Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag...

64
Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties Geldend voor de kwalificatiedossiers vanaf 2014 Versie: 1.0, 11 december 2014

Transcript of Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag...

Page 1: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties Geldend voor de kwalificatiedossiers vanaf 2014

Versie: 1.0, 11 december 2014

Page 2: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

2/64

Instituut Fysieke Veiligheid

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

Kemperbergerweg 783, Arnhem

www.ifv.nl

[email protected]

026 355 24 00

Page 3: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

3/64

Inhoud

Inleiding 4

1 Opbouw kwalificatiedossier 5

2 Toetsingskader Werkveldadviescommissie 6

2.1 Overzicht kwaliteitscriteria 6

2.2 Checklist kwaliteitscriteria 6

3 Schrijfwijzer kwalificatiedossiers 8

4 Werkproces onderhoud kwalificatiedossiers 14

Bijlage 1 16

Bijlage 2 21

Bijlage 3 42

Bijlage 4 43

Bijlage 5 54

Page 4: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

4/64

Inleiding

Deze handleiding is bedoeld als schrijfwijzer voor de clusterwerkgroepen en als

toetsingskader voor de Werkveldadviescommissie ten bate van het kwalificatiedossiers,

geldend vanaf 2014.

Deze handleiding sluit aan bij de notitie ‘Structureel beheer van de kwalificatiedossiers

brandweerfuncties; werkproces en organisatie’ d.d. 21 oktober 2013.

Leeswijzer

Dit document bestaat uit 4 delen.

Hoofdstuk één geeft een toelichting op de opbouw van het model kwalificatiedossier dat de

basis vormt voor elk te ontwikkelen en bij te stellen kwalificatiedossier. Het tweede hoofdstuk

gaat in op het toetsingskader. In het toetsingskader worden de kwaliteitscriteria beschreven

waaraan elk kwalificatiedossier na aanpassing of ontwikkeling moet voldoen.

Het derde hoofdstuk bevat, per onderdeel van het model, instructies voor de beschrijving

van de verschillende onderdelen.

Het werkproces voor de bijstelling van bestaande kwalificatiedossiers en de ontwikkeling van

nieuwe kwalificatiedossiers wordt omschreven in hoofdstuk vier.

In de bijlage is het begrippenkader opgenomen, evenals het competentiewoordenboek en de

leiderschapsprofielen.

Meer weten?

Voor meer informatie over het werken met kwalificatiedossiers kunt u terecht op de website

van het IFV (www.ifv.nl/kwalificatiedossier). U vindt er informatie over:

> Model kwalificatiedossier

> Recente kwalificatiedossiers brandweerfuncties

> Competentiewoordenboek

> Link naar leiderschapsprofielen

> FAQ

> Begrippen

> Contactgegevens

> De mogelijkheid om te reageren op kwalificatiedossiers

Page 5: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

5/64

1 Opbouw kwalificatiedossier

Het kwalificatiedossier beschrijft op gestandaardiseerde wijze de functievereisten voor een

beginnend beroepsbeoefenaar binnen de veiligheidsregio.

Het kwalificatiedossier vormt de basis voor het onderwijs en de examinering. Onderstaand

schema geeft de samenhang weer tussen deze kwaliteitsinstrumenten.

De opbouw van elk kwalificatiedossier ziet er als volgt uit:

Deel A Algemene informatie over wat de functie typeert.

Deel B Beschrijving van kerntaken.

Deel C Beschrijving van competenties.

Deel D Uitwerking van de kerntaken in werkzaamheden en daaruit

voortvloeiend de keuzes en dilemma’s van de functie.

Deel E Beschrijving van de specificaties van zowel de initiële als de

blijvende vakbekwaamheid, evenals een beschrijving van het

(instroom-)niveau.

Deel F Verantwoording van de totstandkoming van het kwalificatiedossier

als het benoemen waar de verantwoordelijkheid ligt voor het

onderhouden van het kwalificatiedossier.

Brandweerfunctionarissen

Functieprofielen

Opleidingsplan

Opleiding

Examen

Oefenplan

Oefening,training,

bijscholing

Evaluatie / beoordeling

MijnVakmanschap

Herziene Leidraad Oefenen

Kwaliteitsinstrumenten

Vakbekwaamheids-ontwikkeling

Vakbekwaamheids-

ontwikkeling

Beginnend beroepsbeoefenaar Volleerd beroepsbeoefenaar

Professionele standaarden

Vakbekwaamheids-

meting en registratie

Lesstof

MijnIFV

Kwalificatiedossiers

Page 6: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

6/64

2 Toetsingskader Werkveldadviescommissie

Om de kwaliteit van de kwalificatiedossiers te waarborgen is een aantal kwaliteitscriteria

opgesteld.

De Werkveldadviescommissie hanteert deze criteria om de kwaliteit van de

kwalificatiedossiers te bewaken. Van de ontwikkelaar van een kwalificatiedossier wordt

verwacht dat hij de criteria uit het toetsingskader in het ontwikkelproces toepast.

2.1 Overzicht kwaliteitscriteria

De kwaliteit wordt gemeten aan de hand van de volgende criteria:

> Duurzaamheid

˗ Kwalificatiedossiers leggen een stevige basis onder onderwijs en examinering

> Flexibiliteit ˗ De beheerstructuur van de kwalificatiedossiers en de dossiers zelf staan er borg

voor dat er adequaat gereageerd wordt op ontwikkelingen in het werkveld die leiden tot duurzame aanpassingen in de kwalificatie-eisen.

> Transparantie ˗ Het kwalificatiedossier is een transparant en overzichtelijk geheel. Er is geen

ondoelmatige overlap met andere kwalificatiedossiers. Het kwalificatiedossier is helder en overzichtelijk zodat deelnemers een goede keuze kunnen maken en werkgevers weten wat zij kunnen verwachten van toekomstige werknemers.

> Herkenbaarheid ˗ Het kwalificatiedossier is herkenbaar voor het onderwijs, het werkveld en de

deelnemers.

> Uitvoerbaarheid ˗ Het kwalificatiedossier is uitvoerbaar voor onderwijs en examinering.

> Doelmatigheid ˗ Het kwalificatiedossier en het daarop gebaseerde onderwijsaanbod sluiten in

kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld.

In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

2.2 Checklist kwaliteitscriteria

Het kwalificatiedossier is duurzaam voor onderwijs en examinering.

> Het kwalificatiedossier is zo opgesteld dat het meerdere jaren meekan zonder

tussentijds te actualiseren.

> In het kwalificatiedossier is overlap tussen kwalificaties geminimaliseerd.

> Het kwalificatiedossier verwijst naar de verantwoordelijke partij van het beheer en

onderhoud, inclusief de wijze daarop.

Het kwalificatiedossier is flexibel voor onderwijs en examinering.

> Het kwalificatiedossier is niet beperkend voor afspraken over didactiek of

onderwijsprogrammering.

Page 7: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

7/64

Het kwalificatiedossier vormt een transparant en overzichtelijk geheel.

> Er is sprake van eenduidige vormgeving, door het voorkómen van herhalingen in

beschrijvingen, door gelijk te beschrijven wat gelijk is en vergelijkbaar wat vergelijkbaar

is, door een transparante en gelijke omschrijving van het kwalificatieniveau.

> Een kwalificatie bestaat uit de delen genoemd in het model.

> Het model kwalificatiedossier is gebruikt en volledig gevuld met inachtneming van de

ontwikkelhandleiding.

> Er is een samenhangend geheel tussen de kerntaken en competenties uit deel B en C

en de werkzaamheden en keuzes en dilemma’s uit deel D.

Het kwalificatiedossier is herkenbaar voor onderwijs, werkveld en deelnemers.

> Het kwalificatiedossier bevat een actuele en relevante ‘functietypering’, alsmede

kerntaken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar.

> Het kwalificatiedossier is voortgekomen uit overleg en dialoog tussen relevante partijen

en is gevalideerd door de Werkveldadviescommissie.

> Elk kwalificatiedossier is opgenomen in een functiecluster.

> Voor ieder kwalificatiedossier is één clusterwerkgroep penvoerder.

> Wanneer kwalificaties het werkgebied van meerdere partners (bijvoorbeeld

multidisciplinaire functies) betreffen zijn er afspraken gemaakt over samenwerking. Die

afspraken zijn door alle betrokken partners onderschreven.

> De naamgeving en inrichting van functieclusters, kwalificatiedossiers en van kerntaken

is kort en levert voldoende herkenbaarheid op voor het werkveld en voldoende

vertrouwen in uitvoerbaarheid van het onderwijsveld.

Het kwalificatiedossier is uitvoerbaar voor onderwijs en examinering.

> Van elke kwalificatiedossier stelt de betrokken clusterwerkgroep vast of deze goed

vertaald kan worden naar een reëel onderwijs- en examenprogramma.

> Onderwijs en werkveld zijn bereid om op te leiden voor de betreffende kwalificatie. Het

werkveld heeft concrete toezeggingen gedaan om leerwerkplekken ter beschikking te

stellen.

Het kwalificatiedossier is doelmatig; relevant voor het werkveld.

> Het kwalificatiedossier bevat een verwijzing naar relevantie voor het werkveld. Bij nieuw

te ontwikkelen kwalificatiedossiers betreft dit kwalitatieve informatie aangevuld met

kwantitatieve informatie.

> Er is geen sprake van ondoelmatige overlap.

> Opgenomen certificeerbare eenheden zijn relevant voor het werkveld. De

verantwoordingsinformatie bij het kwalificatiedossier bevat een verwijzing naar de

onderbouwing hiervan.

> De verantwoordingsinformatie bij het kwalificatiedossier bevat een verwijzing naar

informatie over (internationale) ontwikkelingen in het werkveld ten behoeve van het

actueel houden van de opleidingen.

> Kwalificaties mogen nooit in tegenspraak zijn met wettelijke beroepsvereisten.

Clusterwerkgroepen verwerken deze beroepsvereisten in de kwalificaties. De

werkveldadviescommissie beoordeelt of zij dit goed hebben gedaan. Het

kwalificatiedossier bevat een verwijzing naar deze schriftelijke instemming.

Page 8: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

8/64

3 Schrijfwijzer kwalificatiedossiers

Hieronder volgen richtlijnen voor het schrijven van een kwalificatiedossier, passend binnen

de criteria van het toetsingskader.

Voorblad

Zet op het voorblad de naam van het betreffende kwalificatiedossier, het versienummer en

de datum van vaststelling.

> De functienaam is kort en herkenbaar voor het onderwijs en werkveld.

> Het versienummer is als volgt opgebouwd: ˗ Eerste versie: 1.0 ˗ Tweede versie – klein onderhoud: 1.1 ˗ Tweede versie – groot onderhoud:2.0

> De datum van vaststelling is de datum dat het RBC of het ministerie van VenJ het

dossier heeft vastgesteld.

Inhoudsopgave Hanteer de inhoudsopgave conform het model kwalificatiedossier.

> De inhoudsopgave is conform het model kwalificatiedossier.

Inleiding De inleiding kent voor elk kwalificatiedossier dezelfde inhoud.

> De inleiding komt overeen met de inleiding uit het model kwalificatiedossier.

Deel A Algemene informatie

Beschrijf wat de functie typeert. Uit deze typering blijkt ook de mate van verantwoordelijkheid/zelfstandigheid en complexiteit. Geef ook aan waar hij werkt binnen de veiligheidsketen.

A1. Typering van de functie

> De beschrijving is kort en kernachtig.

Een uitgebreide uitwerking volgt verderop in het dossier.

> De beschrijving geeft niet zozeer een samenvatting van de taken, maar het resultaat

die de uitvoering van de functie oplevert.

Page 9: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

9/64

A2. Werkomgeving

> Uit de beschrijving blijkt waar de functionaris werkt binnen de veiligheidsketen.

A3. Positie van de functie

> De positie van de functie is beschreven ten opzichte van de veiligheidsketen en/of

partners.

> Uit de beschrijving blijkt de mate van verantwoordelijkheid/zelfstandigheid van deze

functie: ˗ VMBO: uitvoeren van werkzaamheden onder begeleiding ˗ MBO 2: uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden ˗ MBO 3: zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden ˗ MBO 4: volledig zelfstandig uitvoeren van complexe werkzaamheden ˗ HBO: beleidsmatig adviseren, coördineren van werkzaamheden

A4. Complexiteit van de functie

> Uit de beschrijving blijkt de mate van complexiteit: ˗ VMBO: ondersteunt werken met standaardprocedures ˗ MBO 2: werkt met geselecteerde standaardprocedures ˗ MBO 3: werkt met standaardprocedures ˗ MBO 4: combineert naar eigen inzicht standaardprocedures ˗ HBO: analyseert en ontwikkelt procedures

Deel B Overzicht kerntaken

Kerntaken

Beschrijf in deel B de verschillende kerntaken. Kerntaken zijn taken die een functionaris

zelfstandig moet kunnen uitvoeren en die in de functie steeds weer terugkomen.

Het betreft een set van inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten die in het kader van

een functie wordt uitgeoefend. De kerntaken geven de kenmerkende werkzaamheden van

de beroepsbeoefenaar weer, zo mogelijk geordend in logische volgorde.

Alle kerntaken samen vormen de essentie van de functie.

> Beschrijf minimaal 2 en hooguit 5 kerntaken.

> Beschrijf kenmerkende taken, geordend in een logische volgorde.

> De kerntaak beschrijft een serie handelingen met een begin, een einde en een

resultaat.

> De kerntaak beschrijft een serie handelingen die apart waarneembaar is in de

praktijk.

> De kerntaak is niet binnen drie jaar verouderd.

> De kerntaak wordt actief beschreven.

> Uit de beschrijving blijkt de mate van zelfstandigheid/verantwoordelijkheid:

Page 10: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

10/64

˗ VMBO: uitvoeren van werkzaamheden onder begeleiding

˗ MBO 2: uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden

˗ MBO 3: zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden

˗ MBO 4: volledig zelfstandig uitvoeren van complexe werkzaamheden

˗ HBO: beleidsmatig adviseren, coördineren van werkzaamheden

> Uit de beschrijving blijkt de mate van complexiteit:

˗ VMBO: ondersteunt werken met standaardprocedures

˗ MBO 2: werkt met geselecteerde standaardprocedures

˗ MBO 3: werkt met standaardprocedures

˗ MBO 4: combineert naar eigen inzicht standaardprocedures

˗ HBO: analyseert en ontwikkelt procedures

Deel C Competenties

C1. Competentiematrix

Selecteer in deel C de competenties voor de functie en koppel deze aan de betreffende

kerntaak. Het IFV maakt hierbij gebruik van het competentiewoordenboek.

Competenties zijn het samenhangend geheel van kennis, inzicht, houding en vaardigheden

dat noodzakelijk is om de functie in de praktijk uit te kunnen oefenen. Competenties moet je

beheersen om werkzaamheden succesvol uit te voeren.

> Als er sprake is van een repressieve brandweerfunctie, zijn de drie kerncompetenties

voor deze functies overgenomen uit het model kwalificatiedossier.

> Selecteer uit het competentiewoordenboek (zie bijlage) alleen die competenties die

kenmerkend zijn voor deze functie.

> Vermeld per competentie het niveau behorend bij deze functie.

> Selecteer minimaal 2 en hooguit 10 competenties, kenmerkend voor deze functie.

> Koppel in de competentiematrix de competenties aan de kerntaken.

C2. Leiderschapsprofiel Verwijs, indien van toepassing, naar het leiderschapsprofiel1.

> Bekijk de leiderschapsprofielen om te kijken of er een profiel van toepassing is op

deze functie (zie bijlage)

> Er is een verwijzing opgenomen naar het leiderschapsprofiel, indien de functie

voorkomt in het leiderschapsprofiel.

C3. Didactisch competentiewoordenboek Verwijs, indien van toepassing, naar het didactisch competentiewoordenboek.

> Is er sprake van een didactische functie? Neem dan ook de didactische competenties

op, zoals verwoord in het Didactische competentiewoordenboek (zie bijlage)

1 Bron: Academie voor Talent en leiderschap Veiligheidsregio’s (2011).

Page 11: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

11/64

Deel D Uitwerking kerntaken

Beschrijf de werkzaamheden per kerntaak. Neem ook de keuzes en dilemma’s op, die de

functie uitdagend en lastig maken.

D1. Werkzaamheden

Beschrijf de werkzaamheden behorende bij de kerntaak. Een werkzaamheid beschrijft de

handelingen die noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van de kerntaak.

> Beschrijf minimaal 2 en hooguit 6 werkzaamheden per kerntaak.

> Beschrijf de werkzaamheden, geordend in logische (werk-)volgorde: begin, vervolg,

eind/resultaat.

> Beschrijf alleen de hoofdprocessen. De onderliggende processen komen in de

opleiding aan de orde.

> Beschrijf het werkproces actief, kort en bondig.

> Uit de beschrijving blijkt de mate van verantwoordelijkheid/zelfstandigheid:

˗ VMBO: uitvoeren van werkzaamheden onder begeleiding

˗ MBO 2: uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden

˗ MBO 3: zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden

˗ MBO 4: volledig zelfstandig uitvoeren van complexe werkzaamheden

˗ HBO: beleidsmatig adviseren, coördineren van werkzaamheden

> Uit de beschrijving blijkt de mate van complexiteit:

˗ VMBO: ondersteunt werken met standaardprocedures

˗ MBO 2: werkt met geselecteerde standaardprocedures

˗ MBO 3: werkt met standaardprocedures

˗ MBO 4: combineert naar eigen inzicht standaardprocedures

˗ HBO: analyseert en ontwikkelt procedures

> De werkzaamheden zijn niet binnen drie jaar verouderd.

D2. Keuzes en dilemma’s

Beschrijf kenmerkende situaties die het werk binnen deze kerntaak uitdagend of lastig

maken.

> Het dilemma maakt het werk uitdagend of lastig.

> Het dilemma is typerend voor deze functie.

> Het dilemma is niet binnen drie jaar verouderd.

> Beschrijf niet meer dilemma’s dan er werkzaamheden zijn van de betreffende

kerntaak.

Deel E Specificaties vakbekwaamheid

E1. Instroomeisen opleiding

Beschrijf de instroomeisen, waarin de functionaris moet voldoen voordat hij aan de opleiding

begint. Denk hierbij ook aan wettelijke of branchevereisten waar een beginnend

beroepsbeoefenaar eventueel aan moet voldoen.

Page 12: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

12/64

> Het instroomniveau is benoemd op het werk- en denkniveau van

˗ VMBO: Ondersteunend medewerker [uitvoeren van werkzaamheden onder

begeleiding]

˗ MBO 2: Basisberoepsbeoefenaar [uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden]

˗ MBO 3: Vakfunctionaris [zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden]

˗ MBO 4: Middenkaderfunctionaris [volledig zelfstandig uitvoeren van complexe

werkzaamheden]

˗ HBO: Beleidsmatig adviseren, coördineren van werkzaamheden

> Beschrijf alleen eisen vanuit de Wet en/of branche die voor deze functie van

toepassing zijn.

> Geef concreet aan wat de eis inhoudt.

> Benoem de specifieke bron van de betreffende eis.

E2. Specificaties vakbekwaam worden

Beschrijf op welk moment de functionaris voldoet aan de gestelde eisen in het

kwalificatiedossier.

> De functionaris voldoet aan de gestelde eisen in het kwalificatiedossier als hij de

opleiding tot de betreffende functie heeft afgerond met een IFV-diploma.

E3. Niveaubepaling in een organisatie

Beschrijf een indicatie van het niveau van de functionaris als hij de opleiding heeft afgerond.

Het betreft een indicatie, omdat brandweeropleidingen niet gecertificeerd worden onder de

voorwaarden van het ministerie van OCenW.

> Het niveau is benoemd op het werk- en denkniveau van

˗ VMBO: Ondersteunend medewerker [uitvoeren van werkzaamheden onder

begeleiding]

˗ MBO 2: Basisberoepsbeoefenaar [uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden]

˗ MBO 3: Vakfunctionaris [zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden]

˗ MBO 4: Middenkaderfunctionaris [volledig zelfstandig uitvoeren van complexe

werkzaamheden]

˗ HBO: Beleidsmatig adviseren, coördineren van werkzaamheden

E4. Specificaties vakbekwaam blijven

Beschrijf op welke wijze de functionaris voldoet aan zijn wettelijke verplichting om de

vakbekwaamheid aantoonbaar te onderhouden.

> De beschrijving van specificaties voor vakbekwaam blijven komen overeen met het

betreffende hoofdstuk uit het model kwalificatiedossier.

> Betreft het een repressieve brandweerfunctie? Dan kan de werkgever gebruik maken

van de landelijke standaarden blijvende vakbekwaamheid.

> Bekijk op www.ifv.nl of er daadwerkelijk standaarden beschikbaar zijn.

Page 13: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

13/64

Deel F Verantwoording

Procesinformatie

Beschrijf de informatie over het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier.

Procesinformatie geeft inzicht in de wijze waarop en met wie een kwalificatiedossier tot

stand komt en onderhouden wordt, inclusief de redenen waarom een wijziging is

opgetreden.

> Benoem de betrokken organisatie-onderdelen die betrokken zijn bij de

ontwikkeling/herziening van het kwalificatiedossier, conform ‘de notitie ‘Structureel

beheer van de kwalificatiedossiers brandweerfuncties; werkproces en organisatie’ dd

oktober 2013.

> Geef het dossier een versienummer, conform nummering op het voorblad.

> Noteer het jaartal, waarin de versie is vastgesteld.

> Geef aan in welke categorie de wijzigingen vallen en licht deze kort toe.

> Benoem de verantwoordelijke organisatie waar het beheer en onderhoud van

kwalificatiedossiers belegd is, inclusief hun werkwijze. Neem dit over uit het model

kwalificatiedossier.

> Noem belangrijke brondocumenten die ten grondslag liggen aan de totstandkoming

van dit dossier. Let wel: alleen als dit vakinhoudelijk noodzakelijk is!

Page 14: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

14/64

4 Werkproces onderhoud kwalificatiedossiers

Hieronder volgt het werkproces voor het ontwikkelen, bijstellen en vaststellen van

kwalificatiedossiers op hoofdlijnen.

Door wie moet het kwalificatiedossier vastgesteld worden? (deel E en F zijn nog niet

opgenomen in het vastgestelde beheersproces…)

Beschrijving functie Vaststelling

Branche Ministerie

Voorblad Versiebeheer x x

Deel A Algemene informatie: typering van de functie x

Deel B Kerntaken x

Deel C Competentiematrix Leiderschapsprofiel (indien van toepassing)

x

Deel D Uitwerking kerntaken

> Werkzaamheden

> Kennis en vaardigheden

> Keuzes en dilemma’s

x

Deel E Specificaties vakbekwaamheid x x

Deel F Verantwoording

Bijlage 1 Toelichting competenties

Werkproces:

Signaleren

Opstellen wijzigingsvoorstel

Bestuurlijke vaststelling door de

branche

Vaststelling door minister

Het nieuwe opleidingsinstituut bespreekt signalen met de Werkveldadviescommissie (WVA). Signalen kunnen overal vandaan komen. De WVA geeft aan of er een wijzigings-voorstel moet worden opgesteld

Clusterwerkgroep (CWG) stelt met enkele leden van WVA een voorstel op. Dit voorstel wordt voor accorderingvoorgelegd aan de WVA

Bij een rijkskwalificatiedossier wordt het advies van de WVA voorgelegd aan de RBC, daarna aan het VB en voorzien van advies aan het ministerie VenJ ter vaststelling.

Bij een branchekwalificatiedossier wordt het advies van de WVA aan de RBC voor vaststelling voorgelegd

Verwerken Vertaling van het kwalificatiedossier naar kwaliteits-instrumenten door het nieuwe opleidingsinstituut.

Page 15: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

15/64

Opstellen wijzigingsvoorstel

Het is de bedoeling dat het model wordt gebruikt bij het opstellen van wijzigingsvoorstel.

Hieronder volgt kort een beschrijving van deze stap in het ontwikkelproces.

Nadat is besloten welk kwalificatiedossier wordt bijgesteld of ontwikkeld gaan betrokken

partijen met elkaar aan de slag.

> De Brandweeracademie 2.0 stelt in samenwerking met één of twee personen van de

WVA en de betreffende clusterwerkgroep (CWG) per kwalificatiedossier een

wijzigingsvoorstel op.

> In het wijzigingsvoorstel is vastgelegd wat de aanleiding is voor deze herziening dan wel

ontwikkeling, om welke aanpassingen dan wel functie het gaat met een bijbehorende

motivatie en door wie dit voorstel is gemaakt.

> De Brandweeracademie 2.0, de WVA en de betreffende CWG komen per

kwalificatiedossier circa tweemaal bijeen om te komen tot een definitief

wijzigingsvoorstel.

> Vervolgens wordt het wijzigingsvoorstel ter goedkeuring voorgelegd aan de WVA.

Bij klein onderhoud, kleine niet substantiële wijzigingen, worden wijzigingen zonder

bestuurlijke vaststelling, na bespreking in de WVA verwerkt.

Bij groot onderhoud wordt het proces bestuurlijke vaststelling opgestart door de branche

(bij een branchekwalificatiedossier) of door het ministerie (bij een rijkskwalificatiedossier).

SignalerenOpstellen

wijzigings-voorstel

Bestuurlijke vaststelling door

de branche

Vaststelling door het Ministerie

Verwerken

Page 16: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

16/64

Bijlage 1 Begrippenkader

Om binnen de Brandweer dezelfde taal te spreken zijn de begrippen gedefinieerd die binnen

het project Versterking Brandweeronderwijs worden gehanteerd. Het betreft een dynamische

begrippenlijst die indien nodig wordt bijgesteld.

Beoordelaar Iemand die iemand of iets beoordeelt, bijvoorbeeld op resultaat, kwaliteit of

waarde aan de had van een vooraf afgesproken criteria.

Beoordelingsportfolio In het beoordelingsportfolio verzamelt de deelnemer tijdens de opleiding

bewijzen voor de verworven kerntaken zoals zijn vastgelegd in het

betreffende kwalificatiedossier. Dit doet de deelnemer door het maken van

portfolio-opdrachten en/of toetsen.

Beroepsbeoefenaar Iemand die een beroep beoefent en daarvoor is opgeleid.

Bijscholen Het aanleren van nieuwe of gewijzigde kennis, inzichten en vaardigheden

die niet in eerdere opleidingen zijn aangereikt met als doel om de

vakbekwaamheid te actualiseren of op een hoger niveau te brengen.

Blijvende vakbekwaamheid De mate waarin iemand goed blijft in zijn vak. Bijscholen, trainen en

oefenen zijn hiervan een onderdeel.

Cesuur De grens tussen een voldoende en onvoldoende. Ook wel ‘zak/slaggrens’

genoemd. De cesuur wordt uitgedrukt in een percentage en kan verschillen

per functie.

Competentie Het vermogen van iemand om het geheel van vakkennis, vaardigheden,

beroepshouding en persoonskenmerken adequaat toe te passen in een

bepaalde taaksituatie.

Brandweerfunctionarissen

Functieprofielen

Opleidingsplan

Opleiding

Examen

Oefenplan

Oefening,training,

bijscholing

Evaluatie / beoordeling

MijnVakmanschap

Herziene Leidraad Oefenen

Kwaliteitsinstrumenten

Vakbekwaamheids-ontwikkeling

Vakbekwaamheids-

ontwikkeling

Beginnend beroepsbeoefenaar Volleerd beroepsbeoefenaar

Professionele standaarden

Vakbekwaamheids-

meting en registratie

Lesstof

MijnIFV

Kwalificatiedossiers

Page 17: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

17/64

Cruciale handeling Een noodzakelijke handeling die essentieel is voor een veilige uitoefening

van het brandweervak.

Deelexamen Onderdeel van een examen. Een examen kan uit meerdere deelexamens

bestaan die op de verschillende momenten in een opleiding worden

afgenomen (zie ook examen).

Docent Een docent houdt zich bezig met het opleiden en bijscholen van

functionarissen. Hij/zij is uitvoerend didactisch specialist. Hij/zij is actief op

het vlak van aanbrengen, onderhouden en doorontwikkelen van de

vakbekwaamheid bij deelnemers.

Duaal leren Duaal leren houdt in dat de deelnemer afwisselend leert in de

beroepspraktijk en binnen een opleidingsinstituut.

Evaluator Iemand die informatie verzamelt, interpreteert en rapporteert en aan het

einde van het proces of opdracht de waarde van het resultaat bepaalt.

Evaluator Iemand die informatie verzamelt, interpreteert en rapporteert en aan het

einde van het proces of opdracht de waarde van het resultaat bepaalt.

Examen Het examen vormt he sluitstuk van de opleiding. In het examen wordt vastgesteld of de deelnemer de kerntaken in voldoende mate beheerst en geïntegreerd weet toe te passen. De nadruk ligt op integratie van toepassing van kennis en inzicht, probleemoplossende vaardigheden, communicatieve vaardigheden in een realistische context.

Examenplan Plan met een samenhangend raamwerk waarin duidelijk wordt wat de opzet en inhoud is van de beoordelings-portfolio en examens en wat de onderlinge samenhang is.

Examen- en opleidingsplan Plan met een samenhangend raamwerk waarin duidelijk wordt wat de opzet en inhoud is van de beoordelings-portfolio en examens, wat de opzet en inhoud is van de opleiding en wat de onderlinge samenhang is.

Externe beoordeling Beoordeling door externe beoordelaars die zitting hebben in landelijke pool van beoordelaars. Examens worden extern beoordeeld.

Extern toezicht Het externe toezicht betreft het toezicht door een onafhankelijke partij op het brandweeronderwijs en toezicht op vakbekwaamheid binnen de sector daar waar wettelijke taakstelling van toepassing is.

Functieprofiel In navolging van Besluit personeel veiligheidsregio’s: taak of takenpakket dat een beroepsbeoefenaar uitoefent. Ook wel taakprofiel genoemd.

Functionaris Iemand die meedoet of meewerkt aan activiteiten op het gebied van vakbekwaamheid

Functionarisvolgsysteem Een registratiesysteem waarin resultaten van een functionaris (deelnemer) worden weergegeven.

Functionele opleiding Voor brandweerfuncties een opleiding ter aanvulling op de initiële brandweeronderwijs, afgestemd op het regionaal risicoprofiel van de brandweerorganisatie.

Page 18: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

18/64

Interne beoordeling Beoordeling door interne beoordelaars van het opleidingsinstituut en de veiligheidsregio’s. Beoordelingsportfolio’s worden intern beoordeeld.

Initiële opleiding Funderende beroepsvorming waarna de deelnemer zich beginnend beroepsbeoefenaar mag noemen. Voor brandweerfuncties een landelijk vastgestelde beroepsopleiding, voor iedereen gelijk, op basis van kwalificatiedossiers.

Intern toezicht De wijze waarop de branche haar eigen kwaliteitsbewaking regelt met als doel onafhankelijk toezicht op de betrouwbaarheid en validiteit van examinering (ontwikkeling en afname van examens) te borgen.

Instructeur Onder verantwoordelijkheid van een docent voert een instructeur afgebakende delen (les dan wel lessen) van een leergang uit, aansluitend op zijn eigen vakinhoudelijke expertise. (Didactische vaardigheden conform kwalificatiedossier instructeur).

Instructie geven Didactisch handelen, begeleiden van deelnemers, beoordelen van deelnemers en functioneren binnen de vakbekwaamheidsorganisatie.

Kerntaak Een set van inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten die in het kader van een functie wordt uitgeoefend. De kerntaken geven de kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar weer, zo mogelijk geordend in logische volgorde.

Kwalificatiedossier Een dossier met daarin opgenomen het functieprofiel en alle overige documenten die van belang zijn om het daaruit af te leiden beroepsonderwijs inclusief de toetsing en afsluiting (examinering) vast te stellen en te ontwikkelen.

Leerwerkplekbegeleider Beroepsbeoefenaar uit de praktijk die een deelnemer begeleidt en coacht bij het leren op de eigen werkplek aan de hand van vooraf afgesproken eisen.

Leren Leren is het verwerven van nieuwe of het aanpassen van bestaande kennis, gedrag en vaardigheden.

Lerend vermogen Het vermogen om op alle niveaus relevante informatie te signaleren, verzamelen en interpreteren. Dit maakt het voor een organisatie mogelijk om slim en effectief te handelen. Door beter te leren van eigen optreden, neemt de kennis en het veiligheidsbewustzijn van de Brandweer toe en hiermee de veiligheid voor burgers en brandweermensen.

Lesstof Hulpmiddel bedoeld om kennis en vaardigheden over te dragen. Dit kan in allerlei vormen: schriftelijk, visueel, digitaal.

Lokale examencommissie Een opleidingsinstituut heeft een lokale examencommissie die de kwaliteit van de afname van beoordelingsportfolio’s waarborgt.

Normen Aangenomen of overeengekomen beoordelings-uitgangspunten.

Oefencoördinator Iemand die deel uitmaakt van de vakbekwaamheids-organisatie. Hij opereert hoofdzakelijk monodisciplinair, implementeert het oefenbeleid door het vertalen in oefenprogramma’s, evalueert oefeningen en bewaakt de oefenkwaliteit.

Oefenen Het in een gesimuleerde operationele situatie in de praktijk brengen van kennis, vaardigheden en houding met als doel de bedrevenheid

Page 19: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

19/64

in het plannen, voorbereiden en uitvoeren van de toegewezen operationele taken te onderhouden, te ontwikkelen en te evalueren.

Oefenleider Is de organisator en planner van oefeningen. Hij/zij is verantwoordelijk voor gestructureerde voorbereiding, uitvoering en evaluatie van een oefening.

Oefenorganisatie Het totaal aan personen dat betrokken is bij het organiseren van oefeningen en de afspraken over organisatie en werkwijze.

Oefenplan Plan waarin wordt beschreven welke oefeningen wanneer en in welke frequentie aan de orde komen en wat daarbij de oefendoelen zijn.

Oefenstaf Is tijdens de oefening verantwoordelijk voor het creëren van de voorwaarden voor een verantwoorde oefening. Dit houdt het volgende in<:

> Vooraf aan de oefening alle uit te voeren veiligheidsvoorschriften

(inclusief enscenering) controleren.

> Er voor zorgen dat alle bij oefeningen betrokken personen bekend zijn

met alle veiligheidsvoorschriften en andere voorwaarden.

Ontwikkelportfolio Hierin bewaart de medewerker alle plannen, ervaringen en bewijsstukken die hij/zij zelf van belang vindt voor zijn persoonlijke ontwikkeling bij de brandweer en naast zijn werk bij de brandweer.

Operationele ervaring Kennis en ervaring opgedaan in de praktijk van het brandweervak.

Opleiden / vakbekwaam blijven

Het bijbrengen of verwerven van kennis, vaardigheden, houding en gedrag om een individuele taak of taken te kunnen uitvoeren in de beroepspraktijk.

Opleidingsplan Plan waarin de eisen aan een specifieke opleding zijn vastgelegd: bijvoorbeeld didactische opbouw, studiebelasting, leerdoelen et cetera.

Portfolio Een portfolio is een persoonlijk dossier, met daarin alle bewijzen van vakbekwaamheid van iemand in opleiding of functie met betrekking tot een specifiek beroeps- of functieprofiel. In de portfolio’s van brandweerfuncties wordt onderscheid gemaakt tussen een ontwikkelportfolio en een beoordelingsportfolio.

Proeve van bekwaamheid Een afsluitende toets in een zo realistisch mogelijke context, waarmee vastgesteld wordt of de kandidaat de beroepscompetenties in voldoende mate beheerst en geïntegreerd weet toe te passen. Ook wel examen genoemd.

Professionele standaard Beste manier van handelen in een specifieke situatie met inachtneming van recente inzichten, neergelegde richtlijnen en protocollen van de beroepsgroep, dan wel het handelen zoals van een gemiddeld ervaren en bekwame beroepspersoneel in gelijke omstandigheden mag worden verwacht.

Trainen Oefenen in een bepaalde vaardigheid, benodigd voor de uitvoering van brandweertaken.

Trajectbegeleider De trajectbegeleider bewaakt de voortgang van het werkend leren tijdens de opleiding/leergang. Hij/zij zoekt een leerwerkplek die voldoet aan de gestelde voorwaarden en bewaakt de kwaliteit hiervan. Hij/zij begeleidt de samenwerking tussen de deelnemer en de werkplekbegeleider. De trajectbegeleider is het aanspreekpunt

Page 20: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

20/64

vanuit de brandweerorganisatie ten behoeve van de organisatie van het werkend leren.

Waarnemen Iets via de zintuigen opnemen.

Waarnemer Een persoon die door middel van één of meerdere zintuigen en eventueel met behulp van hulpmiddelen iets opmerkt (feitelijk).

Page 21: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

21/64

Bijlage 2 Competentiewoordenboek

(Dit competentiewoordenboek maakt onderdeel uit van het brondocument Functie- en competentieprofielen brandweerfuncties op (v)mbo-niveau. Hierin is het opgenomen als bijlage 2.)

Page 22: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

22/64

Instituut Fysieke Veiligheid

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

Kemperbergerweg 783, Arnhem

www.ifv.nl

[email protected]

026 355 24 00

Page 23: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

23/64

Accuraat

Zorgvuldig en stipt handelen, gericht op het voorkómen van fouten. Nauwkeurig uitvoeren

van activiteiten.

Niveau 1:

> toetst eigen werk aan geldende procedures, regels en afspraken.

> levert correct en volledig werk af.

> werkt ook onder druk kwaliteitsgericht, nauwgezet, gedegen en let op details.

Niveau 2:

> stimuleert partners/experts in het werken volgens bepaalde procedures, regels en

richtlijnen.

> ontwerpt en verbetert de kwaliteit van het werk binnen het eigen organisatieonderdeel.

> wijkt van procedures, regels en richtlijnen af zodat fouten worden voorkomen of kwaliteit

wordt verhoogd.

Niveau 3:

> werkt consciëntieus en secuur, ook onder zware druk van meerdere belangen of tijd en

wanneer de impact groot is van mogelijke fouten.

> initieert en verbetert procedures voor het werk, stimuleert partners/experts procedures

te ontwikkelen en te verbeteren.

> coördineert en corrigeert de werkzaamheden van meerdere personen/diensten, zodat

fouten worden voorkomen en kwaliteit wordt verhoogd.

> heeft oog voor het cruciale belang van veiligheid onder alle omstandigheden, kan

kritisch met mededelingen/informatie omgaan.

Page 24: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

24/64

Analyseren

Systematisch onderzoeken en alloceren van problemen en vragen. Ontleden van relevante

informatie, achtergronden en structuren. Verbanden leggen tussen gegevens en overzien

van relaties tussen oorzaak en gevolg.

Niveau 1:

> deelt problemen op in onderdelen, haalt de kern naar voren.

> legt verbanden, doorziet structuren en trekt conclusies uit beschikbare informatie.

> selecteert systematisch gegevens, gebruikt meerdere informatiebronnen en structureert

en interpreteert gegevens.

> toetst relevantie van beweringen en onderbouwing van argumenten.

Niveau 2:

> bekijkt uit een veelheid van vaak niet complete informatie moeilijke vraagstukken vanuit

meerdere invalshoeken.

> vertaalt gestelde vragen naar beleidsvragen.

> onderzoekt alternatieven om zich een oordeel te vormen en omschrijft scenario’s met

relaties tussen oorzaak en gevolg.

> overziet gevolgen van besluiten op termijn; redeneert logisch wat de effecten van acties

zijn.

Niveau 3:

> bekijkt ingewikkelde vraagstukken vanuit meerdere invalshoeken met gevolgen op lange

termijn; doorziet belangentegenstellingen.

> denkt ook over de grenzen van het eigen werkterrein heen.

> doorziet problemen en oplossingen die pas op lange termijn spelen.

> heeft oog voor – kritische – informatie en activiteiten en beziet de mogelijkheden hiervan

voor de rampenbestrijdingsorganisatie.

Page 25: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

25/64

Daadkracht

Op adequate en krachtige wijze nemen van beslissingen op basis van een inzichtelijke

afweging en eigen oordeel, ook als kennis en/of informatie beperkt is en tevens het uitvoeren

en afronden van activiteiten. Handelen naar en ‘staan voor’ een genomen besluit (van

zichzelf of een ander).

Niveau 1:

> handelt moedig in lastige situaties, neemt verantwoorde risico’s.

> neemt beslissingen op grond van relevante informatie en duidelijke feiten, waarbij de

gevolgen van de besluiten voorspelbaar zijn.

> neemt en motiveert beslissingen binnen het eigen werkterrein.

> blijft achter gemaakte keuzen (van zichzelf of van partners/experts) staan.

Niveau 2:

> neemt op basis van feitelijke informatie besluiten die partners en/of gedupeerden

betreffen.

> hakt knopen door, ook in onzekere situaties; motiveert het genomen besluit met het oog

op acceptatie door betrokkenen.

> benoemt de gevolgen van het besluit voor zichzelf en partners/experts en houdt daar bij

de besluitvorming rekening mee.

> blijft standvastig en toont durf in onzekere/lastige situaties.

Niveau 3:

> neemt, zonodig op basis van onvolledige informatie, besluiten die implicaties hebben

voor de gehele rampenbestrijdingsorganisatie.

> betrekt partners/experts bij de besluitvorming in complexe situaties, vraagt

terugkoppeling en streeft naar draagvlak voor het genomen besluit.

> neemt een besluit in heroverweging wanneer de wijzigende omstandigheden daarom

vragen.

> durft buiten gebaande paden te treden bij het oplossen van vastzittende, complexe

kwesties.

Page 26: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

26/64

Page 27: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

27/64

Flexibel

Aanpassen van de eigen stijl, benadering en gedrag aan wisselende eisen en

omstandigheden. Openstaan voor nieuwe ideeën en actief zoeken naar alternatieven om het

gestelde doel te bereiken.

Niveau 1

> pakt nieuwe zaken snel op, ook bij aangrenzende werkzaamheden.

> interpreteert regels en richtlijnen en richt zich daarbij op de bedoeling van de

vastgestelde regels.

> accepteert dat werkzaamheden door partners/experts en door omstandigheden bepaald

worden en handelt daarnaar; staat open voor veranderingen en verbeteringen die

partners/experts voorstellen.

> past gedrag aan bij veranderende omstandigheden/ schakelt snel tussen verschillende

werkzaamheden.

Niveau 2

> improviseert bij onvoldoende of onduidelijke informatie: past daarbij eigen stijl en gedrag

aan.

> verbetert zijn werkwijze door te anticiperen op veranderende omstandigheden; wisselt

van methode of aanpak.

> schakelt gemakkelijk tussen eigen werk en werk van partners/experts.

Niveau 3

> verandert in geval van kansen of problemen eigen gedragsstijl om gesteld doel te

bereiken; brengt afhankelijk van de situatie variatie in eigen gedragsstijl aan.

> balanceert tussen diverse belangen en partijen: is intermediair.

> schakelt bij weerstand over op een aanpak die wel tot het gestelde doel leidt.

Page 28: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

28/64

Inleven

Onderkennen van gevoelens en behoeften van anderen. Verplaatsen in anderen en zich

bewust tonen van de invloed van het eigen handelen.

Niveau 1:

> beïnvloedt het gesprek en de sfeer door gevoelens te benoemen, stuurt het gesprek in

de juiste richting en houdt de relatie goed; beheerst de eigen emoties.

> toont belangstelling, luistert actief, vraagt door, houdt rekening met eigen emoties en die

van anderen en reflecteert hierop.

> houdt rekening met omstandigheden en praktijkervaringen van partners/experts en toont

begrip en waardering.

> communiceert open en durft eigen vragen, zorgen en leerpunten bespreekbaar te

maken.

Niveau 2:

> is zichtbaar beschikbaar en aanwezig als leider/expert, is op het juiste moment op de

juiste plaats.

> stimuleert en helpt partners/experts om gevoelens bespreekbaar te maken, maakt

ruimte voor emotie binnen de organisatie en kalmeert partners/experts als emoties de

overhand dreigen te krijgen.

> spreekt partners/experts aan op hun ontwikkeling en bijdrage; stelt zich daarbij kritisch

op vanuit een begripvolle houding.

> stelt zich kwetsbaar op en heeft oog voor gevoeligheden ten aanzien van eigen gedrag.

Niveau 3:

> creëert veiligheid in de rampenbestrijdingsorganisatie waardoor partners/experts zich

durven uiten; spreekt medewerkers aan authentiek gedrag te tonen.

> onderkent rollen en posities en respecteert deze door de partner/expert hierop te

benaderen zonder de strijd aan te gaan.

> bindt partners/experts aan de rampenbestrijdingsorganisatie door eigen optreden en

persoonlijke uitstraling.

> wisselt van stijl/gedrag om bewustwording bij de partner/expert te realiseren of om

gedragspatronen te doorbreken of te versterken.

Page 29: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

29/64

Innoveren/creativiteit

Creëren van nieuwe en originele ideeën, werkwijzen en toepassingen door het combineren

van formele en informele informatie, bestaande en nieuwe oplossingen/aanpakken.

Niveau 1

> heeft niet voor de hand liggende, frisse ideeën voor nieuwe werkwijzen of methoden.

> genereert nieuwe ideeën in het werk; ook samen met partners/experts.

> betreedt bij tegenslagen nieuwe paden of bedenkt alternatieve oplossingen.

> speelt met nieuwe ideeën en benaderingen in op veranderingen.

Niveau 2

> improviseert bij onvoldoende of onduidelijke informatie.

> stimuleert partners/experts tot creatief denken en handelen.

> werkt pro-actief bij mogelijke problemen in een complexe omgeving en stelt alternatieve

oplossingen voor; toont assertief gedrag.

> improviseert in complexe situaties.

Niveau 3

> ontwikkelt vernieuwde, oorspronkelijke ideeën en inzichten die een effect hebben op

een brede omgeving.

> benadert vraagstukken uit een andere invalshoek.

> maakt zich los uit bestaande denkkaders en maakt zo nieuwe wegen zichtbaar,

waardoor nieuwe oplossingsrichtingen ontstaan; zoekt en creëert ruimte.

Page 30: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

30/64

Taakgericht leiderschap

Op inspirerende wijze richting geven. Tonen van voorbeeldgedrag. Delegeren. Randvoorwaarden scheppen en mensen motiveren zodat resultaten bereikt worden. Charisma

Niveau 1:

> brengt eigen denkbeelden onder woorden en toetst deze.

> begeleidt partners/experts in het realiseren van doelen; geeft heldere instructies en

houdt toezicht op de prestaties.

> wijst deel van de eigen taken toe aan de juiste persoon; geeft hierbij eigen

verwachtingen, gewenst resultaat en eigen verantwoordelijkheid van de persoon aan.

> staat open voor vragen, wekt vertrouwen en motiveert partners/experts.

Niveau 2:

> geeft partners/experts de ruimte om besluiten te beïnvloeden uit eigen ambities zodat

betrokkenheid en inspiratie hiervoor bij partners/experts ontstaat.

> verdeelt werkzaamheden zodanig dat deze aansluiten op talenten en ambities van het

personeel; toetst het resultaat op kwaliteit.

> neemt op ‘natuurlijke wijze’ het voortouw, betrekt partners/experts en motiveert hen voor

het realiseren van gemeenschappelijke doelen.

Niveau 3:

> geeft partners/experts ruimte om besluiten te nemen en ondersteunt hen bij het

realiseren van collectieve ambitie.

> draagt de eigen visie uit en wordt op grond daarvan door partners/experts binnen en

buiten de eigen werkomgeving gevraagd bijdrage te leveren aan hun ambities.

> creëert ruimte en mogelijkheden voor personeel om werkzaamheden op eigen (en

eventueel andere) wijze uit te voeren.

> inspireert partners/experts om hun visie te delen en om draagvlak en betrokkenheid

hiervoor te realiseren.

Page 31: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

31/64

Leren en reflecteren

Terugkijken op het eigen functioneren en het gedrag daaraan aanpassen of ondernemen

van ontwikkelacties om tot verbetering van eigen functioneren en vaardigheden te komen. Je

kwetsbaar durven opstellen en fouten durven maken. Actief werken aan zelfontwikkeling.

Niveau 1:

> stelt zich vragend op en toont wil om te leren.

> vraagt feedback op eigen functioneren, luistert actief en vraagt door.

> zet met behulp van feedbackgever concrete feedback om in acties.

> volgt (nieuwe) ontwikkelingen in eigen vakgebied.

Niveau 2:

> doorziet eigen leerstijl en herkent andere mogelijke leerstijlen.

> ziet sterke en zwakke kanten in eigen functioneren en vraagt hier gericht op door bij

partners/experts.

> leert van en met partners/experts; formuleert leerdoelen en zet deze om in acties

> vertaalt ontwikkelingen in het vakgebied naar de praktijk.

Niveau 3:

> reflecteert op eigen ervaringen; herkent verbeterpunten en verbetert gedrag in volgende

situaties.

> doorziet eigen leerprocessen en herkent bevorderende en belemmerende factoren voor

leren.

> stelt eigen ontwikkelplan op met langere termijn doelstellingen en onderneemt gerichte

acties.

Page 32: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

32/64

Mondeling communiceren

Ideeën, meningen en informatie aan anderen overdragen in voor de ontvanger begrijpelijke

taal, gebaren en non-verbale signalen. Tactvol en effectief reageren op behoeften en

gevoelens van anderen, taal en terminologie aanpassen aan de doelgroep (incl. Engels)

Niveau 1

> drukt zich zowel mondeling als schriftelijk goed uit bij contacten van verschillend niveau,

onderbouwt de boodschap met duidelijke argumenten.

> stelt zich open en onbevooroordeeld op in een gesprek, interpreteert verbale en non-

verbale signalen en vraagt na of de boodschap goed begrepen is.

> formuleert tactvol, stemt taal, gebaren en houding af op de behoefte en belangen van

de ander.

> stelt open vragen en vraagt door; geeft feedback wanneer daar om wordt gevraagd.

> redigeert interne documenten en schrijft documenten voor extern gebruik.

Niveau 2

> formuleert complexe vraagstukken en ‘slechte boodschappen’ helder, eenduidig en

gestructureerd.

> verzorgt samenhangende presentaties voor de hulpverleningsdiensten.

> houdt bij contacten van verschillend niveau rekening met afwijkende behoeften en

belangen; herkent tegenstellingen en kiest een geschikt communicatiekanaal/middel.

> neemt het initiatief en stuurt in gesprekken, houdt rekening met de invloed van wat hij

zegt.

Niveau 3

> voert complexe gesprekken met personen op strategisch niveau over gevoelige

onderwerpen met tegenstellingen in belangen en/of taalverschillen.

> herkent persoonlijke belangen en kiest een geschikte manier om de ander te

beïnvloeden; zet verschillende invloedstijlen effectief in.

> beïnvloedt en stuurt het gesprek en de sfeer door gevoelens te benoemen, ook wanneer

bij de ander geen respect lijkt te bestaan.

Page 33: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

33/64

Onafhankelijk

Zelfstandig en zelfbewust werken. Om kunnen gaan met eisen, veranderingen en

hindernissen. Eigen standpunten innemen en verdedigen, rekening houdend met de missie

van de organisatie.

Niveau 1:

> vertrouwt op zichzelf, maakt zelfstandig keuzen binnen het eigen takenpakket en

aandachtsgebied en laat zich daarbij niet weerhouden door belemmeringen.

> vraagt feedback en hulp op het juiste moment op basis van een inschatting van de

eigen kennis en vaardigheden.

> werkt zelfstandig en vaart duidelijk een eigen koers binnen gestelde kaders.

Niveau 2:

> wijzigt de eigen werkzaamheden zelfstandig bij veranderende omstandigheden.

> komt op voor de eigen belangen, toont zich zelfbewust en is weerbaar.

> neemt verantwoorde risico’s op eigen aandachtsgebied.

Niveau 3:

> loopt voorop bij strategische veranderingen en uitdagingen; ziet deze als kansen.

> houdt bij druk vast aan persoonlijke overtuiging wanneer daarop kritiek wordt geleverd

of druk wordt uitgeoefend om zich aan te passen.

> durft zich kwetsbaar op te stellen en neemt risico’s.

Page 34: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

34/64

Oordelen

Op basis van beschikbare informatie en ervaring en met inachtneming van de heersende waarden en normen tot een mening komen die als geldig erkend wordt.

Niveau 1:

> weegt complexe gegevens af en komt op overwogen en vastberaden wijze, rekening

houdend met geldende normen en waarden tot een eigen mening.

> maakt onderscheidt tussen vaststaande feiten en meningen van derden en betrekt

hierbij de eigen ervaringen.

> schetst verschillende perspectieven en opinies en stelt hun pro’s en contra’s vast

alvorens tot actie over te gaan.

Niveau 2:

> komt op basis van onvolledige informatie tot eigen mening, redeneert logisch en betrekt

partners/experts in beeldvorming.

> betrekt verschillende alternatieven bij de oordeelsvorming en houdt rekening met

onzekere of tegenstrijdige factoren.

> toetst plannen aan doelstellingen, brengt de gevolgen voor de lange termijn in kaart en

doet uitspraken over te nemen acties.

Niveau 3:

> komt op basis van tegenstrijdige informatie tot een gewogen mening en beïnvloedt

daarmee de richting voor de rampenbestrijdingsorganisatie.

> betrekt een breed scala aan alternatieve opvattingen en meningen in de

oordeelsvorming en houdt rekening met gevolgen voor de betrokken partijen.

> schetst de mogelijke gevolgen van plannen en meningen in situaties met een hoge mate

van onzekerheid en complexiteit.

Page 35: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

35/64

Plannen, organiseren en coördineren

Vanuit een vastgesteld doel bepalen welke taken/activiteiten georganiseerd en gepland moeten worden en daar naar handelen. Bepalen van prioriteiten en aangeven van een volgorde van werkzaamheden.

Niveau 1:

> plant eigen werkzaamheden, stemt deze planning af met partners/experts.

> werkt ordelijk en systematisch volgens vooraf opgestelde planning.

> heeft overzicht over eigen werkzaamheden; toetst eigen voortgang.

> wendt de juiste middelen aan die nodig zijn om de planning te realiseren.

> stelt doelen en prioriteiten voor zichzelf.

Niveau 2:

> stemt eigen werkzaamheden af op werkzaamheden van partners/experts en plant,

zonodig, werkzaamheden van partners/experts.

> houdt overzicht over de werkzaamheden van partners/experts, bewaakt de voortgang

en wendt op het juiste moment de juiste middelen aan.

> brengt een heldere en logische structuur aan in het eigen werk en in het werk van

partners/experts.

> anticipeert op factoren die van invloed kunnen zijn op de planning en speelt hier waar

nodig op in.

Niveau 3:

> ondersteunt en stuurt partners/experts aan bij de planning en uitvoering van hun

werkzaamheden en bewaakt de voortgang.

> coördineert veel werkzaamheden die inhoudelijk van elkaar verschillen, met een langere

doorlooptijd of met gevolgen voor de langere termijn.

> houdt op elk moment en op elk niveau het overzicht van werkzaamheden en stuurt

indien nodig bij op hoofdlijnen.

> anticipeert op onverwachte gebeurtenissen die van invloed zijn op de planning en past

de planningen en doelstellingen hierop aan.

Page 36: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

36/64

Probleem oplossen

Het signaleren van (potentiële) problemen/knelpunten en deze zelfstandig of in

samenwerking met anderen verhelpen.

Niveau 1:

> signaleert tijdig knelpunten binnen het eigen organisatieonderdeel en lost deze binnen

de gestelde kaders op.

> formuleert binnen gestelde kaders verschillende alternatieven of oplossingen.

> dringt door tot de kern van het probleem; achterhaalt onderliggende oorzaken om

herhaling te voorkomen.

> voorziet problemen en anticipeert hierop.

Niveau 2:

> anticipeert op knelpunten buiten het eigen organisatieonderdeel.

> reageert snel en doeltreffend bij problemen en onverwachte gebeurtenissen.

> analyseert problemen, achterhaalt de werkelijke vraag achter het probleem, ook zonder

eigen inhoudelijke expertise.

> formuleert verschillende passende oplossingen en helpt partners/experts bij het

oplossen van problemen wanneer zij hier niet uit komen.

Niveau 3:

> lost complexe problemen op strategisch niveau op.

> benoemt naast knelpunten tevens verschillende alternatieven en schetst consequenties

en verloop van oplossingsmogelijkheden; denkt in scenario’s.

> structureert, reflecteert, vraagt door en helpt zodoende ook partners/experts om tot

oplossingen of alternatieven te komen.

> treedt op als bemiddelende derde partij; begeleidt partners/experts bij oplossen van

problemen door het geven van handvaten.

Page 37: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

37/64

Resultaatgericht

Formuleert doelstellingen helder, concreet en meetbaar en maakt duidelijke afspraken.

Houdt zich aan de voortgang en informeert en rapporteert daarover. Denkt vooruit.

Niveau 1:

> stelt samen met partners/experts meetbare en haalbare doelen en maakt duidelijke

afspraken over gewenste kwaliteit, middelen en tijdspad.

> stelt prioriteiten en komt gemaakte afspraken na.

> plant zelfstandig het eigen werk om gewenste resultaten te realiseren en past, indien

relevant, het concept van projectmatig werken toe.

> maakt resultaten van het eigen werk zichtbaar en communiceert hierover naar

partners/experts; overlegt tijdig met partners/experts over knelpunten.

> toetst activiteiten tussentijds op hun bijdrage aan het te bereiken resultaat, stuurt

activiteiten die dat niet doen bij.

Niveau 2:

> stelt een actieplan op en benoemt daarin de beheersaspecten; voert dit samen met

partners/experts uit.

> toetst de voortgang van activiteiten, stuurt bij en bewaakt het proces.

> ondersteunt partners/experts bij het opstellen van meetbare doelstellingen, geeft hen

middelen om (tussen)resultaten te halen en stelt hierbij meetbare deadlines en normen

voor resultaten en gedrag.

Niveau 3:

> stelt meetbare strategische doelstellingen op en definieert de resultaten op langere

termijn; maakt de voorwaarden duidelijk die nodig zijn om deze resultaten te bereiken

en vult deze in.

> zorgt voor heldere structuren, taakverdeling en procedures die een effectieve en

efficiënte inzet van medewerkers bevordert.

> spreekt zichzelf en partners/experts tijdig en regelmatig aan op het nakomen van

afspraken en het realiseren van doelstellingen; achterhaalt achterliggende oorzaak bij

niet nakomen van afspraken en stuurt bij.

Page 38: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

38/64

Samenwerken

Zich inzetten om met anderen resultaten te bereiken en daarmee bijdragen aan een gezamenlijk doel. Denken en handelen vanuit gemeenschappelijke belangen.

Niveau 1:

> draagt bij aan gemeenschappelijk doel en komt afspraken na; informeert

partners/experts over eigen activiteiten en houdt zich op de hoogte van activiteiten van

partners/experts.

> toont belangstelling voor collega’s en helpt hen op verzoek.

> vraagt collega’s naar hun mening en geeft eigen mening.

Niveau 2:

> streeft gezamenlijke doelen na; wisselt informatie en ideeën uit met partners/experts en

geeft en vraagt reacties.

> biedt gevraagd en ongevraagd hulp aan partners/experts en vraagt zelf om hulp van

partners/experts; maakt meetbare afspraken.

> doet concessies om tot gezamenlijk doel of resultaat te komen; stelt op basis van

meningen van partners/experts eigen gedachten/handelingen bij.

Niveau 3:

> zoekt actief samenwerking met partners/experts op en stuurt daarbij op

gemeenschappelijke belangen; betrekt partners/experts in besluitvorming en komt met

hen tot gemeenschappelijk doel en aanpak.

> doet actief aan kennisoverdracht door eigen kennis en ervaringen te delen en

partners/experts te motiveren hun expertise in te brengen.

> beweegt partners/experts tot samenwerken en zorgt ervoor dat het resultaat wordt

ervaren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Page 39: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

39/64

Stressbestendig

Kalm, objectief en effectief blijven functioneren bij tijdsdruk, tegenslag, teleurstelling of

tegenspel. Om kunnen gaan met weerstanden.

Niveau 1

> geeft bij (tijds)druk voorrang aan bepaalde zaken in het eigen werk en blijft doeltreffend

handelen.

> bewaakt eigen grenzen van kennen en kunnen.

> accepteert tegenwerpingen als onvermijdelijk, ziet het betrekkelijke hiervan in.

> laat zich niet meeslepen in emotionele meningsverschillen.

Niveau 2

> stelt partners/experts gerust met kalm optreden.

> zorgt bij (tijds)druk dat het team of de afdeling doeltreffend blijft werken door te bepalen

welke zaken voorrang hebben.

> houdt onder druk vast aan het eigen oordeel.

> luistert naar de kritiek van partners/experts, erkent reële punten en gebruikt deze.

Niveau 3

> houdt onder grote druk en bij complexe situaties vast aan het eigen standpunt; past bij

problemen of tegenstand de aanpak aan.

> herkent stressfactoren en maakt deze bespreekbaar door het proces met

partners/experts te analyseren.

> presteert langdurig goed onder tijdsdruk, tegenslag en complicaties.

> schermt partners/experts af van stress door (tijds)druk en zorgt dat het werk hier geen

schade van ondervindt.

Page 40: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

40/64

Vakgebied Incidentbestrijding

Dit vakgebied omvat de repressieve taken van de rampenbestrijdingsorganisatie, zoals het

operationeel leidinggeven danwel adviseren bij incidenten van verschillende schaalgrootten

(zowel mono- als multidisciplinair).

Ook de aan het operationeel optreden gelieerde aandachtsgebieden zoals evaluaties,

bedrijfsopvang, nazorg, procedures (w.o. alarmerings- en opschalingsprocedures), Arbo-

wetgeving en andere wettelijke kaders vallen onder dit vakgebied.

1. Basisniveau:

in staat om informatie en gegevens te reproduceren en deze kennis toe te passen binnen

het eigen expertgebied.

2. Toepassings- en overdrachtsniveau:

is in staat om buiten het eigen expertgebied te treden en zodoende verbanden met

gerelateerde vakgebieden te leggen. Is in staat om eigen expertise over te dragen.

3. Expertniveau:

treedt op als vraagbaak en klankbord voor anderen en wordt binnen de organisatie benaderd

als autoriteit op het betreffende expertgebied.

Page 41: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

41/64

Vakgebied Risico's & veiligheid

Dit vakgebied omvat het onderwerp risico's en veiligheid. Het gaat hierbij om onder meer de

aandachtsgebieden risicomanagement, risicoanalyses, risicocommunicatie, integraal

veiligheidsbeleid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid.

1. Basisniveau:

in staat om informatie en gegevens te reproduceren en deze kennis toe te passen binnen

het eigen expertgebied.

2. Toepassings- en overdrachtsniveau:

is in staat om buiten het eigen expertgebied te treden en zodoende verbanden met

gerelateerde vakgebieden te leggen. Is in staat om eigen expertise over te dragen.

3. Expertniveau:

treedt op als vraagbaak en klankbord voor anderen en wordt binnen de organisatie benaderd

als autoriteit op het betreffende expertgebied.

Page 42: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

42/64

Bijlage 3 Leiderschapsprofielen

Page 43: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

43/64

Bijlage 4 Deelgebied Vakmatig en didactisch handelen

Vakmatige beheersing

Beheerst en gebruikt vakinhoudelijke en –didactische kennis en vaardigheden voor de

realisatie van de te onderwijzen competenties en is actief in het verdiepen /verbreden

hiervan.

Niveau B > kan een onderwerp verdelen over verschillende lessen en een eigen lesplan maken > kan een leeromgeving inrichten en organiseren in samenhang met te onderwijzen

competenties, inhouden en werkvormen > hanteert een beperkt repertoire van didactische werkvormen die aansluiten bij

verschillen in leerstijl, competenties en leercapaciteit van studenten > zorgt door middel van (zelf)studie, trainingen/cursussen en aanwijzingen van collega's

voor het onderhouden en actualiseren van zijn vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheden

> vertaalt kernopgaven in concrete plannen voor de eigen lessen en realiseert een doorgaande en opbouwende lijn in de lessen

> stelt studiewijzers samen voor de eigen lessen

Niveau G

> hanteert een ruim repertoire van didactische werkvormen die aansluiten bij verschillen in

leerstijl, competenties en leercapaciteit van studenten

> is in staat om onderwijsproblemen te analyseren op vakinhoudelijke en didactische

aspecten en oplossingen voor die problemen aan te dragen

> levert een bijdrage aan de ontwikkeling van kernopgaven en zorgt voor een duidelijke

opbouw van de leerstof

> stelt te onderwijzen competenties per periode of lessenserie vast en stelt deze op basis

van ervaringen bij

> bouwt bij het ontwerpen van opleidingsprogramma’s keuzemogelijkheden in voor

studenten

Niveau E

> beheerst brede en verdiepte vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden

> selecteert en bewerkt op basis van herziene of nieuwe competenties relevante en

recente (internationale) vakliteratuur, methoden en middelen

> selecteert en ontwikkelt nieuwe didactische werkvormen en hulpmiddelen

> fungeert als vraagbaak en voorbeeld voor andere docenten

> levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het curriculum en de afstemming van de

onderwijsactiviteiten binnen de eigen vaksectie

Flexibiliteit

Verandert eigen gedragsstijl/leerprogramma als zich problemen, kansen of onverwachte

gebeurtenissen voordoen om een gesteld doel te bereiken en/of optimaal in te kunnen

spelen op verschillen tussen studenten. Niveau B

Page 44: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

44/64

> kan met verschillende typen collega’s en studenten omgaan: past zich aan aan het

niveau Niveau G

> maakt bij het sturing geven aan het leerproces onderscheid tussen studenten, maar beperkt zich tot differentiatie naar enkele subgroepen of tot datgene wat vooraf gepland is

> houdt bij de opbouw van het leerprogramma en de inrichting van de leeromgeving rekening met niveauverschillen tussen studenten

Niveau E

> laat meerdere stijlwisselingen zien wanneer de situatie daarom vraagt

> kan in onzekere, onvoorspelbare situaties handelen en onvoorspelbare werkzaamheden

verrichten

> gebruikt opdrachten en selecteert leerinhouden die studenten stimuleren om zelf

invulling te geven aan hun leerproces; stemt dit af op waar een cursist aan toe is qua

capaciteit en leerstijl

Page 45: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

45/64

Deelgebied Pedagogisch handelen

Coachen/ begeleiden

Ondersteunen van studenten in hun leerproces; hen motiveren,

confronteren en aanzetten tot nadenken over en verbeteren van hun

eigen leerproces en ontwikkelingsmogelijkheden

en hierbij optreden als gesprekspartner.

Niveau B

> wordt door studenten als aanspreekpunt gezien wanneer zij met vragen zitten

> analyseert het leerproces van de cursist en geeft gericht feedback op wat hij ziet

rekening houdend met de kenmerken van de cursist

> stimuleert de cursist om te experimenteren en van fouten te leren

> confronteert studenten helder en duidelijk met de door hen gemaakte fouten

Niveau G

> motiveert de ander om persoonlijke leerdoelen te benoemen, maar stelt ook

voorwaarden aan ontwikkeling

> ondersteunt en stimuleert de cursist, zonder zelf op de voorgrond te treden; straalt

vertrouwen, rust en veiligheid uit

Niveau E

> zet de cursist aan tot het stellen van vragen over persoonlijke valkuilen, motieven,

drijfveren en idealen

> wisselt van stijl/gedrag om bewustwording bij de cursist te realiseren of om

gedragspatronen te doorbreken of te versterken

> leeft zich in in de situatie van de ander en bouwt verder op zelfvertrouwen en eigen

verantwoordelijkheid van de ander, toont voorbeeldgedrag.

Groepsmanagement

Bevordert een pedagogisch leerklimaat in groep(en) waardoor studenten zich gestimuleerd

en gesteund voelen in hun leerproces.

Niveau B

> richt zich voornamelijk op ordehandhaving en geeft weinig ruimte voor interactie tussen

studenten

> signaleert weerstand, accepteert tegenwerpingen als onvermijdelijk en laat zich niet

meeslepen in emotionele meningsverschillen

Niveau G > kan zorgen voor een goed pedagogisch en leerklimaat door het juiste gebruik van het

geven van ruimte danwel het hanteren van regels en ordehandhaving > neemt systematisch maatregelen om de groepsvorming en samenwerking tussen

studenten te bevorderen > maakt samen met studenten regels en afspraken ter handhaving van de orde > maakt weerstand bespreekbaar door het proces met anderen te analyseren

Niveau E

> kan inschatten hoe een groep zal reageren en is in staat om groepen met een negatief

leerklimaat tot een constructieve houding te brengen

Page 46: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

46/64

Omgevingsbewustheid

Laten blijken geïnformeerd te zijn over culturele, maatschappelijke, wetenschappelijke,

politieke en bestuurlijke ontwikkelingen, alsmede zicht te hebben op normen en waarden,

belangen en behoeften van andere partijen; vertaalt deze inzichten naar eigen handelen.

Niveau B > herkent de situatie, belangen en behoeften van de ander, schat in waarmee respect en

vertrouwen wordt verkregen en handelt hiernaar > is zich bewust van eigen normen en waarden en weet deze te relativeren

Niveau G

> gaat bewust om met andere normen, waarden en gedragscodes en hanteert de juiste

rol

> houdt rekening met de onderlinge verhoudingen binnen de organisatie(s) en benadert

daarbinnen de juiste persoon of partij

> houdt rekening met ontwikkelingen binnen de organisatie(s) en signaleert trends

Niveau E

> gaat bewust om met verschillende normen en waarden van diverse partijen, hanteert de

juiste rol en schakelt gemakkelijk tussen rollen

> handelt op basis van diepgaand inzicht in culturele, maatschappelijke,

wetenschappelijke, politieke en bestuurlijke ontwikkelingen en trends

> schat complexe situaties in, doorziet welke belangen en personen een rol spelen en

speelt daar op het juiste moment op in

Communiceren

Drukt zich zowel mondeling als schriftelijk zodanig uit dat de essentie bij de doelgroep

overkomt en de relatie goed blijft. Maakt ideeën, meningen en informatie aan anderen

duidelijk in heldere, beknopte en correcte taal (verbaal en non-verhaal) en staat tegelijkertijd

open voor ideeën en meningen van anderen.

Niveau B > houdt de aandacht vast, formuleert helder en bouwt dit logisch op, stelt regelmatig zelf

vragen en toetst of de boodschap is overgekomen bij de doelgroep > stelt zich open voor een dialoog, leeft zich in de situatie van de ander in en benoemt

(non-verbale) signalen en vraagt om reactie of instemming van de ander > formuleert tactvol, past taal en argumenten aan op de doelgroep

Niveau G

> formuleert complexe vraagstukken helder, eenduidig en gestructureerd, rekening

houdend met de doelgroep

> houdt rekening met verschillende niveaus, behoeften en belangen, herkent

tegenstellingen en verwoordt conclusies in de discussie op de juiste wijze

> maakt complexe onderwerpen begrijpelijk voor anderen, hanteert hierbij aansprekend

woordgebruik en toetst regelmatig begrip en acceptatie bij de ander door vragen te

stellen

> snapt waardoor miscommunicaties ontstaan en is in staat deze op te lossen

Niveau E

Page 47: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

47/64

> leidt complexe gesprekken op hoog abstractieniveau over gevoelige onderwerpen,

waarbij sprake is van tegenstellingen in belangen

> beïnvloedt het gesprek en de sfeer door gevoelens te benoemen en houdt de relatie

goed en gaat in op de argumenten en behoeften van de ander

Waarnemen

Het ontvangen van boodschappen in woord, schrift of gebaar.

Niveau B

> schat (non-)verbale signalen in

> maakt onderscheid tussen vaststaande feiten en meningen van derden

> luistert en laat de ander uitpraten

> toont belangstelling voor anderen

Niveau G > toetst non-verbaal of de boodschap is overgekomen bij de ander > toetst non-verbaal regelmatig begrip en acceptatie bij de ander > pikt belangrijke informatie op, schat gevoeligheden in > ziet hoe de ander op zijn handelen reageert

Niveau E

> houdt bij contacten van verschillend niveau rekening met afwijkende behoeften en

belangen, herkent tegenstellingen

> herkent motieven/drijfveren/barrières voor handelen bij anderen

> schat in op basis van observaties wanneer een time-out gepast is

> doorziet de indruk die anderen hebben, schat situaties in

Page 48: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

48/64

Deelgebied Reflecteren en ontwikkelen

Innovatief vermogen

Komt op basis van eigen ervaringen en veranderingen in onderwijsbehoeften tot nieuwe

ideeën en de implementatie daarvan.

Niveau B

> brengt bewust (kleine) variaties aan in de eigen aanpak en registreert het effect daarvan

op het gedrag en het leerproces bij studenten

> probeert nieuwe ideeën van collega's uit

> bezoekt bijeenkomsten/docentendagen waar nieuwe werkwijzen aan bod komen

> participeert in projecten die bijdragen aan de introductie van nieuwe technieken e.d.

Niveau G

> denkt na over de eigen praktijk en experimenteert in de eigen lessituatie en komt op

basis daarvan met voorstellen ter verbetering van de lespraktijk

> fungeert als trekker van veranderingen die een deel van de onderwijsinstelling betreffen.

> ondersteunt collega's bij het zich eigen maken van nieuwe werkwijzen

> neemt initiatieven om mensen van buiten de eigen onderwijsinstelling toelichting te laten

geven op nieuwe ontwikkelingen

Niveau E

> draagt bij aan vernieuwingen in het onderwijs die verder gaan dan de eigen

onderwijsinstelling omdat ze oplossingen aanreiken voor complexe problemen waar

meer onderwijsinstellingen mee worstelen

> toont een grote vasthoudendheid bij het overtuigen van collega's ten aanzien van de

voordelen van bepaalde ontwikkelingen.

> fungeert als trekker van veranderingen die de onderwijsinstelling betreffen

Leren en reflecteren

Kijkt terug op eigen functioneren en past het gedrag daaraan aan of onderneemt

ontwikkelacties om tot verbetering van het eigen functioneren te komen. Durft zich

kwetsbaar op te stellen en durft fouten te maken. Werkt actief aan zelfontwikkeling.

Niveau B

> toont inzicht in eigen kwaliteiten en beperkingen en handelt daarnaar, ontwikkelt inzicht

in effect van eigen gedrag op anderen

> doorziet eigen werkwijze, brengt eigen gedragspatronen onder woorden en zoekt

achterliggende drijfveren/motieven en barrières

> leert van feedback en toont dit door effectiever/efficiënter te handelen

> staat open voor aanwijzingen van collega's/studenten en neemt initiatieven om van hen

te kunnen leren

> volgt (nieuwe) ontwikkelingen in het eigen vakgebied(en)

> overziet de gevolgen van eigen doen en laten

Niveau G

> toont zich zelfverzekerd en zelfbewust, maar geeft ook eigen zwakheden toe en vraagt

hier gericht op door bij anderen

> leert van en met anderen; formuleert leerdoelen en zet deze om in gerichte acties

Niveau E

Page 49: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

49/64

> stemt eigen handelen af op andermans motieven/drijfveren/barrières voor handelen

> doorziet eigen leerprocessen en herkent bevorderende en belemmerende factoren voor

leren

> stelt eigen ontwikkelplan op met langere termijndoelstellingen en onderneemt gerichte

acties

Page 50: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

50/64

Deelgebied Organiseren

Plannen en organiseren

Bepaalt op effectieve wijze doelen en prioriteiten, relateert hieraan de benodigde tijd en

acties en zorgt voor de benodigde middelen om bepaalde doelen te kunnen bereiken.

Niveau B

> voert het door de organisatie opgestelde beleid uit en handelt conform gemaakte

afspraken

> stelt doelen en prioriteert en organiseert eigen werkzaamheden

> brengt samenhang tot stand tussen onderwijsactiviteiten gedurende de les/lessenreeks

> wendt de juiste middelen aan die nodig zijn om het onderwijs te realiseren

> werkt ordelijk en systematisch volgens vooraf opgestelde planning

Niveau G

> levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het te voeren beleid

> anticipeert op factoren die van invloed kunnen zijn op de planning van werkzaamheden

en speelt hier waar nodig op in

> stemt eigen werkzaamheden af op werkzaamheden van anderen en plant, zonodig,

> werkzaamheden van anderen

Niveau E

> ondersteunt en stuurt anderen aan bij de planning en uitvoering van hun

> onderwijsactiviteiten en bewaakt de voortgang

> anticipeert op onverwachte gebeurtenissen die van invloed zijn op de planning en past

de

> planning(en) en doelstellingen hierop aan

Samenwerken

Werkt actief mee aan het versterken van de samenwerking binnen de onderwijsinstelling en

tussen de onderwijsinstellingen onderling. Beweegt zich in het spanningsveld van belangen,

wensen en mogelijkheden van de studenten en de mogelijkheden en belangen van de

onderwijsinstelling

Niveau B

> voert samen met anderen activiteiten uit

> vraagt hulp aan anderen

> toont respect en belangstelling voor de inbreng van anderen en maakt daar gebruik van

> neemt deel aan externe contacten die bijdragen aan ontwikkeling en afstemming

Niveau G

> neemt initiatieven tot overleg en samenwerking met collega's binnen de afdeling/sector

> kan sturing geven aan kleinschalig overleg binnen de onderwijsinstelling

> biedt hulp aan wanneer collega's een vraag hebben met betrekking tot hun eigen werk

> ondersteunt minder ervaren collega's bij hun onderwijs en onderwijsinstellingstaken

door het geven van adviezen

> wisselt in het opleidingsteam periodiek ervaringen uit om te komen tot voorstellen voor

> aanpassing van het leerplan

Niveau E

Page 51: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

51/64

> is initiator van samenwerkingsactiviteiten binnen de onderwijsinstelling en met andere

onderwijsinstellingen

> neemt initiatieven om andere docenten binnen de onderwijsinstelling te betrekken bij

onderwijsinstellingoverstijgende activiteiten

> biedt hulp aan bij problemen en/of conflicten tussen collega's

> ondersteunt ervaren en minder ervaren collega's bij hun persoonlijke professionele

ontwikkeling door op te treden als coach

Page 52: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

52/64

Deelgebied Toetsen en evalueren

Besluitvaardigheid

Maakt keuzen en hakt knopen door en draagt de gevolgen van gemaakte keuzen.

Niveau B

> neemt op basis van feitelijke informatie besluiten die de voortgang van de studenten

betreffen

> handelt naar de eigen grenzen van bevoegdheid

> beargumenteert het genomen besluit met het oog op acceptatie van het besluit door

betrokkenen

> neemt de verantwoordelijkheid op zich voor het genomen besluit

Niveau G

> neemt eerder genomen besluiten in heroverweging wanneer wijzigende

omstandigheden daarom vragen

> hakt knopen door, ook in situaties waarbij de gevolgen van het besluit niet helemaal

bekend zijn

Niveau E

????????????

Oordelen

Komt op basis van beschikbare c.q. zelf vergaarde informatie, ervaring, kennis en met

inachtneming van de vooraf beschreven waarden en normen tot een mening over het

onderwijsleerproces en leerresultaten van studenten die als geldig wordt erkend. Past zo

nodig eigen handelen aan.

Niveau B

> evalueert eigen functioneren en effecten daarvan tijdens de les en past zijn

handelswijze

> indien nodig aan

> toetst met behulp van collega’s zijn handelen om te komen tot verbetering hiervan

> evalueert en toetst op systematische en betrouwbare wijze het leerproces en de

leerresultaten van de studenten

> evalueert het lesprogramma, de lesplanning en leerstofafstemming en stelt deze

eventueel bij

> hanteert op de juiste wijze de voorgeschreven toetsinstrumenten

> weegt situaties en prestaties af en komt op overwogen en vastberaden wijze, rekening

houdend met de vooraf beschreven normen en waarden, tot een eigen mening ten

aanzien van de voortgang van de student

> maakt onderscheid tussen vaststaande feiten en meningen van derden en betrekt hierbij

de eigen ervaringen

Niveau G

> levert een bijdrage aan de ontwikkeling van evaluatie- en toetsinstumenten

> begeleidt studenten bij het evalueren van eigen leerprocessen door middel van reflectie-

en zelfbeoordelingsmethoden

> komt op basis van complexe informatie tot een eigen mening, redeneert logisch en

betrekt anderen in de beeldvorming

Page 53: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

53/64

> betrekt verschillende alternatieven bij de oordeelvorming en houdt rekening met

onzekere of tegenstrijdige factoren

Niveau E

> bewaakt mede de kwaliteit van de evaluatie- en toetsinstrumenten binnen de instelling

> ondersteunt collega's bij het ontwikkelen en verbeteren van evaluatie- en

toetsinstrumenten

> betrekt een breed scala aan alternatieve opvattingen en meningen in de

oordeelsvorming en houdt rekening met de gevolgen voor de betrokken partijen

Page 54: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

54/64

Bijlage 5 Voorbeeld ingevuld kwalificatiedossier

Page 55: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

55/64

Instituut Fysieke Veiligheid

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

Kemperbergerweg 783, Arnhem

www.ifv.nl

[email protected]

026 355 24 00

Page 56: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

56/64

Inleiding

Opbouw dossier

Het kwalificatiedossier van de Bakker beschrijft op gestandaardiseerde wijze de

functievereisten voor een beginnend beroepsbeoefenaar binnen de veiligheidsregio. De

opbouw van het kwalificatiedossier ziet er als volgt uit:

Deel A Algemene informatie over wat de functie typeert

Deel B Beschrijving van kerntaken

Deel C Beschrijving van competenties

Deel D Uitwerking van de kerntaken in werkzaamheden en daaruit

voortvloeiend de keuzes en dilemma’s van de functie.

Deel E Beschrijving van de specificaties van zowel de initiële als de

blijvende vakbekwaamheid, evenals een beschrijving van het

(instroom-) niveau.

Deel F Verantwoording van de totstandkoming van het kwalificatiedossier

als het benoemen waar de verantwoordelijkheid ligt voor het

onderhouden van het kwalificatiedossier.

Samenhang kwaliteitsinstrumenten

Het kwalificatiedossier vormt de basis voor het onderwijs en de examinering. Onderstaand

schema geeft deze samenhang weer.

Brandweerfunctionarissen

Functieprofielen

Opleidingsplan

Opleiding

Examen

Oefenplan

Oefening,training,

bijscholing

Evaluatie / beoordeling

MijnVakmanschap

Herziene Leidraad Oefenen

Kwaliteitsinstrumenten

Vakbekwaamheids-ontwikkeling

Vakbekwaamheids-

ontwikkeling

Beginnend beroepsbeoefenaar Volleerd beroepsbeoefenaar

Professionele standaarden

Vakbekwaamheids-

meting en registratie

Lesstof

MijnIFV

Kwalificatiedossiers

Page 57: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

57/64

Deel A Algemene informatie

A1. Typering van de functie

Een Bakker maakt volgens vaste recepturen (dagverse) bakkerijproducten, die ofwel direct ter verkoop worden aangeboden of worden gedistribueerd naar andere verkooppunten. De bakkerijproducten worden tijdig opgeleverd volgens continue kwaliteit en conform de (hygiëne)voorschriften.

A2. Werkomgeving

De Bakker is werkzaam binnen de bakkerijbranche. Hij werkt in een (ambachtelijke) bakkerij of op een afdeling zoals die voorkomen in grote productiebedrijven. De Bakker voert zijn werkzaamheden doorgaans vroeg op de dag uit in specifieke productieruimtes.

A3. Positie

De rol van de Bakker is vooral uitvoerend van aard. Hij voert zijn werkzaamheden uit onder supervisie van een zelfstandig werkend (banket)Bakker. Hij is er verantwoordelijk voor dat bakkerijproducten tijdig opgeleverd worden volgens continue kwaliteit. Hij werkt binnen de verschillende (geautomatiseerde) processtappen op onderdelen zelfstandig en krijgt gerichte werkzaamheden aangereikt van zijn leidinggevende.

A4. Complexiteit

De werkzaamheden van de Bakker zijn grotendeels routinematig van aard, steeds gelijke producten en werkwijzen volgens vaste recepturen.

Page 58: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

58/64

Deel B Overzicht kerntaken

B1. Kerntaak 1: Plant zijn werkzaamheden voor het bereiden van bakkerijproducten.

De Bakker bepaalt een efficiënte productievolgorde van de werkzaamheden en maakt hierbij efficient gebruik van de oven. Hij stemt de planning af met zijn leidinggevende.

B2. Kerntaak 2: Bereidt zijn werkzaamheden voor t.b.v. het bereiden van

bakkerijproducten.

De Bakker bekijkt welke bakkerijproducten bereid moeten worden op basis van de productie. Hij zet de benodigde gereedschappen en apparatuur klaar voor productie van bakkerijproducten en weegt de grondstoffen af.

B3. Kerntaak 3: Bereidt en verwerkt bakkerijproducten.

De Bakker mengt, kneedt en bewerkt de grondstoffen met machines of handmatig. Hij bereidt degen en producten en voegt ingrediënten toe volgens vastgestelde kwaliteitseisen. Hij verwerkt deeg en producten tot grootbrood, kleinbrood of banketproducten.

B4. Kerntaak 4: Decoreert, modelleert en snijdt de bakkerijproducten.

De Bakker vervaardigt decoraties door de receptuur toe te passen met behulp van de bijbehorende technieken. De Bakker werkt de bakkerijproducten af door de producten handmatig te vullen, decoreren of te snijden.

B5. Kerntaak 5: Verpakt en presenteert de bakkerijproducten.

De Bakker verpakt de bakkerijproducten voor in de vitrine, de winkel of voor de voorraad en presenteert deze op een plaat. Hij etiketteert en koelt bakkerijproducten of vriest deze in.

B6. Kerntaak 6: Maakt de werkruimtes, gereedschappen en machines in de bakkerij

schoon.

De Bakker maakt tijdens en na het uitvoeren van de werkzaamheden de werkruimtes, gereedschappen en machines schoon. Hij vult de controlelijsten in.

Welke taken de Bakker in de praktijk uitvoert is afhankelijk van de organisatie en/of afdeling waarin hij werkzaam is en de ervaring van de functionaris (beginnend-ervaren).

Page 59: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

59/64

Deel C Competenties

(Onderstaande paragraaf alleen weergeven, als er sprake is van repressieve brandweerfuncties) Er zijn voor de repressieve brandweerfuncties drie kerncompetenties vastgesteld die voor iedere brandweerfunctionaris noodzakelijk worden geacht om succesvol te kunnen functioneren:

> accuraat

> stressbestendig

> samenwerken

Er zijn voor elke functie specifieke competenties benoemd. In de competentiematrix

hieronder worden deze benoemd voor de Bakker, in relatie tot de kerntaken.

C1. Competentiematrix

Kerntaken Competenties

Sam

enw

erk

en

Accura

at

Cre

ëre

n e

n inn

overe

n

Pla

nn

en e

n

org

an

isere

n

Fle

xib

el

Resultaatg

ericht

> 1.Plant zijn werkzaamheden

1

1

> 2.Bereidt werkzaamheden

voor

1

1

> 3.Bereidt bakkerijproducten

1

1

1

> 4.Decoreert, modeleert en

snijdt bakkerijproducten

1 1 1

1

> 5.Verpakt en presenteert

bakkerijproducten

1

1

1

> 6.Maakt de ruimte en

apparatuur schoon

1

1

In de bijlage ‘Competentiewoordenboek’ is beschreven welke betekenis de niveaus uit de

competentiematrix hebben.

Page 60: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

60/64

Deel D Uitwerking kerntaken

D1. Uitwerking kerntaak 1: Plant zijn werkzaamheden voor het bereiden van

bakkerijproducten.

D1.1 Werkzaamheden:

D1.1.1 Raadpleegt de vooraf opgestelde productieplanning.

D1.1.2 Bepaalt de productievolgorde van zijn eigen werkzaamheden.

D1.1.3 Stemt de planning af met zijn leidinggevende.

D1.2 Keuzes en dilemma’s

D1.2.1 Noodzakelijke productietijd als gevolg van de apparatuur ten opzichte van

beschikbare tijd.

D2. Uitwerking kerntaak 2: Bereidt zijn werkzaamheden voor t.b.v. het bereiden van

bakkerijproducten.

D2.1 Werkzaamheden:

D2.1.1 Bekijkt welke eenvoudige bakkerijproducten bereid moeten worden op

basis van de productieplanning.

D2.1.2 Raadpleegt de receptuur en rekent productieaantallen om naar

hoeveelheid te produceren deeg/beslag/garnering/vulling.

D2.1.3 Hij zet de benodigde apparaat, gereedschappen en materiaal klaar voor

gebruik en weegt de grondstoffen af.

D2.2 Keuzes en dilemma’s

D2.2.1 Inspelen op afwijkende omstandigheden in temperatuur / vochtigheid /

grondstoffen, terwijl de bakkerijproducten altijd van een

continue kwaliteit behoren te zijn.

D3. Uitwerking kerntaak 3: Bereidt en verwerkt bakkerijproducten.

D3.1 Werkzaamheden:

D3.1.1 De Bakker mengt, kneedt en bewerkt de grondstoffen met machines of

handmatig.

D3.1.2 De Bakker verwerkt deeg en producten tot grootbrood, kleinbrood of

banketproducten.

D3.1.3 De Bakker bereidt vullingen en garneringen aan de hand van recepturen

en de daarbij behorende bereidingswijzen en technieken.

Page 61: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

61/64

D3.2 Keuzes en dilemma’s

D3.2.1 Inspelen op afwijkende omstandigheden in temperatuur / vochtigheid /

grondstoffen, terwijl de bakkerijproducten altijd van een

continue kwaliteit behoren te zijn.

D4. Uitwerking kerntaak 4: Decoreert, modelleert en snijdt de bakkerijproducten.

D4.1 Werkzaamheden:

D4.1.1 De Bakker vervaardigt eenvoudige decoraties.

D4.1.2 Hij werkt de gebakken bakkerijproducten af door deze handmatig te vullen, op te

spuiten, te garneren, te glaceren, te decoreren en/of te snijden.

D4.2 Keuzes en dilemma’s

D4.2.1 Creativiteit ten opzichte van de beschikbare tijd.

D5. Uitwerking kerntaak 5: Verpakt en presenteert de bakkerijproducten.

D5.1 Werkzaamheden:

D5.1.1 De Bakker draagt zorg voor (een deel van) het verpakken van eenvoudige

bakkerijproducten.

D5.1.2 De Bakker etiketteert de bakkerijproducten.

D5.1.3 De Bakker presenteert de bakkerijproducten op een plaat, in de vitrine of

in de winkel.

D5.1.4 De Bakker koelt de producten of vriest deze in.

D5.2 Keuzes en dilemma’s

D5.2.1 -

D6. Uitwerking kerntaak 6: Maakt de werkruimtes, gereedschappen en machines in de

bakkerij schoon.

D6.1 Werkzaamheden:

D6.1.1 De Bakker maakt tijdens en na het uitvoeren van de werkruimte,

gereedschappen en machines schoon.

D6.1.2 De Bakker vult de controlelijsten in.

D6.2 Keuzes en dilemma’s

D6.2.1 Opruimen conform de hygiënevoorschriften ten opzichte van de

beschikbare tijd.

Page 62: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

62/64

Deel E Specificaties vakbekwaamheid

E1. Instroomeisen voor de opleiding

Om in te kunnen stromen in de opleiding Bakker dient men minimaal over een werk- en denkniveau te beschikken op het niveau van VMBO of MBO 2. Daarnaast worden er geen aanvullende wettelijke of branche eisen gesteld.

E2. Vakbekwaam worden

Als de Bakker de opleiding tot Bakker heeft afgerond met een IFV-diploma, voldoet de Bakker aan de gestelde eisen in dit kwalificatiedossier.

E3. Niveaubepaling binnen een organisatie

De uitoefening van de functie van Bakker bevindt zich op het werk- en denkniveau van MBO2.

E4. Vakbekwaam blijven

De Bakker is niet wettelijk verplicht aan te kunnen tonen dat de vakbekwaamheid wordt onderhouden.

Page 63: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

63/64

Deel F Verantwoording

F1. Procesinformatie

Ontwikkeld door: Clusterwerkgroep Brood en Banket (fictief)

Onder regie van: Werkveldadviescommissie

Vastgesteld door: Ministerie Veiligheid en Justitie (fictief)

Versie: versienr. 2.0 - 2010 - gewijzigde versie Reden: Opbouw van het kwalificatiedossier is gewijzigd.

Brondocumenten: Rapportage Arbeidsmarktonderzoek Bakkerijbranche (2009)

Verantwoordelijkheid beheer en onderhoud: De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiedossiers voor functionarissen werkzaam binnen de brandweer is belegd bij het Instituut Fysieke Veiligheid (www.ifv.nl). Het Instituut Fysieke Veiligheid pleegt periodiek onderhoud aan elk kwalificatiedossier, conform de notitie ‘Structureel beheer van de kwalificatiedossiers brandweerfuncties; werkproces en organisatie’ dd oktober 2013.

Page 64: Handleiding kwalificatiedossiers brandweerfuncties€¦ · kwaliteit en kwantiteit aan op de vraag vanuit het werkveld. In de paragrafen hieronder wordt elk kwaliteitscriterium toegelicht.

64/64

BIJLAGE 1 COMPETENTIEWOORDENBOEK

BIJLAGE 2: COMPETENTIEWOORDENBOEK DIDACTIEK

(alleen indien van toepassing)

BIJLAGE 3: LEIDERSCHAPSPROFIEL

(alleen indien van toepas