Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 - … › bestuur-organisatie › stukken...2016/02/02 ·...
Transcript of Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 - … › bestuur-organisatie › stukken...2016/02/02 ·...
Handhavingsuitvoeringsprogramma
2016
1
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Inhoud
1. Inleiding .......................................................................................................................... 4
2. Doelstellingenbeleid ....................................................................................................... 6
3. Ontwikkelingen en gemaakte keuzes ............................................................................. 7
3.1 Algemeen ................................................................................................................ 7
3.2 Keuzes en restrisico ................................................................................................ 7
3.3 Regionale uitvoeringsdienst (RUD) ......................................................................... 8
3.4 Kwaliteitscriteria en modelverordening .................................................................... 9
3.5 Drank- en Horecawet .............................................................................................11
3.6 Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij .................................................12
3.6.1 Actieplan Ammoniak .......................................................................................12
3.6.2 Het principe van het actieplan Ammoniak ........................................................13
3.6.3 De stoppersregeling ........................................................................................13
3.7 Arbeidsmigranten ...................................................................................................14
3.8 Buitengebied in Balans, Samen groots!, Samen doen! ...........................................14
3.9 CJIB .......................................................................................................................15
4. Kengetallen ...................................................................................................................15
5. Uit te voeren activiteiten ................................................................................................16
5.1 Vergunning gericht werken .....................................................................................16
5.1.1 Milieu ..............................................................................................................16
5.1.2 Bouwen en Ruimtelijke ontwikkeling ................................................................17
5.1.3 APV en Bijzondere Wetten ..............................................................................18
5.2 Objectgericht werken ..............................................................................................21
5.2.1 Brandveiligheid................................................................................................21
5.3 Gebiedsgericht werken ...........................................................................................23
2
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
5.4 Inzet handhavingsinstrumenten ..............................................................................23
5.4.1 Voorlichting en communicatie ..........................................................................24
5.4.2 (Pre-)mediation ...............................................................................................24
5.4.3 Dwangsom ......................................................................................................25
5.4.4 Bestuursdwang ...............................................................................................25
5.4.5 Processen-verbaal ..........................................................................................26
5.4.6 Intrekking begunstigende beschikking .............................................................26
5.5 Klachten, meldingen en piket .................................................................................26
6. Monitoring en rapportage ..............................................................................................27
7. Afstemming programma ................................................................................................28
7.1 Interne afstemming ................................................................................................28
7.2 Afstemming provincie en Pilot Luchtwassers ..........................................................29
8. Personele capaciteit en financiële middelen ..................................................................30
8.1 Personele capaciteit ...............................................................................................30
8.2 Financiële middelen ...............................................................................................31
9.1 Onderbouwing gehanteerde kengetallen ................................................................32
9.1.1 Kengetallen voor Milieu ...................................................................................32
9.1.2 Kengetallen voor Bouwen ...............................................................................32
9.1.3 Kengetallen voor APV/Bijzondere Wetten .......................................................32
9.1.4 Kengetallen voor Brandveiligheid ....................................................................33
9.1.5 Kengetallen voor bijzondere objecten ..............................................................33
9.1.7 Kengetallen voor lokale en overige aandachtpunten .......................................33
9.1.8 Kengetallen voor strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving ...............33
9.1.9 Kengetallen voor afhandeling van klachten en meldingen ...............................34
9.2 Bestuurlijk restrisico ...............................................................................................35
9.2.1 Milieu ..............................................................................................................35
9.2.2 Bouwen ...........................................................................................................38
3
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
9.2.3 Ruimtelijke ordening ........................................................................................38
9.2.4 APV en Bijzondere Wetten ..............................................................................38
9.2.5 Brandveiligheid................................................................................................39
9.2.6 Lokale aandachtspunten .................................................................................39
Bijlage Uitvoeringsplan RUD 2016………………..………………………….…………………...40
Bijlage Uitvoeringsplan provinciale bedrijven 2016………………………………………………42
4
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
1. Inleiding
Voor u ligt het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 (op grond van artikel 7.3 Besluit
Omgevingsrecht). Dit programma geeft inzicht in de prioriteiten en de uitvoering van de
toezicht- handhavingstaken voor het jaar 2016. Het uiteindelijke hoofddoel van het
programma is een effectief toezicht en handhaving en een efficiënte inzet van de
beschikbare uren en middelen. Toezicht en handhaving moeten leiden tot het bevorderen
van het naleefgedrag.
Volgens de Wabo-kwaliteitscriteria moet het toezicht- en handhavingsbeleid een doelstelling
en een prioriteitenstelling bevatten en zijn gebaseerd op een probleemanalyse. Ook moet er
inzicht worden gegeven in de gehanteerde methodiek voor het bewaken van de doelen, de
strategie en de afstemming met andere handhavingspartners. Jaarlijks moet er een
uitvoeringsprogramma worden opgesteld, waarin het toezicht- en handhavingsbeleid is
uitgewerkt. Het beleid en het uitvoeringsprogramma moeten jaarlijks worden geëvalueerd en
zo nodig worden bijgesteld. Met dit jaarplan wordt daar invulling aan gegeven.
Basis voor het opgestelde HUP 2016 vormt nog steeds de risicoanalyse die in het 4e
kwartaal van 2010 is uitgevoerd. Op basis van die risicoanalyse zijn prioriteiten gesteld en
zijn deze via kengetallen doorgerekend naar daarvoor benodigde personele capaciteit. Deze
manier van werken maakt dat beschikbare menskracht zo efficiënt mogelijk wordt ingezet.
Het resultaat uit de risicoanalyse vormt de basis voor dit programma.
Nieuwe ontwikkelingen zoals omschreven in paragraaf 3.4 (kwaliteitscriteria) vereisen dat er
verbeteringen worden doorgevoerd om een sluitende beleids- en operationele cyclus te
bereiken die nodig is om resultaatgericht te organiseren en sturen. Het opstellen van een
actuele risico-analyse/probleemanalyse vormt een eerste stap in het verbetertraject. Dit
traject welk, in 2015 en 2016, zoveel mogelijk op basis van samenwerking binnen de
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) is en wordt uitgevoerd, zal ook leiden tot onder meer een
nieuw strategisch beleidskader en daarop gebaseerd uitvoeringsprogramma voor 2017.
Dit programma bevat de toezicht- en handhavingsinspanningen op het gebied van milieu,
bouwen, ruimtelijke ordening, APV en Bijzondere Wetten, die in 2016 worden uitgevoerd.
Deze activiteiten zijn terug te vinden in hoofdstuk 5 en zijn verdeeld over drie clusters:
- Vergunninggericht werken;
- Objectgericht werken;
- Gebiedsgericht werken;
De aanpak van geconstateerde overtredingen is voor het hele taakveld hetzelfde. Deze
aanpak is beschreven en vastgelegd in het integraal handhavingsbeleid 2011-2014. Het
handhavingsbeleid wordt in het kader van het hiervóór genoemde verbetertraject in relatie tot
de kwaliteitscriteria in 2016, zoveel mogelijk in samenwerking in RUD-verband
geactualiseerd. Tot die tijd wordt gehandeld overeenkomstig het beleid 2011-2014.
5
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
De handhavingsdoelen liggen vast in het handhavingsbeleid en in dit toezicht- en
handhavingsprogramma. Om te kunnen toetsen of de gestelde doelen zijn bereikt vindt
monitoring van de resultaten plaats. Dat gebeurt primair via monitoring van de aantallen
uitgevoerde controles per activiteit, de aantallen behandelde meldingen/klachten, het aantal
doorlopen bestuursrechtelijke procedures, de ingezette personele capaciteit en budget en
het naleefgedrag. Dit alles staat beschreven in hoofdstuk 6.
In hoofdstuk 8 is de personele capaciteit uit dit programma weergegeven, evenals de
benodigde en beschikbare financiële middelen. De uitwerking van dit programma was in
eerste instantie gebaseerd op de uitkomst van de discussie zoals die is gevoerd in een
themabijeenkomst van de raad op 29 november 2010 en het besluit van de raad op 19 april
2011 om niet in te stemmen met het voorstel van het college om middelen beschikbaar te
stellen voor de uitvoering van de tussenvariant. De mening van de raad was toen dat het
college de middelen voor uitvoering van de tussenvariant moest zoeken binnen de
bestaande bedrijfsvoering. Dit laatste is niet mogelijk gebleken. Daarom is verder gewerkt
volgens de zogenaamde huidige variant met de toenmalige beschikbare personele bezetting.
Bij de uitwerking van het jaarprogramma 2013 van de RUD is gebleken dat er te weinig
capaciteit aanwezig was bij het team toezicht en handhaving om te kunnen voldoen aan het
minimum kwaliteitsniveau. De raad heeft in de vergadering van 6 november 2012 voor 2013
t/m 2015 extra middelen ad. € 63.500 beschikbaar gesteld.
Dit bedrag is ook voor het jaar 2016 opgenomen in de begroting. Voor de komende jaren zal
bezien moeten worden in welke mate extra inhuur nodig is. Inschatting is dat inhuur nodig zal
zijn om de beoogde kwaliteitsverbetering te bereiken. Het beoogde efficiencyvoordeel als
gevolg van samenwerking binnen de RUD zal naar verwachting niet zozeer bestaan uit
rechtstreekse kostenbesparing, maar uit het tegen geringere kosten samen bereiken van het
beoogde kwaliteitsniveau dan wanneer elke gemeente dit zelfstandig had moeten doen. Het
streven naar efficiency blijft echter bij alle te maken beleidsmatige keuzes een belangrijk
uitgangspunt.
Voor de omvang van de benodigde inzet voor 2017 en later is bovendien relevant dat in het
kader van het hiervoor genoemde verbeterplan procescriteria een nieuwe risicoanalyse
uitgevoerd wordt. Dit zal leiden tot nieuw handhavingsbeleid met bijbehorende personele
capaciteit.
De planning is gericht op besluitvorming door het bestuurlijk overleg van de RUD in het
voorjaar 2016 en vervolgens verwerken van voorstellen in de kadernota 2017.
Naast dit budget is er in de begroting 2016 een bedrag beschikbaar van €10.500 voor de
bijdrage van de gemeente Nederweert aan het coördinatiecentrum van de RUD.
Voor de jaren 2017 en later zal een voorstel worden gedaan voor opnemen van bedragen in
de begroting. De bedragen worden meegenomen in de kadernota 2017.
Beoogd was dat door efficiencyvoordelen de kosten van het coördinatiecentrum 2016
terugverdiend zouden zijn. Dat blijkt niet mogelijk. De efficiencywinst bestaat, ook waar het
gaat om de ondersteunende werkzaamheden van het coördinatiecentrum, niet zozeer uit
rechtstreekse kostenbesparing, maar uit het tegen geringere kosten samen bereiken van het
beoogde kwaliteitsniveau dan wanneer elke gemeente dit zelfstandig had moeten doen.
6
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
In 2015 zijn van de bijdragen van de partners bijvoorbeeld medewerkers- en lijnmanagersbijeenkomsten georganiseerd, de bestuurlijke overleggen voorbereid, diverse kennisgroepen en werkgroepen ondersteund, het ICT traject begeleid, de basis gelegd voor een opleidingsplan, geïnvesteerd in evaluatie van de RUD Limburg Noord, het lobbytraject ter behoud van de netwerkconstructie voorbereid en begeleid, ondersteuning geboden bij landelijke projecten en ondersteuning bij het verbeterplan procescriteria. Met ingang van 1 januari 2014 zijn de taken op gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) van de provinciale inrichtingen gedecentraliseerd van de provincie Limburg naar de gemeente. Ook het bijbehorende structurele budget ter hoogte van € 75.567 is via het gemeentefonds overgegaan naar de gemeente. De medewerkers van de provincie zijn in 2015 overgegaan van de provincie naar de gemeente Roermond. De gemeente Nederweert heeft de verplichting om het toezicht en de vergunningverlening van de voormalige provinciale inrichtingen in RUD-verband te laten uitvoeren door Roermond. Hiervoor betaalt de gemeente jaarlijks een vergoeding, oplopend van een bedrag van €16.611 in 2016 tot een bedrag van €17.630 in 2020. Bedragen voor 2017 tot en met 2020 worden nog verwerkt in de kadernota. Het resterend deel kan de gemeente inzetten voor handhavingsactiviteiten, externe ondersteuning bij diverse ontwikkelingen zoals het traject verbeterplan procescriteria en overige praktische zaken die nodig zijn op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Net als in 2015 wordt in 2016 uitgegaan van inzet van dit restbedrag voor uitvoering van de geplande taken en voor overige voorziene en onvoorziene kosten. In het programma zijn prioriteiten gesteld en dus keuzes gemaakt omdat niet alle toezicht- en handhavingstaken die de gemeente heeft in het programmajaar actief uitgevoerd kunnen worden. Het programma bevat de activiteiten die actief ter hand worden genomen. Daarnaast blijven er echter ook zaken liggen. Een gevolg van de prioritering en de gemaakte bestuurlijke keuzes. Dit wordt gedefinieerd als het bestuurlijke restrisico. Een overzicht van het restrisico is te vinden in Hoofdstuk 9. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op een aantal ontwikkelingen waaronder ontwikkelingen in relatie tot de RUD’s.
2. Doelstellingenbeleid De gemeente Nederweert heeft de volgende centrale doelstelling voor toezicht en handhaving: “de
gemeente Nederweert streeft ernaar om de taken die voortvloeien uit het omgevingsrecht,
richtlijnen en beleid professioneel en doelmatig uit te voeren met als doel een schone, veilige,
gezonde en duurzame leef- en werkomgeving te realiseren en/of te behouden”. Daarnaast kent het
handhavingsbeleid van de gemeente Nederweert de volgende doelstellingen:
1. Het geven van invulling aan de gemeentelijke handhavingstaak;
2. Het tonen van bestuurskracht en het vergroten van het vertrouwen in het bestuur;
3. Het opstellen van een leidraad voor handhaving;
4. Integraal toezicht omwille van het beperken van de last voor burgers en bedrijven;
5. De vergroting van de efficiency;
6. Hoogste risico’s frequenter controleren;
7. Het verbeteren van het naleefgedrag;
7
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
8. Programmatisch handhaven;
9. Bereiken van een naleefgedrag van 100% na doorlopen van een handhavingstraject;
10. Rechtsgelijkheid;
11. Het belonen van goed naleefgedrag;
12. Communicatie als preventief handhavingsinstrument.
Om de bovenstaande doelstellingen te realiseren zijn de resultaten van de risicoanalyse
vertaald in operationele doelstellingen. Deze doelstellingen bestaan uit de uit te voeren
toezicht- en handhavingsactiviteiten zoals in dit programma opgenomen. Via monitoring (zie
ook hoofdstuk 6) zal de uitvoering van het programma worden bewaakt en de mate waarin
de in het beleidsplan en hierboven opgenomen doelstellingen worden bereikt.
3. Ontwikkelingen en gemaakte keuzes
3.1 Algemeen De afgelopen jaren zijn er ontwikkelingen geweest welke van invloed zijn op het HUP 2016.
Voor de komende tijd staan er ons ook weer een aantal nieuwe ontwikkelingen te wachten.
Hieronder wordt weergegeven welke ontwikkelingen dit zijn en wat de invloed zal zijn op het
programma. Daarbij wordt ook een keuze gemaakt voor wat betreft de inzet van de capaciteit
binnen het taakveld toezicht en handhaving. Deze keuzes worden vertaald in een
(ingeschatte) urenverdeling.
3.2 Keuzes en restrisico
Idealiter worden direct alle problemen aangepakt en opgelost. Dit is echter niet mogelijk,
omdat daartoe de capaciteit niet toereikend is en omdat toezicht en handhaving een
langdurig traject is. Gelet hierop moeten keuzes worden gemaakt en moeten prioriteiten
worden gesteld. Prioriteren houdt in dat er taken wel worden uitgevoerd maar ook dat er
taken niet of gedeeltelijk worden uitgevoerd.
Vooral in dat laatste schuilt een bestuurlijk restrisico. Het bestuurlijke restrisico wordt jaarlijks
expliciet opgenomen in het HUP. De taken die in deze lijst van restrisico’s staan opgenomen
worden voor het betreffende programmajaar niet uitgevoerd.
Om verantwoord prioriteiten te kunnen stellen is een risicoanalyse uitgevoerd. De
risicoanalyse geeft inzicht in de voor de gemeente grootste risico’s. Toezicht- en
handhavingsactiviteiten zouden zich dus primair moeten richten op de grootste risico’s. De
risicoanalyse is tot stand gekomen via de formule risico = kans x effect. Kans staat dan voor
de kans dat de overtreding wordt begaan. Effect staat voor het effect dat zich voordoet als de
regel niet wordt nageleefd. Daarbij is als volgt te werk gegaan. Eerst is op basis van de
risicoanalyse bepaald wat de prioriteiten zouden moeten zijn. Vervolgens zijn er een viertal
uitvoeringsvarianten ontwikkeld: de maximale, de adequate, de tussen en de huidige variant.
Zoals in de inleiding staat aangegeven is ervoor gekozen om de huidige variant te hanteren
op basis van de toenmalige beschikbare personele bezetting. Dit aangevuld met de extra
capaciteit om te kunnen voldoen aan het minimum kwaliteitsniveau voor toetreding tot de
RUD per 1 januari 2013.
8
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Dit heeft tot gevolg dat er taken niet of in beperkte mate kunnen worden uitgevoerd. Hierin
schuilt een bestuurlijk restrisico. Het bestuurlijk restrisico is te vinden in Hoofdstuk 9.
3.3 Regionale uitvoeringsdienst (RUD)
De vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam hebben de problematiek van
vergunningverlening, toezicht en handhaving hoog op de politieke agenda geplaatst. In 2008
heeft de commissie Mans hierover een rapport uitgebracht. Naar aanleiding hiervan is een
landelijke discussie gestart en die heeft ertoe geleid dat het kabinet de wens heeft
uitgesproken voor het oprichten van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's), op de
schaalgrootte van de bestaande veiligheidsregio's, voor het uitvoeren van milieutaken.
In 2009 hebben het rijk, IPO en VNG ingestemd met de zogenaamde package deal. Daarin
is o.a. afgesproken dat de gemeenten en provincies de regionale uitvoeringsdiensten
oprichten en daarin minimaal het basistakenpakket voor vergunningverlening, toezicht en
handhaving op milieugebied onderbrengen. In de package deal staat dat bij de RUD’s een
basistakenpakket wordt ondergebracht.
De basistaken zijn de milieutaken van gemeenten met een bovenlokale dimensie die op
regionaal niveau uitgevoerd moeten worden, taken die zeer complex zijn en provinciale
milieutaken.
De Eerste Kamer nam in 2010 een motie aan om de uitvoeringsdiensten bottom-up, door de
gemeenten en provincies samen, te realiseren en niet wettelijk op te leggen.
2013: start netwerk-RUD
Op 1 januari 2013 is de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord (RUD-LN) van start
gegaan. De RUD-LN is een netwerk RUD waarin gemeenten en provincie onderling
samenwerken en waarbij het personeel in dienst blijft bij zijn eigen werkgever.
In december 2014 heeft het college een nieuwe bestuursovereenkomst vastgesteld die
betrekking heeft op de decentrale uitvoering van toezichts- en handhavingstaken ten aanzien
voormalige provinciale inrichtingen. In december 2015 is de bestaande
Dienstverleningsovereenkomst geactualiseerd en heeft het college een besluit mandaat,
volmacht en machtiging RUD Limburg-Noord genomen.
Het HUP 2016 is voor een belangrijk deel de nadere uitwerking van het RUD
Uitvoeringsprogramma 2016.
Volgens de huidige inzichten van zowel het college als het bestuurlijk overleg van de RUD-
LN brengt Nederweert per 1 januari 2016 Wabo-breed taken in, in de RUD. Daarmee dus
ook de niet-basistaken.
Plicht Openbaar Lichaam
In de afgelopen jaren zijn in relatie tot het wetsvoorstel VTH, waarin al dan niet ruimte zou
worden geboden voor het voortbestaan van de RUD in netwerk-vorm, evaluaties verricht
naar het functioneren van de netwerk-constructie.
In Limburg is consequent een bestuurlijke lobby uitgevoerd gericht op het voortbestaan in
deze vorm.
In september 2015 heeft de Tweede Kamer besloten dat de juridische vorm dient te bestaan
uit een Openbaar Lichaam als bedoeld in de Wet Gemeenschappelijke Regeling (WGR).
9
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Onderzoek alternatieve bedrijfsvormen en uitgangspunten
Onder meer rekening houdend met deze uitkomst heeft het Bestuurlijk Overleg van de RUD
Limburg-Noord op 22 januari jl. besloten om onderzoek uit te voeren naar toekomstige
bedrijfsmodellen voor de RUD Limburg-Noord.
Een andere reden voor het besluit tot dit onderzoek is het inzicht dat sinds de oprichting van
de RUD in 2013 verbeterpunten zijn gebleken.
Het Bestuurlijk Overleg heeft in oktober 2015 unaniem uitgangspunten vastgesteld die
richtinggevend zijn voor drie te onderzoeken alternatieve bedrijfsmodellen en die voldoen
aan de juridisch voorgeschreven vorm. Kort samengevat houdt dit in dat de bedrijfsmodellen
worden vergeleken op basis van de volgende aspecten die gebaseerd zijn op de
doelstellingen van de RUD Limburg-Noord:
1. Voldoen aan kwaliteitscriteria (nog door gemeenteraden vast te stellen)
2. Uniformiteit voor burgers/bedrijven (level playing field)
3. Draagvlak bij bestuurders en medewerkers
4. Efficiency taakuitvoering
In het bestuurlijk overleg van de RUD en de afzonderlijke colleges zullen de resultaten, zodra deze bekend zijn, aan de orde komen.
3.4 Kwaliteitscriteria en modelverordening Voor een goede uitvoering van vergunningverlening,
toezicht en handhaving (VTH) zijn landelijke
kwaliteitscriteria ontwikkeld. Deze criteria gelden
zowel voor taken die worden
uitgevoerd door de RUD als voor de taken die de
gemeente zelf uitvoert. Er worden minimale eisen
gesteld met betrekking tot kritieke massa, inhoud en
proces. De kritieke massa-criteria geven aan welke
capaciteit minimaal in een organisatie aanwezig moet
zijn om de VTH-taken goed uit te voeren. Tot voor kort
was onduidelijk of de criteria wettelijk verankerd
zouden worden in de in voorbereiding zijnde Wet
VTH.
Het voldoen aan de kwaliteitscriteria maakt echter
onderdeel uit van de packagedeal die het Rijk, IPO en
VNG hebben gesloten. Het college van burgemeester
en wethouders hebben aangegeven de criteria te
onderstrepen, net als het Bestuurlijk Overleg van de
RUD. Doel is om op die wijze de kwaliteit van
uitvoering van de VTH-taken te verhogen, alsmede de
continuïteit en tevens om efficiencywinst te boeken.
Daarbij is binnen het bestuur van de RUD al
10
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
uitgesproken dat bij een wettelijke verankering niet rigide wordt omgegaan met de
kwaliteitseisen (er moet sprake zijn van toepasbaarheid, redelijkheid en billijkheid). Inmiddels
is bekend dat in het hiervóór genoemde, gewijzigd wetsvoorstel VTH van december 2014,
geen sprake is van een wettelijke verankering van de kwaliteitscriteria. Gemeenten dienen
zelf zorg te dragen voor een adequaat uitvoeringsniveau, waarbij de kwaliteitscriteria 2.1 als
referentiekader dienen voor het minimumniveau.
Modelverordening kwaliteitscriteria
De gemeenteraden zijn bevoegd tot vaststelling van de criteria. De VNG heeft een
modelverordening opgesteld gebaseerd op de door VNG, IPO en Rijk opgestelde
kwaliteitscriteria.
In RUD-verband zijn voorbereidingen gaande gericht op besluitvorming na inwerkingtreding
van de Wet VTH. Naar verwachting zal dit begin 2016 zijn. Voorafgaand worden er regionale
bijeenkomsten voor gemeenteraden georganiseerd. Ook wordt er een themaraad
georganiseerd waarbij aandacht wordt besteed aan overige actuele onderwerpen over de
RUD’s.
Kritieke massa
Voor het milieutoezicht bij complexe bedrijven zijn ervaren milieutoezichthouders
nodig. Hiervoor moeten de medewerkers een minimaal aantal uren toezichthouden
(vlieguren).
Alleen op het gebied van agrarische inrichtingen voldoet Nederweert aan de kritieke
massa criteria. Voor alle overige taakvelden is samenwerking met de RUD-partners
nodig.
Inhoud
Qua inhoud moet iedere medewerker aan het minimaal gestelde competentieprofiel
voldoen. De 3 toezichthouders van het team Toezicht en handhaving hebben in 2014
aangetoond door middel van een ervaringsprofiel/ervaringscompetentietraject
(EVP/EVC-traject) te beschikken over de benodigde competenties.
Proces
Hantering van een sluitende beleids- en operationele cyclus (Big 8, zie onderstaande
afbeelding) is een belangrijke voorwaarde voor het resultaatgericht organiseren en
sturen. Onderdeel van de landelijke set kwaliteitscriteria voor de VTH-taken zijn
daarom de zogenaamde procescriteria. Het voldoen aan de procescriteria borgt een
gesloten plan-do-check-act cyclus, die begint met het opstellen van een strategisch
beleidskader (probleemanalyse, doelstellingen, prioriteiten), vervolgens overgaat in de
daadwerkelijke uitvoering van de VTH-taken (planmatig geborgd in een uitvoerings-
programma), het monitoren van de geleverde prestaties op basis van kritische
prestatie-indicatoren en eindigt (c.q. begint opnieuw) met het bijstellen van het beleid
naar aanleiding van de ervaringen in de praktijk.
Zoals in de inleiding aangegeven hebben de gemeenten in Noord Limburg binnen de RUD-
samenwerking de krachten gebundeld om te gaan voldoen aan deze procescriteria.
Vanwege deze verbeterslag die in RUD-verband gaande is, wordt tot de vaststelling van
11
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
nieuw beleid in 2016, gehandeld overeenkomstig het beleid 2011-2014.
Onderzoek gemeente Nederweert aan kwaliteitscriteria
Uit onderzoeken, onder meer uitgevoerd in RUD-verband, is gebleken dat veel gemeenten
zelfstandig niet kunnen voldaan aan de kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht
en handhaving. Het onderbrengen van bovengenoemde taken bij de RUD is een
mogelijkheid voor gemeenten om te voldoen aan de kwaliteitscriteria. Ten tijde van het
opstellen van dit HUP was er een onderzoek door de gemeente Nederweert gaande naar de
mate waarin haar medewerkers op dat moment voldeden aan de kwaliteitscriteria en welke
haalbare oplossingsmogelijkheden er voor de gemeente zijn. Resultaten waren ten tijde van
het opstellen van dit programma nog niet voorhanden. Omdat nog niet duidelijk is hoe de
door de gemeenteraad vast te stellen kwaliteitscriteria gaan gelden is bij het onderzoek
uitgegaan van de kwaliteitscriteria 2.1 die door VNG, IPO en Rijk zijn opgesteld.
3.5 Drank- en Horecawet
In 2013 en 2014 zijn wijzigingen van de Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden.
Het toezicht van de Minister (lees: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ofwel de
NVWA) is overgegaan naar de gemeenten (de burgemeester). Met de wetswijziging wordt
veel van de inzet van gemeentelijke toezichthouders verwacht.
Vanaf 2014 is de alcoholleeftijdsgrens verhoogd van 16 naar 18 jaar. Jongeren onder de 18
jaar zijn strafbaar als ze alcohol in bezit hebben, zowel in de kroeg als op de openbare weg.
Verkopers van alcohol die in 12 maanden tijd 3 keer worden betrapt op verboden verkoop,
verliezen (tijdelijk) hun vergunning. Omdat toezicht en handhaving van de wet is overgegaan
naar de gemeenten kan daarmee veel gerichter worden ingezet.
Met de wijzigingen beoogde het kabinet:
Het effectiever tegengaan van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren. De
gemeente heeft, met de nieuwe DHW, instrumenten om een samenhangend beleid te
voeren voor het oplossen van problemen rondom het gebruik van alcohol door
jongeren. Door vergunningverlenende en toezichthoudende taken bij de
burgemeester te leggen en meer handhavende taken te geven krijgt de gemeente
meer mogelijkheden om op lokaal niveau effectief op te treden tegen negatieve
aspecten van alcoholverstrekking.
Het terugdringen van administratieve lasten. Door een vereenvoudiging van het
vergunningsstelsel besparen horecaondernemers tijd en kosten bij het doorgeven
van een nieuwe leidinggevende. Het doorgeven van een verandering onder
leidinggevenden gaat in de vernieuwde DHW met een melding eenvoudiger en
sneller dan met het huidige systeem. En met het vervallen van het interbestuurlijk
toezicht op de gemeenten nemen de bestuurslasten ook af.
Het terugdringen van alcoholgerelateerde overlast en verstoring van de openbare
orde.
De gemeente heeft meer mogelijkheden om in beleid en regelgeving extra regels te
stellen om alcoholgerelateerde overlast en verstoring van de openbare orde te
verminderen. Een nieuw onderdeel in de DHW is de mogelijkheid om jongeren onder
de 18 jaar strafbaar te stellen als ze in bezit zijn van alcohol en zich in publiek
12
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
toegankelijke ruimtes bevinden. De DHW legt zo expliciet een verantwoordelijkheid
bij de jongeren zelf.
De gemeenteraad heeft op 17 december 2013 regels vastgesteld die gelden voor het
schenken van alcohol door paracommerciële rechtspersonen (stichtingen en verenigingen).
Die regels zijn na goed overleg met horecaondernemers en verenigingen en stichtingen tot
stand gekomen. Het stellen van regels is verplicht als gevolg van wijzigingen van de Drank-
en Horecawet en is bedoeld om oneerlijke concurrentie te voorkomen richting de reguliere
horeca.
De gemeente Nederweert bevordert de naleving van de Drank- en Horecawet door
preventieve maatregelen te nemen zoals voorlichting en door handhavend optreden. Daartoe
is onder meer in 2015 een wettelijk verplicht handhavings- en preventieplan opgesteld. Ook
worden er afspraken gemaakt met betrokken partijen zoals horecaondernemers, bijvoorbeeld
over de alcoholmatiging door jongeren.
Van de mogelijkheid om happy hours te verbieden heeft de gemeenteraad in 2013 geen
gebruik gemaakt omdat de lokale horeca-ondernemers aangaven daar geen gebruik van te
maken. In de praktijk is echter gebleken dat happy hours toch georganiseerd werden. Dit
heeft geleid tot overleg met de betreffende horeca-ondernemers, waarbij zij nogmaals zijn
gewezen op hun verantwoordelijkheid met name waar het gaat om alcoholverstrekking aan
jongeren. Daarnaast heeft de gemeenteraad alsnog eind 2015 een verbod opgenomen in de
APV tot het organiseren van happy hours. Middels voorlichting worden de horeca-
ondernemers nogmaals gewezen op hun verantwoordelijkheid en op het feit dat de
gemeente handhavend optreedt tegen overtredingen van o.a. dit verbod en van de
leeftijdsgrenzen.
Toezicht en handhaving richten zich, zoals bij andere onderwerpen, op zaken die de meeste
aandacht vragen. Daarom worden er onder meer controles uitgevoerd tijdens evenementen,
waarbij het risico op overtreding van de minimumleeftijd groot is. Ook worden vooral die
horecabedrijven en stichtingen en verenigingen gecontroleerd waarvan bekend is dat zij
regels niet naleven of zonder vergunning handelen.
In 2013 is een BOA van de gemeente Nederweert opgeleid voor het toezicht in het kader van
de drank- en horecawet. Om veiligheidsredenen is het wenselijk om de controles met
minimaal twee BOA’s uit te voeren. Vanwege de herkenbaarheid van de eigen BOA in de
eigen gemeente is het niet wenselijk om in de eigen gemeente te controleren. Daarom is
regionaal een convenant gesloten tot samenwerking. Bij de inzet van BOA’s uit andere
gemeenten wordt het beleid van de gemeente waarin het toezicht plaatsvindt uiteraard als
uitgangspunt gehanteerd.
3.6 Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij
3.6.1 Actieplan Ammoniak
De toenmalige ministeries van VROM en LNV, nu Infrastructuur en Milieu (I&M) en
Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), de provincies en de VNG hebben in
2009 een "Actieplan Ammoniak Veehouderij" opgesteld. Dit Actieplan moet er toe leiden dat
13
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
de middelgrote veehouderijbedrijven emissiearm worden en gaan voldoen aan het Besluit
ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting).
Om de administratieve- en uitvoeringslasten te verminderen zijn bepaalde termijnen uit dit
Actieplan gekoppeld aan de inwerkingtreding van de wijziging Activiteitenbesluit
landbouwactiviteiten. Omdat deze wijziging van het Activiteitenbesluit 1 januari 2013 in
werking is getreden, is door staatssecretaris Atsma besloten dat de realisatietermijn voor
bepaalde gevallen verschuift naar 1 januari 2014.
3.6.2 Het principe van het actieplan Ammoniak
Het Actieplan is op 1 december 2009 naar de Tweede Kamer verstuurd. Veehouderijen
zouden oorspronkelijk al per 1 januari 2010 moeten voldoen aan het Besluit huisvesting.
Gebleken is dat veel veehouders voor die datum de noodzakelijke stalaanpassingen niet
konden realiseren. In overleg met de Tweede Kamer heeft de minister - onder voorwaarden -
uitstel van de verplichting verleend. Aan het Actieplan ligt een gedoogbeleid ten grondslag.
Dit betekent dat gedoogd wordt dat veehouderijen in overtreding zijn van het Besluit
huisvesting. Om mee te doen met het gedoogbeleid moesten veehouders voor 1 april 2010
een bedrijfontwikkelplan indienen (BOP).
Het Actieplan geldt voor bestaande stallen op alle middelgrote pluimvee- en
varkensbedrijven waarvoor een maximale emissiewaarde is opgenomen in het Besluit
huisvesting. Het Actieplan geldt ook als nieuwe stallen worden gebruikt voor intern salderen.
Het Actieplan geldt dus niet voor IPPC-bedrijven, kleinere bedrijven, diercategorieën
waarvoor geen maximale emissiewaarden gelden en biologisch gehouden dieren. Voor
melkrundveehouderijen is er een apart traject opgenomen.
Handhaving van het Besluit huisvesting is aan de orde zodra een veehouderij niet of niet
meer aan de voorwaarden van het gedoogbeleid voldoet.
3.6.3 De stoppersregeling
Onderdeel van het Actieplan ammoniak is de stoppersregeling. Deze is speciaal bedoeld
voor bedrijven die uiterlijk in het jaar 2020 willen stoppen met hun intensieve veehouderij
activiteiten.
In het Actieplan Ammoniak staat dat er voor veehouders die willen stoppen in de periode na
2013 de mogelijkheid zal worden geboden om hun bedrijf nog enkele jaren te kunnen
voortzetten. Voorwaarde is wel dat zij vanaf 1 april 2013 met andere maatregelen een even
grote emissiereductie realiseren als wanneer emissiearme stalsystemen zouden worden
toegepast om aan de emissie-eisen van het Besluit huisvesting te voldoen. Het betreft dan
snel inzetbare, mogelijk tijdelijke maatregelen (stal, management, voer, minder dieren).
Hiervoor zal de huidige ammoniakregelgeving worden aangevuld. De zogenaamde
‘stoppersregeling' zal voor varkens- en pluimveehouders gelden tot uiterlijk 2020.
In 2013 zijn de bedrijven in de gemeente Nederweert, die eerder hebben aangegeven in
aanmerking te willen komen voor de stoppersregeling en die nog niet hebben voldaan aan
de eisen voor gedogen aangeschreven, om hen alsnog in staat te stellen om onder de
14
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
landelijke gedoogregeling te vallen. De controles van deze bedrijven zijn nagenoeg afgerond.
In 2016 zullen de laatste bedrijven worden bezocht.
3.7 Arbeidsmigranten
Op 12 november 2013 heeft het college besloten om deel te nemen aan het regionaal
interventieproject gericht op toezicht op en handhaving van de problematiek rondom
huisvesting en arbeidsvoorwaarden van arbeidsmigranten. Het doel van dit project is het
voorkomen en bestrijden van illegale huisvesting van arbeidsmigranten en daarmee
samenhangende misstanden, het voorkomen en bestrijden van uitbuiting van (illegaal in
Nederland verblijvende) personen, belasting- en premiefraude, uitkeringsfraude, illegale
tewerkstelling, onderbetaling en illegale verwerving van inkomen.
De aanpak is daarmee primair gericht op de (malafide) faciliteerders (huisvesters,
werkgevers, uitzendorganisaties) en minder op de arbeidsmigrant zelf. De aanpak kenmerkt
zich door integrale samenwerking bij toezicht en handhaving tussen gemeenten, politie,
belastingdienst, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), ondersteund door het
Regionaal Coördinatiecentrum Fraudebestrijding (RCF) en de Provincie Limburg.
Hoewel de voorgestelde interventieaanpak binnen de landelijke structuur van
interventieteams valt, ligt de bestuurlijke verantwoordelijkheid nadrukkelijk op lokaal,
gemeentelijk niveau. Deze wordt samengebracht binnen de stuurgroep Kerkeböske. Dat wil
zeggen dat elke gemeente zelf bepaalt welke huisvestingslocaties prioriteit krijgen en
meegenomen worden in de aanpak.
Het project heeft in 2015 gelopen en er zijn enkele controle-avonden geweest in de
gemeente. Nog niet zeker is of het project in 2016 een vervolg gaat krijgen. Dit zal nog
besproken worden in de projectgroep samen met de stuurgroep.
In Nederweert draait het project huisvesting arbeidsmigranten sinds enkele jaren en hebben
er al veel controles plaatsgevonden. Deze controles vinden integraal plaats. Brandweer en
gemeente trekken veelal samen op. Over het algemeen kan gesteld worden dat er in
Nederweert weinig tot geen problemen zijn met de huisvestiging van arbeidsmigranten. De
huisvestigingslocaties welke in beeld zijn, zijn in orde.
3.8 Buitengebied in Balans, Samen groots!, Samen doen!
Het doel van het programma ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!’, is om het
buitengebied in de gemeente Nederweert toekomstbestendig te maken en te houden.
Ondernemers, inwoners en bezoekers van de gemeente Nederweert werken samen aan een
prettige woon-, werk- en leefomgeving. Door nieuwe manieren van denken, originele
samenwerkingen en een verfrissende kijk op regelgeving, is het de bedoeling dat er een
vitaal platteland ontstaat waar iedereen op zijn of haar manier van kan profiteren en van kan
leren. ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!’, is een initiatief van de
gemeente Nederweert en wordt ondersteund door de provincie Limburg en het
gebiedsbureau Weert-Nederweert-Leudal.
Het is vooral een praktisch programma gericht op de integrale uitvoering van activiteiten en
projecten in het buitengebied. Door middel van zogenaamde proeftuinen worden nieuwe
werkwijzen in het buitengebied toegepast. Voor 2016 is een jaarplan opgesteld met
15
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
activiteiten. Een cyclisch verband tussen vergunningverlening, toezicht en handhaving en
beleid is daarbij aan de orde. Opgemerkt wordt dat toezicht en handhaving vanuit de
wettelijke plicht tot functiescheiding een onafhankelijke positie inneemt ten opzichte van
vergunningverlening. Wat de activiteiten betreft gaat het hierbij onder andere om:
- Uitvoeren van controles in het kader van BOM+ en, indien nodig, handhavend
optreden (zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk);
- Het leveren van een bijdrage aan diverse proeftuinen Buitengebied in Balans, Samen
groots!, Samen doen!’;
- Deelname aan de werkgroep Proeftuin waarin wordt onderzocht hoe de
leerervaringen van de proeftuinen, die in 2014 en 2015 zijn opgedaan,
geïmplementeerd kunnen worden in de werkwijzen van de gemeente;
- Het leveren van een bijdrage aan communicatie over milieuvergunningen met de
vergunningaanvrager;
- Het leveren van een bijdrage aan de opzet van een monitoringssysteem;
- Het bijwonen van een buitengebied-overleg waarin ca. 5 keer per jaar alle
ontwikkelingen in het buitengebied worden gedeeld met de betrokken medewerkers
van alle disciplines.
Begin 2016 wordt een besluit genomen over het toepassen van actief intrekkingsbeleid voor
agrarische bedrijven. Het gaat dan om bedrijven die meer dan 3 jaar geen gebruik meer
hebben gemaakt van hun omgevingsvergunning activiteit milieu. Daarbij zal in beeld worden
gebracht op welke wijze wordt omgegaan met daarvoor benodigde controlewerkzaamheden.
3.9 CJIB
Het centraal justitieel incassobureau (CJIB) is het inning- en incassogezicht van de overheid
en vervult de centrale rol bij de afhandeling van strafrechtelijke beslissingen. Onze
buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) domein I (openbare ruimte) en domein II
(milieu-welzijn-infrastructuur) maken vanaf 1 januari 2012 gebruik van de web-applicatie van
het CJIB waardoor processen-verbaal voor overlastzaken, verkeersovertredingen en
Mulderzaken rechtstreeks ingediend zijn. Voor het indienen van de bekeuringen heeft onze
gemeente vanaf 1 januari 2012 een zogenaamde pv-vergoeding ontvangen. Deze voor het
indienen van de voor vergoeding is door de minister ingesteld als tegemoetkoming in de
kosten die de gemeenten maken door het rechtstreeks aanleveren van de bekeuringen aan
het CJIB. Echter de minister heeft besloten dat per 1 januari 2015 geen vergoeding meer
verleend wordt.
4. Kengetallen Nadat de prioriteiten en activiteiten per prioriteit inzichtelijk zijn gemaakt is gekeken naar de
gemiddelde benodigde tijd voor de uitvoering van die activiteit. We noemen dat een kengetal.
Een uitleg en onderbouwing van de gehanteerde kengetallen treft u aan in Hoofdstuk 9. Via
monitoring worden deze kengetallen in de praktijk geverifieerd.
16
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
5. Uit te voeren activiteiten Hieronder zijn de toezicht- en handhavingsactiviteiten opgenomen die de gemeente
Nederweert in 2016 gaat uitvoeren. Per onderdeel is daarbij aangegeven wat de inhoud van
de activiteit is. Ook is aangegeven hoeveel activiteiten er per soort worden uitgevoerd, wat
het gehanteerde kengetal is en hoeveel personele capaciteit de uitvoering van die activiteit
kost. Een totaaloverzicht van de benodigde capaciteit is opgenomen in hoofdstuk 7.
5.1 Vergunning gericht werken
Bij vergunning gericht werken gaat het om het toezicht op naleving van regels uit
vergunningen en (algemene) besluiten (zoals bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit). Het gaat
dan om bijvoorbeeld omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouwen en milieu en
vergunningen op grond van de APV en bijzondere wetten.
5.1.1 Milieu
Voor 2016 worden op het gebied van milieu de onderstaande controles gepland. De taken
worden uitgevoerd door de twee toezichthouders milieu van de gemeente Nederweert die
werkzaam zijn voor de RUD-LN. Ook worden, vanuit de beschikbaar gestelde extra
capaciteit als omschreven in de inleiding, taken uitgevoerd door andere toezichthouders
werkzaam voor de RUD-LN.
- Voormalig provinciale bedrijven (totaal aantal inrichtingen: 7)
3 volledige controles;
3 hercontroles.
De controlefrequentie is in overeenstemming met de productendienstencatalogus (PDC)
van de RUD
- Industriële IPPC-bedrijven (totaal aantal inrichtingen: 4) 1 volledige controle; 1 administratieve controle; 1 hercontrole. De controlefrequentie ligt lager dan de controlefrequentie van de PDC van de RUD. De bedrijven uit deze categorie moeten volgends de PDC jaarlijks gecontroleerd worden. De controlefrequentie ligt in dit uitvoeringsplan op 1 bedrijf per jaar.
- Agrarische IPPC-bedrijven (totaal aantal inrichtingen: 74) 37 volledige controles; 15 hercontroles; 10 deelcontroles; 10 administratieve controles 15 deelcontroles pilot Luchtwassers. De controlefrequentie ligt lager dan de controlefrequentie van de PDC van de RUD. De bedrijven uit deze categorie moeten volgends de PDC jaarlijks gecontroleerd worden. De controlefrequentie ligt in dit uitvoeringsplan op 5 keer per 10 jaar.
- Overige vergunningplichtige bedrijven (totaal aantal inrichtingen: 44) 15 volledige controles; 8 hercontroles; 5 administratieve controles, De controlefrequentie ligt lager dan de controlefrequentie van de PDC van de RUD. De
17
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
bedrijven uit deze categorie moeten volgends de PDC 7,5 keer per 10 jaar gecontroleerd worden. De controlefrequentie ligt in dit uitvoeringsplan op 1 keer 3 jaar.
- Niet vergunningplichtige bedrijven basistaak (totaal aantal inrichtingen: 309) 61 volledige controles, 30 hercontroles 10 administratieve controles De controlefrequentie ligt lager dan de controlefrequentie van de PDC van de RUD. De bedrijven uit deze categorie moeten volgends de PDC 3,5 keer per 10 jaar gecontroleerd worden. De controlefrequentie ligt in dit uitvoeringsplan op 2 keer per 10 jaar. De controlefrequentie van deze bedrijven is afhankelijk van de controlecapaciteit en fluctueert per jaar. Op termijn moet de controlefrequentie bij de overige bedrijven door goed naleefgedrag dalen, waardoor de frequentie bij de niet vergunningplichtige bedrijven omhoog kan.
- Niet vergunningplichtige bedrijven geen basistaak (totaal aantal inrichtingen: 623) 40 volledige controles, 10 hercontroles 5 administratieve controles De controlefrequentie ligt lager dan de controlefrequentie van de PDC van de RUD. De bedrijven uit deze categorie moeten volgends de PDC 3,5 keer per 10 jaar gecontroleerd worden. De controlefrequentie ligt in dit uitvoeringsplan op 0,7 keer per 10 jaar. De controlefrequentie van deze bedrijven is afhankelijk van de controlecapaciteit en fluctueert per jaar. Op termijn moet de controlefrequentie bij de overige bedrijven door goed naleefgedrag dalen, waardoor de frequentie bij de niet vergunningplichtige bedrijven omhoog kan.
Voor een deel levert de gemeente deze capaciteit zelf. Gelet op de kwaliteitscriteria met betrekking tot de kritieke massa zal de gemeente zich in hoofdzaak beperken tot controles bij agrarische bedrijven. Voor het toezicht op de overige categorieën bedrijven en een gedeelte van de agrarische bedrijven wordt bij de RUD het verzoek ingediend voor het uitvoeren van controles (1342 uur). Hiertoe wordt het resterende budget voor 2016 ingezet. De in 2010 uitgevoerde risicoanalyse blijft ook voor 2016 van waarde voor het stellen van prioriteiten. De RUD gaat in 2016 voor alle basistaken een nieuwe risicoanalyse vaststellen. Mogelijk dat dan de controlefrequenties van een of meerdere categorieën bedrijven wordt bijgesteld. Ook is het wenselijk om differentiatie aan te gaan brengen met betrekking tot naleefgedrag van bedrijven. Bedrijven die altijd hun zaken op orde hebben worden dan minder vaak bezocht, terwijl de controlefrequentie wordt opgevoerd voor bedrijven die het minder nauw nemen met de regelgeving. Tijdens deze controles wordt er waar mogelijk integraal gecontroleerd waarbij er naast de controle op de naleving van voorschriften uit de milieuregelgeving ook op de regels die gelden voor bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en waar van toepassing APV en bijzondere wetten wordt gecontroleerd.
5.1.2 Bouwen en Ruimtelijke ontwikkeling
Ook voor het taakveld bouwen is in 2010 een risicoanalyse gemaakt. In de
handhavingsuitvoeringsprogramma’s van de afgelopen jaren werd steeds aan de hand van
deze risicoanalyse en de beschikbare capaciteit een raming gemaakt van de te controleren
omgevingsvergunningen en sloopmeldingen. Feitelijk is aan de hand van de in een periode
verleende vergunningen moeilijk in te schatten wanneer de feitelijke bouw of sloop aanvangt
18
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
of gereed komt en wanneer de controlemomenten zich voordoen, en daarmee wat precies
de benodigde capaciteit is in een jaar. Door het economisch klimaat zijn de bouw- en
sloopactiviteiten die gecontroleerd moeten worden, afgenomen. Dit betekent dat in 2016
voldoende capaciteit aanwezig is om alle bouw- en sloopactiviteiten conform het
handhavingsprotocol te controleren. Beschikbaar hiervoor is 825 uur. Daarnaast is ervoor
gekozen om beperkt te controleren op naleving van vergunningsvrije bouwwerken, illegaal
gebruik, illegaal bouwen, illegale sloop en monumentenvergunningen. Bij de bouw-
inspecteur is door de afname van het aantal bouwvergunningen ruimte ontstaan voor het
casemanagement voor de milieucontroles, uitgevoerd door de RUD-partners.
Voor het project huisvesting arbeidsmigranten, waarbij met ingang van 2014 ook samengewerkt wordt met politie, belastingdienst, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), ondersteund door het Regionaal Coördinatiecentrum Fraudebestrijding (RCF) en de Provincie Limburg is 60 uur beschikbaar gemaakt. De aanwas van nieuwe adressen waarop arbeidsmigranten worden gehuisvest, anders dan in normale woningen loopt al een tijd terug. Hierdoor is de werkvoorraad aan het einde van 2015 beperkt. Voor de nakoming van de provinciale BOM+ regeling is voor 2016 100 uur beschikbaar. Waar de beleidskeuze voor handhaving prioriteit geeft aan de aspecten veiligheid en gezondheid, is voor de controle van BOM+ dit jaar opnieuw een aantal uren vrijgemaakt omdat van de regeling een sterk positief effect wordt verwacht in het kader van de leefbaarheid van het Limburgse buitengebied en daarmee ook het Nederweertse buitengebied. Ten aanzien van het onderdeel bouwen en ruimtelijke ontwikkeling worden de volgende controles uitgevoerd:
Activiteit Benodigde capaciteit
Bouwen en Slopen
Omgevingsvergunningen sloopmelding
825
Arbeidsmigranten 60
Bodem 20
Monumenten, illegale bouw of sloop, vergunningvrije bouwwerken
50
Ruimtelijke ontwikkeling
BOM+ 100
Subtotaal 1055
5.1.3 APV en Bijzondere Wetten
In de gemeentelijke APV zijn diverse regels opgenomen die moeten worden nageleefd. De
aard van de regels is zeer divers. Dat varieert van evenementenvergunningen tot controles
op verontreiniging door honden. De onderstaande controles worden uitgevoerd:
Activiteit Aantal Jaar
% Te controleren jaar
Kengetal Benodigde capaciteit jaar
19
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Algemeen Wegenverkeerswet (parkeren, incl. blauwe zone) 180 - 180 1 180 Zwerfafval (ook reclamemateriaal) 30 - 30 2 60 Loslopende honden/ verontreiniging door honden 125 - 125 1 125
Evenementen Grote, vergunningplichtige evenementen 8 100% 8
2,5
20
Middelgrote, meldingsplichtige evenementen 70 25% 18 1,5 27
Drank en Horeca Grote en risicovolle evenementen 14 100% 14 5 70
Paracommerciële instellingen 20 30% 6 3 18 Leeftijdscontroles horecabedrijven 10 100% 10 4,5 45
Toezicht openbare ruimte
Afsteekgedrag vuurwerk 8 - 8 1,5 12
Geluidhinder door dieren 8 - 8 1 8 Overige geluidshinder (o.a. geluidswagens, knalapparaten) 3 - 3 1 3 Exploitatievergunning horecabedrijf 6 - 6 2 12 Vergunning exploiteren sexinrichting\escort 1
- 1 1 1
Terrassen in strijd met nadere regels 2:10 APV of zonder huurovereenkomst met gemeente 3 100% 3 1 3
Toezicht illegaal grondgebruik 3 100% 3 1 3 Toezicht obstakels, gebruik openbare ruimte 95 100% 95 1 95
Hinderlijk gedrag Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 2 - 2 1 2 Kamperen buiten kampeerterreinen 2 - 2 1 2
Verboden drankgebruik 4 - 4 1 4
Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 200 - 200 1 200
Subtotaal 792 736 890
20
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
In totaal zijn voor uitvoering van taken op het gebied van APV/Bijzondere wetten 890 ambtelijke uren benodigd. Bij het selecteren van de activiteiten die actief worden gecontroleerd is rekening gehouden met de uitkomsten van de internetpol die in het 4e kwartaal van 2010 is uitgevoerd. Hierbij zijn in de vorm van een enquête de inwoners van de gemeente Nederweert in de gelegenheid zijn gesteld om aan te geven welke vijf handhavingsonderwerpen met prioriteit dienen te worden opgepakt door de gemeente. Aan zaken waarbij de gezondheid/veiligheid in het geding (kan) komen is structurele aandacht in de vorm van controles/toezicht noodzakelijk:
Het niet opruimen van hondenpoep.
Het illegaal dumpen van afval.
Zwerfafval.
Het fout parkeren van voertuigen/verkeersovertredingen.
Stank/Geur overlast agrarische bedrijven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bepaalde aspecten ook meegenomen worden tijdens andere controles. Een passend voorbeeld is het toezicht op loslopende honden en vervuiling door honden. Dit aspect wordt ook meegenomen tijdens het toezicht op de openbare ruimte of tijdens verkeerscontroles. Met betrekking tot geuroverlast en regelmatige klachten die de gemeente daarover ontvangt wordt gewezen op het uitvoeren van controles in 2016 in het kader van de Pilot Luchtwassers. Die pilot, zoals omschreven in paragraaf 7.2, heeft mede tot doel het verkrijgen van inzicht in naleefgedrag van regelgeving rondom luchtwassers en daarmee het al dan niet juist gebruik van luchtwassers. Vanwege regelmatige, illegale dumpingen van afval bij boven- en ondergrondse containers wordt in 2016 in het bijzonder hierop gecontroleerd. Wat betreft het aantal drugsdumpingen zoals: het illegaal achterlaten van planten, zakken potgrond, onderdelen van een hennepkwekerij en XTC afval worden deze waar nodig onderzocht en doorgegeven aan de politie. Drugsdumpingen zijn en worden digitaal geregistreerd. Een goed economisch functionerend centrumgebied is van belang voor de leefbaarheid van de kern Nederweert. Handhaving van de parkeerschijfzone is een belangrijke randvoorwaarde daarvoor. Ook in 2016 worden de grote risicovolle evenementen door de gemeentelijke BOA en de brandweer gecontroleerd. De grote vergunningplichtige evenementen worden allemaal gecontroleerd en de middelgrote deels gecontroleerd. Tevens worden in 2016 de taken met betrekking Drank en Horeca meegenomen. Hierbij gaat het onder meer over de leeftijdsgrenzen en schenken en verkoop sterke dranken alsmede over het in 2015 door de gemeenteraad ingestelde verbod op happy hours. De nadruk bij controles op horeca-activiteiten ligt bij de grote en risicovolle evenementen. Ook worden de horecabedrijven steekproefsgewijs gecontroleerd. Bij paracommerciële instellingen wordt de aandacht met name gericht op instellingen die het niet zo nauw nemen met naleving van de regels. Met het oog op naleving van geluidsnormen voor horeca-activiteiten en evenementen
worden in 2016 steekproefsgewijs geplande controles uitgevoerd. Ook kunnen klachten
aanleiding vormen voor het uitvoeren van controles. Deze laatste worden uitgevoerd door
een op 1 januari 2016 opgericht piketteam binnen de RUD-LN.
21
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
5.2 Objectgericht werken
5.2.1 Brandveiligheid De Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) voert voor gemeenten toezichtstaken ten aanzien van brandveiligheid uit. Zij adviseert gemeenten tevens over prioritering. De VRLN heeft zich qua prioritering voor het jaar 2016 gebaseerd op de probleemanalyse die zij samen met gemeenten in 2015 heeft opgesteld. Uitgangspunt is dat de prioriteit ligt bij die categorieën met het grootste risico op: a. slachtoffers onder burgers en/of hulpverleners b. onbeheersbare branden c. grote maatschappelijke impact en bestuurlijk afbreukrisico Op basis van deze uitgangspunten zijn prioriteitklassen 1 (hoogste risico) t/m 4 (laagste risico) toegekend aan de functiegroepen. Net als bij overige taakvelden is nadere prioritering noodzakelijk om de taken binnen de beschikbare capaciteit uit te voeren. De VRLN heeft daartoe een drietal uitvoeringsmodellen ontwikkeld., waarvan één model uitvoerbaar is binnen de bestaande capaciteit. Voor 2016 wordt daarom geadviseerd om uitvoering te geven aan dit model waarbij de controlefrequenties zijn bepaald overeenkomstig onderstaande tabel. Prioriteit Soort objecten Frequentie / jaar Motivatie
1 Functies gericht
op verminderd
zelfredzame
personen en
slaapfuncties
1 Frequent toezicht vanwege grote kans op
slachtoffers ingeval van brand.
Vaker dan 1x per jaar controleren bevordert niet
de eigen verantwoordelijkheid, maar maakt dat
instelling/ondernemer voor het voldoen aan de
regelgeving passief wordt en leunt op de controle
momenten van de overheid.
2 Functies gericht
op grote aantallen
personen of een
grote kans op
ongecontroleerde
branduitbreiding
0,3 Controle 1x per 3 jaar
3 Functies gericht
op grote aantallen
personen of een
risico op
ongecontroleerde
branduitbreiding
0,25 Controle 1x per 4 jaar
4 Functies met een
laag risico op
slachtoffers of een
ongecontroleerde
branduitbreiding
Geen
toezichtactiviteiten
brandveiligheid
Een controle frequentie van minder dan 1x per 4
wordt niet zinvol geacht voor het bereiken van
een continue niveau van brandveiligheid.
Geadviseerd wordt hier de samenhang met
toezicht uit andere beleidsvelden te
onderzoeken, zoals milieutoezicht, waarbij
signaaltoezicht door andere partijen wordt
uitgevoerd. De VRLN kan hierbij op
22
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
procesniveau en casusniveau als adviseer van
het bevoegd gezag optreden.
Uitvoering binnen de bestaande capaciteit is mogelijk doordat enerzijds controlefrequenties
lager zijn bijgesteld. Anderzijds is handelen conform onderstaande uitgangspunten
noodzakelijk.
1. Geen structureel toezicht brandveiligheid Bij de volgende categorieën geen specifiek toezicht brandveiligheid uitvoeren. Geadviseerd wordt afspraken te maken over signaaltoezicht met toezicht partners vanuit het beleidsveld milieu of de APV. De Brandweer kan op basis hiervan in specifieke situaties het bevoegd gezag adviseren.
a. Prioriteit 4 (laag risico) bouwwerken Denk hierbij aan kerken, musea, bibliotheken en gymzalen. Dit zijn over het algemeen objecten met een laag risico op slachtoffers of ongecontroleerde branden.
b. Kantoorfuncties De risico’s voor repressief personeel, de kans op slachtoffers bij brand of een ongecontroleerde brand uitbreiding, zijn over het algemeen laag bij kantoorfuncties.
c. Winkelfuncties De risico’s voor repressief personeel of de kans op slachtoffers bij brand zijn over het algemeen laag bij winkelfuncties. De kans op een ongecontroleerde branduitbreiding is wel aanwezig. Afhankelijk van de ligging leidt dit tot grote maatschappelijke impact. Geadviseerd wordt als maatwerk nog alleen winkelfuncties met een hoge vuurlast gelegen in oude stadscentra te controleren.
d. Fabrieken 50-250 personen De kans op slachtoffers bij brand is over het algemeen laag bij fabrieken. De risico’s voor repressief personeel zijn afhankelijk van de aard van de bedrijfsactiviteiten. De kans op een ongecontroleerde branduitbreiding is wel aanwezig. Afhankelijk van de ligging leidt dit tot grote maatschappelijke impact.
e. Overige gebruiksfuncties Functies waarbij het verblijf van mensen een ondergeschikte rol speelt en daarmee de kans op slachtoffers laag is.
2. Inzet andere middelen gedragsbeïnvloeding Brandveilig Leven Het Algemeen Bestuur heeft opdracht gegeven om activiteiten in het kader van Brandveilig Leven structureel te integreren binnen risicobeheersing. In basis is toezicht gericht op het bevorderen van brandveilig gedrag. De volgende activiteiten kunnen ingezet worden als vervanger van toezicht om dit doel te bereiken:
a. Brandveilig Leven methodiek “Geen Nood Bij Brand” Bij de zorginstellingen op basis van een samenwerkingsverklaring gericht inzetten op gedragsverandering door de inzet van de methodiek “Geen nood bij brand” (GNBB). Bij deze instellingen de controlefrequentie verlagen naar eens per 2 jaar en in het tussenliggende jaar een veiligheidsexpeditie GNBB uitvoeren.
b. Brandveilig Leven methodiek “Scholenproject”
23
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Bij scholen die deelnemen aan het scholenproject geen specifiek toezicht brandveiligheid meer uitvoeren. In het scholenproject wordt hiertoe een veiligheidsexpeditie door de school geïntegreerd, focus hierbij ligt op vluchtveiligheid. Controle van bouwkundige en installatietechnische voorzieningen vindt niet structureel plaats, enkel vanuit signaaltoezicht. Het risico op ongecontroleerde branduitbreiding neemt toe.
3. Integrale veiligheidsbenadering toezicht Wet Kinderopvang In het kader van de Wet Kinderopvang voert de VRLN structureel toezicht uit bij kinderdagverblijven. Voorzieningen ten behoeve van vluchtveiligheid kunnen hierbij meegenomen worden. Controle van bouwkundige en installatietechnische voorzieningen vindt niet plaats, kans op ongecontroleerde branduitbreiding neemt toe.
Op basis van berekening van de aantallen functies/ gebouwen/activiteiten in combinatie met
de controlefrequenties en uitgangspunten worden in 2016 de volgende werkzaamheden
uitgevoerd.
Raming 2016 uren aantallen
Industriële veiligheid 87
Ruimtelijke veiligheid 126
Bouwveiligheid 325 19
Overleg 36
Gebruiksveiligheid 499
melding/ vergunning 9
Controle toezicht 44
Evenementen 20
Overleg 55
Totaal 1128 92
5.3 Gebiedsgericht werken
Bij gebiedsgericht toezicht gaat het om controles die plaatsvinden in enig gebied. De
controles vinden integraal plaats, dat wil zeggen dat wordt gecontroleerd op regels ten
aanzien van milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, (brand)veiligheid, APV en bijzondere
wetten. Afhankelijk van het type gebied en/of bestuurlijke prioriteit kan de nadruk meer of
juist minder op enig rechtsgebied liggen. In de gemeente Nederweert wordt gebiedsgericht
toezicht gehouden in de bebouwde kom (60%) en in het buitengebied (40%). De benodigde
uren hiervoor zijn verwerkt in de uren voor de controles in de tabel Milieu, de tabel Bouwen
en de tabel APV en bijzondere wetten. De werkzaamheden van het gebiedsgerichte toezicht
worden gecombineerd met de activiteiten zoals die onder die vakgebieden zijn opgenomen.
5.4 Inzet handhavingsinstrumenten
Om de gestelde doelen van het handhavingsbeleid te kunnen realiseren worden er diverse
instrumenten ingezet. Allereerst zijn dat preventieve instrumenten. Daarbij valt te denken aan
24
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
toezicht (zie hierboven) maar ook voorlichting en communicatie. Wanneer de inzet van
preventieve instrumenten niet voldoende blijkt dan kan inzet van repressieve instrumenten
nodig zijn om zodoende de naleving van regels af te dwingen. Beide soorten instrumenten
komen hieronder aan de orde.
5.4.1 Voorlichting en communicatie
Primair zet de gemeente Nederweert in op de inzet van preventieve instrumenten. Daarbij
gaat het om de hierboven beschreven toezichtactiviteiten, maar ook om voorlichting en
communicatie. De gemeente Nederweert zal over actuele thema’s publicaties wijden aan de
inhoud van het handhavingsbeleid, de uitvoering van het HUP of een onderwerp op het
terrein van handhaving dat op dat moment actueel is (bv. vergunningsvrij bouwen,
hondenpoep, parkeren, hennepbestrijding, brandveiligheid en horeca
drugsdumpingen). Gepubliceerd zal worden in het plaatselijke weekblad en/of op de
gemeentelijke website.
Voorlichting en communicatie
Activiteit Aantal Kengetal Benodigde capaciteit
Publicaties handhaving omgevingsrecht 4 4 16 Opstellen communicatieparagraaf 1 24 24 Subtotaal 5 40
5.4.2 (Pre-)mediation
Als instrumenten om geschillen te beslechten, kunnen mediation en pre-mediation effectief
zijn. Mediation is een vorm van bemiddeling waarbij een onafhankelijke persoon, een
erkende mediator, onderhandelingen tussen de gemeente en een burger/bedrijf begeleidt om
tot een gezamenlijk gedragen oplossing te komen. Tijdens het mediationproces staan de
belangen centraal en wordt er een oplossing gezocht in het wederzijdse belang. Mediation
kan alleen plaatsvinden wanneer betrokken partijen daarmee vrijwillig instemmen.
Wanneer bezwaarschriften worden ingediend wordt binnen de gemeente Nederweert bezien
of zaken zich lenen voor een andere oplossing dan daadwerkelijke behandeling van een
bezwaarschrift. Een mogelijke vorm van anders oplossen is door (nogmaals) uitleg te geven
aan bezwaarmakers. Dit zoeken naar oplossingen in de bezwaarfase wordt pre-mediation
genoemd.
25
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
5.4.3 Dwangsom
Wanneer bij de uitvoering van de gemeentelijke toezichtactiviteiten overtredingen worden
geconstateerd dan wordt de overtreder eerst in de gelegenheid gesteld om die
overtreding(en) ongedaan te maken. Doet de overtreder dat niet dan staan de gemeente
diverse instrumenten ter beschikking om naleving af te dwingen. Het instrument dat daarvoor
het meest wordt ingezet is de dwangsom. Een dwangsom is een bestuursrechtelijke boete
die wordt opgelegd per tijdseenheid dat de overtreding voortduurt of per keer dat een
overtreding wordt begaan.
De gemeente verwacht dat in 2016 het instrument dwangsom 12 keer ingezet moet worden
bij de uitvoering van haar reguliere handhavingstaken.
Dwangsom
Activiteit Aantal Kengetal nodige capaciteit jaar
Voeren dwangsomprocedures (vanaf vooraankondiging) 12 54 650 Subtotaal 12 650
5.4.4 Bestuursdwang
Een ander repressief handhavingsinstrument is bestuursdwang. Bestuursdwang is een
instrument waarbij de gemeente de overtreding zelf (op kosten van de overtreder) ongedaan
maakt. Gedacht kan worden aan het verzegelen van een installatie, het sluiten en
verzegelen van een bedrijf, het op kosten van de overtreder afvoeren van afvalstoffen of
zelfs het afbreken van een huis, een aanbouw of een bedrijfspand. Het toepassen van
bestuursdwang is een zwaar middel. De gemeente is gehouden om bij de keuze tussen de
beschikbare handhavingsinstrumenten te kiezen voor het meest geëigende middel. Vaak is
dat de dwangsom, juist omdat bestuursdwang een zwaar middel is. Een andere reden
waarom vaak wordt gekozen voor dwangsom boven bestuursdwang is omdat de kans op
een terechte schadeclaim bij de toepassing van bestuursdwang veel groter is dan bij
toepassing van een dwangsom. Toch kan het noodzakelijk zijn om het instrument
bestuursdwang af en toe in te zetten. Dat kan zijn in spoedeisende gevallen (bijvoorbeeld
gevaarlijke situaties), of omdat de overtreder nadat een dwangsom is betaald nog steeds
weigert om de overtreding op te heffen. De gemeente verwacht in 2016 dat het 1 keer
noodzakelijk zal zijn om een bestuursdwangprocedure op te starten.
Bestuursdwang
Activiteit Aantal Kengetal nodige capaciteit
jaar
Voeren bestuursdwangprocedures 1 100 100
Subtotaal 1 100
26
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
5.4.5 Processen-verbaal
Het proces-verbaal is een instrument uit het strafrecht en wordt in de gemeentelijke
handhaving opgesteld door een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Daarbij wordt
een onderscheid gemaakt tussen lichte (eenvoudige) processen-verbaal en de bestuurlijke
strafbeschikking (zoals voor bijvoorbeeld lichte verkeersovertredingen en overlastfeiten) en
lastiger en uitgebreidere processen-verbaal (b.v. zwaardere milieuovertredingen). Bij deze
laatste soort wordt ook een verdachte gehoord. In 2016 wordt verwacht dat er 4 processen-
verbaal voor milieuovertredingen nodig zijn. Voor het opstellen hiervan is een
capaciteitsbesteding benodigd van circa 40 uur per proces- verbaal. De uren voor het
opstellen van een proces-verbaal voor lichtere overtredingen van de APV en bijzondere
wetten vallen onder het daar opgenomen kengetal.
Activiteit Aantal Kengetal Benodigde
capaciteit
Opstellen proces-verbaal milieu 150 Opstellen licht proces-verbaal/bestuurlijke strafbeschikking
Subtotaal 150
5.4.6 Intrekking begunstigende beschikking
Het intrekken van een begunstigende beschikking als sanctiemiddel wordt in de gemeente
Nederweert niet snel toegepast. Als een begunstigende beschikking (een ontheffing of
vergunning) wordt ingetrokken dan wordt het de houder daarvan juridisch onmogelijk
gemaakt om die activiteit nog langer uit te voeren. Dat betekent echter niet dat de
overtreding dan ook is beëindigd. Vaak moet de intrekking van de begunstigende
beschikking nog worden gevolgd door een dwangsom of bestuursdwang om te
bewerkstelligen dat de overtreding daadwerkelijk wordt beëindigd. Vandaar dat er vrijwel
altijd voor gekozen wordt om maar meteen dwangsom of bestuursdwang toe te passen.
5.5 Klachten, meldingen en piket
De gemeente ontvangt regelmatig klachten en meldingen van burgers over: milieuzaken,
bouwen, slopen, parkeren, hondenpoep etc. Wanneer iemand een klacht of melding indient,
dan wordt deze geregistreerd en onmiddellijk toegewezen aan een medewerker. Deze
beoordeelt aan de hand van de aard van de klachten of melding of deze telefonisch kan
worden afgedaan, of dat onderzoek ter plaatse aan de orde is. De indiener van een klacht of
melding krijgt een telefonische terugkoppeling over de afhandeling van de klacht of melding.
Daarnaast neemt de gemeente zijn rol als regie gemeente waar, daar waar klachten c.q.
meldingen doorgezet dienen te worden naar een ander bevoegd gezien. Wanneer er veel of
ernstige klachten binnen komen over een bepaalde inrichting zal er een volledige controle
uitgevoerd worden. In dat geval worden de uren niet geschreven onder klachten maar onder
controle inrichtingen. Op grond van tijdschrijfgegevens wordt in 2016 rekening gehouden met
een 86-tal klachten en bijbehorende tijdsbesteding van 430 uur. De klachten met betrekking
tot de APV of openbare ruimte vallen onder de daaronder begrepen taken.
27
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Klachten en meldingen
Activiteit Aantal Kengetal Benodigde capaciteit jaar
Milieu 79 5 395
Bouwen en RO 7 5 35 APV en Bijzondere wetten 0 2 0
Brandveiligheid 0 3 0
Subtotaal 86 430
Bereikbaarheid en beschikbaarheid Ook buiten de gebruikelijke kantooruren dienen gemeenten en provincie ‘bereikbaar en beschikbaar’ te zijn voor het melden van acute klachten en voor het behandelen van incidenten. Naast deze wettelijke verplichting heeft het regionaal organiseren van de bereik- en beschikbaarheid vanuit efficiency-oogpunt belangrijke voordelen. Om deze reden en vanwege redenen van efficiency is het voordeliger om in RUID-verband een gezamenlijke bereik- en beschikbaarheidsregeling in te vullen. Om deze reden wordt in samenwerking met de Provincie Limburg en de RUD Zuid-Limburg en Noord-Limburg invulling gegeven aan de Provinciale bereikbaarheid middels één telefoonnummer voor meldingen, klachten en incidenten. De bereikbaarheid, de daadwerkelijke inzet van piketmedewerkers vindt plaats in vier piketafdelingen binnen de RUD-LN. De bereik- en beschikbaarheid wordt Wabo-breed ingezet. Dit betekent dat voor milieu-incidenten en (acute) milieuklachten van zowel taken uit het basistakenpakket RUD als niet-basistakenpakket kunnen worden ingediend en be-/afgehandeld. Daarnaast kunnen ook niet Wabo taken worden ‘afgenomen’. Hierbij valt te denken aan meldingen betreffende APV aangelegenheden. Voor deze breedte is gekozen om te voorkomen dat partners nog een eigen individuele bereik- en beschikbaarheid naast de RUD brede afspraken moeten behouden, waardoor dubbele kosten gemaakt zouden moeten worden. Nederweert maakt gebruik van deze mogelijkheid om extra taken af te nemen. Binnen de samenwerking maken gemeenten zelf de keuze op welke wijze zij invulling willen geven aan het aspect bereikbaarheid. Bijvoorbeeld: wordt er gecontroleerd naar aanleiding van één klacht of pas na drie onafhankelijk van elkaar ingediende klachten.
6. Monitoring en rapportage De gemeente Nederweert was van plan om in 2014 een geautomatiseerd monitoring- en
registratiesysteem operationeel te hebben voor alle taakvelden die vallen binnen de fysieke
leefomgeving. In 2013 is de RUD reeds gestart met het monitoren van het milieutoezicht. Dit
gebeurde in 2013, 2014 en 2015 nog via een excel-bestand en zal in 2016 ook zo gebeuren,
ook voor de niet-basistaken. In 2017-2018 is het de bedoeling om in RUD-verband een
geautomatiseerd monitoringssysteem te implementeren. Het is de bedoeling dat Nederweert
hierop gaat aansluiten.
Op basis van de registratie en monitoring kan de voortgang van iedere aparte
handhavingsactie worden gevolgd en wat daarvan de uiteindelijke uitkomst is. Ook de
voortgang en de resultaten van de diverse acties krijgen een plaats in de monitoring. Op die
28
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
manier kan duidelijk worden gemaakt hoe de voortgang loopt en is verlopen, waarbij kennis
wordt vergaard over hoe lang een bepaald traject heeft geduurd en of er al dan niet
oponthoud is geweest. Het spreekt voor zich dat ook de resultaten worden bewaakt. Deze
zijn immers bepalend voor het beoordelen of de doelstellingen worden gehaald.
Voor de toezichtstrategie worden de volgende aspecten bijgehouden:
Hoeveel controles zijn uitgevoerd?
Hoeveel uren zijn aan toezicht besteed?
Op welke wijze heeft toezicht plaatsgehad?
Wie heeft het toezicht uitgeoefend?
Hoeveel en welke overtredingen zijn geconstateerd?
Hoeveel strijdigheden zijn beëindigd?
Ook de monitoring van de sanctiestrategie kent een aantal meetpunten, te weten de
volgende:
Welk bestuursrechtelijk en strafrechtelijk instrument is gebruikt ten behoeve van
de beëindiging van de overtreding?
Hebben de toegepaste instrumenten ertoe geleid dat de overtreding is beëindigd?
Hoeveel uren zijn aan het handhavingstraject besteed?
Bij de gedoogstrategie wordt bijgehouden:
Welke overtredingen zijn gedoogd?
Hoeveel overtredingen zijn gedoogd?
Hoe lang zijn deze gedoogd?
Is de overtreding beëindigd?
Na afloop van het programmajaar wordt er een jaarverslag opgesteld waarin de uitvoering en
de mate waarin de gestelde doelen zijn bereikt wordt geëvalueerd.
7. Afstemming programma
7.1 Interne afstemming
Interne afstemming vindt plaats door zoveel mogelijk gezamenlijk op te trekken of door
zoveel mogelijk aspecten door één toezichthouder te laten controleren. Daarnaast vindt er
elke vier weken een gezamenlijk overleg plaats met de medewerkers binnen het team die
belast zijn met taken op het gebied van toezicht en handhaving. Daarin worden
bijzonderheden van de belangrijkste handhavingszaken besproken alsmede alle relevante
onderwerpen c.q. ontwikkelingen op het gebied van toezicht en handhaving (bv. op het
gebied van de RUD).
De teamcoördinator ziet toe op de uitvoering van de activiteiten conform planning, middels
vier wekelijkse, individuele voortgangsgesprekken met de medewerkers.
De teamcoördinator bespreekt relevante en actuele ontwikkelingen op het gebied van
29
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
toezicht en handhaving elke twee maanden met de burgemeester. Waar het gaat om de
ontwikkelingen op het gebied van de RUD vindt dat in gezamenlijkheid plaats met de
teamcoördinator Ruimte en Wonen. Ook vindt in die setting voorbespreking van het
bestuurlijk overleg RUD plaats.
Ontwikkelingen op het gebied van de RUD worden intern regelmatig besproken op het
niveau van de betreffende teamcoördinatoren, afdelingshoofden en gemeentesecretaris. De
link naar het MT is hiermee tevens geborgd.
De voortgang van handhavingszaken en bijzonderheden worden regelmatig met de
portefeuillehouder doorgenomen door de juriste binnen het team. Zij brengt elk half jaar een
overzicht van de lopende handhavingszaken ter kennis van het college en de raad.
7.2 Afstemming provincie en Pilot Luchtwassers
Provinciale Staten van Limburg hebben op 4 oktober 2013 de Verordening veehouderijen en
Natura 2000 Provincie Limburg vastgesteld. Op 16 januari 2015 is de Omgevingsverordening
Limburg 2014 in werking getreden. De verordening veehouderijen en Natura 2000 is daarin
ongewijzigd opgenomen. Omdat de controles op de verordening inhoudelijk nauw aansluiten
bij de controles die de gemeenten uitvoeren, en gelet op het nalevingstoezicht op de Wabo
heeft de Provincie Limburg de voorkeur uitgesproken om hierin samen op te trekken met de
gemeenten. Dit mede met het oog op het toekomstige integrale toezicht via de RUD en het
beperken van de toezichtlast bij agrarische bedrijven. In december 2014 hebben de 15
gemeenten vanuit een gezamenlijk standpunt de bereidheid tot samenwerking kenbaar
gemaakt. Op 29 april 2015 heeft het MT van de RUD Limburg Noord ingestemd met de
werkwijze/uitvoering voor controles van de omgevingsverordening. In 2015 zijn reeds een
aantal controles uitgevoerd, en in 2016 zullen hiervoor nog een aantal bedrijven bezocht.
Pilot Luchtwassers
In 2016 worden gezamenlijke controles uitgevoerd bij bedrijven met luchtwassers die onder
de verordening vallen. Basis voor uitvoering vormt de Pilot Luchtwassers.
Deze pilot heeft onder meer tot doel het verkrijgen van inzicht in naleefgedrag van
regelgeving rondom luchtwassers en daarmee het al dan niet juist gebruiken daarvan. Dit
inzicht is mede van belang vanwege de regelmatige klachten die de gemeente ontvangt over
geuroverlast bij agrarische bedrijven.
30
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
8. Personele capaciteit en financiële middelen
Om dit programma uit te kunnen voeren zijn personele capaciteit en financiële middelen
noodzakelijk. Daarvan hieronder een overzicht.
8.1 Personele capaciteit
Alle hiervoor genoemde activiteiten zijn doorgerekend naar de personele capaciteit die nodig
is om die activiteit uit te kunnen voeren. Dit leidt tot het volgende totaaloverzicht:
Benodigde capaciteit
Milieucontroles 4.228
Toezicht voormalige provinciale inrichtingen 310
Toezicht IPPC industrieel 32
Toezicht IPPC agrarisch 1216
Toezicht milieu overige vergunningplichtige bedrijven 330
Toezicht niet vergunningplichtige inrichtingen basis 907
Toezicht niet vergunningplichtige inrichtingen niet basis 565
Toezicht niet RUD inrichtingen 138
Toezicht controles door derden 100
Casemanagement toezicht 180
Klachten milieu 395
Buitengebied in Balans, Samen groots!, Samen doen! 45
Overlast ongedierte 10
Bouwen en ruimtelijke ordening 1.055
Controle omgevingsvergunning en sloopmeldingen 825
Arbeidsmigranten 60
Bodem 20
Monumenten, illegale bouw en sloop 50
BOM+ exclusief handhaving 100
APV en Bijzondere wetten 890
Brandveiligheid 1129
Voorlichting en communicatie 40
Juridische handhaving 750
31
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Procel verbaal, Klachten, Meldingen, Afstemming 680
Processen verbaal 150
Klachten en meldingen 430
Interne en externe afstemming 100
Totaal uren 2016 8772
In totaal zijn voor de uitvoering van het programma naar verwachting 8.772 uren aan ambtelijke inzet benodigd. Dit uitvoeringsprogramma is zoals al eerder is aangegeven gebaseerd op de beschikbare ambtelijke capaciteit. Prioritering heeft plaats gevonden op basis van de risico-inventarisatie uit 2010 en de PDC van de RUD. Via monitoring zal worden gevolgd of er grote afwijkingen optreden ten opzichte van dit HUP. Indien dat zo is zal het college daarover tussentijds worden geïnformeerd.
8.2 Financiële middelen
Bij het opstellen van onderhavig handhavingsprogramma is ervan uitgegaan dat gewerkt wordt binnen de huidige personele bezetting, en de al beschikbaar gestelde financiële middelen, waardoor geen extra middelen beschikbaar gesteld hoeven te worden. Voor 2016 zijn beschikbaar: Budget voor opstartkosten RUD € 10.500 Extra budget t.b.v. extra capaciteit toezicht 2016: € 63.500 Budget t.b.v. provinciale inrichtingen: € 75.567 Totaal beschikbaar: € 149.567 Kosten in 2016: inhuur capaciteit bij RUD € 97.150 Te betalen opstartkosten RUD € 14.114 Te betalen aan Roermond voor vergunningverlening en toezicht voormalige provinciale inrichtingen: € 16.611 Totaal kosten: € 127.875 Restant minimaal voor 2016 € 21.692 Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat dit restant voldoende is voor bekostiging van overige zaken in 2016, als omschreven in de inleiding. Wanneer dat niet zo blijkt te zijn zal een correctie plaatsvinden middels de BERAP.
32
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
9. Kengetallen en restrisico
9.1 Onderbouwing gehanteerde kengetallen
Een kengetal is de gemiddelde benodigde tijd voor de uitvoering van een activiteit. Via
monitoring worden deze kengetallen in de praktijk door de gemeente en de RUD geverifieerd
wat tot bijstelling van het kengetal kan leiden.
9.1.1 Kengetallen voor Milieu
De kengetallen voor milieu bevatten de volgende werkzaamheden:
voorbereiding controle
uitvoering eerste controle
opstellen controlerapport
uitvoeren hercontrole
opstellen hercontrolerapport
benodigde reistijd
administratieve afhandeling
Daarbij is er voor gekozen om daar waar milieucontroles worden uitgevoerd bij inrichtingen
(bedrijven) naast de milieuregelgeving ook wordt gecontroleerd op bouwregelgeving, RO en
waar van toepassing op APV, bijzondere wetten en brandveiligheid. Bij inrichtingen/bedrijven
worden dus volledig integrale controles uitgevoerd. Daarbij is er voor gekozen om deze
controles zoveel mogelijk door één toezichthouder uit te laten voeren.
9.1.2 Kengetallen voor Bouwen
De kengetallen voor bouwen (bouwinspecties) bevatten de volgende werkzaamheden:
voorbereiding controle
uitvoeren basisinspecties (aantal varieert per type bouwwerk)
uitvoeren extra inspecties (afhankelijk van noodzaak)
opstellen van brieven
stilleggen bouw (indien noodzakelijk)
benodigde reistijd
administratieve afhandeling
9.1.3 Kengetallen voor APV/Bijzondere Wetten
De kengetallen voor APV/Bijzondere Wetten bevatten de volgende werkzaamheden:
voorbereiding controle
uitvoering eerste controle
opstellen controlerapport
uitvoeren hercontrole
opstellen hercontrolerapport
benodigde reistijd
administratieve afhandeling
33
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Bij deze kengetallen is er rekening mee gehouden dat de werkzaamheden vaak geclusterd
uitgevoerd (kunnen) worden. Dit beperkt de benodigde reistijd.
9.1.4 Kengetallen voor Brandveiligheid
De kengetallen voor Brandveiligheid bevatten de volgende werkzaamheden:
voorbereiding controle
uitvoering eerste controle
opstellen controlerapport
uitvoeren hercontrole
opstellen hercontrolerapport
benodigde reistijd
administratieve afhandeling
Ook bij deze kengetallen is er rekening mee gehouden dat de werkzaamheden vaak
geclusterd uitgevoerd (kunnen) worden. Dit beperkt de benodigde reistijd.
9.1.5 Kengetallen voor bijzondere objecten
De kengetallen voor bijzondere objecten bevatten de volgende werkzaamheden:
voorbereiding controle
uitvoering eerste controle
opstellen controlerapport
uitvoeren hercontrole
opstellen hercontrolerapport
benodigde reistijd
administratieve afhandeling
De bijzondere objecten worden integraal gecontroleerd, dat wil zeggen dat op naleving van
alle wet- en regelgeving wordt gecontroleerd waarvoor de gemeente bevoegd gezag is.
9.1.7 Kengetallen voor lokale en overige aandachtpunten
Deze kengetallen bestaan deels uit gebiedsgerichte controles, deels uit (bijzondere)
objectcontroles. De inzet per activiteit varieert met het onderwerp en het aantal
toezichthouders dat aan de activiteit deelneemt. Een toelichting is waar nodig in het
programma opgenomen.
9.1.8 Kengetallen voor strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving
Het kengetal voor het opmaken van een licht proces verbaal en het opleggen van een
bestuurlijke strafbeschikking beperken zich tot de werkzaamheden voor het feitelijk opstellen
van het proces verbaal. Lichte processen verbaal zijn vaak gerelateerd aan
verkeersovertredingen en/of overlastfeiten. Bij een zwaarder proces verbaal vindt eerst een
locatiebezoek plaats waarna een (lastiger) proces verbaal wordt opgemaakt.
De kengetallen voor bestuursrechtelijke handhaving (dwangsom, bestuursdwang en
intrekking begunstigende beschikking) bevatten de volgende werkzaamheden:
opstellen brief zienswijze
opstellen beschikking
34
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
afhandeling bezwaar
afhandeling beroep (rechtbank of Raad van State)
eventueel afhandeling hoger beroep (Raad van State)
bij dwangsom: invorderingsprocedure
administratieve afhandeling
9.1.9 Kengetallen voor afhandeling van klachten en meldingen
De kengetallen voor klachten en meldingen bevatten de volgende werkzaamheden:
Controle
Opstellen controlerapport
Hercontrole
Opstellen hercontrolerapport
Administratieve afhandeling
35
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
9.2 Bestuurlijk restrisico
Wat de gemeente aan toezicht- en handhavingstaken heeft maar welke in het
programmajaar niet actief worden uitgevoerd wordt gedefinieerd als het bestuurlijke
restrisico. De gemeente controleert daar dus bewust niet op en accepteert dus dat niet
controleren het naleefgedrag in negatieve zin kan beïnvloeden en er daardoor risico’s
kunnen optreden. Hierboven is al aangegeven op welke wijze de gestelde prioriteiten, aan de
hand van de uitgevoerde risicoanalyse, de inhoud van het ITHP bepalen. Onderwerpen met
de hoogste risico’s hebben de hoogste prioriteit gekregen in het programma.
Hieronder is aangegeven wat de gemeente gedurende het programmajaar niet actief ter
hand neemt. Er vinden alleen dan controles plaats indien bij de gemeente een klacht of
melding wordt ingediend. Jaarlijks wordt het programma geëvalueerd en mogelijk aangepast.
Met het programma wijzigt in dat geval ook het bestuurlijke restrisico. Ook in de
bovenstaande tekst is al een deel van het bestuurlijke restrisico inzichtelijk gemaakt. Indien
bij de uit te voeren activiteiten is aangegeven dat een beperkt percentage van de controles
wordt uitgevoerd, is er immers ook sprake van (enig) restrisico. Daarnaast is het zo dat er
aan bepaalde activiteiten (behoudens in geval van klachten of handhavingsverzoeken)
geheel geen aandacht wordt besteed in 2016. Deze zijn hieronder weergegeven.
9.2.1 Milieu
In hoofdstuk 5 is aangegeven wat de prioriteiten zijn binnen het taakveld milieu. De
onderstaande bedrijfsgroepen en activiteiten worden in 2016 in principe niet gecontroleerd.
Milieu Totaal aantal
Percentage uitvoeren
Aantal uitvoeren Kengetal
Benodigde capaciteit
Verfspuitinstallaties en moffel- en emailleeroven 1 0% 0 33 0 Slachterijen en overige vleesverwerking: 3 0% 0 15 0 Machine- en apparatenfabrieken:-p.o. >=2.000m2 1 0% 0 33 0 Constructiewerkplaatsen, lassen, etc. 14 0% 0 22 0 Autosloperijen en overige groothandel in afval en schroot 6 0% 0 26 0
Propaan >2 m3 en <8m3 17 0% 0 7 0 Bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of s 1 0% 0 19 0
Overige grafische activiteiten 3 0% 0 19 0 Tuinbouw 19 0% 0 24 0 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 56 0% 0 12 0 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 3 0% 0 19 0 Overige metaalbewerkende industrie 9 0% 0 19 0 Detailhandel in vuurwerk 1 0% 0 19 0
Bodemsanering 'diverse' 2 0% 0 19 0 Fokken en houden van rundvee 98 0% 0 19 0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt, stadsverwarming en blokverwarming 3 0% 0 10 0
36
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Machine- en apparatenfabrieken:-p.o. < 2.000m2 2 0% 0 19 0 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 27 0% 0 24 0 Skelterbanen, autocircuits, motorcrossterreinen e.d., jachthavens 2 0% 0 18 0 Taxibedrijven, taxistandplaatsen, touringcarbedrijven, goederenwegvervoer 5 0% 0 25 0 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden en overige voedingsmiddelen 2 0% 0 23 0
Ondergrondse tanks (aanname) 10 0% 0 14 0 Overige zakelijke dienstverlening: kantoren, reinigingsbedrijven, foto en filmontwikkeling 14 0% 0 15 0
Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 1 0% 0 19 0 Houtzagerijen 2 0% 0 19 0 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 1 0% 0 12 0
Glasbewerkingsbedrijven 1 0% 0 12 0 Vis- en schaaldieren kwekerijen - visteeltbedrijven 3 0% 0 19 0 Dienstverlening t.b.v. de landbouw 17 0% 0 23 0
Kunstmest, niet explosief 1 0% 0 19 0 Fokken en houden van overige dieren:: nertsen en vossen 2 0% 0 19 0 Groothandel in landbouw, dieren en consumptiewaren 10 0% 0 18 0
Modelvliegtuigvelden 2 0% 0 19 0 Verbranden van afval (aanname) 10 0% 0 5 0
Gier/drijfmest (gesloten opslag) oppervlak 350-750 m2 1 0% 0 7 0
Cafés, bars, discotheken 17 0% 0 19 0
Zwembaden 1 0% 0 33 0 Motorbrandstofpompen zonder LPG 2 0% 0 26 0 Timmerwerkfabrieken 21 0% 0 20 0 Groothandel in hout, bouw, ijzer en metaalwaren 5 0% 0 18 0 Besluit bodemkwaliteit (aanname) 10 0% 0 10 0
Fokken en houden van overige dieren:: konijnen 3 0% 0 17 0
Recreatie, vaste kermis e.d. 5 0% 0 19 0 Brandbare vloeistoffen, bovengronds K3 <10m3 1 0% 0 7 0
37
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Kantines- cateringbedrijven 4 0% 0 12 0
Kampeerterreinen 2 0% 0 12 0
Dierentuinen 1 0% 0 12 0
Vervaardiging van textielwaren 1 0% 0 19 0
Dierenasiels en -pensions 3 0% 0 12 0 Fokken en houden van overige graasdieren, paardenfokkerijen 17 0% 0 16 0
Detailhandel 53 0% 0 12 0 Overdekte sportfaciliteiten, maneges, buitensportfaciliteiten 10 0% 0 19 0 Personenauto, transportmiddelen, machines roerende goederen verhuurbedrijven 10 0% 0 19 0
Fokken en houden van dieren 5 0% 0 12 0 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 2 0% 0 12 0
Hondendressuurterreinen 1 0% 0 19 0 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrument. e.d. 2 0% 0 16 0 Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats 26 0% 0 19 0 Restaurant, cafetaria, snackbars, viskramen e.d. 20 0% 0 12 0 Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs 8 0% 0 12 0 Verpleeghuizen 1 0% 0 19 0 Kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opv. 2 0% 0 16 0
Kerkgebouwen e.d. 6 0% 0 12 0
Buurt- en clubhuizen 7 0% 0 16 0 Brandweerkazernes 1 0% 0 19 0
Gas-, reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallatie cat A 61 0% 0 7 0 Afvalstoffenverordening (aanname) 10 0% 0 2 0
Studio's, bioscoop, theaters, etc. 1 0% 0 1 0 Groothandel in machines en apparaten en overige 3 0% 0 19 0
Schietinrichtingen, boogbanen 7 0% 0 23 0 Houden van dieren 'hobbymatig' (zie klapper bij vergunningverlening) 41 0% 0 2 0
Rioolgemalen 104 0% 0 1 0 Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 2 0% 0 12 0 Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven 3 0% 0 12 0
Propaan <2 m3 34 0% 0 7 0 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 18 0% 0 12 0
Muziek, dansschool, bibliotheek 3 0% 0 12 0
38
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Hotels en pensions met keuken 4 0% 0 19 0 Reisorganisaties 1 0% 0 12 0 Inzameling huisvuil (alle percelen waar afval aangeboden moet worden) 6648 0% 0 0,1 0 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 6 0% 0 12 0 Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 7 0% 0 12 0 Bosbouwbedrijven 3 0% 0 12 0 Begrafenisondernemingen, crematoria, begraafplaatsen 7 0% 0 12 0 Fokken en houden van overige dieren 6 0% 0 0 0 Brandbare vloeistoffen, bovengronds K1/K2-Kl:<10m3 3 0% 0 7 0
9.2.2 Bouwen
De personele capaciteit ontbreekt om alle controles uit te voeren. Er zijn keuzes gemaakt ten
aanzien van het aantal inspecties dat gedurende het bouwproces wordt uitgevoerd.
Daarnaast is ervoor gekozen om slechts gedeeltelijk op vergunningsvrije bouwwerken,
illegaal gebruik, naleving van sloopmeldingen, illegale sloop, monumentenvergunningen,
zomerhuisjes en gebouwtjes in het buitengebied. Het bestuurlijke restrisico binnen het
taakveld bouwen is afgenomen ten opzichte van de voorgaande jaren, maar nog steeds
groot.
9.2.3 Ruimtelijke ordening
Toezicht op regels ten aanzien van ruimtelijke ordening vindt plaats tijdens uitgevoerde
milieucontroles, bouwcontroles en tijdens het gebiedsgerichte toezicht. Het restrisico vindt
zijn oorzaak vooral in de beperkte capaciteit in de juridische follow-up van het toezicht: de
handhaving.
9.2.4 APV en Bijzondere Wetten
Binnen de regels van de APV en de zogenaamde bijzondere wetten vindt toezicht plaats op
die zaken die het hoogste geprioriteerd zijn in de risicoanalyse. De hieronder opgenomen
taken worden dit programmajaar niet actief ter hand genomen en gelden dus als bestuurlijk
restrisico:
APV en Bijzondere Wetten
Activiteit Aantal Percentage Te controleren
Kengetal Benodigde capaciteit
Parkeren van grote en uitzichtbelemmerende voertuigen 6 0% 0
1 0
Afgifte autowrakken afkomstig uit huishouden 2 0% 0
1 0
plaatsen voorwerpen op of aan de weg of andere openbare plaats in strijd met publieke functie 20 0% 0
1,5 0
Ontheffing openstelling winkels 1 0% 0 1 0
Hinderlijk drugsgebruik 6 0% 0 1 0
39
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 2 0% 0
1,5 0
Andere activiteiten dan evenementen (bioscoopvoorstelling, markt, kansspel, dansen, betoging, samenkomst vergadering, herdenkingsplechtigheid, kermis, wedstrijd/optocht/feest/voorstelling op of aan de weg 8 0% 0
1,5 0
Gevaarlijke honden 6 0% 0 2,5 0
Kienactiviteit organiseren 6 0% 0 1 0
Loterij organiseren 4 0% 0 1 0
Maken, veranderen van een uitweg 18 0% 0 1,5 0
Kampeermiddelen (caravans) 4 0% 0 1 0
Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden 10 0% 0
1 0
Speelautomaten exploiteren 10 0% 0 0,5 0
Ligplaatsen 1 0% 0 1 0
Kapvergunning 2 0% 0 2 0
Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp 10 0% 0
1 0
Ter inzameling aanbieden van huishoudelijk afval (nulaanbieders) 400 0% 0
1 0
Vergunningen standplaatsen 1 0% 0 1 0
9.2.5 Brandveiligheid
Voor het bestuurlijk restrisico op gebied van brandveiligheid wordt verwezen naar paragraaf
5.2.1.
9.2.6 Lokale aandachtspunten
Gelet op de beperkte capaciteit wordt aan de volgende lokale aandachtspunten geen
aandacht besteed:
Lokale aandachtspunten
Activiteit Aantal Kengetal Benodigde capaciteit
Illegale garagebedrijven 0 50 0
Vrijgekomen agrarische bebouwing 0 50 0
Project hennepbestrijding 0
Overlast als gevolg van stoken openhaarden en kachels 0 2 0
Geluidscontroles horecabedrijven 0 5 0
Geluidscontroles overige bedrijven 0 5 0
Bijlage Uitvoeringsplan RUD 2016
1
Hanhavingsuitvoeringsprogramma 2016 Nederweert
Bijlage Uitvoeringsplan provinciale bedrijven 2016