Groninger Kerken april 2013

40
Themanummer Farmsum Themanummer Farmsum STICHTING OUDE GRONINGER KERKEN Groninger Kerken april 2013

description

Tijdschrift Groninger Kerken van de Stichting Oude Groninger Kerken - themanummer Farmsum

Transcript of Groninger Kerken april 2013

Page 1: Groninger Kerken april 2013

T h e m a n u m m e r F a r m s u mT h e m a n u m m e r F a r m s u m

ST

IC

HT

IN

G

OU

DE

GR

ON

IN

GE

R

KE

RK

EN

G r o n i n g e r K e r k e na p r i l 2 0 1 3

Page 2: Groninger Kerken april 2013

Justin E.A. Kroesen

In Memoriam Regnerus Steensma (1937-2012) 33

Justin E.A. Kroesen

De middeleeuwse kerk van Farmsum. Eerste hallenkerk van de Ommelanden? 35De voorganger van de huidige kerk van Farmsum behoorde tot de mo-

numentaalste middeleeuwse kerkgebouwen van de Ommelanden. Dit

artikel biedt een nieuwe visie op de bouwgeschiedenis.

Ko Lenting

De vondsten in Farmsum 40In 2012 was de negentiende-eeuwse kerk van Farmsum toe aan een

opknapbeurt. Bij de planning van de werkzaamheden ging men ervan

uit dat er niet gegraven zou worden. Dit liep toch anders …

Redmer Alma

Drie zerken van de familie Ripperda 44De in Farmsum aan de vergetelheid onttrokken vijftiende-eeuwse graf-

stenen zijn van groot belang voor onze kennis over heraldische beeld-

programma’s op Groninger zerken.

De Stichting 45Interview · Nieuws · De kerk als podium · Excursies · Winkel · Media-

theek · Werk in uitvoering

Egge Knol

Coert Knol en de jongere zerken in Farmsum 56Zerken uit de zeventiende en achttiende eeuw bevatten informatie die

vaak nergens anders vindbaar is.

Govert Grosfeld

Op Hoogte Gedacht 60Bij een kunstwerk van Meschac Gaba in Wierhuizen

inhoud 30 / 4 – april 2013

Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969

Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985

Beschermheer

Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van

de Koningin in de provincie Groningen

Bestuur en directie

G.H. van den Bremen, voorzitter

C. Kool, secretaris

J. Wolters, penningmeester

E.A.M. Bulder

J.A. de Vries

M. van Zanten

P.G.J. Breukink, directeur

Adres

Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

telefoon (050) 312 35 69

telefax (050) 314 25 84

e-mail [email protected]

www.groningerkerken.nl

abn amro 48 61 14 333

Redactieadres

Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

e-mail [email protected]

Redactie Groninger Kerken

Dr. J.E.A. Kroesen, voorzitter

Drs. M. Hillenga, secretaris

Drs. R.H. Alma

E. Hofman MA

J.F. Oldenhuis

Dr. C.P.J. van der Ploeg

Katern ‘De Stichting’

Martin Hillenga

Donateurschap

Minimaal ¤ 17,50 per jaar

Tijdschrift ¤ 15,- per jaar

Advertenties

Informatie en tarieven worden verstrekt

door Stichting Oude Groninger Kerken

telefoon (050) 312 35 69

contact Gerda Lüürssen,

e-mail: [email protected]

Drukwerk en verzending

Zalsman Groningen, Groningen

Opmaak en productie

Ekkers & Paauw, Groningen

Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich ting Oude Gronin ger

Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Abonnement, alleen voor dona-

teurs van de Stichting Oude Gronin ger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieu we donateurs

ont vangen Gro nin ger Kerken het eerste jaar gratis. issn 0169 - 3719

Omslag: De kerk van Farmsum, kort na de bouw van de nieuwe toren in 1857. Waarschijnlijk

de oudste foto van een kerk in de provincie. Collectie RHC Groninger Archieven (818-3585),

kleurbewerking Meindert Spek.

De artikelen in deze aflevering van Groninger Kerken zijn de neerslag van een symposium dat mede mogelijk is gemaakt door Memento Mori, Kaderproject Netwerk (Interreg IVA programma) van de EDR (Eems Dollard Regio): www.memento-mori.nu

Page 3: Groninger Kerken april 2013

33

Op 13 december 2012 overleed dr. Regnerus

Steensma op 75-jarige leeftijd in zijn woonplaats

Buitenpost. Zijn plotselinge heengaan was een

grote schok voor de Stichting en in het bijzonder

voor de redactie van dit tijdschrift, waarvan hij

vanaf het begin voorzitter was. Hij zal zeer

gemist worden als acquisiteur, procesbewaker,

aanjager, redacteur, auteur en – niet in de laatste

plaats – als kerkfotograaf.

Voor het jubileumboek Ooit gebouwd… voor altijd uit 2009

beschreef Regnerus hoe hij in 1969 één van de drie oprich­

ters was van de Stichting Oude Groninger Kerken. De foto bij

de titel toont een jonge Regnerus, net 32 jaar oud, die aan­

wijzingen geeft aan de cameraploeg van de NTS bij de opna­

mes voor een journaalbericht over de oprichting (zie de foto

op p. 34). We zien Regnerus vanuit de verte en van opzij,

maar hij is onmiddellijk herkenbaar aan zijn rijzige gestalte.

Hij leunt voorover op zijn tenen en heeft zijn grote handen

ferm in de jaszakken gestoken. Zijn hele lichaamshouding

straalt uit dat hij staat te popelen om werk te maken van het

redden van de oude Groninger kerken. Met vastberaden blik

kijkt hij over de velden naar de vervallen kerk van Leegkerk,

waar op dat moment nog tientallen duiven rondvliegen.

Sinds de oprichting in 1969 is Regnerus zich op vele ma­

nieren voor de Stichting blijven inzetten. Tussen 1969 en

1982 was hij secretaris in het dagelijks bestuur, en tot 2000

bleef hij lid van het algemeen bestuur. Vervolgens was hij tot

1 juni 2008 voorzitter van de Raad van Toezicht, en daarna lid

tot 1 juni 2011. Vanaf de laatste datum tot aan zijn dood was

hij lid van de Raad van Advies. Naast zijn bestuurswerk heeft

Regnerus zich vanaf het begin ingezet als voorzitter van de

redactie van het tijdschrift, dat eerst losbladig en later in de

vorm van katernen verscheen als Publicaties Stichting Oude

Groninger Kerken, en nu alweer dertig jaar als het tijdschrift

Groninger kerken. Voor zijn grote en veelzijdige verdienste

ontving Regnerus in 1994 als eerste de tweejaarlijkse ere­

penning van de Stichting uit handen van voorzitter Harry de

Olde.

Als voorzitter van de redactievergaderingen kenmerkte

Regnerus zich door een energieke doelgerichtheid. De klok

werd steeds nauwlettend in de gaten gehouden, zodat de bij­

eenkomsten nooit uitliepen. De agenda werd vastgesteld, het

In memoriam dr. Regnerus Steensma (1937-2012)

Regnerus Steensma in zijn werkkamer in Buitenpost, december 2012.

Foto Erik Veenstra / De Streekkrant

Page 4: Groninger Kerken april 2013

34

bewust maakte van de bijzondere waarde van het religieuze

erfgoed in de noordelijke provincies en zo een belangrijke

aanzet gaf tot het succes van de Stichtingen Oude Groninger

Kerken en Alde Fryske Tsjerken (ook van die stichting was hij

medeoprichter, in 1970). In 1970 schreef hij het gidsje Langs

de oude Groninger kerken en in 1974 bestudeerde hij het ge­

bruik van de hervormde kerken in Groningen. In het tijdschrift

Groninger kerken publiceerde Regnerus tientallen artikelen

over zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals kerkarchitec­

tuur, kerkhoven, preekstoelen, herenbanken, koorhekken,

avondmaalsinrichtingen, tekstschilderingen en symboliek op

grafzerken. Zijn bijzondere aandacht hadden de overblijfse­

len van het middeleeuwse kerkgebruik, waaronder muur­ en

gewelfschilderingen, sacramentsnissen, piscina’s, preek­

stoelen, sporen van zijaltaren, orgels, doopvonten en pries­

terzerken. Ook schreef hij artikelen over moderne kunst in

Groninger kerken en over de gebruiksmogelijkheden van vier

Groninger binnenstadskerken. Bij het afscheid van Harry de

Olde als voorzitter stelde hij als mederedacteur een bundel

samen over Kerkrestauraties in Groningen (2002) en in 2008

redigeerde hij samen met ondergetekende de jubileumbun­

del De Groninger cultuurschat. Kerken van 1000 tot 1800.

De erfenis die Regnerus Steensma heeft nagelaten is groot

en veelzijdig. De Stichting Oude Groninger Kerken is hem

grote dankbaarheid verschuldigd voor alles wat hij heeft

betekend als ‘founding father’, als secretaris en bestuurslid,

als toezichthouder, adviseur, auteur, redacteur en fotograaf.

Naast al deze hoedanigheden zal hij vooral ook door zijn

markante, energieke en doelgerichte persoonlijkheid in de

redactie en daarbuiten node gemist worden.

Justin E.A. Kroesen

Groningen, februari 2013

laatste nummer besproken, de te beoordelen stukken door

alle leden becommentarieerd, afspraken gemaakt over de

terugkoppeling van het commentaar en een blik vooruit ge­

worpen naar de komende nummers. Verreweg het meeste

werk verrichtte Regnerus echter buiten de vergaderingen om.

Steeds was hij op zoek naar nieuwe auteurs en geschikte

onderwerpen, en vooral in de laatste tien jaar was hij ook

overal in de provincie met zijn camera op pad om foto’s te

maken. Hij was trots op zijn verworven bekwaamheid op dit

terrein; steeds vaker noemde hij zich behalve onderzoeker

ook ‘kerkfotograaf’.

Regnerus Steensma werd in 1937 als boerenzoon geboren

in Tirns (bij Sneek). Een Fries in hart en nieren is hij altijd ge­

bleven. Na zijn studie vanaf 1958 en promotie in 1970 keerde

hij terug naar ‘it heitelân’, waar hij met zijn vrouw Elly en zijn

twee zonen Romke en Hedzer in een monumentale voor­

malige pastorie in Kollum ging wonen. Zo kwam de theoloog

die besloot geen predikant te willen worden toch nog in de

ambtswoning van een predikant terecht. Meer dan 35 jaar

was Regnerus verbonden aan de theologische faculteit van

de Rijksuniversiteit Groningen, eerst als promovendus en la­

ter als universitair docent en hoofddocent, en daarnaast als

directeur van het Instituut voor Liturgiewetenschap. Hij ver­

diende zijn sporen als wetenschapper – op zijn naam staan

meer dan 180 publicaties! – maar sloot zich nooit op in een

ivoren toren. Steeds hield hij oog voor maatschappelijke ont­

wikkelingen binnen de kerk en op erfgoedgebied. De combi­

natie van wetenschappelijke vakkennis en maatschappelijke

gerichtheid was een belangrijke aanleiding om hem in 2007

te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje­Nassau.

Als auteur heeft Regnerus Steensma vele facetten van de

oude Groninger kerken belicht. Al in 1966 publiceerde hij het

boek Vroomheid in hout en steen, dat een groot publiek

Regnerus Steensma, Harmen Siezen en cameramensen van de NTS bij de kerk van Leegkerk, oktober 1969.

Page 5: Groninger Kerken april 2013

35

zal blijken dat de bouw van de kerk niet in twee duidelijk te

onderscheiden fases verliep, maar veeleer als een proces

van ongeveer een eeuw in verschillende, elkaar snel opeen­

volgende stadia.

TranseptgevelDe kenmerken van de romanogotische kruiskerk zijn duide­

lijk af te lezen aan de transeptegevel (afb. 2). We zien een

muurgeleding en een vensterpatroon dat correspondeert met

de latere fase van deze stijlperiode. Van de drie smalle hoge

vensters is de middelste het hoogst opgetrokken, wat de

aanwezigheid van koepelgewelven in het interieur verraadt.

De vensters worden omgeven door drie muurnissen van gelij­

De belangrijkste afbeelding van de oude Farmsumer kerk is

een tekening van J. Berghuis uit 1854 (overgeleverd in de

vorm van een natekening door C.H. Peters). Deze toont de

kerk vanuit het noordoosten een paar jaar voor de bouw van

de huidige toren (afb. 1).1 Wat meteen in het oog springt, is de

sterk uit het lood staande torenspits. De scheefstand van de

Farmsumer toren was in Groningen spreekwoordelijk: ieder­

een wist wat het betekende als iemand opmerkte dat iets ‘zo

schaif as toorn van Faarmsom‘ stond.2 Misschien wilde de

tekenaar deze karakteristieke situatie vastleggen voor die

voorgoed zou verdwijnen.

Wat Berghuis niet kon vermoeden is dat zijn tekening 150

jaar later zou gelden als de belangrijkste bron voor de bouw­

geschiedenis van de middeleeuwse kerk. We zien een orga­

nisch gegroeid gebouw met romanogotische en gotische ken­

merken, bestaande uit een veelhoekig koor met een sacristie

in twee verdiepingen, en een opvallend breed schip. Dit schip

zet zich aan de westzijde versmald door in zijstukken naast

de ingebouwde toren, op de wijze van een gereduceerd west­

werk.3 Wat ondanks de vele details niet te zien is, zijn de vele

tufstenen die volgens ooggetuigen nog aan de muren zicht­

baar waren.

Volgens M.D. Ozinga, die in 1940 zijn standaardwerk over

de monumenten van Oost­Groningen publiceerde, was de

middeleeuwse kerk van Famsum een dertiende­eeuwse ro­

manogotische bakstenen kruiskerk met rechtgesloten koor,

die in de laatgotiek werd uitgebreid met nieuw veelhoekig

koor en met zijbeuken langs het schip.4 Deze visie werd

gevolgd door Jenne Meinema, hoofdarchivist van het Rijks­

archief Groningen, die in 1983 studie maakte van de geschie­

denis van Farmsum en zijn kerk.5

De tekening van Berghuis geeft aanleiding om deze visie

op de bouwgeschiedenis te nuanceren en bij te stellen. Zo

Justin E.A. Kroesen

1 De middeleeuwse kerk van Farmsum getekend door J. Berghuis in 1854

(natekening door C.H. Peters). Collectie RHC Groninger Archieven, 1536-0167

1 Een oude foto van de kerk, gezien vanaf de zuidzijde, dateert van ca. 1860, kort na de bouw van de nieuwe toren (zie omslag).

2 Jenne Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum en zijn kerk (Appingedam 1983) (zonder paginanummering).

3 Doordat de tekening vooral de oostzijde laat zien, blijven verdere details van dit ‘westwerk’ ongewis.

4 M.D. Ozinga, De provincie Groningen, eerste stuk: Oost-Groningen [= De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst VI ] (’s-Gravenhage 1940) 60.

5 Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum, [10].

De middeleeuwse kerk van Farmsum Eerste hallenkerk van de Ommelanden?

Het centrum van Farmsum wordt tegenwoordig beheerst door een neoclassicistisch kerkgebouw uit

1869. Uit oude afbeeldingen blijkt dat zijn verdwenen voorganger behoorde tot de monumentaalste

middeleeuwse kerken van de Ommelanden. Dit artikel behelst een nieuwe bouwgeschiedenis van

deze oude kerk.

Page 6: Groninger Kerken april 2013

36

de benedenzone nog een omlopende wandarcade (afb. 3),

terwijl deze in Noordbroek (afb. 6) aan het koor ongedeco­

reerd is. In Zeerijp is de benedenzone aan alle zijden van de

kerk ongeleed (afb. 4). De winst kwam hier ten goede aan de

omvang van de vensters in de bovenzone, die vooral in hoog­

te zijn toegenomen, en in mindere mate ook in de breedte. De

vormgeving van de transeptgevel op Berghuis’ tekening van

de kerk van Farmsum houdt het midden tussen de drie ge­

noemde kerken: anders dan in Zuidbroek en Noordbroek is

de wand onder de vensters relatief laag en ongeleed, wat

duidt op een latere fase, maar anders dan in Noordbroek en

Zeerijp is er nog geen sprake van traceringen in de vensters.

De rondstaven rond de vensters lijken anderzijds op een iets

eerder ontstaan van dit bouwdeel te wijzen. Al met al is een

datering rond 1300 aannemelijk, later dan tot op heden is

aange nomen.

Van de oostwand van het transept is maar een klein frag­

ment te zien, namelijk een driehoekig gedeelte boven het

schuine dak van de sacristie (afb. 2). Opmerkelijk is de vorm

van het fries dat onder langs de dakrand loopt. Het lijkt te

gaan om een reeks elkaar kruisende rondboogjes, die daar­

door een reeks spitsbogen lijken te suggereren. Met gotiek

heeft deze friesvorm echter niets te maken: deze was wijd

verbreid in de vroege baksteenarchitectuur in Noord­ en

Midden­Duitsland.6 Dichter bij Groningen, in het Oostfriese

Hage, komen dergelijke friezen ook voor aan het schip. Deze

decoratievorm wordt vrijwel overal aan het eind van de

twaalfde eeuw en het eerste kwart van de dertiende eeuw

gedateerd. In vergelijking met de datering van de transept­

gevel omstreeks 1300 maakt dit fries op deze plaats een ver­

ouderde indruk.

ke hoogte. Een basiskenmerk van de latere fase in de roma­

nogotische kerkbouw is dat de hoog opgetrokken venster­

zone de overhand kreeg op de blinde benedenzone. Was deze

laatste in de dertiende eeuw nog overal voorzien van een ge­

leding in de vorm van een reeks muurbogen, na 1300 werd dit

procedé losgelaten en bleef de muur vlak en ongearticuleerd.

De geschetste ontwikkeling is afleesbaar aan de kerken

van Zuidbroek, Noordbroek en Zeerijp, respectievelijk ge­

bouwd omstreeks 1280, 1320 en 1350. In Zuidbroek heeft

2 Tekening van J. Berghuis, detail: gevel van het noordertransept.

3 Zuidbroek, romanogotische kruiskerk, gebouwd ca. 1280. Foto Regnerus Steensma

Page 7: Groninger Kerken april 2013

37

helft van de vijftiende eeuw. De vorm van het koor op de teke­

ning van Berghuis verschilt echter op een aantal punten van

die in deze twee dorpen. De muurgeleding heeft meer ge­

meen met de opzet van de koren in Appingedam, Noordbroek

(afb. 6) en Zeerijp (afb. 4). Evenals daar zien we op Berghuis’

tekening een reeks hoge, relatief smalle vensters met vork­

traceringen en rijk versneden omlijstingen. De zone onder de

vensters is vlak en ongeleed en de muurvakken worden van

Veelhoekig koorHet veelhoekige koor van de middeleeuwse kerk van Farm­

sum (afb. 5) is door Meinema en anderen geïnterpreteerd als

een laatgotische uitbreiding uit de vijftiende eeuw. Hierbij

heeft men het patroon van Stedum en Loppersum voor ogen

gehad, waarbij een oorspronkelijk rechtgesloten romano­

gotisch koor werd vervangen door een veelhoekig laatgotisch

koor. In Stedum en Loppersum gebeurde dat in de tweede

5 Tekening van J. Berghuis, detail: veelhoekig koor 6 Noordbroek, veelhoekig koor, ca. 1320. Foto Regnerus Steensma

4 Zeerijp, romanogotische kruiskerk, gebouwd ca. 1350. Foto Regnerus Steensma

6 Onder meer in de Altmark langs de benedenloop van de rivier de Elbe, in het westen van Mecklenburg, in Sleeswijk-Holstein en in Zuid-Denemarken. Zie over romaanse baksteenarchitectuur Barbara Perlich, Mittelalterlicher Backsteinbau in Europa. Zur Frage nach der Herkunft der Backsteintechnik (Petersberg 2007) en Damian Kaufmann, Die romanischen Backsteindorfkirchen in der Altmark und im Jerichower Land (Kiel 2010) (vergelijking met Gronings-Friese kustgebied in § 7.4).

Page 8: Groninger Kerken april 2013

38

eeuw eerder werd opgetrokken dan totnogtoe steeds is aan­

genomen: niet pas in de vijftiende, maar al aan het begin van

de veertiende eeuw.

Zo ontstaat een ander beeld van de romanogotische kruis­

kerk van Farmsum: voor een indruk van de oorspronkelijke

opzet moeten we dus niet langer afgaan op een dertiende­

eeuwse kruiskerk zoals die van Garmerwolde, met een recht­

gesloten koor, maar veeleer van het latere model van Noord­

broek met een veelhoekig koor. Moeilijk te verklaren is hier­

bij wel waarom de venstervorm van het transept een meer ro­

maanse aanblik biedt dan die in het koor; gewoonlijk begon

men namelijk met de bouw van het koor en volgden transept

en schip pas daarna. Ook is het fries aan het transept opmer­

kelijk. Parallellen in Noord­Nederland ontbreken en de voor­

beelden verderop in Noord­Duitsland dateren steevast van

een eeuw eerder.

Driebeukig schipZowel Ozinga als Meinema merkten op dat de kerk in de late

Middeleeuwen werd uitgebreid door de bouw van zijschepen

ter breedte van het transept. In de Martinikerk in de stad Gro­

ningen en de Nicolaikerk in Appingedam gebeurde dit in het

tweede of derde kwart van de vijftiende eeuw. Op de teke­

ning van Berghuis is te zien dat de eerste travee van de schip­

wand vanaf het transept is voorzien van twee hoge, relatief

smalle vensters van een vergelijkbaar type als in het koor,

voorzien van een vorktracering. Opmerkelijk is dat niet alleen

de traveeën, maar ieder afzonderlijk venster tussen ondiepe

steunberen of lisenen is geplaatst. Ook hier zijn deze op­

vallend ondiep, wat op een vroegere ontstaansdatum lijkt

te wijzen dan de vijftiende eeuw, zoals Meinema aannam.

Anders dan rond het koor ontbreekt hier een decoratief boog­

fries. Zoals we al zagen deed de afwezigheid hiervan zich al

voor in het midden van de veertiende eeuw, afgaande op de

kerk van Zeerijp.

Een ander opmerkelijk element aan de schipwand is een

dichtgemetselde ingang met een afsluiting in de vorm van

een spitse driepasboog (afb. 7). Een dergelijke boogvorm

treffen we nog aan in het Oostfriese Engerhafe, waar de kerk

uit het laatste kwart van de dertiende eeuw dateert (afb. 8).

De eerder beredeneerde ontstaansdatum van het transept

omstreeks 1300 maakt deze datering voor de verbreding van

het schip in Farmsum echter onmogelijk. Waarschijnlijker is

daarom dat de zijschepen omstreeks het midden of in het

derde kwart van de veertiende eeuw werden opgetrokken.

Dat is – noodzakelijkerwijs – later dan het transept, maar nog

altijd vroeger dan de vijftiende eeuw, zoals tot op heden is

aangenomen. Daarmee komt de kerk van Farmsum naar vo­

ren als de vroegste bekende hallenkerk in Groningen, een

bouwtype met drie schepen van min of meer gelijke hoogte

elkaar gescheiden door steunberen die maar weinig meer

diepte hebben dan de voor de romanogotiek kenmerkende li­

senen. Ze zijn in ieder geval niet te vergelijken met de zware

steunberen van de vijftiende eeuw in Stedum en Loppersum.

Een doorslaggevend kenmerk van het koor op de tekening

van Berghuis is het rondboogfries dat onder langs de dak­

rand het gehele koor omzoomt. Een vergelijkbaar fries komt

ook voor aan het koor in Noordbroek, dat omstreeks 1320

werd gebouwd.7 Naar analogie hiervan lijkt het koor van de

middeleeuwse kerk in Farmsum dus voor een datering aan

het begin van de veertiende eeuw in aanmerking te komen.

Het feit dat het fries ontbreekt in Zeerijp, waar het koor om­

streeks 1350 werd gebouwd, suggereert dat het Farmsumer

koor ten minste vóór het midden van de veer tiende eeuw

gebouwd moet zijn. Dit alles betekent dat het meer dan een

7 Tekening van J. Berghuis, detail: schipportaal met driepasboog.

8 Engerhafe, portaal met driepasboog in de zuidelijke schipwand,

laatste kwart 13de eeuw. Foto Sonja König

7 In Appingedam is er ook sprake van een fries aan het veelhoeki-ge koor uit het begin van de veertiende eeuw, maar daar heeft het een iets andere vorm.

Page 9: Groninger Kerken april 2013

39

8 Een vergelijkbare opbouw treffen we nog aan bij de kerk van Middelstum, waar het schuine dak boven de bovenverdieping van de sacristie oploopt naar het transept.

ConclusieNadere bestudering van de tekening van J. Berghuis uit 1854

geeft aanleiding tot het bijstellen van de bouwgeschiedenis

van de Farmsumer kerk zoals die van oudsher is voorgesteld

(afb. 10). De romanogotische kruiskerk van Farmsum behoor­

de niet tot de middenperiode van de romanogotiek, zoals

steeds is aangenomen, maar veeleer tot de laatste fase van

die stijlperiode. Deze had een veelhoekig koor en was in op­

zet vergelijkbaar met de kerk van Noordbroek. De uitbreiding

van het schip met zijbeuken tot een hallenkerk vond niet pas

in de vijftiende eeuw plaats, maar al in de loop van de veer­

tiende. Hierin liep Farmsum vrijwel een eeuw vooruit op de

Nicolaikerk in Appingedam en de Martinikerk in Groningen.

Dit opmerkelijke gegeven kan beter begrepen worden als we

bedenken dat het middeleeuwse Farmsum zich kon beroepen

op een hoge status als dekenaatskerk boven dertig kerspe­

len en op een vroege stichting als één van de Ommelander

oerparochies. Bovendien werden dorp en kerk gerund door

de ambitieuze en machtige Ripperda’s, van wie de graven in

de zomer van 2012 bij toeval aan het licht kwamen.

Dr. Justin E.A. Kroesen ([email protected]) is docent

Kunstgeschiedenis van het Christendom aan de Faculteit

Godgeleeerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuni­

versiteit Groningen.

dat vooral in Westfalen een grote verspreiding kende. Hierin

weerspiegelt zich mogelijk een directe invloed vanuit die

streek, waar het kerngebied van het bisdom Munster, waar­

toe ook de Groninger Ommelanden behoorden, gelegen was.

Enkele andere kenmerken Opvallend op de tekening van Berghuis is voorts het hoog

oprijzende dak boven het schip. De bouw van een enkel dak

boven drie beuken was in onze streken niet erg gebruikelijk,

maar wel hier en daar in de Hanzesteden – zoals St. Jakobi in

Lübeck – en vooral ook in Zuid­ en Zuidoost­Duitsland. In het

Noord­Nederlandse kerkenlandschap vormde Farmsum hier­

mee waarschijnlijk een Fremdkörper. Een volgend opmerke­

lijk element aan de noordwand westelijk van het midden is de

zware steunbeer die hier tegen de kerk is aangebouwd. Der­

gelijke steunberen, die we ook in Kantens en Bierum aantref­

fen, zijn noodvoorzieningen en doorgaans naar hun stijlken­

merken onmogelijk te dateren.

Aan de noordkant van het koor is een sacristie met een

lage bovenverdieping aangebouwd, die door Meinema in één

adem met het koor wordt genoemd (afb. 9). Met onze vroege

datering van het koor zat er in werkelijkheid echter een tijds­

verschil van zo’n anderhalve eeuw tussen beide. De brede

vensters doen denken aan die van de Noorderkapel naast het

koor van de Martinikerk in Groningen, die werd gebouwd

rond 1500. In Farmsum had de sacristie waarschijnlijk een

overwelfde benedenverdieping en een eenvoudige boven­

kamer onder een lessenaardak.8 De functie van de boven­

vertrek is niet geheel duidelijk, maar naar analogie van voor­

beelden elders lijkt een gebruik als librije of schatkamer (tre­

soor) aannemelijk.

9 Tekening van J. Berghuis, detail: sacristie.

10 Bouwgeschiedenis van de middeleeuwse kerk van Farmsum:

traditionele (a) en herziene voorstelling van zaken (b). Tekeningen auteur.

a

b

13e eeuweerste helft 14e eeuwtweede helft 14e eeuw15e eeuw

Page 10: Groninger Kerken april 2013

40

tiende eeuw (afb. 3). In één van de gaten stuitte men op een

tweede zerk van een totaal andere steensoort, namelijk Bent­

heimer zandsteen. Deze steen is nog veel ouder dan de eer­

ste en heeft in hoog­reliëf een riddervoorstelling, omgeven

door een gotisch randschrift. De zerk kon maar voor een klein

deel worden vrijgelegd omdat deze grotendeels onder het be­

De ontdekking dat de kerkbanken en de onderliggende vloer

houtrot vertoonden, was een eerste financiële tegenvaller.

De kerkbanken werden verplaatst en de houten vloer ver­

wijderd. Op grond van de monumentenwet moesten de met

tegeltjes bedekte looppaden uit 1930 ongemoeid gelaten

worden. Voor het vaststellen van de conditie van de onder­

grond groef de aannemer kleine kijkgaten. Daarbij stuitte

men op twee plaatsen op een harde ondergrond. In één van

de gaten was het nog net het jaartal 1621 te zien. Onmiddel­

lijk werd de architect die verantwoordelijk was voor de ge­

hele restauratie op de hoogte gesteld. Deze maakte op 9 juli

2012 een melding van de vondst bij bureau Libau, die als

archeologisch adviseur optreedt voor de gemeente Delfzijl.

Libau schakelde vervolgens het archeologisch bureau Ar­

chaeological Research & Consultancy uit Groningen in om

een inspectie uit te voeren.

Een spectaculaire ridderzerkDe inspectie vond plaats op 10 juli. De kijkgaten mochten wat

worden vergroot, zodat langzaamaan duidelijk werd wat er

was aangetroffen: een donkere stenen grafzerk uit de zeven­

Ko Lenting

De vondsten in FarmsumIn 2012 was de negentiende-eeuwse kerk van Farmsum toe aan een grondige opknapbeurt.

Bij de planning van de werkzaamheden ging men ervan uit dat er niet gegraven zou worden.

Dit zou heel anders lopen na de vondst van enkele eeuwenoude grafzerken. Dit artikel biedt

een verslag van een sensationele ontdekking in de zomer van 2012.

2 Het interieur van de kerk van Farmsum tijdens de restauratie. Foto Ko Lenting.

1 Het interieur van de kerk van Farmsum voor de restauratie.

Foto Stichting Lohman-orgel

Page 11: Groninger Kerken april 2013

schermde looppad lag. In het gedeelte tussen de looppaden

kwamen nog meer hardstenen grafzerken uit de zeventiende

en de achttiende eeuw tevoorschijn.

Toestemming van de architect en van de monumentencom­

missie voor de sloop van de looppaden werd snel verkregen,

mits dit met de hand zou gebeuren. Een groot hoekfragment

dat aan de zerk ontbrak werd snel daarna in de buurt gevon­

den en weer op zijn plek gelegd. Hoewel de steen in meerdere

stukken is gebroken, zijn de afbeelding en het randschrift

nog uitstekend leesbaar. De zerk behoort toe aan Hayo Rip­

perda II († 1504).1 De overledene is afgebeeld als een ridder in

volle wapenrusting, bestaande uit een harnas, een helm aan

zijn voeten en een lang zwaard aan zijn zijde. In de hoeken

zijn de kwartieren (familiewapens) van de overledene afge­

beeld (afb. 4).

Andere grafzerkenAan het voeteneind van Hayo’s zerk bleek nog een zandste­

nen grafsteen van hoge ouderdom te liggen. Om deze vrij te

kunnen leggen moest weer een sloopvergunning worden aan­

gevraagd. Opnieuw bleek het te gaan om een grafsteen van

Bentheimer zandsteen, maar veel minder goed bewaard dan

de eerste. De ingebeitelde randtekst vertelt dat de steen aan

Unico Ripperda II toebehoorde, de in 1474 overleden vader

van Hayo II. Opnieuw zijn de kwartieren van de overleden in

de hoeken te zien.

Bij het vrijleggen van deze grafsteen kwam een deel van

weer een andere oude zerk tevoorschijn. Om te kunnen ach­

terhalen van wie deze steen was, moest wéér een deel van

het monumentale looppad worden gesloopt. Het resultaat

was verbluffend: het bleek een hardstenen grafsteen met een

uitbundige versiering in hoogreliëf (afb. 5). In het midden is

een schilddragende gehelmde leeuw te zien, terwijl de kwar­

tieren eromheen door fantasiewezens worden vastgehouden.

Het gotische randschrift vermeldt dat de steen toebehoorde

aan Frouke Onsta, echtgenote van Focco Ripperda, schoon­

dochter van Unico II en gestorven in 1477.

In totaal werden onder de vloer van de kerk van Farmsum

liefst 25 grafstenen aangetroffen. In twee rijen maakten ze

onderdeel uit van de vloer van de oude middeleeuwse kerk

die in 1869 plaats moest maken voor het huidige gebouw. De

adellijke Ripperda’s hadden de voornaamste plaats in het

middenpad (afb. 6). Een grafstede in de kerk was verder voor­

behouden aan predikanten en kerkvoogden, de ‘Generali­

teits­rekenmeester’ (belast met financieel toezicht) en aan

een rijke ‘koopman tot Farmsum’. De notabele heren werden

al of niet met hun huisvrouwen begraven.

1 Zie ook het artikel van Redmer Alma in dit tijdschrift.

3 (boven) In een kijkgat komt een grafzerk uit 1621 tevoorschijn.

4 (midden) De zandstenen zerk voor Hayo II Ripperda. Het hier nog

ontbrekend hoekfragment werd later gevonden.

5 (onder) De zerk van Frouke Onsta wordt blootgelegd.

Foto's Ko Lenting

Page 12: Groninger Kerken april 2013

42

Tijdens het onderzoek kwamen ook verschillende andere ge­

gevens aan het licht. Zo vond men een brede omgekeerde

grafsteen, liggend bovenop de andere grafstenen. Deze

steen, die met moeite aan de kant kon worden gelegd, bleek

uit 1597 te dateren. Volgens het opschrift werden er in 1652

en 1669 opnieuw personen onder dezelfde zerk begraven. Op

de steen is een curieuze wapendragende wildeman te zien.

Ook werden brokstukken van een grafsteen uit 1628 aan­

getroffen. Deze werd waarschijnlijk kapotgeslagen bij het

plaatsen van één van de zuilen van de nieuwe kerk. Naast de

dubbele rij grafstenen werd ook een plaat van rode Bremer

zandsteen met een enigszins taps aflopende vorm gevonden.

Deze steen, die slechts in fragmenten bewaard bleef, dateert

uit de elfde of twaalfde eeuw en fungeerde oorspronkelijk als

sarcofaagdeksel. Bovenaan zijn twee ingekerfde kruisjes

te zien, wat erop duidt dat de sarcofaagdeksel later als een

altaarsteen is hergebruikt. Na de Reformatie werden deze

stenen meestal uit de kerk verbannen, maar dit exemplaar

belandde in de vloer.

Ophoging en verplaatsingAan de bodemopbouw, waarin allerlei lagen te zien zijn (afb.

8) is goed te zien hoe de stenen onder de grond zijn geraakt.

Archiefonderzoek heeft uitgewezen dat de vloer in de middel­

eeuwse kerk in 1726 iets werd opgehoogd en geëgaliseerd.2

Blijkbaar was de vloer verzakt, wat mede een gevolg zal zijn

geweest van de onderliggende begravingen. Enkele jaren

voor de bouw van de huidige kerk, in 1860, besloot men een

nieuwe vloer van plavuizen van Bremer zandsteen aan te

leggen. Hiervoor werd de vloer weer opgehoogd, waarbij

de oude grafstenen uit het zicht verdwenen. Bij de bouw van

de nieuwe kerk in 1869 kwam de vloer opnieuw op een hoger

niveau te liggen.

In de Groninger Archieven wordt een Register van de graven

in de kerk te Farmsum bewaard, waaruit blijkt dat onder be­

6 (boven) De drie Ripperdazerken in het middenpad. Foto Ko Lenting

7 (midden) De zerk van generaliteitsrekenmeester Jan Sissingh,

overleden in 1733. Foto Harry Perton

niveau huidige kerkvloer

egalisatiezand

mortellaag

steigeraarde met skeletdelen

puinlaag met zand

puinlaag van kloostermoppen met skeletdelen

mortellaag

niveau ophoging kerkvloer in 1860

nazakking grafkuil

hardstenen grafzerk Frouke Onsta, 1477

zandstenen grafzerk Unico Ripperda II, 1474

8 Bodemopbouw met legenda.

Foto Ko Lenting

Page 13: Groninger Kerken april 2013

43

en op een ander stukje gotische motieven in zwart, mogelijk

delen van een tekst.

Tussen de grafstenen werd een ijzeren puntbijl aangetrof­

fen en in de ophogingslaag boven de grafstenen kwam een

koperen mantelspeld van het type schijffibula tevoorschijn.

Deze laatste dateert uit de periode 950­1050 en toont een

krukkenkruis. Ook werden een Gronings ‘grootken’ uit ca.

1425­1430, een Zwolse stuiver uit 1599 en een zilveren stuiver

uit 1619 gevonden. De jongste aangetroffen munt is een ko­

peren duit van het gewest Groningen en Ommelanden, geda­

teerd in 1770. Raadselachtig is ten slotte een koperen recht­

hoekig plaatje met twee bevestigingsgaten, waarop in het

midden de letters I en N zijn ingekrast. Mogelijk betreft dit

een verwijzing naar de ingang van de grafkelder van de Rip­

perda’s of zijn het de initialen van een naamplaatje van een

doodskist of kerkbank.

Tot slotDe kerk in Farmsum bleek een veel grotere archeologische

waarde te bezitten dan aanvankelijk was verwacht. Dankzij

de Ripperdazerken weten we nu meer over de familielijnen

van deze voorname hoofdelingenfamilie (zie ook het artikel

van Redmer Alma in dit nummer). Ook heeft het kleine onder­

zoek nu al bijgedragen aan onze kennis over de bouwgeschie­

denis van de middeleeuwse kerk (zie ook het artikel van

Justin Kroesen in dit nummer). De wens bestaat om een aan­

tal geselecteerde grafzerken permanent in de kerk zichtbaar

op te stellen. Een eventuele grafkelder van de Ripperda’s en

een in een schriftelijke bron genoemde loden kist van Unico I

of II zijn tot op heden evenmin aangetroffen. Mogelijk zullen

deze zaken bij aanvullend onderzoek alsnog aan het licht ko­

men.

Ko Lenting was bij de opgraving betrokken in de hoedanig­

heid van projectleider bij Archaeological Research & Consul­

tancy (ARCbv) in Groningen.

Contactadres: [email protected]

staande grafstenen herhaaldelijk andere personen werden

begraven. Tussen 1729 en 1824 werd hiervoor telkens toe­

stemming verleend door de Heer van Farmsum. De laatste

begraving in de kerk vond plaats in 1824. Het register ver­

meldt ‘een grauwe steen die de kerk toebehoord. Hier is met

toestemming van de Heer van Farmsum begraven, Jacobus

Groenewold in zijn leven Kerkvoogd tot Farmsum op 14 april

1735 en een Grauwe en blauwe steen de die kerk toebehoort.

Daaronder is begraven dominee Pabus zijn huisvrouw met

goedkeuring van de hooggeplaatste wel geboren Heer van

Farmsum als toegewezen collator’. Rudolph Pabus was domi­

nee in Farmsum van 1736 tot aan zijn overlijden in 1769. Vol­

gens hetzelfde register moeten in de kerk nog meer graven

liggen – in het middenpad, aan de zuidkant en voor de toren.

Een kadastrale minuutkaart uit 1811­1832 toont de contou­

ren van de middeleeuwse kerk. Als we de huidige plattegrond

met de aangetroffen grafstenen op de minuutkaart leggen,

zien we dat de twee rijen grafstenen vóór het koor, en niet

erin lagen. Ook is duidelijk te zien dat de muren van de nieu­

we kerk aan de binnenkant van de buitenmuren van de oude

kerk werden opgetrokken.

Andere vondstenBij het verwijderen van de aarde boven de zerken werd veel

puin aangetroffen. Het gaat om afbraakmateriaal van de ou­

de kerk: baksteen, maar ook tufsteen van de oudste stenen

kerk uit de tiende of elfde eeuw. Op enkele klooster moppen,

in gebruik tussen de twaalfde en de vijftiende eeuw, werden

resten van rode verf aangetroffen, wat erop wijst dat de mid­

deleeuwse kerk – ten minste ten dele – beschilderd was. Van­

af het eind van de vijftiende eeuw werd een kleiner formaat

baksteen gebakken, en hiervan werden voorbeelden gevon­

den onder de grafsteen van Unico II. Naast rechthoekige ste­

nen zijn er ook diverse profielstenen aan getroffen. De ge­

welfribben waren wit bepleisterd of hadden een bruinrode

steenkleur. Profielstenen uit de vijftiende of zestiende eeuw

werden ook onder de grafsteen van Unico II aangetroffen.

Mogelijk maakten deze onderdeel uit van een grafkelder.

De vloer van de oude kerk bestond niet alleen uit grafste­

nen, maar mogelijk ook uit gebakken plavuizen. Deze werden

in verschillende formaten aangetroffen. Ook werden enkele

holle en bolle pannen gevonden, een vorm van dakbedekking

die met name gebruikelijk was in de veertiende eeuw. Ook

werd een zogenaamde Hildesheimer pan aangetroffen, een

vlakkere panvorm die rond 1500 zijn intrede deed. Naast de

gebakken pan heeft men tevens leien als dakbedekking ge­

bruikt. Tussen het puin werden enkele fragmenten van ge­

brandschilderd vensterglas aangetroffen. In de tekening op

een van de stukjes is een rood beschilderde ruitvorm te zien,

2 RHC Groninger Archieven, Archief hervormde gemeente Farmsum, toegang 223, inv.nr. 250, Register van eigenaren van zitplaatsen in de kerk en van graven in de kerk en op het kerk-hof, 1729.

9 Grote belangstelling voor de zerken tijdens een open dag op 19 juli 2012.

De auteur van dit artikel geeft uitleg over de vondsten. Foto Harry Perton

Page 14: Groninger Kerken april 2013

44

wapens van de overledene. Die van Abele Onsta († 1483) te

Sauwerd en Haye Addinga († 1492) te Wedde geven tevens

vier kwartierwapens.

Met de ontdekking van de drie oudste grafzerken in de

kerk van Farmsum is aan dit bescheiden corpus een aanzien­

lijke uitbreiding gegeven. Het betreft een samenhangende

verzameling van stenen voor leden van de familie Ripperda:

Unico Ripperda († 1474), zijn schoondochter Frouke Onsta (†

1477) en zoon Haye Ripperda († 1504). Deze laatste zerk is een

fraai bewaard gebleven portretzerk, terwijl alle drie de zer­

ken vier kwartierwapens van de overledene vertonen.

De overlijdensjaren en ­data van de overledenen waren al

bekend, omdat de data op de grafzerken hun weg al hadden

gevonden naar de vanaf de zeventiende eeuw opgestelde

handschriftgenealogieën Ripperda. Veel groter is het belang

van de vondst voor onze heraldische kennis van deze familie

en voor die van de vroege Groninger grafcultuur en heraldiek.

In dit artikel kan daarop slechts kort worden ingegaan; in een

later te verschijnen publicatie wordt er nadere aandacht aan

besteed.2

Unico Ripperda († 1474)De oudste zerk is qua uiterlijk de saaiste, maar zeker niet

de minst interessante. Unico Ripperda was hoofdeling te

Farmsum en, dankzij zijn huwelijk met de dochter van Ulske

Ukena, tevens te Oosterwijtwerd. Hij slaagde er zelfs in om

tijdens zijn leven twee van de vijf Ommelander proosdijen te

verwerven, die van Farmsum en Loppersum. Op 12 januari

1474 verwierf hij van de keizer een bevestiging van zijn heer­

lijke rechten en verkreeg tevens het muntrecht. Voordat hij

verder invulling aan deze privileges kon geven, overleed hij

nog hetzelfde jaar aan de pest.

Zijn eenvoudige grafzerk laat zijn overlijdensjaar oninge­

vuld. De tekst is gesteld in sterk versleten en lastig leesbare,

smalle gotische letters die met enige onzekerheid als volgt

kunnen worden opgelost:

Tot vorig jaar waren in Groningen slechts vijf grafzerken be­

kend van vóór 1520.1 De oudste, de sterk versleten steen van

Andolf Nittersum († 1471) te Stedum, is onder deze de enige

portretzerk. Op de grafzerken van Ide Nankes († 1489) te

Appingedam en Sicke Luersema († 1493) vinden we enkel de

1 Buiten beschouwing laat ik hier verder de vijf bewaard gebleven koperen grafornamenten uit de periode 1476-1515.

2 Hiervoor wordt verwezen naar een te verschijnen jubileumboek van de Provinciale Groninger Oudheidkundige Commissie.

Drie zerken van de familie RipperdaDat bij werkzaamheden grafzerken worden ontdekt, is gelukkig geen zeldzaamheid.

In Groninger kerken wordt daarvan regelmatig verslag gedaan. De recente vondsten in Farmsum

vormen een hoogtepunt: niet alleen is het aantal zerken uitzonderlijk groot, ook is het voor het

eerst in Groningen dat vijftiende-eeuwse grafstenen aan de vergetelheid worden onttrokken.

1 De grafzerk van Unico Ripperda († 1474). Foto Ko Lenting

Redmer Alma

Page 15: Groninger Kerken april 2013

De StichtingIn deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en om de Groninger kerken.

april 2013

Interview met Bertus Onderwater

‘Het gevaar is dat je het te mooi gaat maken’Het uitzicht vanuit de werkplaats aan de rand van Schouwerzijl is – zoals dat vaak wat clichématig

heet – ‘typisch Gronings’. Door de knotwilgen heen bepaalt leeg bouwland het beeld, met in de verte

een boerderij en de oude Reitdiepdijk. De tongval van de gebruiker van de ruimte verraadt een her-

komst uit een ander landsdeel. Steenhouwer Bertus Onderwater (Zoeterwoude, 1952) belandde voor

een studie aan de Academie Minerva in Groningen. Na een verblijf in Amsterdam is hij sinds 2000 met

zijn bedrijf De Schreef weer in het Noorden gevestigd.

Foto Omke Oudeman

Page 16: Groninger Kerken april 2013

AnglaiseOp de Academie had Onderwater al belangstelling voor – zo-

als hij dat noemt – het raakvlak van het platte met het plasti-

sche: ‘Ik was onder de indruk van het werk van bijvoorbeeld

Gustav Klimt’. Later in zijn studie legde hij zich toe op beeld-

houwen. Tijdens een stage in 1978 in het restauratieatelier

van de kathedraal van York ervoer hij in de praktijk het

verschil tussen steen- en beeldhouwers: ‘De steenhouwer

maakt alles wat vorm te geven is langs een liniaal. Beeldhou-

wers gaan daarentegen de ruimte in en stappen gemakkelij-

ker uit het platte vlak.’

Onderwater is thuis in beide disciplines. Het letterwerk

leerde hij deels in de praktijk, door het ‘bijteksten’ van be-

staande grafmonumenten. Hij volgde verschillende cursus-

sen, maar kreeg ook aanwijzingen van oudere vakgenoten.

‘Oudere steenhouwers delen gemakkelijk en graag wat ze

weten’.

Zelf specialiseerde Onderwater zich in het houwen van

traditionele letters, in het bijzonder de ‘anglaise’, een cur-

sieve schrijfletter. De levendigheid staat hierbij voorop: ‘Het

gevaar is dat je het te mooi gaat maken. Ieder letter heeft

een eigen karakter en reliëf, geen “a” is bijvoorbeeld gelijk

aan de voorgaande.’

InspiratiebronEen inspiratiebron voor Onderwater zijn de historische zer-

ken in en rondom Groninger kerken. ‘Typisch Gronings is

de symboliek op de stenen, maar ook de humor en de soms

kritische opmerkingen.’ Hakten Onderwaters voorgangers –

vaak schilders die ’s winters als steenhouwer de kost ver-

dienden – de teksten uit de hand, de Schouwerzijlster brengt

ze eerst met calqueerpapier over op de steen. Het liefst

werkt hij, vanwege de eigenschappen van het materiaal, met

Belgische hardsteen, ‘tijdloos en ideaal’.

Lezers van Groninger Kerken hebben ongetwijfeld werk van

hem onder ogen gehad dat hij voor de Stichting vervaardig-

de. Enerzijds is dat restauratiewerk, zoals de pinakels in de

Der Aakerk, anderzijds zijn dat enkele kunstwerken bij ker-

ken. Zo vervaardigde hij naar ontwerp van Pieter Laurens

Mol het werk ‘Les Tranches de Vie (12 etudes)’ bij de kerk van

Obergum. In Zuurdijk staat sinds 2009 een grafsteen voor

‘Aarmhoes Joapke’. ‘Het uittekenen van de tekst op de zerk

kostte me al een week’, aldus Onderwater. Momenteel werkt

de steenhouwer aan het Emo-pad, een stenen voetpad bij de

kerk van Wittewierum dat de historische reis van abt Emo

naar Rome symboliseert.

DeurHet werk van Onderwater komt tot stand op een scharnier-

punt tussen verleden en heden: historische inspiratiebron-

nen worden in ere gehouden of krijgen juist een eigentijdse

vorm. ‘Het ambacht is de redding van de wereld’ meent de

steenhouwer zelfs.

Als u wilt weten wat dat inhoudt: omdat De Schreef in 2013

vijftien jaar bestaat, houdt Onderwater op zaterdag 14 en

zondag 15 september ‘Open Deur Dagen’. U bent van 10.00

uur tot 17.00 uur van harte welkom in Schouwerzijl. Meer in-

formatie is te vinden op www.deschreef.nl.

Foto Omke Oudeman

Page 17: Groninger Kerken april 2013

en nu, verstilling en reuring. Weinig kerken functioneren in

zo’n brandpunt van contrasten. In Leegkerk kan het alle-

maal, en in volle harmonie.

In de jaren zestig was het monument vervallen tot een ruï-

ne. Het vormde zo een directe aanleiding tot het oprichten

van de Stichting Oude Groninger Kerken in 1969. Tussen

1970 en 1973 werd de kerk zorgvuldig gerestaureerd. Omdat

het gebouw na de opknapbeurt veelvuldig werd gebruikt,

nam de roep om betere voorzieningen toe.

Jan Verrelst van awg architecten uit Antwerpen voelde zich

aangesproken door de sfeer en geschiedenis van de plek. Hij

ontwierp een volume dat qua maatvoering aansluit bij de

verhoudingen van de kerk. De schatkist werd bekleed met

goudkleurig plaatmateriaal, dat de lichtinval vangt en door

de ruimte verspreidt. De restanten van voorbije eeuwen in

muren en interieur van de kerk bieden in combinatie met dit

hedendaagse ontwerp een uniek samenspel dat je als be-

zoeker moet zien en ervaren.

En dat kan, want in de weekenden in voorjaar en zomer

opent de kerk regelmatig haar deuren. Ze is een prachtige

uitvalsbasis voor een ontdekkingstocht door het gebied.

Hiervoor is een speciale fietsroute verkrijgbaar, evenals een

boekje met achtergrondinformatie en kleurrijke verhalen

over de kerk en het omringende gebied, ‘Het verhaal van

Leegkerk’.

De kerk wordt ook door Bijzondere Locaties Groningen (BLG)

verhuurd voor huwelijksvoltrekkingen, vergaderingen, di-

ners, concerten en exposities. Bent u geïnteresseerd in de

fietsroute, het boekje, of wilt u de kerk huren, neem dan

contact op met BLG: 050 - 318 14 33 of [email protected] .

Gouden schatkist in LeegkerkDe kerk van Leegkerk onderging onlangs een interne ver-

bouwing, waarbij een kubus – ‘gouden schatkist’ – werd ge-

plaatst. Hierin verschillende voorzieningen, zoals een keu-

ken, toiletten en opslagruimte. De kerk is hiermee klaar voor

de toekomst. Een schatkist zet je niet zomaar overal neer.

Kerk en omgeving vormen een bijzondere plek. Een plek van

historie en verhalen, waar contrasten zich verenigen en ‘de

hemel de aarde raakt’.

Met de blik naar het oosten gericht is de kerk onderdeel van

de westelijke stadsrand, met de suikerindustrie, Hoogkerk

en nieuwbouwwijken. Maar keer om, wend de blik naar het

westen: dan is de kerk element in het open grasland van het

Westerkwartier. De kleine kerk heeft een geschiedenis die

terugvoert tot de middeleeuwen en biedt een verstilde sfeer.

Tegelijkertijd herbergt het interieur een spannend heden-

daags element. Een gouden schatkist, die mogelijk maakt

dat de kerk volop wordt gebruikt. Stad en platteland, vroeger

Nieuws

Foto Gert-Jan Rodenboorg

Foto Harold Koopmans

Page 18: Groninger Kerken april 2013

De kerk als podium In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken

(SOGK) beheert, worden bijzondere activiteiten aangebo-

den. In deze rubriek lichten we een aantal toe. Voor een com-

pleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groninger-

kerken.nl/agenda. Mocht u geen beschikking hebben over

een internetverbinding, dan kunnen de medewerkers van

ons secretariaat u van een papieren agenda voorzien.

Open Akoestisch Podium BeertaElke tweede zondag van de maand (aanvang 13.30 uur) vindt

in de grote kerk van Beerta de Open Akoestisch Podium-

midda g plaats. Lokale en regionale muzikanten zijn dan in de

gelegenheid om samen, zonder verplichtingen, voor publiek

muziek te maken. Alle muziekgenres zijn welkom en de toe-

gang is gratis.

Opera per TuttiNa het succes van 2012, doet Opera per Tutti op zondag 26

mei de Remonstrantse kerk in Groningen weer aan. In een

twee uur durend programma worden door gevestigde Neder-

landse en buitenlandse operazangers en jong talent hoogte-

punten uit meerdere opera’s worden gebracht. Aanvang

15.00 uur. Meer informatie: www.operapertutti.nl.

Stichtingsconcert In 1992 ontving de SOGK een belangrijke schenking, waar-

aan de voorwaarde verbonden was dat er eens per jaar een

concert met hoofdzakelijk muziek van J.S. Bach uitgevoerd

moest worden in één van de stichtingskerken. De organisatie

ervan werd toevertrouwd aan Musica Antiqua Nova. Na het

concert is er de traditionele seizoensafsluiting met een glas

goede wijn.

Opera per Tutti

Jonge kunstenaars van Academie Minerva maken het programma voor Terug naar het begin geïnspireerd op poëzie van C.O. Jellema

Page 19: Groninger Kerken april 2013

Dit jaar vindt het concert plaats in de kerk van Middelbert op

zondag 2 juni, aanvang 15.00 uur. Uitgevoerd worden sona-

tes van suites voor blokfluit en luit van J.S. Bach. Donateurs

van de SOGK krijgen ter plekke op vertoon van hun donateur-

spas, ¤ 5,00 korting op de toegangsprijs.

Muzikale Fietsroute Oldenzijl Voor de vierde keer organiseren de Stichting Rottummer Kerk

en de Stichting Nicolaaskerk Oldenzijl op zondag 9 juni een

muzikale fietsroute waarin u kennis kunt maken met het

Hoogeland, zijn rijke historie en prachtige landschap, omlijst

door een grote diversiteit aan muziek en kunst. In negen his-

torische kerken zijn verschillende soorten muziek te beluis-

teren, gespeeld door musici afkomstig uit de regio. Meer in-

formatie: www.nicolaaskerkoldenzijl.nl.

Te Gast in GarnwerdOp zondag 30 juni is er alweer voor de 13e keer het ‘leukste

huiskamerfestival van Noord-Nederland’: Te Gast in Garn-

werd. De kerk in Garnwerd is al ruim 30 jaar podium voor

concerten, dichtersavonden, theatervoorstellingen en expo-

sities, georganiseerd door de stichting Te Gast in Garnwerd.

Op dit festival bent u niet alleen te gast in de kerk, maar voor-

al in de huiskamers rondom de kerk. Omgetoverd tot kleine

concertzaaltjes worden ze het decor van een aantal intieme

optredens. Meer informatie: www.tegastingarnwerd.nl

Terug naar het beginIn de tweede week van mei viert Terug naar het begin haar

eerste lustrum. Nu zijn niet alleen oude kerken podium en

decor voor creatieve uitingen, maar ook borgen, kloosters en

industrieel erfgoed. Met muziek, dans, poëzie, theater en

beeldende kunst, krijgen eeuwenoude gebouwen nieuwe

betekenis. De historische uitstraling en bijzondere omgeving

zorgen voor de meest unieke en intieme optredens, voor zo-

wel de artiest als het publiek.

Op Hemelvaartsdag nodigen we u uit naar de historische

binnenstad van Appingedam te komen met in haar omgeving

prachtige wierdedorpen. Bijna nergens in Nederland vind je

op een beperkt areaal zoveel oude kerken, die niet of nauwe-

lijks meer gebruikt worden voor kerkdiensten, maar toch

voortreffelijk onderhouden zijn. Juist deze gebouwen zijn op

9 mei de plek voor een gevarieerd programma met optredens

van onder meer Henk van Os, Marjoleine de Vos, Karin Stro-

bos, Djurre de Haan, Nieuw Philharmonisch Orkest, Marike

Jager en Douwe Draaisma.

Kaarten kunt u bestellen via www.terugnaarhetbegin.nl.

Koopt u een hemelvaartkaart? Dan krijgt u 50% korting op de

toegangskaarten van de andere festivaldagen. Elke dag se-

lecteren we één bijzondere locatie, die we voorzien van een

bijpassend programma: zoals de Graansilo in Groningen,

Openluchtmuseum Hoogeland in Warffum, Klooster Ter Apel,

de Allersmaborg in Ezinge en landhuis Oosterhouw in Leens.

‘Spreken zonder woorden’ – Objecten in RakukeramiekIn het glazen toegangsgebouw van de Remonstrantse kerk

in Groningen is van 8 april t/m 31 mei de expositie ‘Spre -

ken zonder woorden’ van Hielkje van Damme te zien. De kun-

stenares (Den Haag, 1945) is autodidact. Sinds 1966 woont

zij in het kleine Rundwarfen-dorf Loquard in de Krummhörn

dichtbij Emden in Noord-Duitsland. Het dorp ligt vlakbij

de zeedijk. Haar onderwerpskeuze is er onder andere door

beïnvloed. Ze exposeerde in Duitsland maar ook veel er-

buiten. Van Damme over haar werk: ‘Mijn organische, geab-

straheerde realistische vormen hebben ter verduidelijking

een titel. De vormen willen niet alleen gezien, maar ook

betast en gevoeld worden. Het werk is overwegend Raku ge-

brand.’

Locatie: Coehoornsingel 14, Groningen. Open: werkdagen

van 9.00-16.30 uur. Vrij entree (graag even aanbellen).

Werk van Hielkje van Damme

Page 20: Groninger Kerken april 2013

Winkel

Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl/

winkel om het totale aanbod te bekijken.

Op Hoogte gedacht – Kunst op kerkhoven in de provincie Groningen De uitgave Op Hoogte Gedacht is de dertiende in de reeks uitgaven over kerken en kerkhoven uitgebracht

door de Stichting Oude Groninger Kerken met als doel de belangstelling voor dit bijzondere culturele erf-

goed in het Groningerland te bevorderen.

De uitgave Op Hoogte Gedacht gaat over het project rond beeldende kunst op kerkhoven. Dit project start-

te in 2004 met als doel historische Groninger kerkhoven op een bijzondere manier onder de aandacht te

brengen.

Prijs ¤ 6,00

(donateurs 20% korting)

Protestantse kerken – Hun pracht en krachtIn de maanden voor zijn plotselinge overlijden, werkte Regnerus Steensma aan een groot boek

over protestantse kerkinterieurs in Nederland. Justin Kroesen bewerkte zijn teksten postuum en

bracht het boek tot publicatie. Anders dan vaak wordt gedacht, waren protestantse kerken in de

zeventiende en achttiende eeuw vaak niet bepaald sober ingericht. Dit boek, dat met meer dan

driehonderd foto’s van de hand van de auteur is geïllustreerd, neemt u in woord en beeld mee op

een wandeling door het fascinerende interieur van onze oude protestantse kerken, langs onder

meer preekstoelen, koorhekken, herenbanken, grafmonumenten, tekst- en gildeborden. Bij de

verschillende onderdelen wordt niet alleen aandacht besteed aan hun functie en historische be-

tekenis, maar ook aan het aspect van monumentenzorg en modern kerkbeheer.

Prijs ¤ 27,50

(donateurs 20% korting)

Kerken, kapellen en kathedralenHet is aantrekkelijk om tijdens de vakantie onbekende kerkjes en kathedralen binnen te lopen: de deur

staat immers altijd open, het is er lekker koel en er is bovendien veel moois te zien. Maar wie is eigenlijk die

heilige bij wie je een kaarsje aansteekt en wie staan er afgebeeld op de glas-in-loodramen? Wat betekenen

alle symbolen en hoe is de kerk ingedeeld?

Kerken, kapellen en kathedralen is een boek voor mensen die willen weten wat ze zien. Het behandelt kort

de christelijke beeldcultuur van een aantal veel voorkomende verhalen en figuren uit het Oude en Nieuwe

Testament en de geschiedenis van het christendom.

Prijs: ¤ 15,00

(donateurs 20% korting)

Groningen van Wad tot WoldDit nieuwe boek vertelt het verhaal van Groningen tussen Wad en Wold, als een afwisselende

reis in beeld door de ontstaansgeschiedenis van de landschappen van het Groningerland.

Het brengt in beeld hoe in een eeuwen durend proces de bewoners het ruige land met wier-

den, sloten, dijken, polders, nederzettingen en veenafgravingen in cultuur brachten. In een

wisselwerking tussen mens, water, wind en bodem ontstonden zo de gevarieerde landschap-

pen van Groningen.

Prijs ¤ 32,50

(donateurs 20% korting)

Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 4,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel

Het boek Klinkende Klei is in herdruk verschenen en weer te verkrijgen bij de stichting via onze (web)winkel.

Page 21: Groninger Kerken april 2013

Even kieken bie - Garmerwoldeza 1 juni

(a.u.b. aankruisen)

naam m v

adres

postcode

woonplaats

e-mail

telefoonnummer

Totaal aantal personen , van wie donateurs

en niet-donateurs

Voor donateurs zijn de kosten ¤ 10,-, niet donateurs betalen

¤ 12,50

Minimaal aantal deelnemers is 20 personen

bestelkaart

Ik bestel:

Op Hoogte gedacht

Prijs ¤ 6,00

(donateurs 20% korting)

aantal

Protestantse kerken

Prijs ¤ 27,50

(donateurs 20% korting)

aantal

Kerken, kapellen en kathedralen

Prijs: ¤ 15,00

(donateurs 20% korting)

aantal

Groningen van Wad tot Wold

Prijs ¤ 32,50

(donateurs 20% korting)

aantal

vul a.u.b. ook de achterzijde in

ja, ik word donateurHet behoud van cultureel erfgoed in Groningen is ook mij veel waard. Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger

Kerken.

De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar.

Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken

gratis.

Ik wacht met betalen op de nota.

(a.u.b. aankruisen)

naam m v

adres

postcode

woonplaats

e-mail

geboortedatum

telefoonnummer

Traditionele Zomerdagtochtza 6 juli, wo 10, 17, 24, 31 juli 2013

(a.u.b. aankruisen)

naam m v

adres

postcode

woonplaats

e-mail

telefoonnummer

Totaal aantal personen , van wie donateurs

en niet-donateurs

ik meld mij/ons aan voor de lunch (kosten niet

inbegrepen)

Ik wil graag mee op za 6 juli / 10 juli / 17 juli, 24

juli / 31 juli

ik stap op de bus bij het Hoofdstation om 8.00 uur

ik stap op de bus in Nieuweschans om 8.30 uur

Kosten voor donateurs ¤ 30,- en voor niet donateurs ¤ 40,-

Page 22: Groninger Kerken april 2013

Stichting Oude G

roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G

roningen

Plak hier uw

postzegel

bestelkaartnaam m v

adres

postcode

woonplaats

e-mail

handtekening

telefoonnummer overdag

Stichting Oude G

roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G

roningen

Plak hier uw

postzegel

Stichting Oude G

roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G

roningen

Plak hier uw

postzegel

Stichting Oude G

roninger KerkenCoehoornsingel 149711 bs G

roningen

Plak hier uw

postzegel

Page 23: Groninger Kerken april 2013

van de beleving van deze kerken en hun achtergrond onder

woorden te brengen, en zo mogelijk op de bezoeker over te

dragen.’

Nog een laatste boekje dat hier een vermelding verdient

is Het gebruik van de hervormde kerken in Groningen, een uit-

gave van het Instituut voor Liturgiewetenschap van de Rijks-

universiteit Groningen, 1974. Het betreft een studie die ant-

woord wilde geven op vragen die actueel waren als bij een

restauratie de kerk opnieuw moest worden ingericht: hoe

werd de kerk in het verleden gebruikt, wat waren de wensen,

en konden deze wensen binnen het monumentale interieur

worden gerealiseerd? Maar ook werden met deze studie

facetten van kerkgebruik vastgelegd. In die tijd actueel,

maar nu nog steeds omdat er ondertussen zo veel is veran-

derd in kerkgebruik.

MediatheekDe collectie van de mediatheek breidt zich continu uit.

De catalogus van de mediatheek kunt u online raadplegen:

www.groningerkerken.nl/mediatheekDe nalatenschap van Regnerus Steensma Het dagblad Trouw publiceerde op 14 januari 2013 een pa-

ginagroot ‘In Memoriam’ over Regnerus Steensma. Voor de

mediatheek van de SOGK is daaruit het volgende treffend:

‘Hij publiceerde het ene na het andere boek over kerken,

voor al die in Friesland, zijn provincie, en Groningen, maar

ook in de rest van Nederland, en daarbuiten. Sommige van

zijn boeken werden bestsellers, zoals “Verbeeld vertrou-

wen”, dat uitkwam in het Monumentenjaar 1975. Hij schreef

met grote kennis van zaken, maar ook met distantie. Hij was

en bleef de wetenschapper die zijn emoties en waardeoorde-

len achterwege liet.’

De mediatheek heeft in totaal 78 publicaties waaraan de

naam van Regnerus Steensma is verbonden. Daarvan heeft

hij er 64 zelf geschreven. Voor een groot deel gaat het om

artikelen die in ons kwartaalblad Groninger Kerken zijn

verschenen. Deze zijn allemaal terug te vinden in de internet-

catalogus: http://catalogus.groningerkerken.nl/

In de rubrieken Kerken Groningen/Friesland/Drenthe, en

Kerkinterieur staat zijn naam op redelijk wat boek omslagen.

Hiervan nu een bescheiden selectie. Natuurlijk is er de al

eerder genoemde bestseller Verbeeld vertrouwen, een uitga-

ve van Bosch & Keuning. Van dezelfde uitgever staat een

aantal deeltjes uit de serie Langs de oude ….. kerken, vanzelf-

sprekend die van de Groninger, Friese en Drentse kerken.

Nog meer over middeleeuwse kerken in Noord- Nederland

is terug te vinden in Vroomheid in hout en steen (Bosch en

Keuning, 4e druk, 1972). Volgens Steensma was de bedoe-

ling van dit boek ‘die facetten van onze middeleeuwse ker-

ken te belichten, welke in meerdere of mindere mate iets van

de middeleeuwse geloofswereld weerspiegelen.’ Behalve de

noodzakelijke aandacht voor de architectuur, valt de nadruk

vooral op facetten als kerkinrichting en voorstellingen in

sculptuur en schilderkunst. Het ging Steensma erom ‘iets

Page 24: Groninger Kerken april 2013

Tour des Cimetières Dit voorjaar kunt u mee op twee kerkhoventochten. De eerste

is op donderdag 16 mei en heeft als titel: ‘Schansentocht’.

Deze tocht voert langs de kerkhoven/begraafplaatsen van

onder andere Oudeschans en Bourtange. De tweede excur-

sie op dinsdag 11 juni is een herhalingstocht en voert langs

Vliedorp, Maarhuizen en Wierhuizen. Deze tocht heeft als ti-

tel: ‘Kerkhoven zonder kerken’.

Met deze bijzondere tochten willen we iedereen die dat wil,

laten kennismaken met de schoonheid van de Groninger

kerkhoven.

Aanmelden voor beide tochten kan per e-mail via touring.

[email protected] of tijdens kantooruren telefonisch 050-

5260268. De prijs (inclusief lunch) bedraagt circa ¤ 40,- per

persoon.

Even kieken bie – ‘Soms maak je meer kapot dan je lief is’Op zaterdag 1 juni organiseert SOGK een mini-excursie naar

de kerk van Garmerwolde. De aanleiding vormt de restaura-

tie van de gewelfschilderingen.

Ruim vier eeuwen waren de schilderingen van de kerk in

Garmerwolde verborgen onder een pleisterlaag. De restaura-

teurs die de gewelven in 1942 onder handen namen, moeten

dan ook verbaasd zijn geweest toen de schilderingen tevoor-

schijn kwamen. Hoe konden ze weten dat er na de Reforma-

tie een laag kalk was aangebracht over deze bijzondere zes-

Excursies

tiende-eeuwse religieuze afbeeldingen? Wat de vakmensen

in 1942 ook niet wisten, was dat hun werkzaamheden uitein-

delijk meer kwaad dan goed zouden doen.

De excursie staat onder leiding van de bouwkundige van

de Stichting Oude Groninger Kerken. Alle deelnemers ont-

vangen een uitgebreid documentatiepakket. U vertrekt om

10.30 uur per bus vanaf het Hoofdstation in Groningen. De

verwachte terugkomst in Groningen is circa 14.00 uur. Het is

alleen mogelijk om deze tocht per bus te maken. Opgave

door middel van de antwoordkaart in het midden van dit tijd-

schrift.

Prijs: ¤ 12,50, donateursprijs ¤ 10,-. Dit ‘kijkje’ kan alleen

doorgaan bij minimaal 20 deelnemers

Plattegronden van Bellingwolderschans (Oudeschans) en Bourtange uit 1649

Page 25: Groninger Kerken april 2013

Traditionele Zomerdagtochten naar Ostfriesland (Dld.)Voor dit jaar staat er wederom een interessante zomerdag-

tocht op het programma. Op zaterdag 6 juli en op de woens-

dagen 10, 17, 24 en 31 juli 2013 zal de landsgrens worden

overgestoken om in Ostfriesland een viertal kerken te bezoe-

ken.

In Marienhafe stond ooit een van de grootste kerken in

ons kustgebied. De overwelfde kruisbasiliek met de hoge

westtoren was 75 meter lang, het schip 23 m breed. In 1829

werden koor transept en de zijschepen afgebroken, terwijl

de toren twee verdiepingen verloor. Binnen herinneren veel

details aan de glorie van weleer. Bijzondere interieurstukken

zijn een zandstenen doopvont, de kansel uit 1669 en een

welluidend orgel gemaakt door Gerhard Von Holy.

De Warnfriduskerk van Osteel werd gebouwd als kruis-

kerk met een lengte van 60 meter. In de negentiende eeuw

werden koor en transept afgebroken en de gewelven weg-

genomen. Het renaissance-orgel stamt uit 1619, de fraaie

preekstoel uit 1699.

De Johanneskerk te Engerhafe kwam in twee bouwfasen

tot stand en bestond ooit uit vijf traveeën samen 60 meter

lang. Nadat er gewelven waren ingestort werden aan het ein-

de van de achttiende eeuw het koor en de westelijke travee

afgebroken. Het altaar, de kansel en een doopvont zijn

zeven tiende-eeuws.

De kerk van Victorbur is 53 m lang en heeft een losse klok-

kentoren. Het koor kwam in de vijftiende eeuw tot stand ter

vervanging van een absis. Binnen zijn een zandstenen

sacramentshuis en een altaar en een preekstoel uit de ze-

ventiende eeuw.

Praktische informatieDe excursie kan alleen per bus gemaakt worden. De vertrek-

tijd is telkens om 08.00 uur vanaf het Hoofdstation in Gronin-

gen (bij ’t Peerd van Ome Loeks) of om 08.30 uur bij de voor-

malige grenspost Nieuweschans (gelegen aan de autoweg).

De kosten bedragen ¤ 30,- voor donateurs en ¤ 40,- voor

niet-donateurs. Iedere excursiedeelnemer ontvangt in de

bus een mapje met kerkbeschrijvingen. De excursiebus

wordt rond 19.45 uur weer terugverwacht in Groningen.

Het excursieprogramma kent een koffie-, en een middag-

theepauze. Het is bovendien mogelijk om tussen de middag

deel te nemen aan een gezamenlijk diner. Let wel, de cate-

ring is niet bij de prijs inbegrepen en kan op het Duitse plat-

teland dikwijls alleen contant worden afgerekend!

Opgave alleen via de aanmeldingskaart in dit nummer, aan-

melding per e-mail of telefoon is niet mogelijk. Plaatsing

geschiedt op volgorde van binnenkomst. Deelnemers ont-

vangen per post een bevestigingsbrief en vervolgens een

nota. Het bureau van de stichting verzorgt de deelnemersad-

ministratie, de uitvoering van de excursie op de dag zelf,

wordt verzorgd door leden van de excursiecommissie.

De organisatie behoudt zich het recht van programmawijzi-

gingen voor, als omstandigheden ter plaatse daartoe nopen.

Denkt u aan het meenemen van uw paspoort of ID-kaart!

v.l.n.r. Altaar in Victorbur, doopvont en interieur van de kerk van Engerhafe.

Foto’s Harm Hofman

Page 26: Groninger Kerken april 2013

Kopzorgen en spanningen in GarmerwoldeTer geruststelling: ondanks de titel hierboven gaat het in

Garmerwolde de goede kant op. De restauratie van de ge-

welfschilderingen in de kerk, waarvoor tijdens de donateurs-

actie van 2011 uw bijdrage werd gevraagd, is dit voorjaar

gestart.

De schilderingen, gedateerd rond 1530, werden voor het

eerst blootgelegd tijdens de restauratiewerkzaamheden die

tijdens de oorlogsjaren plaatsvonden. Voor die tijd gingen ze

verscholen onder een dikke pleisterlaag. De afbeeldingen in

de gewelven bleken twee samenhangende beeldprogram-

ma’s. Op zich niet heel uniek, maar zo veelvuldig komen ze

nou ook weer niet voor. Het gaat om een Maria-cyclus en de

Passie van Christus, zo weten we vanuit onze huidige kennis.

Indertijd werd een enkel tafereel verkeerd geïnterpre-

teerd. De restaurateur, kunstschilder Gerhard Jansen, be-

schreef in een brief naar de directeur van het Rijksbureau

voor de Monumentenzorg een schildering op een van de ge-

welven als ‘Sterfbed van Jozef, de man van Maria, uit het

Huis en Geslacht van David’. In werkelijkheid gaat het hier

om Maria zelf, niet geheel onlogisch in een Maria-cyclus.

Bovendien is een voorstelling van Jozef op diens sterfbed in

de kunsthistorie een onbekende scene. Desondanks kreeg

de Heilige Maagd bij de reconstructie een mannelijk uiterlijk.

Aanvulling van de schilderingen werd toentertijd nodig

geacht, omdat deze sterk gehavend onder het pleisterwerk

vandaan kwamen. Naar schatting bleef ongeveer een kwart

van het oorspronkelijke beeld bewaard.

Paradoxaal genoeg is de huidige restauratie er goeddeels op

gericht om – verdere – schade ontstaan door de vorige te

herstellen. Zo is het pleisterwerk van de gewelven in de loop

van de tijd vergeeld, waardoor de schilderingen er vaal uit-

zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben: vervuiling van-

uit de onderliggende baksteen of uit de later aangebrachte

pleister- of verflaag. Ook is het mogelijk dat de restauratoren

in de jaren 1941-1943 een fixatief hebben gebruikt. Doel van

het herstel is daarnaast het creëren van een spanningsvrij

oppervlak, waarvoor oude ‘reddingsacties’, zoals cement- en

gipsvullingen, moeten worden verwijderd. Het herstelproces

wordt ditmaal door restauratoren Aafje Bouwhuis en Nanon

Journée nauwkeurig gedocumenteerd voor volgende genera-

ties.

Tot slot: Jozef blijft waarschijnlijk Jozef. Die ingreep uit het

verleden is inmiddels onderdeel geworden van de histori-

sche gelaagdheid van de schilderingen.

Werk in uitvoering

De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Kerken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14 • 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: [email protected] • www.groningerkerken.nl

Foto Regnerus Steensma

Page 27: Groninger Kerken april 2013

53

kelijke wapen Ripperda), II. gevierendeeld (Huinga), III. door­

sneden: A. een omgewende uitkomende halve leeuw; B. drie

rozen (Wigboldes), IV. Sint­Joris, een draak doorstekend. De

laatste twee kwartieren staan daarbij dus op hun kop. De

kwartieren Wigboldes en Huinga zullen verwijzen naar Uni­

co’s moederlijke grootouders4.

Een overledene werd altijd met de voeten naar het oosten

begraven en een grafsteen werd zonder uitzondering op de­

zelfde wijze georiënteerd. Opvallend is echter dat de tekst

van het grafschrift aan de westzijde aanvangt en niet, zoals

gebruikelijk, aan de oostzijde. De verklaring zal zijn dat in het

begin van de achttiende eeuw de zerk ten onrechte omge­

keerd werd herplaatst, omdat men het kwartier met de ruiter

te paard interpreteerde als het grootvaderlijke kwartier Rip­

perda, in plaats van het wapen met Sint­Joris. Men was zich

er blijkbaar niet van bewust dat de Ripperda’s tot de genera­

tie van Unico Sint­Joris mét draak als wapenfiguur voerden;

pas Unico’s kinderen reduceerden dit tot een eenvoudige rid­

der te paard. Het feit dat Unico’s zerk zowel dit laatste wapen

als een Sint­Joris met draak vertoont, maakt de zerk zeer

waardevol voor de geschiedenis van de ontwikkeling van

deze wapenfiguur die we bij verschillende geslachtswapens

in Groningen en Oostfriesland aantreffen. Wellicht heeft het

kwartier dat later werd aangezien voor het wapen Ripperda,

betrekking op een grootmoeder van Unico uit de familie

Addinga.

int iaer / [uns heren] m cccc [—] starff uni[ko] ripperda hovet­

linck to / fermpsum / ende widwert provest to fermessum

ende / to lopperssum

Op het eerste gezicht lijkt de tekst dus het jaartal 1400 te ge­

ven en dat heeft de nodige aanleiding tot verwarring gege­

ven. Eilhardus Harkenroht publiceerde de tekst met het on­

volledige jaartal ‘mcccc...’ en de foutieve lezing van ‘Wedde’

in plaats van ‘Widwert’ (Oosterwijtwerd) in 1723.3 Daardoor

werd de tekst toegeschreven aan Unico’s gelijknamige over­

grootvader, die in 1397 voogd was van kinderen van Egge

Addinga te Wedde. Dit laatste feit zal de reden zijn voor de

verlezing van de plaatsnaam Widwert. Sinds 1723 spookt de

in 1400 overleden Unico Ripperda, hoofdeling te Wedde, dan

ook ten onrechte door de genealogieën Ripperda en de ge­

schiedschrijving van Farmsum. Dat het jaar en de datum niet

ingevuld zijn, wijst erop dat de steen is vervaardigd tijdens

het leven van Unico, en wel tussen 1465 (toen Unico’s vader

Boele nog leefde en hoofdeling te Farmsum was) en 1474.

De steen geeft in de hoeken vier kwartierwapens, niet op

de later gebruikelijke wijze in één richting geplaatst. De wa­

pens aan de voet van de zerk staan op hun kop, waardoor

minder duidelijk is wat het hoofd en wat de voet van de steen

is. Lezen we de kwartieren in de gebruikelijke volgorde, van

zuidwest naar noordoost, dan vinden we op de zerk van Unico

Ripperda: I. een ruiter te paard, omgewend (zoals het gebrui­

2 De kwartieren I en IV op de zerk van Unico Ripperda: I. een ruiter te paard, omgewend; IV. Sint-Joris, een draak doorstekend. Foto’s Ko Lenting

3 E.F. Harkenroht, Volledige chronyk van Oostfrieslant (...) van (...) Eggerik Beninga (Emden 1723) 170.4 Zijn moeder, Hille, was een dochter van Bartolt Wigboldes.

Page 28: Groninger Kerken april 2013

54

vormgegeven, met in het midden het wapen Onsta (een

leeuw), een gehelmde leeuw als schildhouder met op zijn

helm een derde leeuw als helmteken. In het midden van ie­

dere zijde vinden we een kwartierwapen. Vergelijking van

de kwartieren op de beide zerken leert dat de volgorde van

de wapens niet consequent is toegepast. Boven vinden we op

beide stenen het wapen Onsta en links een wapen met twaalf

ruiten, schuinkruislings, dat we kunnen identificeren met

Van Dockum, moeder van Abele en grootmoeder van Frouke.5

Op Froukes zerk is rechts het wapen van haar moeder, Hille

Jarges, afgebeeld en ten slotte onderaan een wapen met een

vogel, denkelijk dat van haar moederlijke grootmoeder Peter,

van wie de familienaam nog onbekend is.6

Haye Ripperda († 1504)De laatste van de drie Ripperda­zerken is eveneens een be­

trekkelijk goed bewaarde en fraai vormgegeven steen, de op

een na oudste portretzerk uit de provincie.7 De stijl van de

afgebeelde overledene is vergelijkbaar met die op de portret­

zerk van Snelger Houwerda te Appingedam van twintig jaar

later. Haye wordt in biddende positie, recht van voren afge­

beeld. Hij is gekleed in een harnas, draagt onder zijn linker­

arm een zwaard en naast zijn rechtervoet ligt een helm. Tus­

sen zijn benen slingert een banderol met een tekst waarvan

het woord ‘requiescat’ (‘hij ruste’, nl. in vrede) nog leesbaar

is. Het Latijnse randschrift luidt:

Anno . domini . m / vc . iiii . ipso . die / translationis . nicolai .

obiit . haio / ripperda / prepositus . et . capitaneus . in . ferm­

sum . et . dammone . etcetera . /

(In het jaar 1504, op de dag van de translatie van Nicolaas,

overleed Haye Ripperda, proost en hoofdeling te Farmsum en

Appingedam enz.)

De feestdag van de translatie (overbrenging van de relieken)

van Sint Nicolaas — niet te verwarren met diens eigenlijke

feestdag, 6 december — is in de Nederlanden bij mijn weten

praktisch onbekend. In Midden­Europese, Franse en Engelse

bisdommen wordt ze gevierd op 9 mei, vermoedelijk ook

de overlijdensdatum van Haye Ripperda. Ook later had men

blijkbaar moeite met deze datum, want in de genealogieën

Ripperda wordt vermeld dat Haye overleed op Nicolaasdag

ofwel 6 december 1504. De grafzerk heeft dus als bron ge­

diend. Uit andere bronnen weten we echter dat Haye in sep­

tember van dat jaar het tijdelijke al met het eeuwige ver­

wisseld had.

Frouke Onsta († 25 mei 1477)Een sterk contrast met de eenvoudige zerk van Unico Ripper­

da vormt de rijk gedecoreerde steen voor zijn slechts drie jaar

na hem overleden schoondochter Frouke Onsta († 1477). Zij

was twee jaar eerder gehuwd met Focke Ripperda. Het echt­

paar liet één zoon na, Peter, die de stamvader werd van de

Winsumer tak van de Ripperda’s, waartoe de bekende hertog

Johan Willem Ripperda (1682­1737) hoorde.

anno m . cccc . lxxvii . op / sunt . urbanus . dach . / st / rf .

vroke . rypperda . ab / el . onsta ende . hil . onsta . dochter

Opvallend genoeg vermeldt de grafzerk wel de namen van

haar ouders, maar niet die van haar echtgenoot. Haar vader,

Abele Onsta, stierf zes jaar later. Toevallig bleef ook zijn zerk

bewaard; deze werd na de afbraak van de kerk te Sauwerd

overgebracht naar het Groninger Museum. De stenen van

vader en dochter Onsta zijn in dezelfde rijke gotische stijl

3 De grafzerk van Frouke Onsta († 1477). Foto Ko Lenting

5 Zie: R. Alma, ‘Postume heraldiek’, in: R. Alma, C. Gietman en A. Mensema, Adel en heraldiek. Adellijke identiteit en representatie (Hilversum 2012) 51-94.

6 Een derde vijftiende-eeuwse grafzerk in vrijwel dezelfde stijl is overgeleverd, namelijk die van de Oostfriese edelman Luwert van Uttum, nu in het Burgmuseum te Pewsum. Volgens de steen en oorkondelijke gegevens overleed hij in 1428; de stijl van de zerken komt zozeer overeen dat de steen eerder een halve eeuw later gedateerd zal worden.

7 R. Alma, ‘Portretzerken in Groningen’, Groninger kerken 22 (2005) 105-120.

Page 29: Groninger Kerken april 2013

55

grafzerken van vóór 1520 geen enkele die de kwartierwapens

in de latere standaardvolgorde voor de vier grootouderlijke

wapens vertoont. Daaruit mag duidelijk zijn dat de vondst

van groot belang is voor onze kennis over de heraldische

beeldprogramma’s op Groninger zerken.

Zoals we zagen zijn de Farmsumer zerken door latere fa­

milieleden gelezen en gebruikt om de eigen genealogie aan

te vullen. Van de vroegere generaties van de familie Ripperda

kennen we echter van nog twee leden de overlijdensdata, die

zonder twijfel ontleend zijn aan zerken in de kerk: om die

reden kunnen we vermoeden dat onder de vloer ook de graf­

stenen van Focke Ripperda, de man van Frouke Onsta, en van

Ailke Houwerda, vrouw van Haye Ripperda, nog te vinden

zijn...

Redmer Alma (1963) studeerde wiskunde en geschiedenis

aan de R.U. Groningen en bereidt een proefschrift voor over

de Ommelander adel in de Late Middeleeuwen.

Ook deze laatste zerk geeft vier kwartierwapens, die inder­

daad overeenkomen met de wapens van Hayes vier groot­

ouders: Ripperda, Wigboldes, Ukena en To Wijtwerd. Het is

overigens dankzij deze grafzerk dat we voor het eerst het

wapen van zijn grootmoeder Hiddeke to Wijtwerd konden

identificeren.8

Het belang van de gevonden grafzerkenDe vondst heeft geen nieuwe namen of overlijdensjaren op­

geleverd. Wel leveren de kwartierwapens nieuwe gegevens

op over de voorouders van de overledenen. Maar het belang

van de zerken gaat verder dan de familie Ripperda. Alle drie

de zerken vertonen vier kwartierwapens en daarmee is het

aantal Groninger grafzerken van vóór 1520 met kwartieren in

één klap verdubbeld. Vanaf de zeventiende eeuw heeft de

wijze waarop de wapens van voorouders op een grafzerk

wordt weergegeven een vaste vorm en volgorde gevonden.

Tot die tijd is er veel variatie, waardoor de overledene of zijn

erfgenamen meer keuzevrijheid hadden om aspecten van de

voorouders door wapens te visualiseren. Zo is er onder de zes

4 De grafzerk van Haye Ripperda († 1504). Foto Ko Lenting

5 De grafzerk van Snelger Houwerda († ca. 1523) in de Nicolaïkerk,

Appingedam. Foto Regnerus Steensma

8 Zie: Alma, ‘Postume heraldiek’.

Page 30: Groninger Kerken april 2013

56

Coert Knol en de jongere zerken in FarmsumDe meeste aandacht bij de spectaculaire vondst

van zerken in de kerk van Farmsum gaat uit naar

die van de familie Ripperda, maar de vele andere

– jongere – grafstenen zijn niet minder belang-

wekkend. Deze bevatten informatie die vaak

nergens anders te vinden is.1

Geen registratie van dodenVóór 1806 werden overledenen in Groningerland niet geregi­

streerd. De onderzoeker is daarom afhankelijk van andere

bronnen. Grafzerken geven vaak genealogische informatie

die nergens anders te vinden is. Dat geldt evenzeer voor fa­

miliewapens. Veel families tooien zich met een wapen dat

terug gevonden is op soms maar één grafzerk.

Het was voor de schrijver bij zijn bezoek aan de gevonden

zerken een grote verrassing een grafsteen aan te treffen van

ene Coert Knol. Op zich is het vinden van de zerk van een ver­

re verwant al leuk, maar het afgebeelde familiewapen bleek

ook nog eens een hypothese te bevestigen over het familie­

wapen Knol. Bovendien levert ze nieuwe inzichten over de

ontwikkeling van de Groninger landbouwersheraldiek. Deze

kenmerkt zich namelijk in de zeventiende en achttiende eeuw

doordat de wapens nog niet onveranderlijk zijn, anders dan

de adellijke heraldiek. Regelmatig stelde elke generatie een

nieuw wapen vast, met elementen van de wapens van (voor)

ouders. Het is vaak een spannende speurtocht om te ontdek­

ken hoe het wapen zich door de tijd ontwikkelde tot het mo­

ment dat de familie een onveranderlijk wapen gaat voeren.

De hierna volgende uiteenzetting over de zerk van Coert Knol

is eveneens van toepassing op verschillende andere jongere

zerken, waarachter vergelijkbare verhalen schuilgaan.

1 De auteur dankt drs. Redmer H. Alma, Warffum, en dr.ir. Gert Schansker, Genève, voor hun informatie en commentaar. De heer Ko Lenting, ARC Groningen, was zo vriendelijk inzage te geven in de zerkbeschrijvingen uit het nog niet verschenen rapport van het archeologisch onderzoek.

1 De onlangs in de kerk van Farmsum te voorschijn gekomen

hardstenen zerk van Coert Knol, overleden in 1637.

Foto Egbert Euser

Egge Knol

Page 31: Groninger Kerken april 2013

57

Coert Harmens KnolDe zerk van Coert Knol is een eenvoudige rechthoekige zerk

met langs de rand een tekst (afb. 1):

anno /1637/ d[e]n 29 iuly is christelicken in godt den

heren gervstet die eerbae[re] coert knol verwachtende

met alle gelovigen am iongen[s]ten daege eine frolicke

vperstandinge dor//h christvm2

Knol en zijn vrouw Neessien Karstiens woonden in Farmsum,

maar kwamen uit de stad Groningen. Zij was een dochter

van Karst Jacobs en Neese Karstiens, herbergiers in de Oude

Boteringestraat in een huis dat stond voor de latere doops­

gezinde kerk. Haar ouders werden na de Reductie gelijk in

december 1594 bij de eerste avondmaalsviering in de Martini­

kerk lidmaat van de Gereformeerde Kerk.3 De ouders van

Coert Knol waren Harmen Arents Knol en Toebetje Coerts. Met

zijn eerste vrouw Hille had zijn vader Harmen in Rottum op De

Knol en in Warffum gewoond, met zijn tweede huwelijk kwam

hij naar de stad. Sinds die tijd gebruikte hij de aan zijn eerste

woonplaats ontleende achternaam.

Het vermoeden bestaat dat Coert, net als zijn vader Har­

men Knol, een koopman was. Farmsum was destijds een be­

langrijke handelsplaats. In 1574 mochten de inwoners voor

de scheepvaart een verbinding met het Damsterdiep graven

en in dezelfde tijd kwam er ook een waag te staan. Delfzijl

werd in de Tachtigjarige Oorlog een belangrijke vesting, maar

zou pas veel later Farmsum gaan overvleugelen.4 Vóór de

ontdekking van zijn grafzerk was enkel bekend dat Coert ge­

storven was tussen 4 oktober 16365 en januari 1638, wanneer

sprake is van zijn weduwe. Vaak moet de familievorser ge­

noegen nemen met zulke intervaldata. Dankzij de gevonden

zerk is nu bekend dat Coert Knol op 29 juli 1637 overleed. In

het grote rekenboek van Luitien Geerts, de kerkvoogd van

Farmsum, staat op 4 januari 1638 opgetekend dat Neessien

Knols met de predikant en kerkvoogden twee graven in de

2 Met dank aan Bette Alma voor de transcriptie. De zerk kreeg nummer 17 bij het archeologisch onderzoek.

3 Willem G. Doornbos, Petronella J.C. Elema en Duco F. Kuiken, Lidmatenboek van de Gereformeerde kerk van de stad Groningen 1594-1660 (Groningen 2001) 264.

4 Jenne Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum en zijn kerk (Appingedam 1983).

5 RHC Groninger Archieven, Archief Hoge Justitie Kamer (HJK), inv.nr. 867 fol. 240 vs dd 13 september 1636; fol. 259 dd 27 september 1636; fol. 269 dd 4 oktober 1636.

6 RHC Groninger Archieven, Archief Hervormde Kerk Farmsum inv.nr. 80, dd 4 januari 1638. Met dank aan dr.ir. Gert Schansker, Genève.

2 De familiewapens op de in 1975 blootgelegde hardstenen zerk van

de broers Ebele Knol († 1625) en Claes Knol († 1676) in de kerk van

Westerwijtwerd. De teksten van Claes Knol en Derck Jans (geen fami-

lie) zijn later toegevoegd. De steen is na de restauratie van de kerk

in het koor van de kerk gelegd. Het voor de kijker linker wapen is van

hun vader Lippe Knol, het voor de kijker rechter wapen van hun moe-

der Anna Reenders. Foto Groninger Museum, Marten de Leeuw

Page 32: Groninger Kerken april 2013

58

Het toont een boom met grote bladeren. Het wapen van Coert

Knol bevat een uit het bos springend hert. Hetzelfde wapen

wordt ook aangetroffen op de zerken in de kerk van Wester­

wijtwerd van Lippe Knol († 1640) en dat van zijn beide zonen

Ebele († 1625) en Claes Knol († 1676), maar het wijkt af van het

vanaf 1655 aangetroffen wapen van andere nazaten van de

familie Knol (afb. 2).8 Dat laatste geeft drie knollen, dikwijls

doorsneden met een dwarsbalk beladen met drie klaver­

bladen. Doordat enkele afbeeldingen in kleur bestaan, weten

we dat het wapen Knol zwart met een gouden balk is met

knollen en klaverbladen in natuurlijke kleuren (afb. 3).9 Het

leek er op dat de familie Knol in Westerwijtwerd een ander

wapen aannam. Het zit echter anders, want op het kerkhof

van Eppenhuizen lagen de zerken van Grietje Knol (†1676) en

Harmen Knol (†1682) met aan de vaderlijke kant een gedeeld

wapen (afb. 4): rechts het wapen met de knollen en de dwars­

balk en links het uit het bos springende hert.10 Rechts en

links weer gezien vanuit het graf. Grietje en Harmen Knol wa­

ren beide ongehuwd zodat het rechterwapen op dat van hun

vader Claes Harmens Knol (†1656) moet duiden.11 De wapen­

figuren uit de familie van hun moeder zijn grotendeels be­

kend.12 Een uit een bos springend hert hoort daar niet bij,

zodat het gedeelde wapen afkomstig moet zijn van hun

grootvader Harmen Knol († vóór 1618). Drie generaties lang

voerde deze tak van de familie Knol hetzelfde gedeelde

wapen met rechts de knollen en links het hert. Grootvader

kerk heeft geruild. Die nieuwe graven – in één ervan zal Coert

zijn bijgezet – waren op een betere locatie en daarom moest

worden bijbetaald.6

Neessien verhuisde in 1639 later naar Delfzijl. Ze was her­

trouwd met de slachter, later aannemer, Menge Berents.

Neessien werd weer weduwe en hertrouwde Johan Aepkes uit

Farmsum. Neessien kwam weer in Farmsum te wonen. Haar

derde echtgenoot overleed in 1656. In 1668 werd ze nog ge­

noemd als eigenaresse van land in Farmsum.7 Aannemelijk is

dat ze in de kerk van Farmsum werd begraven en het is een

spannend idee dat haar zerk daar nog ergens aanwezig kan

zijn.

Het familiewapen KnolDe gevonden overlijdensdatum van Coert Knol is niet het be­

langrijkste wat de grafsteen ons leert. Op zijn zerk staan

twee familiewapens. De betekenis daarvan volgde doorgaans

min of meer vaste patronen. Bekeken vanuit het graf was

het rechterwapen (voor de kijker links) van de man of van de

vader. Het linker wapen was van zijn vrouw of van de moeder.

Beide mogelijkheden kwamen voor. Op de zerk van Coert

Knol worden beide familiewapens met een lint verbonden,

duidend op een echtpaar. Mijn ervaring is dat bij echtparen

vaak het wapen van man en vrouw zijn. Op het wapen van de

vrouw zijn deze dan gewisseld. Daar van uitgaande is het

linker wapen (voor de kijker rechts) van Neessien Karstiens.

7 Als voren jaren 1655 en 1656. RHC Groninger Archieven, Archief HJK 1354 pag. 436.8 Adolf Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden (Assen1977) (Vanaf nu: GDW ) nrs. 4124B, 2124F en 2128A. 9 Dit wapen komt op veel grafzerken voor, maar ook op glas in lood ramen en een houtsnijwerk uit de familie Van Bolhuis in het

Groninger Museum (inv.nrs. 0000.1259B, 000.1259D en 0000.1394.) Wapen afgebeeld K.J. Ritzema van Ikema, Ommelander Geslachten Het nageslacht van Jacob Sijbolts, landbouwer te Warffum en Geertruid’ Cornelis’. (z.p., z.j.) tegenover p. 306. G.A. Brongers (e.a.), Noord-Nederlandse heraldiek (1987) 117.

10 GDW nummers 1148 en 1149.11 GDW nummer 1147.12 GDW nummers 1147, 4366, 4372.

3 Het familiewapen Knol uitgesneden in hout. Samen met een

vergelijkbaar wapen Van Bolhuis decoreerde dit wapen begin 18de

eeuw het huis van het echtpaar Van Bolhuis-Knol in de Schoolstraat

te Warffum. Collectie en foto Groninger Museum, Marten de Leeuw

4 De wapens op de hardstenen zerk van Harmen Knol († 1682)

op het kerkhof van Eppenhuizen. De steen lag vroeger in de kerk

en vormde lange tijd een van de treden naar het kerkhof. Dezelfde

wapens staan op de zerk van zijn zuster Grietien († 1676).

Foto Groninger Museum, Marten de Leeuw

Page 33: Groninger Kerken april 2013

59

Meer spannende puzzelsDe ontdekking van de zerk van Coert Knol is leuk voor de

familie Knol maar van groter belang voor onze kennis over de

landbouwersheraldiek uit de zeventiende eeuw. De patronen

die hier gevolgd werden, zijn namelijk nergens omschreven.

Ze zijn alleen door een zorgvuldige combinatie van genealo­

gie en heraldiek te ontrafelen en vormen zo spannende puz­

zels.14 De jongere zerken in Farmsum kennen meer puzzels.

Er liggen vier opeenvolgende zerken van kerkvoogden die

vast en zeker familie van elkaar zijn: Gert Harmens († 1596),

Geert Luitens († 1626), Jurrien Jurriens († 1669) en Luitien

Geerts († 1678).15 De eerste zerk kent in de vier hoeken de

wapenschilden van (naar we aannemen) de vier grootouders,

maar niet voorzien van familiewapens, maar bestaande uit

huismerken met initialen. Die huismerken op zich zijn een be­

kende verschijning in de Groninger heraldiek, maar de plaat­

sing als kwartierwapens zoals op deze zerk is uniek. Huis­

merken vererfden, net als wapens, van ouder op kind, maar

we weten niet zo veel over de wijze waarop huismerken bin­

nen een familie overgingen.16 Ook hier weer een puzzel,

waarvoor de Farmsumer zerken belangrijk onderzoeksmate­

riaal bieden.

Dr. Egge Knol (1956) is werkzaam als conservator archeolo­

gie, geschiedenis en oude kunst(nijverheid) bij het Groninger

Museum ([email protected]). Hij is een actief fami­

lievorser en werkt aan een boek over de Ommelander familie

Knol.

Harmen Knol was een broer van de eerdergenoemde Lippe

Knol uit Westerwijtwerd en beiden waren zonen van Claes

Knol († 1613), paardenkoopman in Startenhuizen, en diens

vrouw Catrina.13 Verondersteld wordt dat het wapen met de

knollen betrekking heeft op de vader, die vermoedelijk is ge­

boren op de boerderij De Knol tussen Stitswerd en Eelswerd.

Het wapen met het springende hert kan dan teruggaan op de

moeder Catrina. Om onbekende redenen heeft zoon Lippe

Knol in Westerwijtwerd voor het wapen van zijn moeder geko­

zen. Vererving van familiewapens en achternamen van moe­

der op zoon is in Groningerland bepaald niet een zeldzaam

verschijnsel.

Na deze lange aanloop, verduidelijkt in een schema (afb.

5), terug naar Coert Knol. Zijn vader Harmen Arents Knol was

namelijk een halfbroer van Catrina. Ze hadden dezelfde moe­

der Hille Jansen. Nu blijkt in Farmsum dat de zoon van haar

halfbroer hetzelfde wapen voert als dat aan Catrina was toe­

geschreven. De veronderstelling dat het hertenwapen van

Catrina komt, is daarmee aannemelijker. Wel moet worden

opgemerkt dat het hertenwapen veel vaker in Groningen

voorkomt, bijvoorbeeld bij de families Eylerts, Stuirwolt en

ook Swartwolt. Een dochter van Claes Knol en Catrina was

met een brouwer Jan Swartwolt getrouwd. Wat zou het leuk

zijn de zerken van stamvader Claes Knol (†1613) en zijn vrouw

Catrina in dit verhaal te betrekken, maar die zijn nog niet

tevoorschijn gekomen. De vondst van de zerk van Coert Knol

geeft echter via een omweg een belangrijke aanvulling op

deze heraldische reconstructie.

5 De verwantschap van Coert Knol met de familie Knol

uit Startenhuizen en Westerwijtwerd.

13 Deze twee broers hadden ondermeer een zuster Luitien Knol, die was gehuwd met Jan Clasen. Uit dit echtpaar zijn drie zoons bekend Harmen, Eeuwe en Jan Klasen die alle de achternaam Knol voerden. De naam Knol leeft alleen voort bij hun talrijke afstammelingen, dus in de vrouwelijke lijn.

14 Johannes A. de Boo, ‘Heraldiek in de Groningse Ommelanden’, 50 (1995) 113-122. Redmer H. Alma, ‘Vroege ontwikkeling van de Groninger heraldiek’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 54 (2000) 5-45; Egge Knol, ‘Oude aantekeningen en een sluitsteen uit de familie Doornbosch (Uithuizen, Kloosterwijtwerd, Rottum)’, Gruoninga 46 (2001) 124-135.

15 Deze graven kregen bij het archeologisch onderzoek respectievelijk de nummers 4, 5, 6 en 26.16 Zie bijvoorbeeld Egge Knol, ‘Oude aantekeningen en een sluitsteen uit de familie Doornbosch (Uithuizen, Kloosterwijtwerd, Rottum)’,

Gruoninga 46 (2001) 124-135.

Hijkex

Harmen JansenDoornbos upde Knol

Harmen upCruisstede

HilteJansen

ArentupCruisstede

ReeneJansen

Claes Knol

EuweKnol

Hijke Knol

Leitien Knol

Catrina Knol

Harmen Arentsupde Knol

CoertKnol

HarmenKnol

ClaesKnolClaes

KnolEbeleKnol

Harmen Knol

LippeKnol

Catrina Harmens

ToebetjeCoerts

NeessienKarstiens

GrietjeReinders

Reinder

Stijntje Meertens

Grietje Knol

MeertenReinders

x x

xx

x

x x x

Page 34: Groninger Kerken april 2013

60

maaide gras binnen de bomenrand en het open landschap

daarbuiten.

In het gras liggen een paar verweerde oude grafzerken,

waar hij aan kan zien dat dit een kerkhof geweest moet zijn.

Dan zal er ook wel een kerk gestaan hebben maar die is blijk­

baar verdwenen.

De pelgrim die Noord­Groningen bereist om de oude kerken

en kerkhoven te bezoeken treft in het open landschap buiten

Pieterburen een laag heuveltje aan, een wierde zoals er zo

veel liggen in deze streek. Deze wierde is op het eerste ge­

zicht leeg en onbebouwd op een klein bakstenen huisje na en

een rand van bomen.

Dichterbij gekomen wordt de pelgrim gewaar dat er mid­

den op het heuveltje toch ook iets staat: een ijl staketsel van

dunne staven, nauwelijks zichtbaar tegen de lichte grijze

lucht. Het heeft iets weg van het skelet voor een gebouw,

maar ook iets van een speeltoestel. Is het groot of is het

klein? Het is klein, aan de twee stoelen af te meten die in het

bouwwerkje tegenover elkaar aan een tafel geplaatst zijn. Is

het kunst? Het is in ieder geval heel mooi gemaakt, met vier

vleugels in een kruisvorm, zadeldaken, zijbeuken en boogra­

men. Het staketsel bestaat uit staven gewoon betonijzer

maar dan wel verguld. Voor een gewoon huisje is het te klein,

te complex en te plechtig. Voor een speeltoestel is het te fra­

giel; het is eerder geschikt als decor voor een toneelstuk.

Als de pelgrim op een van de stoelen gaat zitten blijft de

andere stoel leeg. Als er nog iemand zou komen zou die te­

genover hem kunnen gaan zitten. Ze zouden elkaar aankijken

en iets tegen elkaar zeggen. Hij kijkt om zich heen vanaf zijn

zitplaats in het luchtige bouwwerkje op de lage heuvel. Hij

heeft vrij uitzicht op de lucht, het bakstenen huisje, het ge­

Govert Grosfeld

Op Hoogte Gedacht

Bij een kunstwerk van Meschac Gaba in Wierhuizen

Irréel, 2009Op het kerkhof van Wierhuizen realiseerde de uit Benin af-

komstige, maar in Nederland wonende kunstenaar Meshac

Gaba een kopie van het skelet van de kerk uit zijn geboorte-

stad Cotonou. Dit beeld komt als het ware in de plaats van de

kerk die ooit op de wierde stond, en die in 1717 afgebroken

werd na een verwoestende overstroming. Het skelet van Ga-

ba’s kerk, kleiner dan het origineel in Benin, is goudkleurig en

daarmee een verwijzing naar de gloed die er in het westen

traditioneel van religies uitging. In het midden van de sculp-

tuur zijn twee stoelen en een tafel geplaatst, als symbool

voor de ontmoeting. In plaats van de religie en de gemeen-

schap van gelovigen gaat het hier om. Het is een verbeelding

van het treffen van mens tot mens. Gaba concludeerde bij het

doen van zijn voorstel, dat de kerken in Afrika wellicht ooit

net zullen leeglopen als dat nu in Nederland het geval is. Zijn

beeld weerspiegelt die leegte, maar het zegt tegelijk dat dit

ook een nieuw begin is. Tekst: Mark Kremer

Meschac Gaba (Benin 1961) woont

en werkt sinds 1996 in Amsterdam.Foto John Stoel

Page 35: Groninger Kerken april 2013

Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001

MENSE RUITER orgelmakers b.v.Oosterseweg 139785 AD Zuidwolde (Gron.)Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560E-mail: [email protected]

Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde

Haven Zuidzijde 7

9679 TD Scheemda

Tel. 0597-55 19 09

Fax: 0597-55 29 98

E-mail: [email protected]

www.boerbouw.nl

Nieuwbouw Verbouw Renovatie Restauratie

Page 36: Groninger Kerken april 2013

UUUWWW BBBOUWPARTNEROUWPARTNEROUWPARTNER VOORVOORVOOR::: NNNIEUWBOUWIEUWBOUWIEUWBOUW RRRENOVATIEENOVATIEENOVATIE / / / RESTAURATIERESTAURATIERESTAURATIE OOONDERHOUDNDERHOUDNDERHOUD VANVANVAN::: --- BEDRIJFSPANDENBEDRIJFSPANDENBEDRIJFSPANDEN --- WOONCOMPLEXENWOONCOMPLEXENWOONCOMPLEXEN --- WONINGENWONINGENWONINGEN AAAANANAN ENENEN VERBOUWVERBOUWVERBOUW VANVANVAN UWUWUW WONINGWONINGWONING

G R O N I N G E NG R O N I N G E NG R O N I N G E N

K K K III EEE LLL EEE RRR B B B OOO CCC HHH TTT 3 33 33 3 0 5 0 0 5 0 0 5 0 --- 5 7 5 7 8 0 05 7 5 7 8 0 05 7 5 7 8 0 0

E M M E NE M M E NE M M E N N N N AAA UUU TTT III LLL UUU SSS SSS TTT RRR AAA AAA TTT 7 7 7 0 5 9 1 0 5 9 1 0 5 9 1 --- 6 5 7 9 0 6 5 7 9 0 6 5 7 9 0

W W W . B R A N D S B O U W . N L W W W . B R A N D S B O U W . N L W W W . B R A N D S B O U W . N L

Het succes van automatiseringHet klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffi e drinken bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren. Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie.

Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffi edrinken…

Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl

Page 37: Groninger Kerken april 2013

De Schilder, de beste vriend

van je huis

Schildersbedrijf W. DijkemaNoorderstraat 5

9989 AA Warffum

telefoon (0595) 42 22 67

Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen

telefoon 050 - 2100194 mobiel 06 [email protected]

Postbus 50869700 GB Groningen

Tom Feith Stukadoors- & tegelzetbedrijf

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging

Noordveenkanaal n.z. 21

7831 aw Nieuw Weerdinge

tel. 0591 - 522 258 / 522 770

fax 0591 - 521 016

Page 38: Groninger Kerken april 2013

Vestigingen in: Alphen aan den Rijn | Liempde | EchtHeerhugowaard | Assen | Mechelen (B)

Houtinsectenbestrijding | Zwamsanering Houtrestauratie met epoxytechniek | Isochips®-kruipruimteisolatie

Vochtwering | Kruipruimterenovatie | Constructiedroging Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode | Microgolvenmethode

Onderzoek met de videoscope | Inspectieabonnementen

Een gezonde kijk op onroerend goed

www.vanlierop.nl

Van Lierop

Van Lierop

Van Lierop

Van Lierop

Van Lierop

Van Lierop Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht

ISO 9001gecertifi ceerd

050 403 14 83

[email protected]

www.laurenshout.nl

Met een passie voor panden met geschiedenis

Timmer- en restauratiewerken | Interieur ontwerp en uitvoering | Deskundig in duurzaam (ver)bouwen

AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1 23-01-13 10:00

Page 39: Groninger Kerken april 2013

HOLSTEINres taurat ie archi tec tuur

Kantoren InsulindeBankastraat 42 J

9715 CD Groningen

tel.: 050 5770059fax: 050 5771904

[email protected]

Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71

VASTGOED ONDERHOUD

BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE

Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail [email protected] • Website www.vdmaar.nl

Naamloos-2 1 06-02-12 21:29Hoveniersbedrijf Coen Overdevest LeensWierde 4tel. 0595-571187www.overdevesthoveniers.nlVCA gecertificeerd.Groenkeur gecertificeerd bedrijf.

Voor:* een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan* complete terreininrichting* de aanleg van uw tuin* onderh oud aan uw tuin b.v.:

- renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz.

* snoeien van bomen en heesters* kappen van bomen* plaatsen van schuttingen, pergola’s,

tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz.* aanleg van sierbestrating, grindpaden,

schelpenpaden, enz.* aanleg van vijvers* het leggen van graszoden* ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage* levering van bomen, heesters,

coniferen, vaste planten, haag- en bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.

Ontwerp, aanleg, onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting

Lid VHG

Page 40: Groninger Kerken april 2013

terug naar het beginCultureel festival 1e lustrum, dinsdag 7 t/m zondag 12 meiHighlights Hemelvaartsdag 9 mei Appingedam

Henk van Os & Marjoleine de Vos Nicolaïkerk / Djurre de Haan van ‘awkward i’ Kerk Solwerd ‘My name is Rachel Corrie’ Laura van Dolron Kerk Eenum / Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club Nicolaïkerk / Marike Jager Kerk Oosterwijtwerd / Noota Saxophone Duo Synagoge / Slotconcert Karin Strobos & Nieuw Philharmonisch Orkest Nicolaïkerk

Meer optredens 2e week meiGraansilo Groningen

Kerk van Leegkerk

Openluchtmuseum Het Hoogeland Warffum

Museum Vosbergen Eelde

Landhuis Oosterhouw Leens

Academie Minerva

De Noordelijke Kunsthof Appingedam

Let op: Speciale korting

voor donateurs Stichting

Oude Groninger Kerken &

Vrienden van Terug naar

het begin

www.terugnaarhetbegin.nl