Grenzeloos 115

32
december 2011 nummer 115 tijdschrift voor socialisme 3,50 Occupy everything! Europa op weg naar dictatuur? / Hoe de vakbeweging te vernieuwen / Nederland, belastingparadijs / Nieuwe stappen van de Arabische revolutie

description

Grenzeloos nummer 115. December 2011. Met o.a. artikelen over Occupy, de FNV, Nederland Belastingparadijs. Maar ook over Deens links en een intervieuw met Jasmin Puar

Transcript of Grenzeloos 115

Page 1: Grenzeloos 115

1

december 2011 nummer115

tijdschrift voor socialisme

€3,50

Occupy everything!

Europa op weg naar dictatuur? / Hoe de vakbeweging te vernieuwen / Nederland, belastingparadijs / Nieuwe stappen van de Arabische revolutie

Page 2: Grenzeloos 115

2

I N H O U D

Grenzeloos wordt uitgegeven door Socialistische Alternatieve Politiek (SAP), de Nederlandse afdeling van de Vierde Internati onale.Grenzeloos verschijnt zes keer per jaar.

Hoofdredactie: Alex de Jong.Redactie: Peter Drucker, Patrick van Klink, Lot van Baaren, Kasper Floor, Paul BenschopSpellingscontrole: Marijke Colle, Eng QueBeeldredactie: Arthur Bruls, Fleur Heinze.Illustraties: Lieke Peeters.Distributie en logistiek: Niek de Kleijn,Gijs van Kooten.Layout: Fleur Heinze.

Redactie en administratie:[email protected]: 5571638

Reacties op dit nummer, de lay-out en suggesties voor artike len worden op prijs gesteld. Overname van artikelen met bronvermelding wordt van harte toegejuicht. Artikelen in Grenzeloos vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.

5

9

11

16

18

20

26

12

14

22

24

28

30

v a s t e r u b r i e k e n

C o l o f o nhoofdartikel

binnenland

achtergrond

buitenland

literatuur

Grenzeloos

tijdschrift voor socialisme

Wilt u een proefabonnement

op Grenzeloos

kijk dan op

WWW. Grenzeloos.orG

een jaarabonnement op

Grenzeloos is 17,50 euro per

jaar.

COMMENtAAR: Het begin van iets nieuwsKORt NIEuwSFILM: Ides of March: George Clooney bewijst zijn klasse AGENDA/ ACtIE/ tIPS

34

3132

Occupy wall Street, Occupy Amsterdam, Occupy Everything

Één FNV, maar wat voor een?

Nederland belastingparadijs

Op weg naar een Europese dictatuur

Jasmin Puar over liberalisme en onderdrukking van de ander

Christoph Jünke over socialisme als menselijke bevrijding

Domela Nieuwenhuis, internationalist en nationalist

Problemen en vooruitgang van Deens links

Duitsland: Rechts wegkijken, rechtse terreur

De Egyptische revolutie is terug

De Syrische opstand en het gevaar van interventie

Luxemburg als alternatief voor Lenin?

De hongerige stad

Inhoud:vaste rubrieken3 commentaar: Het begin van iets nieuws4 kort nieuws

hoofdartikel 5 Occupy Wall Street, Occupy Amsterdam, Occupy Everything

binnenland 8 Één FNV, maar wat voor een?11 Nederland belastingparadijs

achtergrond16 Op weg naar een Europese dictatuur18 Interview: Jasmin Puar over liberalisme en onderdrukking van de ander20 Interview: Christoph Jünke over socialisme als menselijke bevrijding26 Domela Nieuwenhuis, internationalist en nationalist

buitenland12 Problemen en vooruitgang van Deens links14 Duitsland: Rechts wegkijken, rechtse terreur22 De Egyptische revolutie is terug24 De Syrische opstand en het gevaar van interventie

Literatuur28 Luxemburg als alternatief voor Lenin? 30 De hongerige stad

film 31 Ides of March: George Clooney bewijst zijn klasse

Page 3: Grenzeloos 115

3

COMMENtAAR: Het begin van iets nieuwsKORt NIEuwSFILM: Ides of March: George Clooney bewijst zijn klasse AGENDA/ ACtIE/ tIPS

commentaar

H e t b e g i n v a n i e t s n i e u w sOccupy wall Street, Occupy Amsterdam, Occupy Everything

Één FNV, maar wat voor een?

Nederland belastingparadijs

Op weg naar een Europese dictatuur

Jasmin Puar over liberalisme en onderdrukking van de ander

Christoph Jünke over socialisme als menselijke bevrijding

Domela Nieuwenhuis, internationalist en nationalist

Problemen en vooruitgang van Deens links

Duitsland: Rechts wegkijken, rechtse terreur

De Egyptische revolutie is terug

De Syrische opstand en het gevaar van interventie

Luxemburg als alternatief voor Lenin?

De hongerige stad

we leven in spannende tijden. De euro-crisis verdiept zich steeds verder, ondanks de pogingen van Merkel, Sarkozy en handlangers als Rutte en De Jager deze op te lossen door de kosten af te wentelen op de gewone bevolking van Europa. Maar tegelijkertijd zien we iets nieuws, iets dat hoop geeft voor de toekomst. Vijftien oktober 2011 was de eerste wereldwijde gecoördineerde reactie op de economische cri-sis en het begin van een nieuwe internationale beweging. Het eerst kwamen de grootschalige protesten, al voor de protesten in de Arabische wereld en Spanje, in Griekenland tegen de crisis-maatregelen daar.De revoluties in Noord Afrika waren een volgende bron van inspiratie. Die inspiratie sloeg over naar de periferie van Europa waar in Spanje en toen Italië ook pleinen bezet werden. En Griekse demonstranten namen vervolgens de symboliek van de Spaanse indignados weer over en maak-ten de dynamiek van deze beweging werkelijk internationaal. Vervolgens stak de beweging de oceaan over naar de Verenigde Staten – de belangrijkste ontwikkeling tot nu toe. Ook hier smolt de internationale inspiratie samen met een lokaal gevoel van onvrede en met meer lokale erva-ringen, zoals de grootschalige vakbondsprotesten in wisconsin. Ook hier sloot de symboliek van de beweging aan op een realisatie dat we de dupe zijn van dezelfde crisis en dezelfde ongelijke machtsverhoudingen. Nu werd de naam Occupy Wall Street: andere naam, zelfde actievorm, zelf-de gevoel van verontwaardiging.

Deze beweging heeft een internationale dimensie die verder gaat dan de gebruikelijke uitingen van sympathie en solidariteit. Vijftien oktober was de belangrijkste internationale actiedag sinds de wereldwijde protesten tegen de dreigende oorlog tegen Irak op 15 februari 2003. Ja, de om-vang van de protesten op ‘15 oktober’ was veel kleiner maar het proces gaat veel dieper dan de demonstraties van 2003. Die waren zowel het hoogtepunt als het begin van de neergang van een reeks internationale protesten die begon met de demonstraties tegen de wereld Handels Orga-nisatie in 1999 in Seattle. In 2003 schreef de New York times dat de wereld ‘twee supermachten’ had: de VS en de wereldwijde publieke opinie. Het is gemakkelijk om het uit het oog te verliezen maar de laatste tien jaar waren een uniek tijdperk van internationale mobilisaties: de anti-oorlogsdemonstraties in 2003, de wereldwijde actiedag naar aanleiding van de klimaattop in Kopenhagen in 2009 en dit jaar Occupy. De huidige context is heel anders dan die waarin de andersglobaliseringsbeweging ontstond en zich omvorm-de naar een anti-oorlogsbeweging. we bevinden ons nu te midden van een systeemcrisis van his-torische proporties en de huidige beweging heeft daardoor diepere sociale wortels. De verbanden tussen de verschillende niveaus van acties, nationaal en internationaal, zijn nu veel sterker dan in de andersglobaliseringsbeweging of in de beweging rond de klimaattop. Ook in de andersgloba-liseringsbeweging werd geprobeerd het internationale met het lokale te verbinden maar dit bleef vaak abstract, vaak was internationalisme nog steeds eenzijdig: van het rijke Noorden met het arme Zuiden. Hetzelfde gold voor de beweging tegen klimaatverandering: uiteindelijk zal de kli-maatcrisis ons allemaal treffen maar nu zijn het nog vooral de bewoners van Derde wereldlanden die eronder te lijden hebben. Na het begin van de oorlog tegen Irak sloeg de ontmoediging toe in de beweging. Het gebrek aan een eigen alternatief dat als oriëntatiepunt kon dienen eiste zijn tol. De internationale coördinatie van protesten werd minder en organisaties van de andergloba-liseringsbeweging zoals het wereld Sociaal Forum hebben veel dynamiek en relevantie verloren. Maar toch spelen contacten en, nog belangrijker, ervaringen van die beweging nu weer een rol.

De huidige economische crisis is, in meer of in mindere mate, wereldwijd te voelen. De impact van internationale op nationale ontwikkelingen is concreet en duidelijk, ook voor Amerikanen en Europeanen. Het is de aard van de huidige crisis en het kapitalisme zelf die protesten ertoe drijven internationaal te worden.Occupy is een hernieuwde uitdaging van de legitimiteit van de neoliberale ideologie; ‘onze’ leiders leken weliswaar even te twijfelen na het uitbreken van de wereldwijde crisis in 2008, maar na enkele secondes gingen ze nog gehaaster en destructiever door met hun neoliberale agenda. Occupy heeft het rechtse tij (nog?) niet gestopt maar heeft al wel een duidelijke impact gehad. Het belangrijkste is wel dat kapitalisme, relatief plotseling, weer een begrip is geworden dat ter discussie gesteld kan worden. Occupy heeft al laten zien niet een kortstondige uitbarsting te zijn – hoe het zich verder zal ont-wikkelen, of het protest dit keer een werkelijke sociale beweging kan worden, dat hangt van een groot deel van onszelf af. Een diepe crisis, niet alleen economisch maar ook ecologisch, en een nieuwe beweging voor een andere wereld. we leven in spannende tijden. V

Page 4: Grenzeloos 115

4

kort nieuws

D e f o u t e v r i e n d e n v a n d e P v d A

N e d e r l a n d s w a p e n t u i g

in h e t M i d d e n - O o s t e n

P a k i s t a a n s e l i n k s o n d e r v u u r

E x t r e e m - r e c h t s t e r u g o p h e t p l u c h e i n G r i e k e n l a n d

D e b a t t e c h n i e k

De Pakistaanse Premier Yousaf Raza Gilani beweerde tijdens een toespraak op 14 november dat er in zijn land geen politieke gevangen zijn. tientallen gevangen activisten denken daar anders over. De laatste weken zijn leden en sympathisanten van de Labour Party Pakistan (LPP) steeds vaker het doelwit van repressie en 25 van hen zitten vast. In een stad doodde de politie twee mensen tijdens het neerslaan van een demonstratie voor steunbetalingen voor slachtoffers van een overstroming. Als reactie hierop brak een volksopstand uit. De betrokken politieagenten zijn in vrijheid terwijl 15 LPP-activisten vast zitten. In een andere stad werden negen mensen opgepakt en zes van hen veroordeeld tot een gezamenlijke gevange-nisstraf van niet minder dan 490 jaar. Hun ‘misdaad’ was het organiseren van een staking voor betere lonen voor textielarbeiders. Alle gevangenen zijn ac-tivisten van de Labour Qaumi Movement (LQM) die sinds 2004 actief is voor de rechten van textielarbeiders. De zes worden ervan beschuldigd de fabriek plat te hebben gebrand. tijdens de rechtszaak vroeg de advocaat van de activisten hoe het dan mogelijk was dat deze drie dagen na de staking alweer functio-neerde. De LPP heeft een campagne voor hun vrijlating georganiseerd en de internationale vakbondsite labourstart.org heeft een petitie opgesteld.

Onder de zogenaamd ‘neutrale’, ‘niet-ideologische’ technocraten die Griekenland ‘weer op orde moeten brengen’ behoren ook aanhangers van extreem-rechts. De meest prominente vertegen-woordiger hiervan in de nieuwe regering is Makis Voridis, minister van Infrastructuur en transport. In zijn studententijd richtte hij een fascistische beweging op die sympathiseerde met het in 1974 verjaagde militaire regime. toen had hij de bijnaam ‘de hamer’, naar het gereedschap waarmee hij graag jacht maakte op politieke tegenstanders. tegenwoordig is hij lid van LAOS (Laikós Orthó-doxos Synagermós, ‘Orthodoxe Volksverzameling’), een vergaarbekken van extreem-rechtse nati-onalisten en fascisten. Zijn partijgenoot Adonis Georgiadis werd vice-minister van Ontwikkeling, Concurrentie en Maritieme Zaken. Voridis en Georgiadis zullen helpen ‘de markt’ gerust te stellen onder de inspiratie van parlementslid Georgios Karatzaferis, de onbetwiste leider van LAOS. Karat-zaferis combineert nationalisme met antisemitisme en homofobie en verklaarde eerder dat de Holo-caust een ‘Joodse mythe’ is en Joden in Griekenland trouwens ook geen recht van spreken hebben. Zelfs deze Karatzaferis had Voridis bij de laatste verkiezingen niet naar voren geschoven omdat hij bang was dat mensen een probleem zouden maken van diens verleden, een verleden dat Karatza-feris in zijn eigen woorden juist ‘met veel werk had weten te verhullen’. Gelukkig voor Karatzaferis en Voridis kwamen er bij de vorming van de regering van nationale eenheid geen kritische kiezers aan te pas. Het is voor het eerst sinds de val van het kolonelsregime dat Grieks extreem-rechts weer in de regering zit – met dank dus aan ‘Europa’.

Begin november ging het Koreaanse parlement akkoord met een vrijhandelsver-drag met de Verenigde Staten. De rechtse regeringspartij, de Grote Nationale Par-tij, heeft een meerderheid in het parlement en hoefde zich dus geen zorgen te ma-ken dat het verdrag afgewezen zou worden. Het vrijhandelsverdrag is een nieuwe klap voor Koreaans links dat de laatste jaren geplaagd wordt door onderlinge ver-deeldheid en nederlagen. toch blijven Koreaanse socialisten en vakbondsleden strijdvaardig en weten zij hier en daar successen te boeken. Er is het voorbeeld van vakbondsactiviste Kim Jin-suk die niet minder dan 309 dagen in een hijskraan bivakkeerde om te protesteren tegen geplande massa-ontslagen. Zij kreeg gedaan dat 94 ontslagen arbeiders hun baan terug en achterstallig loon uitbetaald kregen

en werd het symbool van een nieuwe beweging tegen sociale afbraak. Dezelfde maand won de progressieve activist Park won-soon de burgermeestersverkiezingen van hoofdstad Seoul. En tijdens de bespreking van het vrijhandels-verdrag botsten duizenden demonstranten met de oproerpolitie. Die strijdbaarheid was ook aanwezig in het parle-ment: in het besef dat hij het verdrag toch niet tegen kon houden besloot parlementariër Kim Sun-dong van de linkse Democratische Arbeiderspartij zijn ongenoegen zo duidelijk mogelijk te maken. Met traangas. Nadat hij leden van de regeringspartij traangas in het gezicht had gespoten werd hij schreeuwend het parlement uitgesleurd. Dat verdrag was er toch wel gekomen maar nu is ook duidelijk dat er in het parlement mensen zitten die niet alleen het verdrag en de manier waarop het doorgedrukt werd verwerpen, maar ook lak hebben aan hypocriete officiële ‘fatsoensnormen’.

Page 5: Grenzeloos 115

5

hoofdartikel

M i c h a e l M a r c h m a n n

De afgelopen maanden nam ik deel aan ‘Occupy Amster-dam’, het tentenkamp op het Beursplein, naast het ge-bouw van ‘s werelds eerste beurshandel. Het tentenkamp ging van start op de wereldwijde actiedag 15 oktober, net zoals zoveel andere kampen in tientallen andere landen. Net als veel andere mensen die betrokken zijn bij Occu-py Amsterdam overnacht ik daar niet maar ben voor de rest zoveel mogelijk aanwezig op het Beursplein, na mijn werk, in het weekend, op vrije dagen, om deel te nemen aan discussies en werkgroepen, demonstraties en acties en de dagelijkse Algemene Vergadering. Occupy Amster-dam is niet het enige kamp in Nederland, na 15 oktober

werden ook in onder andere Den Haag, Rotterdam, utrecht, Alkmaar en Ede tentjes opgezet. Nu is er discussie gaande over hoe verder te gaan – als bijdrage daaraan dit artikel.

N i e u w e t a c t i e kDe oorspronkelijke oproep voor OwS kwam van het Ca-nadese Adbusters, een anti-consumentisch tijdschrift van media-activisten. Zij riepen op om 17 september ‘zuid Man-hattan binnen te stromen, tenten, keukens en vreedzame barricades op te zetten en wall Street te bezetten’. De direc-te inspiratie hiervoor waren de Arabische Lente, vooral de bezetting van het tahrir-plein in Cairo en protesten van de Indignados in Spanje. Op 13 juli verscheen op het blog van Adbusters al de vraag; ‘are you ready for a Tahrir moment?’ De oproep ging verder: “Er is een verschuiving gaande in de vorm van revolutionaire tactieken, een vol potenti-eel voor de toekomst. De geest van de nieuwe actievorm is een fusie van tahrir plein en de Spaanse acampadas. In de woorden van Raimundo Viejo van de universiteit van Barcelona; ‘de andersglobaliseringsbeweging was de eer-ste stap. toen was ons model aan te vallen als een roedel wolven met een alfamannetje aan kop en de rest die volgde. Nu is dat model verder geëvolueerd en zijn we een grote zwerm van mensen’.

in twee maanden groeide occupy Wall

Street (oWS) uit tot een wereldwijd

fenomeen, verspreid over meer dan

1000 steden en meer dan 80 landen,

inclusief nederland.

Occupy Wall Street, Occupy Amsterdam, Occupy Everything

Page 6: Grenzeloos 115

6

hoofdartikel

Het mooie van dit model, en wat deze nieuwe tactiek zo veel-belovend maakt, is de pragmatische eenvoud ervan; we ont-moeten elkaar in levende lijve en via virtuele volksverzame-lingen, we concentreren ons op onze centrale eis, een die de fantasie prikkelt en indien verwezenlijkt ons naar de radicale democratie van de toekomst leidt, en vervolgens bezetten we een symbolisch belangrijk plein, maken we het hele gebeuren zelf mogelijk. Het is tijd om deze nieuwe actievorm in te zet-ten tegen de grootste saboteur van democratie, wall Street, het financiële Gomorra van de Verenigde Staten.’Het was een mooi geformuleerde, krachtige oproep en veel linkse mensen werden geïnspireerd door het vooruitzicht, maar slechts wei-nigen durfden te dromen dat het een wereldwijde beweging zou worden die verbeelding en energie van miljoenen men-sen over de hele wereld zou prikkelen. De slogan ‘we are the 99 percent’ is over de hele wereld overgenomen door sociale bewegingen in een poging hun strijd te verbinden met die van anderen en de internationale macht en solidariteit op te bou-wen die nodig is om de macht van de grote concerns en de financiële sector uit te dagen.waar is de bron van het opvallende succes van OwS, in de VS en internationaal? De beweging kwam niet uit de lucht vallen en de voorgeschiedenis is nuttig als we willen bedenken hoe we de beweging verder kunnen versterken.

V a n A r a b i ë n a a r W i s c o n s i nIn de verkiezingen van november 2010 profiteerden de Ame-rikaanse Republikeinen van de wijdverspreide linkse teleur-stelling en rechts ressentiment met de regering van Obama en de groeiende economische crisis. Verschillende staten, waaronder wisconsin, een gebied met een lange progressieve traditie en geboorteplaats van de vakbeweging voor werkne-mers in de publieke sector, hadden nu opeens Republikeinse gouverneurs en Republikeinse meerderheden. In eenen-twintig staten kregen Republikeinen controle over zowel de regionale senaat als het congres en de gouverneurszetel. In combinatie met de economische crisis en groeiende boosheid over de regering was dat een buitenkans voor uiterst rechts. Slechts weinigen konden voorzien wat er in wisconson zou

gebeuren toen de door de tea Party gesteunde kandidaat Scott walker daar gouverneur werd.Ondertussen, tegen het einde van december 2010 – twee weken voordat mijn vrouw en ik van de VS naar Amster-dam verhuisden – begon de opstand in tunesië. Een maand later ontvluchtte de tunesische dictator Ben Ali het land en boekte wat bekend zou worden als de Arabische Lente haar eerste overwinning. Op 25 januari, geïnspireerd door de ge-beurtenissen in tunesië, verzamelden Egyptenaren zich op het tahrir-plein voor een ‘dag van opstand’ die uitgroeide tot een massale, drie weken lange bezetting van het plein. uit-eindelijk werd president Hosni Moebarak gedwongen om na 30 jaar op te stappen. Omstreeks dezelfde tijd introduceerde de nieuwbakken gouverneur walker een ‘reparatie budget’ met ingrijpende kortingen op bestedingen voor onderwijs, het schrappen van verschillende publieke voorzieningen en het afschaffen van het recht op collectieve arbeidsonderhandelin-gen voor bijna alle werknemers in de publieke sector – inclu-sief leraren en universiteitsstaf. In januari en februari werden verspreid door het land nog zo’n 400 wetten voorgesteld door de nieuwe republikeinse meerderheden om de vakbonden aan banden te leggen. Dezelfde maandag dat walker zijn begroting voorlegde aan het parlement gingen 1000 studen-ten de straat op om te protesten tegen de wet en de gevolgen die deze zou hebben op het universitair onderwijs. Dinsdag groeiden de protesten: 10.000 mensen verzamelden zich voor het capitool van wisconsin – 3000 gingen het gebouw bin-nen en bezetten de hoofdzaal. De bezetting zou drie weken, 24 uur per dag doorgaan. woensdag gingen 20.000 mensen de straat op en gingen scholen in Madison dicht omdat meer dan de helft van leraren zich ziek meldde. En die donderdag groeiden de protesten nog verder: 25.000 mensen, waaronder politie en brandweer, trokken naar het parlementsgebouw. In een zeldzame vertoning van moed verlieten Democrati-sche parlementariërs de zaal zodat de Republikeinen niet het benodigde quorum zouden kunnen behalen om de begro-ting aan te nemen. Vrijdag waren er 40.000 demonstranten, zaterdag 40.000. Een week later waren het er, ondanks een sneeuwstorm en bijtende kou, 100.000. Al die tijd maakten de

Page 7: Grenzeloos 115

7

demonstranten, een verzameling van mensen uit alle lagen van de bevolking, studenten, arbeiders, boeren, activisten en gepensioneerden, symbolische referenties naar tahrir plein. De overeenkomsten waren voor iedereen duidelijk, borden hadden slogans als ‘One dictator (Moebarak) down! One (Walker) to go!’, ‘Scott ‘Hosni’ Moebarak’ en ‘Egypt in 18 days! Wisconsin in ???’De beweging in Madison eindigde echter in een nederlaag; de begroting werd aangenomen, net zoals ver-gelijkbare anti-vakbondwetgeving in verschillende andere staten. werknemers in de publieke sector hebben niet meer het recht om collectief te onderhandelen, ook blijft er verzet bestaan tegen de wetten. toch is het belang van de protesten in Madison op de gemoedstoestand van veel mensen in de VS maar moeilijk te overschatten. De bezetting en demonstraties behoren tot de grootste massaprotesten van de afgelopen de-cennia. Ze gaven nieuw leven aan links en de Amerikaanse vakbeweging en inspireerden in verschillende staten tot ver-zet tegen vergelijkbare Republikeinse voorstellen. En op 19 november gingen weer 30.000 mensen de straat op in Madi-son als begin van een campagne om walker af te zetten als gouverneur. Samen met de Arabische Lente en de Spaanse Indignados was wisconsin een grote bron van inspiratie voor Amerikaanse werknemers en een aanmoediging om zich aan te sluiten bij OwS. Ondanks dat het de eerste dagen vrijwel genegeerd werd door de grote media verspreidde OwS zich al snel over het land en daarna de wereld.

E e n l a n g e a a n l o o ptunesië, Egypte, Spanje en wisconsin hielpen de weg vrij te maken voor OwS maar de oorzaak van het succes ervan gaat dieper. OwS volgde op tientallen jaren van groeiende onge-lijkheid, de snelle en grote groei van de macht en rijkdom van de grote concerns, gestolen verkiezingen en het ondergraven

van democratie, illegale en brute aanvallen op burgerrechten en arbeidsrechten, torenhoge schulden en schier oneindige militaire agressie van de VS. En toen kwam de ineenstorting van het financiële systeem die honderdduizenden mensen hun baan en huis kostte en miljoenen Amerikanen, misschien voor het eerst in hun leven, echte armoede in het vooruitzicht stelde. De bail-outs voor de banken kostten belastingbetalers miljarden, misschien zelfs biljoenen terwijl de bankiers en spe-culanten die verantwoordelijk zijn voor de crisis zichzelf weer recordbonussen geven. En ten slotte voelen miljoenen diep te-leurgestelde Amerikanen zich verraden door Obama, iemand waarvan veel mensen de ijdele hoop koesterden dat hij funda-menteel zou breken met het Bush-Cheney tijdperk van agres-sie en corruptie. Het besef dat ook Obama niet zal breken met veertig jaar neoliberaal beleid en militaire avonturen heeft talrijke Amerikanen wakker geschud en de ogen geopend voor de onmogelijkheid van het bereiken van werkelijke ver-anderingen via het huidige Amerikaanse politieke systeem.Maar bovenal kan het succes van OwS niet los gezien worden van de vele eerdere acties, organisaties en bewegingen in de VS en elders die het grondwerk ervoor hebben verricht: de andersglobaliseringsbeweging van rond de eeuwwisseling, de coalities van studenten, arbeiders en ecologische activis-ten die hierin vorm kregen, de bewegingen tegen sweatshops en privatiseringen, antikapitalistische bewegingen in Latijns Amerika en elders, studentenbewegingen tegen marktwer-king in het onderwijs en stijgende studiekosten, campagnes tegen het op straat zetten van mensen die hun hypotheek niet meer konden betalen en ga zo maar door. Dit alles maakte, hoe indirect soms ook, OwS mogelijk. En natuurlijk is er de ellende en angst die veel Europeanen en Amerikanen nu voe-len, ook al zijn deze niks nieuws voor miljoenen en miljoenen mensen in andere delen van de wereld. V

Page 8: Grenzeloos 115

8

Occupy Nederland!In Nederland hebben de tegenstrijdigheden in het kapitalisme en de ellende die eruit voorkomt veel mensen nog niet zo hard getroffen als in de VS en andere landen. toch verrezen er in verschillende ste-den Occupy tentenkampen. Dit getuigt van de uitstraling en kracht van OwS en het besef van veel mensen dat we worden geconfron-teerd met een wereldwijde, structurele crisis. Na vijf weken bruist Occupy Amsterdam nog steeds van de activiteiten. Geregeld zijn er seminars en discussies (‘Occupy College’) over ver-schillende aspecten van de economische crisis. werkgroepen komen bij elkaar in de tenten en nabijgelegen cafés om ideeën, acties en strategie te bespreken. En nog steeds vindt elke dag een Algemene Vergadering plaats om de ontwikkeling van het kamp te bespreken en een consensus te bereiken over plannen en voorstellen van de werkgroepen.Ondanks de badinerende toon van veel berichtgeving en oproepen van bestuurders om het kamp te ontruimen kan Occupy Amsterdam nog steeds op veel steun rekenen. Bij veel publieke acties van de Occupanten blijven voorbijgangers staan, maken deze een praatje en nemen soms deel. Maar als Occupy wil overleven en uitgroeien tot een echte sociale beweging moet het verbreden en nieuwe steun verwerven. In zowel de VS als in Nederland loopt de beweging het risico zich teveel te richten op de interne ontwikkelingen: het runnen van een permanent tentenkamp is een ingewikkelde operatie waar veel tijd in gaat zitten. Nu al wordt een groot deel van de Algemene Vergaderingen besteed aan logistieke kwesties die zeker belangrijk zijn maar ook weinig inspirerend voor nieuwe mensen. En te grote fixatie op het kamp zelf heeft het gevaar in zich dat de beweging naar binnen draait en Occupy in de ogen van het publiek niet meer wordt dan een toeristenattractie.Om zich te verbreden en open te stellen voor nieuwe mensen moet er allereerst contact gemaakt worden met andere mensen die ook al in beweging zijn. Dit betekent het organiseren van concrete, tastba-re solidariteit. Een goed begin daarvan was 20 november toen Am-sterdamse Occupanten zich aansloten bij stakende werknemers van het Openbaar Vervoer en het ‘Dag van de Verontwaardiging’ protest tegen de bezuinigen en de stakers onthaalden op warme ‘solidari-tea’. Die dag kwamen werknemers, vakbondsleden, occupanten, kunstenaars en anderen samen – het is dit soort coalities die in de toekomst versterkt moeten worden. Daarnaast is het nodig om een goed beargumenteerde kritiek op de economische verhoudingen te ontwikkelen, iets waar het de beweging op het moment nog aan ont-breekt.Dit laatst wijst op zowel een van de sterkste als zwakste punten van de beweging. De openheid en het verlangen om de ‘99 procent’ te verenigden zijn verantwoordelijk voor een groot deel van het succes en heeft de beweging veel sympathie opgeleverd. Zonder aan die openheid af te doen is het nu tijd voor de beweging om duidelijk partij te kiezen en zich aan te sluiten bij al de andere mensen die in verzet komen tegen ongelijkheid en uitbuiting, hier en wereldwijd. Op die manier kan Occupy zowel zichzelf versterken als anderen helpen en verder groeien. wij zijn de 99 procent, jullie zijn de 99 procent, samen zijn we de 99 procent! V

Page 9: Grenzeloos 115

9

noten afgesloten CAO voor parttime postbezorgers en het eindeloze be-middelen en overleg om zelfs die ma-gere afspraken uitgevoerd te krijgen leidden tot een debacle. Deze CAO diende vooral als schaamlap om echte postbodes te kunnen ontslaan. En nu, anderhalf jaar nadat PostNL (toen nog tNt Post) de 11 duizend voltijds postbodes hun ontslag aankondigde, worden ook de 5000 banen van haar dochter Netwerk VSP geschrapt.

V e r a n t w o o r d e l i j k -h e i d n e m e nHet tij keren zal lastig zijn maar een andere keuze is er niet. werkgevers worden steeds brutaler en verwijzen steeds meer naar de ‘eigen verant-woordelijkheid’ van de werknemers. Die moeten zichzelf voorbereiden op het verlies van hun werk, op een slechte gezondheid na 30 jaar ploe-gendienst en er zelf maar voor zorgen van baan te kunnen veranderen. Ook de bezuinigen van de overheid wor-den steeds harder. Er is geen sociaal vangnet behalve voor diegenen die ‘echt’ niets anders hebben. En dat worden er steeds minder. want ook de overheid verwacht dat we onze ‘ver-antwoordelijkheid nemen’.

Laten we dat dus dan ook maar doen, op onze eigen manier. Niet ieder voor zich maar verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. Dat is een bood-schap die aanspreekt. Een FNV die zich duidelijk uitspreekt is een FNV die aanhang kan winnen. Dat was zo in de korte tijd dat de gele alterna-tievenkrant van het FNV verspreid werd met het idee om de rijken te laten betalen voor de crisis. En nog duidelijker in 2005 toen de FNV het kristallisatiepunt werd van het verzet tegen het steeds arrogantere werkge-

binnenland

P a t r i c k v a n K l i n k

Één FNV, maar wat voor een?het pensioendrama en de lange nacht van agnes

en henk heeft de discussie over de toekomst van

de vakbeweging weer actueel gemaakt. nog los

van de uitkomst van het onderzoek van han noten

en herman Wijfels is het duidelijk dat er veel moet

veranderen in in de vakbeweging en dat we op weg

moeten naar meer eenheid.

De noodzaak voor verandering bin-nen de vakbeweging is duidelijk. De arbeidsverhoudingen zijn de laatste 30 jaar grondig verandert. Bedrij-ven hebben minder vaste mensen in dienst. Er is een grote flexibele schil om het bedrijf heen waar de CAO niet geldt. Grote bedrijven zijn versplinterd, opgesplitst en worden continue gereorganiseerd, ze wor-den opgekocht, gefileerd en doorver-kocht. De één procent rijken van deze wereld heeft het maar druk met die bedrijvenhandel en wordt er steeds rijker van.

F N V b u i t e n s p e lDe FNV vergrijsd. Het aantal leden wordt niet alleen langzaam kleiner, er komen ook naar verhouding steeds meer gepensioneerde leden in verge-lijking met leden met een baan. De vergrijzing gaat in de vakbeweging sneller dan in de rest van de maat-schappij. De jongeren die in opstand komen tegen de babyboomers heb-ben dan ook een punt. Zij zijn degene met de flexibele baantjes en tijdelijke contracten. De scholieren die vak-ken vullen bij Albert Heijn zijn weer-loos tegen willekeur, voor ieder van hen tien anderen. Die jongeren zien dat werk zelf ook als een tijdelijke noodzaak en herkennen zich niet in de vakbeweging. Die verdedigt, terecht, de laatste verworvenheden maar heeft hen weinig te bieden. Ze is immers niet in staat in het offensief te gaan tegen verslechteringen die al

zijn doorgevoerd. De vakbeweging is langzaam achteruit aan het verdedi-gen. we zien dit bij het uithollen van het ontslagrecht, van uitkeringsrech-ten, van pensioenopbouw, enzovoort. Elke keer wordt er een verslechtering geaccepteerd die geldt voor een nieu-we generatie in ruil voor een CAO die voor steeds minder mensen geldt. Er worden concessies gedaan in de hoop nog grotere verslechteringen tegen te houden. Zo worden verslechteringen slechts uitgesteld. De vakbeweging heeft geen antwoord op de liberalise-ring. Ze verliest op deze manier lang-zaam haar legitimiteit. Zowel in de ogen van de jeugd, als in de ogen van de tegenstander; de werkgevers. Ook politiek komt de vakbeweging steeds meer buitenspel te staan. De financialisering van de economie betekent niet alleen dat beleggers, bankdirecteuren en kredietbeoorde-laars bepalen wat regeringen moeten doen. Via de Europese unie komen er steeds meer mechanismen die de vakbonden buiten spel zetten. Zoals het Euro Plus Pact dat verregaande maatregelen kent als het verslechte-ren van pensioenen, onder het mom van ‘het aanpassen van de pensi-oenstelsels aan de gewijzigde bevol-kingssamenstelling’.In de liberalisering van de postmarkt hebben we het allemaal bij elkaar zien komen. Regels vanuit Brussel die dwingen tot het opengooien van de postmarkt; FNV Bondgenoten die de ABVA dwars zat. De door Bondge-

een fnV die zich

duidelijk uitspreekt is

een fnV die aanhang

wint

Page 10: Grenzeloos 115

10

verskabinet Balkenende. Een vakbond die daarentegen goedpraat dat werken-de mensen inleveren om banken uit de schulden te redden is de naam vakbond niet waardig. Agnes Jongerius koket-teerde graag met de titel ‘machtigste vrouw van Nederland’. Je ziet een pa-troon van een vakbondstop en een fe-deratiebestuur die in de eigen wereld van de grote overleggen leven en enkel reageert op wat daar plaatsvindt.

De huidige vakbeweging is een bedrijf geworden en de aangestelde directies in de verschillende bonden sturen hun or-ganisatie ook als zodanig aan. De drijf-veer is niet vakbondsmacht maar een meer efficiënt bedrijf. De reorganisatie van de vakbeweging wordt gestuurd door kostenoverwegingen en beschik-bare budgetten. Verzet hiertegen is de start geweest van de ‘kloofdichters’, de groep kritische kaderleden en bestuur-ders die nu de meerderheid vormen in het nieuwe bestuur van de ambtenaren bond Abvakabo.Het probleem zit hem niet alleen bij de top van de bond en de betaalde be-

stuurders en het polderen in de SER. Het is ook een verhaal dat geldt voor de vrijwilligers van de bond, voor de kaderleden. want ook daar wordt vaak de gemakkelijke weg gekozen door iets voor, en niet met, de leden te willen re-gelen. Het kost meer tijd om mensen werkelijk te betrekken bij verzet tegen reorganisaties maar op de lange termijn levert het meer op. Kaderleden klagen dat afspraken in de CAO niet nageleefd worden terwijl zij juist de sleutel zijn om dit met de leden te controleren. ‘uitgaan van eigen kracht’ heette dat vroeger.

T w e e d e l i n gEr is een tweedeling in de maatschappij tussen de mensen die regelen en men-sen voor wie het geregeld wordt, men-sen die de prioriteiten stellen en men-sen die zich daar naar moeten schikken. Dat is een tweedeling die dwars door de generaties gaat. want de zogenaamd kritische jeugd van GroenLinks en D66, de nieuwe managers die als stagiair be-gonnen zijn, willen maar wat graag de nieuwe regelaars, de nieuwe leiders worden.Degenen voor wie alles geregeld wordt zijn nu ook onderling verdeeld. Ver-deeld door het uitbesteden en het pri-vatiseren, het opkopen en verkopen. Ze schuiven hun problemen op elkaar af. Ze zijn verdeeld door nationalisme en racisme dat verder groeide door uitzichtloosheid en slechte toekomst-verwachtingen. Ze kennen elkaar niet, sociale verbanden zijn verbroken. In elk bedrijf wordt de lat steeds hoger ge-legd. Met minder mensen en kleinere budgetten moet steeds meer gedaan worden. Mensen moeten weer zelfvertrouwen krijgen en hun eigen organisatie, hun eigen vakbeweging terugkrijgen. want er hoeft niets voor ze geregeld te wor-den, zij kunnen het allemaal zelf rege-len. Dat was te zien in de acties in de schoonmaak. Die waren niet alleen voor de schoonmakers een overwinning maar waren ook een voorbeeld dat veel mensen ertoe aanzette om lid te worden van de FNV. De FNV, een club die mis-standen aanpakt, dat is nog eens goede werving! Organizing is een belangrijk element in het antwoord dat de vak-bond moet geven. Met goede organisa-tie zoals dat bijvoorbeeld nu vorm krijgt in de schoonmaak en de grote distrie-butiecentra van de supermarkten kan veel gewonnen worden. Het is interes-sant om te zien dat er nieuwe structuren worden opgebouwd. De schoonmakers hebben een schoonmakersparlement waar ze met zijn allen bij elkaar komen. In dat parlement vindt niet alleen for-mele besluitvorming plaats, het is ook

een groep die elkaar kent en bij elkaar betrokken is. Een ongeregeld stel echte mensen, een verademing. Een ‘occupy’ binnen de bond. Behalve de boodschap moet ook de structuur van de vakbeweging veran-deren. De kaderleden uit verschillende sectoren moeten plekken krijgen om met elkaar te spreken en acties op te zetten. Dat kan gebeuren rond concre-te initiatieven als het vakbondscafé in Amsterdam. Dat kan gebeuren in regio-nale samenwerkingsverbanden zoals op grote bedrijventerreinen als de Eems-haven, Schiphol en de chemie in de Rijnmond. Daar kunnen kaderleden en leden bij elkaar komen om echt aan de slag te gaan. Op die manier moeten de barrières tussen bedrijven en sectoren geslecht worden. Daarbij kan het om de CAO gaan, maar ook om protest tegen het regeringsbeleid of steun aan elkaars acties. Zo kunnen ook samenwerkings-verbanden ontstaan met groepen buiten de vakbeweging. Ook de grenzen tus-sen de bonden moeten geslecht worden. Op een bouwplaats lopen steeds minder echte bouwvakkers rond. Bouwvakkers horen bij FNV Bouw maar alles wat met Elektra, Centrale verwarming, loodgie-terswerk et cetera te maken heeft hoort bij FNV Bondgenoten. Door de privati-sering komen ook de werkterreinen van Abvakabo FNV en FNV Bondgenoten steeds dichter op elkaar te liggen.

we hoeven voor één FNV niet te wach-ten op het resultaat van de verkenning van de heren wijfels en Noten, we kun-nen zelf aan de slag. Het leggen van die dwarsverbanden en de mogelijkheid van het opzetten van regionale samen-werkingsverbanden op initiatief van le-den zelf was een van de beste kansen op vakbondsvernieuwing die besproken werd op het laatste congres van FNV Bondgenoten. Het is onbegrijpelijk dat een groep kaderleden uit de hoek van de gepensioneerden en vervoer hier te-gen waren, alleen maar uit angst dat de manier waarop men het nu in de eigen groep regelt op losse schroeven zou ko-men te staan. Maar een sterke, verenig-de vakbeweging zou daar juist de beste waarborg van zijn. Leden moeten weer centraal staan, het moet weer om vak-bondsmacht gaan, tegen de macht van de één procent rijken en managers. V

de leiding leeft in een

eigen wereldje

behalve de boodschap

moet ook de structuur

van de vakbeweging

veranderen.

Page 11: Grenzeloos 115

11

binnenland

R o b M a r i j n i s s e n

In 2009 was er plotseling wat over te doen. Het witte Huis noemde Ne-derland in een lijst van belastingpa-radijzen. De toenmalige minister Bos en staatssecretaris de Jager haastten zich om te protesteren en kregen uit-eindelijk hun zin: Nederland werd van de lijst geschrapt. Dat Nederland echter wel degelijk het label van be-lastingparadijs verdient bleek dat zelfde jaar in het programma Zem-bla. Een hoogleraar fiscale economie deed in opdracht van Zembla onder-zoek naar het belastingregime van Nederland. Een van zijn bevindingen was dat de belangrijkste Nederlandse beursgenoteerde multinationals nau-welijks belasting betaalden. Als deze bedrijven normaal belasting zouden betalen zou dat op jaarbasis 16 mil-jard extra opleveren voor de staats-kas, uitgaande van cijfers uit 2007. Het bleef daarna relatief stil rond het thema ‘Nederland, belastingparadijs’ maar onlangs verscheen een serie artikelen in het Financieel Dagblad over hetzelfde onderwerp.Van de 100 grootste bedrijven in de wereld hebben er 80 een vestiging in Nederland. Van alle grote olie-maatschappijen zijn er maar twee die dat niet hebben: die komen uit China. wat maakt Nederland zo in-

teressant voor al deze bedrijven? Het antwoord is simpel: de Nederlandse belastingwetgeving is zeer ruimhar-tig voor grote concerns en financiële instellingen. Volgens de wet op de vennootschapsbelasting hoeven con-cerns geen belasting te betalen over hun ‘deelnemingen’ in ondernemin-gen. Een dergelijke deelneming moet minimaal 5 procent van de onderne-ming beslaan. Als vanuit een deel-neming dividend wordt uitgekeerd aan de eigenaar van de deelneming wordt dat weliswaar bij de winst op-geteld maar dit geld blijft buiten de heffing van de vennootschapsbelas-ting. Het idee hierachter is dat de dochter al vennootschapsbelasting betaalt over de winst en er niet dub-bel belasting hoeft te worden betaald. Maar deze regeling geldt de laat-ste decennia ook voor buitenlandse deelnemingen. In combinatie met de meer dan 100 belastingverdragen die Nederland de afgelopen jaren heeft afgesloten, wordt het voor die grote concerns heel interessant om zich in Nederland te vestigen.

B r i e v e n b u s f i r m a ’ s Een voorbeeld: Nederland heeft een belastingverdrag met Mongolië. Dat is in 2002 afgesloten door de toen-malige minister Gerrit Zalm. Mon-golië heft nul procent belasting op dividend van Nederlandse bedrijven. Die waren er toen ook nog niet, maar Mongolië is een land rijk aan grond-stoffen. Een Canadese mijnbouw-onderneming sloot onlangs via haar dochtermaatschappij op de Britse Maagdeneilanden een overeenkomst met de Mongoolse autoriteiten. Het bedrijf moest 20 procent belasting over dividend betalen. Maar na het afsluiten van het contract met Mon-golië verkocht de dochter al haar aan-delen aan een concernmaatschappij in Amsterdam. Mongolië kan dus fluiten naar dat geld. Omdat Mongo-lië een belastingsheffing van nul pro-cent heft, is de dochter in Mongolië formeel belastingsplichtig. Door dit opzetje hoeven deze bedrijven geen belasting over dividend te betalen in Nederland: dit zou immers ‘dubbelop’ zijn. Het doel van deze belastingcon-

Nederland, belasting paradijsbij belastingparadijzen denken we al snel aan exotische eilanden, waar

via schimmige postbusfirma’s door louche types op slinkse wijze de fiscus

wordt opgelicht. de werkelijkheid is veel prozaïscher. een van ’s werelds

belangrijkste belastingparadijzen is nederland. daar wordt voor vele

miljarden belasting ontdoken. niet door schimmige figuren maar gewoon

door grote multinationals. dat wordt geregeld vanuit keurige kantoren aan

de amsterdamse Zuidas of de grachtengordel. en helemaal legaal, want

de nederlandse wetgeving is gericht op belastingontduiking, het is een

belangrijke bron van inkomsten en werkgelegenheid. en ach, degene die er de

dupe van zijn, die zitten ver weg.

Page 12: Grenzeloos 115

12

B e r t i l V i d e t

Vijftien september was een waterscheiding in het Deense politieke land-schap. De radicaal linkse Rood Groene Alliantie (RGA), een partij bestaande uit verschillende stromingen waaronder de Deense zusterorganisatie van Grenzeloos, verdrievoudigde. Een andere partij links van de eens opper-machtige sociaaldemocraten, Socialistisk Folkeparti (SF), is nu deel van de regering. SF heeft zijn wortels in een afsplitsing van de communistische partij in de jaren vijftig maar is zich de laatste decennia steeds meer gaan oriënteren op de Groene partijen in Europa. Al voordat deze partij toetrad tot de coalitie, voor het eerst in zijn geschiedenis, begon zij een hoge prijs te betalen voor de pogingen om zichzelf te profileren als een ‘verantwoorde-lijke’ partij, een toekomstige regeringspartij. De partij vereenzelvigt zich zo sterk met de sociaaldemocraten, waar zij nu samen met een kleinere liberale partij de regering mee vormen, dat veel mensen het gevoel hebben dat de SF zichzelf overbodig maakt.Na tien jaar rechts bewind, waarin de xenofobe DF vaak de toon zette, waren de verwachtingen hooggespannen. Hoewel de verkiezingen de premiers-post weer toewezen aan de sociaaldemocraten behaalde links geen meer-derheid. De sociaaldemocraten vormden daarom een coalitie met SF en Ra-dikale Venstre (RV), een ‘progressief liberale’ partij. Met 17 zetels, tegen 44 voor de sociaaldemocraten en 17 voor SF, is RV de kleinste coalitiepartner toch was ze was de onbetwiste winnaar van de onderhandelingen over het vormen van de regering. De sociaaldemocraten en SF gaven al snel enkele linkse hervormingen die zij in campagnetijd beloofd hadden op.Aan de linkerzijde staat de nieuwe regering onder druk van de RGA. Deze won 6,7 procent van de stemmen en 12 parlementszetels. In feite konden de sociaaldemocraten en SF slechts dankzij het succes van de RGA en RV rechts aflossen als regeringspartijen. Zowel de sociaaldemocraten als SF verloren namelijk stemmen ten opzichte van de vorige verkiezingen in 2007, de eer-ste verloor een zetel, SF verloor er drie. Nog een half jaar voor de verkiezin-gen wezen opiniepeilingen erop dat links zonder steun van de liberalen een meerderheid zou kunnen halen. toentertijd presenteerde het bondgenoot-schap van sociaaldemocraten en SF zich als de verdedigers van sociale voor-zieningen, met name het pensioenrecht. Sindsdien is de steun voor beide partijen afgenomen naarmate ze meer spraken over ‘brede parlementaire samenwerking’ (samenwerking met rechts dus), en nadat ze een hervorming in het belang van ontroerend-goedbezitters en alle steun aan de financiële sector steunden. tegelijkertijd vielen de partijen stil over de rechtse aanval-

structies is bedrijven hier permanent naar toe te lokken, in het belang van de Neder-landse financiële sector. tien procent van alles wat er in Nederland verdiend wordt wordt verdiend in de financiële sector, er werken 300.000 mensen. Naar schatting geven de belastingontduiking-via-brieven-bus firma’s werk aan 15. 000 mensen. Een van de Nederlandse belastingvoorde-len is een verlaagd vennootschapsbelas-tingtarief van vijf procent (normaal is dit 25 procent) over licenties op zelf ontwikkelde patenten, octrooien en kweekrechten. Dit maakt het voor concerns mogelijk om hun onderzoek en ontwikkeling vanuit Neder-land te financieren door hier formeel een holding te vestigen. Het bedrijf bespaart belastinggeld en Nederlandse accoun-tants hebben er een klant bij – maar er gaat slechts een schijntje naar de schatkist. Een ander voorbeeld is dat in Nederland over rente geen bronbelasting wordt ge-heven. Dat maakt het voor een concern mogelijk om tegen hoge rentes leningen te verstrekken aan hun eigen dochterbedrij-ven. Een concern kan hierdoor een lening verstrekken aan een holding in Nederland. Vanuit Nederland wordt met dit geleende geld een lening tegen een veel hogere rente aan een dochteronderneming in een derde land verstrekt. Dat is voordelig voor de Nederlandse holding, want zo hoeven er over de rente-inkomsten geen belasting te worden betaald. En de dochteronderne-ming die het geld leende trekt de rentekos-ten af van de belasting in dat land. Dubbel voordeel dus. Een ander voorbeeld van het Nederlandse belastingparadijs is dat in ons land over royalty’s geen bronbelasting wordt gehe-ven. Daarom hebben bijvoorbeeld vele ar-tiesten waaronder u2 en de Rolling Stones hun financiële zetel in Nederland. Arties-ten zijn niet de enige die het Nederlandse belastingparadijs ontdekt hebben. Renault heeft om fiscale redenen haar financiële zetel weggehaald uit Frankrijk en overge-bracht naar Nederland. Hiermee ontsnapt ze ook aan de strakke controle van de Fran-se staat die nog steeds een 15 procent be-lang in het bedrijf heeft. Nike laat al jaren alle geldstromen via Nederland lopen en heeft in 2010 in Nederland enkele coöpera-ties opgericht waardoor ze geen dividend-belasting hoeft te betalen. Al haar dochters heeft ze daarin ondergebracht. Normaal moet er 15 procent dividendbelasting wor-den betaald, maar coöperaties zijn daarvan vrijgesteld. De Amerikaanse overheid be-rekende dat ze door dit soort constructies 60 miljard dollar aan belasting misloopt. Volgens Rodrigo Fernandez, financieel geograaf en onderzoeker bij de stichting onderzoek multinationale ondernemingen (SOMO) wordt er in Nederland voor zo’n 100 miljard aan belasting ontdoken. V

in september kwam in denemarken een eind aan

tien jaar rechts bewind. het deense model van een

minderheidscoalitie van rechtse partijen met steun

van de nationalistische dansk folkeparti (deense

Volkspartij, df) was een voorbeeld voor de huidige

nederlandse regering. Maar in de verkiezingen

van afgelopen september behaalde radicaal links

de beste resultaten sinds 1945 en voor het eerst

zal een socialistische partij deel uitmaken van de

regeringscoalitie.

Problemen en vooruitgang van Deens links

Page 13: Grenzeloos 115

13

buitenland

Problemen en vooruitgang van Deens linkslen op sociale voorzieningen. SF had al eerder verklaard de vergaande wetgeving tegen immigratie, doorgedrukt door de DF gedurende hun tien jaar als gedoogpartij, niet terug te wil-len draaien.

P o l i t i e k e z e l f m o o r dDe concessies die SF deed in haar poging om zich als toe-komstige regeringspartij te positioneren maakten het steeds moeilijker om een verschil te zien tussen hen en de sociaalde-mocraten. Dit proces heeft zich nog verdiept na het toetreden van SF tot een coalitie waarin de sociaaldemocraten de domi-nante partij zijn. Het resultaat van dit alles is niet minder dan rampzalig voor SF die zowel leden als stemmen verliezen. Een deel van de winst voor de RGA kwam van teleurgestelde SF -stemmers. De nauwe band van SF met de sociaaldemocraten volgt uit hun wens om gezien te worden als een partij die binnen de kapitalistische kaders beleid zal voeren. Het valt te voorzien dat als de partij hierin volhardt hen hetzelfde lot wacht als dat van verwante partijen in Frankrijk, Italië en Noorwegen. Na deelname aan Lionel Jospin Gauche Plurielle coalitie (1997-2002), een coalitie die op grote schaal privatiseringen door-voerde, raakte de Franse Communistische Partij (PCF) in een crisis die zij nooit meer te boven kwam. De desillusie van link-se stemmers leidde tot een historisch dieptepunt in het aan-tal leden en kiezers van de PCF en bereidde de weg voor de huidige rechtse regering in Frankrijk. Op vergelijkbare wijze is de Italiaanse Rifondiazone Communista nadat de partij mi-litaire missies in Afghanistan en Amerikaanse militaire bases in Italië steunde, nooit hun deelname in het tweede kabinet

Prodi (2006-2008) te boven gekomen. Nadat Prodi’s coalitie in elkaar stortte en Berlusconi een comeback maakte bleef Ita-liaans links achter in een crisis die zij nu, ook na het vertrek van Berlusconi, nog lang niet te boven is. In Noorwegen heeft de Linkse Socialistische Partij sinds haar deelname aan de regering voortdurend leden en stemmen verloren. In al deze gevallen raakten socialistische partijen in een vicieuze cirkel van desillusie en ontmoediging. Het beeld van de SF in de maanden voor de verkiezingen, en nog uitdrukkelijker in hun eerste maanden als coalitiepartner, stemt niet optimistisch dat hier niet hetzelfde patroon herhaald zal worden. En ook in het Deense geval lijkt rechts hier van profiteren.

K o e r s w i j z i g i n gHet aantreden van de nieuwe centrumlinkse regering bete-kende ook discussie in de RGA: hoe moest deze zich opstel-len? Een uitkomst was dat de RGA, voor het eerst in hun 17 jaar in het parlement, voor de begroting zal stemmen. Deze beslissing kwam na intense onderhandelingen tussen de RGA en de regering. In het commentaar van de RGA klinkt niet zozeer enthousiasme over de begroting door; als wél de over-tuiging dat dit het best haalbare was op het moment en enkele concrete verbeteringen voor de gewone bevolking inhoudt. Er bestaat enige goodwill ten opzichte van de nieuwe regering maar de RGA benadrukte dat bij toekomstige stemmingen in het parlement hun steun voor het kabinet niet vanzelfspre-kend zal zijn. De begroting is geen breuk met de kapitalisti-sche logica maar is een stap in de goede richting, voor meer verregaande maatregelen moet de regering onder druk gezet worden door buitenparlementaire bewegingen. V

Een begroting met een linkse touch:Enkele van de hervormingen in de begroting waar de RGA krediet voor claimt:- Verbetering van de ww- Meer controle op uitbuiting van arbeidsmigranten- uitbreiding van de kinderopvang- De intrekking van de verplichting van gemeenten om een derde van hun voorzieningen te privatiseren- Meer geld voor openbaar onderwijs en kleinere klassen in het voortgezet onderwijs- Lagere eigen bijdrage voor de tandarts- Het opzetten van een commissie die onderzoek zal doen naar de oorzaak van de financiële crisis en de gevolgen van de liberalisering van de financiële sector- Het opzetten van een taskforce tegen economische misdaden- Hogere belastingen op activiteiten van multinationals in Denemarken- Er zal opnieuw gekeken worden naar de wie recht heeft op de olie in de Deense Noordzee op dit moment wordt deze gecontroleerd door het bedrijf Maersk dat profiteert van zeer lage belastingen- Meer geld voor bescherming van schoon water en milieu- Een kilometerheffing op vrachtvervoer om beter en goedkoper openbaar vervoer te financieren- uitbreiding van het recht op gezinshereniging van immigranten- Meer geld voor juridische hulp aan kwetsbare groepen, inclusief asielzoekers- Meer geld voor de promotie van mensenrechten en onderzoek in conflictstudies- Het schrappen van de door de vorige regering geplande verlaging van de kinderbijslag

Page 14: Grenzeloos 115

14

buitenland

A l e x d e J o n g

Rechts wegkijken, rechtse terreur

De affaire begon nadat twee leden van de zogenaamde ‘Nationalsozialis-tischer Untergrund’, uwe Mundlos en uwe Böhnhardt na een mislukte bank-overval dood werden aangetroffen. Een derde lid, Beate Zschäpe, meldde zich bij de politie na met een brandbom hun huis te hebben verwoest. De drie worden verantwoordelijk gehouden voor negen moorden op immigranten en één op een politieagente, bankover-vallen en bomaanslagen. Mundlos, Böhnhardt en Zschäpe doken in 1998 onder omdat zij gezocht werden voor een mislukte bomaanslag. Dit was na-dat eerder bij een huiszoeking in begin 1998 bij hen al explosieven, wapens en nazi-propagandamateriaal waren ge-vonden. Volgens de justitie van deel-staat thüringen zouden de drie kort daarna teruggevonden zijn maar om onbekende redenen werd op het laat-ste moment een arrestatie afgeblazen. twee jaar later begonnen de drie hun moordreeks. In 2003 verjaarde de aan-klacht wegens de mislukte bomaanslag tegen het drietal en werd de zoekactie naar hen gestaakt.In de loop van het onderzoek lijkt hun terreurcel uit te groeien tot een net-werk. Naast Zschäpe zijn ondertussen twee andere nazi’s, Holger G. en Mat-thias D., opgepakt. Zij zouden het on-dergedoken drietal geholpen hebben. Daarnaast spreekt de Duitse justitie over nog twee andere, niet bij naam genoemde, verdachten. Een voorma-lige nazi verklaarde tegenover het Duitse blad Bild dat de NSu in totaal elf

duitsland is in shock. Meer dan tien jaar

heeft een groep nazi’s moorden en aanslagen

kunnen plegen – en dat terwijl het in hun

omgeving krioelde van de politie-infiltranten.

de rol van de inlichtingendiensten wordt

steeds schimmiger.

hoe kon het zover komen?

leden gehad zou hebben. Ook een nooit opgehelderde bomaanslag uit 2001, op-geëist door de ‘Nationale Bewegung’ is ondertussen met de zaak in verband gebracht.

Z i e n d e b l i n d ?Dat deze nazi’s meer dan twaalf jaar lang ongestraft hun gang konden gaan verbaast des te meer als men nagaat hoeveel politie-medewerkers er in hun omgeving actief waren. Voor hun on-derduiken waren de drie actief bij de fascistische groepering Thüringer Hei-matschutz. Leider van deze club en degene die hen rekruteerde was tino Brandt. Deze Brandt was een informant van de Verfassungsschutz, de binnen-landse veiligheidsdienst. Voor zijn dien-sten ontving Brandt volgens eigen zeg-gen 200.000 D Mark. Hijzelf beweerde een spelletje gespeeld te hebben met de inlichtingendienst en het grootste deel van het geld in de opbouw van de organisatie gestoken te hebben. Onder-tussen is gebleken dat de NSu-leden beschikten over ‘legale illegale docu-menten’. Dit zijn papieren die verstrekt worden aan informanten van de veilig-heidsdienst om hen te helpen hun iden-titeit geheim te houden.En bij de moord op de eigenaar van een internetcafé in Kassel in de deelstaat Hessen in 2006 was zelfs een medewer-ker van de regionale Verfassungsschutz aanwezig, Andreas t. De aanwezigheid van Andreas t. bleek pas tijdens het on-derzoek naar de moord, hij was niet zelf naar voren gekomen. Het regionale mi-

nisterie voor binnenlandse zaken en de Verfassungsschutz weigerden hier com-mentaar op te geven. Het nieuws stelde vooral de premier van Hessen, Volker Bouffier (CDu), in een kwaad daglicht. Deze liet na het parlement van de deel-staat in te lichten. In de tussentijd zou de agent van zijn post verwijderd zijn en een andere baan bij de overheid gekregen hebben; ‘ik weet niet of dat klopt’, verklaarde Bouffier, ‘maar als het zo gegaan zou zijn, zou het meer dan verbijsterend zijn’. Bouffier deelde bovendien niet mee dat bij deze agent fascistische propaganda, verboden mu-nitie en wapens gevonden waren – iets waar hij een lichte straf voor kreeg. Vanwege zijn uitgesproken radicaal rechtse opvattingen had de agent in het dorp waar hij woonde de bijnaam ‘klei-ne Adolf’. uitgerekend deze man was verantwoordelijk voor het in de gaten houden van ‘buitenlandse extremisten’ en begeleidde verschillende informan-ten. waaronder volgens Bild een in de Thüringer Heimatschutz. Volgens Bild plaatste politie-onderzoek Andreas t. verder in de nabijheid van nog zes an-dere moorden begaan door de NSu. De partij Die Linke, niet vertegenwoordigd in de commissie die toezicht houdt op de inlichtingendienst, is woedend: ‘als het over deze kwestie gaat geloven wij geen woord meer van de deelstaatrege-ring’, aldus de regionale fractievoorzit-ter Hermann Schaus.Het hele gebeuren heeft ernstige twij-fels opgeroepen over het functioneren van de veiligheidsdiensten. De manier

Page 15: Grenzeloos 115

15

waarop de nazi’s jarenlang hun gang konden gaan staat in schril contrast met de manier waarop actieve leden van de Rote Armee Fraktion die niet naar het buitenland waren uitgeweken binnen enkele jaren gepakt werden. Hoe kon het gebeuren dat de drie na de huiszoe-king in 1998 niet meteen opgepakt wer-den? En dat iemand als ‘kleine Adolf’ belast was met het in de gaten houden van geloofsgenoten? was dat allemaal een combinatie van stommiteiten en miscommunicaties? Zou bijvoorbeeld het anders gegaan zijn als de NSu de aanslagen had opgeëist en daarmee het racistische motief voor deze daden, dat eerst slechts vermoed kon worden, dui-delijk had gemaakt?Het idee dat de inlichtingendiensten ‘auf dem rechten Auge blind’ zijn ge-weest klinkt vreemd gezien het grote aantal agenten en infiltranten dat ze rond hebben lopen in de Duitse nazi-beweging. In 2003 mislukte een poging de Nationaldemokratische Partei Deut-schland (NPD) te verbieden omdat deze op alle niveaus geïnfiltreerd bleek te zijn en het onmogelijk was na te gaan welke van de strafbare uitingen van de partij nu van partijleden en welke van agenten afkomstig waren. De NPD, ver-reweg de belangrijkste nazi-organisatie in Duitsland, is vertegenwoordigd in twee deelstaatparlementen en tiental-len gemeenteraden en heeft nauwe banden met het milieu van niet partij-gebonden nazistische straatactivisten waar de NSu-leden uit voortkwamen. Meer dan van ‘blindheid’ lijkt er sprake te zijn geweest van een verwaarlozing van de dreiging van neonazi’s: sinds 2009 hebben de rechtse regeringspar-tijen de aandacht van de inlichtingen-diensten voor uiterst rechts willen ver-minderen en deze zich meer laten rich-ten op ‘extreem links’.

V e r k e e r d e p r i o r i t e i t e nNa een ‘crisisoverleg’ tussen de minis-ters van binnenlandse zaken en justitie van de deelstaten en federale overheid kwam de minister van binnenlandse zaken Hans-Peter Friedrich (CSu) met een reeks maatregelen. Naast een ‘Ab-wehrzentrum Rechts’ is een van zijn plannen iets dat bij de politie al tien jaar bestaat: een centrale databank van da-ders van rechts politiek geweld. Nieuw is dat daar in het vervolg ook door de inlichtingendienst verzamelde informa-tie bijgevoegd zou worden. Daarnaast is het plan om de NPD te verbieden weer van stal gehaald. De woordvoerster bin-nenlandse zaken van Die Linke in de bondsdag, ulla Jepke, reageerde scep-

tisch op de dadendrang: ‘in de strijd te-gen nazi’s hebben we geen nieuwe data maar een grondige heroverweging van het denken bij de veiligheidsdiensten nodig’. Het gevaar van rechts geweld is sinds 1990 ‘systematisch gebagatel-liseerd’ verklaarde ze. Sinds 1990 wer-den er minstens 182 mensen gedood door Duitse nazi’s.Maar volgens de Duitse regeringspar-tijen CDu en FDP werd er echter juist te veel aandacht besteed aan de dreiging van rechts geweld. Begin dit jaar maak-te Friedrich zich nog vooral zorgen over de ‘verwaarlozing’ van de dreiging van links; ‘het is de hoogste tijd dat de sa-menleving links extremisme serieus neemt’ verklaarde hij. De focus van de veiligheidsdiensten zou moeten liggen op de bestrijding van ‘extremisme’ in het algemeen, waarin links en rechts over een kam geschoren worden, en niet bij de bestrijding van de dreiging van nazi’s, aldus de rechtse regering. Het begrip ‘extremisme’ is natuurlijk uiterst vaag, daarmee uiterst flexibel en kan naar gelang de wens van de autori-teiten ingezet worden.twee voorbeelden laten zien wat de Duitse regering zich bij de dreiging van ‘links extremisme’ voorstelt. In Berlijn werden de afgelopen maanden linkse boekhandels doorzocht en aangeklaagd wegens ‘hulp bij het aanzetten tot straf-daden’ en ‘overtreding van de wapen-wet’ omdat zij bepaalde bladen ver-kochten. In de deelstaat Saksen, waar de NSu haar basis had, namen dit en vorig jaar tienduizenden mensen deel aan een blokkade van wat jarenlang de grootste nazi-betoging van Europa was. De over-heid reageerde op dit vertoon van ‘links extremisme’ met politiegeweld, massale afluisterpraktijken, invallen bij een par-tijkantoor van Die Linke en het met veel wapenvertoon oppakken van een bij de anti-nazi protesten betrokken jeugdpa-ter. Eerder dit jaar vergeleek de Verfas-sungsschutz het ‘linkse extremisme’ in Duitsland onheilspellend met de ‘vroe-ge RAF’ en kreeg het van het CDu de opdracht gedetailleerde informatie over linkse radicalen te verzamelen, inclusief over hun ‘banden met politieke partijen’ (lees: Die Linke). De politieke moti-vatie van dit beleid was openlijk: toen bijvoorbeeld de Berlijnse Verfassungs-schutz vorig jaar in een studie over ‘links geweld’ twee antifascistische groepen als ‘voorstanders’ en ‘beoefenaars’ van geweld bestempelde, verklaarde de inlichtingendienst dat het doel was om ‘politici uit het linkse spectrum’, ‘duide-lijke grenzen’ te laten trekken en over te halen geen ‘gemene zaak met militan-ten te maken’.

Nu een groep nazi’s jarenlang dodelijk geweld uitgeoefend blijkt te hebben, en dit letterlijk in het zicht van medewer-kers van de veiligheidsdiensten, is het failliet van de retoriek over een blind-heid voor een linkse dreiging en een buitenproportionele fixatie op rechts overduidelijk. CDu minister van fa-miliezaken Kristina Schröder, verant-woordelijk voor de programma’s tegen extremisme, wil echter van geen kri-tiek weten. Onder haar verantwoording werd gekort op subsidies voor program-ma’s tegen neonazisme maar kreeg de CDu jongerenorganisatie wel geld voor een tocht naar Berlijn tegen ‘links ex-tremisme’, inclusief een ‘gezamenlijk bezoek aan het nachtleven’. Liever dan over het gevaar van nazi’s sprak zij in het parlement over het gevaar van een radicalisering van de SPD achterban en een fictieve toename van racisme tegen blanke Duitsers. Haar reactie op alle kritiek tot nu toe was te verklaren dat er genoeg aandacht en geld is voor de bestrijding van nazisme, en bovendien is daar veel meer geld voor beschik-baar dan voor de bestrijding van ‘links extremisme’, meende zij te moeten be-nadrukken. Voor haar staat de vijand links, ook als nazi’s moordend door het land trekken. V

Verkiezingsaffiche van de NPD:De boodschap is duidelijk.

Page 16: Grenzeloos 115

16

alle landen. Ze kunnen vergaande maatregelen nemen tegen landen die de normen van het Stabiliteits- en Groeipact over-treden, dat wil zeggen een begrotingstekort hebben boven de 3 procent van het BBP en of een staatsschuld boven de 60 procent van het BBP. En dat zijn op dit moment vrijwel alle Eu landen inclusief Nederland. Maar daar blijft het niet bij. De Europese instellingen dienen volgens de nieuwe maatrege-len toezicht te houden op het macro economisch evenwicht op middellange termijn van de lidstaten. Dit betekent feitelijk dat men de kaders kan bepalen voor de ontwikkeling van de lo-nen, de belastingen de pensioenen en alles wat nog meer van invloed is, of kan zijn, op het macro economisch evenwicht. Er kan niet alleen ingegrepen worden als de begrotingsre-gels overtreden worden, maar ook als dit ‘dreigt’ te gebeuren. Daarmee heeft Europa de vrije hand om haar beleid op te leg-gen.In de nieuwe regelgeving is ook opgenomen dat het aanbeve-ling verdient als landen in hun Grondwet opnemen dat ze zich aan de Europese begrotingsregels houden. Spanje heeft dat inmiddels al gedaan. Op die manier is ook na een eventuele verkiezingsoverwinning van partijen die niet zweren bij het neoliberale gedachtegoed de voortzetting van het neoliberale beleid vast gegarandeerd.

De argumentatie voor deze vergaande Europese bevoegd-heden gaat aldus. ‘Een aantal Europese landen heeft er een zooitje van gemaakt en de afspraken (van het Stabiliteits- en Groeipact) overtreden. Ze hebben veel meer uitgegeven dan ze binnen kregen en als gevolg daarvan komt nu de hele eu-rozone in gevaar. Als nationale politici niet in staat zijn om orde op zaken te stellen moet dat op Europees vlak gebeuren.’ Deze redenering gaat er aan voorbij dat de huidige problemen in de euro zone helemaal niet voortkomen uit het overschrij-den van de normen van het Stabiliteits- en Groeipact. Het waren Duitsland en Frankrijk die al jaren geleden de normen overtraden zonder dat de daarvoor geldende sancties werden getroffen. Deze redenering zet de zaak op zijn kop. De be-grotingstekorten van bepaalde Europese landen zijn niet de oorzaak van de eurocrisis, maar als gevolg van de economi-sche en financiële crisis hebben bepaalde landen ernstige be-grotingstekorten. De door Europa voorgestane oplossing van drastische bezuinigingen maakt de zaak alleen maar erger.

achtergrond

W i l l e m B o s

Op weg naar een Europese dictatuur

democratie wordt gezien als een luxe

De reacties op de gedachte van premier Papandreu om het Europese bezuinigingsplan voor Griekenland aan een refe-rendum te onderwerpen was typerend. Het idee om de Grie-ken zelf te laten beslissen over de ‘oplossing’ van de econo-mische problemen in hun land kwam de Griekse premier op de hoon van heel Europa te staan. Het was nu even tijd voor daden, niet voor democratie. Zijn aftreden, noch dat van Ber-lusconi - die onderhands vervangen werd door de voormalige eurocommissaris en consultant van Goldman Sachs Mario Monti - hoeft ons met geen grammetje droefenis te vervullen, maar de manier waarop zij uiteindelijk aan de kant zijn gezet is typerend voor de ontwikkelingen in Europa. Niet het verlies van de steun van de bevolking of de massale protesten, maar het verlies van vertrouwen van de financiële markten, leidde uiteindelijk tot de val van beide heren. ‘Dit land heeft geen verkiezingen nodig maar hervormingen’, vatte de voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy het Europese standpunt bij een bezoek aan Italië samen. De reactie van de financiële markten, dat is het enige dat in Europa echt telt. Bij iedere Europese maatregel die onder het mom van het bestrijden van de crisis genomen wordt is de enige vraag die echt telt: hoe reageren de financiële markten? want het zijn de financiële markten die in staat zijn landen naar de afgrond te voeren. Om dat te voorkomen - of eigenlijk om te voorkomen dat de economische ondergang van landen als Griekenland, Italië, Portugal en Spanje ook de rest van de Europese unie over de afgrond duwt - moeten die markten tot iedere prijs tevreden worden gehouden. Daar zijn die maatre-gelen voor economisch bestuur van de Eu op gericht.De nieuwe president van de Nederlandse Bank Klaas Knot vatte recentelijk nog eens samen wat er gedaan moet worden om aan de wensen van de financiële markten tegemoet te ko-men: “De arbeidsmarkt moet in belangrijke mate hervormd worden, de ontslagbescherming is veel te royaal, er is een on-derbenutting van het arbeidspotentieel en er zal ook echt iets aan de pensioenen moeten gebeuren.”

E c o n o m i s c h b e s t u u rDe Europese dwangmaatregelen zijn niet alleen van toepas-sing op de met de denigrerende term PIGS aangeduide pro-bleemstaten Portugal Ierland/Italië, Griekenland en Spanje. Met de recent aangenomen maatregelen op het vlak van het economisch bestuur hebben de Europese instellingen grote bevoegdheden gekregen op financieel economisch vlak in

onder het mom van het bestrijden van de (euro-) crisis worden er in de europese

unie steeds meer stappen gezet in de richting van een autoritair europees

regime. een regime waarin de rol van gekozen parlementaire organen naar de

achtergrond wordt gedrongen en niet gekozen - en nauwelijks of niet democratisch

gecontroleerde - organen of functionarissen de dienst uit maken.

Page 17: Grenzeloos 115

17

De economisch zwakkere Europese landen krijgen het econo-misch steeds moeilijker en de kloof tussen de Europese landen wordt steeds groter.

D e m o c r a t i s c h e c o n t r o l eNiet alleen de traditionele rechtse partijen, maar ook de PvdA en GroenLinks omarmen deze regelgeving en GroenLinks vindt zelfs dat ze op sommige punten nog niet ver genoeg gaan. Hoe is de steun van deze partijen te verklaren? Een be-langrijk element hierin is dat zij de almacht van de financiële markten als een onveranderbaar gegeven beschouwen. te-genover die macht van de markt moet de politieke macht van de Eu worden gesteld, is hun redenering. Maar daarbij verge-ten ze dat in het huidige Europa de Europese politieke macht niet tegen de macht van de markt in gaat, maar die juist ver-sterkt. ‘Draconische bezuinigingen in de landen in problemen zijn nodig om hun begroting weer op orde te brengen en de staatsschuld te verminderen zodat de financiële markten hun speculatieve aanvallen zullen staken’, is de redenering. Dat de betreffende landen ondertussen kapot bezuinigd worden ziet men hierbij over het hoofd.

Een tweede element in de steun aan deze maatregelen is het besef dat de financiële en economische problemen niet bin-nen een nationaal kader opgelost kunnen worden en dat een Europese aanpak noodzakelijk is. Daar hebben ze groot gelijk in. Is het erg dat Europa steeds meer macht krijgt, dat aller-lei zaken op Europees in plaats van op nationaal vlak wor-den geregeld? Nee, natuurlijk niet. Het probleem is niet dat steeds meer zaken op Europees vlak worden geregeld, maar dat op Europees vlak iedere serieuze democratische controle

alleen de financiële markten tellen

ontbreekt. Dit gegeven wordt de laatste tijd zelfs steeds meer openlijk als reden aangevoerd voor de Europese machtsgreep. ‘Nationale politici zijn afhankelijk van de steun van de kie-zers en daarom niet in staat om de noodzakelijke impopulaire maatregelen te nemen’, is dan de redenering. Democratie als lastige bijkomstigheid voor een daadkrachtig beleid. Voor GroenLinks gaan de huidige maatregelen nog niet ver genoeg. In het GroenLinks magazine van september schreven Europarlementariër Bas Eickhout en beleidsmedewerker Ri-chard wouters een stuk waarin ze pleitten voor een Europese regering. ‘En de democratische controle dan?’, vragen ze zich aan het eind van hun bijdrage af. ‘Die zal vooral het Europar-lement moeten afdwingen op grond van zijn machtspositie in het wetgevingsproces’, is hun ontnuchterend antwoord.

V e r z e tDe groeiende macht van de Europese organen is een uithol-ling van de democratie en een poging om het verzet tegen de bezuinigingspolitiek te bemoeilijken. want uiteindelijk is dat de bedoeling van de Europese staatsgreep. Europese regerin-gen worden machteloos gemaakt en nationale parlementen irrelevant. De trojka van de Europe Commissie, het IMF en de Europese Centrale Bank schrijven economisch zwakke landen het beleid voor. En achter hun rug zijn de financiële markten de bepalende factor. Het wegstemmen van de ene regeringspartij leidt er alleen maar toe dat er een andere par-tij aan de macht komt met een zelfde programma (Portugal, Spanje), of een regering van technocraten (Griekenland) die aan niemand verantwoording schuldig zijn. Door voorstanders van de huidige Europese unie wordt die graag voorgesteld als een project van vrede, veiligheid en de-mocratie. In deze tijden van crisis is ze het toneel van scherpe klassenstrijd, sociale onzekerheid en een steeds autoritairder, om niet te zeggen dictatoriaal, regime. V

Page 18: Grenzeloos 115

18

N i n a T r i g e A n d e r s e n

achtergrond

Liberalisme en onderdrukking van de ander

In haar boek ‘Terrorist Assemblages’ introduceerde Jaspir Puar het idee van ‘homonationalisme’, een term die nu vaak wordt gebruikt als synoniem voor racisme binnen de LHBt (Lesbisch, Homo, Bi en transgender) gemeen-schap. In haar werk bekritiseert zij ho-mobewegingen die zich concentreren op de strijd voor gelijke, formele rech-ten: de liberale ideologie hierachter leidt volgens haar tot uitsluiting van an-dere groepen.

Hoe bedoelde jij de term ‘homonationa-lisme’ oorspronkelijk?Homonationalisme is niet simpelweg een synoniem van racisme van homo’s. De term is niet uitsluitend bedoeld om de instrumentalisering van seksuele minderheden door de staat duidelijk te maken of om nationalisme, xenofobie en imperialisme in westerse homoge-meenschappen te bekritiseren. Mijn doel is een fundamentele kritiek op het liberale discours van gelijke rechten en om aan te tonen hoe deze rechten lei-den tot opvattingen van vooruitgang die sommige groepen erkennen als burgers met volledige rechten, ten nadele van andere groepen die worden uitgesloten. De liberale logica leidt tot een impliciete opvatting van seksuele minderheden als blank en van niet-blanken als he-tero.

Je stelt dat de vraag niet is hoe homo-seksualiteit blank werd, maar hoe ‘het homoseksuele subject’ blank werd. Wat bedoel je daarmee?Er is een verschil tussen homoseksuali-teit als een activiteit of zelfs als identi-teit en ‘het homoseksuele subject’ – de heersende opvatting van een bepaalde positie waaraan bepaalde rechten wor-den toegekend en waarover op een be-paalde manier gesproken wordt.Kijk bijvoorbeeld naar het Amerikaanse immigratie-beleid, daarin gelden hete-roseksuele normen. Gezinshereniging is gebaseerd op heteroseksuele banden en na hereniging ben je afhankelijk van je familie. Heteroseksualiteit in im-migrantengemeenschappen is dus ver-bonden met verwachtingen van staats-wege en de manier waarop de staat im-migratie structureert. Heteroseksualiteit krijgt op die manier een speciale positie toegekend, los van andere vormen van verwantschap. De opvattingen over wat het betekent om niet-heteroseksueel te zijn, zoals onafhankelijk en vrij van de banden van gezin en verwantschap, hebben daarentegen veel te maken met liberale ideeën over keuzevrijheid zoals het vermogen om onafhankelijk te zijn van een gezin, om economisch zelfstan-dig en een goed burger te zijn. Een der-

terwijl het het westen steeds xenofober wordt,

zeggen steeds meer mensen homoseksualiteit te

accepteren. hoe is deze tegenstrijdigheid te verklaren?

en zijn gelijke rechten wel genoeg, juist in tijden van

economische crisis en oorlog?

Cover van het boek: ‘Terrorist Assemblages’ van Jaspir Puar

Page 19: Grenzeloos 115

19

gelijke autonomie is bijna een geprivi-legieerde positie. Homo’s, zelfs queers, worden impliciet opgevat als blank, seculier en liberaal, in tegenstelling tot zogenaamd achtergebleven, homofobe, heteroseksuele immigranten.

In ‘Terrorist Assemblages’ wijs je erop dat de homobeweging erg gericht is op het verkrijgen van juridische rechten maar weinig interesse heeft in de vraag wie daadwerkelijk gebruik kan maken van die rechten. Kun je daar een voor-beeld van geven?De grote homo-organisaties in de Ver-enigde Staten zijn vooral geïnteresseerd in gelijkheid voor de wet. Kijk bijvoor-beeld naar wetten tegen hatecrimes, in dit verband misdaden gepleegd op grond van de seksualiteit van het slacht-offer. toen in 2009 een wet in behande-ling was die op nationaal niveau de ca-tegorie van hatecrimes tegen homo’s en lesbo’s zou introduceren waren de voor-naamste HLBt-organisaties daar voor-stander van en de wet werd ook aange-nomen. Maar dit voorstel was gecombi-neerd met een voorstel om het militaire budget te vergroten – dat gebeurt vaker in de VS; het combineren van verschil-lende maatregelen in één voorstel om zo de kans dat deze wordt aangenomen groter te maken. Het argument was dat als hatecrimes vervolgd moesten wor-den, het veiligheidsapparaat ook meer middelen moest hebben. Deze wet droeg bij aan een verdere militarise-ring van de politie thuis en aan militaire operaties in het buitenland. wetgeving tegen hatecrimes leidde dus tot meer geld voor de ‘war on terror’. Het ‘Audre Lorde Project’ en verschillende andere groepen van niet-blanke en radicale queers protesteerden tegen de wet. Zij publiceerden een verklaring die stelde dat de wet zou leiden tot meer repres-sie van niet-blanke jongeren die immers vaker worden geacht homofoob te zijn. En de wet zou leiden tot meer moeilijk-heden voor niet-blanke queers die nu al te maken hebben met machtsmisbruik door de politie en minder snel op be-scherming kunnen rekenen als zij het slachtoffer worden van een hatecrime. Een maatregel die gezien werd als een juridische stap vooruit had dus een ne-gatief effect op delen van de bevolking.

Waarom wordt er niet tegelijk vrijheid voor zowel seksuele als etnische min-derheden geëist?A priori wordt een onderscheid gemaakt

tussen de twee groepen, alsof ze niet overlappen. Het toekennen van rechten aan een groep hangt af van het weige-ren van rechten aan een andere groep. De seksuele minderheid wordt gezien als blank en economisch zelfstandig en de etnische minderheid als hetero-seksueel en homofoob. Mensen die in beide gebieden tot de minderheid be-horen, zoals niet-blanke queers, gaan in tegen deze logica van het scheiden van die identiteiten. Zij laten de beperkin-gen zien van een juridische vorm van gelijkheid die afhangt van het strikt af-bakenen van verschillende categorieën.

Dat seksisme en racisme gecombineerd worden is niet nieuw, ook het oude ko-lonialisme maakte tegelijkertijd gebruik van racistische en seksistische stereo-types. Maar afwijkende identiteiten en vormen van verzet lijken steeds sneller onschadelijk gemaakt te worden. Wat is er veranderd?tijdens het koloniale tijdperk was het idee dat de blanke man bruine vrouwen moest komen redden van bruine man-nen, nu hebben we blanke homo’s die bruine homo’s willen redden van bruine hetero’s. Ik heb het gevoel dat de fou-ten van het liberale feminisme herhaald worden, met de ‘homokwestie’ in plaats van de ‘vrouwenkwestie’. De positie van vrouwen is nog steeds een reden voor imperialistische agressie maar nu worden naties ook beoordeeld op de manier waarop zij met homo’s zouden omgaan. Veel mensen zijn bang om deze kwes-ties te behandelen en naar de rol van liberale ideologie te kijken omdat het om henzelf gaat. Het is veel makke-lijker om met de vinger te wijzen naar rechtse, islamofobe, anti-immigratie politici dan naar ons zelf te kijken en naar de manieren waarop ons verhaal overeenkomt met dan van hen. Er is een taboe op het in twijfel trekken van de effecten van wetgeving voor gelijke rechten voor homo’s en lesbo’s en het bekritiseren van de beweging hiervoor. Het is veel makkelijker om je te organi-seren om een bepaalde rechtse vijand te bekritiseren dan om te kijken naar hoe allerlei gematigde groepen bijdragen aan het wegzetten en stereotyperen van minderheden. Veel mensen voelen zich blijkbaar erg ongemakkelijk als je der-gelijke kritiek formuleert, maar ik snap dat gevoel niet: we maken immers al-lemaal vergissingen dus het is niet erg als je een misstap maakt, je hoeft niet altijd de perfecte queer of de perfecte radicaal te zijn. Maar als we afscheid kunnen nemen van het idee dat niet-heteroseksueel zijn altijd een vorm van politiek verzet is, zouden we kunnen

onderzoeken hoe ideeën daarover hel-pen problematische, liberale mechanis-men te reproduceren.De economische kant van liberalisme is makkelijker te bekritiseren dan de cul-turele kant. Meer en meer mensen zien dat de kloof tussen rijk en arm groeit, we zitten in een economische crisis en de belofte van een voortdurend groeiende welvaart houdt niet langer stand, ook al was deze al nooit geldig voor meer dan een klein deel van de bevolking. Maar de neoliberale, culturele ideeën, over zelfstandige individuen die voor zich-zelf kunnen zorgen en hun eigen leven vorm kunnen geven, de ethiek van on-derwijs en werk, aan die culturele ver-wachtingen zijn mensen meer gehecht. Dat is een probleem want als gevolg van de manier waarop er met de economi-sche crisis omgegaan wordt verdiepen deze culturele elementen zich verder, in plaats van dat ze herkend worden als deel van de economische problemen. Het gebrek aan collectieve verantwoor-delijkheid benadrukt dit soort individu-alisme immers.

Kun je daar verder op ingaan? En waarom willen mensen volgens jou niet ingaan tegen het liberale culturele ver-toog?De teloorgang van sociale voorzienin-gen, de privatisering van goederen en diensten die eerst werden opgevat als deel van de verantwoordelijkheden van de staat, de toegenomen nadruk op individuele zelfstandigheid, de con-tinue controle van je gezondheid en je financiën, het continue plannen van je leven en welvaart, dit alles betekent dat ideeën van autonomie en keuze aantrekkelijk zijn voor rationele men-sen, of voor mensen die zichzelf graag zien als rationeel. Het gebrek aan col-lectieve verantwoording - door de staat, de gemeenschap of sociale verbanden - voor bevolkingsgroepen die op andere manier leven hebben moedigt dit aan. waarom nemen mensen geen afstand van dit vertoog? Omdat ideeën van ra-tionaliteit, vrije keuze en zelf je leven vorm geven ook de hoop of misschien zelfs de mogelijkheid geven om de neo-liberale samenleving in je voordeel te laten werken. Maar een voorwaarde hiervoor is de acceptatie dat anderen hier beslist niet in zullen slagen. V

Op grenzeloos.org staat een langere versie van dit interview.

‘homo’s zijn blank,

immigranten homofoob’.

neoliberale ideeën

houden zichzelf in stand

Page 20: Grenzeloos 115

20

achtergrond

Socialisme als menselijke bevrijding

A r t h u r B r u l s

Tot aan de vroege jaren tachtig voerde links een levendige discussie over de menselijke natuur en was bijvoorbeeld een marxistische humanist als Erich Fromm nog zeer populair. Tegenwoordig is die discussie vrijwel stil komen te liggen en spreekt men nauwelijks nog over een marxistisch mensbeeld. Hoe verklaar jij dat?Dat heeft er natuurlijk vooral mee te maken dat socialistisch, marxistisch links sinds de jaren tachtig in sterke mate ge-krompen en gemarginaliseerd is. Maar ook eerder was de discussie over welk mensbeeld bij het socialisme hoort en hoe het marxisme de mens ziet, zeer omstreden en zeker niet een thema waar heel links mee bezig was. Ik denk dat hier verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen. ten eerste zijn er historische oorzaken. Er is een sterke traditie van bur-gerlijk denken over de natuur van de mens, een traditie die vaak afschuwelijk was. Het zoeken van verklaringen voor menselijk gedrag in de biologie, racisme tot en met fascisme – zijn natuurlijk tradities waar links altijd al niks mee te ma-ken wilde hebben en men wilde niet in het vaarwater van dit burgerlijke denken over de mens geraken.

Daarnaast zijn er theoretische redenen, inherent aan het mar-xisme. Marxisme richt zich op het concrete, het historische en benadrukt het veranderlijke in de geschiedenis om te laten zien dat het mogelijk is dat de geschiedenis een andere wen-ding neemt. Daarnaast bestaat er in het marxisme een sterke neiging om zich niet te richten op een als abstract geziene kwestie zoals de menselijke natuur en zich in plaats daarvan te richten op wat concreet veranderbaar is. Men wilde dus vooral analyseren hoe deze veranderingen zich voordoen – terwijl de vraag naar een mensbeeld juist een vraag naar een onveranderbaar wezen van de menselijke soort is.Deze neiging heeft een lange traditie. In de negentiende en vroege twintigste eeuw zag het marxisme zich als de erfge-naam van het burgerlijke humanisme, maar daar werden maar weinig conclusies uitgetrokken. Dat marxisten zich gedurende de vorige eeuw meer met het thema van de men-selijke natuur bezig zijn gaan houden heeft natuurlijk alles te maken met de ervaringen van fascisme en stalinisme en ook met de voortschrijdende inkapseling van de sociaal-democratie in het kapitalisme van de verzorgingsstaat. De ervaring van het falen van linkse emancipatiebewegingen staat hier centraal. De vraag van uit welke positie en op wel-ke gronden men bewegingen die hun emancipatoire wortels achter zich lieten, kan bekritiseren voerde al snel tot het stel-len van vragen over de menselijke natuur. Kan men über-haupt nog aan het socialistische ideaal vasthouden? Kunnen

het heersende mensbeeld is dat mensen van nature egoïstisch en competitief

zijn. Waarom zijn socialisten het daar niet mee eens? Waarom zijn socialisten

hoopvol over het potentieel van mensen om hun samenleving te veranderen?

een gesprek over een een links mensbeeld met de historicus christoph Jünke.

mensen opgevoed worden om het goede te doen of kunnen ze dat alleen uit eigen ervaring leren? Is dat eigenlijk wel moge-lijk en zo ja, hoe dan?

Jijzelf hebt je aan de hand van de Duitse marxist Leo Kofler op deze problematiek gericht...Ja, ik beschouw zijn werk als een van de meest systematische en overtuigende pogingen om een antwoord te geven op deze vragen. Kofler hield zich sinds de jaren vijftig bezig met deze kwesties en was tot de conclusie gekomen dat er wel degelijk zoiets bestaat als een marxistische theorie van de menselijke natuur – iets dat veel anderen die zich vergelijkbare vragen stelden ontkenden. Hij benadrukte de marxistische traditie die stelt dat arbeid – hier opgevat als het geheel van mense-lijke activiteiten – de mens tot mens maakt. Maar sterker dan veel andere marxisten benadrukte hij dat deze activiteiten niet los van het menselijke bewustzijn gezien kunnen wor-den, dat menselijke activiteit altijd onlosmakelijk met men-selijk bewustzijn gepaard gaat. En hij benadrukte dat er in menselijke activiteit ook altijd een element van spel aanwezig is, dat mensen ernaar streven dit element zo sterk mogelijk te maken omdat dit spel een menselijke behoefte bevredigt. De mens is niet enkel een rationeel wezen, mensen zijn ook door irrationele drijfveren gemotiveerde wezens die middels de ratio proberen in de laatste instantie irrationele menselijke behoeften te bevredigen. Voor Kofler zijn mensen veelzijdige wezens en hij pleit voor een vrije, volle ontplooiing van de menselijke soort. Dit houdt een kritiek in op de kapitalistische klassenmaatschappij die deze vrije ontplooiing blokkeert en die bijvoorbeeld altijd een repressieve, ascetische arbeidsdiscipline nodig heeft. Kofler’s theorie over de onveranderlijke voorwaarden voor verande-ringen in de menselijke samenlevingen is een omvattend ver-haal, een hulpmiddel voor humanistische verandering van de burgerlijk-kapitalistische sociale verhoudingen. De theorie kijkt zowel voor als achteruit en heeft een, in de beste zin van het woord, utopisch aspect.

De mens is voor hem een actief, handelend wezen en mense-lijke belangen zijn niet alleen economisch, het gaat om men-selijke verhoudingen en zelfverwerkelijking. Kofler bijvoor-beeld had het er altijd over dat het nodig is om duidelijk te ma-ken wat het socialisme dat we willen inhoudt. Is het socialisme als mensen zich een extra biefstuk kunnen veroorloven? Of is socialisme iets dat mensen bevrijdt van de vervreemding die menselijke verhoudingen is gaan kenmerken? Is socialisme niet een opvatting van individuen als deel van een menselijke soort, zonder dat het unieke individu ontkend wordt? Zo’n vi-sie heeft ook alles met de economie te maken, economie en

Postmodernisme ziet alleen cultuur

burgerlijke ideeën over de mens zijn

vaak afschuwelijk

Page 21: Grenzeloos 115

21

Socialisme als menselijke bevrijding

arbeid zijn immers slechts middelen voor een bepaald doel. Het gaat om het doel, om het menselijke bestaan en de ver-houding tussen doel en middel.

Het huidige postmoderne denken stelt dat alles veranderlijk is, ook de mens zelf.In de filosofische traditie bestaan er grofweg twee stromin-gen. De naturalisten herleiden alles tot de menselijke natuur en de natuurlijke wereld, terwijl de culturalisten in alles cul-tuur zien. Postmodernisme is een zeer heterogeen verschijn-sel maar men kan wel zeggen dat het als geheel in de cultu-ralistische traditie staat. In deze denkwijze is de mens, grof gezegd, enkel cultuur. wat mij interesseert aan denkers als Kofler is dat zij aanzetten tot het overstijgen van de tegenstel-ling cultuur-natuur. In het Engelstalige marxisme, dat sinds de jaren tachtig voorop loopt, bestaat er opnieuw interesse voor de vraag naar het wezen van de mens. De Britse marxist terry Eagleton stelt dat mensen van nature culturele wezens zijn, op grond van onze lichamen en de wereld waarvan deze deel uitmaken. Dat is de marxistische opvatting die volgens mij de eenzijdigheid van zowel naturalisme als culturalisme ver-mijdt. De mens is allebei: natuur en cultuur. Dat is precies wat Kofler vijftig jaar geleden al stelde. Het is onze aard om cultu-rele wezens te zijn. wij kunnen maar tot op bepaalde hoogte veranderen zonder op te houden mens te zijn. Deze spanning is wat deze opvatting zo boeiend maakt.

Het idee dat alles kan veranderen, alles mogelijk is, gaat al-leen op voor een kleine elite: sommige mensen kunnen zo-maar op het vliegtuig naar New York stappen of hun huis omgooien omdat het hun eigen bezit is en ze daarvoor het geld hebben – maar de gehele samenleving, het totale sociale collectief, kan dat niet. In onze samenleving staan mensen te-genover elkaar als concurrenten en vijanden, iedereen is als een bedrijf in een concurrentieslag met de ander gewikkeld en wordt geacht hiervoor alle individuele middelen waarover men beschikt te gebruiken. In zo’n samenleving zijn linkse, emancipatoire ideeën over een alternatief mensbeeld hoog-nodig. De marxistische traditie staat of valt ermee dat men, met in acht neming van de individualiteit, erkent dat de mens deel is van een collectief, dat de mens een soortwezen is en

niet slechts een geïsoleerd persoon, zoals tegenwoordig de heersende opvatting is.

Is het wat dit betreft een voordeel dat de moderne arbeiders-klasse over het algemeen beter opgeleid en meer ontwikkeld is dan vroeger?Men zou denken van wel. De huidige arbeidersklasse is vrou-welijker en etnisch meer gemengd dan vroeger en ook beter opgeleid dan vijftig of honderd jaar geleden. Van de andere kant zijn er mechanismen werkzaam die tegen dit meer ont-wikkelde bewustzijn ingaan. Het is geen toeval dat de cul-tuurindustrie en de massamedia zulke belangrijke thema’s zijn voor socialisten. Niet zelden zijn het huidige schoolsy-steem of televisie verspreiders van afstomping. Scholieren leren nauwelijks waar ze bepaalde kennis voor kunnen ge-bruiken en het ontbreekt ze dan ook aan motivatie. De vrije-tijds- en media-industrieën richten zich grotendeels op het uitschakelen van het bewustzijn van de consument. Het enige wat telt is de zucht naar ontspanning en afleiding. De gemid-delde inwoner van Europa is zich ongetwijfeld meer bewust van de wereld om hem heen dan honderd jaar geleden, maar dit betekent niet automatisch dat hij ook sneller opkomt voor zijn rechten en noden. Er zijn goede redenen om te hopen dat als er beweging is, mensen snel leren – maar dan moet er wel eerst sprake zijn sociale mobilisaties. V

Christoph Jünke is historicus en publicist. Hij is voorzitter van het Leo Kofler genootschap (www.leo-kofler.de) en au-teur van ‘Sozialistisches Strandgut. Leo Kofler – Leben und Werk (1907-1995)’, ‘Der lange Schatten des Stalinismus. So-zialismus und Demokratie gestern und heute’. Onlangs ver-scheen onder redactie van Uwe Jakomeit, Christoph Jünke en Andreas Zolper ‘Begegnungen mit Leo Kofler. Ein Lesebuch’, PapyRossa-Verlag.De Duits-Oostenrijkse socioloog en filosoof Leo Kofler (1907-1995) was een opvallende vertegenwoordiger van naoorlogs Duits marxisme. Geboren in het Hongaarse-Oostenrijkse Oost Gallicië, opgegroeid in het ‘Rode Wenen’ en tijdens de oorlog geïnterneerd in het neutrale Zwitserland trad Kofler in 1947 aan de Oost-Duitse universiteit van Halle aan. Kritisch over de bureaucratische verhoudingen vlucht hij eind jaren vijftig naar West-Duitsland. Op Grenzeloos.org staat een langere versie van dit interview.

mensen zijn van nature cultureel

Suffragettes begin 20e eeuw

Page 22: Grenzeloos 115

22

De regering en de militaire machthebbers hebben volledig gefaald in het doorvoeren van economische en sociale her-vormingen om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren. Ze braken hun belofte om het minimumloon te verhogen en voerden geen controle in op de prijzen van dagelijks benodigdheden. In plaats daarvan werd gebruik gemaakt van dezelfde repressieve methodes als onder Moe-barak, tegen demonstranten, stakers et cetera. Allerlei oude machthebbers waren zich aan het voorbereiden op een nieu-we politieke rol, in samenwerking met het leger.’

Hoe reageerde de bevolking hierop?‘Een meerderheid van de huidige demonstranten steunde waarschijnlijk het leger nog in februari en hoopte toen dat het de kant van het volk zou kiezen en het regime van Moebarak zou ontmantelen. Na negen maanden van teleurstellingen is dat veranderd, veel jongeren hebben hun vertrouwen in het leger verloren. Daarnaast leek het erop dat de liberale en is-lamistische partijen probeerden samen te werken met het le-ger en overblijfselen van Moebaraks regime om onderling de macht te verdelen.’

Wat is de houding van de islamistische partijen ten opzichte van de regering en leger? En ten opzichte van de protesten?‘Islamistische groeperingen hebben het leger gesteund en in feite beloofd het leger en het opperbevel niet te bekritiseren. De Moslimbroeders in het bijzonder hebben geprobeerd pro-testen af te remmen en stakingen te breken, zij staan volledig achter het militaire opperbevel.Maar toen het leger aankondigde dat zij het opstellen van de nieuwe grondwet zouden controleren, een veto zou krij-gen over alle wetgeving met betrekking tot het leger en haar begroting geheim zou blijven ontvlamde een hevig debat en groeide er een kloof tussen het leger en de islamisten. De is-

buitenland

L e e S u s t a r

De Egyptische revolutie is terug

mensen hebben meer zelfvertrouwen

De protesten dwongen maarschalk Mohamed Hussein tan-tawi, de facto hoofd van de Egyptische regering, om te belo-ven in juli de macht over te dragen aan een gekozen, civiele president, ongeveer zes maanden eerder dan oorspronkelijk gepland. Een andere toezegging aan de eisen van de demon-stranten was dat voormalige leden van Moebaraks partij vijf jaar lang niet deel mogen nemen aan de politiek. En op 21 november trad de civiele regering van premier Essam Sharaf af onder druk van de protesten. tantawi volhardt echter in zijn eis dat het leger onder de nieuwe grondwet controle krijgt over zijn eigen begroting wat, gezien de grote politieke en economische macht van het Egyptische leger, de militairen een doorslaggevende stem zal geven in de politiek.

Lee Sustar van de Amerikaanse International Socialist Or-ganisation, sprak met Mostafa Omar, journalist en lid van de Egyptische ‘Revolutionaire Socialisten’.

‘De directe aanleiding voor de protesten was de gewelddadi-ge manier waarop de politie een eind maakte aan een protest om een versnelde machtsoverdracht aan een burgerregering te eisen. Duizenden mensen reageerden en de volgende dag werd de politie verjaagd van het tahrir-plein. De laatste we-ken waren protesten tegen het militaire bewind langzaam ge-groeid en kregen activisten en familieleden van mensen die waren opgepakt door het leger meer zelfvertrouwen om het tegen de politie en het leger op te nemen.

de afgelopen weken

kende egypte

opnieuw massale

protesten, nu tegen

het leger dat na de val van

hosni Moebarak de belangrijkste

machtsfactor in het land

werd. na heftige botsingen

waarbij het leger omstreeks 40

demonstranten doodde, hebben

de militaire machthebbers enige

concessies gedaan. Maar is dit

genoeg?

Page 23: Grenzeloos 115

23

Veel van hen hebben na jaren van armoede en geweld nog maar weinig hoop voor de toekomst. Als de beweging voort-duurt, zullen meer en meer jonge sympathisanten van de Mos-lim Broeders en fundamentalistische groepen zich aansluiten. De meeste dokters die gewonden demonstranten behandelen zijn sympathisanten van Moslim Broeders die op eigen initia-tief en gedreven door hun geweten handelen.Er zijn geen grootschalige stakingen maar er vinden voort-durend kleinere stakingen plaats. Mensen hebben nu meer zelfvertrouwen om het tegen het leger op te nemen. Het aan-tal onafhankelijke vakbonden is gegroeid van ongeveer 90 in de vroege zomer tot 250. Maar er is geen landelijke politieke organisatie van arbeiders.’

Wat kunnen we nu verwachten? ‘De afgelopen vijf maanden was de revolutionaire beweging in een neergang maar de situatie is plotseling veranderd. De strijd gaat nog steeds door maar het is een grote overwinning dat Essam Sharaf moest aftreden. Sharaf beloofde de ‘premier van het tahrir-plein te zijn’ maar in plaats daarvan bracht hij voormalige NDP-leden terug aan de macht in een groot aan-tal sleutelposities. De beweging eist nu een eenheidsregering zonder NDP-leden en er zijn onderhandelingen over een co-alitie van islamisten, liberalen en misschien zelfs socialisten. Mensen verwoorden het zo; ‘in maart brachten we de rege-ring van Sharaf aan de macht met een blanco volmacht en zij hebben de revolutie verkocht, nu zullen we hen aansprakelijk houden’. Dit gaat veel dieper dan een demonstratie tegen het militaire opperbevel, het politieke bewustzijn van mensen is nu veel groter’. V

Dit interview vond plaats op 22 november en verscheen eer-der op de site van de ISO; socialistworker.org.

lamisten waren bang dat het leger het onmogelijk zou maken om in de grondwet clausules gebaseerd op de islamitische ju-risprudentie, de sharia, op te nemen en daarom eisten zij een civiele regering. De woede onder de bevolking over de rol van het leger en de leiders van de islamistische beweging is gegroeid. Binnen en-kele dagen ontwikkelde er zich een nieuwe massabeweging, een die een wig drijft tussen de duizenden jonge sympathi-santen van de Moslom Broeders en de leiding van die bewe-ging: veel van deze jongeren hebben zich tegen de orders van hun leiders in aangesloten bij de beweging. De beweging om-vat liberalen, socialisten, islamisten en mensen zonder band met een organisatie. Veel leden van islamistische groepen met wortels in de armere lagen van de bevolking en de arbeiders-klasse voelen zich verplicht de mensen op het tahrir-plein te beschermen. Op 22 november ging misschien wel een miljoen mensen de straat op en verspreid in het land nog eens tien-duizenden en dit minder dan twee dagen na de oproep tot protest.’

Welke rol speelt de Verenigde Staten in de huidige crisis?‘Amerikaanse officials zeggen continue in onderhandelin-gen met de Moslim Broeders verwikkeld te zijn. Zij zeggen voorbereidingen te treffen voor een regeringscoalitie van de Moslim Broeders, voormalige leden van Moebarak’s partij (de Nationaal Democratische Partij, NDP) en sommige liberalen. De verkiezingen hadden blijkbaar als doel een parlement te vormen dat vrijwel identiek zou zijn met het laatste parlement onder Moebarak. De VS en het leger dachten aanvankelijk erin geslaagd te zijn de situatie te stabiliseren en de nieuwe protesten met geweld te kunnen onderdrukken. Ze hadden de woede en de vastberadenheid van de mensen onderschat.De machtsverhoudingen in het land zijn nu veranderd – in twee dagen won de beweging een eis die negen maanden lang genegeerd was: een verbod van vijf jaar om een zetel in het parlement te bekleden voor voormalige leden van de NDP - ook al zijn veel van hen kandidaat in de komende verkiezin-gen. En het leger heeft toegezegd onderzoek naar misdaden van de militaire politie toe te vertrouwen aan de civiele auto-riteiten, een belangrijke eis sinds de militaire politie op negen oktober een bloedbad onder Koptische christenen aanrichtte.’

Hoe hebben de demonstranten, ondanks het politiegeweld, het Tahrir-plein kunnen bezetten?‘In de straten rondom het tahrir-plein is dagenlang gevoch-ten. De straten zijn een slagveld, de politie heeft een eind-loze reeks traangasgranaten afgevuurd op de demonstranten, traangas geleverd door de VS, en ze gebruiken rubber kogels. Maar ze gingen verder dan gebruikelijk met hun geweld, na de eerste aanval kwamen ze terug vergezeld door de mi-litaire politie en toen gebruikten ze ook scherpe ammunitie. Er waren duidelijk orders gegeven om dodelijk geweld te gebruiken, dokters hebben bevestigd dat verwondingen van demonstranten in de nek en het hoofd waren geconcentreerd. De politie gooide de lichamen van de doden op een hoop en sloegen mensen dood met hun knuppels. Mensen vertellen dat ze erger geweld gezien hebben dan in de tijd van Moe-barak. Dit schokte mensen die hoopten dat na Moebarak het ergste voorbij was.’

Uit welke sociale lagen komen de demonstraten op het Tahrir -plein?‘Het beeld is vergelijkbaar met dat in januari en februari maar er zijn relatief minder mensen uit de middenklasse en meer arbeiders op het plein. De meeste mensen die door de politie gedood werden waren arme jongeren uit de sloppenwijken.

buitenland

ook sociale eisen spelen een hoofdrol

Foto’s Ahmad Hammoud (CC)

Page 24: Grenzeloos 115

24

buitenland

G i l b e r t A c h c a r

De Syrische opstand en het gevaar van interventie

Ik begon met te benadrukken dat de Syrische oppositie een duidelijke stel-ling moet innnemen over de kwestie van interventie. Nu zijn het westen en de buurlanden van Syrië nog terughou-dend maar dit kan snel veranderen als de Syrische oppositie meer en meer om interventie vraagt.Het was het verzoek van de Libische Nationale Raad begin maart om inter-nationale militaire interventie dat leidde tot vergelijkbare verzoeken van de Ara-bische Liga en de resolutie van de VN Veiligheidsraad. In de discussie over buitenlands ingrijpen in Libië toonde ik begrip voor die de Libische rebellen zich gedwongen zagen om buitenlandse steun te vragen teneinde een verovering van hun bolwerken door de troepen van Gadaffi, en daarmee een bloedbad, af te wenden. Alle schuld voor het creëren van de situatie waarin buitenlandse mo-gendheden intervenieerden lag op de schouders van Gadaffi, maar tegelijker-tijd had de buitenlandse militaire inter-ventie een hoge prijs. De onmiddellijke politieke prijs was dat de interventie Gadaffi in staat stelde zich te presenteren als de vertegen-woordiger van nationale soevereiniteit en de rebellen als agenten van westers imperialisme. Een beperkt deel van de Libische samenleving liet zich hierdoor overtuigen.Een hogere politieke prijs was dat de buitenlandse mogendheden poogden om beslissingen te nemen voor de Li-bische rebellen. Deze mogendheden deden veel meer dan het stoppen van de aanvallen door Gadaffi’s troepen, ze vernietigden de Libische luchtmacht en een groot deel van de Libische in-frastructuur. westerse mogendheden weigerden de rebellen te voorzien van de wapens die zij nodig hadden om op eigen kracht hun land te bevrijden. Slechts tegen het eind leverden Qatar

in oktober woonde ik in Zweden een bijeenkomst bij van de Syrische oppositie met

onder andere leden van de belangrijkste groepering, de Syrische nationale raad. dit

artikel is gebaseerd op mijn voordracht over een eventuele buitenlandse interventie

in Syrië.

en Frankrijk wapens die hielpen de mi-litaire patstelling te doorbreken. De westerse mogendheden wilden een belangrijke rol spelen in de strijd tegen Gadaffi zodat zij de ontwikkelingen aan konden sturen. Ze probeerden een rou-tekaart op te stellen voor de ontwikke-ling van Libië na Gadaffi en onderhan-delden achter de rug van de Libische Nationale Raad om met de familie van Gadaffi. Vóór de val van tripoli werd het lot van Libië meer besloten in wa-shington, London, Parijs en Doha dan in het land zelf. De chaos in Libië werd vergroot door buitenlandse inmenging.toch is de overheersende indruk dat buitenlandse interventie het verplette-ren van de Libische opstand voorkwam. was de opstand verslagen, dan was het revolutionaire proces in de Arabische regio ten einde gekomen. Interventie stelde de Libische rebellen in staat hun land te bevrijden van een brute dicta-tuur tegen een veel lagere prijs dan Irak moest betalen voor een buitenlandse invasie. terwijl het voorbeeld van Irak veel Syriërs afschrikt, willen steeds meer van hen het Libische voorbeeld volgen – steeds vaker wordt tijdens de-monstraties in Syrië opgeroepen tot het afdwingen van een ‘no-fly zone’.

T e g e n e e n i n t e r v e n t i eHet zou echter een grote vergissing zijn om te denken dat het Libische scenario herhaald kan worden in Syrië. De kos-ten van een buitenlandse militaire inter-ventie zouden er zeer hoog zijn. Libië is een land van stedelijke centra, verdeeld over een woestijnachtig terrein. In zo’n gebied is een luchtmacht essentieel en het regime gebruikte vliegtuigen in zijn contrarevolutionaire offensief. Buitenlandse gevechtsvliegtuigen wa-ren relatief effectief in het afslaan van dit offensief. Maar Syrië is veel dichter

bevolkt en de bevolking is er veel meer verdeeld in voor- en tegenstanders van de regering. Een no-fly zone over Syrië zou slechts van beperkt belang zijn en een luchtoorlog tegen het regime, zo-als in Libië, zou verwoestend zijn. Het Syrische leger is veel sterker dan dat van Libië en de gevechten zouden mas-saler zijn. Bovendien staat de regering van Assad niet zo geïsoleerd als die van Gadaffi. Een militaire interventie zou de hele regio in beroering brengen.De kracht van de Syrische opstand is de wijde verspreiding ervan en dat de re-bellen ervan af hebben gezien wapens te gebruiken. Als zij dat niet hadden ge-daan, zou de beweging veel minder mo-mentum gehad hebben en zou het voor de regering makkelijker zijn geweest de opstand de kop in te drukken. De Syrische oppositie organiseert demon-straties in de avond of ze maken gebruik van het feit dat de regering moeilijk kan ingrijpen in moskeeën door daar te ver-zamelen op vrijdagen, een officiële vrije dag. Geconfronteerd met een militaire overmacht is dit de juiste methode. In tegenstelling tot het regime van Gad-affi, dat al jaren geleden op gebieden als economie en inlichtingen begon samen te werken met verschillende westerse staten, is dat van Syrië in de ogen van de VS nog steeds een hindernis voor hun belangen in de regio. Syrië is een bond-genoot van Iran en Hezbollah en steunt verschillende Palestijnse groeperingen die tegenstander zijn van de door de VS gewenste overgave aan Israël. Dit bete-kent niet in het minst dat we de roep om democratie en mensenrechten in Iran of Syrië moeten negeren – maar deze eis moet gepaard gaan met het afwijzen van militaire interventie.Een van de belangrijkste doelen van de Syrische opstand moet het overhalen van het leger naar de kant van rebellen zijn. Een verzoek om buitenlandse inter-

Page 25: Grenzeloos 115

25

buitenland

ventie zou het regime meer ammunitie geven om de oppositie weg te zetten als buitenlandse agenten. Een deel van het Syrische grondgebied wordt met wes-terse steun bezet gehouden door Israël. Indien westerse mogendheden zouden interveniëren, dan zouden zij er zeker naar streven Syrië langdurig te ver-zwakken, net zoals gebeurde met Irak.

D e r o l v a n h e t l e g e rHet is nuttig om te kijken naar de ver-schillen met Libië en Egypte. In Egypte was en is het leger de ruggengraat van het regime. Moebaraks macht was af-hankelijk van het leger, maar hij was er niet ‘eigenaar’ van. Vandaar dat de volksopstand probeerde het leger neu-traal te houden en de dictator te verja-gen. Deze strategie was succesvol maar leidde ook tot illusies in het idee van een leger dat de belangen van het volk kan dienen, in plaats van dat de bevolking en gewone soldaten ervan bewust wer-den gemaakt dat de bevelhebbers hun macht en privileges zullen proberen te beschermen. De Egyptische revolutie is incompleet: er is misschien nog wel meer hetzelfde gebleven dan dat er ver-anderd is.In Libië had Gadaffi het leger ontbon-den en geherstructureerd langs tribale, familie en financiële lijnen die het direct aan zijn persoon bonden. Dit maakte het onmogelijk om op de neutraliteit van het leger, laat staan op steun ervan, te hopen. Het was onmogelijk om zonder wapens het regime ten val te brengen. Aangezien het regime militair de bo-

venhand had, was inmenging ook een derde partij nodig. De veranderingen in Libië gaan veel dieper dan in Egypte omdat de instituten van Gadaffi’s regi-me zijn geïmplodeerd. Libië vandaag de dag is een land zonder staat, zonder een geweldsmonopolie en niemand weet hoe een toekomstige Libische staat eruit zal zien.Syrië staat tussen het Libische en het Egyptische scenario in. Het regime is omringd door elitetroepen die aan de machthebbers gebonden zijn door reli-gieuze, familie en cliëntelistische ban-den. Om het regime ten val te brengen moeten deze verslagen worden. Maar Syrië heeft ook een regulier leger ge-vormd door dienstplichtigen, soldaten en lagere officieren uit alle lagen van de bevolking. Een van de eerste prioritei-ten voor de Syrische opstand moet het overhalen naar de kant van de revolutie van de manschappen van het leger zijn.Een buitenlandse interventie zou sol-daten echter overtuigen van het gelijk van het regime dat al vanaf het begin de opstand tot een ‘buitenlandse samen-zwering’ bestempelt. Als de Syrische opstand een meer strategisch denkende leiding had gehad – en hier zien we een van de beperkingen van ‘facebook revo-luties’ – dan zouden de rebellen netwer-ken in het leger ontwikkeld hebben om grootschalige desertie aan te moedigen. Bij gebrek aan leiding en strategie, de-serteren nu steeds meer soldaten en of-ficieren op eigen initiatief, maar steeds in kleine aantallen. De oppositie weet niet om te gaan met deze deserties: en-

kele oppositieleiders beschuldigen de deserteurs ervan de opstand een gewa-pende vorm aan te laten willen nemen terwijl andere hen juist met open armen ontvangen maar oproepen hun wapens niet op het regime te richten. Het overhalen van de Syrische soldaten naar de kant van de opstand staat niet in tegenstelling tot de volksmobilisaties en het geweldloze karakter ervan. Het ge-weldloze karakter van de demonstraties geeft momentum aan de beweging, stelt grote aantallen mensen in staat deel te nemen en moedigt zo soldaten aan om in verzet te komen tegen het regime. De grote uitdaging is het combineren van massamobilisaties met de uitbreiding van de rebellie in het leger en de gewa-pende confrontaties die nodig zijn om het regime ten val te brengen. De enige andere optie is dat enkele hoge officie-ren breken met de heersende familie en deze dwingen te vluchten maar dit zou tot een situatie vergelijkbaar met die in Egypte leiden: het topje van de pirami-de valt maar de structuur blijft intact. Het verzoek van sommige oppositie-leiders om een no-fly zone boven Syrië bewijst eens te meer hun gebrek aan strategisch inzicht. Buitenlands ingrij-pen zou tot een catastrofe kunnen lei-den voor de regio en voor Syrië en moet afgewezen worden door alle voorstan-ders van democratie en vrijheid voor de Syriërs. V

Dit is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in de Engelse uitgave van Al Akhbar.

Page 26: Grenzeloos 115

26

Het internationalisme, zeker dat van onderop, was dus van meet af aan een krachtig en veelvormig fenomeen. Maar waar het institutioneel ondemocratisch en zwak verankerd was, kon het soms weinig consistent en tegenstrijdig zijn. Dat bleek, zo-als we zullen zien, uit het conflict tussen dezelfde Ferdinand Domela Nieuwenhuis de Socialistische Internationale dat er in 1894 mede toe leidde dat partijgenoten als Pieter Jelles troel-stra en de SDB de rug toekeerden en de SDAP oprichtten. Het riep bij Domela Nieuwenhuis nationalistische reflexen op.

S o c i a l i s m e a l s z e l f b e v r i j d i n gDe SDB, gesticht in 1881, liet zich van meet af aan internati-onaal inspireren. Ze gebruikte het programma dat de Duitse sociaaldemocraten in 1875 in Gotha hadden aangenomen en liet zich door internationale contacten inspireren tot de keuze voor een socialisme van onderop. In mei 1880 bezocht Dome-la Zürich waar hij kennis maakte met toonaangevende Duitse socialisten. Het was een publiek geheim dat Marx en Engels wantrouwen koesterden tegen de invloed van gematigde, hervormingsgezinde figuren als de schatrijke Karl Höchberg en de theoreticus Eduard Bernstein deze het gemunt hadden op wat ze de ‘zonden van de partij’ noemden: het gebrek aan stijl en de openlijke minachting voor de voorname klasse, de bourgeoisie waarvan volgens hen verlichte elementen een rol konden spelen in de emancipatie van de arbeidersklasse. Marx en Engels klaagden dat het tweetal de arbeidersklasse kennelijk niet in staat achtte zichzelf te bevrijden. Nederland was weliswaar niet het ideologische geweten van het socialisme, toch moest ook Domela zich de kritiek aantrek-ken. Net als Höchberg en Bernstein stond hij een partij voor waarin revolutionairen en reformisten elkaar de hand reikten. Domela richtte zich met het blad ‘Recht voor Allen’ vooral op liberalen, die het als hun opdracht zagen de massa van boven af te verheffen. Het debat in Zürich liet Domela niet onberoerd. terug in Ne-derland zette hij zich aan het ontwerpen van een nieuwe for-mule voor ‘Recht voor Allen’. Hij veranderde de krant van een links liberaal blad in een arbeidersblad waarin het proletari-aat voortaan centraal stond. Het blad werd populairder en een stuk goedkoper. De nieuwe opzet illustreerde dat Domela zich

achtergrond

J a n W i l l e m S t u t j e

Ook nu maakt de economie een diepe crisis door, maar een overtuigend socialistisch alternatief heeft zich nog niet aan-gediend. we zien de doodsklokken hangen, maar het is de vraag of we het touw in handen krijgen om ze te luiden. wel-ke rol kan het internationalisme daarbij spelen?Het lijkt verstandig om eens een blik te werpen op het verle-den, nu de middelen om het tij te keren, beperkt lijken. Zijn er ‘verloren’ tradities die wellicht als inspiratie kunnen die-nen? Hoe zag het internationalisme eruit in de jaren 1880 en 1890 toen de Nederlandse arbeidersbeweging ook pas aan het begin van de strijd stond? Hoe hielp het internationalis-me de vroege beweging zich te vormen? Maar ook, waarom wendde de beweging zich er vanaf? waarom ging ze onder leiding van de ex-predikant Domela Nieuwenhuis ertoe over een revolutionaire politiek te voeren met nationalistische middelen?

S o l i d a r i t e i tNet als in zoveel andere landen was de Nederlandse arbei-dersbeweging in de jaren 1870 en 1880 een bonte verzame-ling van culturen, organisaties, protesten en denkbeelden. De werkwijze van die vroege socialisten varieerde van de roep om algemeen stemrecht tot stakingen, van coöperatieve productie tot gezamenlijke inkoop, van spotliederen tot be-leefd verzoek. Al hadden plaatselijke en regionale tradities in de actiepa-tronen de overhand, toch beschikten de vroege socialisten bijna vanaf het begin over een wapen waarmee ze de beper-kingen van hun repertoire trachtten te overstijgen. Ze deden vaak en met succes een beroep op de solidariteit, desnoods tot in het buitenland. Nu eens schoten buitenlandse kamera-den met geld te hulp, zoals Antwerpse arbeiders de stakende Amsterdamse scheepstimmerlieden in 1869. Dan weer door politieke steun te geven, zoals tijdens de manifestatie in Am-sterdam ter ere van de Commune van Parijs in mei 1872. De reden van die solidariteit kon een direct of indirect econo-misch eigenbelang zijn: samen sta je sterk. Of kwam voort uit een ethische overweging volgens welke de uitbuiting van lotgenoten elders strijdig werd geacht met tradities van fat-soen en rechtvaardigheid.

Van de socialistische hymnen is de

internationale misschien wel het

lied met de meest optimistische

boodschap. de internationale belooft

weldra ( ‘morgen’) te heersen op

aard’. in het lied ging en gaat het om

de vestiging van een democratische

en rechtvaardige samenleving. Maar

hoe sterk ‘de slaafgeborenen’ in het

verleden ook streden, ‘ de oude

vormen en gedachten’ wisten zich

steeds van de ergste aanvallen te

herstellen.Eugène Laermans, Een stakingsavond / De rode vlag. 1893

Solidariteit en xenofobie in de

Page 27: Grenzeloos 115

27

Marx’ ‘Schlachtruf’ over de zelfbevrijding van de arbeiders-klasse tot de zijne had gemaakt.

S o c i a l i s m e - v a n - o n d e r o p v e r s u s s o c i a l i s m e - v a n - b o v e n a fDomela stond aan het hoofd van een beweging die niet meer alleen uit traditionele groepen zoals handwerkslieden en ge-schoolde arbeiders bestond maar die was doorgebroken naar nieuwe lagen, zoals die van de ongeschoolde fabrieksarbei-ders, werklozen en naar de land- en veenarbeiders. Zolang de beweging losjes georganiseerd bleef, zonder veel discipline en formele regels, was de dynamiek het grootste. De SDB was een hybride formatie, die naast revolutionaire- en hervormingsgezinde socialisten, libertaire socialisten en coöperatieven, ook verdedigers van lokale en provinciale vormen van socialisme verenigde. Het conflict tussen Domela en troelstra was meer dan een kwestie van persoonlijke aard of zomaar een verschil van tactisch inzicht. De strijd raakte het wezen van de socialistische politiek, waarbij troelstra be-heerst werd door de idee van een ‘socialisme-van-bovenaf’, waartoe de verovering van de macht in de staat een eerste stap was; en Domela door het aan zijn religieuze achtergrond en aan Karl Marx ontleende idee van proletarische zelfeman-cipatie. Het lijkt een paradox dat Domela juist in het verdedi-gen van dit socialisme-van-onderop afstand nam van het in-ternationalisme, aanvankelijk een van zijn inspiraties en een pijler onder zijn succes.

N a t i o n a a l i n t e r n a t i o n a l i s m eDit afscheid van het internationalisme had alles te maken met de overheersende positie van de Duitse SPD in de Socialis-tische Internationale die vanaf 1889, honderd jaar na de be-storming van de Bastille, regelmatig bijeenkwam. De Duitsers eisten dat in de Internationale voorrang werd gegeven aan so-ciale- en arbeidswetgeving, een tactiek die vooral het machti-ge Duitse industrieproletariaat ten goede kwam, en veel min-der een zwak ontwikkeld proletariaat als dat van Nederland. Domela koesterde een diepe weerzin tegen het parlement en tegen de staat. Hij achtte arbeidswetgeving zinloos zolang het kapitalisme een feit bleef. troelstra was pas kort in de beweging, maar schoot als een komeet omhoog. Zijn inspanningen waren erop gericht om de SDB, en na 1894 de SDAP, tot een moderne, parlementaire, hervormingsgezinde partij te maken. Voor zo’n partij speelde het proletariaat slechts de rol van passieve kiezer, niet die van een zelfstandig figuur dat naar de eigen bevrijding zocht. troelstra rekende tot het proletariaat alleen de geschoolde loonarbeiders. Dagloners, werklozen, zieken, dieven, hoeren en schooiers, al wat maatschappelijk onderaan bungelde, het lompenproletariaat in de terminologie van Marx, viel er voor hem buiten. want, aldus troelstra, alleen de loonarbeider kon zich van zijn klassenbelang bewust worden. Alleen de loonarbeider was tot het inzicht in staat dat de maatschappij zich ontwikkelde volgens bepaalde wetten en dat de sociale kwestie om een rationele oplossing vroeg. Het socialisme was in troelstra’s voorstelling een onpartijdige wetenschap; geen proletarische zelfbevrijding maar de activiteit van verlichte denkers en beroepspolitici.Domela kon daar niet mee uit de voeten. Hij bezag het pro-

letariaat vanuit een omvattender en moreler gezichtspunt. Hij rekende er alle verdrukten toe, inclusief de ongepolijste lawaaimakers en schipbreukelingen. Domela loofde hun on-bevangenheid en authenticiteit, hun oncontroleerbare op-standigheid waaraan troelstra en de zijnen een broertje dood hadden. Zelfs de loonarbeider had volgens de Friese advocaat een strakke, leidende hand nodig. want, zoals hij in een bui van openhartigheid zei, ‘de stumperds missen nou eenmaal het verstand om over de grote vragen te oordelen.’ Achter het conflict over wel of geen deelname aan parlemen-taire arbeid school dus een ernstig verschil van inzicht in de aard en de historische rol van de arbeidersklasse. Konden de lagere klassen wel of geen zelfstandige rol spelen? Zo niet, dan was het proletariaat gedoemd de gevangene van de maatschappelijke hiërarchie te blijven en werd socialistische politiek een zaak van heren. Domela vond dat onverdraaglijk.

G e r m a n o f o b i e e n a n t i s e m i t i s m eOm het project van de revolutie te redden, liet Domela geen middel onbeproefd om de leden tegen de lokroep van het nationale en internationale reformisme te mobiliseren. Hij schroomde niet om zich van anti-Joodse en van nationalisti-sche anti-Duitse sentimenten te bedienen. Bij de socialisten drüben trokken ‘heren met pelsjassen’, ‘bankiers, meeren-deels joden’ aan de touwtjes. Domela’s schimpscheuten op de vermogende SPD bestuurder Paul Singer, vriend van Bebel en Liebknecht, bleven niet onopgemerkt. Volgens een tijdge-noot leken ze verdacht veel op die van de beruchte antisemiet Adolf Stöcker, prediker aan het Pruisische hof.

Domela bestempelde het reformisme als het ware tot een Duitse ziekte. In de anti-Joodse campagne tegen de leiding van de SPD mengde hij het klassieke, op etniciteit gebaseer-de vooroordeel, dat Duitsers een speciale voorliefde hadden voor tucht, gezag en conservatisme met als keerzijde een ge-brek aan vrijheidsliefde en revolutionair elan. Die racistische stereotypen dienden hem vooral om in het conflict met Lieb-knecht en zijn ‘knecht’ troelstra de eenheid rond zijn persoon te waarborgen. De uiterst xenofobe toon sprak aan in een tijd dat nationale bewegingen toch al de wind in de rug hadden. Domela kende maar twee vormen van socialisme, die werel-den van verschil vertegenwoordigden: een Franse die altijd le-venslustig, vurig, vermetel en idealistisch was, en een Duitse, dogmatisch, materialistisch, en gedisciplineerd. In een poging zijn beweging te redden van corruptie door parlementarisme en hoge heren nam Domela zijn toevlucht tot een xenofobie die onverenigbaar was met de idealen van de Internationale en die met zelfs de geringste notie van menselijke emancipa-tie niets van doen had. V

Jan Willem Stutje is schrijver van de biografieën van CPN-kop-stuk Paul de Groot en de marxistische denker Ernest Mandel. In maart 2012 komt bij uitgeverij Atlas zijn biografie uit van Dome-la Nieuwenhuis (J.W. Stutje, Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantische revolutionair, Amsterdam/Antwerpen 2012).

achtergrond

Solidariteit en xenofobie in de

domela keerde zich af van zijn eerdere

inspiratie

vroege arbeidersbeweging

Page 28: Grenzeloos 115

28

literatuur

Luxemburg als alternatiefvoor Lenin?

P e t e r D r u c k e r

de crisis en de opkomst van

occupy maken de vraag weer

actueel: is er een alternatief

voor het kapitalisme? en

wat voor alternatief? Sinds

bijna een eeuw dient de

mislukking van de russische revolutie

als schrikbeeld, als bewijs dat een

aanval op het kapitalisme alleen tot

erger leidt. had een revolutie anders

en beter gekund in de geest van rosa

luxemburg, de Poolse marxist die al in

1918 kritiek had op de antidemocratische

koers van de bolsjewieken? Paul levi,

luxemburgs advocaat, minnaar, en van

1919 tot 1921 opvolger aan de top van

het duitse communisme, bepleitte als

eerste een luxemburgiaans alternatief

voor het leninisme.

Luxemburg komt in veel opzichten sympathieker over dan Lenin. Lenin bracht een groot deel van zijn leven door als balling; Luxemburg speelde vanaf 1898 een prominente rol in de Duitse socialistische beweging, de grootste van Europa. Dankzij haar vurige speeches belandde ze vaak in de ge-vangenis. Ze werd als vrouwelijke leidster enorm bewonderd (en gehaat). Zonder een principiële pacifist te zijn, won zij veel sympathie met haar hartstochtelijke afkeer van geweld. Een democraat in hart en nieren, schreef ze dat haar partij ‘nooit de staatsmacht zal nemen als dat niet de heldere, on-dubbelzinnige wil is van de grote meerderheid’. En terwijl Lenin stierf als premier van Sovjet-Rusland, stierf Luxemburg in 1919 als martelaar, bruut vermoord door rechts tuig. In 1931 deed Stalin Luxemburg in de ban. Maar in het be-gin wilde Duitse Communistische Partij, de KPD niet tus-sen Luxemburg en Lenin kiezen. Levi durfde als KPD-leider hardop te zeggen dat Luxemburg op sommige punten tegen de bolsjewiekengelijk had. toch werkte hij in die jaren hand in hand samen met Lenin, trotsky en de Communistische In-ternationale (Comintern). In twee jaar tijd bouwde Levi de KPD op van een klein, ver-volgd clubje tot een massapartij van honderdduizenden. Makkelijk was dit niet. In the steps of Rosa Luxemburg, een bundel van Levi’s speeches en artikelen, laat zien hoe hard hij moest vechten tegen ultra-radicalen die de nieuwe Duitse republiek liever gisteren dan vandaag wilden omverwerpen, zonder hun handen vuil te maken aan verkiezingen of vak-bondswerk. tegen hen hamerde Levi op het belang van ‘de vereniging van de brede volksmassa’s’. Hij was een briljante tacticus, een vakman van revolutionaire politiek in een par-lementaire democratie. Antikapitalisten in Europa kunnen vandaag de dag nog van hem leren.

T e g e n L e n i nBegin 1921 kwam het tot een breuk tussen Levi en de bolsje-wieken. De eerste aanleiding was een verknoeide splitsing in Italië. toen de meerderheid van het KPD-bestuur de kant van de Comintern koos tegen Levi, stapte deze op als voorzitter. De nieuwe leiding probeerde zich te bewijzen door meteen een opstand te organiseren, de Märzaktion. Het resultaat was een verpletterende nederlaag.

Binnen de partij werd Levi’s mond gesnoerd. Hij publiceerde echter een kritische brochure: Unser Weg. Wider den Put-schismus. Prompt werd hij geroyeerd. Lenin en trotsky stonden voor een dilemma. Met de inhoud van Levi’s kritiek waren ze het grotendeels eens. Maar Un-ser Weg kwetste hen met sarcastische opmerkingen over de Comintern. In juni 1921 verwierp het congres van de Comin-tern het hoger beroep van Levi tegen zijn royering. toch schreef Lenin , ‘we moeten Levi niet verliezen’ en zinspeelde

luxemburg komt sympathieker over

dan lenin

Page 29: Grenzeloos 115

29

achtergrond

hij op een mogelijk terugkeer van Levi in de KPD als hij zich zou houden aan de partijdiscipline. Consequent was Lenin niet partij. In 1917 werden de bol-sjewistische leiders Zinoviev en Kame-nev niet geroyeerd, zelfs niet nadat ze de oktoberrevolutie bekritiseerden. In 1917 waren de bolsjewieken echter veel democratischer dan in 1921.

I n d e S P DAan zich schikken dacht Levi niet. toen in 1922 inzag hij niet terug kon naar de KPD, ging zijn stroming op in de Onaf-hankelijke Sociaaldemocratische Partij (uSPD). Eind 1922 verzette Levi zich niet tegen de hereniging van de uSPD met de reformistische SPD. Hijzelf bleef SPD-lid tot zijn dood in 1930. In zijn inleiding van In the steps of Rosa Luxemburg stelt David Fernbach dat als Luxemburg nog in leven was geweest, ze ‘zeker meer weerstand had geboden tegen een terugkeer naar de SPD’. Dat is nogal zacht uitgedrukt. Luxemburg en Levi hadden veel felle uitspraken gedaan tegen de SPD-leiding: tegen hun gebrek aan strijdbaarheid, hun par-lementarisme, hun steun voor de oorlog in 1914.

waarom ging Levi de dan wel de SPD weer in? Omdat Levi’s activiteiten in 1918-21 al redelijk bekend waren, is In the steps of Rosa Luxemburg vooral belangrijk voor het licht dat het werpt op Levi’s laatste jaren. Helaas wordt het raadsel niet volledig opgelost. toch wordt duidelijk dat Levi geloofde dat Duits revolutionair links in 1921 zo erg was verslagen dat er vele jaren nodig zouden zijn voor er zich weer revolutio-naire mogelijkheden zouden voordoen. De vraag is of dat een correcte inschat-ting was. Voor een historicus als Pierre Broué lag de grootste gemiste kans van de Duit-se revolutie niet in 1921 maar in 1923, toen Franse interventie, hyperinflatie en massawerkloosheid de republiek tot de rand van de afgrond brachten. Levi’s schriften over 1923 zijn onduide-lijk. Op één moment schreef hij dat de crisis in 1923 ‘een enorme mazzel was geweest – voor echte communisten’. Op een ander moment hoe schandelijk het ‘illegale en ongrondwettelijke geweld’ was waarmee de landelijke regering de democratisch gekozen coalitie van link-se sociaaldemocraten en communisten in Saksen in oktober 1923 afzette. Levi

merkte er niet bij op dat de Saksische sociaaldemocraten, door zich niet tegen hun afzetting te verzetten, het einde in-luidden van de revolutionaire situatie. Levi’s houding tegenover de weimar republiek was sowieso tegenstrijdig. Hij stelde dat hoewel de republiek niet die van de arbeiders was, ze haar wel moes-ten verdedigen tegen extreemrechts. Zijn waarschuwingen vanaf 1923 voor het Nazi-gevaar waren profetisch. toch haalde hij twee zaken door elkaar: de-mocratische vrijheden, die altijd ver-dedigd moeten worden, en de burger-lijke democratie als staatsvorm, die de echte democratie op allerlei manieren schendt.

B l i k o p R u s l a n dNaast de KPD, schreef Levi vanaf 1922 ook de Russische revolutie af. Ook dat was een twijfelachtige conclusie. Vooral in 1921-22 was de houding van Lenin en trotsky paradoxaal. In de jaren na de burgeroorlog schaften ze de laatste res-ten van sovjet-democratie af. Maar hun beleid in het geïsoleerde, achtergestel-de Rusland was voor hen eerder uitzon-dering dan de regel. Ze bleven stellen dat het communisme in west-Europa al-leen kon zegevieren als een beweging van de grote meerderheid die door strijd de basisdemocratie zou instellen. In de laatste maanden van Lenins leven za-gen ze de gevaren van de bureaucratie in Rusland steeds meer in. trotsky zou zich de rest van zijn leven tegen de dic-tatuur in Rusland verzetten. Levi wilde niets met de ‘Linkse Opposi-tie’ van trotsky te maken hebben – deels omdat hij een fout van trotsky deelde. Voor Levi was het Nieuwe Economisch Beleid (NEP), dat vanaf 1921 meer ruim-te bood aan kleine landeigenaars en ka-pitalisten, het bewijs dat Sovjet-Rusland een kleinburgerlijke dictatuur was ge-worden, waarin van de ‘proletarische dictatuur’ niets over was. Ook trotsky zag in die jaren een terugkeer naar het kapitalisme, zo niet als voldongen feit, dan toch als het grootste gevaar voor de revolutie. Ze vergisten zich allebei: vanaf 1929 zegevierden geen kleinbur-gers – die werden massaal afgeslacht – maar Stalins bureaucratie. Een van de grootste drama’s van de jaren 1920 was dat anti-stalinistische marxisten elkaar in plaats van de echte vijand bevochten. Ondanks zijn vergissingen deed Levi veel om het democratische marxisme in leven te houden. Het is zonde dat

levi was een briljante

revolutionaire tacticushet decennialang onmogelijk was om in zijn eigen woorden zijn verhaal te volgen. Nog steeds is bijna niets van hem in het Nederlands vertaald. Zelfs in het Duits is er niet veel te vinden. De nieuwe Engelstalige bundel is ook voor Nederlands links een aanwinst. Vertaler en samensteller David Fernbach heeft de stukken kundig gepresenteerd en trefzeker ingeleid. Fernbach stelt overtuigend dat ‘een Luxemburgiaanse politiek van een meerderheidsrevolutie’ cruciaal is voor antikapitalistisch links. Ik zou zeggen dat wij ook nog steeds baat hebben bij bijdragen van de bolsjewieken. Maar de erfenis van Luxemburg en Levi, vooral hun intelligente toewijding aan de democratie, is voor ons van onschat-bare waarde. V

In the steps of Rosa Luxemburg. Selec-ted writings of Paul Levi. Samengesteld en ingeleid door David Fernbach. Brill, 2011, €99,00 (een goedkopere paper-back verschijnt waarschijnlijk in 2013 bij Haymarket). Paul Levi. Zwischen Spar-takus und Sozialdemokratie. Schriften, Aufsätze, Reden und Briefe. Samenge-steld en ingeleid door Charlotte Beradt. Europäische Verlagsanstalt, 1969, twee-dehands bij amazone.co.de voor €19,95.

Vooral in 1921-22 was de houding van

lenin en trotsky paradoxaal.

Page 30: Grenzeloos 115

30

Meer dan de helft van de mensheid woont

in de stad. Steden voeden is nooit makkelijk

geweest. Maar met het huidige onduurzame

voedselsysteem komen we onvermijdelijk in

de problemen. tijd voor een alternatief. ‘We

kunnen doorgaan met onze grondstoffen verspillen en

reageren op voedselcrises wanneer die zich stellen,

of we kunnen de wijze waarop onze voedselsystemen

werken, fundamenteel veranderen’, zegt architecte

carlyn Steel in haar boek de hongerige Stad.

literatuur

De hongerige stad

P a t r i c k v a n K l i n k

Architectuur en eten? Dat is niet zo gek. Elk stad is gevormd door de wijze waarop het voedsel voor de bewoners word aangevoerd. Het boek gaat ook over het ontstaan van de huidige keuken en de cultuur van thuis, in gezinsverband eten. tegenwoordig genieten we van chef-koks op televi-sie met een kant-en-klaar maaltijd op de schoot. Vroeger was de gaarkeuken de norm. Steel laat zien hoe groot de invloed van eten is op het leven van stadsbewoners, ook al realiseren die zich dat niet en willen ze het vaak liever niet weten. Geen rommel, geen moestuin maar gladde gazon. Verstedelijking, kapitalisme, wereldpolitiek, peak oil, hon-ger, klimaatverandering; Steel behandelt deze onderwer-pen vanuit het produceren, aanleveren en consumeren van voedsel. Ze neemt de hele keten onder de loep tot en met het ontstaan van riolen en hun rol in de breuk tussen stad en platteland.

V o e d s e l k i l o m e t e r s .Veel verrassende feiten komen naar boven. Voedselkilo-meters bijvoorbeeld bestaan al heel lang. Het oude Rome had best al haar voedsel uit Italië kunnen halen maar toch kwam het graan uit Noord-Afrika: het was goedkoper. transport over zee kostte bijna niets vergeleken bij dat over land. Keizer Diocletianus vaardigde een decreet uit om de scheepvaart op de Middellandse Zee kunstmatig goedkoop te houden. Net zoals er vandaag de dag bij internationale decreet geen belasting wordt geheven op vliegtuigbrand-stof.De trein heeft gezorgd dat steden groter konden worden. Vers voedsel kon eerder van maximaal dertig kilometer ver komen: een dagreis met paard en wagen. Verse ‘spoormelk’ was een openbaring voor de Victoriaanse Londenaren. Vanaf toen ging het hard. In Chicago verrees in de negen-tiende eeuw een vleesverwerkende fabriek van tweeënhal-ve vierkante kilometer groot en met 75 duizend arbeiders. In die tijd ontstonden de huidige machtige voedselconcerns en problemen. Op de wijze waarop Londen, het kloppend hart van het nieuwe systeem, werd gevoed, baseerde Adam Smith zijn theorie van de markt. Steel laat zien dat Smith ook al in de gaten had dat als er veel meer steden als Lon-don zouden komen de praktijk weerbarstiger zou zijn dan de theorie.

W a t t e d o e n ? Steel heeft geen blauwdruk maar haar praktische oplos-singen spreken aan. Als mensen bewuster zouden omgaan met hun voedsel, zou dat een begin zijn. De band met voed-sel moet hersteld worden. Genieten van eten uit de buurt, seizoensgebonden en eenvoudig. we kunnen kiezen om ethisch verantwoord te eten. Niet alleen voor de cacaoboer, maar ook voor de kleine boer om de hoek. we kunnen in volkstuin of op balkon voedsel verbouwen. Gezamenlijk eten en minder vlees en vis eten. winkelen bij de buurtwin-kel of op boerenmarkten. transparantie in de voedselketen eisen en politiek en bedrijven aanspreken. De etiketten le-zen en vaker koken, kinderen leren koken. Kortom, genie-ten van eten.Het boek geeft argumenten genoeg. Goedkoop voedsel be-staat niet, zegt Steel. ‘De eis dat eten goedkoop moet zijn, leidt tot een vervuilend systeem in handen van een paar multinationals. Als mensen hun eten niet kunnen betalen, moeten we dat mogelijk gaan maken. Dan moeten we na-denken over een betere herverdeling van de welvaart. Het falen van ons voedselsysteem staat model voor het falen van de samenleving. Er moet meer humaniteit in.’ Voedsel is noodzakelijk en daarom geschikt om ons te wij-zen op wat er werkelijk toe doet. Steel is niet nostalgisch en wil niet terug naar de wereld van Ot en Sien. Ze zoekt naar oplossingen die een combinatie zijn van moderne techniek met een nieuwe stedelijke ordening en nieuwe sociale structuren. Ze geeft een beschrijving van de Chi-nese ecostad Dongtan die op dit moment gebouwd wordt. Een stad met een vermenging van functies, in een gesloten kringloop. Stadslandbouw met woontorens die ook boer-derij zijn: groente onder ledlampen in de kelder, draaiend op zonne-energie en rioolwater. Maar hoe mooi beschre-ven ook, als de (super-) markt zijn verwoestende werk blijft doen zoals elders in het boek wordt beschreven, blijft het utopie.Ze vliegt bij het beschrijven van haar voorbeelden wel eens uit de bocht met een erg ideale voorstelling van de Nederlandse varkensflats, maar het boek is zeker een aan-winst naast boeken van Michael Pollan en Marion Nestlé. Je snapt weer waar het echt om gaat en krijgt zin om de wereld te veranderen. V

Page 31: Grenzeloos 115

31

film

George Clooney bewijst zijn klasse

R o b L u b b e r s e n

V e r k i e z i n g s c a m p a g n e De Amerikaanse gouverneur Morris (Clooney) wil de vol-gende presidentskandidaat worden voor de Democratische Partij. Hij heeft een behoorlijk progressief programma. Hij wil de rijken en hun banken aanpakken ten gunste van ‘de gewone man’. Hij wil meer rechten voor vrouwen, zwarten en homo’s. Morris staat te boek als een idealist en ontleent daaraan flink wat populariteit. Zijn kleurloze tegenstrever Pullman lijkt het loodje te gaan leggen. Morris dankt zijn succes mede aan de briljante, jonge campagnestrateeg Steve (Ryan Gosling). Maar er liggen gevaren op de loer. Morris is niet perfect. Er kleven Clintoniaanse vlekjes aan hem. En Steve is niet helemaal ongevoelig voor pogingen om hem te laten overlopen naar het kamp van Pullman. Als door achterkamertjesgedoe de winstkansen van Pull-man toenemen én er in de persoonlijke verhoudingen iets faliekant mis gaat, dan is Steve als een ware Brutus bereid om zijn Caesar te verraden. Daarmee dreigen is echter vol-doende om zijn positie te verbeteren: hij wordt campagne-leider. Morris staat niet alleen dit toe, hij sluit tevens een verbond met een ultra-conservatieve partijgenoot die hem aan de benodigde stemmen kan helpen. Steve en Morris vallen beiden van hun voetstuk. In het vooruitzicht van de macht verleppen hun oorspronkelijke idealen. Hun eerste slachtoffer is een jonge vrouw....

E e n o u d i d e eGeorge Clooney acteert niet alleen in deze film, hij heeft hem ook geregisseerd. Hij heeft eerder behoorlijk kritische films gemaakt. Zoals het wat ingewikkelde Syriana, over Amerikaanse wandaden in de olie-oorlogen in het Midden Oosten. En zoals het prachtige Good Night, and Good Luck over het anti-communisme in de McCarthy-periode van de vijftiger jaren in de VS. Met The Ides of March heeft hij wederom zijn klasse bewezen door een boeiend en kritisch product te leveren. Opmerkelijk is dat het idee voor deze film al vier jaar oud is. Maar toen wilde Clooney de kers-verse president Obama niet in de wielen rijden. In het Alge-meen Dagblad van 20 oktober 2011 verklaarde hij: ‘toen hij in het witte Huis belandde, ging er een golf van optimisme door het land. Dan is het niet gepast om een film te maken

de titel van de nieuwste film van george clooney

verwijst naar de dag dat Julius caesar werd verraden

en vermoord. dat was op 15 maart (de iden van

Martius) 44 jaar voor het jaar nul in rome. de film

the ides of March speelt heel erg in het heden in

de Verenigde Staten. Maar net als toen staan het

streven naar macht en het desnoods daarvoor

verkopen van ziel en zaligheid centraal.

over de kwalijke praktijken in de politiek. Daarom hebben we even gewacht met deze film. Van dat optimisme is nu weinig over in Amerika. Daarom is het moment om dit ver-haal te vertellen nu meer geschikt.’ De vraag is echter wat het effect nú is.

O c c u p y !In The Ides of March wordt ‘de politiek’ voorgesteld als een grote smeerboel. Vieze spelletjes. Mooie woorden en schone beloften blijken weinig waard. tomeloze ambitie en machtswellust overheersen. Ze doen idealen, die aanvan-kelijk misschien oprecht waren, smelten als sneeuw voor de zon. Daar kun je drie kanten mee op.Ongetwijfeld zullen veel mensen roepen: zie je wel! Poli-tiek is één grote bende! Ze bekijken het maar, ik doe er niet aan mee! Ik ga wel gewoon lekker shoppen zolang het nog kan!wellicht zullen sommige mensen een andere conclusie trekken, namelijk: oh, gaat dat zo? Nou, dan weet ik dat en beschouw ik dit als een nuttige les voor mijn eigen politieke carrière.Gelukkig zijn er inmiddels heel wat mensen die een andere gevolgtrekking maken. Die beseffen dat het zo niet verder kan en mag. Dat hebzucht, uitbuiting en machtsmisbruik bestreden moeten worden. Dat solidariteit en vrijheid het nastreven waard zijn. En voor hen kan The Ides of March bijdragen aan het besef van de urgentie van de noodzaak tot verandering. Naar een betere wereld. Occupy Wall Street! Occupy Washington DC! Everything! V

Page 32: Grenzeloos 115

32

agenda / aktie / tiPS

w w w . g r e n z e l o o s . o r g

P a k i s t a a n s l i n k s h e e f t o n z e s t e u n n o d i g

Verschillende leden van de Labour Party Pakistan (LPP) zijn opgepakt en enkele van hen zijn tot zeer lange gevangenisstraffen veroordeeld, enkel omdat zij opkwamen voor de belangen van boeren en arbeiders. Ondanks de repressie volhardt de LPP in hun strijd voor de arme en verdrukten. De laatste jaren is de LPP uitgegroeid tot een van de belangrijkste linkse krachten in het door oorlog en armoede geplaagde land. De afgelopen maanden worden zij steeds vaker het doelwit van machtsmisbruik door de autoriteiten. Zo werden zes LPP leden en sympathisanten veroordeeld tot een gezamenlijke gevangenisstraf van niet minder dan 490 jaar. Hun ‘misdaad’ was het organiseren van een staking van textielarbeiders nadat wekenlange onderhandelingen mislukt waren. Meer dan 100.000 arbeiders staakten toen om te eisen dat de regering een aangekondigde verhoging van het minimumloon waar zou maken.De LPP heeft financiële steun nodig voor het organiseren van een campagne voor hun vrijlating. Ook is er geld nodig voor steun aan de families van de gevangenen. De gevangenen zijn de kostwinnaars van hun familie en hun gezinnen hebben moeite te voorzien in hun levensonderhoud. Hun families verdienen steun, niet alleen omdat ook zij gestraft worden voor de deelname van hun vader of echtgenoot in de vakbeweging; de Pakistaanse heersers hopen dat het lot van deze families anderen af zal schrikken. wij moeten voorkomen dat deze walgelijke tactiek succesvol zal zijn.

De LPP, de LQM en de Nationale Vakbonds Federatie van Pakistan roepen op tot steun aan de gevangenen en hun families. Vanuit Nederland willen wij ook een bijdrage leveren. Steun Pakistaans links in de opbouwen van een alternatief voor zowel een corrupte elite als religieuze fundamentalisten. Donaties kunnen overgemaakt worden via Grenzeloos o.v.v. ‘Pakistan’: giro 5571638, Grenzeloos, Nijmegen.