GRAM maart 2012
description
Transcript of GRAM maart 2012
JAARGANG 103 | NUMMER 3 | MAART 2012
Interview met Rob Karstens - directeur Stadswerk | Wetenschappers twisten over publiek of private afvalinzameling | Jantje Beton in de openbare ruimte | AVRI succesvol met IBORplus
Afval in en rondom het water is een groot probleem
120177_GRAM_mrt_2012.indd 1 09-03-12 09:16
adv van Schijndel
1/1
www.vanschijndel.euVan Schijndel BV • Stationsweg 78 • 6051 KL Maasbracht • Nederland
T +31 (0)475 465636 • F +31 (0)475 466540 • E [email protected] www.vanschijndel.eu
VSAII + SCB1700-Eurosplit
VSAII + ACB500 Archiefbelading
Van Schijndel Afvalinzamelsystemen“iets anders, veel beter”.
Onderdelenservice
Eenvoudig, betrouwbaar. Beproefd concept voorzien van de
nieuwste technieken. Ongecompliceerde moderne hydrauliek
& elektronica.
Langere levensduur door toepassing van slijtvast staal voor achterlader en opbouw.
Standaard met verzwaard juk en persschot. Twee jaar garantie.
Waarom voor van Schijndel kiezen:
OND
ERDELEN
ot.ot.
VSAIII + SCB1700-CombiGeschikt voor haak-arm-, kabel- en
kettingopname systemen.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 2 09-03-12 09:16
GRAM | maart 2012 3
Officieel vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
6
10
14
Hoe doen zij dat? Deze maand: de publieks app voor buiten beheerIn dit benchmarkartikel leggen vier personen van verschillende gemeenten uit welke
app zij gebruiken. Ze lichten hun keuzes toe en benoemen de voor- en nadelen.
Zwerfvuil in het water is een groot probleemJaarlijks worden er miljoenen uitgegeven om zwerfvuil bij water – soms moedwillig ge-
dumpt - op te ruimen. In de Provincie Limburg worden de krachten gebundeld om het
afvalprobleem bij de Maas aan te pakken
AVRI werkt met IBOR PlusMix van IBOR, gedragsbeïnvloeding, participatie en handhaving is succesvol
Nieuwe rubriek: VakwerkInterview met een professional uit de branche
Wetenschappers twisten over beste inzamelvormGemeenten hanteren verschillende organisatievormen voor de inzameling en verwijdering
van afval, van zelf inzamelen en verzelfstandiging in de overheids-NV tot uitbesteden
aan een publieke of private partij. Wat is nou het beste? Een aantal wetenschappers zocht
het uit.
Foto voorplaat, lees verder op pag. 24
(foto: Gijsbert Tweehuysen)
5 Bezem
Oproep; stem mee
13 Dagelijks vuilvissen in watergangen
14 Maatwerkplan zwerfafval Tiel
18 Jantje Beton in de openbare ruimte
20 Interview met voorzitter commissie
BOR Martin Nooijens
22 Interview met Rob Karstens, directeur
Stadswerk
26 Combineer Wet werken naar vermogen
met onderhoud en beheer
28 Keep it clean day
29 Gemengde berichten afval & milieu
34 Themadag NVRD
35 NVRD Nieuws
36 Inzameling lampen en armaturen
37 Dystopia: stad uit verpakkingsafval
38 Nieuws op de markt
42 Agenda
18
20
120177_GRAM_mrt_2012.indd 3 09-03-12 09:16
adv Roteb
1/2
adv v Werven
1/2
Lease
Roteb LeaseRoteb Lease is gespecialiseerd in reparatie, onderhoud en beheer van bijzondere voertuigen. Het accent ligt op afvalinzamelvoertuigen, veegmachines, rioolreinigings- voertuigen, hoogwerkers, containerauto’s, ambulances en brandweervoertuigen.Roteb Lease staat voor klantgerichte mobiliteitsservice.
Verkoop & Beheer:Advisering bij aanschaf
Aanschafcoördinatie
Voertuiginstructie
Assurantie en schadeafwikkeling
Leasing
Wagenparkbeheer
Managementinformatie
Verhuur
Werkplaatsen:Onderhoud, reparatie en keuringen
Schadeherstel
Constructiewerk
Bedrijfswageninrichting
Servicesteunpunt voor RAVO, HIAB,
Geesink, Haller, BekkerLaGram
en KOKS
Adrem veiligheidskeuringen
Meer weten? Een vraag? Een uitdaging? Informeer naar onze mogelijkheden.
Bel 010 - 267 86 00
Of mail naar [email protected]
www.roteb.rotterdam.nl
Roteb LeaseKleinpolderplein 5
Postbus 11011
3004 EA Rotterdam
WWW.VANWERVEN.NL
Biddingringweg 23 8256 PB Biddinghuizen
Telefoon: 0321 - 33 05 [email protected]
• Afvalinzameling& Verwerking
• Energie &Grondstoffen
• Infra
Kunststof Recycling Van Werven recyclet post consumer kunststoffen tot schone herbruik bare grondstoffen voor de kunststofverwerkende industrie.
De mix aan verschillende soorten kunststoffen wordt na sortering in meerdere stappen bewerkt tot kwalitatief hoogwaardige grondstoffen welke in bigbags of bulksilo’s naar afnemers in Europa worden getransporteerd. Naast de terugwinning van grondstoffen uit afval wordt tevens een aanzienlijke CO2 besparing gerealiseerd.
Voor haar kunststofrecycling activiteiten ontving het bedrijf in februari de Flevopenning voor meest innovatie onderneming in Flevoland. Ook maakt Kunststof Recycling Van Werven deel uit van de MKB Innovatie Top 100. Hiermee behoort het bedrijf tot de groep van meeste innovatieve bedrijven van Nederland.Duurzaam en innovatief ondernemen is één van de belangrijkste speerpunten van het bedrijf.Voor meer informatie zie de website van Van Werven www.vanwerven.nl of bel met Kunststof Recycling Van Werven in Biddinghuizen via telefoonnummer 032 133 05 73.
Kunststof Recycling Van Werven B.V.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 4 09-03-12 09:16
BEZEM
GRAM | maart 2012 5
schaffi ng van statiegeld komen verpakkingen niet meer rechtstreeks terug bij de verpakkende industrie. Minder fi nanciering, meer verpakkingen in het huisvuil en op straat, is dat de juiste verhouding?
De branche oriënteert zich op alle mogelijke alternatieven om invulling te geven aan de gewenste afvalvermindering en grotere recyclingresulta-ten. Daarnaast zien we dat gemeenten, als gevolg van kortingen op het gemeentefonds, onderhoud aan de openbare ruimte c.q. kwaliteitsnor-men van de openbare ruimte neerwaarts bijstellen. Het is dus zaak om de aanvoer van alle mogelijke afvalstromen zoveel als mogelijk te beperken.
Ook in de Afvalbrief, al is dat minder prominent, is het hoogste goed op de welbekende ladder van Lansink, namelijk preventie van afval, be-noemd. Is het dan niet vreemd dat een belangrijke maatregel ter voor-koming van afval dreigt te worden afgeschaft in plaats van uitgebreid?
Maart, een nieuwe lente ? Gaat de klok nu voor- of achteruit?
Een nieuwe LenteHet is weer maart, natuur komt tot leven, de lente in aantocht, de klok vooruit! Een nieuwe lente, een nieuw geluid? We wachten allemaal met spanning op de uitkomsten van de diverse discussies over de Afvalbrief, de toekomst van het verpakkingendossier en natuurlijk het Statiegeld.
Komt er een ander geluid? Geven we invulling aan de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven daar waar het gaat om verpakkingen? Belonen we de consument voor zijn bereidheid tot afvalscheiding? Of belonen we de industrie door statiegeld af te schaffen en zadelen we de gemeenten én de consument op met de kosten van zwerfafval.
Verpakkingenbelasting wordt als fi nancieringsstroom voor de inzameling van verpakkingen afgeschaft. Bij af-
Stem meeVerlaging van de schoon-
heidsgraad in de openbare
ruimte kost alleen maar geld
Eens
Oneens
Reageren?
Ga naar www.nvrd.nl
Uitslag van de
poll februari
Afval scheiden in grote
steden moet verplicht
worden.
Eens: 82%
Oneens: 18%
Verder discussiëren
over dit onderwerp?
Sluit u aan bij de GRAM
lezersgroep op LinkedIn.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 5 09-03-12 09:16
6 GRAM | maart 2012
HOE DOEN ZIJ DAT ?het gebruik van een publieks Avoor buitenbeheer
DEZE MAAND:
Welke app gebruikt u en waarom
deze?
Tijdens een beurs zag ik de Buiten Beter
app. Het leek mij een goed systeem.
Hoeveel meldingen heeft uw ge-
meente ontvangen?
Sinds juni 2011 informeren we de bur-
ger over deze app. Het eerste half jaar
leverde dat 170 meldingen op. Wat je
wel merkt, is dat het aantal meldingen
via de app fl ink toeneemt na een publica-
tie. Daarna neemt het ook snel weer af. Je
moet dus blijven communiceren.
Hoe werkt de integratie tussen app
en het bestaande meldsysteem?
Het is aan elkaar gekoppeld. Een melding
die via de app binnenkomt, wordt opge-
nomen in het bestaande meldsysteem.
Hoe worden de meldingen verwerkt?
De medewerker verwerkt de melding
in het bestaande meldsysteem, daarna
stuurt hij dit naar de betreff ende mede-
werker die het probleem gaat oplossen.
Wat is het belangrijkste voordeel/
nadeel van de app?
Via de foto en de gps-gegevens zien me-
dewerkers meteen waar het probleem
zich voordoet en wat er aan de hand is.
Hierdoor nemen zij ook de juiste mate-
Caroline van den Elsen
wethouder gemeente Veghel, 37.000
inwoners. Contact: [email protected]
Via een buitenbeheerapp als Buiten Beter, Verbeterdebuurt en Opgeruimd, kan iedereen met een smartphone (Blackberry, iPhone en dergelijke) ongeregeldheden melden zoals een kapotte lantaarnpaal, opgeblazen prullenbak of illegale vuilstort. Men hoeft niet, zoals gebruikelijk, het meldpunt van de gemeente te bellen, maar doet de melding via de gratis app. Gebruikers maken een foto en geven een korte beschrijving van het probleem. Deze gegevens worden via de app rechtstreeks naar de gemeente gestuurd. Dankzij een gps-systeem weet de ontvanger, de gemeente, exact waar de foto is gemaakt en dus welke locatie het betreft. Eindhoven was in 2010 de eerste gemeente die met een publieksapp voor buitenbeheer werkte. Inmiddels hebben tientallen gemeenten dit systeem in gebruik.
Gemeente VeghelWaarom koos uw gemeente voor
een app?
Het is een makkelijke en innovatieve ma-
nier om onregelmatigheden te melden.
Inwoners kunnen 24 uur per dag, zeven
dagen in de week de app gebruiken. Het
is een aanvulling op het bestaande meld-
systeem.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 6 09-03-12 09:16
In dit benchmarkartikel leggen vier verschillende organisaties uit hoe hun inwoners via een App op de smartphone melding kunnen doen van allerlei zaken in de openbare ruimte. De organisaties lichten dit toe en benoemen de voor- en nadelen.
tekst: Hetty Dekkers
rialen mee. Voorheen kreeg je bijvoor-
beeld een melding dat ‘een lantaarnpaal
aan het begin van de straat’ kapot is. Het
is dan onduidelijk waar de lantaarnpaal
zich bevindt.
Verbeterpunten mogelijk?
Eigenlijk niet. Ook de burgers zijn tevre-
den. Via de app geven zij in vier stap-
pen een melding door, het werkt dus
heel eenvoudig. Het enige nadeel is dat
nog niet iedereen een smartphone heeft.
Daarom moet je je bestaande kanalen om
meldingen door te geven (telefoon, web-
site en balie) zeker handhaven.
Tips voor andere gemeenten?
Informeer de burgers met regelmaat over
het bestaan van de Buiten Beter app.
Steeds meer mensen kopen een smart-
phone en hebben hierdoor de mogelijk-
heid om gebruik te maken van deze app.
Daarnaast merken we dat mensen de app
pas downloaden als er iets te melden valt.
Gemeente HuizenWaarom koos uw gemeente voor
een app?
April vorig jaar voerden we zaakgericht
melden in, dat wil zeggen dat burgers
hun meldingen voortaan digitaal via in-
ternet kunnen doen, zodanig dat ze de
afhandeling van de melding kunnen vol-
gen. Toen leek het ons logisch om ook
een app in gebruik te nemen. Het ge-
bruik van sociale media is een ontwikke-
ling die niet meer te stoppen is.
Welke app gebruikt u en waarom
deze?
Buiten Beter, omdat die app toevallig op
ons pad kwam. Het was mij destijds niet
bekend dat er ook andere apps bestaan.
Hoeveel meldingen heeft uw ge-
meente ontvangen?
Sinds het zaakgericht melden via de
website hebben we zo’n 4000 meldingen
App
ontvangen en verwerkt. Slechts een paar
procent daarvan is via de app gegaan.
Overigens nam het totaal aantal mel-
dingen sterk toe sinds april. Er is bijna
sprake van een verdubbeling.
Hoe werkt de integratie tussen app
en bestaand meldsysteem?
Dat is allemaal gekoppeld, zodat alles in
hetzelfde systeem terechtkomt. Er moe-
ten wel steeds een paar menselijke han-
delingen verricht worden; de koppeling
is niet geheel automatisch.
Hoe worden de meldingen verwerkt?
Via het meldsysteem worden de bood-
schappen in categorieën verdeeld en ko-
men ze bij de juiste ambtenaar terecht.
De gemeente moet binnen vijf dagen de
klacht hebben behandeld.
Wat is het belangrijkste voordeel/
nadeel van de app?
Voordeel is dat je met een foto en de gps-
gegevens meteen de juiste informatie
paraat hebt. Ook het digitaal verwerken
is een voordeel, dat kun je doen op een
moment dat het jou uitkomt. Dat kun je
beter inplannen dan telefonische meldin-
gen. Een nadeel is dat de drempel nu wel
erg laag is en dat sommige mensen ál-
les gaan melden. Bijvoorbeeld één blikje
GRAM | maart 2012 7
Peter Posthumateamleider wijkbeheer en service gemeente Huizen, 42.000 inwoners. Contact: [email protected]
120177_GRAM_mrt_2012.indd 7 09-03-12 09:16
8 GRAM | maart 2012
HOE DOEN ZIJ DAT ?Stadsdeel Amsterdam-WestWaarom koos gemeente voor een
app?
De app is een mooie aanvulling op de be-
staande communicatiemiddelen. Je kunt
gemakkelijk en snel meldingen doorge-
ven over viezigheid, rommel of slecht
onderhoud op straat.
Met de app wil de gemeente Amsterdam
de dienstverlening aan de burger verder
verbeteren.
Welke app gebruikt u en waarom
deze?
Wij gebruiken de app Opgeruimd. De
achterliggende software wordt ook ge-
bruikt in een aantal andere gemeenten.
In opdracht van de gemeente Amsterdam
is Opgeruimd in een Amsterdams jasje
gegoten.
Hoeveel meldingen heeft u ontvan-
gen?
Stadsdeel West had de eer om uit te tes-
ten of een dergelijk communicatiemiddel
zou aanslaan. En dat bleek. We hebben
gedurende de proefperiode – juni tot en
met november – gemeten hoe vaak de
app gedownload is; in totaal 1312 keer.
In die periode zijn er 729 meldingen bin-
nengekomen.
Hoe werkt de integratie tussen de
app en bestaand meldsysteem?
De meldingen via de app worden op de-
zelfde wijze behandeld als de meldingen
die via de andere communicatiekanalen
bij ons binnenkomen. Medewerkers van
het contactcenter zorgen ervoor dat ze
geregistreerd worden en dat ze bij de
juiste personen terechtkomen.
Hoe worden de meldingen verwerkt?
Voor alle meldingen die bij het stadsdeel
binnenkomen, geldt dat we ze binnen 48
uur afhandelen. Als dat niet lukt, probe-
ren we zo nauwkeurig mogelijk te laten
weten wanneer we het kunnen oplossen.
naast een vuilniszak. Voorheen meldden
mensen zulke futiliteiten niet en raapten
ze het blikje misschien zelf op. De app
kan, als het zo doorgroeit, weleens tot
overbelasting leiden.
Verbeterpunten mogelijk?
Die menselijke handelingen, om de app-
melding te koppelen aan het bestaand
meldsysteem, zag ik liever niet. Voor je
het weet heb je mensen met een muis-
arm.
Tips voor andere gemeenten?
Zeker doen. Al met al is het een waar-
devolle aanvulling voor je meldsys teem
en een goede service naar de burger toe.
Gemeente SchiedamWaarom koos uw gemeente voor
een app?
We zijn intensief bezig om de dienstver-
lening rondom klachten en meldingen te
verbeteren. Een gebruiksvriendelijke app
past daar goed in.
Welke app gebruikt u en waarom
deze?
Buiten Beter, mede omdat deze app voor
veel verschillende smartphones beschik-
baar is. Uit ervaringen van andere ge-
meenten had ik begrepen dat Buiten Beter
goed werkt, vooral voor meldingen van
zwerfvuil. Maar dat zal voor andere apps
ook gelden. Ik vind het een beetje jam-
mer dat er nu weer allerlei verschillende
systemen op de markt worden gebracht.
Eén systeem zou zo veel handiger zijn.
Hoeveel meldingen heeft uw ge-
meente ontvangen?
Wij zijn nu een paar maanden bezig, dat
heeft nog geen hausse van klachten op-
geleverd.
Hoe werkt de integratie tussen app
en bestaand meldsysteem?
Prima. Buiten Beter is gekoppeld aan ons
zaaksysteem, dus in plaats van dat we
een mail over moeten typen staat de mel-
ding meteen in ons systeem.
Hoe worden de meldingen verwerkt?
Klachten over zwerfvuil, kapot straat-
meubilair en dergelijke gaan naar Irado.
Sommige klachten of vragen, waar wij als
gemeente geld voor beschikbaar moeten
stellen, behandelen we zelf. Bijvoorbeeld
als iemand vraagt om een extra afvalbak
op straat.
Wat is het belangrijkste voordeel/
nadeel van de app?
Ik ben er heel blij mee. Je weet direct
wat er aan de hand is, maar je hebt ook
meteen de contactgegevens. Vooral bij
meldingen via e-mail ben je soms lang
aan het zoeken voor je alle gegevens
compleet hebt.
Verbeterpunten mogelijk?
Eigenlijk niet.
Tips voor andere gemeenten?
Gewoon doen. We hebben er nog geen
cijfers van, maar ik vermoed dat we met
de app een jonge doelgroep beter berei-
ken. Jongeren waren tot nu toe een moei-
lijk bereikbare doelgroep.
Nicole Cup
procesmanager afval, reiniging en
gladheid gemeente Schiedam,
75.000 inwoners.
Contact: [email protected]
120177_GRAM_mrt_2012.indd 8 09-03-12 09:16
Adv Protempo
1/2
Containerwielen van Haco...
Protempo bvPostbus 21, 6500 AA NIJMEGEN NederlandTel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)[email protected] www.protempo.eu
103
Bel voor informatie:
... besparen u mankracht!Haco wielen maken uw containers écht mobiel.De garantie voor uitstekende rijeigenschappen.
van dit onderzoek, bepalen we hoe we
meldingen via Opgeruimd en soortge-
lijke apps zo optimaal mogelijk kunnen
verwerken.
Tips voor andere gemeenten?
In veel gevallen kunnen we meldingen
voor andere diensten en bedrijven auto-
matisch doorsturen. Moet je gaan door-
verwijzen, dan krijgt de burger al snel
het gevoel dat hij van het kastje naar
de muur wordt gestuurd. Dat geldt natuur-
lijk altijd, maar met een eigen app schep
je wel de verwachting dat alles makke-
lijker en sneller gaat. Goede werkafspra-
ken maken met andere diensten is een
must. Nog een tip: we krijgen ook
regelmatig meldingen en foto’s via Twit-
ter of Facebook. Bijvoorbeeld van over-
volle containers waar niets meer bij
kan. Spreek in de organisatie goed af wie
deze kanalen in de gaten houdt en wie
de actie inzet.
Het kan ook zijn dat het gaat om iets dat
wij als stadsdeel niet kunnen oplossen.
In dat geval sturen we de melding zelf
door of verwijzen we de burger naar de
juiste instantie.
Wat is het belangrijkste voordeel/
nadeel van de app?
Het voordeel is de snelheid en het ge-
mak. Daarbij is het ook heel handig dat
je een foto mee kunt sturen. Een nadeel
is dat de positiebepaling via gps niet al-
tijd even nauwkeurig is; zeker niet als er
veel hoge gebouwen in de buurt staan.
Dit probleem komt vaker voor bij gps-
apparaten.
Verbeterpunten mogelijk?
Opgeruimd is een succes, maar wordt
nu niet verder ontwikkeld omdat er nu
onderzoek gedaan wordt naar vervan-
ging van het huidige meldingenregistra-
tiesysteem. Afhankelijk van de uitkomst
Hetty Welschenwethouder (portefeuillehouder Dienst-verlening), Stadsdeel Amsterdam-West, 133.000 inwoners.
Contact: [email protected]
120177_GRAM_mrt_2012.indd 9 09-03-12 09:17
10 GRAM | maart 2012
Beleidsmedewerkster Carlijn van Tijen: “Zwerfvuil
langs rivieren en ander water is niet alleen lelijk, maar
ook een zeer hinderlijk en kostbaar probleem voor
stuwen, havens en dijkbeheerders. Bovendien vormt
klein plastic een gevaar voor dieren die in het water
leven. Het aanwijzen van één eindverantwoordelijke
partij om het probleem aan te pakken blijkt niet goed
te werken; samenwerking met alle betrokken partijen
is nodig.”
Vervuiling van de zeeUit een onderzoek naar plastic afval in rivieren van José
van Paassen (december 2010), in opdracht van Stich-
ting de Noordzee uit Utrecht, blijkt, niet geheel onver-
wacht, dat plastic afval in rivieren de grootste bron is
van de plasticvervuiling van de zee. Een deel daarvan
spoelt aan op stranden. Het zeeplastic levert onder
meer gevaar op voor zeedieren en vogels. Volgens het
onderzoek van Van Paassen wordt in Nederland naar
schatting jaarlijks 250 miljoen euro besteed aan het
opruimen van zwerfvuil. Beheerders van waterwegen,
Rijkswaterstaat en de waterschappen nemen 10,5 mil-
joen euro van deze kosten voor rekening. Dan gaat het
vooral om zwerfvuil in de grote rivieren, maar ook in
de kleine waterlopen. Een groot deel van de kosten
wordt aan reiniging (69%) uitgegeven. Maar ook het
plaatsen van afvalbakken neemt een deel van het bud-
get (19%) in.
door Ronald Schalekamp
Zwerfvuil in water is groot probleem Jaarlijks worden er miljoenen uitgegeven om zwerfvuil bij water – soms moedwillig gedumpt – op
te ruimen. In de Provincie Limburg worden de krachten gebundeld om het afvalprobleem bij de
Maas aan te pakken.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 10 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 11
SchoonmakerAls beheerder van alle Rijkswateren doet Rijkswater-
staat veel om ons water schoon te maken en te hou-
den. Rijkswaterstaat heeft de taak afval uit rivieren op
te ruimen als het risicovol is voor scheepvaart, stuwen
of andere kunstwerken. Verder wordt Rijkswaterstaat
ingeschakeld bij calamiteiten. Bij bijvoorbeeld een olie-
ramp of bij vervuiling door chemicaliën treedt Rijkswa-
terstaat op als schoonmaker. Maartje van der Helm van
Rijkswaterstaat: “Waar gewenst sluiten wij voor het op-
ruimen van zwerfvuil aan bij initiatieven van provincies
en waterschappen.” Ze verwijst naar de samenwerking
in Limburg, waar partijen al langer samenwerken, om-
dat men langs de Maas veel last heeft van zwerfafval.
Ruud van Heel van Waterschap Roer en Overmaas weet
er alles van: We geven jaarlijks meer dan 150.000 euro
uit aan het opruimen van zwerfafval langs en in beken,
regenwaterbuff ers en kaden. Het probleem is gigan-
tisch. Mensen gooien rotzooi op straat. Het verwaait
en komt in het water terecht. Wij zitten vervolgens met
een probleem van vervuiling en bijvoorbeeld verstop-
pingen van stuwen. Het probleem moet aangepakt
worden bij de bron. “Gedragsverandering is nood-
zakelijk.” Van Heel ziet een deel van het probleem in
het diftar inzamelsysteem. “We hebben te maken
met veel dumpingen in het buitengebied. Het diftar
systeem moet onder de loep. Natuurlijk is het ook een
grensoverschrijdende problematiek. We hebben er bij
Dijken kwetsbaar door drijfvuilNiet alleen in het Zuiden van Nederland speelt de vervuilingproblematiek van water. Ook Waterschap Rivierenland heeft ervaring met schoonmaakacties. Het waterschap beslaat 38 gemeenten in Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Het gebied telt ongeveer 1 miljoen inwoners en het waterschap heeft de zorg over onder meer de dijken langs de grote rivieren. Met het oog daarop wordt het drijf-vuil dat na een hoogwaterperiode achterblijft op veel dijken in opdracht van het Waterschap Rivierenland opgeruimd. Teamleider dijkbeheer Dert van Ree ver-telt: “Drijfvuil dat blijft liggen op de dijken verstoort de grasmat. Hierdoor worden de dijken kwetsbaarder. In januari 2011 hadden we bijvoorbeeld een hoogwa-terperiode, waarna veel drijfvuil achterbleef langs Rijn, Lek, Maas, Waal en Merwede. Dit is voor een groot deel plantaardig materiaal, maar ook zwerfvuil, waar-onder hout, glazen fl essen, metaal zoals blikjes en spuitbussen en allerlei soorten plastic en verpakkings-materiaal. Het organische materiaal willen we niet op de dijk hebben, omdat het verteert en een vorm is van overbemesting en verstikking met dode plekken in de grasmat als gevolg. Later ontstaat op deze kale plekken ruigtebegroeiing en pioniervegetatie waar-door het dijktaluud minder goed is beschermd tegen erosie en golfafslag. Een gevarieerde en soortenrijke grasmat met een goede doorworteling is de beste natuurlijke bescherming hiertegen. Het niet verteer-bare zwerfvuil is vooral lastig wanneer het gras in de zomer weer gemaaid moet worden. Het afgemaaide gras heeft vaak nog een nuttige bestemming als vee-voer, maar is gevaarlijk voor de dieren als er glasscher-ven en metaalstukjes in zitten. Daarom geven wij na een hoogwaterperiode een aannemer de opdracht om het drijfvuil op te ruimen. Dat gebeurt dan rond begin april, voordat het gras begint te groeien. Hoe korter de grasmat, hoe beter je het aanspoelsel ziet en op kan ruimen. Je moet het ook niet te snel doen, want voor je het weet komt er nog een hoogwater-periode. Gemiddeld is de noodzaak er zo eens in de vijf jaar. Maar twee jaar achtereen komt ook voor. Het opruimen kost ons waterschap tussen de 150.000 en 200.000 euro, maar gelukkig niet elk jaar. Preventief is er niet veel mogelijk. Er kan erg veel aanspoelen in Nederland. Alles wat in het water komt en blijft drij-ven, komt uiteindelijk op de oever terecht; of het nu een rivierdijk is, of een Noordzeestrand. Wij ruimen op wat op de waterkering achterblijft en waar deze waterkering ons eigendom is. Als er bijvoorbeeld drijf-vuil achterblijft in de uiterwaarden van een rivier, dan is het de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat en de grondgebruikers.”
Ruud van Heel: “We hebben
te maken met veel dumpingen in het
buitengebied. Het diftar systeem
moet onder de loep.”
120177_GRAM_mrt_2012.indd 11 09-03-12 09:17
12 GRAM | maart 2012
dation worden opgericht (zie ook http://plasticsoup-
foundation.org), die de verschillende activiteiten gaat
coördineren. Samen met studenten onderzoekt Twee-
huysen, die in het verleden vanuit DSM meewerkte aan
het convenant verpakkingen, de omvang van het af-
valprobleem in de Maas. “Vreemd genoeg is er weinig
onderzoek gedaan naar de zwerfvuilproblematiek van
rivieren. Als zeiler kom ik regelmatig op de Maas en zie
ik dat het probleem enorm is. Op rivieroevers spreek
je vooral van hinder, omdat het niet toxisch is. In zee
is het probleem echter veel groter. Chemische afval-
stoff en komen vrij en het plastic valt uiteen in kleine
microdeeltjes die een gevaar vormen voor zeedieren,
watervogels en het milieu.”
Normering ontwikkelenMet een soort catamaran en een net inventariseren
Tweehuysen en zijn studenten wat voor zwerfvuil er
in het water aanwezig is. Maar ook waar, op welk tijd-
stip en zo mogelijk waar vandaan. Men wil ook weten
welk deel van de vervuiling te wijten is aan rioolpro-
blemen en welk deel aan zwerfafval. Ook wordt na-
gedacht over mogelijkheden om het zwerfvuil uit het
water te verwijderen. Tweehuysen: “Belangrijk is dat
er kengetallen komen die het probleem in kaart bren-
gen. Er bestaan wel normen voor de waterkwaliteit op
basis van opgeloste stoff en, maar niet voor de niet-
opgeloste stoff en. Er is dus ook geen wettelijk kader
om die vervuiling aan te pakken. Er moet een norm
komen op basis waarvan we dit grensoverschrijdende
probleem kunnen aanpakken. Alles wat we in Zuid
Limburg (Eijsden) op de oevers in de vegetatie hebben
hangen, komt uit België en Noord-Frankrijk. Internati-
onale samenwerking en afstemming is dus absoluut
noodzakelijk.”
Ver van het bedTweehuysen beseft dat het probleem van plastic in de
zee voor veel mensen een ver-van-mijn-bedshow is.
“Dat is volkomen onterecht. We zijn veel te nonchalant
over wat we allemaal via de rivieren in de zee terecht
laten komen. Eenmaal in zee kun je er niets meer aan
doen, maar daar ontstaan de problemen pas écht.
Daarin moeten wij onze verantwoordelijkheid kennen
en nemen.” ■
de Internationale Maascommissie IMC al aandacht voor
gevraagd.”
Haal het zwerfvuil uit de MaasIn 2012 start het project ‘Haal het zwerfvuil uit de Maas’
(voorlopige werktitel). De Provincie Limburg trekt de kar,
onder leiding van gedeputeerde Patrick van der Broeck.
De nieuwe aanpak is er één van grootschalige samen-
werking. Het programma Gemeente Schoon brengt in
Limburg de mogelijke samenwerkingspartners voor
het schoonmaken van het water in kaart. Carlijn van
Tijen van de Provincie Limburg: “Bij de samenwerking
betrekken we onder meer gemeenten, waterschappen,
Rijkswaterstaat, de Vuilwaterwacht, agrariërs, vrijwil-
ligersorganisaties, sport(vis)verenigingen en natuurter-
reinbeheerders. De opruimactie wordt gezamenlijk ge-
organiseerd. Er zijn ook genoeg vrijwilligers die willen
helpen. Het gaat vooral om goede coördinatie.”
Mosa PuraDocent Gijsbert Tweehuysen is vanuit de Hogeschool
Zuyd het project Mosa Pura (schone of zuivere Maas)
gestart. Het doel: in 2020 is de Maas schoon bij Mook.
Binnenkort moet ook de Stichting River Litter Foun-
Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen in gevecht tegen zwerfvuilOnder de naam Recreatie Midden-Nederland werken vier recrea-tieschappen samen: Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied, Recreatieschap Stichtse Groenlanden, Recrea-tieschap Vinkeveense Plassen en Plassenschap Loosdrecht en om-geving. Op de Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen beheert men ook de vaarwegen. Met verschillende verordeningen zijn de regels voor gebruikers van de waterrijke omgevingen vastgelegd. Huis-houdelijk afval van beperkte omvang mag in de daartoe bestemde afvalbakken worden gedeponeerd. Op de verschillende recreatieve eilandjes in het gebied is een ophaalsysteem ingericht. De 1000-li-ter containers – of groter – worden in het seizoen meerdere keren per week geleegd. Alex van der Heiden, opzichter recreatievoor-zieningen in de Vinkeveense en Loosdrechtse Plassen, vertelt: “Het is echt niet nodig dat afval in het water verdwijnt. En toch gebeurt het veel te vaak. Er ligt enorm veel zwerfvuil in het water, van tuin-afval en plastic tot piepschuim.Vaak gaat het om recreatieafval. In de Vinkeveense Plassen ruimen we regelmatig de waterkanten op. In de Loosdrechtse Plassen is dit lastiger door de begroeiing. Veel zwerfvuil komt diep in het riet terecht, wat tot beschadiging van het riet leidt. Het is dus niet alleen heel lelijk, maar ook schadelijk.” Het grootste probleem is volgens Van der Heiden de verkeerde instel-ling van mensen. “Gooi het maar van je af. Men hoort toch echt beter te weten. Maar bekeuren is lastig, want je moet het wel ter plekke constateren.”
Foto’s: Gijsbert Tweehuysen
120177_GRAM_mrt_2012.indd 12 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 13
Spaarnelanden kent een lange traditie – meer dan 70
jaar – in het schoonhouden van de Haarlemse grachten,
watergangen (sloten, kanalen) en Het Spaarne, in totaal
zo’n 60 km. Dagelijks varen drie medewerkers uit op
visvletten, die Spaarnelanden speciaal voor dit werk
heeft laat bouwen.
Welvaartvuil“In 2011 is bij benadering circa 100 ton opgevist aan
welvaartvuil uit de openbare wateren. Dit varieert
van huisvuilzakken tot aan fi etsen en banken, maar
’s winters ook kerstbomen”, meldt Arno de Wit, senior
coördinator bij Spaarnelanden. De Wit stuurt de vuilvis
medewerkers aan. Het opgeviste afval wordt op het mi-
lieuplein van Spaarnelanden grof uitgesorteerd op her-
bruikbare producten (apart afgevoerd naar verwerkers
van deze stromen) waarna de restfractie daarna alsnog
naar een recyclingbedrijf wordt afgevoerd. Over de
kosten zijn afspraken gemaakt tussen gemeente Haar-
lem, Rijnland en Spaarnelanden.
Sloten schouwenTot 2009 onderhield de gemeente Aalsmeer zelf de
meer dan 40 km sloot binnen haar grenzen. Sinds dat
jaar is het werk uitbesteed aan De Meerlanden, net zo-
als in Hillegom en Lisse. André Bokhorst van de ge-
meente: “Een tot twee keer per jaar worden de sloten
geschouwd, de begroeiing weggehaald en de water-
gangen vrijgehouden.” In Aalsmeer worden veel bouw-
projecten uitgevoerd, dat betekent erg veel bouwvuil
in de sloten: piepschuim, hout en plastic, naast het ‘ge-
wone’ drijfvuil zoals fi etsen en drankblikjes. In totaal
levert dat 600 tot 650 ton groenvuil en tussen de 10 à
20 ton aan drijfvuil op.
Bokhorst: “Het materiaal voor het onderhoud en
schoonmaken – de maaikorven, hydraulische kranen
en de benodigde tractoren- wordt ingehuurd volgens
een bestek.” Het drijfvuil wordt afgevoerd en ver-
brand, het slootvuil wordt extern gecomposteerd.
De kosten: bermen en slootbestek e 150.000,- ; zwerf-
en drijfvuil verwijderen e 8.400,- (200 uur x e 42.000);
afvoer e 26.000,- à e 30.000. Maximale kosten per jaar
e 188.400,-.
PreventiePreventie van vervuiling van wateren blijkt lastig. “Hoe
wil je dat vormgeven?,” vragen ze zich bij De Meerlan-
den af. Bij projecten op scholen besteedt Spaarnelan-
den er aandacht aan door te laten zien wat de gevolgen
zijn van vuil in het water. ■
Tekst: Geke Wassink
Dagelijks vuilvissen in watergangen
Water nodigt uit tot dumpen van afval. Bij Spaar-
nelanden bijvoorbeeld, het Haarlems onderhouds-
bedrijf voor de openbare ruimte, vissen mede-
werkers complete bankstellen uit het water. In
Aalsmeer vinden ze weer veel bouwafval in de slo-
ten. Je kunt als gemeente kiezen de watergangen
in eigen beheer schoon te houden, uitbesteden kan
uiteraard ook. Van beide opties een voorbeeld.
Een vervuilde sloot in Aalsmeer
De boot van Spaarnelanden voor het vuilvissen
120177_GRAM_mrt_2012.indd 13 09-03-12 09:17
14 GRAM | maart 2012
Avri in Geldermalsen is het afvalbedrijf van het samen-
werkingsverband Regio Rivierenland in Zuidwest-Gel-
derland. Per jaar zamelt Avri in deze regio voor tien
gemeenten op jaarbasis circa 115.000 ton huishoude-
lijk afval in. Sinds eind 2010 legt het bedrijf zich steeds
meer toe op de zorg voor een schone leefomgeving.
Met ondersteuning van het programma Gemeente
Schoon werd de onlangs beëindigde IBORplus-proef
gehouden in de Culemborgse wijk Terweijde. De be-
trokkenheid van Gemeente Schoon omvatte onder-
steuning bij de aanpak van een gebiedstraject: in dit
geval een winkelcentrum met aansluitend woningen
en twee thematrajecten op het gebied van monitoring
en burgerparticipatie. Met deze proef wilde Avri samen
met de gemeente Culemborg ervaring opdoen met een
werkwijze die ze zelf omschrijft als IBORplus. Voor zo-
ver nodig: IBOR staat voor ‘Integraal Beheer Openbare
Ruimte. De plus staat voor de koppeling van integraal
en beeldkwaliteitgestuurd beheer aan directe gedrags-
beïnvloeding van de gebruikers van de openbare ruim-
te én aan burgerparticipatie.
HandhavingBij de door Avri gekozen werkwijze om ook in te zetten
op gedragsbeïnvloeding is een belangrijke rol wegge-
legd voor een wijkmeester. Die is namelijk voor de be-
woners het herkenbare en direct aanspreekbare meld-
punt van vervuilde plekken en is ook coördinator voor
de inzet van middelen. Dat laatste is van belang, om-
dat het Avri en Culemborg daarmee mogelijk maakte
om bijvoorbeeld de veegmachine gericht in te zetten.
Projectleider Geerits zegt daarover: ”In het kader van
deze proef zijn wij overgestapt van het op de automa-
tische piloot op vaste tijden vegen volgens een vaste
route naar het in overleg met de wijkmeester alleen
vegen van plekken die vervuild zijn. Een ander belang-
rijke element van de ‘plusaanpak’ en van de taak van
de wijkmeester daarin is voorlichting én het toezien
op strikte handhaving Dit totale pakket noemde Avri-
directeur Erik de Vries begin 2011, toen de proef op
het punt stond van start te gaan: “Uniek in afvalland.
Wij zijn het eerste afvalverwijderingsbedrijf waar bur-
gerparticipatie, gedragsbeïnvloeding en handhaving
bij het beheer van de openbare ruimte worden geïn-
tegreerd.” Daarbij sprak hij haast profetische woorden
met de voorspelling dat het ‘bezuinigingspotentieel
van deze aanpak ligt tussen de 10 en 40 procent’.
Positieve balansAvri is bij de proef met IBORplus niet over één nacht
ijs gegaan. Het project begon eind 2009 met een pre-
sentatie voor de in Avri deelnemende gemeenten over
kwaliteitgestuurd beheer en de concrete uitvoering
daarvan in de openbare ruimte. De gemeente Culem-
borg bood zich daarna aan als proefkonijn. Vervolgens
begon de proef eind 2010 met een looptijd van een
jaar. Nu is dan de positieve balans opgemaakt. Volgens
projectleider Geerits en communicatieadviseur Anne-
mieke Brinkman is daaruit gebleken dat de IBORplus
aanpak niet alleen in harde pecunia winstgevend is: de
kosten van vegen, legen en het opruimen van zwerf-
afval in de proefperiode zijn gedaald van 40.000 euro
naar 32.000 euro. Uit belevingsonderzoek is ook ge-
bleken dat de bewoners vinden dat de wijk schoner is
geworden. “Al met al een heel mooi resultaat,” zeggen
Geerits en Brinkman. De overige Avri-gemeenten heb-
ben volgens hen enthousiast gereageerd op de behaal-
de resultaten in Culemborg. Zo gaat de buitendienst
van de gemeente Buren per 1 maart 2012 over naar
Avri. Geleidelijk gaat Avri ook hier het beeldgericht
werken introduceren. De gemeente Culemborg heeft
besloten zelfstandig verder te gaan met het op IBOR-
plus leest geschoeid beheer van de openbare ruimte.
GEHEIME WAPEN AVRI HEET IBORPLUS
door Laurent Chevalier
Mix IBOR, gedragsbeïnvloeding, part
Bij Avri zijn ze er beretrots op dat de in het afgelopen jaar in
een Culemborgse wijk gehouden ‘IBORplus-proef’ z’n vruchten
heeft afgeworpen. Als bewijs vertelt Ivo Geerits, beleidsadvi-
seur en projectleider, dat de wijk schoon en op orde is en dat de
reinigingskosten dankzij deze proef zijn gedaald met een dikke
21 procent, met zelfs een mogelijke doorloop naar 36 procent.
Ivo Geerits van AVRI: “IBORplus toont aan dat je door slimmer
te werken kostenbesparingen kunt realiseren zonder aan
kwaliteit in te leveren.”
120177_GRAM_mrt_2012.indd 14 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 15
Gedragsbeïnvloeding Over de gedragsbeïnvloeding door voorlichting zegt
Brinkman: “Dat is niet iets wat je een keertje moet doen.
Om eff ect te hebben, vooral onder jongeren, moet je
dergelijke acties in overleg met de scholen regelmatig
herhalen. Als onderdeel van het voorlichtingspakket
hebben wij bij het begin van de proef voor de jeugd in
de wijk Terweijde een succesvolle graffi tiworkshop ge-
organiseerd. Bovendien werd in samenwerking met het
Culemborgse ‘Veiliger Wijk Team’ en het Koningin Wil-
helmina College een actie georganiseerd om zwerfafval
op de snoeproute tegen te gaan. Die actie bestond uit
voorlichting op school over het belang van een schoon
milieu en over de manier waarop jongeren daar, bij-
voorbeeld ook via maatschappelijke stages, zelf hun
steentje aan kunnen bijdragen. Als onderdeel van het
plan van aanpak hebben wij ouders schriftelijk geïnfor-
meerd en werd hen gevraagd om zelf ook het belang
van een schoon milieu bij hun kinderen onder de aan-
dacht te brengen. Ander onderdeel van onze actie was
strikte handhaving. Dat leidde tot beduidend minder
zwerfafval op straat, maar ook tot 19 boetes voor di-
verse scholieren. De bedragen varieerden van 50 tot
100 euro.” De voorlichtingsacties hebben aangetoond
dat jongeren tussen 14 en 18 jaar het moeilijkst te be-
reiken zijn. “Dat is best een punt van aandacht,” zegt
Brinkman. Ze voegt daaraan toe dat het de moeite waard is hier samen
met Gemeente Schoon nog eens goed naar te kijken. ‘Misschien is het
wel iets voor een apart thematraject.”
LeerpuntenDe proef in Culemborg heeft volgens projectleider Geerits diverse be-
langrijke leerpunten opgeleverd. “Als je als gemeente met IBOR of nog
beter IBORplus aan de slag wilt gaan, moet je alle acties en daaruit
voortvloeiende kosten tijdig in de begroting en bestekken van de ge-
meente opnemen. En de diverse activiteiten goed afstemmen met alle
betrokken partijen, waaronder ook eventuele onderaannemers. Verder
moet je er voor zorgen dat alle betrokkenen elkaar in een zo vroeg
mogelijk stadium leren kennen en via interne communicatie ook van
de ontwikkelingen en vooral resultaten op de hoogte blijven. Dat loopt
van de wijkmeester en het overige uitvoerende personeel van de rei-
nigingsdienst tot winkeliers, bewoners, scholen en de politie voor de
handhavende taak. Belangrijk is verder om bij de start de nulsituatie
voor de diverse onderdelen van IBORplus aanpak over het hele front
goed te inventariseren en vast te leggen. Hetzelfde geldt voor tus-
sentijdse inventarisaties en rapportages. En zoals al gezegd, gedrags-
beïnvloeding is geen eenmalige zaak. Het is een kwestie van steeds
weer doen en dus van lange adem. Deze proef heeft ons verder geleerd
dat het in tijden van schaarste en bezuinigingen mogelijk is om, zon-
der aan kwaliteit in te leveren, fi kse kostenbesparingen te realiseren
door slimmer te werken. Dan moet je voor het beheer van de open-
bare ruimte natuurlijk wel kiezen voor een integrale aanpak met een
wijkmeester. Bovendien moet je niet alleen afspraken maken over het
kwaliteitsniveau, maar moet je ook beeldgestuurd reinigen en inzetten
op gedragsbeïnvloeding van de gebruikers van de buitenruimte. Voor
mij is dat kort gezegd: werken volgens IBORplus.” Over de samenwer-
king met Gemeente Schoon (Agentschap NL) zijn Geerits en Brinkman
positief. “We hebben veel support gekregen vanuit Gemeente Schoon.
Het zou jammer zijn als dit programma aan het eind van dit jaar zou
moeten stoppen als het Afvalfonds wordt opgeheven en er geen andere
fi nanciering komt. Dat zou een fl inke stap achteruit betekenen.” Op
de vraag of het probleem van zwerfafval door IBORplus defi nitief kan
worden geëlimineerd, antwoorden Geerits en Brinkman unaniem: “Dat
is een illusie. Het is wel mogelijk om het probleem met een eff ectieve
aanpak beheersbaar en betaalbaar te houden. Bovendien gaat het om
veel meer dan zwerfafval. IBORplus gaat over het totaalbeeld van de
openbare ruimte. Wij hebben aangetoond dat het voor het beheer van
de openbare ruimte een uitstekend instrument is.” ■
icipatie en handhaving is succesvol
Annemieke Brinkman: “De voorlichtings acties hebben aan getoond
dat jongeren tussen 14 en 18 jaar het moeilijkst te bereiken zijn.’’
120177_GRAM_mrt_2012.indd 15 09-03-12 09:17
16 GRAM | maart 2012
In het vorig jaar – met ondersteuning van het pro-
gramma Gemeente Schoon – opgestelde ‘Maatwerk-
plan voor de aanpak van zwerfafval in het centrum
van Tiel’ is onder het hoofdstuk Participatie veel plaats
ingeruimd voor het betrekken en informeren van jon-
geren over de overlast van zwerfafval. Tiel mikt overi-
gens niet alleen op de lokale jeugd bij de strijd tegen
stadsvervuiling. De gemeente betrekt ook bewoners
van met name winkelstraten en ondernemers nauw
bij de strijd tegen het veelkoppige monster dat zwerf-
afval nu eenmaal nog steeds is. Het monster is overi-
gens niet alleen een ongewenste, maar ook zeer dure
kostganger. Per jaar is de gemeente Tiel, inclusief
stortkosten, bestekskosten en uren van eigen mede-
werkers, namelijk ongeveer 400.000 euro kwijt aan
het opruimen van zwerfafval.
Kwaliteit verbeterenHet probleem in Tiel is volgens Lamain voornamelijk
de combinatie van regulier zwerfafval en het zwerfaf-
val dat ontstaat bij de vele evenementen die worden
gehouden in deze fraaie historische en voor bezoekers
populaire Betuwse ‘hoofdstad’, waar het centrum re-
cent opnieuw is ingericht. Lamain zegt daarover: “We
besteden veel tijd en energie aan het schoonhouden
van het intensief gebruikte centrum. De evenementen
die vrijdagavond of zaterdagavond op de Waalkade
worden gehouden, hebben hun uitloop naar het cen-
trum, waar de evenementenbezoekers vaak het afval
op de eerste de beste plek neergooien.”
Het regulier ruimen van zwerfafval heeft Tiel georga-
niseerd in een beeldbestek van CROW, het nationale
kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer
en openbare ruimte. Voor het centrum van Tiel is het
kwaliteitsniveau A (‘er ligt weinig fi jn zwerfafval ofwel
gelijk of minder dan drie stuks per m2’) vastgesteld en
voor de overige stadsdelen geldt niveau B (‘er ligt re-
delijk veel fi jn zwerfafval, ofwel gelijk of minder dan
tien stuks per m2’). Lamain: “Elke vrijdag vindt er een
monitoring plaats, waarna we de gewenste schoon-
heidskwaliteit voor het weekend bepalen. We scheren
bewust niet alles over één kam, maar we werken selec-
tief. Op die manier kunnen we de schaarse middelen zo
eff ectief en gericht mogelijk inzetten. Het schoonhou-
den van de stad is grotendeels uitbesteed aan een lo-
kale aannemer. Als er grote evenementen zijn, springt
onze eigen buitendienst wel altijd bij. ’s Ochtends
vroeg moet het centrum er voor de eerste bezoekers
namelijk weer keurig bij liggen; op beeld gebracht,
zoals wij het zeggen. Deze aanpak is natuurlijk best
arbeids- en kostenintensief.”
MaatwerkplanDe hoofdvraag in het samen met Gemeente Schoon
en een extern adviesbureau opgestelde maatwerkplan
was: hoe kan Tiel de kwaliteit van het onderhoud van
het centrum nog verder verbeteren, zonder aanzien-
lijke kostenverhogingen. Om dat voor de toekomst uit
te dokteren, werd een analyse gemaakt van de Tielse
problematiek. Lamain vertelt dat medewerkers van
de gemeente daar nauw bij werden betrokken, omdat
zij de lokale situatie het beste kennen en uiteindelijk
ook zelfstandig verder moeten met de aanpak van het
zwerfafvalprobleem. Het accent van deze actie lag op
de ondersteuning via Gemeente Schoon van de commu-
nicatie naar de bewoners en ondernemers. Het zwaar-
tepunt ligt daarbij op het bewust maken van de diverse
doelgroepen, zoals ouderen, jongeren en ondernemers
van de grote overlast die zwerfafval veroorzaakt en de
aanzienlijke kosten die moeten worden gemaakt om
alles schoon en leefbaar te houden.
Knelpunten De eerste actie na de analyse van het probleem was
het benoemen van knelpunten. Aan de hand daar-
van werden concrete adviezen opgesteld, inclusief
de uitvoeringstermijn. Uit de analyse bleek nog eens
duidelijk dat de lokale problematiek vooral is gecon-
centreerd in enkele winkelstraten met restaurants, ter-
MAATWERKPLAN ZWERFAFVAL TIEL
door Laurent Chevalier
“Leer kinderen dat afval op straat gooien niet stoer is”
Voor Ron Lamain, Teamleider Realisatie en Uitvoering bij de gemeente Tiel, staat het als een paal boven
water: “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Daarom moet je het probleem van zwerfafval bij de bron
aanpakken. Dus bij de opvoeding. Leer kinderen dat afval op straat gooien niet stoer is, maar juist het
tegenovergestelde. Dat werkt ook door naar volwassenen.”
120177_GRAM_mrt_2012.indd 16 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 17
rasjes en pleintjes waar ook twee keer per week de
markt wordt gehouden. Een quickscan toonde vervol-
gens aan dat de kwaliteit van de openbare ruimte in
de gemeente op zich best in orde is, behalve op de
momenten dat de gebruikersdruk door evenementen
en markten toeneemt. In het plan is bij het onderdeel
communicatie extra aandacht besteed aan het contact
met jongeren, omdat daar volgens alle deskundigen de
meeste lange-termijn-winst is te behalen. Ook werden
de ondernemers nauw bij het plan betrokken. Lamain:
“De ondernemers in deze gemeente zijn zich altijd al
goed bewust geweest van het belang van een schone
openbare ruimte. Dat is immers goed voor hun busi-
ness. Als er zwerfafval ligt, ruimen ze dat vaak zelf
direct op. Sommige winkeliers hebben zelfs op eigen
initiatief afvalbakken geplaatst. Bij de analyse van knel-
punten bleek dat de ondernemers door de gemeente
niet altijd goed en tijdig worden betrokken bij plannen
rond het onderhoud van de openbare ruimte. Daarom
is in het Maatwerkplan nadrukkelijk geadviseerd om de
ondernemers en trouwens ook bewoners en jongeren
van straten in de naaste omgeving van winkelbuurten
nauwer en vooral ook structureel te betrekken bij het
beheer van de openbare ruimte en daarbij duidelijke
afspraken te maken over de rol van iedere partij.”
Het bij de uitvoering ingeschakelde adviesbureau heeft
daarvoor een zogeheten participatieladder geïntrodu-
ceerd, die in zes stappen loopt van informeren naar
meebeslissen. De vier tussenstappen zijn: raadplegen,
adviseren, delegeren en coproduceren. Verder werd ge-
adviseerd om samen met de betrokken ondernemers
en burgers bijvoorbeeld maandelijks of halfjaarlijks
een schouw van de buurt te houden. Als zeer belang-
rijk punt werd ook gewezen op het belang om alle di-
rect betrokkenen daadwerkelijk mee te laten denken
over de inrichting van de openbare ruimte. Daarom
werd geadviseerd om als gemeente te zorgen voor
een duidelijke contactpersoon, waar ondernemers en
bewoners altijd terecht kunnen met vragen, meldin-
gen over overlast van zwerfafval of klachten over het
beheer. Als onderdeel van de participatieladder is ook
afgesproken dat de gemeente vooral met ondernemers
afspraken moet proberen te maken over zaken die de
ondernemers zelf kunnen en moeten oppakken. Lamain denkt dat dit
laatste haalbaar is. “Als het goed wordt ingebed in een duidelijke set
van afspraken en als de gemeente zich ook aan die afspraken houdt,
ben ik daar optimistisch over.” Over zijn eigen stokpaardje om vooral
de jeugd bij de uitvoering van de plannen een belangrijke plaats te
geven, zeggen de auteurs van het maatwerkplan: “Het is belangrijk
om jongeren te betrekken bij en te informeren over het reinigen van
de openbare ruimte. Dit kan door excursies voor basis- en middelbare
scholieren te organiseren naar de gemeentewerf, door voorlichting te
geven over reiniging, vervuiling en boetes, evenals door maatschap-
pelijke stages aan te bieden bij het reinigingsteam van de gemeente.”
Gemeente Schoon heeft voor de diverse groepen jongeren lespakketten
op de plank liggen. Lamain zegt het zo: “Het betrekken van gebruikers
van de openbare ruimte begint bij het voorlichten en opleiden van de
jeugd. Helaas wordt daar nog vaak te weinig bij stilgestaan. Verder is
het natuurlijk in alle gevallen belangrijk om ook goed te handhaven,
maar dan wel in combinatie met goede voorlichting en participatie.
Handhaving is belangrijk, omdat je als gemeente dan duidelijk maakt
dat het beheer van de openbare ruimte een serieuze zaak is.” In het
maatwerkplan wordt er van uitgegaan dat alle voorgestelde acties eind
2012 zijn gerealiseerd. Lamain twijfelt er niet aan dat dit lukt. Gevraagd
naar zijn eindoordeel over het maatwerkplan zegt hij: “Het is een waar-
devol document. Zonder de steun van Gemeente Schoon hadden wij
zo’n plan en de uitvoering niet zo snel voor elkaar gekregen.” ■
Ron Lamain: “Naast voorlichting
en het er bij halen van alle
betrokken partijen is ook
handhaving erg belangrijk.”
Volgens deskundigen valt de
meeste ‘lange-termijn-winst’ in
het voorkomen van zwerfafval
te behalen in de communicatie
met jongeren
120177_GRAM_mrt_2012.indd 17 09-03-12 09:17
18 GRAM | maart 2012
Jantje Beton ondersteunt lokale initiatieven voor ver-
betering of vergroting van de speelruimte voor kinde-
ren, maar heeft ook specifi eke projecten. Zo heeft de
organisatie wijkprojecten in vier Nederlandse steden.
Met deze gemeenten heeft Jantje Beton een convenant
gesloten om in een bepaalde wijk de speelruimte te
verbeteren. Een ander project van Jantje Beton richt
zich op het vrij toegankelijk maken van schoolpleinen,
waardoor ze deel worden van de openbare ruimte en
kinderen er ook buiten schooltijd kunnen spelen. Voor
haar activiteiten in de openbare ruimte werkt Jantje Be-
ton samen met partijen als gemeenten, scholen, het
welzijnswerk maar ook met woningcorporaties. Zo
JANTJE BETON IN DE OPENBARE RUIMTE
Laat kinderen meedenken
Jantje Beton zet zich in om meer en betere openbare speelruimten te creëren. De stem van kinderen
speelt bij de inrichting van speelplekken een grote rol. “We vinden het ook belangrijk dat dit echt plek-
ken van de kinderen en de omwonenden worden en dat ze zich hierbij betrokken voelen”, vertelt Anne
Koning van Jantje Beton.
Opfl eurdag in Gouda (foto: Bertels Fotografi e)
is via het wijkenproject de muur van een fl atgebouw
in Tilburg met een muurschildering opgevrolijkt. Het
gebouw valt onder het beheer van een corporatie. Bij
Jantje Beton hebben kinderen bij de herinrichting van
een speelplek een belangrijke stem. Zo dachten de kin-
deren van de J.P. Thijsseschool in Den Helder mee over
het ontwerp van hun nieuwe schoolplein. Kinderen
speelden daar vaak een zelfbedacht spel, waarbij ver-
schillende groepen tegen elkaar strijden. Dit werd de
basis voor het nieuwe schoolplein, waar veel mogelijk-
heden zijn om te klimmen, kruipen en je te verstoppen.
KnijpersVoor Jantje Beton staat voorop dat een speelplek echt
een plek van de kinderen en de omwonenden wordt.
Anne Koning, hoofd afdeling Programma’s bij Jantje Be-
ton: “Het is belangrijk dat zij zich betrokken en ook
verantwoordelijk voelen. Dit leidt er toe dat ze helpen
met zwerfafval opruimen, schoff elen tussen de plant-
jes, maar ook melding maken als er iets kapot is.” Dat
kinderen betrokken kunnen worden bij het schoonhou-
den en het onderhoud van een speelplek, is vaak nog
een eyeopener voor gemeenten. Koning: “Terwijl kin-
deren het hartstikke leuk vinden om hun eigen plek
mooi te houden. Als ze knijpers krijgen om zwerfafval
op te ruimen, gaan ze meteen aan de slag. En geef ze
een verfkwast in de hand en ze helpen de boel op te
fl euren.”
KniehoogteHet schoon, heel en veilig houden van een speelplek is
uiteraard primair een taak van de gemeente. Koning:
“Betrokkenheid van kinderen en omwonenden mag ook
niet resulteren in een soort vervangende verantwoor-
delijkheid.” Een gemeente die rechtstreeks aan bewo-
ners vraagt bij te dragen aan het schoonhouden en on-
derhoud van de buitenruimte stuit vaak op weerstand
en wantrouwen. “Sommige bewoners denken dan dat
de gemeente deze taak vanwege bezuinigingen op hen
wil afschuiven. Als wij echter als Jantje Beton zeggen:
het is jullie plek en we vragen jullie een handje te hel-
120177_GRAM_mrt_2012.indd 18 09-03-12 09:17
adv Haller
1/2
Achterladers van de merken Haller en Zoeller, 80 tot 5000 liter, voorzien van gescheiden automatische opnamevan 2 wiel containers
Opbouwen van de merken Haller en Zoeller geschikt voor het ledigen van ondergrondse containers, metmogelijkheden voor diverse opnamesystemen
Zijladers van het merk Haller, met enkele gripper en dubbele gripper, met vaste of verwisselbare opbouw.
Verder o.a. in het leveringsprogramma: satelliet voertuigen, smalspoor opbouwen, diverse beladingsystemen
SPECIALIST OP HET GEBIED VAN REINIGINGSVOERTUIGEN
WWW.HALLERBENELUX.NLHaller Benelux BV | Postbus 90, 5320 AB Hedel | Parallelweg 7, 5321 JA Hedel
Telefoon: 073 5991234 | Fax: 073 5991177 | e mail: [email protected]
deze manier opnieuw wordt gebruikt, kunnen kinde-
ren daar weer iets van leren. Ik ben nieuwsgierig naar
verdere mogelijkheden hiertoe. Kinderen zijn continu
bezig met leren en hun ontwikkeling. Het thema ‘afval
is grondstof’ biedt wat dat betreft volop kansen voor
de afvalwereld.” ■
Tekst: Ans Aerts
pen om deze mooi en schoon te houden, zijn bewo-
ners daartoe meestal sneller bereid.” De betrokkenheid
wordt ook gestimuleerd als gemeenten omwonenden
al vanaf het ontwerp betrekken bij de inrichting van de
ruimte om hen heen. De stem van kinderen mag daar-
bij niet worden vergeten. “Het is daarom belangrijk dat
informatiebijeenkomsten of inspraakmomenten voor
de herinrichting van een gebied niet alleen ’s avonds
plaatsvinden, maar ook overdag, zodat kinderen hun
zegje kunnen doen. En het ophangen van posters van
het toekomstige ontwerp op kniehoogte zorgt ervoor
dat kinderen kunnen meekijken en meedenken”, licht
Koning toe.
HergebruikTenslotte ziet Koning mogelijkheden om kinderen
meer te betrekken bij het thema ‘afval is grondstof’.
Dat kan door dit op bepaalde plekken in de openbare
ruimte inzichtelijk te maken. Voorbeelden hiervan zijn
takken uit snoeiafval die kinderen op speelplekken
kunnen gebruiken om hutten van te bouwen of valon-
dergronden bij speeltoestellen, die zijn gemaakt van
oude autobanden. Koning: “Als op een bordje ernaast
de informatie staat dat dit eigenlijk afval is, dat op
Hondenpoep actie in Huizem, Leeuwarden
120177_GRAM_mrt_2012.indd 19 09-03-12 09:17
20 GRAM | maart 2012
Nooijens vindt het terecht en logisch dat de NVRD de
vroegere commissie reiniging omgedoopt heeft in de
commissie BOR. “Reiniging kun je niet meer als een
apart onderdeel zien van het gemeentelijk beleid. Als
je gaat reinigen, krijg je ook te maken met plantsoe-
nen, met kolken die vervuild zijn met veegzand, met
de wegbeheerder en met maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Vooral kleinere gemeenten hebben niet
meer de middelen om voor elk vakgebied een speci-
alist in huis te halen. Zij willen de verschillende ta-
ken zo veel mogelijk onderbrengen in één organisatie.
Eén die huisvuil in kan zamelen, vegen, plantsoenen
bij kan houden en die liefst ook nog weet hoe je een
parkeerplaatsje kan aanleggen. Gemeenten voeren
daarbij steeds meer de regie en laten de uitvoerende
taken aan anderen over. Binnen het gehele beleids-
veld beheer openbare ruimte kunnen we dus veel
van elkaar leren. Uiteraard is kennis van de inhoud
wel belangrijk, daar ligt een taak voor de NVRD en
voor de commissies. Een programma als Gemeente
Schoon bijvoorbeeld, levert heel veel cijfermateriaal
en nieuwe inzichten op over zwerfvuil en de oorza-
ken daarvan. Van de uitkomsten van zo’n onderzoek,
waar de NVRD mede in geïnvesteerd heeft, kan elke
gemeente profi teren.”
Strooi-veegwagenOok in Den Bosch, de thuishaven van Nooijens, wordt
steeds meer samenwerking gezocht tussen de verschil-
lende afdelingen. Dat levert innovatieve en soms ver-
rassende resultaten op. Nooijens: “Een paar Willie Wor-
tels van onze gemeente bedachten een veegwagen die
ook voor gladheidbestrijding kan worden ingezet. Door
een compartiment met pekel te vullen en een sproeiarm
te bevestigen, kan die veegwagen in één beweging ve-
gen én strooien. Hoe meer je samenwerkt binnen ver-
schillende vakgebieden, hoe makkelijker en innovatie-
ver het gaat. Daar is zo’n strooi-veegwagen een mooi
voorbeeld van.” Volgens Nooijens moet het mogelijk
zijn om op termijn zelfsturende teams samen te stellen,
met mensen van verschillende afdelingen. “Denk aan
een team met vertegenwoordigers van reiniging, groen,
riool, verlichting enzovoort die zelf de taken aansturen
en eventuele problemen in teamverband oplossen. Nu
worden die taken vaak via aparte kokers aangestuurd,
zonder dat ze goed op elkaar afgestemd zijn. In Den
Bosch hebben we vanuit deze gedachte de afdeling BOR
samengevoegd met het ingenieursbureau. We spreken
nu over de afdeling Realisatie & Beheer. De taken kun-
nen op deze wijze effi ciënter verdeeld worden, kennis
kan overgedragen worden en in tijden van schaarste
kan men werk van elkaar opvangen. Iemand die alles
weet van reiniging, verbreedt zijn kennis als hij zich ook
intensief bezig houdt met riolering of plantsoenen.”
AppsDigitalisering en automatisering hebben het (integraal)
beheer van de openbare ruimte eenvoudiger gemaakt,
meent Nooijens. “Als een ondergrondse container drie-
kwart vol zit, krijg je tegenwoordig vanzelf een seintje.
En door slim gebruik te maken van de social media,
heb je veel intensiever contact met je burgers en kun
je ook veel actueler zijn. Vroeger werd er gecommu-
niceerd via een wijkkrant die eens per drie maanden
verscheen. Nu kun je berichten plaatsen op het eigen
webportal van wijkverenigingen en sms’jes sturen. Met
meldsystemen als de app Buiten Beter, voor op smart-
phones, betrek je de burger bij alles wat er in de bui-
tenruimte gebeurt. Zo heb je veel meer ogen op straat.
door Hetty Dekkers
Reiniging heeft veel raakvlakken met BOR
Martin Nooijens is sinds eind vorig jaar voorzitter van de NVRD-commissie Beheer Open-
bare Ruimte (BOR). In die functie voelt hij zich als een vis in het water. “Ik heb tien jaar
in het bedrijfsleven gewerkt, was wethouder in Venlo, algemeen directeur van de sociale
werkvoorziening regio Venlo en tien jaar directeur Stadsbeheer in die plaats. Sinds vijf
jaar ben ik directeur Stadsbedrijven Den Bosch. Al die functies hebben raakvlakken met
wat je tegenkomt bij de commissie BOR.”
Kleinere gemeenten willen de
verschillende taken zo veel mogelijk
onderbrengen in één organisatie
Martin Nooijens, voorzitter
van de NVRD- commissie beheer
openbare ruimte (BOR)
120177_GRAM_mrt_2012.indd 20 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 21
Vroeger moest je je gemeente bellen als je een kapotte
lantaarnpaal zag. Voordat je een straat verder bent, of
een winkel ingeschoten, ben je dat alweer vergeten.
Met die apps ondervang je dat probleem. Meldingen
die binnen komen via de digitale meldsystemen kun-
nen bovendien gekoppeld worden aan allerlei andere
gegevens, zoals werk- en materiaalstaten. Je hele boek-
houding is in een keer in orde. Door digitalisering krijgt
samenwerking met de burger dus nieuwe impulsen.”
Beheergericht ontwerpNaast meer samenwerking tussen gemeentelijke afde-
lingen is Nooijens ook voorstander van externe bun-
deling van de krachten. “Als commissie kunnen we
heel goed samenwerken met Stadswerk, een landelijke
organisatie met onder meer stedenbouwkundigen en
BOR-managers. Als je een woonwijk ontwerpt, denk
dan ook aan ruimte voor inzamelvoertuigen of boven-
grondse containers. Ontwerp je een hek, zorg er dan
voor dat de maaimachine er nog langs kan. Beheerge-
richt ontwerp noemt men dat. Stadswerk let daar heel
goed op, op dat samenspel tussen BOR en ontwerp. In
de praktijk gaat het maar al te vaak fout, omdat ieder-
een vanuit zijn eigen standpunt denkt. Een architect
wil mooie dingen ontwerpen, een reinigingsdienst wil
ondergrondse containers op locaties waar ze makkelijk
te bedienen zijn.”
Behalve met Stadswerk wil voorzitter Nooijens van de
BOR-commissie ook nauw samenwerken met instanties
als CROW en Rioned. “Daar zit heel veel kennis en erva-
ring, daar moeten we gebruik van maken. CROW intro-
duceerde bijvoorbeeld de beeldbestekken voor zwerf-
vuil. Voorheen veegde een gemeente een x-aantal keer
de straat, ongeacht of dat nodig was of niet. Nu wordt
er veel effi ciënter gewerkt, afgestemd op de werkelijke
mate van vervuiling.”
Sociale werkvoorzieningBij alles wat je doet, of het nu gaat om aanbestedin-
gen of taken die je als gemeente zelf uitvoert, vol-
gens Nooijens is het zaak om oog te houden voor
maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Houd je
milieudoelstellingen in de gaten, maar kijk ook naar
mensen met een achterstand. In de sociale werkvoor-
ziening wordt steeds meer gekort, met als gevolg dat
steeds meer mensen extern aan het werk worden ge-
zet. Alleen de allerzwaksten krijgen nog intern werk
aanboden. De sociale werkvoorziening gaat haar taken
dus verbreden. Hier in Den Bosch heeft een woning-
bouwcorporatie zich verplicht honderd mensen met
een achterstand aan de slag te helpen. We zijn pas een
jaar bezig en er zijn er al zestig geplaatst. Ook indirect,
want de corporatie eist bijvoorbeeld van een schilders-
bedrijf dat het mensen met een achterstand in dienst
neemt. Zo zullen gemeenten en reinigingsdiensten ook
steeds meer aan contract compliance gaan doen. Via
de achterdeur halen we deze mensen weer binnen. Dat
biedt niet alleen kansen voor de sociale werkvoorzie-
ning, ook voor de bedrijven en instanties zelf. Als je
maatschappelijk verantwoord onderneemt, heb je een
concurrentievoordeel en dus een dikke plus.” ■
Onderhoud aan een ondergrondse container in ’s Hertogenbosch
120177_GRAM_mrt_2012.indd 21 09-03-12 09:17
22 GRAM | maart 2012
Rob Karstens heeft altijd gewerkt in de ruimtelijke en
milieuhoek. Zo was hij milieu-inspecteur, hoofd milieu-
vergunningen en consultant voor bedrijven en organi-
saties in de publieke sector. Sinds januari 2011 is hij
werkzaam als directeur van de vereniging Stadswerk.
“Deze baan past helemaal bij mij. Alles komt hier sa-
men: milieu, duurzaamheid en vooral de zorg voor de
openbare ruimte.” Volgens Karstens draait het in de
huidige maatschappij allemaal om de openbare ruimte.
“Daar speelt het leven zich immers voor een belangrijk
deel af, omdat juist daar de menselijke en maatschap-
pelijke interactie plaatsvindt. Voor mij is goed beheer
van de openbare ruimte dan ook synoniem aan het wer-
ken aan welzijn en maatschappelijke, sociale cohesie.
En daar is Stadswerk nu precies van. Onze leden zijn in
diverse functies hoeders van de openbare ruimte. Een
schone en groene omgeving werkt immers positief op
het gedrag van mensen en daarmee van onze maat-
schappij. Ik zeg daarom altijd dat mensen die in het
openbaar bestuur werken, bijvoorbeeld als wethouder,
eigenlijk altijd de portefeuille openbare ruimte zouden
moeten opeisen. Er voor in de rij zouden moeten wil-
len staan. Daar gebeurt het immers. Helaas wordt de
openbare ruimte niet ervaren als een sexy portefeuille.
Terwijl je als bestuurder op die plek juist werkelijk veel
kan betekenen voor de samenleving. Ik zou dit op ie-
dere zeepkist in het land willen verkondigen.”
Over die samenleving en de vervuiling van de aarde
maakt Karstens zich namelijk zorgen. Tegelijk zegt hij:
“Aan de andere kant ben ik ook weer een beetje hoop-
vol, omdat de wal het schip altijd weer keert. Kijk naar
de Arabische lente, de Occupy-beweging tegen de fi -
nanciële markten en de discussies over de opwarming
van de aarde. Er komt steeds meer goede energie vrij,
waarbij wordt gepleit voor minder consumeren, een
schonere aarde en beëindiging van de ratrace. Veran-
dering is hard nodig. Anders gaat het mis met de ruim
zeven miljard mensen op deze aarde.” ‘Teruggekomen
op aarde’ voegt Karstens daar nuchter aan toe: “Goed
integraal beheer van de totale openbare ruimte kan een
VERENIGING STADSWERK
door Laurent Chevalier
Wethouders vinden portefeuille openbare ruimte
niet sexy
Zijn passie voor milieu en de openbare ruimte
kreeg Rob Karstens, directeur Stadswerk, van
huis uit mee. “Zeg maar gerust, er in gedrild.
Mijn vader was en is nog steeds erg milieube-
wust. Decennia geleden werd oud papier bij ons
al apart gehouden en werden theezakjes uit el-
kaar geplukt. Het rapport van De Club van Rome
lag bij mijn vader steeds binnen handbereik.”
“Goed integraal beheer van
de totale openbare ruimte kan een
belangrijke bijdrage leveren aan
een prettiger samenleving”
Rob Karstens: “Zwerfafval heeft alles te maken heeft met
belangrijke zaken als welzijn, welbevinden, gezondheid,
veiligheid en duurzaamheid.”
120177_GRAM_mrt_2012.indd 22 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 23
belangrijke bijdrage leveren aan een prettiger samen-
leving. Ik denk daarbij ook aan de problematiek rond
zoiets aards als het aanpakken van zwerfafval. Dat is
een niet te onderschatten punt omdat zwerfafval alles
te maken heeft met belangrijke zaken als welzijn, wel-
bevinden, gezondheid, veiligheid en duurzaamheid.
En in deze tijden van recessie draait het natuurlijk ook
nog eens om het effi ciënt besteden van de fi nanciële
middelen.”
Integraal beheerOndanks zijn enthousiasme voor de goede zaak gaat
Karstens niet zo ver dat hij voor Stadswerk het mo-
nopolie claimt op het gebied van de openbare ruimte.
“Zeker niet. Zou praktisch ook niet kunnen. Wij zijn
vooral een brede netwerkorganisatie, waarin - en dat
is het unieke - vrijwel alle disciplines zitten die betrok-
ken zijn bij de openbare ruimte. Andere organisaties en
brancheverenigingen zijn vooral op deelterreinen van
de openbare ruimte actief. Denk bijvoorbeeld aan de
Stichting Rioned, CROW, de Vereniging Afvalverwerkers
en natuurlijk als belangrijke speler de NVRD. Om de
openbare ruimte op alle niveaus en in de hele breedte
goed in de greep te krijgen, is het noodzakelijk dat
de min of meer collega-organisaties meer met elkaar
samenwerken en waar mogelijk activiteiten onderling
afstemmen. Dan krijg je echt het noodzakelijke inte-
grale beheer van de openbare ruimte. Op dat terrein
valt namelijk nog winst te boeken, want soms is er
sprake van overlap.”
Zwerfafval-proofMet de voorzitter van de NVRD commissie BOR spreekt
Karstens binnenkort over de mogelijkheden om nau-
wer samen te werken bij zaken die de openbare ruimte
raken. Karstens heeft goede hoop dat Stadswerk en de
NVRD bij het gezamenlijk bestrijden en vooral voorko-
men van zwerfafval nog goede slagen kunnen maken.
“Ik denk onder andere aan activiteiten op het gebied
van gedragsbeïnvloeding. Daar begint het immers mee
én natuurlijk bij de verantwoordelijkheid die ouders
hebben voor het gedrag van hun kinderen. De over-
heid heeft nog te weinig oog voor het feit dat ouders
een belangrijke verantwoordelijkheid hebben, niet in
de laatste plaats voor de schade die kinderen veroor-
zaken door hufterig gedrag. Kijk alleen maar hoeveel
schade er jaarlijks wordt aangericht door vuurwerk. We
moeten er daarom alles aan doen om het gedrag van
jongeren te beïnvloeden. Het zou niet gek zijn als jon-
geren directer worden betrokken bij het zoeken naar
het antwoord op de vraag wat er moet gebeuren in de
openbare ruimte om te voorkomen dat ze alles maar
op straat gooien. Nu zenden we vooral nog alleen be-
richten uit, zo van: doe dit en doe dat.”
Karstens denkt verder dat er nog veel is te winnen bij
een slimmere inrichting van de openbare ruimte. “Om
te beginnen moeten al die zogeheten blikvangers die je her en der
langs wegen en fi etspaden ziet staan, direct worden opgeruimd. Die
verschrikkelijke dingen stimuleren het weggooigedrag. Bovendien kun-
nen de meeste mensen niet mikken, waardoor veel rotzooi naast de
blikvanger op de grond terecht komt.” ■
Stadswerk telt ruim 2500 leden, die vaak in gemeentelijke dienst werken op het brede terrein van de openbare ruimte. De leden-lijst telt overigens ook veel personen die werkzaam zijn bij ingeni-eurs- en adviesbureaus. De vereniging heeft diverse vakgroepen, zoals Omgevingsrecht, Civiele Techniek & Verkeer, Groen, Natuur & Landschap, Ruimtelijke Ordening & Planologie en Management. Daarnaast zijn er zes regiogroepen. Voor deze groepen organiseert Stadswerk regelmatig bijeenkomsten, gericht op kennisuitwisseling en verdieping. Ook is de vereniging belangenbehartiger voor de openbare ruimte in de breedste zin van het woord. In fi nancieel op-zicht bedruipt de vereniging zich met de contributies van de leden. Hoewel het belang van Stadswerk wordt onderkend, zijn rijk en pro-vincies niet bereid het werk te subsidiëren. “Helaas,” zegt Karstens, “maar sponsoren mogen zich bij mij melden. Als ze maar niet wil-len knibbelen aan onze onafhankelijkheid.” De vereniging heeft een lange geschiedenis, waarvan de sporen teruggaan tot aan het begin van de vorige eeuw. Toen heette het nog: ‘Vereniging van directeu-ren van openbare werken’. Anno 2012 is het woord ‘openbare wer-ken’ vervangen door ‘de openbare ruimte’ en zijn alle professionals op dat gebied welkom als lid.
Blikvangers langs de weg stimuleren het weggooigedrag en moeten daarom
worden weggehaald, vindt Rob Karstens
120177_GRAM_mrt_2012.indd 23 09-03-12 09:17
24 GRAM | maart 2012
VAKWERK
‘Ik ga gewoon lekker door’
Wat is je functie?
Ik ben straatreiniger. Ooit met een karretje achter de
fi ets en een ‘stokkie’ begonnen, later werd dat de bak-
fi ets. Sinds kort heb ik een fi ets met elektrische trapon-
dersteuning. Dat scheelt een stuk, daar ben ik echt als
een speer mee weg.
Mijn werkgebied is het centrum van Winterswijk. Daar
houd ik de boel schoon, met bezem en stofzuiger.
Vooral na de wekelijkse markt (op woensdag) en spe-
ciale feestdagen is daar veel te doen. De veegmachine
komt dan eerst en ook de marktlieden ruimen wel op,
maar er blijft toch altijd nog genoeg liggen. En daar
zorg ik dan voor.
Hoe lang doe je dit werk al?
Ik werk al meer dan 25 jaar voor ROVA als straatreini-
ger. Offi cieel werk ik voor SW-bedrijf Hameland, daar-
van krijg ik mijn loon. Hameland heeft mij uitgeleend
aan ROVA*. Toen ROVA dit nog niet deed, werkte ik
voor de gemeente Winterwijk. Ik zit dan ook al 34 jaar
‘in de plantsoenen’. Mijn vader werkte vroeger ook bij
de gemeente, dus het was eigenlijk logisch dat ik dat
ook ging doen.
Wat is er zo leuk aan je werk? Waar haal jij je
voldoening uit?
Ik houd de boel graag schoon en netjes. Ik moét dit
werk gewoon doen. Het is belangrijk dat het schoon en
Straatreiniger Kees Aalders uit Winterswijk is de eerste in de reeks. Kees Aalders werd op 18 mei 2011 verkozen
tot Uitblinker van het jaar. De verkiezing van de beste reiniger van Nederland werd vorig jaar voor de eerste maal
georganiseerd door de NVRD, Gemeente Schoon en Nederland Schoon. Uit handen van TV-presentator en juryvoorzit-
ter Rob Geus ontving Kees Aalders een trofee en een cadeaubon ter waarde van 250 euro. De uitreiking vond plaats
tijdens de Reinigings Demo Dagen (RDD) in Lelystad.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 24 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 25
goed blijft. Bovendien kom ik veel mensen tegen. Dat
maakt het werk elke dag weer leuk om te doen.
En ik vind het fi jn als de mensen op straat zeggen dat
het mooi schoon is. Ook de winkeliers zijn er blij mee.
Ik krijg van hen regelmatig een kopje koffi e. De men-
sen kennen je, het is maar een kleine gemeente. Dan
roepen ze ‘hoi Kees, alles goed? Lekker aan het schoon-
maken?’ Dat vind ik mooi.
Ik ben 53 en moet waarschijnlijk door tot mijn 67e.
Maar dat maakt me niet zoveel uit. Ik werk gewoon
door. En nee hoor … ik ben niet op vakantie geweest,
ik ben altijd zo bruin. Dat komt door de gezonde bui-
tenlucht. Ik zou het iedereen aanraden.
Wat doe je ná je werk?
Ik werk 5 dagen in de week, van 7.30 tot 16.00 uur.
Dan stap ik op mijn fi ets en ben lekker op tijd thuis.
Daar heb ik genoeg te doen hoor. Ik woon alleen, dus
moet ook alles in huis zelf doen. Wasjes draaien, beetje
boodschappen doen, TV kijken. Ik kijk bijvoorbeeld
graag naar Goede Tijden Slechte Tijden. En ik werk
graag in mijn tuin.
Waar erger jij je aan?
Al die rommel op straat, ook hondenpoep en peuken.
Ik denk weleens, moet dat nu zo? Prullenbakken zat,
maar ze gooien het er toch naast. Vooral scholieren
doen dat. Mensen zijn makkelijker geworden, het is
niet van hen en het wordt toch wel opgeruimd. Ik zou
het wel anders willen, maar ik het kan dat niet alleen.
Ik erger me dus wel, maar ik ruim het gewoon op. Dat
is ook mijn werk.
Spreek je mensen op straat weleens aan op hun
gedrag?
In het begin heb ik dat wel gedaan, maar doe ik nu niet
meer. Je kunt wel zeggen ‘ruim het op’, maar dat wordt
toch niet gedaan. Ik heb ook weleens een grote mond
gekregen. Maar dat gaat bij mij het ene oor in en het
andere weer uit.
Maar, er was een keer een meisje. Zij sprak me aan en
zei ‘wat een rommel hè, zal ik het bij elkaar vegen?’ Ja,
zei ik toen, dan ruim ik het op. Dat meisje zegt me nu
nog steeds goeiedag. Dat ben ik nooit vergeten. We
moeten het toch samen doen hè?
Wat maakt iemand geschikt om dit werk te
doen?
Je moet goed gehumeurd zijn en optimistisch. Elke dag
opnieuw. Hé, de vogeltjes fl uiten weer, denk ik dan.
Zo ben ik. Als het regent, trek ik een regenpak aan. En
in de winter hebben we dikke kleding. Ik kom lekker
iedere dag met de fi ets, ik hoef geen ruiten te krabben
als het gevroren heeft. Dan pak ik mijn bakfi ets en ga
aan de slag.
Wat merk je van het imago van de branche?
Ik vind dat dit werk wel voldoende gewaardeerd wordt.
Vooral hier in Winterswijk.
Henk Mulder, rayoncoördinator bij ROVA en direct lei-
dinggevende van Kees Aalders beaamt dit: “Het is hier
ons kent ons. Mensen maken de waardering voor het
werk echt wel duidelijk. En vooral naar Kees. Hij is het
visitekaartje van de straatreinigers van ROVA, van heel
Winterswijk zelfs. Kees is hier echt een fenomeen. Ieder-
een kent hem. Bovendien is hij een zeer gewaardeerde
collega, we hebben veel plezier aan en met Kees.”
Ben je trots op je baan?
Ja, ben ik. Ik ga met plezier naar mijn werk. Gewoon
lekker werken, een beetje ouwehoeren met mijn col-
lega’s. Ik ben ook trots op ROVA, ze leveren goed werk.
Wat is het meest bijzondere dat je hebt meege-
maakt in je werk?
Dat was toch wel toen ik de Uitblinker werd. Vooral
dat ik geëerd werd op de markt. Daar werd ik door de
winkeliers en marktlieden in het zonnetje gezet. Ook
de krant, De Gelderlander, was erbij. Er hing een groot
spandoek met mijn foto op de markt. Dit spandoek
hangt nog steeds bij mij thuis.
Henk Mulder : “We hebben veel lol gehad, die dag. Veel
voorpret ook, want we hadden in het geheim een feestje
voorbereid voor Kees, voor het geval hij verkozen zou
worden. En dat werd een geweldig feest. Al zijn col-
lega’s waren erbij en zelfs de wethouder.”
Tot slot
Ik ben niet nog harder gaan werken hoor, sinds ik de
Uitblinker geworden ben. Daarin is niets veranderd.
Weer of geen weer, ik ga gewoon lekker door…
* ROVA is de afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisa-
tie van 19 gemeenten in Midden- en Oost-Nederland. In de
gemeente Winterswijk is ROVA sinds 2011 verantwoordelijk
voor het volledige beheer van de openbare ruimte. ROVA
werkt samen met SW-bedrijven uit de regio. Voor onder meer
groen-, speeltuin- en bomenonderhoud worden medewerkers
uit de sociale werkvoorziening gedetacheerd aan ROVA.
GRAM start met een nieuwe rubriek. Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In de afval en reiniging werken vele professionals, die hart hebben voor ‘de schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij hun werk graag & goed? Iedere maand passeert een professional uit de branche de revue.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 25 09-03-12 09:17
26 GRAM | maart 2012
Uitbesteden
Verkopen(privatiseren)
GRAM | maart 2012
Gemeente Gouda Dienst Beheer overgedragen an NV Cyclus + detachering 2626 GRAM | maart 20GRAM | maart 20
SW-medewerkers
Externe zelfstandiging
le,ZO
Gemeente Arnhem sinds2003 onderhoudstaken
geprivatiseerd
Gemeenten staan voor een aantal uitdagingen die forse impact op de
werkwijze en organisatie gaan hebben. Kijken we naar het beheer en
onderhoud van de openbare ruimte, dan is naast de bezuinigingen met
name de komst van de Wet werken naar vermogen een aanjager van het
denken over nieuwe organisatievormen.
Werken naar vermogen De Wwnv vervangt in 2013 de bestaande regelingen voor de WBB, de
Wajong, de Wij en de WSW. Doel van de regeling is dat alle mensen met
en zonder arbeidshandicap naar eigen vermogen werken op een zo re-
guliere mogelijke arbeidsplaats. De gemeente wordt verantwoordelijk
voor deze totale groep inwoners (met een afstand tot de arbeidsmarkt)
en heeft een voorbeeldrol in het creëren van geschikte arbeidsplaatsen
voor deze groep. De huidige groep mensen die in de sociale werkvoor-
ziening werken, blijven dat overigens gewoon.
Nieuw: loondispensatieNieuw instrument voor gemeenten is de loondispensatie, die vanaf
2013 kan worden ingezet. De doelgroep omvat alle personen in de
Wwnv die door een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische be-
perking, dan wel om andere redenen, niet in staat zijn zelfstandig 100
procent van het wettelijk minimumloon te verdienen. De werkgever
betaalt alleen de loonwaarde. Dat wordt periodiek vastgesteld met een
erkende methode die de arbeidsprestatie van een werknemer op de
werkplek meet. De gemeente vult de rest van het loon aan tot maxi-
maal het minimumloon.
Werk heeft niet alleen een belangrijke meerwaarde voor mensen zelf.
Arbeidsparticipatie dient ook een fi nancieel doel voor de gemeente. Bij
iedereen die duurzaam uitstroomt naar werk, bespaart de gemeente
op zijn of haar uitkering. Bij de komst van de Wwnv zal ook toename
van de arbeidsparticipatie fi nancieel lonen. De gemeente betaalt in de
regeling een uitkering voor het deel dat de persoon niet kan werken.
Hoe hoger de verdiencapaciteit, hoe lager de uitkering die de gemeente
verstrekt.
Het onderhoud van de openbare ruimte is bij uitstek
een terrein waar bezuiniging en de Wwnv samenko-
men. Niet alleen gaat er veel geld in om - wat het van-
uit bezuinigingsoogpunt interessant maakt -, maar ook
gaat het (deels) om relatief eenvoudig werk dat prima
uitgevoerd kan worden door mensen met een gedeel-
telijke arbeidsbeperking.
Iedere gemeente kiest haar eigen weg in deze discus-
sie. Maar voor allemaal is het de uitdaging om op zoek
te gaan naar een organisatievorm die aan de ene kant
bedrijfsmatig en effi ciënt het onderhoudswerk in de
openbare ruimte kan uitvoeren én aan de andere kant
ruimte biedt voor mensen met een afstand tot de ar-
beidsmarkt.
Wat gebeurt er in de praktijk?In fi guur 1 staan een aantal voorbeelden van gemeen-
ten die hier in de praktijk invulling aan te geven.
Twee voorbeeldenNa deze alinea volgen twee in het oog springende
voorbeelden. Let wel: nog niet al deze organisaties
staan al in deze vorm. De defi nitieve contouren van de
Wwnv zijn pas recent duidelijk én veel gemeenten zit-
ten volop in de discussie wat de consequentie hiervan
is voor de gemeente en het SW-bedrijf.
Wijkbedrijf gemeente Doetinchem
Gemeente Doetinchem onderzoekt de oprichting
van een leerwerkbedrijf binnen de eigen organisatie:
het Wijkbedrijf. In het Wijkbedrijf wordt een zo groot
mogelijk deel van het onderhoud van de openbare
ruimte uitgevoerd door mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt. Eigen medewerkers verzorgen de
vakinhoudelijke begeleiding. Een tweede drijfveer
achter het wijkbedrijf is het meer betrekken van in-
woners bij het beheer en onderhoud van de openbare
ruimte.
De inzet van bewoners richt zich vooral op het bewerk-
stelligen van een hoger kwaliteitsniveau dan de basis-
kwaliteit die de gemeente realiseert. Het Wijkbedrijf on-
dersteunt de bewonersinitiatieven door vakkennis en
materiaal aan te bieden. Doetinchem wil doorstroom
door Mark Leemans
Gemeenten: combineer Wwnv met onderhoud en beheer
De wereld van het gemeentelijk onderhoud van groen en straten
verandert. De afgelopen jaren was de trend om zoveel moge-
lijk werk door marktpartijen te laten uitvoeren. Daar is nu een
kentering in gekomen. Mede door de Wet werken naar vermo-
gen (Wwnv) ontstaan nieuwe publieke organisatievormen voor
het onderhoud van de openbare ruimte. In een aantal gevallen
wordt daarbij ook de afvalinzameling en het schoonmaken van
de straat betrokken. De sociale plantsoenendienst anno 2012?
120177_GRAM_mrt_2012.indd 26 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 27
en arbeidsparticipatie van de genoemde doelgroep ver-
hogen. Het Wijkbedrijf geeft hier invulling aan door:
1 de omvang van het werkpakket voor mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten;
2 het werk onder directe aansturing van de gemeente
op te pakken, zodat mensen in een reguliere organi-
satie werken. Dit past binnen het uitgangspunt van
de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) om mensen
zo veel mogelijk de ontwikkeling door te laten ma-
ken van ‘binnen’ naar ‘buiten’;
3 doorstroom vanuit het Wijkbedrijf naar het reguliere
bedrijfsleven te organiseren door:
a bij de aanbesteding van werkzaamheden in de
openbare ruimte ‘social return’ als een van de gun-
ningscriteria op te nemen. Een marktpartij die in-
woners met een afstand tot de arbeidsmarkt inzet,
heeft daarmee een grotere kans op het verkrijgen
van de opdracht;
b enkele onderhoudsbudgetten meerjarig aan te be-
steden, waarbij het overnemen van (enkele) – door
het Wijkbedrijf opgeleide mensen – een randvoor-
waarde is.
Het Wijkbedrijf start op korte termijn in twee wijken en
breidt in 2013 uit naar heel Doetinchem.
Samenwerking Zwolle uitvoering, WEZO Groen
en ROVA
In 2011 zijn de gemeente Zwolle, werkvoorziening-
schap WEZO Groen en regionaal afvalbedrijf ROVA een
onderzoek (businesscase) gestart naar de mogelijkhe-
den voor samenwerking in beheer en onderhoud van
de openbare ruimte. Met bundeling van de vakdeskun-
digheid van de afdeling Uitvoering, de inzet van WSW-
medewerkers en de (commerciële) deskundigheid van
de ROVA worden de volgende eff ecten beoogd:
1 structureel lagere kosten voor groen- en serviceon-
derhoud grijs op korte en langere termijn;
2 langdurige werkgelegenheid voor mensen met een
grotere afstand tot de arbeidsmarkt;
3 een bijdrage aan de duurzaamheid omdat productie
en verwerking van groenafval in één hand komt.
De samenwerking past uitstekend in de strategische visie van de ROVA.
Het bedrijf streeft naar een rolverbreding door ook actief te worden in
het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (ontzorgen van aan-
deelhouders). De WEZO wil – in lijn met het kabinetsstandpunt – zijn
SW-medewerkers in een zo regulier mogelijke omgeving laten werken.
Hoe gaat de samenwerking eruitzien? ROVA neemt de uitvoerende
mensen en middelen (materieel, huisvesting) van de gemeente Zwolle
over en voegt deze samen met de SW-medewerkers van WEZO Groen.
Ook het niet-SW personeel van WEZO Groen en bijbehorende bedrijfs-
middelen gaan over naar de ROVA. ROVA gaat daarmee deze nieuwe
groepen medewerkers functioneel aansturen. De WEZO blijft voor de
SW-medewerkers de leer-werk ontwikkeling – gericht op het doorstro-
men naar de reguliere arbeidsmarkt – verzorgen.
Als de komende jaren het werk op groengebied in Zwolle toeneemt
(bijvoorbeeld door areaaluitbreidingen) en/of het huidige aantal SW-
medewerkers afneemt (door natuurlijke uitstroom), dan hebben ROVA
en gemeente afgesproken om hiervoor zo veel mogelijk mensen vanuit
de Wwnv in te zetten.
Andere oplossingenIeder vogeltje zingt zoals het gebekt is: de genoemde praktijkvoor-
beelden passen goed in de lokale/regionale context én verhoudingen,
maar zijn niet de enige oplossingen. Zo kiest Tilburg ervoor om het
groenonderhoud van de gemeente en de reinigingstaken die voorheen
bij BAT zaten, onder te brengen bij een nieuwe uitvoeringsentiteit van
het werkvoorzieningschap de Diamant-groep. Gemeenten als Arnhem
die al vrijwel alle onderhoudstaken in de openbare ruimte hebben uit-
besteed, zetten maximaal in op de mogelijkheden van social return:
aannemers moeten ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
inzetten. En natuurlijk maakt een aantal afvalbedrijven al gebruik van
met name SW-medewerkers bij bijvoorbeeld kringloopactiviteiten en
de milieustraat. Kortom: gemeenten kunnen juist deze nieuwe verant-
woordelijkheden invullen vanuit beleid én budget. ■
Over de auteur: Mark Leemans is senior adviseur bij de afdeling PR &
Communicatie van organisatieadviesbureau KplusV.
Regionale samenwerking
Uitbesteden
Verkopen
(privatiseren)
Gemeente Gouda Dienst Beheer overgedragen aan NV Cyclus + detachering
SW-medewerkers
Zelf doen
Externe verzelfstandiging
Gemeente Zwolle, NV ROVO, WEZO
verschil zien, verschil maken
Gemeente Arnhem sinds 2003 onderhoudstaken
geprivatiseerd
Gemeente Doetinchem, Wijkbedrijf
Figuur 1 : de as: zelf doen - privatiseren
120177_GRAM_mrt_2012.indd 27 09-03-12 09:17
28 GRAM | maart 2012
85 landen hebben al bevestigd mee te zullen doen. 19 van hen hebben
de jaren hiervoor al succes gevierd. Landen waar je in eerste instantie
niet aan zou denken, maar waar we nu diep voor mogen buigen. Want
ga d’r maar aan staan: even in één dag je land een grote schoonmaak
geven. En niet in je eentje. Nee. Met duizenden. Honderdduizenden
landgenoten samen. Een kleine 5 miljoen mensen van over de hele we-
reld nam de afgelopen jaren deel aan het initiatief van Let’s Do It! en
ruimde een stukje aarde op.
Tijdens de CleanUpDays wordt er voornamelijk opgeruimd in grote na-
tuurgebieden waar zich illegale dumpplekken bevinden. Waar mensen
ongestoord hun aanhangwagentje leeg kunnen kieperen en waar nie-
mand de baas is. Niet verwonderlijk dus, dat CleanUpDays het beste
werken in landen met andere organisaties dan de onze. In Nederland
en andere westerse landen bestaat de zogeheten verstopte vervuiling:
blikjes in de bosjes,. Blikjes in de bosjes, plastic zakjes op de stoep en
sigarettenpeuken bij de bushalte.
Dus bedachten we een plan dat aansluit bij LetsDoIt, maar dat veel Hol-
landser is en bij onze bodem past. Op 21 september 2012 houden we
een KeepItCleanDay! waarbij we zoveel mogelijk Nederlanders oproe-
pen om het zwerfafval in hun directe omgeving op te ruimen. Dat kan
een uurtje zijn of een hele middag, zolang er maar collectief opgeruimd
wordt! Bij bedrijven, organisaties, op scholen en in gemeenten. Schoon
moet het worden, en samen gaan we het waarmaken.
De Keep It Clean Day op vrijdag 21 september kent een enorm simpele
organisatie: want wie zijn wij om te zeggen hoe je opruimen moet?
Daarom doen we hetzelfde als bij een Koninginnedag: de datum is een
gegeven. De naam ook. En in plaats van troep creëren ruimen we het
nu lekker op. Verpakt als feest. De organisatie van de KeepItCleanDay
zorgt dat alle verbindingen er liggen. Dat faciliteiten beschikbaar zijn.
Dat er extra vuilniszakken, scheppen, en knijphandjes zijn. Dat er meer
vuilniswagens en containers rijden dan op een andere doordeweekse
dag. Het enige dat Nederland hoeft te doen, is samen te werken, naar
buiten wandelen met een vuilniszak en geloven dat het kan! ■
Tekst: Annette Dölle Voor meer informatie:
www.letsdoitworld.org en www.keepitcleanday.nl
HOE MAAK JE EEN WERELD SCHOON?
Keep It Clean Day! Nederland
Een tikkeltje ambitieus is het wel, maar na vier dagen in een conferentie-
centrum in Estland is er geen van de 150 deelnemers meer die daar nog aan
denkt. Wel denken we aan blauwe luchten. Aan schone rivieren. En groene
bossen. En aan de haalbaarheid van het plan. Het plan om in zes maanden de
wereld te schoon te maken. De Estlandse organisatie Let’sDoIt die op 3 mei
2008 hun hele land in één dag opruimde, heeft een nieuw plan bedacht: Tus-
sen 24 maart en 25 september vinden op de hele wereld CleanUpDay’s plaats.
Opruim acties die maar één dag duren en waar aan zoveel mogelijk mensen
deelnemen. Wereldwijd!
120177_GRAM_mrt_2012.indd 28 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 29
Rd4 introduceert ‘BEST-tas’Reinigingsbedrijf Rd4 is op 1 maart in de
gemeente Landgraaf begonnen met een
nieuw inzamelmiddel: ‘de BEST-tas’. Dit is
een speciale tas voor het apart houden
van oude boeken, elektrische apparaten,
speelgoed en textiel. Rd4 wil met deze
tas voorkomen dat deze materialen met
het restafval worden afgevoerd naar een
verbrandingsinstallatie. Met de BEST-tas
is het eenvoudig om herbruikbare mate-
rialen thuis gescheiden te houden en aan
te bieden. De BEST-tas wordt maande-
lijks gratis huis aan huis opgehaald. De
proef is een gezamenlijk project van de
gemeente Landgraaf, Reinigingsdien-
sten Rd4 en Wecycle en duurt tot eind
2012. Bij voldoende succes van de proef
is de kans groot dat de BEST-tas ook in
de rest van Landgraaf en de andere Rd4-
gemeenten wordt geïntroduceerd.
Gemeenten willen anders afvalscheidenRuim 100 gemeenten hebben bij staats-
secretaris Joop Atsma van Milieu een pe-
titie ingediend met het verzoek voortaan
zelf te mogen beslissen over de manier
van afvalscheiding. De gemeenten wil-
len vooral bron- en nascheiding kunnen
combineren. De petitie is een initiatief
van afvalverwerkingsbedrijf Attero. Dit
bedrijf verwerkt ruim 40 procent van al
het afval in het land. Het bedrijf heeft 130
gemeenten als aandeelhouders. Attero
vindt dat het combineren van bron- en
nascheiden het optimale resultaat biedt.
Het probleem is echter dat nascheiding
niet wordt vergoed als er al bronschei-
ding heeft plaats gevonden.
Herziening wetgeving elektronisch afvalHet Europees Parlement is bezig met
herziening van de wetgeving voor elek-
tronisch afval, waarbij het apart inzame-
len en hergebruik van elektronisch afval
centraal staat. Kleine apparaten kunnen
daardoor straks worden ingeleverd bij
elektronicawinkels. Met deze maatregel
wil het parlement het dumpen van elek-
tronica in Afrikaanse landen aan banden
leggen. Bovendien kunnen zo kostbare
grondstoff en worden hergebruikt.
Haarlem betaalt voor afval In navolging van de Zuid-Hollandse ge-
meente Pijnacker denkt Haarlem er over
na om haar burgers op de een of andere
manier geld te geven voor het geschei-
den aanbieden van papier, plastic, glas,
metalen en oude elektronische produc-
ten uit huishoudelijk afval. De gemeente
hoopt hiermee meer nuttige grondstof-
fen terug te kunnen winnen.
Leeuwarden maakt biogas van hondendrolOnder het motto ‘Pecunia non olet’ (geld
stinkt niet) maakt de gemeente Leeuwar-
den sinds enige tijd gebruik van de zo-
geheten ceppbak om hondendrollen een
nuttige bestemming te geven. Via deze
bak komt de poep rechtsreeks in het ri-
ool, waarna het waterschap er biogas van
maakt. De plastic drollenopraper wordt
in een fi lter opgevangen, waardoor de
poep niet in het riool terechtkomt. Diver-
se andere gemeenten in het land hebben
inmiddels ook voor deze milieuvriende-
lijke en bovendien kostenbesparende
oplossing gekozen. Dankzij de ceppbak
hoeven de traditionele straatbakken na-
melijk niet meer dagelijks te worden ge-
leegd. Leeuwarden telt inmiddels ruim
150 van deze bakken.
Biomassacentrale in Marum In het Groningse Marum is in februari de
eerste schop de grond in gegaan voor de
bouw van een unieke biomassa centrale.
Deze centrale wordt gestookt op hout-
snippers en gaat lokale voorzieningen
als een zwembad, verzorgingstehuis,
sportcomplex en de bibliotheek via een
warmwaternetwerk voorzien van warm-
te. De centrale kost ongeveer 1 miljoen
euro. Een deel daarvan komt uit subsi-
dies van het Rijk en van de EU. De bio-
massacentrale verstookt ongeveer 1.800
m3 hout per jaar. In totaal bespaart de
centrale jaarlijks circa 220.000 m3 gas.
Warmtenet RotterdamHet Warmtebedrijf Rotterdam is begon-
nen met de aanleg van een pijpleiding
van 26 kilometer tussen het verbran-
dingbedrijf AVR in Rozenburg (onder-
deel van de Van Gansewinkelgroep) en
Rotterdam-Zuid. Als het warmtenet klaar
is, kunnen 50.000 huishoudens en be-
drijven worden voorzien van duurzame
stadverwarming. De komende 30 jaar zal
AVR restwarmte, die vrijkomt bij afval-
verbranding, in de vorm van warm water
leveren aan het net. Hierdoor hoeft veel
minder warmte te worden opgewekt met
kostbaar aardgas. Bovendien is de warm-
te die vrijkomt bij het verbrandingspro-
ces van AVR biogeen (biologische of
organisch materiaal), waardoor de CO2-
uitstoot laag is. Door de aanleg van het
warmtenet wordt jaarlijks 70 tot 80 kilo-
ton minder CO2 uitgestoten.
Plastic uit biomassa Scheikundigen van de Universiteit Utrecht
zijn er in geslaagd met behulp van een
katalysator met microscopische ijzerbol-
letjes bouwstoff en voor bioplastic te ma-
ken uit snoeiafval en houtsnippers. Dit is
weer een nieuwe veelbelovende stap op
weg naar de bio-based economie.
AFVAL & MILIEUGEMENGDE BERICHTEN
foto: Herman van Ommen, Nationale Beeldbank
120177_GRAM_mrt_2012.indd 29 09-03-12 09:17
30 GRAM | maart 2012
Het gemeentelijk afvalbeheer mag zich in de aandacht
van de wetenschap verheugen. Maar liefst twee studies
naar de kosteneffi ciency en doelmatigheid van het af-
valmanagement door gemeenten zagen recent het le-
venslicht. De eerste is van hoogleraar economie Elbert
Dijkgraaf van de Rotterdamse Erasmusuniversiteit.
Samen met Raymond Gradus, zijn collega aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam, neemt hij al sinds 1997 het
gemeentelijk afvalbeheer onder de loep. “Veel keuze
hadden gemeenten toen nog niet”, blikt hij terug. “Het
alternatief voor zelf inzamelen waren de private jon-
gens, die zich in die tijd op het scherpst van de snede
in de markt probeerden in te vechten met lage tarie-
ven. De publieke NV bestond nog niet. Pas in de laatste
jaren zie je samenwerking echt opbloeien.” Op basis
van vijftien jaar afvalmarktstudie noteert Dijkgraaf een
ongekende dynamiek. “Geen enkel jaar is hetzelfde.”
Het tweede onderzoek werd uitgevoerd door IPSE – de
letters staan voor Innovatie en Publieke Sector Effi ciën-
tie Studies – aan de Technische Universiteit Delft. Deze
onderzoeksgroep houdt zich bezig met de productivi-
teit van de publieke sector. Een aanzienlijk deel van dit
onderzoek maakt deel uit van een door het ministerie
van Binnenlandse Zaken gesubsidieerde vierjarig onder-
zoeksprogramma. Naast een groot aantal trendstudies
worden vier sectoren nader toegelicht. Dit onderzoek
loopt tot eind 2013. Een van die sectoren is de afval-
inzameling en -verwijdering. “Een belangrijke branche
waar veel geld in omgaat”, zegt onderzoekster Flóra
Felsö. De sector leent zich bij uitstek om productiviteit
te meten en de eff ecten van beleidskeuzes (aanbeste-
den of niet) en de verdere invulling ervan te onderzoe-
ken, legt de van origine Hongaarse uit.
DatasetWat nu eerst goed is om te weten, is uit welke bron bei-
de wetenschappers putten. Voor beide onderzoeken is
dat de dataset die via Agentschap NL afkomstig is van
COELO, dat staat voor het Centrum voor Onderzoek
van de Economie van de Lagere Overheden. Dit onaf-
hankelijke onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit
Groningen enquêteert gemeenten jaarlijks over van al-
les en nog wat, ook over hun afvalbeheer. Deze ge-
gevens beslaan inmiddels tientallen jaren, namelijk de
periode van 1998 tot en met 2010. De onderzoekers
Dijkgraaf en Gradus beschikten over deze volledige set
aan data. In Delft gebruikte men de gegevens van 2001
tot en met 2009.
De onderzoeken zelf hebben een net iets andere fo-
cus. Dijkgraaf en Gradus kijken naar de kosten van de
gemiddelde gemeente voor een bepaald productieni-
veau en hoe dat gemiddelde bij de verschillende orga-
nisatievormen (van zelf inzamelen en overheids-NV tot
samenwerking tussen gemeenten en aanbesteden aan
een private partij) verschuift. In Delft probeert men de
laagst mogelijke kosten voor een bepaald productieni-
veau (lees: aantal huishoudens en hoeveelheid afval)
vast te stellen. Vervolgens kijkt men naar de afwijkin-
gen daarvan. Gemeenten kunnen zo leren hoe goed
ze het doen doordat ze zich met andere gemeenten
kunnen vergelijken, het schoolvoorbeeld van bench-
marking. De score voor doelmatigheid varieert tussen
0 en 100 procent. Een percentage van 70 betekent dat
een gemeente zijn kosten met 30 procent kan redu-
ceren. De gemiddelde score is hoog: in 2009 bijvoor-
beeld 96,7 procent. Felsö: “Dit komt doordat veel van
de verschillen verklaard worden door factoren die voor
de gemeente nauwelijks te beïnvloeden zijn en waar-
voor wij eerst corrigeren, zoals het aantal huishou-
dens, de hoeveelheid afval, straatlengte en het niveau
van stedelijkheid.” Door al deze correcties werden de
verschillen dus kleiner, wat de hoge gemiddelde score
van 96,7 procent verklaart. Wat echter overeind bleef
staan, was de conclusie dat het aanbesteden van de
WETENSCHAPPERS TWISTEN OVER BESTE INZAMELVORM
door Pieter van den Brand
Privaat is beter, nee samenwerking!
Gemeenten hanteren verschillende organisatievormen voor de inzameling en verwijdering van afval,
van zelf inzamelen en verzelfstandiging in de overheids-NV tot uitbesteden aan een publieke of private
partij. Wat is nou het beste? Een aantal wetenschappers zocht het uit. Met opvallende verschillen in
uitkomst.
Gemeenten die de afvalinzameling
aanbesteden aan een private partij
kiezen vaker voor diftar
120177_GRAM_mrt_2012.indd 30 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 31
inzameling aan een private partij het meest doelmatig
is, dat wil zeggen dat deze gemeenten dichter bij het
laagste mogelijke kostenniveau zitten. “Bij privaat zien
we een signifi cant eff ect optreden, al is het eff ect niet
zo groot”, zegt Felsö.
VerschillenWaarmee je eigenlijk zou verwachten dat uit het onder-
zoek van Dijkgraaf en Gradus een zelfde beeld zou rol-
len met hooguit kleine verschillen in cijfers. Dat blijkt
geenszins het geval. Hun hoofdconclusie is namelijk
dat samenwerking bij de afvalinzameling het goed-
koopst is. De in Delft getrokken conclusie was echter
ook in de eerste studies van Dijkgraaf en Gradus de
dominante gevolgtrekking. Pas in de laatste studie
kwam samenwerking signifi cant als goedkoopste op-
tie uit de bus. “Allereerst een kwestie van voortschrij-
dend inzicht”, zegt Dijkgraaf. “Omdat we nu over een
dataset voor bijna alle gemeenten in de periode 1998-
2010 kunnen beschikken, zien we dat gemeentelijke
samenwerking de meest eff ectieve methode is om
schaalvoordelen te benutten.” Een resultaat dat werd
ingegeven door een andere statistische methode toe
te passen. Dijkgraaf legt uit: “In het huidige model dat
we hebben gebruikt, kunnen we rekening houden met
allerlei specifi eke kenmerken. Er zijn namelijk factoren
die niet in de dataset zijn terug te vinden, die dus niet
geobserveerd kunnen worden, maar wel van invloed
zijn op de kosten. De ene gemeente kan bijvoor-
beeld vastzitten aan een langjarig, hoog tarief,
terwijl de ander op de spotmarkt terecht kan. Of
denk aan cultuurverschillen. De ene gemeente is
nou eenmaal kostenbewuster dan de ander. Ook
corrigeert dit nieuwe model automatisch voor
diftar, dat van grote invloed is op de hoeveel-
heid ingezameld afval. Gemeenten die kiezen
voor aanbesteden aan een private partij kie-
zen vaker voor diftar.”
Deze zogeheten fi xed eff ects-methode
geeft volgens Dijkgraaf uiterst be-
trouwbare resultaten, “naast het
feit dat we veel data hebben.”
Maar levert wel een ontluis-
terend verschil in uitkomst
op. Waar een gemeente
gemiddeld twaalf procent op de totale kosten kon be-
sparen voor uitbesteding aan een privaat bedrijf, blijkt
de samenwerking tussen gemeenten in het tweede mo-
del vier procent goedkoper te zijn. Uitbesteding aan
een private onderneming is (nog maar) drie procent
goedkoper dan zelf afval ophalen met de eigen inza-
meldienst, het niveau waarop geijkt wordt.
ContractduurEen vreemde conclusie, vindt Felsö, want in het in
ESB gepubliceerde artikel van Dijkgraaf en Gradus
van oktober vorig jaar vond ze geen enkele aanwij-
zing dat samenwerking het meest oplevert. “Bij een
contractduur van vijf en tien jaar scoort privaat het
best. Stond de private partij niet bovenaan, dan liet
de publieke inzamelaar het goedkoopste resultaat
zien, maar nergens de keuze van samenwerking. Al-
leen bij de contracten die voor veertien jaar of meer
worden gesloten, vinden we voor twee jaartallen
de samenwerkende gemeenten aan top. Echter, bij
vijf jaartallen doet privaat het weer het goedkoopst.
Doelmatigheidsscore gemeenten
bij afvalinzameling (IPSE/TU-Delft,
2009)
120177_GRAM_mrt_2012.indd 31 09-03-12 09:17
Adv Schuitemaker
1/2
adv Gebr. de Vor
1/4
adv van Do Clean
1/4
Hoge kosten voor
?reinigen olielekkages
Olielekkages zijn
gemakkelijk zelf
te reinigen m.b.v.
AQUAQUICK 2000.
Deze unieke
wegdek-
ontvetter
wordt al
toegepast
door bijna alle
brandweerkorpsen
en wegbeheerders.
Bespaar op kosten en tijd,
wij informeren u graag!
VanDoClean B.V. / Absorbit
Tel. 0416-66 80 60
www.vandoclean.nl
Fax 0416-66 80 65
VanDoClean
De oerdegelijke strooimachines van Epoke uit Scandinavië. Maar ook sneeuwploegen, zoutoplossers en sproeimachines: Voor de winterdienst in de volle breedte, leidt de weg naar Schuitemaker. Bovendien is Schuitemaker voor u continu op zoek naar innovatieve oplossingen, zoals onze nieuwe houten opslagsilo’s. Want alleen Schuitemaker biedt kwaliteitsmerken, een gevarieerd en compleet programma, doortimmerd advies en uitstekende service. Zegt u winterdienst, denk dan aan Schuitemaker!
Schuitemaker B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | www.sr-schuitemaker.nl
Schuitemaker. Winterdienst in de volle breedte
Gebr. De Vor Achterveld BVHessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELDTel. 0342 45 95 41 • [email protected] • www.devor.nl
GEEN COMPROMIS
ALTIJD INZETBAARHOLDER is het gehele jaar inzetbaar:o.a. voor onkruid borstelen, maaien, snoeiwerkzaamheden, blad ruimen,
vegen, versnipperen en de winterdienst. Per saldo goedkoper:
één aandrijfmachine voor alle voorkomende werkzaamheden!
120177_GRAM_mrt_2012.indd 32 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 33
“Deze conclusie is wel erg snel genomen. De uitspraak
dat samenwerken goedkoper is dan privaat, is onjuist.
Je kunt hooguit stellen dat samenwerken goedkoper
is dan zelf inzamelen. Publiek of privaat, daar kun je
geen uitspraak over doen. Overigens vinden wij geen
signifi cant verschil tussen zelf doen of samenwerken.”
De tweede opmerking die Felsö over het onderzoek van
Dijkgraaf en Gradus wil maken, is de vraag hoe groot
de zogeheten ‘n’ in hun tweede onderzoek met statis-
tisch model 2 is. “Op hoeveel waarnemingen is hun on-
derzoek gebaseerd? Ik heb dat nergens terug kunnen
vinden. Vanwege de specifi eke kenmerken hanteren ze
een gemeente-dummy. Als een gemeente echter in al die
jaren haar inzamelmethode niet heeft aangepast, valt ze
vanzelf uit het onderzoek. Dan gooit de computer zo’n
gemeente eruit. In dat geval gaat het om veel gemeen-
ten. Zo zijn Amsterdam en Rotterdam hun inzameling
sinds 2001 nooit anders gaan organiseren. Als we dat
op ons databestand zouden doen, zouden we maar 42
procent overhouden. De conclusie dat samenwerking
signifi cant vier procent goedkoper is dan zelf inzame-
len, is dan wel op veel kleinere aantallen gemeenten ge-
baseerd. Dat maakt het onderzoek niet sterker.”
Analyse“Onze conclusie is nou eenmaal de uitkomst van onze
analyse”, reageert Dijkgraaf. “Wij geven een gemiddel-
de aan. Dat hoeft niet automatisch uit de onderzoeks-
gegevens, zoals we ze in onze tabellen gepresenteerd
hebben, naar voren te komen. Wat wij doen is jaarlijks
de eff ecten van de door gemeenten gekozen inzamel-
vorm laten zien. Daarmee tonen we aan dat de eerder
getrokken conclusie dat privaat het goedkoopst was,
niet klopte. Dat is de kern van ons nieuwe onderzoek.
Dat we een signifi cant resultaat hebben gevonden, be-
tekent dat we volgens de wetten van de statistiek vol-
doende waarnemingen hebben gedaan. Wat wij vooral
willen zeggen is: pas op, je kunt niet stellen dat de ene
organisatievorm beter is dan de andere. Dat hangt af
van de dynamiek in de markt en die is elk jaar anders.”
Dijkgraaf heeft in dat opzicht juist kritiek op de studie
van IPSE. “Zij komen met één doelmatigheidsscore voor
de hele periode van 2001 tot en met 2009. Ze gooien
alles op één hoop. Dat is weinig zinvol, want je gaat
zo voorbij aan de enorme dynamiek in de afvalmarkt.”
Volgens Felsö is dit onjuist. “De door ons gepresen-
teerde gegevens hebben betrekking op het laatste jaar,
namelijk 2009. De ontwikkelingen in de tijd zijn wel
degelijk onderzocht. Er zijn schommelingen, maar het
algemeen beeld blijft hetzelfde. Op twee jaar na is pri-
vaat wel degelijk het meest doelmatig. Overigens, ook
als we alles op één hoop gooien dan kom je uit op
ongeveer hetzelfde als voor 2009.” Een verklaring die
Dijkgraaf en Gradus aanvoeren voor waarom privaat
slechter uit de bus komt dan in eerder onderzoek, is
dat privaat minder sterk scoort voor lange-termijncon-
tracten. Felsö heeft een andere uitleg. “Gemeenten die
van organisatievorm veranderen, gaan vaak over op
iets nieuws, denk aan ondergrondse containers. Daar
staan investeringen tegenover door de private partij.
De gemeente stelt de nieuwe partner in staat deze
investering terug te verdienen. Daarmee zijn wel ho-
gere kosten gemoeid.” Keiharde data heeft Felsö hier
niet voor, “maar we gaan dit in ons vervolgonderzoek
dit jaar wel proberen te achterhalen. Dan nemen we
ook nog niet onderzochte kenmerken mee, zoals de
kosten die gemeenten maken voor aanbestedingen en
het monitoren van de private partij en de incentives
die zij met hun private partner overeenkomen, zoals
een inspanningsverplichting of een prestatieafspraak.
Hiervoor willen we bij gemeenten de bestekken gaan
opvragen. Diftar zit zijdelings in ons eerste onderzoek,
maar dat is inderdaad ook een van de volgende aan-
dachtspunten. Private partijen zijn nu een paar procent
goedkoper. Maar stel dat je als gemeente veel kosten
moet maken bij de controle of de private partij zijn af-
spraken nakomt, dan kun je je afvragen of deze uit-
voeringskosten wel opwegen tegen de keuze voor een
private partij.”
VerzetDijkgraaf looft de Delftse ambities. “Een derge-
lijk vervolg zou schitterend zijn. Het is echter ook
noodzakelijk, om nog meer aspecten boven water te
krijgen.” Zelf zegt hij dat hem de tijd ontbreekt om
aan zijn eigen onderzoek een dergelijk vervolg te ge-
ven. Naast zijn hoogleraarschap is de wetenschapper
druk als Tweede-Kamerlid voor de SGP. Dat gegeven
gaf overigens weer voeding aan het in een aantal me-
dia gesuggereerde verwijt dat zijn onderzoek politiek
zou zijn gekleurd. Dijkgraaf en Gradus, ook directeur
van het wetenschappelijk bureau van het CDA, zouden
met hun conclusie aan willen sluiten bij het groeiende
verzet tegen aanbestedingen. Dat samenwerking als
goedkoopst uit de bus komt, zou dus geen toeval zijn.
Dat is absoluut niet het geval, wenst Dijkgraaf te bena-
drukken, “en is volstrekt irrelevant. Sommige mensen
kunnen er blijkbaar niet tegen dat iemand twee func-
ties heeft. Ik weet dat volledig te scheiden. Deze kritiek
doet me helemaal niets.” ■
Dijkgraaf: “je kunt niet stellen dat de
ene organisatievorm beter is dan de
andere. Dat hangt af van de dynamiek
in de markt en die is elk jaar anders.”
120177_GRAM_mrt_2012.indd 33 09-03-12 09:17
Adv Sidcon
1/4
Bijsterhuizen 11-20a | 6546 AS Nijmegent 024 - 344 66 82 | e [email protected] | www.sidcon.nl
024 - 344 66 82 | www.sidcon.nl
De ondergrondseperscontainer van Sidcon
De meest effectieve manier van kunststof inzameling(zie op onze website welke besparingen mogelijk zijn)
Een schone en veilige binnenstad(zie referenties op onze website)
De Wet werken naar vermogen heeft
vanaf 2013 forse consequenties voor ge-
meenten, afval- en reinigingsbedrijven,
SW-bedrijven en andere partijen actief in
de buitenruimte.
Op 5 april organiseert de NVRD in de
Reehorst Ede de themadag ‘wegwijs in
werken naar vermogen.’ Op het program-
ma tijdens deze themadag staan de ach-
tergronden, kaders, gevolgen en keuze-
mogelijkheden die de wet biedt voor de
branche. Ook staan voorbeelden uit de
huidige branchepraktijk centraal. Onder-
werpen en sprekers op de themadag zijn:
De kansen van de Wet werken naar
vermogen
Mark Leemans, senior adviseur bij KplusV
organisatie advies
Gevolgen Wet werken naar vermo-
gen voor gemeenten
René Paas, voorzitter Divosa, de Neder-
landse vereniging van gemeentelijke
managers op het terrein van participatie,
werk, inkomen en sociale vraagstukken
Social return in aanbestedingen
René van Wilgenburg, hoofd inkoop, Ro-
teb Rotterdam.
Oprichting van regionale werkbe-
drijven
Robert Schouten, partner IPR Normag
Management Consulting
Een mix van integratie en op af-
stand plaatsen; kansen om beleids-
doelstellingen te koppelen en te
realiseren
Cees Paridaans, directeur Brabants
Afval Team, Tilburg
Leer- en ontwikkeltrajecten
André Hertog, Directeur Irado
De rol van kringloopbedrijven
Hen Schreurs, Projectleider WAA Groep
Hoe om te gaan met opleidingen,
loonvorming en kwalifi catie van
werknemers afkomstig uit de Wet
werken naar Vermogen
Vertegenwoordiger van leerwerkbedrijf
IW4 Veenendaal
Deze themadag is ook interessant voor
bestuurders en iedereen die te maken
krijgt met de Wet werken naar vermogen.
Stuur deze uitnodiging gerust door.
Voor informatie: secretariaat NVRD, tel.
088-3770000, e-mail [email protected]
Aanmelden kan op www.nvrd.nl
NVRD Themadag: Wegwijs in werken naar vermogen
120177_GRAM_mrt_2012.indd 34 09-03-12 09:17
GRAM | maart 2012 35
nieuwsTekst: Bas Peeters en Ilse van der Grift
Na langdurige en moeizame onderhande-
lingen is op 5 maart het langverwachte
Onderhandelakkoord Verpakkingen ge-
presenteerd. De NVRD is eind november
gevraagd haar deskundigheid mee aan de
onderhandeltafel te brengen maar heeft
nadien feitelijk niet meer deelgenomen aan
de onderhandelingen. Wel is de VNG-dele-
gatie desgevraagd van informatie voorzien
en is advies gegeven aan de wethouders
in de klankbordgroep. Het Onderhandel-
akkoord geeft goede ambities weer voor
meer recycling en verduurzaming van ver-
pakkingen. Ook zijn in het akkoord de con-
touren van een nieuwe fi nancieringstruc-
tuur neergelegd en wordt geen beperking
gegeven voor de hoeveelheid in te zame-
len kunststoff en en papier. Verder wordt er
structureel 20 miljoen beschikbaar gesteld
voor de zwerfafvalaanpak in gemeenten,
is er keuzevrijheid voor gemeenten tussen
De NVRD vindt dat het Onderhandelakkoord
op de volgende punten nog tekortschiet:
• Te lage recyclingambities
• Producentenverantwoordelijkheid onvol-
ledig ingevuld
• Nog geen duidelijkheid over vergoedin-
gen voor gemeenten
• Afschaffi ng statiegeld voorbarig
• Totaalplaatje mist
De volledige reactie van de NVRD is te vin-
den op www.nvrd.nl
Algemeen Overleg Tweede Kamer
De eerste reactie van de politiek kwam tij-
dens het Algemeen Overleg op 7 maart.
Met name de voorgestelde afschaffi ng van
statiegeld leverde veel discussie op, zeker
omdat er nog weinig concrete resultaten
tegenover stonden. Een aantal partijen
bepleit uitstel van deze beslissing. Daar-
naast waren partijen het erover eens dat
er ook afspraken gemaakt moeten worden
voor de drankenkartons en blik. De keuze-
vrijheid voor gemeenten tussen bron- en
nascheiding werd breed omarmd. Net als
het Onderhandelakkoord had het debat
veel open einden.
Staatsecretaris Atsma
op NVRD-Congres
Het NVRD Jaarcongres Schoon-gewoon
op 24 mei 2012 in Dalfsen belooft
een groot succes te worden. Promi-
nente sprekers zoals staatssecreta-
ris Atsma, Thomas Rau, Maurice de
Hond, Jan Terlouw en Maurits Groen
zullen tijdens het congres spreken.
Onderwerpen zoals de integratie van
het afvalbeheer en het beheer van de
openbare ruimte, hoe om te gaan met
grondstoff enschaarste en het activeren
van de rol van de burger zullen uitge-
breid aan bod komen. Kom ook naar
dit congres en laat u inspireren! Kijk
snel op www.schoon-gewoon.nl voor
meer informatie en meldt u vast aan.
bron- en nascheiding en wordt gestart met
een verduurzamingsagenda voor het ver-
pakkend bedrijfsleven. Op hoofdlijnen een
belangrijk resultaat voor de sector.
Reactie NVRD
Toch zijn er nog te veel open eindes in het
Akkoord die snel opgelost moeten worden.
De kranten hebben vol gestaan over de
voorgenomen afschaffi ng van statiegeld.
Naast het feit dat dit slechts een onderdeel
is van het Onderhandelakkoord, is afschaf-
fi ng wat de NVRD betreft nog geen gelopen
koers. De afschaffi ng van de verpakkingen-
belasting leidt tot een forse lastenverlaging
voor het bedrijfsleven. Hiervoor zouden
nieuwe en afrekenbare doelen voor in de
plaats moeten komen zoals de inzameling
van drankenkartons en blik en een verduur-
zaming van alle verpakkingen. Gemeenten
en hun publieke bedrijven zijn graag bereid
te investeren in de inzamelstructuur om tot
meer recycling te komen. Maar dan moet
in het Akkoord voor 10 jaar een helder
vergoedingen- en dus investeringskader
worden opgenomen en moeten afspraken
worden gemaakt over de recycling van alle
verpakkingen, dus ook drankenkartons,
blik en piepschuim.
Agenda
28 mrt werkgroep
Huishoudelijk Afval
29 mrt commissie Markt & Overheid
5 apr Themadag
10 apr redactievergadering GRAM
Onderhandelakkoord Verpakkingen, meer dan alleen statiegeld
120177_GRAM_mrt_2012.indd 35 09-03-12 09:17
Adv Humana
1/4
In 2011 werd in totaal 1.687 ton aan armaturen ingeleverd, 545 ton
meer dan het jaar ervoor. Een stijging die voornamelijk te danken is
aan de armaturen die terugkomen via ingeleverd bruin- en witgoed.
Na een stagnatie in 2009 en 2010 van de inzameling van tl-buizen
- die mede werd veroorzaakt door een aanhoudende malaise in de
bouwsector - zit deze nu weer in de lift en groeide het ingezamelde
volume met 5% naar 1.173 ton.
Professionele marktDe focus voor dit jaar zal bij LightRec en uitvoeringsorganisatie Wecy-
cle blijven liggen op de professionele markt. Eerder onderzoek door
Möbius toont aan dat ongeveer 80% van de in te zamelen lampen en
armaturen uit dit circuit zal komen. De installatiebranche levert mo-
menteel nog minder lampen in dan op grond van de verkoopcijfers
mag worden aangenomen.
Jeroen Bartels, manager van LightRec, legt uit: “We weten niet waar
de oude lampen en armaturen uit de professionele markt dan wél te-
rechtkomen. Er zijn geen signalen dat tweedehands lampen en arma-
turen worden geëxporteerd. Om erachter te komen waar de lampen
armaturen blijven, stellen we dit jaar een onderzoek in. Op die manier
hopen we de inzameling binnen de professionele markt structureel te
kunnen verbeteren.”
VoorlichtingLightRec investeerde de afgelopen jaren met de Wecycle-
campagnes fors in voorlichting over de inzameling van
energiezuinige lampen en armaturen, hetgeen nu zijn
vruchten lijkt af te werpen. Uitvoeringsorganisatie We-
cycle startte op 27 februari een vervolgcampagne voor
installateurs. Daarin staan de diverse gratis inzamel-
bakken voor lampen, tl-buizen en armaturen centraal.
Daarnaast staat Wecycle dit jaar opnieuw op diverse
beurzen. Daar licht men zowel consumenten als profes-
sionale gebruikers voor over om zowel consumenten als
professionele gebruikers voor te lichten over het nut en
de noodzaak van de inzameling van elektrische appa-
raten in het algemeen en lampen en armaturen in het
bijzonder. ■
door Sarah Valkering
Inzameling lampen en armaturen laat fl inke groei zien
In 2011 leverden Nederlanders 22% meer lampen en armaturen in voor recycling, maakt Stichting LightRec bekend.
LightRec is in Nederland namens de producenten opdrachtgever voor de inzameling en recycling van armaturen. De
aanzienlijke stijging is voornamelijk te danken aan een snel groeiend volume armaturen (48%). De inzameling van
lampen zelf steeg met 4%. LightRec is tevreden over de inzamelresultaten, maar vindt de groei van de inzameling bij
de professionele markt nog onvoldoende.
120177_GRAM_mrt_2012.indd 36 09-03-12 09:18
GRAM | maart 2012 37
door Geke Wassink
“Scholieren zijn dol op appelfl appen,”
weet Patrick van Vught aan de hand van
het afval voor zijn deur, hij woont aan
een snoeproute. Aanvankelijk ergerde hij
zich behoorlijk aan dat zwerfafval totdat
hij een verpakking eens goed bekeek. De
geribbelde zijkant en de wafeltjes struc-
tuur aan de bovenkant deden hem aan
een gebouw denken. Vanaf dat ogenblik
verzamelde Van Vught kunststof verpak-
kingen met een bijzondere vorm.
“Negatief om te zetten in positief hield
me al een tijd bezig. Als je een leeg
doosje volgiet met gips, maak je positief
een miniatuur gebouw zoals je op een
maquette ziet.” Van Vughts idee was:
meer vormen verzamelen. In het begin
raapte hij die van straat, op een gegeven
moment werd de supermarkt een ‘Fund-
grube’. “Je ziet normaal nooit hoe mooi
die vormen zijn, je kijkt er niet op die
manier naar. Piepschuim is ook fascine-
rend.” In zijn atelier gebruikte hij al het
afval voor het bouwen van een stad.
Vanuit een behoefte naar groter werk
ontstond het idee met jongeren die afval
voor zijn deur gooien het project in een
bredere context te plaatsen: jongeren be-
wust maken van afval en wat je er mee
kunt doen, een kunstproject met archi-
tecturale trekken. Nee, de school met de
vervuilende leerlingen wilde niet mee-
werken, te druk met andere zaken. In
het Amadeus Lyceum, een cultuurschool
in de nieuwe wijk Leidse Rijn was Van
Vught welkom als ‘artist in residence’.
Dat had nog een bijzonder gevolg, de
school geldt als koploper op het gebied
van onderwijsvormen. Talrijke schoolde-
legaties en zelfs het ministerie van On-
derwijs bezochten de school om te kij-
ken wat daar gebeurt en maakten zo ook
kennis met het twaalf weken durende
project. Het Fonds BKVB (grootste fonds
op het gebied van beeldende kunsten,
vormgeving en bouwkunst) subsidieerde
het project.
Het Dystopia project vond plaats tijdens
de lessen Handenarbeid. Uit elke klas
deden vijf vrijwilligers mee. Uiteindelijk
werkte Van Vught met twaalf groepjes
van vijf leerlingen over de week ver-
spreid. De vrijwilligers brachten zelf
het afval in allerlei vormen mee. Het
Amadeus Lyceum, net in een nieuw ge-
bouw, is als groeischool ruim opgezet.
Het enorme atelier stond nog leeg, daar
richtte Van Vught zijn laboratorium in:
een ruimte voor het gips aanmaken, een
ruimte om de vormen te vullen en een
droogruimte. “Grote ramen scheiden het
atelier van de kantine, zo was ons werk
voor iedereen zichtbaar.” Dystopia werd
in de kantine tentoongesteld. “Voor de
opening was iedereen uitgenodigd, tot
opa’s en oma’s toe.” Nu staat Dystopia
genummerd in delen opgeslagen. Mis-
schien voor een volgende tentoonstel-
ling of, in delen, als relatiegeschenk voor
verpakking- of reinigingsindustrie. Lukt
dat niet, dan kan het gips nog altijd naar
een gipsrecyclingbedrijf.
Dystopia (detail)
NIEUWSDystopia: stad uit verpakkingsafvalZeventig scholieren van het Amadeus Lyceum in Vleuten werkten mee aan het project Dystopia van kunstenaar Patrick
van Vught*. Het resultaat: een 70m2 grote maquette van een witte stad gemaakt uit gipsafdrukken van verpakkingsafval.
* Van Vught studeerde af aan de HKU (Hoge School voor Kunst Utrecht), afdeling Fine
Arts (autonome beeldende kunst). Voor meer informatie: www.patrickvanvught.nl
120177_GRAM_mrt_2012.indd 37 09-03-12 09:18
38 GRAM | maart 2012
Icopal, producent van producten voor de
bescherming en afdichting van bouw-
constructies, introduceerde op de Nati-
onale Dakendag (26 oktober 2011) een
volledig inzamel- en recyclingprogram-
ma voor bitumen dakbedekking. Dit pro-
gramma, BiELSo® (Bitumen Endless Life
Solutions), zorgt voor het hergebruik
van snijafval van bitumineuze dakbedek-
king tot nieuwe bitumineuze producten.
Icopal kan met het BiELSo® proces bi-
tumineuze dakbedekking 100 procent
recyclen tot nieuwe hoogwaardige, ge-
certifi ceerde dakbedekking in de vorm
van ‘nieuwe’ BiELSO® rollen. Snijafval
hoeft niet meer naar de stortplaats. Dit
levert een besparing op verwerkingskos-
ten op. Bovendien zijn er minder nieuwe
grondstoff en nodig, waardoor energie
bespaard wordt. Bitumen snijafval kan
ingeleverd worden bij de inleverpunten
die onder het BiELSo® systeem vallen.
Hiervoor zijn gratis zakken verkrijgbaar
bij door Icopal geselecteerde inlever-
punten. Voor sloopdaken geldt dat een
stukje van het materiaal opgestuurd kan
worden naar Icopal. Icopal bekijkt dan of
het materiaal voor recycling geschikt is.
Inlichtingen www.bitumenrecyling.nl. Op
de site staan ook de inleverpunten.
NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWSHergebruik van bitumen dakbedekking
Sinds begin dit jaar is de technische han-
delsonderneming C. van der Pols & Zn.
alleen importeur van RSP zuig-/graafma-
chines voor de Benelux. Dankzij de RSP
zuigtechniek kan er worden gegraven zon-
der het risico op beschadiging van kabels
of leidingen. Deze machines zijn een op-
lossing op plaatsen waar grondverzet met
hydraulische graafmachines niet mogelijk,
te gevaarlijk of te arbeidsintensief is.
RSP zuigmachines bieden een korte
inzettijd en snelle gronduitgraving
zonder beschadigingen. Ook is er sprake
van beperkte verkeershinder en milieu-
belasting.
De toepassingsgebieden zijn onder meer:
– snel verwijderen van grond/zand
rondom leidingen en kabels zonder
schade
– verwijderen van grond/zand op moeilijk
bereikbare plaatsen tot een lengte van
±40 meter
– reinigen van ondergrondse afvalopvang-
systemen
– reinigen van afvoerputten en straatkolken
– verwijderen van vervuilde grond rond-
om boomwortels.
Inlichtingen www.rsp-germany.com
Pols Zuidland importeur RSP zuig-graafmachines
120177_GRAM_mrt_2012.indd 38 09-03-12 09:18
GRAM | maart 2012 39
NIEUWS
De Duitse Bondsdag heeft een nieuwe
afvalwet goedgekeurd, het Kreislaufwirt-
schafts- und Abfallgesetz. Deze wet legt
de focus op vermindering en hergebruik
van afval.
De wet is de implementatie van de Eu-
ropese Kaderrichtlijn Afval (KRA) en be-
paalt dat:
– het vanaf 2015 verplicht is de inzame-
ling van glas, papier, kunststof, meta-
len en bioafval te scheiden;
– vanaf 2020 ten minste 65 procent van
het huishoudelijk afval en 70 procent
van het bouw- en sloopafval moet wor-
den gerecycled;
– het ministerie samen met de deelsta-
ten voor 2013 preventiedoelstellin-
gen met bijbehorende maatregelen
moet vastleggen in een afvalpreventie-
programma.
Wertstoftonne
Het moet mogelijk worden om recycle-
bare materialen (verpakking en niet-
verpakkingen, zoals speelgoed) in te
zamelen in één afvalcontainer, de Wert-
stoff tonne. De wetgever gaat ervan uit
dat door deze Wertstoff tonne 7 kilo per
inwoner per jaar extra gerecycled gaat
worden.
Voorrang
De nieuwe afvalwet bepaalt ook dat
gemeentelijke afvalbedrijven voorrang
hebben op commerciële afvalbedrijven
als de gemeente zelf een effi ciënt inza-
mel- en recyclingsysteem heeft. Daarmee
voldoet de wet volgens de Duitse milieu-
minister ook aan alle Europese voorwaar-
den voor een eerlijke verdeling van de
markt tussen de publiekrechtelijke en de
commerciële afvalbedrijven.
Digitaal
Het door de Bondsdag aangenomen wets-
ontwerp is digitaal beschikbaar: http://
dip.bundestag.de/btd.
Het standpunt van de branchevereniging
van commerciële afval- en recyclingbedrij-
ven (BDE Bundesverband der Deutschen
Entsorgungs-, Wasser- und Rohstoff wirt-
schaft) staat op www.bde-berlin.org.
Duitsland krijgt nieuwe afvalwet
Preventie zwerfafval bij landelijke winkelketensLandelijke winkelketens lijken zich niet
zo druk te maken over zwerfvuil voor
de deur. Enkele zien af van medewerking
(V&D en NS), hebben geen landelijk be-
leid of ze kennen geen landelijke richtlij-
nen. “Het schoon en netjes houden van
de winkelomgeving behoort bij de taak
van het fi liaal” laat een HEMA pr-mede-
werkster weten. Daar steekt McDonald’s
erg gunstig bij af.
McDonald’s hanteert strenge regels om
zwerfafval rond hun vestigingen te voor-
komen. “Vanaf het moment dat een res-
taurant opent, dienen alle medewerkers
zich dagelijks aan diverse richtlijnen
rond zwerfafval te houden,” vertelt Art
van der Vorm, communicatie coördinator
McDonald’s Nederland B.V.
Dat houdt in dat ze het eigen parkeer-
terrein en de directe omgeving moeten
schoonhouden. “Veel restaurants gaan
daar nog veel verder in en houden een
wijdere omgeving schoon. Elk restaurant
ruimt meerdere keren per dag het zwerf-
afval op waardoor het tot een minimum
wordt beperkt. Daarnaast wordt met Ne-
derland Schoon gekeken naar initiatieven
om het zwerfafval nog verder te reduce-
ren.” Aan de hand van checklists wordt
gemeten hoe schoon het parkeerterrein
en omgeving is, elk restaurant moet die
lijsten gebruiken. Schoon scoort hoog bij
McDonald’s: elk restaurant krijgt twee
keer per maand bezoek van een mistery
shopper, in die ‘mistery-shopping’ ver-
slagen wordt dit meegenomen. Van der
Vorm: “Verder houden onze eigen fi eld-
consultants dit ook in de gaten.”
Tekst: Geke Wassink
McDonald’s voert een strikt landelijk beleid ter bestrijding van zwerfafval
120177_GRAM_mrt_2012.indd 39 09-03-12 09:18
Adv Savas
1/4
Adv VDL Container
1/4
Opnieuw opgevraagd!
Zaltbommel 0418 - 51 53 22 www.savas.com *
ex
BT
W, i
nb
ou
w-
en
tra
nsp
ort
kost
en
Stoelen voor verschillende toepassingen en gebruik.
Voor iedereen een goede stoel! Probeer 4 weken g
NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS
Onlangs is de Stichting Niet-Chemische
Onkruidbestrijding op verhardingen
(Stichting NCO) opgericht. Stichting NCO
vertegenwoordigt de belangrijkste leve-
ranciers van niet-chemische methoden en
technieken van onkruidbestrijding in Ne-
derland. Voorbeelden van deze methoden
zijn onkruidbestrijding door middel van
heet water, branden, borstelen en hete
lucht. De stichting heeft als doel de ont-
wikkeling en bevordering van niet-chemi-
sche bestrijding van onkruid op verhar -
dingen, het verspreiden en delen van
objectieve kennis en informatie over
niet-chemische onkruidbestrijding en
het toegankelijk maken van alle kennis
en argumenten voor niet-chemische on-
kruidbestrijding.
Inlichtingen www.stichting-nco.nl
Stichting NCO
Saff aan-Fotografi e, Nationale Beeldbank
120177_GRAM_mrt_2012.indd 40 09-03-12 09:18
Adv AW materieel
1/4
Verhuur van reinigingsmaterieel
Service, revisie en onderhoud
Ach
terl
ader
Kra
an-h
aak
Zijla
der
Ecopark 28, 8305 BK Emmeloord Tel: 0527 622882
[email protected] • www.awmaterieel.nl
NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS
Een vloeistofdichte of vloeistofkerende
vloer is voor milieustraten en afvalver-
werkers een kostbare investering. Het
gebruik van containers kan deze voorzie-
ningen snel aantasten. Advies- en ingeni-
eursbureau Oranjewoud ontwikkelde in
samenwerking met NOLIM een nieuw pro-
duct: Containershield. Dit is een fl exibele
lichtgewicht plaat die voorzieningen be-
schermt tegen beschadigingen. Volgens
de Wet Bodembescherming is een vloei-
stofdichte of -kerende vloer een verplichte
voorziening om het milieu te beschermen
tegen gevaarlijke stoff en. “In milieustra-
ten en bij afvalverwerkers wordt intensief
gewerkt met zware containers. Dit leidt
snel tot beschadigingen. Zodra een vloer
geen optimale bescherming meer biedt,
krijgen bedrijven te maken met verplichte
onderzoeken, reparaties, herkeuringen en
mogelijk zelfs bodemsanering.
Geen staal, maar kunststof
Tot voor kort waren er geen afdoende op-
lossingen die optimale bescherming bo-
den. Remco van ‘t Klooster, adviseur bij
Oranjewoud: “Op dit moment werken veel
bedrijven met stalen beschermingsplaten.
Hier kleven echter nadelen aan. Ze gaan
roesten, verbuigen, raken beschadigd,
moeten verlijmd of verankerd worden en
geven geluidsoverlast. Dit bracht ons op
het idee een fl exibele kunststofplaat te
ontwikkelen. Met dit idee kwamen we te-
recht bij NOLIM, leverancier van kunststof
rij- en stempelplaten.” Beide bedrijven
ontwikkelden samen een beschermings-
plaat van HMPE-kunststof. Van ‘t Klooster:
“De beschermingsplaten zijn gemaakt
van lichtgewicht kunststof: Hoog Molecu-
lair Poly Ethyleen (HMPE 500 R). De plaat
voorkomt hiermee niet alleen beschadi-
gingen, het beschermt ook tegen corrosie
en roestwater. Omdat de beschermings-
platen niet in de vloer zijn verankerd, kun
je ze eenvoudig verplaatsen. Resultaat is
een optimale fl exibiliteit in het gebruik en
de inrichting van de locatie. De onderlig-
gende vloer is altijd beschikbaar voor in-
spectie, reiniging of onderhoud.”
Almere
Een eerste proefopstelling bij één van de
milieustraten in de gemeente Almere le-
verde positieve resultaten op. Gert Mey-
berg van de gemeente Almere: “Ze zorgen
niet alleen voor optimale bescherming, de
beschermingsplaten zijn door hun fl exibi-
liteit vooral makkelijk in het gebruik. We
leggen de platen overal op het terrein
neer waar wij containers willen hebben
staan. Dankzij de platen zijn we in staat
om allerlei verschillende type containers
te gebruiken. Daarbij kunnen wij ons in
de toekomst meer richten op ‘groeiper-
rons’. Bij uitbreiding van perrons of een
andere opstelling, kun je platen eenvou-
dig verplaatsen.”
Meyberg: “Door onze positieve ervaring
hebben we de keuze gemaakt al onze
milieustraten met Containershields uit te
rusten. Het is in alle opzichten een inves-
tering die zich terugbetaalt. Neem alleen al
de levensduur. De gemiddelde milieustraat
is ontworpen voor de duur van 15 jaar.
Stalen platen zijn na die periode niet meer
te gebruiken. Containershields neem je ge-
woon weer mee naar een nieuwe locatie.
De platen passen hiermee uitstekend in de
duurzaamheidvisie van gemeente Almere.”
Kenmerken Containershield:
– fl exibel toepasbaar, geen bevestigings-
punten in uw vloer
– de onderliggende vloer blijft eenvoudig
te reinigen en/of te inspecteren
– voorkomt beschadigingen, opeenho-
ping van vuil en water en corrosie
– verlengt levensduur (vloeistofdichte)
verharding
– grote rek, lange levensduur
– geluidsreductie bij het plaatsen van
Containers
– afmetingen: 7000 x 2500 x 30 mm
Inlichtingen: www.containershield.nl en
www.oranjewoud.nl/containershield
Kunststof Containershield biedt duurzame bescherming
120177_GRAM_mrt_2012.indd 41 09-03-12 09:18
adv v.d. Pols
1/4
T 0181 - 45 88 45 [email protected] www.pols.nl
De VPM Hondenpoepruimer is met z’n 68 dBA fluisterstil. Het voertuig is geveerd en heeft rondom ruim zicht wat een optimaal comfort voor de bestuurder biedt. Met een snelheid van 28 km/uur en een hooglosser kan er schoon en snel gewerkt worden. Veel opties mogelijk voor inzet het hele jaar.
VPM Hondenpoepruimer Fluisterstil en geveerd!
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieRob Schram, RMN (hoofdredacteur), Marc Maassen, GADDrs. Bas Peeters, NVRDHerman Beerding, BMSDrs. Andrea van de Graaf, De MeerlandenIng. Marc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, Agentschap NL
EindredactieDrs. Karin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
BladmanagementSander Retra, Retra PubliciteitsService bv
Advertentie-exploitatieRetra PubliciteitsService bvPostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02e-mail: [email protected]
OpmaakBetuwe Promedia bv, Buren
DrukSpijker Drukkerij bv, Buren
Offi cieel vakblad van de NVRD
AbonnementenadministratiePostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02Jaarabonnement ad € 95,– incl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.
Beëindiging abonnementHet opzeggen van een abonnement dient schriftelijk te geschieden uiterlijk op 15 november bij Retra PubliciteitsService. Bij niet tijdige opzegging wordt het abon-nement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC-keurmerk en verschijnt 11x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
Agenda5 april 2012
NVRD Themadag ‘Wegwijs in werken naar vermogen’
Inl. www.nvrd.nl
7 – 11 mei 2012
IFAT Entsorga, Neue Messe München
23 – 25 mei 2012
NVRD Jaarcongres ‘Schoongewoon’
Inl. www.schoon-gewoon.nl
5 – 6 juni 2012
VNG Jubileumcongres, Den Haag
120177_GRAM_mrt_2012.indd 42 09-03-12 09:18
Cyclus Advertorial
1/1
InvloedVan Bloois over de belangstelling voor laatstgenoemde organisatie-
vorm: “Gemeenten moeten bezuinigen, maar willen en kunnen hun
maatschappelijke verantwoordelijkheid voor mens en milieu niet
naast zich neer leggen. Als aandeelhouder hebben gemeenten in-
vloed, is lokale gebondenheid geborgd en ligt de nadruk niet alleen
op financieel, maar juist ook op maatschappelijk rendement.”
SynergieHet feit dat bedrijven zoals Cyclus hun wortels hebben in afvalbe-
heer is volgens Van Bloois geen toeval. “Eerder al maakten gemeen-
ten de keuze om afvalinzameling gezamenlijk op enige afstand te or-
ganiseren, omdat die krachtenbundeling veel voordelen oplevert. Nu
worden die afwegingen voor BOR gemaakt. En die twee werkvelden
kunnen meer dan prima samen. Het gaat bij beide om kort cyclisch
werk, dat zich afspeelt op straat. En het ligt bovendien in elkaars
verlengde. Een ideale mix dus voor een opgeruimde leefomgeving.”
Leendert van Bloois van Cyclus: “Het kan geen toeval zijn dat het
regent bij het maken van deze foto. We staan in het werkgebied van
Cyclus. Dit is niet alleen het laagste punt van Nederland. Het wordt
bovendien gekenmerkt door ‘slappe bodems’. Dit vraagt om speci-
fieke kennis over bijvoorbeeld riool- en boomonderhoud. En wat te
denken van het plaatsen van ondergrondse containers.”
Beheer openbare ruimte
Slim werken aan een opgeruimde leefomgeving
Gemeenten staan voor de maatschappelijke taak de openbare ruim-
te te onderhouden. Dat valt niet mee in een tijd dat budgetten onder
druk staan. Van Bloois trapt af met de aanpak, die naar zijn zeggen
niet alleen kwaliteit oplevert, maar ook tijd en dus geld bespaart.
Kwaliteit“Wie de openbare ruimte dagelijks onderhoudt, moet werken op
basis van beeldkwaliteit. Leg met elkaar vast welke kwaliteit op
welke plek noodzakelijk is. Dan kun je bijvoorbeeld afspreken dat
de perkjes er in de woonwijken gewoon goed moeten uitzien, maar
dat een beetje onkruid langs een doorgaande weg wel acceptabel
is. De getrainde hoveniers kennen de gemaakte kwaliteitsafspraken,
beoordelen de locaties en handelen ernaar. Zo krijgen alle locaties
het juiste onderhoud en zet je de vakmensen optimaal in”, aldus
van Bloois. Zulke afspraken moet je maken over alle BOR-aspecten.
“Pak al die aspecten vervolgens ook integraal op. Dan haal je er echt
alles uit.”
VakmensenOf gemeenten het integraal beheer van de openbare ruimte in huis
moeten houden of moeten uitbesteden, is volgens Van Bloois niet de
juiste vraag. “Het gaat erom of je dit als gemeente in deze tijd nog in
huis kúnt organiseren. Grotere gemeenten kunnen dat wellicht. Voor
kleinere gemeenten is het onhaalbaar om voor alle BOR-aspecten
vakmensen in huis te hebben, qua beleid, werkvoorbereiding en uit-
voering.”
Er zijn verschillende manieren om het werk elders onder te brengen.
Gemeenten splitsen de verschillende BOR-activiteiten bijvoorbeeld
en besteden het werk aan bij één of meerdere commerciële partij-
en. Of ze werken samen in gemeenschappelijke regelingen of over-
heidsNV’s en kiezen voor de integrale benadering.
Gemeenten zien budgetten verkleinen en moeten keuzes maken, ook wat het dagelijks beheer van de openbare ruimte (BOR) betreft. Hoe pak je dat aan? Hou je het in huis of besteed je het uit? En waar breng je het dan onder? Prangende vragen over een complexe materie waar Leendert van Bloois, alge-meen directeur van Cyclus uit Gouda, zijn visie op geeft.
Advertorial
120177_GRAM_mrt_2012.indd 43 09-03-12 09:18
NVRD leafl et themadag
1/1
Wegwijs in werken naar vermogenNVRD themadag 5 april
De Wet werken naar vermogen heeft vanaf 2013 forse consequenties voor gemeenten, afval- en reinigingsbedrijven, SW-bedrijven en andere partijen actief in de buitenruimte. Om u wegwijs te maken in deze veranderingen organiseert de NVRD een themadag.
Tijdens deze NVRD themadag wordt u geïnformeerd
over de achtergronden, de kaders, de gevolgen en
keuzemogelijkheden die de wet biedt voor de branche.
Op de themadag staan voorbeelden uit de huidige
branchepraktijk centraal, zoals bijvoorbeeld:
tot de arbeidsmarkt
Met deze themadag bent u in één dag wegwijs in de wet
werken naar vermogen. Noteer nu alvast in uw agenda:
Themadag Wegwijs in werken naar vermogen op
donderdag 5 april
Aanmelden voor de themadag kan op www.nvrd.nl.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ine van
120177_GRAM_mrt_2012.indd 44 09-03-12 09:18