Hand Lei Ding Afstuderen Studenten Versie 7 2010-2011

2010-2011

AFSTUDER ENINFORMATIE VOOR STUDENTEN

CO / MEM/ CS 2010-2011 HOGESCHOOL INHOLLAND DOMEIN COMMUNICATIE, MEDIA & MUZIEK

PRAKTIJKBUREAU AFSTUDEREN

19

Inholland - Domein Communicatie, Media & Muziek - Afstudeerhandleiding studenten 10- 11 7

Praktijkbureau Afstuderen

V

ooraf

Je bent nu aan de laatste fase van je studie toegekomen: het afstuderen. Hiermee rond je de HBO-studie af. Omdat ook het afstuderen een belangrijk onderdeel is van het onderwijstraject, moet dit zorgvuldig gebeuren. Het hele proces rondom het afstuderen hebben we voor je beschreven in deze afstudeerhandleiding van de opleidingen Communicatie, Media & Entertainment Management en Communicatiesystemen. Het is een beknopte handleiding geworden want veel informatie kun je ook terugvinden op de afstudeersite op Insite. (INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen) een in de formele regelingen waarvan het Onderwijs Examenreglement de belangrijkste is. Vanzelfsprekend zullen er ook informatiebijeenkomsten georganiseerd worden. Contact Voor vragen over procedures en andere zaken die betrekking hebben op het afstuderen, kun je terecht bij het Praktijkbureau. Rotterdam T 010 439 91 37 E [email protected] Den Haag T 070 325 32 65 E [email protected]. Je kunt ook bij ons langskomen in Rotterdam op kamer 7.105 in Den Haag op kamer 2.054. Heb je vragen van inhoudelijke aard dan kun je een mail sturen naar een van de leden van de expertisecommissie (zie blz. 6 / 7).

(N.B. In het document wordt de student aangeduid met hij, uiteraard kan hier ook zij gelezen worden.)

19



Inhoud1. Doel van het afstuderen 4

2. Vormgeving van het afstuderen Onderdelen Tijdpad Wie zijn erbij betrokken Stappenplan

6

3. Fase I van het afstuderen: voorbereiding en start Voorwaarden Orintatie De afstudeeropdracht Aanvraagprocedure

10

4. Fase II van het afstuderen: uitvoering Werkwijze De praktijkbegeleider Deskundigheidsbevordering

16

-

5. Fase III van het afstuderen: afronding Het verantwoordingsverslag Het mondeling examen

19

6. Reflectie op je competenties

23

19



BIJLAGE Aanvraagdocument afstuderen Deel I

Afstudeerstartdocument

Deel II

19



1 Doel

van het afstuderen

Het afstuderen is bedoeld als de masterpiece van je opleiding, de ultieme proeve van bekwaamheid voordat je daadwerkelijk zal gaan functioneren in het beroepenveld waarvoor je wordt opgeleid. Met het afstudeertraject streeft de opleiding een aantal onderwijskundige doelen na: Je dient met het afstuderen te bewijzen dat je:

-

zelfstandig beroepstaken kunt uitvoeren (routinematig); complexe problemen in de beroepspraktijk kunt oplossen (projectmatig); kunt reflecteren op zijn beroepsmatig handelen vanuit ethisch, wetenschappelijk en maatschappelijk perspectief; jouw beroepsuitoefening voortdurend kunt verbeteren; kunt functioneren in uiteenlopende beroepssituaties en contexten, binnen een multidisciplinaire, multiculturele en internationale context, in samenwerking of overleg met, of leiding gevend aan anderen; nieuwe kennis kunt ontwikkelen. een bijdrage kunt leveren aan de ontwikkeling van de beroepsgroep

Voor de opleiding vormt het afstuderen een beroepsauthentieke leer- en toetsomgeving die jou voorbereidt op jouw loopbaan. De uitgangspunten van het afstudeerbeleid zijn:

De competentieontwikkeling van de student staat centraal binnen het afstuderen. De competenties Onderzoeker (M06) en Adviseur (M09) zijn verplicht. De student bepaalt zelf, binnen de eisen die aan het afstuderen worden gesteld, aan welke minorcompetentie hij wil werken. Het afstuderen vindt plaats in de, voor de beroepsontwikkeling van de student, relevante beroepspraktijk in Nederland of daarbuiten. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een externe opdrachtgever. Hij kan rekenen op begeleiding vanuit de opleiding en hij kan gebruik maken van de diensten van het praktijkbureau, maar deze regelen de opdracht niet voor hem. De uitvoering van het project vereist sociaal communicatieve bekwaamheid (verantwoording) Hieronder vallen bekwaamheden zoals: effectief communiceren met opdrachtgever en overtuigend onderbouwen van het advies en correct verslagleggen. (daaronder valt ook het in correct Nederlands schrijven)

Compententieontwikkeling In dit meesterstuk toont de student aan dat hij startbekwaam is voor het beroep waarvoor hij is opgeleid. In de afstudeerperiode lost de student een praktijkvraagstuk op voor een organisatie die past bij het beroepenveld waarvoor hij wordt opgeleid. Tegelijkertijd werkt

19



de student aan een kennisvraagstuk dat voortkomt uit het praktijkprobleem. De student ontwikkelt zijn competenties zoveel mogelijk gentegreerd bij oplossen van dit praktijk- en kennisvraagstuk.OPDRACHTGEVER

4. AFSTUDEEROPDRACHT 1. Orintatie op PROBLEE M en context DESKRESEA RCH Vormt theoretisch kader vanuit recente bronnen. zoals literatuur,

7.

6. BEROEPSPRODU CT - Product/Project - Adviesrapport Onderzoeksrappo rt- Plan

BEDRIJFSPRESENTA TIE of EVALUATIE

2. Focus op CENTRAL E VRAAGen deelvragen

3. PLAN van AANPAK opzetten

publicatie s, 5. websites.

FIELDRESEA RCH Onderzoek naar doelgroepen, markten, trends, issues etc.

FW 04/03/10

19



19



2 Organisatie2.1Het a. b. c.

van het afstuderen

Onderdelen

afstudeertraject heeft 3 onderdelen: De afstudeeropdracht Het verantwoordingsverslag (= ouderwets gezegd, de scriptie) Het mondeling examen

Daarnaast stel je voor de module SLB jaar 4 een eindportfolio samen waarin je de competenties m.b.t. het afstudeertraject beschrijft, toelicht en erop reflecteert als onderdeel van je eindportfolio. Meer informatie hierover vind je in de studiehandleiding SLB jaar 4.

2.2. TijdsduurIn principe krijg je 5 maanden (20 weken) om te kunnen afstuderen, gerekend vanaf de start van je opdracht tot en met het examen. Dit betekent dat je ruim voordat je wilt starten, je aanvraag/startformulieren ingeleverd moet hebben bij het praktijkbureau! Je kunt 4 x per jaar examen doen: in oktober, januari, april en juni. Daarnaast is er een afstudeermogelijkheid in augustus, maar deze is uitsluitend voor studenten die vertraging vanwege bijzondere omstandigheden(art 27 OER) hebben opgelopen in hun afstudeertraject. Zij moeten hiertoe een verzoek hebben ingediend bij de examencommissie. De exacte data en inschrijfdata staan vermeld in het mondeling examenjaarrooster 2010-201, gepubliceerd op de afstudeersite van het praktijkbureau. Let op de vakantieperiodes, m.n. in de zomerperiode zijn veel praktijkbegeleiders en docenten op vakantie. Houd goed de deadlines van het praktijkbureau in de gaten!!

2.3. Wie zijn er bij betrokkenAfstuderen doe je niet in je eentje, je moet nauw samenwerken met een aantal mensen van binnen en buiten de opleiding: je SLBer, je afstudeerdocent, de praktijkbegeleider, het praktijkbureau en de expertisecommissie. 2.3.1 Je studieloopbaanbegeleider van jaar 4 speelt een grote rol bij je zoektocht naar een afstudeeropdracht en je studiebegeleiding. Je bent verplicht om met hem/haar een afspraak te maken om je competenties, je wensen en je (on)mogelijkheden te bespreken. De SLBer begeleidt je bij het schrijven van je eindportfolio. Lees hiervoor de Handleiding Studieloopbaanbegeleiding jaar 4. (zie verder bij 3.4) 2.3.2 Je afstudeerdocent is een docent die je coacht bij het schrijven van het afstudeerstartdocument, het plan van aanpak, en je verantwoordingsverslag. Deze docent krijg je toegewezen door het praktijkbureau na het indienen van je aanvraagdocument (en wanneer je voldoet aan alle ingangseisen). Taken van een afstudeerdocent:

19



bespreking met jou over de opdrachtbeschrijving (afstudeerstartdocument); beoordeling en bespreking van je plan van aanpak met de praktijkbegeleider uit hetbedrijf of organisatie;

begeleiding tijdens de uitvoering van de afstudeeropdracht (op afstand!);

beoordeling van je afstudeeropdracht; begeleiding tijdens het schrijven van je verantwoordingsverslag d.m.v. (minstens 3!) coachingsgesprekken; beoordeling van je verantwoordingsverslag; beoordeling van je mondeling examen: de presentatie en het gesprek; beoordeling van de conceptversie en definitieve versie van het verantwoordingsverslag en examen van een andere student (als tweede lezer); notulering tijdens het mondeling examen.

2.3.3 Het praktijkbureau regelt het hele organisatorische proces rondom afstuderen en examens, zoals het verwerken van aanvraagdocumenten, het toewijzen van afstudeerdocenten, het aanvragen van je mondeling examen. Al deze procedures staan beschreven op Insite. Heb je hierover vragen? Rotterdamse studenten kunnen mailen naar: [email protected]; Haagse studenten kunnen mailen naar: [email protected]; Je kunt ook bij ons langskomen in Rotterdam op kamer 7.105 en in Den Haag op kamer 2.054. Voor inhoudelijke vragen over afstuderen kun je terecht bij een vakdocent of bij een lid van de expertisecommissie (zie 2.3.4). 2.3.4 De expertisecommissie beoordeelt je afstudeerstartdocument. Dit wordt gedaan op basis van te voren vastgestelde criteria van de afstudeeropdracht (zie hfst. 3). De commissie bestaat uit vakdocenten, verdeeld over verschillende domeinen:

VAKDOMEIN Radio / TV / Printmedia Film, theater, muziek, evenementen

DOCENT Jaap Versluis / Eric Goossens Jan Loman Bart Terhorst (DH) Pieternel Smit William van Vessem Diet Zomer-Harwig Frank Muilman (DH) Arie Noordzij / Hans den Hartog (DH) Arie Noordzij Roger Lazenby, Radjinder Bhagwanbali (DH)

Communicatie / Marketingcommunicatie Nieuwe media / informatiemanagement Onderzoek International Stream Communicatie

19



Design/Advertising

Fred Wetters,

De commissie heeft als taak de kwaliteit van het afstuderen te borgen. Zij beoordelen in principe iedere week de afstudeerstartdocumenten. Zo nodig geven zij commentaar aan de student via mail of tijdens een gesprek. Heb je een vraag m.b.t. de inhoud van het afstuderen dan kun je die aan een van de expertiseleden voorleggen via een e-mail. Er is een commissie in Den Haag en een commissie in Rotterdam.

2.3.5 Ben je het onverhoopt niet eens met de beslissing van de commissie of heb je een klacht over de gang van zaken m.b.t. het afstuderen dan kun je een bericht zenden naar de Examencommissie (zie INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek > Organisatie > Examencommissie).

2.3.6 Wil je afstuderen in het buitenland? Het Bureau internationalisering regelt de organisatie van afstudeeropdrachten in het buitenland. Meer informatie hierover kun je vinden op Insite (INsite > Educatie > Domein > Communication en Media Music> Domeininformatie>Internationalisering).

2.4

Stappenplan

In dit stappenplan wordt de procedure rondom het afstuderen stapsgewijs besproken zodat je weet wat je moet doen. Het afstudeerproces is verdeeld in 3 fases en staat ook in deze verdeling beschreven op de site van het praktijkbureau: Fase I : de voorbereiding (orintatie) Fase II: de uitvoering (afstudeeropdracht) Fase III: de verantwoording (verslag en examen)

19



Fase I (orintatie en start) 1. Student heeft een orinterend gesprek met de SLB er;2. Student volgt in blok 2 de afstudeertraining; 3. Student gaat op zoek naar een opdracht;

4. Student vraagt een afstudeerdocent aan via het digitale formulier Aanvraagdocumentafstuderen op de afstudeersite (Praktijkbureau controleert of student voldoet aan de ingangseisen); 5. Praktijkbureau wijst per mail een afstudeerdocent toe aan de student; 6. Student benadert de afstudeerdocent en spreekt de opdracht door;

7. Student levert ingevuld formulier Afstudeerstartdocument in bij het praktijkbureau; 8. Expertisecommissie beoordeelt het Afstudeerstartdocument; 9. Bij een NO GO neemt een lid van de expertisecommissie contact op met de student voortoelichting (al dan niet via een spreekuur). Als je een week na de NO GO nog niets gehoord hebt, kun je zelf contact opnemen met de betreffende specialist uit de expertisecommissie;

10. Bij een GO maakt de student een plan van aanpak en bespreekt dit met zijnafstudeerdocent en praktijkbegeleider (= opdrachtgever); 11. De praktijkbegeleider ontvangt van het praktijkbureau een informatiebrief inclusief een beoordelingsformulier voor de afstudeeropdracht.

Fase II (de uitvoering) 12. De student werkt aan de afstudeeropdracht en schrijft tegelijkertijd hetverantwoordingsverslag. Daarbij wordt hij/zij door de afstudeerdocent gecoacht door middel van coachingsgesprekken;

13. Student houdt een presentatie of een evaluatiegesprek bij de oplevering van zijnopdracht in het bijzijn van de afstudeerdocent en praktijkbegeleider. Beoordeling van de opdracht gebeurt volgens het formulier beoordeling afstudeeropdracht.

Fase III (de verantwoording)14. Verantwoordingsverslag afronden;

15. Inschrijven voor INpunt conceptversie (= ook inschrijving mondeling examengesprek) viaafstudeersite (zie het jaarrooster voor de inschrijfdata); 16. Student levert conceptversie in bij INpunt;

17. Afstudeerdocent bespreekt conceptversie met student (m.n. 2e lezer heeft commentaargegeven);

18. Student levert definitieve versie in bij INpunt (oude stijl studenten leveren ook hundigitaal portfolio in) [let op: om mondeling examen te mogen doen moeten alle

19



onderwijseenheden behaald zijn, behalve het gedeelte van afstuderen (bij een normale boom zijn dat 215 ECTS];

19. Mondeling examen: presentatie en gesprek; 20. Diploma uitreiking

3. Fase I : de voorbereiding (orintatie) en de start3.1 Voorwaarden om te kunnen afstuderenHet afstuderen betekent de afronding van je opleiding. Het vormt daarmee het hoogste niveau waarop je door de opleiding getoetst zal worden. Jij dient uiteindelijk het niveau van startbekwaam te bereiken. Dat stelt eisen aan jouw niveau voordat je gaat afstuderen. Je moet dan ook aantonen dat je over voldoende bagage beschikt om op Hbo-niveau te kunnen werken en resultaten te kunnen boeken. Als je wilt gaan afstuderen ben je zodoende gebonden aan een aantal start- of ingangseisen. Hieronder lees je wat die voorwaarden zijn. Ze zijn op iedere student van toepassing, tenzij anders vermeld. 1. Je moet voldoende ECTS hebben 2. Je moet aantonen welke competenties je uitwerkt m.b.t. het afstuderen. 3.1.1 ECTS Om te mogen starten met je afstudeeropdracht, moet je minimaal 180 ECTS (inclusief Propedeuse) hebben behaald. Deze moeten zichtbaar zijn op je cijferlijst. Van die 180 ECTS moeten de volgende onderwijseenheden voldoende zijn afgerond: Studieloopbaanbegeleiding jaar 2 (oude stijl studenten: Portfolio) Studieloopbaanbegeleiding jaar 3 (oude stijl studenten: Portfolio) Stage jaar 3 (deeltijd/duaal studenten uitgezonderd)

Oude stijlstudenten (8e jaars en hoger) moeten 120 ECTS hebben behaald om te mogen starten met de afstudeeropdracht. LET OP : wanneer je mondeling examen doet, moet je ALLE onderwijseenheden hebben afgerond. Dit betekent dat in een normale boom: Nieuwe stijl studenten 215 ECTS in hun cijferlijst moeten hebben staan; Oude stijlstudenten (8e jaars en hoger): 148 ECTS in hun cijferlijst moeten hebben staan.

3.1.2 Competenties Competentie verwijst naar (vak)bekwaam handelen in de beroepspraktijk en vraagt van het onderwijs dat het beroepsauthentiek is. De ultieme beroepsauthenticiteit is natuurlijk in de beroepspraktijk zelf te vinden. Je kunt dan de praktische toepasbaarheid ervaren van hetgeen je op je opleiding leert. Om die reden is als afsluitend onderdeel van de opleiding, je masterpiece, de ultieme test!

19



Tijdens het afstuderen ga je werken aan het verdiepen van je competenties. Je wordt verplicht om te werken aan: 2 Major competenties namelijk adviseur (M09) en onderzoeker (M06) ten minste 1 (specialistische) Minor competentie. Dit geldt overigens niet voor oude stijlstudenten! In de inleiding van je verantwoordingsverslag geef je aan op welke wijze je invulling hebt gegeven aan de uitvoering van deze competenties.

HBO niveau Een HBO opleiding richt zich primair op het afleveren van studenten met de juiste beroepskwalificaties op de arbeidsmarkt. Je moet bij het betreden van de arbeidsmarkt in staat zijn om verworven competenties in te zetten voor het uitoefenen van taken en rollen in jouw functie. Het niveau waarop je de competenties gaat behalen wordt bepaald door de HBOkenmerken. Dat betekent in de praktijk dat je niet alleen maar uitvoerend bezig bent maar vooral ook strategisch of beleidsmatig!! Bespreek samen met je SLB'er op welke wijze je de competenties kunt gaan uitwerken bij de afstudeeropdracht. Oude stijlstudenten Je hebt gedurende je opleiding gewerkt met 6 algemene competenties. Geef in een portfoliomatrix aan welke competenties van toepassing zijn bij de uitvoering van je opdracht.

3.2. OrintatieJe neemt contact op met je Slber in blok 1 of 2. Dit is een orinterend gesprek waarin je jouw competenties bespreekt en de mogelijkheden om af te studeren. Dit gesprek is verplicht binnen het jaar 4 SLB-programma!! Begin hier op tijd mee!! De afstudeeropdracht is bij uitstek geschikt om jezelf aantrekkelijk te maken voor de arbeidsmarkt. Je laat een kans liggen als je de afstudeeropdracht niet benut om jezelf te profileren en te positioneren op de arbeidsmarkt. We raden je aan om bij het kiezen van een onderwerp voor de afstudeeropdracht uiterst zorgvuldig te werk te gaan!! Overleg met zo nodig vakdocenten wanneer je specifieke vragen hebt! Je kunt voorbeelden van mogelijke afstudeeropdrachten vinden op de afstudeersite! Wanneer je weet aan welke opdracht je wilt gaan werken, ga je op zoek naar een bedrijf of organisatie. Het is ook mogelijk dat je eerst op zoek gaat naar een interessant bedrijf en daar bespreekt of er mogelijkheden zijn voor jou. De duaalstudenten kiezen een opdracht binnen hun eigen bedrijf en ontvangen ook begeleiding vanuit hun bedrijf. Bijna altijd geldt dit ook voor de deeltijdstudenten omdat zij hierdoor meer mogelijkheden hebben.

19



3.3. De afstudeeropdrachtDe opleidingen MEM, CS en CO zijn erg praktijkgericht. De afstudeeropdracht is daarom een project binnen het vakgebied waar de opleiding voor opleidt. Middels deze opdracht laat je zien dat je in staat bent om zelfstandig een probleem of vraagstelling uit de praktijk te beschrijven, te analyseren, op te lossen, te beargumenteren, en van een gedegen advies te voorzien. Dit laatste is een belangrijke competentie voor de opleiding CO, CS en MEM. De afstudeeropdracht is een concrete opdracht gebaseerd op een probleem, vraag of idee voortkomend uit de beroepspraktijk van CO, MEM of CS.

3.3.1 Soorten afstudeeropdrachten Je kunt een keuze maken uit 4 soorten afstudeeropdrachten: I. Onderzoeksproject Het onderzoeksproject begint met een vraag /probleem en eindigt met de beantwoording van de centrale vraagstelling en deelvragen in een onderzoeksrapport waarin mogelijke oplossingen voor het probleem worden aangegeven. (NB. voor studenten die willen doorstromen naar de universiteit kan het onderzoek uitgevoerd worden bij een kenniskring van een lectoraat, zie Insite>Organisatie>Lectoraten) 2. Adviesproject Bij een adviesproject ga je op basis van een onderzoek een bedrijf een strategisch advies geven n.a.v. een bepaald probleem. Je levert dan een adviesrapport. In de praktijk is een adviesrapport op dezelfde wijze opgebouwd als een onderzoeksproject maar hierbij ligt het accent vooral op het geven van een strategisch advies. In de praktijk zal het onderzoeksproject bijna altijd samenvallen met het adviesproject omdat vrijwel alle onderzoeken op HBO-niveau actiegericht zijn. Oftewel, je richt je na grondige analyse en onderzoek van het probleem, op een concreet advies aan de opdrachtgever. 3. Planproject Het planproject begint met een probleem of idee en eindigt met een ontwerp/plan voor een project of bedrijf, beschreven in een communicatieplan, een mediaplan of een marketingcommunicatieplan enz. 4. Productieproject Het productieproject begint met een probleem of idee en eindigt met een gerealiseerd product zoals een website, onderbouwd met een gedegen projectplan en mogelijk een evaluatierapport.

19



De afstudeeropdracht kan betrekking hebben op n van de bovengenoemde basisprojectsoorten, maar kan in sommige gevallen ook een combinatie zijn. De opdracht c.q. het project wordt uitgevoerd op basis van een helder geformuleerd probleem of vraag vanuit een organisatie. Je bent verplicht om een project te kiezen uit je eigen vakgebied. Ook moet je project passen bij je gekozen competenties en je minors.

Vakdomeinen Omdat de opdrachten per opleiding elkaar overlappen, moet je kunnen aangeven op je aanvraagdocument binnen welk vakdomein je wilt afstuderen: Communicatie: Marketingcommunicatie Communicatie PR / woordvoerderschap / corporate communication Interne communicatie Nieuwe media Digitale communicatie Zakelijke evenementen Media Entertainmentmanagement: Televisie Radio Film Evenementen Theater Muziek

Communicatiesystemen: Nieuwe media Digitale communicatie E-marketing

3.3.2 Criteria Een goede afstudeeropdracht moet voldoen aan onderstaande criteria, en voldoet daarmee aan het vereiste HBO-niveau: de zogenoemde HBO-kenmerken, de Nederlandse vertaling van de Dublin-descriptoren. De HBO-kenmerken zijn geoperationaliseerd in de hierna volgende oranje kopjes. De kenmerken zijn vertaald naar criteria. Deze criteria worden door de expertisecommissie gehanteerd bij het beoordelen van een opdracht. Dit is ook gedaan met sommige Dublin-descriptoren zover zij niet verwerkt zijn in de HBO-kenmerken, in de tekst weergegeven in de kleur blauw. Een goede afstudeeropdracht: 1. ligt direct in het verlengde van de opleiding van de student en sluit aan bij zijn eigen minorprogramma;

19



2. sluit aan bij de door hem gekozen competenties waarop hij wil afstuderen: (decompetentie adviseur en onderzoeker zijn hierbij verplicht );

o

Transfer en brede inzetbaarheid

De student kan selecteren welke eerder verworven kennis, inzichten, houding en vaardigheden geschikt zijn voor het oplossen van de aangeboden problemen. Daarmee moet hij in staat zijn effectieve nieuwe kennis, inzichten, houding en vaardigheden te ontwikkelen, te toetsen en aan te passen, aan de inzichten van ervaren beroepsbeoefenaren;

3. moet een relevant en methodisch goed onderbouwd onderzoek bevatten; oWetenschappelijke toepassing

De student kan geschikte theorien, concepten, inzichten en onderzoeksresultaten vinden en correct gebruiken om zowel het doorlopen proces als de gemaakte producten overtuigend te verantwoorden;

4. is complex van karakter en is zelfstandig uitvoerbaar (door de student); oMethodisch reflectief denken en handelen De student kan onder eigen regie gestructureerd het volgende proces doorlopen: probleem definiren, informatie verzamelen, probleem herdefiniren, oplossingen bedenken, oplossingen evalueren en de meest geschikte oplossing kiezen. De student kan het doorlopen proces verantwoorden en verbeteren; o Multidisciplinaire integratie De student kan zelfstandig in een externe, authentieke omgeving een authentiek probleem oplossen en het probleem herdefiniren en meerdere oplossingen overwegen (Creativiteit en complexiteit in handelen);

5. levert een concreet beroepsproduct op (adviesrapport, plan of product) gerealiseerden gebaseerd op een grondige analyse van literatuur en context; (brede professionalisering);

6. wordt professioneel begeleid vanuit het bedrijf, de opdrachtgever of een externeprofessional;

7. heeft een tijdomvang van 2 3 maanden;3.3.3 Waar vind je een afstudeeropdracht Je kunt op een paar manieren een goede en interessante opdracht vinden:

via je eigen netwerk (familie, vrienden) via de Praktijkbank (via INsite) via je stagebedrijf van vorig jaar

via vacature-sites van diverse bedrijven via het sturen van een open sollicitatie naar een willekeurig bedrijf of organisatie3.3.4 Bijzondere trajecten Eigen bedrijf: Je moet hiervoor een aanvraag doen via de examencommissie. Duo projecten: gezamenlijk afstuderen op 1 project kan alleen wanneer je exact kunt aantonen wat ieders

19



afzonderlijk te beoordelen bijdrage zal zijn in het project. Ook zal ieder een afzonderlijk onderzoek moeten doen! Indien dit wordt toegestaan, krijgt het duo dezelfde afstudeerbegeleider toegewezen.

3.4

Aanvraagprocedure

Wanneer je een onderwerp hebt gevonden en besproken met je SLBer en je voldoet aan alle gestelde voorwaarden, dien je een aanvraag afstuderen in bij het praktijkbureau. Dit is een digitaal formulier dat je vindt op de afstudeersite (INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen). Geef goed aan binnen welk domein je afstudeert en welke vakexpertise je nodig hebt van de docent. Van het praktijkbureau krijg je daarna te horen wie je afstudeerbegeleider is. Neem dan zo snel mogelijk contact op met hem/haar om je opdracht te bespreken!! BEZINT EER GIJ BEGINT. Je zult je goed moeten orinteren op het probleem of vraag van de organisatie! Probeer je opdracht te plaatsen in een brede context, zoek informatie, voer gesprekken met professionals. Formuleer vervolgens je bevindingen in een centrale vraag en deelvragen. Ook zul je alvast op zoek moeten gaan naar literatuur over je onderwerp en je zult moeten nadenken over je op te zetten veldonderzoek. Neem deze orintatie serieus!! In principe ben je hier op zn minst twee weken mee bezig!! Vul dus nooit zomaarhet afstudeerstartdocument in.

Heb je je opdracht goed in kaart gebracht dan vul je het afstudeerstartdocument volledig in! Laat dit tekenen door je docent en je afstudeerbedrijf. Vul je formulier digitaal in zodat je een kopie kunt sturen naar je afstudeerdocent. Het origineel lever je in voorzien van de benodigde handtekeningen!- bij het praktijkbureau. De afstudeerformulieren zijn dus tweedelig: Deel I: Aanvraagdocument afstuderen waarop de student aangeeft op welk onderwerp op hij wil afstuderen met welke opdracht. Deel II:Afstudeerstartdocument waarop de student precies de opdracht omschrijft. Dit wordt ondertekend door jou, je afstudeerdocent en de praktijkbegeleider bij het bedrijf.

3. 4.1 Uitspraak expertisecommissie De expertisecommissie beoordeelt iedere week de startdocumenten en doet na toetsing van je startdocument een uitspraak:

GO: de student mag officieel beginnen aan de afstudeeropdracht. De opdracht voldoet aan alle eisen. Je krijgt hierover bericht via het praktijkbureau. NO GO: je mag nog niet beginnen aan de afstudeeropdracht omdat deze niet voldoet aan n of meerdere van eerdergenoemde criteria. Je moet de opdracht aanpassen of aanscherpen en opnieuw je startdocument indienen bij de expertisecommissie. Bij een NO GO krijg je een bericht van een lid van de expertisecommissie en een uitnodiging voor een gesprek.

19



Let op: wanneer je alvast start met je opdracht zonder dat je eerst een GO hebt gekregen van de expertisecommissie, is je opdracht ongeldig!!

3.5 Voorbereidingsprogramma AfstuderenOm je nog beter voor te bereiden op het afstudeertraject is er per klas een speciaal voorbereidingsprogramma Afstuderen Van A naar Bachelor opgezet binnen SLB. Dit programma omvat dit jaar een voorlichtingsbijeenkomst in blok 1,

3 trainingen in blok 2, inloopspreekuren in blok 3 en 4

een examenbijeenkomst voor alle studenten in blok 4. Het is de bedoeling dat je een verslag schrijft over de voorbereiding op je afstuderen in je portfolio jaar 4. Hierin geef je aan hoe je een opdracht hebt gezocht, hoe je je hebt voorbereid op het afstudeerproces en hoe je je hebt voorbereid op het doen van onderzoek. Meer informatie over dit voorbereidingsprogramma vind je op de site van het praktijkbureau. (INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen). .

19



4. F

ase II: de uitvoering

In deze fase ben je aan het werk voor je opdrachtgever, je werkt aan je project en je schrijft ondertussen aan je verantwoordingsverslag. Bij de uitvoering van je opdracht word je met name begeleid door je praktijkbegeleider. Je afstudeerdocent begeleidt je bij het schrijven van het verantwoordingsverslag. Het i niet verstandig om eerst je opdracht af te ronden en daarna aandacht te geven aan je verantwoordingsverslag! Het is zinvoller om dit gelijktijdig doen (zie hfst. 5).

4.1. WerkwijzeHoe nu te beginnen? In deze paragraaf adviseren we je, welke stappen je kunt volgen om tot een goed resultaat te komen. 1. Plan van aanpak Wanneer je een goedkeuring hebt van de expertisecommissie start je met het maken van een helder plan van aanpak. In dit plan van aanpak geef je aan (op basis van hetgeen je hebt ingevuld op je afstudeerstartdocument) wat je in de komende tijd concreet gaat doen om je project te realiseren: van probleemanalyse tot evaluatie, met darbij natuurlijk een stappenplan. Dan maak je een afspraak met de praktijkbegeleider en met de afstudeerdocent. Samen bespreken jullie jouw plan van aanpak. Het overleg over je plan kan op de hogeschool of bij het bedrijf plaatsvinden. Maak tijdens dit gesprek ook heldere afspraken met het bedrijf over jouw begeleiding en de afronding van de opdracht. 2. Bestudering relevante theorie Om je te orinteren op de opdracht, en om je opdracht te onderbouwen, heb je in een vroeg stadium al relevante literatuur opgezocht in bibliotheken, internet, enz. Gaandeweg zul je nog verder op zoek moeten gaan naar literatuur om zo meer te weten te komen over je onderwerp. Naast de studieboeken van de afgelopen jaren moet je minstens 5 nieuwe boeken/bronnen raadplegen. Alle literatuur wordt verwerkt in een theoretisch hoofdstuk in je verantwoordingsverslag. Vraag je docent of een docent uit de expertisecommissie zo nodig om advies! (NB. In de bibliotheek kunnen ze je helpen met het vinden van relevante literatuur. Ook kun je via hen toegang krijgen tot (internationale) digitale databanken om artikelen te vinden). Bedenk goed welke informatie je uiteindelijk gaat weergeven in dit theoretisch hoofdstuk. Neem steeds de centrale vraag als uitgangspunt. Geef ook aan waarom je voor bepaalde literatuur hebt gekozen. Let erop dat je altijd de bronnen vermeldt (in voet- of eindnoten). Letterlijke citaten uit een boek of een artikel zet je altijd tussen aanhalingstekens met vermelding van de naam van de schrijver. De literatuurlijst stel je op in de APA norm (zie website Praktijkbureau) en plaats je aan het eind van je verslag 3. Uitvoering van een (voor)onderzoek Om je opdracht professioneel te kunnen uitvoeren, zul je altijd praktijkgericht onderzoek moeten doen. Vanzelfsprekend zul je deskresearch moeten doen om de situatie bij het bedrijf en de context van de opdracht te verkennen. Verder zul je in de meeste gevallen ook fieldresearch moeten doen door middel van een kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek. Zoals bijvoorbeeld een marktonderzoek of een doelgroepenonderzoek. Bedenk goed welk

19



onderzoek je gaat doen, waarom dit relevant is en hoe je methodologisch te werk gaat! Dit hele proces beschrijf je in een onderzoeksopzet. Bespreek deze opzet met je opdrachtgever. Heb je gekozen voor een onderzoek/adviesproject, dan is je plan van aanpak min of meer een onderzoeksopzet. Beschrijf je onderzoek in een apart hoofdstuk van je verantwoordingsverslag.

4. Uitvoering van het product: het plan, het adviesrapport, de productie of het evenement, enz. Na dit grondige literatuuronderzoek en het vooronderzoek zul je aan het ontwerp en uitvoeringsfase van je project kunnen beginnen. Houd hierbij nauw contact met je opdrachtgever zodat je weet dat je op de goede weg zit! Plan dus regelmatig voortgangsgesprekken in! Tip: houd een logboek bij van al je activiteiten en mail je afstudeerdocent regelmatig over je voortgang! Werk liever niet alle werkdagen aan je afstudeeropdracht: neem ook tijd om te schrijven aan je verantwoordingsverslag (let op: je verantwoordingsverslag is GEEN stageverslag zie hfst.5.1!!).

4.1.5. Afronding opdracht Wanneer je opdracht is afgerond, bespreek je samen met de praktijkbegeleider en je afstudeerdocent het eindresultaat op basis van het formulier beoordeling afstudeeropdracht (zie hoofdstuk 5 en de afstudeersite). Dit kan op twee manieren: een bedrijfspresentatie voor het bedrijf of een evaluatiegesprek met de praktijkbegeleider. In principe is de docent aanwezig bij de bedrijfspresentatie of het evaluatiegesprek van de student. Is dit door omstandigheden onmogelijk dan maakt de afstudeerdocent een telefonische afspraak met de praktijkbegeleider (Deze presentatie is overigens niet gelijk aan je examenpresentatie! Zie hfst. 5.2). De praktijkbegeleider en de afstudeerdocent geven gezamenlijk een voorlopig cijfer waarbij het oordeel van de docent van doorslaggevende aard is. (art 31.2 OER) . Wanneer de opdracht voorlopig onvoldoende is, moet deze herkanst worden, in overleg met opdrachtgever. Deze herkanste opdracht moet ingeleverd en weer beoordeeld worden: je mag pas examen doen wanneer je afstudeeropdracht voorlopig voldoende is!! Het ingevulde beoordelingsformulier Afstudeeropdracht wordt ingeleverd door de afstudeerdocent bij je examen. Het definitieve cijfer voor je afstudeeropdracht wordt ook pas vastgesteld in de formele examenzitting. Let op: dit cijfer van je opdracht wordt NIET gecompenseerd met het cijfer voor het verantwoordingsverslag en examen, maar vormt een apart cijfer in de cijferboom (15 ECTS) !! 4.1.6 Begeleiding door afstudeerdocent Gedurende je afstudeertraject word je begeleid door een afstudeerdocent. Deze docent wordt aan jou toegewezen door het praktijkbureau nadat je Deel I hebt ingediend. De indeling gebeurt in principe op basis van zijn expertise. De docent kan je gedurende 20 weken begeleiden. De wijze waarop hij dat doet verschilt per docent. Soms vormt hij afstudeerkringen met zijn studenten die regelmatig bijeenkomen om het afstuderen te bespreken. Neem zelf

19



initiatief tot het maken van een afspraak. Zorg ervoor dat je goed je afspraken bijhoudt en aantekeningen maakt van elk gesprek!! Jouw afstudeerbegeleider heeft in het proces eigenlijk twee rollen. Tot het moment dat je je definitieve versies inlevert is deze docent je begeleider en adviseur. Na dit moment verandert zijn rol in die van een van de examinatoren die over jouw werk moet oordelen. Tijdens de uitvoering van de opdracht ligt de begeleiding van jou met name bij de praktijkbegeleider. De afstudeerdocent is tijdens de uitvoeringsperiode NIET een controleur of een ideenfabriek in principe regel je alles zelf. De docent is wel een aanspreekpunt voor de praktijkbegeleider en jou. Houd dus ook je docent regelmatig op de hoogte van je vorderingen. Vanzelfsprekend kun je altijd ook advies vragen aan andere vakdocenten.

4.2. De praktijkbegeleider

Wanneer je een afstudeeropdracht doet voor een bedrijf of organisatie is het verplicht dat je feedback krijgt van een vakinhoudelijk deskundige praktijkbegeleider. Dit kan de opdrachtgever zijn, maar dat hoeft niet. De formele opdrachtgever kan ook een van de medewerkers van diens organisatie daarvoor aanwijzen. Zodra je een GO hebt voor je opdracht, krijgt de praktijkbegeleider een bericht van de opleiding waarin hij/zij genformeerd wordt over het afstudeertraject en de beoordeling. 4.2.1 Een praktijkbegeleider moet aan de volgende criteria voldoen: minimaal bachelor werken denkniveau, minimaal 1 jaar werkzaam bij de huidige organisatie, minimaal 2 jaar ervaring in branche/beroepsgroep, is gemotiveerd om de rol op zich te nemen en heeft voldoende tijd, coachende begeleidingsstijl (in staat tot het geven van constructieve feedback), kan student als opdrachtnemer faciliteren (in geval van opdrachtgever) is als vertegenwoordiger van het betreffende beroepenveld in staat om een professioneel oordeel te geven over de resultaten van jouw project (uitvoering, product en presentatie) Taken praktijkbegeleider Ondertekening van afstudeerstartdocument. Vanzelfsprekend bespreek je dit van te voren met je praktijkbegeleider. Bespreking van het plan van aanpak: Voorafgaande aan de start van je opdracht maak je een plan van aanpak. Dit bespreek je met je praktijkbegeleider mogelijk in het bijzijn van je docent. Voeren van feedbackgesprekken met jou: Om na te gaan of je op de goede weg zit moet je regelmatig verslag doen van je project. Het mede beoordelen van de opdracht: Na afronding van je afstudeeropdracht presenteer je het resultaat van je opdracht aan je praktijkbegeleider, of je evalueert je opdracht. Je afstudeerdocent is hierbij aanwezig. Is het resultaat onvoldoende dan dien je je werk te verbeteren. Is dit niet mogelijk, dan zal er een nieuwe opdracht geformuleerd moeten worden.

4.2.2

19



Aanwezig als extern gecommitteerde bij je examen. Geef dit bij het inleveren van je verantwoordingsverslag aan bij het praktijkbureau.

4.2.3 Beoordelingscriteria afstudeeropdracht zie 5.1

4.3

Deskundigheidsbevordering

Zoals in 3.5 staat aangegeven moet je jezelf voorbereiden op het afstuderen door middel van het volgen van een Afstudeertraining SLB in blok 2.Deze training is verplicht binnen het SLB programma van jaar 4. De onderwerpen voor deze training zijn: 1. Orintatie op opdracht en probleemanalyse 2. Onderzoek 3. Het schrijven van een verantwoordingsverslag Je volgt deze training met je eigen klas, dus zoek aanvangstijden en leslokaal op via het klassenrooster. Ben je verhinderd voor een les dan kun je dezelfde les bij een andere klas volgen. Meld dit wel aan je SLB er! Verder staat voor blok 3 een aantal inloopspreekuren vermeld om het gebied van Onderzoek. Deze inloopspreekuren worden vermeld op de site van het praktijkbureau. (INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen).

4.3.1 Literatuur

Baarda,B.(2009) Dit is onderzoek. Handleiding voor kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters Noordhoff. Hogendoorn,M. (2008) Communicatieonderzoek. Bussum:Coutinho. Kaap, Van der G. (2007) Toegepast communicatieonderzoek. Amsterdam: Pearson Padmos, B. (2001) Scriptiesupporter. Uitgeverij Maklu Hogeweg, R. (2009) Een goed rapport. Zutphen: ThiemeMeulenhof.

INHolland heeft een abonnement op het digitale blad Communicatiedesk (bevat allerlei artikelen die het hele communicatievakgebied bestrijken). Deze staat in de lijst met databanken en is te vinden via www.inholland.nl/bibliotheek. Kies daar voor databanken. De lijst staat alfabetisch gesorteerd. Als deze link wordt gevolgd hoeft er niet meer te worden ingelogd. Op de website van de bibliotheek staat verder uitgelegd hoe het werkt i.v.m. thuislogin.

19



5. F

ASE III: de verantwoording

Dit is de laatste fase van je afstudeertraject. Door middel van: a. het verantwoordingsverslag en b. het mondeling examen (bestaande uit een presentatie en een gesprek) leg je tegenover de opleiding een theoretische en beroepsmatige verantwoording af. Hieruit moet blijken dat je de opleidings-/beroepscompetenties beheerst die in het Afstudeerstartdocument zijn genoemd en dat je voldoet aan de HBO-kenmerken.

5.1. VerantwoordingsverslagHet verantwoordingsverslag (in voorgaande jaren scriptie genoemd) is een schriftelijk rapport waarin je opdracht centraal staat met daarin o.a.

een hoofdstuk over de achterliggende theorie van +/- 20 paginas, een methodische verantwoording + weergave van je onderzoek

een advies. Het verantwoordingsverslag heeft dus geen nieuw onderwerp zoals vroeger gebruikelijk was waarbij het onderwerp van de opdracht en de scriptie soms waren losgekoppeld. Je kiest voor je verantwoordingsverslag dus NIET een nieuwe centrale vraag en deelvragen, deze zijn al bepaald bij de start van de opdracht!! 5.1.1 Samenvallen van afstudeeropdracht en verantwoordingsverslag Dit geldt alleen voor de onderzoeks/adviesprojecten. Hierbij kun je ervoor kiezen om bij de opzet van een adviesrapport of een onderzoeksrapport een gentegreerd werkstuk te maken waarbij het rapport voorzien wordt van de theorie. Je levert dan n werkstuk in dat zowel door het bedrijf wordt beoordeeld als afstudeeropdracht en door de opleiding als verantwoordingsverslag. Overigens, laat dit afhangen van de wensen van het bedrijf: niet ieder bedrijf stelt het op prijs wanneer er bijvoorbeeld een adviesrapport wordt geleverd met een uitgebreide theoretische component! 5.1.2. Werkwijze In hoofdstuk 4.1 staat beschreven hoe je het beste te werk kunt gaan. Je kunt namelijk het voorbereiden en uitvoeren van de opdracht NIET scheiden van het schrijven van je verantwoordingsverslag. Zoals aangegeven, start altijd met het schrijven van een uitgebreid Plan van Aanpak waarin je beschrijft: het probleem / vraag van de organisatie, je centrale vraag en deelvragen, je opzet van je theoretisch kader, de opzet van je onderzoek en je planning.

19



5.1.3

Mogelijke indeling verantwoordingsverslag Kernpunt Omschrijving De samenvatting moet de hoofdzaken van de inhoud van het hele verslag in beknopte vorm bevatten. Denk hierbij aan een omvang van maximaal twee A4-tjes, afhankelijk van de lengte van je verslag. De samenvatting moet onafhankelijk van het verslag gelezen kunnen worden. Je beschrijft de aanleiding van je opdracht, het doel, de centrale vraag en deelvragen en je aanpak. Ook kun je een beschrijving van de organisatie en zijn context geven.Tevens geef je aan in een apart subhoofdstukje hoe je de drie competenties hebt uitgewerkt in je afstudeertraject.

Onderdeel Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgav e Samenvatting

HBO kenmerken

1. Inleiding

Beschrijven

2.Theoretisch Kader (deskresearch)

Kennis, inzicht, analyse

Min. 5000 woorden (15-20 A4)

In dit onderdeel gaat het er om of je jouw opdracht kunt onderbouwen met theoretische informatie uit boeken en artikelen. Voordat je met de uitvoering van je opdracht start, zul je eerst literatuur moeten bestuderen! In iedere opdracht zijn wel een of meer onderwerpen aan te wijzen die je theoretisch kunt uitdiepen. Vrijwel iedere opdracht kent immers een context uit het vakgebied!! Lukt dit niet dan kun je nog altijd bijvoorbeeld de kritische succesfactoren nemen die in je project /onderzoek naar voren zijn gekomen, zoals sponsoring, beleveniscommunicatie, enz. Overleg dit met je afstudeerdocent!! Zoek naar relevante informatie uit boeken die je tijdens je opleiding hebt gebruikt en minstens 5

Wetenschappel ijke toepassing Probleemgeric ht werken

19



(nieuwe) boeken/bronnen. 3.Onderzoek (fieldresearch) In dit onderdeel beschrijf je het onderzoek dat je hebt gedaan: opzet, methodiek en uitvoering, resultaten, voorlopige conclusie. 3.1 Inleiding: welk onderzoek heb je gedaan, wat heeft dit te maken met de centrale vraag, wat is het doel van je onderzoek, wat is de onderzoeksvraag van dit onderzoek.

3.2 Onderzoeksontwerp: wat voor soort onderzoek heb je toegepast (exploratief, beschrijvend, toetse nd; vorm: Kwalitatief / kwantitatief; enqu enqute, interviews, observatie. 3.3 Onderzoeksopzet: welke populatie heb je gekozen, hoe geselecteerd en waarom, hoeveel respondenten, operationalisatie van begrippen (=hoe vertaal je kenmerken in meetbare termen). vbBegrip agres sie dimensies indicatoren verba schelde al n roddele n fysiek slaan schopp en knijpen vragen

3.4 Resultaten: weergave van de resultaten van het onderzoek geen interpretaties. Tabellen e.d. in de bijlage. 3.5 Conclusie fieldresearch: wat is de conclusie van bovenstaand onderzoek, wat is het verband met de centrale vraag. 4.Conclusie Wat is nu je slotconclusie? Wat heb je gezien in de theorie, je onderzoek en je opdracht? Beantwoording van je centrale vraag en deelvragen.

19



5. Advies

Evaluatie, synthese

Max. 1500 woorden

Dit wordt het belangrijkste onderdeel van je verslag: je laat nu zien wat je in huis hebt. Op basis van je opdrachtbeschrijving en je theoretische kennis kom je met een aantal aanbevelingen. Je argumentatie en je overtuigingskracht is hierbij erg belangrijk!! Bedenk goed wie je wilt adviseren: je opdrachtgever, de branche, de opleiding? Je creativiteit en je inzicht spelen bij dit onderdeel een grote rol: wat vind je zelf van een bepaalde situatie, heb je ideen en suggesties? Maak een overzichtelijke lijst van alle gebruikte bronnen. Hiervoor hanteer je de z.g. APA norm. Dit staat beschreven op de website van het praktijkbureau. Je product zoals je dat bij je opdrachtgever hebt ingeleverd, en/of een projectplan of een evaluatieverslag. (Na toestemming van de organisatie.)

Multidisciplinai re integratie

Literatuurlijst

BIJLAGE

Je kunt de onderdelen Theoretisch kader en Conclusie en Advies van het Verantwoordingsverslag zelf inhoud geven. Denk bijvoorbeeld aan: - een weergave van de relevante theorien die je hebt bestudeerd in relatie tot je opdracht - een theoretisch betoog op basis van zelf geformuleerde stellingen, - een stuk waarin je jouw afstudeeronderwerp plaatst in een breder theoretisch kader, Richtlijn voor de totale omvang van het verantwoordingsverslag: minimaal 40 paginas A4 ( bij lettertype 11, 1 regelafstand, exclusief literatuurlijst en bijlagen) = + 7000 woorden. Relevante illustraties zijn toegestaan. Denk om je taalgebruik: een werkstuk met meer dan 10 spelfouten wordt NIET verder nagekeken!! Literatuur Let erop dat je altijd de bronnen vermeldt wanneer je gebruik maakt van boeken, tijdschriften, rapporten, websites en andere publicaties. Je bent namelijk verplicht om de auteursrechtelijke bescherming die op die bronnen rust in acht te nemen. Ook is bij een juiste bronvermelding je gedachtegang in je verhaal beter te controleren. Het beste is om zoveel mogelijk je eigen woorden te gebruiken en je argumenten te onderbouwen door naar de betreffende auteurs te verwijzen.

19



Je mag nooit een stuk tekst letterlijk overschrijven tenzij je ergens uit citeert. Het bovenstaande heeft k betrekking of fotos, plaatjes, figuren, grafieken en tabellen. Plagiaat wordt altijd gemeld aan de examencommissie die daarop maatregelen zal nemen. Een juiste literatuurverwijzing in de tekst en een correcte literatuurlijst achter in je verslag zijn hiervoor dus ontzettend belangrijk. Ons domein hanteert de regels zoals die door de American Psychological Association gehanteerd worden, de zogenaamde APA-stijl. (2001) Zie verder INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen.

5.1.4 Voorbeelden T.z.t. kun je voorbeelden van goede verantwoordingsverslagen vinden op de digitale scriptiebank van het praktijkbureau! 5.1.5 Beoordelen Voordat het definitieve verslag wordt beoordeeld, moet je eerst op een te voren vastgestelde datum, een conceptversie inleveren bij het praktijkbureau. NB : Een conceptversie is een volledig verantwoordingsverslag!! Deze conceptversie wordt bekeken door je afstudeerdocent en een tweede lezer (aan de hand van een beoordelingsformulier verantwoordingsverslag en opmerkingen in je verslag). De visie van de tweede lezer is hierbij van doorslaggevende aard!! In een feedbackgesprek met je afstudeerdocent krijg je de adviezen van de beide docenten. Je krijgt 7 10 dagen de tijd om de definitieve versie samen te stellen. Beschouwen de docenten je werk als voorlopig onvoldoende en zul je te veel aanpassingen moeten doen, dan kun je het advies krijgen om door te schuiven naar de volgende examenperiode! Maar het is jouw beslissing! (Maak dus zelf een inschatting of het zinvol is om een verbeterde definitieve versie in te leveren binnen de gestelde tijd of dat het verstandiger is om je examen uit te stellen). Op de aangegeven datum (zie Insite) lever je tijdens het INpunt je definitieve versie in bij het praktijkbureau. Daarnaast lever je ook een aantal andere documenten in (zie het document examenvoorwaarden INpunt definitieve versie op de afstudeersite). Ontbreekt n van deze documenten, dan mag je het verslag niet inleveren en kun je NIET op voor het mondeling examen. Tevens ben je verplicht om je verantwoordingsverslag te uploaden via de site van het praktijkbureau- pas daarna worden je resultaten verwerkt in de cijferboom. LET OP: Rond het inleveren van de conceptversie op het INpunt MOET je je inschrijven voor het mondeling examen. Dit kan via het digitale inschrijvingsformulier dat op de site staat. Let op het verstrijken van de deadline! (INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen)

5.1.2 Toetscriteria De beoordeling van de verschillende toetsonderdelen gebeurt op basis van toetscriteria die van tevoren zijn vastgesteld. De toetscriteria zijn gekoppeld aan een toets en geven in dit geval een overzicht van de eisen die aan het beroepsproduct, de verantwoording en aan het examengesprek worden gesteld. De criteria zijn concreet uitgewerkt in beoordelingsformulieren (zie Insite).

19



Afstudeerproduct en verantwoording In de beschrijving van de toetscriteria wordt gesproken over een beroepsproduct; dit kan een schriftelijk product zijn, zoals een onderzoeksrapport of een adviesrapport, maar ook een plan of een gerealiseerd product.

Er is heldere beschrijving van een complex probleem uit de beroepspraktijk dat om een oplossing vraagt. Er is sprake van een gefundeerde probleemanalyse. De centrale vraag is relevant voor de beroepspraktijk en helder geformuleerd. Er is sprake van een aantoonbare onderzoekscomponent, uitgewerkt in een onderzoeksopzet met een onderzoeksresultaat. De keuze voor de (onderzoeks)methodiek is (inhoudelijk) verantwoord, onder meer op basis van kennis en inzicht in werkmodellen en theorien die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Het beroepsproduct is relevant en bruikbaar voor de opdrachtgever en voldoet aan de eisen van de beroepsgroep. Het resultaat getuigt van kennis en inzicht in het vakgebied; dit blijkt onder meer uit de toepassing van literatuur (zie hiervoor 3.2 onder gebruik literatuur en criteria) Het resultaat getuigt van visie op het vakgebied. De oplossing onderscheidt zich door een nieuw, vernieuwend, innovatief, origineel of creatief aspect. Het resultaat vormt een aanvaardbare en passende oplossing voor het probleem van de opdrachtgever of het beroepenveld. De rapportage of vormgeving van het product is professioneel, er is sprake van correct en leesbaar taalgebruik.

5.2

Het mondeling examen

Het mondeling examen is een officieel examen dat plaatsvindt nadat je opdracht voorlopig met een voldoende is beoordeeld. Je definitieve versie wordt na het inleveren (zie data op website!) nagekeken door de eerste en tweede lezer. Intussen krijg je een examenrooster gemaild via het praktijkbureau. Dit mondelinge examen bestaat uit twee onderdelen: Je houdt een korte presentatie van maximaal 10 15 minuten. Let wel: deze presentatie moet GEEN samenvatting van je verslag zijn, maar moet gaan over een onderwerp dat daaraan gerelateerd is. Je kunt bijvoorbeeld ook

19



ingaan op het laatste gedeelte van je verslag: het advies. Wees bij je keuze creatief en professioneel!

Daarna volgen 30 minuten waarin je het verantwoordingsverslag toelicht en bespreekt. Zowel tijdens de presentatie als het gesprek kan de praktijkrelevantie van de literatuurstudie aan de orde komen.

5.2.1 Procedure Het mondeling examen wordt door het praktijkbureau ingeroosterd. Per mail ontvang je informatie over: De examendatum; Tweede lezer; 5.2.2 Beoordeling van het mondeling examen Bij het mondeling examen kan naast de twee docenten- ook een extern gecommitteerde aanwezig zijn. De opdrachtgevers worden in de gelegenheid gesteld om bij het eindgesprek te participeren als extern gecommitteerde. Onze hogeschool stelt hun aanwezigheid zeer op prijs! Indien je van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, kun je hiertoe een verzoek indienen. De extern deskundige heeft een adviserende rol bij de beoordeling van het verantwoordingsverslag en je eindgesprek. De twee opleidingsdocenten bepalen uiteindelijk de cijfers die worden toegekend. Na het gesprek word je de gang op gestuurd en overleggen de docenten. Dit is het moment van de formele beoordeling van jouw afstudeertraject. Als je daarna in het lokaal teruggeroepen wordt krijg je te horen of je geslaagd bent of gezakt en hoor je de cijfers waarmee je beoordeeld bent. In het onverhoopte geval dat je ergens voor zakt hoef je alleen het onderdeel ((opdracht, verantwoordingsverslag of presentatie/gesprek) of de onderdelen waarvoor je gezakt bent te herkansen. Toetscriteria mondeling examen De presentatie heeft een relevante inhoud en de doelstelling is duidelijk. De presentatie is toegespitst op de doelgroep. De presentatie heeft een heldere structuur en getuigt van een goede voorbereiding en verzorging. Hulpmiddelen zijn functioneel en worden professioneel ingezet. Het spreekgedrag is professioneel en het taalgebruik is gepast en in overeenstemming met het onderwerp en de beroepsgroep (jargon). Houding en gedrag zijn congruent met de inhoud en gepast in contact met de doelgroep. De toehoorder kan op basis van de aangedragen feiten en argumenten tot dezelfde conclusie komen. De mening van de student is gebaseerd op relevante kennis en ervaringen gerelateerd aan de afstudeeropdracht. De vragen worden gepast en duidelijk professioneel beantwoord. Uit de beantwoording van de vragen blijkt kennis, inzicht en ervaring met het onderwerp.

19



Begrippen en concepten zijn eenduidig uitgewerkt en worden consistent gebruikt volgens de normen van de beroepsgroep.

5.2.3 Totale beoordeling afstuderen (25 ECTS) De cijfers worden na afloop van het examen vastgesteld waarbij sommige beoordelingen worden gekoppeld. De volgende cijfers worden vastgesteld: 1. Definitieve cijfer afstudeeropdracht (dit beoordelingsformulier was al voorlopig ingevuld met de praktijkbegeleider) 2. Het uiteindelijke cijfer voor de verantwoording wordt samengesteld uit 2.1 het cijfer voor het examen (= presentatie en gesprek) : 30% (cijfer door middeling van cijfers docenten) 2.2 het cijfer voor het verantwoordingsverslag : 70% (beide examinatoren moeten dit met 5,5 of hoger beoordeeld hebben om tot toekenning van de ECTS over te kunnen gaan) Je ziet in je cijferboom uiteindelijk: a. Cijfer afstudeeropdracht b. Cijfer verantwoording: Dit cijfer bestaat uit 2 deelcijfers: cijfer verantwoordingsverslag en cijfer mondeling examen

Onderdeel Afstudeeropdracht

Subonderdeel

Summatief/formatief Summatief

Beoordeling Cijfer praktijkbegeleider is adviescijfer en cijfer afstudeerdocent is doorslaggevend. (art 31.2 OER)

weging 100% 15 ects

Verantwoording

Verantwoordingsverslag

Summatief

Mondeling Examen

Summatief

Cijfer is gemiddelde van beoordeling door afstudeerdocent en 2e lezer. Beide moeten >/ 5,5 geven voor toekenning ECTS externe gecommitteerde adviseert. 1 Cijfer voor Presentatie en gesprek Cijfer is gemiddelde van beoordeling door afstudeerdocent en 2e lezer. Extern gecommitteerde is adviserend.

70% van 10 ects

30% van 10 etcs

19



Let wel, deze beoordelingssituatie geldt NIET voor oude stijlstudenten!! (Zie afstudeersite praktijkbureau Fase III : speciale regelingen voor oude stijlstudenten) Verder is er geen sprake van compensatie: alle cijfers moeten > 5,5 zijn!!

5.2.4 Herkansing Afstudeeropdracht Wanneer je afstudeerproduct onvoldoende is, krijg je n herkansingsgelegenheid per leerjaar. Je zult het afstudeerproduct moeten aanpassen op basis van de feedback van de praktijkbegeleider. Wanneer het dan weer onvoldoende is, dient een nieuw afstudeerproject te worden uitgevoerd met een zelfde omvang in ECTS, bij een andere opdrachtgever/praktijkdeskundige, onder begeleiding van een andere afstudeerdocent. Dat nieuwe project moet binnen 6 weken na de laatste beoordeling zijn gestart. Wanneer je het afstudeerproduct niet binnen de gestelde 6 maanden na de GO hebt opgeleverd aan de opdrachtgever/praktijkbegeleider en mondeling hebt gepresenteerd / gevalueerd, krijg je nog een herkansingsmogelijkheid in hetzelfde studiejaar. Verantwoordingsverslag Een verslag met Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen). Er vindt altijd n grote externe uitreiking plaats in begin juli en een kleinere uitreiking in januari.

6 Reflectie op je competentiesDe Slb-er beoordeelt op basis van bewijsmateriaal - door de student in het portfolio geplaatst- of alle aangeboden competenties op eindniveau beheerst worden (zie handleiding Slb- jaar 4). De reflectie op de door de student gekozen minorcompetentie m.b.t. het afstuderen wordt besproken in het portfolio. De competentie adviseur en onderzoeker komt aan bod zowel bij de beoordeling van de opdracht, als bij de beoordeling van het verslag en het examen.

7 Tenslotte19Inholland - Domein Communicatie, Media & Muziek - Afstudeerhandleiding studenten 10- 11 7 Praktijkbureau Afstuderen

Deze handleiding is bedoeld als praktisch richtsnoer, maar is ook een momentopname. De praktische uitvoering kan in de loop van het jaar wijzigen. Kijk daarom regelmatig in je mailbox en op de afstudeersite van het praktijkbureau. Het formele kader voor dit traject wordt gevormd door de wet (WHW) en de formele regelingen van hogeschool en opleiding, zoals de studiegids en vooral het OER. Eventuele rechten kunnen alleen daaraan ontleend worden en van jou, als afstuderende HBO student verwachten we dat je kennis neemt van deze formele kaders en ze ook begrijpt.

In te vullen door Expertise commissie Aanvraag behandeld op: ___________________________ Opdracht voldoet aan de volgende criteria: Ligt in verlengde opleiding/ is opleidingsgerelateerd Ja Nee Prof. coaching vanuit bedrijf aanwezig Ja Nee Is complex en zelfstandig uitvoerbaar Ja Nee Eindproduct is helder Ja nee En betekenis onderzoek voor eindproduct is helder/duidelijk Ja Nee Aanleiding en context zijn helder omschreven Ja Nee Doelstelling is duidelijk Ja Nee Centrale vraag is duidelijk Ja Nee Deelvragen zijn duidelijk Ja Nee Onderzoeksmethodiek Duidelijk wie/wat onderzoekseenheden zijn Ja nee Dataverzamelingsmethod en zijn duidelijk gemaakt Ja nee Analysetechnieken zijn duidelijk gemaakt (indien van toepassing) Ja Nee Opdracht is goedgekeurd Ja Nee Naam + paraaf expertiselid __________________________

Bijlage Afstudeerstartdocument Deel II Beoordelingsformulieren (INsite > Educatie > Domein > Communicatie, Media & Muziek> Domeininformatie> Praktijkbureau > Afstuderen).

AfstudeerstartdocumentStudentgegevensStudentnummer: Klas: Achternaam: Tussenvoegsel: Roepnaam:

DEEL II

Heb je al een afstudeerbegeleider toegewezen gekregen? o Ja, mijn begeleider is o Nee, neem dan eerst contact op met het praktijkbureau. Gegevens bedrijf/organisatie Naam bedrijf/ organisatie: Adres: Postcode/plaats: Algemeen telefoonnummer: Fax: Website: Algemeen e-mailadres: KORTE omschrijving van de branche

19



Aantal werknemers? _______________________________________________ Welke diensten/ producten levert het bedrijf? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________

Wanneer wordt de opdracht uitgevoerd (niet langer duren dan 3 maanden!) Van: __-__-____ Tot en met: __- __-____

Gegevens praktijkbegeleider (begeleider vanuit het bedrijf) o De heer o Mevrouw Achternaam: Tussenvoegsel: Naam (voluit) OF voorletters: Adres: Postcode/plaats: Mobiele nummer: Doorkiesnummer: E-mail adres (indien anders dan algemeen e-mailadres): Functieprofiel Opleidingsniveau: __________________________________________________ Studierichting:_____________________________________________________ Functie binnen het bedrijf: ___________________________________________ Overige relevante informatie: _________________________________________ Omschrijving van de afstudeeropdracht Wat is het probleem van het bedrijf? In welke context staat dit probleem / deze vraag? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _______________ Hoe ga je dit aanpakken? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _______________

19



Wat is de doelstelling van de opdracht? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ Welk concreet product ga je opleveren? (rapport, plan, enz.)

In te vullen door Expertise commissie Aantekeningen:

19



_________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _______________ Wat is de centrale vraag? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _______________ Welke deelvragen horen daarbij? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _______________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _______________

Welk onderzoek ga je doen? Waarom? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ Hoe ga je dit onderzoek opzetten? (onderzoekseenheden, dataverzameling, analyse? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ ________________________________________________________ Welk literatuur ga je gebruiken (voorlopig)? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ __________________________________________

Wat is de relevantie van je opdracht voor je vakgebied? _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ Welke minors heb je gevolgd in jaar 3 en 4 ?

19



_____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ Competenties Gedurende de opdracht werk je aan een aantal competenties. Voor het afstuderen geldt dat je MINIMAAL: twee Majorcompetenties als uitgangspunt neemt. Verplicht zijn: 1. De Majorcompetentie adviseur/consulent De afgestudeerde kan als adviseur/consulent voor een organisatie problemen signaleren en daarvoor waardevolle adviezen, inzichten en alternatieve oplossingsrichtingen aandragen gebaseerd op analyse en dit vervatten in een adviesrapportage. 2. De Majorcompetentie onderzoeker De afgestudeerde kan als onderzoeker in een organisatie een onderbouwd, valide en betrouwbaar (markt)onderzoeksrapport vervaardigen. o en n specialistische Minorcompetentie (zie overzicht competenties website praktijkbureau) Ik kies voor de competentie________________________________________________________________________ __ omdat_______________________________________________________________________________ __ ______________________________________________________________________________________ _ Welke minors heb je gevolgd in jaar 3 en 4: ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Handtekeningen

Handtekening praktijkbegeleider:

Handtekening afstudeerdocent:

Handtekening student:

Handtekening medewerker praktijkbureau:

19



Hand Lei Ding Afstuderen Studenten Versie 7 2010-2011

Documents

Transcript of Hand Lei Ding Afstuderen Studenten Versie 7 2010-2011