GRAM maart 2012

44
JAARGANG 103 | NUMMER 3 | MAART 2012 Interview met Rob Karstens - directeur Stadswerk | Wetenschappers twisten over publiek of private afvalinzameling | Jantje Beton in de openbare ruimte | AVRI succesvol met IBORplus Afval in en rondom het water is een groot probleem

description

Vakblad van de NVRD

Transcript of GRAM maart 2012

Page 1: GRAM maart 2012

JAARGANG 103 | NUMMER 3 | MAART 2012

Interview met Rob Karstens - directeur Stadswerk | Wetenschappers twisten over publiek of private afvalinzameling | Jantje Beton in de openbare ruimte | AVRI succesvol met IBORplus

Afval in en rondom het water is een groot probleem

120177_GRAM_mrt_2012.indd 1 09-03-12 09:16

Page 2: GRAM maart 2012

adv van Schijndel

1/1

www.vanschijndel.euVan Schijndel BV • Stationsweg 78 • 6051 KL Maasbracht • Nederland

T +31 (0)475 465636 • F +31 (0)475 466540 • E [email protected] www.vanschijndel.eu

VSAII + SCB1700-Eurosplit

VSAII + ACB500 Archiefbelading

Van Schijndel Afvalinzamelsystemen“iets anders, veel beter”.

Onderdelenservice

Eenvoudig, betrouwbaar. Beproefd concept voorzien van de

nieuwste technieken. Ongecompliceerde moderne hydrauliek

& elektronica.

Langere levensduur door toepassing van slijtvast staal voor achterlader en opbouw.

Standaard met verzwaard juk en persschot. Twee jaar garantie.

Waarom voor van Schijndel kiezen:

OND

ERDELEN

ot.ot.

VSAIII + SCB1700-CombiGeschikt voor haak-arm-, kabel- en

kettingopname systemen.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 2 09-03-12 09:16

Page 3: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 3

Officieel vakblad van de NVRD

inhoudsopgave

6

10

14

Hoe doen zij dat? Deze maand: de publieks app voor buiten beheerIn dit benchmarkartikel leggen vier personen van verschillende gemeenten uit welke

app zij gebruiken. Ze lichten hun keuzes toe en benoemen de voor- en nadelen.

Zwerfvuil in het water is een groot probleemJaarlijks worden er miljoenen uitgegeven om zwerfvuil bij water – soms moedwillig ge-

dumpt - op te ruimen. In de Provincie Limburg worden de krachten gebundeld om het

afvalprobleem bij de Maas aan te pakken

AVRI werkt met IBOR PlusMix van IBOR, gedragsbeïnvloeding, participatie en handhaving is succesvol

Nieuwe rubriek: VakwerkInterview met een professional uit de branche

Wetenschappers twisten over beste inzamelvormGemeenten hanteren verschillende organisatievormen voor de inzameling en verwijdering

van afval, van zelf inzamelen en verzelfstandiging in de overheids-NV tot uitbesteden

aan een publieke of private partij. Wat is nou het beste? Een aantal wetenschappers zocht

het uit.

Foto voorplaat, lees verder op pag. 24

(foto: Gijsbert Tweehuysen)

5 Bezem

Oproep; stem mee

13 Dagelijks vuilvissen in watergangen

14 Maatwerkplan zwerfafval Tiel

18 Jantje Beton in de openbare ruimte

20 Interview met voorzitter commissie

BOR Martin Nooijens

22 Interview met Rob Karstens, directeur

Stadswerk

26 Combineer Wet werken naar vermogen

met onderhoud en beheer

28 Keep it clean day

29 Gemengde berichten afval & milieu

34 Themadag NVRD

35 NVRD Nieuws

36 Inzameling lampen en armaturen

37 Dystopia: stad uit verpakkingsafval

38 Nieuws op de markt

42 Agenda

18

20

120177_GRAM_mrt_2012.indd 3 09-03-12 09:16

Page 4: GRAM maart 2012

adv Roteb

1/2

adv v Werven

1/2

Lease

Roteb LeaseRoteb Lease is gespecialiseerd in reparatie, onderhoud en beheer van bijzondere voertuigen. Het accent ligt op afvalinzamelvoertuigen, veegmachines, rioolreinigings- voertuigen, hoogwerkers, containerauto’s, ambulances en brandweervoertuigen.Roteb Lease staat voor klantgerichte mobiliteitsservice.

Verkoop & Beheer:Advisering bij aanschaf

Aanschafcoördinatie

Voertuiginstructie

Assurantie en schadeafwikkeling

Leasing

Wagenparkbeheer

Managementinformatie

Verhuur

Werkplaatsen:Onderhoud, reparatie en keuringen

Schadeherstel

Constructiewerk

Bedrijfswageninrichting

Servicesteunpunt voor RAVO, HIAB,

Geesink, Haller, BekkerLaGram

en KOKS

Adrem veiligheidskeuringen

Meer weten? Een vraag? Een uitdaging? Informeer naar onze mogelijkheden.

Bel 010 - 267 86 00

Of mail naar [email protected]

www.roteb.rotterdam.nl

Roteb LeaseKleinpolderplein 5

Postbus 11011

3004 EA Rotterdam

WWW.VANWERVEN.NL

Biddingringweg 23 8256 PB Biddinghuizen

Telefoon: 0321 - 33 05 [email protected]

• Afvalinzameling& Verwerking

• Energie &Grondstoffen

• Infra

Kunststof Recycling Van Werven recyclet post consumer kunststoffen tot schone herbruik bare grondstoffen voor de kunststofverwerkende industrie.

De mix aan verschillende soorten kunststoffen wordt na sortering in meerdere stappen bewerkt tot kwalitatief hoogwaardige grondstoffen welke in bigbags of bulksilo’s naar afnemers in Europa worden getransporteerd. Naast de terugwinning van grondstoffen uit afval wordt tevens een aanzienlijke CO2 besparing gerealiseerd.

Voor haar kunststofrecycling activiteiten ontving het bedrijf in februari de Flevopenning voor meest innovatie onderneming in Flevoland. Ook maakt Kunststof Recycling Van Werven deel uit van de MKB Innovatie Top 100. Hiermee behoort het bedrijf tot de groep van meeste innovatieve bedrijven van Nederland.Duurzaam en innovatief ondernemen is één van de belangrijkste speerpunten van het bedrijf.Voor meer informatie zie de website van Van Werven www.vanwerven.nl of bel met Kunststof Recycling Van Werven in Biddinghuizen via telefoonnummer 032 133 05 73.

Kunststof Recycling Van Werven B.V.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 4 09-03-12 09:16

Page 5: GRAM maart 2012

BEZEM

GRAM | maart 2012 5

schaffi ng van statiegeld komen verpakkingen niet meer rechtstreeks terug bij de verpakkende industrie. Minder fi nanciering, meer verpakkingen in het huisvuil en op straat, is dat de juiste verhouding?

De branche oriënteert zich op alle mogelijke alternatieven om invulling te geven aan de gewenste afvalvermindering en grotere recyclingresulta-ten. Daarnaast zien we dat gemeenten, als gevolg van kortingen op het gemeentefonds, onderhoud aan de openbare ruimte c.q. kwaliteitsnor-men van de openbare ruimte neerwaarts bijstellen. Het is dus zaak om de aanvoer van alle mogelijke afvalstromen zoveel als mogelijk te beperken.

Ook in de Afvalbrief, al is dat minder prominent, is het hoogste goed op de welbekende ladder van Lansink, namelijk preventie van afval, be-noemd. Is het dan niet vreemd dat een belangrijke maatregel ter voor-koming van afval dreigt te worden afgeschaft in plaats van uitgebreid?

Maart, een nieuwe lente ? Gaat de klok nu voor- of achteruit?

Een nieuwe LenteHet is weer maart, natuur komt tot leven, de lente in aantocht, de klok vooruit! Een nieuwe lente, een nieuw geluid? We wachten allemaal met spanning op de uitkomsten van de diverse discussies over de Afvalbrief, de toekomst van het verpakkingendossier en natuurlijk het Statiegeld.

Komt er een ander geluid? Geven we invulling aan de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven daar waar het gaat om verpakkingen? Belonen we de consument voor zijn bereidheid tot afvalscheiding? Of belonen we de industrie door statiegeld af te schaffen en zadelen we de gemeenten én de consument op met de kosten van zwerfafval.

Verpakkingenbelasting wordt als fi nancieringsstroom voor de inzameling van verpakkingen afgeschaft. Bij af-

Stem meeVerlaging van de schoon-

heidsgraad in de openbare

ruimte kost alleen maar geld

Eens

Oneens

Reageren?

Ga naar www.nvrd.nl

Uitslag van de

poll februari

Afval scheiden in grote

steden moet verplicht

worden.

Eens: 82%

Oneens: 18%

Verder discussiëren

over dit onderwerp?

Sluit u aan bij de GRAM

lezersgroep op LinkedIn.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 5 09-03-12 09:16

Page 6: GRAM maart 2012

6 GRAM | maart 2012

HOE DOEN ZIJ DAT ?het gebruik van een publieks Avoor buitenbeheer

DEZE MAAND:

Welke app gebruikt u en waarom

deze?

Tijdens een beurs zag ik de Buiten Beter

app. Het leek mij een goed systeem.

Hoeveel meldingen heeft uw ge-

meente ontvangen?

Sinds juni 2011 informeren we de bur-

ger over deze app. Het eerste half jaar

leverde dat 170 meldingen op. Wat je

wel merkt, is dat het aantal meldingen

via de app fl ink toeneemt na een publica-

tie. Daarna neemt het ook snel weer af. Je

moet dus blijven communiceren.

Hoe werkt de integratie tussen app

en het bestaande meldsysteem?

Het is aan elkaar gekoppeld. Een melding

die via de app binnenkomt, wordt opge-

nomen in het bestaande meldsysteem.

Hoe worden de meldingen verwerkt?

De medewerker verwerkt de melding

in het bestaande meldsysteem, daarna

stuurt hij dit naar de betreff ende mede-

werker die het probleem gaat oplossen.

Wat is het belangrijkste voordeel/

nadeel van de app?

Via de foto en de gps-gegevens zien me-

dewerkers meteen waar het probleem

zich voordoet en wat er aan de hand is.

Hierdoor nemen zij ook de juiste mate-

Caroline van den Elsen

wethouder gemeente Veghel, 37.000

inwoners. Contact: [email protected]

Via een buitenbeheerapp als Buiten Beter, Verbeterdebuurt en Opgeruimd, kan iedereen met een smartphone (Blackberry, iPhone en dergelijke) ongeregeldheden melden zoals een kapotte lantaarnpaal, opgeblazen prullenbak of illegale vuilstort. Men hoeft niet, zoals gebruikelijk, het meldpunt van de gemeente te bellen, maar doet de melding via de gratis app. Gebruikers maken een foto en geven een korte beschrijving van het probleem. Deze gegevens worden via de app rechtstreeks naar de gemeente gestuurd. Dankzij een gps-systeem weet de ontvanger, de gemeente, exact waar de foto is gemaakt en dus welke locatie het betreft. Eindhoven was in 2010 de eerste gemeente die met een publieksapp voor buitenbeheer werkte. Inmiddels hebben tientallen gemeenten dit systeem in gebruik.

Gemeente VeghelWaarom koos uw gemeente voor

een app?

Het is een makkelijke en innovatieve ma-

nier om onregelmatigheden te melden.

Inwoners kunnen 24 uur per dag, zeven

dagen in de week de app gebruiken. Het

is een aanvulling op het bestaande meld-

systeem.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 6 09-03-12 09:16

Page 7: GRAM maart 2012

In dit benchmarkartikel leggen vier verschillende organisaties uit hoe hun inwoners via een App op de smartphone melding kunnen doen van allerlei zaken in de openbare ruimte. De organisaties lichten dit toe en benoemen de voor- en nadelen.

tekst: Hetty Dekkers

rialen mee. Voorheen kreeg je bijvoor-

beeld een melding dat ‘een lantaarnpaal

aan het begin van de straat’ kapot is. Het

is dan onduidelijk waar de lantaarnpaal

zich bevindt.

Verbeterpunten mogelijk?

Eigenlijk niet. Ook de burgers zijn tevre-

den. Via de app geven zij in vier stap-

pen een melding door, het werkt dus

heel eenvoudig. Het enige nadeel is dat

nog niet iedereen een smartphone heeft.

Daarom moet je je bestaande kanalen om

meldingen door te geven (telefoon, web-

site en balie) zeker handhaven.

Tips voor andere gemeenten?

Informeer de burgers met regelmaat over

het bestaan van de Buiten Beter app.

Steeds meer mensen kopen een smart-

phone en hebben hierdoor de mogelijk-

heid om gebruik te maken van deze app.

Daarnaast merken we dat mensen de app

pas downloaden als er iets te melden valt.

Gemeente HuizenWaarom koos uw gemeente voor

een app?

April vorig jaar voerden we zaakgericht

melden in, dat wil zeggen dat burgers

hun meldingen voortaan digitaal via in-

ternet kunnen doen, zodanig dat ze de

afhandeling van de melding kunnen vol-

gen. Toen leek het ons logisch om ook

een app in gebruik te nemen. Het ge-

bruik van sociale media is een ontwikke-

ling die niet meer te stoppen is.

Welke app gebruikt u en waarom

deze?

Buiten Beter, omdat die app toevallig op

ons pad kwam. Het was mij destijds niet

bekend dat er ook andere apps bestaan.

Hoeveel meldingen heeft uw ge-

meente ontvangen?

Sinds het zaakgericht melden via de

website hebben we zo’n 4000 meldingen

App

ontvangen en verwerkt. Slechts een paar

procent daarvan is via de app gegaan.

Overigens nam het totaal aantal mel-

dingen sterk toe sinds april. Er is bijna

sprake van een verdubbeling.

Hoe werkt de integratie tussen app

en bestaand meldsysteem?

Dat is allemaal gekoppeld, zodat alles in

hetzelfde systeem terechtkomt. Er moe-

ten wel steeds een paar menselijke han-

delingen verricht worden; de koppeling

is niet geheel automatisch.

Hoe worden de meldingen verwerkt?

Via het meldsysteem worden de bood-

schappen in categorieën verdeeld en ko-

men ze bij de juiste ambtenaar terecht.

De gemeente moet binnen vijf dagen de

klacht hebben behandeld.

Wat is het belangrijkste voordeel/

nadeel van de app?

Voordeel is dat je met een foto en de gps-

gegevens meteen de juiste informatie

paraat hebt. Ook het digitaal verwerken

is een voordeel, dat kun je doen op een

moment dat het jou uitkomt. Dat kun je

beter inplannen dan telefonische meldin-

gen. Een nadeel is dat de drempel nu wel

erg laag is en dat sommige mensen ál-

les gaan melden. Bijvoorbeeld één blikje

GRAM | maart 2012 7

Peter Posthumateamleider wijkbeheer en service gemeente Huizen, 42.000 inwoners. Contact: [email protected]

120177_GRAM_mrt_2012.indd 7 09-03-12 09:16

Page 8: GRAM maart 2012

8 GRAM | maart 2012

HOE DOEN ZIJ DAT ?Stadsdeel Amsterdam-WestWaarom koos gemeente voor een

app?

De app is een mooie aanvulling op de be-

staande communicatiemiddelen. Je kunt

gemakkelijk en snel meldingen doorge-

ven over viezigheid, rommel of slecht

onderhoud op straat.

Met de app wil de gemeente Amsterdam

de dienstverlening aan de burger verder

verbeteren.

Welke app gebruikt u en waarom

deze?

Wij gebruiken de app Opgeruimd. De

achterliggende software wordt ook ge-

bruikt in een aantal andere gemeenten.

In opdracht van de gemeente Amsterdam

is Opgeruimd in een Amsterdams jasje

gegoten.

Hoeveel meldingen heeft u ontvan-

gen?

Stadsdeel West had de eer om uit te tes-

ten of een dergelijk communicatiemiddel

zou aanslaan. En dat bleek. We hebben

gedurende de proefperiode – juni tot en

met november – gemeten hoe vaak de

app gedownload is; in totaal 1312 keer.

In die periode zijn er 729 meldingen bin-

nengekomen.

Hoe werkt de integratie tussen de

app en bestaand meldsysteem?

De meldingen via de app worden op de-

zelfde wijze behandeld als de meldingen

die via de andere communicatiekanalen

bij ons binnenkomen. Medewerkers van

het contactcenter zorgen ervoor dat ze

geregistreerd worden en dat ze bij de

juiste personen terechtkomen.

Hoe worden de meldingen verwerkt?

Voor alle meldingen die bij het stadsdeel

binnenkomen, geldt dat we ze binnen 48

uur afhandelen. Als dat niet lukt, probe-

ren we zo nauwkeurig mogelijk te laten

weten wanneer we het kunnen oplossen.

naast een vuilniszak. Voorheen meldden

mensen zulke futiliteiten niet en raapten

ze het blikje misschien zelf op. De app

kan, als het zo doorgroeit, weleens tot

overbelasting leiden.

Verbeterpunten mogelijk?

Die menselijke handelingen, om de app-

melding te koppelen aan het bestaand

meldsysteem, zag ik liever niet. Voor je

het weet heb je mensen met een muis-

arm.

Tips voor andere gemeenten?

Zeker doen. Al met al is het een waar-

devolle aanvulling voor je meldsys teem

en een goede service naar de burger toe.

Gemeente SchiedamWaarom koos uw gemeente voor

een app?

We zijn intensief bezig om de dienstver-

lening rondom klachten en meldingen te

verbeteren. Een gebruiksvriendelijke app

past daar goed in.

Welke app gebruikt u en waarom

deze?

Buiten Beter, mede omdat deze app voor

veel verschillende smartphones beschik-

baar is. Uit ervaringen van andere ge-

meenten had ik begrepen dat Buiten Beter

goed werkt, vooral voor meldingen van

zwerfvuil. Maar dat zal voor andere apps

ook gelden. Ik vind het een beetje jam-

mer dat er nu weer allerlei verschillende

systemen op de markt worden gebracht.

Eén systeem zou zo veel handiger zijn.

Hoeveel meldingen heeft uw ge-

meente ontvangen?

Wij zijn nu een paar maanden bezig, dat

heeft nog geen hausse van klachten op-

geleverd.

Hoe werkt de integratie tussen app

en bestaand meldsysteem?

Prima. Buiten Beter is gekoppeld aan ons

zaaksysteem, dus in plaats van dat we

een mail over moeten typen staat de mel-

ding meteen in ons systeem.

Hoe worden de meldingen verwerkt?

Klachten over zwerfvuil, kapot straat-

meubilair en dergelijke gaan naar Irado.

Sommige klachten of vragen, waar wij als

gemeente geld voor beschikbaar moeten

stellen, behandelen we zelf. Bijvoorbeeld

als iemand vraagt om een extra afvalbak

op straat.

Wat is het belangrijkste voordeel/

nadeel van de app?

Ik ben er heel blij mee. Je weet direct

wat er aan de hand is, maar je hebt ook

meteen de contactgegevens. Vooral bij

meldingen via e-mail ben je soms lang

aan het zoeken voor je alle gegevens

compleet hebt.

Verbeterpunten mogelijk?

Eigenlijk niet.

Tips voor andere gemeenten?

Gewoon doen. We hebben er nog geen

cijfers van, maar ik vermoed dat we met

de app een jonge doelgroep beter berei-

ken. Jongeren waren tot nu toe een moei-

lijk bereikbare doelgroep.

Nicole Cup

procesmanager afval, reiniging en

gladheid gemeente Schiedam,

75.000 inwoners.

Contact: [email protected]

120177_GRAM_mrt_2012.indd 8 09-03-12 09:16

Page 9: GRAM maart 2012

Adv Protempo

1/2

Containerwielen van Haco...

Protempo bvPostbus 21, 6500 AA NIJMEGEN NederlandTel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)[email protected] www.protempo.eu

103

Bel voor informatie:

... besparen u mankracht!Haco wielen maken uw containers écht mobiel.De garantie voor uitstekende rijeigenschappen.

van dit onderzoek, bepalen we hoe we

meldingen via Opgeruimd en soortge-

lijke apps zo optimaal mogelijk kunnen

verwerken.

Tips voor andere gemeenten?

In veel gevallen kunnen we meldingen

voor andere diensten en bedrijven auto-

matisch doorsturen. Moet je gaan door-

verwijzen, dan krijgt de burger al snel

het gevoel dat hij van het kastje naar

de muur wordt gestuurd. Dat geldt natuur-

lijk altijd, maar met een eigen app schep

je wel de verwachting dat alles makke-

lijker en sneller gaat. Goede werkafspra-

ken maken met andere diensten is een

must. Nog een tip: we krijgen ook

regelmatig meldingen en foto’s via Twit-

ter of Facebook. Bijvoorbeeld van over-

volle containers waar niets meer bij

kan. Spreek in de organisatie goed af wie

deze kanalen in de gaten houdt en wie

de actie inzet.

Het kan ook zijn dat het gaat om iets dat

wij als stadsdeel niet kunnen oplossen.

In dat geval sturen we de melding zelf

door of verwijzen we de burger naar de

juiste instantie.

Wat is het belangrijkste voordeel/

nadeel van de app?

Het voordeel is de snelheid en het ge-

mak. Daarbij is het ook heel handig dat

je een foto mee kunt sturen. Een nadeel

is dat de positiebepaling via gps niet al-

tijd even nauwkeurig is; zeker niet als er

veel hoge gebouwen in de buurt staan.

Dit probleem komt vaker voor bij gps-

apparaten.

Verbeterpunten mogelijk?

Opgeruimd is een succes, maar wordt

nu niet verder ontwikkeld omdat er nu

onderzoek gedaan wordt naar vervan-

ging van het huidige meldingenregistra-

tiesysteem. Afhankelijk van de uitkomst

Hetty Welschenwethouder (portefeuillehouder Dienst-verlening), Stadsdeel Amsterdam-West, 133.000 inwoners.

Contact: [email protected]

120177_GRAM_mrt_2012.indd 9 09-03-12 09:17

Page 10: GRAM maart 2012

10 GRAM | maart 2012

Beleidsmedewerkster Carlijn van Tijen: “Zwerfvuil

langs rivieren en ander water is niet alleen lelijk, maar

ook een zeer hinderlijk en kostbaar probleem voor

stuwen, havens en dijkbeheerders. Bovendien vormt

klein plastic een gevaar voor dieren die in het water

leven. Het aanwijzen van één eindverantwoordelijke

partij om het probleem aan te pakken blijkt niet goed

te werken; samenwerking met alle betrokken partijen

is nodig.”

Vervuiling van de zeeUit een onderzoek naar plastic afval in rivieren van José

van Paassen (december 2010), in opdracht van Stich-

ting de Noordzee uit Utrecht, blijkt, niet geheel onver-

wacht, dat plastic afval in rivieren de grootste bron is

van de plasticvervuiling van de zee. Een deel daarvan

spoelt aan op stranden. Het zeeplastic levert onder

meer gevaar op voor zeedieren en vogels. Volgens het

onderzoek van Van Paassen wordt in Nederland naar

schatting jaarlijks 250 miljoen euro besteed aan het

opruimen van zwerfvuil. Beheerders van waterwegen,

Rijkswaterstaat en de waterschappen nemen 10,5 mil-

joen euro van deze kosten voor rekening. Dan gaat het

vooral om zwerfvuil in de grote rivieren, maar ook in

de kleine waterlopen. Een groot deel van de kosten

wordt aan reiniging (69%) uitgegeven. Maar ook het

plaatsen van afvalbakken neemt een deel van het bud-

get (19%) in.

door Ronald Schalekamp

Zwerfvuil in water is groot probleem Jaarlijks worden er miljoenen uitgegeven om zwerfvuil bij water – soms moedwillig gedumpt – op

te ruimen. In de Provincie Limburg worden de krachten gebundeld om het afvalprobleem bij de

Maas aan te pakken.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 10 09-03-12 09:17

Page 11: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 11

SchoonmakerAls beheerder van alle Rijkswateren doet Rijkswater-

staat veel om ons water schoon te maken en te hou-

den. Rijkswaterstaat heeft de taak afval uit rivieren op

te ruimen als het risicovol is voor scheepvaart, stuwen

of andere kunstwerken. Verder wordt Rijkswaterstaat

ingeschakeld bij calamiteiten. Bij bijvoorbeeld een olie-

ramp of bij vervuiling door chemicaliën treedt Rijkswa-

terstaat op als schoonmaker. Maartje van der Helm van

Rijkswaterstaat: “Waar gewenst sluiten wij voor het op-

ruimen van zwerfvuil aan bij initiatieven van provincies

en waterschappen.” Ze verwijst naar de samenwerking

in Limburg, waar partijen al langer samenwerken, om-

dat men langs de Maas veel last heeft van zwerfafval.

Ruud van Heel van Waterschap Roer en Overmaas weet

er alles van: We geven jaarlijks meer dan 150.000 euro

uit aan het opruimen van zwerfafval langs en in beken,

regenwaterbuff ers en kaden. Het probleem is gigan-

tisch. Mensen gooien rotzooi op straat. Het verwaait

en komt in het water terecht. Wij zitten vervolgens met

een probleem van vervuiling en bijvoorbeeld verstop-

pingen van stuwen. Het probleem moet aangepakt

worden bij de bron. “Gedragsverandering is nood-

zakelijk.” Van Heel ziet een deel van het probleem in

het diftar inzamelsysteem. “We hebben te maken

met veel dumpingen in het buitengebied. Het diftar

systeem moet onder de loep. Natuurlijk is het ook een

grensoverschrijdende problematiek. We hebben er bij

Dijken kwetsbaar door drijfvuilNiet alleen in het Zuiden van Nederland speelt de vervuilingproblematiek van water. Ook Waterschap Rivierenland heeft ervaring met schoonmaakacties. Het waterschap beslaat 38 gemeenten in Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Het gebied telt ongeveer 1 miljoen inwoners en het waterschap heeft de zorg over onder meer de dijken langs de grote rivieren. Met het oog daarop wordt het drijf-vuil dat na een hoogwaterperiode achterblijft op veel dijken in opdracht van het Waterschap Rivierenland opgeruimd. Teamleider dijkbeheer Dert van Ree ver-telt: “Drijfvuil dat blijft liggen op de dijken verstoort de grasmat. Hierdoor worden de dijken kwetsbaarder. In januari 2011 hadden we bijvoorbeeld een hoogwa-terperiode, waarna veel drijfvuil achterbleef langs Rijn, Lek, Maas, Waal en Merwede. Dit is voor een groot deel plantaardig materiaal, maar ook zwerfvuil, waar-onder hout, glazen fl essen, metaal zoals blikjes en spuitbussen en allerlei soorten plastic en verpakkings-materiaal. Het organische materiaal willen we niet op de dijk hebben, omdat het verteert en een vorm is van overbemesting en verstikking met dode plekken in de grasmat als gevolg. Later ontstaat op deze kale plekken ruigtebegroeiing en pioniervegetatie waar-door het dijktaluud minder goed is beschermd tegen erosie en golfafslag. Een gevarieerde en soortenrijke grasmat met een goede doorworteling is de beste natuurlijke bescherming hiertegen. Het niet verteer-bare zwerfvuil is vooral lastig wanneer het gras in de zomer weer gemaaid moet worden. Het afgemaaide gras heeft vaak nog een nuttige bestemming als vee-voer, maar is gevaarlijk voor de dieren als er glasscher-ven en metaalstukjes in zitten. Daarom geven wij na een hoogwaterperiode een aannemer de opdracht om het drijfvuil op te ruimen. Dat gebeurt dan rond begin april, voordat het gras begint te groeien. Hoe korter de grasmat, hoe beter je het aanspoelsel ziet en op kan ruimen. Je moet het ook niet te snel doen, want voor je het weet komt er nog een hoogwater-periode. Gemiddeld is de noodzaak er zo eens in de vijf jaar. Maar twee jaar achtereen komt ook voor. Het opruimen kost ons waterschap tussen de 150.000 en 200.000 euro, maar gelukkig niet elk jaar. Preventief is er niet veel mogelijk. Er kan erg veel aanspoelen in Nederland. Alles wat in het water komt en blijft drij-ven, komt uiteindelijk op de oever terecht; of het nu een rivierdijk is, of een Noordzeestrand. Wij ruimen op wat op de waterkering achterblijft en waar deze waterkering ons eigendom is. Als er bijvoorbeeld drijf-vuil achterblijft in de uiterwaarden van een rivier, dan is het de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat en de grondgebruikers.”

Ruud van Heel: “We hebben

te maken met veel dumpingen in het

buitengebied. Het diftar systeem

moet onder de loep.”

120177_GRAM_mrt_2012.indd 11 09-03-12 09:17

Page 12: GRAM maart 2012

12 GRAM | maart 2012

dation worden opgericht (zie ook http://plasticsoup-

foundation.org), die de verschillende activiteiten gaat

coördineren. Samen met studenten onderzoekt Twee-

huysen, die in het verleden vanuit DSM meewerkte aan

het convenant verpakkingen, de omvang van het af-

valprobleem in de Maas. “Vreemd genoeg is er weinig

onderzoek gedaan naar de zwerfvuilproblematiek van

rivieren. Als zeiler kom ik regelmatig op de Maas en zie

ik dat het probleem enorm is. Op rivieroevers spreek

je vooral van hinder, omdat het niet toxisch is. In zee

is het probleem echter veel groter. Chemische afval-

stoff en komen vrij en het plastic valt uiteen in kleine

microdeeltjes die een gevaar vormen voor zeedieren,

watervogels en het milieu.”

Normering ontwikkelenMet een soort catamaran en een net inventariseren

Tweehuysen en zijn studenten wat voor zwerfvuil er

in het water aanwezig is. Maar ook waar, op welk tijd-

stip en zo mogelijk waar vandaan. Men wil ook weten

welk deel van de vervuiling te wijten is aan rioolpro-

blemen en welk deel aan zwerfafval. Ook wordt na-

gedacht over mogelijkheden om het zwerfvuil uit het

water te verwijderen. Tweehuysen: “Belangrijk is dat

er kengetallen komen die het probleem in kaart bren-

gen. Er bestaan wel normen voor de waterkwaliteit op

basis van opgeloste stoff en, maar niet voor de niet-

opgeloste stoff en. Er is dus ook geen wettelijk kader

om die vervuiling aan te pakken. Er moet een norm

komen op basis waarvan we dit grensoverschrijdende

probleem kunnen aanpakken. Alles wat we in Zuid

Limburg (Eijsden) op de oevers in de vegetatie hebben

hangen, komt uit België en Noord-Frankrijk. Internati-

onale samenwerking en afstemming is dus absoluut

noodzakelijk.”

Ver van het bedTweehuysen beseft dat het probleem van plastic in de

zee voor veel mensen een ver-van-mijn-bedshow is.

“Dat is volkomen onterecht. We zijn veel te nonchalant

over wat we allemaal via de rivieren in de zee terecht

laten komen. Eenmaal in zee kun je er niets meer aan

doen, maar daar ontstaan de problemen pas écht.

Daarin moeten wij onze verantwoordelijkheid kennen

en nemen.” ■

de Internationale Maascommissie IMC al aandacht voor

gevraagd.”

Haal het zwerfvuil uit de MaasIn 2012 start het project ‘Haal het zwerfvuil uit de Maas’

(voorlopige werktitel). De Provincie Limburg trekt de kar,

onder leiding van gedeputeerde Patrick van der Broeck.

De nieuwe aanpak is er één van grootschalige samen-

werking. Het programma Gemeente Schoon brengt in

Limburg de mogelijke samenwerkingspartners voor

het schoonmaken van het water in kaart. Carlijn van

Tijen van de Provincie Limburg: “Bij de samenwerking

betrekken we onder meer gemeenten, waterschappen,

Rijkswaterstaat, de Vuilwaterwacht, agrariërs, vrijwil-

ligersorganisaties, sport(vis)verenigingen en natuurter-

reinbeheerders. De opruimactie wordt gezamenlijk ge-

organiseerd. Er zijn ook genoeg vrijwilligers die willen

helpen. Het gaat vooral om goede coördinatie.”

Mosa PuraDocent Gijsbert Tweehuysen is vanuit de Hogeschool

Zuyd het project Mosa Pura (schone of zuivere Maas)

gestart. Het doel: in 2020 is de Maas schoon bij Mook.

Binnenkort moet ook de Stichting River Litter Foun-

Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen in gevecht tegen zwerfvuilOnder de naam Recreatie Midden-Nederland werken vier recrea-tieschappen samen: Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied, Recreatieschap Stichtse Groenlanden, Recrea-tieschap Vinkeveense Plassen en Plassenschap Loosdrecht en om-geving. Op de Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen beheert men ook de vaarwegen. Met verschillende verordeningen zijn de regels voor gebruikers van de waterrijke omgevingen vastgelegd. Huis-houdelijk afval van beperkte omvang mag in de daartoe bestemde afvalbakken worden gedeponeerd. Op de verschillende recreatieve eilandjes in het gebied is een ophaalsysteem ingericht. De 1000-li-ter containers – of groter – worden in het seizoen meerdere keren per week geleegd. Alex van der Heiden, opzichter recreatievoor-zieningen in de Vinkeveense en Loosdrechtse Plassen, vertelt: “Het is echt niet nodig dat afval in het water verdwijnt. En toch gebeurt het veel te vaak. Er ligt enorm veel zwerfvuil in het water, van tuin-afval en plastic tot piepschuim.Vaak gaat het om recreatieafval. In de Vinkeveense Plassen ruimen we regelmatig de waterkanten op. In de Loosdrechtse Plassen is dit lastiger door de begroeiing. Veel zwerfvuil komt diep in het riet terecht, wat tot beschadiging van het riet leidt. Het is dus niet alleen heel lelijk, maar ook schadelijk.” Het grootste probleem is volgens Van der Heiden de verkeerde instel-ling van mensen. “Gooi het maar van je af. Men hoort toch echt beter te weten. Maar bekeuren is lastig, want je moet het wel ter plekke constateren.”

Foto’s: Gijsbert Tweehuysen

120177_GRAM_mrt_2012.indd 12 09-03-12 09:17

Page 13: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 13

Spaarnelanden kent een lange traditie – meer dan 70

jaar – in het schoonhouden van de Haarlemse grachten,

watergangen (sloten, kanalen) en Het Spaarne, in totaal

zo’n 60 km. Dagelijks varen drie medewerkers uit op

visvletten, die Spaarnelanden speciaal voor dit werk

heeft laat bouwen.

Welvaartvuil“In 2011 is bij benadering circa 100 ton opgevist aan

welvaartvuil uit de openbare wateren. Dit varieert

van huisvuilzakken tot aan fi etsen en banken, maar

’s winters ook kerstbomen”, meldt Arno de Wit, senior

coördinator bij Spaarnelanden. De Wit stuurt de vuilvis

medewerkers aan. Het opgeviste afval wordt op het mi-

lieuplein van Spaarnelanden grof uitgesorteerd op her-

bruikbare producten (apart afgevoerd naar verwerkers

van deze stromen) waarna de restfractie daarna alsnog

naar een recyclingbedrijf wordt afgevoerd. Over de

kosten zijn afspraken gemaakt tussen gemeente Haar-

lem, Rijnland en Spaarnelanden.

Sloten schouwenTot 2009 onderhield de gemeente Aalsmeer zelf de

meer dan 40 km sloot binnen haar grenzen. Sinds dat

jaar is het werk uitbesteed aan De Meerlanden, net zo-

als in Hillegom en Lisse. André Bokhorst van de ge-

meente: “Een tot twee keer per jaar worden de sloten

geschouwd, de begroeiing weggehaald en de water-

gangen vrijgehouden.” In Aalsmeer worden veel bouw-

projecten uitgevoerd, dat betekent erg veel bouwvuil

in de sloten: piepschuim, hout en plastic, naast het ‘ge-

wone’ drijfvuil zoals fi etsen en drankblikjes. In totaal

levert dat 600 tot 650 ton groenvuil en tussen de 10 à

20 ton aan drijfvuil op.

Bokhorst: “Het materiaal voor het onderhoud en

schoonmaken – de maaikorven, hydraulische kranen

en de benodigde tractoren- wordt ingehuurd volgens

een bestek.” Het drijfvuil wordt afgevoerd en ver-

brand, het slootvuil wordt extern gecomposteerd.

De kosten: bermen en slootbestek e 150.000,- ; zwerf-

en drijfvuil verwijderen e 8.400,- (200 uur x e 42.000);

afvoer e 26.000,- à e 30.000. Maximale kosten per jaar

e 188.400,-.

PreventiePreventie van vervuiling van wateren blijkt lastig. “Hoe

wil je dat vormgeven?,” vragen ze zich bij De Meerlan-

den af. Bij projecten op scholen besteedt Spaarnelan-

den er aandacht aan door te laten zien wat de gevolgen

zijn van vuil in het water. ■

Tekst: Geke Wassink

Dagelijks vuilvissen in watergangen

Water nodigt uit tot dumpen van afval. Bij Spaar-

nelanden bijvoorbeeld, het Haarlems onderhouds-

bedrijf voor de openbare ruimte, vissen mede-

werkers complete bankstellen uit het water. In

Aalsmeer vinden ze weer veel bouwafval in de slo-

ten. Je kunt als gemeente kiezen de watergangen

in eigen beheer schoon te houden, uitbesteden kan

uiteraard ook. Van beide opties een voorbeeld.

Een vervuilde sloot in Aalsmeer

De boot van Spaarnelanden voor het vuilvissen

120177_GRAM_mrt_2012.indd 13 09-03-12 09:17

Page 14: GRAM maart 2012

14 GRAM | maart 2012

Avri in Geldermalsen is het afvalbedrijf van het samen-

werkingsverband Regio Rivierenland in Zuidwest-Gel-

derland. Per jaar zamelt Avri in deze regio voor tien

gemeenten op jaarbasis circa 115.000 ton huishoude-

lijk afval in. Sinds eind 2010 legt het bedrijf zich steeds

meer toe op de zorg voor een schone leefomgeving.

Met ondersteuning van het programma Gemeente

Schoon werd de onlangs beëindigde IBORplus-proef

gehouden in de Culemborgse wijk Terweijde. De be-

trokkenheid van Gemeente Schoon omvatte onder-

steuning bij de aanpak van een gebiedstraject: in dit

geval een winkelcentrum met aansluitend woningen

en twee thematrajecten op het gebied van monitoring

en burgerparticipatie. Met deze proef wilde Avri samen

met de gemeente Culemborg ervaring opdoen met een

werkwijze die ze zelf omschrijft als IBORplus. Voor zo-

ver nodig: IBOR staat voor ‘Integraal Beheer Openbare

Ruimte. De plus staat voor de koppeling van integraal

en beeldkwaliteitgestuurd beheer aan directe gedrags-

beïnvloeding van de gebruikers van de openbare ruim-

te én aan burgerparticipatie.

HandhavingBij de door Avri gekozen werkwijze om ook in te zetten

op gedragsbeïnvloeding is een belangrijke rol wegge-

legd voor een wijkmeester. Die is namelijk voor de be-

woners het herkenbare en direct aanspreekbare meld-

punt van vervuilde plekken en is ook coördinator voor

de inzet van middelen. Dat laatste is van belang, om-

dat het Avri en Culemborg daarmee mogelijk maakte

om bijvoorbeeld de veegmachine gericht in te zetten.

Projectleider Geerits zegt daarover: ”In het kader van

deze proef zijn wij overgestapt van het op de automa-

tische piloot op vaste tijden vegen volgens een vaste

route naar het in overleg met de wijkmeester alleen

vegen van plekken die vervuild zijn. Een ander belang-

rijke element van de ‘plusaanpak’ en van de taak van

de wijkmeester daarin is voorlichting én het toezien

op strikte handhaving Dit totale pakket noemde Avri-

directeur Erik de Vries begin 2011, toen de proef op

het punt stond van start te gaan: “Uniek in afvalland.

Wij zijn het eerste afvalverwijderingsbedrijf waar bur-

gerparticipatie, gedragsbeïnvloeding en handhaving

bij het beheer van de openbare ruimte worden geïn-

tegreerd.” Daarbij sprak hij haast profetische woorden

met de voorspelling dat het ‘bezuinigingspotentieel

van deze aanpak ligt tussen de 10 en 40 procent’.

Positieve balansAvri is bij de proef met IBORplus niet over één nacht

ijs gegaan. Het project begon eind 2009 met een pre-

sentatie voor de in Avri deelnemende gemeenten over

kwaliteitgestuurd beheer en de concrete uitvoering

daarvan in de openbare ruimte. De gemeente Culem-

borg bood zich daarna aan als proefkonijn. Vervolgens

begon de proef eind 2010 met een looptijd van een

jaar. Nu is dan de positieve balans opgemaakt. Volgens

projectleider Geerits en communicatieadviseur Anne-

mieke Brinkman is daaruit gebleken dat de IBORplus

aanpak niet alleen in harde pecunia winstgevend is: de

kosten van vegen, legen en het opruimen van zwerf-

afval in de proefperiode zijn gedaald van 40.000 euro

naar 32.000 euro. Uit belevingsonderzoek is ook ge-

bleken dat de bewoners vinden dat de wijk schoner is

geworden. “Al met al een heel mooi resultaat,” zeggen

Geerits en Brinkman. De overige Avri-gemeenten heb-

ben volgens hen enthousiast gereageerd op de behaal-

de resultaten in Culemborg. Zo gaat de buitendienst

van de gemeente Buren per 1 maart 2012 over naar

Avri. Geleidelijk gaat Avri ook hier het beeldgericht

werken introduceren. De gemeente Culemborg heeft

besloten zelfstandig verder te gaan met het op IBOR-

plus leest geschoeid beheer van de openbare ruimte.

GEHEIME WAPEN AVRI HEET IBORPLUS

door Laurent Chevalier

Mix IBOR, gedragsbeïnvloeding, part

Bij Avri zijn ze er beretrots op dat de in het afgelopen jaar in

een Culemborgse wijk gehouden ‘IBORplus-proef’ z’n vruchten

heeft afgeworpen. Als bewijs vertelt Ivo Geerits, beleidsadvi-

seur en projectleider, dat de wijk schoon en op orde is en dat de

reinigingskosten dankzij deze proef zijn gedaald met een dikke

21 procent, met zelfs een mogelijke doorloop naar 36 procent.

Ivo Geerits van AVRI: “IBORplus toont aan dat je door slimmer

te werken kostenbesparingen kunt realiseren zonder aan

kwaliteit in te leveren.”

120177_GRAM_mrt_2012.indd 14 09-03-12 09:17

Page 15: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 15

Gedragsbeïnvloeding Over de gedragsbeïnvloeding door voorlichting zegt

Brinkman: “Dat is niet iets wat je een keertje moet doen.

Om eff ect te hebben, vooral onder jongeren, moet je

dergelijke acties in overleg met de scholen regelmatig

herhalen. Als onderdeel van het voorlichtingspakket

hebben wij bij het begin van de proef voor de jeugd in

de wijk Terweijde een succesvolle graffi tiworkshop ge-

organiseerd. Bovendien werd in samenwerking met het

Culemborgse ‘Veiliger Wijk Team’ en het Koningin Wil-

helmina College een actie georganiseerd om zwerfafval

op de snoeproute tegen te gaan. Die actie bestond uit

voorlichting op school over het belang van een schoon

milieu en over de manier waarop jongeren daar, bij-

voorbeeld ook via maatschappelijke stages, zelf hun

steentje aan kunnen bijdragen. Als onderdeel van het

plan van aanpak hebben wij ouders schriftelijk geïnfor-

meerd en werd hen gevraagd om zelf ook het belang

van een schoon milieu bij hun kinderen onder de aan-

dacht te brengen. Ander onderdeel van onze actie was

strikte handhaving. Dat leidde tot beduidend minder

zwerfafval op straat, maar ook tot 19 boetes voor di-

verse scholieren. De bedragen varieerden van 50 tot

100 euro.” De voorlichtingsacties hebben aangetoond

dat jongeren tussen 14 en 18 jaar het moeilijkst te be-

reiken zijn. “Dat is best een punt van aandacht,” zegt

Brinkman. Ze voegt daaraan toe dat het de moeite waard is hier samen

met Gemeente Schoon nog eens goed naar te kijken. ‘Misschien is het

wel iets voor een apart thematraject.”

LeerpuntenDe proef in Culemborg heeft volgens projectleider Geerits diverse be-

langrijke leerpunten opgeleverd. “Als je als gemeente met IBOR of nog

beter IBORplus aan de slag wilt gaan, moet je alle acties en daaruit

voortvloeiende kosten tijdig in de begroting en bestekken van de ge-

meente opnemen. En de diverse activiteiten goed afstemmen met alle

betrokken partijen, waaronder ook eventuele onderaannemers. Verder

moet je er voor zorgen dat alle betrokkenen elkaar in een zo vroeg

mogelijk stadium leren kennen en via interne communicatie ook van

de ontwikkelingen en vooral resultaten op de hoogte blijven. Dat loopt

van de wijkmeester en het overige uitvoerende personeel van de rei-

nigingsdienst tot winkeliers, bewoners, scholen en de politie voor de

handhavende taak. Belangrijk is verder om bij de start de nulsituatie

voor de diverse onderdelen van IBORplus aanpak over het hele front

goed te inventariseren en vast te leggen. Hetzelfde geldt voor tus-

sentijdse inventarisaties en rapportages. En zoals al gezegd, gedrags-

beïnvloeding is geen eenmalige zaak. Het is een kwestie van steeds

weer doen en dus van lange adem. Deze proef heeft ons verder geleerd

dat het in tijden van schaarste en bezuinigingen mogelijk is om, zon-

der aan kwaliteit in te leveren, fi kse kostenbesparingen te realiseren

door slimmer te werken. Dan moet je voor het beheer van de open-

bare ruimte natuurlijk wel kiezen voor een integrale aanpak met een

wijkmeester. Bovendien moet je niet alleen afspraken maken over het

kwaliteitsniveau, maar moet je ook beeldgestuurd reinigen en inzetten

op gedragsbeïnvloeding van de gebruikers van de buitenruimte. Voor

mij is dat kort gezegd: werken volgens IBORplus.” Over de samenwer-

king met Gemeente Schoon (Agentschap NL) zijn Geerits en Brinkman

positief. “We hebben veel support gekregen vanuit Gemeente Schoon.

Het zou jammer zijn als dit programma aan het eind van dit jaar zou

moeten stoppen als het Afvalfonds wordt opgeheven en er geen andere

fi nanciering komt. Dat zou een fl inke stap achteruit betekenen.” Op

de vraag of het probleem van zwerfafval door IBORplus defi nitief kan

worden geëlimineerd, antwoorden Geerits en Brinkman unaniem: “Dat

is een illusie. Het is wel mogelijk om het probleem met een eff ectieve

aanpak beheersbaar en betaalbaar te houden. Bovendien gaat het om

veel meer dan zwerfafval. IBORplus gaat over het totaalbeeld van de

openbare ruimte. Wij hebben aangetoond dat het voor het beheer van

de openbare ruimte een uitstekend instrument is.” ■

icipatie en handhaving is succesvol

Annemieke Brinkman: “De voorlichtings acties hebben aan getoond

dat jongeren tussen 14 en 18 jaar het moeilijkst te bereiken zijn.’’

120177_GRAM_mrt_2012.indd 15 09-03-12 09:17

Page 16: GRAM maart 2012

16 GRAM | maart 2012

In het vorig jaar – met ondersteuning van het pro-

gramma Gemeente Schoon – opgestelde ‘Maatwerk-

plan voor de aanpak van zwerfafval in het centrum

van Tiel’ is onder het hoofdstuk Participatie veel plaats

ingeruimd voor het betrekken en informeren van jon-

geren over de overlast van zwerfafval. Tiel mikt overi-

gens niet alleen op de lokale jeugd bij de strijd tegen

stadsvervuiling. De gemeente betrekt ook bewoners

van met name winkelstraten en ondernemers nauw

bij de strijd tegen het veelkoppige monster dat zwerf-

afval nu eenmaal nog steeds is. Het monster is overi-

gens niet alleen een ongewenste, maar ook zeer dure

kostganger. Per jaar is de gemeente Tiel, inclusief

stortkosten, bestekskosten en uren van eigen mede-

werkers, namelijk ongeveer 400.000 euro kwijt aan

het opruimen van zwerfafval.

Kwaliteit verbeterenHet probleem in Tiel is volgens Lamain voornamelijk

de combinatie van regulier zwerfafval en het zwerfaf-

val dat ontstaat bij de vele evenementen die worden

gehouden in deze fraaie historische en voor bezoekers

populaire Betuwse ‘hoofdstad’, waar het centrum re-

cent opnieuw is ingericht. Lamain zegt daarover: “We

besteden veel tijd en energie aan het schoonhouden

van het intensief gebruikte centrum. De evenementen

die vrijdagavond of zaterdagavond op de Waalkade

worden gehouden, hebben hun uitloop naar het cen-

trum, waar de evenementenbezoekers vaak het afval

op de eerste de beste plek neergooien.”

Het regulier ruimen van zwerfafval heeft Tiel georga-

niseerd in een beeldbestek van CROW, het nationale

kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer

en openbare ruimte. Voor het centrum van Tiel is het

kwaliteitsniveau A (‘er ligt weinig fi jn zwerfafval ofwel

gelijk of minder dan drie stuks per m2’) vastgesteld en

voor de overige stadsdelen geldt niveau B (‘er ligt re-

delijk veel fi jn zwerfafval, ofwel gelijk of minder dan

tien stuks per m2’). Lamain: “Elke vrijdag vindt er een

monitoring plaats, waarna we de gewenste schoon-

heidskwaliteit voor het weekend bepalen. We scheren

bewust niet alles over één kam, maar we werken selec-

tief. Op die manier kunnen we de schaarse middelen zo

eff ectief en gericht mogelijk inzetten. Het schoonhou-

den van de stad is grotendeels uitbesteed aan een lo-

kale aannemer. Als er grote evenementen zijn, springt

onze eigen buitendienst wel altijd bij. ’s Ochtends

vroeg moet het centrum er voor de eerste bezoekers

namelijk weer keurig bij liggen; op beeld gebracht,

zoals wij het zeggen. Deze aanpak is natuurlijk best

arbeids- en kostenintensief.”

MaatwerkplanDe hoofdvraag in het samen met Gemeente Schoon

en een extern adviesbureau opgestelde maatwerkplan

was: hoe kan Tiel de kwaliteit van het onderhoud van

het centrum nog verder verbeteren, zonder aanzien-

lijke kostenverhogingen. Om dat voor de toekomst uit

te dokteren, werd een analyse gemaakt van de Tielse

problematiek. Lamain vertelt dat medewerkers van

de gemeente daar nauw bij werden betrokken, omdat

zij de lokale situatie het beste kennen en uiteindelijk

ook zelfstandig verder moeten met de aanpak van het

zwerfafvalprobleem. Het accent van deze actie lag op

de ondersteuning via Gemeente Schoon van de commu-

nicatie naar de bewoners en ondernemers. Het zwaar-

tepunt ligt daarbij op het bewust maken van de diverse

doelgroepen, zoals ouderen, jongeren en ondernemers

van de grote overlast die zwerfafval veroorzaakt en de

aanzienlijke kosten die moeten worden gemaakt om

alles schoon en leefbaar te houden.

Knelpunten De eerste actie na de analyse van het probleem was

het benoemen van knelpunten. Aan de hand daar-

van werden concrete adviezen opgesteld, inclusief

de uitvoeringstermijn. Uit de analyse bleek nog eens

duidelijk dat de lokale problematiek vooral is gecon-

centreerd in enkele winkelstraten met restaurants, ter-

MAATWERKPLAN ZWERFAFVAL TIEL

door Laurent Chevalier

“Leer kinderen dat afval op straat gooien niet stoer is”

Voor Ron Lamain, Teamleider Realisatie en Uitvoering bij de gemeente Tiel, staat het als een paal boven

water: “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Daarom moet je het probleem van zwerfafval bij de bron

aanpakken. Dus bij de opvoeding. Leer kinderen dat afval op straat gooien niet stoer is, maar juist het

tegenovergestelde. Dat werkt ook door naar volwassenen.”

120177_GRAM_mrt_2012.indd 16 09-03-12 09:17

Page 17: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 17

rasjes en pleintjes waar ook twee keer per week de

markt wordt gehouden. Een quickscan toonde vervol-

gens aan dat de kwaliteit van de openbare ruimte in

de gemeente op zich best in orde is, behalve op de

momenten dat de gebruikersdruk door evenementen

en markten toeneemt. In het plan is bij het onderdeel

communicatie extra aandacht besteed aan het contact

met jongeren, omdat daar volgens alle deskundigen de

meeste lange-termijn-winst is te behalen. Ook werden

de ondernemers nauw bij het plan betrokken. Lamain:

“De ondernemers in deze gemeente zijn zich altijd al

goed bewust geweest van het belang van een schone

openbare ruimte. Dat is immers goed voor hun busi-

ness. Als er zwerfafval ligt, ruimen ze dat vaak zelf

direct op. Sommige winkeliers hebben zelfs op eigen

initiatief afvalbakken geplaatst. Bij de analyse van knel-

punten bleek dat de ondernemers door de gemeente

niet altijd goed en tijdig worden betrokken bij plannen

rond het onderhoud van de openbare ruimte. Daarom

is in het Maatwerkplan nadrukkelijk geadviseerd om de

ondernemers en trouwens ook bewoners en jongeren

van straten in de naaste omgeving van winkelbuurten

nauwer en vooral ook structureel te betrekken bij het

beheer van de openbare ruimte en daarbij duidelijke

afspraken te maken over de rol van iedere partij.”

Het bij de uitvoering ingeschakelde adviesbureau heeft

daarvoor een zogeheten participatieladder geïntrodu-

ceerd, die in zes stappen loopt van informeren naar

meebeslissen. De vier tussenstappen zijn: raadplegen,

adviseren, delegeren en coproduceren. Verder werd ge-

adviseerd om samen met de betrokken ondernemers

en burgers bijvoorbeeld maandelijks of halfjaarlijks

een schouw van de buurt te houden. Als zeer belang-

rijk punt werd ook gewezen op het belang om alle di-

rect betrokkenen daadwerkelijk mee te laten denken

over de inrichting van de openbare ruimte. Daarom

werd geadviseerd om als gemeente te zorgen voor

een duidelijke contactpersoon, waar ondernemers en

bewoners altijd terecht kunnen met vragen, meldin-

gen over overlast van zwerfafval of klachten over het

beheer. Als onderdeel van de participatieladder is ook

afgesproken dat de gemeente vooral met ondernemers

afspraken moet proberen te maken over zaken die de

ondernemers zelf kunnen en moeten oppakken. Lamain denkt dat dit

laatste haalbaar is. “Als het goed wordt ingebed in een duidelijke set

van afspraken en als de gemeente zich ook aan die afspraken houdt,

ben ik daar optimistisch over.” Over zijn eigen stokpaardje om vooral

de jeugd bij de uitvoering van de plannen een belangrijke plaats te

geven, zeggen de auteurs van het maatwerkplan: “Het is belangrijk

om jongeren te betrekken bij en te informeren over het reinigen van

de openbare ruimte. Dit kan door excursies voor basis- en middelbare

scholieren te organiseren naar de gemeentewerf, door voorlichting te

geven over reiniging, vervuiling en boetes, evenals door maatschap-

pelijke stages aan te bieden bij het reinigingsteam van de gemeente.”

Gemeente Schoon heeft voor de diverse groepen jongeren lespakketten

op de plank liggen. Lamain zegt het zo: “Het betrekken van gebruikers

van de openbare ruimte begint bij het voorlichten en opleiden van de

jeugd. Helaas wordt daar nog vaak te weinig bij stilgestaan. Verder is

het natuurlijk in alle gevallen belangrijk om ook goed te handhaven,

maar dan wel in combinatie met goede voorlichting en participatie.

Handhaving is belangrijk, omdat je als gemeente dan duidelijk maakt

dat het beheer van de openbare ruimte een serieuze zaak is.” In het

maatwerkplan wordt er van uitgegaan dat alle voorgestelde acties eind

2012 zijn gerealiseerd. Lamain twijfelt er niet aan dat dit lukt. Gevraagd

naar zijn eindoordeel over het maatwerkplan zegt hij: “Het is een waar-

devol document. Zonder de steun van Gemeente Schoon hadden wij

zo’n plan en de uitvoering niet zo snel voor elkaar gekregen.” ■

Ron Lamain: “Naast voorlichting

en het er bij halen van alle

betrokken partijen is ook

handhaving erg belangrijk.”

Volgens deskundigen valt de

meeste ‘lange-termijn-winst’ in

het voorkomen van zwerfafval

te behalen in de communicatie

met jongeren

120177_GRAM_mrt_2012.indd 17 09-03-12 09:17

Page 18: GRAM maart 2012

18 GRAM | maart 2012

Jantje Beton ondersteunt lokale initiatieven voor ver-

betering of vergroting van de speelruimte voor kinde-

ren, maar heeft ook specifi eke projecten. Zo heeft de

organisatie wijkprojecten in vier Nederlandse steden.

Met deze gemeenten heeft Jantje Beton een convenant

gesloten om in een bepaalde wijk de speelruimte te

verbeteren. Een ander project van Jantje Beton richt

zich op het vrij toegankelijk maken van schoolpleinen,

waardoor ze deel worden van de openbare ruimte en

kinderen er ook buiten schooltijd kunnen spelen. Voor

haar activiteiten in de openbare ruimte werkt Jantje Be-

ton samen met partijen als gemeenten, scholen, het

welzijnswerk maar ook met woningcorporaties. Zo

JANTJE BETON IN DE OPENBARE RUIMTE

Laat kinderen meedenken

Jantje Beton zet zich in om meer en betere openbare speelruimten te creëren. De stem van kinderen

speelt bij de inrichting van speelplekken een grote rol. “We vinden het ook belangrijk dat dit echt plek-

ken van de kinderen en de omwonenden worden en dat ze zich hierbij betrokken voelen”, vertelt Anne

Koning van Jantje Beton.

Opfl eurdag in Gouda (foto: Bertels Fotografi e)

is via het wijkenproject de muur van een fl atgebouw

in Tilburg met een muurschildering opgevrolijkt. Het

gebouw valt onder het beheer van een corporatie. Bij

Jantje Beton hebben kinderen bij de herinrichting van

een speelplek een belangrijke stem. Zo dachten de kin-

deren van de J.P. Thijsseschool in Den Helder mee over

het ontwerp van hun nieuwe schoolplein. Kinderen

speelden daar vaak een zelfbedacht spel, waarbij ver-

schillende groepen tegen elkaar strijden. Dit werd de

basis voor het nieuwe schoolplein, waar veel mogelijk-

heden zijn om te klimmen, kruipen en je te verstoppen.

KnijpersVoor Jantje Beton staat voorop dat een speelplek echt

een plek van de kinderen en de omwonenden wordt.

Anne Koning, hoofd afdeling Programma’s bij Jantje Be-

ton: “Het is belangrijk dat zij zich betrokken en ook

verantwoordelijk voelen. Dit leidt er toe dat ze helpen

met zwerfafval opruimen, schoff elen tussen de plant-

jes, maar ook melding maken als er iets kapot is.” Dat

kinderen betrokken kunnen worden bij het schoonhou-

den en het onderhoud van een speelplek, is vaak nog

een eyeopener voor gemeenten. Koning: “Terwijl kin-

deren het hartstikke leuk vinden om hun eigen plek

mooi te houden. Als ze knijpers krijgen om zwerfafval

op te ruimen, gaan ze meteen aan de slag. En geef ze

een verfkwast in de hand en ze helpen de boel op te

fl euren.”

KniehoogteHet schoon, heel en veilig houden van een speelplek is

uiteraard primair een taak van de gemeente. Koning:

“Betrokkenheid van kinderen en omwonenden mag ook

niet resulteren in een soort vervangende verantwoor-

delijkheid.” Een gemeente die rechtstreeks aan bewo-

ners vraagt bij te dragen aan het schoonhouden en on-

derhoud van de buitenruimte stuit vaak op weerstand

en wantrouwen. “Sommige bewoners denken dan dat

de gemeente deze taak vanwege bezuinigingen op hen

wil afschuiven. Als wij echter als Jantje Beton zeggen:

het is jullie plek en we vragen jullie een handje te hel-

120177_GRAM_mrt_2012.indd 18 09-03-12 09:17

Page 19: GRAM maart 2012

adv Haller

1/2

Achterladers van de merken Haller en Zoeller, 80 tot 5000 liter, voorzien van gescheiden automatische opnamevan 2 wiel containers

Opbouwen van de merken Haller en Zoeller geschikt voor het ledigen van ondergrondse containers, metmogelijkheden voor diverse opnamesystemen

Zijladers van het merk Haller, met enkele gripper en dubbele gripper, met vaste of verwisselbare opbouw.

Verder o.a. in het leveringsprogramma: satelliet voertuigen, smalspoor opbouwen, diverse beladingsystemen

SPECIALIST OP HET GEBIED VAN REINIGINGSVOERTUIGEN

WWW.HALLERBENELUX.NLHaller Benelux BV | Postbus 90, 5320 AB Hedel | Parallelweg 7, 5321 JA Hedel

Telefoon: 073 5991234 | Fax: 073 5991177 | e mail: [email protected]

deze manier opnieuw wordt gebruikt, kunnen kinde-

ren daar weer iets van leren. Ik ben nieuwsgierig naar

verdere mogelijkheden hiertoe. Kinderen zijn continu

bezig met leren en hun ontwikkeling. Het thema ‘afval

is grondstof’ biedt wat dat betreft volop kansen voor

de afvalwereld.” ■

Tekst: Ans Aerts

pen om deze mooi en schoon te houden, zijn bewo-

ners daartoe meestal sneller bereid.” De betrokkenheid

wordt ook gestimuleerd als gemeenten omwonenden

al vanaf het ontwerp betrekken bij de inrichting van de

ruimte om hen heen. De stem van kinderen mag daar-

bij niet worden vergeten. “Het is daarom belangrijk dat

informatiebijeenkomsten of inspraakmomenten voor

de herinrichting van een gebied niet alleen ’s avonds

plaatsvinden, maar ook overdag, zodat kinderen hun

zegje kunnen doen. En het ophangen van posters van

het toekomstige ontwerp op kniehoogte zorgt ervoor

dat kinderen kunnen meekijken en meedenken”, licht

Koning toe.

HergebruikTenslotte ziet Koning mogelijkheden om kinderen

meer te betrekken bij het thema ‘afval is grondstof’.

Dat kan door dit op bepaalde plekken in de openbare

ruimte inzichtelijk te maken. Voorbeelden hiervan zijn

takken uit snoeiafval die kinderen op speelplekken

kunnen gebruiken om hutten van te bouwen of valon-

dergronden bij speeltoestellen, die zijn gemaakt van

oude autobanden. Koning: “Als op een bordje ernaast

de informatie staat dat dit eigenlijk afval is, dat op

Hondenpoep actie in Huizem, Leeuwarden

120177_GRAM_mrt_2012.indd 19 09-03-12 09:17

Page 20: GRAM maart 2012

20 GRAM | maart 2012

Nooijens vindt het terecht en logisch dat de NVRD de

vroegere commissie reiniging omgedoopt heeft in de

commissie BOR. “Reiniging kun je niet meer als een

apart onderdeel zien van het gemeentelijk beleid. Als

je gaat reinigen, krijg je ook te maken met plantsoe-

nen, met kolken die vervuild zijn met veegzand, met

de wegbeheerder en met maatschappelijk verantwoord

ondernemen. Vooral kleinere gemeenten hebben niet

meer de middelen om voor elk vakgebied een speci-

alist in huis te halen. Zij willen de verschillende ta-

ken zo veel mogelijk onderbrengen in één organisatie.

Eén die huisvuil in kan zamelen, vegen, plantsoenen

bij kan houden en die liefst ook nog weet hoe je een

parkeerplaatsje kan aanleggen. Gemeenten voeren

daarbij steeds meer de regie en laten de uitvoerende

taken aan anderen over. Binnen het gehele beleids-

veld beheer openbare ruimte kunnen we dus veel

van elkaar leren. Uiteraard is kennis van de inhoud

wel belangrijk, daar ligt een taak voor de NVRD en

voor de commissies. Een programma als Gemeente

Schoon bijvoorbeeld, levert heel veel cijfermateriaal

en nieuwe inzichten op over zwerfvuil en de oorza-

ken daarvan. Van de uitkomsten van zo’n onderzoek,

waar de NVRD mede in geïnvesteerd heeft, kan elke

gemeente profi teren.”

Strooi-veegwagenOok in Den Bosch, de thuishaven van Nooijens, wordt

steeds meer samenwerking gezocht tussen de verschil-

lende afdelingen. Dat levert innovatieve en soms ver-

rassende resultaten op. Nooijens: “Een paar Willie Wor-

tels van onze gemeente bedachten een veegwagen die

ook voor gladheidbestrijding kan worden ingezet. Door

een compartiment met pekel te vullen en een sproeiarm

te bevestigen, kan die veegwagen in één beweging ve-

gen én strooien. Hoe meer je samenwerkt binnen ver-

schillende vakgebieden, hoe makkelijker en innovatie-

ver het gaat. Daar is zo’n strooi-veegwagen een mooi

voorbeeld van.” Volgens Nooijens moet het mogelijk

zijn om op termijn zelfsturende teams samen te stellen,

met mensen van verschillende afdelingen. “Denk aan

een team met vertegenwoordigers van reiniging, groen,

riool, verlichting enzovoort die zelf de taken aansturen

en eventuele problemen in teamverband oplossen. Nu

worden die taken vaak via aparte kokers aangestuurd,

zonder dat ze goed op elkaar afgestemd zijn. In Den

Bosch hebben we vanuit deze gedachte de afdeling BOR

samengevoegd met het ingenieursbureau. We spreken

nu over de afdeling Realisatie & Beheer. De taken kun-

nen op deze wijze effi ciënter verdeeld worden, kennis

kan overgedragen worden en in tijden van schaarste

kan men werk van elkaar opvangen. Iemand die alles

weet van reiniging, verbreedt zijn kennis als hij zich ook

intensief bezig houdt met riolering of plantsoenen.”

AppsDigitalisering en automatisering hebben het (integraal)

beheer van de openbare ruimte eenvoudiger gemaakt,

meent Nooijens. “Als een ondergrondse container drie-

kwart vol zit, krijg je tegenwoordig vanzelf een seintje.

En door slim gebruik te maken van de social media,

heb je veel intensiever contact met je burgers en kun

je ook veel actueler zijn. Vroeger werd er gecommu-

niceerd via een wijkkrant die eens per drie maanden

verscheen. Nu kun je berichten plaatsen op het eigen

webportal van wijkverenigingen en sms’jes sturen. Met

meldsystemen als de app Buiten Beter, voor op smart-

phones, betrek je de burger bij alles wat er in de bui-

tenruimte gebeurt. Zo heb je veel meer ogen op straat.

door Hetty Dekkers

Reiniging heeft veel raakvlakken met BOR

Martin Nooijens is sinds eind vorig jaar voorzitter van de NVRD-commissie Beheer Open-

bare Ruimte (BOR). In die functie voelt hij zich als een vis in het water. “Ik heb tien jaar

in het bedrijfsleven gewerkt, was wethouder in Venlo, algemeen directeur van de sociale

werkvoorziening regio Venlo en tien jaar directeur Stadsbeheer in die plaats. Sinds vijf

jaar ben ik directeur Stadsbedrijven Den Bosch. Al die functies hebben raakvlakken met

wat je tegenkomt bij de commissie BOR.”

Kleinere gemeenten willen de

verschillende taken zo veel mogelijk

onderbrengen in één organisatie

Martin Nooijens, voorzitter

van de NVRD- commissie beheer

openbare ruimte (BOR)

120177_GRAM_mrt_2012.indd 20 09-03-12 09:17

Page 21: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 21

Vroeger moest je je gemeente bellen als je een kapotte

lantaarnpaal zag. Voordat je een straat verder bent, of

een winkel ingeschoten, ben je dat alweer vergeten.

Met die apps ondervang je dat probleem. Meldingen

die binnen komen via de digitale meldsystemen kun-

nen bovendien gekoppeld worden aan allerlei andere

gegevens, zoals werk- en materiaalstaten. Je hele boek-

houding is in een keer in orde. Door digitalisering krijgt

samenwerking met de burger dus nieuwe impulsen.”

Beheergericht ontwerpNaast meer samenwerking tussen gemeentelijke afde-

lingen is Nooijens ook voorstander van externe bun-

deling van de krachten. “Als commissie kunnen we

heel goed samenwerken met Stadswerk, een landelijke

organisatie met onder meer stedenbouwkundigen en

BOR-managers. Als je een woonwijk ontwerpt, denk

dan ook aan ruimte voor inzamelvoertuigen of boven-

grondse containers. Ontwerp je een hek, zorg er dan

voor dat de maaimachine er nog langs kan. Beheerge-

richt ontwerp noemt men dat. Stadswerk let daar heel

goed op, op dat samenspel tussen BOR en ontwerp. In

de praktijk gaat het maar al te vaak fout, omdat ieder-

een vanuit zijn eigen standpunt denkt. Een architect

wil mooie dingen ontwerpen, een reinigingsdienst wil

ondergrondse containers op locaties waar ze makkelijk

te bedienen zijn.”

Behalve met Stadswerk wil voorzitter Nooijens van de

BOR-commissie ook nauw samenwerken met instanties

als CROW en Rioned. “Daar zit heel veel kennis en erva-

ring, daar moeten we gebruik van maken. CROW intro-

duceerde bijvoorbeeld de beeldbestekken voor zwerf-

vuil. Voorheen veegde een gemeente een x-aantal keer

de straat, ongeacht of dat nodig was of niet. Nu wordt

er veel effi ciënter gewerkt, afgestemd op de werkelijke

mate van vervuiling.”

Sociale werkvoorzieningBij alles wat je doet, of het nu gaat om aanbestedin-

gen of taken die je als gemeente zelf uitvoert, vol-

gens Nooijens is het zaak om oog te houden voor

maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Houd je

milieudoelstellingen in de gaten, maar kijk ook naar

mensen met een achterstand. In de sociale werkvoor-

ziening wordt steeds meer gekort, met als gevolg dat

steeds meer mensen extern aan het werk worden ge-

zet. Alleen de allerzwaksten krijgen nog intern werk

aanboden. De sociale werkvoorziening gaat haar taken

dus verbreden. Hier in Den Bosch heeft een woning-

bouwcorporatie zich verplicht honderd mensen met

een achterstand aan de slag te helpen. We zijn pas een

jaar bezig en er zijn er al zestig geplaatst. Ook indirect,

want de corporatie eist bijvoorbeeld van een schilders-

bedrijf dat het mensen met een achterstand in dienst

neemt. Zo zullen gemeenten en reinigingsdiensten ook

steeds meer aan contract compliance gaan doen. Via

de achterdeur halen we deze mensen weer binnen. Dat

biedt niet alleen kansen voor de sociale werkvoorzie-

ning, ook voor de bedrijven en instanties zelf. Als je

maatschappelijk verantwoord onderneemt, heb je een

concurrentievoordeel en dus een dikke plus.” ■

Onderhoud aan een ondergrondse container in ’s Hertogenbosch

120177_GRAM_mrt_2012.indd 21 09-03-12 09:17

Page 22: GRAM maart 2012

22 GRAM | maart 2012

Rob Karstens heeft altijd gewerkt in de ruimtelijke en

milieuhoek. Zo was hij milieu-inspecteur, hoofd milieu-

vergunningen en consultant voor bedrijven en organi-

saties in de publieke sector. Sinds januari 2011 is hij

werkzaam als directeur van de vereniging Stadswerk.

“Deze baan past helemaal bij mij. Alles komt hier sa-

men: milieu, duurzaamheid en vooral de zorg voor de

openbare ruimte.” Volgens Karstens draait het in de

huidige maatschappij allemaal om de openbare ruimte.

“Daar speelt het leven zich immers voor een belangrijk

deel af, omdat juist daar de menselijke en maatschap-

pelijke interactie plaatsvindt. Voor mij is goed beheer

van de openbare ruimte dan ook synoniem aan het wer-

ken aan welzijn en maatschappelijke, sociale cohesie.

En daar is Stadswerk nu precies van. Onze leden zijn in

diverse functies hoeders van de openbare ruimte. Een

schone en groene omgeving werkt immers positief op

het gedrag van mensen en daarmee van onze maat-

schappij. Ik zeg daarom altijd dat mensen die in het

openbaar bestuur werken, bijvoorbeeld als wethouder,

eigenlijk altijd de portefeuille openbare ruimte zouden

moeten opeisen. Er voor in de rij zouden moeten wil-

len staan. Daar gebeurt het immers. Helaas wordt de

openbare ruimte niet ervaren als een sexy portefeuille.

Terwijl je als bestuurder op die plek juist werkelijk veel

kan betekenen voor de samenleving. Ik zou dit op ie-

dere zeepkist in het land willen verkondigen.”

Over die samenleving en de vervuiling van de aarde

maakt Karstens zich namelijk zorgen. Tegelijk zegt hij:

“Aan de andere kant ben ik ook weer een beetje hoop-

vol, omdat de wal het schip altijd weer keert. Kijk naar

de Arabische lente, de Occupy-beweging tegen de fi -

nanciële markten en de discussies over de opwarming

van de aarde. Er komt steeds meer goede energie vrij,

waarbij wordt gepleit voor minder consumeren, een

schonere aarde en beëindiging van de ratrace. Veran-

dering is hard nodig. Anders gaat het mis met de ruim

zeven miljard mensen op deze aarde.” ‘Teruggekomen

op aarde’ voegt Karstens daar nuchter aan toe: “Goed

integraal beheer van de totale openbare ruimte kan een

VERENIGING STADSWERK

door Laurent Chevalier

Wethouders vinden portefeuille openbare ruimte

niet sexy

Zijn passie voor milieu en de openbare ruimte

kreeg Rob Karstens, directeur Stadswerk, van

huis uit mee. “Zeg maar gerust, er in gedrild.

Mijn vader was en is nog steeds erg milieube-

wust. Decennia geleden werd oud papier bij ons

al apart gehouden en werden theezakjes uit el-

kaar geplukt. Het rapport van De Club van Rome

lag bij mijn vader steeds binnen handbereik.”

“Goed integraal beheer van

de totale openbare ruimte kan een

belangrijke bijdrage leveren aan

een prettiger samenleving”

Rob Karstens: “Zwerfafval heeft alles te maken heeft met

belangrijke zaken als welzijn, welbevinden, gezondheid,

veiligheid en duurzaamheid.”

120177_GRAM_mrt_2012.indd 22 09-03-12 09:17

Page 23: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 23

belangrijke bijdrage leveren aan een prettiger samen-

leving. Ik denk daarbij ook aan de problematiek rond

zoiets aards als het aanpakken van zwerfafval. Dat is

een niet te onderschatten punt omdat zwerfafval alles

te maken heeft met belangrijke zaken als welzijn, wel-

bevinden, gezondheid, veiligheid en duurzaamheid.

En in deze tijden van recessie draait het natuurlijk ook

nog eens om het effi ciënt besteden van de fi nanciële

middelen.”

Integraal beheerOndanks zijn enthousiasme voor de goede zaak gaat

Karstens niet zo ver dat hij voor Stadswerk het mo-

nopolie claimt op het gebied van de openbare ruimte.

“Zeker niet. Zou praktisch ook niet kunnen. Wij zijn

vooral een brede netwerkorganisatie, waarin - en dat

is het unieke - vrijwel alle disciplines zitten die betrok-

ken zijn bij de openbare ruimte. Andere organisaties en

brancheverenigingen zijn vooral op deelterreinen van

de openbare ruimte actief. Denk bijvoorbeeld aan de

Stichting Rioned, CROW, de Vereniging Afvalverwerkers

en natuurlijk als belangrijke speler de NVRD. Om de

openbare ruimte op alle niveaus en in de hele breedte

goed in de greep te krijgen, is het noodzakelijk dat

de min of meer collega-organisaties meer met elkaar

samenwerken en waar mogelijk activiteiten onderling

afstemmen. Dan krijg je echt het noodzakelijke inte-

grale beheer van de openbare ruimte. Op dat terrein

valt namelijk nog winst te boeken, want soms is er

sprake van overlap.”

Zwerfafval-proofMet de voorzitter van de NVRD commissie BOR spreekt

Karstens binnenkort over de mogelijkheden om nau-

wer samen te werken bij zaken die de openbare ruimte

raken. Karstens heeft goede hoop dat Stadswerk en de

NVRD bij het gezamenlijk bestrijden en vooral voorko-

men van zwerfafval nog goede slagen kunnen maken.

“Ik denk onder andere aan activiteiten op het gebied

van gedragsbeïnvloeding. Daar begint het immers mee

én natuurlijk bij de verantwoordelijkheid die ouders

hebben voor het gedrag van hun kinderen. De over-

heid heeft nog te weinig oog voor het feit dat ouders

een belangrijke verantwoordelijkheid hebben, niet in

de laatste plaats voor de schade die kinderen veroor-

zaken door hufterig gedrag. Kijk alleen maar hoeveel

schade er jaarlijks wordt aangericht door vuurwerk. We

moeten er daarom alles aan doen om het gedrag van

jongeren te beïnvloeden. Het zou niet gek zijn als jon-

geren directer worden betrokken bij het zoeken naar

het antwoord op de vraag wat er moet gebeuren in de

openbare ruimte om te voorkomen dat ze alles maar

op straat gooien. Nu zenden we vooral nog alleen be-

richten uit, zo van: doe dit en doe dat.”

Karstens denkt verder dat er nog veel is te winnen bij

een slimmere inrichting van de openbare ruimte. “Om

te beginnen moeten al die zogeheten blikvangers die je her en der

langs wegen en fi etspaden ziet staan, direct worden opgeruimd. Die

verschrikkelijke dingen stimuleren het weggooigedrag. Bovendien kun-

nen de meeste mensen niet mikken, waardoor veel rotzooi naast de

blikvanger op de grond terecht komt.” ■

Stadswerk telt ruim 2500 leden, die vaak in gemeentelijke dienst werken op het brede terrein van de openbare ruimte. De leden-lijst telt overigens ook veel personen die werkzaam zijn bij ingeni-eurs- en adviesbureaus. De vereniging heeft diverse vakgroepen, zoals Omgevingsrecht, Civiele Techniek & Verkeer, Groen, Natuur & Landschap, Ruimtelijke Ordening & Planologie en Management. Daarnaast zijn er zes regiogroepen. Voor deze groepen organiseert Stadswerk regelmatig bijeenkomsten, gericht op kennisuitwisseling en verdieping. Ook is de vereniging belangenbehartiger voor de openbare ruimte in de breedste zin van het woord. In fi nancieel op-zicht bedruipt de vereniging zich met de contributies van de leden. Hoewel het belang van Stadswerk wordt onderkend, zijn rijk en pro-vincies niet bereid het werk te subsidiëren. “Helaas,” zegt Karstens, “maar sponsoren mogen zich bij mij melden. Als ze maar niet wil-len knibbelen aan onze onafhankelijkheid.” De vereniging heeft een lange geschiedenis, waarvan de sporen teruggaan tot aan het begin van de vorige eeuw. Toen heette het nog: ‘Vereniging van directeu-ren van openbare werken’. Anno 2012 is het woord ‘openbare wer-ken’ vervangen door ‘de openbare ruimte’ en zijn alle professionals op dat gebied welkom als lid.

Blikvangers langs de weg stimuleren het weggooigedrag en moeten daarom

worden weggehaald, vindt Rob Karstens

120177_GRAM_mrt_2012.indd 23 09-03-12 09:17

Page 24: GRAM maart 2012

24 GRAM | maart 2012

VAKWERK

‘Ik ga gewoon lekker door’

Wat is je functie?

Ik ben straatreiniger. Ooit met een karretje achter de

fi ets en een ‘stokkie’ begonnen, later werd dat de bak-

fi ets. Sinds kort heb ik een fi ets met elektrische trapon-

dersteuning. Dat scheelt een stuk, daar ben ik echt als

een speer mee weg.

Mijn werkgebied is het centrum van Winterswijk. Daar

houd ik de boel schoon, met bezem en stofzuiger.

Vooral na de wekelijkse markt (op woensdag) en spe-

ciale feestdagen is daar veel te doen. De veegmachine

komt dan eerst en ook de marktlieden ruimen wel op,

maar er blijft toch altijd nog genoeg liggen. En daar

zorg ik dan voor.

Hoe lang doe je dit werk al?

Ik werk al meer dan 25 jaar voor ROVA als straatreini-

ger. Offi cieel werk ik voor SW-bedrijf Hameland, daar-

van krijg ik mijn loon. Hameland heeft mij uitgeleend

aan ROVA*. Toen ROVA dit nog niet deed, werkte ik

voor de gemeente Winterwijk. Ik zit dan ook al 34 jaar

‘in de plantsoenen’. Mijn vader werkte vroeger ook bij

de gemeente, dus het was eigenlijk logisch dat ik dat

ook ging doen.

Wat is er zo leuk aan je werk? Waar haal jij je

voldoening uit?

Ik houd de boel graag schoon en netjes. Ik moét dit

werk gewoon doen. Het is belangrijk dat het schoon en

Straatreiniger Kees Aalders uit Winterswijk is de eerste in de reeks. Kees Aalders werd op 18 mei 2011 verkozen

tot Uitblinker van het jaar. De verkiezing van de beste reiniger van Nederland werd vorig jaar voor de eerste maal

georganiseerd door de NVRD, Gemeente Schoon en Nederland Schoon. Uit handen van TV-presentator en juryvoorzit-

ter Rob Geus ontving Kees Aalders een trofee en een cadeaubon ter waarde van 250 euro. De uitreiking vond plaats

tijdens de Reinigings Demo Dagen (RDD) in Lelystad.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 24 09-03-12 09:17

Page 25: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 25

goed blijft. Bovendien kom ik veel mensen tegen. Dat

maakt het werk elke dag weer leuk om te doen.

En ik vind het fi jn als de mensen op straat zeggen dat

het mooi schoon is. Ook de winkeliers zijn er blij mee.

Ik krijg van hen regelmatig een kopje koffi e. De men-

sen kennen je, het is maar een kleine gemeente. Dan

roepen ze ‘hoi Kees, alles goed? Lekker aan het schoon-

maken?’ Dat vind ik mooi.

Ik ben 53 en moet waarschijnlijk door tot mijn 67e.

Maar dat maakt me niet zoveel uit. Ik werk gewoon

door. En nee hoor … ik ben niet op vakantie geweest,

ik ben altijd zo bruin. Dat komt door de gezonde bui-

tenlucht. Ik zou het iedereen aanraden.

Wat doe je ná je werk?

Ik werk 5 dagen in de week, van 7.30 tot 16.00 uur.

Dan stap ik op mijn fi ets en ben lekker op tijd thuis.

Daar heb ik genoeg te doen hoor. Ik woon alleen, dus

moet ook alles in huis zelf doen. Wasjes draaien, beetje

boodschappen doen, TV kijken. Ik kijk bijvoorbeeld

graag naar Goede Tijden Slechte Tijden. En ik werk

graag in mijn tuin.

Waar erger jij je aan?

Al die rommel op straat, ook hondenpoep en peuken.

Ik denk weleens, moet dat nu zo? Prullenbakken zat,

maar ze gooien het er toch naast. Vooral scholieren

doen dat. Mensen zijn makkelijker geworden, het is

niet van hen en het wordt toch wel opgeruimd. Ik zou

het wel anders willen, maar ik het kan dat niet alleen.

Ik erger me dus wel, maar ik ruim het gewoon op. Dat

is ook mijn werk.

Spreek je mensen op straat weleens aan op hun

gedrag?

In het begin heb ik dat wel gedaan, maar doe ik nu niet

meer. Je kunt wel zeggen ‘ruim het op’, maar dat wordt

toch niet gedaan. Ik heb ook weleens een grote mond

gekregen. Maar dat gaat bij mij het ene oor in en het

andere weer uit.

Maar, er was een keer een meisje. Zij sprak me aan en

zei ‘wat een rommel hè, zal ik het bij elkaar vegen?’ Ja,

zei ik toen, dan ruim ik het op. Dat meisje zegt me nu

nog steeds goeiedag. Dat ben ik nooit vergeten. We

moeten het toch samen doen hè?

Wat maakt iemand geschikt om dit werk te

doen?

Je moet goed gehumeurd zijn en optimistisch. Elke dag

opnieuw. Hé, de vogeltjes fl uiten weer, denk ik dan.

Zo ben ik. Als het regent, trek ik een regenpak aan. En

in de winter hebben we dikke kleding. Ik kom lekker

iedere dag met de fi ets, ik hoef geen ruiten te krabben

als het gevroren heeft. Dan pak ik mijn bakfi ets en ga

aan de slag.

Wat merk je van het imago van de branche?

Ik vind dat dit werk wel voldoende gewaardeerd wordt.

Vooral hier in Winterswijk.

Henk Mulder, rayoncoördinator bij ROVA en direct lei-

dinggevende van Kees Aalders beaamt dit: “Het is hier

ons kent ons. Mensen maken de waardering voor het

werk echt wel duidelijk. En vooral naar Kees. Hij is het

visitekaartje van de straatreinigers van ROVA, van heel

Winterswijk zelfs. Kees is hier echt een fenomeen. Ieder-

een kent hem. Bovendien is hij een zeer gewaardeerde

collega, we hebben veel plezier aan en met Kees.”

Ben je trots op je baan?

Ja, ben ik. Ik ga met plezier naar mijn werk. Gewoon

lekker werken, een beetje ouwehoeren met mijn col-

lega’s. Ik ben ook trots op ROVA, ze leveren goed werk.

Wat is het meest bijzondere dat je hebt meege-

maakt in je werk?

Dat was toch wel toen ik de Uitblinker werd. Vooral

dat ik geëerd werd op de markt. Daar werd ik door de

winkeliers en marktlieden in het zonnetje gezet. Ook

de krant, De Gelderlander, was erbij. Er hing een groot

spandoek met mijn foto op de markt. Dit spandoek

hangt nog steeds bij mij thuis.

Henk Mulder : “We hebben veel lol gehad, die dag. Veel

voorpret ook, want we hadden in het geheim een feestje

voorbereid voor Kees, voor het geval hij verkozen zou

worden. En dat werd een geweldig feest. Al zijn col-

lega’s waren erbij en zelfs de wethouder.”

Tot slot

Ik ben niet nog harder gaan werken hoor, sinds ik de

Uitblinker geworden ben. Daarin is niets veranderd.

Weer of geen weer, ik ga gewoon lekker door…

* ROVA is de afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisa-

tie van 19 gemeenten in Midden- en Oost-Nederland. In de

gemeente Winterswijk is ROVA sinds 2011 verantwoordelijk

voor het volledige beheer van de openbare ruimte. ROVA

werkt samen met SW-bedrijven uit de regio. Voor onder meer

groen-, speeltuin- en bomenonderhoud worden medewerkers

uit de sociale werkvoorziening gedetacheerd aan ROVA.

GRAM start met een nieuwe rubriek. Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In de afval en reiniging werken vele professionals, die hart hebben voor ‘de schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij hun werk graag & goed? Iedere maand passeert een professional uit de branche de revue.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 25 09-03-12 09:17

Page 26: GRAM maart 2012

26 GRAM | maart 2012

Uitbesteden

Verkopen(privatiseren)

GRAM | maart 2012

Gemeente Gouda Dienst Beheer overgedragen an NV Cyclus + detachering 2626 GRAM | maart 20GRAM | maart 20

SW-medewerkers

Externe zelfstandiging

le,ZO

Gemeente Arnhem sinds2003 onderhoudstaken

geprivatiseerd

Gemeenten staan voor een aantal uitdagingen die forse impact op de

werkwijze en organisatie gaan hebben. Kijken we naar het beheer en

onderhoud van de openbare ruimte, dan is naast de bezuinigingen met

name de komst van de Wet werken naar vermogen een aanjager van het

denken over nieuwe organisatievormen.

Werken naar vermogen De Wwnv vervangt in 2013 de bestaande regelingen voor de WBB, de

Wajong, de Wij en de WSW. Doel van de regeling is dat alle mensen met

en zonder arbeidshandicap naar eigen vermogen werken op een zo re-

guliere mogelijke arbeidsplaats. De gemeente wordt verantwoordelijk

voor deze totale groep inwoners (met een afstand tot de arbeidsmarkt)

en heeft een voorbeeldrol in het creëren van geschikte arbeidsplaatsen

voor deze groep. De huidige groep mensen die in de sociale werkvoor-

ziening werken, blijven dat overigens gewoon.

Nieuw: loondispensatieNieuw instrument voor gemeenten is de loondispensatie, die vanaf

2013 kan worden ingezet. De doelgroep omvat alle personen in de

Wwnv die door een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische be-

perking, dan wel om andere redenen, niet in staat zijn zelfstandig 100

procent van het wettelijk minimumloon te verdienen. De werkgever

betaalt alleen de loonwaarde. Dat wordt periodiek vastgesteld met een

erkende methode die de arbeidsprestatie van een werknemer op de

werkplek meet. De gemeente vult de rest van het loon aan tot maxi-

maal het minimumloon.

Werk heeft niet alleen een belangrijke meerwaarde voor mensen zelf.

Arbeidsparticipatie dient ook een fi nancieel doel voor de gemeente. Bij

iedereen die duurzaam uitstroomt naar werk, bespaart de gemeente

op zijn of haar uitkering. Bij de komst van de Wwnv zal ook toename

van de arbeidsparticipatie fi nancieel lonen. De gemeente betaalt in de

regeling een uitkering voor het deel dat de persoon niet kan werken.

Hoe hoger de verdiencapaciteit, hoe lager de uitkering die de gemeente

verstrekt.

Het onderhoud van de openbare ruimte is bij uitstek

een terrein waar bezuiniging en de Wwnv samenko-

men. Niet alleen gaat er veel geld in om - wat het van-

uit bezuinigingsoogpunt interessant maakt -, maar ook

gaat het (deels) om relatief eenvoudig werk dat prima

uitgevoerd kan worden door mensen met een gedeel-

telijke arbeidsbeperking.

Iedere gemeente kiest haar eigen weg in deze discus-

sie. Maar voor allemaal is het de uitdaging om op zoek

te gaan naar een organisatievorm die aan de ene kant

bedrijfsmatig en effi ciënt het onderhoudswerk in de

openbare ruimte kan uitvoeren én aan de andere kant

ruimte biedt voor mensen met een afstand tot de ar-

beidsmarkt.

Wat gebeurt er in de praktijk?In fi guur 1 staan een aantal voorbeelden van gemeen-

ten die hier in de praktijk invulling aan te geven.

Twee voorbeeldenNa deze alinea volgen twee in het oog springende

voorbeelden. Let wel: nog niet al deze organisaties

staan al in deze vorm. De defi nitieve contouren van de

Wwnv zijn pas recent duidelijk én veel gemeenten zit-

ten volop in de discussie wat de consequentie hiervan

is voor de gemeente en het SW-bedrijf.

Wijkbedrijf gemeente Doetinchem

Gemeente Doetinchem onderzoekt de oprichting

van een leerwerkbedrijf binnen de eigen organisatie:

het Wijkbedrijf. In het Wijkbedrijf wordt een zo groot

mogelijk deel van het onderhoud van de openbare

ruimte uitgevoerd door mensen met een afstand tot

de arbeidsmarkt. Eigen medewerkers verzorgen de

vakinhoudelijke begeleiding. Een tweede drijfveer

achter het wijkbedrijf is het meer betrekken van in-

woners bij het beheer en onderhoud van de openbare

ruimte.

De inzet van bewoners richt zich vooral op het bewerk-

stelligen van een hoger kwaliteitsniveau dan de basis-

kwaliteit die de gemeente realiseert. Het Wijkbedrijf on-

dersteunt de bewonersinitiatieven door vakkennis en

materiaal aan te bieden. Doetinchem wil doorstroom

door Mark Leemans

Gemeenten: combineer Wwnv met onderhoud en beheer

De wereld van het gemeentelijk onderhoud van groen en straten

verandert. De afgelopen jaren was de trend om zoveel moge-

lijk werk door marktpartijen te laten uitvoeren. Daar is nu een

kentering in gekomen. Mede door de Wet werken naar vermo-

gen (Wwnv) ontstaan nieuwe publieke organisatievormen voor

het onderhoud van de openbare ruimte. In een aantal gevallen

wordt daarbij ook de afvalinzameling en het schoonmaken van

de straat betrokken. De sociale plantsoenendienst anno 2012?

120177_GRAM_mrt_2012.indd 26 09-03-12 09:17

Page 27: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 27

en arbeidsparticipatie van de genoemde doelgroep ver-

hogen. Het Wijkbedrijf geeft hier invulling aan door:

1 de omvang van het werkpakket voor mensen met

een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten;

2 het werk onder directe aansturing van de gemeente

op te pakken, zodat mensen in een reguliere organi-

satie werken. Dit past binnen het uitgangspunt van

de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) om mensen

zo veel mogelijk de ontwikkeling door te laten ma-

ken van ‘binnen’ naar ‘buiten’;

3 doorstroom vanuit het Wijkbedrijf naar het reguliere

bedrijfsleven te organiseren door:

a bij de aanbesteding van werkzaamheden in de

openbare ruimte ‘social return’ als een van de gun-

ningscriteria op te nemen. Een marktpartij die in-

woners met een afstand tot de arbeidsmarkt inzet,

heeft daarmee een grotere kans op het verkrijgen

van de opdracht;

b enkele onderhoudsbudgetten meerjarig aan te be-

steden, waarbij het overnemen van (enkele) – door

het Wijkbedrijf opgeleide mensen – een randvoor-

waarde is.

Het Wijkbedrijf start op korte termijn in twee wijken en

breidt in 2013 uit naar heel Doetinchem.

Samenwerking Zwolle uitvoering, WEZO Groen

en ROVA

In 2011 zijn de gemeente Zwolle, werkvoorziening-

schap WEZO Groen en regionaal afvalbedrijf ROVA een

onderzoek (businesscase) gestart naar de mogelijkhe-

den voor samenwerking in beheer en onderhoud van

de openbare ruimte. Met bundeling van de vakdeskun-

digheid van de afdeling Uitvoering, de inzet van WSW-

medewerkers en de (commerciële) deskundigheid van

de ROVA worden de volgende eff ecten beoogd:

1 structureel lagere kosten voor groen- en serviceon-

derhoud grijs op korte en langere termijn;

2 langdurige werkgelegenheid voor mensen met een

grotere afstand tot de arbeidsmarkt;

3 een bijdrage aan de duurzaamheid omdat productie

en verwerking van groenafval in één hand komt.

De samenwerking past uitstekend in de strategische visie van de ROVA.

Het bedrijf streeft naar een rolverbreding door ook actief te worden in

het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (ontzorgen van aan-

deelhouders). De WEZO wil – in lijn met het kabinetsstandpunt – zijn

SW-medewerkers in een zo regulier mogelijke omgeving laten werken.

Hoe gaat de samenwerking eruitzien? ROVA neemt de uitvoerende

mensen en middelen (materieel, huisvesting) van de gemeente Zwolle

over en voegt deze samen met de SW-medewerkers van WEZO Groen.

Ook het niet-SW personeel van WEZO Groen en bijbehorende bedrijfs-

middelen gaan over naar de ROVA. ROVA gaat daarmee deze nieuwe

groepen medewerkers functioneel aansturen. De WEZO blijft voor de

SW-medewerkers de leer-werk ontwikkeling – gericht op het doorstro-

men naar de reguliere arbeidsmarkt – verzorgen.

Als de komende jaren het werk op groengebied in Zwolle toeneemt

(bijvoorbeeld door areaaluitbreidingen) en/of het huidige aantal SW-

medewerkers afneemt (door natuurlijke uitstroom), dan hebben ROVA

en gemeente afgesproken om hiervoor zo veel mogelijk mensen vanuit

de Wwnv in te zetten.

Andere oplossingenIeder vogeltje zingt zoals het gebekt is: de genoemde praktijkvoor-

beelden passen goed in de lokale/regionale context én verhoudingen,

maar zijn niet de enige oplossingen. Zo kiest Tilburg ervoor om het

groenonderhoud van de gemeente en de reinigingstaken die voorheen

bij BAT zaten, onder te brengen bij een nieuwe uitvoeringsentiteit van

het werkvoorzieningschap de Diamant-groep. Gemeenten als Arnhem

die al vrijwel alle onderhoudstaken in de openbare ruimte hebben uit-

besteed, zetten maximaal in op de mogelijkheden van social return:

aannemers moeten ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt

inzetten. En natuurlijk maakt een aantal afvalbedrijven al gebruik van

met name SW-medewerkers bij bijvoorbeeld kringloopactiviteiten en

de milieustraat. Kortom: gemeenten kunnen juist deze nieuwe verant-

woordelijkheden invullen vanuit beleid én budget. ■

Over de auteur: Mark Leemans is senior adviseur bij de afdeling PR &

Communicatie van organisatieadviesbureau KplusV.

Regionale samenwerking

Uitbesteden

Verkopen

(privatiseren)

Gemeente Gouda Dienst Beheer overgedragen aan NV Cyclus + detachering

SW-medewerkers

Zelf doen

Externe verzelfstandiging

Gemeente Zwolle, NV ROVO, WEZO

verschil zien, verschil maken

Gemeente Arnhem sinds 2003 onderhoudstaken

geprivatiseerd

Gemeente Doetinchem, Wijkbedrijf

Figuur 1 : de as: zelf doen - privatiseren

120177_GRAM_mrt_2012.indd 27 09-03-12 09:17

Page 28: GRAM maart 2012

28 GRAM | maart 2012

85 landen hebben al bevestigd mee te zullen doen. 19 van hen hebben

de jaren hiervoor al succes gevierd. Landen waar je in eerste instantie

niet aan zou denken, maar waar we nu diep voor mogen buigen. Want

ga d’r maar aan staan: even in één dag je land een grote schoonmaak

geven. En niet in je eentje. Nee. Met duizenden. Honderdduizenden

landgenoten samen. Een kleine 5 miljoen mensen van over de hele we-

reld nam de afgelopen jaren deel aan het initiatief van Let’s Do It! en

ruimde een stukje aarde op.

Tijdens de CleanUpDays wordt er voornamelijk opgeruimd in grote na-

tuurgebieden waar zich illegale dumpplekken bevinden. Waar mensen

ongestoord hun aanhangwagentje leeg kunnen kieperen en waar nie-

mand de baas is. Niet verwonderlijk dus, dat CleanUpDays het beste

werken in landen met andere organisaties dan de onze. In Nederland

en andere westerse landen bestaat de zogeheten verstopte vervuiling:

blikjes in de bosjes,. Blikjes in de bosjes, plastic zakjes op de stoep en

sigarettenpeuken bij de bushalte.

Dus bedachten we een plan dat aansluit bij LetsDoIt, maar dat veel Hol-

landser is en bij onze bodem past. Op 21 september 2012 houden we

een KeepItCleanDay! waarbij we zoveel mogelijk Nederlanders oproe-

pen om het zwerfafval in hun directe omgeving op te ruimen. Dat kan

een uurtje zijn of een hele middag, zolang er maar collectief opgeruimd

wordt! Bij bedrijven, organisaties, op scholen en in gemeenten. Schoon

moet het worden, en samen gaan we het waarmaken.

De Keep It Clean Day op vrijdag 21 september kent een enorm simpele

organisatie: want wie zijn wij om te zeggen hoe je opruimen moet?

Daarom doen we hetzelfde als bij een Koninginnedag: de datum is een

gegeven. De naam ook. En in plaats van troep creëren ruimen we het

nu lekker op. Verpakt als feest. De organisatie van de KeepItCleanDay

zorgt dat alle verbindingen er liggen. Dat faciliteiten beschikbaar zijn.

Dat er extra vuilniszakken, scheppen, en knijphandjes zijn. Dat er meer

vuilniswagens en containers rijden dan op een andere doordeweekse

dag. Het enige dat Nederland hoeft te doen, is samen te werken, naar

buiten wandelen met een vuilniszak en geloven dat het kan! ■

Tekst: Annette Dölle Voor meer informatie:

www.letsdoitworld.org en www.keepitcleanday.nl

HOE MAAK JE EEN WERELD SCHOON?

Keep It Clean Day! Nederland

Een tikkeltje ambitieus is het wel, maar na vier dagen in een conferentie-

centrum in Estland is er geen van de 150 deelnemers meer die daar nog aan

denkt. Wel denken we aan blauwe luchten. Aan schone rivieren. En groene

bossen. En aan de haalbaarheid van het plan. Het plan om in zes maanden de

wereld te schoon te maken. De Estlandse organisatie Let’sDoIt die op 3 mei

2008 hun hele land in één dag opruimde, heeft een nieuw plan bedacht: Tus-

sen 24 maart en 25 september vinden op de hele wereld CleanUpDay’s plaats.

Opruim acties die maar één dag duren en waar aan zoveel mogelijk mensen

deelnemen. Wereldwijd!

120177_GRAM_mrt_2012.indd 28 09-03-12 09:17

Page 29: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 29

Rd4 introduceert ‘BEST-tas’Reinigingsbedrijf Rd4 is op 1 maart in de

gemeente Landgraaf begonnen met een

nieuw inzamelmiddel: ‘de BEST-tas’. Dit is

een speciale tas voor het apart houden

van oude boeken, elektrische apparaten,

speelgoed en textiel. Rd4 wil met deze

tas voorkomen dat deze materialen met

het restafval worden afgevoerd naar een

verbrandingsinstallatie. Met de BEST-tas

is het eenvoudig om herbruikbare mate-

rialen thuis gescheiden te houden en aan

te bieden. De BEST-tas wordt maande-

lijks gratis huis aan huis opgehaald. De

proef is een gezamenlijk project van de

gemeente Landgraaf, Reinigingsdien-

sten Rd4 en Wecycle en duurt tot eind

2012. Bij voldoende succes van de proef

is de kans groot dat de BEST-tas ook in

de rest van Landgraaf en de andere Rd4-

gemeenten wordt geïntroduceerd.

Gemeenten willen anders afvalscheidenRuim 100 gemeenten hebben bij staats-

secretaris Joop Atsma van Milieu een pe-

titie ingediend met het verzoek voortaan

zelf te mogen beslissen over de manier

van afvalscheiding. De gemeenten wil-

len vooral bron- en nascheiding kunnen

combineren. De petitie is een initiatief

van afvalverwerkingsbedrijf Attero. Dit

bedrijf verwerkt ruim 40 procent van al

het afval in het land. Het bedrijf heeft 130

gemeenten als aandeelhouders. Attero

vindt dat het combineren van bron- en

nascheiden het optimale resultaat biedt.

Het probleem is echter dat nascheiding

niet wordt vergoed als er al bronschei-

ding heeft plaats gevonden.

Herziening wetgeving elektronisch afvalHet Europees Parlement is bezig met

herziening van de wetgeving voor elek-

tronisch afval, waarbij het apart inzame-

len en hergebruik van elektronisch afval

centraal staat. Kleine apparaten kunnen

daardoor straks worden ingeleverd bij

elektronicawinkels. Met deze maatregel

wil het parlement het dumpen van elek-

tronica in Afrikaanse landen aan banden

leggen. Bovendien kunnen zo kostbare

grondstoff en worden hergebruikt.

Haarlem betaalt voor afval In navolging van de Zuid-Hollandse ge-

meente Pijnacker denkt Haarlem er over

na om haar burgers op de een of andere

manier geld te geven voor het geschei-

den aanbieden van papier, plastic, glas,

metalen en oude elektronische produc-

ten uit huishoudelijk afval. De gemeente

hoopt hiermee meer nuttige grondstof-

fen terug te kunnen winnen.

Leeuwarden maakt biogas van hondendrolOnder het motto ‘Pecunia non olet’ (geld

stinkt niet) maakt de gemeente Leeuwar-

den sinds enige tijd gebruik van de zo-

geheten ceppbak om hondendrollen een

nuttige bestemming te geven. Via deze

bak komt de poep rechtsreeks in het ri-

ool, waarna het waterschap er biogas van

maakt. De plastic drollenopraper wordt

in een fi lter opgevangen, waardoor de

poep niet in het riool terechtkomt. Diver-

se andere gemeenten in het land hebben

inmiddels ook voor deze milieuvriende-

lijke en bovendien kostenbesparende

oplossing gekozen. Dankzij de ceppbak

hoeven de traditionele straatbakken na-

melijk niet meer dagelijks te worden ge-

leegd. Leeuwarden telt inmiddels ruim

150 van deze bakken.

Biomassacentrale in Marum In het Groningse Marum is in februari de

eerste schop de grond in gegaan voor de

bouw van een unieke biomassa centrale.

Deze centrale wordt gestookt op hout-

snippers en gaat lokale voorzieningen

als een zwembad, verzorgingstehuis,

sportcomplex en de bibliotheek via een

warmwaternetwerk voorzien van warm-

te. De centrale kost ongeveer 1 miljoen

euro. Een deel daarvan komt uit subsi-

dies van het Rijk en van de EU. De bio-

massacentrale verstookt ongeveer 1.800

m3 hout per jaar. In totaal bespaart de

centrale jaarlijks circa 220.000 m3 gas.

Warmtenet RotterdamHet Warmtebedrijf Rotterdam is begon-

nen met de aanleg van een pijpleiding

van 26 kilometer tussen het verbran-

dingbedrijf AVR in Rozenburg (onder-

deel van de Van Gansewinkelgroep) en

Rotterdam-Zuid. Als het warmtenet klaar

is, kunnen 50.000 huishoudens en be-

drijven worden voorzien van duurzame

stadverwarming. De komende 30 jaar zal

AVR restwarmte, die vrijkomt bij afval-

verbranding, in de vorm van warm water

leveren aan het net. Hierdoor hoeft veel

minder warmte te worden opgewekt met

kostbaar aardgas. Bovendien is de warm-

te die vrijkomt bij het verbrandingspro-

ces van AVR biogeen (biologische of

organisch materiaal), waardoor de CO2-

uitstoot laag is. Door de aanleg van het

warmtenet wordt jaarlijks 70 tot 80 kilo-

ton minder CO2 uitgestoten.

Plastic uit biomassa Scheikundigen van de Universiteit Utrecht

zijn er in geslaagd met behulp van een

katalysator met microscopische ijzerbol-

letjes bouwstoff en voor bioplastic te ma-

ken uit snoeiafval en houtsnippers. Dit is

weer een nieuwe veelbelovende stap op

weg naar de bio-based economie.

AFVAL & MILIEUGEMENGDE BERICHTEN

foto: Herman van Ommen, Nationale Beeldbank

120177_GRAM_mrt_2012.indd 29 09-03-12 09:17

Page 30: GRAM maart 2012

30 GRAM | maart 2012

Het gemeentelijk afvalbeheer mag zich in de aandacht

van de wetenschap verheugen. Maar liefst twee studies

naar de kosteneffi ciency en doelmatigheid van het af-

valmanagement door gemeenten zagen recent het le-

venslicht. De eerste is van hoogleraar economie Elbert

Dijkgraaf van de Rotterdamse Erasmusuniversiteit.

Samen met Raymond Gradus, zijn collega aan de Vrije

Universiteit in Amsterdam, neemt hij al sinds 1997 het

gemeentelijk afvalbeheer onder de loep. “Veel keuze

hadden gemeenten toen nog niet”, blikt hij terug. “Het

alternatief voor zelf inzamelen waren de private jon-

gens, die zich in die tijd op het scherpst van de snede

in de markt probeerden in te vechten met lage tarie-

ven. De publieke NV bestond nog niet. Pas in de laatste

jaren zie je samenwerking echt opbloeien.” Op basis

van vijftien jaar afvalmarktstudie noteert Dijkgraaf een

ongekende dynamiek. “Geen enkel jaar is hetzelfde.”

Het tweede onderzoek werd uitgevoerd door IPSE – de

letters staan voor Innovatie en Publieke Sector Effi ciën-

tie Studies – aan de Technische Universiteit Delft. Deze

onderzoeksgroep houdt zich bezig met de productivi-

teit van de publieke sector. Een aanzienlijk deel van dit

onderzoek maakt deel uit van een door het ministerie

van Binnenlandse Zaken gesubsidieerde vierjarig onder-

zoeksprogramma. Naast een groot aantal trendstudies

worden vier sectoren nader toegelicht. Dit onderzoek

loopt tot eind 2013. Een van die sectoren is de afval-

inzameling en -verwijdering. “Een belangrijke branche

waar veel geld in omgaat”, zegt onderzoekster Flóra

Felsö. De sector leent zich bij uitstek om productiviteit

te meten en de eff ecten van beleidskeuzes (aanbeste-

den of niet) en de verdere invulling ervan te onderzoe-

ken, legt de van origine Hongaarse uit.

DatasetWat nu eerst goed is om te weten, is uit welke bron bei-

de wetenschappers putten. Voor beide onderzoeken is

dat de dataset die via Agentschap NL afkomstig is van

COELO, dat staat voor het Centrum voor Onderzoek

van de Economie van de Lagere Overheden. Dit onaf-

hankelijke onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit

Groningen enquêteert gemeenten jaarlijks over van al-

les en nog wat, ook over hun afvalbeheer. Deze ge-

gevens beslaan inmiddels tientallen jaren, namelijk de

periode van 1998 tot en met 2010. De onderzoekers

Dijkgraaf en Gradus beschikten over deze volledige set

aan data. In Delft gebruikte men de gegevens van 2001

tot en met 2009.

De onderzoeken zelf hebben een net iets andere fo-

cus. Dijkgraaf en Gradus kijken naar de kosten van de

gemiddelde gemeente voor een bepaald productieni-

veau en hoe dat gemiddelde bij de verschillende orga-

nisatievormen (van zelf inzamelen en overheids-NV tot

samenwerking tussen gemeenten en aanbesteden aan

een private partij) verschuift. In Delft probeert men de

laagst mogelijke kosten voor een bepaald productieni-

veau (lees: aantal huishoudens en hoeveelheid afval)

vast te stellen. Vervolgens kijkt men naar de afwijkin-

gen daarvan. Gemeenten kunnen zo leren hoe goed

ze het doen doordat ze zich met andere gemeenten

kunnen vergelijken, het schoolvoorbeeld van bench-

marking. De score voor doelmatigheid varieert tussen

0 en 100 procent. Een percentage van 70 betekent dat

een gemeente zijn kosten met 30 procent kan redu-

ceren. De gemiddelde score is hoog: in 2009 bijvoor-

beeld 96,7 procent. Felsö: “Dit komt doordat veel van

de verschillen verklaard worden door factoren die voor

de gemeente nauwelijks te beïnvloeden zijn en waar-

voor wij eerst corrigeren, zoals het aantal huishou-

dens, de hoeveelheid afval, straatlengte en het niveau

van stedelijkheid.” Door al deze correcties werden de

verschillen dus kleiner, wat de hoge gemiddelde score

van 96,7 procent verklaart. Wat echter overeind bleef

staan, was de conclusie dat het aanbesteden van de

WETENSCHAPPERS TWISTEN OVER BESTE INZAMELVORM

door Pieter van den Brand

Privaat is beter, nee samenwerking!

Gemeenten hanteren verschillende organisatievormen voor de inzameling en verwijdering van afval,

van zelf inzamelen en verzelfstandiging in de overheids-NV tot uitbesteden aan een publieke of private

partij. Wat is nou het beste? Een aantal wetenschappers zocht het uit. Met opvallende verschillen in

uitkomst.

Gemeenten die de afvalinzameling

aanbesteden aan een private partij

kiezen vaker voor diftar

120177_GRAM_mrt_2012.indd 30 09-03-12 09:17

Page 31: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 31

inzameling aan een private partij het meest doelmatig

is, dat wil zeggen dat deze gemeenten dichter bij het

laagste mogelijke kostenniveau zitten. “Bij privaat zien

we een signifi cant eff ect optreden, al is het eff ect niet

zo groot”, zegt Felsö.

VerschillenWaarmee je eigenlijk zou verwachten dat uit het onder-

zoek van Dijkgraaf en Gradus een zelfde beeld zou rol-

len met hooguit kleine verschillen in cijfers. Dat blijkt

geenszins het geval. Hun hoofdconclusie is namelijk

dat samenwerking bij de afvalinzameling het goed-

koopst is. De in Delft getrokken conclusie was echter

ook in de eerste studies van Dijkgraaf en Gradus de

dominante gevolgtrekking. Pas in de laatste studie

kwam samenwerking signifi cant als goedkoopste op-

tie uit de bus. “Allereerst een kwestie van voortschrij-

dend inzicht”, zegt Dijkgraaf. “Omdat we nu over een

dataset voor bijna alle gemeenten in de periode 1998-

2010 kunnen beschikken, zien we dat gemeentelijke

samenwerking de meest eff ectieve methode is om

schaalvoordelen te benutten.” Een resultaat dat werd

ingegeven door een andere statistische methode toe

te passen. Dijkgraaf legt uit: “In het huidige model dat

we hebben gebruikt, kunnen we rekening houden met

allerlei specifi eke kenmerken. Er zijn namelijk factoren

die niet in de dataset zijn terug te vinden, die dus niet

geobserveerd kunnen worden, maar wel van invloed

zijn op de kosten. De ene gemeente kan bijvoor-

beeld vastzitten aan een langjarig, hoog tarief,

terwijl de ander op de spotmarkt terecht kan. Of

denk aan cultuurverschillen. De ene gemeente is

nou eenmaal kostenbewuster dan de ander. Ook

corrigeert dit nieuwe model automatisch voor

diftar, dat van grote invloed is op de hoeveel-

heid ingezameld afval. Gemeenten die kiezen

voor aanbesteden aan een private partij kie-

zen vaker voor diftar.”

Deze zogeheten fi xed eff ects-methode

geeft volgens Dijkgraaf uiterst be-

trouwbare resultaten, “naast het

feit dat we veel data hebben.”

Maar levert wel een ontluis-

terend verschil in uitkomst

op. Waar een gemeente

gemiddeld twaalf procent op de totale kosten kon be-

sparen voor uitbesteding aan een privaat bedrijf, blijkt

de samenwerking tussen gemeenten in het tweede mo-

del vier procent goedkoper te zijn. Uitbesteding aan

een private onderneming is (nog maar) drie procent

goedkoper dan zelf afval ophalen met de eigen inza-

meldienst, het niveau waarop geijkt wordt.

ContractduurEen vreemde conclusie, vindt Felsö, want in het in

ESB gepubliceerde artikel van Dijkgraaf en Gradus

van oktober vorig jaar vond ze geen enkele aanwij-

zing dat samenwerking het meest oplevert. “Bij een

contractduur van vijf en tien jaar scoort privaat het

best. Stond de private partij niet bovenaan, dan liet

de publieke inzamelaar het goedkoopste resultaat

zien, maar nergens de keuze van samenwerking. Al-

leen bij de contracten die voor veertien jaar of meer

worden gesloten, vinden we voor twee jaartallen

de samenwerkende gemeenten aan top. Echter, bij

vijf jaartallen doet privaat het weer het goedkoopst.

Doelmatigheidsscore gemeenten

bij afvalinzameling (IPSE/TU-Delft,

2009)

120177_GRAM_mrt_2012.indd 31 09-03-12 09:17

Page 32: GRAM maart 2012

Adv Schuitemaker

1/2

adv Gebr. de Vor

1/4

adv van Do Clean

1/4

Hoge kosten voor

?reinigen olielekkages

Olielekkages zijn

gemakkelijk zelf

te reinigen m.b.v.

AQUAQUICK 2000.

Deze unieke

wegdek-

ontvetter

wordt al

toegepast

door bijna alle

brandweerkorpsen

en wegbeheerders.

Bespaar op kosten en tijd,

wij informeren u graag!

VanDoClean B.V. / Absorbit

Tel. 0416-66 80 60

www.vandoclean.nl

Fax 0416-66 80 65

[email protected]

VanDoClean

De oerdegelijke strooimachines van Epoke uit Scandinavië. Maar ook sneeuwploegen, zoutoplossers en sproeimachines: Voor de winterdienst in de volle breedte, leidt de weg naar Schuitemaker. Bovendien is Schuitemaker voor u continu op zoek naar innovatieve oplossingen, zoals onze nieuwe houten opslagsilo’s. Want alleen Schuitemaker biedt kwaliteitsmerken, een gevarieerd en compleet programma, doortimmerd advies en uitstekende service. Zegt u winterdienst, denk dan aan Schuitemaker!

Schuitemaker B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | www.sr-schuitemaker.nl

Schuitemaker. Winterdienst in de volle breedte

Gebr. De Vor Achterveld BVHessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELDTel. 0342 45 95 41 • [email protected] • www.devor.nl

GEEN COMPROMIS

ALTIJD INZETBAARHOLDER is het gehele jaar inzetbaar:o.a. voor onkruid borstelen, maaien, snoeiwerkzaamheden, blad ruimen,

vegen, versnipperen en de winterdienst. Per saldo goedkoper:

één aandrijfmachine voor alle voorkomende werkzaamheden!

120177_GRAM_mrt_2012.indd 32 09-03-12 09:17

Page 33: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 33

“Deze conclusie is wel erg snel genomen. De uitspraak

dat samenwerken goedkoper is dan privaat, is onjuist.

Je kunt hooguit stellen dat samenwerken goedkoper

is dan zelf inzamelen. Publiek of privaat, daar kun je

geen uitspraak over doen. Overigens vinden wij geen

signifi cant verschil tussen zelf doen of samenwerken.”

De tweede opmerking die Felsö over het onderzoek van

Dijkgraaf en Gradus wil maken, is de vraag hoe groot

de zogeheten ‘n’ in hun tweede onderzoek met statis-

tisch model 2 is. “Op hoeveel waarnemingen is hun on-

derzoek gebaseerd? Ik heb dat nergens terug kunnen

vinden. Vanwege de specifi eke kenmerken hanteren ze

een gemeente-dummy. Als een gemeente echter in al die

jaren haar inzamelmethode niet heeft aangepast, valt ze

vanzelf uit het onderzoek. Dan gooit de computer zo’n

gemeente eruit. In dat geval gaat het om veel gemeen-

ten. Zo zijn Amsterdam en Rotterdam hun inzameling

sinds 2001 nooit anders gaan organiseren. Als we dat

op ons databestand zouden doen, zouden we maar 42

procent overhouden. De conclusie dat samenwerking

signifi cant vier procent goedkoper is dan zelf inzame-

len, is dan wel op veel kleinere aantallen gemeenten ge-

baseerd. Dat maakt het onderzoek niet sterker.”

Analyse“Onze conclusie is nou eenmaal de uitkomst van onze

analyse”, reageert Dijkgraaf. “Wij geven een gemiddel-

de aan. Dat hoeft niet automatisch uit de onderzoeks-

gegevens, zoals we ze in onze tabellen gepresenteerd

hebben, naar voren te komen. Wat wij doen is jaarlijks

de eff ecten van de door gemeenten gekozen inzamel-

vorm laten zien. Daarmee tonen we aan dat de eerder

getrokken conclusie dat privaat het goedkoopst was,

niet klopte. Dat is de kern van ons nieuwe onderzoek.

Dat we een signifi cant resultaat hebben gevonden, be-

tekent dat we volgens de wetten van de statistiek vol-

doende waarnemingen hebben gedaan. Wat wij vooral

willen zeggen is: pas op, je kunt niet stellen dat de ene

organisatievorm beter is dan de andere. Dat hangt af

van de dynamiek in de markt en die is elk jaar anders.”

Dijkgraaf heeft in dat opzicht juist kritiek op de studie

van IPSE. “Zij komen met één doelmatigheidsscore voor

de hele periode van 2001 tot en met 2009. Ze gooien

alles op één hoop. Dat is weinig zinvol, want je gaat

zo voorbij aan de enorme dynamiek in de afvalmarkt.”

Volgens Felsö is dit onjuist. “De door ons gepresen-

teerde gegevens hebben betrekking op het laatste jaar,

namelijk 2009. De ontwikkelingen in de tijd zijn wel

degelijk onderzocht. Er zijn schommelingen, maar het

algemeen beeld blijft hetzelfde. Op twee jaar na is pri-

vaat wel degelijk het meest doelmatig. Overigens, ook

als we alles op één hoop gooien dan kom je uit op

ongeveer hetzelfde als voor 2009.” Een verklaring die

Dijkgraaf en Gradus aanvoeren voor waarom privaat

slechter uit de bus komt dan in eerder onderzoek, is

dat privaat minder sterk scoort voor lange-termijncon-

tracten. Felsö heeft een andere uitleg. “Gemeenten die

van organisatievorm veranderen, gaan vaak over op

iets nieuws, denk aan ondergrondse containers. Daar

staan investeringen tegenover door de private partij.

De gemeente stelt de nieuwe partner in staat deze

investering terug te verdienen. Daarmee zijn wel ho-

gere kosten gemoeid.” Keiharde data heeft Felsö hier

niet voor, “maar we gaan dit in ons vervolgonderzoek

dit jaar wel proberen te achterhalen. Dan nemen we

ook nog niet onderzochte kenmerken mee, zoals de

kosten die gemeenten maken voor aanbestedingen en

het monitoren van de private partij en de incentives

die zij met hun private partner overeenkomen, zoals

een inspanningsverplichting of een prestatieafspraak.

Hiervoor willen we bij gemeenten de bestekken gaan

opvragen. Diftar zit zijdelings in ons eerste onderzoek,

maar dat is inderdaad ook een van de volgende aan-

dachtspunten. Private partijen zijn nu een paar procent

goedkoper. Maar stel dat je als gemeente veel kosten

moet maken bij de controle of de private partij zijn af-

spraken nakomt, dan kun je je afvragen of deze uit-

voeringskosten wel opwegen tegen de keuze voor een

private partij.”

VerzetDijkgraaf looft de Delftse ambities. “Een derge-

lijk vervolg zou schitterend zijn. Het is echter ook

noodzakelijk, om nog meer aspecten boven water te

krijgen.” Zelf zegt hij dat hem de tijd ontbreekt om

aan zijn eigen onderzoek een dergelijk vervolg te ge-

ven. Naast zijn hoogleraarschap is de wetenschapper

druk als Tweede-Kamerlid voor de SGP. Dat gegeven

gaf overigens weer voeding aan het in een aantal me-

dia gesuggereerde verwijt dat zijn onderzoek politiek

zou zijn gekleurd. Dijkgraaf en Gradus, ook directeur

van het wetenschappelijk bureau van het CDA, zouden

met hun conclusie aan willen sluiten bij het groeiende

verzet tegen aanbestedingen. Dat samenwerking als

goedkoopst uit de bus komt, zou dus geen toeval zijn.

Dat is absoluut niet het geval, wenst Dijkgraaf te bena-

drukken, “en is volstrekt irrelevant. Sommige mensen

kunnen er blijkbaar niet tegen dat iemand twee func-

ties heeft. Ik weet dat volledig te scheiden. Deze kritiek

doet me helemaal niets.” ■

Dijkgraaf: “je kunt niet stellen dat de

ene organisatievorm beter is dan de

andere. Dat hangt af van de dynamiek

in de markt en die is elk jaar anders.”

120177_GRAM_mrt_2012.indd 33 09-03-12 09:17

Page 34: GRAM maart 2012

Adv Sidcon

1/4

Bijsterhuizen 11-20a | 6546 AS Nijmegent 024 - 344 66 82 | e [email protected] | www.sidcon.nl

024 - 344 66 82 | www.sidcon.nl

De ondergrondseperscontainer van Sidcon

De meest effectieve manier van kunststof inzameling(zie op onze website welke besparingen mogelijk zijn)

Een schone en veilige binnenstad(zie referenties op onze website)

De Wet werken naar vermogen heeft

vanaf 2013 forse consequenties voor ge-

meenten, afval- en reinigingsbedrijven,

SW-bedrijven en andere partijen actief in

de buitenruimte.

Op 5 april organiseert de NVRD in de

Reehorst Ede de themadag ‘wegwijs in

werken naar vermogen.’ Op het program-

ma tijdens deze themadag staan de ach-

tergronden, kaders, gevolgen en keuze-

mogelijkheden die de wet biedt voor de

branche. Ook staan voorbeelden uit de

huidige branchepraktijk centraal. Onder-

werpen en sprekers op de themadag zijn:

De kansen van de Wet werken naar

vermogen

Mark Leemans, senior adviseur bij KplusV

organisatie advies

Gevolgen Wet werken naar vermo-

gen voor gemeenten

René Paas, voorzitter Divosa, de Neder-

landse vereniging van gemeentelijke

managers op het terrein van participatie,

werk, inkomen en sociale vraagstukken

Social return in aanbestedingen

René van Wilgenburg, hoofd inkoop, Ro-

teb Rotterdam.

Oprichting van regionale werkbe-

drijven

Robert Schouten, partner IPR Normag

Management Consulting

Een mix van integratie en op af-

stand plaatsen; kansen om beleids-

doelstellingen te koppelen en te

realiseren

Cees Paridaans, directeur Brabants

Afval Team, Tilburg

Leer- en ontwikkeltrajecten

André Hertog, Directeur Irado

De rol van kringloopbedrijven

Hen Schreurs, Projectleider WAA Groep

Hoe om te gaan met opleidingen,

loonvorming en kwalifi catie van

werknemers afkomstig uit de Wet

werken naar Vermogen

Vertegenwoordiger van leerwerkbedrijf

IW4 Veenendaal

Deze themadag is ook interessant voor

bestuurders en iedereen die te maken

krijgt met de Wet werken naar vermogen.

Stuur deze uitnodiging gerust door.

Voor informatie: secretariaat NVRD, tel.

088-3770000, e-mail [email protected]

Aanmelden kan op www.nvrd.nl

NVRD Themadag: Wegwijs in werken naar vermogen

120177_GRAM_mrt_2012.indd 34 09-03-12 09:17

Page 35: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 35

nieuwsTekst: Bas Peeters en Ilse van der Grift

Na langdurige en moeizame onderhande-

lingen is op 5 maart het langverwachte

Onderhandelakkoord Verpakkingen ge-

presenteerd. De NVRD is eind november

gevraagd haar deskundigheid mee aan de

onderhandeltafel te brengen maar heeft

nadien feitelijk niet meer deelgenomen aan

de onderhandelingen. Wel is de VNG-dele-

gatie desgevraagd van informatie voorzien

en is advies gegeven aan de wethouders

in de klankbordgroep. Het Onderhandel-

akkoord geeft goede ambities weer voor

meer recycling en verduurzaming van ver-

pakkingen. Ook zijn in het akkoord de con-

touren van een nieuwe fi nancieringstruc-

tuur neergelegd en wordt geen beperking

gegeven voor de hoeveelheid in te zame-

len kunststoff en en papier. Verder wordt er

structureel 20 miljoen beschikbaar gesteld

voor de zwerfafvalaanpak in gemeenten,

is er keuzevrijheid voor gemeenten tussen

De NVRD vindt dat het Onderhandelakkoord

op de volgende punten nog tekortschiet:

• Te lage recyclingambities

• Producentenverantwoordelijkheid onvol-

ledig ingevuld

• Nog geen duidelijkheid over vergoedin-

gen voor gemeenten

• Afschaffi ng statiegeld voorbarig

• Totaalplaatje mist

De volledige reactie van de NVRD is te vin-

den op www.nvrd.nl

Algemeen Overleg Tweede Kamer

De eerste reactie van de politiek kwam tij-

dens het Algemeen Overleg op 7 maart.

Met name de voorgestelde afschaffi ng van

statiegeld leverde veel discussie op, zeker

omdat er nog weinig concrete resultaten

tegenover stonden. Een aantal partijen

bepleit uitstel van deze beslissing. Daar-

naast waren partijen het erover eens dat

er ook afspraken gemaakt moeten worden

voor de drankenkartons en blik. De keuze-

vrijheid voor gemeenten tussen bron- en

nascheiding werd breed omarmd. Net als

het Onderhandelakkoord had het debat

veel open einden.

Staatsecretaris Atsma

op NVRD-Congres

Het NVRD Jaarcongres Schoon-gewoon

op 24 mei 2012 in Dalfsen belooft

een groot succes te worden. Promi-

nente sprekers zoals staatssecreta-

ris Atsma, Thomas Rau, Maurice de

Hond, Jan Terlouw en Maurits Groen

zullen tijdens het congres spreken.

Onderwerpen zoals de integratie van

het afvalbeheer en het beheer van de

openbare ruimte, hoe om te gaan met

grondstoff enschaarste en het activeren

van de rol van de burger zullen uitge-

breid aan bod komen. Kom ook naar

dit congres en laat u inspireren! Kijk

snel op www.schoon-gewoon.nl voor

meer informatie en meldt u vast aan.

bron- en nascheiding en wordt gestart met

een verduurzamingsagenda voor het ver-

pakkend bedrijfsleven. Op hoofdlijnen een

belangrijk resultaat voor de sector.

Reactie NVRD

Toch zijn er nog te veel open eindes in het

Akkoord die snel opgelost moeten worden.

De kranten hebben vol gestaan over de

voorgenomen afschaffi ng van statiegeld.

Naast het feit dat dit slechts een onderdeel

is van het Onderhandelakkoord, is afschaf-

fi ng wat de NVRD betreft nog geen gelopen

koers. De afschaffi ng van de verpakkingen-

belasting leidt tot een forse lastenverlaging

voor het bedrijfsleven. Hiervoor zouden

nieuwe en afrekenbare doelen voor in de

plaats moeten komen zoals de inzameling

van drankenkartons en blik en een verduur-

zaming van alle verpakkingen. Gemeenten

en hun publieke bedrijven zijn graag bereid

te investeren in de inzamelstructuur om tot

meer recycling te komen. Maar dan moet

in het Akkoord voor 10 jaar een helder

vergoedingen- en dus investeringskader

worden opgenomen en moeten afspraken

worden gemaakt over de recycling van alle

verpakkingen, dus ook drankenkartons,

blik en piepschuim.

Agenda

28 mrt werkgroep

Huishoudelijk Afval

29 mrt commissie Markt & Overheid

5 apr Themadag

10 apr redactievergadering GRAM

Onderhandelakkoord Verpakkingen, meer dan alleen statiegeld

120177_GRAM_mrt_2012.indd 35 09-03-12 09:17

Page 36: GRAM maart 2012

Adv Humana

1/4

In 2011 werd in totaal 1.687 ton aan armaturen ingeleverd, 545 ton

meer dan het jaar ervoor. Een stijging die voornamelijk te danken is

aan de armaturen die terugkomen via ingeleverd bruin- en witgoed.

Na een stagnatie in 2009 en 2010 van de inzameling van tl-buizen

- die mede werd veroorzaakt door een aanhoudende malaise in de

bouwsector - zit deze nu weer in de lift en groeide het ingezamelde

volume met 5% naar 1.173 ton.

Professionele marktDe focus voor dit jaar zal bij LightRec en uitvoeringsorganisatie Wecy-

cle blijven liggen op de professionele markt. Eerder onderzoek door

Möbius toont aan dat ongeveer 80% van de in te zamelen lampen en

armaturen uit dit circuit zal komen. De installatiebranche levert mo-

menteel nog minder lampen in dan op grond van de verkoopcijfers

mag worden aangenomen.

Jeroen Bartels, manager van LightRec, legt uit: “We weten niet waar

de oude lampen en armaturen uit de professionele markt dan wél te-

rechtkomen. Er zijn geen signalen dat tweedehands lampen en arma-

turen worden geëxporteerd. Om erachter te komen waar de lampen

armaturen blijven, stellen we dit jaar een onderzoek in. Op die manier

hopen we de inzameling binnen de professionele markt structureel te

kunnen verbeteren.”

VoorlichtingLightRec investeerde de afgelopen jaren met de Wecycle-

campagnes fors in voorlichting over de inzameling van

energiezuinige lampen en armaturen, hetgeen nu zijn

vruchten lijkt af te werpen. Uitvoeringsorganisatie We-

cycle startte op 27 februari een vervolgcampagne voor

installateurs. Daarin staan de diverse gratis inzamel-

bakken voor lampen, tl-buizen en armaturen centraal.

Daarnaast staat Wecycle dit jaar opnieuw op diverse

beurzen. Daar licht men zowel consumenten als profes-

sionale gebruikers voor over om zowel consumenten als

professionele gebruikers voor te lichten over het nut en

de noodzaak van de inzameling van elektrische appa-

raten in het algemeen en lampen en armaturen in het

bijzonder. ■

door Sarah Valkering

Inzameling lampen en armaturen laat fl inke groei zien

In 2011 leverden Nederlanders 22% meer lampen en armaturen in voor recycling, maakt Stichting LightRec bekend.

LightRec is in Nederland namens de producenten opdrachtgever voor de inzameling en recycling van armaturen. De

aanzienlijke stijging is voornamelijk te danken aan een snel groeiend volume armaturen (48%). De inzameling van

lampen zelf steeg met 4%. LightRec is tevreden over de inzamelresultaten, maar vindt de groei van de inzameling bij

de professionele markt nog onvoldoende.

120177_GRAM_mrt_2012.indd 36 09-03-12 09:18

Page 37: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 37

door Geke Wassink

“Scholieren zijn dol op appelfl appen,”

weet Patrick van Vught aan de hand van

het afval voor zijn deur, hij woont aan

een snoeproute. Aanvankelijk ergerde hij

zich behoorlijk aan dat zwerfafval totdat

hij een verpakking eens goed bekeek. De

geribbelde zijkant en de wafeltjes struc-

tuur aan de bovenkant deden hem aan

een gebouw denken. Vanaf dat ogenblik

verzamelde Van Vught kunststof verpak-

kingen met een bijzondere vorm.

“Negatief om te zetten in positief hield

me al een tijd bezig. Als je een leeg

doosje volgiet met gips, maak je positief

een miniatuur gebouw zoals je op een

maquette ziet.” Van Vughts idee was:

meer vormen verzamelen. In het begin

raapte hij die van straat, op een gegeven

moment werd de supermarkt een ‘Fund-

grube’. “Je ziet normaal nooit hoe mooi

die vormen zijn, je kijkt er niet op die

manier naar. Piepschuim is ook fascine-

rend.” In zijn atelier gebruikte hij al het

afval voor het bouwen van een stad.

Vanuit een behoefte naar groter werk

ontstond het idee met jongeren die afval

voor zijn deur gooien het project in een

bredere context te plaatsen: jongeren be-

wust maken van afval en wat je er mee

kunt doen, een kunstproject met archi-

tecturale trekken. Nee, de school met de

vervuilende leerlingen wilde niet mee-

werken, te druk met andere zaken. In

het Amadeus Lyceum, een cultuurschool

in de nieuwe wijk Leidse Rijn was Van

Vught welkom als ‘artist in residence’.

Dat had nog een bijzonder gevolg, de

school geldt als koploper op het gebied

van onderwijsvormen. Talrijke schoolde-

legaties en zelfs het ministerie van On-

derwijs bezochten de school om te kij-

ken wat daar gebeurt en maakten zo ook

kennis met het twaalf weken durende

project. Het Fonds BKVB (grootste fonds

op het gebied van beeldende kunsten,

vormgeving en bouwkunst) subsidieerde

het project.

Het Dystopia project vond plaats tijdens

de lessen Handenarbeid. Uit elke klas

deden vijf vrijwilligers mee. Uiteindelijk

werkte Van Vught met twaalf groepjes

van vijf leerlingen over de week ver-

spreid. De vrijwilligers brachten zelf

het afval in allerlei vormen mee. Het

Amadeus Lyceum, net in een nieuw ge-

bouw, is als groeischool ruim opgezet.

Het enorme atelier stond nog leeg, daar

richtte Van Vught zijn laboratorium in:

een ruimte voor het gips aanmaken, een

ruimte om de vormen te vullen en een

droogruimte. “Grote ramen scheiden het

atelier van de kantine, zo was ons werk

voor iedereen zichtbaar.” Dystopia werd

in de kantine tentoongesteld. “Voor de

opening was iedereen uitgenodigd, tot

opa’s en oma’s toe.” Nu staat Dystopia

genummerd in delen opgeslagen. Mis-

schien voor een volgende tentoonstel-

ling of, in delen, als relatiegeschenk voor

verpakking- of reinigingsindustrie. Lukt

dat niet, dan kan het gips nog altijd naar

een gipsrecyclingbedrijf.

Dystopia (detail)

NIEUWSDystopia: stad uit verpakkingsafvalZeventig scholieren van het Amadeus Lyceum in Vleuten werkten mee aan het project Dystopia van kunstenaar Patrick

van Vught*. Het resultaat: een 70m2 grote maquette van een witte stad gemaakt uit gipsafdrukken van verpakkingsafval.

* Van Vught studeerde af aan de HKU (Hoge School voor Kunst Utrecht), afdeling Fine

Arts (autonome beeldende kunst). Voor meer informatie: www.patrickvanvught.nl

120177_GRAM_mrt_2012.indd 37 09-03-12 09:18

Page 38: GRAM maart 2012

38 GRAM | maart 2012

Icopal, producent van producten voor de

bescherming en afdichting van bouw-

constructies, introduceerde op de Nati-

onale Dakendag (26 oktober 2011) een

volledig inzamel- en recyclingprogram-

ma voor bitumen dakbedekking. Dit pro-

gramma, BiELSo® (Bitumen Endless Life

Solutions), zorgt voor het hergebruik

van snijafval van bitumineuze dakbedek-

king tot nieuwe bitumineuze producten.

Icopal kan met het BiELSo® proces bi-

tumineuze dakbedekking 100 procent

recyclen tot nieuwe hoogwaardige, ge-

certifi ceerde dakbedekking in de vorm

van ‘nieuwe’ BiELSO® rollen. Snijafval

hoeft niet meer naar de stortplaats. Dit

levert een besparing op verwerkingskos-

ten op. Bovendien zijn er minder nieuwe

grondstoff en nodig, waardoor energie

bespaard wordt. Bitumen snijafval kan

ingeleverd worden bij de inleverpunten

die onder het BiELSo® systeem vallen.

Hiervoor zijn gratis zakken verkrijgbaar

bij door Icopal geselecteerde inlever-

punten. Voor sloopdaken geldt dat een

stukje van het materiaal opgestuurd kan

worden naar Icopal. Icopal bekijkt dan of

het materiaal voor recycling geschikt is.

Inlichtingen www.bitumenrecyling.nl. Op

de site staan ook de inleverpunten.

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWSHergebruik van bitumen dakbedekking

Sinds begin dit jaar is de technische han-

delsonderneming C. van der Pols & Zn.

alleen importeur van RSP zuig-/graafma-

chines voor de Benelux. Dankzij de RSP

zuigtechniek kan er worden gegraven zon-

der het risico op beschadiging van kabels

of leidingen. Deze machines zijn een op-

lossing op plaatsen waar grondverzet met

hydraulische graafmachines niet mogelijk,

te gevaarlijk of te arbeidsintensief is.

RSP zuigmachines bieden een korte

inzettijd en snelle gronduitgraving

zonder beschadigingen. Ook is er sprake

van beperkte verkeershinder en milieu-

belasting.

De toepassingsgebieden zijn onder meer:

– snel verwijderen van grond/zand

rondom leidingen en kabels zonder

schade

– verwijderen van grond/zand op moeilijk

bereikbare plaatsen tot een lengte van

±40 meter

– reinigen van ondergrondse afvalopvang-

systemen

– reinigen van afvoerputten en straatkolken

– verwijderen van vervuilde grond rond-

om boomwortels.

Inlichtingen www.rsp-germany.com

Pols Zuidland importeur RSP zuig-graafmachines

120177_GRAM_mrt_2012.indd 38 09-03-12 09:18

Page 39: GRAM maart 2012

GRAM | maart 2012 39

NIEUWS

De Duitse Bondsdag heeft een nieuwe

afvalwet goedgekeurd, het Kreislaufwirt-

schafts- und Abfallgesetz. Deze wet legt

de focus op vermindering en hergebruik

van afval.

De wet is de implementatie van de Eu-

ropese Kaderrichtlijn Afval (KRA) en be-

paalt dat:

– het vanaf 2015 verplicht is de inzame-

ling van glas, papier, kunststof, meta-

len en bioafval te scheiden;

– vanaf 2020 ten minste 65 procent van

het huishoudelijk afval en 70 procent

van het bouw- en sloopafval moet wor-

den gerecycled;

– het ministerie samen met de deelsta-

ten voor 2013 preventiedoelstellin-

gen met bijbehorende maatregelen

moet vastleggen in een afvalpreventie-

programma.

Wertstoftonne

Het moet mogelijk worden om recycle-

bare materialen (verpakking en niet-

verpakkingen, zoals speelgoed) in te

zamelen in één afvalcontainer, de Wert-

stoff tonne. De wetgever gaat ervan uit

dat door deze Wertstoff tonne 7 kilo per

inwoner per jaar extra gerecycled gaat

worden.

Voorrang

De nieuwe afvalwet bepaalt ook dat

gemeentelijke afvalbedrijven voorrang

hebben op commerciële afvalbedrijven

als de gemeente zelf een effi ciënt inza-

mel- en recyclingsysteem heeft. Daarmee

voldoet de wet volgens de Duitse milieu-

minister ook aan alle Europese voorwaar-

den voor een eerlijke verdeling van de

markt tussen de publiekrechtelijke en de

commerciële afvalbedrijven.

Digitaal

Het door de Bondsdag aangenomen wets-

ontwerp is digitaal beschikbaar: http://

dip.bundestag.de/btd.

Het standpunt van de branchevereniging

van commerciële afval- en recyclingbedrij-

ven (BDE Bundesverband der Deutschen

Entsorgungs-, Wasser- und Rohstoff wirt-

schaft) staat op www.bde-berlin.org.

Duitsland krijgt nieuwe afvalwet

Preventie zwerfafval bij landelijke winkelketensLandelijke winkelketens lijken zich niet

zo druk te maken over zwerfvuil voor

de deur. Enkele zien af van medewerking

(V&D en NS), hebben geen landelijk be-

leid of ze kennen geen landelijke richtlij-

nen. “Het schoon en netjes houden van

de winkelomgeving behoort bij de taak

van het fi liaal” laat een HEMA pr-mede-

werkster weten. Daar steekt McDonald’s

erg gunstig bij af.

McDonald’s hanteert strenge regels om

zwerfafval rond hun vestigingen te voor-

komen. “Vanaf het moment dat een res-

taurant opent, dienen alle medewerkers

zich dagelijks aan diverse richtlijnen

rond zwerfafval te houden,” vertelt Art

van der Vorm, communicatie coördinator

McDonald’s Nederland B.V.

Dat houdt in dat ze het eigen parkeer-

terrein en de directe omgeving moeten

schoonhouden. “Veel restaurants gaan

daar nog veel verder in en houden een

wijdere omgeving schoon. Elk restaurant

ruimt meerdere keren per dag het zwerf-

afval op waardoor het tot een minimum

wordt beperkt. Daarnaast wordt met Ne-

derland Schoon gekeken naar initiatieven

om het zwerfafval nog verder te reduce-

ren.” Aan de hand van checklists wordt

gemeten hoe schoon het parkeerterrein

en omgeving is, elk restaurant moet die

lijsten gebruiken. Schoon scoort hoog bij

McDonald’s: elk restaurant krijgt twee

keer per maand bezoek van een mistery

shopper, in die ‘mistery-shopping’ ver-

slagen wordt dit meegenomen. Van der

Vorm: “Verder houden onze eigen fi eld-

consultants dit ook in de gaten.”

Tekst: Geke Wassink

McDonald’s voert een strikt landelijk beleid ter bestrijding van zwerfafval

120177_GRAM_mrt_2012.indd 39 09-03-12 09:18

Page 40: GRAM maart 2012

Adv Savas

1/4

Adv VDL Container

1/4

Opnieuw opgevraagd!

Zaltbommel 0418 - 51 53 22 www.savas.com *

ex

BT

W, i

nb

ou

w-

en

tra

nsp

ort

kost

en

Stoelen voor verschillende toepassingen en gebruik.

Voor iedereen een goede stoel! Probeer 4 weken g

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS

Onlangs is de Stichting Niet-Chemische

Onkruidbestrijding op verhardingen

(Stichting NCO) opgericht. Stichting NCO

vertegenwoordigt de belangrijkste leve-

ranciers van niet-chemische methoden en

technieken van onkruidbestrijding in Ne-

derland. Voorbeelden van deze methoden

zijn onkruidbestrijding door middel van

heet water, branden, borstelen en hete

lucht. De stichting heeft als doel de ont-

wikkeling en bevordering van niet-chemi-

sche bestrijding van onkruid op verhar -

dingen, het verspreiden en delen van

objectieve kennis en informatie over

niet-chemische onkruidbestrijding en

het toegankelijk maken van alle kennis

en argumenten voor niet-chemische on-

kruidbestrijding.

Inlichtingen www.stichting-nco.nl

Stichting NCO

Saff aan-Fotografi e, Nationale Beeldbank

120177_GRAM_mrt_2012.indd 40 09-03-12 09:18

Page 41: GRAM maart 2012

Adv AW materieel

1/4

Verhuur van reinigingsmaterieel

Service, revisie en onderhoud

Ach

terl

ader

Kra

an-h

aak

Zijla

der

Ecopark 28, 8305 BK Emmeloord Tel: 0527 622882

[email protected] • www.awmaterieel.nl

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS

Een vloeistofdichte of vloeistofkerende

vloer is voor milieustraten en afvalver-

werkers een kostbare investering. Het

gebruik van containers kan deze voorzie-

ningen snel aantasten. Advies- en ingeni-

eursbureau Oranjewoud ontwikkelde in

samenwerking met NOLIM een nieuw pro-

duct: Containershield. Dit is een fl exibele

lichtgewicht plaat die voorzieningen be-

schermt tegen beschadigingen. Volgens

de Wet Bodembescherming is een vloei-

stofdichte of -kerende vloer een verplichte

voorziening om het milieu te beschermen

tegen gevaarlijke stoff en. “In milieustra-

ten en bij afvalverwerkers wordt intensief

gewerkt met zware containers. Dit leidt

snel tot beschadigingen. Zodra een vloer

geen optimale bescherming meer biedt,

krijgen bedrijven te maken met verplichte

onderzoeken, reparaties, herkeuringen en

mogelijk zelfs bodemsanering.

Geen staal, maar kunststof

Tot voor kort waren er geen afdoende op-

lossingen die optimale bescherming bo-

den. Remco van ‘t Klooster, adviseur bij

Oranjewoud: “Op dit moment werken veel

bedrijven met stalen beschermingsplaten.

Hier kleven echter nadelen aan. Ze gaan

roesten, verbuigen, raken beschadigd,

moeten verlijmd of verankerd worden en

geven geluidsoverlast. Dit bracht ons op

het idee een fl exibele kunststofplaat te

ontwikkelen. Met dit idee kwamen we te-

recht bij NOLIM, leverancier van kunststof

rij- en stempelplaten.” Beide bedrijven

ontwikkelden samen een beschermings-

plaat van HMPE-kunststof. Van ‘t Klooster:

“De beschermingsplaten zijn gemaakt

van lichtgewicht kunststof: Hoog Molecu-

lair Poly Ethyleen (HMPE 500 R). De plaat

voorkomt hiermee niet alleen beschadi-

gingen, het beschermt ook tegen corrosie

en roestwater. Omdat de beschermings-

platen niet in de vloer zijn verankerd, kun

je ze eenvoudig verplaatsen. Resultaat is

een optimale fl exibiliteit in het gebruik en

de inrichting van de locatie. De onderlig-

gende vloer is altijd beschikbaar voor in-

spectie, reiniging of onderhoud.”

Almere

Een eerste proefopstelling bij één van de

milieustraten in de gemeente Almere le-

verde positieve resultaten op. Gert Mey-

berg van de gemeente Almere: “Ze zorgen

niet alleen voor optimale bescherming, de

beschermingsplaten zijn door hun fl exibi-

liteit vooral makkelijk in het gebruik. We

leggen de platen overal op het terrein

neer waar wij containers willen hebben

staan. Dankzij de platen zijn we in staat

om allerlei verschillende type containers

te gebruiken. Daarbij kunnen wij ons in

de toekomst meer richten op ‘groeiper-

rons’. Bij uitbreiding van perrons of een

andere opstelling, kun je platen eenvou-

dig verplaatsen.”

Meyberg: “Door onze positieve ervaring

hebben we de keuze gemaakt al onze

milieustraten met Containershields uit te

rusten. Het is in alle opzichten een inves-

tering die zich terugbetaalt. Neem alleen al

de levensduur. De gemiddelde milieustraat

is ontworpen voor de duur van 15 jaar.

Stalen platen zijn na die periode niet meer

te gebruiken. Containershields neem je ge-

woon weer mee naar een nieuwe locatie.

De platen passen hiermee uitstekend in de

duurzaamheidvisie van gemeente Almere.”

Kenmerken Containershield:

– fl exibel toepasbaar, geen bevestigings-

punten in uw vloer

– de onderliggende vloer blijft eenvoudig

te reinigen en/of te inspecteren

– voorkomt beschadigingen, opeenho-

ping van vuil en water en corrosie

– verlengt levensduur (vloeistofdichte)

verharding

– grote rek, lange levensduur

– geluidsreductie bij het plaatsen van

Containers

– afmetingen: 7000 x 2500 x 30 mm

Inlichtingen: www.containershield.nl en

www.oranjewoud.nl/containershield

Kunststof Containershield biedt duurzame bescherming

120177_GRAM_mrt_2012.indd 41 09-03-12 09:18

Page 42: GRAM maart 2012

adv v.d. Pols

1/4

T 0181 - 45 88 45 [email protected] www.pols.nl

De VPM Hondenpoepruimer is met z’n 68 dBA fluisterstil. Het voertuig is geveerd en heeft rondom ruim zicht wat een optimaal comfort voor de bestuurder biedt. Met een snelheid van 28 km/uur en een hooglosser kan er schoon en snel gewerkt worden. Veel opties mogelijk voor inzet het hele jaar.

VPM Hondenpoepruimer Fluisterstil en geveerd!

ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl

RedactiecommissieRob Schram, RMN (hoofdredacteur), Marc Maassen, GADDrs. Bas Peeters, NVRDHerman Beerding, BMSDrs. Andrea van de Graaf, De MeerlandenIng. Marc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, Agentschap NL

EindredactieDrs. Karin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]

BladmanagementSander Retra, Retra PubliciteitsService bv

Advertentie-exploitatieRetra PubliciteitsService bvPostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02e-mail: [email protected]

OpmaakBetuwe Promedia bv, Buren

DrukSpijker Drukkerij bv, Buren

Offi cieel vakblad van de NVRD

AbonnementenadministratiePostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02Jaarabonnement ad € 95,– incl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.

Beëindiging abonnementHet opzeggen van een abonnement dient schriftelijk te geschieden uiterlijk op 15 november bij Retra PubliciteitsService. Bij niet tijdige opzegging wordt het abon-nement automatisch verlengd.

ISSN 1569-0458

© NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC-keurmerk en verschijnt 11x per jaar.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

Agenda5 april 2012

NVRD Themadag ‘Wegwijs in werken naar vermogen’

Inl. www.nvrd.nl

7 – 11 mei 2012

IFAT Entsorga, Neue Messe München

23 – 25 mei 2012

NVRD Jaarcongres ‘Schoongewoon’

Inl. www.schoon-gewoon.nl

5 – 6 juni 2012

VNG Jubileumcongres, Den Haag

120177_GRAM_mrt_2012.indd 42 09-03-12 09:18

Page 43: GRAM maart 2012

Cyclus Advertorial

1/1

InvloedVan Bloois over de belangstelling voor laatstgenoemde organisatie-

vorm: “Gemeenten moeten bezuinigen, maar willen en kunnen hun

maatschappelijke verantwoordelijkheid voor mens en milieu niet

naast zich neer leggen. Als aandeelhouder hebben gemeenten in-

vloed, is lokale gebondenheid geborgd en ligt de nadruk niet alleen

op financieel, maar juist ook op maatschappelijk rendement.”

SynergieHet feit dat bedrijven zoals Cyclus hun wortels hebben in afvalbe-

heer is volgens Van Bloois geen toeval. “Eerder al maakten gemeen-

ten de keuze om afvalinzameling gezamenlijk op enige afstand te or-

ganiseren, omdat die krachtenbundeling veel voordelen oplevert. Nu

worden die afwegingen voor BOR gemaakt. En die twee werkvelden

kunnen meer dan prima samen. Het gaat bij beide om kort cyclisch

werk, dat zich afspeelt op straat. En het ligt bovendien in elkaars

verlengde. Een ideale mix dus voor een opgeruimde leefomgeving.”

Leendert van Bloois van Cyclus: “Het kan geen toeval zijn dat het

regent bij het maken van deze foto. We staan in het werkgebied van

Cyclus. Dit is niet alleen het laagste punt van Nederland. Het wordt

bovendien gekenmerkt door ‘slappe bodems’. Dit vraagt om speci-

fieke kennis over bijvoorbeeld riool- en boomonderhoud. En wat te

denken van het plaatsen van ondergrondse containers.”

Beheer openbare ruimte

Slim werken aan een opgeruimde leefomgeving

Gemeenten staan voor de maatschappelijke taak de openbare ruim-

te te onderhouden. Dat valt niet mee in een tijd dat budgetten onder

druk staan. Van Bloois trapt af met de aanpak, die naar zijn zeggen

niet alleen kwaliteit oplevert, maar ook tijd en dus geld bespaart.

Kwaliteit“Wie de openbare ruimte dagelijks onderhoudt, moet werken op

basis van beeldkwaliteit. Leg met elkaar vast welke kwaliteit op

welke plek noodzakelijk is. Dan kun je bijvoorbeeld afspreken dat

de perkjes er in de woonwijken gewoon goed moeten uitzien, maar

dat een beetje onkruid langs een doorgaande weg wel acceptabel

is. De getrainde hoveniers kennen de gemaakte kwaliteitsafspraken,

beoordelen de locaties en handelen ernaar. Zo krijgen alle locaties

het juiste onderhoud en zet je de vakmensen optimaal in”, aldus

van Bloois. Zulke afspraken moet je maken over alle BOR-aspecten.

“Pak al die aspecten vervolgens ook integraal op. Dan haal je er echt

alles uit.”

VakmensenOf gemeenten het integraal beheer van de openbare ruimte in huis

moeten houden of moeten uitbesteden, is volgens Van Bloois niet de

juiste vraag. “Het gaat erom of je dit als gemeente in deze tijd nog in

huis kúnt organiseren. Grotere gemeenten kunnen dat wellicht. Voor

kleinere gemeenten is het onhaalbaar om voor alle BOR-aspecten

vakmensen in huis te hebben, qua beleid, werkvoorbereiding en uit-

voering.”

Er zijn verschillende manieren om het werk elders onder te brengen.

Gemeenten splitsen de verschillende BOR-activiteiten bijvoorbeeld

en besteden het werk aan bij één of meerdere commerciële partij-

en. Of ze werken samen in gemeenschappelijke regelingen of over-

heidsNV’s en kiezen voor de integrale benadering.

Gemeenten zien budgetten verkleinen en moeten keuzes maken, ook wat het dagelijks beheer van de openbare ruimte (BOR) betreft. Hoe pak je dat aan? Hou je het in huis of besteed je het uit? En waar breng je het dan onder? Prangende vragen over een complexe materie waar Leendert van Bloois, alge-meen directeur van Cyclus uit Gouda, zijn visie op geeft.

Advertorial

120177_GRAM_mrt_2012.indd 43 09-03-12 09:18

Page 44: GRAM maart 2012

NVRD leafl et themadag

1/1

Wegwijs in werken naar vermogenNVRD themadag 5 april

De Wet werken naar vermogen heeft vanaf 2013 forse consequenties voor gemeenten, afval- en reinigingsbedrijven, SW-bedrijven en andere partijen actief in de buitenruimte. Om u wegwijs te maken in deze veranderingen organiseert de NVRD een themadag.

Tijdens deze NVRD themadag wordt u geïnformeerd

over de achtergronden, de kaders, de gevolgen en

keuzemogelijkheden die de wet biedt voor de branche.

Op de themadag staan voorbeelden uit de huidige

branchepraktijk centraal, zoals bijvoorbeeld:

tot de arbeidsmarkt

Met deze themadag bent u in één dag wegwijs in de wet

werken naar vermogen. Noteer nu alvast in uw agenda:

Themadag Wegwijs in werken naar vermogen op

donderdag 5 april

Aanmelden voor de themadag kan op www.nvrd.nl.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ine van

120177_GRAM_mrt_2012.indd 44 09-03-12 09:18