Gram november 2014

32
Omgekeerd inzamelen in Arnhem werkt Duurzame plaagdierbeheersing kan niet zonder Integrated Pest Management GRAM Simulatiemodel verbetert doorstroom op milieustraten JAARGANG 105 | NUMMER November 2014 VAKBLAD VAN DE 9

description

 

Transcript of Gram november 2014

Page 1: Gram november 2014

Composteren en milieubelasting

Omgekeerd inzamelen in Arnhem werkt

Duurzame plaagdierbeheersing kan niet

zonder Integrated Pest Management

GRAM

Simulatiemodel verbetert doorstroom op milieustraten

JAA

RGA

NG

105 | NU

MM

ER Novem

ber 2014

VAKBLAD VAN DE 9

Page 2: Gram november 2014

Levert uw GFT-afval al energie op?De nieuwe Bio Power vergister van Indaver werkt op volle kracht. Geschikt om 75.000 ton

GFT-afval per jaar een nieuwe start te geven. Als groen gas, CO2, compost of biomassa. Geen afval

meer, maar een perfecte kringloop. En dat is de missie van Indaver: steeds meer kringlopen sluiten

om zo veel mogelijk afval een nieuw leven te geven.

We zijn niet voor niets ‘toonaangevend in duurzaam afvalbeheer’.

Meer weten over Indaver, onze visie op een biobased economy en de Bio Power vergister in

Alphen aan den Rijn? Kijk dan op www.indaver.nl voor meer informatie.

www.indaver.nl

Page 3: Gram november 2014

GRAM | november 2014 3

Vakblad van de NVRD

inhoudsopgave

6

8

10

12

Road2work sorteert en demonteert op regionale schaal elektrische apparaten Met ACV en de daarin deelnemende gemeenten is het Road2work gelukt een bedrijf te

exploiteren waar uitkeringsgerechtigden werkervaring kunnen opdoen.

Arnhem pioniert succesvol met afvalscheiding in hoogbouw- en krachtwijkDankzij afvalcoaches is omgekeerd inzamelen een succes in Arnhem. Een half jaar na

de invoering bieden inwoners 70 procent meer papier en 370 procent méér kunststof

verpakkingen gescheiden aan.

Simulatiemodel voor milieustratenDe milieustraten van Eindhoven kampen soms met lange wachtrijen en opstoppingen.

Cure Afvalbeheer heeft door de TU een simulatiemodel laten ontwikkelen, waarmee de

doorstroom eenvoudig verbetert.

Duurzame plaagdierbeheersing kan niet zonder Integrated Pest Management In de afgelopen vijftien jaar is het beheersen van plaagdieren (ongediertebestrijding)

uitgegroeid tot een serieus vakgebied. Inmiddels is de sector volop aan de slag met

preventieve technieken volgens de lijnen van Integrated Pest Management (IPM) en

certificering.

Foto voorplaat:

Aenda Oomen / Hollandse Hoogte

Lees verder op pag. 10

4 Bezem

14 Van Afval Naar Grondstof

15 Themadag Keten voor Keten

16 Pilots afvalscheiding in Apeldoorn

en Brabantse Kempen

18 Extra aanpak zwerfafval

21 NVRD Nieuws

22 Benchmarks Nederland Vlaanderen

24 Naar een afvalloos festival

27 Nieuws op de markt

30 Agenda

31 CloseUp

Lees verder op pag. 24

Page 4: Gram november 2014

4 GRAM | november 2014

RKGV-specialist sinds 1988

Meerdere locaties in Nederland

Snelle dienstverlening

Diverse transportmogelijkheden

ISO- en VCA-gecertifi ceerd

Gratis afvalstroomnummer

Bij Zandrecycling Nederland is uw RKG-slib en veegzand veilig tot de kleinste fractie.

Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of veegzand? Zandrecycling

Nederland laat u graag zien hoe het kán en hoe het hóórt. We zijn im-

mers de enige afvalverwerker in Nederland die volledig is toegespitst

op het verwerken van RKGV. Ofwel het reinigen en recyclen tot schone

(bouw)materialen, en het verwerken van restfracties volgens de kleinste

paragrafen van de Milieuwet. Kijk op www.zandrecycling.nl, of bel

0174-24 39 50 voor meer info, een vrijblijvende afspraak of een offerte.

Zandrecycling Nederland BV • ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk • T 0174-243950 • F 0174-291148 • www.zandrecycling.nl • [email protected]

Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.

Page 5: Gram november 2014

BEZEMDienstverleners lijken wel vogelvrij. Met publiek bezit, zoals een willekeurig bushokje op de zaterdagavond, mag je blijkbaar alles doen. Vooral vernielen, dom en agressief beuken. Hoe reageer je op bruut geweld van burgers tegen mensen die in dienst staan van diezelf-de burgers? Cursussen zelfverdediging? Training beter communiceren? Keihard aanpakken en strafrechtelijk vervolgen? Keuzes genoeg en geen enkele is uiteraard verkeerd. Maar, dat zit allemaal aan de kant van de ont-vanger en niet de zender, om het in communicatieter-men te houden. Een volgend congres dan maar, voor de mensen die het vuil laten vallen? Gratis, dat werkt ook met reclame tenslotte. Maar vooral, blijf af van de dienstverlener! Als je hen toch wilt aanraken, geef dan een schouderklopje.

Schoon genoeg“Vanguuuuh! Nét naast de veiligheidschoenen van de man die met een knijper een lege zak chips uit de verdorde bosjes haalt, spat een vuilnis-zak uit elkaar. Hij kijkt nog naar boven, wetende dat het geen zin heeft te reageren. Een hatelijk “loser, kan je lekker weer opnieuw beginnen” wordt van 10 hoog naar beneden geschreeuwd. Onverstoorbaar gaat hij verder met zijn taak. Ook vandaag zorgt hij weer dat hij zijn gebied net-jes achterlaat. A+ staat er elke maand in de rapportages die hij met zijn teamchef doorneemt. Zijn gebied. Hij heeft alles al gezien en meege-maakt. Gewoon schoon houden, dat doet hij en met trots. Ondanks alles. Nieuwe prullenbakken, campagnes, beloningsacties, bekeuringen. Het helpt, een tijdje. Maar hij weet dat gedrag hardnekkig is. Van een collega van de inzameldienst, waar hij chauffeur was tot hij te oud werd, hoort hij nog dagelijks wat zij tegenkomen op straat. Een collega is recent het zie-kenhuis in geslagen omdat hij niet snel genoeg doorwerkte met beladen.

GRAM | november 2014 5

Page 6: Gram november 2014

6 GRAM | november 2014

VAN WERKLOOS NAAR WERKZAAM

Erik Schalk, directeur en samen met ACV-directeur Wouter Koenderman

bedenker van het concept van het kleinschalige Road2work dat in 2012

in Ede van start ging, glimlacht bij de woorden 'terugvloeien naar de

reguliere arbeidsmarkt'. "Dit concept draait zo goed dat er regelmatig

mensen vertrekken en nieuwe kandidaten worden ingewerkt. Er zijn in

de afgelopen jaren al zo'n vijftig medewerkers uitgestroomd. Ik klaag

daar trouwens niet over, want daar doen we het uiteindelijk voor. Ons

hoofddoel is uitstroom, zeg ik altijd. De gemeenten zijn daar ook blij

mee, want het levert hen een besparing op van ongeveer 15.000 euro

aan uitkering per persoon per jaar."

Winst

Road2work heeft twee aandeelhouders: ACV voor 25 procent en Schalk

zelf voor 75 procent. ACV is een naamloze vennootschap met verschil-

lende dochterondernemingen. Aandeelhouders van het bedrijf zijn de

gemeenten Ede, Wageningen, Renkum en Veenendaal. Over de relatie

met ACV zegt Schalk: "Wij hadden geen betere partner kunnen treffen.

Naast het transport van het materiaal vanaf de milieustraat naar Road-

2work, kunnen wij ook voor diverse hand- en spandiensten een beroep

op ACV doen." De apparaten, die Road2work demonteert, komen van

de afvalbrengstations van ACV in Ede, Renkum, Veenendaal en Wage-

ningen. Daarnaast neemt ook de gemeente Utrechtse Heuvelrug sinds

voorjaar 2014 deel in het bedrijf. Op jaarbasis is het bedrijf goed voor

het sorteren van 1500 ton elektronisch afval. Dat is dan ook de hoofd-

activiteit met daarnaast het demonteren van 6.000 stuks witgoed en

7.000 computerkasten. In het bedrijf vindt ook een grove voorsortering

plaats van alle kleding die door Restore (ACV) wordt ingezameld. In de

noodzakelijke bedrijfsvoorzieningen is 58.000 euro geïnvesteerd.

Met het oog op de noodzakelijke begeleiding werken er per dag maxi-

maal 20 personen. Schalk benadrukt dat Road2work niet alleen maat-

schappelijke winst behaalt, maar ook milieuwinst. "Via ons bedrijf be-

gint het sorteren en effectief laden van de elektrische apparaten, na

aanlevering door ACV aan het begin van de keten. Dat levert een forse

besparing op aan transportkilometers. Daarmee vermindert het de uit-

stoot van CO2. Ander milieuvoordeel is dat het hergebruikspercentage

van witgoed en ICT door de handmatige demontage stijgt van onge-

veer 85 procent (bron: Wecycle 2013) bij mechanische scheidingsin-

stallaties naar ruim 95 procent. Zo snijdt het mes aan twee kanten:

re-integratie én milieuwinst." Schalk werkte diverse jaren als bedrijfs-

leider de sociale werkplaats van de gemeente Ede. In 2010 ging hij als

zelfstandig ondernemer aan de slag om het concept van Road2work

concreet vorm te geven. Over zijn gedrevenheid voor

dit werk zegt hij: "Ik heb zelf een lichamelijke beper-

king door reuma, waardoor ik een aantal jaar gebruik

heb moeten maken van een rolstoel. Dat neem je voor

altijd met je mee. Ik heb die rolstoel nu nauwelijks

meer nodig, maar ik weet uit eigen ervaring hoe het

is om te moeten leven met een fysieke beperking. Het

geeft daarom veel voldoening om te werken als onder-

nemer en tegelijk andere mensen te kunnen helpen. De

deelnemende gemeenten vergoeden vooral de kosten

voor het opleiden en begeleiden van de medewerkers.

Verder moeten wij het hebben van de afzet van het

gesorteerde materiaal aan Wecycle."

Hoofddoel

Bij een goede demontage en scheiding van onderdelen,

houd je materialen over die weer kunnen worden her-

gebruikt. Dat idee heeft Schalk gekoppeld aan de doel-

groep: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

"In zeer goede samenwerking met het reinigingsbedrijf ACV en de daarin deelnemende gemeenten is het Road2work

gelukt een bedrijf te exploiteren waar uitkeringsgerechtigden aan de slag kunnen met het sorteren en demonteren

van diverse soorten afgedankte elektrische apparaten. Zo doen deze mensen werkervaring op waardoor ze weer te-

rug kunnen vloeien naar de reguliere arbeidsmarkt."

Road2work sorteert en demonteert op regionale schaal elektrische apparaten

Een medewerker van Road2work demonteert een computer.

Page 7: Gram november 2014

GRAM | november 2014 7

Arbeidsethos, Arbeidsritme en Arbeidsvaardigheden. In het begin heb-

ben de instromers het daar best moeilijk mee, want velen hebben thuis

jaren op de bank gezeten. Dan valt het niet mee om meteen in be-

weging te komen. Na verloop van tijd krijgen ze echter de smaak te

pakken en krijgen ze plezier in het werk. Als ze een vrije dag hebben,

zijn ze zelfs bereid om toch te komen werken als het druk wordt. Dat

is steeds weer mooi om te merken en het bewijst de kracht van dit

concept."

Door het succes van deze aanpak vragen gemeenten en regio's buiten

het werkgebied van ACV regelmatig of ze ook kunnen aanhaken. Schalk

is daar voorzichtig mee. "Juist de lokale schaal is belangrijk. Het is

beter als in andere regio's in samenwerking met de gemeentelijke in-

zamelbedrijven eigen sorteer- of demonteerlocaties worden opgericht.

Daarbij moet wel goed worden gekeken naar het te behalen volume,

maar moet ook overlegd worden met Wecycle als eindverwerker. Om

dit proces professioneel te kunnen runnen, heb je immers massa nodig.

Als individuele gemeente moet je dit dus niet in je eentje willen doen

en moet je dicht bij de inzamelbron blijven. Wij kunnen 1500 tot 2500

ton elektronisch afval sorteren, plus nog eens 750 tot 1000 ton kleding

voorsorteren en overslaan. Als je iets op denkt te kunnen zetten voor,

zeg 150 ton per jaar, lukt het niet. Je hebt daarom eigenlijk altijd een

collectief van gemeenten nodig. Ik sta er overigens voor open om dit

concept elders te helpen uitrollen."

Tekst: Laurent Chevalier

“Die mensen zitten vaak lange tijd werkloos thuis. Je

kunt hen natuurlijk ook in de groensector laten werken

of de straat laten vegen. Daar is niets mis mee, zolang

het geen bestaande banen verdringt. Maar als er in de

winter geen werk is, zitten ze weer thuis. Bij het werk

dat wij hier doen, hebben wij geen last van de weers-

omstandigheden. Daarmee biedt het de mensen con-

tinuïteit, waardoor ze snel in het werkritme komen."

Schalk benadrukt dat de mensen goed moeten worden

begeleid. "Als je daarvoor zorgt én voor een prettige

werkomgeving, werk je met gemotiveerde mensen. Ik

zeg daarom altijd dat onze professionele werkleiders

de mensen begeleiden in de overgang van werkloos

naar werkzaam. Dat is ons hoofddoel. "

Triple-A status

Road2work biedt op jaarbasis werk aan gemiddeld 60

personen. Op de vraag of het bedrijf regulier werk op

de arbeidsmarkt verdringt, antwoordt Schalk: "Daar is

geen sprake van, wij concurreren hooguit met een ma-

chine (shredder). Dat is het mooie van dit bedrijf. Onze

kerntaak is niet dat wij mensen een specifiek vak leren.

Bij ons gaat het om het aanleren van algemene werk-

nemersvaardigheden, zoals op tijd op het werk komen,

werkafspraken nakomen, je houden aan veiligheidsre-

gels en vooral ook collegiaal samenwerken. Die vaar-

digheden zijn belangrijk om op de reguliere arbeids-

markt een baan te krijgen en te houden. De mensen

die bij ons via de deelnemende gemeenten binnenko-

men, zijn door diverse omstandigheden vaak langere

tijd uitgesloten geweest van de arbeidsmarkt. Daarom

is het belangrijk om hen niet alleen te leren werken,

maar vooral om hen de werknemersvaardigheden te le-

ren. Ik noem dat het bijbrengen van de triple-A status:

Door deze manier van sorteren en

demonteren snijdt het mes aan twee

kanten: re-integratie én milieuwinst.

Een medewerker van Road2work demonteert een computer. Erik Schalk, directeur Road2work.

Page 8: Gram november 2014

8 GRAM | november 2014

AFVALCOACHES STIMULEREN GOED SCHEIDINGSGEDRAG

Dat wordt een hele klus, dacht Geert Boonzaaijer, senior-projectleider

van de cluster Openbare Ruimte van de gemeente Arnhem toen hij het

project Omgekeerd Inzamelen ging begeleiden. Hij realiseerde zich dat

bewoners echt een omslag zouden moeten maken. Want wie loopt er

in Nederland nou met z’n restafval over straat? En wie wil afscheid

nemen van een restafvalcontainer die lekker dichtbij of zelfs in de flat

staat? Zijn opdracht kwam van de gemeenteraad die de doelstelling 65

procent hergebruik van afval wil halen. Daarvoor is het noodzakelijk

dat een nieuwe inzamelmethode overal in de stad een succes wordt.

Laten we daarom óók starten in een hoogbouw- en een krachtwijk,

was de boodschap. Daarmee was echter nog amper ervaring opgedaan

in Nederland. Voor het pionierswerk dat Arnhem besloot aan te gaan,

ontving ze een bijdrage van de Europese Unie vanuit het Life+ fonds.

Oplossing voor hoogbouw

Bij Omgekeerd Inzamelen brengen bewoners hun restafval zelf naar

een ondergrondse container in de buurt. Het aanbieden van geschei-

den afval wordt juist makkelijker gemaakt. “Voor bewoners van de

Omgekeerd Inzamelen is een succes in Arnhem, zelfs in een hoogbouw- en krachtwijk (aandachtswijk, red.). Een

half jaar na de invoering bieden inwoners 70 procent meer papier en 370 procent méér kunststof verpakkingen ge-

scheiden aan. Waar de meeste gemeenten in welwillende wijken startten, koos Arnhem bewust anders. Met positief

resultaat - dankzij de afvalcoaches.

Arnhem pioniert succesvol met afvalscheiding in hoogbouw- en krachtwijk

hoogbouwwijk is het niet nieuw om restafval weg te

brengen, de meesten deden dat al,” vertelt Boonzaaijer.

“Maar in de nieuwe situatie staat die restafvalcontainer

soms op grotere afstand van huis, zeker voor hoog-

bouwbewoners die gewend waren aan een inpandige

verzamelcontainer. Echt nieuw is dat de hoogbouwbe-

woners nu ook met hun oud-papier en kunststofver-

pakkingen naar ondergrondse containers in de wijk

moeten.”

Dat laatste lijkt in strijd met het principe achter Omge-

keerd Inzamelen dat het aanbieden van gescheiden af-

val eenvoudiger moet worden. Geert Boonzaaijer vindt

van niet: “Bewoners kunnen hun afval, of ik zeg liever

grondstoffen, nu op elk gewenst moment aanbieden.

Dat is prettig als je in een flatje woont en weinig ruim-

te hebt. En veel mensen willen hun kunststof verpak-

kingsafval graag snel kwijt, want na enige tijd gaat de

zak met verpakkingen toch stinken.” De ondergrondse

containers voor papier en kunststoffen staan op logi-

sche plekken in de wijk en worden wekelijks geleegd.

Voor het gescheiden aanbieden van gft-afval kunnen

hoogbouwbewoners een citybin krijgen. Voor de laag-

bouw koos Arnhem het inzamelsysteem met drie mini-

containers per huishouden (voor kunststoffen, papier

en gft) die aan huis worden geleegd. Restafval moet

naar ondergrondse containers in de wijk worden ge-

bracht. Bewoners uit alle startwijken ontvingen een

afvalpas om de ondergrondse restafvalcontainers te

openen.

Aanloop

Op 1 januari 2014 ging het nieuwe inzamelsysteem

van start in de wijken De Laar-West (in hoofdzaak

laagbouw), Over het Lange Water (veel hoogbouw) en

Malburgen Oost-Noord (krachtwijk). En enigszins tot

verrassing van Boonzaaijer gaat het in alle wijken erg

goed. Na een half jaar waren acht van de negen afval-

scheidingsdoelen die de gemeente zich had gesteld al

gerealiseerd (zie kader).

”De eerste weken meldden zich nogal wat bewoners

die vreesden dat ze moesten betalen voor elke keer

De afvalcoach geeft voorlichting aan bewoners over afvalscheiding en

heeft een signaalfunctie.

Page 9: Gram november 2014

GRAM | november 2014 9

Communicatie is essentieel

Gevraagd naar het geheim van het succes tot nu toe, wijst Boonzaaijer

allereerst op de gedegen voorbereiding die zo'n anderhalf jaar in be-

slag nam. “Het slagen van het project staat of valt met de medewerking

van bewoners, dus daar hebben we veel energie in gestoken. Vooral

het kiezen van locaties voor de ondergrondse containers vroeg veel

tijd, want we wilden bezwaren van bewoners tegen de voorgenomen

locaties zorgvuldig behandelen.” Voordat de nieuwe inzamelmethode

van kracht werd, waren bewoners ook al intensief geïnformeerd over

de veranderingen die hen te wachten stonden, via nieuwsbrieven, een

website, noticeboards in de wijken met ´afvalthermometers´, inloop-

avonden en samenwerking met scholen. Maar de grootste troef in de

communicatie met bewoners bleek de inzet van zogeheten afvalcoa-

ches.

Afvalcoaches

“Afvalcoaches zijn elke dag aanwezig in de startwijken, vier per wijk,”

zegt Boonzaaijer. “Afvalcoaches zijn een uniek Arnhems fenomeen. Sa-

men met het CWI hebben we twaalf mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt opgeleid. Ze

geven voorlichting aan be-

woners over afvalscheiding

en beantwoorden vragen.

Ze houden tegelijkertijd in

de gaten of er bijplaatsingen

of andere problemen zijn en

spreken actief mensen aan

die ‘verkeerd afvalscheidings-

gedrag’ vertonen.”

“Dat werkt buitengewoon

goed,” beaamt Boonzaaijers

collega Bert Verweij, die als

directievoerder Afval even-

eens betrokken is bij het pro-

ject. “De afvalcoaches zijn er

ook ‘s avonds en in het week-

end. Ze werden al snel bekende gezichten in de wijk en ze maken praat-

jes met de bewoners. Dat wordt gewaardeerd. Het is voor bewoners

veel laagdrempeliger hen iets te vragen dan de gemeente te bellen. Ook

hebben ze een signaalfunctie. Zien ze bijvoorbeeld bijplaatsingen dan

is de lijn met SITA en de handhavers kort.”

Uitrollen

Hoe lang de afvalcoaches in de wijken blijven en hoe het verder gaat als

ze weer zouden verdwijnen, weet Boonzaaijer niet. “De bedoeling is dat

afvalcoaches doorstromen naar reguliere banen, op dit moment wordt

daar hard aan getrokken.” De gemeenteraad zal op basis van de resul-

taten na een jaar bepalen of Omgekeerd Inzamelen wordt uitgerold in

de hele stad. Daarbij gaat het uiteraard ook over de kosten en over de

inzet van de afvalcoaches. Gezien de positieve resultaten tot nu toe,

ziet Boonzaaijer de besluitvorming hierover met vertrouwen tegemoet.

Arnhem deelt alle kennis en ervaringen met Omgekeerd Inzamelen op

www.arnhem.nl/oiprofs

Tekst: Miranda Koffijberg, communicatieadviseur Omgekeerd

Inzamelen Arnhem

dat ze de container openden, maar die konden we ge-

ruststellen. Er lag tijdelijk veel vuil naast sommige con-

tainers omdat de toegangscontrole haperde. Ook ble-

ken de ondergrondse containers voor restafval vaker

te moeten worden geleegd dan voorzien. Deze zaken

hebben we snel opgelost.”

Arnhem zette een stevig monitoringsprogramma op

om de vinger aan de pols van de uitvoering te houden

(zie kader monitoring). De uitkomsten daarvan laten

zien dat het na de ´kinderziektes´ al snel goed ging,

niet alleen met de hoeveelheid gescheiden afval. “Ook

wat de buitenruimtekwaliteit betreft, scoren we bij

circa 95 procent van de controles in alle startwijken

inmiddels een A of zelf A+”, vertelt Boonzaaijer. “En on-

derzoek onder bewoners na een half jaar, laat zien dat

men heel tevreden is over de inzameling van papier en

kunststofverpakkingsafval. Het rapportcijfer voor de

inzameling van restafval mag nog wel hoger.”

Monitoring

Vanaf het begin van het project zette Arnhem flink

in op monitoring. Uiteraard worden de (gescheiden)

ingezamelde hoeveelheden afval en grondstof-

fen per wijk gewogen (na iedere inzamelronde) en

wordt de samenstelling van het restafval door mid-

del van sorteerproeven bepaald (voor, tijdens en na

het proefjaar). Maar ook het afval aanbiedgedrag

wordt gevolgd. Hiervoor liet de gemeente alle mini-

containers chippen, en zijn ondergrondse restafval-

containers alleen te openen met een afvalpas. Daar-

naast gaat twee maal per week een extern bureau

langs alle ondergrondse containers om te registeren

of en zo ja hoeveel afval er naast de containers ligt.

Ook wordt onderzocht hoe tevreden bewoners zijn

over Omgekeerd Inzamelen, via drie enquêtes onder

2000 huishoudens.

Hoeveelheid ingezameld afval/grondstof in kg per inwoner per jaar

Startwijk Grondstof / afvalstof Nulmeting Doel Resultaat 6 mnd

Hoogbouw Papier / karton 26 35 44

Plastic verpakkingsmateriaal 4 12 16

Restafval 206 186 197

Laagbouw Papier / karton 31 43 62

Plastic verpakkingsmateriaal 5 17 19

Restafval 270 238 196

Krachtwijk Papier / karton 26 35 37

Plastic verpakkingsmateriaal 2 6 18

Restafval 305 287 216

Page 10: Gram november 2014

10 GRAM | november 2014

probleem. Daar is het simulatiemodel uit gerold. Het

is toepasbaar voor elke milieustraat, al moet het wel

gekoppeld zijn aan metingen op locatie. ”De studenten

van de TU gingen elke zaterdag, de drukste dag van de

week, metingen doen op de vier milieustraten. Ze ob-

serveerden tal van auto’s: hoe lang staan ze te wachten

voor de poort, waar gaan ze naartoe als ze binnen zijn,

wat voor afvalstromen hebben ze bij zich, kunnen ze

veilig en ongehinderd lossen. Van Eijndhoven: “Uit de

metingen bleek bijvoorbeeld dat bepaalde combinaties

van afvalstromen veel voorkomen. Zoals restafval met

papier en hout met metaal. Op grond van die gegevens

kun je overwegen de betreffende containers bij elkaar

te plaatsen in units. Wat ook opviel bij de metingen,

is dat personenauto’s en bedrijfsbusjes of aanhangers

typische afvalstromen vervoeren. Bij de route-indeling

kun je daar rekening mee houden. Voor aanhangers is

het hoe dan ook nuttig een route uit te zetten waarbij

ze niet achteruit hoeven te steken. Dat gaat namelijk

vaak mis. En dat zorgt voor opstoppingen en ergernis

bij de andere gebruikers.”

Herinrichten

Cure gaat het simulatiemodel uitgebreid benutten.

Luykx: “Enkele milieustraten willen we grondig gaan

herinrichten. Met dit model kun je zien hoe elke wij-

ziging uitpakt in de praktijk.” Ook voor de directe lei-

ding van de milieustraat heeft het model nut. Luykx:

“Een voorman die denkt dat het verplaatsen van en-

kele containers positief kan zijn voor de doorstroom,

kan dit idee eerst uitproberen in het rekenmodel. Op

de computer kan hij met de containers schuiven, het

rekenmodel geeft aan of het zin heeft.” Enkele wijzi-

gingen heeft Cure al doorgevoerd, naar aanleiding van

de gegevens uit het rekenmodel. “Op één locatie heb-

ben we containers verplaatst, zodanig dat er nu aan

twee kanten gelost kan worden. Daarvoor moesten an-

dere containers wijken, maar al met al is het resultaat

positief. Die oplossing hebben we gevonden via het

simulatiemodel. Sommige dingen kun je zelf ook wel

Cure beheert twee milieustraten in Eindhoven, één in Veldhoven en één

in Geldrop-Mierlo. “In Eindhoven hebben we enkele jaren terug het be-

taalsysteem aan de poort afgeschaft”, vertelt Cor Luykx, medewerker

beleid en samenwerking van Cure. “Dit hebben we gedaan om afval-

scheiding te bevorderen. De kosten zijn nu verwerkt in de afvalstof-

fenheffing, zodat meer mensen geprikkeld worden hun afval naar de

milieustraat te brengen.” Het aantal bezoekers steeg inderdaad, maar

dat betekende ook dat de wachttijden niet afnamen. “Het aan de poort

beoordelen hoeveel kuub afval iemand bij zich heeft, kostte meer tijd.

Nu het gratis is, is het drukker. Hierdoor zijn de rijen nog even lang, “

verklaart Luyks. Op diverse milieustraten ontstonden ook opstoppin-

gen en andere logistiek ongemak.

Simulatiemodel

Om de doorstroom op de milieustraten te verbeteren, zocht Cure con-

tact met de faculteit wiskundige informatica van de Technische Uni-

versiteit van Eindhoven. TU-medewerker Stef van Eijndhoven wist wel

een oplossing. “In ons programma Wiskunde voor de Industrie werken

we aan praktijkonderzoek voor dienstverlenende bedrijven. De stu-

denten van deze groep zijn aan de slag gegaan met het milieustraat

De milieustraten van Eindhoven kampen soms met lange wachtrijen en opstoppingen. Cure Afvalbeheer heeft door de

TU een simulatiemodel laten ontwikkelen, waarmee de doorstroom eenvoudig verbetert.

Simulatiemodel voor milieustraten

Cor Luykx (links) van Cure en Stef van Eijndhoven van de TU werkten

samen aan een rekenmodel voor milieustraten.

Page 11: Gram november 2014

GRAM | november 2014 11

bedenken, maar dan heb je nog geen zicht op de gevol-

gen. Misschien ontstaan er nieuwe knelpunten als je de

routing verandert. Met dit simulatiemodel kun je alle

effecten van mogelijke wijzigingen doorrekenen. Dat

is een groot pluspunt.” Wat Luykx ook geleerd heeft,

is dat een gescheiden routing voor personenauto’s en

bedrijfswagens/aanhangers zinvol kan zijn. “Bij de her-

inrichting van onze milieustraten gaan we hier zeker

rekening mee houden.”

Tekst: Hetty Dekkers

Simulatiemodel voor milieustratenCor Luykx:

“Een voorman die denkt dat het

verplaatsen van enkele containers

positief kan zijn voor de doorstroom,

kan dit idee eerst uitproberen in het

rekenmodel.”

gram-addcom 141028.indd 1 29-10-14 11:54

Foto: Ismael Morales

Page 12: Gram november 2014

12 GRAM | november 2014

kening houdend met de omgeving, het product en de

overlastgevende diersoort. Daarbij zal de ouderwetse

rattenvanger en bestrijder steeds meer een plaagdier-

specialist worden. Of zoals wij het noemen: een Pest

Control Professional”.

Verschillen tussen bedrijven en particulieren

Hoe denken afnemers over plaagdierbeheersing? Hier

zien we geen consistent beeld. Afnemers willen maar

al te graag af van plaagdieren en vinden het uitzetten,

spuiten of vernevelen van giftige stoffen in veel geval-

len acceptabel. Er zijn echter grote verschillen tussen

bijvoorbeeld particulieren en bedrijven. Bedrijven moe-

ten een goed en veilig product leveren, vrij van smet-

ten en (resten van) plaagdieren. Ze willen voorkomen

dat ze slecht in het nieuws komen of claims krijgen.

Particulieren willen vooral snel en tegen zo laag moge-

lijke kosten van hun plaagdieren af. Brookman: ”Vele

tientallen jaren was het gebruikelijk om overal vergif

toe te passen. Iedereen heeft het beeld dat vergif goed

werkt en ook de beste mogelijkheid is. Pas langzaam

dringt het door dat vergif slechts tijdelijk werkt en dus

niet duurzaam is. Met vergif alleen kom je nooit van je

plaagdieren af. Daar is meer voor nodig. IPM is de eni-

ge mogelijkheid om op termijn plaagdieren duurzaam

te beheersen.”

Reactieve overheid

Hoe staat plaagdierbeheersing ervoor binnen de over-

heid? Bij veel gemeenten staan plaagdieren niet op het

netvlies als aandachtsgebied. In de privatiseringsslag

van de afgelopen decennia is plaagdierbeheersing een

uitvoerende taak geworden, waarbij beleidsmatige

aandacht steeds meer verdwenen is. Men associeert

plaagdieren met achterstandswijken, verkrotting, ar-

moede en slechte hygiëne. In Nederland (en een aan-

zienlijk deel van de westerse samenleving) zijn veel

maatregelen genomen in de sfeer van onder meer rio-

lering, openbare reiniging en woningbouw. Daarmee is

inderdaad een enorme slag geslagen.

Is het dan ook terecht om plaagdierbeheersing over te

laten aan de uitvoering en aan de markt? Een paar voor-

“IPM is op zich niet nieuw”,zegt Jenno Brookman, specialist binnen SPA

Groep op het gebied van plaagdierbeheersing en levensmiddelentech-

noloog. “IPM zegt feitelijk dat je als professioneel plaagdierbeheerser

eerst alle preventieve technieken inzet, voordat je overgaat tot het ge-

bruik van biociden (bestrijdingsmiddelen). Dit betekent in de praktijk

dat je goed moet analyseren met welke diersoort je te maken hebt, de

verspreiding hiervan vaststelt en vervolgens preventieve maatregelen

neemt. Denken vanuit het plaagdier is hierbij cruciaal: waarom zit het

plaagdier hier en wat heeft het dier nodig om zich daar te handhaven?”

Inmiddels zien we dat de professionele plaagdiersector IPM omarmt.

Niet alleen omdat de wetgever IPM inmiddels heeft opgenomen in de

Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden(WGB). Het structureel

werken met toxische middelen om plaagdieren te doden is ook een

heilloze weg. Resistentie, milieuvervuiling en doorvergiftiging zijn in

verschillende onderzoeken aangetoond. Deze zorgen zijn in de bran-

che doorgedrongen.

Pest Control Professional

Met het oog op duurzaamheid, een veilige en gezonde leefomgeving

en verantwoord omgaan met het milieu, zal de inzet van biociden die

breed werken tegen plaagdieren steeds verder worden gepreciseerd en

gelimiteerd. Brookman: “Vakmanschap zal een steeds grotere rol spe-

len. We gaan naar een meer kennisintensieve branche, die op basis

van onderzoek op locatie beoordeelt welke maatregelen nodig zijn, re-

In de afgelopen vijftien jaar is het beheersen van plaagdieren (ongediertebestrijding) uitgegroeid tot een serieus vak-

gebied. Eind jaren negentig van de vorige eeuw besloot de wetgever tot het opnemen van opleidingseisen (eindter-

men) in de toenmalige Bestrijdingsmiddelenwet. Inmiddels is de sector volop aan de slag met preventieve technieken

volgens de lijnen van Integrated Pest Management (IPM) en certificering.

Duurzame plaagdierbeheersing kan niet zonder Integrated Pest Management

Jenno Brooks, specialist plaagdierbeheersing bij SPA Groep.

Page 13: Gram november 2014

GRAM | november 2014 13

delen en Biociden (CTGB) beoordeelt de veilige toepas-

sing van biociden. Zij baseert zich daarbij op weten-

schappelijk onderzoek. Meerdere rapporten geven aan

dat de veilige toepassing van rodenticiden tegen ratten

buiten te wensen overlaat. Doorvergiftiging naar niet-

doel organismen én de persistente werking van deze

middelen vragen om een definitief verbod deze mid-

delen nog langer buiten toe te passen.

“Dit betekent feitelijk dat ratten in de openbare ruimte

niet meer bestreden mogen worden met vergif”, vertelt

Brookman. “Jarenlang kon iedereen in de buitenruimte

zijn gang gaan met vergif. Of het nu rondom een oude

vuilnisbelt ging, bij stallen, een kinderboerderij of ge-

woon ergens in de buitenruimte van een stad. Hiermee

hielden we het rattenprobleem zoveel mogelijk onder

controle. Daar komt nu abrupt een einde aan.” Inmid-

dels is duidelijk dat er naar verwachting nog beperkte

mogelijkheden overblijven om rodenticiden tegen rat-

ten in te zetten in de buitenruimte. Dit zal dan alleen

door gecertificeerde organisaties of bedrijven gedaan

mogen worden, die hiervoor een speciale opleiding

hebben genoten. Daarbij is een overgangsperiode

voorzien voor organisaties, mits zij zich hebben aange-

meld bij het meldpunt van de Inspectie Leefomgeving

en Transport (ILenT).

Brookman zegt hierover: “Gemeenten en bedrijven die

nog steeds als vanzelf rodenticiden tegen ratten inzet-

ten in de buitenruimte moeten zich realiseren dat dit

niet meer kan. In de toekomst kan het hooguit nog als

uitzondering en in bijzondere situaties. Men zal stee-

vast IPM moeten gaan toepassen: beoordelen en ana-

lyseren van de situatie en vervolgens inzetten op een

scala van preventieve technieken met als allerlaatste

redmiddel rodenticiden.”

Tekst: José van Uffelen, SPA Groep

beelden werpen hier toch een ander licht op. Brook-

man: “Al enige jaren is in zuidoost Nederland de zwarte

rat aan een flinke opmars bezig. Vanuit boerderijen zijn

de ratten gemigreerd naar dorpen alwaar ze inmiddels

de nodige overlast geven. Signalering en monitoring

vanuit de overheid ontbreekt. Hierdoor heeft de zwarte

rat kans gezien zich te verspreiden. Verder zien we, in

delen van Nederland, verminderde gevoeligheid voor

rodenticiden (bestrijdingsmiddelen tegen knaagdieren)

ontstaan bij de bruine rat. Ook andere plaagdieren we-

ten op te rukken of zien we weer terugkomen in Neder-

land. Zoals bedwantsen, tropische mieren en muggen.

Centrale registraties en actief onderzoek ontbreken of

zijn slechts beperkt van omvang. Vaak zien we wel dat

de overheid reageert, maar dan vooral reactief als de

overlast al aanwezig is en zich verspreidt”.

Op laag pitje

Gemeenten hebben een belangrijke taak op het ge-

bied van plaagdierbeheersing. Zijn de gemeenten zich

hiervan bewust? De gemeente heeft een zorgplicht

voor de burgers binnen de gemeentegrenzen en zij

zal meldingen die burgers doen over afwijkende za-

ken in de openbare ruimte onderzoeken. Dat kunnen

ook meldingen zijn over plaagdieren zoals knaagdie-

ren, vogels of insecten. Daarnaast is er een wettelijke

taak vanuit de Wet Publieke Gezondheid die gemeen-

ten verplicht te handelen als de lokale volksgezond-

heid in het geding is. Dat plaagdieren een risico zijn

voor de volksgezondheid, is meerdere malen aange-

toond onder meer door de WHO1. Het WHO toont in

een uitgebreid onderzoek aan dat er een sterke relatie

ligt tussen gezondheid en welbevinden van burgers

in een aantal Europese steden. In de praktijk zien we

dat veel gemeenten plaagdierbeheersing op een laag

pitje hebben gezet. Kennis op beleidsniveau ontbreekt

en binnen de uitvoerende diensten zijn slechts enkele

medewerkers hooguit redelijk tot goed op de hoogte.

Het (recente) verleden leert dat dit niet verstandig is.

Plaagdierbeheersing is hiermee verworden tot een uit-

voerende taak, zonder dat gemeenten en hun uitvoe-

rende diensten weten wat er op dit gebied allemaal op

hun afkomt.

Ratten bestrijden met gif is passé

Het vrij gebruik van biociden wordt steeds meer aan

banden gelegd. Het College Gewasbeschermingsmid-

1 World Health Organization, Regional Office for Europe “Public

Health Significance of Urban Pests”, Copenhagen, 2008

Jenno Bookman: “Integrated Pest

Management (IPM) houdt in dat je

eerst alle preventieve technieken inzet,

voordat je overgaat tot het gebruik van

bestrijdingsmiddelen.”

Page 14: Gram november 2014

14 GRAM | november 2014

VAN AFVAL NAAR GRONDSTOF

De stand van zaken rondom VANGHet Programma VANG maakt deel uit van de transitie naar een circulaire economie. Het bevordert die economie door

in te zetten op duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, voorwerpen langer te gebruiken, producten slim te

ontwerpen en reststromen optimaal te benutten. De ambitie van VANG is halvering van de hoeveelheid restafval dat

gestort of verbrand wordt in tien jaar tijd en 75 procent afvalscheiding in 2020.

Wat betekent dit voor gemeenten en voor het bedrijfsleven?

Gemeenten hebben primair de verantwoordelijkheid om te zorgen voor

minder restafval. Restafval verbranden is immers verspilling van grond-

stoffen. Voor bedrijven betekent VANG dat ze gestimuleerd worden om

meer duurzame producten op de markt te brengen.

Hoe denkt men de ketens te sluiten?

Alle afvalstoffen (lees: grondstoffen) die je kunt recyclen, moeten apart

ingezameld worden. Nieuwe producten moeten beter herbruikbaar zijn.

Samenwerking binnen de ketens is noodzakelijk om deze te laten slui-

ten. Gebeurt dit niet, dan wordt de rekening altijd ergens neergelegd;

bij gemeenten, bedrijfsleven of de consument. Maatregelen die het rijk

kan nemen om het sluiten van de ketens te stimuleren, zijn onder meer:

• afspraken maken, zoals Green Deals en raamovereenkomsten

• invoering nieuwe wetten

• fiscale regelingen.

Het Uitvoerings Programma Huishoudelijk Afval is bijna klaar.

Wat gaan gemeenten merken?

Gemeenten kunnen straks onder meer een beroep doen op een program-

mabureau voor ondersteuning bij het ontwikkelen van beleid om de hoe-

veelheid huishoudelijk restafval te verminderen. Ook komen er trainin-

gen en workshops voor medewerkers en tools om kennis uit te wisselen

tussen gemeenten. Verder wordt er een digitale kenniswijzer ontwikkeld,

waarin rapporten, checklists, artikelen etc. beschikbaar zijn.

Wanneer kunnen we luiers en matrassen gaan inleveren?

Matrassen kunnen op milieustraten nu al apart ingeleverd worden. De

luierketen is een van de eerste ketens die in het kader van het VANG

programma zal worden opgepakt. Het ministerie laat

op dit moment een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren.

In de loop van 2015 worden de eerste resultaten hier-

van verwacht.

Er is sprake van het streven naar 100 kg, is dat

niet heel erg ambitieus?

Het ministerie legt de lat hoog omdat er nu al gemeen-

ten zijn die bewijzen dat het kan. Horst aan de Maas

realiseert meer dan 90% afvalscheiding met minder dan

30 kg restafval per inwoner/per jaar. Maastricht behaalt

68% afvalscheiding en 114 kg restafval per inwoner/

per jaar. Venlo 65%, Nijmegen 62% en Apeldoorn 62%.

Hoe nu verder?

Alle betrokken partijen: Ministerie van Infrastructuur

en Milieu, VNG, NVRD en RWS, leggen momenteel de

laatste hand aan het Uitvoerings Programma Huishou-

delijk Afval. De organisatie rondom de ondersteuning

van gemeenten wordt nu opgetuigd.

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

(foto Jan de Vries)

Page 15: Gram november 2014

De stand van zaken rondom VANG

Het realiseren van deze ambitie is een flinke uitdaging voor de

branche. Zo is afvalscheiding (bron- of nascheiding), gevolgd

door sortering, transport, opwerking en recycling voor een

aantal materiaalstromen nog een stuk kostbaarder dan het

verbranden ervan. Om de recycling rendabel te maken, moet

goed worden gekeken naar de materiaalketen. Waar is deze

keten nog niet optimaal? Waar in de keten moeten we ingrij-

pen? En wie pakt deze handschoen op?

Het programma VANG heeft een aantal elementen om deze

problematiek aan te pakken. I&M ontwikkelt, in samenwerking

met VNG, RWS Leefomgeving en de NVRD, een programma

om afvalscheiding in gemeenten te stimuleren. Ook wordt een

ketenaanpak voorbereid, die ervoor moet zorgen dat materi-

aalketens optimaal renderen.

PROGRAMMA

• Toelichting op het VANG programma door de programma-

manager van IenM

• De ontwikkelingen rondom een aantal belangrijke materiaal-

ketens, zoals: harde kunststoffen, voedselafval, frituurvet,

matrassen, glas

• Ervaringen met de inzameling van PMD door de eerste Ne-

derlandse gemeente die PMD inzamelt: Alphen aan den Rijn

Meer informatie over het programma en de sprekers vindt u

op www.nvrd.nl.

LOCATIE

Congrescentrum ReeHorst, Bennekomseweg 24 in Ede.

KOSTEN & AANMELDEN

NVRD lid € 325,- per persoon (ex 21% BTW)

Geen lid € 395,- per persoon (ex 21% BTW)

Annuleren

U kunt kosteloos annuleren tot 10 werkdagen voor de

themadag. Er mag altijd een collega in uw plaats komen.

MEER INFORMATIE

Wilt u meer weten over de themadag? Neem dan contact op

met Deborah van Eijck 088 - 377 00 15 / [email protected]

NVRD themadag Afval & Grondstoffen, 27 november 2014

Keten voor Keten naar 100 kilo restafval

De ambitie van staatssecretaris Mansveld is groot: in 2020 moet elke gemeente op jaarbasis nog slechts 100 kilo

restafval per inwoner inzamelen. Deze ambitie wil de staatssecretaris realiseren met het programma Van Afval

Naar Grondstof, ofwel VANG. In het publieke kader, dat IenM, VNG en NVRD hebben opgesteld, is deze ambitie over-

genomen. In dit publieke kader zijn de kaders uitgetekend waarbinnen deze transitie zich de komende 10 jaar zal

moeten voltrekken.

GRAM | november 2014 15

Page 16: Gram november 2014

16 GRAM | november 2014

Aarnink kort zijn. “Dit haalsysteem bleek het minst suc-

cesvol. Bewoners waardeerden de zakkeninzameling

met een mager zesje, maar ook de resultaten vielen

tegen. In deze wijk werd slechts 7 kilo per inwoner

per jaar ingezameld. Daarbij moet je wel aantekenen

dat de bolcontainers tijdens de pilot zijn blijven staan.

We weten wel hoeveel afval er in de opgehaalde zak-

ken zat, maar niet hoeveel er naar de bolcontainers is

gebracht.” Overigens was wel te zien dat de afname

van het kunststof in het restafval in vergelijking met

de andere systemen aanmerkelijk kleiner was. Een

voordeel van het zakkensysteem is dat het meer werk-

gelegenheid biedt aan mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt. “Sociale werkgelegenheid is voor zowel

de gemeente Apeldoorn als Circulus ook een belangrijk

item”, zegt Aarnink.

Container erbij

De pilots in de andere drie wijken leverden betere re-

sultaten. Aarnink: “In het buitengebied hebben we be-

woners een oranje mini-container aangeboden voor

kunststof afval. Dat betekende een vierde container op

het erf, want nagenoeg alle inwoners van Apeldoorn

hebben al containers voor rest-, gft-afval en papier. Be-

woners van deze pilotwijk hebben over het algemeen

meer ruimte om het huis Bovendien moesten zij zich af

melden als ze géén oranje container wilden. De deelna-

megraad was hier dan ook erg hoog. Zo’n negentig pro-

cent deed mee. Dat leverde per inwoner per jaar meer

dan 20 kilo kunststof afval op, flink boven het vroegere

gemiddelde van 12 kilo. En de hoeveelheid restafval

was in deze pilotwijk afgenomen van 143 naar 130

kilo. Mensen zijn dus ook meer fracties gaan scheiden.”

GESLAAGDE PILOTS IN APELDOORN EN BRABANTSE KEMPEN

Neem afvalscheidende burgers serieusPieter Reus van Onsburo begeleidt een negental pilots met afvalscheiding in het land. Deze pilots boeken mooie

resultaten. Volgens Reus komt dit doordat de projecten zijn gebaseerd op burgerparticipatie.

“In prikkelende brieven leggen we bewoners uit waarom we zuiniger

moeten zijn op onze grondstoffen. Hierdoor waren al veel wijkraden en

bewonersgroepen geïnteresseerd om mee te doen. De manier waarop

je de boodschap brengt, is heel belangrijk. Je moet als overheid begrij-

pen dat veel burgers geen benul hebben van de reden waarom afval-

scheiding nodig of nuttig is. Dat moet je dus uitleggen. Heb je de men-

sen eenmaal ‘aan boord’, dan moet je hen ook echt serieus nemen. Wij

leggen bewonersgroepen een basiskeuze voor, met goede argumenten,

die ze zelf uit mogen werken. Het advies van de bewonersgroepen is

vrijwel bindend voor de gemeentebesturen. Zijn er klachten, dan ne-

men we ook deze serieus. In onze projecten in de Brabantse Kempen

bleek bijvoorbeeld de tariefzak niet prettig in gebruik, door het ont-

breken van een trekkoord. We zijn onmiddellijk gaan werken aan een

nieuw type zak, mét bijpassende emmer. Daardoor voelen bewoners

zich gehoord en blijven ze betrokken bij de zaak.”

Simpele maatregel

Serieuze burgerparticipatie is volgens Reus dus een van de belangrijk-

ste componenten om afvalscheidingprojecten te laten slagen. Andere

factoren spelen ook een rol. “In één dorp nam de hoeveelheid restafval

al zienderogen af door uitsluitend de inzamelfrequentie van de grijze

container te verlagen naar eens in de vier weken. Dat klinkt vreemd,

maar kennelijk breng je met zo’n simpele maatregel al een bewustwor-

ding op gang. Mensen gaan nadenken over de beperkte ruimte in hun

restcontainer en daardoor meer scheiden.”

Openheid

Wat Reus elke gemeente op het hart wil drukken, is het streven naar

meer openheid. “Wanneer inwoners de moeite nemen iets te beproe-

ven, neem hen dan serieus. Van fouten en mislukkingen kun je soms

nog meer leren dan van successen. Nu worden mislukte proeven vaak

doodgezwegen en zo snel mogelijk weer vergeten. De samenleving is

er meer mee gediend als we ook de negatieve resultaten benutten als

waardevolle leerpunten.”

Twee pilots uitgelicht: Apeldoorn en de Brabantse Kempen

Brengen en halen vergeleken

Apeldoorn had voorheen uitsluitend een brengsysteem. “Mensen kon-

den hun kunststof afval brengen bij bolcontainers in de wijk”, aldus

gemeenteadviseur Marcel Aarnink van Circulus-Berkel. De inzamelre-

sultaten voor een brengsysteem waren met 12 kilo per inwoner per

jaar prima. Toch zocht de gemeente samen met Circulus naar mogelijk-

heden om meer kunststof uit het restafval te krijgen. En startte begin

2013 vier pilots in verschillende wijken.” In drie wijken werd geëxpe-

rimenteerd met een oranje mini-container voor kunststof. In de vierde

wijk werden zakken opgehaald. Over die laatste pilot kan

Pieter Reus:

“Gemeenten moeten open zijn

over resultaten van proeven.

Van fouten en mislukkingen

kun je soms nog meer leren

dan van successen.”

Page 17: Gram november 2014

GRAM | november 2014 17

grijze container gemiddeld minder dan 1 keer per maand aan de straat

zetten. Verder gaan we in het stedelijk gebied met alle wijkraden in ge-

sprek om te bekijken wat de wensen en mogelijkheden zijn. Een vierde

mini-container in het stedelijk gebied blijft lastig, maar met meer on-

dergrondse containers voor restafval zou je het gespiegeld inzamelen

wel uit kunnen breiden.”

Brabantse Kempen

Vijf gemeenten in de Brabantse Kempen werken al jarenlang samen op

het gebied van afval. In 2012 stelden ze zich ten doel de hoeveelheid

restafval terug te dringen naar 5 procent in 2020. “De regio streeft dus

naar een bijna afvalloze samenleving”, vertelt Reus.

Dure tariefzak

In diverse dorpen werd de grijze container vervangen door een dure

tariefzak en werd de inzamelfrequentie van de grijze container te-

ruggeschroefd naar eens in de vier weken. Daarnaast introduceerde

Reus, in samenwerking met de gemeenten, een gele zak voor blik en

drankenkartons. “We zijn begin dit jaar gestart in Eersel, later haakten

dorpen als Reuzel-De Mierden, Bladel en Bergeijk aan”, aldus Reus. “De

dure tariefzak voor restafval in combinatie met de gele zak voor blik

en drankenkartons leverde maar liefst 86 procent minder restafval op.

Verzamelcontainer hoogbouw

Reus: “In Nuenen beproefden we bij hoogbouw een systeem met zak-

ken voor keukenafval (gf) en plastic, metaal en drankenkartons (pmd).

We deden dat, net als bij de overige projecten, in nauwe samenspraak

met de bewoners en zorgden ervoor dat bij vrijwel elke portiek een

verzamelcontainer stond voor deze fracties. Voor restafval moesten

bewoners veel verder lopen. Dit systeem leverde een vermindering op

van 200 naar 50 kilo restafval per persoon. Maar liefst 81 procent van

de hoogbouwbewoners deed mee aan het project.”

Tekst: Hetty Dekkers

Oranje voor grijs

In twee andere wijken, in stedelijk gebied, mochten be-

woners zelf aangeven of ze mee wilden doen aan de

pilot. Zij kregen net als in het buitengebied een oranje

container aangeboden, maar moesten in ruil daarvoor

hun grijze container inleveren. Aarnink: “Wij boden hen

een toegangspasje aan voor de ondergrondse verza-

melcontainer voor restafval. Gespiegeld inzamelen

light, noemen wij dat, omdat we tijdens de pilot geen

extra ondergrondse containers hebben geplaatst.”

In de praktijk bleek dat voornamelijk inwoners mee-

deden die bijna tegenover een ondergrondse restcon-

tainer woonden. In totaal ging het slechts om enkele

tientallen deelnemers, maar die groep leverde wel

een opvallend mooi resultaat. De kunststofinzameling

steeg ook hier van 11 naar ruim 20 kilo. Het restafval

daalde naar 22 kilo per inwoner. Volgens Aarnink is het

opmerkelijk dat het restafval in de pilotwijken harder

daalde dan dat het kunststof steeg. “We hebben een

onderzoek aan de pilots gekoppeld, waarin we men-

sen vroegen naar hun ervaringen en eventuele wensen.

Daaruit bleek dat mensen door de oranje containers

getriggerd werden ook andere fracties beter te schei-

den. De pilots hebben kennelijk bijgedragen aan meer

bewustwording.”

Wijkraden

Omdat de pilots naar meer smaakten, heeft Apeldoorn

inmiddels een permanent haalsysteem met zakken

ingevoerd bij alle hoogbouw en een oranje container

in het hele buitengebied. Bij dat laatste gaat het om

10.000 adressen. Aarnink: “We bekijken nu of we in

het buitengebied de inzamelfrequentie van restafval

kunnen verlagen. Het blijkt namelijk dat bewoners de

In het ‘buitengebied’ van Apeldoorn hebben bewoners nu vier containers voor huishoudelijk afval, waaronder de oranje container

voor kunststof verpakkingen. (foto Yke Reussink)

Pieter Reus:

“Gemeenten moeten open zijn

over resultaten van proeven.

Van fouten en mislukkingen

kun je soms nog meer leren

dan van successen.”

Page 18: Gram november 2014

18 GRAM | november 2014

verloren, want gemeenten kunnen hun vergoeding ook

in een later stadium opvragen. Gemeenten kunnen be-

ter niet wachten, maar nu wat doen om de burgers te

laten zien dat het zwerfafval hen aan het hart gaat.”

Een fraai voorbeeld uit de eerste twee jaar van de

zwerfafvalvergoeding noemt Van Zutphen de ‘Mooi

schoon’ aanpak van ROVA (heeft voor 12 gemeenten

waaronder Zwolle, Ommen en Winterswijk de zwerf-

afvalvergoeding aangevraagd). “Ze hebben de natio-

nale campagne van Nederland Schoon een eigen draai

gegeven, compleet met lespakketten, voorkomen van

zwerfafval, afvalscheiding bij evenementen en een

aanhangwagen vol schoonmaakgereedschap. Dit is de

‘aanhanger van Mooi Schoon’ waarmee buurtbewoners

een schoonmaakactie kunnen organiseren.”

Binnen twee jaar na de introductie van de zwerfafvalvergoeding maken honderden gemeenten gebruik van de jaar-

lijkse 20 miljoen euro die beschikbaar is voor extra aanpak van zwerfafval. Lespakketten, schoonmaakacties in de

buurt, maar ook ‘bukplicht’ en ‘troeptrimmen’.

EXTRA AANPAK ZWERFAFVAL

“Het gaat de goede kant op”, zegt Hélène van Zutphen. De directeur van

Nederland Schoon overlegt cijfers die de deelname van gemeenten aan

de zwerfafvalvergoeding tonen. Jaarlijks is 20 miljoen euro (€1,19 per

inwoner) beschikbaar voor plannen die op een slimme manier zwerf-

afval extra aanpakken. Een gemeente die op extra drukke delen van

de binnenstad kauwgom verwijdert, een gemeente die midden tussen

de schooljeugd op een snoeproute ‘zichtbaar’ schoonmaakt, of een ge-

meente die sigarettenpeuken aanpakt bij openbare gebouwen.

Uit de cijfers blijkt dat in 2013 17 van de 27 steden met meer dan 100

duizend inwoners en 236 gemeenten met minder dan 100 duizend in-

woners samen voor dertien miljoen euro aan plannen indienen. In 2014

nam het aantal toe. Van de grote steden leverden 21 een plan in voor de

extra aanpak van zwerfafval, het aantal kleinere gemeenten steeg tot

286. Dit jaar ging in totaal 15,6 miljoen euro de kas van het Afvalfonds

uit. “Zo zie ik het graag”, zegt Van Zutphen die sinds tweeënhalf jaar de

door het Afvalfonds (het verpakkende bedrijfsleven) betaalde organisa-

tie leidt. “Als de stijging op deze manier doorzet, is in 2016 iedereen

met de vergoeding aan de slag.” Helemaal tevreden is ze nog niet. “De

vergoedingen voor plannen van de extra aanpak van zwerfvuil vinden

hun weg, maar in 2013 bleef zeven miljoen euro in kas en vorig jaar

4,4 miljoen euro. Dat is zonde”, vindt Van Zutphen. “Het geld gaat niet

Raamovereenkomst verpakkingen en zwerfafval Gemeenten krijgen jaarlijks gezamenlijk een ver-

goeding van maar liefst 20 miljoen euro, ofwel €

1,19 per inwoner, voor de extra aanpak van zwerf-

afval. Voor € 0,08 per inwoner zijn gemeenten ook

‘lid’ van GemeenteSchoon, die diverse workshops

en seminars organiseert en samen met Nederland

Schoon een kennisbank ontsluit met voorbeelden en

praktische hulpmiddelen (www.kenniswijzerzwerf-

afval.nl). De 20 miljoen euro wordt tien jaar lang

(2013 – 2022) in het Afvalfonds gestort door de pro-

ducenten van verpakkingen. Gemeenten moeten de

vergoeding aanvragen bij Nedvang. Ze mogen hun

vergoeding enkele jaren opsparen om bijvoorbeeld

een zeer gedegen plan uit te voeren.

De zogeheten light gemeenten (met minder dan 100

duizend inwoners) hoeven geen plannen uit te wer-

ken, maar moeten met een kruisje bij een of meer

categorieën als gedragsbeïnvloeding, meten en mo-

nitoren of inrichting, aangeven waar zij het geld aan

gaan besteden. De medium gemeenten (meer dan

100 duizend inwoners) moeten een plan indienen

op een A4. Nederland Schoon beoordeelt de aan-

vragen. Sinds 1 oktober 2014 kunnen gemeenten

hun aanvraag voor 2015 indienen. Inmiddels is een

nieuwe handleiding beschikbaar.

Hélène van Zutphen, directeur Nederland Schoon.

Page 19: Gram november 2014

GRAM | november 2014 19

op een plein willen leggen, doen dat deels oprecht om

een schone omgeving te creëren. Maar het zwerfafval

is natuurlijk maar een klein onderdeel van zo'n grote

investering in de openbare ruimte.” Hetzelfde geldt

voor gemeenten die een integraal beheer van een park

nastreven, vult Henk Klein Teeselink van Nederland

Schoon aan. “Dat gaat ook over snoeien en andere on-

derhoudstaken. Ook de gemeente die denkt dat met de

inzameling van oud papier in minicontainers minder

papier op straat waait in plaats van dozen, heeft on-

getwijfeld gelijk. Toch kun je die investering niet he-

lemaal op conto van een extra aanpak van zwerfafval

schrijven.” Voor die gevallen is de tien procent zijde-

lings effectregeling bedacht. Gemeenten krijgen dan

tien procent van het gevraagde bedrag.

Controle op hoofdlijnen

Hélène van Zutphen hoopt dat volgend jaar de geheim-

houdingsplicht rond zwerfvuilprojecten verdwijnt. Ge-

heimhoudingsplicht? “Wij mogen officieel niets bekend

maken over een vondst van bijvoorbeeld Utrecht. Daar

moeten we toestemming voor vragen. Jammer, want

gemeenten kunnen anders sneller van elkaar leren. Het

wiel hoeft niet steeds te worden uitgevonden.” Ook

de vrees van sommige gemeenten voor een zware ac-

countantscontrole, noemt ze ongegrond. “We nemen

elk jaar een steekproef onder tien procent van de deel-

nemende gemeenten. Als een gemeente kan uitleggen

hoe de actie bijdraagt aan minder zwerfafval en effici-

Kleine en grote initiatieven

Ondanks het enthousiasme van gemeenten, bemerkt

Hélène van Zutphen soms aarzelingen en voorzichtige

bezwaren van gemeenten. “Sommige gemeenten vin-

den het lastig om de aanvraag in te dienen, ze zeggen

er geen tijd voor te hebben of ze hebben moeite om

zich te verplichten om extra beleid uit te voeren”, con-

stateert Van Zutphen. “Achterblijvers zijn er wel, maar

we doen daar officieel niets aan. Tegen hen zou ik wil-

len zeggen: natuurlijk kost het enige moeite, maar het

levert meer schone straten op en een niet te versma-

den kans op positieve lokale publiciteit. Bij gebrek aan

tijd of menskracht is het toegestaan om met de vergoe-

ding iemand in te huren die een plan maakt.”

Er zijn veel kleine en grote initiatieven. Groepjes spor-

tievelingen die het zogeheten troeptrimmen beoefe-

nen; al lopend, buigend en strekkend rapen zij zwerf-

afval op. Veel gemeenten zetten sportverenigingen

aan tot de bestrijding van zwerfafval. “De Klaas-Jan

Huntelaar foundation speelt daar een actieve rol bij”,

zegt Van Zutphen. Ook winkeliers en winkeliersvereni-

gingen worden steeds meer bij het schoonhouden van

de openbare ruimte betrokken.

Ook bij de grote gemeenten worden goede resultaten

gemeld (zie kader). Er zijn echter ook gevallen bekend,

waarbij de bestrijding van zwerfafval niet het hoofd-

doel van de aanvraag is. “Gemeenten die nieuwe tegels

Bijplaatsingen tegengaan

In Amsterdam-West zijn medewerkers van reiniging

langs de deur gegaan. “Daar bleken niet alleen veel

mensen bereid om bijvoorbeeld een ondergrondse

container te adopteren. Het leverde ook een schat

van informatie als ‘het is die buurman van 2 hoog

die altijd zijn vuilniszak naast de container zet’”, zegt

Addie Weenk, coördinator van het kenniscentrum Ge-

meente Schoon. Opvallende bron van informatie blij-

ken vaak vrouwen (en mannen) die de hele dag thuis

zitten, aldus Weenk. Opruimen, mensen aanspreken

en handhaven is het devies om de bijplaatsingen tegen te gaan. Niet alleen trekken de zakken ander vuilnis aan,

ook plaagdieren als duiven, ratten, meeuwen en eenden bijten de zakken open waardoor het afval verwaait en

gaat zwerven. In Rotterdam hebben afvalambtenaren uitgevonden dat het in de islamitische religies helemaal

niet verboden is om brood weg te gooien, zoals algemeen wordt aangenomen. “Als de imam benadrukt dat hy-

giëne op straat ook in het belang is van de spelende kinderen, belandt er ineens minder brood op straat”, zegt

Weenk. In Rotterdam worden daartoe nu leaflets en flyers in diverse talen vanuit moskeeën verspreid.

GemeenteSchoon organiseert met steun van € 0,08 per inwoner uit de zwerfafvalvergoeding bijeenkomsten om

dergelijke inzichten met elkaar te delen. Ook wordt samen met gemeenten nieuwe kennis ontwikkeld, bijvoor-

beeld over beïnvloeding van gedrag en beleving. Inzichten en inspirerende voorbeelden worden onmiddellijk

gepubliceerd in de kennisbank www.kenniswijzerzwerfafval.nl, die ook toegankelijk is voor burgers.

Page 20: Gram november 2014

20 GRAM | november 2014

enter opruimen, en zij dit op hoofdlijnen financieel kan

onderbouwen met onder andere facturen, is het goed.

Als het geld bij wijze van spreken niet aan zwerfafval

maar aan zwerfkinderen of zwervers is gespendeerd,

zullen we het terugvorderen. We zitten hier niet voor

niks.”

YouTrash in

Pijnacker-Nootdorp

Geïnspireerd op de in de jongerencultuur mateloos

populaire media als YouTube en Facebook schreef

de gemeente Pijnacker-Nootdorp in 2013 en in 2014

een wedstrijd uit voor jongeren in de leeftijdscate-

gorie van twaalf tot zestien jaar. “We moedigen hen

aan om een filmpje te maken waarin ze laten zien

wat je met zwerfafval moet doen”, vertelt Jos Kos-

ter, beheerder reiniging en openbare ruimte van de

gemeente. “Dat filmpje moeten ze vervolgens up-

loaden op een door de stichting Jeugd en Jongeren-

werk beheerde Facebook-pagina. Bij hun klasgeno-

ten of elders moeten ze zoveel mogelijk ‘likes’ zien

te verzamelen. De top 3 met de meeste likes krijgt

kadobonnen van 250 euro, 125 euro enz. De win-

naar mag bovendien nog eens 250 euro schenken

aan een goed doel”, legt Koster uit. Uiteraard reikt

de wethouder de bonnen uit, verschijnen er stukjes

over in de lokale krant en worden de scholen actief

benaderd. “Het spel- en competitie-element moet als

een olievlek gaan werken en nog veel meer jonge-

ren bereiken”, zegt Koster. “We spreken de jongeren

nog teveel aan in onze taal en dat werkt slechts in

beperkte mate. Het is beter dat ze de boodschap

van vermijden van zwerfafval in hun eigen woorden

formuleren.”

EXTRA AANPAK ZWERFAFVAL

Utrecht

De gemeente Utrecht werkt in 2014 voor het eerst

met de zwerfafvalvergoeding. “We hebben heel sa-

menhangend programma opgetuigd”, zegt Marion

Overberg, hoofd van de beleidsafdeling Wijkon-

derhoud en Service van Stadswerken. In de wijken

wordt op knelpunten extra geveegd. Medewerkers

spreken bewoners en winkeliers aan op zwerfafval.

Ook in de buurt van scholen is extra aandacht voor

zwerfafval. “En als eerste grote gemeente experi-

menteren we in de wijk Lunetten met prullenbakken

op straat met kleppen waardoor gescheiden inzame-

ling mogelijk is.” Overberg is ook trots op de peu-

kenzuigers waarmee haar medewerkers in de omge-

ving van cafés in de binnenstad en in winkelcentra

met een soort mega-kruimeldief de sigarettenresten

opzuigen. Concrete cijfers zijn er nog niet. Die vol-

gen na de evaluatie van 2014. “Misschien wel het

belangrijkste van dit eerste jaar is dat we zelf als

organisatie veel actiever zijn geworden. We zijn nu

veel meer dan een logistiek apparaat dat zo efficiënt

mogelijk veegt. Medewerkers vragen zelf om een

peukenzuiger en ze staan open voor nieuwe com-

municatietools als Apps. Dat vind ik pure winst.”

Maar zover zal het niet komen. Nederland Schoon is

niet een organisatie van het opgeheven vingertje die

eindeloos hamert op de moeilijkheden rond een weer-

barstig probleem als het zwerfafval op de Nederlandse

straten. “Uit de sociale psychologie weten we dat aan-

dacht voor een probleem vooral werkt als je het op

een positieve manier brengt en laat zien wat je op een

eenvoudige manier kan doen. Neem nou zo’n kleine

gedragsverandering die de medewerkers van Center-

parcs ten toon spreiden. Ze hebben daar de ‘bukplicht’

ingevoerd. Zien ze afval liggen, rapen ze het op. Daar-

om zijn die parken zo schoon. Bezoekers nemen dat

voorbeeld mee naar huis.”

Tekst: René Didde

Page 21: Gram november 2014

GRAM | november 2014 21

Tekst: Bas Peeters

Nieuwe medewerker

De gezamenlijke vacature van Stadswerk

en NVRD heeft een geschikte kandidaat

opgeleverd. Anneloes Voorberg is op 1

november gestart als beleidsmedewer-

ker Stadswerk/NVRD. Anneloes is stads-

geograaf die de afgelopen drie jaar heeft

gewerkt als adviseur leefomgeving bij

een woningbouwvereniging in Arnhem.

Ze komt in dienst bij Stadswerk en haar

functie wordt deels gefinancierd door de

NVRD. Anneloes gaat zich in ieder geval

bezighouden met de thema’s burgerpar-

ticipatie, groenbeheer en social return.

Uitvoeringsprogramma VANG huis-

houdelijk afval in januari van start

De afgelopen maanden heeft een werk-

groep, die bestaat uit VNG, RWS Leef-

omgeving en de NVRD, onder leiding

van I&M, hard gewerkt aan het opstel-

len van een uitvoeringsprogramma

VANG Huishoudelijk Afval. Vanaf begin

2015 worden gemeenten actief bena-

derd om gezamenlijk de transitie van

afval naar grondstof te maken en 75

procent van het huishoudelijk afval te

gaan recyclen. Het uitvoeringsprogram-

ma is opgezet rondom vier actielijnen

die gemeenten moeten gaan ondersteu-

nen bij de ontwikkeling en uitvoering

van afvalbeleid dat leidt tot een forse

restafvalreductie. Voor meer informatie

over het programma kunt u contact op-

nemen met de NVRD, [email protected]

of [email protected]

Themadag Afval en Grondstoffen

Op 27 november vindt de laatste thema-

dag van het jaar plaats: Keten voor Ke-

ten. De ambitie in Den Haag is groot: in

2020 zou elke gemeente op jaarbasis

nog slechts 100 kilo restafval per inwo-

ner moeten inzamelen. Probleem is dat

gescheiden inzameling of nascheiding,

gevolgd door sortering, transport, op-

werking en recycling voor sommige ma-

teriaalstromen nog een stuk kostbaarder

nieuws

is dan het verbranden ervan. Om de re-

cycling van deze grondstoffen rendabel

te maken, moet goed worden gekeken

naar de materiaalketen. Op welke plek

is deze keten nog niet optimaal? Waar

in de keten moeten we ingrijpen? En wie

pakt deze handschoen op? Nog niet inge-

schreven? Het kan nog via www.nvrd.nl

Nieuwe masterclasses raadsleden

in Nijmegen en Bussum

In de afgelopen maanden heeft de NVRD

vijf Masterclasses voor raadsleden ge-

organiseerd, in samenwerking met ver-

schillende lidbedrijven in verschillende

regio’s. Hierin zijn de aandachtspunten

voor een goed professioneel opdracht-

geverschap aan de orde gekomen en

alle bestuurlijke aandachtspunten voor

een duurzame, schone en sociale ge-

meente. Nieuw toegevoegd zijn mas-

terclasses op 26 november in Nijmegen

en op 27 november in Bussum. Voor

informatie of aanmelden: www.nvrd.nl

Ketenproject luierrecycling

Tijdens de bijeenkomst van de NVRD Re-

gio Midden Nederland op 2 oktober is

een nieuwe techniek voor de recycling

van luiers gepresenteerd. In 2015 wordt

deze techniek op pilot-schaal gereali-

seerd bij de ARN in Weurt. Ondertussen

zijn de NVRD, het Ministerie van I&M

en RWS Leefomgeving een ketenproject

gestart met als doel om de luierketen

sluitend te krijgen. In de loop van 2015

worden de eerste resultaten hiervan ver-

wacht. Voor meer informatie: Maarten

Goorhuis, [email protected]

Handleiding zwerfafvalvergoeding

In oktober is een geactualiseerde zwerf-

afvalhandleiding ‘Systematiek uitkeren

zwerfafvalvergoeding’ verschenen. Deze

handleiding schetst de regeling voor

vergoeding, het behandelproces en de

meest gestelde vragen en antwoorden.

Ook wordt specifiek aandacht besteed

aan maatregelen met zijdelings effect

op de zwerfafvalproblematiek (zoals af-

valinzamelsystemen en inrichting open-

bare ruimte). Daarnaast wordt expliciet

aan gemeenten gevraagd om in Waste-

tool kenbaar te maken of hun gegevens

gebruikt mogen worden voor kennisde-

ling. Gemeenten die voor 1 februari een

plan indienen, kunnen hun vergoeding

als voorschot krijgen. De handleiding is

te vinden op www.nvrd.nl of op de sites

van NederlandSchoon, GemeenteSchoon

en Nedvang. Voor vragen en of opmer-

kingen: Bas Peeters, [email protected]

NVRD agenda

november

17 Netwerk Grondstoffen en Innovatie

18 Cie. Communicatie

18 Redactiecommissie GRAM

18 Cie. Beheer Openbare Ruimte

19 Regiobijeenkomst Noord-Holland

20 Regiobijeenkomst Noord-Nederland

27 Themadag afval en grondstoffen

28 Cie. Opleiden en Professionaliseren

28 Cie. Markt en Overheid

december

01 Cie. Inzameling en Recycling

02 Stuurgroep Open Standaarden

04 Bestuursvergadering

04 Algemene Ledenvergadering

11 Cie. KAM

11 Cie. Afvalpreventie

agenda

november

20 Ondertekening Green Deal stranden

25 Terugkomdag Gedragsverandering

december

11 Inspiratiebijeenkomst Buiten Beter

Beleven

11 Bijeenkomst Bijplaatsingen

Page 22: Gram november 2014

22 GRAM | november 2014

AFVALCONFERENTIE 2014 – BENCHMARK FFACT

aangehouden. Nascheiding van huishoudelijk afval

vindt in Vlaanderen dan ook maar voor 6% plaats. In

Nederland is dat 14%. Deze aanpak van scheiding aan

de bron werpt vruchten af. Gemiddeld hielden de Vla-

mingen in 2013 71% van het gewicht uit het restafval

tegen 51% voor Nederland. De cijfers, zoals opgeno-

men in tabel 2, werden door de deelnemers aan de

conferentie onderschreven. Vlaanderen ligt op kop als

het om scheiding van materialen gaat.

Wat verklaart nu dit succes in Vlaanderen? Daarover lie-

pen de meningen niet zo ver uiteen. Ten eerste is er het

consequente beleid en de daaraan gekoppelde stimule-

ringsacties. OVAM promoot DIFTAR en goed ingerichte

containerparken (milieustraten) en stelt daarvoor sub-

sidies beschikbaar. Ten tweede hebben de gemeenten

zich verenigd in intercommunales (ICs) voor een slag-

vaardige uitvoering. De ICs staan dicht bij de burger

en zorgen al jaren voor service en communicatie. Bo-

vendien hebben de intercommunales besloten overal

een vergelijkbaar systeem van gescheiden inzameling

in te voeren. Dat vereenvoudigt de communicatie en

bevordert het ontwikkelen van recyclingtechnieken en

recyclingmarkten.

De Nederlandse focus

Nederland heeft in de periode vanaf 1995 in ruim 5

jaar een enorme ontwikkeling van de recycling door-

gemaakt. Daarna is vooral het storten teruggedron-

gen en de verbrandingssector sterk geoptimaliseerd.

Op 30 oktober vond in Antwerpen de Afvalconferentie 2014 plaats. Het idee om een interland te spelen tussen

Vlaanderen en Nederland viel in goede aarde. In het oktobernummer van GRAM gaven de organisatoren al een voor-

beschouwing op deze derby der lage landen. Er waren 400 deelnemers naar Het Paleis gekomen. FFact presenteerde

een zo objectief mogelijk beeld van de beleidsprestaties van de landen en van de prestaties van de afvalbedrijven.

Het debat dat volgde leverde nuttige conclusies op.

Nederland en Vlaanderen vergelijken hun positie in afvalmanagement

Benchmark Beleidsprestaties

Vlaanderen en Nederland zijn wereldwijd koplopers voor wat afval-

management betreft. Ze zijn ook vergelijkbaar in inwonersdichtheid,

gezinsgrootte en welvaart. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de

prestaties veel overeenkomsten laten zien (tabel 1).

De benchmark brengt ook de verschillen in beeld. Dan valt direct op

dat Vlaanderen een andere aanpak voor huishoudelijk afval heeft dan

Nederland. OVAM heeft als beleidsverantwoordelijke voor Vlaanderen

gekozen voor maximale scheiding aan de bron en deze lijn consequent

Land/Regio Inw/km² BBP Inwoners Afval totaal Verwerking afval totaal

€/inw /huishoud. kg/inw1 Recycling Verbranden Storten

Nederland 497 32.600 2,23 3.640 78% 19% 3%

Vlaanderen 472 30.200 2,40 3.967 83% 13% 5%

België 388 30.500 2,31 4.344 73% 19% 8%

Bronnen: Eurostat, OVAM, RWS

Tabel 1: Algemene kentallen (2013) en totale afvalproductie in 2012

Materiaalfractie Nederland Vlaanderen

Geproduceerd huishoudelijk afval (kg/inw) 499 502

Gescheiden ingezameld (kg/inw) 255 355

Restafval (kg/inw) 244 146

Scheiding aan de bron (totaal) 51% 71%

GFT en tuinafval 54% 67%

Papier en karton 61% 80%

Kunststoffen 21% 33%

Glas 66% 87%

Metalen 28% 69%

Inert 78% 97%

Hout 35% 56%

AEEA 66% 92%

Overig 14% 31%

Verbranden 48% 28%

Storten 1% 1%

Tabel 2: Resultaten voor huishoudelijk afval in 2013

1 Nederland : zonder baggerspecie, Vlaanderen en België zonder afval van afvalverwerkingsbedrijven (secundair afval)

Page 23: Gram november 2014

GRAM | november 2014 23

private afvalbedrijven en daarnaast de 11 grootste in Vlaanderen ac-

tieve intercommunales onderzocht.

Door het gedeeltelijk nieuwe deelnemersveld is bewust een pas op de

plaats gemaakt qua diepgang. Om een overzicht te krijgen zijn de po-

sities vergeleken binnen groepen van private en publieke bedrijven.

Voor Nederland zijn dit 13 private bedrijven en 14 overheidsgedomi-

neerde NV’s en BV’s en 2 gemeenschappelijke regelingen (samen de

groep overheid).

Kleine voorsprong

Het overzicht in tabel 3 geeft een indicatie van de positie van de landen

en de groepen afvalbedrijven. Het rendement bij de private afvalbedrij-

ven staat in Nederland nog iets sterker onder druk dan in België. In het

debat gaf Wieger Droogh van Sita aan dat vooral in de inzameling in Ne-

derland de prijsdruk hoog is. De benchmark geeft onderliggend aan dat

er nog steeds kleinere private bedrijven zijn die in nichemarkten uitste-

kende economische resultaten boeken. Bij de publieke bedrijven is de

druk op rendement minder. In Nederland presteren vooral de grotere

publieke bedrijven goed. Zij konden in 2013 hun afval-energiecentrales

op vollast laten draaien.

De duurzaamheidscomponenten van de benchmark zijn net iets beter

ingevuld door de Nederlandse bedrijven dan door hun Belgische en

Vlaamse collega’s. De overwegend groene kleur geeft aan dat de presta-

ties op een goed niveau liggen. De Vlaamse intercommunales laten nog

een wisselend beeld zien in de wijze van presenteren van hun MVO-

inspanningen. Ook daarom is het onderdeel ketenanalyse niet goed te

beoordelen.

De conclusie is dat de economische situatie in beide landen met een

bedrijfswinst (Earnings before Interest en Tax) van 5,6% uitdagend is

te noemen. De Vlaamse bedrijven hebben nog een To Do-lijstje om zich

op MVO en duurzaamheid te presenteren.

Nieuwe impuls

Beide benchmarks maakten het mogelijk om vanuit feiten en met di-

verse invalshoeken samen te werken aan ideeën en oplossingrichtin-

gen. Er is meer wederzijds begrip ontstaan voor de aanpak en de uit-

dagingen voor de toekomst. Een mooie start van verder samenwerken

en delen van kennis. De volledige presentaties zijn te downloaden op

www.ffact.nl.

Tekst: Frank Hopstaken, FFact

*Earnings before Interest en Tax

Bedrijven hebben door hun schaalgrootte de top van

Europa kunnen bereiken als het gaat om reduceren

van emissies, opwekking van elektriciteit en benutten

van energie (stoom en warmte) uit afval. Ook zijn door

de schaalvoordelen de kosten van verwerking relatief

laag. Gemeenten waren vrij om het inzamelsysteem

zo goed mogelijk aan te passen aan de wensen van

de burgers. Zo heeft Nederland voor 29% van de in-

woners een DIFTAR systeem met relatief goede schei-

dingsresultaten. Het beeld is meer versnipperd dan in

Vlaanderen en de focus op afvalscheiding minder. Dat

neemt niet weg dat het Nederlandse afvalbeleid nog

steeds één van de beste systemen in Europa heeft. Re-

cent heeft het ministerie besloten de ambities voor re-

cycling van huishoudelijk afval sterk op te schroeven.

Op weg naar een circulaire economie?

De kampioenen in afvalmanagement hebben allebei

vol ingezet op een beleid gericht op het produceren

van grondstoffen uit afval. Voor het realiseren van een

circulaire economie is, naast recycling, vooral het ver-

duurzamen van de keten van de productie en het ge-

bruik van secundaire materialen belangrijk. De vraag

wie hier nu het best gepositioneerd is, kon nog niet

beantwoord worden. Nederland geeft aan dat ze het

beleid van terugwinnen van materialen zal versterken

in de komende jaren en daarmee een deel van de ach-

terstand op Vlaanderen zal inlopen. Vlaanderen gaf

aan dat ze zal doorschakelen naar het aanpakken van

specifieke economische sectoren om daar nog directer

kringlopen te sluiten. OVAM wijst de bouwsector aan

als kansrijk. Deze sector is goed voor 41% van de af-

valproductie.

Benchmark Afvalbedrijven

Al vanaf 1997 zet FFact de prestaties van de Nederland-

se afvalbedrijven op een rij. De aanpak vanuit markt-

perspectief en ranking is primair op basis van omzet

in afvalmanagement. Sinds 2009 omvat de benchmark

criteria voor rendement, milieukwaliteit en maatschap-

pelijk verantwoord ondernemen (MVO). Deze aspecten

bepalen de continuïteit van de onderneming (profit,

planet en people). In 2014 bleef die aanpak groten-

deels overeind en zijn naast 29 Nederlandse

afvalbedrijven ook de 6 grootste in België actieve

Benchmark Afvalbedrijven Omzet EBIT Milieu- MVOcijfers 2013 in €* mln in % omzet kwaliteit Beleid Keten SociaalNL private bedrijven 2.403 2,7%NL overheidsgedomineerd 1.113 11,9%

Totaal NL 3.516 5,6%Belgie private bedrijven 1.283 5,1%Vlaanderen Intercommunales 395 7,1%

Totaal BE 1.678 5,6%

Groen: adequaat. Oranje: matig. Rood: onvoldoende (voor continuïteit bedrijf)

Tabel 3: Resultaten benchmark afvalbedrijven per groep

(rapportagejaar 2013)

*

Page 24: Gram november 2014

24 GRAM | november 2014

Een schoon festival zonder afval. Dat is het doel van Festival Mundial in Tilburg. Met steun van de ge-

meente Tilburg wil het festival in drie jaar een evenement worden waarvan élke gram afval wordt her-

gebruikt. Dit jaar werd voor het eerst geëxperimenteerd met gedragsbeïnvloeding van bezoekers. Hoe

zorg je ervoor dat bezoekers hun papieren beker of plastic patatbakje in de juiste bak gooien? De editie

van Mundial 2014 is net geëvalueerd. Het festivalterrein en de camping bleken opvallend schoner.

Naar een afvalloos festival

Op 27, 28 en 29 juni 2014 was in Tilburg voor de 27e

keer het jaarlijkse Festival Mundial. Een festival met

muziek, dans en theater uit alle windstreken. Mundial

heeft met steun van de gemeente Tilburg het project

Groen, Groener, Groenst opgezet, in samenwerking

met milieubureau De AfvalSpiegel Bureau Milieu &

Werk. “Dit eerste jaar was vooral bedoeld om dingen

uit te proberen,” vertelt Ton van der Leun. Hij is vanuit

de gemeente Tilburg betrokken bij het project.

“Het doel van deze editie was bewustwording. Als be-

zoekers zich bewust zijn van het materiaal dat ze ge-

bruiken – een plastic beker of papieren bakje –, dan

gooien ze het afval ook in de juiste bak.”

Publiekscommunicatie

Festival Mundial probeerde die bewustwording te reali-

seren via publiekscommunicatie. De vrijwilligers achter

de tap, bij de frietkraam en op het terrein droegen alle-

maal een T-shirt met de tekst ‘Groen, Groener, Groenst.

Maak Festival Mundial afvalvrij en schoon!’. Die slogan

kwam terug op posters, borden en advertenties in de

rest van de stad. Ook ruimden vrijwilligers regelmatig

op. “Onbewust stimuleert dat zorgzaam weggooige-

drag op het terrein”, vertelt projectleider Wim Snijder

van De AfvalSpiegel.

Afvaltoren

Overal stonden sets afvalbakken voor gescheiden in-

zameling: een oranje met ‘kunststof’ en een zwarte

met ‘restafval’ erop.’ Op het centrale plein stond als

blikvanger de Afvaltoren: een speels vormgegeven

houten toren met glijbaan, die in samenwerking met

de ASN bank is gerealiseerd. Twee afvalscouts bij de

toren hielpen kinderen op ludieke wijze hun afval te

scheiden. “Op het terrein stond ook een groot aantal

drinkwaterpunten,” vertelt Van der Leun. “Bezoekers

konden plastic flesje kopen en dat gratis vullen met

water. Zo voorkwamen we een hoop rondslingerende

plastic flesjes.”

Stadse avonturiers

Voor Jan Drissen, directeur van Mundial Productions,

voelt de aandacht voor afval heel logisch. “Duurzaam-

heid past bij ons, Mundial is van oudsher een maat-

Afvalscouts helpen kinderen afval te scheiden bij de zogeheten afvaltoren.

Page 25: Gram november 2014

GRAM | november 2014 25

schappelijk betrokken festival. Het past ook bij on-

zehuidige doelgroep, die we omschrijven als stadse

avonturiers van 18 tot 35 jaar. Voor ons versterken

schoon en duurzaam elkaar. Daarom willen we de ko-

mende jaren een forse stap maken. Zodat we een voor-

beeld kunnen worden voor andere festivals.”

Smetteloos

In oktober evalueerden de betrokken partijen Mundial

2014. De uitkomsten van die evaluatie zijn overwe-

gend positief, aldus Van der Leun. “We hebben in de

evaluatie een tweedeling gemaakt tussen frontstage en

backstage. Onder frontstage verstaan we het festival-

terrein, de camping, het parkeerterrein en de looprou-

tes naar het festival. Die eerste twee bleven dit jaar

opvallend schoon. De camping was bijna smetteloos!”

Op het parkeerterrein en langs de looproutes lag he-

laas wel zwerfafval. “Maar, we weten niet of dat er al

lag, of dat onze bezoekers dat hebben achtergelaten.

Daarom zorgen we volgend jaar dat die gebieden voor

de start van het festival schoon zijn. En dat daar tijdens

Mundial regelmatig wordt opgeruimd.”

Horecamedewerkers

Het gedeelte backstage bleek lastiger schoon te hou-

den. Terwijl het aan de voorkant van veel eettentjes

brandschoon was, lag er achter de schermen veel rom-

mel. Horecamedewerkers was gevraagd om, net als

bezoekers, hun afval te scheiden. “Dat viel niet mee”,

blikt Van der Leun terug. “Zij hebben heel veel afval

en ook nog eens veel verschillende materialen. Dit jaar

konden ze hun glaswerk of verpakkingen niet schei-

den. Daar komt volgend jaar dus meer aandacht voor.”

Afvalbril

Het project Groen, Groener, Groenst loopt in totaal drie

jaar. “Door deze aanpak kunnen we tweemaal leren van

de vorige editie,” zegt Snijder. We zien dan wat echt

werkt. We willen bijvoorbeeld meer weten over hoe we

gedrag van bezoekers kunnen sturen. Dit eerste jaar

hebben we daarom ongeveer 20 vrijwilligers gevraagd

met een ‘afvalbril’ te observeren. Ze kijken bijvoorbeeld

naar hoe schoon het terrein is, of de afvalbakken vol of

leeg zijn en hoe bezoekers reageren op de afvalaan-

pak. Direct na het festival hebben deze vrijwilligers een

vragenlijst ingevuld. Hieruit leerden we onder meer dat

de aanduidingen op de afvalbakken duidelijker moe-

ten, zodat bezoekers snel zien wat waarin moet. We

constateerden tegelijkertijd dat de bezoekers het afval

al behoorlijk consequent hebben gescheiden: slechts

15 procent niet-kunststof tussen het kunststofafval.”

Leren voor andere festivals

Van der Leun: “Het motto Groen, Groener, Groenst geeft

weer dat Mundial en Tilburg ieder jaar een duurzame

stap vooruit willen zetten. Dat levert inzichten op die

straks ook bruikbaar zijn voor andere festivals in de

stad. Bijvoorbeeld voor de Tilburgse Kermis, de groot-

ste kermis van Europa. Hopelijk zit de gemeente ko-

mend jaar om de tafel met organisatoren van andere

evenementen!”

Meer weten?

Neem contact op met Ton van der Leun van de gemeen-

te Tilburg: [email protected] of met Wim Snij-

der van De Afvalspiegel: [email protected]

Ook aan de slag met schone evenementen?

Gemeente Schoon publiceert in november een nieuwe

Handreiking schone evenementen, met onder andere

een handige checklist en voorbeelden uit de praktijk.

Neem voor meer info contact op met Addie Weenk van

Gemeente Schoon: [email protected]

Tekst:

Eveline van Hamburg, Tappan Communicatie

Page 26: Gram november 2014

26 GRAM | november 2014

In de vorige editie van Gram kon u al lezen dat de textielinzamelaars Hu-mana en KICI opgaan in een nieuwe charitatieve organisatie. Samen kun-nen ze hun doelstelling om de wereld

rechtvaardiger en duurzamer te maken sterker ten uitvoer brengen. Met 20 mil-joen ingezamelde kilo’s textiel per jaar is er genoeg draagkracht om mens en mili-eu vooruit te helpen

Service op hoog niveau Elk begin is moeilijk en het zal voor som-mige gemeenten best even wennen zijn om afscheid te nemen van de naam waar ze aan gewend zijn. De accountmanagers van KICI en Humana blijven de vaste aan-spreekpunten. Zij regelen ook in de nieu-we situatie samen met de gemeente een optimale manier voor inwoners om met een zak textiel hun medemens te helpen. Want wat er ook verandert, dat is nog steeds de wens van de Nederlander. Aanpak met social return Als grote organisatie heb je gemeenten meer te bieden. Zo is er voldoende draag-vlak om te investeren in projecten waar-bij mensen met een afstand tot de ar-beidsmarkt een leuke baan vinden in het verwerken van textiel. Zelfredzaamheid streven we immers niet alleen na in ver-re gebieden, ook hier kunnen sommige mensen een steuntje in de rug gebruiken.

Meer textiel, meer recyclingMensen gooien gelukkig steeds meer niet-herbruikbare kleding en versleten goederen als handdoeken, lakens en gor-dijnen in de containers. Toepassingen om het niet-herdraagbaar textiel te verwer-ken, blijven dus nodig om de cirkel rond te krijgen. KICI en Humana bundelen ook op dit vlak hun inspanningen om zo veel mogelijk textiel nog een keer te gebrui-ken. Het goede doel profiteertDoor samen te gaan, wordt het gedo-neerde textiel optimaal omgezet in geld voor goede doelen. Nu orkestreert Hu-mana projecten om mensen via opleiding en training zelfredzaam te maken. KICI steunt tal van projecten in binnen- en buitenland, waarbij steeds oog is voor duurzaamheid. De ervaring uit beide or-ganisaties wordt vanaf 2015 toegepast op zowel bestaande als nieuwe projecten. Zo kan educatie een groot verschil maken in regio’s waar katoen wordt geteeld of de productie van textiel plaatsvindt. Altijd een luisterend oorPer 1 januari gaan de twee stichtingen ge-zamenlijk aan de slag om de cirkel rond te maken van textielproductie naar ver-werking en terug. Heeft u vragen over de fusie of wat de nieuwe organisatie voor uw gemeente kan betekenen? Neem dan

contact op met een van onze accountma-nagers via 070 383 0306 (KICI) of 030 657 0009 (Humana).

Met KICI maakt u het

verschil.Meer informatie:

www.kici.nl, 070 383 0306

Humana en KICI: Samen sterker verder

( Advertorial )

Het KICI keur is een officieel in de Benelux gedeponeerd en geregis-treerd keurmerk dat volledig is ge-accrediteerd.

gram-kici 141103.indd 1 03-11-14 10:41

Page 27: Gram november 2014

GRAM | november 2014 27

Op zaterdag 25 oktober vond in de

Rembrandt buurt in Nijmegen een geza-

menlijke bladruimactie plaats. Dit was

een proef waarbij bewoners samen met

medewerkers van Dar het bladafval in

hun buurt opruimen. Bewoners werden

voorafgaand aan de actie opgeroepen

hun bladafval, uitgezonderd van snoeiaf-

val, aan de straat aan te bieden. Vanuit

Dar waren in totaal negen medewerkers

aanwezig. Zij hadden drie middelgrote

veegmachines, zes bladblazers en een

bladzuiger meegenomen om samen met

de bewoners het bladafval in de buurt op

te ruimen. De bewoners waren positief

over de actie.

Nieuws van AW Materieel Verhuurbedrijf van reinigingsmaterieel, AW Materieel, heeft een nieuwe

vierassige haakwagen in het assortiment. Evenals de achterladers, zij-

laders en kraanwagens, is ook deze wagen weer goed geconfigureerd

voor de reinigingsmarkt. Uitgangspunt van alle reinigingsvoertuigen

van AW Materieel is comfort en bedieningsgemak voor de chauffeur.

Daarnaast moet een voertuig multi inzetbaar zijn.

De Volvo cabine garandeert een goede ergonomie voor de chauffeur.

Door de vier assen en de zware haak kunnen containers tot 26 ton ver-

voerd worden en met de vangmuilkoppeling kunnen ook aanhangers

worden meegenomen. Door de boostersluiting en een aansluiting voor

kipperkleppen kunnen alle soorten containers door de Hiab haak wor-

den opgetrokken en aangesloten.

AW Materieel bouwt (reinigings)machines, verhuurt reinigingsmaterieel

en verzorgt onderhoud en revisies aan diverse merken opbouwen.

Inl. www.awmaterieel.nl

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWSGezamenlijke bladruimactie in Nijmegen

Jubileum ARN-directeur Op 16 september vierde Gerard van Gorkum zijn 25 jarig jubileum.

Hij trad in 1989 bij ARN in dienst als adjunct-directeur. In 2001 werd hij

benoemd tot algemeen directeur. Aan opstappen denkt hij nog lang niet. "ARN is een

mooi, dynamisch bedrijf dat altijd actief inspeelt op nieuwe ontwikkelingen. Het geeft

veel voldoening om te werken in een dynamische en maatschappelijk relevante sector."

Page 28: Gram november 2014

28 GRAM | november 2014

De bio-energiecentrale van HVC is sinds

kort weer in bedrijf. Door een brand in

de zomer van 2013 was er grote schade

ontstaan aan onderdelen van de centrale.

De herstelwerkzaamheden zijn afgerond

en de bio-energiecentrale werkt weer

volledig.

Met de bio-energiecentrale wordt per jaar

ruim 200.000 MWh aan elektriciteit op-

gewekt, dat is bijna drie procent van de

door biomassa opgewekte elektriciteit

in Nederland. Dit is genoeg om 150.000

mensen van groene stroom te voorzien.

De bio-energiecentrale levert daarmee

ongeveer een derde van alle duurzame

elektriciteit van HVC. Om deze groene

stroom te produceren, wordt per jaar

170.000 ton (niet recyclebaar) afvalhout

verbrand. Een groot deel van het afval-

hout wordt ingezameld via het grof huis-

houdelijk afval in de aandeelhoudende

gemeenten van HVC.

Prometheus Informatics vernieuwt E-IdentPrometheus lanceerde onlangs een in-

novatie op het gebied van geregistreerde

inzameling: de vernieuwde versie van E-

Ident. E-Ident is een boordcomputer-suite

van Prometheus met geïntegreerde func-

tie voor registreerde inzameling. Het in-

novatieve aan E-Ident is dat zowel (mini)

containers met laag frequente chips/tags

als (mini)containers met ultra hoog fre-

quente chips/tags (gelijktijdig) kunnen

worden geïdentificeerd en geregistreerd.

De suite bevat complete software die or-

derprocessing, tracking& tracing, iden-

tificatie en registratie van (minicontai-

ners), Guided Navigation, rijstijlanalyse

en urenregistratie mogelijk maakt.

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS

Medewerkers van Avalex hebben het

MBO-1 Medewerker Milieustraat diploma

in ontvangst genomen. Met dit diploma

hebben de medewerkers meer mogelijk-

heden in hun loopbaan en zijn zij breder

inzetbaar. MBO-1 Medewerker Milieu-

straat is een erkende opleiding door het

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en We-

tenschap. Deze opleiding sluit aan bij de

functie eisen voor een gekwalificeerde

Bio-energiecentrale HVC weer in bedrijf

Avalex medewerkers ontvangen diploma MBO milieustraat

medewerker milieustraat. Nieuwe ont-

wikkelingen en kwaliteitverbetering vra-

gen steeds meer kennis en kunde van

de medewerkers. Daarnaast besteedt

de opleiding aandacht houding, gedrag,

verantwoordelijkheid en communicatie-

ve vaardigheden. De deelnemers ontwik-

kelen zich zowel op persoonlijk als op

algemeen gebied, waardoor zij betere

doorgroeimogelijkheden hebben.

Page 29: Gram november 2014

GRAM | november 2014 29

Containerwielen van Haco...

Protempo bvPostbus 21, 6500 AA NIJMEGEN NederlandTel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)[email protected] www.protempo.eu

103

Bel voor informatie:

... besparen u mankracht!Haco wielen maken uw containers écht mobiel.De garantie voor uitstekende rijeigenschappen.

adv. 103 190x130 mm.indd 1 11-02-2010 13:55:19

Page 30: Gram november 2014

30 GRAM | november 2014

Agenda12 november

‘Het Rendement van Schoon’, congres over Zwerfafval en het

positieve effect van Schoon, MediaPlaza Utrecht,

www.hetrendementvanschoon.nl

27 november

‘Keten voor Keten’, NVRD themadag afval en grondstoffen

Congrescentrum ReeHorst Ede, www.nvrd.nl

27 november

Dag van Verkeer & Mobiliteit Nederland

Expo Houten, www.verkeerenmobiliteit.nl

ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl

RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, RijkswaterstaatAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenBas Peeters, NVRD

EindredactieKarin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]

Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]

Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl

Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de

AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad € 98,– excl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.

Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.

ISSN 1569-0458

© NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

Al uw persoonlijke vragen over kankerpersoonlijk beantwoord

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn0800 - 022 66 22

morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen

Page 31: Gram november 2014

GRAM | november 2014 31

AW Materieel is een jong en innovatief verhuur- en

machinebouwbedrijf, dat gevestigd is op het Ecopark

bij Emmeloord. Core-business is de verhuur van reini-

gingsvoertuigen, zoals afvalinzamelwagens en contai-

nertrucks. Sinds een jaar heeft AW Materieel een eigen

ingenieur in dienst, die in samenwerking met de klant

opbouwinstallaties en reinigingsmachines ontwikkelt

voor de verkoop. Van Wieren: “Dat kan ook gaan om

doorontwikkeling van bestaande machines, zoals put-

liften en kolkenzuigers. Kwaliteit en duurzaamheid

staan bij ons voorop, dus zoeken we steeds naar de

beste en meest innovatieve oplossingen.”

Mobiliteitsgarantie

AW Materieel is tien jaar geleden opgericht om gemeen-

ten en inzamelaars mobiliteitsgarantie te verlenen. “Als

een wagen uitvalt door calamiteiten of als er een tijde-

lijk tekort is aan materieel, wil je kunnen vertrouwen

op een goed verhuurbedrijf”, aldus Van Wieren. “Onze

wagens zijn uiterst ergonomisch en voor iedereen

makkelijk te bedienen. Elke chauffeur kan er mee weg-

rijden. Dat is een belangrijk aspect, want vaak wordt

een wagen voor langere tijd gehuurd, maar soms ook

voor één dag.”

AW Materieel werkt volgens de ISO 26000 norm en

streeft op elk gebied naar duurzaamheid. De wagens

zijn bijvoorbeeld zo zuinig mogelijk in brandstofge-

bruik. Het eigen bedrijfspand op het Ecopark is CO2-

neutraal en heeft ook een specialistische werkplaats

voor revisie en onderhoud.

Tekst: Hetty Dekkers

“Er zijn nog niet zo veel wasinstallaties op de markt

voor ondergrondse containers”, verklaart directeur

Gert-Jan van Wieren van AW Materieel. “De installaties

die er zijn, zijn vaak gecompliceerd en erg onderhouds-

gevoelig. Wij zochten naar een betere oplossing.” AW

Materieel ontwikkelde zelf een slimme wascontainer,

die op een kraanwagen kan worden geplaatst. Direct

na leging wordt de container van binnen automatisch

onder hoge druk grondig gereinigd. Met de stoomclea-

ner kan het zuiltje worden schoongespoten.

“Door verkeerde bestrating blijft er wel eens water in

de betonput staan”, aldus Van Wieren. “Wij kunnen ook

een zuigunit integreren in deze machine, zodat je dat

probleem met onze wasinstallatie in één beweging op-

lost.“ De UWC3.5-14 heeft een schoonwater- en afval-

watertank van respectievelijk 3,2 en 3,5 kubieke meter.

Het slib wordt tijdens de reiniging gescheiden van het

afvalwater, zodat er meer capaciteit overblijft.

Korte lijnen

Volgens Van Wieren is de innovatieve wascontainer

goed ontvangen. “We hebben hem zelf ontwikkeld op

basis van praktijkervaringen. Omdat we een relatief

klein bedrijf zijn, hebben we korte lijnen met de ge-

bruikers van onze verhuurwagens en opbouwinstalla-

ties. Daardoor hebben we goed in beeld aan welke ei-

sen een wasinstallatie moet voldoen. De eerste klanten

waren behoorlijk enthousiast en dat sterkt ons in het

idee dat de UWC3.5 een gewild artikel gaat worden in

ons machinebouwassortiment.”

Innovatieve wascontainer Steeds meer gemeenten kiezen voor ondergrondse containers. AW Materieel heeft een wasinstallatie

ontwikkeld, waarmee de ondergrondse containers snel en ergonomisch, in één gang, geleegd en gerei-

nigd kunnen worden. De eerste mobiele wascontainer UWC3.5-14 is verkocht en krijgt lovende reacties.

Close-Up

Page 32: Gram november 2014

Strooieffectbereikenper m2

Voor vragen: [email protected] informatie: www.wegenzout.nl

Vacuümzout van AkzoNobel is vochtig en het heeft een fijne korrelgrootte. Dankzij deze eigenschappen wordt een gelijkmatig strooipatroon bereikt. Het stuitert nauwelijks weg, zoals bij grove soorten wegenzout het geval is. Doordat AkzoNobel vacuümzout zo goed hecht aan het wegoppervlak kan het ook met hogere snelheden worden gestrooid. Het gevolg is dat met minder AkzoNobel vacuümzout - in vergelijking met ander wegenzout - ten minste hetzelfde resultaat wordt bereikt. Een opt imaal strooieffect voor maximale veil igheid van weggebruikers met een minimaal verbruik van wegenzout. Kortom: méér strooieffect bereiken per m2.

AN

_200

932_

2608

14

Het is tijd voor meer met minder!