Handboek voor de startende ondernemer · Voor je ligt het handboek voor startende ondernemers. Wat...

39
Handboek voor de startende ondernemer Commissie O.P.E.N. Ergotherapie Nederland

Transcript of Handboek voor de startende ondernemer · Voor je ligt het handboek voor startende ondernemers. Wat...

Handboek voor de startende ondernemer Commissie O.P.E.N. Ergotherapie Nederland

2

Inleiding

Voor je ligt het handboek voor startende ondernemers. Wat ontzettend leuk dat je het document wilt gaan lezen en mogelijk overweegt ondernemer te worden! Dit document is met zorg samengesteld en wij hopen dat de informatie die erin vermeld staat je verder helpt in de keuzes die je gaat maken. Het document bestaat uit meerdere onderdelen, waarbij we starten met algemene informatie. Als je verder leest merk je dat we onderscheid maken tussen ZZP, ZZP met personeel en andere samenwerkingsvormen.

Graag verhelderen we een aantal begrippen, zodat een ieder hetzelfde verstaat onder begrippen en afkortingen binnen dit document.

Freelancer-ZZP Ergotherapeut ingeschreven bij KvK die wordt ingehuurd door diverse ergotherapiepraktijken

Praktijkhouder Ergotherapeut , ingeschreven bij de KvK, die een eigen praktijk heeft gestart met of zonder personeel.

Zelfstandig ergotherapeut Freelancer, ZZP-er, praktijkhouder

Voor jezelf beginnen; dat lijkt toch heel mooi! Zelf iets opzetten, eigen keuzes maken, en je eigen baas zijn. En vooral: je eigen inkomen verzorgen. Iedereen heeft zijn of haar eigen persoonlijke afwegingen om van baan te wisselen of om voor zichzelf te beginnen. En het is ook waar: voor jezelf beginnen geeft een kick. Maar het is niet al goud wat er blinkt. Daarom willen we kort maar krachtig een schets geven van de voor- en nadelen van zelfstandige zijn. Zelfstandig zijn in de breedste zin van het woord: freelancer, ergotherapeut met praktijk met en zonder personeel.

Namens de commissie O.P.E.N. wensen wij je veel plezier met lezen, de start van de ontdekkingstocht of je ondernemer wilt worden. We hopen dat je de informatie vindt die je nodig hebt, ofwel bij de start van je bedrijf ofwel bij de verdere uitbouw van je ondernemerschap.

De commissie heeft bestaan uit:

Nella de Jong Laura Bruil Marjelijne Berg Ilona Nieuwerf Marieke van Alst Nicole Schoeber Elvira Blanken

3

Inhoud Inleiding 2

1 Eerste stappen 6

1.1 Ondernemer worden 6

1.2 Ondernemingsplan 6

1.3 Kamer van koophandel 6

1.4 AGB code aanvragen 6

1.5 Rekeningnummer aanvragen 6

1.6 Bepalen rechtsvorm 6

2 Rechtsvormen 8

2.1 Eenmanszaak 8

2.2 Maatschap 8

3. FINANCIËN 10

3.1 Zakelijke bankrekening openen 10

3.2 Freelance tarief 10

3.3 Praktijk tarief 10

3.4 Startkapitaal 10

3.5 Begroting 10

3.6 Jaarrekening 12

3.7 Boekhouding 13

4. Belastingen 15

4.1 Ondernemersaftrek 15

4.2 Zelfstandigenaftrek 15

4.3 Startersaftrek 16

4.4 Kleinschaligheidsaftrek (KIA) 16

4.5. Mkb-winstvrijstelling 16

4.6 Overige aftrekposten 16

4.7 BTW 18

4.8 Resultaten uit overige werkzaamheden 18

4.9 Starten met behoud van uitkering 18

4.10 Belastingaangifte 19

5. Wet en regelgeving in het kader van kwaliteit 20

5.1 Wet Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) 20

5.2 Kwaliteitsregister paramedici 20

4

5.3 BIG 20

5.4 WGBO 21

5.5 AVG 21

6. Contracten en declareren 22

6.1 Tarieven en prestatiecodes 222

6.2 Contracten met zorgverzekeraars 22

6.3 Werken voor een andere praktijk 23

6.4 Praktijkinrichting 233

6.5 Werkmateriaal (hulpmiddelen etc.) 233

6.6 Huisvesting en praktijkinrichting 24

6.7 ICT 24

6.8 Elektronisch Patiëntendossier 244

7. Verzekeringen 25

7.1 Persoonlijke verzekeringen 25

7.2 Zakelijke verzekeringen 266

8. Pensioen 29

9. Personeel 311

9.1 Wat regel je? 311

9.2 Personeel in loondienst 311

9.4. Freelancer 322

9.5 Loonheffingen 32

9.6 Werkkostenregeling 333

9.7 Loonheffing 33

9.8. Salaris 33

10. PR 344

10.1 PR en marketing 344

10.2 SWOT analyse 344

10.3 Marktonderzoek 344

10.4 Marktanalyse 34

10.5 Concurrentieanalyse 34

10.6 Marketingstrategie 355

10.7 Promotie 355

11. Kwaliteit borgen 366

11.1 Protocollen, richtlijnen en standaarden 366

11.2 Scholing en kwaliteitsregister 366

11.3 Regiogroepen 366

11.4 Intervisie 366

5

11.5 Kwaliteitseisen vrijgevestigde ergotherapeuten 377

11.6 Kwaliteitsjaarverslag 377

12. Alles op een rijtje 388

12.1 Ja, ik wil starten als ondernemer! 388

12.2 Ja, ik wil mijn eigen praktijk met personeel! 388

12.3 De voor- en nadelen op een rijtje: 399

6

1 Eerste stappen 1.1 Ondernemer worden

Waarschijnlijk heb jij besloten om te gaan starten als ondernemer. Voordat je daadwerkelijk een praktijk start zou je kunnen overwegen om je eigen ondernemerskwaliteiten eens goed in beeld te brengen met de E-scan. Martijn Driessen heeft promotieonderzoek gedaan naar succesvol ondernemerschap en heeft op grond daarvan eigenschappen en kwaliteiten geformuleerd die met elkaar het ‘ondernemerschap’ vormen. Dit is dus een wetenschappelijk onderbouwd model en bewezen waardevol. Op grond van de e-scan die je kunt doen krijg je goed in beeld waar je wel en niet goed in bent en zo weet je direct ook waar je je verder in moet ontwikkelen als ondernemer. Zie http://ondernemerstest.entrepreneurscan.com voor meer informatie. Het kost wel geld (60 euro), maar als je echt ondernemer wilt worden, dan kan dit een zinvolle investering zijn. Competenties die met de E-scan in beeld worden gebracht zijn (en in een mooi boek allemaal worden toegelicht): Zelfstandigheid, dominantie, sociale oriëntatie, effectiviteit, doorzettingsvermogen, risicobereidheid, marktgerichtheid, creativiteit, flexibiliteit, pro-activiteit, empathie, prestatiegerichtheid.

1.2 Ondernemingsplan We gaan ervan uit dat je al een aantal dingen hebt uitgezocht o.a. omdat je wilt weten of er markt voor je is en of het ondernemerschap iets voor je is. Je kunt dit vormgeven in een ondernemingsplan. Daarin kijk je bijvoorbeeld naar de doelgroep waar je je op wilt richten. Wonen er voldoende klanten in je toekomstig werkgebied, zijn er veel andere praktijken in de regio die zich op hetzelfde richten, en wat zijn je kwaliteiten als ondernemer die het tot een succes kunnen maken. Verder in dit document staat bij het maken van een PR-plan nog meer geschreven over doelgroepen en marktanalyse. Tenslotte: Ondernemen moet je in ‘het bloed’ zitten. Het ondernemen moet een ‘drive’ zijn, veel meer dan alleen de motivatie dat je ‘cliënten wilt helpen’. Als je alleen een praktijk start omdat je graag mensen wilt helpen en dat ergotherapie zo’n mooi vak is, dan is dat niet genoeg (hoewel dat natuurlijk wel onmisbaar is) . Ondernemen is een werkwoord en doe je vooral ook voor jezelf.

1.3 Kamer van koophandel Als je wilt gaan starten om als zelfstandig ergotherapeut te gaan werken, is het noodzakelijk dat je je inschrijft in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Er wordt hier geen onderscheid gemaakt of je als freelancer-ZZP-er aan de slag gaat, een KvK-nummer is essentieel. Wil jij je bijvoorbeeld laten inhuren door een ergotherapiepraktijk, dan ben je ondernemer in de ogen van de belastingdienst en heb je een KvK-nummer nodig. Of start je binnenkort met een eigen praktijk, maar neem je (nog) geen personeel in dienst, ook dan is een KvK nummer nodig.

- Schrijf je zo spoedig mogelijk in bij de Kamer van Koophandel, mocht je toch al gestart zijn,

uiterlijk één week na de start van het bedrijf moet de inschrijving bij de KvK plaatsvinden.

- Apart aanmelden bij de Belastingdienst is niet nodig. De KvK geeft de gegevens digitaal door

aan de Belastingdienst. Na ongeveer 10 werkdagen stuurt de Belastingdienst bericht van

ontvangst/aanmelding.

- De inschrijving van een nieuwe onderneming of organisatie in het Handelsregister kost een

eenmalige inschrijfvergoeding.

- Het is handig vooraf een passende bedrijfsnaam te bedenken.

7

- Je hebt een vestigingsadres nodig om te registreren ten tijde van jouw inschrijving. Deze kan

later echter ook nog gewijzigd worden. Je kunt je dus al prima inschrijven met jouw

huisadres.

Meer informatie: www.kvk.nl

1.4 AGB code aanvragen Een Algemeen Gegevens Beheer-code (kort: AGB-code) is een landelijke code voor werkers in de zorg waarmee de zorgaanbieder kan worden herkend. Met deze unieke code staan zorgaanbieders geregistreerd in een landelijke database. Dit systeem wordt beheerd door Vektis. Een AGB-code is noodzakelijk voor de communicatie met zorgverzekeraars. In de eerste lijn betekent dit dat je zonder AGB-code niet kunt declareren. Wanneer je als ergotherapeut geregistreerd staat in het AGB register, krijg je een unieke code gekoppeld aan je naam of bedrijf. Voor deelname aan administratieve processen zoals behandelingen declareren bij de zorgverzekeraar, is voor je ZZP-bedrijf en/of als freelancer deze AGB code noodzakelijk. Als ergotherapeut zijn persoonlijke gegevens en bevoegdheden gekoppeld aan de unieke AGB-code. Je bent zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens in het AGB-register. Als ZZP-er of als zelfstandige met personeel, heb je naast jouw persoonlijke AGB-Code ook een code nodig voor jouw praktijk. Om een AGB-code aan te vragen ga je naar http://www.agbcode.nl

1.5 Rekeningnummer aanvragen Na het inschrijven bij de Kamer van Koophandel kun je een afspraak bij je bank maken om een zakelijke rekening te openen. Zie hiervoor hoofdstuk 3 . Een rekeningnummer is voor een freelancer in deze fase nog niet per se een dringend punt, maar wel aan te bevelen. Een rekeningnummer is wel noodzakelijk op het moment dat jij besluit een eigen praktijk te starten en dus contracten met zorgverzekeraars af te sluiten. Dan zal je je met jouw AGB code moeten aanmelden bij VECOZO en daar jouw rekeningnummer doorgeven. Wacht hier dus niet te lang mee.

1.6 Bepalen rechtsvorm Voor je je als zelfstandig ergotherapeut kunt inschrijven bij de Kamer van Koophandel zal je moeten bepalen welke rechtsvorm je kiest. In het volgende hoofdstuk beschrijven wij de verschillende rechtsvormen.

8

2 Rechtsvormen

2.1 Eenmanszaak Eenmanszaak: - Geen rechtspersoon; - Eén persoon is de eigenaar; - Geen minimumkapitaal vereist; - Winst van de onderneming is privéwinst; verlies van de onderneming is privéverlies; - Privéschuldeisers hebben voor 100% verhaal op de onderneming en privé vermogen; - Als men in gemeenschap van goederen getrouwd is, is de echtgenoot ook aansprakelijk voor de schulden; - Men kan een jaarrekening opstellen, deze hoeft men niet te publiceren; - Men moet inkomstenbelasting betalen over de gemaakte winst.

2.2 Maatschap Een maatschap is een rechtsvorm waarbij je met een of meerdere partners je beroep uitoefent onder een gemeenschappelijke naam. Binnen de zorg wordt een maatschap veelal als samenwerkingsvorm gekozen. Kenmerken van een maatschap zijn:

- Je werkt min of meer op basis van gelijkwaardigheid samen - Elke maat brengt iets in (zoals, arbeid, geld of goederen) - De maatschap is gericht op financieel voordeel. De maten delen het voordeel.

Het is niet verplicht om een maatschapscontract op te stellen, maar dit wordt wel aangeraden. In het contract kun je de volgende aspecten opnemen:

- Wie de maten zijn en wat ze inbrengen, zoals geld en arbeid; de winstverdeling, deze is op basis van de inbreng, tenzij je hier iets anders over vastlegt. Let op: je mag niet afspreken dat 1 maat alle winst krijgt;

- Hoe je de bevoegdheden verdeeld. Elke maat kan ‘beheersdaden’ verrichten, deze horen bij de dagelijkse gang van zaken. De verdeling van bevoegdheden van andere handelingen, zoals een dure aankoop, het aannemen van personeel etc. kun je in het contract vastleggen.

- Wat er gebeurt bij het beëindigen van de maatschap Voor het opstellen van een maatschapscontract zijn er diverse voorbeelden die je kunt gebruiken. Kijk hiervoor op de site van de belastingdienst of vraag je accountant om een voorbeeldcontract. Je gaat in een maatschap alleen verplichtingen aan voor jezelf en niet voor de andere maten. Alleen in onderstaande situaties zijn de maten voor een gelijk deel aansprakelijk:

- als de maten elkaar in het maatschapscontract een volmacht hebben gegeven - indien de maten samen hebben besloten een handeling of transactie te verrichten,

bijvoorbeeld om een receptioniste aan te nemen of een praktijkruimte te huren. In deze gevallen ben je met je privévermogen aansprakelijk voor de schulden in de maatschap. Schuldeisers kunnen dus uitsluitend voor de gelijke delen terecht bij de maten en hebben geen voorrang op privé-schuldeisers. Wanneer een maat onbevoegd handelt, dan zijn de anderen in principe niet aansprakelijk. Een maatschap eindigt als een maat uittreedt of overlijdt. Om het voortbestaan van de maatschap veilig te stellen, kun je in het maatschapscontract regelen dat de overblijvende maten de maatschap kunnen voortzetten. Indien een maatschap volledig eindigt, wordt de maatschap ontbonden. Er vindt een vereffening plaats volgens dezelfde regels als bij een VOF. https://www.ondernemersplein.nl/artikel/de-maatschap/

Voordelen van een maatschap: - gemakkelijk op te richten, startkapitaal is niet noodzakelijk - het delen van de praktijkkosten

9

- het aannemen van personeel wordt gedeeld - ondernemersactiviteiten binnen een praktijk kunnen verdeeld worden - enkel voor een bepaald deel privé aansprakelijk - na je 65e heb je recht op AOW - belastingvoordelen

Nadelen van een maatschap: - Alle beslissingen binnen de praktijk moeten samen gemaakt worden. Indien je samen met de

andere maat/maten niet op een lijn ligt, kan dit voor problemen zorgen - Je moet je houden aan alle gemaakte afspraken die in het contract zijn opgenomen - Privévermogen is voor een deel aansprakelijk (zonder huwelijkse voorwaarden ook dat van je

partner). Dus kijk daar goed naar.

Er zijn verschillende soorten maatschappen, zoals stille maatschap, open maatschap, vennootschap onder firma(VOF) en besloten vennootschap (BV). Laat je hierover goed adviseren!

10

3. FINANCIËN 3.1 Zakelijke bankrekening openen Na het inschrijven bij de Kamer van Koophandel kun je een afspraak bij je bank maken om een zakelijke rekening te openen. Een zakelijke rekening heeft als voordeel dat je je zakelijke administratie scheidt van je privé-administratie. Zo heeft je boekhouder minder werk aan je administratie en je hebt een beter overzicht van de financiën van je bedrijf. Veel banken stellen in hun voorwaarden overigens ook dat je een privérekening niet als zakelijke rekening mag gebruiken. Bovendien heeft een zakelijke rekening een professionelere uitstraling. De naam van jouw bedrijf komt namelijk op het afschrift van de betaler of ontvanger te staan.

3.2 Freelance tarief Er is geen eenduidige richtlijn voor de vergoeding als freelancer. Het tarief is afhankelijk van je werkervaring en neventaken. Daarnaast speelt mee of je je met eigen vervoer verplaatst, zelf hulpmiddelen moet aanschaffen en wat de praktijk eventueel vergoedt zoals briefpapier, visitekaartjes etc. Globaal genomen ligt dit percentage tussen de 60-80% van het gemiddelde uurtarief betaald door zorgverzekeraars.

3.3 Praktijk tarief Het grootste deel van je inkomsten komen uit declaraties bij zorgverzekeraars. Die tarieven kun je niet of nauwelijks beïnvloeden. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft geen tarieven vastgesteld. Er is sprake van ‘vrij onderhandelbare tarieven’. In de praktijk betekent dit dat zorgverzekeraars tarieven aanbieden waar niet over onderhandeld kan worden. Elk jaar worden de nieuwe tarieven door verzekeraars vastgesteld. Voor de meest recente tarieven bezoek je de website www.ergotherapie.nl Individueel onderhandelen met verzekeraars levert dus vrijwel nooit iets op, maar soms is het wel goed om een tegengeluid te geven, waarin ondernemers laten zien of de tarieven voldoende zijn voor een gezonde bedrijfsvoering. Een andere bron van inkomsten kan het werken voor derden zijn, bv organisaties waar je trainingen voor organiseert ed. Maar ook de Wmo/gemeente doet vaak een beroep op de ergotherapeut. Dan ben je helemaal vrij om een eigen tarief te bepalen. Vraag om je heen en kijk wat anderen vragen. Daarnaast is het natuurlijk wel verstandig om een kostprijs berekening te maken van je kosten om te kijken wat je werkelijk kwijt bent.

3.4 Startkapitaal Als (startende) ondernemer kun je bij stichting Qredits een lening aanvragen van maximaal €50.000 (microkrediet) tot €250.000 (mkb-krediet). Daarnaast biedt de stichting ook coaching en advies voor ondernemers. Je komt in aanmerking voor een microkrediet als je onder meer aan de volgende voorwaarden voldoet:

- Je bent 18 jaar of ouder; - Je bent een startende ondernemer of een bestaande ondernemer met minder dan 5

werknemers; - Je bedrijf is actief - Je hebt een uitgewerkt ondernemingsplan.

3.5 Begroting Wat je motieven ook zijn om zelfstandig ondernemer te worden en welke vorm je er ook voor kiest, in alle gevallen is er sprake van inkomsten en uitgaven. Financiën is daarmee een onderwerp dat altijd voorbij zal komen. Het is dan ook verstandig om er voldoende aandacht aan te besteden.

11

Hoe uitgebreid je je financiële administratie opzet, hangt af van je situatie. Ben je niet afhankelijk van de inkomsten uit je ondernemerschap, dan is een uitgebreide begroting minder noodzakelijk dan wanneer je kostwinner bent. De zakelijke financiën zijn dus niet los te zien van je privé-financiën. Voor een goed inzicht in je zakelijke financiën is het wenselijk om een begroting te maken. Want als ondernemer krijg je te maken met wisselende inkomsten terwijl een groot deel van de uitgaven vast liggen. We houden het hier beperkt tot de jaarlijkse begroting. In een begroting gaat het om kosten en uitgaven. Kosten maak je o.a. voor: - Huisvesting (huur, vaste lasten, verzekeringen) - Afschrijvingen (inventaris, werkmateriaal) - Kantoorkosten (kantoorbenodigdheden, pr-materiaal) - Automatisering (software, website) - Administratie (boekhouding) - Vervoerskosten - Personele kosten - Overige kosten (literatuur, abonnementen, representatie e.d.) Inkomsten kunnen bestaan uit: - Declaraties bij zorgverzekeraars - Particuliere opdrachtgevers (bedrijven, particuliere cliënten) - Derden (geven van workshops, advisering WMO, advisering thuiszorgorganisatie etc.)

Voorbeeld begroting: Onderstaand een fictief voorbeeld van hoe je een begroting kunt opzetten. A: OMZET

Hoeveel inkomsten je kunt genereren hangt af van hoeveel productieve tijd je hebt. Een voorbeeld berekening:

Hoeveel weken kun je werken

- 52 weken in het jaar minus:

- 5 weken vakantie - 1 week feestdagen en nationale feestdagen - 2 weken ziekte, cursussen en onverwachte zaken

Totaal werkbare weken: 44 weken

Hoeveel productieve tijd heb je in een week

- Stel, je wilt 4 dagen in de week werken. - Stel, je kunt 60 % van je tijd besteden aan direct klantcontact (declarabele)

Totaal werkbare uren per week: 19 uur (60% van 32 uur)

Rekensom inkomsten - 44 weken maal 19 uur : Totaal 836 declarabele uren - € 60 per uur (gemiddeld €15,00 declarabel per kwartier)

(huisbezoektoeslag dekt in principe de reistijd)

12

TOTALE OMZET € 54.000

B: KOSTEN

Welke kosten je moet maken, is sterk afhankelijk van je situatie. Een paar kostensoorten lichten we toe:

Kosten per jaar Huisvesting € 6.000* Afschrijvingen € 500 Verzekeringen € 300 Automatisering € 1.500 Administratie € 3.000 Overige kosten € 4.700 Vervoerskosten € 3.000

TOTALE KOSTEN € 19.000 -------------------------------------------------------------------

WINST € 35.000

*Het huren van een volledige praktijkruimte is duur. Al snel betaal je €6.000 per jaar, uiteraard afhankelijk van waar je werkgebied is. Je kunt kosten drukken door een ruimte te delen met andere paramedici of alleen te huren op basis van gebruik. Dus een huurbedrag per uur of dagdeel. Dat scheelt behoorlijk in je begroting.

Deze winst is uiteraard een bruto winst. Wat je er uiteindelijk aan overhoudt, hangt af van de keuzes die je maakt. Sluit je bv. een verzekering af voor arbeidsongeschiktheid, en reserveer je ook voor een pensioenvoorziening, etc. dan moet je hier in de begroting ook rekening mee houden. Globaal genomen wordt er in de paramedische sector rekening gehouden met 20 % kosten. Uiteraard moet je ook nog rekening houden met de inkomstenbelastingen en bijdrage zorgverzekeringswet die aan het eind van het jaar betaald moet worden. Aan de hand van deze begroting kun je periodiek kijken hoe je er voor staat. Dat kun je doen op basis van inkomsten en uitgaven, maar ook op basis van gedeclareerde uren. Grip houden en proactief sturen (ook op je eigen rust en ontspanning) is wenselijk.

3.6 Jaarrekening Jaarverslag en jaarrekening Er is wel eens verwarring over het begrip jaarverslag en jaarrekening. In een jaarverslag blik je inhoudelijke terug op de bedrijfsactiviteiten van het afgelopen jaar. Je brengt je werkzaamheden in kaart en beschrijft de visie, missie, marketingstrategieën, doelstellingen, werkmethoden en successen van dat jaar van je praktijk. Dat hoef je niet te doen maar er kunnen redenen zijn waarom je dat wel zou willen. Bv. voor een kwaliteitskeurmerk of voor je personeel, dat is maar net wat je wilt. Je kunt het jaarverslag zien als een visitekaartje voor je onderneming. Het financiële deel van een jaarverslag is de jaarrekening.

13

Wat is een Jaarrekening? Simpel gezegd is de jaarrekening een financieel eindverslag van je bedrijf, waarin je (in cijfers) beschrijft wat je gedaan hebt in het betreffende boekjaar. Belangrijk om te begrijpen is dat een jaarrekening goed moet aansluiten op jouw boekhouding, waarin je de bewijzen van inkomsten en uitgaven bewaart. Het opstellen van een jaarrekening is niet verplicht. Bepaalde rechtsvormen zijn verplicht een jaarrekening op te stellen en te deponeren bij de Kamer van Koophandel (bv's, stichtingen en verenigingen), maar voor eenmanszaken, freelancers en maatschappen geldt dat niet. Opstellen van een jaarrekening Het is een misverstand dat een jaarrekening door een accountant moet worden gemaakt of worden goedgekeurd. Tot € 12 miljoen omzet mag je dat zelf doen. Een jaarrekening opstellen is natuurlijk wel nuttig. Want op die manier krijg je inzicht in de financiële positie van je bedrijf. Een jaarrekening is het jaarlijkse sluitstuk van je financiële administratie. Vaste onderdelen zijn een balans, een winst-en-verliesrekening en een toelichting. Een jaarrekening bevat standaard de volgende onderdelen:

- Balans: overzicht vermogenspositie per een bepaalde datum (momentopname) - Winst- en verliesrekening: overzicht over een bepaalde periode (periodeverslag) - Toelichtingen: op de balans en winst- en verliesrekening

Het opstellen van de jaarrekening is geen werk wat je gemakkelijk zelf kunt doen, hoewel er boekhoudprogramma’s zijn die dat met een druk op de knop voor je kunnen doen (waarbij je nog steeds wel wat verstand van boekhouden moet hebben). Maar een boekhouder kan dit ook eenvoudig voor je doen, vaak tegen een redelijk bedrag. Als je een paar keer een jaarrekening hebt gezien dan leer je vanzelf snappen hoe dat in elkaar steekt en hoe je een jaarrekening kunt lezen en interpreteren. Verder is een jaarrekening handig voor het maken van analyses en een begroting voor het volgende jaar. Hoeveel omzet heb je gemaakt uit werk voor de zorgverzekeraar, hoeveel kosten heb je gemaakt voor materialen etc. Zo creëer je voor jezelf een goed beheersinstrument om de financiën van je bedrijf te sturen zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Tot slot: een jaarrekening is erg handig (en bijna noodzakelijk) om een goede fiscale aangifte te doen.

3.7 Boekhouding Het zelf voeren van een correcte administratie is best een kunst. Niet voor niets hebben veel ondernemers een boekhouder die ze hier (gedeeltelijk) bij helpt. Maar dit betekent niet dat je een boekhouder moet inschakelen. Het voordeel van je administratie zelf doen is dat je goed inzicht hebt in je financiën en dat het geen geld kost. Een nadeel is dat het tijd kost en dat je fouten kunt maken als je niet voldoende kennis hebt van boekhouden. Nu is het over het algemeen geen ingewikkelde boekhouding in de ergotherapie omdat je geen ingewikkelde inkoop/verkoop hebt, geen grote voorraden etc. Maar het is en blijft een klus die je met zekere precisie moet uitvoeren. Je kunt ook overwegen een boekhouder in te schakelen. Die kun je alles laten doen (inkomsten en uitgaven, afschrijvingen etc.) maar je kunt het ook gedeeltelijk uitbesteden voor in elk geval de omzetbelasting en inkomstenbelasting en aftrekregelingen. Je bent dus vrij om te kiezen hoe je de administratie voert. Maar op een aantal andere punten is dat niet het geval. Zo moet je bonnen en facturen minimaal 7 jaar bewaren, en een sluitende factuurnummering gebruiken e.d. Zoek goed uit van de geldende richtlijnen zijn.

14

Kies je een boekhouder, vraag dan eerst een kennismakingsgesprek, vraag hoeveel kennis hij of zij heeft van MKB-administraties, en kijk of de persoon bij je past. Een boekhouder moet vertrouwd voelen want je legt je financiën in zijn of haar handen. En je wilt er ook terecht kunnen met vragen over bv. aftrekposten, investeringen en andere adviezen. Ga je freelancen dan heb je geen grote boekhouding, maar dat ontslaat je niet van een administratie bijhouden. Wat je in elk geval moet doen is het volgende: - Overzicht van alle gewerkte uren inclusief reistijd, scholing, netwerkbijeenkomsten etc. - Kilometer overzicht - Facturen - Maandoverzicht zakelijke rekening - Eventuele bonnen Voor elke ondernemer geldt, praktijkhouder of freelancer: besteed tijd aan je administratie. Door de waan van de dag, met alle behandelafspraken, rapportages, overleggen, reizen, en telefoontjes ben je geneigd de administratie telkens voor je uit te schuiven. Als dit vaak gebeurt is het misschien raadzaam om iemand te zoeken die je administratie kan bijhouden. Want er is niets vervelender dan een rommelige boekhouding waar je geen wijs meer uit wordt.

15

4. Belastingen Als zelfstandig ondernemer krijg je hoe dan ook te maken met de Belastingdienst. Dat is tegenwoordig niet meer zo heel ingewikkeld en bij veel zaken word je geholpen door rekenhulpen, checklisten e.d. die je kunt vinden op de website van de Belastingdienst of het Ondernemersplein. Dat is een door de overheid ondersteunde website waar je heel veel informatie kunt vinden over regelingen, wetten, aftrekposten, etc. Welke regelingen etc. voor jou van belang zijn, is afhankelijk van de juridische vorm die je kiest maar ook van de hoeveelheid uren die je wilt gaan maken, of je het naast een betaalde baan wilt gaan doen, etc. Globaal genomen is het belangrijkste onderscheid: word je ondernemer in de echte zin van het woord of doe je het ‘erbij’. Dat laatste heet in belastingtermen “resultaatgenieter”. In dat laatste geval zijn heel veel regelingen niet van toepassing (en is het dus ook eigenlijk heel simpel uitvoerbaar). Of je straks wordt gezien als echte ondernemer kun je nagaan op de ondernemerscheck: https://www.belastingdienst-ondernemerscheck.nl/ . Aan de hand van maximaal 20 vragen op vier belangrijke thema’s rond ondernemerschap: (zelfstandigheid, ondernemersrisico, continuïteit en omvang) wordt gescreend in welke categorie je valt.

4.1 Ondernemersaftrek De ondernemersaftrek is een aftrekpost op de winst en bestaat uit:

- Zelfstandigenaftrek - Startersaftrek

Je hebt recht op ondernemersaftrek als je ondernemer bent en winst uit de onderneming hebt. Hierbij moet je voldoen aan het urencriterium waarover de volgende paragrafen meer. Wij beperken ons in de volgende paragrafen enkel tot de meest voorkomende aftrekposten binnen de ergotherapie

4.2 Zelfstandigenaftrek De zelfstandigenaftrek kun je zien als een stimuleringsregeling voor het zelfstandig ondernemerschap. Het is een aftrekpost waarmee je je belastbaar inkomen verlaagt en dus de hoeveelheid belasting die je betaalt verlaagt. De zelfstandigenaftrek is een fiscale beloning voor het ondernemerschap, want door deze aftrekpost houd je als ondernemer een hoger netto inkomen over dan een werknemer in loondienst die bruto evenveel verdient. De zelfstandigenaftrek is de laatste jaren een vast bedrag zo ongeveer tussen de €7.000,- en €7.500,- (in 2019 bedraagt deze € 7280,-) dat je fiscaal mag aftrekken van je winstinkomen, ongeacht de hoogte van de winst. Dit bedrag geldt als je aan het begin van het kalenderjaar nog geen 65 jaar bent. Maar: maak je in een jaar minder winst dan dat bedrag? Dan is de zelfstandigenaftrek het bedrag van de winst. Het restant mag je de komende 9 jaar alsnog verrekenen (deze regeling en het bedrag kan jaarlijks veranderen, dus check dit bij de Belastingdienst). Als je echter ook startersaftrek hebt dan geldt dit niet en mag je het hele bedrag van je winst aftrekken ook al is die lager dan het vastgestelde zelfstandigenaftrek. Apart aanvragen van de zelfstandigenaftrek is niet nodig. Je doet gewoon aangifte inkomstenbelasting, en dan komen de vragen over de zelfstandigenaftrek vanzelf aan de orde bij het onderdeel Ondernemersaftrek. Startende ondernemers en zelfstandige professionals hebben naast de zelfstandigenaftrek tot drie jaar na de start van het bedrijf ook recht op startersaftrek. Deze fiscale aftrekpost kun je beschouwen als een verhoging van de zelfstandigenaftrek. De overheid probeert met dit belastingvoordeel het starten van een onderneming te stimuleren en zo de kansen op een succesvol bedrijf te vergroten.

16

Er gelden vaste bedragen die je van de winst mag aftrekken. De laatste jaren is dat rond de €2.100,- geweest (check voor het actuele bedrag de site van de Belastingdienst). Samen met de zelfstandigenaftrek betaal je zo uiteindelijk minder belasting. De Belastingdienst controleert of ondernemers wel voldoen aan het urencriterium dat recht geeft op deze aftrekpost. Als je voldoet aan onderstaande voorwaarden heb je recht op de zelfstandigenaftrek:

- Je bent ondernemer voor de inkomstenbelasting.

- Je voldoet aan het urencriterium: meer dan 1225 uren per jaar of, als je nog geen

ondernemer was, in elk geval meer uren dan je in loondienst werkt (dit zijn alle gewerkte

uren, maar ook de uren die je besteedt aan voorbereiding van je onderneming (mits je dit

kunt onderbouwen), scholing, administratie en reistijd.

Meer informatie: www.belastingdienst.nl (zoekopdracht: “wanneer voldoe ik aan het urencriterium”)

4.3 Startersaftrek Om startende ondernemers te stimuleren is er vanuit de overheid de startersaftrek beschikbaar gesteld. Je hebt recht op startersaftrek als je aan de volgende voorwaarden voldoet:

- Je hebt recht op de zelfstandigenaftrek.

- Je hebt de zelfstandigenaftrek in de afgelopen 5 jaar maximaal 2 keer gebruikt (je mag dus

drie jaar van de eerste 5 jaar de startersaftrek toepassen)

- Je was de afgelopen 5 jaar niet elk jaar ondernemer voor de inkomstenbelasting.

Startersaftrek aanvragen is niet nodig. Net als bij de zelfstandigenaftrek kom je dit vanzelf tegen als je de opgave voor de inkomstenbelasting doet. Op www.belastingdienst.nl op het scherm 'Ondernemersaftrek' krijg je een aantal vragen om te bepalen of je recht hebt op de aftrek. Als dat zo is, wordt de aftrek voor startende ondernemers automatisch afgetrokken van je winst.

4.4 Kleinschaligheidsaftrek (KIA) Als je in een boekjaar investeert in bedrijfsmiddelen, dan kan je in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het bedrag van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek hangt af van het geïnvesteerde bedrag in het boekjaar. Je vind het bedrag van de investeringsaftrek op de website van de belastingdienst.

4.5. Mkb-winstvrijstelling De mkb-winstvrijstelling is een extra aftrekpost op je winst. Je krijgt deze vrijstelling als je ondernemer bent. Het wordt berekend door een percentage van de behaalde winst. De laatste jaren bedroeg de mkb-winstvrijstelling 14% van de winst. Je moet de winst dan wel eerst verminderen met de zelfstandigenaftrek. Als je ondernemer voor de inkomstenbelasting bent, heb je er recht op. Bij je inkomstenbelasting-aangifte wordt er automatisch rekening mee gehouden.

4.6 Overige aftrekposten 4.6.1. Zakelijke kosten Je mag alleen zakelijke kosten aftrekken, want privé-uitgaven zijn niet aftrekbaar. Bijvoorbeeld: Je huurt een bedrijfsruimte voor je bedrijf en daarnaast heb je een huurwoning. De huurkosten van de bedrijfsruimte zijn aftrekbaar, maar die van je woning niet. Mocht je een kamer in

17

het huis gebruiken als werkruimte dan kun je die slechts in zeer uitzonderlijke gevallen meenemen als zakelijke kosten. Sommige kosten zijn zowel zakelijk als privé, en dan mag je alleen het zakelijke deel aftrekken. Op de site van de Belastingdienst staat een volledig overzicht van welke kosten je zakelijk gezien mag aftrekken. Dat hangt ervan af of je aankoop goedkoper is dan € 450,- en betrekking hebben op meer dan 1 jaar. Dan trek je de kosten gespreid af over die jaren. Dat heet afschrijven. Je boekhouder weet hoe hij dat moet verwerken in je belastingaangifte. https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/afschrijving/hoe_berekent_u_het_bedrag_van_de_afschrijving3 4.6.2. Bedrijfsmiddelen/ Investeringen Of je nu ZZP’er bent, een eenmanszaak hebt of een maatschap, je doet allemaal investeringen, denk bijvoorbeeld aan de aanschaf van een laptop. Als freelancer kun je gebruik maken van de (hulp)middelen die een praktijk waarvoor je werkt beschikbaar stelt, maar daarover moet je afspraken maken. Afwegingen om wel zelf spullen aan te schaffen, kunnen zijn dat je het vaak inzet bij je cliënten, of dat je ver van de praktijk woont om het daar op te halen en retourneren, of dat de kans is dat het niet beschikbaar is. Je kunt deze kosten in ieder geval aftrekken bij de belastingdienst.

Bij het bepalen van de winst houd je rekening met de aanschafkosten van de bedrijfsmiddelen: je trekt die kosten af van de opbrengsten. Bedrijfsmiddelen zijn zaken die je niet direct wilt verkopen, maar die je een aantal jaren in jouw onderneming gebruikt. Ze verschillen dus van inkopen en voorraden. Bedrijfsmiddelen heb je nodig om jouw producten te kunnen maken of diensten te kunnen verlenen. Voorbeelden van bedrijfsmiddelen zijn: gebouwen, machines, auto’s, inventaris en andere duurzame zaken die je voor de bedrijfsvoering gebruikt (de materiële bedrijfsmiddelen). Hierbij kun je denken aan hulpmiddelen die je wilt demonstreren of waarmee cliënten kunnen oefenen om tot een goed advies te komen.

Voor het berekenen van de afschrijving en voor de diverse investeringsregelingen is het van belang om te weten wat precies het bedrag is, dat je hebt geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel. Als je een bedrijfsmiddel aanschaft, vallen onder de aanschafkosten:

- de aanschafprijs

- de aankoopkosten (zoals bijvoorbeeld de notariskosten bij aankoop van onroerend goed)

- de installatiekosten en de kosten van het bedrijfsklaar maken

Ontvangen kortingen en subsidies verminderen de aanschafprijs, ook als je de korting of subsidie achteraf krijgt.

Goederen die je (door)verkoopt aan een cliënt zijn wel belast met het btw tarief. Wanneer je dit product inkoopt dan kun je dus de btw ook terugvragen. Let wel: je kunt dus alleen de btw terugvragen op goederen die je aan de cliënt (door)verkoopt en waarvan je ook een verkoopfactuur maakt mèt btw. 4.6.3. Kosten vóór de start van de onderneming De kosten van voor de start van de onderneming zijn aftrekbaar wanneer de die kosten zakelijk zijn. Bijvoorbeeld voor het verkennen van de markt. Of het inwinnen van advies.

18

4.7 BTW In de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) is vastgesteld dat paramedici die een door de Wet BIG geregeld beroep uitvoeren vrijgesteld zijn van btw. Daarbij gelden de onderstaande criteria:

- De diensten worden verricht door beoefenaren van een beroep waarvoor regels zijn gesteld

bij of krachtens de Wet BIG; Ergotherapeuten vallen onder artikel 34- beroepen, zie

paragraaf 5.3.

- De diensten betreffen de gezondheidskundige verzorging van de mens;

- De verrichte diensten behoren tot het deskundigheidsgebied van de betrokken

beroepsbeoefenaar en vormen een onderdeel van de BIG-opleiding;

- Het gaat om diensten verricht aan de individuele patiënt.

Indien je vrijgesteld bent van btw mag je geen btw berekenen over de werkzaamheden. Over de inkoop van materialen en apparatuur kun je geen btw terugvragen, de totale inkoop (incl. btw) is aftrekbaar op je winst. Als ergotherapeut ben je vrijgesteld van BTW, maar denk eraan dat je voor sommige werkzaamheden, die geen diensten aan een individuele cliënt zijn, wel BTW moet rekenen. Wanneer je bijvoorbeeld adviseert aan een bedrijf of gemeente, een presentatie geeft of aan een groep voorlichting geeft, en een factuur hiervoor opmaakt, moet je wel BTW berekenen. Goederen die je (door)verkoopt aan een cliënt zijn wel belast met het btw tarief. Wanneer je dit product inkoopt dan kun je dus de btw ook terugvragen. Let wel: je kunt dus alleen de btw terugvragen op goederen die je aan de cliënt (door)verkoopt en waarvan je ook een verkoopfactuur maakt mèt btw. De hoogte van het bedrag dat maakt dat je vrijgesteld wordt en mogelijke nadelen van vrijstelling zijn te vinden op onderstaande links. Of informeer bij je boekhouder. Meer informatie: www.belastingdienst.nl www.zzp-nederland.nl www.ondernemersplein.nl

4.8 Resultaten uit overige werkzaamheden Ben je geen ondernemer voor de Belastingdienst? In dat geval noemt de Belastingdienst je inkomsten als resultaat uit overige werkzaamheden. Je komt dan niet in aanmerking voor aftrekposten voor ondernemers en andere ondernemersfaciliteiten. Als je nog in loondienst bent ligt het net weer even wat ingewikkelder, maar dat kun je het beste checken op de Ondernemerscheck (https://www.belastingdienst-ondernemerscheck.nl/).

4.9 Starten met behoud van uitkering Je kunt met een bijstandsuitkering of WW-uitkering een eigen bedrijf beginnen. Je kunt maximaal 1 jaar de tijd krijgen om je voor te bereiden op de start van je bedrijf. Of een voorbereidingstijd mogelijk is hangt af van de regels van je gemeente. Tijdens de voorbereidingsperiode houd je je uitkering. Voor de kosten die je bij de voorbereiding maakt, ontvang je een renteloze lening. De gemeente bekijkt daarna of je bedrijf levensvatbaar is.

19

Zie ook: https://www.uwv.nl/particulieren/eigen-bedrijf-starten/starten-vanuit-ww-uitkering/index.aspx https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijstand-voor-zelfstandigen-bbz/vraag-en-antwoord/kan-ik-als-startende-ondernemer-met-een-bijstandsuitkering-gebruikmaken-van-het-bbz

4.10 Belastingaangifte 4.10.1 Inkomstenbelasting Als de Belastingdienst je ziet als ondernemer voor de inkomstenbelasting, dan betaal je inkomstenbelasting over de winst uit je onderneming. De winst uit je onderneming is een onderdeel van je inkomen uit werk en woning (box 1). Je kunt het dus gewoon meenemen in je jaarlijkse opgave voor de inkomstenbelasting. 4.10.2 Bijdrage Zorgverzekeringswet Je betaalt als zelfstandige ergotherapeut een inkomensafhankelijke bijdrage voor je zorgverzekeringswet (ZVW) aan de overheid. Hoe hoger je inkomen, hoe hoger je bijdrage. Deze bijdrage heeft wel een maximum. Je betaalt de bijdrage ZVW via je aanslag Inkomstenbelasting. Meer informatie over wat dit betekent voor je eigen situatie kun je vinden op de site van de Belastingdienst.

20

5. Wet en regelgeving in het kader van kwaliteit 5.1 Wet Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).De Wkkgz stelt eisen aan zorgaanbieders en geldt voor alle zorgaanbieders. Zowel voor zorginstellingen als zelfstandige beroepsbeoefenaren, zoals zzp’ers.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een handreiking gemaakt voor ZZP ‘ers m.b.t. Wkkgz. Als je lid bent van Ergotherapie Nederland ben je automatisch lid van de geschillencommissie. De handreiking voor ZZP ’ers kun je vinden op www.rijksoverheid.nl.

5.2 Kwaliteitsregister paramedici Een ergotherapeut met een kwaliteitsregistratie in het Kwaliteitsregister Paramedici (KP) levert aantoonbaar kwalitatief goede zorg. Alle zorgverzekeraars stellen kwaliteitsregistratie als voorwaarde bij het aangaan van een contract. De verwachting is dat een toenemend aantal werkgevers van de werknemers eisen dat zij kwaliteit geregistreerd zijn. Binnen het KP wordt onderscheid gemaakt in het diplomaregister en het kwaliteitsregister. Met het diploma register wordt bedoeld dat je gediplomeerd ergotherapeut bent, maar (nog) niet kunt aantonen dat je voldoet aan de criteria voor het kwaliteitsregister. Om in het kwaliteitsregister te komen en te blijven, moet je voldoen aan kwaliteitseisen die zijn opgesteld door Ergotherapie Nederland. Via een digitaal portfolio worden deskundigheid bevorderende activiteiten bijgehouden. Elke vijf jaar zal er een herregistratie plaatsvinden. Aan de registratie zijn kosten verbonden. Ga jij binnenkort starten als zelfstandige maar ben jij niet geregistreerd in het KP, kijk dan op onderstaande link wat jij kunt doen om je te registeren. Iedereen die pas is afgestudeerd (korter dan 5 jaar) en zich registreert komt automatisch in het Kwaliteitsregister Paramedici terecht. Meer informatie: www.kwaliteitsregisterparamedici.nl

5.3 BIG Het doel van de Wet BIG is te zorgen dat de kwaliteit van onze gezondheidszorg hoog is en blijft. Ook beschermt de Wet BIG patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners. Dit doet de Wet BIG onder andere met het BIG-register. De Wet BIG verdeeld beroepen die onder deze wet vallen in 3 groepen volgens hun wettelijke artikelnummer: artikel 3-, 34- en artikel 36a-beroepen. Wettelijk erkende specialismen vallen onder artikel 14. Alleen artikel 3-beroepsbeoefenaren staan geregistreerd in het BIG-register en vallen onder het tuchtrecht. Omdat het Kwaliteitsregister Paramedici een vrijwillig uitvloeisel is van de Wet BIG heeft het als doel het waarborgen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Met het systeem van registratie en periodieke registratie wordt zichtbaar (transparant) gemaakt aan patiënten c.q. cliënten, zorgverzekeraars en werkgevers dat de betreffende beroepsbeoefenaar ervaring heeft in de beroepsuitoefening en deskundig is en blijft op het terrein van de beroepsuitoefening. De minimale eisen voor ervaring en deskundigheid zijn vastgelegd in kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria worden elke vijf jaar vastgesteld door de, bij het Kwaliteitsregister Paramedici aangesloten, paramedische beroepsgroepen. Meer informatie: www.bigregister.nl & www.kwaliteitsregisterparamedici.nl

21

5.4 WGBO WGBO staat voor wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Deze wet regelt de relatie tussen patiënt en zorgverlener (artsen, verpleegkundigen, orthopedagogen, psychologen, verloskundigen, fysiotherapeuten, logopedisten, orthopedagogen et cetera). Wanneer een patiënt de hulp van een zorgverlener inroept, ontstaat een geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen hen. De patiënt is opdrachtgever tot zorg, hetgeen gedefinieerd wordt als: onderzoek, het geven van raad en handelingen op het gebied van de geneeskunst, die het doel hebben iemand van een ziekte te genezen, ziekte te voorkomen of de gezondheidstoestand te beoordelen, of het verlenen van verloskundige bijstand. De WGBO is dwingend recht, dat wil zeggen dat zorgverleners (of zorg verlenende instanties) en patiënten onderling geen afspraken kunnen maken die in strijd zijn met de WGBO. In de WGBO zijn een aantal spelregels vastgelegd, die voorheen in losse wetten en in rechterlijke uitspraken te vinden waren. Overzicht regels WGBO

- het recht op informatie door de hulpverlener - toestemming voor een medische behandeling - inzage in het medisch dossier - het recht op een tweede mening of second opinion - vertegenwoordiging van patiënten die niet zelf kunnen beslissen - recht op privacy

Meer informatie: www.informatielangdurigezorg.nl/wgbo

5.5 AVG Sinds 25 mei 2018 geldt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Deze verordening zorgt ervoor dat in de hele EU dezelfde privacywetgeving geldt. De AVG geeft de cliënt meer bescherming in dit digitale tijdperk. Met de AVG staat de cliënt sterker in het beschermen van zijn (online) privacy. En hebben organisaties, dus ook ergotherapiepraktijken, een informatieplicht. Je moet een nieuwe of bestaande klant, patiënt, cliënt etc. duidelijk informeren over wat je met de persoonsgegevens doet. Bijvoorbeeld via een heldere online privacyverklaring, via het intakegesprek of op papier. Onder de AVG mag je niet zomaar persoonsgegevens verwerken. Je moet daarvoor een zogeheten wettelijke grondslag hebben. Daarom is het goed om vooraf inzicht te hebben in het type persoonsgegevens dat je wilt verwerken. Zodat je weet welke AVG-regels er voor jou gelden. Organisaties ( met uitzondering van eenmanspraktijken ) zijn in bepaalde situaties verplicht een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aan te stellen. Dit is iemand die binnen de organisatie toezicht houdt op de toepassing en naleving van de AVG. Zie voor informatie: www.avghelpdeskzorg.nl

22

6. Contracten en declareren 6.1 Tarieven en prestatiecodes Wanneer je als praktijk de behandelingen van jou (en eventuele medewerkers) rechtstreeks naar de zorgverzekeraars declareert, dien jij de juiste tarieven en prestatiecodes te hanteren. Zorg ervoor dat je hier van op de hoogte bent en zorg dat deze goed in jouw declaratieprogramma ingesteld zijn. Jouw software beheerder kan jou hier meer over uitleggen. De declaratie van een behandeling gaat altijd in kwartieren. Wanneer bij de declaratie om aantal zorgeenheden gevraagd wordt, moet dus ingevuld hoeveel kwartieren de behandeling heeft geduurd. Bij een behandeling van 75 minuten vul je dus 5 in. De declaratie code die hierbij hoort is 5000. Wanneer de behandeling bij de cliënt thuis heeft plaats gevonden, is het mogelijk hier een toeslag voor te vragen. De zogenaamde aan huistoeslag. De declaratiecode die hierbij hoort is 5001. De NZA heeft actuele documenten op de site staan waarop alle declaratiecodes staan vermeld en ook wat daar onder valt. En ook (let op) welke codes wel en niet tezamen gedeclareerd mogen worden. Voor de meest recente prestatiebeschrijvingen bezoek je de website www.nza.nl Vervolgens moet je nog opletten bij welke diensten wel en niet door een verzekeraar worden vergoed. Bij sommigen mag je bv een telefonische zitting declareren maar bij anderen weer niet. Let dus goed op de contracten. Op de website van Ergotherapie Nederland kun je de tarieven en de declaratiecodes ook terug vinden.

6.2 Contracten met zorgverzekeraars 6.2.1. Welke zorgverzekeraars zijn er Je kunt zomaar verdwalen in de wereld van contracten. En ze zijn ook niet allemaal vergelijkbaar en heten soms ook anders. Er zijn concerns, verzekeraars, labels en volmachten. Sommige verzekeraars vallen onder een groot concern en sluiten zelf geen contract af, anderen weer wel, sommigen werken alleen regionaal, anderen landelijk etc. etc. De concerns zijn het belangrijkste en als je contracten hebt met alle concerns dan heb je het meeste afgedekt. Voor een overzicht kun je kijken op https://www.zorgwijzer.nl/faq/welke-zorgverzekeraars-zijn-er 6.2.2. contracten afsluiten via VECOZO Declaraties moeten digitaal aangeleverd worden. VECOZO (VEilige COmmunicatie in de ZOrg, dit is een dienst van Vektis ) biedt een Elektronisch Declaratie Portaal (EDP) waarmee de declaraties digitaal ingediend kunnen worden. VECOZO stuurt de declaratie versleuteld via het internet naar de betreffende zorgverzekeraar. Daarnaast is het mogelijk om via VECOZO te controleren op het verzekeringsrecht van de cliënten. Hiervoor moet je bij VECOZO twee certificaten (een persoonlijke en het systeem certificaat ) aanvragen om je aan te melden. Dit kan via de website van VECOZO. Hiervoor heb je een AGB-code nodig en moet je dus al aangevraagd hebben. Wanneer je aangemeld bent bij VECOZO kun je contracten afsluiten met de verschillende zorgverzekeraars. Deze moet je op de website van de desbetreffende zorgverzekeraars aanvragen en dan ontvang je een e-mail over het verloop van dit proces. Je ontvangt de link www.zp.VECOZO.nl met daarop een vragenlijst die klaar staat om digitaal in te vullen. Je logt in met je persoonlijke gegevens en kiest voor “uitvragen”. Is dit klaar, dan ontvang je het contract om digitaal te ondertekenen en kan je later terugvinden bij “contracten”. (bron: Praktijkwijzer 2010 en www.VECOZO.nl )

23

6.3 Werken voor een andere praktijk 6.3.1. Modelovereenkomst Voorheen was er sprake van de VAR, maar per 1 mei 2016 ga je een modelovereenkomst aan met je opdrachtgevers. Wij adviseren je dan ook om met de goedgekeurde modelovereenkomsten te (gaan) werken. In samenwerking met de VvAA, KNGF en PPN heeft Ergotherapie Nederland deze modelovereenkomsten opgesteld en deze zijn door de belastingdienst goedgekeurd en gepubliceerd. Via de site van Ergotherapie Nederland en de Belastingdienst zijn de overeenkomsten te downloaden. Modelovereenkomsten (wet DBA)

De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (wet DBA) zorgt ervoor dat de opdrachtgever en de zzp'er (de opdrachtnemer) samen verantwoordelijk zijn voor de fiscale gevolgen van hun arbeidsrelatie. Zij moeten dus samen bepalen hoe zij hun arbeidsrelatie invullen: wel of niet als dienstbetrekking (loondienst). In veel gevallen is het duidelijk dat er van dienstbetrekking geen sprake is. Zolang je samen werkt volgens deze modelovereenkomsten, weet de opdrachtgever zeker dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Meer informatie: www.belastingdienst.nl

6.4 Praktijkinrichting Als jij een eigen praktijk hebt is het afhankelijk van jouw werkwijze of een praktijkruimte nodig is of nuttig. Wanneer je besloten hebt om een praktijkruimte te zoeken, kunnen er verschillende afwegingen worden gemaakt die hieronder opgesomd zijn.

- Een praktijkruimte kun je huren, kopen of leasen. - Vergunningen: De gemeente kan informeren over welke vergunningen (zoals

vestigingsvergunning of bouwvergunning) er eventueel nodig zijn. - Vestigingsbeleid: In Nederland is er geen vestigingsbeleid voor ergotherapiepraktijken.

Wel kun je zelf kijken naar de spreiding van reeds bestaande praktijken om eventuele concurrentie (proberen) te voorkomen.

- Locatie: denk bijvoorbeeld aan hoe de ligging is, de bereikbaarheid en de toegankelijkheid.

In de “Inrichtingseisen praktijk” van Ergotherapie Nederland (juni 2010) staan alle eisen op een rij. Enkele belangrijke vind je hieronder:

- De praktijk dient toegankelijk, herkenbaar en bereikbaar te zijn voor de doelgroep/cliënten

- De praktijk beschikt (kan beschikken) over adequate materialen ter ondersteuning van onderzoek, advies en behandeling van de doelgroep

Tevens hanteren zorgverzekeraars hun eigen eisen welke aansluiten op die van Ergotherapie Nederland. Dit staat opgenomen in de contracten die zorgverzekeraars aanbieden. Enkele voorbeelden zijn:

- Tijdens (school)vakanties is de praktijk geopend - De praktijk beschikt over een aparte (eigen) ingang

6.5 Werkmateriaal (hulpmiddelen etc.) Je hebt voor je werk een aantal materialen en hulpmiddelen nodig om mee te nemen naar de cliënt. Dat vraagt een investering, maar ook opslagruimte. Als je ruim behuisd bent kun je mogelijk zelf ruimte vrij maken, maar anders zul je creatief moeten zijn in opslagruimte waar je gemakkelijk bij kunt. Als kinderergotherapeut heb je ook spelmateriaal nodig.

24

6.6 Huisvesting en praktijkinrichting Als freelancer zijn er geen vereisten m.b.t. praktijkinrichting of huisvesting. Je maakt dan gebruik van de faciliteiten die jouw opdrachtgever ter beschikking stelt. Als praktijkhouder ben je wel verplicht een praktijkruimte te hebben die voldoet aan een aantal eisen (zie website EN). Het wil niet zeggen dat je er ook daadwerkelijk één moet huren. Als je veel ambulant werkt kun je ook overwegen een huurcontract af te sluiten met een andere paramedische dienstverlener waar je alleen betaalt als je ook daadwerkelijk gebruikt. Als je veel met ouderen werkt, zal dat niet veel voorkomen. Het scheelt je veel geld. Echter, als kinderergotherapeut die gecontracteerd is met verzekeraars moet je er rekening mee houden dat je niet alleen op een school mag behandelen maar een praktijklocatie nodig hebt.

6.7 ICT Om te kunnen declareren heb je software nodig die gekoppeld kan worden aan VECOZO. Er zijn

steeds meer pakketten op de markt maar de onderlinge verschillen in mogelijkheden, prijzen en toepasbaarheid voor de ergotherapie zijn groot. Er circuleren al een aantal lijstjes o.a. op Ergodigest (aanmelden via [email protected]) waar je je voordeel mee kunt doen. Laat je in elk geval goed voorlichten, vraag diverse collega-instellingen naar hun ervaringen, lees je ook in op de diverse materie, en vraag iemand uit je omgeving die kennis heeft van ICT en kan meedenken. Als je eenmaal gekozen hebt stap je niet zomaar meer over. Denk eraan dat het declareren ook veel (indirecte) tijd in beslag neemt en dit zo blijft tenzij je het door iemand laat doen, bijvoorbeeld door het softwarebedrijf waarmee je gaat werken.

6.8 Elektronisch Patiëntendossier Al freelancer maak je gebruik van het EPD van jouw opdrachtgever en hoef je hier in geen keuze te maken. Als praktijkhouder zal je hier wel over na moeten denken. Elke praktijk heeft zijn eigen elektronisch patiëntendossier zoals Winmens, Incura, Intramed etc. waar je gebruik van maakt. In het begin is het mogelijk even wat tijd investeren om hiermee te werken, maar mogelijk dat er een handleiding is waarmee je verder komt. Vaak kun je ook gebruik maken van een hulplijn die je verder helpt. Een laptop of tablet met een internetverbinding is wel heel handig want dan kun je bij de cliënt al een DTE of mail versturen.

25

7. Verzekeringen Als ondernemer heb je minimaal een beroepsaansprakelijkheidsverzekering nodig en een rechtsbijstandsverzekering (m.n. door WKGGZ).

7.1 Persoonlijke verzekeringen 7.1.1 Arbeidsongeschiktheidsverzekering Als ondernemer ben je verantwoordelijk voor jouw eigen inkomen. Voor ondernemers bestaat er geen sociaal vangnet ten tijde van ziekte of een ongeval. Als je als ondernemer niet kunt werken heb je geen inkomen. Je kunt inkomens continuïteit waarborgen met een kwalitatief goede AOV, oftewel: arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Of het zinvol is een AOV af te sluiten is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder je eigen financiële reserves, gezinssituatie, risicobereidheid enzovoorts. Wanneer je bijvoorbeeld vrij eenvoudig 3 tot 5 jaar arbeidsongeschiktheid zelf kunt opvangen, is het sluiten van een AOV niet direct noodzakelijk. Echter, bij arbeidsongeschiktheid van langere duur kun je uiteindelijk toch in de financiële problemen komen.

Je sluit een AOV af om de financiële risico's van arbeidsongeschiktheid te dekken. Je kan maximaal 80% van je gemiddelde inkomen over de laatste drie jaar verzekeren. Als je de verzekering afsluit kun je bepalen welk percentage je in het eerste jaar wil ontvangen (tot een maximum van 80%) en welk percentage na het eerste jaar dat je arbeidsongeschikt bent (ook tot een maximum van 80%).

De hoogte van de premie die je betaalt is afhankelijk van veel factoren, waaronder het soort beroep dat je uitoefent, je leeftijd, het moment waarop je wilt stoppen met werken en de duur van eigen risico. Hierin kan je zelf keuzes maken wat invloed heeft op de premie. De premie is fiscaal aftrekbaar. De overheid neemt zo een deel van de kosten voor haar rekening.

In principe heb je als ondernemer geen recht op een wettelijke uitkering, je bent immers verantwoordelijk voor je eigen inkomen. Er zijn uitzonderingen, zie voor meer informatie op onderstaande sites Meer informatie: www.ikwordzzper.nl www.mkbservicedesk.nl www.vanatotzekerheid.nl 7.1.2 Broodfonds Ook bestaat er nog het Broodfonds, dit is voor en door ondernemers opgestart. Een broodfonds richt je op met 20 tot 50 andere freelancers/ZZP’ers. Je moet hiervoor minimaal gemiddeld €750,- netto winst uit je onderneming halen. De voorwaarden zijn gelijk voor iedereen waardoor het overzichtelijk en eerlijk verloopt. Je maakt met elkaar afspraken en je legt dit vast. Je spaart maandelijks een bedrag op je eigen broodfondsrekening en dit geld blijft ook van jou. Als er iemand binnen het broodfonds ziek wordt, krijgt hij of zij kleine netto schenkingen van iedereen binnen het broodfonds. Het is dus een tijdelijk inkomen om van te leven, voor maximaal twee jaar. Er bestaan al veel broodfondsen waar je mogelijk ook bij aan kan sluiten. Een nadeel van het broodfonds kan zijn dat wanneer er al meerdere schenkingen vanuit het broodfonds zijn gedaan en de rekening leeg is en jij zelf ziek wordt je geen schenking krijgt. Het geld wat je geschonken krijgt is echter wel belastingvrij, je inleg niet. Dit is anders dan bij een AOV, hierbij

26

is de inleg aftrekbaar van de inkomstenbelasting en is de uitkering juist wel belast. Ook krijg je vanuit het broodfonds geen deskundige hulp als je weer wilt terugkeren naar je werk. Voor meer informatie: www.broodfonds.nl

7.1.3 Zwangere zelfstandige Wanneer je als zelfstandige zwanger bent, dan kun je voor de periode rond de bevalling een zwangerschapsuitkering aanvragen: de regeling Zelfstandige en Zwanger (ZEZ). De ZEZ-uitkering voor zzp’ers en zelfstandigen duurt minimaal 16 weken. Het UWV berekent de ZEZ-uitkering op basis van de inkomsten die je het kalenderjaar voor je zwangerschap had. Als je voldoet aan het urencriterium (1225 uur), dan is je uitkering maximaal het wettelijk bruto minimumloon. Kijk voor meer informatie op www.uwv.nl en zoek verder op ‘zwanger’. De hoogte van je uitkering is afhankelijk van je inkomen in het kalenderjaar voorafgaande aan de uitkering. (Meer informatie www.uwv.nl) Wanneer je een arbeidsongeschiktheidsverzekering hebt dan kan deze nog aanvullend vergoeden, afhankelijk van jouw verzekerde bedrag in je AOV. Je krijgt dan de ZEZ-uitkering plus je AOV-uitkering tijdens je zwangerschapsverlof. Let bij het afsluiten van een AOV op de polisvoorwaarden en (extra) kosten voor zwangerschaps- en bevallingsverlof. 7.1.4 Overlijdensrisico Een Overlijdensrisicoverzekering zal worden gesloten om in geval van een overlijden het inkomen voor de nabestaande(n) voor langere tijd aan te vullen, óf de schulden (gedeeltelijk) af te kunnen lossen. Een Overlijdensrisicoverzekering zorgt voor een eenmalige uitkering bij overlijden. De nabestaanden hebben dan voldoende kapitaal om de financiële lasten te dragen en om verder te leven zoals zij dat gewend zijn. Meer informatie: https://www.ikgastarten.nl/zzp/verzekeringen/overlijdensrisico-zzper

https://www.vvaa.nl/verzekeringen/overlijdensrisicoverzekering

7.2 Zakelijke verzekeringen 7.2.1 Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Een fout waarvoor jij als ergotherapeut aansprakelijk wordt gesteld kan ingrijpende gevolgen hebben. Hierbij gaat het om de aansprakelijkheid die komen uit fouten zoals; nalatigheden, vergissingen, onjuistheden, gebrekkige adviezen, verkeerde handelingen etc. tijdens het uitoefenen van je werk. Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (BAV) met voorwaarden die zijn afgestemd op de risico’s van ons vak als ergotherapeut is onmisbaar. Laat je vooraf goed voorlichten over de inhoud en dekking van de verzekering.

Meer informatie: https://www.zzp-nederland.nl/verzekering/onze-verzekeringen/beroepsaansprakelijkheidsverzekering-bav https://www.vvaa.nl/verzekeringen/beroepsaansprakelijkheidsverzekering/paramedici

7.2.2 Rechtsbijstandverzekering Een bedrijfsrechtsbijstandverzekering verzekert je van juridische hulp van juristen bij een conflict met werknemers, klanten of andere zakelijke partijen. In veel gevallen krijg je telefonisch advies van de juristen van je verzekeraar. Maar zodra de zaken complexer worden, kun je zo maar verzeild raken in

27

de wereld van bezwaarschriften, rechtszaken en lange dure procedures bij een rechter. De juristen van je verzekeraar reageren mondeling en schriftelijk namens je, maken bezwaar, onderhandelen en indien nodig maken ze de gang naar de rechter. De bedrijfsrechtsbijstandverzekering dekt de kosten voor: proces- en gerechtskosten, juridisch advies, deurwaarder, getuigen-deskundigen kosten van de tegenpartij (indien de rechter je hiervoor veroordeelt). Meer informatie: https://www.ikwordzzper.nl/zzp-kennisbank/verzekeringen/rechtsbijstandverzekering-voor-zzp/ https://zzpbarometer.nl/2017/05/02/zakelijke-rechtsbijstandverzekering-zzper/#.W6TjZOgzbIU http://www.mijneigenpraktijk.nl/wettelijke-eisen/verzekeringen/bedrijfsverzekeringen 7.2.3 Inboedelverzekering en opstalverzekering Een inboedelverzekering dekt onder voorwaarden de schade aan de inventaris van je praktijkruimte door bijv. brand, waterschade of diefstal. De inboedel van de praktijkruimte kan worden meeverzekerd in de privé inboedelverzekering als je een praktijk aan huis hebt. Dit moet je wel zelf melden aan de verzekeraar. Als het verzekerde bedrag niet overschreden wordt, hoeft dit geen extra kosten met zich mee te brengen. Een opstalverzekering dekt onder voorwaarden de schade door bijv. brand, storm en inbraak aan het pand in eigendom. Een opstalverzekering is meestal inclusief glasverzekering. Meer informatie: http://www.mijneigenpraktijk.nl/wettelijke-eisen/verzekeringen/bedrijfsverzekeringen https://www.vvaa.nl/verzekeringen/inventarisverzekering https://www.vvaa.nl/verzekeringen/opstalverzekering 7.2.4 Compagnonsverzekering Bij een gezamenlijke praktijk met één of meerdere collega’s: wanneer door ziekte of overlijden een collega wegvalt, kan dit vergaande consequenties voor de praktijk hebben. Wanneer één van de compagnons komt te overlijden, willen diens erfgenamen de waarde van diens aandeel in de onderneming uitgekeerd zien. Deze waarde zit echter vaak in voorraden, inventaris en goodwill. Het ontbreekt dan aan liquiditeit om de erfgenamen direct uit te kopen. Je kunt aankloppen bij de bank voor financiering. Maar je kunt ook kiezen voor een overlijdensrisicoverzekering voor compagnons. Een veel voordeliger, flexibeler oplossing die geen extra druk legt op de continuïteit van je onderneming. Een compagnonsverzekering is een overlijdensrisicoverzekering op het leven van de compagnon, waarbij het verzekerde bedrag wordt uitgekeerd aan de langstlevende compagnon. Die kan de uitkering dan gebruiken om de erfgenamen uit te kopen, zonder dat hiervoor een extra financiering bij de bank hoeft te worden aangevraagd.

Meer informatie: https://www.pensioenvizier.nl/hoe-werkt-een-compagnonsverzekering/ https://weblog.independer.nl/overlijdensrisicoverzekeringen/overlijdensrisicoverzekering-ook-geschikt-voor-bedrijven/ 7.2.5 Autoverzekering Een auto die zakelijk gebruikt wordt en die voorkomt op de balans van jouw bedrijf is een zakelijke auto. Jouw zakelijke auto kan op eigen naam staan of op de BV, eenmanszaak of VOF. De auto van de zaak verzeker je exclusief de BTW. Je hoeft zelf niet de regelmatige bestuurder te zijn van de auto. Dat kan ook een personeelslid van je zijn.

28

Je dient er rekening mee te houden dat het ‘zakelijk’ gebruik voor de autoverzekering wat anders is dan het zakelijk gebruik zoals de Belastingdienst dat bijvoorbeeld ziet. Voorbeeld, stel dat je als zelfstandig ondernemer gebruik maakt van een eigen auto, om klanten te bezoeken. Dit zijn zakelijke kosten voor de Belastingdienst, maar de autoverzekering mag gewoon privé op naam staan. Meer informatie: https://www.berekenautoverzekeringen.com/prive-zakelijke-autoverzekering/ 7.2.6 Verzuimverzekering voor personeel Een zieke werknemer kost een bedrijf gemiddeld 230 euro per dag! Je bent wettelijk verplicht om maximaal twee jaar lang het loon door te betalen. Daarbij gaat het om 70 procent van het loon, maar in een eventuele verplichte cao kan een hoger percentage zijn bepaald. Dit komt bovenop de kosten voor het inhuren van een vervanger. Ook moet je je als werkgever inspannen om een zieke werknemer zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen. Een verzuimverzekering vergoedt (een gedeelte van) het loon dat je moet doorbetalen bij ziekte van personeel en biedt vaak dienstverlening bij het voorkomen en terugdringen van verzuim. Als een arbodienst is opgenomen in het verzekeringspakket, dan kan die in samenwerking met jou een zieke werknemer vanaf de eerste verzuimdag begeleiden. Een verzuimverzekering is bedoeld voor werkgevers. Je meldt alle werknemers aan die bij jou op de loonlijst staan, ook werknemers met tijdelijk contract. Directeur(en)-grootaandeelhouder(s) zijn niet verzekerd. Meer informatie: https://www.ondernemenmetpersoneel.nl/administreren/bedrijfsverzekeringen/451-5-vragen-over-de-ziekteverzuimverzekering.html https://www.sazas.nl/nieuws/2017/wat-is-wel-en-niet-gedekt-door-de-basis-verzuimverzekering/

29

8. Pensioen Er zijn vele vormen hoe je geld opzij zet voor je pensioen of wanneer je eerder wilt stoppen met werken dan je pensioengerechtigde leeftijd.. Laat je goed adviseren voordat je een vorm van pensioenopbouw kiest, je kunt hiervoor ook advies vragen aan je accountant. Let hierbij ook op dat het zowel bij je onderneming als bij jou als persoon past. Hieronder worden diverse vormen benoemd. Als zelfstandige (zzp’er) moet je voor een groot deel zelf zorgen voor je pensioen. Je hebt na pensionering natuurlijk recht op een AOW-uitkering, maar je moet zelf regelen dat je ook andere pensioeninkomsten hebt. 8.1 Fiscale Oudedagsvoorziening (FOR) Voor zelfstandigen en ondernemers is er een regeling, de Fiscale Oudedagsreserve (FOR). Als je gebruik maakt van de oudedagsreserve reserveer je een deel van je winst uit onderneming voor je pensioen. Dit bedrag gaat af van je inkomen en je betaalt er nu dus geen belasting over. De Belastingdienst stelt geen aanvullende eisen aan wat je nu met het geld doet. Je kunt het dus investeren in je bedrijf, of op een rekening laten staan. Om de oudedagsreserve te kunnen vormen, moet je ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting en voldoen aan het urencriterium. Je mag aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt. Uiteindelijk moet je het totaalbedrag aan de oudedagsreserve in een pensioenproduct steken. Als je dat niet doet dan moet je in één keer over het hele bedrag inkomstenbelasting betalen. Dit kan bijvoorbeeld een probleem worden als je stopt met je onderneming en het geld van de oudedagsreserve niet hebt. Laat je daarom goed adviseren over de gevolgen voor je gebruik maakt van deze regeling. Meer informatie kun je kijken op: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/fiscale_reserves/oudedagsreserve 8.2 ZZP Pensioen Vanaf 1 januari 2015 kunnen zelfstandigen meedoen aan het ZZP Pensioen. Dat is opgezet door vier ZZP-organisaties en pensioenuitvoerder APG. Het ZZP Pensioen maakt gebruik van eenzelfde soort belegging systematiek die ook door vele bedrijfspensioenfondsen wordt gehanteerd. Een belangrijk verschil met collectieve pensioenfondsen voor werknemers is dat alle premies wel collectief belegd worden, maar dat de inleg van jou blijft. Het geld dat je inlegt, krijg je dus ook weer terug. Bij een pensioen voor zzp’ers bepaal je zelf hoeveel en wanneer je inlegt, wanneer je met pensioen gaat (tussen je 60e en je 72e). Ook kies je hoe lang je pensioen uitgekeerd wordt. 8.3 Zelfstandig sparen Iedere maand zet je een bepaald bedrag opzij op een aparte spaarrekening. Als je stopt met werken, keer je jezelf iedere maand een bedrag uit. De rente op een gewone spaarrekening is relatief laag. Je vormt hierbij zelf het grootste risico, omdat je spaargeld niet is ‘vastgezet’. Je kunt altijd over dit geld beschikken, dus bij een financiële tegenslag is het verleidelijk om het pensioenpotje ‘even’ aan te spreken. Spaargeld telt mee als vermogen in box 3. Dat betekent dat je boven het heffingsvrije vermogen vermogensbelasting moet betalen. Je hoeft achteraf geen inkomstenbelasting over dit vermogen te betalen.

30

8.4 Banksparen Klein risico, want bij banksparen stort je periodiek een vast bedrag op een geblokkeerde spaarrekening. Je kunt dus tussentijds geen geld opnemen. Omdat je geld voor een langere periode vaststaat is de rente hoger dan bij een normale spaarrekening. Je rente staat bovendien vast, dus je weet vooraf al je eindsaldo. Deze spaarrekening valt onder box 1 en is dus vrijgesteld van vermogensheffing. Ook als jouw spaargeld boven het heffingsvrije bedrag komt, hoef je geen vermogensbelasting te betalen. Daarnaast is het periodieke spaarbedrag fiscaal aftrekbaar; daarom wordt deze vorm van sparen ook wel fiscaal aftrekbaar pensioensparen genoemd. Je moet er wel inkomstenbelasting over betalen op het moment dat de periodieke uitkeringen in verband met je pensioen beginnen. 8.5 Lijfrenteverzekering Bij een lijfrenteverzekering stort je geld waar je niet meer kunt aankomen. Dit is vergelijkbaar met banksparen. Alleen: bij een verzekering hangt het rendement af van de winst van de verzekeraar. Je eindsaldo is dus niet precies te voorspellen. Houd er verder rekening mee dat als de verzekeringsmaatschappij failliet gaat, er geen garantiefonds bestaat. Als een bank failliet gaat, is er een bedrag van 100.000 euro gegarandeerd. Ook de stortingen voor de lijfrente vallen in box 1 en zijn daarmee fiscaal aftrekbaar.

31

9. Personeel 9.1 Wat regel je? Dit hoofdstuk gaat over de praktijkhouder die personeel wil aannemen of freelancers-ZZP-ers wil contracteren. Ongeacht of je iemand in loondienst aanneemt of als freelancer, je zult een contract moeten overleggen. Een korte opsomming van de belangrijkste zaken, die je hoe je het ook wendt of keert, veel tijd en energie vragen. We gaan er daarbij vanuit dat je geen praktijk overneemt maar een nieuwe praktijk wilt starten of bent gestart. Dit lijstje behelst vooral praktische zaken. Maar omdat je het in principe allemaal alleen gaat doen is het verstandig om tijd in te ruimen om dit allemaal te regelen, want er gaat veel tijd in zitten.

9.2 Personeel in loondienst Voordelen

- Je hebt meer zeggenschap over wat jouw personeelslid of -leden uitdragen t.b.v. de identiteit van jouw praktijk

- Je kunt je een langdurige relatie opbouwen met je personeel - Je kan meer sturing geven en jouw visie vanuit je praktijk doorvoeren. - Werknemers vallen onder de aansprakelijkheid van de praktijk - Je kan kennis inbrengen die je wilt in je praktijk, je hebt invloed op de cursussen/bijscholing

die gevolgd gaan worden.

Nadelen - Personeelskosten zijn hoger dan bij freelancers - Als werkgever is het wenselijk dat je scholingen voor je werknemers (deels) financieel

vergoedt. - indien werknemer ziek wordt ben je verplicht loon uit te blijven betalen

Wat moet je (als werkgever verplicht) regelen

- Aanmelden werknemer bij VECOZO - Contract (tip: laat dit door een professional doorlezen) - aansprakelijkheidsverzekering

Wat betaal je aan/voor een werknemer?

- loon - loonheffingen - vakantiegeld (8% van jaarloon) - vakantiedagen

Optioneel maar sterk geadviseerd. - kosten voor personeelsadministratie (tip: Laat dit door professionals doen) - kosten voor een account van een EPD en declaratie programma - verzuimverzekering - telefoon, internet & laptop - kilometervergoeding: als werkgever kun je 0,19 cent per km belastingvrij vergoeden, een

reiskostenvergoeding boven deze norm wordt door de belastingdienst als loon gezien en kan wordt er belasting over berekend.

- financiële vergoeding scholing (je mag zelf weten hoe je dit vormgeeft) - zwangerschapsverlof (hiervoor krijg je ook een minimale vergoeding vanuit het UWV)

32

Premiekorting bij aannemen van personeel: Heb of neem je werknemers in dienst die ouder zijn dan 56 jaar? Of werknemers die (deels) arbeidsongeschikt of werkloos zijn? Dan heb je misschien recht op een mobiliteitsbonus in de vorm van een korting op de premies werknemersverzekeringen. Met de Subsidiecalculator van het UWV en de Belastingdienst kun je gratis berekenen hoeveel subsidie je kunt krijgen als je bepaalde werknemers in dienst neemt. Belastingen bij zelfstandige praktijk met personeel: Als je werknemers in dienst hebt, zijn er diverse zaken waar je aan moet denken. Naast de algemene zaken die in het algemene deel zijn benoemd heb je als werkgever nog extra administratieve verplichtingen. Zo moet je je als werkgever bij de Belastingdienst aanmelden en de gegevens van je werknemer administreren.

9.4. Freelancer De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (wet DBA) zorgt ervoor dat de opdrachtgever en de freelancer (de opdrachtnemer) samen verantwoordelijk zijn voor de fiscale gevolgen van hun arbeidsrelatie. Zij moeten dus samen bepalen hoe zij hun arbeidsrelatie invullen: wel of niet als dienstbetrekking (loondienst). In veel gevallen is het duidelijk dat er van dienstbetrekking geen sprake is. Zolang je samen werkt volgens deze modelovereenkomsten, weet de opdrachtgever zeker dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Meer informatie: www.belastingdienst.nl Wat moet je regelen voor freelance personeel:

- modelovereenkomst vanuit beroepsvereniging - VOG (verklaring omtrent gedrag), dit moet de freelancer zelf regelen indien van toepassing - aanmelding VECOZO - Beloning afspreken met freelancer, hierin zijn geen standaarden - software programma waarin freelancer zijn cliënten kan bij houden en van waaruit

declaraties gedaan kunnen worden. voordelen van een freelancer:

- geen kosten bij arbeidsongeschiktheid/ziekte - geen kosten wanneer het rustiger is in de praktijk, oftewel alleen uitbetaling declarabele

uren

nadelen van een freelancer: - niet altijd beschikbaar, doordat een freelancer meerdere opdrachtgevers nodig heeft - minder zeggenschap en sturing m.b.t. bijwonen van overleggen, uitdragen van visie en

volgen van scholing, dan bij personeel in loondienst wat kost een freelancer:

- uitbetaling van percentage van declarabele uren

9.5 Loonheffingen Je moet natuurlijk ook loonheffingen betalen voor je personeel in loondienst. Loonheffingen zijn:

- Loonbelasting/premie volksverzekeringen

- Premies werknemersverzekeringen

- Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (bijdrage Zvw)

33

Je houdt de loonheffingen in op het brutoloon van je werknemer en draagt ze af aan de Belastingdienst. Meer informatie vind je in het online Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.

9.6 Werkkostenregeling

Je kunt werknemers vergoedingen en verstrekkingen onbelast geven. Het kan zijn dat je werknemers een vergoeding wilt geven voor reiskosten. Of je geeft je werknemers een telefoon, zodat ze goed bereikbaar zijn voor klanten. Je kunt vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen onbelast aan de werknemers geven als je aan de voorwaarden van de werkkostenregeling voldoet (WKR) Met de WKR kun je een deel van je totale fiscale loon (de vrije ruimte) besteden aan onbelaste vergoedingen voor werknemers. Over het bedrag dat binnen de vrije ruimte valt, betaal je geen loonbelasting. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaal je loonbelasting in de vorm van een eindheffing. Je hoeft hierover geen premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen e.d. in te houden. Tenslotte kun je bepaalde zaken onbelast vergoeden of verstrekken. Dat geldt bijvoorbeeld voor reiskosten, telefoons of computers.

9.7 Loonheffing Als zelfstandig ondernemer moet je vóór 1 mei digitaal aangifte doen. Heb je personeel in dienst? Dan moet je de jaaropgave van het loon ruim vóór 1 april aan het personeel verstrekken. Je personeel kan dan op tijd de aangifte inkomstenbelasting doen bij de Belastingdienst. Als je werknemers in dienst hebt, doe je 1 keer per maand of per 4 weken aangifte loonheffingen. Als je meer dan 10 werknemers hebt, moet je verplicht aangifte doen met een softwarepakket.

9.8. Salaris Er bestaat voor ergotherapeuten in loondienst in de eerste lijn geen CAO. Het staat je daarom vrij om zelf te bepalen hoe hoog het salaris van jouw werknemer(s) is. Voorheen gingen veel ondernemers met werknemer(s)uit van de CAO VVT. Hierin zijn de meeste ergotherapeuten in FWG 50-55 geschaald. Kijk voor de meest recente versie op www.fwg.nl. Door het uitblijven van tariefstijgingen van de zorgverzekeraars lijkt dit echter niet meer haalbaar. Dit wetende is het belangrijk dat je een berekening laat maken wat het uurloon kan zijn en hoeveel uur jij iemand in dienst wilt nemen. Aan te bevelen is om rekening te houden met de declarabele en niet-declarabele uren waar je iemand voor in dienst neemt.

34

10. PR 10.1 PR en marketing Een deel van de zelfstandig ondernemers die het uiteindelijk niet redden zeggen achteraf vaak dat ze onvoldoende hebben gedaan aan naamsbekendheid en presentatie van wie ze zijn en wat ze kunnen en bieden. Vergeet daarom niet dat Public Relations (PR) en marketing er absoluut bij hoort en onmisbaar is in de bedrijfsvoering. En dat begint bij het maken van een PR plan. In dat plan staat uitgewerkt wat je doel is en voor wie, op grond van welke analyse en voor welke doelgroep etc. We lichten de belangrijkste onderdelen er uit.

10.2 SWOT analyse Een onmisbare stap die je niet kunt overslaan is een analyse van je sterke en zwakke kanten, en van de ontwikkelingskansen in de markt, een zogenaamde SWOT-analyse. Wat zijn de sterke kanten van je bedrijf waarin je je onderscheidt en wat zijn de zwakke kanten die je goed in het oog moet houden. Ben je bereid om in de avonduren of het weekend te werken, dan zou dat een sterk punt kunnen zijn als je ook werkenden tot je doelgroep rekent. Heb je veel ervaring in neurologische aandoeningen, dan kan dat ook een pluspunt zijn. Is de locatie van je praktijk excentrisch gelegen, dan zou dat een zwak punt kunnen zijn. Naast de sterktes en zwaktes is het ook goed om de kansen en bedreigingen in kaart te brengen. Ga je werken in een wijk waar veel ouderen wonen of juist gezinnen met kinderen, dan kan dat een kans zijn die je goed moet benutten. Komt er net een nieuw gezondheidscentrum in de wijk waar je mogelijk mee zou kunnen samenwerken dan is dat ook een kans die veel groeimogelijkheden geeft.

10.3 Marktonderzoek Een PR plan begint bij marktonderzoek. Bedenk eerst voor jezelf welke doelgroep je wilt bedienen. Wie zijn straks je klanten? Focus je niet op een specifieke doelgroep tenzij je zeker weet dat je daar voldoende vraag uit zult genereren en specifieke expertise in hebt die andere praktijken niet hebben. Beschrijf vervolgens waar je doelgroep behoefte aan heeft, en hoe je daar met je praktijk op kunt inspelen. Hoe kan ik mijn toekomstige klanten het beste van dienst zijn en hoe kan ik zorgen dat ze bij mij blijven. En welke producten kan ik ze aanbieden

10.4 Marktanalyse Nadat je hebt bepaald wie je klantengroep wordt, is het verstandig een marktanalyse te doen. Welke regio wil je bedienen, hoe groot is het gebied waarin je wilt werken, ga je ook voor organisaties werken en hoe groot is uiteindelijk je doelgroep die in de regio woont. Handig kan zijn om een wijkscan te maken op de site van de Regionale Ondersteuning Structuur (ROS). Deze heeft vaak demografische gegevens van de gebieden die relevant zijn voor het bepalen van doelgroep en omvang. Meer informatie: www.ros-netwerk.nl

10.5 Concurrentieanalyse Naast een marktanalyse is het ook verstandig een concurrentieanalyse te maken. Hoeveel ergotherapiepraktijken zijn er in jouw omgeving. En hoeveel daarvan werken ook in de regio waar je je op wilt richten. En zijn er zorgorganisaties die ook eerstelijns werken en mogelijk in jouw vaarwater zitten. Dan kan een bedreiging zijn maar het kan ook een kans geven tot samenwerking. Het brengt je in contact met hun relaties, je leert andere zorgverleners kennen en zo kun je soms heel gemakkelijk je netwerk uitbreiden.

35

Maak tenslotte ook een schatting van hoeveel mensen je denkt te gaan bedienen en of je daar een gezond bedrijf mee kunt opbouwen. Het zal uiteraard wel enige tijd duren voordat je een klantenbestand hebt opgebouwd maar je moet ergens een begin hebben waar je je op baseert. Bedenk zo voor jezelf waar je sterke en zwakke kanten liggen en welke kansen er zijn waar je gebruik van kunt maken.

10.6 Marketingstrategie Een belangrijke motor van je bedrijf is een actief netwerk. Het netwerk immers is belangrijk bij het doorverwijzen naar jouw praktijk. Denk daarbij aan thuiszorg, huisartsen, fysiotherapie, gebiedsteams, etc. Deze potentiële verwijzers wil je graag actief laten weten dat je er bent en dat je beschikbaar bent. Bedenk hoe je die relaties kunt benaderen en hoe je dat contact vervolgens kunt onderhouden. Zeker als je nieuw bent is dat een hele opgaaf. Zomaar folders sturen of wijzen op je website heeft niet veel zin. Het is een kwestie van geduld en volhouden en jezelf laten zien.

10.7 Promotie Naamsbekendheid van je praktijk gaat feitelijk via twee doelgroepen: de doelgroep zelf (cliënten en mantelzorgers) en de verwijzers/disciplines in de keten. Hoe je naamsbekendheid krijgt is moeilijk te beschrijven. In een dorp zal dat immers heel anders gaan dan in een stad. En in Groningen zal dat weer anders gaan dan in Breda. Als je er budget voor hebt zou je je oor eens te luister kunnen leggen bij anderen die al gestart zijn. Bv. bij een fysiotherapiepraktijk of een diëtiste. Maar je kun ook wat geld besteden aan een goed PR advies bij een bureau voor marketing en reclame. Zij kennen de markt waarschijnlijk heel goed. Voor de promotie van je naam en praktijk moet je in elk geval denken aan de volgende dingen:

- kies een duidelijk, en herkenbaar beeldmerk - zorg voor een consistente huisstijl - maak een professionele website maar verlies je niet in teveel tekst, dat wordt vaak niet

gelezen - maak folders voor verwijzers (huisartsen, wijkteams thuiszorg en netwerk aan zorgverleners) - maak folders voor cliënten en mantelzorgers - als het lukt zijn artikelen in lokale media ook altijd effectief, bv interview met een

ergotherapeut - vraag of je mag presenteren op huisartsenoverleg of bij thuiszorgteams en gebiedsteams

36

11. Kwaliteit borgen 11.1 Protocollen, richtlijnen en standaarden Er zijn veel soorten kwaliteitsinstrumenten. Onder dit begrip vallen onder andere (multidisciplinaire) richtlijnen, standaarden, protocollen, samenwerkingsafspraken, zorgstandaarden en productbeschrijvingen. Daarnaast kennen we instrumenten die gericht zijn op het verbeteren van de beroepsuitoefening. Alle begrippen hebben echter een gemeenschappelijk doel: het verbeteren van de zorg/dienst voor de cliënt via het formuleren van aanbevelingen en het maken van afspraken. Richtlijnen helpen zorgprofessionals bij het overzien en beoordelen van de alsmaar groeiende wetenschappelijke literatuur en ondersteunen professionals (en de cliënt) in de besluitvorming over passende zorg. Richtlijnen ondersteunen zorgprofessionals in hun werk, maar zij vervangen op geen enkele wijze hun specifieke kennis en vaardigheden. Goede richtlijnen zijn op een systematische en methodologisch juiste manier ontwikkeld. Standaarden en protocollen beogen ook de kwaliteit van zorg te verbeteren door processen en werkwijzen te uniformiseren. (https://ergotherapie.nl/kennisplein/vakinhoudelijke-documenten/)

11.2 Scholing en kwaliteitsregister Begin je voor jezelf dan komt er een hoop bij kijken. Naast je administratie is het ook noodzakelijk om je registratie bij het kwaliteitsregister voor paramedici te waarborgen. Het volgen van scholing is dan essentieel. In de meeste gevallen ben je zelf verantwoordelijk voor de kosten van de scholing. Deze kosten zijn wel aftrekbaar wanneer je zelfstandig ergotherapeut bent. Een andere mogelijkheid kan zijn dat de praktijkhouder een budget heeft voor scholing, ook voor de ingehuurde ergotherapeuten.

11.3 Regiogroepen Als praktijkhouder of ZZP’er is het zinvol om regelmatig overleg te hebben met een regiogroep. Er zijn verschillende regiogroepen met verschillende doelen. Zo kan er bij jou in de omgeving een “Eerstelijns Ergotherapie” groep zijn met als doel om up-to-date te blijven en gezamenlijk te bekijken hoe nieuwe ontwikkelingen toe te passen binnen je eigen praktijk Er zijn ook vakinhoudelijke regiogroepen, gerelateerd aan een diagnose groep. Hiervan is het doel om middels intervisie de deskundigheid van de betrokkenen te bevorderen en de kwaliteit van het werk te verbeteren. Daarbij is de professionele ontwikkeling van de deelnemers een onderdeel. Informeer bij je collega’s in je eigen regio welke regiogroepen er zijn. Sinds 2014 heeft Ergotherapie Nederland, Regionaal Ergotherapeutische Netwerken, de zogenaamde REN. Het is belangrijk dat je je daar bij aansluit en op de bijeenkomsten aanwezig bent.

11.4 Intervisie Om kwaliteit te borgen is het belangrijk om op een methodische wijze te werken aan verbetering van de kwaliteit van het beroepshandelen. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld

- Mono- en/of multidisciplinaire Intercollegiale toetsing c.q. overleg - Intervisie - Casuïstiek bespreking - Kwaliteitskring

Dit zijn methoden waarvoor je punten kunt behalen voor het kwaliteitsregister voor paramedici.

37

Intervisie is een van de manieren en is een bijeenkomst die op regelmatige basis plaatsvindt met een vaste groep gelijkwaardige professionals die zich willen verbeteren in hun functioneren. Door het stellen van vragen en het delen van elkaars ervaringen kunnen deelnemers van elkaar leren, steun vinden bij elkaar en hun reflectie verdiepen.

11.5 Kwaliteitseisen vrijgevestigde ergotherapeuten Vanuit de zorgverzekeringen wordt als minimumeis gesteld dat je Kwaliteitsgeregisteerd bent in het Kwaliteitsregister Paramedici. Verbijzonderde ergotherapie wordt verleend door een ergotherapeut die voor de desbetreffende verbijzondering is geregistreerd in Vektis en het Kwaliteitsregister Paramedici (kwaliteitsgeregistreerd) of een (indien van toepassing) vergelijkbaar door de zorgverzekeraar goedgekeurd register. Sommige zorgverzekeraars kopen ergotherapie in verband met de ziekte van Parkinson selectief in bij zorgaanbieders die zijn aangesloten bij ParkinsonNet. Ook worden er eisen gesteld aan de praktijk, zie hiervoor hoofdstuk 7. Bovenstaande informatie is algemeen en kan dus per zorgverzekering verschillen. Zorgverzekeraars hebben op hun websites speciale pagina’s voor zorgaanbieders waar op contracten en inkoopbeleid staan gepubliceerd.

11.6 Kwaliteitsjaarverslag Per 1 januari 2016 is een Kwaliteitsjaarverslag niet meer verplicht.

38

12. Alles op een rijtje 12.1 Ja, ik wil starten als ondernemer! Welke stappen onderneem ik daarvoor?

❏ (Praktijk)naam verzinnen

❏ Ondernemersplan

❏ Begroting

❏ Praktijkruimte wel/niet

❏ Rechtsvorm

❏ Inschrijven KvK

❏ Zakelijke bankrekening openen

❏ Inschrijven Vektis t.b.v. AGB code

❏ Op zoek naar opdrachtgevers

❏ Contracten met zorgverzekeraars wel/niet afsluiten

❏ Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

❏ Optioneel: arbeidsongeschiktheidsverzekering

❏ Optioneel: rechtsbijstandverzekering

❏ Optioneel: pensioenvoorziening

❏ Optioneel: boekhouder

❏ Optioneel: pensioenopbouw regelen

❏ Optioneel: inboedelverzekering

12.2 Ja, ik wil mijn eigen praktijk met personeel! Welke stappen onderneem ik?

❏ Praktijknaam

❏ Ondernemersplan

❏ Begroting

❏ Praktijkruimte

❏ Inschrijven KvK

❏ Inschrijven Vektis t.b.v. persoonlijke AGB-code en praktijk AGB-code

❏ Contracten zorgverzekeraars afsluiten

❏ Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

❏ Inboedelverzekering

❏ Optioneel: arbeidsongeschiktheidsverzekering

❏ Optioneel: boekhouder

❏ Optioneel: pensioenopbouw regelen

T.b.v Werknemer

❏ Contract opstellen (laat deze door een professional nalezen)

❏ Salarisstructuur bepalen

❏ Salarisadministratie extern regelen (hoeft niet, wel sterk aangeraden)

❏ Personeelslid aanmelden bij Vektis werkzaam voor jouw praktijk

❏ Personeelslid aanmelden bij jouw declaratie programma zonodig

39

❏ Persooneelslid aanmelden voor loonheffing bij Belastindienst

❏ verzorgen van noodzakelijke werkmiddelen; laptop, telefoon etc.

12.3 De voor- en nadelen op een rijtje:

Voordelen starten als ondernemer

▪ je hebt de vrijheid om het helemaal zelf in te richten en bepalen (behoudens de wettelijke

kaders)

▪ je kunt je werktijden voor een groot deel zelf bepalen. Je hebt de vrijheid om te werken wanneer je wilt.

▪ alle resultaten zijn te danken aan je eigen inzet. Dat heb je helemaal zelf gedaan. Dat geeft een kick!

▪ je bent geen of minder tijd en energie kwijt aan activiteiten die je minder zinvol vindt of weinig opleveren zoals vergaderingen, collegiale uitstapjes, werkoverleg, afstemming werkwijze met anderen, etc.

▪ alle tijd is vrij invulbaar en direct nuttig voor je praktijk. ▪ weinig financiële risico’s behalve omzetverschillen door veel of weinig werkaanbod.

Nadelen starten als ondernemer:

▪ je werk is risicodragend. Niets is zeker, je hebt geen garanties. ▪ er is geen sociaal vangnet. Lukt het niet om er een bestaan uit op te bouwen en zijn de

inkomsten structureel te weinig, dan is er geen WW of iets dergelijks, hooguit bijstand. ▪ bij ziekte of arbeidsongeschiktheid heb je geen inkomen (en wel kosten zoals bijvoorbeeld

een bedrijfspand) tenzij geregeld door een regeling of verzekering ▪ In de onderneming is ook werk te doen wat je mogelijk minder leuk vindt. Declareren,

administratie, archiveren etc. ▪ deadlines en werkdruk kan je niet delen met collega’s. ▪ werk en privé kunnen snel door elkaar lopen wanneer je thuis nog wat dingen wilt regelen. ▪ je kan niet alles bespreken met anderen, zelfstandigheid en besluitvaardigheid zijn dus

belangrijke eigenschappen. ▪ je moet zelf initiatief nemen tot contact met collega’s. Hierbij kan je bijvoorbeeld ook denken

aan het deelnemen van een regiogroep. ▪ je moet zelf waarneming regelen tijdens vakanties e.d.