Guidelines Aalst

30
Guidelines project Psychofysiologie.be Aalst 10 april 2008 Aalst 10 april 2008

Transcript of Guidelines Aalst

Page 1: Guidelines Aalst

Guidelines project

Psychofysiologie.be

Aalst 10 april 2008Aalst 10 april 2008

Page 2: Guidelines Aalst

Waar staan we ?

• START: 2008 concreet naar aanleiding van het initiatief van KCE (RIZIV) : “Evaluatie van de neurofysiologie in neuropsychiatrie”

• Bedoeling:– Meer wetenschappelijk verantwoorde

kwalitatief degelijk klinische neurofysiologie

“B S”

Bezuinigen & SnoeienBezuinigen & Snoeien– Preliminair (3 maart)- mei-sept-Nov

(eindrapport).

Page 3: Guidelines Aalst

AA- strategie

• Actief Aanwezig op het veld: profileren als zoveel mogelijk “incontournable” (certificatie- accreditatie)

• Bijwonen van de KCE-vergaderingen• Uitlijnen van reeds verricht werk:

psychofysiologie.be/ vergaderingen/ syllabus/ cursussen/ symposium sept 2008/ neuromeeting Beaune (ruimere klinische aanwezigheid gewenst)

• Actieve inbreng door eigen”guideline project”

Page 4: Guidelines Aalst

Uitgangspunten

• Inlassen van de klinische neurofysiologie in de Cognitieve Neuropsychiatrie

• Wat bestaat ? Wat “werkt” ? Wat is in evolutie (dynamiek !!! Zeer belangrijke opmerking van collegae Geert De Bruecker en Daniel Dumalin )

• Psychofysiologie.be probeert de verworvenheden van de (rijke en bloeiende) neurofysiologische research tot praktische tools te smeden voor de kliniek.

• Voordeel:– Verankering in de neurowetenschap (biologische psychiatrie)– “nadeel”: EBM methodologie

Page 5: Guidelines Aalst

in psychiatrie

• Niet “evident” (in tegenstelling met somatische geneeskunde) en weinig traditie.

• Nieuwe generatie biologische psychiaters gebruiken dit wel (beoordelen van klinische studies, testen etc..).

• Biologische psychiatrie is sterk verwant met neurologie en neurowetenschap zonder de rest te verwerpen (tenzij alterneutisch gedoe)

Page 6: Guidelines Aalst

Hoe brengen we dit allemaal samen ?

Page 7: Guidelines Aalst

Een “sluitend” geheel ?

Editoriaal

Omvattende “mantel” van Cognitieve Neuropsychiatrie

P300

P50

RIZIV

Page 8: Guidelines Aalst

Struktuur van Guidelines• ContainerContainer als een framework

– Editorial note “waarom we doen wat we doen” vanwege de psychofysiologie groep (onderschrijft wie dat wenst)

– Wat bestaat er reeds (historiek en inventaris van bestaande neurologische neurofysiologische en psychofysiologische guidelines)

– Wat maakt ERP verschillend van EP: eigenheden van de ERP- dynamiek- toekomst is bezig (loreta, qEEG….) verschijnt volgende maand in “Neuron”

– Wat is cognitieve neuropsychiatrie ? Verankering !– Guidelines: zo specifiek mogelijk naar psychiatrie toe

• Algemeen: orientatie naar verbetering van kwaliteit– Omgeving: de onderzoeksruimte- de electrische apparatuur– Patient brochure (goede voorbereiding van de patient is half de kwaliteit)

• Specifiek– Methodologie: EBM: de ankerketting– Technieken (P300, CNV, P50, LDAEP etc….)

» Uitgebreid» Beknopt (cfr formulier van Geert)» Powerpoint

Page 9: Guidelines Aalst

Deathlines ?

• Wat met Symposium Congres ggz sept 2008

• Voor het eindrapport FKC• Maar ook een dynamisch

document dat voortdurend zal groeien (website)

Page 10: Guidelines Aalst

EBM ankerketting

• 4 stappenplan Nash Boutros– Illustratie en applicatie (ADHD en theta

qEEG) in J. Neuropsychiatry and Clin Neurosciences 17:455-464 Nov 2005

– Methodiek overzicht in “Clinical EEG and Neuroscience” -april 2007 (pp 62-65)

– Gebaseerd op criteria van Sackett– Eenvoudige maar zeer praktische

guideline in 4 essentiele stappen

Page 11: Guidelines Aalst

Stap 1• Men stelt een neurofysiologische afwijking vast van een

bepaalde parameter bij een bepaalde aandoening (vb lage CNV bij ethylisme)

• Men kijkt in kleine pilootstudies of dat effect (tov matched controls) reproduceerbaar is.

• Men (liefst ook andere centra-groepen) trachten te reproduceren : test-hertest robuustheid (belang van standaard stimulatie en analyse protocols)

• Om vergelijkende studies mogelijk te maken is standaardisatie van protocols essentieel (vergelijkbaar met Jaspers 10-20)

• Belang van psychofysiologie.be groep en guideline project

Page 12: Guidelines Aalst

Stap 2

• De test wordt gedaan in psychiatrische groepen die in dezelfde differentiaal diagnostische lijst voorkomen:

• Een test die afwijkt bij dementie vs schizofrenie bij jonge volwassenen is wetenschappelijk misschien erg interessant maar klinisch niet: helpt niet om post probabiliteit te verhogen.

• Een test die eerste opstoot van schizofrenie kan differentieren van drugpsychose is dat wel !

Page 13: Guidelines Aalst

• Interessante testen groeien door naar stap 3 en hier wordt gewerkt met grotere sample space (n>50) en bepaalt men de EBM/epidemiologische karakteristieken van de test: sensitiviteit, specificiteit, predictieve waarde, ORC curves, effect size

Stap 3

Page 14: Guidelines Aalst

• Grote multicentrische studies (belang van psychofysiologie.be platform)

• Standaardisatie van de klinische test

Stap 4

Page 15: Guidelines Aalst

Overzicht: 4 stappenplan van Boutros

Stap Ontwerp Doel Gewenst resultaat

1 Target pathol vs control A: aantonen van en significante afwijking in target groep

B: demonstratie van test-hertest consistentie

Evidentie bieden van een consistente afwijking in target groep vb lage MMN bij schizofrenie

2 Target vs aangewezen patient control groepen

Aantonen van significante differentiele prevalentie in aanleunende klinische entiteiten

Demonstratie van een potentieel klinisch nut:

3 Target vs aangepaste controle groepen

Bepalen van de EBM karakteristieken (EBM profiel) van de test: ORC curven

Bepalen van klinisch nut

4 Id als 3 maar groot multicenter design

Standaardisatie van klinisch gebruik

Guidelines voor klinisch gebruik

Page 16: Guidelines Aalst

Nut van 4 stappenplan ?

• Laat omgekeerde weg toe:

• Evaluatie van bestaande literatuur

• Gaat het om research of klinisch artikel ?

• Is het een review of een klinische trial ?– De review heeft vaak reeds

een deel van het EBM veld werk voor U gedaan !

– Zo klinische trial: inventarieer naar type en bepaal (zelf) de EBM waarde ervan

Page 17: Guidelines Aalst

Statistics are fun !

Page 18: Guidelines Aalst

Effect size

• Verschil tussen statistische significantie en effect size is essentieel ! (cfr lessen van geert db !)

• Statistische significantie (p<0.05) leert enkel of iets aanwezig is meer dan enkel door toeval kan verklaard worden;

• Effect size leert hoe belangrijk dat is !!• Vb lotto deelname: invullen van formulier maakt

de kans op winst statistisch significant (effect size is evenwel zeer laag)

Page 19: Guidelines Aalst

Een voorbeeld

• 22.000 artsen participeren in een 5 Y studie ter preventie van coronaire aandoeningen door behandeling met aspirine (RCT: dubbel blind opzet)

• Bij evaluatie blijkt 1.7% in de placebo control groep een infarct gedaan te hebben tov van 0.9% in behandelingsgroep

• Dat is statistisch bijzonder significant• Gaan we nu massaal aspirine slikken ?

Page 20: Guidelines Aalst

Kijk naar effect size (cohen d)

• Effect size is d: 0.06• Dit is zeer klein !!• Maw door aspirine te nemen verkleint Uw

kans op infarct van “zeer zeer klein” (meer dan 98% met of zonder aspirine doet geen infarct) naar “zeer zeer zeer klein”.

• Stel vast: hoe kleiner het verwachte effect size des te groter de sample space (aantal subjecten:=n) moet zijn.

Page 21: Guidelines Aalst

Hoe zelf effect size berekenen

• Meestal studies van twee groepen• Bepaal de “student t” waarde (verschil van

hun gemiddelde) en “normaliseer” (deel door) tov hun “gepoolde standaard deviaties” (vierkantswortel van som der kwadraten / 2)

• d:= t * √(sd12 + sd22) / 2• Er zijn correctieformules als de

varianties verschillen• PS er zijn diverse andere formules en

handige calculators op internet te vinden

Page 22: Guidelines Aalst

Betekenis van “d”

Page 23: Guidelines Aalst

Studie van MisMatchNegativity

• 1180 artikels via pubmed, Medline…

• Evaluatie (“hoe zit het nu met”) MMN bij:– Schizofrenie– Depressie– Dyslexie– ADHD– Druggebruik-addictie– Alcolisme– Dementie– Etc…

Page 24: Guidelines Aalst

MMN en Alcoholisme• Na selectie van research vs klinische artikels blijven er 24

over:• Revieuw: 5:

– zeer nuttig voor snel overzicht van de problematiek

• Research: (dierproeven- menselijke vrijwilligers):3 – Inzicht in neurotransmitter-receptor medicatie invloeden

• Type 1: is er een consistent effect – te reproduceren?: 9– veel kleinere pilootstudies- disparaatheid van paradigmata maken

vergelijking moeilijk)

• Type 2: differentieel diagnostische specificiteit : 5 – (vb chronisch actieve vs abstinente alcoholisten)

• Type 3: EBM parameters in grotere controlegroepen: 2– onderzoek naar mmn als vulnerabiliteitsfactor voor alcoholisme

• Type 4: multicenter studies en standaardisatie: 0– Grote lacune ! Noodzaak tot verder werk op dat vlak.

Page 25: Guidelines Aalst

BESLUITEN• Bij accuut alcoholgebruik daalt de amplitudo van

de MMN en stijgt zijn latentie (ook het geval voor N1, P3a en N2b maar via andere neurotransmitter receptor systemen) maar enkel voor de frontale component.

• Chronisch ethylisme – abstinent: geen verschil met controle (normale)

groep– Actief: geen verschil tenzij na leeftijd van 40 j

(ageing effect- niet op de generatie van de MMN maar op de lengte van het echografisch geheugenspan zichtbaar door ISI te vergroten tot 5 sec).

• Vulnerabiliteitsfactor: neen !• State factor ? 1 studie ziet verhoogd MMN als

oorzaak voor afleidbaarheid maar de meeste zien dat eerder in de bewuste aandacht (N2b-P3a)

Page 26: Guidelines Aalst

MMN en alcoholisme

• Beperkte waarde tenzij als negatieve bevinding:– Bij afwijkende waarde van MMN in patienten

met ethylisme als comorbiditeit (vb bipolaire beelden of schizofrenie) is de afwijking (buiten acute intox fase) nietniet te wijten aan het alcoholisme !

Page 27: Guidelines Aalst

Werk aan de winkel

• Literatuur studie volgens 4 stappen

Test Publicaties Wie Resultaat Finalisatie

LDAEP 161

CNV 1909

MMN

P300

Antisaccade

1120

884

338

GO

P50 338

Page 28: Guidelines Aalst

Snel of traag ?• “Speedboat” : via bestaande reviews

snel speuren naar EBM profiel, effect size , aanbevelingen van stimulatieparameters en onderzoeks protocols etc..

• “Overzetboot” traag maar grondig: via 4 stappentest en eigen effect size berekeningen– Voordeel van de trage weg: we zien veel

beter de bestaande lacunes sterkten en zwakten (soms beter dan auteurs zelf die vaak enkel p waarden vermelden)

– Grote open deur voor echt nuttige kennisbasis voor (MC) studies en publicaties door onze groep.

– Belangrijk als plan voor certificatie- accreditatie

Page 29: Guidelines Aalst

Tools voor de groep

• Calculatie “d” spreadsheet (exell)

• Handleiding Effect size

• Powerpoint

• Nash Boutros artikels

• ....

Noteer alvast in uw agenda: vrijdag 30 mei ASA Dag Gent

Page 30: Guidelines Aalst

tettitdattutes