Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

41
Geneeskundige situatie in Dokkum, L. Meerema INLEIDING. Vanuit familieonderzoek raakte ik geïnteresseerd over de beroepen in de Gezondheidszorg in de loop der tijd. Veel is er hierover over in Friesland niet gepubliceerd. Een gunstige uitzondering vormen de publicaties van Beetstra over de situatie in Workum. ( W.T. Beetstra. De sjirurgijns en dokters fan Warkum, 1620-1990. Fryske Akademy. Ljouwert. 1992; W.T. Beetstra. Een dokter in Workum. Cercle Benelux d'Histoire de la Pharmacie. bulletin 79. Ljouwert. 1992.) Om een stukje aan de legpuzzle toe te voegen besloot ik enkele jaren geleden de Gezondheidszorg in de loop van de eeuwen in Dokkum te onderzoeken. Ik heb mij beperkt tot de Gezondheidszorg tot aan de negentiende eeuw. Veel dank ben ik verschuldigd aan de hulp en gastvrijheid van de medewerkers van het Streekarchief Dongeradeel. ?houw- afgenomen. S.A.D. 151. Op 1 Juny 1779 ontvangt hij f80-:-:, een jaar meesterloon aan de wezen en armen. W. 52. no. 14. 23 Nov. 1779: betaald aan de wed. van Dr. Loentsma: 41:10:10 meesterloon van May 1779 - Nov. 1779. W. 52. no. 55. Sijbrandus Fockema, geboren 5 Mei 1777 te Dokkum. Hij doorloopt hier de Latijnse school en studeert daarna geneeskunde te Groningen, 24 Juli 1794. Hij promoveert op 13 Juni 1801 op een proefschrift met de titel: Pharmaceutica de praecipuis remediis mercuralibus': Over de voornaamste kwikbevattende geneesmiddelen. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. S.A.D. 297. blz. 7. Hij keert naar Dokkum terug, maar vestigt zich in 1802 te Leeuwarden. Hier treedt hij voornamelijk op als verloskundige en vervult o.m. de funktie van secretaris van de Prov. Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzigt in Friesland'. Hij is een bestrijder van koortsepidemieën, is voorstander van koepokinentingen en ontvangt hiervor de gouden medaille van Koning Willem I. Volgens quitantie ontvangt hij op 29 May 1810: 13-16-van het Weeshuis. W. 54. no. 135. Hij overlijdt 34 dec. 1848. S.A.D. 373 blz. 141. Douwe Visser, Medicinae Doctor. 17 Sept. 1781 te Franeker. 15 Juni 1785. Diss. Physiologica de Ciborum in tentriculo digestione, quam... praeside ad. Ypeo. Publico Vroedmeester vanaf 1787. Artsen en chirurgijnen en vroedvrouwen te Dokkum. Mr. H.T. Obreen. S.A.D. Hij wordt burger van de stad in 1782, hij betaalt 10-7. S.A.D. 154. blz. 42. Harm Gerhardus Dinkgreve, geboren te Groningen. wordt burger op 16 Febr. 1782. Hij betaalt hiervoor: 10-7. S.A.D. 154. blz. 42. Op 10 nov. 1784 fungeert hij als Med.Dr. in het Weeshuis en bij de buitenarmen: 40="=". W.53. no. 52. Joh Barlinkhoff. Med. Dr. geboren te Groningen, wordt burger op 18 Oct. 1783. blz. 46. S.A.D. 154. 10 Nov. 1784: chirurgijn, betaald: 40="=" W. 53. no. 53. Op 26 Sept. 1786: als Med. Dr. voor diensten aan het Weeshuis: 35=:=:=. W.53. no. 43. Lolle Steensma, Med. Dr. geboren Bolswarder Nieuwland, wordt burger op 9 December 1786. S.A.D. 154. blz. 50. 21 Nov. 1787: hij ontvangt 40-"=". W. 54. no. 64. Willem Roelof v.d. Weide, geboren te Leiden, wordt op 11 Juni 1788 burger van de stad. S.A.D. 159. Geëxamineerd in 1808. S.A.D. 159. Med. Dr. te Dokkum. Op 22 Juli 1815 wordt W.R. v.d. Weide benoemd tot lid van de Vroedschap. S.A.D. 16 no 535. Een missive van de Comm. van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht van de 17 v.d. slagtmaand 1810 behelzende dat de Medicinae Doctoren na 1800 gepromoveerd en zonder door gemelde commissie geëxamineerd en bevoegd verklaard te zijn de Heel- of Vroedkunde in eene meerdere of mindere uitgebreidheid uitoeffenen als onbevoegden door dezelve moeten worden aangemerkt met verwijzing . De commissie wil op de hoogte worden gebracht. S.A.D. 12. blz. 20.

Transcript of Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Page 1: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Geneeskundige situatie in Dokkum, L. Meerema

INLEIDING.

Vanuit familieonderzoek raakte ik geïnteresseerd over de beroepen in de Gezondheidszorg in de loop der tijd. Veel is er hierover over in Friesland niet gepubliceerd. Een gunstige uitzondering vormen de publicaties van Beetstra over de situatie in Workum. ( W.T. Beetstra. De sjirurgijns en dokters fan Warkum, 1620-1990. Fryske Akademy. Ljouwert. 1992; W.T. Beetstra. Een dokter in Workum. Cercle Benelux d'Histoire de la Pharmacie. bulletin 79. Ljouwert. 1992.)

Om een stukje aan de legpuzzle toe te voegen besloot ik enkele jaren geleden de Gezondheidszorg in de loop van de eeuwen in Dokkum te onderzoeken. Ik heb mij beperkt tot de Gezondheidszorg tot aan de negentiende eeuw.

Veel dank ben ik verschuldigd aan de hulp en gastvrijheid van de medewerkers van het Streekarchief Dongeradeel.

?houw- afgenomen. S.A.D. 151.Op 1 Juny 1779 ontvangt hij f80-:-:, een jaar meesterloon aan de wezen en armen. W. 52. no. 14.23 Nov. 1779: betaald aan de wed. van Dr. Loentsma: 41:10:10 meesterloon van May 1779 - Nov. 1779. W. 52. no. 55.

Sijbrandus Fockema, geboren 5 Mei 1777 te Dokkum. Hij doorloopt hier de Latijnse school en studeert daarna geneeskunde te Groningen, 24 Juli 1794. Hij promoveert op 13 Juni 1801 op een proefschrift met de titel: Pharmaceutica de praecipuis remediis mercuralibus': Over de voornaamste kwikbevattende geneesmiddelen. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. S.A.D. 297. blz. 7. Hij keert naar Dokkum terug, maar vestigt zich in 1802 te Leeuwarden. Hier treedt hij voornamelijk op als verloskundige en vervult o.m. de funktie van secretaris van de Prov. Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzigt in Friesland'. Hij is een bestrijder van koortsepidemieën, is voorstander van koepokinentingen en ontvangt hiervor de gouden medaille van Koning Willem I. Volgens quitantie ontvangt hij op 29 May 1810: 13-16-van het Weeshuis. W. 54. no. 135. Hij overlijdt 34 dec. 1848. S.A.D. 373 blz. 141.

Douwe Visser, Medicinae Doctor. 17 Sept. 1781 te Franeker. 15 Juni 1785. Diss. Physiologica de Ciborum in tentriculo digestione, quam... praeside ad. Ypeo. Publico Vroedmeester vanaf 1787. Artsen en chirurgijnen en vroedvrouwen te Dokkum. Mr. H.T. Obreen. S.A.D. Hij wordt burger van de stad in 1782, hij betaalt 10-7. S.A.D. 154. blz. 42.

Harm Gerhardus Dinkgreve, geboren te Groningen. wordt burger op 16 Febr. 1782. Hij betaalt hiervoor: 10-7. S.A.D. 154. blz. 42. Op 10 nov. 1784 fungeert hij als Med.Dr. in het Weeshuis en bij de buitenarmen: 40="=". W.53. no. 52.

Joh Barlinkhoff. Med. Dr. geboren te Groningen, wordt burger op 18 Oct. 1783. blz. 46. S.A.D. 154.10 Nov. 1784: chirurgijn, betaald: 40="=" W. 53. no. 53.Op 26 Sept. 1786: als Med. Dr. voor diensten aan het Weeshuis: 35=:=:=. W.53. no. 43.

Lolle Steensma, Med. Dr. geboren Bolswarder Nieuwland, wordt burger op 9 December 1786. S.A.D. 154. blz. 50.21 Nov. 1787: hij ontvangt 40-"=". W. 54. no. 64.

Willem Roelof v.d. Weide, geboren te Leiden, wordt op 11 Juni 1788 burger van de stad. S.A.D. 159. Geëxamineerd in 1808. S.A.D. 159. Med. Dr. te Dokkum. Op 22 Juli 1815 wordt W.R. v.d. Weide benoemd tot lid van de Vroedschap. S.A.D. 16 no 535.

Een missive van de Comm. van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht van de 17 v.d. slagtmaand 1810 behelzende dat de Medicinae Doctoren na 1800 gepromoveerd en zonder door gemelde commissie geëxamineerd en bevoegd verklaard te zijn de Heel- of Vroedkunde in eene meerdere of mindere uitgebreidheid uitoeffenen als onbevoegden door dezelve moeten worden aangemerkt met verwijzing . De commissie wil op de hoogte worden gebracht. S.A.D. 12. blz. 20.

Page 2: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Evenals aan Dr. Schmeltz wordt ook op aanschrijving van de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht in Vriesland uit naam en vanweegen het Gemeentebestuur van Dockum geïnsinueerd aan Medicine Doctor Van der Weide , 'om zich van stonden aan van het uitoeffenen der Heel- of Vroedkunde in eene meerder of mindere uitgebreidheid te onthouden tot hij door de commissie is geëxamineerd en bevoegd verklaard zal zijn'.Dockum, 21 van de Slagtmaand 1810. S.A.D. 672.

Het Stadsbestuur zal een wakend oog op dit besluit moeten houden. S.A.D. 12. blz. 21. S.A.D. 671 blz. 62. S.A.D. 108. Zij brengt dit ter kennis gebracht aan Med. Dr. v.d. Weide. Deze heeft niet aan de oproep voldaan. Hij wordt voortaan als onbevoegd beschouwd. Hij moet zich dus 'van stonden aan' onthouden van het uitoefenen van de Heel- en geneeskunde, tot hij zal zijn geëxamineerd en bevoegd verklaard zal zijn'. S.A.D. 108.

2 Febr. 1813: Dr. W. R. v.d. Weide ontvangt 5-8-: van het Weeshuis. W. 61. no. 4. May 22, 1813: 8-8-:. W. 61. no. 37.

30 april 1814.Aan de Pres. Burgemeester van Dokkum.Ik doe hiernevens aan U, ter fine van berigt en consideratien, toekomen, de requeste van Willem Roelof van der Weide medicinae doctor binnen Uwe stad, daarbij, uit aanmerking van dit zijn beroep, verzoeken verschoond te blijven van den dienst onder de stedelijke schutterij. De Gouverneur van Vriesland.

23 dec. 1814. bericht aan de burgemeester van Dokkum.De Heer W.R. v.d. Weide wordt voorgedragen als chirurgijn bij het 10de Bataillon Landstorm in het Arrondissement Leeuwarden.

14 jan. 1815.Den Heeren Burgemeesteren van de stad Dockum.Bij mijne missive van 23 Dec. j.l. no. 15 heb ik UEd: Achtb: te kennen gegeven, dat bij mijn Bataillon een Chirurgijn diende geplaatst te worden, en den Here W.R. van der Weide Medicinee Doctor alhier als een geschikt voorwerp, dar toe voorgedragen; aangenaam zal het mij zijn hier op met eenig berigt van UEd. Achrb. te worden vereerd, hoe in deezen bij UEd. Achtb. is gedisponeerd. De Lieutenant Collonel van het 10e Bataillon in het Arrondissement Leeuwarden.E. Fockema.

Daar het mij dienstig is voorgekomen, dat er bij ons Bataillon een Chirurgijn wordt geplaatst, neem ik de vrijheid Uw Achtb. bij deezen te inviteren den Heer W.R. van der Weide Medicinee Doctor alhier daar toe bij den Heer Gouverneur deezer Provincie voortedragen. De Lieutenant Collonel van het 10e Bataillon on het arrondissement Leeuwarden.E. Fockema.S.A.D. 117. no. 11.

1798: Dr.in de Geneeskunde: Tjepke Oosterlo. Naamlijst Mr. H.T.Obreen. Dokkum. 1959.

Arnoldus Stelwagen Doccuma Frisius. Groningen 24 Sept. 1801. Franeker 13 Sept. 1802, studeert af te Franeker op thesis bij Prof. Mulder (U.B. Leiden) in de medicijnen in 1806. R.A.L. 123. S.A.D. 122. blz. 160. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. S.A.D. 297. blz. 15.

1811: in de Tableaux des vaccines wordt de naam genoemd van J.W. Florison. med.dr. te Dokkum. S.A.D. 163.

1816. Lambertus Willem van der Weide. med. doctor. chirurgijn. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.Groningen 2 Sept. 1833. 30 Dec. 1838: med. proefschrift: De Hysterite. 31 Okt. 1840: promotie op stellingen. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. blz. 18. S.A.D. 297.

Page 3: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

1818 Eelke Nicolaas van Kleffens. Dr. in de Genees- Heel- en Verloskunde. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum 1959.Op 19 Juny 1841 haaalde hij te Groningen zijn doctorstitel met een dissertatie over longkanker: De cancro pulmonum. 16 Dec. 1841 verloskundige promotie op stellingen en 20 Febr. 1842 heelkundige promotie op stellingen. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. S.A.D. 297. blz. 10. Hij vestigt zich te Dokkum. 19 Juni 1891: 1841 - 1891: Dr. E.N. van Kleffens is een halve eeuw geleden zijn medische loopbvaan begonnen. Oostergo. 19 Juni. 1891.

Zaterdag 20 Juni 1891. In de Oostergo van Woensdag 29 Juni zegt hij dank aan allen die bij zijn veertig-jarige ambtsvervulling blijk hebben gegeven van hunnen belangstelling.Overleden: 1907. E.N. van Kleffens: Belevenissen. 1894-1990. Sythoff. Alphen a/d Rijn. 1980. blz. 34.

Adam Godfried Schultz. Studeerde te Groningen, 19 Sept. 1819. Medische promotie op 17 Juni 1825 op de titel: De partum praematuro arte promovendo. J.J. Kalama. It gelearde dokkum. z.j. S.A.D. 297. blz. 15.

S. Galema. Med. Dr. 1824. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

1825. Cornelis Jacobus Philippus Winkler. Med. Dr. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

3 Februari 1836. Pieter de Jager. candidaat in de medicijnen. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.1868: vaccinaties, uitgevoerd door deze arts. S.A.D. 117.

20 Augustus 1842. David Adriaan v.d. Weide, Medisch Doctor. Utrecht 12 Juli 1861. 29 Mei 1868. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. S.A.D. 297. blz. 18. Studeerde te Groningen en te Wenen. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

Anne Posthuma, geboren te Dokkum, 15 Okt. 1861. Groningen, Med. 28 Okt. 1880. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. zj. s.A.D. 297. blz. 13.

Lambertus de Jager, geb. 14 Okt. 1863 te Dokkum. Groningen 27 Okt. 1880. Med. promotie 21 Juny 1888: Iets over den invloed van bacteriën op de indigestie. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. S.A.D. 297. blz. 10.

Adrianus van Kleffens, Groningen, med. proefschrift: 19 Juny 1867.: Onderzoekingen aangaande de benedenste grens der longen bij den gezonden mensch. 21 Sept. 1867: promotie op verloskundige stellingen. 30 November 1869: promotie op heelkunde stellingen. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. S.A.D. 297. blz. 11.1878: Dr. A. van Kleffens: vestigt zich te Dokkum. f.1.- W. 124. van het Weeshuis. 1881: Dr. A. van Kleffens aan het Weeshuis: f. 1.20. W. 127.

16 sept. 1868: Auke Fockema, Groningen. Med. proefschrift: 15 Okt. 1868. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. S.A.D. 297. blz. 7. 1875/1897: vaccinaties door E. Groeneweg. S.A.D. 117.

1875: vaccinaties door P. Hazewinkel. S.A.D. 117.

1876: vaccinaties door H.A. Andringa. S.A.D. 117.

6 Sept. 1876: Gevestigd als arts: Doctor A.H. de Boer. Oostergo. no. 71. 1887: dr. A. de Boer: arts. W. 133. Hij is vanaf Maandag 14 Juni ten zijnen huize bij de Aalzumerpoort te consulteren 's voorm. van 11 tot 1 uur en 's namid. van 6 tot 7 uur. Oostergo. Zat. 9 Juni. 1877. no. 46.In 1886 is hij verhuisd naar De Dijk. Oostergo. 32 October. 1886. no. 85. W. 133. 1888: f. 5.50. W. 135. no. 111. Dr. A.H. de Boer, van de typhus hersteld zal de volgende week zijn praktijk weder hervatten.

Page 4: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Oostergo. 30 April 1887. no. 34.

1879: L.E. Westra voor geneesk. diensten. W. 125.

1893/1896, vaccinaties uitgevoerd door Dr. Rinke Hazelhoff. S.A.D. 117

1895: A.Wiersema, uitvoering van vaccinaties. S.A.D. 117.Hij heeft zich in de maand December te Dokkum gevestigd. Spreekuur in hotel Lijbering van 12 - 1 uur. Oostergo. 9 Januari no.3. 1895.Hij vertrekt in Maart naar Dalfsen waar hij de benoeming tot geneesheer heeft aangenomen. Oostergo. 4 Maart. no. 18. 1896.

1895: L.A. Tromp is tot donderdag 25 Juli niet te consulteren. Oostergo. 17 Juli. no. 57. 1895.

1896: gevestigd te Dokkum: J. Legger, arts. Spreekuur van 12 - 1 bij I. van Douwen naar het stadhuis. In de volgende maanden plaatst hij diverse malen een advertentie. In December verhuist hij naar de Groote Breedstraat. Oostergo. 23 September 1896. no. 76 e.v.1897; vaccinaties door deze arts uitgevoerd. S.A.D. 117.

1897: vaccinaties uitgevoerd door F.J. Helder. S.A.D. 117.

HET WEESHUIS.

Het Weeshuis heeft in de gezondheidszorg in Dokkum een belangrijke plaats ingenomen.Vele medicinae doctores, chirurgijns en apothekers zijn voor kortere of langere tijd in dienst van de bewoners van het Weeshuis en van de Buiten Armen geweest.

Reeds in 1593 betaalt het Weeshuis 0-5-0 volgens ordonantie aan arme vrouwen kranck zijnde. W. 8. no. 18.In de loop van de tijd hebben vele Med. Doctores, Chirurgijns, Apothekers en Vroedvrouwen een deel van hun inkomsten verkregen uit diensten verleend aan de bewoners van het Weeshuis.

Verbonden aan het Weeshuis en verantwoordelijk voor de BuitenArmen als:medicinae doctor: H.G. Dinkgreve: Nov. 1783/'84. 40 gulden. J. Brugman: November 1784/'85. J. Barlinkhoff: November 1783/84, herbe- noemd '85/86. 40 gulden. L. Steensma: 1786/'87.L. Stelwagen: benoemd als Medisijne Doctor als Chirurgus en leverancier van alle uit- en inwendige hulpmiddelen voor alle ziektens (behalve kwaadzeer=schurft) te zullen bedienen, 110 car. gulden, 9 November 1787 en steeds vernieuwd tot 1801. A. Marcus: Medicijne Doctor van Januari 1818 tot Januari 1824.J.A. Schmeltz: als Medicus en Chirurgius practicus van Januari 1817 - December 1817.apotheker, levering van medicijnen:J. Klaver.S. Visser: November 1783/'84 tachgentig gulden.Severinus Visser: leverantie van alle meedicijnen voorgeschreven door Dr. L. Steensma. eindigend in 1801. W. 184.

De Heeren H.G. Dinkgreve, S. Visser en J. Barlinkhof, alle woonachtig in deeze stad: bekennen met de Wees- en Armenvoogden van Dockum te zijn overeengekomen en geaccordeert en ijder voor zig, op navolgende condieten: Pme heeft de Heer H.G. Dinkgreve op zig genoomen het Weeshuis en de Buiten Armen door gemelde voogden geallimenteert wordende als Doctor te bedienen voor de somma van veertig gulden.Sde. De Heer S. Visser neemt op sig gemelde Huis en Armen te bedienen als Apotheker en leverantie van medcijnen voor een somma van Tachgentig gulden. De Heer J.B Barlinkhof heeft op zig genomen, op gemelden als chirurchijn te bedienen; voor ord(inaire)en extra ord(inaire) gevallen, en leverantie zijner medicamenten zullende genieten veertig guldens.

Page 5: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Dit contract neemt zijn begin met Pme Nov. 1783 en eindigt op gelijke tijd 1784.In kennis onse ondertekening Dockum den 13 October 1783.H.G. Dinkgreve med. Dr. S. Visser apothequer. J.Barlinkhoff. Deze heren zijn betaald en accoort geëindigt.'

Herbenoeming van Barlinkhoff van 8 Nov. 1785-1786 als Medicijne Doctor voor het Weeshuis en de Buitenarmen. voor 40 gld.De Heer G. Brugman als Med. Dr. voor het Weeshuis en de Buitenarmen van 8 Nov. 1784-gelijke tijd 1785.B.J. Klaver voor levering der medicijnen en enige diensten aan het Weeshuis en de Buitenarmen, van 8 Nov. 1784-1785.L. Stelwagen als Chirurgijn van 8 Nov. 1784-1785. Accoord werd vernieuwd en gecontinueerd tot 8 Nov. 1786.L. Stelwagen als Medisijne Doctor als Chirurgus en leverancier van alle uit-en inwendige hulpmiddelen voor alle ziektens (behalve kwaadzeer) te zullen bedienen: 110 car. gulden, van Nov. 1787 steeds vernieuwd tot 1801.L. Steensma weeshuis- en buitenarmen als Med. Dr. te bedienen van 13 Nov. 1786 - 8 Nov. 1787.

Severinus Visser: leverantie van alle medicijnen voorgeschreven door Dr. Steensma; eindigend 8 Nov. 1789.A. Marcus: medicijnen f.40.- van Jan. tot Dec. 1817.J.A. Schmeltz: als Medicus en Chirurgius Practicus van 1 Jan. 1815 steeds vernieuwd tot Jan. 1824, voor de kleine chirurgie uitgezonderd Beenbreuken en 't kwaad zeer. W. 184.

CENTRALISATIE.

Vanaf het eind van de 18de Eeuw begint het centrale gezag, n.l. de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzicht, zich te laten gelden.

Het Intermediair Administratief Bestuur. 17 jan. 1799. van het voormalig Gewest Friesland.

1 aug. 1799. aan de Raad der Gemeente van Dokkum.Een missive dat de Doctoren en Chirurgijns zullen bij het afgeven van een attestatie geen geld mogen vorderen van een onvermogende. Verder is het bedrag van f 1-8- te hoog: 12 strs. is voldoende. Het is voor een vaderlandslievende en weldenkende doctor of chirurgijn onredelijk te verwachten dat hij van een onvermogende zoude vorderen dus afpersen. S.A.D. 93.

29 mei 1802. De vergadering moet aan de inspecteur van de Geneeskundige dienst melden hoeveel vroedmeesters en of vroedvrouwen en apothecairs in de stad zich mogen vestigen. S.A.D. 9.Antwoord op deze missive volgt op 2 Juni, dat twee heelmeesters twee vroedmeesters of vroedvrouwen en een of twee apothekers na het oordeel deeser vergadering voor deese stad genoegsam zouden zijn. S.A.D. 96.

26 april 1802.Armbezorgers, Diaconie of Weesvoogden behouden de vrijheid een accoord aan te gaan met een Medicinae Doctor of Chirurgijn omtrent eene vaste somma, welke aan denzelven jaarlijks voor het visiteren van zieken en gewone chirurgische diensten zal worden betaald. S.A.D. 96.

1802. Toestemming aan de Weesvoogden om met eem Medicinae Doctor of Chirurgijn een accoord aan te gaan omtrent een vaste som die jaarlijks wordt betaald voor het bezoeken van de zieken en gewone chirurgicale diensten zal worden betaald. en het leveren van medicamenten. S.A.D. 9.

1802: Er zullen geen besteedingen en uitkeringen worden betaald aan Wees- en Armenverzorgers of voor het leveren van medicamenten aan deselve zullende de Apothecars in steden of Chirurgijns ten plattenlande aan welke gereedmaken en leeveren der geneesmiddelen voor de armen wordt opgedragen verpligt zijn, om alle recepten voor deselven in een afzondelijk boek te copiëren en achter ieder recept de sommen te plaatsen welke sy daar voor deklareeren ten einde het selve boek met hunne reekeningen zoude kunnen worden ingekeeken en door de Armenbezorgers Diaconie of Weesvoogden des

Page 6: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

goedvindende ter tauxatie en examinatie aan de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzicht bestaan residerende te Leeuwarden franco worden overgesonden. S.A.D. 106.

Aan Drost en Gerechte van Dokkum. 31 Oktober 1804.

Toegezonden de verordeningen voor de Heelmeesters, Vroedmeesters en Vroedvrouwen door de Depart. Commissie van Geneesk. Onderzoek en Toeverzicht om de verordeningen voor te lezen en van hun den daar bij bepaalden Eed afteneemen. S.A.D. 98.

Een missive aan de Raad der Gemeente van Dokkum om aan de Collegia Medica, Chirurgica, Pharmaceutica, Obstetrica, mitsgaders Doctoren, Chirurgijns en Apothekars, Gilden, of de in deselver plaats gestelde commissiën, indien er zodanige in Ulieder bedrijven aanwezig zijn, te gelasten. 1. Opgave gevraagd van de wetten, instrukties en publicaties. 2. Opgave te doen van het aantal leden, financiën en betaling van de examens.3. Opgave van de jaarwedden.4. Opgave van het aantal leden en leerlingen. S.A.D. 93.

Aan de Gemeente Dokkum.De voormalige Chirurgijns, Doctoren, Apothekers en Vroedkundige Gilden zijn uitgesloten van de verplichting om de Fondsen, contante Gelden en Doucementen, welke bij deselve mogten voorhanden zijn, over te geven aan Commissarissen tot de zaken der Gilden van het Departementaal Bestuur van den Eeuw.S.A.D. 94.

19 v.d. Oogstmaand: Een modelstaat van de geneeskundige inrichtingen moet worden ingestuurd. m.b.t. deze stad. S.A.D. 11 blz. 119.

Een dispositie v.d. Min. van Binnenl. Zaken om de nodige hulp van Geneesheren, Heelmeesters, Apothekers en Vroedvrouwen ten platten lande te bevorderen.

Zijne Majesteit is bezorgd over het gebrek aan Geneesheren, Heelmeesters, Apothekers en Vroedvrouwen ten plattenlande.De Raad wordt verzocht de verordeningen op te sturen.Dokkum maakt zich er vanaf dat het bericht niet betrekking heeft op de stad. S.A.D. 11. blz. 41.

Een naamlijst van Medicinae Doctoren, Heel- en Vroedmeesters, Apothekers en Vroedvrouwen in Dokkum wordt opgestuurd. 'Voorts zenden wij Ulieden de lijsten van de gedaane verlossingen , door L.Stelwagen, Anna Dey en Metje de Roos. Waarmede Ulieden bevelen in de bescherming van de Allerhoogste'. Dockum den 17 Jan. 1807.S.A.D. 122. blz. 160.

26 sept. 1808. Slechts die personen mogen tot uitoefening van enige tak der Genees-of Heelkunde worden toegelaten en aangesteld waarvan het diploma door de Comm. van Geneesk. Onderzoek en Toeverzicht is geverifieerd. De plaatselijk besturen moeten onmiddellijk kennis geven van verificatie van het diploma of vestiging. S.A.D. 105.

4 October 1808.Een Dispositie van de Landdrost om niemand tot uitoefening van de Genees-Heel-Verlos- of Artzenijmengkunde te beroepen aan te stellen of zelvs toe te laten, dan welke aan het gestatueerde bij art. 8 en 9 van de Publicatie op den 20 Maart 1804 zullen hebben voldaan enz. met verderen last om voortaan van alle zodanige beroepingen, aanstellingen of admissien onmiddellijk kennis te geven aan de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht'. S.A.D. 10. blz. 249.

Veranderingen van Genees-Heel- en Vroedkundigen moeten vanaf 14 April 1808 worden gemeld. S.A.D.

Page 7: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

104/10.

17 April 1809. De salarissen van de Medicinae Doctoren moeten mede worden bepaald door de locale omstandigheden.Volgt een lijst met salarissen (van Leeuwarden) als voorbeeld. Zie copie. S.A.D. 106.

Het Bestuur van de Gemeente moet aan de Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzigt doen toekomen een behoorlijk ingevulde lijst van Medicinee Doctoren, Chirurgijns, Vroedmeesters en Vroedvrouwen en Apothekers en de Commissie elk jaar voor de 1ste van de Louwmand te informeren over de eventuele veranderingen. S.A.D. 11. blz. 311. S.A.D. 108.

Op 3 Juli 1812 zijn er twee advertenties geplaatst in het Depart. Dagblad van 2 dezer: de ene heeft betrekking op hen die examen willen doen in de Heel-Genees- en Vroedkunde, in de Artzenijmengkunde en in de Kruidkunde voor de geneesk. Jury en de andere betreft de verplichting der Doctoren in de Medi-cijnen, Heel- Genees- en Vroedmeesters, Vroedvrouwen, Apothekers, Kruidkundigen, Tandmeesters en Ledezetters om hun diploma's bij de Onder-Prefect en het Tribunaal te vertonen.De burgemeester moet de personen in zijn gemeente informeren. S.A.D. 112.

7 juli 1812. De burgemeester wordt verzocht personen op te geven die in deze stad wonen welke zich bij vrijwillige overeenkomst hebben verbonden om elkanderen in geval van langdurige ziekte, ter vinding der kosten van begrafenis en meer andere dergelijke omstandigheden, bij te staan.In geval van ja, verlang ik tevens te weten van welke aard zoodaniger conventies zijn, hoe groot het contant van het fonds is, welke contributiën daar toe gegeven worden met bijvoeging van het getal der contribuabelen of deselve op een Plaatselijk Reglement of oud gebruik gefundeerd zijn. Aan de Prefect van het Departement. S.A.D. 112.

20 nov. 1812. Vraag naar het aantal door zinneloosheid aangetaste, en blind- en doof-stom geborene menschen van beiderlei sexen en in de onderscheidene oorden van het departement wonende. Opgave aan de Prefect van Vriesland. S.A.D. 112.Dit verzoek wordt in 1813 herhaald. S.,A.D. 113.

9 dec 1812. Oproep aan Heelmeesters die zich willen aanbieden om als chirurgin aide major geplaatst te worden.Ze zullen over hun bekwaamheden worden geëxamineerd.De opgave zal moeten behelzen:1. de naam.2. Hunne ouderdom. 3. Hun tegenwoordige woonplaats.4. De tijd van hunne Admissie-wat betreft de Doctoren. 5. De steden en gemeenten waar ze hun admissie hebben uitgeoe- fend. S.A.D. 112.

11 Dec. 1812.Opgave aan de Prefect van Friesland.'De namen en voornamen der Geneesheeren en Heelmeesters welke onder genot van een vast en jaarlijks Tractement, fungeren bij eenig gesticht of inrigting van weldadigheid in eene gemeente'. S.A.D. 112.

22 ja. 1814. Opgave van de Medicinae Doctoren, Heelmeesters, Vroedmeesters, Vroedvrouwen en Apothekers. Geen andere personen in deze gemeente welke zich bemoeien met in- of uitwendige gebreken of met vroedkundige verlossingen, bovendien is het niet nodig dat zich in deze gemeente een andere Medicinae Doctor, Vroedmeester of Vroedvrouw vestige. getekend: de burgem. Goslings.S.A.D. 125. no. 98.

Het Bestuur van de stad moet de Commissie van Geneesk. Onderzoek en Toevoorzicht een behoorlijk ingvulde lijst doen toekomen van Medicinae Doctoren, Chirurgijns, Vroedmeesters en Vroedvrouwen en Apothekers en de Commissie elk jaar voor de 1ste van de Louwmaand te informeren over eventuele veranderingen. S.A.D. 11. blz. 311.

Page 8: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

1 juni 1814. 1. Missive houden eenige vragen over de promotie en examens van de Medicinae Doctoren, Heelmeesters, Vroedmeesters, Vroedvrouwen en Apothekers in de gemeente woonagtig.2. Over deugdelijke diploma's3. Over niet geëxamineerde personen die zich bemoeien met de behandeling van in- of uitwendige gebreken of met vroedkun- dige verlossingen. S.A.D. 14. no. 214.

EPIDEMIEEN.

Eén van de gevaarlijkste, accute infectieziekten die in vroeger tijden veel slachtoffers maakte waren de Pokken; ze kwamen ca. 1100 voor in China en Klein-Azië. Pas sedert de ontdekking van de inenting met zg. koepokstof door Jenner in 1796 zijn de pokken in veel landen verdwenen. De ziekte begint na een incubatietijd van ca. 13 dagen met een gevoel van zwaar ziek zijn, koorts, hoofdpijn en lendenpijn. De besmetting gebeurt meestal doordat men met virusdeeltjes besmette stofdeeltjes inademt.Bestrijding bestaat uitsluitend in het onvatbaar maken van de bevolking d.m.v. vaccinatie. Hierdoor krijgt men een zekere weerstand tegen het virus.

In de loop van de 18de eeuw begon men in Nederland met inentingen in Amsterdam, door Theodore Tronchin, in Groningen in 1759 door Prof. vam Doeveren.C. Boschma. Een pest, die Vrieslands steeden, en luchtgewest bedorf. De Vrije Fries. Handelsdrukkerij van 1874. Leeuwarden. 1984. Deel 64. blz. 68-77.Na april 1769 kam het tot grote toepassing. Er kwam echter veel verzet, m.n. uit godsdienstige kringen. Men redeneerde: een arts mag alleen een ziek mens gezond maken, het is God verzoeken een gezond mens ziek te maken. Dit verzet duurde tot in de twintigste eeuw.

Voorkomen van Besmetting.

16 April 1801.De Agent der Nat. Opvoeding, in aanmerking genomen dat de laatste epidemie der Kinderpokken in verscheidene Plaatsen in de Republiek nog niet heeft opgehouden te woeden, verder eene groote menigte Menschen en vooral kinderen heeft weggerukt. Dit had voor een groot deel door inenting voorkonen kunnen worden. Deze konstbewerking is een uitmuntend voorbehoedmiddel tegen de verwoestingen der natuurlijke Kinderpokken. Het behoort tot de eerste plichten v.h. Burgerlijk Bestuur om zodanige middelen in het werk te stellen.

De Medicinale Doctoren moet worden opgedragen gratis voorlichting te geven. S.A.D. 95. Tevens is er een missive ontvangen v.h. Ministerie van Binnenlands Zaken om meer algemeen bekendmaking der inenting van de kinderziekte door middel van koepokstof. 20 juli 1808. S.A.D. 122. blz. 292.

Op 25 nov. 1808 is er een dispositie van de Min. van Binnenlandsche zaken omtrent de nuttigheid van vaccinatie tegen koepokken, zoo door eene algemene ondervinding als door derzelver gezegende gevol-gen.In 17 artikelen wordt gelast de vaccinatie zoveel mogeljk te bevorderen bij alle kinderen, ook die in gestichten wonen.De Doctoren en Chirurgijns die de meeste vaccinaties hebben verricht, zullen een gouden medaille ontvangen.Dit besluit is echter nooit uitgevoerd; wel ontvingen verschillende artsen een pensie van 10 gouden ducaten. Dr. Marcus uit Dokkum verrichtte 85 inentingen in één jaar. De Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzicht zal er voor zorgen dat er voldoende entstof aanwezig zal zijn. Het aantal vaccinaties zal elke maand moeten worden gemeld. S.A.D. 106.

Page 9: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

In 1811.'12.'13 hebben de volgende artsen en chirurgen vaccinaties uitgevoerd.A. Marcus. med. dr.W. v.d. Weide. med. dr.J.W. Florison. med. dr.J. v.d. Kooij. chirurgijn.J.H. Schmeltz. chirurgijn.S.A.D. 676.

Berigt omtrent de middelen ter voorkoming van aanstekende ziekten, en om de voortgang te bestrijden.Koepokinentingen: 1866: Dr. C.U.F. Degering. 1868: Dr. P. de Jager. 1875: E. Groeneweg. 1875: P. Hazewinkel. 1876: H.A.Andringa. Dr. A.H. de Boer: ± 1880 inentingen te Dokkum. Dr. E. van Kleffens 1881. Rinke Haselhoff, 1893/1896. 1895. A. Wiersema. 1897, E. Groeneweg. Jurjen Legger, 1897. 1897 F. J. Helder.

Het Gemeentebestuur moet de bevolking overreden zich te laten inenten tegen koepokken. S.A.D. 117. no. 163.

5 Augustus 1809. behandeld wordt in de vergadering van de Raad dat de resp. Stads- Districts- en Eilandbesturen moeten melden wie is gevaccineerd in de afgelopen maanden. S.A.D. 109.

De Armbezorgers, Schoolonderwijzers, de Medicinae Docters en Heelmeesters om wanneer zij de kinderziekte ontdekken de president daar van meteen te informeren. S.A.D. 1 blz. 71.

Vanaf 1835 - 1922 moeten kinderen zijn ingeënt om op school toegelaten te worden. Een 'pokkenbriefje' is verplicht. S.A.D2269. zie Plaatje.

Inenting tegen koepokken: 1814.Lijst van gevaccineerde personen in de gemeente Dockum 31 dezember, 1814. geboren voor den 4 april 1793. na den 4 april 1773.In iedere wijk werd men persoonlijk aangesproken om zich te laten inenten. Wijk A. Klaas Jacob Zijlstra, geboren 2 October 1773 op dinsdag den 20 April 1813 van 's morgens 8 uur tot 12 uur..Lijsten aan wie de boodschap werd doorgegeven zijn aanwezig in het archief.Lijsten met namen van gevaccineerde personen moeten worden opgestuurd aan de Prefect van het Departement Vriesland. 20 febr 1811. S.A.D 109.

1835. Lijsten met namen van gevaccineerde kinderen. De leeftijd varieert van 6 maanden tot 2 - 10 jaar. De meeste kinderen werden ingeënt beneden de twwe jaar, maar er staat ook iemand op de lijst van 20 jaar. Deze aantekeningen zijn van Dr. W.R. v.d. Weide. S.A.D. 2256.

Op 21 oktober 1836 wordt in de stad Dokkum een commissie ingesteld ' wegens de thans heerschende ziekte binnen den stadt'. Benoemd worden: G.W. Posthuma. D.A. de Kampherbeek von Eichstorff S. van Sloterdijk Becker.

De commissie wordt uitgebreid met: G.O. Goslings. F.A.Klaver. M.v.d. Veen. E. Hilboesum. S.K. Bakker.S.A.D. 3490. J. Fochteloo.

Slechts 1/3 van de bevolking is gezond gebleven.

Page 10: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Ondersteuning werd gegeven aan de minbegoede, niet met armenkassen bedeelde zieken.De materiële steun bestond uit: aardappelen, turf, rundvlees, lakens en dekens. De commissie vraagt de rekeningen van Doctor v.d. Weide. Deze deelt mee, dat hij voor dit werk niets declareerde en 'deze practijk met liefde voor de armen verrigte'. bron: 3490.'Ofschoon de ziekte blijft afnemen (30 dec. 1826) is echter de sterfte nog vrij aanmerkelijk.' Het aantal doden in oktober is 35 en in november 32, terwijl dit normaal 7 à 8 is.

1878: Bekendmaking. Kostelooze Inenting en Herinenting.De ondergeteekende, Geneesheer te Dockum, maakt hierbij na overleg met het bestuur dier Gemeente en alzoo ter voldoening aan het bepaalde bij art. 18 der wet van 4 December 1872, (Staatsblad no. 134) bekend, dat op Maandag den 1 October 1877 des namiddags van 12-1 uur, in het Armengesticht, Ooster-straat, zal worden gevacceerd tot kostelooze Inenting en Herinenting. Voor ieder die ingeënt zal worden, moet duidelijk aangeven worden waar en wanneer hij is geboren.

De Geneesheer voornoemd.Dr. H.A. Andrae.

Herinenting op 9 April van 12 - 1 in een lokaal van het Armengesticht aan de Oosterstraat.Oostergo. 6 April 1878. no. 28.

Op 2 Juli 1890 verschijnt er in Oostergo een hoofdartikel "vaccinatie-dwang"; argumenten tegen inenting, ontleend aan de bijbel worden tegengesproken. Aan het eind wordt een beroep gedaan op het gezonde verstand.

Op 10 April 1903 werd opnieuw de pokziekte geconstateerd. sinds 1867 hadden we in Dokkum deze kinderziekte niet meer gehad. Wendelaar Bonga: Losse grepen ut de skiednis fan Dokkum. Dokkum 1954.

Een andere epidemische ziekte was de CHOLERA.

De cholera asiatica is afkomstig uit het Deltagebied van de Ganges. De oorzaak ligt in het gebruik van verkeerd voedsel. Na enkele dagen treedt de aanval op met braken en heftige buikloop.Het vochtverlies lijdt tot uitdroging. De sterfte was en is zeer hoog. In het hoogtepunt van een epidemie rekent men met een sterfte van 60-70 procent.In 1831 bereikte de ziekte Europa en veroorzaakte in de 19de eeuw een aantal epidemieën. In de jaren 1848, 1855 en 1866 was in Nederland een hoge sterfte tengevolge van cholera.De meeste slachtoffers vielen onder de arme bevolking. Gebrekkige hygiënische en sanitaire condities leverden een verhoogde kans op besmetting. Men dacht dat de cholera evenals de malaria werd veroorzaakt door een via de lucht verspreide ziektestof ( een z.g. miasma) Het zuiveren van de lucht was een middel om uitbreiding van de epidemie tegen te gaan. Berokingen van chloorteer of salpeterdampen werden toegepast.Eten van onrijp fruit werd afgeraden en betere opvang en verzorging van de patiënten geadviseerd. De Vrije Fries. 1984. deel 64. De Fryske Akademy. Ljouwert. 1984. blz. 96 t/m 99.

Zaterdag den 17 December 1803. Er is eenzelfde bericht van 9 Dec. S.A.D. 97.Is gelezen een Extract uit het register der besluiten van het Departementaal Bestuur van Friesland om dat 9 Dec. 1803 bij deze vergadering wordt aangeschreven om alle Medicinae Doctoren en Chirurgijns in deeze stad te gelasten, om zoo dra hem eenige epidemie voorkomt, daar van onverwijld kennis te geven, aan de commissie van Geneeskundig Bestuur. Ze moeten rapporteren over het verloop van de ziekte en de behandeling der zieken. De Raad stuurt het bericht aan de Medicinee Doctoren en Chirurgijns van de stad en gelast hun zich aan de bepalingen houden. S.A.D. 97/114/6.

Reeds den 15 Messidor 13de jaar ( 4 Julij 1805), riep de Minister van Binnenlands zaken de aandacht der prefecten omtrent de noodzakelijkheid tot het bezigen van mineraalzuren, als eenig waar behoedmiddel, het welk tegen de besmetting is goed gevonden, waar van de kracht door eene langdurige ondervinding

Page 11: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

was bewezen, en door alle geleerde maatschappijen erkend.Volgt een opsomming van beschermende middelen:Luchtzuiverende flacon.Luchtzuiverende middelen.1. Berookingen met open vaten gevuld met een mengsel van gewoon zout, zwarte magnesium oxide waarover zwavel wordt gegoten.2. De pot ronddragen in de zaal waar de pestpatiënten liggen.S.A.D. 102.

25 Sptember 1807.Missive ter voorkoming van de verspreiding en verdere nadelige gevolgen van eene Epidemische of besmettelijke ziekte.1. Begrafenissen moeten zonder uitzondering binnen 24 uur plaats vinden.2a. De huizen waar de ziekte zich openbaart moeten zoveel mogelijk zuiver en rein worden gehouden. b. Het aanwenden van zeezoutzure of overzuurde zeezoutzure berokingen moeten worden aangewend bij de zieke en hun huisgenoten.3. Informeren van de President der Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toeverzicht.

6 Augustus 1811.Uit naam en vanwege de Maire der Stadt Dockum is tot medicus ter behandeling van Epidemische ziekten in dit arrondissementbenoemd: de heer Julius Vitringa Coulon om dadelijk en zonder het minste uitstel of verzuim en zulks bij poene van suspensie en hunne functiën schriftelijk kennis te geven wanneer zij in hune practijk de eene of andere epidemische besmettelijke ziekte ontdekken en denzelven vervolgens alle drie dagen van den loop en gesteldheid dier ziekte rapport te doen.

Bovenstaande werd voorgelezen aan de Medicinae DoctorenW. v.d. Weide.A.Marcus.de chirurgijns ten plattenlandeJ.A. Schmelz.S.A.D. 671.

In 1866 werd de 'Nachtwacht' (soort politieman) Johannes Prins door een bewoner van het Geldeloos steegje aangeroepen.Hij vertelde dat een oude buurvrouw een paar dagen niet naar buiten was gekomen en dat hij daarovwer ongerust werd.Prins ging eens een kijkje nemen en vond haar in bed. Hij waarschuwde een dokter en ze zijn met z'n beiden naar binnen gegaan. Het onderzoek wees uit dat het een licht geval van cholera was. Er werd afgesproken dat er toezicht zou worden gehouden.Enkele dagen later vond Joh. Prins de overledene in haar kamer. Ze bleek helemal zwart en er hing een vreemde lucht.

Nog andere gevallen deden zich voor in de Stroobossersteeg.Een moeder met twee dochters en bij de Woudpoort een vijftal mensen dat aan de ziekte bezweken was. D. van Minnen. Dokkum, Stad vol Herinneringen, Dokkum 1975. Zeijl en Kuipers. blz. 64.

Op 12 Sptember 1883 verschijnt er een plakkaat ter voorkoming van cholera in de Oostergo. Dr. de Jager van Ternaard pleit voor een goede duidelijke voorlichting en voor geld voor de volksgezondheid. Hij noemt o.a. het bouwen van regenwaterbakken voor goed drinkwater. Oostergo. 12 Sept. 1883. no. 73.

In de Oostergo van 10 September wordt een brochure gemeld: Cholera-wat moeten wij nalaten en doen?Oostergo. 10 Sept. 1884. no. 72.

1885. Wij menen goed te doen met onzen stadgenooten te verzoeken niet alle praatjes voor goede munt aan te nemen, die aangaande de uitbreiding van typhus in onze stad verspreid worden.Er is geen reden tot buitengewone bezorgdheid en neemt de ziekte niet onrustbarend toe.

Page 12: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Zoals bij alle epideemieën zijn reinheid en matigheid de beste voorbehoedmiddelen. Oostergo. 29 April 1885. no. 34.

Op 23 Mei heeft de adjunct-geneesheer van het Geneeskundig Staatstoezicht in de provinciën Friesland en Groningen verklaard dat de typhus heeft opgehouden epidemisch binnen onze veste te bestaan. Oostergo. 23 Mei 1885.

Ook MAZELEN werden tot de gevaarlijke epidemische ziekten gerekend.

De Burgemeester der Gemeente te Dockum.Gezien de missive van de Heer Adjunct-Inspectuer van het Geneeskundig Staatstoezicht voor de provinciën Friesland en Groningen, d.d. 31 December 11, No. 19531, gelet op art. 21. der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134(, maakt bij deze bekend, dat de mazelen in die Gemeente epidemisch voorkomen.Dockum, den 3 Januarij, 1881. De Vries. Oostergo. 5 Jan. 1881. no. 1.

De PEST is een reeds uit de Oudheid bekende infectieziekte, die vooral in de Middel-Eeuwen duizenden slachtoffers vroeg. De ziekte wordt veroorzaakt door een in 1894 ontdekte bacil die op de mens wordt overgebracht door de steek van een vlo. Heeft de ziekte de longen bereikt, dan kunnen andere personen via het sputum worden besmet. Besmetting werd zo veel mogelijk tegengegaan door de zieken en hun huisgenoten te isoleren. Pestjaren waren: 1576, 1581/82, 1602/03, 1635/36, 1656, 1665/66.Voor de lijders aan besmettelijke ziekten werden speciale dokters, vroedvrouwen en doodgravers aangesteld. (Spaans, 155).

Bij Hondsdolheid, Tuberculose en andere besmetelijke ziekten werden de goederen waarmee de lijders in aanraking zijn geweest, onteigend en verbrand.Deze worden hiervoor schadeloos gesteld door de gemeente Dokkum.Zo ontvangt Wibren Kooistra in 1902 f.55,88 als vergoeding voor diphteritus, Theodorus Blumers, arbeider, krijgt in 1900 f.94,15 wegens onteigening en Lieuwe Koopman krijgt f.90,75 als vergoeding voor beddengoed, kleding, ledikant, stoelen en matra. S.A.D. 2267.

In 1898 verschijnen in de Oostergo artikelen van Dr. de Jager van Ternaard met een oproep tot oprichting en instandhouding van geneesinrichtingen, sanatoria voor borstlijders. Er volgt een advertentie tot de oprichting van een afdeling. Op de geplande avond waren slechts twee belangstellenden aanwezig. Oostergo. 1898. no. 33/37/40. Per l Januari 1899 wordt een Vereniging voor Stichting en Instandhouding van Sanatoria opgericht en er wordt een bestuur gevormd. Oostergo. 1 October. 1898. no. 78.

Op 11 Juni 1898 is er een vergadering van het Ziekenfonds. Wegens de vele en langdurige ziektegevallen en daaruit voortvloeiende talrijke wekelinkse uitkeringen in geld, sloot de rekening met een aanmerkelijk nadelig saldo. Men moet besluiten geen uitkeringen meer te verstrekken. Oostergo. 1898. no. 46. De volgende maand ontvangt de penningmeester een anonieme postwissel van f. 15.- Men besluit daarom op dezelfde wijze voort te gaan. Oostergo. 1898. no. 57.

DE CHIRURGIJNS.

In de 16de eeuw is in Friesland het eerste Chirurgijnsgilde opgericht in Leeuwarden. W.T.Beetstra. De sjirurgijns en dokters fan Warkum, 1620-1900. Fryske Akademy. Ljouwert. 1992. blz. 9.Ook Dokkum had een chirurgijnsgilde maar in de archieven zijn daarvan geen akten bewaard gebleven.

Op 21 December 1748 wijst een reglement van Willem IV op het belang dat de Overheid stelt in een goed geregeld Gildewezen.Verder is er een resolutie van 1722 door de Staten van Friesland waarbij aan de Gilden het monopolie van

Page 13: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

het baardscheren werd afgenomen. Hiertoe moesten de Gildebrieven worden herzien, verbeterd en veranderd en ter approbatie en ratificatie aan de Heeren Gedeputeerden der Landschaps worden overgebracht.

Met deze bepalingen is blijkbaar de hand gelicht. Het Gilde van Dokkum is het enige dat aan deze regel heeft voldaan.

In 1758 hebben de leden van het Dokkumer chirurgijnsgilde een request aan het college gezonden met het verzoek het bestaande reglement uit 1748 van wijlen zijn Doorluchtige Hoogheid de heer Prins van Oranje, te mogen vernieuwen en aan de omstandigheden aan te passen in de hoop en verwachting dat 'naadere verbeeteringe ende revocatie begeerende en willende derhalven dat deesen,naa approbatie en ratificatie der Ed=le Mog=de Heeren Gedeputeerde Staten deser Provintie door de gesamentlijke Gilde-broeders en die het verders aangaan magh sal worden gerespecteert ende onderhouden'.

Het Gildeboek van het Chirurgijnsgilde opent als volgt:

Burgemeesteren Regnt= ende Raden der Stadt Doccu, allen dengenen die deesen sullen sien ofte hooren leesensalut

Enkele belangrijke artikelen waren:- Dat niemant in onse stadt van hoedanigen conditie hij ook weesen magh sal toegelaten worden de Heelkunst ofte chirur- gie te exerceeren, tensij voor of ten overstaan der Politie Heeren of Officieren van het Gilde, naa een behoorlijk examen tot oefeninge dies bequaam bevonden is.- Wie examen wil doen zal dit bekend moeten maken aan de President Burgemeester of aan de Ouderman van het Gilde.- Na geslaagd te zijn voor het tentamen zal de Proeveling ten overstaan van de Politie, voor drie Chirurgijns in tegen- woordigheid van een Medicinae Doctor, en verdere leden van het Gilde zowel in de Anatomie als in de Chirurgie nauwkeu- rig geëxamineerd worden. Ook de Ontleedkunde zal worden be- proefd.- Een hoorling uit deze stad moet voor het examen 100 c.g. betalen, maar een vreemdeling of iemand van elders 125 c.g. - Een chirurg moet burger van de stad zijn.- Op de eerste maandag in Februari is er een bijeenkomst van alle leden van het Gilde om een nieuwe Olderman te kiezen en de rekening van ontvangst en uitgaven te controleren. - 'Alle Quaksalvers, Olij en Salv vercopers hetsij te voet ofte Paard haare waaren op de Merkt of elders uitveilende, eenige handtgreep van kiestrecken ofte andersins doende sullen alle daagen ten profijte van het Gilde betalen na- mentlijk die te paard sit twee schellingen en te voet een schelling'.- Het baardscheren is voorbehouden aan de chirurgijns. Niemand buiten de leden en hun knechten zal mogen uitgaan om te scheren of het bekken uit te hangen tenzij deze zich ver plicht op Allerheiligen jaarlijks 2 c.g. te betalen.

16 september, 1758. G. Brandsma. L. Suiderbaan.

Voorenstaande Octroij is versogt door volgende chirurgijns: Burgemeester Joh. Tadema. Benjamin Bekius. Nicolaas Aengwarden. Gerhardus Berger. Jan Jacob Mans.Namens de weduwen onder het Gilde behoorende Ulbe Buwalda weduwe. Wed. Boritias Fonteins wed=. Marten Berger weduwe.S.A.D. 675.

Ook de toenmalige burgemeester ontving een exemplaar en reageerde als volgt:

Page 14: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Weledele Gestrenge Heer,

Ik heb de Gildearticulen huiden ochtend ontvangen mede na buiten genomen om aldaar te leesen sonder interruptie, na lecture komen mij geen sonderlinge remarques voor als op artl:4 daar staat dat de proeveling zal worden geexamineert soo in de anatomie als chirurgie, hoewel de presente doctor in de medicinae ook een ondersoek in de ontleedkunde zal doen. Dit is nog wat duister, dogh ik begrijp dat men wil seggen dat schoon 't examen soo in de anatomie of chirurgie door een lid van 't gilde wordt gedaan egter presente med Doc. of de anatomie of ontleedkunde zal examineren. Soo deese meninge is die volkomen approberen zoude hierin seggen daar 't woord hoewel staat en zal de presente Doct. in de medicinae worden versogt daar te boven ook een ondersoek in de ontleedkunde te doen. art.6 koomt mij het versmullen van de proevelingen niet al te regulier voor, het soude beter staan de onkosten daarbij te bepalen dog hier ben ik soo wel niet opgevat of er in andere Gilderollen voor beelden van zijn immers ik ben present geweest bij een bakkersproeve daar wij getrakteert wirden vrijwillig of na de rolle daar staat mij niets van voor, voorts is er in die ontworpen arttn. niet dat besondere aan-merkingen verdient, of 't moest weesen op de bepalingen van de baardscheerders, dog aangesien die gadmitteert worden onder seer geringen conditien en lasten, soo vinde daar niets in of 'mag soo wel weesen. Cornjum 15 Febr. 1758

E.S. van Burmania.S.A.D. 675.

Na goedkeuring van de stad volgt er een verzoek aan het illustre Collegie van de Edle Mogde Gedeputeerde Staten deser provintie, vervolgens Haar Edle Mogden approbatie en verificatie naa behoren versoeken. RequisitusJ.S. Zuiderbaan, 26 Augustus 1758secr. der Stad Dokkum. S.A.D. 675.

Op Donderdag 21 Sept. 1758 reageren de Ged. Staten met een brief:' waarop gedelibereert en na Examinatie van deese vernieuwde Gilderolle van de Chirurgijns binnen Doccum daarin niets strijdigh met voors. reglement van regeringe bevonden zijnde ten resp.e van de 51 en 52 articulen, zoo is na gedaan omvrage goedgevonden'. S.A.D. 675.

Bij overlijden van een Gildelid, zijn vrouw of weduwe hadden de andere leden de plicht 'ter begraefenisse' te gaan. De opschriften van de gildebaar der Medicinae Doctores in Dokkum uit de 17de eeuw luidden:

'Geen medicijn kan zijn zoo grootDie helpen kan in doodesnood,De beste kunst die staat dan stilEn God de Heer die doet zijn wil'

Help/ Heere Jezus, help/ o gij Samaritaan/Verbindt min wonden,Vergeeft mijn zonden.En schenkt mij u genâ,zoo ga ik hemel aan. S.A.D. 372. blz. 25.

Op de gildebaar van de Chirurgijns stonden de volgende opschriften:'Ons leven is maar eenen dagVol ziekten en vol naar geklag,Vol rampen, dampen en verdriet,Een schein, een droom en anders niet'.

'Wie 't voldoen van zijn schuld niet heeft in Christus gevonden

Page 15: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Al mist hij dik en veel, hij mist nooit regt zijn zonden'.

Beknopte geschiedenis van Dokkum. N.J. Waringa. A. Hallema. Dokkum. 1953. blz. 25.

In de Gildeartikelen van Leeuwarden werden de examens wel, in die van Dokkum worden ze niet beschreven; bljkbaar was dit niet nodig. Wel worden een aantal geëxamineerden genoemd.:

9 Juni 1727: Joh. Tadema in de heelkunde; Bouwe Fontein, Olderman en Johan Frans Beyer en Jan Sipma waren bijsitters.

19 Mei 1749: Benjamin Bekius in de heelkunde bekwaam bevonden. Corn. Sybes de Haan, ouderman en Johannes Tadema en Marten Berger, bijsitters.

10 Januari 1755: Nicolaus Ængwarda in de chirurgie of heelkunst. Georgius Brugman ouderman, Benjamin Bekius en Hendrick Hogeveen, Chirurgijnen, hebben als Meester geëxerceerd.

11 Februari 1755, Hans Jacob Mantz: Georgius Brugman, med. doctor, Hendr. Hogeveen en Nicolaus Ængwarda, Chirurgen, alhier bekwaam bevonden.

11 Febr. 1755: Gerhardus Berger geëxamineerd door Dr. Valerius van Thuijnen, med. dr. Benjamin Bekius, Hendrick Hogeveen, Nic. Ængwarda, bijsitters.

15 Febr. 1770: Leendert Stelwagen. Med. Dr. Th. Halbersma,ouderman. Nic. Ængwarda.9 Juli 1770: Hendricus Cleebe. Med. dr. Georgius Brugman. Ouderman. Nic. Ængwarda. e.a. De kosten van het examen bedroegen 15 guld. (in engere zin).

Een enkele keer kwam het voor, dat de candidaat niet slaagde. Dit overkwam Gossewinus Heeringa, zoon van de Tiomothius Heeringa old Burgemeester binnen gedagte Stadt. Het Gilde wilde de burgemeesterszoon niet toelaten hoewel de vader al zijn invloed uitoefende om zijn zoon chirugijn te laten worden. Zijn benoeming werd tot aan het Hof van Friesland uitgevochten.Hoe de Dokkumer chirurgijns over Gossewinus Heeringa dachten blijkt uit het verslag van het dienstmeisje Grijttie Heeres Bontekoe over wat de Oldersman had gezegd:.'Hoe dat de Burgemeester Heeringa hadde gesproken van sijn zoon dat hij deselve hadde laaten leere, en zijn zoon bij de voornaamste Meesters tot Amsterdam veele jaeren had gehadt, dat hy soo een bequaamheit besat dat men hem niet veel soude konnen vraegen, off hij soude wel in staat sijn om het te kunnen beantwoorden, maar nu is hij eevenwel al door de korff gevallen, en wij sullen hem in het toekomende wel keere,.'. Nadat Gossewinus nog een aantal lessen heeft genomen, is hij in 1742 geslaagd. Hij werd tenslotte chirurgijn te Nijkerk,(Dongeradeel). R. Tolsma. Doarpskille 74. Maart '96. Oosternijkerk.

Vervolgens moest de Eed worden afgelegd:

'Om onze kunst geen ergernisse, noch schande aan te doen door enige gevaarlijke operatiën, soo beloove ik bovenal, mij te onthouden van het steensnijden blaase, breuksnijden etc. Maar sal het laaten voor die geene, die daar in ervaren zijn'. Dr. M.J. Elzinga. Ternaard. De Vrije Fries. blz. 113. Leeuwarden 1950.

Wordende dientengevolge tot Gilde Broer geaccepteerd en aangenomen wijders toegewenst dat Heeren Zegen als belovende -naam van de candidaat- de gilderollen zooveel in sijn vermogen is te agtervolgen en na te komen.

Tot 1789 heeft het Chirurgijnsgilde bestaan en is het ontleedkundig onderwijs verzorgd. In deze functie heeft het een belangrijke bijdrage geleverd in de verbetering van de geneeskundige verzorging en de ontwikkeling van de medische wetenschap.In 1789 werd de Commissie van Geneeskundig onderzoek en Toeverzicht in Friesland opgericht die de taken van het Gilde overnam.

Page 16: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Eén van de vele problemen waarmee het 'Uitvoerend Bewind van de Bataafse Republiek' te maken kreeg was de wanorde op het gebied van de organisatie van de gezondheidszorg en de uitoefenig van het medische beroep. Centraal voorgeschreven regels bestonden niet.De toestand rond het afnemen van een chirugijnsexamen was chaotisch. Het centrale Bestuur streefde naar uniformiteit en orde. Ondanks de geringe medewerking op regionaal niveau werd de commissie in Friesland ingesteld. Reeds op 17 Januari 1799 had het Intermediair Administratief Bestuur van het Gewest Friesland een brief aan alle Friesche gemeenten verzonden waarin zij worden gelast alle collegia medica, chirurgica, pharmaceutica en obstetrica, alsmede de doctoren, chirugijns- en apothekersgilden of commissies en alle wetten, keuren, oronnanties, instructies en publicaties op te sturen en opgave te doen van de inrichting van die college's, de examengelden die moeten worden betaald, en opgave te doen van het onderwijs, van de jaarweddes en van het aantal van bovengenoemde personen en leerlingen in elke plaats. Vanwege de geringe respons wordt het schrijven op 16 Mei 1799 en op 18 November 1800 herhaald.Toezicht en contrôle op diploma, kennis en bevoegdheid moest strenger zijn. Vooral de bestrijding van kwakzalverij had hoge prioriteit.

DR. Julius Vitringa Coulon werd tot voorzitter gekozen. Con-trôle op bevoegdheid was één van de belangrijkste taken. Ook verdween de vrije vestiging voor vroedvrouwen, vroedmeesters en chirurgijnen. De commissie had een adviserende functie inzake de bestrijdng van epidemieën, behoorde de visitatie van apotheken tot haar taak en moest zij toezicht houden op de inventarissen van medicinae doctores, de chirurgijnen, de vroedvrouwen en de vroedmeesters. Het afnemen der examens en het bestrijden van misbruik op de plichtsbetrachting van alle genees- en verloskundigen vormde een belangrijk deel van hun werk.De commissie formuleerde de exameneisen en de instrukties voor verloskundigen, alsmede het examengeld: 75 c.g. voor een apotheker of chirurgijn in de stad en 50 c.g. voor iemand van buiten, vroedmeesters betaalden eveneens 50 c.g. en vroedvrouwen 25 c.g.

Teneinde de Gezondheidszorg te centraliseren volgden vele berichten aan de Raden van de verschillende steden.Na een overgangstijd in de 19e eeuw zijn beide beroepen gentegreerd; met de opleiding van heelmeesters is het in 1865 helemaal afgelopen. In dit jaar werd er één diploma ingesteld: het artsendiploma dat één bevoegdheid gaf. W.T. Beetstra: De Sjirurgijns en Dokters fan Warkum, 1620-1990. Fryske Akademy. Ljouwert. 1992. blz. 57.

Ook de tandheelkunde werd een apart beroep, getuige de advertentie van 3 maart 1875: F.M.H. Cohen en Zn. Chirurg- en Tandheelkundigen zijn te Dokkum consulteren op 4 maart in de Posthoorn. Oostergo 3 maart 1875. no. 17.

Daarnaast verschijnen er advertenties voor het vervaardigen van kunstgebitten en kunsttanden. en voor de verzorging van de tanden: plombeersel, tandpoeder, mondwater en tandpasta. Oostergo. nr. 17. 1875.

In 1899 is er twee keer een bril verstrekt door J.H.G. Bert aan het Weeshuis. W. 139.

DE DOKKUMER CHIRURGIJNS.

De eerste chirurgijn die in de argieven wordt genoemd is: Mr. Albert Tiaardsz, chirurgijn/barbier, 13 October 1586. Hij is geboren te Leeuwarden. S.A.D. 152. Hij wordt burgwer van de stad op 7 Januari 1587 ren betaalt hiervoor: 1½ c.g. S.A.D. 152. Als chirurgus ontvangt hij 18 Libra van het weeshuis in 1590. 27 September 1591. Ing. 204. 198/195, 247/244 Albert Tjaerds chirurgijn ontvangt 10-10-0, 25 c.g. op 1 Juli 1591: 25 c.g. op 14 Juli: 30 c.g. W. 8. no. 20, 27, 30. Ing. 204: 198/195, 247/244. Mr. Albert Tjaerds chirurgijn heeft ordonantie ter somma van twaelff gulden ter causa van meisterloon voor het cureren van diversche soldaten, alhier dorch het verschiven van sijn Excellentie gecureert. fac(it) 12-0-0. 21 Augustus, 1591. Op 15 Julij 1592 ontvangt hij ( A.T. zn. de Wilde) ter somma van thien car. gulden van het cureren van een schamele vrouw.

Page 17: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

1648: Albert Tjaards: voor medicijnen en meysterloon: 34-3-0. W. 26. no. 110.

Vóór hem komen we de namen tegen van Jan Durx, barbier. (Oktober 1572), S.A.D. 152, Jan barbier onder 't raadhuis (24 Juli 1577) S.A.D. 152 en Evert Sijmens, chirurgijn/barbier (1578). S.A.D. 152. blz. 6. R. de Beer. Geschiedenis van Dokkum. Dokkum. 1971.Ook worden Mr. Marten Willems, barbier, in Maart 1580 en Mr. Cornelis Hendriks, barbier, in Oktober 1583 tot burger van de stad aangenomen. S.A.D. 152. Uitgegeven den 16 October 1592 aan Jan Barbier ende Jan Peltzer vierentwintig strs. van etlike arme vooghe toe rasoren als blijckt breeder ordonantie daer van sub die selve 1-4-0. W. 8. no. 62.Uitgegeven aan Jan barbier, in Sept. en Okt. 1592 24 strs. van etlike armen toe rasoren als blijckt bi ordonantie. W. 8.

In het Gerechtelijk Archiefvan Dokkum: 29 May 1590, lezen we:Gelijktijdig woonde er in Dokkum mr. Gerrijt Caspers Stolts chirurgijn' ende Ida Beerndtsdr. doen proclameren een huis 'opte Nije buijren by de drie pypen' opt snijdt van het Grootdiep' Dokkum ZI.

1591: Mr. Jacob Peters zn. chirurgijn heeft ordonnantie ontvangen ter summa van seeven ende twintich car: gulden ter saken van meesterloon by hem verdiendt aan verscheydene soldaten in Groningerlant vanden vyandt gequetst sijnde. ergo 27-0-0. Inv. nr. 204. blz. 196/193.

Mr. Cornelis Hendriks, barbier. Okt. 1583. S.A.D. 152. (35)

19 Januari 1592: Haie Crolus, barbier, wordt tot burger aangenpomen. Hij betaalt ½ c.g. S.A.D. 152.

Meerdere malen wordt geld uitgegeven voor het scheren van armen in het weeshuis. W. 8. no. 61.Augustus 1593: betaald aan Harmen chirurgus: 5-14-8. W. 8. blz. 25.

31 Jan. en 17 Febr. 1593. aan Mr. Rein Warmers, de somma van 25-0-0 en 2-10-0 voor etlike krancken daar hi voor Jan Jakobs in zijn kranckeid heeft bijgestaan. 2-0-0. W.8. no. 41/54.

Uitgekeerd in handen van Jan Pieters barbier de somma van agt en twintig car. gls. 28-0-0 en 35-0-0. 1593/94. W.8. --------W.8 no 106.April '94. Volgens ordonantie betaald aan Dirck Spockman 14-0-0. W8. 68.

Volgens ordonantie no 106 gedaan Marten Potter barbier zeven en dertig strs. 1-17-0. den 5 Aug. 1594. W. 8. Op 10 April 1596 betaald aan Mr. Potter: 25-0-0. W. 8.

23 Dec. 1594: volgens ordonantie betaalt aan Mr. Jorrits: 1-10-0. W. 8. Den 3 Sept 1595.Betaalt aan Jorrit barbier agt en vijftig car. gls. ende 2 strs. voor een half jaar volgend de ordonantie 58-2-0, 8 Maart 1596. W. 8.

Juli 1595: Mr. Johannis. 6-2-0. W. 9.

9 dec. 1595 en 2 Jan. 1596: betaald aan Sipki Sijtses, barbier: twee maal: 1-0-0. W. 8. Betaalt aan Sipke Sytses barbier, twintich stuivers volgens ordonantie. 22 Jan. 1596. 28 Juni '96: 1-17-0-. W. 8.

22 Jan. 1595: Mr. Sijmen: 33-7-0. W. 8. Betaald aan Mr. Evert Sijmen drie en dertig car. gls. volgens ordonantie 33-7-0. den 22 Jan. 1596. W. 8.

9 dec. 1595. Mr. Cornelis Sijbrands, chirurgijn, betaalt op 29 jan. 1596 1½ c.g. 1 str. voor het voor burgerschap. S.A.D. 152. no. 59. De 4 Sept. 1599 is Meyster Cornelis Sijbrandus medesijnen opnieuw voorgedragen tot chirurgijn of medicijn om alle armen deser stadt voor de tijd van een jaar om alle medische gebreken te geneezen ende cureeren voor de somma van vijf en twintig c.g. Mr. Cornelis Sijbrants wordt benoemd door het Wees-

Page 18: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

huis van May 1600 tot May 1601. Hij krijgt twee maal 9-16-0 betaald. W9. blz. 42. Ook ontvangt hij van 1604 - 1607 zijnes dienstes aan de armen diverse malen voor een half jaar 14-0-0 en 13-0-0 van het Weeshuis. W. 9. blz. 61. Hij ontvangt een half jaar bonus: 11-0-0 en 25-0-0 voor arbeidsloon. W. 9. blz. 42/43/46/60.Van May 1600 tot May 1611 ontvangt hij twee maal 9-16-0 voor een half jaar. W. 9. blz. 47.

Mr. Christoffel Clinger aangenomen (bij het weeshuis) van May 1595 - Maert 1596. Hij ontvangt 32-10-0 voor bewezen diensten, volgens ordonantie. In april en may '95 ontvangt hij 21-0-0 en 12-0-0. W. 8. Op 5 Febr. 1596 wordt hij burger voor 2 Libra. S.A.D. 152 (60). W9. blz. 11/14. Ook op 6 Juli '96 voor een jaar salaris: 8-10-0. W. 8.Betaalt aan Mr. Christoffel barbier vijftig gls. in betalinge van 1 jaer salaris volgens ordonantie: 21-0-0, de 5 April 1596.Ook in 1597 wordt hem 7-7-8 betaald. W. 9. blz. 11.

22 Maart 1596: Mr. Wijt, barbier, meysterloon: 9-0-0. W. 8.

De 10 voorschr(Juni) 1596 betaalt aan Mr. Peter Douwes vijf en twintig cat gls. van meysterloon van drie personen volgens de ordonantie 25-0-0. W. 8.10 Juni 1596: Mr. Peter: 25-0-0. W. 8.

4 April 1597: Meester Evert Jacobszn. met 'd andere chirurgijns medegegaen hebbende over die cure van een jonge in het gasthuis wesende die het ene been is offgeset ende het ander gecureert hebbende ordonantie ter somma van vijff en sestisch car:gulden t'samen 65-0-0. Ing. 204. 373/361.

1598. Mr. Feico Wigle. Hij wordt ook reeds in 1596 genoemd. S.A.D. 204. 199/196.Op 10 jan. 1599 wordt hij burger van de stad en betaalt: 2 Libra. S.A.D. 152.(67).actum den 30en October 1598. Mr. Feico chirurgijn ter somma van ses dalers van visitatien ende meisterloon gedaen en verdient aan wilen Joannes Bernardi dienar des Woerdes, daer hij verleden soemer met sin familie ande peste sieck lach. 15-0-0. Inv. nr. 204. blz. 414/402.

Januari 1599: Mr. Jan Dirx wordt burger van de stad en betaalt: 1½ c.g. 7 strs. W. 152.

Bartel Lodewijk, barbier. 1600. blz. 48. W.9.

Anno May, 1600. Volgens ordonantie no 31 betaalt aan Wijbrand, barbier: 8-8-0. W. 9.

Op 6 Jan. 1602 heeft Botte Wielsma, chirurgijn, 24-2-0 ontvangen. W. 9. blz. 41.Hij wordt benoemd aan het Weeshuis van May 1607 tot May 1608. hij ontvangt twee maal 13-0-0. W. 9. blz. 60.Ook ontvangt hij in 1607/08, 4-0-0 en 36-16-12 voor enige drankjes en medische hulp aan het weeshuis. W. 10.Plaatje: rekening van medicijnen.

1602: Mr. Frans Jacobs. 6.-.-. W. 8.Hij is geboren te Bolsward en betaalt 2 gls. en 10 stuivers voor het burgerschap, 11xbris 1614. S.A.D. 152.

Tjaard Cornelis ontvangt diverse malen loon van 1604-1608 van het Weeshuis. 18-0-. 28-0-0. 14-0-0. 20-28-0. W. 9.

Mr. Claas Jansen. chirurgijn, geboortig te Hallum. Hij heft voor burgerrecht betald 2-2-0 op 4 Juni 1606. S.A.D. 152. blz. 78.In 1613 ontvangt hij van het Weeshuis 2-2-0. W. 12. blz. 410.

May 1608. betaald aan Mr. Symen. 4 gld. W.9 blz. 48.

Mr. Jacob Sartorius ontvangt 4-16-8 als salaris van het Weeshuis in 1608. W.10.

Page 19: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Mr. Wigle Willems ontvangt van Junij 1611 - May 1612: 17½ g.g. W.9.

27 Dec. 1611. Mr. Sibren Douwes geboortig van Bergum betaalt 3 dalders 2 stuivers voor het burgerschap. S.A.D. 152.

Mr. Cornelis Teunis geboortig van Ritsmazijl betaalt in 1611 voor het burgerschap 2 gld. 2 strs. S.A.D. 152. blz. 104.

Mr. Cornelis Jeroens geboortig uit Lansom, betaalt de laatste xber 1611 eveneens 2 gld. 2 strs. S.A.D. 152.

Mr. Sibren Douwes, geboren te Bergum, betaalt op 6 December 1611 3 daalders en twee stuivers voor het burgerschap van de stad Dokkum. S.A.D. 152.

Mr. Pieter Willems Galama, geboren te Stuers, wordt burger van de stad op 6 december 1611, voor 2 c.g. en 2 strs. W. 152.

Op 6 december 1611 ontvangt Mr. Cornelis Teunis, geboren te Eesmazijl, het burgerschap voor de somma van 2 c.g. en 2 strs.

Aan Mr. Jan Sybrants betaald 3-0-0 ter behandeling van een wondinge in 1613. W. 13. blz. 30.

7 April 1618. Mr. Cornelis Harmens, geboren te Leeuwarden, betaalt 2 gls. 2 strs. voor het burgerschap S.A.D. 152. blz. 116. Hij ontvangt van het Weeshuis in May 1620: 35-0-0. W. 14. In 1624 ontvangt hij 25-0-0 voor een half jaar traktement. W. 14. ord. 21. Eveneens in 1629. W. 14. ord. 90. In dat zelfde jaar 1629 ontvangt hij twee maal 25-0-0 voor een half jaar traktement. W. 14. no. 90. W. 15. no. 37.Hij ontvangt 5 -19-0 in 1632 en later nog eens 20-0-0. W. 15. no. 44 en W. 15. no. 33.

Mr. Cierk Galama: In Jan. en Maart 1619 betaald door het Weeshuis 7-0-0, 32-4-0, 25-9-0. W. 13. Mei 1620: 32-9-0. W. 14. In 1621, 41-13-0, voor medicamenten. W. 14. no. 99. Hij ontvangt in 1622 43-8-0 o.a. ter causa van een half jaar traktement. W.14. In 1623 ontvangt hij 25.0-0, eveneens ontvangt hij 2-10-0 en 10-0-0. W.14. no. 6/35/61. In 1624 ontvangt hij 25-0-0 voor een half jaar traktement. Als mey-sterloon in 1624, 48-0-0. Eveneens de somma van 15 c.g. W. 14. no. 99/7/103. In 1625, 25-0-0 voor een half jaar traktement, en 4-4-0 voor vijf dranken W. 14. no. 91/145. In 1630 ontvangt hij 28-19-0. W. 15. no. 20.

Mr. Sytse ontvangt van het weeshuis in 1619: 23-16-0 en in Mei 1620: 21-0-0. W. 13.

Mr. Marten Clasen geboren te Leeuwarden, chirurgijn 17 Dec. 1621: 3-2. S.A.D. 152. blz. 135.

Van May 1622 tot May 1623 is betaald aan Sijrck Willems: 17½ g.g. W. 9. W. 14. Voor vijf dranken in 1625: 4-4-0. W. 14. no. 145. In 1626 voor een half jaar traktement en enige dranken: 36-12-0, eveneens in 1628 voor een half jaar traktement en enige dranken 28-10--0. W. 14. no. 83. Mr. Sijrck Willems ontvangt van May 1622 - May 1623 18 ggl. W.9.Mr. Willem(s). ontvangt 10-0-0 in 1633 van het weeshuis. W. 15. no. 70.

Mr. Berendt Crabbes. chirurgijn, gheboren te Fersum bij Delfzijl. 8 Okt. 1625. S.A.D. blz. 153.1633: betaald, 10-0-0. W. 15. no. 70.

Harmannus Ausma: mr. chirurgijn, geb. te Jouswier. 19 Okt. 1625, burger van Dokkum. S.A.D. 152. blz. 156.

Hermannus Attema, mr. chirurgijn geboren te Franeker. Burger van Dokkum: 19 Oktober 1625. 3-2-0. S.A.D. 152.

1626: 7 xber. Mr. Jogarius Romkes: 4-18-0. W. 24. no. 22.

Betaald aan Mr. Klaas Jansen in 1628: 42-12-0. W. 14. no. 114.

Page 20: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Mr. Jochum. 6-4-0. 1630. W. 15. no. 103.

Eysbrandus Hanses Went. chirurgijn. geboren te Collum ca. 1630. Is gehuwd met Trijntje Jelgers op 21 Maart 1656 en wordt op 21 Mei 1656 van ditzelfde jaar burger van de stad.Hij betaalt 3-2. S.A.D. 152. Hij hertrouwt op 1 Dec. 1666 met Maicke Unia, er worden totaal 6 kinderen geboren. Hij is in 1658 diaken in de Breedstraat. W. 20. 1658: May: 5-12-0 ontvangen van Mr. Wendt. W 20. 1665: Mr. Eiso Wendt ontvangt van het weeshuis 50-0-0 voor een half jaar traktement. Een half jaar later opnieuw. W. 27. no. 117/149. In hetzelfde jaar ontvangt hij 36-0-0. In 1667 ontvangt hij 2-6-0. W. 28. no. 62. In 1668 ontvangt hij twee maal een half jaar traktement: 50-0-0. W. 28. no. 96/119. W. 28. no. 163. In 1672 ontvangt hij een half jaar trakte- ment: 50-0-0. W. 29. no. 107. Hij is overleden op 1 dec. 1686. Geneal. Jierb. '93. Fryske Akademy. Ljouwert. blz. 130.

1630: betaald aan Mr. Gerrit Michiels: 11-0-0 als meysterloon. W. 24. no 56.In 1636 ontvangt hij: 11-0-0. W. 24. no. 56.Hij wordt burger van de stad op 26 December 1640 en betaald 2-2. Hij is geboren buiten Dokkum. S.A.D. 152.

1633: Mr. Willem: 10-0-0. W. 15. no. 70.

1633: Betaald aan Mr. Martens door het Weeshuis: 7-0-0. W. 15. no. 70. Betaald aan Mr. Martens 7 ggl. en 10 stuivers wegens zijn extraordinaris diensten dien hij gedaan heeft aan verscheiden personen kranken blijckende bij den ordinaris daer af met no. 63 getekent. 1638. W.16. Voor een jaar traktement in 1639: 38-0-0. W. 16. no. 39.In 1639 als meysterloon: 4-0-0. W. 25. no. 33.In 1642: 7-0-8. W. 16. no. 19.

Mr. Sybrand Baardt, geboren te Bolsward, wordt burger van de stad op 20 December 1638. Hij betaalt 2-2-0. S.A.D. 152. Betaalt aan Mr. Sybren Baart door het Weeshuis in 1640: 22-12-0 voor meysterloon. W. 25. no. 111. In 1641 twee maal 10-0-0. In 1642: 40-0-0 en in 1643 20-0-0, ieder half jaar uitgekeerd. W. 16. no. 10/23/32/71/159/161. In 1644 ontvangt hij 20-10-0 als meysterloon. W. 25. no. 24. Op 15 Febr. 1645: 24-0-0 voor traktement. 25 April 1645: 10-0-0 en 41-1-0. W. 17. no. 51/-126.

Mr. Hans Wint (Wijndt): 1638: chirurgijn, 2-19-0 wesende meysterloon. W. 16. no. 87. 12 Dec. 1645: voor medesinnen: 13-1-0. W. 17. no. 25. 28 April 1646: 34-0-0 voor medesinnen. 1646: 10-0-0, 10 mei 1646: 20-0-0. 30 mei 1646: 17-10-0, 1 aug. 1646: 37-0-0. 21 Nov. 1646: 31-2-0, W. 17. no. 87/101/113/143/23, 27 Nov. 2-2- S.A.D. 152. 1647: traktement: 40-9-0, St. Jacobi 10-0-0, 18/31 Okt. 28-0-0. 10-0-0. W. 17. nr. 45/155/172/182. 12 Febr. 1648: 10-0-0 als traktement en 20-0-0 in Augustus van hetzelfde jaar en 10-0-0, 2-19-0, wesende meesterloon. W. 17. nr. 76/151/186/86. Mrt. 1649: 10-0-0, 7-9-0, 1-0-0, 18 Juli: 15-0-0, 4-5-0, 10-0-0, 15-0-0, 10-0-0. W. 17. no. 35/76/86/91/109/127.Juli 1649: Vier maal een vierdel jaar traktement, 10-0-0, 5-0-0. W. 17. no. 35/86/109/160/127. 1650: May, 10-0-0, 22 Juni, 9-0-0, 4-10-0 voor medicamenten. W. 18, no. 77/91/108.1656/'57, 12/9bris: 20-0-0. W. 19.

1639: betaald aan Mr. Jorrits door het Weeshuis: 8-0-0. W. 16. no. 53. 1633: betaald: 7-0-0. W. 15. no. 61.

1640: Mr. Biuwe ontvangt 51-11-0 van het Weeshuis. Eveneens 10-0-0 als meysterloon in 1640 en 24-18-4 voor medicijnen in 1640. W. 25. nr. 46/70/10.

1640: Mr. Binnerts. 51-11-0. W. 25. no. 46.

Bronger Wytses, chirurgijn, geboren te Mirns. 29 Febr. 1641. S.A.D. 152. blz. 220. Van het Weeshuis: 2-10-0 voor meesterloon. 1639. In 1643: 6-16-0. W. 16. 41/130.Voor mr. Bronger 2-10-0 als meisterloon voor Bonne Teakes wijf verdient. 1638. W. 16. no. 41.

Page 21: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

1644: Mr. Boudts. Meesterloon: 20-10-0. W. 25. no. 24.

1644: Mr. Rynck. chirurgijn. 2-15-0. W. 25. no. 113.

1644: Mr. Martens, barbier ontvangt van het Weeshuis: 10-8-0 en 4-0-0. W. 126. 91/92/110.

1645: Mr. Lolke Jorrits. 3-14-8. W. 25. no. 114.

1645: Vreyerck Smydt. 24-6-0. W. 25. no. 49.

1645: Lolke Jansen, chirurgijn, 3-14-8. W. 25. no. 114. In 1647 ontvangt hij 12-0-0. W. 9. no. 19. Januari 1648: betalt : 20-6-0 en van May 1648 - Juni 1648: 27-0-0, 5-30-0, Sept. 35-2-0. W. 17, nr. 57/136/137/7. April 1649: 44-20-0. W. 17. no. 54.

30 mei 1646: Mr. Wulbe. 17-10-0. W. 17. no. 113.1646: 10-18-8. W. 25. no. 79.Betalt aan Mr. Wulbe, meysterloon: 17-10-0. 30 May 1646. W. 17. no. 113. 1646: hij ontvangt 10-18-8 van het Weeshuis. W. 25. no. 79. In 1649: 11-5-0 voor medicijnen en loon. In 1650 ontvangt (W)Ulbe Tjaards barbier: 10-18-0. W. 26. no. 121/116.In 1654 voor meysterloon: 24-14-0 en 24-13-0. W. 26. no. 79/156.Mr. (W)Ulbe Tjaards in 1655: voor geleverde medicijnen: 31-5-0. W. 26. no. 74.In 1656: op 15/8bris: 60-0-0. W. 26. no. 78.1656. Mr. (W)Ulbe ontvangt 35 c.g. als meesterloon van het Weeshuis. W. 22. no. 31.

30 May 1646: Mr. Hindrik Hindriks voor diensten aan 't Gasthuis. 11-13-0. W. 17. no. 114.

Mr. Rentse Siurtses 30 Mei 1646. 11-13-0. W. 17. no. 113.24 Nov. 1649: 12-16-2. W. 17. 186.

Mr. Andris Went, geboren te Bolsward. burger: 27 Nov. 1646. S.A.D. 247/152. 1649: 10-0-0. W. 17. no. 35. 18 May 1650. tractement, 10-0-0. 22 Juni 1650. voor medicamenten, 9-0-0. 1650, voor medicamen-ten, 4-10-0. St. Jacobi, 10-0-, tractement. 23 febr.: 16-5-0. W. 18. no. 77/91/108/25. 1651: 10-0-0, 10-0-0, St. Jacobi: 10-0-0, 7-10-0. 2-2-0. W. 18: no. 1/3/2/6/29. 1652, 30-0-0 tractement, 13-13-9, 11-6-0, 10-0-0, 10-0-0. W. 18. no. 8/9/11/12. 1653. Voor geleverde medicijnen: 11-13-0. W. 20. no. 23.1653, traktement: 11-6-0, twee maal 10-0-0, 1-10-0 voor medicijnen. W. 18. no. 9/11/12/7.1654: traktement. 10-0-0, 12-0-0.. W. 19. 5/6/8/4.1655: 4 maal 10-0-0. W. 19. no.1/4/6/8.Mr. Andris Windt: 1655. 4-0-0 voor hulp aan de armen, 10-0-0 voor geleverde medicijnen, 4-4-0 voor medicijnen, 7-14-0. W. 19. no 1/14/26/38.1656: tractement. 10-0-0 vier maal. W.19. no. 1/3/6/8. 1656. 9-0-0 traktement. W. 19. no. 16. 1657: 2- 10-0, 12-4-0. W. 19. no. 20/22.1658: 6-15-0. voor geleverde medicijnen en 1-6-0, 7-14-0, 11-13-0. W. 20 no. 60/5/11/23. 1658: 4 maal salaris. 10-0-0. W. 20. no. 73/74/75/76.1659: hij ontvangt 10-0-0 en voor geleverde medicijnen 1-2-0. W. 20. no. 4/5.1659: tractement, 15-2-0: W.20. 136/138/141.1660: 15-0-0. W.20. no. 15/18/19.22. 1660. ontvangen van het Weeshuis: 9-5-4 en 12-10-0. W. 28: 197 en 219. 1667: 2-6-0, 12-8-0 en 19-0-0 van het Weeshuis. W. 28. no. 62/ 179/180.

Mr. Biedtkieren, 1647. 8-7-0. W. 17. no. 17.

Mr. Johansen. 15 Nov. 1648. 22-14-0. W. 17. no. 235.

Mr. Jorrit Harmens 4 Sept. 1648. 23-17-0, 12-5-0, 27-5-0, in November. W. 17. no. 174/175/1.30 maart, 1649: jaartraktement, 55-3-0. Ook ontvangt hij in 1649 47-2-0. W. 17. no. 46/128.

Page 22: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Mr. Halbe Harmens, 47-11-0. Juli 1649. W. 17. no. 128. 47-2-0. W. 18. no. 16. Mr. Harmens. 21 Juni 1651: 0-17-0. W. 18. no. 16.

10 Nov. 1649: Mr. Finck: chir. 8-19-8. W. 17. no. 163.

Mr. Ane Teakes, Mei 1649, 7-9-0. W. 17. no. 76.

1650: Mr. Wijnants. 10-0-0. W. 18. no. 7.

Mr. Jan Clases. 1650. 3-10-0. W. 20. no. 11.1658: Mr. Jan Clases. 3-10-0. w. 20. no. 11.

Mr. Jorrit Annes chirurgus, geboren te Raard. 3-2-0. 27 Oktober 1650, burger van Dokkum. S.A.D. 152.3-2-0. 16-10-0 in 1654. W. 26. no. 152.

1650: Mr. Jan Stangerus. 8-10-0. W. 18. no. 10/11.4 Mei 1650: 8-10-0. W. 18. no 54. 1654: 1-3-0, 2-7-0. W. 19. no.7/12.St. Jacobi 1654: Jan Stangerus. 2-0-0. W. 19. no.24. 1655: 1-17-0, 2-2-0, 1-4-0. W. 19. no. 4/19/29.W. 19. no. 29/ 3. 1656. 1-4-0. no. 13. 2-0-0. no. 19. 2-0-0. voor meijsterloon: 7-10-0. W. 19. no. 24. no. 25.1657: Ligtmis. 1-4-0, 0-12-0. W. 19. no. 1/5/15/20.

1650: Mr. Meynaarts. 10-0-0, 111-6-0. W. 18. no. 117/126.

1650: 23 Febr. Mr. Louis Winters. 16-5-0. W. 18. no. 25.

1650: Mr. Pytter (Petrus) van Buijtten, hoofddiaken van het Blockhuyster Espel. W. 18.

Mr. Alberda. 1651, 1-17-0. W. 18, no. 5.

May 1651: Mr. Cornelis. 4-18-0. W. 18. no. 9.

29 Sept. 1651: Mr. Marten Clasis, chirurgijn. 3-2-. S.A.D. 152.Mr. Marten Clasen, chirurgijn, 1653, 6-11-0. W. 18, no. 3.Hij wordt burger van de stad op 29 September 1654. S.A.D. 152.

In 1653 ontvangt Mr. Hindrik Haenties 33-2-0 als arbeidsloon. W. 26. no. 42.

In 1653 onvangt mr. Luytien, barbier: 58-0-0. W. 26. no. 22.

1653: Meyster Willum Syercks: 6-13-7. W. 18. no. 36.

1656: Meijster Luckas. 10-0-0. W. 19. no. 5. 1659: loon. 12-0-0. W.20. 218.

1658: Mr. Jan Feddes, 4-9-0 voor geleverde medicijnen. W. 20. no. 50. 1657: 3-10-0. W. 26. no. 56. In 1659 ontvangt hij 15-0-0 aan meesterloon voor Trijntje Jeltes. W. 20. no. 205.

1659: Paulus Colckman, mr. chirurgijn. 14 xbris. 50-0-0. W. 27. no. 114. 1667: 9-0-0 van het Weeshuis. W. 28. no. 29. Overleden 12 April, 1669, 35 jaar. blz. 171. Jierb. '93.

1660. Mr. Walentijn, meesterloon. 15-0-0. W. 20. no. 319.

8 April 1663: geboren: Jurre Martens Heydanus, in 1683: wordt hij genoemd als Mr. Chirurgijn. R. Koetje-van der Berg: Van Vader op Zoon. Aug. 1995. S.A.D. 724.In 1706 is hij Meester Chirurgijn en Herbergier te Nijkerk.

Page 23: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

(Dongeradeel).

1665: Mr. Antonius Hansma. 9-0-0 en 2-8-0. W. 28. no. 103/127.1666: 9-0-0. W. 28. no. 172.

1668: Mr. Anthony Haufman: 3-9- en 5-0- van het Weeshuis. W. 28. no. 75/136.

Willem Claassen Jensma chirurgus, geb. te Leeuwarden. burger op 5 Mei 1669. Hij betaalt: 10-7-0. S.A.D. 153. blz. 54.

Jan Lindeman, chirurg te Dokkum geboren 9-Juli 1670, overleden na 1711. Getrouwd op 31 jan. 1693 met Aefke Jalckes van Lippenhuizen. Ze krijgen vijf kinderen. Hij was ook barbier. Het echtpaar kocht in 1701 een schuur in de Valckstraat. Geneal Jierboekje. Fryske Akademy. Ljouwert. 1993. blz. 63.

Ulbe Abrahams Buwalda. Geboren 30-9-1672, mr. chirurgijn. Hij trouwt op 16-5-1701 met Baukje Klases van Oostrum. Ze krijgen 8 kinderen. S.A.D. Geneal. 4. Op 24 Mei 1740 bevalt zijn vrouw met ondersteuning van Schrader. blz. 215. De naam van zijn weduwe wordt vermeld onder het Gildereglement van 1748.Hij ontvangt in 1695: 19-1-0, in 1697: 15-0-0, in 1698: 13-18- van het Weeshuis. W. 33. no. 16/13.79. In 1713 ontvangt Mr. Ulbe Buwalda 32-6 van het Weeshuis. W. 36. no. 24.

Gerrit Nederhof, Mr, chirurgus, geboren te Amsterdam, krijgt op 14 May 1673 het burgerrecht. Hij betaalt 10-7-0. S.A.D. 153. blz. 71. Hij ontvangt voor medicamenten van het weeshuis in 1686: 2-6, en 5-0-0 aan meesterloon eveneens in 1686. W. 31. no. 30/2.

De 2de January 1688, houden de Grootschippers hun gildemaaltijd. Ze rijden met een sloep, getrokken door 4 paarden door de stad. Voerman is Minse Minses; deze heeft moeite met een soldaat die niet van de sloep af wil blijven.De soldaat wordt met een zweep gestraft maar wordt daarover zo kwaad, dat hij zich voorneemt één van de bootslui te doorsteken, wie het ook is. Het lot treft Jan Bontekoe, de stuurman. Hij wordt met een driekante steek in het hart geraakt en naar de wondheeler Gerrit Neederhof gebracht.De dader vlucht, met verlies van zijn hoed, naar huis. De gewonde wordt na behandeling naar het huis van zijn zuster gebracht en overlijdt daar na enige tijd.De dader is naar Oost-Indië vertrokken en daar in 1703 overleden. blz. 104. afschrift Smedema. S.A.D. E. 66. S.A.D. 15.

Mr. Isaack Sipma: 1673: hij ontvangt als hoofd der diaconie: 105-0-0. Ook in 1673 ontvangt hij 45-0-0 voor een half jaar traktement van het Weeshuis. W. 29. no. 47/61. In 1674 ont vangt hij 45-0-0 voor meijsterloon en eenmaal 35-0-0. W. 29. no. 153/192. In 1675 voor een half jaar traktement: 45-0-0, in datzelfde jaar: 12-0-0 en 4-16-0. W. 29. no. 47/138/140. In 1676 opnieuw 45-0-0 voor een half jaar salaris. W. 29. no. 139. In 1678 1-8-0. W. 30. geen no. en in 1680 twee maal een half jaar traktement: 45-0-0, eveneens in 1681 en 1682. W. 30. no. 101/142/70/125-132/128/136/129. 1686: een half jaar traktement van het weeshuis: 45-0-0. W. 31. no. 3.1692 ontvangt Sipma van het weeshuis twee maal traktement: 90-0-0 en 25-15-0 wegens medicamenten. W. 32. no. 41/39.In 1693 ontvangt hij 7-4-0 op 31 Maart, eveneens in 1693:12-12-0 en 15-10-0. W. 32. no. 22/7/14.In 1695: twee maal een half jaar traktement: 45-0-0, eveneens in 1695: 31-18. W. 33. no. 36/59/37.1697. Mr. Isac Jansen Sipma: 45-0 17. May. W. 33. no. 8.1699: twee maal 45-0-0 voor een half jaar traktement. W.33. no.21/63.

1674; Mr. Wijbrandt Adema: 1-11-0. W. 29. no. 41.

Eede (Iede) Boekholt, chirurgijn, wordt tot vroedschap aangesteld: d. 1 Juli 1676. In 1684 zit hij in de Raad voor het Oosterstr. Espel. S.A.D. 1. blz. 169.

Page 24: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Gerlof Smeeding,chirurgijn te Dokkum, geboren te Amsterdam.Gehuwd te Dokkum op 26 December 1676 met Hillegonda v. Ripema, geboren te Dokkum op 29 Mei 1629. Ze krijgen vier kinderen. blz. 138. Jierboek '93. Fryske Akademy. Ljouwert.

Andries Clock, chirurgijn, geboren te Leeuwarden, wordt op 26 September 1682 'voor burger deser stad aengenomen nadat hij onder eede hadde belooft de Stadt Houw ende (ge)trouw te sullen wesen, de ed. achtb. Magistraat te eren ende te respecteren voorts sich te sullen houden ende dragen al seen goedt eerlijck burger toestaedt te doen ende heeft voor burgerrecht betaalt: 10-7-0 '. S.A.D. 153. blz. 101.

In 1683 betaalt aan Mr. Harick, chirurgijn verbonden aan het Weeshuis: 45-0-0. In 1685/86: twee maal een half jaar traktement: 45-0-0. W. 31. no. 115/31/46.

1683: betaald door het Weeshuis aan Mr. Doornbos, chirurgijn: 14-0-0. W. 31. no. 127.

In juni 1690 betaald door het Weeshuis aan chirurgijn Jensma: 28-0-0. W. 32.

Hoite Pytters Lieuma, chirurgijn, geboren te Dokkum, op 18 April 1690. Hij trouwt op 5 Oktober 1710 met Biva Jacobs, geboren te Groningen. Ze kregen vijf kinderen. Genealogisch Jierboek. Fryske Akademy. Ljouwert. 1993. blz. 132.

Mr. Lammert Sybrant ontvangt in 1697 van het Weeshuis: 9-16. W. 33. no.61.

12 April 1704: betaald aan barbier Dirks: 25.0-0. 13 Mei 1706: betaald door het Weeshuis:: 25-0-0. In 1707 ontvangt hij: 18-15. W. 35. no. 1/1/78.

1716: Betaald aan Mr. Anders wegens Detje van Dockum: 25-0-:. In ditzelfde jaar, ¼ jaar traktement: 15-0-0. W. 37. no. 83/97.

27-5-1718: Cornelis Sybes, mr. chirurgijn, 39 jar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers. Dokkum. 1954.

16-11-1724: Bouritius Fontein: chirurgijn, 33 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers. Dokkum. 1954. In 1729 is betaald aan B. Fonteyn wegens verdiend meesterloon aan Rinse Jans de somma van f.150.- blijkens quit. nr.39. W.40. In 1729 ontvangt hij van het Weeshuis wegens meesterloon: f. 77-:-: , eveneens in 1730 hetzelfde bedrag wegens meesterloon. W. 40 no. 62/133. In 1731 wordt aan zijn weduwe 't resterende meesterloon alsmede 't resterende meesterloon van Meindert Alberts betaald. 40:-:-. W. 41. no. 41.

16-3-1724: Cornelis de Haan, mr. chirurgijn, 44 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers. Dokkum. 1954. 1749: Corn. de Haan betaalt 20-9-0 aan quotisatie. Het gezin bestaat uit drie volwassen personen. Qoutisatiekohieren. Deel 2. P. Nieuwland. Fryske Akademy. Ljouwert. 1981.

ca. 1725. Kornelis Sibes, barbier. C.G. Schrader, Memoryboeck van de Vrouwens. Rodopi. Amsterdam. 1984. blz. 29.

ca. 1725. Westendorp, breuksnijder. Ibid. blz. 29.

ca. 1725: Frans Berger. C.G. Schrader: Memoryboeck der Vrouens. Rodopi. Amsterdam. 1984.

Mr. Pieter Vany, vroedmeester, biedt regelmatig hulp aan C.G. Schrader. Memoryboeck van de Vrouwens. Rodopi. Amsterdam. 1984. blz. 39.

1726: Harmannes Nooteboom, oogmeester, 41 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954.

1727: Johannes Tadema. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst Dokkum. 1959. C.G. Schrader. Memorij Boeck der Vrouwens. Rodopi. Amsterdam. 1984. blz. 39/40. 25 October 1743, 41 jaar, mr. chirurgijn. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954. Hij stond als voorz. van het Chirurgijnsgilde, op

Page 25: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

goede voet met de vroedvrouwen en met de apothekers. Hij heeft mede het Gildereglement ondertekend in 1748.

Joh. Frans Berger: chirurgijn, 48 jaar, 1728. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954.

Folkert Snip.

Hij is in 1733 te Dokkum geboren. Zijn vroedvrouw was Catharina Geertruida Schrader die tot dezelfde familiekring behoorde. Op 15 September 1750 liet hij zich inschrijven als student aan de Universiteit van Franeker en volgde de colleges in de geneeskunde, o.a. van Prof. Camper.Nog juist voor het vertrek van Camper naar Amsterdam promoveert Snip op een proefschrift, getiteld: Dissertatio de Hydropeis per Chiurgiam Curatione.Vervolgens zet hij zijn geneeskundige studiën voort in Frankrijk.Snip schrijft in 1761 een verhandeling over de verwijdering van blaasstenen volgens een operatietechniek die hij van de bekende chirurg Le Cat in Frankrijk heeft geleerd.Teruggekeerd vestigt Snip zich in zijn geboorteplaats Dokkum om hier de geneeskundige praktijk uit te oefenen.Waarschijnlijk op voorspraak van zijn leermeester/promotor Camper wordt hij op 29 juni 1762 als zijn opvolger in de anatomie en chirurgie te Amsterdam benoemd.In de rij van Praelectores aan het Atheneum Illustre neemt hij een weinig opvallende plaats in; van hem is noch een portret, noch een anatomische les geschilderd of getekend.Er was in zijn tijd reeds sprake van een periode van verval van het chirurgijnsgilde in Amsterdam.

Hij houdt zijn inaugurele rede op 2 Mei 1763 maar het lijkt dat hij zijn professorale taak niet zo ernstig heeft opgenomen.Op 15 Juni 1767 hebben de overlieden, hoewel op collegiale toon, de nieuwe hoogleraar gepolst, wanneer hij met zijn lessen zal beginnen.Als hij een jaar later nog geen aanstalten heeft gemaakt stuurt het gilde een vrij scherp gestelde brief waarin zij opmerken ' dat ZEd's wederkomst zeedert een geruyme tijdt door de overlieden gewenst zynde en tot nog toe het geluk niet kunnende hebben, de meenigvuldige proevelingen en uytstellingen door UwEd.absentie ons ambraseeren en van ter zyde door een van de Heeren Inspectores van het Collegium Medicum Uw Ed. indipositie verstaan hebbende: was ons vriendelyk versoek Uwed. praecies konde bepaalen op welk tyt UwEd. in de Stadt zout zyn om daarna d'ordres omtrent gemelde proevelingen te schikken' blz. 10. De brief mist zijn uitwerking niet want Snip zendt een antwoord dat luidt: 'Mijnheeren, toen ik de eer had Uw letteren te ontvangen was ik voornemens deze aan UwEd. te adresseeren. Indien de proevelingen presseeren, versoek maar voort te vaaren zullende genoegen neemen in alles wat UwEd. zullen approbeeren en improbeeren: indien deselve kunnen wagten ben ik voornemens de 26e van Harlingen te vertrekken en dus denkelijk den 27e of 28e te Amsterdam te zyn. Dokkum, 13 Mei 1768'.Plaatje van uitnodiging . zie map......Snip kwam echter eerder terug 'omreeden van d'aanstaande aankomst van zyn hoogheid de Prince van Orange'.Waarschijnlijk was hij als hoogleraar en praelector uitgenodigd voor één van de vele ontvangsten bij het bezoek van de Prins aan Amsterdam.Of Snip zijn leven heeft gebeterd en meer aandacht is gaan besteden aan de taak van hoogleraar blijft een vraag.Hij overlijdt plotseling op de avond van 25 juni 1771.Snip publiceerde 'Over de chirurgische Behandeling van de Waterzucht' te Franeker in 1755. en 'Over het snijden van de Steen' te Amsterdam in 1762. Posthuum verschijnt in 1793 nog een verloskundig werk: 'Vroedkundige Aanmerkingen en Afbeeldingen eener bezwangerde Baarmoeder'. S.A.D. 373. Dr. H.L. Houtzager. Ons Amsterdam. Stadsdrukkerij van Amsterdam. Januari 1979. blz. 8 t/m 11.

30 Junij 1736: Harmannus Posthumus, geboren te Leeuwarden, wordt burger van de stad. Sijnde de betaling werd uitgesteld tot Allerheiligen; dese hulp is aangenomen. Het bedrag wordt niet vermeld. S.A.D. 153.

Page 26: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

14 September 1742. Hessel Bontekoe. baardscheerder. S.A.D. 157. no. 29.Hessel Bontekoe, barbier, 48 jaar, 1791. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954.

1743; Goswijnes Heringa, mr, chirurg. R.S. Roorda,. Nammen fan Dukkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954. Hij is later chirurgijn te Oosternijkerk. R.Tolsma. Doarpsskille. Maart '96. Oosternijkerk.

Frans Canter Visser: geboren te Cochin. Hij wordt burger op 17 Mei 1747 en betaalt: 10-7-0 blz. 260. S.A.D. 153.Frans Canter betaalt aan quotisatie in 1748: 42-19-0 voor een gezin bestaande uit twee personen. Quotisatiekohieren. P. Nieuwland. Deel II. Fryske Akademy. 1981. blz. 38.Hij wordt ook als apotheker benoemd tot Weesvoogd. S.A.D. 3. blz. 63. Wanneer hij tot de vroedschap wordt gekozen rijst de vraag, of hij wel vier jaar inwoner van de stad is geweest. Visser is in N.O. Indië (Indonesië) geboren waar zijn vader predikant was, is als minderjarige naar Dokkum gekomen, ging hier naar school en heeft daarna in Franeker gestudeerd. Thans woont hij weer in Dokkum. Het burgerrecht kan hem achteraf worden verleend; indien hij wordt gekozen, dan moet er een nieuwe stemming worden gehouden. S.A.D. 133.

Op 19 april 1747 heeft burgemeester F. Oosinga de coopman en trekschipper Jan Jansen Traan voor 'syn E. doen koomen en aan deselve gesegt dat sijn innocente (geestel gehandicapte) zoon uit groote boosaardigheijt seeker ruijter die een glaasje van afscheidt in vrindschap sullende drinken tegen de handen en aangesigt heeft geslagen dat voors. ruijter soodanigh gebleseert wirde, dat sigh aanstonts na een chirurgh om hem te laten verbinden heeft moeten begeven'. S.A.D. 670.

Ter vergaderinge voorgesteld sijnde off het niet dienstig was dat de chirurgijns binnen deese stadt wirden geordonneerd om in gevalle bij iemant geroepen worden welke van een ander gewond is, de Presiderende Burgemeester daer off kennisse te geeven bij poene van sex car. guls. bij de nalatinge te keuren en sal aen de ouderman van het chirurgijnsgilde copia van deese resolutie worden ter hande gesteld.18 nov. 1724: De chirurgijns geordonneerd om kennis te geven aan de President wanneer zij bij een gewonde patiënt worden gehaald. S.A.D. 2.

Gerhardus Berger. Ondertekent het Gildereglement in 1748.1755. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

Marten Berger, ondertekent het Gildereglement in 1748.Volgens de Quaotisatiekohieren: een goed bestaan . Hij betaalt in 1748: 53-19-0 voor een gezin bestaande uit drie personen. Quaotisatiekohieren. Deel 2. P. Nieuwland. Fryske Akademy. Leeuwarden 1981. blz. 37.1739: betaalt aan Marten Berger, chirurgijn, weegens een jaar meysterloon. 1747: voor een jaar meesterloon: f. 80.- W. 44. no. 20/22.2 juli 1751 voor een half jaar meesterloon benevens extra ordinair bedienen aan Hiske Jacoby: f. 98-:- 1752: Mr. Berger: voor een jaar meesterloon. f. 80-:-: W. 45. no. 38/17. Wed. Marten Berger: may 1755, een jaar meesterloon. W. 46. no. 11. Aan zijn weduwe wordt op 6 December 1774, 19-15-= betaald wegens geleverd hout. W. 50. No. 74.

L. v. Tuinen: 6 nov. 1748 voor een half jaar meesterloon: f40.-.-. W.44. no. 97.

Jan Jacob Mans ondertekent het gildereglement in 1748.1755. Mr. H.T.Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.J. Jacobus Man(ts)z chirurgijn: 1757 een jaar meesterloon f112-:-:. 25 May 1758: een jaar meesterloon f107=6=:. 12 Febr. 1760 voor medicijnen en chir. diensten gedaan aan Antje Claasses f. 62=8. 22 May 1760: van een jaar gedaane medicijnale en chirurgiale diensten 83=:=: W.46. no.8/22. W.47. no. 91/11. 13 may 1761: de chirurgijn voor een jaar medicinale diensten: 80-:-: en 1762: 27 May: chirurgijn weegens medicinale diensten 82-8-0. W. 47. no. 10/12.

23-11-1748, Schmeltz Jacobus Aloysius, med.dr. wordt burger van de stad. H.T. Obreen. Naamlijst.

Page 27: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Dokkum. 1959. S.A.D. 157. blz. 30. Jan Aloysius Schmeltz. chirurgijn ten platenlande. geb. te Straatsburg. te D. 1776. S.A.D. 108. Heeft als Heelmeester beperkte bevoegdheid sinds 1804. S.A.D. 671.

Hij vormde één van de probleemvelden van de Commissie van Onderzoek en Toevoorzicht. Toen hij zijn diploma moest tonen, vertelde hij dat dit in Den Haag zou liggen en dat hij in 1776 in Straatsburg gepromoveerd zou zijn tot medicinae doctor. Ook zou hij bevoegd zijn te werken als vroedmeester en chirurgijn. In werkelijkheid lagen de stukken bij de Commissie zelf die ze had opgevraagd omdat er klachten over Schmeltz waren binnen gekomen. Over de aard van de klachten wordt niets vermeld. Uiteindelijk mag Schmeltz zijn werk voortzetten maar hij moet wel iedere maand een rapport ter beoordeling insturen.S.A.D. 95.

6 febr. 1801.Het Depar. Bestuur van de Eeuw deelt mee aan de Raad van Dokkum:

'Uit naam en van wegens Den Intermediaire Raad der Gemeente van Dockum ingevolge Besluit van het uitvoerend Bewind der Bataafse Republiek, te insinueren aan J.M. Schmeltz om zich in het minste met de verloskunde niet in te laten indien hij daar in niet wettig en voor een daartoe gequalificeerd Collegie geëxamineerd en bekwaam gevonden is en gegronde klagten tegen hem J.A. Schmeltz in de Executie zijner practijk worden ingebragt, en van zodanige maatregelen tegen hem zullen worden genomen, als bevonden zullen worden te behoren. Alles met relaas informa. In kennisse van ons Voorzitter en Secretaris.

Dockum den 21 maart 1801. G. Riemersma S.A.D. 671. E.Fokkema, secr.

De bode Pieter van der Veen heeft dit besluit, 'van woord tot woord' aan J.M. Schmeltz voorgelezen. S.A.D. 672.Vanaf 1804 heeft hij beperkte bevoegdheden.

Hij is de 23 Oct. 1805 geëxamineerd te Leeuwarden. Alle diploma's zijn in orde. S.A.D. 115. no. 114. Hij wordt genoemd in de naamlijst van 1807 als Heel- en Vroedmeester te Dokkum. S.A.D. 122. blz. 161. 24 Sept. 1813: gedane chirurgicale diensten aan het weeshuis: 16-8-:. W. 61. no. 73. 22 Febr. 1814: chir. visites: 10-8-:. 23 April 1814: 17-13-:. 6 May 1814: gedane med. diensten 7-5-:. 5 Juli 1814. med. visites: 10-16-:. 2 Aug. 1814. med. en chir. visites: 33-8-:. 22 Nov. 1814. 31-19-:. W. 62. no. 8/31/38/19/38/90. 30 Dec. 1815. 30-:-:. W. 63. no. 199. 31 Dec. 1817: 30-:-:. W. 65. no. 177.

Benjamin Bekius, geboren te Leijden, chirurgus, wordt op 31 Mei 1749 burger van de stad en betaalt 10-7-0. S.A.D. 153. blz. 264.22 Maart 1756: betaald aan B. Bekius weegens gedane Dienst aan Djoeke Klases in het Weeshuis. 10:-:-. 26 May 1756 een jaar meesterloon: 80:-:-. W. 46. no. 121/9.

Joh. Blom, geboren te Ternaard, chirurgijn, burger van de stad op 14 Juli 1749. Hij betaalt 10-7-0. S.A.D. 153. blz. 264.17 Nov. 1749: voor een half jaar meesterloon en 't maken van een breukband: f. 43.".-. W. 44. no. 44.

Jacob Boekholt, geboren te Leeuwarden, wordt burger van de stad op 24 April 1751.Hij betaalt 10-7-. S.A.D. 153.1814: med. en chir. diensten. 8-12-:. 23 April 1815: 16-8-:. 7 Oct. 1815 voor med. en chir. visites 11-18. 4 April 1815: voor de maand Maart: 6=6=. W. 63. no. 113/1/15/39.

Nicolaus Ængwarden wordt op 14 Dec. 1754 burger van Dokkum, hij betaalt hiervoor 10-7-0. S.A.D. 153. Hij ondertekent het Gildereglement in 1748.6 May 1766: N. Engwarda wegens medicinale en chirurgische diensten aan het Weeshuis May '65/'66: 85-7-". W. 48. no 8.18 may 1767: 80-"-". van het Weeshuis. 1768: N. Engwarda: een jaar medicinale en chirurgicale diensten

Page 28: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

aan het weeshuis: 83-"-". 1769, 12 May. N. Engwarda: medicinale en chirurgicale diensten gedaan aan het weeshuis en derselver onderhorige Armen: 83=12=. 1770: nopens een jaar diensten gedaan voor het weeshuis: 100=5=. W. 49. no. 15/18/7/18. 1771: 27 May. N. Ængwarda. 80=-=. wegens 1 jaar medicinale en chirurgicale diensten. 1772. 19 May: 92=19=. 24 Mov. 1772, betaalt aan de huysvrouw van N. Ængwarda: 40-"-" voor ½ jaar medicinale en chirurgicale diensten. W. 50. no. 23/12/84.

Joseph Barends. baardscheerder. 29 Febr. 1761. S.A.D. 157.

23 November 1768. Bauke Daniëls van Reenen, baardscheerder. 17 Januari 1773. S.A.D. 157.

Henricus Clebe. geboren te Oudhuisum. burger 14 Juli 1770. Hij betaalt 10-7. S.A.D. 154. blz. 24.2 April 1782: f212=19=8 wegens gedaane diensten voor het weeshuis. 25 Maart 1783 wegens chirurgicale en medicinale diensten aan het weeshuis: f164=14=.3 Sept. 1783: medicinale en chirurgicale diensten an het weeshuis: 67=1=" W. 52. no. 111/82/35.Oct. 2: 1783 medic. en chirug. diensten voor de maand Sept. 25=5=". 1 Dec. 1783 voor de maand Oct. 17=18=. W. 53. no. 38/59. May 25 1808: 70-5-: voor med. en chir. diensten. W. 59. no. 113.

22 Januari 1805: L. Stelwagen en H. Clebe weigeren de Eed op de geneeskundige veordeningen af te leggen.Ze dienen dit na een maand na dato af te leggen of anders de redenen op te geven 'waaromn zij vermenen zulks niet te konnen doen'.De 19 Februari 1805 volgt het bericht dat de reden van Hendricus Clebe om de eed af te leggen bestaande hoofdzakelijk daarin dat hij wegens zijne klimmende jaaren en ongemak aan zijne beenen niet in staat is 'om zijne konst' alleszints en altoos tot nut der lijders welk zijne hulp inroepen na best vermogen en geweten uit te oeffenen'. Hij wordt opnieuw gelast alsnog binnen een maand de Eed af te leggen op poene van onbevoegd te wordden gehouden om de practijk als heelmeester verder te mogen uitoefenen. S.A.D. 99.

Leendert Stelwagen geboren te Holwerd, burger op 15 Febr. 1770. Hij betaalt 10-7. S.A.D. 154. blz. 23. 28 September 1782, 33 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954. Hij is vroedmeester vanaf 1802.Hij woonde naast de Latijnse school, getuige het volgende bericht: 't Staket tusschen de Latins school en de chirurgus Stelwagens hovinge door de stad 2/3 en Stelwagen voor 1/3 k. onderhouden en soo noodig vernieuwen. 1785. S.A.D. 172. 13 July 1773: meesterloon: 40=:=: van het Weeshuis. 19 Jan. 1774: voor een ½ jaar meesterloon: 40=:=:. Mey 1774, voor ½ jaar meesterloon: f 40=:=: W. 50. no. 42/99/15.1776: 28 Juni, een jaar meesterloon en extra gedane diensten: 105=18=:. 22 Nov. 1776. een ½ jaar meesterloon: f 40=:=: W. 29 May 1777 een half jaar meesterloon voor mr. Stelwagen vanwege het Weeshuis. W. 51. no. 31/54/24.29 Sept. 1783: chirur. diensten aan Jan Martens: 15=15-".L. Stelwagen: 2 Nov. 1785: als chirurgijn: 40="=". 23 Nov. voor 't kwaad zeer op kinderhoofden: 24="=". 21 Oct. 1786: L. Stelwagen: 50=5=1: W. 53. no. 37/46/51/59.

Nog heeft bovenstaande aangenomen voor het quaad zeer op het hoofd te geneezen. Pijtje Pijters kleindochter van Klas Poornstra voor f.10. het kind van de wed Hendrik Luttendorff f.10.- De beide kinders van de wed. Yde Pijters te samen f.10.- dus voorde vier kinders f.30.- Den 19 febr. 1787. Leendert Stelwagen. chirurgus. W. 184.

1 Nov. 1787: 40=:=. W. 54. no. 62. 10 Nov. 1789: 110=:= van Nov. 1788 - Nov. 1789, chir. diensten en medicijnen. 29 Nov. 1790: 110=:=:. W. 54. no. 51/39. 29 Nov. 1791: 110=:=: chir. en medische diensten. 1792: 110=-=:. 18 Nov. 1793: 110=:=:. 18 Nov. 1793: geneezen van het kwaad zeer van drie perzoonen 27=:=:. 1794 18 Nov. 110=:=: W. 55. no. 54/38/36/37/38.19 Dec. 1795: 137=:=: chir. en med. diensten. W. 56. no. 60.15 Nov. 1796: 1 jaar tractement als medicus en 't bezorgen van medicijnen van twee hoofden met kwaad zeer. 24 Nov. 1797: 100=:=:. 5. Nov. 1798: voor geleverde medicijnen: 118=:=:. W. 56. no. 60/67/44. Voor een jaar traktement 118=:=: op 19 Nov. 1799. 19 Dec. 1800 voor een jaar traktement: 100=:=:-. 19 Febr. 1801 voor 1 jaar traktement med. en chir. diensten: 100=:=:. 2 April 1803: wegens gedaane diensten vanaf 12

Page 29: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

nov. 1802: 100=:=: W. 57. no. 41/60/86/81. 8 Nov. 1803: 59=:=:. 3 Juli 1804: 200=:=:. 17 Dec. 1805 vanaf May 1805. 200=:=:. 30 mei 1806: 200=:=:. 18 mei 1807. 200=:=:. W. 58. no. 51/121/72/121/148. May 1808: 129-15-:. W. 59. no. 133.L. Stelwagen: 30 april 1814: voor het herstellen van een beenbreuk en gedane visites: 8-2-:. 13 July 1814 voor chir. visites: 16=:=:. W. 62. no. 36/31.

10 Maart 1808, 'dat Leendert Stelwagen, chirurgijn binnen deze stad aangesteld als stadsvroedmeester, eertsgenoemde, zedert geruime tijd door lichaamsgesteldheid niet heeft kunnen waarnemen en er geen vooruitzigt is, dat hij daartoe eerlang weeder in staat zal geraken wordt goed gevonden, genoemde Leendert Stelwagen van het waarnemen van de post als stadsvroedmeester te ontslaan met betrekking van het verschenen tractement van tien guldens twaalf stuivers en agt penn.In zijn plaats wordt provisioneel tot stadsvroedvrouw aangesteld Anna Deij. S.A.D. 10. blz. 162.

Petrus Ronner, baardscheerder, wordt burger van Dokkum. November 29. 1772. S.A.D. 157.

Jeronimus Gillebaart. chirurgijn, geboren te Alkmaar wordt burger op 24 Oktober 1772 samen met zijn kinderen Jan en Frank. 10-7. S.A.D. 154.

3 Jan. 1780: Jacob Ouwes ontvangt 45-:-: wegens genezing van onze weeskinderen zeynde gesogt geweest met quaad seer op hunne hoofden. W. 52. no. 69.

1782: den 27 May heeft de onderschreeven uit handen van den Wees en Armvoogden van Dockum volgens gemaakt Accoordt ontvangen een somma van twee en dertig car:gls, weegens het geneesen van Focke Geraerdus Schievinger en Aafke Pytters van het kwaad zeer, dog verpligt zig door onderteekeninge deezes, ingevallen gemelde kwaal van die beide kindere zig weederom mogt openbaaren, het zelve in 't vervolg voor niets te geneesen. In kennis van mijn hand op dato als boven. Jacob Ouwes. W. 184.

Op 17 Maart 1818 ontvangt Doede Wijbrens Smid f. 20.- wegens het geneezen van het kwaadzeer van drie weesjongens. W. 67. no. 1. Maart 1 en 31 Dec., 1844: Aaltje Feddes ontvangt voor de genezing van het hoofd van Sytske van der Laan twee maal f.10.- W. 91.

Junij 1787 aan de chir. Hoogterp: 6-5-: W. 54. no. 13.

10 Nov. 1795: aan de chirurgijn H. Croes voor geleverde medicijnen aan het huisgezin Willem Pieters via het weeshuis: 3-4=:. W. 56. no. 45. 16 September 1809 betaald aan de chirugijn S.N. Stutmans wegens aan de weduwe Sicke Sjoerds geleverde medicijnen: 5-5-:. W. 59. no. 31. 12 Januari 1830: f. 104.25. W. 76. no. 1.

Joh. Klases van der Kooi, Heelmeester en vroedmeester in 1811. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

1835: Bernardus Walter, genees-en heelmeester. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

1835: Petrus Harmen, chirurgijn. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

DE APOTHEKERS.

De oudste apotheken, die men hier te lande kende, zijn kloosterapotheken geweest, organen van dienende mensenliefde. Pas omstreeks 1300 kent men leken-apotheken.In West-Europa behoorden de 'apothecarii' tot de intellectuele en materiële bovenlaag der maatschappij. Met de heelmeesters, chirurgijns en vroedmeesters werden zij door het volk met 'meester' aangesproken.Ze kregen ook binnenkamers vaak grote invloed en omdat het aantal toegelaten apotheken beperkt werd gehouden, werden

Page 30: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

de apothekers van voorafgaande eeuwen vaak belangrijke en welgestelde personen'. Jierboekje fan it Geneal. Wurkforbân. Fryske Akademy. 1945. blz. 39. De apothekers hadden meestal tevens een drogisterij, want men verkocht er potas, blauwsel, spaanse zeep, terpentijn, lijnolie, lakmoes, loodwit, gele oker, kurken en rattenkruid.Ze hadden daarnaast een winkel van kruidenierswaren, waarin koffiebonen een zeer gezocht artikel waren evenals thee, suiker en kandij.

De eerst naam van een apotheker in de archieven van Dokkum was: Ausma. Hij wordt reeds genoemd op 20 Aug. 1590. S.A.D. 152. pag. 50. Uitgegeven den 16 Jan. 1593 aan Ausma, apotheker die somma van achttien carolus gls. ter causa van etlike medecinen an die arme krancken gelevert als blyckt br. ordonantie ende specificatie van sub getekent 18-0-0. Op 17 Jan. 1593 heeft hij pro deo heeft geassisteerd bij een plaatselijke kraamvrouw in een hevige kraam. W. 8.

1593: Tjaerd Oedses (Theotardus) Gauma, geboren te Beetsterzwaag. Hij wordt burger van Dokkum op 31 December 1617. Hij wordt vroedsman in 1637 en daarna burgemeester. Hij is eerst getrouwd met Grietke Cornelis voor het gerecht in Dokkum op 11 Mei 1615, daarna op 10 Maart 1622 te Leeuwarden met Jancke Ketel. Ze kregen totaal 10 kinderen. S.A.D. 152. Geneal Jierb. Fryske Akademy. Ljouwert. 1991. blz. 119. 31 Oktober 1617: burgerschap voor Tjaard Oetses Gauma. apotheker: 2 gld. 2strs. S.A.D. 152.Overleden 19 Januari 1646.

18 Maart, 1612, Siuerdt Gerbens, apotheker: 27-1-0. Op die datum ontvangt hij seven ende twintich car: gulden ende een stuiver van verscheiden wijnen op verscheiden tijden tot verteringe van sommige treffige personen stads wegen gehaalt: 27-1-0. Ing. 204. blz. 794/782.

Cornelis Jeroens, geboren te Lansom, apotheker, ontvangt op den laatsten xber l612, het burgerschap van de stad Dokkum en betaalt daarvor: 2 gld. en 2 strs. S.A.D. 152.

Cierk Gerardus Munnikehuijs apotheker, geboren te Farwart. burger op 3 Sept. 1652. S.A.D. 152. blz. 269.

De relatie tussen Stadsbestuur en de apothekers kende in de loop der tijd diverse dieptepunten:

Op 15 Nov. 1623 is er een verzoek van de raad aan de Practicijns om in haar geschriften de Raad niet te lasteren ofte onbehoorlijk te bejegenen en ook bij wijlen qualick van haer te spreken: 'de Magistraet der stadt Dockum dagelix vernemende dat de practijcijn voor dezen gerchte hun vele tijts verstouten haer soo in 't generael als particulier te bejegenen, oock bij wijlen qualick van haer te spreken, alles stridend tegen haer schuldige plicht en gedane eedt, ende nodich achtende daertegen intijts te versien, ordonneert 'd voors(chreven) practijcijns hun voortaen te wachten ende af te holden van voors-(chreven) contraversien, bij poene van datelick van hun bedieninge gepriveert (ontslagen) ende naerder gecorrigeert te werden. XX Xbris 1623. S.A.D. 1. blz. 166.

Ook is er in 1627 een verzoek an de Procureurs ende Practizijns haar Meesters te verwittigen om de Comparitie ende Contumaciegelden aan de magistraat te betaalen. (boetes voor het niet-verschijnen voor het gerecht). Resol. boek I. blz. 183.

Dr. Henricus A. Pamsens suspens van de Practicij. d. 28 Sept. 1661. S.A.D. 15. blz. 49. Relijf (ontslag) van Dr. H.A. Samsens suspens d. 5 October 1661. In 1668 is hij weer in funktie want hij ontvangt 5-10-. van het Weeshuis. W. 28. no. 53.

D. 5 Sept. 1663 is er een verbod voor de Practijcqaan Dr. R. Rijpma. S.A.D. 152. blz. 71. Bron 22 Dec. 1657 - 6 Oct. 1691.

Dr. Abraham Buwalda wordt zijn practijcij ontzegt d. Jan. 1674. S.A.D. 152. blz. 135.

Page 31: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Menzo Gratema, geboortig omtrent Leeuwarden, apotheker te Dokkum; burger van Dokkum op 2 December 1652. Hij betaalt hiervoor 3-2-0. S.A.D. 152. Ondertrouw op 27 Maart 1652 te Dokkum met Tietie Tietes, op 4 December 1670 met Willemke Gerbens Potter, weduwe. Ze krijgen vijf kinderen. Geneal. Jierboekje '93. Fryske Akademy. Ljouwert. blz. 143.1 Jan. 1659. Op huyden dato onderget. heeft meyster Gratema, chirurgijn, ontvangen van de gemeente

Bouritius Fooi, apotheker te Dokkum. Gedoopt 24 Mei 1663. Hij trouwt op 11 Juli 1691 met Anna Verhoeck. Ze krijgen 8 kinderen. Ze kopen een huis, een tuin met zomerhuis bij de Dam aan de Oostersingel. Overleden in 1729. Geneal. Jierboekje '93. Fryske Akademy. Ljouwert. blz. 115.

Op dinsdag 20 Augustus 1693 was er een attestatie bij Geertruid Elisabeth Michiels tot Groningen gepasseerd, nopende de blasphemie van Cornelis Pijttersen Apothecarius op de Magistraat alhier. Acte bij Cornelis Pijtters Apothecaris gepasseerd tot revocatie van zijn gedane blasphemie. Cornelis Pijttersen apothecarius gesuspendeerd vam 't vroedschap om zijn blasphemie op de Magistraat. Cornelis Pijttersen weder aangenomen tot vroedschap.1637. S.A.D. 15. 334/338.

Betaalt aan Hendrick Ruimsadelaar: 18-10 weegens geleverde medisijnen in 1743. W. 43. no. 19.De situatie van Hendrik, apotheker wordt sobertjes genoemd. Hij betaalt aan quotisatie 19-1-0. in 1749. P. Nieuwland. Quotisatiekohieren 1749. Deel II. Fryske Akademy. 1981. Jan en Hendrik Ruimsadelaar. C.G. Schrader. Memoryboeck van de Vrouwens. Rodopi. Amsterdam. 1984.

Simon Hendrik Ruimsadelaar, zoon van Hendrik, apotheker te Dokkum. Hij huwt op 10 februari 1689 met Annechien Heinsius, op 28 Oktober 1694 met Baukje Douwes Bransma, wed., voor de derde maal trouwt hij met Tjamke Sipma op 21 oktober 1708. Geneal Jierboekje. Fryske akademy. Ljouwert. 1993. blz. 140. In 1690 ontvangt hij van het Weeshuis: 4-14-0 en dito: 1-14-0 voor geleverde medicamenten. W. 32. geen no. In 1702 opnieuw voor medesinnen van het Weeshuis: 4-10-0. W. 34. no. 81. Op 10 April 1702 betaalt door het weeshuis: 17-18-0. W. 35. no. 9. 1706: voor geleverde winkelwaaren door het Weeshuis: 20-0. W. 35. no. 39. 1708: voor geleverde winkelwaaren: 27-10. W. 35. no. 9. Op 9 nov. 1715 wordt hij tot burgemeester gekozen. S.A.D. 231.In 1713 en volgende jaren is hij Weeshuisvoogd en ontvangt als zodanig zijn loon. W. 36.

Kleinkind van Hendrik is Douwe Ruimsadelaar, geboren 1687, apotheker. Zijn toestand wordt in de quotisatiekohieren van 1749 begoedigd genoemd. Hij betaalt 62-8-0. P.Nieuwland. Quotisatiekohieren. Deel II. Fryske Akademy. 1981.

1701: Andreas Jelmersma, apotheker, 44 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954.

6 jan 1703. De Proc. Rinso Sjoerdsma voor de tijd van drie maanden gesuspenseerd om de Pracq als Procureur te exerceren. Hij is 'dronken en vol' op de rechtskamer verschenen. S.A.D. 2. blz. 175.

Mr. Taco Sibelius tot Practicander alhier. beroepen i.p.v. wln. Dr. Henricus Schregarduss. 14 Juli 1703. S.A.D. 2.

Apotheker Jellerda betaalt 5-12 voor de bevalling aan vroedvrouw Schrader. C.G. Schrader, Memoryboeck van de Vrouwens. Rodopi. Amsterdam. 1984. blz. 29.

12-7-1721: Oept Ritskes, apotheker, 41 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954..

12-7-1721: Sake Jacobs, apotheker, 40 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954.

Op 11 Juni 1722 wordt A. de Penijn tot vroedsman aangesteld. In 1732 wordt hij burgemeester. S.A.D. 2.Betaalt aan de burger A. de Penijn wegens geleverde medicijnen voor Rinse Jans: f. 120.-. 1729 via het

Page 32: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

weeshuis. W.39. no. 41. Ook ontvangt hij in 1729 f.77-:-: wegens geleverde medicijnen aan Aaltje Jans. W.40. no. 63.Op 15 Juli 1733 ontvangt zijn weduwe 11-5- wegens geleverde medicijnen. W. 41. no. 41In 1711 is hij bewoner/eigenaar van het pand Oosterstraat b. 108. In 1734/35 is zijn weduwe bewoner /eigenaar. In 1733 is de groote klok in de groote Toorn door het luijden over de begraffenis van de burgemeester Augustinus de Penijn afgescheurt. blz., 324. 1e deel van Eenige Antekeningen. P.D. Smedema. Anno 1717. S.A.D.

4 Augustus 1733: Tjepke Penijn, apotheker. S.A.D. 670. blz. 3.Hij is tevens stadsomroeper en ontvangt instructies over wat wel en wat niet mag worden omgeroepen (1733) en waar hij zijn boodschap moet roepen (1741). S.A.D. 670.

Severinus Visscher, Cornz, geboren 15 Oktober 1736, gedoopt op belijdenis 5 Februari 1763. Apotheker te Dokkum, regent van het Weeshuis.Hij trouwt op 22 juni 1760 met Sipkje Snip, d.v. burgem. Douwe Snip. Ze krijgen 7 kinderen. Geneal. Jierboek '93. Fryske Akademy. Ljouwert. blz. 188. Ze hebben diverse bezittingen in de stad: huizen en een pakhuis. S.A.D. 156. blz. 4/31/32.In mei 1749 is hij tot burger van de stad ingeschreven. Hij is echter in Ned. Oost Indië geboren, zijn vader was daar predikant maar is altijd burger van de stad gebleven. Het is de vraag of het burgerschap hem wel toekomt. Visser is als minderjarige naar Dokkum gekomen, is hier op school geweest en heeft daarna gestudeerd in Franeker. In 1798 bezit Visscher 4 p.m. land buiten de Woudpoort over de Roodebrugge. Hij betaalt daarvoor 1-:-: belasting.1807. S.Visser. apotheker. S.A.D. 122. blz. 1610

2-12-1740: Duco de Haan, apotheker, 33 jaar. R.S. Roorda. Nammen fan Dokkumers ut earder tiid. Dokkum. 1954.Apothecarius Duco de Haan betaalt aan quotisatie: 40-7-0. Gezin: 3-1. P. Nieuwland. Quotisatiekohieren. 1749. Deel II. Fryske Akademy. 1981.

Andries Cuperus, Apothequar, burger op 22 April 1740. S.A.D. 157.17-3-1756: Andrys Cupery, apothekersbediende. 16 jaar. R.S. Roordea. Nammen fan Dokkumers ut eardere tiid. Dokkum. 1954.Hij wordt ook genoemd in 1774. S.A.D. 108.21 Oct. 1786 voor het leveren van medicijnen aan A. Cuperus: 80="=". W. 53. no. 59.22-4-1870: Andries Cuperus. apotheker. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959.

Ulbe Colerus, Pract. Postul. van Foudgum, burger op 19 Juni 1756. Hij betaalt hiervoor: 10-7. S.A.D. 153. blz. 279.

Abraham Poutsma, geboren te Foudgum. Pract. van Gorredijk wordt burger op 26 Okt. 1756. Hij betaalt hiervoor 10-7-0. S.A.D. 153. blz. 278/280. Hij heeft mids 19 Februari 1788 een dubbeld pensioen tot 1802 sedert deze tijd is het niet uitgekeerd; de reden is onduidelijk.Er wordt een brief aan het Departementale Bestuur van Friesland gestuurd. S.A.D. 121. blz. 21.

Claas Posthumus, apotheker, geboren te Holwert, wordt burger op 17 September 1757. Hij betaalt 10-7. S.A.D. 153. blz. 282.Hij is overleden 29 Dec. 1803. S.A.D. 97.

Mr. Simon Jacobs, geboortigh Onder den Dam in Groningen wordt burger van de stad op 22 Oktober 1757. S.A.D. 153.

Dr. J. Koning: request op 26 Augustus 1769. Om te mogen prac-tiseren heeft hij den Eed van obediëntie en getrouwe waarneminge der Practicijns in handen van de burgemeester Brandsma gepresenteerd. S.A.D. 151. blz. 4.

Page 33: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Dr. Heero Feenstra verzoekt te mogen practiseren.op 25 Juni 1774. S.A.D. 151. blz. 12. Hij wordt in dit zelfde jaar Proc. adm. der Practicanten. S.A.D. 151.

Meine Meinarda vraagt admissie tot practicqant.Hij doet op 8 Oktober 1774 de Eed van Obedientie en getrouwe waarneminge der Practycq. in handen van de Practiserend burgemeester J. Tadema gepresteerd. S.A.D. 151. blz. 12. Jan Wessels Beintema, apotheker, burger van de stad op 11 Januari 1763. S.A.D. 157. Hij wordt genoemd in 1798. S.A.D. 108. 22 Jan. 1814: J.W. Beintema dient zijn examen of promotie aan te tonen aan de Geneesk. Commissie van Onderzoek en Toevoorzicht. voor 1 Juli. S.A.D. 122. blz. 160.Tegen hem werd op 2 februari 1802 een klacht ingediend betreffende het maken en afleveren van medicijnen. Er zou sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Het advies van de commissie luidde: De chirurgijns in de steden mogen alleen uitwendige kwalen behandelen, de doctores alleen de inwendige. Was ergens een apotheker aanwezig, dan mocht hij alleen de medcijnen klaarmaken en afleveren.28 May 1809: wegens geleverde medicijnen. 505=7=:. W. 59. no. 14.11 Dec. 1813: voor gel. med. 6-6-:. W. 61. no. 106. 21 Febr. 1814: voor geleverde med.: 6-6-:. W. 61. no. 6. 18 April: 1814: J.W. Beintema: 17-13-: voor geleverde medic. aan het Weeshuis. W. 62. no. 22. J. W. Beintema: May 6 1814: 8-7-:. W. 62. no. 37.23 April 1816: 6-12-:. w. 64. no. 33. 7 Mei 1816: 15-3-;. W. 64. no. 53. 64. 5 Juni 1816 6-:-:. W. 64. No. 68. 2 Juli 1816 12-2-;. W. 64. no. 81. 6 Aug. 1816 7-8-:. W. 64. no. 93. 12 Sept. 1816. f. 9=9=. W. 64. no. 113. 8 Oct. 1816 8-18-:. W. 64. no. 129. 19 Nov. 1816 8-3-:. W. 64. no. 148. 31 Dec. 1816 5-3-:. W. 64. no. 188. 3 Febr. 1817: 14-15-:. W. 65. no. 15. 31 Dec. 1819: f.78.90 voor gel. med. W. 67. no. 2. 31 Dec. 1822: f. 120.85. W. 70. no. 2. 31 Jan 1826 voor het jaar 1825: f. 396.62½. W. 73. no. 1. 1828: f. 509.12½. W. 75. no. 1.

Ik onderschr. B.J. Klaver bekenne met de Wees Armenvoogden deese stad, geaccordeert te zijn, aan het Weeshuis en de buiten armen te zllen leeveren, alle Medicijnen of welke ingredienten, onder die naam, door den Dr. Brugman, ten dienste van het voorschr. Weeshuis en Buitenarmen zullen worden geordonneert, al dat voor de tijd van een jaar, ingaande den 8 Novemb. 1784 en eindigende op gelijke tijd 1785: zullende daar voor in ééns genieten de somma van tachtig carolij Guldens. Actum Dockum den 8 Nov. 1784.J.B. Klaver.Deze overeenkomst is verlengd van 1785 tot 1786. W. 184.

Joh. Cock. apotheker, burger te Dokkum op 21 Sept. 1784. S.A.D. 157. 1809. S.A.D. 108. In 1832 was hij eigenaar van het pand De Zijl 5. De Sneuper. jaarg. 12. nr. 1.22 Nov. 1814 voor geleverde medicijnen aan het Weeshuis: 7=6=:= W. 62. no. 98.5 Dec. 1814 geleverde med. 10-:=:. W. 62. 109. Nov. 1814 med. en chir. diensten: 8-12-: W. 62. no. 113. 30 Dec. 1814. 6-17-0. W. 62. no. 135. 5 Juli 1814: geleverde med. 19=:=6. W. 62. no. 20. 1 Aug. 1814: gel med. 9-15-8. W. 62. no. 33. 6 Sept. voor gel. med. 5-5-; W. 62. no. 51. 7 Febr. 1815: geleverde med. 8-7-12. W. 63. no. 14. 4 April 1815: geleverde med. 10-6-:. W. 63. no. 44. 18 Febr. 1817: 8-85-:. W. 65. no. 17. 4 Maart 1817: 14-22½-:. W. 65. no. 30. 11 April 1817: geleverde medicijnen: 8-5-:. W. 65. no. 44. 10 Juli 1817 voor gel med. in Juni: 10-72½-:. W. 65. no.94. 2 dec. 1817 voor gel med. in Juni/Juli: 9-50-: voor med. in Aug. W. 65. no. 150. 2 Dec. 1817: 5-90 en 12-85 W. 65. no. 151 en 152. 31 Dec. 1817 voor gel. med. in Nov./Dec. 11-40. W. 65. no. 182. 31 Dec. 1820: f. 118.25 voor het jaar 1820. W. 68. no. 2. 20 Jan. 1824: f. 273.52½ voor het jaar 1823. W. 71. no. 1. 12 Jan. 1830, voor het jaar 1829: f.104.25. W. 76. no. 1. 11 Jan. 1833: f. 12.75. W. 80. no. 1. 24 jan. 1838 aan mej. de wed. Cock f. 22.04. W. 84.

Apoth. Andrae Hendrik Julianus, burger op 15 September 1785. S.A.D.157. 4 Febr. 1813: weegens geleverde med. 10-1-8. W. 61. no. 9. 23 May 1813: geleverde med. 14-18-:. W. 61. no. 42. 3 Juni 1813: geleverde med. 10-18-: w. 61. no. 46. Mei 1815 voor geleverde medicijnen aan het weeshuis: 16-18-4. W. 63. no. 57. 11 Juni 1815 voor med. voor April: 30=3=:. 4 Juli 1815: med. voor de maand Juni: 26-12-:. In 1815 ontvangt hij 10-15-: voor gel med. in Aug. 30 December: 7-14-8. W. 63. no. 71/89/125/200. 31 Maart: 1818 10-15-". W. 76. no. 2. 31 Maart 1818 voor geleverde med. in Febr. f. 6.05. w. 66. no. 3. Geleverde med. 31 Dec. 1818: f. 47.- w. 66. no. 5. 31 Dec. 1819: f.10.85. W. 67. no. 3. 31 Dec. 1821: f. 92.68. w. 69. no. 1. 27 Jan. 1825 voor gel med. f. 120.92½. W. 72. no. 1. 1828 24 jan. f. 533.90 voor het jaar 1827. W. 74. no. 1. 8 Jan. 1831. f. 53.95. W. 77. no. 2. 1837 7 Jan. f. 19.91 voor geleverde

Page 34: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

med. W. 83.no. 19. 1840: f. 42.35 voor med. W. 87.

1 Jan. 1787. J. H. Jerodemeus voor de medicijnen door hem gebruikt tot het genezen eenes weesjongeling van de vallende ziekte. 6=38=:. W. 53. no. 77.

1801. Jan Bone Walter, apotheker. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959. In 1831 wordt aan hem f. 62.- betaalt aan medicijnen, daarnaast f. 38.40 voor buitengewone diensten. W. 78. 17 Jan. 1832. Jan Bone Walter voor geleverde medcijnen en buitengewonen uitgaven: f. 62.-W. 78. no. 19. In 1835 ontvangt hij van het Weeshuis f. 19.03, terwijl er f. 100.- was begroot..Geleverde medicijnen 1836. W. 82. no. 11. 15 Jan. 1839. J.B. Walter: voor gel. med. f.26.44½. w. 86. 31 Dec. 1850: f.17.98½. w. 97. 31 dec. 1853: gel. med. f.11.56. w. 100. no. 1. 1859: gel. med. f. 107.95. w. 105. 1861. f. 56.45½. w. 107.

7 Februari 1803 schrijft de postulant van de Practicijns een brief aan Drost en Gerechte der stad Dockum omme de Pratijcij voor Ue. rechtbank te exerceren opnieuw te worden geadmitterd. de Raad stemt hier mee in.

Paulina Telling wed. Gijsbertus Schot. Apotheq. Zijnde de man onlangs overleden en wordende de apotheq. thans door een bediende waargenomen.Schot was med. dr. vroedmeester en apotheker te Franeker 1808. S.A.D. 108. May 28 1809: ½ jaar, tract. voor med en chir. diensten aan het Weeshuis: 50=:=: W. 59. no. 156. Zijn weduwe ontvangt op 24 Dec. 1810 370-4-4 van het Weeshuis voor geleverde medicijnen. W. 59. no. 77. Zij is opgevolgd door Hendrik Johannes Andrea in 1810. S.A.D. 123.

1815. Wietse Gorter. apoth. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Dokkum. 1959.

1821. Zoutzieder en Apotheker. Pieter van Kleffens. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Zeijl en Kuipers. Dokkum 1959.Op 2-12-1834 werd hij burger van de stad Dokkum. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959.1863: f. 34.69½. W. 109. no. 81. 1866: f. 35.38. W. 112. 1871: f. 18.96½. W. 117. 1878: f. 1.-- W. 124.Op woensdag 7 Juli 1875 maakt hij aan zijn begunstigers bekend dat hij zijn apotheek heeft overgedragen aan F. Posthuma. Oostergo 1875. no. 54. Hij is overleden op 2 September 1882 in de ouderdom van 61 jaren. Oostergo. 6 Sept. 1882. no 71.

1821. apoth. bediende Petrus van Haarst. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. 1959.

1823. apoth. bediende. Hendrik v.d. Werff. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959. Jan. 1856: f. 21.40 voor gel. med. w. 102. 1858 gel.med. f. 64.32. W. 104. 1867: f. 53.11. W. 113.

30 jan. 1825 voor gel. med.: J.J. Tjaarda. W. 72. no. 2.

Anne Posthuma, Franeker, 3 Sept. 1829. Pharm. stud. natus in urbe Doccumensis. Groningen 1880. J.J. Kalma. It gelearde Dokkum. z.j. S.A.D. 297. Jan. 1833: aan A. Posthuma, apotheker betaald f. 16.86½ W. 79.

1831: Hermanus Haaken. apothekers leerling. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959.

Frederik F. Boekhout: geboren 20-1-1834 te Britswerd. H.T. Obreen. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959. 1864: F. Boekhoudt: f. 21.18½. w. 110. 1868: f. 33.53. W. 114.Gehuwd: 27-1-1859. Overleden: 17-10-'94.

Frans Posthuma: burger van Dokkum: 2-12-1835. 15 ja. 1835: gel. med. f. 22.17. W. 81. no. 1. 1839: gel. geneesm. f. 16.24½. W. 85. 1841: voor geleverde med. f. 42.79. W. 88. 1842: f. 39.51. W .89. 1843: geleverde med. f. 17.25. W. 90. 1844: f. 15.05. W. 91. 1845: de. 31. geleverde med. f. 14.21. W. 92. 1846: f.20.14. W. 93. 1847: f.30.60. W. 94. 1848: f. 36.50. W. 95. 1852: f. 14.58. W. 99. no. 4. 1854/55: geneesm. f. 16.07. W. 101. 1857: f.

Page 35: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

48.63½. W. 103. 1865: A. en F. Posthuma: f. 28.18½. W. 111. no. 73.2-12-1835. Frans Posthuma. apotheker. Mr. H.T. Obreen. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959.1877:,F. Posthuma: voor med. f. 97.24. W. 123. 1881: f. 18.65½. W. 127. 1884: f. 21.20½. W. 130. 1886: med. f. 47.42. W. 132. no. 144. 1888: f. 29.50. W. 134. no. 131. 1892: f. 69.59. W. 136. 1894: F. Posthuma: f. 32.76. W. 136. 1897: f. 22.98. W. 137. no. 99. Hun apotheek is gevestigd aan de Aalzumerpoort. Oostergo. 9 April. 1881. 1897: f.22.98. W. 137. no. 99.

1836 - ± 1850: Jacobus Meinhardus Swarte van Loon, geboren te Vrouwenparochie. Eigenaar van het pand De Zijl 5. De Sneuper. Jrg. 12. nr. 1. na 1832.Dec. 31. 1849: f. 17.65 voor apotheker Jacob M. Swartte. W. 96. 1860: geneesm. f. 164.99. W. 106. 1862: med. f. 31.45. W. 108.

10-2-1846: Eeuwe Jacobs Roersta. apoth. bediende. Mr. H.T. Obree. Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. Dokkum. 1959.

1869: F. Klaver. f.5.85. W. 115.1870: f. 2.10. W. 116.

1869: G. Douma: f5.85/f.20.42. W. 115. 1870: f. 20.45. W. 116. 1875: f. 58.29. W. 121. 1879: medic. 1. W.125. 3 nov. 1875: G. Douma. apotheker bij de Aalzumerpoort. Bron: Oostergo. Algem. Nieuwsblad. 9 April 1881.Hij is overleden op 4 Mei 1883 op de leeftijd van 42 jaar en 8 mnd. Oostergo. Zat. 5 Mei 1883. no. 36.

1871: J. de Vries. f. 4.30. W. 117.

1872/73: B.L.F. van Haeren: f. 35.85 en f. 10.00 w. 118/119. Volgens een bericht in de Oostergo verkoopt apotheker van Haeren de echte medicijnen van Guyst tegen tering, longziekten, verkoudheiden hoest. Er zijn n.l. vervalsingen in omloop. Oostergo. Zat. 20 Jan. 1877 no. 6.1878: f. 25.50, voor medicijnen aan het Weeshuis. W. 124.

1874: Nihil voor geneeskundige hulp en medicijnen aan het Weeshuis.Ook in de jaren 1882/'88/'91/'92/'93/'94/'95. nihil. W. 134/6. 1898 en 1900: geen uitgaven op dit artikel. W. 138 en W. 140.In de 19de Eeuw loopt het aantal kinderen in het Weeshuis sterk terug en daarmee ook de ziektekosten.

1876: S.H.F. Wolt(h)ers: voor med. f. 5.75. W. 122. 1880: f. 33.95½. W. 131. 1883: f.6.90½. W. 129. 1885: medicijnen, f.49.50½. W. 131.1887: f. 48.63½. W. 133. 1888 f.29.50. W. 134.1889: f. 26.98. W. 135. no. 112. 1890: f. 33.53. W. 136. no. 97. 1893: f. 54.80. W. 136.1894: S.H.f. Wolthers. f. 13.50. W. 136. 1899: f. 23.10. W. 139. no. 100. Zijn apotheek is gevestigd aan de Koornmarkt. Oostergo. 29 Juni 1881.

1879: L.E. Westra: geneeskundige diensten aan het Weeshuis. W. 125.

1894 - 1942: Klaas Dirk Baas, geboren in Koog aan de Zaan: 22 - 9 - 1864. Hij vestigde zich in 1894 aan de Zijl te Dokkum. 1895: Voor geleverde medicijnen: f50.60. W. 136.In 1896 is er gelegenheid tot geheel volledige opleiding tot Assistent(e) Apotheker bij deze apotheker aan de Zijl. Oostergo. 19 Februari. no. 14. 1896.Ook wordt z.sp.m. een nette jongen gevraagd, niet beneden de 16 jaar. Oostergo. 2 Mei. 1896. no. 35.

1791 - 1815.Comm. van Geneesk. Bestuur te Leeuwarden om de apothekers en chirurgijns te verplichten om alle recepten voor de armen in een afzonderlijk boek te copiëren zodat hun rekeningen vergeleken kunen worden met die van de armbezorgers Diaconie of Weesvoorgen. S.A.D. 6.

-Aan de Heeren Maires in het Arrondissement Leeuwarden.

Page 36: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Een missive dat,1. het aan de weduwen vn apothekers welke thans dit beroep uitoefenen, geoorloofd is, daarmede voort te gaan, mits zich ten einde bedienende van een Meestersknecht behoorlijk geëxamineerd en toegelaten. 2. Dat het aan weduwen van Heelmeesters is verboden de Heel- kunde uit te oefenen, zelfs met behulp van een bediende wettig toegelaten.De Prefect van Vriesland. S.A.D. 113.

DE VROEDVROUWEN.

De bijstand bij het baren bestond merendeels uit bemoediging geboden door vrouwen die het proces zelf aan den lijve hadden ondervonden, moeders, buurvrouwen en vroedvrouwen.Daarbij deden ze ervaring op voor zinvolle hulp die uitsteeg boven zuiver troosten.Soms werkte de hulp averechts doordat ze b.v. aan de armen van het kind trokken in dwars- of stuitligging.Als de mogelijkheden tekort schoten werd de hulp ingeroepen van de vroedvrouw of chirurgijn. Dit laatste gebeurde slechts in grote nood omdat bevallen een vrouwenaangelegenheid was.De situatie in Nederland was evenwel gunstiger dan in andere landen omdat hier de neiging bestond om vroedvrouwen een belangrijk deel van dit werk te laten doen.De vroedvrouwen hadden niet het streven het werk van de vrouwen over te nemen, maar haar een groot aandeel te geven in de begeleiding van de barende vrouwen en de vroedmeester-chirurgijn als leermeester en bondgenoot te zien.Het kind wordt geboren, geholpen 'soo wel van de vrouwe welke in arbeydt is,' .. 'als door de handt van een voorsichtige en ervarene Vroed-moer, dewelke de vrouwe die in de arbeydt is in een goede en bequame ghelegenheydt moet stellen, om alsoo 't kindt met ghemack t' ontfangen.' blz. 484. TPIT DER ANATOMIE. Amsterdam 1652. Privébezit.'Om te weten of een Vrouw met een soontjen of met een Dochterken bevrucht is, datselve is beswaarlijk om te konnen weten:Men soude nochtans 't selfde wel konnen nae-ramen door leerlingen van Hippocrates. 1. Overmits dat die ghene welke met een Soon bevrucht is, van goede verwe is: En dewelke van een dochterken swanger gaet een quade verwe heeft . 2. dat de Soontgens ghemeenlijk in de rechter- ende Dochterkens in de slinker-zijde ghedraghen worden.3. Dat sy welke een Soontjen draaght hwet rechter-borst harder en grooter heeft; en die met een Dochterken beladen gaat is haar slinker-borst harder en grooter: Maar dese dingen en zijn anders niet als raadselkens en na-ramingen , maar geen sekere noch bondige kenteykenen.blz. 468. T PIT DER ANATOMIA. Amsterdam. 1653. Privébezit.Nog een 'bakerpraatje' wordt uit de wereld geholpen: 'd Ervarenheyt heeft 't gemeen gevoelen valsch en leugenachtigh verklaart de welke 't daar voor hield dat van de Kinder welke natuurlijkerwijs geboren wierden, de soontjens in 't baren t aangesight na de rugge des Moeder gekeert hadden, en de dochterkens na de buyck toe: want zoo wel d'een als d' ander hebben in de gheboorte haar aengesighte nae 't Os coccyz ghekeert, andersins soude het te bevreesen staan dat 'et water 't welke voor of met 't kindt uytkomt, licht in de Mondt en Neus zoude invloeyen, waar door 't kind soude verstikt worden. TPIT DER ANATOMIA. Amsterdam. 1653. blz. 486. Privébezit.

Grondlegger vn de wetenschap der verloskunde in Nederland was Hendrik van Deventer. (1651-1724).Na zijn medische opleiding vestigde hij zich te Wieuwerd waar de volgelingen van Jean de Labadie in kloosterachtige afzondering woonden.In 1701 publiceerde hij zijn grote werk onder de titel: Manuale Operaties, zijnde een Niew Lgt voor Vroed-meesters en vroed-vrouwen. In 1719 schreef hij een aanvullend betoog.Schrader: Memoryboeck der Vrouwens. Rodopy. Amsterdam. 1984. blz. 54.In de oudste argieven worden reeds de vroedvrouwen genoemd, ook werden de kraamgelden vaak verpacht.

1584: Rieme moer, wonend t.o. het 'holtyen brugje over den Stenen- dam'. Resol. boek S.de Beer. blz. 6.

Den XI Novembris 1586. Tryn vroedman heeft ordonnantie ter somma van VI L(ibra) hair eens en vooral vor een gratuiteit geschonken. Ing. 204, 19/17. In 1603 ontvangt Trijn, myster, 5-0-0 als salarisa voor een

Page 37: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

halfjaar van het weeshuis. W. 10.1603: Trijn myster, 5-0-0 als salaris voor een half jaar. W. 10.

1589: Hijlcke, vroedmoer heeft ordonnantie ter somma van thien car: gulden van een jaer pensie die haer bij den raedt ende gesworen gemeensluijden gepassserrd sullende verschijnen den vijffden Martij eerstcomende. facit. 10 L. Inv, nr. 204. blz. 78/75. In 1589: 10 c.g. 78/75, 137/134, 99/96, 115/112..In 1590 ontvangt zij 10-10-0 wesende een jaer pensie. S.A.D. 151. 137/134.In 1591: Hylcke vroudtman ontvangt 37-14-9. Inv. nr. 204. blz. 199/188.Op 12 May 1594 ontvangt Hylck 5-5-0 als loon. W.8.

In 1589 werd het kraamgeld verpacht aan Albert Sijtses voor 151 L. 4 st. S.A.D. 99/96.

In dat zelfde jaar ontvangt Gijsbert Cornelis 159-12-0 voor de opkomsten van cramengeld. Ing. 204. 115/112.

Van 1588 tot 1610 ontvangt Claes Pyters verschillende bedragen aan kraamgeld, varierend van 32-0-0 tot 171-12-1. Inhg. 204. 750/739, 550/538, 588/576, 657/645, 682/667.17 jan. 1593 geeft hij pro deo hulp aan een plaatselijke kraemvrouw ter assistentie in een hevige kraam. W. 8.

Van 1595 - 1597 wordt vaak de naam genoemd van Wab Idse(s).Zij wordt steeds benoemd voor een half jaar met een gage van 17-20-0. nr. 204. blz. 329/317,334/322, 338/326, 354/342, 374/362.5 aug. 1595. doctor vroedmoer ter somma van darthiende halve goutgulden van een verndel jaers gagie Jacobi verleden verschenen, facit 17-10-0. Ing. 204. 329/317.

1601/1606: Sydts Hendrikje, voor het bedienen in barensnood. Ing. 204. 620/608,739/117.

1605 tot 1612: vroedmoer Sydts Jans d'weduwe van de Hendersche meester. Zij ontvangt tot twintich goude guldens van een jaar gage meij lestleden verschenen, haar jaarlijx bij den Raad voor de bedieningh der arme vrouwen geaccordeert. 25 juli 1605/1606: 37-10-0 voor een half jaar gage. Ing. 204. 576/564,-,594/582. Ing. 204. Vermeld wordt dat zij kraamvrouwen hielp in barensnood. In 1607 krijgt ze een ver-goeding voor ongeval en verwondingen van 57-0-0. Ing. 204. 651/639,620/608,707/695,739/717,-799/787.25 Juli 1605 ontvangt zij twintich goud guldens van een jaer gage meij lestleden verschenen, haer jaarlijx bij den Raad voor de bedieningh der arme vrouwen geaccordeert. Ingang 204. 594/582. In 1612 ontvangt zij 4-8-0 voor medicamenten en arbeid in het weeshuis. W. 12.blz. 262. In 1611/12 ontvangt zij 20-0-0 beide keren in May. Ing. 773/761, 797/785.

Jan. 1611. Henric Henricks voorss. van de craemgelden ende vleischmerkct een hondert vijff ende veertich schilden. 145-0-0779 inv. nr. 204.

Aaltje Egberts wordt tot vroedtmoer aangenomen om alle swangere vrouwen met pestilentiale ziekten bezorgt te bedienen. 1636. Inv. nr. 204. blz. 232.

Temidden van vele min of meer anonieme collega's prijkt de naam van: Catharina Geertruida Schrader. 1655 - 1745.

Geboortig te Hallum huwde zij met Ernst Willem Cramer, chirurgijn aldaar. Hij overleed ± 1692. Uit financiële noodzaak heeft zij het beroep van vroedvrouw gekozen. Haar eerste bevalling doet zij op 8 januari 1693. Na de dood van haar man zet zij haar praktijk voort.Ze verhuist in Januari 1696 naar Dokkum en woont op de Hogepol vlak bij de Hanspoort.Ze hertrouwt 22 Febr. 1713 met burgemeester Thomas Higt. Na 1722 begint ze weer geregeld haar werk te doen.

Ze noemt als motivatie voor haar beroep:Toen beliefde het de Here mij tot dit zwaarwichtige werk uit te kiezen door dwang, schier door brave doctoren ende burgerij, daar ik eerst zeer tegenworstelde omdat het zulke zwaarwichtige zaak was. C.Sipkes. N.D.C. 23 nov. 1978.

Page 38: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Elke keuze van beroep anders dan dat van huisvrouw, werd bepaald door de echtgenoot of door uiterlijke omstandigheden of door beide. Bij Catharina Geertruida Schrader was dit uit noodzaak omdat ze in 1721 opnieuw weduwe was geworden. 'But it could lead nonetheless, to status and reputation (as well as income) in their own tight'. Schama: blz. 407.

Haar ervaringen noteerde ze in een dagboek: Memory Boeck van de Vrouwens. Een uniek document voor de geschiedenis van de verloskunde in Nederland: Prof. Dr. G. J. Kloosterman, inl. op dit dagboek.Schama noemt dit originele dagboek een speciale combinatie van een boekhoudboek en een confessioneel journaal met veel emotie en moreel engagement.' Like all such precious pieces of evidency, it stands as an island in a ocean of documentary silence, and the very fact of its conscientious recording might make it atypical'. blz. 525.Zelf geeft ze als reden vor het schrijven van het dagboek: 'Of nae mijn doodt dar imant nog niet leringe uyt mogt trecken tot vodel van mijn eevennaasten'. Simon Schama: The Ambarrassement of Riches. Fontana Press. 1988. U.S.A. blz. 525.'It is not too much to say that she thought of herself as a mistress of a particular professional craft and that she strove to practice it with the highest standards of devotion and skill'. blz. 528.Het meest imposante gereedschap dat C.G. Schrader gebruikte waren haar zeer gevoelige en sterke handen.Ze hanteerde manipulatieve technieken om de verkeerd liggende baby te draaien.Uit sommige gedeelten van het dagboek blijkt, dat Schrader het Niew Ligt gelezen moet hebben. (55).

Schrader had soms een hard oordeel had over ongehuwde moeders, maar: 'for the most part Catharina Schrader's journal is a document of rare sensitivity in the midst of circumstances that alternated between exhausted contentment and the most narrowing fear and sorrow'. Schama blz. 535. De meest directe relatie heeft Vrouw Schrader met de vroedvrouwen die van stadswege voor de armen zijn aangesteld, n.l. Saeckie Moy (stadsvroedvrouw ±1703), Riemke Jorrits (1703-1735) en Feickien Schregardus Schrader: Memoryboeck van de Vrouwens. Rodopi. Amsterdam. 1984. (37).De namen van de vroedvrouwen Pitte Moy, Acke Pitters en Pym (Rymke) worden ook genoemd.Meermalen heeft vrouw Schrader de hulp ingeroepen van Meister Piter, die het kind met de haak haalde. (De verloskundige tang was nog niet uitgevonden).Daarnaast oefende ze kritiek uit op sommige van de vroedvrouwen en op een met name genoemde medicinae doctor ( Dr. v.d. Brug). blz. 123.

Terwijl internationaal het aantal moederlijke sterften in de 18de en 19de eeuw lag op 12 pro/mille, komt Schrader op een totaal van 4 pro/mille; een resultaat dat zeer gunstig afstak bij de resultaten die in de kraamklinieken werden gehaald. Ze heeft zich in dienst gesteld van armen en rijken en paste haar honorarium daarbij aan. In 1745 doet zij haar laatste bevalling; ze is dan 88 jaar. In totaal heeft ze meer dan 4000 bevallingen begeleid.C.G. Schrader. Memoryboeck van de Vrouwens. Het Notitieboek van een Friese Vroedvrouw. 1693-1745. Bewerkt en ingeleid door drs. M.J. van Lieburg. Met een verloskundig commentaar van Prof. Dr. G.J. Kloosterman. Rodopi. Amsterdam. 1984.

15 Mei 1706. De Vroedvrouwen en doodgravers geordonneerd, de eerste om wekelijks aan te geven wat kinderen in de stad geboren en de laatste hoeveel menschen begraven worden. S.A.D. 2. blz. 203.

18 Nov. 1724. de vroedvrouwen wordt geordonneerd om aan de Praesident kennisse te geeven wanneer zij ongetrouwde vrouwlieden zullen hebben bediend in baren van onegte kinderen. bij poene van drie car. guls. S.A.D. 2. blz. 331.

In 1735 vertekt Riemke Jorrijts naar Stavoren en daardoor raakt de plaats van stadsvroedvrouw vaccant.In haar plaats wordt benoemd Feickien Schregardus, wed. van Jan Holdinga. Ze ontvangt m.i.v. Febr. 1736 40 car.gls. 'desdat deselve van stonden aan de armen en onvermogende personen om gods wille bedient'. S.A.D. 3.blz. 24a/25a. Het is uiterst nodig, dat door een bequaam persoon deese plaats wierde vervult. Ze betaalt 7-17-0 aan quotisatie in 1748. Haar toestand wordt gering genoemd. P. Nieuwland.

Page 39: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

Quotisatiekohieren. deel2. Fryske Akademy. Ljouwert. 1981. In 1759 geeft de Magistraat van de stadt Dockum reverentelijk te kennen dat Antje Harmens, hoe dat met genoegen van haar man Ysak Jacobs, wel genegen soude weessen als vroetvrouw te ageren, waaromme sij sich in die konst eenige tijdt heeft geoefent. Ze heeft examen gedaan bij een Dr. in de medicijnen en een chirurgijn, n.l. Folkert Snip en Benjamin Bekius. . Ze wordt genomineerd 'nopens haare bequaamheyt en gepermetterd omme de Practijcq als vroedvrouw te oefenen. S.A.D. 3. Op 24 December 1761 wordt zij benoemd tot stadsvroedvrouw i.p.v. Feickien Schregardus die naar Stavoren vertrekt. Op 23 October 1775 vraagt Antje Harmens verhoging van haar traktement. Zij is verroepen naar Hollum (Amel.) op een jaarlijks tractement van een hondert car. gls. buyten nog verscheidene favorabele condities. Ze deelt aan de Magistraat mee dat ze deze betrekking zal accepteren tenzij haar tractement van veertig car. gls. aanmerkelijk wordt verhoogd.Omdat Pytter Clases wed. als stadsvroedvrouw fungeert, maar al oud is, vindt de Raad het redelijk dat Antje Harmens een verhoging krijgt tot vijfentagtig car.gls. S.A.D. 4. blz. 47, S.A.D. 16..

In 1759 wordt Adriana v.d. Schuit, huisvrouw van Pytter de Vries, als vroedvrouw geëxamineerd door Folkert Snip med. dr. en Benjamin Bekius chirurgus.Nadat zij 'naa behoren hadde geantwoordt verclaart deselve haar bequaam en laatbaar toe om als vroedvrouw te ageren'.S.A.D. 3. blz. 150/298a.

Regina Suurman-wed. A.Broekers versoekt tot vroedvrouw geadmitteert te worden. Ze wordt op 6 febr. 1779 'geëxamineerd door den med.doct. en teffens chirurgus Lodewijk Loentsma en gedaan naa behooren hadde geantwoord' toegestaan als vroedvrouw te ageren.S.A.D. 151. blz. 19. Zij wordt aangesteld als stadsvroedvrouw op 3 Junij 1799 ' welke de Eed van getrouwheid den 1 Maart 1800 in handen van den voorzitter heeft afgelegd. S.A.D. 151. blz. 58.

1 Maart 1800: Aanstelling van Regina Broekers tot stadsvroedvrouw voor een tractement van 85-:-: 's jaars, S.A.D. 16 I.p.v. Antje Harmens, welke overleden was, is op heden 3 Juni 1799 tot vroedvrouw aangesteld Regina Broekers; ze heeft de eed van trouw in handen van de voorzitter afgelegd. 1800. S.A.D. 151. blz.59.

1756-1791/1792-1817 stedelijke inkomsten.Tractementen stadsvroedvrouw bij zet van den 23 October 1775 verhoogt tot 85:-:-: bij ½ jaar betaald. S.A.D. 174.

17-1-1800: Stadsvroedvrouw: Antje Fokkes Boonstra. H.T.Obreen.Naamlijst. Fa. Zeijl en Kuipers. 1959.

1802: Metje Augustinus de Roos.

Op 26 nov. 1804 wordt door de depart. Comm. van Geneesk. Onderzoek en toeverzicht een Beknopt Onderricht voor Vroedvrouwen toegezonden ' hoe zij in haastige hulp vereischende omstandigheden zich hebben te gedragen'. Met het verzoek dit gratis aan de vroedvrouwen te willen uitdelen. S.A.D. 11. 98.Een bericht van de Landdrost van Vriesland om de artsen te informeren over deze maatregel. De Raad kwijt zich van haar taak. S.A.D. 11 blz. 50.

1808 den 15 Maart is tot stadsvroedvrouw aangesteld Anna Dije op een tractement van vijfentagtig gld. elk half jaar te betalen met f40-10. verschijnend medio Junij en December f85-:-:. S.A.D. 174. blz. 75.Anna Lucas wed. Hendrik Dye. geboren te Leeuwarden vroedvrouw te Dokkum. in 1796. S.A.D. 108.

Op 26 April 1808 bereikt een dispositie van de Landdrost de onderscheiden leeraren der Godsdienstige gezindheden binnen deeze bedrijven te verzoeken en te vermanen om bij het doen van gebeden of dankzeggingen in het openbaar voor kraamvrouwen nimmer te gewagen van eenen buitengewoon gevaarlijke toestand, waarin een kraamvrouw zich bevind of bevonden heeft en in het algemeen alles te

Page 40: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

vermijden wat eenen nadeligen indruk eene te sterke aandoening en ongerustheid zoude kunnen teweeg brengen op en bij de swangere vrouwen welke onder hun gehoor zijn.Aan de leraaren der onderscheiden Godsdienstige Gezindheden wordt een kopij gezonden . s.A.SD. 10 voor het eerst op 11 dec. 1807, in 1808 opnieuw.1807: S.A.D. 103.

Op 12 April 1808 wordt een commissie, bestaande uit de heren Schonegevel en Beintema, ingesteld om een instructie voor een vroedvrouw te concipiëren.Deze instructie volgt op 17 mei. De belangrijkste bepalingen zijn: 1. Ze moet zich houden aan de verordeningen van de Geneeskun- dige Commissie van Onderzoek en Toeverzicht.2. Ze moet alle vrouwen zonder godsdienstig onderscheid bij staan. 3. Van vrouwen die geen onderhoud genieten en oock van haar diensten gebruik maken, geen hogere beloning vorderen dan twintig stuivers. 4. Ze is verplicht zo snel mogelijk gereed te zijn als haar hulp wordt ingeroepen. Bovendien moet ze zorgen voor waar neming. Ze verdient 85 gld. per jaar, in twee keer uit te betalen. S.A.D. 10. blz. 187.

Trijntje Arjens. huis=vrouw van Douwe Jans. geb. te Leeuwarden. te Dokkum. 1809. SA.D. 108.

Trijntje Kupers, geëxamineerd te Leeuwarden op 5 juni 1809. S.A.D. 115 no 214.

Brief van het Gemeentebestuur aan de Dep. Comm. van Geneesk. Onderzoek en Toevoorzicht.Mijne Heeren,Wij hebben de eer bij deezen aan Ulieden te zenden de bij Ulieden missive van de 22 December l.l. verzogte namlijst van diegenen, welke in deeze stad eenige tak van Geneeskunde uitoeffenen. Voorts zenden wij ulieden de Lijsten van de gedaane verlossingen, door L. Stelwagen, Anna Dey en Metje de Roos.Waarmede Ulieder bevelen in de bescherming des Allerhoogsten.Het Gemeentebestuur voors. J. Riemersma.E. Fockema.S.A.D. 122. no. 160.

In 1809 worden op de 8ste van de Grasmaand alle acten en admissiën der vroedvrouwen ingetrokken en wordt onderzocht ofze geëxamineerd en of dit behoorlijk is gebeurd. S.A.D. 11. blz. 51/106.

In 1809 worden op de achtste van de grasmaand alle actes en admissiën der vroedvrouwen ingetrokken en wordt onderzocht of ze zijn geëxamineerd en of dit behoorlijk is gebeurd. S.A.D. 11 blz. 51. blz. 106 S.A.D. 106. Alle vroedvrouwen die niet naar behoren zijn geëxamineerd worden tot de uitoeffening der vroedkunde onbekwaam verklaard. 1810: vroedvrouwen: Trijntje Anjema. S.A.D. 123.

In de Oostergo van 1 Mei 1876 verschijnt een advertentie voor een vroedvrouw:Burgemeester en wethouders van Dockum roepen bij deze op Sollicitanten naar een Betrekking van Vroedvrouw in die gemeente, op eene jaarwedde van f.200.- en voorts onder de voorwaarden nader bij instructie vast te stellen, om, onder overlegging van de vereischte stukken, hunne verzoekschriften franco in te zenden ter secrtarie dier gemeente, vóór of op den 10 Juny 1876. Burgemeester en wethouders voornoemd,de Secretaris, de Burgemeester,v.d. Weide. de Vries.

Op 2 Sept. 1876 is door den Raad der gemeente in zijne vergadering van Donderdag l.l. tot gemeentevroedvrouw benoemd J. v.d. Veen geb. Esmeyer te Frederiksoord. Oostergo, 2 Sept. 1876. no. 70.Zij vestigt zich metterwoon in de Hoogstraat, boven A.E. Ronner, en beveelt zich minzaam in ieders gunst aan tot het verlenen van verloskundige hulp.Oostergo, 18 Oct. 1876.

Page 41: Gezondheidszorg in Dokkum, 16e-20e eeuw, L. Meerema

28 Juli 1886. Door onze stadgenote Mejuffrouw A. Charinus-Kruisinga is met uitnemend gevolg te Amsterdam het examen als vroedvrouw afgelegd. Naar wij vernemen is zij van plan zich hier ter stede voor 'Dockum en omstreken ' te vestigen. Oostergo. 28 Juli, 1886.

1893, Dockum, Maandag a.s. zal het 12½ jaar geleden zijn, dat Mejuffrouw Gorter-Zuidersma zich als vroe-vrouw alhier vestigde. Oostergo, 23 Sept. 1893. no. 76.

Wie in januari geboren is, staat op. Wie in februari geboren is. Wie in e maand maart geboren is. Wie in april geboren is. Wie in de maand mei geboren is. Wie in juni geboren is. wie in juli geboren is.