GGR-K4,K5,K6 TIENSESTEENWEG STAD EN VOORSTAD/PARK ... · RUP GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige...

STAD LEUVEN GEBIEDSGERICHT RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

GGR-K4,K5,K6 TIENSESTEENWEG STAD EN VOORSTAD/PARK/GROOTSCHALIGE

KLEINHANDEL

Toelichtingsnota

Definitief

Voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad op 14 oktober 2013. Definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2014.

Incl. wijzigingen n.a.v. beslissing Deputatie Vlaams-Brabant van 21 augustus 2014. Ontwerpers: Kristine Verachtert - Wim Vandevorst

GGR-K4, K5, K6 Tiensesteenweg Ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid

Toelichtingsnota Stad Leuven Pagina 2 van 130

Leeswijzer

Het ruimtelijk uitvoeringsplan bestaat uit:

- de toelichtingsnota - de plannen: plan bestaande toestand, grafisch plan en plan recht van voorkoop - de stedenbouwkundige voorschriften - het register planbaten, planschade, kapitaal- en gebruikersschade

1. de toelichtingsnota

De toelichtingsnota is opgebouwd uit een tekstgedeelte en figurenbundel. Het tekstgedeelte bundelt alle inhoudelijke elementen en argumenten om de opties van het ruimtelijk uitvoeringsplan en de context waarbinnen het ingezet wordt, te kunnen begrijpen. De figurenbundel levert hierbij de nodige illustratie.

Na de inleiding van hoofdstuk 0 geeft hoofdstuk 1 een toelichting bij de elementen van de bestaande toestand. Dit hoofdstuk beschrijft enerzijds de bestaande feitelijke toestand, anderzijds geeft het ook een zicht op de bestaande eigendomsstructuur, verkeersstructuur, ...

Hoofdstuk 2 bespreekt het geldende juridisch kader. Hierbij wordt niet enkel een beeld geschetst van het geldende BPA maar eveneens wordt er een overzicht gegeven van de beschermde monumenten en stadsgezichten, de habitat- en vogelrichtlijngebieden en bestaande erfdienstbaarheden.

In hoofdstuk 3 wordt vervolgens de relatie met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant en het ruimtelijk structuurplan Leuven toegelicht.

Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de flankerende beleidsplannen en studies.

Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 de manier waarop de beleidslijn(en) uit hoofdstukken 3 en 4 vertaald werden naar een concreet plan toegelicht.

De milieueffectenscreening en beslissing van de dienst MER is als bijlage bij deze toelichtingsnota gevoegd en maakt bijgevolg integraal onderdeel uit van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

2. plannen

Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat volgende plannen:

- een plan bestaande toestand: geeft een weergave van de bestaande feitelijke en juridische toestand; - een grafisch plan: geeft aan voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is en vormt

een grafische ondersteuning van de stedenbouwkundige voorschriften; dit plan heeft een verordenend karakter;

- een register planbaten, planschade, kapitaal- of gebruikersschade van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid;

- in voorkomend geval een plan recht van voorkoop: hierop wordt aangeduid op welke percelen een recht van voorkoop rust cf. de stedenbouwkundige voorschriften.

3. de stedenbouwkundige voorschriften

De stedenbouwkundige voorschriften hebben een verordend karakter en zijn opgedeeld in: - voorafgaandelijke bepalingen; - algemene bepalingen: bepalingen die gelden voor het volledige plangebied;



- bijzondere bepalingen per zone: bepalingen die uitsluitend gelden voor de desbetreffende zone. Ze hebben voorrang op de algemene bepalingen.

De stedenbouwkundige voorschriften moeten gelezen worden in samenhang met het grafisch plan.

4. het register planbaten, planschade, kapitaal- en gebruikersschade

Het register planbaten, planschade, kapitaal- en gebruikersschade bestaat uit een grafisch plan en bijhorende toelichting. Deze documenten geven een overzicht van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid. Het register heeft slechts een informatieve en indicatieve betekenis. De indicatieve aanduiding van een perceel op het grafisch register betekent dus niet dat er per definitie een vergoeding of heffing van toepassing is.



Inhoud

0. INLEIDING ............................................................................................................................................... 6

0.1 Afbakening RUP – deelRUP’s ................................................................................................................. 6 0.2 Doelstelling en aard van het plan .......................................................................................................... 6

1. FEITELIJKE TOESTAND: BESPREKING VAN DE SAMENHANGENDE DEELGEBIEDEN .................................... 7

1.1 Tiensesteenweg ‘Stad en Voorstad’ ...................................................................................................... 7 1.2 Tiensesteenweg ‘Park’ ........................................................................................................................... 8 1.3 Tiensesteenweg ‘Grootschalige kleinhandel’ ........................................................................................ 8 1.4 De getuigenheuvel ................................................................................................................................. 9 1.5 Bestaande verkeersstructuur ................................................................................................................ 9 1.6 Biologische waarderingskaart .............................................................................................................. 10 1.7 Bodemonderzoeken ............................................................................................................................ 10 1.8 Watertoets: overstromings- en infiltratiegevoeligheid ....................................................................... 10 1.9 Externe veiligheid ................................................................................................................................ 11

2. JURIDISCHE TOESTAND ......................................................................................................................... 11

2.1 Gewestplan .......................................................................................................................................... 11 2.2 Bijzondere plannen van aanleg............................................................................................................ 12 2.3 Ruimtelijke uitvoeringsplannen ........................................................................................................... 12 2.4 Verkavelingen ...................................................................................................................................... 12 2.5 Beschermde monumenten, stadsgezichten en landschappen ............................................................ 12 2.6 Habitat- en vogelrichtlijn ..................................................................................................................... 13 2.7 Waterwinningsgebieden...................................................................................................................... 13 2.8 Atlas der buurtwegen .......................................................................................................................... 13 2.9 Sociaal en bescheiden objectief, wonen in eigen streek ..................................................................... 13

3. RELATIE MET DE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN (RSV, RSVB EN RSL) ............................................ 13

3.1 Wonen ................................................................................................................................................. 13 3.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het stedelijk afbakeningsproces verwijzingen naar artikel nummers! ................................................................................................................................. 13 3.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (RSVB) en addendum ............................. 14 3.1.3 Ruimtelijk Structuurplan Leuven (RSL) ........................................................................................ 14

3.2 Verkeersstructuur ................................................................................................................................ 15 3.2.1 RSV en RSVB ................................................................................................................................ 15 3.2.2 RSL ............................................................................................................................................... 15

3.3 Groenstructuur en landschapsstructuur ............................................................................................. 16 3.3.1 RSV en RSVB ................................................................................................................................ 16 3.3.2 RSL ............................................................................................................................................... 16

3.4 Economische en centrumstructuur ..................................................................................................... 17 3.4.1 RSV en RSVB ................................................................................................................................ 17 3.4.2 RSL ............................................................................................................................................... 17

3.5 Gebiedsgerichte bepalingen in het RSL ............................................................................................... 17 3.5.1 Stadsdeel oostelijk heuvellandschap (RG p. 41, § 11.1) ............................................................. 17 3.5.2 Deelruimte Korbeek-Lo (RG p. 54, § 11.4) .................................................................................. 17 3.5.3 De Hagelandse heuvels maken deel uit van een grotere geomorfologische eenheid ................ 19

4. FLANKERENDE BELEIDSPLANNEN EN STUDIES ....................................................................................... 20

4.1 Mobiliteitsplan Leuven ........................................................................................................................ 20 4.2 Erosiebestrijdingsplan Leuven ............................................................................................................. 21



4.3 Landschapsstudie: het stedelijk landschap Tiensesteenweg en omgeving ......................................... 21

5. VERANTWOORDING VAN HET PLAN ...................................................................................................... 22

5.1 Concepten............................................................................................................................................ 22 5.2 Ruimtelijke vertaling concepten .......................................................................................................... 22

5.2.1 Wonen ........................................................................................................................................ 22 5.2.2 Handel ......................................................................................................................................... 23 5.2.3 Open ruimte ................................................................................................................................ 24 5.2.4 Waardevolle panden, landschappen en archeologie .................................................................. 24 5.2.5 Mobiliteit .................................................................................................................................... 30 5.2.6 Motivatie bijkomende selecties en afwijkingen ten opzichte van het RSL ................................. 31

Bijlage: Adressen panden geselecteerd als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed, waardevol gebouw en/of waardevol architecturaal geheel ............................................................................................................ 33

RUP GGR-K4 Tiensesteenweg, stad en voorstad ......................................................................................... 33 RUP GGR-K5 Tiensesteenweg, park ............................................................................................................. 39 RUP GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige kleinhandel ........................................................................... 39

Bijlage: Inventaris beschermenswaardige gebouwen, waardevolle gebouwen en waardevolle architecturale gehelen ............................................................................................................................................................. 40



0. INLEIDING

0.1 A f b a k e ni n g RU P – d e e l R U P’ s Figuur 1: Situering van het plangebied in Leuven

Het plangebied situeert zich in het oostelijk stadsdeel van Leuven aan en rond de Tiensesteenweg. Het plangebied beslaat ongeveer 107 ha en wordt in grote lijnen begrensd door de Predikherenberg (noord), de oostelijke grens van het grondgebied Leuven, de Oude Baan (zuid) en de Tiensevest (west). Voor dit volledige gebied rond de Tiensesteenweg werden 3 RUP’s opgemaakt:

1) GGR-K4 Tiensesteenweg, stad en voorstad 2) GGR-K5 Tiensesteenweg, park 3) GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige kleinhandel

Het RUP GGR-K4 ‘stad en voorstad’ beslaat ongeveer 43,28 ha en wordt aan de westzijde en oostzijde begrensd resp. door de Tiensevest en Grensstraat. Het RUP GGR-K5 ‘park’ beslaat ongeveer 55,66 ha en wordt aan de westzijde en oostzijde begrensd resp. door de Grensstraat en Meerdaalboslaan. Het RUP GGR-K6 ‘grootschalige kleinhandel’ beslaat ongeveer 7,94 ha en wordt aan de westzijde en oostzijde begrensd resp. door de Meerdaalboslaan en de oostelijke grens van het grondgebied Leuven. Omwille van de samenhang van de 3 ruimtelijke uitvoeringsplannen werd één MER-screening en één toelichtingsnota opgesteld waarin de 3 RUP’s worden behandeld. Deze documenten worden bij ieder RUP gevoegd.

0.2 D o e l s t e l l i n g e n aa r d v a n h e t p l a n Binnen de woonkernen stelt het voorgenomen plan een bestendiging en verdere invulling van het woonweefsel met wonen en niet-woonfuncties op buurtniveau voorop. Daarnaast willen de RUP’s structuur brengen in de kleinhandelsactiviteiten aan de Tiensesteenweg. Buiten de woonkernen bezit het oostelijk stadsdeel een aantal belangrijke landschappelijke kwaliteiten en groenwaarden. Ontwikkelingen gekoppeld aan de Tiensesteenweg vormen echter een bedreiging voor deze kwaliteiten. Het doel van de 3 RUP’s is daarom ook de openruimtegebieden en het karakter van de Tiensesteenweg en omliggende wijken te vrijwaren door het vertalen van de ontwikkelingsperspectieven geformuleerd in het RSL en de landschapsstudie opgemaakt ter voorbereiding van dit RUP naar concrete stedenbouwkundige voorschriften. Het voorgenomen plan zal zich hoofdzakelijk beperken tot het vastleggen van bestemmingen en hieraan gekoppeld de bouwmogelijkheden, bouwvolumes en de inplanting/ontsluiting van gebouwen. Daarnaast wordt een onderbouwde selectie van de waardevolle panden gemaakt met hieraan gekoppeld specifieke voorschriften. Voor het uitzicht en de kwaliteit van de woningen wordt verwezen naar de algemene bouwverordening geldend voor het gehele grondgebied.



1. Feitel i jke toestand: bespreking van de samenhangende deelgebieden

Figuur 2: Plan bestaande toestand, luchtfoto Figuur 3: Plan bestaande toestand

Figuur 4: Onderdelen plangebied

Binnen het plangebied voor de Tiensesteenweg kan een onderscheid gemaakt tussen de delen stad, voorstad, park en grootschalige kleinhandel. Grenzend aan de Tiensesteenweg de delen ‘aanpalende wijken’ en ‘de getuigenheuvel’. Onder de aanpalende wijken wordt een onderscheid gemaakt tussen de stedelijke, voorstedelijke en suburbane wijken met elk een eigen identiteit, voorkomen en relatie met de steenweg.

1.1 Tiensesteenweg ‘S tad en Voorstad’

Dit deel van de steenweg bezit geen dominant waardevol patrimonium maar wel een aantal mooie en karaktervolle objecten. Van een echte stedelijke ruimte is geen sprake vanwege o.a. de korte lengte en het isolement door de vesten en de spoorweg. Ook de verblijfskwaliteit is gering door de continue verkeersstroom en de slechte oversteekbaarheid. Hoewel het traditionele winkelaanbod wat verschraald is (opduiken van nachtwinkels, isolement,…) blijft er toch een kwalitatieve basisvoorziening voorhanden (kapper, krantenwinkel,…). Daarnaast bevinden er zich in dit deel ook 4 grote kleinhandelszaken.

De aanpalende woonwijken binnen dit segment van de steenweg wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk kleine huisjes (met uitzondering van de A. Delaunoislaan) met smalle straatjes. Deze straatjes vormen min of meer een entiteit rond de Tiensesteenweg. Hun geringe omvang vormt een onvoldoende basis om een handelsapparaat van dagelijkse goederen (bakker, slager,…) aan de steenweg te ondersteunen. De spoorweg vormt het scharnier naar het volgende deel Tiensesteenweg ‘voorstad’. Deze scharnier vormt tevens een belangrijk knooppunt in het fietsverkeer vanuit Kessel-Lo naar Heverlee. Het knooppunt werd opgenomen in het ontwerp van Park Belle-Vue gelegen aan de Martelarenlaan. Het ontwerp voorziet een ongelijkvloerse kruising van het fietsverkeer met de Tiensesteenweg. Het patrimonium van het deel ‘voorstad’ is waardevol. Het bestaat uit heel wat interessante woningen daterend uit het interbellum en later. Kerk en park vormen een herkenbare centrale plaats in dit deel. De verblijfskwaliteit blijft ook hier een knelpunt. De breedte van de Tiensesteenweg is in dit deel beperkt. Dit maakt de combinatie van de verschillende functies (doorstroming autoverkeer, busverkeer, parkeren en inrichting als verblijfsomgeving) niet evident. Momenteel staat de aanleg van het openbaar domein niet in het teken van de woonfunctie maar wel van de verkeersfunctie. Dit deel bevat heel wat lokale voorzieningen op wijkniveau: buurtwinkels (beenhouwer, krantenwinkel,…) en publieke voorzieningen (school, kerk, buurtpark,…). De Colruyt gelegen Tiensesteenweg 237 bedient zowel het lokale als het bovenlokale voorzieningenniveau. De aanpalende wijken van deze sectie van de steenweg zijn voornamelijk opgebouwd uit woningen van begin de 20ste eeuw. Vaak gaat het om kleinere arbeiderswoningen. Her en der worden nog hoevetjes aangetroffen (o.a. in Korbeek-Losestraat en IJzerenpoortstraat), restanten van de vroegere rurale activiteit. Door haar grootte ondersteunt deze wijk de handelszaken met dagelijkse verbruiksgoederen langs de steenweg. De wijk wordt via voetgangersbruggen over de spoorweg ontsloten richting het zuidelijke deel van Leuven. Ter hoogte van Colruyt situeert zich het scharnier naar het deel Tiensesteenweg ‘park’. Op dit punt is de omschakeling van een voorstadstypologie met gesloten bebouwing naar een meer ‘villa-architectuur’ in



halfopen en open bebouwing merkbaar. De onderbreking van de continue bouwlijn ter hoogte van Colruyt biedt ook een panoramisch zicht op de laatste getuigenheuvel, de Predikherenberg.

1.2 Tiensesteenweg ‘P ark ’

Deze stadstoegang heeft een sterk groen karakter: ondanks de grotere bebouwingsdichtheid die wat verder voorkomt in het voorstedelijke gedeelte, is het groen tastbaar aanwezig. Tiensesteenweg ‘park’ bestaat uit een villapark uit het interbellum met een absoluut dominant waardevol patrimonium. Het oorspronkelijk monofunctionele villapark vertoont vandaag aanzienlijke transformaties: huizen worden bijeengevoegd tot een grotere handelszaak, vrije beroepen nemen intrek in de grotere villa’s, een grootschalige campusvorming van kantoren (Indicator),… De aanpalende wijk aan dit deel van de steenweg wordt gekenmerkt door interessante architectuur uit het interbellum (K. Elisabethlaan en de Philipslaan), net als op de steenweg. Het beeld van deze villawijk wordt overwegend bepaald door vrijstaande woningen of woningen in half open verband, die karakteristiek zijn voor de bouwstijl uit het Interbellum. Het gaat om ‘kritisch regionalisme’, een lokale interpretatie van de internationale modernistische stijl (AMELYNCK, Jan et al., Victor Broos, De kracht van het alledaagse, Stichting Stad en Architectuur, Leuven, 2000). De villa’s die hier werden gebouwd door toonaangevende lokale architecten zoals Broos, Mispelter, Marchal, Stevens… vormden een antwoord op nieuwe woonvragen van de toenmalige burgerij: representatieve woningen gelegen langs een goed ontsloten hoofdweg (de auto is in opkomst), met een mooie tuin en in een aantrekkelijk landschappelijk kader (de getuigenheuvels in het noorden, de vallei van de Molenbeek in het zuiden). De overige straten zijn voornamelijk volgebouwd met typische suburbane huizen. Het kasteel De Bunswyck en de Mol (voormalige afspanning langs de steenweg en tolhuis) zijn onmiskenbare getuigen van de geschiedenis van de steenweg en vormen belangrijke elementen in het landschap van de steenweg. Deze locatie wordt dan ook geselecteerd als scharnierpunt naar het deel Tiensesteenweg ‘periferie’. Deze scharnierplek is vandaag echter volledig gebanaliseerd. Het is een eiland tussen de grootschalige kleinhandel in de delen ‘park’ en ‘periferie’ en bezit geen enkele herbergzaamheid en verblijfskwaliteit.

1.3 T iensesteenweg ‘Grootschal ige k le inhandel ’

De Tiensesteenweg draagt een belangrijke rol als verbindingsweg met de omliggende gemeenten. Door passage is dit deel van de Tiensesteenweg uitgegroeid tot een herkenbaar en sterk verdichte, handelslint. De aaneenschakeling van grotere ‘handelsdozen’ domineert volledig het beeld. Samen met het deel op grondgebied Bierbeek vormt het Leuvense deel een concentratiegebied van grootschalige kleinhandel. Op Leuvens grondgebied gaat het voornamelijk over specifieke detailhandel (keuken, verwarming, elektro, speelgoed,…). Deze grootschalige kleinhandelszaken hebben werden één voor één opgericht waardoor bijna elke zaak apart aansluit op de Tiensesteenweg. Een globaal ontsluitingsconcept voor de gehele zone ontbreekt. De bestaande toestand heeft echter een belangrijk effect op enerzijds de doorstroming op de Tiensesteenweg en anderzijds de veiligheid omwille van de vele kruisbewegingen tussen autoverkeer en zacht verkeer en autoverkeer onderling. De ruimtelijke kwaliteit van de parkings scoort vaak ondermaats doordat de parkings vaak integraal werden verhard en weinig aandacht werd geschonken aan de inrichting van de niet verharde delen. Waar vroeger de gemeenteschool zich bevond wordt momenteel een nieuwe kleinhandelszaak opgericht. Een tiental huizen, waarin soms een kleine handelszaak is gevestigd, staat verloren tussen de hallen met industrieel karakter. Enkele bomen roepen een vage herinnering op aan het vroegere beeld van de steenweg. Tussen de kleinhandelszaken bevinden zich de kerk van ‘Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’ en de stedelijke sporthal.



1.4 De getuigenheuvel

Als relict van de zandbanken van de diestiaan-zee is de Loberg, samen met de Kesselberg, Roeselberg, de Ijzerenberg en de Keizersberg nog duidelijk, als getuigenheuvel, leesbaar in het Leuvense landschap. Deze vormen een bijzondere troef voor de stad. De Lobergen, uitlopers van de Hagelandse heuvels, rollen als het ware tot aan de historische ‘cuype’ van Leuven. De beboste heuvelflanken vormen een groene achtergrond. Deze zijn op verschillende plaatsen doorheen ‘vensters’ langs de Tiensesteenweg waarneembaar. Er kunnen twee deelstructuren onderscheiden worden: het versnipperde agrarisch open landschap en de bosrijke zones en parken. Het landbouwgebied van de Trolieberg is een agrarisch open landschap waarvan sommige delen evolueren naar hobbylandschap en vertuining. Het landschap is opgebouwd uit een patchwork van voornamelijk weilanden op de hellingen en enkele akkerlandpercelen op de heuvelrug met hier en daar groene perceelsranden. Vele steilranden zijn in de loop van de laatste 100 jaar verdwenen. De overgebleven steilranden komen vooral nog voor in de beboste zones. Momenteel wordt het landschap nog beheerd door landbouwers. De bosrijke zones en parken bevinden zich hoofdzakelijk op de hellingen van de getuigenheuvel tot aan de Tiensesteenweg. Hier en daar komen binnen de bos- en parkcomplexen ingesloten weilanden voor. In de beboste zone komen slechts weinig oude veldwegen voor. Als restanten van de vroegere zandgroeven zijn er in het gebied wel enkele ontsluitingswegen die de groeven op de heuvelrug met de Tiensesteenweg verbinden. De bossen en parken bezitten vandaag een privaat karakter en zijn ontoegankelijk, waardoor de belevingswaarde laag is. Vermeldenswaardig binnen het plangebied zijn:

- parkdomein de Bunswuyck met landhuis, momenteel restaurant/congresruimte en kantoren;

- kloosterpark van de zusters Clarissen;

- bos- en parkzones rond grote privéwoningen (Maisin, Devisscher-Velse, Horvat, woning Les Conifères…);

- wijkpark park Michotte, dit is het enige publiek toegankelijke park binnen het plangebied.

1.5 Bestaande verkeersstructuur

De Tiensesteenweg en Meerdaalboslaan vormen belangrijke invalswegen naar Leuven. Om het sluipverkeer door de straten aantakkend op de Tiensesteenweg te beperken werd in een groot aantal straten eenrichtingsverkeer ingesteld (bv. Oude Baan richting Molstraat). De achterliggende wijken worden op deze manier aan de hand van een lussensysteem naar de steenweg ontsloten. Daarnaast werd op bepaalde kruispunten met de Tiensesteenweg een verplichte rechtsafbeweging ingesteld (bv. kruispunt met Philipslaan en Molstraat) of afgesloten voor gemotoriseerd verkeer (Pellenbergstraat). Ter hoogte van de Molstraat werd een middenberm geïnstalleerd wat de ontsluiting van de aangrenzende percelen beperkt. De Tiensesteenweg en omgeving wordt door 4 buslijnen bediend. Enkel de lijn 380 (Leuven-Tienen) maakt doorheen het plangebied volledig gebruik van de Tiensesteenweg. De overige 3 lijnen (lijn 7, 8 en 9) doen dit slechts deels. Op die manier worden de woonwijken gekoppeld aan de Oude Baan bediend. Tussen het kruispunt met de Elisabethlaan en de vesten volgen de 4 lijnen de Tiensesteenweg. Enkel de Tiensesteenweg is voorzien van zowel voet- als van fietspaden. Met uitzondering van één cluster van 3 kleinhandelszaken ten oosten van de Meerdaalboslaan, zijn de kleinhandelszaken gelegen aan de Tiensesteenweg alleenstaand en hebben ze een individuele ontsluiting op de steenweg. Dit heeft een ongunstig effect op de verkeersafwikkeling op de Tiensesteenweg. De wijken gelegen in het deel ‘stad’ van de Tiensesteenweg (Bierbeekstraat, Pleinstraat, Klein-Rijselstraat, Korenstraat,…) zijn bij de politie en stadsdiensten gekend als wijken met een hoge parkeerdruk.



Om hierop te kunnen inspelen geldt op de Tiensesteenweg geldt betalend parkeren (max. 2u) tot aan de Albert Stainierstraat. Dit geldt eveneens voor de Alfred Delaunoislaan en Bierbeekstraat. De Klein-Rijselstraat, Korenstraat en Boulevardstraat zijn aangeduid als blauwe zone.

1.6 Bio logische waarderingskaart

Binnen het plangebied wordt op de biologische waarderingskaart park Michotte geselecteerd als ‘complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen’ en het openruimtegebied van de Predikherenberg als ‘complex van biologisch minder waardevolle’ tot ‘complex van waardevolle en zeer waardevolle elementen’. De open ruimte gelegen ter hoogte van Tiensesteenweg 296 (tussen Tiensesteenweg en Oude Baan) wordt geselecteerd als ‘complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen’. Het westelijke talud van de spoorweggeul wordt beschouwd als ‘biologisch zeer waardevol’, het oostelijke talud als ‘complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen’. Het talud aan de Meerdaalboslaan wordt beschouwd als ‘biologisch waardevol’.

1.7 Bodemonderzoeken

Figuur 5: Bodemkaart Figuur 6: Bodemdossierinformatie OVAM (d.d. 15/02/2013)

Een groot deel van het plangebied wordt op de bodemkaart van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) aangeduid als antropogeen. Het openruimtegebied van de Predikherenberg is deels opgebouwd uit droog zand, deels uit vochtig en droge zandleem en deels uit vochtige klei. Ten westen van de Philipslaan bevindt zich een zone met vochtig zandleem. Een groot deel van de hellingen van de Predikherenberg en de zone rond de Philipslaan en de Meerdaalboslaan worden aangeduid als erosiegevoelig.

In het westelijk deel van het plangebied zijn m.u.v. de spoorweggeul de bodems uitsluitend ‘weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)’. De spoorweggeul is ‘matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)’. De bodem kent een antropogene samenstelling. In het oostelijk deel zijn delen aan de Oudebaan ‘matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)’. Bepaalde delen van de Predikherenberg, delen ter hoogte van de Philipslaan en Meerdaalboslaan en het oostelijke deel van het plangebied zijn ‘zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1)’. Informatie betreffende bodemonderzoeken is terug te vinden in afgeleverde bodemattesten. De bodemdossierinformatie van OVAM geeft aan dat er een reeks dossiers binnen het plangebied bij OVAM lopende zijn. In het advies van OVAM n.a.v. het verzoek tot raadpleging werd aangegeven dat er 16 dossiers m.b.t. bodemverontreiniging binnen het plangebied gekend zijn.

1.8 Watertoets: overstromings - en inf i l t ra t iegevoel igheid

Figuur 7: Infiltratiegevoeligheid Figuur 8: Natuurlijk overstromingsgebied

Figuur 9: Overstromingsgevoeligheid Figuur 10: Zoneringsplan VMM

Er stromen geen gecategoriseerde waterlopen doorheen of grenzend aan het plangebied. Het westelijk deel van het plangebied is niet overstromingsgevoelig. Ten westen van de spoorweggeul is net zoals andere gebieden in de binnenstad infiltratiegevoelig. Het overgrote deel van het plangebied is niet van nature overstroombaar. In het oostelijk deel bevinden zich twee ‘mogelijk overstromingsgevoelige gebieden’:

- ten oosten van het klooster van de Clarissen op de helling van de Predikherenberg;

- de laatste strook (ongeveer 500m) van de Meerdaalboslaan aansluitend op de Tiensesteenweg.



De zone ten westen van de Grensstraat (doorlopend naar de zuidzijde van de Tiensesteenweg), ter hoogte van ‘De Kikker’ en ten westen van de Molstraat zijn overstroombaar door afspoelend hemelwater. Volgens de gegevens van het AGIV zijn de zones ten oosten van het klooster van de Clarissen op de helling van de Predikherenberg en ten westen van de Philipslaan overstroombaar vanuit een waterloop. Er stromen geen gecategoriseerde waterlopen doorheen of grenzend aan het plangebied. Het westelijk deel van het plangebied is niet overstromingsgevoelig. Ten westen van de spoorweggeul is net zoals andere gebieden in de binnenstad infiltratiegevoelig. Het overgrote deel van het plangebied is niet van nature overstroombaar. In het oostelijk deel bevinden zich twee ‘mogelijk overstromingsgevoelige gebieden’:

- ten oosten van het klooster van de Clarissen op de helling van de Predikherenberg;

- de laatste strook (ongeveer 500m) van de Meerdaalboslaan aansluitend op de Tiensesteenweg. De zone ten westen van de Grensstraat (doorlopend naar de zuidzijde van de Tiensesteenweg), ter hoogte van ‘De Kikker’ en ten westen van de Molstraat zijn overstroombaar door afspoelend hemelwater. Volgens de gegevens van het AGIV zijn de zones ten oosten van het klooster van de Clarissen op de helling van de Predikherenberg en ten westen van de Philipslaan overstroombaar vanuit een waterloop. Het overgrote deel van het plangebied is volgens het Zoneringsplan van de VMM reeds aangesloten (centraal gebied) of zullen in de toekomst worden aangesloten (collectief te optimaliseren en slechts zeer beperkt individueel te optimaliseren gebied) op het rioleringsstelsel en rioolwaterzuiveringsinstallatie. De Meerdaalboslaan is voorzien van RWA. De stad Leuven voorziet op termijn een omschakeling naar een gescheiden stelsel voor de Koning Albertlaan, Pellenbergstraat en Oudebaan tussen Vlinderlaan en Vier Vaantjes. Het ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet t.o.v. de bestaande toestand geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen waardoor het bestaande rioleringsnet voldoet.

1.9 Externe vei l igheid

In haar advies i.k.v. de plenaire vergadering heeft LNE, dienst veiligheidsrapportage beslist dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden gelet op het feit dat:

- volgens de gegevens van de dienst VR in het plangebied geen Seveso-inrichtingen aanwezig zijn;

- volgens de gegevens uit de toelichtingsnota en de stedenbouwkundige voorschriften in het plangebied geen Seveso-inrichtingen mogelijk zijn;

- volgens de gegevens verstrekt in de toelichtingsnota in het plangebied aandachtsgebieden gepland zijn, zoals gebieden met woonfunctie;

- volgens de gegevens van de dienst VR binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied een lagedrempel Seveso-inrichting aanwezig is, namelijk JSR Micro;

- de dienst VR voldoende elementen in handen heeft om de risico’s in te schatten waaraan de mensen in de omgeving van deze inrichting blootgesteld worden ten gevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen bij deze inrichting en te besluiten dat de ontwikkelingen beschreven in het RUP te verzoenen zijn met de aanwezigheid van deze Seveso-inrichting.

2. Juridische toestand

2.1 G e w e s t p l a n Figuur 11: Gewestplan

Het grootste deel van het plangebied valt volgens het gewestplan Leuven, vastgesteld bij het KB van 7 april 1977, in “woongebied”. De zuidelijke flank van de Predikherenberg en park Michotte liggen in “parkgebied”.



2.2 B i j z on d e r e p l a nne n v a n a a nl e g Figuur 12: BPA

Binnen het plangebied vallen (delen van) de BPA’s: - BPA H04bis Tivolistraat, goedgekeurd bij MB van 23/10/1950; - BPA K15 Tiensevest, goedgekeurd bij MB van 25/07/1969; - BPA L22 Westelijke Spoorweggeul + herziening, resp. goedgekeurd bij MB van 15/12/1997 en

10/01/2003; - BPA L28 Stationsoverkapping, goedgekeurd bij MB van 22/03/2001; - BPA K11-I Koetsweg (deel I), goedgekeurd bij MB van 09/12/1966.

2.3 Ruimtel i jke ui tvoer ingsplannen

Figuur 13: Ruimtelijke uitvoeringsplannen Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Aan het plangebied grenzen volgende gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen:

- RUP GGR-K2 Martelarenlaan;

- RUP ORGB1, Gebieden voor open ruimte met geïntegreerde bebouwing – fase 1;

- RUP Woonfragmenten.

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Het departement RWO heeft een voorontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakening van het regionaalstedelijk gebied Leuven’ opgemaakt. De plenaire vergadering vond plaats op 25 februari 2013. Het plan-MER werd op 29 november 2012 door de dienst MER goedgekeurd. Het plangebied valt binnen de afbakeningslijn van het regionaalstedelijk gebied Leuven. Het gewestelijk RUP doet geen (specifieke) uitspraken binnen de afbakening van het plangebied Tiensesteenweg.

2.4 Verkavel ingen

Figuur 3: Plan bestaande toestand Binnen het plangebied bevinden zich, al dan niet deels, volgende verkavelingen: HEV 061, HEV 379, KOR 001, KOR 010, KOR 045, KOR 007, KOR 008, KOR 047, KOR 018, KOR 006, KES 004, KES 431, KES 187, KES 073, KES 048, KES 577, KES 366. De voorschriften van deze verkavelingen zijn overbodig geworden door de voorschriften van de algemene bouwverordening van de stad Leuven en/of de verkaveling reeds werd gerealiseerd. Het RUP heft bovenvermelde verkavelingen dan ook op.

2.5 Beschermde monumenten , s tadsgezichten en landschappen

Figuur 3: Plan bestaande toestand

Volgende gebouwen werden binnen het plangebied als monument beschermd: - Sint-Franciscuskerk, Tiensesteenweg, beschermd bij MB van 16/06/2009. Er werden binnen of grenzend aan het plangebied geen elementen als stadsgezicht beschermd. De Inventaris van het Onroerend Erfgoed is nog niet geactualiseerd voor de Leuvense deelgemeenten, zodat de erfgoedwaarden nog niet formeel zijn geïnventariseerd en vastgesteld. Het plangebied bevat geen (noch grenst het aan) relictzones, puntrelicten en ankerplaatsen opgenomen in de landschapsatlas.



2.6 Habitat - en vogelr icht l i jn

Figuur 14: Natura 2000

Het plangebied bevindt zich noch in een vogelrichtlijngebied, noch in een habitatrichtlijngebied. Het dichtst bijzijnde vogelrichtlijn- of habitatrichtlijngebied bevindt zich in vogelvlucht op ongeveer 0,5 km van het plangebied ter hoogte van de Molenbeekvallei (habitatrichtlijngebied).

2.7 Waterwinningsgebieden

Figuur 15: Beschermingszone waterwinningsgebieden

Volgens de Databank Ondergrond Vlaanderen bevinden er zich binnen het plangebied geen vergunde grondwaterwinningen. Binnen een straal van ongeveer 1 km rond het plangebied bevinden zich 4 vergunde grondwaterwinningen. Delen van het plangebied, hoofdzakelijk ten zuiden van de Tiensesteenweg, zijn gelegen binnen de beschermingszone type III.

2.8 At las der buurtwegen

Figuur 3: Plan bestaande toestand

Binnen het plangebied bevinden zich volgende buurten voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen: - Pad nr. 74 - Pad nr. 42bis - Pad nr. 44

2.9 Sociaal en bescheiden obj ect ief , wonen in eigen streek

In het kader van het decreet Grond- en Pandenbeleid worden aan gemeenten concrete objectieven aangereikt voor sociale woningbouw en bescheiden wonen. Dit is een instrument voor gemeenten om de ontwikkeling van sociale of bescheiden woningen mogelijk te maken. Het decreet Grond- en Pandenbeleid is van toepassing binnen het plangebied. Meer informatie hierover is te vinden op www.ruimtelijkeordening.be. De stad Leuven beschikt eveneens over een gemeentelijk reglement sociaal wonen dat bepaalt hoe het Grond- en Pandendecreet voor sociale woningen op het Leuvens grondgebied wordt toegepast.

3. Relatie met de ruimtel i jke structuurplannen ( R S V , R S V B

e n R S L )

3.1 W o n e n

3.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het stedelijk afbakeningsproces verwijzingen naar artikel nummers!

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) zet de lijnen uit van een beleid gericht op een bundeling van bijkomende woongelegenheid in de stedelijke gebieden en de kernen van het buitengebied. Delen van de stad Leuven werden opgenomen in het ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Leuven. Vanuit de doelstellingen voor bundeling van stedelijke functies in de woonkernen en stedelijke gebieden, worden voor de regionaalstedelijke gebieden taakstellingen gedefinieerd voor de realisatie van bijkomende wooneenheden binnen hun afbakeningslijn.

http://www.ruimtelijkeordening.be/



De concepten voor wonen in het ontwerp GRUP bepalen dat wonen geconcentreerd dient in de kernstad en de dichtbebouwde gehelen die functioneel en morfologisch verbonden zijn met de kernstad. In eerste instantie wordt ingezet op inbreiding in het reeds bestaande woongebied en reconversie. In het ontwerp GRUP wordt de confrontatie gemaakt van de taakstelling met het aanbod aan woongelegenheden. Het ontwerp GRUP concludeert dat de taakstelling ruimschoots wordt gehaald wanneer leegstaande woningen, kavels langs uitgeruste weg, kavels in goedgekeurde verkaveling en concreet geplande woningen in bestaande woonbestemmingen in rekening worden gebracht. Het vrijgeven van grotere gebieden zoals woonuitbreidingsgebied Groenveld, woonuitbreidingsgebied Roeselbergdal en woonuitbreidingsgebied Platte Lostraat kan worden uitgesteld. De concepten inzake economie bepalen o.a. dat bijkomende grootschalige detailhandel geconcentreerd dient op bestaande steenweglocaties of in zones voor een gemengde stedelijke ontwikkeling. Grootschalige detailhandelszaken vergroten het commerciële aanbod van het stedelijk gebied, maar kunnen anderzijds een concurrentie vormen voor het binnenstedelijke handelsapparaat en verkeersoverlast veroorzaken voor de omliggende (woon)buurten. Er worden binnen de afbakening daarom slechts twee locaties aangeduid die integraal en enkel door grootschalige detailhandel worden ingevuld. Het betreffen de bestaande steenweglocaties Brusselsesteenweg en Tiensesteenweg. De ruimte voor bijkomende inplantingen is er beperkt, maar door zorgvuldig ruimtegebruik, herinrichting en door enkel omvangrijke, moeilijk verweefbare kleinhandelsvestigingen toe te laten, zijn er mogelijkheden te scheppen.

3.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (RSVB) en addendum

De doelstellingen van het RSV om de bijkomende woningen prioritair te bundelen in de stedelijke gebieden en de kernen van het buitengebied, worden door het RSVB ondersteund. De provincie is niet bevoegd voor de selectie en afbakening van de groot- en regionaalstedelijke gebieden, waardoor de uitspraken over het regionaalstedelijke gebied Leuven beperkt zijn en onder voorbehoud worden gedaan. In het algemeen pleit het RSVB voor een verhoging van de dichtheid in de bestaande stedelijke woonkernen en de goed ontsloten geselecteerde buitengebiedkernen. Dit door inbreidingsprojecten, opdelingen van grote woningen, verhoging van het aantal bouwlagen en hergebruik van leegstaande gebouwen. Hierbij zal echter steeds aandacht besteed worden aan het verhogen van de kwaliteit van de woonomgeving; via kwalitatieve publieke ruimte, vermijden van verkrotting, aandacht voor het erfgoed, herwaarderen van stedelijke groenelementen, verhogen van de verkeersveiligheid. Het RSVB benadrukt de kansen van vernieuwende woontypologieën. Daarnaast wenst de provincie het sociaal woonbeleid (sociale huur- en koopwoningen) prioritair onder de aandacht te brengen. De provincie pleit voor gemengde projecten waar sociale huur- en koopwoningen gezamenlijk met andere woningen worden ontwikkeld.

1

Op 6 november 2012 keurde de Vlaamse Regering een addendum goed waarin aanvullingen en wijzigingen aan het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant werden opgenomen.

3.1.3 Ruimtelijk Structuurplan Leuven (RSL) Figuur 16a-b: RSL, woonontwikkelingsgebieden en woonfragmenten

In het RSL werden inzake wonen volgende uitdagingen geformuleerd: - De compacte stedelijke structuur behouden als troef voor Leuven als leefomgeving, door ontwikkelingen

voornamelijk via inbreiding te realiseren; - Het voorzien van voldoende publiek groen met hoge belevingswaarde in de woonkernen; - De prijstoename van het vastgoed onder druk van de bevolkingsaangroei en de druk van de kamermarkt

aanpakken door het tegengaan van omvorming van gezinswoningen naar kamers en door voldoende aanbod aan verschillende types woningen die best ruimtelijk verweven worden voorzien, met name:

o grote gezinswoningen realiseren, tegen de markttendens in om steeds kleinere woningen aan te bieden;

o woningen voor kleine gezinnen realiseren, inspelend op de tendens van gezinsverdunning;

1 Provincie Vlaams-Brabant (2004), Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant, §2.1 van het richtinggevend gedeelte

(ruimtelijke principes voor de bebouwde omgeving), p. 223 ev



o in het bijzonder: wonen voor ouderen en zorgbehoevenden realiseren; o woningen voor passanten realiseren (die slechts enkele jaren in Leuven blijven “plakken”); o woongelegenheid voor studenten, bij voorkeur in grotere kamercomplexen; o woningen voor gezinnen met een laag of gemiddeld inkomen realiseren: daar waar de lokale

overheid zelf de gronden ter beschikking kan stellen of er een akkoord wordt bereikt met de private grondeigenaar, kan bijkomende sociale huisvesting worden ontwikkeld. Bij andere grote private projecten ziet de stad erop toe dat verschillende types en grootten van woningen worden aangeboden.

Specifiek voor het plangebied worden Kessel-Lo en Korbeek-Lo in het RSL geselecteerd als woonkernen met resp. een gemiddelde stedelijke dichtheid en lage stedelijke dichtheid (Bestemming, inrichtingsprincipes en ontwikkelingsperspectieven, RG p. 100, § 5.4.1). De Pellenbergstraat wordt geselecteerd als woonfragment (WF 20) (Bestemming, inrichtingsprincipes en ontwikkelingsperspectieven, RG p. 105, § 5.4.3). Grafisch wordt de zone aan de Tiensesteenweg tussen park Maisin en De Mol eveneens als woonfragment geselecteerd. (RSL, fig. 2.08, nederzettingsstructuur). Een groot onbebouwd terrein met huidige gewestplanbestemming woongebied gelegen aan de Bierbeekstraat wordt geselecteerd als woonontwikkelingsgebied (WO 61) (Programmatie van het stedelijk woonontwikkelingsgebied, RG p. 125, § 5.7)

3.2 V e r k e e r s s t ru c t u ur

3.2.1 RSV en RSVB

Het gewest en de provincie pleiten voor het selectief auto-arm maken van de stedelijke gebieden via een geschikt locatiebeleid, een gericht vergunningenbeleid in verband met parkeervoorzieningen, het stimuleren van zachte vervoersvormen,… Er wordt gestreefd naar een duurzame mobiliteit vanuit een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de economische, sociale en ecologische componenten ten volle onderkend worden. Door het versterken van alternatieven voor het wegverkeer (multimodaliteit) en de verbeterde verbinding van de modi (intermodaliteit) blijft de mobiliteit beheersbaar. In het bijzonder wenst de provincie de intermodaliteit tussen fiets en openbaar vervoer te versterken.

3.2.2 RSL Figuur 17a-b-c: RSL, wegcategorisering, bus- en fietsinfrastructuur

In het RSL worden inzake de verkeersstructuur binnen het plangebied volgende selecties gemaakt:

- Tiensesteenweg als regionale verbindingsweg en doortocht (definitie en ontwikkelingsperspectieven, RG p. 260 e.v., § 8.7.3 en § 8.7.4)

- Tiensesteenweg – Elisabethlaan – Oudebaan als tracé voor snelbus en tangentiële buslijn (definitie en ontwikkelingsperspectieven, RG p. 249, § 8.5.3)

- Tiensesteenweg, Korbeeklosestraat - Oudebaan en zijstraten als provinciale fietsroutes (RG p. 257, § 8.6.1)

De zone tussen Koningin Elisabethlaan en Tiensepoort wordt in het RSL geselecteerd als vrije busbaan (RG p. 263, § 8.7.7). Het RSL geeft aan dat in de omgeving van de Korbeek-Losestraat en de Brugstraat zich een structureel parkeerprobleem stelt. De aanleg van collectieve bewonersparkings is wenselijk en moet op zijn haalbaarheid worden onderzocht. (RG p. 57, § 11.4)



3.3 G r o e n s t ru c t u u r en l an d s ch a p ss t r u ct u u r

3.3.1 RSV en RSVB

Het RSV stelt dat de stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden, omwille van hun belang

voor de stedelijke leefbaarheid, moeten behouden en ontwikkeld worden. De randstedelijke gebieden binnen

het stedelijk gebied komen in aanmerking voor de aanleg van bossen, uitbouw van parkgebieden en stedelijke

groenprojecten. Vervolgens stelt het RSV dat de stedelijke landbouw een eigen karakter heeft en de nodige

ontwikkelingsmogelijkheden moet behouden, rekening houdend met de draagkracht van het stedelijk gebied

en de andere ontwikkelingsperspectieven voor de stedelijke gebieden. De provincie onderkent in haar

structuurplan de verscheidenheid in vorm, functie en samenstelling van de openruimtefragmenten. Ze wenst

hierop in te spelen door middel van een gedifferentieerd openruimtebeleid. De provincie wenst deze

verschillende openruimtefragmenten onderling te verbinden via een fijnmazig netwerk en beoogt een

openruimtegeheel bestaande uit verscheidene componenten. Vervolgens stelt de provincie dat in

landbouwgebieden in de omgeving van de verstedelijkte gebieden het behoud van een open landschap zeer

belangrijk is, en dat activiteiten die samenhangen met het stedelijk gebeuren, mogelijk zijn. Ze onderkent

eveneens de belangrijke rol van de landbouw voor de vrijwaring van de open ruimte en het beheer ervan.

Tenslotte wenst de provincie bijzondere geomorfologisch-landschappelijke reliëfelementen veilig te stellen en

op te waarderen en ook de klassieke landschapspatronen te herstellen of in stand te houden.

3.3.2 RSL Figuur 18b-c: RSL, openruimtegebieden en multifunctionele assen

In navolging van het RSV heeft het RSL een selectie gemaakt van de waardevolle openruimtegebieden. Binnen de selectie werd een categorisering vooropgesteld waaraan verschillende ontwikkelingsperspectieven werden gekoppeld. Binnen het plangebied resulteerde dit in volgende categorisering (RG p. 62, § 4.5):

- park Michotte (O13) en de bossen en parken op Predikherenberg (O27): gebied waar de natuurwaarde nevengeschikt is aan de gebruikswaarde, dit impliceert dat vanuit natuurontwikkeling randvoorwaarden opgelegd kunnen worden.

- kloosterpark Clarissen (I22): gebied met geïntegreerde bebouwing, dit impliceert dat de mogelijkheden voor natuurontwikkeling in deze gebieden zullen onderzocht en toegepast worden, in zoverre ze de gebruikswaarde niet hypothekeren.

De categorisering dient als basis bij de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Ook de waardevolle landschappelijke elementen werden geselecteerd en gecategoriseerd. Deze selectie zijn de elementen die volgens het RSL essentieel zijn voor het behoud van de landschappelijke kwaliteit binnen het plangebied. Met de selectie wordt de ruimtelijke samenhang van deze elementen beklemtoond en krijgen ze een waardering. Binnen het plangebied resulteerde dit in volgende categorisering (RG p. 309, § 9.6):

- omgeving Tiensesteenweg (VE20): vragend ensemble op schaal van het stadsdeel - Lobergen (BE15): beeldbepalend ensemble op schaal van de stad - spoorweggebied (VE40): vragend ensemble op schaal van de stad - zicht vanaf Meerdaalboslaan: zicht op schaal van het stadsdeel - villa’s Tiensesteenweg: beeldbepalend fragment



3.4 E c o no mi s ch e e n ce n t r u m s t ru c t u u r

3.4.1 RSV en RSVB Binnen het RSV wordt Leuven geselecteerd als regionaal stedelijk gebied. Leuven maakt ook deel uit van het centraal stedelijk netwerk Antwerpen-Gent-Brussel-Leuven, ook wel de “Vlaamse Ruit” genoemd en komt prioritair in aanmerking om een deel van de toekomstige noden inzake economische ontwikkeling op te vangen. De ontwikkelingsperspectieven voor stedelijke gebieden bevatten o.m. het versterken van de multifunctionaliteit (door verweving kan de sociale, economische en culturele slagkracht en dynamiek van het stedelijk gebied ten goede komen). Voor kleinhandelslinten en –concentraties die structuurloos gegroeid zijn langs verkeerswegen is volgens het RSV een ruimtelijke herstructurering via inrichting van essentieel belang.

3.4.2 RSL Figuur 18a: RSL, openruimtegebieden en multifunctionele assen

Het deel Tiensesteenweg tussen Tiensepoort en Grensstraat wordt in het RSL geselecteerd als multifunctioneel centrum (MC5). Dit deel komt namelijk vanwege de positie binnen de woonkern en de reeds aanwezige functies in aanmerking voor een multifunctionele ontwikkeling volgens de draagkracht van de woonkern (bestemming, inrichtingsprincipes en ontwikkelingsperspectieven, RG p. 172, § 6.4.10). De zone langs de Tiensesteenweg ten oosten van de Molstraat wordt als zone voor grootschalige detailhandel (D2) geselecteerd. Deze zone is één van de locaties die in het RSL weerhouden wordt voor de inplanting van grootschalige detailhandelszaken (ontwikkelingsperspectieven, RG p. 171, § 6.4.9).

3.5 G e bi e d s g e r i ch t e b e p al i n g e n i n h e t R S L

3.5.1 Stadsdeel oostelijk heuvellandschap (RG p. 41, § 11.1)

Het RSL plaatst het behoud van de landschappelijke structuur gevormd door de afwisseling tussen heuvelruggen en valleien voorop. De aantasting van de geomorfologie door recente ontwikkelingen noodzaakt het behoud van de resterende kwaliteit. Volgens het RSL kan dit door opnieuw de geomorfologie sturend en grensstellend voor de ruimtelijke ontwikkelingen te laten werken. Om de open ruimte te vrijwaren moeten verdere woonontwikkelingen in drie kernen (Kessel-Lo, Korbeek-Lo en Beneden-Kessel) geconcentreerd worden. Tenslotte is volgens het RSL binnen dit stadsdeel vanuit de ruimtelijke inrichting een evenwicht tussen de centrumfunctie en de verkeersfunctie van de steenwegen nodig.

3.5.2 Deelruimte Korbeek-Lo (RG p. 54, § 11.4)

Visie

- Tiensesteenweg als onderdeel van de woonkern Korbeek-Lo De Tiensesteenweg wordt als onderdeel van de woonkern Korbeek-Lo beschouwd. De woonfunctie (waar deze nog aanwezig is) is maatgevend voor de ruimtelijke ontwikkelingen. Evenmin mag de rol van de Tiensesteenweg als multifunctioneel centrum verder ondermijnd worden door de verkeersfunctie en de vestiging van baanwinkels.

- Een krachtig beleid tegenover de vestiging van baanwinkels De aanwezigheid van baanwinkels, en in het bijzonder van distributie en grootschalige kleinhandel, is een ongewenste evolutie maar kan niet zomaar genegeerd worden. Omdat slechts weinig plaatsen in Leuven



dezelfde karakteristieken kunnen bieden als de Tiensesteenweg, dienen er zich weinig mogelijkheden voor relocalisatie aan. Door de aanwezigheid van de handel te aanvaarden, kan een passend beleid de negatieve effecten minimaliseren. De functies mogen de concurrentiepositie van het commerciële centrum in de binnenstad niet ondermijnen en moeten een gepaste ruimtelijke aansluiting op de steenweg en de omgeving krijgen.

- De Tiensesteenweg moet een drievoudige verkeersfunctie waarmaken Net als bij de Diestsesteenweg is de verkeersfunctie van de Tiensesteenweg drievoudig:

de verbindingsfunctie op bovenlokaal niveau (van de buurgemeenten naar de stad en het

hoofdwegennet);

de ontsluiting van de aanliggende woonwijken;

het verlenen van toegang aan de aangrenzende functies. De verschillende functies moeten zo goed mogelijk georganiseerd worden, hoewel ze soms moeilijk verenigbaar zijn. Voor de regionale verbindingsfunctie voor openbaar vervoer en voor fietsers staat in het RSL de mogelijkheid van een alternatieve route ingeschreven. De lokale bediening voor bussen en fietsers moet evenwel op de Tiensesteenweg worden georganiseerd.

Concepten

Volgende concepten werden in het RSL opgenomen:

- Grootschalige groene ruimten begrenzen de woonkern en de ontwikkelingen op de Tiensesteenweg

Ontwikkelingsperspectieven:

Het verder bebouwen van de flanken van de Predikherenberg is niet wenselijk. De ontwikkelingen langs de

noordzijde van de Tiensesteenweg worden gelimiteerd op basis van de mate waarin zij afbreuk doen aan het

groen karakter van de hellingen van de Predikherenberg.

De Oudebaan als parallelle verbinding voor zacht verkeer en openbaar vervoer

Ontwikkelingsperspectieven: (zie verkeersstructuur § 8.5.4)

De Oudebaan wordt gereserveerd als route voor fietsverkeer en stedelijke en regionale snelbuslijnen.

Autoverkeer is enkel nog mogelijk op het niveau van de lokale bediening. De fietsroute sluit aan op de brug

tussen Tivolistraat en Brugstraat.

De Tiensesteenweg vormt de enige verzamelweg voor het ontsluitingsverkeer van de verschillende

woonwijken. De verkeerscirculatie wordt zodanig aangepast dat doorgaand verkeer door de verschillende

wijken van woonkern Korbeek-Lo (met inbegrip van de Oudebaan) niet langer mogelijk is. Het doorgaande

autoverkeer moet op de Tiensesteenweg gehouden worden. Alternatieve sluiproutes moeten onmogelijk

gemaakt worden.

In de omgeving van de Korbeek-Losestraat en de Brugstraat stelt zich een structureel parkeerprobleem. De

aanleg van collectieve bewonersparkings is wenselijk en moet op zijn haalbaarheid worden onderzocht.

Multifunctionele centra langs de Tiensesteenweg


Hoewel commerciële functies langs de hele steenweg mogelijk blijven, wordt een concentratie van stedelijke

functies op bovenlokaal en op buurtniveau nagestreefd ter hoogte van Klein Rijsel en de Spaanse Kroon. In

de gemeente Bierbeek vormt het huidige centrum van Korbeek-Lo een gelijkaardig multifunctioneel

centrum.

Ter hoogte van de af te bakenen multifunctionele centra langs de Tiensesteenweg wordt de weg ingericht als

doortocht. Er gaat meer aandacht naar de verblijfskwaliteit (o.a. voldoende ruimte voor voetgangers en

fietsers) en de oversteekbaarheid. De verkeerssnelheid wordt aangepast. Er moeten de nodige

kortparkeerplaatsen behouden blijven.



Inkapselen grootschalige ontwikkelingen langs de Tiensesteenweg, deelruimte Korbeek-Lo


In de centrumstructuur, § 6.4.9, worden een beperkt aantal grootschalige detailhandelszones aangeduid. De

Tiensesteenweg is er één van. Buiten de afbakening (die later moet vastgelegd worden) zijn geen nieuwe

grootschalige detailhandelszaken meer toegelaten.

De huidige locatie van de cluster rond warenhuis Carrefour (grondgebied Bierbeek) wordt gesuggereerd als

de oostelijke grens. De Molstraat wordt vastgelegd als westelijke begrenzing.

De organisatie en ontsluiting van bovenlokale projecten zijn uitsluitend gericht op de Tiensesteenweg en

mogen niet interfereren met de woonkern. Het aantal inritten van op de steenweg wordt beperkt.

De ontwikkelingen worden gebufferd ten opzichte van de woonomgeving, waarbij een beperkt aantal

doorgangen vanuit de woonkern voor voetgangers en fietsers gerealiseerd moeten worden. Bouwen in

tweede en derde orde kan niet meer toegelaten worden. Er kunnen geen parkings of loskades voorkomen

aan de zijde van de woonkern. Ook tussen de Meerdaalboslaan en de aangrenzende woonwijken moet een

buffer gerespecteerd worden.

De bestaande grootschalige detailhandelszaken en bedrijven die buiten de zone gelegen zijn, worden als

geïsoleerde functies beschouwd.

Binnen de afbakening wordt gestreefd naar een heroriëntatie van de commerciële activiteiten: van

grootschalige detailhandel (met belangrijke verkeersattractie, concurrentieel met de multifunctionele centra

en de binnenstad) naar gespecialiseerde detailhandel (met geringere verkeersattractie, complementair met

de multifunctionele centra en de binnenstad).

De scharnierpunten op de steenweg stedenbouwkundig articuleren


Een sterkere articulatie van overgang van de open ruimte naar de woonkern Korbeek-Lo is wenselijk

(grondgebied Bierbeek).

De bebouwing langs de Tiensesteenweg ter hoogte van de Meerdaalboslaan moet een representatieve

architectuur krijgen.

Langs de Tiensesteenweg is tussen de Martelarenlaan en de spoorweggeul een beperkte ontwikkeling

mogelijk, met als doel de overgang tussen beide stadsdelen stedenbouwkundig te articuleren. Voorwaarde is

dat deze bebouwing een hoogwaardige architectuur krijgt en aansluit op het park Belle Vue langs de

Martelarenlaan.

Nieuwe projecten aan de Tiensepoort moeten de betekenis van deze plek als toegang tot de binnenstad

ruimtelijk vertalen.

3.5.3 De Hagelandse heuvels maken deel uit van een grotere geomorfologische eenheid

Visie De bestaande landschappelijke kwaliteiten moeten bewaard of hersteld worden Verdere bebouwing op de heuvels en in de open valleien moet in de mate van het mogelijke vermeden worden om verdere teloorgang van de landschappelijke kwaliteit te voorkomen. De ruimtelijke inpassing in het landschap van de bestaande en nieuwe bebouwing moet maximaal worden nagestreefd. Dit kan door inrichtingsvoorschriften op te leggen aan de onbebouwde ruimte (bebouwing, vegetatie, verharding, afsluiting, …). De landschappelijke eigenheden (reliëf, vegetatie, open of gesloten landschappen, …) moeten worden gerespecteerd.

Natuurontwikkeling en landbouw als functies van de open ruimte In de lager gelegen valleigebieden en op de plateauvormige heuvelruggen komt nog relatief veel landbouw voor . Hierdoor wordt de landbouwer een belangrijke partner in het beheer van de open ruimte.



Concepten

Beboste heuvels en open valleien

Ontwikkelingsperspectieven

De hellingen en de toppen van de heuvels moeten maximaal bebost blijven. Bijkomende ontbossing voor

landbouw, voor bebouwing of voor tuinen moet zoveel mogelijk worden ingeperkt.

Ontboste percelen op de hellingen of op de toppen kunnen waar mogelijk herbebost worden met

loofbomen.

Er mogen geen bijkomende verharde wegen worden aangelegd.

In de valleien wordt maximaal de landschappelijke continuïteit nagestreefd. Open zichten en kleine

landschapselementen worden maximaal bewaard. Bebouwing in de open valleien moet worden voorkomen.

Netwerk van open ruimten en groencorridors

Ontwikkelingsperspectieven (zie openruimtestructuur, § 4.6 en figuur 2.05)

Predikherenberg (P21) wordt geselecteerd als één van de belangrijkste gebieden voor natuurontwikkeling.

Deze selectie binnen het RSL valt buiten het plangebied.

Open ruimte stelt grenzen aan de kernen


Vanuit de kwaliteit van de open ruimte worden grenzen gesteld aan Holsbeek-Plein, Beneden-Kessel, Kessel-

Lo en Korbeek-Lo.

De bestaande bebouwde fragmenten landschappelijk integreren


De woon- en bedrijvenfragmenten in de open ruimte worden geselecteerd en later afgebakend in een

ruimtelijk uitvoeringsplan voor de nederzettingsstructuur en economische structuur. De bebouwing die

buiten een woonkern of -fragment is gelegen wordt aangeduid als geïsoleerde bebouwing in een ruimtelijk

uitvoeringsplan voor de open ruimte.

Minstens de bebouwing aan volgende straten zal tot een woonfragment behoren: Trolieberg en zijstraten

(WF19) en Pellenbergstraat (WF20). Grafisch wordt de zone aan de Tiensesteenweg tussen park Maisin en De

Mol eveneens als woonfragment geselecteerd. (zie figuur 2.08).

Voor de woonfragmenten gelegen aan de heuvelflanken kunnen wijzigingen van het reliëf en ontbossing

omwille van de tuinaanleg niet toegelaten worden.

Publieke toegankelijkheid van de open ruimte verhogen


De open ruimte rond de woonkernen van het oostelijk stadsdeel wordt maximaal ontsloten door een

recreatief netwerk van fiets- en wandelpaden. Dit netwerk sluit aan op de belangrijkste routes voor zacht

verkeer binnen de betreffende kernen. Het provinciedomein Kessel-Lo, de Abdij van Vlierbeek en de Abdij

van Park vormen belangrijke zwaartepunten in dit netwerk.

De toegankelijkheid van bossen en parken (Wimmershof, kloosterpark, …) moet worden verbeterd. Dat kan

door gebieden te verwerven of overeenkomsten met de eigenaars af te sluiten.

4. Flankerende beleidsplannen en studies

4.1 Mobi l i te i tsplan L euven

Het mobiliteitsplan (2003) selecteerde de Tiensesteenweg als secundaire weg, type III. Op secundaire wegen type III gaat bijzondere prioriteit naar het fietsverkeer en de doorstroming van het openbaar vervoer. Met deze selectie als secundair III wou het mobiliteitsplan de nadruk voor het openbaar vervoer en de fiets aangeven. De secundaire wegen type III behouden in het mobiliteitsplan evenwel naast de prioriteit voor openbaar vervoer en fiets ook een functie voor het autoverkeer (ze kunnen niet verkeersvrij gemaakt worden).



Daarnaast stelde het mobiliteitsplan binnen het plangebied een aantal acties voor die het sluipverkeer onder andere tussen de Tiense- en Diestsesteenweg moet ontmoedigen. Een aantal acties werden reeds gerealiseerd. In afwachting van een goedkeuring van de uitwerkingsnota beschikt Leuven niet over een conform mobiliteitsplan.

4.2 Erosiebestr i jdingsplan Leuven

Figuur 19: Erosiebestrijdingsplan Leuven, bijgestuurde oplossingsscenario’s

Het erosiebestrijdingplan reikt voor de stad Leuven een plan aan waarin de probleemstelling van bodemerosie en de eventueel daarmee gepaard gaande modderoverlast, de prioritaire probleempunten en de brongerichte aanpak ervan, worden beschreven. Het plan werd opgesteld conform de Code van goede praktijk voor het opmaken van een gemeentelijk erosiebestrijdingplan. Dit betekent dat het voorliggend plan een integrale aanpak nastreeft, raakvlakken vertoont met verschillende beleidsdomeinen en rekening houdt met de verschillende doelgroepen. In het erosiebestrijdingsplan werden op basis van een knelpuntenanalyse per gebied een oplossingsscenario uitgewerkt. Het plan is momenteel in uitvoer waarbij de prioritaire gebieden eerst worden aangepakt. Binnen of grenzend aan het plangebied werden de gebieden Loberg en Paters Oblaten weerhouden als knelpuntgebied. Voor beide knelpuntgebieden worden teelttechnische maatregelen groep A vooropgesteld. Deze maatregelen omvatten onder andere het toepassen van niet-kerende bodembewerking en directzaai.

4.3 Landschapsstudie: het stedel i jk landschap Tiensesteenweg en omgeving

Ter voorbereiding van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan heeft de stad Leuven een landschapsstudie uitbesteed. Deze studie onderzoekt de voorwaarden, in te bouwen in het gebiedsgericht RUP Tiensesteenweg vanuit de landschappelijke kwaliteiten en problemen in dit gebied. De bebouwing aan de steenweg, met haar interbellumarchitectuur, heeft in deze studie veel aandacht gekregen. Hetzelfde geldt voor de open ruimte van de Predikherenberg met haar kasteel- en kloosterparken, jachtgebieden bij buitenverblijven,… De resultaten van de studie werden waar mogelijk in het ruimtelijk uitvoeringsplan overgenomen.



5. Verantwoording van het plan

5.1 Concepten

Vanuit het RSL en de landschapsstudie worden volgende concepten vooropgesteld: Afwisseling bebouwde en open ruimte scherp stellen De Tiensesteenweg wordt gekenmerkt door een afwisseling van dicht bebouwde delen, minder dicht bebouwde delen en zones waar de open ruimte tot aan de Tiensesteenweg reikt. Via een afbakening van de bebouwde zones en de zones met open ruimte worden ze scherpgesteld. Clusteren van handel en wonen Met het clusteren van handel enerzijds en het wonen anderzijds wordt duidelijk gesteld waar wonen de voorkeur geniet op handel en omgekeerd. Ontwikkelingsgebieden ter versterking van wijkkarakter Via het selecteren van een aantal ontwikkelingsgebieden kan het typische karakter van een wijk versterkt worden. Beschermen en versterken landschap Tiensesteenweg Enkele zeer kenmerkende onderdelen van het landschap van de Tiensesteenweg worden beschermd, enerzijds via bestemming per zone, anderzijds via pandsgewijze selectie. Mede door het beschermen ervan zal het landschap eveneens versterkt worden. Grootschalige kleinhandel in een eenduidige verkeersstructuur en groene omgeving Via een afbakening van een zone voor grootschalige kleinhandel en de bepalingen inzake inrichting en ontsluiting wordt een evolutie naar een kwalitatieve detailhandelszone nagestreefd. Een netwerk van zacht verkeer tussen groene spots Verbindingen voor zacht verkeer maken de verbinding tussen verschillende parkzones en openruimtegebieden. Het netwerk bestaat enerzijds uit bestaande fiets- en wandelpaden, anderzijds uit nieuwe die een reeks missing links invullen.

5.2 Ruimtel i jke ver ta l ing concepten

5.2.1 Wonen

Figuur 20: Afbakening projectzones Figuur 21: Indicatieve inrichtingsplannen projectzone 1: scenario woonontwikkeling

Figuur 22: Indicatief inrichtingsplan projectzone 2 Figuur 23: Indicatief inrichtingsplan projectzone 3

Algemeen Het overgrote deel van de bestaande woningen valt volgens het RUP binnen een zone voor wonen (RUP, zone voor wonen 1). Voor de delen binnen de huidige gewestplanbestemming woongebied blijven de bepalingen van de algemene bouwverordening van toepassing. Voor de delen in de huidige situatie vallend binnen een BPA dat met dit RUP wordt opgeheven, zullen de bepalingen van de algemene bouwverordening van toepassing worden.



Voor bepaalde zones aan de Tiensesteenweg worden specifieke bepalingen opgenomen. Zo worden centraal in het plangebied de nodige bepalingen opgenomen ter bescherming en versterking van het villawijkkarakter (RUP GGR-K5, zone voor wonen 2). Voor de woonzones gelegen aan de Meerdaalboslaan worden, gezien de minder goede ontsluitingsmogelijkheden, specifieke bepalingen naar bestemming en ontsluiting opgelegd (RUP GGR-K5, zone voor wonen 1). De zones binnen het plangebied in het RSL geselecteerd als woonfragment (Tiensesteenweg en Pellenbergstraat) vallen in het RUP beide binnen een zone waar enkel bebouwing in lage dichtheid mogelijk is, aandacht gaat naar de onbebouwde ruimte en beperkingen naar functies worden opgelegd (RUP GGR-K5, zone voor wonen 2 en zone voor wonen 3). Tenslotte selecteert het RUP, in navolging van artikels 5.4.1 en 6.4.11 van het RSL, een aantal gebieden als zone voor gemeenschapsvoorzieningen (RUP GGR-K4, zone voor gemeenschapsvoorzieningen 2, 3 en 4). Hierbinnen vallen twee scholen en de parochiekerk. Er wordt ook een nieuwe site gereserveerd voor gemeenschapsvoorzieningen (RUP GGR-K4, zone voor gemeenschapsvoorzieningen 1). Deze vier sites concentreren zich centraal binnen de woonkern en liggen aan het park Michotte waardoor een interactie tussen de gemeenschapsvoorziening en het park mogelijk is. De selectie is dan ook conform het RSL waarin gesteld wordt dat niet-woonfuncties die de woonfunctie ondersteunen bij voorkeur in de woonkern worden geïntegreerd. De exclusieve reservatie van zones voor gemeenschapsvoorzieningen draagt bij tot een kwaliteitsvol voorzieningenniveau en werkt kernversterkend. Projectzones Daarnaast worden in navolging van het RSL voor het woonontwikkelingsgebied gelegen aan de Bierbeekstraat de nodige randvoorwaarden in het RUP GGR-K4 opgenomen (projectzone 1). Het RUP voorziet twee ontwikkelingsscenario’s. Enerzijds een scenario waarbij de site voor wonen kan ontwikkeld worden. In het binnengebied kunnen tussen 25 en 45 woningen met tuin, met twee à drie bouwlagen, dus afgestemd op het bestaande woonweefsel, gerealiseerd worden. Het gebied kan gefaseerd ontwikkeld worden. Het parkeren dient hierbij ondergronds. Op het aantal ondergrondse parkeerplaatsen bepaald door de verordening die het parkeren regelt moet een surplus voorzien worden als compensatie van de huidige bovengrondse parkeerplaatsen. Gezien de hoge parkeerdruk in deze buurt voorziet het RUP ook een tweede scenario waarbij de site verder ingevuld kan worden met bovengronds parkeren. Het RUP bevat een aantal bepalingen die voor dit scenario de nodige kwaliteiten garanderen (groen karakter, aansluiting bij bestaande woningen, kwalitatieve constructies,…). In navolging van het RSL wil het RUP GGR-K5 vervolgens aan de hand van een uitdoofbeleid voor de aanwezige grootschalige kleinhandel binnen projectzone 3 een omvorming naar wonen bewerkstelligen. Het RSL stelt namelijk dat grootschalige kleinhandel ten oosten van Molstraat dient gesitueerd. De belasting en ontsluitingmoeilijkheden van en op de Tiensesteenweg enerzijds en de ligging binnen een waardevolle interbellumwijk anderzijds, pleiten namelijk voor een herontwikkeling van de site naar wonen afgestemd op de bestaande structuur van de omliggende wijk. Het parkeren zal bij meergezinswoningen grotendeels ondergronds worden gebracht. De uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande activiteiten worden beperkt. De bestaande (niet-woon) activiteiten kunnen blijven bestaan tot de opstart van een nieuw (woon)project.

5.2.2 Handel

Algemeen In navolging van het RSL wordt getracht de kleinhandelsactiviteiten ruimtelijk te ordenen. De zone tussen Tiensepoort en Grensstraat wordt in het RSL geselecteerd als multifunctioneel centrum. In het RUP wordt handel, indien rekening houdend met de draagkracht van de buurt, dan ook niet uitgesloten.

Binnen de zone niet geselecteerd als multifunctioneel centrum, tussen Grensstraat en Molstraat wordt wél

gefocust op wonen en worden mogelijkheden voor niet-woonbestemmingen beperkt en handel uitgesloten.

Omwille van de moeilijke ontsluiting vanwege de ligging ten opzichte van het kruispunt wordt de zone tussen



Molstraat en Meerdaalboslaan, afwijkend van het RSL, hierin ook meegenomen. (geschrapt, beslissing Deputatie

Vlaams-Brabant, 21/08/2014)

Zo wordt bijvoorbeeld in het RUP aan de site binnen projectzone 3 een uitdoofbeleid voor de grootschalige kleinhandel en een herontwikkeling naar wonen, passend binnen de specifieke context, vooropgesteld. Tegelijkertijd wordt, in navolging van de selectie als zone voor grootschalige kleinhandel in het RSL, in het deel van de Tiensesteenweg, zijde Korbeek-Lo, dat nu een belangrijk centrum van grootschalige kleinhandel vormt, op termijn een omschakeling van wonen naar commerciële activiteiten voorzien (RUP, zone voor grootschalige kleinhandel). Om te garanderen dat deze zone wordt ingevuld met grootschalige kleinhandel moet nieuwe detailhandel een oppervlakte bezitten van minimaal 750 m² en maximaal 4.000 m². Projectzones Tenslotte kan de grootschalige kleinhandel gelegen binnen projectzone 2 gezien haar buurtondersteunend karakter behouden en uitgebreid worden. Om te vermijden dat de projectzone zou ingevuld worden met een cluster van grootschalige kleinhandel (zoals in de bestaande toestand binnen projectzone 3) bepaalt het RUP dat er binnen de zone slechts één grootschalige handelsfunctie is toegelaten en wordt een maximale oppervlakte opgelegd. Bij uitbreiding, nieuwbouw of herbouw dient voldoende rekening gehouden te worden met de ruimtelijke inpassing van het hoofdvolume, ingroening van de parking en bijhorende constructies, waaronder reclamepanelen.

5.2.3 Open ruimte

In navolging van het RSL bestemt het RUP het kloosterpark Clarissen tot open ruimte gebied met geïntegreerde bebouwing (RUP GGR-K5, zone voor open ruimte met geïntegreerde bebouwing 2) . Hierbinnen krijgt de bestaande bebouwing nog beperkte uitbreidings- en herbestemmingmogelijkheden maar de omliggende open ruimte wordt beschermd. Aan de selectie van het RSL betreffende de open ruimte gebieden met geïntegreerde bebouwing worden in dit RUP eveneens het kasteelpark Maisin (RUP GGR-K5, zone voor open ruimte met geïntegreerde bebouwing 1) en de site van Bunswuyck en De Mol toegevoegd (RUP GGR-K5, zone voor open ruimte met geïntegreerde bebouwing 3). Op die manier wordt vermeden dat de flanken van de Predikherenberg verder bebouwd zullen worden. Tenslotte worden de 3 percelen ten zuiden van de Tiensesteenweg volgens het gewestplan gelegen in parkgebied vanuit bovenvermelde openruimtedoelstellingen eveneens geselecteerd als open ruimte met geïntegreerde bebouwing (RUP GGR-K5, zone voor open ruimte met geïntegreerde bebouwing 4). Een deel van het huidige park Michotte ligt binnen de gewestplanbestemming wonen. Om deze feitelijke situatie te bestendigen wordt, in navolging van het RSL, in het RUP een herbestemming naar parkgebied doorgevoerd (RUP GGR-K4, zone voor park 2). Tenslotte worden de hellingen van de predikherenberg, volgens gewestplan parkgebied en in RSL geselecteerd als gebied waar natuurwaarde nevengeschikt is aan de gebruikswaarde, herbestemd naar gemengd open ruimte gebied (RUP GGR-K5, zone voor gemengde open ruimte). Hierbinnen blijven onder andere agrarische activiteiten mogelijk.

5.2.4 Waardevolle panden, landschappen en archeologie

Zowel binnen de zone voor wonen 1 (overgrote deel van het RUP GGR-K4) als de zone voor wonen 2 (interbellumwijk, RUP GGR-K5) worden in de RUP’s maatregelen genomen om de aanwezige erfgoedwaarden te beschermen. Binnen het plangebied is namelijk ruim 3 eeuwen stadsontwikkeling herkenbaar bewaard gebleven. De diversiteit aan bebouwing en openruimte-elementen geven de Tiensesteenweg en zijn omgeving een waardevol en beeldbepalend karakter. Hoewel er slechts één bescherming aanwezig is binnen het plangebied is er toch veel waardevol erfgoed terug te vinden. Het betreft zowel bouwkundig erfgoed als landschappelijk erfgoed in de vorm van waardevolle parken, tuinen en andere open ruimten. De stad wil via dit planningsinitiatief een betere bescherming bieden aan het aanwezige erfgoed.



Op basis van verschillende studies (landschapsstudie Werkplaats voor Architectuur, Inventaris Bouwkundig erfgoed, stadsarchief Leuven, plaatsbezoeken) werd door de adviseur monumentenbeleid een selectie gemaakt van panden die beschermenswaardig zijn, categorie ‘beschermenswaardig bouwkundig erfgoed’, en panden die inventariswaardig zijn, categorie ‘waardevol gebouw’. Daarnaast werden ook architecturale gehelen geselecteerd, waarvan het gevelbeeld waardevol en/of beeldbepalend is, categorie ‘waardevol architecturaal geheel’. De selectie is het resultaat van een grondige afweging van welke gebouwen en gebouwgehelen (met hun omgeving) binnen deze zone bewaard dienen te blijven om een exemplarische staalkaart van de 3 eeuwen stadsontwikkeling in dit gebied over te houden en de integratie ervan binnen toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. De selectie als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed, waardevol gebouw of waardevol architecturaal geheel betreft een selectie die gemaakt werd door de stad Leuven, volgens een methodiek opgesteld door de stad, om er voor te zorgen dat die panden die dermate waardevol zijn voor de stad kunnen behouden blijven in de toekomst. De panden vallen dus niet onder de beschermingsgevolgen volgens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten en latere wijzigingen. Dit betekent onder andere dat er geen (bindend) advies gevraagd wordt aan Onroerend Erfgoed bij vergunningsplichtige werken. Eigenaars dienen ook geen toelating te vragen aan Onroerend Erfgoed voor het uitvoeren van allerhande in dit decreet opgesomde en niet-vergunningsplichtige werken. De eigenaar valt bovendien ook niet onder de in het decreet vermelde instandhoudings- en zorgplicht en handhavingsbeleid. De stad Leuven koppelt in voorliggende RUP’s voorschriften aan de selectie, die de eigenaar rechtszekerheid geven over wat hij nog kan of niet meer kan doen met zijn pand. De verschillende studies zijn samengevat in een pandsgewijs opgesteld synthesedocument dat gebruikt wordt als toetsingskader bij het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen en als bijlage deel uitmaakt van de toelichtingsnota. Anderzijds worden in de RUP’s kwalitatieve bepalingen opgenomen die structuur en typologie van de Tiensesteenweg beschermen. In de deelgebieden stad en voorstad dient bij samenvoeging van woningen of vervangbouw rekening gehouden met de schaal en korrelgrootte van de omgeving met het oog op een harmonieuze inpassing van de gevels. De landschapsstudie schreef de villawijk eveneens een belangrijke waarde toe. Voor het deelgebied park worden dan ook, in navolging van het RSL, bepalingen in het RUP opgenomen die de bestendiging en verdere ontwikkeling van/binnen dit specifieke wijkkarakter garanderen (minimale perceelsoppervlaktes, lage bebouwingscoëfficiënt, typologie,…). Met de bepalingen van de RUP’s wordt bijgevolg ook tegemoet gekomen aan de selectie van de Tiensesteenweg binnen het RSL als vragend ensemble.

Beschermenswaardig bouwkundig erfgoed Onder beschermenswaardig bouwkundig erfgoed wordt verstaan: panden waarvan de erfgoedwaarden van algemeen belang zijn omwille van de archeologische, architecturale, artistieke, culturele, esthetische, historische, industrieel-archeologische, technische waarde, ruimtelijk-structurerende, sociale, stedenbouwkundige, volkskundige of wetenschappelijke waarde. In afwachting van een bescherming als monument wil de stad via voorliggende RUP’s het behoud van deze erfgoedwaarden garanderen. Zodra een als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed geselecteerd pand beschermd wordt als monument heeft de vigerende wetgeving met betrekking tot beschermde monumenten voorrang op onderstaande voorschriften. De beschrijving en motivatie van de als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed geselecteerde panden wordt hieronder weergegeven. Er werden 12 panden geselecteerd als beschermenswaardig bouwkundig erfgoed. Het betreft 2 gebouwen die deel uitmaken van de historische bebouwing van de Tiensesteenweg, een gaaf bewaard kasteel met



kasteelpark uit 1921-1922, een art-deco tweewoonst, 1 modernistisch hoekpand en 6 representatieve en gaaf bewaarde modernistisch geïnspireerde interbellumvilla’s, deel uitmakend van één van de waardevolle modernistische clusters van Leuven.

1. Kasteel de Bunswyck met omgevend park

Neoclassicistisch kasteel met omliggend park van 2ha, bos en weilanden. Het kasteel zou gebouwd zijn in 1765 als jachtresidentie voor baron Ernst de Bunswyck. Op de kaart van Ferraris (1777) staat inderdaad bebouwing opgetekend. Op een pre-primitief kadasterplan uit 1807 en op het primitief kadasterplan (1832) staat het kasteel duidelijk ingetekend. De Tiensesteenweg werd pas in 1715 aangelegd en kende in deze periode slechts weinig bebouwing. Het was dus een ideale plaats om een jachtresidentie te bouwen: aan de voorkant was het domein goed bereikbaar met de steenweg, aan de achterkant strekte zich een boeiend jachtgebied uit op de heuvels. De oorspronkelijke functie van jachtresidentie hangt dus nauw samen met het omgevend landschap en de geschiedenis van het ontstaan van de Tiensesteenweg. Naast een belangrijke historische waarde is er dus ook een belangrijke socioculturele waarde verbonden aan het domein, nl. omwille van het feit dat het een jachtresidentie betrof van een baron en dus uiting gaf aan de levenswijze en gebruiken van de adel. Het kasteel overleefde de eerste wereldoorlog en kwam nadien in handen van de Leuvense textielbaron François Hottat, die het in 1938 (kadastrale mutatieschets) verbouwd. Gecementeerd en geel geschilderde gevels met authentiek houten schrijnwerk en luiken. Het hoofdvolume staat dwars op de straat en bevat 2 bouwlagen onder leien mansardedak met dakkapellen. Aan de smalle zijden bevatten de gevels 3 traveeën, de lange zijde heeft 7 traveeën. Links van het hoofdvolume aan straatkant een éénlaags volume onder mansardedak, bestaande uit drie smalle traveeën en een brede travee met garagepoort. Op de binnenkoer bevinden zich enkele annexen, zoals de stalgebouwen, duiventoren, volière, ... Ondanks recente aanpassingswerken aan het complex zijn de oorspronkelijke volumes en interieurs goed bewaard gebleven. Het gebouw heeft dus een architectuurhistorische waarde. Rond het kasteel hebben de opeenvolgende landeigenaars sinds het midden van de 19

de eeuw de

achterliggende getuigenheuvel mee vorm gegeven. Beboste delen alterneren met glooiende weilanden en hoogstamboomgaarden, waarin tal van maretakken voorkomen. In het omliggende park is de vroegere walgracht van het kasteel nog steeds zichtbaar, weliswaar drooggelegd. In het bos bevindt zich een vervallen interbellumgebouwtje onder leien mansardedak. Op het domein komen vooral typische parkboomsoorten voor zoals Bruine beuk, Amerikaanse eik, Tamme kastanje. Een opname uit 1985 geeft aan dat er tijdens de afgelopen decennia verschillende waardevolle parkbomen zijn verdwenen. Een uitzondering hierop vormt de dendrologische waardevolle Zuileik aan de oostelijke zijde van het domein. Een dicht beplante dreef met tamme kastanje loopt de getuigenheuvel op. Al deze opmerkelijke landschapselementen karakteriseren het gebied en bepalen de eigenheid ervan. Hierdoor bezit het omgevend park grote natuurwetenschappelijke waarde. Het kasteel de Bunswyck met inbegrip van park, weilanden en bos (uitstrekkend over de getuigenheuvels) is beschermenswaardig vanwege:

- de hoge historische en architectuurhistorische waarde, als zeldzame getuige van de historische bebouwing van de Tiensesteenweg;

- de socioculturele waarde als jachtresidentie van Baron Ernst de Bunswyck en als uiting van de levenswijze en gebruiken van de adel;

- de natuurwetenschappelijke waarde van het park, het bos, de weilanden en hoogstamboomgaarden.

2. Afspanning In den mol 1733



Voormalige afspanning in traditionele bak- en zandsteenstijl (tweede kwart 18de eeuw). Kleine, niet uitspringende plint, geen speklagen doch kruiskozijnen; fraaie korfboogdeur versierd met dubbele, geprofileerde imposten en sluitsteen, bekroond met een uitspringende waterlijst. Uithangbord in verheven beeldwerk met opschrift: 17 IN DEN MOL 33 / AU . FOINT ON . VAEN / TOUT . SOURT DE . PIER / GOKT LOGIST TE VOET EN TE PEERT. Restauratie en vernieuwde vensterkruisen. (bron: Inventaris van het Bouwkundig erfgoed). De voormalige afspanning In den mol is beschermenswaardig vanwege:

- de hoge historische en architectuurhistorische waarde, als zeldzame getuige van de 18de-eeuwse bebouwing op de steenweg. De 18de-eeuwse kern is nog duidelijk herkenbaar.

- de volkskundige waarde als voormalige afspanning. - de stedenbouwkundige waarde, als oorspronkelijk strategisch gekozen plaats voor het heffen van

tol.

3. Kasteel Maisin en omgevend park 1921-1922

Het kasteel Maisin werd volgens de kadastrale mutatieschetsen opgetrokken in 1921-1922 in eenvoudige neorenaissance stijl. Volume van rode baksteen verfraaid door het gebruik van witte natuursteen voor de vensteromlijstingen en de hoekkettingen onder mansardedak (zwarte leien). Het kasteel werd vanaf 1938 bewoond door de bekende professor Joseph Maisin (1893-1971), gespecialiseerd in de bacteriologie, anatomo-pathologie en cancerologie. Voordien woonde de familie Maisin in een herenwoning aan de Bondgenotenlaan 111 te Leuven. In 1950 ontwierp architect Lucien Spéder op vraag van prof. Maisin 2 uitbreidingen aan het kasteel waarin een bijkomende leefruimte enerzijds en toilet en vestiaire anderzijds werden gesitueerd. De uitbreidingen hebben dezelfde stijl als het hoofdvolume. Lucien Spéder was geen onbekende voor Maisin. Hij ontwierp reeds in 1928 de privé-herenwoning van Maisin in de Bondgenotenlaan. Het schrijnwerk van het kasteel lijkt oorspronkelijk. Het oorspronkelijke interieur bleef naar verluidt goed bewaard. Rondom het kasteel werd door tuinarchitect Léon Rosseels een laatromantisch park aangelegd. Van de parkaanleg zijn de meeste landschapselementen bewaard gebleven (beplanting, bomen, padenstructuur, groentekelder, tennisveld, …). Door een gebrek aan onderhoud, rukt spontane verbossing op, wat vooral nadelig is voor waardevolle parkbomen, open ruimtes en vista’s. In het park staan twee gebouwtjes die reeds aanwezig waren op het plan Popp van 1865. De oorspronkelijke grens met Kessel-Lo, een middeleeuwse holle weg, loopt doorheen het domein. Het gaaf bewaarde kasteel en omgevend park (met inbegrip van de kleine landschapselementen en -structuren) zijn beschermenswaardig omwille van:

- de historische en architecturale waarde als representatief en gaaf bewaard voorbeeld van een neorenaissance kasteel met laatromantische parkaanleg.

- de natuurwetenschappelijke waarde van het omliggende park.

4. Tiensesteenweg nrs. 181-183 – art-deco tweewoonst 1933

Tweewoonst, bestaande uit een ‘klein huis’ en een ‘groot huis’, gebouwd door de familie Ronsmans in 1933 naar ontwerp van architect Jos Bogaerts. Fraai uitgewerkt en gaaf bewaard geheel van een brede burgerwoning met bureel en garage en een aanpalende kleine woning voor de ouders van de bouwheer. Voor de tijdsperiode typerend gebruik van bruine baksteen onder pannen daken (deels groene pannen). Het houten schrijnwerk bleef gaaf bewaard. De gevel wordt horizontaal geaccentueerd door het gebruik van betonnen onderdorpels en lateien en het horizontale siermetselwerk. Kenmerkend is tevens het gebruik van een halfronde erker ter accentuering van de poorttravee. Het gebouw draagt een aantal kenmerken in zich die het individuele karakter overstijgen: het brengt in zijn opbouw zijn specifieke plaats in het stedelijk weefsel naar voren. Dit uit zich in de torenvormige uitbouw



boven de garagepoort met zwevend ‘tentdak’. Deze uitbouw biedt een zichtbaar oriëntatiepunt in de lange rij huizen. Het interieur bleef naar verluidt gaaf bewaard. De gaaf bewaarde woningen zijn beschermenswaardig omwille van:

- de historische, artistieke en architecturale waarde als representatief voorbeeld van art-deco burgerwoningen.

- de ruimtelijk-structurerende waarde als oriëntatiepunt in het stedelijk weefsel.

5. Tiensesteenweg nr. 230 - Café Concorde 1936

In 1936 doet brouwerij Mena uit Rotselaar een aanvraag voor de afbraak en heropbouw van een café met wip, op de hoek van de Tiensesteenweg en de Vlietstraat. De prachtige plannen in aquarel zijn van de hand van architect Edouard-Louis Mispelter (zie ook naamplaatje in plint). Het betreft een markant bepleisterd hoekvolume met accenten rond de ramen en ter hoogte van de plinten in geglazuurde tegels (zwart en oranjerood). Modernistische architectuur met typisch afgeronde hoeken van de inkomtravee en verwijzing naar de pakketbootstijl cf. de ronde muuropeningen in de zijgevel. Het ondertussen vervangen schrijnwerk had volgens de plannen een rode kleur. Op de hoek bevond zich oorspronkelijk een vlaggenmast. In het interieur bleef enkel de oorspronkelijke vloer behouden. Op de binnenkoer bevond zich de wip. Het modernistisch hoekpand is beschermenswaardig omwille van:

- de historische en architecturale waarde als representatief voorbeeld van modernistische architectuur.

- de volkskundige waarde, als wip en aansluitend café. Het gebouw behield deels zijn oorspronkelijke functie.

- de ruimtelijk structurerende waarde, als beeldbepalende pand op de hoek van de straat.

6. Tiensesteenweg nr. 295-297 - Modernistische tweewoonst 1936-1937

Modernistische tweewoonst naar ontwerp van architect Victor Broos uit 1936-1937. Hoewel vele modernistische kenmerken, toont Broos in dit ontwerp duidelijk de tweestrijd die hij voert tussen modernisme en traditionele architectuur.

nr. 295 Woning Bonte met huisnaam “villa La Pergola” en gedateerd met gevelsteen boven de kroonlijst (1936). Villa in rode baksteen onder een combinatie van hellende en platte daken met typische modernistische vormgeving: verspringende volumes, benadrukt lijnenspel door geaccentueerde onderdorpels en lateien, afgeronde hoeken (inkompartij) en balkonstructuren. De traditionele hellende dakstructuur wordt van de vlakke topgevel gescheiden door een kolom met decoratieve bekroning in arduin. Oorspronkelijke voortuin en afsluiting. Het interieur is naar verluidt vrij gaaf bewaard.

nr. 297 Woning Dessart vormt een disharmonische eenheid met nr. 295. Villa in rode baksteen onder hellende daken van zwarte geglazuurde pannen. Ook hier zijn enkele typerende elementen voor de stijl van Broos aanwezig: volumespel, afgeronde hoeken en de horizontale belijning. Het schrijnwerk wordt verticaal opgedeeld door het gebruik van natuursteen. Oorspronkelijke voortuin en afsluiting. Het interieur is naar verluidt vrij gaaf bewaard en vrij luxueus: dubbele deur met art-nouveau glasramen, art-deco marmeren schouw, parket in living, traphal en kamers, inkomhal met roze marmeren vloerbedekking, deuren en trap van ‘congolees’ hout. Garagepoort vernieuwd. De gaaf bewaarde tweewoonst is beschermenswaardig omwille van:



de historische, architecturale en artistieke waarden als representatief voorbeeld van modernistisch

geïnspireerde tweewoonst en gesamtkunstwerk.

De stedenbouwkundige waarde als deel van een belangrijk en waardevol cluster van interbellumvilla’s.

7. Tiensesteenweg nr. 303 – woning Lobet 1935

Villa van bruine baksteen onder plat dak naar ontwerp van Alphonse Marchal. Typische stijlkenmerken zijn de ronde vormen gebruikt voor erker en balkons, de buisleuningen, het gebruik van glas-in-lood ramen en geel- en zwartgeglazuurde tegels (portaal, daklijst en onderdorpels). Behouden voortuin en tuinmuur. De vlaggenmast is verdwenen. Vernieuwd schrijnwerk, deur origineel. Het interieur bleef naar verluidt gaaf bewaard en bevat vele glas-in-lood ramen, de bouwheer was glazenier. De garage ligt iets onder het straatniveau, samen met de kelders. Het gelijkvloers verheft zich op die manier aan de voorzijde als een piano nobile, aan de achterzijde ligt zij op het niveau van de tuin. De ingangsportiek gaat vooraf aan een monumentale hall (typisch voor Marchal) die tevens de trap herbergt. De hall staat loodrecht op de as van de ingangsportiek en beslaat beide verdiepingen. Aan straatzijde liggen keuken en leefruimte, bureau ligt in verlengde van de leefruimte aan de tuinzijde en die bevat eveneens de sanitaire voorzieningen. De villa is beschermenswaardig omwille van:

de historische, architecturale en artistieke waarde als representatief voorbeeld van een modernisitische

woning en gesamtkunstwerk met talrijke glasramen in het interieur.


8. Tiensesteenweg nr. 305 – villa Coin Fleuri 1938

De villa met monumentaal karakter is één van de grootste woningen die Victor Broos in deze periode realiseerde. Het moderne karakter verdwijnt meer naar de achtergrond en de traditionele villa met vierkant grondplan wordt het basisgegeven. Dit grondplan krijgt vooraan en achteraan links van de symmetrieas een aanbouwsel wat zorgt voor een samengesteld hellend dak van zwart geglazuurde pannen. Aan de rechterzijde een uitsprong die eveneens in de dakstructuur is opgenomen. De halfronde loggia aan de linkerzijgevel krijgt een vlakke bedaking. Op de verdieping een balkon dat aan de vooraanbouw met de erker op de rechter zijvleugel verbindt. De villa is gebouwd in gele baksteen, verrijkt door het gebruik van groengeglazuurde tegels voor de omlijsting van het portaal en de muuropeningen. Kenmerkend voor de stijl van de architect zijn het samenspel van de verschillende volumes, het gebruik van grote ramen, deels ingevuld met glas-in-lood, de afgeronde erker en de vooruitspringende aanbouw met balkon. Behouden voortuin, tuinmuur en afsluiting. Het interieur bleef naar verluidt nagenoeg volledig gaaf bewaard. De gaaf bewaarde villa is beschermenswaardig omwille van:

de historische, architecturale en artistieke waarden als één van de meest monumentale en representatieve

werken van Victor Broos, uitgewerkt als gesamtkunstwerk.


9. Tiensesteenweg nr. 329 - Villa Roma 1934

Oorspronkelijk villa ‘Roseraie’. Villa Roma werd gebouwd als buitenverblijf voor een Leuvense handelaar. Op plan werd een bouwlaag meer voorzien, die kleiner was dan de gelijkvloers zodat er plaats was voor een dakterras. Uiteindelijk werd enkel de begane grond gebouwd. Woning in bruine baksteen met brede, schuin ingevoegde lintvoegen onder plat dak. De sokkel is gevormd in natuursteen. Uitbundige architectuur met verschillende verspringingen in het gevelbeeld die een perfecte weergave zijn van de geleding binnenin en afgeronde hoeken. Kenmerkend voor de tijdsperiode is de doorgetrokken horizontale belijning, het gebruik van metalen leuningen en het toevoegen van een vlaggenmast.



De similibepleistering die de horizontaliteit accentueert werd recent licht groen geschilderd en was oorspronkelijk grijsgroen van kleur. De indeling van de woning houdt rekening met de oriëntatie. De ruimtes zijn gepositioneerd omtrent een centrale hall, uitgewerkt in hout en met een rond veelkleurig glasraam in de zoldering. De hall scheidt de eetkamer en het salon, waarop een bureau aansluit. Achter de eetkamer bevindt zich een ruime keuken die aan de tuinzijde uitgeeft. Aan deze zijde bevinden zich eveneens twee slaapkamers. Tussen de slaapkamer op de hoek en het bureau zit de badkamer. Opvallend is de afzonderlijk gebouwde garage met annexen die volledig dezelfde stempel draagt als de woning. In het interieur bleven tal van originele elementen behouden. De gaaf bewaarde villa is beschermenswaardig omwille van:

de historische, architecturale en artistieke waarde als één van de bekendste en belangrijkste realisaties

binnen het uitgebreide en gevarieerde oeuvre van Victor Broos, uitgewerkt als gesamtkunstwerk.


Tiensesteenweg nr. 320 - hoekvilla A l’heure Bleue 1936 Vrijstaande hoekvilla met plastische gevelwerking in roodbruine baksteen en beton onder plat dak naar ontwerp van architect Edouard-Louis Mispelter, een in het Leuvense verdienstelijk en actief architect. Oorspronkelijke tuinmuur en afsluitingen aanwezig. Voor de modernistische stijl typisch volumespel, verwijzend naar de pakketbootstijl. Brede horizontale voegen, gebruik van ronde vormen (halfronde erker geaccentueerd door monumentaal betonnen balkon) en geglazuurde baksteen, vlaggenmast op de zijgevel, figuratieve glas-in-loodramen. Decoratieve fontein naast inkomhal met blauw geglazuurde tegels. Grotendeels gaaf bewaard houten schrijnwerk. De woning onderging in de jaren ‘1950 een bescheiden (interne) verbouwing.

De gaaf bewaarde villa is beschermenswaardig omwille van:

De historische en architecturale als representatief voorbeeld van een modernistische hoekvilla.

De artistieke waarde als deel van het oeuvre van architect Mispelter.

De stedenbouwkundige waarde als deel van een belangrijk en waardevol cluster van interbellumvilla’s, als

enige beschermenswaardige villa gelegen aan de andere zijde van de Tiensesteenweg.

De ruimtelijk-structurerende waarde als belangrijk oriëntatiepunt op de hoek van de steenweg met de

Philipslaan.

Waardevol gebouw Onder waardevol gebouw wordt verstaan: panden waarvan de erfgoedwaarden van regionaal of lokaal belang zijn omwille van de archeologische, architecturale, artistieke, culturele, esthetische, historische, industrieel-archeologische, technische waarde, ruimtelijk-structurerende, sociale, stedenbouwkundige, volkskundige of wetenschappelijke waarde. In afwachting van de opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed wil de stad via voorliggende RUP’s het behoud van deze erfgoedwaarden garanderen.

Waardevol architecturaal geheel

Onder waardevol architecturaal geheel wordt verstaan: 2 of meerdere panden waarvan de unieke

stedenbouwkundige samenhang een specifiek karakter geeft aan de straat. Het behoud van de beeldwaarde

van de huidige gevelwand staat voorop.

Archeologie

Het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 en latere

wijzigingen zijn van toepassing.

5.2.5 Mobiliteit



In de RUP’s worden een aantal zacht verkeerverbindingen voorzien die het zacht verkeernetwerk binnen het plangebied vervolledigen. Op die manier kan er op termijn een west-oost-route die park Michotte via het project Green Gardens doorheen kasteelpark Maisin naar de Lemingberg ontstaan. Dwars hierop worden een aantal verbindingen met de Tiensesteenweg voorzien ter hoogte van park Michotte, Colruyt en doorheen het kloosterpark Clarissen. Door het clusteren van commerciële autogerichte ontwikkelingen via het vastleggen van bestemmingen in de RUP’s wordt het uitwaaieren van sterk verkeersgenererende activiteiten tegen gegaan. Het clusteren van grootschalige kleinhandel zal de doorstroming op de Tiensesteenweg ten goede komen. Om de doorstroming op de Tiensesteenweg bijkomend te verbeteren wordt in de RUP’s bij aanleg of heraanleg van parkeerplaatsen opgelegd dat de inrichting van de onbebouwde ruimte een (eventueel latere) gemeenschappelijke ontsluiting voor clusters van handelszaken niet mag hypothekeren. Tenslotte sluiten de RUP’s de doelstellingen van het RSL inzake mobiliteit niet uit.

5.2.6 Motivatie bijkomende selecties en afwijkingen ten opzichte van het RSL

Motivatie bijkomende selecties: Het RSL selecteert binnen het plangebied enkel het kloosterpark Clarissen als openruimtegebied met geïntegreerde bebouwing (GGR-K5). Vanuit de analyse van bestaande toestand en de erfgoedwaarden van een reeks panden gelegen in de open ruimte wordt deze selectie uitgebreid met drie zones: 3 panden ten zuiden van de Tiensesteenweg, kasteel Maisin, kasteel Bunswyck en De Mol. Het RSL selecteert grafisch de bebouwde zone ten noorden van de Tiensesteenweg gelegen in het RUP GGR-K5 ‘park’ als woonfragment. In voorliggend RUP wordt deze zone beschouwd als onderdeel van een grotere bebouwingsstructuur ten zuiden van de Tiensesteenweg. In het RUP worden dan ook geen voorschriften opgenomen cf. het goedgekeurd gemeentelijk RUP Woonfragmenten. Wel gaat in de voorschriften voor deze zone aandacht naar de specifieke ligging aan de open ruimte o.a. bepalingen met betrekking tot de parkstructuur, perceelsgroottes, bebouwingsmogelijkheden,… De Pellenbergstraat wordt in het RSL geselecteerd als woonfragment (WF 20) . De percelen gelegen tussen de grafische selectie in het RSL en de Tiensesteenweg niet. Deze percelen hebben echter dezelfde locatie-eigenschappen als de percelen binnen het woonfragment (ligging aan Pellenbergstraat/Tiensesteenweg grenzend aan open ruimte). Specifiek voor deze zone (RUP GGR-K5, zone voor wonen 3) worden dan ook de voorschriften toegepast cf. het goedgekeurd gemeentelijk RUP Woonfragmenten.

Motivatie afwijkingen:

GGR-K4 Een groot (deels onbebouwd) terrein met huidige gewestplanbestemming woongebied gelegen aan de Bierbeekstraat wordt geselecteerd als woonontwikkelingsgebied (WO 61). De stad Leuven heeft in 2012 een inschatting gemaakt van bevolkingsevolutie (van 2012 tot 2030) in Leuven. Deze inschatting is gebaseerd op een ongewijzigd beleid en wordt het “trendscenario” genoemd. Volgens het trendscenario zullen er in 2030 10.000 inwoners of 6.000 huishoudens meer zijn dan anno 2012 in Leuven. Deze groei zal gepaard gaan met een blijvende vraag naar nieuwe woningen en voorzieningen. Daarom is ook de nog beschikbare ruimte voor bijkomende woningen in kaart gebracht. Uit een analyse van de woonontwikkelingsgebieden, zoals geselecteerd in het RSL van 2004 en de reserve voor nieuwe woningen in het bestaande woonweefsel (onbebouwde percelen, herbestemming, verdichting), blijkt dat er nog meer dan genoeg bijkomende woningen kunnen gerealiseerd worden om de in het trendscenario ingeschatte bevolkingsevolutie op te vangen. Omdat de reserves nog ruim zijn, is het bovendien niet nodig alle woonontwikkelingsgebieden te ontwikkelen voor 2030. Vandaar dat het mogelijk is bepaalde gebieden nog als reserve te behouden of bepaalde woonontwikkelingsgebieden voor andere functies in te zetten. In het RUP



wordt dan ook naast woonontwikkeling eveneens een invulling met kwalitatief bovengronds parkeren toegelaten. Op die manier kan ook zonder een woonontwikkeling tegemoet gekomen worden aan de nood aan parkeerplaatsen in de buurt.

GGR-K5

De zone langs de Tiensesteenweg ten oosten van de Molstraat wordt als zone voor grootschalige detailhandel

(D2) geselecteerd. De zone tussen de Molstraat en de Meerdaalboslaan valt binnen deze selectie voor de

inplanting van grootschalige detailhandelszaken. Gezien de gewijzigde verkeerssituatie (organisatie van

afslagstroken, middenberm,..) horende bij het kruispunt van de Tiensesteenweg met de Meerdaalboslaan en

de toegenomen verkeersintensiteiten is het niet wenselijk dat nieuwe handelsactiviteiten of andere

verkeersgenererende activiteiten zich nabij dit kruispunt vestigen en ontsluiten op de Tiensesteenweg. Na een

evaluatie wordt omwille van bovenstaande redenen dan ook afgeweken van het RSL. (geschrapt, beslissing

Deputatie Vlaams-Brabant, 21/08/2014)

Verkeerskundig is het niet wenselijk dat functies gelegen aan de Tiensesteenweg ter hoogte van de

middenberm rechtstreeks ontsluiten op de Tiensesteenweg. De percelen blijven echter wel ontwikkelbaar

maar dienen te ontsluiten via de Molstraat. De percelen kunnen dan ontsluiten op Tiensesteenweg via een

rechtsuit van de Molstraat of via de Molstraat richting Oude Baan en daarna verplicht richting Bierbeek.

Verkeer richting Leuven dient dan ook de Oude Baan, via Vlinderstraat, de Tiensesteenweg richting Leuven te

nemen. Gezien de omrijbeweging zal in praktijk vermoedelijk eerder een U-turn gemaakt worden op het

kruispunt Meerdaalboslaan-Tiensesteenweg, een niet gewenste beweging.

Om de verkeersbewegingen te beperken werden in het voorontwerp de aan het wonen verwante activiteiten

voor de percelen gelegen aan de Tiensesteenweg limitatief beperkt en werd een ontsluiting via de Molstraat

verplicht.

De percelen gelegen aan Tiensesteenweg die verplicht dienen te ontsluiten via de Molstraat en percelen

gelegen in de Molstraat hebben echter een gelijkaardig bereikbaarheidsprofiel. Gezien bovenstaande motivatie

wordt de beperking van functies voor heel de zone voor wonen 1 (RUP GGR-K5) toegepast. Op die manier

hebben de mogelijkheden op percelen met een gelijkaardig bereikbaarheidsprofiel gelijkaardige

mogelijkheden.



Bi j lage: Adressen panden geselecteerd a ls beschermenswaardig bouwkundig er fgoed, waardevol gebouw en/of waardevol architecturaal geheel

RUP GGR-K4 Tiensesteenweg, stad en voorstad

Straat Nummer Selectie Straat Nummer Selectie

Tiensesteenweg 2 WG Tiensesteenweg 274 AGWG


Tiensesteenweg 24 AGWG Tiensesteenweg 278 AGWG



Tiensesteenweg 78 AGWG Tiensesteenweg 284 AG


Tiensesteenweg 142 WG Tiensesteenweg 288 AG


Tiensesteenweg 164 AGWG Tiensesteenweg 29 WG

Tiensesteenweg 166 AGWG Tiensesteenweg 31 WG






Tiensesteenweg 178 AG Tiensesteenweg 43 AG

Tiensesteenweg 180 AG Tiensesteenweg 45 AG



Tiensesteenweg 202 AG Tiensesteenweg 57 AGWG


Tiensesteenweg 206 AG Tiensesteenweg 63 WG







Tiensesteenweg 230 BW Tiensesteenweg 157 AGWG









Tiensesteenweg 175 AGWG Klein Rijselstraat 18 AG



Tiensesteenweg 181 BW Klein Rijselstraat 24 AG

Tiensesteenweg 183 BW Klein Rijselstraat 26 AG

Tiensesteenweg 185 AG Klein Rijselstraat 28 AG

Tiensesteenweg 187 AG

Tiensesteenweg 189 AG Bierbeekstraat 3 AG





Tiensesteenweg 205 AG Bierbeekstraat 27 AGWG

Tiensesteenweg 207 AG Bierbeekstraat 29 AGWG

Tiensesteenweg 209 AG Bierbeekstraat 41 WG







Tiensesteenweg 223 AG Tivolistraat 16 AG






Tiensesteenweg 241 WG Korbeek-Losestraat 53 AG

Tiensesteenweg 243 AGWG Korbeek-Losestraat 55 AG



Tiensesteenweg 249 AG Korbeek-Losestraat 61 AG

Tiensesteenweg 251 AG Korbeek-Losestraat 63 AG

Tiensesteenweg 253 AGWG

Tiensesteenweg 255 AGWG Koningin Elisabethlaan 5 WG


Tiensesteenweg 259 AGWG Koningin Elisabethlaan 9 AGWG

Tiensesteenweg 261 AGWG Koningin Elisabethlaan 11 AGWG




Pleinstraat 3 AG Albert Stainierstraat 17 AGWG













Pleinstraat 29 AG

Pleinstraat 31 AG Platte Lostraat 5 AG








Pleinstraat 47 AG Platte Lostraat 48 WG

Pleinstraat 49 AG Platte Lostraat 74 WG









Pleinstraat 67 AG

Pleinstraat 69 AG Adjudant Harboortstraat 7 AG








Adjudant Harboortstraat 23 AG



Koning Albertlaan 4 WG Louis Pasteurwijk 20 AG






Koning Albertlaan 20 AGWG Louis Pasteurwijk 32 AG

Koning Albertlaan 22 AGWG

Koning Albertlaan 24 AGWG Boogschuttersstraat 25 AGWG



Koning Albertlaan 52 AGWG Boogschuttersstraat 49 AG




Koning Albertlaan 66 WG Boogschuttersstraat 57 AG

Boogschuttersstraat 59 AG

Louis Pasteurwijk 1 AG

Louis Pasteurwijk 3 AG Boogschuttersstraat 14 AG











Louis Pasteurwijk 25 AG

Louis Pasteurwijk 27 AG Vlietstraat 11 WG



Vlietstraat 21 WG

Louis Pasteurwijk 2 AG Vlietstraat 24 AG











Overwinningstraat 2 AG Overwinningstraat 17 AG










Overwinningstraat 22 AG

Overwinningstraat 24 AG Grensstraat 5 AG







Overwinningstraat 46 AGWG Grensstraat 19 AG












Overwinningstraat 88 AG Koningin Elisabethlaan 4 AGWG

Overwinningstraat 90 AG Koningin Elisabethlaan 6 AG



Koningin Elisabethlaan 12 AGWG











Eeuwfeeststraat 1 AG Eeuwfeeststraat 2 AG




























Eeuwfeeststraat 57 AG

Eeuwfeeststraat 59 AG WG: waardevol gebouw

Eeuwfeeststraat 61 AG WAG: waardevol architecturaal geheel

Eeuwfeeststraat 63 AG BW: beschermenswaardig bouwkundig erfgoed

Eeuwfeeststraat 65 AG WAGWG: waardevol architecturaal geheel +

Eeuwfeeststraat 67 AG waardevol gebouw





RUP GGR-K5 Tiensesteenweg, park

Straat Nummer Selectie Straat Nummer Selectie

Tiensesteenweg 296 WG Tiensesteenweg 275 BW




Tiensesteenweg 312 WAG Tiensesteenweg 305 BW

Tiensesteenweg 314 WAG Tiensesteenweg 329 BW

Tiensesteenweg 316 WAGWG Tiensesteenweg 343 BW

Tiensesteenweg 318 WAGWG Tiensesteenweg 347 BW

Tiensesteenweg 320 BW Tiensesteenweg 313 WG

Tiensesteenweg 332 WAGWG

Tiensesteenweg 334 WAGWG Philipslaan 2 WG

Tiensesteenweg 336 WAG Philipslaan 9 WG

Tiensesteenweg 338 WAG Philipslaan 20a WG

Tiensesteenweg 340 WAG

Tiensesteenweg 342 WAG WG: waardevol gebouw

Tiensesteenweg 344 WAGWG WAG: waardevol architecturaal geheel

Tiensesteenweg 346 WAGWG BW: beschermenswaardig bouwkundig

erfgoed

Tiensesteenweg 352 WG WAGWG: waardevol architecturaal geheel +

Tiensesteenweg 368 WG waardevol gebouw

RUP GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige kleinhandel

Geen selecties.



Bi j lage: Inventar is beschermenswa ardige gebouwen, waardevol le gebouwen en waardevol le architecturale gehelen

Op basis van verschillende studies (landschapsstudie Werkplaats voor Architectuur, Inventaris Bouwkundig erfgoed, stadsarchief Leuven, plaatsbezoeken) werd een selectie gemaakt van ‘beschermenswaardig bouwkundig erfgoed’, ‘waardevolle gebouwen’ en ‘waardevolle architecturale gehelen’. De selectie is het resultaat van een grondige afweging van welke gebouwen en gebouwgehelen (met hun omgeving) binnen deze zone bewaard dienen te blijven om een exemplarische staalkaart van de 3 eeuwen stadsontwikkeling in dit gebied over te houden en de integratie ervan binnen toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. De verschillende studies en afweging zijn samengevat in een inventaris waarbij naast een beschrijving van het pand ook de erfgoedwaarden en afwegingscriteria worden aangeduid. De erfgoedwaarde van een gebouw kan zich bevinden in de architecturale, artistieke, culturele, esthetische, historische, industrieel-archeologische, technische, ruimtelijk-structurerende, sociale, stedenbouwkundige, volkskundige of wetenschappelijke waarde. De waardecodering gebeurt via een afwegingskader waarbij verschillende criteria worden bekeken: zeldzaamheid, authenticiteit, leesbaarheid, representativiteit, ensemblewaarde en contextwaarde.

TIENSESTEENWEG – even nummers

Nr. 2 – café 1895

Bouwaanvraag:

Arch. Adolphe Spreutel(s)

aanvr. Alphonse De Keijzer

22/4/1895

Wijzigingen 18/10/1940, 25/10/1958

Beschrijving:

Met schijnvoegen gecementeerd en geel beschilderd hoekpand van vier + afgesnuite hoek + twee traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak uit 1895. De verdieping heeft getoogde vensters in geriemde omlijsting met decoratieve sluitsteen. Verdiepte spiegels onder de kroonlijst op klossen.

Oorspronkelijk gebouwd als café. Linkertravee aan Tiensesteenweg behoort niet tot oorspronkelijke bouwaanvraag. De dichtgemaakte deur in de gevel Tiensesteenweg was oorspronkelijk een raam.

Foto na oorlogsschade WOII toont dat het pand grotendeels bewaard bleef, maar brandschade opliep.

In 1940 (18/10/1940) doet Brouwerij Van Tilt Gezusters een aanvraag voor de heropbouw van een huis. Het gaat hier waarschijnlijk om de huidige linkertravee. De naam van de architect is onleesbaar. In de aanvraag meldt de aanvrager dat de architect de plannen voor café Crabbé zo snel mogelijk rond zal hebben.

Gelijkvloers oorspronkelijk deur en raam (erachter ‘boutique’), ramen verdieping oorspronkelijk. Overal schijnvoegen getekend.

In 1958 (25/10/1958) doet Architect Maloens in opdracht van Brouwerij Van Tilt een aanvraag voor het verbreden van het raam naast de deur, kant Tiensesteenweg en voor



het maken van een deur aan de Tiensesteenweg. De deur in de afgesnuite hoek wordt omgevormd tot raam. Op het plan bestaande toestand staat de linkertravee zoals deze vandaag is.

Bronnen (stadsarchief Leuven):

Aanvraag 1895: dossier 370/tiensesteenweg



Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische (reminiscentie van cafés aan stadspoort; één van de weinige panden van voor WOI die nog bewaard zijn gebleven op de Tiensesteenweg) en volkskundige waarde (volkscafé).

Criteria voor selectie als waardevol gebouw:

Vanwege de zeldzaamheid, representativiteit (vooroologs), leesbaarheid (oorspronkelijke functie) en contextwaarde (beeldbepalend en ruimtelijk-structurerend als hoekpand) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 22 - woning 1920

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

aanvr. Jules Jacqmotte

21/12/1920

Wijzigingen 19/6/1934

Beschrijving:

Breedhuis ontworpen door Jean Dewit, een tijdens het interbellum zeer actief architect in Leuven. Wederopbouwarchitectuur in neostijl met jaarsteen ‘1921’. Woning van 3 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak. Baksteenarchitectuur met banden in witte steen op rustieke plint van natuursteen in wildverband. De rechter traveeën worden bekroond door een trapgevel. Rondboogvensters met aanzet- en sluitstenen. Oorspronkelijk gebouwd als winkelwoning, met een raam in plaats van de garagepoort en in plaats van raam en deur een winkelpui onder 1 boog, met links de deur en ernaast het raam.

In 1934 doet de nieuwe eigenaar Edouard Jossart een aanvraag voor de verandering van de begane grond. Het plan is opnieuw getekend door Jean Dewit. De bestemming wijzigt van winkelwoning naar woning. De bestaande schouw die in de ruimte stond waarvan hij een garage wil maken, wordt verplaatst naar de spreekplaats (achter het raam). Zeer gedetailleerd plan van gevel met aanduiding van wat verandert, waar er nieuwe invulling komt en waar recuperatie (van stenen). Lijst boven garagepoort = beton met simili.



Aanvraag 1934: dossier 280/Tiensesteenweg

Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg en artistieke waarde als deel van het oeuvre van Dewit.




Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur, binnen oeuvre Dewit) en contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 24 – woning 1941

Bouwaanvraag:

Arch. A. Devos?

Aanvr. Jules Plasschaert

10/3/1941

Beschrijving:

In 1941 vraagt Jules Plasschaert de wederopbouw aan van een pand na oorlogsschade. Woning in sobere modernistische stijl naar ontwerp van A. Devos(?). Gebouw in gele baksteen van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen onder plat dak. Op de eerste verdieping is een erker voorzien met donkerbruine keramische tegels tussen de ramen. Het schrijnwerk van de verdiepingen is oorspronkelijk. Ook de houten kroonlijst is origineel.



Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en gaaf bewaard voorbeeld van modernistische wederopbouw na WOII op de Tiensesteenweg.

Criteria voor selectie als waardevol gebouw en waardevol architecturaal geheel (nrs. 24-26):

Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur), contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (met nr. 26) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Vanwege de ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 26 – winkelwoning 1941

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Malu (zie ook gevelsteen)

Aanvr. Weduwe Philippe Vanuffel

2/4/1941

Beschrijving:

In 1941 vraagt weduwe Philippe Vanuffel de wederopbouw van een pand na oorlogsschade. Het betreft een sober modernistisch pand naar ontwerp van Jean Malu in geelbruine baksteen van drie bouwlagen onder plat dak. Oorspronkelijk gebouwd als tabakhandel met woning. Links ingewerkte kolom ter aaneenschakeling van de bouwlagen, rechts metselwerkdetaillering afgewisseld met geel-beige tegels. Winkelpui met groene en zwarte keramische tegels van firma Claes uit Brussel. Oorspronkelijke vlaggenmast en kroonlijst. Vernieuwd schrijnwerk. De oorspronkelijke inkom lag meer achterin waardoor er rechts een deur kon geplaatst worden naar de winkel.


Aanvraag 1941: dossier/173/tiensesteenweg



Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en gaaf bewaard voorbeeld van modernistische wederopbouw na WOII op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur), contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (met nr. 24) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.


Nr. 60 – burgerwoning 1922

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

Aanvr. Emile Vrijdag

19/6/1922

Beschrijving:

Woning van 3/2 traveeën en drie bouwlagen onder leien zadeldak naar ontwerp van Jean Dewit, een tijdens het interbellum zeer actief architect in Leuven, in sobere historiserende wederopbouwarchitectuur. Lijstgevel van bak- en natuursteen met typerende geleding door kordons en muurbanden. De raamopeningen van de begane grond en tweede verdieping hebben een geknikte boog. Rechthoekige raamopeningen op de eerste verdieping.

Typerend erkervolume op natuurstenen console onder smeedijzeren balkonleuning. Schrijnwerk vernieuwd.



Erfgoedwaarde:



Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur) en contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.



Nr. 78-80 – gespiegelde tweewoonst 1921

Bouwaanvraag:

Nr. 78

Arch. C. Goemans

Aanvr. Jules Schol

8/8/1921

Nr. 80

Arch. C. Goemans

Aanvr. Louis Schol

8/8/1921

Beschrijving:

In spiegelbeeldschema opgetrokken dubbelwoonst naar ontwerp van architect C. Goemans in historiserende wederopbouwarchitectuur uit 1921. Woningen van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. Lijstgevels van bak- en natuursteen met typerende erkervolumes op natuurstenen console met doorlopende kordonlijst en onder smeedijzeren balkonleuning. Nr. 80 met oorspronkelijke houten kroonlijst op consoles. Deels vernieuwd schrijnwerk.


Aanvragen 1921: dossier 354/tiensesteenweg en dossier 347/tiensesteenweg

Erfgoedwaarde:

De panden hebben historische en architecturale waarde als exemplarisch en gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur), contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (gespiegelde tweewoonst) werden de gebouwen geselecteerd als waardevolle gebouwen.

Vanwege de ensemble- en contextwaarde maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.



Nr. 142 – woning 1927

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

Aanvr. Gust Dillaerts

17/08/1927

Beschrijving:

Breedhuis met poorttravee in sobere wederopbouwarchitectuur naar ontwerp van Jean Dewit, een tijdens het interbellum zeer actief architect in Leuven, in opdracht van de heer Gust Dillaerts. Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. Lijstgevel van bak- en natuursteen met typerende geleding door muurbanden.

Typerend smeedijzeren balkon op arduinen consoles.

De bouwaanvraag uit 1927 betreft enkel een gelijkvloers en eerste verdieping, met een erker in plaats van een balkon. Bredere burgerwoning, atypisch voor de rijbebouwing op de Tiensesteenweg.



Erfgoedwaarde:



Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid (bredere woning), representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur, binnen oeuvre Dewit) en contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 162 – woning 1913

Bouwaanvraag:

Arch. Felix Lefever

Aanvr. Bernard But

22/4/1913

Beschrijving:

Eclectisch burgerhuis van uit 1913 gebouwd in opdracht van de heer Bernard But naar ontwerp van Felix Lefever. Eén van de weinige panden op de steenweg dat beide oorlogen heeft doorstaan. Sobere woning in baksteenmetselwerk met baksteenmotieven op arduinen plint van 3 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. De middentravee wordt geaccentueerd door twee smeedijzeren balkons op natuurstenen consoles. Deels vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van vroeg 20

e-eeuwse architectuur op de steenweg.

Criteria voor selectie als waardevol gebouw en waardevol architecturaal geheel (nrs.



162-182): Vanwege de zeldzaamheid (vooroorlogs), authenticiteit, representativiteit, contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (beeldbepalend geheel met nrs. 164-182) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 164 – woning Les Iris 1915

Bouwaanvraag:

Arch. Georges Decock

Aanvr. André Attibart

Aanvr. 17/1/1915

Beschrijving:

De woning ‘Les Iris’ (zie gevelsteen) werd gebouwd in 1915 in opdracht van de heer André Attibart, naar ontwerp van Georges Decock. Architect Georges Decock was zeer actief in het Leuvense en zeker in de wederopbouwperiode na de eerste wereldoorlog. In die periode bouwde hij meestal in de typische wederopbouwstijl. Deze woning daarentegen wijkt erg van deze stijl af, al werd ze in dezelfde periode gebouwd. De aanvraag spreekt van de bouw van een ‘maison de campagne’. De woning is voor de Tiensesteenweg en omgeving een zeer vroeg voorbeeld van de toepassing van cottage-invloeden in het ontwerp.

Woning van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Middentravee met houten erkeruitbouw en balkon, bekroond door een trapezoïdale dakuitbouw. Benedenverdieping in bak- en natuursteen op rustieke plint van natuursteen in wildverband. Bovenverdieping bepleisterd met imitatievakwerk. Ver uitstekende houten kroonlijst op houten consoles. Houten schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als zeer vroeg voorbeeld van woning met cottage-invloeden en artistieke waarde als deel van het oeuvre van Decock.


Vanwege de zeldzaamheid (binnen oeuvre architect), authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van architect en binnen de cottagestijl), de ensemblewaarde (samenhang met het pand nr. 166 dat in dezelfde stijl werd gebouwd, verschillende panden van Decock naast elkaar) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.



Nr. 166 – woning 1915

Bouwaanvraag:


Aanvr. Victor Leroy

30/4/1915

Beschrijving:

Woning met cottage-invloeden naar ontwerp van G. Decock. Architect Georges Decock was zeer actief in het Leuvense en zeker in de wederopbouwperiode na de eerste wereldoorlog. In die periode bouwde hij meestal in de typische wederopbouwstijl. Deze woning daarentegen wijkt erg van deze stijl af, al werd ze in dezelfde periode gebouwd. De plannen van de bouwaanvraag tonen een woonhuis van 2 traveeën en 2 bouwlagen, met erker op de verdieping en een dakuitbouw. De woning vormt een architecturaal geheel met nr. 164. Op de plaats van de huidige winkelpui was oorspronkelijk een deur en een raam voorzien. Vandaag is de voorgevel voorzien van een recente beplating. De schuinte van de beplating ter hoogte van de kroonlijst doet vermoeden dat de oorspronkelijke ver uitstekende houten kroonlijst op houten consoles nog aanwezig is.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als zeer vroeg voorbeeld van woning met cottage-invloeden en artistieke waarde als deel van het oeuvre van Decock.


Vanwege de zeldzaamheid (binnen oeuvre architect), representativiteit (binnen het oeuvre van Decock en binnen de cottagestijl), de ensemblewaarde (samenhang met het pand nr. 164 dat in dezelfde stijl werd gebouwd) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 168 – woning 1924

Bouwaanvraag:


Aanvr. Victor Leroy

14/7/1921

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect Georges Decock in opdracht van Victor Leroy in historiserende wederopbouwarchitectuur. Architect Georges Decock was zeer actief in het Leuvense en zeker in de wederopbouwperiode na de eerste wereldoorlog.

Woning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak met dakkapel. Lijstgevel van bak- en natuursteen met typerend erkervolume op natuurstenen consoles met doorlopende kordon. Vernieuwd schrijnwerk.





Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg en artistieke waarde als deel van het oeuvre van Decock.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (wederopbouw, Decock), de ensemblewaarde (verschillende panden van Decock naast elkaar) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 170 – woning 1924

Bouwaanvraag:

Arch. Georges De Cock

aanvr. Victor Leroy

12/4/1924

Beschrijving:

Opnieuw (ook nrs. 166-168) in opdracht van Victor Leroy door architect Georges Decock ontworpen pand. Architect Georges Decock was zeer actief in het Leuvense en zeker in de wederopbouwperiode na de eerste wereldoorlog.

Breedhuis in historiserende wederopbouwarchitectuur van 3 traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak. Bak- en natuursteenarchitectuur met typerend erkervolume op natuurstenen consoles en op doorlopende kordon. De rechter traveeën worden bekroond door een afgeknotte puntgevel. Rondboogvensters. In de linkertravee bevond zich oorspronkelijk een houten poort voor de koetsdoorgang.

Vernieuwd schrijnwerk met zelfde onderverdeling als oorspronkelijk. Nieuwe balustrade voor balkon.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg en artistieke waarde als deel van het oeuvre van Decock.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (wederopbouw, Decock), de ensemblewaarde (verschillende panden van Decock naast elkaar) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.



Nr. 172 – woning 1921

Bouwaanvraag:

Arch. J Vanderveken en L. Spéder

aanvr. Meneer Baikry

21/5/1921

Beschrijving:

Woning gebouwd in 1921 in opdracht van de heer Baikry en naar ontwerp van architecten J. Vanderveken en L. Spéder. De voor Leuven zeer gekende architect Spéder werkte in de periode 1920-1923 exclusief samen met de minder bekende architect Vanderveken. De woning werd na oorlogsschade van 1914 heropgebouwd in de typische wederopbouwarchitectuur. Op de originele bouwplannen is boven de deur een jaartalsteen ‘1914-1921’ aangebracht. In realiteit werd een steen met florale motieven geplaatst.

Woning van twee traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder mansardedak opgetrokken in rode baksteen met natuursteendetails en banden. Typerend erkervolume met natuurstenen console en onder smeedijzeren balkon.


Aanvraag 1921: 68/tiensesteenweg

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg.

Als deel van het oeuvre van Spéder-Vanderveken heeft de woning artistieke waarde.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Vanderveken en Spéder en binnen de wederopbouwarchitectuur op en rond de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (wederopbouwgeheel nrs. 168-182) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel nrs. 162-182) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.




Nr. 174-176 – tweewoonst “anno 1921”

Bouwaanvraag:

Arch. niet vermeld

Aanvr. Van Hoebroeck

2/4/1921

Beschrijving:

De woningen werden gebouwd in 1921 (zie ook jaartalstenen ‘anno’ en ‘1921’ in de gevels) in opdracht van de heer Van Hoebroeck. De tweewoonst kwam in de plaats van tijdens de eerste wereldoorlog afgebrande woningen.

In spiegelbeeldschema opgetrokken dubbelwoonst in historiserende wederopbouwarchitectuur. Woningen van 2 traveeën, een souterrain en 3 bouwlagen onder zadeldak opgetrokken uit rode baksteen met natuursteendetails en banden op rustieke plint van natuursteen in wildverband. Lijstgevels met typerende erkervolumes op natuurstenen consoles onder smeedijzeren balkonleuning. Houten kroonlijst op consoles. Vernieuwd schrijnwerk.

Bronnen (stadsarchief Leuven)


Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit (buiten het schrijnwerk en de dakuitbouwen, werd de gevel gaaf bewaard), de representativiteit (binnen de wederopbouwarchitectuur op en rond de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (wederopbouwgeheel nrs. 168-182) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel nrs. 162-182) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen.

Vanwege de hierboven beschreven ensemble- en contextwaarde maken de woningen deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 178 – woning 1921

Bouwaanvraag:

Arch. Vanderveken en Spéder

Aanvr. Renier

19/4/1921

Beschrijving:

Woning in sobere wederopbouwarchitectuur naar ontwerp van architecten Spéder en Vanderveken in opdracht van de heer Renier uit 1921. De voor Leuven zeer gekende architect Spéder werkte in de periode 1920-1923 exclusief samen met de minder bekende architect Vanderveken. Woning van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. Opgetrokken in rode baksteen met natuursteendetaillering. Typerend erkervolume onder smeedijzeren balkonleuning. In 1967 werd de gevel ter hoogte van de begane grond voor een eerste keer verbouwd tot winkelpui. Oorspronkelijk bevond zich links een deur en rechts twee gekoppelde ramen met arduin tussen. Vernieuwd



schrijnwerk en kroonlijst.



Aanvraag 1967: dossier 78/ tiensesteenweg

Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel (nrs. 162-182):

Vanwege de ensemblewaarde (wederopbouwgeheel nrs. 168-182) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel nrs. 162-182) maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 180 – woning 1922

Bouwaanvraag:

Arch. Fr. Vandeput

Aanvr. Weduwe Crabeels

10/3/1922

Beschrijving:

Woning in sobere wederopbouwarchitectuur naar ontwerp van architect Fr. Vandeput in opdracht van weduwe Crabbeels uit 1922. Woning van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. Opgetrokken in rode baksteen met natuursteendetaillering en banden. Typerend erkervolume onder smeedijzeren balkonleuning. Vernieuwd schrijnwerk en kroonlijst.




Vanwege de ensemblewaarde (wederopbouwgeheel nrs. 168-182) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel nrs. 162-182) maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 182 – woning 1921

Bouwaanvraag:

Arch. L Landeloos

aanvr. Th. Wackers

17/9/1921

Beschrijving:

Reeds in 1914 diende Th. Wackers een aanvraag in voor de bouw van dit pand in sobere wederopbouwarchitectuur naar ontwerp van L. Landeloos. In 1921 deed hij opnieuw dezelfde aanvraag.

Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak. Bak- en natuursteenarchitectuur met typerende banden en plint in arduin. Smeedijzeren balkon op natuurstenen consoles. Houten kroonlijst op houten consoles. Houten schrijnwerk met glas-in-lood.






Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, de representativiteit (binnen de wederopbouwarchitectuur op en rond de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (wederopbouwgeheel nrs. 168-182) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel nrs. 162-182) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

Vanwege de hierboven beschreven ensemble- en contextwaarde maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 190 – schoolgebouw (1913 en volgende fasen)

Bouwaanvraag:

Woonhuis:

Arch. Fr. Vandendael

Aanvr. Zusters Annuntiaten

1924

Beschrijving:

In 1913 werd door de heer Rosier een aanvraag ingediend voor de bouw van een school en een nieuwe parochie met nieuwe straten. Het betrof een sober schoolgebouw met een aanpalend huis. De aanvraag voor deze woning dateert van 1912 en is een ontwerp van architect Jean Dewit. Het huis was links van de school gelegen, maar werd gesloopt voor de aanleg van de Albert Stainierstraat. De ramen en de kroonlijst van de school zijn vernieuwd. In de vleugel aan de Tiensesteenweg was op de gelijkvloerse verdieping een voorlopige kerk voorzien. De school had oorspronkelijk een L-vorm, met 6 traveeën en 2 bouwlagen onder plat dak aan de steenweg. De dwarse vleugel had slechts 1 bouwlaag. Baksteenarchitectuur met decoratieve patronen van imitatiebanden en ontlastingsbogen in witte baksteen op breukstenen plint.

In 1936, 1946, 1954, … werd de school systematisch uitgebreid op de binnenkoer. Vernieuwd schrijnwerk.

Rechts van de school werd door de zusters Annuntiaten in 1924 een aanvraag ingediend voor de bouw van een woonhuis voor de zusters naar ontwerp van architect F. Vandendael.

Het pand bestaat uit 4 traveeën en 2 bouwlagen onder een mansardedak met daklichten. De inkomtravee is hoger opgebouwd met een dakvenster. Boven de inkomdeur werd een Mariabeeld ingewerkt. Baksteenarchitectuur met decoratieve patronen van imitatiebanden en met spaarvelden, afgewerkt met een baksteenfries, op natuurstenen plint. Vernieuwd schrijnwerk.


Aanvraag 1913 : dossier 326/tiensesteenweg




Aanvraag 1954: dossiers 71/tiensesteenweg



Erfgoedwaarde:

Het complex heeft historische waarde vanwege het belang van het schoolgebouw en aangrenzend woonhuis voor zusters binnen de ontwikkeling van de wijk. Het woonhuis heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard en beeldbepalend dubbelhuis op de steenweg.

Criteria voor selectie van het huis als waardevol gebouw en van de volledige school als waardevol architecturaal geheel:

Vanwege de authenticiteit, de leesbaarheid (oorspronkelijke functie van school), de ensemblewaarde (samenhang van beide gebouwen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel, ruimtelijk-structurerend) werd het woonhuis geselecteerd als waardevol gebouw.

Vanwege de hierboven beschreven ensemble- en contextwaarde vormt het complex een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 202-210 – ensemble van woningen 1921

Bouwaanvraag:

Arch. G. Sterckx

Aanvr. Vangoetsenhoven

12/7/1921

Beschrijving:

Ensemble van 5 identieke bescheiden woningen van telkens 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak, naar ontwerp van G. Sterckx. Baksteenarchitectuur op gecementeerde plint met decoratieve imitatiebanden en ontlastingsbogen in witte baksteen. Getoogde vensters met aanzet- en sluitstenen. Schouderboogvormige deur met bovenlicht. Deels vernieuwd schrijnwerk.




Vanwege de ensemblewaarde (geheel van 5 identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 212-218 – woningen eind 19e eeuw

Beschrijving:

Ensemble van 4 identieke bescheiden arbeiderswoningen van telkens 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak van eind 19

e eeuw. Baksteenarchitectuur op

gecementeerde plint met decoratieve imitatiebanden in witte baksteen. Getoogde deuren vensteropeningen, blind in de deurtravee. Vernieuwd schrijnwerk.


Vanwege de zeldzaamheid (vooroorlogs), ensemblewaarde (geheel van 4 identieke woningen) en de contextwaarde vormen de woningen een vooroorlogs waardevol architecturaal geheel.



Nr. 230 – café De Wip (oorspronkelijk Café Concorde) 1936

Bouwaanvraag:

Arch. Edouard-Louis Mispelter

Aanvr. Brouwerij Mena.

6/3/1936

Beschrijving:

In 1936 doet brouwerij Mena uit Rotselaar een aanvraag voor de afbraak en heropbouw van een café met wip, op de hoek van de Tiensesteenweg en de Vlietstraat. De prachtige plannen in aquarel zijn van de hand van architect Edouard-Louis Mispelter (zie naamplaatje in plint), die ook de brouwerij in Rotselaar zelf ontwierp en in het Leuvense een verdienstelijk en actief architect was.

Het betreft een markant bepleisterd hoekvolume met accenten rond de ramen en ter hoogte van de plinten in geglazuurde tegels (zwart en oranjerood) van de firma Claes.

Modernistische architectuur met typisch afgeronde hoeken van de inkomtravee en verwijzing naar de pakketbootstijl cf. de ronde muuropeningen in de zijgevel. Het ondertussen vervangen schrijnwerk had volgens de plannen een rode kleur. Op de hoek bevond zich oorspronkelijk een vlaggenmast.

In het interieur bleef de oorspronkelijke vloer behouden.

Op de binnenkoer bevond zich de wip.


Aanvraag 1936: 26/tiensesteenweg

Erfgoedwaarden:

Het modernistisch hoekpand is beschermenswaardig omwille van:

- de historische en artistieke waarde als representatief voorbeeld van modernistische architectuur.

- de volkskundige waarde, als wip en aansluitend café. Het gebouw behield deels zijn oorspronkelijke functie.

- de ruimtelijk structurerende waarde, als beeldbepalende pand op de hoek van de straat.

Nr. 246-248 – tweewoonst 1915

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

Aanvr. Weduwe Van Stockstraeten

1915

Beschrijving:

De bouwaanvraag in opdracht van Weduwe Van Stockstraeten voor de woningen nrs. 246-248 dateert van 1915. In spiegelbeeldschema opgetrokken dubbelwoonst in wederopbouwarchitectuur naar ontwerp van Jean Dewit, een tijdens het interbellum zeer actief architect in Leuven.

Woningen van 2 traveeën, een souterrain en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak. De inkomtraveeën zijn hoger opgetrokken. Woningen in rode baksteen met decoratieve baksteenmotieven en -banden op arduinen plint. Rondboogvensters met blauwe hardstenen lekdrempels, ondersteund door natuurstenen consoles.

Vernieuwd schrijnwerk (in nr. 246 naar oorspronkelijk model) en nieuwe dakuitbouw



nr. 246.



Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg. De tweewoonst heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van Jean Dewit.

Criteria voor selectie als waardevol gebouw en waardevol architecturaal geheel:

Vanwege de authenticiteit (buiten het schrijnwerk en de dakuitbouw, werd de gevel gaaf bewaard), de representativiteit (binnen oeuvre Dewit, binnen de wederopbouwarchitectuur op en rond de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (wederopbouwgeheel nrs. 246-248) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel nrs. 246-248) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen.

Vanwege de hierboven beschreven ensemble- en contextwaarde vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 254 – woning 19e eeuw(?)

Beschrijving:

Vermoedelijk laat 19e-eeuwse woning met neoclassicistische gevel. Woning van 2

traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak. Gecementeerde lijstgevel met schijnvoegen. Getoogde vensters met geriemde omlijstingen, bovenaan verbredend, met rocaille versierde sluitstenen. Op de verdieping bepleisterde lekdrempels ondersteund door kleine consoles waartussen decoratie. Houten schrijnwerk met een verticale roedeverdeling in de bovenlichten uit gekleurd glas.

Houten kroonlijst op houten consoles.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en gaaf bewaard voorbeeld van neoclassicistische architectuur op de steenweg.


Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid (vooroorlogs, neoclassicistisch) en representativiteit werd de woning geselecteerd als waardevol gebouw.



Nr. 268 – woning 1933

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

aanvr. Petrus Tossijn/Cossijn

20/3/1933

Beschrijving:

Woonhuis van 2 bouwlagen onder leien mansardedak uit 1933, gebouwd in eclectische stijl naar ontwerp van architect Jean Dewit, een tijdens het interbellum zeer actief architect in Leuven, die op de Tiensesteenweg vooral woningen in wederopbouwarchitectuur bouwde. Opgetrokken in rode baksteen op rustieke natuurstenen plint in wildverband. Verticale en horizontale banden in imitatiesteen. Het ontwerp integreert op een interessante manier de overgang tussen twee rooilijnen. De hoek wordt benadrukt door een imitatiehoekketting. Halfondergrondse garage. Trappenpartij naar inkomdeur in zijtravee. Vernieuwd schrijnwerk naar kopie van het originele.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van nieuwbouw na de wederopbouwperiode op de Tiensesteenweg. De woning heeft als deel van het oeuvre van Jean Dewit artistieke waarde.


Vanwege de authenticiteit (buiten het schrijnwerk werd de gevel gaaf bewaard), de representativiteit (binnen oeuvre Dewit, binnen de nieuwbouwperiode eind jaren ‘1920-jaren ‘1930 op de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (nieuwbouwgeheel 268-290) en de contextwaarde (ruimtelijk structurerend, beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.


Nr. 270 – woning 1932

Bouwaanvraag:

Aanvr. J. Crombez

16/12/1932

Beschrijving:

Woonhuis van 2 bouwlagen en 3 traveeën onder zadeldak. Beperkte invloeden van het modernisme. Opgetrokken in rode baksteen met brede horizontale bepleisterde banden op bruine bakstenen plint. Halfondergrondse garage. Trappenpartij naar teruggetrokken inkomdeur in middentravee. Oorspronkelijk houten schrijnwerk en metalen deur nog aanwezig.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van



nieuwbouw na de wederopbouwperiode op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, de representativiteit (binnen de nieuwbouwperiode eind jaren ‘1920-jaren ‘1930 op de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (nieuwbouwgeheel 268-290) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.


Nr. 272 - villa Thérèse jaren ‘1920

Bouwaanvraag:

Arch. Marcel Claes

aanvr. Edgar Van Meenen, apotheker in Heist-op-den-berg

Beschrijving:

Woonhuis in sobere landelijke stijl, gebouwd in de jaren ‘1920 naar ontwerp van Marcel Claes. De woning maakt deel uit van een ensemble van 5 villa’s met cottage-invloeden in halfopen verband (nrs. 272-280). De onregelmatige grondplannen, vensters van diverse grootte en een levendig spel van daken zorgen voor een gevarieerd exterieur van de woningen.

Volgens de bouwplannen was de woning gelijkaardig aan nr. 274, met op de 1e en

dakverdieping bepleistering tussen de metselwerkbanden. Vandaag zijn de bepleisterde zones beperkt in omvang.

Woonhuis van 2 bouwlagen in rode baksteen met bepleisterde vlakken op breukstenen plint onder pannen bedaking met overstekende dakranden. Vernieuwd schrijnwerk. Inkomdeur in zijgevel (oorspronkelijk met twee flankerende lantaarnverlichtingen).


Aanvraag: dossier 37/tiensesteenweg


Vanwege de ensemblewaarde (nieuwbouwgeheel 268-290, cottagegeheel 272-280) en de contextwaarde (beeldbepalend) maakt de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 274 – villa 1929

Bouwaanvraag:

Arch. Marcel Claes

aanvr. C. Verreck

18/7/1929

Beschrijving:

Woonhuis met cottage-invloeden uit 1929 naar ontwerp van Marcel Claes in opdracht van C. Verreck. Volgens de bouwplannen was de 1

e verdieping eveneens voorzien van

bepleistering en bevatte de zijgevel veel meer ramen en bepleisterde vlakken.

Woonhuis van 2 bouwlagen in rode baksteen met bepleisterde vlakken op rustieke natuurstenen plint in wildverband onder pannen bedaking met overstekende dakranden. Rondboograam en -deur op gelijkvloers. Luifel boven inkomdeur in



voorgevel. Oorspronkelijk schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van nieuwbouw met cottage-invloeden na de wederopbouwperiode op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, de representativiteit (binnen de nieuwbouwperiode eind jaren ‘1920-jaren ‘1930 en cottagearchitectuur op de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (nieuwbouwgeheel 268-290, cottagegeheel 272-280) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.


Nr. 276 - villa Albert 1931

Beschrijving:

Woonhuis met cottage-invloeden uit 1931 van 2 bouwlagen in rode baksteen met bepleisterde vlakken op rustieke natuurstenen plint in wildverband onder pannen bedaking met overstekende dakranden. Overdekte inkompartij met balkon. Erkeruitbouw over twee bouwlagen onder balkon. Gesloten zijgevel. Vernieuwd houten schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:







Nr. 278 - villa 1932

Beschrijving:

Woonhuis met cottage-invloeden uit 1932 van 2 bouwlagen in rode baksteen met bepleisterde vlakken op bakstenen plint onder pannen bedaking met overstekende dakranden. Overdekte inkompartij benadrukt door trappenpartij en rondboogvormige openingen in voor- en zijgevel. Vensters van variërende grootte. Verspringende gevelvlakken.

Erfgoedwaarde:





Nr. 280 – villa 1932

Beschrijving:

Woonhuis met cottage-invloeden uit 1932 van 2 bouwlagen in rode baksteen met bepleisterde vlakken op bakstenen plint onder pannen bedaking met puntgevels en overstekende dakranden. Overdekte inkompartij benadrukt door trappenpartij en rondboogvormige openingen in voor- en zijgevel. Vensters van variërende grootte.

Erfgoedwaarde:







Nr. 282 – villa Louise jaren ‘1920

Beschrijving:

Woonhuis met cottage-invloeden gebouwd in de jaren ‘1920. Villa van twee bouwlagen in rode baksteen met bepleisterde vlakken op bakstenen plint onder leien bedaking met afgeknotte puntgevel en overstekende dakranden. Rondboogvenster in voorgevel. Erkeruitbouw met balkon aan zijgevel. Ook de inkomdeur is in de zijgevel, bereikbaar via een trap en overdekt met een kleurrijk beglaasde luifel.

Erfgoedwaarde:


Criteria voor selectie als waardevol gebouw en waardevol architecturaal geheel:



Nr. 284-290 – ensemble van woningen jaren ‘1920

Beschrijving:

Ensemble van 4 woningen met sober gedetailleerde eclectische gevels van 2 bouwlagen onder mansardebedaking met dakuitbouwen. Baksteenarchitectuur. Deels vernieuwd schrijnwerk. Vermoedelijk jaren ‘1920.


Vanwege de ensemblewaarde (nieuwbouwgeheel 268-290) en de contextwaarde (beeldbepalend) maken de panden deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 296-298 – villa Les Conifères 1910

Beschrijving:

Villa Les Conifères (zie naamsteen in toegangspoort) werd ca. 1910 gebouwd in opdracht van Albert Carnoy (1878-1961). Carnoy was hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven in de filologie. Hij was lid van K.A.V. Lovania Leuven, een studentenvereniging die behoorde tot het Cartellverband der katholischen deutschen Studentenverbindungen. Van 1927 tot 1929 was hij minister van binnenlandse zaken en volksgezondheid. Carnoy was een belangrijk etymoloog. Hij publiceerde onder andere een artikel over Les conifères dans la toponymie et la linguistique. De grote villa in landelijke stijl wordt gekenmerkt door een scherp pannen zadeldak met puntvormige gevelvlakken in voor- en zijgevel oost. Zijgevel west met typerende houten beschieting. Gevels bepleisterd. In 1990 onderging de woning verbouwingen, waarbij openingen in de gevelvlakken werden aangepast, de gevels opnieuw werden bepleisterd en dakvensters werden voorzien. Het schrijnwerk werd deels vernieuwd in hout volgens gelijkaardige roedeverdeling. De villa is omgeven door een park en heeft een groot bijgebouw in gelijkaardige stijl aan de straatzijde. In het park stond een Hongaarse eik met 483 m stamomtrek, vermoedelijk te verklaren door de uitstulpingen boven de lage ent, die als het ware over de lage onderstam zijn 'uitgezakt' en zelfs de wortelaanzetten verbergen. De eik werd recent geveld.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoogleraar

http://nl.wikipedia.org/wiki/Katholieke_Universiteit_Leuven

http://nl.wikipedia.org/wiki/Katholieke_Universiteit_Leuven

http://nl.wikipedia.org/wiki/Filologie

http://nl.wikipedia.org/wiki/K.A.V._Lovania_Leuven

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cartellverband_der_katholischen_deutschen_Studentenverbindungen

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cartellverband_der_katholischen_deutschen_Studentenverbindungen

http://nl.wikipedia.org/wiki/Etymologie



Bronnen:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Albert_Carnoy Stedenbouwkundige aanvraag 1990 Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als voorbeeld van een vooroorlogse landelijke villa met omgevend park gebouwd in opdracht van Albert Carnoy.


Vanwege de representativiteit, de zeldzaamheid (vooroorlogse villa in parkgebied), de ensemblewaarde (villa en park) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 304 – villa Picard 1937

Beschrijving:

Achterin gelegen villa van twee bouwlagen onder steile bedaking, in 1937 gebouwd naar ontwerp van architect Victor Broos, één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode die in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen ontwierp. De villa was oorspronkelijk in witgeverfde baksteen. De bouwheer vroeg Broos de hoofdingang een gelijkaardige uitwerking te geven als de villa ‘Le bonjour du jour’ in Knokke. De hoofdingang diende aldus ingewerkt op de halfronde hoek met een bordes bekroond met pergolamotief. De verzwakking van het modernisme in het oeuvre van Broos is het duidelijkst aanwezig in het exterieur van deze villa. De ruimte-indeling is wel modern. De aandacht voor het interieur met monumentale hal met daar rond de verschillende ruimtes doet terugdenken aan villa Roma en Gai Soleil. De grootte van de ruimtes wordt ingegeven door de functie. Het plan houdt rekening met de oriëntatie. De woning is niet zo monumentaal, maar vormt wel de schakel met de grote villaprojecten die Broos later realiseert.

Bronnen:

Amelynck, Jan 1988: De moderne woning in Groot-Leuven van 1928 tot 1940. Een aanzet tot inventarisatie en analyse. Ongepubliceerde licentiaatverhandeling KULeuven.

Silverans, L, Amelynck, J, Devoldere S. 2002: Victor Broos, de kracht van het alledaagse, Leuven.

Erfgoedwaarde:

De gaaf bewaarde villa heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard als vrij gaaf bewaard voorbeeld van kwalitatieve nieuwbouw in het interbellum op de Tiensesteenweg. De woning heeft ook een artistieke waarde als deel van het oeuvre van Broos.


Vanwege de authenticiteit, de representativiteit (binnen oeuvre Broos) en de ensemblewaarde (cluster nieuwbouwvilla’s jaren ‘1920-‘1930 in groene context) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Albert_Carnoy

https://onderzoeksbalans.onroerenderfgoed.be/biblio?f%5bauthor%5d=130239




Nr. 310 – villa De Berken jaren ‘1920

Beschrijving:

Villa De Berken werd gebouwd in de jaren ‘1920 in typische cottagestijl. Villa van 2 bouwlagen onder pannen bedaking. Kenmerkend voor de cottagestijl is het gebruik van pseudovakwerk, onbeschilderde baksteen, variërende dakstructuur en overstekende dakranden. Oorspronkelijk schrijnwerk aanwezig.

Erfgoedwaarde:

De villa heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van cottagearchitectuur op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, de representativiteit (binnen de panden in cottagestijl), de ensemblewaarde (cluster nieuwbouwvilla’s jaren ‘1920-‘1930 in groene context) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 312-314 – tweewoonst 1934-1935

Beschrijving:

Nr. 312 werd in 1934 in opdracht van de heer Vanderveeren en nr. 314 werd in 1935 in opdracht van de heer Van Roy gebouwd. Beide woningen zijn ontworpen door architect Marcel Claes.

Modernistische tweewoonst van 3 bouwlagen en 2 traveeën onder plat dak (nr. 312 kende een onevenwichtige verbouwing waarbij het platte dak deels gewijzigd werd in een hellend dak). Gebruik van bruine baksteen en gecementeerde vlakken. Beide woningen met halfondergrondse garage. Mooie volumewerking door de balkons. Schrijnwerk vernieuwd.

Bronnen:



Vanwege de ensemblewaarde (modernistische dubbelwoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend) vormen de panden een waardevol architecturaal geheel.




Beschrijving:

Tweewoonst in 1935 in opdracht van de heer Arnalsteen (nr. 316) en de heer Ghilain (nr. 318) gebouwd naar ontwerp van architect Paul Stevens, een verdienstelijke en in Leuven zeer actieve architect.

Modernistische woningen van 3/2 bouwlagen en 2 traveeën onder plat dak. Nr. 316 in gele baksteen met strakke horizontale belijning doorbroken door de afgeronde hoeken van de erker en het inkomportaal. Smeedijzer voor deur en zijramen.

Nr. 318 in geelbruine baksteen met strakke horizontale belijning. Doorlopende lijst over beide woningen. Beide woningen met halfondergrondse garage. Nr. 318 intern en achteraan verbouwd, helling naar garage recent genivelleerd tot maaiveldniveau.

Bronnen:


Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als voorbeeld van nieuwbouw in modernistische stijl na de wederopbouwperiode op de Tiensesteenweg. De tweewoonst heeft ook artistieke waarde als deel van het oeuvre van Paul Stevens.


Vanwege de representativiteit, ensemblewaarde (modernistische dubbelwoonst in cluster modernistische panden) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en vormen ze een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 320 – hoekvilla A l’heure Bleue 1936

Beschrijving:

Vrijstaande hoekvilla met plastische gevelwerking in roodbruine baksteen en beton onder plat dak naar ontwerp van architect Edouard-Louis Mispelter, een in het Leuvense verdienstelijk en actief architect. Oorspronkelijke tuinmuur en afsluitingen aanwezig. Voor de modernistische stijl typisch volumespel, verwijzend naar de pakketbootstijl. Brede horizontale voegen, gebruik van ronde vormen (halfronde erker geaccentueerd door monumentaal betonnen balkon) en geglazuurde baksteen, vlaggenmast op de zijgevel, figuratieve glas-in-loodramen.

Decoratieve fontein naast inkomhal met blauw geglazuurde tegels. Grotendeels gaaf bewaard houten schrijnwerk.

De woning onderging in de jaren ‘1950 een bescheiden (interne) verbouwing.

Bronnen:


Erfgoedwaarde:

De villa is beschermenswaardig omwille van:

de historische en architecturale als representatief voorbeeld van een modernistische

hoekvilla.

De artistieke waarde als deel van het oeuvre van architect Mispelter.

De stedenbouwkundige waarde als deel van een belangrijk en waardevol cluster van



interbellumvilla’s, als enige beschermenswaardige villa gelegen aan de andere zijde

van de Tiensesteenweg.

De ruimtelijk-structurerende waarde als belangrijk oriëntatiepunt op de hoek van de

steenweg met de Philipslaan.

Nrs. 332-334 – tweewoonst villa Julia en villa Windekind 1932

Beschrijving:

Gespiegelde tweewoonst van oorspronkelijk identieke woningen uit 1932 in zeer afgezwakte cottagestijl in rode baksteen met imitatiebanden van twee traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak met topgevel en ver uitstekende dakranden. Nr. 332 genaamd ‘Villa Julia’ en nr. 334 ‘Villa Windekind’.

De gevel van nr. 334 werd door architect Victor Broos in 1934 verbouwd tot een bepleisterde gevel waarvan de topgevel een vakwerkstructuur imiteert die naar de cottagestijl verwijst. Verder eerder modernistische aspecten zoals de vlaggenmast en de balkonwerking met horizontale belijning in de detaillering. Het samengaan van modernistische en traditionele stijlkenmerken is typisch binnen het oeuvre van Broos, één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode die in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen ontwierp. Vernieuwd schrijnwerk.

Bronnen:


Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische, architecturale en artistieke waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een identieke tweewoonst in cottagestijl, deels aangepast door Victor Broos met duidelijke modernistische invloeden, zonder de harmonie tussen beide woningen te verliezen.


Vanwege de representativiteit (binnen het oeuvre van Broos), authenticiteit, ensemblewaarde (tweewoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel van tweewoonsten nrs. 332-342) werden de panden geselecteerd als waardevol gebouw en maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.



Nrs. 336-338 – tweewoonst villa Maurice en villa Jeanne 1932

Beschrijving:

Gespiegelde tweewoonst van identieke woningen uit 1932 gebouwd in landelijke stijl in rode baksteen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak met gemeenschappelijke topgevel en erkervolumes. Nr. 336 genaamd ‘Villa Maurice’ en nr. 338 ‘Villa Jeanne’.

Nr. 338 met oorspronkelijk schrijnwerk.


Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde (dubbelwoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel van dubbelwoonsten nrs. 332-342) maken de panden deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 340-342 – tweewoonst 1932-1934

Beschrijving:

Dubbelwoonst van twee identieke woningen uit 1932-1934, gebouwd in rode baksteen van 1/2 traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak. Interessante gevelopbouw. Vernieuwd schrijnwerk.


Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde (dubbelwoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel van dubbelwoonsten nrs. 332-342) maken de panden deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 344 – gebouw 1934

Beschrijving:

Pand gebouwd in 1934 in Vlaamse neorenaissancestijl. Gebouw van 2/3 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak met trapgevels. Gebruik van rode baksteen en witte natuursteenlijsten op rustieke natuurstenen plint in wildverband. Oorspronkelijk waren er luiken aanwezig. Latere uitbreiding achteraan. Vandaag is hier een restaurant gehuisvest.

Erfgoedwaarde:

Het pand heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard en laat voorbeeld van het gebruik van historiserende stijl op de Tiensesteenweg.


Vanwege de representativiteit, authenticiteit, ensemblewaarde (met nr. 346) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel.



Nr. 344 – gebouw 1902

Beschrijving:

Pand uit 1902 in sobere Vlaamse neorenaissancestijl. Het gebouw werd voor de eerste wereldoorlog gebouwd in een zone waar zich toen zeer weinig bebouwing bevond. Gebouw van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak met dakuitbreiding met trapgevel. Houten kroonlijst op consoles. Rode baksteen en witte natuursteenlijsten, breukstenen plint. Rond glas-in-loodraam boven inkomdeur. Luiken aanwezig.

Erfgoedwaarde:

Het pand heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van het gebruik van een historiserende stijl op de Tiensesteenweg voor WOI.


Vanwege de representativiteit, authenticiteit, ensemblewaarde (met nr. 346) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 352 – woning 1939

Bouwaanvraag:

Arch. Alphonse Marchal

Aanvr. L. Van Roey

Aanvr. 8/7/1939

Beschrijving:

Halfopen villa in modernistische stijl uit 1939 naar ontwerp van architect A. Marchal, een verdienstelijk modernistisch architect uit het Leuvense, in opdracht van de heer L. Van Roey. Woning van 2 bouwlagen onder plat dak. Voorgevel en zijgevel in bruine baksteen, achtergevel in rode baksteen. Gebruik van kunststeen en keramiektegels. Vlaggenmast aanwezig. Rechterdakrand origineel. Linkerkroonlijst vernieuwd, oorspronkelijk houten kroonlijst. Afgeronde hoek. Vernieuwd schrijnwerk en vernieuwde achterbouw.


Aanvraag 1939: dossier L. Van Roey, 20/8/1934, doos 31 korbeek-lo

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van nieuwbouw in modernistische stijl na de wederopbouwperiode op de Tiensesteenweg. De woning heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van architect Marchal.


Vanwege de representativiteit (binnen oeuvre Marchal en binnen modernistisch cluster Tiensesteenweg), authenticiteit, ensemblewaarde (cluster modernistische interbellumpanden) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.



Nr. 368 – villa Gai Soleil 1934

Beschrijving:

Modernistische villa naar ontwerp van architect Victor Broos uit 1934 in opdracht van de heer Stroobants. Victor Broos is één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode die in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen ontwierp.

De villa brengt quasi alle stijlkenmerken van de modernistische Broos samen. Woning in gele baksteen en kunststeen op roodbruine keramische plint onder plat dak. Typische horizontale vormgeving en uitbundig volumespel door afwisseling van ronde en rechte volumes, zoals betonnen luifels en een afgeronde erker met balkon. Verwijzing naar de pakketbootstijl door het gebruik van ronde muuropeningen en metalen buisleuningen. De villa houdt in haar opbouw duidelijk rekening met de oriëntatie. Oorspronkelijk schrijnwerk, vernieuwde kroonlijst.

Bewaarde tuin met typische metalen afsluiting.

Het interieur bleef naar verluidt gaaf bewaard.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische, architecturale en artistieke waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een modernistische villa naar ontwerp van Victor Broos.


Vanwege de representativiteit (binnen het oeuvre van Broos en binnen de modernistische cluster interbellumvilla’s op de steenweg) en authenticiteit werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw. Door de ligging dicht bij een kruispunt en in de zone waar bewoning wordt afgewisseld met bedrijfsgebouwen, slechts beperkte context- en ensemblewaarde.

TIENSESTEENWEG – oneven nummers



Nr. 29-31 – appartementsgebouw 1946

Bouwaanvraag:

Arch. Victor Broos

Aanvr. August Meeus-Savonet

26/3/1946

Beschrijving:

Modernistisch hoekpand naar ontwerp van architect Victor Broos, één van de bekendste Leuvense architecten uit midden 20

ste eeuw die vooral in de jaren ’30 in de

zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen ontwierp.

Het gebouw speelt duidelijk in op het feit dat het een hoekpand is. Enerzijds is de kroonlijsthoogte hoger dan deze van de aangrenzende rijwoningen, anderzijds werkt Broos met een interessante afgeronde hoekuitwerking die beide gevels gelijkwaardig maakt.

Het gebouw werd gebouwd in 1946 als wederopbouw in modernistische stijl na schade door de tweede wereldoorlog. Oorspronkelijk was het gebouw een woning met bakkerij op gelijkvloers. Vandaag is het gebouw omgebouwd tot appartementen met handelszaak op de begane grond. Inkom tot handelsruimte bevindt zich in de afgeronde hoek. De inkom tot de bovenliggende appartementen bevindt zich in de zijstrook in witte steen.

Gebouw van 4 bouwlagen onder plat dak in roodbruine baksteen. Typische doorlopende vensterbanden om de horizontaliteit te benadrukken.

De pui, kroonlijst, raamomrandingen en zijstrook zijn volgens plan uitgevoerd in witte steen. Ook de terugsprong van de achtergevel was volgens plan voorzien in witte steen. Volgens het bouwplan was er een dakterras voorzien aan de achterzijde.

Schrijnwerk is – behalve op de tweede verdieping en het gelijkvloers - nog origineel.



Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouw in modernistische stijl na de tweede wereldoorlog. Het gebouw heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van Broos. Het gebouw heeft eveneens ruimtelijk-structurerende waarde, als beeldbepalende pand op de hoek van de straat.


Vanwege de representativiteit (binnen oeuvre Broos, binnen modernisme op Tiensesteenweg), authenticiteit en de contextwaarde (beeldbepalend, structurerend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.




Bouwaanvraag:

Arch. Spéder en Vanderveken

Aanvr. E. Dekeyser

26/5/1921

Beschrijving:

Woning van 1/2 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak in sobere historiserende wederopbouwarchitectuur gebouwd in 1921 naar ontwerp van het bekende architectenduo Spéder en Vanderveken. De voor Leuven zeer gekende architect Spéder werkte in de periode 1920-1923 exclusief samen met de minder bekende architect Vanderveken. Gebruik van rode baksteen en natuursteen/imitatiesteen. Houten kroonlijst op consoles. Winkelpui met rondboog. Daarboven gevelsteen “1921”. In 1936 doet G. Van Herck een aanvraag om in de zijgevel een gelijkaardige rondboog met raam te voorzien (arch. Th. Vanderstraeten). Vernieuwd schrijnwerk.





Vanwege de ensemblewaarde (ensemble van 7 wederopbouwpanden in historiserende stijl) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de panden een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. C. Goemans

Aanvr. Jules Charlier

17/9/1921

Beschrijving:

Geheel van 2 quasi identieke woningen gebouwd in 1921 naar ontwerp van architect Goemans in opdracht van de heer Jules Charlier.

Woningen van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak in sobere historiserende wederopbouwarchitectuur. Gebruik van rode baksteen en natuursteen/imitatiesteen. Rondboograam op begane grond. Typerend erkervolume op natuurstenen console onder smeedijzeren balkonleuning.

Vernieuwde kroonlijsten en schrijnwerk.








Beschrijving:

Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak. Gelijkaardig aan nrs. 35-37, maar met gebruik van gele baksteen. De woning werd vermoedelijk wederopgebouwd in de jaren ’20 na oorlogsschade van WOI, zoals de aanpalende woningen. Schade door WOII zorgde ervoor dat de woning opnieuw heropgebouwd diende te worden. Het gebruik van de gele baksteen is typisch voor de jaren ’40. De andere kenmerken verwijzen echter terug naar de wederopbouwstijl van het interbellum. Rondboograam en –deur op begane grond. Typerend erkervolume onder smeedijzeren balkonleuning.

Vernieuwde schrijnwerk.




Bouwaanvraag:

Arch. Jos De Buyser(?)

Aanvr. L. Mantiers

22/9/1921

Beschrijving:

Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak in sobere historiserende wederopbouwarchitectuur. Gebruik van rode baksteen en natuursteen/imitatiesteen. Houten kroonlijst op consoles. Rondboogramen. Typerend erkervolume onder smeedijzeren balkonleuning.

Vernieuwde schrijnwerk.







Nr. 43-45 – woningen jaren ‘1920

Beschrijving:

Ensemble van 2 woningen van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak in historiserende wederopbouwarchitectuur. Gecementeerde gevels met schijnvoegen, typerend erkervolume onder smeedijzeren (nr. 43) en stenen (nr. 45) balkonleuning. Vernieuwd schrijnwerk. Nr. 45 met oorspronkelijke houten kroonlijst op consoles. Begane grond van nr. 45 werd herpleisterd zonder schijnvoegen en er werd een nieuwe plint in blauwe steen aangebracht.



Nr. 53-57 – woningen 1922

Bouwaanvraag:

Arch. L. Landeloos

aanvr. Weduwe Schurmans

12/10/1922

Beschrijving:

Ensemble van 3 wederopbouwpanden in historiserende stijl gebouwd in 1922 naar ontwerp van architect L. Landeloos.

Woningen van 2/3 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak. Gebruik van rode baksteen met baksteenmotieven en natuursteen/imitatiesteen. Doorlopende kordonlijst.

Nrs. 53 en 57 oorspronkelijk identieke opbouw met rondboogramen, balkon op natuurstenen consoles met smeedijzeren leuning, in metselwerk ingewerkte rondboog boven de ramen van de tweede verdieping. Raamopeningen op de begane grond van nr. 57 werden later samengevoegd.

Nr. 55 met typerend erkervolume op natuurstenen consoles onder smeedijzeren balkonleuning. Vernieuwde kroonlijst.

De drie panden hebben vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woningen hebben historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van een wederopbouwensemble in historiserende stijl op de Tiensesteenweg.

Criteria voor selectie als waardevolle gebouwen en waardevol architecturaal geheel (nrs. 53-61):

Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur),



contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (gespiegeld geheel) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. L. Corthouts

aanvr. Weduwe Vandeven-Geukens

17/11/1921

Beschrijving:

Woning in sobere wederopbouwarchitectuur gebouwd in 1921 naar ontwerp van L. Corthouts. Jaartalstenen “19” en “21”. Woning v 3 bouwlagen onder pannen zadeldak. Gebruik van bak- en natuursteen met typerende geleding door muurbanden. Detaillering in de natuursteen boven de deur en het raam van de begane grond.

Typerend smeedijzeren balkon op arduinen consoles.

Vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde: historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in historiserende stijl op de Tiensesteenweg.

Criteria voor selectie als waardevolle gebouwen en waardevol architecturaal geheel (nrs. 53-61): Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur), contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (gespiegeld geheel) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 63 – woning 1924/1941

Bouwaanvragen:

Arch. Theo Vanderstraeten

aanvr. Jos De Ridder

23/9/1924

Arch. E. Stassin

aanvr. Wastiau

27/8/1941

Beschrijving:

In 1924 doet de heer Jos De Ridder een aanvraag voor het bouwen van een rentenierswoning naar ontwerp van Theo Vanderstraeten, een in Leuven zeer actief 20

ste-eeuwse architect die in verschillende stijlen bouwde. De voorgevel bevat

eclectische elementen, maar blijft over het algemeen vrij traditioneel qua opbouw. Het betreft een woonhuis van 3 traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak met extra verdieping. In de eerste travee bevindt zich een rondboog met poort. De gevel lijkt volgens de plannen gepleisterd met baksteendetails rond de ramen. Plint in breuksteen.

In 1941 doet de heer Wastiau een aanvraag voor de gedeeltelijke wederopbouw van



een door de tweede wereldoorlog geteisterd pand. Dit eerder modernistisch ontwerp met art-deco invloeden is van de hand van architect E. Stassin. De plannen tonen een meer gedetailleerde uitvoering, met andere baksteendetaillering die door de aesthetische controle geweigerd werd. De weerhouden gevel bestaat uit 2/3 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. Gebruik van gele baksteen en bepleisterde delen met schijnvoegen. Toegangspoort met duidelijke art-deco invloed. Schrijnwerk lijkt origineel maar reeds met dubbele beglazing.




Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van een pand dat tot tweemaal toe werd wederopgebouwd. De woning heeft artistieke waarde als van de weinige modernistische rijwoningen met art-deco-invloed op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen modernisme/art-deco op Tiensesteenweg), zeldzaamheid (art-deco-invloeden) en contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.


Bouwaanvraag:

Arch Alph. VandenEynde

aanvr. Mademoiselles Lammens

30/9/1920

Beschrijving:

Ensemble van twee burgerhuizen in historiserende wederopbouwarchitectuur gebouwd in 1920 naar ontwerp van architect A. VandenEynde in opdracht van de Mademoiselles Lammens. Woningen van 3 bouwlagen onder zadeldak van bak- en natuursteen/imitatiesteen met typerende geleding door muurbanden. Typerend erkervolume onder smeedijzeren balkonleuning. Oorspronkelijk gebouwd zonder dakuitbouw en met een andere opbouw van de begane grond: nr. 65 met 1 rondboogopening met winkelvitrine, nr. 67 met 1 rondboograam en rechts daarvan een deur.

In 1929 vraagt de heer Beerts de aanpassing van de begane grond naar de huidige situatie aan. De plannen zijn van de hand van arch. Theo Vanderstraeten.

In 1947 vraagt de heer Maurice Hanset een herstelling en verandering van beide gevels aan wegens oorlogsschade. De dakuitbouwen en huidige begane grond van nr. 67 dateren van deze aanvraag.

Vernieuwd schrijnwerk in beide woningen.





Erfgoedwaarde:



De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwensemble in historiserende stijl op de Tiensesteenweg dat na WOII opnieuw schadeherstel nodig heeft. Dit herstel doet geen afbreuk aan de historiserende wederopbouwstijl van na WOI.


Vanwege de representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur), contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (dubbelwoonst en deel van wederopbouwgeheel met nrs. 69-73) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvragen:


aanvr. Weduwe F. Collin

30/3/1903

Arch. Goemans

aanvr. Weduwe Collin

20/4/1922

Beschrijving:

In 1903 deed weduwe F. Collin een aanvraag voor de bouw van 2 woningen (nr. 69 en nr. 71), die qua uitzicht volledig hetzelfde waren als de huidige woning nr. 73 (de bouw van deze woning vroeg ze een jaar later aan, in 1904). De architect was Georges Decock, een architect die in Leuven zeer actief was. Beide panden brandden tijdens de eerste wereldoorlog af. Dezelfde weduwe Collin deed hierop in 1922 een aanvraag voor de wederopbouw van de woningen. De plannen waren ditmaal van de hand van architect C. Goemans, eveneens een architect die in Leuven zeer actief was.

De tweewoonst is gebouwd in historiserende wederopbouwstijl. De woningen hebben 2 traveeën, een souterrain en 3 bouwlagen onder zadeldak met kroonlijst op houten consoles. Gebruik van baksteen- en natuursteen met typerende geleding door muurbanden en kordonlijsten. Typerende erkervolumes onder smeedijzeren balkonleuning. Boogramen op gelijkvloers en boven inkomdeur. Smeedijzeren leuning voor raam gelijkvloers. Deels vernieuwd schrijnwerk.




Erfgoedwaarde:

De gebouwen hebben historische en architecturale waarde als exemplarisch en vrij gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwensemble in historiserende stijl op de Tiensesteenweg.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), representativiteit (binnen wederopbouwarchitectuur), contextwaarde (beeldbepalend) en ensemblewaarde (dubbelwoonst en deel van oorspronkelijke driewoonst) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en maken ze deel uit van een waardevol



architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:


Aanvr. Weduwe Collin

27/1/1904

Beschrijving:

In 1903 deed weduwe F. Collin een aanvraag voor de bouw van 2 woningen (nr. 69 en nr. 71), die qua uitzicht volledig hetzelfde waren als deze woning, waarvan de aanvraag voor de bouw een jaar later gebeurde, in 1904, ook door weduwe Collin. De architect was Georges Decock, een architect die in Leuven zeer actief was.

De woning bestaat uit 2 traveeën, een souterrain en 3 bouwlagen onder zadeldak met kroonlijst op houten consoles. Rood baksteenmetselwerk met baksteendecoratie en gevelhoge pilastergeleding met bekronende topstukken. Balkon op natuurstenen consoles met smeedijzeren leuning op eerste verdieping. Stalen liggers met bloemdecoratie boven de ramen. Vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische waarde binnen de bebouwing van de Tiensesteenweg, als één van de panden die de beide oorlogen heeft ‘overleefd’. Architecturale waarde vanwege de zorgvuldig uitgewerkte gevel.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (woning van voor WOI), de ensemblewaarde (samenhang van de panden nrs. 69-73) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden het pand geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 153-155 – woning met werkplaats 1938

Bouwaanvraag:

Arch. A. Marchal

aanvr. Gerard Van Eeckhout

23/11/1938

Beschrijving:

Modernistisch pand gebouwd in 1938 als woning met werkplaats naar ontwerp van architect Alphonse Marchal, een in Leuven verdienstelijk modernistisch architect. Gebouw in gele baksteen van 1 travee en drie bouwlagen onder plat dak. De begane grond vormt de doorgang naar de achtergelegen werkplaats. De ingang tot de verdiepingen bevindt zich links in het midden van de onderdoorgang. De doorgang had aan de voorgevel afgeronde hoeken in blauwe keramiektegels (niet meer zichtbaar). De verdiepingen bestaan uit een afgerond erkervolume. Een halfzuil loopt in het midden van het pand over de verschillende verdiepingen heen en ordent de totale gevel. Onder de erker was er oorspronkelijk een grote betonnen luifel.






Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van modernistische interbellumarchitectuur. Het gebouw heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van architect Marchal. Het gebouw heeft eveneens ruimtelijk-structurerende waarde, als beeldbepalend oriëntatiepunt met nr. 157 in de rij woningen.

Criteria voor selectie als waardevol gebouw en deel van waardevol architecturaal geheel (nrs. 153-157):

Vanwege de representativiteit (binnen de interbellumarchitectuur in modernistische stijl voor dit gedeelte van de steenweg, binnen oeuvre Marchal), authenticiteit, ensemblewaarde (geheel met nr. 157) en de contextwaarde (beeldbepalend, ruimtelijk-structurerend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel met nr. 157.


Bouwaanvraag:

Arch. A. Marchal

aanvr. René Janssens

23/2/1939

Beschrijving:

Modernistisch pand gebouwd in 1939 als woning met bakkerszaak (vooraan winkel, achteraan bakhuis met patisserie) naar ontwerp van Alphonse Marchal, een in Leuven verdienstelijk modernistisch architect. Gebouw in gele baksteen van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen onder plat dak. De typische horizontaliteit wordt benadrukt door de horizontale raampartijen en de afronding met golfbeweging van het erkervolume.

De begane grond was volgens plan bekleedt met ‘plakkaten’. Deze werden vernieuwd.




Erfgoedwaarde:

Het gebouw heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van modernistische interbellumarchitectuur. Het gebouw heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van architect Marchal. Het gebouw heeft eveneens ruimtelijk-structurerende waarde, als beeldbepalend oriëntatiepunt met nr. 157 in de rij woningen.


Vanwege de representativiteit (binnen de interbellumarchitectuur in modernistische stijl voor dit gedeelte van de steenweg, binnen oeuvre Marchal), authenticiteit, ensemblewaarde (geheel met nr. 153-155) en de contextwaarde (beeldbepalend, structurerend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel met nr. 153-155.



Nr. 161-171 – ensemble van burgerhuizen

Bouwaanvraag:

Arch. Ruotérie (?)

aanvr. Jean Dewit & frères

5/9/1931

Beschrijving:

Gespiegeld ensemble uit 1931 van 6 woningen (161-163-165 is gespiegeld ten opzichte van 167-169-171). Woningen van 2 traveeën en 3 bouwlagen in eclectische stijl onder pannen zadeldak op rustieke natuurstenen plint. Gebruik van baksteenmetselwerk en bepleisterde onderdelen met decoratieve florale elementen.

Nrs. 161, 163, 169, 171 met rondboograam als bovenlicht boven inkomdeur. Nrs. 165, 167 met rechthoekig bovenlicht. Nrs. 161, 171 met rondboograam op gelijkvloers. Nrs. 161, 165, 167, 171 met gepleisterd erkervolume onder smeedijzeren balkonleuning. Het erkervolume is traveebreed voor nrs. 161 en 171 en gevelbreed voor nrs. 165, 167.

Deels vernieuwd schrijnwerk. Nr. 171 heeft nog origineel schrijnwerk op het gelijkvloers en de 2

e verdieping. Het nieuwe schrijnwerk op de verdieping van nr. 161 is gelijkaardig

qua indeling aan het oorspronkelijke.



Erfgoedwaarde:

Het ensemble heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard geheel uit het interbellum met zorgvuldig uitgewerkte gevels.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit, de ensemblewaarde (samenhang van de panden) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en waardevol architecturaal geheel.

Nr. 175-179 – woningen

Beschrijving:

Ensemble van 3 woningen met interessante geveldetaillering, vermoedelijk uit het begin van de 20

ste eeuw. Woningen van 2 traveeën, souterrain en 2 bouwlagen onder

zadeldak. Nr. 177 met trapgevel. Baksteenarchitectuur met decoratieve imitatiebanden en ontlastingsbogen in witte baksteen. Rondboogramen met deels vernieuwd schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:

Architecturale waarde als vrij gaaf bewaard ensemble met zorgvuldig uitgewerkte gevels.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de ensemblewaarde (samenhang van de panden) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en waardevol architecturaal geheel.



Nr. 181-183 – dubbelwoonst 1933

Bouwaanvraag:

Arch. Jos Bogaerts

Aanvr. Albert Ronsmans

24/6/1933

Beschrijving:

Tweewoonst met art-deco invloeden, bestaande uit een ‘klein huis’ en een ‘groot huis’, gebouwd door de familie Ronsmans in 1933 naar ontwerp van architect Jos Bogaerts.

Fraai uitgewerkt en gaaf bewaard geheel van een brede burgerwoning met bureel en garage en een aanpalende kleine woning voor de ouders van de bouwheer.

Voor de tijdsperiode typerend gebruik van bruine baksteen onder pannen daken (deels groene pannen). Het oorspronkelijke houten schrijnwerk bleef gaaf bewaard. De gevel wordt horizontaal geaccentueerd door het gebruik van betonnen onderdorpels en lateien en het horizontale siermetselwerk. Kenmerkend is tevens het gebruik van een halfronde erker ter accentuering van de poorttravee.

Het gebouw draagt een aantal kenmerken in zich die het individuele karakter overstijgen: het brengt in zijn opbouw zijn specifieke plaats in het stedelijk weefsel naar voren. Dit uit zich in de torenvormige uitbouw boven de garagepoort met zwevend ‘tentdak’. Deze uitbouw biedt een zichtbaar oriëntatiepunt in de lange rij huizen.

Het interieur bleef naar verluidt gaaf bewaard.



Erfgoedwaarden:

De gaaf bewaarde woningen zijn beschermenswaardig omwille van:

- de historische, artistieke en architecturale waarde als representatief voorbeeld van art-deco burgerwoningen.

- de ruimtelijk-structurerende waarde als oriëntatiepunt in het stedelijk weefsel.

Nr. 185-191 – ensemble van 2x2 gespiegelde woningen 1929

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

aanvr. Gustave Dillaerts

Nr. 189-191: 8/3/1929

Nr. 185-187: 8/9/1929

Beschrijving:

Ensemble van 2x2 gespiegelde woningen uit 1929 naar ontwerp van architect Jean Dewit, een tijdens het interbellum zeer actief architect in Leuven. Woningen van 2 traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Baksteenmetselwerk met imitatiebanden en imitatiesteen boven de rechthoekige vensters. Doorlopende kordonlijst tussen begane grond en eerste verdieping. Houten kroonlijst op houten consoles.

Vernieuwd schrijnwerk, behalve in nr. 189: origineel.


Aanvraag nr. 189-191: dossier 191/tiensesteenweg



Aanvraag nr. 185-187: dossier 190/tiensesteenweg


Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde (vierwoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) maken de panden deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 199-233 – woningen 1930

Bouwaanvraag:

Arch. Sterckx

22/11/1930

Beschrijving:

Al deze woningen dateren van 1930 en behoren tot een verkaveling met de naam “Pro Familia”, waartoe ook de woningen in de Eeuwfeeststraat en de Overwinningsstraat behoren. Zulk een verkaveling is atypisch voor de Tiensesteenweg die verder spontaan bebouwd werd en niet verkavelingsgewijs. Architect van de woningen nrs. 199-233 was Georges Sterckx, een in Leuven actief architect tijdens het interbellum. Opmerkelijk en kenmerkend voor dit architecturaal geheel is de schuine opstelling van de woningen ten opzichte van de steenweg. De woningen ondervonden tijdens de tweede wereldoorlog bijna allemaal schade. De huidige toestand van de woningen is vaak zeer verschillend van de oorspronkelijke toestand.

Typische kenmerken van dit geheel met invloeden uit de landelijke stijl zijn de atypische schuine inplanting, het bestaan van de voortuinen, het aantal bouwlagen (2 onder zadeldak), de rechthoekige of driehoekige dakuitbouwen, de erkers en balkons, het afwisselend gebruik van rondboogramen of –deur, het afwisselend gebruik van pleisterwerk en baksteenmetselwerk.


Nr. 199: dossier 198/tiensesteenweg (1930, aanvr. Th. Baeyens) en dossier 200/tiensesteenweg (1952, aanvraag garage sous-sol)

Nr. 201: dossier 201/tiensesteenweg (1930, aanvr. Aug. Vrancken) en dossier 203/tiensesteenweg (1940, aanvr. Vrancken, architect G. Jotthier, aanvraag herstel oorlogsschade)

Nr. 203: dossier 204/tiensesteenweg (1930, aanvr. René Vandenbergh)

Nr. 205: dossier 205/tiensesteenweg (1930, aanvr. Henri Vandepoel) en dossier 206/tiensesteenweg (1935)

Nr. 207: dossier 215/tiensesteenweg (1930, aanvr. Jules Dewit)

Nr. 209: dossier 213/tiensesteenweg (1930, aanvr. Delvaux)

Nr. 213: dossier 219/tiensesteenweg (1930, aanvr. Auguste Doucet)

Nr. 215: dossier 220/tiensesteenweg (1930, aanvr. Joseph Beutels)

Nr. 217: dossier 222/tiensesteenweg (1930, aanvr. Deconinck)

Nr. 219: dossier 224/tiensesteenweg (1930, aanvr. Leopold Vermeylen), dossier 225/tiensesteenweg (1949, aanvr. Pierre Engels, arch. Maurits Noul) en dossier 226/tiensesteenweg (1965, aanvr. Pierre Engels, arch. R. Becker).

Nr. 221: dossier 227/tiensesteenweg (1930, aanvr. Georges Mathijs)

Nr. 227: dossier 230/tiensesteenweg (1930, aanvr. Godefroid Minnoye) en dossier 231/ tiensesteenweg (1941, herstel na oorlosschade)



Nr. 231: dossier 233/tiensesteenweg (1930, aanvr. Leon Goovaerts

Nr. 233: dossier 232/tiensesteenweg (1941, aanvr. Mr. Van Espen, arch. Victor Broos, herstel na oorlogsschade).


Het geheel werd geselecteerd als een waardevol architecturaal geheel vanwege zeldzaamheid, de ensemble- en contextwaarde (beeldbepalend).

Nr. 241 – villa 1924

Bouwaanvraag:

Arch. ?

Aanvr. R. Berckmans

7/6/1924

Beschrijving:

Villa in landelijke stijl met beperkte cottage-invloeden. Gebouwd in 1924 als conciërgewoning voor het grote landhuis dat op het domein van de huidige supermarkt stond en gesloopt werd in 1950.

Atypisch voor de Tiensesteenweg is dat de woning gericht is naar het landgoed en de voorgevel dus aan de zijkant heeft.

Villa van 1 bouwlaag in rode baksteen op rustieke natuurstenen plint met wisselend dakenspel in rode dakpannen en overstekende dakranden.

Houten schrijnwerk met dubbel glas, indeling naar oorspronkelijk model.

Omgevende tuin met lage rustieke natuurstenen omheining en een hogere haag.



Erfgoedwaarde:

De villa heeft historische waarde als vrij gaaf bewaarde villa met omgevende tuin horende bij het voormalige landgoed van het vandaag gesloopte landhuis.

Criteria voor selectie als waardevolle gebouw:

Vanwege de zeldzaamheid (atypische inplanting), authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de ensemblewaarde (gebouw met omgevende tuin) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.



Nr. 243 – woning 1925

Bouwaanvraag:


Aanvr. Jean Crombez

29/9/1925

Beschrijving:

De halfopen bebouwing werd in 1925 gebouwd in opdracht van de heer Jean Crombez naar ontwerp van Theo Vanderstraeten. Op en rond de Tiensesteenweg zijn vele panden van zijn hand. We vinden in zijn oeuvre verschillende stijlen terug, zoals de landelijke/cottage stijl, de traditionele stijl als de modernistische stijl.

Halfopen bebouwing in cottagestijl van twee bouwlagen onder complexe dakstructuur met voortuin. Kenmerkend voor de cottagestijl zijn het gebruik van pseudovakwerk, luiken, onbeschilderde en beschilderde baksteen, uitspringende dakoversteken.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als deel van één van de eerste vrij gaaf bewaarde ensembles die nieuw gebouwd werden na de wederopbouwperiode in cottagestijl. Als deel van het oeuvre van Vanderstraeten heeft deze woning artistieke waarde.

Criteria voor selectie als waardevol gebouw en deel van een waardevol architecturaal geheel (nrs. 243-263):

Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Vanderstraeten), de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw en deel van een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 245 – woning 1926

Bouwaanvraag:


aanvr. R. Hendrickx

15/7/1926

Beschrijving:

De woning werd in 1926 gebouwd in opdracht van de heer R. Hendrickx naar ontwerp van Theo Vanderstraeten. Op en rond de Tiensesteenweg zijn vele panden van zijn hand. We vinden in zijn oeuvre verschillende stijlen terug, zoals de landelijke/cottage stijl, de traditionele stijl als de modernistische stijl.

Rijwoning met cottage-invloeden van 2 traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak met voortuin. Inkomportaal met rondboogopening. Boven de inkom raam met decoratieve elementen onder de dorpel. Erkervolume onder balkon. Kenmerkend zijn het pseudovakwerk, deels bakstenen en bepleisterde onderdelen en de dakuitbouw. Vernieuwd schrijnwerk (wel oorspronkelijke voordeur). Rustieke voortuinmuurtjes in natuursteen maken deel uit van een aanvraag uit 1927 waarbij ook een poort werd voorzien (niet meer aanwezig).






Erfgoedwaarde:




Nr. 247 – woning 1926

Bouwaanvraag:


Aanvr. Jules Vanderlinden

21/10/1926

Beschrijving:

De woning werd in 1926 gebouwd in opdracht van de heer Jules Vanderlinden naar ontwerp van Theo Vanderstraeten. Op en rond de Tiensesteenweg zijn vele panden van zijn hand. We vinden in zijn oeuvre verschillende stijlen terug, zoals de landelijke/cottage stijl, de traditionele stijl als de modernistische stijl.

Rijwoning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak met voortuin. Bepleisterde gevel met zowel cottage- als meer moderne invloeden. Uitspringende inkomtravee met puntgevel en trappenpartij naar portaal met rondboogopening. Uitstekende dakrand op consoles, strakke horizontale belijning in detaillering. Rustieke natuurstenen plint. Vernieuwd schrijnwerk. Halfondergrondse garage.



Erfgoedwaarde:


Criteria voor selectie als waardevolle gebouw en deel van een waardevol architecturaal geheel (nrs. 243-263):




Nr. 249 – woning 1927

Bouwaanvraag:

Arch. niet vermeld

Aanvr. Augusta Stievenart

26/9/1927

Beschrijving:

Woning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak met voortuin uit 1927. Gebruik van rode baksteen en bepleisterde onderdelen. Raamopeningen met aanzet- en sluitstenen in simili. Balkon op console. Houten kroonlijst op houten consoles. Vernieuwd schrijnwerk.



Criteria voor selectie als deel van een waardevol architecturaal geheel (nrs. 243-263):

Vanwege de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) maakt het pand deel uit van een waardevol architecturaal geheel van panden.

Nr. 251 – woning 1928

Bouwaanvraag:

Arch. niet vermeld

Aanvr. Jacques Stevens

7/4/1928

Beschrijving:

Woning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen mansardedak met voortuin uit 1928. Gebruik van roodbruine baksteen. Erkervolume met balkon over volledige breedte van begane grond. Inkomportaal en raam begane grond met rondboog. Halfondergrondse garage. De woning werd doorheen de tijd meermaals aangepast (vernieuwd schrijnwerk, aangepaste raamopeningen, vernieuwde balkonleuning, luiken verwijderd, …).



Criteria voor selectie als deel van een waardevol architecturaal geheel (nrs. 243-263):

Vanwege de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) maakt het pand deel uit van een waardevol architecturaal geheel van panden.



Nr. 253 – woning 1929

Bouwaanvraag:

Aanvr. Marie Boogaert

Arch. Paul Kerkhoff

13/7/1929

Beschrijving:

De woning werd in 1929 gebouwd in opdracht van Marie Boogaert naar ontwerp van architect Paul Kerkhoff. Rijwoning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder leien/pannen mansardedak met voortuin. Gebruik van rode baksteen. Erkervolume met flankerende bakstenen pilasters die uitmonden in postamenten met bol waartussen de smeedijzeren balkonleuning is geplaatst. Raamopeningen met aanzet- en sluitstenen in simili. Halfondergrondse garage. Vernieuwd schrijnwerk naar origineel model.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als deel één van de eerste vrij gaaf bewaarde ensembles die nieuw gebouwd werden na de wederopbouwperiode in cottagestijl.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw en deel van een waardevol architecturaal geheel van panden.

Nr. 255 – woning 1925

Bouwaanvraag:

Aanvr. Leon Smets


28/4/1925

Beschrijving:

De woning werd in 1925 gebouwd in opdracht van de heer Leon Smets naar ontwerp van Theo Vanderstraeten. Op en rond de Tiensesteenweg zijn vele panden van zijn hand. We vinden in zijn oeuvre verschillende stijlen terug, zoals de landelijke/cottage stijl, de traditionele stijl als de modernistische stijl.

Rijwoning van 3/2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen mansardedak met voortuin. Deels bakstenen en deels (recent?) bepleisterde gevel met cottage-invloeden. Erkervolume op begane grond. Uitstekende dakrand op houten consoles. Rustieke natuurstenen plint en voortuinmuurtjes. Oorspronkelijk beluikte ramen. Halfondergrondse garage.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als deel van één van de eerste vrij



gaaf bewaarde ensembles die nieuw gebouwd werden na de wederopbouwperiode in cottagestijl. Als deel van het oeuvre van Vanderstraeten heeft deze woning artistieke waarde.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Vanderstraeten), de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw en deel van een waardevol architecturaal geheel van panden.


Bouwaanvraag:

Aanvr. L. Van Velthem


28/4/1925

Beschrijving:

Tweewoonst van gespiegelde woningen, in 1925 gebouwd in opdracht van de heer L. Van Velthem naar ontwerp van Theo Vanderstraeten. Op en rond de Tiensesteenweg zijn vele panden van zijn hand. We vinden in zijn oeuvre verschillende stijlen terug, zoals de landelijke/cottage stijl, de traditionele stijl als de modernistische stijl.

Rijwoningen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen mansardedak met voortuin. Nr. 257 in rode baksteenmetselwerk; nr. 259 bepleisterd. Het is uit de bouwplannen niet op te maken of dit oorspronkelijk ook zo was. Over begane grond en verdieping doorlopend erkervolume en typerende uitstekende dakrand op houten consoles.

Rustieke natuurstenen plint. Vernieuwd schrijnwerk. Halfondergrondse garage met oorspronkelijke poorten. Luifel boven inkomdeuren is van recentere datum. Reeds in 1926 werd een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een afsluiting aan de voortuin, bestaande uit drie kolommen met een zadeldak, waarin houten poorten waren voorzien. De poorten zijn niet meer aanwezig.




Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als deel van één van de eerste vrij gaaf bewaarde ensembles die nieuw gebouwd werden na de wederopbouwperiode in cottagestijl. Als deel van het oeuvre van Vanderstraeten heeft deze woning artistieke waarde.


Vanwege de representativiteit (binnen het oeuvre van Vanderstraeten), de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als waardevol en als deel van een waardevol architecturaal geheel van panden.




Bouwaanvraag:

Aanvr. De Graef-Boon


10/7/1925

Beschrijving:

2 “renteniershuizen”, in 1925 gebouwd in opdracht van De Graef-Boon naar ontwerp van Theo Vanderstraeten. Op en rond de Tiensesteenweg zijn vele panden van zijn hand. We vinden in zijn oeuvre verschillende stijlen terug, zoals de landelijke/cottage stijl, de traditionele stijl als de modernistische stijl.

Rij- en hoekwoning van twee bouwlagen onder pannen mansardedak met voortuin. Deels bepleisterde deels bakstenen gevels. Erkervolumes op begane grond. Uitstekende dakranden op houten consoles. Halfondergrondse garages. Rustieke natuurstenen plint en voortuinmuurtjes.

Nr. 261 had oorspronkelijk dezelfde detaillering ter hoogte van het raam van de verdieping.



Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als deel van één van de eerste vrij gaaf bewaarde ensembles die nieuw gebouwd werden na de wederopbouwperiode in cottagestijl. Als deel van het oeuvre van Vanderstraeten heeft deze woning artistieke waarde.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Vanderstraeten), de ensemblewaarde (ruimtelijke samenhang van de panden 243-263) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als waardevol en deel van een waardevol architecturaal geheel van panden.



Nr. 275 – Kasteel Maisin en omgevend park 1921-1922

Beschrijving:

Het kasteel Maisin werd volgens de kadastrale mutatieschetsen opgetrokken in 1921-1922 in eenvoudige neorenaissance stijl. Volume van rode baksteen verfraaid door het gebruik van witte natuursteen voor de vensteromlijstingen en de hoekkettingen onder mansardedak (zwarte leien). Het kasteel werd vanaf 1938 bewoond door de bekende professor Joseph Maisin (1893-1971), gespecialiseerd in de bacteriologie, anatomo-pathologie en cancerologie. Voordien woonde de familie Maisin in een herenwoning aan de Bondgenotenlaan 111 te leuven.

In 1950 ontwierp architect Lucien Spéder op vraag van prof. Maisin 2 uitbreidingen aan het kasteel waarin een bijkomende leefruimte enerzijds en toilet en vestiaire anderzijds werden gesitueerd. De uitbreidingen hebben dezelfde stijl als het hoofdvolume. Lucien Spéder was geen onbekende voor Maisin. Hij ontwierp reeds in 1928 de privé-herenwoning van Maisin in de Bondgenotenlaan.

Het schrijnwerk van het kasteel lijkt oorspronkelijk.

Het oorspronkelijke interieur bleef naar verluidt goed bewaard.

Rondom het kasteel werd door tuinarchitect Léon Rosseels een laatromantisch park aangelegd. Van de parkaanleg zijn de meeste landschapselementen bewaard gebleven (beplanting, bomen, padenstructuur, groentekelder, tennisveld, …). Door een gebrek aan onderhoud, rukt spontane verbossing op, wat vooral nadelig is voor waardevolle parkbomen, open ruimtes en vistas.

In het park staan twee gebouwtjes die reeds aanwezig waren op het plan Popp van 1865. De oorspronkelijke grens met Kessel-Lo, een middeleeuwse holle weg, loopt doorheen het domein.

Bronnen:

Kadastrale mutatieschetsen

Reclameprentkaart Léon Rosseels

Bevolkingsregister Bierbeek (Korbeek-Lo)

Stadsarchief Leuven: aanvraag 1950 ‘Het vergroten van een kasteel’, dossier Maisin Henri/doos 32 korbeek-lo

Erfgoedwaarde:

Het gaaf bewaarde kasteel en omgevend park (met inbegrip van de kleine landschapselementen en -structuren) zijn beschermenswaardig omwille van:

- de historische en architecturale waarde als representatief en gaaf bewaard voorbeeld van een neorenaissance kasteel met laatromantische parkaanleg.

- de natuurwetenschappelijke van het omliggende park.



Nr. 295-297 – modernistische tweewoonst 1936-1937

Algemene beschrijving:

Modernistische tweewoonst naar ontwerp van architect Victor Broos uit 1936-1937. Victor Broos is één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode en ontwierp in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen. Hoewel vele modernistische kenmerken, toont Broos in dit ontwerp duidelijk de tweestrijd die hij voert tussen modernisme en traditionele architectuur.

nr. 295 – villa La Pergola 1936

Beschrijving: Woning Bonte met huisnaam “villa La Pergola” en gedateerd met gevelsteen boven de kroonlijst (1936).

Villa in rode baksteen onder een combinatie van hellende en platte daken met typische modernistische vormgeving: verspringende volumes, benadrukt lijnenspel door geaccentueerde onderdorpels en lateien, afgeronde hoeken (inkompartij) en balkonstructuren. De traditionele hellende dakstructuur wordt van de vlakke topgevel gescheiden door een kolom met decoratieve bekroning in arduin.

Oorspronkelijke voortuin en afsluiting.

Het interieur is naar verluidt vrij gaaf bewaard.

Bronnen: dossier provincie Vlaams-Brabant, erkenning als waardevol gebouw



nr. 297 – Woning Dessart 1937

Beschrijving: Woning Dessart vormt een disharmonische eenheid met nr. 295. Villa in rode baksteen onder hellende daken van zwarte geglazuurde pannen. Ook hier zijn enkele typerende elementen voor de stijl van Broos aanwezig: volumespel, afgeronde hoeken en de horizontale belijning. Het schrijnwerk wordt verticaal opgedeeld door het gebruik van natuursteen.

Oorspronkelijke voortuin en afsluiting.

Het interieur is naar verluidt vrij gaaf bewaard en vrij luxueus: dubbele deur met art-nouveau glasramen, art-deco marmeren schouw, parket in living, traphal en kamers, inkomhal met roze marmeren vloerbedekking, deuren en trap van ‘congolees’ hout. Garagepoort vernieuwd.




Erfgoedwaarde:

De gaaf bewaarde tweewoonst is beschermenswaardig omwille van:







- de historische, architecturale en artistieke waarden als representatief voorbeeld van

modernistisch geïnspireerde tweewoonst en gesamtkunstwerk.

- De stedenbouwkundige waarde als deel van een belangrijk en waardevol cluster van

interbellumvilla’s.

Nr. 303 – woning Lobet 1935

Beschrijving:

Villa van bruine baksteen onder plat dak naar ontwerp van Alphonse Marchal, een verdienstelijk modernistisch architect uit het Leuvense. Typische stijlkenmerken zijn de ronde vormen gebruikt voor erker en balkons, de buisleuningen, het gebruik van glas-in-lood ramen en geel- en zwartgeglazuurde tegels (portaal, daklijst en onderdorpels). Behouden voortuin en tuinmuur.

De vlaggenmast is verdwenen. Vernieuwd schrijnwerk, deur origineel.

Het interieur bleef naar verluidt gaaf bewaard en bevat vele glas-in-lood ramen, de bouwheer was glazenier. De garage ligt iets onder het straatniveau, samen met de kelders. Het gelijkvloers verheft zich op die manier aan de voorzijde als een piano nobile, aan de achterzijde ligt zij op het niveau van de tuin. De ingangsportiek gaat vooraf aan een monumentale hall (typisch voor Marchal) die tevens de trap herbergt. De hall staat loodrecht op de as van de ingangsportiek en beslaat beide verdiepingen. Aan straatzijde liggen keuken en leefruimte, bureau ligt in verlengde van de leefruimte aan de tuinzijde en die bevat eveneens de sanitaire voorzieningen.

Bronnen: Amelynck, Jan 1988: De moderne woning in Groot-Leuven van 1928 tot 1940. Een aanzet tot inventarisatie en analyse. Ongepubliceerde licentiaatverhandeling KULeuven.


Erfgoedwaarde:

De villa is beschermenswaardig omwille van:

de historische, architecturale en artistieke waarde als representatief voorbeeld van een

modernisitische woning en gesamtkunstwerk met talrijke glasramen in het interieur.



Nr. 305 – villa Coin Fleuri 1938

Beschrijving:

De villa met monumentaal karakter is één van de grootste woningen die Victor Broos in deze periode realiseerde.

Victor Broos is één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode en ontwierp in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen. Het moderne karakter verdwijnt meer naar de achtergrond en de traditionele villa met vierkant grondplan wordt het basisgegeven. Dit grondplan krijgt vooraan en achteraan links van de symmetrieas een aanbouwsel wat zorgt voor een samengesteld hellend dak van zwart geglazuurde pannen. Aan de rechterzijde een uitsprong die eveneens in de dakstructuur is opgenomen. De halfronde loggia aan de linkerzijgevel krijgt een vlakke bedaking. Op de verdieping een balkon dat aan de vooraanbouw met de erker op de rechter zijvleugel verbindt.

De villa is gebouwd in gele baksteen, verrijkt door het gebruik van groengeglazuurde tegels voor de omlijsting van het portaal en de muuropeningen. Kenmerkend voor de stijl van de architect zijn het samenspel van de verschillende volumes, het gebruik van grote ramen, deels ingevuld met glas-in-lood, de afgeronde erker en de





vooruitspringende aanbouw met balkon.

Behouden voortuin, tuinmuur en afsluiting.

Het interieur bleef naar verluidt nagenoeg volledig gaaf bewaard.




Erfgoedwaarde:


de historische, architecturale en artistieke waarden als één van de meest monumentale

en representatieve werken van Victor Broos, uitgewerkt als gesamtkunstwerk.



Nr. 313 – woning 1949

Bouwaanvraag:

Arch. Leo Dierickx

aanvr. Edward Dupont

8/1/1949

Beschrijving:

Halfopen bebouwing uit 1949 naar ontwerp van architect Leo Dierickx. Léo(n) Dierickx was een van de productiefste architecten in Leuven tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Het stadsdeel tussen de Naamsestraat en de Parkstraat wordt haast volledig bezet met gebouwen naar zijn ontwerp. Zijn modernistische architectuur is eerder sober getint, aanvankelijk sterk onder invloed van het Nederlandse modernisme met o.a. een typerend gebruik van baksteen, later met de verwerking van meer traditionele elementen.

Woonhuis in gele baksteen van 2 bouwlagen onder dak in donkerrode/bordeaux pannen met zwartgoude keramiek tussen de ramen.

Halfondergrondse garage met oorspronkelijke poort. Voordeur origineel. Ramen op plan met glas-in-lood. Vandaag vernieuwd schrijnwerk. Afgeronde ingangsportiek met overdekte inkom en trappenpartij met zuilen in keramiek, begrensd door muurtje in bruingroene arduinen breuksteen. Balkon boven inkompartij. Houten kroonlijst. Oorspronkelijke voortuinmuurtjes. Interieur en achteraan verbouwd.


Aanvraag 1949: dossier Dupont Edward, 8/1/1949, doos 31 korbeek-lo

Inventaris Bouwkundig Erfgoed, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/persoon/6568

Erfgoedwaarde:

De woning geeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaarde villa uit eind jaren veertig. De woning heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van Dierickx.






Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Dierickx en binnen naoorlogse stijl) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 329 – villa Roma 1934

Beschrijving:

Oorspronkelijk villa Roseraie.

Villa Roma werd gebouwd als buitenverblijf voor een Leuvense handelaar naar ontwerp van architect Victor Broos. Victor Broos is één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode en ontwierp in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen.

Op de bouwplannen werd een bouwlaag meer voorzien, die kleiner was dan de gelijkvloers zodat er plaats was voor een dakterras. Uiteindelijk werd enkel de begane grond gebouwd.

Woning in bruine baksteen met brede, schuin ingevoegde lintvoegen onder plat dak. De sokkel is gevormd in natuursteen.

Uitbundige architectuur met verschillende verspringingen in het gevelbeeld die een perfecte weergave zijn van de geleding binnenin en afgeronde hoeken. Kenmerkend voor de tijdsperiode is de doorgetrokken horizontale belijning, het gebruik van metalen leuningen en het toevoegen van een vlaggenmast.

De similibepleistering die de horizontaliteit accentueert werd recent licht groen geschilderd en was oorspronkelijk grijsgroen van kleur. De indeling van de woning houdt rekening met de oriëntatie. De ruimtes zijn gepositioneerd omtrent een centrale hall, uitgewerkt in hout en met een rond veelkleurig glasraam in de zoldering. De hall scheidt de eetkamer en het salon, waarop een bureau aansluit. Achter de eetkamer bevindt zich een ruime keuken die aan de tuinzijde uitgeeft. Aan deze zijde bevinden zich eveneens twee slaapkamers. Tussen de slaapkamer op de hoek en het bureau zit de badkamer. Opvallend is de afzonderlijk gebouwde garage met annexen die volledig dezelfde stempel draagt als de woning.

In het interieur bleven tal van originele elementen behouden.




Erfgoedwaarde:


de historische, architecturale en artistieke waarde als één van de bekendste en

belangrijkste realisaties binnen het uitgebreide en gevarieerde oeuvre van Victor Broos,

uitgewerkt als gesamtkunstwerk.







Nr. 343 – kasteel de Bunswyck met omgevend park

Beschrijving:

Neoclassicistisch kasteel met omliggend park van 2ha, bos en weilanden.

Het kasteel zou gebouwd zijn in 1765 als jachtresidentie voor baron Ernst de Bunswyck. Op de kaart van Ferraris (1777) staat inderdaad bebouwing opgetekend. Op een pre-primitief kadasterplan uit 1807 en op het primitief kadasterplan (1832) staat het kasteel duidelijk ingetekend.

De Tiensesteenweg werd pas in 1715 aangelegd en kende in deze periode slechts weinig bebouwing. Het was dus een ideale plaats om een jachtresidentie te bouwen: aan de voorkant was het domein goed bereikbaar met de steenweg, aan de achterkant strekte zich een boeiend jachtgebied uit op de heuvels. De oorspronkelijke functie van jachtresidentie hangt dus nauw samen met het omgevend landschap en de geschiedenis van het ontstaan van de Tiensesteenweg. Naast een belangrijke historische waarde is er dus ook een belangrijke socioculturele waarde verbonden aan het domein, nl. omwille van het feit dat het een jachtresidentie betrof van een baron en dus uiting gaf aan de levenswijze en gebruiken van de adel.

Het kasteel overleefde de eerste wereldoorlog en kwam nadien in handen van de Leuvense textielbaron François Hottat, die het in 1938 (kadastrale mutatieschets) verbouwd.

Gecementeerd en geel geschilderde gevels met authentiek houten schrijnwerk en luiken. Het hoofdvolume staat dwars op de straat en bevat 2 bouwlagen onder leien mansardedak met dakkapellen. Aan de smalle zijden bevatten de gevels 3 traveeën, de lange zijde heeft 7 traveeën. Links van het hoofdvolume aan straatkant een éénlaags volume onder mansardedak, bestaande uit drie smalle traveeën en een brede travee met garagepoort.

Op de binnenkoer bevinden zich enkele annexen, zoals de stalgebouwen, duiventoren, volière, ...

Ondanks recente aanpassingswerken aan het complex zijn de oorspronkelijke volumes en interieurs goed bewaard gebleven. Het gebouw heeft dus een architectuurhistorische waarde.

Rond het kasteel hebben de opeenvolgende landeigenaars sinds het midden van de 19

de eeuw de achterliggende getuigenheuvel mee vorm gegeven. Beboste delen

alterneren met glooiende weilanden en hoogstamboomgaarden, waarin tal van maretakken voorkomen. In het omliggende park is de vroegere walgracht van het kasteel nog steeds zichtbaar, weliswaar drooggelegd. In het bos bevindt zich een vervallen interbellumgebouwtje onder leien mansardedak.

Op het domein komen vooral typische parkboomsoorten voor zoals Bruine beuk, Amerikaanse eik, Tamme kastanje. Een opname uit 1985 geeft aan dat er tijdens de afgelopen decennia verschillende waardevolle parkbomen zijn verdwenen. Een uitzondering hierop vormt de dendrologische waardevolle Zuileik aan de oostelijke zijde van het domein. Een dicht beplante dreef met tamme kastanje loopt de getuigenheuvel op. Al deze opmerkelijke landschapselementen karakteriseren het gebied en bepalen de eigenheid ervan. Hierdoor bezit het omgevend park grote natuurwetenschappelijke waarde.

Bronnen:

pre-primitief kadasterplan 1807

primitief kadasterplan 1832

Kadastrale mutatieschets 1938



Landschapsstudie opgemaakt ter voorbereiding van het RUP

Erfgoedwaarde:

Het kasteel de Bunswyck met inbegrip van park, weilanden en bos (uitstrekkend over de getuigenheuvels) is beschermenswaardig vanwege:

- de hoge historische en architectuurhistorische waarde, als zeldzame getuige van de historische bebouwing van de Tiensesteenweg;

- de socioculturele waarde als jachtresidentie van Baron Ernst de Bunswyck en als uiting van de levenswijze en gebruiken van de adel;

- de natuurwetenschappelijke waarde van het park, het bos, de weilanden en hoogstamboomgaarden.

Nr. 347 – In den mol 1733

Beschrijving:

Voormalige afspanning in traditionele bak- en zandsteenstijl (tweede kwart 18de eeuw).

Kleine, niet uitspringende plint, geen speklagen doch kruiskozijnen; fraaie korfboogdeur versierd met dubbele, geprofileerde imposten en sluitsteen, bekroond met een uitspringende waterlijst. Uithangbord in verheven beeldwerk met opschrift: 17 IN DEN MOL 33 / AU . FOINT ON . VAEN / TOUT . SOURT DE . PIER / GOKT LOGIST TE VOET EN TE PEERT.

Restauratie en vernieuwde vensterkruisen.

Bron:

Inventaris van het Bouwkundig erfgoed, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/41573

Erfgoedwaarde:

De voormalige afspanning In den mol is beschermenswaardig vanwege:

- de hoge historische en architectuurhistorische waarde, als zeldzame getuige van de 18de-eeuwse bebouwing op de steenweg. De 18de-eeuwse kern is nog duidelijk herkenbaar.

- de volkskundige waarde als voormalige afspanning. - de stedenbouwkundige waarde, als oorspronkelijk strategisch gekozen plaats voor

het heffen van tol.



KLEIN RIJSELSTRAAT

Nr. 18-28 – ensemble van woningen eind 19e eeuw

Beschrijving:

Ensemble van 6 quasi identieke bescheiden woningen van telkens 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak uit eind 19

e eeuw. Gecementeerde gevels met

schijnvoegen. Op de verdieping getoogde vensters met geriemde omlijstingen en met rocaille versierde sluitstenen. Decoratie onder lekdrempels verdieping.


Vanwege de zeldzaamheid (eind 19e-eeuwse arbeiderswoningen die beide

oorlogen hebben overleefd), ensemblewaarde (geheel van 5 quasi identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.



BIERBEEKSTRAAT

Nr. 3-11 – 5 woningen 1949

Bouwaanvraag:


aanvr. F. Devadder

19/6/1949

Beschrijving:

Geheel van 5 eenvoudige rijwoningen van twee bouwlagen onder zadeldak, gebouwd in opdracht van F. Devadder naar ontwerp van Theo Vanderstraeten (zie gevelsteen) na oorlogsschade van WOII. Vanderstraeten was een in Leuven zeer actief 20

ste-eeuwse architect die in verschillende stijlen bouwde.

Woningen in rode baksteen op arduinen plint. Gebruik van witte steen (kunststeen?) tussen de ramen van de verdieping. Doorlopende kordonlijst boven de begane grond. Kroonlijsten vernieuwd. Nieuwe dakuitbouwen. Het houten schrijnwerk is, behalve voor de verdieping van nr. 3, overal nog origineel.


Aanvraag 1949: dossier 37/bierbeekstraat


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard geheel), ensemblewaarde (geheel van 5 quasi identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. Jacques Van Meulebrouck

aanvr. Pierre Rosseels

1/10/1940

Beschrijving:

Woning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak. De woning werd in 1940 van een nieuwe modernistische voorgevel voorzien na schade door WOII. Het ontwerp van de nieuwe modernistische gevel is van de hand van de in Leuven gekende modernistische architect Jacques Van Meulebrouck.

Woning in typerende gele baksteen met variërend metselverband, op arduinen plint en met ronde muuropening verwijzend naar de pakketbootstijl.




Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische (wederopbouw na WOII), architecturale (wederopbouw in modernistische stijl) en artistieke (deel van oeuvre van Van Meulebrouck) waarde als vrij gaaf bewaarde rijwoning in modernistische wederopbouwarchitectuur.




Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Van Meulebrouck voor de omgeving van de Tiensesteenweg), de ensemblewaarde (modernistisch ensemble met nr. 29) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemblewaarde en de contextwaarde vormt de woning een waardevol architecturaal geheel met nr. 29.


Bouwaanvraag:

Arch. M. Benoit

aanvr. E. Antonus

26/2/1941

Beschrijving:

Woning van 2/1 traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak met groene pannen. De woning werd in 1941 wederopgebouwd na schade door WOII in opdracht van E. Antonus naar ontwerp van architect M. Benoit.

Modernistisch geïnspireerde woning in typerende gele baksteen op arduinen plint. Bakstenen halfzuilen flankeren de inkomdeur en bevinden zich tussen de ramen op de verdieping. Twee arduinen lijsten boven en onder bovenlicht inkomdeur. Vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische (wederopbouw na WOII) en architecturale (wederopbouw in modernistische stijl) waarde als vrij gaaf bewaarde rijwoning in modernistische wederopbouwarchitectuur.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), de ensemblewaarde (modernistisch ensemble met nr. 27) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemblewaarde en de contextwaarde vormt de woning een waardevol architecturaal geheel met nr. 27.




Bouwaanvraag:

aanvr. Petrus Van Eylen

19/10/1923

Beschrijving:

Woning van 3 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak gebouwd in 1923 in opdracht van ‘meester-plekker’ Petrus Van Eylen. Breed burgerhuis, atypisch voor de Bierbeekstraat. Gecementeerde lijstgevel met schijnvoegen en oorspronkelijke inrijpoort. Doorlopende kordonlijst. Houten kroonlijst op houten consoles. Op de bouwplannen is de gevel veel rijkelijker gedetailleerd en heeft de woning een verdieping minder. Vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als atypisch breedhuis dat de schade van WOII overleefde.


Vanwege de zeldzaamheid, representativiteit en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Nrs. 97-105 – ensemble van rijwoningen met Tivolistraat nrs. 16-24 1932

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

aanvr. Jan Mommens

17/5/1932

Beschrijving:

Geheel van 15 identieke bescheiden rijwoningen, gebouwd in 1932 in opdracht van Jan Mommens naar ontwerp van Jean Dewit, een in Leuven en in de omgeving van de Tiensesteenweg zeer actief architect tijdens het interbellum: 5 rijwoningen in de Bierbeekstraat, 1 hoekwoning en 9 rijwoningen in de Tivolistraat. Woningen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak. De hoekwoning werd op het bouwplan even hoog voorzien, maar bestaat vandaag uit 3 bouwlagen. Woningen in rode baksteen met doorlopende band en aanzetstenen in witte steen. Doorlopende kroonlijst. Grotendeels vernieuwd schrijnwerk.



Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel:

Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard geheel), ensemblewaarde (geheel van 15 identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.



TIVOLISTRAAT

Nrs. 16-24 (inclusief oneven nummers) – ensemble van rijwoningen met Bierbeekstraat nrs. 97-105 1932

Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

aanvr. Jan Mommens

17/5/1932

Beschrijving:

Geheel van 15 identieke bescheiden rijwoningen, gebouwd in 1932 in opdracht van Jan Mommens naar ontwerp van Jean Dewit, een in Leuven en in de omgeving van de Tiensesteenweg zeer actief architect tijdens het interbellum: 5 rijwoningen in de Bierbeekstraat, 1 hoekwoning en 9 rijwoningen in de Tivolistraat. Woningen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak. De hoekwoning werd op het bouwplan even hoog voorzien, maar bestaat vandaag uit 3 bouwlagen. Woningen in rode baksteen met doorlopende band en aanzetstenen in witte steen. Doorlopende kroonlijst. Grotendeels vernieuwd schrijnwerk.




Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard geheel), ensemblewaarde (geheel van 15 identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.



PLEINSTRAAT

Nrs. 3-83 – geheel van woningen begin 20ste

eeuw

Beschrijving:

Geheel van woningen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak uit het begin van de 20

ste eeuw. Gecementeerde gevel met schijnvoegen. Op de

verdieping getoogde vensters met geriemde omlijstingen, bovenaan verbredend, met rocaille versierde sluitstenen en bepleisterde lekdrempels ondersteund door kleine consoles waartussen decoratie. Nrs. 13, 15, 17, 21, 37, 39, 55, 57, 65, 77 met vernieuwde/verbouwde voorgevel. Deels vernieuwd schrijnwerk.


Vanwege de zeldzaamheid (vooroorlogs), authenticiteit (vrij gaaf bewaard geheel), ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.



ALBERT STAINIERSTRAAT

Nr. 17-27 – woningen begin 20ste

eeuw

Beschrijving:

Opmerkelijk ensemble van 6 identieke rijhuizen met voortuin. Woningen van twee/één travee en twee bouwlagen onder zadeldak uit het begin van de 20

ste

eeuw. Verzorgd uitgewerkte voorgevels in witte geglazuurde baksteen en decoratieve imitatiebanden en ontlastingsbogen in rode baksteen. Getoogde vensteropeningen. Houten kroonlijst op gedetailleerd uitgewerkte houten consoles. Vernieuwd schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:

De woningen hebben historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard verzorgd uitgewerkt vooroorlogs ensemble.


Vanwege de zeldzaamheid (vooroorlogs, gebruik van witte baksteen), authenticiteit, ensemblewaarde (geheel van identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de panden geselecteerd als waardevol gebouw. Vanwege de ensemble- en contextwaarde vormen ze een waardevol architecturaal geheel.



KORBEEK- LOSESTRAAT

Nr. 53-63 – geheel van 6 woningen begin 20ste

eeuw

Beschrijving:

Ensemble van 4 identieke bescheiden rijwoningen en 2 symmetrische hoekpanden met afgeschuinde travee en dakuitbouw met trapgevel uit begin 20

ste eeuw. De

rijwoningen bestaan uit twee/één travee onder zadeldak. De hoekwoningen vormen een mooie entree naar de Albert Stainierstraat. Woningen in rode baksteen met imitatiebanden en ontlastingsbogen in witte baksteen. Getoogde vensteropeningen. Nr. 53 deels gecementeerd met schijnvoegen (hoek en zijde Korbeek-Losestraat). Houten kroonlijst op uitgewerkte houten consoles. Vernieuwd schrijnwerk.


Vanwege de zeldzaamheid (vooroorlogs), authenticiteit (vrij gaaf bewaard), ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend geheel, ruimtelijk-structurerend) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.

PLATTE-LOSTRAAT, even nummers

Nr. 48 - woning begin 20ste

eeuw

Beschrijving:

Vrijstaand statig herenhuis uit begin 20ste

eeuw. Atypisch voor dit gedeelte van de Platte Lostraat, waarin zich vooral bescheiden rijwoningen bevinden. Geschilderde bakstenen gevels van twee bouwlagen onder mansardedak. Links met lagere aanbouw. Houten kroonlijst op houten consoles. Vernieuwd schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en atypisch voorbeeld van een herenhuis dat beide oorlogen overleefde.





Nr. 74 - woning 1909

Bouwaanvraag:

Arch. Mommaels

Aanvr. Arthur Van Goetsenhoven

Goedk. 27/4/1909

Beschrijving:

Breedhuis gebouwd in 1909 naar ontwerp van architect Mommaels in opdracht van Arthur Van Goetsenhoven. Atypisch voor dit gedeelte van de Platte Lostraat, waarin zich vooral bescheiden rijwoningen bevinden. Woning van 4/5 traveeën en 2 bouwlagen onder zadeldak. Oorspronkelijk met 1 blind raam in het midden van de verdieping.

In 1913 wordt een paardenstal bijgebouwd, in 1915 een wagenhuis. Beide worden in 1968 afgebroken.


Aanvraag 1909: dossier 296/platte-lostraat

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als exemplarisch en atypisch voorbeeld van een breedhuis dat beide oorlogen overleefde.



Nr. 172-186 – woningen Louis Pasteurwijk – jaren ‘1920

Beschrijving:

Woningen behorende tot de tuinwijk Louis Pasteur, gebouwd in de jaren ‘1920.

De wijk bestaat uit een geheel van 51 woningen die een bescheiden tuinwijk vormen, samengesteld uit halfvrijstaande woningen en rijhuizen van anderhalve bouwlaag.

Eenvoudige woningen in regionalistische baksteenbouw met brede puntgeveltoppen en met elementen van landelijke woningbouw zoals gebruik van natuurstenen plint in wildverband en overstekende pannen zadeldaken. Gekoppelde luifel boven de inkomdeuren. Schrijnwerk deels gewijzigd. Hier en daar nog beluikte ramen.


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), representativiteit, ensemblewaarde (tuinwijk) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.

PLATTE-LOSTRAAT, oneven nummers

Nrs. 5-19 – woningen 1922

Bouwaanvraag:

Arch. A. Stevens

Aanvr. Edw. Bosquet

11/7/1922



Beschrijving:

Geheel van 8 bescheiden identieke rijwoningen, gebouwd in 1922 in opdracht van Edw. Bosquet naar ontwerp van architect A. Stevens. Woningen van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Woningen in rode baksteen met getoogde vensteropeningen. Oorspronkelijk met luiken op de begane grond. Vernieuwd schrijnwerk.


Aanvraag 1922: dossier 5/platte-lostraat


Vanwege de authenticiteit (vrij gaaf bewaard), ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.



KONING ALBERTLAAN


Bouwaanvraag:

Arch. Jaak Van Meulebrouck

aanvr. Oscar Van impe

2/1/1951

Beschrijving:

Bel-etagewoning naar ontwerp van de in Leuven gekende modernistische architect Jaak Van Meulebrouck in opdracht van Oscar Van Impe uit 1951. Woning van 1/2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak in typische naoorlogse stijl (jaren ’1950-’1960).

Woning waarvan de verdiepingen uitspringen en omkaderd zijn in natuursteen(kunststeen?)panelen op een arduinen pui met houten poort en inkomdeur. Schrijnwerk is oorspronkelijk.


Aanvraag 1951: dossier 93/albertlaan

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van naoorlogse architectuur uit jaren ’50. De woning heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van Jaak Van Meulebrouck.


Vanwege de authenticiteit (gaaf bewaard), representativiteit (binnen jaren ‘1950-architectuur en oeuvre Van Meulebrouck) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.


Bouwaanvraag:

Arch. H. Vanderbiest

Aanvr. Wed. Delvaux

28/3/1968

Beschrijving:

Bel-etagewoning naar ontwerp van architect H. Vanderbiest in opdracht van weduwe Delvauw uit 1968. Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder plat dak in typische naoorlogse stijl (jaren ’1950-’1960). Woning waarvan de verdiepingen lichtjes uitspringen omkaderd in witte kunststeen, op de bouwplannen voorzien met goudgele mozaïek boven de ramen en een wit colorbel paneel onder de ramen. De ramen in aluminium zijn oorspronkelijk. Gelijkvloerse pui in breuksteen met glasmozaïek.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van naoorlogse architectuur uit jaren ’1960.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit en de contextwaarde



(beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.


Bouwaanvraag:

Arch. Boon

Aanvr. Guillaume Van Laer

2/7/1932

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect Boon in opdracht van G. Van Laer uit 1932. De aanvraag spreekt over het bouwen van een huis “aan den nieuwen avenue”. De Koning Albertlaan werd inderdaad pas in het interbellum aangelegd. Oudere woningen vindt men hier dus niet terug.

Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak in rode baksteen met imitatiebanden. Typerende erker onder smeedijzeren balkonleuning. Schrijnwerk is oorspronkelijk.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van de eerste bebouwing aan de nieuw aangelegde Koning Albertlaan.


Vanwege de zeldzaamheid (eerste bebouwing Albertlaan), authenticiteit, representativiteit en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.


Bouwaanvraag:

Aanvr. Timmermans

17/3/1945

Beschrijving:

Wederopbouw van een woning uit 1932 na oorlogsschade in 1945 in opdracht van de heer Timmermans. Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder plat dak in naoorlogse modernistische wederopbouwarchitectuur. Woning in gele baksteen op arduinen plint. Doorlopend erkervolume over alle verdiepingen, met aangrenzende balkonnetjes. Ronde muuropeningen met figuratieve glasramen, typerend voor het modernisme. Op de bouwplannen was een halfondergrondse garage getekend. Dit werd niet gerealiseerd. Behalve de deur en de glasramen, vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouw in modernistische stijl na WOII.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.




Beschrijving:

Wederopbouw van een woning uit 1935 na oorlogsschade in 1945.

Het huis dat hier in 1935 werd gebouwd was zeer gelijkaardig aan het pand nr. 18 en bestond uit 2 traveeën en 2 bouwlagen.

In 1945 werd gekozen voor een woning van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen onder plat dak in gele baksteen met natuursteen(kunststeen?)detaillering rond de ramen en ter hoogte van de begane grond.




Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van wederopbouwarchitectuur na WOII.




Bouwaanvraag:

Arch. niet vermeld

Aanvr. Martin Govaerts

20/3/1935

Beschrijving:

Woning in opdracht van M. Govaerts uit 1935. Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder mansardedak in rode baksteen en gebruik van imitatiesteen. Kleine florale motieven in arduin. Plint in arduin. Dakuitbouw met detaillering. Afgerond erkervolume over begane grond en eerste verdieping. Vernieuwd schrijnwerk.

Bronnen:

Aanvraag 1935: dossier 105/albertlaan (stadsarchief Leuven)


Erfgoedwaarde:



Vanwege de zeldzaamheid (eerste bebouwing), authenticiteit, representativiteit en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.



Nrs. 20-22 – tweewoonst 1934

Bouwaanvraag:

Arch. Marcel Claes

Aanvr. Ferdinand Delvaux en Rosalie Delvaux

23/3/1934

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect Marcel Claes in opdracht van Ferdinand Delvaux en Rosalie Delvaux uit 1934. Identieke woningen van 2 bouwlagen onder zadeldak in rode baksteen met gebruik van imitatiesteen. Plint in arduin. Erkervolume op begane grond. Deels vernieuwd schrijnwerk. Nr. 22 met vernieuwde bedaking.


Aanvraag 1934: dossier 106/albertlaan en 107/albertlaan

Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van de eerste bebouwing aan de nieuw aangelegde Koning Albertlaan.


Vanwege de zeldzaamheid (eerste bebouwing), authenticiteit, representativiteit, emseblewaarde (tweewoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de panden geselecteerd als waardevolle gebouwen en waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. Cyriel Theunis

Aanvr. Wed. Beckers

20/11/1951

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect Cyriel Theunis in opdracht van weduwe Beckers uit 1951. Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen met halfondergrondse garage onder pannen zadeldak in typische naoorlogse stijl (jaren ’1950).

Woning in bruinrode baksteen met erkervolume op de verdieping. Terugliggende inkomdeur. Schrijnwerk is oorspronkelijk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van naoorlogse architectuur uit jaren ’1950.

Criteria voor selectie als waardevol gebouw (nrs. 24-28):

Vanwege de authenticiteit, representativiteit, ensemblewaarde (drie gaaf bewaarde woningen van jaren ’50) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een



waardevol architecturaal geheel.

Nr. 26 – woning – 1952

Bouwaanvraag:

Arch. Louis Mispelter

Aanvr. Omer Vergucht

15/7/1952

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect Louis Mispelter (een in het Leuvense verdienstelijk en actief architect) in opdracht van Omer Vergucht uit 1952. Woning in bruinrode baksteen van 2 traveeën en 3 bouwlagen met halfondergrondse garage onder pannen zadeldak in typische naoorlogse stijl (jaren ’1950). Rondboogramen op begane grond. Rechthoekige ramen op de verdiepingen. Lage smeedijzeren leuningen voor de ramen.

Oorspronkelijk schrijnwerk met glas-in-lood.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van naoorlogse architectuur uit jaren ’1950. De woning heeft artistieke waarde als deel van het


Vanwege de authenticiteit, representativiteit, ensemblewaarde (drie gaaf bewaarde woningen van jaren ’50) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. Leo Dierickx

Aanvr. Van Aerde-Siaens

22/6/1954

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect Leo Dierickx in opdracht van Van Aerde-Siaens uit 1954. Léo(n) Dierickx was een van de productiefste architecten in Leuven tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Het stadsdeel tussen de Naamsestraat en de Parkstraat wordt haast volledig bezet met gebouwen naar zijn ontwerp. Zijn modernistische architectuur is eerder sober getint, aanvankelijk sterk onder invloed van het Nederlandse modernisme met o.a. een typerend gebruik van baksteen, later met de verwerking van meer traditionele elementen.

Woning in bruinrode baksteen van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldak in typische naoorlogse stijl (jaren ’1950). Gebruik van natuursteen/kunststeen(?) op de begane grond en rond de ramen van de verdiepingen. Lage smeedijzeren leuningen voor de ramen. Gebruik van smeedijzer voor de inkomdeur en garagepoort.



Oorspronkelijk schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van naoorlogse architectuur uit jaren ’1950. De woning heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van Dierickx.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit, ensemblewaarde (drie gaaf bewaarde woningen van jaren ’1950) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw en maakt het deel uit van een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. Victor Caels?

aanvr. August Rondon – Emile Van Haegenborgh

2/7/1932

Beschrijving:

Tweewoonst in traditionele/landelijke stijl, atypisch voor dit gedeelte van de Koning Albertlaan. Woningen naar ontwerp van architect Victor Caels (?) in opdracht van August Rondon en Emile van Haegenborgh uit 1932. Eenvoudige woningen in regionalistische baksteenbouw met brede puntgeveltoppen en met elementen van landelijke woningbouw zoals gebruik van natuurstenen plint in wildverband. Rechthoekige vensters met aanzet- en sluitstenen. Vernieuwd schrijnwerk, nr. 54 wel naar oorspronkelijk model.


Aanvraag 1932: dossier 120/albertlaan en 121/albertlaan

Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard en atypisch voorbeeld van de eerste bebouwing aan de nieuw aangelegde Koning Albertlaan in landelijke stijl.


Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als waardevolle gebouwen en maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.




Bouwaanvraag:

Aanvr. Theophiel Busseniers

30/8/1935

Beschrijving:

Modernistische tweewoonst in opdracht van Theophiel Busseniers, metser-ondernemer uit 1935.

Woningen van twee traveeën en drie bouwlagen onder plat dak en op arduinen plint. Typerende modernistische elementen zijn het gebruik van gele baksteen en zwarte/oranje keramiektegels, verspringende gevelvlakken en buisvormige relingen.

Vernieuwd schrijnwerk en dakgoten. In 1961 werd nr. 62 voorzien van een halfondergrondse garage.

Bronnen:




Erfgoedwaarde:

De tweewoonst heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van interbellummodernisme als eerste bebouwing aan de nieuw aangelegde Koning Albertlaan.


Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als waardevolle gebouwen en maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

aanvr. Vandeneynde

30/8/1935

Beschrijving:

Woning in opdracht van de heer Vandeneynde uit 1935. Woning van 2 traveeën en 2/3 bouwlagen onder zadeldak op arduinen plint. Eclectische woning in rode baksteen met kunststeen en buisvormige relingen. Gedetailleerd uitgewerkte bekroning derde bouwlaag. Deels vernieuwd schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:





Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid, representativiteit en contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.



LOUIS PASTEURWIJK

Nrs. 1-31 en 2-32 – woningen Louis Pasteurwijk - jaren ‘1920

Beschrijving:








BOOGSCHUTTERSSTRAAT, even nummers


Bouwaanvraag:

Arch. Jean Dewit

Aanvr. Mommens

28/2/1931, 29/4/1931, 11/5/1931

Beschrijving:

Ensemble van 10 woningen en 1 hoekwoning met winkel uit 1931 ontworpen door architect Jean Dewit, een in Leuven en in de omgeving van de Tiensesteenweg zeer actief architect tijdens het interbellum, in opdracht van Jan Mommens. De bouwplannen verschillen lichtjes van de bestaande situatie.

Eenvoudige voorstadwoningen van 2 traveeën en 3 bouwlagen onder pannen zadeldaken in rode baksteen met variaties in metselverband. Rechthoekige vensters met sluiten aanzetstenen. Interessant symmetrisch beeld vanuit straathoeken met Vlietstraat. Schrijnwerk deels vernieuwd, deels origineel.


Aanvragen 1931: dossier 12/boogschuttersstraat, dossier 23/boogschuttersstraat, dossier 28/boogschuttersstraat

Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel (nrs. 49-59, 14-34, Vlietstraat 24-38):

Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als een waardevol architecturaal geheel.

BOOGSCHUTTERSSTRAAT, oneven nummers

Nr. 25-27-29 – driewoonst 1936

Bouwaanvraag:

Arch. Sterckx

Aanvr. Joseph Geuens / Charles Van Goetsenhoven / August Van Goetsenhoven

26/5/1936 – 27/5/1936 – 8/5/1936

Beschrijving:

Modernistische driewoonst naar ontwerp van architect Sterckx in opdracht van Joseph Geuens, Charles Van Goetsenhoven en August Van Goetsenhoven uit 1936. Woningen van 2/1 traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Gebruik van typerende gele baksteen en grote gecementeerde vlakken. Luifel boven de inkomdeuren. Vernieuwd schrijnwerk.


Aanvragen 1936: dossier 22/boogschuttersstraat en 25/boogschuttersstraat

Erfgoedwaarde:

De driewoonst heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van interbellummodernisme.




Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als waardevolle gebouwen en maken ze deel uit van een waardevol architecturaal geheel.


Bouwaanvraag:

Arch. J. Dewit

Aanvr. Jan Mommens

23/10/1931

Beschrijving:

Ensemble van 5 woningen en 1 hoekwoning met winkel uit 1931 ontworpen door architect Jean Dewit, een in Leuven en in de omgeving van de Tiensesteenweg zeer actief architect tijdens het interbellum, in opdracht van Jan Mommens. De bouwplannen verschillen lichtjes van de bestaande situatie (zo waren er op de plannen geen erkers voorzien).



Aanvragen 1931: dossier 35/boogschuttersstraat

Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel (nrs. 49-59, 14-34, Vlietstraat 24-38):




VLIETSTRAAT, even nummers

Nrs. 24-38 – ensemble van woningen 1933

Beschrijving:

Ensemble van 8 rijwoningen uit 1933. De bouwplannen verschillen lichtjes van de bestaande situatie.


Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel (Boogschuttersstraat nrs. 49-59, 14-34, Vlietstraat 24-38):


VLIETSTRAAT, oneven nummers


Bouwaanvraag:

Arch. Louis Smets

Aanvr. Bovens

2/4/1955

Beschrijving:

Woning ontworpen door architect Louis Smets in opdracht van de heer Bovens uit 1955. Het betreft een burgerhuis in Vlaamse neostijl, atypisch voor de omgeving en de periode. Woning van 2/1 traveeën en 2 bouwlagen met trapgevel onder pannen zadeldak. Woning in bruine baksteen op natuurstenen plint. Gebruik van natuursteen/kunststeen(?) rond het schrijnwerk en als kordonlijst tussen de verdiepingen. Oorspronkelijk schrijnwerk met gekleurd glas-in-lood.


Aanvraag 1955: dossier 1/vlietstraat

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een atypisch ontwerp in Vlaamse neostijl uit de jaren ‘1950. De woning heeft artistieke waarde binnen het oeuvre van Smets.


Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid, representativiteit (binnen oeuvre Smets) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.




Beschrijving:

Architectenwoning van architect Louis Smets uit 1948. Woonhuis van 3 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak, met puntgevel boven de garagetravee. Woning in bruinrode baksteen op natuurstenen plint. Gebruik van natuursteen/kunststeen(?) rond het nog oorspronkelijk schrijnwerk. Lekdrempels met decoratief uitgewerkte spuwers.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaarde architectenwoning. De woning heeft artistieke waarde als eigen woning van architect Smets.


Vanwege de authenticiteit, zeldzaamheid (architectenwoning), representativiteit (binnen oeuvre Smets) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 17 – Woning 1953

Beschrijving:

Beletagewoning naar ontwerp van architect L. Mispelter (zie gevelplaat) uit 1953. Mispelter was in het Leuvense een verdienstelijk en actief architect. Woning van 2/1 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak in roodbruine baksteen met natuursteen- (of kunststeen?)detaillering rond de ramen en ter hoogte van de begane grond.

Oorspronkelijk schrijnwerk met glas-in-loodverdeling aanwezig. Vernieuwde garagepoort.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van naoorlogse architectuur uit de jaren ‘1950. De woning heeft artistieke waarde als deel van het oeuvre van Mispelter.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit (binnen oeuvre en stijl) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.




Bouwaanvraag:

Arch. Fr. Vandeput

Aanvr. A. Welis

3/5/1937

Beschrijving:

Modernistische woning naar ontwerp van architect Fr. Vandeput in opdracht van A. Celis uit 1937. Woning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder mansardedak op natuurstenen plint. Gebruik van typerende gele baksteen met ronde muuropening met figuratief glas-in-loodraam en betonnen luifel boven de inkompartij. Oorspronkelijk houten schrijnwerk.



Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van modernistische interbellumarchitectuur.




Bouwaanvraag:

Arch. onleesbaar

Aanvr. Jozef Vanderkeylen

8/3/1932

Beschrijving:

Halfopen bebouwing in opdracht van Jozef Vanderkeylen uit 1932. Woning in rode baksteen met interessante compositie van volumes met pleisterwerk. Gevarieerd dakenspel. Het oorspronkelijk art-deco-getint schrijnwerk werd vernieuwd.

Erfgoedwaarde:

Historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van art-deco-geïnspireerde interbellumarchitectuur.


Vanwege de authenticiteit, representativiteit, zeldzaamheid en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het gebouw geselecteerd als waardevol gebouw.



OVERWINNINGSTRAAT

Nr. 2-36 en 1-35 – rijhuizen 1930

Beschrijving:

Alle woningen dateren van 1930 en behoren tot een verkaveling met de naam “Pro Familia”, waartoe ook de woningen aan de Tiensesteenweg 199-233 en de Eeuwfeeststraat behoren. De woningen in de Overwinningsstraat betreffen een vrij gaaf bewaard ensemble van sobere werkmanshuizen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak. Twee aan twee gespiegelde gevelgeleding met bepleisterde balk boven de inkomdeuren. Alle woningen werden oorspronkelijk gebouwd in rode baksteen. Later werden enkele identificerende details aangebracht, zoals dakkapellen, erkers, variaties in metselverband en nieuw baksteenparement.

Nrs. 7 en 9 werden in resp. 1952 en 1947 verhoogd met een extra bouwlaag. Nr. 26 kreeg een mansarde in 1954.


Aanvragen 1930: verschillende dossiers Overwinningstraat

Aanvraag 1952: dossier Overwinningstraat 61/1952


Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel (nrs. 2-36 en 1-35):

Vanwege de ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als een waardevol architecturaal geheel.

Nrs. 46-54 – vijf gekoppelde woningen 1945

Bouwaanvraag:

Arch. A. Marchal

17/3/1945

Beschrijving:

Ensemble van 5 woningen naar ontwerp van architect A. Marchal, een vooral voor zijn modernistische architectuur gekend architect in het Leuvense, uit 1945.

Woningen van 2/1 traveeën en drie bouwlagen onder platte bedaking. De woningen nrs. 46-50-54 zijn opgebouwd in rode baksteen op natuurstenen plint. Inkomdeur met rondboogopening. Rechthoekige vensters. De verdiepingen springen lichtjes vooruit in het gevelvlak. Tussen en rond de ramen van de eerste verdieping werd ook natuursteen gebruikt.

Nrs. 48-52 zijn gebouwd in typerende gele baksteen en vertonen meer modernistische details, zoals de ronde muuropening op de tweede verdieping.

Op de originele bouwplannen zijn slechts twee bouwlagen voorzien.




Erfgoedwaarde:

De woningen hebben historische en architecturale waarde als gaaf bewaard



voorbeeld van naoorlogse modernistische architectuur. De woningen hebben artistieke waarde als deel van het oeuvre van Marchal.


Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als waardevol en vormen ze een waardevol architecturaal geheel.

Nr. 74-94 – woningen Louis Pasteurwijk – jaren ‘1920

Beschrijving:








GRENSSTRAAT


Bouwaanvraag:

Arch. Felix Devos

Aanvr. Karel De Vos

16/2/1934

Beschrijving:

Ensemble van 17 identieke eenvoudige rijwoningen naar ontwerp van architect Felix Devos in opdracht van Karel De Vos uit 1934. Onderbroken geheel door nr. 9, een reeds bestaand, achterin gelegen pand.

Woningen van 2/1 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak. Woningen in rode baksteen met doorlopende banden boven de ramen in geglazuurde baksteen. Schrijnwerk bijna overal nog oorspronkelijk.




Vanwege de authenticiteit (gaaf bewaard), ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) vormen de woningen een waardevol architecturaal geheel.



EEUWFEESTSTRAAT

Nr. 1-71 en 2-56 – rijhuizen 1930

Beschrijving:

De woningen dateren van 1930 en behoren tot een verkaveling met de naam “Pro Familia”, waartoe ook de woningen aan de Tiensesteenweg 199-233 en de Overwinningstraat behoren. De woningen in de Eeuwfeeststraat betreffen een vrij gaaf bewaard ensemble van sobere werkmanshuizen van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak. Twee aan twee gespiegelde gevelgeleding met bepleisterde balk boven de inkomdeuren. Alle woningen werden oorspronkelijk gebouwd in rode baksteen. Later werden enkele identificerende details aangebracht, zoals dakkapellen, erkers, variaties in metselverband en nieuw baksteenparement.


Aanvragen 1930: verschillende dossiers Overwinningstraat



Criteria voor selectie als waardevol architecturaal geheel (nrs. 1-71 en 2-56):

Vanwege de ensemblewaarde en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de gebouwen geselecteerd als een waardevol architecturaal geheel.



PHILIPSLAAN, even nummers

Nr. 2 – villa 1938

Bouwaanvraag:

Arch. D. Janssens?

Aanvr. Pauli

12/11/1938

Beschrijving:

Vrijstaande villa naar ontwerp van architect D. Janssens (?) in opdracht van Pauli uit 1938. Woning van 2 bouwlagen met plastische gevelwerking in gele baksteen en bepleisterde vlakken onder plat dak. Vandaag bepleisterd balkon, was oorspronkelijk opgemetst in rode baksteen. Oorspronkelijke voortuinafsluitingen in rode baksteen aanwezig. Voor de modernistische stijl typisch volumespel, verwijzend naar de pakketbootstijl. Brede horizontale voegen, gebruik van ronde vormen (halfronde erker) en geglazuurde bruine baksteen.

Vernieuwd schrijnwerk. Buisvormige reling van de afsluiting is verdwenen.


Aanvraag 1938: doos 24/philipslaan

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een modernistische villa uit het interbellum.


Vanwege de representativiteit, authenticiteit, ensemblewaarde (cluster modernistische interbellumpanden met Tiensesteenweg) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

Nr. 20a – villa 1967

Bouwaanvraag:

Arch. ir. Heinrich Sermeus

Aanvr. D. Tuyls

17/2/1967

Beschrijving:

Patiohuis naar ontwerp van ir. Heinrich Sermeus in opdracht van D. Tuyls uit 1967. De woning werd opgetrokken in systeembouw, nl. een staalskeletstructuur van 1 bouwlaag onder plat dak. De woning is zowel naar opbouw als organisatie als vormgeving uniek voor de Tiensesteenweg en omgeving. De vergunning werd in eerste instantie dan ook geweigerd door het gemeentebestuur vanwege het feit dat het ontwerp niet in harmonie was met de rest van de straat. De provinciale deputatie leverde echter wel een vergunning af.

De buitenwanden zijn opgebouwd uit glas met claustra in verzinkt staalrooster en emailleplaten. Poorten en wanden werden uitgevoerd in skin-plate. De voorgevel is volledig gesloten.




Aanvraag 1967: doos 21/philipslaan

Erfgoedwaarde:

De woning heeft technische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een villa in systeembouw.


Vanwege de representativiteit, zeldzaamheid, authenticiteit en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

PHILIPSLAAN, oneven nummers

Nr. 9 – villa 1938

Beschrijving:

Monumentaal vrijstaand herenhuis ontworpen door architect Paul Stevens, een verdienstelijke en in Leuven zeer actieve architect.

Woning van 2 bouwlagen onder plat dak, waarvan de gevels deels gepleisterd en deels geschilderd zijn. Naar verluidt nagenoeg volledig behouden interieur. Ook het oorspronkelijk ontwerp van de tuin bleef behouden.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische, artistieke (binnen oeuvre van Stevens) en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een monumentale villa uit het interbellum.


Vanwege de representativiteit, authenticiteit en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.



KONINGIN ELISABETHLAAN, even nummers


Beschrijving:

Het pand in de Koningin Elisabethlaan 4 is ontworpen door architect Victor Broos en werd gebouwd in 1939. Victor Broos is één van de bekendste Leuvense architecten uit de interbellumperiode en ontwierp in de jaren ’30 in de zone op en rond de Tiensesteenweg vele woningen.

De halfopen bebouwing toont Broos’ strijd tussen modernisme (verspringende gevelvlakken, gele baksteen, verdeling van de ramen door middel van een horizontale arduinen band (typisch voor Broos), gebruik van glasramen, …) en traditionalisme (hellende pannen daken, puntgevel, rustieke natuurstenen plint in wildverband, …). Oorspronkelijk schrijnwerk aanwezig. Oorspronkelijke voortuinmuurtjes met buisvormige reling nog steeds aanwezig.

Bronnen:


Erfgoedwaarde:

De gaaf bewaarde villa heeft historische, architecturale en artistieke (binnen oeuvre Broos) waarde.


Vanwege de authenticiteit (gaaf bewaard), de representativiteit (binnen het oeuvre van Broos), de ensemblewaarde (cluster modernistische panden Koningin Elisabethlaan) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.

De woning maakt vanwege zijn ensemble- en contextwaarde bovendien deel uit van een waardevol architecturaal geheel van interbellum- en naoorlogse modernistische panden.

Nr. 6 – woning –1951

Bouwaanvraag:

Arch. L. Mispelter

Aanvr. Vallons

22/1/1951

Beschrijving:

Woning naar ontwerp van architect L. Mispelter in opdracht van de heer Vallons uit 1951. Mispelter was in het Leuvense een verdienstelijk en actief architect. Woning van 2/1 traveeën en 2 bouwlagen met halfondergrondse garage, onder pannen zadeldak in roodbruine baksteen met natuursteen- (of kunststeen?)detaillering rond de ramen en ter hoogte van de begane grond. De eerste verdieping springt lichtjes vooruit.

Oorspronkelijk schrijnwerk.

Bronnen (stadsarchief Leuven): dossier Vallons, Koningin Astridlaan 6, korbeek-lo, 22/1/1951





Criteria voor selectie deel van een waardevol architecturaal geheel (nrs. 4-20):

De woning maakt vanwege zijn ensemble- (cluster modernistische panden Koningin Elisabethlaan) en contextwaarde (beeldbepalend) deel uit van een waardevol architecturaal geheel van interbellum- en naoorlogse modernistische panden.


Bouwaanvraag:

Arch. Onleesbaar

Aanvr. René Celis

Goedk. 4/5/1960

Beschrijving:

Woning gebouwd in 1960 in opdracht van René Celis. Woning van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen, met halfondergrondse garage, onder plat dak. Woning in roodbruine baksteen met natuursteen-(of kunststeen?) detaillering.


Dossier celis rené, koningin astridlaan, 4/5/1960




Beschrijving:

Modernistische woning uit 1939 van 2 traveeën en 2 bouwlagen met halfondergrondse garage. Typerend gebruik van gele baksteen, erker- en balkonwerking, buisvormige relingen, …

Recent vernieuwde dakuitbreiding en vernieuwd schrijnwerk.






Beschrijving:

Halfopen bebouwing uit 1936. Woning van 2 bouwlagen met plastische gevelwerking in roodbruine baksteen en similivlakken onder plat dak. Voor de modernistische stijl typisch volumespel, verwijzend naar de pakketbootstijl. Gebruik van ronde vormen (halfronde erker), ronde muuropeningen en geglazuurde tegels. Schrijnwerk is oorspronkelijk.

In 1973 worden er aan de achtergevel verbouwingen uitgevoerd naar ontwerp van architect Theo Vanderstraeten. Op de ronde achterbouw wordt een verdieping bijgeplaatst.


Aanvraag 1973: dossier Laurent Crab, Koningin Astridlaan 12, 20/3/1973

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van een modernistische woning uit het interbellum.


Vanwege de authenticiteit, de ensemblewaarde (cluster modernistische panden Koningin Elisabethlaan) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.



Beschrijving:

Halfopen bebouwing uit 1938. Woning van 2 bouwlagen en halfondergrondse garage met plastische gevelwerking in gele baksteen onder plat bedaking. Voor de modernistische stijl typisch volumespel, verwijzend naar de pakketbootstijl. Gebruik van ronde vormen, overdekte inkompartij met balkonwerking, afgeronde muuropening met glas-in-loodraam. Schrijnwerk is oorspronkelijk. Gebruik van breukstenen voor voortuinmuurtjes en trappen naar inkompartij. Spijtige balkonrenovatie.

Erfgoedwaarde:








Beschrijving:

Modernistische rijwoning uit 1939. Woning van 2 traveeën en 3 bouwlagen met halfondergrondse garage onder plat dak met oorspronkelijke kroonlijst. Strakke gevel in gele baksteen met doorlopend erkervolume. Vernieuwd schrijnwerk, maar oorspronkelijke deur en glas-in-loodramen nog aanwezig. Typerende vlaggenmast.

Erfgoedwaarde:






Beschrijving:

Rijwoning uit 1936. Woning van 2/1 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak. Traditionele en moderne invloeden. Gevel in gele baksteen en natuursteendetaillering met erkervolume onder balkon. Vernieuwd schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als vrij gaaf bewaard voorbeeld van een eclectische interbellumwoning.




Nr. 20 – woning interbellum

Beschrijving:

Woning van 2/1 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak met dakuitbouw uit het interbellum. Traditionele en moderne invloeden. Gevel in gele baksteen en natuursteendetaillering met afgerond erkervolume onder balkon. Vernieuwd schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:







KONINGIN ELISABETHLAAN, oneven nummers


Beschrijving:

Halfopen modernistische bebouwing uit 1936 van 3 bouwlagen onder zadeldak. Typerend gebruik van gele baksteen (voor de voorgevel) met arduinen detaillering en erkerwerking Horizontaliteit wordt benadrukt door brede horizontale voegen en elementen in natuursteen. Oorspronkelijk houten schrijnwerk met bovenlichten in gekleurd glas-in-loodverdeling nog steeds aanwezig.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een modernistisch gebouw uit het interbellum.


Vanwege de authenticiteit, ensemblewaarde (cluster modernistische interbellumpanden met Tiensesteenweg) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.


Beschrijving:

Halfopen bebouwing uit 1936. Woning van 2 bouwlagen met plastische gevelwerking in gele baksteen en similivlakken onder plat dak. Voor de modernistische stijl typisch volumespel, verwijzend naar de pakketbootstijl. Brede horizontale voegen, gebruik van ronde vormen (halfronde erker) en geglazuurde tegels in zwart en goud. Buisvormige reling ter hoogte van het platte dak.

Vernieuwd schrijnwerk. Voordeur oorspronkelijk.

Erfgoedwaarde:

De woning heeft historische en architecturale waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een modernistische villa uit het interbellum.


Vanwege de representativiteit, authenticiteit, ensemblewaarde (cluster modernistische interbellumpanden met Tiensesteenweg) en de contextwaarde (beeldbepalend) werd het pand geselecteerd als waardevol gebouw.



Nr. 9-11 – tweewoonst jaren ‘1920

Beschrijving:

Tweewoonst in traditionele/landelijke stijl uit de jaren ‘1920, atypisch voor de Koningin Elisbethlaan waarin zich voornamelijk modernistische en naoorlogse panden bevinden. Eenvoudige woningen in regionalistische baksteenbouw met puntgeveltoppen en met elementen van landelijke woningbouw zoals rondboogramen en gehoekte ramen, erkervolume onder bedaking in leien. Nr. 9 met vernieuwd schrijnwerk en dakbedekking.

Nr. 11 werd in 1954 voorzien van een aanbouw voor een dokterspraktijk met garage.


Aanvraag 1954: dossier Anseeuw, P.M. koningin astridlaan 2, 25/06/1954

Erfgoedwaarde:

De tweewoonst historische en architecturale waarde als atypische landelijke tweewoonst uit de jaren ’20 in de Elisabethlaan.


Vanwege de zeldzaamheid, de ensemblewaarde (tweewoonst) en de contextwaarde (beeldbepalend) werden de panden geselecteerd als waardevol gebouw en waardevol architecturaal geheel.


Beschrijving:

Rijwoning van 2 traveeën en 2 bouwlagen onder pannen zadeldak uit 1935. Traditionele en moderne (art-deco) invloeden. Gevel in gele baksteen met geglazuurde tegels. Erker over twee verdiepingen. Rechthoekige vensteropeningen met aanzet- en sluitstenen. Origineel art-deco-getint schrijnwerk met figuratief glas-in-lood in de bovenlichten. Deels vernieuwd schrijnwerk.

Erfgoedwaarde:






ADJUDANT HARBOORTSTRAAT

Nrs. 7-23 – rijwoningen begin 20ste

eeuw

Beschrijving:

Geheel van 9 identieke eenvoudige rijwoningen uit het begin van de 20

ste eeuw. Woningen in rode baksteen met decoratieve

imitatiebanden en ontlastingsbogen in witte en zwartgrijze geglazuurde baksteen. Natuursteengebruik rond de inkomdeur en ramen van de begane grond en voor de plint. Vernieuwd schrijnwerk.


Vanwege de ensemblewaarde (geheel van 9 identieke woningen) en de contextwaarde (beeldbepalend geheel) maken de woning deel uit van een waardevol architecturaal geheel.

GGR-K4,K5,K6 TIENSESTEENWEG STAD EN VOORSTAD/PARK ... · RUP GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige...

Documents

Transcript of GGR-K4,K5,K6 TIENSESTEENWEG STAD EN VOORSTAD/PARK ... · RUP GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige...