Grenzenloos Magazine 8 - Sept 2014
-
Upload
grenzenloos-magazine-books -
Category
Documents
-
view
218 -
download
0
description
Transcript of Grenzenloos Magazine 8 - Sept 2014
1
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
Liesbeth Arts Memorabele terugreis
naar Frankrijk
GRENZENLOOSMAGAZINE
EMIGRATIE MET TEGENSLAGEN Canada als bestemming
NR 8
Sep 2014
Uitgeverij Grenzenloos
Grenzenloos.nl
NETWERKEN ALS HULPMIDDEL Tips om succesvol te netwerken
NOMADE VOOR HET VADERLAND Oud-ambtenaar Buitenlandse Dienst verhaalt
2
WEDEROM AAN DE SLAG
De zomer loopt op zijn eind en september
betekent terug in het ritme van alledag. Voor
velen vaak ook een moment om na te denken of het
niet tijd is om de boel om te gooien. Zit het land
waar u op vakantie was nog steeds in uw hoofd?
Droomt u stilletjes of openlijk om een paar jaar of
langer nog Nederland te verlaten en het avontuur
te zoeken in uw droomland? Deze editie van
Grenzenloos Magazine kan u misschien van dienst
zijn. Bijvoorbeeld met handige tips om uw netwerk
uit te breiden en te onderhouden. Een goed netwerk
kan namelijk zeer van pas komen bij een emigratie.
Laat ons gerust weer weten wat u van deze editie
vindt. Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd.
Wij zijn te bereiken via [email protected]
Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, elke
laatste vrijdag van de maand.
Veel leesplezier!
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur
Twitter: @ericjanvandorp
Colofon
GRENZENLOOS MAGAZINEGratis online magazine voor emigranten,
expats en tweedehuisbezitters.
Verschijnt 12 x per jaar, elke laatste
vrijdag van de maand.
Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos,
een imprint van VanDorp Uitgevers
Voor meer informatie of adverteren,
kijk op www.grenzenloos.nl
of mail naar [email protected]
In dit nummer staan bijdragen van:
Rob Tol
Liesbeth Arts
Ronald A.R. Aarsen
Sjef Mulders
Josie Kneepkens
Ellen Smulders
David Scherpenhuizen
Eric Jan van Dorp
Coverfoto: Kholodnitskiy Maksim
Copyright©2014 VanDorp Uitgevers
Op de teksten en foto’s in deze uitgave
rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave
mag worden opgeslagen, gekopieerd
of op andere wijze dan ook worden
verveelvoudigd en/of verspreid,
zonder uitdrukkelijke en schriftelijke
toestemming van de uitgever.
Welkom
3
Nieuws
Emigreren? Gebruik je netwerk
Nomade voor het vaderland
Uit je comfortzone
Emigreren met tegenslagen
Afstanden
4
8
12
18
26
32
Inhoudsopgave
Ferragosto26
4
Tot voor kort kon u als buitenlands
belastingplichtige kiezen om in Nederland
behandeld te worden als binnenlands
belastingplichtige. U woonde in het buitenland,
maar ontving een inkomen uit Nederland én
omdat dit inkomen in Nederland werd belast,
wilde u ook graag gebruik maken van de fiscale
mogelijkheden zoals de hypotheekrenteaftrek.
Daarom kóós u voor behandeling als
binnenlands belastingplichtige. Deze keuze had
ook een aantal nadelen maar over het algemeen
wogen de voordelen van deze regeling op tegen
de nadelen.
Vanaf 1 januari 2015 komt deze keuze te
vervallen en bepaalt de belastingdienst of
u in aanmerking komt voor behandeling
als binnenlands belastingplichtige oftewel
of u zich “kwalificeert” als binnenlands
belastingplichtige. Weg keuze, voortaan besluit
de fiscus of u aan de voorwaarden voor deze
regeling voldoet.
Voorwaarden
Grofweg komt het erop neer dat minimaal 90
procent van het (gezins)inkomen belast moet
worden in Nederland. Is dit het geval? Dán
kwalificeert u zich automatisch. Is dit niet
(meer) het geval dan kwalificeert u zich niet én
kunt u dus ook geen gebruik meer maken van
de hypotheekrenteaftrek in Nederland.
Een overgangsmaatregel is er (voorlopig?)
nog niet, dus in een behoorlijk aantal situaties
brengt deze nieuwe regeling vervelende
consequenties met zich mee en dat kan u al
gauw duizenden euro’s per jaar kosten.
In welke situatie?
Dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor
mensen die onder meer:
• Gedeeltelijk inkomen hebben in hun
woonland;
• Pensioen of ander inkomen hebben dat is
toegewezen voor belastingheffing aan het
woonland;
• Een partner hebben die in het woonland
werkt;
• Veel vermogen hebben.
Bron: Mondi.nl
Tekst: Ellen Smulders
EINDE HYPOTHEEKRENTEAFTREK VOOR NEDERLANDERS IN HET BUITENLAND
Nieuws
5
Amsterdam is volgens de website
Expatfinder de aantrekkelijkste stad om
een aan jaren te leven als jonge expat. Behalve
dat Amsterdam een aantrekkelijke jongerenstad
is wordt ook de aanwezigheid van veel cultuur
en geschiedenis als leerzaam betiteld.
Amsterdam wordt in de top 10 gevolgd door
Shanghai en het Australische Perth, dat de
ideale stad is om doordeweeks te werken en in
het weekend heerlijk te relaxen op onder meer
de mooiste stranden van het land.
De Israelische stad Tel Aviv is een opvallende
nummer 4. Het is volgens Expatfinder de
tweede grootste stadseconomie (na Dubai, dat
in deze lijst de nummer 7 positie inneemt) in
het Midden-Oosten en als zodanig een bron van
mogelijkheden voor jonge expats.
De Tsjechische hoofdstad Praag is op plaats
8 de enige andere Europese stad. Volgens
Expatfinder is deze stad een aantrekkelijke
mix van een historische en moderne stad èn
aantrekkelijk voor bierliefhebbers....
De volledige top 10 is:
1. Amsterdam
2. Shanghai (China)
3. Perth (Australie)
4. Tel Aviv (Israel)
5. Seoul (Zuid Korea)
6. Sao Paulo (Brazilie)
7. Dubai (VAE)
8. Auckland (Nieuw-Zeeland)
9. Praag (Tsjechie)
10. Kaapstad (Zuid-Afrika)
Bron: Expatfinder.com
AMSTERDAM BESTE STAD VOOR JONGE EXPATSVOLGENS WEBSITE EXPATFINDER
Nieuws
6
De Zweden zijn van alle volkeren in
Europa het meest tevreden met hun
levensstandaard. Dit blijkt uit de laatste
Eurobarometer, een groot onderzoek binnen de
EU. Niet minder dan 60 procent van de Zweden
is ‘zeer tevreden’ volgens het onderzoek, en 37
procent stelt ‘best tevreden’ te zijn. Opgeteld
is dus 97 procent van de Zweden tevreden met
de eigen levensstandaard. Het klinkt bijna als
een verkiezingsuitslag in Noord-Korea, maar
volgens David Voidies
van de Eurobarometer in
Brussel klopt het cijfer
wel.
“Het is wat mensen
antwoorden op een
directe vraag. We
kunnen het alleen maar
vaststellen. Het resultaat
is niet verrassend omdat
Zweden of Denemarken,
afhankelijk van het
onderzoek, vaak
bovenaan staan”,
zegt Voidies tegen de
Europese nieuwssite
Europaportalen.
Tevreden Hollanders
Zweden is niet het enige land waarin de
tevredenheid groot is. Denemarken volgt
met 96 procent (waarvan 68 procent ‘zeer
tevreden’) op de voet. Ook van de inwoners van
Nederland, Luxemburg, Finland, Oostenrijk
en Groot-Brittannië zegt meer dan 90 procent
tevreden te zijn.
Tevredenheid lijkt gekoppeld te zijn aan
economische voorspoed. De mensen in Spanje,
Portugal, Griekenland, Italië en de Oost-
Europese EU-landen zijn het minst tevreden.
Bulgarije, een van de armste landen in Europa,
bungelt onderaan. Daar is maar 35 procent
tevreden.
Tevredenheid sluit zorgen in de toekomst niet
uit. Volgens hetzelfde onderzoek blijkt ook dat
14 procent van de Zweden bang is ooit arm te
worden. Maar dat is weinig vergeleken met de
Grieken. Daar vreest 56 procent arm te worden.
Bron: DeNieuweZweed.nl
Foto: Niclas Ström/imagebank.sweden.se
ZWEDEN ZIJN MEEST TEVREDEN VOLK IN EUROPA OOK NEDERLANDERS ZIJN TEVREDEN
Nieuws
7
Ruim 5.500 gepensioneerde Nederlanders
die woonachtig zijn in Duitsland zullen
waarschijnlijk hun besteedbaar inkomen
fors zien dalen de komende jaren. Door een
nieuw belastingverdrag tussen Nederland en
Duitsland moeten ze vanaf 2015 belasting
afdragen in Nederland.
Als het gezamenlijke inkomen uit pensioen,
lijfrente of sociale zekerheidsuitkering
boven de 15.000 euro uitkomt, moeten de
gepensioneerden daarover straks belasting
betalen in Nederland.
Aanpassing belastingverdrag
Doel van de Nederlandse overheid is het
belasten van de in Nederland opgebouwde
pensioenpremies. Bij het opbouwen van
het pensioen zijn de premies namelijk
onbelast. Pas bij het uitkeren moet de
gepensioneerde over dit ‘uitgestelde inkomen’
belasting betalen. Wanneer de ontvanger
in Duitsland is gaan wonen, loopt de staat
die belasting mis. Volgens het huidige
belastingverdrag met Duitsland uit 1959
moeten gepensioneerden in het woonland
belasting afdragen. Omdat het verdrag met
Duitsland komend jaar opnieuw wordt
vastgesteld, maakt de Nederlandse overheid
nu gebruik van de mogelijkheid om de regels
aan te passen.
De gepensioneerde Nederlanders zullen er
flink op achteruitgaan omdat het gemiddelde
pensioeninkomen rond de 55.000 euro ligt,
ruim boven de norm van 15.000 euro. In de
praktijk zou dit tot 28% minder besteedbaar
inkomen kunnen leiden.
Onrechtvaardig
Volgens de groep pensioneerden is de
komende aanpassing onrechtvaardig
omdat velen een huis in Duitsland
gekocht hebben op basis van
het inkomen dat ze nu
ontvangen. Ook verwijzen
zij naar de Organisatie
voor Economische
Samenwerking
en Ontwikkeling
(OESO) die stelt
dat belasting
heffen in het
woonland de
norm is.
De claim van
de Nederlandse
staat dat zij
inkomsten
misloopt is volgens
hen niet reëel omdat
emigranten geen
gebruik meer maken van
Nederlandse voorzieningen.
Na het zomerreces stemmen Tweede
en Eerste kamer over het voorstel. De
verwachting is dat beide kamers zullen
instemmen met de plannen.
Tekst: Eric Jan van Dorp
FORSE BELASTINGANSLAG DREIGT VOOR GEPENSIONEERDE NEDERLANDERS IN DUITSLAND
Nieuws
9
Wie voor langere of kortere tijd in het buitenland wil gaan wonen weet
dat dit een goede voorbereiding en een enorme berg energie kost. Het opbouwen en onderhouden van een netwerk kan een emigratie voor vertrek en na aankomst een stuk makkelijker maken. Je ziet het bij vrijwel alle emigranten terug.
Wanneer er plannen voor een vertrek naar het
buitenland worden gemaakt, wordt er via social
media contact gezocht met gelijkgestemden
en volop advies gevraagd. Na aankomst in het
nieuwe woonland kunnen eerdere emigranten
hulp bieden bij allerhande praktische zaken.
Wie kent een betrouwbare loodgieter, welke
internetprovider is het goedkoopst, waar kan ik
voordelig een aanhanger huren? Je netwerk kan
je helpen. En voor wie na emigratie zelfstandig
ondernemer wordt is een goed netwerk
helemaal van levensbelang.
Iedereen heeft een netwerk, maar hoe breid je
dat netwerk uit, hoe onderhoud je het en hoe
maak je optimaal gebruik van je netwerk?
Netwerk goeroe Rob Tol verklapt de 50 Do’s en
50 Don’ts op het gebied van netwerken in een
handig boekje dat nu ook als goedkoop eBook te
koop is.
Wat is netwerken?De basis van een goed netwerk is vertrouwen,
volgens Tol. De kracht van een netwerker is
in eerste instantie het geven van aandacht.
Het doel is het delen van kennis, informatie
en contacten. Waar het om gaat is dat je weet
wat je ermee wilt bereiken en hoe je je netwerk
ontwikkelt, gebruikt, uitbreidt en onderhoudt.
Netwerken draait vooral om het aangaan en
onderhouden van persoonlijke contacten die je
verder kunnen helpen. Netwerken is vaak geven
en soms iets ontvangen van iemand die jou dat
gunt en je afvragen wat je voor iemand kunt
betekenen.
Netwerken is de meest efficiënte en minst
kostbare manier om je doel te bereiken.
Het gaat er niet om wat je weet, maar wie je
kent. Persoonlijke relaties zijn vaak belangrijker
dan vakkennis op zich. Het gaat om de juiste
contacten.
Voorbeelden van Do’s bij netwerken:
Do: Begin met geven
Het werkwoord ‘geven’ staat in het
woordenboek op de juiste plaats, namelijk voor
het werkwoord ’gunnen’. Een netwerk is er
niet alleen voor jou, het is de bedoeling dat je
contacten er ook iets wijzer van worden. Het
gaat dan niet over euro’s. Je netwerk werkt als
een constante stroom van informatie, ideeën
en contacten tussen jou en de mensen om
je heen. Netwerken is vooral geven en soms
iets ontvangen van iemand die jou dat gunt.
Bepaal hoe jij de ander kunt helpen zijn doel te
bereiken.
Blijf je altijd afvragen wat je voor iemand kan
betekenen. Het gaat om het geven van jouw
aandacht en de aandacht van de ontvanger die
je mogelijk terugkrijgt. De bereidheid om in ruil
voor het gegunde, informatie af te staan. Dit
kan een e-mailadres, een profiel, een tip, wat
commentaar, een like of een retweet zijn. De
bedoeling is dat er op lange termijn wellicht een
ruil plaatsvindt. Dat kan met de ontvanger zijn,
Netwerken
10
Netwerken
maar het kan ook van een derde partij zijn. Geef
dus aandacht en je netwerk gaat voor je werken.
Do: Netwerken is wederzijds
We leven in een netwerkmaatschappij, zowel
online als offline. Netwerken is niet: ‘Jij geeft en
ik neem.’ Het is ook niet ‘Ik geef en wil zo snel
mogelijk hetzelfde maar liefst iets meer terug.’
Netwerken is wederzijds, tweerichtingsverkeer,
een dialoog tussen mensen. Kansen zien,
pionieren, ergens op afgaan, een afspraak
maken, kortom: actie leidt tot reactie.
Netwerken is het leggen en onderhouden van
contacten die je verder kunnen helpen in je
werk, je carrière en je privéleven. Maar dat is
slechts één kant van de medaille. Je netwerk is
er niet alleen voor jou, het dient wederzijds te
werken. Het is de bedoeling dat ook anderen er
iets wijzer van worden. Gunnen is het nieuwe
geven en een belangrijke nieuwe vorm van
ondernemen. Help mensen in je netwerk aan
informatie en nieuwe contacten en geef iemand
net de tip waar hij blij van wordt. Zo help je
elkaar.
Do: Bied hulp aan
Iemand helpen met het oog op een toekomstig
voordeel is geen netwerken, dat is ruilhandel.
Bij ruilhandel is het wederzijdse voordeel
hooguit éénmalig. Als jij overduidelijk het ‘voor
wat hoort wat’ principe hanteert, treedt het
gevoel van wederkerigheid minder sterk op. Je
hulp wordt er misschien zelfs door geweigerd.
Als jij je hulp geeft uit oprechte interesse in je
netwerkrelatie, als jij geeft zonder intentie daar
iets voor terug te krijgen, ontstaat altijd een
gezonde vorm van wederkerigheid. Je weet niet
in welke vorm, je weet niet wanneer, je weet
zelfs niet uit welke hoek het zal komen, maar er
komt altijd iets terug.
Hulp bieden heeft nog een andere leuke
consequentie: omdat jij je hulp hebt gegeven
zonder er ook maar iets voor terug te
verwachten, ben je blij verrast door wat je terug
ontvangt! Als dit ook gegeven is vanuit oprechte
interesse, ontstaat bij jou de wederkerigheid. Jij
wilt beslist iets terugdoen voor je relatie, je gaat
diep nadenken over waarmee je jouw relatie
kunt helpen.
Voorbeelden van Don’ts bij netwerken:
Don’t: Je familie verwaarlozen
Je familie is je allereerste netwerk, waar je in
je jeugd geheel afhankelijk van was. Koester je
familieleden en zorg voor regelmatig contact.
Tegenwoordig draaien familiebedrijven
opvallend goed. Mede door de hechte band en
het bewust iets goeds willen nalaten aan hun
kinderen. Familie kies je niet, in tegenstelling
tot vrienden. Een vriend kun je verwaarlozen,
11
een verliefdheid kan overgaan, maar een
familielid blijft familie. Heb je je eigen familie
verwaarloosd toen je het druk had? Als je
uitgewerkt bent, zit je helaas alleen. Dan moet je
langzaam weer je familienetwerk opbouwen.
Onderzoek toont aan dat veel hulp afkomstig is
van de familieleden. Actieve ouders helpen hun
kinderen. Op oudere leeftijd zorgen de kinderen
voor hun ouders. Weten wat je familie doet kan
nuttig en leuk zijn. Omgekeerd is het nuttig dat
zij weten wat jij doet. Je hoeft echt niet een hele
verjaardag over werk te praten, maar je kunt
aangenaam verrast worden als ze je in contact
kunnen brengen met je doelgroep.
Don’t: Te veel vrienden
Met name op social media hebben we het over
vrienden. Op LinkedIn hebben ondernemers
gemiddeld 250 contacten. Sommigen gaan er prat
op dat ze meer dan 1000 contacten hebben op
LinkedIn of 2000 volgers op Twitter. Terwijl het
eigenlijk gaat om de kwaliteit van de contacten.
In Nederland kennen we maar vijf mensen goed.
Met goed kennen wordt bedoeld: je weet hun
ambitie. Je weet hun vooropleiding, hoeveel
broers en zussen ze hebben en welke hobbies ze
hebben. Laat deze dierbare relaties weten wat je
zoekt en wat je komt brengen.
Ontvrienden is een nieuw werkwoord geworden
en zelfs tot het woord van het jaar 2009 gekozen.
Het gaat hier om bepaalde wildgroei in je
vriendenlijsten online op te schonen. Realiseer
je dat studievrienden niet altijd studievrienden
blijven. Zij worden alumni, maken carrière
of worden succesvol ondernemer. Investeer
in deze vrienden door regelmatig contact
te houden. Wanneer zij uiteindelijk ergens
belangrijke posities innemen, heb je een mooie
binnenkomer.’
Don’t: Namedropping
‘In een gesprek namen van bekende personen
laten vallen die je blijkbaar kent, om te laten zien
dat je zelf niet zomaar iemand bent. Dat is name-
dropping. Een goed Nederlands woord hebben
we er niet voor.
Af en toe, als het uitkomt en het past kan je wel
eens een bekende naam noemen van mensen
die je kent. Maar ga er niet mee strooien te pas
en te onpas zo van: ‘Ik ken heel veel belangrijke
mensen.’ Wie ken je eigenlijk goed? We kennen
niet eens meer onze buren. Laat staan de
honderden contacten die we online hebben.
Wees eerlijk: wie heeft de tijd voor meer dan
een handvol echte vrienden? De meeste mensen
hebben een vijftal vrienden, meer niet! De
vraag is of daar dan een bekende Nederlander
bij zit. Dus wees kritisch naar mensen die aan
namedropping doen en begin er zelf niet aan of
er moet zich een bekende Nederlander in je inner
circle bevinden.’
Netwerken
De 3 Do’s en 3 Don’ts uit dit artikel zijn
slechts 6 voorbeelden van de 100 die Rob
Tol verzameld heeft.
Alle 100 Do’s & Don’ts lezen?
Het uitgebreide eBook van Rob Tol is te
koop voor slechts 4,99 bij onder andere
Bol.com.
Bestel hier het eBook 50 Do’s & 50 Don’ts
13
O ja, die malaria. Ik herinner me nog goed
dat op de dag dat ik van Dar es Salaam
weer naar Nederland terug zou vliegen, ik na
een koortsig doorwaakte nacht in het hotel
me ‘s morgensvroeg op de artsenpost van
ontwikkelingshulp op malaria liet testen.
Normaal gesproken ben ik geen hypochonder
maar ik was al een paar dagen niet lekker, had
lichte koorts en voelde een stekende hoofdpijn
opkomen waar ik normaal nooit last van heb.
Ik meende de symptomen van malaria te
herkennen zoals die in het boekje Hoe blijf ik
gezond in de tropen werden beschreven en
begon me al ongerust te maken. M’n vrouw zou
me ongetwijfeld hebben gerustgesteld en met
een aspirientje of een paracetamol zoals dat
tegenwoordig heet naar bed gestuurd hebben en
me mogelijk nog een hete grog gebracht.
O ja, in de morsige wachtkamer trof ik tot
mijn verrassing Anton, de jonge deskundige
uit Wageningen wiens project op Zanzibar ik
een paar weken daarvoor had bezocht. Een
vrolijke en energieke jongeman met een kop
vol melkboerenhondenhaar dat alle kanten
uitstond. Een echte zoon van het platteland.
Ik maakte kennis met hem toen hij op weg
naar zijn eerste vrijwilligerswerk in Afrika de
ambassade in Dar es Salaam bezocht waar we
zijn project doornamen en afspraken dat ik een
paar dagen langs zou komen voor mijn drie
maanden in Tanzania om waren en ik weer naar
Nederland zou vertrekken.
Hij overnachtte een paar dagen in hetzelfde
hotel als ik en we konden het samen goed
vinden. Aan de rand van het zwembad vertelde
hij over het werk wat hij ging doen voor het
‘Zanzibar Forestry Project’ dat tot doel had
ontbossing door het excessief gebruik van hout
voor koken en het maken van houtskool tegen
te gaan.
Met een grijns vertelde hij: ‘Gisteravond werd
ik op mijn kamer gebeld door een vrouw die zei:
‘Do you want to have some fun?’. Ik wist niet
zeker wat ze bedoelde en heb maar opgelegd.’
Ik moest lachen om zijn naïviteit en zei: ‘Nou
daar kan je inderdaad beter niet op in gaan als
je geen geslachtsziekte op wilt lopen.’
‘Ja, ik dacht al dat ik wist wat ze bedoelde, maar
durfde het niet te vragen.’
‘Aan mij of aan haar?’ ‘Aan haar.’
Op de heenweg naar het eiland had ik geen
plaats meer kunnen krijgen op de oude maar
snelle Russische draagvleugelboot die was
volgeboekt en moest daarom de nog oudere
overbeladen veerboot nemen waarop de roest
zich als een uitbraak van mazelen over de
eens zo witte romp had verspreid en ik de mij
aangeboden plaats in de met enige fantasie als
lounge bestempelde ruimte onderdeks afwees.
Al op de loopplank vroeg ik mij af of ik er goed
aan had gedaan om op dit varende wrak de
overtocht te maken.
Niet alleen een opkomende claustrofobie
maar ook de verschrikkelijke en penetrante
zweetlucht in die donkere en overvolle cabine,
waar in de plotselinge stilte zeker vijftig
donkere hoofden naar mij opkeken toen ze mijn
witte benen de nauwe ijzeren scheepstrap zagen
afkomen, deed me kokhalzen en terugdeinzen.
Het idee daar te moeten zitten als het schip
zou kapseizen liet me huiveren. Met een
zenuwachtig en verontschuldigend lachje keek
Buitenlandse dienst
14
ik nog even over mijn schouder terwijl ik snel
met mijn hand aan de leuning het steile trapje
weer opging, en zag tot mijn vernedering al
die meewarige ogen waarin het wit schitterde
naar mij staren. Ik dacht zelfs in het weer aan-
zwellende geroezemoes een enkele schampere
lach te horen.
Mijn herinneringen aan journaalbeelden van
gezonken veerboten in de Filippijnen lieten me
zelfs niet los toen ik bij gebrek aan een zitplaats
de hele overtocht op een ongemakkelijke
traptrede halverwege de brug doorbracht omdat
alle banken door passagiers bezet waren en op
het overvolle dek elke vierkante meter in beslag
genomen werd door stapels koffers, bundels
kleding, ja zelfs geiten en kooien met pluimvee.
Die onheilspellende gedachten werden
werkelijkheid toen achttien jaar later twee
voorbeschikte en, gezien de staat van onderhoud
van de schepen, onafwendbare rampen zich
voltrokken waarbij de Spice Islander en de Skagit
in 2011 en 2012 kapseisden. De Spice Islander
kon 800 passagiers vervoeren maar had er 2.470
aan boord waarvan ruim 1.600 verdronken vlak
voor de kust van Zanzibar.
De zee had die dag echter een prachtige
groenblauwe kleur met een lange kalme golfslag.
Er stond een verfrissend windje waardoor de
overtocht toch nog een plezierreis werd, niet
in het minst door de aanblik van die kleurrijke
mensenmassa aan dek waarvan enkelen op
een spiritus of benzinebrander thee zetten en
zelfs een potje kookten, terwijl talloze kinderen
zich daartussen onder veel gejoel en gelach
vermaakten en vriendschappen sloten. Af en toe
liep een ongeruste moeder langs die vervolgens
door vele wijzende vingers in de richting liep
waar de kinderen heen waren gerend.
Ik was op de dag van mijn vertrek naar huis
tegenover Anton op de ongemakkelijke houten
bank in de groezelige wachtkamer gaan zitten en
zag dat hij er zo mogelijk nog ellendiger uitzag
dan ik. Zijn kleding was gekreukeld, hij sprak
haperend met een vermoeide en slepende stem
terwijl hij zijn hoofd nauwelijks ophief.
‘Ik heb al twee dagen hoge koorts en kon
vanmorgen vroeg op het laatste nippertje met een
chartervlucht uit Zanzibar meevliegen. Omdat
ik het niet vertrouw laat ik me maar even op
malaria testen. Ik zou vandaag toch al met de
middagboot naar Dar es Salaam komen omdat we
morgen met alle landbouwjongens in Tanzania
een vergadering op de ambassade hebben.’
Zijn ogen stonden koortsig en rood omrand in
een bleek gezicht en op zijn voorhoofd parelden
zweetdruppels. Hij zat met trillende handen
onder de oksels geklemd voorovergebogen op
zijn stoel en ik had de indruk dat hij mij amper
herkende.
Anton reageerde bijna niet en gaf geen antwoord
toen ik vergeefs probeerde hem op te monteren.
Ik haalde herinneringen op over het weekend
dat we aan het eind van mijn bezoek hadden
doorgebracht in Stone Town, de havenplaats van
Zanzibar met zijn witte kalkstenen huizen en zijn
smalle steegjes waar je elkaar alleen kon passeren
als een van beide met zijn rug tegen de muur ging
staan. De limestone muren die in het zonlicht zo
oogverblindend schitterden dat je de ogen half
dicht moest knijpen.
Waar we, toen hij mij van de veerboot had
opgehaald, de oude slavenmarkt hadden bezocht
en de kerk met de gedenksteen aan Livingstone.
Buitenlandse dienst
15
Buitenlandse dienst
Hoe we diezelfde middag in de vissershaven een
moot tonijn hadden gekocht die net vers aan land
werd gebracht en door één van de vele smoezelige
jongetjes, die zich luidruchtig aan ons opdrongen,
op een houtskoolvuurtje werd geroosterd, die we
daarna verpakt in een krant meenamen en op een
bankje in de schaduw van de hoge jacaranda’s
die blauw in bloei stonden op aten. Waar we
in datzelfde armetierige stadsparkje laat in de
middag op hetzelfde ongemakkelijk bankje in
slaap vielen en nadat we wakker waren geworden
tot onze verbazing al onze spullen nog hadden.
En hoe we die zaterdagavond, toen een
verkoelend briesje vanuit zee kwam aanwaaien,
tot middernacht hadden zitten praten in
een eetgelegenheid op het open dak van een
gebouw in de oude havenstad. Vlak bij de kade
waar op een lange tafel na de maaltijd de lege
flesjes Tusker zich vermenigvuldigden, terwijl
de donkerte zich als een deken over de haven
uitspreidde en nog slechts enkele pinkelende
lichtjes op de voor anker liggende vissersschepen
in de baai te zien waren.
Het was niet het enige restaurantje dat door
een smal donker trappetje te bereiken was
op het platte dak van een van die gebouwen.
Uitkijkend over de stad zagen we ook op een
aantal andere daken opgewekt pratende mensen
die zich tot middernacht onder het schijnsel van
petroleumlampen vermaakten.
Ik zag hoe de jonge vrouw die de bestelling op
kwam nemen haar heup tegen Anton aandrukte
en met een uitnodigende glimlach vroeg: ‘Meat
or fish?’
Ze had een mooi regelmatig gebit met spierwitte
tanden en een matte fluweelachtig donkere huid.
‘What kind of fish?’, zei Anton die tot aan zijn
haarwortels kleurde.
‘Well, the catch of the day.’
‘And what’s the catch today?’, vroeg hij naar
haar opkijkend. ‘ Espada’, zwaardvis zei ze, de
Portugese naam noemend die kennelijk ook
in het Swahili gebruikt werd. We namen vlees
omdat we ‘s middags al tonijn hadden gegeten. Ze
lachte nog even over haar schouder naar Anton
toen ze heupwiegend naar de volgende gasten
liep.
Vlees of vis was de enige keus en toen iedereen
zijn voorkeur had uitgesproken werd de
grill aangestoken nog een rondje drinken
rondgebracht en een klein uur later werd de
maaltijd geserveerd.
16
Anton was veel jonger dan ik en vertelde die
avond geestdriftig over zijn eerste ervaringen met
zijn project waarvan hij twee maanden geleden de
leiding had overgenomen, over de verbeteringen
die hij had ingevoerd en het goede contact dat hij
inmiddels met zijn medewerkers had opgebouwd.
Ik had destijds de moed niet kunnen opbrengen
om hem over mijn slechte ervaringen met
ontwikkelingshulp in Azië en nu ook in Afrika te
vertellen. Waarom zou ik zijn enthousiasme met
mijn cynisme lastig vallen?
Hij kon die ochtend in de wachtkamer nauwelijks
interesse voor mijn woorden opbrengen en ik
liet hem dan ook over aan zijn eigen gedachten,
waarna ik me bezorgd wijdde aan mijn eigen
veronderstelde ziekte en de vergeelde posters aan
de muur bestudeerde die waarschuwden voor
HIV en opriepen tot het gebruik van condooms.
De uitslag van het bloedonderzoek zou pas
laat op die dag beschikbaar komen en worden
doorgegeven aan het ministerie in Den Haag.
Ik nam afscheid van Anton om ‘s middag naar
Nederland terug te vliegen en wenste hem het
allerbeste. Het laatste wat ik van hem zag was een
armzwaai uit de taxi die hem naar de ambassade
zou brengen, niet wetende dat mijn nieuwe
vriend een paar uur daarna in het plaatselijke
ziekenhuis zou worden opgenomen.
In Den Haag hoorde ik twee dagen later
opgelucht dat de test had uitgewezen dat ik geen
malaria had, maar een van de vele meerdaagse
koortsen die in die landen met enige regelmaat
voorkwamen. Op mijn vraag hoe het met de
landbouwman uit Zanzibar was gesteld hoorde
ik tot mijn ontzetting dat Anton onverwacht snel
was overleden aan een malaria tropica die zich
had ontwikkeld tot een cerebrale malaria waarbij
de bloedvaatjes in de hersens verstopt raken en
de sterftekans hoger dan negentig procent is.
Mijn eerste egoïstische gedachte was dat
het mij ook had kunnen overkomen, maar
onmiddellijk daarna moest ik terugdenken aan
zijn enthousiasme voor het werk waaraan hij was
begonnen en de dromen die hij had. Wat een
tragedie. Gelukkig had hij geen gezin en over een
vriendin had hij me nooit iets verteld. Ik was er
kapot van en het overschaduwde mijn blijdschap
om weer thuis te zijn.
Tekst: Ronald A.R. Aarsen
Foto’s: Florian Klauer, Chris Sardegna
Buitenlandse dienst
Ditiseenpublicatieuitdesemi-autobiografieDeKanseliervanRonaldA.R.Aarsen,oud-ambtenaarBuitenlandseDienst.AarsenwasondermeerwerkzaamopNederlandseambasadesinDuitsland,IndonesieendiverseAfrikaanselanden.
BestelDeKanselierbijBol.com
17
Hollandse zekerheidtijdens uw buitenlands avontuur!
OOM Verzekeringen
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
VERZEKERINGENoom
Hollandse zekerheid
RINGEN
144305 _00M_Adv_Grenzenloosmagazine.indd 1 04-08-14 13:27
EEN EIGEN RESTAURANT AAN DE ZONNIGE COSTA
Robert en Ariane zijn net dertig als zij hun internetbedrijf in Nederland verkopen. Tegen alle verwachtingen in investeren ze hun geld in een Bagles & Salads restaurant in Nerja, Andalusia.
In het boek Toekomst & Tapas beschrijft Ariane op meeslepende wijze het avontuur dat volgt.
Een absolute must-read voor iedereen met interesse in wonen en/of ondernemen in Spanje.
Toekomst & TapasAriane van Wijk isbn 978 94 61851 000 Uitgeverij Grenzenloos
Te bestellen o.a. via Bol.com Amazon.es Emigratieboek.nl
w w w.emig rat ieb o ek .n l
Toekomst & Tapas
w w w.g renzen lo os .n l
18
Wonen in Frankrijk
Liesbeth Arts woont samen met haar man Henk sinds een paar jaar in
de Auvergne. Vorig jaar verscheen het eerste boek van Liesbeth, waarin ze op enthousiaste wijze vertelt over haar emigratie. Daarnaast schrijft ze met regelmaat veelgelezen columns over haar allerdaagse belevenissen in Frankrijk.
Om de benzinekosten te kunnen delen heeft
Liesbeth een voor de terugreis na een bezek
aan Nederland meerijders gezocht en
gevonden. Een vader en zijn dochtertje maken
graag van haar aanbod gebruik om samen
richting Frankrijk te rijden.
Ze staan al klaar als ik aankom. De vader, een
keurige eind-vijftiger en zijn dochter, geen
peuter maar een leuk pubermeisje.
We stellen ons aan elkaar voor en nadat de
koffers in de auto zijn gezet en vader het huis
heeft afgesloten vertrekken we.
“Ik heb gezegd dat het geen luxe auto is hè,” zeg
ik lachend maar inwendig wat verlegen met de
situatie.
Deze mensen zijn een heel ander
vervoersmiddel gewend, dat is duidelijk.
“Nee hoor, geen enkel probleem,” zegt de man
vriendelijk, “we zijn blij dat we mee kunnen
rijden en hij rijdt toch?”
Om mij gerust te stellen voegt hij er aan toe dat
LIESBETHUIT JE COMFORTZONE (2)
19
Liesbeth
hij graag in een Renault Espace rijdt, hij heeft
er zelf ook één. Maar die van hem staat ondanks
zijn beduidend jongere leeftijd nu bij de garage,
en die van mij rijdt in ieder geval.
“Tja, dit is voor mij ook weer eens wat
anders,”zegt de man zorgeloos, “ik reis het
traject Parijs-Nederland vrij vaak en meestal
ben ik degene die de lift aanbiedt.”
Ik vertel hem dat dit de eerste keer is dat
ik mensen georganiseerd meeneem. Dat ik
geaarzeld heb om co-voiturage voor te stellen,
vanwege mijn oude auto, maar dat deze oude
brik zich op de heenweg zo goed gedragen heeft,
dat ik toch maar een bericht heb geplaatst op
nederlanders.fr.
Dat er vervolgens niemand reageerde en dat
ik erg verrast was dat zijn vrouw vanochtend
op de valreep nog belde. Ze heeft zeker mijn
blogverhaaltje ‘In z’n drie door Vichy’ niet
gelezen,” vraag ik lachend.
Ik vertel hem het verhaal over mijn autopech
en de helse rit die ik heb gehad. Hij ziet de
grappigheid er blijkbaar ook van in want
hij moet lachen. Zo, de kop is eraf, denk ik
opgelucht. Op naar Parijs.
“Nou, zo te horen klinkt de auto nu toch goed,
hij haalt wel hoor!” zegt de man bemoedigend.
“Maar woon jij nu in Breda of in Parijs?”
vraag ik nieuwsgierig. Het blijkt beiden het
geval te zijn. Zijn vrouw werkt in Parijs en
heeft daarnaast ook een baan in Nederland,
vanwege haar werk pendelen ze nu een
beetje heen en weer. Hij is tot voor kort
een hoge officier bij Nederlandse defensie
geweest, in de diplomatieke dienst. “Zo,
dus ik ben in hoog gezelschap,” constateer
ik lachend. “Ach,” antwoordt hij, “wat
zal ik zeggen, in principe wel, maar ik ben
niet meer in functie hoor. Die legerbaan is
voorbij en in feite ben ik nu een vrij burgerman,
daardoor kan ik nu nog meer genieten van het
dubbelleven Parijs-Nederland.
Ik zit in de comfortabele positie dat ik kan
kiezen, een oriënterende fase, kijken wat ik nog
wil gaan doen.”
Wat een interessante man denk ik met enig
ontzag, wat leuk dat hij zo open is.
Voor mij is iemand uit het leger, zeker met
zo’n hoge rang één en al gezag, autoriteit en
afstandelijkheid, daar zou ik dit nooit van
verwachten.
Een grappige situatie schiet door m’n hoofd.
Er is al het hele weekend sinds ik in Nederland
ben van alles te doen rondom de ‘Nucleaire top’,
die zal plaatsvinden in Den Haag.
Rijkswegen die afgezet zijn, extra security.
Wij rijden Nederland dan wel uit, maar je weet
het nooit, deze auto heeft al meerdere keren de
aandacht van de douane getrokken, wat als we
aangehouden worden? Dan rijd ik hier zowaar
met de defensietop de grens over!
“Oh, dus ik zit hartstikke goed met jou naast me
als we aangehouden worden,” grap ik vrolijk.
20
Wonen in Frankrijk
Ik zie het al helemaal voor me, de douane die
denkt een stelletje alternatieve actievoerders
aan te houden en dan kom ik met hem op de
proppen.
Jammer wat een kans, reden we maar richting
Nederland, dan was de pakkans groter. Dat zou
ik nu graag eens mee willen maken.
Net als vroeger, toen ik met een vriendje liftend
naar Frankrijk trok. Dat was trouwens precies de
omgekeerde situatie; een keurige heer nam ons,
‘langharig tuig’ mee de grens België - Frankrijk
over.
We moesten stoppen want de douane kreeg ons
in het vizier. De arme man mocht helaas ook niet
verder. Onze bagage werd onderzocht en ja hoor,
beet!
Triomfantelijk viste de douanier een plastic zakje
voor één vierde gevuld met wit poeder uit één
van de rugzakken. De douaniers waren in alle
staten van opwinding, dit was de ‘betere’ vangst!
Het zakje ging van hand tot hand en verdween,
met een douanier mee naar een andere ruimte.
Het wachten, op dat wat wij al wisten wat
zou gaan komen, begon. De man wachtte
noodgedwongen mee.
Na anderhalf uur kwam een duidelijk
teleurgestelde douanier onvriendelijk zeggen dat
we mochten vertrekken.
Ondanks zijn stoere onverzorgde uiterlijk had
mijn vriendje een keurig en zeer zorgzaam
moedertje en die had nog net voor we vertrokken,
ondanks onze protesten, een zakje waspoeder in
zijn tas weggemoffeld.
Het was wel erg sneu voor deze douaniers en
onze liftgever, die ons overigens toch gewoon
weer mee verder nam. Wat een situatie!
Dagenlang hebben we er lol om gehad.
Mijn emotionele bui, die mij aan het begin van
mijn bezoek aan Nederland was overvallen,
begint op te klaren. Ik ben weer in m’n element,
lekker reizen en ondertussen ook nog van
gedachten wisselen met iemand die een totaal
ander leven heeft dan ik. Leuk deze onverwachte
ontmoeting!
De man vertelt verder over zijn vroegere leven
als diplomaat, dat hij dus met zijn gezin de halve
wereld over gezworven heeft. Hij heeft maar liefst
vijf kinderen, die allemaal minimaal drietalig
zijn. Opgegroeid in het buitenland, internationale
scholen. Maar ook over de moeilijke keuzes waar
je als diplomaat soms voor gesteld staat.
Wow, dat is echt iets wat ik ontzettend
interessant vind! Wat leuk om eens een kijkje te
krijgen in zo’n andere wereld.
Maar we hebben toch ook aardig wat
gemeenschappelijke ervaringen.
We bespreken hoe je leven verandert als je
eenmaal in het buitenland woont. Elke emigrant
is toch een soort avonturier.
“Daarom neem ik graag lifters mee,” zegt de man,
“je ontmoet altijd mensen met een bijzonder
verhaal!”
“Zou jij weer echt helemaal in Nederland kunnen
wonen?” vraag ik geïnteresseerd, dit is natuurlijk
ook mijn actuele thema; ik moet keuzes maken.
Hij geeft aan dat hij zich dat ook niet meer kan
voorstellen, dat je verandert naarmate je langer
uit Nederland weg bent.
Je vervreemdt van je geboorteland en de
achterblijvers begrijpen je steeds minder, je krijgt
steeds minder gemeenschappelijke ervaringen.
En dat dat soms heel jammer of pijnlijk is, is iets
wat ook bij hem heeft gespeeld.
Zie je wel denk ik, geld heeft hier dus helemaal
niets mee te maken.
21
Geanimeerd vertel ik mijn verhaal, over Henk
die bassist is, over de jazzclub, het werken met
muzikanten, maar ook dat ik weer terug ben naar
mijn leven als artiest, dat ik nu ook in Frankrijk
begin door te breken en dat ik daar erg trots op
ben. En natuurlijk vertel ik over mijn boek en m’n
schrijverij.
Hoe blij ik ben met mijn leven maar dat de
economische situatie mij toch erg in verwarring
brengt.
Hij luistert geïnteresseerd naar mijn verhaal.
“Nou,” reageert hij lachend, “als ik jou zo hoor,
zou ik lekker doorgaan waar ik mee bezig was. Uit
alles blijkt dat daar jouw hart ligt en ik denk ook
dat je dat ontzettend goed doet.”
Wat een leuk compliment en wat een speciale
autorit!
“Jaha,” zegt de man, “muziek is in mijn familie
ook altijd belangrijk geweest, vooral klassieke
muziek.”
Natuurlijk, denk ik, dat lijkt me logisch,
volkomen in de lijn van mijn verwachtingen.
“Maar ook hardrock,” vervolgt hij.
“Echt waar?” verwonderd kijk ik hem aan.
Hij lacht een beetje geheimzinnig.
“Je weet inmiddels mijn achternaam...”
“Adje!” roep ik verrast uit. “De gitarist van uh...”
“Whitesnake en VandenBerg,” vult hij aan.
“Nee, echt waar, is dat jouw broer? Wat
bijzonder!”
“Ja,” zegt de man trots, “Ad heeft weer een
nieuwe band bij elkaar en binnenkort hebben
ze een optreden in Parijs, dan ben ik zeker ook
van de partij met mijn gezin, reken maar dat wij
vooraan zitten!”
Ik moet lachen.
Wat is het leven toch wonderlijk. Alles
aan deze man is anders dan ik
me had voorgesteld.
Zit ik hier ineens
ook nog met de
broer van een
bekende
hardrock
gitarist in
de auto.
Mijn
stemming
is vrolijk
en luchtig
geworden.
Dit zou ik
nooit meer
willen missen. Ik
houd van vreemde en
onverwachte ontmoetingen
en nieuwe situaties, sinds mijn
leven in Frankrijk zit het hier vol van.
Zelfs deze man met het ogenschijnlijk keurige
leven is een soort van vrijbuiter, net als ik.
En daarom kunnen we het, ondanks het
verschillende sociale milieu waarin we leven, toch
ontzettend goed vinden met elkaar. Wat maakt
het uit dat we nu in deze oude brik zitten, we
rijden en bereiken beiden ons doel. Hij Parijs en
ik straks de Auvergne.
Zijn dochter zit al die tijd keurig en stilletjes
achterin, waarschijnlijk kan ze door de herrie van
de auto ons gesprek maar amper volgen. Als ik
zeg dat ik het rot vind dat ze op deze manier zo
buitengesloten wordt, lacht ze lief. Het is geen
probleem, ze heeft haar iPhone.
Liesbeth
22
De tijd is omgevlogen en we naderen Parijs. Vader
en dochter moeten naar het stadscentrum, maar
we hebben afgesproken dat ik hen afzet bij het
treinstation van vliegveld Charles de Gaulle. Kan
ik gemakkelijk de snelweg weer opdraaien en voor
hen is het dan nog maar een klein stukje met de
trein.
We rijden de dépose minute bij het treinstation op.
Het is gelukkig niet druk. Ze halen hun koffers uit
de achterbak, hij geeft me een bijdrage voor de rit,
ik geef hem een visitekaartje van Henk en van mij.
Vrolijk schudden we elkaar de hand en wensen
elkaar een goede reis.
Ik stap weer in de auto, draai schuin achteruit het
parkeervak uit en terwijl ik optrek zie ik ze over
mijn schouder nog net het gebouw binnenstappen.
Zo, dat was leuk en nog een centje verdiend ook,
geweldig! Ik ben vrolijk en blij, het leven is mooi!
Ik geef gas, schakel naar z’n twee maar dan ineens
hoor ik een enorme knal en mijn linkervoet schiet
naar beneden en rust nu, samen met het pedaal,
op de bodem van de auto……
“Oh nee, niet wéér!” roep ik hartgrondig uit terwijl
ik de auto weer snel een parkeervak in stuur.
“Oh God, wat nu....?”
(wordt vervolgd)
Wonen in Frankrijk
Als Lies op een avond Henk ontmoet
slaan de vonken direct over. Behalve hun
artiestenbestaan blijkt al snel dat ze ook
hun passie voor Frankrijk delen.
Het begint met dromen over later als...
maar hun enthousiasme haalt de droom
in. Samen storten ze zich in het avontuur
en belanden van het ene toeval in het
andere. Een verhaal vol humor, over
passie en durf, dromen en aanpakken,
liefde en loslaten maar vooral over
verwondering.
Toekomstmuziek in FrankrijkDromen over de grens
Elisabeth Arts
UItgeverij GrenzenloosISBN 9789461850638
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij:Bol.com en Emigratieboek.nl
23
Elke laatste vrijdag van de maand verschijnt er
een nieuwe editie van Grenzenloos Magazine.
Maar wist u al dat Grenzenloos Magazine dagelijks
actueel interessant nieuws publiceert via Facebook
en Twitter? Speciaal uitgezocht voor (potentiele)
emigranten, expats en bezitters van een tweede
huis over de grens. Nieuws waarmee u op de
hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen die ook
voor u belangrijk kunnen zijn.
Wanneer u de Grenzenloos Magazine Facebook
pagina liked blijft u dagelijks op de hoogte van al
het belangrijke ‘grenzenloos’ nieuws. U vindt de
pagina op dit adres:
www.facebook.com/grenzenloosmagazine
Daarnaast rapporteert Grenzenloos
Magazine al het actuele nieuws ook op Twitter.
Volg ons dus ook daar.
https://twitter.com/GrenzenloosMag
GRENZENLOOS MAGAZINE OP FACEBOOK EN TWITTER
26
Canada
De 36-jarige Annemieke Elshof-Pladdet en
haar man de 40-jarige Frenk wachtten
al sinds 2006 op hun vertrek naar Canada. Na
een procedure van ruim drie jaar kreeg het zin
met zoontje Liam eindelijk een visum. Terug
in Nederland om de emigratie te gaan regelen,
kreeg Frenk de diagnose lymfeklierkanker.
De dag erna wees een zwangerschapstest uit
dat Annemieke zwanger was van een tweede
telg. Ondanks zwaar tegengas van vrienden
en familie besluit het gezin toch te vertrekken,
maar behalve het verkopen van hun huis, wacht
hen een nog zwaardere beproeving.
In 2000 leert Annemieke Frenk kennen op de
schietvereniging. Frenk heeft het er dan al over
dat hij graag een jaar door Australië
wil trekken en werken. Annemieke wil niet mee,
maar moedigt hem aan om het gewoon te doen
nu er nog geen kinderen zijn.
Omdat ze net verkering hebben komt het er niet
van. Vier jaar later ontstaat het idee dat het stel
niet in Nederland wil blijven wonen. “We willen
meer ruimte en natuur.” Al snel valt de keuze
op Canada. Na research op internet blijken ze
echter niet in aanmerking te komen voor een
visum. Ze laten het idee voor wat het is.
Als ze in 2006 trouwen hoeven Annemieke
en Frenk niet lang na te denken over een
huwelijksreis. Deze gaat naar Canada.
“Na een maand te hebben rondgereisd zaten
we allebei in het vliegtuig terug naar Nederland
met het gevoel dat we niet terug
NAAR CANADA EMIGRATIE MET TEGENSLAGEN
27
Tegenslagen
wilden.” Eenmaal in Gelderland krijgen de
oude plannen dan ook weer nieuw leven en
blijkt na het invullen van een test dat ze toch in
aanmerking komen voor een visum. In maart
2007 heeft het tweetal een afspraak bij Frans
Buysse, een visumspecialist. Ze gaan naar
huis met een berg huiswerk, dat voornamelijk
bestaat uit het verzamelen van allerlei papieren
en documenten. “Die papieren rompslomp is
niet de reden waarom het verzamelen zo lang
duurde, ik moest heel erg wennen aan het
idee dat we Nederland gingen verlaten,” geeft
Annemieke toe. Maar in augustus is ook bij haar
de knop definitief om en begint het lange
wachten. De voorspelling is dat het koppel
in 2009 een visum zal hebben, maar door
wetswijzigingen en nieuwe regelgeving
lukt dit niet. In september gaan Frenk en
Annemieke alvast naar Canada om zich te
oriënteren op werk en woonplaats. Annemieke
is op dat moment zes maanden zwanger van
hun eerste kind.
Oriëntatie
Tijdens de oriëntatiereis strijken ze neer in
Quesnel, waar huizen redelijk betaalbaar lijken.
Ze blijven er een week. Vervolgens gaat de reis
door naar Alberta waar het paar in HighPrairie
nieuwe mensen ontmoet waarmee ze via een
forum voor emigranten in Canada al contact
hebben gehad. Ook bezoeken ze Theo en Anja,
een Nederlands stel dat geëmigreerd is en
in Kimberly een B&B runt. “Toevallig is er
datzelfde weekend een meeting tussen een
aantal Nederlandse families die al meerdere
jaren in Canada wonen. Een heel gezellig en
leerzaam weekend.” Aangezien Frenk ook graag
een B&B wil beginnen helpt hij Anja een keer
met het ontbijt. Hij heeft horeca ervaring in een
hotel, maar is benieuwd hoe je dat in een B&B
aanpakt.
Ziekte van Frenk
Ook deze keer slaat na thuiskomst de heimwee
weer hard toe.
“Het gaf ons nog meer energie om ons huis
verkoopklaar te maken.” Tot hun zoon geboren
wordt zijn ze hard aan het klussen als er
begin december 2009 ineens een brief van de
Canadese ambassade op de mat ligt. Het visum
mag worden aangevraagd.
In september 2010 valt pas de oproep in de bus
voor medische keuring, iets dat noodzakelijk
is om een visum voor Canada te krijgen.
Kort daarna verliest Frenk zijn baan na een
conflict met zijn werkgever. Gelukkig krijgen
ze in januari 2011 eindelijk bericht dat ze hun
visum in Canada kunnen ophalen. In maart
krijgt Frenk echter een longontsteking en
wordt opgenomen in het ziekenhuis. “Zijn
bloedwaarden waren zo dramatisch laag dat we
voor zijn leven vreesden,” vertelt Annemieke.
28
Canada
Op maandag wordt hij dan ook per ambulance
overgebracht naar het academisch
ziekenhuis in Nijmegen. Hier starten allerlei
onderzoeken. Na drie weken leven tussen hoop
en vrees knapt Frenk eindelijk op en mag mee
naar huis. Er volgen een paar maanden waarin
ze regelmatig terug moeten naar het ziekenhuis
voor controle. “Zijn bloedwaarden zijn stabiel
maar na een paar maanden blijven zijn
lymfeklieren in zijn nek nog steeds opgezwollen.
De artsen zien er nog geen bezwaar in, omdat de
zwelling iedere keer afneemt als hij antibiotica
krijgt.”
Gouden stickertje
In september 2011 gaan Liam, Annemieke
en Frenk weer naar Canada om het gouden
stickertje om te zetten in een visum.
“Schoonmama is ook met ons mee. Ze heeft
altijd met interesse onze plannen aangehoord.
Nu willen we haar Canada laten zien.”
Bij de immigratieambtenaar nemen ze een
aantal formulieren door en hij vraagt hen waar
de PR-card (permanent residence) naartoe
gestuurd kan worden.
“We geven het adres van Theo en Anja door,
maar omdat we daar na zes weken niet meer
zijn, gaat het niet door. Naar Nederland
opsturen doet de immigratiedienst
niet. Helaas moeten we dus op een later
tijdstip nog eens naar Canada om de
verblijfsvergunning op te halen.”
Hoewel het een tegenvaller is wordt de rest
van de tijd nuttig besteed. Het viertal maakt
een mooie trip dwars door Canada. Ze stoppen
onderweg bij de inmiddels besneeuwde Rocky
Mountains en bezoeken het stadje Quesnel om
aan oma te laten zien waar ze in deze omgeving
graag willen wonen. De volgende stop is bij
Theo en Anja. Hier blijven ze weer een paar
nachten.
29
Tegenslagen
“Daar leren we ook weer nieuwe emigranten
kennen. Zo bouwen we ons netwerk
langzaam verder uit.”
Onderweg naar het vliegveld, vraagt Annemieke
gekscherend, wie er zin heeft om naar huis te
gaan.
“De angstvallige stilte in de auto zegt mij
genoeg. Er blijkt nog iemand door de Canada-
bug gebeten te zijn.”
En inderdaad een week nadat de familie Elshof
terug is in Nederland, belt Frenks moeder
met de vraag wanneer ze weer naar Canada
vertrekken. Ook zij heeft heimwee.
Noodlot
Bij thuiskomst wil Frenk meteen verder met de
verbouwing. Helaas wil zijn lichaam iets anders.
Regelmatig zwellen zijn lymfeklieren op. Er
volgen diverse controles. Enkele dagen na de
jaarwisseling volgt de schokkende mededeling:
Frenk heeft lymfeklierkanker, Hodgkin met een
genezingskans van minder dan vijftig procent.
“We zijn allebei radeloos en hebben het idee dat
we de emigratie op onze buik kunnen schrijven.
We krijgen Frenk nooit meer verzekerd in
Canada.”
De dag na het heftige nieuws blijkt Annemieke
zwanger te zijn van hun tweede telg.
“Dit was iets wat we graag wilden. Maar door
het nieuws dat Frenk kanker heeft, kan ik er
niet echt van genieten,” vertelt Annemieke
openhartig. Een periode van intensieve
chemotherapie begint.
“Gelukkig zijn we beide positief ingesteld en
zo gaan we ook dit proces in.” Na een paar
kuren lijkt de chemo aan te slaan, maar de
bijwerkingen eisen ook hun tol.
“We besluiten ondanks de zware behandeling
dat het tijd wordt om de verbouwing weer
nieuw leven in te blazen. We willen nog
steeds naar Canada ondanks de reacties van
mensen uit de omgeving die het gek tot zelfs
onverantwoord en egoïstisch tegenover onze
kinderen vinden.”
Na telefonisch contact met een zorgverzekeraar
in Canada heeft het stel zelfs weer goede hoop
op een zorgverzekering.
“Omdat we er vanuit gaan dat Frenk de
eerste paar jaar van herstel mogelijk niet kan
werken, besluiten we onze plannen over een
andere boeg te gooien. Ik ga in Canada aan het
werk als vrachtwagenchauffeur. In de olievelden
van Alberta is altijd werk,” zegt de dappere
Annemieke. Het theorieboek wordt gedownload
en uitgeprint en vastberaden neemt ze het
wekelijks mee naar het ziekenhuis. In mei slaat
het noodlot toe en krijgt Frenk complicaties. De
hematoloog geeft een levensverwachting van
twee tot drie maanden.
“Ons leven stort totaal in. We kunnen het niet
bevatten. Ik vraag of hij nog naar Canada mag,
maar Frenk wil nog maar één ding: naar huis.
Hij is in ons huis geboren en wil daar nu ook
sterven.”
Omdat hij bang is de kleine niet meer te gaan
zien, vragen ze een echo aan bij de verpleging.
“In zijn laatste week liggen we op zondag-
middag met z’n tweetjes naar de monitor te
kijken. Daaruit blijkt dat we een mooie dochter
krijgen.”
30 juni 2012 overlijdt Frenk Elshof.
Hij laat Liam en zijn hoogzwangere vrouw
achter in een huis dat midden in verbouwing zit.
“Een dag na de crematie sta ik alweer op de
steiger om de voorgevel te schilderen. Verder
komt er die week niks uit mijn handen,” zegt de
destijds totaal ontredderde Annemieke. Als
30
familie en vrienden komen helpen vlot de
verbouwing sneller. De dan bijna driejarige Liam
kan op zijn nieuwe kamertje en in oktober 2012
wordt Kaitlynn Frenk, vernoemd naar haar papa
geboren.
Verlangen
Het is december 2012. Terwijl er in Brummen
een mooi laagje sneeuw ligt verlangt Annemieke
voor de zoveelste keer naar Canada.
“Ik kan haast niet wachten. De laatste hobbel
is het verkopen van het huis. Dat wordt in het
voorjaar eindelijk in de verkoop gezet. Na de
verkoop kan ik eindelijk vertrekken.”
In Canada gaat ze eerst rondtrekken om te kijken
waar ze wil wonen. Met de levens-verzekering van
Frenk is er overwaarde op het huis en daarmee de
noodzaak op werk iets minder nijpend.
De twee maanden oude Kaitlynn, heeft nog geen
visum, maar kan voorlopig op een toeristenstatus
dat steeds verlengd moet worden. Ook de
72-jarige moeder van Frenk is bezig met de
aanvraag van een visum.
“Oma kan haar pensioen en AOW meenemen.
Wat ik daar precies ga doen, weet ik nog niet.
Misschien begin ik alsnog Frenks Bed and
Breakfast. Maar het kan ook zijn dat ik freelance
ga werken of ergens in loondienst. Ik ben bereid
alles aan te pakken. Zo lang ik maar elke avond
bij mijn kinderen kan zijn,” zegt ze moedig.
Inmiddels zijn de stemmen van onbegrip uit de
omgeving omgeslagen in bewondering om toch
door te zetten. “Ik begrijp dat ons verhaal voor de
doorsnee lezer best heftig kan zijn. Maar
ik hoop dat mensen er hoop en energie uit putten
om toch hun emigratie door te zetten,” besluit ze
positief.
Tekst: Josie Kneepkens Foto’s: Familie Elshof
Canada
DIt interview is samen met 13 andere
interviews van Nederlanders die ‘in de
wachtstand zitten’ verschenen in het
boek ‘Ik vertrek nog niet’.
‘Ik vertrek nog niet’ gaat over hen die
wachten op vertrek naar hun droomland.
De processen die ze doormaken. Hun
hoop, hun fantasieën, hun teleurstelling
en vragen. Persoonlijke inkijkjes in de
levens, dromen en gedachten van 14
emigranten in spe. Ontroerend, ont-
wapenend en soms erg geestig.
Ik vertrek nog nietEmigranten in spe in de wachtkamer
Josie Kneepkens
UItgeverij GrenzenloosISBN 9789461850492
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
31
De winnaars van een gratis exemplaar van Thuis in Portugal
Vorige maand maakte wij bekend dat we vijf exemplaren van Thuis in Portugal zouden verloten. De vijf gelukkigen zijn:
- Stienie Schruijer uit Vlaardingen- Elise van Holten uit Numansdorp- Marion van Roode uit Overveen- Ariane Verweel uit Almere- Gerard Knevelens uit Almelo
Alle lezers van harte gefeliciteerd, het boek wordt u toegezonden.
Prijsvraag
32
Culture Shock
AFSTANDEN
David Scherpenhuizen werd in 1962 in
Australië geboren. Zijn Nederlandse vader
en Engelse moeder emigreerden in 1956 naar
Australië, samen met Davids Nederlandse
grootouders. In de zomer van 1975, verhuisden
David en zijn familie naar Nederland. Zijn
grootouders waren ruim een jaar eerder naar
Nederland teruggekeerd en hadden zich gevestigd
in Burum (in Friesland). Daar trok de familie
tijdelijk in.
We waren inmiddels een week of zo in Nederland
en ons leventje bij mijn grootouders in het Friese
gehucht Burum begon een bepaalde routine
te krijgen. Naast de verzwelgende hitte (het
was immers de ergste hittegolf sinds 1940) en
de alom aanwezig penetrante geur van mest,
moest ik het stellen met de nimmer aflatende
verveling. Ik was een stoere, energieke 13-jarige,
gewend om met mijn vrienden in Australië te
ravotten door de bush, te zwemmen in modderige
33
David Scherpenhuizen
poelen, te schieten met windbuksen en rond te
scheuren op mijn mini-bike. En daar zat ik dan,
in de middle of nowhere, met mijn ouders en
grootouders opgescheept. Kon het allemaal nog
erger?
Mijn vrienden waren 18.000 kilometer ver
weg, aan de andere kant van de wereld. Ik
voelde me eenzaam en ik verveelde me te
pletter. Er was niets, maar dan ook niets te
doen in dat gat Burum behalve kijken naar het
draaien van de wieken van de molen. Elke dag
duurde een eeuwigheid. Ik had niets te lezen
en er was al helemaal niets op TV. In Australië
was ik maar liefst vijf zenders gewend, die
bijna 24 uur uitzonden. In het middeleeuwse
Nederland waren er slechts twee zenders, die
notabene pas ’s avonds vanaf een uur of zeven
begonnen uit te zenden. Niet te filmen gewoon.
En dan was het ook niet om aan te zien wat ze
uitzonden; allemaal onbenul, de Fabeltjeskrant
of de Tweede Wereldoorlog. Het was een ware
lijdensweg.
Mijn vader en opa zaten de hele dag rond
de tafel, papieren te bestuderen. Opa had
waarschijnlijk een van zijn vele rechtszaken
lopen. De wereld was vol onrecht en daar bond
mijn opa, als een soort moderne Don Quichot,
de strijd mee aan. Mijn vader was zijn Sancho
Panza. Ze converseerden in ernstige tonen,
maar ik verstond er niets van want ik sprak
geen woord Nederlands toen. Ze waren met
belangrijke zaken bezig….erg belangrijk. Het lot
van de wereld hing ervan af…of in ieder geval
het lot van opa’s bankrekening. Ik mocht ze
onder geen beding storen. Het hele huis had
kunnen affikken en dan had ik nog stil moeten
zijn.
Mijn vader was er één van de oude stempel.
Hij zei altijd dat kinderen gezien moesten
worden en niet gehoord….en liefst niet gezien.
“Dacht je dat zich iemand in de oorlog om
mij bekommerde jongen? We hadden wel wat
anders aan ons hoofd. En we hadden alleen
maar radio.”
De boodschap was helder; ik moest mezelf maar
zien te amuseren. En aan mijn moeder had ik
ook niets. Zij en Nanna (mijn oma) zaten bij het
raam op het nieuwe bankstel. Die hadden mijn
grootouders gekocht bij aankomst in Nederland
een jaar eerder. Het was fel roze en leek op een
suikerspin, maar het was fonkelnieuw, dus ik
moest erg voorzichtig zijn! Mijn grootouders
hadden de oorlog nog meegemaakt en vonden
dat je altijd zuinig op je spullen moest zijn.
Daarom zat om het afzichtelijke bankstel nog
de oorspronkelijke plastic verpakking, met
een paar wollen dekens eroverheen als extra
bescherming. Bij elke beweging hoorde je het
plastic piepen en kraken.
Tussen het schurende en piepende plastic zat
mijn moeder eindeloos in het Nederlands te
keuvelen met Nanna, die slecht ter been was en
de hele dag aan haar grote fauteuil vastgeplakt
zat. Ze leek samen te smelten met haar stoel,
maar af en toe moest ze eruit, om naar de WC
te gaan of om te zorgen dat mijn moeder haar
thee precies goed zette of de aardappelen op de
juiste manier schilde. Als de nood aan de man
was, was het alle hens aan dek en werd Nanna’s
immense lijf uit de stoel gehesen. Dan waggelde
ze door de kamer, langzaam op stoom komend
als een slagschip. Haar enorme voorgevel stak
fier vooruit en de rest van haar lichaam moest
er onherroepelijk achter aan.
34
Culture Shock
Dat waren mijn grootouders, onveranderlijk en
onverstoorbaar. Als kind in Australië gingen
we ook vaak op bezoek bij mijn grootouders.
Ook toen was het altijd feest. Mijn vader en
opa waren destijds ook al druk bezig met
‘mannenzaken’. Als ik te wild werd, dan kleurde
mijn opa rood aan en zei streng; ‘Deef, go plees
wit your Nanna’. Dan wist ik wel hoe laat het
was. Mijn lot was bezegeld; ik werd verbannen
naar de dameskamer. Maar dat vond ik zo erg
nog niet. Dan ging ik bij Nanna aan haar voeten
zitten, als een hondje, en dan aaide ze over mijn
krullenbol. Ze was een echte dame met haar
haarnetje, opalen oorbellen en bloedkoralen
halsketting. Een beetje koningin Wilhelmina
type, maar dat moest je vooral niet zeggen want
ze had de vorstin nooit kunnen vergeven dat ze
het land ontvlucht was in 1940.
Elke ochtend werd Nanna’s gezicht zorgvuldig
dicht geplamuurd met een laag make-up en
een soort bakpoeder. In de loop van de dag
bladderde de laag los en begon haar gezicht
barsten te vertonen. Ik was gefascineerd door
de rimpels die dan tevoorschijn kwamen,
lachstrepen bij haar pretogen en kleine groeven
boven haar mond. Als ik bij haar zat, kreeg
ik ook weleens een koekje, maar niet uit haar
eigen trommel, want die waren niet voor
‘langoren’. Verschil moet er zijn, niet waar? Ik
moest het doen met een klef speculaasje, terwijl
zij een hele selectie lekkernijen ter beschikking
had.
Terwijl Nanna in haar eigen trommel graaide,
vertelde ze verhalen uit de oude doos. Het
waren soms Bijbelvertellingen of verhalen
van haar favoriete auteur; Alexandre Dumas.
Soms vertelde ze over haar verleden of over
de hongerwinter of toen ze met mijn opa
gevangen zat in ‘het kamp’, dat ik me als een
vies-riekende middeleeuwse kerker voorstelde.
Ze sprak gebrekkig Engels en was nauwelijks te
verstaan. Dit werd erger omdat ze meestal haar
gebit in een glaasje water naast zich had staan.
De tanden werden onnatuurlijk uitvergroot en
ze leken wel op een of ander monster op sterk
water. Ze smakte ook eindeloos met haar weke
lippen, waardoor het allemaal nog moeilijker
te verstaan was. Maar haar zachte stem was
geruststellend en bijna hypnotiserend. Ik
genoot intens van haar verhalen die allemaal
samensmolten tot een brei verschrikkelijke
vertellingen. Wat ik niet kon verstaan,
fantaseerde ik er gemakshalve bij. Dat maakte
de verhalen nog spannender en bloedstollender
want ik had een levendige fantasie. Ik had al
genoeg aan een enkele kleurrijke frase, zoals
‘she pluckes out his eyes wiz a knife’ (met de
K nadrukkelijk uitgesproken natuurlijk) of ‘he
pickus him up and schroos him in da water. So
strong war your opa toen’..
Zo hoorde ik het meelijwekkende verhaal van
De Man in Het IJzeren Masker van Dumas,
maar het was mij niet helemaal helder of
het een Bijbelverhaal was of een voorval
uit Nanna’s jeugd. Ook vertelde ze hoe de
mensen tijdens de hongerwinter alles moesten
verbranden; deuren, kozijnen, plinten, noem
maar op om het een beetje warm te krijgen.
En hoe ze brandnetelsoep aten en knollen en
weetikwatallemaalwat voor vreselijke dingen.
Maar ik dacht dat ze een gewone Hollandse
winter beschreef en kreeg enorm medelijden
met de mensen in het verschrikkelijke
Nederland. Daar wilde ik toch echt nooit naar
toe, no way!
35
David Scherpenhuizen
De gruwelijkheden van haar vertellingen werden
extra benadrukt door een reeks Delftsblauwe
tegels die aan de muur naast haar stoel
hingen. Het waren reproducties van Hollandse
Meesters; De Lachende Cavalier van Frans Hals,
Het Melkmeisje van Vermeer, de Lezende Oude
Vrouw en Samson van Rembrandt, en meer van
zulks. Door de blauwe tinten kregen de donkere
taferelen een nog onheilspellender toon. Ze
keken allemaal zo verdrietig en grimmig. Ze
leken me vermanend aan te kijken omdat ik in
het verre, zonnige Australië geen idee had wat
oorlog en echt lijden was. Nanna vertelde dan
in geuren en kleuren hoe Samsons ogen eruit
gestoken werden of hoe De Man die Lacht aan
zijn naam kwam. Mijn ogen puilden uit van
angst en opwinding. Mijn moeder zag dan mijn
ontzetting en vroeg Nanna of het niet allemaal
wat minder bloedig kon. Maar Nanna klopte
me liefkozend op mijn kopje, smakte met haar
lippen en keuvelde dat het allemaal geen kwaad
kon; het waren maar verhaaltjes. Mijn moeder
keek me vertwijfeld aan, maar ik lachte stoer
want wat kon het mij allemaal schelen; een
beetje bloedvergieten, oorlog, bedrog, verraad,
wraak en de toorns Gods. Totdat ik ’s nachts in
bed lag en alle bloedige taferelen aan mijn geest
voorbij trokken.
Toen kon ik niet bevroeden dat ik ooit nog eens
de overstap naar Nederland zou maken. Maar
daar zat ik dan een paar jaar later in Burum. De
Delftsblauwe werkelijkheid van Nederland was
nog erger dan ik als kind vreesde. Dit was voor
mij echt de hel!
Tekst: David Scherpenhuizen
Foto’s: Jos Helmich, David Scherpenhuizen
David Scherpenhuizen is na de
remigratie van zijn ouders in
Nederland blijven wonen en heeft
tegenwoordig zijn eigen copywriting en
communicatiebedrijfje Easy Writers.
Daarnaast is David Scherpenhuizen
auteur van enkele boeken, waaronder
de titel Geheimen van de Languedoc,
uit de Dominicus reeks en de thriller
Het Mysterie van Bugarach.
36
Italie
Als er één vast ankerpunt in het Italiaanse jaar is, afgezien van feestdagen als
Kerstmis, Oudjaar en Pasen, dan is het wel Ferragosto, 15 augustus. Die dag staat gelijk aan “vakantie”, want alle Italianen gaan in deze achtste maand met verlof.
“Mare o monte?” is de veelgehoorde vraag die de
Italianen elkaar in de bar onder het genot van een
espresso, caffè lungo, latte of ristretto stellen: “Ga
je de bergen in of ga je naar zee?” Want Italianen
gaan bij voorkeur in eigen land op vakantie (hoe
overleef je in het buitenland dat slechte eten
wat ze er serveren?) en Italie heeft nu eenmaal
veel kust en wordt van noord naar zuid door de
Apennijnen doorsneden. Aan vakantiespreiding
doet de Italiaanse overheid niet en dus klinkt
begin augustus het algemene vertreksignaal voor
de esodo, de vakantie-exodus. En het hoogtepunt
van deze periode ligt precies in het midden, 15
augustus, ferragosto dus.
De herkomst van de feestdag is Romeins, ferragosto
is de verbastering van het Latijnse feriae Augusti,
de feesten van keizer Augustus, aan het begin van
onze jaartelling. Later is het door de Katholieke
Kerk overgenomen als Maria Hemelvaart, een dag
die men in het noorden van Europa niet meer als
FERRAGOSTOSJEF SMULDERS
37
kerkelijke feestdag erkent, maar in een nog
van religie doortrokken maatschappij als de
Italiaanse juist een van de belangrijkste geldt.
Hoe het ook zij, voor de gemiddelde Italiaan
staat ferragosto voor vakantie. De steden lopen
leeg, winkels, cafés en restaurants sluiten
hun deuren, de straten sterven uit. Zelfs een
wereldstad als Milaan verliest tijdelijk zo’n
50% van haar inwoners. Jammer voor de
buitenlandse toeristen die ook dan nog in
grote getale naar Italië komen, jammer van
de gemiste inkomsten. Misschien een ideetje
voor de kersverse regering Renzi: verplaats de
vakantieperiode naar september, dat scheelt
een paar tienden PIL, het Italiaanse Bruto
Nationaal Product, en zo is het land meteen
uit de recessie? Toch gaat niet elke Italiaan in
augustus op vakantie, een deel gaat überhaupt
niet vanwege gezondheid of wegens gebrek aan
geld, een ander deel kan in de oogstmaand juist
niet weg.
Wij wonen in een gebied waar meestal in
augustus de druivenoogst begint, of wanneer
dan op zijn minst de laatste voorbereidingen
worden gepleegd en de boeren iedere dag met
argusogen naar het weer en de finale rijping
van de vruchten kijken. Komende week al?
Of nog een paar dagen extra wachten op
net die ene regenbui die de druiven nog wat
doet zwellen, zodat je een paar procent extra
opbrengst in gewicht, dus euro’s, per stok
hebt? De laadbakken van de karren waarmee
men de druiven naar de coöperaties brengt,
krijgen een schoonmaakbeurt of worden met
folie bedekt, de eerste seizoensarbeiders, meest
uit lage lonenlanden als Roemenië en Albanië,
arriveren en brengt men onder in bijgebouwtjes
of geïmproviseerde appartementjes in schuren.
De kleine dorpen raken overspoeld met
gelukszoekers die overal vragen of men nog
plukkers nodig heeft. Maar de werkverschaffing
in de wijngaarden is streng gereguleerd met
vouchers en gezondheidscontroles, dus heb
je als voorbijganger weinig kans aan de slag
te raken. De controles tijdens de oogst zijn
intensief (zelfs met de inzet van teams van de
Guardia di Finanza in helikopters) en de boetes
niet mals. We krijgen wel eens verzoeken van
mensen die een weekje willen komen plukken,
maar dat gaat dus niet zomaar.
Het is nu al bijna weer zover: ferragosto
en vendemmia, druivenoogst staan voor de
deur. Als we door de wijngaarden lopen, wat
hier vrijelijk kan want nergens staan hekken,
dan zien we oorspronkelijk grasgroene acini,
druifjes, al aardig verkleuren tot geelgroen of
blauw. Gek genoeg zitten aan sommige grappoli
zowel geelgroene als blauwe druifjes. Op de
vele kleine perceeltjes die de wijnboeren hier
onderhouden (aan ruilverkaveling doet men
niet want die zou georganiseerd moeten worden
door de overheid en dat is wel de allerlaatste
instantie waarvan de Italiaan zich afhankelijk
Column
38
Italie
wil maken), groeien door elkaar de verschillende
druivensoorten die karakteristiek zijn voor de
Oltrepò Pavese: pinot nero (pinot noir), croatina,
riesling, barbera, muscato en nog wat kleinere
soorten en een enkele tafeldruif. De voor de wijn
bedoelde trossen zijn gemakkelijk te onderscheiden
van de tafelvarianten door de veel kleinere
vruchten (minder water, meer smaak) maar verder
is het uit elkaar houden van de soorten meer iets
voor geoefende ogen. Wit of rood lukt nog wel
(hoewel er dus ook gemengde trossen zijn) en we
weten inmiddels dat de hier zeer veel verbouwde
pinot zijn naam dankt aan de compacte vorm als
van een vuist (pinot=pugno=vuist), maar om het
dan ook in het veld te herkennen ... en de bladeren
lijken allemáál op elkaar. Ach wat maakt het uit,
als het eindproduct maar weer goed is. Binnenkort
kunnen we er al aan snuiven als we achter een
van de vele tractoren met de laadbak vol druiven
voortsukkelen. De voor een deel al geplette druiven
beginnen meteen te gisten en dat ruik je. Maar voor
echte wijn is het nog even wachten, een maand of
acht. Voor de geforceerd klaargestoomde Novello,
de Italiaanse Beaujolais Primeur, die in november
al klaar is, halen we onze neus op: niet te drinken.
Nee, wachten op de eerste frisfruitige Bonarda,
goed voor op een eerste hete voorzomeravond.
Salute!
Tekst en foto’s: Stef Smulders
Italiaanse toestanden
Humoristische korte verhalen over het
emigreren naar Italië en de kennismaking met
tal van karakteristieke Italianen.
Vijf jaar na de emigratie, doet de Sjef Smulders
verslag van zijn belevenissen in tientallen
verhalen waarin evenzovele problemen op geheel
Italiaanse wijze worden opgelost, wat vaak tot
humoristische taferelen leidt.
Het kopen en verbouwen van een huis, het
importeren en laten keuren van een auto, het
afsluiten van een verzekering: het levert allerlei
moeilijkheden op, die vaak op verrassende
manier tot een oplossing komen.
Te koop o.a. via Bol.com
40
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt op 26 september
Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
Emigratieboek.nlBOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS