GRNVLD 2010/04

52
MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND landschap als muze’

description

Magazine over het verbinden van stad en land: landschap als muze

Transcript of GRNVLD 2010/04

Page 1: GRNVLD 2010/04

MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

‘ landschap als muze’

Page 2: GRNVLD 2010/04

KOENDERSJuridisch Adviesbureau

r u i m t e l i j k b e s t u u r s r e c h t

m i l i e u r e c h t

a g r a r i s c h r e c h t

Juridische dienstverlening aan ondernemers en organisaties Ondernemers en ondernemende organisaties met oog voor de instandhouding van de natuurlijke omgeving voor toekomstige generaties kunnen in hun queeste worden geconfronteerd met diverse juridische obstakels.Koenders juridisch adviesbureau staat deze onder-nemers en organisaties bij in kwesties over ruimte-lijk bestuursrecht, milieurecht en agrarisch recht.

In business for green.

Postbus 10381, 6000 GJ Weert,

T 0495 586 977, E [email protected]

Page 3: GRNVLD 2010/04

Nils van Beek [kunsthistoricus, curator SKOR, in ‘Natuur, een kwestie van perceptie’ P14]

ONZE VOLKSTUINEN ZIJN UITGESPROKEN HOLLANDS. DIE RIJTJES… Annechien Meier [beeldend kunstenaar in ‘Mijn Landschap’ P20]

Gerbrand Bakker [schrijver in ‘Kruisgesprek’ P8]

ALLES BEWEEGT IN DE RICHTING VAN DUURZAAMHEIDWouter van Dieren [directeur IMSA, lid van de Club van Rome, initiatiefnemer Springtij, in ‘Wende’ P28]

IEDEREEN RIEP DAT HET LEVENS-GEVAARLIJK WAS DAT HIJ MIJ ALS PEUTER MET DIE BEER ALLEEN LIETJaap Scholten [schrijver in ‘Ik ben de laatste’ P22]

Inez van Eijk [etiquette specialist, auteur van de Overlevingsgids voor de Moderne tijd, in ‘MMM’ P44]

Hanco Kolk [tekenaar in de reportage over zijn verblijf als artist in residence in kasteel Groeneveld, P24]

Landschapskunstwerk Exposure, hurkende man van

de kunstenaar Antony Gormley op de strekdam bij

Lelystad. Het beeld is 25 meter hoog, weegt 60 ton

en is opgebouwd uit 1824 stalen hoeklijnen en 548

knopen. Deze knopen zijn op een ambachtelijke wijze

gelast en verbonden met bijna 10.000 hoeklijnen en

15.000 bouten. Foto: Jorgen Caris

Page 4: GRNVLD 2010/04

COLOFONGRNVLD is een uitgave van Sjaalman Media in opdracht van Kasteel Groeneveld met steun van De Boekenkrant, Nationaal Groenfonds, De Groene Weg slagers en Oerbrood. GRNVLD verschijnt vier keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt in maart 2011.

GRNVLDGroeneveld 23744 ML [email protected]

Uitgever Sjaalman Media, Chris van Koppen 06-51 66 33 32Redactie Caroline van der Lee (hoofdredacteur), Brigitte van Mechelen (managing editor), Mariken Bokeloh (redacteur) Vormgeving Volta_ontwerpers Druk Wilco, AmersfoortMedewerkers Marco Bakker, Nils van Beek, Andrea Bosman, Peter de Bruijn, Jos Collignon, Comic House, Jan Dobbe, Wilma Elmendorp, Het Bos, Kester Freriks, Rob Hoekstra, Michiel de Jong, Hanco Kolk, Chris van Koppen, Gerard Leever, Jozé Mulders, Hans van Oudenaarden, Katja Rodenburg, Berber Paarlberg, Marijn Scheeres, Jaap Scholten, Hugo Schuitemaker, Irene Smook, Siegfried WoldhekFoto cover Jorgen Caris (Hollandse Hoogte)

Alle zorg is besteed aan het achterhalen van namen van rechthebbenden. Degene die menen zekere rechten te doen gelden kunnen contact opnemen met de uitgever.

Marketing en advertentieacquisitie Isabel van der Weijden, [email protected] 00 81 23

ISSN 1566-6190

Abonnementen Een abonnement kost ! 25,– voor 4 nummers per jaar. Voor een abonnement zie pagina 50.Als abonnee bent u tevens vriend van de Stichting Groeneveld. De Stichting Groeneveld ondersteunt de activiteiten van Kasteel Groeneveld. Als vriend heeft u recht op gratis toegang tot het kasteel voor uzelf en een introducé, wordt u uitgenodigd voor openingen en andere activiteiten en krijgt u korting op speciale publicaties en andere artikelen.

Aanmelden voor de maandelijks e-nieuwsbrief kan via de website www.kasteelgroeneveld.nl.

GRNVLD blijft graag op de hoogte van activiteiten en ontwikkelingen op het gebied van landbouw, natuur, voedsel, innovatie en duurzaamheid. Nieuws en persberichten kunt u sturen naar GRNVLD, Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, [email protected]

Met een gezelschap, waaronder een meisje van zeven wandelden we door de natuur. Het kind was aan het mokken: “Ik loop hier nu al minstens een uur in het bos zonder enige beloning. Bos is saai en niet leuk!”Leuk! Alles moet tegenwoordig leuk zijn! Of het nu gaat om school, doktersbezoek of voedsel, het hele leven wordt opgediend in hapklare brokken met een flinke schep suiker. Ook natuur moet leuk. Een ‘gewone’ wandeling is niet meer voldoende. Om mensen het bos in te krijgen, zijn er mountainbikeroutes, speelbossen, slingerlianen en hangbruggen. We amuseren ons wezenloos en zien door de pret het bos niet meer.

Ik begrijp het wel. Je wilt als ouders natuurlijk liever niet dat je kinderen zich vervelen en zelf heb je na een week hard werken ook geen zin in moeilijke dingen. En, toch… Hadden Mahler en Beethoven hun prachtige symfonieën ook geschreven, als hun jeugd had bestaan uit pretnatuur? Kan een hangbrug en een slingerliaan inspireren tot een muziekstuk als De vier seizoenen? Maakte de Cro-Magnon-mens de rotstekeningen in Lascaux omdat hij zo werd geëntertaind in de natuur? Ik denk niet dat mensen vroeger heel anders waren dan wij. In het ver-leden zaten kinderen zich wellicht ook kapot te vervelen in de natuur. Er was echter niet zo veel vermaak om hen af te leiden. Om de verveling te verdrijven gingen ze misschien wel beter kijken naar die bomen, die paddenstoelen en beter luisteren naar de vogels. Het kostte misschien wat moeite, maar dan bleek natuur niet saai, maar wonderschoon en vol verrassingen. Een bron van inspiratie voor hun eigen fantasie en creativiteit.

Zouden wij het weer aandurven om tegen onze kinderen te zeggen: “verveel je maar lekker en als je dat niet wilt doe dan maar eens moeite om iets moois te ontdekken in de wereld om je heen. En wie weet ontdek je in je eigen fantasiewereld dan inspiratie voor nieuwe mooie dingen.”

Namens de redactie van GRNVLD en de medewerkers van Kasteel Groeneveld wens ik u een goed 2011!

VOORAF

Caroline van der Lee Hoofdredacteur

Beeld: Hans van O

udenaarden

Page 5: GRNVLD 2010/04

Inspireren

INHOUD

CHIEL KUIJL OVER MIERENKOLONIES EN TOUWWEBBEN

!""#$%&'Kort nieuws

()*#+$&+,)&(Willem van Toorn en Gerbrand Bakker

$)%%(-)+Deiners

!.")& (%+-Kunst in de natuur

/#01 2"1'+34",Annechien Meier

5&)4""2 Jaap Scholten

)&,%)-"$&Hanco Kolk

.&1'&Wouter van Dieren

"1'&) 6&&2'Martijn Oostra

("7 &1 (%)&1Reflecties, inzichten

%%$+-Pastorales

%%)+,)%1$Springtij

///Inez van Eijk

2#&'/+-)#,Gerard Leever

$)%&1&5&2' #17%Evenementen, tentoonstellingen

Page 6: GRNVLD 2010/04

Twee keer per dag valt de Waddenzee droog. Dat is het moment dat je er kan lopen. Nog aantrekkelijker en leerzaam wordt het met de Wadden-werk-kist die voor ! 10,– per dag te huur is bij de Waddenvereniging. Met loeppotjes, grote zeef en garnalennet kunnen kinderen opdrachten en proe"es uitvoeren. Zelfs het maken van een gipsen afdruk van een vogelpoot behoort tot de mogelijkheden./&&) #17%: www.waddenvereniging.nl

NEDERLANDSE NATUUR IN BEELD

KUNST

NIEUWS – PUBLICATIES, TENTOONSTELLINGEN, PRIJS VRAGEN, CAMPAGNES, SYMPOSIA, INNOVATIES. NIEUWS EN PERSBERICHTEN KUNT U STUREN NAAR GRNVLD, GROENEVELD 2, 3744 ML BAARN, [email protected]

Z A AIGOEDBOS

Nederlandse Natuur in Beeld is een samenwerking tussen natuurorganisaties, natuurfilmers en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Zij hebben de handen ineengeslagen en ontwikkelen een digitaal archief met honderden uren kostbare natuurbeelden: ‘Nederlandse Natuur in Beeld’. Behalve bestaand materiaal zal het project, dat tot 2017 loopt, naar verwachting 250 uur nieuw materiaal aan de collectie toevoegen. Door middel van een zoek en bestelsysteem kan binnen enkele minuten beeld worden gevonden en gedownload door televisie- en filmproducenten, uitgeverijen en de natuurorganisaties zelf./&&) #17%: www.stichtingnatuurbeelden.nl

Bijna vijftig jaar waren de onlangs overleden kunstenaar Peter Vos (Utrecht, 1935) en Charles Donker (Utrecht, 1940) bevriend.Zij deelden een liefde voor de natuur en vonden, en vinden, daarin motieven voor hun kunst. Tegelijk is hun werk volkomen verschillend. Vos tekende beesten in het veld en vogels in de lucht, terwijl Donker vooral landschappen in etsen vastlegt. Hun obser-vatievermogen is scherp en vormt de basis van hun werk.Vos en Donker exposeerden graag samen, het Centraal Museum organiseerde een dubbelpresentatie met een uitgebreid overzicht van tekeningen en prenten van de beide kunstenaars.Te zien tot 2 januari 2011. Bij de tentoon-stelling is een rijk geïllustreerde catalogus verschenen (ISBN 978 90 5983 205 3). ,)#0+: ! 12,95/&&) #17%: www.centraalmuseum.nl

VOS EN DONKER

THE GOLDEN COFFEE BOX

KOFFIE ZONDER VIES SMAAKJESinds 1973 selecteert familiebedrijf Boot zelf plantages en importeert rechtstreeks van de ko#eboer. Dat levert een onvergetelijke ko#e-ervaring op. In ko#ecentrum The Golden Co$ee Box in Baarn kunt u dagelijks ko#e proe-ven. Boot ko#e wordt wekelijks geroosterd en geschonken in 200 horecazaken en verkocht in 50 winkels in Nederland. Boot ko#e is van de hoogste kwaliteit omdat vakmensen – van ko#eboer tot barista – met liefde en respect hun werk verrichten. Boot ko#e is verantwoord verbouwd, vers en vakkundig gebrand, waardoor er geen enkel vies smaakje aan zit.

JAAR VAN HET BOSBossen zijn de longen van de aarde. Zonder bossen geen leven, geen klimatologisch systeem en geen goedwerkende watercyclus. Dat lijkt nog lang niet iedereen te bese$en. Er wordt nog steeds niet duurzaam omgegaan met de bossen en wouden in de wereld. De Verenigde Naties hebben daarom het jaar 2011 uitgeroepen tot het internationale jaar van het bos. In bossen en wouden leven zo’n 300 miljoen mensen; er zijn wereldwijd 13 miljoen banen in de bosbouwsector; bossen leveren alleen aan industriehout al 3,3 miljard m3 per jaar.Ook in Nederland is bos, ondanks de geringe oppervlakte, van groot belang; het vormt meer dan de helft van de ecologische hoofdstructuur, is een van de meest populaire recreatie-bestemmingen en levert een belangrijke, schone en zuinige grondstof. Bovendien is hout mooi!Het Bosschap wil in 2011 aandacht besteden aan het jaar van het bos en verzamelt hiervoor ideeën. Heeft u een goed idee, laat het dan weten. +-**) &&1 /"#2 1""): [email protected]

WADPLEZIER

Page 7: GRNVLD 2010/04

CONGRES

PUBLICATIEHeerlijk logeren in historisch erfgoedAltijd al willen logeren in een authentieke hoeve, molen of op een borg? Via Erfgoed Logies kan dat. De stichting biedt logeermogelijkheden in historisch erfgoed. Achter liggende gedachte is behoud van erfgoed door realisatie en promotie van logies-accommodatie in historische monumenten. Stichting Erfgoed Logies biedt keuze uit accommodaties in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk. #17%)/"-#& &1 6)%34*)& #+ -& 5#1'&1 %,: www.erfgoedlogies.nl

GedichtenwisselingTwee jaar geleden ontmoetten ze elkaar voor het eerst tijdens een schrijversgesprek in Kasteel Groeneveld. Nu verschijnt van Mark Boog en H.H. ter Balkt bij Atalanta Pers een bundel in de serie Dialogen, een reeks waarin telkens twee dichters een gesprek in poëzie met elkaar voeren. Onder de intrigerende titel ’t Weerlichten langs de weg voeren Boog en Ter Balkt een boeiende gedichtenwisseling. Het is een ‘stil’ boek geworden, waarin alle aan-dacht gericht is op de poëzie. In de stilte van het vele wit vindt een boeiende dialoog plaats tussen twee dichters uit verschillende generaties. De gedichten in ’t Weerlichten langs de weg reiken van Canterbury tot Zwitserland, van Istanbul tot de lage landen, van ondergrondse, aardse sferen tot aan de ijlte van het hemelse. Het uitgangs-punt, waarnaar steeds wordt teruggekeerd, is vuur – het vuur van de inspiratie, het vuur in de haard, het vuur dat ontstoken wordt door de bliksemschichten die ons pad soms voor één moment bijlichten. /&&) #17%: www.atalantapers.nl/pas_verschenen.htm

SLAPENBOEK

ANDERE KOSTKost, nieuwe gezichten op eten – de publicatie die dit najaar bij Bis Publishers verschijnt, biedt essays, interviews en reportages over projecten van ontwerpers, kunstenaars en wetenschappers in wier werk het draait om de waarde(n) van voedsel.Aan de orde komen vragen als: ‘Waar komt ons voedsel vandaan? Hoe bestaat het dat obesitas en honger naast elkaar bestaan? En is de hang naar authenticiteit, ambachtelijkheid en kleinschalig-heid een elitaire frivoliteit of een vijf voor twaalf-kwestie?’ De publicatie met veel, bijzonder beeldmateriaal is te bestellen via www.bispublishers.nl

Beslist uw keuze?Op 27 en 28 januari 2011 vindt het 7e Nationale Congres Gezondheidsbevordering en Preventie Beslist uw keuze? plaats.Het congres gaat over de vraag of, en hoe, keuzegedrag te beïnvloeden is. Het biedt inzichten in hoe mensen beslissen, hoe we gewoontes in gezondheidsbevordering kunnen doorbreken en mensen kunnen stimuleren tot het maken van nieuwe (gezonde) keuzes. Innovatie-Netwerk organiseert tijdens het congres workshops rondom het thema duurzaamheid en voeding. Beslist uw keuze? wordt georganiseerd door: Gezond-heidsinstituut NIGZ, NSPOH, NVPG, Universiteit Wageningen en InnovatieNetwerk. /&&) #17%)/"-#& %5&) '&&21"/& #+ -& 5#1'&1 %,: www.beslistuwkeuze.nl

LITERAIRE REIS

LITERAIRE LOFZANG OP UTRECHTProvincie Utrecht, literaire reis door de tijd is een literaire lofzang op de provincie Utrecht in heden en verleden. Het boek bevat foto’s van markante, historische en/of heden-daagse plekken, aangevuld met proza en poëzie van bekende Nederlandse schrijvers. De teksten hebben een directe of associatieve relatie met de plek op de foto’s. Van het landgoed Groeneveld is een

foto opgenomen met daarbij een tekst van Cees Nooteboom, die in de jaren zestig toen Groeneveld een artistieke vrijplaats was er, net als Willem de Ridder en Jan Vrijman, zelfs even woonde… Provincie Utrecht, literaire reis door de tijd is een uitgave van Stichting Achterland. /&&) #17%: www.achterland.nl

Page 8: GRNVLD 2010/04

Tekst: Kester Freriks* | Beeld: Marijn ScheeresKRUISGESPREK

Page 9: GRNVLD 2010/04

2&&+6"") 2"1'+34",Het idee ‘de barricaden op te moeten gaan’ tegen de teloor-gang van het Nederlandse landschap is bij Van Toorn diep-geworteld. Zowel in zijn poëzie, proza als in zijn essayistiek heeft hij zich meermaals en zeer fel uitgelaten over de achteloze, onverschillige wijze waarop men in Nederland met onze omgeving omgaat. Hiertoe heeft hij het fraaie begrip ‘leesbaar landschap’ geïntroduceerd, tevens de titel van een van zijn essayistische boeken.

Ondertussen hebben we de snelweg verlaten, volgen de oude landwegen, bereiken de dijk en komen aan in Varik. Van Toorn wijst op een oude weg, omzoomd met beuken, ‘die vanaf een landhuis in een rechte lijn naar de rivier voert. Hij ziet in het landschap elementen die de argeloze bezoeker niet meteen waarneemt. Van Toorn: “Mijn bemoeienis met het landschap is begonnen toen ik lange tijd in de Haarlemmermeerpolder woonde. Vanaf alle kanten werd die polder bedreigd, door bebouwing, wegenaanleg. Ik kwam erachter dat een landschap zoals dat organisch is gegroeid en voor de lieden die ons besturen nauwelijks betekenis heeft. Als kind logeerde ik vaak bij mijn groot-ouders in de Betuwe. Dat is het land dat we hier om ons heen zien. Het is leesbaar want je kunt de structuur ervan door-zien. De boomgroepen rond een boerderij, de kromming van de dijk. Het was heel normaal vroeger dat bij hoog water de mensen een veilig heenkomen zochten op de eerste verdie-ping van hun huis. Daarom was de begane grond vaak niet meer dan een kaal gesto!eerd verblijf. Mensen leefden met de ritmiek van de rivieren.”

“Hoor,"de banden zingen over het asfalt. En de vij#aans autoweg lijkt wel een startbaan.” Schrijver Ger-brand Bakker, die ook hovenier is, kijkt om zich heen. We rijden over de A2 van Amsterdam naar Varik aan de Waal in de Betuwe. Ook schrijver en dichter Willem van Toorn is mijn gast. We gaan spreken over het landschap als muze, over het landschap als inspiratiebron. Willem van Toorn kijkt bezorgd om zich heen. Hij wijst op de reusachtige geluidwerende schermen die ter hoogte van Utrecht langs de snelweg staan opgesteld. De aanblik ontlokt hem de vol-gende waarneming: “Die geluidsschermen en de bebouwing langs de snelwegen snijden ons af van het landschap. We maken er nu geen deel vanuit. Het is bijna surrealistisch: de weg heeft geen enkele band met de omgeving. Er is alleen maar asfalt, glas en beton.” -&(&1-"7&2,2"11&1 De keuze voor het dorp Varik aan de Waal is geen toevallige. Niet alleen is het landschap hier bijzonder Hollands met de glinsterende, allesoverheersende rivier, de kribben, de dijk-huizen en de boomgroepen, ook is dit de plek waar Van Toorn en beeldend kunstenaar Willen den Ouden met grote inzet hebben gestreden tegen de verwoestende gevolgen van de dijkverzwaring. Als de ingenieurs en waterbouwkundigen met hun tekentafelplannen hun zin hadden gekregen, dan had Varik, gelegen aan een fraaie boogvorm van de dijk, niet meer bestaan. Het lag in de bedoeling reusachtige, kaars-rechte dijken te trekken die de eeuwenoude, bestaande bebouwing zouden vernietigen. Het tracé moest nu eenmaal recht lopen. Zowel voor Bakker, opgegroeid als boerenzoon in de Wieringerwaard, als voor Van Toorn is het landschap van cruciale betekenis in hun werk. In Boven is het stil, het over-rompelende debuut van Bakker, speelt het polderland van Waterland met de veenweiden, de verspreide boerderijen en de lage, lege vlakte van het land een grote rol. Voor Bakker is het een vanzelfsprekendheid dat hij een landschap kiest als decor voor zijn werk. Vanaf de achterbank van de auto zegt hij: “Toch vind ik het vreemd dat ik nu ingedeeld word bij landschapsauteurs. Ik schrijf intuïtief. Ik zal niet op de barricade gaan staan voor het landschap of de teloorgang van de natuur, dat is mijn aard niet. Mensen zeggen weleens tegen me: ‘Jouw werk lijkt op Nescio.’ Maar ik ken Nescio niet. Wel andere schrijvers als Carson McCullers.”

* Kester Freriks (1954) is romanschrijver en auteur van boeken over vogels, waaronder Vogels kijken. Alle driehonderd Nederlandse vogelsoorten en De valk. Over valkerij en wilde vogels. Hij is verbonden aan NRC Handelsblad. Dit najaar verschijnt zijn boek Verborgen wildernis. Over ruige natuur en kaarten in Nederland.

Willem van Toorn

Schrijvers Willem van Toorn en Gerbrand Bakker over het landschap als inspiratiebron.

Page 10: GRNVLD 2010/04

'%1"*-%&5&)+ Van Toorn is een schrijver met een groot wantrouwen jegens de gevestigde orde. We staan op de dijk en kijken op deze zonovergoten nazomerdag uit over de Waal. “Kijk,” zegt Van Toorn, wijzend naar de Hollandse uiterwaarden, “op een keer hoorden we dat ze daar Donau-oevers wilden maken…” Bakker reageert meteen: “Donau-oevers, maar dit is Nederland.” Van Toorn: “Dat klopt. Maar het ging de hoge heren niet om die kreken, er was een aannemer die dringend veel zand nodig had. Onder het mom van het scheppen van kreken kon hij mooi dat zand gebruiken. Mijn punt is: ik laat me niet ringeloren door de gevestigde macht. De brutaliteit waarmee ze het verleden uit het landschap verbannen, is schaamteloos.”

'#&)6"")Vanaf de dijk hebben we een uitzicht over de weilanden. Het valt Bakker meteen op dat er veel roodbont vee staat in plaats van het zwartbonte vee uit zijn geboortestreek. We bereiken onze bestemming. De dorpsnaam ‘Varik’ roept bij Willem van Toorn heftige gevoelens op. Samen met beeldende kunstenaar Den Ouden heeft hij bij de hoogste gerechtelijke instanties gepleit voor behoud van het aloude cultuurlandschap van Nederland, en vooral van de Betuwe, dat hem zo dierbaar is. Nadrukkelijk spreekt de dichter over ‘cultuurlandschap’ en niet over ‘natuur’. Van Toorn: “Ik heb me er altijd over verbaasd dat Nederland geen ‘schrijvers-landschappen’ kent, zoals in Duitsland het Rijngebied voor Heinrich Böll het specifieke landschap is, of in Amerika het

Mississippi-gebied voor Faulkner het uitgelezen landschap is. Landschap was bij ons het domein van de streekroman. Het landschap inspireert me niet alleen als uiting van natuur, van flora en fauna, maar vooral boeit me de samen-hang tussen mensen en het landschap waarin ze wonen. In mijn roman De rivier beschrijf ik de oorsprong van ons landschap alsof het is ontstaan rond het rivierengebied,

en dan vooral de Waal. Ik zou niet alleen over natuur kunnen schrijven, voor mij zijn mensen innig met mijn waarnemingen en ervaringen verbonden.”

5&)4",+-*((&1 Het gesprek ontspint zich met nu eens gelijkgestemdheid, dan weer een meningsverschil. Kern blijft dat het landschap voor beide auteurs de voedingsbodem van hun werk is. Gerbrand Bakker is minder nadrukkelijk betrokken bij de door Van Toorn zo betreurde teloorgang van ons landschap; zijn optiek is abstracter: “Het gaat mij allereerst om de plek, pas als ik een plek voor me zie dan komen daarin mensen en dan ga ik kijken wat zij met elkaar te verhapstukken hebben. Een plek is van invloed op de mensen en op hun handelen. Een boerenomgeving zoals ik die ken en beschreef in Boven is het stil is iets anders dan de herfstlandschappen in het noorden van Wales die ik in mijn laatste boek, De omweg, beschrijf. Als ik de plek weet, kan ik beginnen. Pas dan gebeurt er van alles, zoals in De omweg: een vrouw loopt door Wales, wordt door een das gebeten. Een huisarts komt eraan te pas. Het landschap dirigeert de loop van het verhaal, de leegte en eenzaamheid ervan.” -"6%&Willem van Toorn schetst opeens een mooi beeld als ant-woord op de vraag waarom streekromanschrijvers zo karig met aandacht worden bedeeld: “Amerikaanse auteurs als E.L. Doctorow en William Faulkner laten zich inspireren door het landschap, zij plaatsen hun personages altijd in een beslissende omgeving. Daardoor ontstaat er een wissel-werking tussen romanpersonage en landschap. In Neder-land zijn landschappen taboe in de literatuur. Dan word je als auteur gedegradeerd tot streekromancier als A. den Doolaard of Herman de Man. Dat is onterecht. Bij ons is streekgebondenheid een slecht teken. Wij hebben De ont-dekking van de hemel, en de Vlamingen hebben Het verdriet van België. Leg die beide titels maar eens naast elkaar. Het reflecteert hoe wij denken over het schrijverschap: het verre en abstracte vinden en niet het nabije, het eigene.”

+-%&,0&+De betrokkenheid van Van Toorn bij het Nederlandse land-schap is zo groot, dat gevoelens als verontwaardiging en verdriet om teloorgang het lijken te winnen van inspiratie. Van Toorn: “Het aangezicht van Nederland verandert om de acht jaar. Telkens gaat het landschap weer met reusachtige ingrepen op de schop. Het landschap biedt mij inspiratie zover ik het verleden in het landschap terugvind, dat is voor mij de essentie. Nederland is ontstaan door een eeuwen-lange wisselwerking tussen mens en landschap. Dat samen-spel is onuitputtelijk rijk en fascinerend. Mijn aandacht ligt bij cultuurlandschappen, niet bij de natuur die uitsluitend

Gerbrand Bakker

KRUISGESPREK

Op 20 oktober 2010 ontving Willem van Toorn de Groeneveldprijs voor zijn bijdrage aan de discussie over het landschap. Ter gelegen-heid daarvan hield hij de Groenveldlezing. Donateurs van Kasteel Groeneveld ontvangen de publicatie van deze lezing met als titel Waar wij wonen bij deze GRNVLD. Voor anderen is deze publicatie voor ! 3,95 verkrijgbaar in Kasteel Groeneveld.

Page 11: GRNVLD 2010/04

natuur is. Cultuurlandschappen zijn van generatie op gene-ratie overgegaan.” Om dit te onderschrijven wijst Willem van Toorn op de smalle paadjes die hier overal langs de huizen lopen. Dat zijn de ‘stoepjes’ die de mensen vroeger schoon hielden, elk huis had zijn eigen stoep. De stoepjes waren ook bestemd voor sociale contacten. Het rivierwater staat in de uiterwaarden, koeien drinken ervan, ze zoeken verkoeling, het water reikt om hun poten. Erachter wilgen-bomen. Dit is het oeroude Nederlandse rivierenlandschap dat voor Van Toorn ‘leesbaar’ is. Je ziet de band tussen mens en natuur, tussen de bescheiden mensenhand die hier het landschap heeft gevormd. De mens is er verbonden mee, en als je verbondenheid zegt, dan zeg je ook: verleden. Dat is wat Van Toorn nastreeft in vele van zijn geschriften: de band behouden, beschermen en waar mogelijk herstellen tussen mens en landschap. Hij is een van de weinige Neder-landse auteurs die zich buiten de begrenzingen van de fictie begeven; dat maakt hem bijzonder.

$&1"'&2%%+Gerbrand Bakker schrijft in boeken als Boven is het stil, Juni en De omweg met toewijding en aandacht over het landschap, zonder de grote bezorgdheid die Van Toorn ken-merkt. Is het landschap voor hem net als bij Van Toorn een bedreigde wereld? Bakker: “De omgeving van het boeren-land waarin ik opgroeide was in eerste plaats ook hard, genadeloos. Daardoor leer je anders kijken, niet met de blik van zorg dat het verdwijnt maar met het idee dat je morgen en volgende week nog altijd in dat naakte boerenland moet overleven. Ik neem geen letterlijk landschap op in mijn boeken, ik stel een landschap samen in woorden, put uit herinneringen, ervaringen en waarnemingen. In Nederland vraagt men altijd of iets echt gebeurd is. Dat heb ik bijvoor-beeld in Frankrijk bij de presentatie van de vertaling van Boven is het stil nooit meegemaakt.”

."(&)+, ')%/&)+We zien hooiland, steenfabrieken, uiterwaarden, vloeiende dijken, de zomer- en winterdijk, de slapers, wakers, dromers.

Mooie woorden. “Dit land, hier,” zegt Van Toorn, “is prag-matisch ontstaan. Je kunt eraan aflezen hoe mensen geleefd hebben. Als er nu nieuwe natuur gecreëerd wordt met elanden langs de snelweg en wolven en Schotse hooglanders, dan vind ik dat flauwekul. Het hele idee van ontpolderen en nieuwe wildernissen is afgrijselijk. Daarmee wis je opnieuw een essentieel element van ons landschap, namelijk de band met het verleden, de ontstaansgeschiedenis van een cultuur-landschap.” Het is boeiend met Van Toorn mee te kijken naar het omringende landschap. Zijn blik is alert en scherp; al pratend en om zich heen wijzend leert hij zijn gezelschap naar de soms verborgen, oude structuren van het land kijken. Gerbrand Bakker legt andere accenten. “Landschappen veranderen altijd,” zegt hij. “Wat wij nu als een dierbaar en harmonisch land ervaren, zag er vroeger heel anders uit. De Wieringerwaard waar ik vandaan kom, was ooit moeras, water. Het werd een polder. Wie weet wordt die polder weer eens ‘ontpolderd’ en krijg je de vroegere waterwildernis terug. De norm wisselt telkens. Een sneeuwklokje beschou-wen we als iets typisch Hollands, een stinze-plant. Dat is niet zo: het sneeuwklokje is 400 jaar geleden geïmporteerd. De definitie van het landschap verandert met de dag. Bestendigheid is ondoenlijk. Er zijn mensen die de rode eekhoorn koesteren en de grijze verfoeien. Dus maken ze nestelkasten met de opening die te klein is voor de grijze. Ik vraag me boos af hoe je die beslissing kunt nemen. Ik moet toegeven dat ik soms graag terug wil, naar hoe het landschap vroeger was. Het landschap van mijn jeugd dat zoveel indruk maakte.”Willem van Toorn repliceert: “Ik noem dat niet terug willen gaan naar vroeger; ik zou dat vooruit gaan willen noemen.” +*))&"2#+-#+34& .&)&2' Voordat het gesprek begon, kenden Bakker en Van Toorn elkaar niet, evenmin waren ze op de hoogte van elkaars visie. Dat is dankzij deze middag in het rivierenlandschap van de Betuwe veranderd. Elk gesprek over het landschap biedt nieuwe inzichten. De keuze daartussen is vaak moeilijk. We gaan weer over de vij#aans snelweg naar Amsterdam, en ja, het beeld van de startbaan beklijft. Maar in mijn hart volg ik ook de observatie van Van Toorn: waar is ons land-schap, waar zijn de bomen, de polders van het Groene Hart? Verdwenen achter geluidsschermen. Alsof we door een surrealistische wereld rijden van glas, staal, beton. Dat kan toch niet, hoe je het wendt of keert, de bedoeling zijn van ons landschap?

Gerbrand Bakker (1962) is schrijver, hovenier en columnist. Debuteerde in 2006 met de roman Boven is het stil, waar-voor hij het gouden ezelsoor en de debutantenprijs kreeg. Boven is het stil is in het Engels, Duits, Frans, Italiaans, Turks, Deens, Noors en Koreaans vertaald.Voor The twin ontving hij de International IMPAC Dublin Literary award. Zijn laatste boek De omweg verscheen eind september 2010 bij Uitgeverij Querido.

Willem van Toorn (1935) is schrijver, dichter en essayist.Rode draad in zijn werk is zijn liefde voor het landschap ‘als prentenboek van ons geheugen’ en zijn zorgen dat dit wordt aangetast door ‘het dogma van de economische groei, het nieuwe terug-naar-de-natuurdenken en het ideaal van de massarecreatie’. Zijn werk laat zien hoe land-schappen rijk zijn aan betekenis en het geheugen van een streek en daarin levende mens weerspiegelen.

Page 12: GRNVLD 2010/04

Tekst: Mariken Bokeloh | Beeld: Hugo Schuitemaker

‘Buiten’ is een constante in jouw werk?Ik werk heel veel buiten en als ik binnen werk, haal ik buiten naar binnen.

In de tuin van Kasteel Groeneveld maakte je onlangs je grootste werk…Aanvankelijk zou ik alleen wat schommels in de tuin bij het terras realiseren, maar de omgeving was zo uitnodigend… ik wilde veel meer. Een subsidie van het Fonds voor Beeldende Kunsten bood soelaas om deze plannen uit te voeren. Zo is het werk in de tuin van Kasteel Groeneveld uiteindelijk het grootste werk geworden dat ik ooit heb gemaakt.

Waarom wilde je meer?Kasteel Groeneveld heeft een landschapstuin in Engelse stijl. Kenmerkend zijn de open ruimtes met zichtlijnen, doorkijkjes en waterpartijen. Die kan ik heel goed gebruiken. Ik accentueer de zichtlijnen door een gebouw van touwen in de openbare ruimte te maken. Ik kapsel de open-bare ruimte als het ware in met touw, waarbij

schommels, zeil en knoesten gebruikt worden om de lijnen strak te trekken. Als je op een schommel zit, word je meegenomen door de wind of door een andere schommel die ver-bonden is met het touwenweb. Achterin de tuin ervaren beweging zou zomaar vooraan op het landgoed veroorzaakt kunnen zijn.

Dat zie ik toch nog niet helemaal voor me…Ik werk met natuurlijke materialen en heel graag met touw. Touw kadert ruimte terwijl het niet die ruimte inneemt. Om de touwen strak te trek-ken heb ik gewichten nodig. Omdat ik graag wil dat het publiek deel uitmaakt van mijn construc-ties voer ik praktische elementen in als schom-mels, kokosballen en nestpotten voor vogels.

Wat inspireert jou?Ik ben geïntrigeerd door insecten… die nodigen mij uit om ‘op schaal’ te kijken. Als je de micro-wereld bekijkt, zit alles hetzelfde in elkaar. Ik maak deze wereld in het groot.Neem bijvoorbeeld mieren. Het bijzondere van

een kolonie mieren is dat ze fungeren als één beest, terwijl er wel veertig taken zijn. Elke mier in een kolonie heeft zijn eigen taak: zodra de een een takje opraapt zal een ander ruimte maken om dat takje weer neer te leggen. Al die mieren bij elkaar klaren één klus. Mijn webben reflecteren dit complexe systeem. Met touwen weef ik het landschap aan elkaar. Ik vang lucht, water, bomen en groen en maak een nieuw vergezicht.

Wat maakt jou tot een tevreden kunstenaar?Landschap is mooi van zichzelf. Ik heb een manier gevonden om te laten zien hoe ik het landschap beleef en met eenvoudige middelen laat ik mensen hetzelfde ervaren. Door mijn werk kijken mensen naar boven in plaats van naar hun mobiel. Ik leg het zicht bloot en nodig mensen uit om vérder te kijken. Ik laat ze de aard der dingen zien.

SCHRIK NIET ALS JE TIJDENS EEN WANDELING OVER LANDGOED GROENEVELD INEENS EEN MAN AAN EEN TUIGJE IN EEN BOOM ZIET HANGEN. DAT IS BUITENKUNSTENAAR CHIEL KUIJL DIE ZIJN WEB VAN DEINERS ONDERHOUDT. CHIEL KUIJL GROEIDE OP AAN HET WATER MIDDEN IN DE NATUUR, WAARDOOR HIJ AL VROEG BELANGSTELLING ONTWIKKELDE VOOR VOORAL VOGELS EN INSECTEN. DIE INTERESSE ZIE JE TERUG IN ZIJN WERK WAARIN HIJ ZICH LAAT LEIDEN DOOR DE WETTEN VAN DE NATUUR.

Chiel Kuijl over mierenkolonies en touwwebben

GROO(T)S

Page 13: GRNVLD 2010/04
Page 14: GRNVLD 2010/04

ZWARE KOST Tekst: Nils van Beek* | Beeld: Follies van Dorst; Zicht op de Noordwaard; de Venen in het Groene Hart

Page 15: GRNVLD 2010/04

% De Wassende Maan, Paul de Kort. Het labyrinth vertelt het verhaal van de wisselende inzichten op waterstaatkundig gebied, die in de loop der tijd het uiterlijk van De Biesbosch mede hebben bepaald. Onderdeel herinrichting de Noord-waard. Foto: Agnes van Noorloos

& Drijvend kerkje, Broos (Zeger Reyers en Pietertje van Splunter). Het ontwerp van het houten schuilkerkje voor de plas De Eend refereert aan de schuurkerk in Teckop en biedt een veilig heen-komen aan de smient. Onderdeel Zangsporen, recreatieterrein het Oortjespad, Kamerik. Foto: Jeroen Wandemaker

is voor tevrede-nen of legen, zo begon JC Bloem zijn beroemde Dapperstraat gedicht: ‘En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos ter grootte van een krant. Een heuvel met wat villaatjes ertegen’. Als de mild-cynische stedeling Bloem anno 1946 al gelijk had, wat de omvang van natuurgebieden in ons toch al kleine land betreft, is het maar gelukkig dat degenen die zich erover hebben ontfermd zich juist niet zo snel tevreden hebben getoond. Het is misschien niet eens zozeer de afname van het totale oppervlakte natuurgebied sinds de jaren vijftig die daarbij de meeste zorgen baart, maar meer nog de terugloop van de algehele biodiversiteit en daarmee van de natuurwaarde van, bijvoor-beeld, weidegebieden. Een argument dat in de huidige discussie over de versobering van het beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofd-structuur (het met elkaar verbinden van bestaande natuurgebieden door de aanleg van nieuwe zones ertussen) kennelijk niet langer het gewicht en de urgentie krijgt die het mijns inziens verdient. Ach, die paar stukjes bos. Dan liever nog wat meer villaatjes (met behoud van de hypotheekrenteaftrek). Wat is natuur nog in dit land? Dat is blijkbaar een kwestie van perceptie.

+,**$6&&+-0&+ Je moet het leren zien, en om te zien moet je leren kijken. Kunstenaars hebben hierin van oudsher een belangrijke rol gespeeld. Niet alleen wild-life-fotografen als Frans Lanting of wijlen Jan Wolkers die de goegemeente aan de buis wist te kluisteren met de spuugbeestjes in zijn achtertuin. Maar sinds de Renaissance ook de landschapsschilders die door de blik te kadreren woeste grond tot land-schap wisten te benoemen, waarin de natuur te domesticeren was of juist, in navolging van de Romantiek, welhaast gewelddadig het mense-lijk bevattingsvermogen oversteeg. Met de (tuin)architecten steeds in hun voetspoor. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw raakte het werken met natuurlijke (arme) materialen in zwang, waarmee het poë-tische scheppingsproces vanuit het niets door de kunstenaar werd benadrukt dan wel gerela-tiveerd. Opnieuw werd, na de Duitse Roman-tiek, het wandelen een belangrijk thema in de kunst. Land Art kunstenaars onderzochten in dezelfde periode door zich te begeven in afgele-gen gebieden en door daar soms monumentale sporen achter te laten op een diepgravende manier de noties tijd, ruimte, schaal en plaats (ten opzichte van de musea en galeries bijvoor-beeld). Op dit moment lijkt Land Art bezig aan een nieuwe opmars, al blijft die, in een sterk

veranderde hedendaagse context, helaas meestal beperkt tot haar uiterlijke verschij-ningsvorm, dat wil zeggen dat het landschap zelf behandeld wordt als sculptuur. Het zou interessant zijn om de redenen voor deze opleving eens te onderzoeken.

* Nils van Beek is kunsthistoricus. Hij schreef artikelen in o.m. Kunstforum International, Metro-polis M, Kunstbeeld en Mr. Motley. Sinds 2006 werkt hij als curator bij SKOR te Amsterdam.

Nils van Beek over de toegevoegde waarde van kunstprojecten in de natuur en over de tragiek van degenen die hier blind voor zijn.

Page 16: GRNVLD 2010/04

Brug, Atelier Veldwerk (Rudy Luijters, Onno Dirker).De brug ontsluit een gebied dat dankzij Atelier Veldwerk betreden mag worden, dit in tegenstelling tot veel omringende polders. Onderdeel herinrichting Wickelhofpark in Mijdrecht (Gemeente De Ronde Venen).

/"1'""- Er vonden en vinden in Nederland tal van kunstprojecten in natuurgebieden plaats (de podiumkunsten blijven hier buiten beschouwing). Individuele kunstenaars en initiatieven organiseren bijvoorbeeld tijdelijke en permanente beelden-routes, zoals Natuurkunst Drenthe en Stich-ting Rerun Producties (o.a. in de Weer ribben en de Rottige Meente). Meestal treden landschapsbeheerders (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Brabants Landschap e.d.), recreatie- en waterschappen daarbij op als faciliteerders, nadat ze hebben besloten kunst-werken tot hun terreinen toe te laten. Steeds vaker nemen deze organisaties echter ook zelf het initiatief, en werken samen met landelijke en/of provinciale instellingen voor kunst in de openbare ruimte (zie kaders). Staatsbosbeheer bracht in februari van dit jaar zelfs het docu-ment KunstEnVisie uit, waarin zijn visie op en motivatie voor kunst en natuur wordt geformuleerd. Terecht wordt daarin gewezen op de toegevoegde waarde van

kunstprojecten in het kader van marketing en bezoekersaantallen. Een interne kunst-adviescommissie met voldoende mandaat waar-voor in KunstEnVisie gepleit werd is inmiddels operationeel. Bijzonder is het besef bij Staats-bosbeheer dat misschien wel de meest interes-sante kansen liggen in het integreren van kunst in gebiedsontwikkelingsopgaven en dat het daarom van belang kan zijn om kunstenaars al in het ontwerp- en aanlegproces van een trans-formatiegebied (uitgevoerd door de Dienst Landelijk Gebied, die het gebied vervolgens in beheer overdraagt) te betrekken. Want juist dergelijke projecten brengen de kenmerkende traditie van de Nederlandse omgang met het landschap aan het licht en bieden de bezoekers een inzicht in de werkelijke opgaven en prak-tijk van organisaties als Staatsbosbeheer.

5&)1"--#1$ Het voorbeeld van Watergoed (zie kader) kan dit verduidelijken. In het landbouw-gebied dat was aangewezen om door vernatting tot nieuwe natuur te worden omgevormd, was er de keuze tussen twee varianten: het ontwerp van herman de vries [de vries spelt zijn naam opzettelijk zonder hoofdletters om “hiërar-chieën te vermijden”. Red.] en een meer con-ventioneel aangelegd landschapsbeeld met een meanderende beek, enkele poelen en hout-wallen. Waar de laatste variant voldoet aan het natuurbeeld waaraan wij gewend zijn, is het juist het (even artificiële) raster van de vries dat de natuur als natuur zichtbaar maakt, !

ZWARE KOST

De Follies van Dorst en Zicht op de NoordwaardHet brabants kenniscentrum kunst en cultuur (bkkc, voorheen NBKS) heeft het afgelopen decennium een aantal interessante projecten ontwikkeld in samenwerking met Staats-bosbeheer. In de boswachterij Dorst, tussen Tilburg en Breda, werd ernaar gestreefd dit (hoofdzakelijk) productiebos meer geschikt te maken voor recreatie. In navolging van de zogeheten follies (vormen van fantasierijke schijnarchitectuur) die sinds de zestiende eeuw in het ontwerp van landgoederen werden opgenomen (en daarmee refererend aan de vroegste vormen van buitenrecreatie) werd er een vijftal grootschalige kunstwerken gerealiseerd, die inspelen op de functie van het gebied. De stal van Jeroen Doorenweerd, de duiventoren van Robrecht en Daem en de vleermuiskelders van Pjotr Müller fungeren tegelijkertijd als onderkomen voor de dieren. De sculptuur van Jeroen Veenstra doet dienst als speelplek, en Frank Bezemer ruimde letterlijk plaats in voor de zoeker naar rust en meditatie. Door de follies raakt de bezoeker nog meer doordrongen van de kunstmatige aanleg van de boswachterij en de rol die beheer speelt in het aanzien van het terrein.Ook in de Biesbosch was een natuurontwik-kelingsopgave aanleiding voor de realisatie van een kunstproject. DLG en Staatsbos-beheer vormden het voormalig landbouw-gebied de Noordwaard om tot een ruig natuurgebied dat veel water zou moeten kunnen herbergen. Behalve werken van Urs Pfannenmüller (een majestueuze loofgang) en Jeroen Hoogstraten (Panoramatafel) werd er een aantal objecten geplaatst van Frank Halmans die behalve als rustplek voor de recreant ook voor de dieren in het gebied als schuil- en drinkplaats dienst doet. Vooral het uitzonderlijke Land Art werk Wassende Maan van Paul de Kort is terecht bekend geworden. De Kort ontwierp een labyrinth dat zo is vormgegeven dat het, wanneer het getij er bezit van neemt, de stand van de maan (die er de veroorzaker van is) zichtbaar maakt.

BRABANT

Page 17: GRNVLD 2010/04

& (Her)huisvesting, Frank Halmans. Zitbank met verhoogde rustplaats voor vogels. Onderdeel van een serie objecten waarin de focus ligt op de kleinere diersoorten die óók last hebben van alle verplaatsingen in de natuur. Onderdeel herinrichting de Noordwaard. Foto: Agnes van Noorloos

' De Panoramatafel, Jeroen Hoogstraten. De picknicktafel annex uitkijkplaats is bij hoog water lastig te benaderen en fungeert als een vooruit geschoven post in het nieuwe krekenstelsel. Onderdeel herinrichting de Noordwaard. Foto: Agnes van Noorloos

De Venen in het Groene HartHet veenweidegebied in het Groene Hart maakt een grootschalig veranderingsproces door. Gekoppeld aan de planologische ontwikkelingen vinden er door verschillende partijen als Staats-bosbeheer, overheden, hoogheemraadschap en met het CBKU in de meeste gevallen als artistiek verantwoordelijke partner, maar liefst zestien projecten plaats die de cultuurhistorie en toekomstscenario’s voor het gebied onder de loep nemen. Momenteel vindt er onder meer een project plaats in De Bovenlanden. Kunstenaars en ontwerpers brachten, soms al vroeg in het transformatieproces, oude en

persoonlijke verhalen naar boven waarin de cul-turele identiteit van De Venen tot uitdrukking komt. Hun inbreng kon de vorm aannemen van manifestaties en permanente kunstwerken, maar was soms ook niet meer te onderscheiden als onderdeel van het planologisch proces. Zo realiseerde kunstenaarsduo Broos, als onderdeel van het overkoepelende project Zangsporen een drijvend kerkje op recreatie-terrein Oortjespad, als herinnering aan de voor-malige schuilkerk in de omgeving. Jan Konings ontwierp een serie voetgangersbruggen en een podium voor het deelgebied Marickenland (polder Groot Mijdrecht Zuid), die het omge-vormde (Konings noemt het cultuurlijke) gebied ontsluit. Bewonderenswaardig is ook het ontwerp van het Wickelhofpark in Mijdrecht

door Atelier Veldwerk (Rudy Luijters en Onno Dirker). De kunstenaars wisten de gemeente De Ronde Venen te overtuigen tot de aanleg van een park in de vorm van een kleine polder waarin, anders dan in veel omliggende polders het geval is, het is toegestaan het weiland te betreden, waar een avontuurlijke plank over een sloot nog te nemen is en waar rond een steigertje gezwommen mag worden. Park-architect Gabriëlle Mennen droeg zorg voor de sloten, vaarten en weilanden, de kunstenaars brachten inrichtingselementen als hekken, schuurtjes en bordjes in. Het project nam in totaal acht jaar in beslag, en is ook in dat opzicht een voorbeeld van ons nog immer fungerende poldermodel.

UTRECHT

Page 18: GRNVLD 2010/04

& Stal, Jeroen Doorenweerd Stal voor de Schotse Hooglanders en Hollandse geiten, die het gebied begrazen. De follie doet denken aan een schilderij met sterk vertekend perspectief. De rode baksteen en pannen verwijzen naar de oorspron-kelijke functie van dit gebied – klei winnen. Onderdeel van de Follies van Dorst.

' Uitkijk op het landschap, Urs Pfannenmüller. De Uitkijk bestaat uit een tien meter lang bouwsel, bestaande uit ribben van gewapend beton en verzinkte stalen wapeningsnetten. Onderdeel herinrichting de Noord-waard. Foto: Agnes van Noorloos

ZWARE KOST

WatergoedDe Wieden en de Weerribben in de Kop van Overijssel behoren tot de belangrijkste natuurgebieden in ons land. Voor de vorming van een verbindingszone tussen beide gebie-den in het kader van de EHS werden enkele polders aangewezen voor nieuwe natuur. Dit houdt om te beginnen in dat er niet meer bemalen zal worden en dat het gebied zodanig zal worden aangelegd dat er zoveel mogelijk natuurdoeltypen in dienen voor te komen, liefst met behoud van de rietteelt en exten-sieve recreatie. Op initiatief van Kunst en Cul-tuur Overijssel (KCO) en SKOR (en gesteund door DLG en uiteindelijk ook de toekomstige gebiedsbeheerder) maakte kunstenaar herman de vries begin jaren negentig een alternatief ontwerp dat het gebied radicaal zou onderverdelen in vakken van honderd bij honderd meter die, door het toeval bepaald, elk een andere hoogte ten opzichte van het nieuwe waterpeil zouden krijgen, met een wisselende flora en fauna tot gevolg. De natuur zou vanaf daar het vormgevingsproces overnemen, in tegenstelling tot de meer conventionele variant die minder kost in aanleg, maar meer beheer vraagt. In het gebied plaatste de vries bijzonderheden als recreatievlotten en bijvoorbeeld een vijver genoemd naar Fechner, de opsteller van een theorie over hoe de menselijke geest opeen-volgende schaalniveaus en verschillen in intensiteit van prikkels kan onderscheiden. Watergoed zou een kroon zijn op het rijke oeuvre van herman de vries, die de schep-pende kracht van de natuur boven alles stelt.

zoals die het gebied langzaam in bezit neemt. Het kunstwerk als drager voor een nieuw land-schap dat zich perfect voegt naar de gebieden die het verbindt. Watergoed laat zien dat landschaps- en natuurbeheer een culturele activiteit is die permanent om aandacht en keuzes vraagt.

'%/.&$ Helaas is onlangs gebleken dat Watergoed waarschijnlijk geen door-gang zal vinden. Ongetwijfeld zijn hier, ondanks veel draagvlak in het veld, legitieme intrinsieke redenen voor te noemen. Maar uiteindelijk heeft de actuele economische en

politieke situatie de doorslag gegeven. De pro-vincie Overijssel, die in principe vooroploopt met haar aan cultuur gekoppeld ruimtebeleid, ziet zich genoodzaakt het aankopen van nieuwe gronden te staken. Bovendien heeft het nieuwe kabinet aangekondigd een punt te willen zetten achter het huidige natuur- en landschapsbeleid, inclusief de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur waarvan ook Watergoed deel uitmaakt. Het is onduidelijk wat er met de herinrichting van het gebied nu zal gebeuren. Ook elders hebben kunstprojec-ten en natuurontwikkeling het moeilijk, om van de combinatie van beide dus maar te zwij-gen. Juist daarom is het belangrijk om de

handen ineen te slaan en het publiek te door-dringen van een gedeelde verantwoordelijk-heid. Vormen van coproductie door burgers zijn het overwegen waard (vergelijkbaar met de activiteiten van Landschapsbeheer Nederland, liefst met meer zeggenschap nog), zoals ook bij de jongste generatie kunstenaars momenteel vaak gebeurt. Natuur en cultuur mogen dan zachte waarden zijn, een breed publiek er kennis van laten nemen is van essentieel belang. Domweg omdat dat gelukkig maakt."

DE KOP VAN OVERIJSSEL

Page 19: GRNVLD 2010/04

1

Voor Marc Reugebrink is het Menens pag 5 >>> | Dier, bovendier pag 17 >>>

b o e k e n k r a n t v o o r n e d e r l a n d e n v l a a n d e r e n p r i j s ! 1,95 j a a r g a n g 4 n u m m e r 9 n o v e m b e r 2 0 1 0 w w w . b o e k e n k r a n t . c o m

pag 4 >>>

pag 7 >>>

www.kewlox.nl

pag 8 >>>

Verder in dit nummer:

Losse delen pagina 2Strip pagina 15Win een boek pagina 19

pag 13pag 9

verder op pagina 3 >>> pag 11 >>>

‘Dit boek geeft een beeld vanMandela als mens’ Barack Obama

NU TE KOOP BIJ DE BOEKHANDEL

Elkemaandvolopboekennieuws,interviews,achtergrondenenheelveellees(ps.Ganaarwww.boekenkrant.com

Page 20: GRNVLD 2010/04

MIJN LANDSCHAP Panderpleinproject, Annechien MeierTekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: Marc Heeman

en Bart Benschop (portretfoto)

GROENTE- INFRA-

STRUCTUUR

Annechien Meier over het stedelijke landschap dat als het aan haar ligt, geïnfiltreerd wordt door agrarische activiteiten.

Page 21: GRNVLD 2010/04

MET EEN MOBIELE VOLKSTUIN OP REIS VAN DEN HAAG NAAR WIESBADEN, EEN STENEN STADSPLEIN VERANDEREN IN EEN INTERACTIEF VOLKSTUIN KUNSTPROJECT; DE PROJECTEN VAN BEELDEND KUNSTENAAR ANNECHIEN MEIER ZETTEN DE TRADITIONELE OPVATTINGEN OVER VORMGEVING EN GEBRUIK VAN ONS LANDSCHAP – ZOWEL HET URBANE ALS HET AGRARISCHE – OP HUN KOP.

“Zo’n landschap nabij Schoorl, waar de zee

het land binnendringt, waar zout water in een zoete omge-ving opgaat, – ik heb dit trouwens ook aan de Schotse kust gezien – vind ik interessant. Of zo’n Kootwijkerzand, dat maagdelijk witte zand tot vlak aan de bosrand, dat raakt me. Eigenlijk ben ik er voortdurend naar op zoek, naar landschappen waar een contrast ‘aan de hand’ is, om het zo maar even te zeggen. Voor mij persoonlijk zijn dergelijke landschappen het meest spannend. In mijn werk doe ik dat trouwens ook, gebieden met contrasten opzoeken. Om daar vervolgens een project voor te verzinnen, waarin ik de confrontatie zoek. Laat me uitleggen. Als ik een project start – soms word ik ge -vraagd, soms kies ik zelf een gebied dat me uitdaagt – begin ik met het in kaart brengen van het landschap en dan vooral hoe de mensen erin leven en/of werken. Doel van zowel deze eerste verkenning waarvoor ik interviews houd en fotoseries maak, als van de uiteindelijke installaties of projecten die ik speciaal voor de locatie ontwikkel, is mensen dusdanig te prikkelen dat ze zichzelf vragen gaan stellen over hun omgeving.

Voor het Panderplein, een openbaar toegankelijk plein in het centrum van Den Haag bijvoorbeeld heb ik een interactief volkstuin kunstproject ontwikkeld. De duurzame, agrarische binnenstadsvolkstuin geeft een nieuwe functie aan het stenen plein dat van een anonieme stenen landschap in een ontmoetingsplek transformeert.

(Volks)tuinen staan in mijn werk vaak centraal. Tuinen weer-spiegelen inzichten en waarden van een cultuur. ‘Kijk naar de tuinen dan begrijp je het land?’ Zoiets ja, onze volkstuinen zijn bijvoorbeeld uitgesproken Hollands. Die rijtjes, geharkte

paden, die keurige bonenstokken; in veel andere landen is de vormentaal veel vrijer. Bovendien beperkt het verbouwen van groente zich niet tot omheinde nutstuinen maar wordt een asymmetrisch lapje op de hoek van een kruising, in Zuid-Korea bijvoorbeeld, doodleuk volgezet met prei.

Achtergrond van het Panderplein-project is de opgave waar-voor Den Haag zich geplaatst ziet, om een duurzame toe-komstvisie voor het urbane landschap te ontwikkelen. Een uitgebreide ‘groente infrastructuur’ voor de stad zou deel van het toekomstige stedenbouwkundig plan kunnen zijn. Het Panderplein is eigenlijk een permanente onderzoeksplek en maakt deel uit van een nieuwe strategie voor stadsland-bouw.

Deze nieuwe visie op het gebruik van openbare ruimte is bezig aan een opmars; in veel grote steden zijn stadsland-bouw projecten te vinden. Op zoek naar specifieke methodes en innovaties die het kweken van groenten in een stedelijke omgeving eenvoudiger, duurzamer en productiever maken, kwam ik bij Cuba terecht. Cuba dat begin jaren negentig kampte met een nijpend tekort aan vrijwel alles, begon nood-gedwongen aan het verbouwen van voedsel binnen de stads-grenzen. Vooral biologische teelt, er was immers ook geen kunstmest. Voorjaar 2009 reisde ik naar Cuba. De oplossingen op gebied van permacultuur, daktuinen, verticale tuinen, compostering, verbouw van vruchten en uitheemse gewassen die ik in Havanna tegenkwam, worden op het Panderplein toegepast.

Een andere project waar opvattingen over kunst en gebruik van zowel het urbane als het agrarische landschap centraal staan, is de ‘mobiele volkstuin’. Aanleiding was dat ik, toen ik de uitnodiging kreeg om een mobiele tuin te maken voor een tentoonstelling in Wiesbaden, dit niet zo’n uitdaging vond omdat ik immers al zo’n mobiele tuin hád en vervolgens voor-stelde om er een perfomance van te maken. Een reis met een zich over twee karren uitstrekkende volkstuin van Den Haag naar Wiesbaden. Onderweg voerde ik gesprekken met voor-bijgangers maar ook met beleidsmakers over de vraag ‘of het een taak voor kunstenaars is om dit soort projecten op te zetten’. Hoe belangrijk is die voortrekkersrol, nemen gemeentes het initiatief over op de den duur? De ontmoetin-gen onderweg waren inspirerend. Wederzijds trouwens, ik heb nog steeds contact met een aantal mensen die hun voortuin tot moestuin hebben omgevormd. Het antwoord op mijn vraag heb ik nog niet rond, volgend jaar krijgt het project een vervolg, de rol van discussieplatform van mijn mobiele tuin is nog niet uitgespeeld.”

www.annechienmeier.nl

Page 22: GRNVLD 2010/04

VERHAAL Tekst: Jaap Scholten* | Beeld: Michiel de Jong** © Comic House

Page 23: GRNVLD 2010/04

** Jaap Scholten woont sinds 2003 in Hongarije, afwisselend op het platteland of in Boedapest. In oktober 2010 verschijnt zijn non-fictie boek over het verborgen leven van de aristocratie in Transsylvanië.

** Michiel de Jong is een Nederlandse vertegenwoordiger van de Atoomstijl en ontving diverse prijzen voor zijn strips.

33

Gouden avondlicht strijkt over de bos-sen. De bomen zorgen voor een

weldadige koelte. Het heeft eerder geregend, de wereld is voor even schoongewassen. Daar staat ze, de 90-jarige Gizella gravin T., aan de kant van de weg, in een blauwe trainingsbroek. Ik begroet haar, ze ziet er sterk en gezond uit. Zij heeft de hele dag in de tuin gewerkt, maar staat erop de weg omhoog lopend af te leggen. Ik volg haar over een smal bospad, na vijf minuten bereiken we het hek dat haar hectare bos begrenst. Het is een steil hellend perceel, met bovenaan een kleine met klimop begroeide blokhut. Hier woont zij de helft van het jaar in totale afzondering. Ik ben, nog geen 50 kilometer van Boeda-pest, aangeland in een klein Transsylvanië.

We komen bij een rots van rode steen met erbovenop een brandende kaars, ervoor staat een limonadeglas met wilde bloemen. Erachter groeit een door haar geplante, tien meter hoge spar, hij is overwoekerd door klimop.

Gizella wijst naar de rode rots: ‘Het is vaders geboorte-dag. Hij zou vandaag 115 geworden zijn. Na 1945 hebben we elkaar nooit meer gezien. Ik was in Hongarije, hij in Roemenië. We konden de grens niet over. Op een goed moment was er een wet dat je elkaar bij de grens mocht zien, maar we hebben besloten dat niet te doen, het zou te pijnlijk zijn. Je kon elkaar niet aanraken, je kon niet met elkaar praten. Als klassevijand was vader in de gevangenis gegooid, hij is er 26 kilo afgevallen. In 1955 is hij gestorven, arm en eenzaam. Er werd mij een telegram gestuurd dat ik onmiddellijk moest komen, vader had een hartaanval gehad. Maar ik kreeg geen uitreisdocument, wat ik ook deed. Dat is zo’n last voor me, dat ik niets voor hem heb kunnen doen, al die jaren niet en in zijn laatste uren niet.’

We staan voor de rots, Gizella in haar oude trainings-broek, en staren naar de vlam. Gizella heeft in haar vuist een zwart-witfotootje met gekartelde rand geklemd. Ze toont het me. Een knappe vent die een reusachtig herte-gewei voor zich in de lucht houdt.

‘Kijk,’ zegt Gizella: ‘Hij houdt het gewei vast alsof het twee appeltjes zijn. Alles wat hij deed, deed hij goed. Hij kon prachtig schilderen, schrijven, viool spelen. Hij won

alle rally’s. Hij was een reus. Op een dag maakte een vogel een nest onder het dak bij Dornafalva, daardoor dreigde een dakpan naar beneden te vallen. Onze huisbediende wilde de brandweer laten komen. Vader keek omhoog en zei: “Niks brandweer.” Hij trok zijn revolver, legde aan en schoot de losse dakpan met het eerste schot aan gruzele-menten. Zo was hij, hij had voor alles een oplossing.’

We klimmen naar het overdekte terrasje achter de blokhut. Het wordt donker. Ik vraag of zij niet bang is, hier alleen.

‘Nee, hoor. Ik heb als kind geen angst geleerd. Ik weet niet wat dat is. Angst is iets dat je van je ouders leert, van je kindermeisjes. Vader liet me als peuter al bovenop Nicolai slapen. Iedereen riep dat het levensgevaarlijk was dat hij mij als peuter alleen met die beer liet. Hij kende geen angst en onthield het ons ook in de opvoe-ding. Ik heb er eenvoudigweg geen besef van.’

Ze heeft gelijk, angst is iets dat je leert. Gizella knipt het licht uit.

‘Ik ben de laatste T. Ik heb alles over de familie verza-meld. Dat is mijn taak. Dat wist ik niet, maar ik heb het gedaan. Ik heb 3000 pagina’s documenten, adelsbrieven, oorkondes, foto’s. Ik heb de ruïne van het kasteel in Dornafalva teruggekregen, zonder een cent te betalen. Ik heb 20 jaar lang brieven geschreven. Ik denk dat de Roe-meense overheid het me heeft gegeven om van me af te zijn. Eén toren staat nog overeind, verder wordt het kas-teel ieder jaar lager. Het hele dorp bouwt huizen met de stenen.’

Gizella’s stem klinkt zacht in de nacht.‘Ik ben nooit arm geweest. Om arm te zijn moet je een

bepaald talent bezitten en dat talent bezit ik niet. Van mijn laatste gespaarde geld heb ik een graf op de eerste rij kunnen kopen op de Farkasrét begraafplaats in Boe-dapest. Ik heb daar planten en struiken van hier geplant die het hele jaar door groen blijven. Mijn graf zal groen zijn. Ook als ik gestorven ben zal het mooi blijven, de kracht van mensen is niet eeuwig. Kom me daar begroe-ten, beloof me dat je in het voorjaar een keer komt kijken en me dag zeggen.’

y Ik ben de laatste zJaap Scholten

Page 24: GRNVLD 2010/04

REPORTAGE

Met het project ‘Kunstenaar in huis’ werd in 2007 een nieuwe impuls gegeven aan de relatie tussen Groeneveld en kunstenaars. Een maand lang verbindt een kunstenaar zich aan het kasteel en werkt geïnspireerd door de omgeving en het jaarthema van Kasteel Groeneveld aan een kunstwerk. De maand april dit jaar was Hanco Kolk de kunstenaar in huis. Hij hield een weblog bij over de totstandkoming van zijn werk. Jozé Mulders sprak na afloop van het project met Hanco Kolk en vroeg hem naar zijn inspiratie.

Tekst: Jozé Mulders* | De citaten zijn ontleend aan de weblog die Hanco Kolk tijdens zijn verblijf op Kasteel Groeneveld bijhield | Beeld: Hanco Kolk** en Wilma Elmendorp

* Jozé Mulders (1962) studeerde geschiedenis in Leiden. Zij werkt als journalist en tekstschrijver. ** Hanco Kolk (1957) is striptekenaar en -scenarist. Hele generaties stripliefhebbers groeiden op met zijn strips. Kolk maakte zijn debuut in het blad

Tante Leny Presenteert. Na enige tijd voor de Donald Duck ging hij in 1984 voor stripblad Eppo werken, waarvoor hij de strip ‘Gilles de Geus’ maakte. Met Peter de Wit maakt Hanco Kolk sinds 2001 de strip ‘S1ngle’. Een artistiek hoogtepunt bereikte hij in 1992 met zijn strip ‘Meccano’. Hanco Kolk won vele prijzen, waaronder in 1996 de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre.

Page 25: GRNVLD 2010/04

"die Groeneveld mij bood, wens je elke kunstenaar toe”, zegt Hanco Kolk gul: “de mogelijkheid om vanuit isolatie en omringd door uitgestrekte natuur te kunnen schilderen, was bijzonder en inspirerend.”Aan de opdracht van Groeneveld waren maar enkele voor-waarden verbonden: het kunstwerk moest flexibel zijn en was bestemd voor de ronde welving van de Hasselaerzaal in de vleugel van het 18e eeuwse kasteel. En verwijderbaar, maar dat laatste had te maken met de komende renovatie van het kasteel.

'& )%-+-&(&1#1$&1 5"1 2"+3"*8“Deze opdracht bood mij de kans om iets te maken, wat ik nog nooit had gedaan. Voor het muur-beeldverhaal op de kasteelmuur heb ik de sfeer van de rotstekeningen in Lascaux als uitgangspunt genomen.” In de grotten van Lascaux krasten en tekenden de Cro-Mag-non-jagers tienduizenden jaren geleden met trefzekere lijnen wolharige mammoeten en neushoorns, paarden, herten en aanstormende bizons in oker en rode bloedsteen. “Sinds ik vorig jaar Lascaux heb gezien wilde ik iets doen met deze sfeer en die gelegenheid deed zich voor toen ik door Kasteel Groeneveld als ‘kunstenaar in huis’ werd gevraagd. Lascaux en Groeneveld vielen voor mij samen. Ik kreeg hier de mogelijk om mijn fascinatie voor de mooie stilistische beelden van Lascaux zelf vorm te geven. Voor-beelden voor dieren vond ik in de natuur rond Groeneveld.Het tekenen van dieren en insecten bleek een nieuwe uitdaging. Ik had me daar niet eerder op toegelegd en ik moest nu zoeken naar nieuwe lijnen en stileringen.”

$&91+,#)&&)' '%%) '& 1"-**) “Elke week was ik hier steeds een aantal aaneenge-sloten dagen aan het werk. Om negen uur straf, ging ik erop uit met mijn schetsblok. Of de omgeving me heeft geïnspireerd? Oh ja, alles wat met historie te maken heeft, fascineert en inspireert me.

Het landgoed Groeneveld is uiteraard helemaal ontworpen. Het kasteel en de ingerichte omgeving zijn a priori gebouwd vanuit een behoefte aan schoonheid. In Nederland is zowat alle natuur gemanipuleerd. Maar ik kan het ook prachtig vinden als de natuur in vroegere staat wordt teruggebracht, zoals oude rivierbeddingen die opnieuw ontstaan door de rivier te verleggen. Die vormen!”

De contouren uit de natuur sluiten voor Hanco mooi aan bij zijn stijl van tekenen: welvende, glooiende lijnen. “Kunst in welke vorm ook, komt altijd voort uit de natuur. Het is een interpretatie van de realiteit. In feite heeft de Cro-Magnon-mens in Lascaux tienduizenden jaren geleden hetzelfde proces doorlopen als iedere tekenaar sindsdien. Je begint met realistische schetsen en vervolgens laat je steeds meer weg, je stileert de werkelijkheid. Lascaux staat daarmee aan het begin van de tekenkunst en is tegelijkertijd heel erg van deze tijd.”

"'5#&+ 5"1 '& ‘/&&+-&)’ '#3( 6)*1"Het resultaat van een maand werken is een muur-beeldverhaal van zo’n tien bij drie meter, drukbevolkt door dieren die de kunstenaar bij zijn omzwervingen op het landgoed in het oog kreeg. Zwierige, ingekleurde houts-koolstreken toveren het buitenleven op de statige kasteel-muur: sierlijke paarden in draf, dartelende geiten, bedaarde koeien en schapen, uitgelaten honden en een stille drei-gende spin. Om de sfeer van Lascaux zo dicht mogelijk te

Hanco Kolk is de vierde ‘kunstenaar in huis’. Hij werd voor-gegaan door de Liberiaanse schrijver Vamba Sherif, die in 2007 een essay maakte over ‘Het dorp’. Josefien Versteeg maakte er illustraties bij.In 2008 was Mark Boog in residence. De dichter maakte een serie gedichten over het thema voedsel ondersteund met tekeningen van Michiel de Jong. Zowel het werk van Vamba Sherif als dat van Mark Boog werd gepubliceerd in het Groeneveldblad, de voorloper van GRNVLD.Tjibbe Veldkamp, kinderboekenschrijver was in 2009 de ‘kunstenaar in huis’. Zijn verhaal ‘De verkipping!’ over de hedendaagse boerderij was input voor een gelijknamige tentoonstelling in Kasteel Groeneveld en werd, voorzien van tekeningen van Kees de Boer, uitgegeven door Uitgeverij Lannoo.

KUNSTENAAR IN HUIS

Page 26: GRNVLD 2010/04

benaderen en een impressie te krijgen van welvingen op rotsmuren zijn de houtskooltekeningen van Hanco Kolk ingekleurd, in onderdelen op canvas gedrukt, uitgeknipt en aan elkaar genaaid. Hanco Kolk: “in feite is het een samen-werkingsproject geworden. De inkleuring is van Marloes Dekker, de dieren werden in onderdelen mede dankzij de adviezen van Miriam van Velthoven van Comic House op canvasdoek gedrukt door Herman Hake van Riwi Color. Willy Adriaansen naaide, met assistentie van vrijwilligers en medewerkers van het kasteel, de tientallen lappen met dierenfiguren aaneen tot een levensecht tableau.” Tot slot was er ook nog onverwachte bijdrage. Op verzoek van Kolk kwam de meester van de klare lijn Dick Bruna (Nijntje!) in het kasteel op bezoek. “Juist in de fase dat

ik mijn schetsen klaar had en aarzelde of ik de lijnen in houtskool of inkt zou uitwerken.” Dick Bruna sprak en voilà, Groeneveld was een paar fraaie houtskoollijnen rijker. “Ik vind het een bijzonder idee dat mijn doek een permanent onderdeel wordt van het kasteel en het park. Als een soort nieuwe bewoner.”

REPORTAGE

2 april – intrek genomen in de grootste werkkamer die ik ooit heb gehad. Hij is voorzien van een zithoek die een middelgroot topoverleg kan huisvesten, en een open haard waar het complete vagevuur in zou passen.Buiten schijnt de zon, de natuur is hard bezig met voorjaars-werkzaamheden zoals uitbotten en ontknoppen.

3 april – de vingers gekraakt, de gewrichten versoepeld, diep ingeademd. Het vangt aan – het bedenken en tekenen van een reusachtig wandkleed met hordes dieren en insecten die in en om het kasteel vertoeven. Uitgangspunt is de sfeer die rotstekeningen bij me oproepen. Zomer 2009 stond ik voor het eerst van mijn leven in de grot van Lascaux – nou ja, de facsimile replica van de originele grot, want het zweet van de toeristen zorgde ervoor dat het dertigduizend jaar oude kunstwerk in rap tempo beschim-melde en voor altijd verloren dreigde te gaan. De urgentie, de trefzekerheid en de toewijding waarmee de vroege Cro-Magnon-mens de hem – of haar – omringende fauna op de rots wist vast te leggen ontroert me intens. Zonder te pretenderen dat ik diezelfde toewijding en over-gave ook maar kan benaderen wil ik toch een poging in die richting doen. Genoeg getheoretiseerd! Werken, Kolk!

Dit is helemaal geen slechte manier van werken, zeg. Af en toe het park in, op zoek naar nieuwe dieren om te tekenen, met een notitieblok in de hand. Dat natuurlijk onmiddellijk kletsnat regent als er een onverwachte bui losbreekt, net op het moment dat ik helemaal aan het andere eind van het landgoed wat paarden aan het tekenen ben. Maar de Cro-Magnon-mens lachte om een buitje, en die had niet eens een schetsboek. Dus ik klaag niet en laat het potlood fluitend door het verpulpte papier snijden.

7 april – hoog bezoek op het kasteel vandaag, en dan heb ik het niet over de demissionaire minister die vandaag een vorkje kwam prikken. Het bezoek waarover ik het heb is aller-minst demissionair, integendeel, hij regeert al sinds de jaren vijftig met zachte hand over het Nederlandse tekengilde. Dick Bruna zelf kwam in zijn fonkelnieuwe Volvo het voor-

plein van het kasteel opgereden om de vorderingen van het Cro-Magnon-project te inspecteren. Voor de gelegenheid was Peter [Peter de Wit met wie Kolk sinds 2001 de strip S1ngle maakt. Red.] natuurlijk ook aanwezig, en zo ontstond er op het terras een memorabel gesprek over van alles en nog wat, met nadruk op het vak en alles wat daarbij komt kijken. De stoel waarop Dick Bruna zat is nu te bewonderen als vast onderdeel van de historische collectie van Kasteel Groeneveld.

9 april – de beoogde techniek voor het wandkleed is zo uniek dat geen drukkerij in Nederland het kan uitvoeren, zo blijkt na een vermoeiende telefoonronde door grafisch Nederland. De Cro-Magnon-ijdeltuit mag daaruit gevolgtrek-ken dat hij goed bezig is, want baanbrekend en gierend avant-garde. Hij moet dan wel even zijn vingers in zijn oren doen als klinkt dat de werkelijke reden van zijn uniciteit is dat het door hem gewenste procedé volslagen uit de tijd en uiterst milieu-onvriendelijk is. We gaan straf door en bellen nu al naar Vlaamse drukkerijen die, zoals iedereen weet, tijdloos zijn en zonder uitzondering zijn gevestigd in een onverwoestbaar milieu.

23 april – tot ieders stomme verbazing loopt ineens de productie van de Cro-Magnon-gobelin op rolletjes! Dat wil zeggen… tot ieders verbazing, behalve die van Miriam van Velthoven van Comic House. Zij greep het initiatief en nog geen dag later stonden we bij een printer in Amsterdam die exact begreep wat de bedoeling was. En de daad bij het woord voegde door vandaag een proefdruk af te leveren waarbij iedereen hier op het kasteel tranen in de ogen van ontroering kreeg. Het wordt een schitterend ding, niet in de laatste plaats door het talent van inkleurster Marloes Dekkers, die met een onnavolgbare techniek het beeld ver-volmaakt. Mijn werk zit erop; ik hoef vanaf nu alleen nog maar bedachtzaam naar de vorderingen te kijken als nieuwe inkleuringen of prints arriveren, of naaister … even checkt of de techniek overeenkomt met de algehele sfeer van het doek. Half juni moet het doek hangen en mogen de beesten vrijuit door de Hasselaer zaal rennen.

WEBLOG HANCO KOLK

Onderdelen van het werk van Hanco Kolk zijn verkrijgbaar als giclée. Het betreft een gelimiteerde oplage (25 stuks per afbeelding). A3 giclées koeien, paarden, honden, kat, schapen en bijen kosten ! 75,– per stuk. A4 gicleé vogeltjes ! 50,– per stuk. Donateurs krijgen bij aankoop in Kasteel Groeneveld op vertoon van de donateurskaart 10% korting.

Page 27: GRNVLD 2010/04
Page 28: GRNVLD 2010/04

“Je moet er niet aan denken dat onze

voedselvoorziening wordt opgeofferd aan

het marktdenken”

WENDE

Page 29: GRNVLD 2010/04

Alles beweegt in de richting van duurzaamheid

Tekst: Caroline van der Lee | Beeld: Marco Bakker

“Linksom of rechtsom, we zullen anders met de aarde moeten omgaan.

De klimaatverandering gaat veel sneller dan we vreesden. Dit jaar hadden we wereldwijd weer een warmterecord. Het weer wordt heter, kouder, natter, droger en vooral onvoorspelbaar. Degene die gelooft dat klimaatverandering niet door de mens wordt veroorzaakt zal toch moeten erkennen dat we te maken hebben met uitputting van bestaande energie-bronnen, en op zoek moeten naar iets anders, iets nieuws.

Toen de milieubeweging in de jaren zeventig begon te pionieren was er helemaal niets op geen enkel gebied. Sinds-dien is er veel bereikt op het gebied van wetgeving, regel-geving en technologische vernieuwing. Energiebesparing was in 1975 een onbekend begrip. Nu is ieder huis geïsoleerd, zijn er HR-ketels, spaarlampen. Alles beweegt in de richting van duurzaamheid. Veranderingen kunnen snel gaan. Systeemveranderingen kosten ongeveer dertig jaar. Dat is relatief kort.”

“De grootste bedreiging voor duurzaamheid is het marktfundamentalisme dat nog steeds domineert. In tegen-stelling tot wat wordt beweerd leidt marktwerking niet tot e#ciency en evenwicht, maar tot hebzucht, verspilling en corruptie, en tot over-exploitatie van natuurlijke hulpbronnen. De samenvoeging van economie en landbouw in één departe-ment is daarom gevaarlijk. Je moet er niet aan denken dat onze voedselvoorziening wordt opgeo$erd aan de krachten van de vrije markt. Landbouw kan niet werken volgens een kapitalistisch systeem. Als het echt mis gaat kan dat hongers-nood tot gevolg hebben. Dat heeft de crisis van de jaren dertig in de Verenigde Staten afdoende aangetoond.

In Nederland zijn de ontwikkelingen nu niet gunstig. Natuur en milieu kwamen nauwelijks voor in het regeer-akkoord. Er heerst rancune tegen alles wat te maken heeft met natuur, cultuur en intelligentsia. Wereldwijd daarentegen zien we veel positieve ontwikkelin-gen. In China bijvoorbeeld gaat het razendsnel. De Chinese economie is over een paar jaar groener dan de Amerikaanse. Europa kent historisch een systeem van de duale economie, het Rijnlands model. Er werd gedacht vanuit de meent, de gemeenschappelijkheid. Een voorbeeld is de garnalensector. Onderling werd de boel netjes geregeld. Dit heet echter een kartel, en dat is tegen de regels van de Europese Unie. Alsof de consument zich druk maakt om drie cent meer of minder voor een kilo garnalen? Gevolg was dat de garnalenvissers elkaar nu kapot concurreren en dat de garnalenstand werd geëlimineerd. Ze maken nu weer afspraken onderling, om het natuurlijk kapitaal te bewaren, maar enkelingen doen niet mee. De gevolgen zijn desastreus.

Europa moet kiezen. Blijft men volharden in het kapita-listisch systeem of keert men terug naar het Rijnlands model en de meent. Ik denk dat Europa de juiste keuze zal maken. Je ziet in omringende landen al tekenen daarvan, en Neder-land is binnen Europa een uitzondering. Duitsland promoot zonne-energie en investeert in windenergie. Groene stroom voorziet voor 16 procent in de basisbehoefte. In Nederland is dat nog niet de helft. En duurzame energie is er nu concurre-rend. Het kán, als de politieke wil er is.

Ook de ondernemersbeweging voor duurzaamheid is sterk en gaat gewoon door. Het bedrijfsleven zet in op duur-zaamheid. Er ontstaan op dit moment talloze nieuwe bedrijf-jes die zich bezig houden met duurzaamheid. En kijk eens hoe hard het nu gaat met de verkoop van hybride auto’s en met biologische producten.In Nederland wordt nu een beleid gevoerd dat ertoe leidt dat ons land op gebied van duurzaamheid achterop blijft, maar de samenleving zal het tenslotte niet toelaten. Er zijn in dit land te veel intelligente mensen, die zich niet als lemmingen in de afgrond zullen storten.”

IN DE JAREN ZESTIG EN ZEVENTIG WAS WOUTER VAN DIEREN EEN VAN DE PIONIERS VAN DE NEDERLANDSE NATUUR- EN MILIEUBEWEGING. ZO’N VEERTIG JAAR IS HIJ EEN GEÏNSPIREERD EN INSPIREREND VOORVECHTER VAN EEN DUURZAME WERELD. OM DIE TE BEREIKEN MOET VOLGENS HEM HET SYSTEEM VAN DE VRIJE MARKTECONOMIE OP DE SCHOP.

Wouter van Dieren over een nieuwe duurzame samenleving

Wouter van Dieren (1941) is directeur van het Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse (IMSA) en lid van de Club van Rome. Hij was een van de initiatiefnemers van het Springtij festival over duurzaamheid, dat begin oktober op Terschelling plaats had. Een verslag hiervan vindt u op p. 38.

Page 30: GRNVLD 2010/04

ANDER BEELDMARTIJN OOSTRA (MARTIJNOOSTRA.COM)

Page 31: GRNVLD 2010/04

“In de zomermaanden kan je vanaf Texel met een veer naar Vlieland varen (ik deed dat nadat ik vanaf Amsterdam was komen fietsen). Met ‘de Vriend-schap’ arriveer je op Vlieland bij de Vliehors, ook wel de ‘Sahara van het Noorden’. Over een zelf-gemaakte aanlegsteiger fiets je dan zó de laadbak in van een Paris/Dakar-achtige vracht-wagen die de passagiers over de enorme zandvlakte rijdt. Deze Vliehors Expres rijdt met speci-ale banden, wanneer er over het strand wordt gereden verschijnt er een tekst in het zand. Sinds 2004 wordt er jaarlijks een dichtwedstrijd georganiseerd. In een jaar tijd wordt zo’n gedicht ongeveer 5,5 miljoen keer op het strand gedrukt.”

Martijn Oostra werkt als grafisch ontwerper, fotograaf, kunstenaar en publicist en zijn projecten variëren van video-kunstwerk tot lettertype-ontwerp. Zijn gereedschap vindt hij in de media en in de openbare ruimte (op straat). Dat wat in de ene context banaal is, krijgt in een andere een extra betekenis. Dat mensen denken ‘Goh, dat kende ik toch al? Waarom heb ik dat dan nooit zó gezien?’ is wat hij wil bereiken.

Met zijn oog voor de schoonheid van het triviale, vangt Oostra niet zelden een detail dat net zoveel zegt als het grote geheel. En soms zelfs nog meer.

Page 32: GRNVLD 2010/04

K AF EN KOREN

Heeft u het regeerakkoord gelezen? Ik kan het u aanraden. Het is een leerzame, maar ook ontluisterende ervaring. Het aardigste wat ik er

over kan zeggen: het is een onsamenhangend verhaal.

Laten we even stilstaan bij wat op de middel-lange termijn het grootste probleem voor ons land is. Onze arbeidsmarkt. Tot 2050 neemt als gevolg van de vergrijzing het aantal mensen dat in ons land beschikbaar is voor de arbeidsmarkt met 1.000.000 af. Voor sommige sectoren zijn de problemen al heel dichtbij. Willen we in de zorg voldoende handen aan het bed, voor de klas voldoende docenten houden, dan zal de komende jaren één van iedere drie toetreders tot de arbeidsmarkt moet kiezen voor de zorg, één van iedere vijf voor het onderwijs. We kunnen er kort over zijn: dat gaat niet gebeuren. Lans Bovenberg, vooraanstaand CDA-econoom, legde het in de Volkskrant van 8 november nog eens helder uit: ‘Arbeid wordt schaars door de vergrijzing. Daardoor dreigt die duur te worden, en dat is vooral heel vervelend voor mensen met een kleine beurs. Want arbeidsintensieve diensten, vooral de zorg en het onderwijs, worden steeds duurder. Dat is dus een sociaal probleem: het leidt tot een tweedeling. Boven-dien is het slecht voor onze concurrentiepositie. Het leidt tot een verarming van Nederland.’

In het regeerakkoord lezen we over dit probleem niets. De inleiding biedt nog hoop: ‘De vergrijzing noopt tot een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt.’ Maar wie op zoek gaat naar die ‘nieuwe kijk’ vangt bot. Die is er niet. Ja, de AOW-leeftijd gaat in 2020 omhoog, van 65 naar 66 jaar. Dat zet geen zoden aan de dijk: het is te laat, het is te weinig en het helpt niet als niet tegelijkertijd de arbeidsmarkt zo wordt hervormd dat die weer ruimte biedt voor 50-plussers die nu in groten getale aan de kant gezet worden. Het is erger: onze nieuwe regering lijkt niet te begrijpen wat er op de arbeidsmarkt aan de hand is. Het streven om een groot deel van de bezuini-gingen op de kosten van de overheid te realiseren door iedereen die in de publieke sector werkt op de 0-lijn te zetten is in een snel verkrappende arbeidmarkt met de opwaartse druk die dat op de loonkosten met zich mee zal brengen gedoemd te mislukken. Het biedt hooguit tijde-lijk enige lucht. Een overheid die kwaliteit wil leveren, kan zich geen loonniveau permitteren dat duurzaam aanzienlijk lager ligt dan in andere sectoren van de economie.

De grote hervormingen van het nieuw aangetre-den kabinet schijnen we te moeten zoeken op het gebied van immigratie en integratie en in de aanpak van de publieke omroep, de culturele sector, de bescherming van natuur en milieu en ontwikkelingssamenwerking. Het zijn dossiers

die serieuze aandacht verdienen. Maar de maat-regelen die ten aanzien van immigratie en inte-gratie worden aangekondigd hebben een hoog symbool-gehalte, getuigen van een dorpse visie op de mondiale ontwikkelingen en verhouden zich slecht tot de naar buiten gerichte mentali-teit waar de ontwikkeling van onze eigen arbeidsmarkt en het streven een kennisecono-mie te zijn om vragen. En bij wat wordt aange-kondigd ten aanzien van cultuur en natuur lijkt het woord ‘hervorming’ vooralsnog vooral een dekmantel voor platte, ondoordachte bezuini-gingen.

De passage in het regeerakkoord over natuur begint nog positief: ‘Een goed natuurbeheer en het op peil houden van de biodiversiteit zijn belangrijk, ook voor recreatief gebruik.’ Meteen daarna gaat het mis: er wordt een herijking van de Ecologische Hoofdstructuur aangekondigd, waarbij in ieder geval de robuuste verbindingen

VERSLAGEN, SAMENVATTINGEN, REFLECTIES, STANDPUNTEN EN INZICHTEN

BESPIEGELING

Regeerakkoord is dorps verhaal

‘ hervormingen’ dek-mantel voor platte, ondoordachte bezuinigingen

Page 33: GRNVLD 2010/04

worden geschrapt en de grondaankopen worden geminimaliseerd. Nog los van de immense kapi-taalvernietiging die hier wordt aangekondigd, hoe verhoudt een dergelijk beleid zich tot het leefbaar houden van ons land en tot het voort-durende verminderende beslag dat de agrarische sector op onze groene ruimte legt?Over het belang van kunst en cultuur in onze samenleving kan voor wie de afgelopen jaren zijn literatuur heeft bijgehouden geen verschil van mening bestaan. De creatieve sector is een belangrijke factor in de economie. De sector is groot en groeiend. Nog belangrijker: de aanwezig-heid van een bloeiende culturele sector blijkt een belangrijke voorwaarde voor innovatie ook in andere sectoren. Ten slotte: steden met een groot en gevarieerd aanbod aan kunst en cultuur zijn populaire woonsteden, die het economisch goed doen en waar de leefbaarheid zich positief ontwikkelt. Kan het dan niet even een tandje minder? Natuurlijk wel. Maar de culturele sector vormt een netwerk. Kunstenaars hebben podia nodig, podia kunstenaars. Podia concurreren, maar zijn ook van elkaar afhankelijk. Ingrepen in de sector die voorbijgaan aan dit netwerk-karakter bergen het gevaar van onbedoelde domino-e$ecten in zich. Er zijn voor de culturele sector zeker mogelijk-heden om meer eigen inkomsten te genereren en om een groter beroep op de private sector te doen. Dat vraagt van de sector een cultuur-omslag, maar het vraagt van de politiek daaraan voorafgaand een pakket van samenhangende beleidsmaatregelen die de sector in staat stellen die mogelijkheden te realiseren. Het regeer-akkoord biedt daarop geen enkel uitzicht. Integendeel: de algemene lastenverzwaringen, de specifieke verhoging van de btw op toegangs-kaartjes en de afscha#ng van het aantrekkelijke fiscale regime voor groene en culturele fondsen zullen de mogelijkheden voor de culturele sector om private gelden te verwerven alleen maar verminderen. Bovendien: anders dan onze politici graag zien vormen overheid en private sector in de wereld van kunst en cultuur geen communi-cerende vaten. Bezuinigingen door de overheid tasten, zeker in eerste instantie, ook het draag-vlak in de private sector aan. En voor zover de private sector additionele middelen beschikbaar zal stellen, zullen die, gestuurd vanuit in over-

wegende mate marketing-overwegingen, anders worden ingezet dan de middelen die vanouds van overheidswege worden verstrekt.

Het meest zorgelijk vind ik dat in de discussie die nu wordt gevoerd, argumenten niet meer ter zake lijken te doen. Bewindslieden en fractie-woordvoerders praten over ‘linkse hobby’s’, in oneliners die gevoed worden door louter onder-buikgevoelens. Ze wekken de indruk dat er vooral

afgerekend moet worden. ‘Wacht op onze daden,’ zei premier Rutte bij de regeringsverklaring. Graag, ben ik geneigd te zeggen. Maar misschien is het verstandig eerst nog eens na te denken. Dat misstaat zeker deze zelfbenoemde opvolger van Thorbecke niet.

Chris van Koppen is uitgever, onderwijsbestuurder, en directeur van het Brabants Kenniscentrum Kunst

en Cultuur (bkkc) in Tilburg.

In het begin is er alleen maar binnen. Pas wanneer we merken dat we iets niet meteen kunnen krijgen, ontdekken we het buiten. Dat maakt ons ongerust en onzeker, maar ook nieuwsgierig. Op welke manieren kunnen we ons naar buiten bewegen?De begeerte is bijna iets magisch. Het is iets dat je zo duidelijk kan voelen en toch niet kan aanraken of vastpakken. Zo roepen de vogels het verlangen naar vrijheid op. Ze kunnen

zich immers losmaken van de aarde, wanneer ze maar willen. Met het verlangen naar vrijheid kunnen wij echter ook buiten onszelf reiken, ondanks onze gebondenheid aan de aarde. Het verlangen kan de ruimte tussen droom en daad overbruggen, maar ook net zo goed weer vernietigen. Want soms komt het Buiten zelf op ons af en botst onze droom met de keiharde werkelijkheid. We kunnen bijna niet verdragen dat iets moois nu voorgoed voorbij is. Op dat moment worden we op de aarde teruggeworpen. Daar kunnen we

echter ook verrast worden. In het slijk schuilt het zaadje van de mooiste bloem. Er is alleen maar iemand nodig die dat ziet om haar tot bloei te laten komen. Zo roept Baudelaire ons toe: ‘Jullie gaven mij modder, ik heb er goud van gemaakt.’ De natuur geeft het goede voorbeeld. Elk nieuw jaar begint de natuur vrucht te dragen, om daarna weer te verwel-ken en zich voor te bereiden op een nieuwe lente. Dan kan Marcel Proust het madeleine-koekje in de bloesemthee dopen en een stukje proeven. De smaak van vroeger trekt hem uit de wer-kelijkheid en een hele wereld begint zich te ontvouwen. Dat is onze kracht. Het verwijst naar het doel van de schrijver en de kunste-naar: iets maken dat ons voorstellingsver-mogen in beweging zet. Met de verbeelding geven wij vorm aan onszelf, aan wat wij doen. Via ons buiten kunnen we tegen onszelf spreken. We kiezen daarbij het landschap wat ons past.Het geheim van het Buiten zijn is dat we daardoor onszelf het beste vanbinnen kun-nen leren kennen.

Katja Rodenburg is filosoof en curator van tentoonstellingen. Haar meest recente

publicaties zijn Armando en de melancholie van het scheppen en het essay ‘De horror van het

dagelijkse leven’ in: Armando en Aaron van Erp (Uitgeverij d’jonge Hond, 2009-2010)

BUITEN ZI JNCOLUMN

‘ Jullie gaven mij modder, ik heb er goud van gemaakt.’ Baudelaire

Page 34: GRNVLD 2010/04

Tekst: Rob Hoekstra* | Beeld: Jos Collignon**K AF EN KOREN

PANOR AMA NATUUR

BESTUURLIJKE MIST

Eind 19e eeuw liet Hendrik Willem Mesdag zich inspireren door het

zicht op Scheveningen, het dagelijks leven op het strand en de oneindige vergezichten over zee. Hij nam de beelden in zich op en vertaalde die naar het veelkleurig en levendig kunstwerk dat wij nu kennen als het grootste schilderij van Nederland: Panorama Mesdag. Met diezelfde inspiratie werkt een groep young professionals aan Panorama Natuur, een 360 graden circular view op natuur, bos en landschap in Nederland. De natuur in Nederland staat onder druk. Fysieke druk door onder meer verstedelijking en aantasting van de kwaliteit, maar ook ‘onzicht-bare’ druk door een doorgeslagen natuur-wetgeving, bezuinigingen en bestuurlijke mist. Natuurbeleid is een Gordiaanse knoop gewor-den met zoveel losse eindjes dat niemand precies meer weet wie er aan de touwtjes trekt. Om deze redenen, maar vooral omdat de afstand tussen burgers en natuur steeds groter

lijkt te worden, is een groep van negen jonge mensen van mening dat het natuurbeleid aan een frisse blik toe is. Zij zijn tussen 22 en 33 jaar, werken bij verschillende werkgevers in het vak-gebied natuur (terreinbeheerders, onderzoek, beleid) of studeren aan Wageningen Universi-teit en Hogeschool Larenstein. Zij vormen de kerngroep van Panorama Natuur en zijn in mei van dit jaar aan de slag gegaan om een eigen visie op natuur te formuleren. Door 360 graden om zich heen te kijken, gesprekken te voeren, elkaar te inspireren en debatten te voeren, leggen zij stap voor stap een visionaire puzzel in elkaar die vanuit meerdere invalshoeken een blik op de natuurwereld werpt. Een van de activiteiten was het young professi-onals debat op Kasteel Groeneveld eind juni. Aan de hand van een negental ‘heilige huisjes’ werd stevig gedebatteerd over zaken die zo vanzelfsprekend lijken te zijn geworden dat we er eigenlijk niet meer over willen nadenken.

Zoals ‘natuurkwaliteit is biodiversiteit’ of ‘natuur in Nederland is maakbaar’. Aan het eind van het debat bleek dat een aantal huisjes was ingestort, maar ook dat andere huisjes nog fier overeind stonden. Met de uitkomsten van dit debat, en ook van alle andere activiteiten, heeft de kerngroep zichzelf tot denkwerk aangezet, dat uiteindelijk zal leiden tot de visie Panorama Natuur die eind november het licht zal gaan zien. Als een 360 graden schilderij van de Nederlandse natuur, bos en landschap. Een frisse, veelkleurige blik die aanzet tot nadenken, discussiëren en op passende moment stil zijn. Want dat is wat de kerngroep bovenal heeft geleerd: natuur inspireert, biedt vergezichten en zintuiglijke ervaringen en nodigt uit tot verrassende ont-moetingen. Panorama Natuur is een project van Innovatie-netwerk.

Natuurbeleid is een Gordiaanse knoop geworden

**Rob Hoekstra is adviseur water and nature management bij Gyrinus advies.** Jos Collignon is tekenaar en cartoonist en maakt sinds 1992 politieke prenten voor de Volkskrant. In januari 2010 won hij de Inktspotprijs voor de beste

politieke tekening.

Page 35: GRNVLD 2010/04

In de vorige GRNVLD (03) hekelde het kersverse GroenLinks Kamerlid Liesbeth van Tongeren nog de magere duurzaam-heid ambities van het vorige kabinet Balkenende: de overheid was te ver terug-getreden, milieuminister Cramer liet het

de burgers veel te veel zelf uitzoeken. “Dat kan niet in tijden waarin de urgentie van de proble-men zo hoog is.”Het lijken inmiddels echo’s uit een ver verleden, waar zelfs Van Tongeren wellicht met heimwee naar zal omzien, nu de plannen van het kabinet Rutte-Verhagen bekend zijn. “Van de zes keer dat het ‘klimaat’ genoemd wordt in het nieuwe regeerakkoord, gaat het in vier gevallen over zaken die niets met het milieu te maken hebben: vestigingsklimaat (twee keer), ondernemings-klimaat en topsportklimaat”, klaagde de Volks-krant al. “De twee keer dat wel wordt gesproken over klimaat, betreft het internationale afspraken.” Om, voor een klein overzicht, met dat laatste te beginnen: waar Cramer zich nog ten doel stelde om de uitstoot van broeikasgassen met 30 procent terug te dringen in 2020, en zo een voor-trekkersrol vervulde in Europa, heeft het huidige kabinet zijn ambities verlaagd. Het beoogt nu de minimumnorm te halen die Europa stelt: 20 procent minder CO2 uitstoot in 2020. En om die reductie te bereiken kan wie een kerncentrale wil bouwen een vergunning krijgen. Duurzame energie wordt nog wel gesubsidieerd zo lang dat nodig is, maar moet liefst zo snel mogelijk concurrerend zijn.Het woord ‘milieu’ valt enkele keren in het

hoofdstuk ‘infrastructuur’, want voor een schoner milieu – en uiteraard de versterking van de economische groei – worden in dit kabinet de files aangepakt en de mobiliteit verbeterd: de maximumsnelheid op snelwegen gaat omhoog naar 130 kilometer per uur. Er wordt 500 miljoen extra geïnvesteerd in wegen – er worden ‘super-snelwegen’ aangekondigd – en het spoor, en ook komen er investeringen in de binnenvaart om wegen en het milieu te ontlasten.Voor milieuorganisaties en internationaal milieu-beleid vervallen de subsidies, en op natuur en landschap wordt 300 miljoen bezuinigd. Over natuurbeheer lezen we in het akkoord dat een goed natuurbeheer en het op peil houden van de biodiversiteit belangrijk zijn, ook voor recreatief gebruik. De provincies krijgen meer zeggenschap over het natuurbeheer. De ecologi-sche hoofdstructuur (EHS) wordt in 2018 herijkt gerealiseerd. (…) Dat kan dus betekenen dat er minder wordt aangekocht. Vooruitlopend op de herijking worden onder andere de robuuste verbindingen geschrapt. Inmiddels heerst met name bij de provincies veel verwarring over de precieze betekenis van deze maatregelen, duide-lijk is wel dat het kabinet niet verder wil met de EHS. Naast veel gemopper hierover bij natuur-beschermers was ook een ander geluid te horen. In Trouw betoogde Keimpe Wieringa van het Planbureau voor de Leefomgeving, het advies-orgaan van het kabinet, dat het helemaal zo gek niet was de uitgangspunten van de EHS na twintig jaar eens kritisch onder loep te houden. Andere maatregel op het terrein van landschaps-beheer is de aankondiging in het akkoord dat er

geen nieuwe plannen tot ontpoldering worden gemaakt, en dat bestaande plannen worden heroverwogen. Voor de Hedwigepolder, waar-over in de Tweede Kamer hevig is gedebatteerd, mede door de betrokkenheid van het Zeeuwse CDA-kamerlid Ad Koppejan, wordt een alterna-tief bedacht.

Zelfs uit de bankwereld kwam kritiek op het duurzaamheidbeleid van het kabinet Rutte- Verhagen: de he#ngskorting van 1,3 procent voor onder meer groen beleggen en sociaal-ethisch beleggen wordt afgeschaft. Door deze regeling werd de afgelopen jaren voor 8 miljard euro geïnvesteerd in groene projecten. Het komend jaar volgt GRNVLD welke van bovenstaande – en andere – maatregelen op welke termijn hun beslag en met welke gevolgen: het regeerakkoord in de praktijk.

Andrea Bosman, journalist en redacteur bij Trouw

POLITIEKE STANDPUNTEN

Natuur en milieu in het regeerakkoord

Van de zes keer dat het ‘klimaat’ genoemd wordt, heeft het vier keer niets met het milieu te maken

Page 36: GRNVLD 2010/04

OOGST

De Britse componist Ralph Vaughan Williams schreef zijn “vrijwel volledig kalme en contemplatieve” Pastorale symfonie (1922) om een uitweg te vinden voor de psychische spanningen die hij als Brits soldaat had ondergaan in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Ook veel muziek waar niet zo duidelijk het etiket ‘pastorale’ op is geplakt door

de componist, is toch onder deze noemer te brengen. Tot de mooiste pastorale muziek behoren de twee grote oratoria van Joseph Haydn: Die Schöpfung en Die Jahreszeiten.Een virtuoos voorbeeld van muziek die de natuur verbeeldt, zijn de vier vioolconcerten die Vivaldi samenbracht onder de titel De vier jaargetijden. In het eerste concert, La primavera (‘De lente’)

laat hij vogelgeluiden, dreigend onweer en bliksem horen. Het langzame middendeel is een herders- en sluimerlied, waarin altviolen bellen van honden verbeelden; het derde deel heet ‘Allegro: Danza pastorale’ en is gebaseerd op een boerendans.Het tweede concert, L’estate (‘De zomer’) wil de lome hitte van de zomer vangen in het eerste deel, terwijl het derde concert L’autunno (‘De herfst’) begint met een oogstfeest, waarin de invloed van de wijn op de boeren steeds dui-delijker te horen valt. In L’inverno (‘De winter’) verbeelden dissonante klanken klapperende tanden, stampende voeten en ijzige wind.Maar de beroemdste pastorale is en blijft toch die van Beethoven. “Meer gevoelsuitdrukking dan klankschildering”, noteerde de componist in de partituur, benauwd als hij was dat zijn muziek zou worden afgedaan als louter ‘illustra-

Tekst: Peter de Bruijn*

Wie ‘Pastorale’ zegt, denkt allereerst aan Beethovens Zesde symfonie, de beroemdste van alle pastorales. En natuurlijk aan het klassieke lied Pastorale van Ramses Shaffy en Liesbeth List, op een psychedelische sixties-tekst van Lennart Nijgh. Maar er zijn er nog veel meer.

Peter de Bruijn, filmredacteur NRC en muziekkenner over pastorale muziek (afgeleid van het Italiaans voor herder, ‘pastore’).

* Peter de Bruijn was van 2001 tot 2007 redacteur van Boeken van NRC Handelsblad, sedertdien is hij filmredacteur bij deze krant. Met Pieter Steinz schreef hij een boek over literatuur en muziek, Elk boek wil muziek zijn (Prometheus).

Page 37: GRNVLD 2010/04

tief ’. Toch leverde hij zelf het scenario van zijn Zesde symfonie met de titels van de verschil-lende delen. De reis verloopt van het ‘Ontwaken van vreugdevolle gevoelens bij de aankomst op het land’, via het aangenaam verpozen van de ‘Scène bij de beek’ en de woeste ‘Storm’ naar het gelukzalige ‘Herderslied’, dat de symfonie besluit.

&.#$…Beethoven steekt Vivaldi naar de kroon in zijn muzikale schilderkunst. Hij laat een beek stro-men, voert een voetstampende, weinig verfijnde boerendans uit, en laat drie in de partituur met naam genoemde vogelsoorten uitbreken in gezang: de nachtegaal (fluit), de kwartel (hobo), en de koekoek (twee klarinetten).Toch had de componist gelijk; niet de traditio-nele nabootsing van de natuur maakt deze symfonie zo bijzonder, maar de innigheid van de natuurbeleving, en het ontzag voor de schep-ping, die erin tot uitdrukking komen. Beethoven zag overal in de schepping de hand van God, tussen het goddelijke en de natuur bestond voor hem geen onderscheid. Die religieus gestemde natuurbeleving deelde hij met Gustav Mahler, die eigenlijk in al zijn muziek, maar vooral in zijn kolossale Derde symfonie, de natuur zo dicht mogelijk trachtte te benaderen.In zijn Derde symfonie wandelt Mahler langs de gehele schepping: van de levensloze natuur, rots en steen, langs impressies van bloemen, dieren

en mensen uiteindelijk naar de goddelijke liefde. “De gehele natuur vindt hierin een stem”, liet Mahler weten, nadat hij zijn mammoetwerk had voltooid.

(&)+-/*!#&(De natuur staat ook centraal in Mahlers zang-symfonie Das Lied von der Erde. Dit late werk staat in het teken van somberheid en de nade-rende dood, maar Mahler put troost en hoop uit zijn gevoel voor de natuur, uit het besef dat de natuur zich eeuwig verjongt en vernieuwd, ook als de verteller van Das Lied von der Erde er niet meer zal zijn. “Ewig… Ewig…” zingt de alt in de laatste maten van deze symfonie, die is geschre-ven in ecologisch onschuldiger tijden. Het vertrouwen in het eeuwig voortbestaan van de natuur zijn we voorgoed kwijtgeraakt.De natuur en het goddelijke, ze zijn voor veel componisten niet los van elkaar te beschouwen. Al bij de pastorale vertellingen van de Grieken wemelt het van de bosgoden, nimfen en satyrs. In de christelijke traditie staan natuur en religie eveneens dicht bij elkaar, door het gelukkige toeval dat Christus is geboren in een stal, om -ringd door vee en geëerd door drie eenvoudige herders. Veel pastorale muziek doet tevens dienst als kerstmuziek. Zo zijn er in de tweede cantate van Bachs Weihnachtsoratorium veel pastorale elementen te vinden.De meeste pastorale muziek is harmonieus en eenvoudig, straalt ontspanning en rust uit. Toch

is dat geen voorwaarde. Muziekwetenschappers onderscheiden de ‘zachte’ pastorale en de ‘harde’ pastorale. In die laatste variant komt het woeste, onherbergzame en ontzagwekkende van de natuur naar voren. Het meest pregnante voorbeeld van zo’n ‘harde’ pastorale is Stravin-sky’s Le sacre du printemps, in ‘style barbare’ geschreven, primitivistische muziek, die handelt over het lenteo!er van een jonge maagd in archaïsch, heidens Rusland. In deze woeste en bloeddorstige taferelen is de natuur allesbehalve een toevluchtsoord of een schuilplaats, zoals in de meeste pastorale muziek. Misschien is Le sacre du printemps toch beter te beschouwen als de ultieme ‘anti-pastorale’."

Beethoven Zesde symfoniePastorale. Wilhelm Furtwängler, Berliner Philarmoniker of Wiener Philarmoniker. Diverse labels

Furtwängler, een van de grootste Beethoven-dirigenten ooit, was ook een gepassioneerd natuurliefhebber. Hij dringt dieper door in Beethovens Pastorale dan wie dan ook.

VivaldiDe vier jaargetijdenJanine Jansen. Decca

Van ‘De vier jaargetijden’ bestaan talloze opnamen, maar de warmte en het spelplezier van Janine Jansen, in het orkest bijgestaan door verschillende van haar familieleden, zijn uniek.

Gustav MahlerDerde symfonieLeonard Bernstein, New York Philharmonic. CBS

Weinig dirigenten zijn zo onder de huid van Gustav Mahler gekropen als Bernstein, vooral in zijn opnamen uit de jaren zestig. De beste dirigent voor ‘Das Lied von der Erde’ is Bruno Walter.

Igor StravinskyLe sacre du printempsPierre Boulez, Cleveland Orchestra. Sony

Nooit beter gehoord dan op deze vroege opname van Boulez. Voor de ‘Sacre’ moet de luisteraar sidderen en beven, daar zorgt de Franse dirigent in hoge mate voor.

PASTORALEZeker is dat het genre van muziek over de natuur, of ‘pastorale’ muziek (afgeleid van het Italiaans voor herder, ‘pastore’) een lange en eerbiedwaardige geschiede-nis heeft, die teruggaat op de klassieke oudheid. De term ‘pastorale’ staat dan voor kunstvormen – schilderijen, gedich-ten en muziekstukken – die de natuur en het landleven idealiseren, inclusief de vaak als nobel afgeschilderde boeren-stand.

LUISTEREN NAAR DE NATUUR

Page 38: GRNVLD 2010/04

OORSPRONG Tekst: Andrea Bosman* | Beeld: Siegfried Woldhek**

** Andrea Bosman is journalist en eind redacteur bij het dagblad Trouw.

** Siegfried Woldhek (1951) is tekenaar, cartoonist. Hij publiceert in Vrij Nederland en NRC Handelsblad.

SPRINGTIJ

Page 39: GRNVLD 2010/04

Hier liggen we dan, de deelnemers aan het eerste Springtij Festival, ’s avonds laat, op een kleine tweehonderd stretchers in een bos ergens op Terschelling, gehuld in fleece-dekentjes en het blauwe licht van een schijnwerper. Voor ons staat Govert Schilling, wetenschapsjournalist die veel weet van de sterren en een mooi verhaal vertelt. Hij zweeft door de ruimte en ziet een planeet die op de onze lijkt, maar een nieuw ontdekte is, vele, vele lichtjaren hiervandaan; een planeet die de eerste schijnt te zijn met vergelijkbare omstandigheden als hier op aarde, met een dampkring, water en gematigde temperaturen. Hij maakt het verhaal groter en groter, want als we naar de hemel kijken, een arm en een vinger uitstrekken, dan bevinden zich achter slechts een nagel van die vinger nog eens mil-joenen sterrenstelsels. En dan wordt alles zo onmetelijk dat het sommigen van ons in slaap wiegt. Maar dan dringen Schillings slotwoorden door, namelijk dat we, ondanks het feit dat onze aarde maar ‘een Jan Modaal van de tweede categorie’ is in al die eindeloosheid, we ondanks al die nietigheid ons best moeten doen voor het behoud van onze planeet.

“De duurzaamheidbeweging is heel romantisch, dat zagen we gisterenavond”, zegt de volgende ochtend een van de deelnemers aan een discussie met voormalig SP-leider en oud-Kamerlid Jan Marijnissen. We bevinden ons alweer op een feeërieke buitenlocatie, ditmaal een mistige zand-afgraving. Voor de ‘bergrede’ van Jan Marijnissen is een heuveltje zand opgeworpen met een spreekgestoelte erop. Wij, de parochieleden, zitten in een halve maan om hem heen, met een matje onder de billen in het zand. “En op het welbegrepen eigenbelang rust in duurzaamheidkringen nog

Begin oktober bevond de elite van de duurzaamheidbeweging zich vier dagen lang op Terschelling voor het allereerste Springtij Festival. Het idee kwam van Wouter van Dieren, Godfather van de Nederlandse milieubeweging en wooonachtig op Terschelling. “Gemeenschapszin creëren op dit prachtige eiland”, dat is wat Van Dieren voor ogen stond.

Page 40: GRNVLD 2010/04

OORSPRONG

steeds een groot taboe, terwijl dat toch de grootste motivator is voor het handelen van mensen, hier, en overal ter wereld.” De spreker krijgt weinig bijval van het al flink getergde publiek. Jan Marijnissen, ingehuurd als gelegenheids-provocateur, heeft namelijk net verklaard dat al die kleine goedbedoelde initiatie$es en projectjes waarvan vele ver-tegenwoordigers zich hier op dit eiland hebben verschanst, allemaal bij elkaar toch niets helpen. “Too late, too little, het gaat om de grote lijnen, om een systeem dat van bovenaf moet veranderen.” Boe-geroep is zijn deel. Dan staat CEO Stef Kranendijk van tapijtproducent Desso op om als bewijs van het tegendeel te vertellen hoe succesvol de omschake-ling door zijn bedrijf naar een cradle to cradle-productie is verlopen. Als hij met zijn verhaal applaus genereert, zegt Marijnissen geamuseerd verbaasd: “Jullie klappen voor jezelf!”

-#/#1$Klappen voor jezelf. Een dag eerder heeft bankier Peter Blom, CEO van de Triodosbank en lid van de Club van Rome, in zijn openingsspeech in de hervormde kerk van Terschelling daarvoor al gewaarschuwd. Hij maakt een vergelijking met de kenmerken van de financiële wereld en met de kredietcrisis. “De bankwereld is een gesloten club zonder cultuur van zelfreflectie, daarvan kunnen we leren als duurzaamheidbeweging. Jezelf gelijk geven, daar heb je

Wouter van Dieren

niets aan. We zijn niet alleen een deel van de oplossing, maar ook een deel van het probleem.” Het is de vraag of die boodschap overkomt. Want voor een dringend gevoel van urgentie onder de 180 deelnemers aan het festival had de timing niet beter kunnen zijn. Terwijl de boot onderweg was naar Terschelling sijpelen de eerste berichten over ingrepen in milieumaatregelen in het regeerakkoord van het kersverse gedoogkabinet Rutte-Verhagen door. De tweede spreker is Herman Wij!els (“ik spreek de laatste tijd opvallend veel in kerken”), voormalig bankier en nu hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering in Utrecht. Hij ziet ook tegenwind vanuit de bovenzijde van het politieke speelveld, maar wil niet al te somber zijn: “de duurzaamheidbeweging heeft aan de basis zoveel kracht, die is niet meer te stoppen, ook niet in het bedrijfs-leven. De technologie is er, de kennis is er, bij elkaar is er

niets anders nodig dan bewustzijn. Ik geloof in de tipping-point-theorie: hoe meer mensen worden bereikt, hoe eerder komen we bij het omslagpunt.”

&&1 7"1-"+-#+34& -%&(%/+-Initiatiefnemer van het festival, zet in diezelfde hervormde kerk anders in. “Het worden zware tijden, we kunnen straks van ‘milieu in tijden van cholera’ spreken”, zegt hij. “Er zal heel wat moeten gebeuren om de ontwikkeling van de afge-lopen jaren niet te verliezen.” Van Dieren is directeur van het Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse (IMSA), een adviesbureau en denktank op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Daarnaast bekleedt hij nog talloze andere functies. Maar vooral kennen we hem als milieuactivist van het eerste uur. In de vroege jaren zeventig werd hij lid van de Club van Rome om aandacht te vestigen op ‘milieu-vervuiling’, een woord dat toen zo ongeveer nog (door hem?) uitgevonden moest worden. Met zijn hoed, wapperende jas, rode sjaal en groene regenlaarzen zal hij de groep de komende dagen steeds mee op sleeptouw nemen op ‘zijn’ mooie eiland en vele gelegenheden aangrijpen om te vertel-

Page 41: GRNVLD 2010/04

len over die jaren dat nog niemand wilde luisteren naar verhalen over stormvloedkeringen of windmolens; over het gelijk dat uiteraard wel behaald, maar bijna nooit erkend werd, waarbij de uitdaging voor het publiek is om vast te stellen of de triomf van dat gelijk of de bitterheid van de miskenning overheerst. Het verschil is relevant omdat juist de ‘overdracht’ tussen de verschillende generaties één van de motto’s van het festival is. En sommige deelnemers zien eerder een kloof tussen de generaties gapen dan een inspi-rerende fakkel van kennis en ervaring.Zo springt tijdens een van de masterclasses filosoof en jurist Marjan Minnesma van Stichting Urgenda – een platform van duurzaamheidpromotors – op het podium en schetst – na een paar sombere toekomstscenario’s van onder ande-ren de Utrechtse milieuhoogleraar Klaas van Egmond – met opgewekte stem een fan-tas-tisch toekomstbeeld van

Nederland, dat twintig jaar eerder dan verwacht een schone energievoorziening heeft gekregen door alles wat er moge-lijk is geworden aan elektrisch rijden, grootschalige wind-energie op zee, huizen die energieleverend zijn geworden en wat al dies meer zij.

5#&+“Er waren te veel mensen die gingen vertellen waarom het niet kon en waarom we bezorgd moeten zijn”, zegt Minnesma na afloop. “Weinig visionaire beelden van waar we heen kunnen.” Ze maakt daarbij voor het gemak een onderscheid tussen de deelnemers boven en onder de vijfenveertig. “Ik merk dat de oude garde, die al heel lang bezig is met wat vroeger ‘milieu’ heette, al zo lang aan het trekken en aan het sjorren is dat ze moe zijn, defaitistisch. Ik werd er een beetje depressief van en moest de boel even opschudden. Het woord ‘milieu’ is inmiddels allang vervangen door ‘duurzaam’, economie is geïntegreerd in het hele verhaal, het is niet vies meer om dingen te produceren. De jongere garde heeft al die fases niet meegemaakt en is over het alge-meen positiever. Zij gaan het gewoon doen en zeggen niet:

maar hoe moet het dan over twintig jaar?”Wouter van Dieren (“mijn generatiegenoten, de pioniers, zitten allemaal nog op sleutelposities”) wil dat onderscheid absoluut niet op die manier maken. “De jongeren die hier zijn, hebben een enorme dynamiek. Ik zie veel ondernemers met buitengewoon originele concepten. Het is een nieuwe generatie met een volstrekt ander beeld van hoe het allemaal zou moeten, en ze zijn succesvol. Wie bedenkt nou dat je zeecontainerschepen van zeilen kunt voorzien en daarmee zestig tot zeventig procent van je stookkosten kunt besparen? Maar de ouderen zijn daarom niet pessimistisch, nota bene onze grote astronaut Wubbo Ockels loopt hier rond, een enorme aanjager van jonge studenten in Delft om te blijven innoveren.” Pessimistisch is Van Dieren misschien niet, bezorgd wel: “Er zijn nog steeds mensen die roepen: ‘het klimaatprobleem

bestaat niet’. De bedoeling van het festival is daarom juist de duurzaamheidelite hierheen te halen en een gevoel van gezamenlijkheid, gemeenschapszin te geven. Dus breng je deze dagen met elkaar door op een prachtig eiland, in de natuur, in een mooie duistere nacht, bij kampvuren, en ondertussen wissel je heel veel met elkaar uit.”

+*,,%)-&)+Nu is het heerlijk om je te kunnen wentelen in de gemeen-schapszin van een groep mensen die allemaal het beste voor hebben met de aarde, maar was het voor de scherpte van de discussies en ook het nadenken over de eigen posities niet heel vruchtbaar geweest om ook andere krachten uit te nodigen? “Nee, daar is het niet voor”, zegt Van Dieren reso-luut. “Ik heb hier een Ajaxstadion verzameld, daar hoef ik geen Feyenoordsupporters bij. De grote misvatting is altijd dat de kennis moet worden weersproken met meningen, dat is een groot gevaar voor de wetenschap, dat het journa-listieke principe van hoor en wederhoor gaat gelden. Het is ons bijvoorbeeld de laatste jaren niet gelukt om in de belangrijkste tv-programma’s een normaal verhaal over

Page 42: GRNVLD 2010/04

OORSPRONG

het klimaat te vertellen, want er moet altijd een mening tegenoverstaan van ‘nou, het is toch allemaal niet erg’. En die interviewers zitten daar alleen voor die controverse, niet voor het kanaliseren van kennis. De moraliteit in de media, dat is nog iets waar we heel veel mee moeten.”

+,%)-"*-%Vrijdagmiddag. Terwijl binnen in de Terschellinger zee-vaartschool Willem Barentsz de masterclass: ‘Innovatie: hoe vertellen we het aan hen die niet willen luisteren?’ al lang had moeten beginnen, zijn beneden bijna alle festival-deelnemers voor de ingang samengedromd rond een auto: de elektrische Lotus van ondernemer Ruud Koornstra van Tendris, groot geworden door onder meer het ontwikkelen van de LED lamp. Iedereen die wil mag de komende dagen even in de sportauto rijden: van nul tot honderd in enkele

seconden spreekt kennelijk ook in duurzaamheidkringen tot de verbeelding. En ach, de zon schijnt dus waarom niet even de tijd nemen voor een vrolijk moment? Koornstra vertegenwoordigt de nieuwe generatie duurzaam-heidgoeroes: charismatisch, verbaal razendsnel, grappig, innemend, ogenschijnlijk optimistisch. Maar ook hij heeft een missie, alleen is die anders verpakt. Hij heeft haast, zegt ie, hij heeft soms zelfs ‘last van de snelheid die hij voelt’. Alle technologie is er, we moeten het alleen gaan doen. Koornstra was naar de top in Kopenhagen gegaan, al kon hij er niet in. Maar dat gaf niet, want buiten gebeurde het, in de spelonken, in de hotellobby’s. “We hoeven geen innovatie

te subsidiëren, we moeten het gaan implementeren.” Als hij vertelt dat hij destijds bij toenmalig milieuminister Jacque-line Cramer op het bureau is gaan staan om uit te leggen hoe zijn LED lampjes werken, dan geloof je dat onmiddellijk.

"2*/#1#*/7%2#&Maar niet iedereen blijkt gevoelig voor de pakkende woorden van deze bevlogen ondernemer of voor zijn sportauto. Bij het maken van een groepsfoto rond de Lotus haken sommigen af. Ze willen niet met een auto op de foto. Onder anderen een jonge milieuchemicus maakt zich enorm boos over het idee dat alles wat met duurzaamheid samenhangt ‘leuk’ zou moeten zijn. Misschien is leeftijd toch niet de enige scheidslijn die door het deelnemersveld loopt, maar is er ook een verschil tussen preciezen en rekkelijken, tussen de verkondigers van het ‘heilige moeten’, die al aanstoot

nemen aan de aluminiumfolie om de zalm bij het avond-maal, en de voorstanders van de aantrekkelijk gemaakte ‘schone’ verleiding, waarmee wellicht ook de niet zo heel bewuste medeburgers gewonnen zouden kunnen worden.

En dan is het zondag en gaan we, uitgeput na drie, vier dagen van heel veel praten en luisteren ieder weer ons weegs. En als halverwege de Afsluitdijk de beroepsmatig kritische afwegingen over hoe zinvol het toch eigenlijk is om je met een groep grotendeels gelijkgestemden in zo een mooi reservaat terug te trekken even zijn weggeëbd en de beelden gaan spreken, dan is dat ene duidelijk blijven hangen: dat van die stretchers in het donkerblauwe licht onder een sterrenhemel, buitenaards onwerkelijk.

Ruud Koornstra

Het volgende Springtij Festival staat gepland van 29 september tot en met 2 oktober 2011. Op www.springtijfestival.nl vindt u meer informatie, ook over de afgelopen editie.

Page 43: GRNVLD 2010/04

www.degroeneweg.nl

Bij De Groene Weg slagers maken we ons iedere

dag sterk voor het lekkerste biologische vlees.

Vlees gezond van oorsprong wat nog ouderwets

lekker smaakt. Onze klanten zijn namelijk gek

op alles wat met lekker bewust eten te maken

heeft.

Voor alle fans van de smaak van echt is er

nu de Groene Weg klantenkaart. Een kaart

waarmee wij onze klanten belonen voor

hun bewuste keuzes. De gespaarde punten

kunnen namelijk omgeruild worden voor

culinaire cadeaus zoals lekkere biologische

wijn of een kookworkshop waarin u samen

met andere bewuste genieters leert koken

op hoog niveau.

Meer weten over De Groene Weg en de

klantenkaart? Kijk dan eens op onze site

www.degroeneweg.nl.

Voor alle fans van echte smaak:De Groene Weg klantenkaart

Page 44: GRNVLD 2010/04

inez van eijk

Kip uit de oven

Bereiding:

Tip voor toe: abrikozenmousse!

een goede kip (geen ‘plofkip’) in acht stukken

olijfolie

Ingrediënten voor 3-4 personen:

4 tot 8 gepelde en eventueel gehalveerde tenen knoflook

in stukjes geknipte takjes peterselie, salie, rozemarijn, tijm, en laurierblaadjes

gedroogde abrikozen

vanillekwarkof mascarpone

kardemom-, kaneel-

kruidnagel- (weinig)

en nootmuskaatpoeder (weinig)

rood of blauw fruit

MMM

Page 45: GRNVLD 2010/04

1

‘Goed tafelen hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn’, zegt Inez van Eijk. ‘Hoe het o#cieel moet met bestek, glazen en servies staat precies in mijn etiquetteboek, maar zelf ben ik daar niet zo van. Voor een huiselijk etentje hoef je niet eens allemaal dezelfde borden te hebben, als de tafel maar met aan-dacht is gedekt. Het moet vooral ontspannen en gezellig zijn.’

Het principe van de etiquetteregels voor tafelen is, schrijft Inez in haar boek, ‘de eetlust van je tafelgenoten niet te bederven’. Ofwel: ‘Niet smakken, slurpen, boeren of spugen, niet knoeien, bestek en servies soepel hanteren, rechtop zitten, het voedsel, de wijn, de kookkunst en de gastvrijheid eer aandoen, aangenaam converseren met je disgenoten, en dat allemaal tegelijk.’

Aan haar eettafel benadrukt ze dat voor een informeel etentje het eten uiteraard lekker moet zijn: ‘Van goede kwaliteit en met liefde bereid.’ Maar bovenal is de kunst van goed tafelen, stelt ze, om het van begin tot einde ontspannen te houden. ‘Daarvoor moet je vooral zelf, als gastheer of -vrouw, ont-spannen zijn.’ Dat is minder makkelijk dan het lijkt, want wie wil er niet schitteren met indrukwekkende gerechten? Voor je het weet sta je meer in de keuken dan bij je gasten, en dat is ongezellig.

‘Dus kies je voor makkelijke gerechten die je goed kunt voor- bereiden’, zegt Inez. ‘Vaak zijn dat ovengerechten.’ Voor-bereiden is noodzakelijk. ‘Begin niet pas als de gasten er zijn.

Ook nooit doen: zwetend en verhit je gasten ontvangen. Dat geeft hen het gevoel dat ze te vroeg zijn. Als gast moet je niet te vroeg komen, liefst een kwartiertje na de afgesproken tijd.’

Een valkuil is de kooktijd onderschatten. ‘Dan moeten je gasten lang borrelen, waardoor ze te veel drinken, te veel borrelhapjes eten en geen aandacht meer hebben voor het eten. Zelf te veel drinken kan ook niet. Dan heb je het niet meer in de hand, gaan dingen aanbranden, vergeet je de chocola voor de dame blanche.’

Om plezierig te tafelen met verschillende mensen, moet je visualiseren hoe zij bij elkaar zitten. Inez: ‘Bedenk of zij samen een goed gesprek kunnen hebben. Informeer ook altijd of iemand iets niet mag eten of ergens niet van houdt. Daar moet je altijd rekening mee houden. Ben je als gast vergeten te zeggen dat je niet van paprika houdt, dan moet je het toch maar opeten, niet alle stukjes eruit vissen. Graatjes en pitjes leg je in een bescheiden hoekje van je bord, niet ernaast of op de rand. Krijg je een gevuld bord, dan hoef je je bord niet leeg te eten. Dat hoor je wel te doen als je zelf hebt opgeschept.’ En als je glas ongevraagd wordt bijgeschonken? ‘Dan mag je het laten staan.’

Wat doe je als een gast voortdurend de basale etiquette-regels overschrijdt? ‘Dat is afhankelijk van hoe goed je elkaar kent. Maar eigenlijk kun je er niets van zeggen, je moet het maar laten gaan. En niet meer uitnodigen.’

Tekst: Berber Paarlberg | Illustraties: het Bos

Inez van Eijk (1940) werkte onder meer als docent en redacteur, schreef artikelen en meer dan dertig boeken – de meeste over taal. Met haar boeken over etiquette kreeg ze de meeste bekendheid, vooral met de Overlevings- gids voor de moderne tijd, die ze onder de toenmalige titel Etiquette vandaag schreef tijdens een sabbatical van haar docentschap. Na bovendien een Teleaccursus over etiquette te hebben ontwikkeld en eigen cursussen en trainingen, kan ze met recht specialist in etiquette worden genoemd.

Page 46: GRNVLD 2010/04

LIED/STRIP Tekst: Jeroen Zijlstra* | Beeld: Gerard Leever**

Page 47: GRNVLD 2010/04

Schaatsen in Noord-Holland

Striptekenaar Gerard Leever heeft niet echt een favoriet seizoen. “De lente misschien, maar elk jaargetijde heeft z’n voor- en nadelen. Ik ben zeker geen zonaanbidder, ik heb het gauw warm en wat dat betreft vind ik de winter helemaal niet zo gek. En als de zon in de winter schijnt, is deze juist weer erg prettig.In zo’n geval is het heerlijk om een fijne wandeling te maken, maar ik ben geen wintersporter. De Hollandse schaatskoorts gaat helemaal aan me voorbij en ik ski of bobslee ook niet. Met mijn beroep moet ik natuurlijk ook oppassen voor blessures aan handen en polsen.

Als ik aan de winter denk komen vooral de oefeningen naar boven die ik als dienstplichtige in het koude Noord-Duits-land mee moest maken. Onder barre omstandigheden met 15 graden onder nul en dat dagen en nachten achtereen. Als mijn vrouw en kinderen weer eens mopperen over kou, mag ik deze verhalen graag oprakelen. Mijn gezin, dat deze verhalen jaar in jaar uit aan moet horen, kan het minder waarderen. Voordeel is wel dat ze in mijn aanwezigheid niet gauw meer klagen.

Last van een winterdepressie heb ik ook niet, bij mij lopen de sombere buien dwars door alle seizoenen heen. Gelukkig kan ik deze buien dan weer prima gebruiken in mijn auto-biografische strip ‘Gleevers Dagboek’, daar waar bijna al mijn andere strips akelig vrolijk zijn. Als stripmaker hoef ik er natuurlijk niet vaak uit. Ik werk thuis en dat is best luxe. Vorig jaar ben ik er trouwens toch een aantal keer onverwacht uitgeweest. Ik heb in de gladde periode met wat andere buurtbewoners vier keer een auto los moeten duwen. Dat werd gewaardeerd en ach, je ontmoet nog eens iemand!”

* Jeroen Zijlstra (1958) is zanger, tekstschrijver, componist, trompettist en oprichter van de band Zijlstra.** Gerard Leever (1960) is striptekenaar en schrijver. Hij publiceert onder het pseudoniem Gleever. Gleever is een van de meest

actieve jeugdstrip-tekenaars van Nederland. Ook is hij de auteur van de eerste en langstlopende dagboekstrip in ons land. Voor GRNVLD maakte Gleever een strip bij ‘Schaatsen in Noord Holland’ van Jeroen Zijlstra.

Page 48: GRNVLD 2010/04

GROENEVELD INFO

DIERBAAR…Drie jaar lang fotografeerde Jan van IJken dieren en mensen aan de uitein-den van onze welvaart. Aan de pro-ductiezijde lijkt het menselijke gevoel uitgeschakeld en de andere kant toont overstelpende liefde voor het indivi-duele dier. De consument koopt de goedkoopste karbonade en het duur-ste kattenvoer. Deze zwart-witfoto’s zijn gebundeld in de uitgave Dierbaar… en Ivo de Wijs schreef de tekst erbij. De foto’s uit dit boek worden tot eind februari tentoongesteld in de Van der Dussenzaal van Kasteel Groeneveld.

Muurschildering van Hanco Kolk Jaarlijks herbergt Kasteel Groeneveld gedurende een maand een Kunstenaar in huis. In april 2010 was dat striptekenaar en -schrijver Hanco Kolk. Hij maakte voor de Hasselaer zaal een immense muur-tekening, geïnspireerd door de grotten van Lascaux, nu met de dieren die hij zag op landgoed Groeneveld.

Huis in Frankrijk, Un rêve, une réalitéTOT EIND FEBRUARI 2011Een droom die het verlangen van de mens naar buiten symboliseert wordt zichtbaar in de tentoon-stelling ‘Huis in Frankrijk’. Deze verrassende expo-sitie, gemaakt door ontwerpbureau Dutch Igloo, laat de bezoeker verstillen, verdwalen en verwon-deren. De tentoonstelling is een pendant van het boek ‘Huis in Frankrijk’, waarvoor Theo Baart en Sake Elzinga huizenbezitters met de camera vastlegden en Tracy Metz de verhalen noteerde. NAi publishers, ISBN 978 90 5662 731 7, prijs ! 29,50

DEINERSVoor Kasteel Groeneveld maakte kunstenaar Chiel Kuijl een constructie van touwen en schommels door de bin-nentuin van het kasteel. Als je op een deiner gaat zitten, bewegen andere deiners in het web vanzelf mee.

GOUDEN BOEKJES BEESTENBOEL 17 OKTOBER T/M EIND FEBRUARIIn de familietentoonstelling De Gouden Boekjes Beestenboel neemt Krantenpoes u aan de hand en helpt u ontdekken waarom sommige dieren net mensen zijn. Veel (groot)ouders lazen ze als kind, en nu zijn ze er nog steeds: de boekjes met de gouden rand. Kinderen gaan op bezoek bij verschillende dieren uit de Gouden Boekjes zoals: Pietepaf, Poes Pinkie en de Hondenmatroos.In de uitgave Gouden Boekjes Beestenboel zijn de acht verhalen uit de tentoonstelling gebundeld. Het boek is verkrijgbaar in de winkel van Kasteel Groeneveld en de reguliere boekhandel à ! 15,– ISBN 978 90 47606840. Daarbij verschijnt het luisterboek Gouden Boekjes Beestenboel à ! 10,–, ISBN 978 90 47607861.

THEMAIn 2011 is Mens & Dier, het thema van Kasteel Groeneveld. Het jaarthema loopt als een rode draad door het programma van Kasteel Groeneveld.

GRASDUINEN FOTOWEDSTRIJD21 SEPTEMBER TOT EIND FEBRUARI 2011De winnende foto’s van de fotowedstrijd van natuur-magazine Grasduinen zijn tentoongesteld in het Grand Café. De foto’s zijn gemaakt door jeugdige en volwassen amateurs en beroepsfotografen.

Page 49: GRNVLD 2010/04

KIJK VOOR ACTUELE INFORMATIE, OPENINGSTIJDEN EN ENTREEPRIJZEN OP WWW.KASTEELGROENEVELD.NL OF BEL: 035 5420446. GEBRUIK DIT NUMMER OOK VOOR HET MAKEN VAN RESERVERINGEN OF MAIL: [email protected]

Zondaglunches

Grand Café Groeneveld en de Spinazie Academie verzorgen een serie lunches met culinair journalisten. De lunches haken aan bij het jaarthema ‘Dier en mens’. De culinairen stellen een bu$et samen op basis van hun visie, die verder gaat dan ‘lekker’ eten.

9 JANUARI, 12.30 UUR Onno Kleyn schrijft voor vele bladen en verzorgt eetrubrieken in de Volkskrant. Daarnaast heeft hij vele boeken op zijn naam staan. Hij is een van de oprichters van De Bruine Bonen Bende, ter bevordering van peulvruchten.6 FEBRUARI, 12.30 UUR Felix Wilbrink ontving onlangs de Wina Bornprijs vanwege zijn promotie van lekker en gezond eten in zijn columns in De Telegraaf, zijn boek en zijn culifilmpjes. Daarnaast was hij de drijvende kracht achter de Smaakparade.Deelname aan de lunches kost ! 25,– voor volwassenen en ! 12,50 voor kinderen tot 12 jaar. Voor actuele informatie en aanmelding: www.kasteelgroeneveld.nl

EDUCATIEVE PROGRAMMA’STIJDENS DE RENOVATIEVan 1 maart 2011 tot en met 1 maart 2012 zijn alleen de buiten programma’s mogelijk, soms in aangepaste vorm. Tijdens de renovatie zijn de programma’s gratis en bent u welkom op dinsdag, woensdag of donderdag. Informatie over programma’s en activiteiten kunt u vinden op www.kasteelgroeneveld.nl

Filmfestival nieuwe oogstHet jaar 2010 sluit Kasteel Groeneveld op 28,29 en 30 december af met Filmfestival NIEUWE OOGST. Drie dagen lang worden de nieuwste films met als leidraad het thema Voedsel en Dieren vertoond. Tijdens het festival gaan filmmakers in gesprek met het publiek. Noteer in uw agenda voor licht in de donkere dagen in de filmzaal!

FILM Kasteel Groeneveld toont elke zondag om 15.00 uur een film of documentaire in de filmzaal. De films gaan over Mens & Dier, dat het jaarthema voor 2011 is.Tot en met 9 januari wordt de film Like an animal van Walter Stokman getoond waarin hij Charlotte Dumas op reis, thuis en in de galerie portretteert. Zij laat met foto’s zien hoe wij mensen onze dromen, verwachtingen en angsten in het dier projecteren.Vanaf 16 januari is Fantastic Mr. Fox te zien. Fantastic Mr. Fox, naar een boek van Roald Dalh, gaat over een vadervos die de hoogste prioriteit geeft aan zijn gezin. Wanneer deze pater familias eten voor vrouw en kin-deren wil stelen van nabijgelegen boerderijen, krijgt hij het aan de stok met de boeren; er ontstaat een listige strijd tussen dier en mens. Deze animatiefilm van de jonge Amerikaanse regisseur Wes Anderson blinkt uit in techniek, sfeer en humor en werd internationaal door critici bejubeld.

RENOVATIE KASTEEL GROENEVELD Om ook in de toekomst vele mensen te kunnen ontvangen voor festivals, debat-ten en tentoonstellingen, wordt Kasteel Groeneveld gerenoveerd. Maandag 3 januari 2011 start de verbouwing van het koetshuis. Een noodbrug wordt aangelegd om het zware materieel over de gracht te vervoeren. De bouw-materialen worden opgeslagen in de binnentuin. Het hoofdgebouw blijft tot eind februari open voor publiek. Alle tentoonstellingen en het Grand Café draaien in januari en februari gewoon door. Voor de overlast van de bouwactiviteiten vragen wij uw begrip. Uiteraard proberen we dat tot een minimum te beperken.Via onze website (www.kasteelgroeneveld.nl) houden wij u op de hoogte van de werkzaamheden.

KASTEELCONCERTENZaterdagavondconcertenAanvang: 20.15 uurPrijs: losse kaarten ! 20,– (inclusief een drankje)22 JANUARIPianoduo Scholtens/Janssens: Lestaris Schotens (piano) Gwylim Janssens (piano)5 MAARTEmily Beynon (fluit) Andrew West (piano)

ZondagmiddagconcertenAanvang: 12.00 uur Prijs: losse kaarten ! 10,– kinderen tot 12 jaar ! 5,–6 FEBRUARIAnnemieke IJzerman (harp)Manuel Visser (altviool)20 MAARTJoanna Wronko (viool) Frank van der Laar (piano)

Meer informatie over de inhoud van de programma’s en abonnementen en kaartverkoop is te vinden op www.baarnsemuziekkring.nl of 035-6409392.

Page 50: GRNVLD 2010/04

IN HET VOLGENDE NUMMER:

Het jaarthema ‘mens en dier’ van kasteel Groeneveld is komend jaar prominent aanwezig in GRNVLD.

MET IN NR. 05 ONDER MEER: Weg van Vlees, over de relatie dier en mens in de

Nederlandse samenleving. Een essay door Paul Schnabel;

Wroeten in de relatie dier en mens. Een verslag door Jan Dobbe en

Gerrie Hondius van een tweedaags forum in Kasteel Groeneveld;

Dierenrechten in het geding. Erno Eskens en Coen Simon

kruisen de degens over wel of geen dierenrechten; Dieren in de kunst. Een verkenning door Pauline Terreehorst van de wijze

waarop dieren door de eeuwen heen zijn verbeeld; In MMM een recept voor

(stads)duif.

‘ MENS EN DIER’ OFTEWEL KNUFFELEN, KNUPPELEN EN KNUTSELEN

Als abonnee krijgt u GRNVLD, magazine over het verbinden van stad en land, vier keer per jaar toegestuurd. Daarnaast: als abonnee bent u automatisch donateur van de Stichting Kasteel Groeneveld. Als donateur

Abonnee worden kan op drie manieren:

aan Stichting Kasteel Groeneveld, Antwoordnummer 586, 3740 VB Baarn, een postzegel is niet nodig

@kasteelgroeneveld.nl

Page 51: GRNVLD 2010/04
Page 52: GRNVLD 2010/04

Kasteel Groeneveld, Buitenplaats voor stad en land, van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit raakt mensen zodanig dat zij zich verantwoordelijke voelen voor landschap en platteland.

Uit: essay van Marcel Proust