Godsdiensten in Rome - romereis2017.files.wordpress.com · Ook gingen deze goden langzamerhand...
Transcript of Godsdiensten in Rome - romereis2017.files.wordpress.com · Ook gingen deze goden langzamerhand...
Godsdiensten in Rome Door Sharifah Mohamed Hoesein
21 april 2017
Stel je voor: je bent in Rome in de jaren van het Romeinse Rijk. Er is een grote variatie van mensen, en
dus was er in het Romeinse Rijk een grote variatie van godsdiensten. Gaat het wel goed, als je zoveel
verschillende mensen constant bij elkaar hebt in zo’n drukke stad als Rome? Bekijk hier de houding van
de Romeinen naar het mithraïsme, het christendom, en de Isiscultus.
Waar denk je aan als je de oude Grieken en Romeinen hoort? Waarschijnlijk beeldkunst, oorlog, maar
natuurlijk ook de goden uit de oudheid. Om dit hele verhaal goed te begrijpen, beginnen we bij de
godsdienst van de Romeinen zelf. Een paar van de belangrijkste Romeinse goden waren:
-Jupiter, oppergod, hemelgod en vader van de godenfamilie
-Juno, de godin van het huwelijk en echtgenote van Jupiter
-Minerva, de godin van de vindingrijkheid en wijsheid
-Mars, de god van de oorlog.
Deze goden waren staatsgoden omdat ze de Romeinse staat beschermden. In het begin werden de
Romeinse goden gezien als krachten die niet afgebeeld konden worden, maar vanaf de vijfde eeuw v.
Chr. waren de Romeinen onder Griekse invloed en daardoor werden hun belangrijkste goden
antropomorf. Ook gingen deze goden langzamerhand steeds meer op soortgelijke Griekse goden
lijken, omdat de Grieken veel verder ontwikkeld waren met hun cultuur. De goden hielden hun
Romeinse naam, maar qua mythen en uiterlijk werd er veel van de Grieken overgenomen.
De oude Romeinen hechtten ontzettend veel waarde aan religie en tradities en typerend voor de
Romeinse religie was dus een veelvoud aan riten met als doel om de natuurlijke en publieke orde te
behouden. Daarin wijkt deze godsdienst af van bijvoorbeeld de islam of het christendom, waar het
vooral om het individu draait.
Maar de Romeinse religie was natuurlijk niet de enige grote godsdienst in het Romeinse Rijk. Nieuwe
culten kwamen in opkomst in het Romeinse rijk: door de jaren heen kwam er steeds meer
belangstelling voor deze culten, zoals de Mithras- en Isiscultus, maar ook voor het christendom. Deze
ontwikkeling had al plaatsgevonden in de tweede eeuw na Christus en zette zich in de eeuw daarna
steeds verder voor. Zelfs de Romeinse keizers toonden in de tweede eeuw belangstelling voor nieuwe
culten. De adel raakte in de derde eeuw ook geïnteresseerd en ging optreden als priesters. Pas in de
vierde eeuw namen ook sommige Senatoren deel aan de henotheïstische culten, maar we weten niet
zeker of dit werkelijk uit interesse was.
Veel van deze nieuwe godsdiensten hebben een paar dingen met elkaar gemeen: vaak kwamen zij uit
het oosten, of zeiden ze dat ze uit het oosten kwamen. Dit gaf de culten de aantrekkelijkheid van het
onbekende en een groter aanzien, omdat de oosterse wijsheid een goeie reputatie had.
De Mithrascultus
We weten eigenlijk niet veel meer over het mithraïsme, omdat het een mysteriegodsdienst was
waardoor er een groot gebrek is aan bronnen. Het enige dat we zeker weten is dat de god Mithras
werd vereerd. Verder is bekend dat de godsdienst zich vanaf halverwege de eerste eeuw heeft
verspreid vanuit Iran door het gehele Romeinse Rijk.
Mithras was een militante god, die was geboren uit een rots en veel heldhaftige daden verrichte.
Mithras was op aarde gekomen om de wereld te redden van het kwaad, dat in de god Ahriman zat en
daar begint hij al meteen vanaf zijn geboorte mee. Hij versloeg de zon, en sloot een verbond met hem.
Hij kreeg ook de stralenkrans van de zon. Maar toen kreeg hij via de raaf, de boodschapper van de
zon, het bericht om een stier te doden. Samen met zijn trouwe helper, de hond, ging Mithras op pad.
Uiteindelijk vond hij de stier en stak hem, toen het dier een grot als beschutting gebruikte, in zijn zij.
Uit de zijde van de stier kwamen alle heilzame planten, uit zijn bloed een wijnrank, en uit zijn
wervelkolom tarwe. Ahriman kon dit niet aanzien, en stuurde een schorpioen op de stier af. Maar
Ahriman was te laat: het zaad van de stier kwam op de grond, en met hulp van de maan werden alle
nuttige dieren geboren. Al het kwaad op aarde ontstond door de sappen van de schorpioen. Mithras
en de zon hielden een feestmaaltijd, en stegen toen weer op naar de hemel.
Omdat Mithras de stier in een grot had gedood, is het begrijpelijk dat Mithras vooral in grotten werd
vereerd. Ter herinnering aan de feestmaaltijd hielden leden van de cultus er ook een. Bij de
feestmaaltijd werden hymnen gezongen, formules gepreveld en het vlees van offerdieren gegeten en
het bloed van offerdieren gedronken. Het is niet bekend hoe vaak de maaltijd plaatsvond, of op een
bepaald tijdstip, of bijvoorbeeld dagelijks of wekelijks, of alleen bij nieuwe initiaties. Er is daarnaast
ook sprake van een maaltijd tijdens de initiatie, waarbij de kandidaat brood en water kreeg. Op 25
december, de geboortedag van Mithras, werden de uitgebreidste riten gehouden. Maar alleen
ingewijden mochten hieraan deelnemen.
Om te worden ingewijd moest je door zeven stadia reinigingsrituelen. Hier moest je laten zien dat je je
emoties onder controle had. Deze beproevingen schenen steeds zwaarder te worden, en de wildste
geruchten gingen rond over wat de beproevingen waren.
Verder geloofden de aanhangers van deze cultus dat ze na de dood zouden overgaan naar de schoot
van Mithras tot de dag des oordeels, als ze deelnamen aan deze rituelen. De poorten van de hemel
zouden op de dag des oordeels door Mithras worden geopend om gelovigen te ontvangen. De rest
zou worden vernietigd bij de terugkeer van Mithras op aarde.
De Mithrascultus had de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk kunnen worden, als de godsdienst
niet alleen voor mannen was en iets toegankelijk was. Het christendom werd uiteindelijk wel de
staatsgodsdienst omdat ze sneller kon groeien: het mitraïsme was vooral voor soldaten terwijl het
christendom voor iedereen was. De Romeinen erkenden het mithraïsme als één van de twee officiële
godsdiensten tot ongeveer 300 n.Chr., toen de opkomst van de christenen in Rome het mithraïsme
afzwakte. Het bleef een belangrijke godsdienst in het West- en Oost-Romeinse Rijk.
De houding van de Romeinen naar andere godsdiensten was over het algemeen tolerant. De houding
van de aanhangers van de Mithrascultus was dat ook: veel leden behoorden tot het mithraïsme en de
Romeinse religie. De Romeinen hadden geen probleem met de Mithrascultus.
De cultus kende echter, in tegenstelling tot de Isiscultus en praktisch alle andere heidense culten,
geen openbare onderdelen. Processies, offers en dergelijke waren voor niet-ingewijden dus niet
zichtbaar. De heiligdommen ook waren niet zichtbaar vanaf de openbare weg, en ze waren niet
toegankelijk voor niet-ingewijden.
De Isiscultus
De Isiscultus is een van bekendste culten van het Romeinse Rijk. De cultus komt oorspronkelijk uit
Egypte, maar ze werd door het hele Romeinse Rijk verspreid en bleef daar een lange tijd populair.
De mythe van Isis gaat in grote lijnen zo: Isis was getrouwd met haar broer Osiris, die heerste over de
mensen en de goden. Isis gaf vooral wetten aan de mensen en hielp ze, terwijl haar broer de leiding
had over de onderwereld. Maar Osiris’ broer Seth werd jaloers en vermoordde Osiris, hakte hem in
stukjes en verspreidde die over Egypte. Anubis, de jager-god met jakhalskop, hielp Isis om de stukjes
te vinden en ze vonden uiteindelijk alles terug, behalve Osiris’ geslachtsorganen. Isis wekte Osiris weer
tot leven en maakte nieuwe voor hem. Daarmee bevrucht baarde ze hun zoon Horus. Toen Horus
volwassen werd, nam hij wraak op Seth en doodde hem uiteindelijk.
In Memphis werd de stier Apis vereerd als de incarnatie van Osiris. De koning Ptolemaios I vond dat de
dierenverering te ver was gegaan en dat de goden zelf, vergeten werden. Daarom wilde hij een
nieuwe god creëren als partner voor Isis, en dus verzon hij Sarapis, wiens naam een combinatie was
van Apis en Osiris. De verering van Isis en Sarapis werd snel in het land geaccepteerd. In de Isiscultus
die in het Romeinse rijk verspreid werd, werd met vooral Sarapis genoemd als partner van Isis, terwijl
in de beschrijvingen van de cultus steeds naar haar originele partner, Osiris, verwezen wordt. Osiris en
Sarapis waren eigenlijk dus verwisselbaar.
Tempels werden gebruikt als de centra van de Isiscultus, net als bij de traditionele Romeinse
godsdienst. In de tempel verbleef een beeld van de godin en daar vonden de belangrijkste rituelen
plaats. De tempels zagen er wel anders uit dan de Romeinse tempels. De scheiding tussen de wereld
en de cultus werd benadrukt doordat de ingang van de tempel niet direct aan de straat lag, zodat je
als niet-ingewijde niet kon zien wat er binnen gebeurde. Het hoofdgebouw van de tempel was
de cella, waar de cultusbeelden van Isis en Sarapis waren. Vóór de cella, stond het hoofdaltaar. In het
tempelcomplex waren er ook woningen voor de priesters, een soort kluizen waar mensen zich tijdelijk
konden terugtrekken voor hun initiatie, initiatieruimtes en ruimtes voor de gemeenschappelijke
cultusmaaltijden. In deze eetkamers waren afbeeldingen van de mythe van Isis. Af en toe bevonden
tempels van Isis zich ook in privé-huizen, net zoals bij de Mithrascultus. Naast de tempels hadden de
mensen ook altaren in huis waar ze Isis in privé konden vereren.
Er werden voor Isis door het hele het jaar op een aantal vaste dagen feesten gevierd. Hoewel de
rituelen van plaats tot plaats verschilden, zijn er enkele vaste elementen die overal terugkeerden. De
bedoeling van de meeste rituelen was om de mythen opnieuw te beleven. Bijvoorbeeld op 5 maart,
wanneer de Navigium Isidis (de scheepvaart van Isis) werd gevierd, wat tegelijkertijd de opening van
het vaarseizoen was. Isis was namelijk de beschermster van de zeevaart. Daarnaast vond er een
processie plaats waarin alle gelovigen, bedienden en priesters meeliepen, direct achter verklede
mensen die zelf niet ingewijd waren in de mysteriën. Het hoogtepunt van de processie was het
cultusbeeld van Isis, dat werd meegevoerd.
Isis was een reddende godin, die mensen verloste van het lot. Ook na de dood schonk zij haar
aanhangers na de dood een beter lot, als ze goed geleefd hadden dan.
Isis was verder een troostende godin, die bescherming, liefde en persoonlijk heil gaf. Ze was de godin
van de onderwereld en baas over het kwaad, en kon de mensen daar dus tegen beschermen en de
mensen, zo nodig, gerechtigheid schenken. Ze had de mensheid al heel vaak geholpen, bijvoorbeeld
door de mensen allerlei handige dingen te leren, en bleef hen hulp aanbieden. Isis hielp ook bij
dagelijkse problemen, zoals ziekte, de liefde, bevallingen, rechtszaken en het schrijven. Ze verscheen
vaak in dromen en visioenen om haar aanhangers te adviseren.
Voor al deze hulpvaardigheid moesten haar volgelingen wel iets doen. Van de aanhangers van de
Isiscultus werd verwacht dat ze hun leven in dienst stelden van Isis. De gelovige werd als soldaat van
godin beschouwd, wat betekende dat hij haar gehoorzaamheid verschuldigd was. Hij werd geacht te
leven als een soldaat, op een sobere manier dus. De aanhangers moesten puurheid uitstralen, die
onder
andere bepaalde seksuele voorschriften had. Zondenaars moesten in het openbaar biechten en
boetedoen. Mannen moesten hun hoofd scheren en vrouwen een sluier dragen, als ze deelnamen aan
de rituelen en processies voor de godin. Ook voor eten had de cultus regels voor de aanhangers. Net
als de Mithrascultus had de Isiscultus ook een inwijdingsritueel, hoewel die van deze cultus een stuk
minder extreem was dan die van het mithraïsme. Daarnaast moesten veel dingen door de gelovigen
zelf betaald worden, bijvoorbeeld de initiatie, het onderhoud van de tempel en processies.
Voor de priesters golden er nog meer regels. Er waren verschillende soorten priesters, die in de
tempel leefden en te onderscheiden waren door bepaalde aspecten: priesters droegen witte linnen
kleding, hadden kaalgeschoren hoofden en mochten bepaalde dingen niet eten. Zout, brood, bepaalde
soorten vis, olie, varken en wijn waren verboden. De priesters van de Isiscultus waren vaak mannen,
maar in de loop der tijd kwamen er ook wat vrouwelijke priesters.
De Isiscultus had aanhangers uit alle sociale klassen. Ze verspreidde zich vooral via Egyptische
handelaren en zeelui. Keizers hadden bijvoorbeeld vaak invloedrijke Egyptische slaven, die zich hadden
aangesloten bij de Isiscultus. Of de sociale status van de gelovige invloed had op zijn kansen om
priester te worden is niet duidelijk. Als zelfs slaven een hoge positie konden bereiken in de priesterlijke
hiërarchie, dan zou dit een belangrijke stimulans voor hen kunnen zijn om aanhanger te worden.
Hoewel het over het algemeen niet de allerarmsten waren, maar vooral veel middenklassers die
aanhangers werden van Isis.
De cultus drong meer dan de Mithrascultus door tot de lokale bevolking van het rijk. Er is echter niet
bekend hoeveel meer. In ieder geval was iedereen toegestaan om lid te worden. De cultus was dus
ook voor vrouwen toegankelijk en veel vrouwen sloten zich inderdaad bij de Isiscultus aan.
Net zoals bij de Mithrascultus hadden de Romeinen ook niet te veel problemen met de Isiscultus. Ze
leefden over het algemeen rustig samen, in tegenstelling tot hoe de Romeinen omgingen met onze
volgende godsdienst, het christendom.
Het christendom
De steun van de keizer was erg belangrijk voor een cultus. Mensen die zich bij de een door de keizer
gesteunde cultus aansloten hoefden niet bang te zijn dat zij hiervoor zouden worden gestraft, zoals
gebeurde met de aanhangers van onze laatste godsdienst: de christenen.
De houding van de keizers tegenover het christendom veranderde in de eerste vier eeuwen n. Chr.
Voor het grootste deel waren mensen onverschillig naar het christendom, of werd de godsdienst
genegeerd. In de tweede en derde eeuw was het aantal aanhangers van het christendom in het
Romeinse Rijk nog laag: niet eens een halve procent van de bevolking was christelijk rond 200. De
christenen vielen niet op, en werden vooral met rust gelaten. Er waren toen alleen nog lokale
christenvervolgingen, georganiseerd door de bewoners van de regio zelf.
Maar vanaf de derde eeuw begon het aantal christenen snel te groeien. Ze begonnen steeds meer op
te vallen en trokken de aandacht van de Romeinse overheid. In de tweede helft van de derde eeuw en
het begin van de vierde eeuw waren er dan ook een paar grote christenvervolgingen, georganiseerd
door de keizer.
De eerste grote vervolging vond plaats van 249 tot 251, onder leiding van keizer Decius. Decius
maakte een edict uit waardoor iedereen verplicht werd om te offeren aan de staatsgoden. Het ging
hem er dus vooral om dat iedereen de handelingen uitvoerde, en niet dat iedereen ook echt geloofde,
want daar ging het in de Romeinse religie niet om. De relatie van het volk met de goden was gericht
op het heil van de staat. Er was een verhouding van do ut des (‘ik geef opdat jij geeft’): de mensen
gaven de goden offers om de goden tevreden te stellen, en in ruil daarvoor beschermden de goden
het rijk. Werkelijk geloof was niet nodig: zolang de cultushandelingen volbracht werden bleef alles
goed gaan. Dat het Romeinse rijk al zoveel eeuwen bestond, was hier het levende bewijs van.
Het voornaamste bezwaar van de regering tegen het christendom was dat ze niet mee wilde doen met
de staatscultus en dus ook niet met de rituelen van de Romeinse godsdienst. Als ook maar enkelen
zouden weigeren om deel te nemen aan de rituelen, zouden de goden boos worden en de
staatsveiligheid in gevaar brengen: de goden zouden het Romeinse Rijk niet meer beschermen. De
christenen werden daarom gezien als een gevaar voor de Romeinse staat, en dit gaf de staat de
mogelijkheid om hen te vermoorden om niets anders dan hun geloof. Als iemand christen was,
betekende dat dat hij schadelijk was voor de staat en daarom gedood mocht worden.
De poging om iedereen aan de goden te laten offeren verliep niet efficiënt, omdat het makkelijk was
om onder het offer uit te komen, door bijvoorbeeld omkoping. Veel mensen bekeerden zich weer
terug naar hun vorige geloof, uit angst voor vervolgingen, en voerden het bevel van Decius uit. Dit
kwam zelfs onder bisschoppen vaak voor. Christenen die geofferd hadden, konden echter makkelijk
vergiffenis krijgen. Het is dus niet zo dat veel christenen het slachtoffer werden van deze eerste
vervolging.
De tweede keizerlijke vervolging was van 257 tot 260, onder keizer Valerianus. In een van zijn eerste
wetten beval hij leiders van de kerk om te offeren en verbood hij christenen samen te komen. Daarna
werden priesters en bisschoppen ter dood veroordeeld. Valerianus viel vooral het bezit van de kerk
aan: door de christenen hun kerken af te pakken, zorgde hij ervoor dat de christenen hun diensten
niet konden houden. Deze strenge wetten leidden ertoe dat wat bisschoppen, martelaren werden. De
gewone christen werd echter niet vaak getroffen door deze wet.
De laatste grote vervolging van christenen was tijdens de Tetrarchie, van 303 tot 313. Het bezit van
kerken werd de christenen weer afgenomen en christenen, vooral leiders van de kerk, werden
geëxecuteerd. Maar de christelijke beweging was te sterk om te stoppen, en daarnaast voelden veel
heidense culten er niet veel voor de christenen te vervolgen. In 313 werd de vervolging beëindigd
door het Edict van Milaan, door Constantijn. Daarin stond dat er vanaf toen vrijheid van godsdienst
gold in het Romeinse Rijk.
Kortom: de Romeinen lieten je over het algemeen geloven wat je wilde, zolang de overheid maar niet
het idee had dat je een gevaar was voor de staat.
Bronnenlijst
https://www.google.nl/search?q=overige+godsdiensten+romeinse+rijk&espv=2&source=lnms
&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwi37KuG0Y3TAhWrK8AKHdYsB3gQ_AUIBigB&biw=1366&
bih=700#imgrc=dqpa45MU9ItK1M:
https://www.google.nl/search?q=overige+godsdiensten+romeinse+rijk&espv=2&source=lnms
&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwi37KuG0Y3TAhWrK8AKHdYsB3gQ_AUIBigB&biw=1366&
bih=700#tbm=isch&q=mithrascultus&*&imgrc=UUzFoTkofWnRrM:
https://www.google.nl/search?q=overige+godsdiensten+romeinse+rijk&espv=2&source=lnms
&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwi37KuG0Y3TAhWrK8AKHdYsB3gQ_AUIBigB&biw=1366&
bih=700#tbm=isch&q=isis+romeinse+rijk&*&imgdii=Sue7UCNf3BoP8M:&imgrc=s2szhOWR7
RKJbM:
http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/godsdiensten-romeinse-rijk/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Romeinse_religie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mithras
http://www.ethesis.net/duivel/duivel_deel_3.htm
http://www.ethesis.net/duivel/duivel_deel_4.htm
https://www.tijdvakken.nl/christendom-in-het-romeinse-rijk/
http://historianet.nl/maatschappij/godsdienstgeschiedenis/christenen-voor-leeuwen-gegooid
http://www.rug.nl/education/scholierenacademie/studieondersteuning/profielwerkstuk/alfaste
unpunt/subjects/onderwerpen/godsdienst/christeneninhetromeinserijk
https://www.scholieren.com/werkstuk/9095
https://nl.wikipedia.org/wiki/Christendom
http://educatie-en-school.infonu.nl/werkstuk/97363-het-christendom-in-het-romeinse-rijk.html
http://www.ethesis.net/duivel/duivel_deel_2.htm
Boeken:
Beard, M. (2015) SPQR – Een geschiedenis van het Romeinse Rijk. Amsterdam, Nederland:
Athenaeum.
Fisser, C. Rome: leven met een verleden. Ede, Nederland: Veenman drukkers.
Fisser, C. en Jansen, T. Forum: basisboek klassieke culturele vorming. Lunteren, Nederland:
HERMAION.