Goedkoper en spannender: hoe natuurlijke speelplekken voor … · 2018. 2. 13. · verstopspel...

2
TWENTE VANDAAG GO 6 vrijdag 9 februari 2018 Liever een berg zand dan een wipkip De schommel en de wipkip, hele generaties groeiden ermee op. Maar was dat eigenlijk wel zo leuk? Wethouder Christien van Wijk van de gemeente Almelo: „Het idee was: liever veilig vervelen dan spannend spelen. Daarvan komen we nu terug.” Goedkoper en spannender: hoe natuurlijke speelplekken voor kinderen steeds Frank Timmers Almelo L uuk en Rody stormen het speeltuintje in. Rody ploft op een veer met klavervormig zitvlak en trekt zichzelf achterover. „Au, mijn kont”, roept hij. De 6-ja- rige klasgenootjes rennen naar de glijbaan. Eerst gewoon eraf, dan liggend en achterwaarts – „durf je dat wel?!” - en vervolgens lopen ze er tegenop. Ze gaan op de wip. Twee, drie keer op en neer. Klaar. Ze gooien houtsnippers op de glij- baan – „nog meer, heel veel” - en glijden er doorheen. Ze gaan op de wip staan en lanceren elkaar. Dan gooien ze handenvol houtsnippers omhoog. „Vuurwerk”, roepen ze. Rody rent de speeltuin uit, Luuk klimt over het hek en even in de paal met het straatnaambord ‘Be- verdamlaan’. Weg zijn ze. De wer- velwind trok in vijf minuten over dit driehoekige speelstrookje in een winters zonnetje in Almelo. Bezuinigen Zal het er straks nog zijn, of zal het er heel anders uitzien? Almelo heeft geen geld en moet ook op speelplekken bezuinigen. Som- mige kunnen misschien worden samengevoegd en in elk geval zul- len veel toestellen die duur in aan- schaf en onderhoud zijn, niet meer worden vervangen. Hoeft ook niet, stelt wethouder open- bare ruimte Christien van Wijk. „Geef kinderen een berg zand, een schepje en een zeefje en ze zijn tien keer zo gelukkig als met een duur speeltoestel.” Zou dat klop- pen? Natuurspeeltuinen komen in Nederland steeds meer voor, zegt Justin de Kleuver, onderzoeker bij DSP, een bureau dat overheden advies geeft over spelen en bewe- gen. „De spreekwoordelijke wip- kippen op gemeentelijke speel- plaatsen worden vervangen door een meer natuurlijke en groene speelomgeving. Een goede ont- wikkeling, want het maakt spelen uitdagender. Er zijn natuurlijke speelaanleidingen, zoals hoogte- verschillen, beschutting of materi- alen uit de natuur, zoals boom- stammen of keien.” „Een berg zand in plaats van schommels? O, wat leuk”, zegt Ka- thy Piontek, de moeder van de 6- jarige Luuk. Zij is ervan overtuigd dat Luuk en zijn vriendje dat erg leuk zullen vinden en die beamen dat. Broer Jamie (11) zegt dat hij ook voor zand is: „Dat is meer avontuur dan een glijbaan. Je kunt erin, er overheen springen…” „Meer fantaseren”, zegt Kathy. „Ja”, bevestigt hij. Maar dat bankje moet er wel blijven. Kathy: „Ik neem soms een buurvrouw van 75 mee om in de zon te zitten en naar de spelende kinderen te kijken”. Wethouder Van Wijk moet als verantwoordelijke voor de open- bare ruimte de kosten zien te drukken. Almelo heeft 19 grotere speeltuinen voor de oudere jeugd waaraan volgens Van Wijk niets verandert. Ze zijn modern en re- cent aangelegd. Daarnaast zijn er 250 kleinere, verspreid over de stad, met een gering aantal toestel- len, die vooral voor de kleintjes zijn. Verouderde en afgekeurde toestellen worden niet meer ver- vangen en sommige terreintjes verdwijnen. Uitsterven Maar zo zouden op den duur de speelplekjes uitsterven. „Dat moe- ten we niet laten gebeuren. We kunnen wel met wat minder toe. Bij mij in de buurt liggen er twee op 100 meter van elkaar”, vertelt Van Wijk. „Dan kunnen we er be- ter één goede, aantrekkelijke van maken.” Ze vraagt zich af wat de betekenis is van een speelplek waar één opa met één kind in één zandbak speelt. De nieuwe inrich- ting moet een goedkopere, na- tuurlijke zijn. Voordat ze wethouder werd, werkte Van Wijk bij de kinderop- vang SKE. „Overheden hebben in Nederland heel lang voor kinderen bedacht hoe ze zouden moeten spelen. We zijn allemaal groot ge- worden met schommels en wip- kippen. Misschien is de herhaling van de beweging voor sommige kinderen met een verstandelijke beperking prettig, maar anderen zijn er zo op uitgekeken. Het was allemaal vanuit een volwassen blik. En het moest veilig zijn. Lie- ver veilig vervelen dan spannend spelen. Daarvan komen we nu te- rug. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en sociaal. Ze willen samen spelen. Kinderen moeten de hele dag al zoveel. Op speel- plaatsen moeten ze hun energie kwijt en hun fantasie de vrije loop kunnen laten. Kijk naar spelende kinderen: je ziet dat ze hun eigen spel wel bedenken. Wij moeten ervoor zorgen dat de plekken er zijn waar ze dat veilig kunnen doen. Ik wil meer de ontwikkeling stimuleren.” Drie fietsen liggen tegen een hel- ling in het Schelfhorstpark. Een jongen zit met kletsnatte broeks- pijpen op een boomstam. Z’n twee kameraden trekken stukken ijs los. De een bekogelt de ander terwijl die op een stam over het water ba- lanceert. Casper (12), James(12) en Branco (13) komen vaak op deze natuurlijke speelplaats. Ze vertel- len over de konijnen die ze hebben gezien en over de regels van het verstopspel Slenderman dat ze zelf hebben bedacht. Combi Maar deze plek, de bosjes, de heu- vel met een krater bovenin, vol- staat niet. Als ze moesten kiezen tussen een berg zand of toestellen, zouden ze niet kiezen. „Het moet een combi worden”, zegt Casper. Liefst heeft hij voor elk seizoen iets anders. In 1902 richtte vakbondsman Ulke Jan Klaren in Amsterdam met buurtbewoners de eerste ste- delijke speeltuin van het land op. „Niet de jeugd is misdadig, maar de samenleving, want zij ont- neemt de jeugd alle mogelijkhe- den tot spelen”, was zijn motto. Spelen zou kinderen behoeden voor het uithalen van katten- kwaad. Geef kinderen een berg zand, een schepje en een zeefje —Christien van Wijk

Transcript of Goedkoper en spannender: hoe natuurlijke speelplekken voor … · 2018. 2. 13. · verstopspel...

Page 1: Goedkoper en spannender: hoe natuurlijke speelplekken voor … · 2018. 2. 13. · verstopspel Slenderman dat ze zelf hebben bedacht. Combi Maar deze plek, de bosjes, de heu-vel met

TWENTE VANDAAGGO

6 vrijdag 9 februari 2018

Liever een berg zand dan een wipkip

De schommelen de wipkip,

hele generatiesgroeiden ermee

op. Maar was dateigenlijk wel zo

leuk? WethouderChristien van

Wijk van degemeente

Almelo: „Hetidee was: lieverveilig vervelendan spannend

spelen. Daarvankomen we nu

terug.”

Goedkoper en spannender: hoe natuurlijke speelplekken voor kinderen steeds

Frank TimmersAlmelo

Luuk en Rody stormenhet speeltuintje in. Rodyploft op een veer metklavervormig zitvlak entrekt zichzelf achterover.

„Au, mijn kont”, roept hij. De 6-ja-rige klasgenootjes rennen naar deglijbaan. Eerst gewoon eraf, danliggend en achterwaarts – „durf jedat wel?!” - en vervolgens lopen zeer tegenop. Ze gaan op de wip.Twee, drie keer op en neer. Klaar.Ze gooien houtsnippers op de glij-baan – „nog meer, heel veel” - englijden er doorheen. Ze gaan op dewip staan en lanceren elkaar. Dangooien ze handenvol houtsnippersomhoog. „Vuurwerk”, roepen ze.Rody rent de speeltuin uit, Luukklimt over het hek en even in depaal met het straatnaambord ‘Be-verdamlaan’. Weg zijn ze. De wer-velwind trok in vijf minuten overdit driehoekige speelstrookje ineen winters zonnetje in Almelo.

BezuinigenZal het er straks nog zijn, of zal heter heel anders uitzien? Almeloheeft geen geld en moet ook opspeelplekken bezuinigen. Som-mige kunnen misschien wordensamengevoegd en in elk geval zul-len veel toestellen die duur in aan-schaf en onderhoud zijn, nietmeer worden vervangen. Hoeftook niet, stelt wethouder open-bare ruimte Christien van Wijk.„Geef kinderen een berg zand, eenschepje en een zeefje en ze zijntien keer zo gelukkig als met eenduur speeltoestel.” Zou dat klop-pen?Natuurspeeltuinen komen in

Nederland steeds meer voor, zegtJustin de Kleuver, onderzoeker bijDSP, een bureau dat overhedenadvies geeft over spelen en bewe-gen. „De spreekwoordelijke wip-kippen op gemeentelijke speel-plaatsen worden vervangen dooreen meer natuurlijke en groenespeelomgeving. Een goede ont-wikkeling, want het maakt spelenuitdagender. Er zijn natuurlijkespeelaanleidingen, zoals hoogte-verschillen, beschutting of materi-alen uit de natuur, zoals boom-stammen of keien.”

„Een berg zand in plaats vanschommels? O, wat leuk”, zegt Ka-thy Piontek, de moeder van de 6-jarige Luuk. Zij is ervan overtuigddat Luuk en zijn vriendje dat ergleuk zullen vinden en die beamendat. Broer Jamie (11) zegt dat hijook voor zand is: „Dat is meeravontuur dan een glijbaan. Je kunterin, er overheen springen…”„Meer fantaseren”, zegt Kathy.„Ja”, bevestigt hij. Maar dat bankjemoet er wel blijven. Kathy: „Ikneem soms een buurvrouw van 75mee om in de zon te zitten en naarde spelende kinderen te kijken”.Wethouder Van Wijk moet als

verantwoordelijke voor de open-bare ruimte de kosten zien tedrukken. Almelo heeft 19 groterespeeltuinen voor de oudere jeugdwaaraan volgens Van Wijk nietsverandert. Ze zijn modern en re-cent aangelegd. Daarnaast zijn er250 kleinere, verspreid over destad, met een gering aantal toestel-len, die vooral voor de kleintjeszijn. Verouderde en afgekeurdetoestellen worden niet meer ver-vangen en sommige terreintjesverdwijnen.

UitstervenMaar zo zouden op den duur despeelplekjes uitsterven. „Dat moe-ten we niet laten gebeuren. Wekunnen wel met wat minder toe.Bij mij in de buurt liggen er tweeop 100 meter van elkaar”, verteltVan Wijk. „Dan kunnen we er be-ter één goede, aantrekkelijke van

maken.” Ze vraagt zich af wat debetekenis is van een speelplekwaar één opa met één kind in éénzandbak speelt. De nieuwe inrich-ting moet een goedkopere, na-tuurlijke zijn.Voordat ze wethouder werd,

werkte Van Wijk bij de kinderop-vang SKE. „Overheden hebben inNederland heel lang voor kinderenbedacht hoe ze zouden moetenspelen. We zijn allemaal groot ge-worden met schommels en wip-kippen. Misschien is de herhalingvan de beweging voor sommigekinderen met een verstandelijkebeperking prettig, maar anderenzijn er zo op uitgekeken. Het wasallemaal vanuit een volwassenblik. En het moest veilig zijn. Lie-ver veilig vervelen dan spannendspelen. Daarvan komen we nu te-rug. Kinderen zijn van naturenieuwsgierig en sociaal. Ze willensamen spelen. Kinderen moetende hele dag al zoveel. Op speel-plaatsen moeten ze hun energiekwijt en hun fantasie de vrije loopkunnen laten. Kijk naar spelendekinderen: je ziet dat ze hun eigenspel wel bedenken. Wij moetenervoor zorgen dat de plekken erzijn waar ze dat veilig kunnendoen. Ik wil meer de ontwikkelingstimuleren.”

Drie fietsen liggen tegen een hel-ling in het Schelfhorstpark. Eenjongen zit met kletsnatte broeks-pijpen op een boomstam. Z’n tweekameraden trekken stukken ijs los.De een bekogelt de ander terwijldie op een stam over het water ba-lanceert. Casper (12), James(12) enBranco (13) komen vaak op dezenatuurlijke speelplaats. Ze vertel-len over de konijnen die ze hebbengezien en over de regels van hetverstopspel Slenderman dat ze zelfhebben bedacht.

CombiMaar deze plek, de bosjes, de heu-vel met een krater bovenin, vol-staat niet. Als ze moesten kiezentussen een berg zand of toestellen,zouden ze niet kiezen. „Het moeteen combi worden”, zegt Casper.Liefst heeft hij voor elk seizoeniets anders.In 1902 richtte vakbondsman

Ulke Jan Klaren in Amsterdammet buurtbewoners de eerste ste-delijke speeltuin van het land op.„Niet de jeugd is misdadig, maarde samenleving, want zij ont-neemt de jeugd alle mogelijkhe-den tot spelen”, was zijn motto.Spelen zou kinderen behoedenvoor het uithalen van katten-kwaad.

Geef kinderen eenberg zand, een schepjeen een zeefje—Christien van Wijk

Page 2: Goedkoper en spannender: hoe natuurlijke speelplekken voor … · 2018. 2. 13. · verstopspel Slenderman dat ze zelf hebben bedacht. Combi Maar deze plek, de bosjes, de heu-vel met

� Sietze Spiek (l) en Edwin Seijger testen de icetrikes. FOTO LARS SMOOK

TWENTE VANDAAG 7GO

vrijdag 9 februari 2018

Of ze trikes, oftewel driewielers,elektrisch konden aandrijven?Met die vraag klopte Ice-WorldInternational b.v. aan bij de firmaVan Beijck uit Neede. Dat kon-den ze daar wel. Wat heet! Bin-nenkort staan de ice-trikes uitNeede al op een ijsbaan inDubai.

Ron HemminkEnschede/Neede

Van Beijck ontwikkelt eBikesyste-men en levert aan fietsenfabrikan-ten- en dealers. Het bedrijf rekentonder meer Kreidler, groot gewor-den met bromfietsen, tot haar klan-ten. Eind 2016 nam Ice-World In-ternational uit Soest contact op. „Zijverhuren en verkopen ijsbanenover de hele wereld, zodat je zelfsbij veertig graden boven nul kuntschaatsen”, zegt Sietze Spiek, sales-manager bij het Needsebedrijf. Om op dieschaatsbanen bezoekerswat amusement te bie-den, verhuurt de gigantuit Soest ook trikes voorop het ijs. Driewielersmet trappers. „Aan onsvroegen ze of wij dieelektrisch konden ma-ken. Ze hadden al bijmeerdere bedrijven aan-geklopt, maar blijkbaarzonder succes”, aldus ei-genaar Edwin Seijger.In Neede gingen ze met de vraaguit Soest aan de slag. En na maan-den van ontwikkelen en testen -onder meer op IJsbaan Twente inEnschede - is het de Achterhoekersgelukt: de icetrike uit Neede is ge-boren.

SoftwareDaarbij zijn de trappers vervangendoor een elektrisch systeem. Dat iscomputergestuurd. „Hoeveelkracht er via de band op het ijswordt gezet, is geregeld via soft-ware”, vertelt Spiek. De ice-trikegaat maximaal 35, misschien 36 ki-lometer per uur. Wie vol gas wil ge-

ven, met het handvat rechts, merktdat de trike niet meteen vollekracht vooruit gaat. „Ook dat heb-ben we zo afgesteld”, zegt Seijger,„om te zorgen dat je eerst vol-doende grip krijgt.” Wat daarbijook helpt: de trike heeft achter niettwee wielen, maar twee ijzers.

AdrenalineVolgens het duo is de maximum-snelheid hoog genoeg voor eenflinke adrenalinekick. „Omdat jelaag bij de grond zit, voelt het alsofje heel hard gaat. Dat maakt hetspectaculair”, stelt Spiek. En dat isprecies de bedoeling, stellen detwee. „Ice-World wil de icetrikesgebruiken op haar eigen ijsbanen,zodat mensen er ritjes op kunnenmaken en parcoursen op het ijs afkunnen leggen.” Voor kinderen kande maximumsnelheid worden bij-gesteld naar vijftien kilometer per

uur. „Kwestie van eenusb-stick eruit halen”,vertelt Seijger. „Met stickgaat ie 35 kilometer peruur. Haal je de usb-stickeruit, dan begrens je deicetrike.”Van Beijck heeft in op-dracht van Ice-World on-dertussen 25 trikes ‘elek-trisch gemaakt’. „Vijftestmodellen en twintigdie naar een ijsbaan inDubai gaan”, zegt Spiek.Rijk is het bedrijf er nog

niet van geworden, verzekert eige-naar Seijger. „De prijs die je betaaltvoor het ombouwen van zo’n trikenaar een elektrisch model is zo’n700 euro. Maar ons kost het nuvooral nog geld. Als je ziet hoeveeltijd we er in hebben zitten...”Spiek haakt in: „Maar in hethoogseizoen zijn er over de helewereld wel 150 ijsbanen van Ice-World in gebruik. Tot in Rio de Ja-neiro en New York aan toe.” Het duo is dan ook positief ge-stemd over de toekomst. Seijger:„Bij die 25 aangepaste modellen zalhet niet blijven, dat worden ermeer.”

Needs bedrijf ontwikkeltspeelgoed voor op deschaatsbaan: de icetrike

Omdat jelaag bij degrond zit,voelt ’t of jeheel hard

gaat

–Sietze Spiek

� KlasgenootjesRody (blauwe jas)en Luuk op de glij-baan. FOTO LARS SMOOK

meer terrein winnen

Inmiddels zijn er enkele honder-den speeltuinverenigingen en –stichtingen en vele malen meer in-formele speelplaatsjes. Altijd zijner opvoedkundige idealen aan blij-ven hangen. Buiten spelen geeftontspanning, het is vaak een soci-ale bezigheid, bewegen draagt bijaan de motorische, cognitieve enemotionele ontwikkeling, hethelpt tegen overgewicht en vormteen tegenwicht tegen digitaal ver-maak. In het kinderrechtenverdragvan de Verenigde Naties is zelfsvastgelegd dat kinderen het rechthebben om te spelen.

SpeelnormOnderzoeker De Kleuver wijst opde speelnorm die onder meer doorJantje Beton aan gemeenten wordtgeadviseerd. „Drie procent van detotale oppervlakte van een woon-gebied moet voor speelruimteworden bestemd. De meeste ge-meenten halen dat niet. De normzegt natuurlijk niets over kwaliteit,maar kan wel als check worden ge-bruikt.”Omgevingstechnoloog KarinMulder, ook expert op het gebiedvan buiten spelen, zegt dat het las-tig is om algemene adviezen te ge-ven, of het moet zijn dat bezuini-gingen alleen nooit de reden mo-

gen zijn om speelplaatsen te ver-vangen door natuurlijke speelaan-leidingen. „Een natuurlijk landje isnatuurlijk heel mooi, maar als hetmaar tien bij tien is en er moeteneen paar honderd kinderen op spe-len, dan kan dat natuurlijk niet.”

KinderdichtheidPer gemeente zal de oplossing dusanders zijn. „Gemeenten moetenletten op de kinderdichtheid, ste-debouwkundige opzet en de be-reikbaarheid. Vervolgens moet metdrie leeftijdsgroepen rekeningworden gehouden, gerelateerd aande verschillende ontwikkelings-fase van kinderen: van 0 tot 5, van 5tot 12 en van 12 tot 18. Ik ben ervoorstander van om die niet hele-maal van elkaar te scheiden, omdatde leeftijdsgrenzen niet zo rigidezijn.”„Ik zou voorzieningen liever bij el-kaar zien, maar wel met verschil-lende zones. De belangrijkste re-den voor kinderen om ergens tespelen is de aanwezigheid van an-dere kinderen en zo voorzie je daarin.”Onderzoeker Justin de Kleuverwaarschuwt dat het niet per defi-nitie zo is dat een natuurlijkespeelplaats goedkoper is dan éénmet toestellen.