeel van deze formulieren is ook dat gegevens die in een aan
tal ponskaarten herhaald moett"worden (b.v. soortnummer en -naam), maar
~én keer ingevuld hoeven te worden. Een grote 'Z' geeft aan dat deze
informatie in de volgende ponskaarten voor duplicatie in aanmerking
komt (afb. 4). Dit dupliceren is op elke moderne ponsmachine mogelijk.
De letters in afb. 3, (blz.6), geven aan in welke rubrieken de pons
kaart verdeeld is. Verklaring van de betreffende rubrieken zie blz.8
e.v.,
Boven de lijn staat de indeling van de E.I.S.-kaart, beneden de lijn
de indeling welke gevolgd is bij het verzamelen van de carabidenge
gevens. Dit laatste is een voorbeeld hoe men de kaart naar eigen wen
sen kan inrichten zonder de internationale uitwisselbaarheid van de
gegevens aan te tasten.
Rubrieken welke in beide kaartindelingen (E.I.S. en CARABIDEN) vol
komen gelijk zijn, worden in afb.3 met dezelfde letters aangeduid.
vervolg blz.8
6
I lllllnll I I I I I n I I 0 OI 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 on ~nl uo 0 0 on 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 .0 0 0 ~ 0 0 I] ~] ~!~ 0 0 0 0 I 7 J 4 5 6 '8 9 10 11 12 IJ 14 15 Ui \1181920 lllllll. 1161111 ! JOliJl JJ H 353~ 1 JB H ~0 .t1414JU 4'i ~6 4/ 4il 49 50 51 52 53S455SE 51585HO 61616164 5F.66168 ,g 10 n n f!JgJqS!)
1 1 11 1111 1111 1111 .111 1111 1111 1111 1111 1111 1111 • 111 1 1 11 1111 .111 1111 1111 1111 1111 1111
22 2 2 • 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 212 2 2 2 2 2 2 212 2 2 2 2 2 212 2 2 2 2 2 2 2 2 2 21 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 212 212 2 2 2 2 2 212 2
3 3 3 3 3133 3 3 3 3 3 3 3 3 3 JIJ 3 3 3 3 3331 3 3 3 3 3 3 31 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 31 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 31
4 4 4 4 4 414 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 41 4 4 4 4 4 4 4 4 • 4 4 4 4 4 4 4 • 4 4 4 4 4 4 4 4144 4 414 • 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 44 4 4 4 4 4 4444
5 5 5 5 5551 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 • 5 5 5 5 5 5 5 515 5 5 5 5 5 515 5 5 5 5 5 5 5 5 5 • 5 5 5 5 5 5 5 5 5 51 5 5 5 5 .15 5 5 5 5 5 • 5 5 5 ~ 515
G 6 6 6 G & 6 6 • 6 6 6 6 G 6 G G 6 6 G GIG 6 G G G 6 6616 6 6 s 6 s GIS 6 6 6 6 6 6 6 6 E 6 6 si 6 6 6 6 .GIS 6 6 6 6 • 6 6 6
J 77 J 7777 JIJ J 7777 J 77 J J Jl J J J 77 J771 7 77 J J J Jl J J 7 1 afb 1 11 11 7 7 J 7 1 77 J J J 771 7111 7 J 7 7
8 BB BB BB B 8 BIB 8 B 8 8 8 BB 8 8 8 BI ,~ ~~ ~~ ~ ~ ,~ ~ !~ ,~ ~~ ,~. ,B,! ,~ ,80~ ~ •
8, .~i".~ .8, ~~~ s8o ~~ \T' s8, ~~ ~ ~. ,8, ~9 ,c,:. ,~ ,~, ~~! ~ ,~ ..... nl.lll
I 2 3 4 ~ 6 1 8 9 \0 11 11 1l 14 15 16 11 IS 19 20 11 11 2J 74 1'< Hl 11 /~ 1] I' l~ lfi 11 JB Jg BC
9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 919 9 9 9 9 9 9 9 9 9 ~ ~ • J 9 9 9 9 9 9 919 9 ~ q q q 919 9 ~ q q 9 919 q 9 9 9 9 919 9 9 q 9 ~ 9 9 9 9 999991999999
/ 0 v ~oP
0 v 1--R
s (-..,
A B D E F G I L M
v ~ J c
\ afb 3] v R
( ..... s
E N A B D F H I< L
80 kolom formulier
naam tel. projekt omschrijving ca.yabid.ev.
afb 4 datum aa"vu./f,·..", blad ..... A ..... van ..................
. 1 6 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 73 80
lo !o lo fb ID I\/ 1.:. ll. lh ; lro ; Iu. Is ll'l I In lh In Ie.. Iu Ie:: F Iu 11 lo IR In- I(, l\o I• 1.- I,.J ld lt'Y1 13 lo 11 I?., lh IJ I D
lf: IT la lp, ," 0 14 1 .....
'"" I.D V\ (l h l<i'!t la lh1
~ ~ bo 1-'
-~ ~ IF IT o· 1 ... (. t.IL. ·~ I+ l\Ç 11 ll l.-J-- )....-
l IC 14 lo, lH lt b ,' 17. 1.--- 1.- 1 ... 1,... lo In I ~3 !----'
l D b G7
IK çl'l Ie: ".... "....
0 n , .., lp '" IWI D oe; I v v
F u 1 ~ A 1. G\ T , V , I 10 !1- I I -
~ I
./ :....- F u ï.B R '}... T p y e. I s 1 u ll ~ ~ r
1=
?., 1"2. c;o IÄ 'l, V I
I B (:) I I!< IJ
I I
bl3 5 I :....- I FU ~ B T p lv 11 (") oln-1- I '3 0 ~ '----á I
·- p I
i , ! -+-i I ; I !
I I I J I i L_ -
1 -- !
; i -
00 0 I lil Ie In r ld b ui <. /). 'I'" ö 11\IU I N f u <, bT 0!1:: iT 'l ~ A l"lh e rv IR " I),
I~ t. r In la + r-- e- -- I I\{ lç ':) 11 li <J
,.ll 1-j...L 1<./1<. I ,.I_ I
Î h () 0 0 l'l!n Ir I ti !..- ll'f h Ir <. IT D 111 I ie. ) / I 1-- -- -· -·
~~e 1--- 1·- r--
1/ v-I ~ I 0 0 Ir? I~ o L eir s t- 41 c; I r u 1<:. I~ lP In I<: v v
I-- .. - 1-- --f--
Oo I~ I'" I~ b..- .. ll'll h r ~ liJ ,· liJ i_c: J V v v I/ 0 3 r 11"1 t--t-
l:z. Ie Ir I~ IJ., I i I (A c. lb u : <;. let. I i I V I v v I/ 00 Q_ In i lo D l c,
I-- --- I I tvb,·~~.u V 1/ v ( 00 In l\.1 I In In lt. I oir:: i!" i I Iu lt.. :\-I+ lri I~ \J Ie. - v I-- ·- - -- t-
J__ I
~tç:~ -+-· i - ---- -· I-- r-- -- f--- -+- - 1-· -- ·--1-- 1--- I-·
Tf -t- 1-- l-- f---
:I i -- - -- i-- -- - -· 1--f--- e--1- j- f--- 1-- - - -
~- -f..- __ Q 0 0 '30 l e I s ft .(.j Is. r u f ~ Ie:. c e. ih~- F IT 1'-t I --~ el-,,
b Iu Ir 11.. 9l i\.j I 00 o!.i ~ _l -'1 Ie .e "{" ld tl ; H i 1..- .niÎ ~ L I( Ie I~ IE 'C\ Ie.. <... I"' lP d f.e.. 10 ç .2 ~ . \ 1-- r-Ï'
T t...o 1-- --- 1--J -- -
~-- --- 1--1-- -· - 1--1- I -~-
1-- e- 1-- - 1--1- 1--- ·r- -~ -·· -+- -- -t-- -- ~-1--
- ~~~~-~~ 1-t-f~ 1--- --- f~ ·- -- t-- -t-- t--1--- - -- --- -- - - 1-- f- ·- - 1-- -----1--- ---
i I I
RUtRIEK A, KOLOI!l 1 - I+ ; OI-WE- OF FAI'liLIENUtitHER
•:ierover be.-:;taetn af;;praken bij het E.I.S,, maar men kan hiervoor ook
een eigen code kiezen. Deze code is voor het werk binnen een bepaal
de soortengroep niet van bela()_LJ;i bij de carabidenkaarten hebben we
deze kolommen derhalve altijd blanko gelaten.
RUBRIEK B1
KOLÜÏ'1 5 - 9 ; GENUS/SPECIESNUHl•1ER :
Het E.I.S. gebruikt de eerste 3 kolommen van deze rubriek voor het
genu[-Onurnr:.er en de laatste 2 voor het species nummer. Over de numme
ring binnen een aantal diergroepen rJestaan afspraken. Ook hierin is
men ec~~er vrij een eigen nummering te gebruiken. Voor de loopkevers
hebbenw~de nummering volgens Brakman ( 1966) gebruikt. Dit zijn de num
mers 001-372, waardoor we de eerste 2 kolommen van de rubriek konden
verwaarlozen.
RUBRIEK C1 KOLOM 10 ; SUBSPECIES OF AANVULLING :
Bijvoorbeel~~ __ ~-: 5 :::; s11bspe~iesJ 6 - 9 -- nieuw g~vo_I!;~~~--?()or.t~.
RUBRIEK D1 KOLOM ll - 23
RUBRIEK E 1 KOLOM 24 - 35
GENUSNAAM ALFABE'riSCH
SPECIESNAAM ALFABETISCH
Deze twee rubrieken dienen om de leesbaarheid van de kaart te verho
gen. Voor de sorteringen gebruikt men echter het genus/speciesnummer.
De eerste letter van genus en species komen resp. in kolom ll en 24.
RUBRIEK F 1 KOLOM 36- 39; GRIDAANDUIDING:
Dit is de aanduiding van het km-hok waarin de waarneming is gedaan.
Deze code is gebaseerd op een internationaal bruikbaar systeem van
plaatsaanduiding (U.T.M.= Universele Transversale Mercatorprojectie).
Het gebruik van dit gridsysteem ma~~t het mogelijk kaarten van ver
schillende landen aaneen te voegen~ tot b.v. europese kaarten.
We zien in afb. 5, blz.9, dat de gridindeling gebaseerd is op hokken
van 100 X 100 km. 1 welke met een kombinatie van twee letters worden
aangeduid. Daarbinnen worden de 10 X 10 km-hokken aangeduid met twee
cijfers, van 00 tot 99 (zie afb. 6a, blz,lO). Elk 10 X 10 km-hok
wordt dus aangeduid door eerst twee letters~daarna twee cijfers.
Wanneer men met een fijner hokkenraster wil werken is dit zeer goed
mogelijk.
vervolg blz.l4
8
LE
FU........_ I~ ""- J J
'---=:çr' //'
FS ET-
I
0 ES sp
I I I I 1 I I I
r---+----·---+----1- •• W G T
--......---~-'--..._"__~........!~10~Qk m -
.) ~ \ \LC t '- \ r' \ KC ~ ·~ ~ ~\
I KB G afb 5
6a wP.I FT61
,, ~
·oe "l
" 0 o1 - 0" 'l't 0~ \l
"" \'), 7-'A
OI " 'J.I '
IJJ 6b
~ FT6151
0 -
6c
a I b I
---~--
( I d I ~
5 i
.JI"
FT61D
afb 6
sa c{d
wig
--f-+-
--1---"
GT05 ~~ si<C95 ....... ~~_,..-- .....
~~ -0~ ~l
OI ~ GT~ óo 'o ~KC
0' '~ oel>&i ~'~ ~7,b \: .. ~~~ 0~ ~" ~~ r;; ~y.
~\
GS KB afb 7
10
GS KB
De uitbreiding van de ~ridaanduiding kan geschieden door van de vol
gende rubriek ~&n of twee kolommen te gebruiken (zie toelichting on
der rubriek G,H). Al~ we nu opnieuw binnen het hok van 10 X 10 km een
raster van tien x tien hokjes aanbrengen, en deze op dezelfde wijze
nummeren als de 10 X 10 km-hokken binnen het grote vierkant, krijgen
we dus hokken van J. X 1 km (afb. 6b, blz.lO). De twee laatste cij
fers hiervan kunnen gepla~tst worden in kolom 40 en 41.
In plaats hiervan is het ook mogelijk het hok in vieren te verdelen
als in afb. 6c, blz.lO. De toevoeging (A,B,C,D of 1,2,3,4 naar keuze)
komt in dit geval in kolom 40.
Afb. 7, blz.lO laat zien hoe de nummering van de hokken in de 'Wig'
is opgelost. Te kleine hokken worden hier bij het naastliggende hok
getrokken (de vakken FV,L"E,FU en LD). Andere vormen tezamen één hok,
(GT05 = KC95 etc. tot GT09 = KC99) 1 beneden GT05 hebben de hokken in
de wig een eigen nummer. Afb. 7 laat ook een volledig ingevulde wig
zien.
In plaats van de nummering zoals hierboven beschreven, kunnen we voor
de gridaanduiding ook het coÖrdinatenstelsel als beschreven onder
Kaart B toepassen. zie blz.l?. (Vgl. ook afb. 9, blz.l6).
RUBRIEK G,H1 "ij:OLOH 4-0 - 43 ; GEOCODE OF TEHRE:INNUMJviER :
In de E.I.S.kaart komt hier een aanduiding van 4 letters voor de pro
vincie of het gewest, als aanvulling op het gridnummer. Bij de loop
keverkartering is deze rubriek gebruikt voor de aanduiding van geÏn
ventariseerde terreinen. Wanneer deze rubriek niet wordt gebruikt,
kan men deze kolommen gebruiken voor de uitbreiding van het grid
nummer, zoals hierboven beschreven onder rubriek F.
RUBIUEK I,J,KOLOI"l 44-66 resp. l~l+- 60; VANGPLAATS:
Aanduiding van de vangplaats, (naam van de gemeente of het terrein).
Dit kan belangrijk zijn als aanvullende informatie. De E.I.S.kaart
heeft hier·o.i. rijkelijk veel ruimte (44-66). Deze rubriek is daar
om voor de carabiden ingekort tot rubriek J (41~-60), ten behoeve van
de nieuwe rubriek K.
RUBRIEK K1 KOLOI''i 61 - 66 ; HABI'l'A'I'GEC1EVENS :
Deze rubriek komt in de E.I.S.indeling niet voor. Het is goed moge
lijk in 6 kolommen veel informatie op te berf';en betreffende de habitat.
11
Een voorue ;l1-l van een dergelijk systeem wordt gegeven .in het aanhang
scl(blz.2l e.v.). Men dient wel te bedenken dat dit voorbeeld is af
(','et:;ternd op een be})aalde diergroep, n.l. de carabiden. Het is
handiger voor elk onderzoek of diergroep afzonderlijk een dergelijk
systeem te ontwerpen, d':tn orn één groot systeem te bedenken dat bruik
uanr zou zijn voor alle mogelijke diergroepen en soorten van onder
zoek tezamen. Voorts kan men dan die graad van fijnheid aanbrengen,
die men wenst.
IWBRIEK L 1 KOLO!v! 67 - 71 ; DA'I'Ul1 :
Kolommen 67-68 = Dag; kolom 69 = Maand (l = januari etc. 9 = septem
ber, 0 =oktober, ll =november, 12 =december), de laatste twee wor
den in één kolom in gevuld, er zijn immer 12 mogelijkheden per kolom
(zie ook afb. 4, blz.?, de bovenste drie regels); kolom 70-71 = jaar
00 = 1900 en eerder, verder normaal.
Bij ~~1]; informatie de betreffende kolommen blanke laten.
RUBRIEK M ,N1 KOLOM 72 - 75 ; LEGITNUm-:ER o:F' AANTAL INDIVIDUEN :
In de E.I.S.kaar staat hier het nummer van degene die het materiaal ver
zameld of gedetermineerd heeft. In de carahielenkaart zijn deze kolom
men gebruikt voor het vermelden van aantallen zoals deze verkregen
worden uit jaarseries en systematische bemonsteringen met vangeen
heden, (blikken, trechtervallen e.d.).
RUBRIEK 0 1 KOLOM 76 ; ~IA TER I AAL :
Aanduiding van de kwaliteit van het materiaal, b.v. 1 = goed, 2 = matig en 3 = slecht.
RUBHIEK P1 KOLOM 77 ; STATUS
Inheems, import etc. Bij de carabiden is deze kolom altijd blanke
gelaten.
RUBTHEK Q1 KOLOM 78 ; BHON :
Het E.J.S. maakt onderscheid in:veldwaarnemingen; museum- en collec
tiemateriaal, en gegevens uit de literatuur.
Bij de loopleevers werd de volgende indeling gebruikt:
1 =particuliere collecties; 2 = de literatuur; 3 = inventarisaties;
4 =,systematische bemonsteringen; 5 eigen waarnemingen; 6 = hand
vangsten; 7:;;: coll. Everts (Leiden); 8 =idem Brakman; 9 = idem Ruurs
en Valck Lucassen; 0 = museum Leeuwarden; 11 = museum Enschede en
Lab. voor Entomologie Wageningen; 12 = 1':ateriaal uit aanspoelsel en
nesten; blanko = colJeetie museum Amsterdam.
RUBRIEK R KOLOM 79 ; STADIUM OF GESLACHT :
ei, larve, pop, 9, d, 9, epiderm of skelet.
RUBRIEK S KOLOM 80 ; EXTRA :
Deze kolom kan gebruikt worden voor aanvullende gegevens, of om een
van de andere rubrieken uit te breiden met een extra kolom.
WANNEER EEN OF MEERDERE KOLDrltHEN, OF GEHELE RUBRIEKEN NOOIT GF~BRU IK T
WORDEN, (b .v • rubriek D en E), KUNNEN DEZE lWLmlMEN GEBRUIKT WORDEN
VOOR ANDERE GEGEVENS (b.v. maten en gewichten).
VAN KAART A NAAR KAART B
Bij het verzamelen van de carabiden-gegevens werd in het begin
de gewijzigde E.I.S.-indeling gebruikt zoals hiervoor onder
KAART A beschreven. Voor het maken van uitsluitend versprei
dingskaarten zou dit ook voldoende zijn geweest. Onze belang
stelling gaat echter wat verder. Zo willen we iets te weten
trachten te komen over de soortensamenstaling in verschillende
gebieden. Daartoe werd~n er per soort een aantal extra biolo
gische gegevns vastgelegd, eveneens op ponskaart. Met behulp
van de computer kunnen we nu vaststellen welke soorten met een
bepaalde eigenschap in een bepaald gebied, dus in bepaalde hok
ken, voorkomen; bijvoorbeeld het aantal ongevleugelde loopke
versoorten op de Waddeneilanden. Tevens kunnen we lijsten laten
afdrukken, waarop in tabelvorm wordt weergegeven welke soorten
dit zijn en om welke aantallen het gaat.
Voor dergelijke sorteringen is de E.I.S.-indeling, vooral bij
grote bestanden niet efficient.
Hiertoe werd derhalve een nieuwe indeling ontworpen, zoveel
mogelijk zonder overbodige informatie. De omzettirig van de ene
naar de andere indeling geschiedde in dit geval met behulp van
de computer, hoewel dit natuurlijk, zij het wat langzamer, ook
kan gebeuren met behulp van een sortee~ en dupliceermachiene.
Afb.8 blz.l5, laat zien hoe deze nieuwe indeling e~ uit ziet.
Overbodige informatie zoals geschreven Genus- en Speciesnaam
werd weggelaten. Verklaring van de rubrieken zie KAART B,blz.l7.
vervolg blz. 17
l't
7 11 l4U HLLIIU~ liJ u TRICHIJS ;_ ·~ 3 A l-il\ I' 1\ ? '-1 ,, 1\ t4/'>.l, i\
0't7 E LAf-'IHWS 047 ELii.PIIRUS Ü tt3 llll:THISA 004 CIC li\lDf:LA 242 AHi\f<A 2 42 AM!\ RA 242 A MA RA 0 ,,y lORICtgA 1 2 I'H· MtH DI 01'-l 314 OLISTOPUS 249 AMAR.A 342 L[BIA 342 LtiHA Ü'i0 NOTIUPHILUS B D
Sa
8b
afb 8
24 36 40 44 61 67 C;[l ll.l SUS LAOZ/\Nl) 10360 Ull TlJ Sll S CADZAND 03460 UvA TA CAD I f::R EN KfER 11956 l~liNT I VAt;A CALJH-R EN Kf.ER 13867 AlJRI:lJS f\RlH111EN AlJP[lJS rW E !JA MlJL T IPWJl. TA T f~REOA
CA MP [ ~) T 11. I S FIP.EDA SIMlLATfl f\IJRSStLE 20460 S I t~ I LAT A BURSSfLE 440 SIMlLAT/\ BORSSELE 20462 PILlCUf.'NIS ~IJRSSELc 740 LLJNULATU~1 f.HJRSSI::LE 740 RClTUNOATUS BERGEN OP ZOOM 23962 Ull'-l ICULL IS BI::RGEN OP ZOOM 23962 CHL lJf-lUC EP HAL EH~RGFN OP ZOOM 23861 CHLURDCEPHAL 1:3ERGt:N OP ZOOM 27861 f!UFlPUS BERGEN UP ZOUM 2 8538
E GH ' ! t I I
F J K L
1 4 8 12 33 39
15., 0 61' 1 LD08 BEET<ï'ffRlWAAG 8571 016 0<12L LJJ35 BEILFN 8572 Olh ogz l f))') BElLFN 8':173
21B OCJ24 LD35 BEILEN 8S7 ?53 Qg2 LD35 RF I L FN 57
2 5"~ 092 LD~5 RFllFN 57 249 16?. lC48 BEKKU"'1 HfNGFLn 857 OB 262 KI39B BELFELD 57 03fl 262 KB98 Bft.FFLD 57
368 262 KBq8 3flFFLD 58
A B c D EF G H x
Gedeelten uit 'prints' van beide ponskaarttypen.
Afb Ba : type Kaart A, als beschreven blz.4 e.v.
Afb 8b : type Kaart B, als beschreven blz.l7 e.v.
Elke ~egel geeft de inhoud van één ponskaart weer.
De letters onder de prints duiden de rubrieken,
waarin de kaarten zijn ingedeeld. (Zie de betref
fende beschrijvingen.
De cijfers boven de prints geven het nummer van de
begirucolom van de betreffende rubriek aan.
IL1
72
N
• ,1.
- co( ". :rl.l\ .... rr~ 4' g.::: ó !!' ~~ ~ ê" ~ ~fl ~Ft~ ;: ~' ,..., ~~;; ~
--t-+--+---t-=:;;::;:;;;;;' I ~' I I I I I I I 'M" ~'I t.'l ,.,. ,..
10
'" •8 'll ., lS" ...
~
11 11 ro
' 8 l
..0 ' ()-.. ·S 'f 3
"' I
KA \Wr B
RUBRIEK A, KOLQJol 1 - j, :;QQl<TIIUt·n :EH.
Zie rub,·iek B va 1 Kaa.n.; A.
RUBfUEK B 1KOLOt-l 4 - 7, COÖlmiNAA 'l'NDI'!i''1ER
Dit nummer is gegeven aan het 10 X 10 km-hok, om het mogelijk te ma
ken, de verspreidingskaartjes direkt door de computer te laten af
drukken. Vanwege de 'Wig' moesten we hiervoor de U.T.M.-kaart van
naderland enigszins uit elkaar trekken, op een wijze als afb. 9 op
blz.l6 laat zien. De regeldrukker van de computer kan niet afdrukken
met een knik, zoals die in de oorspronkelijke U. T .~1. -kaart zit. De
hokleen zijn dus netjes in één lijn getrokken. Boven aan de kaart ont
staat hierdoor een uitsparing. (zie ook rubriek F, Kaart A, blz.ll,
Nummering 'Wig'; en afb. 7, blz.lO).
Het werken met een co5rdinatensysteem heeft programeertechnisch gro
te voordelen boven het werken met een nummering als van het E.I.S.
In afb. 9, blz.l6 zijn de co~rdinaten bijgeschreven.
Afb. 10, blz.18 en afb. 11, blz.l9 laten de computerkaart en resp.
de aan de hand van deze kaart vervaardigde verspreidingskaart zien.
RUBRil'::J( C 1 KOLOM 8 - ll, GRIDNUHMER :
De grielaanduiding is in Kaart B vnl. ingevoegd als een extra con
trole-mogelijkheid om eventuele fouten op te sporen. Verdere uit
leg over het grielnummer zie rubriek F, kaart A, blz.8.
RUBRIEK D1 KOLOM 12 - 26, VANGPLAATS
Aanduiding van de vangplaats binnen het hok als aanvullende in
formatie op het gridnummer/coÖrdinaatnummer. Hier, in Kaart B
dus ten hoogste 15 letters.
RUBRIEK E 1KOLOM 27, DECENNIUM :
Het decennium waarin de waarneming valt. 0 = v66r 1900; 1 = 1900
t/m 1910; 2 = 1911 t/m 1920; 3 = 1921 t/m 1930 etc ••• 8 = 1971
t/m 1980; 9 = géén datum.
RUBRIE'K F 1 KOLOM 28 - 29, MAAND :
De maandaanduiding wordt hier gewoon in 2 kolommen genoteerd.
01 = jan etc 10 = okt, ll = nov, 12 = dec.
De dag aanduiding is bij deze sterk vereenvoudigde datum weggelaten.
'1
RlHmiEK G1 KOLOtl 30 - 31, BlWN :
Deze twee kolommen worden gebruikt om de herkomst van de gegevens
te vermelden d.m.v. codes (00-99).
RUBRIEK H1 KOLOM 33- 38, HABITAT :
In deze rubriek kan b.v. iets over de habitat van het dier vermeld
worden, op de wijze als beschreven onder rubriek K, kaart A, blz.ll;
en in het aanhangsel (blz.2l e.v.)
Deze kolommen kunnen echter evenaJs kolom 32, evenals de kolommen
van rubriek X en de rest van de l(aart, naar eigenf-i-nzicht gebruikt
worden!!
RUBHIEK X1 KOLON 39- 42, VOLGNUMMER :
Dit is een nummer dat met behulp van de computer in iedere ponskaart
is ingeponst, teneinde foute kaarten snel uit het kaartenbestand te
kunnen lichten, en eventueel te kunnen vervangen.
=====================================
- "'""
·\ 1\ N iJ 11. ; l Cl S E L
Op de vol~ende bladzijden wordt een voorbeeld gegeven hoe aan
de hand van een betrekkelijk eenvoudige tabel de r.1eest belang
rijke ge~evens betreffende de habitat,waurin de waarneming ge-
uaan is, kunnen worden f_~ecode erd.
Het bier gebruikte .sy:3teem j_c~ in hoofdzaak afgestemd op de loop
kevers en zal daarom waarscl1ijnlijk uitsluitend geschikt zijn
voor een r)epaalde groep van bodem-lthropoden. Het is o.i. het
lTie(-èSt functioneel, wa11t1eer voor elke diergroep een zo
goed mogelijk systeem wordt ontworpen. Wanneer het noodz~celijk
wordt met meerdere diergroepen te werken, kan de scheiding van
de verschillende habitatcoderingssystemen geschieden d.m.v. het
orde- of familienwmner.
De codes kunnen bij het kaarttype A worden ondergebracht in
rubriek K, als beschreven op blz.ll, zie ook afb. 3, blz.6.
(kolom 61- 66).
Bij kaarttype B kunnen ze b.v. worden ondergebracht in de ko
lommen 33 - 38, als in afb. Sb, blz.l5. De indeling van deze
kaart ligt echter minder vast, vgl. rubriek H, kaart B, blz.20.
COU~RING HABITATGEGEVENS
De babi tat 1~;e;~evens coderen we in hoofdzaak aan de hand van de tabel
op blz.25. De toelichting op de tabel volgt stap voor stap hieronder.
1: We kunnen een dier grofweg aantreffen op het land, nabij~ op of in
het wàter, hetzij vliegend, hetzij nonactief (b.v. als pop), op zeer
nauwkeurig te omschrijven plaatsen, als: achter schors, in aas of mest~
g: Wannee~ we een dier aantrefJ·en actief of passief op het land of in
het water, dan kiezen we in de tabel in de eerste (meest linkse) ver
tikale kolom uit de cijfers 1 - 6. Betreft de waarneming een nauwkeu
riger plaats als aas, mest, nesten gebouwen of een vervoermiddel dan
kiezen we 7 (Algemeen); is de soort kennelijk aan een bepaalde plant
gebonden, dan kiezen we 8 of 9. Dit cijfer is h~ eerste van de code.
Het gekozen cijfer komt dus in Kaart A in kolom 61.
3: Verder werken we uitsluitend horizontaal van links naar rechts
verder in vakken na het gekozen vak.
!±,: Bij de categorieën 1 en 2 (Bos, Struik + lioge Veg.) en de categorieën
5 en 6 (Oever/Moeras en Water), werkt men de twee volgende kolommen
afzonderlijk af. Hiervoor kan men de 'Waterklasse'vinden in Tabel A op
blz.24.
Bij de categorieën 3 en 4 (Open terrein en Lage vegetatie) worden deze
twee kolommen samen genomen.
Bij categorie 7 kiest men uit het 2e vak, en in een aantal gevallen
kan deze keuze in ~&n van de 4 volgende kolommen omschreven WQrden.
(Nesten in de 3e kolom; Hout/Schors in de 4e kolom; Aas/Mest in de 5e
kolom en Dornestic in de 6e kolom).
Bij de categorieën 8 en 9 (In/Op Plant), komt in deze twee kolommen
het Genusnummer van de plant.
2: In de laatste 3 kolommen wordt de vindplaats van het dier nauw
keuriger omschreven. Dit geldt voor de categorieën 1 t/m 6. In de
laatste kolom van de 6 categorieën duidt men aan in welke ·•Laag' h7t
dier is aangetroffen, zie verklaring van de cijfers in Tabel B en C
blz.24. (toel. termen: droog, vochtig, nat (4e kolom), blz23)
Voor categorie 7 (Algemeen zie hierboven onder punt i• Bij de categorie~n 8 en 9 (Plant) worden de 3 laatste kolommen
gebruikt om het speciesnummer van de plantesoort te vermelden.
De codes van deze laatste 3 kolommen komen bij kaarttype A dus in
de kolommen 64, 65 en 66.
~Iet l. ,,
"' zeer wa::trschijnli.ik dat het niet altijd even gemakkelijk
zal zijn snel een vangst op deze wijze in de ponskaart van zijn
huLitat-informatie te voorzien. In geval van twijfel is het be
ter de betreffende kolom bla~{ te laten.
Samenvattend kan gezegd worden, dat van de categorie~n 1- 6 de
eorste 3 kolornmen gebruikt worden om min of meer de naaste om
geving van de plek van waarneming te beschrijven, terwijl de 3
laat::;te lcolülillllen dienen om de precieze vangplek te beschrijven.
Voor categorie 7 geldt hetzelfde voor resp. de eerste twee en de
laatste vier kolommen.
VERKLAlHNG VAN ENI<:ELE 'l'EWmN (Zie tabel blz. 25).
droog = watervrij (zand stuifgevoelig)
vochtig= {:';rond bevat water, grondwaterspiegel echte~ "':r_ij __ diep.
nat = water vlal{ onder oppervlakte.
water aan of op oppe~:vlald;e = categorie 5 (Oever/J'vloeras)
oligotroof = voedselarm
mesotroof ~ middel
eutroof = voedselrijk
anders verontr. = b.v. thermische verontreiniging
Ondergr.Fungi = onderaardse delen van Fungi
Nesten vogel (6) = incl. holenbroeders (b.v.oeverzwaluw)
Damestic transp.(4,6,7) = resp. voedsel-~ hout- en overige transpor
ten per As (in tegenstelling tot chepen(8).
Literatuur betreffende de codering habitatgegevens zie blz.26.
T A B E L A W A T E R K L A S S E
A F M E 'r I N G------------~
SNELHEID ERG KLE:IN KLEIN HIDDEL GROOT ERG GROOT
STILSTAAND Boomhol kleine Poel Vijver ~1eer of Zee poel
2 < 0 'l~ ha- grote poel <l5m - < L~o ha .
LANGZAAM Sijpelend Sloot Kana!:'ll - -stroompje
MIDDEL Smal beek- Beek Rivier Grote Rivierdelta je<0,5m br rivier- <.50m br rivier estuarium
tje<5m - <500 m br.
SNEL Bron Smal Stroom- - -bergstr. versnell. Kloof
VERTICAAL Waterval Waterval Waterval 11Vaterval -<0,5m - <5m br_ <5.0m br._ <500 br .
TABEL B I N D E L I N G V • D • L A G E N Categorie 1 - 4
+ 20 m -
6 HOGE
LAAG
KRUIN-
+ 5 m
K + LA-,S STRUI
GE KR UINLAAG
+ 1,5
LAAG 4 KRUID
3 GROND
2 BOVEN
1 ONDERI
ZONE
LAAG
.. AAG
7 = vliegend
m
"" ,
vliegend = 7
vliegend = 7
7
,.., (
+ 15 cm I I ' I
"" 20 cm I I I --- - ---- - - - - - - - - - - - - -· I ' ' dieper dan I ' I I ' I - 20 cm
~AT., 1, BOS lcAT. 2, STRUIK lcAT.3,KRUIDLICAT.4 OPEN GR.,
TABEL C .;;.....;.;;......;;;;......;;;;..~---- ' L A G E N Categorie 5 en 6
water-opp_= 5
-..........v1ateroppervlakte "' 4
-----"!.:a terrnar;sa = 3
vegetatie onder water = 2
1 BOE:>
2 STRUIK+ HOGE VEGET.
3 LAGE Vli.:G E'f'.
I.J OPEN TERHEIN
5 OEVER MOERAS
6 WATER
1 Oud loofbos ( :> 50 jr.)
2 ,Jong loofbo.'3 (20-50 jr.)
3 Naaldbos lt Getllengd bos
1 Loof 2 Naalcl 3 Gernengcl
1 droog open bos 2 vochtig open bos 3 droog dicht bos 4 vochtig dicht bos ~) droon; duinbos 6 vochtig duin bos 7 parkbos, stinse
1 bosrand 2 haag, houtwal 3 heg '+ boomaanplant 5 struikvegetatie 6 duinstruweel '7 rietland
1 droog 2 vochtig 3 nat
1 droog 2 vochtig 3 nat
1 lÖss/leem 2 klei 3 zavel 4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus
1 lÖss/leem 2 K.IeT 3 zavel 4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus
llti 2 3 L~
5 6 7 1 2 3 '+ 5 6 7
01 berm 11 akker met onkr. 1 droog 1 lÖss/leem 2 klei
1 2 '-',
02 droog grasl, 03 vochtig grasl. OLt schraalland 05 uiterwaard
12 akker zonder onkr. 2 vochtig 13 buitendijks bouwl. 3 nat 3 zavel 14 kwelder,schor. 15 zeereep
06 duingrasl. 16 riv-polderdijk oud 1'7 oude zeedijk 0'7 kalkgrasl.
08 duinveget. 18 jonge dijk 09 droge heide 19 spoordijk 10 vochtige heide 20 rivierduinen
01 02 03 04 05 06 0'7
landweg, pad afplagging turfafgraving zandafgraving klei-tichelgat strandvlakte stuifzand
On 0
09 10 11 12 13 14
zandplaat opgespoten land kale klei landaanwinn.slik kale akkers tuinen,kwekerij bebou.,de kom
Klasse A-T
1 bronbos 2 broekbos, vloedbos 3 oudere griend
1 zoet 2 brak 3 zout
Klasse A-T
4 ruigten, aanspoelselg. 5 vochtig hoogveen 6 laagveenmoeras,trilv, 7 moeras 8 vennen 9 begroeide oevers 0 open oevers X nat strand, str-poel Y wad, slik
1 bosrijke omgeving veel schaduw
2 weinig-matig bosrijke omgeving
3 zeer open
1 zoet 2 brak 3 zout
p_ droog 2 vochtig ~ nat
4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus 8 kiezel
1 lÖss/leem 2 klei 3 zavel 4 zand 5 veen 6 kalk 7 humus
4
7
1 2 3
7 1 oligotroof 1 2 idem chemisch verontr -3 idem anders verontr 3 4 mesotroof 4 5 idem chemisch verontr 5 6 idem anders verontr 7 7 eutroof 8 tdemichemisch verontr 9 idem anders verontr
(b.v. thermisch)
1 oligotroof 1 2 idem chemisch verontr 2 3 anders verontr 3 4 roesetroof 4 5 idem chemisch verontr 5 6 idem anders verontr 7 '7 eutroof 8 idem chemisch verontr 9 idem anders verontr
7 ALG~~MEEN-..=1'--Nc..ce:..c.s~t~----.. NESTEN ,Ondergr. IN HOU'r AAS OOMESTIC 2 Hout 1 insekt 1 loof
~----~--------~· 3 Aas, Mest 2 zoogdier 2 naa1d 4 Öndergr.Fung' 3 overige 5 Paddestoelen 6
NESTEN,Bovengr.
7 Hooirnijten 4 insekt Vuilstorten •_*-~-=Do-'o""m=-e=-s-"t...:.i-=c_:_=-=-• 5 zo o g di er'-' ,
9 L i eh tc....:v:..:a:...:J.=----• 6 vo ge 1
0 onder stenen 7 overige
SCHORS 3 loof l~ naald
OP HOUT 5 loof 6 naa1d
1 Vis 2 Vogel 3 Zoogdier
HEST 4 herbivoor 5 omnivoor 6 carnivoor 7 vogels
1 gebouwen 2 kelders 3 voedse1opslag 4 idem transp. 5 hout-opslag 6 idem transp. 7 overig transp. 8 schepen 9 huiden,kleding 0 papier,boeken
8 OP PLAN'l' Genusnr. ~specie snr. ~--mamna.mm~~R~~~ ... ~-~~a»n~~v-.•EMaa.aGG~~·-~RF.~~mm~BB.mu. ................ ._._._ ...... t
9 H! FLA.W[' Genusnr. lspec ie snr.