HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP...

46
NDLEIDING Inhoudelijke en praktische adviezen HANDLEIDING kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie Eric Krijger

Transcript of HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP...

Page 1: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

HANDLEIDINGInhoudelijke en praktische adviezen

H A N D L E I D I N Gkleinschalig groepswonen voor

mensen met dementie

Eric Krijger

Page 2: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

H A N D L E I D I N G

kleinschalig groepswonen voormensen met dementie

Page 3: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in
Page 4: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

DLEIDINGInhoudelijke en praktische adviezen

H A N D L E I D I N Gkleinschalig groepswonen voor

mensen met dementie

Eric KrijgerNIZW-Innovatieprogramma Wonen en Zorg

Page 5: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in
Page 6: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

5

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 7

1 Visie op kleinschalig wonen 91.1 Kwaliteit van leven en wonen 91.2 Dagelijkse bezigheden 111.3 Integreren met de omgeving 111.4 Doelgroepen 121.5 De groepswoning als tussenvoorziening 131.6 De groepswoning als eindvoorziening 131.7 Levensstijl en achtergrond 141.8 Verschillende zorgvragers 141.9 Welzijn 141.10 Familie 151.11 Wonen en zorg scheiden of integraal binnen de WZV 16

2 Ontwikkelingsproces 172.1 Het ontwikkelen van een visie op zorg 172.2 Invoeringsstrategie 182.3 Aandacht voor medewerkers 19

3 Financiering 233.1 Modernisering AWBZ 233.2 Intramurale zorg 243.3 Extramurale zorg 243.4 Woonkosten 263.5 Financiële consequenties voor de cliënt 273.6 Financiële consequenties voor de zorgaanbieder 273.7 Boekwaardeproblematiek 273.8 Onrendabele top 273.9 Exploitatie 28

4 Vormgeving 294.1 Binnen 304.2 Buiten 30

5 Domotica 31

6 Samenwerking met andere organisaties 33

7 Wet- en regelgeving 357.1 BOPZ 357.2 Voedselveiligheid 357.3 Brandweer 367.4 Tabakswet 36

8 Literatuur en nuttige adressen 39

Innovatieprogramma Wonen en Zorg 41

Page 7: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

6

Page 8: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

7

INLEIDING

De vraag wordt wel eens op symposia aan de zaal gesteld:“Wie wil er straks bij eenernstige zorgbehoefte in een verpleeghuis wonen?” Het is uitzonderlijk als iemand van

de aanwezige managers of staffunctionarissen zijn vinger opsteekt. Ook op de vraag of je jevader of moeder daar wil laten wonen, volgt vaak een ontkenning.Voor veel ouderen is devraag naar zorg op een gegeven moment onvermijdelijk. Maar qua vormgeving zijn we ken-nelijk toe aan een andere invulling daarvan.

Onderzoek en enquêtes laten zien dat mensen het liefst in hun eigen huis blijven wonen,ook als zij zorg nodig hebben. Het is vaak de beperkte aanpasbaarheid van de woning en deonmogelijkheid om voldoende ‘zorg aan huis’ te krijgen die maken dat zij besluiten te ver-huizen. Maar dan liever naar een zorgwoning in de eigen omgeving dan naar het verpleeg-huis verder weg.Wanneer er 24 uur per dag ondersteuning of toezicht nodig is of wanneer men de regieover het leven kwijt is, is thuis blijven wonen geen optie meer. Het is te duur om volledigedag- en nachtaanwezigheid te financieren. Een oplossing is om budgetten te stapelen en ver-schillende zorgvragers op een locatie te laten wonen. Maar ook dan, of wellicht juist dan,blijven mensen liever in de eigen vertrouwde omgeving wonen.Tegenwoordig kan dat. De kleinschalige groepswoning is een volwaardig alternatief geblekennaast het verpleeghuis. Door de beperkte schaal wordt er ondersteuning op menselijkemaat gegeven, waarin de individuele cliënt tot zijn recht komt en zich thuisvoelt in zijn eigenwoning. Doordat de groepswoning in de wijk of in het dorp staat, blijven cliënten in deeigen omgeving wonen. Niet alleen voor hen een voordeel, maar ook voor kennissen enfamilie in de buurt.Vernieuwde wet- en regelgeving, zoals de gemoderniseerde AWBZ, versterkt de positie vande cliënt. De cliënt heeft meer mogelijkheden om tussen zorgaanbieders te kiezen. Boven-dien kan hij een keuze maken tussen zorg in natura, of zorg ingekocht met een persoonsge-bonden budget. Dit moet zorgaanbieders prikkelen om vraaggerichte arrangementen televeren.

In deze handleiding richten we ons op mensen met dementie: cliënten die afhankelijk zijnvan 24-uurs zorg en kleinschalig willen wonen. Uiteraard is de handleiding ook te gebruikenvoor andere doelgroepen die voor groepswonen met zorg kiezen, zoals mensen met eenverstandelijke beperking of ggz-cliënten. De handleiding is gemaakt voor het middenkader,directies en besturen van zorgorganisaties en particuliere nieuwkomers op de markt.Veelonderwerpen passeren daarbij de revue; met praktische tips en suggesties om het initiatiefdaadwerkelijk te laten starten.Parallel met de handleiding publiceert het Innovatieprogramma Wonen en Zorg (IWZ) hetStappenplan voor het realiseren van kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie: eenstappenplan in acht fases voor het opzetten van een kleinschalig woonproject.Het stappenplan is te bestellen via www.iwz.nl, of telefonisch bij de SEV, telefoonnummer010 - 282 50 55. De kosten van het stappenplan bedragen € 4,50.

Page 9: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

De handleiding kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie is een coproductievan het Innovatieprogramma Wonen en Zorg en Amstelring, een organisatie op het gebiedvan thuiszorg, verzorgingshuis- en verpleeghuiszorg en is mede tot stand gekomen dankzijde steun van het zorgkantoor Zorg en Zekerheid.

Dank ook aan de leden van de expertgroep die de tekst hebben voorzien van waardevolcommentaar: Frank Bordui, Iris Fokkens, Ed Hoekstra,Wilma Nisse, Peter Schaerlaeckens,Wietske Stokvis en Hugo van Waarde.

8

Page 10: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

9

V I S I E O P K L E I N S C

WO N E NV I S I E O P K L E I N S C H A L I G

WO N E N1Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling. Dat past in het streven van deoverheid om mensen met langdurige zorg onderdeel te laten uitmaken van de samenleving.Ook zij horen erbij en moeten zichtbaar wonen in de wijk of het dorp. Daarnaast hebbencliënten zelf behoefte aan autonomie, ook wanneer er sprake is van zorgafhankelijkheid.Bij nieuwe ontwikkelingen, zoals het scheiden van wonen en zorg, loop je het gevaar te veelaccent te leggen op het begrip zelf en te weinig op de inhoud. Dat gebeurt wanneer jedenkt dat het met de kwaliteit van leven wel goed zit wanneer er sprake is van het schei-den van wonen en zorg. Het is goed om je te realiseren dat deze woonvorm een middel isom een ander doel te bereiken, namelijk een prettige en vertrouwde woonsfeer voor decliënt te realiseren, waarin de cliënt keuzes maakt voor zijn dagbesteding en -indeling opbasis van eigen opvattingen en omstandigheden in plaats van op basis van bedrijfseconomi-sche overwegingen.

1.1 Kwaliteit van leven en wonen

Het scheiden van wonen en zorg geeft cliënten meer autonomie dan het traditionele inte-grale pakket van de Wet Ziekenhuis Voorzieningen (WZV). De cliënt woont immers in zijneigen huis, ook al is dit een groepswoning. De begeleider komt, net als de thuiszorg, in hethuis van de bewoner. Ook heeft de woning minder de uitstraling van een werkomgevingdoor de inrichting met eigen meubels en het ontbreken van een zusterpost.Als het goed isleidt dit tot ander gedrag van de begeleider.De begeleiders zijn belangrijk om het doel te bereiken. Kunnen zij de cliënt als autonoompersoon benaderen, waarbij zij recht doen aan keuzes van de cliënt? Critici zullen stellendat ook in grootschalige oplossingen de inzet van begeleiders van groot belang is. En dat isuiteraard het geval. Een verkeerde bejegening kan bij kleinschalig wonen zelfs leiden totminder kwaliteit omdat de cliënt in de groepswoning hier moeilijker aan kan ontsnappen.Het is daarom belangrijk dat we ons op de inhoud richten: het verhogen van de levens-kwaliteit van mensen met dementie. Kleinschalig wonen helpt daarbij.

De ideale grootte van een groepswoning is zes cliënten: met dit aantal is een overzichtelijkehuishouding te voeren. Je kunt samen om een tafel zitten en je hebt ook als cliënt overzichtover het geheel. Bij acht cliënten ligt dat al anders: je moet zoeken naar groepsgenoten; degroep heeft minder het karakter van een huishouding en heeft toch al iets afdelingsachtigs.Het is minder vertrouwd. Bovendien zijn er op meerdere momenten twee begeleidersnodig en dat is lastig met de exploitatie. Er zijn dus meerdere redenen om de groeps-grootte te beperken tot zes cliënten.

Page 11: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

10

Uiteraard zijn er uitzonderingen: hoewel ideaal voor velen is een groepsgrootte van zes nietvoor iedereen de beste oplossing. Door te veel sociale controle wonen sommige cliëntenliever meer op zichzelf. Dan is hij beter af met een kamer of appartement met meer priva-cy. Een recente ontwikkeling is de bouw van appartementen voor dementerenden aan eengalerij (van bijvoorbeeld een gerenoveerd verzorgingshuis) met woon- en slaapkamer, douche-ruimte en pantry. Een galerij met tien van deze appartementen is door een af te sluitengemeenschappelijke toegangsdeur een organisatorische eenheid. Doordat de cliënt voldoen-de ruimte in het eigen appartement heeft, is er minder behoefte om van de gemeenschap-pelijke ruimte gebruik te maken. Maar: laten we ervoor waken dat dit de nieuwe normwordt. Omdat verzorgingshuizen leeglopen, is de neiging om deze te vullen met verpleeg-huisgeïndiceerden groot. Maar deze oplossing is niet dezelfde als die met groepswoningenzoals wij hier beogen.Samenvattend: om keuzes van cliënten te respecteren, is een gevarieerd aanbod noodzake-lijk: de kwaliteit van wonen staat voorop.Voor velen is dit te realiseren in groepswoningenmet zes bewoners; voor enkele anderen is een andere vorm gewenst.

De zorgverlening is lange tijd sterk gestuurd door het medische model. De cliënt is daariniemand met een defect of een probleem, dat vraagt om een specifieke omgeving met zoweinig mogelijk beïnvloeding door de buitenwereld. De laatste decennia is hier het sociaal-agogische model voor in de plaats gekomen. De regie over het leven ligt zo lang mogelijk bijde cliënt zelf, die contacten heeft met de wereld om hem heen. In plaats van zich te moe-ten schikken naar het bestaande aanbod, krijgt de cliënt nu de vraag voorgelegd hoe hij zijnleven wil invullen. Er is aandacht voor de waarden van de cliënt. Daarbij speelt de socialeomgeving een belangrijke rol. Het is niet meer zo dat de familie hun vader of moeder ‘over-draagt’ aan het zorgcentrum: de betrokkenheid kan blijven in de kleinschalige woonvorm.En omgekeerd is het voor de familie gemakkelijker deze betrokkenheid vast te houden inde vriendelijkere omgeving van de wijk of het dorp.

Page 12: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

11

1.2 Dagelijkse bezigheden

Zes bewoners blijkt een goede omvang voor een kleinschalige groepswoning te zijn.Weconstateerden al dat het om de inhoud gaat: dat cliënten een goede kwaliteit van leven heb-ben, vergelijkbaar met het leven dat ze voorheen hadden. Daar maken huishoudelijke werk-zaamheden onderdeel van uit. Het huis schoonmaken, boodschappen doen, koken en afwas-sen horen bij een gewone huishouding.Al deze activiteiten komen we in de groepswoningtegen. Cliënten kunnen net als thuis zelf bepalen hoe laat ze eten, uit bed komen of naarbed gaan. Er is een deur aan de straat waar de postbode post brengt. De tuin vraagt omonderhoud en contact met de buren kan door over de heg een praatje te maken. Iemanddie de woning bezoekt belt gewoon aan voordat hij binnenkomt. Personeel respecteert datde woning van de bewoners is. Personeel maakt er dan ook geen kantooromgeving van,waar dienstlijsten op het prikbord hangen en waar een zusterpost is om overleg tussenmedewerkers te voeren.Als begeleiders praten, doen ze dit met de bewoners. Overigenslopen ze niet in uniform omdat dit zo’n medische uitstraling heeft. Begeleiders zijn nietonderverdeeld in functieniveaus waar de een verpleegkundige handelingen doet, de anderbezigheidsactiviteiten en een derde alleen huishoudelijk werk. Samen met de cliënten bepa-len begeleiders hoe ze de dag doorbrengen. Zonder de verpleegkundige aspecten te veron-achtzamen ligt het gros van de bezigheden op het sociale vlak: zorgen dat bewoners tevre-den de dag doorkomen. Het gaat er dus gewoon aan toe in de groepswoning, net zoals inandere huishoudens in de onmiddellijke omgeving.

1.3 Integreren met de omgeving

Een traditioneel zorgcentrum heeft moeite om aansluiting met de omliggende wijk te vin-den.Waterpartijen met fonteinen, parken en groenstroken kunnen het nog moeilijkermaken de afstand te overbruggen. Een zorgcentrum functioneert vaak als een op zichzelfstaande samenleving; alles is er te vinden: de kapel, het winkeltje, de kapper komt aan huis;alle ontspanning vindt daar plaats. Bij de kleinschalige woning is dat anders. Deze staat in dewijk en integreren met de omgeving is dus mogelijk. Dat kan op drie manieren die een toe-nemende mate van betrokkenheid met de omgeving hebben.

Fysieke integratieDe woningen wijken qua vormgeving of bouwstijl niet af van de overige woningen en makenonderdeel uit van het straatbeeld.Aan de buitenkant is niet te zien dat er in de woningenmensen met een beperking wonen. Dit type integratie is vrij gemakkelijk te creëren.

Participerende integratieMet participerende integratie bedoelen we de deelname aan activiteiten in de wijk. Ook dittype integratie is vrij eenvoudig te realiseren, afhankelijk van de mogelijkheden die zich inde wijk voordoen. Dat kunnen de boodschappen in de buurtwinkel zijn, bezoek aan hetwijkcentrum voor een kop koffie en het meedoen aan straat- of buurtfeesten. Over hetalgemeen staan buurtbewoners welwillend ten opzichte van participatie door de doelgroep.Toch blijven de contacten vaak beperkt tot een passieve deelname.

Page 13: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

12

Sociale integratieHier valt het onderscheid tussen cliënten en overige wijkbewoners bij de participatie volledig weg. In de praktijk blijkt dit zo lastig te zijn dat dit niveau van integratie zeldenvoorkomt. Misschien dat we de ambitie om sociale integratie te willen bewerkstelligenmoeten relativeren. Het is daarbij de vraag in welke mate burgers in het algemeen sociaal inde wijk integreren.Veel mensen leiden een eigen leven, waarbij er weinig contact is metmede-wijkbewoners.De ervaring leert dat de contacten met de buurtgenoten positief zijn. Zij helpen bijvoor-beeld verdwaalde cliënten de weg weer terug te vinden.Voor cliënten heeft het wonen inde wijk het voordeel dat er veel te beleven is. Daarom ligt de gemeenschappelijke woon-kamer van de groepswoning vaak aan de straatzijde of aan een plein waar kinderen spelen.Cliënten zijn zo deelgenoot van het straatleven en hebben wat om naar te kijken.Anders-om is natuurlijk ook mogelijk: de tuin tussen de groepswoningen die voor kinderen uit debuurt als speelplek beschikbaar is.

1.4 Doelgroepen

Is kleinschalig wonen voor elke dementerende geschikt? Dat hangt af van:• De woonsituatieEen onderzoek bij het Anton Pieckhofje in Haarlem leerde dat deze manier van wonenvoor vijf procent van de cliënten niet geschikt is. Zo blijkt dat cliënten met een ernstigepsychiatrische problematiek meer leefruimte en een meer prikkelarme omgeving nodig hebben.• Eigen opvattingenSommige initiatieven menen dat de groepswoning een voorziening is tussen thuis wonen enhet verpleeghuis in. Er zijn andere die er juist voor kiezen om de cliënt niet meer te laten

Page 14: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

13

verhuizen, juist niet wanneer deze in een terminale levensfase verkeert.Van beide variantenzijn tientallen voorbeelden te noemen. Dat laat zien dat er geen externe belemmeringenzijn om voor een bepaald model te kiezen.• GedragsproblemenDe ervaring is dat kleinschalig wonen een positief effect op cliënten met gedragsproblemenheeft. De overzichtelijke en beperkte schaal, de aansluiting op de eigen levensstijl en de aan-wezigheid van meer privacy doet deze cliënten goed. In de kleinschalige woning komen invergelijking met het verpleeghuis minder ongewenste interacties voor.• Intensieve zorgvragenDe intensiteit van verpleging kan een discussiepunt zijn. Er is in dat geval meer personeelnodig om de cliënt te verzorgen. In de groepswoning werkt men over het algemeen alleen.De begeleider moet zijn aandacht verdelen over alle cliënten. Uiteraard vraagt de ene per-soon meer aandacht dan de andere. De intensieve verpleging van een cliënt kan te veel aan-dacht wegnemen van groepsgenoten. Men lost dit wel op door tijdelijk een extra begeleiderin dienst te nemen. Zo kan de thuiszorg op dit soort momenten een belangrijke aanvullingzijn. In de exploitatie van de woning houdt men hier rekening mee. Een andere mogelijkheidis om de familie een rol te geven in de laatste levensfase.Wanneer dit niet lukt kiezen som-mige projecten ervoor om de cliënt al dan niet tijdelijk naar het verpleeghuis over te plaat-sen. Soms zijn hulpmiddelen nodig om de cliënt te verzorgen. De hoeveelheid manoeu-vreerruimte die voor sommige hulpmiddelen nodig is, kan een reden zijn om de cliënt overte plaatsen naar het verpleeghuis.Overplaatsing naar een verpleeghuis hoeft niet te betekenen dat de cliënt onderdeel uit-maakt van een grootschalig gebeuren. Ook daar is een kleinschalige opzet van de zorgmogelijk door niet meer uit te gaan van afdelingszorg. De renovatie van het zorgcentrum isvaak een goede aanleiding om groepswonen te introduceren waarbij elke woning een eigengezellige sfeer krijgt. Bovendien kan men ook daar aandacht besteden aan het respectvolbenaderen van cliënten.

1.5 De groepswoning als tussenvoorziening

Sommige kleinschalige woonsituaties zijn bewust bedoeld als voorziening tussen de thuis-situatie en het verpleeghuis in. De initiatiefnemers zijn van mening dat de overgang van huisnaar het verpleeghuis voor een beginnend dementerende te groot is. De zelfredzaamheidvan deze cliënten is nog redelijk. Bovendien zijn zij ontvankelijk voor deelname aan allerlei,met name huishoudelijke, activiteiten. In feite spreken we hier over ‘begeleid wonen’.Wan-neer de verzorging te intensief wordt, verhuist de cliënt naar het verpleeghuis. Omdat dezorgbehoefte minder zwaar is, kan de groep kleiner zijn. Er zijn voorbeelden bekend waarbijdeze is beperkt tot vijf cliënten.Voor de begeleiding ’s nachts is een slaapdienst, of eenakoestisch systeem voldoende.

1.6 De groepswoning als eindvoorziening

Andere initiatiefnemers willen de cliënt bewust niet meer laten verhuizen, zeker niet wan-neer een meer intensieve verzorging nodig is of de cliënt in een terminale levensfase ver-keert. Zij stellen dat het juist in deze kwetsbare periode belangrijk is om continuïteit te

Page 15: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

14

geven in begeleiders en in de omgeving. De consequentie is dat cliënten in de woning blij-ven wonen totdat zij overlijden. Omdat elke cliënt in een verschillende fase van dementieverkeert, is dit geen probleem, zo stellen zij. Ook begeleiders hechten zich aan cliëntenwaardoor ze de neiging hebben om juist in de laatste levensfase goed voor hen te zorgen.Een onvermijdelijk gevolg van deze handelswijze is dat in de woning cliënten wonen meteen verschillende zorgzwaarte. Dat is een aandachtspunt: redenerend vanuit de cliëntenzouden we ons kunnen voorstellen dat licht-dementerenden moeite hebben om samen tewonen met ernstig-dementerenden.Volgens sommige professionals is dat zo en daarom kie-zen zij voor een meer homogeen samengestelde groep, met verhuizingen als consequentie.Volgens anderen levert dit geen problemen op en heeft het zelfs een meerwaarde. Dooreen grotere betrokkenheid kan er meer zorg en aandacht voor elkaar zijn.Voor medewer-kers zijn de ervaringen ook verschillend. Sommigen vinden dat juist de variatie in zorgvra-gen stimulerend werkt.Anderen zien hierin het gevaar dat er onevenredig veel aandacht uit-gaat naar cliënten met zwaardere zorgvragen. Dat zou de andere cliënten te kort doen.Kortom, een eenduidig oordeel hierover is moeilijk.Veel hangt af van de visie van de organi-satie. Beide varianten blijken te werken.

1.7 Levensstijl en achtergrond

Een andere indeling vindt plaats op basis van levensstijl. Mensen hebben een bepaalde cultu-rele achtergrond en dat voelt vertrouwd. Sommige voorzieningen hebben de groepswonin-gen op basis van een bepaalde achtergrond ingericht. Zo zijn er woningen waar bijvoor-beeld mensen met een Jordanese achtergrond wonen, met een Gooise achtergrond, eenbepaalde sociaal-culturele, artistieke of Indische achtergrond. Het aantal cliënten moetgroot genoeg zijn. Op het platteland is dit uitgangspunt daarom lastiger dan in de stedelijkeomgeving. Daar zal men veelal een meer gemengde levensstijl aantreffen.

1.8 Verschillende doelgroepen

Er zijn geen projecten bekend waar mensen uit verschillende doelgroepen bij elkaar in eenwoning wonen; wel projecten waarbij sprake is van een woning voor dementerenden eneen aanpalende woning voor dementerenden die tevens een verstandelijke beperking heb-ben. Omdat deze woningen naast elkaar staan en het wooncomplex een gezamenlijke toe-gangsdeur heeft, komen de cliënten onderling met elkaar in contact.Als volgende stap wildit initiatief een mix van cliënten laten wonen binnen een groepswoning.Vaak vinden bewo-ners het onderling een probleem om met mensen samen te wonen uit een andere doel-groep. GGZ-cliënten identificeren zich niet met cliënten die een verstandelijke beperkinghebben of dement zijn en andersom.

1.9 Welzijn

Een goede kwaliteit van wonen en welzijn doet de behoefte aan zorg verminderen of uit-stellen. Er zou daarom veel aandacht moeten uitgaan naar de kwaliteit van het woon- enwelzijnsaanbod. De kleinschalige groepswoning kan hieraan prima voldoen. Door de opzet

Page 16: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

15

ligt er geen eenzijdig accent op verpleging. Een mens is meer dan een te verplegen object,ook wanneer hij sterk zorgafhankelijk is.We kunnen in dit kader verschillende aspectenonderscheiden:- lichaam en geest;- sociale relaties;- inkomen;- arbeid en presteren (zinvolle dagbesteding);- waarden en spiritualiteit.

Een tekort of beperking op één aspect is te compenseren is door extra aandacht voor hetandere. Iemand met een ‘ziek’ lichaam kan nog wel zinvolle bezigheden in de vrijetijdssfeerhebben of sociale contacten onderhouden. Juist door extra aandacht voor deze andereaspecten kan de kwaliteit van leven verbeteren. Het werkt als communicerende vaten.Zorginstellingen hebben de neiging om zich met name te richten op het fysieke. De naarbinnen gerichte cultuur versterkt dit. De cliënt is dan een behandel- of verzorgobject en denadruk ligt op de beperkingen. Kwaliteit van bestaan dient zich te richten op meerdereaspecten. Dat kan door aandacht te hebben voor de werkelijke behoefte van de cliënt.Door de compacte opzet van het zorgcentrum was welzijn daar min of meer vanzelfspre-kend aanwezig: de kwaliteit van het wonen, de sociale controle, veiligheid, de pedicure enkapper, activiteiten en het sociaal verkeer. In en rondom de kleinschalige woonsituatie is datlastiger te organiseren: bereikbaarheid van voorzieningen in de nabije omgeving zijn danbelangrijk.Door deze benadering krijgt de dagbesteding een andere waarde.We weten dat cliëntennaar activiteitencentra gaan om invulling te geven aan de lange lege dagen. Er is ook weinigte beleven op een afdeling waar nauwelijks ruimte is voor eigen inbreng. Het werd allemaalvoor je geregeld: de etenskar kwam exact om 11.45 uur en de huishoudelijke hulp maakteschoon. Dankzij de uitjes naar het activiteitencentrum werden de dagen gebroken. Gekeigenlijk, als mensen naar het verpleeghuis gaan, ontnemen we ze allerlei activiteiten engeven dat in de vorm van ‘therapeutische’ activiteiten weer terug. In de groepswoning krij-gen de gewone dagelijkse beslommeringen weer hun plaats. Het is net als bij mensen diethuis wonen een onderdeel van het leven. Of je het nu leuk vindt of niet: als je geen bood-schappen doet of niet kookt, komt er geen eten op tafel.Als de bewoner niet actief aan dehuishouding kan deelnemen, dan toch wel passief door te genieten van de vertrouwde geurvan het vlees. Niet om twaalf uur vanwege het dienstrooster in de centrale keuken, maarom zes uur omdat dit vertrouwd is. En natuurlijk hebben we een oplossing voor een cliëntdie nooit heeft gekookt of het huis schoongehouden (vrijwel altijd mannen). Zij kunnen zichweer anders dienstbaar maken, bijvoorbeeld door tuinwerkzaamheden.

1.10 Familie

De betrokkenheid van familie en kennissen is gewenst. Niet zozeer om praktische redenen,alhoewel dat zeker meegenomen is, maar meer omdat een sociaal netwerk belangrijk is inhet leven van mensen.We moeten voorkomen dat dit wegvalt op het moment dat de cliëntwordt overgedragen aan de zorgvoorziening. Dat is wennen voor de voorziening, want ergaan nu anderen meedenken en participeren in de zorgverlening, maar ook voor familie diezich realiseert dat de zorgvoorziening niet alles hoeft te doen. De betrokkenheid kan een-

Page 17: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

16

voudig plaatsvinden: bij het boodschappen doen, de eigen kamer schoonhouden, koken,meegaan naar de dokter en gewoon een eindje wandelen al naar gelang de mogelijkhedenen omstandigheden. Duidelijk moet zijn dat de betrokkenheid toegevoegde waarde heeft:de basiszorg mag er niet afhankelijk van zijn.

1.11 Wonen en zorg scheiden of integraal binnen de Wet ziekenhuisvoorzieningen

De zorgvoorziening kan een keuze maken om een integraal zorgpakket te leveren binnende Wet Ziekenhuis Voorzieningen (WZV), of zich te beperken tot het leveren van alleenzorg. Binnen de WZV heeft de zorgaanbieder de verantwoordelijkheid over de kwaliteit vanhet wonen en het leven van de cliënt. Bij het scheiden van wonen en zorg beperkt dezeverantwoordelijkheid zich tot de zorg.Voor de overige aspecten van het leven zijn de cliënten zijn familie zelf verantwoordelijk. Dat houdt in dat bij alles wat met het wonen en hetlevensonderhoud te maken heeft, de cliënt (zijn familie) aan zet is. Bijvoorbeeld als dekamer nieuw behang nodig heeft of nieuw meubilair, over de hoogte van de huishoudpot,het bezoek aan de arts en het regelen van vervoer. Het is een onderdeel van de huishou-ding om hier samen met de andere bewoners afspraken over te maken. Op deze manier isde cliënt veel autonomer vergeleken met de WZV-constructie. Daarom kiezen sommigenhiervoor.

Page 18: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

17

O N T W I K K E L I N G S PO N T W I K K E L I N G S P R O C E S2In de ontwikkeling naar kleinschalig wonen zijn drie fasen te onderscheiden:- het ontwikkelen van een visie;- de invoeringsstrategie;- aandacht voor de competentie van de begeleiders.

Deze fasen hebben niet per se deze volgorde. Met name fase twee en drie zullen elkaarbeïnvloeden. In fase twee kan blijken dat er te weinig aandacht is besteed aan fase één.Welis het goed om elke fase een document mee te geven waarin de intenties en de discussiezijn beschreven. Dat geeft medewerkers duidelijkheid en kan de discussie over de verande-ring een kapstok geven.

2.1 Het ontwikkelen van een visie op zorg

Een goede en toegankelijke visie geeft draagvlak aan veranderingen in de organisatie. Hierbijzijn niet alleen uitvoerende medewerkers betrokken, maar ook faciliterende medewerkersen het management. Door een duidelijke visie kun je voorkomen dat een bepaald team ofeen discipline een andere koers gaat varen of de principes van vraaggestuurde zorg nietserieus neemt.Hoe de visieontwikkeling plaatsvindt kan verschillen.Veel organisaties geven topdown aandat vraagsturing nu aan de orde is. De cliënt vraagt erom, zo stelt het bestuur, en daarom ishet noodzakelijk dat dit gebeurt. Men stelt dat het niet alleen om inhoudelijke redenengewenst is, maar bijvoorbeeld ook bedrijfseconomisch. Indien de organisatie niet die kwa-liteit levert die cliënten verwachten, gaan zij naar een andere zorgaanbieder die wel degewenste kwaliteit levert. Door de modernisering van de AWBZ is het voor cliëntengemakkelijker geworden om van zorgaanbieder te veranderen.Uiteraard kan er binnen de organisatie discussie plaatsvinden over hoe die vraagsturingeruit moet zien. Het is zelfs een noodzaak om medewerkers bij deze discussie te betrek-ken. Zij zijn straks immers in de uitvoering de ambassadeurs van de organisatie. Bovendiengeeft dat een basis voor het draagvlak van de omslag. Onzekerheid over de eigen rol alsbegeleider, of over de positie als medewerker bij een ondersteunende dienst, is begrijpelijk.Een organisatie die vraaggestuurd wil werken heeft behoefte aan andere competenties vanmedewerkers. Bovendien kan blijken dat bepaalde onderdelen in de organisatie minder ofniet meer nodig zijn. Dat is een lastige fase in het proces. Enerzijds is loyale medewerkingnodig om de veranderingen vorm te geven, anderzijds kunnen medewerkers reserves heb-ben indien de werkplek op de tocht staat.Tijdig overleg met de ondernemingsraad en cliën-tenraad over de missie, visie en doelstellingen van de organisatie en de consequenties diedit kan hebben voor de inrichting daarvan ligt voor de hand.

Page 19: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

18

Belangrijk hierin is de opstelling van de directie. Een baangarantie kan de zekerheid gevendie medewerkers nodig hebben om aan de veranderingen mee te werken. Dat dit op eenandere dan de huidige werkplek kan zijn, is gemakkelijker te accepteren dan te moeten ver-trekken.Wanneer dat onvermijdelijk is, mag de medewerker support van de organisatie ver-wachten.

2.2 De invoeringsstrategie

Op welke manier kunnen we de veranderingen het beste invoeren?

Medewerkers als strategische succesfactorDe medewerker is een bepalende succesfactor. Deze moet in de praktijk van alledag vormen inhoud geven aan vraagsturing. Dat lukt alleen als deze medewerker achter het beleidstaat en de bedoelingen van de werkwijze kan onderschrijven. Daarom is het raadzaam omde discussie over de invoering al vroeg in het proces samen met de medewerker te voeren.Via scholing en training kan deze stap voor stap de juiste houding aanleren.

Middenkader Het is van groot belang dat het middenkader steun krijgt. Zijn werkwijze dient als voor-beeld voor de houding van de begeleider naar cliënten toe. Indien de leidinggevende sceptisch staat ten opzichte van de veranderingen, kunnen we niet verwachten dat demedewerker wel de juiste houding vindt.Vaak is een eerste actie om na te gaan wat hetmiddenkader van de verandering vindt. Scholing en training kan de nieuwe rol van de lei-dinggevende ondersteunen. Eventueel kan op dit moment actie worden ondernomen omeen leidinggevende die de verandering niet ziet zitten, een andere plek in de organisatie tegeven.

Samenstelling teamsBestaande werkwijzen kunnen hardnekkig zijn: het kan de omslag naar vernieuwing flinktegenhouden. Bepaalde medewerkers kunnen domineren in de weerstand. Het kan dan ver-standig zijn om met nieuwe teams te starten. Het team is dan zo samen te stellen dat erverschillende, aanvullende competenties in voorkomen. Met nieuwe collega’s kan de veran-dering een uitdaging zijn.

Eerste successenOm scepsis te overwinnen zijn eerste successen, bijvoorbeeld in de vorm van een pilot, vanbelang. Probeer de discussie niet te laten verzanden door alsmaar nog beter voor te berei-den. Het kan altijd beter en grondiger, maar te veel accent op de voorbereiding kan hetproces doodslaan. Door te geloven in de opzet hoeft niet alles duidelijk te zijn alvorens testarten. En zeker ten aanzien van het kleinschalig wonen: velen gingen u voor. Een beetjeavontuur kan juist stimulerend werken: men gaat ervoor. Het eerste succes werkt als kataly-sator.

Page 20: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

19

OndernemingslustBegin daar waar men er klaar voor is. Een enthousiast team of leidinggevende werkt bijzon-der stimulerend. Niets is zo lastig als bij veranderingsprocessen te trekken aan een doodpaard. Maak gebruik van plekken of situaties waar men de veranderingen als een uitdagingervaart. Dat werkt op anderen weer stimulerend en het laat zien waar het toe kan leiden.

Ondernemingsklimaat In het begin gaat er veel mis. Het is een leerproces voor iedereen. Dat vraagt om ruimteom fouten te kunnen maken. Ook hier is de opstelling van het management essentieel.Indien er sprake is van een afrekencultuur kunnen we de beoogde verandering wel verge-ten. De gemaakte fouten dienen bespreekbaar te zijn om er wat van te leren: het rondjeblunderen. Daarvoor is een uitnodigende houding noodzakelijk en een sfeer van vertrou-wen in een ‘lerende organisatie’.

2.3 Aandacht voor de medewerkers

Kleinschalig wonen waarbij de zorgaanbieder recht wil doen aan de persoonlijke levensstijlvan de cliënt, vraagt om andere vaardigheden en een andere houding van de medewerkers.Daarnaast verandert het takenpakket door de beperkte schaalgrootte en neemt de begelei-der een meer solistische positie in. Hieronder een overzicht van de belangrijkste verande-ringen voor de medewerkers.

Woonsfeer domineert De vraag van de cliënt en zijn woonsituatie vormen het uitgangspunt voor het handelen vande medewerker. Dit is te vergelijken met de thuiszorg, waar medewerkers bij cliënten opbezoek gaan om daar de gevraagde werkzaamheden te verrichten. Het is ondenkbaar datde medewerkers hier van alles gaan veranderen, zomaar binnenkomen en zonder communi-catie aan het werk gaan. Iedereen zou dit als een onheuse bejegening beschouwen en klach-ten hierover zouden snel bij de organisatie binnenkomen. Het huis is van de cliënt, demedewerker werkt bij de cliënt thuis. Deze benadering geldt ook in de groepswoning. Ookal deelt de client de woning met anderen, uitgangspunt is dat de woning van de cliënt is. Datvraagt om respect voor privacy, eigendom en leefstijl. De medewerker is bij de cliënt opbezoek.

ReflectieBij de dagelijkse activiteiten en handelingen kunnen medewerkers elkaar minder makkelijkondersteunen. Men werkt immers veelal alleen. Dat geldt ook voor het geven van adviezenen reflectie.Toch is er behoefte aan de uitwisseling van ervaringen tussen collega’s. Boven-dien zal het management een vinger aan de pols willen houden wat de kwaliteit van de zorgbetreft. Een mogelijkheid om dit te doen is medewerkers te leren open te praten over deervaringen en feedback te geven aan collega’s. Ervaringen uitwisselen met behulp van casu-ïstiek is een andere mogelijkheid.Van belang is dat dit in een sfeer van vertrouwen plaats-vindt: een werksfeer waar meer accent ligt op ‘leren van fouten’ dan ‘corrigeren op fouten’.Wanneer medewerkers dit vertrouwen voelen, zal de openhartigheid over hun handelentoenemen.

Page 21: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

Voorbeeldgedrag van het middenkaderNiet alleen de medewerkers krijgen te maken met een cultuuromslag, dat geldt evengoedvoor de leidinggevenden, het management en andere disciplines zoals ondersteunende dien-sten en vrijwilligers. De bijdrage van het middenkader is essentieel. Zoals altijd zit hetmiddenkader in een lastige situatie. Enerzijds geven zij in de dagelijkse praktijk steun aanmedewerkers die veel vragen hebben over de haalbaarheid, realisatie en voortgang vandoelstellingen.Anderzijds moeten zij zich committeren aan de doelstellingen van de organi-satie.Twijfel over dit laatste heeft zijn weerslag op de motivatie en inzet van medewerkers.Sommige organisaties vragen loyale steun van het middenkader. In het contact met de uit-voerende medewerkers nemen zij bij uitstek een strategische positie in.Van hieruit kunnenzij het proces maken of breken. Bij gebrek aan steun aan de invulling van de nieuwe visie,kan een bezoek aan een reeds gerealiseerd project een eye-opener zijn.Vaak zijn deze pro-jecten trots op wat zij hebben bereikt en stralen dit met veel enthousiasme uit.Daarnaast verandert de rol van leidinggeven naar coachen. De medewerkers moet samenmet de cliënt keuzes maken. Daar vindt besluitvorming en prioriteitenstelling plaats. Indiende leidinggevende hier niet tevreden over is, dient deze de besluitvorming niet over tenemen, maar de medewerkers zo te coachen dat dat alsnog het geval is. Dit in tegenstellingtot de traditionele organisatie, waar de leidinggevende knopen doorhakte. Indien de leiding-gevende dit blijft doen, is er sprake van een oneigenlijke afhankelijkheid. Het middenkadergeeft het goede voorbeeld.We vragen van de medewerkers dat deze de cliënt tot zijn rechtlaat komen; dezelfde rol heeft de leidinggevende naar de medewerkers toe.

Zelfsturing De verantwoordelijkheid ten opzichte van de continuïteit ligt nadrukkelijk bij de medewer-kers. Om dit tot zijn recht te laten komen, werken organisaties wel met zelfsturende ofresultaatverantwoordelijke teams. Deze hebben binnen afgesproken kaders ruimte om opbasis van eigen keuzes en prioriteiten (en in nadrukkelijk overleg met de cliënten) de voort-gang van de werkzaamheden te bepalen. Dat geldt niet alleen voor de dagelijkse handelin-20

Page 22: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

gen, maar ook voor processen zoals budgetbeheer en opvang van het ziekteverzuim. Doorhet team nadrukkelijk te betrekken en verantwoordelijkheden te geven in dit soort knel-punten, zitten zij in een strategische positie om deze op te lossen.

Solistische werkplek van de medewerkersDoor de kleinschalige opzet werken de medewerkers meestal alleen. Dit in tegenstelling tothet werken op een afdeling waar samenwerking met collega’s gebruikelijk is.Veel medewer-kers ontlenen aan die samenwerking een stukje arbeidssatisfactie. Het is gezellig, je houdtelkaar op de hoogte van nieuwtjes en het geeft saamhorigheid. Nu brengt de begeleider dedag door met zo’n zes cliënten en verder niemand. Sommigen breekt dit op, ze vinden hette saai en te voorspelbaar allemaal waardoor de muren op hen afkomen, zeker als de groepcliënten weinig dynamisch is.Anderen ervaren deze situatie als een verademing: eindelijkkunnen ze die betekenis aan het leven van de cliënt geven zoals ze dat altijd al wilden. Hetblijkt dat met name herintreders, mensen met levenservaring die vaak zelf al een gezin heb-ben grootgebracht, zich hierin goed kunnen vinden.De teamsaamhorigheid krijgt op andere wijze een invulling.Afstemming met collega’s vindtalleen plaats bij de overdracht van de dienst of digitaal. Een goed communicatie- en infor-matiesysteem is van groot belang. Om de juiste beslissingen te kunnen nemen moeten aller-lei voortganggegevens gemakkelijk te bereiken zijn. Rapportage vindt plaats op de computerwaar tevens informatie over de directe en indirecte zorg te vinden is. Dat betreft gegevensover het rooster, budget en activiteiten maar ook over de cliënt zelf: het zorgdossier.

Integraal takenpakketWe vragen de medewerker zich bezig te houden met het gehele dagprogramma en nietmeer met onderdelen daarvan. Samen met de cliënt maakt de medewerker keuzes op basisvan wensen van de cliënt. Zo komt vraagsturing tot stand. Het dagprogramma bestaat nietuit losse onderdelen die van buiten komen en niet te beïnvloeden zijn. Daarom komt defunctie van activiteitenbegeleider, receptioniste en kok in een en dezelfde persoon terug.Dit heeft niet alleen een inhoudelijke achtergrond: wanneer al deze functies zouden blijvenbestaan, krijgen we de personeelsbezetting van de woning niet rond.

ProfessionaliteitHet accent op omgangsvaardigheden laat onverlet dat kennis over dementie voor de mede-werkers noodzakelijk blijft. Het blijven kwetsbare mensen met een progressief ziektebeeld.Medewerkers moeten gedrag kunnen duiden en daaruit aflezen wat er aan de hand is.Daarnaast dienen de verzorgende handelingen adequaat te worden aangeboden. En dat ver-eist basiskennis en ervaring. Dit speelt des te meer omdat de medewerker vaak alleenwerkt en cliënten dus op een persoon zijn aangewezen.Verpleegtechnische handelingenkomen veel minder voor. Het is dan handig om deze zorg voor een bepaalde handeling in tehuren, bijvoorbeeld bij de wijkverpleegkundige of verpleegkundige van de organisatie.

De betrokkenheid van medewerkers is te verhogen door:- een duidelijk beeld te schetsen over de doelstelling en het waarom van de verandering;- inzicht te geven in wat de nieuwe visie en werkwijze voor cliënten betekent;- duidelijk te maken wat de organisatie van medewerkers (zowel de begeleiders als de ove-

rige medewerkers) verwacht; 21

Page 23: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

- begeleiders via stages kennis laten maken met plekken waar de omslag al is gerealiseerd;- workshops te organiseren die medewerkers laten kennismaken met de veranderende

visie, doelstellingen en verwachtingen;- voorwaarden te creëren voor optimale medezeggenschap en participatie;- scholing en bijscholing;- medewerkers op de hoogte te houden van de voortgang en geboekte resultaten (terug-

koppeling).

22

Page 24: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

23

F I N A N C I E R I N GF I N A N C I E R I N G3Het is niet eenvoudig om de verschillende financieringsmogelijkheden helder uiteen te zet-ten. Er is een aantal constructies mogelijk dat zich niet goed met elkaar laat vergelijken.Zowel voor cliënten als zorgaanbieders hebben, mede afhankelijk van persoonlijke of lokaleomstandigheden, bepaalde constructies voor- en nadelen. Financiering vanuit de AlgemeneWet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), vindt alleen plaats indien de cliënt een indicatieheeft, vastgesteld door het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO). Dat is het toegangskaartjevoor het afnemen van een zorgproduct. Recent is de wetgeving waarin het recht op zorg isverankerd, veranderd: de gemoderniseerde AWBZ.

3.1 Modernisering AWBZ

In april 2003 is de gemoderniseerde AWBZ geïntroduceerd. De nieuwe situatie moet depositie van cliënten versterken. Dat gebeurt door nadrukkelijker uit te gaan van vraag-gerichte zorgverlening. Cliënten hebben betere mogelijkheden om met zorgaanbieders teonderhandelen over het af te nemen zorgpakket. Indien gewenst kunnen zij de beschikkingkrijgen over het benodigde budget om zorg in te kopen. Daarnaast kunnen meer aanbiedersvan zorg toegang op de markt krijgen waardoor er meer te kiezen is.

De AWBZ maakt een onderscheid tussen zeven functies waarop indicatie mogelijk is:1 huishoudelijke verzorging;2 ondersteunende begeleiding;3 activerende begeleiding;4 persoonlijke verzorging;5 verpleging;6 verblijf;7 behandeling.

De verschillende functies zijn weer onderverdeeld in zwaarteklassen, afhankelijk van hetaantal uren of dagdelen per week zorg en ondersteuning. Een indicering op meerdere func-ties behoort tot de mogelijkheden.Nieuw is dat de noodzakelijke zorg wordt geformuleerd in functies, het type zorg dat mennodig heeft.Voorheen kreeg men een indicatie voor een bepaald zorgaanbod, bijvoorbeeldhet verpleeghuis.De eerste vijf functies zijn te verkrijgen als zorg in natura-product of met een persoons-gebonden budget (pgb). De verblijfs- en behandelingsfunctie zijn alleen in natura te ver-krijgen. Deze zitten te ingewikkeld in elkaar om via de persoonsgebonden financiering televeren. De logeerfunctie, die onder verblijf valt, kan de cliënt wel met een pgb inkopenomdat dit maar enkele korte momenten in het jaar zijn.

Page 25: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

24

Een andere verandering is het weglaten van de schotten tussen de verschillende doelgroe-pen. Een voorziening voor gehandicapten kan nu ook aan ouderen zorg leveren en anders-om. De thuiszorg kan 24-uurs zorg leveren. Dit geldt niet voor de functies behandeling enverblijf.

3.2 Intramurale zorg

Er is een onderscheid tussen een intramuraal en een extramuraal pakket. Met het intramu-rale pakket krijgt de cliënt krijgt de kosten voor het wonen, verblijf, zorg en welzijn vanuitde AWBZ vergoed. Intramurale zorg vindt altijd ‘in natura’ plaats en krijgt de cliënt via het‘verblijf ’ aangeboden. De zorgaanbieder maakt over de hoeveelheid daarvan productie-afspraken met het zorgkantoor.Alleen door het zorgkantoor erkende zorgaanbiederskomen in aanmerking om ‘zorg in natura’ te leveren; de zorgaanbieder moet aan minimalekwaliteits- en continuïteitseisen voldoen. Het zorgkantoor houdt met het uitreiken vanerkenningen rekening met de spreiding van de verschillende producten in de regio.Voor zorg in natura gelden maximale tarieven die door het College Tarieven Gezondheids-zorg zijn vastgesteld. Deze kennen een indeling met bandbreedtes; elke indeling heeft eenmaximumtarief. Over het exacte tarief en de hoeveelheid zorg vinden onderhandelingenplaats tussen de aanbieder en het zorgkantoor.Aan de hand hiervan krijgt de aanbieder zijninkomsten. Na afloop van een jaar wordt afgerekend op basis van de werkelijk gerealiseerdezorg.De cliënt betaalt voor AWBZ-geïndiceerde zorg een inkomensafhankelijke eigen bijdrage.Bij het intramuraal pakket houdt de cliënt in ieder geval een eigen besteedbaar bedrag overvan ongeveer E 250,-. De kosten voor het wonen, een basispakket levensonderhoud, zorgen welzijn, zijn voor rekening van de zorgaanbieder. Extra’s, zoals het wijntje bij het avond-eten of rookwaren, zijn geen AWBZ-verstrekkingen en moet de cliënt zelf betalen. Somsbetalen cliënten nog een bijdrage aan de instelling voor bijvoorbeeld bewassing of iets in devrijetijdssfeer. Hierover maakt de zorgaanbieder afspraken met de cliëntenraad.

3.3 Extramurale zorg

Het leveren van extramurale zorg vindt altijd plaats op basis van het scheiden van wonenen zorg. De cliënt woont in zijn eigen huis. Dat kan zijn oorspronkelijke woning zijn (metthuiszorg), een zorgwoning (waarvan er vaak meerdere bij elkaar staan) of een groepswo-ning (voor bijvoorbeeld dementerenden). Extramurale zorg is op twee manieren te verkrij-gen: via ‘zorg in natura’ of via het ‘persoonsgebonden budget’. De hoeveelheid extramuralezorg hoeft niet ten koste te gaan van de gemaakte capaciteitsafspraak over intramurale zorgtussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor.

Zorg in naturaBij zorg in natura is de procedure tussen het zorgkantoor en de zorgaanbieders vergelijk-baar met de intramurale pakketten. Namens de cliënt koopt het kantoor zorg in. Dat doetzij alleen bij aanbieders die aan minimum kwaliteits- en continuïteitseisen voldoen. Over hettarief vinden, binnen de bandbreedte, onderhandelingen plaats en over de hoeveelheid zorgmaakt men elk jaar afspraken. De eigen bijdrage is beperkter omdat de wooncomponent

Page 26: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

niet in de verstrekking is opgenomen; dit betaalt de cliënt zelf. De cliënt kan na indiceringdoor het RIO aangeven bij welke aanbieder hij deze zorg wil afnemen.Extramurale zorg kan een alternatief zijn voor een intramuraal verblijf. Bijvoorbeeld in degroepswoning waar de cliënt zijn eigen woonlasten betaalt. Hier is ‘wonen en zorg’ gescheiden.Aantrekkelijk is dat de cliënt in zijn eigen woonruimte woont. Er is minder kans op hospita-lisatie, zowel bij de cliënt als bij begeleiders. De cliënt wordt, vergelijkbaar met de thuiszorg,benaderd als een individueel persoon met eigen wensen en opvattingen. De begeleiderkomt bij de cliënt op bezoek. De cliënt betaalt de eigen woonlasten en de inrichting van dewoonruimte.Een ander voordeel is dat een groepswoning, bij beschikbaarheid van een geschikt pand, vrijsnel kan worden gerealiseerd. De wooncomponent valt niet onder het Bouwcollege; dezorgaanbieder kan rechtstreeks met de woningcorporatie de groepswoning realiseren. Eeneventueel noodzakelijke ruimte voor de zorginfrastructuur kan de zorgaanbieder wel viahet Bouwcollege aanvragen. De kosten daarvan worden via het tarief verrekend.Extramurale wooninitiatieven worden zowel door bestaande zorgaanbieders als door parti-culiere initiatieven gerealiseerd. Het volume hoeft niet ten koste te gaan van het volumeintramurale productie waar de zorgaanbieder eventueel al afspraken over heeft gemaakt.Een nieuwe ontwikkeling is dat particuliere initiatiefnemers een overeenkomst sluiten meteen regionale zorgaanbieder. De zorgaanbieder maakt in dat geval afspraken met het zorg-kantoor over de extramurale zorg. Het particuliere initiatief krijgt de beschikking over datbudget en zorgt voor de coördinatie en organisatie. Het voordeel is dat het particuliere ini-tiatief onder de vlag van een grotere aanbieder een regionaal aanbod van zorg op maat kanleveren zonder enorme bedrijfsrisico’s te lopen. Bovendien kan de grotere zorgaanbiederzorgen voor continuïteit door cliënten te attenderen op het initiatief.

Zorg via het persoonsgebonden budget24-uurs zorg met een pgb-financiering aan mensen met dementie komt nauwelijks of nietvoor. Dit in tegenstelling tot de zorg aan mensen met een handicap. Dat heeft een aantalredenen. Een reden is dat de pgb-budgetten ongeveer zeventig procent bedragen van dezorg in natura-budgetten. Men gaat ervan uit dat erkende organisaties een overhead hebbenvoor de extra handelingen en activiteiten die vanuit de erkenning noodzakelijk zijn. Een pgbfinanciert alleen de geïndiceerde zorg. Een andere reden is dat voor de gehandicaptenzorgeen andere grondslag geldt en de hardheidsclausule van toepassing is. Op grond van eenbepaalde zorgzwaarte kan de cliënt extra geld krijgen om de benodigde zorg in te kopen.De verplegings- en verzorgingssector kent deze regeling niet. De derde reden is dat mantel-zorgers erg betrokken moeten zijn om 24-uurs zorg in groepsverband te regelen. Initiatief-nemers moeten een geschikte woning vinden, een club mensen met wie de groepswoningwordt opgericht en onderhandelen met zorgaanbieders.Vaak zijn dat processen die wel totvijf jaar kunnen duren. Bij dementerenden ontbreekt deze tijd gezien het progressieve ziek-tebeeld.

Bij de regeling van het persoonsgebonden budget krijgt de cliënt het geld dat voor de zorgis bedoeld op zijn rekening gestort. Hiermee kan deze zorg inkopen bij iemand van zijnkeuze. Dat mag bij een erkende zorgaanbieder zijn, maar ook bij niet door het zorgkantoorerkende personen of organisaties, zoals particuliere initiatieven.In deze constructie is de cliënt zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de te ontvangenzorg.Aan particulieren die zorg leveren stelt de regelgeving geen bijzondere kwaliteitseisen

25

Page 27: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

26

tenzij er sprake is van voorbehouden (verpleegkundige) handelingen. Deze mogen alleenBIG-geregistreerde beroepskrachten uitoefenen. In dat geval ziet de Inspectie op de Volks-gezondheid erop toe dat dit conform de gestelde kwaliteitseisen gebeurt. Ook over dezorg die is ingekocht via een pgb betaalt de cliënt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage.Een probleem voor zorgaanbieders is dat zij pas inkomsten van cliënten met een persoons-gebonden budget krijgen op het moment dat de cliënt zorg afneemt. De kosten van voor-bereiding krijgen zij niet vergoed.De cliënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger) treedt bij de pgb-constructie als werkgeverop. Dat is voor veel mensen die hier geen ervaring mee hebben lastig en geeft ook veelverantwoordelijkheden. De Sociale Verzekerings Bank biedt hierbij gratis ondersteuning aan.Zij zorgt ervoor dat werknemers zijn verzekerd, dat zij bij ziekte een ziekengeld krijgen uit-gekeerd, helpen bij het invullen van belastingsformulieren et cetera.Het werkgeversschap brengt bepaalde taken met zich mee. Bij ziekte van de werknemermoet de cliënt zelf voor vervanging zorgen. Ook de werving van medewerkers ligt bij decliënt. Bij eenvoudige dienstverlening is dit nog wel te doen. Bij meer ingewikkelde vormenvan zorg, zoals 24-uurs zorg in een groepswoning, is dat al lastiger omdat professionele endeskundige hulp van bijvoorbeeld een personeels- en een administratieve dienst ontbreekt.

3.4 Woonkosten

Bij extramurale zorg is er altijd sprake van scheiden van wonen en zorg. De AWBZ betaaltdan niet de woonlasten, maar de cliënt zelf. Deze woont dus in zijn eigen woning; ook wan-neer dit een groepswoning is. De cliënt betaalt huur aan de woningeigenaar, rechtstreeks,via de huurdersvereniging die voor dit doel is opgericht of via de zorgaanbieder die alshoofdhuurder optreedt. Dat betekent dat alle bijkomende kosten in principe ook voorrekening van de cliënt zijn, bijvoorbeeld het brandmeldsysteem, een akoestisch uitluister-systeem, de meerkosten voor brandvertragende gordijnen, kwalitatief sterke vloerbedekkingzodat er rolstoelen overheen kunnen rijden, de keramische kookplaat zodat cliënten hunhanden niet verbranden. Sommige corporaties zijn bereid een deel van deze extra kostenop zich te nemen en in de onrendabele top onder te brengen. Een andere oplossing is omdat in de servicekosten onder te brengen. Hieraan zit een grens omdat de cliënt nog geldmoet overhouden voor persoonlijke uitgaven. Soms zijn gerichte inzamelacties nodig ofworden fondsen benaderd om bijvoorbeeld de tuin in te richten.

HuursubsidieDe zorgaanbieder kan de woonruimte in zijn geheel huren van de woningcorporatie enweer doorverhuren aan de cliënt.Voor de huurstatus maakt dit geen verschil: huurders heb-ben dezelfde rechten en plichten, of hij de woning nu van een particulier of van eenwoningcorporatie huurt. Omdat er bij groepswonen in principe sprake is van onzelfstandigewoonruimte, moet een aanwijzing van het ministerie van VROM worden gevraagd om debewoners in aanmerking te laten komen voor individuele huursubsidie.

3.5 Financiële consequenties voor de cliëntIs de cliënt beter af met een integrale financiering van wonen en zorg of is het voordeligerzelf de woonkosten te betalen. Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Er zijn meer

Page 28: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

27

Nederlanders die in hun eigen huis zorg afnemen, bijvoorbeeld van de thuiszorg. Dit is ookscheiden van wonen en zorg.Wanneer er sprake is van groepswonen zijn een aantalkostenposten met elkaar te delen, wat financieel gunstig is. Er komt echter ook een aantalkostenposten bij door de concentratie van kwetsbare mensen zoals een brandmeldsysteemen brandvertragende vloerbedekking. Of dit financieel allemaal haalbaar is, hangt af van dehoogte van het inkomen en van de omvang van gemeenschappelijke kosten. Een ander puntis dat de woonkosten in de nieuwgebouwde of gerenoveerde groepswoning vaak hoger zijndan in de oorspronkelijke, vaak oudere, woning van de cliënt. De woningeigenaar moet zijnbest doen om de individuele huur onder de huursubsidiegrens te houden; toch zit de huurvaak op het maximale niveau. Hierdoor loopt de cliënt de kans om na verhuizing naar degroepswoning te weinig geld over te houden. Er moeten dan andere bronnen beschikbaarzijn, zoals fondsen, een provinciale subsidie of een forse injectie van de woningcorporatieom een gezonde financiële huishouding te realiseren. Er zijn aanbieders die hier heel goeduitkomen, andere aanbieders lukt dat minder goed.

3.6 Financiële consequenties voor de zorgaanbieder

De zorgaanbieder kan bij het scheiden van wonen en zorg geen aanspraak maken op ‘trek-kingsrechten’ die wel bij wonen binnen de WZV van toepassing zijn. Deze AWBZ-geldenkomen vrij om de aanbieder de gelegenheid te geven herinvesteringen te doen, bijvoorbeelddoor een activiteitenruimte te bouwen.Wanneer de cliënt zijn eigen woonlasten betaalt ishier geen sprake van. Het is een verantwoordelijkheid van de woningeigenaar om hierineventueel te voorzien. Soms zijn corporaties bereid om er in te investeren. De rekening kanook bij de huurders terechtkomen in de vorm van servicekosten.

3.7 Boekwaardeproblematiek

Bij de overstap naar kleinschalig wonen kan de boekwaarde van het huidige gebouw in deweg staan. De hypotheek die moet worden afgelost is dan te hoog om nieuwe initiatieven tefinancieren. Dit zijn lastige dilemma’s. Op een gegeven moment is bijvoorbeeld renovatie vande centrale keuken nodig terwijl deze op een later moment overbodig wordt. Het Bouwcol-lege accepteert een boekwaarderestant van zo’n zeven procent. Over een hoger percentagevalt te praten, zonder dat het college direct een oplossing paraat heeft. Het ministerie vanVWS, en in het verlengde daarvan het Bouwcollege, ondersteunt de ontwikkeling naar klein-schalig wonen. Zij wil daarom met zorgaanbieders meedenken over hoe dit soort problemenop te lossen zijn.

3.8 Onrendabele top

Bij bouwen volgens de eisen van het Bouwcollege is er sprake van een minimale maat-voering binnen de financiële kaders. Bouwen volgens de eisen van Volkshuisvesting kan gun-stig zijn als dit leidt tot een ruimere maatvoering. Dat lukt niet zonder meerkosten. Omdatde stichtingskosten onder de huursubsidiegrens moeten blijven, is het de vraag wie dezekosten voor zijn rekening neemt.Veel woningcorporaties zijn hiertoe bereid, gezien hun

Page 29: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

28

doelstellingen ten aanzien van sociale woningbouw. De woningcorporatie heeft er belang bijom woningen te bouwen die ook na een tiental jaar nog aantrekkelijk zijn om te verhurenof eventueel te verkopen. De investering nu kan op een later moment rendement opleve-ren. Extra kosten zijn ook te financieren door een koppeling te maken met aanpalendewinstgevende projecten of door binnen het project een slimme koppeling te maken metcommerciële of nutsfuncties.

3.9 Exploitatie

Om een gezonde exploitatie te realiseren is een minimale schaalgrootte nodig. Deze moetal gauw twee woningen met elk zes cliënten bevatten. Elke woning heeft een eigen begelei-der. De nachtdienst is in dat geval beschikbaar voor twee woningen. Er zijn voorbeelden vancomplexen die uit drie of vier woningen met elk zes cliënten bestaan. Omdat ook hier éénnachtdienst voldoende blijkt te zijn, komt men overdag iets ruimer uit. Zorgaanbieders diemet deze opzet reeds ervaring hebben, stellen dat inbedding in een grotere organisatienoodzakelijk is, omdat het geheel anders wel heel erg kwetsbaar wordt. Zo zijn bijvoor-beeld ook fluctuaties in het ziekteverzuim beter op te vangen.De SRVZ in Zeeland heeft bij de transformatie van verpleeghuisplaatsen naar kleinschaligewoonvormen een gedetailleerde berekening van de exploitatiekosten gemaakt. Dit modellaat zien dat zij 0,88 fte per cliënt nodig hebben om een woonvorm voor 24 cliënten,verdeeld over vier woningen met elk zes cliënten, te realiseren. Bij twee woningen van zescliënten is er 0,94 fte nodig omdat de nachtdienst dan verdeeld wordt over twee woningenin plaats van vier. Per woning is de hele dag een verzorgende aanwezig, op weekdagen aan-gevuld met een assisterende. Per wooneenheid, twee of vier woningen, is een nachtdienstbeschikbaar. De berekeningen komen overeen met de inkomsten uit de CTG-tarieven voorzorg in natura, gecombineerd met de functie verblijf.Een groepsgrootte van zes cliënten komt veel voor. Deze is groot genoeg om, samen metenkele andere groepswoningen, de financiering van 24-uurs zorg rond te krijgen en kleingenoeg om nog overzicht over het geheel te behouden, zowel voor groepsleden als mede-werkers. In de maatstaven van het Bouwcollege, die alleen van toepassing zijn voor hetwonen binnen de WZV, staan voor de V&V-sector normen vermeld voor ‘groepswonen’. Zijgeeft daarbij aan een maximaal aantal van zeven cliënten te willen accepteren. Bij het schei-den van wonen en zorg in combinatie met persoonsgebonden budgetten kan men zelf degeschikte schaalgrootte vaststellen.

Page 30: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

Uitgangspunt voor kleinschalige zorg is zo normaal mogelijk wonen, het liefst in een huisdat zo weinig mogelijk afwijkt van andere woningen in de omgeving. Dat geldt niet alleenvoor de uiterlijke vormgeving maar zeker ook voor de indeling binnen.Tegenwoordig is veelmeer variatie in bouw mogelijk. Dat heeft als gevolg dat een groepswoning in de wijk nietop hoeft te vallen. De woningen zijn door de privé-ruimtes van cliënten weliswaar groterdan de overige woningen. Maar door aan te sluiten op de stijl van bouwen in de omgevinglevert dat echter geen onderscheidende bouw op. Er zijn goede voorbeelden bekend vangroepswoningen waarbij de inbedding in de omgeving prima is.

4.1 Binnen

De neiging bestaat om instituutsoplossingen ook in het kleinschalig wonen toe te passen.Zoals een kantoortje voor de begeleiders. Hoort dat in een huis waar het genormaliseerdwonen voorop staat? Wordt het niet te veel gebruikt als ‘hangplek’ voor begeleiders? Eenander voorbeeld zijn de tussendeuren of openslaande wanden die een aantal groepswonin-gen heeft. Deze hebben het voordeel dat collega’s van de buren bij afwezigheid van begelei-ders toezicht kunnen houden in de woning, of dat de nachtdienst zich gemakkelijker kanverplaatsen. Het is de vraag of deze oplossing geen afbreuk doet aan de huiselijke sfeer.Voordat we er erg in hebben, is deze toegang een makkelijk looppad tussen de woningengeworden.Binnen staat vooral de individuele woonruimtecentraal.Alle cliënten hebben een eigen woon-slaapkamer. Sommigen maken daar intensiefgebruik van; de meeste cliënten gebruiken degemeenschappelijke huiskamer.Sanitair combineert men vaak met twee ofdrie andere bewoners. Er zijn echter ook zorg-aanbieders die juist veel belang hechten aaneigen sanitair voor elke cliënt. Zij zijn vanmening dat eigen sanitair een thuisgevoel oplevert.Het is handig om ervoor te zorgen dat cliën-ten niet direct in de gemeenschappelijkewoonkamer staan bij het verlaten van deprivé-kamer. Een gang waar men wat heen enweer kan lopen kan plezierig zijn. Sommigeprojecten lossen dit op door een soort

VO R M G E V I N GVO R M G E V I N G4

29

Page 31: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

30

wintergang aan te leggen, bijvoorbeeld als carré aan de binnenkant van de achtertuinen.Dementerenden hebben vaak een loopdrang, is de redenering, en zo kunnen zij lopen zon-der de weg kwijt te raken.

4.2 Buiten

De vormgeving is mede afhankelijk van andere bouwprojecten in de buurt.Vaak combineertmen de groepswoningen met andere soorten zorg, bijvoorbeeld met individuele zorgwonin-gen, seniorenwoningen, eerste lijnszorg, recreatieve- en welzijnsactiviteiten of met regulierewoningbouw. Het voordeel hiervan is dat de locatie geen accent op zorg krijgt en dat deskundigheid en logistiek tussen de diverse projecten te combineren zijn. Het is dan zelfsmogelijk om op wijk- of dorpsniveau een redelijk volledig pakket van (zorg-)functies envoorzieningen te creëren.

Page 32: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

In de ouderenzorg is domotica, slimme technische ondersteuning voor zorgafhankelijkemensen, redelijk ver ontwikkeld. Domotica kent uitweringen in een aantal toepassingen,zoals:- automatische deurontgrendeling bij bezoek van de hulpverlener;- een actief en passief oproepsysteem in huis bij calamiteiten;- afstandbediening voor het aandoen van verlichting en het sluiten van gordijnen.

Om domotica in een woning toe te passen, is een bepaalde infrastructuur nodig: een kastjemet apparatuur die het systeem aanstuurt, kabels voor de deurontgrendeling, bewegings-melders, schakelaars, lichtpunten en dergelijke. Daarnaast moet er een meldpost zijn die 24uur per dag bezet is en, niet onbelangrijk, een zorgorganisatie die de oproepen kan beant-woorden.Voor woningen met 24-uurs zorg is domotica toepasbaar en aanvullend op de begeleidingdie in de woning aanwezig is.Toepassingen zijn denkbaar op het gebied van verlichting diede cliënt ’s nachts helpt het toilet te zoeken.Andere toepassingen zijn akoestische bewaking’s nachts of, meer geavanceerd, het sluiten van deuren bij die cliënten die niet meer zelfstan-dig buiten kunnen zijn.Een probleem is dat voor domotica geen financiering beschikbaar is anders dan die voorde bouwkundige infrastructuur. Deze financiert echter wel ‘de stenen’, maar niet de appara-tuur.

31

D O M OT I C AD O M OT I C A5

Page 33: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

32

Page 34: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

Steeds vaker vindt op allerlei manieren samenwerking plaats tussen verschillende organisa-ties binnen en buiten de zorg. Zo werken op enkele kleinschalige wooninitiatieven de thuis-zorg en het verpleeghuis met elkaar samen. In andere projecten vinden het verpleeghuis, deverstandelijk gehandicaptenzorg en de GGZ elkaar. Juist door deze bundeling van krachtenis het haalbaar om in de wijk of op het platteland kleinschalig opgezette woonprojecten terealiseren. De regie van zorg vindt onder één noemer plaats. Zo kan men gebruikmakenvan elkaars infrastructuur zoals een oproepsysteem, nachtdienst en activiteitenruimte. Indeze projecten heeft elke groepswoning zijn eigen team medewerkers. Invalkrachten en ver-pleegkundige expertise zet men op projectniveau in. In een gebied waar weinig cliënten zijn,ligt samenwerking erg voor de hand. Een nadeel hiervan is echter dat cliënten weinig keuzehebben tussen zorgaanbieders. En dat werd nu juist met de modernisering van de AWBZbeoogd. In de stedelijke omgeving bestaat vaak meer keuzemogelijkheid.Ook organisaties buiten de zorg krijgen steeds vaker te maken met cliënten met chroni-sche zorgvragen. De woningcorporaties zijn gewend met deze vragen om te gaan. In som-mige gevallen nemen juist zij het initiatief om voor hun huurders de noodzakelijke zorg- endienstenpakketten te vinden. Zeker wanneer de lokale corporatie een goede verstandhou-ding met de gemeente heeft, heeft dit voor de zorgaanbieder allerlei voordelen. Bij uitgiftevan grond of het aanbieden van welzijnsarrangementen heeft de gemeente grote invloed opde prijs en vormgeving. Dit kan verschillende voordelen voor de cliënten hebben. Eensamenwerking met maatschappelijk gerichte organisaties ligt uiteraard voor de hand.Wezien de kleinschalige woning als een onderdeel van het leven in de wijk of dorp. In datkader is betrokkenheid over en weer met lokaal verenigings- en buurtleven, patiëntenvere-nigingen en kerk van belang.

33

S A M E N W E R K I N G M

A N D E R E O R G A N I S AS A M E N W E R K I N G M E T

A N D E R E O R G A N I S AT I E S6

Page 35: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

34

Page 36: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

35

W E T- E N R E G E L G EW E T- E N R E G E L G E V I N G7Erkende WZV-voorzieningen hebben te maken met allerlei cliëntbeschermende wet- enregelgeving, zoals de wet op de Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ),Kwaliteitswet en het toezicht door de Inspectie voor de Volksgezondheid.Wanneer de cliënt zorg en of diensten afneemt met een persoonsgebonden budget, is hij zelf verant-woordelijk voor de kwaliteit van de te leveren zorg.Wanneer hij niet tevreden is, kan decliënt het contract ontbinden en een andere zorgaanbieder zoeken. Sommige wetgeving ismoeilijk bij de opzet van kleinschalige woonvormen.

7.1 BOPZ

Mensen met dementie hebben soms beschermende maatregelen nodig zoals afgeslotenvoordeuren, bedhekken en fixatie. Dit om de cliënt niet in gevaarlijke situaties te latenkomen of om cliënten tegen zichzelf te beschermen. Beschermende maatregelen vallenonder de BOPZ en zijn alleen toepasbaar binnen wettelijk erkende voorzieningen. Deinspectie ziet toe op het juist hanteren van deze maatregelen. Bij scheiden van wonen enzorg woont de cliënt niet in een voorziening maar in zijn eigen huis; ook als dat een groeps-woning is. De BOPZ kan hier dan ook nooit op van toepassing zijn. Cliënten hebben eenzelfde rechtspositie als iedere andere burger in Nederland, op wie ook niet zomaarbeschermende maatregelen toegepast kunnen worden.Toch zien we in veel kleinschaligewoonvormen met scheiden van wonen en zorg dat de voordeur is afgesloten. Soms kaniemand alleen naar buiten als hij twee knoppen indrukt, of de deurkruk is rond en daaromniet door cliënten te openen. Dit zijn beschermende maatregelen die in deze situatie nietzijn toegestaan. Het ministerie van VWS is op de hoogte van dit probleem en zoekt hier-voor een oplossing. Naar onze indruk komen andere ‘ongepaste’ maatregelen, zoals fixatie,niet voor.

7.2 Voedselveiligheid

Voedsel- en keukenhygiëne valt onder het toezicht van de Keuringsdienst van Waren. Er zijnbepaalde procedures bij het bereiden en bewaren van voedsel. Een keukeninrichting moetaan bepaalde eisen voldoen. Deze wetgeving is van toepassing voor elke organisatie dievoedseldiensten aanbiedt aan derden: de horeca, cateringbedrijven, tafeltje dekje en de keu-ken in de kleinschalige groepswoning. Het lastige is dat deze regels haaks staan op de huise-lijke sfeer van de groepswoning. Zo kunnen cliënten maar beperkt een bijdrage leveren.Anderzijds is het natuurlijk van belang dat het voedsel hygiënisch wordt bereid. Ouderemensen zijn kwetsbaar en er zijn meerdere begeleiders in de keuken actief. Dat vraagt om

Page 37: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

36

een systematische aanpak van de hygiëne en voedselveiligheid. In de praktijk zal de voorzie-ning een goed evenwicht moeten zoeken tussen beide belangen. Een open dialoog hierovermet de Keuringsdienst van Waren op directieniveau is hier van belang.

7.3 Brandweer

De WZV stelt eisen aan de brandveiligheid en de technische voorzieningen van gebouwen.Wanneer de cliënt niet in een WZV-erkende voorziening woont, zoals bij het scheiden vanwonen en zorg, kan de gemeente eisen stellen aan de brandveiligheid. De eigenaar van dewoningen is primair verantwoordelijk voor de veiligheid in de woningen.Wanneer kwetsba-re mensen bij elkaar wonen, kan de brandweer, namens de gemeente, een aantal brandpre-ventieve maatregelen eisen. Uit ervaring blijkt dat de brandweer dit niet alleen doet bij eengroepswoning, maar ook wanneer het groepswonen in naast elkaar gelegen appartementenplaatsvindt. Het gaat dan om een brandmeldinstallatie met een rechtstreekse lijn naar dekazerne. Omdat hier geen budget voor is, kunnen dit soort eisen problemen geven. Naastde grote investering komen hier nog de jaarlijkse abonnementskosten bij: dat kan behoorlijkoplopen. Daarom is het belangrijk hier vroegtijdig contact met de brandweer over op tenemen. Soms is de woningcorporatie bereid de kosten te dragen in de onrendabele top ofdeze te verekenen met de servicekosten van de bewoners.

7.4 Tabakswet

Sinds 1 januari 2004 geldt volgens de Tabakswet het recht op een rookvrije werplek. Dit isvanzelfsprekend ook van toepassing is op WZV-voorzieningen. Het uitgangspunt van de wetis de werknemer te beschermen. Hoe voorzieningen hiermee omgaan zal de ervaring leren.Het spanningsveld is duidelijk: de voorziening is niet alleen een werkplek voor begeleidersmaar ook een woonplek waar we cliënten zo gewoon mogelijk willen laten wonen.Het scheiden van wonen en zorg is te vergelijken met de thuiszorg waar cliënten ook inhun eigen huis wonen. De wet gaat niet zover dat het roken thuis wordt verboden op hetmoment dat er een begeleider op bezoek of aanwezig is. Het is aan de zorgorganisatie omhier passende oplossingen voor te bedenken.

Page 38: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

37

Page 39: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

38

Page 40: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

39

Bewust Bouwen. Bewust bouwen voor mensen met een visuele en verstande-lijke beperking. Bartiméus (2002).

Handboek buitengewoon wonen. Programma’s voor kleinschalig wonen metbegeleiding en zorg. Elsevier (2001).

Mensen, wensen, wonen. Ouderenhuisvesting in de 21e eeuw. VROM (2001).

Fahrenfort, M., Reuchlin, O. (2002) Kleinschalig wonen voor dementerenden.Innovatieprogramma Wonen en Zorg, Utrecht/Rotterdam.

Krijger, E. (2002), Receptuur voor kleinschaligheid. Een onderzoek naar de standvan zaken, kansen en knelpunten van acht kleinschalige initiatieven in de zorgvoor mensen met dementie. Innovatieprogramma Wonen en Zorg, Utrecht/Rotterdam.

Krijger, E., Driest P., Stoelenga B. (2002), De integrale medewerker. InnovatieprogrammaWonen en Zorg, Utrecht/Rotterdam.

Nouws, H. (2001), Huiselijk en vertrouwd. Handreiking voor de bouw en inrichtingvan woonvoorzieningen voor dementerenden. Innovatieprogramma Wonen en Zorg,Utrecht/Rotterdam.

www.ctgzorg.nl overzicht van de vastgestelde WZV-tarieven www.bouwcollege.nl informatie over de bouwmaatstavenwww.iwz.nl Innovatieprogramma Wonen en Zorgwww.opkopzorg.nl website van het ministerie van VWS over vernieuwing in de zorgwww.vrom.nl onder andere informatie over huursubsidieregelingwww.kenniscentrumwonenzorg.nl website van het kenniscentrum Aedes-Arcareswww.opkopzorg.nl portal tot zo’n tachtig websites over wonen met zorg en welzijn

L I T E R AT U U R E N

N U T T I G E A D R E S S EL I T E R AT U U R E N

N U T T I G E A D R E S S E N8

Page 41: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

40

INNOVATIEPROGRAMMA WONEN EN ZORG (IWZ)

De SEV en het NIZW voeren het innovatieprogramma Wonen en Zorg gezamenlijk uit.Het IWZ bestrijkt het gehele raakvlak van wonen, zorg en welzijn.Voor ouderen, mensenmet een handicap en voor mensen met psychische of maatschappelijke problemen.

Het Innovatieprogramma Wonen en Zorg staat voor:• Bundeling van kennis en ervaring op het gebied van wonen, zorg en welzijn • Uitwisseling en verspreiding van kennis en ervaring • Inhoudelijke steun bij de ontwikkeling en toepassing van innovatieve concepten

Het ministeries van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport ondersteunen het IWZ.Meer informatie en de IWZ-kennisbank vindt u op www.iwz.nl

Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)De SEV stimuleert en werkt aan innovaties op het brede terrein van wonen, bouwen enleefomgeving. Meerjarige experimentenprogramma’s en voorbeeldprojecten zijn de belang-rijkste middelen daarvoor. Samen met innovatieve partijen uit het veld verkennen we degrenzen van het mogelijke en de haalbaarheid van het wenselijke.Woningbouwers, gemeen-ten, projectontwikkelaars, zorginstellingen maar ook betrokken burgers zijn onze partners.We ontwikkelen ideeën, toetsen die in de praktijk en adviseren en communiceren over deuitkomsten.We werken daarbij nauw samen met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruim-telijke Ordening en Milieu (VROM), maar ook andere departementen zoals Volksgezond-heid,Welzijn en Sport (VWS) en Economische Zaken (EZ) weten ons al langer te vindenvoor lakmoesproeven op lokaal en regionaal niveau. De SEV is een onafhankelijke, landelijkwerkende stichting, gevestigd in Rotterdam.

SEVPostbus 18783000 BW RotterdamTelefoon: 010 – 282 50 80Fax: 010 – 411 42 11E-mail: [email protected]: www.sev.nl

Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZWHet Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW is een onafhankelijke organisatiedie zich door middel van informatie, innovatie en ondersteuning, richt op vernieuwing enverbetering van de sector zorg en welzijn. In deze sector werken ruim 750.000 beroeps-krachten en vele vrijwilligers op terreinen als kinderopvang, maatschappelijke dienstverle-ning, sociaal-cultureel werk, ouderendienstverlening, jeugdzorg, maatschappelijke opvang,

Page 42: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

41

verzorgings- en verpleeghuizen, thuiszorg en hulpverlening aan mensen met een handicap.Ook instellingen buiten de sector die zorg- en welzijnsactiviteiten ondernemen, zoals opleidingen, provincies, gemeenten en woningcorporaties, doen regelmatig een beroep ophet NIZW. Het NIZW is georganiseerd in acht centra: NIZW Jeugd, NIZW Zorg, NIZWSociaal Beleid, NIZW Professionalisering, NIZW International Centre, 2ZW Informatie-centrum, NIZW Uitgeverij en Informatiecentrum en NIZW Bedrijfsvoering. Binnen ditkader houden de medewerkers van het NIZW zich bezig met de ontwikkeling en imple-mentatie van nieuwe methodieken en informatieproducten, met afstemmingsvraagstukkenen expertiseontwikkeling. Dat resulteert onder meer in congressen, trainingen, boeken,brochures, almanakken, databestanden, websites, cd-roms, video’s en een informatielijn.

Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZWExpertisecentrum Wonen en ZorgPostbus 191523501 DD UtrechtTelefoon: 030 – 230 64 58Fax: 030 – 231 96 41E-mail: [email protected]: www.nizw.nl

AmstelringInwoners van Amstelland en Meerlanden kunnen bij Amstelring terecht voor vele vormenvan zorg.Amstelring staat voor thuiszorg,verpleeghuiszorg en verzorgingshuiszorg.Maar ook voor aanvullende zorg en dienst-verlening zoals jeugdgezondheidszorg, servicesaan huis, een dieetadvies of ondersteuning vande mantelzorg.Postbus 2318 1180 EH AmstelveenTelefoon: 0900 – 8806 (24 uur per dag)Website: www.amstelring.nl

HabionHabion is een landelijk werkende stichting,gespecialiseerd in de ontwikkeling, realisatie entechnisch beheer van aangepaste woonvormen.Postbus 244 3730 AE De BiltTelefoon (030) 22 04 704 Fax (030) 22 00 460E-mail: [email protected]: www.habion.nl

Page 43: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

42

Page 44: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

43

Colofon

De Handleiding kleinschalig wonen voor dementerenden en het Stappenplan kleinschaligwonen voor dementerenden zijn ontwikkeld in opdracht van Amstelring, Habion en hetInnovatieprogramma Wonen en Zorg

Februari 2004

Auteur:drs. E.Krijger, NIZW, Utrecht

Eindredactie:Karien van Dullemen, Rotterdam

Vormgeving:Gé Grafische Vormgeving, Rotterdam

Drukwerk:Drukkerij Goos, Ouderkerk aan den IJssel

Illustraties:Minck Oosterveer, Dordrecht

Foto cover:Joost Brouwers, Rotterdam

ISBN: 90-5239-189-0

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden doormiddel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schrif-telijke toestemming van de uitgevers.

Page 45: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in
Page 46: HANDLEIDING mensen met dementie kleinschalig · PDF file9 VISIE OP KLEINSC WONEN VISIE OP KLEINSCHALIG 1 WONEN Het scheiden van wonen en zorg staat in de belangstelling.Dat past in

HANDLEIDINGInhoudelijke en praktische adviezen

H A N D L E I D I N Gkleinschalig groepswonen voor

mensen met dementie

Eric Krijger