Het achtkant Meer Leven In Groninger Molens Een project van het Groninger Molenhuis.
Groninger Kerken april 2013
-
Upload
groningerkerken -
Category
Documents
-
view
269 -
download
2
description
Transcript of Groninger Kerken april 2013
T h e m a n u m m e r F a r m s u mT h e m a n u m m e r F a r m s u m
ST
IC
HT
IN
G
OU
DE
GR
ON
IN
GE
R
KE
RK
EN
G r o n i n g e r K e r k e na p r i l 2 0 1 3
Justin E.A. Kroesen
In Memoriam Regnerus Steensma (1937-2012) 33
Justin E.A. Kroesen
De middeleeuwse kerk van Farmsum. Eerste hallenkerk van de Ommelanden? 35De voorganger van de huidige kerk van Farmsum behoorde tot de mo-
numentaalste middeleeuwse kerkgebouwen van de Ommelanden. Dit
artikel biedt een nieuwe visie op de bouwgeschiedenis.
Ko Lenting
De vondsten in Farmsum 40In 2012 was de negentiende-eeuwse kerk van Farmsum toe aan een
opknapbeurt. Bij de planning van de werkzaamheden ging men ervan
uit dat er niet gegraven zou worden. Dit liep toch anders …
Redmer Alma
Drie zerken van de familie Ripperda 44De in Farmsum aan de vergetelheid onttrokken vijftiende-eeuwse graf-
stenen zijn van groot belang voor onze kennis over heraldische beeld-
programma’s op Groninger zerken.
De Stichting 45Interview · Nieuws · De kerk als podium · Excursies · Winkel · Media-
theek · Werk in uitvoering
Egge Knol
Coert Knol en de jongere zerken in Farmsum 56Zerken uit de zeventiende en achttiende eeuw bevatten informatie die
vaak nergens anders vindbaar is.
Govert Grosfeld
Op Hoogte Gedacht 60Bij een kunstwerk van Meschac Gaba in Wierhuizen
inhoud 30 / 4 – april 2013
Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969
Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985
Beschermheer
Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van
de Koningin in de provincie Groningen
Bestuur en directie
G.H. van den Bremen, voorzitter
C. Kool, secretaris
J. Wolters, penningmeester
E.A.M. Bulder
J.A. de Vries
M. van Zanten
P.G.J. Breukink, directeur
Adres
Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
telefoon (050) 312 35 69
telefax (050) 314 25 84
e-mail [email protected]
www.groningerkerken.nl
abn amro 48 61 14 333
Redactieadres
Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
e-mail [email protected]
Redactie Groninger Kerken
Dr. J.E.A. Kroesen, voorzitter
Drs. M. Hillenga, secretaris
Drs. R.H. Alma
E. Hofman MA
J.F. Oldenhuis
Dr. C.P.J. van der Ploeg
Katern ‘De Stichting’
Martin Hillenga
Donateurschap
Minimaal ¤ 17,50 per jaar
Tijdschrift ¤ 15,- per jaar
Advertenties
Informatie en tarieven worden verstrekt
door Stichting Oude Groninger Kerken
telefoon (050) 312 35 69
contact Gerda Lüürssen,
e-mail: [email protected]
Drukwerk en verzending
Zalsman Groningen, Groningen
Opmaak en productie
Ekkers & Paauw, Groningen
Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich ting Oude Gronin ger
Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Abonnement, alleen voor dona-
teurs van de Stichting Oude Gronin ger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieu we donateurs
ont vangen Gro nin ger Kerken het eerste jaar gratis. issn 0169 - 3719
Omslag: De kerk van Farmsum, kort na de bouw van de nieuwe toren in 1857. Waarschijnlijk
de oudste foto van een kerk in de provincie. Collectie RHC Groninger Archieven (818-3585),
kleurbewerking Meindert Spek.
De artikelen in deze aflevering van Groninger Kerken zijn de neerslag van een symposium dat mede mogelijk is gemaakt door Memento Mori, Kaderproject Netwerk (Interreg IVA programma) van de EDR (Eems Dollard Regio): www.memento-mori.nu
33
Op 13 december 2012 overleed dr. Regnerus
Steensma op 75-jarige leeftijd in zijn woonplaats
Buitenpost. Zijn plotselinge heengaan was een
grote schok voor de Stichting en in het bijzonder
voor de redactie van dit tijdschrift, waarvan hij
vanaf het begin voorzitter was. Hij zal zeer
gemist worden als acquisiteur, procesbewaker,
aanjager, redacteur, auteur en – niet in de laatste
plaats – als kerkfotograaf.
Voor het jubileumboek Ooit gebouwd… voor altijd uit 2009
beschreef Regnerus hoe hij in 1969 één van de drie oprich
ters was van de Stichting Oude Groninger Kerken. De foto bij
de titel toont een jonge Regnerus, net 32 jaar oud, die aan
wijzingen geeft aan de cameraploeg van de NTS bij de opna
mes voor een journaalbericht over de oprichting (zie de foto
op p. 34). We zien Regnerus vanuit de verte en van opzij,
maar hij is onmiddellijk herkenbaar aan zijn rijzige gestalte.
Hij leunt voorover op zijn tenen en heeft zijn grote handen
ferm in de jaszakken gestoken. Zijn hele lichaamshouding
straalt uit dat hij staat te popelen om werk te maken van het
redden van de oude Groninger kerken. Met vastberaden blik
kijkt hij over de velden naar de vervallen kerk van Leegkerk,
waar op dat moment nog tientallen duiven rondvliegen.
Sinds de oprichting in 1969 is Regnerus zich op vele ma
nieren voor de Stichting blijven inzetten. Tussen 1969 en
1982 was hij secretaris in het dagelijks bestuur, en tot 2000
bleef hij lid van het algemeen bestuur. Vervolgens was hij tot
1 juni 2008 voorzitter van de Raad van Toezicht, en daarna lid
tot 1 juni 2011. Vanaf de laatste datum tot aan zijn dood was
hij lid van de Raad van Advies. Naast zijn bestuurswerk heeft
Regnerus zich vanaf het begin ingezet als voorzitter van de
redactie van het tijdschrift, dat eerst losbladig en later in de
vorm van katernen verscheen als Publicaties Stichting Oude
Groninger Kerken, en nu alweer dertig jaar als het tijdschrift
Groninger kerken. Voor zijn grote en veelzijdige verdienste
ontving Regnerus in 1994 als eerste de tweejaarlijkse ere
penning van de Stichting uit handen van voorzitter Harry de
Olde.
Als voorzitter van de redactievergaderingen kenmerkte
Regnerus zich door een energieke doelgerichtheid. De klok
werd steeds nauwlettend in de gaten gehouden, zodat de bij
eenkomsten nooit uitliepen. De agenda werd vastgesteld, het
In memoriam dr. Regnerus Steensma (1937-2012)
Regnerus Steensma in zijn werkkamer in Buitenpost, december 2012.
Foto Erik Veenstra / De Streekkrant
34
bewust maakte van de bijzondere waarde van het religieuze
erfgoed in de noordelijke provincies en zo een belangrijke
aanzet gaf tot het succes van de Stichtingen Oude Groninger
Kerken en Alde Fryske Tsjerken (ook van die stichting was hij
medeoprichter, in 1970). In 1970 schreef hij het gidsje Langs
de oude Groninger kerken en in 1974 bestudeerde hij het ge
bruik van de hervormde kerken in Groningen. In het tijdschrift
Groninger kerken publiceerde Regnerus tientallen artikelen
over zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals kerkarchitec
tuur, kerkhoven, preekstoelen, herenbanken, koorhekken,
avondmaalsinrichtingen, tekstschilderingen en symboliek op
grafzerken. Zijn bijzondere aandacht hadden de overblijfse
len van het middeleeuwse kerkgebruik, waaronder muur en
gewelfschilderingen, sacramentsnissen, piscina’s, preek
stoelen, sporen van zijaltaren, orgels, doopvonten en pries
terzerken. Ook schreef hij artikelen over moderne kunst in
Groninger kerken en over de gebruiksmogelijkheden van vier
Groninger binnenstadskerken. Bij het afscheid van Harry de
Olde als voorzitter stelde hij als mederedacteur een bundel
samen over Kerkrestauraties in Groningen (2002) en in 2008
redigeerde hij samen met ondergetekende de jubileumbun
del De Groninger cultuurschat. Kerken van 1000 tot 1800.
De erfenis die Regnerus Steensma heeft nagelaten is groot
en veelzijdig. De Stichting Oude Groninger Kerken is hem
grote dankbaarheid verschuldigd voor alles wat hij heeft
betekend als ‘founding father’, als secretaris en bestuurslid,
als toezichthouder, adviseur, auteur, redacteur en fotograaf.
Naast al deze hoedanigheden zal hij vooral ook door zijn
markante, energieke en doelgerichte persoonlijkheid in de
redactie en daarbuiten node gemist worden.
Justin E.A. Kroesen
Groningen, februari 2013
laatste nummer besproken, de te beoordelen stukken door
alle leden becommentarieerd, afspraken gemaakt over de
terugkoppeling van het commentaar en een blik vooruit ge
worpen naar de komende nummers. Verreweg het meeste
werk verrichtte Regnerus echter buiten de vergaderingen om.
Steeds was hij op zoek naar nieuwe auteurs en geschikte
onderwerpen, en vooral in de laatste tien jaar was hij ook
overal in de provincie met zijn camera op pad om foto’s te
maken. Hij was trots op zijn verworven bekwaamheid op dit
terrein; steeds vaker noemde hij zich behalve onderzoeker
ook ‘kerkfotograaf’.
Regnerus Steensma werd in 1937 als boerenzoon geboren
in Tirns (bij Sneek). Een Fries in hart en nieren is hij altijd ge
bleven. Na zijn studie vanaf 1958 en promotie in 1970 keerde
hij terug naar ‘it heitelân’, waar hij met zijn vrouw Elly en zijn
twee zonen Romke en Hedzer in een monumentale voor
malige pastorie in Kollum ging wonen. Zo kwam de theoloog
die besloot geen predikant te willen worden toch nog in de
ambtswoning van een predikant terecht. Meer dan 35 jaar
was Regnerus verbonden aan de theologische faculteit van
de Rijksuniversiteit Groningen, eerst als promovendus en la
ter als universitair docent en hoofddocent, en daarnaast als
directeur van het Instituut voor Liturgiewetenschap. Hij ver
diende zijn sporen als wetenschapper – op zijn naam staan
meer dan 180 publicaties! – maar sloot zich nooit op in een
ivoren toren. Steeds hield hij oog voor maatschappelijke ont
wikkelingen binnen de kerk en op erfgoedgebied. De combi
natie van wetenschappelijke vakkennis en maatschappelijke
gerichtheid was een belangrijke aanleiding om hem in 2007
te benoemen tot Officier in de Orde van OranjeNassau.
Als auteur heeft Regnerus Steensma vele facetten van de
oude Groninger kerken belicht. Al in 1966 publiceerde hij het
boek Vroomheid in hout en steen, dat een groot publiek
Regnerus Steensma, Harmen Siezen en cameramensen van de NTS bij de kerk van Leegkerk, oktober 1969.
35
zal blijken dat de bouw van de kerk niet in twee duidelijk te
onderscheiden fases verliep, maar veeleer als een proces
van ongeveer een eeuw in verschillende, elkaar snel opeen
volgende stadia.
TranseptgevelDe kenmerken van de romanogotische kruiskerk zijn duide
lijk af te lezen aan de transeptegevel (afb. 2). We zien een
muurgeleding en een vensterpatroon dat correspondeert met
de latere fase van deze stijlperiode. Van de drie smalle hoge
vensters is de middelste het hoogst opgetrokken, wat de
aanwezigheid van koepelgewelven in het interieur verraadt.
De vensters worden omgeven door drie muurnissen van gelij
De belangrijkste afbeelding van de oude Farmsumer kerk is
een tekening van J. Berghuis uit 1854 (overgeleverd in de
vorm van een natekening door C.H. Peters). Deze toont de
kerk vanuit het noordoosten een paar jaar voor de bouw van
de huidige toren (afb. 1).1 Wat meteen in het oog springt, is de
sterk uit het lood staande torenspits. De scheefstand van de
Farmsumer toren was in Groningen spreekwoordelijk: ieder
een wist wat het betekende als iemand opmerkte dat iets ‘zo
schaif as toorn van Faarmsom‘ stond.2 Misschien wilde de
tekenaar deze karakteristieke situatie vastleggen voor die
voorgoed zou verdwijnen.
Wat Berghuis niet kon vermoeden is dat zijn tekening 150
jaar later zou gelden als de belangrijkste bron voor de bouw
geschiedenis van de middeleeuwse kerk. We zien een orga
nisch gegroeid gebouw met romanogotische en gotische ken
merken, bestaande uit een veelhoekig koor met een sacristie
in twee verdiepingen, en een opvallend breed schip. Dit schip
zet zich aan de westzijde versmald door in zijstukken naast
de ingebouwde toren, op de wijze van een gereduceerd west
werk.3 Wat ondanks de vele details niet te zien is, zijn de vele
tufstenen die volgens ooggetuigen nog aan de muren zicht
baar waren.
Volgens M.D. Ozinga, die in 1940 zijn standaardwerk over
de monumenten van OostGroningen publiceerde, was de
middeleeuwse kerk van Famsum een dertiendeeeuwse ro
manogotische bakstenen kruiskerk met rechtgesloten koor,
die in de laatgotiek werd uitgebreid met nieuw veelhoekig
koor en met zijbeuken langs het schip.4 Deze visie werd
gevolgd door Jenne Meinema, hoofdarchivist van het Rijks
archief Groningen, die in 1983 studie maakte van de geschie
denis van Farmsum en zijn kerk.5
De tekening van Berghuis geeft aanleiding om deze visie
op de bouwgeschiedenis te nuanceren en bij te stellen. Zo
Justin E.A. Kroesen
1 De middeleeuwse kerk van Farmsum getekend door J. Berghuis in 1854
(natekening door C.H. Peters). Collectie RHC Groninger Archieven, 1536-0167
1 Een oude foto van de kerk, gezien vanaf de zuidzijde, dateert van ca. 1860, kort na de bouw van de nieuwe toren (zie omslag).
2 Jenne Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum en zijn kerk (Appingedam 1983) (zonder paginanummering).
3 Doordat de tekening vooral de oostzijde laat zien, blijven verdere details van dit ‘westwerk’ ongewis.
4 M.D. Ozinga, De provincie Groningen, eerste stuk: Oost-Groningen [= De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst VI ] (’s-Gravenhage 1940) 60.
5 Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum, [10].
De middeleeuwse kerk van Farmsum Eerste hallenkerk van de Ommelanden?
Het centrum van Farmsum wordt tegenwoordig beheerst door een neoclassicistisch kerkgebouw uit
1869. Uit oude afbeeldingen blijkt dat zijn verdwenen voorganger behoorde tot de monumentaalste
middeleeuwse kerken van de Ommelanden. Dit artikel behelst een nieuwe bouwgeschiedenis van
deze oude kerk.
36
de benedenzone nog een omlopende wandarcade (afb. 3),
terwijl deze in Noordbroek (afb. 6) aan het koor ongedeco
reerd is. In Zeerijp is de benedenzone aan alle zijden van de
kerk ongeleed (afb. 4). De winst kwam hier ten goede aan de
omvang van de vensters in de bovenzone, die vooral in hoog
te zijn toegenomen, en in mindere mate ook in de breedte. De
vormgeving van de transeptgevel op Berghuis’ tekening van
de kerk van Farmsum houdt het midden tussen de drie ge
noemde kerken: anders dan in Zuidbroek en Noordbroek is
de wand onder de vensters relatief laag en ongeleed, wat
duidt op een latere fase, maar anders dan in Noordbroek en
Zeerijp is er nog geen sprake van traceringen in de vensters.
De rondstaven rond de vensters lijken anderzijds op een iets
eerder ontstaan van dit bouwdeel te wijzen. Al met al is een
datering rond 1300 aannemelijk, later dan tot op heden is
aange nomen.
Van de oostwand van het transept is maar een klein frag
ment te zien, namelijk een driehoekig gedeelte boven het
schuine dak van de sacristie (afb. 2). Opmerkelijk is de vorm
van het fries dat onder langs de dakrand loopt. Het lijkt te
gaan om een reeks elkaar kruisende rondboogjes, die daar
door een reeks spitsbogen lijken te suggereren. Met gotiek
heeft deze friesvorm echter niets te maken: deze was wijd
verbreid in de vroege baksteenarchitectuur in Noord en
MiddenDuitsland.6 Dichter bij Groningen, in het Oostfriese
Hage, komen dergelijke friezen ook voor aan het schip. Deze
decoratievorm wordt vrijwel overal aan het eind van de
twaalfde eeuw en het eerste kwart van de dertiende eeuw
gedateerd. In vergelijking met de datering van de transept
gevel omstreeks 1300 maakt dit fries op deze plaats een ver
ouderde indruk.
ke hoogte. Een basiskenmerk van de latere fase in de roma
nogotische kerkbouw is dat de hoog opgetrokken venster
zone de overhand kreeg op de blinde benedenzone. Was deze
laatste in de dertiende eeuw nog overal voorzien van een ge
leding in de vorm van een reeks muurbogen, na 1300 werd dit
procedé losgelaten en bleef de muur vlak en ongearticuleerd.
De geschetste ontwikkeling is afleesbaar aan de kerken
van Zuidbroek, Noordbroek en Zeerijp, respectievelijk ge
bouwd omstreeks 1280, 1320 en 1350. In Zuidbroek heeft
2 Tekening van J. Berghuis, detail: gevel van het noordertransept.
3 Zuidbroek, romanogotische kruiskerk, gebouwd ca. 1280. Foto Regnerus Steensma
37
helft van de vijftiende eeuw. De vorm van het koor op de teke
ning van Berghuis verschilt echter op een aantal punten van
die in deze twee dorpen. De muurgeleding heeft meer ge
meen met de opzet van de koren in Appingedam, Noordbroek
(afb. 6) en Zeerijp (afb. 4). Evenals daar zien we op Berghuis’
tekening een reeks hoge, relatief smalle vensters met vork
traceringen en rijk versneden omlijstingen. De zone onder de
vensters is vlak en ongeleed en de muurvakken worden van
Veelhoekig koorHet veelhoekige koor van de middeleeuwse kerk van Farm
sum (afb. 5) is door Meinema en anderen geïnterpreteerd als
een laatgotische uitbreiding uit de vijftiende eeuw. Hierbij
heeft men het patroon van Stedum en Loppersum voor ogen
gehad, waarbij een oorspronkelijk rechtgesloten romano
gotisch koor werd vervangen door een veelhoekig laatgotisch
koor. In Stedum en Loppersum gebeurde dat in de tweede
5 Tekening van J. Berghuis, detail: veelhoekig koor 6 Noordbroek, veelhoekig koor, ca. 1320. Foto Regnerus Steensma
4 Zeerijp, romanogotische kruiskerk, gebouwd ca. 1350. Foto Regnerus Steensma
6 Onder meer in de Altmark langs de benedenloop van de rivier de Elbe, in het westen van Mecklenburg, in Sleeswijk-Holstein en in Zuid-Denemarken. Zie over romaanse baksteenarchitectuur Barbara Perlich, Mittelalterlicher Backsteinbau in Europa. Zur Frage nach der Herkunft der Backsteintechnik (Petersberg 2007) en Damian Kaufmann, Die romanischen Backsteindorfkirchen in der Altmark und im Jerichower Land (Kiel 2010) (vergelijking met Gronings-Friese kustgebied in § 7.4).
38
eeuw eerder werd opgetrokken dan totnogtoe steeds is aan
genomen: niet pas in de vijftiende, maar al aan het begin van
de veertiende eeuw.
Zo ontstaat een ander beeld van de romanogotische kruis
kerk van Farmsum: voor een indruk van de oorspronkelijke
opzet moeten we dus niet langer afgaan op een dertiende
eeuwse kruiskerk zoals die van Garmerwolde, met een recht
gesloten koor, maar veeleer van het latere model van Noord
broek met een veelhoekig koor. Moeilijk te verklaren is hier
bij wel waarom de venstervorm van het transept een meer ro
maanse aanblik biedt dan die in het koor; gewoonlijk begon
men namelijk met de bouw van het koor en volgden transept
en schip pas daarna. Ook is het fries aan het transept opmer
kelijk. Parallellen in NoordNederland ontbreken en de voor
beelden verderop in NoordDuitsland dateren steevast van
een eeuw eerder.
Driebeukig schipZowel Ozinga als Meinema merkten op dat de kerk in de late
Middeleeuwen werd uitgebreid door de bouw van zijschepen
ter breedte van het transept. In de Martinikerk in de stad Gro
ningen en de Nicolaikerk in Appingedam gebeurde dit in het
tweede of derde kwart van de vijftiende eeuw. Op de teke
ning van Berghuis is te zien dat de eerste travee van de schip
wand vanaf het transept is voorzien van twee hoge, relatief
smalle vensters van een vergelijkbaar type als in het koor,
voorzien van een vorktracering. Opmerkelijk is dat niet alleen
de traveeën, maar ieder afzonderlijk venster tussen ondiepe
steunberen of lisenen is geplaatst. Ook hier zijn deze op
vallend ondiep, wat op een vroegere ontstaansdatum lijkt
te wijzen dan de vijftiende eeuw, zoals Meinema aannam.
Anders dan rond het koor ontbreekt hier een decoratief boog
fries. Zoals we al zagen deed de afwezigheid hiervan zich al
voor in het midden van de veertiende eeuw, afgaande op de
kerk van Zeerijp.
Een ander opmerkelijk element aan de schipwand is een
dichtgemetselde ingang met een afsluiting in de vorm van
een spitse driepasboog (afb. 7). Een dergelijke boogvorm
treffen we nog aan in het Oostfriese Engerhafe, waar de kerk
uit het laatste kwart van de dertiende eeuw dateert (afb. 8).
De eerder beredeneerde ontstaansdatum van het transept
omstreeks 1300 maakt deze datering voor de verbreding van
het schip in Farmsum echter onmogelijk. Waarschijnlijker is
daarom dat de zijschepen omstreeks het midden of in het
derde kwart van de veertiende eeuw werden opgetrokken.
Dat is – noodzakelijkerwijs – later dan het transept, maar nog
altijd vroeger dan de vijftiende eeuw, zoals tot op heden is
aangenomen. Daarmee komt de kerk van Farmsum naar vo
ren als de vroegste bekende hallenkerk in Groningen, een
bouwtype met drie schepen van min of meer gelijke hoogte
elkaar gescheiden door steunberen die maar weinig meer
diepte hebben dan de voor de romanogotiek kenmerkende li
senen. Ze zijn in ieder geval niet te vergelijken met de zware
steunberen van de vijftiende eeuw in Stedum en Loppersum.
Een doorslaggevend kenmerk van het koor op de tekening
van Berghuis is het rondboogfries dat onder langs de dak
rand het gehele koor omzoomt. Een vergelijkbaar fries komt
ook voor aan het koor in Noordbroek, dat omstreeks 1320
werd gebouwd.7 Naar analogie hiervan lijkt het koor van de
middeleeuwse kerk in Farmsum dus voor een datering aan
het begin van de veertiende eeuw in aanmerking te komen.
Het feit dat het fries ontbreekt in Zeerijp, waar het koor om
streeks 1350 werd gebouwd, suggereert dat het Farmsumer
koor ten minste vóór het midden van de veer tiende eeuw
gebouwd moet zijn. Dit alles betekent dat het meer dan een
7 Tekening van J. Berghuis, detail: schipportaal met driepasboog.
8 Engerhafe, portaal met driepasboog in de zuidelijke schipwand,
laatste kwart 13de eeuw. Foto Sonja König
7 In Appingedam is er ook sprake van een fries aan het veelhoeki-ge koor uit het begin van de veertiende eeuw, maar daar heeft het een iets andere vorm.
39
8 Een vergelijkbare opbouw treffen we nog aan bij de kerk van Middelstum, waar het schuine dak boven de bovenverdieping van de sacristie oploopt naar het transept.
ConclusieNadere bestudering van de tekening van J. Berghuis uit 1854
geeft aanleiding tot het bijstellen van de bouwgeschiedenis
van de Farmsumer kerk zoals die van oudsher is voorgesteld
(afb. 10). De romanogotische kruiskerk van Farmsum behoor
de niet tot de middenperiode van de romanogotiek, zoals
steeds is aangenomen, maar veeleer tot de laatste fase van
die stijlperiode. Deze had een veelhoekig koor en was in op
zet vergelijkbaar met de kerk van Noordbroek. De uitbreiding
van het schip met zijbeuken tot een hallenkerk vond niet pas
in de vijftiende eeuw plaats, maar al in de loop van de veer
tiende. Hierin liep Farmsum vrijwel een eeuw vooruit op de
Nicolaikerk in Appingedam en de Martinikerk in Groningen.
Dit opmerkelijke gegeven kan beter begrepen worden als we
bedenken dat het middeleeuwse Farmsum zich kon beroepen
op een hoge status als dekenaatskerk boven dertig kerspe
len en op een vroege stichting als één van de Ommelander
oerparochies. Bovendien werden dorp en kerk gerund door
de ambitieuze en machtige Ripperda’s, van wie de graven in
de zomer van 2012 bij toeval aan het licht kwamen.
Dr. Justin E.A. Kroesen ([email protected]) is docent
Kunstgeschiedenis van het Christendom aan de Faculteit
Godgeleeerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuni
versiteit Groningen.
dat vooral in Westfalen een grote verspreiding kende. Hierin
weerspiegelt zich mogelijk een directe invloed vanuit die
streek, waar het kerngebied van het bisdom Munster, waar
toe ook de Groninger Ommelanden behoorden, gelegen was.
Enkele andere kenmerken Opvallend op de tekening van Berghuis is voorts het hoog
oprijzende dak boven het schip. De bouw van een enkel dak
boven drie beuken was in onze streken niet erg gebruikelijk,
maar wel hier en daar in de Hanzesteden – zoals St. Jakobi in
Lübeck – en vooral ook in Zuid en ZuidoostDuitsland. In het
NoordNederlandse kerkenlandschap vormde Farmsum hier
mee waarschijnlijk een Fremdkörper. Een volgend opmerke
lijk element aan de noordwand westelijk van het midden is de
zware steunbeer die hier tegen de kerk is aangebouwd. Der
gelijke steunberen, die we ook in Kantens en Bierum aantref
fen, zijn noodvoorzieningen en doorgaans naar hun stijlken
merken onmogelijk te dateren.
Aan de noordkant van het koor is een sacristie met een
lage bovenverdieping aangebouwd, die door Meinema in één
adem met het koor wordt genoemd (afb. 9). Met onze vroege
datering van het koor zat er in werkelijkheid echter een tijds
verschil van zo’n anderhalve eeuw tussen beide. De brede
vensters doen denken aan die van de Noorderkapel naast het
koor van de Martinikerk in Groningen, die werd gebouwd
rond 1500. In Farmsum had de sacristie waarschijnlijk een
overwelfde benedenverdieping en een eenvoudige boven
kamer onder een lessenaardak.8 De functie van de boven
vertrek is niet geheel duidelijk, maar naar analogie van voor
beelden elders lijkt een gebruik als librije of schatkamer (tre
soor) aannemelijk.
9 Tekening van J. Berghuis, detail: sacristie.
10 Bouwgeschiedenis van de middeleeuwse kerk van Farmsum:
traditionele (a) en herziene voorstelling van zaken (b). Tekeningen auteur.
a
b
13e eeuweerste helft 14e eeuwtweede helft 14e eeuw15e eeuw
40
tiende eeuw (afb. 3). In één van de gaten stuitte men op een
tweede zerk van een totaal andere steensoort, namelijk Bent
heimer zandsteen. Deze steen is nog veel ouder dan de eer
ste en heeft in hoogreliëf een riddervoorstelling, omgeven
door een gotisch randschrift. De zerk kon maar voor een klein
deel worden vrijgelegd omdat deze grotendeels onder het be
De ontdekking dat de kerkbanken en de onderliggende vloer
houtrot vertoonden, was een eerste financiële tegenvaller.
De kerkbanken werden verplaatst en de houten vloer ver
wijderd. Op grond van de monumentenwet moesten de met
tegeltjes bedekte looppaden uit 1930 ongemoeid gelaten
worden. Voor het vaststellen van de conditie van de onder
grond groef de aannemer kleine kijkgaten. Daarbij stuitte
men op twee plaatsen op een harde ondergrond. In één van
de gaten was het nog net het jaartal 1621 te zien. Onmiddel
lijk werd de architect die verantwoordelijk was voor de ge
hele restauratie op de hoogte gesteld. Deze maakte op 9 juli
2012 een melding van de vondst bij bureau Libau, die als
archeologisch adviseur optreedt voor de gemeente Delfzijl.
Libau schakelde vervolgens het archeologisch bureau Ar
chaeological Research & Consultancy uit Groningen in om
een inspectie uit te voeren.
Een spectaculaire ridderzerkDe inspectie vond plaats op 10 juli. De kijkgaten mochten wat
worden vergroot, zodat langzaamaan duidelijk werd wat er
was aangetroffen: een donkere stenen grafzerk uit de zeven
Ko Lenting
De vondsten in FarmsumIn 2012 was de negentiende-eeuwse kerk van Farmsum toe aan een grondige opknapbeurt.
Bij de planning van de werkzaamheden ging men ervan uit dat er niet gegraven zou worden.
Dit zou heel anders lopen na de vondst van enkele eeuwenoude grafzerken. Dit artikel biedt
een verslag van een sensationele ontdekking in de zomer van 2012.
2 Het interieur van de kerk van Farmsum tijdens de restauratie. Foto Ko Lenting.
1 Het interieur van de kerk van Farmsum voor de restauratie.
Foto Stichting Lohman-orgel
schermde looppad lag. In het gedeelte tussen de looppaden
kwamen nog meer hardstenen grafzerken uit de zeventiende
en de achttiende eeuw tevoorschijn.
Toestemming van de architect en van de monumentencom
missie voor de sloop van de looppaden werd snel verkregen,
mits dit met de hand zou gebeuren. Een groot hoekfragment
dat aan de zerk ontbrak werd snel daarna in de buurt gevon
den en weer op zijn plek gelegd. Hoewel de steen in meerdere
stukken is gebroken, zijn de afbeelding en het randschrift
nog uitstekend leesbaar. De zerk behoort toe aan Hayo Rip
perda II († 1504).1 De overledene is afgebeeld als een ridder in
volle wapenrusting, bestaande uit een harnas, een helm aan
zijn voeten en een lang zwaard aan zijn zijde. In de hoeken
zijn de kwartieren (familiewapens) van de overledene afge
beeld (afb. 4).
Andere grafzerkenAan het voeteneind van Hayo’s zerk bleek nog een zandste
nen grafsteen van hoge ouderdom te liggen. Om deze vrij te
kunnen leggen moest weer een sloopvergunning worden aan
gevraagd. Opnieuw bleek het te gaan om een grafsteen van
Bentheimer zandsteen, maar veel minder goed bewaard dan
de eerste. De ingebeitelde randtekst vertelt dat de steen aan
Unico Ripperda II toebehoorde, de in 1474 overleden vader
van Hayo II. Opnieuw zijn de kwartieren van de overleden in
de hoeken te zien.
Bij het vrijleggen van deze grafsteen kwam een deel van
weer een andere oude zerk tevoorschijn. Om te kunnen ach
terhalen van wie deze steen was, moest wéér een deel van
het monumentale looppad worden gesloopt. Het resultaat
was verbluffend: het bleek een hardstenen grafsteen met een
uitbundige versiering in hoogreliëf (afb. 5). In het midden is
een schilddragende gehelmde leeuw te zien, terwijl de kwar
tieren eromheen door fantasiewezens worden vastgehouden.
Het gotische randschrift vermeldt dat de steen toebehoorde
aan Frouke Onsta, echtgenote van Focco Ripperda, schoon
dochter van Unico II en gestorven in 1477.
In totaal werden onder de vloer van de kerk van Farmsum
liefst 25 grafstenen aangetroffen. In twee rijen maakten ze
onderdeel uit van de vloer van de oude middeleeuwse kerk
die in 1869 plaats moest maken voor het huidige gebouw. De
adellijke Ripperda’s hadden de voornaamste plaats in het
middenpad (afb. 6). Een grafstede in de kerk was verder voor
behouden aan predikanten en kerkvoogden, de ‘Generali
teitsrekenmeester’ (belast met financieel toezicht) en aan
een rijke ‘koopman tot Farmsum’. De notabele heren werden
al of niet met hun huisvrouwen begraven.
1 Zie ook het artikel van Redmer Alma in dit tijdschrift.
3 (boven) In een kijkgat komt een grafzerk uit 1621 tevoorschijn.
4 (midden) De zandstenen zerk voor Hayo II Ripperda. Het hier nog
ontbrekend hoekfragment werd later gevonden.
5 (onder) De zerk van Frouke Onsta wordt blootgelegd.
Foto's Ko Lenting
42
Tijdens het onderzoek kwamen ook verschillende andere ge
gevens aan het licht. Zo vond men een brede omgekeerde
grafsteen, liggend bovenop de andere grafstenen. Deze
steen, die met moeite aan de kant kon worden gelegd, bleek
uit 1597 te dateren. Volgens het opschrift werden er in 1652
en 1669 opnieuw personen onder dezelfde zerk begraven. Op
de steen is een curieuze wapendragende wildeman te zien.
Ook werden brokstukken van een grafsteen uit 1628 aan
getroffen. Deze werd waarschijnlijk kapotgeslagen bij het
plaatsen van één van de zuilen van de nieuwe kerk. Naast de
dubbele rij grafstenen werd ook een plaat van rode Bremer
zandsteen met een enigszins taps aflopende vorm gevonden.
Deze steen, die slechts in fragmenten bewaard bleef, dateert
uit de elfde of twaalfde eeuw en fungeerde oorspronkelijk als
sarcofaagdeksel. Bovenaan zijn twee ingekerfde kruisjes
te zien, wat erop duidt dat de sarcofaagdeksel later als een
altaarsteen is hergebruikt. Na de Reformatie werden deze
stenen meestal uit de kerk verbannen, maar dit exemplaar
belandde in de vloer.
Ophoging en verplaatsingAan de bodemopbouw, waarin allerlei lagen te zien zijn (afb.
8) is goed te zien hoe de stenen onder de grond zijn geraakt.
Archiefonderzoek heeft uitgewezen dat de vloer in de middel
eeuwse kerk in 1726 iets werd opgehoogd en geëgaliseerd.2
Blijkbaar was de vloer verzakt, wat mede een gevolg zal zijn
geweest van de onderliggende begravingen. Enkele jaren
voor de bouw van de huidige kerk, in 1860, besloot men een
nieuwe vloer van plavuizen van Bremer zandsteen aan te
leggen. Hiervoor werd de vloer weer opgehoogd, waarbij
de oude grafstenen uit het zicht verdwenen. Bij de bouw van
de nieuwe kerk in 1869 kwam de vloer opnieuw op een hoger
niveau te liggen.
In de Groninger Archieven wordt een Register van de graven
in de kerk te Farmsum bewaard, waaruit blijkt dat onder be
6 (boven) De drie Ripperdazerken in het middenpad. Foto Ko Lenting
7 (midden) De zerk van generaliteitsrekenmeester Jan Sissingh,
overleden in 1733. Foto Harry Perton
niveau huidige kerkvloer
egalisatiezand
mortellaag
steigeraarde met skeletdelen
puinlaag met zand
puinlaag van kloostermoppen met skeletdelen
mortellaag
niveau ophoging kerkvloer in 1860
nazakking grafkuil
hardstenen grafzerk Frouke Onsta, 1477
zandstenen grafzerk Unico Ripperda II, 1474
8 Bodemopbouw met legenda.
Foto Ko Lenting
43
en op een ander stukje gotische motieven in zwart, mogelijk
delen van een tekst.
Tussen de grafstenen werd een ijzeren puntbijl aangetrof
fen en in de ophogingslaag boven de grafstenen kwam een
koperen mantelspeld van het type schijffibula tevoorschijn.
Deze laatste dateert uit de periode 9501050 en toont een
krukkenkruis. Ook werden een Gronings ‘grootken’ uit ca.
14251430, een Zwolse stuiver uit 1599 en een zilveren stuiver
uit 1619 gevonden. De jongste aangetroffen munt is een ko
peren duit van het gewest Groningen en Ommelanden, geda
teerd in 1770. Raadselachtig is ten slotte een koperen recht
hoekig plaatje met twee bevestigingsgaten, waarop in het
midden de letters I en N zijn ingekrast. Mogelijk betreft dit
een verwijzing naar de ingang van de grafkelder van de Rip
perda’s of zijn het de initialen van een naamplaatje van een
doodskist of kerkbank.
Tot slotDe kerk in Farmsum bleek een veel grotere archeologische
waarde te bezitten dan aanvankelijk was verwacht. Dankzij
de Ripperdazerken weten we nu meer over de familielijnen
van deze voorname hoofdelingenfamilie (zie ook het artikel
van Redmer Alma in dit nummer). Ook heeft het kleine onder
zoek nu al bijgedragen aan onze kennis over de bouwgeschie
denis van de middeleeuwse kerk (zie ook het artikel van
Justin Kroesen in dit nummer). De wens bestaat om een aan
tal geselecteerde grafzerken permanent in de kerk zichtbaar
op te stellen. Een eventuele grafkelder van de Ripperda’s en
een in een schriftelijke bron genoemde loden kist van Unico I
of II zijn tot op heden evenmin aangetroffen. Mogelijk zullen
deze zaken bij aanvullend onderzoek alsnog aan het licht ko
men.
Ko Lenting was bij de opgraving betrokken in de hoedanig
heid van projectleider bij Archaeological Research & Consul
tancy (ARCbv) in Groningen.
Contactadres: [email protected]
staande grafstenen herhaaldelijk andere personen werden
begraven. Tussen 1729 en 1824 werd hiervoor telkens toe
stemming verleend door de Heer van Farmsum. De laatste
begraving in de kerk vond plaats in 1824. Het register ver
meldt ‘een grauwe steen die de kerk toebehoord. Hier is met
toestemming van de Heer van Farmsum begraven, Jacobus
Groenewold in zijn leven Kerkvoogd tot Farmsum op 14 april
1735 en een Grauwe en blauwe steen de die kerk toebehoort.
Daaronder is begraven dominee Pabus zijn huisvrouw met
goedkeuring van de hooggeplaatste wel geboren Heer van
Farmsum als toegewezen collator’. Rudolph Pabus was domi
nee in Farmsum van 1736 tot aan zijn overlijden in 1769. Vol
gens hetzelfde register moeten in de kerk nog meer graven
liggen – in het middenpad, aan de zuidkant en voor de toren.
Een kadastrale minuutkaart uit 18111832 toont de contou
ren van de middeleeuwse kerk. Als we de huidige plattegrond
met de aangetroffen grafstenen op de minuutkaart leggen,
zien we dat de twee rijen grafstenen vóór het koor, en niet
erin lagen. Ook is duidelijk te zien dat de muren van de nieu
we kerk aan de binnenkant van de buitenmuren van de oude
kerk werden opgetrokken.
Andere vondstenBij het verwijderen van de aarde boven de zerken werd veel
puin aangetroffen. Het gaat om afbraakmateriaal van de ou
de kerk: baksteen, maar ook tufsteen van de oudste stenen
kerk uit de tiende of elfde eeuw. Op enkele klooster moppen,
in gebruik tussen de twaalfde en de vijftiende eeuw, werden
resten van rode verf aangetroffen, wat erop wijst dat de mid
deleeuwse kerk – ten minste ten dele – beschilderd was. Van
af het eind van de vijftiende eeuw werd een kleiner formaat
baksteen gebakken, en hiervan werden voorbeelden gevon
den onder de grafsteen van Unico II. Naast rechthoekige ste
nen zijn er ook diverse profielstenen aan getroffen. De ge
welfribben waren wit bepleisterd of hadden een bruinrode
steenkleur. Profielstenen uit de vijftiende of zestiende eeuw
werden ook onder de grafsteen van Unico II aangetroffen.
Mogelijk maakten deze onderdeel uit van een grafkelder.
De vloer van de oude kerk bestond niet alleen uit grafste
nen, maar mogelijk ook uit gebakken plavuizen. Deze werden
in verschillende formaten aangetroffen. Ook werden enkele
holle en bolle pannen gevonden, een vorm van dakbedekking
die met name gebruikelijk was in de veertiende eeuw. Ook
werd een zogenaamde Hildesheimer pan aangetroffen, een
vlakkere panvorm die rond 1500 zijn intrede deed. Naast de
gebakken pan heeft men tevens leien als dakbedekking ge
bruikt. Tussen het puin werden enkele fragmenten van ge
brandschilderd vensterglas aangetroffen. In de tekening op
een van de stukjes is een rood beschilderde ruitvorm te zien,
2 RHC Groninger Archieven, Archief hervormde gemeente Farmsum, toegang 223, inv.nr. 250, Register van eigenaren van zitplaatsen in de kerk en van graven in de kerk en op het kerk-hof, 1729.
9 Grote belangstelling voor de zerken tijdens een open dag op 19 juli 2012.
De auteur van dit artikel geeft uitleg over de vondsten. Foto Harry Perton
44
wapens van de overledene. Die van Abele Onsta († 1483) te
Sauwerd en Haye Addinga († 1492) te Wedde geven tevens
vier kwartierwapens.
Met de ontdekking van de drie oudste grafzerken in de
kerk van Farmsum is aan dit bescheiden corpus een aanzien
lijke uitbreiding gegeven. Het betreft een samenhangende
verzameling van stenen voor leden van de familie Ripperda:
Unico Ripperda († 1474), zijn schoondochter Frouke Onsta (†
1477) en zoon Haye Ripperda († 1504). Deze laatste zerk is een
fraai bewaard gebleven portretzerk, terwijl alle drie de zer
ken vier kwartierwapens van de overledene vertonen.
De overlijdensjaren en data van de overledenen waren al
bekend, omdat de data op de grafzerken hun weg al hadden
gevonden naar de vanaf de zeventiende eeuw opgestelde
handschriftgenealogieën Ripperda. Veel groter is het belang
van de vondst voor onze heraldische kennis van deze familie
en voor die van de vroege Groninger grafcultuur en heraldiek.
In dit artikel kan daarop slechts kort worden ingegaan; in een
later te verschijnen publicatie wordt er nadere aandacht aan
besteed.2
Unico Ripperda († 1474)De oudste zerk is qua uiterlijk de saaiste, maar zeker niet
de minst interessante. Unico Ripperda was hoofdeling te
Farmsum en, dankzij zijn huwelijk met de dochter van Ulske
Ukena, tevens te Oosterwijtwerd. Hij slaagde er zelfs in om
tijdens zijn leven twee van de vijf Ommelander proosdijen te
verwerven, die van Farmsum en Loppersum. Op 12 januari
1474 verwierf hij van de keizer een bevestiging van zijn heer
lijke rechten en verkreeg tevens het muntrecht. Voordat hij
verder invulling aan deze privileges kon geven, overleed hij
nog hetzelfde jaar aan de pest.
Zijn eenvoudige grafzerk laat zijn overlijdensjaar oninge
vuld. De tekst is gesteld in sterk versleten en lastig leesbare,
smalle gotische letters die met enige onzekerheid als volgt
kunnen worden opgelost:
Tot vorig jaar waren in Groningen slechts vijf grafzerken be
kend van vóór 1520.1 De oudste, de sterk versleten steen van
Andolf Nittersum († 1471) te Stedum, is onder deze de enige
portretzerk. Op de grafzerken van Ide Nankes († 1489) te
Appingedam en Sicke Luersema († 1493) vinden we enkel de
1 Buiten beschouwing laat ik hier verder de vijf bewaard gebleven koperen grafornamenten uit de periode 1476-1515.
2 Hiervoor wordt verwezen naar een te verschijnen jubileumboek van de Provinciale Groninger Oudheidkundige Commissie.
Drie zerken van de familie RipperdaDat bij werkzaamheden grafzerken worden ontdekt, is gelukkig geen zeldzaamheid.
In Groninger kerken wordt daarvan regelmatig verslag gedaan. De recente vondsten in Farmsum
vormen een hoogtepunt: niet alleen is het aantal zerken uitzonderlijk groot, ook is het voor het
eerst in Groningen dat vijftiende-eeuwse grafstenen aan de vergetelheid worden onttrokken.
1 De grafzerk van Unico Ripperda († 1474). Foto Ko Lenting
Redmer Alma
De StichtingIn deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en om de Groninger kerken.
april 2013
Interview met Bertus Onderwater
‘Het gevaar is dat je het te mooi gaat maken’Het uitzicht vanuit de werkplaats aan de rand van Schouwerzijl is – zoals dat vaak wat clichématig
heet – ‘typisch Gronings’. Door de knotwilgen heen bepaalt leeg bouwland het beeld, met in de verte
een boerderij en de oude Reitdiepdijk. De tongval van de gebruiker van de ruimte verraadt een her-
komst uit een ander landsdeel. Steenhouwer Bertus Onderwater (Zoeterwoude, 1952) belandde voor
een studie aan de Academie Minerva in Groningen. Na een verblijf in Amsterdam is hij sinds 2000 met
zijn bedrijf De Schreef weer in het Noorden gevestigd.
Foto Omke Oudeman
AnglaiseOp de Academie had Onderwater al belangstelling voor – zo-
als hij dat noemt – het raakvlak van het platte met het plasti-
sche: ‘Ik was onder de indruk van het werk van bijvoorbeeld
Gustav Klimt’. Later in zijn studie legde hij zich toe op beeld-
houwen. Tijdens een stage in 1978 in het restauratieatelier
van de kathedraal van York ervoer hij in de praktijk het
verschil tussen steen- en beeldhouwers: ‘De steenhouwer
maakt alles wat vorm te geven is langs een liniaal. Beeldhou-
wers gaan daarentegen de ruimte in en stappen gemakkelij-
ker uit het platte vlak.’
Onderwater is thuis in beide disciplines. Het letterwerk
leerde hij deels in de praktijk, door het ‘bijteksten’ van be-
staande grafmonumenten. Hij volgde verschillende cursus-
sen, maar kreeg ook aanwijzingen van oudere vakgenoten.
‘Oudere steenhouwers delen gemakkelijk en graag wat ze
weten’.
Zelf specialiseerde Onderwater zich in het houwen van
traditionele letters, in het bijzonder de ‘anglaise’, een cur-
sieve schrijfletter. De levendigheid staat hierbij voorop: ‘Het
gevaar is dat je het te mooi gaat maken. Ieder letter heeft
een eigen karakter en reliëf, geen “a” is bijvoorbeeld gelijk
aan de voorgaande.’
InspiratiebronEen inspiratiebron voor Onderwater zijn de historische zer-
ken in en rondom Groninger kerken. ‘Typisch Gronings is
de symboliek op de stenen, maar ook de humor en de soms
kritische opmerkingen.’ Hakten Onderwaters voorgangers –
vaak schilders die ’s winters als steenhouwer de kost ver-
dienden – de teksten uit de hand, de Schouwerzijlster brengt
ze eerst met calqueerpapier over op de steen. Het liefst
werkt hij, vanwege de eigenschappen van het materiaal, met
Belgische hardsteen, ‘tijdloos en ideaal’.
Lezers van Groninger Kerken hebben ongetwijfeld werk van
hem onder ogen gehad dat hij voor de Stichting vervaardig-
de. Enerzijds is dat restauratiewerk, zoals de pinakels in de
Der Aakerk, anderzijds zijn dat enkele kunstwerken bij ker-
ken. Zo vervaardigde hij naar ontwerp van Pieter Laurens
Mol het werk ‘Les Tranches de Vie (12 etudes)’ bij de kerk van
Obergum. In Zuurdijk staat sinds 2009 een grafsteen voor
‘Aarmhoes Joapke’. ‘Het uittekenen van de tekst op de zerk
kostte me al een week’, aldus Onderwater. Momenteel werkt
de steenhouwer aan het Emo-pad, een stenen voetpad bij de
kerk van Wittewierum dat de historische reis van abt Emo
naar Rome symboliseert.
DeurHet werk van Onderwater komt tot stand op een scharnier-
punt tussen verleden en heden: historische inspiratiebron-
nen worden in ere gehouden of krijgen juist een eigentijdse
vorm. ‘Het ambacht is de redding van de wereld’ meent de
steenhouwer zelfs.
Als u wilt weten wat dat inhoudt: omdat De Schreef in 2013
vijftien jaar bestaat, houdt Onderwater op zaterdag 14 en
zondag 15 september ‘Open Deur Dagen’. U bent van 10.00
uur tot 17.00 uur van harte welkom in Schouwerzijl. Meer in-
formatie is te vinden op www.deschreef.nl.
Foto Omke Oudeman
en nu, verstilling en reuring. Weinig kerken functioneren in
zo’n brandpunt van contrasten. In Leegkerk kan het alle-
maal, en in volle harmonie.
In de jaren zestig was het monument vervallen tot een ruï-
ne. Het vormde zo een directe aanleiding tot het oprichten
van de Stichting Oude Groninger Kerken in 1969. Tussen
1970 en 1973 werd de kerk zorgvuldig gerestaureerd. Omdat
het gebouw na de opknapbeurt veelvuldig werd gebruikt,
nam de roep om betere voorzieningen toe.
Jan Verrelst van awg architecten uit Antwerpen voelde zich
aangesproken door de sfeer en geschiedenis van de plek. Hij
ontwierp een volume dat qua maatvoering aansluit bij de
verhoudingen van de kerk. De schatkist werd bekleed met
goudkleurig plaatmateriaal, dat de lichtinval vangt en door
de ruimte verspreidt. De restanten van voorbije eeuwen in
muren en interieur van de kerk bieden in combinatie met dit
hedendaagse ontwerp een uniek samenspel dat je als be-
zoeker moet zien en ervaren.
En dat kan, want in de weekenden in voorjaar en zomer
opent de kerk regelmatig haar deuren. Ze is een prachtige
uitvalsbasis voor een ontdekkingstocht door het gebied.
Hiervoor is een speciale fietsroute verkrijgbaar, evenals een
boekje met achtergrondinformatie en kleurrijke verhalen
over de kerk en het omringende gebied, ‘Het verhaal van
Leegkerk’.
De kerk wordt ook door Bijzondere Locaties Groningen (BLG)
verhuurd voor huwelijksvoltrekkingen, vergaderingen, di-
ners, concerten en exposities. Bent u geïnteresseerd in de
fietsroute, het boekje, of wilt u de kerk huren, neem dan
contact op met BLG: 050 - 318 14 33 of [email protected] .
Gouden schatkist in LeegkerkDe kerk van Leegkerk onderging onlangs een interne ver-
bouwing, waarbij een kubus – ‘gouden schatkist’ – werd ge-
plaatst. Hierin verschillende voorzieningen, zoals een keu-
ken, toiletten en opslagruimte. De kerk is hiermee klaar voor
de toekomst. Een schatkist zet je niet zomaar overal neer.
Kerk en omgeving vormen een bijzondere plek. Een plek van
historie en verhalen, waar contrasten zich verenigen en ‘de
hemel de aarde raakt’.
Met de blik naar het oosten gericht is de kerk onderdeel van
de westelijke stadsrand, met de suikerindustrie, Hoogkerk
en nieuwbouwwijken. Maar keer om, wend de blik naar het
westen: dan is de kerk element in het open grasland van het
Westerkwartier. De kleine kerk heeft een geschiedenis die
terugvoert tot de middeleeuwen en biedt een verstilde sfeer.
Tegelijkertijd herbergt het interieur een spannend heden-
daags element. Een gouden schatkist, die mogelijk maakt
dat de kerk volop wordt gebruikt. Stad en platteland, vroeger
Nieuws
Foto Gert-Jan Rodenboorg
Foto Harold Koopmans
De kerk als podium In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken
(SOGK) beheert, worden bijzondere activiteiten aangebo-
den. In deze rubriek lichten we een aantal toe. Voor een com-
pleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groninger-
kerken.nl/agenda. Mocht u geen beschikking hebben over
een internetverbinding, dan kunnen de medewerkers van
ons secretariaat u van een papieren agenda voorzien.
Open Akoestisch Podium BeertaElke tweede zondag van de maand (aanvang 13.30 uur) vindt
in de grote kerk van Beerta de Open Akoestisch Podium-
midda g plaats. Lokale en regionale muzikanten zijn dan in de
gelegenheid om samen, zonder verplichtingen, voor publiek
muziek te maken. Alle muziekgenres zijn welkom en de toe-
gang is gratis.
Opera per TuttiNa het succes van 2012, doet Opera per Tutti op zondag 26
mei de Remonstrantse kerk in Groningen weer aan. In een
twee uur durend programma worden door gevestigde Neder-
landse en buitenlandse operazangers en jong talent hoogte-
punten uit meerdere opera’s worden gebracht. Aanvang
15.00 uur. Meer informatie: www.operapertutti.nl.
Stichtingsconcert In 1992 ontving de SOGK een belangrijke schenking, waar-
aan de voorwaarde verbonden was dat er eens per jaar een
concert met hoofdzakelijk muziek van J.S. Bach uitgevoerd
moest worden in één van de stichtingskerken. De organisatie
ervan werd toevertrouwd aan Musica Antiqua Nova. Na het
concert is er de traditionele seizoensafsluiting met een glas
goede wijn.
Opera per Tutti
Jonge kunstenaars van Academie Minerva maken het programma voor Terug naar het begin geïnspireerd op poëzie van C.O. Jellema
Dit jaar vindt het concert plaats in de kerk van Middelbert op
zondag 2 juni, aanvang 15.00 uur. Uitgevoerd worden sona-
tes van suites voor blokfluit en luit van J.S. Bach. Donateurs
van de SOGK krijgen ter plekke op vertoon van hun donateur-
spas, ¤ 5,00 korting op de toegangsprijs.
Muzikale Fietsroute Oldenzijl Voor de vierde keer organiseren de Stichting Rottummer Kerk
en de Stichting Nicolaaskerk Oldenzijl op zondag 9 juni een
muzikale fietsroute waarin u kennis kunt maken met het
Hoogeland, zijn rijke historie en prachtige landschap, omlijst
door een grote diversiteit aan muziek en kunst. In negen his-
torische kerken zijn verschillende soorten muziek te beluis-
teren, gespeeld door musici afkomstig uit de regio. Meer in-
formatie: www.nicolaaskerkoldenzijl.nl.
Te Gast in GarnwerdOp zondag 30 juni is er alweer voor de 13e keer het ‘leukste
huiskamerfestival van Noord-Nederland’: Te Gast in Garn-
werd. De kerk in Garnwerd is al ruim 30 jaar podium voor
concerten, dichtersavonden, theatervoorstellingen en expo-
sities, georganiseerd door de stichting Te Gast in Garnwerd.
Op dit festival bent u niet alleen te gast in de kerk, maar voor-
al in de huiskamers rondom de kerk. Omgetoverd tot kleine
concertzaaltjes worden ze het decor van een aantal intieme
optredens. Meer informatie: www.tegastingarnwerd.nl
Terug naar het beginIn de tweede week van mei viert Terug naar het begin haar
eerste lustrum. Nu zijn niet alleen oude kerken podium en
decor voor creatieve uitingen, maar ook borgen, kloosters en
industrieel erfgoed. Met muziek, dans, poëzie, theater en
beeldende kunst, krijgen eeuwenoude gebouwen nieuwe
betekenis. De historische uitstraling en bijzondere omgeving
zorgen voor de meest unieke en intieme optredens, voor zo-
wel de artiest als het publiek.
Op Hemelvaartsdag nodigen we u uit naar de historische
binnenstad van Appingedam te komen met in haar omgeving
prachtige wierdedorpen. Bijna nergens in Nederland vind je
op een beperkt areaal zoveel oude kerken, die niet of nauwe-
lijks meer gebruikt worden voor kerkdiensten, maar toch
voortreffelijk onderhouden zijn. Juist deze gebouwen zijn op
9 mei de plek voor een gevarieerd programma met optredens
van onder meer Henk van Os, Marjoleine de Vos, Karin Stro-
bos, Djurre de Haan, Nieuw Philharmonisch Orkest, Marike
Jager en Douwe Draaisma.
Kaarten kunt u bestellen via www.terugnaarhetbegin.nl.
Koopt u een hemelvaartkaart? Dan krijgt u 50% korting op de
toegangskaarten van de andere festivaldagen. Elke dag se-
lecteren we één bijzondere locatie, die we voorzien van een
bijpassend programma: zoals de Graansilo in Groningen,
Openluchtmuseum Hoogeland in Warffum, Klooster Ter Apel,
de Allersmaborg in Ezinge en landhuis Oosterhouw in Leens.
‘Spreken zonder woorden’ – Objecten in RakukeramiekIn het glazen toegangsgebouw van de Remonstrantse kerk
in Groningen is van 8 april t/m 31 mei de expositie ‘Spre -
ken zonder woorden’ van Hielkje van Damme te zien. De kun-
stenares (Den Haag, 1945) is autodidact. Sinds 1966 woont
zij in het kleine Rundwarfen-dorf Loquard in de Krummhörn
dichtbij Emden in Noord-Duitsland. Het dorp ligt vlakbij
de zeedijk. Haar onderwerpskeuze is er onder andere door
beïnvloed. Ze exposeerde in Duitsland maar ook veel er-
buiten. Van Damme over haar werk: ‘Mijn organische, geab-
straheerde realistische vormen hebben ter verduidelijking
een titel. De vormen willen niet alleen gezien, maar ook
betast en gevoeld worden. Het werk is overwegend Raku ge-
brand.’
Locatie: Coehoornsingel 14, Groningen. Open: werkdagen
van 9.00-16.30 uur. Vrij entree (graag even aanbellen).
Werk van Hielkje van Damme
Winkel
Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl/
winkel om het totale aanbod te bekijken.
Op Hoogte gedacht – Kunst op kerkhoven in de provincie Groningen De uitgave Op Hoogte Gedacht is de dertiende in de reeks uitgaven over kerken en kerkhoven uitgebracht
door de Stichting Oude Groninger Kerken met als doel de belangstelling voor dit bijzondere culturele erf-
goed in het Groningerland te bevorderen.
De uitgave Op Hoogte Gedacht gaat over het project rond beeldende kunst op kerkhoven. Dit project start-
te in 2004 met als doel historische Groninger kerkhoven op een bijzondere manier onder de aandacht te
brengen.
Prijs ¤ 6,00
(donateurs 20% korting)
Protestantse kerken – Hun pracht en krachtIn de maanden voor zijn plotselinge overlijden, werkte Regnerus Steensma aan een groot boek
over protestantse kerkinterieurs in Nederland. Justin Kroesen bewerkte zijn teksten postuum en
bracht het boek tot publicatie. Anders dan vaak wordt gedacht, waren protestantse kerken in de
zeventiende en achttiende eeuw vaak niet bepaald sober ingericht. Dit boek, dat met meer dan
driehonderd foto’s van de hand van de auteur is geïllustreerd, neemt u in woord en beeld mee op
een wandeling door het fascinerende interieur van onze oude protestantse kerken, langs onder
meer preekstoelen, koorhekken, herenbanken, grafmonumenten, tekst- en gildeborden. Bij de
verschillende onderdelen wordt niet alleen aandacht besteed aan hun functie en historische be-
tekenis, maar ook aan het aspect van monumentenzorg en modern kerkbeheer.
Prijs ¤ 27,50
(donateurs 20% korting)
Kerken, kapellen en kathedralenHet is aantrekkelijk om tijdens de vakantie onbekende kerkjes en kathedralen binnen te lopen: de deur
staat immers altijd open, het is er lekker koel en er is bovendien veel moois te zien. Maar wie is eigenlijk die
heilige bij wie je een kaarsje aansteekt en wie staan er afgebeeld op de glas-in-loodramen? Wat betekenen
alle symbolen en hoe is de kerk ingedeeld?
Kerken, kapellen en kathedralen is een boek voor mensen die willen weten wat ze zien. Het behandelt kort
de christelijke beeldcultuur van een aantal veel voorkomende verhalen en figuren uit het Oude en Nieuwe
Testament en de geschiedenis van het christendom.
Prijs: ¤ 15,00
(donateurs 20% korting)
Groningen van Wad tot WoldDit nieuwe boek vertelt het verhaal van Groningen tussen Wad en Wold, als een afwisselende
reis in beeld door de ontstaansgeschiedenis van de landschappen van het Groningerland.
Het brengt in beeld hoe in een eeuwen durend proces de bewoners het ruige land met wier-
den, sloten, dijken, polders, nederzettingen en veenafgravingen in cultuur brachten. In een
wisselwerking tussen mens, water, wind en bodem ontstonden zo de gevarieerde landschap-
pen van Groningen.
Prijs ¤ 32,50
(donateurs 20% korting)
Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 4,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel
Het boek Klinkende Klei is in herdruk verschenen en weer te verkrijgen bij de stichting via onze (web)winkel.
Even kieken bie - Garmerwoldeza 1 juni
(a.u.b. aankruisen)
naam m v
adres
postcode
woonplaats
telefoonnummer
Totaal aantal personen , van wie donateurs
en niet-donateurs
Voor donateurs zijn de kosten ¤ 10,-, niet donateurs betalen
¤ 12,50
Minimaal aantal deelnemers is 20 personen
bestelkaart
Ik bestel:
Op Hoogte gedacht
Prijs ¤ 6,00
(donateurs 20% korting)
aantal
Protestantse kerken
Prijs ¤ 27,50
(donateurs 20% korting)
aantal
Kerken, kapellen en kathedralen
Prijs: ¤ 15,00
(donateurs 20% korting)
aantal
Groningen van Wad tot Wold
Prijs ¤ 32,50
(donateurs 20% korting)
aantal
vul a.u.b. ook de achterzijde in
ja, ik word donateurHet behoud van cultureel erfgoed in Groningen is ook mij veel waard. Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger
Kerken.
De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar.
Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken
gratis.
Ik wacht met betalen op de nota.
(a.u.b. aankruisen)
naam m v
adres
postcode
woonplaats
geboortedatum
telefoonnummer
Traditionele Zomerdagtochtza 6 juli, wo 10, 17, 24, 31 juli 2013
(a.u.b. aankruisen)
naam m v
adres
postcode
woonplaats
telefoonnummer
Totaal aantal personen , van wie donateurs
en niet-donateurs
ik meld mij/ons aan voor de lunch (kosten niet
inbegrepen)
Ik wil graag mee op za 6 juli / 10 juli / 17 juli, 24
juli / 31 juli
ik stap op de bus bij het Hoofdstation om 8.00 uur
ik stap op de bus in Nieuweschans om 8.30 uur
Kosten voor donateurs ¤ 30,- en voor niet donateurs ¤ 40,-
Stichting Oude G
roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G
roningen
Plak hier uw
postzegel
bestelkaartnaam m v
adres
postcode
woonplaats
handtekening
telefoonnummer overdag
Stichting Oude G
roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G
roningen
Plak hier uw
postzegel
Stichting Oude G
roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G
roningen
Plak hier uw
postzegel
Stichting Oude G
roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G
roningen
Plak hier uw
postzegel
van de beleving van deze kerken en hun achtergrond onder
woorden te brengen, en zo mogelijk op de bezoeker over te
dragen.’
Nog een laatste boekje dat hier een vermelding verdient
is Het gebruik van de hervormde kerken in Groningen, een uit-
gave van het Instituut voor Liturgiewetenschap van de Rijks-
universiteit Groningen, 1974. Het betreft een studie die ant-
woord wilde geven op vragen die actueel waren als bij een
restauratie de kerk opnieuw moest worden ingericht: hoe
werd de kerk in het verleden gebruikt, wat waren de wensen,
en konden deze wensen binnen het monumentale interieur
worden gerealiseerd? Maar ook werden met deze studie
facetten van kerkgebruik vastgelegd. In die tijd actueel,
maar nu nog steeds omdat er ondertussen zo veel is veran-
derd in kerkgebruik.
MediatheekDe collectie van de mediatheek breidt zich continu uit.
De catalogus van de mediatheek kunt u online raadplegen:
www.groningerkerken.nl/mediatheekDe nalatenschap van Regnerus Steensma Het dagblad Trouw publiceerde op 14 januari 2013 een pa-
ginagroot ‘In Memoriam’ over Regnerus Steensma. Voor de
mediatheek van de SOGK is daaruit het volgende treffend:
‘Hij publiceerde het ene na het andere boek over kerken,
voor al die in Friesland, zijn provincie, en Groningen, maar
ook in de rest van Nederland, en daarbuiten. Sommige van
zijn boeken werden bestsellers, zoals “Verbeeld vertrou-
wen”, dat uitkwam in het Monumentenjaar 1975. Hij schreef
met grote kennis van zaken, maar ook met distantie. Hij was
en bleef de wetenschapper die zijn emoties en waardeoorde-
len achterwege liet.’
De mediatheek heeft in totaal 78 publicaties waaraan de
naam van Regnerus Steensma is verbonden. Daarvan heeft
hij er 64 zelf geschreven. Voor een groot deel gaat het om
artikelen die in ons kwartaalblad Groninger Kerken zijn
verschenen. Deze zijn allemaal terug te vinden in de internet-
catalogus: http://catalogus.groningerkerken.nl/
In de rubrieken Kerken Groningen/Friesland/Drenthe, en
Kerkinterieur staat zijn naam op redelijk wat boek omslagen.
Hiervan nu een bescheiden selectie. Natuurlijk is er de al
eerder genoemde bestseller Verbeeld vertrouwen, een uitga-
ve van Bosch & Keuning. Van dezelfde uitgever staat een
aantal deeltjes uit de serie Langs de oude ….. kerken, vanzelf-
sprekend die van de Groninger, Friese en Drentse kerken.
Nog meer over middeleeuwse kerken in Noord- Nederland
is terug te vinden in Vroomheid in hout en steen (Bosch en
Keuning, 4e druk, 1972). Volgens Steensma was de bedoe-
ling van dit boek ‘die facetten van onze middeleeuwse ker-
ken te belichten, welke in meerdere of mindere mate iets van
de middeleeuwse geloofswereld weerspiegelen.’ Behalve de
noodzakelijke aandacht voor de architectuur, valt de nadruk
vooral op facetten als kerkinrichting en voorstellingen in
sculptuur en schilderkunst. Het ging Steensma erom ‘iets
Tour des Cimetières Dit voorjaar kunt u mee op twee kerkhoventochten. De eerste
is op donderdag 16 mei en heeft als titel: ‘Schansentocht’.
Deze tocht voert langs de kerkhoven/begraafplaatsen van
onder andere Oudeschans en Bourtange. De tweede excur-
sie op dinsdag 11 juni is een herhalingstocht en voert langs
Vliedorp, Maarhuizen en Wierhuizen. Deze tocht heeft als ti-
tel: ‘Kerkhoven zonder kerken’.
Met deze bijzondere tochten willen we iedereen die dat wil,
laten kennismaken met de schoonheid van de Groninger
kerkhoven.
Aanmelden voor beide tochten kan per e-mail via touring.
[email protected] of tijdens kantooruren telefonisch 050-
5260268. De prijs (inclusief lunch) bedraagt circa ¤ 40,- per
persoon.
Even kieken bie – ‘Soms maak je meer kapot dan je lief is’Op zaterdag 1 juni organiseert SOGK een mini-excursie naar
de kerk van Garmerwolde. De aanleiding vormt de restaura-
tie van de gewelfschilderingen.
Ruim vier eeuwen waren de schilderingen van de kerk in
Garmerwolde verborgen onder een pleisterlaag. De restaura-
teurs die de gewelven in 1942 onder handen namen, moeten
dan ook verbaasd zijn geweest toen de schilderingen tevoor-
schijn kwamen. Hoe konden ze weten dat er na de Reforma-
tie een laag kalk was aangebracht over deze bijzondere zes-
Excursies
tiende-eeuwse religieuze afbeeldingen? Wat de vakmensen
in 1942 ook niet wisten, was dat hun werkzaamheden uitein-
delijk meer kwaad dan goed zouden doen.
De excursie staat onder leiding van de bouwkundige van
de Stichting Oude Groninger Kerken. Alle deelnemers ont-
vangen een uitgebreid documentatiepakket. U vertrekt om
10.30 uur per bus vanaf het Hoofdstation in Groningen. De
verwachte terugkomst in Groningen is circa 14.00 uur. Het is
alleen mogelijk om deze tocht per bus te maken. Opgave
door middel van de antwoordkaart in het midden van dit tijd-
schrift.
Prijs: ¤ 12,50, donateursprijs ¤ 10,-. Dit ‘kijkje’ kan alleen
doorgaan bij minimaal 20 deelnemers
Plattegronden van Bellingwolderschans (Oudeschans) en Bourtange uit 1649
Traditionele Zomerdagtochten naar Ostfriesland (Dld.)Voor dit jaar staat er wederom een interessante zomerdag-
tocht op het programma. Op zaterdag 6 juli en op de woens-
dagen 10, 17, 24 en 31 juli 2013 zal de landsgrens worden
overgestoken om in Ostfriesland een viertal kerken te bezoe-
ken.
In Marienhafe stond ooit een van de grootste kerken in
ons kustgebied. De overwelfde kruisbasiliek met de hoge
westtoren was 75 meter lang, het schip 23 m breed. In 1829
werden koor transept en de zijschepen afgebroken, terwijl
de toren twee verdiepingen verloor. Binnen herinneren veel
details aan de glorie van weleer. Bijzondere interieurstukken
zijn een zandstenen doopvont, de kansel uit 1669 en een
welluidend orgel gemaakt door Gerhard Von Holy.
De Warnfriduskerk van Osteel werd gebouwd als kruis-
kerk met een lengte van 60 meter. In de negentiende eeuw
werden koor en transept afgebroken en de gewelven weg-
genomen. Het renaissance-orgel stamt uit 1619, de fraaie
preekstoel uit 1699.
De Johanneskerk te Engerhafe kwam in twee bouwfasen
tot stand en bestond ooit uit vijf traveeën samen 60 meter
lang. Nadat er gewelven waren ingestort werden aan het ein-
de van de achttiende eeuw het koor en de westelijke travee
afgebroken. Het altaar, de kansel en een doopvont zijn
zeven tiende-eeuws.
De kerk van Victorbur is 53 m lang en heeft een losse klok-
kentoren. Het koor kwam in de vijftiende eeuw tot stand ter
vervanging van een absis. Binnen zijn een zandstenen
sacramentshuis en een altaar en een preekstoel uit de ze-
ventiende eeuw.
Praktische informatieDe excursie kan alleen per bus gemaakt worden. De vertrek-
tijd is telkens om 08.00 uur vanaf het Hoofdstation in Gronin-
gen (bij ’t Peerd van Ome Loeks) of om 08.30 uur bij de voor-
malige grenspost Nieuweschans (gelegen aan de autoweg).
De kosten bedragen ¤ 30,- voor donateurs en ¤ 40,- voor
niet-donateurs. Iedere excursiedeelnemer ontvangt in de
bus een mapje met kerkbeschrijvingen. De excursiebus
wordt rond 19.45 uur weer terugverwacht in Groningen.
Het excursieprogramma kent een koffie-, en een middag-
theepauze. Het is bovendien mogelijk om tussen de middag
deel te nemen aan een gezamenlijk diner. Let wel, de cate-
ring is niet bij de prijs inbegrepen en kan op het Duitse plat-
teland dikwijls alleen contant worden afgerekend!
Opgave alleen via de aanmeldingskaart in dit nummer, aan-
melding per e-mail of telefoon is niet mogelijk. Plaatsing
geschiedt op volgorde van binnenkomst. Deelnemers ont-
vangen per post een bevestigingsbrief en vervolgens een
nota. Het bureau van de stichting verzorgt de deelnemersad-
ministratie, de uitvoering van de excursie op de dag zelf,
wordt verzorgd door leden van de excursiecommissie.
De organisatie behoudt zich het recht van programmawijzi-
gingen voor, als omstandigheden ter plaatse daartoe nopen.
Denkt u aan het meenemen van uw paspoort of ID-kaart!
v.l.n.r. Altaar in Victorbur, doopvont en interieur van de kerk van Engerhafe.
Foto’s Harm Hofman
Kopzorgen en spanningen in GarmerwoldeTer geruststelling: ondanks de titel hierboven gaat het in
Garmerwolde de goede kant op. De restauratie van de ge-
welfschilderingen in de kerk, waarvoor tijdens de donateurs-
actie van 2011 uw bijdrage werd gevraagd, is dit voorjaar
gestart.
De schilderingen, gedateerd rond 1530, werden voor het
eerst blootgelegd tijdens de restauratiewerkzaamheden die
tijdens de oorlogsjaren plaatsvonden. Voor die tijd gingen ze
verscholen onder een dikke pleisterlaag. De afbeeldingen in
de gewelven bleken twee samenhangende beeldprogram-
ma’s. Op zich niet heel uniek, maar zo veelvuldig komen ze
nou ook weer niet voor. Het gaat om een Maria-cyclus en de
Passie van Christus, zo weten we vanuit onze huidige kennis.
Indertijd werd een enkel tafereel verkeerd geïnterpre-
teerd. De restaurateur, kunstschilder Gerhard Jansen, be-
schreef in een brief naar de directeur van het Rijksbureau
voor de Monumentenzorg een schildering op een van de ge-
welven als ‘Sterfbed van Jozef, de man van Maria, uit het
Huis en Geslacht van David’. In werkelijkheid gaat het hier
om Maria zelf, niet geheel onlogisch in een Maria-cyclus.
Bovendien is een voorstelling van Jozef op diens sterfbed in
de kunsthistorie een onbekende scene. Desondanks kreeg
de Heilige Maagd bij de reconstructie een mannelijk uiterlijk.
Aanvulling van de schilderingen werd toentertijd nodig
geacht, omdat deze sterk gehavend onder het pleisterwerk
vandaan kwamen. Naar schatting bleef ongeveer een kwart
van het oorspronkelijke beeld bewaard.
Paradoxaal genoeg is de huidige restauratie er goeddeels op
gericht om – verdere – schade ontstaan door de vorige te
herstellen. Zo is het pleisterwerk van de gewelven in de loop
van de tijd vergeeld, waardoor de schilderingen er vaal uit-
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben: vervuiling van-
uit de onderliggende baksteen of uit de later aangebrachte
pleister- of verflaag. Ook is het mogelijk dat de restauratoren
in de jaren 1941-1943 een fixatief hebben gebruikt. Doel van
het herstel is daarnaast het creëren van een spanningsvrij
oppervlak, waarvoor oude ‘reddingsacties’, zoals cement- en
gipsvullingen, moeten worden verwijderd. Het herstelproces
wordt ditmaal door restauratoren Aafje Bouwhuis en Nanon
Journée nauwkeurig gedocumenteerd voor volgende genera-
ties.
Tot slot: Jozef blijft waarschijnlijk Jozef. Die ingreep uit het
verleden is inmiddels onderdeel geworden van de histori-
sche gelaagdheid van de schilderingen.
Werk in uitvoering
De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Kerken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14 • 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: [email protected] • www.groningerkerken.nl
Foto Regnerus Steensma
53
kelijke wapen Ripperda), II. gevierendeeld (Huinga), III. door
sneden: A. een omgewende uitkomende halve leeuw; B. drie
rozen (Wigboldes), IV. SintJoris, een draak doorstekend. De
laatste twee kwartieren staan daarbij dus op hun kop. De
kwartieren Wigboldes en Huinga zullen verwijzen naar Uni
co’s moederlijke grootouders4.
Een overledene werd altijd met de voeten naar het oosten
begraven en een grafsteen werd zonder uitzondering op de
zelfde wijze georiënteerd. Opvallend is echter dat de tekst
van het grafschrift aan de westzijde aanvangt en niet, zoals
gebruikelijk, aan de oostzijde. De verklaring zal zijn dat in het
begin van de achttiende eeuw de zerk ten onrechte omge
keerd werd herplaatst, omdat men het kwartier met de ruiter
te paard interpreteerde als het grootvaderlijke kwartier Rip
perda, in plaats van het wapen met SintJoris. Men was zich
er blijkbaar niet van bewust dat de Ripperda’s tot de genera
tie van Unico SintJoris mét draak als wapenfiguur voerden;
pas Unico’s kinderen reduceerden dit tot een eenvoudige rid
der te paard. Het feit dat Unico’s zerk zowel dit laatste wapen
als een SintJoris met draak vertoont, maakt de zerk zeer
waardevol voor de geschiedenis van de ontwikkeling van
deze wapenfiguur die we bij verschillende geslachtswapens
in Groningen en Oostfriesland aantreffen. Wellicht heeft het
kwartier dat later werd aangezien voor het wapen Ripperda,
betrekking op een grootmoeder van Unico uit de familie
Addinga.
int iaer / [uns heren] m cccc [—] starff uni[ko] ripperda hovet
linck to / fermpsum / ende widwert provest to fermessum
ende / to lopperssum
Op het eerste gezicht lijkt de tekst dus het jaartal 1400 te ge
ven en dat heeft de nodige aanleiding tot verwarring gege
ven. Eilhardus Harkenroht publiceerde de tekst met het on
volledige jaartal ‘mcccc...’ en de foutieve lezing van ‘Wedde’
in plaats van ‘Widwert’ (Oosterwijtwerd) in 1723.3 Daardoor
werd de tekst toegeschreven aan Unico’s gelijknamige over
grootvader, die in 1397 voogd was van kinderen van Egge
Addinga te Wedde. Dit laatste feit zal de reden zijn voor de
verlezing van de plaatsnaam Widwert. Sinds 1723 spookt de
in 1400 overleden Unico Ripperda, hoofdeling te Wedde, dan
ook ten onrechte door de genealogieën Ripperda en de ge
schiedschrijving van Farmsum. Dat het jaar en de datum niet
ingevuld zijn, wijst erop dat de steen is vervaardigd tijdens
het leven van Unico, en wel tussen 1465 (toen Unico’s vader
Boele nog leefde en hoofdeling te Farmsum was) en 1474.
De steen geeft in de hoeken vier kwartierwapens, niet op
de later gebruikelijke wijze in één richting geplaatst. De wa
pens aan de voet van de zerk staan op hun kop, waardoor
minder duidelijk is wat het hoofd en wat de voet van de steen
is. Lezen we de kwartieren in de gebruikelijke volgorde, van
zuidwest naar noordoost, dan vinden we op de zerk van Unico
Ripperda: I. een ruiter te paard, omgewend (zoals het gebrui
2 De kwartieren I en IV op de zerk van Unico Ripperda: I. een ruiter te paard, omgewend; IV. Sint-Joris, een draak doorstekend. Foto’s Ko Lenting
3 E.F. Harkenroht, Volledige chronyk van Oostfrieslant (...) van (...) Eggerik Beninga (Emden 1723) 170.4 Zijn moeder, Hille, was een dochter van Bartolt Wigboldes.
54
vormgegeven, met in het midden het wapen Onsta (een
leeuw), een gehelmde leeuw als schildhouder met op zijn
helm een derde leeuw als helmteken. In het midden van ie
dere zijde vinden we een kwartierwapen. Vergelijking van
de kwartieren op de beide zerken leert dat de volgorde van
de wapens niet consequent is toegepast. Boven vinden we op
beide stenen het wapen Onsta en links een wapen met twaalf
ruiten, schuinkruislings, dat we kunnen identificeren met
Van Dockum, moeder van Abele en grootmoeder van Frouke.5
Op Froukes zerk is rechts het wapen van haar moeder, Hille
Jarges, afgebeeld en ten slotte onderaan een wapen met een
vogel, denkelijk dat van haar moederlijke grootmoeder Peter,
van wie de familienaam nog onbekend is.6
Haye Ripperda († 1504)De laatste van de drie Ripperdazerken is eveneens een be
trekkelijk goed bewaarde en fraai vormgegeven steen, de op
een na oudste portretzerk uit de provincie.7 De stijl van de
afgebeelde overledene is vergelijkbaar met die op de portret
zerk van Snelger Houwerda te Appingedam van twintig jaar
later. Haye wordt in biddende positie, recht van voren afge
beeld. Hij is gekleed in een harnas, draagt onder zijn linker
arm een zwaard en naast zijn rechtervoet ligt een helm. Tus
sen zijn benen slingert een banderol met een tekst waarvan
het woord ‘requiescat’ (‘hij ruste’, nl. in vrede) nog leesbaar
is. Het Latijnse randschrift luidt:
Anno . domini . m / vc . iiii . ipso . die / translationis . nicolai .
obiit . haio / ripperda / prepositus . et . capitaneus . in . ferm
sum . et . dammone . etcetera . /
(In het jaar 1504, op de dag van de translatie van Nicolaas,
overleed Haye Ripperda, proost en hoofdeling te Farmsum en
Appingedam enz.)
De feestdag van de translatie (overbrenging van de relieken)
van Sint Nicolaas — niet te verwarren met diens eigenlijke
feestdag, 6 december — is in de Nederlanden bij mijn weten
praktisch onbekend. In MiddenEuropese, Franse en Engelse
bisdommen wordt ze gevierd op 9 mei, vermoedelijk ook
de overlijdensdatum van Haye Ripperda. Ook later had men
blijkbaar moeite met deze datum, want in de genealogieën
Ripperda wordt vermeld dat Haye overleed op Nicolaasdag
ofwel 6 december 1504. De grafzerk heeft dus als bron ge
diend. Uit andere bronnen weten we echter dat Haye in sep
tember van dat jaar het tijdelijke al met het eeuwige ver
wisseld had.
Frouke Onsta († 25 mei 1477)Een sterk contrast met de eenvoudige zerk van Unico Ripper
da vormt de rijk gedecoreerde steen voor zijn slechts drie jaar
na hem overleden schoondochter Frouke Onsta († 1477). Zij
was twee jaar eerder gehuwd met Focke Ripperda. Het echt
paar liet één zoon na, Peter, die de stamvader werd van de
Winsumer tak van de Ripperda’s, waartoe de bekende hertog
Johan Willem Ripperda (16821737) hoorde.
anno m . cccc . lxxvii . op / sunt . urbanus . dach . / st / rf .
vroke . rypperda . ab / el . onsta ende . hil . onsta . dochter
Opvallend genoeg vermeldt de grafzerk wel de namen van
haar ouders, maar niet die van haar echtgenoot. Haar vader,
Abele Onsta, stierf zes jaar later. Toevallig bleef ook zijn zerk
bewaard; deze werd na de afbraak van de kerk te Sauwerd
overgebracht naar het Groninger Museum. De stenen van
vader en dochter Onsta zijn in dezelfde rijke gotische stijl
3 De grafzerk van Frouke Onsta († 1477). Foto Ko Lenting
5 Zie: R. Alma, ‘Postume heraldiek’, in: R. Alma, C. Gietman en A. Mensema, Adel en heraldiek. Adellijke identiteit en representatie (Hilversum 2012) 51-94.
6 Een derde vijftiende-eeuwse grafzerk in vrijwel dezelfde stijl is overgeleverd, namelijk die van de Oostfriese edelman Luwert van Uttum, nu in het Burgmuseum te Pewsum. Volgens de steen en oorkondelijke gegevens overleed hij in 1428; de stijl van de zerken komt zozeer overeen dat de steen eerder een halve eeuw later gedateerd zal worden.
7 R. Alma, ‘Portretzerken in Groningen’, Groninger kerken 22 (2005) 105-120.
55
grafzerken van vóór 1520 geen enkele die de kwartierwapens
in de latere standaardvolgorde voor de vier grootouderlijke
wapens vertoont. Daaruit mag duidelijk zijn dat de vondst
van groot belang is voor onze kennis over de heraldische
beeldprogramma’s op Groninger zerken.
Zoals we zagen zijn de Farmsumer zerken door latere fa
milieleden gelezen en gebruikt om de eigen genealogie aan
te vullen. Van de vroegere generaties van de familie Ripperda
kennen we echter van nog twee leden de overlijdensdata, die
zonder twijfel ontleend zijn aan zerken in de kerk: om die
reden kunnen we vermoeden dat onder de vloer ook de graf
stenen van Focke Ripperda, de man van Frouke Onsta, en van
Ailke Houwerda, vrouw van Haye Ripperda, nog te vinden
zijn...
Redmer Alma (1963) studeerde wiskunde en geschiedenis
aan de R.U. Groningen en bereidt een proefschrift voor over
de Ommelander adel in de Late Middeleeuwen.
Ook deze laatste zerk geeft vier kwartierwapens, die inder
daad overeenkomen met de wapens van Hayes vier groot
ouders: Ripperda, Wigboldes, Ukena en To Wijtwerd. Het is
overigens dankzij deze grafzerk dat we voor het eerst het
wapen van zijn grootmoeder Hiddeke to Wijtwerd konden
identificeren.8
Het belang van de gevonden grafzerkenDe vondst heeft geen nieuwe namen of overlijdensjaren op
geleverd. Wel leveren de kwartierwapens nieuwe gegevens
op over de voorouders van de overledenen. Maar het belang
van de zerken gaat verder dan de familie Ripperda. Alle drie
de zerken vertonen vier kwartierwapens en daarmee is het
aantal Groninger grafzerken van vóór 1520 met kwartieren in
één klap verdubbeld. Vanaf de zeventiende eeuw heeft de
wijze waarop de wapens van voorouders op een grafzerk
wordt weergegeven een vaste vorm en volgorde gevonden.
Tot die tijd is er veel variatie, waardoor de overledene of zijn
erfgenamen meer keuzevrijheid hadden om aspecten van de
voorouders door wapens te visualiseren. Zo is er onder de zes
4 De grafzerk van Haye Ripperda († 1504). Foto Ko Lenting
5 De grafzerk van Snelger Houwerda († ca. 1523) in de Nicolaïkerk,
Appingedam. Foto Regnerus Steensma
8 Zie: Alma, ‘Postume heraldiek’.
56
Coert Knol en de jongere zerken in FarmsumDe meeste aandacht bij de spectaculaire vondst
van zerken in de kerk van Farmsum gaat uit naar
die van de familie Ripperda, maar de vele andere
– jongere – grafstenen zijn niet minder belang-
wekkend. Deze bevatten informatie die vaak
nergens anders te vinden is.1
Geen registratie van dodenVóór 1806 werden overledenen in Groningerland niet geregi
streerd. De onderzoeker is daarom afhankelijk van andere
bronnen. Grafzerken geven vaak genealogische informatie
die nergens anders te vinden is. Dat geldt evenzeer voor fa
miliewapens. Veel families tooien zich met een wapen dat
terug gevonden is op soms maar één grafzerk.
Het was voor de schrijver bij zijn bezoek aan de gevonden
zerken een grote verrassing een grafsteen aan te treffen van
ene Coert Knol. Op zich is het vinden van de zerk van een ver
re verwant al leuk, maar het afgebeelde familiewapen bleek
ook nog eens een hypothese te bevestigen over het familie
wapen Knol. Bovendien levert ze nieuwe inzichten over de
ontwikkeling van de Groninger landbouwersheraldiek. Deze
kenmerkt zich namelijk in de zeventiende en achttiende eeuw
doordat de wapens nog niet onveranderlijk zijn, anders dan
de adellijke heraldiek. Regelmatig stelde elke generatie een
nieuw wapen vast, met elementen van de wapens van (voor)
ouders. Het is vaak een spannende speurtocht om te ontdek
ken hoe het wapen zich door de tijd ontwikkelde tot het mo
ment dat de familie een onveranderlijk wapen gaat voeren.
De hierna volgende uiteenzetting over de zerk van Coert Knol
is eveneens van toepassing op verschillende andere jongere
zerken, waarachter vergelijkbare verhalen schuilgaan.
1 De auteur dankt drs. Redmer H. Alma, Warffum, en dr.ir. Gert Schansker, Genève, voor hun informatie en commentaar. De heer Ko Lenting, ARC Groningen, was zo vriendelijk inzage te geven in de zerkbeschrijvingen uit het nog niet verschenen rapport van het archeologisch onderzoek.
1 De onlangs in de kerk van Farmsum te voorschijn gekomen
hardstenen zerk van Coert Knol, overleden in 1637.
Foto Egbert Euser
Egge Knol
57
Coert Harmens KnolDe zerk van Coert Knol is een eenvoudige rechthoekige zerk
met langs de rand een tekst (afb. 1):
anno /1637/ d[e]n 29 iuly is christelicken in godt den
heren gervstet die eerbae[re] coert knol verwachtende
met alle gelovigen am iongen[s]ten daege eine frolicke
vperstandinge dor//h christvm2
Knol en zijn vrouw Neessien Karstiens woonden in Farmsum,
maar kwamen uit de stad Groningen. Zij was een dochter
van Karst Jacobs en Neese Karstiens, herbergiers in de Oude
Boteringestraat in een huis dat stond voor de latere doops
gezinde kerk. Haar ouders werden na de Reductie gelijk in
december 1594 bij de eerste avondmaalsviering in de Martini
kerk lidmaat van de Gereformeerde Kerk.3 De ouders van
Coert Knol waren Harmen Arents Knol en Toebetje Coerts. Met
zijn eerste vrouw Hille had zijn vader Harmen in Rottum op De
Knol en in Warffum gewoond, met zijn tweede huwelijk kwam
hij naar de stad. Sinds die tijd gebruikte hij de aan zijn eerste
woonplaats ontleende achternaam.
Het vermoeden bestaat dat Coert, net als zijn vader Har
men Knol, een koopman was. Farmsum was destijds een be
langrijke handelsplaats. In 1574 mochten de inwoners voor
de scheepvaart een verbinding met het Damsterdiep graven
en in dezelfde tijd kwam er ook een waag te staan. Delfzijl
werd in de Tachtigjarige Oorlog een belangrijke vesting, maar
zou pas veel later Farmsum gaan overvleugelen.4 Vóór de
ontdekking van zijn grafzerk was enkel bekend dat Coert ge
storven was tussen 4 oktober 16365 en januari 1638, wanneer
sprake is van zijn weduwe. Vaak moet de familievorser ge
noegen nemen met zulke intervaldata. Dankzij de gevonden
zerk is nu bekend dat Coert Knol op 29 juli 1637 overleed. In
het grote rekenboek van Luitien Geerts, de kerkvoogd van
Farmsum, staat op 4 januari 1638 opgetekend dat Neessien
Knols met de predikant en kerkvoogden twee graven in de
2 Met dank aan Bette Alma voor de transcriptie. De zerk kreeg nummer 17 bij het archeologisch onderzoek.
3 Willem G. Doornbos, Petronella J.C. Elema en Duco F. Kuiken, Lidmatenboek van de Gereformeerde kerk van de stad Groningen 1594-1660 (Groningen 2001) 264.
4 Jenne Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum en zijn kerk (Appingedam 1983).
5 RHC Groninger Archieven, Archief Hoge Justitie Kamer (HJK), inv.nr. 867 fol. 240 vs dd 13 september 1636; fol. 259 dd 27 september 1636; fol. 269 dd 4 oktober 1636.
6 RHC Groninger Archieven, Archief Hervormde Kerk Farmsum inv.nr. 80, dd 4 januari 1638. Met dank aan dr.ir. Gert Schansker, Genève.
2 De familiewapens op de in 1975 blootgelegde hardstenen zerk van
de broers Ebele Knol († 1625) en Claes Knol († 1676) in de kerk van
Westerwijtwerd. De teksten van Claes Knol en Derck Jans (geen fami-
lie) zijn later toegevoegd. De steen is na de restauratie van de kerk
in het koor van de kerk gelegd. Het voor de kijker linker wapen is van
hun vader Lippe Knol, het voor de kijker rechter wapen van hun moe-
der Anna Reenders. Foto Groninger Museum, Marten de Leeuw
58
Het toont een boom met grote bladeren. Het wapen van Coert
Knol bevat een uit het bos springend hert. Hetzelfde wapen
wordt ook aangetroffen op de zerken in de kerk van Wester
wijtwerd van Lippe Knol († 1640) en dat van zijn beide zonen
Ebele († 1625) en Claes Knol († 1676), maar het wijkt af van het
vanaf 1655 aangetroffen wapen van andere nazaten van de
familie Knol (afb. 2).8 Dat laatste geeft drie knollen, dikwijls
doorsneden met een dwarsbalk beladen met drie klaver
bladen. Doordat enkele afbeeldingen in kleur bestaan, weten
we dat het wapen Knol zwart met een gouden balk is met
knollen en klaverbladen in natuurlijke kleuren (afb. 3).9 Het
leek er op dat de familie Knol in Westerwijtwerd een ander
wapen aannam. Het zit echter anders, want op het kerkhof
van Eppenhuizen lagen de zerken van Grietje Knol (†1676) en
Harmen Knol (†1682) met aan de vaderlijke kant een gedeeld
wapen (afb. 4): rechts het wapen met de knollen en de dwars
balk en links het uit het bos springende hert.10 Rechts en
links weer gezien vanuit het graf. Grietje en Harmen Knol wa
ren beide ongehuwd zodat het rechterwapen op dat van hun
vader Claes Harmens Knol (†1656) moet duiden.11 De wapen
figuren uit de familie van hun moeder zijn grotendeels be
kend.12 Een uit een bos springend hert hoort daar niet bij,
zodat het gedeelde wapen afkomstig moet zijn van hun
grootvader Harmen Knol († vóór 1618). Drie generaties lang
voerde deze tak van de familie Knol hetzelfde gedeelde
wapen met rechts de knollen en links het hert. Grootvader
kerk heeft geruild. Die nieuwe graven – in één ervan zal Coert
zijn bijgezet – waren op een betere locatie en daarom moest
worden bijbetaald.6
Neessien verhuisde in 1639 later naar Delfzijl. Ze was her
trouwd met de slachter, later aannemer, Menge Berents.
Neessien werd weer weduwe en hertrouwde Johan Aepkes uit
Farmsum. Neessien kwam weer in Farmsum te wonen. Haar
derde echtgenoot overleed in 1656. In 1668 werd ze nog ge
noemd als eigenaresse van land in Farmsum.7 Aannemelijk is
dat ze in de kerk van Farmsum werd begraven en het is een
spannend idee dat haar zerk daar nog ergens aanwezig kan
zijn.
Het familiewapen KnolDe gevonden overlijdensdatum van Coert Knol is niet het be
langrijkste wat de grafsteen ons leert. Op zijn zerk staan
twee familiewapens. De betekenis daarvan volgde doorgaans
min of meer vaste patronen. Bekeken vanuit het graf was
het rechterwapen (voor de kijker links) van de man of van de
vader. Het linker wapen was van zijn vrouw of van de moeder.
Beide mogelijkheden kwamen voor. Op de zerk van Coert
Knol worden beide familiewapens met een lint verbonden,
duidend op een echtpaar. Mijn ervaring is dat bij echtparen
vaak het wapen van man en vrouw zijn. Op het wapen van de
vrouw zijn deze dan gewisseld. Daar van uitgaande is het
linker wapen (voor de kijker rechts) van Neessien Karstiens.
7 Als voren jaren 1655 en 1656. RHC Groninger Archieven, Archief HJK 1354 pag. 436.8 Adolf Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden (Assen1977) (Vanaf nu: GDW ) nrs. 4124B, 2124F en 2128A. 9 Dit wapen komt op veel grafzerken voor, maar ook op glas in lood ramen en een houtsnijwerk uit de familie Van Bolhuis in het
Groninger Museum (inv.nrs. 0000.1259B, 000.1259D en 0000.1394.) Wapen afgebeeld K.J. Ritzema van Ikema, Ommelander Geslachten Het nageslacht van Jacob Sijbolts, landbouwer te Warffum en Geertruid’ Cornelis’. (z.p., z.j.) tegenover p. 306. G.A. Brongers (e.a.), Noord-Nederlandse heraldiek (1987) 117.
10 GDW nummers 1148 en 1149.11 GDW nummer 1147.12 GDW nummers 1147, 4366, 4372.
3 Het familiewapen Knol uitgesneden in hout. Samen met een
vergelijkbaar wapen Van Bolhuis decoreerde dit wapen begin 18de
eeuw het huis van het echtpaar Van Bolhuis-Knol in de Schoolstraat
te Warffum. Collectie en foto Groninger Museum, Marten de Leeuw
4 De wapens op de hardstenen zerk van Harmen Knol († 1682)
op het kerkhof van Eppenhuizen. De steen lag vroeger in de kerk
en vormde lange tijd een van de treden naar het kerkhof. Dezelfde
wapens staan op de zerk van zijn zuster Grietien († 1676).
Foto Groninger Museum, Marten de Leeuw
59
Meer spannende puzzelsDe ontdekking van de zerk van Coert Knol is leuk voor de
familie Knol maar van groter belang voor onze kennis over de
landbouwersheraldiek uit de zeventiende eeuw. De patronen
die hier gevolgd werden, zijn namelijk nergens omschreven.
Ze zijn alleen door een zorgvuldige combinatie van genealo
gie en heraldiek te ontrafelen en vormen zo spannende puz
zels.14 De jongere zerken in Farmsum kennen meer puzzels.
Er liggen vier opeenvolgende zerken van kerkvoogden die
vast en zeker familie van elkaar zijn: Gert Harmens († 1596),
Geert Luitens († 1626), Jurrien Jurriens († 1669) en Luitien
Geerts († 1678).15 De eerste zerk kent in de vier hoeken de
wapenschilden van (naar we aannemen) de vier grootouders,
maar niet voorzien van familiewapens, maar bestaande uit
huismerken met initialen. Die huismerken op zich zijn een be
kende verschijning in de Groninger heraldiek, maar de plaat
sing als kwartierwapens zoals op deze zerk is uniek. Huis
merken vererfden, net als wapens, van ouder op kind, maar
we weten niet zo veel over de wijze waarop huismerken bin
nen een familie overgingen.16 Ook hier weer een puzzel,
waarvoor de Farmsumer zerken belangrijk onderzoeksmate
riaal bieden.
Dr. Egge Knol (1956) is werkzaam als conservator archeolo
gie, geschiedenis en oude kunst(nijverheid) bij het Groninger
Museum ([email protected]). Hij is een actief fami
lievorser en werkt aan een boek over de Ommelander familie
Knol.
Harmen Knol was een broer van de eerdergenoemde Lippe
Knol uit Westerwijtwerd en beiden waren zonen van Claes
Knol († 1613), paardenkoopman in Startenhuizen, en diens
vrouw Catrina.13 Verondersteld wordt dat het wapen met de
knollen betrekking heeft op de vader, die vermoedelijk is ge
boren op de boerderij De Knol tussen Stitswerd en Eelswerd.
Het wapen met het springende hert kan dan teruggaan op de
moeder Catrina. Om onbekende redenen heeft zoon Lippe
Knol in Westerwijtwerd voor het wapen van zijn moeder geko
zen. Vererving van familiewapens en achternamen van moe
der op zoon is in Groningerland bepaald niet een zeldzaam
verschijnsel.
Na deze lange aanloop, verduidelijkt in een schema (afb.
5), terug naar Coert Knol. Zijn vader Harmen Arents Knol was
namelijk een halfbroer van Catrina. Ze hadden dezelfde moe
der Hille Jansen. Nu blijkt in Farmsum dat de zoon van haar
halfbroer hetzelfde wapen voert als dat aan Catrina was toe
geschreven. De veronderstelling dat het hertenwapen van
Catrina komt, is daarmee aannemelijker. Wel moet worden
opgemerkt dat het hertenwapen veel vaker in Groningen
voorkomt, bijvoorbeeld bij de families Eylerts, Stuirwolt en
ook Swartwolt. Een dochter van Claes Knol en Catrina was
met een brouwer Jan Swartwolt getrouwd. Wat zou het leuk
zijn de zerken van stamvader Claes Knol (†1613) en zijn vrouw
Catrina in dit verhaal te betrekken, maar die zijn nog niet
tevoorschijn gekomen. De vondst van de zerk van Coert Knol
geeft echter via een omweg een belangrijke aanvulling op
deze heraldische reconstructie.
5 De verwantschap van Coert Knol met de familie Knol
uit Startenhuizen en Westerwijtwerd.
13 Deze twee broers hadden ondermeer een zuster Luitien Knol, die was gehuwd met Jan Clasen. Uit dit echtpaar zijn drie zoons bekend Harmen, Eeuwe en Jan Klasen die alle de achternaam Knol voerden. De naam Knol leeft alleen voort bij hun talrijke afstammelingen, dus in de vrouwelijke lijn.
14 Johannes A. de Boo, ‘Heraldiek in de Groningse Ommelanden’, 50 (1995) 113-122. Redmer H. Alma, ‘Vroege ontwikkeling van de Groninger heraldiek’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 54 (2000) 5-45; Egge Knol, ‘Oude aantekeningen en een sluitsteen uit de familie Doornbosch (Uithuizen, Kloosterwijtwerd, Rottum)’, Gruoninga 46 (2001) 124-135.
15 Deze graven kregen bij het archeologisch onderzoek respectievelijk de nummers 4, 5, 6 en 26.16 Zie bijvoorbeeld Egge Knol, ‘Oude aantekeningen en een sluitsteen uit de familie Doornbosch (Uithuizen, Kloosterwijtwerd, Rottum)’,
Gruoninga 46 (2001) 124-135.
Hijkex
Harmen JansenDoornbos upde Knol
Harmen upCruisstede
HilteJansen
ArentupCruisstede
ReeneJansen
Claes Knol
EuweKnol
Hijke Knol
Leitien Knol
Catrina Knol
Harmen Arentsupde Knol
CoertKnol
HarmenKnol
ClaesKnolClaes
KnolEbeleKnol
Harmen Knol
LippeKnol
Catrina Harmens
ToebetjeCoerts
NeessienKarstiens
GrietjeReinders
Reinder
Stijntje Meertens
Grietje Knol
MeertenReinders
x x
xx
x
x x x
60
maaide gras binnen de bomenrand en het open landschap
daarbuiten.
In het gras liggen een paar verweerde oude grafzerken,
waar hij aan kan zien dat dit een kerkhof geweest moet zijn.
Dan zal er ook wel een kerk gestaan hebben maar die is blijk
baar verdwenen.
De pelgrim die NoordGroningen bereist om de oude kerken
en kerkhoven te bezoeken treft in het open landschap buiten
Pieterburen een laag heuveltje aan, een wierde zoals er zo
veel liggen in deze streek. Deze wierde is op het eerste ge
zicht leeg en onbebouwd op een klein bakstenen huisje na en
een rand van bomen.
Dichterbij gekomen wordt de pelgrim gewaar dat er mid
den op het heuveltje toch ook iets staat: een ijl staketsel van
dunne staven, nauwelijks zichtbaar tegen de lichte grijze
lucht. Het heeft iets weg van het skelet voor een gebouw,
maar ook iets van een speeltoestel. Is het groot of is het
klein? Het is klein, aan de twee stoelen af te meten die in het
bouwwerkje tegenover elkaar aan een tafel geplaatst zijn. Is
het kunst? Het is in ieder geval heel mooi gemaakt, met vier
vleugels in een kruisvorm, zadeldaken, zijbeuken en boogra
men. Het staketsel bestaat uit staven gewoon betonijzer
maar dan wel verguld. Voor een gewoon huisje is het te klein,
te complex en te plechtig. Voor een speeltoestel is het te fra
giel; het is eerder geschikt als decor voor een toneelstuk.
Als de pelgrim op een van de stoelen gaat zitten blijft de
andere stoel leeg. Als er nog iemand zou komen zou die te
genover hem kunnen gaan zitten. Ze zouden elkaar aankijken
en iets tegen elkaar zeggen. Hij kijkt om zich heen vanaf zijn
zitplaats in het luchtige bouwwerkje op de lage heuvel. Hij
heeft vrij uitzicht op de lucht, het bakstenen huisje, het ge
Govert Grosfeld
Op Hoogte Gedacht
Bij een kunstwerk van Meschac Gaba in Wierhuizen
Irréel, 2009Op het kerkhof van Wierhuizen realiseerde de uit Benin af-
komstige, maar in Nederland wonende kunstenaar Meshac
Gaba een kopie van het skelet van de kerk uit zijn geboorte-
stad Cotonou. Dit beeld komt als het ware in de plaats van de
kerk die ooit op de wierde stond, en die in 1717 afgebroken
werd na een verwoestende overstroming. Het skelet van Ga-
ba’s kerk, kleiner dan het origineel in Benin, is goudkleurig en
daarmee een verwijzing naar de gloed die er in het westen
traditioneel van religies uitging. In het midden van de sculp-
tuur zijn twee stoelen en een tafel geplaatst, als symbool
voor de ontmoeting. In plaats van de religie en de gemeen-
schap van gelovigen gaat het hier om. Het is een verbeelding
van het treffen van mens tot mens. Gaba concludeerde bij het
doen van zijn voorstel, dat de kerken in Afrika wellicht ooit
net zullen leeglopen als dat nu in Nederland het geval is. Zijn
beeld weerspiegelt die leegte, maar het zegt tegelijk dat dit
ook een nieuw begin is. Tekst: Mark Kremer
Meschac Gaba (Benin 1961) woont
en werkt sinds 1996 in Amsterdam.Foto John Stoel
Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001
MENSE RUITER orgelmakers b.v.Oosterseweg 139785 AD Zuidwolde (Gron.)Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560E-mail: [email protected]
Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde
Haven Zuidzijde 7
9679 TD Scheemda
Tel. 0597-55 19 09
Fax: 0597-55 29 98
E-mail: [email protected]
www.boerbouw.nl
Nieuwbouw Verbouw Renovatie Restauratie
UUUWWW BBBOUWPARTNEROUWPARTNEROUWPARTNER VOORVOORVOOR::: NNNIEUWBOUWIEUWBOUWIEUWBOUW RRRENOVATIEENOVATIEENOVATIE / / / RESTAURATIERESTAURATIERESTAURATIE OOONDERHOUDNDERHOUDNDERHOUD VANVANVAN::: --- BEDRIJFSPANDENBEDRIJFSPANDENBEDRIJFSPANDEN --- WOONCOMPLEXENWOONCOMPLEXENWOONCOMPLEXEN --- WONINGENWONINGENWONINGEN AAAANANAN ENENEN VERBOUWVERBOUWVERBOUW VANVANVAN UWUWUW WONINGWONINGWONING
G R O N I N G E NG R O N I N G E NG R O N I N G E N
K K K III EEE LLL EEE RRR B B B OOO CCC HHH TTT 3 33 33 3 0 5 0 0 5 0 0 5 0 --- 5 7 5 7 8 0 05 7 5 7 8 0 05 7 5 7 8 0 0
E M M E NE M M E NE M M E N N N N AAA UUU TTT III LLL UUU SSS SSS TTT RRR AAA AAA TTT 7 7 7 0 5 9 1 0 5 9 1 0 5 9 1 --- 6 5 7 9 0 6 5 7 9 0 6 5 7 9 0
W W W . B R A N D S B O U W . N L W W W . B R A N D S B O U W . N L W W W . B R A N D S B O U W . N L
Het succes van automatiseringHet klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffi e drinken bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren. Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie.
Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffi edrinken…
Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl
De Schilder, de beste vriend
van je huis
Schildersbedrijf W. DijkemaNoorderstraat 5
9989 AA Warffum
telefoon (0595) 42 22 67
Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen
telefoon 050 - 2100194 mobiel 06 [email protected]
Postbus 50869700 GB Groningen
Tom Feith Stukadoors- & tegelzetbedrijf
Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging
Noordveenkanaal n.z. 21
7831 aw Nieuw Weerdinge
tel. 0591 - 522 258 / 522 770
fax 0591 - 521 016
Vestigingen in: Alphen aan den Rijn | Liempde | EchtHeerhugowaard | Assen | Mechelen (B)
Houtinsectenbestrijding | Zwamsanering Houtrestauratie met epoxytechniek | Isochips®-kruipruimteisolatie
Vochtwering | Kruipruimterenovatie | Constructiedroging Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode | Microgolvenmethode
Onderzoek met de videoscope | Inspectieabonnementen
Een gezonde kijk op onroerend goed
www.vanlierop.nl
Van Lierop
Van Lierop
Van Lierop
Van Lierop
Van Lierop
Van Lierop Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht
ISO 9001gecertifi ceerd
050 403 14 83
www.laurenshout.nl
Met een passie voor panden met geschiedenis
Timmer- en restauratiewerken | Interieur ontwerp en uitvoering | Deskundig in duurzaam (ver)bouwen
AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1 23-01-13 10:00
HOLSTEINres taurat ie archi tec tuur
Kantoren InsulindeBankastraat 42 J
9715 CD Groningen
tel.: 050 5770059fax: 050 5771904
Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71
VASTGOED ONDERHOUD
BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE
Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail [email protected] • Website www.vdmaar.nl
Naamloos-2 1 06-02-12 21:29Hoveniersbedrijf Coen Overdevest LeensWierde 4tel. 0595-571187www.overdevesthoveniers.nlVCA gecertificeerd.Groenkeur gecertificeerd bedrijf.
Voor:* een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan* complete terreininrichting* de aanleg van uw tuin* onderh oud aan uw tuin b.v.:
- renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz.
* snoeien van bomen en heesters* kappen van bomen* plaatsen van schuttingen, pergola’s,
tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz.* aanleg van sierbestrating, grindpaden,
schelpenpaden, enz.* aanleg van vijvers* het leggen van graszoden* ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage* levering van bomen, heesters,
coniferen, vaste planten, haag- en bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.
Ontwerp, aanleg, onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting
Lid VHG
terug naar het beginCultureel festival 1e lustrum, dinsdag 7 t/m zondag 12 meiHighlights Hemelvaartsdag 9 mei Appingedam
Henk van Os & Marjoleine de Vos Nicolaïkerk / Djurre de Haan van ‘awkward i’ Kerk Solwerd ‘My name is Rachel Corrie’ Laura van Dolron Kerk Eenum / Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club Nicolaïkerk / Marike Jager Kerk Oosterwijtwerd / Noota Saxophone Duo Synagoge / Slotconcert Karin Strobos & Nieuw Philharmonisch Orkest Nicolaïkerk
Meer optredens 2e week meiGraansilo Groningen
Kerk van Leegkerk
Openluchtmuseum Het Hoogeland Warffum
Museum Vosbergen Eelde
Landhuis Oosterhouw Leens
Academie Minerva
De Noordelijke Kunsthof Appingedam
Let op: Speciale korting
voor donateurs Stichting
Oude Groninger Kerken &
Vrienden van Terug naar
het begin
www.terugnaarhetbegin.nl