H2O oktober 2014

44
Maandblad voor waterprofessionals 23 oktober 2014 47ste jaargang 10 www.vakbladh2o.nl DIEDERIK ATEN SCHATBEWAARDER VAN HOLLANDS NOORDERKWARTIER WATERSCHAPS- VERKIEZINGEN HOE LIBERAAL IS EEN GEMAAL? GENTIA LOKKERS STRIJDT TEGEN DE ANGSTCULTUUR DELTAPROGRAMMA WAT BETEKENT HET VOOR U?

description

 

Transcript of H2O oktober 2014

Page 1: H2O oktober 2014

Maandblad voorwaterprofessionals 23 oktober 201447ste jaargang

10

www.vakbladh2o.nl

DIEDERIK ATENSCHATBEWAARDER VAN HOLLANDS NOORDERKWARTIER

WATERSCHAPS-VERKIEZINGENHOE LIBERAAL IS EEN GEMAAL?

GENTIA LOKKERS STRIJDT TEGEN DE ANGSTCULTUUR

DELTAPROGRAMMAWAT BETEKENT HET VOOR U?

Page 2: H2O oktober 2014

2

Waar? In het museum dat in het kantoor van het HHNK in Heerhugowaard is ingericht. Op de achtergrond de historische kaart van Holland boven het IJ, het zogeheten Noorderkwartier, uit 1680. De provincie ligt op zijn kant, met Den Helder links. “Men was destijds vrij om het noorden een plek te geven. Het ‘Heemraadschap van Uitwaterende Sluizen’ doopte zich in 1657 om tot het deftiger klinkende ‘Hoogheemraadschap’. Voor een zichzelf respecterend hoogheemraadschap was zo’n grote wandkaart een onmis-baar statussymbool. De Leidse landmeter Jan Jansz Dou kreeg de opdracht om deze kaart te tekenen. Hij deed er – met de hand! – twintig jaar over en kreeg er 4.000 zeven-tiende-eeuwse guldens voor. Het is een topstuk van cartografie, zeer gedetailleerd en nauwkeurig. “Deze verguld zilveren hensbeker uit 1660 is ook eigendom van de ‘Uitwaterende Slui-zen’. Tijdens de traditionele maaltijd na afloop van de jaarlijkse schouw dronken de bestuurders op de groei en bloei van het hoogheemraadschap. Nieuwkomers moesten een ingewikkeld geformuleerde toost uitbrengen en deze tot de rand met rode wijn gevulde hensbeker ad fundum (in één keer, red.) leegdrinken. Wie zich versprak of hakkelde, wachtte de weliswaar iets minder grote maar ook volle ‘strafbeker’. Anno nu staan beide bekers nog steeds tijdens de jaarlijkse schouwmaaltijden op tafel. Nieuw-komers en gasten toosten bij die gelegenheid op de toekomst van het HHNK. Gelukkig is de hensbeker tegenwoordig maar met een paar slokken wijn gevuld…”

Wat?“Waterschaphistoricus is een veelzijdige functie. Belangrijk onderdeel in de voorberei-ding van grote projecten – zoals de renovatie van een gemaal – is het bestuderen van de voorgeschiedenis. Dat is onder andere mijn taak. In dit museum beheer ik de collectie van zo’n 4.000 objecten en werk ik mee aan het bruikleenverkeer met andere musea. Desgewenst adviseer ik ook bij het voorbereiden van hun exposities. Bij de totstand-koming van televisieprogramma’s als Nederland in zeven overstromingen was ik nauw betrokken. Verder houd ik lezingen, verzorg publicaties, beantwoord publieksvragen, begeleid stagiaires en promovendi. Enzovoorts. Kortom: Als waterschaphistoricus func-tioneer ik als een soort duizendpoot op het gebied van de natte geschiedenis van het hoogheemraadschap.”

Wie?Diederik Aten (55), waterschaphistoricus bij het enige waterschap met een geschiedkundige in dienst: het Hoogheem-raadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Na een studie geschie-denis en een opleiding tot archivaris, raakte hij betrokken bij het schrijven van gedenk-boeken voor jubilerende waterschappen. Net als veel andere Zaankanters is hij een nazaat van de beroemde waterbouw-kundige Leeghwater: “Niets bijzonders hoor, die man had gewoon een uitgebreid nageslacht!”

Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

ACHTER DE

COVER

Page 3: H2O oktober 2014

4DE PRAKTISCHEGEVOLGEN VAN HETDELTAPROGRAMMA

18GENTIA LOKKERSEN HET GEVECHTVAN HET MKB

28STEMMEN VOOR HETWATERSCHAP:WAAROM EIGENLIJK?

32TECHNISCHE KENNISHOE HOUD JE DIE VAST?

VASTE RUBRIEKEN

HoogstandjeNieuwerbrug houdt tolbrug al eeuwen zelf in stand

Waternetwerk• Impressie symposium

Waterkwaliteit• Afscheid dijkgraaf Johan de Bondt• Nederlands succes op World Water

Week Stockholm

Watertechniek• Aqua Nederland Vakbeurs

Noord-Oost in Hardenberg• Sprinklerinstallaties kunnen van

meters voorzien worden• Slimme waterput houdt zoet en

brak uit elkaar• PWN krijgt opdracht in

Zuid-Engeland

Waterwetenschap• Water bergen in de bergen (bij de

bovenstroomse buren)• Sensoring van waterkwaliteit in het

distributienet: ja of nee?• Stikstof uit rioolwater: Oostenrijkse

techniek heeft zich bewezen Verder op H2O-OnlineOverzicht van nieuwe artikelen op de website

10

13

22

36

42

INHOUD

3

COLOFON Maandblad H2O en H2O-Online zijn uitgaven van de Stichting H2O UITGEVER Monique Bekkenutte (Stichting H2O) HOOFDREDACTEUR Roel Smit REDACTIE Anne de Boer, Peter Boorsma, Marloes Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, Nico van der Wel REDACTIEADRES Binckhorstlaan 36, M420, 2516 BE Den Haag, e-mail: Redactie@ vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Mirjam Jochemsen REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Roberta Hofman-Caris, Henk Dekker, Henriette van Ekert, Daphne de Koeijer, Warry Meuleman, Hans Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Roelsma, Joris Schaap, André Struker, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason Zondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit Holtman PRODUCTIE Hoeksjan Redactie en Communicatie ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026-7501851, e-mail: [email protected] DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN [email protected]

324

18 28NR 10 / OKTOBER 2014

NR10 / OKTOBER 2014

Page 4: H2O oktober 2014

4

WAT IS HET DELTAPROGRAMMA?Een nieuw hoofdstuk in onze eeuwenlange relatie met het water. Zo omschrijft minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu het Deltaprogramma 2015. Ook Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen, heeft het over een belangrijk moment in de geschiedenis. “Tot nu toe kwamen de maatregelen tegen wateroverlast en over-stromingen vaak als reactie op een ramp. Nu willen we een nieuwe ramp vóór zijn. Dat is nodig, want de zeespiegel stijgt en de rivieren moeten vaker meer regenwater afvoeren. Daarnaast is het van belang dat er genoeg zoetwater be-schikbaar is voor agrariërs, industrie en de natuur.”De eerste stap voor het Deltaprogramma werd zes jaar geleden gezet, toen een commissie onder leiding van oud-minister Veerman zich boog over de vraag of wij over honderd jaar nog wel kunnen leven in onze delta. Het ant-woord was: ja, mits we serieuze maatregelen nemen om ons land te beschermen tegen overstromingen. Dit leidde in 2009 tot de aanstelling van een speciale Deltacommissaris en de oprichting van het Deltafonds. Sindsdien verschijnt er ieder jaar op Prinsjesdag een nieuw Deltaprogramma. In de vorige edities stonden voorlopige deltabeslissingen; het Deltaprogramma 2015 bevat de definitieve beslissingen over waterveiligheid, de zoetwaterstrategie, ruimtelijke adaptie, het IJsselmeergebied en de Rijn-Maasdelta.

Essentieel in het Deltaprogramma is een nieuwe veilig-heidsnorm. Het gaat straks niet meer alleen om de kans op een overstroming, maar ook om de gevolgen daarvan voor de

inwoners en de economie. Het risico op overstromingen met verstrekkende gevolgen is namelijk toegenomen. Dat komt vooral door de economische groei en de bevolkingstoename. Inmiddels wonen er 9 miljoen Nederlanders achter de dijken en wordt daar 70 procent van het bruto nationaal product verdiend.

De oude veiligheidsnorm dateert uit het vorige Deltaplan, dat tot stand kwam in de jaren na de watersnoodramp van 1953. Glas: “Die norm was gebaseerd op de kennis en tech-niek van de jaren zestig. Men rekende toen uit hoe hoog het water maximaal kon komen op een bepaalde plaats en stemde de hoogte van de dijk daarop af. Maar nu is de wetenschap zo ver gevorderd dat we kunnen uitrekenen hoe een dijk zich gedraagt onder druk van veel water en hoe sterk deze moet zijn om te voldoen aan de veiligheidsnorm.”

In de toekomst mag geen enkele Nederlander, waar hij ook woont, een grotere kans dan 1 op 100.000 per jaar – ofwel 0,001 procent – lopen om te overlijden door een overstroming. Deltacommissaris Wim Kuijken: “Een lager beschermingsniveau is niet wenselijk en een hoger niveau is niet kosteneffectief. Dat hebben we doorgerekend met een maatschappelijke kosten- en batenanalyse. Op plaatsen waar overstromingen kunnen leiden tot veel slachtof-fers, grote economische schade of uitval van de vitale infrastructuur komt het beschermingsniveau wel hoger te liggen. Denk bijvoorbeeld aan Schiphol, de kerncentrale in Borssele of de gasinstallaties in Groningen.”

Tekst Dorine van Kesteren | Beeld iStockphoto

Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet een nieuw Deltaprogramma om Nederland te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoetwater. Het gaat om ingrijpende maatregelen, waar-voor tot 2050 maar liefst 20 miljard euro beschikbaar is. Wat zijn de gevolgen van het Deltaprogram-ma voor de waterbeheerders, de politiek én de Nederlanders?

WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN HET DELTAPROGRAMMA...

T

Page 5: H2O oktober 2014

THEMA 5

NR10 / OKTOBER 2014

Nederland heeft 3.700 kilometer dijk, waarvan 3.500 kilo-meter in beheer is bij de waterschappen en 200 kilometer bij Rijkswaterstaat. Het nieuwe beschermingsniveau van het Deltaprogramma betekent niet dat álle dijken moeten wor-den aangepast: het gaat om de gebieden waar de kans op een overstroming het grootste is én waar de gevolgen van zo’n overstroming het grootste zijn. “In sommige gebieden heb je een sterkere dijk nodig om het gewenste bescher-mingsniveau te halen dan elders. Bijvoorbeeld omdat er veel mensen wonen en het water heel snel heel hoog komt. Andersom kan een minder sterke dijk voldoen in een gebied waar minder mensen wonen, die gemakkelijk geëvacueerd kunnen worden”, zegt Matthijs Kok, hoogleraar Waterveilig-heid aan de Technische Universiteit Delft.

Het Deltaprogramma vertaalt het beschermingsniveau in een nieuwe norm per dijktraject. Dit brengt met zich mee dat ruim 200 dijkvakken van in totaal 1.500 kilometer moe-ten worden verhoogd, verbreed en/of verstevigd. Met name de situatie in de Rijn-Maasdelta (Rotterdam, Dordrecht) is urgent: de dijken in de Alblasserwaard en Krimpenerwaard liggen op een kwetsbaar grensvlak van rivier en zee. Ook langs de Waal, de Nederrijn, de Lek en de IJssel moeten grote dijkversterkingen komen. Een andere optie is de ri-vieren te verruimen, zodat deze het water sneller kunnen afvoeren naar de zee.

Nieuwe maatregelen bij de duinen rond de Noordzeekust zijn niet nodig. Ooit was er een plan om rond heel Nederland een nieuwe zeedijk aan te leggen, maar zo ver gaat het Del-taplan niet. Dit zou ongelooflijk veel geld kosten, terwijl nog niet duidelijk is hoeveel de zeespiegel precies stijgt. Daarom houdt het Deltaprogramma het bij zandsuppleties – 12 mil-joen kubieke meter zand per jaar – om de stranden breed genoeg te houden.

…VOOR DE RIVIERDIJKEN EN DUINEN? T

Page 6: H2O oktober 2014

6

De nieuwe veiligheidsnorm van het Deltaprogramma moet verankerd worden in de Water-wet. Dit gebeurt na de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Ondertussen werken de waterschappen aan een nieuwe handleiding voor het ontwerp, de aanleg en de toetsing van dijken. De verwachting is dat deze in 2017 of 2018 klaar is. Volgens Peter Glas (Unie van Waterschappen) zal het dagelijks werk van de waterschappen niet veranderen door het Deltaprogramma. “Onze taak blijft om te controleren of de dijken aan de technische en veiligheidseisen voldoen, op basis van de nieuwste inzichten en ontwikkelingen in klimaat en waterstanden. Een verschil is wel dat we niet meer eens in de zes jaar alles bekijken, maar permanente controles gaan verrichten.”

Het Deltaprogramma geeft geen antwoord op de vraag hóe de waterschappen de dijken pre-cies moeten versterken. Matthijs Kok (TU Delft): “De afgelopen jaren kreeg de bestuurlijke kant veel aandacht. Nu komt het aan op de technische uitwerking, vanzelfsprekend ook in samenspraak met de belanghebbenden, zoals de inwoners. Het is zaak dat de technische en inhoudelijke kennis bij de waterschappen op peil blijft. Dat gaat niet vanzelf. De kennisbasis van het waterbeheer in Nederland vergt onderhoud, bij de beheerders van de waterkeringen, marktpartijen én kennisinstellingen.” In ieder geval is innovatie belangrijk, en creativiteit. Glas: “Niet overal zullen het de klassieke, strakke dijken blijven. Misschien kunnen we in de toekomst ook vaker functies combineren, zoals je nu al ziet bij de nieuwe parkeergarage in de duinen van Katwijk aan Zee.”

...VOOR DE WATERSCHAPPEN?

Een ander doel van het Deltaprogramma is te zorgen dat er voldoende zoetwater beschikbaar blijft. Nederland moet zich wapenen tegen langere periodes van droogte en verzilting, waar-bij zout water de rivieren binnendringt. Het IJsselmeer krijgt een flexibel peil om het gebied boven de lijn Amsterdam-Amersfoort-Zwolle in droge tijden van zoetwater te voorzien. Als er droogte aankomt, gaat het peil met 10 tot 20 centimeter omhoog; tijdens droge periodes wordt het zo’n 10 centimeter verlaagd. Voor de rest van Nederland moeten Rijkswaterstaat en de waterschappen de aanvoerroutes van zoetwater verbeteren en voorraden opbou-wen. Dan gaat het bijvoorbeeld om uitbreiding van de kleinschalige wateraanvoer via het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek voor West-Nederland, waar de reguliere inlaat bij Gouda verzilt raakt.

In het Deltaprogramma staat ook dat overheden en de grootgebruikers van zoetwater voort-aan in onderling overleg afspraken moeten maken over de voorzieningenniveaus van zoet-water in een bepaald gebied, in normale en droge omstandigheden. Het is immers belangrijk dat agrariërs, fabrieken en natuurbeheerders weten wat ze precies van de overheid kunnen verwachten en wat zij zelf kunnen doen, bijvoorbeeld op het gebied van zuinig watergebruik.

...VOOR DE ZOETWATERVOORZIENING?

Page 7: H2O oktober 2014

Sinds de instelling van het Deltafonds door het kabinet- Balkenende IV is er voor het eerst in de geschiedenis van ons land structureel geld beschikbaar voor het water. Het Rijk steekt ongeveer 1 miljoen euro per jaar in het fonds, waarvan er 700 miljoen beschikbaar is voor investeringen. In totaal is er tot 2050, wanneer de maatregelen uit het Deltaprogramma klaar zouden moeten zijn, 20 miljard euro nodig.

De versterking van de dijken gaat 7 tot 9 miljoen euro per kilometer dijk kosten. De waterschappen en het Rijk hebben afgesproken om hierin tot 2028 jaarlijks ieder 181 miljoen euro te investeren De plannen voor de zoetwatervoorzie-ning kosten 470 miljoen euro. Het Rijk investeert tot 2021 150 miljoen; de rest moet komen van de waterschappen en andere belanghebbenden, zoals provincies, gemeentes en de landbouwsector.

Voor de periode na 2028 zijn geen financiële afspraken ge-maakt. Dat betekent dat toekomstige kabinetten die het water minder prioriteit geven, het Deltafonds in theorie kun-nen beëindigen. Daarom heeft Deltacommissaris Kuijken het kabinet dringend geadviseerd om het fonds te verlengen tot 2036. Glas (Unie van Waterschappen) sluit zich daarbij aan: “Het zou verstandig zijn om de financiering van het wa-terbeheer via het Deltafonds voor de lange termijn veilig te stellen. Ik maak me daar geen zorgen over, maar we moe-ten voortdurend blijven werken aan het politieke draagvlak voor het water. Dat kan natuurlijk niet wachten tot 2027.”Kok (TU Delft): “Niet alle waterschappen hebben een goede financiële positie. Sommige hebben grote schulden. En de politieke druk is groot om de lokale belastingen niet te verhogen. Als het Rijk dus wil dat het Deltaprogramma tot 2050 wordt uitgevoerd, zal het moeten bijspringen. Maar er is geen reden om daarover pessimistisch te zijn.”

VOOR VOLGENDE KABINETTEN?

...

7

NR10 / OKTOBER 2014

THEMA

Volgens het Deltaprogramma kunnen we de gevolgen van een overstroming niet alleen verkleinen door de dijken te versterken, maar ook door een andere bouw en inrichting van het landschap. “De gebouwde omgeving in Nederland moet meer waterproof worden”, zegt Glas. “Daarbij gaat het niet alleen om het risico op overstromingen uit de zee of de rivieren, maar ook over extreme regen. Want als er nu binnen 24 uur vijf centimeter regen valt, kunnen onze riolen en gemalen dat niet aan. Op dit moment wordt er bij het ontwerp en de aanbesteding van gebouwen, wegen, kabels, leidingen en het spoor onvoldoende rekening gehouden met waterbestendigheid. Dat moet anders, zowel bij nieuwbouw als herstructurering.”

...VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING?

Gemeenten en provincies zijn sinds 2003 verplicht om hun ruimtelijke projecten te laten toetsen op waterhuishoudkun-dige aspecten. Bouwvergunningen en bestemmingsplannen moeten dus eerst langs de waterbeheerders. Het doel is te voorkomen dat er bijvoorbeeld vlak achter een dijk een woonwijk verrijst, waardoor de dijk niet meer verstevigd kan worden. Of dat er gebouwd wordt op een overstromingsge-vaarlijke plek. Het Deltaprogramma houdt deze zogeheten watertoets in stand, maar de vraag is of deze verplicht moet blijven. Ja, vinden Deltacommissaris Kuijken en de Unie van Waterschappen, maar minister Schultz van Haegen twijfelt. Zij denkt dat het ook wel in ‘goed vertrouwen’ kan. Glas (Unie van Waterschappen) ziet de watertoets als nood-zakelijke juridische stok achter de deur. “Bij een voor het waterbeheer onverstandig besluit moet het waterschap >

VOOR PROVINCIES EN GEMEENTEN?

...

Page 8: H2O oktober 2014

8

Als het Deltaprogramma in 2050 is uitgevoerd, wordt het risico voor de Nederlanders die achter de dijken en dui-nen wonen, veel kleiner. Dit neemt echter niet weg dat het nog altijd kan misgaan. “We moeten ons niet 100 procent veilig wanen, want 100 procent veilig bestaat niet”, aldus Glas (Unie van Waterschappen). “Nederland blijft als delta wel kwetsbaar”, zegt ook Deltacommissaris Kuijken. “We moeten tot 2050 hard werken om de maatregelen uit het Deltaprogramma uit te voeren en de extremen van natuur en klimaat op te vangen. Naast alle maatregelen aan de dijken gaat het ook om een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van ons land en een goede rampenbeheersing. En burgers hebben zelf ook een verantwoordelijkheid.” |

VOOR DE NEDERLANDERS ACHTER DE DIJKEN EN DUINEN?

...Begin dit jaar concludeerde de Organisatie voor Economi-sche Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport over het waterbeheer in Nederland dat het niet best gesteld is met het waterbewustzijn in ons land. Weinig mensen weten wat er allemaal bij komt kijken om ons land droog en bewoonbaar te houden, wat er nodig is om het drinkwater op peil te houden, wat de overstromingsrisico’s zijn en wat je moet doen als de nood aan de man komt.

In het verlengde van het Deltaprogramma heeft het minis-terie van Infrastructuur en Milieu de publiekscampagne ‘Ons water’ gelanceerd, die de Nederlanders bewust moet maken van de risico’s van het wonen in een delta. Onder-deel daarvan is bijvoorbeeld de app ‘Overstroom ik?’, waar-op per postcode staat hoe hoog het water kan komen en wat je moet doen als dat daadwerkelijk gebeurt. Dit zijn goede initiatieven, aldus Kok (TU Delft). “Als de dingen goed ge-regeld zijn, is het gevaar dat mensen het allemaal vanzelf-sprekend vinden. Maar het is wel belangrijk dat de overheid en de waterbeheerders voldoende informatie over over-stromingen beschikbaar stellen. Want niet iedereen hoeft te weten wat de risico’s zijn, maar je moet het wel kunnen weten.”

VOOR ONS WATERBEWUSTZIJN?

...

kunnen ingrijpen. Wij pleiten voor verplicht overleg, ver-slaglegging en daarna moet de gemeente of provincie motiveren wat zij met het advies van de waterbeheerder heeft gedaan. Misschien is een alternatief plan duurder, en ik snap best dat dit lastig kan zijn voor een gemeente, pro-vincie of projectontwikkelaar, maar wat als je bij de eerste de beste bui van 5 centimeter tegen 10 miljoen schade aan-kijkt? Wie gaat dat betalen?”

Kok (TU Delft) daarentegen is niet perse voorstander van de verplichte watertoets. “Ons land heeft al zoveel regels, en dit kabinet heeft deregulering als speerpunt. Water is belangrijk, maar soms zijn er ook andere lokale belangen. Het gaat om de kwaliteit van de afweging en het inzicht in de risico’s bij alle partijen. Stel dat een gemeente nog maar één plek heeft om een nieuwbouwwijk te bouwen en de waterbeheerder is het daar niet mee eens. Dan kun je best in onderling overleg effectieve maatregelen nemen om het risico te beperken, zoals ophoging van het maaiveld.”

THEMA

Page 9: H2O oktober 2014

AQUALAB ZUID ONDERZOEKT DE TOEKOMSTKRISTALHELDERE DIENSTVERLENING OP MAAT

( ADVERTORIAL )

BEDRIJFSPORTRET

OH2

Nederlandse asielzoekerscentra kennen ook op koele dagen een flink waterverbruik: ‘Wat lekker!’ Ook Span-jaarden en Marokkanen lusten er wel pap van. Nederlan-ders vinden dat een beetje overdreven; zij kopen soms zelfs liever een flesje. “Ondertussen”, zo zegt directeur Bernd Kroon van Aqualab Zuid, “hebben wij vrijwel zeker het beste water ter wereld. Zo niet het beste en meest gezonde water ter wereld!”

In de Biesbosch met zijn enorme spaarbekkens en zijn unieke natuur is Aqualab Zuid gevestigd. Met ongeveer 110 medewerkers zorgt het bedrijf voor de kwaliteit van het water van het zuidelijk deel van Nederland, ruwweg alles onder de lijn Rotterdam-Gennep. De grote waterleveran-ciers Evides (Zuid-Holland Zuid en Zeeland), Brabant Water (Noord Brabant) en WML (Limburg) zijn vaste klant zodat zij kunnen borgen wat zij beweren: onbeperkt schoon, helder en gezond drinkwater. Aqualab Zuid bemonstert en analyseert zodat deze waterbedrijven voldoen aan de wettelijke eisen. Vergelijkbaar analyseren de circa 50 la-boranten ook het water van zwembaden, proceswater of water voor de industrie. Steeds is de vraag: past dit water bij mijn doel?

Kroon: “Ik overdrijf niet als ik zeg dat wij een toplabora-torium vormen dat verder gaat dan bewaking door tijdige analyse. Met excellente partners zoals Hatenboer Water, Hydroscope en BioLab leggen wij de lat een stukje hoger omdat wij ons richten op bedreigingen van de toekomst. Het gaat om het meten van wat nu nog niet bekend is. Eigenlijk willen we zaken aantonen waar we nu nog geen benul van hebben. Want water van hoogstaande kwaliteit zoals wij dat in Nederland hebben, geeft leven omdat het

zo goed is, maar het is vanzelfsprekend tegelijkertijd een ideale voedingsbodem voor niet zo gunstige zaken.”

Het werk van Aqualab Zuid draait om de gezondheid van de mens en vanuit die optiek wordt voortdurend aan technologische verbeteringen gewerkt, zodanig dat het mes aan twee kanten snijdt. Efficiënter en kostenbewust. Want schoon water is een goedkoop, maar kostbaar bezit. Voor Aqualab Zuid is juist dat de kern van maatschappelijk bewust ondernemen die stoelt op people, planet, profit. Kroon: “Bij ons staat om die reden de mens centraal. Ook intern, omdat ik vind dat de kwaliteit van ons werk geborgd is als het wordt verricht door mensen die iedere dag met plezier naar hun werk gaan. Mens zijn tussen de mensen, daar gaat het om.”

Medewerkers van de afdeling Relatiebeheer en Planning leggen het contact. Zij zorgen voor de juiste routing voor de bemonstering door de Buitendienst met zijn 25 medewer-kers of voor de analyses in het laboratorium. Relatiebeheer en Planning verzorgt ook het technisch en strategisch ad-vies. Samen met Biolab en Hydroscope worden bemonste-ringen van allerlei aard op land, in of onder water geaccre-diteerd uitgevoerd en bij het laboratorium afgeleverd voor verdere analyse. Kristalheldere dienstverlening op maat.

Contact Aqualab ZuidPetrusplaat 14251 NN Werkendamtel +31 (0)183 - 30 55 00fax +31 (0)183 - 30 55 [email protected] Postbus 1474250 DC Werkendam

( ADVERTORIAL )

9

NR10 / OKTOBER 2014

Page 10: H2O oktober 2014

10

Tekst Barbara Schilperoort | Fotografie Marcel Molle

OH2

HOOGSTANDJE

Passanten betalen 50 cent per keer; Nieuwerbruggers passeren gratis

Uniek in Nederland: een brug over de rivier, die door de dorpsbewoners zelf in stand wordt gehouden. En waar tol betaald moet worden. Een bijzonder ‘hoogstandje’ in het Zuid-Hollandse Nieuwerbrug.

NIEUWERBRUG HOUDT TOLBRUG AL EEUWENZELF IN STAND

Page 11: H2O oktober 2014

Veel steden en dorpen danken hun naam en bestaan aan een plek waar je de rivier kon oversteken: een doorwaad-bare plaats, een dam. Of een brug, zoals het geval is bij Nieuwerbrug, een dorpje van 1.850 inwoners in het Zuid- Hollandse deel van het Groene Hart. Om het handelsverkeer tussen Woerden en Bodegraven te vergemakkelijken, werd daar in 1510 een brug over de Oude Rijn aangelegd. Uit die tijd stamt ook een afbeelding van houten boogbrug en het buurtschap ‘Nieuwe Brugge’. Zo’n halve eeuw later bouwden inwoners zelf een stenen brug. Toen ook deze na verloop van tijd aan vervanging toe was, kreeg de gemeenschap die inmiddels rondom de brug was ontstaan, toestemming van de gewesten Holland en West-Friesland om hem te vervangen door een houten wipbrug. Deze nieuwe(r) brug was in 1651 een feit. Het dorp droeg voortaan dezelfde naam. De huidige stalen brug dateert uit 1990. De gedenkplaat bovenin memoreert beide historische data.

Van oudsher is men in Nieuwerbrug gewend om zaken zelf te regelen. Het dorp lag in de uithoeken van het grondgebied van vier gemeenten (Bodegraven, Barwoutswaarder, Riet-veld en Waarder) waardoor de Nieuwerbruggers het gevoel hadden er niet echt bij te horen. Nog steeds zijn Nieuwer-bruggers (formeel: de ongeveer 875 gezinshoofden) zelf eigenaar van ‘hun’ brug. Een unicum in Nederland. Een speciaal College van Bruggemeesters is namens de be-volking belast met het beheer en onderhoud van de brug.

Financiering gebeurt met de opbrengst van de tolheffing. “Vroeger ging de functie vaak over van vader op zoon”,’ ver-telt bruggemeester Henk Aberson. “Nog steeds zoeken we een opvolger in de familie of een gezin. Volgend jaar treedt de eerste vrouwelijke bruggemeester aan. Ook haar familie leverde ooit eerder een bruggemeester.”

Het met de hand open- en dichtdraaien van de brug en het tol heffen is de functie van de pachter die ook het brug-wachtershuisje bewoont. “Vroeger was de Oude Rijn een druk bevaren rivier. Vrachtvaarders vervoerden veel veevoer en zand. Op vaste tijden kwamen beurtschepen langs. Maar de brug bij Bodegraven is te smal voor de moderne brede schepen. Schippers wijken uit naar het Amsterdam- Rijnkanaal. Hier bij Nieuwerbrug passeren vooral plezier-vaartuigen.” Zij betalen € 1,75 per doorvaart. Passanten over de brug € 0,50 per keer. Nieuwerbruggers zelf zijn vrij-gesteld van tolheffing.

Maar vanaf 2015 betalen ook inwoners 5 euro per jaar voor een tolvignet. Nieuwerbruggers zijn namelijk niet alleen eigenaar van de tolbrug en het brugwachtershuisje maar ook van de 100 jaar oude Onafhankelijkheidstoren. Deze bouwden ze eigenhandig om te vieren dat Nederland in 1913 een eeuw onafhankelijk was. “Inmiddels is deze toren zelf een eeuw oud en dringend aan renovatie toe. Vandaar de extra tolheffing.”

11

Henk Aberson, een van de bruggemeesters

NR10 / OKTOBER 2014

Page 12: H2O oktober 2014

Saint-Gobain Pipe Systems biedt duurzame oplossingen voor watertransport op het gebied van industrieel-, afval- en drinkwater:

· Zekerheid, ook in zware omstandigheden!· Leidingen in vervuilde grond!· Aanleg en renovatie zonder graven!· Voorkom calamiteiten met leidingonderzoek!· Hergebruik!

Onze totaaloplossingen bestaan uit een compleet pakket van DN60 tot en met DN2000 mof-spie leidingen, mof- en fl enshulpstukken, afsluiters en overige appendages zodat wij u als totaalleverancier van dienst kunnen zijn. Onze materialen zijn toepasbaar in alle omstandigheden, bijvoorbeeld bij een laag gronddek gecombineerd met een hoge bovenbelasting, bij werkdrukken oplopend tot 100 bar en in alle grondsoorten. Onze leidingsystemen zijn gegarandeerd waterdicht en onderhoudsvrij.

Saint-Gobain Pipe Systems B.V. Markerkant 10 - 171316 AB Almere T +31 (0)36 548 76 17 www.kremerspeciaalzandengrind.nl

KIWA BRL-K240 gecertificeerd

AcquaSilica®Het zuiverste filterzand voor drinkwaterproductieMaak kennis met AcquaSilica®, het filterzand voor drinkwaterproductie. Gewonnen uit natuurlijke bronnen, microbiologisch en toxicologisch uitvoerig onderzocht en gecertificeerd volgens de nieuwste KIWA normering. Meer weten? Neem een kijkje op onze website of bel 0591 - 549 820.

De ultiemeLegionellapoortwachterHG Ulfima is gespecialiseerd in het ontwikkelen, leveren, installeren en onderhouden van ultrafiltersystemen en -machines voor het bestrijden van legionellabacteriën in collectieve, prioritaire en niet-prioritaire drinkwater-installaties. Een technisch zeer vooruitstrevende partner die in staat is om de heersende wet- en regelgeving om te zetten naar hoogst betrouwbare, uiterst praktische en toch zeer betaalbare totaaloplossingen.

Op de Aqua Nederland Vakbeurs Noord Oost laten wij u graag zien hoe eenvoudig u alle aspecten van legionellabacteriebestrijding onder controle kunt krijgen en houden. Bezoek ons op stand 112 in Hal 1.

Hegelsom, The Netherlandswww.hg-ulfi ma.com

Page 13: H2O oktober 2014

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

13

NR10 / OKTOBER 2014

Dijkgraaf Johan de Bondt van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht was de afgelopen maanden overal in de regio Amsterdam te zien op grote billboards met de slogan ‘Zonder het waterschap staat alles onder water’. Op 1 november geeft hij na twaalf jaar het stokje door.

Hoe kijkt u terug op die tijd?De Bondt: “Het was een tumultueuze tijd, waarin veel veranderd is. We hebben de hele watercyclus van Amsterdam in één organi-satie ondergebracht. Daardoor hebben we een aantal kwaliteits-slagen kunnen maken.“

Zoals?“We kunnen bijvoorbeeld innovaties in de ene sector makkelijker koppelen aan andere. Bovendien bespaart het geld en daar plukt de burger de vruchten van. De rioolrechten van Amsterdam, bij-voorbeeld, waren vroeger de hoogste van Nederland. Nu horen ze bij de laagste. Bovendien hebben we vijf jaar geleden de stichting Wereldwaternet opgericht. Puttend uit de kennis die wij in huis hebben, hebben we wereldwijd langdurige samenwerkingsprojec-ten opgezet, voor bijvoorbeeld drinkwater en afvalwaterzuivering. Daar ben ik erg trots op. Daarnaast heb ik me sterk gemaakt voor een betere positionering van de waterschappen in de samenleving.”

Waarom is dat nodig? “De waterschapsverkiezingen zijn volgend jaar tegelijk met die voor Provinciale Staten. In de campagne zal het in de eerste plaats gaan over de Eerste Kamer, in de tweede plaats over de provincie en pas daarna over de waterschappen. Volgens mij zijn mensen zich niet genoeg bewust van het werk van waterschappen. Bij eerdere verkiezingen zag je duidelijk dat onder mensen die af-hankelijk zijn van waterbeheer, bijvoorbeeld in Zeeland en boeren voor wie de grondwaterstand belangrijk is, de opkomst veel hoger was dan bijvoorbeeld in de steden. Hier in Amsterdam zien men-sen water vaak als een gegeven. Ze beseffen niet dat de grachten bijvoorbeeld veel schoner zijn geworden.”

Wat zou u uw opvolger – Gerhard van den Top – willen meegeven?“Ik ken mijn opvolger een beetje en dat is een hele dynamische kerel. Die dynamiek is precies wat we nodig hebben. Blijf innove-ren, blijf zoeken naar manieren om dingen steeds een beetje beter te doen. En het liefst tegen zo laag mogelijke kosten. En ik weet zeker dat hem dit gaat lukken.”

Op donderdag 27 november wordt bij Waternet in Amsterdam door Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) de bijeen-komst ‘Kansen bij bodemdaling’ gehouden. De bijeenkomst duurt van 13.00 tot 16.30 uur.Bodemdaling is een breed voorkomend probleem waarmee grote delen van Nederland te maken hebben. Of het nu veroorzaakt wordt door inklinking van klei, veenoxidatie of door de winning van gas: het meebewegen met de bodem kent grenzen. Hoever moeten we vooruit kijken bij het vinden van oplossingen? Hoe lang gaan we nog meebewegen? Is het eind al in zicht? Wat vraagt dit van de waterbeheerder en andere partners? Vanuit verschillende praktijksituaties in Noord- en West-Neder-land worden voorbeelden getoond. Soms vraagt bodemdaling technische innovaties, soms aanpassing van grondgebruik. www.waternetwerk.nl

Hannah Spaander (student van het OSG Sevenwolden college) presenteert de Nederlandse bijdrage aan de jury van de Stockholm Junior Water Prize. Met haar team ontwikkelde ze een optische sen-sor om op een eenvoudige manier cadmium in water op te sporen. De prijs ging uiteindelijk naar een student uit Canada, die een methode had bedacht om zandfilters in te zetten bij het verwijderen van olie-vervuiling uit water

Tijdens de World Water Week Stockholm (31 augustus tot en met 5 september) was er veel Nederlandse inbreng en ook Nederlands succes. Zo was er een bijdrage tijdens de workshop ‘Designing our Water|Energy future: Challenges, Opportunities and Leadership required’. Ook is het boekje Smart 3R Solutions gelanceerd; een nieuw editie in de Smart Solutions Series. Nederlands succes was er bij de challenge Securing Water for Food: A Grand Challenge for Development; zeven van de zeventien winnaars kwamen uit Nederland.De week trok zo’n 3.000 bezoekers en bood 100 seminars, workshops en paneldiscussies. Centraal stonden het toenemend watergebruik door de energiesector en de duurzame ontwikke-lingsdoelen na 2015. Meer informatie en samenvattingen op de website.www.dutchwatersector.com

NEDERLANDS SUCCES TIJDENSWORLD WATER WEEK STOCKHOLM

KNW-BIJEENKOMST ‘KANSEN BIJ BODEMDALING’

Foto Jac van Tuijn

Johan de Bondt (Amstel, Gooi en Vecht):

WATER-SCHAPPEN MOETEN ZICHTBAAR WORDEN’

Page 14: H2O oktober 2014

31 OKTOBER, AMERSFOORTInitiatieven voor waterMiddagseminar over de rol van het water bij de ontwikkeling van het leven op aarde. Tevens jubileumseminar (10 jaar) van de Stich-ting WATER. Gespreksleiding: Maarten Gast (voorzitter stichting WATER). Organisatie: Stichting WATER, drager van leven.www.stichtingwater.nl

4 NOVEMBERWebinar ‘Waterkwaliteit en ecologie bij drijvend bouwen’Webinar over waterkwaliteit en ecologie bij drijvend bouwen. Inno-vatieve meetmethoden en resultaten van een onderzoek naar de waterkwaliteit en ecologie bij drijvend bouwen. Organisatie: SKB.www.skbodem.nl

4-6 NOVEMBER, HARDENBERGAqua Nederland Vakbeurs Noord-OostTweejaarlijkse regionale editie van de Aqua Nederland Vakbeurs, waar bedrijven gericht op waterbehandeling, legionellapreventie, desinfectie, pompen en meet- en regeltechniek zich presenteren. Organisatie: Evenementenhal Hardenberg. www.evenementenhal.nl/hardenberg

6 NOVEMBER, OOSTRUMDe rol van industrie in de waterketenOnder-weg-naar-huisbijeenkomst over de rol van de industrie in de waterketen. Organisatie: Stichting Kennisuitwisseling Indus-triële Watertechnologie (SKIW) www.skiw.nl

6 NOVEMBER, AMERSFOORTVijfde Nationaal DeltacongresDag in het teken van de vijf deltabeslissingen, zoals die beschre-ven staan in het Deltaprogramma 2015, dat op Prinsjesdag is verschenen. Organisatie: Deltacommissaris Wim Kuijken.www.deltacommissaris.nl/nationaaldeltacongres

12-13 NOVEMBER, ZANDVOORTLandelijke kustdagen 2014Congres voor ondernemers, beleidsmedewerkers en belangenorganisaties aan de Nederlandse kust. Thema dit jaar is ‘groei aan de kust’. Organisatie: NBTC Holland Marketing in samenwerking met de gemeente Zandvoort, de provincie Noord-Holland en Strand Nederland. www.nbtc.nl

13 NOVEMBER, ROTTERDAMWaterbouwdag 2014Congres met als thema ‘waterbouwen en onderhouden’, met aandacht voor diverse projecten uit de praktijk. Organisatie: SBRCURnet en anderen.www.waterbouwdag.nl

14

Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: [email protected]

18-19 NOVEMBER, LUNTERENBodem Breed SymposiumBodem Breed is het jaarlijkse bodemcongres voor én door de bodemprofessionals. Ook aandacht voor grondwater. Organisatie: SKB.www.symposiumbodembreed.nl

21 NOVEMBER, UTRECHTKNW-najaarscongres ‘Samen slimmer’Congres over vernieuwing van de watersector en de zoektocht naar het nieuwe nut. Tijdens de dag is er een beursvloer waar verschillende bedrijven zich presenteren, en een arena met innovatieve pitches. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternet-werk (KNW) en Wateropleidingen.www.waternetwerk.nl

27 NOVEMBER, AMSTERDAMKansen pakken bij bodemdalingBijeenkomst over bodemdaling. Vanuit verschillende praktijk-situaties wordt getoond hoe verschillende gebieden en partijen met bodemdaling omgaan. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

27 NOVEMBERVismigratie in beken en evaluatievoorzieningenBijeenkomst over vismigratie in beken en zoet water. Organisatie: Vissennetwerk.www.vissennetwerk.nl/bijeenkomsten

9 DECEMBER, SOEST Flexibele Infrastructuur? Help!Workshop over een flexibele infrastructuur aan de hand van cases. Onder meer over wat te doen met de ‘vervangingsbult’, krimpregio’s, kosten- en energiebesparing. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW).www.waternetwerk.nl

11 DECEMBER, AMSTERDAMWaterinnovatioNHConferentie waar ambities worden verkend en de laatste innovaties worden gepresenteerd op het gebied van duurzaam water(her-)gebruik, bescherming tegen overstromingen, water-technologie, governance en de financiering van innovaties. Organisatie: provincie Noord-Holland en anderen.www.noord-holland.nl

18 DECEMBER, LEEUWARDENMasterclass Financiering van projecten in ontwikkelingslandenMasterclass over financiering van projecten in ontwikkelingslan-den. Organisatie: Wetsus in samenwerking met Empower People. www.empower-people.nl/masterclasses

AGENDA

Page 15: H2O oktober 2014

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

‘Een liter voor een liter’Een nieuwe sociale onder-neming is ‘Made Blue’. Via dit initiatief van Aqua for All

en EsteamWork (in samen-werking met adviesbureau Royal HaskoningDHV) kunnen bedrijven en instellingen onder andere meten hoeveel water zij verbruiken, ofwel: hoe groot hun ‘watervoetafdruk’ is. Daarnaast kan ‘Made Blue’ advies geven om de afdruk te verkleinen en krijgen bedrijven en instellingen de mogelijk-heid om hun voetafdruk te investeren in drinkwaterpro-jecten. Het eigen waterver-bruik wordt ‘gespiegeld’ met een bijdrage aan het creëren van drinkwater in ontwikke-

lingslanden onder de slogan ‘Een liter voor een liter’. Met het initiatief kunnen bedrijven en organisaties laten zien dat ze maatschappelijk verant-woord handelen. www.madeblue.org/nl

Voorbereidingen gestartvoor Waterweek AmsterdamDe voorbereidingen voor de derde editie van de Amster-dam International Water Week, van 2 tot en met 6 no-vember 2015, zijn begonnen. Het thema van de AIWW wordt is ‘Integrated solutions

for a circular economy and resilient cities’. Het evenement is officieel gelanceerd op de IWA conferentie in Lissabon (21-26 september) en tijdens de conferentie ‘Deltas in times of climate change’ (24-26 sep-tember) in Rotterdam. Meer informatie op de website (waar men zich ook kan inschrijven voor een digitale nieuwsbrief).www.internationalwater-week.com Ook via Twitter zijn de ontwik-kelingen rond de Amsterdam International Water Week te volgen: @AmsterdamIWW

15

NR10 / OKTOBER 2014

KORTNIEUWS

Met ingang van 1 september 2014 is Paul van Eijk de nieuwe lector Sustainable Water Systems (duurzame watersystemen) van Hogeschool VHL. Een van de speerpunten van Hogeschool VHL (van Hall Larenstein) is Land- en Watermanagement. Samen met de VHL-opleidingen Milieukunde en Land- en Watermanagement en het Centre of Expertise Watertechno-logy zal lector Van Eijk onderzoek doen naar vernieuwende concepten en systemen om met water om te gaan.

Op voordracht van de raad van commissaris-sen hebben de aandeelhouders van Evides Annette Ottolini per 1 november benoemd tot algemeen directeur. Ottolini volgde haar studie aan de Wageningen Universiteit en ver-vulde directiefuncties bij onder andere KPN

Telecom, Solvus en Maetis Arbo. Sinds 2006 is zij directielid bij Waternet. Daarnaast is zij commissaris bij diverse organisa-ties. Evides Waterbedrijf levert drinkwater in het zuidwesten van Zuid-Holland, Zeeland en de Brabantse Wal. Ook produ-ceert Evides verschillende watersoorten voor de industrie in binnen- en buitenland.

Per 8 september heeft een directiewisseling plaatsgevonden bij Kuipers Electronic Engi-neering BV. Na 38 jaar heeft directeur Leo Kuipers afscheid genomen. Hij is opgevolgd door zijn zoon Peter-Paul Kuipers, die com-merciële en leidinggevende ervaring heeft

opgedaan in uiteenlopende sectoren. De directiewisseling past volgens de onderneming in het streven naar verdere professi-onalisering, continuering en vergroting van de activiteiten. Na

een korte overgangsperiode neemt Peter-Paul Kuipers medio november de leiding van Kuipers Electronic Engineering over.

De secretaris-directeur van Het Waterschapshuis, Joris van Enst, heeft het bestuur van Het Waterschapshuis verzocht om hem per 1 oktober 2014 uit zijn functie te ontheffen. Van Enst heeft zes jaar leiding gegeven aan de regie- en uitvoerings-organisatie. Van Enst heeft aangegeven dat de reorganisatie van Het Waterschapshuis naar de nieuwe organisatie HWH 2.0 voor hem aanleiding is geweest om met het dagelijks bestuur van Het Waterschapshuis in gesprek te gaan. Het resultaat van dit gesprek is dat het gereorganiseerde Waterschapshuis, HWH 2.0, onder leiding van een nieuwe secretaris-directeur verder zal gaan.

Monique Bekkenutte, directeur van Konink-lijk Nederlands Waternetwerk (KNW), is de nieuwe ambassadeur van het Nationaal Watertraineeship. Naast Sven Asjiee, Gerard Doornbos, Bart Parmet, Sybe Schaap, Ap Verheggen en Raimond Hafkenscheid heeft

het Nationaal Watertraineeship nu dus ook een vrouwelijke ambassadeur. Het traineeship is bedoeld voor pas afgestu-deerde hbo- en wo-talenten in de watersector. In een tweejarig programma werken de jonge professionals vier dagen per week bij een organisatie. De vijfde dag werken ze gezamenlijk aan waterprojecten, ingebracht door de deelnemende organi-saties, en volgen ze een persoonlijk leiderschapsprogramma.

Wilt u in de rubriek Personalia aandacht voor de benoeming of functiewijziging van een waterprofessional? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: [email protected]

PERSONALIA

Peter-Paul Kuipers

Page 16: H2O oktober 2014

Donderdag 2 oktober organiseerde Koninklijk Nederlands Wa-ternetwerk (KNW) in Wageningen voor de eerste keer het sym-posium ‘Waterkwaliteit op de kaart’. Eilard Jacobs geeft zijn impressie.

Natuurlijk begon het symposium over waterkwaliteit met een paar belangrijke sprekers: Peter Gammeltoft (voormalig hoofd water bij de Europese Commissie, Jan Busstra van het ministerie van Infra-structuur en Milieu, en Hennie Roorda, portefeuillehouder bij de Unie van Waterschappen. Hun boodschap kwam neer op: “We zijn goed bezig maar er moet nog veel gebeuren.” Dat sprak de zaal, met daarin circa 250 mensen die hun brood verdienen met de zorg voor waterkwaliteit, natuurlijk niet tegen.Het was duidelijk dat de organiserende themagroep groep Waterkwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) al geruime tijd had zitten broeden, want er waren daarna maar liefst bijna twintig workshops (gebaseerd op maar liefst 100 ingebrachte ‘cases’), waarin echt op de zaken kon worden ingegaan. Iedereen kon daardoor meedenken over zijn of haar eigen specialisme.

Toen we in de jaren zeventig ons over waterkwaliteit druk begon-nen te maken was het nog simpel: maak een eind aan de stinkende soep. Vandaag hebben we het over ecologie, nutriënten die maar niet willen oplossen, microverontreinigingen, geneesmiddelen en nog weer nieuwe stoffen, en zelfs over plastic soep. We heb-ben uitgebreide regelgeving die steeds meer uit Brussel komt. Tegelijkertijd wordt steeds duidelijker dat generieke regelgeving ook niet zaligmakend is en ontdekken we de waarde van maatwerk.

Het gaat ook niet meer alleen om oppervlaktewater. Grondwater en de water- en landbodem horen er ook bij. We kunnen ook steeds beter, slimmer en goedkoper meten. Alleen is het jammer dat de

regelgeving niet direct onze nieuwste mogelijkheden omarmt (al is het maar omdat ze het op Cyprus net zo moeten kunnen doen als wij), zodat we toch nog wel even vastzitten aan traditionele mon-sterneming en vooral aan de EU-rapportages daarover.

We waren het er gauw met elkaar over eens dat waterkwaliteit meer aandacht verdiend van de bestuurders. Het is niet makkelijk om dit onderwerp voldoende op de agenda te houden, om maar niet te spreken over grondwaterkwaliteit of waterbodems. Dat is ook best te begrijpen, want verbeteren van de waterkwaliteit vergt een heel wat langere adem dan de zittingsperiode van politieke bestuurders. Wat op het symposium trouwens niet aan de orde kwam, is de afweging die bestuurlijk gemaakt moet worden tussen een goede waterkwaliteit en andere maatschappelijke behoeften. De Nederlandse waterkwaliteit is natuurlijk nog niet op orde, maar er gaat natuurlijk ook niet acuut van alles mis als je eerst even een economische crisis wilt oplossen.

Uiteindelijk gaat het er natuurlijk vooral om wat we er aan kunnen doen als de waterkwaliteit niet deugt. Voordat we euro’s in het water smijten willen we tegenwoordig vooral graag weten of het ook echt gaat helpen. We worden steeds beter in de watersysteemanalyse. Een uitstekend hulpmiddel zijn daarbij de door Stowa benoemde ecologische sleutel factoren (esf). Steeds meer waterbeheerders maken ook steeds betere water- en stofbalansen. Zoals bij alle onderzoeken neemt de kennis van het watersysteem daardoor enorm toe. Het aantal niet beantwoorde vragen overigens ook. Voor de 250 sterk betrokken watermensen was er op deze bijeenkomst veel te halen. Als je met de materie werkt, is het ook allemaal best te volgen. Voor een buitenstaander is het echter soms onbegrijpelijk koeterwaals. Dat liet Bart Kiers, die de muzi-kale omlijsting verzorgde, dan ook duidelijk horen. Gelukkig bleek toen dat waterkwaliteitsbeheerders best een beetje om zichzelf kunnen lachen.

Eilard Jacobs

Het symposium ‘Waterkwaliteit op de kaart’ werd door KNW georga-niseerd in samenwerking met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL), de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa), Alterra en Deltares.

16

MIJN IMPRESSIEWATERKWALITEIT: HOE VERDER NU DE STINKENDE SOEP IS VERDWENEN?

Foto Caroline Koopmans

Ruim 250 mensen hadden zich verzameld in Wageningen voor het symposium ‘Waterkwaliteit op de kaart’

Onder begeleiding van Carli Aulich hebben zeven jonge waterpro-fessionals/studenten (Djoline van den Berg, Sanne Bink, Tineke Kampen, Merel Kooi, Janneke Snijders, Alie Stegerman en Jorick van de Water) een verslag gemaakt van het symposium. Kijk hier-voor op de website. www.waternetwerk.nl

Page 17: H2O oktober 2014

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

17

NR10 / OKTOBER 2014

De boodschap was kort, maar krachtig: innovatie is essentieel om problemen met (afval-)water het hoofd te kunnen bieden. Deze boodschap kwam naar voren tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het Platform Water Vallei en Eem, getiteld ‘Innovatie door samenwerken’. De bijeenkomst werd begin september gehouden in De Glind (Barneveld, Gelderland). Samen met het IT-bedrijf AGT Nederland ontwikkelt het Platform momenteel software om allerlei gegevens van de riolering aan elkaar te koppelen. De directeur van AGT, prins Pieter Christiaan van Oranje, was ook aanwezig om te bena-drukken hoe belangrijk samenwerking en innovatie is op het gebied van ICT. Het Platform Water Vallei en Eem is een samenwerkingsverband op het gebied van waterbeheer tussen Waterschap Vallei en Veluwe en de gemeenten Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Ede, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Renkum, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Soest, Veenendaal, Wageningen en Woudenberg. www.pwve.nl

Voor projectleiders, projectmedewerkers en werkvoorbereiders van saneringsprojecten organi-seert Wateropleidingen de cursus Sanering van het distributienet. In deze tweedaagse cursus staan de verschillende saneringstechnieken centraal. De cursus gaat op 5 november voor het eerst van start. Tijdens de cursus wordt inzicht gegeven in de factoren die bepalen welke saneringstechniek het beste kan worden gekozen. Na afloop kunnen de deelnemers een weloverwogen keuze maken voor een saneringstechniek en daarbij aangeven wat de belangrijke aandachtspunten zijn voor het voorbe-reiden en uitvoeren van het werk. Om goed inzicht te geven in de toepassingsmogelijkheden, komen tijdens de cursus verschillende leveranciers aan het woord.Meer informatie op de website van Wateropleidingen of via telefoon: 030-6069400.www.wateropleidingen.nl

NIEUW BIJ WATEROPLEIDINGEN: SANERING VAN HET DISTRIBUTIENET

KORTNIEUWSPBL-rapport over levenmet water in de stedenHet Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft het rapport ‘Towards a world of cities in 2050’ gepubliceerd. Het werd door PBL-directeur Maarten Hajer overhandigt aan minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu).In 2050 woont 70 procent van de wereldbevolking (dan 9,2 miljard mensen) in steden. Vooral in ontwikkelingslanden zijn de toenemende bevolking en de groei van steden een grote uitdaging voor schoon drinkwater, riolering, afvalwa-terzuivering en bescherming tegen overstromingen. De studie die PBL heeft gepu-bliceerd, wordt uitgebracht op verzoek van UN-HABITAT, een programma van de Verenigde Naties. Samen met Arcadis, UNESCO-IHE en de Vrije Universiteit van Amsterdam heeft het PBL de toekomstige trends en uitdagingen in kaart gebracht.De conclusies worden gebruikt als inbreng voor het komende vierde UN-Habitat rapport: ‘Water and Sanitation in the World’s Cities.’ Het rapport is te downloaden via de website.www.pbl.nl

PBL-directeur Maarten Hajer (links) overhandigt het rapport aan de minister

Vanaf links: Hans van Daalen (Barneveld), Pieter Christiaan van Oranje (AGT Nederland) en René Gmelig Meyling (Bunschoten)

PLATFORM ONTMOET PRINS

H2O BRENGT OOK IN 2015 THEMANUMMERSOok in 2015 verschijnt maandblad H2O – naast reguliere afleveringen – weer met een groot aantal themanummers. Het themanummer over watertechnologie, dat aanvankelijk gepland stond voor december 2014, is verplaatst naar januari 2015. Het complete overzicht van themanummers is als volgt:Januari: WatertechnologieFebruari: Aqua Nederland VakbeursMaart: Grondwater/ondergrondMei: Afvalwater/rioleringJuni: DuurzaamheidOktober: Amsterdam International Water Week/Aquatech AmsterdamNovember: Industrie/proceswaterSuggesties voor onderwerpen zijn welkom op het mailadres van de redactie: [email protected]

Page 18: H2O oktober 2014

18

Die vrijdag in 2011 was haar vrije dag. Gentia Lokkers was met de honden naar het bos. “Paleis Noordeinde heeft voor je gebeld”, zeiden de collega’s toen ze terugkwam op het bedrijf. “Ze zeiden dat ze dinsdag zouden terugbellen.” Gentia moest er eerst om lachen. Ze houden bij ATB nederland wel van een grap. Het bleek echter bloedserieus. Samen met andere ondernemers was ze uitgenodigd voor de nieuwjaarsreceptie van koningin Beatrix in het Paleis op de Dam. De vorstin wilde zich persoonlijk op de hoogste stellen van de echte werkelijkheid in het midden- en kleinbedrijf. Een paar weken later werd ze officieel voorge-steld aan de vorstin, maar ook aan kroonprins Willem-Alexander, prinses Máxima, prinses Margriet, Pieter van Vollenhoven. Daarnaast sprak ze uitgebreid en informeel met leden van het kabinet, onder wie premier Mark Rutte.

“Dat weet ik nog steeds niet. Misschien omdat ik bij MKB-Nederland mijn mond wel eens opendeed als ik vond dat ondernemers teveel werden belemmerd. Die nieuwjaarsreceptie was een mooie belevenis. Nee, ik heb er geen foto’s van, die mochten niet gemaakt worden. De uitnodiging mocht ik wel houden, dus daar ben ik zuinig op. Het belangrijkste was dat er echt tijd was om te praten. Iedereen bleek benaderbaar, men was geïnteresseerd, wilde echt weten hoe wij er over dachten. Wat die middag mijn belangrijkste boodschap was? Dat men er in Den Haag te gemakkelijk vanuit gaat dat de gevestigde belangenorganisaties ook de stem van het kleine midden- en kleinbedrijf laten horen.”

“Missie is een groot woord, maar ik heb sindsdien wel veel gelegenheid gehad en genomen om mijn verhaal te vertellen. Het verhaal over de belemmeringen waar je als klein innove-rend bedrijf tegenaan loopt. Iedereen heeft de mond vol over het belang van innovatie, maar in de praktijk heeft Nederland – zeker voor het kleine MKB – géén innovatief klimaat.”“Ons bedrijf bijvoorbeeld levert technische componenten voor afvalwaterzuivering en procestechniek, dus op het gebied van doseren, roeren, pompen, ontwateren, drogen en des-infectie. We zitten kort op de klant, denken mee bij het zoeken naar innovatieve oplossingen, maar we merken steeds meer dat – met name bij organisaties die aan de overheid gerela-teerd zijn – de geneigdheid afneemt om nieuwe dingen te proberen. Daarbij denk ik ook aan waterschappen en drinkwaterbedrijven. Ik snap het wel. Zeker de laatste vijf tot tien jaar is er – mede onder invloed van de media een claimcultuur ontstaan en daardoor heerst bij veel ambtenaren en grote bedrijven een cultuur van angst en overdreven voorzichtigheid. De basishouding is: nee, tenzij…” >

WAAROM U?

DAARNA BENT U MET UW MISSIE BEGONNEN.

iStockphoto

Een vrouw met een missie: Gentia Lokkers. Ze is mededirecteur van ATB nederland, een kleine technische onderneming met veel klanten in de watersector. “We moeten in Nederland af van de angstcultuur en het midden- en kleinbedrijf echt ruimte geven voor innovatie.” Het achtste deel van een serie interviews met hoofdrolspelers in de Nederlandse watersector.

GENTIA LOKKERS KNOKKEN TEGEN EEN CULTUUR VAN ANGST

Tekst Roel Smit | Fotografie Gabby Louwhoff

Page 19: H2O oktober 2014

19

Iedereen heeft de mond vol over het belang van innovatie, maar in de praktijk heeft Nederland – zeker voor het kleine MKB – géén innovatief klimaat’

HOOFDROLSPELERS

OH2

NR10 / OKTOBER 2014

Page 20: H2O oktober 2014

“Een sluipend proces, waarbij aan kleinere bedrijven steeds hogere eisen gesteld worden. Met bijvoorbeeld keurmerken en certificaten wordt een gordijn van schijnzekerheid op-getrokken. Neem bijvoorbeeld het BRL-keurmerk voor opslagtanks. De tanks die wij verkopen, zijn heel betrouw-baar in Duitsland en in Zwitserland gecertificeerd, maar dat is voor Nederland niet genoeg. Kost weer extra geld, wat je door zou moeten berekenen aan de klant en dat willen we niet. Neem de verplichte VCA-certificering voor veiligheid, gezondheid en milieu. Ook weer een kostenpost en veel extra werk, zonder echt extra toegevoegde veiligheid want ieder van ons had al een VCA- diploma en we werkten al volgens de richtlijnen.”“Het grootste probleem is dat er te weinig ruimte is voor innovatie. De wetgever en de toezichthouders hebben de neiging alles in hokjes te willen stoppen, maar het essentiële kenmerk van innovatie is juist dat het nog niet in een hokje past. Een voorbeeld is onze nieuwe, innovatieve methode voor desinfectie van water en lucht door middel van ionisatie. Een methodiek die een besparing oplevert op energie én op het gebruik van chemicaliën. We kregen mede daarvoor van de provincie de prijs voor het duurzaam-ste bedrijf van Drenthe. We raken hiermee aan de biocide-wetgeving en ja, dan wordt het moeilijk. Als we bijvoorbeeld eerst de goedkeuring moeten hebben van het College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen (Cbtg) kost dat circa drie ton. Ik zou niet weten waar we dat van zouden moeten betalen, dat geld heeft een klein bedrijf gewoon niet op de plank liggen. De keuze is voor veel innoverende MKB-bedrijven een lastige: stoppen met die innovaties of het risico maar nemen van ongecertificeerd leveren.”“En weet u wat het vreemde is: aan de ene kant zeggen bewindslieden dat belemmeringen voor innovatie zo-veel mogelijk weggenomen moeten worden. Maar tegelijk zijn er ook mensen die alles tegenhouden omdat het niet in hokjes past. Ik heb een voorstel ingediend voor een zo-geheten green deal. De overheid zou bedrijven die willen

experimenteren met duurzame innovaties een paar jaar de tijd moeten gunnen en niet meteen moeten kijken of het allemaal wel precies past binnen de regeltjes. En wat denkt u? Inderdaad, blijft liggen, want het past niet binnen de hui-dige wet- en regelgeving…terwijl staatssecretaris Mansveld dit in haar nieuwe milieubeleid ook wil.”

“Met alle respect, maar ik heb daar nog nooit iets van ge-hoord. Sterker, toen het topsectorenbeleid van start ging, heb ik alle negen topsectoren een mail gestuurd over mijn ervaringen. Van twee heb ik een ontvangstbevestiging gekregen. Daar is het bij gebleven. En dat geldt eigenlijk voor al mijn collega’s in het kleinere MKB. Ik merk dat de positie van grotere bedrijven steeds sterker wordt. Dat geldt voor het topsectorenbeleid, want om deel te kunnen nemen aan bijvoorbeeld een TKI-regeling moet je om te beginnen als ondernemer toch ook al vele duizenden euro’s inleggen. Tegelijk zie je dat hogescholen en universiteit steeds meer gedwongen worden hun eigen broek op te houden. Er moet brood op de plank; dat vergroot de neiging om aan de slag te gaan voor opdrachtgevers die lucratief zijn omdat ze een grotere financiële slagkracht hebben.”

“Zolang ik het gevoel heb dat ik iets in beweging breng. Tot nu toe is dat zo. Ik krijg ook veel steun. Soms van bewinds-lieden, departementen, van de provincie, van individuele ambtenaren. Er zijn Kamervragen gesteld over het nog niet toewijzen van mijn voorstel voor een green deal. Het is ook echt nodig dat er iets verandert. De mensen worden gek gemaakt. Natuurlijk gaan er wel eens dingen fout, maar als dat gebeurt, hoef je niet meteen het hele arsenaal van beschermende maatregelen uit de kast te trekken. Ik vind het goed dat toezichthouders hard optreden als zaken echt niet deugen. Daar hebben we allemaal belang bij, maar laten ze gebruik maken van hun bevoegdheid om de regels te inter-preteren en de essentie van het spel te begrijpen. Mijn man en ik hebben veel gevolleybald. Daarbij had je scheidsrech-ters die precies wisten wat er in het veld gebeurde, maar je had er ook die floten op basis van signalen van de tribune. In die fase zitten we nu in Nederland. De mensen laten zich gek maken en het ontbreekt aan krachtige leiders.” |

20

In deze reeks ‘Hoofdrolspelers’ verschenen in 2014 eerder vraag-gesprekken met Roelof Kruize, Karla Peijs, Peter Glas, Laurens Bouwer, Theo Dersjant, Pier Vellinga en Renée Bergkamp. Ze zijn terug te lezen via H2O-Online. www.vakbladh2o.nl

HOE LANG GAAT U NOG DOOR MET UW MISSIE?

WAAR LOOPT U TEGENAAN?

HEBBEN WE VOOR DIT SOORT ZAKEN NIET DE TOPSECTOR WATER? DIE STAAT VAST AAN UW KANT.

HOOFDROLSPELERS

Gentia Lokkers (50) is samen met haar man Erik sinds 1996 directeur van ATB nederland, een leverancier van (deels) innovatieve producten voor afvalwater-zuivering en procestechniek. Inclusief de eigenaren werken er vier mensen bij het bedrijf, dat begin dit jaar van de provincie de prijs voor het duurzaamste bedrijf van Drenthe in ontvangst mocht nemen en zich ‘Parel van de regio Zwolle’ mag noemen. In 1998 verhuisde de onderne-ming van het Utrechtse Nieuwegein naar het Drentse Wapserveen.

Page 21: H2O oktober 2014

21TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

WATERTECHNIEK

In het Overijsselse Hardenberg wordt van dinsdag 4 november tot en met donderdag 6 november de tweejaarlijkse Aqua Neder-land Vakbeurs Noord-Oost gehouden. Drie dagen lang staat de Evenementenhal in het teken van water.

Tijdens Aqua Nederland Vakbeurs Noord-Oost presenteren zich bedrijven die gericht zijn op waterbehandeling, legionellapreventie, desinfectie, pompen en meet- en regeltech-niek. Tijdens de vakbeurs kan men in een sfeervolle ambiance netwerken, kennismaken en zaken doen. Daarnaast is er een kennis-programma.De beurs heeft een iets andere opzet dan voorgaande keren. Dit jaar zijn de stands gegroepeerd rondom een middenplein, met horeca- en buffetvoorzieningen en volop gelegenheid om vakgenoten te ontmoeten. Centraal op het plein wordt op verschillende locaties ruimte gereserveerd waar aanbie-ders van producten en diensten hun novitei-ten aan het publiek kunnen tonen.

KENNISPROGRAMMAAan de precieze invulling van het kennispro-gramma, dat tijdens de vakbeurs gehouden zal worden, wordt nog hard gewerkt. Enkele onderdelen staan in elk geval vast:

Arveon (specialist op het gebied van innova-tieve watertechniek) en Afmitech Friesland (gespecialiseerd in decentrale afvalwater-zuiveringen) geven op de beursvloer en in de open lucht een demonstratie van de RBA-F (Rotating Bubble Aerator-Floating). Dit pro-duct is geschikt voor het intensief mengen, rondpompen en beluchten van waterpartijen in tijdelijke situaties. Denk hierbij aan riooloverstorten of daar waar blauwalg een probleem kan gaan vormen. Ook bij rioolwaterzuiveringsinstallaties kan de RBA-F als noodbeluchting ingezet worden. Onlangs is de eerste RBA-F (het definitieve model) door het waterschap Rijn en IJssel als proef ingezet bij een riooloverstort in Neede.

Van Remmen UV Techniek geeft een presentatie over het onderwerp ‘De evolutie van UV desinfectiesystemen’. Van Remmen UV Techniek is een internationaal bedrijf, gespecialiseerd in het ontwerpen en produceren van energiezuinige UV desinfectiesystemen. Via desinfectie met UV wordt het DNA van micro-organisamen vernietigd en daarmee verliezen ze de mogelijkheid om zich te vermenigvuldigen. Deze zuiveringsmethode heeft vergeleken met andere methoden het voordeel dat geen chemicaliën worden toegevoegd die smaak, geur en kleur kunnen beïnvloeden. Ook ontstaan geen schadelijke tussenproducten.

Daarnaast zal het bedrijf Verder een presen-tatie geven over een project in Groningen. Verder heeft daar aan de Nederlandse Aard-olie Maatschappij (NAM) in Gasselternijveen een onderhoudsvriendelijk koelwatersysteem voor een gascompressor geleverd. Mede dankzij dit systeem is de NAM in staat om een gasbel, die al bijna vijfendertig jaar geleden in het Drentse plaatsje werd ontdekt, rendabel te exploiteren. De gasprocessor wordt gebruikt om aardgascondensaat te ontzwavelen op de locatie, maar de tempera-tuur van membraan van de processor werd te hoog. In samenwerking met de NAM ontwierp en leverde Verder een koelwaterskid die als een soort module direct door de NAM op de productielocatie kon worden geplaatst. De Aqua Nederland Vakbeurs Noord-Oost is van 4 tot en met 6 november geopend van 12.00 tot 20.00 uur.

Evenementenhal HardenbergEnergieweg 27772 TV Hardenberg

Wie de meest actuele informatie wil hebben over de Aqua Nederland Vakbeurs Noord-Oost kan terecht op de website.www.evenementenhal.nl/aqua-hb

4-6 NOVEMBER:AQUA NEDERLAND VAKBEURS NOORD-OOST IN HARDENBERG

WIE NEMEN DEEL AAN DE BEURS?Deelnemers aan de Aqua Nederland Vakbeurs Noord-Oost zijn uiteenlopen-de bedrijven op het gebied van water en waterbehandeling. Het gaat hierbij om de volgende ondernemingen en organisaties:

· Afmitec· Altop International· Aquastruct BV· Arveon· Berson UV-Techniek· BEST Instruments· Bosman Watermanagement BV· Entec Holland BV· Flexim· H2O· HC Waterbeheersing· HG Ulfima BV· Hubert Stavoren BV· Hydrochemie-Conhag BV· Inter Act BV· John Guest GmbH· Kuipers Electronic Engineering BV· Leiderdorp · Milder· Mosman BV· NKI Neede BV· NovaForum Media BV· Opticon Benelux Naarden BV· Packo Pumps· Reinders waterbehandeling BV· REKO Industrial Equipment BV· Saint Gobain Pipe Systems· Schneider Electric· SEM Waterbehandeling BV· Steinzeug - Keramo NV· Sulteq Pompen & Revisie· Verder BV· VINK Kunststoffen· Vitens· Vivochem BV· WEMECO Nederland BV· Wilpro· Wolfard & Wessels Werktuigbouw BV

NR10 / OKTOBER 2014

Page 22: H2O oktober 2014

22

Sinds kort is het toegestaan om op bestaande sprinklerinstal-laties het waterverbruik te meten met een normale water-meter. Hiertoe mag in de aansluiting van het drinkwaterbedrijf nu een watermeter met een draaiend deel geplaatst worden. Voorwaarde is dat de eigenaar van de installatie na de water-meter een zogeheten Y-filter plaatst. Dit is het gevolg van een wijziging in de eisen van het Centrum voor Criminaliteitspreven-tie en Veiligheid (CCV), die tijdens inspecties voor brandveilig-heid worden gehanteerd. De wijziging is er mede door toedoen van het drinkwaterbedrijf Oasen gekomen.

Oasen had de behoefte om het waterverbruik van sprinkler-installaties te meten. Normaal gebruiken deze installaties slechts weinig water (alleen voor regulier verplichte testen), maar het bedrijf kwam de afgelopen jaren in zijn voorzieningsgebied toch diverse voorbeelden tegen van niet-bemeterde aansluitingen met een behoorlijk ‘sluipverbruik’, bijvoorbeeld als gevolg van lekkage. Er waren ook installaties die onnodig tienduizenden kubieke meters per jaar gebruikten.Certificerende instanties voor brandveiligheid gaven tot nu toe geen certificaat af als er een watermeter op een sprinklerinstal-latie zat. Dit had te maken met de aanwezigheid van bewegende delen. De Commissie van Deskundigen van het CCV wilde elk risico uitsluiten op het losraken van een onderdeel uit de water-meter, wat tot een blokkering in de toestroom van water naar het sprinklerkopje zou kunnen leiden.Drinkwaterbedrijf Oasen en de Commissie van Deskundigen hebben de techniek gezamenlijk opnieuw bekeken. Er bleken geen praktijkvoorbeelden te bestaan van meters waar weleens iets uit los was geraakt. Ook niet na de vele tests die in het verleden op

de watermeters waren uitgevoerd door hun leverancier. Boven-dien heeft een watermeter ook een grof filter die dit zou moeten voorkomen.Uit het onderzoek kwamen opvallend genoeg wel andere risico’s naar voren. Bijvoorbeeld dat deeltjes vanuit de waterleiding de sprinklerinstallatie kunnen verstoppen, of ringen of andere delen in de binneninstallatie die los kunnen laten. Hierbij is de kans dat de pomp van de sprinkler defect raakt of vast slaat nagenoeg nihil, omdat deze pompen vrij sterk zijn. Wel zouden kleinere onderdelen, kleppen of sproeikoppen hierdoor onbruikbaar kun-nen worden.

Nieuw besluitDe oplossing ligt in het monteren van een Y-filter (een zoge-noemde ‘strainer’) op de leiding tussen de watermeter en de sprinklerinstallatie. Deze filter vangt eventuele losse deeltjes of onderdelen op, zodat ze niet verder in de leiding terechtkomen. De eigenaar van de binneninstallatie kan het Y-filter eenvoudig onderhouden door dit eenmaal per jaar te reinigen. Dit is nu opge-nomen in de besluitenlijst van het CCV.De technische vereisten aan het Y-filter zijn een maximale maaswijdte van netto 7 millimeter (diagonaal van openingen in filtermateriaal), met een druktrap van ten minste PN10. Vanaf nu moeten alle inspectie-instellingen zich aan dit besluit houden. Voor drinkwaterbedrijven in heel Nederland is het daardoor vanaf nu mogelijk om watermeters met een bewegende deel op bestaande sprinkleraansluitingen te monteren, waarbij na de meteropstelling een Y-filter aanwezig moet zijn.

Ed Achten en Eelco Verduin (Oasen)

SPRINKLERINSTALLATIES KUNNEN VAN METERS VOORZIEN WORDEN

iStockphoto

Page 23: H2O oktober 2014

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK 23

Foto Jaap Spieker

NR10 / OKTOBER 2014

Drinkwaterbedrijf Vitens zet een slimme waterwinput in om in de toekomst zoet grond-water te kunnen blijven winnen in Friesland. De waterput is een project van Vitens, KWR Watercycle Research Institute en Koninklijke BAM Groep. Deze put is begin deze maand geplaatst bij de drinkwaterproductielocatie Noardburgum.Al eerder moest Vitens een gedeelte van het noordelijke waterwinputtenveld van drink-waterproductielocatie Noardburgum sluiten vanwege verzilting van het grondwater door het toestromen van brak grondwater. Noardburgum voorziet elke dag ruim 150.000 mensen in de omgeving van hun dagelijkse kraanwater. De slimme waterput is zo ingericht dat ondanks de bedreiging van brak water, goed zoet grondwater kan blijven worden gewonnen, terwijl het brakke water door de put juist die-per in de bodem wordt gebracht. “De slimme put werkt als een rietje waar je tegelijker-tijd aan zuigt en in blaast”, zegt Ate Oosterhof, hydroloog van Vitens. “Zo houden we zoet en brak grondwater gescheiden. Dankzij de put kunnen we de drinkwatervoorziening in Friesland op peil houden”. Onderzoeksinstituut KWR en BAM zijn partners in het project. Die laatsten zien ook internationaal mogelijkheden voor de slimme waterwinput, bijvoor-beeld in andere kustgebieden, zoals Florida, Indonesië en Suriname, waar men kampt met dezelfde verziltingsproblematiek.

Het project, dat 350.000 euro kost, wordt mede gefinancierd uit de Toeslag voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) van het ministerie van Economische Zaken. De provincie levert ook een bijdrage. De restauratie van het ir. D.F. Wouda-

gemaal in Lemmer is voltooid. Het opknappen van het grootste, nog werkende stoomgemaal ter wereld (eigendom van wetterskip Fryslân) heeft in totaal 8,4 mil-joen euro gekost. Hiervan heeft het Rijk 1,8 miljoen bijgedragen.Het gemaal is volledig droog gezet om het metsel- en betonwerk onder dewaterlijn aan te pakken. De vier Stork Werkspoor stoomketels uit 1955 zijn volle-dig gereviseerd en het asbest, dat tijdens de bouw is gebruikt voor de isolatie van leidingen en aansluitingen, is verwijderd. De keersluizen en -deuren zijn volledig gerestaureerd. Circa 40 procent van het houtwerk, maar ook veel stalen delen waren aangetast. Dankzij een vakkundige restauratie, waarbij gebruik is gemaakt van authentieke materialen en construc-tiemethoden, konden de deuren behouden blijven. Het ir. D.F. Woudagemaal in Lemmer is een van de twee boezemgemalen in Fries-land. Al sinds 1920 wordt het gemaal bij hoge waterstanden ingezet om het overtol-lige water uit de Friese boezem te lozen. Dit gebeurt gemiddeld twee keer per jaar. In 1998 is het gemaal als monument op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst.

RESTAURATIE WOUDAGEMAAL VOLTOOID

SLIMME WATERPUT HOUDTZOET EN BRAK UIT ELKAAR

Het Duitse bedrijf Kisters AG (met tegenwoordig een vestiging in Nederland) heeft een prijs gekregen voor het watermanagementsysteem WISKI. Deze prijs (de Computer-world Data+Editor’s Choice Award) is bedoeld voor goede big-data-oplossingen, die erop gericht zijn grote hoeveelheden data op technisch-wetenschappelijk gebied te verwerken en te evalueren.WISKI verzamelt en valideert gegevens over hoeveelheden water, bijvoorbeeld over stroming, neerslag en waterstanden. Het systeem neemt daarbij ook voorspellingen mee. Deze omvatten naast voorspellingen over overstromingen voor de korte en lange termijn ook de onzekerheidsmarges.Zo worden bijvoorbeeld meetgegevens van belangrijke verkeersknooppunten (bruggen en tunnels), overloopbekkens, kanalen, stuwdammen en watergangen geïntegreerd met meteorologische of kusthydrologische gegevensbronnen en tot doorlopende tijdreeksen getransformeerd. Een voorbeeld van de inzet van WISKI als big-data-oplossing is het centrale hoogwaterin-formatieportaal www.waterinfo.be in Vlaanderen. Sinds begin dit jaar levert het portaal actuele informatie over neerslag en waterstanden in elf gebieden en houdt het experts en burgers op de hoogte van de actuele situatie en eventuele gevaren. Eerder dit jaar heeft ook deze toepassing van WISKI een prijs ge-kregen, de ‘Special Achievement in GIS Award’, die uitgereikt werd op de International User Conference ESRI 2014 in San Diego.

Een uitgebreid artikel over de eerste ervaringen van waterschap Reest en Wieden met het systeem is te lezen op H2O-Online. Maak gebruik van de QR-code of kijk op www.vakbladh2o.nl

PRIJS VOOR KISTERS’ BIG-DATA-OPLOSSING

Commissaris van de Koning John Jorritsma en dijkgraaf Paul van Erkelens plaatsen een bijzonder kunstwerk naast de ingang van het ketelhuis.

Page 24: H2O oktober 2014

24

Het waterschap Reest en Wieden heeft het project voltooid waarbij de midden-loop van de (Drents-Friese) Vledder Aa voor een groot deel zijn oorspronkelijke bedding heeft gekregen. De beek is klei-ner en ondieper en mag weer kronkelen (meanderen). De stuwen zijn weg en de beek sluit beter aan bij de omgeving. Door het herstel van het natuurlijke water-systeem is de verdroging minder en de ecologische toestand verbeterd; dus zijn de kansen voor planten en dieren vergroot.In de jaren vijftig van de vorige eeuw was de Vledder Aa voor de afwatering van landbouwgronden rechtgetrokken (genormaliseerd). In 2002 en 2003 is in het brongebied van de Vledder Aa de water-huishouding hersteld en sindsdien kron-kelen de Tilgrup en Vledder Aa weer door het Drents-Friese Wold. Begin dit jaar is gestart met de middenloop van de Vledder Aa. Het watersysteem van de Vledder Aa is nu robuuster, zodat in extreme omstandig-heden water vastgehouden kan worden in het beekdal om elders overlast te voorkomen. Dat betekent dat in zo’n natte periode de beek buiten zijn oevers treedt, maar in de zomer zal de beek droog vallen.In het project werkte het waterschap Reest en Wieden samen met de provincie Drenthe, de gemeente Westerveld, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Het Drentse Landschap. De uitvoering van het project werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Land-bouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

VLEDDER AA KRONKELT WEER

Clean Tech Delta (CTD) en Netherlands Water Partnership (NWP) zijn op zoek naar bedrijven die geïnteresseerd zijn om mee te werken aan de ontwikkeling van de pilot ‘Waterbestendig en duurzaam bouwen’ in het hart van de hoofdstad Bangkok. De komende jaren zal Thailand hard aan de slag gaan om het risico van overstromingen te beperken. Het gaat hierbij niet alleen om infrastructurele maatregelen, maar ook om ingrepen in de bebouwde omgeving. De King Mongkut University heeft het NWP en CTD gevraagd om het Nederlandse bedrijfsleven te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de pilot. Het gaat hierbij om slimme, innovatieve technologie die tegen lage kosten toe-gepast kan worden op het gebied van waterbestendige bouwmaterialen, drijftechnologie, decentrale drinkwatervoorziening, afvalwaterzuivering en sanitatie, energieopwekking, et cetera. Meer informatie? Rodolfo Groenewoud, business developer voor Clean Tech Delta, via [email protected], telefoon: 03493-4760444.

NATUURONDERZOEKMET DRONES

In de strijd tegen de verdroging van de natuur zet de provincie Noord-Brabant sinds kort drones in. Dat zijn kleine, ultralichte, onbemande vliegtuigjes. Het is voor het eerst in Nederland dat drones voor dit doel worden toegepast. Het gaat in eerste instantie om experimenteel onderzoek boven de natuurgebieden Kampina, Brabantse Wal en Groote Peel. Met behulp van de digitale beelden die de drones verzamelen tijdens hun vluchten, kan nauwkeurig worden vastgesteld welke gebieden droog of nat zijn.De drone-vluchten worden uitgevoerd door HiView BV – gespecialiseerd in geologische luchtfotografie en geologische dataprocessing. De provincie Noord-Brabant financiert het drones-experiment samen met enkele andere partijen. De verzamelde data komen eind van het jaar beschikbaar als een webapplicatie en als een app voor IOS apparaten.

Een video over het experiment met de vliegende sensoren is te bekijken door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.brabant.nl/video.

PILOT DUURZAAM BOUWEN IN BANGKOK: WIE DOET MEE?

Page 25: H2O oktober 2014

NEN heeft de Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 5741 ‘Richtlijn voor de keuze en toepassing van boortechnieken en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater bij milieuonderzoek’ ingrijpend gewijzigd. Met de nieuwe versie wordt gehoor gegeven aan de reacties van gebruikers van deze praktijkrichtlijn. Zij werden in de vorige versie geconfronteerd met een te strikte interpretatie van de aanbevolen boortech-nieken. Belanghebbenden kunnen tot 1 januari 2015 reageren op de voorgenomen wijzi-gingen. Daarna zal de NEN-commissie ‘Veldwerk-Monsterneming’ de respons verwerken en een definitieve versie van deze Nederlandse Praktijkrichtlijn publiceren.Voor meer informatie over deze norm(en) of over eventuele deelname aan de commissie ‘Veldwerk-Monsterneming’, kan men contact opnemen met Saskia Schulten, consultant Milieu & Maatschappij van NEN, telefoon: 015-2690303, e-mail: [email protected].

OOK ‘REUZENPANTY’ IN ROTTERDAMAdvies- en ingenieursbureau Grontmij heeft samen met de gemeente Rotter-dam de tweede ‘vuilfuik’ van Nederland geplaatst in een riooloverstort aan de Boezemsingel in Rotterdam. De ‘vuilfuik’ is een groot filter in de vorm van een reusachtige panty, die aan de rand van een rioolbuis hangt om vuilrestan-ten in het singelwater te voorkomen. De eerste builfuik werd eerder dit jaar in Castricum geplaatst. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Na hevige regenbuien lopen riolen soms over, waardoor allerlei vuil zoals riool-slib, papierrestanten, bladeren en ander zwerfvuil in het oppervlaktewater van sloten, singels en dergelijke terecht komen. De vuilfuik vangt drijfvuil en een deel van het rioolslib af.

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK 25

De combinatie ‘Isala Delta’, bestaande uit Boskalis en Van Hattum en Blankevoort, heeft van Rijkswaterstaat en de provincie Overijssel opdracht gekregen voor het uitvoeren van het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta. Het D&C contract, met een waarde van 127 miljoen euro, is half september getekend.De werkzaamheden aan de zomerbedver-laging Beneden-IJssel en de realisatie van het Reevediep (onderdeel van de gebieds-ontwikkeling IJsseldelta-Zuid) kunnen van start. Dit najaar starten de voorbereidende werkzaamheden. Alle grote Ruimte voor de Rivierprojecten zijn nu in uitvoering. De combinatie ‘Isala Delta’ met Boskalis en Van Hattum en Blankevoort deed van de gegadigden de ‘economisch meest voordelige inschrijving’. Met andere woor-den: zij boden de beste kwaliteit-prijs-ver-houding.

LAATSTE MEGACONTRACT RUIMTE VOOR DE RIVIER

Het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen heeft besloten een onder-zoek te doen naar de haalbaarheid van de inrichting van een experimenteer-locatie op de rioolwaterzuiveringsin-stallatie (rwzi) Glanerbrug. De locatie zou ruimte kunnen bieden om nieuwe (water)zuiveringstechnologieën te testen en te demonstreren. Op deze manier kan volgens het waterschap de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid versterkt worden. MKB-bedrijven hebben regelmatig behoef-te aan het testen en demonstreren van innovatieve installaties, technologieën en toepassingen. Het waterschap beschikt over locaties waar grondstoffen (water met nutriënten en energie) beschikbaar zijn. Kennisinstellingen kunnen profiteren van de kennis die op de experimenteerlocatie wordt opgedaan.

VECHTSTROMEN WIL EXPERIMENTEER- LOCATIE OP RWZI GLANERBRUG

NEN WIJZIGT RICHTLIJN VOOR BOORTECHNIEKEN

Het plaatsen van de vuilfuik in de Rotterdamse Boezemsingel

NR10 / OKTOBER 2014

Foto Corne Clemens

Page 26: H2O oktober 2014

26TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK

HOE IS VERVUILING VAN MEMBRANENBIJ HOGEDRUKFILTRATIE TE VOORKOMEN?

Bij de behandeling van (drink)water wordt steeds vaker membraanfiltratie toegepast. Deze methodiek biedt veel voordelen. Daar staat echter tegenover dat membranen die worden ingezet bij hogedrukfiltratie vaak last hebben van vervuiling, vooral biofouling (groei van een laagje van micro-organismen). Om dit probleem te beheersen, worden membranen geregeld schoongemaakt.

Uit onderzoek in het laboratorium en nu ook op grote schaal in de praktijk blijkt dat de effectiviteit van deze reiniging kan worden verbeterd met behulp van lucht/ waterspoeling (AiRO) in verticaal geplaatste spiraalgewonden membraan-elementen. Het doel van AiRO is onder andere ook het verminderen van het gebruik van chemische reinigingsmid-delen en verlaging van het energiegebruik bij installaties. Na verkennend laboratorium en pilot onderzoek, bij KWR Watercycle Research Institute, Evides Industriewater en drinkwaterbedrijf Vitens, van eind jaren negentig tot 2010, blijkt dat AiRO effectief is. Op basis hiervan heeft Evides Industriewater in het Botlekgebied sinds 2010 een AiRO membraaninstallatie in gebruik. Deze is onderdeel van

een grote demiwaterinstallatie, die een capaciteit heeft van 1.400 kubieke meter per uur.Onderzoek in het laboratorium en in de praktijk geeft nu een goed beeld van de voordelen van lucht/waterspoeling. De belangrijkste conclusies zijn dat AiRO effectief blijkt in het beheersen van de drukvaltoename als gevolg van membraanvervuiling en dat de reinigingsmethode succes-vol is bij het verwijderen van biomassa van de membraan-elementen. De elementen werden bovendien niet in hun werking aangetast in twintig maanden bedrijfsvoering. Op de demiwaterinstallatie in Botlek leidt AiRO tot een bespa-ring van 10 procent op energie en 95 procent op het gebruik van chemicaliën.

Een uitgebreid artikel voor H2O-Online is over dit onderwerp geschreven door Danny Harmsen, Emile Cornelissen, Erwin Beerendonk (KWR Water-cycle Research Institute), Martin Pot en Sjack van Agtmaal (Evides Industriewater). Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

De full-scale demiwaterinstallatie in de Botlek van Evides Industriewater

PWN Technologies heeft van het Engelse waterbedrijf South West Water opdracht gekregen voor het ontwerpen van een waterzuiveringsinstallatie met een capaciteit van 90 miljoen liter per dag op basis van ionenwisseling en keramische microfiltratie. South West Water is een nutsbedrijf dat het zuidwesten van Engeland (1,6 miljoen inwoners) van drinkwater voorziet. Het waterbedrijf heeft ruim 630 rioolwaterzuiverings-installaties en 29 waterzuiveringsinstallaties. South West Water heeft een rioolnet van 14.800 kilometer lengte en een waterlei-dingnet van 15.101 kilometer.De nieuwe zuiveringsinstallatie ‘North-Plymouth Water Treat-

ments Works’ zal de bestaande zuiveringsinstallatie ‘Crownhill Water Treatment Works’ vervangen. De nieuwe installatie gaat het water uit het Burrator bekken en van de Tavy en Tamar zuiveren. Dit water bevat veel organische stoffen. De combinatie van ionenwisseling en keramische microfiltratie heeft als effect lagere operationele kosten en een verbeterde drinkwaterkwaliteit. PWN Technologies, dochteronderneming van het Noord-Hollandse drinkwaterbedrijf PWN, is opgericht om de innovaties voor de be-handeling van waterzuivering wereldwijd beschikbaar te stellen. De opbrengsten van PWN Technologies worden geïnvesteerd in R&D-programma’s.

PWN KRIJGT OPDRACHT IN ZUID-ENGELAND

Page 27: H2O oktober 2014

Neem contact op met:

Shahin HabbahT 0314-35 58 34E [email protected] www.pshmediasales.nl

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE?

Draadloze video-inspectie van pijpleidingen over grote af-standen met geïntegreerde lekdetectie. Geschikt voor drinkwa-ter-, afvalwater-, bluswater-, koelwater-, olie-, gasleidingsyste-men etc.

Met de Pipe-Inspector® kan voor het eerst zonder bedrijfsonder-breking en compleet materiaalonafhankelijk een volledige visu-ele HD-inspectie met akoestische lekdetectie in transport- en distributieleidingen worden uitgevoerd. In vergelijking met beka-belde video-inspectie systemen werkt deze methode draadloos.

Pipe-Inspector®:• DN 50 – DN 3000, incl. bochten• Drukleidingen tot 100 bar• Open rioolleidingen• Visuele video-inspectie• Lekdetectie• Drukmetingen over de gehele buislengte• Lengtemeting met meterweergave• Temperatuurmeting• Schadedocumentatie met beeldmateriaal• Video-opnames in HD-kwaliteit• Accuvoeding voor 5 – 50 km onderzoek

PIPE-INSPECTOR®

Afvalwater

Drinkwater

Schmidt Watertechniek B.V. • Tel.: +31-(0)187 605200Stoofweg 18-20, NL-3253 MA Ouddorp • E-mail: [email protected] 25, NL-3248 ZG Melissant • Website: www.schmidt.nl

SCHMIDT WATERTECHNIEK B.V.Tools • Materials • Services

›Onze techniek. Uw succes. Pompen n Afsluiters n Service

KSB introduceert afvalwaterpompen van het type Amarex/KRT met energiezuinige motoren. Deze motoren voldoen aan de toekomstige Europese rendementseisen IE3 (Premium Efficiency) voor standaardmotoren. De nieuwe pompsets, zijn toepasbaar als dompelpomp en als overstroombare droogopgestelde kort gekoppelde blokpomp en kunnen zowel met als zonder Ex-beveiliging worden geleverd. De uitvoering in natte en droge opstelling funtioneren zonder koelmantel en zonder mediumkoeling.

KSB Nederland BV . [email protected] . www.ksb.nl/Amarex

KSB introduceert hoog-efficiënteafvalwaterpompen tot 150kW

1401

95

Amarex/KRT

Amarex N Amarex/KRT

Page 28: H2O oktober 2014

T28

Tekst Hans Oerlemans | Beeld iStockphoto

HET WATERSCHAP ALS POLITIEKE ARENA

HOE LIBERAAL IS EEN GEMAAL? Heeft het zin, een gekozen water-schapsbestuur? Sommigen vinden van niet, want waterschappen gaan over technische kwesties: een gemaal is niet sociaaldemocratisch of liberaal. De gekozenen zelf zien dat heel anders, zeggen ze een half jaar voor de waterschapsver-kiezingen. Wat zijn dan de politieke verschillen van mening in het bestuur van een waterschap?

Page 29: H2O oktober 2014

TTHEMA 29

p 18 maart 2015 kunnen we naar de stembus om twee keer onze stem uit te bren-gen: voor de provincie én voor het waterschap. De verkiezingen voor de Provinciale Staten zorgen nu al voor opwinding, omdat het voorbestaan van het kabinet ervan afhangt. De Statenleden kiezen immers de Eerste Kamer.

Maar hoe zit het met de waterschapsverkiezingen? Valt daar eigenlijk wel wat te kiezen? Solide dijken en zuiver water zijn toch puur technische kwesties die om technische oplossin-gen vragen? “Absoluut niet. We voeren hier stevige politieke debatten waarbij partijen soms lijnrecht tegenover elkaar staan.’ aldus voorzitter Jos Jansen van de fractie Water Natuurlijk in het algemeen bestuur van De Stichtse Rijnlanden (Utrecht/Groene Hart). Water Natuurlijk vormt met zes leden de grootste fractie en levert twee van de vier hoogheemraden.

“Kijk naar de aanleg van natuurvriendelijke oevers en vispassages, een verplichting uit de Europese Kaderrichtlijn Water. Over de uitvoering verschillen partijen sterk van mening. Het waterschap kan gronden aankopen langs watergangen en zelf de oevers natuurvriendelijk inrichten. Maar je kunt ook afspraken maken met de aanliggende eigenaren over de herin-richting van oevers. Partijen als VVD en CDA willen dat het waterschap geen nieuwe gronden verwerft. Maar de groene partijen zijn bang dat een goed natuurbeheer niet gegarandeerd is als je in zee gaat met eigenaren. Uiteindelijk is er een consensus gevonden over een inten-sieve vorm van samenwerking met grondeigenaren. Ook onze fractie heeft water bij de wijn moeten doen, maar dat spreekt voor zich binnen een coalitie.”

KWIJTSCHELDING“We hebben een best spannend gebied,”, zegt Leon Hombergen (PvdA), fractievoorzitter in de Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap Delfland. “Ik kan zo een aantal kwes-ties noemen waarbij ideologische verschillen tussen partijen zichtbaar worden. Kijk naar de waterkwaliteit in Delfland. Een ASL-zwemactie zoals onlangs in de Amsterdamse grach-ten zou in ons gebied helaas nog onverantwoord zijn. Vooral vanuit het Westland komen er toxische stoffen in het oppervlaktewater. Wij pleiten voor een strikte handhaving van de milieuregels en geen uitstel voor tuinders van de verplichting hun bedrijf op het riool aan te sluiten. Andere partijen zitten veel meer op de lijn van zelfregulering en ondernemers wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. Dat heeft alles te maken met politieke opvattingen en de belangen van de eigen achterban. De PvdA pleit bijvoorbeeld ook voor kwijtschelding van de waterschapsbelasting voor mensen met de laagste inkomens.”

Een typisch socialistische hobby, vindt Ad Nijhuis (VVD). “Inkomenspolitiek behoort niet tot de taken van een waterschap. Dat is een zaak van de rijksoverheid.” Hij leidt de eenmans-fractie van de VVD in het algemeen bestuur van waterschap Groot Salland. Nijhuis zit in de oppositie. “Wij vinden dat het waterschap zich moet houden aan de kerntaken. Daarvoor betalen burgers belasting en niet voor de aanleg van fietspaden of natuurontwikkeling. Het waterschap kan best een fietspad realiseren, maar dan zal de rekening door een andere overheid betaald moeten worden. Dat geldt evenzo voor projecten in ontwikkelingslanden. >

O

NR10 / OKTOBER 2014

De PvdA pleit bijvoorbeeld voor kwijtschelding van de waterschaps­belasting voor mensen met de laagste inkomens’

Leon Hombergen (PvdA):

Page 30: H2O oktober 2014

30

Ik begrijp niet dat waterschappen voor eigen rekening actief zijn in Afrika. Uiteraard zijn we bereid kennis te delen, maar daarvoor mag de minister voor Ontwikkelingssamenwerking ons inhuren.”

VREDE WEERGEKEERDNijhuis voelde zich aanvankelijk een roepende in de woestijn, maar vindt naar eigen zeggen steeds meer gehoor in Groot Salland. “De VVD pleit voor een begroting op basis van kosten, terwijl voorheen het collegeprogramma leidend was voor de begroting. Eerst een mooi pro-gramma optuigen, dan kijken wat het kost en vervolgens de rekening bij de burgers leggen. Die periode ligt definitief achter ons. Alle partijen zien nu in dat we scherper op de almaar stijgende kosten moeten letten. De rijksoverheid moet ook stoppen met ons steeds meer taken toe te schuiven. Het waterschap is een functioneel bestuur. Hou het bij de primaire taken. Niks meer en niks minder.”

Wim Zwanenburg is fractievoorzitter van het CDA (drie leden) in het bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Zijn partij maakt deel uit van de coalitie. Hij pleit voor een evenwich-tige afweging van belangen over de hele linie van het waterbeheer. Van de kostentoedeling tot het vaststellen van het polderpeil. Een voorbeeld is het toekomstplan voor de polder Groot Mijdrecht onder Amsterdam. “Toen deze coalitie in 2008 begon, lagen er plannen om een groot deel van de polder onder water te zetten voor natuur en recreatie. Als je Groot Mijdrecht binnenreed, zag je links en rechts de protestborden met teksten als Koe of Jetski?” “Het nieuwe bestuur is in gesprek gegaan met de ingezetenen, boeren en ondernemers. Dat heeft uiteindelijk in 2012 geresulteerd in het Pact van Poldertrots waarmee de vrede is weergekeerd in de polder. Niemand hoeft gedwongen te verhuizen, er komt minder moeras

DUBBELE STEM, DUBBELE HEFFINGNo taxation without representation. Een openbaar bestuur dat belasting heft, moet onder controle staan van de burgers. Het is een eeuwenoud beginsel van de democratie en een van de sterke argumenten voor het gekozen waterschapsbestuur. One man one vote, ook een democra-tisch principe, geldt echter niet. Elk waterschap telt binnen het algemeen bestuur een aantal ‘geborgde’ zetels voor groeperingen die een bijzonder belang hebben bij het waterbeheer: agrariërs, huiseigenaren & ondernemers en natuur- & bosbeheerders.

De grootste categorie met veruit de meeste zetels zijn de ingezetenen (alle burgers). Zij kiezen op 18 maart 2015 hun vertegenwoordigers. De Kamer van Koophandel wijst de afgevaardigden aan voor de groepering bedrijven, LTO Nederland voor de landbouwsector en het Bosschap voor de natuur. Zo telt het bestuur van hoogheemraadschap Delfland 30 leden van wie er straks 21 verkiesbaar zijn. De agrariërs en de ondernemers hebben beiden vier ‘geborgde zetels.’ De natuur beheerders één.

Dit betekent dat boeren en ondernemers twee stemmen hebben: via de geborgde én via de gekozen zetels. Maar ze betalen ook dubbele belasting: de heffing voor ingezetenen én een categorale heffing. Zo betaalt een ingezetene van Delfland die alleen woont en geen huiseige-naar is dit jaar 206 euro aan waterschapslasten. Een huishouden in een eigen woning (met een waarde van 250.000 euro) betaalt 455 euro. Een ondernemer met een bedrijfspand van 5 miljoen betaalt 10.498 euro aan heffingen. De vaststelling van de almaar stijgende tarieven is veruit het meest controversiële onderwerp in de waterschapsbesturen. En daaraan gekoppeld de roep om meer efficiency, bezuinigingen en een focus op kerntaken.

Wij vinden dat het waterschap zich moet houden aan de kerntaken. Daarvoor betalen bur­gers belasting en niet voor de aanleg van fietspaden of natuur­ontwikkeling’

‘Ad Nijhuis (VVD):

Page 31: H2O oktober 2014

THEMA 31

en meer ruimte voor particulier natuurbeheer. Zo gaan we ook in andere polders te werk. Startpunt zijn altijd de bewoners en ondernemers. We moeten hen een toekomst bieden in het gebied.”

Waarom zou de provincie die afwegingen niet kunnen maken? Wat rechtvaardigt een eigen bestuursorgaan voor waterbeheer? Zwanenburg: “Dit is zo’n vitaal belang dat het niet onderdeel van algemene belangenafwegingen mag worden. Als de keuze is tussen een provinciale weg verbeteren of een dijk verstevigen, dan zal de keuze al snel op de weg vallen. Een dijk kun je jaren verwaarlozen zonder dat er iets gebeurt, tot het een keer extreem hoog water is.”

AF EN TOE EEN WATERSNOODZwanenburg refereert aan het aloude gebed van de dijkgraaf: “Heer, geef ons heden ons dagelijks brood en af en toe een watersnood. Een fikse overstroming draagt sterk bij aan de bewustwording en betrokkenheid van het publiek.” Jos Jansen (Water Natuurlijk) merkt op dat die betrokkenheid er wel is zodra het om de eigen achtertuin gaat. “Als er een nieuw watergebiedsplan op de agenda staat, zit onze publieke tribune vol met mensen uit dat gebied. Voor hen staat er veel op spel. Ook informatieavonden worden druk bezocht. Maar dat speelt zich wel allemaal af in landelijk gebied. Daar kijken mensen uit op de dijken en zien ze het water stijgen. Men leeft met het water, veel meer dan in de stad.”

Waterbeheer valt in Nederland in de categorie too big to fail. Het vormt letterlijk het fundament onder grote delen van het land. Gaat het mis, dan gaat het goed mis. “Zo’n vitale taak vraagt om een deskundig en toegewijd bestuursorgaan”, zegt Leon Hombergen. “ Bestuurders van waterschappen hebben allemaal affiniteit met water: via hun studie, een baan of omdat ze in de polder wonen. Ze weten waarover ze praten. Alleen al daarom moet je dit niet overdragen aan Provinciale Staten.” |

MINISTER SCHULTZ VAN HAEGEN LAAT ALLES BIJ HET OUDE De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) prees de water-schappen dit voorjaar als ‘de ruggengraat van het Nederlandse waterbeheer’. Een voorbeeld voor de rest van de wereld. Minister Schultz van Haegen greep het rapport Water Governance in the Netherlands aan voor een scherp statement: “Ik zie geen aanleiding om bestuurlijke of organisatorische veranderingen in het waterbeheer door te voeren. De OESO geeft ons een dikke pluim. Als iets goed is, moet je er niet aan morrelen.”

In het regeerakkoord staat nog dat de taken van de waterschappen op termijn worden onderge-bracht bij vijf nieuw te vormen landsdelen. Maar nu er geen Randstadprovincie komt, verandert er vermoedelijk wederom voor jaren niets in bestuurlijk Nederland. De enige noviteit is de combinatie in 2015 van twee verkiezingen op een dag: voor 12 provincies én 22 waterschappen.

In 2008 moest de kiezer zijn stem voor het waterschapsbestuur nog uitbrengen per post. De procedure rammelde aan alle kanten. Het resulteerde in een debacle van 24 procent opkomst. Bij de laatste provinciale verkiezingen lag de opkomst op bijna 56 procent. Daarom zullen in 2015 in ieder geval meer kiezers stemmen voor het waterschap en daarmee wordt de democratische legitimatie sterker.

NR10 / OKTOBER 2014

Als de keuze is tussen een provinciale weg verbeteren of een dijk verstevigen, dan zal de keuze al snel op de weg vallen’

WimZwanenburg (CDA):

Page 32: H2O oktober 2014

T32

Rijkswaterstaat heeft de kritische grens bereikt: essentiële kennis dreigt te verdwijnen uit de organisatie. Minister Schultz van Haegen gaf het deze zomer zelf toe. Het probleem raakt echter de hele watersector. In sommige organisaties gaat straks een hele generatie kenniswerkers met pensioen, zonder opvolging. Hoe groot is het probleem? En hoe voorkom je dat met de mensen ook de kennis verdwijnt? Vier waterbedrijven vertellen wat zij doen om kennis aan zich te binden.

Tekst Peter Boorsma | Beeld iStockphoto

WEET DE WATERSECTOR KENNIS TE BINDEN?

DE SLAG OM DE TECHNEUT

Page 33: H2O oktober 2014

T33

“Voor sommige specialistische dingen is het wel eens lastig goede kandidaten te vinden, bijvoorbeeld mensen met kennis van het vervangen van kunstwerken. Maar in de breedte hebben wij geen probleem met het binnen-halen van goede mensen. Bovendien hebben we maar weinig verloop”, vertelt professor Jaap Kwadijk, voorzitter van de wetenschapsraad van Deltares, een onafhankelijk instituut voor toegepaste kennis op het gebied van water, ondergrond en infrastructuur met 800 medewerkers.Dat het lukt goede kandidaten aan te trekken is onder meer te danken aan de investerin-gen in de relaties met universiteiten. “Er werken bij ons zestien hoogleraren en er zijn ruim zestig phd’s, die actief bij de organisatie betrokken worden. Zo houden we goed zicht op wie uitblinkt en wie het leuk lijkt hier te werken.”En werken bij Deltares is volgens Kwadijk aantrekkelijk. “Je houdt je bezig met dingen die je in het café kunt uitleggen, je kunt de hele wereld over en krijgt best goed betaald. Een goede expert kan bij ons meer verdienen dan zijn baas.” Toch is werving van jongeren alleen niet genoeg om voldoende kennis binnen te halen. Soms worden er mensen uit het buitenland gehaald. Bij Deltares werken 35 nationalitei-ten. Verder wordt samengewerkt met andere kennisinstellingen, zoals Alterra, en met particuliere onderzoeksbureaus. “Je kunt niet alles weten. Op de korte termijn zit je wel eens met een probleem en dan is het goed om gewoon een collega-instituut te bellen of zelfs mensen uit te wisselen.”Kwadijk ziet twee ontwikkelingen die de aanwas van goede kandidaten in de weg zitten. Zo is werken in de watersector voor jonge technici niet altijd aantrekkelijk. “Waterbeheer in Nederland is voor een fors deel regelwerk en ‘dingen gedaan krijgen’. Een goede zaak, het Deltaprogramma is fantastisch. Maar zelf merk ik dat het lastig is om hierover een verhaal te vertellen dat niet alleen bestuurskundigen, maar ook techniekstudenten aan-spreekt. Die vinden dat al snel saai”Een ander probleem is het verdwijnen van praktijkkennis. “Binnen de studies wordt enorm gekort op het veldwerk. En ook aan de technische universiteiten worden hoog-leraren tegenwoordig afgerekend op het aantal publicaties. Dat gaat ten koste van de ‘praktijkhoogleraren’. Gevolg is dat er weinig studenten afstuderen met voldoende prak-tijkkennis, terwijl er wel grote behoefte is aan mensen die snel zien wat er aan de hand is en in welke richting je de oplossing moet zoeken.” >

NR10 / OKTOBER 2014

JAAP KWADIJK: ‘Bij Deltares verdient een goedeexpert meer dan zijn baas’

THEMA

Page 34: H2O oktober 2014

34

“Ons voordeel is dat de ge-middelde leeftijd en het uit-stroompercentage wat lager liggen dan het gemiddelde in de sector; het is een vrij vlak lijntje”, zegt Grietina Jans, manager HR en lid van het managementteam van drinkwaterbedrijf Oasen, het bedrijf dat het Groene Hart van drinkwater voorziet.Maar goede monteurs zijn moeilijk te vinden. Oasen neemt ieder jaar een paar trainees aan, die een aantal maanden meelopen met ervaren medewerkers. “Die trainees komen echter niet vanzelf. Werving staat daarom voortdurend op ons netvlies. Komen we een goede kandidaat tegen, dan gaan we gelijk het gesprek aan, ook als er op dat moment geen traineeship gepland staat.”Een enkele keer reageert er een ervaren monteur op de advertenties ‘monteur gezocht’, die Oasen op de bedrijfs-bussen heeft geplakt. Laatst is er toch weer één van hen aangenomen. Maar het drinkwaterbedrijf is vooral afhanke-lijk van schoolverlaters en zij-instromers. Deze groep kandidaten kan echter niet meteen als allround monteur aan het werk. Daarom heeft Oasen zich aangesloten bij het initiatief van Brabant Water, het drinkwsterbedrijf dat met het Koning Willem I College een mbo-4 opleiding heeft opgezet: twee jaar gaan de monteurs nog één dag per week naar school. Voor andere functies is het niet zo’n probleem om geschikte kandidaten te vinden. “We hebben een recruiter in dienst die zich exclusief bezighoudt met werving. Dankzij goede contacten met bijvoorbeeld de TU Delft lukt het ook hoog-geschoolden aan te trekken, al zijn er soms twee wervings-rondes nodig.”Oasen werkt met een personeelsplanning per afdeling. “Omdat de organisatie met 280 medewerkers niet zo heel groot is, weet je van iedereen redelijk goed wat hun plan-nen zijn en wanneer ze wat anders willen. Interne doorstro-ming is een belangrijk thema bij Oasen. Als we kiezen voor externe werving dan gaan we, afhankelijk van de situatie, op zoek naar een ervaren iemand of een starter.”Nu de omgeving steeds sneller verandert, moeten bedrijven meer doen aan duurzame inzetbaarheid en voortdurend in gesprek zijn met de medewerkers om bezettingsproblemen te voorkomen, stelt Jans. “Probeer een paar jaar vooruit te

kijken om verrassingen te voorkomen. Zorg dat er al een nieuwe medewerker zit voordat de oude weggaat. En zorg dat je kennis goed hebt geborgd, zodat dit niet bij vertrek van een medewerker verdwijnt.”

“Het valt nog mee”, zegt Henno van Dokkum, beleids-adviseur van het hoogheem-raadschap van Rijnland. “De vergrijzing moet nog op gang komen en door de crisis hebben adviesbureaus minder werk, waardoor de concurrentie om goede technici minder heftig is.”Toch zijn sommige niches een probleem. Zo lukte het maar niet om een ervaren beleidsadviseur waterveiligheid te vin-den. Dat is uiteindelijk opgelost door een afspraak met het hoogheemraadschap van Delfland om een adviseur één dag in de week bij Rijnland te detacheren en daarnaast een eigen medewerker op te leiden voor deze functie.Om mensen binnen te halen heeft Rijnland (bijna 700 mede-werkers) met vijf andere waterschappen een traineepool opgezet, waarbij aanstormend talent rouleert en zich in de breedte ontwikkelt. Maar ook de innovatieve cao maakt het werken bij een waterschap aantrekkelijk. Medewerkers kunnen een individueel keuzebudget van maar liefst 20 pro-cent bovenop hun salaris geheel naar eigen inzicht inzetten voor vrije dagen, scholing, pensioen of andere arbeidsvoor-waarden. Binnenkort wordt een functiehuis met een aantal functiefamilies geïntroduceerd, dat de medewerkers helpt bij het uitstippelen van hun loopbaanpad. Daardoor kunnen inhoudelijke professionals ook doorgroeien in hun vak, zonder noodgedwongen manager te worden als ze meer willen verdienen. Hun kennis kunnen ze uitbreiden aan de nieuwe corporate Rijnland Aquademie, bedoeld om mensen te binden en kennis van bijvoorbeeld procesmanagement te standaardiseren.Aan de andere kant zijn er ontwikkelingen die de behoefte aan technici verkleinen. Zo wordt het bedienen van de gemalen en de zuivering steeds verder geautomatiseerd, waardoor er minder mensen nodig zijn, zij het wel hoger opgeleid. Verder wordt meer werk uitbesteed op regiebasis,

GRIETINA JANS: ‘Oasen kijkt vooruit omverrassingen te voorkomen’

‘Zingeving is belangrijksteoverweging om te blijven’

HENNO VAN DOKKUM (hoogheemraadschap van Rijnland):

Page 35: H2O oktober 2014

35

waarbij soms zelfs het ontwerp wordt overgelaten aan een adviesbureau of bouwbedrijf. Het is nog zoeken waar pre-cies het optimum ligt van uitbesteden en zelf doen. Tot slot werken waterschappen meer samen en ontwikkelen in de regio samen kennis over bijvoorbeeld zoet water of waterkwaliteit. Van Dokkum benadrukt dat de rol van kennis in de maat-schappij verandert. “Vroeger was het waterschap ook de waterautoriteit. Tegenwoordig is er veel meer experti-se in de maatschappij aanwezig. Zo krijgt het waterschap te maken met ‘lekendeskundigen’: actieve burgers die via internet en netwerken veel kennis over water verkrijgen, en willen meedenken. Dat betekent dat je eerder en meer moet overleggen over mogelijke oplossingen. De nieuwe genera-tie is al communicatief en delend ingesteld, maar voor tradi-tionele technici, die altijd autoriteit waren op hun vakgebied, is dit een cultuuromslag.”Uiteindelijk blijkt ‘zingeving’ de belangrijkste overweging om bij een waterschap te blijven werken, constateert Van Dokkum. “Het idee dat je een bijdrage kunt leveren aan de maatschappij en ook nog zekere mate van vrijheid hebt om zelf je werk in te delen.”

Ook het internationale advies-bureau Royal HaskoningDHV – met 3.600 medewerkers alleen al in Nederland – heeft te maken met ontgroening en vergrijzing. Volgens Oscar Kerkhoven, hrm-manager van de business line Water Technology, leidt dat nog niet tot pro-blemen, maar is het wel zaak op de nieuwe situatie in te spelen. “Royal HaskoningDHV heeft – net als collegabureaus – reorganisaties achter de rug, waardoor er een tijd weinig nieuwe instroom is geweest. Dat behoeft nu aandacht. Maar kandidaten weten ons te vinden; we ontvangen nog steeds open sollicitaties.”

Maar de hrm-opgave is veel groter dan alleen het opvangen van hiaten die vertrekkende senioren achterlaten, benadrukt Kerkhoven. Want de omgeving en de markt zijn sterk aan het veranderen. “De situatie waarin opdrachtgevers bijna vanzelfsprekend een vervolgopdracht gaven en wij vervol-gens keken wie er beschikbaar was, is echt voorbij.”Opdrachtgevers willen nu voor iedere opdracht met een beetje omvang iemand die het verschil kan maken, consta-teert Kerkhoven. “Ze verwachten meer en meer dat we voor dat specifieke project met de allerbeste komen. Het gaat nu om ‘de vent’ in plaats van ‘de tent’. Het bureau krijgt dan wel meer vrijheid om de doelstellingen te realiseren; hoe je het probleem oplost, mag je zelf bedenken.”Gevolg van die nieuwe manier van aanbesteden is dat naast de technische kennis ook andere zaken belangrijk worden, aldus Kerkhoven. “Het gaat om wat de professional nog meer meebrengt. Hoe hij in het veld opereert en hoe hij een multidisciplinair team enthousiasmeert en communiceert. En hij moet goed kunnen uitleggen waarmee hij bezig is.”De nieuwe verhouding vraagt ander gedrag en daar moe-ten betrokken partijen aan wennen, merkt Kerkhoven. “Niet iedere senior is al zover. Daarom wordt per medewerker in kaart gebracht welke skills hij in huis heeft en op welk niveau en waar nog verbetering mogelijk is.”Die informatie helpt Royal HaskoningDHV bij de strategische personeelsplanning. “Voortdurend gaan we na welke men-sen we in de toekomst nodig hebben, wie we in huis hebben en hoe de gap er kwantitatief en kwalitatief uitziet. Vervol-gens bekijken we welke acties we moeten nemen. Met eigen personeel, het omscholen van medewerkers, het werven van nieuwe mensen of met flexibele werkers? ‘Lenigheid’ wordt zeer belangrijk. We moeten beter anticiperen dan voorheen; van ‘laten gebeuren’ naar ‘doen gebeuren’.” |

Opdrachtgevers willen nu voor iedere opdracht met een beetje omvang iemand die het verschil kan maken’

NR10 / OKTOBER 2014

‘We anticiperen beter dan voorheen’

OSCAR KERKHOVEN (Royal HaskoningDHV):

THEMA

Page 36: H2O oktober 2014

36

De bodem neemt neerslagwater op en fungeert zo als een natuurlijke spons. Door die spons-werking wordt het water vertraagd en gelijkmatiger afgevoerd. Het meeste effect heeft zo’n spons in de hoger gelegen delen van het stroomgebied. Alle lager gelegen gebieden profite-ren dan immers mee. Met name het middelgebergte biedt veel kansen.

Sponswerking dempt de hoogwaterpieken. Daarover zijn de professionals het wel eens. Toch is er in professionele kringen veel discussie over. Niet zozeer over de vraag óf natuurlijke buffers werken, maar over de vraag of ze voldoende werken om een betekenisvolle rol te kunnen spelen in het nationale waterbeheer. Het Wereld Natuur Fonds, Bureau Stroming en Carthago Consultancy pleiten ervoor te experimenteren en te meten, zodat over een paar jaar de discussie wél gevoerd kan worden op basis van volledige informatie.

CRUCIAAL: DE VOET VAN DE HELLINGWater kiest altijd de makkelijkste weg en in de meeste gevallen is dit infiltratie in de bodem en transport door de bodem. Alleen als het harder regent dan de grond aankan of de weg via het oppervlak erg makkelijk is gemaakt door bijvoorbeeld verharding, zal het water aan de oppervlakte blijven en via de oppervlakte afstromen. Het merendeel van het water zal echter via de bodem de helling afstromen. De voet van de helling is cruciaal in dit proces. Het water dat op het plateau in de bodem infil-treert en afstroomt door de helling, komt terecht aan de voet van de helling. Als daar kunst-matige drainage voor bijvoorbeeld landbouw aanwezig is, zorgt dat voor een versnelde afvoer van dit water. Het lijkt logisch te veronderstellen dat het ongedaan maken van deze drainage juist het omgekeerde effect heeft, namelijk een vertraagde afvoer. Hierdoor kan een rela-

Voor het tegengaan van wateroverlast maken waterbeheerders nauwelijks gebruik van natuurlijke waterber-ging in onze buurlanden. Terwijl er alle reden is om aan te nemen dat het herstel van natuurlijke ‘sponzen’ nuttig kan zijn voor het water beheer, natio-naal en internationaal. Voornamelijk dankzij onvolledige informatie laten professionals deze kans meestal liggen.

WATER BERGEN IN DE BERGEN(BIJ DE BOVENSTROOMSE BUREN)

De rol van drainage aan de voet van de helling. Aan de rechterkant een situatie met drainage door middel van greppels. Aan de linkerkant een ongedraineerde situatie, waarbij de bodem optimaal fungeert als spons

Page 37: H2O oktober 2014

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

37

SAMENVATTING

Gebruik maken van de natuurlijke sponswerking van de bodem in onze bovenstroomse buurlanden, is waarschijnlijk een effectieve en financieel interessante oplossing om wateroverlast tegen te gaan. Dat hiervan nog nauwelijks gebruik wordt gemaakt, heeft te maken met het feit dat tot nu toe niet de juiste informatie beschikbaar was. Het Wereld Natuur Fonds, Bureau Stroming en Carthago Con-sultancy zijn bezig met een onderzoek om dit idee te onderbouwen en geschikte modellen te maken.

tief klein sponsoppervlak een relatief grote bijdrage leveren aan het voorkomen van afvoerpieken benedenstrooms in de rivier.

MISLEID DOOR MODELLEN?Carthago en Stroming laten in een verkenning uit 2013 zien dat bestaande modelstudies over natuurlijke berging niet de juiste informatie geven, omdat ze in de berekeningen geen rekening houden met drainage in de voet van de helling . De modellen zijn ontworpen voor het berekenen van infiltratie op het plateau, verdamping van de verschillende soorten landgebruik en het effect daarvan op de waterafvoer. De drainage aan de voet van de helling wordt dus over het hoofd gezien, terwijl die grote invloed heeft op de afvoer-snelheid. Daarom leveren dergelijke modelberekeningen verklaarbaar en voorspelbaar een geringe effectiviteit van natuurlijke berging op. Dit betekent dat natuurlijke berging als instrument voor het verminderen van hoogwaterproble-men op dit moment op onjuiste gronden wordt verworpen.

In samenwerking met de partners van Rijncorridor en Universiteiten in Nederland en Duitsland zijn het Wereld Natuur Fonds Nederland, Stroming & Carthago Consultancy bezig een internationaal onderzoeksproject op te zetten om empirische kennis op te doen over de natuurlijke spons-werking en om – los daarvan – modellen te vinden of te ontwikkelen die wél geschikt zijn om over de werking van die mechanismen uitspraken te doen.

Natuurlijke sponswerking in de bodem van het Europese middelgebergte is waarschijnlijk kosteneffectiever dan maatregelen verder stroomafwaarts, bijvoorbeeld in Neder-land. Een aanpassing van landgebruik gecombineerd met aanpassing van de drainage in een klein gebied heeft een relatief groot effect. Een kleine aanpassing aan de voet van een helling vertraagt immers de afvoer van de hele helling. De opnamecapaciteit van de natuurlijke sponzen is welis-waar nog niet berekend, maar een globale rekensom laat zien dat je met eenzelfde budget als voor het programma Ruimte voor de Rivier aanmerkelijk meer water kunt bergen.

BIJKOMENDE VOORDELENDe natuurlijke sponzen hebben bovendien bijkomende voor-delen. Zo helpen ze mogelijk ook tegen droogteproblemen. Het vastgehouden water wordt weliswaar niet afgegeven gedurende de droogste maanden, maar in matig droge periodes komt er toch extra water vrij en dat is gunstig. Ook de natuur profiteert van een meer natuurlijke waterhuis-houding. En mooie natuur trekt recreanten en zorgt voor een aantrekkelijke woonomgeving. Ten slotte is bovenstroomse berging niet alleen gunstig voor Nederland: alle inwoners van de rivier- en beekdalen bovenstrooms profiteren mee. In principe hoeft Nederland dus niet alle kosten zelf te dragen.

Els OttermanWim BraakhekkeAlphons van Winden (Stroming, natuur- en landschapsontwikkeling)Willem van Deursen(Carthago Consultancy)

Een uitgebreide versie van dit artikel (‘Vasthouden in de bergen om afvoeren te vertragen’) is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

NR10 / OKTOBER 2014

Page 38: H2O oktober 2014

Het drinkwater in Nederland wordt bewaakt door de kwaliteit te meten op de productieloca-ties en bij burgers thuis. Hoe het water zich in de leidingen houdt, is niet direct zichtbaar. Een meetnet van sensoren in de waterleidingen kan daarin verandering brengen. Het dilemma bij sensoring is echter dat de opbrengsten pas echt duidelijk worden bij groot-schalige implementatie. Zonder grote en duidelijke voordelen zullen waterbedrijven niet investeren. Daar komt bij dat het risico op besmetting in Nederland waarschijnlijk laag is. Op productielocaties wordt de waterkwaliteit nauwlettend in de gaten gehouden en bij werk-zaamheden aan leidingen geldt een streng hygiëneprotocol.Toch zit bredere toepassing van sensoren eraan te komen. Na de aanslagen van 11 september 2001 is in de Verenigde Staten is de ontwikkeling van sensornetwerken in een stroomver-snelling gekomen. Mede daardoor komen er snel betere, mobiele en goedkopere sensoren, zowel met een breed spectrum als heel specifiek. Kortom de mogelijkheden om te meten zullen toenemen.

Tegelijkertijd neemt de behoefte aan informatie bij de drinkwaterbedrijven toe. Monitoring kan helpen om de ongewenste gevolgen, zowel van de veroudering van het leidingnet als van de benodigde sanering, in de gaten te houden (sanering kan leiden tot een toename van het besmettingsrisico, doordat het netwerk vaker open wordt gemaakt). Bovendien willen drinkwaterbedrijven naast ervaring en inzicht steeds vaker data gebruiken om hun beleid op te baseren.

SIMULATIE EN PRAKTIJKWat zijn nu de afwegingen als het gaat om investeringen in sensoring? Om drinkwaterbedrij-ven te helpen bij deze inschatting, werd een simulatiemodel ontwikkeld. Dit model berekent voor verschillende soorten besmettingen hoe de verspreiding is, wat de kans op detectie is bij verschillende sensor-dichtheden, en hoeveel mensen mogelijk in aanraking komen met de besmetting.Er is ook al enige praktijkervaring. Vitens heeft in Friesland een deel van het leidingnet ingesteld als proeftuin. Sinds 2012 zijn hier enkele tientallen sensoren geïnstalleerd die de waterkwaliteit volgen. In een deelgebied met tien sensoren was de dekking (de ‘pak-

Een meetnet van sensoren maakt het mogelijk direct te zien hoe het water zich houdt in de drinkwaterleidingen. De drempel om zo’n meetnet aan te leggen is echter hoog: het is duur en de voordelen zijn onbekend. KWR Water-cycle Research Institute ontwikkelde een simulatiemodel om in te schatten of investeringen in sensoring zinnig zijn. Tegelijkertijd deed Vitens in Friesland ervaring op met een klein sensornetwerk.

SENSORING VAN WATERKWALITEIT IN HET DISTRIBUTIENET: JA OF NEE?

38

Page 39: H2O oktober 2014

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

SAMENVATTING

Het gebruik van waterkwaliteitssensoren in het drinkwaterdistributienet kan voordelen bieden voor klantbescherming en procesbeheersing, maar om dat goed te kunnen beoordelen moeten ze op grote schaal worden ingezet. Zolang die voordelen echter niet zijn bewezen, gaan waterbedrijven er niet op grote schaal in investeren. Inmiddels zijn gereedschappen ontwik-keld, waarmee de bedrijven vooraf kunnen inschatten wat de prestaties en kosten van sensoren zullen zijn, zodat ze de beslissing om sensoren te gaan inzetten daarop kunnen baseren.

kans’) van de oorspronkelijke configuratie 22 procent. Dit was al een enorme verbetering ten opzichte van het huidige monsterprogramma, dat een pakkans van 2 tot 5  procent heeft (door labanalyse). Alle incidenten die bekend waren vanuit de normale bedrijfsvoering werden ook door de sensoren gesignaleerd. Vervolgens is een optimalisatie algoritme gebruikt om de opstelling te verbeteren. Dat lukte: de dekking steeg van 22 naar 41 procent, met een kortere detectietijd en een grotere kans op detectie.

OPTIMALE TOEPASSINGUit deze verkenningen en uit onderzoek in het buitenland is een aantal lessen te trekken. Om te beginnen is sensoring te duur als het slechts één doel dient. Als de sensoren behalve voor het detecteren van besmettingen ook voor het monito-ren van de bedrijfsvoering kunnen worden gebruikt, is dat veel kosteneffectiever. Belangrijk zijn de eisen aan detectie: hoe hoger de betrouwbaarheid, hoe groter de investering. Een netwerk moet verder werkbaar zijn: de metingen moe-ten snel beschikbaar zijn en als het even kan werk besparen (monstername, bepalingen in het laboratorium). Onderhoud moet niet te vaak nodig zijn, niet vaker dan eens per maand.

Volledige dekking is niet haalbaar vanwege budgettaire beperkingen. Het is ook niet altijd nodig, de behoefte aan data is niet voor het hele leidingnet gelijk. Soms verdient een gebied extra aandacht, bijvoorbeeld vanwege de leeftijd van het leidingennet.Als laatste is het belangrijk om sensoren te selecteren die de relevante parameters meten. De Optiqua Eventlab sensoren in Friesland reageren op een breed spectrum aan stoffen. Ze kunnen diverse bestrijdingsmiddelen in lage concentraties detecteren. De data kunnen in combinatie met andere metingen (bijvoorbeeld pH, geleidbaarheid) een grove classificatie van besmettingen opleveren. Het netwerk levert echter geen gegevens over de omvang van incidenten. Verder is nog onvoldoende bekend over het optreden van foute metingen.

SNELLER WERKENSensoring geeft veel sneller informatie over de waterkwali-teit dan de huidige systematiek. Wel vereist het korte lijnen

en snelle beslissingen van de waterbedrijven, want bij een responstijd van bijvoorbeeld twee dagen heeft een sensor-netwerk weinig zin. Zeker is dat een snelle opsporing van besmettingen gunstig is voor het imago. De transparantie van de bedrijfsvoering neemt toe, en bij incidenten is snelle en gerichte communicatie met de klant mogelijk. Belang-rijk is ook dat het waterbedrijf zijn productie- en distributie-proces beter leert kennen en begrijpen. Gewapend met het simulatiemodel en de eerste praktijkervaringen kan ieder waterbedrijf voor zichzelf gaan bepalen of deze voordelen de benodigde investeringen waard zijn.

Peter van Thienen (KWR)Bendert de Graaf (Vitens)Maurice van de Roer (Dunea)Peter Schaap (PWN)Veerle Sperber (Brabant Water)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

39

NR10 / OKTOBER 2014

Page 40: H2O oktober 2014

40

In rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) komt bij de ontwatering van uitgegist slib een stik-stofrijke waterstroom vrij: het rejectiewater. Dit wordt standaard teruggevoerd naar het begin van de rwzi. Het bevat echter zoveel stikstof (500 à 2.000 milligram per liter) dat het wel 10 tot 40 procent van de inkomende stikstofbelasting van de rwzi kan uitmaken. De Universiteit van Innsbruck ontwikkelde de DEMON®-technologie, waarbij bacteriën door ‘DEamMONificatie’ stikstof uit het rejectiewater halen.

Stikstof kent vele verschijningsvormen. In rejectiewater zit vooral ammonium, dat nu nog vaak via nitrificatie-denitrificatie wordt omgezet in stikstofgas. Daarvoor is intensieve be-luchting nodig en toevoeging van voedsel voor de werkzame bacteriën (meestal methanol). Bij de-ammonificatie zijn naast ammonium oxiderende bacteriën (aob’s) ook de zogeheten de-ammonificerende bacteriën actief. Deze bacteriën hebben geen voedsel nodig (ze zijn autotroof). De aob’s zetten, in aanwezigheid van zuurstof, ongeveer de helft van het ammo-nium om in nitriet. Vervolgens wordt het resterende ammonium tezamen met het gevormde nitriet door de de-ammonificerende bacteriën omgezet in stikstofgas en een beetje nitraat. Deze laatste stap vindt plaats zonder zuurstof. De vergelijking met nitrificatie-denitrificatie is spectaculair. Er is 60 procent minder zuurstof (en dus beluchtingsenergie) nodig. Omdat de bacteriën autotroof zijn, is er geen ‘bacterievoedsel’ nodig en wordt er minder slib gepro-duceerd.

STABIEL PROCESEen DEMON®-reactor onderscheidt zich door twee voorzieningen. De eerste is een een-voudige procesregeling. De clou zit hem in een subtiel evenwicht tussen vorming van nitriet mét zuurstof en de vorming van stikstofgas zónder zuurstof. Bij het eerste proces moeten de aob-bacteriën precies genoeg ammonium omzetten in nitriet. De de- ammonificerende bacteriën hebben namelijk ammonium nodig om het nitriet om te zetten in stikstofgas, bovendien worden ze geremd bij teveel nitriet.Dit wordt in de DEMON® opgelost door de beluchtingsregeling. De zuurgraad (pH) is daarbij

Kort de eeuwwisseling werd in Oostenrijk een nieuw procedé ontwikkeld om bij rioolwaterzuivering stikstof te verwijderen. De technologie, DEMON® geheten, is veel duurzamer dan de tot dan toe gangbare werkwijze. De bedrijfsvoering is stabiel en eenvoudig, en de kosten zijn laag: het energieverbruik is laag en toevoeging van chemicaliën is niet nodig. Grontmij intro-duceerde deze techno-logie in Nederland.

STIKSTOF UIT RIOOLWATER:OOSTENRIJKSE TECHNIEK HEEFT ZICH BEWEZEN

iStockphoto

Page 41: H2O oktober 2014

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

41

SAMENVATTING

Met de-ammonificatie is het mogelijk om stikstof op een duurzame wijze uit stikstofrijk water te verwij-deren. Een, van oorsprong, Oostenrijkse technologie, DEMON® geheten, wordt na tien jaar wereldwijd al op 54 rioolwaterzuiveringen toegepast. De bedrijfsvoering is stabiel, eenvoudig en laag in energieverbruik.

sturend, en gaat op en neer tussen een vastgesteld mini-mum en maximum (bijvoorbeeld 6,68 en 6,70). De reactor wordt belucht totdat de zuurgraad door de nitrietvorming is gedaald tot de minimumwaarde. Dan stopt de beluch-ting en komt de-ammonificatie op gang. Omdat er continu nieuw – basisch – rejectiewater wordt toegevoegd, stijgt de pH in deze fase. Zodra de maximumwaarde is bereikt, start de beluchting weer. Ingroei van nitraatvormers wordt onder andere voorkomen door het laag houden van zowel de zuurstofconcentratie (onder de 0,3 milligram per liter) als de nitrietconcentratie (onder de 10 milligram nitriet- stikstof per liter). Hierdoor winnen de de-ammonificerende bacteriën de competitie om nitriet.De tweede bijzondere voorziening in DEMON®-reactoren is een scheidingsapparaat, de hydrocycloon. De aob’s groeien veel sneller dan de de-ammonificerende bacteriën en ver-eisen daardoor een veel kortere slibleeftijd. Overtollig slib uit de DEMON®-reactor gaat naar de hydrocycloon, waar de lichtere slibfractie met het surplus aan aob’s wordt af-gevoerd. De zwaardere korrels met de-ammonificerende- bacteriën worden teruggevoerd naar de reactor.DEMON®-reactoren zijn zo stabiel dat de besturing volledig geautomatiseerd verloopt. De afwisseling van beluchte en onbeluchte periode (beide in de orde van grootte van 20 mi-nuten) en de zuurgraad worden volledig bepaald door de aanvoer van het basische rejectiewater.

TOEPASSINGENDe eerste DEMON®-reactor staat in Strass (Oostenrijk) en is nu tien jaar in bedrijf. In 2008 is de eerste installatie in Nederland gebouwd op rwzi Apeldoorn (waterschap Vallei en Veluwe). Anno 2014 zijn er acht installaties in Nederland in bedrijf of in opstart, twee zijn in aanbouw. De technologie wordt inmiddels ook toegepast op andere stikstofrijke waterstromen, bijvoorbeeld percolaat van stortplaatsen. Grontmij beschikt over een lab-opstelling, de ‘baby-DEMON®’, om in allerlei situaties te kunnen kijken of de technologie toepasbaar is. Wereldwijd zijn er inmiddels 54 DEMON®- installaties (op een totaal van 85 á 90 de- ammonificerende installaties).

APELDOORN DEMON®-reactoren presteren stabiel, ook bij snelle wijzi-gingen in de stikstofbelasting. Dat blijkt uit de praktijk op

rwzi Apeldoorn. De vergistingsinstallatie op deze rioolwater-zuivering verwerkt behalve het normale rwzi-slib ook andere organische reststromen. Daardoor is de stikstofbe-lasting hoog en bovendien variabel. Vooral het vergisten van kippenbloed geeft een sterke stijging van de stikstofvracht. Toch haalt DEMON® Apeldoorn een rendement van gemid-deld 85 procent.Begin 2010 stopte de de-ammonificatie vrij plotseling door een onbekende vervuiling. Men besloot om 75 procent van het slib uit de reactor af te voeren en vervolgens weer capaciteit op te bouwen. In drie weken functioneerde het systeem weer op het oude niveau.

Op de rioolwaterzuivering in Strass (Oostenrijk) wordt de-ammonificatie niet alleen toegepast op een stikstofrijke deelstroom, maar ook in de verwerking van het aangevoerde rioolwater. Dit heet ‘koude anammox’. Het perspectief is veelbelovend: maximale biogasproductie, efficiënte stik-stofverwijdering, minder slib en een proces dat zichzelf vol-ledig voorziet van energie.

Annette Buunen-van BergenHenk Wim de MooijChrista Morgenschweis(Grontmij Nederland)

Een uitgebreide versie van dit artikel (‘DEMON® - In 10 jaar van innovatie naar bewezen technologie‘) is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

NR10 / OKTOBER 2014

Page 42: H2O oktober 2014

SATELLIETMETINGEN VAN BODEMDALING GEVEN BEELD VAN KANS OP LEIDINGBREUKENDe kans op breuken in ondergrondse waterleidingen is het grootst op plaatsen in de bodem waar een scherpe overgang is van weinig naar veel bodemdaling. Een eerste verkenning toont aan dat satellietmetingen veelbelovend zijn om dit probleem op netwerkniveau te karteren.Jurjen den Besten (Oasen), Jos Maccabiani, Hanno Maljaars (Hansje Brinker BV)

EFFECTEN VAN EEN NIEUWE ZUIVERING BIJ PRODUCTIEBEDRIJF KOLFF Anderhalf jaar na de vernieuwing van drinkwaterproductielocatie Kolff (Vitens) is het geproduceerde water zachter gewor-den en het bevat minder voedingsstoffen, maar de biologische activiteit in het drink-water bij de klant is onveranderd. Heeft reiniging van het leidingnet effect?Yvonne Mikkers (Royal HaskoningDHV), Geo Bakker, Josbert Visee (Vitens), Gea Terhorst (TU Delft, nu Logisticon)

BATCHEXPERIMENTEN VOOR DE ANALYSE VAN BACTERIEGROEI IN DISTRIBUTIENETTENEen nieuw waterkwaliteitsmodel geeft meer inzicht in bacteriegroei in drink-waterdistributienetten onder normale omstandigheden. Bij hogere temperatu-ren is duidelijk sprake van bacteriegroei, bij lagere temperaturen nauwelijks. De biologische stabiliteit in distributienetten kan verder verbeterd worden door meer aandacht te besteden aan de beheersing van celconcentraties in reinwater van productielocaties.Hanning Guo (Royal HaskoningDHV), Ed van der Mark (Dunea), Peter Schaap (PWN), Geo Bakker (Vitens), Egbert Zaadstra (Brabant Water)

HOE VERSPREIDT DE (BESCHERMDE) GROTE MODDERKRUIPER ZICH?De grote modderkruiper is een bescherm-de soort. Zijn aanwezigheid is echter moeilijk vast te stellen doordat hij zich goed weet te verstoppen. Dat maakt het lastig hem te beschermen. Waterschap Rivierenland en RAVON zijn er samen met een nieuwe effectieve 3-stappenmethode in geslaagd om een goed beeld te krijgen van de verspreiding van de vis.Jan Kranenbarg, Arthur de Bruin, Frank Spikmans, Jelger Herder (RAVON), Johan de Jong, Bjorn Prudon (waterschap Rivierenland)

DEMON® - IN 10 JAAR VAN INNOVATIE NAAR BEWEZEN TECHNOLOGIEDeammonificatie verwijdert stikstof uit rejectiewateer, op duurzame wijze. De DEMON®-technologie (DEamMONifica-tion) heeft zich in tien jaar ontwikkeld tot een stabiel functionerende technologie, die ook internationaal steeds vaker wordt toegepast.Annette Buunen-van Bergen, Henk Wim de Mooij, Christa Morgenschweis (Grontmij Nederland)

PERIODIEK SPOELEN MET LUCHT EN WATER (AIRO) VOORKOMT MEMBRAANVERVUILING IN HOGEDRUKFILTRATIE-MEMBRANENBij hogedrukfiltratie leidt membraanver-vuiling tot operationele problemen. Reini-ging door te spoelen met lucht en water (‘AiRO’) is effectief. Evides Industriewater heeft de eerste succesvolle full-scale toepassing van AiRO in bedrijf. Danny Harmsen, Emile Cornelissen, Erwin Beerendonk (KWR Watercycle Research Insti-tute), Martin Pot, Sjack van Agtmaal (Evides Industriewater)

VASTHOUDEN IN DE BERGEN OM AFVOEREN TE VERTRAGENHet vergroten van de bergingscapaciteit in de haarvaten van het hydrologisch systeem – de natuurlijke sponswerking – is één van de manieren om problemen met hoogwater te voorkomen. Sponsherstel in onze bovenstrooms gelegen buurlanden is effectief en efficiënt.Alphons van Winden, Els Otterman, Wim Braakhekke (Stroming), Willem van Deursen (Carthago Consultancy)

WAT LEREN WE VAN ONDERZOEK NAAR WATERKWALITEIT IN HET LEIDINGNET?Geruime tijd is onderzoek gedaan naar veranderingen van waterkwaliteit in drinkwaterdistributienetwerken (project DisConTO). Conclusies: 1) De gebruikte analyse methode (TCC) heeft potentie als indicatorparameter voor de biologische kwaliteit. De methode is snel en toont een zelfde trend als de huidige kweekmetho-den. 2) Het effect van een nieuwe zuivering op de waterkwaliteit in het distributienet is pas na lange tijd merkbaar in de periferie.Yvonne Mikkers (Royal HaskoningDHV),Aleksan dra Magic-Knezev (Het Waterlaborato-rium)

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter:

@vakbladh2o.U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen.

Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de auteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via [email protected]

42

VERDER OP H2O-ONLINEWie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.

MEER WETEN? KIJK OP DE SITE

VAN H2O!

Page 43: H2O oktober 2014

• grondwaterstandenenoverstortgegevensperFTP,emailensms

• tot5sensorenpermodem(alleengrondwaterversie)

• realtimeluchtdrukgecompenseerddusgeenextrabarosensorennodig

• batterijlevensduur10jaar@1metingperuuren1dataoverdrachtperdag

• opafstandherprogrammeerbaar

• dataopslaginuweigenbeheeropbasisvanSQLdatabase

• alarmeerfunctie

• diverseconversies,o.a.naarstijghoogte(NAP)enoverstort

• volautomatischeofhandmatigeexportnaarDelftFEWS,Hydras,CSVetc

KELLER GSM2 modemlogger, life can be so simple...KELLERMeettechniekBVPostbus592810ABREEUWIJK

Tel+31182399840Fax+31182399841

[email protected]

&&&&grondwaterstanden

•• grondwaterstandengrondwaterstanden

&overstortgegevens

Draadloze grondwater monitoringDiver-NETZ Static is een draadloze oplossing voor het monitoren van grond-water. Dagelijks heeft u inzicht in de grondwaterstanden, -temperatuur en geleidbaarheid. Daarnaast verstuurt Diver-NETZ Static informatie omtrent het functioneren van de apparatuur in het veld. Dit resulteert in kwalitatief hoogwaardige grondwaterstanden.

Belangrijkste voordelen

• Dagelijks inzicht in alle grondwaterstanden en functioneren meetapparatuur• Nauwkeurige en betrouwbare data verzamelen van grondwaterstanden, temperatuur en geleidbaarheid • Minimaal energieverbruik door innovatief ontwerp• Kosten-effectieve oplossing door het combineren van één gateway voor meerdere meetpunten

Belangrijkste kenmerken

• Volledig compatibel met alle bestaande Diver data- loggers welke zijn gefabriceerd sinds 2002• De Diver-Gate(S) en Diver-DXT hebben een batterij levensduur van respectievelijk 2 en 5 jaar, afhankelijk van het gebruik• Snel en eenvoudig te installeren in een 1 inch peilbuis• Antenne met een bereik van 500 m LOS (Line ofSight), afhankelijk van obstakels en weersomstandigheden • Herprogrammeren van dataloggers in het veld direct vanaf kantoorwww.swstechnology.com

Copyright © 2013 Schlumberger. All rights reserved.

Page 44: H2O oktober 2014

Noord-OostDé regionale vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologie

Hardenberg4, 5 en 6

november 2014

Openingstijden:12.00-20.00 uur

Evenementen

HALHARDENBERG

GORINCHEM VENRAY

www.evenementenhal.nl@Aqua_Rio_EH

6140005739

Bent u werkzaam in de water- of riolerings-

branche in het Noorden en Oosten van Nederland?

Bezoek deze beurs!Registreer u nu via

www.evenementenhal.nl/

aqua-hb

met onderstaande code

en ontvang twee gratis

entreebewijzen.

Ons evenement. UW MOMENT.

Waardevolle

kennissessies

over projecten

in de regio.

Naamloos-5 1 07-10-14 11:37