Goede Doelen Rapport 2009

48
goede doelen rapport 2009 brancheorganisatie van goede doelen

description

Goede Doelen Rapport 2009 VFI brancheorganisatie van goede doelen ontwerp: zonder boter

Transcript of Goede Doelen Rapport 2009

Page 1: Goede Doelen Rapport 2009

goede doelen rapport 2009

brancheorganisatie van goede doelen

Page 2: Goede Doelen Rapport 2009
Page 3: Goede Doelen Rapport 2009

goede doelen rapport 2009

Page 4: Goede Doelen Rapport 2009

VFI brancheorganisatie van goede doelen

De ruim 120 organisaties die aangesloten zijn bij VFI, zijn op

allerlei terreinen actief. Van gezondheid tot internationale

hulp. Van cultuur tot dierenbelangen. Samen zijn zij verant-

woordelijk voor vijfenzeventig procent van de eigen fondsen-

werving van de sector. Belangenbehartiging, zelfregulering

en dienstverlening aan haar leden: dat zijn de belangrijkste

taken van VFI. VFI is bovendien een actieve gesprekspartner

van maatschappelijke organisaties en overheid en zet zich

nadrukkelijk in voor de ontwikkeling van maatschappelijk

draagvlak en publieksvertrouwen.

Page 5: Goede Doelen Rapport 2009

Inhoud

Voorwoord (7)

1Achtergrond (8)

2Inkomsten (13)

3Doelbesteding (24)

4Reserves (28)

5Goede doelen als werkgever (37)

6Verwachtingen (43)

NederlaNdse stichtiNg voor het gehaNdicapte kiNd, Nsgk

aMreF FlYiNg doctors

diereNbescherMiNg

stichtiNg woord eN daad

koNiNklijke NederlaNdse reddiNg Maatschappij, kNrM

Zoa vluchteliNgeNZorg

wereldouders

save the childreN

ZoNNebloeM

priNs berNhard cultuurFoNds

revalidatieFoNds

sos kiNderdorpeN

FoNds slachtoFFerhulp

stichtiNg NederlaNd-bataM

reuMaFoNds

stichtiNg kiNderpostZegels NederlaNd

MaF NederlaNd

greeNpeace

bijdrageN:

Page 6: Goede Doelen Rapport 2009
Page 7: Goede Doelen Rapport 2009

7goede doeleN rapport 2009

Voorwoord

Samen voor kwaliteit van samenleven, juist in tijden van crisis!

Goede doelen in Nederland kunnen ieder jaar weer rekenen

op een grote betrokkenheid vanuit de samenleving.

Donateurs, bedrijven, overheden, vrijwilligers: velen steunen

goede doelen op hun eigen manier. Deze betrokkenheid is

gebaseerd op het vertrouwen dat de goede doelen goed werk

doen. Dit laatste moeten de organisaties dag in dag uit laten

zien. Zij moeten kwaliteit tonen bij de werving van inkomsten,

bij het beheer van die middelen én bij de besteding ervan.

Hier moeten zij open en transparant over communiceren.

VFI brancheorganisatie van goede doelen vertegenwoordigt

ruim 120 goede doelen. Organisaties die zich richten

op de aandachtsgebieden gezondheid, natuur & milieu,

welzijn, cultuur en internationale hulp. In het Goede Doelen

Rapport wil VFI jaarlijks inzicht bieden in het werk van haar

achterban.

Het Goede Doelen Rapport 2009 presenteert de resultaten

van onafhankelijk onderzoek door SEO Economisch

Onderzoek over het jaar 2008, waarin trends en

ontwikkelingen zichtbaar worden. 2008 is het jaar waarin

we werden geconfronteerd met een economische crisis,

die nog lang niet ten einde is. De crisis heeft in 2008 nog

geen grote invloed op de inkomsten van de organisaties

gehad. Zij verwachten echter de gevolgen wel te gaan

bemerken in 2009. Ook verwachten zij een groter beroep

op hen vanuit de samenleving. Juist in tijden van crisis

hebben kwetsbare groepen in de samenleving de steun

van goededoelenorganisaties hard nodig. De goede doelen

geven in dit rapport aan er alles aan te zullen doen om hun

doelbesteding het komend jaar op peil te houden, ondanks

mogelijk afnemende inkomsten. Dit jaar kunt u in het

Goede Doelen Rapport ook de verhalen lezen van achttien

organisaties, die alle een voorbeeld geven van een opvallend

project of resultaat van het afgelopen jaar. Daarmee geven

zij prachtige illustraties van de grote, positieve bijdrage die

de goede doelen gezamenlijk leveren aan de kwaliteit van

onze samenleving.

Gosse Bosma

directeur VFI brancheorganisatie van goede doelen

Page 8: Goede Doelen Rapport 2009

4

6

3

4

20

14

10

18

3

welzijn & cultuur

gezondheid

natuur, milieu & dierenbelangen

9

17

14

internationale hulp

groot

middel

klein

groot

middel

klein

groot

middel

klein

groot

middel

klein

> 20 mln

5 - 20 mln

< 20 mln

inkomsten:

8 goede doeleN rapport 2009

Achtergrond1Transparantie is van groot belang voor goede doelen. VFI

brancheorganisatie van goede doelen geeft jaarlijks een

cijfermatig inzicht in de ontwikkelingen bij haar achter-

ban. We onderscheiden binnen de goededoelensector vier

aandachtsgebieden: welzijn & cultuur, internationale hulp,

gezondheid en natuur, milieu & dierenbelangen. De meeste

organisaties concentreren zich op één aandachtsgebied,

maar er zijn er ook met een gemengd profiel, zoals bijvoor-

beeld het Nederlandse Rode Kruis, actief op het gebied van

gezondheid, welzijn en internationale hulp.

Figuur 1 toont de aantallen bij VFI aangesloten organisa-

ties, gerangschikt naar aandachtsgebied en naar omvang

(uitgedrukt in inkomsten). Organisaties in het aandachtsge-

bied internationale hulp zijn het grootst in aantal, natuuror-

ganisaties zijn het minst talrijk. Grote organisaties vinden

we het meest in het veld internationale hulp. De welzijn- &

cultuurorganisaties zijn veelal middelgroot. Bij gezondheid

domineren kleine organisaties het beeld.

NB Voor een aantal organisaties was 2008 een jaar met negatieve

beleggingsresultaten. Om te voorkomen dat organisaties hierdoor

in een andere omvangklasse terecht komen is de omvangklasse

gebaseerd op de inkomsten exclusief het beleggingsresultaat.

Goede doelen moeten, indien zij in aandelen beleggen, de reële waar-

de daarvan in hun jaarrekening opnemen, ongeacht of en wanneer

zij deze aandelen verkopen. Zij hoeven veelal niet te verkopen en dus

een eventueel verlies ook niet te nemen. Wijziging van omvangklasse

als gevolg van een negatief beleggingsresultaat kan dan ook een

vertekend beeld van de werkelijkheid geven.

Figuur 1 goede doeleN aaNgesloteN bij vFi, Naar aaNdachts-

gebied eN oMvaNg

Page 9: Goede Doelen Rapport 2009

De Belevenis

De Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind

(NSGK) steunt jaarlijks honderden projecten voor kinderen

en jongeren met een handicap. Een daarvan is de Belevenis,

een uitgaansgelegenheid voor mensen met een meervou-

dige beperking. Uitgaan en plezier maken is geen privilege.

Ook mensen met een meervoudige beperking, die dagelijks

zijn aangewezen op intensieve zorg en ondersteuning,

moeten die kans krijgen.

In de Belevenis zijn acht verschillende belevingswerelden

ingericht, waaronder een onderwaterwereld, een winter-

wereld en een wolkenwereld. In deze veilige, geborgen

omgeving worden alle zintuigen van de bezoekers geprik-

keld, aangepast aan hun eigen niveau. Bijvoorbeeld met

muziek, projecties, aangepaste theatervoorstellingen,

massages en culinaire ontdekkingen. De Belevenis reist nu

door het land als een rondtrekkende uitgaansgelegenheid.

Het uiteindelijke doel is het opzetten van een permanent

uitgaanscentrum met overnachtingsmogelijkheden op een

vaste plaats in ons land.

NSGK schonk 116.000 euro aan de Belevenis. Daarnaast

deed zij samen met Stichting Doen een aanvraag bij de

Sponsor Bingo Loterij voor een extra gift om dit project te

kunnen bewerkstelligen. Begin 2009 kregen de stichtingen

400.000 euro toegewezen. Dankzij deze giften kunnen nu

ook kinderen en jongeren met een meervoudige handicap

uitgaan en plezier maken.foto

’s: A

chim

Poh

l

Page 10: Goede Doelen Rapport 2009

Met zes liter water op je rug

AMREF Flying Doctors is een organisatie die zich inzet voor

een betere gezondheid in Afrika. Met voorlichting, preven-

tie, opleiding, onderzoek en beleidsbeïnvloeding werken we

samen met de lokale bevolking aan een goede gezondheid

voor alle Afrikanen. Daarbij kregen we hulp via een wel heel

bijzondere sponsoractie.

Zes kilometer lopen met zes liter water op je rug. Dat is

best zwaar! 18.500 kinderen uit groep 7 en 8 deden op 24

maart mee aan de landelijke actie Wandelen voor Water.

Zo verplaatsten zij zich in de situatie van hun leeftijdsge-

nootjes in Afrika, voor wie het heel normaal is om dagelijks

op pad te gaan voor schoon en veilig drinkwater. Door heel

Nederland werden verschillende sponsorlopen georgani-

seerd. Ruim tweeduizend van deze leerlingen zamelden

geld in voor AMREF Flying Doctors. Het resultaat was ruim

vijftigduizend euro!

Voordat ze de regen en wind trotseerden, kregen de kinde-

ren een gastles. Zo worden zij zich ervan bewust dat veilig

water, goede sanitaire voorzieningen én kennis over hygiëne

– want ook daar ontbreekt het vaak aan – onmisbaar zijn

voor een gezonde toekomst. Gastdocent Remko: ‘Eén

leerling vertelde: “Mijn ouders hebben een eigen bedrijf

en ik mocht ook hun klanten vragen om mij te sponsoren.”

Geweldig, zo’n initiatief als je elf bent!’

Aqua for All, een stichting die zich inzet voor drinkwater en

sanitatie voor de allerarmsten, verdubbelde de opbrengst

van de leerlingen nog eens tot ruim honderdduizend euro.

Hierdoor kunnen twintigduizend kinderen en volwassenen

uit Kajiado, een gebied in het zuiden van Kenia, gebruikma-

ken van wc’s en douches, kranen met veilig drinkwater en

zijn er aparte waterbakken voor het vee. De voorbereidin-

gen voor Wandelen voor Water 2010 zijn in volle gang!

Page 11: Goede Doelen Rapport 2009
Page 12: Goede Doelen Rapport 2009

Vrijwilligers voor fondsenwerving

De Dierenbescherming is met een achterban van bijna twee-

honderdduizend leden, donateurs en vrijwilligers de grootste

organisatie in Nederland die opkomt voor de belangen van

alle dieren: gezelschapsdieren, landbouwdieren, dieren in het

wild en proefdieren.

Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in onze vereniging,

ook bij fondsenwerving. Neem de afdeling Assen. Daar is een

sponsorteam actief van vier enthousiaste mensen die maar

liefst tussen de vijf- en tienduizend euro per jaar ophalen.

Dat doen ze met diverse activiteiten, die steeds getuigen van

voortvarendheid en creativiteit. Zo bedachten ze een spaar-

zuil voor een dierenwinkel in Assen. Bezoekers kunnen daar

geld in doen voor gastgezinnen van asieldieren, bijvoorbeeld

om voer te kopen, of een krabpaal voor katten.

Daarnaast rouleren er twee statiegeldzuilen die afwisselend

drie weken lang bij supermarkten in en rond de provincie-

hoofdstad staan. De totale opbrengst daarvan is zo’n dertien-

honderd euro per jaar.

Een van de hoogtepunten was de aanschaf van een nieuwe

dierenambulance. Zevenduizend euro haalde het sponsor-

team daarvoor binnen, door op Werelddierendag een kunst-

veiling te organiseren. En met een reclamebureau dat belet-

tering verzorgt, maakte het team een mooie afspraak voor

sponsoring in natura: het bedrijf heeft de nieuwe ambulance

helemaal gratis van belettering voorzien.

Assen telt overigens nog ongeveer vijftien andere sponsors,

die als dank voor hun steun ieder jaar een leuke attentie

krijgen. Dit jaar kregen ze allemaal een zelfgemaakt broed-

kastje. Ze vonden het prachtig!

Page 13: Goede Doelen Rapport 2009

internationale hulp

welzijn & cultuur

gezondheid

natuur, milieu & dierenbelangen

852

524

278

239

882

983

562

301

261

412

403

246

2006

2007

2008

2006

2007

2008

2006

2007

2008

2006

2007

2008

13goede doeleN rapport 2009

Inkomsten 2De totale inkomsten in 2008 van de bij VFI aangesloten

goede doelen bedroegen 2,044 miljard euro (zie figuur 2).1

Dat is 38 miljoen euro meer dan in 2007, een toename met

1,9 procent. Een toename in de totale inkomsten is er bij

internationale hulp en gezondheid. De inkomsten van de

gezamenlijke welzijn- & cultuurorganisaties lopen terug, de

totale inkomsten van de natuur- & milieuorganisaties zijn

relatief stabiel.

De groei van de totale inkomsten is mede te danken aan de

groei van het ledental van VFI. De ontwikkelingen binnen de

aandachtsgebieden zijn mede te danken aan verschillen in de

samenstelling van deze groepen in de verschillende jaren. De

inkomsten van de organisaties die in 2007 en 2008 lid waren

en tweemaal achter elkaar aan het onderzoek deelnamen,

lopen met 5,5 procent terug. Bij de natuurorganisaties en de

welzijn- en cultuurorganisaties is sprake van een daling met

ruim 17%, Bij de gezondheids- en internationale hulporgani-

saties is sprake van een lichte stijging (tussen de 2 en 4%).

De afname van de totale inkomsten is grotendeels het gevolg

van negatieve beleggingsresultaten van een aantal organi-

saties in de categorieën natuur en welzijn & cultuur. Als het

beleggingsresultaat niet zou worden meegeteld, is er sprake

van een groei van 1,5%, natuurorganisaties en gezondheids-

organisaties laten een daling zien (respectievelijk -7,5 en

-2,8 %). Internationale hulp en welzijn & cultuur laten een

stijging zien (respectievelijk 2,2 en 3,7%).

1 Tachtig van de 122 bij VFI aangesloten organisaties hebben mee-

gewerkt aan het sectoronderzoek. Om tot een schatting te komen

van de totale inkomsten en de totale doelbesteding, is voor de niet-

deelnemers informatie uit de jaarverslagen gehaald.

Figuur 2 totale iNkoMsteN vaN bij vFi aaNgesloteN orgaNi-

saties 2006, 2007 eN 2008 (iN MiljoeNeN euro’s)

Page 14: Goede Doelen Rapport 2009

gezondheid natuur, milieu & dierenbelangen

internationale hulp welzijn & cultuur

vervolg op p.19

78

53

38 36

22

47

62 64

eigen werving

anders

eigen werving

anders

internationale hulp

gezondheid

natuur, milieu & dierenbelangen

welzijn & cultuur

14 goede doeleN rapport 2009

Inkomstenbronnen

Goede doelen verwerven hun middelen voor ongeveer de

helft met eigen wervingsactiviteiten en de andere helft uit

andere bronnen, waarvan subsidies het belangrijkst zijn.

Gezondheidsorganisaties betrekken ruim driekwart van hun

middelen via eigen activiteiten, voor natuur- en milieuorgani-

saties ligt de verhouding ongeveer fifty-fifty. Internationale

hulporganisaties en welzijn- & cultuurorganisaties betrekken

het merendeel van de inkomsten uit andere bronnen.

Ten opzichte van 2007 zien we een toename van de inkom-

sten uit eigen fondsenwerving met gemiddeld 5,8 procent.

Alleen bij welzijn & cultuur lopen de inkomsten uit eigen

fondsenwerving licht terug. De inkomsten uit andere bron-

nen lopen ten opzichte van 2007 met 12,5 procent terug.

Bij de natuurorganisaties bedraagt de krimp bijna 35 pro-

cent. De terugloop van inkomsten uit andere bronnen is voor

een groot deel toe te schrijven aan negatieve beleggings-

Figuur 3 iNkoMsteN 2008 Naar herkoMst (iN proceNteN)

Figuur 4 oNtwikkeliNg iNkoMsteN 2008 Naar herkoMst

NB Eigen werving bestaat uit: donaties en giften, contributies, na-

latenschappen, collectes, sponsoring, verkoop van goederen, eigen

loterijen en prijsvragen. De categorie anders bestaat uit: gezamen-

lijke acties, goede doelen loterijen, acties van derden, subsidies en

beleggingsopbrengsten.

-35 -30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15%

Page 15: Goede Doelen Rapport 2009

Samen delen voor een kinderleven

Stichting Woord en Daad zet zich vanuit christelijk perspec-

tief in voor armoedebestrijding in Afrika, Azië en Midden-

Amerika. Samen met lokale organisaties proberen we de

allerarmsten een menswaardig bestaan te bieden. Dat doen we

onder meer met basisvoorzieningen, noodhulp, onderwijs, en

arbeid en inkomen. En we doen daarbij een beroep op ieders

verantwoordelijkheid, zowel hier als daar, en zowel oud als jong.

Met de actie Sharekids richten wij ons op deze laatste

groep. Veel jongeren willen graag meedoen door een kind te

sponsoren. Dat is een manier van helpen die hen aanspreekt.

Het kan al voor 25 euro per maand, maar voor iemand die

bijvoorbeeld alleen studiefinanciering heeft, is dat best veel

geld. Daarvoor hebben we nu een mooie oplossing: deel dat

bedrag met twee of drie vrienden of klasgenoten. Dat kan

voor iedereen die nog geen 25 jaar is.

Samen delen voor een kinderleven: met dat geld zorgen

jongeren er met elkaar voor dat een kind naar school kan en

daarmee een kans op een betere toekomst heeft.

Een andere manier waarop jongeren Stichting Woord en

Daad kunnen steunen, is door lid te worden van Indeed. Dat

kan voor 2,50 euro per maand. En waaraan Indeed het geld

besteedt, daarover kunnen zij elk kwartaal meebeslissen.

Gift of love

Stichting Woord en Daad zorgt er ieder jaar weer voor dat

ruim veertigduizend kinderen in december een kerstca-

deautje krijgen. Afhankelijk van het land krijgt elk kind iets

praktisch, bijvoorbeeld nieuwe kleren, schoenen of een

rugtas. Maar ook speelgoed. En daar zijn ze heel blij mee!

De actie is daarom een project dat veel mensen tot de

verbeelding spreekt.

Page 16: Goede Doelen Rapport 2009

Samenwerken aan veiligheid

Meer dan 1600 redding- en hulpacties per jaar. Vrijwilli-

gers die dag en nacht klaarstaan om hulp te verlenen. Red-

dingboten die bij slecht weer de woeste golven trotseren.

Om dit belangrijke werk staat de Koninklijke Nederlandse

Redding Maatschappij (KNRM) bekend. Met 42 redding-

stations langs de Nederlandse kust, het IJsselmeer, de

Waddenzee en de binnenwateren zorgen wij voor veiligheid

op het water. Maar we werken ook achter de schermen

hard aan het verbeteren van de organisatorische proces-

sen die uiterst belangrijk zijn voor een goed verloop van

reddingoperaties.

Door een betere afstemming tussen de verschillende

hulpverlenende instanties aan wal en te water kan die vei-

ligheid nog verder toenemen. Daarom maken de KNRM en

de Kustwacht heldere werkafspraken met de zogenoemde

veiligheidsregio’s. In deze veiligheidregio’s werken allerlei

diensten samen, zoals brandweer, rampenbeheersing, cri-

sisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen

en Rampen (GHOR) en handhaving van de openbare orde en

veiligheid.

Tot een paar jaar terug was er nog een strikte scheiding

tussen land en water in hulpverleningsland. Van structu-

rele samenwerking tussen de verschillende hulpverlenings-

organisaties was geen sprake. ‘Die situatie is verleden

tijd’, vertelt Roemer Boogaard, directeur van de KNRM. De

KNRM en de Kustwacht hebben inmiddels met vijf veilig-

heidsregio’s veiligheidsconvenanten gesloten. ‘We lopen al

enige tijd schouder aan schouder. Met het ondertekenen

van het convenant gaan we zelfs hand in hand verder,

gebonden aan goede en voor iedereen heldere afspraken.’

Die afspraken gaan over de daadwerkelijke maritieme hulp-

verlening en alle andere relevante onderdelen van zoek- en

reddingacties, bijvoorbeeld opleiding, communicatie, ver-

antwoordelijkheden en evaluatie. Naast de vijf onderte-

kende convenanten zijn er nog twaalf in voorbereiding.

De praktijk wijst al uit hoe nuttig de afspraken zijn: ze

leiden tot een waarneembare verbetering van de hulp-

verlening op het water en alle partijen laten zien bereid

te zijn om te leren van de manier waarop ze gezamenlijk

incidenten hebben afgehandeld.

KonInKlIJKe nederlandSe reddIng MaatSCHappIJKnrM

Page 17: Goede Doelen Rapport 2009
Page 18: Goede Doelen Rapport 2009

Jong enthousiasme binnengehaald

ZOA-Vluchtelingenzorg zet zich in voor vluchtelingen en

ontheemden in gebieden waarin zich een ramp of conflict

heeft voorgedaan. We bieden noodhulp en ondersteuning

tijdens de wederopbouw, samen met de lokale bevolking.

En we blijven net zolang tot de zelfredzaamheid is hersteld.

We zijn altijd op zoek naar nieuwe medewerkers, en geluk-

kig zijn er veel goed opgeleide jongeren die graag voor ons

werken. Maar onze werkgebieden zijn riskant en vragen om

stalen zenuwen. Er zijn berichten over oprukkende rebellen

of het geluid van beschietingen in de nacht. Ook vragen

conflictsituaties en het werken met vluchtelingen om flexi-

biliteit, diplomatie en pragmatisme. Het zijn eigenschap-

pen die jonge idealisten vaak nog ontberen. Om die reden

zetten we ze liever niet in.

Voor de gemotiveerde, maar onervaren jongeren is dat

frustrerend. Ze willen graag, maar krijgen niet eens de

kans om die broodnodige ervaring op te doen. En voor de

organisatie is het zonde om deze enthousiaste mensen

te laten gaan. Het is namelijk niet eenvoudig om goed en

ervaren personeel te vinden. En als mensen de benodigde

ervaring hebben opgedaan, liggen hun salariseisen nogal

eens boven ons budget.

In 2008 zijn we daarom begonnen met traineeships. Onder

intensieve begeleiding van een landendirecteur werken

jongeren een jaar lang tegen een kleine vergoeding.

De eerste stagiairs gingen aan de slag in Sri Lanka, Zuid-

Sudan en Noord-Uganda. Zij krijgen de kans om in complexe

situaties te laten zien wat ze waard zijn. En wij krijgen de

kans om mensen aan ons te binden. De mogelijkheid is

zeer reëel dat we goede trainees binnen onze organisatie

houden door ze vervolgens een contract aan te bieden.

De ervaringen tot nu toe zijn zeer positief – wat een

betrokkenheid, inzet en talent brengen deze jonge mensen

de organisatie in!

Page 19: Goede Doelen Rapport 2009

19goede doeleN rapport 2009

opbrengsten. De internationale hulporganisaties zien als

enige groep een (zeer) lichte toename van de inkomsten uit

andere bronnen. Tegenover de inkomsten uit eigen fondsen-

werving staan de kosten van eigen fondsenwerving. Deze

kosten mogen volgens de regels van het Centraal Bureau

Fondsenwerving niet hoger zijn dan 25% van de inkomsten uit

eigen fondsenwerving. In 2008 bedroegen de kosten gemid-

deld 16,4% van de inkomsten fondsenwerving, variërend van

14,1% bij natuur & milieu tot 18,7% bij gezondheid.

Ook binnen de diverse inkomstenbronnen verschillen de

organisaties onderling sterk. Voor organisaties op het gebied

van internationale hulp en welzijn & cultuur zijn subsidies

belangrijk: die maken bijna de helft van de inkomsten uit.

Bij internationale hulporganisaties komen daar vooral dona-

ties, giften en contributies bij. Die laatste geldstroom is ook

belangrijk voor gezondheids- en natuurorganisaties, maar

veel minder voor organisaties in het werkgebied welzijn &

cultuur. Voor gezondheidsorganisaties bestaat ruim een

kwart van de inkomsten uit nalatenschappen en ruim tien

procent uit de opbrengst van collectes. Voor de natuur-

organisaties zijn donaties het belangrijkst, met daarnaast

bijdragen van de goededoelenloterijen.

2008 was een slecht beursjaar, wat zich ook voor de goede

doelen vertaald heeft in slechte rendementen. De negatieve

opbrengsten uit beleggingen bij welzijn & cultuur en natuur

& milieu in figuur 5 verrassen niet. Bij de internationale hulp-

organisaties en gezondheidsorganisaties is het gemiddeld

beleggingsresultaat positief, maar zeer klein.

beleggingsopbrengsten

subsidies

goededoelenloterijen

sponsoring & acties van derden

nalatenschappen

collectes

donaties, giften & contributies

overig

welzijn & cultuur

internationale hulp

natuur, milieu & dierenbelangen

gezondheid

0-10-20 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%

Figuur 5 herkoMst vaN de iNkoMsteN iN 2008

‘overig’ bevat onder andere inkomsten uit eigen loterijen en prijsvragen en de verkoop van goederen

Page 20: Goede Doelen Rapport 2009

20 goede doeleN rapport 2009

Figuur 5 geeft antwoord op de vraag ‘hoe zijn de inkomsten

van goede doelen opgebouwd naar type geldstroom?’

Die vraag kan ook worden omgedraaid: hoe worden de diverse

geldstromen die naar goede doelen vloeien, verdeeld naar

type organisatie. Figuur 6 geeft het antwoord.

Subsidies vallen voor ruim veertig procent toe aan inter-

nationale hulporganisaties en voor nog eens meer dan

dertig procent aan welzijn & cultuur. Slechts vijf procent

van de subsidiestroom komt ten goede aan de gezondheids-

organisaties. Van de bijdrage van goededoelenloterijen en

andersoortige sponsors gaat ruim de helft naar natuur-

organisaties.

De verdeling van ‘collectes’ over de aandachtsgebieden is

opmerkelijk: tweederde van het geld dat via collectes wordt

opgehaald is bestemd voor de gezondheidsorganisaties.

Gezondheidsorganisaties hebben ook een hoog ‘aandeel’

in de totale nalatenschappen. Zij delen dit met natuur- en

milieuorganisaties.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%

sponsoring

goededoelenloterijen

overig

nalatenschappen

donaties, giften en contributies

collectes

subsidies

andere acties van derden

internationale hulp

gezondheid

welzijn & cultuur

natuur, milieu & dierenbelangenFiguur 6 besteMMiNg iNkoMsteN iN 2008 Naar

aaNdachtsgebied

Page 21: Goede Doelen Rapport 2009

Betrokken bij WereldOuders

Met de rechten van het kind hoog in het vaandel streeft

WereldOuders naar een betere toekomst voor kansarme

kinderen. Wij hebben als doel het leven van kinderen in

arme landen structureel te verbeteren door ze een thuis

te geven. Met steun van projectsponsors en wereldouders

(sponsorouders) lukt dat.

Ben Vermeer

‘Ik heb twee sportscholen en wilde graag iets sportiefs

ondersteunen. In het WereldOudershuis in El Salvador had-

den ze nieuwe sportmaterialen nodig. Vanwege de directe

sponsorband werd ik bedrijfssponsor van WereldOuders.

Ik vind het belangrijk dat deze ondersteuning betrekking

heeft op mijn werk. Maar ook thuis doe ik er iets mee. Toen

we na een verbouwing een housewarmingparty hielden,

dacht ik: wij een nieuwe badkamer, dan de kinderen in

Nicaragua ook een nieuwe badkamer! In plaats van bloe-

men en cadeautjes heb ik daarom geld voor WereldOuders

gevraagd.’

Hans Kolkman en Anne Haase

Hans en Anne gingen als sponsorouders mee op reis naar

het WereldOudershuis in Nicaragua. ‘Na de oversteek naar

het eiland Ometepe werden we door een oude Amerikaanse

schoolbus opgehaald en dwars over het eiland naar het

weeshuis gebracht. Het was goed dat het donker was toen

wij daar aankwamen, want het onthaal van de kinderen was

zo ontroerend en hartverwarmend, dat de meesten van

ons er tranen van in de ogen kregen. De kinderen stonden

rondom de bus te zingen en te klappen en iedereen die uit-

stapte had gelijk een of meer kinderen om zijn hals hangen

en werd geknuffeld.’

Centraal Beheer Achmea

Marco Ganzevles was namens Centraal Beheer Achmea

bij de opening van het WereldOudershuis in Bolivia. ‘Wij

hebben de eerste bouwfase van het weeshuis in Bolivia

gesponsord. We hebben bewust een specifiek weeshuis

gekozen. Daardoor werd het doel tastbaar, was het makke-

lijk om erover te vertellen en kregen we een band met het

project. Het bedrag dat we vaststelden, werd ingezameld

door medewerkers, klanten en leveranciers. Acties varieer-

den van een tennistoernooi tot de verkoop van loempia’s.

De directie gaf ook een flinke bijdrage. En het resultaat

was ernaar!

Page 22: Goede Doelen Rapport 2009

Make Art, Not War

Save the Children staat als grootste onafhankelijke, inter-

nationale kinderrechtenorganisatie voor het verbeteren

van de leefomstandigheden en toekomstperspectieven van

kinderen en jongeren in moeilijke omstandigheden, waar

ook ter wereld.

‘De vrijwilligers van Save the Children zijn zeer onder-

nemend en betrokken’, vertelt Aphroditi Zoulfoukaridis,

coördinator Vrijwilligers en Jongerenprogramma bij Save

the Children. ‘Het gebeurt regelmatig dat de vrijwilligers

zelf met heel leuke initiatieven komen. Neem bijvoorbeeld

het project ‘Make Art, Not War’, bedacht en uitgevoerd door

vrijwilligers in Groningen.’

Sinds 2006 voert Save the Children de Rewrite the Future-

campagne. Met deze campagne wordt aandacht gevraagd

voor 37 miljoen kinderen in conflictgebieden die geen

onderwijs krijgen. Doelstellingen hierbij zijn: het veilig stel-

len van toegang tot onderwijs voor drie miljoen kinderen

en het garanderen van kwaliteit van onderwijs voor vijf

miljoen kinderen.

‘De vrijwilligers in Groningen zijn op een zeer ludieke

manier ingehaakt op deze campagne. Toen zij hoorden dat

het schoolmeubilair van een basisschool werd vernieuwd,

zorgden ze ervoor dat van één klas de oude schooltafels

en -stoeltjes apart werden gehouden. Vervolgens hebben

ze een aantal bekende Groningse kunstenaars gevraagd

een deel van het meubilair te bewerken op een manier die

past bij het thema kinderrechten. Deze tafels en stoeltjes

dienden als voorbeeld voor leerlingen van groep 7 en 8 die,

na een les over kinderrechten, ook zelf stoeltjes en tafel-

tjes mochten beschilderen. Na een tentoonstelling van dit

bewerkte meubilair in de Groningse Openbare Bibliotheek,

werden de stoelen geveild.’

De opbrengst van dit project is uiteraard ten goede

gekomen aan onderwijs voor kinderen in conflictgebieden.

Vanwege het grote succes wordt het project ‘Make Art, Not

War’ dit najaar ook georganiseerd in Den Haag, Rotterdam

en Amsterdam. Bekende kunstenaars als Henk Schiffmacher,

Ans Markus en Sieb Posthuma hebben zich hier al aan

verbonden.

Page 23: Goede Doelen Rapport 2009
Page 24: Goede Doelen Rapport 2009

24 goede doeleN rapport 2009

3 Doelbesteding

Net als bij de totale inkomsten geldt ook bij de totale doel-

besteding dat de situatie in een jaar mede bepaald wordt

door groei van het aantal VFI-leden en wisselingen in de

samenstelling van de deelsectoren. Het totale bedrag dat in

2008 door de VFI-leden aan hun doelen werd besteed, komt

uit op 1,886 miljard euro. Dat is 100 miljoen meer dan in

2007 (+5,6 procent). De groei komt voor de helft voort uit

een gemiddeld hoger besteed bedrag per organisatie en voor

de andere helft uit de groei van het ledenbestand van VFI.

Goede doelen ontplooien een veelheid aan activiteiten,

waarvan (directe) hulp aan groepen en individuen (in geld

uitgedrukt) de belangrijkste is. Tweederde van de totale

doelbesteding wordt hieraan besteed. Figuur 8 laat zien hoe

verschillend de aandachtsgebieden zijn. De internationale

hulporganisaties spenderen bijna negentig procent van hun

budget aan directe hulp, welzijn & cultuur meer dan tachtig

procent.

Voor gezondheidsorganisaties is het faciliteren van weten-

schappelijk onderzoek de belangrijkste bestedingscategorie

(41 procent), gevolgd door hulp en voorlichting. Natuurorga-

nisaties doen niet aan directe hulp aan mensen. Zij investe-

ren tachtig procent van het budget in de leefomgeving.

Van het totale, door de organisaties, bestede bedrag wordt

ruim de helft (54 procent) aan goede doelen in Nederland

gespendeerd. De welzijn- & cultuurorganisaties zijn nage-

noeg volledig in Nederland actief. De natuur- en gezond-

heidsorganisaties voor tachtig procent. Door de internatio-

nale hulporganisaties wordt juist 85 procent over de grens

besteed.

welzijn & cultuur

internationale hulp

gezondheid

natuur, milieu & dierenbelangen

818

468

221

208

810

512

230

234

871

460

323

232

Figuur 7 doelbestediNg vFi-ledeN 2006, 2007 eN 2008 Naar

aaNdachtsgebied (iN MiljoeNeN euro’s)

2006

2007

2008

2006

2007

2008

2006

2007

2008

2006

2007

2008

Page 25: Goede Doelen Rapport 2009

25goede doeleN rapport 2009

Figuur 8 doelbestediNg Naar activiteit (iN proceNteN)

internationale hulp

welzijn & cultuur

welzijn & cultuur

natuur, milieu & dierenbelangen

gezondheid

gezondheid

natuur, milieu & dierenbelangen

internationale hulp

hulp aan groepen en individuen

bevorderen kennisontwikkeling

voorlichting

belangenbehartiging/lobby

cultureel erfgoed en culturele ontwikkeling

verbeteren en beschermen leefomgeving

Figuur 9 doelbestediNg 2008 Naar regio (iN proceNteN)in nederland

in buitenland

niet aan landen toe te delen

totaal

679

932 10

89

34 4

84

53

2 6

26

41

30

3

80

12

94

5

81

811

145

81

15 15

70

44

1

Page 26: Goede Doelen Rapport 2009

26 goede doeleN rapport 2009

Figuur 10 doelbestediNg iNterNatioNale hulp Naar regio

(iN proceNteN)

Afrika en Azië zijn de belangrijkste doelregio’s voor de inter-

nationale hulporganisaties (zie figuur 10): samen staan deze

continenten voor 56 procent van de internationale doelbe-

steding. Daarnaast zijn Zuid- en Midden-Amerika belangrijke

aandachtsgebieden. In totaal vindt vijftien procent van de

doelbesteding door de internationale hulporganisaties in

Nederland plaats (activiteiten als voorlichting en lobby)

en nog eens vijftien procent is niet direct aanwijsbaar aan

gebieden. Dat wordt deels besteed aan acties op de inter-

nationale wateren.

15

2

4

6

37

19

2

15

Nederland

overig Europa

Midden-Amerika

Zuid-Amerika

Afrika

Azië & Oceanië

Midden-Oosten

overig/niet aan landen toe te delen

Page 27: Goede Doelen Rapport 2009

Bingo’s en boottochten, of chatten en naar de kroeg?

De Zonnebloem levert een positieve bijdrage aan het leven

van mensen met een fysieke beperking door ziekte, handicap

of gevorderde leeftijd. Met huisbezoek, activiteiten en

vakanties geven we kleur aan hun leven en helpen onze

veertigduizend vrijwilligers gevoelens van eenzaamheid te

verminderen.

Een van die vrijwilligers is Dave Ensberg (24) uit Den Haag.

Hij maakte kennis met de Zonnebloem door de bezoekjes die

zijn gehandicapte moeder kreeg. Die vond hij zo inspirerend,

dat hij besloot om zelf ook vrijwilliger te worden. Het is

belangrijk, vindt hij, dat je past bij degene die je bezoekt.

‘Jongeren hebben andere behoeften dan ouderen. Ik help

mijn gast bijvoorbeeld met het online kopen van boeken en

cd’s en met chatten. Of we gaan winkelen of naar de kroeg.

Maatwerk dus.’

Om in al die verschillende behoeften te voorzien, zijn nieuwe

groepen vrijwilligers nodig. Want zoals Dave opmerkt:

‘Vooral jongeren en mensen van niet-Nederlandse afkomst

zijn moeilijk te bereiken met klassieke activiteiten als bingo’s

en boottochten.’ Jongeren en migranten zijn dan ook heel

welkom als vrijwilliger. Volgens Dave moeten we die groepen

aanspreken: ‘Als we ons op traditionele doelgroepen blijven

richten, hebben we straks geen “markt” meer in grote ste-

den. Eeuwig zonde, want de behoefte is groot.’

Page 28: Goede Doelen Rapport 2009

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200%

welzijn & cultuur

natuur, milieu & dierenbelangen

gezondheid

internationale hulp

gemiddelde reserve 30,5 mln

gemiddelde reserve 41,9 mln

gemiddelde reserve 12,5 mln

9,5 mln

28 goede doeleN rapport 2009

inkomsten (zie figuur 11) geeft een indicatie van de omvang

van de reserve ten opzichte van de omvang van de organisa-

tie. Die verhouding is met 187 procent het grootst voor de

welzijn- en cultuurorganisaties en het laagst voor de inter-

nationale hulporganisaties.

Reserves4Een totale doelbesteding van 1,886 miljard en totale inkom-

sten van 2,044 miljard zou kunnen betekenen dat in 2008

92 procent van het totale inkomstenbedrag direct aan het

goede doel werd besteed. De informatieve waarde van deze

ratio is echter beperkt. Immers, goede doelen steunen ook

meerjarige projecten, en smeren zodoende hun doelbesteding

uit over de tijd. Er is dus geen één-op-één-relatie tussen geld

dat in een jaar ontvangen wordt en het geld dat in hetzelfde

jaar aan het doel wordt besteed. Goede doelen houden re-

serves aan om meerjarige projecten te kunnen financieren.

Daarnaast zijn er reserves met het oog op slechte tijden, of

om snel noodhulp te kunnen verlenen bij calamiteiten.

De gemiddelde reserve van de goede doelen in het onderzoek

bedraagt 19 miljoen euro, maar ook dit bedrag zegt op zich-

zelf niet zoveel. De verhouding tussen reserves en jaarlijkse

Figuur 11 ratio reserves/iNkoMsteN Naar aaNdachtsgebied

NB Goede doelen die het CBF-keurmerk dragen, moeten voldoen

aan de Richtlijn Reserves Goede Doelen. Deze richtlijn is in 2001

opgesteld op initiatief van VFI. De richtlijn bepaalt dat geen reser-

ves worden gevormd zonder vooraf bepaalde bestemming en dat

reservering van middelen alleen wenselijk is voor de continuïteit van

steun aan de doelstelling. De verschillen in omvang van de reserves

hangen samen met de doelstelling en de werkwijze van de instellin-

gen. Het duurzaam onderhoud van grote natuurterreinen is bijvoor-

beeld anders dan het eenmalig ondersteunen van kleine projecten.

Page 29: Goede Doelen Rapport 2009

internationale hulp gezondheid

welzijn & cultuur natuur, milieu & dierenbelangen

29goede doeleN rapport 2009

Figuur 12 saMeNstelliNg reserves Naar aaNdachtsgebied

Figuur 12 geeft de verdeling van de soort reserves per

aandachtsgebied weer. De reserve met inkomensfunctie is

bedoeld voor de realisatie van de doelstelling op lange ter-

mijn. Bij natuurorganisaties die natuurterreinen in beheer

hebben is dit de grootste reserve. De continuïteitsreserve

is bedoeld voor dekking van risico’s op de korte en de lange

termijn. Het bestemmingsfonds/de bestemmingsreserve

komt voort uit schenkingen van derden met een aangegeven

bestemming of wordt gehouden voor een door de organisa-

tie bepaald toekomstig doel, bijvoorbeeld wetenschappelijk

onderzoek. De reservering activa bedrijfsvoering is bedoeld

voor financiering van activa in het kader van de bedrijfs-

voering, bijvoorbeeld een bedrijfsruimte of een opslagruimte

voor hulpgoederen.

reserve met inkomstenfunctie

bestemmingsfonds/bestemmingsreserve

continuïteitsreserve

reserve activa bedrijfsvoering/doelstelling

Page 30: Goede Doelen Rapport 2009

Figuur 13 saMeNstelliNg beleggiNgeN Naar aaNdachtsgebied

30 goede doeleN rapport 2009

Beleggingen

Voor het beheer van de financiële reserves gelden eisen voor

wat betreft verantwoording en transparantie. In de Richtlijn

Reserves is als voorwaarde opgenomen dat de waarde van

de hoofdsom (het gereserveerde bedrag) over een door de

instelling aangegeven termijn gegarandeerd moet zijn. Het

beleggingsbeleid van een goed doel dient transparant te zijn

naar doel, tijdshorizon, risicoprofiel, samenstelling van de

portefeuille, de wijze van beheer en de wijze waarop controle

en toezicht op de naleving van het beleggingsstatuut plaats-

vindt. Het CBF ziet toe op de naleving van de richtlijn.

Het merendeel van de reserves staat in 2008 op spaar-

rekeningen en deposito’s of is belegd in obligaties (zie figuur

12). De organisaties met de hoogste reserve/inkomens-

ratio’s (zie figuur 11) - dit zijn ook de goede doelen met de

langste beleggingshorizon - bevinden zich in de aandachts-

gebieden welzijn & cultuur en natuur & milieu. Zij hebben een

groter deel van de reserve in aandelen belegd, ook al blijft

de totale hoeveelheid beperkt. Dit zijn ook de goede doelen

met het meest negatieve beleggingsresultaat in 2008. Dit is

inherent aan hun lange termijn beleggingsbeleid.

liquiditeiten (spaarrekeningen en deposito’s)

obligaties

aandelen

onroerend goed

overig

internationale hulp natuur, milieu & dierenbelangen

gezondheid welzijn & cultuur

Page 31: Goede Doelen Rapport 2009

CultuurFonds op Naam

Het Prins Bernhard Cultuurfonds stimuleert cultuur en

natuurbehoud in Nederland – op grote en op kleine schaal.

Bijzondere initiatieven, bevlogenheid en talent moedigen

wij aan met financiële bijdragen, opdrachten, prijzen en

beurzen. Door fondsenwerving en inkomsten uit loterijen

kunnen wij jaarlijks ruim 3500 projecten en personen

ondersteunen.

Een van de mogelijkheden om een cultureel doel te

steunen, is met een CultuurFonds op Naam. Deze vorm van

doneren was er sinds eind jaren tachtig al voor particulie-

ren en is er nu ook voor bedrijven. ‘Een bedrijf dat een cul-

tureel doel steunt, levert een maatschappelijke bijdrage’,

vertelt fondsenwerver Menno Tummers.

‘Dit heeft natuurlijk ook aardige gevolgen voor het bedrijf

zelf. Het levert goede publiciteit op en versterkt het imago.

De medewerkers voelen zich meer betrokken, relaties

waarderen het en het kan de identiteit van het bedrijf of de

binding met de regio versterken. Internationaal opere-

rende bedrijven stralen iets echt Nederlands uit als ze zich

met de cultuur van eigen bodem verbinden. Het is dus goed

voor het bedrijf én voor de cultuur.’ Grote concerns doen

dit al langer, bijvoorbeeld als sponsor van het Concertge-

bouw of het Rijksmuseum. Maar, zegt Tummers: ‘Er zijn ook

veel kleine en middelgrote bedrijven die graag iets zouden

doen, maar niet weten hoe. Een CultuurFonds op Naam – de

naam van het bedrijf of merk – is dan de oplossing.’

Het aantrekkelijke van dit concept is dat bedrijven hun

naam kunnen verbinden aan een cultureel doel dat bij hen

past. Zo heeft kantoorinrichter Ahrend, die bekendstaat

om zijn tijdloze ontwerpen, ter ere van zijn honderdjarig

bestaan een fonds ingesteld voor design en vormgeving.

Hierdoor komt het bedrijf meer dan ooit in contact met

talentvolle ontwerpers. Een bedrijf dat een CultuurFonds

op Naam instelt, geeft dus niet alleen een cultureel doel,

maar ook zichzelf een mooi cadeau.

foto

: Em

ilio

Briz

zi

Page 32: Goede Doelen Rapport 2009
Page 33: Goede Doelen Rapport 2009

Aan tafel bij de Tweede Kamer

Het Revalidatiefonds helpt mensen met een lichamelijke

handicap of chronische ziekte zo zelfstandig mogelijk te le-

ven. Wij maken ons hard voor een Nederland zonder drem-

pels, dus voor een samenleving die geschikt is voor mensen

met een lichamelijke handicap of chronische ziekte. Dat

doen wij door projecten en onderzoek te financieren en

op te zetten op alle levensterreinen. Voor extra aanpas-

singen en voorzieningen is niet alleen veel geld nodig, maar

vaak ook de politieke wil om de positie van deze mensen te

verbeteren.

Op ons initiatief wordt jaarlijks een ‘Ambassadeur Onbe-

perkt NL’ gekozen, die zich een jaar lang inzet om aandacht

te vragen voor een samenleving waarin iedereen kan

meedoen, bijvoorbeeld door mensen uit de politiek of de

sociaal-maatschappelijke hoek te benaderen.

Monique Wijnen, de vorige Ambassadeur Onbeperkt NL,

kreeg begin 2009 van Tweede Kamervoorzitter Gerdi Ver-

beet een uitnodiging om in de Kamer te komen praten over

de positie van mensen met een handicap. Het werd een

voor beide partijen inspirerend bezoek. Monique vertelde

na afloop dat ze veel bereidwilligheid voelde bij de Kamer-

leden. En dat gevoel was terecht: naar aanleiding van haar

bezoek konden wij een gemeenschappelijk ontbijt in de

Tweede Kamer organiseren. Tijdens het ontbijt spraken

Kamerleden met jonggehandicapten. Een belangrijk onder-

werp van gesprek was arbeidsparticipatie van jongeren

met een handicap en de rol die de overheid daarin speelt.

Page 34: Goede Doelen Rapport 2009
Page 35: Goede Doelen Rapport 2009

Vertrouwen schenken

SOS-Kinderdorpen zorgt ervoor dat weeskinderen en

verlaten kinderen over de hele wereld kunnen opgroeien

in een liefdevol gezin. Ruim 75.000 kinderen wonen in

500 SOS-kinderdorpen, verspreid over 132 landen. Hier

groeien zij op met broertjes en zusjes bij hun ‘eigen’

SOS-moeder. Ook helpen wij kwetsbare gezinnen om een

stabiele en kansrijke leefsituatie voor hun kinderen te

scheppen. Een goed doel om aan te schenken, vinden veel

donateurs. En met hun geld schenken zij ons ook hun

vertrouwen. Daarom willen we graag toetsbaar maken dat

het geld goed wordt besteed.

Jaarplannen en jaarverslagen

Alle regionale en nationale SOS-organisaties maken jaar-

plannen en jaarverslagen. Hierdoor kunnen wij de effecten

meten van de programma’s die wij financieren. Hoeveel

jongeren stromen er bijvoorbeeld door naar een jeugdhuis

en hoeveel kinderen gaan er naar de middelbare school?

Zulke resultaten zijn terug te vinden in de jaarverslagen.

Er is ook in te lezen hoeveel kinderen en volwassenen

gebruikmaken van onze voorzieningen, zoals kinderdorpen,

scholen en beroepsopleidingen. Dat kunnen mensen zijn

van binnen én buiten de kinderdorpen. Alle jaarverslagen

worden gecontroleerd door lokale accountants en door ons

internationale kantoor.

Tracking Footprints

Omdat we ook willen weten wat onze invloed op lange ter-

mijn is, houdt onze internationale organisatie sinds 2002

een doorlopend wereldwijd onderzoek: Tracking Footprints.

Ieder jaar worden er in nieuwe landen vergelijkbare

studies uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste

mensen die als kind opgroeiden in een SOS-kinderdorp,

tevreden zijn met hun bestaan, getrouwd zijn en met posi-

tieve gevoelens terugkijken op hun jeugd. Het merendeel

heeft veelvuldig en goed contact met hun SOS-broers en

-zussen en hun SOS-moeder. Veel voormalige SOS-kinderen

hebben inmiddels een baan en voorzien in hun eigen dage-

lijkse onderhoud en dat van hun gezin.

Page 36: Goede Doelen Rapport 2009

SAN Accent voor Fonds Slachtofferhulp

Het verleden kan slachtoffers nog lang achtervolgen. Met

deze slogan richtte Fonds Slachtofferhulp zich tot het

Nederlandse publiek. Ons doel is de situatie te verbeteren

van slachtoffers, nabestaanden en getuigen van misdrijven,

verkeersongelukken en rampen. Deze campagne helpt

daarbij: ze maakt op indringende wijze duidelijk dat een

slachtoffer de herinneringen aan een misdrijf, ongeval

of ramp nog lang met zich mee kan dragen – ook al is dat

aan de buitenkant niet altijd te zien. Hiermee willen we

Nederland bewust maken van de noodzaak van goede hulp

aan slachtoffers, maar ook begrip kweken in de omgeving

van slachtoffers.

Belangrijke erkenning

Ook bij de Stichting Adverteerdersjury Nederland (SAN)

viel deze multimediale campagne op: zij bekroonde de

campagne met een SAN Accent in de categorie Non-profit/

overheid. Het SAN Accent is de enige communicatievakprijs

van adverteerders voor adverteerders. In totaal zijn er

tien categorieën en waren er 131 genomineerden. Wij zien

de prijs als een belangrijke erkenning van onze boodschap.

Sponsoren maken de campagne mogelijk

Een landelijke publiciteitscampagne kost veel geld.

Gelukkig hebben we een sterk netwerk van sponsoren,

waaronder reclamebureau Publicis. De media verleenden

belangeloos of tegen een gereduceerd tarief medewerking.

Dankzij deze sponsoren konden wij voor een verantwoord

budget campagne voeren. En zoals te zien is: met resultaat.

Page 37: Goede Doelen Rapport 2009

37goede doeleN rapport 2009

Goede doelen als werkgever 5In 2008 telde de VFI-achterban ongeveer 10.000 betaalde

voltijdbanen, waarvan de helft in het aandachtsgebied welzijn

& cultuur: het Leger des Heils is, met circa 3650 voltijd-

banen, de grootste werkgever in de goededoelensector.

Zeventig procent van de werknemers in de sector is vrouw.

Naast betaalde medewerkers zijn er enige honderdduizen-

den vrijwilligers en collectanten actief. In alle aandachts-

gebieden is het grootste deel van de werknemers actief in

doelbesteding (zie figuur 15).

Figuur 14 werkNeMers bij de goede doeleN Naar aaNdachts-

gebied, circa 10.000 voltijdbaNeN (iN proceNteN)

Figuur 15 werkNeMers bij de goede doeleN Naar activiteit

welzijn & cultuur

internationale hulp

gezondheid

natuur, milieu & dierenbelangen

9080706050403020100 100%

uitvoering/doelbesteding

ondersteuning/beheer en administratie

fondsenwerving

2412

50

50

internationale hulp

gezondheid

welzijn & cultuur

natuur, milieu & dierenbelangen

Page 38: Goede Doelen Rapport 2009

60.000 > EURO

> EURO

50.00040.00030.00020.00010.0000

120.000100.00080.00060.00040.00020.0000

38 goede doeleN rapport 2009

De gemiddelde arbeidskosten per arbeidsplaats in de goede-

doelensector bedragen 53.700 euro per fte, 3,2 procent

meer dan in 2007 (zie figuur 16). Onder arbeidskosten wordt

verstaan: het brutosalaris (inclusief vakantiegeld en eindejaars-

uitkering), sociale en pensioenpremies, bijzondere beloningen

en overige personeelskosten. De gemiddelde beloning is het

hoogst bij de gezondheidsorganisaties en het laagst bij de

welzijn- en cultuurorganisaties.

De bij VFI aangesloten instellingen volgen een in 2005

vastgestelde beloningsregeling voor directeuren. Hierbij

geldt een maximum dat is afgeleid van het maximum dat

geldt voor rijksambtenaren. De gemiddelde arbeidskosten

per directeur (bestaande uit brutosalaris inclusief vakan-

tiegeld en eindejaarsuitkering, sociale en pensioenpremies,

bijzondere beloningen en overige personeelskosten) liggen,

afhankelijk van het type organisatie, tussen de 100.000 en

120.000 euro.

totaal

natuur, milieu & dierenbelangen

internationale hulp

welzijn & cultuur

Figuur 16 geMiddelde arbeidskosteN per voltijds

arbeidsplaats 2005-2008

natuur, milieu & dierenbelangen

gezondheid

internationale hulp

welzijn & cultuur

Figuur 17 geMiddelde arbeidskosteN directeur per voltijds

arbeidsplaats 2005-2008

2005200620072008

2005200620072008

2005200620072008

2005200620072008

2005200620072008

gezondheid

2005200620072008

2005200620072008

2005200620072008

2005200620072008

Page 39: Goede Doelen Rapport 2009

In 2008 zijn we met groot succes een actie gestart om

tijdens de reis knuffels in te zetten bij het beschermen van

de kostbare lading. Met de oproep ‘Maak een (ziek) kind in

Indonesië blij met jouw oude knuffel!’ vragen we Neder-

landse kinderen om knuffels waar ze niet meer mee spelen,

een leuke oude dag te bezorgen. ‘Tijdens de spannende reis

op de boot krijgen ze gezelschap van vele andere knuffels

en werken ze samen om allerlei kwetsbare medische appa-

raten te beschermen. Eenmaal aangekomen in Indonesië,

helpen wij ze nieuwe vrienden te maken, die goed voor ze

zullen zorgen.’

Honderden knuffels krijgen we inmiddels aangeboden.

Deze ‘knuffelbeschermingsbrigade’ zorgt niet alleen voor

een veilige overtocht, maar maakt bij aankomst ook kinde-

ren blij. Voor veel arme kinderen die betrokken zijn bij onze

projecten in Indonesië, is een knuffel van de knuffelbe-

schermingsbrigade het eerste eigen speeltje.

De knuffelbeschermingsbrigade

Stichting Nederland-Batam zet zich in voor medische en

sociale zorg in Indonesië. Ieder jaar verzenden wij onge-

veer tien containers met medische apparatuur en hulpmid-

delen naar Indonesië. Dialyseapparatuur, operatielampen,

rolstoelen, bedden en nog veel meer materialen – Neder-

landse ziekenhuizen stellen deze zeer goede en bruikbare

middelen beschikbaar. De dialysemachines, bijvoorbeeld,

kunnen in onze Indonesische nierdialysekliniek nog ten

minste tien jaar worden gebruikt.

Maar hoe komt deze kwetsbare apparatuur ongeschonden

aan? Daar hebben we de ideale oplossing voor: knuffels!

Page 40: Goede Doelen Rapport 2009

Schilder Paul Klee als inspiratie

Een van de doelstellingen van het Reumafonds is voorlich-

ting geven over reuma. Voor kinderen uit groep 6-8 heeft

het fonds een speciaal spreekbeurtpakket. Anouck (11)

uit Amsterdam maakte daar gebruik van en knoopte er

meteen een schilderworkshop aan vast. Speurend naar

informatie over reuma, ontdekte Anouck dat de expres-

sionistische schilder Paul Klee ook reuma had. Ondanks zijn

ziekte bleef hij schilderen. Hij gebruikte een dikkere kwast

en ontwikkelde een andere stijl. Dat bracht Anouck op een

idee: we gaan schilderen.

Eerst vertelde Anouck haar klasgenoten over de verschil-

lende reumatische aandoeningen. Ze liet hulpmiddelen zien

en legde uit welke behandelingen er zijn. ‘Soms lukt het

om met medicijnen de ziekte tegen te gaan,’ weet ze, ‘maar

heel vaak ook niet.’ Voor haar spreekbeurt had Anouck ook

een vriendin van haar ouders uitgenodigd die zelf reuma

heeft. Nadat de kinderen alles hadden gevraagd wat ze

wilden weten, was het tijd voor actie: schilderen. Na een

uitleg over het werk van schilder Paul Klee en abstracte

kunst pakten de kinderen een dikke kwast en gingen aan

de slag. Ten slotte organiseerde Anouck een expositie; ze

stuurde alle ouders een briefje met de vraag of ze wilden

komen kijken. De ouders konden de kunst kopen voor een

zelf te bepalen bedrag. En de opbrengst? Die ging naar het

Reumafonds.

Page 41: Goede Doelen Rapport 2009
Page 42: Goede Doelen Rapport 2009

Breng kinderen naar bedrijven

Stichting Kinderpostzegels Nederland is een kinderhulpor-

ganisatie met als motto: voor kinderen, door kinderen. De

jaarlijkse kinderpostzegelactie is hiervan het sprekende

voorbeeld: kinderen verkopen postzegels en helpen daarmee

andere kinderen. Met het ingezamelde geld steunen we

honderden projecten in binnen- en buitenland waarin veilig-

heid en ontwikkeling van kinderen in een achterstandspositie

centraal staan.

Vergeleken met vroeger staan kinderen veel vaker voor een

dichte deur als zij overdag langskomen om kinderpostzegels

te verkopen. Dat komt doordat in veel moderne huishou-

dens beide partners werken. Daarom doen we dit jaar iets

nieuws: we brengen de kinderen naar de bedrijven! Bij deze

actie gaan schoolkinderen naar bedrijven, instellingen en

organisaties door het hele land, om er tijdens de lunch in de

kantine kinderpostzegels en kaarten te verkopen.

We bedachten ‘Breng kinderen naar de bedrijven’ in

samenwerking met CMS Derks Star Busmann. De actie

biedt niet alleen voordelen voor kinderen, maar ook voor

de deelnemende bedrijven, zo’n veertig op dit moment, die

hun maatschappelijke betrokkenheid kunnen laten zien.

De bedrijven halen de kinderen van school, organiseren de

verkoopmogelijkheid in de kantine en brengen de kinderen

weer terug naar school. Tot de deelnemers behoren onder

meer Achmea Tilburg, CMS Derks Star Busmann, Ericsson,

Fiat, Fortis, NS, Staal Bankiers Den Haag, TNT Post, Unilever

en Zwitserleven.

Page 43: Goede Doelen Rapport 2009

43goede doeleN rapport 2009

Verwachtingen 6De verwachtingen voor wat betreft inkomsten en doelbeste-

ding in 2009 zijn wisselend (zie figuur 18). De organisaties

gaan uit van een toenemend beroep vanuit de samenleving

op steun en middelen, iets wat inherent is aan de huidige

recessie. Dertig procent van de organisaties gaat daarom uit

van een hogere doelbesteding. Vijftien procent daarentegen

gaat uit van een afnemend bedrag aan doelbesteding.

Dat laatste hangt samen met sombere prognoses aangaande

de inkomsten. Meer dan een kwart van de organisaties ver-

wacht dat die zullen dalen. Daar staat tegenover dat twintig

procent uitgaat van een toenemende inkomstenstroom.

Bij dalende inkomsten en een hogere doelbesteding worden

de reserves aangesproken: negen van de tien organisaties

gaan er van uit dat de reserves per einde 2009 lager zullen

zijn dan per einde 2008. De organisaties blijven wel ambitieus,

per saldo gaat men uit van een kleine toename van de werk-

gelegenheid.

Figuur 18 verwachtiNgeN voor 2009 (iN proceNteN)

baten

personele omvang

doelbesteding

reserves

beroep uit de samenleving

sterke afname

lichte afname

stabiel

lichte groei

sterke groei

67

23

9 1

53

19

12 610

50

7055

10

41

11

1513

13

210

16

9

21

Page 44: Goede Doelen Rapport 2009

Vliegen voor leven

MAF (Mission Aviation Fellowship) Nederland vliegt voor

leven, met honderddertig vliegtuigen in ruim dertig van de

armste landen. Voor veel landen is MAF de enige stabiele

vorm van transport naar, en communicatie met afgelegen

gebieden. Meer dan negenhonderd (noodhulp)organisaties

zijn afhankelijk van onze diensten.

Orkaan Sidr

Eind 2007 kostte orkaan Sidr in Bangladesh aan bijna vier-

duizend mensen het leven en zorgde hij voor grote materi-

ele schade. Met ons watervliegtuig konden we veel mensen

bereiken voor noodhulp. Daarna vloog MAF voor Habitat for

Humanity vanuit de hoofdstad Dhaka bouwmaterialen en

medewerkers naar het zuiden. De vraag naar luchtvervoer

bleek zo groot dat we een wekelijkse lijndienst moesten

openen om in de behoefte te kunnen voorzien. Habitat for

Humanity bouwde 480 traditionele huizen en toiletten

voor de plaatselijke bevolking. In januari 2009 hadden alle

bewoners hun intrek in hun nieuwe huis genomen.

Medische safari

Sinds 2008 verzorgt MAF medische safari’s op Madagas-

kar. We stationeren medische teams voor periodes van

twee dagen tot wel twee weken in afgelegen gebieden, waar

medische hulp zeer beperkt is. Medische zorg is daar hard

nodig vanwege veelvoorkomende ziekten als tuberculose,

lepra, bilharzia, tandbederf en malaria. MAF zorgt voor het

transport, de organisatie en de logistiek. Medische teams

vliegen met ons langs dorpen waar onbemande bushzie-

kenhuisjes zijn ingericht. Het bericht dat de artsen komen,

is hen doorgaans al vooruitgesneld, zodat ook mensen uit

de verst afgelegen dorpjes naar het bushziekenhuis zijn

gekomen; voor het merendeel van hen is dat wel een paar

uur lopen. Na behandeling van de zieken vertrekt het team

met MAF naar het volgende ‘ziekenhuis’.

Page 45: Goede Doelen Rapport 2009
Page 46: Goede Doelen Rapport 2009

Het vertellen van een positief verhaal

Greenpeace is een internationale milieuorganisatie met

vertegenwoordigingen in veertig landen. Overal ter wereld

laten we milieuproblemen zien en zoeken we naar oplos-

singen. We doen onderzoek, overleggen met bedrijven en

overheden, en voeren actie. Onze acties zijn vaak spectacu-

lair en altijd geweldloos.

Greenpeace neemt geen giften aan van het bedrijfsleven

of subsidies van de overheid, daarom is de financiële

steun van donateurs erg belangrijk voor ons. Een van de

manieren om donateurs te werven, is met eigen teams van

straatwervers.

‘Lagere wervingskosten en donateurs die Greenpeace lan-

ger steunen.’ Krachtig vat Sandra Janssen samen waarom

we dit jaar ons eigen team van straatwervers startten. En

met succes: ‘Elke werver – van 22 tot 65 plus – die voor ons

werkt, staat er echt voor Greenpeace. Allemaal doorlopen

ze een intensieve, meerdaagse training, toegespitst op

Greenpeace en op gesprekstechnieken. Elke week ontvan-

gen ze onze nieuwsberichten en maandelijks komen we bij

elkaar en bespreken we knelpunten. Ook denkt iedereen

actief mee over locaties. Zoals de Arnhemse Mode Biënnale

tijdens de Dag van de Eco-kleding. Daar zou ikzelf nooit

op zijn gekomen. Dat is de betrokkenheid die bij werving-

bureaus vaak veel minder is, maar in deze economisch

moeilijke tijden essentieel is. Wat ook meetelt, is dat we

niet per werving, maar gewoon per uur betalen. Dat haalt

de agressiviteit eruit en zorgt voor een vriendelijk en

deskundig gesprek. Het gaat niet meer om het bereiken

van doelen, maar om het vertellen van een positief en

professioneel verhaal. Zelfs als mensen uiteindelijk toch

geen donateur worden, is hun mening over Greenpeace

positiever geworden. Daar ben ik van overtuigd.’

Page 47: Goede Doelen Rapport 2009

colofon

onderzoeksgegevensSEO Economisch Onderzoek, AmsterdamOnderzoek Kentallen Goede Doelen www.seo.nl

eindredactieCécile Cense, VFI

tekstredactiede Taalwerkplaats, Leiden

vormgevingzonder boter, Hoofddorp

drukwerkDrukkerij Brummelkamp, Hoofddorp

© 2009, VFI brancheorganisatie van goede doelen,Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk wordt vermeld.

Page 48: Goede Doelen Rapport 2009

samen voor kwaliteit van samenleven