Handboek Alcohol en Werk:

121
Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007 2 Handboek Alcohol & Werk Een leidraad voor professionals. Uitgave NIGZ-Werk 2007 Woerden

Transcript of Handboek Alcohol en Werk:

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

2

Handboek Alcohol & Werk

Een leidraad voor professionals.

Uitgave NIGZ-Werk 2007 Woerden

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

3

Colofon

Handboek Alcohol en Werk Dit handboek is een uitgave van NIGZ Werk . Het is een weergave van een aantal jaar werken aan het thema Alcohol en Werk. Meerdere auteurs hebben een bijdrage geleverd. Het doel van dit handboek is om sleutelpersonen binnen bedrijven en instellingen te helpen bij het opzetten van een Alcoholbeleid en hen hulpmiddelen aan te reiken om functioneringsproblematiek bijtijds te signaleren. De vele vragen van leidinggevenden, arboprofessionals, P&O`ers over het omgaan met de ongewenste effecten van alcoholgebruik op het werk vormden de aanleiding om dit handboek te schrijven. Hiermee beschikt men over een werkwijze die in de praktijk vruchten heeft afgeworpen: op het moment dat een bedrijf kiest voor het opzetten van alcoholbeleid en dit bespreekbaar maakt is dit een positieve stap richting gezondheid bevordering. Zowel het NIGZ – Werk, als commerciële aanbieders van verslavingszorg of preventie afdelingen van de verslavingszorginstellingen kunnen daar waar nodig bedrijven verder ondersteunen met het in praktijk brengen van alcoholbeleid. Een actueel overzicht van aanbieders vindt u op de website www.alcoholinfo.nl; Dit handboek kon tot stand komen door de jarenlange financiering van projecten op het gebied van alcohol en werk door het Ministerie van VWS.

Auteur(s): Auteurs: Christel van Capelleveen Chris Grijns Redactie Marlène van den Camp

Uitgave:

Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), Woerden.

Uit deze uitgave mag vrijelijk worden geciteerd, mits met duidelijke bronvermelding.

Aan de informatie in dit handboek kunnen geen rechten worden ontleend. Het NIGZ neemt

geen verantwoordelijkheid voor de consequenties van het verkeerd gebruik van de geboden

informatie. Het NIGZ neemt bovendien geen verantwoordelijkheid voor andere versies van

documenten.

NIGZ Werk Postbus 500 3440 AM Woerden Telefoon 0348 43 76 80 Fax 0348 43 76 89 E-mail: [email protected] Internet www.gezondheidsmanagement.nl

NIGZ Woerden maart 2014.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

4

Inhoud pagina

Voorwoord ................................................................................................................................. 6

1. Inleiding ............................................................................................................................. 8

1.1 Waarom een alcoholbeleid? ....................................................................................... 8

1.2 Uitgangspunten en achtergrond informatie ................................................................ 8

1.3 Voordelen van gezondheidsbeleid op het werk ....................................................... 12

1.4 Een alternatief: bedrijfscode als kapstok voor alcoholbeleid ................................... 13

1.5 De opzet van dit handboek ....................................................................................... 15

2. Het stappenplan Alcohol en Werk ................................................................................ 17

2.1 Het model van zeven stappen ................................................................................... 17

2.1.1 Stap 1: Draagvlak creëren ................................................................................ 18

2.1.2 Stap 2: Structuren opzetten .............................................................................. 19

2.1.3 Stap 3: De uitgangssituatie vaststellen ............................................................. 20

2.1.4 Stap 4: Het ontwikkelen van een concept alcoholbeleidsplan ......................... 21

2.1.5 Stap 5: Het beleid uitvoeren ............................................................................. 28

2.1.6 Stap 6: Evalueren ............................................................................................. 29

2.1.7 Stap 7: Het beleid aanpassen en verankeren .................................................... 30

2.2 Voorbeeldbeleid Werk alcoholvrij: Alcoholbeleid van bedrijf X ............................ 31

3. De tools bij het opstellen van het beleid ...................................................................... 33

3.1 Tools bij Stap 1: Draagvlak creëren ......................................................................... 33

3.1.1 Factsheet De werking van alcohol.................................................................... 33

3.1.2 Checklist alcoholbeleid .................................................................................... 34

3.1.3 Ervaringen uit verschillende branches ............................................................. 35

3.1.4 FAQ’s: 22 vragen en antwoorden over alcohol en werk .................................. 36

3.1.5 Quiz over alcohol en werk ............................................................................... 40

3.2 Tools bij stap 2: Structuren opzetten ........................................................................ 42

3.2.1 Checklist voor communicatiemiddelen ............................................................ 42

3.3 Tools bij Stap 3: De uitgangssituatie vaststellen ...................................................... 43

3.3.1 Quick Scan werknemersbetrokkenheid: alcohol en werk ................................ 43

3.4 Tools bij Stap 4: Het ontwikkelen van een concept alcoholbeleidsplan…………...44

3.4.1 Voorbeeld van regels die een bedrijf zou kunnen instellen.............................. 44

3.4.2 Tips voor het opstellen van een alcoholbeleid ................................................ 45

3.4.3 Voorbeeld Behandelingscontract: 3-partijencontract ....................................... 45

3.5 Tools bij Stap 5: Een plan uitvoeren ........................................................................ 47

3.5.1 Factsheet De werking van alcohol (zie stap 1) ................................................. 47

3.5.2 Factsheet Wat wel en niet te doen met de vrijdagmiddagborrel?..................... 47

3.5.3 Achtergrondinformatie over promillages, blaastest en alcohol in het

verkeer ............................................................................................................. 49

3.5.4 Checklist vaststellen van drinkpatroon ............................................................ 53

3.5.5 Checklist veranderen van drinkpatroon ............................................................ 54

3.5.6 Aandacht voor Alcohol, drugs en medicijnen .................................................. 55

3.5.7 Diaoverzicht waarom aandacht voor alcohol, drugs en medicijnen ................. 56

3.5.8 Hulpverleningsinstellingen actief op het gebied van alcohol per provincie .... 67

3.5.1 Tools bij Stap 6: Evalueren .............................................................................. 80

4. Activiteiten en producten ............................................................................................... 86

4.1 Voorlichtingsactiviteiten en materiaal ..................................................................... 86

4.2 Bedrijfsspecifieke communicatie ............................................................................. 86

4.3 Advies en begeleiding .............................................................................................. 87

4.4 Artikelen alcohol en werk ........................................................................................ 87

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

5

4.5 Blaastest ................................................................................................................... 87

4.6 Voorlichtingsbijeenkomsten ..................................................................................... 87

4.7 Informatieposters en quiz ......................................................................................... 87

4.8 Krant Fris en fit op het werk .................................................................................... 89

4.9 Scholing .................................................................................................................... 89

4.9.1 Scholing ‘De onzichtbare bijrijder’ .................................................................. 89

4.9.2 Scholing voor arbo-professionals ..................................................................... 90

4.9.3 Scholing ‘alcohol en verkeer’ voor bedrijven .................................................. 90

4.9.4 Training voor leidinggevenden ........................................................................ 90

4.9.5 Workshop 1: Alcohol en werk, effecten en signaleringen ............................... 90

4. 9.6 Workshop 2: Omgaan met verslaving .............................................................. 90

4.9.7 Workshop 3: Instructie verantwoord alcohol schenken en gebruiken ............. 90

4.10 Achtergrondinformatie Medicijnen en Werk informatie voor werknemer en

werkgever ............................................................................................................. 90

5. Praktijkvoorbeelden alcoholbeleid diverse sectoren ................................................... 92

5.1 Business case Terminal X te Rotterdam .................................................................. 92

5.2 Uitvoeringsregeling ADM-beleid Museum X .......................................................... 93

5.3 ADM-beleid gemeente V ......................................................................................... 99

5.4 Opzet alcoholbeleid van grote slijterijketen door afdeling P & O ......................... 106

5.5 Brandweerwerk en Alcohol: “dat kun je niet maken” ............................................ 107

5.6 Concept alcoholbeleid van gezondheidszorginstelling XX ………………….109

6. Literatuur en links ....................................................................................................... 111 Bijlagen Bijlage 1: Een alternatieve aanpak: alcoholbeleid invoeren via bedrijfsconvenanten Bijlage 2: Voorlichtingsmateriaal Bijlage 3: Jurisprudentie: de juridische aspecten op een rijtje

Testimonial “De bouw. Zagen, timmeren, constructiewerk. Met beide benen op de grond of hoog op de steiger. Zwaar werk in weer en wind. Ook op mijn collega’s moet ik kunnen bouwen. Een fout van hen kan voor mij fataal zijn. Daarom ben ik blij dat mijn baas de veiligheid altijd scherp in de gaten houdt. Een goed alcoholbeleid staat bij hem hoog in het vaandel. Zo weet ik zeker dat ik op mijn collega’s kan vertrouwen en er op mijn werk geen gekke dingen gebeuren.” Fred de Korte, bouwvakker

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

6

Voorwoord Voor u ligt het handboek Alcohol en Werk. In dit handboek zijn ervaringen uit de praktijk verwerkt. Hierbij is het zevenstappen plan, de systematische stappencyclus bij het invoeren van beleid gebruikt. Dit handboek wilt u raadplegen omdat u geïnteresseerd bent geraakt in het onderwerp. Wellicht heeft u globale ideeën voor uw bedrijf en wilt u deze wat specifieker gaan vormgeven. Misschien bent u op het terrein nog niet bekend, maar wilt u meer weten over Alcohol en Werk in relatie tot Alcoholbeleid. Dit handboek heeft dan ook als doel:

A) Een beeld te geven van alcoholbeleid en het belang ervan;

B) Uw organisatie ideeën aan te reiken om stapsgewijs alcoholbeleid in gang te zetten;

C) Instrumenten aan te reiken die bij uw organisatie passen.

Met dit handboek willen wij u handvatten aanreiken om bewust te worden van de noodzaak van alcoholbeleid, hoe u dit in uw bedrijf kunt vormgeven of verder kunt uitwerken. In het eerste gedeelte van dit handboek wordt een indruk gegeven van het waarom en de noodzaak van alcoholbeleid in een bedrijf. We gaan in op de voordelen die het kan opleveren. Alternatieven voor het invoeren alcoholbeleid worden benoemd aan de hand van een concreet voorbeeld. Vervolgens zullen we wat meer de diepte in gaan door aan de hand van het stappenplan alcoholbeleid systematisch in gang te zetten. De voorbeelden illustreren het invoeren van alcoholbeleid, variërend van hoe draagvlak te creëren bij medewerkers tot het verankeren ervan. Uit de aangeboden tools kunt u een keuze maken voor uw bedrijf.

NIGZ Werk , maar ook de afdeling preventie van een aantal verslavingszorginstellingen kunnen een rol spelen bij het implementeren en uitvoeren van alcoholbeleid binnen uw organisatie. U vindt adressen van de hulpverleningsinstellingen bij u in de buurt die actief zijn op het gebied van alcohol en waar u terecht kunt voor advies of begeleiding.

U kunt via de Helpdesk van het NIGZ een kennismakingsgesprek aanvragen. Adviseurs van het NIGZ of de verslavingszorginstelling komen langs om de werkwijze nader toe te lichten. Tijdens dit gesprek krijgt u handreikingen voor de manier waarop het bedrijf ADM-beleid (alcohol, drugs en medicijnen) zou kunnen vormgeven. Tevens wordt er een korte analyse van de organisatie gemaakt en kan er, naar aanleiding van het oriënterend gesprek, een offerte worden gemaakt. Mocht u hierin geïnteresseerd zijn, dan kunt u contact opnemen met: de Helpdesk Alcoholinfolijn 0900- 500 20 21 (10 cent per minuut).

De ondersteuning kan bestaan uit:

Het telefonisch beantwoorden van uw vragen

Het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst voor werknemer en leidinggevenden

Het adviseren over voorlichtingsmateriaal in de vorm van bijvoorbeeld folders of brochures.

Tips voor websites

Advies over het alcoholbeleid in uw eigen bedrijf ( of eventueel Alcohol-, Drugs-, en Medicijnbeleid)

Diverse internet tests of enige vorm van hulpverlening via het internet

Trainingen voor werknemers en leidinggevenden

Begeleiding bij het opzetten van alcoholbeleid binnen uw bedrijf

Voor advies en alcoholbeleid: NIGZ Werk Postbus 500 3440 AM Woerden Telefoon 0348 43 76 80 Fax 0348 43 76 89 E-mail: [email protected] Internet www.gezondheidsmanagement.nl Voor publieksvragen over alcohol en alcoholgebruik: NIGZ/AVP Alcohol Infolijn 0900 500 20 21 (10 cent per minuut)

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

7

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

8

1. Inleiding

1.1 Waarom een alcoholbeleid?

Het in 2006 verschenen RIVM rapport “Gezond Verstand” meldt dat er jaarlijks minimaal 810 duizend volwassenen met alcoholmisbruik of –afhankelijkheid zijn. En dat de totale zorgkosten van alcoholmisbruik en -afhankelijkheid jaarlijks ruim 356 miljoen euro bedraagt. Om nog maar niet te spreken van de ruim 1 miljard euro aan kosten als gevolg van ziekteverzuim. Het aantal arbeidsongeschikten als gevolg van alcoholmisbruik en -afhankelijkheid was in 2002 zo’n 4 duizend. Er is sprake van een omvangrijk maatschappelijk probleem. En in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt blijkt dat een grote groep volwassenen met drankproblemen gewoon deelneemt aan het arbeidsproces. Een bedrijf zal er niet om heen kunnen dat aandacht voor de relatie alcohol en arbeid van belang is. Een bedrijf kan om tal van redenen aandacht aan alcohol besteden. Soms is een incident met alcohol de aanleiding, in andere gevallen zijn het problemen die aan de oppervlakte komen via het verzuimbeleid, het preventief medisch onderzoek (PMO), (voorheen Periodiek Arbeidsgeneeskundig Onderzoek (PAGO)) of door een (bijna) ongeval waarbij drank in het spel was. Niet altijd zijn concrete problemen de opmaat voor een alcoholbeleid: steeds vaker vinden directies dat aandacht voor alcohol past bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf, de zorg voor de gezondheid van de werknemers en de kwaliteit van het werk. In dat geval zal het alcoholbeleid eerder deel uitmaken van het kwaliteits- of gezondheidsbeleid. Ligt in de probleemgerichte benadering de nadruk op het terugdringen van de verslavingsproblemen, het gezondheidsbeleid is met name gericht op het bevorderen van gezond functioneren en het voorkomen van negatieve effecten van drank op het werk. Door vernieuwing van de Arbeidsomstandighedenwet (kortweg Arbowet) zijn alcohol, drugs en medicijnen onderdeel geworden van de verplichte Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) binnen bedrijven. In de praktijk blijkt dat niet elk bedrijf zich hier van bewust is. Wat de aanleiding voor een beleid ook mag zijn en wie ook het initiatief neemt, een belangrijk uitgangspunt daarbij is: werkelijke en blijvende veranderingen kunnen alleen tot stand komen wanneer het bedrijf en de sleutelpersonen in dat bedrijf hun volledige steun en medewerking geven. Een tweede voorwaarde is dat de condities aanwezig zijn voor een projectmatige start en uitvoering ervan.

1

1.2 Uitgangspunten en achtergrond informatie

Het NIGZ heeft de werkwijze van Alcon en Trindenborgh consult getoetst en in de praktijk aangepast en hierbij nu ook beschreven. De volgende uitgangspunten bij het formuleren van alcoholbeleid worden gehanteerd: 1. de “ILO code of Practice on management of alcohol and drugs related problems”

• Bedrijfsprogramma/bedrijfsbeleid moet zich richten op het gezond functioneren van de werknemer en de reductie van alcohol en drugs gerelateerde effecten op het werk

• Alcohol en drugs probleem moet als elk ander gezondheids of functioneringsprobleem behandeld worden

• Niet het aantal consumpties, maar het disfunctioneren is de invalshoek van het beleid; • Sociale partners in het bedrijf moeten samen beleid tot stand brengen • Beleid moet voor zowel management als werknemers gelden

1 Werkboek Spirit. Het bedrijfsalcoholbeleid: ontwikkeling, diagnose, uitvoering en continuïteit. Alcon, 1995.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

9

• Maatregelen bij voorkeur integreren in gezondheidsprogramma’s • Werkgever waarborgt vertrouwelijkheid van informatie alcohol en drugsproblematiek • Testen alleen onder strikte voorwaarden, voorkeur voor bevorderen bespreekbaarheid

problematiek. • Alcoholbeleid beoogt het ontstaan van alcoholproblemen te voorkomen en is ook gericht op

voegsignalering en behandeling van probleemdrinker. • Behoud van werk belangrijke motivatie om herstel alcohol probleem te bevorderen. • Werknemers met een alcoholprobleem dienen dezelfde rechtspositionele bescherming te

hebben als anderen • Werkgever heeft bevoegdheid om sancties op te leggen bij disfunctioneren, maar voorkeur

wordt gegeven aan advisering, behandeling en rehabilitatie boven disciplinaire maatregelen • Kennis en deskundigheid zijn onmisbare elementen van een effectief beleid; • Aan de opstelling van het beleidsplan gaat een grondige analyse van de situatie vooraf; • Alcoholbeleid steunt op vier pijlers: voorlichting en scholing, begeleiding en hulp, regels,

toezicht en sancties; • De bedrijfscultuur is medebepalend voor de toon en inhoud van het beleid; • Gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk zijn de uitgangspunten voor het alcoholbeleid; • Nederlandse wet- en regelgeving verplichten noch verbieden alcoholbeleid, wel stimuleren

een aantal wetten de aandacht van bedrijven voor de gevolgen van alcoholproblemen. 2. De richtlijnen (alcohol en werk) van Ministerie van SZW 1996 . Deze richtlijn spreekt van een goed alcoholbeleid dat bestaat uit vier pijlers: I Preventie: regels, communicatie van de regels, voorlichting en scholing II Begeleiding: herkennen van het probleem, en hulp bieden III Correctie: toezicht en sancties IV Evaluatie. Het NIGZ heeft deze pijlers vertaald naar de praktijk als I Regels II Sancties III Voorlichting/scholing over de relatie alcohol en werk en communicatie over de regels IV Begeleiding, herkennen van het probleem, en hulp bieden Deze richtlijn dient systematisch te worden ingevoerd doormiddel van een Zevenstappenplan : Stap 1: Draagvlak creëren Stap 2: Structuren opzetten Stap 3: De uitgangssituatie vaststellen Stap 4: Het ontwikkelen van een concept alcoholbeleidsplan en een communicatieplan. Stap 5: Een plan uitvoeren Stap 6: Evalueren Stap 7: Het beleid aanpassen en verankeren Dit stappenplan kan desgewenst in vereenvoudigde vorm doorlopen worden. Dan is er sprake van: Ontwikkelen beleid Planning Uitvoering Evaluatie

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

10

Achtergrond informatie Cijfers De meest actuele cijfers over de relatie alcohol en werk zijn beschreven in het onderzoek van het IVO in 2003. Menig bedrijf onderschat het alcoholgebruik op het werk. Alcohol is in onze maatschappij immers een geaccepteerd genotmiddel: ongeveer 80% van de bevolking boven de 15 jaar drinkt wel eens alcohol. Op het werk is alcohol bij éénderde van de bedrijven beschikbaar. Door 4,2% van de werknemers wordt voor en op het werk alcohol gedronken. En dan hebben we het nog niet gehad over de werknemers die gezellig samen na werktijd wat drinken, bijvoorbeeld op de vrijdagmiddagborrel. Afhankelijk van de bedrijfstak heeft elk bedrijf gemiddeld 21 procent overmatige ( of excessieve) drinkers. Van hen drinken de mannen minstens twintig glazen alcohol per week of zes glazen op een avond in de week. Voor vrouwen ligt dit aantal lager, namelijk veertien glazen per week of vier op een avond. Deze overmatige drinkers zullen mentaal disfunctioneren als zij op het werk nog onder invloed zijn van het drinken in privé tijd. Het blijkt dat zo’n 5% van de beroepsbevolking een probleem heeft met drank, waardoor het functioneren op het werk negatief wordt beïnvloed. De probleemdrinker kan moeilijk van de drank afblijven en consumeert ook op niet geaccepteerde momenten. Deze probleemdrinkers verzuimen tot 6 keer meer dan andere werknemers en hebben meer kans betrokken te raken bij een bedrijfsongeval. Door hoger verzuim en lagere productiviteit kost een werknemer met een alcoholprobleem het bedrijf tot 1,5% van de bruto loonsom. Alle reden dus voor alcoholbeleid op het werk.

Facts & Figures alcohol en werk ( 2003)

11% van de beroepsbevolking is geheelonthouder, 21% excessief drinker, 5% probleemdrinker

Binnen elementair beroepsniveau zijn het meeste excessieve en probleemdrinkers

Excessief en probleemdrinken hangen vaker samen met sociale en persoonlijke factoren dan met werkfactoren

Excessief en probleemdrinken hangt samen met positieve houding leiding en collega’s en waargenomen onveiligheid

Alcoholgebruik voor, tijdens en aansluitend aan werk maakt 4% uit van de totale alcoholconsumptie (in horeca 11%)

Bij 10% van de bedrijven is alcohol te koop, bij 33% beschikbaar

33% van de bedrijven heeft een wekelijkse bedrijfsborrel zoals de vrijdagmiddagborrel

Regelmatig drinken op het werk bevordert alcoholinname in de privé-situatie

48% van de werknemers denkt dat er geen regels zijn op of rond het werk over alcoholgebruik

6% werknemers denkt dat de baas drinken op het werk toestaat

Werknemers die thuis overmatig drinken zijn risicogroep voor ongevallen

Probleemdrinkers zijn 2-4 keer zo vaak bij een arbeidsongeval betrokken (maar ook vaak: geheelonthouders)

Er zijn te weinig gegevens over ongevallen (geen test, registratie, taboe)

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

11

Cijfers in Europa Nederlanders van 15 jaar en ouder consumeren gemiddeld iets meer dan 10 liter pure alcohol per jaar. Worden geheelonthouders buiten beschouwing gelaten, dan loopt de consumptie op tot meer dan 12 liter per drinker. Dat is gelijk aan 485 halve liters bier (5%), 135 flessen wijn (0,75 liter, 12%) of 43 kruiken gedistilleerd (0,7 liter, 40%). Ofwel: gemiddeld is het ruim anderhalf maal het niveau van 2 glazen per dag dat volgens artsen niet in strijd is met een gezonde levensstijl. Er wordt in Nederland nog wat minder gedronken dan in België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Als het gaat om specifieke groepen is het beeld voor Nederland echter minder rooskleurig. Een op de vijf gebruikers van alcohol in ons land 'drinkt teveel'. Het percentage zware drinkers is in Nederland een van de hoogste van de onderzochte landen, namelijk 14,2% van alle drinkers. Daarbovenop is 5,5% van de drinkers alcoholverslaafd. Dat laatste betekent dat het aantal alcoholverslaafden even groot is als de bevolking van Amsterdam. Ook zijn er in Nederland relatief veel jongeren die drinken, en dan ook nog vaak grote hoeveelheden op één dag. Dat begint al vroeg. Iets meer dan de helft van alle 15-jarigen drinkt al minimaal éénmaal per week.

Drankmisbruik in EU hoge kostenpost voor een bedrijf

Drankmisbruik kost veel geld. In Europa bestaan de economische kosten voor 66 mld euro uit directe kosten voor gezondheidszorg, politie, justitie, beschadiging van eigendommen en verkeersschade, plus 59 mld productieverliezen: verzuim, werkloosheid, voortijdig overlijden. De totale economische kosten zijn vier maal zo hoog als de totale opbrengst van alcoholaccijnzen in de EU-lidstaten. Naast deze economische schade zorgt alcohol voor nog veel meer immateriële schade. Jaarlijks komen ongeveer 10 000 voetgangers, passagiers of niet-drinkende chauffeurs om het leven door automobilisten met een stuk in de kraag. Ook leidt alcoholmisbruik tot mishandeling van kinderen en partners, gezondheidsproblemen, criminaliteit etc.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

12

Oorzaken De oorzaak van overmatig drankgebruik bij werknemers en het mogelijke disfunctioneren daardoor ligt zowel in persoonlijke factoren, werkomstandigheden (bijvoorbeeld eentonig werk, ploegendienst, geringe controle) als in de beschikbaarheid van alcohol tijdens het werk of in het bedrijf. Daarnaast speelt de maatschappelijke acceptatie van alcoholgebruik een rol. Werknemer en werkgever zijn zihc weinig bewust van het feit dat alcoholgebruik inde privé situatie door kan werken op werkprestaties. Deze effecten zijn ook niet altijd even zichtbaar: concentratieverlies bijvoorbeeld, hoeft niet in elke werksoort tot ernstige consequenties te lijden. Effect van alcoholbeleid In Nederland voeren steeds meer bedrijven en organisaties alcoholbeleid. Naar schatting heeft momenteel 4% à 33% van de bedrijven een alcoholbeleid. Echter, bij de meeste bedrijven staat dit beleid niet op papier. Het gesprek over overmatig alcoholgebruik is op het werk taboe. Toch heeft alcoholconsumptie in de privé-sfeer effect op de werkprestatie en is de kans op bedrijfsongevallen groter. Door het invoeren van een alcoholbeleid en dit consequent te handhaven en te communiceren kan de veiligheid en kwaliteit van het werk verbeter worden en de productiviteit verhoogd worden. Alcoholbeleid maakt het voor leidinggevenden makkelijker om op dezelfde manier te reageren. Op lange termijn wordt de sfeer op de afdeling verbeterd en de gezondheid van de werknemers bevorderd, waardoor het ziekteverzuim verlaagd wordt. Maar bovenal geeft een bedrijf met een duidelijk alcoholbeleid aan zich verantwoordelijk te voelen voor het welzijn van de werknemer. Aanpak Alcohol, medicijn en drugsbeleid wordt vaak in één adem genoemd. Dat komt omdat de signalen van middelengebruik op elkaar lijken: de concentratie en het beoordelingsvermogen nemen bijvoorbeeld af. Effectief alcohol-, medicijn- en drugsbeleid bestaat uit dezelfde vier elementen: regels, sancties, voorlichting en begeleiding. Een goed ADM beleid schept duidelijkheid en biedt bescherming aan werknemer en werkgever. Communicatie Het alcohol beleid kan alleen slagen wanneer de medewerkers zich erbij betrokken voelen. De praktijk is vaak zo dat alcoholbeleid op een namiddag wordt geformuleerd of wordt overgedragen aan stagiaires. Maar communicatie over het ADM-beleid is van groot belang. Deze bereikt het meeste effect als deze plaatsvindt volgens een logische opbouw en een duidelijke tijdsplanning. Daarnaast worden bij voorkeur alle bestaande communicatiekanalen in het bedrijf (het personeelsblad, werkoverleg enzovoorts.) zoveel mogelijk benut.

1.3 Voordelen van gezondheidsbeleid op het werk

Gezondheidsbeleid legt de nadruk op het gezond functioneren van de werknemer. Het kan bovendien bevorderd worden door bijvoorbeeld in het bedrijf op een positieve manier om te gaan met stress: in plaats van een vrijdagmiddagborrel kan ook een beweeg activiteit of een health-check worden ingevoerd. Alcohol schenken bij feesten en partijen, mits goed geregeld, bijvoorbeeld in het alcoholbeleid past goed in gezondheidsbeleid.

2

Voor werknemers zijn de volgende voordelen: Een betere gezondheid, ook op latere leeftijd; een beter gevoel van welbevinden; meer plezier in het werk; een betere stressbestendigheid; een betere werksfeer; minder verzuim en ongevallen; minder ziektekosten.

2 Bouwen aan gezond werken. Centrum GBW, 2001

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

13

Voor werkgevers gelden de volgende voordelen: Minder verzuim en ongevallen; minder ziektekosten; betere arbeidsprestaties; een betere werksfeer; een betere kwaliteit van de productie en dienstverlening; een beter imago van het bedrijf of instelling; minder verloop van personeel; bij investering GBW (gezondheidsbevordering op het werk) meer baten dan kosten. . Specifieke voordelen van alcoholbeleid: Maatschappelijke verantwoordelijkheid: de herstelkansen bij probleemdrinkers met werk zijn

groter, dus er wordt minder een beroep gedaan op het sociaal verzekeringsstelsel. Bedrijfsbelang: een gezonde werknemer werkt met meer plezier, heeft minder ongevallen en

ziekteverzuim. Minder letselschade. Begeleiding aanbieden is goedkoper dan outplacement en WIA.

Het imago naar klanten is van belang. Geen dranklucht bij receptioniste etc. Belang van de individuele werknemer: het merendeel van probleemdrinker hoort tot de

beroepsbevolking, werk maakt groot deel uit van het leven en de sociale omgeving op het werk kan stimulerend zijn om tot alcoholmatting te komen. Beleid geeft rechtsbescherming;

Belang van de verkeersdeelnemer: voorkomen ongevallen en letsel.

1.4 Een alternatief: bedrijfscode als kapstok voor alcoholbeleid

Het komt voor dat alcoholbeleid niet in het kader van gezondheidsbeleid wordt opgenomen, maar in het kader van de bedrijfscode. Op een ronde tafelgesprek in 2005 besprak het NIGZ deze opties met een aantal vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Een toelichting van de heer M. Kaptein, hoogleraar Integriteitsmanagement Erasmus Universiteit, Rotterdam en senior adviseur Ethics & Integrity Consulting KPMG, Amstelveen. “De bedrijfscode lijkt misschien een (te) brede insteek voor dit onderwerp. Maar het kan een waardevolle kapstok zijn voor het voeren van een alcoholbeleid binnen een organisatie. Alcoholgebruik- en misbruik hebben een aantal overeenkomsten met andere vraagstukken die op de werkvloer spelen. Die vraagstukken kunnen met behulp van een bedrijfscode in samenhang met elkaar aangepakt worden. Het maken van (vroegtijdige) afspraken binnen een bedrijf is nogal complex en gaat gepaard met dilemma's waar je een antwoord op moet zien te vinden. Een risico is dat je schijnzekerheid creëert: je legt de boel 'droog' terwijl alcoholgebruik ondergronds gewoon doorgaat”. De bedrijfscode Iedere organisatie heeft wel een soort code: manieren van doen, normen en waarden en praktijken die men als normaal aanvaart. In de praktijk bestaat er een grote variatie in dit soort codes en praktijken, afhankelijk van de beroepsgroep en het type organisatie. De code is af te lezen uit het gedrag van (de werknemers van) een organisatie. Steeds vaker vindt men dit niet toereikend en zet een bedrijf een bedrijfscode op schrift. Tweederde van de 250 grootste bedrijven in Nederland heeft tegenwoordig een bedrijfscode, waarin onderwerpen als ethiek, integriteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen staan. De omvang varieert van een A-4’tje tot tegen de honderd pagina's. Steeds meer (grote) bedrijven publiceren sinds de jaren tachtig ook een maatschappelijk jaarverslag. Een bedrijfscode bestaat uit een aantal lagen (zie onderstaand schema). In een bedrijfscode kan over één of meer van deze lagen iets worden vastgelegd (kernwaarden: value statement; normen en regels: code of conduct). Steeds vaker verschijnen aparte regelingen over een onderliggende laag: het aannemen van geschenken, gebruik e-mail e.d. Ook een alcoholbeleid kan vanuit één van deze lagen worden gedefinieerd (bijvoorbeeld vanuit missie, kernwaarden, verantwoordelijkheden). Voordeel hiervan is dat alcoholgebruik niet sec geregeld of besproken hoeft te worden.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

14

Onderwerpen in bedrijfscodes De onderstaande onderwerpen worden het vaakst vastgelegd in bedrijfscodes:

Giften

Corruptie

Omgangsvormen

Discriminatie

Veiligheid

Milieu Met name bij de onderwerpen veiligheid en milieu ligt een relatie met alcoholgebruik. Deelcodes gaan bijvoorbeeld in op specifieke onderwerpen als internetgebruik en misbruik van voorkennis en vertrouwelijke informatie. Het onderwerp alcohol is niet in de analyse opgenomen. Uit ander onderzoek blijkt dat 17% van de grootse bedrijven in de wereld in hun bedrijfscode aandacht heeft voor alcohol en/of drugs. Het gaat hier met name om Amerikaanse bedrijven in transport en chemie. Onder invloed van internationalisering is in veel bedrijfscodes de invloed van Amerikaanse wetgeving en jurisprudentie zichtbaar. Vaak overigens omdat men zich juridisch wil indekken tegen eventuele schadeclaims en niet omdat er een echt alcoholbeleid aan ten grondslag ligt. Een voorbeeld uit de bedrijfscode van VNU: Use of Alcohol and Drugs VNU is committed to a drug-free workplace. The misuse of drugs (both legal and illegal) and alcohol while on company premises or while conducting VNU business interferes with a safe and healthy work environment and is prohibited. VNU prohibits the use, possession, distribution, transfer, or sale of illegal drugs on its premises, in its vehicles, or while conducting VNU business. No employee may conduct business or represent VNU while under the influence of drugs, alcohol or other substances.

Missie

Kernwaarden

Verantwoordelijkheden

Normen en regels

Geschenken

Informatie

Privacy

Inkoop

Middelen

ICT

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

15

Wat is een bedrijfscode? Een bedrijfscode zegt waar je als bedrijf voor staat en brengt samenhang aan tussen verschillende aspecten. Voor medewerkers is het een kompas voor gedrag als ze aan druk of verleidingen worden blootgesteld. Een code maakt het voor medewerkers ook mogelijk elkaar aan te spreken, en maakt het hen mogelijk de directie of leidinggevenden aan te spreken en vice versa. Een code is ook een instrument om met elkaar (management en medewerkers) de discussie aan te gaan: tegen welke vraagstukken lopen we aan en hoe gaan we daarmee om? Discussie hierover creëert draagvlak bij medewerkers. Bedrijfscode en alcoholbeleid Alcoholbeleid als onderdeel van de bedrijfscode biedt een aantal mogelijkheden:

Het maakt het mogelijk het onderwerp te benaderen vanuit de primaire verantwoordelijkheden van het bedrijf: zorg voor klanten, milieu, veiligheid, gezondheid. Vanuit missie en verantwoordelijkheden ontstaan concrete regels.

Het kan onderdeel uitmaken van de rechten en plichten van werkgever en werknemer.

Op zoek gaan naar de dilemma’s kan bouwstenen aanreiken voor een code (bijvoorbeeld zijn zakenlunches, congressen e.d. al dan niet werktijd?).

Samenhang tussen vraagstukken wordt zichtbaar. Alcohol staat meestal niet op zichzelf: relatie met fraude, stress. De organisatie zelf speelt er ook een rol in, bijvoorbeeld door (te) hoge targets te stellen.

Een code bevordert het zelfreinigend vermogen van een organisatie: een klimaat van bespreken en aanspreken wordt erdoor mogelijk.

Oog voor codeondergravende factoren: wat zet medewerkers aan tot (bijvoorbeeld) alcoholgebruik?

De bedrijfscode is mogelijk een algemene, brede insteek voor een alcoholbeleid vanuit het gemeenschappelijk belang van de medewerkers van een organisatie. Met name voor de grotere bedrijven lijkt dit een goede insteek.

1.5 De opzet van dit handboek

Het handboek Alcohol en Werk is als volgt opgezet:

Het stappenplan Alcohol en Werk

De tools en hulpmiddelen bij het opstellen van het beleid ( bijlagen)

De activiteiten en producten

Meer informatie Het stappenplan Alcohol en Werk U krijgt een uitgebreide beschrijving hoe u een leefstijlthema als alcohol in uw arbeidsomgeving om kunt zetten in beleid. Het is uiteraard geen precieze blauwdruk voor uw organisatie of instelling. De diverse keuzes die gemaakt kunnen worden hangen af van de omstandigheden, mogelijkheden en beperkingen in uw organisatie. Deze beschrijving biedt de mogelijkheid een alcoholbeleid planmatig, structureel, efficiënt en effectief op te zetten. Het is beter nieuw beleid planmatig aan te pakken. Dat kunt u gemakkelijk doen met dit model van zeven stappen. De tools en hulpmiddelen In dit deel treft u checklisten, vragen & antwoorden en factsheets die nodig zijn bij het beleidsvormingsproces. De activiteiten en producten Hierin komt aan de orde welke activiteiten u op het gebied van Alcohol en Werk kunt implementeren in uw organisatie. Aan de hand van deze informatie krijgt u een globaal beeld van te ondernemen acties. In de bijlagen worden concrete producten en activiteiten opgesomd aangevuld met overzichten van brochures en folders, adressen en overige nuttige gegevens om een alcoholbeleid op te zetten

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

16

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

17

2. Het stappenplan Alcohol en Werk

2.1 Het model van zeven stappen

Bij het invoeren van beleid is het nodig om systematisch te werk te gaan. Een valkuil is namelijk dat het alcoholbeleid veel weerstand oproept en werknemers niet bereid zijn zich er aan te houden. Op basis van literatuur is een zeven stappen model ontwikkeld dat het meest kans heeft op het naleven van het beleid. Het belangrijkste is een stapsgewijze, planmatige aanpak. Voor een succesvol verloop van de activiteiten rondom alcohol & werk hanteert het NIGZ Werk de volgende zeven stappen. Dit wil niet zeggen dat deze stappen altijd in chronologische volgorde moeten worden uitgewerkt. In de praktijk komt het bijvoorbeeld voor dat door eerst aandacht te besteden aan stap 3 er langzamerhand meer draagvlak wordt opgebouwd. Stap 1 Waarom aandacht voor alcohol op het werk? Het creëren van een draagvlak voor een alcoholbeleid Stap 2 Hoe pakt u het aan? Het opzetten van structuren voor het stimuleren van een alcoholbeleid Stap 3 Wat is het belang? Hoe is de gezondheidssituatie en wat zijn aandachtspunten? Stap 4 Wat moet er gebeuren? Het ontwikkelen van een plan Stap 5 De start van de activiteiten Het uitvoeren van het plan Stap 6 Zijn de doelen bereikt? Het evalueren van het alcoholbeleid Stap 7 Het vasthouden van de aandacht. Eén actie is nog geen gezondheidsbeleid Het aanpassen en verankeren van het plan Deze stappen kunt u gebruiken als leidraad bij het invoeren van een alcoholbeleid. Bij iedere stap vindt u enige achtergrondinformatie over de specifieke stap. Op de volgende pagina’s worden de zeven stappen uitgebreider omschreven. Een PDF van het zevenstappen plan “sterke drank, zwak werk:” is te downloaden via de website www.alcoholinfo.nl.

Het is aan te bevelen om alcoholbeleid te koppelen aan een reeds bestaande beleidscyclus zoals die van arbobeleid of kwaliteitsbeleid.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

18

2.1.1 Stap 1: Draagvlak creëren

Het creëren van draagvlak voor een alcoholbeleid in een bedrijf

In de eerste stap probeert u alcohol op de directie agenda te krijgen. U kunt beginnen met het peilen van de meningen in uw directe omgeving. Met informatiemateriaal en onderzoeksresultaten, sprekende voorbeelden en al bekende bedrijfsgezondheidsgegevens kunt u het onderwerp alcohol aan de orde stellen en zo draagvlak creëren. Door uit te zoeken welk beleid en welke activiteiten ter verbetering van de gezondheid van werknemers er al bestaan in het bedrijf en daarbij aan te sluiten, kan het gemakkelijker zijn om steun voor het opzetten van een alcoholbeleid te krijgen. Indien er een Ondernemingsraad (OR) in uw organisatie aanwezig is kan deze in deze stap haar initiatiefrecht doen gelden. Zij kan het alcoholbeleid in een OR-vergadering aan de orde stellen en het onderwerp inbrengen in het bedrijf. Indien anderen in het bedrijf het initiatief nemen om het alcoholbeleid op de agenda te krijgen, kan de OR haar recht op informatie en overleg gebruiken en haar instemmingsrecht. Het is belangrijk om instemming en ondersteuning voor het opzetten en invoeren van een alcoholbeleid te krijgen van zoveel mogelijk afdelingen en belangrijke personen in het bedrijf. Instemming en ondersteuning vanuit het management is echter noodzakelijk. Zij moet niet alleen ‘goedkeuring’ geven, maar uiteindelijk ook geld en tijd beschikbaar stellen. In financieel moeilijkere tijden kan het management wel eens onwillig zijn om middelen in het alcoholbeleid te steken. Het is belangrijk om dan te benadrukken dat de voordelen van een alcoholbeleid groter zijn dan de kosten voor het opstellen en invoeren van zo’n beleid. Bovendien kunnen er ook activiteiten uitgevoerd worden die weinig kosten, maar wel effectief zijn. Tegenkrachten Management en andere belangrijke personen in het bedrijf kunnen weerstand hebben tegen het opzetten van een alcoholbeleid. Zij kunnen bijvoorbeeld het nut van een alcoholbeleid niet inzien, zich niet betrokken voelen of angstig zijn voor de consequenties van het alcoholbeleid (vooral als men zelf een gewoonte heeft van drinken op het werk, bijvoorbeeld in het geval van het bezegelen van contracten). Goede en heldere communicatie is onontbeerlijk om bij mensen met weerstand toch draagvlak te creëren. Het probleem moet duidelijk geschetst en de noodzaak voor het nieuwe beleid goed uitgelegd worden. Ook moeten de voordelen van een alcoholbeleid benadrukt worden. Men moet het gevoel krijgen dat er bij het opstellen van het alcoholbeleid rekening gehouden wordt met de eigen wensen en behoeften. Als het moeilijk is voldoende ondersteuning te krijgen kan deze eerste stap lang duren. Het is vaak een kwestie van volhouden en goede kennis van en inzicht in het bedrijf om draagvlak voor een alcoholbeleid van de grond te krijgen. En: wie weet is de bedrijfscode een betere insteek? Acties:

Zoek uit welke gezondheidsbevorderende activiteiten al bestaan in het bedrijf, waarbij het alcoholbeleid kan aansluiten.

Activiteiten om gezondheid van werknemers te screenen? Interventies om de gezondheid van werknemers te verbeteren? Bestaan er commissies gericht op de gezondheid van het personeel? Bestaat er een gezondheidsbeleid in het bedrijf? Is er budget beschikbaar voor aan gezondheid gerelateerde activiteiten? Is er een bedrijfscode. Of behoefte hieraan?

Zoek uit welke personen belangrijk zijn voor het alcoholbeleid? Wie moeten het alcoholbeleid ondersteunen (werknemers, topmanagement, middenkader,

HRM/P&O, Arbodienst, Arbocoördinator, vakbond enzovoorts)? Waarom moeten zij het ondersteunen (is in hun voordeel, zij betalen ervoor, zij zijn

tegenstanders, ze zijn verantwoordelijk op dat gebied, ze hebben de macht om het proces te beïnvloeden enzovoorts)?

Zorg voor instemming en betrokkenheid bij het opzetten en invoeren van een alcoholbeleid bij deze belangrijke personen.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

19

2.1.2 Stap 2: Structuren opzetten

Het opzetten van structuren voor het stimuleren van een alcoholbeleid Bestaat er in voldoende mate draagvlak voor een alcoholbeleid, dan is de volgende stap te bepalen wie betrokken moeten worden bij het opzetten en invoeren van het alcoholbeleid. Het bouwen van een projectstructuur is aan te bevelen voor het opzetten van het alcoholbeleid. Hoe steviger de structuur, hoe makkelijker de volgende stappen zullen verlopen en hoe groter het effect kan zijn. Een goed begin is immers het halve werk! Een goede oplossing is het samenstellen van een betrokken en enthousiaste werkgroep, die toestemming heeft voor het opzetten en invoeren van het alcoholbeleid. In deze werkgroep moeten vertegenwoordigers uit de meest betrokken geledingen van het bedrijf deelnemen (denk aan OR-VGW/M commissie, afdelingshoofden, Arbocoördinator, afdeling communicatie, afdeling P&O, het management en de cateraar), alsook mensen met enige deskundigheid op het gebied van gezondheid en het opzetten van gezondheidsbevorderende projecten (bijvoorbeeld de Arbodienst). Zo’n werkgroep heeft veel voordelen. De inbreng van veel afdelingen van het bedrijf is gewaarborgd, wat de kwaliteit van het nieuwe beleid ten goede komt en het draagvlak binnen het bedrijf vergroot. Omdat er een speciale werkgroep is die zich gedurende een langere periode met dit onderwerp bezighoudt, is de kans klein dat het onderwerp van de agenda verdwijnt voordat er een goed beleid tot stand is gekomen. Om iedereen in het bedrijf te informeren over de ontwikkeling van het alcoholbeleid, moet de werkgroep over communicatiekanalen zoals een nieuwsblad, intranetberichten, informatiebulletins bij loonstrookjes enzovoorts beschikken. Probeer hierbij zoveel mogelijk aan te haken bij de al bestaande communicatiestructuren van de organisatie. Daarnaast is het belangrijk dat de werkgroep rapporteert naar alle belangrijke personen in het bedrijf. Omdat draagvlak een belangrijk begrip is bij het opzetten en implementeren van een alcoholbeleid, en dit gedurende het gehele proces van belang blijft, is het belangrijk om als OR betrokken te zijn en te blijven bij het alcoholbeleid. Dit kan bijvoorbeeld door een vertegenwoordiger van de OR (of VGW/M commissie) zitting te laten nemen in de werkgroep voor het alcoholbeleid. Op deze manier kan de OR

direct haar toetsingsrecht, instemmingsrecht en recht op informatie doen gelden.

Acties:

Richt een werkgroep op. Wie komt er in de werkgroep? Wat is de opdracht van de werkgroep? Aan wie rapporteert de werkgroep?

Stel communicatiekanalen voor de werkgroep en het project vast. Identificeer al bestaande communicatiekanalen (bv. bedrijfsblad, prikborden, werkoverleggen). Met welke doelgroepen moet gecommuniceerd worden? Welke boodschappen moeten verspreidt worden? Via welke kanalen ontvangt de werkgroep feedback over het project?

Geef bekendheid aan de voornemens om een alcoholbeleid op te stellen. Gebruik de geïdentificeerde communicatiekanalen.

Testimonial “We doen hier riskant werk. Veiligheid en verantwoordelijkheid staan altijd in de schijnwerpers. We laten dan ook helemaal niets aan het toeval over. Het bedrijf is toch verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Als Arbocoördinator weet ik dat we volgens de Arbowet moeten stilstaan bij een goed doordacht alcoholbeleid. Ik moet er ook niet aan denken wat er hier allemaal kan misgaan wanneer iemand onder invloed van alcohol is. Daarom is het belangrijk de spelregels rond alcoholgebruik duidelijk op papier te zetten. En wees nou eerlijk, eigenlijk is het voor een bedrijf als het onze een absolute voorwaarde om zo’n beleid in huis te hebben.” Nel Schonekamp, Arbocoördinator bij een petrochemisch bedrijf

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

20

Stel leden van de werkgroep voor in het bedrijfsblad. Stimuleer discussie over alcohol en werk, bijvoorbeeld met leaflets, posters of een

informatiewandje. Geef informatie over de oorzaken, signalen en gevolgen van alcoholgebruik voor de

gezondheid en het werk. Rapporteer naar strategisch, financieel en personeelsmanagement.

2.1.3 Stap 3: De uitgangssituatie vaststellen

Hoe is de gezondheidssituatie en wat zijn aandachtspunten? Het inventariseren van het alcoholgebruik en de gevolgen hiervan voor het werk is van groot belang voor het ontwikkelen van een alcoholbeleid wat gedragen wordt door de hele organisatie. Een goede inventarisatie schept op veel punten helderheid:

Hoeveel mensen drinken regelmatig alcohol? Hoeveel, op welk tijdstip?

Welke werknemers verzuimen relatief vaak en van wie bestaat de indruk dat dit veroorzaakt wordt door overmatig alcoholgebruik.

Hoeveel mensen hebben gezondheidsproblemen door alcoholgebruik?

Hoeveel steun is er voor bepaalde oplossingen?

Hoe groot is de behoefte aan informatie over alcoholgebruik en de invloed hiervan op het werk en de gezondheid?

Hoeveel werknemers willen minder alcohol drinken en zouden daarbij graag steun krijgen van het bedrijf?

Van wie en waar in het bedrijf is de meeste weerstand te verwachten? U kunt deze gegevens verzamelen door het analyseren van al aanwezige gegevens uit bijvoorbeeld de RI&E, PMO en de bedrijfsspreekuren. De R I & E vragenlijst kan bijvoorbeeld worden uitgebreid met de vraag: “bent u bang dat u wel eens betrokken zou kunnen raken bij een bedrijfsongeval?” ( een positief antwoord op deze vraag wordt vaker gegeven door overmatige drinkers, dit geeft een heel grove indicatie van de problematiek in uw bedrijf. Als nulmeting is deze vraag geschikt, dan dient in de evaluatie de zelfde vraag herhaald te worden). De meest geschikte wijze om ‘nieuwe’ gegevens op tafel te krijgen is vaak een enquête. Dit levert niet alleen belangrijke gegevens op, het geeft werknemers tevens de gelegenheid hun mening, wensen en behoeften te uiten en het vergroot meestal het draagvlak voor het alcoholbeleid. Het nieuwe beleid is dan immers gebaseerd op gegevens die werknemers zelf hebben aangedragen. Op basis van deze gegevens kunnen in een later stadium doelen en doelgroepen geselecteerd worden. Het succes van deze fase hangt van een aantal factoren af, maar vooral de medewerking van werknemers is van groot belang. Daarvoor is het belangrijk de werknemers te informeren over het doel en het waarom van het alcoholbeleid en hoe werknemers ervan kunnen profiteren. Daarnaast is ook vertrouwelijkheid en eventueel anonimiteit belangrijk. Door dit te garanderen zijn werknemers eerder geneigd de juiste informatie te verschaffen en zijn de data dus betrouwbaarder. Er zijn een aantal signalen die wijzen op mogelijke alcoholproblemen bij medewerkers:

een frequenter ziekteverzuim (o.a. het maandagmorgen-ziekteverzuim) en andere vormen van afwezigheid of te laat komen met vage excuses,

een gebrek aan concentratievermogen; het werken kost meer moeite, instructies worden vergeten en moeite met complexe taken,

vaker betrokken bij (bijna) ongevallen en ongelukjes,

een lagere kwaliteit van het werk; een onregelmatig productiepatroon, een lagere efficiëntie, klachten van klanten, materiaalverspilling,

verstoorde relaties met collega’s; emotionele reacties op klachten of opmerkingen, ontlopen van chef en controle,

uiterlijke kenmerken; dranklucht, zichtbaar onder invloed, trillende handen, opgeblazen gezicht, onverzorgd uiterlijk,

meldingen van derden (familie, vrienden, veroordelingen in samenhang met alcoholgebruik).

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

21

Acties:

Verzamelen van al aanwezige gegevens (uit bijvoorbeeld RI&E, PMO, bedrijfsspreekuren). Verzamelen van nieuwe gegevens over problemen en behoeften van werknemers (bv. via

vragenlijsten). Nagaan in hoeverre risicofactoren, risicoberoepen en signalen een rol in uw bedrijf spelen. Maak een schets van de bestaande alcoholcultuur in uw organisatie (Wat zijn de regels en

gewoonten voor beschikbaarheid van alcohol op het werk? Wat zijn de disciplinaire maatregelen/correctieve mogelijkheden? Wat zijn de bestaande afspraken over signalering, doorverwijzing en begeleiding door hulpverleners? Vindt er zo nu en dan een evaluatie plaats of de regels inzake alcoholgebruik op het werk werken?)

Analyse van alle verkregen data en stellen van prioriteiten m.b.t. het te ontwikkelen alcoholbeleid. Rapportage en feedback van de conclusies aan belangrijke personen en werknemers (via

bijvoorbeeld het bedrijfsblad, de interne mail, of de muurkrant). Informeer werknemers over verdere ontwikkeling alcoholbeleid.

2.1.4 Stap 4: Het ontwikkelen van een alcoholbeleidsplan.

Een voorbeeld: ‘De Hoogovens’ was één van de eerste ondernemingen in Nederland die begonnen

met het voeren van een strikt alcoholbeleid. De reden hiervoor was de aard van de werkzaamheden;

bekend is dat zwaar werk in een warme en stoffige omgeving gemakkelijk leidt tot een klimaat waarin

bier als dorstlesser en afleiding wordt gebruikt. Daar waar bedrijven het probleem zelf onder ogen

zagen, was het niet zo moeilijk om aan het onderwerp alcohol aandacht te besteden. Lastiger was het

wanneer bedrijven er niets van wilden weten, werknemers niet wilden dat hun baas zich met hun privé-

zaken zou gaan bemoeien en personeelsfunctionarissen of bedrijfsartsen zich liever beperkten tot de

behandeling van individuele gevallen (van der Stel, 1997)’.

Het ontwikkelen van een alcoholbeleid Op basis van de conclusies uit stap 3 kunnen de uitgangspunten, doelen en doelgroepen voor het nieuwe alcoholbeleid vastgesteld worden. De basis pijlers van een alcoholbeidsplan bestaan uit: 1 Huisregels ( preventie) 2 Voorlichting en scholing ( preventie) 3 Begeleiding van werknemers met functioneringsprobleem 4 Sancties (correctie) 1. Huisregels Regels vormen weliswaar de basis van het alcoholbeleid, maar zijn niet de essentie. Een beleid van louter regels, niet gedragen door de medewerkers, blijft een papieren beleid en zal op den duur zijn uitwerking missen. Grijp dus niet te snel naar het wapen van de verbodsbepaling. Kleine ingrepen in de structuur van bedrijfsevenementen, of het aanbieden van alternatieven kunnen veel irritaties voorkomen. Natuurlijk zijn en blijven regels een belangrijk onderdeel van het beleid, maar bij voorkeur als formele uitdrukking van een aantal informeel geaccepteerde en nageleefde afspraken. Idealiter bevat het beleid heldere regels over:

Gebruik van alcohol voorafgaand aan of tijdens werktijd; een voor de hand liggende maatregel is het eenvoudigweg verbieden van het gebruik en de beschikbaarheid van alcohol. Artikel 78 van het ARAR is daarvan een voorbeeld. Voor de particuliere sector kunnen de spelregels zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten, in bedrijfsreglementen, in interne circulaires of voortvloeien uit de gezagsbevoegdheid van de werkgever (artikel 1639b BW). Ook de artikelen 4 en 12 van de Arbowet bieden aanknopingspunten. Hierin zijn de verplichtingen van de werkgever en de werknemer aangegeven om veilige werkomstandigheden te creëren en te behouden. Let wel: verbodsbepalingen zijn tamelijk simpel te ontwikkelen. Grotere obstakels liggen in de controle erop.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

22

Controle op het bezit van alcoholhoudende dranken; Onderzoek in het bureau, de tas of kleding van een medewerker is op grond van diens privacy-recht (artikel 10 Grondwet) niet zonder meer toegestaan. Aan elke inbreuk op het privacy-recht moet een gedegen rechtvaardiging ten grondslag liggen. Voor een onderzoek dient daarom een redelijk vermoeden van schuld te bestaan. Daarnaast moet in een bedrijf bekend zijn wie de bevoegdheid heeft of toekomt om een dergelijk onderzoek uit te voeren en is de toestemming van de medewerker vereist. Verder moet het onderzoek zo discreet plaatsvinden, dat de privacy van de medewerker optimaal beschermd is. Tenslotte gelden de volgende juridische principes:

Het onderzoek is geschikt om het beoogde doel te bereiken (relevantie)

Het onderzoek staat in redelijke verhouding tot het achterliggende belang (proportionaliteit)

Van de beschikbare methoden is het onderzoek het minst vergaande middel om het doel te bereiken (subsidiariteit).

Controle op het gebruik van alcohol; Artikel 1639p meldt de mogelijkheid van ontslag op staande voet van degene die zich “ondanks herhaalde waarschuwingen overgeeft aan dronkenschap”. Wanneer de risico’s van alcoholgebruik voor bepaalde functies aanleiding geven tot een verbod, dan is het redelijk dat de werkgever de bevoegdheid heeft in algemene zin een controlebeleid te voeren als onderdeel van het alcoholbeleid. Testen in de vorm van ademanalyse en bloed- en urineonderzoek kan daarvan deel uitmaken. In Nederland is van routinematig testen van grote groepen werknemers of van steekproefsgewijze testen (nog) geen sprake. En ook dan is vrijwilligheid van de medewerker een voorwaarde. Controle op (langdurig) alcoholgebruik kan in individuele gevallen deel uitmaken van een aanstellingskeuring of periodiek medisch onderzoek, bijvoorbeeld als nalatigheid ernstige consequenties kunnen hebben voor de veiligheid en gezondheid in het bedrijf en van derden. In feite is onderzoek in beginsel slechts in twee gevallen geoorloofd: indien er een wettelijke grondslag voor onvrijwillig onderzoek bestaat, zoals in de Wegenverkeerswet, de Scheepvaartswet en de Luchtvaartwet, of mét vooraf, in vrijwilligheid gegeven, toestemming van de betrokken werknemer. Ook dan zijn de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit van kracht. In de praktijk wordt de blaastest wel aangeboden aan werknemers waarvan een vermoeden bestaat dat zij onder invloed van drank verkeren om zich vrij te pleiten van dit vermoeden.

Alcoholgebruik tijdens feestelijke bijeenkomsten; deze regels variëren tussen het stimuleren van alcoholvrije dranken tot het simpelweg verbieden van elk alcoholgebruik. U kunt denken aan:

Beperken van het aantal alcoholconsumpties per persoon.

Gratis verstrekken van alcoholvrije dranken.

Alleen bij recepties na werktijd alcohol schenken.

Alleen alcoholvrije dranken serveren, de alcoholhoudende dranken laten afhalen.

Inzetten van een taxi/busdienst voor vervoer naar huis.

2. Voorlichting, scholing en communicatie Communicatie is essentieel voor het welslagen van het beleid. - Ten eerste is het belangrijk dat de regels en procedures met betrekking tot alcohol bekend raken bij de medewerkers. Dat bevordert het draagvlak voor het alcoholbeleid. - Daarnaast kan door voorlichting een aantal zaken positief worden beïnvloed, zoals de bestaande alcoholcultuur in het bedrijf en de sociale norm omtrent drinken onder werktijd. - Ten derde kan voorlichting bijdragen aan de bewustwording van het individuele drinkgedrag en aan de feitelijke kennis over alcohol. Communicatie is niet alleen belangrijk wanneer het beleidsplan klaar is. Gedurende het gehele ontwikkelingsproces speelt communicatie een rol van betekenis. In het algemeen geldt dat voorlichting het meest effectief is wanneer dezelfde boodschap op verschillende manieren wordt herhaald. Het gebruik van verschillende methoden en middelen is daarom aanbevolen: massamediaal, individuele benadering, groepsdiscussie, schriftelijk materiaal en voorlichting over alcohol geïntegreerd in andere activiteiten. De ‘tone of voice’ is positief. Niet alle alcoholgebruik leidt immers tot problemen.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

23

Mogelijkheden van voorlichting

Discussie in werkoverleg.

Groepsvoorlichting: iedereen kan bereikt worden, maar verplichte deelname kan weerstand oproepen.

Lunchbijeenkomsten: tijdens de middagpauze voorlichting geven. Door de informele opzet doen alleen geïnteresseerden mee, dus slechts een beperkte groep wordt bereikt.

Workshop voor sleutelpersonen: management, personeelsfunctionarissen, leidinggevenden en leden van de ondernemingsraad zijn sleutelfiguren bij het ontwikkelen van een alcoholbeleid. In een workshop kunnen zij hun inzicht vergroten in het doel en de betekenis van het beleid, en hun eigen rol daarin.

Gesprek met bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werker: zodat zij bereid zijn met medewerkers op een vrijblijvende wijze te praten over alcoholgebruik en –problemen.

Artikelen in personeelsblad: vrijwel alle medewerkers worden op een eenvoudige en goedkope wijze bereikt.

Foldermateriaal

Informatiemap met achtergrondinformatie, adressenmateriaal en geschikt voorlichtingsmateriaal.

Posters/tentoonstelling om op te hangen in de algemene ruimten.

Kennistesten: korte testen, bijvoorbeeld vragenlijsten of een quiz inzetten bijvoorbeeld om mensen zich bewust te laten worden van het type drinker dat ze zelf zijn.

Bijeenkomst organiseren met stellingen en video over de effecten van alcohol *

Actieweek: bundelt de voorlichtingsactiviteiten in een bepaalde periode en op een bepaalde plaats.

Welke discussiepunten kan voorlichting oproepen? Een aantal voorbeelden uit de praktijk:

Aandacht voor het spanningsveld tussen werk en privé ‘Ik ben toch zelf verantwoordelijk voor wat ik drink, daar heeft de baas niets mee te maken.’

Alcoholbeleid ‘moet’ in het kader van integriteit een maatschappelijke verantwoordelijkheid! ‘Foute declaraties en de hele dag op het werk internetten voor privé-gebruik moeten net zo goed aangepakt worden als een drankkegel.’

De discussie alcohol en werk moet gekoppeld worden aan het thema stress en werk. ‘Er is grote prestatiedruk, dan mogen we toch wel gezellig doen op de bedrijfsborrel?’

Invalshoek: de gezondheid en veiligheid. ‘De meeste drinkers werken gewoon en hebben meer kans op ongevallen en verzuim, dus dit moet vroeg gesignaleerd worden.’

Testimonial : ( uit het dagblad Cobouw voor de Bouw) “Bouwbedrijven die een poging doen om alcoholgebruik aan de kaak te stellen zijn volgens de arbofunctionaris op één hand te tellen. Bij één van deze ondernemingen, een bouwtoeleveringsbedrijf, is hij twee weken geleden gestart met een workshop. De directeurvond de schade aan het wagenpark hoog, hij rook drank bij werknemers en de drankdeclaraties van zijn vertegenwoordigers liepen op. Hij schakelde de Arbodienst in: “Met het bedrag van de drankdeclaraties kon hij kelders vullen. Zijn vertegenwoordigers onderhandelen met de fles op tafel. Eén van deze mannen vertrouwde me toe dat hij geen zaken in de bouw kan doen zonder drank.” 3. Begeleiding bij alcoholproblemen. De belangrijkste stap bij het terugdringen van alcoholproblemen is het zorgdragen voor een zo vroeg mogelijke herkenning. Wordt iemand tijdig op zijn gedrag aangesproken, dan is het alcoholgebruik mogelijk nog tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, zeker als nog geen sprake is van afhankelijkheid.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

24

Signalen van problematisch alcoholgebruik

De medewerker verschijnt onder invloed op het werk.

Hij/zij ruikt naar drank.

Ongelukjes vinden plaats zonder aanwijsbare verklaring.

Een veroordeling voor rijden onder invloed.

Verzuim zonder duidelijke reden.

Verslechtering van de relatie met collega’s.

Moeilijkheden in het gezin of met relatie(s).

Financiële problemen.

Psychische klachten (angsten, neerslachtigheid, slapeloosheid).

Lichamelijke klachten (maagklachten, vermoeidheid, concentratie- en geheugenstoornissen, overgewicht).

Klachten of commentaar uit de directe omgeving.

Drinkers lopen meestal niet te koop met hun alcoholprobleem. Ook als ze in feite al in hun probleem zijn vastgelopen, rekenen ze zich tegen beter weten in nog tot de doorsnee gebruiker. Zelden zullen ze uit eigen initiatief toegeven het drankgebruik niet meer in de hand te hebben. De naaste omgeving vangt meestal de eerste signalen van overmatig alcoholgebruik op. Op het werk zullen dat de collega’s en direct-leidinggevenden zijn. De collega’s Al zijn de directe collega’s meestal als eersten op de hoogte van iemands alcoholprobleem, zij zullen het niet zo snel aan een leidinggevende melden. Er komt echter een moment dat ook voor hen de maat vol is, veelal in een (te) laat stadium. Het knelpunt is: wie wil zijn/haar collega afvallen? Heldere procedures en een beleid waarin het zwaartepunt ligt op hulp in plaats van op sancties kunnen dat bezwaar ondervangen.

Hoe kunt u een rol spelen bij de aanpak van een alcoholprobleem van een collega?

Praat nooit over drankgebruik met iemand die onder invloed is.

Vermijd welles-nietes discussies.

Kaart problemen zo vroeg mogelijk aan.

Stel grenzen, houdt u daar aan.

Gebruik geen loze argumenten en dreigementen.

Praat over de overlast die het drinken van de ander u bezorgt.

Los geen problemen voor de drinker op.

Benadruk de positieve kanten van de drinker.

Twijfel niet aan uzelf. Het alcoholprobleem moet vooral door de drinker worden opgelost. U bent niet het probleem.

Durf ook met anderen over de problemen te praten.

De leidinggevende De direct-leidinggevende, die belast is met het toezicht op zijn medewerkers, vangt meestal de eerste signalen op van slechter functioneren. Hij kan dan een gesprek voeren met de betreffende medewerker op grond van diens verslechterd functioneren en de vermoedelijke rol van alcohol daarin. In het gesprek dient ook bezorgdheid tot uiting te komen en de betrokkenheid van het bedrijf met de medewerker. Het bedrijf is bereid hulp te bieden. De leidinggevende maakt met de medewerker afspraken over de punten waarop het functioneren binnen een bepaalde periode beter moet zijn. De medewerker krijgt de waarschuwing dat disciplinaire maatregelen onvermijdelijk zijn als hij de afspraken niet nakomt. Hierna wordt een tweede afspraak gemaakt. De resultaten van dit en van elk volgend gesprek worden schriftelijk vastgelegd. Indien op langere termijn geen verbetering zichtbaar is, zal het bedrijf een grens moeten vaststellen. Na een voldoende aantal gesprekken en waarschuwingen moeten zwaardere sancties ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. De veiligheidsfunctionaris De veiligheidsfunctionaris zal bij de analyse van een (bijna)ongeval rekening moeten houden met de mogelijkheid van (overmatig) alcoholgebruik.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

25

Personeelsfunctionaris De personeelsfunctionaris ondersteunt de leidinggevende in de te volgen procedure. Hij is geen hulpverlener, maar heeft een voornamelijk adviserende rol. Het is mogelijk dat een medewerker, na een eerste gesprek met zijn directe chef, begeleiding van de personeelsfunctionaris krijgt. Deze wijst de medewerker op de mogelijkheden van externe hulp. De bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werker Beiden kunnen, ieder vanuit het eigen beroep, na een medisch onderzoek of in een persoonlijk gesprek het vermoeden van overmatig alcoholgebruik ter sprake brengen. De klachten van de cliënt kunnen in verband worden gebracht met alcoholgebruik, bijvoorbeeld door de volgende vragen:

Heeft u er wel eens aan gedacht dat uw klachten kunnen samenhangen met alcoholgebruik?

Bij mensen die dezelfde klachten hebben als u, blijken deze klachten vaak verband te houden met het gebruik van alcohol. Hoe staat het met uw alcoholgebruik?

Ook kunnen op indirecte wijze vragen over alcohol deel zijn van een gesprek met de cliënt over zijn of haar leefstijl. De bedrijfsarts kan aangeven dat de gezondheidsklachten verschillende oorzaken kunnen hebben, waaronder overmatig alcoholgebruik. In dit gesprek komen ook allerlei andere leefgewoonten aan bod, zoals werk, vrijetijdsbesteding, lichaamsbeweging, roken, eetgewoonten etc. Als de bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werker uit dit gesprek de indruk krijgt dat drankgebruik samenhangt met de toestand van zijn cliënt, dan kunnen deze vermoedens onder andere worden bevestigd door gebruik van de CAGE-test (zie 2.2). Bloed- en urineonderzoek zijn aanvullende middelen en kunnen alcoholgebruik bevestigen. Een positief resultaat zegt echter niet alles over duur en mate van het voorafgaande gebruik. Voor het uitvoeren van een onderzoek heeft de arts de toestemming nodig van de medewerker. Deze moet in vrijheid zijn gegeven. Het beroepsgeheim van de bedrijfsarts geeft diens vertrouwenspositie voor de werknemers reliëf.

Testimonial “Verzuim, vermoeidheid, maagklachten en concentratieproblemen. Kampt een werknemer op een spreekuur met deze klachten, gaat er bij mij direct een belletje rinkelen. Ze kunnen namelijk te maken hebben met overmatig alcoholgebruik. Als ik dat bij iemand constateer, is het probleem vaak diepgeworteld. Advies op maat is dan een uitkomst, het liefst zo vroeg mogelijk. Het zou daarom goed zijn als men binnen het bedrijf signalen van verminderd functioneren eerder herkent. De kans is dan veel groter om iemand met succes de helpende hand te bieden. En dan loop je als organisatie niet steeds achter de feiten aan.” Anton de Jong, bedrijfsarts voor een havenbedrijf

Doorverwijzen Soms is professionele hulp van buitenaf gewenst. Als het bedrijf een medewerker naar een externe instelling verwijst, dan is doorlopend contact over het verloop van de behandeling zinvol. Zowel de medewerker als de werkgever is hierbij gebaat. De medewerker heeft belang bij het perspectief dat de werkgever hem na de behandeling biedt. En ook is hij afhankelijk van de faciliteiten voor verlof en vergoeding van de behandelingskosten. De werkgever zal vragen hebben over de kansen van de behandeling. Voorts zal hij vanuit zakelijk oogpunt geïnteresseerd zijn in de duur van de behandeling en de consequenties voor het functioneren van zijn medewerker in die periode en in de toekomst. Terugkeer en terugval Behoud van werk is een belangrijk uitgangspunt van het beleid. Dat betekent dat medewerkers na behandeling weer in het bedrijf kunnen terugkeren. Daarmee is niet gezegd dat men altijd weer op dezelfde werkplek terecht komt. Veiligheidsoverwegingen kunnen dat belemmeren. In principe dient het bedrijf een gelijkwaardige functie aan te bieden. Terugval tijdens of na de behandeling is niet altijd te vermijden. In plaats van een verwijtende of teleurgestelde houding aan te nemen, is het beter met de medewerker na te gaan waar het is misgegaan en wat daarvan de oorzaken zijn.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

26

Voorbeeld van een procedure hoe te handelen bij alcoholproblemen Omgaan met disfunctioneren 1. Als alcoholgebruik leidt tot disfunctioneren op het werk en/of tot frequent verzuim, dient de chef maatregelen te nemen. Daarvoor bestaan uitgangspunten en een heldere procedure. 2. De uitgangspunten voor het omgaan met disfunctionerende medewerkers zijn:

Het accent ligt op het mogelijk maken van een snelle en effectieve behandeling voor de medewerker, onder andere door te reageren op de signalen van een (beginnend) alcoholprobleem. Dit is in het belang van de medewerker die meer kans heeft om via een korte ambulante behandeling te herstellen. Het is in het belang van het bedrijf, doordat de medewerker beter zal gaan functioneren.

Gespreksbasis is het verminderd functioneren van de medewerker, al of niet gepaard gaand met een hoog frequent verzuim, of overtreding door de medewerker van de maatregelen en richtlijnen.

Bij behandeling wordt de privacy van de medewerker gewaarborgd; contacten tussen werkgever en behandelende instanties lopen via de bedrijfsarts of via de bedrijfsmaatschappelijk werker. Voor het overleggen van gegevens aan derden met betrekking tot de inhoud van de behandeling is voorafgaande toestemming van de betrokkene een vereiste.

De volgende procedure wordt gevolgd, wanneer de chef alcoholproblemen signaleert of een gegrond vermoeden heeft van alcoholproblemen op grond van het disfunctioneren.

Een eerste gesprek: de chef heeft een gesprek onder vier ogen bivjoorbeeld:

- U maakt zich zorgen over het functioneren en wilt weten wat er aan de hand is - U hebt alle feiten, over verminderde prestaties, voorvallen en data op een rijtje, ook

als u dit van anderen hebt vernomen - U maakt duidelijke welke prestaties onacceptabel zijn en dat u wilt dat het gedrag

verandert. U maakt duidelijk wanneer u verandering wilt zien. - U vraagt de werknemer of hij het eens is met wat u zegt - U vraagt de reden voor prestatievermindering - U vertelt dat u denkt dat er alcohol of drugs in het spel is. U kunt laten zien dat u

meeleeft, maar medelijden lost niets op. - U biedt hulp aan, en maakt duidelijk dat de informatie vertrouwelijk blijft, en dat de

uiteindelijke verantwoordelijkheid bij de werknemer zelf ligt - U meldt wat de consequenties zijn als het gedrag niet is veranderd - Ook al ontkent werknemer dat er alcohol in het spel is, u blijft vasthouden aan uw

standpunt van verminderde prestatie en noodzaak tot verbetering - U rondt het gesprek af met afspraken over verbeteringen en procedure - U stelt de werknemer op de hoogte als u het nodig vindt dit gesprek met P & O of

Arbodienst te delen. - U sluit het gesprek af met positieve opmerking en benadrukt dat u wilt dat werknemer

weer als voorheen kan functioneren.

Samenvattend:

Een eerste gesprek: de chef heeft een gesprek onder vier ogen met de medewerker. De afspraken worden in een brief aan de medewerker bevestigd.

Dossiervorming: De chef houdt een vertrouwelijk dossier bij over alle volgende gevallen van disfunctioneren en/of regelovertreding en over het ziekteverzuim, op grond waarvan veranderingen kunnen worden geconstateerd.

Gesprekscyclus: De stand van zaken komt aan de orde in periodieke gesprekken. Dan worden ook termijnen afgesproken, afspraken bijgesteld of, in voorkomende gevallen, disciplinaire maatregelen genomen. Van alle gesprekken ontvangt de medewerker een kort verslag in briefvorm.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

27

Sanctiebeleid: Als de medewerker de genoemde regels overtreedt of zich niet aan de afspraken houdt, spreekt de chef hem hierop aan. De overtreding wordt vastgelegd, terwijl bij herhaling een mondeling dan wel schriftelijke berisping of waarschuwing volgt.

In gevallen waarin de medewerker zich laat behandelen, gaat men er vanuit dat dit zal leiden tot verbetering van het functioneren in de nabije toekomst. In afwachting van de behandelingsresultaten gelden voor het geconstateerde disfunctioneren derhalve geen sancties. Blijkt echter dat het bedrijf te grote risico’s loopt indien de werknemer de functie blijft uitvoeren, dan bestaan er volgens de geldende CAO verschillende mogelijkheden: van een tijdelijke functie-ontheffing tot ontslag. 4. Sancties; de aard van sancties bij overtreding van de regels varieert van bedrijf tot bedrijf, of van bedrijfstak tot bedrijfstak. Soms hanteert het bedrijf een eigen reglement, in andere gevallen bevat de CAO de nodige bepalingen.

Enkele praktijkvoorbeelden van sancties Bij incidenteel onder invloed van alcohol op het werk verschijnen, wordt betrokkene, indien nog tot werken in staat, daarover door zijn chef aangesproken en gewaarschuwd. Indien verder werken niet verantwoord is, wordt betrokkene na overleg met de directeur naar huis gestuurd of thuisgebracht; bij de eerstvolgende gelegenheid roept de chef hem ter verantwoording. Vindt binnen 12 maanden herhaling van het incident plaats, dan krijgt betrokkene, na te zijn gehoord, een schriftelijke berisping. Bij herhaling legt het bedrijf de medewerker een boete op, of houdt een loonbedrag in tot een maximum van 1% van het bruto-jaarsalaris. Bij een volgende herhaling wordt betrokkene voorgedragen voor overplaatsing of ontslag. Wanneer iemand als gevolg van alcoholgebruik onvoldoende functioneert, stelt het bedrijf hem voor de keuze: binnen één tot drie maanden het functioneren verbeteren of te maken krijgen met sancties. De medewerker krijgt tevens een hulpaanbod. Bij het accepteren van hulp krijgt de medewerker 12 maanden de tijd zich voor zijn probleem te laten behandelen. Over werken tijdens de behandeling en het nakomen van afspraken met externe hulpverleningsinstellingen maakt het bedrijf duidelijke afspraken met zijn medewerker. Verbetert het functioneren niet en weigert betrokkene hulp, dan volgen sancties waarvan ontslag de meest vergaande is.

Goedkeuring Als het alcoholbeleid is opgesteld, kan dit ter becommentariëring en goedkeuring de gangbare weg door de organisatie maken. Dit betekent dat ook de OR haar instemming moet geven voor het nieuwe beleid. Na goedkeuring van het beleid kan de implementatie ervan gepland worden. Het maken van een draaiboek waarin staat wie, wat, hoe en wanneer doet bij de invoering van het alcoholbeleid komt daarbij goed van pas. Het is noodzakelijk een gedetailleerd plan te maken om er zeker van te kunnen zijn dat het alcoholbeleid op een gestructureerde manier wordt ingevoerd, dat het oplossingen geeft voor vastgestelde behoeften en problemen, dat er beschikbare middelen zijn en dat het past in de cultuur van de organisatie. Neem de huisregels en activiteiten op in het Arbo-jaarplan, het opleidingsplan en het communicatieplan. Denk ook aan opname van het plan in de normale activiteiten van de bedrijfsarts en/of Arbodienst zoals het spreekuur, het PMO, het Periodiek Medisch Onderzoek en de arbo-voorlichtingsprogramma’s. Maak het alcoholbeleid vast agendapunt bij werk- of Arbo-overleg. Bereid in deze stap ook de evaluatie van het beleid en de activiteiten voor. Weerstand van werknemers Uit de inventarisatie van stap 3 kan duidelijk worden dat werknemers veel weerstand hebben tegen het nieuwe alcoholbeleid. Ook dan is het noodzakelijk helder en duidelijk met de werknemers te communiceren. Het probleem moet duidelijk geschetst worden en de noodzaak voor het nieuwe beleid moet goed uitgelegd worden. Ook moeten de voordelen van het nieuwe beleid benadrukt worden en werknemers moet de gelegenheid geboden worden om te reageren op de beleidsvoorstellen. Ze moeten het gevoel krijgen dat er rekening gehouden wordt met hun wensen en behoeften. Daarnaast kunnen personen of groepen met veel weerstand apart benaderd worden in een gesprek of op een informatiebijeenkomst. Als er veel weerstand te verwachten is, kan eventueel voor een gefaseerde

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

28

invoering van het nieuwe beleid worden gekozen. Hierdoor kunnen werknemers langzaam wennen aan het nieuwe beleid. Naar de ideale situatie wordt dan in fasen toegewerkt

Testimonial: Een kraanmachinist zit op een kratje bier, het lijkt of hij het nodig heeft om zjjn stoel te ondersteunen…Daarnaar gevraagd zegt de machinist: “Welnee, zo hoef ik niet elke keer naar beneden als ik een biertje wil.” Drankgebruik in de bouw is een niet erkend probleem. In de bouwsector wordt niet over het alcoholgebruik gesproken, volgens Mark van den Berg van Arbo Ned: . “Er is een groot acceptatie vermogen en openheid erover ontbreekt”. Als hij voorlichting geeft bij bouwbedrijven krijgt hij te horen. “Grote onzin. We hoeven hier niets van te weten. We drinken niet te veel. Wanneer gaat mijn baas zich ook met mijn sexleven bemoeien?” ( uit interview in Cobouw, januari 2004)

Acties:

Bepaal de uitgangspunten, doelen en doelgroepen voor het alcoholbeleid. Bedenken van mogelijke huisregels en activiteiten, uitgaande van de vastgestelde

uitgangspunten, doelen en doelgroepen. Kiezen van beste oplossing(en): Welke invloed heeft deze oplossing op probleem/behoefte? Is deze oplossing praktisch mogelijk? Wat voor organisatorische, technische en financiële consequenties heeft de oplossing?

Opstellen beleidsplan Goedkeuring beleidsplan Schakel eventueel deskundigen in voor ondersteuning bij de uitvoering van de gekozen

activiteiten. Maak een draaiboek (wanneer, waar, hoe, financiering, contactpersoon, doelgroep, strategie,

middelen enzovoorts) voor de implementatie van het alcoholbeleid. Bereid de evaluatie voor.

2.1.5 Stap 5: Een plan uitvoeren

Het uitvoeren van het plan Op basis van stap 4 kan het alcoholbeleid nu worden ingevoerd. Het is belangrijk de nieuwe huisregels duidelijk te communiceren en werknemers te stimuleren aan de ontwikkelde activiteiten deel te nemen. Het zorgen voor alcoholvrije alternatieven – bijvoorbeeld de alcoholvrije champagne- of in het oogspringende recepten kunnen op speelse wijze de communicatie versterken. Zo kunt u zorgen voor goedkope, lekkere en leuk uitziende alcoholvrije cocktails op het eerstvolgende bedrijfsfeestje. Om te bewerkstelligen dat de implementatie van het alcoholbeleid vlot verloopt, is het belangrijk de werknemers te informeren over het waar en wanneer van de geplande activiteiten en wat zij moeten doen om aan de activiteiten te kunnen deelnemen. Belangrijke factoren voor een succesvolle invoering

Het kiezen van de ingangsdatum van het alcoholbeleid Bij het invoeren van het alcoholbeleid is het belangrijk om de medewerkers voldoende tijd te gunnen om zich hierop voor te bereiden.

Gefaseerde invoering alcoholbeleid Kies eventueel voor een gefaseerde invoering van de huisregels en activiteiten als u veel weerstand verwacht of als u de werknemers langzaam wilt laten wennen aan het nieuwe alcoholbeleid.

Neem afspraken op in het huisreglement Om duidelijkheid te scheppen en te kunnen wijzen op de afspraken die gelden voor het drinken van alcohol in het bedrijf, is het goed het alcoholbeleid in het huisreglement op te nemen.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

29

Informeer het personeel Het is essentieel dat medewerkers achter het nieuwe beleid staan en hierover goed geïnformeerd zijn. Breng hen op de hoogte van de nieuwe regels. Gebruik hiervoor de gangbare procedure. Het is leuk om de invoering van de regels te koppelen aan aandacht voor de effecten van alcohol. Dit kan door bijvoorbeeld op wandjes informatie te hangen over alcohol en materialen aan de medewerkers uit te delen. In rekjes kan informatiemateriaal worden gezet. Plaats de nieuwe regels ook in het bedrijfsblad. Waarschijnlijk heeft het de meeste impact als de directeur het personeel informeert over het nieuwe beleid, bijvoorbeeld tijdens een nieuwjaarstoespraak. Vooral het middenkader (afdelingshoofden etc.) vervult een belangrijke rol in het uitvoeren en handhaven van het alcoholbeleid. Betrek ze in een vroeg stadium bij de implementatie van het beleid. U kunt hiervoor een speciale bijeenkomst organiseren of het in een werkoverleg bespreken. Informeer ook klanten/bezoekers Het alcoholbeleid geldt ook voor hen! Maak leaflets waarop de nieuwe huisregels zijn gedrukt en geef die aan uw klanten/bezoekers.

Wees niet drammerig of moraliserend Voorkom dat de regels en activiteiten over alcoholgebruik een drammerig en moraliserend karakter krijgen. Om deze op een positieve manier te communiceren kunt u denken aan ludieke acties op de dag van de invoering. Elke activiteit die ingevoerd wordt, moet apart geëvalueerd worden, om te bepalen of de doelstellingen van de activiteiten zijn bereikt. Dit wordt vergemakkelijkt door al tijdens de uitvoering van de activiteiten te observeren, ervaringen van deelnemers te registreren en zo alvast data voor de evaluatie (stap 6) te verzamelen. Acties:

Check met alle betrokkenen of alles goed is georganiseerd. Communiceer met de werknemers over de geplande activiteiten; wanneer, waar, wat kost het,

maximaal aantal deelnemers, hoe kan men deelnemen enzovoorts. Voer de nieuwe huisregels over alcoholgebruik in. Voer de geplande activiteiten uit. Verzamel evaluatiedata.

2.1.6 Stap 6: Evalueren

Zijn de doelen bereikt? Het evalueren van het alcoholbeleid Na de invoering van het alcoholbeleid is het zaak voor de werkgroep om vast te stellen of de vooraf gestelde doelen bereikt zijn, knelpunten te inventariseren en te kijken hoe overtredingen van de regels kunnen worden voorkomen. Evalueer het functioneren van het alcoholbeleid regelmatig en niet alleen bij klachten. Worden de regels over alcoholgebruik nageleefd? Wat vindt men van de ingevoerde activiteiten en de ondersteuning bij het minderen/ dan wel stoppen met drinken van alcohol? Stel participatiecijfers vast. Heeft er gedragsverandering plaatsgevonden? Moeten er bepaalde activiteiten aangepast of nieuwe activiteiten ontwikkeld worden? Weet iedereen (werknemers, bezoekers, sollicitanten) wat het alcoholbeleid inhoudt? Zijn de huisregels goed aangeduid in het bedrijf? Kijk bij de evaluatie ook naar eventuele uitbreiding van het alcoholbeleid en de behoefte aan informatie, advies en hulp bij stoppen met drinken. Naast de data die verzameld zijn tijdens de uitvoering van de activiteiten, kunnen door het herhalen van de vragenlijst die gebruikt is in stap 3, het vergelijken van verzuimpercentages en ongevalcijfers en door gesprekken met werknemers evaluatie-gegevens verzameld worden. Om goed te kunnen evalueren is het belangrijk om al in de planningsfase van het alcoholbeleid te bepalen met behulp van welke variabelen u de effecten, die een antwoord geven op bovenstaande vragen, wilt meten. Niet alleen de effecten, maar ook de organisatie van het alcoholbeleid moet geëvalueerd worden. Dit kan bijvoorbeeld door gesprekken met de werkgroepleden, werknemers, de arbocoördinator, de Arbodienst, leveranciers en managers. Koppel de resultaten van de evaluatie terug in de organisatie. Geef feedback aan werknemers en management over het succes en problemen bij de uitgevoerde activiteiten. Het communiceren van

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

30

de resultaten laat zien hoe goed het programma geholpen heeft en helpt de aandacht en ondersteuning voor alcohol en werk vast te houden. De resultaten van de evaluatie vormen de basis voor het aanpassen van de huisregels en de activiteiten in de toekomst (stap 7).

Testimonial “Iemand met een alcoholprobleem stuur je niet zomaar de laan uit. Zo hadden we vorig jaar een medewerker, die naar achteraf bleek al langer kampte met een stevig alcoholprobleem. Eigenlijk was er al een behoorlijk dossier opgebouwd waaruit we achteraf wel konden concluderen dat we niet erg alert op de signalen hadden gereageerd. Na een incident op de werkvloer kwam hij bij mij terecht. In overleg met de bedrijfsarts hebben we hem voor de keuze gesteld. Of de aangeboden hulp aanvaarden of weer gewoon aan het werk gaan, waarbij het risico op disfunctioneren natuurlijk erg groot was. Het doet me goed te zien dat hij, na een periode van behandeling, weer goed functioneert binnen ons bedrijf. “ Piet Slootweg, bedrijfsmaatschappelijk werker bij een supermarktketen.

Acties:

Verzamel evaluatiegegevens. Stel vast of alle vooraf gestelde doelen bereikt zijn. Stel vast of het proces goed doorlopen is. Maak een schriftelijke rapportage van de evaluatie. Geef feedback aan management, werknemers en andere belangrijke personen.

2.1.7 Stap 7: Het beleid aanpassen en verankeren

Het vasthouden van de aandacht. Eén actie is nog geen gezondheidsbeleid.

Op basis van de evaluatiegegevens kunnen voorstellen gedaan worden voor aanpassingen in de huisregels en nieuwe of aangepaste activiteiten. Probeer de activiteiten actueel te houden. Verandering van de manier waarop de boodschap wordt overgebracht, houdt de aandacht van werknemers en anderen in de organisatie bij het onderwerp. Hiervoor kunt u nieuwe aangrijpingspunten gebruiken, zoals:

Incidenten binnen en buiten het bedrijf rond alcoholgebruik op het werk.

Voorvallen die in de publiciteit spelen rond drankmisbruik en ongevallen of agressie.

Alternatieve alcoholvrije lekkere drankjes voor bier, wijn en sherry.

De nadelige invloed van alcohol op sportprestaties.

De nadelige invloed van alcohol op gezondheid en uiterlijk. Zo kan een organisatie stap voor stap toewerken naar een goed alcoholbeleid. De OR kan bij aanpassingen in het alcoholbeleid haar overlegrecht en instemmingsrecht doen gelden. Daarnaast is het belangrijk een aantal mensen in het bedrijf verantwoordelijk te maken voor de gezondheid van werknemers in het algemeen en het alcoholbeleid in het bijzonder. Op deze manier rust de verantwoordelijkheid voor het alcoholbeleid niet op de schouders van een klein groepje of zelfs maar één persoon in het bedrijf. Het is erg belangrijk dat aandacht voor alcohol en werk gezien wordt als een voortdurend proces binnen het bedrijf. Maak het alcoholbeleid bijvoorbeeld een vast punt op de agenda in de verschillende overleggen in de organisatie. Ook moet getracht worden de ingevoerde activiteiten te integreren in het beleid van de organisatie. Door al deze aspecten wordt het alcoholbeleid verankerd in het beleid van de organisatie en wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering. Acties:

Pas eventueel de huisregels over alcohol en de activiteiten aan naar aanleiding van de evaluatie. Verzamel informatie over activiteiten die in de toekomst ingevoerd kunnen worden. Maak anderen medeverantwoordelijk voor het alcoholbeleid. Veranker het alcoholbeleid in het beleid van de organisatie.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

31

2.2 Voorbeeldbeleid Werk alcoholvrij: Alcoholbeleid van bedrijf X

Werk alcoholvrij, het alcoholbeleid van bedrijf X

Waarom een alcoholbeleid? Alcoholische drank worden doorgaans met enige vanzelfsprekendheid genuttigd. ‘Het hoort erbij’ is de indruk die ook de commercie graag wekt bij consumenten. Drankgebruik kan echter ook té vanzelfsprekend worden; de overgang van normaal naar teveel verloopt vaak onopgemerkt. Wat is alcoholbeleid Alcoholbeleid zijn de bedrijfseigen afspraken die tussen werkgever en werknemers gemaakt worden. Van belang is ook dat de werknemers hier heel duidelijk over worden geïnformeerd en dat deze afspraken op papier staan. Goed alcoholbeleid bestaat uit vier pijlers: I Huisregels,. II Correctie: toezicht en sancties III Communicatie van de regels, voorlichting en scholing IV Begeleiding: herkennen van het probleem en hulp bieden. Problemen door drankgebruik Overmatig drankgebruik kan leiden tot een aantal negatieve effecten die het functioneren, ook op het werk, beïnvloeden. I Voorbeeld van regels die een bedrijf zou kunnen instellen

Het is niet toegestaan alcoholische dranken op de werkplek te bezitten of te gebruiken. De beveiligingsdienst is gerechtigd via de vastgelegde procedure op controle van bedrijfseigendommen, dit te controleren.

Tijdens kantooruren mogen alcoholische dranken niet ter beschikking worden gesteld of genuttigd. Medewerkers mogen tijdens het werk niet onder invloed verkeren.

Medewerkers die voor hun werk gebruik maken van de lease-auto, worden geacht ook voor het rijden geen alcohol te gebruiken. Daar waar het gaat om woon- werkverkeer wordt de medewerker gewezen op de eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.

Bij lunches met externe gasten worden alleen zwakalcoholische dranken beperkt beschikbaar gesteld. ( of niet)

Bij zakenlunches buiten het bedrijfsterrein is terughoudendheid geboden bij het gebruik van alcoholische dranken. Hierbij verwacht de werkgever dat iedere medewerker zijn eigen verantwoordelijkheden kent ( of strenger).

Bij recepties, die in principe na kantoortijd plaatsvinden, wordt gebruik van alcoholvrije dranken aangemoedigd.

- Bij recepties en vrijdagmiddagborrel is het aan te raden dat de werkgever als ‘schenker’ zijn verantwoordelijkheid neemt.

- Zie ook de tekst van de folder: “Wat wel en niet te doen met de vrijdagmiddagborrel” II Sancties: Wanneer iemand als gevolg van alcoholgebruik onvoldoende functioneert, stelt het bedrijf hem voor de keuze: binnen één tot drie maanden het functioneren verbeteren of te maken krijgen met sancties..

III: Voorlichting over alcohol aanbieden: Jaarlijks organiseert het bedrijf minimaal één keer een voorlichting over de effecten van alcohol.

IV Ondersteuning Bij disfunctioneren

Leidt alcoholgebruik tot disfunctioneren en/of frequent verzuim, dan neemt de leidinggevende van de betreffende werknemer maatregelen. Het disfunctioneren is de aanleiding voor de te nemen

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

32

maatregelen. Een goed functionerende werknemer is het doel en als het nodig is moet de werknemer verwezen worden voor snelle en effectieve behandeling, waarbij de privacy wordt gewaarborgd. Via een vastgestelde procedure houdt de leidinggevende periodieke gesprekken met de medewerker en er worden afspraken gemaakt over verbetering van de situatie. Behandeling met deskundige hulp kan deel van de afspraken uitmaken. Bij het niet nakomen van afspraken volgen sancties. Veroorzaakt het disfunctioneren risico’s voor bedrijf X, dan kan de medewerker tijdelijk uit diens functie worden ontheven ( NB: maak gebruik van een driepartijen contract!). Ingangsdatum van het alcoholbeleid In bedrijf X wordt het bovenstaande alcoholbeleid van kracht per [datum]. Invoering van het alcoholbeleid De werkgroep zal ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is van de regels. Ook workshops, voorlichting of een alcoholvrije borrel kunnen activiteiten zijn om het nieuwe beleid onder de aandacht te brengen. De evaluatie Stel vaste evaluatiemomenten in, bijvoorbeeld gekoppeld aan de arbocyclus . Voor advies en alcoholbeleid: NIGZ Werk: [email protected] Helpdesk Alcohol Infolijn 0900 500 20 21 (10 cent per minuut) www.alcoholinfo.nl Werkwijze driepartijencontract: zie www.consistent.nl Voor meer informatie over BOB: www.bobjijofbobik.nl

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

33

3. De tools bij het opstellen van het beleid

Welke hulpmiddelen, activiteiten en producten zijn toe te passen in de verschillende fasen van beleidsvorming? Bij de verschillende beleidsstappen zijn bijgaande tools te gebruiken.

3.1 Tools bij Stap 1: Draagvlak creëren

3.1.1 Factsheet De werking van alcohol Alcohol ontstaat door gisting van druiven (wijn) of gerst (bier) of door het stoken van graan (jenever). De stof die zo ontstaat werkt verdovend en gedragsbeïnvloedend. Alcohol in het lichaam Alcohol komt via de mond en de slokdarm in de maag terecht en vervolgens in de dunnen darm. Via de maag- en darmwand wordt de alcohol in het bloed opgenomen. De bloedvaten verwijden zich. Door de bloedsomloop passeert de alcohol alle organen, waaronder de hersenen. Onder invloed van alcohol werken de hersenen anders dan normaal. Het centrale zenuwstelsel en de zintuigen raken daardoor enigszins ontregeld. Alcohol verdeelt zich over alle lichaamsvocht en komt dus overal in het lichaam. De hoeveelheid alcohol in het bloed, het bloedalcoholgehalte, kortweg BAG, kan gemeten worden en worden uitgedrukt in een promillage. De wettelijke grens voor deelname aan het verkeer ligt bijvoorbeeld bij 0,5 pro mille. Dat wil zeggen dat 1 milliliter bloed 0,5 milligram pure alcohol bevat. Dit promillage wordt gemiddeld na 2 tot 3 glazen alcohol bereikt. Vuistregel: 1 glas = 0,2 promille BAG Variatie door:

Geslacht (BAG bij mannen wat lager dan bij vrouwen)

Gewicht (een groot lichaam bevat meer vocht dan een klein lichaam)

Lichamelijke conditie (bij slechte conditie duurt afbraak langer)

Tijd (hoe langer geleden gedronken, hoe lager het BAG)

Voeding (als er bij het eten wordt gedronken wordt een lagere maximaal BAG bereikt). Een andere manier om de hoeveelheid alcohol in het bloed te meten is de ademanalyse. Bij controles gebruikt de verkeerspolitie zeer gevoelige analyse-apparatuur om het adem-alcohol-gehalte, het AAG, te meten. Het AAG wordt uitgedrukt in microgrammen (mcg) alcohol per liter uitgeademde lucht. De wettelijke grens van 0,5 promille is gelijk aan een AAG van 220 ug/l. Afbraak van alcohol in het lichaam Lichaamsvreemde en schadelijke stoffen worden in het lichaam afgebroken door de lever. Ook alcohol is een lichaamsvreemde stof, die bij grotere hoeveelheden schadelijk is. Voor het grootste deel (95%) vindt afbraak van alcohol in de lever plaats. Slechts een klein deel (zo’n 5%) verlaat het lichaam via adem, transpiratie en urine. De lever heeft voor de afbraak van alcohol tijd nodig. Het gaat niet zo snel als de meeste mensen denken. Gemiddeld duurt de afbraak van een alcoholische consumptie 1,5 uur. Dat betekent: 1 glas nuchter na 1 a 1,5 uur 8 glazen nuchter na 8 tot 12 uur 10 glazen nuchter na 10 tot 15 uur. Wie een avondje door zakt loopt grote kans de volgende dag ‘onder invloed’ op het werk te verschijnen. Zwarte koffie, koude douches, buitenlucht, extra inspanning, transpireren, eten, vitaminen en zogenaamde ontnuchteringsmiddeltjes helpen niet. De alcohol wordt er niet sneller door afgebroken. Het gevoel is hierbij een slechte raadgever, men kan het gevoel hebben ’s ochtends nuchter te zijn en toch nog alcohol in het lichaam hebben.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

34

Effecten van alcohol voor lichaam en gedrag van mensen Belangrijk om te weten is dat het lichaam aan bepaalde effecten van alcohol nooit went. Na 2 tot 3 glazen neemt bij iedereen de reactiesnelheid en het waarnemingsvermogen af. Zolang iemand alcohol in zijn bloed heeft, zijn de hersenen en daarmee het centrale zenuwstelsel ‘onder invloed’ van de verdovende werking van alcohol. Zelfs al na een biertje, borreltje of wijntje. Sommige mensen merken van twee, drie glazen niks. Die lijken alcohol beter te verdragen dan anderen. Maar het betekent hooguit dat er sprake is van gewenning aan sommige effecten van alcohol. Niet dat de alcohol bij die mensen minder of een ander effecten heeft op vooral de onbewuste processen van het lichaam en de hersenen. Veel mensen lijken probleemloos te kunnen werken als ze de avond ervoor of tijdens de lunchpauze gedronken hebben. Tot dat er een onverwachte, gecompliceerde situatie ontstaat of een fout wordt gemaakt, waarbij snel en nauwkeurig moet worden gereageerd. Dan kunnen ook kleine hoeveelheden alcohol teveel blijken te zijn. Want wie op het werk onder invloed is van alcohol:

Maakt sneller fouten dan in nuchtere toestand

Gaat slordig werken

Ziet minder details en neemt minder scherp waar

Neemt informatie of signalen moeilijker in zich op

Kan zich minder goed concentreren en is sneller moe

Is minder alert, minder waakzaam en minder kritisch

Merkt alles later op en reageert vervolgens minder snel

Heeft de neiging zichzelf te onderschatten en minder kritisch te zijn over het eigen handelen

Kan door zelfoverschatting roekeloos en onverantwoordelijk gedrag vertonen

Kan minder goed beoordelen of en wanneer zich gevaarlijke situaties voordoen

Kan nalatig worden

Raakt sneller uit evenwicht

Verliest sneller de controle over het stuur of over de tijdige en precieze bediening van knoppen, schuiven en hendels

Is minder goed in staat complexe handelingen vakkundig te verrichten. Zeker wanneer het gaat om onverwachte, plotseling optredende situaties

Heeft meer kans bij een bedrijfsongeval betrokken te raken dan in nuchtere toestand. Dit alles kan al optreden bij kleine hoeveelheden (een paar glazen in korte tijd). Effecten treden bij iedereen op en duren voort tot de lever alle alcohol in het lichaam heeft afgebroken.

3.1.2 Checklist alcoholbeleid

Deze checklist is te gebruiken in stap 1 en 2. U Beantwoordt de volgende vragen met ja, nee of onbekend. U krijgt door het invullen van deze checklist een overzicht wat u als bedrijf of instelling nog moet doen om een alcoholbeleid vorm te geven of te uitbreiden. Beschikken we over alcoholbeleid?

ja nee onbekend Onderkennen we het belang van een alcoholbeleid voor onze organisatie?

ja nee onbekend

Hebben we werknemers voorgelicht over ons alcoholbeleid?

ja nee onbekend

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

35

Staan sanctie omschreven indien de regels worden overtreden?

ja nee onbekend

Hebben we een werkgroep die zich bezighoudt met het alcoholbeleid ?

ja nee onbekend

Weten we hoe het met de gezondheid van de werknemers is gesteld?

ja nee onbekend

Weten we welke collega’s alcoholproblemen hebben? ja nee onbekend

Weten we de meningen van werknemers over een alcoholbeleid?

ja nee onbekend

Beschikken we over informatiemateriaal over alcohol en werk?

ja nee onbekend

3.1.3 Ervaringen uit verschillende branches

Professionals uit verschillende branches geven aan hoe zij aankijken naar alcoholbeleid en hoe dit naar hun mening vormgegeven kan worden. ( Uit rondetafegesprek 13 december 2005, zie verslag op webiste www.nigz.nl, dossier werk en alcohol)

Adviseur Arbeidsverhoudingen en Medezeggeschap.

“Ik ben verbaasd over de ongelooflijk hoge acceptatiegraad van alcoholgebruik onder collega’s. Vergelijk roken, dan inmiddels – weliswaar na lange tijd – in de taboesfeer is terechtgekomen. Ik vrees dat het allemaal nog veel erger zal worden als gevolg van de toename van het aantal informele contacten in het bedrijfsleven (vrijdagmiddagborrels, bedrijfscafé’s). Werkgevers hebben een voorbeeldfunctie en moeten dan ook initiatief nemen om het gebruik van overmatig alcohol aan te pakken. Zoek bijvoorbeeld naar ambassadeurs/ mensen uit het bedrijfsleven met een goede naam binnen bepaalde sectoren.”

Internationale School voor Wijsbegeerte

“De Internationale School voor Wijsbegeerte is tegelijk een culturele instelling en een bedrijf waar alcohol verkrijgbaar is. Het alcoholbeleid is heel simpel geformuleerd: ‘Niet drinken op het werk’. Aanbeveling is dan ook dat het management medewerkers hierop moet aanspreken.”

Erasmus Universiteit

“Door de schaalvergroting op universiteiten is alcohol een middel waarmee docenten toenadering zoeken tot studenten om elkaar beter te leren kennen. Dit ‘middel’ is eigenlijk net uitgevonden en alcohol moet nog een probleem worden in deze omgeving. Aanbeveling is daarom om ‘spelregels’ te maken.”

Solutions for Addictions Problems

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

36

“Men heeft vaak niet het idee dat iemand een alcoholprobleem heeft, omdat alcoholgebruik maatschappelijk geaccepteerd is. Het is ook ‘stoer’ om veel te drinken: onder studenten, op school, bij sportverenigingen. Aanbeveling is om enerzijds de positieve kanten te benadrukken van het matigen van alcoholgebruik. Anderzijds de biologische nadelige gevolgen laten zien zoals foto’s van aangetaste hersenen. Daarnaast aandacht richten op jongeren, studenten. Zij zijn immers de werknemers van morgen. Dit kan gebeuren met behulp van moderne ‘middelen’ als banners op websites.

Gall & Gall

Gall&Gall is geen gezonde werkomgeving voor iemand met een alcoholprobleem. Voorheen werd het bestaan van het probleem altijd ontkend, maar enige tijd geleden is een alcoholbeleid opgestart, met instemming van directie en OR. Bij signalering van een probleem wordt er ingegrepen, waarbij het een zoektocht was naar de juridische mogelijkheden. Eventueel wordt iemand begeleid naar ander werk. Het management van een organisatie moet zich bewust zijn van de kosten van het probleem voor het bedrijf.”

Terminal X

“We moeten ophouden praatje te verkopen en hardop zeggen: “Werk en alcohol gaan niet samen’. Het onderwerp moet dus worden opgenomen in managementttrainingen.

Arbo Services van een bank

“Binnen onze Arboservice is alcohol geen issue; pas als een medewerker uitvalt is het onderwerp bespreekbaar. Wat in ieder geval niet werk is een ‘geheven vingertje’ dat als bevoogdend wordt ervaren. Er moet bij medewerkers een interne motivatie aanwezig zijn, bijvoorbeeld ingebed in een programma over leefstijl ( meer aandacht voor onder meer voeding en beweging).”

Venturn Consulting & Training

“Veel trainingomgevingen nodigen uit tot alcoholgebruik. Alcoholgebruik heeft invloed op trainingen, zowel trainers als trainees. Maak daarom aan het begin duidelijk afspraken met trainers, trainees en locatie. Training = werk= geen alcohol. Trainers gebruiken geen alcohol, de bar gaat om xx uur dicht en blijft dus niet ombeperkt open. Afspraken maken is een vorm van beleid voeren.”

Shell Nederland

“Shell voert al lang een alcoholbeleid, met wisselend succes. Leidinggevenden zouden een voorbeeldfunctie moeten hebben.”

3.1.4 FAQ’s: 22 vragen en antwoorden over alcohol en werk

Deze vraag en antwoorden kunnen verwerkt worden in uw bedrijfscommunicatie. U kunt ze gebruiken in het alcoholbeleid, in een kennisquiz, of toevoegen aan uw eigen presentaties. 1. Hoe hoog zijn de ziekteverzuimkosten voor het Nederlandse bedrijfsleven door overmatig

alcoholgebruik? In 1990 werden deze kosten geschat op ruim 270 miljoen euro. Het in 2006 verschenen RIVM rapport “Gezond Verstand” meldt dat er jaarlijks minimaal 810 duizend volwassenen met alcoholmisbruik of –afhankelijkheid zijn. En dat de totale zorgkosten van alcoholmisbruik en -afhankelijkheid jaarlijks ruim 356 miljoen euro bedraagt. Om nog maar niet te spreken van de ruim 1 miljard euro aan kosten als gevolg van ziekteverzuim. Het aantal arbeidsongeschikten als gevolg van alcoholmisbruik en -afhankelijkheid was in 2002 zo’n 4 duizend.

2. Hoeveel procent van de bevolking heeft problemen met alcohol?

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

37

Zo’n 10% van de bevolking heeft problemen met alcohol. 3. Hoeveel procent van de werknemers in Nederland zijn probleemdrinkers?

Zo’n vijf procent van de werknemers in Nederland hebben problemen met alcohol. 4. Hoeveel meer verzuimen probleemdrinkers vaker dan niet probleemdrinkers?

Probleemdrinkers verzuimen zo’n zes keer meer dan niet drinkers. 1. Leidt overmatig alcoholgebruik tot een daling van de arbeidsproductiviteit?

Ja, naar schatting gaat 1,25% van de bruto-loonsom van een gemiddeld bedrijf verloren door alcoholgebruik.

2. Hoeveel procent van de werknemers in de Ziektewet geeft aan problemen met alcohol te

hebben? Dit is zo’n 13%, en bij zelfs 5% is er sprake van ernstige problemen.

3. Hoeveel procent van de bedrijfsongevallen hangt samen met overmatig alcoholgebruik?

Zo’n 30% van de bedrijfsongevallen hangt samen met overmatig alcoholgebruik. 4. Waarop heeft overmatig alcoholgebruik, naast de gezondheid en de veiligheid, nog meer

nadelig effect op het werk? Alcoholgebruik heeft naast de gezondheid en de veiligheid ook een nadelig effect op de kwaliteit van het werk, de relaties met collega’s en klanten en leidt vaak tot problemen met politie en justitie.

5. Hoeveel procent van de totale alcoholconsumptie wordt op het werk genuttigd?

Zo’n drie procent van de totale alcoholconsumptie. 6. Waarom zou een bedrijf een alcoholbeleid in moeten voeren?

Argumenten voor het invoeren van een alcoholbeleid zijn: op korte termijn de aantasting van de veiligheid op het werk, de kwaliteit en de productiviteit, op de lange termijn de aantasting van de gezondheid van de werknemers en de werksfeer binnen het bedrijf.

11. Hoeveel bedrijven of instellingen hebben in 2000 aandacht besteed aan de risico’s van alcoholgebruik?

Eind 2000 heeft bijna een kwart (24%) van de bedrijven in het bedrijf aandacht besteed aan de risico’s van alcoholgebruik. Bij 14% van de bedrijven heeft deze aandacht eind 2000 geresulteerd in een alcoholbeleid. Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid neemt toe met de omvang van het bedrijf. Zo heeft 13% van de kleine bedrijven een alcoholbeleid, 15% van de middelgrote bedrijven in 25% van de grote bedrijven.

12. Wat was voor veel bedrijven de aanleiding om een alcoholbeleid op te zetten?

Iets meer dan een derde (36%) van de bedrijven geeft eind 2000 aan dat wettelijke bepalingen de aanleiding zijn geweest om aandacht te besteden aan de risico’s van alcoholbeleid. Opvallen is dat eind 2000 voor bijna een derde van de bedrijven de RI&E de aanleiding van het alcoholbeleid is geweest. Door iets meer dan een kwart (27%) van de bedrijven worden de geconstateerde veiligheidsrisico’s genoemd als aanleiding en door een op de vijf bedrijven (20%) worden concrete gevallen genoemd als aanleiding.

13. Welke beroepen zijn als risicoberoepen te benoemen ten aanzien van alcoholmisbruik?

Specifieke risicoberoepen voor alcoholmisbruik zijn o.a. horecapersoneel, werknemers in de amusements- en alcoholindustrie, productiemedewerkers, duikers, militairen, zeelieden, managers, advocaten, artsen, journalisten, vertegenwoordigers, chauffeurs, kraandrijvers, mijnwerkers en havenwerkers.

14. Zijn er signalen die wijzen op mogelijke alcoholproblemen bij werknemers?

Ja, bijvoorbeeld een frequenter ziekteverzuim (o.a. het maandagmorgenziekteverzuim) en andere vormen van afwezigheid of te laat komen met vage excuses. Tevens een gebrek aan concentratievermogen, het vaker betrokken zijn bij (bijna) ongevallen en ongelukjes. Maar ook een lagere kwaliteit van het werk, verstoorde relaties met collega’s en klanten, uiterlijke

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

38

kenmerken als dranklucht, trillende handen, opgeblazen gezicht, onverzorgd uiterlijk en de melding van derden, zoals familieleden en vrienden. De vraag is echter niet zo zeer of u het bij het juiste eind hebt met de signalering, maar of u in staat bent de signalen in een constructief gesprek bespreekbaar te maken en te relateren aan het functioneren.

15. Zegt de wet iets over alcoholgebruik op het werk?

De wetgever heeft de risico´s van alcohol voor veiligheid en gezondheid onderkent en onder meer grenzen gesteld aan het maximale bloedalcoholgehalte (BAG) bij het besturen van voertuigen. Zo zijn normen opgenomen in de WegenVerkeersWet, de Luchtvaartwet en de Scheepsvaartverkeerswet. Alcoholgebruik op het werk is echter niet bij wet verboden. In het Nieuw Burgerlijk Wetboek staat wel een artikel dat als de werknemer zich ondanks waarschuwing overgeeft aan dronkenschap, er reden is voor ontslag. Een ontbinding van de arbeidsovereenkomst is alleen mogelijk wanneer er een geschreven alcoholbeleid bestaat en dit voldoende bekend wordt gemaakt en de betrokkene een reële kans heeft gehad om dit gedrag te veranderen. De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet, 1998) bevat geen specifieke bepalingen inzake alcoholgebruik. Wel biedt deze wet een algemeen kader vanwege de zorg voor veiligheid en gezondheid. De uit de Arbowet voortvloeiende RI&E en de verplichting tot een verzuimbeleid bieden enkele aanknopingspunten voor beleid.

16. Zijn er CAO’s of Reglementen die bepalingen kennen over alcoholgebruik tijdens werktijd?

Ja, in de transportsector, het beveiligingswezen, stucadoors-, afbouw- en terrazzobedrijven staan er bepalingen in de CAO over alcoholgebruik tijdens werktijd. Daarnaast verbiedt het Algemeen Rijksambtenaren Reglement het bezit en gebruik van alcohol op de werkplek.

17. Wat bemoeilijkt het handhaven van een alcoholbeleid?

Door de angst voor ontslag zal een werknemer proberen zijn verslaving aan alcohol te verbergen. Er heerst een taboe op verslaving, zowel bij de werknemer als de werkgever, maar ook bij de bedrijfsarts.

18. Wat zijn belangrijke aandachtspunten bij het opzetten van een risico-analyse bij vermoedelijke alcoholverslaving van een werknemer?

Een goede dossiervorming is erg belangrijk. Bij het voeren van een gesprek met de werknemers zijn de volgende punten belangrijk:

Wanneer de werknemer het alcoholgebruik blijft ontkennen, respecteer dit dan, maar blijf terugkomen op het functioneren van de medewerker en de noodzaak om dit te verbeteren.

Maak duidelijke afspraken tijdens het gesprek, zoals wat er moet verbeteren en op welke termijn, en leg dit ook weer vast.

Geef zonodig aan dat u overleg wilt voeren met de personeelsfunctionaris of andere leden van het sociaal medisch kader.

Benadruk dat het niet de bedoeling is om de werknemer kwijt te raken, maar dat u zich zorgen maakt.

19. Wat laat de rechtbank bij ontslagaanvragen op grond van disfunctioneren als gevolg van probleemdrinken zwaar wegen?

Is er een geschreven alcoholbeleid en is dit voldoende bekend gemaakt

Heeft betrokkenen een reële kans gehad het gedrag te veranderen. (schriftelijke rapportage van de gesprekken met handtekening werknemer van belang).

20. Wat zijn mogelijke sancties bij geconstateerd alcoholgebruik tijdens het werk?

Tijdelijke schorsing

Onvoorwaardelijke schorsing

Boete

Uitstel salarisverhoging

Berisping

Aantekening in Personeels Dossier

Naar huis sturen (op eigen kosten) en vrije dag inleveren

Bij weigering alchol/drugstest of hulpaanbod: officiele waarschuwing

Niet melden van reactievermogen beïnvloedende medicijnen: schorsing van 1 week

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

39

Het onder invloed zijn van alcohol/drugs/medicijnen tijdens kritieke werkzaamheden: ontslag op staande voet (situatie afhankelijk)

Bij overtreding wegen verkeerswet door alcohol gebruik, of niet in staat werk uit te oefenen vanwege wettelijke sanctie: schorsing of tijdelijke overplaatsing.

21. Wat zijn mogelijke activiteiten om een alcoholbeleid in te voeren?

Mogelijke activiteiten binnen een alcoholbeleid zijn : het opstellen of aanpassen van regels inzake alcoholgebruik op recepties, de disciplinaire maatregelen, het trainen van leidinggevenden, bedrijfsartsen, bedrijfsmaatschappelijk werkenden en personeelsfunctionarissen in signaleren, confronteren, motiveren, begeleiden en verwijzen van probleemdrinkers. Ook mondelinge voorlichting aan werknemers over de risico’s van alcoholgebruik op het werk zijn naast schriftelijke en audiovisuele voorlichtingscampagnes een mogelijkheid.

22. Wat zijn mogelijke aangrijpingspunten om elk jaar weer aandacht voor het alcoholbeleid te vragen?

Denk aan incidenten binnen en buiten het bedrijf rond alcoholgebruik op het werk en

daarnaast is het mogelijk alternatieve lekkere alcoholvrije drankjes te schenken in plaats

van bier, wijn en sherry op recepties. Ook kan de nadelige invloed van alcohol op de

gezondheid van werknemers in de voorlichting gebruikt worden of de nadelige invloed

van alcohol op de sportprestaties van werknemers.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

40

3.1.5 Quiz over alcohol en werk

Een cognacje tegen de kou en fris pilsje tegen de warmte. Er is niks mis met op zijn tijd een drankje of wel? Als mensen over alcohol praten met louter verkleinwoorden (wijntje, glaasje) is er meestal wel iets aan de hand, hij of zij drinkt dan iets (pardon, een ietsepietsje) teveel. Maar goed, hier een kleine kennis test over hoe werk en alcohol zich verhouden. 1. Twee glazen alcohol

verbetert het concentratievermogen

bevordert licht het coördinatievermogen

laat je wat soepeler en ontspannen werken 2. Van de werknemers in de Ziektewet geeft een zeker percentage aan problemen met alcohol te hebben. Hoeveel?

26 13 6,5 3. Hoe groot is het aantal probleemdrinkers onder werknemers en werkgevers?

3% 5% 7% 4. Op het werk drinken? Hm, amper? Hoeveel procent van de totale alcoholconsumptie?

3% 2% 1% 5. Sommige beroepen gelden als riskant qua alcoholgebruik. Welke van de drie?

advocaten

werknemers in de amusementsindustrie

artsen 6. Een aantal sectoren staat als ‘nat’ bekend. Welke van de drie?

de bouw de scheepvaart de media 7. Alcohol is ongezond, omdat

het calcium en mineralen afbreekt in je lichaam

het het risico op infecties en allergieën versterkt

je in wisselwerking met bepaalde medicijnen er plotseling van kunt overlijden 8. Hoeveel procent van de bruto-loonsom van een bedrijf gaat gemiddeld verloren door alcoholgebruik?

1,25% 2,5% 3,75%

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

41

9. Drinken op het werk is per CAO verboden

ja, altijd

nee, dat mag niet per CAO

soms 10. Een probleemdrinker is iemand

voor wie 1 glas te veel is en 30 te weinig

die meer dan 30 glazen per week drinkt

die iedere dag 3 en soms meer glazen drinkt U heeft nu alle vragen beantwoord. De goede antwoorden: 1 alles fout 2 b 3 b 4 a 5 a, b, c 6 a, b, c 7 a, b, c 8 a 9 c 10 a, b, c

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

42

3.2 Tools bij stap 2: Structuren opzetten

3.2.1 Checklist voor communicatiemiddelen

Een overzicht van mogelijke communicatiekanalen om uw alcoholbeleid bekend te maken binnen de organisatie en daarbuiten. Deze checklist is bedoeld om te kijken welke communicatiemiddelen aanwezig zijn en geschikt zijn om werknemers te stimuleren het alcoholbeleid te ondersteunen. Inventarisatie communicatiemiddelen Bestaand Geschikt Schriftelijke communicatie ………… ………….. Personeelsblad ………… ………….. Brochures ………… ………….. Productbladen ………… ………….. Infobladen ………… ………….. Nieuwsbrief/memo ………… ………….. Artikelen ………… ………….. E-mail ………… ………….. Intranet ………… ………….. Flyers ………… ………….. Prikbord ………… ………….. Anders, namelijk ………… ………….. Audio-visuele communicatie Video/film ………… ………….. Powerpointpresentatie ………… ………….. Screensaver ………… ………….. Cd/cd-rom ………… ………….. Anders, namelijk ………… ………….. Mondelingen communicatie Informeel ………… ………….. Vergaderingen ………… ………….. Voorlichtingsbijeenkomsten ………… ………….. Infolunches ………… ………….. Personeelsbijeenkomsten ………… ………….. Presentaties ………… ………….. Workshops ………… ………….. Trainingssessies ………… ………….. Anders, namelijk ………… ………….. Overig ………… …………..

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

43

3.3 Tools bij Stap 3: De uitgangssituatie vaststellen

3.3.1 Quick Scan werknemersbetrokkenheid: alcohol en werk

Deze vragenlijst peilt de mate waarin werknemers drinken en of ze een bijdrage willen leveren aan alcoholbeleid. Het invullen van de vragenlijst kost minder dan 5 minuten. Elke eerlijk antwoord is een goed antwoord. Met de uitslag wordt vastgesteld welke stappen het bedrijf dient te nemen om tot een verantwoord alcoholbeleid te komen. Alvast hartelijk dank voor uw medewerking!

Wat is uw leeftijd? …………………….

Wat is uw geslacht? man vrouw

Op welke afdeling werkt u? …………………….

Wat is uw functie? ……………………. Kent u de gevaren van alcohol tijdens het werk? ja nee Zo ja, noem er enkele ………....………………………………………………………… Drinkt u wel eens alcohol? ja nee Drinkt u wel eens twee dagen per week geen alcohol? ja nee Hoeveel glazen drinkt u op een doordeweekse dag? 0 - 3 glazen 3 – 6 glazen 6 – 10 glazen > 10 glazen Zou u een bijdrage willen leveren aan het uitvoeren van een gezondheidsbeleid

ten aanzien van alcohol en werk? ja nee

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

44

3.4 Tools bij Stap 4: Het ontwikkelen van een alcoholbeleidsplan

3.4.1 Voorbeeld van regels die een bedrijf zou kunnen instellen

Het is niet toegestaan alcoholische dranken op de werkplek te bezitten of te gebruiken. De beveiligingsdienst is gerechtigd via de vastgelegde procedure op controle van bedrijfseigendommen, dit te controleren.

Tijdens kantooruren mogen alcoholische dranken niet ter beschikking worden gesteld of genuttigd. Medewerkers mogen tijdens het werk niet onder invloed verkeren.

Medewerkers die voor hun werk gebruik maken van de lease-auto, worden geacht ook voor het rijden geen alcohol te gebruiken. Daar waar het gaat om woon- werkverkeer wordt de medewerker gewezen op de eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.

Bij lunches met externe gasten worden alleen zwakalcoholische dranken beperkt beschikbaar gesteld ( of niet).

Bij zakenlunches buiten het bedrijfsterrein is terughoudendheid geboden bij het gebruik van alcoholische dranken. Hierbij verwacht de werkgever dat iedere medewerker zijn eigen verantwoordelijkheden kent (of strenger).

Bij recepties, die in principe na kantoortijd plaatsvinden, wordt gebruik van alcoholvrije dranken aangemoedigd.

Bij recepties en vrijdagmiddagborrel is het aan te raden dat de werkgever als schenker zijn verantwoordelijkheid neemt. Dit kan bijvoorbeeld door:

1. Alcoholhoudende dranken in standaardglazen te schenken. 2. Voldoende gevarieerd aanbod door ook alcoholvrije dranken aan te bieden. 3. De leidinggevende of iemand die deze waarneemt, heeft de verantwoordelijkheid om

medewerkers die te veel hebben gedronken vervoer en/of begeleiding te bieden. 4. De leidinggevende of een andere verantwoordelijke schenker blijft nuchter tijdens de receptie

of vrijdagmiddagborrel. 5. Zie ook de tekst van de folder: Wat wel en niet te doen met de vrijdagmiddagborrel 6. Voorlichting over alcohol aanbieden; jaarlijks organiseert het bedrijf minimaal één keer een

voorlichting over de effecten van alcohol. Dit betekent dat er posters worden opgehangen, folders worden uitgedeeld enzovoorts.

Bij sociale evenementen die het bedrijf buiten de deur organiseert, wordt toegezien op matiging van het aanbod en gebruik van alcoholische dranken. Indien nodig houdt het bedrijf rekening met vervoersaspecten.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

45

3.4.2 Tips voor het opstellen van een alcoholbeleid

3.4.3 Voorbeeld Behandelingscontract: 3-partijencontract

Als de manager/ leidinggevende het functioneringsprobleem ( vermoedelijk op basis van overmatig alcoholgebruik) tijdig herkent en de werknemer met de vermoedens confronteert is het van belang om ook j begeleiding en/of hulp aanbieden. De leidinggevende moet r niet in de valkuil trappen om zelf hulp te verlenen uit verantwoordelijkheidsgevoel of medeleven. De begeleiding kan het beste plaatsvinden via bemiddeling van een bedrijfsmaatschappelijk werk(st)er en/of de bedrijfsarts. Om voldoende “voeling” te houden met dit begeleidingstraject verdient het aanbeveling om een behandelingscontract, bijvoorbeeld in de vorm van een 3-PARTIJENCONTRACT CONSISTENT© te ondertekenen. Consistent ( www.consistent.nl ) heeft het 3- partijencontract Consistent ontwikkeld, zie bijgaand voorbeeld. Bedrijven en arbodiensten kunnen in de eigen regio gebruik maken van de behandeling door gespecialiseerde verslavingstherapeuten. Ook verslavingsinstellingen maken gebruik van dit contract.

Tips bij het opstellen van het beleidsplan:

Lees hoofdstuk 4

Neem een aantal voorbeelden door ( zie hoofdstuk 5)

Ga planmatig te werk

Formeer een werkgroep

Leg het concept beleid voor aan collega’s.

Zorg dat het alcoholbeleid duidelijk en eenvoudig is.

De toon van het beleid moet positief zijn en gericht op gezondheid. Hef geen beschuldigend vingertje op naar de ‘drinkers’.

Beschrijf in het plan waarom aandacht gegeven wordt aan alcohol en werk.

Geef in het plan aan wie het beleid gaat coördineren.

Beschrijf de inhoud van het alcoholbeleid: welke regels gelden voor het gebruik van alcohol tijdens het werk en welke regels gelden tijdens feestelijke bijeenkomsten vanuit het werk. Hoe wordt drinkend personeel gesteund bij het minderen/stoppen enzovoorts.

Geef aan voor wie het beleid geldt: voor alle werknemers, voor werknemers met een bepaalde functie/werkplek, bezoekers/klanten enzovoorts.

Stel ook regels op voor overtredingen van het alcoholbeleid.

Noem de datum waarop het nieuwe alcoholbeleid ingaat.

Beschrijf de plannen ook voor de langere termijn. Wordt het plan in fasen ingevoerd, beschrijf dan de verschillende fasen en de tijdstippen waarop deze fasen ingaan.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

46

Een voorbeeld van een behandelingscontract tussen werkgever, werknemer

en therapeut

Ondergetekenden:

A De werknemer

…………………………………………………………………………………………

B De werkgever, namens deze:

………………………………………………………………………………………..

C Consistent , namens deze:

………………………………………………………………………………………

Komen het volgende overeen:

Werkgever en werknemer zijn het er over eens dat er sprake is van

disfunctioneren van de werknemer, dat voor een deel te maken heeft met

diens alcoholgebruik.

De werkgever verwijst de weknemer naar Consistent teneinde voor dit

alcoholprobleem behandeld te worden. De werknemer verklaart zich bereid in

behandeling te gaan bij Consistent. Consistent verklaart de werkgever op de

hoogte te zullen houden van de voortgang in de behandeling van de

betreffende werknemer, volgens de richtlijnen van het protocol en met

inachtneming van de Wet Persoonsregistratie.

Partijen verklaren zich te zullen houden aan de afspraken, zoals omschreven in

de bijlage.

Datum, Plaats, Werknemer, Werkgever, Consistent

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

47

3.5 Tools bij Stap 5: Een plan uitvoeren

3.5.1 Factsheet De werking van alcohol (zie stap 1)

3.5.2 Factsheet Wat wel en niet te doen met de vrijdagmiddagborrel?

In hoeverre is de werkgever eigenlijk aansprakelijk wanneer medewerkers op de vrijdagmiddagborrel op het werk alcohol drinken, vervolgens onder invloed naar huis rijden en een ongeluk veroorzaken? Dat is een vraag die door veel werkgevers en werknemers gesteld wordt. Met deze informatiefolder wil het NIGZ Werk u enkele handvatten bieden voor de discussie over alcoholgebruik op de werkplek. Een zeer begrijpelijke discussie gezien het feit dat er regelmatig alcohol op het werk wordt gedronken. Alcoholgebruik op het werk gebeurt vaak in de vorm van een ´vrijdagmiddagborrel´. Dit informele napraten vindt vaak plaats op het werk zelf.

EYE-opener

- in 33% van de bedrijven is alcohol beschikbaar op het werk

- in 10% van de bedrijven is alcohol te koop

- 4,2% van de werkenden drinkt weleens alcohol vlak voor of tijdens werktijd In de vragen over alcohol en werk klinken vaak drie onderwerpen door:

- De vraag over alcohol en verkeer.

- En: kan de werkgever aansprakelijk worden gesteld voor een ongeluk waarbij alcoholgebruik op het werk een rol speelt?

- Hoe om te gaan met een medewerker die wordt verdacht van drankmisbruik? Alcohol en verkeer Veel mensen kennen de regels op het gebied van alcohol en verkeer en houden zich hieraan:

- Wegenverkeerswet (artikel 8, lid 2): ´Het is een ieder verboden een voertuig te besturen na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan 0,5 promille´.

- Als u een aanrijding veroorzaakt dan bent u zelfs strafbaar wanneer het promillage tussen de 0 en 0,5 promille ligt!

- De grens van 0,5 promille is bereikt bij het drinken van 2 a 3 glazen. Toch blijkt dat 5% van de beroepsbevolking een serieus probleem heeft met alcohol. Er vallen jaarlijks meer dan 250 verkeersdoden door alcohol en er raken meer dan 2000 mensen ernstig gewond in het verkeer. Een belangrijke reden voor verkeersongelukken is dat de waarneming door alcoholgebruik vermindert. De weggebruiker overziet niet de hele weg, raakt overmoedig en schat de afstand niet goed in. Ook de reactiesnelheid neemt af, na twee glazen alcohol remt u al een halve seconde later dan normaal.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

48

Waar ligt nu de verantwoordelijkheid van de werkgever? Dit hangt onder meer af van de regels die de werkgever zelf heeft opgesteld. Wanneer er een alcoholbeleid is binnen het bedrijf, kan er op regels teruggevallen worden en kan een werknemer hierop aangesproken worden. Alcoholgebruik op het werk is namelijk bij de wet niet verboden. Wel is in het Nieuw Burgerlijk Wetboek het artikel gehandhaafd dat ´..... wanneer hij (de werknemer) zich ondanks waarschuwing overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag´ (Van der Heijden, 1997) dit reden is voor ontslag. Dit zal dan vooral betrekking hebben op het leveren van slechte werkprestaties. De werknemer is zelf primair verantwoordelijk voor de grootte van zijn/haar alcoholconsumptie. Maar de werkgever heeft wel degelijk een sociale en morele verantwoordelijkheid. De volgende factoren dragen bij aan deze verantwoordelijkheid:

- Vindt het alcoholgebruik plaats op de werkplek?

- Wordt er onbeperkt geschonken of legt de werkgever een zekere rem op het gebruik?

- Vindt het borreluurtje nog plaats in de tijd van de baas?

- Wordt de drank gratis verstrekt? Ondanks het feit dat uit de jurisprudentie geen gevallen bekend zijn waarbij een werkgever verantwoordelijk werd gehouden voor het ter beschikking stellen van gratis drank, is het toch aan te raden om duidelijke afspraken te maken over alcohol en werk. Zijn er bijvoorbeeld afspraken over verantwoord schenken? U kunt overwegen om de regels te volgen zoals die voor clubs en verenigingen gelden (zie ook de brochure ‘Alcohol en de wet’ van NIGZ/AVP). Verder is het aan te bevelen om de huisregels vast te leggen in een alcoholbeleidsplan. De hoeveelheid drank die genuttigd wordt kan beperkt worden door alcoholconsumpties bij de bar te laten afhalen en alcoholvrije alternatieven rond te delen. Ook kunnen er bonnen worden uitgedeeld waar maximaal twee alcoholconsumpties mee kunnen worden afgehaald. Er kan voorkomen worden dat mensen onder invloed naar huis rijden door bijvoorbeeld een taxibusje aan te bieden dat de mensen naar huis brengt. U kunt ook materiaal van de BOB campagne verspreiden en afspraken maken over wie de BOB (Bewust Onbeschonken Bestuurder) zal zijn. Alcohol en werk Collega´s en leidinggevenden die geconfronteerd worden met overmatig drankgebruik doen er goed aan de feiten onder ogen te zien. Het bespreekbaar maken van eventueel disfunctioneren als gevolg van alcoholmisbruik van een medewerker is de taak van een leidinggevende. Dit is niet gemakkelijk. Bijna de helft van de werkenden meent dat er geen ´drink- regels´ zijn voor of tijdens het werk, en slechts bij 22% van de bedrijven sprake is van een schriftelijk alcohol, medicijnen en drugs (ADM) beleid. Van groot belang is dus om een goed functionerend alcoholbeleid op te zetten, zodat er geen twijfel meer is over de regels binnen het bedrijf op het gebied van alcohol. Het NIGZ/GBW biedt ondersteuning en begeleiding bij de ontwikkeling en invoering van zo´n alcoholbeleid. Voor advies en alcoholbeleid: NIGZ/AVP [email protected] Helpdesk Alcohol Infolijn 0900 500 20 21 www.alcoholinfo.nl Voor meer informatie over BOB: www.bobjijofbobik.nl

Een voorbeeld van een willekeurig bedrijf Daar wordt elke vrijdagmiddag aan het einde van de dag een borrel op het werk geschonken. Dit betreft voornamelijk bier uit flesjes, sterke drank komt er niet aan te pas. Na dit gezellige samenzijn gaan de medewerkers naar huis. Zoals gebruikelijk doen de meeste mensen dit met eigen vervoer. Vaak gaan er zo´n vijf tot zes flesjes bier per man doorheen, hetgeen betekent dat men volgens de wettelijke normen absoluut niet meer rijvaardig is.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

49

3.5.3 Achtergrondinformatie over promillages, blaastest en alcohol in het verkeer

Deze informatie hoort bij informatie over de vrijdagmiddagborrel

Fact Elk jaar vallen er ruim 225 verkeersdoden en 3400 ernstig gewonden door het rijden onder invloed. Tip Als je nog moet rijden....

Alcohol in het verkeer

Over alcohol in het verkeer is de wet bijzonder duidelijk. De toegestane grens ligt op 0,5 promille alcohol in je bloed, oftewel 220 microgram per liter uitgeademde lucht (de politie leest de uitslag van ademproeven in microgrammen). De grens van 0,5 promille staat gelijk aan ongeveer twee standaardglazen alcohol. Je mag met meer dan 0,5 promille alcohol in je bloed geen enkel voertuig besturen.

Enkele facts over alcohol in het verkeer

Met alcohol op reageer je langzamer (>>meer gevolgen van alcohol)

Na 2 glazen alcohol rem je al een halve seconde later dan normaal

Dit betekent dat als je 80 km . per uur rijdt je remweg 11 meter langer is!

Rijden onder invloed levert bij veroordeling een strafblad op (>>zie ook boetes)

Je kunt voor altijd je rijbewijs kwijtraken

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

50

Straffen rijden onder invloed met auto, bestelauto of motor

Aantal glazen

Bloed Alcoholgehalte

in promille (BAC) (minimum-maximum)

Geldboete (minimum-maximum)

Plus rij- ontzegging

3 tot 6 0,5 - 1,26 tussen € 226 en €

678

6 tot 7 1,31 - 1,44 tussen € 678 en €

768

13 tot 25 weken VV + verplichte deelname

EMA

7 tot 10

1,44 - 2,3 tussen € 768 en €

1085

21 tot 46 weken OV + verplichte deelname

EMA

> 10 > 2,3

meer dan 47 weken OV +

meer dan 12 dagen hechtenis

VV = Voorwaardelijk: een voorwaardelijke straf wil zeggen dat je die straf krijgt wanneer je binnen een bepaalde termijn (meestal 2 jaar) opnieuw betrapt wordt op een strafbaar feit. Dat hoeft niet persé rijden onder invloed te zijn maar bijvoorbeeld doorrijden na een ongeval. OV= Onvoorwaardelijke straf De aangegeven normen zijn richtlijnen; uiteindelijk is het de rechter die de strafmaat vaststelt. In de eis wordt onder meer gerekend met de volgende verzwarende factoren:

is er sprake van een verkeersongeval; zo ja, zijn er slachtoffers is er sprake van herhaling is er door de manier van rijden sprake van het in gevaar brengen van de

verkeersveiligheid

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

51

Straffen rijden onder invloed met brom- of snorfiets

Aantal glazen

Bloed Alcoholgehalte in promille (BAC)

(minimum-maximum)

Geldboete (minimum-maximum)

Plus rij- ontzegging

3 tot 7 0,5 - 1,44 tussen € 90 en € 328

7 tot 9 1,44 - 2,13 tussen € 328 en €

407 7 tot 14 weken VV

> 9 > 2,13 tussen € 418 en €

542

12 tot 30 weken OV

VV = Voorwaardelijk: een voorwaardelijke straf wil zeggen dat je die straf krijgt wanneer je binnen een bepaalde termijn (meestal 2 jaar) opnieuw betrapt wordt op een strafbaar feit. Dat hoeft niet persé rijden onder invloed te zijn maar bijvoorbeeld doorrijden na een ongeval. OV= Onvoorwaardelijke straf

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

52

Fact De kans op een ongeval is na 8 glazen alcohol 17 keer groter dan zonder alcohol. Tip Wat kun je doen als een onbekende wil gaan rijden met drank op?

Waarom is alcohol in het verkeer zo gevaarlijk?

Je reageert later

Alcohol heeft een verdovende werking op de hersenen. Hierdoor reageert iemand die alcohol heeft gedronken trager dan normaal. De controle over z'n been- en armspieren gaat ook achteruit. In situaties waarbij je snel op de rem moet trappen of plotseling aan het stuur moet trekken, reageer je al gauw te laat. Een voorbeeld: je rijdt 80 kilometer per uur (= 22 meter per seconde), je hebt 3 of 4 glazen bier gedronken en je reageert daardoor een halve seconde langzamer. Als je dan plotseling moet remmen, betekent dit dat je 11 meter méér afstand nodig hebt om tot stilstand te komen dan in nuchtere toestand.

Je ziet minder

Na alcoholgebruik heb je de neiging om recht vooruit te kijken, alsof je in een tunnel zit. Veel van wat er links en rechts van je gebeurt zie je daardoor niet of minder goed. Zo zie je plotseling overstekende voetgangers al gauw te laat. Wat ook moeilijk gaat is de aandacht te verdelen over alles wat je ziet. Je moet in het verkeer op veel dingen tegelijk letten en dat kun je niet goed meer als je gedronken hebt.

Je concentreert je slechter

Aan het verkeer deelnemen is een inspannende bezigheid. Je moet letten op verkeersborden, verkeerslichten en medeweggebruikers. Concentratie is vaak van levensbelang. Alcohol maakt suf en vermindert je concentratie. In de praktijk blijkt dat concentratieverlies vooral gevaarlijk is als er weinig verkeer is en je het gevoel hebt dat er niet veel mis kan gaan. Het gevolg is 'onbegrijpelijke' ongevallen: een auto die op een stille weg in een flauwe bocht tegen een boom rijdt.

Je denkt nog prima te kunnen rijden

Onder invloed denk je meer te kunnen en durf je vaak meer risico te nemen. Alcohol beïnvloedt echter ook het denken. Zo denk je na een paar glazen nog prima te kunnen rijden, misschien zelfs nog wel beter. De werkelijkheid is anders. Je wordt overmoedig en rijdt roekelozer, je schat situaties verkeerd in en denkt te snel -bijvoorbeeld als je wilt inhalen- "dat lukt me nog wel".

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

53

3.5.4 Checklist vaststellen van drinkpatroon

Deze vragenlijst is te gebruiken als start bij een voorlichting. De uitslag wordt niet gemeld, wel kan men desgewenst in de discussie iets vertellen over het eigen innamenpatroon. Voor een individueel advies kunt u verwijzen naar Drinktest.nl Inleiding Als u wilt weten hoeveel u drinkt en op welke manier, vul dan de onderstaande vragen in (meerdere antwoorden mogelijk). Ga er daarbij vanuit wat u in de afgelopen week gedronken hebt. Was het voor u een bijzondere week? Vul de vragen dan in een andere week nogmaals in en zoek het patroon dat bij u hoort. Kijk voor de uitslag ook eens op www.drinktest.nl . Alsu minder wilt drinken, kijk dan eens bij: www.alcoholdebaas.nl

Ik drink nooit alcohol

Ik heb deze week geen alcohol gedronken

Ik heb op een of twee dagen alcohol gedronken

Ik heb alleen in het weekend alcohol gedronken

Ik heb op drie, vier of vijf dagen alcohol gedronken

Ik heb op zes of zeven dagen alcohol gedronken

Ik heb per dag ongeveer …… glazen gedronken

Ik heb deze week ongeveer …… glazen gedronken Afgelopen week was voor mij wat betreft het alcoholgebruik een

normale week

bijzondere week, omdat………………………………………………………………………………..…… Wat ben ik voor drinker? Niet-drinker U drinkt geen alcohol. Misschien hebt u nog nooit gedronken en bent u ook niet van plan ooit te gaan drinken. Misschien hebt u vroeger wel gedronken en bent u nu helemaal gestopt. Niet drinken wordt door sommige mensen vreemd of ongezellig gevonden. Laat u zich daar niet door van de wijs brengen. Zonder alcohol is het leven voor u net zo leuk (of leuker) als voor hen een leven met alcohol! Gezelligheidsdrinker U bent een echte gezelligheidsdrinker als u drinkt omdat het gezellig is of omdat er iets te vieren valt. Dat betekent dat u eigenlijk nooit vaker dan een of twee keer per week alcohol drinkt. Het kan ook zijn dat u deze week helemaal niets gedronken hebt. U bent tevreden met de manier waarop u met alcohol omgaat. Weekenddrinker U bent te typeren als een weekenddrinker als u bijna alleen in het weekend alcohol drinkt. Veel mensen drinken alleen in het weekend omdat zij door de week verplichtingen hebben. Als u gewend bent in het weekend veel glazen per keer te drinken is het handig verder te lezen. Regelmatige drinker U hebt deze week op drie, vier of vijf dagen alcohol gedronken. Als u niet meer dan gemiddeld zo’n 2 à 3 glazen drinkt hoeft u zich geen zorgen te maken. U bent te typeren als een regelmatige drinker. Als u meestal meer dan deze hoeveelheden per keer drinkt, of daar nooit zo bij stilstaat, dan hebt u wellicht iets aan de ideeën en tips uit deze brochure.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

54

Gewoontedrinker U hebt deze week op zes of zeven dagen alcohol gedronken. U bent te typeren als een gewoontedrinker als alcohol bij uw dagelijkse leven hoort en u bijna elke dag wel een of meer glazen drinkt. Als u gemiddeld per keer niet meer dan zo’n 2 à 3 glazen drinkt, hoeft u aan die hoeveelheid niets te veranderen. Wél valt te overwegen een of twee dagen per week niet te drinken.

3.5.5 Checklist veranderen van drinkpatroon

Gewoontes veranderen is moeilijk. Het is dus belangrijk om voor uzelf na te gaan of u het kunt opbrengen uw alcoholgebruik daadwerkelijk te veranderen. Daarom is het verstandig een week uw alcoholgebruik bij te houden. Als u besloten hebt iets aan uw alcoholgebruik te doen, moet u daar de tijd voor nemen. Ga ervan uit dat het minstens drie maanden kost om een ingesleten gewoonte te veranderen. Geef dus niet te snel op! Beslis eerst wat uw doel is: verminderen of stoppen. Kies een datum (binnen twee weken vanaf nu) waarop u wilt starten met het zelfveranderings-programma. Als u een keer meer drinkt dan u zich had voorgenomen, denk dan niet: ‘zie je wel, ik kan het niet’. Iedereen die probeert te minderen of te stoppen overkomt dit weleens. Drink na zo’n gelegenheid tenminste twee dagen achter elkaar geen alcohol. Zie ook: www drinktest.nl

www. alcoholdebaas.nl Twijfelt u of u teveel drinkt? Wilt u minderen of stoppen? Wilt u voorkomen dat het uit de hand loopt? De website www.alcoholdebaas.nl is ontwikkeld voor mensen die zich zorgen maken over hun drinkgewoonte. U kunt hier online behandeling volgen bij alcoholproblemen. Ook vindt u hier feiten, tips en informatie over alcohol en drinken Tips

Houd uw alcoholgebruik bij

Bepaal elke week van tevoren op welke dagen u die week niet drinkt

Haal geen grote hoeveelheden alcohol in huis

Beslis voordat u ergens naar toegaat hoeveel glazen alcohol u maximaal wilt drinken

Drink uw glas met kleine slokjes leeg en zet na elk slokje uw glas neer

Drink na elk glas alcohol een glas frisdrank, vruchtensap, water of alcoholvrij bier

Eet altijd iets als u alcohol drinkt

Beloon uzelf. Koop of doe iets leuks van het geld dat u uitspaart door minder te drinken

Neem als dat mogelijk is iemand in vertrouwen over uw plannen. Vraag of u bij hem of haar mag aankloppen als u het even niet ziet zitten.

Als u het moeilijk vindt om drank te weigeren omdat iedereen u als een gezellige drinker kent, doe dan het volgende: probeer vooraf te bedenken wat u kunt zeggen als iemand u een drankje aanbiedt. Zeg bijvoorbeeld dat u morgen vroeg op moet en daarom liever een colaatje drinkt. Als de ander blijft aandringen of zelfs een glas alcoholhoudende drank voor u neerzet, word dan niet boos maar laat het staan of haal zelf een ander drankje. Ze raken er snel genoeg aan gewend dat u minder drinkt.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

55

3.5.6 Aandacht voor Alcohol, drugs en medicijnen

Een voorlichtingsprogramma voor medewerkers ( “Bazenboek”)

Inleiding In het kader van het Alcohol, Drugs en Medicijnen (ADM)beleid wordt voorlichting gegeven omtrent het gebruik en de risico's van ADM tijdens of voorafgaand aan de uitvoering van het werk. Het navolgende programma kan door leidinggevenden tijdens een werkoverleg gepresenteerd worden. Met behulp van de dia presentatie worden de risico's van het gebruik van 'psychotrope stoffen' zoals alcohol, drugs en medicijnen en de invloed daarvan op het functioneren behandeld. De opzet van het programma: Het programma 'alcohol, (hoe) werkt dat?' is bedoeld voor groepen werknemers (ca 10 personen). Het kan worden aangeboden binnen het werkoverleg en duurt ca 45 - 60 minuten. Door middel van de Quiz-opzet wordt op een speelse manier de basis informatie met betrekking tot de risico's van het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen verstrekt. U als leidinggevende krijgt de beschikking over dit 'baasboek' waarin achtergrondinformatie, belangrijke feiten en de te gebruiken dia's op volgorde afgebeeld staan. De doelstellingen van het programma zijn: - de medewerkers kennen het beleid op het gebied van alcohol, drugs en medicijnen en de risico's

die het gebruik van deze middelen veroorzaken in combinatie met het functioneren op het werk. - De medewerkers zijn indien relevant bereid het onderwerp alcohol, drugs en medicijnen te

bespreken Voor u begint... Eerst nog wat tips:

Het is belangrijk dat u zelf het gehele programma een keer heeft 'gedraaid' voordat u aan de presentatie begint.

U hoeft geen 'deskundige' te zijn om dit programma te presenteren. Wanneer u ergens niet zeker van bent, dan kunt u dit de deelnemers gewoon zeggen.

Ga niet in discussie over de feiten die in dit programma genoemd worden. Voor zover het de informatie over middelen betreft zijn deze wetenschappelijk onderzocht.

Het ADM beleid is met zorg ontwikkeld en geldt voor iedereen.

Wanneer u vragen heeft (of krijgt) kunt u altijd contact opnemen met de afdeling P&O. U kunt te allen tijde ondersteuning vragen indien u dat wenst.

Het kan zijn dat tijdens de presentatie 1 of meerdere medewerkers overdreven reageren. Dat kan wijzen op overmatig gebruik van de medewerker zelf, maar ook op negatieve ervaringen met alcohol of drugs in de nabije omgeving. Blijf tijdens de presentatie bij de feiten en probeer niet ten koste van alles uw gelijk te halen in een discussie.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

56

3.5.7 Diaoverzicht waarom aandacht voor alcohol, drugs en medicijnen ( zie ook bijgevoegde PowerPoint presentatie)

Dia 1

Waarom aandacht voor

alcohol, drugs en medicijnen

• Verkeerd gebruik geeft een

verhoogde kans op:

• ongevallen

• ziekte

• slechte collegiale verhoudingen

Iedere medewerker kan worden aangesproken op zijn of haar verantwoordelijkheid als het gaat om het gebruik van alcohol, drugs of medicijnen. Ons bedrijf wil met het ADM beleid niet alleen regels met betrekking tot gebruik vaststellen maar ook in geval van problemen een hulp en begeleidingsaanbod doen naar de medewerkers.

Dia 2

En hoe zit het met

medicijnen ?

• Het gebruik van ‘gele sticker’

medicijnen kan een risico

vormen voor de veiligheid

binnen het bedrijf.

De meeste mensen gebruiken wel eens medicijnen. Van een aantal medicijnen is bekend dat zij negatieve bijwerkingen hebben, waarmee bedoeld wordt dat ze het reactie- en waarnemingvermogen beïnvloeden. Deze medicijnen zijn te herkennen aan een - GELE STICKER – zie dia 20. Iedere medewerker dient het gebruik van medicijnen, die zijn voorzien van deze gele sticker, voor aanvang van de werkzaamheden te melden bij de direct leidinggevende of de bedrijfsarts.

Dia 3

Uitgangspunten ADM

beleid:

- belangen van de

werknemer en de

werkgever

- vroegtijdig bespreekbaar

maken

- problematisch

alcoholgebruik is een

bedreiging voor de

veiligheid, gezondheid

en welzijn van de

werknemer en zijn

omgeving

Uitgangspunten: - Met een alcoholbeleid worden zowel

de belangen van de werknemer als de werkgever gediend

- Er is een relatie tussen problematisch alcoholgebruik en bedrijfseconomische aspecten

- Werknemer en werkgever zijn het meest gebaat bij het vroegtijdig bespreekbaar maken van alcoholproblematiek

- Problematisch alcoholgebruik is een bedreiging voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemer en zijn omgeving

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

57

Extra informatie: Mogelijk is 10 tot 30 % van de bedrijfsongevallen gerelateerd aan alcoholgebruik. De kans om bij een bedrijfsongeval betrokken te raken is 2 tot 4 maal groter voor probleemdrinkers. De kans op ziekteverzuim ligt 1,5 tot 6 keer hoger bij overmatig gebruik dan bij matig gebruik (wat matig gebruik is zien we bij dia nr.)

De presentatie in de vorm van een quiz is bedoeld om de deelnemers te informeren omtrent de werking van alcohol, drugs en medicijnen. Tijdens de presentatie wordt eerst de vraag getoond en gesteld, de medewerkers om hun mening gevraagd en vervolgens het antwoord behandeld. Het accent is hier gelegd op de effecten van alcoholgebruik omdat 95 % van de werknemers regelmatig alcohol gebruikt. De risico’s van drug- of medicijngebruik in combinatie met werk zijn veelal vergelijkbaar met die van alcohol.

Dia 4

Hoeveel drinken we?

• Ruim 85 % van de bevolking,

vanaf 15 jaar, drinkt regelmatig

alcoholhoudende dranken.

• Het gemiddelde aantal glazen

per drinker is 991 glazen per

jaar.

• Binnen de beroepsbevolking

heeft 5% problemen met

alcohol

Gemiddeld wordt dus zo'n 1000 glazen per jaar gedronken. Dat komt ruwweg neer op ongeveer 20 glazen in de week. Veel mensen zullen zich niet in dit aantal herkennen. Het gemiddelde ligt zo hoog omdat een klein deel van de drinkers (zo’n 25%) al bijna de helft van onze drankvoorraad opdrinkt. Op het werk zien we dat ongeveer 5%, dat is 1 op de 20 werknemers, wel eens een probleem heeft met alcohol. Dat is niet altijd zichtbaar en het probleem kan vaak lang bestaan voordat collega’s er iets van merken. Denk aan; problemen in de privé situatie gezondheidsproblemen, rijden onder invloed of niet nuchter op het werk verschijnen.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

58

Dia 5

Alcoholquiz

Alcohol: Hoe werkt ‘t

• Welk glas bevat de meeste

alcohol ?

A B C

Vraag 1

“Welk glas bevat de meeste alcohol'. De drankjes worden geschonken in het glas wat erbij hoort. Dus wijn in een wijnglas, bier in een bierglas en jenever in een jeneverglas”.

Dia 6

Antwoord vraag 1:

• In elk standaardglas zit

evenveel alcohol.

• Het maakt dus niet uit welke

drank je drinkt, je krijgt

evenveel alcohol binnen.

• Van sterke drank, zoals jenever,

voel je sneller het effect.

Het goede antwoord is: in alledrie evenveel. Wanneer de drank in standaardglazen (horeca) geschonken wordt. Een misverstand is dat zwak alcoholische drankjes (bier) minder alcohol per glas bevatten dan wijn, port of jenever. De opname van de alcohol in sterke drank is meestal wel wat sneller en daardoor wat sterker te voelen. Met elk glas krijg je ongeveer 12cc (ca 10gram) pure alcohol binnen.

Dia 7

De stof alcohol is:

• A. Oppeppend

• B. Geestverruimend

• C. Verdovend

• D. Anders

Vraag 2

Aan alcohol worden veel effecten toegedicht. De meeste zijn suggestief.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

59

Dia 8

Antwoord vraag 2

• Positief

• vrolijkheid

• ontspanning

• gemakkelijk in

de omgang

• Negatief

• agressie

• lastig in de omgang

• minder goed

reactievermogen

• concentratie is

minder

• zelfoverschatting

• slechte controle

over handelingen

• grote kans op

ongelukken

Het goede antwoord is verdovend.

Alcohol verdooft de hersenen en daardoor

ontstaan verschillende effecten:

Het effect van alcohol op de hersenen is altijd verdovend. Je ervaart daardoor in de praktijk een bepaalde ontremming. Die ontremming kan voor de een betekenen dat de vermoeidheid minder gevoeld wordt (dus oppeppend) en voor een ander dat hij anders naar situaties gaat kijken of een andere beleving heeft bij die situatie (geestverruiming) of een rustgevend effect ervaart (verdoving) Het toekennen van dit bepaalde effect (vaak als heilzaam ervaren) aan het gebruik van alcohol brengt ook het risico van afhankelijkheid met zich mee.

Dia 9

Hoe raakt het lichaam de

alcohol kwijt?

• A. door de nieren

• B. transpiratie

• C. hersenen

• D. lever

• E. braken

• F. adem

• G. maag

Vraag 3

De stof alcohol mengt zich heel gemakkelijk met water. De mens bestaat voor ca. 70% uit water. Alcohol komt niet alleen in je bloed terecht maar in al het lichaamsvocht. Van je kruin tot je tenen. Waar lichaamsvocht het lichaam verlaat, gaat dus ook wat alcohol mee. Dat is maar heel weinig. Maximaal 5%. Ook via de adem gaat wat alcohol mee. Denk maar aan de blaas- of urinetest.

Dia 10

Antwoord vraag 3

• A. de nieren

• B. transpiratie

• D. de lever

• F. via de uitademing

• via de lever wordt 95 - 98%

afgebroken,

• via A, B en F raken we 2 - 5%

kwijt

Het grootste deel (95%) wordt afgebroken door de lever.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

60

Dia 11

Hoelang doet het lichaam

over de afbraak van 1

alcoholische consumptie

• A. een half uur

• B een uur

• C anderhalf uur

• D twee uur

• E langer dan twee uur

Vraag 4

Vraag bij de verschillende antwoorden naar de achtergrond ervan. Wanneer iemand een half uur noemt, zegt hij / zij dit misschien uit 'eigen' ervaring. Veel mensen denken ook dat het langer dan twee uur duurt voordat 1 glas is afgebroken.

Dia 12

Antwoord vraag4

• B en C zijn beiden goed

• Voor de afbraak van 1

standaardglas alcoholhoudende

drank heeft de lever 1 a 1½ uur

nodig.

• Dit geldt voor elk gedronken

glas.

Bij een gemiddeld mens duurt het 1 tot 1½ uur voordat de alcohol van één drankje is afgebroken. Flinke drinkers roepen dan wel eens dat men dan pas na twee dagen nuchter zou moeten zijn. Het antwoord op dit verhaal is dat 1 tot 1½ uur geldt voor normale drinkers. Wanneer het alcoholaanbod erg groot is dan kan het lichaam als beschermingsmaatregel soms wat sneller afbreken. Dit wijst er echter op dat men qua hoeveelheid in de gevarenzone zit. Er is geen enkele manier om de afbraak te versnellen (bewegen, water drinken, etc heeft geen enkel effect op de afbraak-snelheid, ze beïnvloeden hooguit het (katerige) gevoel).

Dia 13

Wanneer iemand op een

avond zo’n 12 glazen bier

drinkt is hij/zij dan de

volgende ochtend weer

nuchter?

Vraag 5

Om 20.00 uur begonnen en om 24.00

gestopt. Opgestaan om 6.30 uur

Wanneer je ’s ochtends opstaat ben je nuchter, zo is de veronderstelling. Dit is in verband met alcoholgebruik afhankelijk van de hoeveelheid glazen die men voorafgaand genuttigd heeft. Toch voelen mensen zich niet “onder invloed”. Van belang is er om erop te wijzen dat de alcohol toch de negatieve effecten op het functioneren blijft veroorzaken.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

61

Dia 14

Nee, een hele grote kans

dat deze persoon nog

onder invloed is.

Hij/ zij loopt het risico

om bij verkeersdeelname

onder invloed te rijden.

Antwoord vraag 5

Dat kan betekenen dat hij / zij niet nuchter aan het werk gaat. Wanneer je bij iemand een kegel (een alcohollucht) ruikt betekent dat die persoon onder invloed van alcohol is. Een aardige discussievraag is of men vindt dat dit kan binnen het bedrijf. Denk daarbij dat wanneer je bij mensen kunt ruiken dat er alcohol gedronken is het alcoholgehalte zeer waarschijnlijk boven de (in het verkeer wettelijke norm) van 0,5 o/oo ligt.

Dia 15

Vraag 6

• A. Bij 0,2 promille

• B. Bij 0,5 promille

• C. Bij 0,8 promille

• D. Weet niet

Bij welk alcoholpromillage

ligt de grens in het verkeer?

Hoewel de controles in bijna alle gevallen plaatsvinden met adem analyse apparatuur wordt de hoeveelheid alcohol in het lichaam meestal aangeduid in promillages (microgram alcohol per milliliter bloed). 0,5 promille = 220 microgram per liter uitgeademde lucht.

Dia 16

Antwoord vraag 6

• De grens ligt bij 0,5 promille

dat is bereikt bij het drinken van

2 a 3 glazen.

• voor beginnende bestuurders

komt de grens in 2004 op 0,2

promille te liggen,1 glas dus.

Wanneer je 's ochtends opstaat ben je nuchter, zo is de veronderstelling. Dit is in verband met alcoholgebruik afhankelijk van de hoeveelheid glazen die men voorafgaand genuttigd heeft

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

62

Dia 17

Na 3 a 4 glazen zit u absoluut

boven de 0,5 promille en bent u

strafbaar

Als u een aanrijding veroorzaakt dan bent u

zelfs strafbaar wanneer het promillage tussen

0 en 0,5 promille ligt

Hoewel de controles in bijna alle gevallen plaatsvinden met adem analyse apparatuur wordt de hoeveelheid alcohol in het lichaam meestal aangeduid in promillages (microgram alcohol per milliliter bloed). 0,5 promille = 220 microgram per liter uitgeademde lucht.

Introductie voor het onderwerp; 'medicijnen en werk'. Vaak weten mensen niet dat deze medicijnen een verdovend effect hebben op het Centraal Zenuwstelsel. Ook schamen mensen zich er nogal eens voor dat men een dergelijk medicijn gebruikt. Denk hierbij aan slaap- of kalmeringsmiddelen (rekening mee houden!) Deze middelen worden ook voorgeschreven als pijnbestrijder of anti- allergie middelen.

Dia 18

Medicijngebruik

• 1 miljoen Nederlanders

gebruiken dagelijks “gele

sticker” medicijnen

• 590.000 mensen krijgen een

slaap-en kalmeringsmiddel

en/of een middel tegen de

zenuwen

• Deze groep mensen bestaat voor

1/3 uit mannen en voor 2/3 uit

vrouwen

Het is bekend dat per jaar zo'n 15.000 ongevallen plaatsvinden als gevolg van het gebruik van 'gele sticker medicijnen' en dat bijna de helft ervan mannen betreft in de leeftijd van 25 tot 55 jaar. Voor een aantal slaap- en kalmeringsmiddelen geldt dat het lang duurt voordat het lichaam de stof heeft afgebroken. De effecten kunnen lang aanhouden.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

63

Dia 19

Gele sticker medicijnen

• Sommige van deze

medicijnen leveren risico op

voor de werkomgeving.

• Wees daarom alert op de

verdovende effecten ervan.

• Krijgt u ze voorgeschreven

door de huisarts vraag dan

wat de risico’s zijn.

• Overleg met de bedrijfsarts

Het effect van 'gele sticker medicijnen' lijkt voor een deel op de effecten die we waarnemen bij mensen die alcohol gebruikt hebben. Dat komt omdat veel van deze medicijnen ook een verdovend effect hebben op de hersenen. (net als alcohol)

Dia 20

Dit geneesmiddel kan het

reactievermogen verminderen

(autorijden- bedienen van machines-

spelen op straat - pas op met alcohol)

Let op de risico’s

bij deze sticker

Wijs de deelnemers nog eens op hetgeen bij dia 3 aan de orde was. Wanneer men een dergelijk medicijn krijgt voorgeschreven is het verstandig de arts te informeren omtrent het beroep dat men uitoefent. De procedure zegt: melden bij leidinggevende of bedrijfsarts. Bij twijfel kan men altijd de bedrijfsarts om meer informatie vragen. Voor veel van deze middelen zijn alternatieven beschikbaar waarmee veilig gewerkt kan worden.

Dia 21

Illegale drugs

• Hasj,

Marihuana

• Heroïne

(opium,

morfine)

• Cocaïne

• XTC

• Bewustzijns

veranderend

• verdovend

• verdovend

• stimulerend

• stimulerend

• bewustzijn

veranderend

De meest bekende illegale drugs staan op deze dia genoemd. Het algemene effect staat ernaast beschreven. Een drug kan geestverruimend werken, verdovend zijn, of stimulerend werken. Sommige geven een combinatie van effecten. Voor al deze (en ook niet genoemde) drugs geldt dat ze nadelig werken op het functioneren van mensen. Men vindt vaak dat gebruik ervan een privé zaak is, echter wanneer het gebruik ervan het functioneren op het werk beïnvloedt dan wordt het bedrijfsbelang geschaad.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

64

Dia 22

Hasj en marihuana

Bekend zal zijn dat het gebruik van zogenaamde 'softdrugs' (hasj, weed en marihuana in Nederland gedoogd wordt. Voor de effecten ervan geldt dat ze een negatief effect hebben op het functioneren. De kans op fouten en ongevallen neemt toe wanneer men onder invloed is van softdrugs. Ongeveer 4% van de werknemers gebruikt in de vrije tijd soft drugs.

Pepmiddelen (amfetamine) zijn stimulerende middelen. Men raakt overmoedig en lijdt vaak aan zelfoverschatting. Een zeer klein deel van de werknemers gebruikt wel eens pepmiddelen. Naar schatting 1 tot 2 %. De XTC pillen staan bekend als zogenaamde ‘love drug’. Het effect is stimulerend en geestverruimend. Gebruik ervan vindt meestal plaats in het weekend. Ca 2 a 3 % van de werknemers gebruikt incidenteel. Uit onderzoek blijkt dat het gebruik ervan hersenschade veroorzaakt. Cocaïnegebruik vindt meestal plaats in weekend of vrije tijd. De volgende dag hebben de gebruikers vaak last van oververmoeidheid en lusteloosheid. Ook depressieve gevoelens komen vaak voor. Naar schatting 1% van de werknemers gebruikt wel eens cocaïne. Heroïnegebruik en werken is een lastige zaak. Het effect is heftig maar kortdurend en daardoor heeft men al na ongeveer 3 uur weer behoefte aan een nieuwe dosis. Onbekend hoeveel werknemers dit gebruiken. Waarschijnlijk een zeer klein aantal.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

65

Dia 23

Alcoholproblemen

Stel hier de vraag eens: Wanneer heb je eigenlijk een alcoholprobleem? Antwoord: Wanneer het gebruik van alcohol negatieve gevolgen heeft voor het functioneren in de thuis- of werksituatie. Dit antwoord geeft een houvast in de discussie. Vaak wordt dan enkel over (zeer grote) hoeveelheden gesproken of over voorbeelden waarbij de werknemer al erg ver gevorderd is in de verslaving. Doel van een ADM beleid is juist om medewerkers eerder aan te spreken op het disfunctioneren en daarmee erger te voorkomen.

Dia 24

Verantwoord

alcoholgebruik

• Niet meer dan 3 á 4 glazen per

keer

• Niet elke dag

• Positieve functie

• < 21 glazen per week voor

mannen

• < 14 glazen per week voor

vrouwen

Volgens de WHO, de Wereldgezondheids Organisatie kan men volgens deze stelregel(s) er vanuit gaan dat de kans op gezondheidsschade gering is wanneer men deze norm hanteert. Er zijn natuurlijk situaties waarbij men beter helemaal geen alcohol kan gebruiken. De situatie waarin men drinkt is dus ook van belang. Bijvoorbeeld: het gebruik van deze hoeveelheden in de werksituatie zal negatieve gevolgen hebben.

Dia 25

Wat zou u doen als u bij

een collega een alcohol- of

drugsprobleem

vermoedt?

• A. met hem/ haar bespreken

• B. niets doen

• C. melden aan de

leidinggevende

• D. de bedrijfsarts bellen

• E. met collega’s bespreken

Vraag naar de beweegredenen om voor een bepaald antwoord te kiezen. Vaak vindt men het oneerlijk om iemand aan te spreken op deze signalen. Vaker echter wijst men op de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer in kwestie. Ook de collega’s kunnen een belangrijke rol spelen in de oplossing van een dergelijk probleem. Door te benoemen wat men waarneemt wordt de betreffende persoon zich ervan bewust dat zijn/haar gedrag opvalt. Dit vergroot de motivatie om in beweging te komen. Verwijs naar het ADM beleid. Geef aan waar men binnen het bedrijf vrijblijvend over dit thema kan praten.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

66

Dia 26

De afsluiter

De afsluiter. Het tijdstip om eens te vragen wat men er van vond. Noteer de reacties van de deelnemers. (ook wanneer deze niet positief zijn) Deel (eventueel) de schriftelijke informatie uit.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

67

3.5.8 Hulpverleningsinstellingen actief op het gebied van alcohol per provincie

In deze bijlage is een recent overzicht weergegeven van hulpinstellingen in Nederland. Het gaat zowel om niet-commerciële alsook commerciële hulpverleningsinstellingen. Voor het meest recente aanbod verwijzen wij u graag naar http://www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=buurt.kaart&a=7&b=48 Om na te gaan wat de instelling voor u als bedrijf kan doen verwijzen we u naar hun website of naar het bijgevoegde telefoonnummer. De meeste instellingen bieden in ieder geval: - individuele voorlichting - workshops voor werknemers over werking alcohol drugs - informatie voor leidinggevenden over gespreksvoering - leefstijltraining voor werknemers met een lichte verslavingsproblematiek - behandeling en begeleiding, afkickfaciliteiten voor cliënten met verslavingsproblematiek

1. Drenthe 2. Flevoland 3. Friesland / Fryslan 4. Gelderland 5. Groningen 6. Limburg 7. Noord-Brabant 8. Noord-Holland 9. Overijssel 10. Utrecht 11. Zeeland 12. Zuid-Holland

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

68

1. Drenthe Instelling Plaats/ Regio/ en andere

informatie Verslavingszorg Noord Nederland Drenthe Postbus 513 9400 AM ASSEN T: (0592) 30 66 66 Parallelweg 36 7822 GM EMMEN T: (0591) 61 46 60 Van Goghlaan 1a 7901 GK HOOGEVEEN T: (0528) 26 46 02 www.vnn.nl

Assen

Jellinek Preventie & Consultancy Afdeling Preventie 1e Weteringplantsoen 8 1017 SK AMSTERDAM Tel: 020 – 5702355 www.jellinek.nl

Amsterdam / Noord-Holland Hilversum / Gooi en Vechtstreek Adviseren leidinggevenden, maar ook werknemers met gebruiksproblemen. Voeren adviesgesprekken en kunnen doorverwijzen, indien gewenst. Begeleiden beleidsprocessen.

2. Flevoland Instelling Plaats/ Regio Stichting Cad Boomgaardweg 6 1326 AC ALMERE T: (036) 53 73 983 Noorderwagenstraat 2a 8223 AM LELYSTAD T: (0320) 22 16 41 www.stichtingcad.nl

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

69

3. Friesland / Fryslan Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) Friesland Zuiderhogeweg 80 9203 SZ DRACHTEN T: (0512) 53 21 11 Oostergoweg 8 8932 PG LEEUWARDEN T: (058) 284 76 47 Prinses Julianapark 13/14 8601 GJ SNEEK T: (0515) 43 52 55 www.kuno.nl www.vnn.nl

Drachten, Leeuwarden, Sneek

Verslavingszorg Noord Nederland (VNN)

Leeuwarden/Friesland Groningen Assen / Drenthe Verwijzen door naar NIGZ site en NIGZ brochures

4. Gelderland Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Stichting Cad Burgtstraat 2 3841 ED HARDERWIJK T : (0341) 42 10 63 www.stichtingcad.nl

Tactus Mariannalaan 29 7316 DS APELDOORN T: (055) 58 15 250 Apeldoornseweg 85 8172 EJ VAASSEN T: (0578) 56 97 30 www.tactus.nl

Iris Weerdjesstraat 10 6800 AJ ARNHEM T: (026) 355 14 44 Frielinkstraat 3 7001 CW DOETINCHEM T: (0314) 34 56 77 Noordelijke Spoorstraat 15

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

70

6711 NJ EDE T: (0318) 68 78 50 Professor Van Weliestraat 10 6524 NN NIJMEGEN T : (024) 32 24 331 Tolhuisstraat 27 4001 LN TIEL T: (0344) 62 01 75 www.degrift.nl Solutions Addiction Treatment Consultants Bouwheerstraat 55 3772 AL BARNEVELD (0342) 470930 www.addiction-solution.nl

Solutions behandelt mensen uit de hogere sociale maatschappelijke klasse die weinig tijd hebben en gewend zijn aan maatwerk. Opname in één van de klinieken kan binnen 24 uur na kennismaking.

5. Groningen Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Verslavingszorg Noord Nederland Groningen (voorheen AVG) De Vennen 52 9934 AG DELFZIJL T: (0592) 30 66 66 Oostersingel 194 9711 XM GRONINGEN T: (050) 588 7666 Vondellaan 71-73 9721 LB GRONINGEN T: (050) 522 5222 Meint Veningastraat 91 9601 KD HOOGEZAND/SAPPEMEER T: (0598) 39 12 04 Nassaustraat 26 9671 BW WINSCHOTEN T: (0597) 45 10 20 www.avg.nl

Delfzijl

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

71

6. Limburg Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Mondriaan Zorggroep (Voor Zuid-Limburg) Valkenburgerweg 17 6411 BM HEERLEN T: (045) 571 95 77 www.mondriaan-zorggroep.nl

GGZ-groep Noord- en Midden Limburg

Willem II singel 39

6041 HR ROERMOND T: (0475) 31 97 47 Vierpaardjes 80 5915 XZ VENLO (077) 354 82 00 www.ggznml.nl

Regio Roermond

7. Noord-Brabant Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Roder Consult Roder Consult is bereikbaar op telefoonnummer: 073-6910399

Den Bosch / Noord Brabant Voorlichting, beleid en advies (voor particulieren, bedrijven, overheid, zorginstellingen en onderwijs)

Roder Consult werkt discreet op geschikte locaties. Er zijn geen wachtlijsten, het aanbod is flexibel en ook buiten de reguliere tijden inzetbaar.

Roder Consult is gericht op het voorkomen van, dan wel snel herstel bij, overmatig middelengebruik.

Roder Consult geeft advies en trainingen voor het bedrijfsleven.

. www.roderconsult.nl

Commercieel / particulier

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

72

Novadic-Kentron Korte Raamstraat 3 4818 CJ BREDA T: (076) 523 63 00 Molenstraat 51 5431 BW CUYK T: (0485) 33 04 27 Dr. Poletlaan 74-76 5626 NC EINDHOVEN T: (040) 217 12 00 Zuideinde 33 5701 KX HELMOND T: (0492) 58 80 08 Streuvelslaan 18 4707 CH ROOSENDAAL T: (0165) 55 09 60 Willem van Oranjelaan 2 5211 CT ’s HERTOGENBOSCH T: (073) 612 28 01 Edisonlaan 15 5021 MA TILBURG T: (013) 583 75 00 Nieuwe Markt 3a 5401 HB UDEN T: (0413) 33 23 98

www.novadic- Kentron.nl

Croan Consult:

Papenvoort 15

5663 AD

Geldrop

040 3635068

06 5322757

Gespecialiseerd in communicatie trainingen, ook in zorginstellingen en Sociale Werkvoorziening.

8. Noord-Holland Instelling Plaats/ Regio en Aanbod The Home clinic Postbus 5067 1380 GB Weesp Tel.: 0294-450186 http://www.thehomeclinic.nl/index.php

Amsterdam Gespecialiseerd in behandeling van verslaving in thuissituatie. Beschikt over mobiele teams. Geen wachttijden, één behandelaar, thuis leren omgaan met problematieken.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

73

Jellinek Preventie & Consultancy Afdeling Preventie 1e Weteringplantsoen 8 1017 SK AMSTERDAM Tel: 020 – 5702355 www.jellinek.nl

Amsterdam / Noord-Holland Hilversum / Gooi en Vechtstreek Adviseren leidinggevenden, maar ook werknemers met gebruiksproblemen. Voeren adviesgesprekken en kunnen doorverwijzen, indien gewenst. Begeleiden beleidsprocessen.

Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Noord-Kennemerland) Afdeling Preventie Helderseweg 8a 1815 AB ALKMAAR T: (072) 515 54 14 Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Midden-Kennemerland) Beneluxlaan 35 1946 WH BEVERWIJK T: (0251) 21 55 15 Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Kop van Noord-Holland) Jacob van Heemskerckstraat 1 1782 XC DEN HELDER T: (0223) 62 05 41 Brijder Verslavingszorg (Regiobureau West-Friesland) Het Keern 33d 1624 NB HOORN T: (0299) 57 76 55

Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Zaanstreek) St. Cathrijnestraat 12 1501 NN ZAANDAM T: (075) 635 00 51 Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Zuid-Kennerland) Richard Holkade 12 2033 PZ HAARLEM T: (023) 53 07 400 Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Amstelland-Meerlanden) Spaarnepoot 1 2134 TM HOOFDDORP T: (023) 89 03 700

Noord-Kennermerland Midden-Kennerland Kop van Noord-Holland West-Friesland Zaanstreek Zuid-Kennerland Amstelland-Meerlanden Waterland

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

74

Brijder Verslavingszorg (Regiobureau Waterland) Koemarkt 55 1441 DB PURMEREND T: (0299) 42 02 21 www.brijder.nl Consistent www.consistent.nl

Haarlem 3-partijencontract Commercieel / particulier

De Brijder, Bureau Den Helder Kerkgracht 4 1782 GJ Den Helder (0223) 6290541 Brijder Training & Consultancy Kees Boekstraat 20 1817 EZ Alkmaar (072) 5272876 Op www.debrijder.nl vindt u het verdere recente aanbod van Brijder Verslavingszorg.

9. Overijssel Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Tactus Schouwburgplein 15-1 7607 AE ALMELO T: (0546) 87 96 00 Brink 40 7411 BT DEVENTER T: (0570) 66 72 00 Hengelosestraat 67 7514 AE ENSCHEDE T: (053) 48 27 650 www.tactus.nl

Almelo

Stichting Cad Zwolle e.o. Emmawijk 10 8011 CM ZWOLLE T: (038) 42 20 476 www.stichtingcad.nl

Zwolle e.o. Voorlichting, advies en consultatie, ook binnen het leefgebied school / werk

Zwolse poort Geestelijke Gezondheidszorg www.zwolsepoort.nl

Zwolle / Overijssel Hardenberg Kampen Steenwijk Raalte Ommen Dalfsen

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

75

Tactus www.tactus.nl

Deventer Apeldoorn Zutphen Adviseren leidinggevenden, maar ook werknemers met gebruiksproblemen. Voeren adviesgesprekken en kunnen doorverwijzen, indien gewenst. Begeleiden beleidsprocessen.

10. Utrecht Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Jellinek Gooi en Vechtstreek Noordse Bosje 43 1211 BE HILVERSUM T: (035) 622 29 11

De Helderheid

www.helderheid.nl

Utrecht - bieden een alcohol reintegratietraject aan voor arbo diensten en bedrijfgezondheidsdiensten - begeleiden management en HRM personeel op het gebied van omgang en herkenning van werknemers met een alcoholprobleem Commercieel / particulier

Trimbos Kenniscentrum www.trimbos.nl

Utrecht Geen specifieke info over werk Wel kenniscentrum arbeid en psyche

Centrum Maliebaan Bergstraat 7 3811 NE AMERSFOORT T: (033) 422 04 11 Lange Nieuwstraat 20 3512 PH Utrecht T: (030) 233 45 13 Scheepjeshof 122 3901 CK VEENENDAAL T: (0318) 50 32 56 www.centrummaliebaan.nl

Mondriaan Zorggroep

Sittard / Limburg

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

76

Verslavingspreventie www.mondriaanzorggroep.nl

Geen specifieke info over werk. Verwijzen door naar Adicon.

De Grift www.degrift.nl

Arnhem / Gelderland Geen specifieke info over werk

CAP Nederland www.capnederland.nl

Nieuwegein / Utrecht Groningen Hengelo Almere Amersfoort Amsterdam Nieuwegein Den Haag Delft Rotterdam Goes en Breda Eindhoven Heerlen Behandelen arbeidsrelevante psychische klachten

Bureau Transformatie Amersfoort Frans Klawer Commercieel / particulier

Novadic Kentron www.novadic.nl

Den Bosch Sint-Oedenrode Eindhoven / Oost Brabant Breda / West en Middenbrabant Werkgevers kunnen gebruik maken van het reguliere aanbod van Novadic-Kentron. Zij kunnen medewerkers doorverwijzen naar een van de bureaudiensten.

11. Zeeland

Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Verslavingszorg Emergis Jochaimikade 3 4461 BG GOES T: (0113) 222 222 Brakstraat 30 4331 TN MIDDELBURG T: (0118) 63 73 20

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

77

Korte Kerstraat 19 4531 CL TERNEUZEN T: (0115) 61 80 08 Badhuisstraat 25-29 4381 LN VLISSINGEN T: (0118) 4132 40 www.emergis.nl

12. Zuid-Holland Instelling Plaats/ Regio en Aanbod Stichting de Hoop www.alcoholenwerk.nl

Dordrecht Advies Alcoholbeleid - cursus en training voor leidinggevenden en medewerkers - behandeling medewerker (poliklinische hulpverlening)

Bouman GGZ Kuipershaven 40 3311 AL DORDRECHT T: (078) 649 52 00 Metroplein 90 3083 BB ROTTERDAM T: (010) 410 52 00 Van Hogendorplaan 503 3135 BP VLAARDINGEN T: (010) 232 20 80

www.boumanggz.nl

Rotterdam Capelle a/d IJssel Dordrecht Adviseren leidinggevenden, maar ook werknemers met gebruiksproblemen. Voeren adviesgesprekken en kunnen doorverwijzen, indien gewenst. Begeleiden beleidsprocessen.

Parnassia Noorderkeerkring 20 2408 GZ ALPHEN A/D RIJN T: (0172) 52 51 25 Noordeinde 13 2611 KE DELFT T: (070) 39 17091 Zeestraat 64 2518 AC DEN HAAG T: (070) 39 17091 IJssellaan 2-2a 2806 TK GOUDA T: (070) 39 17091 Schimmelpenninckstraat 10 1221 EP KATWIJK T: (070) 39 17091

Alphen a/d Rijn Den Haag Leiden Zoetermeer Lisse Voorburg Geen specifieke informatie over werk.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

78

Lange Mare 45 2312 GP LEIDEN T: (070) 39 17091 De Brechtzijde 20 2725 NS ZOETERMEER T: (070) 39 17091

www.parnassia.nl

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

79

Landelijk Anonieme Alcoholisten groep (AA groep) http://www.aa-nederland.nl/ ‘Anoniem Alcoholisten’ is een gemeenschap van mannen en vrouwen die hun ervaring, kracht en hoop met elkaar delen om hun gemeenschappelijk probleem op te lossen en anderen te helpen bij het herstel van hun alcoholisme. De enige vereiste voor het AA-lidmaatschap is het verlangen op te houden met drinken. Het hoofddoel is nuchter te blijven en andere alcoholisten te helpen nuchterheid te bereiken. In twaalf stappen leren cliënten hun gedrag te veranderen. Hulp kan geboden worden via de email, chatten. Ook internationaal zijn er mogelijkheden te participeren in bijeenkomsten

Ze kunnen helpen als je nog twijfelt of je drankprobleem wel zo ernstig is; ze kunnen helpen als de stap naar een AA-groep nog wat moeilijk lijkt; ze kunnen helpen om tussen twee meetings te blijven werken aan je herstel van het alcoholisme. Want daar door we het allemaal voor.

Voor de emailgroep: [email protected] of aanmelden via: http://www.groups.yahoo.com/group/Altijd_Alert

Voor de chatgroep:

http://www.chatcity.nl/chat.asp?kamer=Alcoholproblemen Zie voor uw eigen drinkgedrag: www.drinktest.nl Heeft u vragen over minderen met drinken? Zie www.alcoholdebaas.nl En heeft u ouders die te veel drinken? Zie www.drankjewel.nl Heeft u kinderen die drinken? Zie www.alcoholinfo.nl

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

80

3.5.1 Tools bij Stap 6: Evalueren

STAP 6: De evaluatie van het Alcoholbeleid

Doel ▼ Evalueren van het proces en effecten van het alcohol beleid ▼ Feedback over alcoholbeleid genereren voor managementteam en medewerkers. Inleiding Het evalueren van het alcoholbeleid kan heel simpel door het mondeling eens in het managementteam te bespreken of door het bij het arbobeleid te bespreken. Maar iets systematischer kan het ook. Hiervoor is het nodig dat gebruik wordt gemaakt van gegevens die in stap 3 zijn verzameld zijn. Ook is het van belang dat de doelen van het beleid helders zijn geformuleerd in stap 4. De bevindingen van de evaluatie dienen teruggekoppeld te worden aan het management, de werknemers en andere belangrijke sleutelpersonen in het bedrijf. De resultaten van de evaluatie vormen de basis voor het aanpassen van hetAlcoholbeleid en het verankeren van het beleid ( stap 7) Een gunstige evaluatie legitimeert als het ware de gedane investering. Van minder gunstige uitkomsten kan geleerd worden voor het vervolg.

Inhoud stap 6:

Proces-evaluatie alcoholbeleid

Effect-evaluatie alcoholbeleid

Feedback aan management, werknemers en andere belangrijke sleutelpersonen

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

81

Proces-evaluatie

Doel:

Bij de procesevaluatie wordt geëvalueerd of het ontwikkelen van het alcoholbeleid als project goed is verlopen. Het kan hier bijvoorbeeld gaan over de samenwerking in de werkgroep, zijn de onderzoeken goed verlopen, de organisatie van de activiteiten en hoe was de betrokkenheid van werknemers. Op basis hiervan kunnen afspraken voor de toekomst gemaakt worden

1. Hoeveel en welke activiteiten zijn daadwerkelijk geïmplementeerd? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 2. Hoeveel mensen hebben deelgenomen aan de verschillende activiteiten? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 3. Hoeveel geld is meetbaar uitgegeven (trainers, materialen, uitrusting, etc.)? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 4. Wat vindt de werkgroep van het project? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 5. Wat vindt het management van het project? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 6. Wat vinden medewerkers van het project? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 7. Is het project volgens plan verlopen? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 8. Wat zijn de successen van het project? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ 9. Welke problemen en moeilijkheden zijn opgetreden tijdens het project? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................

Effect-evaluatie

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

82

Doel:

Bij de effectevaluatie wordt geëvalueerd of het alcoholbeleid het gewenste resultaat heeft gehad. En dat kan betrekking hebben op de activiteiten, maar ook op aantallen werknemers die voorlichting hebben gehad, waar een waarschuwingsgesprek mee is geweest of die zijn doorverwezen voor behandeling.

Bijjvoorbeeld: de doelen van het project zoals in stap 4 geformuleerd

Doelen Doel 1 werknemers zijn op de hoogte van de werking van alcohol op het werk ............................. Doel 2 90 % van de werknemers neemt deel aan de voorlichting Doel 3 Leidinggevenden achten zich zelf in staat om werknemer aan te spreken op disfunctioneren in verband met gebruik. Dit gesprek komt in eerste jaar vaker voor, daarna moet het aantal gesprekken verminderen .......................................................................................................... Doel 4 Werknemers met een verslavingsprobleem worden volgens protocol begeleid ...................

Methode voor effectevaluatie: - Voor een goede effectevaluatie is herhaling van de in stap 3 gebruikte methode het meest

effectief. Aan de hand van de vooraf gestelde doelstellingen is een goede vergelijking mogelijk tussen de beginsituatie en de situatie na de ondernomen activiteiten. De in stap 6 gehanteerde methode kan een schriftelijke vragenlijst zijn met eenzelfde opbouw als in stap 3, maar ook bijvoorbeeld registraties van P & O of arbodienst bevatten

- Voor een meer kwalitatieve vergelijking van de effecten, kunnen evaluatiegesprekken worden gehouden binnen de projectgroep, met het management en participanten van de activiteiten. Dit kan aan de hand van een checklist of korte vragenlijst.

Bij de effectevaluatie staan de volgende vragen centraal:

Vragen 1. Zijn de gestelde doelen behaald? 2. Waarom wel / niet.

3. Welke neveneffecten zijn er opgetreden (positieve en / of negatieve).

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

83

Feedback

Doel:

De organisatie krijgt de resultaten teruggekoppeld van het alcohol-beleid om de medewerkers alert te houden.

Feedback en discussie over de uitkomsten van de evaluatie en de vervolgstappen moet plaatsvinden met alle betrokkenen. Voor iedere groep is waarschijnlijk een andere boodschap (inhoud) van belang en ook de manier waarop dit gecommuniceerd wordt kan verschillen. In de onderstaande tabel is een voorbeeld opgenomen.

Inhoud Communicatiemiddel Vorm

Management

Kosten-effectiviteit Presentatie MT-overleg

Projectgroep

Procesmatig Gesprek Werkgroepbijeenkomst

Werknemers

Klanttevredenheid Artikel Intranet of personeelsblad

Tools bij Stap 7: Het beleid aanpassen en verankeren

STAP 7: Verankeren van het beleid

__________________________________________________________________________________ Doel ▼ Het integreren van succesvolle activiteiten in het bestaande bedrijfsbeleid en de praktijk. ▼ Verzekeren van lange-termijn aandacht voor het onderwerp. ▼ Verantwoordelijkheden nog eens verhelderen. Inleiding De organisatie wil graag dat alcoholbeleid niet een eenmalige aandacht krijgt, maar dat het ook op de lange et middellange termijn levend blijft. In de praktijk wordt weinig aandacht besteed aan deze stap. Men heeft een oud alcoholbeleid, en pas bij een incident komt dat weer uit de mappen… De beste garantie voor een stevige verankering van het beleid is het opnemen van het beleid en de bijbehorende activiteiten in de bestaande structuren in de organisatie. Denk bijvoorbeeld aan het Arbo-beleid, het verzuimbeleid, de huisregels, opname in het (sociaal) jaarverslag, functioneringsgesprekken, etc. Door het alcohol -beleid een vaste plek te geven op de agenda van het managementteam, de arbocommissie of de OR, kan het een vanzelfsprekend onderdeel worden van de cultuur in de organisatie. vast. De evaluatie in stap 6 geeft voor de uitvoering van het beleid op de lange termijn een aantal praktische aanwijzingen. Door regelmatig, bijvoorbeeld jaarlijks, aandacht te geven aan draagvlak en interesse voor de activiteiten, een goede verdeling van de verantwoordelijkheden, het ontwikkelen en implementeren en evalueren van nieuwe activiteiten kan het beleid actueel gehouden worden. Dit houdt de aandacht vast. Het is belangrijk om meerdere mensen in het bedrijf (mede-) verantwoordelijk te maken voor het uitvoeren van het alcoholbeleid., denk hierbij bijvoorbeeld aan de afdelingsmanagers. Als de verantwoordelijkheid bijvoorbeeld alleen rust op de schouders van de personeelsmanager of de Arbo-dienstmedewerker, dan is er weinig kans dat problemen bijtijds gesignaleerd worden. Inhoud Stap 7:

Activiteiten voor de toekomst

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

84

Verankering GBW-beleid

Activiteiten voor de toekomst

Doel:

Overzicht bieden van uitgevoerde activiteiten

Overzicht bieden van te continueren activiteiten

Overzicht bieden van de verbeterpunten

Uitgevoerde activiteit Continueren (ja

/ nee) Verbeterpunten

Mogelijke nieuwe activiteiten (zie ook stap 3, 4)

Verankering alcoholbeleid

Doel:

inbedding beleid in bestaande overleg- en communicatiestructuren

verdelen en vastleggen van verantwoordelijkheden

Is het alcoholbeleid geagendeerd, minstens 1x per jaar? Bij overleg met:

Bestuur ja nee ………………………………

Directie ja nee ………………………………

Managementteam ja nee ………………………………

Ondernemingsraad ja nee ………………………………

Afdeling ja nee ………………………………

Team ja nee ………………………………

Arbo-team ja nee ………………………………

Verzuimteam ja nee ………………………………

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

85

……………… ja nee ………………………………

…………………… ja nee ………………………………

Notities: .......................................................................................................................................................

Verankering Alcoholbeleid (vervolg)

Waar liggen de verantwoordelijkheden?

Verantwoordelijkheden op functie/niveau Functie Verantwoordelijkheden

bestuur ...................................................................................................... voorzitter ...................................................................................................... …………… ......................................................................................................

directie ...................................................................................................... directeur …………… ...................................................................................................... …………… ......................................................................................................

managementteam ...................................................................................................... Manager P&O ...................................................................................................... Manager Facilitaire Zaken ................................................................................................ …………… ...................................................................................................... …………… ......................................................................................................

ondernemingsraad ...................................................................................................... voorzitter VGWM-commissie ...................................................................................................... …………… ......................................................................................................

medewerkers ......................................................................................................

Opmerkingen

.................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

86

4. Activiteiten en producten Welke activiteiten kunt u ondernemen om het alcoholbeleid in te voeren, en welke ondersteuning is te krijgen? Er zijn vele organisaties die een scala aan producten en diensten leveren. Voorlichtingsactiviteiten, folders, brochures, trainingen, begeleiding, en psychische hulp door hulpverleningsinstellingen zijn concrete voorbeelden. In dit deel treft u verschillende activiteiten producten en ook praktijkvoorbeelden aan.

De meeste voorlichtingsactiviteiten, folders en brochures zijn te gebruiken in de uitvoeringsfase (stap 5), enkele zijn van belang bij de agendasetting (stap 1), of bij de voorbereiding van het alcoholbeleid (stap 4).

4.1 Voorlichtingsactiviteiten, begeleid met Folders en Brochures

Folders en brochures kunnen de werknemers op een gemakkelijke wijze attenderen op en informeren over een bepaald onderwerp. Gebruikt u ze daarom om de aandacht op het thema alcohol en werk te vestigen. Daarnaast kan dit soort schriftelijk voorlichtingsmateriaal worden gebruikt om de kennis over het onderwerp te vergroten.

Er zitten veel voordelen aan het gebruik van folders en brochures: ze zien er over het algemeen aantrekkelijk uit, ze zijn meestal vrij eenvoudig te verkrijgen en in te zetten, de bestelkosten zijn beperkt en de werkgroep kan zoveel variatie in het aanbod aanbrengen als zij wil. Er kunnen op deze manier veel werknemers tegelijkertijd worden bereikt. Daarnaast is het handig dat men de informatie thuis nog eens rustig kan nalezen, waardoor vaak ook de partners de informatie onder ogen krijgen. Leg het materiaal op een handige plek, bijvoorbeeld op de tafels van het bedrijfsrestaurant, in de bibliotheek of bij de ingang. Of stuur het materiaal mee met het loonstrookje. Het nadeel van schriftelijk materiaal is echter dat de verspreiding ervan voor de werknemers niet altijd overduidelijk samenhangt met de actie die u organiseert, omdat er immers vaak sprake is van andere vormgeving, afzenders en verwijzende adressen. Op de website www.alcoholinfo.nl kunt u voorbeelden vinden van de PDF van een aantal brochures. Niet alle brochures zijn via de winkel te verkrijgen.

4.2 Bedrijfsspecifieke communicatie

De media binnen het bedrijf kunnen natuurlijk prima ingezet worden om de aandacht te vestigen op de activiteiten rond alcohol en werk. De werkgroep kan ze gebruiken als gehele omlijsting voor de activiteiten, of als een op zichzelf staande actie, zoals een artikel op het intranet, in het bedrijfsblad of via interne email. Van een éénmalig bericht of artikel mag u nauwelijks effect verwachten. Het is beter om ervoor te zorgen dat het gaat om een serie van publicaties die de gehele actieperiode begeleidt. Begin bijvoorbeeld met het introduceren van het programma. Laat deze introductie volgen door een tussentijdse rapportage, waarin de nadruk ligt op ervaringen. Tot slot kan er in een artikel worden ingegaan op de effecten van de diverse activiteiten. Hoe meer men leest over ( het op handen zijnde) alcoholbeleid, hoe meer men erover zal gaan praten en nadenken. Houd bij de algemene planning van het programma de verschijningsdata (cq. inleverdata voor kopij) van de verschillende media goed in de gaten!

Door artikelen in de bedrijfseigen media worden de werknemers op de hoogte gebracht van de diverse activiteiten rond het thema alcohol en werk. Ze zijn hiermee geïnformeerd over het feit dat een dergelijke actie van start gaat, waardoor zij waarschijnlijk vrij alert op het gezondheidsbeleid zullen zijn. Daarnaast heeft deze vorm van communicatie een wervende functie. Hoe beter de artikelen de werknemers aanspreken, hoe enthousiaster zij over het gezondheidsbeleid zullen zijn. Het verdient de voorkeur om de eigen communicatiemedewerkers in te schakelen, zodat de bekende toonzetting en stijl van de bedrijfscommunicatie blijft gehandhaafd.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

87

4.3 Advies en begeleiding

Advisering en ondersteuning van de organisatie kan op meerdere manieren gebeuren, zoals het begeleiden van de werkgroep op locatie. NIGZ maakt bijvoorbeeld in overleg met de organisatie een jaarplanning en adviseert over communicatiekanalen en het al dan niet voeren van een sanctiebeleid.

4.4 Artikelen alcohol en werk

De website alcoholinfo.nl biedt informatie die ook geschikt is voor bijvoorbeeld een attendering in een personeelsblad.

4.5 Blaastest

Sommige bedrijven kiezen voor het afnemen van een vrijwillige blaastest na een receptie, inclusief voorlichting en vervoersaanbod. U kunt daarvoor consulenten inhuren via de Helpdesk of de verslavingszorginstellingen. De brochure over voor- en nadelen van de blaastest wordt vooraf met u doorgenomen. Ook de bijlage over drank en rijden wordt dan vaak gebruikt.

4.6 Voorlichtingsbijeenkomsten

Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst kan een kleine kennisquiz over de werking van alcohol en de gevolgen van alcohol tijen het werk afgenomen worden. Een goede suggestie is wellicht om in dit kader ook andere aspecten mee te nemen die met veilig werken te maken hebben. Te denken valt dan aan het gebruik van medicijnen tijdens het werk. Een voorlichtingsbijeenkomst over alcohol en werk kan het best worden georganiseerd binnen een van te voren geplande bijeenkomst of een werkoverleg. Een belangrijk voordeel van de activiteiten als bovengenoemd is dat ze betrekkelijk weinig tijd kosten, zowel voor de organisator, als voor de werknemers zelf. Daarnaast biedt een voorlichtingsbijeenkomst de mogelijkheid het thema alcohol en werk op een iets persoonlijker wijze bij de werknemers te introduceren, omdat men na afloop in de gelegenheid is om vragen te stellen. Deze voorlichting kunt u zelf uitvoeren met behulp van het “Bazenboek”, een Power Point Presentatie die een leidinggevende aan zijn werknemers kan tonen. Deze presentatie vindt u ook in de bijlage van dit handboek. Het is natuurlijk ook mogelijk om externe, ervaren trainers op het gebied van alcohol en werk in te huren. Zij hebben ervaring met weerstanden die bij het onderwerp alcohol naar boven komt en kunnen hier op een rustige manier op in gaan en mee om gaan. NIGZ heeft een pool van trainers beschikbaar.

4.7 Informatieposters en quiz

De informatieposter ‘Fris en Fit op het werk’, over alcohol-, drug-, en medicijnenbeleid trekken de aandacht van bezoekers en dient om alcoholvoorlichting te ondersteunen. De informatie wordt geplaatst op strategische locaties in het bedrijf, bijvoorbeeld op het moment dat u het nieuwe alcoholbeleid wilt introduceren. Bij de posters worden informatiefolders geleverd. De posters kunnen worden geleverd in elk gewenst formaat. Ook een eigen logo of foto kan worden verwerkt. Bijvoorbeeld deze Engelstalige posters voor gebruik op een Health and Safety dag of voor bedrijfsgezondheidsdagen. De posters zijn bedoeld om de discussie over de relatie alcohol en werk op gang te brengen in een bedrijf. Het is dus van belang dat er persoonlijke toelichting/begeleiding aanwezig is. Bij de posters hoort ondersteunend Engelstalig voorlichtingsmateriaal en een quiz.

Eén van vier te bestellen posters ‘Vitality @ work’

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

88

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

89

AlcoholQuiz Alcohol Engelse versie Alcohol Quiz Test your knowledge and ask for information. All questions right? You may ask for a free breathalyser…. Question Yes No Don’t

know

1. Alcohol is a depressant.

2.One pub measure of a spirit like whisky contains more pure alcohol than

a pub measure white wine.

3. After drinking alcohol coffee helps to sober you up.

4. A person with a greater weight is less likely to come under influence of alcohol than a person who weighs less.

5. Two glasses of alcohol already slow your brake reaction by half a

second.

6. If you’ve drunk alcohol at a party on Sunday night, you can’t expect to be sober at 7:30 the next morning.

7. The alcohol policy of your site suggests that you are allowed to drink one glass of beer before starting your work.

NIGZ Werk : [email protected], www.alcoholinfo.nl

4.8 Krant Fris en fit op het werk De krant 'Fris en fit op het werk' wil HR-functionarissen en leidinggevenden stimuleren aandacht te besteden aan de effecten van alcoholgebruik op het functioneren van werknemers en het bijtijds signaleren van problematisch alcoholgebruik. De krant is niet meer te bestellen. Een voorbeeld is in te zien op de website www.alcoholinfo.nl.

4.9 Scholing

Voor verschillende doelgroepen is er verschillend scholingsaanbod mogelijk. Hierbij enkele voorbeelden

4.9.1 Scholing ‘De onzichtbare bijrijder’

In samenwerking met de brancheorganisatie BGZ wegvoer ( de Stichting Bedrijfsgezondheidszorg Beroepsgoederenvervoer over de Weg) deze scholing opgezet. De gevolgen en effecten van alcoholgebruik worden besproken in relatie tot verkeer. Het programma is afwisselend en leidt tot bewustwording over de gevaren van alcohol en verkeer. Doelgroep: chauffeurs uit het beroepsgoederen vervoer.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

90

4.9.2 Scholing voor arbo-professionals

Er is een scholing over alcoholgebruik en de gevolgen hiervan voor arbo-professionals. De insteek ervan is: ‘Hoe blijf je fit en alert op het werk?’

4.9.3 Scholing ‘alcohol en verkeer’ voor bedrijven

Een in-company training voor medewerkers over de effecten en gevolgen van alcoholgebruik bij deelname aan het verkeer. Het programma is afwisselend en leidt tot bewustwording over de risico’s van alcoholgebruik voor het werk. Werknemers bespreken de eigen ‘drinknorm’ in relatie tot werk en verkeersdeelname.

4.9.4 Training voor leidinggevenden

Hoe handelen bij overtreding alcoholbeleid? Het doel van de training is gemotiveerd te zijn om disfunctioneren bijtijds te signaleren en te bespreken en in staat zijn een medewerker aan te spreken op het overtreden van het alcoholbeleid.

4.9.5 Workshop 1: Alcohol en werk, effecten en signaleringen

Workshop voor leidinggevenden over de effecten van alcoholgebruik in het werk, hoe de problematiek te herkennen en hoe zich voor te bereiden op een eerste gesprek met een werknemer die een alcoholprobleem heeft.

4. 9.6 Workshop 2: Omgaan met verslaving

In deze workshop voor leidinggevenden, bedrijfsmaatschappelijk werk en personeelsconsulenten staat naast het signaleren van alcoholproblematiek het oefenen met het houden van het motiverende, confronterende gesprek centraal. De uitvoering vindt plaats in samenwerking met een externe adviseur.

4.9.7 Workshop 3: Instructie verantwoord alcohol schenken en gebruiken

In deze workshop wordt ingegaan op de spelregels van verantwoord schenken, zoals gelden voor paracommerciële verenigingen en bedrijven met een bar binnen het bedrijf. Volgens de Drank & Horecawet dienen zij te beschikken over gekwalificeerd barpersoneel. Tijdens de openingstijden waarop alcohol wordt geschonken dient er altijd of een leidinggevende aanwezig te zijn met de Verklaring Sociale Hygiëne of een barvrijwilliger die een instructie heeft gevolgd over verantwoord schenken van alcohol. Het instructieprogramma omvat een aanbod van 2 lesuren van 60 minuten. In het eerste lesuur wordt informatie behandeld over de Drank en Horecawet en over alcohol. In het tweede lesuur wordt ingegaan op vaardigheden van de barvrijwilliger. In het programma wordt gebruik gemaakt van video’s.

4.10 Achtergrondinformatie Medicijnen en Werk informatie voor

werknemer en werkgever

Iedereen gebruikt wel eens medicijnen op recept of zelf aangeschaft bij de apotheek of drogist. Naast de werking waarvoor ze zijn bedoeld, hebben medicijnen vaak ook bijwerkingen. Een aantal geneesmiddelen beïnvloedt het reactievermogen. Bijvoorbeeld omdat ze versuffend werken, of omdat ze spierverslappende werking hebben. Vaak zonder dat de gebruiker dit in de gaten heeft. Vroeger noemden we deze medicijnen wel de ‘gele sticker medicijnen’, tegenwoordig staat er een waarschuwing op de doos.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

91

Om welke medicijnen gaat het? Vooral medicijnen die het zenuwstelsel beïnvloeden hebben effect op het reactievermogen, maar dit is zeker niet de enige groep. In totaal zijn er zo’n 400 medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden. Een overzicht van de belangrijkste groepen:

- slaap en kalmeringsmiddelen (benzodiazepines), middelen tegen depressies en andere psychische problemen (antidepressiva, antipsychotica)

- sommige middelen tegen allergie (antihistaminica), zoals in middelen tegen hooikoorts, astma, reisziekte, duizeligheid, jeuk, uitslag en in sommige hoestmiddelen.

- Sommige pijnstillers - Sommige middelen tegen hoge bloeddruk - Sommige middelen tegen reuma en gewrichtspijnen - Hoestmiddelen die codeïne bevatten - Sommige maag darm middelen - Spierverslappers - Middelen tegen epilepsie

Omdat iedereen anders reageert op medicijnen is het moeilijk te voorspellen of een middel het reactievermogen beïnvloedt en bij welke dosering dat het geval is.

Waar op te letten bij gebruik van medicijnen met mogelijke bijwerking?

- Vertel huisarts over het werk wat u doet en of het verantwoord is dat u blijft werken - Lees de bijsluiter goed en ga bij onduidelijkheid naar de apotheker - Meld de bedrijfsarts dat u een middel gebruikt wat mogelijk de reactie kan beïnvloeden - Wees de eerste week extra voorzichtig: rijd geen auto, werk niet in gevaarlijke situaties en

drink geen alcohol. Overleg met de bedrijfsarts of u uw functie kunt uitoefenen en of er een alternatief is voor uw behandeling.

Enkele medicijnen bij hun generieke naam:

- Alprazolam tablet - Ammonnium bromide - barbital natrium - Broomisoval - Butalbital - Chloordiazepoxide dragee - Chloralhydraat - Clobazam - Clorazepinezuur - Cyclobarbital - Diazepam - Flunitrazepam tablet - Lorazepam - Meprobamaat tablet - Midzolam tablet - Natriumbromide - Oxazepam tablet - Pentobarbital natrium - Sibutramine capsule - Temazepam tablet - Triazolam tablet - Valeriaan extract - Zolpidem tablet

NIGZ Werk 2006

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

92

5. Praktijkvoorbeelden alcoholbeleid diverse sectoren

5.1 Business case Terminal X te Rotterdam

Wat zijn de regels, wat bieden we aan voorlichting en begeleiding en hoe reageert het personeel? Terminal X laadt en lost containers in de Rotterdamse haven. 90% van de medewerkers werkt in volcontinudienst; 60% daarvan werkt met zwaar materieel. Havenwerk brengt risico's met zich mee. Mensen die onder invloed verkeren, maken deze risico's groter. Daarom heeft Terminal X een alcoholbeleid ontwikkeld. Het beleid heeft twee peilers:

Proberen de probleemgevallen boven water te krijgen.

Als we niets meer met iemand kunnen, nemen we afscheid. Uitgangspunten alcohol- en drugsbeleid Het alcohol- en drugsbeleid is vastgelegd in een schriftelijk document. Het kent de volgende uitgangspunten:

Openheid.

Voorlichting en preventie.

Zorg.

Terugkeer naar de werkplek.

Non-tolerance (visiteren, ook geen alcohol bij de directie, feestjes vinden plaats buiten het terminalterrein, bij feestjes wordt vervoer geregeld).

Testen vinden plaats bij:

Ongevallen.

Vermoedens van alcohol- of drugsgebruik.

In de toekomst: steekproeven aan de poort.

In de selectieprocedure. Voorlichting en preventie Voorlichting en preventie gebeurt in de vorm van:

Professionele ondersteuning door het NIGZ.

Teambuildingsessies met de hele terminal, waarin voorlichting over alcohol is opgenomen en het onderwerp bespreekbaar is.

Toegankelijke voorlichting op individuele basis.

Verplichte voorlichting, bijvoorbeeld nadat iemand onder invloed 'betrapt' is.

Verplichte alcohol- en drugstest na de aanstellingskeuring.

Aanvullende enquête over alcoholgebruik als onderdeel van periodiek bedrijfsgezondheidskundig onderzoek. Indien daar aanleiding toe is, volgt uitnodiging door de bedrijfsarts.

Zorg en terugkeer naar de werkplek Bij een geconstateerd probleem volgt een procedure op basis van de Wet poortwachter. Bij een positieve test gaat iemand meteen per taxi naar huis, volgt binnen 36 uur een gesprek met de bedrijfsarts, wordt de salarisbetaling stopgezet. Indien de Arbodienst het als een incident bestempelt, blijft het daarbij. Als de Arbodienst het probleem als structureel ziet, volgt een ziekmelding en wordt adequate begeleiding geregeld door de Arbodienst. In de toekomst zal moeten blijken of dit beleid zal gaan werken. De wet Poortwachter biedt deels bescherming aan de werknemer, maar ook mogelijkheden voor de werkgever:

Mensen moeten meewerken aan herstel en terugkeer naar de werkplek. Doen ze dit niet, kun je als werkgever een dossier opbouwen.

Iemand die tijdens een behandeltraject onder invloed verkeert, krijgt ontslag op staande voet.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

93

We hopen dat hierdoor collega's eerder met signalen zullen komen, omdat ze weten dat iemand begeleiding krijgt.

Dit beleid is een eerste aanzet. Je moet steeds in allerlei uitingen (bijvoorbeeld posters) laten zien dat je hiermee bezig bent. De meerderheid van de werknemers is blij met de komst van dit beleid. Vanuit hun professionaliteit zien ze het gevaar. Is grote draagkracht, ook bij OR op aandringen van werknemers.

5.2 Uitvoeringsregeling ADM-beleid Museum X

‘Alcohol, drugs en werk gaan niet samen, medicatiegebruik vergt aandacht’

December 2005 NIGZ-Werk Inleiding

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

94

De meeste werknemers gaan verstandig om met de inname van alcohol. Maar omdat alcoholgebruik zo ‘normaal’ en geaccepteerd is, vergt het in een bedrijf extra aandacht om bijtijds problemen te voorkomen of wanneer er problemen zijn daarop adequaat te kunnen reageren. In de culturele sector ligt het alcoholgebruik van werknemers boven het landelijk gemiddelde. Er zijn 26 % (gemiddeld 21% ) overmatige drinkers en 8 % (gemiddeld 5 %) probleemdrinkers. Het gaat meestal over alcoholinname in privé tijd.

Overmatig drinken: mannen: meer dan twintig glazen alcohol per week of zes glazen op een avond. Voor vrouwen gaat het om veertien glazen per week of vier op een avond. Zij drinken te veel en te vaak en lopen kans op gezondheidsproblemen en disfunctioneren. Een probleemdrinker drinkt niet alleen te veel, maar ook op de verkeerde tijdstippen. Bijvoorbeeld als men nog moet werken of autorijden en krijgt daardoor problemen in het gezin, op het werk en met de gezondheid. Probleem drinkers zijn twee keer zo vaak afwezig als andere werknemers. In bedrijven waar alcohol beschikbaar is (via horeca) of waar op het werk drinken gelegitimeerd is de kans op overmatig drankgebruik ( ook in de privé sfeer ) groter.

Visie Door middel van dit alcoholbeleid hoopt Museum X de negatieve gevolgen van alcoholmisbruik te voorkomen, zoals verslechtering van de werksfeer, disfunctioneren, productiviteitsverlies, functioneren op een lager niveau, hoger ziekteverzuim en hogere kosten. Het beleid is gericht op onderlinge bewustwording over de relatie alcohol/werk en tijdige signalering. Tevens geeft het beleid richtlijnen voor het omgaan met werknemers met een drankprobleem. Het beleid geeft duidelijkheid over de ver-antwoordelijkheden die men ten opzichte van de collega’s heeft.

Onder invloed in de auto of op het werk? Alcohol wordt in de lever afgebroken. De lever werkt hierbij in een vast tempo: het afbreken van 1 standaardglas alcohol duurt 1 á 1,5 uur. Als iemand 4 glazen heeft gedronken, is de lever dus 4 á 6 uur bezig om de alcohol af te breken. Het is dus zo dat als je tussen 16.00 uur en 18.00 uur drie ‘wijntjes’ (glazen) op hebt, een vrouw bent van 1.75 en niet gegeten hebt, je nog tot zeker 20.00 uur ’s avonds onder invloed bent. Als je naar huis rijdt heb je twee?? keer zoveel kans een ongeluk te veroorzaken. Ook na een avondje stevig drinken op een feest kan het zijn dat je ’s ochtends onder invloed van drank in de auto stapt en onder invloed op het werk aankomt. Dit wordt niet getolereerd. Extra bewegen, koffie, cocaïne of een koude douche helpen niet om eerder nuchter te worden.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

95

Alcohol, drugs en medicijn beleid Het beleid kan alleen slagen indien de leidinggevenden hier over mee denken er achter staan en zich zelf ook aan de regels houden. Ook zullen medewerkers goed geïnformeerd moeten worden over het doel en de achtergrond, de gemaakte afspraken en regels en consequenties van het niet nakomen van deze regels. Het bieden van voorlichting over alcohol, medicijngebruik en drugs aan de medewerkers is aan te bevelen. Uitgangspunt van het beleid: Het onder invloed zijn van alcohol, en drugs op het werk wordt niet getolereerd, en er wordt maximale zorg aan werknemers met een drankprobleem geboden. De doelstellingen van het alcohol, drugs en medicijn beleid zijn: I Het inzicht geven in de gevolgen van alcohol, medicijn, drugsgebruik en het bespreekbaar

maken daarvan; dwz een zodanige mentaliteit bevorderen dat collega’s en leidinggevenden en horecamedewerkers bijtijds risicogedrag melden.

II Vermindering van de kans op ongevallen en materiële en immateriële bedrijfsschade;

bevorderen van bedrijfsveiligheid. III Het vroegtijdig signaleren van probleemdrinkers, waarna hulp, inclusief opvang en

behandeling kan worden aangeboden. IV Helderheid over de huisregels en sancties bij overtreding. Verantwoordelijkheid

Met een gestructureerde aanpak en uniform toegepaste regels voor alle medewerkers geeft het bedrijf voor een belangrijk deel invulling aan haar verantwoordelijkheid ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn. Alcoholgebruik op het werk is bij de wet niet verboden. Wel is in het Nieuw Burgerlijk Wetboek het artikel gehandhaafd dat ´..... wanneer hij (de werknemer) zich ondanks waarschuwing overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag´ reden kan zijn voor ontslag. De Arbeidsomstandighedenwet bevat geen specifieke bepalingen inzake alcoholgebruik of misbruik. Wel biedt deze wet een algemeen kader vanwege de zorg voor veiligheid en gezondheid. Op grond van de Arbowet (artikel 5, lid 1) moet de werkgever een door de Arbo-dienst goedgekeurde risico- inventarisatie en –evaluatie (RI&E) opstellen. Het is aan te raden om bij het afnemen van de RI & E goed door te vragen op alcohol, drugs en medicijngebruik. Voor het invoeren van alcoholbeleid binnen een bedrijf is de instemming van de werknemers vereist. De werkgever kan in overeenstemming met de werknemers het gebruik van alcohol in het bedrijf verbieden als onderdeel van het beleid: de zogenaamde drooglegging. Naast het bedrijf blijft de medewerker altijd verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid, gezondheid en welzijn en die van anderen. Uitvoering De uitvoering van het beleid kan in vijf hoofdpunten worden verdeeld: 1 Het opstellen van regels betreffende het bezit en gebruik van de alcoholhoudende dranken en

drugs; 2 Het vaststellen van maatregelen bij overtreding van regels en afspraken; 3 Wijze van hulpverlening; 4 Invoering; 5 Registratie en evaluatie. 1. Regels Regels betreffende het bezit en gebruik van de alcoholhoudende dranken en drugs. Deze regels zijn van toepassing op alle werknemers en vrijwilligers van Museum X en medewerkers van de Taveerne Binnen de organisatie wordt er niet onder invloed van alcohol of drugs gewerkt. Dat wil zeggen:

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

96

- gebruik van alcohol en/of drugs tijdens werktijd niet is toegestaan (alcoholvrije bieren, vruchtensappen etc. zijn toegestaan);

- zodanig gebruik van alcohol in niet werktijd (dat is rusttijd of privé-tijd), dat men tijdens daarop aansluitende werktijd nog niet volledig nuchter is, is niet toegestaan;

- de werknemer moet ervoor zorgen om ook bij de start van middag of avonddienst nuchter te zijn. Het gebruik van consumptiebonnen t.b.v. aanschaf alcoholhoudende dranken is gedurende de openingstijden van de Taveerne niet toegestaan voor 17.00 uur. Indien er bijzondere activiteiten zijn wordt dit tijdstip verschoven totdat de betreffende activiteit is afgelopen. De beheerder bepaald dan het tijdstip. Drinken van meer dan 1 alcoholhoudend drankje in de horecavoorziening na werktijd wordt ten stelligste afgeraden. De horecavoorziening is een service voor onze gasten, niet voor werknemers. De werknemer houdt werkruimte vrij van alcohol en gebruikt geen drugs tijdens werktijd. Uiterlijke tekenen van alcohol/drugsgebruik worden niet getolereerd (dranklucht, wazig zien, etc). Het in het bezit hebben van drugs is niet toegestaan; Het verhandelen van drugs en medicijnen is niet toegestaan; Slechts op voorschrift van een bevoegde arts is het voorgeschreven gebruik van medicijnen, die de geestelijke en/of lichamelijke vaardigheden beïnvloeden, toegestaan. Indien dergelijke medicijnen gebruikt worden, dient dit gemeld te worden aan de direct leidinggevende, opdat deze hiermee rekening kan houden; Museum X zal zich inspannen om deze regels in al zijn contracten, met zowel vrijwilligers of eventuele opdrachtgevers, op te nemen; De uitzonderingen Er mag wel wijn en bier (ook alcoholvrij bier) worden geschonken, mits het gaat om een receptie of besloten bijeenkomst, bijvoorbeeld de Kerst- en Oud & Nieuw Borrel. Naast een brede keus aan frisdranken en andere alcoholvrije dranken, zullen zwakalcoholische dranken op gecontroleerde wijze verstrekt worden. Uitjes met het personeel zijn ook uitzonderingen. Hierbij wordt de medewerker geacht verantwoord te drinken om geen overlast te veroorzaken door ongepast gedrag. Medicijngebruik Werknemers die medicatie gebruiken die mogelijk invloed kunnen hebben op het functioneren dienen dit te melden bij de bedrijfsarts. De sancties Maatregelen bij overtreding van regels voor gebruik van alcoholhoudende dranken en drugs. 2. Maatregelen bij overtreding van regels en afspraken Na constatering van een eerste overtreding van de hierboven omschreven regels volgt een schriftelijke waarschuwing, en een gesprek met de directeur zo spoedig mogelijk na ontnuchtering. Hoofddoel van dit gesprek is het bespreekbaar maken van disfunctioneren van de werknemer: houdt zich niet aan de regels, heeft werk niet goed afgeleverd, etc. Ook de regels, de achtergrond en de gevolgen van de overtreding worden nog eens toegelicht. Het gespreksverslag komt in het personeelsdossier. Na een tweede overtreding binnen een jaar volgt: - Herhaling gesprek directeur - Aanbod van hulp door bedrijfsarts of extern deskundige. Gesprek met bedrijfsarts of deskundige instelling over oorzaak en gevolg en bespreking van een op de persoon toegesneden hulpplan met schriftelijke bevestiging van gesprek en gemaakte afspraken in het driepartijen contract. Afhankelijk van de situatie wordt hulp aangeboden door een verslavingszorginstelling of ter zaken kundig bureau. Tussen directie, hulpverlener en werknemer wordt een zgn. ‘Driepartijen-contract’ afgesloten.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

97

Voortdurend disfunctioneren en weigering hulp te aanvaarden leidt tot een herhaling van het motivatie gesprek en bij blijvende weigering wordt ontslagvergunning aangevraagd. De schriftelijke vastlegging verliest twee jaar na datum vastlegging zijn geldigheid in het kader van deze maatregelen. (Het is aan te raden dit wel te bewaren in verband met eventuele zich later voordoende dringende reden of andere problemen in dit kader). Na constatering van een derde overtreding binnen een jaar na vastlegging van de tweede overtreding volgt ontslag. Onttrekking aan of afbreken van hulpverlening heeft tot gevolg dat alsnog ontslag zal volgen. In het geval dat een medewerker constateert dat hij om redenen van alcohol minder goed functioneert, is deze verplicht dit aan zijn leidinggevende te melden. In het geval dat een medewerker bij een ander disfunctioneren of een alcoholwalm constateert, is de medewerker verplicht om dit aan leidinggevende te melden. De leidinggevende meldt een gesignaleerd probleem bij de directeur. Drugs en Alcohol De werkgever behoudt het recht zich te beroepen op art. 1639 o en p BW en art. 436 WvK (ontslag op staande voet); In geval van geconstateerd drugsbezit of dealen volgt ontslag op staande voet. De werkgever heeft het recht ongeoorloofd aanwezig zijnde alcohol en drugs in beslag te nemen, zonder plicht tot schadevergoeding. 3. Wijze van hulpverlening Hulpverlening vindt plaats in het kader van de maatregelen, maar hulpverlening is eveneens mogelijk in gevallen waarin betrokkene zelf het initiatief neemt, al dan niet op aanraden van (bedrijfs)arts of anderen. Het doel van de gesprekken met de directeur of bedrijfsarts:

- het herkennen van het alcoholprobleem; - het duidelijk maken van regels en gevolgen van het niet nakomen van deze regels; - het aanbieden van hulp; - het maken van afspraken, welke schriftelijk worden vastgelegd.

Bij acceptatie van hulpaanbod vindt verwijzing plaats naar de voor betrokkene meest adequate vorm van hulpverlening. Dit kan b.v. zijn:

- Consultatiebureau voor Alcohol of drugs - Verslavingszorg - Consistent

Deze verwijzing geschiedt door directeur of bedrijfsarts. Elk traject wordt voorafgaand in een ‘driepartijencontract’ vastgelegd, waarin de werkgever in samenwerking met een hulpverlenende (extern) en de medewerker concrete afspraken maken rondom het traject (doelstelling, doorlooptijd, terugkoppeling, overleg etc.). Als er sprake is van langdurige behandeling en afwezigheid is begeleiding bij terugkeer naar de werkplek, en ook het betrekken van collega’s hierbij, van groot belang. Tot zover is ervan uitgegaan dat betrokkene het belang of de noodzaak van een behandeling inziet en deze ook afmaakt. Er kan zich dan ook een situatie voordoen dat betrokkene weigert zich te laten behandelen of zich aan behandeling onttrekt. Aan betrokkene zal dan worden meegedeeld dat wanneer hij/zij bij zijn weigering blijft, ontslag zal worden aangevraagd op grond van disfunctioneren, conform de van toepassing zijnde wetsartikelen.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

98

Dit wordt de betrokkene voorgelegd en meegedeeld zoals genoemd in de tweede overtreding. Voldoende inzet van werkgever om betrokkene te motiveren om gebruik te maken van begeleiding is van belang. Voorbeeld behandelingscontract Een voorbeeld van een behandelingscontract tussen werkgever, werknemer en therapeut (met toestemming overgenomen van Consistent, praktijk voor verslavingsproblemen, zie www.consistent.nl).

Ondergetekenden: A De werknemer …. B De werkgever, namens deze:…….. C Consistent, namens deze: ……… Komen het volgende overeen: Werkgever en werknemer zijn het er over eens dat er sprake is van disfunctioneren van de werknemer, dat voor een deel te maken heeft met diens alcoholgebruik. De werkgever verwijst de werknemer naar een hulpverleningsinstelling teneinde voor dit alcoholprobleem behandeld te worden. De werknemer verklaart zich bereid in behandeling te gaan. De hulpverleningsinstelling verklaart de werkgever op de hoogte te zullen houden van de voortgang in de behandeling van de betreffende werknemer, volgens de richtlijnen van het protocol en met inachtneming van de Wet Persoonsregi-stratie. Partijen verklaren zich te zullen houden aan de afspraken, zoals omschreven in de bijlage. Datum, Plaats, Werknemer, Werkgever, Instelling

4. Invoering Bij invoering van het beleid zal de nodige aandacht gegeven moeten worden aan onder meer de volgende zaken: Het informeren van de werknemers en leidinggevenden bij het opstellen van het beleid. Hierbij is het belangrijk dat men aangesproken wordt op de verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot veiligheid, gezondheid en de voorbeeldfunctie die men vervult. Het publiceren van regels en maatregelen aan alle medewerkers, duidelijk maken van de consequenties. Het geven van informatie over hulpverlening en duidelijk maken door wie en wanneer hulp geboden wordt. Het organiseren van voorlichting over aanpak, regels en maatregelen. Het maken van werkafspraken tussen leidinggevenden, directeur, bedrijfsarts ten aanzien van: - vaststellen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden; - waarborgen van de privacy; - verwijzing, behandelingsplan en driepartijen contract - afstemming voor wat betreft de uitvoering van de ziektewet; - signalering van patroongebonden ziekteverzuim; - disciplinaire maatregelen; - registratie en evaluatie. 5. Registratie en Evaluatie Evaluatie zal jaarlijks plaatsvinden aan de hand van de geregistreerde gegevens, zoals ongeval-, schade- en ziekteverzuimgegevens, aantal overtredingen, aantal gevallen van (succesvolle) hulpverlening in verband met alcohol en/of drugs.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

99

Het onderwerp ‘Alcohol, Medicijnen, Drugs en Werk’ zal minstens één keer per jaar agendapunt zijn op management overleg en opgenomen worden in de RI&E.

5.3 ADM-beleid gemeente V

Tekst : de heer Krasner, afdeling P & O gemeente V,l 2003 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Alcohol- en drugsbeleid 2.1 Doelstellingen 2.2. Overwegingen 3 Medicijnenbeleid ('Gele sticker') 4. Verantwoordelijkheid bijlagen: I Protocol II Tips en suggesties bij het voeren van het gesprek III Voorlichting/ scholing IV Registratie en evaluatie.

1. Inleiding. Alcohol en werk Van alle werknemers in Nederland heeft 3 tot 6% problemen met alcoholgebruik De kans dat een bedrijf / instelling hiermee te maken krijgt is daarom tamelijk groot. Wat moet de werkgever met een medewerker met een alcoholprobleem? Heel wat bedrijven en organisaties voeren nog een passief ad hoc beleid. Alcoholproblemen worden binnen een bedrijf /organisatie lange tijd getolereerd. Pas wanneer problemen escaleren, wordt de drinkende werknemer alsnog tot de orde groepen. In zulke gevallen kan dit uiteindelijk uitmonden in een ontslagprocedure Drugs en werk Afgaand op onderstaande cijfers* kan geconcludeerd worden dat de drugsverslaving in Nederland misschien minder groot is dan in veel omliggende landen, maar dat er wel degelijk sprake is van een 'drugsprobleem' en dat in toenemende mate werkgevers en werknemers hiermee geconfronteerd kunnen worden. Het effect van een drug hangt voor een belangrijke deel af van de conditie en de stemming van de gebruiker op het moment dat hij het middel neemt. Veel drugs versterken de stemming, waarbij de effecten soms anders uitpakken dan de gebruiker had verwacht. Onvrede kan omslaan in diepe neerslachtigheid, angst kan omslaan in paniek. Ook lichamelijk kan een drug 'verkeerd vallen'. Dat kan zich uiten in misselijkheid, braken of onpasselijkheid. Drugs en alcohol beïnvloeden de waarneming en het concentratievermogen van de gebruiker. In het verkeer en op het werk vergroten alcohol- en drugsgebruik de kans op ongelukken. Ook de prestaties op het werk kunnen onder het gebruik hiervan lijden. Bij zowel alcohol als bij gebruik van drugs wordt de gebruiker tot de orde geroepen als het probleem escaleert. Ook dit kan uiteindelijk in een ontslag- procedure uitmonden. Ieder bedrijf/ organisatie heeft baat bij een alcohol- en drugsbeleid dat voor zover mogelijk problemen systematisch voorkomt en eventueel aanpakt. Het beste beleid is een integrale aanpak: heldere regels over het gebruik op de werkvloer, aandacht voor de naleving van die regels en aandacht voor preventie. Ook is een belangrijk onderdeel van een integrale aanpak om aandacht te geven aan de concrete problemen die zich voordoen. Als het vermoeden bestaat van alcohol- c.q.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

100

drugsproblematiek bij een medewerker zal de werkgever, als het op de werkvloer manifest is, hierin actie moeten ondernemen. Een alcohol-, drugs- en medicijnenbeleid valt onder veiligheids- en gezondheidsbeleid en daarmee ook onder het Arbobeleid. *In vergelijking met het buitenland telt Nederland weinig drugsverslaafden: 2,5 per duizend inwoners. In België is dat 3,0, in Frankrijk 3,9, in Spanje 4,9, in Italië 6,4 en in Luxemburg 7,2 per duizend inwoners. 2. Alcohol/ drugsbeleid 2.1 Doelstellingen: De doelstellingen van het beleid moeten zijn: I Het signaleren van alcohol- en drugsproblematiek. II Het vaststellen van een alcohol- of drugsprobleem. III Het probleem bespreekbaar maken. IV Het vaststellen van regels betreffende het bezit en gebruik van alcoholhoudende dranken en

drugs. V Het hanteren van maatregelen bij overtreding van regels en afspraken. VI Het aanbieden van (externe) hulp, inclusief opvang en behandeling. VII Het ingang zetten van een eventuele ontslagprocedure. 2.2. Overwegingen t.a.v. alcohol en drugsbeleid: Een aantal overwegingen heeft geleid tot het formuleren van deze doelen, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen bedrijfseconomische en sociale overwegingen. Bedrijfseconomische overwegingen zijn o.a. het voorkomen van:

ongevallen;

materiële- en immateriële schade;

kwaliteitsvermindering van geleverde diensten;

ziekteverzuim. Sociale overwegingen zijn o.a. het voorkomen:

van ongevallen en dus het voorkomen van onnodig leed;

dat medewerkers tussen 'wal en schip' raken;

dat medewerkers verminderd sociaal zullen functioneren;

van een negatieve invloed op de arbeidsomstandigheden. 3. Medicijnenbeleid. Als een medewerker medicijnen heeft voorgeschreven gekregen van de huisarts of specialist die de reactiesnelheid kunnen beïnvloeden dient de leidinggevende hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te worden gesteld. Medicijnen die de reactiesnelheid kunnen beïnvloeden zijn herkenbaar aan een gele sticker op de verpakking. Het gaat om functies met bijvoorbeeld taken in het verkeer (o.a. afd. Reiniging & Tractie en de Brandweer) of bij taken waarbij snel gehandeld moet worden (bij o.a. het zwembad en bij de Brandweer). De leidinggevende zal zodra hij door de medewerker hiervan in kennis is gesteld contact opnemen met de bedrijfsarts om zonodig maatregelen te treffen. 4. Verantwoordelijkheid: Met een gestructureerde aanpak en uniform toegepaste regels voor alle medewerkers geeft de organisatie voor een belangrijk deel invulling aan haar verantwoordelijkheid ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn. In bijgaande protocol (bijlage I) worden bovenstaande beleidsdoelstellingen t.a.v. het alcohol- en drugsbeleid nader uitgewerkt. Het 'gele sticker' medicijnenbeleid spreekt voor zich.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

101

Bijlage I Protocol alcohol- drugs- en medicijnenbeleid De uitvoering van het beleid bestaat uit: 1. Signaleren van mogelijke problemen 2. Het vaststellen van een alcohol- of drugsprobleem 3. Het probleem bespreekbaar maken 4. Het hanteren van regels betreffende het bezit en gebruik van alcoholhoudende dranken en

drugs. 5. Het hanteren van maatregelen bij overtreding van regels en afspraken. 6. Mogelijkheden van hulpverlening. 7. Het ingang zetten van een eventuele ontslagprocedure. ad 1 Het signaleren van mogelijke problemen Hoe kan de leidinggevende aan de weet komen of een medewerker te veel drinkt/ gebruikt? Op de eerste plaats zijn er meestal concrete aanwijzingen: de medewerker ruikt tijdens werkuren bijv. naar drank. Is in tegenstelling tot voorheen neerslachtig, raakt gauw in paniek of is angstig. Lichamelijk kan het zich uiten in misselijkheid, braken, onpasselijkheid. Drugs beïnvloeden de waarneming en het concentratievermogen. Ook is de productiviteit van de medewerker in relatief korte tijd sterk wisselend: van opvallend productief (cocaïne en speed) tot zeer improductief (alcohol), wat op zichzelf al aanleiding is voor een gesprek. Andere aanwijzingen kunnen zijn: kort maar regelmatig ziekteverzuim, regelmatig te laat komen, prikkelbaarheid, fouten op het werk, signalen van problemen in de privé-sfeer, informele opmerkingen van collega's over verminderd functioneren of over alcohol- of drugsgebruik door betrokkene. Meer dan aanwijzingen zijn dit niet. Om meer aan de weet te komen is het nodig en persoonlijk gesprek te voeren ad 2 Het vaststellen van een alcohol of drugsprobleem Het specifiek maken van verschillende aspecten van het alcohol- of drugsgebruik, kan -maar hoeft niet- op weerstand te stuiten: de medewerker schaamt zich, hij denkt dat zijn/ haar baan direct in gevaar is of vindt dat de leidinggevende met zijn alcohol- en/of drugsprobleem niets te maken heeft. Doel van het gesprek is vast te stellen in hoeverre alcohol / drugsgebruik inderdaad de reden is dat de medewerker minder goed functioneert. Bepaalde informatie is daarbij relevanter dan andere. Belangrijk zijn in ieder geval de volgende aspecten: Hoeveel drinkt / gebruikt iemand? Sinds hoelang? Welke positieve en negatieve consequenties heeft dit? Welke negatieve invloed heeft het drinken/ drugsgebruik precies op het werk? Wat vindt de medewerker ervan? In deze fase van het gesprek is het belangrijk dat degene die het gesprek voert open vragen stelt, goed samenvat en informatie concreet maakt. Tijdens het gehele gesprek blijft het van belang weerstand (zie 1op bladzijde 10) te voorkomen en deze eventueel weg te nemen met behulp van passende opmerkingen. ad 3 Het probleem bespreekbaar maken: Het begin is vaak moeilijk. Het onderwerp moet eerst worden geïntroduceerd en de confrontatie kan voor de medewerker een pijnlijke verrassing betekenen. Het is daarom belangrijk dat het gesprek een vertrouwelijk karakter heeft waarbij geen sprake is van tijdsdruk. Door wie moet het gesprek worden gevoerd? Dat kan de direct leidinggevende zijn die de meeste concrete informatie heeft over het functioneren van de medewerker. Ook kan het gesprek worden gevoerd samen met de P&O adviseur die in dit kader een meer specifieke (gespreks)training heeft gevolgd. (zie bijlage III op bladzijde 11) Degene die het gesprek voert, doet er goed aan om opmerkingen die met zijn eigen beleving te maken hebben achterwege te laten, (zie 2 op bladzijde 10) De introductie is zakelijk maar tegelijk respectvol: de leidinggevende houdt duidelijk rekening met de gevoelens van de medewerker. De formulering is zodanig, dat mogelijk weerstand wordt omzeild. 'Dat

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

102

alcohol/ drugs een rol speelt' is bijvoorbeeld veel minder confronterend dan 'we denken dat je teveel drinkt' of nog meer confronterend áls je hier wilt blijven werken, moet je echt iets gaan doen aan dat alcoholgebruik van je. Zakelijkheid wil niet zeggen dat de leidinggevende zich afstandelijk gedraagt. Integendeel: empathie (zie 3 op bladzijde 10) is de tweede peiler van het gesprek. De leidinggevende heeft oor voor wat de medeweker zelf in te brengen heeft. Daarbij is de opgave om een goede balans vinden tussen empathie en medeleven enerzijds en zakelijkheid anderzijds.' Opgemerkt moet worden dat de rol van de werkgever natuurlijk niet die van hulpverlener is. Het gaat er in eerste instantie om dat de problemen rond het werk zelf worden opgelost, niet dat de medewerker stopt met drinken, hoewel dit wel het resultaat kan zijn

Tegelijkertijd is het voor ieder efficiënt gesprek over alcohol /drugs essentieel dat de medewerker zich gehoord voelt, dat hij de gelegenheid krijgt om zijn verhaal te doen en dat het gesprek verheldering brengt. Empathie is niet voldoende. Er moeten tevens conclusies worden getrokken. Het gaat daarbij om het persoonlijk welzijn en natuurlijk ook om het goed functioneren. Hoeveel empathie de werkgever ook heeft, er zal iets moeten veranderen in het gedrag van de medewerker. De medewerker heeft in ieder geval een belangrijke reden om iets aan zijn gebruik te doen: doet hij dit niet, dan staat zijn baan onder druk. Hoe eleganter (zie 4 op bladzijde 10) de leidinggevende dit gewicht in de schaal legt, hoe soepeler en effectiever het gesprek. De verwijzing in deze fase is erg relevant. De vraag is: voelt de medewerker zich in staat om deze veranderingen ook in de praktijk te brengen? Zo nee, welke obstakels ziet hij opdoemen? Wat en wie is er nodig in de vorm van ondersteuning om die obstakels te omzeilen? Hoe meer er vooraf in het gesprek wordt besproken en voorbereid, hoe grotere de kans op een juiste verwijzing naar bijv. de bedrijfsarts / Instelling voor verslavingszorg. Hier in V … Deze verwijzing kan ook het beste plaatsvinden via de bedrijfsarts. ad 4 Regels betreffende het bezit en gebruik van alcohol houdende dranken en drugs tijdens het

werk 1 Deze regels zijn voor toepassing voor alle medewerkers die werkzaam zijn bij de gemeente V. 2. Het is niet toegestaan tijdens werktijd onder invloed te verkeren van alcohol en/of drugs. Dit

betekent dat: a- het gebruik van alcohol en drugs tijdens werktijd niet is toegestaan; b- zodanig gebruik van alcohol en/of drugs vooraf aan de werktijd of in de pauze, dat men tijdens daarop aansluitende werktijd nog niet volledig nuchter is, is niet toegestaan.

3. Het op het werk in bezit hebben van drugs is niet toegestaan. 4. Het beleid zal er op gericht zijn recepties e.d. alleen te laten plaatsvinden aan het einde van

de werktijd of daarbuiten. Op recepties zullen naast alcoholvrije dranken slechts zwakalcoholische dranken worden verstrekt.

ad 4a Aanvullingen voor de brandweer 1 Op oefenavonden mag geen alcohol gebruikt worden voor 21.30 uur 2 Tijdens kazernering mag er geen alcohol gebruikt worden 3 Tijdens repressieve activiteiten wordt geen alcohol gebruikt 4 Tijdens vergaderingen wordt geen alcohol gebruikt 5 Van ieder korpslid wordt verwacht dat men alleen op een alarmoproep reageert als hij of zij

nog veilig en verantwoordt aan het verkeer kan deelnemen, dat wil zeggen binnen de wettelijk toegestane norm van alcoholgebruik in het verkeer

n.b. punt 5 geldt ook tijdens de consignatie, i.v.m. de gladheidbestrijding, van de afd. R&T ad 5 Maatregelen bij overtreding van regels voor gebruik van alcoholhoudende dranken en drugs I. na constatering van een eerste overtreding van alcohol- c.q. drugsgebruik op het werk kan

volgen:

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

103

a. Ontzegging van de toegang tot de werkplek (art. 15:1:19 CAR/UWO) en/of schorsing (art 8:15:1 CAR/UWO) en/of het beraden om een disciplinaire procedure als bedoeld in hoofdstuk 16 (CAR/UWO) te starten.

b. tussen het moment van constatering en uiterlijk 72 uur nadien, een gesprek met het afdelingshoofd met een schriftelijke bevestiging van gesprek en afspraken. Hoofddoel van dit gesprek is om de achtergrond en de gevolgen van de overtreding te bespreken. Afhankelijk van de situatie wordt door de leidinggevende hulp aangeboden via een verwijzing naar de bedrijfsarts, en evt. via de bedrijfsarts een verwijzing naar het maatschappelijk werk of een psycholoog van de Gezonde Zaak.

c. onttrekking aan of afbreken van hulpverlening door de medewerker kan tot gevolg hebben dat een ontslagprocedure wordt gestart (art.8:13 CAR/UWO )(zie ook ad 7)

d. De werkgever verplicht de gebruiker het ongeoorloofd aanwezig zijnde alcohol en drugs, te verwijderen. (zeker drugs nooit in beslag nemen vanwege mogelijke juridische problemen)

e. De schriftelijke vastlegging verliest na één jaar na datum vastlegging zijn geldigheid in het kader van deze maatregelen.

II. Na constatering van een tweede overtreding binnen één jaar na vastlegging van de

van de eerste overtreding volgt: a. Ontzegging van de toegang tot de werkplek (art. 15:1:19 CAR/UWO) en/of schorsing

(art 8:15:1 CAR/UWO) en/of het beraden om een disciplinaire procedure als bedoeld in hoofdstuk 16 (CAR/UWO) te starten.

b. tussen het moment van de constatering en uiterlijk 72 uur na de constatering een gesprek met het afdelingshoofd met een schriftelijke bevestiging van het gesprek en afspraken;

c. een gesprek door de leidinggevende met de bedrijfsarts over de oorzaak en gevolg en bespreking van een op de medewerker toegesneden hulpplan met een schriftelijke bevestiging van het gesprek en gemaakte afspraken. Nb: weigering hulp te aanvaarden kan leiden tot een ontslagprocedure op grond van van een disciplinaire straf. (art 8: 13 CAR/UWO) (zie ook ad 7);

d. De schriftelijke vastlegging van de gesprekken verliest na twee jaar na datum vastlegging zijn geldigheid in het kader van deze maatregelen

e. na constatering van een derde overtreding binnen twee jaar na vastlegging van de tweede overtreding kan ontslagprocedure volgen (art. 8: 13 CAR/UWO)(zie ook ad 7)

f. onttrekking aan of afbreken van hulpverlening door de medewerker heeft tot gevolg dat ontslag kan volgen (art. 8: 13 CAR/UWO)( (zie ad 7)

g. De werkgever verplicht de gebruiker de ongeoorloofd aanwezig zijnde alcohol en drugs, te verwijderen. (zeker drugs nooit in beslag nemen vanwege mogelijke juridische problemen)

ad 6 Mogelijkheden van hulpverlening: Bij acceptatie van het hulpaanbod vindt verwijzing plaats naar de voor betrokkene meest adequate vorm van hulpverlening. Deze verwijzing geschiedt door de bedrijfsarts en/of de psycholoog/ maatschappelijk werker van de gespecialiseerde hulpverlening. Samen met betrokkene en eventueel zijn/haar partner kan een plan worden opgesteld. Dit kan o.a. een verwijzing zijn naar: - instelling voor verslavingszorg zoals Maliebaan; - zelfhulpgroepen (AA); - (ontwennings)klinieken. Het doel van de hulpverleningsgesprekken met de bedrijfsarts c.q. de maatschappelijk werker of psycholoog is:

het (h)erkennen van het alcohol- en/of drugsprobleem;

het duidelijk maken van regels en gevolgen van het niet nakomen van regels;

het aanbieden van hulp;

het maken van afspraken, welke schriftelijk worden vastgelegd. Is er sprake van externe hulpverlening / opname dan houdt de bedrijfsarts/ of de hulpverlener contact over het verloop c.q. de voortgang hiervan.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

104

Regelmatig wordt in het reguliere SMT vastgesteld of de behandeling succesvol verloopt c.q. met een positief resultaat is afgesloten Indien dit laatste het geval is dan kan de zaak worden afgesloten. n.b. Het hoeft geen betoog dat, zowel na opname als na ambulante hulpverlening een positieve benadering, bij terugkeer naar en op de werkplek door de leidinggevende(n) en de collega's van groot belang is ad 7 eventuele ontslagprocedure Er kan zich een situatie voordoen dat betrokkene weigert zich te laten behandelen of zich aan de behandeling ontrekt. Wel wordt eerst nog het zéér nadrukkelijk advies gegeven om mee te werken en op de consequenties gewezen van de weigering. Aan betrokkene zal dan worden medegedeeld dat hij/ zij, wanneer hij/zij bij de weigering blijft, op grond van disfunctioneren een ontslagprocedure zal worden gestart. De werkgever zal in de ontslagprocedure spreken over het 'disfunctioneren' van de werknemer. Ontslag op basis van alcoholisme en drugsverslaving is namelijk verboden omdat alcoholisme en drugsverslaving volgens de wet als een ziekte worden beschouwd. De werkgever heeft daarom de plicht om reïntegratie te bevorderen. De werkgever moet een medewerker met alcohol- en drugsproblemen hulp bieden. De medewerker is verplicht hieraan mee te werken. In het algemeen wordt een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst gehonoreerd als de werkgever aan de waarschuwings- en zorgplicht heeft voldaan, terwijl de medewerker niet voldoet aan zijn zorgplicht om mee te werken aan zijn reïntegratie naar de eigen dan wel een andere werkplek. Bijlage II Tips en suggesties bij het voeren van het gesprek 1) Het voorkomen van weerstand: Het specifiek maken van verschillende aspecten van het alcohol- of drugsgebruik kan op weerstand stuiten. Een of meerder suggesties daarover kunnen helpen weerstand te voorkomen en het gesprek soepeler te laten verlopen: 'Ik wil eerst even dit zeggen. Wat we hier inhoudelijk bespreken blijft in principe onder ons. Samen bepalen we hoe we hier verder mee omgaan…..' 'Het gaat mij er niet om, dat ik je zeg of jij teveel drinkt of niet. Dat kun je zelf vaststellen'. 'De realiteit is echter wel, dat je minder goed werk aflevert dan normaal' 'Zullen we eerst eens de feiten op een rijtje zetten?' 'Welke conclusies je/we daaruit trekt/trekken dat zien we wel aan het eind van het gesprek' Vervolgens is het zaak om voorzichtig de feiten boven water te krijgen. Mogelijke opmerkingen zijn: 'Kun je iets vertellen over hoeveel je drinkt?' 'Je zegt tussen de twee en tien glazen. Kun je het aantal wat preciezer maken? Ik snap dat dit moeilijk is' 'Je zegt dus dat je vooral drinkt wanneer je hard werkt' 'Als je eenmaal begint kun je niet meer stoppen' 'Als ik er naast zit moet je me corrigeren' 'Dat kan ik me voorstellen dat je behoefte hebt om je te ontspannen' 2) Bijvoorbeeld: 'dit is wel een beetje pijnlijk' of ik vind het wel moeilijk hierover te moeten praten'. Vaak zijn het zulke opmerkingen die juist zorgen voor een geladen stemming. Een goede introductie kan zijn: 'De reden dat ik deze afspraak met je heb gemaakt is deze. Ik heb de indruk dat de kwaliteit van je werk de laatste tijd minder is dan ik gewend van je ben. Ik wil hier eens met je over praten. Ik heb ook de indruk dat alcohol/ drugs daarbij een rol speelt'. 3) Empathie =vermogen zich in anderen in te leven Een empathische benadering is daarom een belangrijke voorwaarde voor een motiverend gesprek. Mogelijke opmerkingen die in het gesprek kunnen worden gebruikt zijn bijvoorbeeld: ‘ Daar wil ik het met je over hebben' 'Kun je je daar iets bij voorstellen?' 'De reden dat ik dit zeg is dat er opmerkingen zijn geweest, en een paar keer collega's alcohollucht geroken. Ook valt het collega's en mij op dat je 's morgens minder productief bent.' 'ik begrijp dat je dat vervelend vindt, maar we moeten het er toch even over hebben…' 'Wat vind je daarvan' ?

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

105

4) Niet erg elegant is: 'Maar uiteindelijk komt het er toch op neer dat je stopt, anders vlieg je er uit.' Beter is: 'Met dit alles in je achterhoofd, wat denk je dat er moet gebeuren om weer op het oude niveau te komen? Van deze opmerking gaat op subtiele wijze druk uit om iets te veranderen. Bovendien heeft deze opmerking een veel positievere lading: er wordt niet uitgegaan van alcoholgebruik van de werknemer maar van iets wenselijks, namelijk zijn oude (hoge) niveau van presteren. Dat vindt iedereen en zeker ook probleemdrinkers meestal prettiger om te horen. Minder leuk vinden ze het, wanneer wordt verteld dat ze iets moeten doen omdat de leidinggevende het zegt. Bijlage III Voorlichting/ scholing:

De Arbo-coördinator zal jaarlijks zorgdragen voor relevante informatiefolders t.b.v. de

leidinggevenden en de personeelsadviseurs op het gebied van alcohol en drugs. De Arbo-coördinator zal eveneens jaarlijks zorgdragen voor het organiseren van trainingen voor personeelsadviseurs met als doel deskundigheidsvergroting ter ondersteuning van de leidinggevenden. Aspecten die bij een dergelijke training aan de orde komen zijn: - gevolgen van alcohol- en drugsgebruik; - signaleren van problematisch alcohol of drugsgebruik; - gesprekstechnieken; - in- en externe verwijzingsmogelijkheden; - rechtspositionele gevolgen.

De leidinggevenden zullen jaarlijks in een werkoverleg in het eerste kwartaal informatie (laten) geven over het gebruik van alcohol en drugs tijdens het werk. Hierbij is het belangrijk dat de medewerkers aangesproken worden op de verantwoordelijkheden met betrekking tot veiligheid, welzijn en gezondheid.

De P&O adviseur plaats het onderwerp jaarlijks in het tweede kwartaal op de agenda van het SMT van zijn/haar sector om daar gezamenlijk de werkafspraken te evalueren en evt. aanscherpen ten aanzien van: - evt. aanpassing van het beleid en de procedurebeschrijving; - de verantwoordelijkheden en bevoegdheden; - nakoming van de waarborgen voor de privacy; - evt. verwijzings- en behandelingsplannen; - het aantal overtredingen - disciplinaire maatregelen/ ontslagprocedure; - registratie en evaluatie.

Bijlage IV Registratie en evaluatie: Jaarlijks zal de Arbo-coördinator het beleid in het derde kwartaal op de agenda van het SMT-beleid plaatsen. Aandacht zal worden gegeven aan: - de voortgang van de (bij)scholing /de voorlichting; - mogelijke overtredingen/ disciplinaire maatregelen; - het aantal overtredingen; - eventuele verwijzingen naar hulpverlening; - eventuele ontslagzaken i.v.m. alcohol en drugs. Voorts zal het onderwerp alcohol, drugs en 'gele sticker' medicijnen jaarlijks in het vierde kwartaal op de agenda staan van de OR (VGWM commissie)

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

106

5.4 Opzet alcoholbeleid van grote slijterijketen door afdeling

P & O

Naar aanleiding van dit alcoholbeleid heeft het NIGZ samen met Consistent een training ´vroegtijdig signaleren aangeboden aan de regiomanagers van deze slijterijketen. Onder andere vanwege de aard van de werkzaamheden wordt er binnen Slijterij X op het werk regelmatig alcohol gedronken. Op recepties, op vrijdagmiddagborrels, maar ook tijdens werkoverleg om de wijn van de maand te proeven. Werkoverleg Tijdens het periodieke werkoverleg (PWO) proeven de verkoopmedewerkers de wijnen uit de proefbox, de zogenaamde wijn van de maand. Meestal is het voltallige winkelteam aanwezig. Meestal drinkt men 1 glas wijn en deze kan ook uitgespuugd worden. Soms nemen medewerkers de flessen wijn uit de proefbox mee naar huis. Recepties Op het hoofdkantoor worden regelmatig recepties gehouden. Via de catering worden frisdranken geschonken. Daarnaast stelt slijterij X zelf bier en wijn beschikbaar. Sterke drank wordt niet geschonken. Vrijdagmiddagborrels Op het hoofdkantoor wordt aan het einde van de vrijdagmiddag regelmatig alcohol geschonken. Het betreft voornamelijk wijn uit de monstervoorraad van de afdeling commercie, sterkere drank komt er niet aan te pas. De meeste medewerkers gaan hierna naar huis met eigen vervoer. Vaak worden er 1 tot 3 glazen wijn gedronken. Op het centrale kantoor wordt één keer per maand een vrijdagmiddagborrel gehouden, waar de meeste medewerkers 2 tot 3 glazen bier drinken. Daarnaast wordt ook de wijn van de maand geproefd. De meeste medewerkers gaan hierna naar huis met eigen vervoer. In de winkels werken medewerkers meestal alleen en zijn ze verantwoordelijk voor de hele winkel. Hoewel er geen controle is worden er, voor zover bekend, naast de PWO’s geen borrels gehouden. Medewerkers in de winkels zijn wel bekend met de ongeschreven regel dat er tijdens en na werktijd in de winkel geen alcohol gedronken mag worden. Desondanks zijn er wel situaties bekend waarbij medewerkers tijdens werktijd of na het afsluiten van de winkel alcohol drinken. Juridisch kader: Wanneer een werkgever tijdens een personeelsfeest alcoholhoudende drank laat schenken, ontslaat de medewerker niet van enige verantwoordelijkheid. Een werkgever doet er wel verstandig aan het alcoholgebruik tijdens personeelsfeesten, recepties en vrijdagmiddagborrels niet te stimuleren, omdat de ongewenste gevolgen van overmatig alcoholgebruik wellicht (mede) voor haar rekening komt . Individuele medewerkers Hoewel het landelijke percentage uitgaat van ongeveer 60 medewerkers met een alcoholprobleem is dit binnen slijterij X niet direct zichtbaar. Het tijdig signaleren en het bespreekbaar maken van alcoholproblemen onder medewerkers is waarschijnlijk voor veel collega’s een probleem. Zij weten niet hoe te handelen wanneer zij een collega hebben waarvan zij vermoeden of weten dat hij of zij een alcoholprobleem heeft. Waarschijnlijk gaan medewerkers pas handelen als het functioneren over een langere periode beneden de maat is. Minder ernstige problemen worden hierdoor niet aangepakt. Binnen de afdeling P&O zijn er 4 gevallen bekend van medewerkers die een ernstig alcoholprobleem hebben gehad. Disciplinaire maatregelen Van een paar medewerkers is bekend dat zij wel eens alcohol hebben gedronken tijdens werktijd. Ook zijn er enkele gevallen bekend van medewerkers die ver na sluitingstijd teveel alcohol gedronken hebben in de winkel. Deze medewerkers zijn gewaarschuwd door middel van een officiële waarschuwing.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

107

Bestaande afspraken met UWV Ook zijn er enkele medewerkers die hebben onderkend dat zij een alcoholprobleem hebben. Twee medewerkers zijn inmiddels door middel van een reïntegratietraject begeleid naar een andere functie buiten slijterij X omdat de werkgever van mening is dat het niet langer verantwoord is om deze medewerkers vanwege de beschikbaarheid van alcohol binnen X te laten werken. Het advies van de Jellinek-kliniek is door X overgenomen. Ook het UWV is het in deze gevallen met X eens. Het UWV is van mening dat de werknemer met alcoholproblemen het eigen werk niet kan uitvoeren en dat slijjterij X geen ander passend werk kan aanbieden. UWV verwacht wel dat X zich maximaal inspant om passend werk aan te bieden d.m.v. een extern reïntegratietraject. Bestaande afspraken met bedrijfsartsen X is aangesloten bij een externe Arbo-dienst, waarvan alle artsen intern werken. Met de Arbo-dienst zijn echter geen afspraken gemaakt over signalering, doorverwijzing en begeleiding van medewerkers met een alcoholprobleem. Bij de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde wordt alcoholisme als een chronische hersenziekte beschouwd. De bedrijfsarts die een medewerker begeleidt, kan zich daarom beroepen op zijn medisch beroepsgeheim. De bedrijfsarts kan X dan ook niet informeren over de ziekte van de medewerker. De bedrijfsarts zal de medewerker wel verplichten om behandeling te zoeken en zal bij de medewerker aandringen om het probleem bespreekbaar te maken met de werkgever. De bedrijfsarts zal eveneens in eerste instantie adviseren om terug te keren in het eigen werk aangezien het een ziekte is die mogelijk kan genezen. Verder zijn er ook geen afspraken gemaakt met andere externe aanbieders die gespecialiseerd zijn in alcoholproblematiek. CAO In de CAO voor Slijterijen zijn geen bepalingen opgenomen omtrent alcoholgebruik op de werkvloer.

5.5 Brandweerwerk en Alcohol: “dat kun je niet maken”

Een eerste aanzet om te komen tot alcoholbeleid…

Inleiding In het kaderoverleg van december jl is de vraag gesteld hoe om te gaan met alcoholgebruik en Uitruk. Gezien de vraagstelling zal het kaderoverleg een stelling in moeten nemen en moet er een Alcoholbeleid moeten worden beschreven (Door brandweercommandant van gemeente met vrijwillige brandweer, op basis van dit voorstel werd het NIGZ gevraagd een workshop te houden voor de brandweerfunctionarissen.). Alcoholgebruik bij Uitruk/Oefenen. Onderliggende regelgeving:

In de Arbeidsomstandighedenwet wordt, in artikel 3, werkgevers opgedragen maatregelen te treffen met betrekking tot Veiligheid, Gezondheid en Welzijn. Ook de werknemers zijn verplicht de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen ter vermijding van gevaren voor veiligheid, gezondheid en welzijn van zichzelf en/of anderen.

Alcohol heeft een negatieve invloed op het functioneren van mensen. Alcohol in combinatie met brandweerwerk kan zelfs zeer ernstige gevolgen hebben.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

108

Aangezien de brandweerfunctionaris en de gemeente bij een alarm een arbeidsverhouding ofwel een werkgever/werknemerrelatie hebben is de Arbowet geheel van toepassing. Ook bij het houden van oefeningen is deze regelgeving van toepassing. Op basis van deze twee punten is het gebruik van alcohol tijdens de werkzaamheden voor de brandweer niet te rijmen en dus verboden. Alcoholgebruik na uitruk, oefenen en verenigingsactiviteiten. Buiten het oefenen en de uitruk is er geen sprake van een arbeidsrelatie en is de Arbowet niet van kracht. Wel is er voor de verkeersdeelnemer de maximale grenswaarde van 0.5 promille. Dit hoofdstuk valt geheel binnen de verantwoordelijkheid van de betrokkene. Alcoholgebruik (net) vóór brandweeractiviteiten. De eerste twee punten zijn duidelijk en niet voor meerderlij uitleg mogelijk. Een ander item is het gebruik van alcohol (net) vóór brandweeractiviteiten. Ook in dat geval kan terug gewezen worden naar de Arbowet: De werknemer dient dusdanig op het werk te verschijnen, dat hij/zij de werkzaamheden, die van hem of haar verwacht mogen worden, op een goede en veilige wijze kan uitvoeren en dat dus een onveilige situatie wordt vermeden. Met andere woorden: heb je alcohol genuttigd, dan kun je niet uitrukken. Het is echter niet zo zwart – wit te stellen. Het drinken van alcoholhoudende dranken voorafgaande aan een brandweerinzet is afhankelijk van een aantal factoren. De belangrijkste zijn de hoeveelheid en de tijd tussen drinken en daadwerkelijke inzet. Er worden in de literatuur een aantal getallen genoemd. Een standaard glas bier (250 cc), een glas wijn (100 cc) of een glas sterke drank (35 cc) bevatten 10 gram alcohol. Dit levert een alcoholpercentage op van 0.2 promille voor mannen en 0.3 promille voor vrouwen. De alcohol zal door het lichaam worden verwerkt. Het lichaam heeft ongeveer 1-1½ uur nodig om het af te breken. Dit houdt in feite in, dat er na het drinken van een glas alcoholhoudende drank een uur tot anderhalf uur moet verstrijken voordat men deel kan nemen aan de uitruk. Wordt er daarentegen meer gedronken, dan zal de verwerkingstijd ook langer worden. Reken voor het gemak een uur per glas. Praktijk. Om de bovenstaande zaken toe te kunnen passen, zullen er praktijkregels en -afspraken moeten komen.

Gepiketteerde functionarissen mogen, in de periode dat zij zijn gepiketteerd, geen alcohol nuttigen.

Bij een uitruk zal brandweerpersoneel, wat gedronken heeft, niet uitrukken of opkomen. (Dit geldt voor de periode die is aangeven in dit stuk).

Bij twijfel zal de bevelvoerder aan betrokkene vragen of hij/zij alcoholhoudende drank gedronken heeft. Antwoordt betrokkene negatief, dan kan betrokkene mee met de uitruk.

o Vindt er tijdens de inzet een ongeval plaats en is de betrokkene hier een onderdeel van, dan zal bij betrokkene worden vastgesteld of het alcoholpercentage onder de wettelijke grens voor verkeersdeelname van 0.5 promille ligt.

o Is er ondanks het antwoord van betrokkene een gegrond vermoeden van alcoholgebruik, dan kan de bevelvoerder besluiten de betrokkene buiten het voertuig te zetten. Hij meldt dit, na terugkomst, direct aan de commandant of zijn plaatsvervanger.

Bij gebleken alcoholmisbruik kunnen disciplinaire maatregelen worden getroffen.

Mocht blijken, dat een ongeval of schade veroorzaakt door het brandweeroptreden, een direct gevolg is van alcoholgebruik, kan de betrokkene aansprakelijk worden gesteld.

Aandachtspunten n.a.v. kader overleg 11 maart:

Juridische status

Rechtspositioneel

Verzekeringstechnisch

Haalbaarheid/draagvlak/maatschappelijke aanvaarding

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

109

In V:

Alcohol tijdens brandweeractiviteiten

Uitgangspunten

Iedereen wordt verantwoordelijk geacht om zelf vast te stellen wat wel / niet gewenst is

Iedereen is verantwoordelijk voor zijn handelen

Een chauffeur mag nimmer alcohol hebben genuttigd bij een inzet

Een wacht - en bewakingsgroep nuttigt geen alcohol

De bevelvoerder heeft het recht bij twijfel of zekerheid van alcoholgebruik de gebruiker uit het voertuig te zetten

De uitgangspunten hebben betrekking op alle brandweeractiviteiten, zoals repressie, jeugdbrandweer, cursussen en oefenavonden.

In D:

1. Voor brandweerpersoneel is uitrukken na alcoholgebruik verboden; in afwijking op deze regel is het maximaal toelaatbare alcoholgebruik zoals bedoeld in de verkeerswetgeving van toepassing;

2. Het is niet toegestaan om na het gebruik van alcohol een brandweervoertuig met spoed te besturen; buiten de uitrukken om is het maximaal toelaatbare zoals bedoeld in de verkeerswetgeving van kracht;

3. De bevelvoerder of commandant hebben het recht bij twijfel of zekerheid van alcoholgebruik de gebruiker uit te sluiten van brandweerdeelname;

4. Manschappen hebben bij twijfel of zekerheid van alcoholgebruik van hun bevelvoerende het recht een opdracht te weigeren en stellen zo mogelijk direct de commandant in kennis.

5. Tijdens oefen, uitruk en cursusactiviteiten mogen geen alcoholische dranken worden genuttigd.

5.6 Concept alcoholbeleid van Gezondheidszorginstelling

Uitvoeringsregeling Alcoholbeleid (ex artikel ……) Uitgangspunten Artikel 1 Door middel van dit alcoholbeleid hoopt XX de negatieve gevolgen van alcoholmisbruik te voorkomen, zoals productiviteitsverlies, functioneren op een lager niveau, verslechtering van de werksfeer, hoger ziekteverzuim en hogere kosten. Het beleid is gericht op onderlinge bewustwording over de relatie alcohol/werk en tijdige signalering. Het beleid geeft duidelijkheid over de verantwoordelijkheden die men ten opzichte van de collega’s heeft. Regels Artikel 2 Binnen XX wordt er niet onder invloed van alcohol gewerkt. Dat wil zeggen dat de kantine geen alcohol schenkt en dat een medewerker zijn werkruimte vrij van alcohol houdt. Als een medewerker bij een externe gelegenheid (bijv. vergadering bij klant, beurs, etc.) het XXrepresenteert, dan wordt er geen alcohol gedronken. Uiterlijke tekenen van alcoholgebruik worden niet getolereerd.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

110

Uitzondering: binnen XX mag er wel wijn en bier (ook alcoholvrij bier) worden geschonken, mits het gaat om een receptie die intern wordt gehouden. De Kerst- en Oud & Nieuw Borrel en uitjes met het personeel zijn ook uitzonderingen. Hierbij wordt de medewerker geacht verantwoord te drinken om geen overlast te veroorzaken door ongepast gedrag. Voorlichting Artikel 3 Van alle medewerkers van XX wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van de relatie alcohol/werk. Voor informatie kunnen de medewerkers van afdeling voorlichting worden benaderd. Ook zijn verschillende brochures en internetsites (bijvoorbeeld www.alcoholinfo.nl) bronnen van informatie. Werkgerelateerde problemen Artikel 4 Problemen rond alcohol hebben invloed op de gezondheid en het functioneren van de medewerker. Werkgerelateerde problemen van alcohol zijn productiviteitsverlies, functioneren op een lager niveau, hoger ziekteverzuim, verstoring van werksfeer en het niet na kunnen komen van werkafspraken. Meldingsplicht Artikel 5 De manager zal de medewerker confronteren met disfunctioneren en hulp aanbieden. In het geval dat een medewerker constateert dat hij om redenen van alcohol minder goed functioneert, is deze verplicht dit aan zijn clustermanager te melden. In het geval dat een medewerker bij een ander disfunctioneren als gevolg van alcohol constateert, is de medewerker verplicht om dit aan zijn clustermanager te melden. De clustermanager meldt een gesignaleerd alcoholprobleem bij de afdeling P&O. De afdeling P&O meldt dit vervolgens aan de Arbodienst. De medewerker wordt opgeroepen door de bedrijfsarts. Hulp Artikel 6 De medewerker kan een(reïntegratie)traject worden aangeboden om hem te helpen bij zijn alcoholprobleem. Elk traject wordt voorafgaand in een ‘driepartijencontract’ vastgelegd, waarin de werkgever in samenwerking met een hulpverlenende (extern) en de medewerker concrete afspraken maken rondom het traject (doelstelling, doorlooptijd, terugkoppeling, overleg etc.). Vertrouwelijkheid Artikel 7 Elke signalering en alle daaruit volgende consequenties worden met vertrouwelijkheid behandeld. Bij een bespreking mag er niemand aanwezig zijn die geen directe rol in het traject vervuld. Al het geschreven materiaal rond elk traject wordt opgeslagen in het personeelsdossier door de afdeling Personeel en Organisatie. Sancties Artikel 8 Er kunnen disciplinaire maatregelen genomen worden, bijvoorbeeld schorsing of ontslag. Ontslag is legitiem als de werkgever kan aantonen dat hij door middel van het ‘3-partijencontract’ een interventie heeft gepleegd en er vanuit de medewerker geen duidelijk teken van samenwerking en verbetering is geweest. Voorwaarde is dat de medewerker hierop eerder is aangesproken/ gewaarschuwd, dat er afspraken gemaakt zijn over verbeteringen in functioneren en over het tijdsbestek waarin dit plaats moet vinden. Weerstand en het zich niet houden aan de afspraken zoals in het ‘driepartijencontract’ vastgelegd, zijn factoren die een reïntegratie belemmeren en ook grond vormen voor ontslag. Voortgang Artikel 9 XX zal op jaarlijkse basis tijdens een MO het alcoholbeleid bespreken om te kijken of het moet worden aangepast en of de gewenste verandering in de werksfeer kan worden geconstateerd. Hierbij worden Ondernemingsraad en het Sociaal Medisch Team actief betrokken.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

111

6. Literatuur en links

Verder lezen ?

1. Alcohol in het bedrijf, dat werkt niet – Min SZW, directie voorlichting, 0800 – 9051

2. Alcoholproblemen op het werk, handleiding voor een preventief beleid, Alcon, ISBN 90-

801685-1-3.

3. Alcoholproblemen op het werk, adviezen voor leidinggevenden, Alcon, ISBN 90-801685-2-1.

4. Alcohol en werk, Bohn Stafleu van Loghum, ISBN 90-313-3201-1.

5. Alcohol en de wet. NIGZ

6. Alcohol, tabak, drugs en medicijnen in Nederland: opvattingen, feiten en

risico’s. NIGZ in samenwerking met GGZ Nederland

7. Cnossen, S. (2006).CPB. Discussion Paper Alcohol Taxation and Regulation in the European Union

8. Cozijnsen, A.J., Vrakking, W.J. (2004). Handboek

Verandermanagement.Theorieen en strategieën voor organisatieverandering. Deventer: Kluwer

9. De risico’s van het vak, over de risico’s van alcohol voor veiligheid en

gezondheid op het werk, Alcon, ISBN 90-801685-5-6.

10. Een drinker in huis – omgaan met het drankprobleem van een ander, NIGZ, bestelcode AV97207.

11. Klaver P.M. de, Scholten, C. (2005). De chemie tussen de private en publieke sector.

Evaluatie van de pilot Privaat-Publieke Samenwerking Alcohol en Drugs Eemsmond Regio. Leiden: Research voor Beleid. (Rapport)

12. Pater, L. , Roest, S. (2001), Implementeren, het speelveld in de praktijk. Boom. Lemma

ISBN: 9051898428

13. Drs. Schutten, M. Dr. Eijen, van den, R.J.J.M., Prof. Dr. Knibbe, R.A.(2003). Onderzoeksrapportage Alcohol en Werk. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

14. Wat ben ik voor drinker? NIGZ + Trimbos Instituut (folder).

15. Wat doet drank met u? Zeven glasheldere vragen over drank, folder NIGZ.

16. Werkboek Spirit, Alcon, ISBN 90-801685-4-8.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

112

Interessante websites

Op de website van het NIGZ staat een dossier Alcohol en Werk met recente links over dit onderwerp.

www.alcoholinfo.nl (voor professionals en intermediairs) www.alcohol.pagina.nl www.alcoholpreventie.nl www.alcoholteam.nl (themasites over drugs & alcohol voor jongeren) www.bobjijofbobik.nl www.gezondheidsmanagement.nl http://www.ilo.org/public/english/protection/safework/drug/codepr.htm www.watdrinkjij.nl Voor advies en alcoholbeleid: NIGZ Werk Postbus 500 3440 AM Woerden Telefoon 0348 43 76 80 Fax 0348 43 76 89 E-mail: [email protected] Internet www.gezondheidsmanagement.nl Voor publieksvragen over alcohol en alcoholgebruik: NIGZ/AVP Alcohol Infolijn 0900 500 20 21 (10 cent per minuut)

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

113

BIJLAGEN

Bijlage 1: Een alternatieve aanpak: alcoholbeleid invoeren via bedrijfsconvenanten

Bijlage 2: Voorlichtingsmateriaal

Bijlage 3: Jurisprudentie: de juridische aspecten op een rijtje

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

114

BIJLAGE 1 Een alternatieve aanpak: alcoholbeleid invoeren via een regionaal bedrijfsconvenant? Intro Research voor Beleid evalueerde in opdracht van Akzo Nobel Delfzijl de pilot ‘Privaat-Publieke Samenwerking Alcohol en Drugs (PPS A&D) Eemsmond Regio’. Deze pilot had tot doel door nauwere samenwerking tussen private en publieke partijen meer en betere resultaten te realiseren bij het voorkomen en bestrijden van de alcohol- en drugsproblematiek in de Eemsmond Regio. Achtergrond en opzet van het evaluatieonderzoek Research voor Beleid evalueerde in opdracht van Akzo Nobel Delfzijl de pilot ‘Privaat-Publieke Samenwerking Alcohol en Drugs Eemsmond Regio’. Deze pilot had tot doel door nauwere samenwerking tussen private en publieke partijen meer en betere resultaten te realiseren bij het voorkomen en bestrijden van de alcohol- en drugsproblematiek in de Eemsmond Regio. Initiatiefnemers waren Akzo Nobel Delfzijl en de Vereniging Samenwerkende Bedrijven Eemsmond (SBE). De pilot is uitgevoerd tussen eind 2002 en eind 2004 en bestond uit twee - in elkaar overlopende - delen:

· Een privaat deel gericht op bewustwording van de alcohol- en drugsproblematiek en invoering van

intern alcohol- en drugsbeleid binnen bedrijven

· Een privaat-publiek deel gericht op het totstandbrengen van privaat-publieke samenwerking en

concrete samenwerkingsproducten.

Kern van het door Research voor Beleid uitgevoerde onderzoek vormde een procesbeschrijving en –evaluatie. Het onderzoek had een kwalitatief karakter. Zowel na afloop van het private als het privaat-publieke deel van de pilot zijn interviews gehouden met bij de pilot betrokken partijen. Analysekader

Hieronder presenteren we – met bovenstaande in het onderzoek gehanteerde analysekader als kapstok – de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Beleidsprobleem en strategische doelstelling Vooraf is door de projectorganisatie geen probleemanalyse op regionaal niveau uitgevoerd. Uit het onderzoek kwam echter naar voren dat de alcohol- en drugsproblematiek in de regio niet extra groot was. Wel is in individuele gevallen sprake van veel persoonlijk leed en zijn er mogelijk ingrijpende gevolgen in de werkomgeving. Daarbij gaat het niet alleen om het functioneren van de werknemer op zich maar ook om mogelijke veiligheidsrisico’s. De aanpak van de alcohol- en drugsproblematiek door private en publieke partijen in de regio was bij aanvang van de pilot nog versnipperd. De strategische doelstelling van de pilot (‘door vereende krachten meer en betere resultaten realiseren bij

InputEffecten

Beleids-

prestatieUitvoerings-

praktijk

Beleidsprobleem

Context

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

115

het voorkomen en bestrijden van de alcohol- en drugsproblematiek in de regio’) is breed geformuleerd en daardoor moeilijk meetbaar. Input Onder input wordt verstaan de (financiële, organisatorische en personele) middelen die voor de pilot zijn ingezet. Voor het onderzoek was ‘seed money’ beschikbaar in de vorm van subsidie van het ministerie van VWS. Daardoor kon een projectorganisatie worden opgetuigd. Deze bestond onder meer uit een externe projectleider met expertise op het gebied van alchohol- en drugs(beleid) en - in het privaat-publieke deel - een externe procesbegeleider met expertise op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en PPS. Uitvoeringspraktijk De uitvoeringspraktijk betreft het proces van uitvoering van de pilot. Het eerste - private - deel van de pilot was gericht op bewustwording van de problematiek en het stimuleren van ontwikkeling en implementatie van intern alcohol- en drugsbeleid binnen arbeidsorganisaties. Ook diende deze fase voor het ‘warm maken’ van arbeidsorganisaties voor het tweede - privaat-publieke - deel van het project. De externe projectleider heeft hiertoe een groot aantal bedrijfsbezoeken afgelegd. Mede op basis van de gesprekken met arbeidsorganisaties is door de projectorganisatie een CD-ROM samengesteld met praktische handvatten voor het ontwikkelen en implementeren van intern alcohol- en drugsbeleid. Deze CD-ROM werd gepresenteerd tijdens een symposium voor private en publieke partijen. Die bijeenkomst was tevens het startschot voor het tweede deel van de pilot. Dat was gericht op het tot stand brengen van een regionaal PPS-netwerk en de ontwikkeling van concrete samenwerkingsproducten. Met het oog hierop zijn vier zogenaamde alcohol- en drugsbijeenkomsten georganiseerd onder leiding van de externe procesbegeleider. Aan dit PPS-deel van het pilot deden naast Akzo Nobel Delfzijl en de koepelorganisatie SBE vier andere bedrijven, vijf maatschappelijke organisaties (Arbo-dienst, verslavingszorg, schuldhulpverlening, scholengemeenschap en ziekenhuis) en de drie regiogemeenten (Appingedam, Delfzijl en Eemsmond) mee Resultaten: beleidsprestatie en effecten Bij de beleidsprestatie gaat het om hetgeen concreet gerealiseerd is met de pilot en het directe voordeel dat de pilot heeft opgeleverd voor de deelnemende partijen. Door de pilot PPS A&D Eemsmond Regio is een aantal bedrijven daadwerkelijk aan de slag gegaan met intern alcohol- en drugsbeleid. Ook hebben private en publieke organisaties over elkaars schutting kunnen kijken en elkaar beter leren kennen. Op die wijze is in de regio een - omvangrijk en gevarieerd - netwerk van relevante private en publieke organisaties tot stand gekomen waardoor betere onderlinge afstemming mogelijk is. Het privaat-publieke deel van de pilot werd bekroond met het afsluiten van een tweejarig convenant, waarin de veertien betrokken partijen de intentie hebben uitgesproken de samenwerking de komende jaren te zullen continueren en intensiveren. De verantwoordelijk voor de uitvoering van dit convenant is neergelegd bij SBE. Naast de CD ROM, een nieuwsbrief en fotomateriaal ten behoeve van het vervaardigen van posters en dergelijke resulteerde de pilot in de volgende concrete samenwerkingsproducten:

· Video/DVD over alcohol en drugs ten behoeve van werkoverleg

· Samenwerkingsafspraken tussen verslavingszorg/ schuldhulpverlening en werkgevers (in hun rol van

verwijzer)

· Website over alcohol en drugs (in ontwikkeling)

· Spreekuur over alcohol en drugs (éénmalig). Het PPS-netwerk in de Eemsmond Regio en de tijdens de pilot ontwikkelde concrete producten zullen de komende jaren in de praktijk hun waarde moeten bewijzen. Over de effecten van de PPS (dat wil zeggen de bijdrage aan de strategische doelstelling: het voorkomen/ terugdringen van alcohol- en drugsproblematiek in de regio) kan op dit moment dan ook geen definitief oordeel worden geveld. Kritische succes- en faalfactoren Van positieve invloed op de resultaten van de pilot waren onder meer de aanwezigheid van een trekker met jarenlange ervaring op het terrein van alcohol en drugs (Akzo Nobel Delfzijl) en het feit dat de Eemsmond Regio een overzichtelijk en in economisch opzicht samenhangend gebied is met een goed georganiseerd bedrijfsleven (SBE). Van belang was verder de aanwezigheid van seed money, waardoor externe projectleiding en procesbegeleiding kon worden ingekocht. Overigens is met het afsluiten van de

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

116

pilot ook een eind gekomen aan deze externe projectleiding en procesbegeleiding. Negatieve invloed op de resultaten van de pilot heeft - naast het ontbreken van een probleemanalyse vooraf - het relatief beperkt zelforganiserend vermogen van de deelnemende partijen gehad. Daardoor kwam veel van de uitvoerende werkzaamheden op de schouders van de externe projectleider terecht. Verder hebben verschillen van mening tussen de verslavingszorg en private partijen vertragend gewerkt. Daarbij ging het onder meer om de in de samenwerkingsafspraken vast te leggen richtlijnen voor informatievoorziening door de hulpverlening richting werkgevers. Ook zag de verslavingszorg de producten website en spreekuur als core business van haar afdeling preventie. Slot Het grote aantal organisaties (en de diversiteit daarvan) dat zich rond de nog altijd gevoelige alcohol- en drugsproblematiek heeft verenigd in de samenwerking heeft tot gevolg gehad dat veel tijd en energie is gaan zitten in het vinden van een gezamenlijke richting en inhoud. Dat heeft meer tijd gekost dan vooraf voorzien, maar in retrospectief mag het al een prestatie heten dat de privaat-publieke samenwerking in de regio tot stand is gekomen. Uit de ervaringen opgedaan in de Eemsmond kunnen andere regio’s dan ook lering trekken. Alles overziend, is de hier ontwikkelde aanpak van PPS A&D goed in andere regio’s te implementeren. Op een aantal essentiële punten zijn aanpassingen nodig. Van belang is allereerst in de voorbereidingsfase een gedegen probleemanalyse uit te voeren. Ook verdient het aanbeveling de verslavingszorg vanaf het begin bij (de opzet van) een project PPS A&D te betrekken. Ten slotte moet er ook na het totstandkomen van een PPS-netwerk en het vastleggen van samenwerkingsafspraken een coördinator/ procesbewaker zijn. Zonder een dergelijke ‘partnership facilitator’ bestaat het gevaar dat de tot stand gebrachte chemie tussen de private en publieke partijen verdwijnt.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

117

BIJLAGE 2 Voorlichtingsmateriaal rond alcohol en werk Er zijn vele organisaties die een scala aan producten en diensten leveren. Voorlichtingsactiviteiten, folders, brochures, trainingen, begeleiding, en psychische hulp door hulpverleningsinstellingen zijn concrete voorbeelden. In dit deel treft u verschillende producten en diensten aan.

3.1 Voorlichtingsactiviteiten, begeleid met Folders en Brochures

De meeste voorlichtingsactiviteiten, folders en brochures zijn te gebruiken in de uitvoeringsfase (stap 5), enkele zijn van belang bij de agendasetting (stap 1), of bij de voorbereiding van het alcoholbeleid (stap 4).

Folders NIGZ Alcohol en Werk

In deze bijlage vindt u een greep uit het aanbod van materialen van het NIGZ. De meeste brochures zijn als PDF beschikbaar Zie website alcoholinfo.nl.Enkele uitgaven zijn te bestellen via de NIGZ klantenservice, tel: (0348) 43 76 06 of [email protected] onder vermelding van het bestelnummer.

Alcohol en Werk: wel of niet testen? Moeten werknemers op het werk getest worden op alcoholgebruik? In Nederland zijn bedrijven, vakbonden, artsen, juristen en politici nog steeds over dit vraagstuk in gesprek.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

118

Alcohol Infolijn 0900-500 20 21 De alcohol Informatielijn is er voor iedereen die informatie wenst over alcohol of alcoholgebruik. In deze brochure wordt antwoord gegeven op vragen over de infolijn zoals: Voor wie is de lijn bestemd? Welke vragen kunnen worden gesteld? En hoe werkt de telefoonlijn? De brochure is bedoeld voor algemeen publiek en professionals. Prijs: € 0,00 – Bestelnummer AV98347 Woerden: NIGZ Werk , 2004 11 p.

Factsheet Alcohol en Werk

In deze factsheet worden de belangrijkste gegeven over overmatig alcoholgebruik op het werk op een rij gezet: cijfers, trends, adviezen en gevolgen. De informatie is bedoeld voor arbo-professionals die in hun werk te maken krijgen met (overmatig) van werknemers.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

119

Feiten over alcohol. Informatie over de werking en risico’s van alcohol. De brochure geeft algemene informatie over alcohol en drinkgedrag. Hoe werkt alcohol nu precies en wat zijn de risico’s? Hoeveel mag je drinken in het verkeer en waarom krijg je een kater? Verder worden de risico’s van veel drinken beschreven en bevat de brochure een overzicht van de wetten rondom alcoholverstrekking en alcoholgebruik. Deze uitgave is te bestellen via de NIGZ klantenservice, tel: (0348) 43 76 06 of [email protected] onder vermelding van het bestelnummer. Prijs: € 0,00 – Bestelnummer AV031099 Woerden: NIGZ Werk , 2004 20 p.

Hoeveel drink ik eigenlijk?

Veel mensen vinden het drinken van alcohol plezierig. Sommigen vinden dat een biertje de feestvreugde vergroot tijdens een verjaardag of in de kroeg. Volgens anderen is het eten lekkerder met een wijntje erbij. Champagne hoort voor velen bij het vieren van nieuwjaar. Ook vinden sommige mensen het heerlijk om voor het slapen gaan een borreltje te drinken.

Kortom: alcohol drinken is voor veel mensen lekker, het versterkt een sfeer van gezelligheid en ontspanning en het kan het ontstaan van contacten vergemakkelijken. Maar wat te denken van: de kater, maagklachten, ruzies die ontstaan door alcohol en het verhoogde risico op hart- en vaatziekten? Dus teveel alcohol drinken kan nogal wat problemen veroorzaken.

Maar hoeveel is nu eigenlijk teveel? En hoe kunt u ervoor zorgen dat u op een verantwoorde manier van alcohol kunt genieten? Met behulp van deze brochure komt u erachter hoe uw drinkpatroon in elkaar zit en of u daar tevreden over bent. Ook vindt u tips hoe uw alcoholgebruik kunt verminderen.

Deze uitgave is te bestellen via de NIGZ klantenservice, tel: (0348) 43 76 06 of [email protected] onder vermelding van het bestelnummer.

Prijs: € 0,00 – Bestelnummer AV051725 Woerden: NIGZ Werk , 2005 31 p.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

120

’Sterke drank, Zwak werk’ : een stappenplan voor bedrijven om alcoholmisbruik op het werk te voorkomen en te bestrijden. (voor werkgevers)

Als het gaat om drinken op het werk of privé, de gevolgen zijn dikwijls op het werk te merken. Alle reden dus voor alcoholbeleid op het werk. Deze brochure beschrijft in zeven stappen hoe een gezondheidsbeleid betreffende alcohol op te zetten in een bedrijf.

Deze uitgave is te bestellen via de NIGZ klantenservice, tel: (0348) 43 76 06 of [email protected] onder vermelding van het bestelnummer.

Prijs: € 1,00 – Bestelnummer GB 031235 Woerden : NIGZ Werk , 8 p.

Sterke drank, zwak werk (voor werknemers)

Korte informatie voor werknemers over alcohol en werk.

Zie website alcoholinfo.nl

Woerden : NIGZ Werk

Wat wel en niet te doen met de vrijdagmiddagborrel?

Met deze uitgave wil het NIGZ handvatten bieden voor de discussie over alcoholgebruik op de werkplek.

Zie website alcoholinfo.nl

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

121

Bijlage 3 Jurisprudentie: de juridische aspecten op een rijtje Nederlandse wetgeving De wetgever heeft de risico’s van alcohol voor veiligheid en gezondheid onderkend en grenzen gesteld aan het maximale bloedalcoholgehalte bij het besturen van voertuigen. ‘Het is een ieder verboden om een voertuig te besturen na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan een half promille’. De grens van een half promille is bereikt bij het drinken van 2 à 3 glazen. Alcoholgebruik op het werk Is niet bij de wet verboden. Maar: Krachtens artikel 7:678 lid 2 onder c Burgerlijk Wetboek is ontslag op staande voet mogelijk, indien een werknemer ‘zich overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag’. Maar daaraan zijn wel restricties verbonden. Van belang is dat er duidelijke regels zijn voor alcoholgebruik op het werk. Wanneer er een alcoholbeleid is binnen het bedrijf, kan er op regels teruggevallen worden en kan een werknemer hierop aangesproken worden. Het blijkt echter dat slechts 22% van de bedrijven een alcoholbeleid op schrift heeft. Bijna de helft van de werkenden meent dat er geen ’drinkregels’ zijn in het bedrijf. Een bedrijf kan regels opstellen over het gebruik van alcohol onder werktijd of op een zodanig tijdstip buiten werktijd dat dit van invloed kan zijn op de arbeidsprestatie. Het staat het bedrijf vrij alcoholgebruik onder werktijd. Het bedrijf kan ervoor zorgen dat nergens in het bedrijf alcohol wordt verstrekt of beschikbaar is. Zelfs kan het bedrijf besluiten om op recepties en andere feestelijke gelegenheden van het bedrijf geen alcohol te schenken. De Arbeidsomstandighedenwet bevat geen specifieke bepalingen op het gebied van alcoholgebruik of –misbruik. Wel biedt deze wet een algemeen kader vanwege de zorg voor veiligheid en gezondheid. Volgens de Arbowet is het verplicht om een Risico Inventarisatie en evaluatie uit te voeren. Deze biedt concrete aanknopingspunten voor het opzetten van beleid. De risico’s met betrekking tot de combinatie alcohol en werk verschillen per sector. Bij beroepen met potentieel gevaar zoals het werken met chemicaliën is veiligheid van groot belang. Een dronken werknemer kan dodelijke ongelukken veroorzaken. Dit is anders voor een kantooromgeving, waar een dronken werknemer zorgt voor een slechte sfeer en een verminderde productiviteit, maar geen direct gevaar voor zichzelf en zijn collega’s is. In diverse CAO’s, zoals in de transportsector, zijn verbods- en straf bepalingen opgenomen voor alcoholgebruik tijdens werktijd. Veel werkgevers hebben vragen over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid met betrekking tot alcoholgebruik op de werkplek. De Arbo-wet geeft hier weinig specifieke aangrijpingspunten. Reden om de wetgeving die er is op het gebied van alcoholgebruik eens op een rijtje te zetten WegenVerkeersWet ‘Het is een ieder verboden om een voertuig te besturen na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan een half promille’. De grens van een half promille is bereikt bij het drinken van 2 à 3 glazen. Alcoholgebruik op het werk

Is niet bij de wet verboden. Maar: Krachtens artikel 7:678 lid 2 onder c Burgerlijk Wetboek is ontslag op staande voet mogelijk, indien een werknemer ‘zich overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag’. Maar daaraan zijn wel restricties verbonden. Het bedrijf moet een alcoholbeleid hebben en beide partijen moeten aantoonbaar moeite gedaan hebben om de verslaving te beëindigen.

Incidenteel alcoholgebruik vlak voorafgaand aan de aanvang van het werk of onder werktijd is niet zonder reden voor ontslag, wanneer het geen negatieve invloed op het functioneren van de werknemer heeft gehad. Herhaalde overtreding van bedrijfsregels op dat punt kan natuurlijk wel gevolgen hebben voor de voortzetting van het dienstverband.

De risico’s met betrekking tot de combinatie van alcohol en werk verschillen per sector. In diverse CAO’s, zoals in de transportsector, zijn verbods- en strafbepalingen opgenomen voor alcoholgebruik tijdens werktijd.

Alcoholtesten op de werkplek

Een bedrijf heeft geen mogelijkheid werknemers routinematig aan een test op alcoholgebruik te onderwerpen.

Handboek Alcohol & Werk, NIGZ 2007

122

Met het testen op het gebruik van alcohol wordt inbreuk gemaakt op een grondrecht. De persoonlijke levenssfeer wordt in Europa vooral beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.

Controle op alcoholgebruik in het kader van een aanstellingskeuring is alleen toegestaan indien dat, gelet op de functie-eisen, relevant is voor de beoordeling van de geschiktheid van de sollicitant voor de functie.

Woon- werkverkeer en de vrijdagmiddagborrel

Uit de jurisprudentie is geen geval bekend van een werkgever die verantwoordelijk werd gehouden voor het ter beschikking stellen van gratis drank. Toch is het aan te raden duidelijke afspraken te maken over hoe verantwoord om te gaan met alcohol op het werk.

De werknemer is zelf primair verantwoordelijk voor de grootte van zijn/haar alcoholconsumptie (bijv. tijdens de vrijdagmiddagborrel). Maar de werkgever heeft wel degelijk een sociale en morele verantwoordelijkheid.

Conclusie: uit voorgaande blijkt dat er weinig concrete regelgeving is. Een bedrijf heeft ruimte om regels zelf op te stellen. Van belang is om deze vast te leggen in een alcoholbeleid.