Handleiding Composition Media, Discover Media

74
a Composition Media, Discover Media Radio, navigatiesysteem

description

Volkswagen Handleiding Composition Media, Discover Media

Transcript of Handleiding Composition Media, Discover Media

Page 1: Handleiding Composition Media, Discover Media

a Composition Media, Discover Media

Radio, navigatiesysteem

Page 2: Handleiding Composition Media, Discover Media

Verklaring symbolen

Markeert een verwijzing naar een para- L._kJ graaf met belangrijke informatie en veilig-

heidsaanwijzingen L binnen een hoofd-stuk, die u zou moeten lezen.

De pijl geeft aan, dat het onderwerp op de volgende pagina verder gaat.

< De pijl geeft het einde van een onderwerp aan.

Het Symbool markeert situaties, waarin de wagen onmiddellijk moet worden stilgezet.

Het symbool markeert een geregistreerd handelsmerk. Het ontbreken van dit teken garandeert niet dat begrippen Vrij mogen worden gebruikt.

Symbolen van deze soort verwijzen naar waarschuwingsaanwijzingen, binnen de-zelfde paragraaf of op de aangegeven bladzijde, die op mogelijk gevaar voor on-gevallen en verwondingen wijzen en hoe u dt kunt voorkomen.

=tTJ Verwijzing naar een waarschuwingsaan-wijzing, binnen dezelfde paragraaf of op de aangegeven bladzijde, die op mogelijk gevaar voor beschadiging van uw wagen wijst en hoe u dit kunt voorkomen.

Teksten met dit symbool wijzen u op gevaar-lijke situaties, die bij veronachtzaming zware verwondingen of zelfs de dood tot gevolg zul-len hebben.

WAARSCHUWING Teksten met dit Symbool wijzen u op gevaar-lijke situaties, die bij veronachtzaming zware verwondingen of zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben.

VOORZICHTIG

Teksten met dit symbool wijzen u op gevaarlijke si-tuaties, die bij veronachtzaming lichte of zware ver wondingen tot gevolg kunnen hebben.

Teksten met dit symbool wijzen u op gevaarlijke si-tuaties, die bij veronachtzaming beschadigingen aan de wagen tot gevolg kunnen hebben.

In teksten met dit symbool staan aanwijzin-gen over het behoud van het milieu.

• In teksten met dit symbool staat extra infor-matie.

Page 3: Handleiding Composition Media, Discover Media

Inhoudsopgave

Over dit instructieboekje 2 Telefoonbediening (PHONE)

Inleiding telefoonbediening .............. 52 Inleiding Beschrijving van de telefoonbediening . . . 56 Voordat u begint 3 Veiligheidsaanwijzingen voor het Instellingen infotainmentsysteem .................... 3 Menu- en systeeminstellingen (SETUP) . . 62 Overzicht van de bedieningselementen ... 6 Klank- en volume-instellingen ............ 64 Menuoverzicht ......................... 7 Basisinformatie voor de bediening ........ 8 Gebruikte afkortingen 65 Spraakbediening ....................... 13

Trefwoordenlijst ................... 66 Audiofunctie

Radiofunctie ........................... 16 Mediafunctie ........................... 27

Navigatie

Navigatie inleiding en bediening ......... 40

III 1 325R6RNC32

Page 4: Handleiding Composition Media, Discover Media

Over dit instructieboekje

• Een alfabetisch geordende trefwoordenlijst vindt u aan het einde van het instructieboekje.

• Een lijst met afkortingen licht vaktechnische af-kortingen en benamingen toe.

• Richtingsaanduidingen hebben normaliter be-trekking op de rijrichting.

• Afbeeldingen dienen ter oriëntatie en zijn als

principeweergaven op te vatten.

• Bij wagens met rechts stuur zijn de bedienings-elementen gedeeltelijk anders gerangschikt dan op de afbeeldingen of in de tekst wordt weergegeven.

• Technische wijzigingen aan de wagen die na het ter perse gaan van dit boekje zijn doorgevoerd, zijn te vinden in een aanvulling, die aan de wagen-documentatie is bijgevoegd.

Beschreven zijn alle uitvoeringen en modellen, zonder deze als meeruitvoering of modelvarianten te kenmerken. Zo kunnen meeruitvoeringen zijn

beschreven waarmee uw wagen mogelijk niet is uitgerust. Nadere informatie hierover geeft uw Volkswagen Partner u graag.

Alle gegevens in dit instructieboekje komen over-een met de stand van de informatie bij het sluiten van de redactie van deze brochure en zijn alleen geldig voor af fabriek ingebouwde apparaten. Van-wege voortschrijdende ontwikkeling van een appa-raat en mogelijke updates van de apparaatsoft-ware zijn afwijkingen tussen weergave en functies op het apparaat en de gegevens in dit instructie-boekje mogelijk. Uit afwijkende gegevens, afbeel-dingen of beschrijvingen in dit instructieboekje kun-nen geen aanspraken worden afgeleid.

Zorgt u er alstublieft voor dat dit instructieboekje zich in de wagen bevindt indien u de wagen wilt verkopen of verhuren/uitlenen en dat de in het ap-paraat opgeslagen gegevens en bestanden zijn gewist.

Composilion Media. Discover Media

Page 5: Handleiding Composition Media, Discover Media

Inleiding

Voordat u begint

Voor ingebruikname van het apparaat dient u de volgende stappen uit te voeren om het apparaat goed te kunnen bedienen en de aangeboden functies volledig te kunnen gebruiken:

Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen =pagina 3.

Uzelf met de bediening van het infotainmentsysteem vertrouwd maken.

In de Systeeminsteil ingen het apparaat op de afleveringsstand (fabrieksinstellingen)terugzet-ten =pagina 62.

/ Voor de mediafunctie geschikte opslagmedia gebruiken ='pagina 27.

Veiligheidsaanwijzingen voor het infotainmentsysteem

, WAARSCHUWING

Als de bestuurder wordt afgeleid, kan dit on-

gevallen en verwondingen tot gevolg hebben. Het bedienen van het infotainmentsysteem

kan u van het verkeer afleiden.

• Altijd oplettend en met verantwoordelijk-heidsbesef rijden.

• De volume-instellingen zo kiezen, dat u

akoestische signalen van buiten, bv. de sire-

ne van de politie en de brandweer, altijd goed kunt horen.

• Een te hoog ingesteld volume kan het ge-

hoor beschadigen. Dat geldt ook wanneer het gehoor maar korte tijd aan een te hoog volu-me wordt blootgesteld.

WAARSCHUWING Het wisselen of aansluiten van een audiobron

kan tot plotselinge volumeschommelingen

leiden.

• Voor het wisselen of aansluiten van een audiobron het basisvolume verlagen.

, WAARSCHUWING

Rijadviezen en weergegeven verkeerstekens van het navigatiesysteem kunnen van de ac-

tuele verkeerssituatie afwijken.

• Verkeersborden en -voorschriften hebben voorrang op de rijadviezen en weergaven van

het navigatiesysteem.

• Snelheid en rijstijl aanpassen aan het

weer, het wegdek, het zicht en de verkeers-

omstandigheden.

LA WAARSCHUWING

Lansluiten, plaatsen of verwijderen van

pslagmedium tijdens het rijden kan u

et verkeer afleiden en ongevallen tot ge-hebben.

, WAARSCHUWING

Verbindingskabels van externe apparaten kunnen de bestuurder hinderen.

• Verbindingskabels zo leggen, dat de be-stuurder niet wordt gehinderd.

WAARSCHUWING

Niet of niet goed bevestigde externe appara-ten kunnen bij een plotselinge rij- of remma-

noeuvre en bij een ongeval door het interieur worden geslingerd en verwondingen veroor-

zaken.

• Externe apparaten nooit aan de portieren, aan de voorruit, boven of bij de met 'AIR-

BAG" gemarkeerde plek op het stuurwiel, het dashboard, de stoelleuningen of tussen deze plaatsen en de inzittenden zelf plaatsen of vastmaken. Externe apparaten kunnen bij een ongeval tot zware verwondingen leiden, in

het bijzonder als de airbags worden geacti-veerd.

, WAARSCHUWING

Een middenarmsteun kan de bewegingsvrij.

heid van de armen van de bestuurder belem-meren en daardoor ongevallen en zware ver-wondingen veroorzaken.

• Armsteun tijdens het rijden altijd gesloten

houden.

Inleiding

Page 6: Handleiding Composition Media, Discover Media

WAARSCHUWING Wanneer de behuizing van een cd-speler

wordt geopend, kunnen onzichtbare lasers-tralen verwondingen veroorzaken.

• Cd-speler alleen door een specialist laten

repareren.

Verkeerd naar binnen schuiven of naar binnen

schuiven van een niet-passend opslagmedium kan het apparaat beschadigen.

• Let bij het erin schuiven op de juiste in-

schuifpositie ='pagina 27.

• Hard drukken kan de vergrendeling in de geheugenkaartopening vernielen.

• Alleen geschikte geheugenkaarten gebrui-

ken.

• Cd's altijd recht en haaks ten opzichte van

de voorzijde van het apparaat in de cd-speler schuiven of verwijderen, zonder de cd scheef

te houden en daardoor te bekrassen.

• Het erin schuiven van een tweede cd terwijl er een cd in de speler zit of op het moment dat

een cd wordt uitgeschoven kan de cd-speler beschadigen. Altijd afwachten tot het opslag-

medium helemaal eruit geschoven is!

Aan een opslagmedium klevende verontreini-

gingen en niet-ronde cd's kunnen de cd-speler beschadigen.

• Alleen schone 12cm-standaard-cd's gebrui-

ken!

- Geen stickers of iets dergelijks op het op-

slagmedium plakken. Stickers kunnen losra-ken en de speler beschadigen.

-. Geen bedrukbare opslagmedia gebruiken.

Coatings en opdrukken kunnen losraken en de cd-speler beschadigen.

- Geen 8 cm single-cd's en niet-ronde cds (shape-cds) erin schuiven.

- Geen dvd-plus, Dual Disc en Flip Disc erin schuiven, deze zijn dikker dan normale

cds.

Door een te luide of vervormde weergave kun-nen de wagenluidsprekers worden beschadigd.

Page 7: Handleiding Composition Media, Discover Media

Inleiding 5

Page 8: Handleiding Composition Media, Discover Media

Overzicht van de bedieningselementen

Afbeelding 1 Overzicht bedieningselementen

Het infotainmentsysteem wordt in verschillende varianten geleverd, die zich wat betreft het opschrift en de functie van de infotainmenttoetsen van elkaar kunnen onderscheiden, bv. AfbeeIding 1 ®.

lf () Draai-drukknop:

- Indrukken om in of uit te schakelen pagina 8.

- Draaien om het volume te regelen =s pagina 8.

® lnfotainmenttoetsen: om een functie te openen.

- de radiofunctie inschakelen en in de radiofunctie het frequentiebereik kiezen =pagina 16.

- de mediafunctie inschakelen S> pagina 27.

infotainmenttoets indrukken om de telefoonbediening te openen S> pagina 52. Indien

geen mobiele-telefoonvoorbereiding is ingebouwd, wordt het geluid van de actuele audiobron on-derdrukt.

- : start de spraakbediening pagina 13.

- geluid van de actuele audiobron onderdrukken.

de navigatiefunctie inschakelen =pagina 40.

- menu Systeeminstellingen openen c'pagina 62.

- [TRAÇJ: actuele verkeersmeldingen openen ='pagina 48.

menu Ki anki nstel 1 -1 ngen openen pagina 64.

- : wagen- en systeeminstellingen openen ='brochure Instructieboekje.

- IJ: naar het menuoverzicht schakelen S pagina 7.

® Touchscreen: (aanraakscherm) =pagina 8.

® Steiknop: de werking is afhankelijk van de functie die op dat moment actief is = pagina 8.

- In alle radiofuncties voor handmatige zender- of kanaalinstelling draaien en voor het starten en

stoppen van de scanfunctie (SCAN) indrukken => pagina 16.

- In de mediafunctie voor het openen van de afspeellijst draaien en voor het starten en stoppen van

de scanfunctie indrukken pagina 27. 110.

6 1 Composition Media, Oisc.over Med.ia

Page 9: Handleiding Composition Media, Discover Media

Om menupunten in lange lijsten te markeren draaien en om de gemarkeerde vermelding te kiezen indrukken ( bv. zenderkeuze uit zenderlijst).

- Om sommige instellingen te wijzigen draaien (bv, volumeaanpassing (GALA)).

® Benaderingssensor: beeldscherm wisselt bij benaderen automatisch in de bedienmodus =0 pagina 12.

Menu overzicht

Via het touchscreen van het infotainmentsysteem lnfotainmenttoets JEIJ indrukken om het menuo- =oAfbeelding 10 kunnen de verschillende hoofd- verzicht te openen. menus worden gekozen.

Functietoetsen: handeling en effect

EEO : schakelt de radiofunctie in =npagina 16.

e: schakelt de mediafunctie in =o pagina 27.

[Telefoon]: openen van de telefoonbediening =n pagina 52.

[Navigatie]: schakelt de navigatiefunctie in =0 pagina 40.

openen van de wagen- en systeeminstellingen =0 brochure Instructieboekje.

openen van de klankinstellingen = pagina 64.

openen van de systeeminstellingen pagina 62.

Inleiding 1 7

Page 10: Handleiding Composition Media, Discover Media

Basisinformatie voor de bediening

Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Draai-drukknoppen en infotainmenttoetsen . 8

In- of uitschakelen .......................8

Basisvolume wijzigen ....................9

Functietoetsen op het beeldscherm bedienen 9

Lijstvermeldingen openen en lijsten doorzoeken ............................10

Invoerschermen met beeldschermtoetsenbord .................11

Benaderingssensoren ....................12

Extra weergaven en weergavoopties .......12

Door veranderingen in de instellingen kunnen weergaven op het beeldscherm afwijken en kan het apparaat zich deels anders gedragen dan in dit instructieboekje wordt beschreven.

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen /I. voor het infotain-mentsysteem =pagina 3

• Overzicht bedieningselementen pagina 6

A Een lichte druk op de toets of aanraken van het beeldscherm is voldoende om de appara-

tuur te bedienen.

• Vanwege de marktspecifieke systeemsoft- ware zijn mogelijkerwijs niet alle voorgestelde

functietoetsen en functies beschikbaar. Het ontbre-ken van een functietoets op het beeldscherm is geen systeemstoring.

• Vanwege landspecifieke wettelijke eisen zijn vanaf een bepaalde snelheid enkele functies

op het beeldscherm niet meer beschikbaar.

Het gebruik van een mobiele telefoon in de wagen kan bijgeluiden in de luidsprekers ver-

oorzaken.

• In sommige landen kunnen beperkingen bo- staan voor wat betreft het gebruik van Blue-

tooth®apparaten. Informatie is verkrijgbaar bij de lokale autoriteiten

Ic Bij enkele wagens met ParkPilot wordt bij in-geschakelde achteruitversnelling het volume

van de actuele audiobron automatisch verlaagd. De audioverlaging kan in het menu Klankinstel - lingen worden ingesteld =pagina 64.

Draai-drukknoppen en infotainmenttoetsen

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen lnfotainmenttoetsen ,A op pagina 3 en de informatie in de in- In dit instructieboekje zijn alle toetsen op het appa-

leiding op pagina 8 en volg deze op. raat door het woord 'infotainmenttoets en een toetssymbool met blauwe inhoud weergegeven, bv.

Draai-drukknoppen infotainmenttoets jj => Afbeelding 1.

De linkerdraai-drukknop 0 Afbeelding 1 ® lnfotainmenttoetsen worden door indrukken of in- wordt als volumeregelaar of aan-uitknop aange- gedrukt houden bediend duid.

De rechterdraai-drukknop =Afbeelding 1 (Z3 wordt

als stelknop aangeduid.

In- of uitschakelen

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen Lî op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 8 en volg deze op.

Om het apparaat handmatig in of uit te schakelen, draai-drukknop 0 Afbeelding 10 kort indruk-

ken.

tK) .......

Page 11: Handleiding Composition Media, Discover Media

Na het inschakelen start het systeem met het • Het apparaat is vast met de wagen verbon-

laatst ingestelde volume, voor zover dit de voorin- den. Het gebruik in een andere wagen is niet stelling van het maximale inschakelvolume niet mogelijk. overschrjidt =apagina 64. • Wanneer de accukabels zijn losgemaakt, Afhankelijk van het apparaat en het land wordt het 1 moet u het contact inschakelen voordat u het apparaat bij het afzetten van de motor of het uit het apparaat weer inschakelt. contact trekken van de sleutel automatisch uitge- schakeld. Als het apparaat weer wordt ingescha- keld, wordt het na ca. 30 minuten opnieuw auto- matisch uitgeschakeld (nalooptijd).

Basisvolume wilziqen

m Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen & op pagina 3 en de informatie in de inleiding op pa-

gina 8 en volg deze op.

Functie: handeling

Volume verhogen; volumeregelaar 0 rechtsom draaien of toets Q op het multifunctiostuurwiel indruk-

ken brochure /nstructieboekje.

Volume verlagen; volumeregelaar 0 linksom draaien of toets 2 op het multifunctiestuurwiel indrukken.

Wijzigingen in het volume worden op het beeld-scherm met een 'balk" weergegeven. Het apparaat is ondertussen voor bediening geblokkeerd.

Sommige volume-instellingen en -aanpassingen kunnen vooraf worden ingesteld wpagina 64.

Geluidsweergave van apparaat onderdrukken

• Volumeregelaar 0 linksom draaien, tot wordt weergegeven.

• OF: lnfotainmenttoets indrukken.

Als het geluid van het apparaat onderdrukt is, wordt een actueel beluisterde mediabron stilgezet. Op het beeldscherm wordt . weergegeven.

I• Als het basisvolume voor de weergave van 1 een audiobron sterk is verhoogd, dan het vo-

lume v66r het wisselen van de audiobron verlagen

Functietoetsen op het beeldscherm bedienen

utstarke

Speicher V [Pfeiltasten:

191 OKI X I + 1

Afbeelding 2 Principeweergave; Overzicht van mogelijke functietoetsen op het beeldscherm

jJ Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen zî op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 8 en volg deze op.

Het apparaat is uitgerust met een touchscreen (aanraakscherm) =nAfbeelding 19 Actieve gebieden op het beeldscherm, waarvoor een functie is gedefinieerd, worden "functietoet-sen" genoemd en worden bediend door kort op het beeldscherm te drukken of de toets ingedrukt te houden. Functietoetsen worden in het instructie-boekje door het woord "functietoets en een toets-symbool 0 beschreven.

1) Afhankehik van het apparaat.

Inleiding

Page 12: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoetsen starten functies of openen subme-nus. In submenu's wordt in de kopregel het actu-eel gekozen menu weergegeven =nAfbeelding

2®.

Inactieve (grijze) functietoetsen zijn op dat moment niet bruikbaar.

Overzicht van weergaven en functietoetsen

Weergaven en functietoetsen: handeling en effect

in de kopregel staan het actueel gekozen menu en eventuele overige functietoetsen weergegeven.

©: aantippen om een ander menu te openen.

©: dradenkruis met lichte druk zonder loslaten over het beeldscherm bewegen.

OF: Even de gewenste positie op het beeldscherm aanraken, het dradenkruis volgt naar deze positie.

©: scrollbalken zijn zichtbaar indien u in een lijst meer vermeldingen kunt kiezen dan er kunnen worden weergegeven, zie =npagina 10, Lijstvermeldingen openen en lijsten doorzoeken.

: aantippen om vanuit bepaalde lijsten stapsgewijs een niveau hoger te gaan.

: aantippen om vanuit submenu's stapsgewijs terug te gaan naar het hoofdmenu of om gedane invoer ongedaan te maken.________

[Pop-upv]: aantippen, opent een pop-upvenster (optievenster) waarin verdere instellingsopties worden weergegeven.

(z Functie ingeschakeldi / [Functie uitgeschakeld]: sommige functies of weergaven zijn gemarkeerd door een zogenaamde checkbox en worden geactiveerd of gedeactiveerd door erop te drukken.

J: aantippen om een ingave of keuze te bevestigen.

: aantippen om een pop-upvenster of een invoerscherm te sluiten.

of 9: aantippen om instellingen stapsgewijs te wijzigen.

EJ: schuifregelaar met lichte druk zonder loslaten over het beeldscherm bewegen. cl

Lijstvermeldingen openen en lijsten doorzoeken

Einstellungen

Klang

Bildschirm

Zeit und Datum

Bildschirm

Tastatur:

Zustzliche Tastatursprachen

Afbeelding 3 Principeweergave Lijstvermeldin-gen instellingenmenu

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 8 en volg deze op.

Lijstvermeldingen kunnen door direct aantippen op het beeldscherm of met stelknop =Afbeelding 1 ®worden geopend.

Lijstvermeldingen met de steiknop markeren en openen

e Stelknop draaien, om de vermeldingen na elk-aar met een keuzeframe te markeren en zo de lijst te doorzoeken.

• Stelknop indrukken, om de gemarkeerde ver-melding op te roepen.

Lijsten doorzoeken (scrollen)

Als u in een lijst meer vermeldingen kunt kiezen dan er kunnen worden weergegeven, verschijnt rechts op het beeldscherm een scrollbalk =cAfbeelding 3.

• Het beeldscherm boven of onder de scrollbalk kort aan tippen.

• OF: Vinger op de scrollbalk plaatsen en zonder los te laten over het beeldscherm bewegen. Op de gewenste positie de vinger van het beeldscherm nemen.

• OF: Vinger in het midden van het beeldscherm plaatsen en zonder/os te laten over het beeld-scherm bewegen. Op de gewenste positie de vin- ger van het beeldscherm nemen. cl

10 1 0",oii1posit uiI Mcdi , Dis ovor Mdit:

Page 13: Handleiding Composition Media, Discover Media

Invoerschermen met beeldschermtoetsenbord

Afbeelding 4 Principeweergave. Invoerscherm met beeldschermtoetsenbord

I Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen zi op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 8 en volg deze op.

1 nvoerschermen met beeldschermtoetsenbord die-nen bijvoorbeeld voor het ingeven van een geheu-gennaam, het kiezen van een reisdoel of het inge-ven van een zoekbegrip voor het zoeken in lange-re lijsten.

De hier opgesomde functietoetsen zijn niet alle-maal in alle landen en voor alle themagebieden beschikbaar.

In de volgende hoofdstukken worden alleen de van deze principeweergave afwijkende functies ver-klaard.

Links in de bovenste beeldschermregel bevindt zich de invoerregel met de cursor. Hier worden alle ingaven weergegeven.

Invoerschermen voor invoer van "vrije tekst'

In de invoerschermen voor een vrije tekst kunnen letters, cijfers en speciale tekens in elke combina-tie worden gekozen.

Door op de functietoets te drukken wordt de actueel weergegeven tekenreeks overgenomen.

Invoerschermen voor kiezen van een opgeslagen vermelding (bv. keuze van een reisdoel)

Hier kunnen alleen letters, cijfers en speciale te-kens worden gekozen, die in deze combinatie met een opgeslagen vermelding overeenkomen.

Met elke tekeninvoer wordt een, met de invoer tot dan toe overeenkomend, reisdoel voorgesteld. Bij samengestelde begrippen de spatie ook intoetsen.

Als er minder dan 99 vermeldingen gekozen kun-nen worden, wordt het aantal resterende vermel-dingen achter de invoerregel weergegeven =Afbeelding 4 ®. Als u op deze functietoets drukt, worden de overblijvende vermeldingen in een lijst getoond. Als er minder dan zes reisdoelen beschikbaar zijn, wordt de lijst automatisch geo-pend.

Overzicht van functietoetsen

Functietoetsen Handeling en effect

ffg: aantippen om in de navigatiefunctie een postcode in te geven.

: aantippen om het invoerscherm voor cijfers en speciale tekens te openen.

ABC: aantippen om terug naar het letterinvoerscherm te wisselen.

O Aantippen om naar een andere toetsenbordtaal te wisselen. Toetsenbordtalen kunnen in het menu Systeeminstellingen worden gekozen =pagina 62. -

3 7Toont het aantal en opent de lijst met te kiezen vermeldingen die overeenko-

men met de ingaven.

Letters en cijfers Indrukken om over te nemen in de invoerregel.

Ingedrukt houden om een pop-upvenster met op deze letters gebaseerde spe- ciale tekens te laten zien.

Letters en Gewenste teken overnemen door aantippen. Enkele speciale tekens kunnen ook uitgeschreven worden (bv. AE' voor A).

Aantippen om tussen hoofdletters en kleine letters te wisselen.

Aantippen om een spatie in te voegen.

Ok

Indrukken om de suggestie uit de invoerregel over te nemen en het invoerven- ster te sluiten.

Inleiding 1 11

Page 14: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoetsen Handeling en effect

Aantippen om tekens in de invoerregel van rechts naar links te wissen.

Aantippen om het invoerscherm te sluiten.

Benaderingssensoren

I Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen ,& op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 8 en volg deze op.

Het infotainmentsysteem beschikt over een geïnte-greerde benaderingssensor =Afbeelding 1 ®.

De schermweergave wisselt automatisch van de weergavemodus naar de bedienmodus als uw hand in de buurt van het scherm komt. In de be-dienmodus worden functietoetsen automatisch ge-markeerd om de bediening makkelijker te maken.

Extra weergaven en weergaveopties

r''n Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen In de statusregel van het beeldscherm kan bijvoor-

£ op pagina 3 en de informatie in de in- beeld de actuele tijd en de actuele buitentempera- leiding op pagina 8 en volg deze op. tuur worden weergegeven.

Alle weergaven kunnen pas na een volledige sys- Weergaven op het beeldscherm zijn afhankelijk teemstart van het infotainmentsysteem worden van de instellingen en kunnen dus afwijken van de weergegeven. hier beschreven weergaven.

2 1 Coipos hun Modfla, Ubsunver Media

Page 15: Handleiding Composition Media, Discover Media

Spraakbediening

Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Het werken met de spraakbediening ........13

Aanwijzingen voor de spraakbediening 14

Instellingen spraakbediening ..............15

Een aantal functies kunnen door het uitspreken van commandos worden opgeroepen.

Voor de instellingenmenu's (SETUP) is geen spraakbediening beschikbaar.

Tijdens de spraakbediening worden gesproken aanwijzingen als hulp voor de bediening gegeven. Deze kunnen in de lange of korte dialoog uitgege-ven worden ='pagina 15.

Ondersteunde talen

De spraakbediening is alleen beschikbaar voor de in het infotainmentsysteem instelbare talen.

Het werken met de spraakbedie

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen /\ op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 13 en volg deze op.

• Om de spraakbediening te activeren, infotain-menttoets of toets ED op het multifunctie-stuurwiel kort indrukken.

De spraakbediening wordt met een oplopende sig-naaltoon ingeschakeld en een huipmenu met de belangrijkste spraakcommando's verschijnt. De weergave van het huipmenu kan worden in- en uit-geschakeld pagina 15.

Gesproken aanwijzingen begeleiden de volgende dialoog.

• Het gewenste spraakcommando uitspreken, bv. "Navigatie" om naar de navigatiefunctie te wisse-len.

• Als een actie is beëindigd, wordt de spraakbe- diening met een aflopende signaaltoon beëindigd.

De spraakbediening moet in de taal worden be-diend, die ook voor het infotainmentsysteem is in-gesteld.

• In het menu Systeeminstellingen de ge-wenste taal instellen =pagina 62.

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen J, voor het infotain-mentsysteem =pagina 3

• Overzicht bedieningselementen =.pagina 6

• Basisinformatie voor bediening =pagina 8

I Tijdens een parkeermanoeuvre is geen spraakbediening mogelijk.

• Om een gesproken aanwijzing van het infotain-mentsysteem te onderbreken en direct het volgen-de spraakcommando te geven, drukt u de appa-raattoets kort in.

• Om de spraakbediening handmatig te beëindi-gen, houdt u de infotainmenttoets of toets

op het multifunctiestuurwiel ingedrukt tot de af -

nemende signaaltoon hoorbaar is.

De spraakbediening wordt eveneens beëindigd als u op een functietoets op het beeldscherm drukt of een infotainmenttoets indrukt.

Als spraakcommando dient in het algemeen de in een functietoets of op een infotainmenttoets weer -

gegeven tekst.

Lijstoverzichten worden tijdens de spraakbediening doorgenummerd. De cijfers worden links in de functietoetsen weergegeven. Uitspreken van een cijfer opent of activeert de betreffende vermelding.

De functietoets E wordt altijd door het spraak-commando "Terug" opgeroepen.

Gebruiksaanwijzing van de spraakbediening

Bij het eerste gebruik is het raadzaam eenmalig de gebruiksaanwijzing van de spraakbediening te be-

luisteren.

Inleiding 1 13

Page 16: Handleiding Composition Media, Discover Media

De gebruiksaanwijzing is in hoofdstukken onder verdeeld, die ii na elkaar kunt beluisteren of ge-richt kunt kiezen.

• lnfotainmenttoets of toets op het multifunctiestuurwiel kort indrukken.

• Spraakcommando voor het starten van de ge-bruiksaanwijzing in de in het navigatiesysteem In-gestelde taal uitspreken en aanwijzingen van de spraakdialoog volgen.

Taal

Spraakcomma ndo

Duits

Anleitung

Engels

Instructions

Spaans

Instrucciones

Frans

Instructions

Portugees

Instruçöes

Italiaans

Istruzioni -

Tsjechisch

Nvod

Nederlands

Instructies

Helpfunctie voor de spraakbediening

Voor de spraakbediening in het algemeen en voor de via de spraakbediening ondersteunde bedie-ningsfuncties kan een contextafhankelijke help-tekst worden opgeroepen.

• Bedieningsfunctie kiezen en de infotainment-toets jJ op het navigatiesysteem kort indruk-ken.

• Zo nodig de gewenste bedieningsfunctie kie-zen.

• Een van de volgende spraakcommandos in de in het navigatiesysteem ingestelde taal uitspreken.

Taal Algemene helpfunctie voor de spraak- bediening

Contextafhankelijke helpfunctie

Duits Hilfe Sprachbedienung Hilfe

Engels Voice control help Help

Spaans Ayuda manejo por voz Ayuda

Frans

Portugees

Itahaans

Aide système de commande vocale

I Ajuda do comando por voz

Aiuto sistema di comando vocale

Alde

Ajuda_________________________

Aluto

Tsjechisch Pomochiasov' zâznam Pomoc

Nederlands Help spraakbediening Help

Aanwijzingen voor de spraakbediening

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen & op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 13 en volg deze op.

Let op de volgende aanwijzingen, opdat de spraak bediening optimaal werkt:

• Zo mogelijk langzaam en duidelijk spreken. On-duidelijk uitgesproken woorden en cijfers, resp. woorden waarvan lettergrepen worden in geslikt, kunnen niet door het systeem worden herkend.

• Telefoonnummers alleen in losse cijfers uitspre-ken.

• Met normaal volume spreken, zonder abnorma-le beklemtoning of lange spreekpauzes.

• Bijgeluiden (bv. gesprekken in de wagen) voor-komen. Alle ruiten, portieren en het schuifdak slui-ten.

• Luchtstroom uit de luchtroosters niet in de rich-ting van de hemelbekleding richten.

• Bij hogere snelheden iets luider spreken.

14 1 Composition Media, Discover Media

Page 17: Handleiding Composition Media, Discover Media

Instellingen spraakbediening

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 13 en volg deze op.

Functietoets: effect

• lnfotainmenttoets indrukken.

• Functietoets ER aantippen.

• Vervolgens functietoets [spraakbedienirrg] aantip-pen.

dialoogstiji kiezen.

: tijdens de spraakbediening volgen er extra aanvullende spraakaanwijzingen.

er vervallen enkele extra spraakcommandos van de lange dialoog.

[geIijke commandos weergeven]: spraakcommandos voor de actuele bedieningsfunctie worden bij het openen van de spraakbediening op het beeldscherm weergegeven.

[si Starttoon spraakbedieng]: bij het inschakelen van de spraakbediening klinkt een signaaltoon. Aantippen

om de signaaltoon uit te schakelen.

[w Etndtoon spraakbedening]: bij het uitschakelen van de spraakbediening klinkt een signaaltoon. Aantippen

om de signaaltoon uit te schakelen.

[ngavetoon in spraakdialoogj: de ingavetoon voor het bevestigen van een spraakcommando is ingeschakeld.

Het volume van de gesproken aanwijzingen voor de spraakbediening is aan te passen in het menu Ki anki nstel ii ngen => pagina 64, of geduren-de een gesproken aanwijzing met de volumerege-laar =vAfbeelding 1 J.

Inleiding 1 15

Page 18: Handleiding Composition Media, Discover Media

Audiofunctie

Radiofunctie

Efli Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Hoofdmenu Radio . .. .................... 16

RDS-radio-informatiediensten .............17

Digitale radiofunctie (DAB, DAB+ en DM8- audio) .................................18

Voorkeuzetoetsen .......................19

Zender kiezen, instellen en opslaan ........20

Scanfunctie (SCAN) .....................22

TP-functie (Traffic Program) ...............23

Binnenkomend verkeersbericht ............23

Instellingen (EM, AM, DAB) ...............24

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen voor het infotain- mentsysteem = pagina 3

• Overzicht bedieningselementen =pagina 6

Hoofdmenu Radio

Afbeelding 5 Hoofdmenu 'Radio

m Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen A op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 16 en volg deze op.

• Basisinformatie voor bediening =pagina 8

• Menu- en systeeminstellingen (SETUP) =pagina 62

• Parkeergarages, tunnels, hoge gebouwen of 1 bergen kunnen het radiosignaal storen.

• Eolies of stickers met een metaallaag op de 1 ruiten kunnen bij wagens met ruitantennes de

ontvangst belemmeren.

Afbeelding 6 Radiofunctie. Zenderlijst

Infotainmenttoets indrukken om het hoofd- menu 'Radio'te openen =AfbeoIding 5.

Functietoetsen in het hoofdmenu Radio

Functietoets Effect

Gewenst frequentiegebied kiezen.

2 Weergegeven voorkeuzetoetsgroep wisselen door aantippen van de functie- toets. 110

16 1 Composition Media, Discover Media

Page 19: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoets Effect

Opent de lijst met radiozenders die op dat moment te ontvangen zijn Sv pagina - 20.

[Handrnatig Opent de schaal van het ingestelde frequentiegebied (frequentieband) =v pagina 21

[Weergave a) Extra diensten tonen w pagina 19. De functietoets is alleen in de DAB-functie zichtbaar.

[Setu ] Opent het instellingenmenu van het actueel ingeschakelde frequentiegebied (EM, AM of DAB) Sv pagina 24.

J of > Wisselen tussen opgeslagen of te ontvangen zenders Instelling voor de pijl-

toetsen in het menu Instellingen (FM, AM, DAB) =vpagina 24.

De functietoets is alleen zichtbaar tijdens de scanfunctie_=vpagina_22. - Voorkeuzetoetsen voor het opslaan van zenders =v pagina 19.

Zenderlijst updaten (frequentiegebied AM of DAB) Sv pagina 21.

Mogelijke weergaven en symbolen

Weergave I Betekenis

Weergave van de zenderfrequentie of de zendernaam en eventueel radiotekst. Zendernaam en radiotekst zijn alleen zichtbaar als RDS beschikbaar en inge- schakeld is Sv pagina 17.

RDS Offal Radio-informatiedienst RDS is uitgeschakeld. RDS kan in het menu Instel -

1' ngen FM worden ingeschakeld Sv pagina 24.

TP TP is ingeschakeld en kan worden ontvangen Sv pagina 23.

No TP T Er wordt geen verkeersinformatiezender ontvangen.

j Radiozender is op een voorkeuzetoets opgeslagen.

Geen DAB-ontvangst mogelijk.

) Afhanketjk van markt en apparaat. al

RDS-radio-informatiediensten

Afbeelding 7 Hoofdmenu Rad c

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen ,& op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 16 en volg deze op.

Afbeelding 8

RDS (Radio Data Systeem) is een radio-informa-tiedienst, via welke extra EM-diensten zoals de weergave van zendernamen, automatisch zender-volgsysteem, radiotekst en de TP-verkeersinforma-tie (TE) mogelijk zijn.

Audiofunctie 1 17

Page 20: Handleiding Composition Media, Discover Media

RDS wordt niet door alle apparaten ondersteund en is niet overal en via elke FM-zender beschik-baar.

Afhankelijk van land en apparaat kan RDS worden uitgeschakeld ='pagina 24.

Zonder RDS zijn geen rad io-informatiediensten mogelijk.

Zendernaam en automatisch zendervoigsysteem

Als RDS beschikbaar is, kunnen in het hoofdmenu Radio en in de FM-zenderl -ijst zendernamen worden weergegeven.

FM-radiozenders zenden onder één naam (bv. Ra-dio 3) tijdelijk of permanent verschillende program-ma's uit op meerdere, per regio verschillende fre-quenties.

Het automatische zendervolgsysteem zorgt er standaard voor dat tijdens het rijden altijd naar de frequentie van de ingestelde zender wordt overge-

schakeld die de beste ontvangst oplevert. Dit kan er echter ook voor zorgen, dat een beluisterde re-gionale uitzending wordt onderbroken.

De automatische frequentiewissel en het automa-tisch zendervolgsysteem kunnen via Instellin-gen FM worden uitgeschakeld 0' pagina 24.

Radiotekst (RDS)

Enkele zenders met RDS zenden extra tekstinfor -matie uit - zogenoemde radiotekst.

Radiotekst wordt in de bovenste helft van het beeldscherm boven de voorkeuzetoetsen weerge-geven =vAfbeelding 5 ®.

De weergave van radiotekst kan in Instellingen FM worden gedeactiveerd 0' pagina 24.

• Voor de inhoud van de verzonden informatie 1 zijn de radiostations verantwoordelijk. '4

Digitale radiofunctie (DAB, DAB+ en DMB-audio

Afbeelding 9 Weergave van de voorKeLizecetser1 Afbeelding 10 Weergave van zenderinfo in de

in de DAB-functie DAB-functie

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen Op een kanaal worden meerdere DAB-zenders

j\ op pagina 3 en de informatie in de in- met beschikbare extra diensten tot een "ensem-

leiding op pagina 16 en volg deze op. bie' samengevat.

De DAB-radio-ontvanger ondersteunt de over-drachtstandaarden DAB, DAB+ en DMB-audio.

Digitale radio in Europa wordt uitgezonden via fre-quenties van band III (174 MHz -240 MHz) en de L-band(1452 MHz - 1492 MHz).

De frequenties van beide banden worden als "ka-nalen" aangeduid en hebben een overeenkomsti-ge code (bv. 12 A).

DAB-radiofunctie starten

• In het hoofdmenu Radio functietoets e'Afbeelding 9 (t aantippen en kiezen.

De laatst ingestelde DAB-zender wordt weergege-ven, als deze ter plaatse nog te ontvangen is.

De gekozen DAB-zender wordt in de bovenste beeldschermregel weergegeven, het actueel geko-zen ensemble daaronder 'n'Afbeelding 9.

13 Compoeïno... lrrda. ok,,..v

Page 21: Handleiding Composition Media, Discover Media

Extra DAB-zenders

Sommige DAB-zenders bieden tijdelijk of perma-nent extra zenders aan (bv. voor het uitzenden van sportverslagen).

In het DAB-hoofdmeriu de zendernamen van de hoofdzender aantippen om een extra zender te kiezen. Of een extra zender kiezen uit de zender-lijst.

In het DAB-hoofdmenu wordt de naam van een in-gestelde extra zender rechts naast de korte naam van de DAB-hoofdzender weergegeven.

Extra zenders kunnen niet worden opgeslagen.

Automatisch zendervoigsysteem: wisselen van DAB naar FM

DAB is momenteel niet overal beschikbaar. In de DAB-radiofunctie wordt in gebieden zonder DAB-dekking weergegeven.

Voor het automatische zendervolgsysteem kan in Instellingen DAB het wisselen naar het FM-fre-quentiegebiod worden toegestaan =pagina 25.

Wanneer dan de beluisterde DAB-zender niet moer kan worden ontvangen (bv. geen DAB be-schikbaar), probeert het systeem deze zender in

het FM-frequentiebereik weer te vinden en in te stellen. Voorwaarde voor een frequentieoverstij-gende zenderwisseling is dat de DAB-zender en de EM-zender dezelfde zenderherkenning uitzen-den of dat via DAB doorgegeven wordt met welke EM-zender de DAB-zender correspondeert.

Als een overeenkomstige FM-zender is gevonden, wordt (FM) achter de zendernaam weergegeven. Als de corresponderende DAB-zender weer kan worden ontvangen, wordt na enige tijd weer naar de DAB-functie teruggeschakeld. De weergave (FM) verdwijnt.

Als een DAB-zender bij te zwakke ontvangst ook in het EM-frequentiegebied niet kan worden terugge-vonden, wordt het geluid van de radio uitgescha-keld.

Extra DAB-diensten

Functietoets Lweersave o] =Afbeelding 9 aantippen en de gewenste extra dienst kiezen.

Functietoets: effect

Geheugenhist): weergave van de voorkeuzetoetsen ='AfbeeFding 9.

[Zenderinfo]: gelijktijdige weergave van radiotekst =nAfbeelding 10 ® en diashows ®, in plaats van de voorkeuzetoetsen,

(Radioteksi]: in plaats van de voorkeuzetoetsen wordt radiotekst in de onderste helft van het beeldscherm weergegeven. Niet alle DAB-zenders ondersteunen radiotekst.

[olashow): diashows worden over het hele beeldscherm weergegeven.

• Voor de inhoud van de verzonden informatie zijn de radiostations verantwoordelijk.

Voorkeuzetoetsen

Afbeelding 11 Huufclineîiu 'RnJftj'

EjJ Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen A\ op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 16 en volg deze op.

In het hoofdmenu Radio kunnen op doorgenum-merde functietoetsen zenders van het actueel ge-kozen frequentiegebied worden opgeslagen. Deze functietoetsen worden als 'voorkeuzetoetsen" aan-geduid.

Audiofunctie 1 19

Page 22: Handleiding Composition Media, Discover Media

Voorkeuzetoets die de gewenste zender weergeeft, aantippen.

Zender via de voorkeuzetoetsen Een opgeslagen zender kan na gekozen te zijn via de voorkeuzetoets openen alleen dan worden beluisterd, als deze op uw huidige locatie nog te

ontvangen is.

Een van de functietoetsen =Afbeelding 11 ® aantippen.

OF: Met de vinger naar links of naar rechts over het beeldscherm ve-

Voorkeuzetoetsgroep wisselen gen.

De voorkeuzetoetsen worden in groepen van elk 5 functietoetsen weergegeven ( tlm , tlm jjJ en tlm ).

Zenders onder voorkeuzetoet- Zie: zenders opslaan pagina 21.

sen opslaan

Zenderlogo's onder voorkeuzet- Aan de zenders die onder voorkeuzetoetsen zijn opgeslagen kunnen zenderlogo's worden toegewezen pagina 20, Zenderlogos onder

oetsen opslaan voorkeuzetoetsen opslaan.

Zenderlogo's onder voorkeuzetoetsen opslaan

Aan zenders die onder voorkeuzetoetsen zijn op-geslagen kunnen zenderlogo's worden toegewe-zen, die op de voorkeuzetoetsen worden weerge-geven.

Als zenderlogo's zijn afbeeldingen in de gebruikelij-ke formats (bv. jpg, bmp of png) met een maximale grootte van 400 x 240 pixels, geschikt.

In sommige landen kunnen zenderlogo's op het in-ternet, via een link naar de website Volkswagen Senderlogos", worden gedownload.

Zenderlogo's op een compatibel opslagmedium (bv. geheugenkaart of usb-opslagmedium) op-slaan, om ze vervolgens in het infotainmentsys-teem te importeren.

Zender kiezen, instellen en opslaan

Afbeelding 12 Hoofdmenu 'Radio'

• Functietoets rsetup ] en aansluitend eriogp] aantippen.

• De gewenste voorkeuzetoets aantippen, waar-aan een zenderlogo moet worden toegewezen.

• De bron waarop het logo is opgeslagen kiezen (bv.).

• Zenderlogo kiezen.

De handeling herhalen om meer logos toe te wij-zen. lnfotainmenttoets jjJ indrukken om terug te keren naar het hoofdmenu 'Radio'.

Afbeelding 13 Radiofunctie: Zenaeriijst

Jonipocitïon flr'rhi. Dsc'j om Mr rij,

Page 23: Handleiding Composition Media, Discover Media

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen At! op pagina 3 en de informatie in de inleiding op pa-gina 16 en volg deze op.

Zender kiezen

FunctietoetsfJofJ =Afbeelding 12 aantippen.

Zender kiezen met de pijitoetsen Overeenkomstig de instelling voor de pijitoetsen wordt gewisseld tus-sen opgeslagen zenders en ontvangbare zenders. Instelling voor de

Zender uit zenderlijst kiezen

Zenderlijst aanpassen

pijitoetsen in net menu Inste 1 Ii ngen (F-rl, AN1, DAB) =n pagina 24.

Functietoets [Zender ] =nAfbeelding 12 aantippen om de zenderlijstte openen.

De lijst doorzoeken en de gewenste zender kiezen door deze aan te tippen.

Voor het sluiten van de zenderlijst de functietoets 0 =Afbeelding 13 aantippen Zonder bediening wordt de zenderlijst na enige tijd automa-tisch gesloten.

De zenderlijsten in de frequentiegebieden FM, AM en DAB worden au-tomatisch aangepast.

In de frequentiegebieden AM en DAB kan de zenderlijst ook handma-tig worden aangepast door de functietoets =nAfbeelding 13 aan te tippen.

Zenderfrequentie handmatig instellen

Stelknop één vergrendeling verder draaien. Frequentieband weergeven

OF: Functietoets 3matigr] =Afbeelding 12 aantippen.

Frequentie stapsgewijs wijzigen Stelknop draaien.

OF: Pijltoets rechts resp. links van de frequentieband aantippen.

Een van de pijltoetsen boven op het beeldscherm o'Afbeelding 12 aantippen. De volgende te ontvangen zender wordt automatisch inge- steld

Frequentieband snel doorzoe- OF: Een van de pijltoetsen boven op het beeldscherm ='Afbeelding 12 ken ingedrukt houden. Na het loslaten wordt de volgende te ontvangen

zender automatisch ingesteld.

OF: Vinger op de schuifknop in de frequentieband leggen en door trek- ken de schuifknop verschuiven.

Slelknop kort indrukken.

Als een zender via een voorkeuzetoets is gekozen, wordt het handma- Frequentieband onderdrukken tig kiezen van de frequentie eveneens beëindigd. Zonder bediening verdwijnt de frequentieband na enige tijd automatisch.

Zenders opslaan

Gewenste voorkeuzetoets Afbeelding 12 ingedrukt houden tot een De actueel beluisterde zender I signaaltoon klinkt.

op een voorkeuzetoets opslaan De actueel beluisterde zender is onder deze voorkeuzetoets opgesla-gen. ____________

Audiofunctie 1 21

Page 24: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoets [zenderJ =AfbeeIding 12 aantippen om de zenderlijst te openen.

Zenders die al op een voorkeuzetoets zijn opgeslagen zijn in de zen-derlijst met het symbool * =Afbeelding 13 gemarkeerd.

De gewenste zender kiezen door deze op het beeldscherm ingedrukt Zender uit zenderlijst op een

te houden. voorkeuzetoets opslaan

De gewenste voorkeuzetoets waarop de zender moet worden opgesla- gen, aantippen.

Er klinkt een signaaltoon en de zender is op deze voorkeuzetoets op-geslagen. Om andere zenders uit de zenderlijst op te slaan, de hande-

________ ling herhalen.

Opgeslagen zenders wissen In het menu Instellingen EM, AM, DAB kunnen alle opgeslagen zenders afzonderlijk of in een keer worden gewist => pagina 24.

Zendernamen vastzetten (frequentiegebied

FM)

Sommige radiozenders zenden een zeer lange zendernaam uit, die als rollende tekst op het beeldscherm wordt weergegeven.

Om de actueel weergegeven tekst vast te zetten, op de zendernaam drukken en ingedrukt houden, tot een signaaltoon klinkt.

Scanfunctie (SCAN

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen

/i\ op pagina 3 en de informatie in de in-leiding op pagina 16 en volg deze op.

Vastgezette zendernamen worden met een punt links en rechts van de zendernaam weergegeven.

De vastgezette tekst wordt weergegeven op alle voorkeuzetoetsen waarop deze radiozender is op-geslagen.

Bij ingeschakelde scanfunctie worden alle te ont-vangen zenders van het actuele frequentiegebied elk gedurende ongeveer 5 seconden weergege-ven.

Scanfunctie starten Stelknop kort indrukken.

OF: Functietoets [Setup .] aantipperi endaarna SCAN kiezen.

Stelknop kort indrukken.

OF: Functietoets SCAN aantippen om de scanfunctie bij de weergege-

Scanfunctie beëindigen ven zender te beëindigen.

De scanfunctie wordt ook beëindigd, als een zender handmatig via de voorkeuzetoetsen wordt gekozen.

22 1 Compceition Media, Disco'.'e'; Mc'cli'

Page 25: Handleiding Composition Media, Discover Media

TP-functie (Traffic Program)

Afbeelding 14 Hoo;ur1, ni Raaic' met TP-weer-gave

Afbeelding 15 Zendeflijst met TP-weergave

r-T'ri Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen van de actuele of corresponderende verkeersinfor- op pagina 3 en de informatie in de in- matiezender worden tijdens de audiofunctie weer-

leiding op pagina 16 en volg deze op. gegeven.

In de FM-functie moet de beluisterde zender de De verkeersinformatiefunctie is alleen via de TP- TP-functie ondersteunen. Als na het inschakelen functie beschikbaar, zolang een verkeersinforma-

van de TP-functie een zender via de voorkeuzet- tiezender te ontvangen is. Verkeersinformatiezen-

oetsen gekozen of handmatig ingesteld wordt, die ders worden in het hoofdmenu 'Radio' en in de de TP-functie niet ondersteunt, is verkeersinforma- zenderlijst met TP aangeduid =Afbeelding 14 en tie niet mogelijk (weergave No TP). ='Afbeelding 15.

Als de beluisterde verkeersinformatiezender niet Enkele zenders zonder eigen verkeersinformatie meer kan worden ontvangen, wordt ook No TP ondersteunen de TP-functie door met een ver-

weergegeven en moet handmatig een zender wor- keersinformatiezender samen te werken (ECN). den gezocht mpagina 20

TP-functie in- en uitschakelen Tijdens de AM- of mediafunctie wordt op de ach-

• In het menu Instellingen (FM, AM DAS) tergrond altijd automatisch een te ontvangen ver- door aantippen functietoets [yerkeersinformati7:ij] keersinformatiezender ingesteld, zolang een der- activeren of deactiveren El = pagina 24. gelijke zender te ontvangen is. Dit kan enige tijd

Als de op dat moment beluisterde zender de TP- duren.

functie niet ondersteunt, verschijnt No TP rechts-boven op het beeldscherm.

Ingeschakelde TP-functie en zenderkeuze

Zolang de verkeersinformatiefunctie ingeschakeld is, wordt tijdens de audiofunctie rechtsboven TP weergegeven w Afbeelding 14. Verkeersberichten

Binnenkomend verkeersbericht

I Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen  op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 16 en volg deze op.

Een binnenkomend verkeersbericht wordt tijdens de actuele audiofunctie weergegeven.

Tijdens het verkeersbericht wordt een pop-upven-ster weergegeven en. indien noodzakelijk, schakelt de radio voor de duur van het bericht over naar de verkeersinformatiezender (ECN).

De mediafunctie wordt op pauze gezet en het volu-me wordt in overeenstemming met de volumevoor-instellingen aangepast ='pagina 64.

Audiofunctie 23

Page 26: Handleiding Composition Media, Discover Media

Het volume van het verkeersbericht kan met de vo-lumeregelaaro) =0Afbeelding 1 Oworden gewij-zigd. Het gewijzigde volume wordt voor de volgen-de verkeersberichten overgenomen.

Instellingen (FM, AM, DAB)

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de i

leiding op pagina 16 en volg deze op.

• Functietoets aantippen om het beluis- teren van het actuele verkeersbericht te beëindi-gen. De TP-functie blijft echter geactiveerd.

• OF: Functietoets [Uitschakelen] aantippen om het beluisteren van het actuele verkeersbericht te be-eindigen en de TP-functie permanent uit te scha-kelen.

Instellingen FM

• Frequentiegebied FM kiezen door op de info-tainmenttoets te drukken.

• OF: Functietoets =r'Afbeelding 14 (9) aantippen

en frequentiegebied FM kiezen.

• Functietoets [Setup ] aantippen om het menu Insteil ingen FM te openen.

Functietoets: effect

:_klankinstellingen =0 pagina 64.

: scanfunctie (SCAN). Bij ingeschakelde scanfunctie worden alle te ontvangen zenders van het ac-tuelefrequentiegebied elk gedurende ongeveer 5 seconden afgespeeld _pagela 22.

[Pijitoetse]: instelling voor pijltoetsen en vastleggen. De instelling wordt voor alle frequentiegebieden

(FM. AM) overgenomen.

hejjgjst: met de pijltoetsen worden alle opgeslagen zenders van het gekozen frequentiege-

bied doorlopen.

[zenderlijstj: met de pijitoetsen worden alle te ontvangen zenders van het gekozen frequentiebe-

reik doorlopen.

[sVerkeersinformatie (TP)]: TP-functie (verkeersinformatiefunctie) is geactiveerd =opagina_23.

[ugenljjt: alle of individuele opgeslagen zenders wissen.

[Alle wissen]: alle opgeslagen zenders worden gewist.

Om een individuele zender te wissen, de_gewenste voorkeuzetoets aantippen.

[2ndejgp]: zenderlogos aan op voorkeuzetoetsen opgeslagen zenders toewijzen =0 pagina 20.

[Radiotekst): radiotekst is ingeschakeld =0 pagina 18.

(iiïitgebreide instellj: instellingen voor de RDS-radio-informatiediensten.

'11 frequenti(j: automatisch zendervoigsysteem via RDS is geactiveerd. Bij gedeacti-

veerde checkbox is het automatische zendervolgsysteem uitgeschakeld. De functietoets

[begjpI is dan niet actief (grijs).

[4dio Data Systeem (Rp)]a): het radiodatasysteem (RDS) is uitgeschakeld =5 pagina 17. Bij ge-

deactiveerde checkbox El zijn de functies verkeersinformatie (TP) en radiotekst niet beschikbaar.

[RDS regionaal]: instelling voor automatisch zendervolgsysteem via RDS vastleggen =0 pagina 17.

er worden alleen alternatieve frequenties van de ingestelde zender met identiek re- gionaal programma ingesteld.

[Automatisch]: er wordt altijd naar de frequentie van de ingestelde zender overgeschakeld die de beste ontvangst oplevert, ook wanneer daarvoor een regionale uitzending wordt

onderbroken.

) Afhankelijk van land en apparaat.

24 1 Compositioti MeULt Discover Medio

Page 27: Handleiding Composition Media, Discover Media

Instellingen AM

• Frequentiegebied AM kiezen door op infotain-menttoets te drukken.

• OF: Functietoets =Afbeelding 140aantippen en frequentiegebied AM kiezen.

• Functietoets aantippen om het menu Instellingen AM te openen.

Functietoets: effect

nk: klankinstellingen =e pagina 64.

scanfunctie (SCAN). Bij ingeschakelde scanfunctie worden alle te ontvangen zenders van het ac-tuelefrequentiegebied elk gedurende ongeveer 5 seconden afgespeeld pagina 22. -

Cpijnoetsen): instelling voor pijltoetsen en vastleggen. De instelling wordt voor alle frequentiegebieden (EM, AM) overgenomen.

[Geheugenljst]: met de pijltoetsen worden alle opgeslagen zenders van het gekozen frequentiege-bied doorlopen.

[Zenderhst]: met de pijltoetsen worden alle te ontvangen zenders van het gekozen frequentiege- bied doorlopen.

[rverkeersinformatieTPij: TP-functie (verkeersinformatiefunctie) is geactiveerd = pagina 16.

[heugenlilstj: alle of individuele opgeslagen zenders wissen.

[Alle wissen]: alle opgeslagen zenders worden gewist.

Om een individuele zender te wissen, de gewenste voorkeuzetoets aantippen.

derlogo's]: zenderlogos aan op voorkeuzetoetsen opgeslagen zenders toewijzen pagina 20.

Instellingen DAB

• Frequentiegebied DAB kiezen door op de info-tainmenttoets te drukken.

• OF: Functietoets Afbeelding 140aantippen en frequentiegebied DAB kiezen.

• Functietoets [Setup :.J aantippen om het menu Instellingen DABte openen.

Functietoets: effect

klankinstellingen pagina 64.

: scanfunctie (SCAN). Bij ingeschakelde scanfunctie worden alle te ontvangen zenders van het ac-tuele frequentiegebied elk gedurende ongeveer 5 seconden afgespeeld => pagina 22.

[ijitoet]: instelling voor pijltoetsen a en vastleggen. De instelling wordt voor alle frequentiegebieden (FM, AM) overgenomen.

[Geheugenlrjst): met de pijltoetsen worden alle opgeslagen zenders van het gekozen frequentiege-bied doorlopen

Eerlijs.)]: met de pijltoetsen worden alle te ontvangen zenders van het gekozen frequentiege- bied doorlopen.

[af Verkeersinformatie ITPTj]: TP-functie (verkeersinformatiefunctie) is geactiveerd pagina 16. -

[tteniiist]: alle of individuele opgeslagen zenders wissen.

[Alle w'ssenj: alle opgeslagen zenders worden gewist.

- Om een individuele zender te wissen, de gewenste voorkeuzetoets aantippen. - - -. - -

rZenderIogosj: zenderlogo's aan op voorkeuzetoetsen opgeslagen zenders toewijzen =npagina 20.

R Radotekst]: radiotekst(RDS)_is_ingeschakeld_pagina 18.

[ü7ebrerde insteil.]: instellingen voor de DAB-diensten.

DAB-verkeersberichten]: DAB-verkeersberichten worden net zoals TP-verkeersberichten in elke

functie weergegeven.

Audiofunctie 1 25

Page 28: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoets: effect

DAB-berichten (nieuws, sport, weer, waarschuwingen, enz.) worden in de actuele DAB-radiofunctie weergegeven.

DAB - DAB programmavervolging]; het automatische zendervoigsysteem binnen het DAB-frequentie-gebied is ingeschakeld.

(ef Automatisch omschakelen DAB - FMI; het automatische zendervolgsysteem mag naar het FM-fre-quentiegebied schakelen.

)ba; L-band is ingeschakeld (zenderfrequenties met kleine reikwijdte, voor lokale ont-vangst).

26 1 Composition Media, Discover Media

Page 29: Handleiding Composition Media, Discover Media

Mediafunctie

Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Eisen aan opslagmedia en bestanden ......27

Afspeelvolgorde van bestanden en mappen 29

Hoofdmenu Media . ......................29

Andere mediabron kiezen .................31

Cd plaatsen of verwijderen ................31

Geheugenkaart plaatsen of verwijderen 32

Extern opslagmedium op usb .-e- ...........33

Externe audiobron op multimediabus AUX-IN 34

Multimedia-interface MEDIA-IN ............35

Externe audiobron via Bluetooth® verbinden 37

Andere titel kiezen in het hoofdmenu Media 38

Titelkeuze vanuit de afspeellijst ............38

Instellingen media .......................39

Met "mediabronnen" worden hierna bronnen aan-geduid die op verschillende opslagmedia (bv. cd, geheugenkaart, externe mp3-speler) audiobestan-den bevatten Deze audiobestanden kunnen via de overeenkomstige spelers of audio-ingangen van het infotainmentsysteem worden afgespeeld (inter-ne cd-wisselaar, geheugenkaartopening, multime-diabus AUX-IN etc.).

Auteursrecht

De op de opslagmedia opgeslagen audio- en vide-obestanden worden in de regel beschermd door het auteursrecht volgens de daarvoor geldende in-ternationale en nationale bepalingen. De wettelijke bepalingen opvolgenl

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen i voor het infotain-mentsysteem =.pagina 3

• Overzicht bedieningselementen =pagina 6

• Basisinformatie voor bediening => pagina 8

MPEG-4 HE-AAC audiocoderingstechnologie en patenten zijn eigendom van Fraunhofer

IIS.

Dit product wordt door bepaalde bedrijfsmati- ge octrooi- en auteursrechten van de Micro-

soft Corporation beschermd. Het gebruik of de ver-koop van dergelijke technologie buiten dit product zonder licentie van Microsoft of een Microsoft ver-tegenwoordiging is verboden.

Eisen aan opslagmedia en bestanden

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen De opgesomde afspeelbare bestandsformaten op pagina 3 en de informatie in de in- worden hierna samenvattend als 'audiobestanden"

leiding op pagina 27 en volg deze op. aangeduid. Een cd met zulke audiobestanden wordt "audiogegevens-cd" genoemd.

Af fabriek ingebouwde cd-spelers voldoen aan vei ligheidsklasse 1 volgens DIN lEG 76 (CO) 6/ VDE 0837.

In het apparaat mogen alleen 12 cm standaard-cd's en geheugenkaarten met een fysieke grootte van 32 mm x 24 mmx 2,1 mm of 1,4 mm worden geschoven.

Audiofunctie 1 27

Page 30: Handleiding Composition Media, Discover Media

Mediabron Voorwaarden voor het afspelen

©Audio-cd's (tot 80 min). J- Cd-digital-audiospecificatie

© Cd-rom-, cd-r-, cd-rw-audiogegevens- - Mp3-bestanden (.mp3) mot bitrates van 32 tot 320 kbit/s of cd tot max. 700 MB (megabyte) volgens variabele bitrate. bestandssysteem ISO 9660 Level 1 en 2, - WMA-bestanden (.wma) tot 9.2 mono/stereo zonder kopieer- Joliet of UDF 1.02, 1.5, 2.01. beveiliging. n. Sd- en MMC-geheugenkaarten vol- - AAC-bestanden (.m4a, .m4b, .mp4, .aac). gens bestandssysteem FAT12, FAT16, —Afspeellijsten in de formats M3U, PLS, ASX en WPL. FAT32 of VFAT tot max. 2 GB (gigabyte) - Afspeellijsten niet groter dan 20 kB en met niet meer dan en SDHC-geheugenkaarten tot max. 32 1000 vermeldingen. GB en SDXC-geheugenkaarten tot max. - Bestandsnaam en padaanduidingen niet langer dan 256 te- 2 TB (terabyte). kens.

- maximaal 4 partities.

Weergave van audiobestanden via - De externe mediaplayer moet het A2DPBluetooth®profiel Bluetooth®a). ondersteunen =npagina 37. - MEDIA-IN extern opslagmedium

135. - Compatibel met multimedia-interface MEDIA-IN =npagina

) BlueteothO is een geregistreerd merk van Bluetoot0 SIG, Inc

Eisen voor de werking van externe opslagmedia via de multimedia-interface MEDIA-IN =pagina 35.

Beperkingen en aanwijzingen

Verontreinigingen, hoge temperaturen en mechani-sche beschadigingen kunnen een opslagmedium onbruikbaar maken. Let op de aanwijzingen van de fabrikant van het opslagmedium.

Kwaliteitsverschillen tussen opslagmedia van ver-schillende fabrikanten kunnen bi) de weergave sto-ringen veroorzaken.

Houd rekening met de wettelijke bepalingen ten aanzien van het auteursrecht!

De configuratie van een opslagmedium of voor de opname gebruikte apparaten en programma's kun-nen ertoe leiden dat afzonderlijke titels of het op-slagmedium niet leesbaar zijn. Informatie over hoe audiobestanden en opslagmedia het beste kunnen worden vervaardigd (compressierates, 1 D3-tag etc.), vindt u bijvoorbeeld op internet.

Afhankelijk van de grootte, de gebruikstoestand (kopieer- en wishandelingen), de mapstructuur en het bestandstype van het gebruikte opslagmedium kan de inloestijd sterk wisselen.

Afspeellijsten leggen alleen een bepaalde af-speelvolgorde vast. In afspeellijsten zijn geen be-standen opgeslagen. Afspeellijsten worden niet af-gespeeld, als de bestanden op het opslagmedium niet daar zijn opgeslagen, waarde afspeellijst naartoe verwijst (relatieve padaanduidingen).

Geen geheugenkaartadapters gebruiken

• De navigatiegeheugenkaart is niet als geheu- gen voor andere bestanden bruikbaar, opge-

slagen bestanden worden niet herkend door het in-fotain mentsysteem.

Voor beschadigde of verloren gegane be-standen op de opslagmedia kunnen wij niet

aansprakelijk worden gesteld.

28 1 Cornposition Media, Discover Mcdia

Page 31: Handleiding Composition Media, Discover Media

Afspeelvolgorde van bestanden en mappen

I Afbeelding 16 Mogelijke structuur van een audio-gegevens-cd

jfl Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen

LI\ op pagina 3 en de informatie in de in leiding op pagina 27 en volg deze op.

Vaak zijn de audiobestanden LII op een opslagme-dium ingedeeld in mappen Den afspeellijsten Eil om zo een bepaalde afspeelvolgorde vast te leg-gen.

Hoofdmenu Media

Afbeelding 17 Hoofdmenu MEDIA

W Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen

Lh op pagina 3 en de informatie in de in-leiding op pagina 27 en volg deze op.

Titels, mappen en afspeellijsten zijn in overstem-ming met hun naam op het opslagmedium nume-riek en alfabetisch gesorteerd.

De afbeelding toont als voorbeeld een typische au-diogegevens-cd, die titels El, mappen D en sub-mappen bevat =Afbeelding 16.

De titels worden bijgevolg als volgt afgespeeld 1 ):

1. Titel ® en ® in de hoofddirectory (root) van de cd

2 Titel ® en ® in de eerste map El van de hoofddirectory van de cd

Titel ® in de eerste submap F1.1 van de map F1

Titel ® in de eerste submap F1.1.1 van de submap Fl.1

Titel ® in de tweede submap F1.2 van de map F1

Titel ® en ® in de tweede map F2

• De afspeelvolgorde kan door de keuze van • verschillende afspeelmogelijkheden worden

gewijzigd =npagina 30.

Afspeellijsten worden niet automatisch afge-• speeld, maar moeten via het menu voor de

keuze van een titel gericht worden gekozen =npagina 38.

Via het hoofdmenu Media kunnen verschillende mediabronnen worden gekozen en weergegeven.

• lnfotainmenttoets indrukken om het hoofdmenu Media te openen =nAfbeelding 17.

Het afspelen van de laatst afgespeelde mediabron wordt op de plaats waar het afspelen was gestopt weer voortgezet.

Welke mediabron actueel wordt afgespeeld staat linksonder in de functietoets weergegeven 0. Als geen mediabron kan worden gekozen, wordt dit in het hoofdmenu Media weergegeven. 00.

in het menu Instel ii ngen media moet de functie (Or/repeat roi submappenjgeactiveerdzijn pagina39 .

Audiofunctie 1 29

Page 32: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoetsen in het hoofdmenu Media

Functietoets Effect

Geeft de actueel gekozen mediabron weer. Aantippen om een andere mediabron te kiezen =c pagina 31.

: interne cd-speler =pagina 31.

[o Sdkaart 1), [o Sd-kaart 2): Sd-geheugenkaart 'c pagina 32.

extern opslagmedium op usb =npagina 33.

externe audiobron op de multimediabusAUX-IN wpagina 34.

[MEDIA-1iij: Media-In =pagina 35.

In plaats van [MEDIA-IN) kan, afhankelijk van de aangesloten mediabron, of fJ worden weergegeven.

Bluetooth®audio =cpagina 37.

[SeIectie) Opent de afspeellijst =pagina 38.

resp. Andere titel kiezen tijdens mediafunctie =cpagina 38

Weergave wordt gestopt._Functietoets 8 verandert in pagina 38.

Weergave wordt vervolgd. Functietoets S verandert in ij =c pagina 38.

Opent het menu Instellingen media wpagina 39.

Alle titels herhalen.

Alle titels op hetzelfde geheugenniveau als de actueel afgespeelde titel worden her - haald. Als in het menu Instel 1 ingen media [t Mix/repeat mci submappen] is geacti- veerd, worden ook submappen meegenomen pagina 39.

Actuele titel herhalen.

Afspelen in willekeurige volgorde.

Alle titels op hetzelfde geheugenniveau als de actueel afgespeelde titel worden 'meegenomen. Als in het menu Instellingen media [kt Mix/repeat inci. submappenj is geactiveerd worden ook submappen meegenomen pana 39.

Bij ingeschakelde scanfunctie worden alle titels van de actuele afspeellijst elk gedu- rende ongeveer 10 seconden afgespeeld.

De functietoets is alleen zichtbaar tijdens de scanfunctie. Omde scanfunctie te star- ten, op stelknop =vAfbeelding 1 ® drukken of de afspeellijst [Selectie ] openen en functietoets aantippen.

Weergaven en symbolen in het hoofdmenu Media'

Weergave Betekenis

Weergave van titelinformatie (cd-tekst , lD3-tag voor mp3-bestanden).

A Audio-cd's: weergave van Titel en titelnummer, overeenkomstig de volgorde op het opslagmedium.

Audiobestanden: weergave van artiestennaam, albumnaam en titelnaam.

Weergave van de albumcover, als deze beschikbaar is op het opslagmedium.

Afspeeltijd van de titel en resterende afspeeltijd in minuten en seconden. Bij audio-

©

___________ bestanden met variabele bitrate (VBR) kan de weergegeven speeltijd afwijken.

Radio-informatiedienst RDS Is uitgeschakeld. RDS kan in het menu Insteli ingen RDS Qffal

FM worden ingeschakeld o'pagina 16.

TP TP is_ingeschakeld en kan worden ontvangen =pagina 16.

No TP Er wordt geen verkeersinformatiezender ontvangen.

Geen DAB-ontvangst mogelijk.

a/ Afhankelijk van land en apparaat

30 1 Composition •Media.. Discover Mcdie

Page 33: Handleiding Composition Media, Discover Media

Andere mediabron kiezen

• In het hoofdmenu Media infotainmenttoets meerdere keren indrukken om de beschik-

bare mediabronnen achtereenvolgens te doorlo-pen.

• OF: In het hoofdmenu Media functietoets =Afbeelding 18 Qaantippen en de gewenste me-diabron kiezen.

In het pop-upvenster zijn momenteel niet beschik-bare mediabronnen inactief (grijs) weergegeven.

Als een voorheen beluisterde mediabron opnieuw wordt gekozen, wordt de weergave vervolgd op de plek waar deze is gestopt.

Afbeelding 18 HoofdIne:u MEDIA

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen & op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 27 en volg deze op.

Optioneel beschikbare mediabronnen

Functietoets: mediabron

J: interne cd-speler =pagina 31.

1: Sd-kaart ij, [0 5d-kaart 2]: Sd-geheugenkaart pagina 32.

J: extern opslagmedium op usb = pagina 33.

J: externe audiobron op de multimediabusAUX-IN =pagina 34.

[MEDIA-IN): Media-In =pagina 35.

In plaats van [MEDIA-IN] kan, afhankelijk van de aangesloten mediabron, of fJ worden weer

gegeven.

BT-audio]: Bluetooth®audio = pagina 37.

• U kunt ook een andere mediabron kiezen in de weergave Afspeellijst => pagina 38.

Cd Diaatsen of verwijderen

Afbeelding 19 Opslagmediumopeningen in het dashboardkastje

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen Tijdens het rijden zou de bestuurder het apparaat

op pagina 3 en de informatie in de in- niet moeten bedienen. Opslagmedium voor het be-

leiding op pagina 27 en volg deze op. gin van de rit plaatsen of verwisselen! 10.

Audiofunctie 1 31

Page 34: Handleiding Composition Media, Discover Media

De cd-speler kan zowel audio-cds als audiodata-cds afspelen.

Cd plaatsen

• Cd met de zijde met tekst naar boven houden

• De cd altijd slechts zo ver in de cd-opening =Afbeelding 19 ® schuiven, dat deze automa-tisch naar binnen wordt getrokken.

• Het afspelen begint na het plaatsen automa-tisch.

Cd verwijderen

Bij cabriolets moet afhankelijk van het land voor het verwijderen van de cd, de sleutel in het contact zitten (diefstalbeveiliging).

• Toets Q indrukken.

• De geplaatste cd wordt uit het apparaat ge-schoven en moet binnen 10 seconden worden ver-wijderd.

Als de cd niet binnen ca. 10 seconden wordt ver-wijderd, wordt deze om veiligheidsredenen weer in de speler geschoven zonder dat naar de cd-functie wordt geschakeld.

Cd niet leesbaar of defect

Als de gegevens op een geplaatste cd niet kunnen worden gelezen of de cd defect is, wordt er een overeenkomstige aanwijzing op het beeldscherm weergegeven.

Afhankelijk van het apparaat wordt een niet-lees-bare cd automatisch driemaal kort eruit geschoven en weer naar binnen getrokken om 3 nieuwe lees-pogingen te starten, voordat de aanwijzing wordt weergegeven.

• Op een slecht wegdek en bij heftige trillingen kan de speler bij het afspelen overslaan.

Als de binnentemperatuur in het apparaat te • hoog is, worden geen cd's meer geaccep-

teerd of afgespeeld.

Als na het plaatsen van verschillende cds steeds een cd-spel erstori ng wordt weer-

gegeven, een specialist raadplegen.

Geheugen kaart plaatsen of verwijderen

Afbeelding 20 Opslagmediurnopeningen in het dashboardkastje

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen Geheugenkaart plaatsen op pagina 3 en de informatie in de in- Een compatibele geheugenkaart met de afgesne-

leiding op pagina 27 en volg deze op. den hoek eerst en met het opschrift naar boven (contacten naar beneden) in een van beide geheu-

Tijdens het rijden zou de bestuurder het apparaat genkaartopeningen =Afbeelding 20 © schuiven, niet moeten bedienen. Opslagmedium voor het be- tot deze vastklikt. gin van de rit plaatsen of verwisselen!

Als een geheugenkaart niet erin kan worden ge- Er worden alleen afspeelbare audiobestanden schoven, de inschuifpositie en geheugenkaart con- weergegeven en afgespeeld. Andere bestanden troleren. worden genegeerd.

De geluidsweergave begint automatisch, als er au- diobestanden op de geheugenkaert zijn opgesla- gen en deze leesbaar zijn. 10.

3 2 I Composition Media. Discovr Media

Page 35: Handleiding Composition Media, Discover Media

Geheugenkaart verwijderen

De geplaatste geheugenkaart moet op het verwij-deren worden voorbereid.

• Op de infotainmenttoets MENU drukken, aan-sluitend aantippen om het menu Systeem-instellingen te openen.

• Functietoets ]d-kaart 1 veilig verwijderen] resp. [j<eart 2 veilig verwijderen] aantippen. Nadat de ge- heugenkaart met succes door het systeem is afge-meld, wordt de functietoets grijs.

• Op de geplaatste geheugenkaart drukken. De geheugenkaart springt in de verwijderpositie.

• Geheugenkaart verwijderen.

Extern opslagmedium op usb .-

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 27 en volg deze op.

Afhankelijk van het land en de uitrusting kan zich ook een usb-aansluiting .-e- in de wagen bevinden w brochure Instructieboekje.

Indien in plaats daarvan een multimedia-interface MEDIA-IN in de wagen zit, moet voor het aanslui-ten van het externe opslagmedium een adapterka-bel worden gebruikt Sv pagina 35.

Geheugenkaart niet leesbaar

Als er een geheugenkaart wordt geplaatst waarop bestanden staan die niet gelezen kunnen worden, wordt na het laden naar de functie van de geheu-genkaart omgeschakeld.

De volgende aanwijzing verschijnt: Geen af-speelbare bestanden beschikbaar.

• De navigatiegeheugenkaart is niet als geheu-1 gen voor andere bestanden bruikbaar, opge-

slagen bestanden worden niet herkend door het in-fotainmentsysteem.

• Op de infotainmenttoets 3 drukken, aan- sluitend EIR aantippen om het menu Systeem-insteli ingen te openen.

• Functietoets [Usb-opsiagmedium veilig verwijderen]

aantippen. Nadat het opslagmedium met succes door het systeem is afgemeld, wordt de functie-toets grijs.

• De verbinding met het opslagmedium kan wor-den verbroken.

Opslagmedium niet leesbaar

Er worden alleen afspeelbare audiobestanden Bij het verbinden van een opslagmedium waarvan

weergegeven en afgespeeld. Andere bestanden de gegevens niet gelezen kunnen worden, ver-

worden genegeerd schijnt de aanwijzing Geen afspeel bare be-

standen beschikbaar. De geluidsweergave begint automatisch, als er au- diobestanden op het opslagmedium zijn opgesla- Lees en neem de gebruiksaanwijzing van de I gen en deze leesbaar zijn fabrikant van het externe opslagmedium in

acht. zj Verbinding verbreken

Het verbonden opslagmedium moet v66r het ver- breken van de verbinding op het verwijderen wor- den voorbereid.

Audiofunctie 1 33

Page 36: Handleiding Composition Media, Discover Media

Externe audiobron op multimediabus AUX-IN

Afbeelding 21 HooldMleIlb N1uDIA

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen A op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 27 en volg deze op.

Afhankelijk van het land en de uitrusting kan zich ook een AUX-IN-bus w in de wagen bevinden

brochure Instructieboekje.

Om de externe audiobron aan te sluiten deze via een geschikte aansluitkabel met 3,5 mm jackplug-steker met de AUX-IN-bus verbinden.

Indien in plaats daarvan een multimedia-interface MEDIA-IN in de wagen zit, moet voor het aanslui-ten van de externe audiobron via de 3,5 mm jack-plugsteker een adapterkabel worden gebruikt

pagina 35.

De aangesloten externe audiobron wordt via de wagenluidsprekers weergegeven en kan niet via het infotainmentsysteem worden bediend.

Afbeelding 22 1. nD.. :, ,hron op AUX-IN.

Een aangesloten externe audiobron wordt met AUX op het beeldscherm weergegeven =AfbeeIding 22.

Externe audiobron op multimediabus AUX-IN aansluiten

• Basisvolume van het infotainmentsysteem ver-lagen.

• Externe audiobron op multimediabus AUX-IN aansluiten.

• Geluidsweergave van de externe audiobron starten.

• In het hoofdmenu Media de functietoets =Afbeelding 21 (D aantippen en kiezen.

Het volume van de externe audiobron moet aan het volume van de andere audiobronnen worden aangepast =pagina 64.

Bijzonderheden bij het gebruik van een ext

Handeling

Keuze van een andere audiobron op het infotain mentsysteem.

Weergave van de externe audiobron beëindigen

Steker van de multimediabus AUX-IN lostrekken

rne audiobron via de multimediabus AUX-IN

Effect

Externe audiobron gaat op de achtergrond verder.

Het infotainmentsysteem btjft in het menu AUX.

Het infotainmentsysteem wisselt naar de weergave van de laatst afgespeelde audiobron.

• Lees en neem de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de externe audiobron in acht.

Als de externe audiobron op het 12 volt stop-contact van de wagen is aangesloten, kan dit

storende geluiden veroorzaken.

34 1 Composition Media, Discover Media

Page 37: Handleiding Composition Media, Discover Media

Multimedia-interface MEDIA-IN

Afbeelding 23 Mu]ttmedja-nterface MEDIA-IN

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 27 en volg deze op.

Afhankelijk van het land en de uitrusting kan zich ook een multimedia-interface MEDIA-IN in de wa-gen bevinden =n brochure Instructieboekje.

Audiobestanden op een op de muitimedia-interface MEDIA-IN aangesloten extern opslagmedium kun-nen via het infotainmentsysteem worden afge-speeld en bediend.

Met externe opslagmedia worden in dit instructie-boekje USB-opslagmedia bedoeld, die afspeelbare bestanden bevatten, zoals bijvoorbeeld, mp3-spe-Iers, iPodsTM en USB-sticks.

Via de multimedia-interface MEDIA-IN wordt een voor USB gebruikelijke spanning van 5 volt be-schikbaar gesteld.

Adapter voor het aansluiten van een opslagmedium

Een extern opslagmedium wordt met een adapter op de multimedia-interface MEDIA-IN aangesloten.

Een adapter zit in de !everingsomvang. Meer adapters zijn verkrijgbaar bij uw Volkswagen Part-ner.

Geen geheugenkaartadapters, USB-verlengsnoe-ren of USB-hubs (USB-verdelers) gebruiken!

Eisen

Opslag_media die kunnen worden aangesloten Leesbare bestanderi en formaten

Opslagmedium gespecificeerd volgens USB2.O. Opslagmedium in het FAT-bestandssysteem FAT16 (<2GB) resp. FAT32 (>2GB). iPodsTM8) en iPhonescMd) van verschillende gene-raties MTP-speler met het "PlaysForSure"- of "Ready-ForVista"-merkteken.

- Audiobestanden in het format mp3, WMA en AAC. - Afspeellijsten in de formats M31U, PLS, ASX en WPL.

Lees de gebruiksaanwijzing van het externe opslagmedium en neem deze in acht.

iPod' en IPhoner zijn beschermde handeismerken van Apple Inc

Aanwijzingen en beperkingen

Op het infotainmentsysteem kunnen alleen via de multimedia-interface MEDIA-IN leesbare audiobe-standen worden weergegeven, afgespeeld en be-diend.

Bij MTP-spelers kan het - afhankelijk van de batte rijstatus en de hoeveelheid gegevens - enkele mi-nuten duren, tot deze speelklaar zijn.

Externe harde schijven met een hogere capaciteit dan 32 GB moeten onder bepaalde omstandighe-den als FAT32 worden geformatteerd Program-ma's en aanwijzingen hiervoor zijn bijvoorbeeld te vinden op internet.

Bij opslagmedia die in meerdere partities zijn on-derverdeeld, wordt alleen de eerste partitie her-kend.

Overige beperkingen en aanwijzingen met betrek-king tot de eisen aan medisbronnen in acht nemen =5 pagina 27.

Extern opslagmedium aansluiten of

losmaken

• Passende adapter op de multimedia-interface MEDIA-IN aansluiten =5 pagina 35.

• Extern opslagmedium via de adapter met de multimedia-interface MEDIA-IN verbinden

• Extern opslagmedium zo nodig inschakelen resp. juiste gegevensmodus kiezen.

Audiofunctie 1 35

Page 38: Handleiding Composition Media, Discover Media

Onafhankelijk van eventuele andere informatie kan het externe opslagmedium op elk moment zonder gegevensverlies van de multimedia-interface ME-DIA-IN worden losgetrokken.

Let er bij lostrekken van een iPodTM of iPhoneTM

van de adapterkabel op, dat beide ontgrendelingen op de smalle zijkanten van de iPodTM-steker gelijk-tijdig worden ingedrukt.

Bediening via het infotainmentsysteem

Een correct op de multimedia-interface MEDIA-IN aangesloten extern opslagmedium kan via het info-tainmentsysteem worden bediend.

• In het hoofdmenu Media de functietoets =AfbeeIding 24 Q aantippen en {MEDIA-IN) kiezen.

Verdere bediening van het externe opslagmedium (andere titel kiezen, titelkeuze en afspeelmodi op-roepen) geschiedt zoals staat beschreven in de betreffende hoofdstukken => pagina 27.

iPodTM en iPhoneTM

Bij een aangesloten iPodTM of iPhonerM worden op het bovenste keuzeniveau de iPod-specifieke lijst-weergaven (C3 Afspeellijsten, Artiesten, El Albums, El Titels, El Podcasts etc.) ge-toond.

De muziekbediening op de aangesloten iPodTM of iPhoneTM is daarbij geblokkeerd.

Het afspeelvolume van sommige iPodsîM of iPho-nesTM kan aan het volume van de andere audio-bronnen worden aangepast =pagina 27.

Vanaf een iPodTM of iphoneTM kunnen geen be-standen worden geïmporteerd.

Mogelijke storingmeldingen na aansluiten van een extern opslagmedium

Foutmelding Oorzaak - Handelwijze -

Apparaat wordt niet Weergave van het externe op- Adapterkabel controleren.

ondersteund slagmedium of communicatie via Software van de multimedia-interface de gebruikte adapterkabel is niet MEDIA-IN via uw Volkswagen Partner la-mogelijk. ten updaten.

Indien mogelijk. de software van het ex-terne_opslagmedium_updaten.

Apparaat werkt niet Communicatie is gestoord Verbinding en paraatheid van het exter- ne opslagmedium controleren.

Vanwege het grote aantal verschillende opslagmedia en verschillende iPodTM en iPhoneTM-generaties kan niet worden gegarandeerd, dat alle beschreven functies storingvrij uitvoerbaar zijn.

De gebruikte adapterkabel mag niet ingeklemd of scherp verbogen zijn. Dit kan de adapterka-bel beschadigen en uitval van functies veroor-zaken.

• Externe mediaspelers niet tegelijkertijd voor 1 het afspelen van muziek via Bluetooth® en

via de multimedia-interface MEDIA-IN met het info-tainmentsysteem verbinden, omdat dit tot beper-kingen bij het beluisteren kan leiden.

Page 39: Handleiding Composition Media, Discover Media

Externe audiobron via Bluetooth® verbinden

Afbeelding 24 Hoofdmenu MEDIA

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 27 en volg deze op.

In de Bluetooth®audiofunctie kunnen audiobestan-den, die op een via Bluetooth® verbonden Blue-tooth®audiobron (bv. mobiele telefoon) worden af-gespeeld, via de wagenluidsprekers worden weer-gegeven (Bl u etooth®a u dioweergave) .

Voorwaarden:

• De externe Bluetooth®audiobron moet het A2DPBl uetooth®profiel ondersteunen.

• In het menu Instellingen Bluetooth moet de functie [_Ïrietooth-audo (A2DP/AVRcP)] zijn geacti-veerd =npagina 61.

Bluetooth®-audioweergave starten

• Bl uetooth®zichtbaarheid op de externe Blue-

tooth®audiobron (bv. mobiele telefoon) inschake-len.

• Basisvolume van het infotainmentsysteem ver-lagen.

• Infotainmenitoets ftJ indrukken.

• Functietoets =0 Afbeelding 24 Cjt aantippen en [ST-audio) kiezen.

• [ëuw apparaat zoeken] aantippen om een externe Bl uetooth®audiobron voor de eerste keer te ver-binden.

• OF: Een externe Bluetooth®audiobron uit de lijst kiezen.

• De aanwijzingen over de overige handelingen op het beeldscherm van het infotainmentsysteem en op het display van de Bluetooth-audiobron op-volgen.

Eventueel moet de weergave op de BIuetooth®au diobron nog handmatig worden gestart.

Als het afspelen op de Bluetooth®audiobron wordt beëindigd, blijft het infotainmentsysteem in de Bl u etooth®a u diofu nctie .

Weergave bedienen

In hoeverre de Bluetooth®audiobron via het info-tainmentsysteem kan worden bediend, is afhanke-lijk van de verbonden Bluetooth®audiobron.

Bij sommige mediaspelers die het AVRCP-Blue-tooth®profiel ondersteunen, wordt de weergave van de Bluetooth®audiobron automatisch gestart of gestopt, als naar de Bluetooth®audiofunctie of naar een andere audiobron wordt gewisseld. Bo-vendien kan het mogelijk zijn de titel weer te geven of een andere titel te kiezen via het infotainment-systeem.

• Vanwege het grote aantal verschillende Blue-• tooth®audiobronnen kan niet worden gega-

randeerd, dat alle beschreven functies storingvrij uitvoerbaar zijn.

Op de verbonden Bluetooth®audiobron moe-• ten de waarschuwings- en servicetonen (bv.

toetstonen op de mobiele telefoon) altijd worden uitgeschakeld, om storinggeluiden en storingen in de werking te voorkomen.

• Externe mediaspelers niet tegelijkertijd voor • het afspelen van muziek via Bluetooth® en

via de multimedia-interface MEDIA-IN =npagina 35 met het infotainmentsysteem verbinden, omdat dit tot beperkingen bij het beluisteren kan leiden.

Audiofunctie 1 37

Page 40: Handleiding Composition Media, Discover Media

Andere titel kiezen in het hoofdmenu Media

Afbeelding 25 Hoofdmenu ivlEDiA

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen

£ op pagina 3 en de informatie in de in-leiding op pagina 27 en volg deze op.

De titels van de beluisterde mediabron kunnen met de pijltoetsen achter elkaar worden doorlopen.

Met de pijltoetsen kan niet naar de weergave van-uit een afspeellijst worden gewisseld. De geluids-weergave vanuit een afspeellijst moet handmatig via het menu voor de keuze van een titel worden gestart =pagina 38.

Bediening via hoofdmenu Media

Handeling 1 Effect

Functietoets eenmaal kort aanfippen. Naar het begin van de actuele titel. Als de looptijd van de titel minder dan 3 seconden bedraagt, wordt naar het begin van de voorgaande titel gewisseld.

Functietoets tweemaal kort achter elkaar aan- Naar het begin van de vorige titel. Van de eerste titel

tippen. wordt naar de laatste titel van het afgespeelde op-

________________ slagmediurn gewisseld.

Functietoets eenmaal kort aantippen. Naar de volgende titel. Van de laatste titel wordt weer naar de eerste titel van het afgespeelde opslagmedi- um gewisseld.

Functietoets ingedrukt houden. Snel achteruit. . .. -

Functietoets ingedrukt houden. Snel vooruit.

Functietoets eenmaal kort aantippen. Weergave wordt gestopt. Functietoets fJ verandert in

Functietoets fJ eenmaal kort aantippen. Weergave wordt vervolgd. Functietoets 0 verandert i.

Titelkeuze vanuit de afspeelli

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 27 en volg deze op.

Afspeellijst openen

• In het hoofdmenu Media de functietoets [ÏktieJ aantippen SAfbeelding 25, om de af-speellijst te openen. De actueel beluisterde titel is gemarkeerd =>Afbeelding 26.

• Afspeellijst doorzoeken en gewenste titel aan-lippen.

Als titelinformatie beschikbaar is, worden titelna- men ïn plaats van Titel + nr. weergegeven. 10. Afbeelding 26 Mediafunctie. Afspeellijst van een

mediabron

38 1 Composition Media, Discover Media

Page 41: Handleiding Composition Media, Discover Media

Overzicht van functietoetsen in de afspeellijst

Functietoets: effect

: opent het menu Bronnen. Een andere mediabron kiezen door deze aan te tippen.

® geeft de actueel gekozen mediabron weer. Aantippen om naar de mediabron te wisselen.

J: interne cd-speler m pagina 31.

[arjJ, LOSd-kaart2]: Sd-geheugenkaart S pagina 32.

[MEDIA-IN]: externe audiobron op multimedia-interface MEDIA-IN =pagina 35.

L BT-audio] externe mediaspeler via Bluetooth® aangesloten = pagina 37.

J: functietoets aantippen om de bovenhiggendo map van de mediabron te openen

; start de geluidsweergave bij de eerste titel.

: alle titels herhalen.

Alle titels op hetzelfde geheugenniveau als de actueel afgespeelde titel worden herhaald. Als in het menu Instel ii ngen media [' Mix/repeat ind. submappen] is geactiveerd, worden ook submappen meegenomen =cpagina 39.

: actuele titel herhalen.

J: Afspelen in willekeurige volgorde.

Alle titels op hetzelfde geheugenniveau als de actueel afgespeelde titel worden meegenomen. Als in het menu Instellingen media [v Mx repeat ind. submappe] is geactiveerd, worden ook submappen meege-nomen = pagina 39.

: bij ingeschakelde scanfunctie worden alle titels van de actuele afspeellijst elk gedurende onge-veer 10 seconden afgespeeld.

: afspeellijst sluiten.

• Titels, mappen en afspeellijsten kunnen ook door verdraaien van de stelknop gemarkeerd,

en door te drukken opgeroepen resp. geopend worden.

InstellinQen media

12 Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen Instellingen media Lî\ op pagina 3 en de informatie in de in- • Hoofdmenu Media kiezen door op de infotain-

leiding op pagina 27 en volg deze op. menttoets te drukken.

• Functietoets Lsetup ] aantippen om het menu Instellingen media te openen

Functietoets: effect

c: klankinstellingen =cpagina 64.

[w Mix/Repeat inclusief submappenj: submappen worden in de gekozen afspeelmodus meegenomen => pagina 29.

[oothj: instellingen Bluetooth® =5 pagina 62.

5t Verkeersinformatje i43] : TP-functie (verkeersinformatiefunctie) is geactiveerd => pagina 16.

Audiofunctie 1 39

Page 42: Handleiding Composition Media, Discover Media

Navigatie

Navigatie inleiding en bediening

Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende

onderwerpen;

Aanwijzingen voor navigatie ............... 40

Navigatiebestanden van een geheugenkaart actualiseren en gebruiken ................ 41

Hoofdmenu Navigatie . ................... 41

Nieuw reisdoel (reisdoelingave) ............ 42

Na het starten van de routegeleiding ....... 43

Route................................. 44

Mijn reisdoelen (reisdoelgeheugen) ........ 45

Bijzondere reisdoelen .................... 46

Weergave .............................. 47

Splitscreen ............................. 47

Kaartweergave .......................... 48

TMC-verkeersmeldingen en dynamische routegeleiding (TRAFFIC) ................ 48

vCards (digitale visitekaartjes) importeren ... 49

Verkeerstekenweergave .................. 49

Routegeleiding in de demomodus .......... 50

Navigatie-instellingen .................... 50

Algemene informatte

Via het satellietsysteem gps (Global Positioning System) wordt de actuele positie van de wagen bepaald. Sensoren in de wagen meten de afgeleg- de weg. Met het opgeslagen, gedetailleerde kaart- materiaal en aan de hand van de opgeslagen we-

Aanwijzingen voor navigatie

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen

£ op pagina 3 en de informatie in de in leiding op pagina 40 en volg deze op.

Als het navigatiesysteem geen gegevens van GPS-satellieten kan ontvangen (dicht bladerdak, parkeergarage), is navigatie via de wagensenso-ren nog wel mogelijk.

Mogelijke beperkingen bij de navigatie

In gebieden die niet of onvolledig gedigitaliseerd op het opslagmedium beschikbaar zijn (bv. een-richtingswegen en wegen die onvoldoende geregi-streerd zijn), wordt door het navigatiesysteem eveneens geprobeerd een routegeleiding mogelijk te maken.

geninformatie worden alle meetwaarden geanaly-seerd. Zo nodig worden verkeersmeldingen in de routeberekening geïntegreerd (dynamische route-geleiding pagina 48). Met alle beschikbare ge-gevens berekent het navigatiesysteem een optima-le route naar het reisdoel.

Als reisdoel kan een adres of een bijzonder reis-doel, bv. tankstation of hotel, ingevoerd worden.

Gesproken navigatiemeldingen en grafische weer-gaven op het navigatieapparaat en in het instru-mentenpaneel leiden u naar het reisdoel.

Afhankelijk van het land kunnen enkele functies van het infotainmentsysteem vanaf een bepaalde snelheid niet meer via het beeldscherm worden gekozen. Dit is geen onjuiste werking, maar een gevolg van de wettelijke voorschriften van het land.

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen , voor het infotain-mentsysteem wpagina 3

• Overzicht bedieningselementen =pagina 6

• Basisinformatie voor bediening =pagina 8

• Nieuw reisdoel (reisdoelingave) wpagina 42

• Mijn reisdoelen (reisdoelgeheugen) pagina

45

Bij ontbrekende of onvolledige navigatiegegevens kan de wagenpositie mogelijkerwijs niet precies bepaald worden. Dit kan ertoe leiden, dat de navi-gatie niet zo nauwkeurig is als u gewend bent.

Navigatiegebied en actualiteit van navigatiebestanden

De wegen veranderen voortdurend (bv. nieuwe straten, wijziging van straatnamen en huisnum-mars) Hierdoor kan het gedurende de routegelei-ding leiden tot storingen of onnauwkeurigheden als de navigatiebestanden niet actueel zijn.

Volkswagen adviseert de navigatiebestanden re-gelmatig te actualiseren. Actuele navigatiebestan-den zijn verkrijgbaar als download via de "Volkswagen Portal" of bij uw Volkswagen Partner. 1

40 1 Composition Media, Discover Media

Page 43: Handleiding Composition Media, Discover Media

Navigatiebestanden van een geheugenkaart actualiseren en gebruiken

CEO Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen Als de geplaatste geheugenkaart geldige naviga- ,& op pagina 3 en de informatie in de in- tiebestanden bevat, verschijnt een tekstmelding De

leiding op pagina 40 en volg deze op. bron bevat de geldige navigatiedatabank.

Voor het infotainmentsysteem zijn altijd de actueel voor dit apparaat geldende navigatiebestanden no-dig om alle functies volledig te kunnen gebruiken. Als een oudere navigatiebestandsversie wordt ge-bruikt. kan de werking van het navigatiesysteem worden beïnvloed.

De navigatie kan worden gestart.

Geheugenkaart niet verwijderen als er naviga-tiegegevens worden gebruikt. Dit kan de ge-heugenkaart vernielen!

Navigatiebestanden actualiseren Voor het verwijderen van de geheugenkaad

Actuele navigatiebestanden kunnen op internet via moet deze op het verwijderen worden voor-

de "Volkswagen Portal" worden gedownload en op bereid pagina 27. Zonder geheugenkaart is de

een compatibele geheugenkaart worden opgesla- navigatie en de ontvangst van TMC-meldingen

gen niet mogelijk.

Geschikte geheugenkaarten zijn bij de Volkswagen LEIJ De navigatiegeheugenkaart is niet als ge-

Partner verkrijgbaar, heugen voor andere bestanden bruikbaar,

Een beschrijving van de handelwijze is te vinden opgeslagen bestanden worden niet herkend door

op internet via de Volkswagen Portal. het infotainmentsysteem.

Navigatiebestanden gebruiken

• Geheugenkaart met de opgeslagen navigatie-bestanden plaatsen pagina 27.

• Geheugenkaart tijdens de controle niet verwij-deren. Wachten tot de controleweergave verdwijnt

Hoofdmenu 'Naviciatie

Ii • 887km 12:14

- vix

Afbeelding 27 Hoofdmenu 'Navigatie

O Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

De navigatiefuncties zijn alleen oproepbaar als er navigatiegegevens voor het gebied waarin mo-menteel wordt gereden in het infotainmentsysteem beschikbaar zijn.

Volkswagen adviseert voor het gebruik van • de navigatiebestanden alleen originele Volks-

wagen-geheugenkaarten te gebruiken. Het gebruik van andere geheugenkaarten kan tot beperkingen in de werking leiden.

Via het hoofdmenu Navigatie kan een nieuw reis-doel worden gekozen, een eerder aangedaan of opgeslagen reisdoel worden geopend en naar bij-zondere reisdoelen worden gezocht.

Hoofdmenu Navigatie' openen

• lnfotainmenttoets indrukken, om het laatst geopende navigatiemenu te openen.

• Als niet het hoofdmenu Navigatie wordt weer-gegeven, de infotainmenttoets opnieuw in-drukken, tot het hoofdmenu Navigatie verschijnt.

• OF: Op de functietoets 0 drukken, om per me-nu terug te schakelen naar het hoofdmenu Naviga-tie.

Navigatie 1 41

Page 44: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoetsen en weergaven in het hoofdmenu Navigatie

Functietoets Effect

Splitscreen wordt weergegeven =5 pagina_47.

Weergeven en functietoetsen voor kaartweergave =spagina 48.

® [Nieuw reisdoel RI: nieuw reisdoel ingeven pagina 42.

[Route R]: tijdens een routegeleiding =u pagina 44.

[Mijn reisdoelen » u] Opgeslagen reisdoelen openen of beheren =5 pagina 45.

[dTzresd] Zoeken naar bijzondere reisdoelen (bv. hotels, tankstations) in een bepaald gebied upagina 46.

[Weergav] Wijzigen van de kaartweergave of weergeven of verbergen van het splitscreen =5 Afbeelding 27 ® =spagina 47.

[setup ) Opent het menu Instellingen navigatie =5 pagina 50.

Nieuw reisdoel (reisdoelinqave

W Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

• In het hoofdmenu Navigatie op de functietoets [Nieuw doel P) drukken

• Functietoets (Opties v] aantippen en de gewen-ste reisdoelingave kiezen (Adres, Bijzonder reisdoel of Op kaart).

Adres

Na ingave van een land en een plaats kan al een routegeleiding naar het stadscentrum van de geko-zen plaats worden gestart.

Functietoets: effect

Houd er bij het inperken van een reisdoeladres in elk geval rekening mee dat elke ingave de daar-opvolgende keuzemogelijkheden verder begrenst. Als een gezochte straat bijvoorbeeld niet in het eerder ingegeven postcodegebied ligt, kan deze ook in het latere straatkeuzemenu niet worden ge-vonden.

het gewenste land kiezen.

de gewenste plaats of postcode ingeven.

t: de gewenste straat ingeven.

[Huisnummer]: het gewenste huisnummer ingeven.

[Kruising]: de kruising kiezen.

[Laatste reisdoelenj: opent het menu Mijn rei sdoel en pagina 45

n: start de routegeleiding naar het gekozen adres.

Bijzonder reisdoel

Routegeleiding naar een bijzonder reisdoel starten.

Functietoets: effect

2kge]: kiezen van het zoekgebied waarbinnen naar bijzondere reisdoelen moet worden gezocht.

[Omgeving huidige positie]: bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van de huidige positie ge-zocht.

[Omgeving reisdoe)]I: bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van het reisdoel gezocht.

(Langs de route]aI: bijzondere reisdoelen worden langs de route gezocht.

[Omgeving adres]: bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van het in te geven adres gezocht. lo,

42 1 Composition Media, Discover Media

Page 45: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoets: effect

[Op kaart kiezen): bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van het op de kaart gekozen reis- doel gezocht. Functietoets [5tk] aantippen om een reisdoel op de kaart te kiezen.

[Categorie zoeken]: hoofdcategorie (bv. Auto en reizen), categorie (bv. Vliegveld) en vervolgens de ge-wenste vermelding uit de lijst kiezen.

[Opslaan]: slaat het gekozen bijzondere reisdoel op in het reisdoelgeheugen =5 pagina 45.

[Nummer kiezen]: brengt een telefoonverbinding met het bij het bijzondere reisdoel opgeslagen tele-foonnummer tot stand.

n: start de routegeleiding naar het gekozen bijzondere reisdoel.

[Naam zoeken]: een bijzonder reisdoel zoeken door de naam in te geven.

De functietoets is alleen zichtbaar bij actieve routegeleiding

Op kaart

Reisdoel op de kaart kiezen en met ED bevesti-gen.

Functietoets: effect

[Opslaan]: slaat het gekozen bijzondere reisdoel op in het reisdoelgeheugen pagina 45.

[Bewerk.]: reisdoel bewerken of een ander reisdoel ingeven.

es: routeopties instellen, zie Navigatie-instellingen =upagina 50

n: start de routegeleiding naar het gekozen bijzondere reisdoel.

Na het starten van de routegelei

* 887km 12:14

Min

FRI IA!II Afbeelding 28 Berekenen van de route

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen î\ op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Na het starten van de routegeleiding wordt de rou-te naar het eerste reisdoel berekend.

Het berekenen van de route geschiedt volgens de gekozen instellingen in het menu Routeopties =spagina 50.

Afhankelijk van de instellingen worden na de start van een routegeleiding drie alternatieve routes voorgesteld =sAfbeelding 28. Deze 3 routes komen overeen met de hier beschikbare routeopties eco-nomische, snelle en korte route.

Routecriteria: betekenis

Routekleur blauw: economische route, bereke-ning waarbij rekening is gehouden met economi-sche aspecten.

Routekleur rood: de snelste route naar het reis-doel, ook als daarvoor omwegen nodig zijn.

Routekleur oranje: de kortste route naar het reisdoel, ook als daarvoor een langere reistijd no-dig is. De routegeleiding kan ongewone trajecten bevatten, bv. secundaire wegen.

• Gewenste route kiezen door rechts op de kaart aan te tippen.

De instelling voor de routecriteria in het menu Routeopti es wordt overeenkomstig gewijzigd.

Als er geen route wordt gekozen, start de routege-leiding na ca. een minuut automatisch, overeen-komstig de in de Routeopties gekozen instelling.

Navigatie 1 43

Page 46: Handleiding Composition Media, Discover Media

Navigatiemeldingen (gesproken rijadviezen)

Nadat de route is berekend, volgt een eerste navi-gatiemelding V66r het afslaan worden maximaal drie navigatiemeldingen gegeven, bijvoorbeeld "Binnenkort links afslaan", Na 300 meter links af-slaan" en "Nu links afslaan".

• Door op de stelknop te drukken wordt de laat-ste navigatiemelding herhaald.

Welke afstanden worden gemeld, is sterk afhanke-lijk van het soort weg waarop wordt gereden en de gereden snelheid. Op snelwegen bijvoorbeeld wor-den navigatiemeldingen beduidend eerder gege-ven dan in het stadsverkeer.

Bij wegen met meerdere rijstroken en vertakkingen en op een rotonde worden eveneens overeenkom-stige navigatiemeldingen gegeven, bijvoorbeeld "De rotonde bij de tweede afslag verlaten.

Bij bereiken van het reisdoel krijgt u een navigatie-melding dat het "Reisdoel" is bereikt.

Als het reisdoel niet exact kan worden bereikt, om-dat het zich in een niet-gedigitaliseerd gebied be-vindt, volgt een navigatiemelding dat het "Doelge-bied" is bereikt. Als extra aanwijzing volgt in welke windstreek en afstand het hiervoor bepaalde doel zich bevindt. De navigatie wordt "offroad' voortge-zet.

Route

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen ,A op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Tijdens de dynamische routegeleiding wordt u op gemelde verkeersopstoppingen op de route ge-wezen. Als de route op basis van een verkeersop-stopping opnieuw wordt berekend, krijgt u een ex-tra navigatiemelding.

Tijdens een gesproken rijadvies kunt u het volume met de volumeregelaar 0 tot een gedefinieerd mi-nimaal en maximaal volume wijzigen. Alle verdere gesproken rijadviezen worden nu met dit volume weergegeven.

Meer instellingen voor de gesproken rijadviezen: zie Insteli ingen navigatiemeld -ingen =5 pagina 50.

111 Als u tijdens een routegeleiding een afslag heeft gemist, en er geen mogelijkheid is om

te keren, blijft u dan verder rijden totdat door het navigatiesysteem een alternatieve route wordt aangeboden.

• De kwaliteit van de door het apparaat gege-1 ven rijadviezen is afhankelijk van de ter be-

schikking staande navigatiegegevens en de even-tueel gemelde verkeersopstoppingen. -1

De functietoets is alleen zichtbaar bij actie- ve routegeleiding.

In het hoofdmenu Navigatie op de functietoets drukken.

Functietoets: effect

(Routegeieiding stoppen]: de actuele routegeleiding wordt geannuleerd.

[Reisdoei/tussenstopj: een nieuw reisdoel of een tussenstop ingeven =5 pagina 42.

[Route-infoj0]: weergave van informatie over de actuele route.

[Reisdoei opsiaan]: het actueel gekozen reisdoel in het reisdoelgeheugen opslaan.

(Routeiiist): weergave van de te berijden wegen op de route en de gereden afstand op dat mo-ment.

[Fiie vooruit): het voorliggend trajectgedeelte (0,2 tot 10 km) van da actuele route blokkeren om bijvoorbeeld een file te omzeilen. Voor het opheffen van de blokkade, functietoetsen en vervolgens [File opheffen) aantippen.

44 1 Composition Media, Discover Media

Page 47: Handleiding Composition Media, Discover Media

Mijn reisdoelen (reisdoelgeheugen)

m Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen & op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 40 en volg deze op.

In het menu Mijn reisdoelen kunnen al opge-slagen reisdoelen worden gekozen.

• In het hoofdmenu Navigafie op de functietoets rMijn doelen 0s] drukken.

• De gewenste functietoets kiezen:

Positie opslaan

Reisdoelen en contacten

Thui sadres

Als het Vlaggetjesreisdoel permanent moet worden opgeslagen, moet de positie in het Reis-doel geheugen worden herbenoemd. Anders wordt de opgeslagen positie door een nieuw vlag-getjesreisdoel overschreven.

• Vlaggetjesreisdoel in Reisdoelgeheugen markeren.

• De functietoets ps( aantippen.

In het volgende invoerscherm kan de naam wor -den gewijzigd. Functietoets aantippen om het reisdoel op te slaan.

Reisdoelen en contacten

Positie opslaan • De gewenste functietoets kiezen.

• Als u de functietoets [Positie opslaan] aantipt, wordt de weergegeven positie als Vlaggetjes-reisdoel in het Reisdoel geheugen opgeslagen.

Functietoets: effect

[Laatste reisdoeien is]: weergave van de reisdoelen waarheen al eerder een routegeleiding werd_gestart.

[Reisdoeigeheugen H']: weergave van de handmatig opgeslagen reisdoelen en de geïmporteerde vCards pagina 49, vCards (dig/ta/e visitekaartjes) importeren.

[Favorieten '4 weergave van de reisdoelen die als favoriet zijn opgeslagen.

[iacten wj: weergave van de telefoonboekvermeldingen met opgeslagen adresgegevens (postadres).

Thuisadres De routegeleiding start naar het opgeslagen adres,

Er kan slechts één adres of positie als thuisadres indien al een thuisadres is opgeslagen.

worden opgeslagen. Het opgeslagen thuisadres Indien nog geen thuisadres is opgeslagen, kan een kan gewijzigd of overschreven worden. thuisadres toegewezen worden.

Thuisadres voor de eerste keer toewijzen:

Op de functietoets [Huidige positie) drukken, om de huidige positie als thuisadres op te slaan.

J: aantippen om het thuisadres handmatig in te geven.

Thuisadres bewerken:

Het thuisadres kan in het menu Navigatie-instellingen worden gewijzigd w pagina 50

IM

Navigatie 1 45

Page 48: Handleiding Composition Media, Discover Media

Bijzondere reisdoelen

1 ~~7ff( 2 De in het navigatiegeheugen opgeslagen bijzonde-re reisdoelen zijn in verschillende bijzondere-reis-doelcategorieën ingedeeld. Aan elke bijzondere-reisdoelcategorie is een symbool voor weergave op de kaart toegekend.

In het menu Instellingen kaart kunt u kiezen welke categorieën bijzondere reisdoelen op de kaart moeten worden weergegeven => pagina 50. U kunt tot 10 categorieën bijzondere reisdoelen kiezen.

Afbeeldiiiy 29 LZOHUe' 1, op ki

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Bijzonder reisdoel op kaart kiezen

Functietoets: effect

®: meerdere bijzondere reisdoelen in dit gebied. Symbool aantippen om een lijstweergave van de bij-zondere reisdoelen te openen.

een enkel bijzonder reisdoel in dit gebied. Symbool aantippen om de detailweergave van het bijzon-dere reisdoel te openen.

Bijzonder reisdoel zoeken

• In het hoofdmenu Navigatie op de functietoets [Bijzondere reisdoeien

.] drukken.

• De functietoets (Meer biizondere re sdoeienj aantip- pen.

Functietoets: effect

[Zoekgebied]: kiezen van het zoekgebied waarbinnen naar bijzondere reisdoelen moet worden gezocht.

[öi9eving huidige positie]: bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van de huidige positie ge zocht.

(Omgeving reisdoei]a): bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van het reisdoel gezocht.

(Langs de route)a): bijzondere reisdoelen worden langs de route gezocht.

[Omgeving adres]: bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van het in te geven adres gezocht.

(Op kaart kiezen]: bijzondere reisdoelen worden in de omgeving van het op de kaart gekozen reis-doel gezocht. Functietoets [Bemerken] aantippen om een reisdoel op de kaart te kiezen.

[Çggorie zoeken hoofdcategorie (bv. Auto en rel zen), categorie (bv. Vliegveld) en vervolgens de ge- wenste vermelding uit de lijst kiezen.

[Opsiaan). slaat het gekozen bijzondere reisdoel op in het reisdoelgeheugen pagina 45.

[Nummer kiezen]: brengt een telefoonverbinding met het bij het bijzondere reisdoel opgeslagen tele-foonnummer tot stand.

en. start de routegeleiding naar het gekozen bijzondere reisdoel.

[Naam zoeken]: bijzonder reisdoel door ingave van naam resp. via synoniemen van categorieën (bv. "sla-pen" voor hotels/pensions) zoeken.

1 1 De functietoets is ateen zichtbaar bij actieve routegeieidirig.

46 1 Coniposition Media. Discover Media

Page 49: Handleiding Composition Media, Discover Media

Weergave

W Lees eerst de veitigheidsaanwijzingen • In het hoofdmenu 'Navigatieop de functietoets op pagina 3 en de informatie in de in- (Weergum] drukken.

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Functietoets: effect

tweed i mensiona le kaartweergave (conventioneel).

3D..:

driedimensionale kaartweergave (vogelperspectief). 0a). reisdoel op de kaart weergeven.

gehele traject op de kaart weergeven.

[Dag cacht]. omschakelen tussen dag- en nachtweergave.

[plitscreen]: aantippen om het splitscreen weer te geven pagina 47. Het splitscreen kan ook worden weergegeven of verborgen door te drukken op de infotainmenttoets EAD .

vi De functietoets is alleen zichtbaar bit actieve routegeleiding.

SDlitscreen

Afbeelding 30 Splitsu- een weeijegeven

Functietoets: effect

j11 Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

In het splitscreen =vAfbeelding 30 ® kan extra in-formatie worden weergegeven

Splitscreen weergeven en verbergen

lnfotainmenttoets indrukken.

Functietoets = aantippen om een weergaveop-tie te kiezen.

weergave van de actueel gekozen audiobron.

[Kompas]: kompasweergave met actuele rijrichting en weergave van actuele wagenpositie (straatnaam).

[Manoeuv]al: weergave van het rijadvies met rijrichtingspijlen, gegevens over de afstand en straatnamen.

rverkeerstvkj: afhankelijk van de wagenuitrusting, weergave van de in de navigatiegegevens opgeslagen verkeerstekens =5 pagina 49.

j: actuele wagenpositie in coördinaten en gps-status (satellietenontvangst).

vi De functietoets is alleen zichtbaar bij actieve routegeleiding

De functietoets aantippen of op de infotaiment- toets drukken om het splitscreen te verber-

gen.

Navigatie 1 47

Page 50: Handleiding Composition Media, Discover Media

Kaartweergave

0

7 , iI 1

jfl Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen ,A op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Functietoetsen en weergaven in de kaartweergave

Functietoets ® aantippen om functietoetsen ® en weer te geven.

Afbeelding 31 Veergaven en functietoetsen in de kaartweergave.

Functietoets: effect

®: automatische schaal kiezen. Bij ingeschakelde functie wordt het symbool blauw weergegeven.

weergave van de actuele hoogtemeter.

weergave van de kaartschaal. Stelknopdraaien om de schaal van de kaart te wijzigen.

J: kaartoriëntatie wijzigen (richting noorden of rijrichting). Deze functie is alleen mogelijk in 2D-weerga-ve.

: wagenpositie in kaartfragment centreren.

: zoomt korte tijd in op het kaartoverzicht. Na enkele seconden wordt automatisch de laatst gekozen schaal weergegeven.

TMC-verkeersmeldingen en dynamische routegeleiding (TRAFFIC)

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen At op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Het apparaat ontvangt op de achtergrond voortdu-rend TMC-verkeersmeldingen, als op de actuele positie een TMC-verkeersinformatiezender te ont-vangen is. De beluisterde zender hoeft niet de TMC-verkeersinformatiezender te zijn.

TMC-verkeersmeldingen worden als symbolen op de kaart weergegeven = pagina 49 en zijn nodig voor een dynamische routegeleiding pagina 48.

TMC-verkeersmeldingen weergeven

• lnfotainmenttoets [TRAFFIc) indrukken, om de lijst van de actuele TMC-verkeersmeldingen weer te geven

• Functietoets ED aantippen en Alle of Route kiezen,

Functietoets: effect

ED weergave van alle ontvangen TMC-meldin-gen.

weergave van de ontvangen TMC-meldin gen die de actueel berekende route betreffen.

Dynamische routegeleiding met TMC

Voor een dynamische routegeleiding moet Dyna-mische route in de routeopties zijn geactiveerd

pagina 50.

Wanneer tijdens een routegeleiding een TMC-mel-ding over een verkeersopstopping wordt ontvan-gen die op de actueel bereden route ligt, wordt er een uitwijkroute berekend, indien deze volgens het navigatiesysteem een tijdvoordeel oplevert.

Wanneer een uitwijkroute geen tijdvoordeel ople-vert, wordt de verkeersopstopping gewoon geno-men. In beide gevallen volgt er een gesproken melding.

Kort voor het bereiken van een gemelde verkeers-opstopping wordt hier opnieuw op gewezen.

48 1 Co po'.,'c' ,.,

Page 51: Handleiding Composition Media, Discover Media

Het omzeilen van een file op basis van TMC-ver-keersmeldingen levert niet altijd tijdwinst op, de uit-wijkroute kan ook overbelast raken. De kwaliteit van de dynamische routegeleiding is afhankelijk van de uitgezonden TMC-verkeersmeldingen. Voor de inhoud hiervan zijn de verkeersredacties van de radiozenders verantwoordelijk.

De voor u liggende route kunt u ook handmatig blokkeren, om de route opnieuw te laten bereke-nen =opagina44.

TMC-verkeersmeldingen op de kaart

(keuzemenu)

Symbool: betekenis

A : Langzaamrijdend verkeer

A : File

Ongeval

A Gladheid

A Slipgevaar

Symbool: betekenis

zt Gevaar

Werk aan de weç

®: Sterke wind

Wegversperring

Tijdens een routegeleiding worden verkeersop-stoppingen die niet op de berekende route liggen grijs weergegeven.

De uitbreiding van een verkeersopstopping op de berekende route wordt aangegeven door een rode lijn.

Gebeurtenissen die de berekende routegeleiding hebben beïnvloed en hebben geleid tot een nieu-we route, worden oranje weergegeven.

De plaats van een TMC-symbool geeft het begin van een verkeersopstopping aan, als deze via de TMC-verkeersmelding eenduidig is gedefinieerd.

vCards (digitale visitekaartjes) importeren

O Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen & op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Op internet kunnen via "Volkswagen NAV Companion" reisdoelen worden gezocht. De gps-gegevens van gevonden reisdoelen kunnen als vCards (digitale visitekaartjes) op een compatibel opslagmedium worden opgeslagen.

Er staat ook een instructie op de internetpagina van Volkswagen NAV Companion.

vCards importeren in het reisdoelgeheugen

• Het opslagmedium met de opgeslagen vCards erin schuiven resp. met het infotainmentsysteem verbinden =npagina 27.

• In het hoofdmenu Navigatie de functietoets [etup ] aantippen.

Verkeerstekenweergave

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen jt' op pagina 3 en de informatie in de in-

leiding op pagina 40 en volg deze op.

De verkeerstekenweergave moet in het menu In-steil ingen navigatie zijn ingeschakeld

pagina 50.

• In het menu_Navigatie-insteli ingen de functietoets [Doelen mporteren aantippen.

• Het opslagmedium met de opgeslagen vCards kiezen uit de lijst.

• [Alle vCards uit deze map mporteren] aantippen.

• OF: De geheugenplaats van de vCards openen en de gewenste vCard aantippen.

• lmportmelding met de functietoets bevesti- gen.

De opgeslagen vCards zitten nu in het reisdoelge-heugen pagina 45 en kunnen voor navigatie worden gebruikt.

T Per vCard kan maar een adres worden geïm-1 porteerd. Bij vCards die meerdere adressen

bevatten, wordt alleen het hoofdadres geïmpor- teerd. -1

Als er voor de actueel bereden weg verkeerste-kens in de navigatiegegevens zijn opgeslagen, kunnen deze in de kaartweergave worden weerge-geven (bv. snelheidsbegrenzing).

Houd er rekening mee dat de navigatiegegevens actueel moeten zijn en let op beperkingen bij de navigatie pagina 401

Navigatie 1 49

Page 52: Handleiding Composition Media, Discover Media

Routegeleiding in de demomodus

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen ,& op pagina 3 en de informatie in de in

leiding op pagina 40 en volg deze op.

Als in het menu Navigatie-instellingen de demomodus is geactiveerd =0 pagina 50, wordt na de stad van een routegeleiding een extra pop-upvenster geopend.

• Als u op de functietoets (Demomodus] drukt, start een "virtuele routegeleiding" naar een ingegeven reisdoel.

• Als u op de functietoets [Normaaj] drukt, wordt een "echte routegeleiding" gestart.

Verloop en bediening van een virtuele routegelei-ding zijn vergelijkbaar met een echte routegelei-ding

Een virtuele routegeleiding wordt echter na het be-reiken van het fictieve reisdoel herhaald en begint altijd opnieuw vanaf het startpunt, als deze niet tussendoor is gestopt.

Als in het menu Navigatie-instellingen het startpunt voor de demomodus handmatig werd vastgelegd, begint de virtuele routegeleiding vanaf deze positie.

Een handmatig ingegeven startpunt wordt door de actuele wagenpositie overschreven, als de wagen zich beweegt.

Demomodus na het gebruik uitschakelen, an- ders moet elke keer voor het starten van een

routegeleiding voor een virtuele of een normale routegeleiding worden gekozen.

Navigatie-instellingen

Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen • In het hoofdmenu Navigatie de functietoets

op pagina 3 en de informatie in de in- [Setup :] aantippen. leiding op pagina 40 en volg deze op.

Functietoets: effect

outeopties): instellingen voor de routeberekening uitvoeren.

3 alternatieve routes voorstellen]: na starten van de routegeleiding worden 3 alternatieve routes

voorgesteld =0 pagina 43.

kiezen van de soort route.

(Economische]: berekening van de route, rekening houdende met economische aspecten.

e: snelste route naar het reisdoel.

Kode: de kortste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een langere reistijd nodig is.

[ Dynamische route): dynamische routegeleiding met TMC is ingeschakeld =v pagina 48.

[" Autosnelweg mijden): met autosnelwegen wordt, indien mogelijk, bij de routeberekening geen re-kening gehouden.

(c i Veerboten en autotreinen mijden): met veerboten en autotreinen wordt, indien mogelijk, bij de route-berekening geen rekening gehouden.

[ Totwegen mijden]: met tolwegen wordt, indien mogelijk, bij de routeberekening geen rekening ge-

houden.

[si Tunnels mijden): met tunnels wordt, indien mogelijk, bij de routeberekening geen rekening gehou-

den.

(legen met vignetplicht mijden]: met wegen met vignetplicht wordt, indien mogelijk, bij de routebere-kening geen rekening gehouden.

Beschikbare vignetten]: aanwezige vignetten in de lijst markeren ((Wegen met vignetplicht mijden] moet

geactiveerd zijn).

Met wegen met vignetplicht waarvoor een vignet is gemarkeerd als aanwezig, wordt rekening gehouden bij de routeberekening.

: instellingen voor de kaartweergave uitvoeren.

(Dag/nacht]: wisselt tussen dag- en nachtweergave van de kaart.

50 1 Coniposition Media, Discover Media

Page 53: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoets: effect

'[t Autozoom]: de kaartschaal wijzigt bij geactiveerde autozoom automatisch, afhankelijk van de 'route waar wordt gereden (ritten op autosnelweg: kleine schaal, binnenstad: grotere schaal).

'ja' Verkeerstekens weergeven): in de navigatiebestanden opgeslagen verkeerstekens worden tijdens een routegeleiding voor de actueel bereden weg weergegeven =5 pagina 49.

[categorieën voor bijz reisdoelen kie]: kiezen van categorieën voor bijzondere reisdoelen, die op de kaart moeten worden weergegeven =5 pagina 46.

(E,, Markeringen voor brjz reisdoelen tonen]: weergave van merklogo's voor geselecteerde categorieën voor bijzondere reisdoelen (bv. weergave van merklogo's bij tankstations).

(Rt Favorieten weergy]: onder favorieten opgeslagen reisdoelen worden op de kaart weergegeven (oranjekleurig symbool).

ijstrookadvIef]: tijdens een routegeleiding wordt bij het rijden en afslaan op wegen met meerde-re rijstroken een extra melding met rijstrookadvies weergegeven. Alleen als informatie voor het

- - - gebied mde database is bigevoerd.

[Tankopties]: instellingen voor de tankopties uitvoeren.

1 (Voorkeurtankstation kiezen): het gekozen tankstationmerk wordt bij het zoeken naar voorkeurtanksta-tions als eerste weergegeven.

[s Tankwaarschuwing]: tankwaarschuwing is ingeschakeld.

Als de brandstofvoorraad tot de reservehoeveelheid is verbruikt, wordt een overeenkomstige aanwijzing gegenereerd die het zoeken naar tankstations mogelijk maakt.

Lsavigatemelding]: instellingen voor de navigatiemeldingen uitvoeren.

het volume van de gesproken rijadviezen instellen.

[et Geen meldingen tijdens een jj]: tijdens een telefoongesprek worden geen gesproken rijadvie-zen gegeven.

[Uitgebreide insteli]: uitgebreide instellingen voor de navigatiefunctie uitvoeren.

[Tijdweergave]: weergave 0 tijdens een routegeleiding.

[Aankomsttijd): de vermoedelijke aankomsttijd bij het reisdoel wordt weergegeven.

jijd: de vermoedelijke rijtijd naar het reisdoel wordt weergegeven.

[Statusregel]: weergave ± tijdens een roUtegeleiding.

Rel sdoel: de berekende afstand tot het reisdoel wordt weergegeven.

Tussenstop: de berekende afstand tot de volgende tussenstop wordt weergegeven.

[xi Aanwijzing landsgrens gepasseerd]: weergave van de maximumsnelheden voor het betreffende land bij het passeren van de landsgrens.

[LJ Oemomodus]: als de demomodus is geactiveerd, kan na het starten van een routegeleiding een virtuele routegeleiding naar een ingegeven reisdoel worden gestart =5 pagina 50.

[Startpunt demomodus bÏei]: als de demomodus is geactiveerd, kan bij stilstaande wagen ook een fictief startpunt voor de virtuele routegeleiding worden vastgelegd.

[eheugen beh . gf]: instellingen voor opgeslagen reisdoelen uitvoeren.

irsoneren op]: sorteervolgorde van de telefoonboekvermeldingen met opgeslagen adresgegevens 1 (postadressen) kiezen, zie ook =v pagina 45.

huisadres ingeven]: thuisadres toewijzen of bewerken, zie ook =v pagina 45.

[Gebruikersgegevens wissen): opgeslagen reisdoelen wissen (bv. Laatste rel sdoel en of Rei s- doelgeheugen).

len importeren]: digitale visitekaartjes (vCards) in het reisdoelgeheugen imponeren =vpagina 49.

[versie-informatie): informatie over de opgeslagen navigatiegegevens

Navigatie

Page 54: Handleiding Composition Media, Discover Media

Telefoonbediening (PHONE)

Inleiding telefoonbediening

EIJ Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende

onderwerpen:

Plaatsen met bijzondere voorschriften ......53

Mobiele telefoon met infotainmentsysteem koppelen en verbinden ...................53

Algemene informatie .....................54

Bluetooth .............................55

De hierna beschreven telefoonfuncties kunnen va

het infotainmentsysteem worden bediend, als een ingeschakelde mobiele telefoon met het infotain-mentsysteem is gekoppeld en verbonden.

• Mobiele telefoon met infotainmentsysteem kop-pelen en verbinden =pagina 53.

Voorwaarde voor een verbinding tussen een mobi-

ele telefoon en het infotainmentsysteem is, dat de

mobiele telefoon de Bluetooth®functie onder-

steunt.

Als er geen mobiele telefoon met het infotainment-

systeem is verbonden, is de telefoonbediening niet beschikbaar.

Aanwijzingen over het gebruik van een mobiele te-

lefoon in de wagen zonder aansluiting op de bui-tenantenne in acht nemen =brochure Instructie-boekje.

Aanvullende informatie en

waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen z"r voor het infotain-

mentsysteem =pagina 3

• Overzicht bedieningselementen ='pagina 6

• Basisinformatie voor bediening - pagina 8

, WAARSCHUWING -let bellen met en bedienen van de telefoon-

bediening tijdens het rijden kan u van het ver-keer afleiden en ongevallen veroorzaken.

• Altijd oplettend en met verantwoordelijk-

heidsbesef rijden.

• De volume-instellingen zo kiezen, dat u akoestische signalen van buiten, bv. de sire-

ne van de politie en de brandweer, altijd goed

kunt horen.

WAARSCHUWING (vervolg)

• In gebieden met geen of een beperkt wer-

kend netwerk voor mobiele telefonie en onder bepaalde omstandigheden in tunnels en gara-

ges kan een telefoongesprek worden afge-broken en geen telefoongesprek tot stand worden gebracht - ook het alarmnummer kan

niet worden gebeld!

, WAARSCHUWING Een niet-bevestigde of onjuist bevestigde mobiele telefoon kan bij plotseling remmen of

bij een onverwachte rijmanoeuvre alsmede bij een ongeval door de wagen worden ge-

slingerd en verwondingen tot gevolg hebben.

• De mobiele telefoon tijdens het rijden al-

tijd op de juiste wijze en buiten de werkings-gebieden van de airbag bevestigen.

AWAARSCHUWING Een ingeschakelde mobiele telefoon kan sto-

ringen in uw pacemaker veroorzaken, indien u de telefoon direct op de pacemaker draagt.

• Tussen de antenne van de mobiele tele-

foon en de pacemaker een afstand van ten minste 20 centimeter aanhouden, omdat mo-

biele telefoons de werking van pacemakers kunnen beïnvloeden.

• Een ingeschakelde mobiele telefoon niet

in de binnenzak direct op de pacemaker dra-gen.

• De mobiele telefoon bij mogelijke interfe-

renties direct uitschakelen.

WAARSCHUWING Een geopende middenarmsteun kan de bewe-gingsvrijheid van de armen van de bestuur-

der belemmeren en daardoor ongevallen en

zware verwondingen veroorzaken.

• Armsteun tijdens het rijden altijd gesloten houden.

52 1 omposibon Bted, Dicover Media

Page 55: Handleiding Composition Media, Discover Media

Hoge snelheden, slechte weers- en wegom-standigheden alsmede de kwaliteit van het net-werk kunnen negatieve invloed hebben op een telefoongesprek in de wagen.

De schermweergaven van de telefoonmenu's zijn afhankelijk van de gebruikte mobiele tele-

foon. Afwijkingen zijn mogelijk.

• Als u buiten het bereik van het netwerk bent, kan dit tot storingen leiden. Het gesprek kan

tevens worden afgebroken.

De meeste elektronische apparaten zijn be- schermd tegen RF-signalen (hoogfrequentie).

In enkele gevallen kunnen elektronische apparaten echter niet tegen de RF-signalen van de telefoon-bediening (PHONE) beschermd zijn. Hierdoor kun-nen storingen worden veroorzaakt.

• Instructieboekje van de mobiele telefoon als-• mede mogelijke voorschriften voor het ge-

bruik van een headset in acht nemen

Plaatsen met bijzondere voorschriften

Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen op pa-

gina 52 en volg deze op.

Mobiele telefoon en mobiele-telefoonvoorbereiding op plaatsen met explosiegevaar uitschakelen! De-ze plaatsen zijn weliswaar vaak, maar niet altijd duidelijk gemarkeerd in Inleiding voor het on-de,werp op pagina 52. Voorbeelden hiervan zijn:

• omgeving van leidingen en tanks, waarin zich chemicaliën bevinden

• benedendeks op schepen en veerboten

• omgeving van wagens die op vloeibaar gas (zoals propaan of butaan) rijden.

• plaatsen waar chemicaliën of stofdeeltjes, zoals meel, stof of metaalpoeder in de lucht zitten

• elke andere plaats waar de motor moet worden afgezet

L4.WAARSC-UWING

Mobiele telefoon op plaatsen met explosiege-vaar geheel uitschakelen!

An

Op plaatsen waar bijzondere voorschriften gel-den en waar het gebruik van mobiele telefoons is verboden, moet de mobiele telefoon altijd worden uitgeschakeld. De door de ingeschakel-de mobiele telefoon afgegeven straling kan in-terferenties bij gevoelige technische en medi-sche apparatuur veroorzaken. Dit kan een sto-ring of beschadiging van de apparatuur tot ge-volg hebben.

Mobiele telefoon met infotainmentsysteem koppelen en verbinden

Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen & op pa

gina 52 en volg deze op.

Om een mobiele telefoon via het infotainmentsys-teem te kunnen bedienen, is een eenmalige kop-peling van beide apparaten noodzakelijk.

De koppeling mag alleen bij stilstaande wagen plaatsvinden.

De volgende instellingen moeten beslist op de mo-biele telefoon en het infotainmentsysteem zijn ge-daan:

• De Bluetooth®functie moet op de mobiele te-lefoon en in het infotainmentsysteem zijn geacti-veerd resp. op zichtbaar zijn ingesteld.

• De toetsblokkering van de mobiele telefoon moet zijn gedeblokkeerd.

Gebruiksaanwijzing van de mobiele telefoon lezen

Na het inschakelen van het contact wordt de Blue-tooth®functie op het infotainmentsysteem gedu-rende ongeveer 3 minuten geactiveerd resp. zicht-baar geschakeld.

Tijdens het koppelingsproces moeten gegevens worden ingevoerd via de toetsen van de mobiele telefoon. De mobiele telefoon moet hiervoor ge-reed worden gehouden.

Telefoonbediening (PHONE) 1 53

Page 56: Handleiding Composition Media, Discover Media

Als de koppeling succesvol is afgerond, worden het in de mobiele telefoon opgeslagen telefoon-boek alsmede de oproeplijsten automatisch gela-den. De duur van het laden is afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen gegevens in de mobiele telefoon. Na beëindiging van het laden zijn de ge-gevens beschikbaar in het infotainmentsysteem.

Mobiele-telefoonkoppeling starten

• Apparaattoets [jÏ5b] indrukken.

• De functietoets [Telefoon zoeken] aantippen.

OF:

• Apparaattoets [PHONE] indrukken.

• Functietoets [setup n] aantippen.

• Functietoets LTelefoon kiezen] en aansluitend [Telefoon zoeken] aantippen.

Als de zoekprocedure is afgesloten, worden op het beeldscherm de namen van de gevonden Blue-tooth®apparaten weergegeven.

• De te koppelen mobiele telefoon uit de lijst met gevonden Bluetooth®apparaten oproepen.

Het infotainmentsysteem en de mobiele telefoon worden nu met elkaar verbonden. Om de verbin-ding van beide apparaten af te sluiten, zijn soms extra ingaven op de mobiele telefoon en op het in-fotainmentsysteem noodzakelijk.

• Zo nodig de koppeling op de mobiele telefoon bevestigen.

Afhankelijk van de mobiele telefoon;

• De pincode die op het beeldscherm van het in-fotainmentsysteem wordt weergegeven via de mo-biele telefoon intoetsen en bevestigen.

OF:

• De op het beeldscherm van het infotainment-systeem weergegeven pincode met de op de mo-biele telefoon weergegeven pincode vergelijken. Komt deze overeen, dan moet deze op beide ap-paraten worden bevestigd.

Als de koppeling succesvol is afgesloten, wordt het hoofdmenu Phone weergegeven.

Koppelen en verbinden van mobiele telefoons

Er kunnen maximaal 4 mobiele telefoons met het infotainmentsysteem zijn gekoppeld, maar er kan altijd slechts een mobiele telefoon tegelijk met het infotainmentsysteem zijn verbonden.

Bij het inschakelen van het infotainmentsysteem wordt automatisch verbinding met die mobiele tele-foon gemaakt die als laatste verbonden was. Kan met deze mobiele telefoon geen verbinding wor-den gemaakt, dan probeert de telefoonbediening automatisch een verbinding met de volgende mo-biele telefoon uit de lijst van gekoppelde apparaten te maken.

De reikwijdte van een Bluetooth®verbinding be-draagt maximaal 10 meter.. Een bestaande Blue-tooth®verbinding wordt onderbroken, als deze af-stand wordt overschreden. De verbinding wordt automatisch hersteld, zodra het apparaat zich weer in het Bluetooth®bereik bevindt.

emene informatie

W Lees eerst de informatie in de inleiding Als u buiten het bereik van het netwerk bent, kan en de veiligheidsaanwijzingen & op pa- dit tot storingen leiden. Het gesprek kan tevens

gina 52 en volg deze op. worden afgebroken.

Aanwijzingen over het gebruik van een mobiele te-lefoon in de wagen zonder aansluiting op de bui-tenantenne in acht nemen => brochure Instructie-boekje.

Alleen compatibele Bluetooth®apparaten gebrui-ken. Informatie over compatibele Bluetooth®pro ducten zijn bij uw Volkswagen Partner of via inter-net verkrijgbaar.

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele telefoon en van de eventuele accessoires.

De meeste elektronische apparaten zijn be-schermd tegen RF-signalen (hoogfrequentie). In enkele gevallen kunnen elektronische apparaten echter niet tegen de RF-signalen van de telefoon-bediening beschermd zijn. Hierdoor kunnen storin-gen worden veroorzaakt.

• In sommige landen kunnen beperkingen be- staan voor wat betreft het gebruik van Blue-

tooth®apparaten . Informatie is verkrijgbaar bij de lokale autoriteiten.

54. C.onosition iiledia. [)isc.00er Mecfi.i

Page 57: Handleiding Composition Media, Discover Media

• Wanneer u de telefoonbediening met behulp van Bluetooth®techniek met een apparaat

verbindt, leest u dan voor gedetailleerde veilig-

heidsaanwijzingen de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat. Uitsluitend compatibele Bluetooth®prod ucten gebruiken.

Bluetooth®

Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen A op pa-

gina 52 en volg deze op.

BI uetooth®

De BIuetooth®technoIogie dient voor de verbin-ding tussen een mobiele telefoon en de telefoon-bediening van de wagen. Voor het gebruik van de telefoonbediening met een mobiele telefoon met Bluetooth® is een eenmalig koppelingsproces no-dig.

Sommige mobiele telefoons met Bluetooth® wor-den bij het inschakelen van het contact automa-tisch herkend en verbonden als ze van tevoren al met de telefoonbediening verbonden waren. Daar-bij moeten zowel de mobiele telefoon zelf als Blue-tooth® op de mobiele telefoon zijn ingeschakeld en alle actieve BIuetooth®verbindingen naar andere apparaten zijn verbroken.

De Bluetooth®radioverbinding is gratis

Bl uetooth® is een geregistreerd merk van Blue-toOth® SIG, Inc.

Bluetooth®profieIen

Wanneer er een mobiele telefoon met de telefoon-bediening verbonden is, vindt de datacommunica-tie plaats via een van de 2 BIuetooth®profielen.

Bluetooth® Hands-Free-Profile (HFP): als een mobiele telefoon via het HEP met de telefoon-bediening is verbonden, kan er draadloos via de handsfreeset worden gebeld. De buitenantenne van de wagen kan niet worden gebruikt. Aanwijzin-gen over het gebruik van een mobiele telefoon in de wagen .nnder aansluiting op de buitenantenne in acht nemen brochure Insfructieboekje

• Advanced Audio Distribution Profile (A2DP): Bl u etooth®profieI voor overdracht van audiosigna-len in stereokwaliteit.

Telefoonbediening (PHONE) 1 55

Page 58: Handleiding Composition Media, Discover Media

Beschrijving van de telefoonbediening

Inleidinci voor het onderwer

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Hoofdmenu Phone ...... ................. 56

Menu telefoonnummer ingeven . ........... 57

Menu Telefoonboek (contacten) ........... 58

Menu 'Oproeplijsten . ..................... 59

Snelkeuzetoetsen ....................... 60

Instellingen telefoon ..................... 60

Instellingen Bluetooth® 61

Instellingen gebruikersprofiel .............. 61

Sommige functies en instellingen zijn alleen bij stil-staande wagen mogelijk en worden niet door alle mobiele telefoons ondersteund

Met de telefoonbediening kunnen maximaal 20 mobiele telefoons middels 2 BIuetooth-profielen (HFP en voor audioweergave A21DP) S pagina 54 met het infotainmentsysteem worden verbonden.

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen /? voor het infotain-mentsysteem =pagIna 3

• Overzicht bedieningselementen =pagina 6

• Basisinformatie voor bediening w pagina 8

• Inleiding en veiligheidsaanwijzingen voor te- lefoonbediening pagina 52

• Het gebruik van een mobiele telefoon in de 1 wagen kan bijgeluiden in de luidsprekers ver-

oorzaken.

I Sommige netwerken ondersteunen mogelijk niet alle taalafhankelijke tekens en diensten. <

Hoofdmenu Phone

Afbeelding 32 H .1rntr,n 'l

J Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 56 en volg deze op.

Na het eerste koppelingsproces duurt het enkele minuten voordat de telefoonboekgegevens van de gekoppelde mobiele telefoon in het infotainment-systeem beschikbaar zijn.

Toewijzing aan een gebruikersprofiel

De telefoonboekgegevens, oproepenlijsten en op-geslagen snelkeuzetoetsen worden in de telefoon-bediening aan een gebruikersprofiel toegewezen

Arueeding 33 [nkun,

en opgeslagen. Ze staan weer ter beschikking als de mobiele telefoon opnieuw met de telefoonbe-diening wordt verbonden.

Als telefoonboekgegevens in de mobiele telefoon zijn gewijzigd, kan het handmatig aanpassen van de telefoonboekgegevens via het menu Instel - lingen gebruikersprofiel worden gestart =pagina61.

56 1 Compositlon Media, Discover Media

Page 59: Handleiding Composition Media, Discover Media

Er kunnen maximaal 4 gebruikersprofielen voor Functietoetsen van de telefoonbediening mobiele telefoons in de telefoonbediening worden • lnfotainmenttoets Q2J indrukken, om het opgeslagen. Als een andere mobiele telefoon hoofdmenu Phone te openen wordt gekoppeld, dan wordt automatisch het langst niet-gebruikte gebruikersprofiel gewist.

Functietoets Effect

® Naam van de gekoppelde telefoon resp. het gebruikte gebruikersprofiel. Aantippen om een andere mobiele telefoon te verbinden of te koppelen

© Snelkeuzetoetsen, die elk van een telefoonnummer kunnen worden voor- zien .-n pagina 60.

LNr. kiezen Cijferblok voor de ingave van een telefoonnummer openen =n pagina 57.

Telefoonboek van de gekoppelde mobiele telefoon openen =n pagina 58.

[Oproepen .-] Oproepenlijsten van de gekoppelde mobiele telefoon openen pagina 59.

rsetup 1 Menu Instellingen tel efoon openen =n pagina 60.

0 Aantippen om een oproep te beantwoorden.

E Aantippen om een gesprek te beëindigen.

- OF: Aantippen om een inkomende oproep af te wijzen.

Aantippen om het geluid van de beltoon tijdens een oproep te onderdruk- ken resp. om de geluidsonderdrukking van de beltoon uit te schakelen.

Aantippen om het geluid van de microfoon tijdens een gesprek te onder- drukken resp. om de geluidsonderdrukking van de microfoon uit te schake- len.

Weergaven en symbolen van de telefoonbediening

Weergave Betekenis

® Naam van de mobiele-telefoonnetwerkbeheerder (provider) waarbij de sim kaart van de gekoppelde telefoon is aangemeld.

Weergave van het telefoonnummer of de opgesagen naam. Als in het tele-foonboek bij de naam een foto is opgeslagen, kan deze worden weergege-

- ven =n pagina 60.

MIDI Ladingstoestand van de gekoppelde mobiele telefoon.

..... Signaalsterkte van de momenteel ontvangen mobiele-telefoonzender. <

Menu telefoonnummer ingeven

Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 56 en volg deze op.

In het hoofdmenu Phone de functietoets [Nr. kiezen ffl) aantippen.

Afbeelding 34 Menu 'telefoonnummer Ingeven'

Telefoonbediening (PHONE) 1 57

Page 60: Handleiding Composition Media, Discover Media

Mogelijke functies

Telefoonnummer ingeven Telefoonnummer via het toetsenbord ingeven.

Functietoets 0 aantippen, om de verbinding tot stand te brengen.

Beginletters van het gezochte contact via het toetsenbord ingeven. In de contactenlijst verschijnen mogelijke vermeldingen.

Contact uit lijst kiezen De contactenhijst doorzoeken en het gewenste contact aantippen, om de verbinding tot stand te brengen.

Functietoets ca. 2 seconden aantippen, om de verbinding tot stand te brengen.

Voicemailbox opbellen Indien nog geen telefoonnummer van de voicemailbox is opgeslagen, het telefoonnummer ingeven en met ED bevestigen.

Een al opgeslagen telefoonnummer kan in het menu Instel 11 ngen ge-brui kersprofiel worden gewijzigd =pagina 61. -

Bij het invoeren van een landcode kan in plaats van de eerste beide cijfers

Landcode ingeven (bv. "00") het teken "+" worden ingevoerd.

Functietoets ca. 2 seconden aantippen om het +-teken in te voegen.

Telefoonnummer zonder netnummer ingeven en functietoets = aantip-pen. Het in het menu Instell ingen gebruikersprofiel =npagina 61

Voorkeuzefunctie opgeslagen netnummer wordt automatisch voor het ingegeven telefoon-nummer geplaatst en een verbinding opgebouwd.

Alarmnummer Functietoets aantippen, om het alarmnummer te bellen.

Functietoets aantippen om hulp bij pech te verkrijgen.

Pechoproep Hiervoor staat de Volkswagen Partnerorganisatie met haar servicevoertui- gen ter beschikking.

Informatie-oproep Functietoets aantippen, om informatie over het merk Volkswagen en geko

1 zen extra diensten met betrekking tot verkeer en uw reis te verkrijgen.

) De functietoets is alleen te zien ais de voorkeuzefunctie in het menu Instel 1 ingen gebrul kersprofiel is geactiveerd >pagina6l

Menu Telefoonboek (contacten

Afbeeldïng 35 Menu C. rttiut' 1 Afbeelding 36 Zoeke 1 erm

Lees eerst de informatie in de inleiding Na het eerste koppelingsproces duurt het enkele op pagina 56 en volg deze op. minuten voordat de telefoonboekgegevens 1 ) van

de mobiele telefoon in het infotainmentsysteem be-schikbaar zijn. 110.

Er worden alleen contacten Uit het ielefoongeheugen geladen.

58 1 Composition Media, Discover Media

Page 61: Handleiding Composition Media, Discover Media

Het telefoonboek kan ook tijdens een gesprek wor- In het hoofdmenu Phone op de functietoets den geopend. [Contacten 1 drukken.

Als in het telefoonboek bij de naam een foto is op- geslagen, kan deze in de lijst naast de naam wor- den weergegeven =0 pagina 60.

Vermelding zoeken

Contact uit lijst kiezen Lijst doorzoeken en het gewenste contact aantippen. om de verbinding tot stand te brengen.

Functietoets n =oAfbeelding 35 Q aantippen om het zoekscherm te openen.

Gezochte naam ingeven in het zoekscherm =oAfbeelding 36. Bij elke invoer van een teken wordt een telefoonboekvermelding in het ingaveveld weer-

Contact via het zoek- e even scherm zoeken

Rechts naast het invoerveld wordt het aantal passende resultaten weerge- geven. Functietoets aantippen om naar de lijstweergave te wisselen.

Lijst doorzoeken en het gewenste contact aantippen, om de verbinding tot stand te brengen.

• De beschikbaarheid van het telefoonmenu is afhankelijk van de gebruikte telefoon. -1

Menu OproepIijsten

Afbeelding 37 Menu 'Oproeplijst'

Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 56 en volg deze op.

Mogelijke weergaven in het menu 'Oproepen

Weergave Betekenis

• In het hoofdmenu Rhone op de functietoets [Oproepen .'] drukken.

• Functietoets =oAfbeelding 37 ® aantip- pen en de gewenste oproeplijst kiezen:

Alle

Gemist

Gekozen nummers

Beantwoorde oproepen

Als een telefoonnummer in het telefoonboek is op-geslagen, wordt in de oproeplijst in plaats van het telefoonnummer de opgeslagen naam getoond

Als in het telefoonboek bij de naam een foto is op-geslagen, kan deze in de oproeplijst naast de naam worden weergegeven =opagina 60.

Gemiste opr.: toont telefoonnummers van gemiste en onbeantwoorde oproepen.

Gekozen nrs.: toont telefoonnummers die via de mobiele telefoon en via de telefoon-_______ bediening van het infotainmentsysteem werden gekozen.

- Beantwoorde: toont telefoonnummers die via de mobiele telefoon en via de telefoonbe- diening van het infotainmentsysteem werden beantwoord.

• De beschikbaarheid van de oproeplijsten is 1 afhankelijk van de gebruikte telefoon.

Telefoonbediening (PHONE) 1 59

Page 62: Handleiding Composition Media, Discover Media

Snelkeuzetoetsen

Afbeelding 38 Hoofdmenu 'Phone'

Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 56 en volg deze op.

De snelkeuzetoetsen Sv Afbeelding 380 kunnen elk van een telefoonnummer worden voorzien.

Als in het telefoonboek bij de naam een foto is op-

geslagen, kan deze in de snelkeuzetoets worden weergegeven =0 pagina 60.

Alle snelkeuzetoetsen moeten handmatig worden

toegewezen en zijn dan aan een gebruikersprofiel toegekend.

Mogelijke functies

Snelkeuzetoetsen toewij- In het hoofdmenu Rhone een niet-bezette snelkeuzetoets aantippen.

zon

Gewenste contact uit de lijst kiezen. Indien bij hot gekozen contact meer-

dere telefoonnummers zijrt opgeslagen, het gewenste_nummer kiezen.

In het hoofdmenu Rhone een toegewezen snelkeuzetoets ingedrukt hou- den, tot het menu Contacten wordt geopend.

Toegewezen snelkeuzet- -

oetsen bewerken

Toegewezen snelkeuzet-

oetsen wissen

Verbinding via snelkeuze ___.,_. 4__* ..*_...._.1 1_

Gewenste contact uit de lijst kiezen. Indien bij het gekozen contact meer-dere telefoonnummers zijn opgeslagen. het gewenste nummer kiezen.

Om het menu Contacten te sluiten, zonder wijzigingen over te nemen, de

functietoets aantippen.

Een op de snelkeuzetoets opgeslagen telefoonnummer kan in het menu

Instellingen gebruikersprofiel_worden_gewist =0 pagina 61.

In het hoofdmenu Phone een bezette snelkeuzetoets kort indrukken, om

- de verbinding met het daar opgeslagen telefoonnummer tot stand te bren UL3 LUL 31011W LII CI l9C1 t

gen

lnstellinaen telefoon

W Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 56 en volg deze op.

Functietoets: effect

In het hoofdmenu Phone de functietoets [Setup so)

aantippen.

[Telefoon kiezeni: de telefoon kiezen die met het infotainmentsysteem moet worden verbonden.

OF: [CÏioon zoeken] aantippen om een nieuw apparaat te verbinden.

[Biuetooth]: opent het menu Instellingen Bluetooth=npagina 61.

[Gebruikersprofie]. opent het menu Instel 11 ngen gebrui kersprofi ei pagina 61.

[n Voigorde van de oproepilisten omkeren): bij geactiveerde checkbox worden de vermeldingen van de oproep-

lijsten omgekeerd.

[ Herinnering, mob teiefoon niet vergeten]: bij een Bluetooth®verbind Ing verschijnt bij uitschakeling van het

contact de melding "Mobi ei e tel efoon niet vergeten, alstublieft".

Beitoon kiezen]8 ): kiezen van de beltoon uit een lijst van vooringestelde beltonen. De gekozen beltoon wordt

kort afgespeeld en is bij het verlaten van het submenuingesteld.

' Afbeeldingen voor contacten tonen)C): als in het telefoonboek bij een contact een foto is opgeslagen, kan deze

in de snelkeuzetoetsen, de oproeplijsten en in het adresboek worden weergegeven

" Afhankeiiik van de mobiele teietoon

60 1 Composition Media, Discover Media

Page 63: Handleiding Composition Media, Discover Media

Instellingen Bl u etooth®

Lees eerst de informatie in de inleiding In het hoofdmenu Phone de functietoets [Setup

op pagina 56 en volg deze op. en aansluitend [pjtooth aantippen.

Functietoets: effect

[ Bluetooth]: aantippen om Bluetooth® uit te schakelen. Alle bestaande verbindingen worden verbroken.

[2ï3i'3baarheidj: in- en uitschakelen van de Bluetooth®zichtbaarheid van het infotainmentsysteem via de

functietoets J. De zichtbaarheid moet voor het extern koppelen van een mobiele telefoon met het info-

tainmentsysteem zijn ingeschakeld. De zichtbaarheid wordt bij de instelling [Bij starten] na het starten van de motor vanzelf uitgeschakeld.

Eaml weergeven resp. wijzigen van de apparaatnaam. Deze naam wordt aan andere Bluetooth-appa-raten weergegeven nadat deze apparaten zoeken hebben uitgevoerd.

[Gekoppelde appar.]: weergave van de gekoppelde apparaten.

[Apparaten zoeken]: zoeken naar zichtbaar geschakelde Bluetooth -apparaten, die zich in de reikwijdte van het infotainmentsysteem bevinden. Het bereik bedraagt maximaal 10 meter.

[sï Bluetooth-audio (A2DP/AÇ)j: wanneer er een externe audiobron via Bluetooth® met het infotainmentsys-teem moet worden verbonden, moet deze functie geactiveerd zijn=o pagina 37.

Instellingen gebruikersprofiel

J Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 56 en volg deze op.

Functietoets: effect

In het hoofdmenu Phone de functietoets [Setup

en aansluitend [Gebruikersprofiel] aantippen.

[Favorieten be5f53]: snelkeuzetoetsen bewerken.

Toegewezen snelkeuzetoets: aantippen om het opgeslagen nummer te wissen.

Vrije snelkeuzetoets: aantippen om een nummer uit het adresboek op de snelkeuzetoets op te slaan.

[Voicemvi nummer]: voicemailnummer ingeven of wijzigen.

[v' Voorkeuze]: voorkeuze ingeven die v66r een ingegeven telefoonnummer wordt geplaatst =a pagina 57.

[333ïen op]: sorteervolgorde van de telefoonboekvermeldingen vastieggen, achternaam, voornaam of

voornaam, achternaam.

[Contacten impoderen]: aantippen om het adresboek van de verbonden telefoon te importeren of het al geïm-porteerde adresboek bij te werken.

[Andere gebruikersprofielen winnen]: individuele of alle niet-actieve gebruikersprofielen wissen.

Telefoonbediening (PHONE) 1 61

Page 64: Handleiding Composition Media, Discover Media

Instellingen

Menu- en systeeminstellingen (SETUP)

LIII Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Hoofdmenu 'Systeeminstellingen (setup) . . . 62

Afhankelijk van het land en apparaat en afhankelijk van de uitrusting van de wagen varieert de keuze aan mogelijke instellingen

Aanvullende informatie en

waarschuwingsaanwijzingen:

• Veiligheidsaanwijzingen /',., voor het infotain-mentsysteem Sv pagina 3

• Overzicht bedieningselementen =vpagina 6

• Basisinformatie voor bediening SO pagina 8

Hoofdmenu Systeeminstellingen' (setup)

Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 62 en volg deze op.

Functietoets: effect

• 1 nfotainmenttoets indrukken.

• OF: lnfotainmenttoets indrukken en daarna functietoets Eig aantippen.

• Functietoets van het onderdeel indrukken waar-voor instellingen doorgevoerd moeten worden.

k: volume- en klankinstellingen uitvoeren Sv pagina 64.

[Beeldscherm): instellingen voor het beeldscherm uitvoeren.

1 Beeldscherm uit (in losi]: indien de functie is geactiveerd en het infotainmentsysteem wordt niet

bediend, dan schakelt het beeldscherm zich na ca. 10 seconden automatisch uit. Door aantip-pen van het beeldscherm of indrukken van een infotainmenttoets schakelt het beeldscherm zich weer in.

[Helderheidsstappen]: helderheidsstap van het beeldscherm kiezen.

Bevestigingstoon): bevestigingstoon bij aantippen van een functietoets in het beeldscherm is ge-activeerd.

[t Tijd weergeven in stand-bymodus): in de stand-bymodus wordt de actuele tijd op het beeldscherm van het infotainmentsysteem weergegeven.

[Tijd en d4f3j: tijd- en datuminstellingen uitvoeren.

[ijdbron: tijdbron (gps of handmatig) kiezen.

tijd en datum kunnen worden gekozen via de functietoets [Tijdzone]. Functietoetsen en voor handmatige ingave werken dan niet.

[Handmatig]: tijd en datum kunnen handmatig via de functietoetsen d en worden ingegeven. Functietoets )ji]dzonej werkt dan niet.

J: actuele tijd handmatig instellen.

[it Zomertijd automatisch instellen]: de tijd wordt automatisch aangepast.

[Tijdzone]: gewenste tijdzone kiezen.

[Tijdweergave]: format voor de tijdweergave (120f 24 uur) kiezen.

actuele datum instellen.

[Datumweergave]: format voor de datumweergave kiezen (DO. MM. JJ, JJ-MM-DD of MM-DD-JJ).

[TaaliLanguage]: gewenste taal voor tekst- en spraakweergave kiezen.

[Toetsenbord]: gewenste indeling kiezen (alfabetisch of toetsenbordindeling).______________________________

[ptra toetsenbordtalen]: extra toetsenbordtalen kiezen. 00.

62 1 Composition Media, Discover Media

Page 65: Handleiding Composition Media, Discover Media

Functietoets: effect

eenheden voor de weergaven in de wagen vastleggen.

Afstand, Snelheid, Temperatuur, Volume, Verbruik en Spanning.

[praakbedien]: instellingen voor de spraakbediening uitvoeren =n pagina 13.

[Sd-kaart 1 veilig verwijderen], [Sd-kaart 2 veilig verwijderen]: de gewenste geheugenkaart bij het systeem afmelden. Nadat de geheugenkaart met succes door het systeem is afgemeld, wordt de functietoets grijs.

[usb-opslagmedium veilig verwijderen]: usb-opslagmedium bij het systeem afmelden Nadat het usb-opslagmedi-um met succes door het systeem is afgemeld, wordt de functietoets grijs.

[Fabrieksinste liegen]: het terugzetten op de fabrieksinstellingen wist overeenkomstig alle eerder uitgevoer-de ingaven en instellingen.

[Bluetooth]: instellingen voor Bluetooth® uitvoeren =n pagina 61.

[ygteemingtie weergave van systeeminformatie(apparaatnummer, hard- en softwareversies).

[Copyright]: copyright informatie.

• Voor een optimale werking van alle infotain-mentsystemen is het van belang, dat de da-

tum en de tijd correct in de wagen zijn ingesteld.

Instellingen 1 63

Page 66: Handleiding Composition Media, Discover Media

Klank- en volume-instellingen

EU Inleiding voor het onderwerp

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Instellingen uitvoeren ....................64

Afhankelijk van het land en apparaat en afhankelijk van de uitrusting van de wagen varieert de keuze aan mogelijke instellingen.

Instellinqen uitvoeren

Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 64 en volg deze op.

• lnfotainmenttoets [SOUND] indrukken.

• OF: lnfotainmenttoets MENU indrukken en

daarna functietoets KE aantippen.

• Functietoets van het onderdeel indrukken waar-voor instellingen uitgevoerd moeten worden.

Overzicht van weergaven en functietoetsen

Aanvullende informatie en waarschuwingsaanwijzingen:

• Veihgheidsaanwijzingen /: voor het infotain-mentsysteem pagina 3

• Overzicht bedieningselementen =5 pagina 6

• Basisinformatie voor bediening =5 pagina 8

Bij het sluiten van een menu worden wijzigingen automatisch overgenomen.

Functietoets: effect

e: volume-instellingen uitvoeren.

[Berichten]: volume van berichten (bv. verkeersberichten) vastleggen.

[Navigatiemeldingen]: volume van de gesproken rijadviezen instellen.

{Spraakbedieningj: volume van de spraakbediening vastleggen.

i [Oaai inschakelv)3]: maximaal inschakelvolume vastleggen.

[Ïmeregeiing (9) .)): invloed van de snelheidsafhankelijke volumeregeling vastleggen. Het audiovo-lume wordt bij toenemende snelheid automatisch verhoogd.

[AudlovoEume Iag]: instellen hoeveel het audiovolume tijdens bv. actieve ParkPilot moet dalen.

'[Bluetooth-audio]: volume van audiobronnen die via Bluetooth® zijn verbonden vastleggen (Laag, Mid-

del of Hoog)._________

(Éiizer handmatig instellen): klankkleur instellen.

[Bassen - Middentonen - Hogetonen): klankkleur instellen.

[bÏnce - Fd]: klankcentrum instellen. Het dradenkruis toont het actuele klankcentrum in het interieur. De gewenste positie in de weergave van het interieur aantippen of de pijltoetsen voor stapsgewijze verande-ring gebruiken, om het klankcentrum te wijzigen. Om het klankcentrum in de weergave van het interieur te centreren, de functietoets tussen de pijlen aantippen.

(Et eevestigingstoon): bevestigingstoon bij aantippen van een functietoets in het beeldscherm is geactiveerd.

[9een sas -meldingen bij tel -oproep]: tijdens een telefoongesprek worden geen gesproken rijadviezen gege-

ven.

[Subwooferj: het volume van de subwoofer instellen.

6•4 1 tdti:rclia. Dieco," er •Mrd•iri

Page 67: Handleiding Composition Media, Discover Media

Gebruikte afkortingen Afkorting Betekenis

A2DP Fabrikantoverschrijdende techniek voor het versturen van audiosignalen via Bluetooth® (Advanced Audio Distribution Profile).

AM Amplitudemodulatie (middengolf, Mw).

AUX-IN Extra audio-ingang (Auxiliary Input)

AVRCP Fabrikantoverschrijdende techniek voor het op afstand bedienen van audiobronnen via Bl uetooth® (Audio Video Remote Control Profile)

DAB Digitale overdrachtstandaard voor digitale radio (Digital Audio Broadcasting).

DIN Duits Instituut voor Normalisatie

DRM Digitaal auteursrecht (Digital Rights Management)

DTMF Dubbeltonige meervoudige frequentie-kiestonen (Dual Tone Multiple Frequency).

EON Ondersteuning voor andere radionetwerken (Enhanced Other Network).

EM Frequentiemodulatie (ultrakorte golf, UKw).

GSM Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie (Global System for Mobile Communicati- ons)

HEF Handenvrij telefoneren (Hands-Free-Profile)

1MEI Serienummer voor eenduidige identificatie van de mobiele telefoon (International Mobile Station Equipment Identity).

Led Lichtdiode (Light Emitting Diode)

MDI Extern opslagmedium bv. iPod (Media Device Interface),

Mp3 Formaat voor het comprimeren van audiobestanden.

FIN Persoonlijk identificatienummer.

RDS Radiogegevenssysteem voor extra diensten (Radio Data Systeem).

SIM Identificatiemodule abonnee (Subscriber Identity Module)

Sms Korte-berichtendienst (Short Message Service).

TMC Verkeersmelding voor de dynamische navigatie (Traffic Message Channel).

TP Verkeersinformatiefunctie in de radiofunctie (Traffic Program).

VBR Variabele bitrate

WMA Formaat voor het comprimeren van audiobestanden.

Gebruikte afkortingen 1 65

Page 68: Handleiding Composition Media, Discover Media

Trefwoordenhijst

A Aanwijzingen

Navigatie .......................... 40

Afleveringstoestand herstellen .......... 62

Afspeellijst ........................... 38

Afspelen in willekeurige volgorde (mix) ... 30

AM .................................. 16

Apparaattoetsen ....................... 8

Auteursrecht ......................... 27

AUX-IN .............................. 34 Externe audiobron ................... 34 MultimediabusAUX-IN ................ 34

B Basisvolume .......................... 9

Geluid onderdrukken (Mute) ............ 9 Wijzigen ............................ 9

Bediening Basisinformatie voor de bediening ........ 8 Beeldschermtoetsenbord ............... 11 Checkboxen ......................... 9 Draai-drukknoppen ................... 8 Extra weergaven .................... 12 Functietoetsen ....................... 9 Geluid onderdrukken (Mute) ............ 9 In- en uitschakelen .................... 8 Infotainmenttoetsen ................... 8 Invoer.............................. 11 Invoerscherm ........................ 11 Lijsten doorzoeken ................... 10 PHONE ........................ 52,56 RADIO ............................ 16 Schuifregelaar ...................... 10 Scrollen ........................... 10 Spraakbediening .................... 13 Touchscreen ......................... 9 Volume wijzigen ...................... 9

Bedieningselementen (infotainmentsysteem) .6

Beeldscherm Bedienen ........................... 9

Beeldschermtoetsenbord ................ 11

Beeldscherm (infotainmentsysteem) . . 6

Beknopte informatie .................... 3

Bijzondere reisdoelen ............... 42, 46

Bijzonderheden AUX-functie ........................ 34 Spraakbediening .................... 14 Volumeverlaging ..................... 8 Weergaven ......................... 12 Zenderlogos opslaan ................. 19

Bluetooth Instellingen .........................61 Profile .............................55

Bluetooth-audio .......................37 Kiezen ............................31

BT-audio .............................37

c Cd

Defect .............................32 Functie ............................31 Kiezen ............................31 Niet leesbaar .......................32 Plaatsen ...........................32 Verwijderen ........................32

Checkboxen ...........................9

Contact uit Uitschakeltijd (time-out) ................8

Copyright Informatie ..........................63

Cursor ................................11

0 DAB

Zie: RADIO ......................... 18

Datum instellen ....................... 62

Demomod us Navigatie .......................... 50

Draai-drukknoppen ................... 6, 8

Dynamische routegeleiding met TMC ..... 48

E Eisen aan

Cd's .............................. 27 Sd-kaarten ......................... 27

Eject Zie: Cd ............................ 32

EON .............................. 23, 65

Explosiegevaarlijke plaatsen Telefoon ... ........................ 53

Externe audiobron ..................... 34 BT-audio ........................... 37 MDI.............................. 35 MEDIA-IN .......................... 35

Extern opslagmedium USB.............................. 33 Zie: MEDIA-IN ...................... 35

F Fabrieksinstellingen ...................62

66 1 Composition Media, Discovei Media

Page 69: Handleiding Composition Media, Discover Media

File omzeilen . 48

FM ............................... 1665

Frequentiegebied AM............................... 16 FM............................... 16 Wisselen .......................... 16

Functietoetsen ....................... 6, 9

Functietoetsen (softkeys) ................ 9 Hoofdmenu 'Media' .................. 29 Hoofdmenu 'Radio' ................... 16

64

K 61 62 Kaartweergave

Functietoetsen ...................... 48 Wijzigen ........................... 47

32 Kiezen (telefoonnummer) ............... 57

31 Klankcentrum (balance, fader) ........... 64

32 Klankinstellingen (hoge tonen, lage tonen) 64

32 32 L

Lijsten doorzoeken .................... 10

31

16M

G GALA..............................

Gebruikersprofiel Instellingen ........................

Gegevens wissen

Geheugenkaart Geheugenkaart voorbereiden om te verwij-

deren ........................... Kiezen ............................ Onleesbaar ........................ Plaatsen ........................... Verwijderen

Geluid onderdrukken (Mute) ..............

Geluidsweergave Cd............................... RADIO

Media

39 Menu- en systeeminstellingen .......... 62 Navigatie .......................... 50 RHONE ........................... 60 Radio............................. 24 Spraakbediening .................... 15 Systeem........................... 62 Tijd............................... 62 Volume ........................... 64

Voorinstellingen ..................... 62

Invoerscherm

11

iPhone............................... 36

iPod

36

MDI................................. Zie: Multimedia-interface MEDIA-IN ....

8 MEDIA

6 Achteruit ...........................

30 Afspeellijst ........................ Afspeellijsten ....................... Afspeelmogelijkheden ................

62 Afspeelvolgorde .....................

64 Afspelen in willekeurige volgorde (mix) .

29 Andere mediabron kiezen .............

56 Andere titel kiezen ...................

16 Audiogegevens-cd ................... Auteursrecht ........................ Beperkingen ........................ Bitrate.............................

6, 8 Bluetooth-audio .....................

62 Cd-functie ..........................

3 Cd defect ..........................

8 Cd niet leesbaar ..................... Cd plaatsen ........................

25 Cd verwijderen .....................

61 Eisen .............................

25 Extern opslagmedium op usb ..........

62 Functietoetsen ...................29

62 Geheugenkaart onleesbaar ...........

24 Geheugenkaart plaatsen ..............

61 Geheugenkaart verwijderen ...........

62 Geheugenkaart voorbereiden om te verwij-

64 deren ...........................

-

Hardkeys ............................

Hardkeys (infotainmentsysteem) ........

Herhaalfunctie (repeat) .................

Hoofdmenu Instellingen (SETUP) ................. Klank............................ MEDIA ............................ PHONE ........................... RADIO...........................

lnfotainmenttoetsen .................

Ingaven wissen .

Inleiding . .

Inschakelen .........................

Instellingen AM.............................. Bluetooth .......................... DAB.............................. Datum............................ Fabrieksinstellingen .................. EM............................... Gebruikersprofiel .................... Hoofdmenu ........................ Klank............................

65 35

38 38 28 30 29 30 31 38 27 27 28 27 37 31 32 32 32 32 27 33 30 32 32 32

32

Trefwoordenlijst 1 67

Page 70: Handleiding Composition Media, Discover Media

Herhaalfunctie (repeat) . 30

Hoofdmenu ........................ 29

Instellingen ......................... 39

iPhone ............................ 36

iPod ............................. 36

Keuzemenu mediabronnen ............ 31

MDI ............................. 35

MEDIA-IN ......................... 35

Mediafunctie ........................ 27

Mp3-bestanden ..................... 27

Multimediabus AUX-IN ............... 34

Opslagmedium kiezen ................ 31

Scanfunctie ........................ 30

Titelinformatie ...................... 30

Titel kiezen ........................ 38

Vooruit ........................... 38

Weergaven ........................ 29

Weergaven en symbolen ............. 30

WMA-bestanden .................... 27

MEDIA-IN Kiezen ........................... 31 Zie: Multimedia-interface MEDIA-IN ..... 35

Mediabronnen ........................ 31

Bluetooth-audio ..................... 31

Cd ............................... 31

Kiezen ........................... 31

MEDIA-IN ......................... 31

Sd-kaart ........................... 31

Menu Oproeplijsten ....................... 59

MENU ................................ 7

Menuoverzicht (MENU) .................. 7

Mijn reisdoelen

45

Multimedia-interface MEDIA-IN

35

iPhone-bediening .................... 36

iPod-bediening ...................... 36 Storingen ......................... 36

Storingmeldingen ................... 36

Multimediabus AUX-IN ................ 34

Mute ................................ 9

N Naderingssensor ....................... 6

Na het starten van de routegeleiding . . . 43

Navigatiebestanden Actueliseren ........................ 41 Actualiteit navigatiebestanden .......... 40

Gebruiken ......................... 41

Navigatiemeldingen ................... 44

NAV (navigatie) ....................... 40 Aanwijzingen voor navigatie ........... 40 Actualiteit navigatiebestanden .......... 41 Bijzondere reisdoelen ............. 42, 46 Bijzonder reisdoel op kaart kiezen ....... 46 Bijzonder reisdoel zoeken ............. 46 Contacten .......................... 45

Deeltraject blokkeren ................. 44 Demomodus ........................ 50 Dynamische routegeleiding ......... 44, 48 File omzeilen ....................... 48 File vooruit ......................... 44 Functietoetsen ...................... 42

Hoofdmenu openen .................. 41 Hoofdmenu 'Navigatie ......... ........ 41 Instellingen ... ...................... 50 Kaartweergave ...................... 48 Kompasweergave ................... 47 Manoeuvrelijst ...................... 47

Mijn reisdoelen ...................... 45 Mogelijke beperkingen ................ 40 Na het starten van de routegeleiding ..... 43 Navigatiebestanden actualiseren ........ 41 Navigatiebestanden van een geheugenkaart

actualiseren ....................... 41 Navigatiebestanden van een geheugenkaart

gebruiken ......................... 41 Navigatiegebied ..................... 40 Navigatiemeldingen .................. 44 Nieuw reisdoel ingeven ............... 42 Positie opslaan ...................... 45 Reisdoelen en contacten .............. 45 Reisdoelgeheugen ................... 45 Reisdoelingave ..................... 42 Reisdoel op de kaart kiezen ............ 43 Reisdoel wijzigen .................... 44 Route-informatie .................... 44 Routegeleiding stoppen ............... 44 Routelijst .......................... 44 Splitscreen ......................... 47 Splitscreen weergeven en verbergen . . . 47 Thuisadres ingeven .................. 45 TMC-verkeersmeldingen .............. 48 TRAFFIC .......................... 48 Tussenstop ingeven .................. 44 vCards importeren ................... 49 Verkeersopstoppingen weergeven ....... 48 Verkeerstekenweergave .............. 49 Weergaven en symbolen .............. 42 Weergave wijzigen ................... 47

NAV (Navigatie) Actualiteit navigatiebestanden .......... 40

Nummer kiezen ....................... 57

0 Oproeplijsten .........................59

r PHONE

A2DP .............................55 Algemene informatie .................54 Beschrijving van de werking ...........55 Bluetooth-profielen ...................55

Page 71: Handleiding Composition Media, Discover Media

Contacten 58 Explosiegevaarlijke plaatsen ........... 53 Functietoetsen ...................... 57 Gsm-netwerk ....................... 55 HFP .............................. 55 Hoofdmenu ........................ 56 Instellingen ......................... 60 Instellingen Bluetooth ................. 61 Instellingen gebruikersprofiel ........... 61 Kiezen ......................... 57, 58 Koppeling via infotainmentsysteem ...... 53 Mobiele-telefoonkoppeling .......... 53, 54 Plaatsen met bijzondere voorschriften . . . 53 Snelkeuzetoetsen ................... 60 Telefoonbediening ................ 52, 56 Telefoonboek ....................... 58 Telefoonnummer ingeven .............. 57 Verbinding via infotainmentsysteem ..... 53 Voicemailbox opbellen ................ 58 Weergaven en symbolen .............. 57

Plaatsen met bijzondere voorschriften . . . 53 Pop-upvenster .................... 9

R RADIO ............................... 16

DAB-geheugenlijst ................... 18 DAB-overdrachtstandaarden ........... 18 DAB-radiotekst ...................... 18 DAB-slideshow ...................... 18 DAB-werking ....................... 18 DAB-zenderinfo ..................... 18 DAB-zendervolgsysteem met FM ....... 18 EON .............................. 23 Extra DAB-diensten .................. 18 Extra DAB-zender ................... 18 Frequentiewissel .................... 16 Hoofdmenu ........................ 16 Instellingen ......................... 24 Instellingen AM ..................... 25 Instellingen DAB .................... 25 Instellingen FM ...................... 24 Radiofunctie ........................ 16 Radiotekst (RDS) .................... 17 RDS .......................... 17 Scanfunctie (SCAN) .................. 22 TP (Traffic Program) ................. 23 Verkeersbericht (INFO) ............... 23 Verkeersinformatie ................... 23 Voorkeuzetoetsen ................... 19 Weergaven en symbolen .............. 17 Weergave zendernamen .............. 17 Zenderfrequentie instellen ............. 20 Zender instellen ................... ..20 Zender kiezen ...................... 20 Zenderlijst ......................... 20 Zenderlogo's opslaan ................. 19 Zendernamen vastzetten .............. 22

Zender opslaan .................... 20 Zendervolgsysteem via RDS ........... 17

Radiotekst (RDS) ...................... 17 RDS

17

Automatisch zendervolgsysteem ....... 17

RDS regionaal ..................... 17

TP (Traffic Program) ................ 23

Reisdoelgeheugen ............... 45

Repeat ............................. 30

Routegeleiding

Demomodus ........................ 50

Dynamisch met TMC ................. 48

S SCAN

Media ............................. 30

Radio ............................. 22

Scanfunctie (SCAN)

MEDIA ........................... 30

Radio ............................. 22

Schuifregelaar ........................ 10 Scrollen ............................. 10 Sd-kaart

Zie: Geheugenkaart ................. 32

Setup

Media ............................. 39

SETUP Zie: Instellingen .................... 62

Snelheidsafhankelijke volumeregeling . 64

Snelkeuzetoetsen

60

Softkeys . 9 Softkeys (infotainmentsysteem) .......... 6

Splitscreen NAV (navigatie) ..................... 47

Spraakbediening ...................... 13 Aanwijzingen ....................... 14

Bediening .......................... 13

Gebruiksaanwijzing ................. 13

Instellingen ......................... 15

Ondersteunde talen ................. 13

Spraakcommando's .................. 13

Storingen door mobiele telefoon ......... 8

II

Tekeninvoerindicator (cursor) ........ 11 Tekstingave . 11 Tijd instellen

62

Time-out .............................. 8 TMC-verkeersmeldingen ................ 48

Op kaart .......................... 48

Symbolen .......................... 48

Toetsen .............................. 9

Toetsenbord ........................... 11

Trefwoordenlijst 1 69

Page 72: Handleiding Composition Media, Discover Media

Toetsen (infotainmentsysteem) 6

Touchscreen (infotainmentsysteem) ....... 6

TP (Traffic Program) ECN .............................. 23 In- en uitschakelen ................... 23 Verkeersbericht (INFO) ............... 23

u Uitschakelen .......................... 8

Uitschakeltijd (time-out) ................. 8

UKW Zie: FM ............................ 65

USB Extern opslagmedium aansluiten ........ 33 Niet leesbaar ....................... 33 Verbinding verbreken ................. 33

v vCards

Importeren ......................... 49

Veiligheidsaanwijzingen Infotainmentsysteem .................. 3

Verkeersbericht (INFO) ................. 23

Verkeers informatie Zie: TP (Traffic Program) .............. 23

Verkeersmeldingen TMC ................ 48

Verkeerstekenweergave ................ 49

Voicemailbox opbellen ................. 58

Volume Basisvolume ......................... 9 Snelheidsafhankelijke volumeregeling (GA-

LA) .............................. 64

Verkeersberichten ................... 64 Wijzigen ............................ 9

Volumeverdeling (balance, fader) ........ 64

Volumeverlaging ....................... 8

Voorkeuzetoetsen ..................... 19

w Weergave

AUX-IN ............................ 34 Extern opslagmedium (usb) ............ 33 MEDIA ............................ 29 NAV (navigatie) ..................... 47 Sd-kaart ........................... 29 Titels .............................. 38

Wissen Alle ingaven ........................ 62 Gebruikersingaven ................... 62

z Zender

Instellen ........................... 20 Kiezen ............................ 20 Opslaan ........................... 20 Scanfunctie (SCAN) .................. 22 Zendernamen vastzetten .............. 22

Zenderlogo's opslaan .................. 19

Zendernamen ......................... 17

Zendervolgsysteem .................... 17

Zenderzoeksysteem ................... 22

Zonder geluid .......................... 9

Page 73: Handleiding Composition Media, Discover Media
Page 74: Handleiding Composition Media, Discover Media

Composition Media, Discover Media: Radio, navigatiesysteem Stand: 14.09.2012 Niederindisch: 11.2012 Artikel-Nr.: 132.5R6,RNC.32

IIIIuIII II 0111V M IU 1 325R6RNC32