Haakpatroon kerststalfiguurtjes

11

Click here to load reader

Transcript of Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Page 1: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Haakpatroon

Kerststalfiguurtjes

Inge snuffel

Page 2: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Vooraleer je enthousiast naar de haalnaald grijpt:

Ik ben iemand die op het gevoel haakt en ben dus niet 100% vertrouwd met patronen schrijven,

nee zelfs niet met de correcte haaktermen. Ik haak meestal in Engelse termen, dus ik spreek

graag over single crochets (sc – vasten), stitches (st – steken) en slip stitches (sl st – halve vaste).

Ik denk dat dit de correcte vertalingen zijn, maar geef alstublieft een schreeuw als dit niet klopt!

Benodigdheden:

Haalnaald (ik gebruik meestal nr 3)

Allerlei kleuren haakgaren (ik werk graag met Catania) voor de kleding. Je kunt in principe

gebruiken wat je liggen hebt, dit is een fijn restjesprojectje want grote hoeveelheden garen per

kleur heb je niet nodig.

Huidkleurig haargaren + zwart garen voor de ogen + restjes rood garen voor mondjes

Restjes vilt voor accessoires

Vulling (ik gebruik rijst voor de lijfjes en watjes of kussenvulling voor de hoofdjes)

Gouddraad (optioneel, maar ik vind dat koningen goud moeten hebben ;))

Dikke naald (waar je haakgaren door kan) + gewone naald (voor de gouddraad)

Schaar

Werkwijze:

De basis van alle figuren (behalve het kindje en de engel) is dezelfde, enkel de afwerking is anders. Eerst

zal ik de basisvorm voor het lijfje uitleggen, daarna geef ik wat tips over de afwerking. Hoe je elk

figuurtje precies afwerkt, laat ik aan jouw fantasie over! Veel plezier!

Page 3: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Lijfje

Romp:

• Magische ring van 6 steken (6 st)

• Haak 2 sc in elke st van de vorige cirkel (12 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st van vorige cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal

tot je rond bent (18 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st van vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van de vorige

cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent (24 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st van vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van de vorige

cirkel, 1 sc in de 4de

st van de vorige cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent (30 st)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (30)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (30)

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van

de vorige cirkel, 1 sc in de 4de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 5de

st van de vorige cirkel*;

herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent (24)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (24)

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van

de vorige cirkel, 1 sc in de 4de

st van de vorige cirkel *; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond

bent (18)

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van

de vorige cirkel *; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent (12)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (12)

• Draad afhechten en afknippen. Laat een uiteindje draad van ongeveer 10 cm lang over en laat

dit voorlopig hangen. Met dit eindje zal je straks de romp aan het hoofdje vastnaaien.

Hoofd:

• Magische ring van 6 steken (6 st)

• Haak 2 sc in elke st van de vorige cirkel (12 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st van vorige cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal

tot je rond bent (18 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st van vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van de vorige

cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent (24 st)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (24)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (24)

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van

de vorige cirkel, 1 sc in de 4de

st van de vorige cirkel *; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond

bent (18)

Page 4: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van

de vorige cirkel *; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent (12)

• Je hoofdje begint nu vorm aan te nemen, maar is nog voldoende open om er met naald en draad

vlot oogjes en een mondje (en eventueel een baard – zie verder) op te kunnen naaien. Doe dit

vooraleer je het hoofdje verder dicht haakt. Op die manier kun je de eindjes draad van ogen en

mond netjes in het hoofdje verbergen.

• Vul het hoofdje op, bijvoorbeeld met een beetje kussenvulling.

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel *; herhaal van * tot *

6 maal tot je rond bent (6)

• Knip je draad af (voldoende lang), haal door je dikke naald en sluit nu het hoofdje. Dit kan je

doen door de naald door de buitenste zijde van elke steek van je vorige cirkel te halen en dan

aan te trekken. Je zult zien dat de opening in het hoofdje hierdoor netjes sluit. Steek je naald

met de rest van het uiteindje garen doorheen het hoofdje en knip af, dicht tegen het hoofdje

aan, zodat het uiteindje niet meer te zien is.

• Indien gewenst kan je nu haar op het hoofdje naaien, een vilten kroontje aannaaien, een

hoofddoek opzetten, …

Armpjes:

• (Mouw: in de kleur van (de kledij van) het lijfje):

Maak een ketting van 8 lossen, sluit tot een ring

met een sl st in de eerste losse die je haakte

• 1 sc in elke st van de vorige rij

• Blijf nieuwe rijen van telkens 1 sc in elke st maken

tot je vindt dat het mouwtje lang genoeg is. Hecht

af en laat een voldoende lang eindje draad hangen

zodat je hiermee dadelijk de mouw aan het lijfje

kunt naaien. De eerste ring die je haakte (de

gesloten ketting van lossen) komt bovenaan en

vormt de schouder van je popje. Zorg dat beide uiteindjes draad (van je begin- en eindpunt)

bovenaan uit het mouwtje steken (dus: haal het uiteindje dat je zonet afknipte naar boven door

het mouwtje).

• (Arm: in huidskleur): neem een dubbele draad en maak een ketting van 7 lossen (leg even tegen

je mouw en controleer of je armpje net iets langer is dan de mouw, anders zie je het handje niet

achteraf).

• Je naald zit door het laatste lusje. Knip je draad af (voldoende lang, een cm of 8) en trek je

laatste lus uit zodat je ketting netjes afgebonden is.

Page 5: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

• Rijg met een naald beide draden van het uiteinde doorheen het armpje totdat zowel de begin-

als de einddraden samen aan het beginpunt van het armpje bungelen.

• Haal nu de vier draden door je naald en ga ermee langs onder door het gat van je mouwtje

zodat de 4 draden bovenaan aan de schouder weer komen piepen.

• Steek nu de vier draden met de naald door de romp, op de plaats waar het armpje volgens jou

moet komen. Knoop de uiteindjes binnenin vast. Het mouwtje hangt nu nog los aan de romp te

bungelen.

• Naai het mouwtje aan de buitenkant vast aan de romp. Begin met het langste eindje draad de

mouw aan te naaien. Haal de draad naar de binnenkant van je romp wanneer het mouwtje vast

genoeg zit.

• Haal daarna ook het andere losse eindje van de mouw naar binnen en bind beide eindjes

binnenin het lijfje vast (zie boven).

• Herhaal exact voor het tweede armpje.

Page 6: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Assemblage:

• Als je de romp of de mouwtjes nog verder wilt opsmukken (bv met knoopjes, gouddraad,…) dan

doe je dat best nu.

• Als je tevreden bent, kan je de romp opvullen. Ik doe dit met (ongekookte ☺) rijst zodat je

mannetje voldoende gewicht heeft om goed rechtop te kunnen staan.

• Naai tot slot romp en hoofdje aan elkaar met het eindje garen dat nog aan het rompje hangt.

Baarden

Wil je een herder, koning of Jozef met baard? Geen probleem! Je kunt op verschillende manieren

baarden maken (gehaakt, genaaid, met vilt, …). Ik geef hier de werkwijze voor een gehaakte, rechte

baard.

• Maak een ketting van 6 lossen

(meer of minder, afhankelijk van

hoe breed je baard moet zijn en van

de dikte van je garen. Dit moet je

zelf een beetje proberen).

• Je naald zit nu in de laatste lus die je

haakte. Maak nu een sc in de st

voor de lus waar je naald inzit (de

voorlaatste losse die je haakte).

• Haak 3 of 4 lossen (afhankelijk van

de grootte van de mond die je wilt)

en eindig met een sc in de eerste

losse die je haakte in je ketting van

6. De ‘holte’ die je zo creëert vormt

later de ruimte waar je de mond in

zult naaien.

Page 7: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

• Haak 1 losse en draai nu je haakwerkje om.

• 1 sc in elke st van de vorige rij. Eindig weer met 1 extra losse en draai weer om.

• Ga verder zoals in het vorige puntje tot je baard lang genoeg is.

• Bind af, knip je draad af en laat een voldoende lang eind. Zorg dat beide losse eindjes elk aan

één zijkant bovenaan je baard zitten (ter hoogte van de uiteindes van de eerste ketting lossen

die je haakte). Je zult hiervoor met een naald het afgeknipte eindje garen naar boven toe

moeten weven.

• Steek beide uiteindes op de gewenste plaats doorheen het hoofdje, naai waar nodig de baard

vast met een extra steekje en knoop beide uiteindjes tot slot aan elkaar binnenin het hoofd.

• In de open ruimte bovenaan in de baard kan je met rood garen nu een mondje naaien.

Page 8: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Hoofddoek

Ook hier geldt de regel: alles kan, laat je fantasie de vrije loop! Moest je een hoofddoek willen haken,

dan is dit een mogelijke werkwijze:

• Magische ring van 6 steken (6 st)

• Haak 2 sc in elke st van de vorige cirkel (12 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st

van vorige cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal tot

je rond bent (18 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st

van vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van de vorige

cirkel*; herhaal van * tot * 6 maal tot je rond bent

(24 st)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (24)

• Eindig de vorige rij met een extra losse, keer

daarna je haakwerkje om

• Haak nu terug 1 sc in elke st van de vorige cirkel,

maar stop voor je volledig rond bent. Stop nadat

je ongeveer twee derde van de cirkel gehad hebt

(je mag gerust meer of minder doen, afhankelijk

van hoe smal of breed je de uitsparing voor het

gezicht wilt hebben - controleer dit even op het hoofdje). Eindig ook deze rij met een losse en

draai je haakwerk terug om.

• Haak 1 sc in elke st van de vorige rij, eindig met een losse en draai om.

• Herhaal de vorige stap tot je hoofddoek lang genoeg is geworden. Pas geregeld op het hoofdje

om het effect te zien.

• Wanneer je tevreden bent over de lengte, hecht dan af, verberg het uiteindje draad en naai de

hoofddoek vast op het hoofdje.

Jezus in kribbe

Hoofd:

• Magische ring van 5 steken (5 st)

• Haak 2 sc in elke st van de vorige cirkel (10 st)

• *Haak 2 sc in 1ste

st van vorige cirkel, 1 sc in 2de

st van vorige cirkel*; herhaal van * tot * 5 maal

tot je rond bent (15 st)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (15)

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel, 1 sc in de 3de

st van

de vorige cirkel *; herhaal van * tot * 5 maal tot je rond bent (10)

Page 9: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

• Naai oogjes en mondje op het hoofdje en vul op

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de 2de

st van de vorige cirkel *; herhaal van * tot *

5 maal tot je rond bent (5)

• Knip je draad af (voldoende lang), haal door je dikke naald en sluit nu je hoofdje. Dit kan je doen

door je naald door de buitenste zijde van elke steek van je vorige cirkel te halen en dan aan te

trekken. Steek je draad weg doorheen je hoofdje en knip af zodat het uiteindje niet meer te zien

is.

• Indien gewenst: naai haartjes op het hoofd.

Rompje:

• (in kleur van lakentje): magische ring van 6

steken (6 st)

• Haak 2 sc in elke st van de vorige cirkel (12 st)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (12)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (12)

• 1 sc in elke st van vorige cirkel (12)

• (voeg meer of minder cirkels toe als je het lijfje

langer of korter wilt hebben)

• vul op

• *sla de 1ste

st van de vorige cirkel over, 1 sc in de

2de

st van de vorige cirkel *; herhaal van * tot *

6 maal tot je rond bent (6)

• Hecht af en verberg het losse uiteindje. Naai de

romp aan het hoofdje

Kribbe:

• Haak een ketting van zoveel lossen als je volledige Jezus-popje lang is.

• Haak 1 sc in elke losse van je ketting, haak een extra sc in de laatste losse van je ketting (dit is

de eerste losse die je in het vorige puntje haakte.

Page 10: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

• Haak nu opnieuw 1 sc in elke losse (ook opnieuw in die ene waar je tijdens de vorige stap er al 2

in haakte!), maar ditmaal aan de andere kant van de ketting lossen uit het eerste puntje. In de

laatste losse (ditmaal de laatste losse die je in puntje 1 haakje), haak je ook nu 1 extra sc.

• Haak nu gewoon rond, 1 sc in elke st. Als je vindt dat je kribbe te smal/eng wordt, kan je aan

beide smalle zijden van de ovaal (daar waar je in de vorige stappen die extra lossen haakte) bij

elke toer een steekje meerderen. Op die manier wordt je bakje geleidelijker aan hoger, dit geeft

bij mij het mooiste resultaat. Blijf toeren maken tot je vindt dat je bakje hoog genoeg is.

• Hecht af.

Engeltje

Wil je een engeltje maken, ga dan op dezelfde manier te werk als voor een volwassen popje. Alleen zijn

engeltjes in mijn verbeelding een beetje kleiner dan grote mensen en daarom ben ik telkens, zowel voor

hoofd als romp, vertrokken van een magische ring van 5. Al de rest blijft hetzelfde. Vleugeltjes maakte ik

van vilt.

Page 11: Haakpatroon kerststalfiguurtjes

Ziezo, aan de hand van deze basisinstructies ben je in staat om Maria, Jozef, kindje Jezus, herders,

koningen en ander volk te maken. Je kunt je fantasie dus de vrije loop laten en popjes maken in

eindeloos veel variaties en afwerkingen. Heel veel plezier ermee en laat me zeker zien hoe je

kerststalletje er uit ziet dit jaar ☺.

Veel plezier ermee!!!

Liefs,

Inge Snuffel