Handboek Parenteralia VUmc - pharmalink.nl · Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014...
Transcript of Handboek Parenteralia VUmc - pharmalink.nl · Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014...
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 1
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 2
Handboek Parenteralia VU medisch centrum
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 3
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 4
Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 5
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 6
Redactie Het handboek Parenteralia is tot stand gekomen onder redactie van: Mw. Y.P. Dijstelbloem (eindredactie) Mw. E.L. Swart A.C. van Loenen Namens de werkgroep codering geneesmiddelen: F. van den Dungen Dr. C.J. van Guldener Mw. K. Hemmink Mw. J. Teeuwen Mw. M. Veldman Mw. C. Visser
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 7
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 8
Handleiding voor het gebruik
Merknaam In de titel van de monografie staat de generieke naam van het geneesmiddel vermeld. Achter het kopje "merknaam" staan de merknaam en eventuele synoniemen van het geneesmiddel.
Afleveringsvorm Toedieningsvorm van het geneesmiddel, zoals het in de handel is, dan wel zoals het wordt bereid in de apotheek. Dit kan zijn in oplossing in een ampul, flacon, zak of (wegwerp)spuit dan wel in poedervorm in een flacon of ampul. De totale hoeveelheid en/of de concentratie van het geneesmiddel in de doseervorm worden vermeld. Indien het geneesmiddel in een bepaalde chemische verbinding aanwezig is, wordt dit eveneens vermeld.
F.T.G. Farmacotherapeutische groep, waartoe het geneesmiddel behoort. Hierbij is zoveel mogelijk de indeling van het Farmacotherapeutisch Kompas aangehouden.
Oplosmiddel Indien het geneesmiddel in poedervorm afgeleverd wordt, dient het preparaat eerst in een bepaald oplosmiddel te worden opgelost. In enkele gevallen wordt het oplosmiddel met het geneesmiddel bijgeleverd; dit wordt dan in de monografie aangegeven met de tekst: "(bijgeleverd)".
Bereiden De wijze waarop en de hoeveelheid waarin het geneesmiddel, indien van toepassing, opgelost moet worden. Tevens wordt de eindconcentratie vermeld. Transfernaalden om poeder voor injectie op te lossen, kunnen alleen worden gebruikt indien het oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% of NaCl/glucose is. Transfernaalden kunnen alleen worden gebruikt indien de gehele inhoud van de flacon of ampul dient te worden toegediend. Hiertoe dient eerst de transfernaald op het aanprikpunt van het infuus te worden gezet, vervolgens wordt met de andere kant van de naald de flacon met geneesmiddel aangeprikt. Door knijpen en zwenken wordt infuusvloeistof in de flacon gebracht en wordt het poeder opgelost; het opgeloste poeder wordt tenslotte via de naald in de infuusvloeistof gebracht.
Toedieningsroute De wijzen waarop het geneesmiddel kan worden toegediend. Indien het geneesmiddel in oplossing verder moet worden verdund, staat dit vermeld bij de betreffende toedieningswijze, waarbij de benodigde infuusvloeistof is aangegeven. De infuusvloeistoffen die de voorkeur hebben, zijn NaCl 0,9%, glucose 5% en de gebruikelijke combinatie NaCl met glucose, aangeduid als NaCl/glucose. Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd. Indien van toepassing is de duur van toediening van de geneesmiddeloplossing vermeld, zo nodig met een maximale toedieningssnelheid. In het algemeen wordt onder een kortlopend infuus verstaan in 15-30 minuten en onder een langlopend infuus 8-24 uur, tenzij een andere tijd is genoemd. Hierbij is uitgegaan van gebruikelijke doseerhoeveelheden. Als een geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus mag worden toegediend wordt voor het kortlopende infuus een hoeveelheid infuusvloeistof van 100 ml aanbevolen. Bij vochtbeperking kan het geneesmiddel eventueel aan 50 ml infuusvloeistof worden toegevoegd, maar de onnauwkeurigheid van de toegediende dosis is groter omdat er relatief meer lucht in de zakjes van 50 ml zit en meer residu achterblijft. Voor een aantal geneesmiddelen is een protocol opgenomen voor het bereiden van een oplossing in een spuitenpomp. Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden afgeweken. Bij de toedieningsroute wordt dan verwezen naar het protocol dat achteraan de monografie is opgenomen. Met uitzondering van de spuitenpompprotocollen, waar de gebruikelijke doseringen zijn vermeld, zijn in de monografieën geen doseringen opgenomen.
Toedieningscategorie Aan het geneesmiddel met de daarbij behorende toedieningswijze is een indicatiestelling voor het gebruik van infuus- en spuitenpompen toegekend. Er is uitgegaan van het Handboek "Codering van geneesmiddelen voor
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 9
parenterale toediening" van het VU Ziekenhuis, opgesteld door de toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU ziekenhuis, vierde uitgave, 1997. Er is een indeling in vier categorieën gemaakt, respectievelijk A, B, C en D.
Categorie A Middelen die met behulp van een injectiespuit rechtstreeks worden toegediend: intraveneus, intramusculair, subcutaan, intra-arterieel, intracardiaal etc.
Categorie B Middelen die met een handgestuurd infuussysteem, dus zonder pomp, mogen worden toegediend. Indien de situatie dit vereist (bijv. volumebeperking, heveleffecten) kan het nodig zijn om middelen uit deze groep toe te dienen door middel van een infuus- of spuitenpomp.
Categorie C Middelen die met behulp van een volume-gestuurde infuuspomp moeten worden toegediend.
Categorie D Middelen die uitsluitend door middel van een spuitenpomp mogen worden toegediend, omdat een continue toedieningssnelheid vereist is. Bij de keuze van parenteralia die onder categorie D vallen heeft met name een korte eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) en een smalle therapeutische breedte (verschil tussen therapeutische en toxische spiegel) een rol gespeeld. Een geneesmiddel kan in meerdere toedieningscategorieën ingedeeld zijn, bijvoorbeeld indien aanvankelijk een intraveneuze bolusinjectie als oplaaddosis gegeven wordt (categorie A) en vervolgens een onderhoudsdosering met behulp van een spuitenpomp wordt gegeven (categorie D).
Houdbaarheid Er wordt in dit Handboek uitgegaan van de microbiologische houdbaarheid, tenzij deze langer is dan de chemische houdbaarheid. De maximale houdbaarheid voor het op de afdeling bereide geneesmiddel wordt in onverdunde en/of verdunde vorm vermeld. Tevens wordt de bewaartemperatuur vermeld. 20°C komt overeen met kamertemperatuur, 4°C met koelkast. Indien er onder "Toedieningscategorie" alleen categorie A staat vermeld, wordt er van uitgegaan dat de injectiespuit direct voor toedienen wordt bereid. Bij het item "Houdbaarheid" wordt dan verwezen naar de houdbaarheid van de flacon of ampul door middel van "Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking". De hieronder gegeven houdbaarheden zijn de maximale houdbaarheden:
Multidose flacon, injectieflacon na aanprikken Niet geconserveerd: - 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Geconserveerd: - 24 uur bij 20°C - 1 maand bij 4°C Wanneer het onduidelijk is of een geneesmiddel al dan niet is geconserveerd, kan men contact opnemen met de apotheek.
Spuit voor IV-toediening of spuitenpomp - 24 uur bij 20°C
Infusievloeistof flacon of zak na aanprikken - 24 uur bij 20°C
Insuline Niet aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 4°C, zie verpakking - 1 maand* bij 20°C
Aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 1 maand* bij 4°C of 20°C (Penfill pen niet in de koelkast bewaren!)
* mits de op de verpakking vermelde houdbaarheid niet wordt overschreden
Aangebroken ampullen direct toedienen, niet houdbaar
Infuusvloeistoffen De hier vermelde infuusvloeistoffen kunnen gebruikt worden voor het
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 10
verdunnen en toedienen van het geneesmiddel.
(On)verenigbaar met Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en chemisch verenigbaar zijn. Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen. Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen (on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus. Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is. Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening). Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden. Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt is hierover geen of te weinig informatie beschikbaar. In dit geval wordt de combinatie ontraden. Indien bij een specifieke patient een niet beschreven combinatie van geneesmiddelen onvermijdelijk is kan contact opgenomen worden met de consulentapotheker om in samenspraak naar een oplossing te zoeken. Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen. Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus).
Bijzonderheden Algemene opmerkingen die van belang kunnen zijn bij het bereiden of toedienen van het geneesmiddel. Bijvoorbeeld aanwezigheid van hulpstoffen, hoeveelheid natrium of kalium, pH van de oplossing.
Acute reacties De hier vermelde reacties kunnen tijdens of direct na de toediening van het geneesmiddel optreden, en zijn dus voor de verpleegkundige die het geneesmiddel toedient van groot belang.
Bijwerkingen Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen tijdens gebruik en ook op langere termijn optreden en zijn relatief onafhankelijk van de toedieningswijze. De belangrijkste bijwerkingen zijn hier vermeld.
Toedienen via spuitenpomp Voor het nauwkeurig toedienen van geneesmiddelen worden infusie- of spuitenpompen gebruikt. Voor de toediening van kleine volumina (200 ml/dag
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 11
of minder, bij volwassenen) wordt vooral gebruik gemaakt van een spuitenpomp (perfusor). Er bestaan verschillende typen pompen voor specifieke toepassingen, zoals bijvoorbeeld voor continu epiduraal of spinaal toedienen van geneesmiddelen. In de pediatrie worden veel spuitenpompen ingezet; bij grotere kinderen komen ook infusiepompen in aanmerking. In het algemeen worden kortwerkende middelen via een perfusor toegediend (dopamine, heparine, insuline). Deze toediening wordt ook gebruikt bij stuurbare middelen zoals propofol, spierrelaxantia, opiaten en middelen die in een bepaalde tijd moeten inlopen, zoals cytostatica en totale parenterale voeding. In het Handboek zijn diverse schema’s opgenomen voor geneesmiddelen die altijd of vaak via een spuitenpomp worden toegediend. Bij neonaten en jonge kinderen worden in het algemeen spuitenpompen toegepast die gebruik maken van spuiten van 10-20 ml. In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alléén via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -. Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsredenen NIET worden afgeweken.
Kruisjeslijsten Op verschillende afdelingen in het ziekenhuis hangen zogenaamde kruisjeslijsten. Deze lijsten worden niet door de ziekenhuisapotheek onderhouden. Reden hiervoor is dat deze lijsten niet te valideren en te controleren zijn. Voor de juiste en actuele informatie over verenigbaarheden verwijzen wij naar de monografieën in het Handboek Parenteralia.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Handleiding voor het gebruik'
Datum Wijziging
01-02-2007 Toevoeging bij Toedieningsroute over toediening van geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus.
01-10-2008 Bij (On)verenigbaar met: Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt is hierover geen of te weinig informatie beschikbaar. In dit geval wordt de combinatie ontraden. Indien bij een specifieke patient een niet beschreven combinatie van geneesmiddelen onvermijdelijk is kan contact opgenomen worden met de consulentapotheker om in samenspraak naar een oplossing te zoeken.
01-05-2009 Toedieningsroute: Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd.
01-07-2010 Bij (On)verenigbaar met: In de monografieën is op verzoek van de MIP de volgende opmerking toegevoegd. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus).
01-03-2011 Toegevoegd bij (On)verenigbaar met: Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Toegevoegd bij Toedienen via spuitenpomp: In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alleen via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -.
01-04-2012 Volgende tekst toegevoegd: Kruisjeslijsten. Op verschillende afdelingen in het ziekenhuis hangen zogenaamde kruisjeslijsten. Deze lijsten worden niet door de ziekenhuisapotheek onderhouden. Reden hiervoor is dat deze lijsten niet te valideren en te controleren zijn. Voor de juiste en actuele informatie over
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 12
verenigbaarheden verwijzen wij naar de monografieën in het Handboek Parenteralia.
01-07-2013 Toedieningsroute, toegevoegd: Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden afgeweken. Toedienen via spuitenpomp, toegevoegd: Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsoverwegingen NIET worden afgeweken.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 13
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 14
Algemene richtlijnen voor het bereiden van parenteralia
Controle vooraf Controleer altijd vooraf: - juiste patiënt - juiste geneesmiddel - juiste tijdstip - juiste berekening, hoeveelheid, oplossing Laat de berekening altijd controleren door een collega.
Etiketteren Na het bereiden van het geneesmiddel in spuit, zak of flacon of na aanprikken van een flacon of zak, moet deze voorzien worden van een etiket, waarop vermeld staat: de naam van de patiënt, de naam en hoeveelheid van het geneesmiddel, het gebruikte oplosmiddel, datum en tijdstip van bereiden/aanprikken, houdbaarheid, paraaf van de verpleegkundige die het geneesmiddel heeft bereid/aangeprikt.
Uiterlijk van het product Oplossingen voor intraveneus gebruik moeten helder zijn en vrij van deeltjes en/of luchtbellen. Dit moet voor en tijdens toedienen visueel gecontroleerd worden. Uitzonderingen zijn de vetemulsies, zoals o.a. Intralipid®, Vitalipid®, propofol en TPV. Deze emulsies zijn niet helder maar worden wel intraveneus toegediend. Suspensies worden nooit intraveneus toegediend.
Eenheden Gewichten 1 kg = 1000 g; 1 g = 0,001 kg 1 g = 1000 mg; 1 mg = 0,001 g 1 mg = 1000 microg; 1 microg = 0,001 mg 1 microg = 1000 nanog; 1 nanog = 0,001 microg
Volumina 1 l = 1000 ml; 1 ml= 0,001 l
Concentraties g/l = mg/ml 1 mol/l = 1 mmol/ml = 1000 micromol/ml Molair (M) = mol/l % = g/v = gram per 100 ml vloeistof
Eenheden E = Eenheid IE = Internationale Eenheid mIE = milli-eenheid MIE = miljoen-eenheden 1 IE = 1000 mIE = 1.000.000 microIE; 1.000.000 IE = 1 MIE
Druppels 1 druppel = 0,05 g; 1 ml = 20 druppels (water) N.B. dit geldt niet voor alcoholische oplossingen, of oplossingen waarin bepaalde (oppervlakteactieve) stoffen en oliën en emulsies zijn opgelost.
Overig cal = calorie; 1000 cal = 1 kcal; J = Joule; 1 cal = 4,18 kJ
Cytostatica, TPV, e.d. Het bereiden en toedienen van cytostatica, Totale Parenterale Voeding en röntgencontrastmiddelen zijn niet in dit Handboek opgenomen. Het bereiden van cytostatica en Totale Parenterale Voeding gebeurt in de apotheek. Toedienen van deze parenteralia dient volgens protocol te geschieden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 15
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 16
Bekwaamheid van verpleegkundigen voor het parenteraal toedienen van geneesmiddelen
Bekwaamheid Op 1 december 1997 is de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen en tuchtrecht uit de wet BIG van kracht geworden. Onder de voorbehouden handelingen valt ook het parenteraal toedienen van geneesmiddelen. Personen die zelfstandig bevoegd zijn (artsen) mogen, mits bekwaam, voorbehouden handelingen uitvoeren. Wie niet zelfstandig bevoegd is (verpleegkundige) mag, mits bekwaam, in opdracht van een zelfstandig bevoegde en onder bepaalde voorwaarden een voorbehouden handeling uitvoeren. Dit betekent dat een verpleegkundige die in opdracht van een arts een geneesmiddel parenteraal gaat toedienen hiervoor bevoegd en bekwaam dient te zijn. Bevoegdheid wordt verkregen met de initiële opleiding tot verpleegkundige en de vervolgopleiding; bekwaamheid wordt verkregen door oefening en ervaring. De verpleegkundige dient zichzelf bekwaam te achten, ook al wordt er formeel overeenkomstig de “aanwijzingen” van de opdrachtgever gehandeld. Dit handboek levert een bijdrage aan deze “aanwijzingen”. Zoals opleiding en daarmee deskundigheid kan verouderen, kan ook de bekwaamheid verminderen door onvoldoende oefening of gebrek aan (specialistische) ervaring. Voor beiden geldt dat het onderhouden van de bekwaamheid door oefening en studie een noodzaak is om bekwaam te blijven.
Bekwaamheidsniveau De commissie grensafbakening heeft een nieuwe methodiek ontwikkeld voor de codering van de geneesmiddelen voor parenterale toediening door verpleegkundigen (voorheen code 3 geneesmiddelen). Bij het toedienen van geneesmiddelen kan onderscheid worden gemaakt in de ernst en de grootte van het risico op complicaties en daarmee in de bekwaamheid die de toediener moet hebben om deze complicaties te onderkennen en te verhelpen. Hiervoor heeft de commissie grensafbakening onderscheid gemaakt tussen geneesmiddelen die door alle verpleegkundigen mogen worden toegediend en geneesmiddelen waarvan de toediening is beperkt tot gespecialiseerde verpleegkundigen of tot gespecialiseerde verpleegkundige intensieve zorg. Hieraan zijn de onderstaande codes toegekend. Cursisten en/of leerlingen zijn niet bevoegd om zelfstandig geneesmiddelen parenteraal toe te dienen.
Codes VPK Betekent dat het geneesmiddel door alle verpleegkundigen mag worden toegediend, zonder toezicht en tussenkomst van de arts.
VPK-arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door verpleegkundigen, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts. Dit geldt ook voor gespecialiseerde verpleegkundigen en gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg.
IC Betekent dat het geneesmiddel alleen door gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg mag worden toegediend, zonder toezicht en tussenkomst van de arts.
IC-arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts.
G-VPK Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door gespecialiseerde verpleegkundigen, zonder toezicht en tussenkomst van de arts. Op afdelingsniveau wordt vastgelegd welke van deze medicatie van toepassing is voor de op die afdeling gespecialiseerde verpleegkundigen. Het medisch en verpleegkundig hoofd autoriseren welke verpleegkundigen bekwaam en bevoegd zijn om onder deze code vallende geneesmiddelen toe te dienen G-VPK-arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door gespecialiseerde verpleegkundigen, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 17
Arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door de arts.
Risicovolle handelingen Een geneesmiddel voor parenterale toediening moet vaak nog een bewerking ondergaan voordat het aan de patiënt kan worden toegediend. Eenvoudige bewerkingen vinden veelal plaats op een verpleegafdeling. Deze bewerking wordt “voor toediening gereedmaken (VTGM)” genoemd. Het proces VTGM is een risicovol proces. Ten eerste is het risico op microbiologische contaminatie groot als onvoldoende hygiënische voorzorgen worden genomen. Ten tweede is het VTGM een foutgevoelig proces, met kans op het gereedmaken van een verkeerde dosis, een verkeerd geneesmiddel, oplosfouten of onvoldoende mengen. Hiervoor is voor het VU medisch centrum het protocol “Veiligheid op recept” opgesteld. Dit protocol is te vinden op Kwaliteitsnet.
Bekrachtiging adviezen De raad van bestuur heeft de adviezen met betrekking tot de codering van de voorbehouden handelingen bekrachtigd d.d. Getekend door Prof. Dr. T.J.F. Savelkoul, lid raad van bestuur
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 18
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 19
Literatuur In de monografieën wordt bij opgenomen literatuurgegevens uit de standaardhandboeken en standaard-literatuur-zoeksystemen niet naar de referentie verwezen. Dit betreft de referenties 1 tot en met 11. Indien in de monografieën gegevens uit artikelen zijn verwerkt, wordt er aan het eind van de zin naar verwezen door middel van (ref. 00).
1. Dijkstra HH, Dessing-de Lang MLJ (red.). Repertorium Nederlandse associatie van de farmaceutische industrie Utrecht; 1998-1999
2. Trissel LA. Handbook on Injectable Drugs 10th Ed. American Society of Hospital Pharmacists; 1998
3. King JC. Guide to Parenteral Admixtures Pacemarq Inc. St. Louis; 1999
4. Informatorium Medicamentorum. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1999
5. Mc Envoy GK (red.) Drug Information:American Hospital Formulary Service. American Society of Hospital Pharmacists Bethesda; 1997
6. Kuy A vd (red.) Farmacotherapeutisch Kompas. Centrale Medische Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad Amstelveen, Ed. XIV; 1999
7. Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening. Toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU Ziekenhuis, vierde uitgave; 1997
8. Formularium der Nederlandse Apothekers. LNA Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1994
9. Reynolds EF (red.) Martindale The Extra Pharmacopoeia 30e Ed. The Pharmaceutical Press London; 1993
10. Gelman CR, Rumack BH (red.) DRUGDEX Information System Vol 81 Micromedex Inc. Denver; 1999
11. Iowa Drug Information Service System CD Rom 1985-1999
12. Cohen MR. Intraveneus use of haloperidol. Hosp Pharm 1987; 22:306-7
13. - Butler HE, Moody HR. Hyoscine-N-butylbromide by intraveneus infusion. Med J Aust 1987; 147: 315-6 - Salomone T. Effects of sympathomimetics isometheptene and anticholinergic hyoscine-n-butylbromide on glucose and insulin respons to oral glucose load. Curr ther research 1985; 37,4: 695-700
14. Lerhiatbundit S. Stability of quinine dihydrochloride in commonly used intraveneus solutions. J Clin Pharm Ther 1993; 18: 343-5
15. Drug information rounds. Octreotide or vasopressin for bleeding of esophageal varices. Ann Pharmacotherapy 1997; 31: 237-8
16. Chiu MF, Schwartz ML. Visual compatibility of injectable drugs used in the intensive care unit. Am J Health-Syst Pharm 1997; 54: 64-5
17. Gura KM. Parenteral drug administration guidelines for the pediatric patient: one hospital's recommendations. Hosp Pharm 1993; 28: 221-3, 227-8, 239-42
18. Elmore RL e.a. Stability and compatibility of admixtures of intraveneus ciprofloxacin and selected drugs. Clinical Therapeutics 1996 (18); 2: 246-255
19. Klaus JR, Knodel LC, Kavanagh RE. Administration Guidelines for Parenteral Drug Therapy. Part II: Adult Patients (Review). Journal of Pharmacy Technology 5, July/August 1989; 153 179
20. Patel PR. Compatibility of meropenem with commonly used injectable drugs.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 20
Am J Health-Syst Pharm 1996; 53: 2853-5
21. Bos JM, van Loenen AC, Dekker GA. Farmacotherapie bij dreigende vroeggeboorte: hoe effectief zijn weeënremmers? Pharm Weekbl 1996 (131); 4: 1272-8
22. Berlin G, Brodin B, Hilden J, Mårtensson J. Acute dapsone intoxication: a case treated with continuous infusion of methylene blue, forced diuresis and plasma exchange. Clin Toxicol 1985; 22(6), 537-48
23. Cilissen J, van der Kuy P-HM, Hooymans PM. Fysische en chemische stabiliteit van een mengsel van prethcamide, aminofylline en prednisolon. Ziekenhuisfarmacie 1996 (12); 234-5
24. Mann HJ et al. Physical and chemical compatibility of drotrecogin alfa
(activated) with 34 drugs during simulated Y-site administration. Am J Health Syst Pharm 2004;61:2664-71.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 21
—> Gewijzigde monografieën De volgende monografieën zijn in het handboek gewijzigd. In elke monografie kan je een overzicht oproepen van de wijzigingen die daarin zijn doorgevoerd sinds de eerste versie. Per 1 februari 2014: Amikacine Amoxicilline Ascorbinezuur Atracurium Benzylpenicilline-natrium Bethamethason Bumetanide Calciumchloride Calciumgluconaat Cefazoline Ceftazidim Ceftriaxon Ciclosporine Co-trimoxazol Dexamethason Digoxine Dobutamine Dopamine Doxapram Droperidol Erythromycine Esketamine Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen Esmolol Fentanyl Filgrastim Folinezuur Furosemide Gentamicine Heparine Hydrocortison Ibuprofen Insuline aspart intraveneus Kaliumchloride Lidocaine Methylprednisolon, intraveneus Metronidazol Metroclopramide Midazolam Morfine Nitroglycerine Nitroprusside Noradrenaline Pancuronium Pethidine Procainamide Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen Procainamide, spuitenpomp voor kinderen Promethazine Propofol Protamine Ranitidine Suxamethonium Theofylline Vancomycine Zidovudine
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 22
Per 1 december 2013: Argatroban Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen Kaliumchloride IJzer(III)carboxymaltose IJzerhydroxidedextraan complex IJzerhydroxidesaccharose complex
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 23
—> Nieuwe monografieën De volgende monografieën zijn aan het handboek toegevoegd: Per 1 februari 2014:
Belatacept Per 1 november 2013:
Protrombinecomplex, geactiveerd Per 1 augustus 2013:
Epoprostenol (Veletri) Per 1 juli 2013:
Ertapenem
Methohexitalnatrium
Plerixafor Per 1 februari 2013:
Soja-olie, gezuiverd Per 1 juli 2012:
Ibutilide
Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 mei 2012:
Denosumab
Ferricarboxymaltose
Zwavelhexafluoride Per 1 april 2012:
Dexmedetomidinehydrochloride
Totale parenterale voeding SmofKabiven Per 1 maart 2012: Glycerofosforzuur Glycerofosforzuur, spuitenpomp voor volwassenen Glycerofosforzuur, spuitenpomp voor kinderen Per 1 februari 2012:
Factor VII Per 1 januari 2012:
Zidovudine
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 24
Per 1 december 2011:
Botuline A toxine
Cidofovir
Indocyaninegroen Per 1 november 2011:
Bivalirudine
Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen
Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen
Glucarpidase Per 1 augustus 2011:
Calciumgluconaat
Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 juli 2011:
Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Argatroban
Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Furosemide, spuitenpomp voor kinderen
Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Sildenafil Per 1 mei 2011:
Totale parenterale voeding Olimel N9 Per 1 januari 2011:
Palivizumab Per 1 november 2010: Pneumokokkenvaccin-13 valent
Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen
Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 september 2010:
Tocilizumab Per 1 juli 2010:
IJzer(III)carboxymaltose Esketamine forte, spuitenpomp voor volwassenen Intensive Care Per 1 mei 2010:
Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 december 2009:
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 25
Eptacog alfa Per 1 oktober 2009:
Levofloxacine
Sugammadex Per 1 augustus 2009:
Alemtuzumab
Amfotericine B in liposomen
Anidulafungine
Gadobutrol Per 1 mei 2009:
Bevacizumab
Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150 Per 1 april 2009:
Hydroxyprogesteron
Temsirolimus Per 1 februari 2009:
Digoxine specifieke Fab-fragmenten
Linezolid
Omegaven-3-olie
Panitumumab Per 1 december 2008:
Daptomycine
Indometacine
Methylnaltrexon
Tigecycline Per 1 oktober 2008:
Refludan Per 1 augustus 2008:
Pegvisomant Per 1 juni 2008:
Artesunaat
Vaminolact Per 1 april 2008:
Abatacept
Zoledroninezuur Per 1 februari 2008:
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 26
Nutriflex Lipid plus (naam veranderd in: Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus)
Olanzapine Vamin 14 (vervallen 01-05-2011) Per 1 december 2007:
Levetiracetam
Milrinon
Milrinon, spuitenpomp voor kinderen
Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen Per 1 oktober 2007:
Ropivacaine Per 1 augustus 2007:
Cetuximab
Basiliximab Perflutren (inmiddels uit de handel) Per 1 april 2007:
Natalizumab Per 1 februari 2007:
Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen
Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Tacrolimus Per 1 december 2006:
Fibrinogeen
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp volwassenen
Paricalcitol Per 1 oktober 2006:
Palifermin
Paracetamol Per 1 augustus 2006:
Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen
Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 juni 2006:
Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 april 2006:
Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 27
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Selenium Per 1 december 2005: Immunoglobuline vloeibaar, intraveneus (gewijzigd)
Lanreotide
Risperidon depot
Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 augustus 2005:
Ibuprofen Totale parenterale voeding (naam veranderd) Per 1 juni 2005:
Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen
Mycofenolaatmofetil Per 1 april 2005: Calciumglubionaat, spuitenpomp voor volwassenen
Dalteparine Per 1 februari 2005:
Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 december 2004:
Metoprolol
Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen
Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 augustus 2004:
Theofylline
Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Theofylline, spuitenpomp voor kinderen
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen Per 1 juni 2004:
Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
IJzerhydroxidedextraan complex Per 1 april 2004:
Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen
Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen
Esomeprazol
Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen
Glutamine
Granisetron
Lymphocyten immunoglobuline
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 28
Thymocytenglobuline Per 1 december 2003:
Atosiban
Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen
Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen
Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Zoutzuur Per 1 oktober 2003: Drotrecogin alfa, geactiveerd Drotrecogin alfa, spuitenpomp voor volwassenen Drotrecogin alfa, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 augustus 2003:
Cytomegalovirus-Immunoglobuline Dimercaptopropaansulfonzuur
Trastuzumab Per 1 juni 2003: Factor VII (gewijzigd in Factor VII, eptacog alfa) Per 1 april 2003:
Caspofungine
Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen
Natriumbenzoaat
Voriconazol Per 1 februari 2003:
Darbopoetine Per 1 december 2002:
Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02%
Terlipressine Per 1 oktober 2002:
Natriumchloride 30%
Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis
Rasburicase
Ringerlactaat Per 1 juli 2002:
Colistine Per 1 april 2002: Kaliumbicarbonaat Per 1 maart 2002: Disopyramide, spuitenpomp voor volwassenen (reeds uit de handel) Disopyramide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen (reeds uit de
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 29
handel)
Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen Quinupristine/dalfopristine (reeds uit de handel)
Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus
Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 30
—> Vervallen monografieën De volgende monografieën zijn uit het handboek verwijderd: Per 1 augustus 2013: Esketamine forte, spuitenpomp voor volwassenen Intensive Care (vervalt op verzoek van ICV) Per 1 mei 2013: Amfotericine B (lipidencomplex) Pentobarbital Pentobarbital, spuitenpomp voor volwassenen Pentobarbital, spuitenpomp voor kinderen Pentobarbital, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 kg Pentobarbital, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 kg Tolonium Per 1 september 2012: Propafenon (uit assortiment) Per 1 juli 2012: Fosfaat (uit assortiment) Fosfaat, spuitenpomp voor volwassenen (uit assortiment) Fosfaat, spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment) Fosfaat, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment) Per 1 april 2012: Totale parenterale voeding StructoKabiven (uit assortiment) Per 1 februari 2012: Kaliumbicarbonaat (uit assortiment) Per 1 december 2011: Drotrecogin alfa, geactiveerd (uit de handel) Drotrecogin alfa, geactiveerd, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Drotrecogin alfa, geactiveerd, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Per 1 september 2011: Gammahydroxyboterzuur (uit assortiment) Gammahydroxyboterzuur, spuitenpomp voor volwassenen (uit assortiment) Per 1 augustus 2011: Calciumglubionaat (tijdelijk uit de handel) Calciumglubionaat, spuitenpomp voor volwassenen (tijdelijk uit de handel) Per 1 juli 2011: Foliumzuur (uit assortiment) Tolazoline (uit assortiment) Tolazoline, spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment) Tolazoline, doseringsschema spuitenpomp kinderen (uit assortiment) Per 1 mei 2011: Vamin 14 (uit assortiment) Per 1 januari 2011: Dihydralazine (uit de handel) Dihydralazine, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Per 1 oktober 2009: Nalorfine (grondstof uit de handel)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 31
Per 1 mei 2009: Perflutren (uit de handel) Per 1 december 2008: Atenolol (uit de handel) Progesteron (uit de handel) Terbutaline (uit de handel) Per 1 oktober 2008: Azathioprine (wordt niet op verpleegafdeling bereid) Per 1 augustus 2008: Chlooramfenicol (uit de handel) Per 1 juni 2008: Quinupristine/dalfopristine (uit de handel) Per 1 april 2008: Fusidinezuur (uit de handel) Per 1 december 2007: Aprotinine (uit de handel) Aprotinine, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Canrenoinezuur (uit de handel) Disopyramide (uit de handel) Disopyramide spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Disopyramide doseringsschema spuitenpomp volw. (uit de handel) Natriumkaliumfosfaat (zie Fosfaat) Natriumkaliumfosfaat, spuitenpomp voor volw. (zie Fosfaat etc.) Natriumkaliumfosfaat, spuitenpomp voor kinderen (zie Fosfaat etc.) Natriumkaliumfosfaat, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen (zie Fosfaat etc.) Per 1 augustus 2007: Dextran 40 (uit de handel) Per 1 april 2007: Dimercaptopropaansulfonzuur (uit de handel) Per 1 december 2006: Fenol in glycerol (uit de handel) Papaverine (uit de handel) Per 1 oktober 2006: Bupivacaine-epinefrine (uit de handel) Per 1 juni 2006: Gonadoreline (uit de handel) Per 1 augustus 2005: Indometacine (zie Ibuprofen) Per 1 juni 2005: Enalaprilaat (uit de handel) Enalaprilaat, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Per 1 februari 2005: Guanethidine (uit het assortiment) Per 1 december 2004: Molgramostim (uit de handel) Per 1 oktober 2004: Protireline (uit de handel) Per 1 augustus 2004: Aminofylline (zie Theofylline) Aminofylline, spuitenpomp voor volwassenen (zie Theofylline) Aminofylline, doseringsschema spuitenpomp volw. (zie Theofylline) Aminofylline, spuitenpomp voor kinderen (zie Theofylline) Aminofylline, doseringsschema spuitenpomp kind. (zie Theofylline)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 32
Per 1 april 2004: Omeprazol (is vervangen door Esomeprazol) Per 1 december 2003: Allopurinol (uit de handel) Ritodrine (uit de handel) Ritodrine, spuitenpomp voor volwassenen Ritodrine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 oktober 2003: Propranolol (uit de handel) Per 1 augustus 2003: Dimercaprol (uit de handel) Per 1 juni 2003: Carbacholine (uit de handel) Per 1 december 2002: Cimetidine (uit de handel) Per 1 oktober 2002: IJzersorbitolcitroenzuurcomplex (uit de handel) Per 1 juli 2002: Diazoxide Diazoxide, spuitenpomp voor kinderen Nicomorfine
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 33
Parenteralia A
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 34
Abatacept
Merknaam Orencia®
Afleveringsvorm Injectieflacon met 250 mg abatacept poeder voor infusievloeistof
F.T.G. Immunomodulantia
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 250 mg abatacept door omzwenken op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 25 mg/ml. Maak gebruik van de bijgesloten siliconenvrije spuit. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud om schuimvorming te voorkomen
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten via een steriel laag-eiwitbindend 1,2 µm filter.
- Doseringen tot 1000 mg mogen aan 100 ml worden toegevoegd.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Abatacept mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties Koorts, rillingen, jeuk, urticaria, cardiopulmonaie reacties.
Bijwerkingen Allergische reacties, hypertensie, hoofdpijn, duizeligheid, hoest, buikpijn,
misselijkheid, dyspepsie, urticaria, infecties, vermoeidheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abatacept'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 35
Abciximab
Merknaam Reopro®
Afleveringsvorm Flacon met 10 mg = 5 ml (2 mg/ml) abciximab
F.T.G. Trombocytenaggregatieremmers
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in 1 minuut - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%,
de toedieningssnelheid is 10 microg/minuut gedurende 12 uur
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Abciximab mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
- Abciximab dient onder zorgvuldige monitoring van de stollingstijd te worden toegediend. Het verdient aanbeveling telling van trombocyten te verrichten.
- Bereidingen van abciximab dienen visueel gecontroleerd te worden op deeltjes. Trek de benodigde hoeveelheid abciximab op in een spuit en filtreer deze door het bijgeleverde 0,22 µm steriele filter (Millex GV) voor toediening of toevoeging aan de infuusvloeistof.
- Als gevolg van het productieproces kunnen sporen papaïne aanwezig zijn. - Bevat 0,15 mmol natrium per ml.
Acute reacties Bloeding (in de eerste 36 uur), allergische reacties. Indien symptomen van een allergische reactie zich openbaren, dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt.
Bijwerkingen Hypotensie, misselijkheid, braken, trombocytopenie, hematomen, bradycardie, koorts, vasculaire afwijkingen, rugpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abciximab'
Datum Wijziging
01-02-2007 Toedieningsroute: onverdund in 1 minuut. Bijzonderheden: visuele controle op deeltjes.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 36
Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA bolus 60-140 kg*: concentratie injectievloeistof 2 mg/ml
gewicht in kg dosering in mg aantal ml bolusinjectie 60 15 7,5 ml 65 16,25 8,1 ml 70 17,5 8,8 ml 75 18,75 9,4 ml 80 20 10,0 ml 85 21,25 10,6 ml 90 22,5 11,3 ml 95 23,75 11,9 ml 100 25 12,5 ml 105 26,25 13,1 ml 110 27,5 13,8 ml 115 28,75 14,4 ml 120 30 15,0 ml 125 31,25 15,6 ml 130 32,5 16,3 ml 135 33,75 16,9 ml 140 35 17,5 ml
* mondelinge informatie Lilly: studies gedaan tot 90 kg, casuistiek beschreven tot 164 kg “experts”: bolus maximaliseren op 140 kg DOSERINGSSCHEMA pomp: neem 3,8 ml abciximab (2 mg/ml) en vul aan met 46,2 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 150 microg/ml
gewicht in kg dosering in microgram/uur
pompstand in ml per uur*
60 450 3,0 ml/uur 65 488 3,3 ml/uur 70 525 3,5 ml/uur 75 563 3,8 ml/uur
> 80 600 4,0 ml/uur * pompstand is afgerond op 1 decimaal achter de komma
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 37
Acetazolamide
Merknaam Diamox®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg acetazolamide (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Middelen bij glaucoom
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 500 mg acetazolamide op in 5 ml water voor injecties. De concentratie is 100 mg/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 200 mg/min - Intraveneus als kortlopend infuus: 500 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl
0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten Kinderen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 100 mg/min (ref. 17) - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een maximale concentratie van 50 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 100 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Cimetidine, kaliumchloride, ranitidine
Bijzonderheden - Intramusculaire toediening is pijnlijk. Intraveneuze toediening heeft de
voorkeur. - De pH van de oplossing is ongeveer 9,2. - Bevat 4,2 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Rash, urticaria, koorts.
Bijwerkingen Moeheid, verwardheid, tintelingen in tenen en vingers, verminderde eetlust, gehoorstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetazolamide'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 38
Acetylcysteine
Merknaam Acetylcysteine
Afleveringsvorm Flacon met 5 gram = 25 ml (200 mg/ml) acetylcysteine
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus verdund tot een oplossing van 50 mg/ml; in 15 minuten
- Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- benzylpenicilline, kanamycine, vancomycine Infuus - dexamethason, epinefrine, gentamicine, isoprenaline, kaliumchloride,
lidocaine, natriumbicarbonaat, prednisolon, verapamil
Onverenigbaar met Amfotericine B, ampicilline, erytromycine, tetracyclinen
Bijzonderheden - Doseringen bij paracetamolintoxicatie: - Oplaaddosis verdund tot een oplossing van 50 mg/ml: 150 mg/kg in 15
minuten. - Onderhoudsdosering: 50 mg/kg in 500 ml glucose 5% in 4-6 uur, zo nodig
herhalen. - Bij paracetamolintoxicatie geldt, dat acetylcysteine i.v. wordt toegediend
op geleide van de paracetamol-spiegel, tijd van inname en ingenomen dosering in overleg met de ziekenhuisapotheker.
Acute reacties Bronchoconstrictie, rash, jeuk, overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetylcysteine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Tijdelijke wijziging van afleveringsvorm in flacon met 2 gram = 10 ml (200 mg/ml) acetylcysteine. Bij bijzonderheden oplaaddosis gewijzigd in: 150 mg/kg in 200 ml glucose 5% in 15 minuten.
01-10-2009 Wijziging afleveringsvorm in flacon met 5 gram = 100 ml (50 mg/ml) acetylcysteine.
01-03-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus in 15 minuten en Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5%. Bij Bijzonderheden: Oplaaddosis: 150 mg/kg in 15 minuten.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 39
01-01-2012 Afleveringsvorm: Flacon met 5 gram = 25 ml (200 mg/ml) acetylcysteine. Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus verdund tot een oplossing van 50 mg/ml; in 15 minuten. Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%. Bijzonderheden: Oplaaddosis verdund tot een oplossing van 50 mg/ml: 150 mg/kg in 15 minuten. Verwijderd “(Cito-bepaling)” en “Bevat 3,1 mmol natrium per ml”. Bij paracetamolintoxicatie overleg met de ziekenhuisapotheker.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 40
Acetylsalicylzuur
Merknaam Aspegic®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg acetylsalicylzuur (als lysine) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Analgetica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 500 mg acetylsalicylzuur op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 100 mg/ml.
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na oplossen 24 uur bij 200C.
Bijzonderheden - Intraveneuze toediening verdient de voorkeur boven intramusculaire toediening.
- Kan eventueel met NaCl 0,9% opgelost of verdund worden.
Acute reacties Zelden urticaria, angio-oedeem, rhinitis; bij astma-patiënten vaker.
Bijwerkingen Duizeligheid, tinnitus, doofheid, verwardheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetylsalicylzuur'
Datum Wijziging
01-10-2003 Oplossen of verdunnen met NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 41
Aciclovir
Merknaam Aciclovir
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg aciclovir (als natriumzout) poeder voor infusievloeistof
F.T.G. Antivirale middelen
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden Los 250 mg aciclovir op in 10 ml water voor injecties of NaCl 0,9%. De concentratie is 25 mg/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, tot een concentratie van maximaal 5 mg/ml, in 1 uur Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml, in 1 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is 7 mg/ml) (ref. 17)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof (tot 5 mg/ml): 24 uur bij 20°C
Bij bewaren bij 4°C kan aciclovir uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, amikacine, amoxicilline, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, corticosteroïden, co-trimoxazol, doxycycline, erytromycine, filgrastim, gentamicine, heparine, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, penicillinen, ranitidine, theofylline, tobramycine, vancomycine, zidovudine
Infuus - famotidine, fluconazol
Onverenigbaar met Ciclosporine, dobutamine, dopamine, foscarnet, morfine, ondansetron, pethidine
Bijzonderheden - Aciclovir kan, bij snelle toediening, stijging van ureum- en creatininespiegels in het bloed veroorzaken door uitkristallisatie in de nier. Om dit effect te voorkomen dient aciclovir niet te worden gegeven als intraveneuze bolusinjectie, maar als kortlopend infuus.
- Bij concentraties hoger dan 5 mg/ml is de kans op tromboflebitis groter. - Bevat 8,5 mmol natrium per 1000 mg. - De pH van de oplossing is ongeveer 11.
Acute reacties Koorts, rash.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, dorstgevoel.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 42
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Aciclovir'
Datum Wijziging
01-06-2008 Afleveringsvorm veranderd in 250 mg poeder voor infusievloeistof en informatie onder de kopjes Oplosmiddel en Bereiden toegevoegd.
01-06-2009 Ciclosporine toegevoegd aan Onverenigbaar met.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 43
Adenosine
Merknaam Adenosine
Afleveringsvorm Ampul met 15 mg = 5 ml (3 mg/ml) adenosine
F.T.G. Anti-aritmica
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 seconden, direct in de vene of in een catheter/infusielijn gevolgd door een snelle flush met NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bij bewaren bij 4°C kan adenosine uitkristalliseren.
Bijzonderheden - I.v.m. de korte plasma-halfwaardetijd (<10 seconden) is snelle toediening van adenosine noodzakelijk.
- Bij langzame toediening kan reflextachycardie optreden als gevolg van systemische vasodilatatie.
- Bij gelijktijdig gebruik van dipyridamol dient de dosering van adenosine sterk te worden verlaagd.
Acute reacties Flushing, duizeligheid: vanwege korte halfwaardetijd van voorbijgaande aard
(ongeveer 1 minuut).
Bijwerkingen Hoofdpijn, dyspnoe, aritmieën: vanwege korte halfwaardetijd van voorbijgaande aard (ongeveer 1 minuut).
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adenosine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-01-2011 Ampul met 40 microg = 10 ml is uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 44
Adrenaline
Merknaam Adrenaline, epinefrine
Afleveringsvorm Ampul met 3 mg = 10 ml (0,3 mg/ml), 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) en 1 mg = 10 ml (0,1 mg/ml) adrenaline (als waterstoftartraat)
F.T.G. Sympathicomimetica
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 20 microg/minuut - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp adrenaline - Intracardiaal: onverdund (0,1 mg/ml) - Intratracheaal (0,3 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V./Infusie: G-VPK I.V. Kinderen: IC-arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof (tot 200 microg/ml): 6 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% en 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atracurium, calciumzouten, famotidine, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, lorazepam, midazolam, morfine, nicardipine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, vecuronium
Infuus - amikacine, cimetidine, dobutamine, doxapram, furosemide, milrinon,
ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - ampicilline, diazepam, thiopental Infuus - benzylpenicilline, natriumbicarbonaat, pentobarbital, suxamethonium,
tetracycline, theofylline
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. - Niet toedienen als de oplossing verkleurd is.
Acute reacties Ritmestoornissen, hypertensie.
Bijwerkingen Angst, rusteloosheid, hoofdpijn, tremoren, duizeligheid, bleekheid, hyperglycemie, subcutis en necrose van de huid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline'
Datum Wijziging
01-03-2002 De ampul van 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) is uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 45
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 46
Adrenaline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 10 ampullen (10 ml=10 mg) met 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,2 mg/ml (=200 microg/ml)
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-4 ml/uur Zie doseringsschema adrenaline
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk, vergroot de prikkelbaarheid van het hart, verwijdt de luchtwegen
- Indicatie: hartstilstand, shock, bronchospasmen - Bijwerking: ritmestoornissen, hyperglycemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-03-2002 Voor de bereiding zijn nu 10 ampullen nodig van 1 mg/ml.
01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 47
Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,2 mg/ml
ml/uur microg/kg/minuut
bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
0,1 0,007 0,006 0,005 0,004 0,004
0,5 0,033 0,027 0,024 0,021 0,019
1 0,07 0,06 0,05 0,04 0,04
2 0,13 0,11 0,10 0,08 0,07
3 0,20 0,17 0,14 0,13 0,11
4 0,27 0,22 0,19 0,17 0,15
5 0,33 0,28 0,24 0,21 0,19
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 48
Adrenaline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 20 kg: Voeg 3 mg = 30 ml toe aan 20 ml glucose; de eindconcentratie is 0,06 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Voeg 10 mg = 10 ml toe aan 40 ml NaCl 0,9% of glucose; de eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 6 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Zie doseringsschema adrenaline
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk, vergroot de prikkelbaarheid van het hart, verwijdt de luchtwegen
- Indicatie: hartstilstand, distributieve shock, bronchospasmen - Bijwerking: ritmestoornissen, hyperglycemie, subcutis en necrose op
injectieplaats
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 49
Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 20 KG (60 microg/ml) Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg
0,05 0,1 0,1 0,3 0,5 0,8 1,0
0,10 0,1 0,2 0,5 1,0 1,5 2,0
0,15 0,2 0,3 0,8 1,5 2,3 3,0
0,20 0,2 0,4 1,0 2,0 3,0 4,0
0,25 0,3 0,5 1,3 2,5 3,8 5,0
0,30 0,3 0,6 1,5 3,0 4,5 6,0
0,35 0,4 0,7 1,8 3,5 5,3 7,0
0,40 0,4 0,8 2,0 4,0 6,0 8,0
0,45 0,5 0,9 2,3 4,5 6,8 9,0
0,50 0,5 1,0 2,5 5,0 7,5 10,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 50
Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 0,33 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,05 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8
0,10 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5
0,15 0,9 1,1 1,4 1,8 2,3
0,20 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0
0,25 1,5 1,9 2,3 3,0 3,8
0,30 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5
0,35 2,1 2,6 3,2 4,2 5,3
0,40 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0
0,45 2,7 3,4 4,1 5,4 6,8
0,50 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 51
Albumine
Merknaam Cealb®
Afleveringsvorm Flacon met 2 gram = 10 ml en 20 gram = 100 ml (200 mg/ml) humaan plasma-eiwit, waarvan ten minste 95% albumine
F.T.G. Bloedproducten en plasmavervangingsmiddelen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund of verdund in NaCl 0,9% of glucose 5%. De dosis, de toedieningssnelheid en de duur van de therapie zijn afhankelijk van de conditie van de patiënt. Onverdund: maximaal 120 ml/uur. Verdund tot iso-oncotische oplossing: max. 200-250 ml/uur.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 3 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5% en 10%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden - Albumine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Direct voor toediening vaststellen dat de oplossing niet troebel is. - Bij voorkeur het product op kamertemperatuur laten komen voor
toedienen. - Nauwgezette controle van centraal veneuze druk is noodzakelijk om het
risico op circulatoire overvulling te voorkomen. - Een concentratie van 4-5% is iso-oncotisch. - Bevat 14,5 mmol natrium per 100 ml.
Acute reacties Ten gevolge van te snelle toediening: hypertensie, hypervolemie, flushing.
Bijwerkingen Zelden koorts en rillingen, braken, gevolgd door transpiratie, urticaria. Ernstige overgevoeligheidsreacties met shock zijn zeer zeldzaam.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Albumine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 52
Alemtuzumab
Merknaam MabCampath®
Afleveringsvorm Flacon met 30 mg = 1 ml alemtuzumab concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie.
F.T.G. Immunomodulantia
Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 2 uur
- Subcutaan: onverdund, langzaam, in 1 tot 2 minuten
Toedieningscategorie Subcutaan categorie A Intraveneus categorie B
Bekwaamheidsniveau VPK-arts
Houdbaarheid Koel bewaren. Na openen ampul direct gebruiken. Na verdunnen gedurende maximaal 8 uur houdbaar in de koelkast.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Acute reacties Hypotensie, koude rillingen, koorts, kortademigheid, huiduitslag en bronchospasmen. Allergische of overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Hypotensie, misselijkheid, urticaria, huiduitslag, koorts, koude rillingen, braken, vermoeidheid, dyspnoe, hoofdpijn, pruritis, diarree, trombocytopenie, granulocytopenie, anemie, sepsis, herpes simplexinfectie, CMV-infectie, pneumonie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2009 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alemtuzumab'
Datum Wijziging
01-02-2012 Nieuw kopje Bereiden: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 53
Alfacalcidol
Merknaam Etalpha®
Afleveringsvorm Ampul met 1 microg = 0,5 ml (2 microg/ml) alfacalcidol
F.T.G. Vitamines
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: de toedieningsnelheid is 2 microg/minuut
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden De injectievloeistof bevat propyleenglycol. Voor gebruik tenminste 5 seconden goed schudden.
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doses: hypercalciëmie met spierzwakte, hoofdpijn en braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alfacalcidol'
Datum Wijziging
01-04-2007 Bij bijzonderheden toegevoegd: Voor gebruik tenminste 5 seconden goed schudden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 54
Alfentanil
Merknaam Rapifen®
Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 2 ml en 5 mg = 10 ml (0,5 mg/ml) alfentanil (als hydrochloride)
F.T.G. Analgetica, Opioiden
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1 mg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC
I.V. kinderen: IC-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- etomidaat Infuus - atracurium
Onverenigbaar met Y-site - thiopental
Bijzonderheden Alfentanil valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, bradycardie, spierrigiditeit. Spierrigiditeit bij lagere doses kan worden voorkomen door langzaam intraveneus te injecteren.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alfentanil'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 55
Alprostadil
Merknaam Prostin® VR
Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 1 ml (0,5 mg/ml) alprostadil in ethanol, infusieconcentraat
F.T.G. Prostaglandinen
Toedieningsroute Intraveneus of intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp alprostadil
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Alprostadil mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Alprostadil moet onder bewaking van de arteriële bloeddruk en de ademhaling worden toegediend.
- Prostin® VR is officieel sedert 1997 uit de handel, de fabrikant stelt het echter op verzoek rechtstreeks aan ziekenhuizen beschikbaar.
Acute reacties Apnoe.
Bijwerkingen Bradycardie, pyrexie, hypotensie, stuipen, roodheid van het gelaat.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 56
Alprostadil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (1 ml=0,5 mg) alprostadil met 49 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 10 microg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-3 ml/uur (0,01-0,4 microg/kg/minuut)
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt sterk vaatverwijdend, remt de trombocytenaggregatie - Indicatie: openhouden van ductus arteriosus bij pasgeborenen met
congenitale hartafwijkingen; hemodynamisch ernstige pulmonale hypertensie
- Contraindicatie: overgevoeligheid, ademhalingsmoeilijkheden - Bijwerking: koorts, apnoe, bradycardie of tachycardie, convulsies,
hypotensie, hypokaliemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 57
Alprostadil, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 0,15 mg = 0,3 ml alprostadil toe aan 50 ml glucose. De eindconcentratie is 3 microg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: 0,05-0,1 microg/kg/minuut
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt sterk vaatverwijdend, remt de trombocyten-aggregatie - Indicatie: openhouden van ductus arteriosus bij pasgeborenen met
congenitale hartafwijkingen; hemodynamisch ernstige pulmonale hypertensie
- Contraindicatie: overgevoeligheid, ademhalingsmoeilijkheden - Bijwerking: koorts, apnoe, bradycardie of tachycardie, convulsies,
hypotensie, hypokaliemie, roodheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-06-2007 Bij Bereiden zijn de hoeveelheden gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 58
Alprostadil, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (3 microg/ml) Rekendosering: 0,05 microg/kg/min ~ 1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,05 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0
0,06 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0
0,07 1,4 2,8 4,2 5,6 7,0
0,08 1,6 3,2 4,8 6,4 8,0
0,09 1,8 3,6 5,4 7,2 9,0
0,1 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 59
Alteplase
Merknaam Actilyse®, rt-PA
Afleveringsvorm Flacon met 20 mg en 50 mg alteplase poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Trombolytica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 20 mg en 50 mg alteplase op in respectievelijk 20 ml en 50 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml. Steek de bijgeleverde mengcanule eerst in de flacon met oplosmiddel en daarna in de flacon met alteplase (onderdruk).
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp alteplase
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Alteplase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Werking wordt gecoupeerd door tranexaminezuur (Cyklokapron®). - Voor toediening THR, CT, PT en fibrinogeen bepalen. - De pH van de oplossing is ongeveer 7,3.
Acute reacties Bloedingen, meestal op de injectieplaats, kunnen voorkomen.
Bijwerkingen Zelden misselijkheid, braken, koorts, hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 60
Alteplase, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 50 mg alteplase op in 50 ml water voor injecties (bijgeleverd). De concentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid 8 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijk toedieningsschema (maximaal 100 mg=100 ml) is: Acuut myocardinfarct - Bolusinjectie: 15 mg=15 ml, - gevolgd door infusie van 0,75 mg/kg gedurende 30 minuten (max. 50
mg=50 ml) (Gebruikelijke pompstanden zijn: 90-100 ml/uur), - gevolgd door infusie van 0,50 mg/kg gedurende 60 minuten (max. 35
mg=35 ml) (Gebruikelijke pompstanden zijn: 25-35 ml/uur). Longembolie - Bolusinjectie: 10 mg = 10 ml in 1-2 minuten, - gevolgd door infusie van 90 mg in 2 uur (lichaamsgewicht < 65 kg: totale
dosis 1,5 mg/kg) Ischemisch CVA - 0,9 mg/kg, maximaal 90 mg, 10% als bolusinjectie 1-2 minuten en 90%
continu infuus in 60 minuten
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch - Indicatie: acuut myocardinfarct, longembolie, ischemisch CVA, bij contra-
indicatie streptokinase - Contraindicatie: manifeste of recente inwendige bloedingen, recent (< 10
dagen) ernstig trauma of operatie, cerebrale bloeding of intracerebrale of intraspinale operatie (< 2 maanden), ernstige hypertensie, leverinsufficiëntie
- Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, aritmieën
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-07-2011 Bij Toedienen via spuitenpomp toegevoegd subkopjes: longembolie en ischemisch CVA. Bij Eigenschappen geneesmiddel Indicatie toegevoegd: longembolie en ischemisch CVA.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 61
Alteplase, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Los 50 mg alteplase op in 50 ml water voor injecties (bijgeleverd). De concentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen (12): - intraveneus als bolusinjectie: 0,5 mg/kg, langzaam - gevolgd door infusie van 0,2 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch - Indicatie: acuut myocardinfarct, bij contra-indicatie streptokinase (12) - Contraindicatie: manifeste of recente inwendige bloedingen, recent (< 10
dagen) ernstig trauma of operatie, cerebrale bloeding of intracerebrale of intraspinale operatie (< 2 maanden), ernstige hypertensie, leverinsufficiëntie
- Bijwerking: bloedingen, allergische reacties, koorts, hypotensie, aritmieën
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 62
Alteplase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1 mg/ml) Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg
20 kg
25 kg
30 kg
50 kg
0,2 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 63
Amfotericine B
Merknaam Fungizone®
Afleveringsvorm Flacon met 50 mg amfotericine B poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antimycotica
Oplosmiddel Water voor injecties, glucose 5%
Bereiden Los 50 mg amfotericine B op in 10 ml water voor injecties of glucose 5%. De concentratie is 5 mg/ml. Voorzichtig omzwenken totdat de vloeistof helder is.
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als langlopend infuus: 20-50 mg toegevoegd aan 500 ml
glucose 5% tot een concentratie van 0,1 mg/ml, in 2-6 uur - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een
concentratie van 0,1 – 1,4 mg/ml Kinderen - Intraveneus als langlopend infuus: 50 mg toegevoegd aan 500 ml glucose
5% tot een concentratie van 0,1 mg/ml, in 6 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 0,1 mg/ml, eventueel kan via een centrale lijn een maximale concentratie van 0,25 mg/ml toegediend worden in 2-6 uur) (ref. 17)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 25°C
Buiten invloed van licht bewaren. Tijdens toediening hoeft de oplossing niet tegen invloed van licht beschermd te worden bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/ml.
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- diltiazem, famotidine, zidovudine Infuus - heparine
Onverenigbaar met Y-site - allopurinol, enalaprilaat, filgrastim, fluconazol, foscarnet, granisetron,
ondansetron, piperacilline, propofol Infuus - amikacine, calciumchloride, calciumgluconaat, chloorpromazine,
cimetidine, dopamine, gentamicine, kaliumchloride, kanamycine, magnesiumsulfaat, meropenem, penicillinen, prochloorperazine, ranitidine, streptomycine, verapamil
Bijzonderheden - Eventueel kan een testdosis gegeven worden: 1 mg in 20 ml glucose 5%,
in 15 minuten intraveneus. - Amfotericine B kan tromboflebitis veroorzaken. De kans hierop is minder
groot bij langzame toediening en een concentratie van 0,1 mg/ml. - In bijzondere situaties kan het volume verminderd worden tot 250 ml. Om
de kans op tromboflebitis te verminderen, wordt toediening via een centrale lijn aanbevolen. Inlooptijden van 2-6 uur zijn beschreven.
- Amfotericine B kan, indien noodzakelijk, gefiltreerd worden door een 1,2 μm filter.
- LET OP: niet verwisselen met liposomaal amfotericine B (Ambisome)
Bijwerkingen Tromboflebitis, hoofdpijn, anorexie, misselijkheid, braken, spier- en gewrichtspijn, koorts, koude rillingen, nierfunctiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 64
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amfotericine B'
Datum Wijziging
01-10-2007 Toegevoegd bij toedieningsroute volwassenen: Intraveneus als continu infuus en bij houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 25°C
01-12-2007 Toevoeging houdbaarheid: bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/l
01-09-2010 Houdbaarheid: Tijdens toediening hoeft de oplossing niet tegen invloed van licht beschermd te worden bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/ml.
01-01-2013 Bij Bijzonderheden verwijderd: Amfotericine B mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
01-05-2013 Bij Bijzonderheden toegevoegd: LET OP: niet verwisselen met liposomaal amfotericine B (Ambisome).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 65
Amfotericine B in liposomen
Merknaam Ambisome®
Afleveringsvorm Flacon met 50 mg poeder amfotericine B in liposomen, poeder voor infusie
F.T.G. Antimycotica
Bereiden - LET OP: amfotericine B in liposomen is onverenigbaar met NaCl - Voeg aan de flacon amfotericine B in liposomen 12 ml steriel water voor
injectie toe. De concentratie wordt 4 mg/ml. De flacon dient onmiddellijk goed geschud te worden gedurende tenminste 30 seconden.
- Bereken hoeveel ml opgetrokken moet worden en bepaal aan hoeveel ml glucose 5% de amfotericine B in liposomen moet worden toegevoegd. De concentratie dient tussen de 0,2 en 2,0 mg/ml amfotericine B in liposomen te zijn (meestal 50-100 ml glucose 5%).
- De Ambisome oplossing dient via het bijgeleverde 5-micron filter toegevoegd te worden aan de glucose-oplossing.
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus in 30-60 minuten: toegevoegd aan 50-100 ml
glucose 5%.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur in de koelkast
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Bijzonderheden - Amfotericine B in liposomen mag niet tegelijk met NaCl en andere infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend
- LET OP: niet verwisselen met amfotericine B (Fungizone)
Acute reacties Koorts en rillingen, anafylactische reacties
Bijwerkingen Hypotensie, hoofdpijn, convulsies, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, vermindering van de nierfunctie, tachycardie, bilirubinemie, afwijkende leverfunctiewaarden, hypokaliemie, dyspnoe, huiduitslag.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2009 Laatste wijziging: 01-05-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amfotericine B in liposomen'
Datum Wijziging
01-03-2010 Bij Bereiden toegevoegd: De Ambisome oplossing dient via het bijgeleverde 5-micron filter toegevoegd te worden aan de glucose-oplossing.
01-03-2011 Bij Bereiden toegevoegd: LET OP: amfotericine B in liposomen is onverenigbaar met NaCl.
01-05-2013 Bij Bijzonderheden toegevoegd: LET OP: niet verwisselen met amfotericine B (Fungizone).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 66
Amikacine
Merknaam Amukin®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) en 500 mg = 2 ml (250 mg/ml) amikacine (als sulfaat)
F.T.G. Aminoglycosiden
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 30-60 minuten Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 5 mg/ml, in 30-60 minuten - Intrathecaal: 100 mg = 0,4 ml toevoegen aan 9,6 ml NaCl 0,9%, de
concentratie is 10 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof (0,25-5,0 mg/ml): 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, glucose 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amiodaron, enalaprilaat, esmolol, filgrastim, foscarnet, labetalol, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron, piperacilline/tazobactam, zidovudine
Infuus - calciumzouten, chlooramfenicol, ciclosporine, cimetidine, ciprofloxacine,
clindamycine, dexamethason, doxapram, epinefrine, fenobarbital, fluconazol, furosemide, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, metronidazol, natriumbicarbonaat, norepinefrine, pentobarbital, promethazine, ranitidine, suxamethonium, vancomycine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- allopurinol, propofol Infuus - amfotericine B, cefalosporinen, fenytoine, heparine, penicillinen, thiopental
Bijzonderheden Bevat natriumbisulfiet.
Acute reacties Rash, urticaria.
Bijwerkingen Nefrotoxiciteit, ototoxiciteit en neurotoxiciteit.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amikacine'
Datum Wijziging
01-04-2004 Wijziging toedieningsroute bij kinderen intraveneus als kortlopend infuus.
01-08-2007 Piperacilline/tazobactam toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site).
01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 67
Amiodaron
Merknaam Cordarone®
Afleveringsvorm Ampul met 150 mg = 3 ml (50 mg/ml) amiodaron-hydrochloride
F.T.G. Anti-aritmica
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/kg, in tenminste 3 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: 300 mg = 6 ml toegevoegd aan 100 ml
glucose 5% in 20 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml glucose 5%, in 20 minuten
tot 2 uur - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp amiodaron Kinderen (zie ook bijzonderheden) - Intraveneus als kortlopend infuus, toegevoegd aan 5% glucose, tot een
concentratie van 3 mg/ml ter voorkoming van lokale reacties
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC I.V. Kinderen: arts Infusie: VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, benzylpenicilline, clindamycine, dopamine, doxycycline, erytromycine, esmolol, fentolamine, gentamicine, insuline, labetalol, midazolam, metronidazol, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, tobramycine, vancomycine
Infuus - dobutamine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, procainamide,
verapamil
Onverenigbaar met Y-site - cefazoline, heparine, natriumbicarbonaat, theofylline Infuus - flucloxacilline, furosemide
Bijzonderheden - Het gebruik bij kinderen < 3 jaar wordt door de fabrikant afgeraden wegens de aanwezigheid van benzylalcohol en het hiermee geassocieerd “gasping” syndroom.
- Bevat benzylalcohol en polysorbaat: het aantal druppels per ml is daardoor afwijkend van normaal!
- Intraveneuze infusie van amiodaron kan tromboflebitis veroorzaken: toediening dient plaats te vinden via een centrale lijn.
- Amiodaron moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend; in verband met hemodynamische complicaties mag de tweede bolusinjectie niet binnen 15 minuten na de eerste worden toegediend
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties, blozen, transpireren, hypotensie, shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, maagdarmklachten.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2011
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 68
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amiodaron'
Datum Wijziging
01-12-2002 Toegevoegd aan Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus.
01-06-2007 Toevoeging over kinderen bij Toedieningsroute en Bijzonderheden.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2011 Infuusvloeistoffen: Glucose 5%
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 69
Amiodaron, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Oplaaddosis: meng 2 ampullen (6 ml=300 mg) met 18 ml glucose 5% De eindconcentratie is 12,5 mg/ml Onderhoudsdosis: meng 4 ampullen (12 ml=600 mg) met 36 ml glucose 5% De eindconcentratie is 12,5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp - Oplaaddosis: Pompstand is 72 ml/uur gedurende 20 minuten (24 ml=300 mg in 20 minuten)
- Onderhoudsdosis: Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-6 ml/uur
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: anti-arrhytmische werking met een zeer lange halfwaardetijd - Indicatie: 2e keus bij boezemfibrilleren, supraventriculaire tachycardie,
ventriculaire ritmestoornissen - Bijwerkingen: bradycardie, vertraging AV-geleiding, verlenging QT-tijd,
schildklierafwijkingen, leverfunctiestoornissen, pulmonale fibrose, huid- en oogafwijkingen
- Interakties: versterkt de werking van acenocoumarol en fenprocoumon, verhoogt de digoxine-spiegel
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amiodaron, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2011 Bij Bereiden gewijzigd: mengen met glucose 5% i.p.v. NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 70
Amoxicilline
Merknaam Clamoxyl®
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg en 1000 mg amoxicilline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Penicillinen
Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden Volwassenen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
I.M. 250 1,5 1,7 150
1000 5 5,8 170
I.V./ Infusie 250 5 5,2 50
1000 20 20,8 50
Kinderen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
I.V./Infusie 250 2,5 2,7 100
1000 10 10,8 100
De verkregen oplossing, indien nodig, direct doorverdunnen in de infuusvloeistof.
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund, langzaam - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 1000 mg, in 3-4 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: 1000 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl
0,9%, in tenminste 30 minuten (30-60 minuten) - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen Kinderen - Intramusculair: onverdund, langzaam - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: de oplossing verdund met NaCl 0,9%
tot een concentratie van 25 mg/ml (neonatologie tot 50 mg/ml), in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 25 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund: direct voor gebruik bereiden.
Na verdunnen (10 mg/ml) in NaCl 0,9%: 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, metronidazol
Onverenigbaar met Y-site - aminoglycosiden, glucose 5%, heparine, imipenem-cilastine, midazolam,
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 71
natriumbicarbonaat Infuus - ciprofloxacine
Bijzonderheden - Bij éénmalige toediening van meer dan 1000 mg (volwassenen) of 25 mg/kg (kinderen) dient de inlooptijd van het infuus minstens 30 minuten te bedragen.
- Aan amoxicilline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, lidocaine 1% worden toegevoegd. In enkele gevallen ontstaat een troebeling. De oplossing dan niet gebruiken.
- Na oplossen in water voor injectie kan een voorbijgaande kleurverandering optreden; de oplossing zal snel daarna helder worden.
- Bevat 3,4 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Urticaria, zelden anafylactische shock.
Bijwerkingen Diarree, koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline'
Datum Wijziging
01-04-2004 Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp.
01-04-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%.
01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met (y-site): imipenem-cilastine.
01-01-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: metronidazol.
01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: heparine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 72
Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 2 flacons (= 2 gram) amoxicilline op in 2x 10 ml water voor injecties. Vul aan met 28 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 41,7 mg/ml
Houdbaarheid 8 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld Gebruikelijke pompstand is: 6 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: bactericide antibioticum - Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen - Contraindicatie: overgevoeligheid - Bijwerking: anafylactische reacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 73
Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 2 g (41,7 mg/ml)
pompstand dosering
ml/uur g/24 uur
4 4
6 6
8 8
10 10
12 12
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 74
Amoxicilline/clavulaanzuur
Merknaam Augmentin®
Afleveringsvorm Flacon met 500/50 mg en 1000/200 mg amoxicilline (als natriumzout)/clavulaanzuur (als kaliumzout) poeder voor injectievloeistof Let op: vaak wordt de dosering gecombineerd aangeduid als 550, resp. 1200 mg
F.T.G. Penicillinen, combinatiepreparaat
Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald).
Bereiden Volwassenen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen oplosmiddel
verkregen oplossing
eind-concentratie
amox. clav.
mg ml ml mg/ml
I.V. 500/50 10 10,45 50 5
1000/200 20 20,25 50 10
Infusie 500/50 25 25 20 2
1000/200 20 20,25 50 10
Kinderen
Toedieningsroute
grootte flacon
toe te voegen
oplosmiddel
verkregen oplossing
eind-concentratie
amox. clav.
mg ml ml mg/ml
I.V. 500/50 5 5,2 100 10
1000/200 10 10,2 100 20
Toedieningsroute Volwassenen
- Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: 500/50 mg toegevoegd aan 50 ml NaCl
0,9%, 1000/200 toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: de oplossing verdund met NaCl 0,9%
tot een concentratie van 25/5 mg/ml (neonatologie flacon 500/50 tot 50/5), in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 25/5 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund: binnen 15 minuten toedienen.
Na verdunnen in NaCl 0,9%: moet binnen 60 minuten geheel zijn toegediend.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atosiban, glucose 5%, natriumbicarbonaat
Onverenigbaar met Y-site - aminoglycosiden, ciprofloxacine, midazolam Infuus - glucose 5%, natriumbicarbonaat
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 75
Bijzonderheden - Bij éénmalige toediening van meer dan 1000/200 mg (volwassenen) of 25/2,5 mg/kg (aan kinderen) dient de inlooptijd van het infuus minstens 30 minuten te bedragen.
- Na oplossen in water voor injectie kan een voorbijgaande kleurverandering optreden; de oplossing wordt daarna weer helder.
- Bevat 3,4 mmol natrium per 1000 mg amoxicilline en 5 mmol kalium per 1000 mg clavulaanzuur.
Acute reacties Rash, urticaria, zelden anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, maagdarmstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline/clavulaanzuur'
Datum Wijziging
01-12-2003 Vanwege onduidelijkheid over de sterkte van de verkregen oplossingen is een toelichting toegevoegd.
01-02-2005 Atosiban toegevoegd aan “Verenigbaar met”.
01-04-2005 Aanvullingen in verband met gebruik oplosmiddel NaCl 0,9% bij kortlopende of continue infuus (m.b.v. transfernaald)
01-03-2009 Flacon 1000/100 is gewijizigd in 1000/200. De bereidingstabel en toedieningsroute is aangepast.
01-08-2009 Ciprofloxacine onder het kopje “Onverenigbaar met” gewijzigd van infuus in Y-site.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 76
Anidulafungine
Merknaam Ecalta®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
F.T.G. Antimycotica
Bereiden Los 100 mg anidulafungine op in 30 ml water voor injectie. De oplossing bevat 3,33 mg/ml anidulafungin. Deze oplossing dient verder verdund te worden met 100 ml NaCl 0,9% of met glucose 5%. De concentratie van de infuusoplossing is 0,77 mg/ml. De aanbevolen infuussnelheid is 1,4 ml/min.
Toedieningsroute Intraveneus
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid De gereconstitueerde oplossing moet binnen 1 uur verder verdund worden en binnen 24 uur toegediend worden.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% en glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Anidulafungine is niet verenigbaar met andere geneesmiddelen of
elektrolytoplossingen.
Bijzonderheden De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn.
Acute reacties Flushing, jeuk, huiduitslag, urticaria.
Bijwerkingen Hypokaliemie, diarree, verhoogde leverenzymwaarden, convulsies, hoofdpijn, verhoogd creatinine.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2009 Laatste wijziging: 01-05-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Anidulafungine'
Datum Wijziging
01-05-2010 Bereiden: Los 100 mg anidulafungine op in 30 ml water voor injectie. Deze oplossing dient verder verdund te worden met 100 ml NaCl 0,9% of met glucose 5%. De concentratie van de infuusoplossing is 0,77 mg/ml. Aanbevolen infuussnelheid 1,4 ml/min.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 77
Argatroban
Merknaam Arganova
Afleveringsvorm Multidose flacon met 250 mg = 2,5 ml (100 mg/ml) argatroban concentraat voor oplossing voor infusie
F.T.G. Antithrombotica
Toedieningsroute - Intraveneus als continu infuus: 250 mg toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml
- Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
De flacon mag meerdere malen worden aangeprikt. Na aanprikken in de koelkast bewaren (max. 7 dagen)
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend - Bevat sorbitol en ethanol
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, bloeduitstortingen, purpura
Bijwerkingen Verhoogd bloedingsrisico, anemie, diep veneuze trombose, misselijkheid, hematurie, nierinsufficientie, leverfunctieafwijkingen, ritmestoornissen, doofheid, gezichtsstoornis, duizeligheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban'
Datum Wijziging
01-01-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - IC volwassenen: op maandag t/m vrijdag spuitenpompen aanvragen bij de medewerker in de depotheek (i.v.m. prijstechnische redenen)
01-12-2013 Afleveringsvorm: Multidose flacon met 250 mg = 2,5 ml etc. Houdbaarheid: toegevoegd; De flacon mag meerdere malen worden aangeprikt. Na aanprikken in de koelkast bewaren (max. 7 dagen). Bijzonderheden: verwijderd; IC volwassenen: op maandag t/m vrijdag spuitenpompen aanvragen bij de medewerker in de depotheek.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 78
Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Voeg 1 ampul (250 mg = 2,5 ml) argatroban toe aan 250 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml. Verdeel over 5 spuiten van 50 ml OF Voeg 0,5 ml (50 mg = 0,5 ml) argatroban toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke startdosering is 0,5 microg/kg/min, gebruikelijke pompstand is 1,5-5 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: argatroban is een direct trombineremmer die zich reversibel aan trombine bindt
- Indicatie: antistollingstherapie bij patiënten met HITT type II - Contraindicatie: ongecontroleerde bloedingen, ernstige leverfunctiestoornis - Bijwerking: bloedingen, allergische reacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-05-2012 Bereiden: IC volwassenen: zie bijzonderheden monografie Argatroban.
01-12-2013 Bereiden: toegevoegd; OF Voeg 0,5 ml (50 mg = 0,5 ml) argatroban toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml. Verwijderd; IC volwassenen: zie bijzonderheden monografie Argatroban.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 79
Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 mg/ml
microg/kg/min ml/uur
bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg bij 100 kg bij 110 kg
0,5 1,5 1,8 2,1 2,4 2,7 3,0 3,3
0,6 1,8 2,2 2,5 2,9 3,2 3,6 4,0
0,7 2,1 2,5 2,9 3,4 3,8 4,2 4,6
0,8 2,4 2,9 3,4 3,8 4,3 4,8 5,3
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 80
Arginine
Merknaam Arginine
Afleveringsvorm Flacon met 50 gram = 500 ml (100 mg/ml) arginine-hydrochloride
F.T.G. Diagnosticum
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan glucose 5% Als diagnosticum: onverdund (max. 30 gram), in 30 minuten Ter behandeling van metabole alkalose: onverdund (max. 30 gram)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Bijzonderheden - 50 gram = 500 ml oplossing = 0,48 mmol/ml arginine-hydrochloride - De concentratie 100 mg/ml arginine is hypertoon (750 mOsmol/l).
Acute reacties Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: flushing, hoofdpijn, misselijkheid, braken. Ten gevolge van extravasatie: necrose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Arginine'
Datum Wijziging
01-02-2013 Bijzonderheden: gewijzigd 50 gram = 500 ml oplossing = 0,48 mmol/ml arginine-hydrochloride. De concentratie 100 mg/ml arginine is hypertoon (750 mOsmol/l)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 81
Artesunaat
Merknaam Artesunaat®
Afleveringsvorm Flacon met 60 mg artesunaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Malariamiddelen
Oplosmiddel 1 ml natriumbicarbonaat 5% (bijgeleverd)
Bereiden Los 60 mg artesunaat op in 1 ml oplosmiddel. Schud enkele minuten tot de oplossing helder is. Laat door een naald het ontstane CO2 ontsnappen. Voeg 5 ml glucose 5% of NaCl 0,9% toe. Meng. De eindconcentratie is 10 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: verdund 60 mg = 6 ml in 2 minuten.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen 6 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Troebele oplossing niet gebruiken. - Mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden
toegediend.
Acute reacties Koorts, huiduitslag en jeuk.
Bijwerkingen Reversibele reductie in reticolocyten, duizeligheid, braken, buikpijn, hoofdpijn, diarree, tinnitis, haarverlies, convulsies
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Artesunaat'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 82
Ascorbinezuur
Merknaam Acidum Ascorbicum, Vitamine C
Afleveringsvorm Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) ascorbinezuur
F.T.G. Vitaminen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Het is niet nodig het infuussysteem met aluminiumfolie te omwikkelen.
Infuusvloeistoffen Glucose 5% en 10%, Ringerlactaat, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Calciumzouten, chloorpromazine, heparine, kaliumchloride, kanamycine,
metoclopramide, prednisolon, promethazine, vitamine B complex, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - furosemide, thiopental Infuus - benzylpenicilline, cefazoline, chlooramfenicol, doxapram, erytromycine,
hydrocortison, natriumbicarbonaat, theofylline
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. - Bij hoge doses kan de bepaling van glucose in de urine gestoord zijn.
Acute reacties Ten gevolge van te snelle toediening: duizeligheid.
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: misselijkheid, braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ascorbinezuur'
Datum Wijziging
01-04-2004 Toevoeging bij houdbaarheid i.v.m. het infuussysteem.
01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 83
Atosiban
Merknaam Tractocile®
Afleveringsvorm Flacon met 6,75 mg = 0,9 ml (7,5 mg/ml) atosiban (als acetaat) injectievloeistof Flacon met 37,5 mg = 5 ml (7,5 mg/ml) atosiban (als acetaat) concentraat voor infusie
F.T.G. Uterusspasmolytica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: injectievloeistof onverdund - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp atosiban - Intramusculair: injectievloeistof onverdund
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V. bolus: arts Infusie: VPK I.M.: arts
Houdbaarheid Na verdunnen: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- Amoxicilline/clavulaanzuur, erytromycine, ketanserine, magnesiumsulfaat
Onverenigbaar met - Atosiban mag niet tegelijk met andere dan de bovengenoemde infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend
Bijzonderheden - Atosiban mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of
geneesmiddelen worden toegediend - Intramusculaire toediening is niet geregistreeerd en wordt alleen in acute
situaties toegepast
Acute reacties Misselijkheid, zelden: allergische reacties
Bijwerkingen Duizeligheid, hoofdpijn, opvliegers, braken, tachycardie, hypotensie, reactie op de injectieplaats, hyperglycaemie, koorts, slapeloosheid, pruritis, uitslag.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2003 Laatste wijziging: 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atosiban'
Datum Wijziging
01-04-2004 Toegevoegd: intramusculaire toediening.
01-05-2005 Toegevoegd de kopjes: “Verenigbaar met” en “Onverenigbaar met”.
01-11-2010 Toegevoegd bij Verenigbaar met (Y-site): erytromycine, ketanserine, magnesiumsulfaat.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 84
Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (5 ml=37,5 mg) met 45 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,75 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstanden zijn: oplaaddosis 9 ml in 1 minuut. Onderhoudsdosis eerste 3 uur 24 ml/uur, gevolgd door 8 ml/uur tot maximaal 48 uur.
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindering van de frequentie van contracties en spiertonus in de uterus
- Indicatie: uitstellen van een dreigende vroeggeboorte - Bijwerking: duizeligheid, hoofdpijn, opvliegers, misselijkheid, braken,
tachycardie, hypotensie, reactie op de injectieplaats, hyperglycaemie, koorts, slapeloosheid, pruritis, uitslag
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-12-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 85
Atracurium
Merknaam Atracurium
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml) atracurium-besilaat
F.T.G. Spierrelaxantia
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp atracurium
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in: NaCl 0,9%: 24 uur bij 20°C glucose 5%: 8 uur bij 20°C NaCl/glucose: 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- cefazoline, cefuroxim, co-trimoxazol, epinefrine, heparine, hydrocortison, lorazepam, nitroglycerine, nitroprusside, ondansetron, ranitidine
Infuus - alfentanil, bretylium, cimetidine, dobutamine, dopamine, esmolol, fentanyl,
gentamicine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, midazolam, morfine, procainamide, sufentanil, vancomycine
Onverenigbaar met Y-site
- cefazoline Aminofylline, barbituraten, diazepam, fenytoine, natriumbicarbonaat, thiopental, propofol
Bijzonderheden - Indien een kleine vene is gekozen als injectieplaats, dient atracurium na
injectie te worden doorgespoeld in de vene met water voor injecties of NaCl 0,9%.
- Indien andere middelen via dezelfde verblijfsnaald of canule worden toegediend als atracurium, is het van belang na ieder middel de canule met water voor injecties of NaCl 0,9% door te spoelen.
Acute reacties Zelden: urticaria, jeuk, vasodilatatie met hypotensie, bronchospasmen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atracurium'
Datum Wijziging
01-08-2004 Ampullen 5 ml i.p.v. 2,5 ml
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 86
Atracurium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 5 ampullen (25 ml=250 mg) met 25 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect; pompstand kan worden aangepast door de mate van relaxatie te monitoren d.m.v. relaxografie c.q. myotest. Bolusinjectie: 0,3-0,6 mg/kg Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-6 ml/uur
Bijzonderheden - Atracurium dient alleen te worden toegediend bij geintubeerde en beademde patiënten.
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na
toediening - Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel i.v.m. intubatie,
chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op IC
- Bijwerking: overgevoeligheidsreakties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atracurium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-08-2004 Ampullen 5 ml i.p.v. 2,5 ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 87
Atropine
Merknaam Atropine
Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 1 ml en 3 mg = 6 ml (0,5 mg/ml) atropine-sulfaat-1-water
F.T.G. Parasympathicolytica, antidota, premedicatie
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 0,5 mg, in 1 minuut - Intratracheaal: onverdund, 3 mg = 10 ml
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V. Volwassenen: G-VPK I.V. Kinderen: IC-arts Intratracheaal: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- famotidine, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron, sufentanil Infuus - buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, dobutamine, droperidol,
fentanyl, furosemide, heparine, metoclopramide, midazolam, milrinon, morfine, netilmicine, pentazocine, pethidine, promethazine, ranitidine, scopolamine, verapamil
Onverenigbaar met Barbituraten, natriumbicarbonaat, norepinefrine, thiopental
Bijzonderheden Langzame injectie van atropine kan een paradoxale vertraging van de hartslag
veroorzaken.
Acute reacties Zelden: huiduitslag.
Bijwerkingen Droge mond, visusstoornissen, verminderde zweetsecretie, obstipatie, urineretentie, misselijkheid en braken, verwardheid (met name bij ouderen).
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atropine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 88
Aurothioglucose
Merknaam Auromyose®
Afleveringsvorm Flacon met 40 mg = 2 ml (20 mg/ml) en 400 mg = 2 ml (200 mg/ml) aurothioglucose
F.T.G. Antirheumatica in engere zin, goudverbinding
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in het buitenste bovenste kwadrant van de gluteaalmusculatuur; de flacon voor gebruik krachtig schudden tot zich geen neerslag meer op de bodem bevindt
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 1 maand bij 20°C
Bijzonderheden - Aurothioglucose is gesuspendeerd in sesamolie en bevat propylhydroxybenzoaat.
- Aurothioglucose ontleedt in contact met vocht: een droge naald gebruiken. - Voor doseringen van meer dan 50 mg per keer kan de 200 mg/ml
injectievloeistof gebruikt worden.
Bijwerkingen Effecten op huid en slijmvliezen, zoals stomatitis, dermatitis. Lichte proteïnurie en nefrotisch syndroom, hematologische bijwerkingen, zelden trombocytopenie, leukopenie, agranulocytose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Aurothioglucose'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 89
Parenteralia B
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 90
Basiliximab
Merknaam Simulect®
Afleveringsvorm Flacon met 20 mg basiliximab poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Immunosupressiva
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 20 mg basiliximab door zachtjes schudden op in 5 ml water voor injectie uit de meegeleverde ampul. De concentratie is 4 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinectie: onverdund - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan ten minste 50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 20-30 minuten.
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C of 4 uur bij 20°C.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden De eerste dosis moet worden gegeven binnen 2 uur voor de transplantatie ingreep, de tweede dosis 4 dagen na transplantatie. De tweede dosis mag niet gegeven worden indien een ernstige overgevoeligheidsreactie op basiliximab optreedt of bij het verlies van het transplantorgaan. Basiliximab mag niet met andere geneesmiddelen of substanties worden toegediend.
Acute reacties Ernstige acute (binnen 24 uur) overgevoeligheidsreacties (< 1/1.000 patiënten), zowel bij initiële als bij hernieuwde blootstelling; deze omvatten anafylactoïd-achtige reacties zoals urticaria, pruritus, niezen, hypotensie, tachycardie, dyspnoea, bronchospasmen, pulmonaal oedeem en respiratoir falen.
Bijwerkingen Constipatie, urineweginfectie, pijn, misselijkheid, perifeer oedeem, hypertensie, anemie, hoofdpijn, hyperkaliemie, hypercholesterolemie, wondcomplicaties na de operatie, gewichtstoename, toename van bloedcreatinine, hypofosfatemie, diarree en infectie van de bovenste luchtwegen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Basiliximab'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 91
BCG-vaccin
Merknaam BCG-medac®
Afleveringsvorm Poeder in een flacon. Na reconstitutie bevat een flacon 2x 10^8 tot 3x 10^9 levende eenheden BCG (Bacillus Calmette-Guérin) bacterie RIVM stam afgeleid van stam 1173-P2
F.T.G. Immunomodulantia
Oplosmiddel Natriumchloride 0,9% bijgeleverd in 50 ml zak met verbindingsstuk en katheter adapter met/zonder katheter
Bereiden - Verwijder de kapjes van de flacon en het zakje - Druk de flacon rechtop en stevig op het zakje en draai de flacon 3 keer in
beide richtingen zodat hij goed vastzit - Pak de verbindingstube vast en buig deze een paar keer. Het mechanisme
in de tube breekt open - Suspendeer het poeder - Bevestig de katheter aan de zak en verbreek ook hier het mechanisme in
de verbindingstube door een paar keer heen en weer te buigen
Toedieningsroute Intravesicaal als suspensie onder de voorwaarden vereist voor intravesicale endoscopie - Laat de patient niet drinken gedurende 4 uur voor de instillatie tot 2 uur
na de instillatie - Ledig de blaas voor de BCG-instillatie - Breng de BCG-medac in de blaas via een katheter en onder lage druk - De geinstilleerde BCG-medac suspensie moet indien mogelijk gedurende
een periode van 2 uur in de blaas blijven. Tijdens deze periode moet de suspensie voldoende contact hebben met de volledige oppervlakte van de blaasmucosa. Daarom moet de patient zoveel mogelijk gemobiliseerd worden
- Na 2 uur mag de patient de geinstilleerde suspensie lozen, bij voorkeur in een zittende houding
Toedieningscategorie N.v.t.
Bekwaamheidsniveau Intravesicaal: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking (niet laten bevreizen),
mits bewaard in de originele verpakking en beschermd tegen licht. Na reconstitutie: product onmiddellijk gebruiken
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met - Hypotone en hypertone oplossingen
Bijzonderheden - De suspensie dient opnieuw gemengd te worden voor gebruik door de
suspensie zachtjes te draaien - BCG is een risicovolle stof. Op de afdeling mag alleen met het gesloten
systeem worden gewerkt. De flacon mag niet van het zakje worden verwijderd. Bij incidenten (bijv. morsen) dient de BCG monografie in het handboek calamiteiten cytostatica te worden gevolgd.
- Bij 1/3 of ¼ doseringen kan niet met het gesloten systeem worden gewerkt. Bereidingsverzoeken hiervoor kunnen bij de apotheek worden ingeleverd.
- Bij ½ doseringen kan de helft van de 50 ml suspensie in de flacon worden achtergehouden middels een klemmetje. De flacon heeft namelijk een inhoud van 25 ml
- Bij het bereiden is het gebruik van handschoenen aanbevolen - Zichtbare macroscopische partikels hebben geen invloed op de
werkzaamheid en veiligheid van het product - BCG-medac mag niet gebruikt worden voor subcutane, intradermale,
intramusculaire of intraveneuze toediening of vaccinatie
Acute reacties Frequent urineren met ongemak en pijn
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 92
Lichte koorts, griepachtige symptomen en algemeen ongemak Overgevoeligheidsreacties, zoals artritis, artralgieen en huiduitslag
Bijwerkingen Cystitis, systemische BCG-reactie, BCG-sepsis, misselijkheid, asymptomatische granulomateuze prostatitis, miliaire pneumonie, hepatitis en syndroom van Reiter
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'BCG-vaccin'
Datum Wijziging
01-07-2012 Merknaam: is BCG-medac geworden. De volledige monografie is gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 93
Belatacept
Merknaam Nulojix®
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg belatacept poeder voor infusieconcentraat
F.T.G. Immunosuppressiva
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% of glucose 5%
Bereiden Los 250 mg belatacept op in 10,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 25 mg/ml. Maak gebruik van bijgesloten siliconenvrije wegwerpspuit om aggregaatvorming te voorkomen. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud om schuimvorming te voorkomen
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml infuusvloeistof, in 30 minuten via een steriel laag-eiwitbindend 1,2 µm filter.
- Doseringen tot 1000 mg mogen aan 100 ml infuusvloeistof worden toegevoegd.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen Water voor injecties, NaCl 0,9% of glucose 5%
Bijzonderheden - Belatacept mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties Hypotensie, hypertensie, overmatig blozen en hoofdpijn
Bijwerkingen Infecties, diarree, obstipatie, anemie, leukopenie, dehydratie, perfieer oedeem, hypertensie, misselijkheid, hoesten, braken, hypofosfatemie en hoofdpijn
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2014 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Belatacept'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 94
Benzylpenicilline-benzathine
Merknaam Penidural®
Afleveringsvorm Flacon met 1.200.000 IE benzylpenicilline-benzathine-4-water poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Smal spectrum penicillinen
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Suspendeer 1,2 miljoen IE benzylpenicilline-benzathine in 3,6 ml oplosmiddel. Klop het poeder los van de wand en voeg het oplosmiddel toe. 30 seconden schudden. De ontstane suspensie enkele minuten laten staan en direct voor toediening nog even opschudden. De eindconcentratie is ongeveer 280.000 IE per ml.
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen in oplosmiddel: 24 uur bij 4°C of 12 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Aan benzylpenicilline-benzathine kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, lidocaine 2% worden toegevoegd.
- Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 3 tot 4 weken. - Geadviseerd wordt een naald 21G te gebruiken
Acute reacties Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische shock, serumziekte, vasculitis.
Bijwerkingen Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-benzathine'
Datum Wijziging
01-08-2007 Nieuwe werkwijze bereiding van de suspensie. Bijzonderheden: advies een naald 21G te gebruiken.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 95
Benzylpenicilline-natrium
Merknaam Penicilline G natrium®
Afleveringsvorm Flacon met 1 en 10 miljoen IE benzylpenicilline-natrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Smal-spectrum penicillinen
Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald).
Bereiden Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eind-concentratie
IE ml ml IE/ml
I.M./ I.V./
Infusie
1.000.000 4,7 5 200.000
10.000.000 11,0 15 666.666
Toedieningsroute Volwassenen
- Intramusculair: 100.000-200.000 IE/ml - Intraveneus als bolusinjectie: de toedieningssnelheid is maximaal 1
miljoen IE/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%,
in 30-60 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 500-1000 ml NaCl 0,9% - Intrathecaal: onverdund, 10.000-20.000 IE per 24 uur - Intrapleuraal: onverdund - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen Kinderen - Intramusculair: 100.000-200.000 IE/ml - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een
concentratie van 100.000 IE/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 500.000 IE/ml) (ref. 17)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Calciumzouten, chlooramfenicol, clindamycine, erytromycine, furosemide,
gentamicine, hydrocortison, lidocaine, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Infuus - amfotericine B, aminoglycosiden, heparine, methylprednisolon,
natriumbicarbonaat, vancomycine
Bijzonderheden - Bevat 1,8 mmol natrium per 1 miljoen IE. - Penicillinen kunnen aminoglycosiden, wanneer samengevoegd in één
infuussysteem, inactiveren. - Infusies dienen in NaCl 0,9% te worden gegeven; de zuurgraad van
glucose oplossingen doet de activiteit snel achteruitgaan. - Intrathecale toediening wordt niet aangeraden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 96
Acute reacties Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische
shock, serumziekte, vasculitis.
Bijwerkingen Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium'
Datum Wijziging
01-04-2004 Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp.
01-04-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%.
01-02-2014 Verenigbaar met toegevoegd: furosemide, gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 97
Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 6 flacons (= 6 ME) benzylpenicilline op in 6x 5 ml water voor injecties. Vul aan met 18 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 125.000 IE/ml. Indien meerdere spuiten klaargemaakt moeten worden kan ook gebruik gemaakt worden van de flacons met 10 ME. Los 1 flacon met 10 ME op in 11 ml water voor injecties (resulteert in 15 ml oplossing). Neem 9 ml van de verkregen oplossing en vul aan tot 48 ml. De concentratie is 125.000 IE/ml Bereiden van 2 spuiten Oplossing A Los 1 flacon van 10 ME op in 11 ml water voor injecties (resulteert in 15 ml oplossing) Oplossing B Los 2 flacons van 1 ME op in 5 ml water voor injecties. Trek in iedere spuit 7,5 ml op van oplossing A en 5 ml van oplossing B op en vul aan tot 48 ml. De concentratie is 125.000 IE/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld Gebruikelijke pompstand is: 2-4 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: bactericide antibioticum - Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen - Contraindicatie: overgevoeligheid - Bijwerking: thromboflebitis, anafylactische reacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2007 Toegevoegd bij Bereiden: het gebruik van flacons met 10 ME bij het klaarmaken van meerdere spuiten.
01-11-2010 Toegevoegd instructie “Bereiden van 2 spuiten”.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 98
Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 6 MIE (125.000 IE/ml)
pompstand dosering
ml/uur MIE/24 uur
2 6
4 12
6 18
8 24
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 99
Benzylpenicilline-natrium/benzylpenicilline-procaine
Merknaam Bicilline®
Afleveringsvorm Flacon met 1.200.000 IE benzylpenicilline (900.000 IE benzylpenicilline-procaine en 300.000 IE benzylpenicilline-natrium) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Smal spectrum penicillinen
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Suspendeer 1.200.000 IE benzylpenicilline in 2,3 ml water voor injecties. De concentratie is ongeveer 400.000 IE per ml.
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C of 12 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Bevat ongeveer 360 mg procaine per flacon. - Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 24 uur. - Vanwege risico op neurotoxische reacties moet intraveneuze toediening
worden voorkomen.
Acute reacties Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische shock, serumziekte, vasculitis.
Bijwerkingen Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium/benzylpenicilline-procaine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 100
Betamethason
Merknaam Celestone Chronodose®
Afleveringsvorm Ampul met 5,7 mg = 1 ml (5,7 mg/ml) betamethason (3 mg als dinatriumfosfaat en 2,7 mg als acetaat)
F.T.G. Glucocorticoiden
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intra-articulair: onverdund - Intrabursaal: onverdund - Intradermaal: onverdund - Intralesionaal: onverdund Ampul krachtig schudden voor gebruik.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- kaliumchloride
Bijzonderheden - Betamethason kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, een gelijk volume lidocaine 1% worden toegevoegd.
- Het preparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 1 week.
Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Betamethason'
Datum Wijziging
01-02-2014 Nieuw kopje, Verenigbaar met Y-site: kalkumchloride.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 101
Bevacizumab
Merknaam Avastin®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 4 ml en 400 mg=16 ml (25 mg/ml) bevacizumab
F.T.G. Immunomodulantia
Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% in 30-90 minuten; de concentratie dient tussen 1,4-16,5 mg/ml bevacizumab te zijn.
- Het eerste infuus toedienen in 90 minuten, wanneer goed verdragen kan tweede infusie in 60 minuten worden toegediend. Wanneer dit goed verdragen wordt kunnen alle daarop volgende infusies in 30 minuten worden toegediend.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Glucose 5%
Bijzonderheden - Bevacizumab mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend. - Avastin is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie - Heldere tot licht opalescente, kleurloze tot lichtbruine vloeistof - Bevat trehalose dihydraat, polysorbaat 20
Acute reacties Allergische reacties, hoofdpijn, infusiereacties, dyspneu, opvliegers, hypotensie, pijn op de borst, rillingen, misselijkheid, braken
Bijwerkingen Hypertensie, vermoeidheid of asthenie, diarree en buikpijn, infecties, bloedbeeldafwijkingen, neuropathie, maagdarmperforaties, bloedingen, arteriële trombo-embolie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-05-2009 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bevacizumab'
Datum Wijziging
01-07-2010 Toegevoegd aan Acute reacties: infusiereacties, dyspneu, opvliegers, hypotensie, pijn op de borst, rillingen, misselijkheid, braken.
01-02-2012 Nieuw kopje Bereiden: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 102
Biperideen
Merknaam Akineton®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) biperideenlactaat
F.T.G. Parkinsonmiddelen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan glucose 5% of
NaCl 0,9%, in 2-3 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijwerkingen Droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, verminderde zweetsecretie, moeheid, duizeligheid, slaperigheid, verwardheid. Ten gevolge van snelle toediening: hypotensie, coördinatiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Biperideen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 103
Bivalirudine
Merknaam Angiox®
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg bivalirudine poeder voor injectie- of infusievloeistof
F.T.G. Overige anticoagulantia
Oplosmiddel Water voor injecties, glucose 5%, NaCl 0,9% (NB: oplossnelheid is het grootst bij water voor injectie)
Bereiden Voeg 5 ml oplosmiddel toe aan 250 mg bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost en de oplossing helder is. Neem 5 ml van de injectieflacon en verdun tot 50 ml met NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: verdunde oplossing 5 mg/ml - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp bivalirudine
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau -
Houdbaarheid - Na oplossen: 24 uur bij 4°C - Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Infuus
- alteplase, amiodaron HCl, amfotericine B, chloorpromazine HCl, diazepam, streptokinase en vancomycine
- de volgende zes geneesmiddelen vertonen concentratie afhankelijke onverenigbaarheid met bivalirudine. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bekende compatibele en incompatibele concentraties van deze bestanddelen
Geneesmiddelen Verenigbare concentraties
Onverenigbare concentraties
Dobutamine HCl 4 mg/ml 12,5 mg/ml Haloperidol lactaat 0,2 mg/ml 5 mg/ml Labetalol HCl 2 mg/ml 5 mg/ml Lorazepam 0,5 mg/ml 2 mg/ml Promethazine HCl 2 mg/ml 25 mg/ml
Bijzonderheden Bevat mannitol
Acute reacties Bloedingen, trombose, allergische reacties
Bijwerkingen Bloedingen, stenttrombose, ecchymose, trombocytopenie, anemie, stijging van de INR, hoofdpijn, ventriculaire tachycardie, angina pectoris, bradycardie, hypotensie, dyspneu, misselijkheid, braken
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2011 Laatste wijziging: 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 104
01-11-2013 Oplosmiddel: Water voor injecties, glucose 5%, Nacl 0,9% (NB: oplossnelheid is het grootst bij water voor injectie). Bereiden: Voeg 5 ml oplosmiddel toe aan 250 bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost etc..
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 105
Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Voeg 5 ml water voor injecties toe aan 250 mg bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost en de oplossing helder is. Neem 5 ml van de injectieflacon en verdun tot 50 ml met NaCl 0,9% De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke dosering: 0,25-1,75 mg/kg lichaamsgewicht per uur gedurende max. 72 uur. Zie doseringsschema bivalirudine
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: specifieke, directe inhibitor van trombine. Verlengt de INR - Indicatie: volwassenen die een PCI ondergaan. Volwassenen met instabiele
angina-myocardinfarct zonder ST-segmentstijging (UA/NSTEMI) gepland voor dringende of vervroegde interventie
- Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 106
Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA bolus, 5 mg/ml (aantal ml in tabel)
Dosis mg/kg
bij 50 kg
bij 55 kg
bij 60 kg
bij 65 kg
bij 70 kg
bij 75 kg
bij 80 kg
bij 85 kg
bij 90 kg
bij 95 kg
0,1 1 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 1,8 1,9
0,3 3 3,3 3,6 3,9 4,2 4,5 4,8 5,1 5,4 5,7
0,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5
0,75 7,5 8,3 9 9,8 10,5 11,3 12 12,8 13,5 14,3
DOSERINGSSCHEMA pomp, 5 mg/ml (aantal ml in tabel)
Dosis mg/kg/uur
bij 50 kg
bij 55 kg
bij 60 kg
bij 65 kg
bij 70 kg
bij 75 kg
bij 80 kg
bij 85 kg
bij 90 kg
bij 95 kg
0,25 2,5 2,8 3 3,3 3,5 3,8 4 4,3 4,5 4,8
1,4 14 15,4 16,8 18,2 19,6 21 22,4 23,8 25,2 26,6
1,75 17,5 19,3 21 22,8 24,5 26,3 28 29,8 31,5 33,3
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2011 Laatste wijziging: 01-11-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-11-2012 In doseringsschema tussenliggende kg toegevoegd: 55 kg, 65 kg, 75 kg, 85 kg en 95 kg.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 107
BMR-vaccin
Merknaam Bof Mazelen Rubella-vaccin
Afleveringsvorm Flacon met BMR-vaccin poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Vaccins
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los BMR-vaccin op in 0,6 ml oplosmiddel.
Toedieningsroute Subcutaan: 0,5 ml, langzaam toedienen, bij voorkeur in de bovenarm
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen in oplosmiddel: 4 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Bijzonderheden - 0,5 ml BMR-vaccin bevat tenminste 5000 CCID50 levend verzwakt bofvirus (Jeryl-Lynn-stam), 1000 CCID50 levend verzwakt mazelenvirus (Moraten-stam), 1000 CCID50 levend verzwakt rubellavirus (Wistar RA 27/3-stam).
- CCID50 = Cell Culture Infective Dose 50%, de dosis die 50% van de celcultures kan infecteren.
- Bevat sorbitol en gehydrolyseerde gelatine. - De oplossing is helder en oranjegeel van kleur.
Acute reacties Branderig, stekend gevoel op injectieplaats. Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen Koorts, erytheem, gewrichtspijn en -ontsteking, koortsconvulsies. Zelden: zwelling lymfeklieren.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'BMR-vaccin'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 108
Bofvirus vaccin
Merknaam Mumpsvax®
Afleveringsvorm Flacon met 20.000 CCID50 bofvirus vaccin poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Vaccins
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd in wegwerpspuit)
Bereiden Los 20.000 CCID50 bofvirus vaccin op in 0,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 40.000 CCID50/ml.
Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur lateraal in de bovenarm
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Na oplossen in oplosmiddel: 8 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Bijzonderheden - Bevat verzwakt, levend bofvirus (Jeryl-Lynn-stam) en 25 mg neomycine. - Bevat sorbitol en gehydrolyseerde gelatine. - CCID50 = Cell Cultures Infective Dose 50%, de dosis die 50% van de
celcultures kan infecteren.
Acute reacties Branderig, stekend gevoel op injectieplaats. Zelden: urticaria, anafylactische reacties.
Bijwerkingen Koorts, erytheem, koortsconvulsies. Zelden: diarree, neuritis optica, zwelling lymfeklieren.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bofvirus vaccin'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 109
Botuline A toxine
Merknaam Botox®
Afleveringsvorm Flacon met 100 E poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Overige perifeer werkende spierrelaxantia
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Fysiologische zoutoplossing langzaam aan flacon toevoegen omdat bij bruisen, borrelen of andere vergelijkbare krachtige bewegingen van de vloeistof denaturatie optreedt Hoeveelheid NaCl 0,9% Eenheden (E) botulinum per 0,1 ml 0,5 ml 20 E 1 ml 10 E 2 ml 5 E 4 ml 2,5 E 8 ml 1,25 E
Toedieningsroute - Intramusculair als injectie - Intradermaal als injectie
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na reconstitutie: 24 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - De gebruikte eenheden zijn geen internationaal erkende. De aanduiding van de eenheid (E) is voor Botox en deze dient niet verward te worden met de eenheid van andere botulinum toxine bevattende producten
- Bij behandeling van blepharospasmen dient de patient gecontroleerd te worden op het optreden van droge ogen
Acute reacties Lokale pijn en blauwe plekvorming.
Zelden overgevoeligheidsreacties: anafylaxie, serumziekte, urticaria, weke delen oedeem en dyspnoe. In geval van optreden dergelijke overgevoeligheidsreacties dienen verdere injectie te worden gestaakt
Bijwerkingen - Bij meer dan 10% van de patiënten: spierzwakte, pijn, virale infecties, oorontsteking; tevens bij blefarospasme, hemifacialisspasmen en torticollis spastica: ooglidptose en tevens bij torticollis spastica: dysfagie.
- Bij 1-10%: rinitis, infectie van de bovenste luchtwegen, duizeligheid, slaperigheid, paresthesie, hypertonie, hoofdpijn, opvliegers, droge mond, misselijkheid, huiduitslag
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Botuline A toxine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 110
Broomperidol
Merknaam Impromen®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) broomperidol (als decanoaat) "Depot" (alleen voor intramusculaire toediening)
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Het depotpreparaat bevat sesamolie als solvens. - Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ca. 4 weken.
Acute reacties Exantheem, pruritus.
Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, verergering van depressie, wazig zien, initiatief-verlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, slapeloosheid, angst. Zelden: convulsies, ventriculaire aritmieën, orthostatische hypotensie (met name ten gevolge van hoge doseringen), gewichtstoename.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Broomperidol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 111
Bumetanide
Merknaam Burinex®
Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 4 ml (0,5 mg/ml) bumetanide
F.T.G. Lisdiuretica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus (bij nierinsufficiëntie): 2-5 mg
toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp bumetanide
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Buiten invloed van licht bewaren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, filgrastim, lorazepam, morfine, pethidine, piperacilline, propofol Infuus - furosemide, kaliumchloride, natriumbicarbonaat
Onverenigbaar met Infuus - dobutamine, midazolam, milrinon
Bijzonderheden - Bij patiënten, die gedurende lange tijd of met hoge doses worden behandeld, is het aan te bevelen regelmatig het electrolytengehalte te bepalen.
- In verband met de oplosbaarheid mag de concentratie bumetanide in infuusvloeistof niet hoger zijn dan 0,1 mg/ml.
Bijwerkingen Hypovolemie (met hoofdpijn, droge mond, uitdroging, visusstoornissen,
duizeligheid, hypotensie, syncope), deficiëntie van natrium, kalium, calcium en magnesium, spierkrampen, stijging van het serumamylase, huiduitslag, bloedbeeldveranderingen (met name trombocytopenie), gehoorverlies.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bumetanide'
Datum Wijziging
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 112
Bumetanide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 10 ampullen (40 ml=20 mg), onverdund, afhankelijk van de pompstand, optrekken De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-3 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening - Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis,
levercirrose, nefrotisch syndroom - Contraindicatie: anurie, levercirrose met ascites, electrolytenstoornissen - Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, spierkrampen,
hyperurikemie, doofheid, verslechtering van nierfunctie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bumetanide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 113
Bupivacaine
Merknaam Bupivacaine
Afleveringsvorm Flacon met 20 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride (50 mg bupivacaine-hydrochloride) Flacon met 50 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride (125 mg bupivacaine-hydrochloride)
F.T.G. Lokale anaesthetica
Toedieningsroute - Lokaal: voor infiltratie- en geleidingsanaesthesie: 1,25-5 mg/ml - Epiduraal als bolusinjectie: voor epidurale anaesthesie 2,5-5 mg/ml - Epiduraal als infuus: voor epidurale anaesthesie 1,25-2,5 mg/ml, de
toedieningssnelheid is afhankelijk van de plaats van injectie, maar maximaal 400 mg/24 uur
- Intrathecaal: voor intrathecale anaesthesie 5 mg/ml, al dan niet in glucose 8%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Voor epiduraalcassettes: 7 dagen bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Epinefrine, fentanyl, morfine, sufentanil
Onverenigbaar met Infuus
- barbituraten, diazepam, fenytoine, furosemide, theofylline
Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ten gevolge van overdosering, te snelle resorptie, ongewilde intravasculaire injectie: spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien, tremoren, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid, apnoe. Hypotensie, depressie myocard, bradycardie, hartstilstand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bupivacaine'
Datum Wijziging
01-01-2013 Afleveringsvorm gewijzigd in flacons met 20 ml en 50 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 114
Buprenorfine
Merknaam Temgesic®
Afleveringsvorm Ampul met 300 microg = 1 ml (300 microg/ml) buprenorfine (als hydrochloride)
F.T.G. Opioiden
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 2 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een
concentratie van 15 microg/ml - Epiduraal: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC-arts Epiduraal: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, filgrastim, piperacilline Infuus - atropine, droperidol, haloperidol, midazolam, promethazine, scopolamine
Onverenigbaar met Y-site - diazepam, heparine, lorazepam Infuus - furosemide
Bijzonderheden Buprenorfine valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Bijwerkingen Slaperigheid, apathie, duizeligheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, transpireren, droge mond, hypotensie, bradycardie, ademhalingsdepressie. Zelden: euforie, verwardheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Buprenorfine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 115
Busereline
Merknaam Suprefact®
Afleveringsvorm Flacon met 5,5 mg = 5,5 ml (1 mg/ml) busereline (als acetaat)
F.T.G. Hypothalamushormonen
Toedieningsroute Subcutaan: onverdund, in een huidplooi, bijv. in de dij, met de naald onder een hoek van 45°C
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken van de flacon: 14 dagen bij 4°C
Bijzonderheden Bevat benzylalcohol.
Acute reacties Urticaria, exantheem, oedeem, tachycardie, bronchospasmen. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hoofdpijn, vermoeidheid. Bij de vrouw: onttrekkingsbloedingen, gevoelige borsten, menopauze-achtige symptomen, gewichtsverandering. Bij de man: opvliegingen, vermindering libido en potentie. Zelden: trombose met longembolie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Busereline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 116
Butylscopolamine
Merknaam Buscopan®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) butylscopolaminebromide
F.T.G. Spasmolytica
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%,
in 15-30 minuten (ref. 13) - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%, de
toedieningssnelheid is 5 mg/uur - Intraveneus als continu infuus: aanvullen met NaCl 0,9% tot 50 ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Lichte toename hartfrequentie, kortdurende accomodatiestoornissen, droge mond, urineretentie, verminderde maagdarmmotiliteit.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Butylscopolamine'
Datum Wijziging
01-11-2013 Toedieningsroute. Toegevoegd: Intraveneus als continu infuus: aanvullen met NaCl 0,9% tot 50 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 117
Parenteralia C
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 118
Calciumchloride
Merknaam Calciumchloride
Afleveringsvorm Ampul met 1,47 gram = 10 ml (147 mg/ml) calciumchloride-2-water
F.T.G. Mineralen, calciumzouten
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 100-200 mg/minuut
- Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% - Intracardiaal: onverdund, in noodgevallen
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Intracardiaal: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amrinon, dobutamine, epinefrine, esmolol, morfine Infuus - amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, dopamine, fenobarbital,
hydrocortison, isoprenaline, lidocaine, norepinefrine, pentobarbital, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- ampicilline, ceftriaxon, fluconazol, indometacine, natriumbicarbonaat, propofol
Infuus - amfotericine B, ceftriaxon, citraten, digoxine, dobutamine, epinefrine,
fosfaten, metoclopramide, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, sulfaten, tartraten, tetracyclinen
Bijzonderheden - Calciumchloride mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van
48 uur, met ceftriaxon worden toegediend. - 100 mg calciumchloride-2-water = 27,3 mg calcium = 0,68 mmol calcium;
147 mg calciumchloride-2-water = 40 mg calcium = 1,0 mmol calcium. - Calciumchloride is een bestanddeel van totaal parenterale voeding. - Vooral bij hoge doseringen moet de dosis worden aangepast aan
calciumbloedspiegels. - Bij hoge doseringen moet intraveneuze toediening onder bewaking van het
hartritme plaatsvinden.
Bijwerkingen Irritatie vaatwand, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, vasodilatatie, hypotensie, hartaritmieën. Ten gevolge van extravasatie: necrose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumchloride'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 119
01-02-2003 Natriumbicarbonaat onder het kopje Infuus is gewijzigd van Verenigbaar met in Onverenigbaar met.
01-11-2007 Bij bijzonderheden: “Calciumchloride mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van 48 uur, met ceftriaxon worden toegediend”, vanwege kans op bijwerkingen. Zie ook “Onverenigbaar met”.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Overenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 120
Calciumgluconaat
Merknaam Calciumgluconaat B.Braun®
Afleveringsvorm Ampul met 1000 mg = 10 ml (100 mg/ml) calciumgluconaat-1-water
F.T.G. Mineralen, calciumzouten
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund, diep in de M. glutaeus - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 3 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml glucose
5% of NaCl 0,9% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen Kinderen - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml glucose
5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 10 mg/ml (maximale concentratie bij vochtbeperking is 50 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK
I.V.: ICV I.V. spuitenpomp: ICV
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, Glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, cefazoline, ciprofloxacine, dobutamine, enalaprilaat, famotidine, fentanyl, filgrastim, labetalol, midazolam, netilmicine, piperacilline, tolazoline
Infuus - amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, erytromycine, fenobarbital,
furosemide, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, norepinefrine, theofylline, tobramycine, vancomycine, verapamil
Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen - neuroblastoom HR NB-1 ESIOP 60 mmol Kaliumchloride 2,5 mmol Calciumgluconaat 10 mmol Magnesiumsulfaat in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose - siopel-4 10 mml Kaliumchloride 2 mmol Magnesiumsulfaat 1,5 mmol Calciumgluconaat in 500 ml NaCl/glucose
Onverenigbaar met Y-site - ampicilline, ceftriaxon, fluconazol, indometacine, natriumbicarbonaat Infuus - amfotericine B, ceftriaxon, citraten, clindamycine, digoxine, dobutamine,
epinefrine, fosfaten, metoclopramide, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, sulfaten, tartraten, tetracyclinen
Bijzonderheden - Calciumgluconaat mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van
48 uur, met ceftriaxon worden toegediend. - 1000 mg calciumgluconaat = 1375 mg calciumglubionaat = 90 mg calcium
= 2,25 mmol calcium. - Intramusculaire toediening wordt afgeraden. - Bij herhaalde parenterale toediening (dus ook iv druppelinfuus) dient de
bloedspiegel en de hoeveelheid calcium in de urine gecontroleerd te
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 121
worden. - Bij iv injecties dient het hartritme te worden gecontroleerd. - Herhaald parenteraal gebruik moet vermeden worden bij neonaten,
kinderen en patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis om stapeling van aluminium (aanwezig in het preparaat) te voorkomen.
Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, transpireren, hypotensie,
collaps.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2011 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumgluconaat'
Datum Wijziging
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 122
Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 5 ampullen op, onverdund. De eindconcentratie is 100 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Alleen bij citraat-CVVH Doseren op geleide van dialyse protocol Gebruikelijke pompstanden zijn: 10-18 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: calciumsuppletie - Indicatie: ter voorkoming van hypocalciemie bij citraat-CVVH - Bijwerking: bij snelle stijging plasma calciumconcentratie: misselijkheid,
braken, vasodilatatie, hypotensie, hypertensie, hartartimieën
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 123
Calciumnatriumedetaat
Merknaam Calciumedetaat, natriumcalciumedetaat
Afleveringsvorm Ampul met 2000 mg = 10 ml (200 mg/ml) calciumnatriumedetaat
F.T.G. Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut
- Als diagnosticum voor loodintoxicatie: maximaal 1000 mg in 500 ml glucose 5%, in 1 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Y-site
- glucose 10%, Ringerlactaat Infuus - amfotericine B
Bijzonderheden - Aan calciumnatriumedetaat kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, lidocaine 1% worden toegevoegd.
- Calciumnatriumedetaat 100 mg/ml komt overeen met 750 mOsmol/l. - Bevat 10,6 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Met name ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Ten gevolge van snelle toediening: tetanische krampen.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, koorts, hypotensie, tromboflebitis, tremor, hoofdpijn, spierpijn. Ten gevolge van hoge doseringen: necrose van niertubuli. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: reversibele beenmergdepressie, huidreacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumnatriumedetaat'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 124
Caspofungine
Merknaam Cancidas®
Afleveringsvorm Injectieflacon met 50 mg caspofungine (als acetaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antimycotica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 50 mg op in 10,5 ml water voor injectie. De concentratie is 5 mg/ml
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9%, in 60 minuten. Maximale concentratie is 0,45 mg/ml.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infusievloeistof 48 uur bij 4°C of 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, Ringerlactaat
Bijzonderheden - Gebruik geen oplosmiddelen die glucose bevatten, omdat caspofungine in oplosmiddelen met glucose niet stabiel is.
- Caspofungine mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd of gelijktijdig worden geinfundeerd.
- Controleer de infusieoplossing visueel op deeltjes of verkleuring.
Bijwerkingen (Trombo)flebitis, erytheem, pijn, jeuk, afscheiding, brandend gevoel, allergische reacties, koorts, misselijkheid, braken en blozen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Caspofungine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 125
Cefazoline
Merknaam Kefzol®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg cefazoline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Cefalosporinen
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden - Intraveneus: los 1 g op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 225 mg/ml - Intramusculair: los 1 g op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 330
mg/ml
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan
tenminste 10 ml water voor injecties, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5% - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, enalaprilaat, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, fluconazol, foscarnet, insuline, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine
Infuus - clindamycine, fluconazol, heparine, metronidazol, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - calciumzouten, erythromycine, pentobarbital, promethazine, tetracycline Infuus - aminoglycosiden, cimetidine, lidocaine, pentamidine
Bijzonderheden - Cefazoline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook in 2,5 ml lidocaine 0,5% worden opgelost.
- Bevat 2,1 mmol natrium per 1000 mg. - Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen.
Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, pruritus vaginalis, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 126
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefazoline'
Datum Wijziging
01-09-2011 Bereiden gewijzigd in: IV: los 1 g op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 225 mg/ml. IM: los 1 g op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 330 mg/ml. Infuusvloeistoffen verwijderd: 10% NaCl/glucose.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: fentanyl, midazolam.Verenigbaar met Infuus toegevoegd: heparine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 127
Cefotaxim
Merknaam Claforan®
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg en 1000 mg cefotaxim (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Cefalosporinen
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eind-concentratie
mg ml ml mg/ml
I.M./I.V. 250 2 2,2 114
I.V. 1000 4 4,5 222
Toedieningsroute Kinderen - Intramusculair: onverdund, diep spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 20 mg/ml in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 60 mg/ml) (ref. 17)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, ciclosporine, fentanyl, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, tolazoline
Infuus - clindamycine, famotidine, heparine, metronidazol, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - allopurinol, filgrastim, fluconazol, promethazine Infuus - aminoglycosiden, calciumzouten, doxapram, natriumbicarbonaat,
pentamidine, theofylline
Bijzonderheden - Cefotaxim kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook opgelost worden in 2 ml lidocaine 1%.
- Aanbevolen wordt maximaal 1 gram per injectieplaats toe te dienen. - Intraveneuze toediening heeft de voorkeur. - Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen. - Bevat 2,1 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Tengevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Exantheem, jeuk, eosinofilie.
Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 128
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefotaxim'
Datum Wijziging
01-07-2006 Toevoeging van cefotaxim 1000 mg
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 129
Ceftazidim
Merknaam Fortum®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg en 1000 mg ceftazidim (als pentahydraat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Cefalosporinen
Oplosmiddel Water voor injecties, alleen voor het kortlopend infuus of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
I.M. 500 1,5 1,95 260
1000 3 3,9 260
I.V. 500 5 5,45 90
1000 10 10,9 90
Infusie 1000 50 50,9 20
Tijdens de bereiding komt CO2 vrij. Werkwijze: 1. Voeg het water voor injecties toe. 2. Los op door schudden (1-2 minuten). Hierbij komt CO2 vrij. 3. Houd de flacon ondersteboven. Met de zuiger van de spuit helemaal
ingedrukt, de naald door de stop van de flacon steken en de gehele oplossing opzuigen in de spuit (gaat makkelijk door CO2-vorming).
Toedieningsroute Volwassenen
- Intramusculair: diep in een grote spier spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: max. 2g toegevoegd aan 50-100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten - Intraveneus als continu infuus toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Intramusculair: diep in een grote spier spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 100 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof:
concentraties > 100 mg/ml: 18 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C concentraties < 100 mg/ml: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, cefuroxim, ciprofloxacine, enalaprilaat, esmolol, foscarnet, heparine, labetalol, morfine, pethidine, ranitidine, theofylline, zidovudine
Infuus - cefuroxim, clindamycine, famotidine, hydrocortison, kaliumchloride,
metronidazol, ofloxacine
Onverenigbaar met Y-site - fluconazol, midazolam, promethazine
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 130
Infuus - aminoglycosiden, ciprofloxacine, natriumbicarbonaat, pentamidine,
ranitidine, theofylline, vancomycine
Bijzonderheden - Ceftazidim kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, ook worden opgelost in 1,5-3 ml lidocaine 0,5-1%.
- Bevat 2,3 mmol natrium per 1000 mg in de vorm van natriumbicarbonaat. - Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen. - Oplossingen van ceftazidim kunnen tijdens bewaren geel kleuren. Dit
beïnvloedt de werking niet.
Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Urticaria, exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen, candida vaginalis, hoofdpijn, duizeligheid, smaakstoornissen. Zelden: tremor, convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ceftazidim'
Datum Wijziging
01-08-2006 Aanvullingen in verband met gebruik oplosmiddel NaCl 0,9% bij kortlopende of continue infuus (m.b.v. transfernaald) en maximaal op te lossen hoeveelheid toegevoegd bij toedieningstroute
01-12-2007 Toegevoegd aan Onverenigbaar met (Infuus): ciprofloxacine.
01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 131
Ceftriaxon
Merknaam Rocephin IV®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg en 2000 mg ceftriaxon (als dinatriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Cefalosporinen
Oplosmiddel NaCl 0,9% of glucose 5% Eventueel lidocaine 1% (voor i.m. toediening, niet bijgeleverd)
Bereiden Volwassenen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen oplosmiddel
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
I.V./Infusie 1000 10 10,8 100
2000 40 40 50
I.M. 1000 3,5 4,3 250
Kinderen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen oplosmiddel
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
Infusie 1000 10 10,8 100
2000 20 21,6 100
Toedieningsroute Volwassenen
- Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-4 minuten toedienen (als infuus heeft de voorkeur)
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 30 minuten
- Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% - Intramusculair: diep intramusculair in een grote spier toedienen Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-4 minuten toedienen (als
infuus heeft de voorkeur) - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 40 mg/ml)
- Intramusculair: diep intramusculair in een grote spier toedienen
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C Na oplossen in lidocaine 1%: 24 uur bij 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Bereiden direct voor toedienen heeft de voorkeur. Na verdunnen in infuusvloeistof de oplossing niet in de koelkast bewaren i.v.m. uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, foscarnet, heparine, morfine, natriumbicarbonaat, pethidine, theofylline, zidovudine
Infuus - famotidine, mannitol, metronidazol
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 132
Onverenigbaar met Y-site
- aminofylline, calciumzouten, fluconazol, labetalol, pentamidine, promethazine, vancomycine
Infuus - aminoglycosiden, calciumzouten, theofylline
Bijzonderheden - Bij pasgeborenen jonger dan 1 maand mag ceftriaxon niet tegelijkertijd of binnen een periode van 48 uur worden toegediend met calcium bevattende infuusoplossingen.
- Bij patiënten ouder dan 1 maand mogen ceftriaxon en calciumhoudende oplossingen echter wel na elkaar worden toegediend als infuuslijnen zijn aangebracht op verschillende plaatsen.
- Bij patiënten die doorlopend een infuus hebben met calciumbevattende oplossingen (waaronder TPV en citraatantistolling tijdens CVVH) kan overwogen worden een ander antibioticum te gebruiken. Een andere mogelijkheid is om verschillende infuuslijnen op verschillende plaatsen te gebruiken of om de TPV een kwartier voor, na en tijdens de ceftriaxon toediening te stoppen. Tussen de verschillende geneesmiddelen dient de lijn gespoeld te worden.
- Toediening per infuus heeft de voorkeur. - Ceftriaxon i.v. kan i.m. worden toegediend. Ter vermindering van de pijn
wordt het opgelost in lidocaine 1%. De flacons speciaal voor i.m. toediening zijn uit de handel.
- Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen.
- Aangeraden wordt niet meer dan 1 gram per injectieplaats te injecteren. - Bevat 2,3 mmol natrium per 1000 mg. - Oplossingen van ceftriaxon zijn lichtgeel gekleurd. Dit beïnvloedt de
werkzaamheid niet.
Acute reacties Exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, candida vaginalis, bloedbeeldafwijkingen, hoofdpijn, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ceftriaxon'
Datum Wijziging
01-03-2002 Rocephin IM is uit het assortiment.
01-02-2003 De flacons speciaal voor i.m. toediening zijn uit de handel. Toediening per infuus heeft de voorkeur. Indien noodzakelijk kan ceftriaxon i.v. worden opgelost in lidocaine 1% voor i.m. toediening.
01-11-2007 Bij bijzonderheden: “Ceftriaxon mag niet gelijktijdig of binnen een periode van 48 uur, met calcium-bevattende infuusoplossingen worden toegediend”, vanwege kans op bijwerkingen. Zie ook “Onverenigbaar met”.
01-05-2012 Bijzonderheden: - Bij pasgeborenen jonger dan 1 maand mag ceftriaxon niet tegelijkertijd of binnen een periode van 48 uur worden toegediend met calcium bevattende infuusoplossingen. – Bij patiënten ouder dan 1 maand mogen ceftriaxon en calciumhoudende oplossingen echter wel na elkaar worden toegediend als infuuslijnen zijn aangebracht op verschillende plaatsen. – Bij patiënten die doorlopend een infuus hebben met calciumbevattende oplossingen (waaronder TPV en citraatantistolling tijdens CVVH) kan overwogen worden een ander antibioticum te gebruiken. Een andere mogelijkheid is om verschillende infuuslijnen op verschillende plaatsen te gebruiken.
01-08-2012 Bijzonderheden: toegevoegd 3e- …of om de TPV een kwartier voor, na en tijdens de ceftriaxon toediening te stoppen. Tussen de verschillende geneesmiddelen dient de lijn gespoeld te worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 133
01-02-2014 Oplosmiddel: NaCl 0,9% of glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 134
Cefuroxim
Merknaam Cefuroxim, Aprokam
Afleveringsvorm Flacon met 50 mg, 750 mg en 1500 mg cefuroxim (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Cefalosporinen
Oplosmiddel Voor intraveneus/intramusculair gebruik: Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Voor intra-oculair gebruik: NaCl 0,9%
Bereiden Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen oplosmiddel
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
intra-oculair 50 5 5 10
I.M. 750 3 3,4 220
I.V. 750 6 6,5 115
1500 15 16 95
Infusie 1500 50 51 30
Voor intra-oculair gebruik: zacht schudden totdat het is opgelost. Voor intramusculair gebruik: zacht schudden tot een homogene suspensie is verkregen. Voor intraveneus gebruik: schudden totdat het is opgelost. Het aantal toe te voegen ml water in de tabel is de minimale toe te voegen hoeveelheid.
Toedieningsroute Volwassenen - Intra-oculair: onverdund 0,1 ml langzaam injecteren - Intramusculair: onverdund, diep spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten toedienen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15-60 minuten - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Intramusculair: onverdund, diep spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten toedienen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 100 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Intra-oculair: arts
Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, ciclosporine, diltiazem, famotidine, fentanyl, foscarnet, granisetron, morfine, ondansetron, pancuronium, pethidine, vecuronium
Infuus - ceftazidim, clindamycine, furosemide, heparine, hydrocortison,
kaliumchloride, metronidazol
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 135
Onverenigbaar met Y-site
- filgrastim, fluconazol, midazolam, promethazine Infuus - aminoglycosiden, doxapram, natriumbicarbonaat, ranitidine
Bijzonderheden - Cefuroxim kan, ter vermindering van pijn bij i.m. toediening, opgelost worden in lidocaine 1% of op twee afzonderlijke plaatsen worden geïnjecteerd.
- Cefuroxim kan direct met een transfernaald worden opgelost in een infuus met metronidazol (100 ml = 500 mg).
- Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen.
- Bevat 2,4 mmol natrium per 1000 mg. - De oplossing kan na reconstitutie licht-geel worden.
Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Huiduitslag, urticaria, jeuk, eosinofilie. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: nierfunctiestoornissen, pseudomembraneuze colitis, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale necrolyse.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefuroxim'
Datum Wijziging
01-04-2002 Toegevoegd 250 mg flacon.
01-10-2004 Bij bijzonderheden: oplossen direct met transfernaald in een infuus.
01-10-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%
01-10-2008 Toegevoegd bij Bijzonderheden: De oplossing kan na reconstitutie licht-geel worden.
01-12-2008 Flacon 250 mg uit de handel.
01-05-2013 Merknaam: Aprokam (50 mg) toegevoegd. Tekst bij Oplosmiddel, Bereiden, Toedieningsroute en Bekwaamheidsniveau aangepast ivm intra-oculair gebruik.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 136
Cetuximab
Merknaam Erbitux®
Afleveringsvorm Flacon met 20 ml = 100 mg (5 mg/ml) cetuximab
F.T.G. Immunomodulantia
Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Bereken de benodigde hoeveelheid cetuximab in mililiters (5 mg/ml). De oplossing kan eventueel verdund worden in NaCl 0,9%. Advies: gebruik voor de eerste toediening (400 mg/m2) een infuuszak van 500 ml NaCl 0,9% en voor de volgende toedieningen (250 mg/m2) een infuuszak van 250 ml NaCl 0,9%. De oplossing hoeft niet gefiltreerd te worden.
Toedieningsroute - Intraveneus onverdund via spuitenpomp - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml NaCl 0,9% in 1-2 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na bereiden 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Glucose 5%
Bijzonderheden - De infuusnelheid mag nooit hoger zijn dan 10 mg cetuximab/minuut
- Cetuximab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend
Acute reacties Anafylactische shock, benauwdheid, huidreacties.
Bijwerkingen Elektrolytenstoornissen (hypomagnesiemie).
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-08-2007 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cetuximab'
Datum Wijziging
01-02-2012 Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 137
Chloorpromazine
Merknaam Largactil®
Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 5 ml (5 mg/ml) chloorpromazine (als hydrochloride)
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%,
langzaam - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot
een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut, een kortlopend infuus heeft de voorkeur
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut
- Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 500-1000 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
Kinderen - Intramusculair: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 0,5
mg/minuut - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot
een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut, een kortlopend infuus heeft de voorkeur
- Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 0,5 mg/minuut (ref. 17)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- filgrastim, fluconazol, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron
Infuus - atropine, buprenorfine, cefazoline, doxapram, droperidol, fentanyl,
metoclopramide, midazolam, morfine, netilmicine, pentazocine, promethazine, scopolamine
Onverenigbaar met Y-site
- epinefrine, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, tetracycline
Infuus - amfotericine B, ampicilline, benzylpenicilline, chlooramfenicol, cimetidine,
fenobarbital, furosemide, heparine, pentobarbital, theofylline, thiopental
Bijzonderheden - Chloorpromazine kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook worden toegevoegd aan lidocaine 1%.
- Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken.
- Roze of geel verkleurde oplossingen niet meer gebruiken.
Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijn op de injectieplaats. Bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen Slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, misselijkheid, braken, extrapiramidale verschijnselen, convulsies, hyperprolactinemie, bloedbeeldafwijkingen, leverfunctiestoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik: gynaecomastie.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 138
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Chloorpromazine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 139
Choriongonadotrofine, humaan
Merknaam Pregnyl®
Afleveringsvorm Ampul met 5.000 IE humaan choriongonadotrofine poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hormonen van de hypofyse en de hypothalamus
Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden Los 5.000 IE humaan choriongonadotrofine op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 5.000 IE/ml.
Toedieningsroute Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Direct na bereiden toedienen.
Bijwerkingen Huiduitslag op de injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen, bij de man: water- en zoutretentie. Bij vrouwen kan ongewenste ovariële hyperstimulatie optreden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Choriongonadotrofine, humaan'
Datum Wijziging
01-08-2003 Ampul met 5000 IE humaan choriongonadotrofine poeder voor injectievloeistof is uit de handel.
01-06-2004 Profasi® 10.000 IE is uit de handel.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 140
Ciclosporine
Merknaam Sandimmune®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) ciclosporine infuusconcentraat
F.T.G. Immunosuppressiva
Bereiden Bereiden in LAF-kast met handschoenen aan
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 2-6 uur
- Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,5-2,5 mg/ml
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aminoglycosiden, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, ciprofloxacine, chlooramfenicol, clindamycine, co-trimoxazol, doxycycline, erythromycine, gentamicine, piperacilline, vancomycine
Onverenigbaar met Y-site
- aciclovir
Bijzonderheden - Bevat 650 mg gepolyoxyethyleerd ricinusolie (Cremophor EL) per ml. Deze stof kan anafylactische reacties veroorzaken.
- Ciclosporine moet toegediend worden aan infuusvloeistof in glas of PVC-vrije zakken, omdat de Cremophor EL ftalaat uit PVC doet vrijkomen.
Acute reacties Rash, dyspnoe, bloeddrukverandering, tachycardie, anafylactische shock.
Bijwerkingen Dosisafhankelijke lever- en niertoxiciteit, tremor, hypertrichose,
maagdarmstoornissen, tandvleeshypertrofie, branderig gevoel in handen en voeten, huiduitslag en oedeem van het gelaat, hypertensie, hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie, convulsies, vochtretentie, pancreatitis, gynaecomastie, dysmenorroe, amenorroe, bloedbeeldafwijkingen, hypertensie. Zelden: spierkrampen, spierzwakte.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine'
Datum Wijziging
01-08-2006 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus met behulp van spuitenpomp
01-06-2009 Nieuw kopje: Onverenigbaar met Y-site: aciclovir.
01-01-2013 Nieuw kopje omdat ciclosporine een klasse 5 stof is; Bereiden: bereiden in LAF-kast met handschoenen aan.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 141
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 142
Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2 ampullen (2 ml = 100 mg) met 48 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 2 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van bloedspiegels Pompstanden: 1-4 ml/uur Toediening via PVC-vrij systeem en kraantje (zonder verlengslangetje) Het lijntje en 3-wegkraantje zonder verlengslangetje vullen met NaCl en zodra de spuit met ciclosporine aangesloten wordt 3 ml flushen. Een basisinfuus op hetzelfde lumen aansluiten als dosering < 2 ml/uur Om de dag lijn verschonen
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: immuunsuppressief - Indicatie: profylaxe afstotingsreacties, ernstige auto-immuunziekten - Bijwerking: nierfunctiestoornissen, leverfunctiestoornissen, hypertensie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 143
Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 2 mg/ml
pompstand dosering
ml/uur mg/24 uur
1.0 50
2.0 100
2.5 125
3.0 150
3.1 155
3.2 160
3.3 165
3.4 170
3.5 175
3.6 180
3.7 185
3.8 190
3.9 195
4.0 200
4.1 205
4.2 210
4.3 215
4.4 220
4.5 225
4.6 230
4.7 235
4.8 240
4.9 245
5.0 250
5.5 275
6.0 300
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 144
Cidofovir
Merknaam Vistide®
Afleveringsvorm Flacon 375 mg = 5 ml (75 mg/ml) cidofovir
F.T.G. Antivirale middelen voor systemisch gebruik
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 1 uur met constante snelheid
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid 24 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Om nefrotoxiciteit zo veel mogelijk te beperken, moeten met elke cidofovir gift oraal probenecide en intraveneuze prehydratie met NaCl 0,9% worden toegediend
- Bevat ongeveer 2,5 mmol (of 57 mg) natrium per flacon
Acute reacties Acuut nierfalen, asthenie, koorts, koude rillingen
Bijwerkingen - Zeer vaak: hoofdpijn, misselijkheid, braken, proteïnurie, toename creatinine in het bloed, asthenie, koorts, neutropenie
- Vaak: iritis, uveïtis, hypotonie van het oog, dyspneu, diarree, nierfalen, koude rillingen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cidofovir'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 145
Ciprofloxacine
Merknaam Ciproxin®
Afleveringsvorm Infuuszak met 400 mg = 200 ml ciprofloxacine (als lactaat)
F.T.G. Chinolonen
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30-60 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- calciumgluconaat, ceftazidim, ciclosporine, cimetidine (ref. 18), digoxine, dobutamine, dopamine, fluconazol (ref. 18), gentamicine, kaliumchloride, lidocaine, metoclopramide, midazolam (ref. 18), norepinefrine (ref. 18), prednisolon, promethazine, ranitidine, verapamil
Infuus - aminoglycosiden, aztreonam, kaliumchloride
Onverenigbaar met Y-site - amfotericine B, ampicilline, augmentin, ceftazidim, cefuroxim,
corticosteroiden, fenytoine, furosemide, heparine, magnesiumsulfaat, meropenem, metronidazol, natriumbicarbonaat, natrium-kaliumfosfaat, piperacilline, theofylline
Infuus - amoxicilline, ceftazidim, clindamycine, flucloxacilline, piperacilline
Acute reacties Rash, pruritus, urticaria. Zelden: larynxoedeem, longoedeem, dyspnoe, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, artralgie, voorbijgaande leverfunctie- en bloedbeeldafwijkingen, tachycardie, hypotensie. Maagdarmstoornissen als: maagpijn, buikpijn, anorexie, misselijkheid, braken, diarree, pseudomembraneuze colitis. Centrale bijwerkingen als: hoofdpijn, slaapstoornissen, duizeligheid, sufheid, transpireren, paresthesieën, perifere neuropathie, visusstoornissen, verwardheid, convulsies, onrust, paniekreacties, hallucinaties, reuk-, kleur- en smaakstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciprofloxacine'
Datum Wijziging
01-04-2006 De flacon van 400 mg is een infuuszak van 400 mg geworden. De 100 mg blijft een flacon.
01-06-2007 Afleveringsvorm: alleen als flacon met 400 mg = 200 ml ciprofloxacine (als lactaat)
01-12-2007 Toegevoegd aan Verenigbaar met (Y-site) en Onverenigbaar met (Infuus): ceftazidim.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 146
01-04-2008 Afleveringsvorm: de flacon van 400 mg is gewijzigd in infuuszak van 400 mg = 200 ml ciprofloxacine. Piperacilline is verenigbaar via Y-site, maar onverenigbaar in hetzelfde infuus.
01-02-2009 Bij verenigbaar met Infuus toegevoegd: kaliumchloride.
01-08-2009 Toegevoegd aan “Onverenigbaar met” Y-site: augmentin.
01-07-2010 Bij Verenigbaar met (Y-site) verwijderd: piperacilline.
01-12-2011 Toegevoegd bij Onverenigbaar met Y-site: meropenem.
01-11-2013 Onverenigbaar met. Infuus. Toegevoegd: flucloxacilline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 147
Clemastine
Merknaam Tavegil®
Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml) clemastine (als waterstoffumaraat)
F.T.G. Antihistaminica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, of toegevoegd aan 8-10 ml NaCl
0,9% of glucose 5%, in 2-3 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% in een
verhouding 1 : 5
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden Intra-arteriele toediening moet worden voorkomen.
Acute reacties Zelden: dyspnoe, anafylactische shock.
Bijwerkingen Vermoeidheid, slaperigheid. Zelden: misselijkheid, huiduitslag, droge mond, accomodatie- en mictiestoornissen, hartkloppingen, diarree, obstipatie, transpireren, hoofdpijn. Met name bij kinderen: paradoxale reacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clemastine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 148
Clindamycine
Merknaam Dalacin C®
Afleveringsvorm Ampul met 600 mg = 4 ml (150 mg/ml) clindamycine (als diwaterstoffosfaat)
F.T.G. Lincomycinen
Toedieningsroute - Intramusculair: diep spuiten - Intraveneus als kortlopend infuus: 600 mg toegevoegd aan 50-100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5% (de concentratie is maximaal 12 mg/ml), in 20 minuten, de toedieningssnelheid is maximaal 30 mg/min
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amiodaron, ciclosporine, enalaprilaat, esmolol, fentanyl, foscarnet, labetalol, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, zidovudine
Infuus - aminoglycosiden, benzylpenicilline, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim,
cefuroxim, cimetidine, fluconazol, gentamicine, kaliumchloride, heparine, hydrocortison, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, ofloxacine, piperacilline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- ampicilline, barbituraten, calciumgluconaat, fenytoine, filgrastim, fluconazol, theofylline
Infuus - ceftriaxon, ciprofloxacine, magnesiumsulfaat, ranitidine
Bijzonderheden - Bevat benzylalcohol. - Intramusculaire toediening van meer dan 600 mg wordt niet aanbevolen. - Intraveneuze toediening van meer dan 1200 mg in 1 uur wordt niet
aanbevolen. - Toedienen van clindamycine d.m.v. continue infusie is beschreven.
Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Rash, urticaria, pruritus. Zelden: angio-oedeem, anafylactische reacties, erythema multiforme.
Bijwerkingen Tromboflebitis, diarree, buikpijn, misselijkheid, braken, pseudomembraneuze colitis, huiduitslag, leverfunctiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen. Ten gevolge van te snelle toediening: hypotensie, hartstilstand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clindamycine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 149
Clomethiazol
Merknaam Distraneurine®
Afleveringsvorm Flacon met 4000 mg = 500 ml (8 mg/ml) clomethiazol-edisilaat
F.T.G. Anti-epileptica
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC I.V.: arts
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Calciumzouten, kaliumchloride, NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Bevat 16 mmol natrium per 500 ml.
- Clomethiazol adsorbeert aan PVC en siliconen catheters; het gebruik van teflon catheters wordt aanbevolen.
Acute reacties Rash, urticaria. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Congestie en irritatie van het neusslijmvlies, irritatie conjunctivae, hoofdpijn,
tachycardie, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: voorbijgaande apnoe, hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clomethiazol'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 150
Clomipramine
Merknaam Anafranil®
Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 2 ml (12,5 mg/ml) clomipramine-hydrochloride
F.T.G. Antidepressiva
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml glucose 5% of NaCl
0,9%, de toedieningssnelheid is 15-50 mg/uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Infuus
- diclofenac
Bijzonderheden Bevat glycine.
Acute reacties Exantheem, urticaria, pruritus, fotosensibilisatie. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Droge mond, transpireren, obstipatie, visusstoornissen, urineretentie, gewichtstoename, orthostatische hypotensie, duizeligheid, tremoren. Zelden: convulsies, tachycardie, aritmieën, verwarring, delirium, slapeloosheid, hypertensie, verhoging leverenzymen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clomipramine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 151
Clonazepam
Merknaam Rivotril®
Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) clonazepam
F.T.G. Anti-epileptica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Voeg 1 ampul 1 mg = 1 ml clonazepam toe aan 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 0,5 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden - Intraveneus als infuus: maximaal 3 mg toegevoegd aan tenminste 250 ml
glucose 5% of NaCl 0,9% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp clonazepam
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK I.V.: IC/VPK-arts
Houdbaarheid Bij voorkeur direct na bereiden toedienen. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Bevat alcohol en propyleenglycol: de ampul mag beslist alleen verdund met oplosmiddel toegediend worden.
- Clonazepam is slecht oplosbaar in water. Na verdunnen in infuusvloeistof kan een neerslag ontstaan. Troebele oplossingen niet gebruiken.
- Wegens wisselende absorptie verdient intramusculaire toediening niet de voorkeur.
Bijwerkingen Sufheid, slaperigheid, spierzwakte, coördinatiestoornissen, anorexie,
hoofdpijn, slapeloosheid. Met name bij zuigelingen en kleuters: hypersalivatie en bronchiale hypersecretie. Ten gevolge van te snelle i.v. toediening: ademhalingsdepressie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam'
Datum Wijziging
01-03-2002 Spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd.
01-04-2002 Bekwaamheidsniveau aangepast vanwege risico op ademhalingsdepressie.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 152
Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 5 ampullen (5 ml = 5 mg) met 20 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 0,2 mg/ml. De bijgeleverde ampullen met solvens hoeven niet gebruikt te worden.
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstand is vanaf 2 ml/uur.
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt hypnotisch, anxiolytisch, spierrelaxerend en anticonvulsief met een lange halfwaardetijd.
- Indicatie: epilepsie, status epilepticus en koortsconvulsies. - Bijwerking: hypersalivatie, tromboflebitis, spierzwakte, huidreacties,
hypotensie en ademhalingsdepressie. Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-03-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 153
Clonazepam, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 1 mg = 1 mg toe aan 1 ml water voor injecties (bijgeleverd). Voeg deze oplossing 1 mg = 2 ml clonazepam toe aan 23 ml glucose. De eindconcentratie is 0,04 mg/ml, 25 ml.
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke dosering: 4 microg/kg/uur
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt hypnotisch, anxiolytisch, spierrelaxerend en anticonvulsief met een lange halfwaardetijd
- Indicatie: epilepsie, status epilepticus, koortsconvulsies - Bijwerking: hypersalivatie, bronchiale hypersecretie, spierzwakte,
hypotensie, ademhalingsdepressie, huidreacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 154
Clonazepam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (0,04 mg/ml) Rekendosering: 4 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg
4 0,1 0,2 0,5 1,0 2,0 2,5 3,0 5,0
6 0,2 0,3 0,8 1,5 3,0 3,8 4,5 7,5
8 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0
10 0,3 0,5 1,3 2,5 5,0 6,3 7,5 12,5
12 0,3 0,6 1,5 3,0 6,0 7,5 9,0 15,0
14 0,4 0,7 1,8 3,5 7,0 8,8 10,5 17,5
16 0,4 0,8 2,0 4,0 8,0 10,0 12,0 20,0
18 0,5 0,9 2,3 4,5 9,0 11,3 13,5 22,5
20 0,5 1,0 2,5 5,0 10,0 12,5 15,0 25,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 155
Clonidine
Merknaam Catapresan®
Afleveringsvorm Ampul met 150 microg = 1 ml (150 microg/ml) clonidine-hydrochloride
F.T.G. Centraal aangrijpende antihypertensiva
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan tenminste 10 ml NaCl 0,9%,
in 10 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp clonidine
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V./Infusie: G-VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- lorazepam Infuus - morfine
Onverenigbaar met Y-site - midazolam
Bijzonderheden Alleen bij liggende patiënten injecteren.
Acute reacties Exantheem.
Bijwerkingen Slaperigheid, droge mond, vermoeidheid, anorexie, duizeligheid, misselijkheid, obstipatie, visusstoornissen, parotispijn, bradycardie. Ten gevolge van intraveneuze injectie: orthostatische hypotensie. Ten gevolge van hoge doseringen bij toepassing bij migraine, flushing en onthoudingsverschijnselen: hypotensie. Zelden: hallucinaties. Na staken van de medicatie: rebound-hypertensie, met opwinding, slapeloosheid, tremor en hartkloppingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonidine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 156
Clonidine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 3 ampullen (3 ml=0,45 mg) met 42 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,01 mg/ml (=10 microg/ml)
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp - Oplaaddosis: bolusinjecties van 3 ml per 3 minuten, op geleide van de HF en/of MAP (HF gedaald tot ongeveer 80 sl/min en/of MAP tot ongeveer 70 mm Hg)
- Onderhoudsdosis: starten met 4 ml/uur op geleide van de HF (bij een HF lager dan 70 sl/min de dosering halveren)
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-9 ml/uur (1-2 mg/24 uur)
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: onderdrukt sympatische hyperactiviteit, werkt bloeddrukverlagend, vermindert tachycardie, versterkt werking sedativa en analgetica
- Indicatie: centrale sympatische hyperactiviteit bij gesedeerde patiënten - Bijwerking: hypotensie, bradycardie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonidine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 157
Clorazepinezuur
Merknaam Clorazepaat, Tranxene®
Afleveringsvorm Flacon met 50 mg dikaliumclorazepaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Anxiolytica, benzodiazepinen
Oplosmiddel Fosfaatbuffer (bijgeleverd)
Bereiden Los 50 mg clorazepinezuur op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 20 mg/ml.
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Clorazepinezuur mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Bevat mannitol en kaliumcarbonaat. - Clorazepinezuur wordt vooral toegepast bij alcoholabusus.
Bijwerkingen Sufheid, slaperigheid, spierzwakte, coördinatiestoornissen, anorexie, hoofdpijn, duizeligheid, dubbelzien, anterograde amnesie. Met name bij kinderen en ouderen: paradoxale reacties als acute opwinding, psychische veranderingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clorazepinezuur'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 158
Coffeine
Merknaam Coffeine
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) coffeine
F.T.G. Centrale stimulantia
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: langzaam, in 3-5 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp coffeine
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie Kinderen: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Kaliumchloride
Bijzonderheden - Bevat 5% glucose als oplosmiddel.
- Wordt gebruikt bij neonaten.
Bijwerkingen Slaperigheid, rusteloosheid, tachycardie, misselijkheid, braken. Centrale bijwerkingen zijn bij kinderen meestal ernstiger dan bij volwassenen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Coffeine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 159
Colistine
Merknaam Colistin®
Afleveringsvorm Flacon met 80 mg colistine-pentanatriummesilaat
F.T.G. Overige antibiotica
Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden Los 80 mg colistine-pentanatriummesilaat op in 3 ml oplosmiddel. De concentratie is 26,67 mg/ml.
Toedieningsroute Inhalatie: onverdund Intrapleuraal na inhalatie: toegevoegd aan 20-50 ml NaCl 0,9% Intramusculair: onverdund Intraveneus: als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid Na oplossen direct gebruiken.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, ascorbinezuur, benzylpenicilline, chlooramfenicol, heparine
Onverenigbaar met Y-site - cefazoline, erytromycine, hydrocortison
Bijzonderheden - 80 mg colistine-pentanatriummesilaat komt overeen met 1 MIE - 1 mg colistine komt overeen met 2,4 mg colistine-pentanatriummesilaat
(= colistinemethaatnatrium)
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2002 Laatste wijziging: 01-08-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Colistine'
Datum Wijziging
01-08-2005 Ook als infuusvloeistof te gebruiken
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 160
Co-trimoxazol
Merknaam Bactrimel®
Afleveringsvorm Ampul met 80/400 mg = 5 ml (16/80 mg/ml) trimethoprim/sulfamethoxazol
F.T.G. Antimicrobiële middelen, sulfonamiden/trimethoprim
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 30-90 minuten; in geval van vochtbeperking: maximaal 80/400 mg = 5 ml co-trimoxazol toegevoegd aan 75 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de concentratie is maximaal 6 mg/ml
Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 4,8 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 9,6 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 480 mg in 100 ml 6 uur bij 20°C en 480 mg
in 75 ml 2 uur bij 20°C Niet bij 4°C bewaren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, atracurium, ciclosporine, enalaprilaat, esmolol, filgrastim, labetalol, magnesiumsulfaat, morfine, pancuronium, pethidine, piperacilline, vecuronium, zidovudine
Infuus - heparine
Onverenigbaar met Y-site - midazolam Infuus - fluconazol, gentamicine, verapamil
Bijzonderheden - De oplossing heeft een pH van 9,6 en bevat propyleenglycol, benzylalcohol en alcohol; co-trimoxazol mag daarom intraveneus uitsluitend verdund in een infuusoplossing worden toegediend.
- Wanneer de verdunde oplossing een zichtbare troebeling of uitkristallisatie vertoont, mag deze niet worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem, urticaria, jeuk.
Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree, glossitis, rash, duizeligheid,
hoofdpijn, koorts. Zelden: convulsies, bloedbeeldafwijkingen, epidermale necrolyse, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Co-trimoxazol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 161
01-10-2009 Toegevoegd bij F.T.G.: Antimicrobiële middelen en bij houdbaarheid: 480 mg in 100 ml 6 uur bij 20°C en 480 mg in 75 ml 2 uur bij 20°C
01-02-2014 Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 162
Cytomegalovirus-Immunoglobuline
Merknaam Megalotect®
Afleveringsvorm Flacon met 2500 IE = 50 ml (50 IE/ml) cytomegalovirus-immunoglobuline
F.T.G. Immunoglobulinen
Bereiden Voor gebruik opwarmen tot kamertemperatuur, de flacon niet schudden.
Toedieningsroute Intraveneus als infusie: onverdund met een snelheid van maximaal 1 ml/minuut. Cytomegalovirus-immunoglobuline mag worden verdund met NaCl 0,9%.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Direct na openen gebruiken.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Cytomegalovirus-immunoglobuline mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Wanneer er bijwerkingen optreden tijdens de infusie, moet de toedieningssnelheid worden verlaagd.
- De patiënt moet gedurende tenminste 20 minuten na toediening onder observatie worden gehouden.
- Bevat 0,15 mmol natrium per ml.
Acute reacties Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Rillingen, hoofdpijn, koorts, braken, misselijkheid, arthralgie en lichte rugpijn. Zelden: hypotensie, reversibele aseptische meningitis of niertoxiciteit.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cytomegalovirus-Immunoglobuline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 163
Parenteralia D
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 164
Dalteparine
Merknaam Fragmin®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 2500 IE AXa = 0,2 ml (12500 IE/ml), 5000 IE AXa = 0,2 ml, 7500 IE AXa = 0,3 ml (25000 IE/ml) dalteparine (natrium-zout)
F.T.G. Laag moleculaire heparinen
Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur in antero- en postlaterale buikgordel, buiten de periumbilicale streek, of van het anterolaterale deel van het bovenbeen, de aanwezige luchtbel in de spuit niet verwijderen; de injectieplaats niet masseren
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - 1 AXa IC-E komt overeen met 0,38 AXa IE (AXa = anti-Xa-activiteit, IE = internationale eenheden, IC-E = Institute Choay-Eenheden)
- 1 mg protamine-hydrochloride neutraliseert ongeveer 100 IE AXa (0,1 ml) dalteparine
Acute reacties Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen Hematomen rond de injectieplaats. Zelden: huidnecrose, trombocytopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-04-2005 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dalteparine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 165
Danaparoide
Merknaam Orgaran®
Afleveringsvorm Ampul met 750 anti-factor Xa eenheden = 0,6 ml (1250 anti-factor Xa eenheden/ml) danaparoide
F.T.G. Anticoagulantia
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking, buiten invloed van licht. Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijwerkingen Bloeduitstortingen en/of pijn rond de injectieplaats, huiduitslag, verhoogd bloedingsrisico, hematomen. Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Danaparoide'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 166
Danaparoide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 4 ampullen (3000 IE = 2,4 ml) met 22,6 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 120 IE/ml
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke dosering: aanvankelijk: 1500 IE intraveneus als bolusinjectie onderhoud: 240 IE/uur (pompstand: 2 ml/uur)
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: antistollingsmiddel - Indicatie: verdenking op of bewezen heparine-geinduceerde trombopenie
(H.I.T.) als antistolling bij CVVH, bewezen H.I.T.T. (H.I.T. en trombose) - Bijwerking: bloeduitstortingen en/of pijn rond de injectieplaats, huiduitslag, verhoogd bloedingsrisico, hematomen - Contraindicatie: bewezen H.I.T. met bloedingscomplicatie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Danaparoide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2004 Bereiden van spuitenpomp aangepast in verband met toediening in 12 uur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 167
Dantroleen
Merknaam Dantrium®
Afleveringsvorm Flacon met 20 mg dantroleennatrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Middelen tegen maligne hyperthermie
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 20 mg dantroleen op in 60 ml water voor injecties. De concentratie is 0,333 mg/ml. Bescherm de oplossing tegen de invloed van direct licht.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC
Houdbaarheid Na oplossen: 6 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - Er dient rekening mee te worden gehouden dat bij behandeling van één
volwassenen patiënt van 70 kg in totaal 700 mg nodig kan zijn. - Bevat 3 gram mannitol per flacon. - Voor dosering: zie ook protocol "maligne hyperthermie".
Acute reacties Rash, urticaria.
Bijwerkingen Spierzwakte, duizeligheid, misselijkheid, tromboflebitis, pulmonair oedeem.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dantroleen'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 168
Daptomycine
Merknaam Cubicin®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
F.T.G. Overige antimicrobiële middelen
Bereiden Los 500 mg daptomycine op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 50 mg/ml
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij
4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Aztreonam, ceftazidim, ceftriaxon, dopamine, fluconazol, gentamicine,
heparine, levofloxacine, lidocaine
Onverenigbaar met Glucose 5%
Bijzonderheden Het oplosmiddel moet langzaam worden toegevoegd, terwijl de naald naar de wand van de flacon wijst. De flacon dient langzaam te worden gedraaid om te zorgen dat het poeder volledig wordt bevochtigd. Daarna moet de flacon 10 minuten neergezet worden. Daarna moet de flacon gedurende enkele minuten worden gezwenkt. Niet schudden. De oplossing kan nu toegevoegd worden aan de infusievloeistof. Daptomycine in opgeloste vorm is fletsgeel tot lichtbruin
Acute reacties Geen
Bijwerkingen Spierpijn, spierzwakte, verhoogd CPK, myositis en rhabdomyolyse. Het CPK dient eenmaal per week gemeten te worden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2008 Laatste wijziging: 01-12-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Daptomycine'
Datum Wijziging
01-12-2011 Afleveringsvorm is gewijzigd: Flacon met 500 mg. Bereiden: Los 500 mg daptomycine op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 50 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 169
Darbopoetine
Merknaam Aranesp®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 10 microg = 0,4 ml (25 microg/ml); 15 microg = 0,375 ml (40 microg/ml); 20 microg = 0,5 ml (40 microg/ml); 30 microg = 0,3 ml (100 microg/ml); 40 microg = 0,4 ml (100 microg/ml); 50 microg = 0,5 ml (100 microg/ml); 60 microg = 0,3 ml (200 microg/ml); 80 microg = 0,4 ml (200 microg/ml); 100 microg = 0,5 ml (200 microg/ml); 150 microg = 0,3 ml (500 microg/ml)
F.T.G. Hematopoetische groeifactoren
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund, maximaal 1 ml per injectieplaats - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (via de shunt tijdens dialyse) in
tenminste 1-2 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./Injectie: VPK
Houdbaarheid In de koelkast bewaren, zie vermelde datum op de verpakking. Darbopoëtine mag voor een periode van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (25°C) worden bewaard.
Bijzonderheden - De subcutane toedieningsweg heeft de voorkeur boven de intraveneuze toediening.
- De voorgevulde injectiespuit niet schudden. - Darbopoëtine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties Pijn op injectieplaats.
Bijwerkingen Hypertensie, trombose van de arterio-veneuse shunt, hoofdpijn, artralgie, perifeer oedeem.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2003 Laatste wijziging: 01-03-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Darbopoetine'
Datum Wijziging
01-03-2010 Houdbaarheid: In de koelkast bewaren, zie vermelde datum op de verpakking.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 170
Deferoxamine
Merknaam Desferal®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg deferoxamine-mesilaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antidota
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
eind-concentratie
mg ml mg/ml
I.M./S.C. 500 2 250
Infusie 500 5 100
Voor het bereiden van de basisoplossing geen NaCl 0,9% gebruiken.
Toedieningsroute Volwassenen - Subcutaan: onverdund - Subcutaan als langlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan 50 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is 20-40 mg/kg per 8-24 uur
- Intramusculair: onverdund - Intraveneus als langlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan 50-100
ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 15 mg/kg/uur
Kinderen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% in 12-24 uur. De maximale toedieningssnelheid is 15 mg/kg/uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C. Volwassenen: VPK
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Heparine
Bijzonderheden - Continue subcutane infusie heeft de voorkeur. Indien dit niet wordt
getolereerd, kan toediening via een centrale veneuze lijn worden geprobeerd.
- Snelle intraveneuze injectie kan een collaps veroorzaken, daarom alleen als langzaam intraveneus druppelinfuus toedienen.
- Intramusculaire toediening wordt toegepast bij diagnostische testen en bij acute ijzervergiftiging indien geen sprake is van een cardiovasculaire collaps.
- In sommige gevallen is het mogelijk om een grotere ijzeruitscheiding te krijgen, door de dagelijkse dosis per infuus in 24 uur in plaats van in 12 uur toe te dienen.
Acute reacties Irritatie op injectieplaats. Intramusculaire toediening is pijnlijk. Allergische en
anafylactische reacties. Ten gevolge van te snelle intraveneuze injectie: hypotensie, collaps.
Bijwerkingen Maagdarmstoornissen, aritmieën, duizeligheid, convulsies. Bij langdurige
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 171
behandeling: gezichts- en gehoorstoornissen, met name door te hoge doseringen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Deferoxamine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 172
Denosumab
Merknaam Xgeva®
Afleveringsvorm Injectieflacon met 120 mg = 1,7 ml (70 mg/ml) denosumab
F.T.G. Calciumregulerende middelen
Toedieningsroute Subcutaan: onverdund, langzaam toedienen
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Buiten invloed van licht bewaren Buiten de koelkast 30 dagen te gebruiken
Bijzonderheden - Dit geneesmiddel mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd - Niet injecteren bij troebele of verkleurde oplossing - Niet overmatig schudden - Gebruik een 27 gauge naald - Voor toediening injectieflacon op kamertermperatuur laten komen - Bevat sorbitol
Acute reacties Dyspneu, zelden overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen Diarree, hypocalciemie, hypofosfatemie, tandextractie, hyperhidrosis, osteonecrose van de kaak, cellulitis LET OP: ernstige hypocalciemie kan optreden (met name bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis) tijdens gebruik van denosumab. Het monitoren van de calciumspiegels wordt aanbevolen. Als hypocalciemie optreedt tijdens de behandeling, dient calcium gesuppleerd te worden
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-05-2012 Laatste wijziging: 01-10-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Denosumab'
Datum Wijziging
01-10-2012 Bijwerkingen toegevoegd: LET OP: ernstige hypocalciemie kan optreden (met name bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis) tijdens gebruik van denosumab. Het monitoren van de calciumspiegels wordt aanbevolen. Als hypocalciemie optreedt tijdens de behandeling, dient calcium gesuppleerd te worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 173
Desmopressine
Merknaam Minrin®, Octostim®
Afleveringsvorm Ampul met 4 microg = 1 ml (4 microg/ml) desmopressine-acetaat-3-water (Minrin®) Ampul met 30 microg = 2 ml (15 microg/ml) desmopressine-acetaat-3-water (Octostim®)
F.T.G. Hypofyseachterkwabhormonen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met NaCl 0,9% - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
(bij kinderen < 10 kg aan 10 ml NaCl 0,9%), in 20-30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen i.v.: hoofdpijn, flushing, hypotensie, hyponatriëmie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Desmopressine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 174
Desmopressine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 2 microg = 0,50 ml desmopressine toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,04 microg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke dosering bij neurotrauma: 22 picog/kg/min
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt antidiuretisch, werkt hemostatisch door verhoging van de spiegels factor VIII, Von Willebrand factor en alteplase
- Indicatie: centrale diabetes insipidus, diagnose centrale diabetes insipidus na neurotrauma
- Contraindicatie: overgevoeligheid, ziekte van Von Willebrand - Bijwerking: hoofdpijn, flushing, hypotensie, hyponatriëmie, reflex-
tachycardie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Desmopressine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-04-2003 Tekstuele correctie
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 175
Dexamethason
Merknaam Dexamethason
Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) en 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat = 4 mg dexamethason.
F.T.G. Glucocorticoiden
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%, tot 200 mg in 1 uur - Intra-articulair: onverdund - Intrabursaal: onverdund Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-5 minuten - Intraveneus als infuus: aangevuld met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 10
ml, in 15 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, cisplatin, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, filgrastim, fluconazol, fludarabine, foscarnet, heparine, kaliumchloride, methotrexaat, morfine, pethidine, piperacilline, propofol, sufentanil, zidovudine
Infuus - amikacine, cefazoline, cimetidine, famotidine, fentanyl, furosemide,
lidocaine, metoclopramide, netilmicine, ondansetron, ranitidine, theofylline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, midazolam, Infuus - diazepam, doxapram, fenobarbital, promethazine, vancomycine
Bijzonderheden - Bevat natriumpyrosulfiet. Deze stof kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken.
- 4 mg dexamethason komt overeen met 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat.
Acute reacties Urticaria.
Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, misselijkheid, stemmingsveranderingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 176
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dexamethason'
Datum Wijziging
01-10-2005 Toedieningsroute Volwassenen: toevoeging bij intraveneus als infuus
01-12-2007 Afleveringsvorm: 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) dexamethasondinatriumfosfaat. Ook bij Bijzonderheden aangepast.
01-06-2009 Toegevoegd bij afleveringsvorm: 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat = 4 mg dexamethason.
01-08-2009 Bij afleveringsvorm 100 mg = 5 ml gewijzigd in 20 mg = 1 ml.
01-12-2011 Afleveringsvorm is gewijzigd: Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) en 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat).
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 177
Dexmedetomidinehydrochloride
Merknaam Dexdor
Afleveringsvorm Injectieflacon met 200 microg = 2 ml (100 microg/ml) dexmedetomidinehydrochloride
F.T.G. Sedativa
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: zie onderstaande tabel om de vereiste concentratie van 4 microg/ml te verkrijgen
Volume Dexdor 100 microg/ml
Volume oplosmiddel Totaal volume infusie
2 ml 48 ml 50 ml 4 ml 96 ml 100 ml 10 ml 240 ml 250 ml 20 ml 480 ml 500 ml
- Reeds geïntubeerde en gesedeerde patiënten kunnen op
dexmedetomidinehydrochloride overstappen met een initiële infusiesnelheid van 0,7 microg/kg/uur
- Dosering stapsgewijs aan te passen binnen het dosisbereik van 0,2 tot maximaal 1,4 microg/kg/uur
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau G-VPK-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat oplossing, mannitol
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met atracurium, atropine, dobutamine, dopamine, etomidaat, fentanyl, fenylefrine,
midazolam, mivacurium, morfine, noradrenaline, rocuronium, thiopental, vecuronium
Bijzonderheden - Maximale dosis van 1,4 microg/kg/uur niet overschrijden - Toediening van een laaddosis/bolusinjectie wordt niet aanbevolen daar het
gepaard gaat met een toename van de bijwerkingen - Toediening van dexmedetomidinehydrochloride moet onder continue
hartbewaking plaatsvinden
Bijwerkingen Bradycardie, hypotensie, hypertensie, hyperglykemie, hypoglykemie, agitatie, myocardinfarct, tachycardie, misselijkheid, braken, droge mond, onthoudingssyndroom, hyperthermie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dexmedetomidinehydrochloride'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 178
Diazepam
Merknaam Diazepam
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) diazepam
F.T.G. Anxiolytica, benzodiazepinen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 5 mg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: maximaal 10 mg per 100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5% om neerslag te voorkomen - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp diazepam
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V./Infusie: VPK I.V. Kinderen: VPK-arts
Houdbaarheid Onverdund in spuit: 24 uur bij 20°C Na toevoeging aan infuusvloeistoffen: direct toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Diazepam mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Oplosbaarheid van diazepam in infuusvloeistof is maximaal 100 mg/l. Diazepam vlokt uit na toevoeging aan infuusvloeistoffen bij een concentratie hoger dan 100 mg/l.
- Bevat benzylalcohol. - Diazepam adsorbeert in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten
(glas en plastics), infuusslangen en filters. - De kans op tromboflebitis wordt verminderd door diazepam toe te dienen
in een grote vene, met een toedieningssnelheid niet groter dan 5 mg per minuut.
- Intramusculaire toediening slechts indien intraveneuze injectie niet mogelijk is; diazepam i.m. is pijnlijk en bewerkstelligt een onbetrouwbare en wisselende absorptie.
Acute reacties Apnoe.
Bijwerkingen Tromboflebitis, hypotensie, bradycardie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diazepam'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 179
Diazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 10 tot 20 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund optrekken De eindconcentratie is 5 mg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-1,5 ml/uur
Toegangsweg Centraal (eventueel perifeer bij een pompstand lager dan 1 ml/uur, gedurende 24 uur)
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anxiolytisch, hypnotisch en spierrelaxerend met een lange halfwaardetijd
- Indicatie: pathologische angsten en spanning, slaapstoornissen, status epilepticus, acute onthoudingsverschijnselen na staken alcoholgebruik, tetanus, pre-eclampsie en eclampsie, als pre-medicatie bij anesthesie
- Bijwerking: pijn en tromboflebitis op de plaats van infusie, hypotensie, ademhalingsdepressie, spierzwakte, misselijkheid, huidreakties
Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diazepam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 180
Diclofenac
Merknaam Voltaren®
Afleveringsvorm Ampul met 75 mg = 3 ml (25 mg/ml) diclofenacnatrium
F.T.G. Analgetica, prostaglandinesynthetaseremmers
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund, diep intragluteaal Intraveneus als infusie: volwassenen 75 mg, toedienen in 0,5-2 uur
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Infusie Volwassenen: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet, benzylalcohol, propyleenglycol en mannitol. Natriumbisulfiet kan allergische reakties veroorzaken.
- Diclofenac kan eventueel als intraveneuze bolusinjectie gegeven worden door aan NaCl 0,9% toe te voegen tot een concentratie van 5 mg/ml en in tenminste 10 minuten toe te dienen.
Aan een bolusinjectie hoeft geen natriumbicarbonaat te worden toegevoegd.
- Diclofenac kan eventueel intraveneus als infuus worden gegeven door aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% 1 ml natriumbicarbonaat 4,2% toe te voegen. Aan deze oplossing wordt 1 ampul (75 mg = 3 ml) diclofenac toegevoegd. Alleen heldere oplossingen mogen worden toegediend. Natriumbicarbonaat is nodig omdat anders een neerslag kan ontstaan
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties zoals urticaria ten gevolge van natriumbisulfiet,
anafylactische reacties.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, duizeligheid, remming trombocytenaggregatie. Zelden: oedeem, pijnlijkheid en jeuk op injectieplaats, lokale necrose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diclofenac'
Datum Wijziging
01-06-2009 Toegevoegd aan Toedieningsroute: Intraveneus als infusie: volwassenen 75 mg, toedienen in 0,5-2 uur.
01-07-2010 Toegevoegd aan Bijzonderheden: Aan een bolusinjectie hoeft geen natriumbicarbonaat te worden toegevoegd.
01-03-2011 Toegevoegd aan Bijzonderheden: Natriumbicarbonaat is nodig omdat anders een neerslag kan ontstaan.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 181
Digoxine
Merknaam Lanoxin®
Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 2 ml (0,25 mg/ml) digoxine
F.T.G. Hartglycosiden
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met tenminste een viervoudig volume tot maximaal 50 microg/ml in water voor injecties, glucose 5% of NaCl 0,9%, in minimaal 5 minuten
- Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, fentanyl, kaliumchloride, midazolam, morfine, pethidine Infuus - cimetidine, esmolol, furosemide, heparine, lidocaine, milrinon, ranitidine,
theofylline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - fluconazol, foscarnet, insuline Infuus - dobutamine, doxapram
Bijzonderheden - Subcutane of intramusculaire toediening is pijnlijk en geeft onbetrouwbare en wisselende absorptie. Intramusculaire toediening is in verband gebracht met het optreden van spiernecrose.
- De maximale oplosbaarheid van digoxine in infuusvloeistoffen is 50 microg/ml; bij hogere concentraties kan digoxine neerslaan.
Acute reacties Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: hypertensie, angineuze
klachten, atrioventriculair block.
Bijwerkingen Aritmieën, misselijkheid, braken, duizeligheid, verwardheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Digoxine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-08-2009 Merknaam is gewijzigd in Lanoxin.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 182
Digoxine specifieke Fab-fragmenten
Merknaam DigiFab®
Afleveringsvorm Flacon met 40 mg digoxine antilichamen poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antidota
Oplosmiddel Water voor injecties (niet bijgeleverd)
Bereiden Los 40 mg digoxine antilichamen op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 10 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: de opgeloste digoxine antilchamen kunnen verder doorverdund worden met NaCl 0,9%. Toedienen met een inloopsnelheid van minimaal 30 minuten. Als de inloopsnelheid bijwerkingen veroorzaakt, moet het infuus gestopt worden en opnieuw op een lagere snelheid hervat worden
- Intraveneus als bolusinjectie: alleen in geval van hartstilstand
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau VPK-arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - 40 mg gezuiverde digoxine-specifiek Fab zal ongeveer 0,5 mg digoxine of digoxine binden
- Het totale aantal flesjes dat nodig is, kan berekend worden door de totale hoveelheid in het lichaam aanwezige digoxine in milligrammen (mg) te delen door 0,5 mg per flesje
Acute reacties Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: febriele reactie
Bijwerkingen -
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-02-2009 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Digoxine specifieke Fab-fragmenten'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 183
Dimethylaminofenol
Merknaam 4-DMAP®
Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 5 ml (50 mg/ml) 4-dimethylaminofenol-hydrochloride
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 3-4 mg/kg lichaamsgewicht
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. - Dimethylaminofenol wordt, in combinatie met natriumthiosulfaat,
toegepast bij cyanidevergiftiging. - Bij overdosering van dimethylaminofenol wordt voorzichtig 2 mg/kg
toluïdineblauw of methyleenblauw intraveneus toegediend.
Acute reacties Pijn en irritatie op injectieplaats. Allergische reacties door aanwezigheid van natriumbisulfiet.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dimethylaminofenol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 184
Dipyridamol
Merknaam Persantin®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) dipyridamol
F.T.G. Trombocytenaggregatieremmers
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan tenminste 10-20 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, langzaam spuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Dipyridamol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- Om irritatie van de vaten te voorkomen, moet dipyridamol tenminste in een verhouding 1:2 worden verdund met NaCl 0,9% tot een totaal volume van 20-50 ml.
Acute reacties Flushing.
Bijwerkingen Hypotensie, hoofdpijn, duizelig, bittere smaak in de mond.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dipyridamol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 185
DTPa-Hib-HepB vaccin
Merknaam Infanrix-Hexa
Afleveringsvorm Poeder en suspensie voor injectie in een voorgevulde spuit. DTPa-Hib-HepB vaccin. Na reconstitutie bevat de injectie 0,5 ml suspensie
F.T.G. Vaccins
Bereiden Het vaccin wordt gereconstitueerd door de gehele inhoud van de voorgevulde spuit toe te voegen aan de flacon met poeder. Na toevoeging dient goed geschud te worden totdat het poeder geheel is opgelost
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Na reconstitutie onmiddellijk gebruiken.
Bijzonderheden - 1 Dosis bevat: Difterietoxoid niet minder dan 30 IE Tetanustoxoid niet minder dan 40 IE Bordetella pertussis antigenen Pertussistoxoid 25 mcg Filamenteus Hemagglutinine 25 mcg Pertactine 8 mcg Hepatitis-B-oppervlakte-antigeen 10 mcg Poliovirus (geïnactiveerd) type 1 (Mahoney stam) 40 D-antigeen-eenheden type 2 (MEF-1 stam) 8 D-antigeen-eenheden type 3 (Saukett stam) 32 D-antigeen-eenheden Haemophilus influenzae type b polysaccharide 10 mcg (polyribosylribitol fosfaat) geconjugeerd aan tetanustoxoid als dragereiwit ongeveer 25 mcg - Het gereconstitueerde vaccin is troebel - De difterie-, tetanus-, acellulair pertussis-, hepatitis B-, geïnactiveerd
poliomyelitis-component is een troebele, witte suspensie - De gevriesdroogde Hib-component is een wit poeder
Acute reacties Lokale reakties als roodheid en pijn op de injectieplaats.
Bijwerkingen Algehele malaise, koorts. Zelden collaps, convulsies ten gevolge van kinkhoest component.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'DTPa-Hib-HepB vaccin'
Datum Wijziging
01-06-2005 Het DKTP-vaccin RIVM is uit de handel genomen en vervangen door Infanrix-IPV.
01-05-2012 De naam van de monografie is gewijzigd in DTPa-Hib-HepB vaccin. Tevens is bijna de gehele tekst aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 186
Dobutamine
Merknaam Dobutamine®
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg = 50 ml (5 mg/ml) dobutamine (als hydrochloride)
F.T.G. Antihypotensiva
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp dobutamine
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: G-VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- calciumzouten, ciprofloxacine, fentanyl, fluconazol, haloperidol, insuline, kaliumchloride, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, milrinon, nitroprusside, pancuronium, propofol, streptokinase, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus - amiodaron, atracurium, atropine, dopamine, enalaprilaat, epinefrine,
esmolol, famotidine, fentolamine, flumazenil, isoprenaline, lidocaine, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pethidine, procainamide, propranolol, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- aciclovir, alteplase, foscarnet, furosemide, fytomenadion, indometacine, midazolam, piperacilline, theofylline, thiopental
Infuus - bumetanide, calciumzouten, diazepam, digoxine, doxapram, fenytoine,
heparine, insuline, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, natriumbicarbonaat
Bijzonderheden - Dobutamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- De oplossing kan roze kleuren. Dit heeft geen invloed op de werkzaamheid.
- Bevat natriumbisulfiet.
Acute reacties Rash, koorts, bronchospasmen door overgevoeligheid.
Bijwerkingen Hypertensie, tachycardie, hoofdpijn, misselijkheid, kortademigheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine'
Datum Wijziging
01-12-2003 Wijziging ampul 250 mg = 20 ml.
01-04-2008 Afleveringsvorm: Ampul met 250 mg = 20 ml (12,5 mg/ml) is gewijzigd in flacon met 250 mg = 50 ml (5 mg/ml) dobutamine (als hydrochloride).
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 187
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 188
Dobutamine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 50 ml op, onverdund De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur Zie doseringsschema dobutamine
Toegangsweg Centraal (perifeer bij een pompstand lager dan 4 ml/uur)
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de contractiekracht van de hartspier, de hartfrequentie en het hartminuutvolume binnen enkele minuten na toediening, geeft enige vasodilatatie
- Indicatie: o.a. bij decompensatio cordis, cardiogene of septische shock - Bijwerking: tachycardie, ectopische prikkelvorming, tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2003 In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml.
01-04-2008 In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml naar flacon 250 mg = 50 ml is bereiding aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 189
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 5 mg/ml
ml/uur microg/kg/minuut
bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
1 1.7 1.4 1.2 1.0 0,9
2 3.3 2.8 2.4 2.1 1.9
3 5.0 4.2 3.6 3.1 2.8
4 6.7 5.6 4.8 4.2 3.7
5 8.3 6.9 6.0 5.2 4.6
6 10.0 8.3 7.1 6.3 5.6
7 11.7 9.7 8.3 7.3 6.5
8 13.3 11.1 9.5 8.3 7.4
9 15.0 12.5 10.7 9.4 8.3
10 16.7 13.8 11.9 10.4 9.3
11 18.3 15.3 13.1 11.5 10.2
12 20.0 16.7 14.3 12.5 11.1
13 21.7 18.1 15.5 13.5 12.0
14 23.3 19.4 16.7 14.6 13.0
15 25.0 20.8 17.9 15.6 13.9
16 26.7 22.2 19.0 16.7 14.8
17 28.3 23.6 20.2 17.7 15.7
18 30.0 25.0 21.4 18.8 16.7
19 31.7 26.4 22.6 19.8 17.6
20 33.3 27.8 23.8 20.8 18.5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 190
Dobutamine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 60 mg = 12 ml toe aan 38 ml glucose; de eindconcentratie is 1,2 mg/ml, 50 ml 5-20 kg: Voeg 125 mg = 25 ml toe aan 25 ml glucose; de eindconcentratie is 2,5 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Trek 50 ml op, onverdund, de eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 2-20 microg/kg/min Zie doseringsschema dobutamine
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de contractiekracht van de hartspier, de hartfrequentie en het hartminuutvolume binnen enkele minuten na toediening, geeft enige vasodilatatie
- Indicatie: o.a. bij decompensatio cordis, cardiogene of septische shock - Bijwerking: hypertensie, tachycardie, ectopische prikkelvorming,
tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-12-2003 In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml.
01-04-2008 Bereiden: wijzigingen in verband met het overgaan van ampul naar flacon.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 191
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1200 microg/ml) Rekendosering: 2 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
2 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
4 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
6 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
8 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0
10 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5
12 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0
14 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5
16 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0
18 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5
20 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 192
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (2500 microg/ml) Rekendosering: 4 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg
2 0,2 0,5 0,6 0,7 1,0
4 0,5 1,0 1,2 1,4 1,9
6 0,7 1,4 1,8 2,2 2,9
8 1,0 1,9 2,4 2,9 3,8
10 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8
12 1,4 2,9 3,6 4,3 5,8
14 1,7 3,4 4,2 5,0 6,7
16 1,9 3,8 4,8 5,8 7,7
18 2,2 4,3 5,4 6,5 8,6
20 2,4 4,8 6,0 7,2 9,6
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 193
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (5000 microg/ml) Rekendosering: 8 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
20 kg 25kg 30 kg 40 kg 50 kg
2 0,5 0,6 0,7 1,0 1,2
4 1,0 1,2 1,4 1,9 2,4
6 1,4 1,8 2,2 2,9 3,6
8 1,9 2,4 2,9 3,8 4,8
10 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0
12 2,9 3,6 4,3 5,8 7,2
14 3,4 4,2 5,0 6,7 8,4
16 3,8 4,8 5,8 7,7 9,6
18 4,3 5,4 6,5 8,6 10,8
20 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 194
Dopamine
Merknaam Dopamine, Dynatra Dopamine®
Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 5 ml (40 mg/ml) dopamine-hydrochloride infuusconcentraat
F.T.G. Antihypotensiva
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp dopamine
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: G-VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amiodaron, ciprofloxacine, esmolol, fentanyl, fluconazol, foscarnet, haloperidol, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, pethidine, propofol, streptokinase, theofylline, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus - atracurium, calciumchloride, chlooramfenicol, dobutamine, doxapram,
enalaprilaat, famotidine, flumazenil, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, mannitol, methylprednisolon, nitroglycerine, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- aciclovir, alteplase, doxycycline, furosemide, indometacine, insuline, natriumbicarbonaat, thiopental
Infuus - amfotericine B, ampicilline, benzylpenicilline, gentamicine
Bijzonderheden - I.v.m. het risico op weefselnecrose na extravasatie wordt aanbevolen dopamine centraal toe te dienen.
- Bij extravasatie: het ischemische gebied zo spoedig mogelijk met 5-10 mg fentolamine (Regitine®) in 10-15 ml NaCl 0,9% met behulp van een fijne naald onderhuids infiltreren.
- Dopamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
Acute reacties Perifere weefselnecrose ten gevolge van vasoconstrictie.
Bijwerkingen Ritmestoornissen, angineuze pijn, misselijkheid, braken, hypertensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 195
01-05-2011 Afleveringsvorm: ampul met 400 mg=100 ml (4 mg/ml) is uit het assortiment. Infuusvloeistoffen: voorkeur voor glucose 5%.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 196
Dopamine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (5 ml = 200 mg) met 45 ml glucose 5% De eindconcentratie is 4 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur Zie doseringsschema dopamine
Toegangsweg Centraal (perifeer bij een pompstand lager dan 4 ml/uur)
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt positief inotroop, verhoogt hartminuutvolume, verhoogt renale doorbloeding, bij hogere dosering stijging van de bloeddruk
- Indicatie: shock - Contraindicatie: tachycardie, ventrikelfibrilleren, feochromocytoom - Bijwerking: ritmestoornissen, hypertensie, tromboflebitis, dyspnoe,
hoofdpijn, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2008 Tijdelijk ampullen 200 mg = 5 ml in verband met verbouwing.
01-05-2011 Bereiden: Meng 1 ampul (5 ml = 200 mg) met 45 ml glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 197
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 4 mg/ml
microg/kg/minuut
ml/uur bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
1 1,4 1,2 1,0 0,9 0,8
2 2,6 2,2 1,9 1,6 1,4
3 4,0 3,3 2,9 2,5 2,2
4 5,2 4,3 3,7 3,3 2,9
5 6,6 5,5 4,7 4,1 3,7
6 8,0 6,7 5,7 5,0 4,4
7 9,2 7,7 6,6 5,8 5,1
8 10,6 8,8 7,6 6,6 5,9
9 12,0 10,0 8,6 7,5 6,7
10 13,2 11,0 9,4 8,3 7,3
11 14,6 12,2 10,4 9,1 8,1
12 16,0 13,3 11,4 10,0 8,9
13 17,2 14,3 12,3 10,8 9,6
14 18,6 15,5 13,3 11,6 10,3
15 20,0 16,7 14,3 12,5 11,1
16 21,2 17,7 15,1 13,3 11,8
17 22,6 18,8 16,1 14,1 12,6
18 24,0 20,0 17,1 15,0 13,3
19 25,2 21,0 18,0 15,8 14,0
20 26,6 22,2 19,0 16,6 14,8
21 28,0 23,3 20,0 17,5 15,6
22 29,2 24,3 20,9 18,3 16,2
23 30,6 25,5 21,9 19,1 17,0
24 32,0 26,7 22,9 20,0 17,8
25 33,2 27,7 23,7 20,8 18,4
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 198
Dopamine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 60 mg = 1,5 ml toe aan 48,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1,2 mg/ml, 50 ml 5-20 kg: Voeg 100 mg = 2,5 ml toe aan 47,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 2 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Meng 1 ampul 200 mg = 5 ml met 45 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 4 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van effect Gebruikelijke doseringen: 2-20 microg/kg/min Zie doseringsschema dopamine
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt positief inotroop, verhoogt hartminuutvolume, verhoogt bij lage dosering de renale doorbloeding, bij hogere dosering een stijging van de bloeddruk
- Indicatie: shock - Contraindicatie: feochromocytoom, tachycardie, ventrikelfibrilleren en
hyperthyreoidie - Bijwerking: ectopische prikkelvorming, hypertensie, tachycardie,
bradycardie, tromboflebitis, dyspnoe, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-10-2008 Tijdelijk ampullen 200 mg = 5 ml in verband met verbouwing.
01-05-2011 Bereiden: met glucose 5%. Infuusvloeistoffen: Glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 199
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1200 microg/ml) Rekendosering: 2 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
2 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
4 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
6 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
8 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0
10 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5
12 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0
14 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5
16 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0
18 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5
20 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 200
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (2000 microg/ml) Rekendosering: 10 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg
2 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2
4 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4
6 0,9 1,8 2,3 2,7 3,6
8 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8
10 1,5 3,0 3,8 4,5 6,0
12 1,8 3,6 4,5 5,4 7,2
14 2,1 4,2 5,3 6,3 8,4
16 2,4 4,8 6,0 7,2 9,6
18 2,7 5,4 6,8 8,1 10,8
20 3,0 6,0 7,5 9,0 12,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 201
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (4000 microg/ml) Rekendosering: 6,7 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
2 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5
4 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0
6 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5
8 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0
10 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5
12 3,6 4,5 5,4 7,2 9,0
14 4,2 5,3 6,3 8,4 10,5
16 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0
18 5,4 6,8 8,1 10,8 13,5
20 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 202
Doxapram
Merknaam Doxapram
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg = 500 ml (2 mg/ml) doxapram-hydrochloride
F.T.G. Middelen bij luchtwegaandoeningen
Toedieningsroute - Intraveneus met behulp van volumetrische infuuspomp: onverdund, de concentratie is 2 mg/ml
Doseren op geleide van de arteriële bloedgaswaarden: Gebruikelijke doseringen: aanvankelijk: 1,5 mg/minuut onderhoud: 1-3 mg/minuut - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp doxapram
Toedieningscategorie Categorie C en D
Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Infuus
- Amikacine, bumetanide, chloorpromazine, cimetidine, dopamine, doxycyline, epinefrine, fytomenadion, isoniazide, kaliumchloride, netilmicine, tobramycine
Onverenigbaar met Infuus
- ascorbinezuur, cefalosporinen, corticosteroiden, diazepam, digoxine, dobutamine, furosemide, esketamine, natriumbicarbonaat, theofylline, thiopental, ticarcilline
Bijzonderheden De pH van de oplossing is 3,5-5.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Koorts, transpireren, verwardheid, duizeligheid, hoofdpijn, spiertrekkingen,
dyspnoe, hoesten, bronchospasmen, misselijkheid, braken, diarree, tromboflebitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxapram'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: kaliumchloride.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 203
Doxapram, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Onverdund De eindconcentratie is 2 mg/ml
Houdbaarheid Na aanprikken zak: 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de arteriële bloedgaswaarden Toedienen met behulp van een volumetrische infuuspomp Gebruikelijke standen zijn: Startdosering: 45 ml/uur (verhogen met 15 ml per 30 minuten) Onderhoudsdosering: 60-90 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: stimuleert de ademhaling - Bijwerking: tromboflebitis, koorts, hypertensie, tachycardie, rusteloosheid,
misselijkheid, insulten
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxapram, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 204
Doxycycline
Merknaam Vibramycine®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) doxycycline (als hyclaat)
F.T.G. Tetracyclinen
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 2 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-1000 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% in 1-2 uur, de concentratie is 0,1-1 mg/ml Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 2 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 0,5 mg/ml in 90 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 1 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van
licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amiodaron, cyclosporine, filgrastim, morfine, ondansetron, pethidine
Infuus - doxapram, isoprenaline, ranitidine,
Onverenigbaar met Y-site - allopurinol, dopamine, piperacilline, Infuus - ampicilline, benzylpenicilline, calciumzouten, erythromycine, fytomenadion,
heparine, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumzouten, natriumbicarbonaat, procainamide, Ringerlactaat, theofylline
Bijzonderheden - De oplossing bevat polyvinylpyrrolidon (povidon, PVP).
- Intraveneuze toediening van doxycycline als infuus verdient de voorkeur boven een bolusinjectie, ter voorkoming van lokale pijn.
Acute reacties Urticaria, pijnlijkheid op injectieplaats, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxycycline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 205
Droperidol
Merknaam Dehydrobenzperidol®
Afleveringsvorm Ampul met 2,5 mg = 1 ml (2,5 mg/ml) droperidol
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute - (Intramusculair: onverdund) - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 20 microg/ml (ref. 19) - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% (ref. 19)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- filgrastim, fluconazol, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron, pethidine, propofol
Infuus - atropine, buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, fentanyl,
metoclopramide, midazolam, morfine, promethazine, scopolamine
Onverenigbaar met Y-site - allopurinol, barbituraten, folinezuur, foscarnet, furosemide, heparine,
piperacilline Infuus - pentobarbital
Bijzonderheden Toediening intraveneus als langlopend infuus is uitzondering: alleen bij hoog-risico patiënten.
Acute reacties Zelden rash, exantheem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen: dyskinesie, acathisie. Orthostatische hypotensie, sufheid, misselijkheid, braken, obstipatie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Droperidol'
Datum Wijziging
01-12-2004 Afleveringsvorm is gewijzigd: ampul met 2,5 mg = 1 ml.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 206
DTP-vaccin
Merknaam DTP-vaccin RIVM
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 1 ml DTP-vaccin
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund Wegwerpspuit goed schudden voor gebruik.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat per ml tenminste 5 IE difterietoxoide, 20 IE tetanustoxoide en geïnactiveerd poliovirus: 20 DE type 1, 2 DE type 2 en 3,5 DE type 3.
- De kleur van de oplossing is oranjegeel tot oranjerood. Indien de kleur geel of violet is, mag het vaccin niet worden gebruikt.
- Na opschudden is het vaccin troebel.
Acute reacties Lokale reacties als roodheid en pijn op de injectieplaats.
Bijwerkingen Algehele malaise, koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'DTP-vaccin'
Datum Wijziging
01-06-2005 Flacon is vervangen door wegwerpspuit
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 207
Parenteralia E
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 208
Efedrine
Merknaam Efedrine
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) efedrine-hydrochloride
F.T.G. Sympathicomimetica
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: 1 ml efedrine verdund met 9 ml NaCl 0,9%.
De concentratie is 5 mg/ml. De maximale dosis is 150 mg, de toedieningssnelheid is maximaal 5 mg per minuut
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Y-site
- thiopental Infuus - fenobarbital
Bijzonderheden De maximale dagdosering bij volwassenen is 150 mg. Bij herhaalde toediening neemt het effect als regel af.
Acute reacties Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: verhoogde bloeddruk, hartritmestoornissen.
Bijwerkingen Tremor, slapeloosheid, angst, tachycardie, hypertensie, hoofdpijn, misselijkheid, transpireren.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Efedrine'
Datum Wijziging
01-10-2006 Op verzoek van de OK is de toedieningsroute intraveneus als bolusinjectie aangepast.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 209
Enoximon
Merknaam Perfan®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) enoximon
F.T.G. Overige middelen bij decompensatio cordis
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de concentratie is 5 mg/ml - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp enoximon
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC I.V.: IC-arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Bij 4°C kan de verdunde oplossing uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, (eventueel) water voor injecties
Bijzonderheden - Enoximon kan zo nodig in gelijke verhoudingen met NaCl 0,9% of water voor injecties gemengd worden tot een concentratie van 2,5 mg/ml.
- Enoximon mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over één lijn worden toegediend.
- Enoximon moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- Enoximon mag niet in glazen flacons of spuiten gemengd worden. De oplossing kan dan binnen een uur uitkristalliseren.
Bijwerkingen Ritmestoornissen, hypotensie, hoofdpijn, slapeloosheid, misselijkheid, braken,
diarree.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 210
Enoximon, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 1 tot 2 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund optrekken De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur In de koelkast kan enoximon uitkristalliseren
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-6 ml/uur (onderhoudsdosis)
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt positief inotroop en vaatverwijdend, verbetert diastolische relaxatie van het hart
- Indicatie: 2e keus bij ernstige decompensatio cordis, cardiogene shock - Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis - Bijwerking: hypotensie, extrasystolen, (supra)-ventriculaire artimie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 211
Enoximon, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 75 mg = 15 ml toe aan 35 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1,5 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Bij 4°C kan de verdunde oplossing uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 5-10 microg/kg/min
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt positief inotroop en vaatverwijdend, verbetert diastolische relaxatie van het hart
- Indicatie: bij ernstige decompensatio cordis, cardiogene shock - Contraindicatie: ernstige hypotensie, ernstige lever- en nierfunctiestoornis - Bijwerking: hypotensie, extrasystolen, (supra)-ventriculaire aritmie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 212
Enoximon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1,5 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg
4 0,3 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 4,8 8,0
5 0,4 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 10,0
6 0,5 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 7,2 12,0
7 0,6 1,4 2,8 4,2 5,6 7,0 8,4 14,0
8 0,6 1,6 3,2 4,8 6,4 8,0 9,6 16,0
9 0,7 1,8 3,6 5,4 7,2 9,0 10,8 18,0
10 0,8 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 20,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 213
Epoprostenol (Flolan)
Merknaam Flolan®
Afleveringsvorm Ampul met 500 microg epoprostenol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Prostaglandine-analoog
Oplosmiddel 50 ml glycinebuffer (bijgeleverd)
Bereiden Los 500 microg epoprostenol op in 10 ml oplosmiddel. Zuig deze oplossing volledig terug in de injectiespuit. Voeg de gehele inhoud van de injectiespuit bij het restant van de flacon met oplosmiddel en meng goed. De eindconcentratie is 10 microg/ml (= 10.000 nanog/ml).
Toedieningsroute Nierdialyse Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: toegevoegd (gefiltreerd door bijgevoegde filter) aan NaCl 0,9% in een verhouding van maximaal 1:6; intravasculair of in de bloedstroom naar het dialysetoestel toedienen. De infuussnelheid wordt als volgt berekend: infuusnelheid (ml/min) = dosering (nanog/kg/min) x lichaamsgew. (kg) conc. epoprostenol opl. (nanog/ml) Primaire pulmonaire hypertensie Bij dit gebruik dient epoprostenol uitsluitend met glycinebuffer te worden verdund. De onverdunde oplossing filtreren door het bijgevoegde filter.
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Direct voor toedienen bereiden. Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Na optrekken in medicatiecassette: 72 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl 0,45% (uitsluitend bij nierdialyse)
Bijzonderheden - Epoprostenol mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegediend.
- Epoprostenol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- De pH van de oplossing is ongeveer 10.
Acute reacties Roodheid op injectieplaats, flushing.
Bijwerkingen Ten gevolge van extravasatie: weefselbeschadiging. Tromboflebitis, blozen, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie, bradycardie, duizeligheid, transpireren, misselijkheid, braken, hyperglycemie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol (Flolan)'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 214
Epoprostenol (Veletri)
Merknaam Veletri®
Afleveringsvorm Ampul met 500 of 1500 microg epoprostenol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Prostaglandine-analoog
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Los 500 microg epoprostenol op in 5 ml oplosmiddel, voorzichtig schudden. De concentratie is 100 microg/ml Los 1500 microg epoprostenol op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 300 microg/ml Verdun door met NaCl 0,9% tot de beoogde eindconcentratie (2.000-30.000 nanog/ml).
Toedieningsroute Nierdialyse Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: toegevoegd (gefiltreerd door bijgevoegde filter) aan NaCl 0,9% in een verhouding van maximaal 1:6; intravasculair of in de bloedstroom naar het dialysetoestel toedienen. De infuussnelheid wordt als volgt berekend: infuusnelheid (ml/min) = dosering (nanog/kg/min) x lichaamsgew. (kg) conc. epoprostenol opl. (nanog/ml) Primaire pulmonaire hypertensie Bij dit gebruik dient epoprostenol te worden verdund met NaCl 0,9%.
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Direct voor toedienen bereiden. Na verdunnen in infuusvloeistof: 8 dagen bij 2-8°C Maximale duur van toediening bij kamertemperatuur van verdunde oplossing bewaard in spuit of medicatiecassette Eindconcentratie bereik Onmiddellijke
toediening Indien bewaard tot max. 8 dagen bij 2-8°C
= of > 30.000 ng/ml en < 15.000 ng/ml 48 uur 24 uur = of > 15.000 ng/ml 48 uur 48 uur
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl 0,45% (uitsluitend bij nierdialyse)
Bijzonderheden - Epoprostenol mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegediend.
- Epoprostenol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- De pH van de oplossing is ongeveer 11-12.
Acute reacties Roodheid op injectieplaats, flushing.
Bijwerkingen Ten gevolge van extravasatie: weefselbeschadiging. Tromboflebitis, blozen, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie, bradycardie, duizeligheid, transpireren, misselijkheid, braken, hyperglycemie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2013 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 215
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol (Veletri)'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 216
Epoprostenol, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Los 500 microg epoprostenol op in 10 ml glycine-buffer (bijgeleverd). Zuig deze oplossing volledig terug in de injectiespuit. Voeg deze 10 ml oplossing bij het restant van de flacon met oplosmiddel en meng goed. De concentratie is 10 microg/ml (= 10.000 nanog/ml). Neem vervolgens van deze oplossing 14,5 ml en voeg deze via het bijgeleverde filter toe aan 45,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 2,4 microg/ml (= 2400 nanog/ml), 60 ml.
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: 4-20 nanog/kg/min
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt vaatverwijdend en remt de trombocyten-aggregatie - Indicatie: profylaxe van trombotische complicaties tijdens dialyse als
alternatief voor heparine. Niet geregisteerd: primaire pulmonale hypertensie
- Contraindicatie: hypotensie, angina pectoris, manifeste bloedingen - Bijwerking: hypotensie, tachycardie of bradycardie, dyspnoe,
hyperglycemie, tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 217
Epoprostenol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (2400 nanog/ml) Rekendosering: 4 nanog/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
nanog/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg
4 0,1 0,2 0,5 1,0 2,0 2,5 3,0 5,0
8 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0
12 0,3 0,6 1,5 3,0 6,0 7,5 9,0 15,0
16 0,4 0,8 2,0 4,0 8,0 10,0 12,0 20,0
20 0,5 1,0 2,5 5,0 10,0 12,5 15,0 25,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 218
Eptacog alfa
Voor de tekst zie Factor VII
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2009 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Eptacog alfa'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 219
Ertapenem
Merknaam Invanz
Afleveringsvorm Infusiepoeder flacon met 1000 mg ertapenem
F.T.G. Overige beta-lactam antibiotica
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden Ertapenem moet voor verdunning eerst worden gereconstitueerd. Los 1000 mg op in 10 ml oplosmiddel. Controleer of alles is opgelost.
Toedieningsroute - Intraveneus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% in 30 minuten. Voor toediening mengen door zwenken
- Maximale concentratie voor kinderen: 20 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Infuus
- natriumheparine, kaliumchloride
Onverenigbaar met Glucose
Bijzonderheden - 1000 mg ertapenem bevat ongeveer 6,0 mEq (137 mg) natrium - Kleurloze tot vaal gele oplossing
Bijwerkingen Diarree, misselijkheid, braken, hoofdpijn, (trombo)flebitis, huiduitslag, jeuk, leverfunctiestoornissen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2013 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ertapenem'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 220
Erythromycine
Merknaam Erythrocine®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg erythromycine (als lactobionaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Macroliden
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 1000 mg erythromycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml. Voor het bereiden van de basisoplossing geen NaCl 0,9% gebruiken!
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als infuus: 500 mg (= 10 ml) toegevoegd aan 100-500 ml
NaCl 0,9% of glucose 5% (de concentratie is maximaal 5 mg/ml), in 20-60 minuten
Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml, in 60 minuten (ref. 17) (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atosiban, ciclosporine, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, nicardipine, pethidine, vancomycine
Infuus - hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, ranitidine,
ringerlactaat, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - cefazoline, tacrolimus Infuus - doxycycline, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine,
hydroxocobalamine, metoclopramide, rocuronium, streptomycine, thiamine
Bijzonderheden - De basisoplossing mag nooit onverdund worden ingespoten. - Bij infusie kan lokale pijn en tromboflebitis optreden. De concentratie van
de toe te dienen verdunde oplossing mag niet hoger zijn dan 5 mg/ml.
Acute reacties Anafylaxie.
Bijwerkingen Tromboflebitis, milde maagdarmstoornissen. Ten gevolge van hoge doses: voorbijgaande gehoorstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 221
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Erythromycine'
Datum Wijziging
01-02-2009 Toegevoegd Verenigbaar met: Infuus: kaliumchloride.
01-03-2011 Toegevoegd Verenigbaar met: Y-site: atosiban
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ciclosporine, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, nicardipine, pethidine, vancomycine. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: hydrocortison, lidocaine, natriumbicarbonaat, ranitidine, ringerlactaat, verapamil. Nieuw kopje Onverenigbaar met Y-site: cefazoline, tacrolimus. Onverenigbaar met infuus: doxycycline, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine, hydroxocobalamine, metoclopramide, rocuronium, streptomycine, thiamine. Bijzonderheden verwijderd: Erythromycine mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen over één lijn worden toegediend.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 222
Erythropoetine
Merknaam Epoetine beta, Neorecormon®
Afleveringsvorm - Wegwerpspuit met 1000 IE = 0,3 ml (3333 IE/ml), 4000 IE = 0,3 ml (13,333 IE/ml) en 10.000 IE = 0,6 ml (16,667 IE/ml) erythropoetine
- Patroon met 60.000 IE poeder en oplosmiddel voor injectie (voor Recopen)
F.T.G. Hematopoetische groeifactoren
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund, maximaal 1 ml - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 1-2 minuten (via de
shunt tijdens dialyse)
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden De subcutane toedieningsweg heeft de voorkeur boven de intraveneuze toediening.
Acute reacties Zelden anafylactische reacties.
Bijwerkingen Hypertensie, trombose van de vasculaire toegangsplaats (fistel, shunt), hoofdpijn, convulsies, huidreacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Erythropoetine'
Datum Wijziging
01-04-2004 Epoetine beta vervangt epoetine alfa.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 223
Esketamine
Merknaam Ketanest-S®
Afleveringsvorm - Flacon met 25 mg = 5 ml (5 mg/ml) - Flacon met 250 mg = 10 ml (25 mg/ml) alleen voor ICV’s
F.T.G. Algemene anaesthetica, analgetica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: in minimaal 60 seconden - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp esketamine (5 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: IC I.V.: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- propofol
Onverenigbaar met Infuus - diazepam, fenobarbital, pentobarbital
Bijzonderheden - Esketamine moet onder bewaking van ademhaling en hemodynamische parameters worden toegediend.
Bij lage doseringen tot 0,1 mg/kg en infusie tot 0,1 mg/kg/uur in het kader van postoperatieve pijnbestrijding zijn geen cardiale en respiratoire bijwerkingen te verwachten en kan bewaking van de ademhaling en hemodynamische monitoring achterwege worden gelaten. Wel is geregelde observatie noodzakelijk in verband met het risico op het optreden van hallucinaties. Deze zijn te voorkomen/behandelen met benzodiazepines.
- Esketamine is de linksdraaiende isomeer van ketamine en heeft een 2x zo grote farmacologische activiteit. Hierdoor moet ten opzichte van ketamine de dosering van esketamine worden gehalveerd.
- Om hallucinaties en psychotische reacties tijdens de herstelfase te voorkomen, is gelijktijdig gebruik van benzodiazepinen aan te bevelen.
Acute reacties Voorbijgaande hypertensie en verhoging hartfrequentie.
Bijwerkingen Aritmieën, tachycardie, bradycardie, lichte prikkeling van de ademhaling,
kortdurende voorbijgaande ademhalingsdepressie, psychische stoornissen in de herstelfase, convulsies, extrapiramidale stoornissen, hoofdpijn, sterke speekselsecretie, transpireren, visuele stoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 224
01-04-2009 Bij Bijzonderheden toegevoegd informatie over bijwerkingen bij lage doseringen
01-07-2010 Bij Toedieningsroute toegevoegd: ……(5 mg/ml) en esketamine forte (25 mg/ml).
01-09-2010 Afleveringsvorm: flacon met 250 mg = 10 ml (25 mg/ml) alleen voor ICVC’s.
01-02-2014 Toedieningsroute verwijderd: .. en esketamine forte (25 mg/ml).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 225
Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen
Protocol voor per-/postoperatieve pijnbehandeling.
Bereiden Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Inductiebolus intraveneus: 0,125 - 0,35 mg/kg Onderhoudsdosis: 0,05 – 0,4 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anesthetisch en sterk analgetisch, ademhaling en reflexen blijven behouden, tevens sympathicomimetisch
- Indicatie: pijnbestrijding - Contraindicatie: hypertensie, ernstige vaatafwijkingen, eclampsie,
epilepsie, psychotische afwijkingen, angina pectoris - Bijwerking: hypertensie, prikkeling van de ademhaling, tonisch-clonische
bewegingen, verhoging intracraniale en intraoculaire druk, tachycardieën, psychische stoornissen in de herstelfase
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2004 Gewijzigd van 5 mg/ml naar 25 mg/ml (= onverdund) vanwege de soms hoge doseringen.
01-07-2010 Bereiden: Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml. LET OP: er is ook een spuitenpompprotocol esketamine forte (25 mg/ml). Toedienen via perfusor: Inductiebolus intraveneus 0,125 0,35 mg/kg. Onderhoudsdosis: 0,05-0,4 mg/kg/uur. Eigenschappen geneesmiddel: Indicatie: pijnbestrijding.
01-09-2010 Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen is een protocol voor per-/postoperatieve pijnbehandeling. Er is ook een spuitenpompprotocol esketamine forte (25 mg/ml), deze is bestemd voor de ICV’s.
01-02-2014 Verwijderd (Bereiden): Let op: er is ook een spuitenpompprotocol eketamine forte (25 mg/ml), deze is bestemd voor de ICV’s.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 226
Esketamine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect
Oplaaddosis: 0,25-1 mg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 2,5-15 microg/kg/min Zie doseringsschema esketamine
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anesthetisch en sterk analgetisch, ademhaling en reflexen blijven behouden, tevens sympathicomimetisch
- Indicatie: inleiding en onderhoud van anesthesie; status asthmaticus, niet reagerend op de gebruikelijke therapie
- Contraindicatie: hypertensie, ernstige vaatafwijkingen, angina pectoris, infecties bovenste luchtwegen, psychiatrische ziektebeelden met neiging tot hyperventilatie, epilepsie
- Bijwerking: hypertensie, prikkeling van de ademhaling, tonisch-clonische bewegingen, verhoging intracraniale en intraoculaire druk, tachycardieën, opwinding en desorientatie in de herstelfase
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 227
Esketamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (5 mg/ml) Rekendosering: 8,4 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg
2,5 0,1 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8 0,9 1,5
5 0,1 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 3,0
7,5 0,2 0,5 0,9 1,4 1,8 2,3 2,7 4,5
10 0,2 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 3,6 6,0
12,5 0,3 0,8 1,5 2,3 3,0 3,8 4,5 7,5
15 0,4 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 5,4 9,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 228
Esmolol
Merknaam Brevibloc®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) esmolol-hydrochloride
F.T.G. ß-blokkers
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (10 mg/ml), in 15-30 seconden. - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp esmolol
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, amiodaron, ampicilline, benzylpenicilline, calciumchloride, cefazoline, ceftazidim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, co-trimoxazol, digoxine, dopamine, enalaprilaat, erythromycine, famotidine, fentanyl, fenytoine, fosfaat, gentamicine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, metronidazol, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, piperacilline, propofol, ranitidine, streptomycine, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Infuus - atracurium, dobutamine, heparine, theofylline
Onverenigbaar met Y-site - furosemide Infuus - diazepam, procainamide, thiopental
Bijzonderheden - Esmolol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- Esmolol kan pijn en tromboflebitis veroorzaken op de plaats van injectie.
Acute reacties Roodheid op injectieplaats. Zelden, ten gevolge van extravasatie: huidnecrose.
Bijwerkingen Hypotensie, transpireren, misselijkheid, braken, hoofdpijn, ontstekingen, bradycardie, post-operatieve bronchospasmen. Zelden: angst, verminderde eetlust, obstipatie, urineretentie, oedemen, benauwdheid, spraakstoornissen, visusstoornissen, koortsperioden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esmolol'
Datum Wijziging
01-02-2005 Extra waarschuwing van de fabrikant dat onverdund toedienen van het concentraat (2500 mg=10 ml) kan leiden tot ernstig en soms dodelijk hartfalen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 229
01-02-2008 Ampullen 2500 mg = 10 ml concentraat uit de handel.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 230
Esmolol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 5 ampullen (50 ml = 500 mg) op, onverdund. De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect - Oplaaddosis: 500 microg/kg in 1 minuut - Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 20-50 ml/uur (50-200
microg/kg/min volgens onderstaand schema: A: 50 microg/kg/min gedurende 4 minuten, indien voldoende effect pompstand handhaven. B: Indien onvoldoende effect, oplaaddosis herhalen en verdergaan bij A, waarbij de onderhoudsdosis steeds met 50 microg/kg/min verhoogd wordt (maximaal 200 microg/kg/min))
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart,
vermindert het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik met een halfwaardetijd van ongeveer 9 minuten
- Indicatie: supraventriculaire tachycardie, sinustachycardie - Contraindicatie: 'Sick-sinus'-syndroom, 2e- en 3e graads AV-blok - Bijwerking: hypotensie, bradycardie, transpireren, misselijkheid, hoofdpijn,
tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esmolol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2008 Ampullen 2500 mg = 10 ml uit de handel.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 231
Esomeprazol
Merknaam Nexium®
Afleveringsvorm Ampul met 40 mg esomeprazol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Secretieremmende middelen, protonpompremmers
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Los 40 mg esomeprazol op in 5 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 8 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in minimaal 3 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan maximaal 100 ml NaCl
0,9% in 10-30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 12 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Esomeprazol mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- De pH van de oplossing is ongeveer 10-11. - De stabiliteit van de esomeprazol is afhankelijk van de pH. Daarom mogen
geen andere oplossingen anders dan NaCl 0.9% gebruikt worden voor de bereiding en mag het volume waarin 1 ampul wordt opgelost niet groter zijn dan 100 ml en niet kleiner dan 5 ml.
Acute reacties Zelden: urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen, koorts, erythema
multiforme, interstitiële nefritis.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, hoofdpijn. Ten gevolge van hoge doseringen: visus- en gehoorstoornissen, koortsaanvallen, vasculitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esomeprazol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 232
Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 40 mg esomeprazol op in 50 ml NaCl 0,9% De concentratie is 0,8 mg/ml
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp De toedieningssnelheid is 8 mg/uur (pompstand: 10 ml/uur)
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: remming van de maagzuursecretie - Indicatie: ulcus duodeni, ulcus ventriculi, reflux-oesophagitis - Bijwerking: hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik,
flatulentie, huidreacties, duizeligheid, koorts, wazig zien
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-05-2010 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 233
Ethanol 96%
Merknaam Alcohol 96%
Afleveringsvorm Ampul met 3,8 gram = 5 ml. Bevat per ml: 0,96 ml ethanol, overeenkomend met 775 mg
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een concentratie van 100 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Bijzonderheden Ethanol wordt toegepast in de behandeling van methanol- en ethyleenglycolintoxicaties. Gestreefd wordt naar een plasmaconcentratie van 1000 mg/l (= 1 promille). Meestal is eerst een oplaaddosis nodig.
Bijwerkingen Tromboflebitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ethanol 96%'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-05-2011 Ethanol 96% (was 97%). Merknaam en afleveringsvorm aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 234
Etomidaat
Merknaam Etomidaat Lipuro®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 10 ml (2 mg/ml) etomidaat, emulsie voor injectie
F.T.G. Algemene anaesthetica
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 30 seconden
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden - Om spiertrekkingen te voorkomen dient vóór de toediening van etomidaat, diazepam (im/iv) te worden toegediend. Diazepam dient im 1 uur en iv 10 minuten voor etomidaat gegeven te worden
- Schudden voor gebruik - Etomidaat mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen toegediend
worden
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: bronchospasmen, anafylactische reacties. Met name bij hoge dosis: apnoe
Bijwerkingen Spiertrekkingen, ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Etomidaat'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2013 Bijzonderheden, tekst aangepast: - Om spiertrekkingen te voorkomen dient vóór de toediening van etomidaat, diazepam (im/iv) te worden toegediend. Diazepam dient im 1 uur en iv 10 minuten voor etomidaat gegeven te worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 235
Parenteralia F
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 236
Factor VII
Merknaam Proconvertine
Afleveringsvorm Flacon met 600 IE factor VII
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden - Los 600 IE factor VII op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 60 IE/ml - Zet de flacon met oplosmiddel bovenop de flacon met factor VII met
behulp van de transfernaald - Het oplosmiddel wordt door het vacuum naar de flacon met factor VII
toegetrokken - Verwijder de naald uit de flacon met factor VII en zwenk voorzichtig totdat
al het poeder is opgelost - Steek de bijgeleverde ontluchtingsnaald in de flacon om eventueel
ontstaan schuim te laten verdwijnen. Verwijder deze naald - Trek voor toedienen de benodigde vloeistof op met behulp van de
bijgeleverde filternaald
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: in 2-5 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid Direct na reconstitutie toedienen
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, dyspnoe, trombo-embolische complicaties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 237
Factor VII, eptacog alfa
Merknaam NovoSeven®, Eptacog alfa
Afleveringsvorm Flacon met 50 KIE (1 mg) en flacon met 250 KIE (5 mg) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Het bijgeleverde oplosmiddel bevat histidine, zoutzuur, natriumhydroxide en water voor injecties
Bereiden Los 50 KIE (1 mg) factor VII op in 1,1 ml oplosmiddel. De concentratie is 50 KIE/ml (1 mg/ml). Los 250 KIE (5 mg) factor VII op in 5,2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-5 minuten toedienen. Factor VII moet met behulp van bijgeleverde wegwerpspuit worden toegediend
- Als continu infuus: zie spuitenpompprotocol voor volwassenen
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C in bijgeleverde wegwerpspuit
Bijzonderheden - Eptacog alfa mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- 1 KIE factor VII is gelijk aan 1000 IE (Internationale Eenheden). - NovoSeven® is geproduceerd door middel van recombinant DNA-
technologie. - Het bijgevoegde oplosmiddel dient voorzichtig aan het poeder te worden
toegevoegd - Na toevoegen mengen door middel van zwenken in plaats van schudden
Acute reacties Allergische reacties.
Bijwerkingen Arteriële of veneuze trombotische complicaties, bloedingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2003 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII, eptacog alfa'
Datum Wijziging
01-12-2006 Overgegaan op 1,2 mg omdat hiermee voor alle gewichtscategorieën de dosering zonder spillage kan plaatsvinden.
01-12-2008 De afleveringsvorm is gewijzigd in 50 KIE (1 mg), zie ook wijziging bij bereiden.
01-10-2009 Toegevoegd aan afleveringsvorm: flacon met 250 KIE (5 mg) poeder voor injectievloeistof, zie ook toevoeging bij Bereiden.
01-07-2011 Bereiden: Los 50 KIE (1 mg) factor VII op in 1,1 ml oplosmiddel. Los 250 KIE (5 mg) factor VII op in 5,2 ml oplosmiddel. Toedieningsroute: Factor VII moet met behulp van bijgeleverde wegwerpspuit worden toegediend. Bijzonderheden: Eptacog alfa mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
01-11-2011 Oplosmiddel gewijzigd: Het bijgeleverde oplosmiddel bevat histidine, zoutzuur, natriumhydroxide en water voor injecties. Bij Toedieningsroute toegevoegd: Als continu infuus. Zie spuitenpompprotocol voor volwassenen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 238
01-02-2012 Bijzonderheden: - Het bijgevoegde oplosmiddel dient voorzichtig aan het poeder te worden toegevoegd. – Na toevoegen mengen door middel van zwenken in plaats van schudden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 239
Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 4 ampullen van 5 mg op in het bijgeleverde oplosmiddel. Trek op in een spuit De oplossing bevat 20 ml = 20 mg eptacog (1 mg/ml) Bereken de gewenste pompstand aan de hand van de dosering per 24 uur
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen zijn 15-40 microgram/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel -
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 240
Factor VIII
Merknaam Octocog, Advate®
Afleveringsvorm Flacon met 500 IE en 1000 IE factor VIII poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 500 IE en 1000 IE factor VIII op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 100 IE/ml respectievelijk 200 IE/ml. Om schuimvorming te voorkomen dient de flacon tijdens het oplossen niet te worden geschud.
Toedieningsroute Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 1000 IE/minuut
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 3 uur bij 20°C Bewaren van de oplossing bij 4°C kan tot neerslagvorming leiden.
Bijzonderheden - Factor VIII mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Advate® is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie en is plasma- en albuminevrij.
- Het kan tot 10 minuten duren, tot het poeder volledig is opgelost. - Voor en tijdens toediening moet de polsslag bewaakt worden. Verlaag bij
een significante stijging van de polsslag de toedieningssnelheid tot de symptomen verdwijnen of onderbreek tijdelijk de toediening.
- Advate mag gedurende een periode van maximaal 6 maanden bij kamertermperatuur (max 25°C) bewaard worden. Na bewaren bij kamertemperatuur niet opnieuw in de koelkast bewaren.
Acute reacties Allergische reacties als urticaria, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ontsteking op injectieplaats, koorts, misselijkheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VIII'
Datum Wijziging
01-04-2004 Recombinate® is vervangen door Advate® , dat eveneens is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, maar dat tevens plasma- en albuminevrij is.
01-12-2004 Toedieningsroute gewijzigd: intraveneus als injectie en onverdund.
01-08-2007 Aafact is verwijderd. Verder een wijziging bij de concentratie (kopje Bereiden) en een toevoeging bij het kopje Bijzonderheden over bewaking van de polsslag.
01-05-2010 Bijzonderheden toegevoegd: Advate mag gedurende een periode van maximaal 6 maanden bij kamertermpertuur (max 25°C) bewaard worden. Na bewaren bij kamertermperatuur niet opnieuw in de koelkast bewaren.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 241
Factor VIII/von Willebrandfactor
Merknaam Haemate P®
Afleveringsvorm Ampul met 250, 500 en 1000 IE factor VIII + 600, 1200 en 2400 IE von Willebrandfactor, ristocetine-cofactor, poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Breng de flacon met poeder voor injectievloeistof en het oplosmiddel op kamertemperatuur voor oplossen. Los 250, 500 of 1000 IE Factor VIII/von Willebrandfactor op in 5, 10 of 15 ml oplosmiddel. De concentratie per ml is respectievelijk 50/120 IE, 50/120 IE en 67/160 IE Factor VIII/von Willebrandfactor. Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden, om schuimvorming te voorkomen.
Toedieningsroute - Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4 ml/minuut
- Intraveneus als infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4 ml/minuut
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Infusie: VPK
Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen.
Bijzonderheden - Factor VIII/von Willebrandfactor mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend
Naflushen kan eventueel met water voor injectie - Het kan tot 10 minuten duren, totdat het eiwit volledig is opgelost tot een
heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing - In verband met de eventuele aanwezigheid van enige niet geheel
opgeloste vlokjes is het noodzakelijk de oplossing ofwel door een filternaald te filtreren, waarna deze direct intraveneus kan worden toegediend, ofwel toe te dienen met behulp van een toedieningssysteem dat voorzien is van een filter
Haemate P: filter wordt bijgeleverd bij verpakking
Acute reacties Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen of frequente toediening: hemolyse. Ten gevolge van langdurig gebruik: antistoffen tegen antihemofiliefactor.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VIII/von Willebrandfactor'
Datum Wijziging
01-06-2008 Afleveringsvorm is uitgebreid met 1000 IE. Bereiden: oplossen in 5, 10 of 15 ml oplosmiddel. De concentratie per ml is resp. 50/120, 50/120 en 67/160 IE.
01-07-2012 Bijzonderheden toegevoegd: Naflushen kan eventueel met water voor injectie. Haemate P: filter wordt bijgeleverd bij verpakking.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 242
Factor IX
Merknaam Benefix®, Nonacog alfa
Afleveringsvorm Flacon met 500, 1000 en 2000 IE factor IX, recombinante stollingsfactor IX, poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Breng de flacon met poeder voor injectievloeistof en het oplosmiddel op kamertemperatuur voor oplossen. Los 500, 1000 en 2000 IE factor IX op in resp. 5, 10 en 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 100 IE/ml. Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden, om schuimvorming te voorkomen.
Toedieningsroute Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4 ml/minuut
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 3 uur bij 20°C
Bijzonderheden Factor IX mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties Allergische reacties.
Bijwerkingen Brandend gevoel in kaak en schedel, ijlhoofdigheid, veranderde smaakzin, hoofdpijn, duizeligheid, droge hoest/niezen, koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor IX'
Datum Wijziging
01-03-2013 Afleveringsvorm en Bereiden: toegevoegd 2000 IE factor IX.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 243
Fenobarbital
Merknaam Fenobarbital
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) fenobarbital (als natriumzout)
F.T.G. Anti-epileptica, barbituraten
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 50 mg/minuut - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van maximaal 1 mg/ml Kinderen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 30 mg/minuut - Intraveneus als infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 0,5 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 1 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
I.V.: VPK-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden - Fenobarbital mag niet tegelijk worden toegediend met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
- Fenobarbital is opgelost in een mengsel van propyleenglycol, alcohol en water. Verdunnen in een te klein volume kan resulteren in het neerslaan van fenobarbital.
- Intramusculaire toediening heeft niet de voorkeur: de injectie is pijnlijk. - De pH van de oplossing is ongeveer 8.
Bijwerkingen Ten gevolge van snelle intraveneuze injectie: ademhalingsdepressie, laryngospasme, hypotensie, apnoe, shock.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenobarbital'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 244
Fenol in water
Merknaam Fenol in water
Afleveringsvorm Ampul met 300 mg = 5 ml (60 mg/ml, 6%) fenol in water injectievloeistof
F.T.G. Neurolytica
Toedieningsroute Perineuraal, epiduraal: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijwerkingen Ten gevolge van absorptie: tremoren, convulsies, albuminerie, shock.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenol in water'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 245
Fentanyl
Merknaam Fentanyl
Afleveringsvorm Ampul met 100 microg = 2 ml en 500 microg = 10 ml (50 microg/ml) fentanyl (als diwaterstofcitraat)
F.T.G. Analgetica, opioiden
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp fentanyl
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: G-VPK
Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- ampicilline, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, cefuroxim, clindamycine, dexamethason, dexmedetomidinehydrochloride, digoxine, dobutamne, dopamine, enalaprilaat, esmolol, furosemide, gentamicine, hydrocortison, labetalol, levofloxacine, lorazepam, milrinon, natriumbicarbonaat, nicardipine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, propofol, ranitidine, remifentanyl, rocuronium, theofylline, thiopental, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Infuus - atracurium, atropine, bupivacaine, chloorpromazine, cimetidine,
droperidol, epinefrine, heparine, kaliumchloride, metoclopramide, midazolam, morfine, pethidine, promethazine, ropivacaine, scopolamine
Onverenigbaar met Infuus
- fluorouracil, pentobarbital
Bijzonderheden - Fentanyl dient onder bewaking van de ademhaling en circulatie te worden toegediend.
- Fentanyl valt onder de bepalingen van de Opiumwet. - Intramusculaire toediening met 1-2 ml fentanyl is mogelijk.
Acute reacties Urticaria, pruritus, anafylactische reacties, bronchospasmen.
Bijwerkingen Spierrigiditeit, ademhalingsdepressie, apnoe, hypotensie, bradycardie, misselijkheid, braken, duizeligheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl'
Datum Wijziging
01-04-2006 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: propofol.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 246
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: dexmedetomidinehydrochloride, levofloxacine, lorazepam, nicardipine, remifentanyl, rocuronium. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: ropivacaine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 247
Fentanyl, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 1 tot 5 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken, onverdund De eindconcentratie is 50 microg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosering: 2-10 ml, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 1-6 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening - Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding - Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis - Bijwerking: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, spierrigiditeit,
misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 248
Fentanyl, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 100 microg = 2 ml fentanyl toe aan 8 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 10 microg/ml, 10 ml > 5 kg: Onverdund toedienen, trek 1-5 ampullen op (afhankelijk van de pompstand). De eindconcentratie is 50 microg/ml.
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. < 5 kg: Oplaaddosering: 2-3 microg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 1-5 microg/kg/uur > 5 kg: Oplaaddosering: 2-3 microg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 1-5 microg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening - Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding - Contraindicatie: slechte longfuctie, voorzichtigheid bij myasthenia gravis - Bijwerking: ademhalingsdepressie, apnoe, bradycardie, hypotensie,
spierrigiditeit, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 249
Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 microg/ml) Rekendosering: 1 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0
5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 250
Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (50 microg/ml) Rekendosering: 5 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1,0
2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,2 2,0
3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 1,8 3,0
4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 2,4 2,4 4,0
5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,0 5,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 251
Fentanyl/droperidol
Merknaam Thalamonal®
Afleveringsvorm Ampul met 0,1/5 mg = 2 ml (0,05/2,5 mg/ml) fentanyl (als diwaterstofcitraat)/droperidol
F.T.G. Algemene anaesthetica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1
ml/minuut (= 0,05/2,5 mg)
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: IC-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- heparine, hydrocortison, kaliumchloride Infuus - natriumbicarbonaat, scopolamine
Onverenigbaar met Infuus - heparine, pentobarbital
Bijzonderheden - Valt onder de bepalingen van de Opiumwet. - Bevat mannitol en wijnsteenzuur. - Fentanyl heeft een werkingsduur van 30 minuten en droperidol van 4-8
uur.
Acute reacties Zelden: urticaria, pruritus, bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ademdepressie, bradycardie, orthostatische hypotensie, bronchospasmen, spierrigiditeit, extrapiramidale verschijnselen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl/droperidol'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 252
Fentolamine
Merknaam Regitine®
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) fentolamine-mesilaat
F.T.G. Sympathicolytica
Toedieningsroute - Subcutaan: bij extravasatie van sympathicomimetica, 5-10 mg in 10 ml NaCl 0,9%
- Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%, de
toedieningssnelheid is 0,1-2 mg/minuut, toedienen op geleide van de bloeddruk
- Intracaverneus: in combinatie met papaverine
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau S.C.: arts I.M./I.V.: IC-arts Intracaverneus: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amiodaron Infuus - dobutamine, norepinefrine, papaverine, verapamil
Onverenigbaar met IJzerzouten, alkalische oplossingen
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reakties veroorzaken. - Fentolamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Acute reacties Hypotensie.
Bijwerkingen Tachycardie, aritmieën. Zelden: myocardinfarct, cerebrovasculaire spasme en afsluiting (vooral door hypertensieve periodes), angineuze pijnen. Na intracaverneuze toediening: priapisme, paresthesieën, oppervlakkige hematoma, orgasme- en ejaculatiestoornissen, fibrose. Duizeligheid, zwakte, misselijkheid, braken, diarree, congestie van neusslijmvlies, plotselinge roodheid van het gezicht. Zelden: pijn op de borst.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentolamine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%, de toedieningssnelheid is 0,1-2 mg/minuut, toedienen op geleide van de bloeddruk.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 253
Fenylefrine
Merknaam Fenylefrine
Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) fenylefrine-hydrochloride
F.T.G. Sympathicomimetica
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 0,02-1 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK I.V.: G-VPK-arts Infusie: G-VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- famotidine, haloperidol, zidovudine Infuus - amiodaron, benzylpenicilline, calciumgluconaat, chlooramfenicol,
dobutamine, doxapram, fenobarbital, heparine, kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, natriumbicarbonaat
Onverenigbaar met Fenytoine, thiopental
Bijwerkingen Hypertensie, braken, hoofdpijn, reflexbradycardie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenylefrine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 254
Fenytoine
Merknaam Epanutin®
Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 5 ml (50 mg/ml) fenytoine-natrium
F.T.G. Anti-epileptica, anti-aritmica
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: langzaam toedienen, toedieningssnelheid
niet hoger dan 50 mg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50-100 ml NaCl 0,9%
(maximale concentratie is 10 mg/ml) toedienen. Toedienen onmiddellijk na klaarmaken en binnen 1 uur voltooid. De infuusoplossing dient niet gekoeld te worden
Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% tot een
concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 10 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 1 uur toedienen. Bij 4°C kan
fenytoine in infuusvloeistof uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Fenytoine dient niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen te worden toegediend.
- De pH is ±12. Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Iedere intraveneuze toediening dient gevolgd te worden door toediening van fysiologisch zout.
- Bevat 0,2 mmol natrium per ml. - Bevat tetraglycol en natriumedetaat. - Wanneer de injectievloeistof wordt toegevoegd aan infusievloeistoffen, kan
fenytoine neerslaan. Indien niet helder, niet toedienen.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, allergische reacties.
Bijwerkingen Tromboflebitis, cardiovasculaire collaps, koorts, duizeligheid, ataxie, nystagmus, spraakstoornissen, tremor van de handen. Ten gevolge van te snelle toediening: hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenytoine'
Datum Wijziging
01-12-2008 Wijziging merknaam in Diphantoine®
01-01-2011 Merknaam: Epanutin. Toedieningsroute Volwassenen: Intraveneus als bolusinjectie: langzaam toedienen, toedieningssnelheid niet hoger dan 50 mg per minuut. Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50-100 ml NaCl 0,9% (maximale concentratie is 10 mg/ml) toedienen. Toedienen onmiddellijk na klaarmaken en binnen 1 uur voltooid. De infuusoplossing dient niet gekoeld te worden. Kinderen: (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 10 mg/ml). Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 1 uur toedienen. Bijzonderheden: De pH is ±12. Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Iedere intraveneuze toediening dient gevolgd te worden door toediening van fysiologisch zout. Bevat tetraglycol en natriumedetaat.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 255
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 256
Ferricarboxymaltose Zie IJzer(III)carboxymaltose
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-05-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ferricarboxymaltose'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 257
Fibrinogeen
Merknaam Haemocomplettan®P
Afleveringsvorm Flacon met 1 g fibrinogeen
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Water voor injecties (50 ml)
Bereiden Los 1gram fibrinogeen op in 50 ml water voor injecties. De concentratie bedraagt tenminste 18 mg/ml.
Toedieningsroute Intraveneus via injectie of infuus. De injectie- of infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na het oplossen dient het product onmiddellijk toegediend te worden.
Infuusvloeistoffen Water voor injecties
Bijzonderheden - Fibrinogeen mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen en moet via een aparte infusielijn toegediend worden
- In geval van patiënten met een neiging tot overgevoeligheidsreacties, dienen antihistaminica en corticosteroïden profylactisch toegediend te worden
- Patiënten aan wie fibrinogeen is toegediend, dienen nauwkeurig te worden geobserveerd met betrekking tot tekenen van trombose of intravasale stolling (DIC+disseminated intravascular coagulation)
- Regelmatige bepaling van de plasma fibrinogeenspiegel tijdens de behandeling is aangewezen om overdosering te voorkomen
Acute reacties Allergische/anafylactische reacties, trombose of intravasale stolling
Bijwerkingen Allergische of anafylactische reacties en/of verhoging lichaamstemperatuur,
trombo-embolische complicaties (waaronder myocardinfarct en longembolie)
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fibrinogeen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 258
Filgrastim
Merknaam G-CSF, Zarzio®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 300 microgram = 0,5 ml filgrastim
F.T.G. Hematopoetische groeifactoren
Toedieningsroute Volwassenen - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml glucose 5% tot
een concentratie van tenminste 2 microg/ml, in 30 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een
concentratie van minimaal 2 microg/ml, in 24 uur - Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum
albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml. Kinderen - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% tot een
concentratie van 15 microg/ml, in 30 minuten (minimale concentratie is 2 microg/ml)
- Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml.
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.V.: VPK
Houdbaarheid In de koelkast bewaren.
Flacons mogen maximaal 6 uur buiten de koelkast bewaard worden. Na verdunnen in glucose 5%: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, amikacine, ampicilline, bleomycine, bumetanide, buprenorfine, calciumgluconaat, carboplatin, carmustine, cefazoline, ceftazidim, chloorpromazine, cimetidine, cisplatine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, daunorubicine, dexamethason, doxorubicine, doxycycline, droperidol, enalaprilaat, famotidine, fluconazol, fludarabine, folinezuur, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, hydrocortison, idarubicine, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, melfalan, mercapto-ethaansulfonzuur, methotrexaat, metoclopramide, mitoxanthrone, morfine, natriumbicarbonaat, netilmicine, ondansetron, pethidine, promethazine, ranitidine, theofylline, tobramycine, vancomycine, vinblastine, vincristine, zidovudine
Onverenigbaar met Y-site
- amfotericine B, cefotaxim, ceftriaxon, cefuroxim, clindamycine, dactinomycine, etoposide, fluorouracil, furosemide, heparine, mannnitol, methylprednisolon, metronidazol, mitomycine, piperacilline, thiotepa
Infuus - natriumchloride
Bijzonderheden - Bevat polysorbaat en mannitol. - Subcutane toediening verdient de voorkeur.
Acute reacties Zelden: allergische reacties, irritatie rond injectieplaats.
Bijwerkingen Spier- en skeletpijn, dysurie, leverfunctiestoornissen, hypotensie, ontsteking van de huidvaten, proteïnurie en hematurie. Zelden: mictiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 259
Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Filgrastim'
Datum Wijziging
01-03-2010 Afleveringsvorm is gewijzigd van flacon in wegwerpspuit met 300 microgram = 0,5 ml. filgrastim. Bij Houdbaarheid toegevoegd: In de koelkast bewaren.
01-11-2011 Merknaam veranderd: Zarzio, was Neupogen
01-01-2013 Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter.
01-02-2014 Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen: Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 260
Flecainide
Merknaam Tambocor®
Afleveringsvorm Ampul met 150 mg = 15 ml (10 mg/ml) flecaïnide-acetaat
F.T.G. Anti-aritmica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 2 mg/kg, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/10 minuten
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5% in tenminste 10 minuten. De toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/10 minuten
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp flecaïnide
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Kaliumchloride
Onverenigbaar met Natriumchloride, Ringerlactaat
Bijzonderheden Flecainide moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG
worden toegediend.
Acute reacties Flushing.
Bijwerkingen Duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, visusstoornissen, dyspnoe, vermoeidheid, tremor, nervositeit, aritmieën, angina pectoris.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide'
Datum Wijziging
01-02-2004 Bij toedieningsroute toegevoegd: Intraveneus als kortlopend infuus.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 261
Flecainide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (15 ml=150 mg) met 35 ml glucose 5% De eindconcentratie is 3 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren volgens schema in afnemende dosering, op geleide van het effect Zie doseringsschema flecainide
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de prikkeldrempel van het hart, vertraagt de prikkelgeleiding en verlengt de refractaire periode, negatief inotroop
- Indicatie: o.a. bij ventriculaire tachycardie en extrasystolie, AV-nodale re-entry tachycardie, WPW syndroom en andere stoornissen met anomale bundels en antero- of retrograde geleiding
- Contraindicatie: ernstige of manifeste decompensatio cordis - Bijwerkingen: duizeligheid, visusstoornissen, paresthesieën, flushing,
misselijkheid en braken. Bij hoge dosering kan de contractiekracht afnemen en kan hypotensie optreden
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 262
Flecainide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 3 mg/ml ml/uur
Looptijd (min) mg/kg/uur bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
0 - 30 2 33 40 47 53 60
30 - 90 1,5 25 30 35 40 45
> 90 0,25 4 5 6 7 8
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 263
Flucloxacilline
Merknaam Floxapen®
Afleveringsvorm Flacon met 250 mg en 1000 mg flucloxacilline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Smal-spectrum penicillinen, penicillinase ongevoelig
Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor kortlopende of continue infusie mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eind-concentratie
mg ml ml mg/ml
I.M. 250 1,5 1,7 150
I.M. 1000 3,0 3,7 270
I.V./Infusie 250 5 5 50
I.V./Infusie 1000 20 20 50
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, langzaam
- Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-4 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15-30 minuten - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen - Intrapleuraal: 500 mg in 5-10 ml NaCl 0,9% - Intra-articulair: 500 mg in 2-4 ml water voor injecties
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C en 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Amoxicilline, bumetanide, cefuroxim, cimetidine, dexamethason, digoxine,
epinefrine, heparine, hydrocortison, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, metronidazol, natriumbicarbonaat, ranitidine
Onverenigbaar met Y-site - aminoglycosiden, pethidine Infuus - amiodaron, benzylpenicilline, buprenorfine, calciumgluconaat,
chloorpromazine, ciprofloxacine, diazepam, dobutamine, erythromycine, metoclopramide, morfine, ofloxacine, promethazine, verapamil
Bijzonderheden - Aan flucloxacilline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie
lidocaine 0,5-1% worden toegevoegd. - Bevat 2,2 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria, pruritus, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree. Ten gevolge van hoge doseringen: neutropenie, leukopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 264
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline'
Datum Wijziging
01-02-2003 Toevoeging in bereidingstabel kinderen 10 ml toe te voegen water
01-04-2003 Bij het bereiden en de toedieningsroute kan voor volwassenen en kinderen hetzelfde worden aangehouden
01-04-2004 Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp.
01-09-2011 Toegevoegd bij Oplosmiddel: Alleen voor kortlopende of continue infusie mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 265
Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 3 flacons (= 3 g) flucloxacilline op in 3x 10 ml water voor injecties. Vul aan met 18 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 62,5 mg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld Gebruikelijke pompstand is: 4 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: bactericide antibioticum - Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen - Contraindicatie: overgevoeligheid - Bijwerking: thromboflebitis, anafylactische reacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 266
Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 3 g (62,5 mg/ml)
pompstand dosering
ml/uur g/24 uur
2,7 4
4,0 6
5,3 8
6,7 10
8,0 12
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 267
Fluconazol
Merknaam Diflucan®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 50 ml (2 mg/ml) fluconazol
F.T.G. Antimycotica
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in tenminste 5 minuten, de
toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, benzylpenicilline, chloorpromazine, cimitidine, dexamethason, dobutamine, dopamine, droperidol, fenytoine, filgrastim, folinezuur, foscarnet, ganciclovir, hydrocortison, metoclopramide, metronidazol, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, promethazine, tobramycine, vancomycine, zidovudine
Infuus - aciclovir, amikacine, gentamicine, heparine, kaliumchloride, metronidazol,
morfine, theofylline
Onverenigbaar met Amfotericine, ampicilline, calciumgluconaat, cefalosporinen, chlooramfenicol, clindamycine, co-trimoxazol, diazepam, digoxine, erythromycine, furosemide, haloperidol, imipenem, pentamidine, piperacilline, ticarcilline
Bijzonderheden - Fluconazol kan zo nodig verdund worden met infuusvloeistof. - Bevat 7,5 mmol natrium per flacon.
Acute reacties Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Misselijkheid, buikpijn, diarree, hoofdpijn, huiduitslag.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluconazol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 268
Flucytosine
Merknaam Flucytosine®
Afleveringsvorm Flacon met 2500 mg = 250 ml (10 mg/ml) flucytosine
F.T.G. Antimycotica
Toedieningsroute Volwassenen en kinderen Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum op verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Flucytosine kan zo nodig verdund worden. - Bij het begin van de behandeling dienen bloedbeeld, leverfunctie en
nierfunctie dagelijks te worden gecontroleerd. - Flucytosine wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneaal dialyse. - Bij combinatie van flucytosine met amfotericine B is de kans op
bijwerkingen vergroot. - Bevat 35 mmol natrium per flacon. - Flucytosine dient te worden bewaard tussen 18°C en 25°C. - Bewaren beneden 18°C kan uitvlokking ten gevolge hebben. Deze kan
worden opgeheven door verwarming gedurende ten hoogste 30 minuten tot maximaal 80°C. Bewaren boven 25°C kan omzetting in het cytostaticum 5-fluorouracil bewerkstelligen (niet zichtbaar).
Acute reacties Exantheem, foto-allergische reacties.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hallucinaties, trombocytopenie, leukopenie, leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucytosine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 269
Flufenazine
Merknaam Anatensol®
Afleveringsvorm Ampul respectievelijk flacon met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) flufenazine-decanoaat
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat sesamolie als oplosmiddel en benzylalcohol als conserveermiddel. - Flufenazine kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken. - Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 3 tot 4 weken.
Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, slaperigheid, sufheid, fotosensibilisatie, gewichtstoename, orthostatische hypotensie, gynaecomastie, hyperprolactinemie (galactorroe, amenorroe), impotentie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flufenazine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 270
Flumazenil
Merknaam Anexate®
Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 5 ml (0,1 mg/ml) flumazenil
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: 0,2 mg, in 15 seconden - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp flumazenil
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: G-VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden - Omdat na 1-3 uur het effect van de benzodiazepine kan terugkeren (halfwaardetijd is één uur), is bewaking van de patiënt gedurende enkele uren na toediening noodzakelijk.
- Flumazenil kan zo nodig verdund worden met de toegestane infuusvloeistoffen.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken. Ten gevolge van snelle injectie: angstgevoelens,
hartkloppingen, gevoelens van bedreiging, koude rillingen. Met name bij epileptici of nitrazepam gebruikers: convulsies.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flumazenil'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 271
Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 4 tot 5 ampullen op, afhankelijk van de pompstand, onverdund De eindconcentratie is 0,1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: aanvankelijk 0,1–0,3 mg onderhoudsdosis 0,1–0,4 mg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: benzodiazepine antagonist - Indicatie: bij overdosering van benzodiazepines - Contraindicatie: epilepsie. Voorzichtigheid is geboden bij
nitrazepamgebruikers - Bijwerking: misselijkheid en braken
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 272
Fluoresceine
Merknaam Fluoresceine
Afleveringsvorm Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) fluoresceine-dinatrium
F.T.G. Diagnostica
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, snel spuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Wordt uitsluitend toegepast in de oogheelkunde. - Extravasatie is zeer pijnlijk.
Acute reacties Urticaria, anafylactische shock.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hypersalivatie, rinorroe, koorts, trombocytopenie, pulmoniar oedeem.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluoresceine'
Datum Wijziging
01-09-2012 Afleveringsvorm gewijzigd: Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) fluoresceïne-dinatrium.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 273
Flupentixol
Merknaam Fluanxol Depot®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) flupentixol-decanoaat in olie
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat sesamolie als oplosmiddel. - Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 2 weken. - Flupentixol mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen worden
toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, initiatiefverlies, vermoeidheid, onrust, slapeloosheid, droge mond, visusstoornissen, gewichtstoename, obstipatie, diarree, hyperprolactinemie (galactorroe, amenorroe), impotentie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flupentixol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 274
Fluspirileen
Merknaam Imap®
Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 1 ml (2 mg/ml) fluspirileen
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat benzylalcohol, polysorbaat en polyvinylpyrrolidon (povidon, PVP). - Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 1 week.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria.
Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, wazig zien, hypotensie, initiatiefverlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, slapeloosheid, angst, gewichtstoename.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluspirileen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 275
Folinezuur
Merknaam Calciumfolinaat, Rescuvolin®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) folinezuur (als calciumzout)
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of
glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/minuut - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/minuut Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam, de
toedieningssnelheid is maximaal 3 mg/kg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 2 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- bleomycine, cyclofosfamide, doxorubicine, filgrastim, fluconazol, fluorouracil, furosemide, heparine, metoclopramide, mitomycine, piperacilline, vinblastine, vincristine
Infuus - cisplatine, furosemide
Onverenigbaar met Y-site - natriumbicarbonaat Infuus - droperidol, foscarnet
Bijzonderheden - Folinezuur wordt toegepast ter vermindering van de toxiciteit van methotrexaat en in combinatie met 5-fluorouracil. In combinatie met 5-fluoruoracil wordt de werking van 5-fluorouracil versterkt.
- Cave: verwisseling met foliumzuur! - De ampullen moeten donker bewaard worden, na verdunnen hoeft de
infusievloeistof gedurende de houdbaarheidstermijn van 24 uur niet donker bewaard te worden.
Acute reacties Allergische reacties.
Bijwerkingen Koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Folinezuur'
Datum Wijziging
01-12-2003 Aanvulling bij het kopje Bijzonderheden over de houdbaarheid van de ampullen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 276
01-06-2009 Merknaam Leucovorin is veranderd in Rescuvolin
01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 277
Foscarnet
Merknaam Foscavir®
Afleveringsvorm Flacon met 6 gram = 250 ml (24 mg/ml) foscarnetnatrium
F.T.G. Antivirale middelen
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund (centrale toediening) of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 12 mg/ml (perifere toediening), in tenminste 1-2 uur
- Intraveneus als langlopend infuus: onverdund (centrale toediening) of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 12 mg/ml (perifere toediening)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dexamethason, dopamine, erythromycine, fenytoine, fluconazol, flucytosine, furosemide, gentamicine, heparine, hydrocortison, imipenem, metoclopramide, metronidazol, morfine, piperacilline, ranitidine, tobramycine, theofylline
Onverenigbaar met Aciclovir, amfotericine B, calciumzouten, co-trimoxazol, diazepam,
dobutamine, droperidol, folinezuur, ganciclovir, glucose 30%, haloperidol, lorazepam, midazolam, pentamidine, promethazine, Ringerlactaat, vancomycine
Bijzonderheden Foscarnet moet onder bewaking van de nierfunctie worden toegediend. De dosering moet aan de nierfunctie worden aangepast. Nefrotoxiciteit kan worden beperkt door adequate hydratatie. Aangeraden wordt 500-1000 ml NaCl 0,9% toe te dienen per infusie van foscarnet
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Tromboflebitis, reversibele nierfunctiestoornis, nefrotoxiciteit, hoofdpijn, anorexie, misselijkheid, braken, moeheid, huiduitslag, tremor, convulsies, aritmieën, hyper- en hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Foscarnet'
Datum Wijziging
01-03-2002 De flacon van 500 ml is uit het assortiment.
01-10-2003 Bijzonderheden: Toedienen van NaCl 0,9% per infusie van foscarnet toegevoegd.
01-04-2004 Toedieningsroute: oplossing kan ook worden toegevoegd aan NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 278
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 279
Furosemide
Merknaam Lasix®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg=2 ml, 40 mg=4 ml en 250 mg=25 ml (10 mg/ml) furosemide
F.T.G. Lisdiuretica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam toedienen, de
toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund in NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 4 mg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp furosemide
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C. Plaatsen in de
koelkast kan een neerslag veroorzaken.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat (NaCl 0,9% heeft de voorkeur)
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, famotidine, fentanyl, folinezuur, foscarnet, granisetron, indometacine, lorazepam, norepinefrine, piperacilline, propofol, remifentanyl, tolazoline
Infuus - amikacine, ampicilline, atropine, benzylpenicilline, bumetanide,
calciumgluconaat, cefuroxim, cimetidine, dexamethason, digoxine, epinefrine, folinezuur, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, meropenem, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, ranitidine, ringerlactaat, scopolamine, theofylline, tobramycine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- ascorbinezuur, ciprofloxacine, dobutamine, dopamine, droperidol, esmolol, filgrastim, fluconazol, gentamicine, labetalol, metoclopramide, midazolam, milrinon, morfine, netilmicine, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pethidine, protamine, rocuronium, tacrolimus, tetracyclinen, thiopental, vecuronium
Infuus - amiodaron, bupivacaine, buprenorfine, chloorpromazine, diazepam,
doxapram, erythromycine, isoprenaline, mannitol, suxamethonium, thiamine, promethazine
Bijzonderheden - Intramusculaire toediening verdient niet de voorkeur.
- Vooral bij langdurige behandeling met hoge doseringen kan de electrolytbalans verstoord worden.
- Geelgekleurde injectievloeistof niet gebruiken. - Bij hoge plasmaconcentraties veroorzaakt door snelle intraveneuze
toediening, hoge doses of nierfunctiestoornissen kan gehoorverlies en duizeligheid optreden.
Acute reacties Allergische huidreacties.
Bijwerkingen Maagdarmstoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, orthostatische hypotensie,
vaatcollaps, voorbijgaande doofheid en oorsuizen, storingen in electrolytenbalans, hyperglycemie, hyperurikemie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 280
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide'
Datum Wijziging
01-07-2002 De onverdunde of verdunde oplossing hoeft niet in het donker bewaard te worden. De ampullen moeten buiten invloed van licht bewaard worden, maar 24 uur bij kunstlicht is geen bezwaar.
01-06-2005 Verwijderd bij onverenigbaar met (Y-site): norepinefrine
01-08-2008 Tijdelijk ampullen 250 mg = 25 ml in verband met verbouwing.
01-08-2009 Bij afleveringsvorm ampul met 40 mg = 4 ml.
01-01-2011 Afleveringsvorm: toegevoegd ampul 20 mg=2 ml.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: folinezuur, granisetron, propofol, remifentanyl. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: meropenem, ringerlactaat. Onverenigbaar met Y-site: rocuronium, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: bupivacaine, mannitol, suxamethonium, thamine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 281
Furosemide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 2 ampullen van 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) optrekken. Het eindvolume is 50 ml (= 500 mg). De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening, vaatverwijding kleine circulatie
- Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis - Contraindicatie: anurie, overgevoeligheid, jicht, hyperurikemie - Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, duizeligheid, doofheid,
hypotensie, spierkrampen, huidreakties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-08-2008 Tijdelijk ampullen 250 mg = 25 ml in verband met verbouwing.
01-01-2012 Bereiden: 2 ampullen van 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) optrekken. Het eindvolume is 50 ml (= 500 mg).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 282
Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 10 mg/ml pompstand dosering
ml/uur mg/uur mg/24 uur
0,1 1 24
0,2 2 48
0,4 4 96
0,5 5 120
1,0 10 240
2,0 20 480
2,1 21 500
3,0 30 720
4,0 40 960
4,2 42 1000
5,0 50 1200
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 283
Furosemide, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Trek 10 ml van een ampul 10 mg/ml; 25 ml op De eindconcentratie is 10 mg/ml of Trek 1 ml van een ampul 10 mg/ml; 2 ml op (= 10 mg) en vul aan met 9 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,1-1,0 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening, vaatverwijding kleine circulatie
- Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis - Contraindicatie: anurie, overgevoeligheid, jicht, hyperurikemie - Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, duizeligheid, doofheid,
hypotensie, spierkrampen, huidreakties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 284
Fysostigmine
Merknaam Fysostigmine
Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml) fysostigmine-salicylaat
F.T.G. Antidota, cholinesteraseremmers
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 1 mg/minuut
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: IC-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken.
Acute reacties Speekselvloed, bronchoconstrictie.
Bijwerkingen Braken, bradycardie, convulsies, verlies van controle over sfincter en defaecatie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fysostigmine'
Datum Wijziging
01-06-2007 Bij Afleveringsvorm: fysostigmine-sulfaat gewijzigd in fysostigmine-salicylaat.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2011 Bij Afleveringsvorm: ampul met 1 mg=1 ml gewijzigd in ampul met 2 mg=2 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 285
Fytomenadion
Merknaam Konakion®, Vitamine K
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) fytomenadion "mixed-micelles" (Konakion®) Ampul met 2 mg = 0,2 ml (10 mg/ml) fytomenadion (Konakion® MM voor kinderen)
F.T.G. Haemostatica, Vitamine K-groep
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 1 mg/minuut
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund: direct toedienen, buiten invloed van licht bewaren.
Bijzonderheden - Fytomenadion dient niet met andere geneesmiddelen te worden toegediend.
- Bevat lecithine en glycocholzuur.
Acute reacties Pijnlijkheid en bloeding op injectieplaats, anafylactische reacties.
Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle injectie: rood gelaat, transpireren, benauwdheid, cyanose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fytomenadion'
Datum Wijziging
01-07-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus is verwijderd. Tekst monografie is hier verder op aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 286
Parenteralia G
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 287
Gadobutrol
Merknaam Gadovist®
Afleveringsvorm Oplossing voor injectie 1,0 mmol/ml Wegwerpspuit 10 ml en 20 ml Flacon 30 ml
F.T.G. Diagnostica
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid Zie verpakking
Bijzonderheden Paramagnetisch contrastmiddel (voor MRI)
Acute reacties Warmte-, koude- en of pijnsensaties kunnen optreden rond de injectieplaats. Overgevoeligheidsreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, misselijkheid, braken, kortademigheid, vaatverwijding, convulsies, koude rillingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2009 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gadobutrol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 288
Ganciclovir
Merknaam Cymevene®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg ganciclovir (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antivirale middelen
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Los 500 mg ganciclovir op in 10 ml water voor injecties De concentratie is 50 mg/ml.
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 1 uur, de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/minuut
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, enalaprilaat, filgrastim, fluconazol
Onverenigbaar met foscarnet, ondansetron
Bijzonderheden - De pH van de oplossing is 9-11 - Vermijd contact met huid en slijmvliezen. Indien dit toch gebeurt, grondig
met water en zeep reinigen - Ganciclovir mag niet intramusculair of subcutaan worden toegediend
vanwege ernstige weefselirritatie door de hoge pH - Controle van het bloedbeeld wordt aanbevolen
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria, koorts
Bijwerkingen Tromboflebitis, neutropenie, trombocytopenie, convulsies, verwardheid, hoofdpijn, maagdarmstoornissen, oedeem, visusstoornissen, dyspnoe
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ganciclovir'
Datum Wijziging
01-02-2012 Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 289
Gelatine, gemodificeerd
Merknaam Gelofusine®
Afleveringsvorm Zak met 20 gram = 500 ml (40 mg/ml) gemodificeerd gelatine
F.T.G. Plasmavervangingsmiddelen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: volume en toedieningssnelheid zijn afhankelijk van toestand van de patiënt (500 ml in 5 minuten-6 uur)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Bevat 0,15 mmol natrium per ml. - Bij voorkeur geen koude oplossingen infunderen. - Gelatine is mengbaar met NaCl 0,9% en glucose 5%. - Oplossingen van gemodificeerd gelatine moeten onder bewaking van
hemodynamische parameters, diurese en hematocriet worden toegediend.
Acute reacties Erytheem, urticaria, bronchospasmen. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Koude rillingen, koorts, tachycardie, hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gelatine, gemodificeerd'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 290
Gentamicine
Merknaam Gentamicine®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) en 80 mg = 2 ml (40 mg/ml) gentamicine (als sulfaat)
F.T.G. Aminoglycosiden
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als kortlopend infuus: elke voorgeschreven dosis toegevoegd
aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten - Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml) Kinderen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 1-10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 40 mg/ml)
- Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Intrathecaal: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amiodaron, ciclosporine, daptomycine, enalaprilaat, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, foscarnet, granisetron, insuline, labetalol, levofloxacine, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pantoprazol, piperacilline/tazobactam, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus - acetylcysteine, atracurium, benzylpenicilline, cimetidine, ciprofloxacine,
clindamycine, fluconazol, mannitol, meropenem, metronidazol, morfine, ofloxacine, pethidine, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- allopurinol, fenytoine, furosemide, heparine, hydrocortison, indometacine, penicillinen, propofol, tacrolimus
Infuus - amfotericine B, cefalosporinen, dopamine, co-trimoxazol
Bijzonderheden - Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met bloedspiegelbepaling.
- Bevat methyl- en propylparahydroxybenzoaat, natriumbisulfiet en natriumedetaat.
- De pH van de oplossing is 4,5.
Acute reacties Rash, urticaria, koorts, bronchospasmen. Gentamicine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden.
Bijwerkingen Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 291
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gentamicine'
Datum Wijziging
01-04-2007 Bij toediening volwassenen intraveneus: Totale dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% …en bij Bijzonderheden: Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met bloedspiegelbepaling.
01-08-2007 Piperacilline/tazobactam toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site).
01-05-2009 Toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus: elke voorgeschreven dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: daptomycine, granisetron, levofloxacine, lorazepam, midazolam, nicardipine, pantoprazol, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: acetylcysteine, mannitol, meropenem. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol, tacrolimus.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 292
Glucagon
Merknaam Glucagen®
Afleveringsvorm Flacon met 1 mg (= 1E) glucagon (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antidota, Bloedglucoseverhogende middelen
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 1 mg glucagon op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml.
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1 minuut - Intraveneus als infuus: (behandeling van overdosering van ß-
sympathicolytica) toegevoegd aan glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Bij voorkeur direct voor toedienen bereiden. Onverdund in wegwerpspuit (1 mg/ml): 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Bijzonderheden Bevat lactose. Oplosmiddel bevat glycerine met fenol als conserveermiddel.
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hypokaliëmie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucagon'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 293
Glucarpidase
Merknaam Voraxaze®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 eenheden glucarpidase poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Bij intoxicatie met methotrexaat
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Los 1000 eenheden glucarpidase op in 1 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 1000 eenheden/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 5 minuten Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 5 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK-arts
Houdbaarheid Onverdund (in 1 ml NaCl 0,9%): 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen n.v.t.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Glucarpidase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend
Bijzonderheden Een spuit met naald gebruiken dat geschikt is om een klein volume uit een flacon te halen. Minimaal 0,9 ml eruit halen om een adequate hoeveelheid glucarpidase te verkrijgen om goed te kunnen doseren
Acute reacties Blozen, paraesthesia, warmvoelen/branderig gevoel
Bijwerkingen Hypertensie en arrhythmieën
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucarpidase'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 294
Glucose 40%
Merknaam Glucose 40%
Afleveringsvorm Fles met 40 gram = 100 ml (400 mg/ml, 40%) glucose
F.T.G. Koolhydraten
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 3 ml/minuut (=1,2 gram/minuut) Intraveneus als infuus: de toedieningssnelheid is 3 ml/minuut (=1,2 gram/minuut)
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Levert 15,7 kJ per 1000 mg.
Bijwerkingen Tromboflebitis, hypokaliëmie, hypofosfatemie, hypomagnesiëmie. Ten gevolge van te snelle toediening: glucosurie, hyperglycemie, hyperosmolair coma.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucose 40%'
Datum Wijziging
01-12-2004 Zak met 200 gram = 500 ml is uit de handel
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 295
Glutamine
Merknaam Dipeptiven®
Afleveringsvorm Flacon met 20 gram = 100 ml L-alanyl-L-glutamine concentraat voor infusie Deze hoeveelheid komt overeen met 13,3 gram L-glutamine per flacon
F.T.G. Parenterale voeding
Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan tenminste 500 ml NaCl 0,9%, glucose 5% of aminozuuroplossing in tenminste 4 uur
Toedieningscategorie Categorie B en C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, aminozuuroplossing
Bijzonderheden - Glutamine alleen toedienen op advies van het voedingsteam - Glutamine wordt op gezette tijden in de apotheek aan StructoKabiven
toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur. - Bevat per ml 82 mg L-alanine en 134,6 mg L-glutamine. - Glutamine mag niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. - Glutamine kan pijn en tromboflebitis veroorzaken op de plaats van injectie
door de hoge osmolariteit van de oplossing. Om de kans hierop te verlagen dient de oplossing bij voorkeur via een centrale vene te worden toegediend in tenminste 4 uur.
Acute reacties Bij te snelle infusie kunnen flebitis, koude rillingen, misselijkheid en braken
optreden
Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glutamine'
Datum Wijziging
01-05-2009 Afleveringsvorm: Deze hoeveelheid komt overeen met 13,3 gram L-glutamine per flacon. Bij Bijzonderheden zijn drie nieuwe opmerkingen (1e, 2e en 3e) toegevoegd.
01-12-2009 Het toevoegen van Glutamine aan Structokabiven wordt nu van maandag t/m vrijdag (08.00-13.00 uur) in de apotheek gedaan.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 296
Glycerofosfaat
Merknaam Glycophos®
Afleveringsvorm Flacon met 20 ml infuusconcentraat, met 216 mg/ml natriumglycerofosfaat (als natriumglycerofosfaat.5H20)
F.T.G. Mineralen (fosfaten)
Toedieningsroute Volwassenen - Niet als bolus onverdund toedienen - Intraveneus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, de maximale
toediensnelheid is 4,5 mmol/uur gedurende 3 uur, daarna maximaal 2-3,5 mmol/uur
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp protocol glycerofosfaat
Kinderen - Niet als bolus onverdund toedienen - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: de maximale toediensnelheid is
0,05 mmol/kg/uur - Zie spuitenpomp protocol glycerofosfaat voor kinderen
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% en glucose 5%
Bijzonderheden 1 ml Glycophos bevat 1 mmol fosfaat, 1 mmol glycerol en 2 mmol natrium De osmolariteit is 2760 osmol/kg
Acute reacties Overdosering kan leiden tot hyperfosfatemie en hypernatriemie. De symptomen van hypernatriemie treden meestal het eerst op: rusteloosheid, spierzwakte, sufheid, ernstige dorst, convulsies en mogelijk coma. Bij overdosering dient de behandeling direct gestaakt te worden Kinderen: cave aritmieen bij te snelle infusie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-03-2012 Laatste wijziging: 01-11-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat'
Datum Wijziging
01-11-2012 Naam aangepast Glycerofosfaat in plaats van Glycerofosforzuur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 297
Glycerofosfaat, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 20 ml (1 mmol fosfaat/ml) Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of 30 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,4 mmol/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de fosfaatspiegel
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Indicatie: hypofosfatiëmie - Bijwerking: hypocalciëmie (vooral na te snel toedienen),
hypomagnesiëmie, maagdarmstoornissen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-03-2012 Laatste wijziging: 01-02-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2012 Naam aangepast Glycerofosfaat in plaats van Glycerofosforzuur.
01-02-2013 Bereiden: Meng 20 ml (1 mmol fosfaat/ml) Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of 30 ml glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 298
Glycerofosfaat, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Meng 20 ml Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 0,4 mmol/ml, 50 ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de fosfaatspiegel
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Indicatie: hypofostatemie - Contraindicatie: voorzichtigheid is geboden bij decompensatio cordis,
hypertensie, ernstige nierfuctiestoornis, perifeer oedeem en longoedeem, hypernatriëmie en - kaliëmie
- Bijwerking: hypocalciëmie (vooral na te snel toedienen), hypomagnesiëmie, maagdarmstoornissen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-03-2012 Laatste wijziging: 01-11-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-12-2012 Naam aangepast Glycefosfaat in plaats van Glycerofosforzuur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 299
Granisetron
Merknaam Kytril®
Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) granisetron (als hydrochloride)
F.T.G. Anti-emetica, 5HT3-receptorantagonisten
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 20-50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 5 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, amikacine, aztreonam, bleomycine, bumetanide, buprenorfine, calciumfolinaat, calciumgluconaat, carboplatin , carmustine, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, chloormethine, chloorpromazine, cimetidine, ciprofloxacine, cisplatin, cladribine, clindamycine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, dactinomycine, daunorubicine, dobutamine, dopamine, doxorubicine, doxycycline, droperidol, enalapril, etoposide, filgrastim, fluconazol, fluorouracil, fludarabine, furosemide, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, idarubicine, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, melfalan, mesna, methotrexaat, metoclopramide, metronidazol, mitomycine, mitoxantron, morfine, natriumbicarbonaat, paclitaxel, pethidine, piperacilline, prochloorperazine, promethazine, propofol, ranitidine, teniposide, theofylline, thiotepa, tobramycine, vancomycine, vinblastine, vincristine
Infuus - dexamethason, methylprednisolon
Onverenigbaar met Y-site - amfotericine B
Bijzonderheden - Granisetron mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistfoffen en geneesmiddelen.
Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Hoofdpijn, obstipatie. Zelden: allergische reacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Granisetron'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 300
Parenteralia H
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 301
Haloperidol
Merknaam Haldol®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) haloperidol Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) haloperidol (als decanoaat) "Depot", voor intramusculaire toediening
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund (5 mg/ml) - Intramusculair "Depot": onverdund, diep spuiten - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (5 mg/ml) langzaam, de
toedieningssnelheid is 5 mg/minuut - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp haloperidol
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- cimetidine, dobutamine, dopamine, famotidine, filgrastim, lidocaine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, sufentanil, theofylline
Infuus - buprenorfine
Onverenigbaar met Y-site - allopurinol, fenytoine (ref. 12), fluconazol, foscarnet, heparine,
piperacilline Infuus - morfine, nitroprusside
Bijzonderheden - Het depotpreparaat is uitsluitend bestemd voor intramusculaire toediening; het wordt gebruikt in de onderhoudsbehandeling van o.a. psychosen.
- Het depotpreparaat bevat sesamolie als solvens. - Het maximum toe te dienen volume van het depot-preparaat is 3 ml per
injectieplaats. - Maximale concentraties worden bereikt bij de gewone injectie na 10-20
minuten en bij de depotinjectie na ongeveer 1 week.
Acute reacties Zelden: rash, urticaria, anafylactische shock.
Bijwerkingen Slaperigheid, verwardheid, extrapiramidale effecten, initiatiefloosheid, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, hyperprolactinemie. Zelden: orthostatische hypotensie, gewichtstoename, convulsies. Ten gevolge van hoge doseringen: leverfunctiestoornissen, maagdarmklachten.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Haloperidol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 302
Haloperidol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 4 ampullen (4 ml=20 mg) met 46 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,4 mg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt antipsychotisch en sederend - Indicatie: organische psychosyndromen met agitatie, delier - Bijwerking: extrapyrimidale verschijnselen, convulsies, hypotensie,
leverfunctiestoornissen, CAVE maligne neuroleptica syndroom
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Haloperidol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 303
Heparine
Merknaam Heparine
Afleveringsvorm Ampul met 1.000 IE = 10 ml (100 IE/ml) heparine-natrium Ampul met 5.000 IE = 1 ml (5.000 IE/ml) heparine-natrium Ampul met 25.000 IE = 5 ml (5.000 IE/ml) heparine-natrium Flacon met 20.000 IE = 50 ml (400 IE/ml) heparine-natrium
F.T.G. Anticoagulantia
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp heparine - Intraveneus in injectiepoorten, catheters, e.d.: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau S.C./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, aminofylline, atracurium, calciumgluconaat, ceftazidim, ceftriaxon, chloorpromazine, colistine, daptomycine, dexamethason, epinefrine, fentanyl, folinezuur, foscarbet, furosemide, granisetron, hydroxocobalamine, isoprenaline, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ondansetron, oxytocine, pancuronium, pantoprazol, pentazocine, piperacilline, prednisolon, procainamide, propofol, remifentanyl, rocuronium, streptokinase, theofylline, tirofiban, vecuronium
Infuus - amfotericine B, ascorbinezuur, atropine, bumetanide, cefazoline,
cefotaxim, cefuroxim, clindamycine, co-trimoxazol, daptomycine, digoxine, dopamine, esmolol, fenylefrine, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, kaliumchloride, meropenem, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, neostigmine, ranitidine, suxamethonium, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- alteplase, amiodaron, amoxicilline, buprenorfine, ciprofloxacine, deferoxamine, diazepam, dihydralazine, dobutamine, doxycycline, droperidol, fenytoine, filgrastim, gentamicine, haloperidol, kanamycine, labetalol, levofloxacine, levomepromazine, methylprednisolon, nicardipine, promethazine, tacrolimus, tobramycine, vancomycine
Infuus - amikacine, benzylpenicilline, chloorpromazine, erythromycine,
hyaluronidase, hydrocortison, insuline, morfine, pethidine, streptomycine, theofylline
Bijzonderheden - Toediening van intraveneus heparine dient te geschieden op geleide van
stollingstijden. - Effect van heparine wordt geantagoneerd door protaminechloride
intraveneus.
Acute reacties Zelden: erytheem, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen.
Bijwerkingen Bloedingen, haaruitval, huidnecrose, trombocytopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 304
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine'
Datum Wijziging
01-07-2002 Heparine en aminofylline zijn niet verenigbaar als infuus, wel in de Y-site.
01-12-2004 Ampul met 1000 IE = 1 ml is gewijzigd in ampul met 1000 IE = 10 ml.
01-12-2008 Uit het assortiment: ampul met 15 IE = 5 ml (3 IE/ml) heparine-natrium
01-04-2009 Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml
01-07-2010 Toegevoegd aan Verenigbaar met (Infuus): flucloxacilline.
01-07-2011 Afleveringsvorm: uit assortiment Ampul met 10.000 IE = 2 ml (5000 IE/ml) heparine natrium. Toegevoegd: Ampul met 5.000 IE = 1 ml (5.000 IE/ml) heparine natrium en Ampul met 25.000 IE = 5 ml (5.000 IE/ml) heparine natrium.
01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: aciclovir, chloorpromazine, colistine, daptomycine, dexamethason, folinezuur, foscarnet, granisetron, hydroxocobalamine, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, morfine, ondansetron, pantoprazol, prednisolon, propofol, remifentanyl, rocuronium, theofylline, tirofiban. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: amfotericine B, ascorbinezuur, atropine, clindamycine, co-trimoxazol, daptomycine, digoxine, fenylefrine, fluconazol, furosemide, meropenem, methylprednisolon, metronidazol, neostigmine, suxamethonium. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: buprenorfine, deferoxamine, filgrastim, levofloxacine, levomepromazine, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: chloorpromazine, hyaluronidase, insuline, morfine. Onverenigbaar met Y-site verwijderd: amfotericine B.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 305
Heparine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 1 flacon 20.000 IE/50 ml optrekken, onverdund De eindconcentratie is 400 IE/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de cefalinetijd Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur Oplaaddosis (eventueel): 80 IE/kg of 1 ml=5000 IE (onverdund) heparine als bolusinjectie
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: anticoagulerend, inactiveert stollingsfactoren - Indicatie: diep veneuze trombose, longembolie, CAVHD - Bijwerking: bloedingen, zelden allergische reakties - Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging, ernstige hypertensie, maag-
of duodenumulcera
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-04-2006 1 flacon 20.000 IE/48 ml optrekken, onverdund. De eindconcentratie is 417 IE/ml.
01-04-2009 Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 306
Heparine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 5000 IE = 1 ml heparine toe aan 49 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 100 IE/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de CT. Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosering: 50 IE/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 10-30 IE/kg/uur, afhankelijk van de CT
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: anticoagulerend, inactiveert stollingsfactoren - Indicatie: diep veneuze trombose, longembolie, CAVHD - Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging, ernstige hypertensie, maag-
of duodenumulcera, drainage van maag en dunne darm - Bijwerking: bloedingen, trombocytopenie, zelden allergische reacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 307
Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 400 IE/ml
pompstand dosering
ml/uur IE/uur IE/24 uur
1,0 400 9.600
1,5 600 14.400
2,0 800 19.200
2,5 1000 24.000
3,0 1200 28.800
3,5 1400 33.600
4,0 1600 38.400
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2004 Laatste wijziging: 01-04-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-04-2009 Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 308
Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (100 IE/ml) Rekendosering: 10 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
IE/kg/uur ml/uur
1 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
10 0,1 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 4,0 5,0
12 0,1 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0
14 0,1 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5 4,2 5,6 7,0
16 0,2 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 4,8 6,4 8,0
18 0,2 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 5,4 7,2 9,0
20 0,2 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 8,0 10,0
22 0,2 1,1 2,2 3,3 4,4 5,5 6,6 8,8 11,0
24 0,2 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0
26 0,3 1,3 2,6 3,9 5,2 6,5 7,8 10,4 13,0
28 0,3 1,4 2,8 4,2 5,6 7,0 8,4 11,2 14,0
30 0,3 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 309
Hepatitis A-vaccin
Merknaam Havrix®, Havrix junior®
Afleveringsvorm Flacon met 720 E = 0,5 ml (Havrix junior®) en 1440 E = 1 ml (Havrix®)(1440 E/ml) hepatitis A-vaccin
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute Intramusculair: in de M. deltoideus Voor toediening goed schudden tot een homogene, witte suspensie.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat geïnactiveerd (dood) hepatitis-A-virus, stam HM 175, gekweekt op MRC-5 menselijke diploïde cellen.
- Hepatitis A-vaccin kan gelijktijdig met hepatitis B-vaccin of menselijk normaal immunoglobuline worden toegediend.
- Bevat 2-fenoxyethanol als conserveermiddel. - Na primaire vaccinatie wordt gedurende tenminste 1 jaar voldoende
bescherming verkregen; na revaccinatie kan dit oplopen tot 10 jaar. - 720 E Havrix® komt overeen met 160 E Avaxim®.
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, erytheem, urticaria, oedeem, hypotensie, syncope, angio-oedeem, neuritis.
Bijwerkingen Hoofdpijn, malaise, vermoeidheid, koorts, misselijkheid, braken, verminderde eetlust.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis A-vaccin'
Datum Wijziging
01-10-2004 Havrix junior toegevoegd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 310
Hepatitis B immunoglobuline
Merknaam HepBQuin
Afleveringsvorm Flacon met 500 IE = 5 ml (100 IE/ml) Hepatitis B immunoglobuline
F.T.G. Immunoglobulinen
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten bij voorkeur in de anterolaterale zijde van de dij of in de M. deltoideus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 4 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Bevat glycine. - Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het
klinisch gebruik is dit geen beletsel. - Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen. - Toediening moet binnen 48 uur na blootstelling plaatsvinden; daarna is het
effect dubieus. Na 7 dagen is toediening zinloos. - Voor gebruik van Hepatitis B immunoglobulinen; zie protocol
prikaccidenten.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen Koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis B immunoglobuline'
Datum Wijziging
01-10-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en productiegenschappen zijn niet gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 311
Hepatitis B-vaccin
Merknaam HB-VAX-Pro® / Fendrix®
Afleveringsvorm Flacon met 10 microg = 1 ml (10 microg/ml) hepatitis B-vaccin (HB-VAX-Pro) Flacon met 40 microg = 1 ml of 20 microg = 0,5 ml (20 microg/injectiel) hepatitis B-vaccin (Fendrix) (voor dialyse-patiënten)
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute - HB-VAX-Pro: subcutaan of intramusculair - Fendrix: intramusculair Flacon voor gebruik goed schudden.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Hepatitis B-vaccin kan gelijktijdig met hepatitis A-vaccin of menselijk normaal immunoglobuline worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, erytheem, urticaria, oedeem,
hypotensie, syncope, angio-oedeem, neuritis. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Hoofdpijn, malaise, vermoeidheid, koorts, misselijkheid, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, diarree, duizeligheid, spierpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis B-vaccin'
Datum Wijziging
01-07-2002 Het vaccin bevat geen thiomersal meer als conserveermiddel
01-08-2009 Nieuw Hepatitis B-vaccin Fendrix t.b.v. dialyse-patienten
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 312
Hyaluronidase
Merknaam Hyason®
Afleveringsvorm Flacon met 150 IE hyaluronidase poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Ophtalmologica
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Los 150 IE hyaluronidase op in 10 ml lidocaine 2% of bupivacaine 0,25-0,5%, de concentratie is 15 IE/ml, of los 150 IE op in 1 ml oplossing NaCl 0,9%, de concentratie is 150 IE/ml.
Toedieningsroute - Peribulbair: onverdund - Retrobulbair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Binnen een half uur na bereiden toedienen.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Amikacine, bupivacaine, lidocaine, natriumbicarbonaat, pentobarbital,
thiopental
Onverenigbaar met Infuus - epinefrine, heparine
Bijzonderheden - Bevat methyl- en propylhydroxybenzoaat. - Hyaluronidase wordt door alcohol geïnactiveerd. Eventuele resten alcohol
in injectienaald- en spuit dienen daarom van tevoren te worden verwijderd met water voor injecties.
- Hyaluronidase wordt ook wel toegepast in geval van extravasatie van cytostatica m.n. vinca-alkaloiden.
- Subcutane toediening van hyaluronidase is niet geregistreerd.
Acute reacties Lokale irritatie, overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Mogelijk is er een verband tussen het gebruik van hyaluronidase en de ontwikkeling van cystoïd macula oedeem. Ten gevolge van subconjunctivale injectie: visusstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hyaluronidase'
Datum Wijziging
01-03-2013 Oplosmiddel: NaCl 0,9% wordt niet meer bijgeleverd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 313
Hydrocortison
Merknaam Solu-Cortef®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg hydrocortison (als natriumsuccinaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Glucocorticoiden
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 100 mg hydrocortison op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 50 mg/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9%
tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml Kinderen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 60 mg/ml)
- Intraveneus als continu infuus: verdund met glucose 5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 0,5 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund: 12 uur bij 4°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, ampicilline, atropine, betamethason, chloorpromazine, dexamethason, digoxine, droperidol, enalaprilaat, epinefrine, fentanyl, filgrastim, 5-fluorouracil, foscarnet, furosemide, fytomenadion, insuline, isoprenaline, kanamycine, magnesiumsulfaat, morfine, neostigmine, pethidine, procaïnamide, ondansetron, oxytocine, pentazocine, pethidine, piperacilline, prednisolon, propranolol, scopolamine, suxamethonium
Infuus - amikacine, benzylpenicilline, calciumchloride, calciumgluconaat,
chlooramfenicol, clindamycine, dopamine, erythromycine, famotidine, furosemide, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, netilmicine, norepinefrine, theofylline, vancomycine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, diazepam, fenytoine, gentamicine, methylprednisolon, midazolam, promethazine
Infuus - amfotericine B, ampicilline, barbituraten, doxapram, heparine,
kanamycine, tetracyclinen
Bijzonderheden - In geval van strenge vloeistofrestrictie kan tot 3 gram aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5% worden toegevoegd. Bij een concentratie hoger dan 1 mg/ml, is de houdbaarheid beperkt tot 4 uur bij 20°C.
- Het oplosmiddel van Solu-Cortef® bevat benzylalcohol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 314
Acute reacties Erytheem, urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen.
Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydrocortison'
Datum Wijziging
01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 315
Hydroxocobalamine
Merknaam Hydrocobamine®, Vitamine B12
Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 2 ml (500 microg/ml) hydroxocobalamine-hydrochloride
F.T.G. Vitaminen, cobalamines
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund, diep spuiten - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan glucose 5%, de
toedieningssnelheid is 0,6-20 microg/kg/minuut
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Cimetidine, heparine, hydrocortison, kaliumchloride
Onverenigbaar met Infuus
- ascorbinezuur, chloorpromazine, erythromycine, magnesiumsulfaat
Acute reacties Exantheem, eczeem. Zelden: anafylactische shock.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxocobalamine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 316
Hydroxyethylzetmeel
Merknaam Haes-Steril®, Voluven®
Afleveringsvorm Flacon met 30 gram = 500 ml (60 g/l, 6%) hydroxyethylzetmeel (200/0,5) (Voluven 6%)
F.T.G. Plasmavervangingsmiddelen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund Dosering en snelheid van toediening worden bepaald door bloedverlies en hemoconcentratie. Toedieningssnelheid maximaal 20 ml/kg/24 uur.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Bevat 154 mmol natrium per 1000 ml. - In verband met overgevoeligheidsreacties en anafylactische reacties moet
de eerste 10-20 ml langzaam en onder controle worden toegediend - Hydroxyethylzetmeel is mengbaar met NaCl 0,9% en glucose 5% - Niet gebruiken bij patiënten met sepsis en patiënten met ernstige
leverziekte - Geen eerste keuze middel bij kritisch zieke patienten
Acute reacties Zelden: circulatiestoornissen, bronchospasmen, anafylactische shock, hart- en ademstilstand.
Bijwerkingen Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: bloedingscomplicaties, verhoging serumamylase. Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxyethylzetmeel'
Datum Wijziging
01-03-2002 Hemohes is vervangen door Voluven.
01-05-2012 Afleveringsvorm: Flacon met 50 gram = 500 ml (100 g/l, 10%) is uit de handel. Tekst is aangepast.
01-07-2013 Bijzonderheden toegevoegd: - Niet gebruiken bij patiënten met sepsis en patiënten met ernstige leverziekte. – Geen eerste keuze middel bij kritisch zieke patiënten (nav nieuwe veiligheidsrichtlijn firma juni 2013).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 317
Hydroxyprogesteron
Merknaam Progesteron-Depot JENAPHARM®, Proluton-depot®
Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 1 ml (250 mg/ml) hydroxyprogesteroncaproaat
F.T.G. Progestagenen
Toedieningsroute - Intramusculair; onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden - Bevat benzylbenzoaat en ricinusolie
Acute reacties Pijn, roodheid of zwelling op de plaats van injectie
Bijwerkingen Pijnlijke borsten, libidoverlies, hoofdpijn, misselijkheid, braken, gewichtsverandering, acne en urticaria.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2009 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxyprogesteron'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 318
Parenteralia I
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 319
Ibuprofen
Merknaam Neoprofen®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) ibuprofen
F.T.G. Prostaglandinesynthetaseremmers
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie, verdund met een gelijke hoeveelheid milliliters NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Houdbaarheid Aangebroken ampullen direct toedienen
Bijzonderheden - Niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen toedienen. De lijn moet gespoeld worden tussen iedere toediening van een ander geneesmiddel in
Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats.
Bijwerkingen Trombocytopenie, neutropenie, intraventriculaire hemorragie, pulmonaire
hemorragie, maagdarmhemorragie, hematurie, periventriculaire leukomalacie, bronchopulmonaire dysplasie, hypoxemie, necrotiserende enterocolitis, intestinale perforatie, oligurie, vochtretentie, stijging creatinineconcentratie, afname natriumconcentratie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2005 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ibuprofen'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Merknaam gewijzigd: Neoprofen. Tekst monografie aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 320
Ibutilide
Merknaam Corvert®
Afleveringsvorm Flacon met 870 microg = 10 ml ibutilide oplossing voor intraveneuze infusie
F.T.G. Anti-aritmica
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50 ml NaCl 0,9% in 10 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - 87 microgram ibutilide komt overeen met 0,1 mg ibutilidefumaraat
Acute reacties Pijn op de injectieplaats, ventricularie tachycardie, hypotensie
Bijwerkingen Ventriculaire extrasystolen, SV-block, bundeltakblock, bradycardie,
supraventriculaire tachycardie, QT-tijd verlenging
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ibutilide'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 321
IJzer(III)carboxymaltose
Merknaam Ferinject®
Afleveringsvorm Injectieflacon met 500 mg = 10 ml (50 mg/ml) ijzer(III)carboxymaltose Synoniem: Ferricarboxymaltose
F.T.G. Middelen bij anemie
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, maximaal 200 mg (4 ml), de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut, na injectie moet de arm van de patient worden gestrekt
- Intraveneus als druppelinfuus: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% in tenminste 15 minuten
- Vanwege de stabiliteit moet de concentratie na verdunnen tenminste 2 mg ijzer/ml zijn.
Ferinject IJzer Maximale
hoeveelheid NaCl 0,9%
Minimale toedieningstijd
2-4 ml 100-200 mg 50 ml - 4-10 ml 200-500 mg 100 ml 6 minuten
10-20 ml 500-1000 mg 250 ml 15 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn - Bij hemodialysepatienten kan ijzerhydroxidesaccharose complex direct in
de veneuze zijde van het extracorporele circuit worden toegediend; de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut
- Overdosering van ijzer(III)carboxymaltose complex kan worden behandeld met deferoxamine. In geval van nierinsufficientie is hemodialyse noodzakelijk
Acute reacties Allergische reacties
Bijwerkingen Metaalsmaak, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, buikpijn, constipatie,
diarree, braken, reacties op de aanprikplaats, spierpijn, hypotensie, huiduitslag, warmtegevoel, koorts, allergische reacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2010 Laatste wijziging: 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzer(III)carboxymaltose'
Datum Wijziging
01-04-2012 Kopje “Overenigbaarheden” is verwijderd. Bij Bijzonderheden is verwijderd: IJzer(III)carboxymaltose complex mag niet met andere geneesmiddelen en infuusvloeistoffen worden toegediend.
01-05-2012 Afleveringsvorm: Synoniem: ferricarboxymaltose.
01-09-2012 Toedieningsroute: Intraveneus als druppelinfuus: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% in tenminste 15 minuten.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 322
01-12-2013 Bijzonderheden: - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn. Nieuw: Acute reacties: Allergische reacties.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 323
IJzerhydroxidedextraan complex
Merknaam CosmoFer®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) ijzer(III) in de vorm van ijzer(III)hydroxidedextraan complex Synoniem: ferrihydroxidedextraancomplex
F.T.G. Middelen bij anemie
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund tot 2 ml per injectieplaats - Intraveneus als druppelinfuus: 100-200 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl
0,9% of glucose 5% Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten,
vervolgens indien geen bijwerkingen optreden rest infuus in 30 minuten - Intraveneus als injectie: 100-200 mg bij voorkeur verdund in 10-20 ml
NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningssnelheid 25 mg in 1-2 minuten, vervolgens indien geen
bijwerkingen optreden 10 mg per minuut - Bij hoge doseringen (tot 20 mg/kg) toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten,
vervolgens indien geen bijwerkingen optreden: 1,5-3 ml/uur gedurende 4-6 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na aanbreken van de ampul: direct gebruiken Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% of glucose 5%
Bijzonderheden - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn - Diepe i.m. injectie in bovenste, buitenste bil kwadrant bij personen met
normaal postuur 1 maal daags, maximaal 5 keer per week. Magere/bedlegerige patiënten 1 maal daags, 2 à 3 keer per week. Afwisselend in linker en rechter bil injecteren. Nooit in arm of ander onbedekt deel van het lichaam.
- IJzerhydroxidedextraan complex mag niet met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegediend.
- Bij hemodialysepatiënten kan CosmoFer® rechtstreeks in het veneuze deel van de bloedlijn worden toegediend op dezelfde wijze als voor intraveneuze injectie.
Acute reacties Anafylactische reacties, pijnlijkheid op injectieplaats
Bijwerkingen Gewrichtspijn, spierpijn, koorts. Bij i.m. injectie: verkleuring huid, bloeding,
vorming van steriele abcessen, weefselnecrose, atrofie. Soms: dyspnoe, maagdarmklachten, jeuk, uitslag, wazig zien, warmtegevoel, kramp, gevoelloosheid. Zelden: bewusteloosheid, verandering mentale toestand, beroerte, duizeligheid, rusteloosheid, vermoeidheid, hypotensie, angio-oedeem, aritmie, pijn op borst, transpiratie, myalgie, tremor.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2004 Laatste wijziging: 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzerhydroxidedextraan complex'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 324
01-08-2004 Enkele tekstuele wijzigingen onder de kopjes Toedieningsroute en Contra-indicaties.
01-01-2012 Toedieningsroute: “Intraveneus als infusie” verwijderd. Toegevoegd: - Bij hoge doseringen (tot 20 mg/kg) toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten, vervolgens indien geen bijwerkingen optreden: 1,5-3 ml/uur gedurende 4-6 uur.
01-05-2012 Afleveringsvorm: Synoniem: ferrihydroxidedextraancomplex.
01-12-2013 Bijzonderheden: toegevoegd – Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 325
IJzerhydroxidesaccharose complex
Merknaam Venofer®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) ijzer(III)hydroxide-saccharose complex Synoniem: ferrioxidesaccharaat
F.T.G. Middelen bij anemie
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut, na injectie moet de arm van de patiënt worden gestrekt
- Intraveneus als druppelinfuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% (per ampul van 5 ml)
- De toedieningssnelheid is: 100 ml in tenminste 15 minuten; 200 ml in tenminste 30 minuten; 300 ml in tenminste 1,5 uur; 500 ml in tenminste 3,5 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn - Bij herhaalde injecties mag maximaal 200 mg ijzerhydroxidesaccharose
complex per injectie worden gegeven; als eenmalige dosis mag maximaal 500 mg worden gegeven
- Bij hemodialysepatiënten kan ijzerhydroxidesaccharose complex direct in de veneuze zijde van het extracorporele circuit worden toegediend; de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut
- IJzerhydroxidesaccharose complex mag niet met andere geneesmiddelen en infuusvloeistoffen worden toegediend
- Overdosering van ijzerhydroxidesaccharose complex kan worden behandeld met deferoxamine. In geval van nierinsufficiëntie is hemodialyse noodzakelijk
Acute reacties Allergische reacties, pijn en jeuk op de injectieplaats
Bijwerkingen Metaalsmaak, hoofdpijn, misselijkheid, braken, onjuiste
gevoelsgewaarwording, maagdarmklachten, spierpijn, hypotensie, huiduitslag, warmtegevoel, koorts, allergische reacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzerhydroxidesaccharose complex'
Datum Wijziging
01-05-2012 Afleveringsvorm: synoniem: ferrioxidesaccharaat.
01-12-2013 Bijzonderheden: toegevoegd; - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn. Acute reacties: toegevoegd; Allergische reacties.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 326
Iloprost
Merknaam Ilomedine®
Afleveringsvorm Ampul met 50 microg = 0,5 ml (100 microg/ml) iloprost concentraat voor injectievloeistof
F.T.G. Prostaglandines
Oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden - 0,5 ml concentraat toevoegen aan 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie is 0,2 microg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus met een spuitenpomp volgens onderstaand schema
Schema van toediening 55-65 kg (gebaseerd op 60 kg)
Dag 1 1e uur 1,8 mcg = 9 ml/uur
2e uur 2,7 mcg = 13,5 ml/uur
3e t/m 6e uur 3,6 mcg = 18 ml/uur
Dag 2 1e uur 3,6 mcg = 18 ml/uur
2e uur 5,4 mcg = 27 ml/uur
3e t/m 6e uur 7,2 mcg = 36 ml/uur
Dag 3 1e t/m 6e uur 7,2 mcg = 36 ml/uur
65-75 kg (gebaseerd op 70 kg)
Dag 1 1e uur 2,1 mcg = 10,5 of 11 ml/uur
2e uur 3,15 mcg = 15,25 of 15 ml/uur
3e t/m 6e uur 4,2 mcg = 20,5 of 21 ml/uur
Dag 2 1e uur 4,2 mcg = 20,5 of 21 ml/uur
2e uur 6,3 mcg = 30,75 of 31 ml/uur
3e t/m 6e uur 8,4 mcg = 41 ml/uur
Dag 4 1e t/m 6e uur 8,4 mcg = 41 ml/uur
75-85 (gebaseerd op 80 kg)
Dag 1 1e uur 2,4 mcg = 12 ml/uur
2e uur 3,6 mcg = 18 ml/uur
3e t/m 6e uur 4,8 mcg = 24 ml/uur
Dag 2 1e uur 4,8 mcg = 24 ml/uur
2e uur 7,2 mcg = 36 ml/uur
3e t/m 6e uur 9,6 mcg = 48 ml/uur
Dag 3 1e t/m 6e uur 9,6 mcg = 48 ml/uur
NB: Het ophogen van de dosering dient op geleide van bovenstaand schema te gaan. Bij bloeddrukverlaging en/of eventuele klachten van de patient dient eerst overleg plaats te vinden met de behandelend arts. Verdraagt de patient de hogere dosis niet, dan teruggaan tot de voorgaande dosering (na overleg). De patient houdt vervolgens drie dagen de dosering volgens het schema of de hoogste dosering die hij/zij verdraagt.
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 327
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - 0,134 mg iloprost-tromethamine = 0,1 mg iloprost in 1 ml waterige oplossing.
- Mag alleen na verdunnen worden toegediend. - Orale inname of contact met de slijmvliezen moet worden vermeden. - Iloprost mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met
andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
Bijwerkingen Flush, hoofdpijn, malaise, maagdarmklachten, warmtesensatie, transpiratie, zwakte, pijn in de aangetaste ledematen, paresthesieën, koorts, koude rillingen, verwardheid, agitatie, sedatie, bloeddrukveranderingen, tachycardie, aritmieën, extrasystolie, gewrichtspijn, allergische reacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Iloprost'
Datum Wijziging
01-03-2010 Bereiden voor spuitenpomp verwijderd. Toedieningsroute: Intraveneus als infuus verwijderd en schema van toediening intraveneus met een spuitenpomp toegevoegd.
01-07-2013 Toedieningsroute: schema van toediening alleen kopje aangepast 55-65 kg (er stond 55-60 kg).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 328
Imipenem/cilastatine
Merknaam Tienam®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg imipenem en 500 mg cilastatine (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Overige ß-lactam antibiotica
Oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden Los 500 mg imipenem op in 100 ml infuusvloeistof. De concentratie is 5 mg/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: 500 mg, in tenminste 60 minuten Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 60 minuten toedienen
(maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen in NaCl 0,9%: 10 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Na oplossen in overige infuusvloeistoffen: 4 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, insuline, ondansetron, zidovudine Infuus - famotidine, heparine
Onverenigbaar met Y-site - amoxicilline fluconazol, lorazepam, midazolam, natriumbicarbonaat,
pethidine Infuus - mannitol, Ringerlactaat
Bijzonderheden - De oplossing kan licht geel kleuren. Dit beïnvloedt de werkzaamheid niet. Sterk verkleurde oplossingen niet gebruiken.
- Als de patiënt misselijk wordt tijdens de toediening kan de infuusnelheid worden verlaagd.
- Bevat 3,2 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Rash, urticaria, pruritis, anafylaxie.
Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, bloedbeeldafwijkingen, lever- en nierfunctiestoornissen, verwardheid, psychische reacties, convulsies.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Imipenem/cilastatine'
Datum Wijziging
01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met (Y-site): amoxicilline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 329
01-11-2010 Bereiden: Los 500 mg imipenem op in 100 ml infuusvloeistof. De concentratie is 5 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 330
Immunoglobuline, intramusculair
Merknaam Gamma Quin®
Afleveringsvorm Flacon met 160 mg = 1 ml plasma-eiwit, waarvan ten minste 90% immunoglobuline (IgG)
F.T.G. Immunoglobulinen
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep inspuiten. Doses van meer dan 5 ml verdelen over verschillende injectieplaatsen.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid De wegwerpspuit na aanbreken direct gebruiken.
Bijzonderheden - Bevat glycine. - Patiënt gedurende ten minste 20 minuten na toediening onder observatie
houden.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: exantheem.
Bijwerkingen Koorts, exantheem. Zelden: misselijkheid, braken, hypotensie, tachycardie, overgevoeligheidsreacties of anafylactische reacties met inbegrip van shock.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Immunoglobuline, intramusculair'
Datum Wijziging
01-08-2003 Flacon met 2400 mg = 15 ml (160 mg/ml) plasma-eiwit is uit de handel.
01-10-2004 Flacon met 800 mg = 5 ml (160 mg/ml) plasma-eiwit is uit de handel.
01-12-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn niet gewijzigd.
01-12-2009 Afleveringsvorm gewijzigd van wegwerpspuit in flacon met 160 mg = 1 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 331
Immunoglobuline, intraveneus
Merknaam Nanogam®
Afleveringsvorm Flacon met 2,5 g = 50 ml en 10 gram = 200 ml (50 mg/ml) immunoglobuline
F.T.G. Immunoglobulinen
Oplosmiddel N.v.t.
Bereiden N.v.t.
Toedieningsroute Intraveneus als infuus, onverdund: Begin met snelheid van 0,5 ml/kg/uur gedurende 20 min. Als dit goed verdragen wordt, kan de snelheid verhoogd worden tot 1,0 ml/kg/uur. Na weer 20 min. verhogen tot 3,0 ml/kg/uur. Voor volwassen patienten die Nanogam regelmatig toegediend krijgen en goed verdragen kan de infusiesnelheid verhoogd worden tot een maximum van 7,0 ml/kg/uur. Toedieningsschema immunoglobuline (Nanogam) volwassenen
Lichaams- gewicht
Lijn vullen
Eerste 20 min. (0,5 ml/kg/uur)
Volgende 20 min.*
(1 ml/kg/uur)
Tot einde infusie*
(3 ml/kg/uur)
Max** infusiesnelheid
(7ml/kg/uur) 50 kg 20 ml op
stand 999 ml/uur
25 ml/uur 50 ml/uur 150 ml/uur 350 ml/uur
60 kg 20 ml op stand 999
ml/uur
30 ml/uur 60 ml/uur 180 ml/uur 420 ml/uur
70 kg 20 ml op stand 999
ml/uur
35 ml/uur 70 ml/uur 210 ml/uur 490 ml/uur
80 kg 20 ml op stand 999
ml/uur
40 ml/uur 80 ml/uur 240 ml/uur 560 ml/uur
90 kg 20 ml op stand 999
ml/uur
45 ml/uur 90 ml/uur 270 ml/uur 630 ml/uur
100 kg 20 ml op stand 999
ml/uur
50 ml/uur 100 ml/uur 300 ml/uur 700 ml/uur
* Bij goede tolerantie ** Bij regelmatige toediening volwassenen
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid In de koelkast, max. 24 uur bij kamertemperatuur Voor toedienen op kamertemperatuur laten komen Binnen de houdbaarheidstermijn kan het produkt 6 maanden bij max. 25°C bewaard worden. Het mag hierna niet opnieuw gekoeld bewaard worden
Bijzonderheden - Immunoglobuline mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- De patiënt moet gedurende ten minste 20 minuten na toediening onder observatie worden gehouden.
- De oplossing is helder of licht opalescent, kleurloos of lichtgeel. - Nanogam® bevat tussen de 250-305 mmol glucose per 1000 ml.
Acute reacties Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Rugpijn, hoofdpijn, misselijkheid, braken, gewrichtspijn, allergische reacties. Zelden: hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 332
Eerste versie: 01-12-2005 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Immunoglobuline, intraveneus'
Datum Wijziging
01-10-2006 Wijzigingen onder het kopje Bijzonderheden
01-07-2011 Toedieningsroute: toedieningsschema toegevoegd. Houdbaarheid: Binnen de houdbaarheidstermijn kan het produkt 6 maanden bij max. 25°C bewaard worden. Het mag hierna niet opnieuw gekoeld bewaard worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 333
Indocyaninegroen
Merknaam ICG-pulsion®
Afleveringsvorm Flacon met 25 mg indocyaninegroen poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Diagnostica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 25 mg indocyaninegroen op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 5 mg/ml
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau VPK-arts
Houdbaarheid Zie vemelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden - Niet toepassen bij patiënten met een overgevoeligheid voor jodium - Natriummetabisulfiet in combinatie met heparine verlaagt de
absorptiepiek, gebruik daarom geen heparinebuizen met natriummetabisulfiet
- De jodiuminhoud kan interfereren met schildkliertesten. Voer testen met radioactieve jodiumopname minstens een week na toediening uit
- De kleurstof kan tot 48 uur na toediening enkele laboratoriumbepalingen van bloed en/of urine beïnvloeden
Acute reacties Zelden: urticaria, anafylactische shock
Bijwerkingen Zelden: misselijkheid, coronairspasmen en overgevoeligheidsreacties, zoals
anafylactische reacties. Bij ernstige nierfunctiestoornis lijkt het risico op anafylaxie verhoogd te zijn. De feces kan groen verkleuren
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Indocyaninegroen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 334
Indometacine
Merknaam Indocid PDA®
Afleveringsvorm Flacon met 1 mg indometacine (als natriumzout-trihydraat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Prostaglandinesynthetaseremmers
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden Los 1 mg indometacine op in 1 of 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml respectievelijk 0,5 mg/ml
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 0,5-1 mg/ml, in 5-10 seconden
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- furosemide, insuline, kaliumchloride, natriumbicarbonaat, nitroprusside
Onverenigbaar met Calciumgluconaat, cimetidine, dobutamine, dopamine, gentamicine, tobramycine, tolazoline
Bijzonderheden Verder verdunnen met infuusvloeistoffen wordt afgeraden in verband met de kans op neerslaan van indometacine
Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats
Bijwerkingen Braken, opgezette buik, ileus, darmperforaties, bloedingen in maagdarmkanaal, diffuse intravasale stolling, vochtretentie, (reversibele) nierfunctievermindering, verergering van een infectie, verstoorde bloedchemie, pulmonale hypertensie, intracraniële bloeding.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Indometacine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 335
Infliximab
Merknaam Remicade®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg infliximab poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Immunomodulantia
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 100 mg infliximab door omzwenken op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 10 mg/ml. Gebruik een injectiespuit met een 21-gauge (0,8 mm) naald of kleiner. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud. Schuimvorming tijdens het oplossen is niet ongewoon. De flacon na oplossen 5 minuten laten staan.
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in tenminste 2 uur via chemo infuussysteem voor infuuspomp met Baxter filter (0,22 μm)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, bij voorkeur binnen 3 uur toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Infliximab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Aangezien infliximab een eiwit is, kan de oplossing kleine, doorschijnende deeltjes bevatten. Niet toedienen wanneer de deeltjes ondoorzichtig zijn.
- Bevat polysorbaat 80.
Acute reacties Koorts, rillingen, jeuk, urticaria, cardiopulmonaire reacties.
Bijwerkingen Myalgie, artralgie, koorts, huiduitslag, jeuk, faciaal oedeem, handoedeem, dysfagie, urticaria, droge keel, hoofdpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Infliximab'
Datum Wijziging
01-12-2007 Toegevoegd bij Bereiden: Gebruik een injectiespuit met een 21-gauge (0,8 mm) naald of kleiner.
01-01-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in tenminste 2 uur via chemo infuussysteem voor infuuspomp met Baxter filter (0,22 μm)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 336
Influenzavaccin
Merknaam Influvac®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 0,5 ml influenzavaccin
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden De samenstelling verandert ieder jaar conform richtlijn WHO.
Acute reacties Pijnlijkheid, roodheid en gevoeligheid op injectieplaats, anafylactische shock.
Bijwerkingen Vermoeidheid, spierpijn, transpireren, maagdarmklachten, hoofdpijn, koorts. Zelden: neuralgie, convulsies.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Influenzavaccin'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 337
Insuline aspart intraveneus
Merknaam Novorapid®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 IE = 10 ml (100 IE/ml) insuline aspart
F.T.G. Insulinen
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp insuline
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken van flacon: 4 weken in de koelkast Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amiodaron, ampicilline, cefazoline, dobutamine, esmolol, famotidine, gentamicine, hydrocortison, imipenem, kaliumchloride, indometacine, labetolol, magnesiumsulfaat, midazolam, milrinon, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, oxytocine, pethidine, pentobarbital, ritodrine, tobramycine, vancomycine
Infuus - cimetidine, lidocaine, meropenem, metoclopramide, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - digoxine, dopamine, methylprednisolon, norepinephrine, tacrolimus Infuus - barbituraten, dobutamine, fenytoine, heparine, rocuronium, theofylline,
thiopental
Bijzonderheden - Door adsorptie van insuline aan het oppervlak van spuiten (glas en plastics), infuusslangen en filters, lijkt de insuline-behoefte van de patiënt groter dan deze werkelijk is.
- Door aan de oplossing een kleine hoeveelheid albumine toe te voegen kan de adsorptie van insuline aan materiaal verminderen.
Acute reacties Zelden: urticaria, misselijkheid, braken, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Erytheem, lipodystrofie, insulineresistentie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus'
Datum Wijziging
01-06-2006 Velosulin uit de handel, vervangen door Actrapid. Sterkte en soort insuline ongewijzigd.
01-06-2008 Houdbaarheid na aanprikken van flacon: 6 weken bij 20°C
01-05-2010 Labetalol aan “Verenigbaar met” toegevoegd en bij “Onverenigbaar met” verwijderd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 338
01-06-2012 Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus. Merknaam gewijzigd: Novorapid.
01-11-2013 Houdbaarheid. Na aanprikken van flacon: 4 weken in de koelkast.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: hydrocortison, milrinon. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: meropenem, verapamil. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: methylprednisolon, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: rocuronium.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 339
Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 0,5 ml (0,5 ml=50 E) insuline aspart intraveneus (Novorapid®) met 49,5 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 E/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van bloedsuikergehalte Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-6 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: bevordert glycogeenvorming in de lever en de intracellulaire opname van glucose, remt de gluconeogenese
- Indicatie: insuline afhankelijke diabetes mellites, hyperglycemie - Bijwerking: hypoglykemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2007 Bij Bereiden: Meng 0,5 ml (0,5 ml = 50 E) insuline intraveneus (Actrapid®) met 49,5 ml NaCl 0,9%.
01-06-2012 Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen. Bereiden: Meng 0,5 ml (0,5 ml=50 E) insuline aspart intraveneus (Novorapid) met 49,5 ml NaCl 0,9%.
01-11-2013 Houdbaarheid. Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 340
Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 10 IE = 0,1 ml insuline aspart toe aan 39,9 ml NaCl 0,65%. De eindconcentratie is 0,25 IE/ml, 40 ml > 5 kg: Voeg 50 IE = 0,5 ml insuline aspart toe aan 99,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 IE/ml, 100 ml. Trek per spuit 50 ml op.
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van bloedsuikergehalte Gebruikelijke doseringen: < 5 kg: 0,05 IE/kg/uur > 5 kg: 0,1 IE/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: bevordert glycogeenvorming in de lever en de Intracellulaire opname van glucose, remt de gluconeogenese
- Indicatie: insuline afhankelijke diabetes mellites, hyperglycemie, coma diabeticum, keto-acidose
- Contraindicatie: hypoglycemie - Bijwerking: hypoglycemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-06-2012 Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen. Bereiden: Voeg 10 IE = 0,1 ml insuline aspart toe aan…
01-11-2013 Houdbaarheid. Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 341
Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 IE/ml) Rekendosering: 0,05 IE/kg/uur ~ 0,2 ml/kg/uur
IE/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,05 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
0,1 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0
0,15 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0
0,2 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0
0,25 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 342
Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (0,5 IE/ml) Rekendosering: 0,05 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
IE/kg/uur ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,05 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 4,0 5,0
0,1 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 8,0 10,0
0,15 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0
0,2 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 16,0 20,0
0,25 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 20,0 25,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 343
Insuline, subcutaan
Merknaam Diverse insulinepreparaten
Afleveringsvorm Diverse insulinepreparaten: o.a. Actrapid, Humalog, Humuline, Insulatard, Insuman, Mixtard, Novorapid, Ultratard. Er zijn gewone ampullen, ampullen voor gebruik in insulinepennen en voorgevulde wegwerppennen verkrijgbaar.
F.T.G. Insulinen
Toedieningsroute Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken ampullen/pensystemen: 1 maand bij 20°C, buiten invloed van licht bewaren.
Bijzonderheden - Actrapid®en Humuline regular® bevatten gewone insuline. - Humalog® bevat insuline lispro, een humane insuline analogon van
recombinant-DNA oorsprong. - Humuline comb.® en Mixtard® bevatten combinaties van gewone en
isofane insuline. - Humuline NPH® en Insulatard® bevatten isofane insuline. - Novorapid bevat insuline aspart. - Ultratard® bevat kristallijne zinkinsuline. - Dien insuline een half uur voor de maaltijd toe. - Kies voor één toedieningsplaats om verandering in absorptie te
voorkomen, d.w.z. kies voor de bovenarm, het bovenbeen of de buik en houdt deze toedieningsplaats aan.
- Vermeld na het aanbreken, gereedmaken of aanprikken altijd het tijdstip en de datum.
- Verwijder na injectie altijd de naald van de pen om lekken en daarmee concentratiewisseling te voorkomen.
Acute reacties Zelden: urticaria, misselijkheid, braken, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Hypoglycemie, erytheem, lipodystrofie, insulineresistentie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline, subcutaan'
Datum Wijziging
01-10-2006 De insulinepreparaten Monotard en Velosulin zijn uit de handel.
01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 344
Interferon-alfa
Merknaam Roferon®-A
Afleveringsvorm Flacon met 3 ME en 9 ME interferon alfa-2a poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Immunomodulantia
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 3 ME en 9 ME interferon alfa op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is respectievelijk 3 ME/ml en 9 ME/ml. Voorzichtig schudden.
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na oplossen: 2 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Ter vermindering van de kans op pijn en onsteking op de injectieplaats dient de injectieplaats bij achtereenvolgende injecties te worden afgewisseld.
- Bij trombocytopenie of verhoogde kans op bloedingen verdient de subcutane toedieningsweg de voorkeur boven de intramusculaire toedieningsweg.
Acute reacties Pijnlijkheid en ontsteking op injectieplaats.
Bijwerkingen Koorts, transpireren, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, misselijkheid,
duizeligheid, smaakverandering, diarree, tremoren, verwarring, slaperigheid, nierinsufficiëntie, hypertensie, bloedbeeldafwijkingen. Bij zeer hoge doses: convulsies, coma.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Interferon-alfa'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 345
Isoniazide
Merknaam Isoniazide, INH
Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 2 ml (100 mg/ml) isoniazide
F.T.G. Tuberculosemiddelen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Glucose
Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen, neuropathie, encefalopathie, vermoeidheid,
concentratiestoornissen, psychische veranderingen, convulsies, huidreacties. Zelden: gynaecomastie, amenorroe, Cushing-syndroom.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoniazide'
Datum Wijziging
01-08-2009 Bij afleveringsvorm gewijzigd 300 mg = 5 ml (60 mg/ml) in 200 mg = 2 ml (100 mg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 346
Isoprenaline
Merknaam Isoprenaline
Afleveringsvorm Ampul met 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) isoprenaline (als sulfaat)
F.T.G. Anti-aritmica
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp isoprenaline
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- famotidine, hydrocortison, pancuronium, vecuronium Infuus - amiodaron, atracurium, calciumchloride, cimetidine, dobutamine,
flucloxacilline, heparine, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, netilmicine, ranitidine, suxamethonium, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- thiopental Infuus - barbituraten, diazepam, doxycycline, furosemide, lidocaine,
natriumbicarbonaat, theofylline
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. - Isoprenaline moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend. - Bij langdurig of te frequent gebruik kan tolerantie optreden.
Bijwerkingen Nervositeit, rusteloosheid, slapeloosheid, angst, hartkloppingen, ventriculair tachycardie. Zelden: transpireren, zwakte, duizeligeheid, misselijkheid, braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2009 Wijziging ampullen van 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) in 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 347
Isoprenaline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2,5 ml (=0,5 mg) met 47,5 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,01 mg/ml Eventueel: meng 25 ampullen (25 ml = 5 mg) met 500 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,01 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 2 ml=0,02 mg (bolus) in 1 minuut Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 1-20 ml/uur Zie doseringsschema isoprenaline
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de geleidingssnelheid, verkort de refractaire periode van het hart, verhoogt de bloeddruk en werkt bronchospasmolytisch binnen enkele minuten na toedienen
- Indicatie: sinusbradycardie of nodale bradycardie met hemodynamische instabiliteit, overdosering ß-blokkers, prikkelgeleidingsstoornissen en aanvallen van Adam-Stokes
- Bijwerkingen: hoofdpijn, onrust, tremoren, aritmieën - Contraindicatie: brady-tachycardieën t.g.v. digitalisintoxicatie,
paroxysmale tachycardieën
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2008 Isoprenaline ontleedt onder invloed van licht. Na 24 uur treedt 10% ontleding op bij kamertemperatuur
01-02-2009 Tijdelijk in verband met verbouwing ampullen van 0,2 mg = 1 ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 348
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,01 mg/ml
ml/uur microg/kg/minuut
bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
2 0,007 0,006 0,005 0,004 0,004
4 0,013 0,011 0,010 0,008 0,007
6 0,02 0,017 0,014 0,013 0,011
8 0,027 0,022 0,019 0,017 0,015
10 0,03 0,025 0,021 0,019 0,017
12 0,04 0,033 0,029 0,025 0,022
14 0,047 0,039 0,033 0,029 0,026
16 0,053 0,044 0,038 0,033 0,030
18 0,06 0,05 0,043 0,038 0,033
20 0,067 0,056 0,048 0,042 0,037
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 349
Isoprenaline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 1,6 mg = 8 ml isoprenaline toe aan 19 ml glucose. De eindconcentratie is 60 microg/ml, 27 ml 5-20 kg: Voeg 5 mg = 25 ml isoprenaline toe aan 25 ml glucose. De eindconcentratie is 100 microg/ml, 50 ml > 20 kg: Trek 25 ampullen op onverdund. De eindconcentratie is 200 microg/ml, 25 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van licht bewaren
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 0,05-1 microg/kg/min Zie doseringsschema isoprenaline
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de geleidingssnelheid, verkort de refractaire periode van het hart, verhoogt de bloeddruk en werkt bronchospasmolytisch binnen enkele minuten na toedienen
- Indicatie: sinusbradycardie of nodale bradycardie met hemodynamische instabiliteit, overdosering ß-blokkers, prikkelgeleidingsstoornissen en aanvallen van Adam-Stokes
- Contraindicatie: brady-tachycardieën t.g.v. digitalisintoxicatie, paroxysmale tachycardieën
- Bijwerkingen: hypotensie, tachycardie, aritmieën
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-02-2009 Tijdelijk in verband met verbouwing ampullen van 0,2 mg = 1 ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 350
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (60 microg/ml) Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,05 0 0,1 0,1 0,2 0,2
0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
0,15 0,1 0,3 0,5 0,6 0,8
0,2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
0,25 0,2 0,5 0,8 1,0 1,3
0,3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
0,35 0,4 0,7 1,1 1,4 1,8
0,4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0
0,45 0,5 0,9 1,4 1,8 2,3
0,5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5
0,6 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0
0,7 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5
0,8 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0
0,9 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5
1,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 351
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (100 microg/ml) Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg
0,05 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6
0,1 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2
0,15 0,5 0,9 1,1 1,4 1,8
0,2 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4
0,25 0,8 1,5 1,9 2,3 3,0
0,3 0,9 1,8 2,3 2,7 3,6
0,35 1,1 2,1 2,6 3,2 4,2
0,4 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8
0,45 1,4 2,7 3,4 4,1 5,4
0,5 1,5 3,0 3,8 4,5 6,0
0,6 1,8 3,6 4,5 5,4 7,2
0,7 2,1 4,2 5,3 6,3 8,4
0,8 2,4 4,8 6,0 7,2 9,6
0,9 2,7 5,4 6,8 8,1 10,8
1,0 3,0 6,0 7,5 9,0 12,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 352
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 1,0 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,05 0,3 0,4 0,45 0,6 0,75
0,1 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5
0,15 0,9 1,1 1,35 1,8 2,25
0,2 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0
0,25 1,5 1,9 2,25 3,0 3,75
0,3 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5
0,35 2,1 2,6 3,15 4,2 5,25
0,4 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0
0,45 2,7 3,4 4,05 5,4 6,75
0,5 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5
0,6 3,6 4,5 5,4 7,2 9,0
0,7 4,2 5,3 6,3 8,4 10,5
0,8 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0
0,9 5,4 6,8 8,1 10,8 13,5
1,0 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 353
Itraconazol
Merknaam Trisporal®
Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) itraconazol
F.T.G. Antimycotica
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, in 1 uur, de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut (25 druppels/minuut)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen 50 ml NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bijzonderheden - Om neerslaan van itraconazol te vermijden mag geen andere medicatie via de infuuszak of de infuuslijn worden toegediend.
- Dien itraconazol niet toe via een centrale lijn, maar via een perifeer infuus in verband met mogelijk dichtslibben van de lijn.
- Zowel de ampul met itraconazol als de infuuszak met NaCl 0,9% moeten op kamertemperatuur zijn. Het gehele volume uit de ampul in één keer in de zak overbrengen. De zak voorzichtig schudden om een goede menging te verkrijgen.
- Gebruik voor de toediening de bijgeleverde extensielijn met tweewegkraan en 0,2 μm (-inline) filter. Spoel de extensielijn eerst met 5 tot 10 ml NaCl 0,9% via de tweewegkraan. Verbind een infuuslijn met de tweewegkraan van de extensielijn.
- Na de toediening de extensielijn opnieuw spoelen via de tweewegkraan met 15 tot 20 ml NaCl 0,9%. Verwijder de infuuslijn en de extensielijn en werp deze set weg. Niet hersteriliseren of hergebruiken.
- Bevat cyclodextrines en propyleenglycol.
Bijwerkingen Dyspepsie, misselijkheid, buikpijn, constipatie, hoofdpijn, reversibele verhoging van de leverenzymen, menstruatiestoornissen, duizeligheid, allergische reacties zoals jeuk, huiduitslag, urticaria, angio-oedeem. Zelden: Stevens-Johnson syndroom, perifere neuropathie. Bij langdurig gebruik: hypokaliëmie, oedeem, hepatitis, haaruitval, braken, diarree.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Itraconazol'
Datum Wijziging
01-10-2007 Bij bijzonderheden: dien itraconazol niet toe via een centrale lijn, maar via een perifeer infuus i.v.m. mogelijk dichtslibben van de lijn.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 354
Parenteralia K
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 355
Kaliumchloride
Merknaam Kaliumchloride
Afleveringsvorm Ampul met 20 mmol = 10 ml (2 mmol/ml, 149 mg/ml) kaliumchloride
F.T.G. Electrolyten
Toedieningsroute Volwassenen: - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp voor
volwassenen - Intraveneus als langlopend infuus Perifeer: 20 mmol in 500 ml glucose of NaCl; max. snelheid 5 mmol/uur
(120/24 uur) Centraal: 20-40 mmol in 500 ml (max. concentratie 150 mmol/l); max.
snelheid 20 mmol/uur Kinderen: - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp voor kinderen
Toedieningscategorie Categorie B en D Centrale lijn: IC
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, ampicilline, ascorbinezuur, atropine, betamethason, chloorpromazine, dexamethason, digoxine, dobutamine, droperidol, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, fytomenadion, granisetron, indometacine, insuline, kanamycine, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, milrinon, morfine, neostigmine, nicardipine, ondansetron, oxytocine, pancuronium, pentazocine, pethidine, prednisolon, propofol, propranolol, pyridostigmine, remifentanyl, scopolamine, suxamethonium, zidovudine
Infuus - acetazolamide, acetylcysteine, amikacine, amiodaron, atracurium,
bumetanide, calciumgluconaat, ceftazidim, cefuroxim, chlooramfenicol, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, clomethiazol, coffeine, disopyramide, dopamine, doxapram, enalaprilaat, erythromycine, fentanyl, fenylefrine, flecainide, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine, hydrocortison, hydroxocobalamine, isoprenaline, ketanserine, lidocaine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ofloxacine, piperacilline, procainamide, ranitidine, ringerlactaat, rocuronium, salbutamol, streptokinase, theofylline, thiamine, thiopental, vancomycine, vecuronium, verapamil
Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen - neuroblastoom HR NB-1 ESIOP 60 mmol Kaliumchloride 2,5 mmol Calciumglubionaat 10 mmol Magnesiumsulfaat in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose - siopel-4 10 mml Kaliumchloride 2 mmol Magnesiumsulfaat 1,5 mmol Calciumglubionaat in 500 ml NaCl/glucose
Onverenigbaar met Y-site - diazepam, fenytoine, methylprednisolon, promethazine, sulproston,
tacrolimus Infuus - amfotericine B, amikacine, amoxicilline, benzylpenicilline, dobutamine,
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 356
doxycycline, mannitol, pentobarbital
Bijzonderheden - Kaliumchloride dient op geleide van de serumkaliumconcentratie en het ECG te worden toegediend. Bij toedienen van >1-2 mmol/kg/dag dient de serum kaliumconcentratie 3 maal per 24 uur bepaald te worden (tijdens iedere dienst)
- Maximale concentratie perifere lijn: 40 mmol/l (eventueel 80 mmol/l; let op hogere kans op bijwerkingen)
- Maximale concentratie centrale lijn: 150 mmol/l. Met behulp van een spuitenpomp (kleiner risico op te snel inlopen en bijbehorende aritmieen) kan 1 mmol/ml toegediend worden via een centraal veneuze catheter, zie hiervoor kaliumchloride, spuitenpomp protocol voor volwassenen
- De maximale hoeveelheid die perifeer gegeven mag worden is 120 mmol/24 uur. In bijzondere gevallen worden op VIG1, VIG2 en VHEM onder toezicht van de supervisor hogere doseringen toegediend. Dit dient te gebeuren onder zeer frequente controle van de kaliumconcentratie in het serum. Voorwaarde hierbij is dat de patient geen interferererende co-medicatie gebruikt, zoals bijvoorbeeld anti-aritmica of digoxine
- Te geconcentreerde kaliumconcentraties kunnen pijn op de injectieplaats en flebitis veroorzaken
- Te snelle toediening kan levensbedreigende artimieen veroorzaken - Tijdens het toedienen dient gezorgd te worden voor een goede
urineproductie
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: hyperkaliëmie met symptomen: spierzwakte, hypotensie, langzame en onregelmatige hartslag, acute hartstilstand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride'
Datum Wijziging
01-04-2004 Toevoeging bij bijzonderheden over het maximaal toedienen zonder bewaking en per infuuszak.
01-12-2005 Toevoeging bij bijzonderheden ten behoeve van zorgeenheden VIG1 en VIG2.
01-02-2007 Bijzonderheden: op VIG1 en VIG2 mogen hogere doseringen worden toegediend via een perifeer infuus in overleg met de supervisor
01-04-2007 Bij Verenigbaar met een nieuw subkopje: Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen
01-10-2007 Bij bijzonderheden verwijderd: Bij gebruik van kaliumchloride in een spuitenpomp via centrale lijn toedienen. Tot 5 ml per uur mag perifeer worden toegediend.
01-12-2007 Toedieningsroute: Perifere toediening: maximale toedieningssnelheid 5 mmol/uur.
01-02-2009 Bij verenigbaar met Infuus verwijderd: dopexamine, netilmicine en toegevoegd: fludoxacilline, hydrocortison.
01-11-2010 Toedieningsroute: De toedieningssnelheid is maximaal 20 mmol/uur via een centrale lijn. Bijzonderheden: Zonder bewaking mag maximaal 20 mmol/uur, 40 mmol per infuuszak en 80 mmol/24 uur via een centrale lijn worden toegediend.
01-02-2012 Toedieningsroute en Bijzonderheden zijn in z’n geheel aangepast.
01-12-2013 Toedieningsroute volwassenen: Intraveneus als langlopend infuus gewijzigd in; Perifeer: 20 mmol in 500 ml glucose of NaCl; max snelheid 5 mmol/uur (120/24 uur). Centraal: 20-40 mmol in 500 ml (max concentratie 150 mmol/l); max. snelheid 20 mmol/uur. Bekwaamheidsniveau: toegevoegd; centrale lijn: IC.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 357
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ascorbinezuur, esmolol, granisetron, methylergometrine, milrinon, nicardipine, pancuronium, propofol, remifentanyl. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: amikacine, clomethiazol, coffeine, fentanyl, fenylefrine, hydroxocobalamine, ringerlactaat, rocuronium, thiamine. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: tacrolimus. Overenigbaar met Infuus toegevoegd: doxycycline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 358
Kaliumchloride, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2 flacons (20 ml=40 mmol) met 20 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mmol/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp - Doseren op geleide van de serum kaliumconcentratie. De serum kaliumconcentratie dient bij een dosering van >1-2 mmol/kg/dag 3 maal per 24 uur bepaald te worden
- Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-20 ml/uur
Toegangsweg - Centraal (onder ECG-bewaking) - Perifeer tot een pompstand van 5 mmol (5 ml) per uur = 120 mmol/24
uur
Eigenschappen geneesmiddel - Indicatie: hypokaliëmie - Bijwerking: pijn op de injectieplaats, tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2012 Toedienen via spuitenpomp: - Doseren op geleide van de serum kaliumconcentratie. De serum kaliumconcentratie dient bij een dosering van >1-2 mmol/kg/dag 3 maal per 24 uur bepaald te worden. Toegangsweg: - Centraal (onder ECG-bewaking) – Perifeer tot een pompstand van 5 mmol (5 ml) per uur = 120 mmol/24 uur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 359
Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 mmol/ml
dosering pompstand
mmol/24 uur ml/uur
20 0,8
40 1,7
60 2,5
80 3,3
120 5,0
160 6,7
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 360
Kaliumchloride, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 20 mmol = 10 ml kaliumchloride toe aan 10 ml glucose. De eindconcentratie is 1 mmol/ml, 20 ml.
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van plasmaspiegel Gebruikelijke dosering: 1-3 mmol/kg/dag Zie doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
Toegangsweg - Centraal (onder ECG-bewaking) - Perifeer, tot een pompstand van 5 ml/uur. Maximaal 40 mmol/l
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de kaliumspiegel - Indicatie: hypokaliëmie - Contraindicatie: hyperkaliëmie, chronische nierinsufficiëntie,
atrioventriculair block, gedecompenseerde metabole acidose - Bijwerking: pijn op de injectieplaats, tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-02-2012 Toedienen via spuitenpomp: Zie doseringsschema spuitenpomp voor kinderen. Toegangsweg: - Centraal (onder ECG-bewaking) – Perifeer, tot een pompstand van 5 ml/uur. Maximaal 40 mmol/l
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 361
Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-250 mmol (1 mmol/ml) Instellingen spuitenpomp (ml/uur) bij een eindconcentratie van 1 mmol/ml Toe te dienen hoeveelheid kaliumchloride(mmol) per 24 uur
Pompstand in ml/uur
5,0 0,21 7,5 0,31 10,0 0,42 12,5 0,52 15,0 0,63 17,5 0,73 20,0 0,83 22,5 0,94 25,0 1,05 27,5 1,15 30 1,25 35 1,45 40 1,70 45 1,90 50 2,10 60 2,50 70 2,90 80 3,30 90 3,80 100 4,20 125 5,20 150 6,30 175 7,30 200 8,30 250 10,40
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-02-2012 Een nieuw doseringsschema
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 362
Ketanserine
Merknaam Ketensin®
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml en 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) ketanserine (als waterstoftartraat)
F.T.G. Antihypertensiva
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus/intra-arterieel als bolusinjectie: onverdund, 5 mg, in 10
seconden, zo nodig herhaald met een interval van 5 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp ketanserine
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: IC Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Intra-arterieel: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Infuus
- kaliumchloride, hydroxyethylzetmeel 6% tot een concentratie van 0,375 mg/ml
Y-site - atosiban, midazolam
Onverenigbaar met - chloride bevattende infuus- en injectievloeistoffen (zoals NaCl 0,9% en Ringerlactaat), behalve als de eindconcentratie ketanserine lager is dan 1 mg/ml
- (gebufferde) infuusvloeistoffen met een pH>4 - diazepam, gelofusine, midazolam, sulproston
Bijzonderheden - Bevat propyleenglycol en wijnsteenzuur. - De pH van de oplossing is 2-3. - De oplosbaarheid van ketanserine neemt sterk af bij een pH>4 door
vorming van de vrije base. - Bij hogere concentraties dan 1 mg/ml kan in aanwezigheid van chloride-
ionen uitkristallisatie van ketanserine optreden. - Ketanserine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Acute reacties Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen Lusteloosheid, concentratieverlies, hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, slaperigheid, droge mond, misselijkheid, braken, dyspepsie, oedeem. Zelden: visusstoornissen, impotentie, depressie, congestie neusslijmvlies, hypoglycemie, tachycardie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 363
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine'
Datum Wijziging
01-04-2005 Uit ervaring is gebleken dat bij de spuitenpomp met een concentratie van 1 mg/ml geen problemen optreden.
01-06-2008 Bij verenigbaar met infuus hemohes veranderd in hydroxyethylzetmeel. Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met: diazepam, midazolam, sulproston.
01-03-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: atosiban.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 364
Ketanserine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (10 ml=50 mg) met 40 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: Onderhoudsdosis: 2-6 ml/uur (gynaecologie: 2-14 ml/uur) Eventueel oplaaddosis: 5-10 mg (=5-10 ml)
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vasodilatatie, verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening, zonder reflextachycardie
- Indicatie: (postoperatieve) hypertensie, zwangerschapshypertensie, neurogene hypertensie
- Bijwerkingen: verlenging QTc-interval, ventriculaire aritmieën (zeldzaam), hoofdpijn, duizeligheid, perifeer oedeem
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 365
Ketanserine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 10 mg = 2 ml ketanserin toe aan 48 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 50 mg = 10 ml ketanserin toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 0,25-5 microg/kg/min Eventueel oplaaddosis: 0,25-0,5 mg/kg intraveneus in 30 minuten
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vasodilatatie, verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening, zonder reflextachycardie
- Indicatie: (postoperatieve) hypertensie, neurogene hypertensie - Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij hypokaliëmie, brady- en
tachycardie, verlengd QTc-interval, hypovolemie - Bijwerkingen: verlenging QTc-interval, ventriculaire aritmieën (zeldzaam),
hoofdpijn, duizeligheid, perifeer oedeem
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 366
Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 1 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,25 0,1 0,2 0,2 0,3 0,4
0,5 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8
0,75 0,2 0,5 0,7 0,9 1,1
1,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
1,5 0,5 0,9 1,4 1,8 2,3
2,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0
2,5 0,8 1,5 2,3 3,0 3,8
3,0 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5
3,5 1,1 2,1 3,2 4,2 5,3
4,0 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0
4,5 1,4 2,7 4,1 5,4 6,8
5,0 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 367
Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (1000 microg/ml) Rekendosering: 5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,25 0,1 0,2 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8
0,5 0,2 0,8 0,5 0,6 0,9 1,2 1,5
0,75 0,2 0,5 0,7 0,9 1,4 1,8 2,3
1,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0
1,5 0,5 0,9 1,4 1,8 2,7 3,6 4,5
2,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0
2,5 0,8 1,5 2,3 3,0 4,5 6,0 7,5
3,0 0,9 1,8 2,7 3,6 5,4 7,2 9,0
3,5 1,1 2,1 3,2 4,2 6,3 8,4 10,5
4,0 1,2 2,4 3,6 4,8 7,2 9,6 12,0
4,5 1,4 2,7 4,1 5,4 8,1 10,8 13,5
5,0 1,5 3,0 4,5 6,0 9,0 12,0 15,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 368
Kinine
Merknaam Chinini bihydrochloridum, Kinine
Afleveringsvorm Ampul met 600 mg = 2 ml (300 mg/ml) kinine-dihydrochloride
F.T.G. Antimicrobiele middelen, malariamiddelen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: 10-20 mg/kg, toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9%, aanvankelijk in 4 uur, onderhoud 10 mg/kg, in 8-12 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC (VPK maximaal 1800 mg/24 uur)
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C (ref. 14)
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden Intraveneuze toediening als bolusinjectie wordt ontraden vanwege de kans op irreversibele blindheid.
Acute reacties Pruritus, urticaria, blozen, dyspnoe, angio-oedeem.
Bijwerkingen Duizeligheid, gehoorstoornissen, oorsuizen, tremoren, hoofdpijn, rillingen, visusstoornissen, misselijkheid. Ten gevolge van te snelle intraveneuze infusie: hypotensie, tremor, convulsies, coma.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kinine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 369
Parenteralia L
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 370
Labetalol
Merknaam Trandate®
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) labetalol-hydrochloride
F.T.G. Antihypertensiva
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 50 mg = 10 ml, in tenminste 1 minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp labetalol
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, amiodaron, ampicilline, benzylpenicilline, calciumgluconaat, cefazoline, ceftazidim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, co-trimoxazol, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, famotidine, fentanyl, gentamicine, insuline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, metronidazol, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pethidine, piperacilline, ranitidine, theofylline, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Onverenigbaar met Y-site
- ceftriaxon, furosemide, heparine, natriumbicarbonaat, thiopental
Bijzonderheden Labetalol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
Acute reacties Jeuk, huiduitslag, oedeem.
Bijwerkingen Orthostatische hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, mictieklachten, urineretentie, spierkrampen, vermoeidheid, depressie, visusstoornissen, ejaculatiestoornissen. Zelden: leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol'
Datum Wijziging
01-10-2005 Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en afleveringsvorm is weer ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) labetalol-hydrochloride.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 371
Labetalol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 3 ampullen op, onverdund De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-20 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verlaagt de bloeddruk vrijwel direct na toediening - Indicatie: zwangerschapshypertensie, acute ernstige hypertensie - Contraindicatie: 'Sick-sinus'syndroom, 2e of 3e graads AV-blok, asthma
bronchiale - Bijwerking: bradycardie, orthostatische hypotensie, urineretentie,
overgevoeligheidsreakties, hoofdpijn, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2005 Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml.
01-02-2009 De ampullen van 20 ml zijn weer leverbaar.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 372
Labetalol, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Onverdund toedienen, trek 10 ampullen op. De eindconcentratie is 5 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na optrekken in spuit: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 1-3 mg/kg/uur (14)
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verlaagt de bloeddruk vrijwel direct na toediening - Indicatie: acute ernstige hypertensie - Contraindicatie: 'Sick-sinus'syndroom, 2e of 3e graads AV-blok, asthma
bronchiale, metabole acidose, langdurige hypotensie - Bijwerking: bradycardie, orthostatische hypotensie, urineretentie,
overgevoeligheidsreacties, hoofdpijn, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-10-2005 Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 373
Labetalol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (5 mg/ml) Rekendosering: 0,5 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg
1,0 0,2 0,4 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 10,0
1,5 0,3 0,6 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 15,0
2,0 0,4 0,8 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 20,0
2,5 0,5 1,0 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 25,0
3,0 0,6 1,2 3,0 6,0 9,0 12,0 15,0 18,0 30,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 374
Lanreotide
Merknaam Somatuline PR®
Afleveringsvorm Flacon met 30 mg Lanreotide (als acetaat) poder voor suspensie voor injectie
F.T.G. Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus
Oplosmiddel Mannitol (bijgeleverd)
Bereiden Trek 2 ml oplosmiddel uit de ampul in de injectiespuit met behulp van een van de bijgeleverde roze naalden. Breng het oplosmiddel langzaam over in de injectieflacon met lanreotide en laat de injectiespuit zitten. De injectieflacon niet omkeren en de inhoud 20-30 keer zacht heen en weer zwenken tot een melkachtige, homogene suspensie is verkregen. De injectieflacon niet omkeren en alle suspensie in de injectiespuit opzuigen. Trek nu de injectiespuit uit de injectieflacon, verwijder de injectienaald en verwijder de lucht uit de injectiespuit. Zet de andere roze naald op de injectiespuit en dien de injectie toe
Toedieningsroute Intramusculair
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: arts
Houdbaarheid Direct na oplossen gebruiken
Bijzonderheden - Somatuline PR® is een preparaat met verlengde afgifte - De injectie mag alleen per diepe intragluteale injectie worden gegeven. Bij
herhaalde toediening dient afwisselend in de linker of rechter bijspier te worden geïnjecteerd
- Bevat copolymeren, mannitol, natriumcarboxymethylcellulose en polysorbaat 80
- De inhoud van de flacon bevat een extra hoeveelheid lanreotide ter compensatie van het residu dat in de injectieflacon achterblijft
- Suspensie mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen
Acute reacties Pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen Diarree, abdominale pijn, flatulentie, anorexie, misselijkheid en braken, galsteenvorming
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2005 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lanreotide'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 375
Lenograstim
Merknaam Granocyte 34®
Afleveringsvorm Flacon met 33,6 miljoen IE (263 microg) lenograstim poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hematopoëtische groeifactoren
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 33,6 miljoen IE lenograstim op in 1,05 ml oplosmiddel. Schud zachtjes tot de inhoud volledig is opgelost (ongeveer 5 seconden). De concentratie is 33,6 miljoen IE/ml. Zowel het poeder als het oplosmiddel hebben een 5% overmaat.
Toedieningsroute Subcutaan: verdund of onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Na oplossen kan 1 ml lenograstim uit de flacon worden geëxtraheerd (Granocyte®).
- Na oplossen kan lenograstim nog worden verdund met NaCl 0,9%. - Verdunnen van Granocyte 34® tot eindconcentraties van minder dan 0,32
miljoen IE/ml (2,5 microg/ml) wordt niet aanbevolen, d.w.z. dat 1 flacon opgelost Granocyte 34® met maximaal 100 ml NaCl 0,9% mag worden verdund.
- Granocyte 34® wordt gebruikt bij patiënten met een lichaamsoppervlak tot en met 1,8 m2.
- Lenograstim dient onder controle van het bloedbeeld te worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Alopecia, misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, botpijn, leucocytose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lenograstim'
Datum Wijziging
01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: verdund of onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 376
Levetiracetam
Merknaam Keppra®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) levetiracetam
F.T.G. Anti-epileptica
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: dosering tot 1500 mg aanvullen tot 100 ml infuusvloeistof in 15 minuten
Kinderen - 5 ml = 500 mg aangevuld tot 100 ml NaCl 0,9% geeft een oplossing met
een concentratie van 5 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% of Ringerlactaat
Bijwerkingen Somnolentie en asthenie, duizeligheid, hoofdpijn, psychische stoornissen, buikpijn, misselijkheid, diarree en braken
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2007 Laatste wijziging: 01-08-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levetiracetam'
Datum Wijziging
01-07-2011 Toedieningsroute kinderen: 5 ml = 500 mg aangevuld tot 100 ml NaCl 0,9% geeft een oplossing met een concentratie van 5 mg/ml.
01-08-2012 Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus: dosering tot 1500 mg aanvullen tot 100 ml infuusvloeistof in 15 minuten. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%, glucose 5% of Ringerlactaat.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 377
Levofloxacine
Merknaam Tavanic®
Afleveringsvorm Infusievloeistof met 100 ml = 500 mg levofloxacine, 5 mg/ml
F.T.G. Chinolonen, antibacterieel middel
Toedieningsroute Intraveneus als infuus, in miminaal 30 minuten (250 mg) of in minimaal 60 minuten (500 mg)
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken van de rubberen stop meteen (binnen 3 uur) gebruiken
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- dexamethasondinatriumfosfaat, dobutamine, dopamine, epinefrine, fenobarbital, fentanyl, gentamicine, linezolid, lorazepam, metoclopramide, morfine, penicilline G, vancomycine
Onverenigbaar met Heparine, natriumwaterstofcarbonaat
Acute reacties Anafylactische reacties, angio-oedeem
Bijwerkingen Slapeloosheid en nervositeit, zelden psychotische reacties, duizeligheid,
hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, flebitis, diarree, misselijkheid, pseudomembraneuze colitis, stijging leverenzymen, rash, huiduitslag, convuslies, perifere neuropathie, tendinitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-10-2009 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levofloxacine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 378
Levocarnitine
Merknaam Carnitene "Sigma Tau"®
Afleveringsvorm Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml) levocarnitine
F.T.G. Voedingsstoffen
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 10-30 mg/kg, in 3 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Bij een glomulaire filtratiesnelheid lager dan 10 ml/min doseren op geleide van de carnitinespiegel.
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: diarree.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levocarnitine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 379
Levomepromazine
Merknaam Nozinan®
Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) levomepromazine (als hydrochloride)
F.T.G. Antipsychotica, analgetica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan gelijk volume NaCl 0,9%, in
3-5 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: VPK-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Atropine, metoclopramide, morfine
Onverenigbaar met Y-site
- heparine
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet en benzylalcohol. - Subcutane toediening wordt afgeraden wegens lokale irritatie. - Levomepromazine kan ernstige ortostatische hypotensie veroorzaken.
Acute reacties Rash, bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen Extrapiramidale stoornissen, convulsies, verergering van depressie, slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen, verhoogde oogboldruk, mictiestoornissen, misselijkheid, braken, obstipatie, priapisme, ejaculatiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen, leverfunctiestoornissen. Met name bij ouderen en kinderen: opwinding, delirium.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levomepromazine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 380
Levothyroxine
Merknaam Levothyroxine
Afleveringsvorm Ampul met 100 microg = 1 ml (100 microg/ml) levothyroxine-natrium
F.T.G. Thyreomimetica
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten (ref. 19)
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Na intramusculaire toediening is de absorptie variabel. - Verdunnen, direct voor toedienen, met NaCl 0,9% is mogelijk (ref. 19).
Bijwerkingen Ten gevolge van te hoge doseringen: symptomen van hyperthyreoïdie als diarree, palpitaties, nervositeit.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levothyroxine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 381
Lidocaine
Merknaam Xylocaine®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml, 1%) en 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml, 5%) lidocaine-hydrochlorideanhydraat en watervrij glucose overeenkomend met 75 mg/ml glucosemonohydraat voor spinale anaesthesie (xylocaine hyperbaar) Miniplasco met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml, 1%) en 200 mg = 10 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride
F.T.G. Anti-aritmica, lokale anaesthetica
Toedieningsroute Als anti-aritmicum: - Intraveneus als bolusinjectie: 50-100 mg in 1-2 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp lidocaine Als anaestheticum: - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Perineuraal: onverdund - Epiduraal: onverdund - Intrathecaal: onverdund - Intraveneus: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau S.C.: arts I.M.: VPK I.V.: IC-arts Infusie: IC Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, enalaprilaat, esmolol, famotidine, haloperidol, labetalol, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, propofol, streptokinase
Infuus - alteplase, amiodaron, atracurium, benzylpenicilline, calciumzouten,
cardioplegie-oplossing, chlooramfenicol, cimetidine, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, erythromycine, furosemide, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, metoclopramide, milrinon, pentobarbital, procainamide, ranitidine, theofylline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- diazepam, isoprenaline, thiopental Infuus - ampicilline, cefazoline, ceftriaxon, doxycycline, epinefrine, fenytoïne,
natriumbicarbonaat, norepinefrine
Bijzonderheden - Intravasculaire toediening kan acute hypotensie, myocarddepressie en convulsies veroorzaken.
- Intraveneuze toediening van lidocaine moet onder bewaking van hemodynamische parameters plaatsvinden.
- Onverenigbaarheid van lidocaine met (nor)epinefrine geldt niet voor de commercieel verkrijgbare oplossing van lidocaine met epinefrine.
- Bij intraveneuze infusie gedurende langer dan 24 uur kan de eliminatiesnelheid afnemen. Verlaging van de infuussnelheid kan dan noodzakelijk zijn.
Acute reacties Zelden: bronchospasmen, anafylactische shock.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 382
Bijwerkingen Sufheid, paresthesieën, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van
overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet, spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, hypotensie, ritmestoornissen, cardiovasculaire collaps.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 383
Lidocaine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 50 ml (=1000 mg) lidocaine op, onverdund De eindconcentratie is 20 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Oplaaddosis: 2,5-5 ml (50-100 mg) als bolus, onverdund Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 6-12 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de refractaire periode, werking treedt 1-2 minuten na toediening in
- Indicatie: behandeling en preventie van ventriculaire artimieën - Contraindicatie: tweede en derde graads AV-block, andere ernstige
geleidingstoornissen, bradycardie - Overdosering: daling van de bloeddruk, agitatie, spraakstoornissen, wazig
zien, misselijkheid, uiteindelijk tremoren, convulsies en ademhalingsdepressie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 384
Lidocaine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 25 ml lidocaine toe aan 25 ml glucose. De eindconcentratie is 10 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Onverdund toedienen, trek 1000 mg = 50 ml lidocaine op. De eindconcentratie is 20 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Oplaaddosis: 0,5-1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 20-50 microg/kg/min
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de refractaire periode, werking treedt 1-2 minuten na toediening in
- Indicatie: behandeling en preventie van ventriculaire artimieën - Contraindicatie: tweede en derde graads AV-block, andere ernstige
geleidingstoornissen, bradycardie - Bijwerkingen: sufheid, slaperigheid, overgevoeligheidsreacties - Overdosering: hypotensie, agitatie, spraakstoornissen, wazig zien,
misselijkheid, uiteindelijk tremoren, ritmestoornissen, convulsies en ademhalingsdepressie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 385
Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 mg/ml) Rekendosering: 50 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
20 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6
25 0,1 0,3 0,5 0,6 0,8
30 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9
35 0,2 0,4 0,6 0,8 1,1
40 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2
45 0,3 0,5 0,8 1,1 1,4
50 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 386
Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (20 mg/ml) Rekendosering: 33,3 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg
20 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0
25 0,4 0,8 1,1 1,5 2,3 3,0 3,8
30 0,5 0,9 1,4 1,8 2,7 3,6 4,5
35 0,5 1,1 1,6 2,1 3,2 4,2 5,3
40 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0
45 0,7 1,4 2,0 2,7 4,1 5,4 6,8
50 0,8 1,5 2,3 3,0 4,5 6,0 7,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 387
Lidocaine-epinefrine
Merknaam Lidocaine-epinefrine, Xylocaine-epinefrine®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml, 0,5%) lidocaine-hydrochloride + epinefrine 1:100.000 (10 microg/ml) Flacon met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml, 1%) lidocaine-hydrochloride + epinefrine 1:200.000 (5 microg/ml) Flacon met 400 mg = 20 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride + epinefrine 1:200.000 (5 microg/ml)
F.T.G. Lokale anaesthetica
Toedieningsroute - Lokaal: voor infiltratie- en geleidingsanaesthesie - Intraveneus: voor intraveneuze regionale anaesthesie
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Na aanprikken van flacon: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Intravasculaire toediening kan hypotensie, myocarddepressie en convulsies veroorzaken.
- Bevat natriumbisulfiet als anti-oxidans; bevat methylparahydroxybenzoaat als conserveermiddel.
- Toevoeging van epinefrine aan de injectievloeistof verlengt de duur van de anaesthesie.
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties: bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen Sufheid, paresthesieën, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van
overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet, spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, hypotensie, ritmestoornissen, cardiovasculaire collaps.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine-epinefrine'
Datum Wijziging
01-12-2007 Wijziging Afleveringsvorm in verband met nieuwe sterke van epinefrine in lidocaine van 1:200.000.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 388
Linezolid
Merknaam Zyvoxid®
Afleveringsvorm Infuuszak met 600 mg = 300 ml linezolid (2 mg/ml)
F.T.G. Overige antibiotica
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: onverdund, in 30-120 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Amfotericine B, ceftriaxon, chloorpromazine, cotrimoxazol, diazepam,
erytromycine, fenytoine, pentamidine
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische reacties, lactaatacidose
Bijwerkingen Hoofdpijn, diarree, misselijkheid, candidose, metaalsmaak, leverfunctie-afwijkingen, bloedbeeldafwijkingen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2009 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Linezolid'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 389
Lorazepam
Merknaam Temesta®
Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) lorazepam
F.T.G. Anxiolytica, benzodiazepinen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund of direct voor toedienen mengen met gelijk volume NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut
- Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of direct voor toedienen mengen met gelijk volume NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp lorazepam
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
I.V./Infusie Volwassenen: VPK I.V./Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, (eventueel) water voor injecties
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amikacine, amoxicilline, atracurium, atropine, bumetanide, ciprofloxacine, clonidine, co-trimoxazol, dexamethason, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, famotidine, fentanyl, fluconazol, furosemide, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, metronidazol, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, pethidine, piperacilline, ranitidine, vancomycine, vecuronium, zidovudine
Onverenigbaar met Y-site
- buprenorfine, foscarnet, imipenem, omeprazol, ondansetron, sufentanil, thiopental
Bijzonderheden - Wanneer lorazepam op een gewone zorgeenheid continu wordt toegediend
met behulp van een spuitenpomp dient continue controle van de saturatie plaats te vinden. Tijdens controles, elke 3 uur, dient de ademfrequentie meegenomen te worden.
- Bevat propyleenglycol, polyethyleenglycol en benzylalcohol. - De oplossing mag na verkleuring of neerslagvorming niet meer gebruikt
worden. - Injectievloeistof en infuusvloeistof kunnen ontmengen in de spuit,
waardoor concentratieverschillen in de oplossing kunnen optreden. Controle hierop is noodzakelijk.
- Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, slaperigheid, verwardheid, spierzwakte, duizeligheid,
anterograde amnesie, maagdarmstoornissen. Met name bij ouderen en kinderen: paradoxale reacties met acute opwinding, verwarring en verandering van psychische toestand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 390
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en bij Bijzonderheden extra aandacht voor de controles op saturatie en ademfrequentie bij continue toediening van lorazepam op een gewone zorgeenheid.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 391
Lorazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2 ampullen (2 ml=8 mg) met 46 ml NaCl 0,9%. Let op een goede menging van injectievloeistof en infusievloeistof De eindconcentratie is 0,167 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Verschoon dagelijks het toedieningssysteem in verband met het risico op uitkristalliseren
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: onverdund, 0,04 mg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 2-12 ml/uur Zie doseringsschema lorazepam
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt hypnotisch en anxiolytisch met een lange halfwaardetijd - Indicatie: sedatie op IC, alcoholonthoudingsverschijnselen, pathologische
angsten en spanningen - Bijwerking: tromboflebitis, spierzwakte, huidreakties, hypotensie,
ademhalingsdepressie Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2005 Houdbaarheid: verschonen toedieningssysteem
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 392
Lorazepam, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,167 mg/ml pompstand dosering
ml/uur mg/uur mg/24 uur
1 0,2 4
2 0,3 8
3 0,5 12
4 0,7 16
5 0,8 20
6 1,0 24
7 1,2 28
8 1,4 32
9 1,5 36
10 1,6 40
11 1,8 44
12 2,0 48
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 393
Lymphocyten immunoglobuline
Merknaam Lymphoglobuline®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) lymphocyten immunoglobuline, paard
F.T.G. Sera
Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus, toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 8-12 uur. De minimale infusieduur is 6 uur.
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - Lymphocyten immunoglobuline moet langzaam worden toegediend in een grote vene via een centrale lijn.
- Voor toediening een corticosteroid en een antihistaminicum toedienen.
Acute reacties Allergische reacties, rillingen, koorts, duizeligheid, hypotensie, tachycardie, braken, dyspneu. Pijn op de plaats van infusie en perifere thromboflebitis.
Bijwerkingen Vertraagde allergische reacties, zoals serumziekte kunnen zich voordoen 7 tot 15 dagen na het instellen van de behandeling. Leukopenie, thrombocytopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lymphocyten immunoglobuline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 394
Parenteralia M
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 395
Magnesiumsulfaat
Merknaam Magnesiumsulfaat
Afleveringsvorm Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water Flacon met 10 gram = 50 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water
F.T.G. Mineralen, magnesiumzouten
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningsnelheid is maximaal 150 mg/minuut
- Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-1000 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningsnelheid is meestal 1-2 gram/uur, maximaal 150 mg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp magnesiumsulfaat
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amikacine, ampicilline, atosiban, cefalosporinen, co-trimoxazol, dobutamine, doxycycline, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, famotidine, fludarabine, gentamicine, heparine, insuline, kaliumchloride, kanamycine, labetalol, metronidazol, morfine, ondansetron, paclitaxel, pethidine, piperacilline, vancomycine
Infuus - benzylpenicilline, calciumgluconaat, chlooramfenicol, cisplatin,
isoprenaline, metoclopramide, norepinefrine, vaminolact, verapamil Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen - neuroblastoom HR NB-1 ESIOP 60 mmol Kaliumchloride 2,5 mmol Calciumglubionaat 10 mmol Magnesiumsulfaat in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose - siopel-4 10 mml Kaliumchloride 2 mmol Magnesiumsulfaat 1,5 mmol Calciumglubionaat in 500 ml NaCl/glucose
Onverenigbaar met Y-site - ciprofloxacine, gelofusine, ofloxacine, oxytocine Infuus - amfotericine B, ciclosporine, clindamycine, dobutamine, hydrocortison,
natriumbicarbonaat
Bijzonderheden - 200 mg/ml magnesiumsulfaat-7-water = 0,8 mmol/ml magnesium - Intraveneuze toediening dient langzaam te geschieden op geleide van
regelmatige controle van het klinisch beeld (ademhaling, bloeddruk, kniepeesreflex, urineuitscheiding) en de magnesiumspiegel.
- Symptomen van overdosering, zoals maagdarmstoornissen, hypotensie, bradycardie, depressie centraal zenuwstelsel, verlies spierreflexen, ECG-afwijkingen, ademhalingsdepressie en hartstilstand, worden behandeld met 1-2 gram calciumgluconaat langzaam intraveneus.
Acute reacties Ten gevolge van te snelle toediening: flushing.
Bijwerkingen Diarree, hypotensie, spierzwakte, sufheid.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 396
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat'
Datum Wijziging
01-04-2007 Bij Verenigbaar met een nieuw subkopje: Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met (Y-site): gelofusine, oxytocine
01-05-2010 Afleveringsvorm ampul met 1000 mg is gewijzigd in 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) magnesiumsulfaat-7-water
01-03-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: atosiban.
01-11-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Infuus: vaminolact.
01-06-2012 Afleveringsvorm: Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water. Bijzonderheden: 200 mg/ml magnesiumsulfaat-7-water = 0,8 mmol/ml magnesium.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 397
Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 1 flacon op, onverdund De eindconcentratie is 200 mg/ml (=0,8 mmol/ml)
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 20-30 ml (=4-6 g) als bolusinjectie, in 5 minuten Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 5-15 ml/uur
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anticonvulsief - Indicatie: preventie en couperen van eclamptische aanval - Contraindicatie: partieel of totaal AV-blok, respiratoire en/of cardiale
depressie, myastenia gravis, ernstige nierfunctiestoornis - Bijwerking: bij te hoge magnesiumspiegel: > 5 mmol/l: kniepeesreflex valt volledig weg > 7 mmol/l: hyperventilatie, ademstilstand > 9 mmol/l: ECG afwijkingen, aritmie, hartstilstand
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 398
Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Onverdund toedienen, de eindconcentratie is 200 mg/ml
Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect en de bloedspiegel Oplaaddosis: 200 mg/kg in 20 minuten Onderhoudsdosis: 20-150 mg/kg/uur (ref. 15)
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anticonvulsief, voorkomt en reduceert pulmonaire hypertensie ten gevolge van hypoxie (ref. 15).
- Indicatie: preventie en couperen van eclamptische aanval - Contraindicatie: partieel of totaal AV-blok, respiratoire en/of cardiale
depressie, myastenia gravis, ernstige nierfunctiestoornis - Bijwerking: magnesiumspiegel > 5 mmol/l: kniepeesreflex valt volledig weg. magnesiumspiegel > 7 mmol/l: hyperventilatie, ademstilstand. magnesiumspiegel > 9 mmol/l: ECG afwijkingen, aritmie, hartstilstand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 399
Mannitol
Merknaam Mannitol
Afleveringsvorm Zak met 20 gram = 100 ml en 100 gram = 500 ml (200 mg/ml, 20%) mannitol
F.T.G. Osmotische diuretica
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund Dosering, concentratie en toedieningssnelheid zijn afhankelijk van de toestand en de respons van de patiënt Gebruikelijk is 100 ml in 30-60 minuten bij gebruik als osmotisch diureticum Als osmotherapie ter behandelng van verhoogde intracraniële druk wordt 100 ml in 10 minuten toegediend
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. In de koelkast kristalliseert de oplossing uit.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- cisplatin, fludarabine, fluorouracil, melfalan, ondansetron, paclitaxel, piperacilline-tazobactam, teniposide
Infuus - amfotericine B, amikacine, benzylpenicilline, cimetidine, dopamine,
gentamicine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, netilmicine, ofloxacine, tobramycine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- filgrastim Infuus - cisplatine, fenytoine, furosemide, imipenem, kaliumchloride,
natriumchloride
Bijzonderheden - Mannitol wordt als osmotisch diureticum samen gegeven met cytostatica zoals cisplatine en carboplatine
- Mannitol wordt ook gegeven ter behandeling van verhoogde intracraniële druk
- Oplossingen die kristallen bevatten, mogen niet gebruikt worden - Oplossingen van 20% via een centrale lijn toedienen; oplossingen van
10% bij voorkeur via een centrale lijn toedienen
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria. Zelden: anafylactische shock
Bijwerkingen Tromboflebitis, verstoring van de electrolytenbalans: hyponatriëmie, tremor en convulsies, hoofdpijn, verwardheid, droge mond, dorst, overvloedige diurese, duizeligheid, rillingen, koorts, congestie neusslijmvlies, pijn in de borst en armen, hypotensie, hypertensie, tachycardie. Ten gevolge van extravasatie: oedeem, necrose. Ten gevolge van te snelle toediening: waterintoxicatie, decompensatio cordis, longoedeem. Ten gevolge van hoge doseringen: acute nierinsufficiëntie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 400
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mannitol'
Datum Wijziging
01-04-2002 Toedieningssnelheid gespecificeerd.
01-05-2012 Toedieningsroute toegevoegd: Gebruikelijk is 100 ml in 30-60 minuten bij gebruik als osmotisch diureticum. Als osmotherapie ter behandeling van verhoogde intracraniele druk wordt 100 ml in 10 minuten toegediend. Bijzonderheden toegevoegd: - Mannitol wordt ook gegeven ter behandeling van verhoogde intracraniele druk.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 401
Medroxyprogesteron
Merknaam Depo-Provera® '150'/'500'
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 150 mg = 1 ml (150 mg/ml) medroxyprogesteronacetaat Flacon met 500 mg = 3,3 ml (150 mg/ml) medroxyprogesteronacetaat
F.T.G. Progestagenen
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund, diep inspuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Bevat polysorbaat 80, methyl- en propylhydroxybenzoaat, en macrogol 4000.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische shock.
Bijwerkingen Doorbraakbloeding, misselijkheid, braken, gewichtsverandering, hoofdpijn, duizeligheid, vochtretentie, pijnlijke borsten. Zelden: tromboflebitis, longembolie, leverfunctiestoornis. Ten gevolge van hoge doseringen: onderdrukking bijnierschorsfunctie (syndroom van Cushing), gluteaal abces.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Medroxyprogesteron'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 402
Meningokokkenvaccin
Merknaam Meningitec®
Afleveringsvorm Flacon met 10 microg = 0,5 ml meningokokkenvaccin suspensie voor injectie
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund, bij voorkeur anterolateraal in de dij bij zuigelingen en in de deltoïdspier bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden - Bevat 10 microg Neisseria meningitidis C polysaccharide - Meningitec moet voor gebruik goed worden geschud - Meerdere vaccins op verschillende plaatsen toedienen
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, erytheem, zwelling.
Bijwerkingen Koorts, prikkelbaarheid, vermoeidheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Meningokokkenvaccin'
Datum Wijziging
01-04-2004 Meningovax is uit de handel
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 403
Mepivacaine
Merknaam Scandicaine®
Afleveringsvorm Flacon met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml, 1%) en 200 mg = 10 ml (20 mg/ml, 2%) mepivacaine-hydrochloride
F.T.G. Lokale anaesthetica
Toedieningsroute Lokaal: voor geleidings-, infiltratie- en epiduraal anaesthesie: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Lokaal: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden Glazen flacons bevatten methylparahydroxybenzoaat.
Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Meestal ten gevolge van te snelle toediening, overdosering of onbedoelde intravasculaire toediening: spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien, tremor, sufheid, convulsies, bewusteloosheid, ademstilstand, hypotensie, myocarddepressie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mepivacaine'
Datum Wijziging
01-12-2006 Inhoud flacon gewijzigd van 200 mg in 50 mg.
01-05-2009 Afleveringsvorm: 400 mg = 20 ml is gewijzigd in 200 mg = 10 ml (20 mg/ml, 2%) mepivacaine-hydrochloride.
01-06-2009 Afleveringsvorm: 50 mg = 5 ml is uit de handel, vervangen door 200 mg = 20 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 404
Mercapto-ethaansulfonzuur
Merknaam Uromitexan®, Mesna
Afleveringsvorm Ampul met 400 mg = 4 ml (100 mg/ml) mercapto-ethaansulfonzuurnatrium
F.T.G. Antidota, mucolytica
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als injectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl
0,9% tot een concentratie van 20 mg/ml, in 15-30 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl
0,9% Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% of NaCl 0,9%
tot een concentratie van 20 mg/ml, in 30 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: aangevuld met glucose 5% of NaCl
0,9% tot 48 ml, in 24 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, filgrastim, fludarabine, melfalan, ondansetron, piperacilline Infuus - cyclofosfamide, ifosfamide
Onverenigbaar met Infuus - carboplatine, cisplatine
Bijzonderheden - Mercapto-ethaansulfonzuur wordt gebruikt ter voorkoming van toxische effecten op de blaas en lagere urinewegen bij gebruik van cytostatica zoals cyclofosfamide en ifosfamide.
- Bevat 0,6 mmol natrium per ml.
Acute reacties Zelden: urticaria, jeuk, oedeem, hypotensie, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ulceraties en blaren in slijmvliezen, koorts, tachycardie, maagdarmstoornissen, hoofdpijn, moeheid, leukopenie, gewrichtspijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mercapto-ethaansulfonzuur'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 405
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 2 tot 12 ampullen op, afhankelijk van de pompstand, onverdund. De eindconcentratie is 100 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op basis van cytostatiucm dosering Gebruikelijke pompstanden zijn 0,2-4 ml/uur Zie doseerschema mercapto-ethaansulfonzuurnatrium
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: ontgiftigt de metabolieten van oxazafosforinen (bv. cyclofosfamide) in de urine, doordat de SH-groepen van mesna met deze stofwisselingsproducten reageren en daarmee de toxiciteit opheffen. De cytostatische werkzaamheid van deze preparaten wordt daarbij niet beïnvloed
- Indicatie: ter voorkoming en het onder controle houden van de toxische werking van de oxazafosforinen (cyclofosfamide, ifosfamide) op de blaas en lagere urinewegen
- Contraindicatie: gestoorde lever- en nierfunctie. Bekende overgevoeligheid voor mesna of andere mercaptoverbindingen
- Bijwerking: soms overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, huiduitslag en lokaal oedeem
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-12-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 406
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 100mg/ml
pompstand dosering
ml/uur mg/24 uur
0,2 480
0,4 960
0,5 1200
0,6 1440
0,8 1920
1,0 2400
1,2 2880
1,4 3360
1,6 3840
1,8 4320
2,0 4800
2,5 6000
3,0 7200
3,5 8400
4,0 9600
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 407
Meropenem
Merknaam Meronem®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg meropenem (als 3-water) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Overige beta-lactam antibiotica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 500 mg meropenem op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15-30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in NaCl 0,9% (1-20 mg/ml): 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Na verdunnen in glucose 5% (1-20 mg/ml): 3 uur bij 20°C of 12 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atropine, digoxine, vancomycine Infuus - aminofylline, cimetidine, dexamethason, dobutamine, dopamine,
enalaprilaat, fenobarbital, fluconazol, furosemide, gentamicine, heparine, insuline, magnesiumsulfaat, mannitol, metoclopramide, morfine, norepinefrine, ranitidine
Onverenigbaar met Aciclovir, amfotericine B, calciumgluconaat, ciprofloxacine, diazepam,
doxycycline, metronidazol, ondansetron, zidovudine
Bijzonderheden Bevat 4 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria, pruritus.
Bijwerkingen Tromboflebitis, buikpijn, misselijkheid, braken, hoofdpijn, paresthesieën, orale en vaginale candidose, reversibele trombocytose, eosinofilie, trombocytopenie, neutropenie, leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Meropenem'
Datum Wijziging
01-12-2011 Toegevoegd aan Onverenigbaar met: ciprofloxacine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 408
Methadon
Merknaam Methadon
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) methadon-hydrochloride
F.T.G. Opioiden
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in NaCl 0,9%: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Intraveneuze toediening als bolusinjectie, onverdund of toegevoegd aan 2-5 ml NaCl 0,9%, is mogelijk, maar wordt niet aangeraden in verband met grote interindividuele variatie in effect en bijwerkingen.
- Methadon valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Acute reacties Urticaria, pruritus, anafylactische reacties.
Bijwerkingen Sedering, ademhalingsdepressie, hoestdemping, stemmingsveranderingen, misselijkheid, braken, obstipatie, urineretentie. Ten gevolge van langdurige toediening: gewenning, verslaving.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-05-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methadon'
Datum Wijziging
01-05-2010 Afleveringsvorm ampul met 10 mg is gewijzigd in ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 409
Methohexitalnatrium
Merknaam Brietal
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg methohexitalnatrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Anesthetica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 500 mg methohexitalnatrium op in 50 ml water voor injecties. De concentratie is 10 mg/ml. Trek 40 ml NaCl 0,9% op in een spuit van 50 ml. Trek 10 ml methohexitaloplossing 10 mg/ml op in een spuit van 10 ml. Voeg de 10 ml methohexitaloplossing toe aan de 40 ml NaCl 0,9% en meng De concentratie is nu 2 mg/ml
Toedieningsroute Volwassenen: Intra-arterieel in de arterie carotis voor WADA test
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Injectie: Arts
Houdbaarheid Na verdunnen: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Gezien toepassing niet uitgewerkt
Onverenigbaar met Gezien toepassing niet uitgewerkt
Acute reacties Ademhalingsdepressie, apnoe of hypotensie
Bijwerkingen Tromboflebitis, pijn op de plaats van de injectie, laryngo- en bronchospasmus,
hoesten, hikken, niezen, verhoogde skeletspieractiviteit (van spiertrekkingen tot convulsieve bewegingen), hoofdpijn, misselijkheid en braken
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2013 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methohexitalnatrium'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 410
Methyleenblauw
Merknaam Methylthionine
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) methylthionine Flacon met 15 mg = 30 ml (0,5 mg/ml) methylthionine
F.T.G. Antidota, diagnostica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 10 mg/ml, in 5 minuten - Intraveneus als continu infuus: onverdund 0,5 mg/ml, of toegevoegd aan
NaCl 0,9% (ref. 22) - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie Methyleenblauw,
spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Methyleenblauw mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Methyleenblauw wordt gebruikt als antidotum bij vergiftigingen met o.a. nitraten.
- Wordt ook lokaal gebruikt voor de diagnostiek van fistels.
Acute reacties Ten gevolge van subcutane injectie: anafylactische reacties.
Bijwerkingen Blauwkleuring urine. Ten gevolge van hoge doseringen: misselijkheid, braken, buikpijn, duizeligheid, hoofdpijn, hypertensie, transpireren, verwardheid, dyspnoe, precordiale pijn, vorming van methemoglobine, cyanose. Ten gevolge van subcutane injectie of extravasatie: necrotische abcessen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methyleenblauw'
Datum Wijziging
01-03-2002 Flacon met 15 mg = 30 ml (0,5 mg/ml) methylthionine toegevoegd.
01-06-2005 Bij Toedieningsroute toegevoegd: intraveneus mbv spuitenpomp.
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 411
Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 25 ampullen (50 ml = 500 mg) optrekken De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-16 ml/uur
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vaatvernauwing - Indicatie: septische shock - Bijwerkingen: misselijkheid, buikpijn, hypertensie, transpireren
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2005 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 412
Methylergometrine
Merknaam Methergin®
Afleveringsvorm Ampul met 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) methylergometrinewaterstofmaleaat
F.T.G. Uterustonica
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met 5 ml NaCl 0,9%,
langzaam
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.V. Volwassenen: IC I.M. Volwassenen: VPK-arts I.M. Kinderen: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- heparine, hydrocortison, kaliumchloride
Bijzonderheden - De werking treedt na intraveneuze toediening na 15-30 seconden in en na intramusculaire toediening na 2-5 minuten.
- De pH van de oplossing is ongeveer 3.
Acute reacties Anafylactische reacties: hypotensie, dyspnoe, collaps, shock.
Bijwerkingen Buikpijn, misselijkheid, braken, transpireren, duizeligheid, hoofdpijn. Zelden: hypertensie (met name ten gevolge van te snelle toediening en in combinatie met regionale anaesthesie en vasoconstrictoren), bradycardie of tachycardie, pijn op de borst, perifere vasospastische reacties. Met name patiënten met hypertensie of eclampsie kunnen ongewoon gevoelig zijn voor het hypertensief effect.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylergometrine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 413
Methylnaltrexon
Merknaam Relistor
Afleveringsvorm Flacon met 12 mg = 0,6 ml (20 mg/ml) methylnaltrexonbromide
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute Subcutaan, onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na optrekken in de injectiespuit 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht
Bijzonderheden - Methylnaltrexon mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden toegediend
- Bevat glycine en natriumcalciumedetaat
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats
Bijwerkingen Buikpijn, misselijkheid, diarree, flatulentie, duizeligheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylnaltrexon'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 414
Methylprednisolon, intramusculair
Merknaam Depo-Medrol®
Afleveringsvorm Flacon met 40 mg = 1 ml methylprednisolonacetaat suspensie
F.T.G. Glucocorticoïden
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep spuiten, in de M.glutaeus - Intrabursaal: onverdund - Intrasynoviaal: onverdund - Intra-articulair: onverdund - Periarticulair: onverdund - Intralaesionaal: onverdund Flacon voor gebruik goed schudden!
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Methylprednisolon kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, worden toegevoegd aan lidocaine 1%, of er kan gekozen worden voor kant-en-klaar Depo-Medrol® met lidocaine.
- Methylprednisolonacetaat mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Bevat macrogol 4000 en myristylpicolinium.
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen.
Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, spierzwakte.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, intramusculair'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 415
Methylprednisolon, intraveneus
Merknaam Solu-Medrol®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg methylprednisolon (als natriumsuccinaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Glucocorticoiden
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 500 mg methylprednisolon op in 8 ml water voor injecties. De concentratie is 62,5 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: dosis tot maximaal 250 mg, in tenminste 5 minuten
- Intraveneus als kortlopend infuus: dosis hoger dan 250 mg in 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 30 minuten
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp methylprednisolon
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, cisplatine, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, enalaprilaat, famotidine, fludarabine, methotrexaat, metronidazol, midazolam, morfine, pethidine, piperacilline, teniposide
Infuus - amfotericine B, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dopamine,
famotidine, heparine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, norepinefrine, ranitidine, theofylline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- allopurinol, ciprofloxacine, filgrastim, insuline, kaliumchloride, ondansetron, propofol, thiopental, tolazoline
Infuus - benzylpenicilline, calciumgluconaat, doxapram
Bijzonderheden - Bevat 2,7 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen, tachycardie.
Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte. Ten gevolge van snelle toediening: misselijkheid, braken, vieze smaak. Ten gevolge van snelle toediening van hoge doseringen: aritmieën, collaps, hartstilstand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 416
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, intraveneus'
Datum Wijziging
01-02-2009 Bij Verenigbaar met Infuus is kaliumchloride verwijderd.
01-01-2013 Oplosmiddel: water voor injecties. Benzylalcohol wordt niet meer bijgeleverd.
01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 417
Methylprednisolon, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 6 flacons (=3 g) methylprednisolon op in 6 x 8 ml water voor injecties. Vul aan tot 50 ml met water voor injecties. De eindconcentratie is 60 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van gewicht van de patiënt Oplaaddosis: 30 mg/kg Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstand is: 5-9 ml/uur gedurende 24 uur Zie doseringsschema methylprednisolon
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: zou beschermend werken tegen afbraak/verval van de celmembraan van de zenuwcel
- Indicatie: acute traumatische dwarslaesie - Contraindicatie: acute infectieuze processen, overgevoeligheid - Bijwerking: na snelle intraveneuze toediening van hoge dosis (meer dan
500 mg in minder dan 10 minuten): hartartitmieën, circulatoire collaps, hartstilstand.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 418
Methylprednisolon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 60 mg/ml
lich.gewicht oplaaddosis pompstand onderhouds-
dosis
kg mg ml/uur
30-40 1200 3
40-50 1500 4
50-60 1800 5
60-70 2100 6
70-80 2400 7
80-90 2700 8
90-100 3000 9
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 419
Metoclopramide
Merknaam Primperan®
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) metoclopramide-hydrochloride (als 1-water)
F.T.G. Anti-emetica
Toedieningsroute Volwassenen - Subcutaan: onverdund 5 mg/ml - Intramusculair: onverdund 5 mg/ml - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/ml, de toedieningssnelheid
is maximaal 10 mg/min - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in tenminste 15 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% Kinderen - Subcutaan: onverdund 5 mg/ml - Intramusculair: onverdund 5 mg/ml - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/ml, de toedieningssnelheid
is maximaal 10 mg/min - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: aangevuld met NaCl 0,9% of glucose
5% tot 48 ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, bleomycine, ciprofloxacine, cisplatine, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, droperidol, filgrastim, fluconazol, fludarabine, fluorouracil, folinezuur, foscarnet, heparine, melfalan, methotrexaat, mitomycine, ondansetron, paclitaxel, piperacilline, propofol, sufentanil, teniposide, vinblastine, vincristine, zidovudine
Infuus - ascorbinezuur, atropine, chloorpromazine, cimetidine, clindamycine,
dexamethason, droperidol, famotidine, fentanyl, fosfaat, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, mannitol, meropenem, methylprednisolon, midazolam, morfine, pethidine, promethazine, ranitidine, scopolamine, theofylline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- allopurinol, benzylpenicilline, cefalosporinen, furosemide Infuus - calciumgluconaat, chlooramfenicol, erythromycine, natriumbicarbonaat
Bijzonderheden - Metoclopramide iv is alleen bij kinderen van 1-18 jaar geïndiceerd bij ernstige misselijkheid en braken met bekende oorzaak, waarvan behandeling met andere middelen ineffectief is gebleken
Bijwerkingen Slaperigheid, moeheid, obstipatie, diarree. Met name bij kinderen en ten
gevolge van hoge doseringen: extrapiramidale stoornissen en convulsies. Zelden: ademdepressie, aritmieën.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 420
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoclopramide'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2012 Nieuw kopje Bijzonderheden: Metoclopramide iv is alleen bij kinderen van 1-18 jaar geïndiceerd bij ernstige misselijkheid en braken met bekende oorzaak, waarvan behandeling met andere middelen ineffectief is gebleken.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 421
Metoprolol
Merknaam Selokeen®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) metoprololtartraat
F.T.G. ß-blokkers
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9 of glucose 5%
tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml - Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie het
geneesmiddelprotocol spuitenpomp metoprolol
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- alteplase, morfine, pethidine
Bijzonderheden Metoprolol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
Bijwerkingen Orthostatische hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, verstopte neus, dromen, hoofdpijn, maagpijn, misselijkheid, diarree, vermoeidheid, droge mond, mictieklachten, visusstoornissen, huidreacties, lusteloosheid, krampaanvallen, koude extremiteiten.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2004 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 422
Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 5 ampullen (25 mg = 25 ml) metoprolol met 25 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200 C
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: 5 mg = 5 ml intraveneus als bolusinjectie Onderhoud: afhankelijk van hemodynamische parameters en ECG, veelal 2 mg/uur na opbouwschema
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart, vermindert het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik. Tevens wordt de AV-geleiding vertraagd en treedt een antihypertensief effect op.
- Indicatie: ritmestoornissen, met name supraventriculaire tachycardieën - Contraindicatie: “sick-sinus”-syndroom, 2e en 3e graads AV-blok - Bijwerking: hypotensie, bradycardie, bronchospasmen, hartfalen,
hoofdpijn, duizeligheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 423
Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml
pompstand dosering
ml/uur mg/uur mg/24 uur
1,0 0,50 12
1,5 0,75 18
2,0 1,00 24
2,5 1,25 30
3,0 1,50 36
3,5 1,75 42
4,0 2,00 48
4,5 2,25 54
5,0 2,50 60
5,5 2,75 66
6,0 3,00 72
6,5 3,25 78
7,0 3,50 84
7,5 3,75 90
8,0 4,00 96
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2004 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 424
Metronidazol
Merknaam Metronidazol
Afleveringsvorm Flacon of zak met 500 mg = 100 ml (5 mg/ml) metronidazol (in fosfaatbuffer)
F.T.G. Overige antibiotica
Toedieningsroute Volwassenen en kinderen Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in minimaal 20 minuten, de toedieningssnelheid is maximaal 25 mg/minuut (neonatologie: zo nodig verdunnen met glucose 5%) Draag handschoenen, werk in de LAF-kast
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Buiten invloed van licht, zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Niet bij 4°C bewaren.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, amiodaron, amoxicilline, enalaprilaat, esmolol, fluconazol, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, midazolam, morfine, pethidine
Infuus - aminoglycosiden, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim,
chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, disopyramide, fluconazol, gentamicine, heparine, hydrocortison, theofylline
Onverenigbaar met Y-site
- filgrastim, meropenem Infuus - dopamine, ciprofloxacine
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Tromboflebitis, metaalsmaak, maagdarmstoornissen, leukopenie, stomatitis, hoofdpijn, duizeligheid, antabus-effect. Ten gevolge van langdurig gebruik: sensibiliteitsstoornissen, ataxie. Ten gevolge van hoge doseringen: donkerbruinverkleuring van de urine.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metronidazol'
Datum Wijziging
01-10-2008 Ciprofloxacine is niet verenigbaar met maar onverenigbaar met Infuus.
01-01-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: amoxicilline.
01-05-2013 Toedieningsroute: (neonatologie: zo nodig verdunnen met glucose 5%) Toegevoegd: Draag handschoenen, werk in de LAF-kast.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 425
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 426
Midazolam
Merknaam Dormicum®
Afleveringsvorm Ampul met 15 mg = 3 ml en 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) midazolam (als hydrochloride)
F.T.G. Benzodiazepinen
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair/subcutaan: onverdund (5 mg/ml) - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 1
mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp midazolam Kinderen - Intramusculair: onverdund (5 mg/ml) - Intraveneus als bolusinjectie: verdund,met NaCl 0,9% of glucose tot 1
mg/ml de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: toegevoegd aan NaCl 0.9% of
glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml (maximale concentratie bij vochtbeperking is 5 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.M./SC: VPK
I.V.: G-VPK-arts Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, amiodaron, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, ciprofloxacine, clindamycine, dexmedetomidinehydrochloride, digoxine, dopamine, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, fluconazol, gentamicine, haloperidol, heparine, insuline, kaliumchloride, ketanserine, labetalol, lorazepam, methylprednisolon, metronidazol, milrinon, nicardipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ondansetron, pancuronium, piperacilline, propofol, ranitidine, remifentanil, rocuronium, sufentanil, theofylline, tirofiban, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Infuus - atracurium, atropine, buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine,
droperidol, fentanyl, metoclopramide, morfine, pethidine, promethazine, scopolamine
Onverenigbaar met Y-site
- amoxicilline, ampicilline, bumetanide, ceftazidim, cefuroxim, clonidine, co-trimoxazol, dexamethason, dobutamine, foscarnet, furosemide, hydrocortison, imipenem, natriumbicarbonaat, omeprazol, ringerlactaat, thiopental
Infuus - pentobarbital, ranitidine
Bijzonderheden - Bij het gebruik van midazolam injectievloeistof is met name bij intraveneuze toediening ademhalingsdepressie en -stilstand gezien, in sommige gevallen resulterend in cerebrale hypoxie of dood. Bij de toediening van midazolam i.v. dient de antagonist flumazenil in de direct nabijheid voorhanden te zijn.
- Wanneer midazolam op een gewone zorgeenheid continu wordt toegediend met behulp van een spuitenpomp dient continue controle van de saturatie plaats te vinden. Tijdens controles, elke 3 uur, dient de ademfrequentie meegenomen te worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 427
- Het effect treedt op na ca. 2 minuten bij i.v. toediening en na ca. 20 minuten bij i.m. toediening.
- Binnen 3 uur na parenterale toediening mag de patient het ziekenhuis niet verlaten; daarna liefst onder begeleiding. Binnen 12 uur mag de patient geen voertuigen of machines besturen.
- De pH van de oplossing is ongeveer 3.
Acute reacties Kortdurende apnoe. Ten gevolge van te snelle toediening: kans op ademhalingsstilstand.
Bijwerkingen Pijnlijkheid op injectieplaats, tromboflebitis, amnesie, misselijkheid, braken, duizeligheid, spierzwakte, verwardheid, ataxie, dubbelzien. Bij kinderen en ouderen kunnen paradoxale reactie optreden: onrust, opwinding, prikkelbaarheid, woede-aanvallen, hallucinaties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam'
Datum Wijziging
01-03-2002 De ampul van 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) is uit het assortiment.
01-04-2002 Voor een bolusinjectie moet de oplossing verdund worden.
01-08-2004 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: propofol.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en bij Bijzonderheden extra aandacht voor de controles op saturatie en ademfrequentie bij continue toediening van midazolam op een gewone zorgeenheid.
01-09-2010 Toegevoegd bij Toedieningsroute (volwassenen) en Bekwaamheidsniveau: subcutaan.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: dexmedetomidinehydrochloride, remifentanil, rocuronium, tirofiban. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: ringerlactaat.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 428
Midazolam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (50 mg = 10 ml) met 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2,5-40 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: intensieve sederende en slaapinducerende werking binnen enkele minuten na toediening, tevens anticonvulsief en spierrelaxerend
- Indicatie: sedatie op de IC - Bijwerking: hypotensie - Contraindicatie: myasthenia gravis Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 429
Midazolam, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 10 kg: Voeg 50 mg = 10 ml toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml. > 10 kg: Onverdund toedienen, trek (afhankelijk van de pompstand) 4-5 ampullen op. De eindconcentratie is 5 mg/ml.
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Eventueel oplaaddosis: 0,2 mg/kg Gebruikelijke doseringen: 0,05-0,3 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: intensieve sederende en slaapinducerende werking binnen enkele minuten na toediening, tevens anticonvulsief en spierrelaxerend
- Indicatie: sedatie op de IC - Contraindicatie: myasthenia gravis - Bijwerking: hypotensie, spierzwakte, ataxie, misselijkheid, tromboflebitis.
Paradoxale reacties bij kinderen: onrust, opwinding, prikkelbaarheid, hallucinaties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-09-2012 Bereiden: omslagpunt gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 430
Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 10 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 10 KG (1,0 mg/ml) Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
ml/uur
mg/kg/uur 1 kg 2 kg 5 kg
0,05 0,1 0,1 0,3
0,1 0,1 0,2 0,5
0,15 0,2 0,3 0,8
0,2 0,2 0,4 1,0
0,25 0,3 0,5 1,3
0,3 0,3 0,6 1,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 10 KG'
Datum Wijziging
01-09-2012 Omslagpunt is gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 431
Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 10 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 10 KG (5 mg/ml) Rekendosering: 0,5 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,05 0,1 0,2 0,3 0,3 0,4 0,5
0,10 0,2 0,4 0,5 0,6 0,8 1,0
0,15 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5
0,20 0,4 0,8 1,0 1,2 1,6 2,0
0,25 0,5 1,0 1,3 1,5 2,0 2,5
0,30 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 10 KG'
Datum Wijziging
01-09-2012 Omslagpunt is gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 432
Milrinon
Merknaam Corotrope®
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 10 ml (1 mg/ml) milrinon (als lactaat)
F.T.G. Overige middelen bij decompensatio cordis
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan 10-20 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 10 minuten
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp milrinon
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: 4
Infusie: 3
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atroprine, calciumchloride, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, fentanyl, heparine, insuline, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, norepinefrine, propranolol, ranitidine, vecuronium, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- furosemide, imipenem-cilastatine Infuus - bumetanide
Bijzonderheden Milrinon dient onder bewaking van hemodynamische parameters te worden toegediend.
Bijwerkingen Aritmieën, hypotensie, angina pectoris, hoofdpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 433
Milrinon, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 1 ampul 10 mg = 10 ml milrinon toe aan 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5%; de eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: - aanvankelijk: 50 microg/kg intraveneus als bolusinjectie, in 10 minuten - onderhoud: 22,5-45 microg/kg/uur, de toedieningssnelheid is maximaal
1,13 mg/kg/24 uur gedurende maximaal 48 uur
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 434
Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA, bij een eindconcentratie van 0,2 mg/ml
ml/uur microg/minuut mg/uur
5,0 17 1,0
7,5 25 1,5
10,0 33 2,0
12,5 42 2,5
15,0 50 3,0
17,5 58 3,5
20,0 67 4,0
22,5 75 4,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 435
Morfine
Merknaam Morfine
Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml), 10 mg = 1 ml en 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) morfine-hydrochloride
F.T.G. Opioiden
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter - Intramusculair: onverdund 1-10 mg/ml - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 2,5-15 mg, in 4-5 minuten - Intraveneus als kortlopend of continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%
of glucose 5% tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp morfine (1 mg/ml) en morfine forte (10 mg/ml) - Epiduraal: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% - Intrathecaal: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 1 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: G-VPK Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- allopurinol, amikacine, amiodaron, ampicilline, atenolol, benzylpenicilline, bumetanide, calciumchloride, cefalosporinen, chlooramfenicol, cisplatin, clindamycine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dexamethason, digoxine, dopamine, doxorubicine, doxycycline, enalaprilaat, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, filgrastim, fludarabine, foscarnet, gentamicine, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, kanamycine, labetalol, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, melfalan, methotrexaat, methylprednisolon, metoprolol, metronidazol, milrinon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, paclitaxel, pancuronium, piperacilline, propofol, propranolol, teniposide, theofylline, tobramycine, vancomycine, vecuronium, warfarine, zidovudine
Infuus - atracurium, atropine, bupivacaine, cimetidine, clonidine, dobutamine,
droperidol, fentanyl, fluconazol, meropenem, metoclopramide, midazolam, milrinon, ondansetron, ranitidine, scopolamine, suxamethonium, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- aciclovir, furosemide Infuus - fenobarbital, fenytoine, fluorouracil, haloperidol, heparine,
natriumbicarbonaat, pentobarbital, pethidine, theofylline, thiopental
Bijzonderheden Morfine valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Acute reacties Urticaria, pruritus, bronchoconstrictie, anafylaxie.
Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken, droge mond, stemmingsveranderingen, miosis, hypothermie, spasmen van de gladde spieren met obstipatie, galkoliek en urineretentie, zweten, duizeligheid, bradycardie. Ten gevolge van langdurige subcutane toediening: weefselirritatie en pijn. Ten gevolge van intraveneuze toediening: tromboflebitis. Ten gevolge van herhaald aanprikken bij intrathecale toediening: sepsis.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 436
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2009 Bij toedieningsroute via spuitenpomp toegevoegd: (1 mg/ml) en morfine forte (10 mg/ml)
01-03-2011 Bij Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend of continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml.
01-01-2012 Afleveringsvorm: Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml), 10 mg = 1 ml en 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) morfine-hydrochloride.
01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 437
Morfine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 5 ampullen (5 ml=50 mg) met 45 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 mg/ml Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine forte 10 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Pompstanden: 1-10 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert pijn - Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock - Bijwerking: ademhalingsdepressief, braken, misselijkheid, verslavende
werking
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2009 Bij Bereiden toegevoegd: Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine forte 10 mg/ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 438
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 50 ml = 50 mg (1 mg/ml)
pompstand dosering
ml/uur mg/24 uur
0,4 10
0,8 20
1,2 30
1,7 40
2,1 50
2,5 60
2,9 70
3,3 80
3,7 90
4,2 100
5,0 120
5,8 140
6,7 160
7,5 180
8,3 200
10,0 240
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2006 Laatste wijziging: 01-12-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2006 Nauwkeurigheid pompstand in tabel aangepast naar 1 decimaal.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 439
Morfine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 20 kg: Voeg 5 mg = 0,5 ml morfine toe aan 49,5 ml glucose. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Voeg 50 mg = 5 ml morfine toe aan 45 ml glucose. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml INEO Voeg 2 mg = 2 ml (2 ml van een 1 mg/ml oplossing) toe aan 18 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 20 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Eventueel oplaaddosis: 0,1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 10-40 microg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert pijn - Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock - Contraindicatie: acute ademhalingsdepressie, cyanose, hersentrauma,
verhoogde intracraniële druk. Bij epidurale toediening: sepsis, verhoogde bloedingsneiging.
- Bijwerking: ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken, duizeligheid, obstipatie, bradycardie, tromboflebitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-09-2011 Bereiden toegevoegd: INEO: Voeg 2 mg = 2 ml (2 ml van een 1 mg/ml oplossing) toe aan 18 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 20 ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 440
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 20 KG (100 microg/ml) Rekendosering: 10 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 8 kg 10 kg 15 kg 20 kg
10 0,1 0,2 0,5 0,8 1,0 1,5 2,0
15 0,2 0,3 0,8 1,2 1,5 2,3 3,0
20 0,2 0,4 1,0 1,6 2,0 3,0 4,0
25 0,3 0,5 1,3 2,0 2,5 3,8 5,0
30 0,3 0,6 1,5 2,4 3,0 4,5 6,0
35 0,4 0,7 1,8 2,8 3,5 5,3 7,0
40 0,4 0,8 2,0 3,2 4,0 6,0 8,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 441
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (1000 microg/ml) Rekendosering: 100 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur ml/uur
20 kg 25 kg 30 kg 35 kg 40 kg 50 kg
10 0,2 0,3 0,3 0,4 0,4 0,5
15 0,3 0,4 0,5 0,5 0,6 0,8
20 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 1,0
25 0,5 0,6 0,8 0,9 1,0 1,3
30 0,6 0,8 0,9 1,1 1,2 1,5
35 0,7 0,9 1,1 1,2 1,4 1,8
40 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 2,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 442
Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 5 ampullen (50 ml = 500 mg) op, onverdund De eindconcentratie is 10 mg/ml Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine 1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Pompstanden: 1-3 ml/uur
Toegangsweg I.V.
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert pijn - Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock - Bijwerking: ademhalingsdepressief, braken, misselijkheid, verslavende
werking
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2003 Laatste wijziging: 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2009 Bij Bereiden toegevoegd: Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine 1 mg/ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 443
Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 ml = 10 mg, 50 ml = 500 mg (10 mg/ml)
pompstand dosering
ml/uur mg/24 uur
0,8 200
0,9 220
1,0 240
1,1 260
1,2 280
1,3 310
1,4 340
1,5 360
1,6 380
1,7 410
1,8 430
1,9 460
2,0 480
2,1 500
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 444
Mycofenolaatmofetil
Merknaam Cellcept®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg mycofenolaatmofetil (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Immunosuppressiva
Oplosmiddel Glucose 5%
Bereiden Los 500 mg mycofenolaatmofetil op in 14 ml glucose 5%. Het eindvolume is 15 ml. De concentratie is 33 mg/ml. Voeg vervolgens 70 ml glucose 5% toe (6 mg/ml)
Toedieningsroute Intraveneus als infuus in 2 uur: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 5 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Dopamine, norepinefrine, vancomycine
Onverenigbaar met NaCl 0,9%, Ringerlactaat
Bijzonderheden - Mycofenolaatmofetil mag nooit toegediend worden door middel van een
bolus injectie. - Mycofenolaatmofetil mag niet gemengd worden of via dezelfde catheter
tezamen met andere intraveneuze geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties Zeer zelden: flebitis, trombose, angio-oedeem en anafylaxie.
Bijwerkingen Diarree, leukopenie, sepsis, braken, verhoogde frequentie van bepaald soorten infecties (o.a. CMV/candida mucocutaneus/Herpes simplex).
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2005 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mycofenolaatmofetil'
Datum Wijziging
01-10-2007 Toegevoegd: verenigbaar met dopamine, norepinefrine, vancomycine.
01-03-2010 Bereiden: Voeg vervolgens 70 ml glucose 5% toe (6 mg/ml). Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur.
01-08-2013 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus in 2 uur: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 445
Parenteralia N
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 446
Nadroparine
Merknaam Fraxiparine®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 2850 IE AXa = 0,3 ml, 3800 IE AXa = 0,4 ml, 5700 IE AXa = 0,6 ml en 7600 IE AXa = 0,8 ml (9500 IE AXa/ml) nadroparine (calcium-zout)
F.T.G. Laag moleculaire heparinen
Bereiden Kinderen (neonaten) Nadroparine kan worden verdund in NaCl 0,9% om een volume van minimaal 0,2 ml te verkrijgen
Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur in antero- en postlaterale buikgordel, buiten de periumbilicale streek, of van het anterolaterale deel van het bovenbeen, de aanwezige luchtbel in de spuit niet verwijderen; de injectieplaats niet masseren Kan via Insuflon verblijfscatheter
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in NaCl: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, water voor injectie
Bijzonderheden - 1 AXa IC-E komt overeen met 0,38 AXa IE (AXa = anti-Xa-activiteit, IE = internationale eenheden, IC-E = Institut Choay-Eenheden)
- 6 mg protamine-hydrochloride neutraliseert ongeveer 950 IE AXa (0,1 ml) nadroparine
Acute reacties Zelden: erytheem, asthma bronchiale, koorts, collaps, vaatkrampen.
Bijwerkingen Hematomen rond de injectieplaats. Zelden: huidnecrose, trombocytopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nadroparine'
Datum Wijziging
01-02-2012 Nieuw: Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%, water voor injectie. Bereiden: Kinderen (neonaten): Nadroparine kan worden verdund in NaCl 0,9% om een volume van minimaal 0,2 ml te verkrijgen. Toegevoegd Houdbaarheid: Na verdunnen in NaCl: 24 uur bij 4°C
01-01-2013 Toedieningsroute: toegevoegd: Kan via Insuflon verblijfscatheter.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 447
Naloxon
Merknaam Narcan®,
Afleveringsvorm Ampul met 0,4 mg = 1 ml (0,4 mg/ml) naloxon-hydrochloride
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund in glucose 5% of NaCl
0,9%, in 15-30 seconden, zo nodig na 2-3 minuten herhalen - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp naloxon
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: G-VPK-arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Bij patiënten met afhankelijkheid aan opioiden kan abrupte en complete antagonering resulteren in een acuut abstinentiesyndroom.
- De pH van de oplossing is ongeveer 3,5.
Acute reacties Zelden: netelroos, neusverkoudheid, dyspnoe, angio-oedeem, longoedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, zweten, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies, hartstilstand. Ten gevolge van hoge doseringen: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon'
Datum Wijziging
01-04-2003 Ampul met 0,04 mg = 2 ml (Narcan Neonataal®) is uit de handel
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 448
Naloxon, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Voeg 5 ampullen (0,4 mg = 1 ml) toe aan 45 ml glucose 5% of NaCl 0,9% De eindconcentratie is 40 microg/ml
Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: aanvankelijk: 0,4 mg intraveneus als bolusinjectie onderhoud: 0,2-0,4 mg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de ademhalingsdepressie van opiaten, zonder de analgetische werking te beïnvloeden.
- Indicatie: bij (vermoede) overdosering van opiaten, post-operatief om de ademhalingsdepressie van opiaten geheel of gedeeltelijk op te heffen, bij asphyxia neonatorum
- Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij opiaatverslaafden en bij pasgeborenen van verslaafde moeders, wegens de kans op acuut ontrekkingssyndroom en bij ernstig cardiovasculaire aandoeningen
- Bijwerkingen: misselijkheid, braken, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies. Zelden overgevoeligheidsreacties.
- Overdosering: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 449
Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 40 microg/ml
ml/uur mg/uur mg/24 uur
2,5 0,1 2,4
5,0 0,2 4,8
7,5 0,3 7,2
10,0 0,4 9,6
12,5 0,5 12,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 450
Naloxon, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 1,6 mg = 4 ml naloxon toe aan 12 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 16 ml
Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke dosering: 0,02 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de ademhalingsdepressie van opiaten, zonder de analgetische werking te beïnvloeden.
- Indicatie: bij (vermoede) overdosering van opiaten, post-operatief om de ademhalingsdepressie van opiaten geheel of gedeeltelijk op te heffen, bij asphyxia neonatorum
- Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij opiaatverslaafden en bij pasgeborenen van verslaafde moeders, wegens de kans op acuut ontrekkingssyndroom en bij ernstig cardiovasculaire aandoeningen
- Bijwerkingen: misselijkheid, braken, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies. Zelden overgevoeligheidsreacties.
- Overdosering: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 451
Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (0,02 mg/ml) Rekendosering: 0,01 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,02 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 452
Nandrolon
Merknaam Deca-Durabolin®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) nandrolondecanoaat in olie
F.T.G. Anabole steroïden
Toedieningsroute Intramusculair: diep spuiten, bij voorkeur in de M. glutaeus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Bevat arachisolie als oplosmiddel en benzylalcohol als conserveermiddel.
Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik van hoge doseringen: psychische onrust, verminderde glucosetolerantie, slaapstoornissen, agressief gedrag, amyotrofische laterale sclerose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nandrolon'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 453
Natalizumab
Merknaam Tysabri®
Afleveringsvorm Flacon met concentraat voor oplossing voor infusie met 300 mg = 15 ml (20 mg/ml) natalizumab
F.T.G. Middelen bij multiple sclerose
Oplosmiddel Natriumchloride 0,9%
Bereiden Verwijder 15 ml concentraat van oplossing voor infusie uit de injectieflacon. Voeg deze 15 ml toe aan 100 ml natriumchloride 0,9% oplossing voor injectie. Keer de oplossing voorzichtig, zodat deze volledig wordt gemengd. Niet schudden. Gebruik het product niet wanneer het product niet kleurloos, helder tot iets melkachtig is of als er vreemde deeltjes waargenomen worden.
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: in 1 uur (2 ml/min)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen direct toedienen, of binnen 8 uur indien opgeslagen tussen 2°C en 8°C. Laat het product voor infusie wel op kamertermperatuur komen.
Bijzonderheden - Mag NIET als bolusinjectie toegediend worden - Mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen of oplosmiddelen - Patiënt observeren tijdens en tot een uur na infusie. Er moeten middelen
beschikbaar worden gehouden voor de behandeling van overgevoeligheidsreacties.
Acute reacties Systemische bijwerkingen
Bijwerkingen Urineweginfecties, urticaria, hoofdpijn, duizeligheid, braken, misselijkheid,
artralgie, rigitor, perexie, vermoeidheid, anafylactische shock
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natalizumab'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 454
Natriumbenzoaat
Merknaam Natriumbenzoaat
Afleveringsvorm Injectieflacon met 2250 mg = 10 ml (225 mg/ml) natriumbenzoaat, concentraat voor injectievloeistof
Toedieningsroute - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%. De maximale concentratie is 25 mg/ml. Infusiesnelheid: start 250 mg/kg in 90 minuten, gevolgd door 250-500 mg/kg/24 uur continu infuus
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% in 30 minuten. De maximale concentratie is 25 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in NaCl 0,9% 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Onverenigbaar met Zuren, calciumzouten en ijzerzouten
Bijwerkingen Allergische reacties: utricaria en maag-darmklachten
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-04-2003 Laatste wijziging: 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumbenzoaat'
Datum Wijziging
01-09-2012 Afleveringsvorm gewijzigd: Injectieflacon met 2250 mg = 10 ml (225 mg/ml) natriumbenzoaat, concentraat voor injectievloeistof. Toedieningsroute gewijzigd: Intraveneus als langlopend infuus, Infusiesnelheid: start 250 mg/kg in 90 minuten, gevolgd door 250-500 mg/kg/24 uur continu infuus.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 455
Natriumbicarbonaat
Merknaam Natriumwaterstofcarbonaat
Afleveringsvorm Flacon met 1,4 gram = 100 ml (14 mg/ml, 1,4%) natriumbicarbonaat Flacon met 4,2 gram = 100 ml (42 mg/ml, 4,2%) natriumbicarbonaat Flacon met 8,4 gram = 100 ml (84 mg/ml, 8,4%) natriumbicarbonaat
F.T.G. Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: 8,4% (neonaten en kinderen <2 jaar 4,2%), de toedieningssnelheid is maximaal 84-168 mg/kg/min
- Intraveneus als infuus: 1,4%, 4,2% of 8,4%, de toedieningssnelheid is 100 ml in 30-60 minuten
- Neonaten en kinderen jonger dan 2 jaar, maximaal 4,2%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site - aciclovir, ceftriaxon, famotidine, filgrastim, indometacine, insuline,
methylprednisolon, morfine, piperacilline-tazobactam, tolazoline, vancomycine
Infuus - amfotericine B, amikacine, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine,
erythromycine, esmolol, fenobarbital, fentanyl, fenytoine, flucloxacilline, furosemide, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, kanamycine, mannitol, netilmicine, ofloxacine, oxytocine, theofylline, thiopental, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- allopurinol, amiodaron, amoxicilline, calciumzouten, ciprofloxacine, dopamine, folinezuur, imipenem, labetalol, midazolam, ondansetron, verapamil
Infuus - ascorbinezuur, atropine, benzylpenicilline, cefotaxim, ceftazidim,
diazepam, dobutamine, doxycycline, epinefrine, isoprenaline, lidocaine, magnesiumzouten, metoclopramide, milrinon, morfine, norepinefrine, pentobarbital, promethazine, streptomycine, suxamethonium, tetracycline, vancomycine
Bijzonderheden - Bevat 11,9 mmol natrium en bicarbonaat per 1000 mg
natriumbicarbonaat. - 4,2% respectievelijk 8,4% oplossing bevat 500 mmol respectievelijk 1000
mmol natrium en bicarbonaat per liter. - De concentratie 14 mg/ml is iso-osmotisch. - Natriumbicarbonaat kan, na menging met "zure" geneesmiddelen,
kooldioxide vormen. - Natriumbicarbonaat kan bij combinatie met glucose-oplossingen in een
gele oplossing resulteren.
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: metabole alkalose, overvulling, hypernatriëmie, hypokaliëmie. Ten gevolge van extravasatie: tromboflebitis, weefselnecrose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 456
Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumbicarbonaat'
Datum Wijziging
01-10-2002 Verenigbaar met: droperidol en morfine zijn verwijderd. Onverenigbaar met: amoxicilline, dopamine, labetalol en morfine vallen onder Y-site i.p.v. Infuus en codeine, fenobarbital, pentazocine en secobarbital zijn verwijderd
01-04-2006 Toevoeging toedieningssnelheid bij toedieningsroute intraveneus als infuus
01-06-2006 Morfine toegevoegd onder kopjes verenigbaar met Y-site en onverenigbaar met infuus. Verwijderd bij onverenigbaar met Y-site
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2009 Bij Toedieningsroute intraveneus als bolusinjectie kinderen <2 jaar teoegevoegd
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 457
Natriumchloride 30%
Merknaam Natriumchloride 30%
Afleveringsvorm Ampul met 3 gram = 10 ml (300 mg/ml, 30%) natriumchloride
F.T.G. Electrolytoplossingen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml water voor injecties
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Water voor injecties
Bijzonderheden Bevat 118 mg natrium per ml. Dit komt overeen met 5,1 mmol per ml.
Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: overvulling, hypernatriëmie, hopokaliëmie. Ten gevolge van extravasatie: tromboflebitis, weefselnecrose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumchloride 30%'
Datum Wijziging
01-10-2002 Het aantal mg natrium per ml is gewijzigd, dit stond foutief vermeld.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 458
Natriumperchloraat
Merknaam Natriumperchloraat
Afleveringsvorm Ampul met 40 mg = 2 ml (20 mg/ml) natriumperchloraat
F.T.G. Diagnostica
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: VPK-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden 40 mg komt overeen met 0,33 mmol natriumperchloraat
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie, leukopenie. Zelden: nefrotisch syndroom.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumperchloraat'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 459
Natriumthiosulfaat
Merknaam Natriumthiosulfaat
Afleveringsvorm Ampul met 2,5 gram = 10 ml (250 mg/ml, 25%) natriumthiosulfaat
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 750-1250 mg/minuut
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,65% of NaCl 0,9% in 10-20 minuten
- Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan 1000 ml NaCl 0,65% in 6 uur.
- Lokaal bij extravasatie: toegevoegd aan water voor injecties tot een concentratie van 40-100 mg/ml, 4-5 ml in het gebied injecteren
Toedieningscategorie Categorie A, B
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Infusie: VPK Lokaal bij extravasatie: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200 C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,65%, NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Bevat 2,1 mmol natrium per ml. - Natriumthiosulfaat wordt toegepast als antidotum bij cyanideintoxicaties,
voorafgegaan door toedienen van dimethylaminofenol en ter vermindering van de toxiciteit van platinaverbindingen
- Natriumthiosulfaat is een hyperosmolaire vloeistof. Om de hyperosmolariteit te verlagen kan gekozen worden voor NaCl 0,65%.
Bijwerkingen Osmotische storingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumthiosulfaat'
Datum Wijziging
01-07-2002 Toegevoegd als infuusvloeistof; zie toedieningsroute, toedieningscategorie, bekwaamheidsniveau, houdbaarheid en bijzonderheden
01-10-2002 Bij bijzonderheden natriumnitriet vervangen door dimethylaminofenol.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 460
Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02%
Bereiden Voeg 0,8 ml prednisolon-injectievloeistof 25 mg/ml toe aan 100 ml neomycinesulfaat blaasspoeling 1%. De eindconcentratie is 10 mg/ml neomycinesulfaat, 0,2 mg/ml prednisolon. Direct na bijspuiten kan een neerslag ontstaan, dat verdwijnt na omzwenken. Als de vloeistof troebel blijft mag deze niet worden toegepast.
Houdbaarheid 24 uur na bereiden
Toedieningsroute Blaasspoeling De maximale dosering van de blaasspoeling is 500 ml/24 uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: neomycine is een aminoglycoside-antibioticum. Prednisolondinatriumfosfaat is een corticosteroide en werkt ontstekingsremmend
- Indicatie: blaasspoeling bij cystitis - Contraindicatie: overgevoeligheid - Bijwerking: overgevoeligheidsreacties. Na lokale toediening in de blaas kan
geringe opname plaatsvinden, wat tot systemische bijwerkingen kan leiden. De belangrijkste bijwerkingen van aminoglycosiden zijn ototoxiciteit en nefrotoxiciteit. De belangrijkste bijwerkingen van prednisolon zijn vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en spierzwakte
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-12-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02%'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 461
Neostigmine
Merknaam Neostigmine
Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 1 ml (0,5 mg/ml) neostigmine-methylsulfaat
F.T.G. Parasympathicomimetica
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp neostigmine
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: IC I.V.: G-VPK-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Buiten invloed van licht bewaren.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- hydrocortison, kaliumchloride Infuus - heparine, netilmicine, pentobarbital, thiopental
Bijzonderheden Gelijktijdige toediening met atropine kan de bijwerkingen van neostigmine beperken.
Acute reacties Misselijkheid, braken, speekselvloed, diarree, buikkrampen, zweten, miosis, bradycardie, bronchospasmen.
Bijwerkingen Visusstoornissen, hoofdpijn, tranenvloed, spierkrampen, algemeen zwaktegevoel.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neostigmine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 462
Neostigmine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 10 ampullen (10 ml=5 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-8 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: parasympathicomimetisch, remt reversibel cholinesterase - Indicatie: paralytisch ileus (myasthenia gravis, blaasatonie, ter
antagonering van niet-depolariserende spierrelaxantia) - Contraindicatie: asthma bronchiale, hyperthyreoidie, mechanische
obstructie van maagdarmkanaal, galwegen en urinewegen, verse naad in maag of darm (< 5 dagen)
- Bijwerking: speekselvloed, toename sputumproductie, misselijkheid en braken, miosis, bradycardie, bronchospasmen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neostigmine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 463
Nicardipine
Merknaam Cardene®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) nicardipine-hydrochloride
F.T.G. Calciumantagonisten
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nicardipine
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, co-trimoxazol, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, fentanyl, fosfaten, gentamicine, hydrocortison, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, metronidazol, midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, piperacilline, ranitidine, theofylline, vancomycine, vecuronium
Onverenigbaar met Y-site
- furosemide, heparine, thiopental Infuus - natriumbicarbonaat, Ringerlactaat
Bijzonderheden Bij perifere of centrale toediening wordt aangeraden elke 12 respectievelijk 24 uur een andere injectieplaats te kiezen.
Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats.
Bijwerkingen Hoofdpijn, misselijkheid, braken, hypotensie, tachycardie, oedeem. Zelden: ECG-afwijkingen, orthostatische hypotensie, ritmestoornissen, duizeligheid, transpireren, polyurie, paralytische ileus.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 464
Nicardipine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 5 ampullen (25 ml = 25 mg) met 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen zijn: 3-15 mg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verlaagt de perifere arteriële weerstand, verhoogt de coronaire doorbloeding, vermindert zuurstofbehoefte van het hart
- Indicatie: instabiele angina pectoris, ernstige hypertensie - Contraindicatie: hypotensie, shock, verhoogde intracraniële druk - Bijwerking: hartkloppingen, bloeddrukdaling, flush, hoofdpijn,
misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2002 Wijziging doseringsschema in verband met grootte toe te dienen volumina.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 465
Nicardipine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml
ml/uur mg/uur mg/24 uur
6 3 72
8 4 96
10 5 120
12 6 144
14 7 168
16 8 192
18 9 216
20 10 240
22 11 264
24 12 288
26 13 312
28 14 336
30 15 360
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2002 Wijziging doseringsschema in verband met grootte toe te dienen volumina.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 466
Nimodipine
Merknaam Nimotop®
Afleveringsvorm Flacon met 10 mg = 50 ml (0,2 mg/ml) nimodipine
F.T.G. Calciumantagonisten
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nimodipine Nimodipine moet met behulp van bijgeleverd slangensysteem worden toegediend.
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Onverdund: 10 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- glucose 5%, hydroxyethylzetmeel, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat, mannitol
Bijzonderheden - Nimodipine mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend. - Nimodipine moet gelijktijdig met een electrolytenoplossing of glucose-
oplossing via een Y-site worden toegediend. Voor het bereiken van een voldoende verdunning, wordt aanbevolen, dat het volume van de gelijktijdig gegeven infuusvloeistoffen niet minder bedraagt dan 1000 ml per dag.
- Nimodipine kan in het toedieningssysteem bij andere infuusvloei-stoffen uitkristalliseren. De spuitenpomp mag daarom na het in werking stellen niet langer dan 10 minuten worden stilgezet.
- Nimodipine wordt geadsorbeerd door PVC. Toedienen van nimodipine dient plaats te vinden met het speciaal bijgesloten polyethyleen infuusmateriaal.
- Bevat 20% ethanol en polyethyleenglycol 400. - Nimodipine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Bijwerkingen Tromboflebitis, hoofdpijn, warmtegevoel, blozen, bloeddrukdaling, misselijkheid, braken, voorbijgaande stijging van de transaminasen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nimodipine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 467
Nimodipine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 1 fles onverdund optrekken De eindconcentratie is 0,2 mg/ml
Houdbaarheid 10 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: Startdosis: 2-5 ml/uur gedurende 2 uur Onderhoudsdosis: 10 ml/uur
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verwijdt cerebrale vaten en voorkomt spasmen van cerebrale vaten
- Indicatie: profylaxe van ischaemische uitvalsverschijnselen, veroorzaakt door arteriele spasmen ten gevolge van subarachnoidale bloedingen
- Contraindicatie: hypotensie en shock - Bijwerking: bloeddrukdaling, lichte toe- of afname van hartfrequentie,
flushing, misselijkheid, tromboflebitis
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nimodipine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 468
Nitroglycerine
Merknaam Nitro Pohl®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml en 25 mg = 25 ml (1 mg/ml) nitroglycerine
F.T.G. Nitraten
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nitroglycerine
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: G-VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amiodaron, atracurium, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, fluconazol, haloperidol, insuline, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, nicardipine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, propofol, ranitidine, streptokinase, vecuronium
Infuus - dobutamine, dopamine, enalaprilaat, furosemide, heparine, lidocaine,
theofylline, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - alteplase, natriumbicarbonaat Infuus - fenytoine
Bijzonderheden - Nitroglycerine is vluchtig (bevat ethanol). - Nitroglycerine kan in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten (glas
en plastics), infuusslangen en filters adsorberen. - Nitroglycerine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Bijwerkingen Drukkende hoofdpijn, hypotensie, hartkloppingen. Zelden: methemoglobinemie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011 Onverenigbaar met: natriumbicarbonaat toegevoegd.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 469
Nitroglycerine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (25 ml = 25 mg) met 25 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn 1-10 ml/uur Zie doseringsschema nitroglycerine
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: veroorzaakt perifere vaatverwijding - Indicatie: o.a. onstabiele angina pectoris, linkszijdige decompensatio
cordis, hypertensie, oesophagusvaricesbloeding - Bijwerking: hypotensie, tachycardie, hoofdpijn - Contraindicatie: shock
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 470
Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml
ml/uur microg/kg/minuut
bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
1 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1
2 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2
3 0,5 0,4 0,4 0,3 0,3
4 0,7 0,6 0,5 0,4 0,4
5 0,8 0,7 0,6 0,5 0,5
6 1 0,8 0,7 0,6 0,6
7 1,2 1,0 0,8 0,7 0,7
8 1,3 1,1 1,0 0,8 0,7
9 1,5 1,3 1,1 0,9 0,8
10 1,7 1,4 1,2 1,0 0,9
12 2 1,7 1,4 1,3 1,1
14 2,3 1,9 1,7 1,5 1,3
16 2,7 2,2 1,9 1,7 1,5
18 3 2,5 2,1 1,9 1,7
20 3,3 2,8 2,4 2,1 1,9
22 3,7 3,1 2,6 2,3 2,0
24 4,0 3,3 2,9 2,5 2,2
26 4,3 3,6 3,1 2,7 2,4
28 4,7 3,9 3,3 2,9 2,6
30 5,0 4,2 3,6 3,1 2,8
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 471
Nitroglycerine, spuitenpomp voor kinderen
Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 25 ml (1 mg/ml) nitroglycerine
F.T.G. Nitraten
Bereiden < 5 kg: Voeg 12,5 mg =1 2,5 ml toe aan 37,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,25 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 25 mg = 25 ml toe aan 25 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 0,1-0,5 microg/kg/min Onderhoudsdosis: 1-10 microg/kg/min Zie doseringsschema nitroglycerine
Toegangsweg -
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Alteplase, atracurium, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, fentanyl,
fluconazol, furosemide, haloperidol, heparine, labetalol, lidocaine, nitroprusside, pancuronium, ranitidine, streptokinase, theofylline, vecuronium, verapamil
Onverenigbaar met Alteplase Bijzonderheden - Nitroglycerine is vluchtig - Nitroglycerine kan in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten,
infuusslangen en filters adsorberen - Nitroglycerine moet onder bewaking van de bloeddruk en de
hartfrequentie worden toegediend
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: veroorzaakt perifere vaatverwijding - Indicatie: o.a. linkszijdige decompensatio cordis, hypertensie,
oesophagusvaricesbloeding, pre load reductie - Contraindicatie: shock, verhoogde intracraniële druk, - Bijwerking: hypotensie, tachycardie, hoofdpijn, methemoglobinemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 472
Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,6 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 473
Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (0,5 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,4 0,5 0,6
0,2 0,1 0,2 0,4 0,5 0,7 1,0 1,2
0,3 0,2 0,4 0,5 0,7 1,1 1,4 1,8
0,4 0,2 0,5 0,7 1,0 1,4 1,9 2,4
0,5 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0
0,6 0,4 0,7 1,1 1,4 2,2 2,9 3,6
0,7 0,4 0,8 1,3 1,7 2,5 3,4 4,2
0,8 0,5 1,0 1,4 1,9 2,9 3,8 4,8
0,9 0,5 1,1 1,6 2,2 3,2 4,3 5,4
1,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 474
Nitroprusside
Merknaam Nitroprusside
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) nitroprusside-natrium-dihydraat infuusconcentraat
F.T.G. Vasodilatantia bij hypertensie
Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nitroprusside
Toedieningscategorie Categorie D
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atracurium, dobutamine, dopamine, esmolol, famotidine, indometacine, insuline, midazolam, morfine, nitroglycerine, pancuronium, propofol, theofylline, vecuronium
Infuus - cimetidine, enalaprilaat, heparine, lidocaine, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - haloperidol Infuus - atracurium
Bijzonderheden - Nitroprusside moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- Bij langdurige toediening dienen de cyanide- en thiocyanaatspiegels in bloed en plasma te worden gecontroleerd: ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen en bij lever- en nierfunctiestoornissen kan een cyanide-intoxicatie ontstaan. Symptomen van cyanide-intoxicatie kunnen zijn: toegenomen ademfrequentie, mydriasis, metabole acidose en coma.
- Nitroprusside is uiterst lichtgevoelig: de oplossing moet direct met behulp van aluminiumfolie tegen het licht beschermd worden.
- Nitroprusside-oplossingen zijn lichtbruin gekleurd; oplossingen, die blauw/groen van kleur zijn, mogen niet meer worden gebruikt.
Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, transpireren,
hoofdpijn, hartkloppingen, angst, spiertrekkingen, retrosternale beklemming, buikpijn. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen, ten gevolge van toxiciteit van cyanide en thiocyanaat: metabole acidose, hypotensie, hypothyreoïdie, huiduitslag, desorientatie, delirium, toxische psychose, bewustzijnsverlies, tachypnoe, mydriasis, coma.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 475
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 476
Nitroprusside, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5% De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Buiten invloed van licht m.b.v. aluminiumfolie, ook om het toedieningssysteem
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn (toediening korter dan 3 uur): Aanvang: 1- 4 ml/uur Gemiddeld: 10-15 ml/uur Maximaal: 30-50 ml/uur Langdurige toediening: max. 7-15 ml/uur Zie doseringsschema nitroprusside
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening - Indicatie: o.a. bij hypertensieve crisis, maligne hypertensie, ter verlaging
van de afterload bij acute decompensatio cordis - Verschijnselen bij overdosering: tachypnoe bij blozend gelaat, braken,
duizeligheid, acidose, slaperigheid, wijde pupillen, hallicunaties en bewustzijnverlies
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2004 De gele infuusslangetjes zijn uit de handel. De huidige infuussystemen zijn geschikt voor de toediening van nitroprusside, maar dienen omwikkeld te worden met aluminiumfolie.
01-03-2010 Bereiden: Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 477
Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 mg/ml ml/uur microg/kg/minuut
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
0.5 0.2 0.1 0.1 0.1 0.1
1 0.3 0.3 0.2 0.2 0.2
1.5 0.5 0.4 0.4 0.3 0.3
2 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3
2.5 0.8 0.7 0.6 0.5 0.5
3 1.0 0.8 0.7 0.6 0.6
3.5 1.2 1.0 0.8 0.7 0.7
4 1.3 1.1 1.0 0.8 0.7
4.5 1.5 1.3 1.1 0.9 0.8
5 1,6 1.4 1.2 1.0 0.9
6 2.0 1.8 1.5 1.3 1.1
7 2.3 1.9 1.7 1.5 1.3
8 2.7 2.2 1.9 1.7 1.5
9 3.0 2.5 2.1 1.9 1.7
10 3.3 2.8 2.4 2.1 1.9
15 5.0 4.2 3.6 3.1 2.8
20 6.6 5.5 4.7 4.1 3.7
25 8.3 6.9 5.9 5.2 4.6
30 10.0 8.3 7.1 6.3 5.5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 478
Nitroprusside, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 12,5 mg = 0,5 ml nitroprusside toe aan 49,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,25 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren m.b.v. aluminiumfolie, ook om het toedieningssysteem
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 0,5-8 microg/kg/uur Zie doseringsschema nitroprusside
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening, verlaagt de preload en afterload
- Indicatie: o.a. bij hypertensieve crisis, maligne hypertensie, ter verlaging van de afterload bij acute decompensatio cordis
- Contraindicatie: lever- en nierfunctiestoornissen - Bijwerkingen: bij te snelle toediening: misselijkheid, braken,
hartkloppingen, angst, spiertrekkingen. - Overdosering: tachypnoe bij blozend gelaat, braken, duizeligheid, acidose,
slaperigheid, wijde pupillen, hallucinaties en bewustzijnverlies
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-02-2004 De gele infuusslangetjes zijn uit de handel. De huidige infuussystemen zijn geschikt voor de toediening van nitroprusside, maar dienen omwikkeld te worden met aluminiumfolie.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 479
Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,6 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,5 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6
1,0 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2
2,0 0,5 1,0 1,4 1,9 2,4
2,5 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0
3,0 0,7 1,4 2,2 2,9 3,6
4,0 1,0 1,9 2,9 3,8 4,8
5,0 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0
6,0 1,4 2,9 4,3 5,8 7,2
7,0 1,7 3,4 5,0 6,7 8,4
8,0 1,9 3,8 5,8 7,7 9,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 480
Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (1 mg/ml) Rekendosering: 5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,5 0,2 0,3 0,5 0,6 0,9 1,2 1,5
1,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0
2,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0
2,5 0,8 1,5 2,3 3,0 4,5 6,0 7,5
3,0 0,9 1,8 2,7 3,6 5,4 7,2 9,0
4,0 1,2 2,4 3,6 4,8 7,2 9,6 12,0
5,0 1,5 3,0 4,5 6,0 9,0 12,0 15,0
6,0 1,8 3,6 5,4 7,2 10,8 14,4 18,0
7,0 2,1 4,2 6,3 8,4 12,6 16,8 21,0
8,0 2,4 4,8 7,2 9,6 14,4 19,2 24,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 481
Noradrenaline
Merknaam Noradrenaline, norepinefrine
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) noradrenaline (als waterstoftartraat)
F.T.G. Sympathicomimetica, antihypotensiva
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 8-12 microg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp noradrenaline
- Perineuraal: toegevoegd aan een lokaal anaestheticum
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC Perineuraal: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amiodaron, ciprofloxacine, dexmedetomidinehydrochloride, dopamine, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, furosemide, haloperidol, heparine, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, mycofenolaatmofetil, nicardipine, nitroglycerine, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tigecycline, vecuronium
Infuus - amikacine, calciumzouten, cimetidine, dobutamine, fentolamine, heparine,
hydrocortison, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, meropenem, methylprednisolon, netilmicine, ranitidine, suxamethonium, verapamil
Onverenigbaar met Y-site
- atropine, insuline, thiopental Infuus - barbituraten, fenytoine, lidocaine, natriumbicarbonaat, oxytocine,
streptomycine, theofylline
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. - Noradrenaline kan weefselnecrose veroorzaken op de injectieplaats. Bij
voorkeur via een grote vene toedienen. - Bij extravasatie: Het ischemische gebied zo spoedig mogelijk met 5-10 mg
fentolamine (Regitine®) in 10-15 ml NaCl 0,9% met behulp van een fijne naald onderhuids infiltreren.
- Noradrenaline moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- De pH van de oplossing is ongeveer 3,5.
Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid. zwakheid, tremor, bleekheid, ademhalingsmoeilijkheden, precordiale pijn, rusteloosheid, angst, slapeloosheid, hartkloppingen, bradycardie, mogelijk fatale aritmie, zwelling schildklier. Ten gevolge van langdurige toepassing: oedeem, bloedingen, myocarditis, necrose van ingewanden, lever of nieren.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 482
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-01-2012 Afleveringsvorm: Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) norepinefrine (als waterstoftartraat).
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ciprofloxacine, dexmedetomidinehydrochloride, heparine, mycofenolaatmofetil, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tigecycline. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: fentolamine. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: atropine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 483
Noradrenaline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2 ampullen (5 ml=5 mg) met 40 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,2 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-10 ml/uur Zie doseringsschema noradrenaline
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk - Indicatie: 2e keus bij hypotensie ten gevolge van shock, obstructieve
shock, RV-falen - Bijwerkingen: palpitaties, hartritmestoornissen, bradycardie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-06-2008 Bereiden: meng 2 ampullen (5 ml = 5 mg) met 40 ml glucose 5%. Houdbaarheid: 24 uur bij kamertemperatuur, buiten invloed van licht bewaren
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 484
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,2 mg/ml ml/uur microg/kg/minuut
bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg
0,1 0,007 0,006 0,005 0,004 0,004
0,5 0,033 0,027 0,024 0,021 0,019
1 0,07 0,06 0,05 0,04 0,04
2 0,13 0,11 0,10 0,08 0,07
3 0,20 0,17 0,14 0,13 0,11
4 0,27 0,22 0,19 0,17 0,15
5 0,33 0,28 0,24 0,21 0,19
6 0,40 0,33 0,29 0,25 0,22
7 0,47 0,39 0,33 0,29 0,26
8 0,53 0,44 0,38 0,33 0,30
9 0,6 0,5 0,43 0,38 0,33
10 0,67 0,56 0,48 0,42 0,37
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 485
Noradrenaline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 2,5 mg = 2,5 ml toe aan 39 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 60 microg/ml, 41,5 ml 5-20 kg: Voeg 5 mg = 5 ml toe aan 45 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 100 microg/ml, 50 ml > 20 kg: Voeg 10 mg = 10 ml toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 200 microg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren.
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Zie doseringsschema noradrenaline
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk - Indicatie: 2e keus bij hypotensie ten gevolge van shock, obstructieve
shock, RV-falen - Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij neiging tot aritmie, diabetes
mellitus - Bijwerkingen: palpitaties, hartritmestoornissen, bradycardie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 486
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (60 microg/ml) Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,05 0,1 0,1 0,2 0,2 0,3
0,075 0,1 0,2 0,2 0,3 0,4
0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
0,125 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6
0,15 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8
0,2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
0,3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
0,4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0
0,5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 487
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (100 microg/ml) Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg
0,05 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6
0,075 0,2 0,5 0,6 0,7 0,9
0,1 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2
0,125 0,4 0,8 0,9 1,1 1,5
0,15 0,5 0,9 1,1 1,4 1,8
0,2 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4
0,3 0,9 1,8 2,3 2,7 3,6
0,4 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8
0,5 1,5 3,0 3,8 4,5 6,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG'
Datum Wijziging
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 488
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,15 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,05 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8
0,075 0,5 0,6 0,7 0,9 1,1
0,1 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5
0,125 0,8 0,9 1,1 1,5 1,9
0,15 0,9 1,1 1,4 1,8 2,3
0,2 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0
0,3 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5
0,4 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0
0,5 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG'
Datum Wijziging
01-01-2012 Gewijzigd: Doseringsschema kinderen > 20 kg (200 microg/ml) en rekendosering 0,5 microg/kg/min ~ 0,15 ml/kg/uur. Het schema is aangepast.
01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 489
Parenteralia O
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 490
Obidoxim
Merknaam Toxogonin®
Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 1 ml (250 mg/ml) obidoxim-dichloride
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: IC I.V.: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Obidoxim dient alleen intramusculair toegediend te worden indien intraveneuze toediening niet mogelijk is.
- Wordt altijd in combinatie met atropine toegepast; de behandeling kan worden gestart voordat atropine wordt toegediend.
- Kan zo nodig verdund worden met NaCl 0,9%.
Bijwerkingen Ventriculaire aritmieën, leverbeschadiging (necrose, cholestatische icterus).
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Obidoxim'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 491
Octreotide
Merknaam Sandostatine®
Afleveringsvorm Ampul met 50 microg = 1 ml (50 microg/ml), 100 microg = 1 ml (100 microg/ml), 500 microg = 1 ml (500 microg/ml) en 1000 microg = 5 ml (200 microg/ml) octreotide (als acetaat)
F.T.G. Hypothalamushormonen
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% tot
een concentratie van 10-250 microg/ml, in 3 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp octreotide
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./Infusie: VPK I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: VPK-arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Octreotide mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- De oplossing voor injectie vóór toediening op kamertemperatuur laten komen.
- De injecties toedienen tussen de maaltijden in of bij het slapen gaan en steeds op een wisselende plaats.
- De intraveneuze toedieningswijze van octreotide is niet geregistreerd, en is vanwege de bijwerkingen alleen geïndiceerd bij de behandeling van oesophagusbloedingen.
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, buikkrampen, flatulentie, steatorroe, in zeldzame
gevallen lijkend op acute darmobstructie. Ten gevolge van langdurige toediening: verminderde glucosetolerantie, galsteenvorming, leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 492
Octreotide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 5 ampullen (5 ml=500 microg) octreotide met 45 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 10 microg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-5 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: remt de secretie van peptiden van het endocriene systeem van maagdarmkanaal en pancreas en van groeihormoon
- Indicatie: bloedende oesophagusvarices, pancreatitis, duodenumlekkage, acromegalie, endocriene tumoren van maagdarmkanaal en pancreas
- Bijwerking: tromboflebitis, maag-darmstoornissen, verstoring glucose-tolerantie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2003 Gebruik van 5 ampullen van 0,1 mg/ml voor de spuitenpomp
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 493
Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 10 microg/ml pompstand dosering
ml/uur microg/uur microg/24 uur
1,0 10 240
1,5 15 360
2,0 20 480
2,5 25 600
3,0 30 720
3,5 35 840
4,0 40 960
4,5 45 1080
5,0 50 1200
5,5 55 1320
6,0 60 1440
6,5 65 1560
7,0 70 1680
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 494
Olanzapine
Merknaam Zyprexa®
Afleveringsvorm Flacon met 10 mg olanzapine poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Anti-psychotica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden
Toedienings-
route
Grootte flacon
Toe te voegen
water
Eindcon- centratie
Toe te dienen
dosis
Injectie volume
mg ml mg/ml mg ml
I.M. 11,0 2,1 5,0 10 2,0
11,0 2,1 5,0 7,5 1,5
11,0 2,1 5,0 5 1,0
Werkwijze: - Voeg het water voor injecties toe in de olanzapine flacon. - Zwenk de flacon net zo lang totdat de inhoud volledig is opgelost en een
geel gekleurde oplossing wordt verkregen. - Zuig de injectievolume op voor de gewenste dosis olanzapine
Toedieningsroute Intramusculair: diep in een grote spier spuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M: VPK
Houdbaarheid Na reconstitutie: 1 uur bij 20°C.
Bijzonderheden - Gebruik de oplossing meteen binnen 1 uur na reconstructie - Niet intraveneus of subcutaan toedienen - Olanzapine poeder voor oplossing voor injectie kan alleen worden
gereconstitueerd met water voor injectie.
Bijwerkingen Slaperigheid, orthostatische hypotensie, irritatie op de injectieplaats
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Olanzapine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 495
Omegaven-3-olie
Merknaam Omegaven®
Afleveringsvorm Flacon met 100 ml emulsie voor infusie
F.T.G. Dieetpreparaten en voedingsmiddelen
Bereiden De flacon dient omgeschud te worden voor gebruik
Toedieningsroute - Intraveneus: de maximale infusiesnelheid is 0,5 ml Omegaven/kg/uur
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Binnen 24 uur gebruiken nadat de flacon uit de koelkast is gehaald (inclusief toedieningstijd)
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Infuus
- Calcium, heparine
Bijzonderheden - 100 ml van de emulsie bevat 10,0 g zeer geraffineerde visolie - Indien het gehalte aan triglyceriden tijdens de infusie tot boven de 3
mmol/l stijgt moet de infusie gestopt worden en indien nodig voortgezet worden met een lagere dosis
Acute reacties Anafylactische reactie
Bijwerkingen Lichte stijging lichaamstermperatuur, rillingen, blozen of cyanose,
misselijkheid, braken, dyspnoe, hoofdpijn, priapisme (zelden), verandering bloeddruk
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2009 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Omegaven-3-olie'
Datum Wijziging
01-07-2011 Onverenigbaar met: subkopje Infuus.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 496
Ondansetron
Merknaam Zofran®, Zofran Kind®
Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 2 ml (Zofran Kind®) en 8 mg = 4 ml (2 mg/ml) ondansetron (als hydrochloride)
F.T.G. Anti-emetica, 5HT3-receptorantagonisten
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15 minuten Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 0,3 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, atracurium, atropine, bleomycine, carboplatin, carmustine, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, cefuroxim, chloopromazine, cimetidine, cisplatin, clindamycine, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, dactinomycine, daunorubicine, dexamethason, doxorubicine, doxycycline, droperidol, etoposide, famotidine, filgrastim, fluconazol, fludarabine, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, mannitol, melfalan, mercapto-ethaansulfonzuur, methotrexaat, metoclopramide, midazolam, mitomycine, mitoxanthrone, morfine, paclitaxel, piperacilline/tazobactam, promethazine, ranitidine, teniposide, vancomycine, vinblastine, vincristine, zidovudine
Infuus - pethidine
Onverenigbaar met Aciclovir, allopurinol, amfotericine B, , fluorouracil, furosemide, ganciclovir, lorazepam, meropenem, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, piperacilline, theofylline
Bijzonderheden - Ondansetron mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
- De pH van de oplossing is ongeveer 3,5.
Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Hoofdpijn, opvliegingen, warmtegevoel in perineum, obstipatie, buikpijn, diarree, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: visusstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 497
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ondansetron'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 498
Oxytocine
Merknaam Syntocinon®
Afleveringsvorm Ampul met 5 IE = 1 ml (5 IE/ml) oxytocine
F.T.G. Hormonale oxytocica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp oxytocine
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie Volwassenen: G-VPK I.V. Volwassenen: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, pethidine Infuus - chlooramfenicol, natriumbicarbonaat, netilmicine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - magnesiumsulfaat Infuus - diazepam, hydrocortison, norepinefrine
Bijzonderheden - Bevat chloorbutanol. - Intramusculaire toediening van oxytocine is moeilijk te reguleren en kan
leiden tot overdoseringsverschijnselen. - Langdurige toediening van hoge doses oxytocine dient bij voorkeur met
behulp van een spuitenpomp te gebeuren, omdat anders teveel infuus-vloeistof wordt toegediend waardoor er risico is voor waterintoxicatie.
- De pH van de oplossing is ongeveer 3.
Acute reacties Allergische reacties als dyspnoe, hypotensie, anafylactische shock.
Bijwerkingen Voorbijgaande hypotensie met flushing en reflextachycardie, misselijkheid, braken hoofdpijn, hyperstimulatie van de uterus. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: waterintoxicatie met maternale en foetale hyponatriëmie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2009 Toegevoegd aan Onverenigbaar met (Y-site): magnesiumsulfaat
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 499
Oxytocine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 1 ampul (1 ml=5 IE) oxytocine met 49 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Trek op in een spuit van 50 ml. De eindconcentratie is 100 mIE/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-18 ml/uur Zie doseringsschema oxytocine
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: veroorzaakt contracties van de uterus - Indicatie: inleiding van baring, stimuleren van weeënactiviteit, voorkoming
of behandeling secundaire hemorragie - Contraindicatie: wanverhouding schedel kind/bekken vrouw, slechte
harttonen en/of meconiumhoudend vruchtwater, verkeerde ligging kind, littekens uterus
- Bijwerking: hypertonie van de uterus, overgevoeligheidsreakties, maagdarmstoornissen, hypotensie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 500
Oxytocine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 100 mIE/ml
ml/uur mIE/minuut mIE/uur
1,2 2 120
2,4 4 240
3,6 6 360
4,8 8 480
6,0 10 600
7,2 12 720
8,4 14 840
9,6 16 960
10,8 18 1080
12,0 20 1200
13,2 22 1320
14,4 24 1440
15,6 26 1560
16,8 28 1680
18,0 30 1800
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 501
Parenteralia P
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 502
Palifermin
Merknaam Kepivance®
Afleveringsvorm Flacon met 6,25 mg palifermin poeder voor injectie
F.T.G. Overige
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 6,25 mg palifermin op in 1,2 ml water voor injecties. De concentratie is 5 mg/ml Tijdens het oplossen de flacon voorzichtig zwenken, niet schudden
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen 1 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend - Bevat polysorbaat 20, mannitol, L-histidine en sucrose
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, huiduitslag, urticaria en pruritus
Bijwerkingen Smaakverandering, verdikking of verkleuring van mond/tong, arthralgie, oedeem en koorts
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-10-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Palifermin'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 503
Palivizumab
Merknaam Synagis®
Afleveringsvorm Flacon met 50 mg en 100 mg palivizumab poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Immunoglobulinen
Oplosmiddel Water voor injecties, 1 ml (bijgeleverd)
Bereiden Voeg langzaam (om schuimen te voorkomen) aan een flacon met 50 mg palivizumab 0,6 ml water voor injecties (bijgeleverd) toe. De concentratie is 100 mg/ml. Voeg langzaam (om schuimen te voorkomen) aan een flacon met 100 mg palivizumab 1,0 ml water voor injecties (bijgeleverd) toe. De concentratie is 100 mg/ml. Meng door voorzichtig omzwenken gedurende 30 seconden. Flacon niet schudden! De palivizumab-oplossing moet minstens 20 minuten bij kamertemperatuur staan tot de oplossing helder is geworden.
Toedieningsroute - Intramusculair: bij voorkeur anterolateraal in de dij: onverdund.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Na reconstitutie: 3 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Injectiehoeveelheden groter dan 1 ml dienen in verdeelde doses gegeven te worden.
- Palivizumab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend.
- De 50 mg flacon Synagis bevat 73 mg palivizumab. Na toevoeging van 0,60 ml water voor injecties ontstaat een oplossing met een volume van 0,73 ml, de eindconcentratie is 100 mg/ml. Aangezien het een stroperige oplossing is, zal ca 0,50 ml van de oplossing opgetrokken kunnen worden, overeenkomend met 50 mg.
- De 100 mg flacon Synagis bevat 122 mg palivizumab. Na toevoeging van 1,0 ml water voor injecties ontstaat een oplossing met een volume van 1,22 ml, de eindconcentratie is 100 mg/ml. Aangezien het een stroperige oplossing is, zal ca. 1,0 ml van de oplossing opgetrokken kunnen worden, overeenkomend met 100 mg.
Bijwerkingen Koorts, nervositeit, reactie op de injectieplaats, uitslag, diarree, bovenste
luchtweginfecties, rhinitis, hoesten, piepend ademhalen of hijgen, toename van ASAT en ALAT, leukopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-01-2011 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Palivizumab'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 504
Pamidroninezuur
Merknaam APD®, Pamidronaat
Afleveringsvorm Flacon met 90 mg = 30 ml (3 mg/ml) dinatriumpamidronaat
F.T.G. Calciumregulerende middelen, bisfosfonaten
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%. De maximale concentratie is 90 mg/250 ml, de toediensnelheid is maximaal 60 mg/uur
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Bisfosfonaten, calcium-bevattende infuusvloeistoffen
Bijzonderheden Intraveneuze bolusinjectie is niet mogelijk i.v.m. kans op calciumneerslagen in
de nier en de kans op ernstige lokale reakties en tromboflebitis.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, malaise, hoofdpijn, metaalsmaak, spierpijn, hypotensie, hypertensie, lymfopenie en granulocytopenie, hypofosfatemie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, voorbijgaande temperatuursverhoging.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pamidroninezuur'
Datum Wijziging
01-02-2007 Toedieningsroute: maximale concentratie 90 mg/250 ml, toediensnelheid is maximaal 60 mg/uur
01-04-2008 Afleveringsvorm: overgaan van ampul van 10 ml naar flacon van 30 ml met dezelfde sterke
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 505
Pancuronium
Merknaam Pavulon®
Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 2 ml (2 mg/ml) pancuroniumdibromide
F.T.G. Niet-depolariserende spierrelaxantia
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp pancuronium
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aminofylline, cefuroxim, cefazoline, cimetidine, co-trimoxazol, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, etomidaat, fentanyl, fluconazol, gentamicine, hydrocortison, isoprenaline, kaliumchloride, lorazepam, midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, ranitidine, vancomycine, vecuronium
Infuus - heparine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - diazepam, furosemide Infuus - barbituraten
Bijzonderheden Pancuronium moet onder bewaking van de ademhaling en adequate sedatie worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tijdelijke verlaging intra-oculaire druk, miosis, toename polsfrequentie en hartminuutvolume, stijging arteriële bloeddruk, huiduitslag.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pancuronium'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 506
Panitumumab
Merknaam Vectibix®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) en 400 mg = 20 ml (20 mg/ml) panitumumab infuusconcentraat
F.T.G. Immunomodulantia
Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Verdun een benodigde hoeveelheid tot 1000 mg panitumumab in 0,9% natriumchloride oplossing voor injectie tot een eindvolume van 100 ml. De flacon niet schudden of krachtig bewegen. Maximale eindconcentratie is 10 mg/ml. Doseringen hoger dan 1000 mg worden verdund tot een eindvolume van 150 ml. De verdunde oplossingen dienen door voorzichtig omkeren te worden gemengd, niet schudden
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus, dosering < of gelijk aan 1000 mg: verdund in NaCl 0,9% tot 100 ml via een infuuspomp in 60 minuten
- Intraveneus als infuus, dosering > 1000 mg: verdund in NaCl 0,9% tot 150 ml via een infuuspomp in 90 minuten
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK-arts
Houdbaarheid Direct toedienen
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Panitumumab dient niet gemengd te worden met andere geneesmiddelen
Bijzonderheden - De infusielijn dient voor en na panitumumab toediening te worden
gespoeld met natriumchloride-oplossing om vermenging met andere geneesmiddelen of I.V.-oplossingen te vermijden
- Bij acuut ontstaan of verergering van pulmonale symptomen dient de behandeling direct onderbroken te worden en dienen de symptomen te worden onderzocht.
- Hulpstoffen: natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn, water voor injectie
Acute reacties Infusiereacties inclusief koude rillingen, koorts, dyspnoe
Bijwerkingen Dermatologische reacties, diarree, vermoeidheid, infusiereacties,
hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hypokaliëmie, dehydratie, misselijkheid, braken dyspnoe, hoesten, hoofdpijn, conjunctivitis, groei van oogwimpers, verhoogde traanscheiding, oculaire hyperemie, droge ogen, oogpruritis, stomatitis, slijmvliesontsteking, onycholyse, overmatige haargroei, alopecia, droge neus, droge mond, longembolie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2009 Laatste wijziging: 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Panitumumab'
Datum Wijziging
01-02-2012 Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 507
Pantoprazol
Merknaam Pantozol®
Afleveringsvorm Flacon met 40 mg pantoprazol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Secretieremmende middelen, protonpompremmers
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Los 40 mg pantoprazol op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 4 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-15 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp pantoprazol
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 12 uur bij 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: direct toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, dobutamine, epinefrine, gentamicine, heparine, octreotide
Onverenigbaar met Pantoprazol mag niet tegelijk met andere dan de onder verenigbaarheden genoemde geneesmiddelen worden toegediend
Bijzonderheden - Bevat natriumedetaat - De pH van de oplossing is ongeveer 9
Bijwerkingen Hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik, flatulentie, huidreacties, duizeligheid, vochtophoping in de benen, koorts, afsluiting van een ader door een bloedstolsel, beginnende neerslachtigheid, wazig zien.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pantoprazol'
Datum Wijziging
01-03-2002 Toedieningsroute intraveneus als infuus toegevoegd.
01-06-2004 Houdbaarheid is verlengd van 6 naar 12 uur conform nieuwe gegevens fabrikant.
01-04-2006 Gewijzigde tekst bij de nieuwe kopjes “verenigbaar met” en “overenigbaar meet”en bij “bijzonderheden”.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 508
Pantoprazol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 40 mg pantoprazol op in 50 ml NaCl 0,9% De concentratie is 0,8 mg/ml
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp De toedieningssnelheid is 8 mg/uur (pompstand: 10 ml/uur)
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: remming van de maagzuursecretie - Indicatie: ulcus duodeni, ulcus ventriculi, reflux-oesophagitis - Bijwerking: hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik,
flatulentie, huidreacties, duizeligheid, koorts, wazig zien
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pantoprazol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-06-2004 Houdbaarheid is verlengd van 6 naar 12 uur conform nieuwe gegevens fabrikant.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 509
Paracetamol
Merknaam Perfalgan
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml) en 1.000 mg = 100 ml (10 mg/ml) paracetamol
F.T.G. Analgetica
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund in 15 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- glucose 5%, NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Het wordt aangeraden om, zodra deze toedieningsweg mogelijk is, een geschikte orale toedieningsvorm te gebruiken
- Bevat cysteïne - Paracetamol is slecht oplosbaar in water en mag niet tegelijk met andere
infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend - Niet in de koelkast bewaren of invriezen - De analgetische werking start binnen 5 tot 10 minuten na aanvang van de
toediening. Het maximale effect wordt binnen 1 uur verkregen en houdt 4-6 uur aan
- LET OP: voor neonaten en zuigelingen zijn zeer kleine volumes nodig.
Acute reacties Pijn op injectieplaats.
Bijwerkingen Malaise, hypotensie, verhoogde lever transminasen spiegels, huiduitslag, anafylactische shock (zeer zelden), thrombocytopenie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-10-2006 Laatste wijziging: 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Paracetamol'
Datum Wijziging
01-04-2009 Nieuw: Verenigbaar met Y-site glucose5%, NaCl 0,9%
01-04-2012 Afleveringsvorm: toegevoegd Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml).
01-05-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - LET OP: voor neonaten en zuigelingen zijn zeer kleine volumes nodig.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 510
Paricalcitol
Merknaam Zemplar®
Afleveringsvorm Ampul met 5 microgram/ml paricalcitol
F.T.G. Calciumregulerend middel
Oplosmiddel Water voor injectie, propyleenglycol, ethanol (20% v/v)
Toedieningsroute Toedienen via een hemodialyse toegang als i.v. bolus
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden - Mag niet worden gemengd met andere farmaca - Propyleenglycol vertoont interactie met heparine en neutraliseert het effect
daarvan. Daarom op een andere injectietoegang toedienen dan heparine
Acute reacties Bij overdosering: hypercalciemie De oplossing bevat 30% v/v propyleenglycol, bij overdosering dient rekening te worden gehouden met het toxische effect (CNS uitval, hemolyse en melkzuuracidose). Aangezien propyleenglycol middels de dialyse geëlimineerd wordt, is de kans hierop echter klein
Bijwerkingen Hypercalciemie, endocriene aandoeningen, smaakstoornissen, jeuk aan huid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2006 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Paricalcitol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 511
Patentblauw
Merknaam Bleu Patenté V®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) patentblauwnatrium
F.T.G. Diagnostica
Toedieningsroute Subcutaan: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Wordt gebruikt voor zichtbaar maken van lymfevaten.
Acute reacties Erytheem, urticaria, pruritus. Blauwverkleuring van de huid.
Bijwerkingen Misselijkheid, hypotensie, tremor. Zelden: shock, dyspnoe, laryngospasme.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Patentblauw'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 512
Pegvisomant
Merknaam Somavert®
Afleveringsvorm Injectieflacon met 10 mg pegvisomant poeder voor injectie
F.T.G. Hypofyse- en hypothalamushormonen
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 10 mg pegvisomant op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 10 mg/ml
Toedieningsroute Subcutaan
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau VPK
Houdbaarheid Injectieflacons bewaren in de koelkast. Na reconstitutie direct toedienen
Bijzonderheden - Het poeder dient voorzichtig opgelost te worden met een langzame, draaiende beweging van de flacon
Bijwerkingen Reacties op de injectieplaats (de plaats van injectie dient dagelijks gewisseld
te worden om lipohypertrofie te voorkomen), zweten, hoofdpijn en asthenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pegvisomant'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 513
Pentamidine
Merknaam Pentacarinat®
Afleveringsvorm Ampul met 300 mg pentamidine-di-isetionaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Antiprotozoica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden - Intramusculair: los 300 mg pentamidine op in 3 ml water voor injecties. De concentratie is 100 mg/ml.
- Intraveneus: los 300 mg pentamidine op in 3-5 ml water voor injecties. De concentratie is 60-100 mg/ml.
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-250 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, in tenminste 60 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- zidovudine
Onverenigbaar met Cefalosporinen, fluconazol, foscarnet, interleukine-2
Bijzonderheden - Toediening van pentamidine moet onder controle van bloedbeeld, bloedglucose en lever- en nierfunctie plaatsvinden.
- Intraveneuze toediening heeft de voorkeur in verband met lokale toxische effecten na intramusculaire toediening.
- Om de kans op hypotensie te verminderen dient de patiënt tijdens en gedurende 30 minuten na de toediening te liggen.
- Pentamidine kan ook worden gebruikt als vernevelingsvloeistof.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, flushing, urticaria. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Hypotensie, aritmieën, tromboflebitis, pancreatitis, diabetisch coma, acute nierfunctiestoornis, anemie, duizeligheid, misselijkheid, braken, veranderde smaak, induratie, abcesvorming, spiernecrose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pentamidine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 514
Pethidine
Merknaam Pethidine
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) pethidine-hydrochloride
F.T.G. Opioiden
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: zeer langzaam, bij voorkeur verdund met
NaCl 0,9% of glucose 5% tot 10 mg/ml in 3-5 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is 15-35 mg/uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: G-VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aminoglycosiden, ampicilline, atenolol, benzylpenicilline, bumetanide, cefalosporinen, chlooramfenicol, clindamycine, cotrimoxazol, dexamethason, dobutamine, dopamine, doxycycline, erythromycine, fluconazol, granisetron, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, metoprolol, metronidazol, oxytocine, piperacilline, propanolol, propofol, vancomycine
Infuus - droperidol, gentamicine, metoclopramide, midazolam, ondansetron,
ranitidine, suxamethonium, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, flucloxacilline, furosemide, imipenem, tetracycline Infuus - barbituraten, diazepam, fenytoine, heparine, morfine, natriumbicarbonaat,
theofylline
Bijzonderheden - Pethidine valt onder de bepalingen van de Opiumwet. - Pethidine kan ademhalingsdepressie, hypotensie en tachycardie
veroorzaken. Intraveneuze toediening wordt niet aanbevolen. - Gezien de cumulatie van de metaboliet norpethidine is pethidine minder
geschikt voor chronische toediening.
Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tromboflebitis, duizeligheid, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, sedering, zwakte, obstipatie, urineretentie, dysforie, verwardheid, opwinding, nachtmerries, convulsies.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pethidine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 515
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine, midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 516
Piperacilline
Merknaam Pipcil®
Afleveringsvorm Flacon met 2000 mg en 4000 mg piperacilline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Breed-spectrum penicillinen
Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden Volwassenen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
I.M. 2000 4 5 400
I.V./Infusie 2000 11 12,5 160
4000 22 25 160
Kinderen Toedienings
route grootte
flacon toe te
voegen water
verkregen oplossing
eindconcen-tratie
mg ml ml mg/ml
I.V./Infusie 2000 18 20 100
4000 37 40 100
Toedieningsroute Volwassenen
- Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 30 minuten - Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 20 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 20 mg/ml (ref. 17))
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, allopurinol, diltiazem, enalaprilaat, esmolol, famotidine, granisetron, heparine, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, pethidine, ranitidine, theofylline, zidovudine
Infuus - clindamycine, flucloxacilline, fluconazol, hydrocortison, kaliumchloride,
ofloxacine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - filgrastim, fluconazol, ondansetron, vancomycine, ciprofloxacine Infuus - aminoglycosiden, ciprofloxacine
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 517
Bijzonderheden Bevat 2 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, huidreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, diep veneuze trombose, diarree, misselijkheid, hematomen,
braken, bloedbeeldafwijkingen, koorts, hoofdpijn, duizeligheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piperacilline'
Datum Wijziging
01-02-2003 Wijziging in de hoeveelheden toe te voegen water per ml bij toedieningsroute I.V./Infusie
01-10-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over het gebruik van NaCl 0,9%
01-04-2008 Bij verenigbaar met ciprofloxacine van infuus naar Y-site en bij onverenigbaar met ciprofloxacine toegevoegd bij infuus.
01-07-2010 Ciprofloxacine verwijderd bij Verenigbaar met (Y-site) en toegevoegd aan Onverenigbaar met (Y-site).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 518
Piperacilline/tazobactam
Merknaam Tazocin®
Afleveringsvorm Flacon met 4000 mg piperacilline en 500 mg tazobactam poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Breed-spectrum penicillinen
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bereiden Los 4000/500 mg piperacilline/tazobactam op in 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 200/25 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als langzame bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 20-30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund 4 uur 20°C of 48 uur bij 4°C en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amikacine, bumetanide, buprenorfine, calciumfolinaat, calciumgluconaat, cimetidine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, dopamine, enalapril, fluconazol, furosemide, gentamicine, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, mannitol, mesna, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, morfine, natriumbicarbonaat, ondansetron, pethidine, ranitidine, remifentanil, theofylline, zidovudine
Onverenigbaar met Y-site
- aciclovir, albumine, amfotericine B, chloorpromazine, dobutamine, doxycycline, droperidol, famotidine, haloperidol, natriumbicarbonaat, netilmicine, prochloorperazine, promethazine, tobramycine, vancomycine
Bijzonderheden Bevat 2,35 mmol natrium per 1000 mg piperacilline.
Bevat citroenzuur en dinatriumedetaat.
Acute reacties Pijnlijkheid op de injectieplaats, huidreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, diep-veneuze trombose, diarree, misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, duizeligheid, hematomen, bloedbeeldafwijkingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piperacilline/tazobactam'
Datum Wijziging
01-08-2007 Amikacine en gentamicine toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site), netilmicine en tobramycine toegevoegd onder kopje Onverenigbaar met (Y-site) en ringerlactaat toegevoegd bij infuusvloeistoffen. Verder toevoeging bij Bijzonderheden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 519
01-03-2011 Houdbaarheid: Onverdund 4 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 520
Piritramide
Merknaam Dipidolor®
Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) piritramide
F.T.G. Opioiden
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Opmerking: voor kinderen tot en met 50 kg dient voor een bolusinjectie
de oplossing te worden verdund tot 1 mg/ml.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V.: G-VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Piritramide valt onder de bepalingen van de Opiumwet. - Piritramide kan na intraveneuze toediening ademhalingsdepressie
veroorzaken. Bij voorkeur gebruiken voor anesthesie en onder beademing toepassen (m.u.v. de verkoeverkamer en bij PCA-pompen)
Acute reacties Pruritus, urticaria, anafylactische reacties.
Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, sedatie, hoestdemping, stemmingsveranderingen,
miosis, hypothermie, misselijkheid, braken, obstipatie, droge mond, transpireren, hypotensie, bradycardie, galkoliek, urineretentie, psychische en fysieke afhankelijkheid, tolerantie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piritramide'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2010 Bijzonderheden: Piritramide kan na intraveneuze toediening ademhalingsdepressie veroorzaken. Bij voorkeur gebruiken voor anesthesie en onder beademing toepassen (m.u.v. de verkoeverkamer en bij PCA-pompen).
01-01-2012 Toegevoegd bij Toedieningsroute: Opmerking: voor kinderen tot en met 50 kg dient voor een bolusinjectie de oplossing te worden verdund tot 1 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 521
Plerixafor
Merknaam Mozobil
Afleveringsvorm Injectieflacon met 24 mg plerixafor in 1,2 ml oplossing (20 mg/ml)
F.T.G. Immunomodulantia
Toedieningsroute Subcutane injectie
Toedieningscategorie Categorie A
Houdbaarheid Zie vermelde datum op de verpakking, geen speciale opslagcondities zijn noodzakelijk Na openen: direct gebruiken
Bijzonderheden - Plerixafor mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegedien
- Heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing - 1 ml bevat ongeveer 5 mg (0,2 mmol) natrium - pH = 6.0 – 7.5 - Osmolaliteit = 260 – 320 mOsm/kg
Acute reacties Reacties op de injectie- of infusieplaats, urticaria, periorbitale zwelling, dyspneu of hypoxie
Bijwerkingen Diarree, misselijkheid en reacties op injectie- of infusieplaats
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2013 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Plerixafor'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 522
Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin
Merknaam Synflorix®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 0,5 ml suspensie voor injectie pneumokokkenvaccin
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute - Intramusculair: bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal halverwege de dij
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin bevat 10 pneumokokken-
serotypen
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, lokaal erytheem. Zelden: anafylactische reactie.
Bijwerkingen Zelden: exantheem, koorts, artralgie, paresthesieën.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2010 Laatste wijziging: 01-11-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin conjugaat vaccin'
Datum Wijziging
01-11-2011 Naam Monografie gewijzigd in: Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin, was Pneumokokkenvaccin-13 valent. Merknaam veranderd: Synflorix, was Prevenar. Bijzonderheden gewijzigd in: Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin bevat 10 pneumokokken-serotypen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 523
Pneumokokkenvaccin-23 valent
Merknaam Pneumovax-23®
Afleveringsvorm Flacon met 0,5 ml pneumokokkenvaccin
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal
halverwege de dij
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Pneumokokkenvaccin-23 valent bevat 25 microg polysacchariden van elk van 23 typen Streptococcus pneumoniae en is bedoeld voor vaccinatie van kinderen> 2 jaar en volwassenen.
- Bevat fenol als conserveermiddel.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, lokaal erytheem. Zelden: anafylactische reactie.
Bijwerkingen Zelden: exantheem, koorts, artralgie, paresthesieën.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pneumokokkenvaccin-23 valent'
Datum Wijziging
01-11-2010 Naam aangepast: Pneumokokkenvaccin-23 valent. Toedieningsroute: Intramusculair: onverdund bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal halverwege de dij. Bijzonderheden: Pneumokokkenvaccin-23 valent bevat 25 microg polysacchariden van elk van 23 typen Streptococcus pneumoniae en is bedoeld voor vaccinatie van kinderen > 2 jaar en volwassenen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 524
Polidocanol
Merknaam Aethoxysklerol®
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml, 0,5%), 20 mg = 2 ml (10 mg/ml, 1%), 40 mg = 2 ml (20 mg/ml, 2%), 60 mg = 2 ml (30 mg/ml, 3%) polidocanol
F.T.G. Varicosclerosende middelen
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Flacon na aanprikken: 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Bevat 5% alcohol. - Extravasatie moet worden voorkomen, omdat dit blijvend littekens kan
veroorzaken. - Intra-arterieel toedienen moet worden voorkomen, omdat hierbij ernstige
necrose van ledematen kan ontstaan. - In een horizontaal of 30°-45° hoger liggend been injecteren, als schuim of
middels de "air-block" techniek. Kleine varices worden met de 0,5%- of met de 1%-oplossing, middelgrote met de 2%-oplossing en grote met de 3%-oplossing behandeld.
- Maatregelen bij paraveneuze injectie: 5-20 ml NaCl 0,9% met hyaluronidase injecteren op de injectieplaats.
- Maatregelen bij intra-arteriële injectie: 5-10 ml lidocaine 1% of 2% en heparine 500 IE injecteren, been in watten hullen en naar beneden plaatsen.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische shock, orthostatische collaps.
Bijwerkingen Irreversibele verkleuring van de injectieplaats, prutitus, necrose en ulceraties
op de injectieplaats. Zelden: diep veneuze trombose, embolie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Polidocanol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 525
Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis
Bereiden Gebruik een 1 liter NaCl 0,9% infuuszak. Haal hier 100 ml NaCl 0,9% uit. Voeg 100 ml Betadine®-oplossing (= povidon-jood-oplossing 10%) toe aan de overgebleven 900 ml NaCl 0,9% in de infuuszak. Eindconcentratie: Povidon-jood 1%.
Houdbaarheid Na bereiden: 24 uur bij kamertemperatuur
Toedieningsroute Spoelsysteem Snelheid: 1 liter/24 uur (0,69 ml/min)
Bijzonderheden Let er op dat Betadine®-oplossing wordt gebruikt. Gebruik niet de alcohol, scrub, shampoo, etc. Betadine®-oplossing is een product dat autogeen steriel is. Na toevoeging aan 900 ml steriele NaCl 0,9% ontstaat een steriele spoelvloeistof.
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: antimicrobieel middel met een breed werkingsspectrum - Indicatie: irrigatie bij ernstige mediastinitis - Contra-indicaties: overgevoeligheid voor povidon-jood. Voorzichtigheid is
geboden bij patiënten met een afwijkende schildklierfunctie, patiënten met een verminderde nierfunctie en bij patiënten met verminderde leverfunctie
- Bijwerkingen: overgevoeligheid, verandering van de schildklierfunctie (hyperthyreoïdie, hypothyreoïdie). Verder zijn gemeld: koorts, diarree, neutropenie, metabole acidose, hypernatriëmie, aritmieën, insulten, veranderingen in de leverfunctie en veranderingen in de mentale status.
- Voorzorgen: tijdens de irrigatie dient de schildklierfunctie en de leverfunctie regelmatig te worden gecontroleerd
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-10-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 526
Prednisolon
Merknaam Prednisolon®
Afleveringsvorm Ampul met 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Glucocorticoiden
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat op in 1 ml water voor injecties De concentratie is 25 mg/ml
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 25
mg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in tenminste 20 minuten - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% - Intra-/peri-articulair: onverdund Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Benzylpenicilline, heparine, kaliumchloride
Bijzonderheden 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat komt overeen met 18,7 mg prednisolon
Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Prednisolon'
Datum Wijziging
01-03-2009 Prednisolon injectievloeistof is vervangen door poeder voor injectie. Afleveringsvorm is aangepast.
01-10-2009 Het kopje Onverenigbaar met is verwijderd. Toegevoegd is het kopje Verenigbaar met: benzylpenicilline, heparine, kaliumchloride.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 527
Prilocaine
Merknaam Prilocaine®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) prilocaïne-hydrochloride
F.T.G. Lokale anaesthetica
Toedieningsroute - Lokaal: voor infiltratie-, geleidings- en epiduraalanaesthesie - Intraveneus: voor intraveneuze regionale anaesthesie
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Prilocaïne niet tegelijk met andere geneesmiddelen laten inlopen. - Intravasculaire toediening kan hypotensie, myocarddepressie en
convulsies veroorzaken.
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Zelden anafylactische shock.
Bijwerkingen Methemoglobinemie, cyanose, paresthesieën.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Prilocaine'
Datum Wijziging
01-01-2012 Afleveringsvorm gewijzigd: Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) prilocaine-hydrochloride.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 528
Procainamide
Merknaam Pronestyl®
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg = 10 ml (100 mg/ml) procainamide-hydrochloride
F.T.G. Anti-aritmica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 50 mg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp procainamide
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- heparine, hydrocortison, kaliumchloride, ranitidine Infuus - amiodaron, atracurium, dobutamine, lidocaine, netilmicine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - fenytoine, milrinon Infuus - esmolol
Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet en benzylalcohol. - Toediening van procainamide moet onder bewaking van hemodynamische
parameters en het ECG plaatsvinden. - Donkergekleurde oplossingen dienen niet te worden toegediend.
Acute reacties Angio-oedeem, urticaria, pruritus.
Bijwerkingen Geleidingsstoornissen, hypotensie, misselijkheid, braken, diarree, bittere smaak, duizeligheid, koorts, spierpijn, depressie, agranulocytose, hemolytische anemie, trombocytopenie, leukopenie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 529
Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2 flacons (20 ml=2000 mg) procainamide met 20 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 50 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: onverdund, 200-1000 mg procainamide, intraveneus als bolusinjectie, maximaal 50 mg/minuut Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 2-5 ml/uur Zie doseringsschema procainamide
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het hart en vertraagt de geleidingssnelheid van impulsen in het hart, negatief inotroop
- Indicatie: (supra)-ventriculaire ritmestoornissen - Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis, ernstige
decompensatio cordis - Bijwerking: misselijkheid, braken, huidreakties, psychose met
hallucinaties, koorts, gewrichts-en spierpijn
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-02-2014 Bereiden: Meng 2 flacons (20 ml=2000 mg) procainamide met 20 ml NaCl 0,9%. Houdbaarheid: 24 uur bij kamertemperatuur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 530
Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 50 mg/ml
Pompstand Dosering
ml/uur mg/minuut mg/uur mg/24 uur
2,1 1,8 104 2500
2,5 2,1 125 3000
2,9 2,4 145 3500
3,3 2,8 166 4000
3,8 3,1 188 4500
4,2 3,5 208 5000
4,6 3,8 230 5500
5,0 4,2 250 6000
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 531
Procainamide, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 5 ml procainamide toe aan 45 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 10 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 2000 mg = 20 ml procainamide toe aan 20 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 50 mg/ml, 40 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: onverdund, 2 mg/kg procainamide, intraveneus als bolusinjectie, in 5 minuten Onderhoudsdosis: 20-80 microg/kg/min Zie doseringsschema procainamide
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het hart en vertraagt de geleidingssnelheid van impulsen in het hart, negatief inotroop
- Indicatie: (supra)-ventriculaire ritmestoornissen - Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis, ernstige
decompensatio cordis, myasthenia gravis - Bijwerking: geleidingsstoornissen, hypotensie, misselijkheid, braken,
huidreacties, koorts, gewrichts-en spierpijn, hallucinaties, bloedbeeldafwijkingen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-02-2014 Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 5 ml procainamide toe aan 45 ml NaCl 0,9%. > 5 kg: Voeg 2000 mg = 20 ml procainamide toe aan 20 ml NaCl 0,9%. Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 532
Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 mg/ml = 10000 microg/ml) Rekendosering: 16,7 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
20 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6
30 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9
40 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2
50 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
60 0,4 0,7 1,1 1,4 1,8
70 0,4 0,8 1,3 1,7 2,1
80 0,5 1,0 1,4 1,9 2,4
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 533
Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (50 mg/ml = 50000 microg/ml) Rekendosering: 83,5 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
20 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6 0,7 1,0 1,2
30 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,4 1,8
40 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2 1,4 1,9 2,4
50 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0
60 0,4 0,7 1,1 1,4 1,8 2,2 2,9 3,6
70 0,4 0,8 1,3 1,7 2,1 2,5 3,4 4,2
80 0,5 1,0 1,4 1,9 2,4 2,9 3,8 4,8
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 534
Promethazine
Merknaam Promethazine®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) promethazine (als hydrochloride)
F.T.G. Fenothiazinen, antihistaminica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan 5-10 ml NaCl
0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 25 mg/minuut - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, fluconazol, ondansetron Infuus - amikacine, atropine, droperidol, metoclopramide, midazolam, netilmicine,
pentazocine, pethidine, ranitidine
Onverenigbaar met Y-site - cefalosporinen, furosemide, kaliumchloride, heparine, hydrocortison,
methylprednisolon, piperacilline-tazobactam Infuus - barbituraten, benzylpenicilline, chlooramfenicol, fenytoine, flucloxacilline,
morfine, natriumbicarbonaat, theofylline
Bijzonderheden - Bevat kalium- en natriumsulfiet. Deze stoffen kunnen allergische reacties veroorzaken.
- Perivasculaire extravasatie en intra-arteriële toediening van de onverdunde oplossing kan leiden tot ernstige weefselbeschadiging.
Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tromboflebitis, duizeligheid, moeheid, slecht coördinatievermogen,
maagdarmstoornissen, droge mond, accomodatiestoornissen, urineretentie, spierslapte, tachycardie, bradycardie, hypotensie, veneuze trombose op injectieplaats, fotosensibiliteit.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Promethazine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 535
Propofol
Merknaam Diprivan®
Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml) propofol Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml) propofol Voorgevulde spuit met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml) propofol
F.T.G. Algemene anaesthetica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, toedieningssnelheid is 40 mg (= 4 ml) in 10 seconden, bij patiënten met verhoogd risico (ASA III en IV) 20 mg (= 2 ml) in 10 seconden
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp propofol
- Bij kinderen langzaam toedienen tot klinische tekenen van anaesthesie verschijnen
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC
I.V. Kinderen: IC-arts Infusie: G-VPK
Houdbaarheid Onverdund in spuit 12 uur bij 20°C.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- alfentanil, bumetanide, dexamethason, dobutamine, dopamine, droperidol, esketamine, esmolol, fentanyl, furosemide, granisetron, heparine, kaliumchloride, lidocaine, metoclopramide, midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, pethidine, ranitidine, remifentanil, ringerlactaat, sufentanil, suxamethonium, theofylline, tigecycline, vancomycine, vecuronium
Onverenigbaar met Y-site
- amikacine, amfotericine B, atracurium, calciumchloride, diazepam, fenytoine, gentamicine, methylprednisolon, netilmicine, tobramycine
Bijzonderheden - Propofol injectievloeistof is gevoelig voor microbiologische
contaminatie. Een injectieflacon mag niet meer dan 1x worden aangeprikt in verband met infectierisico van patiënten. Na het openen van de ampul dient propofol onmiddellijk aseptisch te worden opgetrokken in een steriele injectiespuit of een toedieningsset. Bij desinfectie van het aanprikpunt dient gebruik gemaakt te worden van alcohol 70%. De toediening moet onmiddellijk gebeuren en een aangehangen spuit mag maximaal 12 uur lopen. Alle aangebroken verpakkingen dienen na gebruik/aanprikken meteen weggegooid te worden
- Cave langdurige toepassing van propofol bij kinderen! - Gelijktijdige toediening met andere infuusvloeistoffen dient zo dicht
mogelijk bij de patiënt plaats te vinden. - Wanneer propofol wordt gemengd met glucose 5% mag de
eindconcentratie niet lager zijn dan 2 mg/ml. Na verdunnen is de houdbaarheid maximaal 6 uur
- Het oplosmiddel is Intralipid®; bevat 1,1 kcal/ml. - Propofol kan pijn en tromboflebitis op de injectieplaats veroorzaken. Om
de pijn te verminderen, wordt toediening in een grote vene aanbevolen. Eventueel kan propofol direct voor toedienen gemengd worden met lidocaine 1% (1 ml lidocaine 1% toevoegen aan 20 ml propofol 10 mg/ml) of met alfentanil (1 ml alfentanil toevoegen aan 20-50 ml propofol 10 mg/ml).
- Propofol mag niet via een membraanfilter worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tromboflebitis. Bij aanvang toediening: excitatie, hypotensie, apnoe.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 536
Bij ontwaken: misselijkheid, braken, hoofdpijn, post-operatieve koorts. Zelden: erytheem, bronchospasmen, convulsies, longoedeem. Ten gevolge van langdurige toediening: groenverkleuring van de urine.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol'
Datum Wijziging
01-12-2002 De houdbaarheid van onverdunde propofol is conform de bijsluiter aangepast van 6 uur naar 12 uur.
01-08-2004 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: midazolam.
01-04-2006 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: ringerlactaat.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2008 N.a.v. microbiologische besmetting van patiënten via propofol injectievloeistof in een ander ziekenhuis extra aandacht voor de houdbaarheid en risico’s op contaminatie.
01-10-2009 Houdbaarheid: alleen onverdund in spuit 12 uur bij 20°C. Het kopje Infuusvloeistoffen is verwijderd. Bij bijzonderheden eerste aandachtstreepje zijn richtlijnen van de inspectie toegevoegd.
01-01-2012 Bijzonderheden (1e aandachtstreepje): - De toediening moet onmiddellijk gebeuren en een aangehangen spuit mag maximaal 12 uur lopen.
01-06-2012 Bijzonderheden: toegevoegd “Bij desinfectie van het aanprikpunt dient gebruik gemaakt te worden van alcohol 70%” “Na verdunnen is de houdbaarheid maximaal 6 uur” “Alle aangebroken verpakkingen dienen na gebruik/aanprikken meteen weggegooid te worden”.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: esketamine, granisetron, pethidine, theofylline, tigecycline, vancomycine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 537
Propofol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 1 flacon op, onverdund De eindconcentratie is 20 mg/ml
Houdbaarheid Na optrekken in spuit: 12 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 2-2,5 mg/kg als bolus Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 15-50 ml/uur (voor sedatie IC: 7-15 ml/uur)
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anaesthetisch - Indicatie: inductie en onderhoud anesthesie, sedatie - Contraindicatie: overgevoeligheid propofol - Bijwerking: geringe excitatie, apnoe, bradycardie, tromboflebi tis,
convulsies
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-12-2002 De houdbaarheid van onverdunde propofol is conform de bijsluiter aangepast van 6 uur naar 12 uur.
01-12-2008 N.a.v. microbiologische besmetting van patiënten via propofol injectievloeistof in een ander ziekenhuis extra aandacht voor de houdbaarheid en risico’s op contaminatie.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 538
Propofol, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Trek aseptisch 1 ampul op, onverdund. De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid Na optrekken in spuit: 12 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 2-4 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 4-5 mg/kg/uur. (Voor sedatie op de IC: 1-2 mg/kg/uur.)
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anaesthetisch - Indicatie: inductie en onderhoud anaesthesie, sedatie - Contraindicatie: overgevoeligheid propofol. Voorzichtigheid is geboden bij
toediening bij jonge kinderen, bij cardiale en respiratoire aandoeningen, lever- en nierfunctiestoornis, epilepsie.
- Bijwerking: geringe excitatie, hypotensie, apnoe, bradycardie, tromboflebitis, convulsies, bronchospasmen. Bij langdurige toediening: groenverkleuring van de urine.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-06-2008 Houdbaarheid: na optrekken in spuit: 12 i.p.v. 6 uur bij 20°C
01-10-2009 Wijziging Bereiden: Trek aseptisch 1 ampul op, onverdund. Het kopje Infuusvloeistoffen is verwijderd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 539
Propofol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (10 mg/ml) Rekendosering: 1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 35 kg 40 kg 50 kg
1,0 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 5,0
1,5 1,5 2,3 3,0 3,8 4,5 5,3 6,0 7,5
2,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 10,0
2,5 2,5 3,8 5,0 6,3 7,5 8,8 10,0 12,5
3,0 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 10,5 12,0 15,0
3,5 3,5 5,3 7,0 8,8 10,5 12,3 14,0 17,5
4,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0 20,0
4,5 4,5 6,8 9,0 11,3 13,5 15,8 18,0 22,5
5,0 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 17,5 20,0 25,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 540
Protamine
Merknaam Protamine 1000
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml, 1000 IE/ml) protamine-hydrochloride
F.T.G. Antidota
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut en 50 mg/10 minuten
- Intraveneus als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Infuus
- cimetidine, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - furosemide
Bijzonderheden - 10 mg protamine neutraliseert ongeveer 1000 IE heparine. - Protamine is minder actief bij overdosering van laag moleculaire
heparinen. De verlenging van de stollingstijd door laag moleculaire heparinen wordt volledig door protamine geneutraliseerd, maar van de anti-Xa activiteit wordt slechts 25-50% tenietgedaan.
Acute reacties Longoedeem, hypotensie, anafylactische shock.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, vermoeidheid. Ten gevolge van te snelle toediening:
hypotensie, bradycardie, dyspnoe, warmtegevoel, hematomen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protamine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2008 Toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten.
01-02-2014 Nieuw kopje Onverenigbaar met Y-site: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 541
Protrombinecomplex
Merknaam Beriplex®, P/N 250, Vierstollingsfactorenconcentraat
Afleveringsvorm Flacon met ongeveer 250 IE (aantal eenheden per flacon kan wisselen) protrombinecomplex poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Haemostatica
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Breng flacon met poeder voor injectie en oplosmiddel op kamertemperatuur voor oplossen. Los 250 IE protrombinecomplex op in 10 ml oplosmiddel (voor overbrengen en hanteren van de mixvial2 verpakking, zie gebruiksaanwijzing). Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden om schuimvorming te voorkomen. NB: Indien de flacon niet vacuum is de flacon niet gebruiken en retour naar apotheek. Gebruik een nieuwe flacon.
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 210 IE/minuut (8 ml/minuut). De bereide oplossing dient toegediend te worden via een afzonderlijke infusielijn.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 8 uur bij 25°C
Bijzonderheden - Beriplex mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Bevat per ml tenminste 20 IE factor II, 10 IE factor VII, 20 IE factor IX en 22 IE factor X.
- Heldere, licht opaalachtige oplossing. Gebruik geen oplossing die troebel is of neerslag bevat
Acute reacties Urticaria. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Koorts, koude rillingen, hoofdpijn, misselijkheid, slaperigheid, lethargie,
blozen, tintelingen, bloeddrukschommelingen. Ten gevolge van hoge doseringen: trombo-embolische complicaties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protrombinecomplex'
Datum Wijziging
01-04-2009 Wijziging merknaam in Beriplex P/N 250. Toedieningssnelheid is 210 IE/min (8 ml/minuut). De bereide oplossing toedienen via een afzonderlijke infusielijn. Houdbaarheid: 8 uur bij 25oC. Zie ook bijzonderheden.
01-09-2011 Toegevoegd bij Bereiden: NB: Indien de flacon niet vacuum is de flacon niet gebruiken en retour naar apotheek. Gebruik een nieuwe flacon.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 542
Protrombinecomplex, geactiveerd
Merknaam Feiba
Afleveringsvorm Flacon met 1000 EH geactiveerd protrombinecomplex gevriesdroogd poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
F.T.G. Haemostatica
Bereiden - Warm de ongeopende injectieflacon met oplosmiddel (water voor injecties) op tot kamertemperatuur (15-25°C)
- Verwijder de beschermkapjes van beide flacons en reinig de rubberen stop - In de verpakking is een speciale transfernaald ingesloten. Verwijder een
van de beschermkapjes van de transfernaald. Druk de vrije naald door de rubberen stop van de injectieflacon met oplosmiddel
- Neem het andere beschermkapje van de transfernaald zonder het vrije uiteinde van de naald aan te raken
- Draai de injectieflacon met oplosmiddel om en druk de vrije naald door de injectieflacon met gevriesdroogd poeder. Door het vacuum wordt het oplosmiddel opgezogen in de injectieflacon met gevriesdroogd poeder
- Trek de naald en de injectieflacon met oplosmiddel tegelijk uit de injectieflacon met gevriesdroogd poeder. Versnel het oplossingsproces door de flacon voorzichtig om te zwenken
- Zodra het poeder volledig is opgelost, duw de ingesloten ontluchtingsnaald in de injectieflacon om het gevormde schuim te laten verdwijnen. Verwijder de ontluchtingsnaald
Toedieningsroute Intraveneuze injectie, de maximale toedieningssnelheid is 2 EH/kg
lichaamsgewicht per minuut
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid De inhoud van de flacon is voor eenmalig gebruik. De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk worden toegediend
Bijzonderheden - De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn
Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-11-2013 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protrombinecomplex, geactiveerd'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 543
Pyridoxine
Merknaam Pyridoxine, Vitamine B6
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) pyridoxine-hydrochloride
F.T.G. Vitamines
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Andere wateroplosbare vitaminen
Bijzonderheden Pyridoxine is een bestanddeel van totaal parenterale voeding.
Acute reacties Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen Ten gevolge van langdurige toediening: ataxie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pyridoxine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 544
Parenteralia Q
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 545
Parenteralia R
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 546
Ranitidine
Merknaam Zantac®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) ranitidine (als hydrochloride)
F.T.G. H2-antagonisten bij peptische aandoeningen
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: geadviseerd wordt: 50 mg = 2 ml
toegevoegd aan 18 ml NaCl 0,9% of glucose 5%; lagere verdunning kan, mits de maximale toedieningssnelheid van 25 mg/minuut niet wordt overschreden
- Intraveneus als kortlopend infuus: 50 mg = 2 ml toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 20 minuten
- Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp ranitidine Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot
een concentratie van 2,5 mg/ml, langzaam - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 0,5 mg/ml, in 30 minuten (ref. 17) (maximale concentratie bij vochtbeperking is 2,5 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, atracurium, ceftazidim, cefuroxim, ciprofloxacine, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, ondansetron, pancuronium, piperacilline, piperacilline-tazobactam, procainamide, propofol, thiopental, vecuronium
Infuus - amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, dexamethason, digoxine,
dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, flucloxacilline, furosemide, gentamicine, heparine, insuline, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, meropenem, methylprednisolon, nitroprusside, norepinefrine, pethidine, promethazine, protamine, theofylline, tobramycine, vancomycine
Onverenigbaar met Infuus
- amfotericine B, cefazoline, ceftazidim, cefuroxim, clindamycine, diazepam, fenobarbital, midazolam
Acute reacties Zelden: urticaria, rash, koorts, anafylactische shock.
Bijwerkingen Zelden: reversibele leverfunctiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen, hoofdpijn,
duizeligheid, verwardheid, depressie, bradycardie, hypotensie, visusstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 547
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ranitidine'
Datum Wijziging
01-03-2002 Toedieningsroute volwassenen: mag intraveneus als kortlopend infuus ook worden toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 548
Ranitidine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 6 ampullen (12 ml=300 mg) met 36 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 6,25 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstand is: 2 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: remt de basale en gestimuleerde maagzuursecretie - Indicatie: slokdarm/maag/duodenumbloedingen, Zollinger Ellison-
syndroom, ernstige reflux-oesophagitis - Bijwerking: overgevoeligheidsreakties, hoofdpijn, stijging leverenzymen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ranitidine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 549
Rasburicase
Merknaam Fasturtec®
Afleveringsvorm Flacon met 1,5 mg rasburicase poeder voor infusie + ampul met 1 ml oplosmiddel.
F.T.G. Overige jichtmiddelen
Oplosmiddel Water voor injecties met poloxamer 188 (meegeleverd)
Bereiden Los 1,5 mg rasburicase op in 1 ml oplosmiddel (meegeleverd). De concentratie is 1,5 mg/ml.
Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen: 24 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Glucose 5%
Bijzonderheden - Rasburicase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of
geneesmiddelen worden toegediend. - Rasburicase katalyseert de omzetting van urinezuur tot allantoïne, waarbij
waterstofperoxide ontstaat. Dit kan aanleiding geven tot o.a. hemolytische anemie.
Acute reacties Allergische reacties: huidreacties, bronchospasmen.
Bijwerkingen Koorts, misselijkheid, braken diarree, hoofdpijn, huiduitslag, bronchopasmen,
zelden: hemolytische anemie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-10-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rasburicase'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 550
Refludan
Merknaam Refludan®
Afleveringsvorm Lepirudine 50 mg poeder voor oplossing voor injectie of intraveneuze infusie
F.T.G. Antithrombotica
Oplosmiddel Water voor injecties of natriumchloride 0,9%
Bereiden Lepirudine 50 mg: spuit 1 ml water injecties of NaCl 0,9% in de vacuümflacon en schud deze voorzichtig. Binnen 3 minuten ontstaat een heldere oplossing De eindconcentratie is 50 mg/ml
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met 9 ml NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 5 mg/ml. De injectie moet langzaam worden toegediend
- Continue intraveneuze infusie: oplossing met een concentratie van 2 mg/ml (persfusiepomp op geleide van het lichaamsgewicht)
Lichaamsgewicht
(kg) Infuussnelheid (ml/uur)
Dosering 0,15 mg/kg Lichaamsgewicht per uur
50 3,8 60 4,5 70 5,3 80 6,0 90 6,8 100 7,5
= of > 110 8,3
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen onmiddellijk gebruiken Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij kamertemperatuur (20°C)
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% en glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- amiodaron
Onverenigbaar met Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen
Bijzonderheden - Voor toediening dient de oplossing op kamertemperatuur gebracht te worden
- Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of deeltjes bevatten
Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, allergische huidreacties, jeuk, opvliegers, koorts, rillingen, anafylactische/anafylactoide reacties
Bijwerkingen Bloedingen: anemie, bloeduitstortingen, bloedingen op de plaats van injectie, neusbloedingen, bloed in urine, bloedingen van de maag of de darmen, vaginale bloedingen, rectale bloedingen, longbloedingen, bloedingen in de borstholte na een operatie en hersenbloedingen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-10-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 551
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Refludan'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 552
Remifentanil
Merknaam Ultiva®
Afleveringsvorm Flacon met 2 mg remifentanil (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Analgetica, opioiden
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden Los 2 mg remifentanil op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 30 seconden - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen - Intraveneus PCA: zie geneesmiddelenprotocol remifentanil PCA,
spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC-arts I.V. Kinderen: IC-arts Infusie: IC PCA gynaecologie: gynaecologen, geautoriseerde AIOS en klinisch verloskundigen
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, alfentanil, amikacine, amrinon, bumetanide, buprenorfine, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, diazepam, digoxine, dobutamine, dopamine, doxycycline, droperidol, enalaprilaat, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, fenylefrine, fluconazol, furosemide, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, imipenem, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, mannitol, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, netilmicine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, pethidine, piperacilline/tazobactam, procainamide, prochloorperazine, promethazine, propofol, ranitidine, sufentanil, theofylline, thiopental, tobramycine, vancomycine, zidovudine
Onverenigbaar met Infuus
- amfotericine B, chloorpromazine
Bijzonderheden - Bolusinjectie wordt niet aanbevolen. - Remifentanil dient te worden toegediend onder monitoring van de
ademhalings- en cardiovasculaire functies. - Het analgetische effect van remifentanil is binnen vijf minuten na
stopzetten van het infuus verdwenen.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hypotensie, spierrigiditeit, rillen, bradycardie, acute ademhalingsdepressie, apnoe, hypoxie, constipatie, sedatie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 553
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil'
Datum Wijziging
01-02-2005 Geneesmiddelprotocol Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2012 Afleveringsvorm: alleen 2 mg aanwezig. Toedieningsroute: - Intraveneus PCA: zie geneesmiddelenprotocol remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen. Bekwaamheidsniveau: PCA gynaecologie: gynaecologen, geautoriseerde AIOS en klinisch verloskundigen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 554
Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 2 mg remifentanil op in 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 50 microg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosering algemeen: 50 microg/kg/uur gedurende 2-3 min. Onderhoudsdosering: zie behandelprotocollen
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening. Het analgetisch effect is binnen 3-5 minuten na stopzetten van het infuus verdwenen.
- Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding - Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis - Bijwerkingen: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie,
spierrigiditeit, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2005 Laatste wijziging: 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-01-2012 Bereiden: Los 2 mg remifentanil op in 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 50 microg/ml. Toedienen via spuitenpomp: Oplaaddosering algemeen: 50 microg/kg/uur gedurende 2-3 min. Onderhoudsdosering: zie behandelprotocollen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 555
Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 2 mg remifentanil op in 100 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 20 microg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Patient doseert zelf op geleide van effect Iedere bolus bevat 30 microg remifentanil, aanpassingen van 20 tot 40 microg zijn mogelijk, zie behandelprotocol gynaecologie
Toegangsweg IV
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening. Het analgetisch effect is binnen 3-5 minuten na stopzetten van het infuus verdwenen.
- Indicatie: acute pijnbestrijding bij partus - Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis - Bijwerkingen: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie,
spierrigiditeit, misselijkheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 556
Rhesus (D) immunoglobuline
Merknaam RheDQuin
Afleveringsvorm Flacon met 375 IE = 2 ml (187,5 IE/ml) en 1000 IE = 2 ml (500 IE/ml) Rhesus (D) immunoglobuline
F.T.G. Immunoglobulinen
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten bij voorkeur in de M. deltoideus
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 4 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Bevat glycine en thiomersal. - Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het
klinisch gebruik is dit geen beletsel. - Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen. - Toediening moet binnen 48 uur na bevalling of ingreep plaatsvinden;
daarna is het effect dubieus. Na 14 dagen is toediening zinloos.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen Koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rhesus (D) immunoglobuline'
Datum Wijziging
01-12-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn niet gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 557
Rifampicine
Merknaam Rifadin®
Afleveringsvorm Flacon met 600 mg rifampicine poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Tuberculosemiddelen
Oplosmiddel Oplosmiddel (bijgeleverd)
Bereiden Los 600 mg rifampicine op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 60 mg/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als infuus: 600 mg toegevoegd aan 500 ml glucose 5%, in 1-
3 uur Kinderen - Intraveneus als infuus: verdund met glucose 5% tot een concentratie van
1 mg/ml, in 2 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is 6 mg/ml; in verband met de houdbaarheid dient de dosis dan binnen 30 minuten te worden toegediend)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C buiten invloed van licht.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 6 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - Rifampicine dient niet gelijktijdig met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen toegediend te worden.
- Na toediening van rifampicine kan rode verkleuring van urine, zweet, sputum en traanvocht optreden. Dit kan verkleuring van zachte contactlenzen en kleding veroorzaken.
- Bij langdurige toepassing dienen de leverfunctie en het bloedbeeld regelmatig te worden gecontroleerd.
- In geval van volumerestrictie kan 600 mg aan 100 ml glucose 5% worden toegevoegd en in 30 minuten worden toegediend.
- Het bijgeleverde oplosmiddel bevat 0,05 mg polysorbaat 80 per ml. In glucose 5% en NaCl 0,9% lost rifampicine niet op.
- Rifampicine mag niet intramusculair of subcutaan worden toegediend. Extravasatie moet worden voorkomen.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Tromboflebitis, maagdarmstoornissen, leverfunctiestoornissen, sufheid,
hoofdpijn, duizeligheid, koorts, dyspnoe, spierzwakte, ataxie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rifampicine'
Datum Wijziging
01-10-2009 Houdbaarheid: na verdunnen in infuusvloeistof 6 i.p.v. 4 uur en na oplossen 24 uur bij 20°C buiten invloed van licht.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 558
Ringerlactaat
Merknaam Ringerlactaat
Afleveringsvorm Zak met 500 of 1000 ml Ringerlactaat infuusvloeistof
F.T.G. Electrolytoplossingen
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als infuus: onverdund Kinderen - Intraveneus als infuus: onverdund
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Acetazolamide, aciclovir, albumine, allopurinol, amikacine, ascorbinezuur,
benzylpenicilline, calciumglubionaat, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, chlooramfenicol, chloorpromazine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, fenobarbital, flucloxacilline, fluconazol, folinezuur, furosemide, heparine, hydrocortison, gentamicine, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam, metoclopramide, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, pentobarbital, piperacilline, promethazine, ranitidine, tobramycine, vancomycine
Onverenigbaar met Amfotericine B, amoxicilline, diazepam, fenytoine, haloperidol, imipenem, midazolam, natriumkaliumfosfaat, natriumbicarbonaat
Bijzonderheden Bevat per liter: natriumchloride 6 gram, calciumchloride –2– water 0,28 gram, kaliumchloride 0,4 gram en natriumlactaat 3,3 gram. Dit komt overeen met 131 mmol natrium, 1,8 mmol calcium, 5,4 mmol kalium en 29 mmol lactaat.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ringerlactaat'
Datum Wijziging
01-10-2002 Aan Verenigbaar met is heparine toegevoegd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 559
Risperidon depot
Merknaam Risperdal Consta®
Afleveringsvorm Flacon met 25 mg en 37,5 mg Risperidon poeder voor suspensie voor injectie
F.T.G. Antipsychoticum
Oplosmiddel Polysorbaat 20 oplosmiddel (bijgeleverd in injectiespuit)
Bereiden Laat het geneesmiddel en oplosmiddel eerst op kamertemperatuur komen. Bevestig een van de Hypoint-naalden op de injectiespuit. Spuit al het oplosmiddel in de flacon met poeder. Verwijder de naald. Schud de flacon krachtig gedurende tenminste 10 seconden. Het mengen is voltooid wanneer alle poeder volledig is gedispergeerd en de suspensie homogeen, dik en melkachtig van kleur is. Verwissel de ene Hypoint-naald voor de andere Hypoint-naald. Houdt de injectieflacon rechtop en zuig alle suspensie uit de flacon. Trek nu de injectiespuit uit de injectieflacon en verwijder de Hypoint-naald. Zet de Needle-Pro naald op de injectiespuit, verwijder de lucht uit de injectiespuit en dien de injectie toe
Toedieningsroute Intramusculair
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: arts
Houdbaarheid Bij kamertemperatuur 6 uur. Voor gebruik schudden tot homogene suspensie
Bijzonderheden - Risperdal Consta® is een preparaat met verlengde afgifte, de werking start na ca 3 weken en duurt tot ca 5 weken na injectie
- De injectie mag alleen per diepe intragluteale injectie worden gegeven en dient afwisselend in de linker of rechter bilspier te worden geïnjecteerd
- Bevat o.a. lactide-co-glycolide-polymeer, polysorbaat 20 en carmellosenatrium
- Suspensie mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen
Acute reacties Pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen O.a. trillen, niet stil kunnen zitten, toegenomen speekselproductie, traagheid, vermoeidheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2005 Laatste wijziging: 01-04-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Risperidon depot'
Datum Wijziging
01-04-2006 Toevoeging bij afleveringsvorm: 37,5 mg Risperidon poeder
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 560
Rituximab
Merknaam MabThera®
Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 10 ml en 500 mg = 50 ml (10 mg/ml) rituximab
F.T.G. Immunomodulantia
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1-4 mg/ml. Infusiesnelheid: bij de eerste toediening 50 mg/uur, eventueel iedere 30 minuten verhogen met 50 mg/uur tot een maximum van 400 mg/uur. Bij de volgende toedieningen starten met een infusiesnelheid van 100 mg/uur, eventueel iedere 30 minuten verhogen met 100 mg/uur tot een maximum van 400 mg/uur.
Toedieningscategorie Categorie B en C
Bekwaamheidsniveau Infusie: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties Koorts, rillingen, allergische reacties. Indien een allergische reactie optreedt, kan de toediening worden onderbroken of de toedieningssnelheid verminderd, zodat symptoombestrijding kan plaatsvinden.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, rash, vermoeidheid, hoofdpijn, jeuk, bronchospasmen, dyspnoe, angiooedeem, rhinitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rituximab'
Datum Wijziging
01-02-2004 Januari 2004: flacon van 50 ml opgenomen in het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 561
Rocuronium
Merknaam Esmeron®
Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml) rocuroniumbromide
F.T.G. Spierrelaxantia
Toedieningsroute - Intraveneus als injectie: onverdund - Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of
glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C De ampullen in de koelkast bewaren bij 2-8°C. De ampullen zijn buiten de koelkast bij een temperatuur tot 30°C maximaal 12 weken houdbaar. Eenmaal buiten de koelkast bewaard mag het product niet teruggeplaatst worden. De bewaartermijn mag de uiterste houdbaarheidstermijn niet overschrijden.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Alfentanil, amoxicilline, ceftazidim, cefuroxim, cimetidine, clonazepam,
clonidine, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, fentanyl, gentamicine, heparine, isoprenaline, kaliumchloride, esketamine, labetalol, lidocaine, mannitol, metoclopramide, metoprolol, midazolam, milrinon, morfine, natriumbicarbonaat, nifedipine, nimodipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, pethidine, promethazine, ranitidine, sufentanil, suxamethonium, vecuronium, verapamil
Onverenigbaar met Amfotericine B, azathioprine, cefazoline, dexamethason, diazepam, enoximon, erythromycine, famotidine, furosemide, gallamine, hydrocortison, insuline, prednisolon, thiopental, trimethoprim, vancomycine
Bijzonderheden - De ampullen dienen in de koelkast bewaard te worden. - Het product is buiten de koelkast maximaal 12 weken bij
kamertemperatuur houdbaar. Eenmaal buiten de koelkast bewaard mag het product niet teruggeplaatst
worden. Vermeld op de verpakking wanneer het product buiten de koelkast is
geplaatst.
Acute reacties Zelden: urticaria, anafylactische reacties.
Bijwerkingen Jeuk, erytheem op injectieplaats, bronchospasmen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rocuronium'
Datum Wijziging
01-03-2002 Spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd.
01-10-2003 Ampullen van 5 ml i.p.v. 10 ml. De sterkte is ongewijzigd.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 562
01-10-2008 Uitbreiding “Houdbaarheid” en toevoeging “Bijzonderheden”
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 563
Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Trek 4 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund op. De eindconcentratie is 10 mg/ml.
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect; pompstand kan per patiënt worden aangepast door de mate van relaxatie te monitoren door middel van relaxografie c.q. myotest. Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,5 - 4 ml/uur.
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening.
- Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld in verband met intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op de IC.
- Bijwerkingen: zelden overgevoeligheidsreacties, hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-03-2002 Laatste wijziging: 01-10-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2003 Ampullen van 5 ml i.p.v. 10 ml. De sterkte is ongewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 564
Ropivacaine
Merknaam Naropin®
Afleveringsvorm Ampul met 150 mg = 20 ml (7,5 mg/ml, 0,75%) en 40 mg = 20 ml (2 mg/ml, 0,2%) ropivacaine hydrochloride Infuuszak met 400 mg = 200 ml (2 mg/ml, 0,2%) ropivacaine hydrochloride
F.T.G. Locale anaesthetica
Toedieningsroute - Lokaal voor infiltratieanaesthesie: 2 mg/ml - Epiduraal als bolusinjectie: 2-7,5 mg/ml - Epiduraal als infuus: 2 mg/ml. De toedieningssnelheid is afhankelijk van de
plaats van injectie gebruikelijk 6-14 ml/uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- methylprednisolon Infuus - Clonidine, fentanyl, morfine, sufentanil
Onverenigbaar met Natriumbicarbonaat
Bijzonderheden - Ropivacaine slaat neer in alkalisch milieu
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, hypotnesie, misselijkheid.
Bijwerkingen Paresthesieën, duizeligheid, hoofdpijn, urineretentie, koorts, stijfheid, rugpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-10-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ropivacaine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 565
Parenteralia S
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 566
Salbutamol
Merknaam Ventolin®
Afleveringsvorm Ampul met 500 microg = 1 ml (0,5 mg/ml) salbutamol (als sulfaat)
F.T.G. Sympathicomimetica bij CARA
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp salbutamol
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V.: IC-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Infuus
- kaliumchloride
Bijzonderheden - Salbutamol dient onder bewaking van hemodynamische parameters, het ECG en serumkaliumconcentraties te worden toegediend.
- De inhalatie vloeistof mag intraveneus gegeven worden. Meng 1 ampul 25 mg = 10 ml met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml.
Acute reacties Zelden: urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen, hypotensie, collaps. Bij
kinderen: hyperactiviteit, hallucinaties. Na intramusculaire toediening: pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Tachycardie, hartkloppingen, tremor, nervositeit. Zelden: misselijkheid, braken, toename van de eetlust, hoofdpijn, spierkramp, bloeddrukschommelingen, transpireren, verwijde pupillen, slapeloosheid, hyperglycemie, hypokaliëmie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol'
Datum Wijziging
01-06-2008 Bijzonderheden: de inhalatie vloeistof mag intraveneus gegeven worden. Meng 1 ampul 25 mg = 10 ml met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml. Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 567
Salbutamol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 10 ampullen (10 ml=5000 microg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 100 microg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Dosering: 3-20 microg/min, op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur Zie doseringsschema salbutamol
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: direct werkend, selectief ß2-sympathicomimeticum - Indicatie: status asthmaticus - Contraindicatie: hyperthyroïdie, ritmestoornissen en hypokaliëmie - Bijwerking: tremor, tachycardie, perifere vaatverwijding, hyperglycemie,
acidose en hypokaliëmie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 568
Salbutamol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 100 microg/ml
pompstand dosering
ml/uur microg/uur
1 100
2 200
3 300
4 400
5 500
6 600
7 700
8 800
9 900
10 1000
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 569
Selenium
Merknaam Selenase®
Afleveringsvorm Injectieflacon met 500 microg = 10 ml mg (50 microg/ml) selenium (als natriumseleniet pentahydraat)
F.T.G. Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% in 6-8 uur - Intramusculair
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK I.V.: IC Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Y-site
- ascorbinezuur
Bijzonderheden - 500 microg selenium komt overeen met 6,4 micromol
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2006 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Selenium'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 570
Sildenafil
Merknaam Revatio®
Afleveringsvorm Flacon met 12,5 ml = 10 mg (0,8 mg/ml) sildenafil (als citraat)
F.T.G. Fosfodiesterase type 5-remmers, pulmonale antihypertensiva
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneuze bolusinjectie van 10 mg = 12,5 ml (aanbevolen dosering) - Er is geen verdunning of reconstitutie nodig bij dit middel
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: Arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Heldere, kleurloze oplossing - Hulpstoffen zijn glucose en water voor injecties - Geen speciale bewaarcondities voor dit geneesmiddel
Acute reacties Acute vermindering of verlies van gezichtsvermogen
Bijwerkingen Blozen, flatulentie, hoofdpijn, lage bloeddruk, misselijkheid, opvliegers. Zeldzaam: priapisme, plotselinge doofheid
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-07-2011 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sildenafil'
Datum Wijziging
01-09-2011 Afleveringsvorm gewijzigd in flacon met 12,5 ml = 10 mg (0,8 mg/ml) sildenafil (als citraat). Tekst bij Toedieningsroute en Houdbaarheid aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 571
Soja-olie, gezuiverd
Merknaam Intralipid®
Afleveringsvorm Flacon met 200 mg/ml gezuiverde soja-olie; 100 ml en 500 ml emulsie voor infusie
F.T.G. Dieetpreparaten en voedingsmiddelen
Bereiden De zak dient omgezwenkt te worden voor gebruik
Toedieningsroute Intraveneus
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Binnen 24 uur gebruiken nadat de flacon uit de koelkast is gehaald (inclusief toedienieningstijd)
Infuusvloeistoffen N.v.t.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Soluvit, Vitintra
Bijzonderheden - Voor volwassenen dient de duur van het 500 ml infuus tenminste 5 uur te
zijn (100 ml per uur) - Voor kinderen geldt dat de infuussnelheid maximaal 0,85 ml per kg per
uur mag zijn - De serum triglyceridespiegel dient dagelijks te worden gecontroleerd - Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met nier- en
leverfunctiestoornissen
Acute reacties Anafylactische reactie
Bijwerkingen Lichte stijging lichaamstemperatuur, rillingen, misselijkheid, braken, dyspnoe, hoofdpijn, priapisme (zelden), verandering bloeddruk, huiduitslag
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2013 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Soja-olie, gezuiverd'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 572
Somatoreline
Merknaam GHRH, Somatobiss®
Afleveringsvorm Flacon met 50 microg somatoreline (als acetaat-x-water) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus
Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden Los 50 microg somatoreline op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 50 microg/ml.
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden Somatoreline wordt gebruikt bij diagnostisch onderzoek van de hypofysefunctie en is bedoeld voor eenmalige toediening.
Acute reacties Hot flushes.
Bijwerkingen Kortdurend reuk- en smaakstoornissen. Zelden: hoofdpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatoreline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 573
Somatostatine
Merknaam Somatostatine®
Afleveringsvorm Ampul met 250 microg somatostatine (als acetaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hypothalamushormonen
Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden Los 250 microg somatostatine op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 250 microg/ml.
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: 250 microg in tenminste 1 minuut
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC
Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen.
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen Ten gevolge van snelle toediening: warmtegevoel, misselijkheid. Verlaging, en later verhoging, van het bloedsuikergehalte.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatostatine'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 574
Somatropine
Merknaam Zomacton®
Afleveringsvorm Flacon met 4 mg somatropine poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hypofysevoorkwabhormonen
Oplosmiddel Zoutoplossing (bijgeleverd)
Bereiden Los 4 mg somatropine op in 3,2 ml oplosmiddel, de concentratie is 1,3 mg/ml. Niet schudden tijdens de bereiding!
Toedieningsroute Subcutaan: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 14 dagen bij 4°C, buiten invloed van licht.
Bijzonderheden - 1 mg komt overeen met 3 IE - Bevat mannitol en benzylalcohol. - Subcutane toediening is minder pijnlijk dan intramusculaire toediening en
geeft een regelmatiger therapeutisch effect. Om atrofie te voorkomen wordt aanbevolen van injectieplaats te wisselen.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Oedeem, hypertensie, gewrichtspijn, paresthesieën, hypothyreoïdie,
hoofdpijn, hyperglycemie, glucosurie. Ten gevolge van intramusculaire toediening: hypoglycemie. Zelden: benigne intracraniale hypertensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatropine'
Datum Wijziging
01-02-2006 Wijziging houdbaarheid van 24 uur in 14 dagen bij 40C, buiten invloed van licht en wijziging afleveringsvorm in flacon met 4 mg.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 575
Sotalol
Merknaam Sotacor®
Afleveringsvorm Ampul met 40 mg = 4 ml (10 mg/ml) sotalol-hydrochloride
F.T.G. ß-blokkers, anti-aritmica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: 20-120 mg, in 10 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp Sotalol
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden Sotalol moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG worden toegediend.
Bijwerkingen Dyspnoe, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, koude extremiteiten, bronchospasmen, bradycardie, hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol'
Datum Wijziging
01-02-2004 Er bestaat geen spuitenpompprotocol.
01-02-2007 Toedieningsroute: intraveneus met behulp van spuitenpomp
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 576
Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 12 ampullen (48 ml=480 mg) optrekken De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect, ECG en hemodynamische parameters Gebruikelijke pompstanden zijn aanvankelijk: 0,5-1,5 mg/kg in 10 min. Onderhoud: 0,2-0,5 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Indicatie: acute ventriculaire aritmieën, geprogrammeerde electrische stimulatie, hypertensie
- Bijwerking: dyspnoe, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, koude extremiteiten, bronchospasmen, bradycardie, hypotensie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-02-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 577
Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 10 mg/ml
pompstand dosering
ml/uur mg/uur mg/24 uur
1,0 10 240
2,0 20 480
3,0 30 720
4,0 40 960
5,0 50 1200
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2007 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 578
Spoorelementen
Merknaam Peditrace®, Addamel-N®
Afleveringsvorm Ampul met 10 ml spoorelementen
F.T.G. Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml infuusvloeistof, in 6-8 uur
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, 20%, Ringerlactaat, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Infuus
- cimetidine
Bijzonderheden - Spoorelementen zijn een bestanddeel van totaal parenterale voeding (TPV).
- Oplossingen niet onverdund toedienen. - Spoorelementen worden op gezette tijden in de apotheek aan TPV
toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur. - Peditrace® bevat per ampul: zink 38 micromol, koper 3,2 micromol,
mangaan 0,18 micromol, selenium 0,25 micromol, fluoride 30 micromol, jodide 0,079 micromol.
- Addamel-N® bevat per ampul: ijzer 20 micromol, zink 100 micromol, mangaan 5 micromol, selenium 0,4 micromol, koper 20 micromol, chroom 0,2 micromol, molybdeen 0,2 micromol, fluoride 50 micromol, jodide 1 micromol
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Spoorelementen'
Datum Wijziging
01-10-2003 Tracutil® is vervangen door Nutritrace® . De samenstelling is gelijk.
01-02-2008 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus: 1 ampul toegevoegd aan 2000 ml structokabiven.
01-05-2009 Toedieningsroute: Intraveneus als langlopend infuus: 1 ampul toegevoegd aan 2000 ml StructoKabiven, 2500 ml Nutriflex Lipid Plus of 2000 ml Nutriflex Plus 48/150. Bij bijzonderheden zijn twee nieuwe opmerkingen (3e en 4e) toegevoegd.
01-12-2009 Toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus verwijderd. Bij bijzonderheden is 4e opmerking (toevoegen van spoorelementen etc.) verwijderd. Bij opmerking 3: spoorelementen worden in de apotheek van maandag t/m vrijdag (08.00-13.00 uur) aan TPV toegevoegd
01-11-2013 Merknaam: Nutritrace gewijzigd in Addamel-N. Afleveringsvorm: ampul met 10 ml spoorelementen. Bijzonderheden: Addamel-N bevat per ampul: ijzer 20 micromol, zink 100 micromol, mangaan 5 micromol, selenium 0,4 micromol, koper 20 micromol, chroom 0,2 micromol, molybdeen 0,2 micromol, fluoride 50 micromol, jodide 1 micromol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 579
Streptokinase
Merknaam Streptase®
Afleveringsvorm Flacon met 250.000 IE en 1.500.000 IE streptokinase poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Trombolytica
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden - Los 250.000 IE streptokinase op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 50.000 IE/ml.
- Los 1.500.000 IE streptokinase op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 150.000 IE/ml.
- Voorzichtig oplossen. Niet schudden i.v.m. schuimvorming.
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, 500.000-1.500.000 IE in 1 uur
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp streptokinase intraveneus
- Intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp streptokinase intra-arterieel
- Intracoronair
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: G-VPK-arts I.V. Kinderen: arts Infusie: G-VPK Intra-arterieel: IC Intracoronair: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- dobutamine, dopamine, heparine, lidocaine, nitroglycerine
Onverenigbaar met Dextran 40
Bijzonderheden - Voor toediening van streptokinase moeten stollingstijden bepaald zijn. - De werking wordt geantagoneerd door tranexaminezuur (Cyklokapron®). - In de oplossing kunnen enkele vlokjes ontstaan. Oplossingen met veel
vlokjes mogen niet worden gebruikt. - Streptokinase wordt niet toegediend als de patient het al eerder heeft
gehad in verband met de verhoogde kans op acute reacties.
Acute reacties Bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen Haemorrhagieën, huiduitslag, misselijkheid, koorts, voorbijgaande hypotensie, aritmieën.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 580
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011 Bijzonderheden: Streptokinase wordt niet toegediend als de patient het al eerder heeft gehad in verband met de verhoogde kans op acute reacties.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 581
Streptokinase voor systemische toediening, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden - Oplaaddosis: Los 1 flacon (250.000 IE) op in 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
- Onderhoudsdosis: Los 2 flacons (500.000 IE) op in 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur
24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp - Oplaaddosis: 25 ml (=250.000 IE) in 30 minuten (pompstand is 50 ml/uur)
- Onderhoudsdosis: doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke pompstand is: 10 ml(= 100.000 IE)/uur gedurende 24 uur
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch
- Indicatie: grote longembolie, hoge diepe veneuze trombose, getromboseerde shunts
- Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts - Contraindicatie: bloedingsneiging, CVA < 6 maanden, ulcus < 6 maanden,
menstruatie, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), recente operatie - Relatieve contraindicatie: recente behandeling met streptokinase < 6
maanden Voor behandeling myocardinfarct en voor lokale behandeling van arteriële of veneuze thrombose gelden andere protocollen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor systemische toediening, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-07-2011 Toedienen via spuitenpomp: Gebruikelijke pompstand is: 10(= 100.000 IE)/uur gedurende 24 uur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 582
Streptokinase voor behandeling myocardinfarct, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 1 flacon (1.500.000 IE) op in 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 30.000 IE/ml.
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp 50 ml (= 1.500.000 IE) in 30-60 minuten toedienen. De pompstand is 100 ml/uur.
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch - Indicatie: myocardinfarct < 6 uur van vermoedelijk begin - Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts - Relatieve contraindicatie: bloedingsneiging, CVA < 6 maanden, ulcus < 6
maanden, menstruatie, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), recente operatie, recente behandeling met streptokinase < 6 maanden
Voor systemische toediening en voor lokale behandeling van arteriële of veneuze thrombose gelden andere protocollen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor behandeling myocardinfarct, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-07-2011 Toedienen via spuitenpomp: 50 ml (= 1.500.000 IE) in 30-60 minuten toedienen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 583
Streptokinase voor lokale toediening, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 1 flacon (250.000 IE) op in 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Trek op in spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 1.000 IE/ml.
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Lokaal toedienen op geleide van het effect. Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-10 ml/uur
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch - Indicatie: lokale trombose - Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts Voor behandeling myocardinfarct en voor systemische toediening gelden andere protocollen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor lokale toediening, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 584
Streptokinase, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden - Oplaaddosis: Los 1 flacon (250.000 IE) op in 25 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
- Onderhoudsdosis: Los 2 flacons (500.000 IE) op in 50 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 4400 IE/kg in 20 minuten Onderhoudsdosis: 4400 IE/kg/uur Zie doseringsschema streptokinase
Toegangsweg Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch - Indicatie: grote longembolie, hoge diep veneuze trombose,
getromboseerde shunts - Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden,
hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente operatie, recent trauma. Voorzichtigheid geboden bij recente behandeling met streptokinase < 6 maanden, bij aanwezigheid van catheter.
- Bijwerking: bloedingen, allergische reacties, koorts, voorbijgaande hypotensie, aritmieën.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 585
Streptokinase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (10.000 IE/ml) Rekendosering: 1000 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
IE/kg/uur
ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg
20 kg
25 kg
30 kg
50 kg
4400 0,4 0,9 2,2 4,4 8,8 11,0 13,2 22,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 586
Streptomycine
Merknaam Streptomycine
Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg streptomycine (als sulfaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Aminoglycosiden
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 1000 mg streptomycine op in 3,5 ml water voor injecties. De concentratie is 250 mg/ml.
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep in een grote spier toedienen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%,
in 1 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- esmolol
Onverenigbaar met Infuus - amfotericine B, barbituraten, cefalosporinen, erythromycine, fenytoine,
heparine, natriumbicarbonaat, norepinefrine, penicillinen
Bijzonderheden - Intraveneuze toediening heeft niet de voorkeur. - Verkleuring van de oplossing heeft geen invloed op de therapeutische
werkzaamheid. - Streptomycine is alleen op artsenverklaring verkrijgbaar.
Acute reacties Rash, urticaria, koorts, bronchospasmen. Streptomycine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden.
Bijwerkingen Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, koorts, braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptomycine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 587
Sufentanil
Merknaam Sufenta®
Afleveringsvorm Ampul met 250 microg = 5 ml (50 microg/ml) en 50 microg = 10 ml (5 microg/ml) sufentanil (als citraat)
F.T.G. Opioiden
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% in tenminste 2 minuten
- Epiduraal: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een eindvolume van 10 ml
- Epiduraal als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: IC-arts Infusie: IC Epiduraal: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Na optrekken in medicatiecassette: 48 uur bij 32°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atropine, dexamethason, diazepam, etomidaat, fenobarbital, haloperidol, metoclopramide, midazolam, prochloorperazine, propofol
Infuus - bupivacaine
Onverenigbaar met Y-site - lorazepam, fenytoine
Bijzonderheden - Sufentanil wordt voor langdurig epiduraal gebruik in een medicatiecassette toegepast.
- Sufentanil valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Acute reacties Allergische reacties.
Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, bradycardie, bronchospasmen, spierrigiditeit, misselijkheid. Na epidurale toediening tevens braken, pruritus, bloeddrukschommelingen, hypothermie, urineretentie, hoofdpijn.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sufentanil'
Datum Wijziging
01-10-2006 Bij toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp verwijderd
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-08-2008 Wijziging merknaam in Sufenta en toevoeging van ampul met 50 microg = 10 ml (5 microg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 588
Sugammadex
Merknaam Bridion®
Afleveringsvorm Injectievloeistof 100 mg/ml, 2 ml en 5 ml flacon.
F.T.G. Antidota, werkzaam tegen perifeer werkende spierrelaxantia
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie
Bekwaamheidsniveau VPK-arts
Houdbaarheid Ongeopende verpakkingen dienen koel bewaard te worden. Na aanprikken in koelkast bewaren en binnen 24 uur gebruiken
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat, Ringeroplossing
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Ondansetron, ranitidine, verapamil
Acute reacties Milde allergische reactie (huiduitslag)
Bijwerkingen Metaalsmaak of bittere smaak
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-10-2009 Laatste wijziging: 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sugammadex'
Datum Wijziging
01-07-2012 Afleveringsvorm toegevoegd: 5 ml flacon.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 589
Sulproston
Merknaam Nalador®
Afleveringsvorm Ampul met 500 microg sulproston poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hormonale oxytocica
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Bereiden Los 500 microg sulproston op in 2 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 250 microg/ml. Verdun door tot de gewenste concentratie met NaCl 0,9%.
Toedieningsroute - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp sulproston
- Intramuraal-cervicaal: 12,5 microg/ml - Extra-amnionaal: 12,5-50 microg/ml
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Overige toedieningen Volwassenen: arts
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 4°C Bij voorkeur direct voor gebruik bereiden.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Y-site
- kaliumchloride
Bijzonderheden - Sulproston moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
- Intra-arteriele toediening moet worden voorkomen i.v.m. het optreden van lokale arteriitis met necrose.
- Intramusculaire toediening wordt sterk ontraden, omdat hierbij ernstige bijwerkingen zijn opgetreden, met incidenteel een fatale cardiopulmonaire insufficiëntie.
- Bevat polyvinylpyrolidon (povidon, PVP) en trometamol.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, koorts, koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, blozen, pijnlijke hypertone uteruscontracties, nabloedingen, retentio placentae, hypotensie, bradycardie, reversibele nierfunctiestoornissen, myocardischemie. Bij epilepsie-patiënten: convulsies. Zelden: shock, weeënstorm, gynaecologische complicaties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sulproston'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 590
Sulproston, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 2 ampullen (=1000 microg) sulproston op in 50 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 20 microg/ml
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-10 ml/uur, maximaal 12,5 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: veroorzaakt contractie van de uterus en dilatatie van de cervix - Indicatie: cervixdilatatie, abortusinductie, inleiding geboorte bij intra-
uteriene vruchtdood, postpartale atonische bloeding - Contraindicatie: asthma bronchiale, decompensatio cordis, ernstige
hypertensie, ernstige nier- en leverfunctiestoornis - Bijwerking: pijn, misselijkheid, temperatuurverhoging, pijn op de borst,
bronchoconstrictie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sulproston, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 591
Sumatriptan
Merknaam Imigran®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 6 mg = 0,5 ml (12 mg/ml) sumatriptan (als succinaat)
F.T.G. Migrainemiddelen
Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur in bovenarm of bovenbeen
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, overgevoeligheidsreacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Warmtegevoel, drukkend gevoel, opvliegers, duizeligheid, hypotensie, bradycardie, tachycardie, palpitaties, zwakte, vermoeidheid, slaperigheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sumatriptan'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 592
Suxamethonium
Merknaam Succinylcholine
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) suxamethoniumdichloride
F.T.G. Depolariserende spierrelaxantia
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 10-30 seconden - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp suxamethonium
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- kaliumchloride, propofol Infuus - amikacine, heparine, isoprenaline, morfine, norepinefrine, pethidine
Onverenigbaar met Infuus - barbituraten, fenytoine, furosemide, natriumbicarbonaat, theofylline
Bijzonderheden - Suxamethonium moet onder anaesthesie en beademing worden toegediend.
- In geval van overdosering en verlengde neuromusculaire blokkade moet de patiënt mechanisch beademd blijven en dient een cholinesterase-remmer (neostigmine), eventueel in combinatie met atropine, als antidotum te worden toegediend.
Bijwerkingen Voorbijgaande intra-oculaire drukverlaging, verlengde apnoe, hypotensie,
bronchospasmen, ernstige hartritmestoornissen, maligne hyperthermie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Suxamethonium'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 593
Parenteralia T
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 594
Tacrolimus
Merknaam Prograft®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) tacrolimus. Concentraat voor oplossing voor infusie
F.T.G. Immunosuppressivum
Oplosmiddel NaCl 0,9%
Toedieningsroute - Intraveneus als continu infuus: 1 ampul toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie is dan 0,01 mg/ml = 1 mg per 100 ml
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp Tacrolimus
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau I.V: VPK
Houdbaarheid 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Y-site
- Aminophylline, amfotericine B, anidulafungin, benzylpenicilline, calciumglubionaat, cefazoline, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, doxycycline, erythromycine, esmolol, fenytoine, fluconazol, folinezuur, furosemide, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, imipenem/cilastatin, insuline, kaliumchloride, lorazepam, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, piperacilline, propranolol, ranitidine, salbutamol, tobramycine, vancomycine
Onverenigbaar met Aciclovir, ganciclovir
Bijzonderheden - Tacrolimus bevat ricinus olie en ethanol; is onverenigbaar met PVC plastics
(de standaard infuuszakken binnen VUmc zijn PVC-vrij) - Intraveneuze toediening mag niet langer dan 7 dagen achtereen
plaatsvinden. - Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met de diagnose of verdenking op
congenitaal verlengd QT syndroom.
Acute reacties Bij overdosering: tremor, hoofdpijn, misselijkheid, braken, infecties, urticaria, lethargie, lever- en nierfunctiestoornissen.
Bijwerkingen Verhoogde vatbaarheid voor infecties, benigne en maligne neoplasmata, diarree, misselijkheid, braken, hypertensie, nierfunctiestoornissen, hyperglykemie, hyperkaliëmie, diabetes mellitus, tremor, hoofdpijn, slapeloosheid.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2007 Laatste wijziging: 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 595
01-11-2010 Toedieningsroute: Intraveneus als continu infuus: 1 ampul toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose. De concentratie is dan 0,01 mg/ml = 1 mg per 100 ml. Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp Tacrolimus. Nieuw kopje: Onverenigbaar met (Y-site).
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 596
Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Voeg 0,1 ml = 0,5 mg toe aan 49,9 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,01 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp Doseren volgens protocol Gebruikelijke pompstanden zijn: 1,5 tot 12,5 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: immuunsuppressivum - Indicatie: profylaxe van afstoting van niertransplantaten - Bijwerking: diarree, misselijkheid, hypertensie, nierfunctiestoornissen,
hyperglycemie, hyperkaliemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2010 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 597
Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,01 mg/ml
pompstand dosering
ml/uur mg/24 uur
1,7 0,4
2,5 0,6
3,3 0,8
4,2 1,0
5,0 1,2
5,8 1,4
6,7 1,6
7,5 1,8
8,3 2,0
9,2 2,2
10,0 2,4
10,8 2,6
11,7 2,8
12,5 3,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-11-2010 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 598
Teicoplanine
Merknaam Targocid®
Afleveringsvorm Flacon met 200 mg teicoplanine poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Overige antibacteriële middelen
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 200 mg teicoplanine op in 3 ml oplosmiddel. Rol de flacon zachtjes heen en weer om het poeder op te lossen en schuimvorming te voorkomen. Als toch schuimvorming ontstaat een kwartier wachten tot dit verdwijnt. De concentratie is 66,7 mg/ml.
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 20-50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 20-30 minuten Neonaten en kinderen tot 12 jaar - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 20-50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 20-30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 20-30 minuten toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Aminoglycosiden, ceftazidim, ciprofloxacine
Bijzonderheden - Toepassing is gereserveerd voor meticilline resistente stafylococcen (MRS-
stammen). - Monotherapie kan leiden tot recidieven en soms mislukte behandelingen. - Voorzichtigheid is geboden bij overgevoeligheid voor vancomycine
(kruisovergevoeligheid).
Acute reacties Op de injectieplaats: pijn, flebitis, roodheid en abcesvorming.
Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, erytheem, jeuk, koorts, bronchospasmen, anafylaxie, eosinofilie, leukopenie, trombocytopenie, maagdarmstoornissen, lever- en nierfunctiestoornissen, gehoorverlies, oorsuizen, evenwichtsstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Teicoplanine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 599
Temsirolimus
Merknaam Torisel
Afleveringsvorm Flacon met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) temsirolimus. Concentraat voor oplossing voor infusie
F.T.G. Immunomodulantium
Oplosmiddel Een flacon temsirolimus bevat 1,2 ml concentraat dat 30 mg temsirolimus bevat. Aan deze flacon wordt 1,8 ml van het meegeleverde verdunningsmiddel toegevoegd. Er wordt nu een oplossing verkregen met een totaal volume van 3,0 ml; de eindconcentratie van deze oplossing is 10 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau I.V: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen is het concentraat 24 uur houdbaar bij kamertemperatuur. Na verdere verdunning met NaCl 0,9% is de infusievloeistof 6 uur houdbaar bij kamertemperatuur, mits beschermd tegen licht.
Infuusvloeistoffen 250 ml NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Het concentraat dient voor toedienen altijd eerst verdund te worden met het
bijgevoegde oplosmiddel, voordat het wordt toegevoegd aan de infusievloeistof NaCl 0,9%. De oplossing is niet verenigbaar met andere geneesmiddelen
Bijzonderheden - Het concentraat bevat ethanol, tocoferol, propyleenglycol en citroenzuur. Het verdunningsmiddel bevat polysorbaat 80, macrogol 400 en ethanol.
- Zowel het concentraat als het oplosmiddel dienen vrij van deeltjes te zijn voor verdunning. Voor het toedienen dient het bereide infuus visueel geinspecteerd te worden op deeltjes.
- Temsirolimus dient beschermd te worden tegen overmatig licht. - De oplossing van temsirolimus is niet verenigbaar met PVC-houdend
materiaal. - Voor het toedienen van temsirolimus dient een antihistaminicum
intraveneus gegeven te worden.
Acute reacties Anafylactische reacties, angio-oedeem
Bijwerkingen Verhoogde vatbaarheid voor infecties, diarree, misselijkheid, braken, hypertensie, nierfunctiestoornissen, hyperglykemie, hypokaliëmie, diabetes mellitus, mucositis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2009 Laatste wijziging: 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Temsirolimus'
Datum Wijziging
01-01-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - Zowel het concentraat als het oplosmiddel dienen vrij van deeltjes te zijn voor verdunning. Voor het toedienen dient het bereide infuus visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 600
Terlipressine
Merknaam Glypressin®
Afleveringsvorm Flacon met injectievloeistof 8,5 ml = 1 mg terlipressine acetaat. De vloeistof bevat 0,1 mg terlipressine/ml
F.T.G. Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus
Oplosmiddel Oplosmiddel (bijgeleverd)
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in 1 minuut - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau - I.V.: IC - Spuitenpomp: VPK met extra controles
Houdbaarheid De flacons dienen in de koelkast bewaard te worden
Bijzonderheden - Terlipressine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend
- 1 mg terlipressine acetaat komt overeen met 0,85 mg terlipressine - De pH van de oplossing is ongeveer 3-4 - Toediening van Terlipressine is een handeling die op een gewone
verpleegafdeling uitvoerbaar is. Bij het begin van de behandeling moet de bloeddruk gedurende 4 uur elk uur gemeten worden. Daarna minimaal 3 dd. Tevens dient men (arts en verpleging) bedacht te zijn op “pijn op de borst” en hier zo nodig naar te vragen. Er dient een ECG gemaakt te worden voor start van de behandeling, 1-3 uur na start van de behandeling en daarna dagelijks
- Tijdens de behandeling moeten hartslag en vochtbalans gecontroleerd worden
Acute reacties Hypertensie, bradycardie, bronchoconstrictie.
Bijwerkingen Perifere vasoconstrictie, toename darmmotiliteit, zwakke antidiuretische
werking, hoofdpijn
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2002 Laatste wijziging: 01-10-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Terlipressine'
Datum Wijziging
01-12-2005 Bij Toedieningsroute: zie Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen.
01-12-2006 Toevoeging bij Bekwaamheidsniveau en Bijzonderheden in het geval de Terlipressine op de verpleegafdeling wordt toegediend.
01-04-2007 Wijziging bij Bijzonderheden over het toedienen van Terlipressine op de verpleegafdeling.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2008 Houdbaarheid: 12 uur bij 4°C
01-10-2009 De afleveringsvorm is injectievloeistof 8,5 ml = 1 mg terlipressine acetaat geworden. Hierdoor is Bereiden verwijderd en Houdbaarheid aangepast.
01-10-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - Tijdens de behandeling moeten hartslag en vochtbalans gecontroleerd worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 601
Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden 6-10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-10 ml/uur
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: vasoconstrictief in met name de tractus digestivus en de uterus - Indicatie: behandeling van bloedingen in de tractus digestivus, in de eerste
plaats oesophagusvarices - Contraindicatie: - - Bijwerkingen: toename darmmobiliteit, hypertensie, bradycardie,
bronchoconstrictie, uteruscontractie, hoofdpijn
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2005 Laatste wijziging: 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-10-2009 Terlipressine wordt geleverd als injectievloeistof. Het kopje Bereiden is aangepast. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 602
Tetanus immunoglobuline
Merknaam TetaQuin
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 250 IE = 2 ml (125 IE/ml) Tetanus immunoglobuline (menselijk)
F.T.G. Immunoglobulinen
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na optrekken in spuit: 3 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Oplossing in wegwerpspuit bevat glycine. - Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling of een kleine
hoeveelheid neerslag ontstaan. Voor het klinisch gebruik is dit geen beletsel.
- Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur brengen.
- Tetanus immunoglobuline bewerkstelligt passieve immunisatie.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Zelden: koorts, exantheem.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-10-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetanus immunoglobuline'
Datum Wijziging
01-03-2002 Tetuman Berna is uit de handel.
01-10-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn niet gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 603
Tetanusvaccin
Merknaam Anti-Tetanus vaccin, Te Anatoxal Berna®
Afleveringsvorm Ampul of wegwerpspuit met minimaal 40 IE = 0,5 ml (minimaal 80 IE/ml) tetanustoxoïde (aan aluminiumfosfaat geadsorbeerd)
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking (niet laten bevriezen). Na oplossen: 3 uur bij 4°C
Bijzonderheden - Bevat thiomersal en aluminiumfosfaat. - Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het
klinisch gebruik is dit geen beletsel. - Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen. Voor gebruik goed schudden. - Tetanustoxoïde bewerkstelligt actieve immunisatie.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen Koorts, malaise. Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetanusvaccin'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 604
Tetracosactide
Merknaam Synacthen®
Afleveringsvorm Ampul met 250 microg = 1 ml (250 microg/ml) tetracosactide (als hexa-acetaat)
F.T.G. Hypofysevoorkwabhormonen
Toedieningsroute - Intramusculair: 250 microg/ml - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 250 microg/ml in 2 minuten - Intraveneus als infuus: 250 microg/ml, toegevoegd aan 50-250 ml NaCl
0,9% of glucose 5% in maximaal 4 uur
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria, pruritus, flush, dyspnoe, anafylactische shock.
Bijwerkingen Natrium- en waterretentie, hypertensie, hypokaliëmie, hyperglycemie, psychische veranderingen, ulcus pepticum, hyperpigmentatie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetracosactide'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 605
Theofylline
Merknaam Theofylline
Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) theofylline (als meglumine)
F.T.G. Bronchospasmolytica
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: zéér langzaam (de toedieningssnelheid
maximaal 20 mg/minuut) - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 20-30 minuten - Intraveneus met behulp van volumetrische infuuspomp: toegevoegd aan
500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp theofylline
Toedieningscategorie Categorie A en C
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, 10%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, ceftazidim, enalaprilaat, erytromycine, famotidine, filgrastim, fluconazol, foscarnet, granisetron, haloperidol, heparine, labetalol, morfine, netilmicine, pancuronium, piperacilline-tazobactam, propofol, tolazoline, vecuronium
Infuus - chlooramfenicol, cimetidine, dexamethason, dopamine, esmolol,
fenobarbital, flumazenil, furosemide, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, meropenem, metoclopramide, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, pentobarbital, prednisolon (ref. 23), ranitidine
Onverenigbaar met Y-site
- amiodaron, ciprofloxacine, dobutamine, ondansetron Infuus - atracurium, benzylpenicilline, calciumglubionaat, ceftazidim, ceftriaxon,
chloorpromazine, clindamycine, epinefrine, heparine, insuline, methadon, morfine, norepinefrine, promethazine, vancomycine, verapamil
Bijzonderheden - Intramusculaire toediening is pijnlijk en wordt afgeraden.
- Theofylline in glucose 5% kan geel verkleuren. - Indien een patiënt nog niet eerder een theofylline preparaat heeft
gebruikt, kan een oplaaddosis gegeven worden.
Acute reacties Tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen en bloeddrukdaling ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening.
Bijwerkingen Hoofdpijn, prikkelbaarheid, misselijkheid, braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 606
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline'
Datum Wijziging
01-07-2002 Heparine en aminofylline zijn niet verenigbaar als infuus, wel in de Y-site.
01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-09-2011 Afleveringsvorm gewijzigd: Ampul met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) theofylline (als meglumine).
01-02-2014 Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: heparine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 607
Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 2 ampullen (20 ml = 400 mg) met 30 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 8 mg/ml theofylline
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Dosering: 6-12 mg/kg/dag Gebruikelijke pompstanden zijn: 3-9 ml/uur Zie doseringsschema theofylline
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: veroorzaakt bronchodilatatie - Indicatie: bronchospasmen bij asthma bronchiale, chronische bronchitis,
longemfyseem - Contraindicatie: acuut hartinfarct - Bijwerking: tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen, convulsies,
kaliumverlies
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd.
01-09-2011 Bereiden gewijzigd: Meng 2 ampullen (20 ml = 400 mg) met 30 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 8 mg/ml theofylline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 608
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 8 mg/ml theofylline pompstand dosering
ml/uur mg/uur mg/24 uur
3 24 576
4 32 768
5 40 960
6 48 1152
7 56 1344
8 64 1536
9 72 1728
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 609
Theofylline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden Voeg 80 mg = 4 ml theofylline toe aan 46 ml glucose 5% De eindconcentratie is 1,6 mg/ml theofylline
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: neonaten: 0,16 mg/kg/uur kinderen < 1 jr: 0,16-0,72 mg/kg/uur kinderen 1-9 jr: 0,64 mg/kg/uur kinderen > 9 jr: 0,4 mg/kg/uur Zie doseringsschema theofylline
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: veroorzaakt bronchodilatatie - Indicatie: bronchospasmen bij asthma bronchiale, chronische bronchitis,
longemfyseem - Contraindicatie: voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen,
decompensatio cordis, ernstige longafwijkingen, acute virale infecties - Bijwerking: tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen, convulsies,
kaliumverlies
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd.
01-09-2011 Bereiden gewijzigd: Voeg 80 mg = 4 ml theofylline toe aan 46 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1,6 mg/ml theofylline.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 610
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1,6 mg/ml) Rekendosering: 0,8 mg/kg/uur ~ 0,5 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg
0,16 0,1 0,2 0,5 1,0 2,0 2,5 3,0 5,0
0,24 0,2 0,3 0,8 1,5 3,0 3,8 4,5 7,5
0,32 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0
0,40 0,3 0,5 1,3 2,5 5,0 6,3 7,5 12,5
0,48 0,3 0,6 1,5 3,0 6,0 7,5 9,0 15,0
0,56 0,4 0,7 1,8 3,5 7,0 8,8 10,5 17,5
0,64 0,4 0,8 2,0 4,0 8,0 10,0 12,0 20,0
0,72 0,5 0,9 2,3 4,5 9,0 11,3 13,5 22,5
0,80 0,5 1,0 2,5 5,0 10,0 12,5 15,0 25,0
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 611
Thiamine
Merknaam Thiamine, Vitamine B1
Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 1 ml (100 mg/ml) thiamine-hydrochloride
F.T.G. Vitamines
Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 50 mg/minuut - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: direct toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- famotidine Infuus - andere wateroplosbare vitaminen, kaliumchloride
Onverenigbaar met Infuus - barbituraten, erythromycine, fenytoine, furosemide, ijzerzouten,
kanamycine, natriumbicarbonaat, natriumbisulfiet, streptomycine
Bijzonderheden - Thiamine wordt in de apotheek door middel van een combinatiepreparaat aan totaal parenterale voeding toegevoegd.
- Hoewel intraveneuze toediening door de fabrikant wordt ontraden vanwege de kans op anafylactische reacties is uit onderzoek gebleken dat er geen verschil is in incidentie van deze reacties tussen de verschillende parenterale toedieningswegen.
Acute reacties Zelden: warmtegevoel, jeuk, urticaria, transpireren, angio-oedeem,
hypotensie, anafylactische shock. Na herhaalde toediening neemt de kans hierop toe.
Bijwerkingen Tromboflebitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiamine'
Datum Wijziging
01-06-2005 Toevoeging onder het kopje Bijzonderheden over het intraveneus toedienen van Thiamine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 612
Thiopental
Merknaam Nesdonal®
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg thiopentalnatrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Algemene anaesthetica, barbituraten
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden Los 500 mg thiopental op in 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 25 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 25 mg/ml, langzaam - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp thiopental
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Bij voorkeur direct voor gebruik bereiden. Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- fentanyl, milrinon, nitroglycerine, ranitidine Infuus - chlooramfenicol, fenobarbital, hydrocortison, kaliumchloride,
natriumbicarbonaat, oxytocine, pentobarbital, theofylline
Onverenigbaar met Y-site - alfentanil, ascorbinezuur, atracurium, atropine, clindamycine, diltiazem,
dobutamine, dopamine, efedrine, epinefrine, fenylefrine, furosemide, isoprenaline, labetalol, lidocaine, lorazepam, midazolam, morfine, nicardipine, norepinefrine, pancuronium, sufentanil, suxamethonium, vecuronium
Infuus - amikacine, benzylpenicilline, doxapram, insuline, methadon, pethidine,
prochloorperazine, promethazine
Bijzonderheden - Thiopental is sterk alkalisch (de pH van de oplossing is 10,5) en mag slechts met enkele geneesmiddelen worden toegediend.
- Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. - Thiopental dient onder bewaking van de ademhaling te worden
toegediend.
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Ten gevolge van te snelle injectie: ademdepressie, apnoe.
Bijwerkingen Hoesten, niezen, geeuwen, laryngospasmen, hypotensie, aritmiën, verlengde slaperigheid, koorts, spierpijn, zwakte, tromboflebitis. Ten gevolge van extravasatie: neuritis, weefselnecrose, met name bij een concentratie groter dan 25 mg/ml.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 613
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiopental'
Datum Wijziging
15-08-2005 Flacons van 1000 mg in plaats van 500 mg
15-12-2005 Flacons van 1000 mg weer vervangen door 500 mg
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 614
Thiopental, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 2 flacons (=1000 mg) thiopental op in 40 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 25 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect/EEG
Toegangsweg Centraal
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt snel anaesthetisch en sedatief - Indicatie: inleiding bij algehele anaesthesie, sedatie bij IC-patiënten,
status epilepticus - Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis - Bijwerking: tromboflebitis, apnoe, hypotensie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 15-12-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiopental, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
15-08-2005 Flacons van 1000 mg in plaats van 500 mg
15-12-2005 Flacons van 1000 mg weer vervangen door 500 mg
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 615
Thymocytenglobuline
Merknaam Thymoglobuline®, ATG
Afleveringsvorm Flacon met 25 mg antihumaan thymocytenglobuline, konijn poeder voor infusievloeistof
F.T.G. Sera
Oplosmiddel Oplosmiddel (water voor injectie, bijgeleverd)
Bereiden Los 25 mg thymocytenglobuline op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 5 mg/ml Trek zoveel flacons op als nodig is in 1 grote spuit. Voeg de inhoud van de spuit in 1x toe aan de infuuszak
Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus, toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in minimaal 4 uur
Toedieningscategorie Categorie B en C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen 24 uur bij 4oC
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden - Thymocytenglobuline mag niet met andere geneesmiddelen, infusieoplossingen of bloed worden toegediend
- Thymocytenglobuline moet langzaam worden toegediend in een grote vene via een centrale lijn
- Voor toediening een corticosteroid en een anthistaminicum toedienen
Acute reacties Rillingen, koorts, duizeligheid, hypotensie, tachycardie, braken, dyspneu. Pijn op de plaats van infusie en perifere thromboflebitis
Bijwerkingen Vertraagde allergische reacties, zoals serumziekte kunnen zich voordoen 7 tot 15 dagen na het instellen van de behandeling. Leukopenie, thrombocytopenie, over-immuunsuppressie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2004 Laatste wijziging: 01-03-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thymocytenglobuline'
Datum Wijziging
01-12-2004 Extra merknaam. De samenstelling en producteigenscahppen zijn niet gewijzigd.
01-02-2007 Bijzonderheden: niet met andere geneesmiddelen, infusieoplossingen of bloed toedienen.
01-03-2013 Bij Bereiden toegevoegd: Trek zoveel flacons op als nodig is in 1 grote spuit. Voeg de inhoud van de spuit in 1x toe aan de infuuszak.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 616
Tigecycline
Merknaam Tygacil®
Afleveringsvorm Flacon met 50 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
F.T.G. Tetracyclinen
Bereiden Los 50 mg tigecycline op in 5,3 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie is 10 mg/ml
Toedieningsroute Intraveneus als infuus, toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De gewenste concentratie is 0,25-1 mg/ml. In 30-60 minuten in laten lopen
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Voor eenmalig gebruik; ongebruikte oplossing weggooien
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- dobutamine, dopamine HCI, natriumchloride, ranitidine HCI, ringer’s lactaat, theofylline, amikacine, gentamycine, haloperidol, morfine, norepinefrine, lidocaine HCI, kaliumchloride, piperacilline/tazobactam (EDTA formulering), propofol, tobramycine, metoclopramide
Onverenigbaar met Amfotericine B, amfotericine B lipide complex, diazepam
Bijzonderheden - Let op: de oplossing dient geel tot oranje van kleur te zijn; is dit niet het
geval, gooi dan de oplossing weg
Acute reacties Urticaria, pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, dyspepsie, duizeligheid, tromboflebitis, acute pancreatitis, verhoging leverenzymen, stollingsstoornissen, ontsteking op injectieplaats
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2008 Laatste wijziging: 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tigecycline'
Datum Wijziging
01-07-2013 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus, toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De gewenste concentratie is 0,25-1 mg/ml. In 30-60 minuten in laten lopen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 617
Tirofiban
Merknaam Aggrastat®
Afleveringsvorm Flacon met 12,5 mg = 250 ml (0,05 mg/ml) tirofiban (als hydrochloride-monohydraat)
F.T.G. Trombocytenaggregatieremmers
Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is gedurende de eerste 30 minuten 0,4 microg/kg/minuut en vervolgens 0,1 microg/kg/minuut
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- atropine, dobutamine, dopamine, epinefrine, famotidine, heparine, kaliumchloride, lidocaine, midazolam, morfine, nitroglycerine, propranolol
Onverenigbaar met Y-site - diazepam
Acute reacties Soms acute verlaging van het aantal trombocyten.
Bijwerkingen Bloedingen, meestal licht van aard, met name in het gebied rond de a. femoralis waar de catheter wordt ingebracht. Misselijkheid, koorts, hoofdpijn. Tirofiban in combinatie met acetylsalicylzuur en ongefractioneerde heparine gaat vaker gepaard met bloedingen dan acetylsalicylzuur en heparine alleen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-12-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tirofiban'
Datum Wijziging
01-12-2003 Inhoud verpakking is veranderd van 50 ml in 250 ml en aanvulling bij verenigbaar en onverenigbaar met.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 618
Tobramycine
Merknaam Tobramycine®
Afleveringsvorm Ampul met 80 mg = 2 ml (40 mg/ml) tobramycine (als sulfaat)
F.T.G. Aminoglycosiden
Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als kortlopend infuus: totale dosis toegevoegd aan 100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten - Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml) Kinderen - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 10 mg/ml in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 40 mg/ml)
- Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml)
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Intrathecaal: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aciclovir, amiodaron, enalaprilaat, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, insuline, labetalol, midazolam, morfine, pethidine, theofylline, zidovudine
Infuus - calciumgluconaat, ciprofloxacine, clindamycine, doxapram, furosemide,
metronidazol, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met cefalosporinen, heparine, magnesiumsulfaat, penicillinen, propofol
Bijzonderheden - Tijdstip van toediening nauwkeurig noteren in verband met bloedspiegelbepaling.
- Bevat natriumpyrosulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. - Tobramycine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden.
Acute reacties Rash, urticaria, koorts.
Bijwerkingen Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, braken.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-04-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tobramycine'
Datum Wijziging
01-04-2007 Bij Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen intraveneus: dosis gewijzigd. bij Bijzonderheden: Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met bloedspiegelbepaling.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 619
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 620
Tocilizumab
Merknaam RoActemra®
Afleveringsvorm Flacon met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) tocilizumab, concentraat voor infusie
F.T.G. Immunomodulantia
Bereiden - Voor toediening: visuele controle op deeltjes of verkleuring. Oplossing moet helder tot bijna doorschijnend, kleurloos tot licht geel en vrij van zichtbare deeltjes zijn
- Voeg het juiste aantal ml tocilizumab concentraat toe aan 100 ml NaCl 0,9%.
- Meng voorzichtig door de infuuszak om te keren, om schuimen te voorkomen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% in 60 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Bijzonderheden - Flacons in de koelkast bewaren bij 4°C
- Flacon in buitenverpakking houden ter bescherming tegen licht
Acute reacties Anafylaxie; zeer ernstige overgevoeligheidsreacties. Deze reacties kunnen ernstiger zijn en mogelijk fataal verlopen bij patiënten die tijdens eerdere infusies overgevoeligheidsreacties hebben gehad. Als een dergelijke reactie optreeedt, moet toediening direct en permanent gestaakt worden.
Bijwerkingen Bovenste luchtweginfecties, cellulitis, pneumonie, orale herpes simplex, herpes zoster, ulceraties in de mond, gastritis, huiduitslag, pruritus, hoofdpijn, duizeligheid, stijging levertransaminasen, hypertensie, leukopenie, neutropenie, hypercholesterolemie, conjunctivitis, diverticulitis, stomatitis, urticaria, stijging totale bilirubine, hypertriglyceridemie, overgevoeligheidsreacties
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-09-2010 Laatste wijziging: 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tocilizumab'
Datum Wijziging
01-03-2011 Acute reacties: Anafylaxie; zeer ernstige overgevoeligheidsreacties. Deze reacties kunnen ernstiger zijn en mogelijk fataal verlopen bij patiënten die tijdens eerdere infusies overgevoeligheidsreacties hebben gehad. Als een dergelijke reactie optreedt, moet toediening direct en permanent gestaakt worden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 621
Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus
Merknaam Nutriflex Lipid plus®
Afleveringsvorm Nutriflex Lipid plus infuuszak 2500 ml met 3 compartimenten die gemengd moeten worden voor intraveneuze infusie
F.T.G. Parenterale voeding
Bereiden - Verwijder de beschermende omzak. Vouw voor gebruik de zak uit en plaats deze op een stevige ondergrond. Open de lasnaden van de bovenste twee compartimenten door met beide handen druk uit te oefenen. Meng kort de inhoud van de zak.
- Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen
Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2
ml/kg/uur.
Toegangsweg Centraal
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na mengen van de componenten 4 dagen bij 4°C plus 48 uur bij 20°C, na aanprikken 24 uur bij 20°C.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden - Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend
- De maximale dagelijkse dosering bedraagt 40 ml/kg - Nutriflex Lipid plus bevat per 2500 ml: 300 g glucose, 4,68 g
natriumdiwaterstoffosfaat, 13,16 mg zinkacetaat, 50 g sojaolie, 50 g middellange keten triglyceriden, 96 g aminozuren, 1,95 g natriumhydroxide, 1,0 g natriumchloride, 0,55 g natriumacetaat, 6,87 g kaliumacetaat, 1,72 g magnesiumacetaat -4-water, 1,18 g calciumchloride.
- Hoeveelheid aminozuren 96 g/2500 ml Totaal stikstof 13,6 g/2500 ml Hoeveelheid koolhydraten 300 g/2500 ml Hoeveelheid vetten 100 g/2500 ml Energie totaal: 2530 kcal/2500 ml
Acute reacties Koorts, blozen, rillingen, ademnood, misselijkheid en braken, overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen Hoofdpijn, cyanose, hypertensie, hypotensie, overbelastingsyndroom (hepatomegalie, splenomegalie, vetinfiltratie, leucopenie, trombopenie, stollingsstoornissen)
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-02-2008 Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus'
Datum Wijziging
01-06-2008 Verenigbaar met: multivitamine, spoorelementen
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 622
01-05-2009 Bij Bereiden is een opmerking (2e) toegevoegd. Verenigbaar met: vitaminen, spoorelementen. Bij Bijzonderheden aminozuren 96 g toegevoegd
01-12-2009 Bij Bereiden is 2e opmerking aangepast. Verenigbaar met gewijzigd: geen andere geneesmiddelen toevoegen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 623
Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150
Merknaam Nutriflex Plus 48/150®
Afleveringsvorm Nutriflex Plus 48/150 infuuszak 2000 ml met 2 compartimenten die gemengd moeten worden voor intraveneuze infusie
F.T.G. Parenterale voeding
Bereiden - Verwijder de beschermende omzak. Vouw voor gebruik de zak uit en plaats deze op een stevige ondergrond. Open de lasnaad door met beide handen druk uit te oefenen op een compartiment van de zak. Meng kort de inhoud van de zak.
- Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen
Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2
ml/min.
Toegangsweg Centraal
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na mengen van de componenten 6 dagen bij 4°C plus 48 uur bij 20°C, na aanprikken 24 uur bij 20°C.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden - Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend
- Nutriflex Plus 48/150 bevat per 2000 ml: 300 g glucose, 96 g aminozuren, 74,4 mmol natrium, 50 mml kalium, 7,2 mmol calcium, 11,4 mmol magnesium, 70,6 mmol chloride, 40 mml fosfaat, 45,8 mmol acetaat.
- Hoeveelheid aminozuren 96 g/2000 ml Totaal stikstof 13,6 g/2000 ml Hoeveelheid koolhydraten 300 g/2000 ml Energie totaal: 1580 kcal/2000 ml - Nutriflex Plus 48/150 is een vetvrije parenterale voeding
Acute reacties Koorts, blozen, rillingen, ademnood, misselijkheid en braken, overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen Acidose door aminozuren en osmotische diurese door de hoge osmolariteit. Bij te snel infunderen kunnen optreden: storingen van de electrolytenhuishouding, hyperglykemie, braken transpireren en flushes.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-05-2009 Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150'
Datum Wijziging
01-12-2009 Bij Bereiden is 2e opmerking aangepast. Verenigbaar met gewijzigd: geen andere geneesmiddelen toevoegen.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 624
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 625
Totale parenterale voeding Olimel N9
Merknaam Olimel N9®
Afleveringsvorm Infuuszak met drie compartimenten (glucose-oplossing, vetemulsie en aminozuren + elektrolieten) 2000 ml
F.T.G. Parenterale voeding
Bereiden - Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen
- Indien een zak uit de noodkast wordt gebruikt, kan de zak op de volgende wijze voor toediening gereed worden gemaakt:
Verwijder de omzak Rol de zak vanaf de bovenkant met beide handen op zodat de naden die
de compartimenten scheiden breken Meng de inhoud door de zak minstens drie keer om te keren
Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus in 24 uur. Via centrale lijn.
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na mengen compartimenten 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden - Bevat per 2000 ml 113,9 g aminozuren, 18 g stikstof, 80 g vet en 220 g
glucose - Bevat per 2000 ml 70 mmol natrium, 60 mmol kalium, 8 mmol
magnesium, 7 mmol calcium, 30 mmol fosfaat - Bevat per 2000 ml 2140 kcal - Indien de patiënt Olimel N9 krijgt zonder vitaminen en spoorelementen
kan de intranetsite van de afdeling diëtetiek worden geraadpleegd over de noodzaak tot suppletie.
Acute reacties Anafylactische reacties
Bijwerkingen Misselijkheid, hoofdpijn, stijging lichaamstemperatuur, verhoging
leverenzymen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-05-2011 Laatste wijziging: 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Olimel N9'
Datum Wijziging
01-09-2011 Toegevoegd Toedieningsroute: Via centrale lijn.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 626
Totale parenterale voeding SmofKabiven
Merknaam SmofKabiven®
Afleveringsvorm Infuuszak met drie compartimenten (glucose-oplossing, vetemulsie en aminozuren + elektrolieten) 1970 ml
F.T.G. Parenterale voeding
Bereiden - Voeg de drie compartimenten samen volgens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing en meng tot homogeen
- Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen
Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus in 24 uur. Via centrale lijn
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na mengen compartimenten 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden - Bevat per 1970 ml 100 g aminozuren, 16 g stikstof, 75 g vet en 250 g
glucose - Bevat per 1970 ml 80 mmol natrium, 60 mmol kalium, 10 mmol
magnesium, 5 mmol calcium, 25 mmol fosfaat, 0,08 mmol zink - Bevat per 1970 ml 2200 kcal - Indien de patiënt SmofKabiven krijgt zonder vitaminen en spoorelementen
kan de intranetsite van de afdeling diëtetiek worden geraadpleegd over de noodzaak tot suppletie.
Acute reacties Anafylactische reacties
Bijwerkingen Misselijkheid, hoofdpijn, stijging lichaamstemperatuur, verhoging
leverenzymen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding SmofKabiven'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 627
Tranexaminezuur
Merknaam Tranexaminezuur
Afleveringsvorm Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) tranexaminezuur
F.T.G. Haemostatica
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 100 mg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 100 mg/minuut Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 100 mg/minuut - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties Ten gevolge van te snelle injectie: duizeligheid, hypotensie.
Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tranexaminezuur'
Datum Wijziging
01-03-2002 Toedieningsroute volwassenen: mag intraveneus als kortlopend infuus ook worden toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 628
Trastuzumab
Merknaam Herceptin®
Afleveringsvorm Flacon met 150 mg trastuzumab poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Immunomodulantia
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 150 mg trastuzumab door omzwenken op in 7,2 ml water voor injecties. De concentratie is 21 mg/ml. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud. Schuimvorming tijdens het oplossen is niet ongewoon. De flacon na oplossen 5 minuten laten staan.
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in 90 minuten.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20oC, bij voorkeur binnen 3 uur toedienen
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Glucose 5%
Bijzonderheden - Trastuzumab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend. - Bevat polysorbaat 20.
Acute reacties Koorts, rillingen, angio-oedeem, urticaria, cardiopulmonaire reacties in zeldzame gevallen met fatale afloop.
Bijwerkingen Buikpijn, astenie, pijn op de borst, rillingen, koorts, hoofdpijn, pijn, diarree, misselijkheid, braken, artralgie, myalgie, huiduitslag.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-08-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Trastuzumab'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 629
Triamcinolonacetonide
Merknaam Kenacort-A®
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) en 40 mg = 1 ml (40 mg/ml) triamcinolonacetonide
F.T.G. Glucocorticoïden
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund 20-40 mg/ml, diep, langzaam spuiten, bij voorkeur in de M. glutaeus
- Intra-articulair: 10-40 mg/ml - Intrasynoviaal: 10-40 mg/ml - Intradermaal: 10 mg/ml - Intralaesionaal: 10 mg/ml Ampul of flacon voor gebruik krachtig schudden.
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Intraveneuze toepassing is niet toegestaan; toepasbaar voor intramusculaire, -articulaire, -laesionale, -synoviale en bursale injectie.
- Oplossingen kunnen zonodig voor intra- en sublaesionale toedieningen verdund worden.
- Triamcinolonacetonide kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, ook opgelost worden in lidocaine 0,5-1%.
Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats, urticaria, erytheem, angio-oedeem,
anafylactische shock.
Bijwerkingen Natrium- en vochtretentie, hartfalen, hypertensie, spierzwakte en -atrofie, osteoporose, ulcus pepticum, vertraagde wondgenezing, convulsies, duizeligheid, hoofdpijn, menstruatiestoornissen, psychische stoornissen,gewichtstoename, verhoogde oogboldruk, pijnloze destructie van het gewricht op injectieplaats, kristalsynovitis, plaatselijke subcutane atrofie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Triamcinolonacetonide'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 630
Triptoreline
Merknaam Decapeptyl-CR®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 3,75 mg triptoreline (als acetaat, in microcapsules) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Hypothalamushormonen
Oplosmiddel Suspendeervloeistof (bijgeleverd)
Bereiden Suspendeer 3,75 mg microcapsules met triptoreline in 1 ml suspendeervloeistof. De concentratie is 3,75 mg/ml.
Toedieningsroute - Sucbutaan: onverdund, 0,1-0,5 mg/ml - Intramusculair: onverdund, 3,75 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau S.C./I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen.
Bijzonderheden - De microcapsules met triptoreline bewerkstelligen een vertraagde afgifte. - De suspendeervloeistof bevat polysorbaat en dextran.
Bijwerkingen Pijnlijkheid op injectieplaats, opvliegers, verminderd libido, impotentie, gynaecomastie, testisatrofie, hypertensie, transpireren, atrofie vaginaslijmvlies, doorbraakbloedingen, hoofdpijn, vermoeidheid, slaapstoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik: verminderde botdichtheid. Met name bij kinderen: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Triptoreline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 631
Trometamol
Merknaam Tris
Afleveringsvorm Flacon met 30 mmol = 100 ml (0,3 Molair, 0,3 mmol/ml, 36 mg/ml) trometamol
F.T.G. Alkaliserende middelen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund, in tenminste 1 uur.
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden - Toediening dient plaats te vinden onder controle van de pH, pCO2 en electrolytenhuishouding.
- Trometamol mag niet perifeer worden toegediend.
Bijwerkingen Tromboflebitis, ademhalingsdepressie, hypoglycemie, levercelnecrose, hyperkaliëmie. Ten gevolge van te snelle toediening: metabole alkalose.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Trometamol'
Datum Wijziging
01-03-2002 Trometamol mag niet perifeer worden toegediend.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 632
Tyfusvaccin
Merknaam Typhim Vi®
Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 25 microg = 0,5 ml (50 microg/ml) tyfusvaccin
F.T.G. Vaccins
Toedieningsroute Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bevat kapselantigeen van Salmonella typhi. - Bevat fenol als conserveermiddel. - Vi = virulentie antigeen.
Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Lichte verhoging.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tyfusvaccin'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 633
Parenteralia U
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 634
Urokinase
Merknaam Urokinase
Afleveringsvorm Flacon met 50.000 IE en 500.000 IE urokinase poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Trombolytica
Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden Los 50.000 IE urokinase op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 25.000 IE/ml. Los 500.000 IE urokinase op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 50.000 IE/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp urokinase intraveneus
- Intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp urokinase intra-arterieel
- Intraveneus in injectiepoorten, catheters, e.d.: 5.000-25.000 IE in NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Intra-arterieel: IC Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Infuus
- heparine
Bijzonderheden - Urokinase moet onder bewaking van de stollingsparameters worden toegediend.
Acute reacties Huiduitslag, misselijkheid, bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen Bloedingen op injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden: cerebrale
bloedingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase'
Datum Wijziging
01-03-2002 Spuitenpomp voor volwassenen intra-arterieel en intraveneus toegevoegd.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011 Kopje Verenigbaar met (infuus) toegevoegd. Bij Bijzonderheden verwijderd: Urokinase wordt hoofdzakelijk gebruikt indien er contra-indicaties voor streptokinase zijn.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 635
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel
Bereiden Los 500.000 IE urokinase op in 100 ml NaCl 0,9%. Verdeel de oplossing over 2 spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 5.000 IE/ml, 50 ml.
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur of 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: de startdosis is 10 ml(= 50.000 IE)/uur Zie doseringsschema urokinase, intra-arterieel.
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch. - Indicatie: behandeling van ernstige ischemie van de extremiteiten op basis
van (progressieve) trombose (ischemie korter bestaand dan twee weken). - Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden,
hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente operatie, recent trauma. Voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van een catheter.
- Bijwerkingen: bloedingen op de injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden cerebrale bloedingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-03-2002 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel'
Datum Wijziging
01-07-2011 Bereiden: Los 500.000 IE urokinase op in 100 ml NaCl 0,9%. Verdeel de oplossing over 2 spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 5.000 IE/ml, 50 ml. Toedienen via spuitenpomp: Gebruikelijke doseringen: de startdosis is 10 ml(= 50.000 IE)/uur.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 636
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel
DOSERINGSSCHEMA, 10.000 IE/ml
ml/uur IE/minuut IE/uur
6 1.000 60.000
12 2.000 120.000
24 4.000 240.000
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-03-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 637
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus
Bereiden Los 500.000 IE urokinase op in 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 20.000 IE/ml, 25 ml.
Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur of 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 150.000-250.000 IE in 10-20 minuten. Onderhoudsdosis: 100.000-250.000 IE per uur, na 24 uur zo nodig verhogen. Zie doseringsschema urokinase, intraveneus.
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch. - Indicatie: bij contraindicatie voor streptokinase. - Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden,
hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente operatie, recent trauma. Voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van een catheter.
- Bijwerking: bloedingen op de injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden cerebrale bloedingen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-03-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 638
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus
DOSERINGSSCHEMA, 20.000 IE/ml
ml/uur IE/uur MIE/24 uur
2,0 40.000 0,96
3,0 60.000 1,44
5,0 100.000 2,4
7,5 150.000 3,6
10,0 200.000 4,8
12,5 250.000 6,0
15,0 300.000 7,2
17,5 350.000 8,4
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-03-2002 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 639
Parenteralia V
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 640
Valproinezuur
Merknaam Orfiril®
Afleveringsvorm Ampul met 300 mg = 3 ml (100 mg/ml) natriumvalproaat
F.T.G. Anti-epileptica
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5% IC-kinderen - Maak een oplossing van 8 mg/ml door 4 ml = 400 mg toe te voegen aan
50 ml NaCl 0,9% - Of door 8 ml = 800 mg toe te voegen aan 100 ml NaCl 0,9%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: VPK I.V. Kinderen: IC Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden - Valproinezuur mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over één lijn toegediend worden.
- De pH van de oplossing is ongeveer 7. - Bevat 6 mmol natrium per 1000 mg.
Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, tremor, slaperigheid, stupor en gedragsstoornissen, milde, reversibele beenmergdepressie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Valproinezuur'
Datum Wijziging
01-04-2008 Afleveringsvorm: overgegaan van flacon 400 mg injectiepoeder (Depakine) op ampul injectievloeistof 300 mg = 3 ml (100 mg/ml) (Orfiril)
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011 Toedieningsroute IC kinderen: Maak een oplossing van 8 mg/ml door 4 ml = 400 mg toe te voegen aan 50 ml NaCl 0,9% of door 8 ml = 800 mg toe te voegen aan 100 ml NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 641
Vaminolact
Merknaam Vaminolact®
Afleveringsvorm Vaminolact flacon 100 en 500 ml
F.T.G. Parenterale voeding
Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2 ml/kg/uur.
Toegangsweg Centraal
Toedieningscategorie Categorie C
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken 24 uur bij 20°C Na mengen met aangegeven verenigbare zouten: 12 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Natriumchloride, kaliumchloride, calciumglubionaat, magnesiumsulfaat.
Bijzonderheden - Vaminolact bevat per ml: 6,3 mg alanine, 4,1 mg arginine, 4,1 mg
asparaginezuur, 1 mg cysteine, 2,7 mg phenylalanine, 7,1 mg glutaminezuur, 2,1 glycine, 2,1 mg histidine, 3,1 mg isoleucine, 7 mg leucine, 5,6 mg lysine, 1,3 mg methionine, 5,6 mg proline, 3,8 mg serine, 0,3 mg taurine, 3,6 mg threonine, 1,4 mg tryptofaan, 0,5 mg tyrosine, 3,6 mg valine
- Hoeveelheid aminozuren 65,3 g/l Totaal stikstof 9,3 g/l - mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend. - de oplossing is helder tot lichtgeel gekleurd.
Acute reacties Misselijkheid en braken, flush, zweten, tromboflebitis, pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties, verhoging leverenzymwaarden
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-06-2008 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vaminolact'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 642
Vancomycine
Merknaam Vancomycine
Afleveringsvorm Flacon met 500 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof Flacon met 1000 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Overige antibiotica
Oplosmiddel Water voor injecties. Voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden Los 500 mg vancomycine op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml Los 1000 mg vancomycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml
Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in minimaal 60 minuten; de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/minuut, de concentratie is maximaal 5 mg/ml (bij vochtbeperking eventueel 10 mg/ml)
- Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 5 mg/ml
- Intrathecaal: onverdund (10 mg/ml) Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml, in 60 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml) (ref. 17)
- Intrathecaal: verdund met NaCl 0,9% tot een concentratie van 5 mg/ml
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Intrathecaal: arts
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- acetylcysteine, aciclovir, amiodaron, ciclosporine, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, insuline, labetalol, levofloxacine, lorazepam, magnesiumsulfaat, meropenem, midazolam, morfine, mycofenolaatmofetil, natriumbicarbonaat, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pethidine, propofol, remifentanil, ringerlactaat, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus - amikacine, atracurium, calciumgluconaat, cimetidine, hydrocortison,
kaliumchloride, ofloxacine, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met Y-site - albumine, benzylpenicilline, ceftazidim, ceftriaxon, foscarnet,
fytomenadion, heparine, piperacilline, piperacilline-tazobactam, sulfadiazine, tacrolimus
Infuus - bivalirudine, barbituraten, chlooramfenicol, dexamethason, fenytoine,
natriumbicarbonaat, rocuronium, theofylline
Bijzonderheden - Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. - Vancomycine is bijzonder irriterend voor weefsels; extravasatie moet
worden vermeden.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 643
Acute reacties Urticaria, exantheem. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, koude rillingen, koorts. Ten gevolge van te snelle toediening, soms echter ook bij langzaam toegediende therapeutische doseringen, bij combinatie met anaesthetica of bij intraperitoneale toediening: "Red-man" syndroom met erytheem op hoofd, hals, borst en rug, soms met jeuk en hypotensie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vancomycine'
Datum Wijziging
01-10-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%
01-05-2010 Bij Toedieningsroute Volwassenen toegevoegd: (bij vochtbeperking eventueel 10 mg/ml).
01-07-2012 Merknaam: vancomycine. Afleveringsvorm toegevoegd: Flacon met 1000 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof. Bereiden toegevoegd: Los 1000 mg vancomycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml.
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: acetylcysteine, levofloxacine, mycofenolaatmofetil, nicardipine, remifentanyl, ringerlactaat. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: tacrolimus. Onverenigbaar met infuus toegevoegd: bivalirudine, rocuronium.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 644
Varicella Zoster immunoglobuline
Merknaam Anti-Varicella Zoster immunoglobuline
Afleveringsvorm Ampul met 200 IE = 2 ml (100 IE/ml) Varicella Zoster immunoglobuline
F.T.G. Immunoglobulinen
Toedieningsroute Intramusculair: langzaam en diep spuiten, 4 ml bij volwassenen en kinderen > 20 kg; 2 ml bij kinderen < 20 kg
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Bij hemorragische diathese kan overwogen worden het preparaat eventueel subcutaan te geven. Effect is dan echter niet meer gegarandeerd.
- Bevat glycine en thiomersal. - De eiwitconcentratie van de oplossing bedraagt 100-180 mg/ml. - Bij voorkeur de injectievloeistof voor gebruik op kamertemperatuur
brengen. - De toepassing van Varicella Zoster immunoglobuline dient protocollair
plaats te vinden.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria.
Bijwerkingen Koorts.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Varicella Zoster immunoglobuline'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 645
Vecuronium
Merknaam Norcuron®
Afleveringsvorm Flacon met 10 mg vecuroniumbromide poeder voor injectievloeistof
F.T.G. Niet-depolariserende spierrelaxantia
Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden Los 10 mg vecuroniumbromide op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 2 mg/ml.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp vecuronium
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Infusie: IC
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- aminofylline, cefazoline, cefuroxim, cimetidine, co-trimoxazol, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, fentanyl, fluconazol, gentamicine, heparine, hydrocortison, isoprenaline, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, nicardipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, propofol, ranitidine, vancomycine
Onverenigbaar met Y-site
- diazepam, etomidaat, furosemide, natriumbicarbonaat, thiopental
Bijzonderheden Vecuronium moet onder bewaking van de ademhaling en adequate sedatie worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: urticaria, flushing, bronchospasmen, hypotensie, tachycardie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium'
Datum Wijziging
01-07-2002 Bij de onverenigbaarheden toegevoegd dat het om de Y-site gaat.
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 646
Vecuronium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties 5 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken De eindconcentratie is 4 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect; pompstand kan per patiënt worden aangepast door de mate van relaxatie te monitoren door middel van relaxografie c.q. myotest Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,5 - 3,0 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening
- Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld i.v.m. intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op IC
- Bijwerkingen: overgevoeligheidsreakties, hypotensie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 647
Vecuronium, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden < 5 kg: Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties. Voeg 10 mg = 2,5 ml vecuronium toe aan 7,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 10 ml > 5 kg: Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties. Onverdund toedienen, trek 5 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) op. De eindconcentratie is 4 mg/ml.
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 0,1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 0,05-0,3 mg/kg/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening
- Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld i.v.m. intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op IC
- Contraindicatie: voorzichtigheid bij respiratoire insufficiëntie, bij neuromusculaire aandoeningen.
- Bijwerkingen: overgevoeligheidsreacties, hypotensie, tachycardie, bronchospasmen
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, spuitenpomp voor kinderen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 648
Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1 mg/ml) Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg
0,05 0,1 0,1 0,2 0,2 0,3
0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
0,15 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8
0,2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
0,25 0,3 0,5 0,8 1,0 1,3
0,3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 649
Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (4 mg/ml) Rekendosering: 0,4 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur ml/uur
5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg
0,05 0,1 0,1 0,2 0,3 0,3 0,4 0,5 0,6
0,1 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1,0 1,3
0,15 0,2 0,4 0,6 0,8 0,9 1,1 1,5 1,9
0,2 0,3 0,5 0,8 1,0 1,3 1,5 2,0 2,5
0,25 0,3 0,6 0,9 1,3 1,6 1,9 2,5 3,1
0,3 0,4 0,8 1,1 1,5 1,9 2,3 3,0 3,8
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 650
Verapamil
Merknaam Isoptin®
Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 2 ml (2,5 mg/ml) verapamil-hydrochloride
F.T.G. Calcium-antagonisten
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 5 mg/minuut
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp verapamil
Toedieningscategorie Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- ciprofloxacine, famotidine Infuus - amiodaron, atropine, benzylpenicilline, calciumzouten, cefazoline,
cefotaxim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dexamethason, diazepam, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, fenobarbital, fentolamine, fenytoine, furosemide, gentamycine, heparine, hydrocortison, insuline, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, mannitol, methylprednisolon, metoclopramide, morfine, naloxon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, oxytocine, pancuronium, pentobarbital, pethidine, piperacilline, procainamide, propranolol, protamine, tobramycine, tolazoline, vancomycine
Onverenigbaar met Y-site
- albumine, natriumbicarbonaat Infuus - amfotericine B, co-trimoxazol, flucloxacilline, theofylline
Bijzonderheden Verapamil moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend.
Acute reacties Zelden: erytheem, jeuk.
Bijwerkingen Hypotensie, bradycardie, hartinsufficiëntie, AV-blokkade, zelden: asystolie. Obstipatie, misselijkheid, nervositeit, duizeligheid, moeheid, oedeem aan de enkels. Zelden: hoofdpijn, spierpijn, gynaecomastie (met name ten gevolge van langdurige toediening bij ouderen), hyperprolactinemie, galactorroe.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Verapamil'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 651
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 652
Verapamil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden Meng 10 ampullen (20 ml=50 mg) met 30 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 5-10 mg, onverdund, toedieningssnelheid is 1 mg/minuut Onderhoudsdosis: komt niet vaak voor, op afspraak arts Pompstanden zijn sterk wisselend; van 10-40 ml/uur
Toegangsweg -
Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verbetert cardiale perfusie, verlaagt de afterload, negatief inotroop, anti-aritmisch
- Indicatie: paroxysmale supraventriculaire tachycardie - Bijwerking: hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, AV-
geleidingsstoornissen, AV-blok, asystolie, obstipatie, hoofdpijn
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Verapamil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 653
Vitamine B-complex forte
Merknaam Vitamine B-complex forte
Afleveringsvorm Ampul met 2 ml vitamine B-complex forte
F.T.G. Vitaminen
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als infusie: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5% in 30-60 minuten
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Ascorbinezuur, fytomenadion
Bijzonderheden - Intraveneuze toediening wordt niet aangeraden, behalve als
intramusculaire toediening niet mogelijk is. - Bevat per ml: thiamine 25 mg, riboflavine 5 mg, nicotinamide 50 mg,
pyridoxine 5 mg, dexpanthenol 5 mg.
Acute reacties Overgevoeligheidsreacties ten gevolge van thiamine: warmtegevoel, jeuk, urticaria, transpireren, rusteloosheid, benauwdheid, hypotensie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen Ten gevolge van intramusculaire toediening: pijnlijkheid en weefselbeschadiging op injectieplaats. Ten gevolge van intraveneuze toediening: tromboflebitis.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitamine B-complex forte'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 654
Vitaminen, multi- (vet oplosbaar)
Merknaam Vitintra Infant®
Afleveringsvorm Ampul 10 ml met in vet oplosbare multi-vitaminen voor kinderen, infuusconcentraat
F.T.G. Vitaminen
Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan Intralipid®, maximaal 10 ml per 24 uur
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK
Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen Intralipid 10%, 20%
Bijzonderheden - Vitintra® kan worden gebruikt om Soluvit N® op te lossen, waarna de oplossing aan Intralipid® kan worden toegevoegd.
- Vitintra Infant® bevat per ml: 230 IE (69 microg) retinol, 40 IE (1 microg) ergocalciferol, 20 microg fytomenadion, 0,7 IE (0,64 mg) dl-α-tocoferol.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-03-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (vet oplosbaar)'
Datum Wijziging
01-03-2002 Vitintra Adult® is uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 655
Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)
Merknaam Cernevit®
Afleveringsvorm Flacon met in water en in vet oplosbare multi-vitaminen (met uitzondering van vitamine K) voor volwassenen en voor kinderen ouder dan 11 jaar, infuusconcentraat
F.T.G. Vitaminen
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los Cernevit® op in 5 ml water voor injecties.
Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in water voor injecties of glucose 5%, langzaam in 10 minuten
- Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5-50%
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed
van licht bewaren en toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5-50%, Intralipid® 10%, 20%
Bijzonderheden - Vitaminen zijn een bestanddeel van totaal parenterale voeding (TPV) - Cernevit® wordt op gezette tijden in de apotheek aan TPV toegevoegd.
Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur. - Bij start van TPV in de avonden en weekenden is het bijna nooit nodig om
direct vitaminen te geven. Alleen bij kans op het refeedingsyndroom moeten vitaminen direct worden gestart met de TPV (zie intranetsite afdeling dietetiek)
- Cernevit® bevat per flacon: retinolpalmitaat 3500 IE, colecalciferol 220 IE, dl-α-tocoferol 10,2 mg, ascorbinezuur 125 mg, cocarboxylase-4-water 5,8 mg, riboflavine-natriumfosfaat 5,7 mg, pyridoxine-hydrochloride 5,5 mg, cyanocobalamine 6 microg, foliumzuur 414 microg, dexpanthenol 16,2 mg, biotine 69 microg, nicotinamide 46 mg.
Bevat glycocholzuur.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2002 Laatste wijziging: 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)'
Datum Wijziging
01-04-2004 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus.
01-02-2008 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus: 2 ampullen toegevoegd aan 2000 ml structokabiven.
01-05-2009 Toedieningsroute: Intraveneus als langlopend infuus: 2 ampullen toegevoegd aan 2000 ml StructoKabiven, 2500 ml Nutriflex Lipid Plus of 2000 ml Nutriflex Plus 48/150. Bij Bijzonderheden zijn drie opmerkingen (1e, 2e en 3e) toegevoegd.
01-12-2009 Bij Toedieningsroute is Intraveneus als langlopend infuus verwijderd. Bij Bijzonderheden zijn 2e en 3e opmerking aangepast ivm het toevoegen van Cernevit door de apotheek op maandag t/m vrijdag
01-05-2012 Afleveringsvorm: Flacon met in water en in vet oplosbare multi-vitaminen (met uitzondering van vitamine K) voor volwassenen en voor kinderen ouder dan 11 jaar, infuusconcentraat.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 656
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 657
Vitaminen, multi- (water oplosbaar)
Merknaam Soluvit N®
Afleveringsvorm Flacon 10 ml met in water oplosbare multi-vitaminen, infuusconcentraat
F.T.G. Vitaminen
Oplosmiddel Water voor injecties, glucose 5-50%, Vitintra®, Intralipid® 10%, 20%
Bereiden Los Soluvit N® op in 10 ml oplosmiddel.
Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in water voor injecties of glucose 5%, langzaam
Toedieningscategorie Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK
Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht bewaren en toedienen.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5-50%
Bijzonderheden - Soluvit N® bevat per flacon: natriumascorbaat 113 mg, foliumzuur 400 microg, nicotinamide 40 mg, thiamine-mononitraat 3,1 mg, riboflavine-natriumfosfaat 4,9 mg, pyridoxine-hydrochloride 4,9 mg, cyanocobalamine 5,0 microg, natriumpantothenaat 16,5 mg en biotine 60 microg.
Bevat glycine, natriumedetaat en methylparahydroxybenzoaat. - Dosering voor volwassenen 10 ml/dag. Neonaten 1 ml/kg/dag, max 10
ml/dag
Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties (tengevolge van thiamine).
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-08-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (water oplosbaar)'
Datum Wijziging
01-03-2002 Cernevit® verplaatst naar monografie ‘Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)’.
01-08-2006 Dosering voor neonaten 1 ml/kg/dag, max 10 ml/dag toegevoegd.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 658
Voriconazol
Merknaam VFend®
Afleveringsvorm Flacon met 200 mg voriconazol poeder voor infusievloeistof
F.T.G. Antimycotica
Oplosmiddel Water voor injecties
Bereiden Los 200 mg voriconazol op in 19 ml water voor injecties. De concentratie is 10 mg/ml
Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-500 ml infuusvloeistof tot een concentratie van 2-5 mg/ml, in 1-2 uur. De maximale infuussnelheid is 3 mg/kg/uur
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK
Houdbaarheid 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl/glucose, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Infuus
- natriumbicarbonaat
Bijzonderheden - Voriconazol mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over een lijn worden toegediend.
- Bevat sulfobutylether beta-cyclodextrine (SBECD). - Voriconazol mag niet als bolusinjectie worden toegediend.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, overgevoeligheid, blozen, misselijkheid, koorts, transpiratie, verhoogde hartslag, ademnood, tromboflebitis.
Bijwerkingen Koorts, hoofdpijn, abdominale pijn, hypotensie, misselijkheid, braken, diarree, trombocytopenie, anemie, leucopenie, pancytopenie, perpura, perifeer oedeem, duizeligheid, hallucinaties, verwardheid, angst, depressie, visusstoornissen. Vanwege aanwezigheid SBECD mag voriconazol i.v. maximaal 6 maanden worden gebruikt.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2003 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Voriconazol'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 659
Parenteralia W
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 660
Warfarine
Merknaam Warfarine
Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) warfarine-natrium
F.T.G. Anticoagulantia
Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden - Warfarine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
- Bevat ethanol en propyleenglycol. - Warfarine wordt op geleide van de stollingstijden gedoseerd. - De werking kan met vitamine K worden geantagoneerd. - Warfarine is een niveau 2 product.
Acute reacties Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen Hemorragie. Zelden: huidnecrose, haaruitval, koorts, maagdarmstoornissen.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Warfarine'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 661
Parenteralia Y
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 662
Parenteralia Z
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 663
Zidovudine
Merknaam Retrovir®
Afleveringsvorm Flacon met 20 ml zidovudine concentraat voor oplossing voor infusie (10 mg/ml)
F.T.G. Antiretrovirale middelen
Bereiden De aanbevolen dosis is 1 mg/kg of 2 mg/kg iedere 4 uur. De benodigde dosis dient toegevoegd te worden aan glucose 5%. De eindconcentratie dient ongeveer 2 mg/ml tot 4 mg/ml te zijn. Bereken het aantal ml concentraat dat nodig is en voeg dit toe aan een infuuszakje glucose 5%
Toedieningsroute Intraveneus: gedurende 1 uur
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK
Houdbaarheid De inhoud van de flacon is voor eenmalig gebruik. De bereide infusen zijn 24 uur houdbaar in de koelkast
Infuusvloeistoffen Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met Y-site
- vancomycine
Bijzonderheden - De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn
Bijwerkingen Anemie, neutropenie, leukopenie, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
braken, afwijkende leverfunctiewaarden
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-01-2012 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zidovudine'
Datum Wijziging
01-02-2014 Verenigbaar met Y-site: vancomycine.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 664
Zoledroninezuur
Merknaam Aclasta®
Afleveringsvorm Flacon met 5 mg = 100 ml (0,05 mg/ml) zoledroninezuur
F.T.G. Calciumregulerende middelen, bisfosfonaten
Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in minimaal 15 minuten
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK
Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 4°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Calciumbevattende infuusvloeistoffen
Bijzonderheden - Zoledroninezuur mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend - Het gebruik van zoledroninezuur is gecontraindiceerd bij een creatinine
klaring < 35 ml/min - Voorafgaand aan iedere toediening dient de creatinineklaring te worden
bepaald - Het wordt aanbevolen om patient voldoende calcium en vitamine D voor te
schrijven
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats
Bijwerkingen Koorts, myalgie, griepachtige symptomen, artralgie, hoofdpijn, hypocalciemie
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-04-2008 Laatste wijziging: 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zoledroninezuur'
Datum Wijziging
01-05-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - Het gebruik van zoledroninezuur is gecontraindiceerd bij een creatinine klaring < 35 ml/min. – Voorafgaand aan iedere toediening dient de creatinineklaring te worden bepaald. – Het wordt aanbevolen om patient voldoende calcium en vitamine D voor te schrijven.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 665
Zoutzuur
Merknaam HCl, waterstofchloride
Afleveringsvorm Flacon met 75 mmol = 500 ml (150 mmol/l, 0,15M) HCl
F.T.G. Aanzurende middelen
Toedieningsroute Intraveneus als infusie via een centrale lijn: onverdund met een snelheid van maximaal 0,2 mmol/kg/uur (voor een patient van 70 kg is dit dus ongeveer 100 ml/uur)
Toedieningscategorie Categorie B
Bekwaamheidsniveau Infusie: IC
Houdbaarheid Na aanprikken : 24 uur bij kamertemperatuur.
Bijzonderheden - Bevat 75 mmol waterstof (H) en 75 mmol chloride (Cl) per 500 ml. - Zoutzuur infuus mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend. - Zoutzuur infuus mag niet via een perifere lijn worden toegediend. - De bloedgassen en elektrolyten van de patient dienen zorgvuldig
gecontroleerd te worden tijdens toediening van zoutzuur infuus. - De infusievloeistof is hypotoon.
Acute reacties Irritatie, thromboflebitis, weefselnecrose. Bij te snelle infusie: hemolyse
Bijwerkingen (respiratoire) acidose
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 01-12-2003 Laatste wijziging: 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zoutzuur'
Datum Wijziging
01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 666
Zuclopentixol
Merknaam Cisordinol®, Cisordinol Depot®
Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 1 ml (200 mg/ml) zuclopentixoldecanoaat in olie (Cisordinol Depot®)
F.T.G. Antipsychotica
Toedieningsroute Intramusculair: diep spuiten
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden - Zuclopentixol mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen worden toegediend.
- De Depotinjectie bevat als oplosmiddel plantaardige olie (Viscoleo) - Maximale concentraties worden bereikt bij de gewone injectie na 2-6 uur
en bij de Depotinjectie na 1 week.
Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen Extrapiramidale effecten, convulsies, verergering van de depressie, sufheid, slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, opwinding en delirium (met name bij ouderen en kinderen), leverfunctiestoornissen, hyperprolactinemie. Ten gevolge van langdurig gebruik: gynaecomastie.
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Laatste wijziging: 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zuclopentixol'
Datum Wijziging
01-12-2007 Bij Afleveringsvorm: Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) zuclopentixol (als dihydrochloride) is uit de handel.
01-11-2010 Acutard uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 667
Zwavelhexafluoride
Merknaam Sonovue®
Afleveringsvorm Flacon met 25 mg poeder en 1 voorgevulde spuit met 5 ml natriumchloride 0,9%
F.T.G. Contrastmiddelen
Oplosmiddel 5 ml natriumchloride 0,9% in een voorgevulde spuit
Bereiden Via het septum van de flacon wordt 5 ml NaCl 0,9% toegevoegd aan de inhoud van de flacon. De flacon wordt vervolgens 20 seconden stevig geschud totdat het lyofilisaat volledig is opgelost. Na reconstitutie bevat 1 ml van de bereide suspensie 8 microliter zwavelhexafluoride in de microluchtbellen. Dit komt overeen met 45 microgram
Toedieningsroute Intraveneus als injectie
Toedieningscategorie Categorie A
Bekwaamheidsniveau Arts
Houdbaarheid 6 uur na reconstitutie
Bijzonderheden - De suspensie is na reconstitutie wit, ondoorzichtig en melkachtig. Wanneer dit niet het geval is moet het produkt weggegooid worden
Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp
Eerste versie: 01-05-2012 Laatste wijziging: geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zwavelhexafluoride'
Datum Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 668
Merknaam In de titel van de monografie staat de generieke naam van het geneesmiddel vermeld. Achter het kopje "merknaam" staan de merknaam en eventuele synoniemen van het geneesmiddel.
Afleveringsvorm Toedieningsvorm van het geneesmiddel, zoals het in de handel is, dan wel zoals het wordt bereid in de apotheek. Dit kan zijn in oplossing in een ampul, flacon, zak of (wegwerp)spuit dan wel in poedervorm in een flacon of ampul. De totale hoeveelheid en/of de concentratie van het geneesmiddel in de doseervorm worden vermeld. Indien het geneesmiddel in een bepaalde chemische verbinding aanwezig is, wordt dit eveneens vermeld.
F.T.G. Farmacotherapeutische groep, waartoe het geneesmiddel behoort. Hierbij is zoveel mogelijk de indeling van het Farmacotherapeutisch Kompas aangehouden.
Oplosmiddel Indien het geneesmiddel in poedervorm afgeleverd wordt, dient het preparaat eerst in een bepaald oplosmiddel te worden opgelost. In enkele gevallen wordt het oplosmiddel met het geneesmiddel bijgeleverd; dit wordt dan in de monografie aangegeven met de tekst: "(bijgeleverd)".
Bereiden De wijze waarop en de hoeveelheid waarin het geneesmiddel, indien van toepassing, opgelost moet worden. Tevens wordt de eindconcentratie vermeld. Transfernaalden om poeder voor injectie op te lossen, kunnen alleen worden gebruikt indien het oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% of NaCl/glucose is. Transfernaalden kunnen alleen worden gebruikt indien de gehele inhoud van de flacon of ampul dient te worden toegediend. Hiertoe dient eerst de transfernaald op het aanprikpunt van het infuus te worden gezet, vervolgens wordt met de andere kant van de naald de flacon met geneesmiddel aangeprikt. Door knijpen en zwenken wordt infuusvloeistof in de flacon gebracht en wordt het poeder opgelost; het opgeloste poeder wordt tenslotte via de naald in de infuusvloeistof gebracht.
Toedieningsroute De wijzen waarop het geneesmiddel kan worden toegediend. Indien het geneesmiddel in oplossing verder moet worden verdund, staat dit vermeld bij de betreffende toedieningswijze, waarbij de benodigde infuusvloeistof is aangegeven. De infuusvloeistoffen die de voorkeur hebben, zijn NaCl 0,9%, glucose 5% en de gebruikelijke combinatie NaCl met glucose, aangeduid als NaCl/glucose. Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd. Indien van toepassing is de duur van toediening van de geneesmiddeloplossing vermeld, zo nodig met een maximale toedieningssnelheid. In het algemeen wordt onder een kortlopend infuus verstaan in 15-30 minuten en onder een langlopend infuus 8-24 uur, tenzij een andere tijd is genoemd. Hierbij is uitgegaan van gebruikelijke doseerhoeveelheden. Als een geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus mag worden toegediend wordt voor het kortlopende infuus een hoeveelheid infuusvloeistof van 100 ml aanbevolen. Bij vochtbeperking kan het geneesmiddel eventueel aan 50 ml infuusvloeistof worden toegevoegd, maar de onnauwkeurigheid van de toegediende dosis is groter omdat er relatief meer lucht in de zakjes van 50 ml zit en meer residu achterblijft. Voor een aantal geneesmiddelen is een protocol opgenomen voor het bereiden van een oplossing in een spuitenpomp. Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden afgeweken. Bij de toedieningsroute wordt dan verwezen naar het protocol dat achteraan de monografie is opgenomen. Met uitzondering van de spuitenpompprotocollen, waar de gebruikelijke doseringen zijn vermeld, zijn in de monografieën geen doseringen opgenomen.
Toedieningscategorie Aan het geneesmiddel met de daarbij behorende toedieningswijze is een indicatiestelling voor het gebruik van infuus- en spuitenpompen toegekend. Er is uitgegaan van het Handboek "Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening" van het VU Ziekenhuis, opgesteld door de toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU ziekenhuis, vierde uitgave, 1997. Er is een indeling in vier categorieën gemaakt, respectievelijk A, B, C en D.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 669
Categorie A Middelen die met behulp van een injectiespuit rechtstreeks worden toegediend: intraveneus, intramusculair, subcutaan, intra-arterieel, intracardiaal etc.
Categorie B Middelen die met een handgestuurd infuussysteem, dus zonder pomp, mogen worden toegediend. Indien de situatie dit vereist (bijv. volumebeperking, heveleffecten) kan het nodig zijn om middelen uit deze groep toe te dienen door middel van een infuus- of spuitenpomp.
Categorie C Middelen die met behulp van een volume-gestuurde infuuspomp moeten worden toegediend.
Categorie D Middelen die uitsluitend door middel van een spuitenpomp mogen worden toegediend, omdat een continue toedieningssnelheid vereist is. Bij de keuze van parenteralia die onder categorie D vallen heeft met name een korte eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) en een smalle therapeutische breedte (verschil tussen therapeutische en toxische spiegel) een rol gespeeld. Een geneesmiddel kan in meerdere toedieningscategorieën ingedeeld zijn, bijvoorbeeld indien aanvankelijk een intraveneuze bolusinjectie als oplaaddosis gegeven wordt (categorie A) en vervolgens een onderhoudsdosering met behulp van een spuitenpomp wordt gegeven (categorie D).
Bekwaamheidsniveau Zie het onderwerp “Bekwaamheid van verpleegkundigen voor het parenteraal toedienen van geneesmiddelen” in de inleiding.
Houdbaarheid Er wordt in dit Handboek uitgegaan van de microbiologische houdbaarheid, tenzij deze langer is dan de chemische houdbaarheid. De maximale houdbaarheid voor het op de afdeling bereide geneesmiddel wordt in onverdunde en/of verdunde vorm vermeld. Tevens wordt de bewaartemperatuur vermeld. 20°C komt overeen met kamertemperatuur, 4°C met koelkast. Indien er onder "Toedieningscategorie" alleen categorie A staat vermeld, wordt er van uitgegaan dat de injectiespuit direct voor toedienen wordt bereid. Bij het item "Houdbaarheid" wordt dan verwezen naar de houdbaarheid van de flacon of ampul door middel van "Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking". De hieronder gegeven houdbaarheden zijn de maximale houdbaarheden:
Multidose flacon, injectieflacon na aanprikken Niet geconserveerd: - 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Geconserveerd: - 24 uur bij 20°C - 1 maand bij 4°C Wanneer het onduidelijk is of een geneesmiddel al dan niet is geconserveerd, kan men contact opnemen met de apotheek.
Spuit voor IV-toediening of spuitenpomp - 24 uur bij 20°C
Infusievloeistof flacon of zak na aanprikken - 24 uur bij 20°C
Insuline Niet aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 4°C, zie verpakking - 1 maand* bij 20°C
Aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 1 maand* bij 4°C of 20°C (Penfill pen niet in de koelkast bewaren!) * mits de op de verpakking vermelde houdbaarheid niet wordt overschreden
Aangebroken ampullen direct toedienen, niet houdbaar
Toediening via vol.infuuspomp Geen tekst
Infuusvloeistoffen
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 670
De hier vermelde infuusvloeistoffen kunnen gebruikt worden voor het verdunnen en toedienen van het geneesmiddel.
Verenigbaar met Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en chemisch verenigbaar zijn. Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen. Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen (on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus. Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is. Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening). Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden. Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt en het wel wenselijk is deze geneesmiddelen te combineren, wordt aangeraden een ziekenhuisapotheker te raadplegen. Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen. Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en chemisch verenigbaar zijn. Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen. Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen (on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus. Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is. Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening). Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden. Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt en het wel wenselijk is deze geneesmiddelen te combineren, wordt aangeraden een ziekenhuisapotheker te raadplegen. Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen. Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 671
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus)
Bijzonderheden Algemene opmerkingen die van belang kunnen zijn bij het bereiden of toedienen van het geneesmiddel. Bijvoorbeeld aanwezigheid van hulpstoffen, hoeveelheid natrium of kalium, pH van de oplossing.
Acute reacties De hier vermelde reacties kunnen tijdens of direct na de toediening van het geneesmiddel optreden, en zijn dus voor de verpleegkundige die het geneesmiddel toedient van groot belang.
Bijwerkingen Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen tijdens gebruik en ook op langere termijn optreden en zijn relatief onafhankelijk van de toedieningswijze. De belangrijkste bijwerkingen zijn hier vermeld.
Toedienen via spuitenpomp Voor het nauwkeurig toedienen van geneesmiddelen worden infusie- of spuitenpompen gebruikt. Voor de toediening van kleine volumina (200 ml/dag of minder, bij volwassenen) wordt vooral gebruik gemaakt van een spuitenpomp (perfusor). Er bestaan verschillende typen pompen voor specifieke toepassingen, zoals bijvoorbeeld voor continu epiduraal of spinaal toedienen van geneesmiddelen. In de pediatrie worden veel spuitenpompen ingezet; bij grotere kinderen komen ook infusiepompen in aanmerking. In het algemeen worden kortwerkende middelen via een perfusor toegediend (dopamine, heparine, insuline). Deze toediening wordt ook gebruikt bij stuurbare middelen zoals propofol, spierrelaxantia, opiaten en middelen die in een bepaalde tijd moeten inlopen, zoals cytostatica en totale parenterale voeding. In het Handboek zijn diverse schema’s opgenomen voor geneesmiddelen die altijd of vaak via een spuitenpomp worden toegediend. Bij neonaten en jonge kinderen worden in het algemeen spuitenpompen toegepast die gebruik maken van spuiten van 10-20 ml. In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alleen via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -. Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsredenen NIET worden afgeweken.
Toegangsweg Tekst volgt nog
Eigenschappen geneesmiddel Tekst volgt nog
Beheergegevens Verantwoordelijkheden De apotheek is verantwoordelijk voor de inhoud van de wijzigingen en voor het up-to-date houden van de handboeken op het intranet. De afdeling is ervoor verantwoordelijk dat er uitsluitend met de meest recente versies wordt gewerkt.
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 672
ref. 1
Dijkstra HH, Dessing-de Lang MLJ (red.). Repertorium Nederlandse associatie van de farmaceutische industrie Utrecht; 1998-1999
ref. 2
Trissel LA. Handbook on Injectable Drugs 10th Ed. American Society of Hospital Pharmacists; 1998
ref. 3
King JC. Guide to Parenteral Admixtures Pacemarq Inc. St. Louis; 1999
ref. 4
Informatorium Medicamentorum. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1999
ref. 5
Mc Envoy GK (red.) Drug Information:American Hospital Formulary Service. American Society of Hospital Pharmacists Bethesda; 1997
ref. 6
Kuy A vd (red.) Farmacotherapeutisch Kompas. Centrale Medische Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad Amstelveen, Ed. XIV; 1999
ref. 7
Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening. Toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU Ziekenhuis, vierde uitgave; 1997
ref. 8
Formularium der Nederlandse Apothekers. LNA Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1994
ref. 9
Reynolds EF (red.) Martindale The Extra Pharmacopoeia 30e Ed. The Pharmaceutical Press London; 1993
ref. 10
Gelman CR, Rumack BH (red.) DRUGDEX Information System Vol 81 Micromedex Inc. Denver; 1999
ref. 11
Iowa Drug Information Service System CD Rom 1985-1999
ref. 12
Cohen MR. Intraveneus use of haloperidol. Hosp Pharm 1987; 22:306-7
ref. 13
Butler HE, Moody HR. Hyoscine-N-butylbromide by intraveneus infusion. Med J Aust 1987; 147: 315-6 Salomone T. Effects of sympathomimetics isometheptene and anticholinergic hyoscine-n-butylbromide on glucose and insulin respons to oral glucose load. Curr ther research 1985; 37,4: 695-700
ref. 14
Lerhiatbundit S. Stability of quinine dihydrochloride in commonly used intraveneus solutions. J Clin Pharm Ther 1993; 18: 343-5
ref. 15
Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 673
Drug information rounds. Octreotide or vasopressin for bleeding of esophageal varices. Ann Pharmacotherapy 1997; 31: 237-8
ref. 16
Chiu MF, Schwartz ML. Visual compatibility of injectable drugs used in the intensive care unit. Am J Health-Syst Pharm 1997; 54: 64-5
ref. 17
Gura KM. Parenteral drug administration guidelines for the pediatric patient: one hospital's recommendations. Hosp Pharm 1993; 28: 221-3, 227-8, 239-42
ref. 18
Elmore RL e.a. Stability and compatibility of admixtures of intraveneus ciprofloxacin and selected drugs. Clinical Therapeutics 1996 (18); 2: 246-255
ref. 19
Klaus JR, Knodel LC, Kavanagh RE. Administration Guidelines for Parenteral Drug Therapy. Part II: Adult Patients (Review). Journal of Pharmacy Technology 5, July/August 1989; 153 179
ref. 20
Patel PR. Compatibility of meropenem with commonly used injectable drugs. Am J Health-Syst Pharm 1996; 53: 2853-5
ref. 21
Bos JM, van Loenen AC, Dekker GA. Farmacotherapie bij dreigende vroeggeboorte: hoe effectief zijn weeënremmers? Pharm Weekbl 1996 (131); 4: 1272-8
ref. 22
Berlin G, Brodin B, Hilden J, Mårtensson J. Acute dapsone intoxication: a case treated with continuous infusion of methylene blue, forced diuresis and plasma exchange. Clin Toxicol 1985; 22(6), 537-48
ref. 23
Cilissen J, van der Kuy P-HM, Hooymans PM. Fysische en chemische stabiliteit van een mengsel van prethcamide, aminofylline en prednisolon. Ziekenhuisfarmacie 1996 (12); 234-5
ref. 24
Mann HJ et al. Physical and chemical compatibility of drotrecogin alfa (activated) with 34 drugs during simulated Y-site administration. Am J Health-Syst Pharm 2004;61:2664-71
Noortje Swart Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Noortje Swart. Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft.
Agnes Veldkamp Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Agnes Veldkamp. Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft.