GVA - 04 - Wegen en verkeer

11

description

Agentschap Wegen en Verkeer

Transcript of GVA - 04 - Wegen en verkeer

Page 1: GVA - 04 - Wegen en verkeer
Page 2: GVA - 04 - Wegen en verkeer

70. maandag 25 mei 2009

TURNHOUT

Ten Aard

Herselt

Westerlo

GEEL

Kasterlee

N19

N19

E313

E34

Westerlo

Kasterlee

“De weg is nog lang,maar ik gok op 2013”

Alain Cox, projectleider van de Kempense Noord-Zuidverbinding: “Wij maken de verbinding tussen de E34 en de E313.” . foto Ludo Marien

Kempense Noord-Zuidverbinding 0 Projectleider Alain Cox en werftoezichter André Meuris blijven optimistisch

Vlaanderen telt 5.000 km gewestwegen en 900 km autosnelwegen. Het Agentschap Wegen en Verkeer staat in voor de aanleg, het onderhoud en het optimaliseren van die infrastructuur. Het Agentschap is voorts bevoegd voor het organiseren van het verkeer, het verstrekken van informatie en het mee vorm

Voor de leek is de Noord-Zuidverbinding een sneller tra-ject tussen Turnhout en Leu-ven, maar wellicht gaat het om meer dan dat.Dat wordt soms aangehaald, maar wat wij doen is een ontbrekende link in die verbinding verbeteren. Die bevindt zich ter hoogte van Kasterlee en Geel, plus het com-plex aan de autosnelweg in Geel-West. Die verbinding tussen Turnhout en Leuven zou er in principe al moe-ten zijn, dat is niet helemaal cor-rect. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geeft het belang van

0

onze wegen aan. Volgens dat plan loopt die verbinding tot in Geel-West, de verdere weg richting Aarschot is op papier minder belangrijk, maar iedereen gebruikt die wel.

Vandaar de huidige werkzaam-heden in Herselt.Nee, die passen in een apart infra-structuurwerk. De mensen daar heb-ben gewoon al jarenlang nood aan een nieuw centrum.

Met andere woorden, ook na de komst van die Noord-Zuidver-binding moet je onder meer pas-seren langs het voetbalstadion van Westerlo.Klopt, volgens het Ruimtelijk Struc-tuurplan zouden de mensen uit de Kempen die naar het Brusselse wil-len rijden via Antwerpen moeten. Dat is de redenering. Wij maken ge-woon de verbinding tussen de E34 en de E313.

Er is daarbij gekozen voor het basistracé, kunt u dat even uit-leggen?Vanuit Turnhout ligt er nu al een stuk-je N-weg dat op een bepaald punt is onderbroken. Het basistracé is eigen-lijk het doortrekken van een rechte lijn tot op de Ring van Geel. Het alter-natieve tracé hield een tunnel onder

0

0

0

de Hoge Mouw in, na het centrum van Kasterlee kwam er dan een aan-sluiting op de huidige weg die volle-dig werd heringericht. Vorig jaar be-sliste de Vlaamse regering om voor een nieuwe weg te kiezen die minder goed is voor de fauna en flora, maar wel beter voor de mensen. Want dat alternatieve tracé ging toch gepaard met het afbreken van een dertigtal woningen.

Ecologie

Jammer voor die zandduinen in Kasterlee.Nee, dat is het punt niet. Iedereen was het erover eens dat daar een tun-nel moest komen. De discussie ging over het al dan niet verder doortrek-ken van die weg. Neem de situatie in de kleine dorpskern van Geel-Ten Aard. Daar blijft nu sprake van een lo-kale weg zodat de mensen nog kun-nen samenleven. Want het alterna-tieve tracé van de Noord-Zuidverbin-ding had daar het centrum uit elkaar gespleten.

Ecologie is op dit traject erg be-langrijk. Wat als Groen! straks opnieuw in de Vlaamse Regering komt?

0

0

Wie zal het zeggen? Momenteel is Hilde Crevits (CD&V) de bevoegde minister. Voor hetzelfde geld is dat na de verkiezingen iemand anders. Mo-menteel staan we wel behoorlijk ver. Er schieten nog drie van de zes aan-nemers over. Goed, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en die van de poli-tiek misschien nog meer. (lacht) Wat het groene aspect betreft, hebben wij wel enorme maatregelen genomen. Denk aan de Kleine Nete, een wa-terwegje van tien meter breed. Daar voorzien wij in een viaduct van 144 meter zodat die rivier kan blijven me-anderen en er voor de dieren weinig bedreiging is.

Hoe lang werkt u al aan dit pro-ject?Ik ben in 1999 begonnen aan het pro-ject in Geel-West. Maar de verbin-ding tussen Kasterlee en Geel gaat al 35 jaar mee.

Kempenaars zijn nu eenmaal stug en koppig. Komt u zelf uit de streek?Ik ben van Balen en doe dus in die onderhandelingen mijn best. (lacht)Weet je, wat ik nu doe is eigenlijk niet mijn job. Ik ben in principe werflei-der voor het district Geel. Dit is meer iets voor de projectingenieurs. Maar

0

0

sinds ’99 zijn er al ongeveer tien de revue gepasseerd. Die mensen gin-gen op pensioen of zochten hun ge-luk elders. Toen viel de keuze op mij omdat ik er zo lang mee bezig was. Ik ben dus de enige sukkelaar die is overgebleven.

In 2010 zou de eerste spade-steek een feit moeten zijn. Haal-baar?Dat hopen we. In juli staat de indie-ning van de tweede offerte gepland. Daarvan moet in oktober een be-oordeling volgen. Tegen het einde van het jaar zouden we een aanne-mer moeten hebben. Die moet dan nog de bouwvergunning opmaken die wij moeten versturen. Ik hoop die binnen de zes maanden terug te krijgen. Daarom gok ik op een start van de werkzaamheden na de bouw-vakantie van volgend jaar.

En wanneer moet die Noord-Zuidverbinding dan een feit zijn?Je mag rekenen op 2,5 jaar tot 3 jaar werken. Ik gok op 2013. Ik heb er goede hoop op. Laat mij maar ge-zond naïef zijn, want de weg is nog lang. Daarom moet je in dit vak ge-motiveerd blijven. Maar de politieke wil is er. Echt, we hebben nog nooit zover gestaan.

0

0

Vlaanderen is een zakdoek groot, maar wie zelfs in de Kempen van noord naar zuid wil, kan behoorlijk lang onderweg zijn. Dat probleem moet de langverwachte Noord-Zuidverbinding oplossen. Projectleider Alain Cox keek al even in zijn glazen bol: “Ik gok op 2013. Ik heb er goede hoop op. Laat mij maar gezond naïef zijn, want de weg is nog lang.”

Binnenstebuiten In onze reeks Binnenstebuiten stellen we elke maand een overheidsdienst aan u voor. We praten met de mensen die er werken en met de mensen die gebruik maken van de diensten. Deze week is het de beurt aan het Agentschap Wegen en Verkeer.

Page 3: GVA - 04 - Wegen en verkeer

maandag 25 mei 2009 .71

Projectleider Alain Cox en werftoezichter André Meuris blijven optimistisch

“Van een put in de weg krijg ik buikpijn”

André Meuris op de werf in Herselt: “Hier gaat het vlot lopen, dat moet.” foto hilde van geirt

Wie leidt zo’n noodzakelijk kwaad in goede banen? André Meuris, werf-toezichter bij het Agentschap We-gen en Verkeer Antwerpen-dis-trict Geel.

Een miezerige dag in Herselt. Auto’s rijden stapvoets, een kraan dokkert bij-na over het voetpad waar opwaaiend stof vrij spel heeft. Een typisch beeld van een werf. Voor de gevel van de plaat-selijke bibliotheek zijn een paar pre-

fabgebouwtjes neergepoot. De hoofdrolspelers van deze werf heb-ben blijkbaar een belangrijke ver-gadering. Het ideale moment om André Meuris enkele vragen voor te schotelen.

Wat is uw taak hier?Ik ben op deze werf de verantwoor-delijke en verzorg de coördinatie tus-sen de verschillende partijen. Ik ben

het aanspreekpunt op de werf. Ik controleer de werken die uit-gevoerd worden en alles wat daarbij komt kijken. Zo’n werf start niet zomaar. Eerst zijn er de voorbereidende vergaderin-gen. Daarna volgt de opmaak van de plannen en het bestek. Tot slot is er de uitvoering van

0

Door de dorpskern van Herselt dendert het Kempense verkeer al jarenlang richting Leuven. Niet verwonderlijk dat een facelift zich opdringt, wat uiteraard gepaard gaat met een maandenlange werf.

geven aan het beleid. Het Agentschap is onderverdeeld in drie centrale afdelingen (Planning en Coördinatie, Verkeerskunde, Wegenbouwkunde) en zeven territoriale afdelingen (Antwerpen, Limburg, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Elektriciteit en Mechanica Antwerpen en Gent).

de werken met de aangeduide aan-nemer. Er komt heel wat bij kijken. Denk maar aan de vele adviezen die je moet opvolgen of de problemen die je eerst moet oplossen.

Hoe groot is het district Geel? Dat loopt van Aarschot tot Postel en Herentals, toch gemeenten die ver van elkaar verwijderd zijn. Ik woon zelf in Begijnendijk, dichter bij huis heb ik nooit gewerkt. (lacht) Want Postel ligt 55 km van mijn deur.

Wat is uw achtergrond?Ik heb een technische opleiding ach-ter de rug. Dit is een beroep dat je al doende leert. Ik heb veertig jaar dienst achter de rug. Dan weet je het wel.

Versleten

De opsmuk van Herselt heeft wellicht alles te maken met het verkeer dat hier een weg naar Leuven zoekt.Dat is zo. Door deze dorpskern rij-den per dag 20.000 voertuigen, dat is zeer veel. Die kern is echt versleten en aan vernieuwing toe.

Het gevolg van het uitblijven van een Kempense Noord-Zuid-verbinding?Ja, die verbinding fascineert mij. Daar zijn we al lang mee bezig. Weet je, ik moet nog één jaar werken. Maar ik zou heel graag mijn carrière afslui-ten met die verbinding. Het zou een bekroning van mijn werk zijn. Goed, Herselt ligt me ook na aan het hart. Ik heb ooit een cursus ‘verkeer in de woonomgeving’ gevolgd. Toen heb ik als case Herselt genomen. Daar-om moeten we er hier iets moois van maken.

En wat zijn de verwachtingen? Want zo’n werf kan soms ein-deloos aanslepen.We hebben hier een vaste ter-mijn. De aannemer heeft 180

0

0

0

0

0

dagen gekregen, plus 20 dagen ex-tra voor een werk dat er is bijgeko-men. Dus in principe moet het hier volgend jaar tegen de bouwvakan-tie in orde zijn. Ik maak me sterk dat het zo zal zijn.

Is het niet frustrerend dat je zo-iets niet zelf in de hand hebt?Dat is zo, want daar maken de men-sen zich erg druk over. Iedereen kijkt alleen voor de eigen deur. En een aannemer kan nu eenmaal niet in kleine vakjes werken. Maar hier gaat het vlot lopen, dat moet. En vooraf proberen we heel wat te doen. Zeker op het vlak van commu-nicatie. Zo ben ik bijvoorbeeld aan-wezig op de voorbereidende verga-deringen met de buurtbewoners. We volgen ook de projecten van de mid-denstand op.

Omleidingen

Hopelijk zorgen jullie ervoor dat deze wegwerkzaamheden niet samenvallen met andere omleidingen.Dat hebben we zeker en vast getracht. Bij de opmaak van het bestek hebben we alle omliggende gemeenten aan-geschreven. Dat is anderhalf jaar ge-leden al gebeurd. Daarna werd de omleiding uitgestippeld. Helaas stel-len we vast dat sommige gemeenten toch nog obstructie plegen. Een ge-meente denkt alleen maar binnen de eigen grenzen. En zo’n omleiding be-helst meestal een veel groter gebied. Goed, daar blijven we aan werken. Want werkzaamheden die overal te-gelijk beginnen, dat is natuurlijk een groot probleem. Dat is voor de men-sen erg vervelend. Maar iedereen overtuigen, blijft moeilijk.

Hoe hard speelt het aspect vei-ligheid?Dat is enorm belangrijk. Het is eigen-lijk één van mijn hoofdbekommer-

0

0

0

nissen. Officieel is er wel een veilig-heidscoördinator aangesteld. Dat is iemand die meestal wekelijks op de werf komt. Veiligheid op en rond de werksituatie is voor mij een dagelijk-se bekommernis. Ik mag niets over het hoofd zien, veiligheid primeert sowieso.

Kan u daarbij ongevallen met autoverkeer voorkomen? Een volledig afgesloten rijvak bete-kent voor ons werken in optimale om-standigheden. Dat is niet alleen het veiligst voor het passerende verkeer, het is de snelste manier van werken. Dat vergeten heel veel mensen. Want bijna iedereen wil blijven doorrijden. Onze werkmethode is helaas niet al-tijd de methode van de gemeenten. Want de burgers moeten nu eenmaal kunnen passeren. Nu, Herselt is ge-lukkig een kleine gemeente. Die pro-blemen stellen zich hier niet. We wer-ken vrij goed samen.

Zelf staat u voor uw pensioen, maar wat zijn de uitdagingen voor het district Geel?De Noord-Zuidverbinding is een heel mooi project. Met zo’n project ben ik trouwens begonnen. Dat was de toenmalige E10 tussen Brussel en Antwerpen, nu de E19, waaraan ik 15 jaar heb meegewerkt. Ik weet nog dat we versteld stonden van die bre-de middenberm waar straks de HST op rijdt. 35 jaar geleden passeerden er 230 voertuigen per uur in Kontich, waarvoor zou die middenberm gaan dienen? Vraag me niet hoeveel het er nu zijn... Mijn werk is in elk geval een belang-rijk en mooi deel van mijn leven ge-weest. Wanneer ik ‘s ochtends wak-ker word, heb ik al een deel van mijn werk gedaan in mijn slaap. Zet me ge-blinddoekt in een wagen en ik weet over welke weg we rijden. Echt, van een put in de weg kan ik buikpijn krijgen.

0

0

Page 4: GVA - 04 - Wegen en verkeer

46. dinsdag 26 mei 2009

Lasers meten spoorvormingHet team van ARAN, klaar om weer uit te rukken op de dienst Wegenbouwkunde in Evere. Foto Dirk Vertommen

Wegenbouw- en onderhoud 0 Hoogtechnologish onderzoek naar wegdek en elektriciteit

Vlaanderen telt 5.000 km gewestwegen en 900 km autosnelwegen. Het Agentschap Wegen en Verkeer staat in voor de aanleg, het onderhoud en het optimaliseren van die infrastructuur. Het Agentschap is voorts bevoegd voor het organiseren van het verkeer, het verstrekken van informatie en het mee vorm

ARAN staat voor Automatic Road Analyzer. Slechts tien landen in Europa kunnen dit Canadese ontwerp inzetten. Maar eerst en vooral: waar is ARAN goed voor? “Dankzij een lasersysteem kan de ARAN spoorvorming meten of een dwarsprofiel van de weg maken. En camera’s kunnen de scheuren detecteren. Alles wordt achteraf automatisch berekend”, vertelt in-genieur Dirk Van Troyen.

Met andere woorden: ARAN ziet wat een wegentoezichter met het blote oog niet kan de-tecteren?Dirk Van Troyen: Het voordeel van zo’n toestel is dat het syste-matisch gebeurt en steeds op de-zelfde manier. Tien wegentoe-zichters kunnen een weg op tien verschillende manieren beoorde-len. Maar de ARAN levert objec-tieve cijfers op.Afdelingshoofd Pieter De Winne: “Jaarlijks maken we dan een rap-

0

port op: de toestand van het wegen-net, onder meer gebaseerd op cijfers van de ARAN. De cijfers gaan naar de bevoegde minister (Hilde Crevits, CD&V, red.) zodat die het beleid daar-op kan afstemmen. Moet het budget voor wegenwerken bijvoorbeeld ver-hoogd of verminderd worden? Om-dat de ARAN objectief werk levert, kan je verschillende jaren met el-kaar vergelijken. Verbetert of verslechtert de toestand van onze wegen? De gegevens komen ook terecht in een databank, toeganke-lijk voor de provinciale wegenafdelingen. Die kunnen dan een aan-besteding houden om de slechte stukken te laten herstellen.”

Wat zegt het jong-ste rapport?Pieter De Winne: Het rapport van 2007 voor wat de autosnelwegen en de pri-maire wegen betreft, is beschik-baar. Voor de secundaire wegen gaat het om 2006. Het rapport van 2008 is nog in opmaak.Dirk Van Troyen: De cijfers gelden voor het Vlaamse Gewest. 14% van de gemeten hectometers op de auto-snelwegen zijn slecht. Bij de primai-re wegen gaat het om 22%, bij de se-cundaire wegen om 16,5%.Pieter De Winne: Misschien zeggen de cijfers heel weinig. De minister

0

heeft meer interesse in de evolutie van onze wegen. Het is logisch dat de wegen het slechtst zijn in de drukst bevolkte gebieden, dan denk ik aan de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.

Dirk Van Troyen: Klopt, het Lim-burgse wegennetwerk is het nieuwst, veel hangt inderdaad samen met de verkeersdrukte.

Normaal gezien zouden onze wegen toch moeten verbeteren?0

Pieter De Winne: Ja, maar we zit-ten wel met een onderhoudsach-terstand. In principe moeten we die wegwerken, maar met het huidige in-vesteringstempo kunnen we er enkel voor zorgen dat die achterstand niet groter wordt.Dirk Van Troyen: Extra middelen zouden er de komende jaren moe-ten voor zorgen dat de wegen erop

vooruitgaan.

Rijdt de ARAN echt tussen De Panne en Maaseik?Operator Erik De Block: We meten de provincies in een bepaalde volgorde. En in het begin van het jaar meten we altijd de rech-terrijstrook van de auto-snelwegen, daarna vol-gen de N-wegen (gewest-

wegen, red.). Het gaat van Antwerpen naar Vlaams-

Brabant en Limburg. Daar-na volgen West-Vlaanderen

en Oost-Vlaanderen. Omdat de camera’s licht nodig hebben,

gebeuren de metingen altijd over-dag tegen een maximumsnelheid van 96 km per uur. Vroeger lag die snelheid op 55 km per uur. Dat was redelijk gevaarlijk.

Wat doet de afdeling Wegen-bouwkunde verder nog?Pieter De Winne: We zitten hier met drie secties. De ARAN en ande-re meettoestellen behoren tot de sec-tie Wegstructuren. Dan is er de sec-

0

0

tie Materialen. Die doet voorname-lijk laboratoriumonderzoek naar bepaalde asfaltmengsels. De klein-ste sectie is die van Geluid en Trillin-gen. Die komt het vaakst in de media, bijvoorbeeld met geluidsmetingen in woningen die dicht bij een snelweg zijn gelegen. De gemeten waarden bepalen of er geluidsschermen ko-men en hoe veel de lokale overheid daar eventueel moet toe bijdragen. Bij de huidige grote projecten maakt een milieu-effectenrapport dat al duidelijk. Wij zijn meer met klach-ten bezig rond autosnelwegen die werden gebouwd toen de verkeers-drukte er veel minder was.

Wat zijn de prioriteiten hier?Pieter De Winne: Voor de sectie Ma-terialen moeten we samen met de on-derzoekscentra blijven zoeken naar nieuwe materialen en innovatie-ve oplossingen voor allerlei proble-men in de wegenbouw. Denk maar aan een asfalt van lage temperatuur om de CO2-uitstoot te verminderen bij de productie ervan. We zijn dus constant op zoek naar meer duurza-me materialen.

0

Een steenworp verwijderd van het Navogebouw in Evere, vind je de afdeling Wegenbouwkunde van het Agentschap Wegen en Verkeer. Wie de gebouwen doorkruist, passeert verschillende labo’s. Hier doet men duidelijk meer dan verkeersborden ontwerpen. Pronkstuk van de afdeling is een wagen genaamd ARAN.

Binnenstebuiten In onze reeks Binnenstebuiten stellen we elke maand een overheidsdienst aan u voor. We praten met de mensen die er werken en met de mensen die gebruik maken van de diensten. Deze week is het de beurt aan het Agentschap Wegen en Verkeer.

“We moeten met de onderzoekscentra blijven zoeken naar nieuwe materialen voor ons wegennet.”Pieter De Winne

Page 5: GVA - 04 - Wegen en verkeer

dinsdag 26 mei 2009 .47

geven aan het beleid. Het Agentschap is onderverdeeld in drie centrale afdelingen ( Planning en Coördinatie, Verkeerskunde, Wegenbouwkunde) en zeven territoriale afdelingen (Antwerpen, Limburg, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Elektriciteit en Mechanica Antwerpen en Gent).

EMA zorgt voor licht in de duisternisVan flits- tot praat- en verlichtingspaal, het valt bij het Agentschap Wegen en Verkeer allemaal onder de bevoegdheid van EMA. Dat staat simpelweg voor Elektriciteit en Mechanica Antwerpen. Eric Claessens en Peter Lewyllie leggen uit wat hun taak bij EMA precies behelst.

De afspraak met het duo ging door op de negende verdieping van het Anna Bijnsgebouw in de Antwerpse Lan-ge Kievitstraat. Eerst even voor alle duidelijkheid: waar staat EMA pre-cies voor? “Elektriciteit en Mecha-nica Antwerpen is ook actief in de provincies Limburg en Vlaams-Bra-bant. Daar beheren en onderhouden wij alle installaties die te maken heb-ben met elektromechanica”, vertelt Eric Claessens. “Dat doen we niet al-leen op de autosnelwegen of de ge-westwegen, maar ook op de water-wegen. Dat is in het kort gezegd ons takenpakket.”

Kennen jullie dat fabeltje van de twee menselijke verwezenlij-kingen op aarde die je vanuit de ruimte kan zien: de Chinese muur... en de Belgische snelwe-gen? Klopt dat een beetje?Eric Claessens: Die verlichting van onze autowegen is een historisch ge-geven. Ooit heeft de overheid beslist om de snelwegen uit te rusten met een degelijke verlichting, omdat het veiliger zou zijn. Veel mensen zijn daar tegen, vooral de lichtvervui-ling is hen een doorn in het oog. Au-tomobilisten zouden ook beter op-letten en alerter zijn op onverlichte wegen. Mijn persoonlijke mening is dat een verlichte autosnelweg veili-ger is. Uit een enquête bij weggebrui-kers is trouwens gebleken dat die ver-lichting de hoogste score haalt wat de tevredenheid betreft. Nu, er be-staan Europese normen voor. Elk type weg heeft een zogenaamd lu-minantieniveau, een niveau van ver-lichting waaraan de weg moet vol-doen. Momenteel is er wel een ten-dens om in het kader van besparin-gen en CO2-vervuiling die eisen te milderen.

Wat in jullie vakdomein erg ac-tueel is, zijn de flitspalen. Bepa-

0

0

len jullie waar die komen?Peter Lewyllie: Er wordt in samen-spraak met de politie een prioritei-tenlijst opgesteld over waar die flits-palen moeten komen. De prioriteit hangt af van de ernst van de onge-vallen op die locaties.Eric Claessens: Onze prioriteiten hebben meer te maken met de jaar-programma’s die op voorhand zijn opgesteld. Dat hangt samen met het beleid van de bevoegde minister. Mo-menteel gaat de meeste aandacht naar verkeersbegeleiding.Peter Lewyllie: Klopt, ik denk aan de uitbreiding van de dynamische sig-nalisatieborden op de E313. Ik ver-onderstel dat die lijn de komende ja-ren verder wordt doorgetrokken en verwacht die borden dan ook rond Gent en op de Brusselse Ring. Later dit jaar zullen we ook opnieuw actief zijn rond de variabele zone 30 aan de scholen.Eric Claessens: En een belangrijke opdracht voor ons is het onderhoud. Alles wat er staat, moeten blijven functioneren. Met wegverlichting moet je constant bezig zijn.

Groene Golf

Op het vlak van mobiliteit is de groene golf belangrijk: groen licht bij het aanhouden van een bepaalde, gematigde snelheid. Stuurt EMA dat ook?Peter Lewyllie: Een collega is bezig met een paar proefprojecten langs grote verkeersassen en in de buurt van belangrijke bedrijven.Eric Claessens: Voor de Antwerp-se Leien werken we samen met het stadsbestuur. Het onderhoud en het beheer van de installaties gebeurt ook daar door ons. Je kan de coör-dinatie van de lichten laten afwisse-len. Bijvoorbeeld alles afstemmen op de snelheid van 50 km per uur voor het verkeer dat ’s ochtends de stad in-rijdt. Hetzelfde effect kan je dan cre-eren voor het verkeer dat ’s avonds de stad uitrijdt. Maar bij een te grote file of te veel auto’s lukt dat niet meer.

Hebben jullie in andere provin-cies nog belangrijke projecten lo-pen?Eric Claessens: In Limburg is het rondpunt van Lummen natuurlijk een belangrijk item. De voorberei-dende werken voor dat nieuwe com-

0

0

plex zijn nu bezig. Dat wordt een groots project.

Zorgen kleinere projecten soms voor kopzorgen? Denk aan de po-litieke beslissing uit een recent verleden om de palen van de ver-keerslichten in geel en zwart te schilderen.Eric Claessens: Dat kost geld na-tuurlijk. Je moet dan een onder-houdsaannemer die opdracht ge-ven en een programma opstellen. Daar moet wel een budget voor zijn. Je kan dan die minister proberen te beïnvloeden door te melden hoe-veel geld dat kost en of dat wel nut heeft. Maar als een minister zoiets wil, komt het er meestal wel door. De wegverlichting op de midden-berm van de autosnelwegen is nog zo’n voorbeeld. Die lichten werden vroeger gedoofd tussen half een en half zes ’s ochtends. Nu tussen mid-dernacht en zes uur ’s ochtends. Dat heeft te maken met een besparings-

0

Peter Lewyllie en Eric Claessens bij een van ‘hun’ stoplichten: “Met verkeersverlichting moet je constant bezig zijn”. Foto Ludo Mariën

“Alles wat er staat, moet blijven functioneren. Met wegverlichting moet je constant bezig zijn.”Eric claEssEns

“Later dit jaar zullen we ook opnieuw actief zijn rond de variabele zone 30 aan de scholen.”PEtEr lEwEylliE

actie van de overheid. Maar in ver-houding met het totale verbruik zijn het peanuts. En of dat nu vei-liger is of niet? Dat valt statistisch moeilijk te bewijzen.

EMA beheert ook de praatpa-len. Wie gebruikt zo’n ding nog in gsm-tijden?Eric Claessens: Het gebruik van de praatpalen is door de gsm’s tot een derde geslonken, maar we houden ze wel in gebruik. Niet iedereen heeft een gsm. En als je er een hebt, kan de batterij altijd leeg zijn. Het grote voordeel van zo’n praatpaal is dat de ontvan-ger perfect weet waar de oproe-per zich bevindt. Met een gsm ligt dat veel moeilijker, daar is de loca-tie nooit honderd procent duide-lijk. En je weet hoe dat gaat: ‘ik heb net een ongeval gezien’. Waar? ‘Ja, zo ongeveer...' Nee, we houden die praatpalen in ere.

0

Page 6: GVA - 04 - Wegen en verkeer

44. woensdag 27 mei 2009

“Af en toe zou ik een toverstaf willen”

Tina Caers, wegentoezichter voor het district Antwerpen: “Een frustrerende job is het niet, een afwisse-lende des te meer.” Foto Jan van der perre

Wegenbouw- en onderhoud 0 Wegentoezichters en werfleiders waken over veiligheid

Vlaanderen telt 5.000 km gewestwegen en 900 km autosnelwegen. Het Agentschap Wegen en Verkeer staat in voor de aanleg, het onderhoud en het optimaliseren van die infrastructuur. Het Agentschap is voorts bevoegd voor het organiseren van het verkeer, het verstrekken van informatie en het mee vorm

Een wegentoezichter waakt over veel meer dan enkel de staat van de rijweg. Het gaat immers niet al-leen over het noodzakelijke strooi-en in de winter of het komaf maken met zwerfvuil. Ook wegmarkerin-gen, signalisaties of schadegeval-len allerhande mogen niet aan het oog ontsnappen. Daarvoor door-kruisen Tina en haar collega’s hun district in de gekende gele wagen-tjes. In dat wegendistrict bevinden zich de Antwerpse Ring met alle tunnels en complexen, het haven-gebied en een flink stel gewestwe-gen.

Dat is een immens gebied. Waar liggen de prioriteiten?Je moet enorm flexibel zijn. Je kunt altijd je dagen plannen, maar er kan ook altijd iets tussen-komen, een ongeval of andere pro-blemen die plots voorrang krijgen. Voor al die dringende of lopende zaken staan arbeiders en aanne-mers klaar. In ons district zijn de snel- en gewestwegen gegroe-peerd in verschillende sectoren die verdeeld zijn onder de collega- wegentoezichters. Zij nemen elk ook verscheidene onderhouds- of herstellingswerken voor hun reke-ning. Teamwerk is dus enorm be-langrijk. Gaandeweg leer je welke mogelijkheden er zijn om proble-men op te lossen.

Misschien een stomme vraag: hoe word je wegentoe-zichter?Je moet technisch geschoold zijn, liefst in de bouwkunde. Momen-teel staan we aan de vooravond van vele pensioneringen. Om het verlies aan expertise binnen de afdeling op te vangen, werd er in 2006 een specifiek overheidsexa-men uitgeschreven. De nadruk lag op de technische achtergrond: we-ten hoe je oppervlaktes en volu-

0

0

mes berekent, waaruit asfalt of be-ton bestaat, die dingen.

Moet een wegentoezichter ook over de fietspaden waken? Vaak liggen die er slechter bij dan de rijweg.Fietspaden horen ook bij de weg. Elk jaar worden alle fietspaden met de fiets geïnspecteerd. Er bestaat ook sinds geruime tijd een meld-punt met een website waarop bur-gers problemen allerhande kunnen melden: www.meldpuntfietspaden.be. Op basis van zowel de meldingen als de inspecties worden er rappor-ten opgesteld. Die dienen om te be-palen waar en wanneer structurele herstellingen of onderhoudsherstel-lingen worden gepland. Momenteel werken we bijvoorbeeld aan het fiets-pad van de Bisschoppenhoflaan tus-sen de Oude Bosuilbaan in Deurne en de Houtlaan in Wijnegem.

Het lijkt me een frustrerende job. Een weg toch nooit helemaal af?Frustrerend niet, afwisselend des te meer. Al zou ik soms wel eens een to-verstaf willen hebben, ja. Zo werkt het natuurlijk niet. Maar de berich-ten die melden dat wij niet weten welke wegen slecht liggen, kloppen niet. Elk jaar rijden gespecialiseer-de wagens het wegennet af en bren-gen zo de toestand van het wegennet in kaart. Aan de hand van deze me-

0

0

Erop toezien dat de wegen in en rond Antwerpen er piekfijn bij liggen: wegentoezichter Tina Caers lijkt in filetijden een job te hebben die niemand haar moet benijden. Of valt het allemaal best mee? “Wij willen net zo goed dat het verkeer blijft stromen.”

Binnenstebuiten In onze reeks Binnenstebuiten stellen we elke maand een overheidsdienst aan u voor. We praten met de mensen die er werken en met de mensen die gebruik maken van de diensten. Deze week is het de beurt aan het Agentschap Wegen en Verkeer.

tingen worden prioriteiten gesteld. Het probleem is dat je punt A niet kan aanpakken wanneer je net met punt B bezig bent. En dat punt A er dan slecht blijft bij liggen, valt op dat mo-ment eens zo hard op.

En dan hebben we niet eens over de fileproblemen.Dat is een vraag voor de verkeers-deskundigen. Natuurlijk worden wij daarmee geconfronteerd. Het agentschap Wegen en Verkeer pro-beert om de doorstroming beter te regelen. Hiervoor werken we nauw samen met diverse andere partijen, waaronder de federale politie of het Vlaams Verkeerscentrum. Het aan-sturen van het verkeer kan bijvoor-beeld door de dynamische verkeers-borden. Zij maken het mogelijk de snelheid aan te passen aan de om-standigheden op de weg. Ons agentschap zorgt ook voor FAST. Dat is een dienst op onze snelwegen die na een ongeval snel kan uitruk-ken om voertuigen met pech of au-to’s die betrokken zijn bij een onge-val, snel weg te takelen, zodat de hin-

0

der beperkt blijft. Er moet slechts één ongeval gebeuren om het verkeer te doen stilstaan. In ons district doen we ook veel van het onderhoud op de snelwegen tij-dens de nacht, om minder te hinde-ren en files overdag te vermijden. Een van mijn taken bestaat er nog in om de vele wegwerkzaamheden die in ons district staan gepland op snel- en gewestwegen en de eventuele hin-der die ze kunnen veroorzaken, in te brengen in een databank genaamd ADA-Events. De databank dient om de website www.wegenwerken.be te voeden die de buitenwereld kan raadplegen. Zo draag ik mijn steentje bij tot de filebestrijding. Trouwens, grote werven kondigen we altijd aan met een persbericht. Onze commu-nicatieverantwoordelijke zorgt daar-bij altijd voor de nodige duiding.

Vaak gebeuren ongevallen net door wegwerkzaamheden, hoe gaat u daarmee om?Voor een stuk moet de weggebrui-ker daar zelf zijn verantwoordelijk-heid in nemen. Als wegentoezichter

0

ga je soms ‘s nachts mee de baan op met een aannemer. Je weet dat een vak wordt afgekruist bij veegwerken. Dan zien we toch altijd dat een aantal mensen hun leven en dat van ande-ren riskeren door op het linker rijvak te blijven rijden. Oké, dat gaat vlot-ter. Maar ineens staat daar die mo-biele werf die 500 meter daarvoor was aangekondigd. De mensen ver-geten wel eens dat hun wagen een dodelijk wapen kan zijn.

Wat is voor u de grootste uitda-ging?In tegenstelling tot de jaren 70, toen alle autosnelwegen nieuw werden aangelegd, bestaat onze taak er nu in de wegen die we hebben in goe-de staat te houden en te optimalise-ren. Ruimte voor uitbreiding is er im-mers niet meer. Ik kijk hiervoor uit naar nieuwe technologieën en tech-nieken binnen de wegenbouwkun-de en de telematica. Maar voor het uitvoeren van deze vernieuwingen moet je de verkeersstroom weer hin-deren. Helaas ontstaat er dan weer een file...

0

“De berichten die melden dat wij niet weten welke wegen er slecht bij liggen, kloppen niet.”

Tina Caers

Page 7: GVA - 04 - Wegen en verkeer

woensdag 27 mei 2009 .45

geven aan het beleid. Het Agentschap is onderverdeeld in drie centrale afdelingen ( Planning en Coördinatie, Verkeerskunde, Wegenbouwkunde) en zeven territoriale afdelingen (Antwerpen, Limburg, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Elektriciteit en Mechanica Antwerpen en Gent).

“Soms een kleine aanpassing, dan een volledige snelweg”

Roel Smits, werfleider van het district Brecht voor een vernieuwd stuk E19: “Op korte termijn willen we het hele project aanpakken.” Foto Mia uydens

“We gaan geen krant maken naast de autoweg. Dat leest op de duur geen mens meer. Je kunt het beter kort en krachtig houden.”Roel SmitS

Een vrijdag tijdens de ochtendspits op de E19. Regenachtig weer, maar van een file richting Brecht is geen sprake. Op het plaatselijke wegendistrict lijkt werfleider Roel Smits een rustige job te hebben. Niets is minder waar. “Het is toch logisch dat de verkeerssituatie op de Ring in Antwerpen helemaal anders is dan die op de meer landelijke wegen die wij beheren.”

Waar bevinden zich de huidige werven?Die zijn erg verschillend. Zo heb-ben we binnenkort een werf in het centrum van Kapellen. Het gaat om een doortocht in een centrum-gebied waar alles van gevel tot ge-vel over een afstand van 2 kilometer wordt uitgebroken. Het is een totale vernieuwing: kruispunten, fiets- en voetpaden, noem maar op. Dat ge-beurt in samenwerking met Aquafin en de gemeente zelf. Het is slechts één van de vele projecten.Zo gaan we ook een ecoduct bou-wen. Het gaat om een brug van 60 meter breed over de snelweg in Min-derhout. De dieren kunnen daar over de snelweg. Die werken voeren we uit in samenwerking met Infrabel. Die bouw zou in het najaar moeten starten en duurt vermoedelijk twee tot drie jaar. Infrabel is een van onze partners. De contacten met openbare bestu-ren zijn voor ons erg belangrijk.Wat er nog zit aan te komen is de ring rond Brecht. Een groot werk met een budget van 14 miljoen euro. Dat heb-ben we volledig zelf in de hand, het is een eigen project, zonder stu-diebureau. Volgend jaar beginnen we eraan. Het gaat onder meer om nieuwe op- en afritten aan de snel-

0 weg en het afbreken van het huidi-ge complex.

Hoe groot is het district Brecht precies?Dat behelst Kapellen, Kalmthout, Wuustwezel, Brecht, Malle, Zoersel, Schilde en Schoten. Het gaat om alle gewestwegen, de zogenaamde N-we-gen, en een flink stuk van de E19.

Dit district bevindt zich nabij het HST-station van Brecht. Ha-len jullie opgelucht adem als die trein straks eindelijk rijdt?In de optiek dat de wegen minder zul-len belast worden? Nee, dat niet. Dat zal ons werk niet verlichten. Goed, er zal een aantal wagens minder rijden op de snelweg. Maar dat zal geen gro-te impact hebben op ons werk.

Wat zijn dan de pijnpunten? Ik zie weinig pijnpunten. Daarvoor is deze baan te interessant en te gevari-eerd. Er is constant contact met ver-schillende groepen van mensen: aan-nemers, de openbare besturen en de burger zelf. Ik vind dat uniek, dat heb je volgens mij niet in zo veel jobs. Mis-schien heeft dat ook een keerzijde. Wanneer je iets wil realiseren, moet je toestemming vragen aan 101 in-stanties. Sommige mensen zien dat als een noodzakelijk kwaad, ik bekijk

0

0

0

dat liever positief.De burger bekijkt zo’n groot

project minder positief. Volgens een recente enquête vinden de weggebruikers dat grote bouw-projecten beter zouden moeten worden geduid. Zoals ze dat in Nederland doen.In Nederland heerst er rond die wer-ken een heel andere cultuur. Het zou kunnen dat alles daar meer wordt omschreven en ingekleed. Wij ge-ven enkel het hoogstnoodzakelijke weer. Dat is een bewuste keuze. Wij gaan geen krant maken langs de au-tosnelweg, dat leest na een tijd nie-mand meer. Je kunt het beter kort en krachtig houden.

Ligt u wakker van negatieve be-richtgeving over wegwerkzaam-heden?Nee, als ik daarvan zou wakker lig-gen, zou ik niet meer slapen. Zo’n nieuws kom je toch elke dag tegen? Oké, uiteraard moet je je dat wel aantrekken. En je moet alle midde-len inzetten om klantgericht te wer-ken. Maar ervan wakker liggen is nog iets anders.

De fietspadenkwestie is in de Noorderkempen een heikel the-ma. Het traject Hoogstraten-

0

0

0

Merksplas bijvoorbeeld liet erg lang op zich wachten. Wat is hiervan de oorzaak?We besteden sowieso heel veel aan-dacht aan de fietspaden. Ik denk dat het een misvatting is dat fietspaden er slechter bij liggen dan rijwegen. Bovendien, fietspaden aanleggen is niet zo gemakkelijk. Dit is een voor-beeld van een lijntraject. Dan gaat het om verschillende, afzonderlij-ke perceeltjes die onteigend moe-ten worden. Dat is meestal de reden waarom het zo lang duurt. Je moet met elke eigenaar telkens opnieuw gaan onderhandelen. Dat kan jaren aanslepen.

Wat zijn de uitdagingen voor dit district?Langs al onze wegen willen we graag vrijliggende fietspaden. In samenspraak met de gemeentebe-sturen zijn er de jongste jaren reeds veel kilometers fietspaden aange-legd. Ook hebben we pas 15 kilo-meter asfalt van de autosnelweg vernieuwd: van Meer tot in Brecht. Op korte termijn willen we het hele traject aanpakken, hopelijk slagen we daarin. Het is uiteraard ook een uitdaging alle wegen in goede staat te houden en nog verkeersveiliger te maken.

0

“Ik heb een vrij uitgebreide functie”, opent Roel. “Ik ben niet alleen werf-leider. Puur als werfleider moet je de werkzaamheden van een werf opvol-gen. Maar hier moet ik ook arbeiders aansturen. Daar komt nog het aspect onderhoud bij. Het aanpakken van zwerfvuil bijvoorbeeld of het onder-houd van fietspaden. Daarvoor moet je dan weer aannemers aansturen. We hebben soms veel meer een ma-nagementfunctie dan een technische functie, al moet je die achtergrond van bouwkunde wel mee hebben. Ik hou wel van die afwisseling: de ene keer kleine aanpassingen doen, zoals boordstenen verlagen, de andere keer grote projecten.”

Page 8: GVA - 04 - Wegen en verkeer

52. donderdag 28 mei 2009

“Wij nemen elke klacht serieus”

Rudy Van Aelbroeck verzamelt de klachten die bij het Agentschap Wegen en Verkeer arriveren: “A la minute kan je een put in de weg niet wegwerken.” Foto wim hendrix

Wegenbouw- en onderhoud 0 Wegentoezichters en werfleiders waken over veiligheid

Vlaanderen telt 5.000 kilometer gewestwegen en 900 kilometer autosnelwegen. Het Agentschap Wegen en Verkeer staat in voor de aanleg, het onderhoud en het optimaliseren van die infrastructuur. Het Agentschap is ook bevoegd voor het organiseren van het verkeer, het verstrekken van informatie en het

Alle klachten arriveren op de achtste verdieping van het Anna Bijnsgebouw in de Lange Kievit-straat in Antwerpen. Daar is de Antwerpse afdeling van het Agent-schap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid gevestigd.

Ook Rudy Van Aelbroeck heeft er zijn bureau. Gelukkig staat hij er niet alleen voor. ”Ik leid hier een secretariaatscel. Die verwerkt ook parlementaire vragen of aller-lei administratieve dossiers. Een paar medewerkers houden zich bezig met de klachten en meldin-gen die via allerlei kanalen bin-nenkomen. Dat kan gebeuren via het meldpunt voor fietspaden en wegen of via de wegentelefoon. Per jaar gaat het om 700 tot 800 klachten. Daar reken ik niet de klachten bij die via kabinetsno-ta’s of kabinetsmails binnenko-men. Het duurt een hele tijd voor die allemaal verwerkt zijn. De e-mails die via de meldpunten voor fietspaden en wegen binnenko-men, vormen op zich bijna een dagtaak voor twee mensen.”

U had het net over parlemen-taire vragen, dus antwoordt u in plaats van minister Hilde Crevits (CD&V)?Als administratie leveren wij de nodige elementen aan die als ba-sis dienen voor het uiteindelijke antwoord. Ik lees al die antwoor-den na en pas ze indien nodig aan. Uiteindelijk kan het kabinet van de minister nog veranderingen aan-brengen. Want de minister blijft verantwoordelijk voor de ant-woorden. Die moeten met de vi-sie en het beleid overeenkomen.

Dat lijkt niet simpel.Ik werk al 36 jaar voor Openbare Werken, waarvan 31 jaar in Brus-sel. Door een verhoging in graad kwam ik in Antwerpen terecht. Soms is een gepast antwoord ge-

0

0

0

ven nogal moeilijk. Ik probeer dat al-tijd wat op muziek te zetten of er de juiste toon in te krijgen. Daar heb je wat ervaring voor nodig. Maar een simpele uitleg geven via e-mail of te-lefoon kan soms een oplossing bie-den voor een groot probleem.

Kan u daarvan een voorbeeld geven?Neem nu iemand die blijft klagen over een put in de weg. Ik herinner me een vrouw die daarover al drie keer had gemaild. Dus heb ik haar op-gebeld. Ik heb haar uitgelegd waar-om we sommige putten niet onmid-dellijk herstellen. Bijvoorbeeld om-dat de aanpak van die hele strook in een planning is opgenomen. Wel, die vrouw heeft nadien niet meer gemaild.

Valt er een rode draad door al die klachten waar te nemen?De meeste klachten gaan over de toestand van de wegen na de win-terperiode. Sinds een tijdje is er ook het meldpunt voor fietspaden. Daar springen de dagelijkse fietsers op die een scheef bordje melden of een los-liggende steen. Die mensen moet je duidelijk maken dat ze wat geduld moeten hebben. Dat we niet overal tegelijkertijd kunnen zijn.

En misschien klagen de mensen over een fietspad dat eigenlijk onder de bevoegdheid van de stad Antwerpen valt.Klopt, veel mensen weten dat niet. Ze wonen langs een weg of aan een of andere laan. Maar voor hen zijn dat allemaal wegen. Daarom krijgen we ook klachten binnen die niet voor ons bestemd zijn. Maar die sturen we ze-ker door naar de betrokken gemeen-te, wees gerust.

Antwerpenaars staan bekend als klagers. Valt dat op?Weet je wat ik vooral merk? Stel: er is

0

0

0

0

Wie een keer te veel over een put in de weg is gereden, mag bij het Agentschap Wegen en Verkeer altijd een klacht indienen. Klachten over de provincie Antwerpen komen terecht bij Rudy Van Aelbroeck.

Binnenstebuiten In onze reeks Binnenstebuiten stellen we elke maand een overheidsdienst aan u voor. We praten met de mensen die er werken en met de mensen die gebruikmaken van de diensten. Deze week is het de beurt aan het Agentschap Wegen en Verkeer.

“We moeten de mensen vooral duidelijk maken dat ze wat geduld moeten hebben. We kunnen niet overal tegelijk zijn.”Rudy Van aelbRoeck

een probleem in een bepaalde straat. Iemand van huisnummer 2 dient een klacht in. Kort daarna klaagt de hele straat. Je merkt dat er in die straat eerst overleg is geweest tussen de bewo-ners, maar toch wil iedereen zijn ei-gen klacht indienen. Dat brengt bij-komend werk voor ons mee. Want wij moeten elke klacht beantwoorden. Of het nu om dezelfde klacht gaat als die van een buurman, of niet. Wat de mensen ook nog doen, is blij-ven doorbomen over een onoplos-

baar of al opgelost probleem. Pas op, erge gevallen die de verkeersveilig-heid in het gedrang brengen, herstel-len we onmiddellijk. Maar ‘à la mi-nute’ kan je een put in de weg niet wegwerken.

Maar jullie nemen elke klacht wel serieus?Natuurlijk, dat moet. Ik hamer er al-tijd op dat je de mensen in een ver-staanbare taal moet antwoorden. Niemand begrijpt de technische taal van ingenieurs.

0

Stelt u soms vast dat klachten van dezelfde mensen komen?Dat is al meermaals gebeurd. Die mensen gaan blijkbaar de provincie rond om tekortkomingen te noteren. Het is typisch dat het vaak dezelfde mensen zijn. Pas op, ik zeg niet dat die klachten onterecht zijn. We gaan na wat er mankeert en beantwoor-den ook die meldingen.

[email protected] www.meldpuntfietspaden.be,

www.meldpuntwegen.be

0

i

Page 9: GVA - 04 - Wegen en verkeer

donderdag 28 mei 2009 .53

mee vorm geven aan het beleid. Het is onderverdeeld in drie centrale afdelingen (Planning en Coördinatie, Verkeerskunde, Wegenbouwkunde) en zeven territoriale afdelingen (Antwerpen, Limburg, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Elektriciteit en Mechanica Antwerpen en Gent).

“Er moeten echt wel zo veel verkeersborden staan”

Sara De Preter weet elk verkeersbord exact staan. “Ik moet de richtlijnen volgen. Het verkeersreglement is nu eenmaal strikt.” Foto Ludo Marien

Wie elke dag over de Vlaamse wegen rijdt, heeft tijdens een verveelmoment vast ooit de verkeersborden geteld. Soms zijn dat er nogal wat. En waar komen ze allemaal vandaan? Het antwoord moet je bij het Agentschap Wegen en Verkeer zoeken, meer bepaald bij Sara De Preter.

ken waarin ik eventueel iets kan opzoe-ken. Ik heb hier wel gesolliciteerd voor de job van signalisatietekenaar, maar eigenlijk ben ik van opleiding tuinar-chitect. (lacht) Al vond ik verkeer wel interessant. Van landschapsarchitec-tuur stromen vele mensen sowieso ver-der richting verkeerskunde. Want dit is niet louter een bureaujob, je mag ook het terrein op. Dat vind ik wel interes-sant. Zo ben ik pas in Planckendael ge-weest, waar nieuwe borden zijn geko-men voor de parkeerbewegwijzering.

Lijdt u dan niet aan beroeps-misvorming? Als u rondrijdt, kijkt u toch voortdurend of alle borden wel op hun plaats staan? Of niet? Ja, ik woon zelf niet in de provincie Ant-werpen. Dat betekent dat ik commen-taar zit te leveren op het werk van mijn collega’s. (lacht) Zeker wanneer ik in een zone 30 een bord zie staan dat 50 per uur aanduidt. Dus hier en daar staat blijkbaar toch een bord te veel.

In Antwerpen is een straatar-tiest actief die wegwijzers maakt die de richting Ware Liefde aan-duiden. Waarom mag zoiets niet blijven hangen?Dat is een ludieke actie. Ik begrijp wel dat mensen het jammer vinden dat die borden dan weg moeten. Maar meest-al moeten wij reclameborden voor af-slankingscentra en dergelijke wegha-len. Dat soort borden mag er gewoon niet staan.

Bent u soms zelf creatief? Nee, ik moet meestal de richtlijnen vol-gen. En het verkeersreglement is nu

0

0

0

eenmaal meestal strikt.

Wat zijn de huidige uitdagin-gen dan?Het bewegwijzeringsplan voor Rijke-vorsel komt straks in uitvoering. Ook op de E19 tussen Antwerpen en Mechelen gaan we een grote schoonmaak doen. Welke borden kunnen weg? Waar moe-ten er bijkomen? We hopen op die ma-nier de situatie duidelijker te maken voor de automobilisten. Het plaatsen van borden om calamiteitsroutes op de autosnelwegen aan te duiden, staat nog op de planning. Een calamiteitsroute is een route die normaal is afgesloten voor het verkeer, maar wordt opengesteld bij een ongeval of een ramp. Daar zijn we telkens toch een aantal weken mee be-zig. Ik ben met het ontwerp op zich al heel blij. Maar daarna volgt er nog veel werk. Zo neemt de bestelling aardig wat tijd in beslag. Aan een nieuw pro-ject werken vind ik wel veel leuker dan iets te moeten afbreken.

Intussen weten we nog altijd niet wie die borden nu eigenlijk ontwerpt. Neem zoiets nieuws als Kiss and Ride.Dat komt van de afdeling Verkeers-kunde. Die vindt meestal de nieuwe borden uit, zoals de recente inhaaltoe-lating voor vrachtwagens. Of neem de situatie aan de stopplaatsen langs de snelwegen. Die parkings hebben ster-ren meegekregen, waarvoor ook bor-den zijn gemaakt.

Wat denkt u van een nieuw bord: ‘Verboden op de midden-strook te rijden’?Stel gerust voor. (lacht)

0

0

0

Uw jobomschrijving vermeldt het ontwerp van signalisatie-plannen. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?Als er een nieuw project komt, zoals een nieuwe rotonde of een nieuwe weg, dan teken ik daarvoor de signa-lisatie uit. Ik teken dus op een plan de verkeersborden die er moeten staan. Dat kan gaan om een oversteekplaats voor fietsers of om snelheden die vol-gens het verkeersreglement zijn vast-gelegd. Daar horen ook de wegwij-zers bij. Er bestaan ook richtlijnen voor qua grootte en wat er precies mag op-staan.

Zoals?In Heist-op-den-Berg mag bijvoor-beeld geen wegwijzer richting Neer-pelt staan. Omdat die gemeenten te ver uit elkaar liggen. De naburige ge-meenten en de eerstvolgende grote gemeente aanduiden, dat mag wel. Want sommige gemeenten willen het liefst zoveel mogelijk wegwijzers plaatsen. Daarom moet elke gemeen-te eerst zelf een bewegwijzeringsplan voorleggen. Nadat we alles hebben na-gekeken en uitgetekend, volgt er een overleg met de betrokken gemeen-te om na te gaan of we niets over het hoofd hebben gezien. Als het wordt goedgekeurd, volgt een bestelling, waarna een aannemer voor het plaatsen van de wegwijzers zorgt. Op het vlak van signalisatie is Turnhout onlangs nog globaal aangepakt, straks volgt Rijkevorsel. Daarnaast zijn in de vijf Antwerpse districten onze wegen-toezichters actief. Zij melden noodza-kelijke herstellingen.

Heel wat chauffeurs vinden dat er op sommige wegen veel te veel verkeersborden staan.Het probleem is dat er heel veel bor-den móéten staan. Bjina bij elk straat-je moet een herhaling volgen van de voorrangsregel of de snelheidsbeper-king. Je kan proberen om zo weinig mogelijk borden te laten installeren, meestal lukt het niet. Alles moet ge-woon wettelijk in orde zijn. We pro-beren wel zoveel mogelijk borden op één plaats te krijgen. Maar op sommi-ge plaatsen gaat ook dat niet.

Moet je voor deze job geen echte verkeersexpert zijn?Daar groei je in. Een bord dat zegt dat je 70 per uur mag rijden, noem ik nu een C43. En er zijn genoeg naslagwer-

0

0

0

0

“We proberen altijd zo weinig borden te plaatsen, maar dat lukt soms gewoon niet.”Sara De Preter

Waar wil het Agentschap Wegen en Verkeer staan in 2020? Administrateur-gene-raal Chris Caestecker:

“We willen zoveel moge-lijk ‘missing links’ wegwerken, zoals de noord-zuidverbin-ding in de Kempen.”

”Meer dynamische ver-keersborden, ook in Gent en Brussel.”

“Onze wegen moeten comfortabel en veilig zijn. Ver-keersinfrastructuur is het vi-sitekaartje van een land. Dat zal nog aan belang winnen als Vlaanderen zijn rol als logis-tieke knoop uitbouwt.”

“Uiteraard hebben we ook aandacht voor voetgangers en fietsers, en voor de door-stroom naar het openbaar ver-voer.”

“En misschien nog het be-langrijkst: verkeersveilig-heid!”

En in 2020?

Page 10: GVA - 04 - Wegen en verkeer

52. vrijdag 29 mei 2009

LF6

LF51

LF5

LF1

LF2LF

35

LF7

LF38

LF30

LF9

Gent

Ieper

Brugge

Leuven

Hasselt

Brussel

Oostende

Kortrijk

Tongeren

Turnhout

Mechelen

Antwerpen

Oudenaarde

Geraardsbergen

Vlaanderen Fietsroute 50 Km

Veilig op de fiets door Vlaanderen

Toerisme 0 Vlaanderen verwent zijn fietsers met lange routes en aangepaste hotels

Toerisme Vlaanderen is veel meer dan ‘Vlaanderen Vakantieland’. De dienst (met hoofdkantoor in Brussel) promoot ook de toeristische troeven van Vlaanderen in het buitenland via dertien bureaus die wereldwijd verspreid zijn: van Den Haag over New York tot Peking. In Vlaanderen ondersteunt het agentschap de hele toeristische sector met raad en daad, én met geld: het doet onderzoek naar

Oorspronkelijk waren de LF-routes een initiatief van Grote Rou-tepaden, een vzw die sinds de ja-ren ‘70 wandelpaden voor ferven-te internationale wandelaars uit-stippelt. Sinds een tiental jaren ontwik-kelt de vzw Grote Routepaden ook voor fanatieke fietsers een concept van blauwgeel geschilder-de langeafstandsroutes. “Toeris-me Vlaanderen ondersteunt een aantal van deze LF-routes”, zegt Dries Verclyte. “Wij zorgen voor de bewegwijzering met bordjes op deze routes. Dit is immers een grote kost die een vzw niet alleen kan dragen.”

GevierendeeldDe 800 kilometer lange Vlaande-ren Fietsroute is vandaag letterlijk gevierendeeld in vier verschillen-de LF-routes. “Het zijn de auto-snelwegen voor de fietsers”, zegt Dries Verclyte. “Perfect uitgestip-peld voor wie langs mooie en fiets-vriendelijke wegen van de ene be-stemming naar de andere wil fiet-sen. De paden worden meestal gebruikt door fietsers die meer-daagse fietstochten maken en ge-middeld 80 tot 100 kilometer per

0

dag afleggen. Het zijn de fietspaden voor de ‘zwervers’ op zwaarbepak-te trekkersfietsen.”

NoordzeerouteNet zoals een netwerk van autosnel-wegen zijn de LF-routes gekoppeld aan buitenlandse routes. “Onze rou-tes sluiten aan op het Nederlandse LF-netwerk en internationaal op het EuroVelonetwerk”, zegt Dries Ver-clyte. “Zo sluit de LF1, of de Noord-zeeroute, aan op de Norht Sea Cy-cle Route, die zeven landen rond de Noordzee aandoet.” Toerisme Vlaanderen heeft een sa-menwerkingsovereenkomst geslo-ten met de vzw Grote Routepaden en betoelaagt 1 voltijdse LF-coör-dinator. “Maar het merendeel van het veldwerk wordt nog steeds ver-

Toerisme Vlaanderen vernieuwt en verfrist momenteel zijn eigen fietspadenproduct: de LF-routes of landelijke fietsroutes. “De Vlaamse fietspaden - samen 1.550 kilometer lang - werden volledig nagezien op aantrekkelijkheid en veiligheid en zijn nu afgestemd op de provinciale fietsnetwerken. Tegen de zomer is de Vlaanderen Fietsroute volledig vernieuwd”, zegt Dries Verclyte, coördinator van de LF-routes.

Binnenstebuiten In onze rubriek Binnenstebuiten stellen we elke maand een overheidsdienst aan u voor. Vandaag is dat Toerisme Vlaanderen.

www.vlaanderen-vakantieland.bei

richt door een veertigtal vrijwilli-gers”, zegt Dries Verclyte. “Zij zijn onze oren en ogen, stellen de routes op en doen voorstellen voor trajec-ten in hun streek. Ze fietsen ook een aantal keren per jaar een stuk van het traject af om borden recht te hangen of problemen te melden.”

Nieuwe padenTwee jaar geleden begon Toerisme Vlaanderen met een grondige ver-nieuwingsoperatie van de LF-rou-tes. “Aan onze vrijwilligers hebben we gevraagd om ze te verbeteren

met nieuwe aantrekkelijke fietsrou-tes,” legt Dries Verclyte uit. “Elk jaar komen er in Vlaanderen wel ettelij-ke kilometers nieuwe paden bij. Al-tijd gaan we op zoek naar de mooi-ste wegen en landschappen en naar de meest veilige paden.”

In juni verschijnt een nieuwe ‘Topo-gids Vlaanderen Fietsroute’ waarin alle LF-routes opnieuw worden be-schreven en gesitueerd op een topo-grafische kaart, aangevuld met alle praktische informatie, zoals de over-nachtingsmogelijkheden en de tra-jecten.Stijn janSSen

www.vlaanderen-vakantieland.be/fietsen en www.groteroutepaden.be i

“Elk jaar komen er in Vlaanderen ettelijke kilometers fietsroutes bij.”DrieS Verclyte

Genieten op 2 wielen

van de toeristen in de Ant-werpse Kempen gebruikt de eigen fiets. 33% huurt een rij-wiel. Dat blijkt uit een onder-zoek van 2005.

67%

van de fietsers uit datzelf-de onderzoek volgde een be-wegwijzerde fietsroute, 47% koos specifieke knooppunten. 30% combineerde beide.

17%

Toerisme Vlaanderen heeft de voorbije jaren een enorme inspanning geleverd om het fietsen in Vlaanderen tot een van de meest aangename vrije-tijdsbestedingen te maken.

Toerisme Vlaanderen heeft de ontwikkeling en bewegwij-zering van kwalitatieve fiets-routes en het fietsknooppunt-netwerk gesubsidieerd. Daar-voor zijn richtlijnen en crite-ria opgesteld, onder meer voor uniforme borden.

Vooral de zeer populaire fietsknooppunten worden als het achtste wereldwonder be-stempeld. Aan de hand van de knooppunten stippel je zelf je fietsroute uit. Het fietsknoop-puntennetwerk van de provin-cie Antwerpen is 2.750 kilome-ter lang en in twee richtingen bewegwijzerd.

Trekkers kunnen Vlaande-ren via de LF-routes (landelijke fietsroutes) in een paar dagen doorkruisen en verder doorste-ken naar de buurlanden. De LF-routes zijn in totaal 1.544 kilo-meter lang en bewegwijzerd in beide richtingen. De Vlaan-deren Fietsroute, een lus van niet minder dan 800 kilometer fietspaden, spreekt allicht het meest tot de verbeelding.

Via de lusvormige thema-routes fietst de meerwaarde-zoeker langs opmerkelijke his-torische of culturele plaatsen. Deze zijn in de provincie Ant-werpen goed voor ruim 2.300 kilometer.

Vlaanderen Fietsroute

Duidelijk bewegwijzerde routes zijn een pluspunt. foto Bert de deken

Page 11: GVA - 04 - Wegen en verkeer

vrijdag 29 mei 2009 .53

vrijetijdstrends en ontwikkelt nieuwigheden zoals fietstoerisme en fiets-gps. Toerisme Vlaanderen waakt ook over de kwaliteit van logementen, leidt gidsen en reisleiders op, moedigt duurzaam toerisme aan en probeert dat ook binnen het bereik van jongeren, kansarmen en personen met een handicap te brengen.

“Vlaanderen is een prachtig fietsland”

Wendy Dierckx voor hotel Noah in Kasterlee: “Veel van onze zakenklanten komen later terug voor een fietsweekend met de hele familie.” Foto bert de deken

Vlaanderen telt vandaag al 330 ‘Fietsvriendelijke Logies’, herkenbaar aan het groene label uitgereikt door Toerisme Vlaanderen. “In een fietsvriendelijk logies zijn fietsers hartelijk welkom, ook als ze met vuile schoenen de hotellobby betreden”, zegt Bernadette Baele, productontwikkelaarster van Toerisme Vlaanderen.

pings of centra voor toerisme die de fiet-sers extra verwennen. Wie wil uitpak-ken met het label ‘Fietsvriendelijk lo-gies’, moet wel voldoen aan een aan-tal criteria. “Een fietsvriendelijk logies moet in de eerste plaats fietsminded zijn”, zegt Ber-nadette Baele. “Belangrijk is ook dat het verblijf op maximum vijf kilometer van een erkende fietsroute ligt. Daarnaast zijn er nog tal van criteria: er moet een overdekte en afgesloten fietsenstalling aanwezig zijn, er moeten fietskaarten verkocht worden of beschikbaar zijn, er moet de mogelijkheid zijn om kledij te drogen, en zo meer.”In ruil voor deze inspanningen onder-steunt Toerisme Vlaanderen de erken-de logies met promotiecampagnes en speciale arrangementen.

De nieuwste snufjesToerisme Vlaanderen stimuleert de ontwikkeling van nieuwe ideeën en technologieën waardoor ook tweewie-lers de 21ste eeuw kunnen binnenfiet-sen. Een aantal snufjes:

Fietsen op het internet•De fietswebsite van Toerisme Vlaande-ren www.vlaanderen-vakantieland.be/fietsen is volledig vernieuwd. Breng je het adres van een fietsvriendelijk logies in, dan wordt de locatie op een Google-

Toerisme Vlaanderen bekijkt het fietsen in een ruimer toeristisch landschap. “Wij proberen de men-sen ervan te overtuigen om niet al-leen te gaan fietsen, maar er met-een een reisje of een weekendje van te maken”, zegt Bernadette Baele. “Zo kan de hele toeristische sector zijn graantje meepikken. Fietsen is een belangrijke vorm van vrijetijds-besteding geworden. Vlaanderen is ook een mooi fietsland met veel vlak-ke stukken, maar ook aantrekkelijke Vlaamse heuvels. Het is een andere insteek om je eigen land te ontdek-ken. Je kan eens stoppen in een leuk restaurant of café.”

Speciaal labelSinds 2005 reikt Toerisme Vlaanderen een speciaal label uit voor hotels, cam-

0

Even buiten het centrum van Kasterlee ligt, verscholen ach-ter een haag van groen, het ho-tel Noah. Dit bijzonder stijlvolle logement is een van de erken-de ‘Fietsvriendelijke Logies’ in Vlaanderen.

Hotel Noah bezit het label ‘Fietsvrien-delijk Logies’ nog maar een halfjaar. “We waren voorbestemd om het la-bel te krijgen”, zegt hotelmanager Wendy Dierckx. “Ons hotel is omsin-geld door tientallen fietsroutes.” Om de commerciële weerslag van het label in te schatten, is het nog te

vroeg. Maar Wendy is ervan over-tuigd dat haar inspanningen zullen lonen. “Dankzij het label profiteren we van de enorme promotie die Toerisme Vlaanderen voert. Ik denk dat het een boost gaat geven zodra die op-gang is gekomen.”

Goed materiaalWat moet een hotel nu speciaal in huis halen om fietsers aan te trekken? “Het belangrijkste blijven de fietsen”, zegt hotelmanager Wendy Dierckx. “De fietsen die je verhuurt, moeten uitstekend zijn. Je kan het je niet ver-

oorloven om je gasten met goedkope fietsen op pad te sturen. Eersteklas-materiaal aangevuld met een goede fietskaart en een aangepast lunch-pakket. We steken er bijvoorbeeld geen flesjes wijn bij.”Schrikt een fietshotel andere niet-sportieve gasten niet af? Wendy Dierckx: “Nee, we merken dat veel van onze zakenmensen later voor een fietsweekend terugkomen met hun hele familie. Een fietser is ook niet zo veeleisend. Mensen komen om te fietsen. Je moet ze niet dood-slaan met nog 1001 andere verwen-nerijen.”

Manager hotel Noah: “Fietsers zijn niet veeleisend”

map geplaatst en krijg je meteen zicht op alle fietsmogelijkheden in de streek. Ook alle extra’s, zoals de fietsservices van het hotel, de adressen van fietsverhuurders of verkopers van fietskaarten, zitten op klikafstand. •Op de site van de provincie Antwer-pen is, met steun van Toerisme Vlaan-deren, een digitale routeplanner voor fietsers ontwikkeld. Een uiterst handig instrument dat perfect als reisplanner kan gebruikt worden. Wil je van Kaster-

lee naar Turnhout fietsen, dan wordt de route uitgestippeld met de nummers van de knooppunten. Je kan de route ook downloaden en op je gps zetten. In de toekomst wordt het zelfs mogelijk om je eigen themafietspad uit te stippelen.

Gps-arrangementToerisme Vlaanderen biedt in de West-hoek een gps-arrangement aan. Je huurt een fiets met een gps-systeem en

volgt een voorgeprogrammeerde rou-tebeschrijving met de keuze uit fiets-vriendelijke logies. Stijn janSSen

Wie surft naar de fietspagina van Toerisme Vlaanderen (www.vlaande-ren-vakantieland.be/fietsen) boort een enorm aanbod aan van fietsroutes, fietswebsites, fietsvriendelijke logies en zo meer.

i