Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT...

71
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijke verhandeling Jens Devolder MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT PROMOTOR: PROF. DR. An Vranckx COMMISSARIS: PROF. DR. Jeroen Adams ACADEMIEJAAR 2011 - 2012 Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika aantal woorden: 25292

Transcript of Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT...

Page 1: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijke verhandeling

Jens Devolder

MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT

PROMOTOR: PROF. DR. An Vranckx

COMMISSARIS: PROF. DR. Jeroen Adams

ACADEMIEJAAR 2011 - 2012

Geweld, Criminaliteit en Governance in

Centraal-Amerika

aantal woorden: 25292

Page 2: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

ABSTRACT

Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

huishielden, nog steeds één van de meest gewelddadige regio’s ter wereld. Een groot deel

van dit geweld wordt toegescheven aan illegale activiteiten en georganiseerde misdaad.

Toch is het onmogelijk om de toename in vele landen toe te schrijven aan dezelfde actoren

of aan een bepaalde activiteit, en deze zijn evenmin overal in dezelfde mate aanwezig. Deze

masterproef is een poging om licht te scheppen op de onderliggende processen die aan de

basis van het voorkomen van dit geweld liggen. Het is een empirische studie die gebruik

maakt van kwantitatieve data en kwalitatieve gegevens, en heeft naast de verduidelijking van

het Centraal-Amerikaans (veelal stedelijk) geweld de bedoeling om de rol van de staat in de

kijker te brengen. Zoals gepoogd wordt aan te tonen, zal blijken dat deze rol van essentieel

belang is in de potentiële generatie en reproductie van het crimineel geweld. Het blijkt

namelijk dat de prevalentie van geweld geassocieerd wordt met de manier waarop de

overheden ten aanzien van een bepaalde activiteit, en de mogelijheden waarover ze

beschikken om de rechtstaat te laten gelden en het monopolie op geweld te vrijwaren over

het gehele territorium. Dat dit ook afhankelijk zal zijn van het type activiteit en welke

groeperingen geviseerd worden door een bepaald veiligheidsapparaat zal ook blijken uit dit

onderzoek.

Page 3: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

DANKWOORD

Eerst en vooral wil ik mijn promoter, Prof. Dr. An Vranckx bedanken voor de vele suggesties,

adviezen en bemerkingen bij het tot stand komen van deze masterthesis ondanks haar

drukke agenda, alsook voor het bijbrengen van een beeld van Latijns-Amerika dat

genuanceerder, hedendaagser en realistischer kan gezien worden dan dit vaak aanwezig in

het algemene publieke bewustzijn. Daarnaast wil ik ook mijn moeder, Nadine Laporte, en

Peter Dhaeyer bedanken voor het nazien van de layout van dit werk, en uiteraard voor de

grote steun die zij reeds vele jaren betekenen. Daarnaast wil ik iedereen bedanken die heeft

bijgedragen aan deze denkoefening, zij het door een luisterend oor aan te bieden, of door

middel van talloze discussies en suggesties.

Page 4: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

1

Inhoudstafel

1. Inleiding ........................................................................................................................................................ 5

2. Probleemstelling ........................................................................................................................................... 7

3. Methodologie en vraagstelling .................................................................................................................... 12

4. Geweld ........................................................................................................................................................ 14

Hoe en waar wordt geweld opgemeten? ............................................................................................ 14 4.1.

Het homicide cijfer per 100 000 inwoners als indicator van de mate van geweld ...................... 14 4.1.1.

De rol van vuurwapens ............................................................................................................... 14 4.1.2.

De geografische verspreiding van geweld. ................................................................................ 16 4.1.3.

Colombia, Venezuela en Brazilië ............................................................................................... 20 4.1.4.

De Caraïben en Jamaica ............................................................................................................ 21 4.1.5.

Actoren en andere drijvers van geweld .............................................................................................. 21 4.2.

Drugsvangsten als indicator voor drugtrafiek ............................................................................. 21 4.2.1.

Is internationale cocaïnetrafiek een inherente drijver van crimineel geweld? ............................ 22 4.2.2.

4.2.2.1. Cocaïne trafiek in Centraal-Amerika ................................................................................... 22

4.2.2.2. Zuid-Amerika ...................................................................................................................... 27

4.2.2.3. Conclusie ............................................................................................................................ 29

De Noordelijke Driehoek en de rol van straatbendes in het grootstedelijk vuurwapengeweld .. 30 4.2.3.

4.2.3.1. Wat zijn jeugdbendes? ....................................................................................................... 30

4.2.3.2. Geschiedenis van de Centraal-Amerikaanse mara ............................................................ 31

4.2.3.3. Karakteristie van de Centraal-Amerikaanse maras ............................................................ 35

4.2.3.4. De maras als voornaamste oorzaak van het geweld in de Noordelijke Driehoek? ............ 38

4.2.3.5. Conclusie ............................................................................................................................ 39

5. De rol van de staat ..................................................................................................................................... 41

Het belang van incalculeren van de rol van de staat.......................................................................... 41 5.1.

Staatsopbouw en governance: een analytisch middel ....................................................................... 42 5.2.

Wat vertellen de indicatoren Rule of Law en Control of Corruption aangaande het geweld in 5.3.

Centraal-Amerika? .......................................................................................................................................... 44

Op welke manier kunnen de scores op Rule of Law en Control of Corruption gebruikt worden bij 5.3.1.

het verklaren van geweld in Centraal-Amerika? ......................................................................................... 44

Evaluatie van de indicatoren voor Centraal-Amerika ................................................................. 45 5.3.2.

Evaluatie voor vergelijkbare Zuid-Amerikaanse landen ............................................................ 47 5.3.3.

Evaluatie van bruikbaarheid van governance factoren Rule of Law en Control of Corruption in 5.3.4.

het verklaren van de rol van de staat in het geweld. .................................................................................. 50

Analyse van het Centraal-Amerikaans geweld gebruik makend van de governance factoren. . 52 5.3.5.

Ter illustratie: Nicaragua, de Noordelijke Driehoek en institutionele hervormingen ................... 54 5.3.6.

6. Conclusie .................................................................................................................................................... 56

7. Referentielijst .............................................................................................................................................. 59

8. Bijlagen ....................................................................................................................................................... 64

Page 5: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

2

Lijst van Figuren

Figuur 1 : Trends in homicidecijfer van Centraal-Amerikaanse landen tussen 1995-2010. Data afkomstig

van het UNODC (2011). ....................................................................................................................................... 8 Figuur 2: Trends in homicidecijfer voor Mexico tussen 1995 en 2010. Data afkomstig van het UNODC

(2011). .................................................................................................................................................................. 9 Figuur 3: Trends in homicidecijfer voor Costa Rica. Data afkomstig van het UNODC (2011). ............................ 9 Figuur 4: Trends in homicidecijfer voor Panama tussen 1995 en 2010. Data afkomstig van het

UNODC(2011). ..................................................................................................................................................... 9 Figuur 5: Trends in het Homicidecijfer per 100000 inwoners voor Mexico en Panama in de periode 1995-

2010. Data afkomstig van het UNODC (2011). .................................................................................................. 15 Figuur 6: Trends in het percentage van het aantal moorden gepleegd met een vuurwapen (Costa Rica,

Nicaragua en El Salvador niet weergegeven wegens onvoldoende cijfermateriaal). Data afkomstig van het

UNODC (2011). .................................................................................................................................................. 16 Figuur 7: Geografische verspreiding van het geweld in Centraal-Amerika in 2006. Figuur overgenomen van

(World Bank, 2011). ............................................................................................................................................ 17 Figuur 8 - 9: Vergelijking tussen de subnationale verspreiding van het homicide cijfer in 2005 en 2010.

Figuur overgenomen van Global Study on Homicide (UNODC, 2011). ............................................................. 18 Figuur 10: trends in het homicidecijfer van Nicaragua, Panama en Costa Rica van 1995 tot 2010. Data

afkomstig van het UNODC (2011). ..................................................................................................................... 19 Figuur 11: Trends in de homicidecijfers voor de periode van 1995-2010 voor Colombia, Brazilië en

Venezuela.Cijfers afkomstig van het UNODC (2011) ........................................................................................ 20 Figuur 12: Trends in homicide cijfers per 100000 inwoners voor de Noordelijke Driehoek en Jamaica

tussen1995 en 2010. Cijfers afkomstig van het UNODC (2011). ....................................................................... 21 Figuur 13: Totale vangsten van cocaïne en cannabis in kilo per 100000 inwoners in 2006 op nubnationale

schaal. Figuur overgenomen van Crime and Violence (World Bank, 2011). ..................................................... 23 Figuur 14: trends in het aantal drugsvangsten voor Centraal-Amerika voor de periode 2004-2009. Data

afkomstig van UNODC (2011). ........................................................................................................................... 25 Figuur 15: Trends in cocaïnevangsten in de Noordelijke Driehoek tussen 2004 en 2009. Cijfers zijn

afkomstig van het UNODC (2011). ..................................................................................................................... 27 Figuur 16: Trends in cocaïnevangsten in geselecteerde Zuid-Amerikaanse landen tussen 2004 en 2009.

Data afkomstig van het UNODC (2011). ............................................................................................................ 28 Figuur 17: Trends in cocaïnevangsten in geselecteerde Zuid- en Centraal-Amerikaanse landen tussen

2004 en 2009. Data afkomstig van het UNODC (2011). .................................................................................... 28 Figuur 18: Trends in het homicidecijfer voor een periode van 2005-2010. Data afkomstig van het UNODC

(2011). ................................................................................................................................................................ 29 Figuur 19: aantal gedeporteerden per 100000 inwoners in ontvangende landen in 2005. Data afkomstig

van het UNODC (2007) ...................................................................................................................................... 33 Figuur 20: Trends in percentiel rangschikking voor de Centraal-Amerikaanse landen voor de periode 1996-

2010. Data afkomtig van World Bank (terug te vinden op

http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance)........................................................ 45 Figuur 21: Trends in percentielrangschikking voor een periode 1996-2010. Data afkomstig van World Bank

(terug te vinden op http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance) ........................ 46 Figuur 22: Trends in homicide cijfer per 100000 inwoners voor de Noordelijke Driehoek. Data afkomstig

van het UNODC (2011). ..................................................................................................................................... 47 Figuur 23: Trends in homicide cijfers per 100000 inwoners voor geselecteerde landen met beschikbare

jaartallen voor de periode 2000-2010. Data afkomstig van het UNODC (2011). ............................................... 48 Figuur 24: Trends in Rule of Law volgens percentielen. Data afkomstig van World bank

(http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance) . .................................................... 48 Figuur 25: Trends in Control of Corruption vooreen periode van 1996-2010 voor geselecteerde Latijns-

Amerikaanse landen en Costa Rica. Data afkomstig van World bank

(http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance) ...................................................... 49 Figuur 26: Trends in Governance factoren in Venezuela gedurende de periode 1996-2010. Data afkomstig

van World Bank (http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance). ........................... 50

Page 6: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

3

Lijst van Tabellen

Tabel 1: globaal gemiddeld aantal dodelijke slachtoffers (2004-2009) per jaar. Data afkomstig van het

Geneva Declaration Secretariat (2011). ............................................................................................................... 7 Tabel 2: Gini-waarden voor Centraal-Amerika (niet beschikbaar voor Belize) met jaartal. Data

overgenomen van CEPAL. ................................................................................................................................. 10 Tabel 3: Percentage van het aantal moorden gepleegd met vuurwapens in Centraal-Amerika volgens laatst

beschikbaar jaar. Bron: UNODC (2011). ............................................................................................................ 15 Tabel 4: bezettingsniveau van het gevangeniswezen (in procent), gevangenispopulatie per 100000

inwoners en het percentage van de gevangenispopulatie in voorarrest in Centraal-Amerika volgens laatst

beschikbaar jaar. Data afkomstig van het International Centre for Prison Studies. ........................................... 34 Tabel 5: schattingen van het aantal bendeleden en bendes per land. Data overgenomen van World Bank

(2011) ................................................................................................................................................................. 36

Page 7: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

4

Lijst met afkortingen

BACRIM Bandas Crimineles Emergentes

CIA Central Intelligence Agency

CONADEH Comisionado Nacional de los Derechos Humanos

DEA Drug Enforcement Agency

EMCDDA European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction

ICIG International Commission against Impunity in Guatemala

IIRIA Illegal Immigration Reform and Immigrant Responsibility Act

IMF Internationaal Monetair Fonds

ONDCP Office of National Drug Control Policy

PRI Partido Revolucionario Institucional

PNPRRS Programa Nacional de Prevencion, Rehabilitacion y Reinsercion Social

SPSS Self-Propelled Semi-Submersibles

TBI Trans-Border Institute

UNESCAP United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific

UNODC United Nations Office on Drugs and Crime

UNRISD United Nation Research Institute for Social Development

VN Verenigde Naties

WB World Bank/Wereld Bank

WGI World Governance Indicators

Page 8: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

5

1. INLEIDING

Wanneer men spreekt over Centraal-Amerika komt bijna automatisch de Mexicaanse

karteloorlog naar de voorgrond. Mexico komt in de internationale pers zeer vaak aan bod als

ware het land het meest problematische van Centraal-Amerika. Bijzonder veel aandacht gaat

uit naar geweld gerelateerd aan drugkartels, waaraan bijna mythische status wordt

toegeschreven. In tegenstellling tot de algemene percepties, is Mexico echter lang niet het

dodelijkste land in de regio. Vooral de zogenaamde landen van de Noordelijke Driehoek (hier

Guatemala, Honduras, El Salvador en Belize) zijn extreem gewelddadig en herbergen enkele

van ’s werelds meest dodelijke steden en regio’s. Er bestaat een sterke neiging om het

geweld in Centraal-Amerika als zijnde irrationeel voor te stellen, gepaard gaande met een

stroom aan horrorberichten waar onthoofdingen en massaslachtingen dagelijkse kost zijn,

waar meedogenloze criminele organisaties roekeloos om zich heen slaan om hun invloed uit

te breiden en een bedreiging zouden vormen voor het voortbestaan van de relatief jonge

democratieën in Centraal-Amerika. Echter, wanneer bepaalde onderliggend processen

worden beschouwd wordt het duidelijk dat dit een vrij simplistische voorstelling van de

realiteit inhoudt.

Een groot deel van het geweld in het Latijns-Amerikaanse continent wordt tegenwoordig

toegeschreven aan criminaliteit. Hoewel er nog nauwelijks sprake is van gewapende

conflicten zoals deze vroeger gekend waren, lijkt het Amerikaanse continent nog steeds

doordrongen van geweld. Dit geweld kan echter nog maar moeilijk gezien worden als

ideologisch geïnspireerd. Met het einde van de Koude Oorlog viel voor vele gewapende

groeperingen vaak financiering door één van de toenmalige supermachten weg, met

verschillende vredes- en democratiseringsprocessen en herintegratie van sommige

gewapende actoren. Bepaalde groeperingen bleven echter bestaan en zijn zich gaan

toeleggen op andere manieren om hun financiering te behouden, vaak criminele activiteiten.

Daar waar vroeger het omverwerpen van het oude regime en de installatie van een nieuwe

sociale orde werd geviseerd door gewapende groepen en financiering van secundair belang

was, zijn stilaan private winsten gaan primeren. Wat ooit een middel was is een doel op zich

geworden.

Het is de bedoeling van deze thesis om dieper in te gaan op de oorzaken van dit geweld, en

duidelijk te maken dat er wel degelijk een rationele verklaring bestaat voor dit geweld, en dat

er bepaalde redenen bestaan voor het gebruik ervan. Hierbij wordt ook aandacht besteed

aan de rol van de staat. Dat de staat een centrale rol speelt in het genereren en

reproduceren van geweld gerelateerd aan criminaliteit is een gegeven dat vaak wordt over

het hoofd gezien of geminimaliseerd in analyses van de regio. Daarmee wil deze thesis ook

bijdragen aan een andere kijk op het geweld in de regio, en aan een beter begrip van

hedendaagse conflictsituaties.

Hoewel het aanvankelijk de goede kant op ging met het geweld, dat over de regio gemiddeld

was afgenomen over de jaren, is dit echter weer toegenomen tot soms extreme proporties

die de situatie van een gewapend conflict benaderen. Nochtans is de democratie waar ze

eerder nog niet aanwezig was, ondertussen in al deze landen geïntroduceerd. Desondanks

zijn er bepaalde historische processen die hebben geleid tot het ontstaan en reproduceren

van criminele groeperingen. Zo is bijvoorbeerd de opkomst van de Mexicaanse drugkartels

gelinkt met het ontmantelen (en versplinteren) van de grote Colombiaanse kartels in het

begin van de jaren 1990 in het kader van de War on Drugs, en tevens aan een reeds lang

staande smokkeltraditie. Ook de implanting van de gewelddadige jeugdbendes of maras in

Page 9: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

6

de landen van de Noordelijke Driehoek kan in verband gebracht worden met immigratie naar

de Verenigde Staten in een context van gewelddadig conflict, alsook met het

deportatiebeleid dat daarop volgde.

Toch is het moeilijk om te veronderstellen dat overal waar criminele structuren voorkomen, er

ook geweld zal worden opgetekend. Er bestaan immers grote verschillen in de mate aan

geweld die in de individuele landen wordt opgetekend. De opkomst van bepaalde

groeperingen werd pas mogelijk wanneer de staat niet over de mogelijkheden of de

toewijding beschikte om dit te voorkomen of er op een adequate manier mee om te gaan.

Daarnaast ondergingen vele van de Centraal-Amerikaanse landen hervormingen die

toelieten dat bepaalde gewapende groeperingen bleven bestaan en banden onderhielden

met statelijke instituten. Wanneer de overheden bepaalde activiteiten actief gaan bestrijden

wordt vaak met geweld gereageerd om de illegale activiteiten te kunnen verder zetten.

In deze masteproef wordt eerst een karakterisatie gemaakt van het Centraal-Amerikaans

geweld, waardoor een beeld wordt geschept van de meest waarschijnlijke criminele actoren

en activiteiten die gerelateerd kunnen worden aan het voorkomen van geweld. Verder wordt

dan de rol van de staat geadresseerd, en meer specifiek de toestand van het

veiligheidsapparaat dat al dan niet wordt ingezet tegen bepaalde actoren. Dit gebeurt aan de

hand van de World Governance Indicators, die percepties binnen de samenleving

weergeven aangaande cruciale aspecten van de statelijke structuur.

Page 10: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

7

2. PROBLEEMSTELLING

Ondanks het einde van vele conflicten, en de substantiële daling in het voorkomen ervan in

Latijns-Amerika vertoont de regio nog steeds een ernistige hoeveelheid dodelijk geweld.

Jaarlijks worden globaal gezien in totaal zo’n 526000 mensen het slachtoffer van dodelijk

geweld. Zo wat één tiende van alle moorden gebeuren binnen een context van gewapend

conflict (Geneva Declaration Secretariat, 2011) (tabel 1). Het grootste aantal mensen (75%)

sterft echter steeds ten gevolge van een intentionele moord.

doden per jaar

Directe conflictdoden 55000

Niet-intentionele moorden 54000

Intentionele moorden 396000

Slachtoffers van legale interventies 21000

totaal 526000

Tabel 1: globaal gemiddeld aantal dodelijke slachtoffers (2004-2009) per jaar. Data afkomstig van het Geneva Declaration Secretariat (2011).

Volgens de meest recente cijfers van het United Nations Office on Drugs and Crime is het

Amerikaans continent het tweede meest dodelijkste continent ter wereld, na Afrika (UNODC,

2011, p. 19-21). Het homicide cijfer ligt er twee maal hoger dan het globale gemiddelde, met

gemiddeld 15,6 moorden per 100000 inwoners. In 2010 vonden daar maar liefst 31% van

alle gepleegde moorden ter wereld plaats. Hoewel ook de Verenigde Staten in vergelijking

met andere hoge inkomenslanden een relatief hoog moordcijfer kent, behoren zowel

Centraal- als Zuid-Amerika, maar ook de Caraïben tot de meest dodelijke regio’s ter wereld,

met gemiddeldes in 2010 tussen de 20 en 25 moorden per 100000 inwoners. Centraal-

Amerika scoort van deze drie regio’s het hoogst, met gemiddeld 25 moorden per 100000.

Vanaf 1995 begon het homicidecijfer van Centraal-Amerika af te nemen, voornamelijk als

gevolg van de verschillende vredesprocessen en demobilisatie van rebellengroepen in de

regio’s na de burgeroorlogen van de jaren ’80. Het gemiddelde moordcijfer kende echter het

een scherpe heropleving vanaf 2007. Tegenwoordig ligt het gemiddelde homicidecijfer van

de regio hoger dan voor 1995, hetgeen belangrijke socio-economische en politieke

implicaties met zich meebrengt. Wanneer de meest gewelddadige landen van Centraal-

Amerika beschouwd worden, valt op dat 4 landen; Belize, El Salvador, Guatemala,

Honduras; veel gewelddadiger zijn dan anderen (fig. 1). Deze landen zullen verder in deze

masterthesis aangeduid worden met de term “Noordelijke Driehoek”. Belize wordt in de

meeste analyses van het geweld in deze regio niet meegerekend, maar kent desalniettemin

een moordcijfer dat bij de hoogste kan gerekend woorden (Belize Times, 2011). Hoewel het

in feite gaat om 4 landen wordt de eerder gebruikte term in achting genomen omwille van het

frequent gebruik van de term in de literatuur en berichtgeving .

Deze thesis zal voornamelijk de landen binnen het Centraal-Amerikaanse continent in

beschouwing nemen omwille van verschillende redenen: de landen van de zogenaamde

Noordelijke “Driehoek” (Honduras, El Salvador, Guatemala, maar ook Belize wegens haar

hoog homicide cijfer dat in 2010 dit van Guatemala evenaarde) herbergen enkele van de

meest gewelddadige steden ter wereld. Zo voert San Pedro Sula in Honduras tegenwoordig

de lijst van meest moorddadige steden ter wereld aan, voor Ciudad Juarez (Ortega, 2012).

Hoewel Mexico een veel lager nationaal homicidecijfer heeft dan de voorgaande landen,

herbergt het toch enkele van de meest dodelijke steden ter wereld. Nationale gemiddeldes

Page 11: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

8

kunnen hierdoor een vertekend beeld geven van de situatie, en er zal dan ook in de mate

van het mogelijke (het is niet altijd even evident om meer lokale cijfers te vinden) een poging

gedaan worden om een beeld te scheppen van een meer regionale verspreiding.

Daarenboven werd de regio vanaf het midden van de jaren ‘90 een steeds belangrijker

doorvoerpunt van de internationale cocaïnehandel die voornamelijk Zuid-Amerikaanse

cocaïne met bestemming VS doorheen de regio brengt. Volgens een rapport van de

Wereldbank in 2011 zou zo’n 90 procent van alle cocaïne doorheen Centraal-Amerika lopen

(World Bank, 2011)1. Het geweld in Mexico, dat veel minder intens is dan in de Noordelijke

Driehoek, krijgt misschien hierom (en wegens de nabijheid van de Verenigde Staten) een

buitensporige proportie van de media-aandacht.

Daarnaast worden de meest gewelddadige landen gekenmerkt door een hoge aanwezigheid

van jeugdbendes of maras (zie verder). Dit is een verzamelnaam voor een groot assortiment

aan meestal extreem gewelddadige criminele structuren die zich bezig houden met lokale

criminaliteit zoals afpersing van lokale bedrijven, kleine wapen- en lokale drugshandel.

Figuur 1 : Trends in homicidecijfer van Centraal-Amerikaanse landen tussen 1995-2010. Data afkomstig van het UNODC (2011)

2.

Zoals op bovenstaande figuur wordt weergegeven, vertonen de homicide cijfers (die als

indicator van de mate van dodellijk geweld worden gebruikt) van de landen van de

Noordelijke Driehoek een veel hogere mate van geweld dan de andere landen. Toch wordt

ook een stijging waargenomen vanaf 2007 in Mexico (fig. 2), Costa Rica (fig. 3) en Panama

(fig. 4). Vanaf 2007 neemt in deze landen het geweld scherp toe. Mexico kende zelfs tot op

dat moment een continue daling. In Costa Rica en Panama kan gesproken worden van een

relatief constant homicidecijfer tot een lichte stijging (in Costa Rica) tot 2007. In 2009 was dit

cijfer bijna verdubbeld, van 13 naar 23 moorden per 100000 inwoners.

1 De data gebruikt door de Wereld Bank is afkomstig uit schattingen gemaakt door de regering van de

Verenigde Staten, en zijn gebaseerd op de hoeveelheid in beslag genomen cocaïne. 2 Alle gebruikte data aangaande het homicide cijfer zijn afkomstig van de dataset die werd gebruikt in de

Global Study on Homicide van 2011, en kan worden teruggevonden op

http://www.unodc.org/unodc/en/data-and-analysis/statistics/crime.html

0

20

40

60

80

100

120

140

160

Trends in Homicide Cijfer per 100 000 inwoners

Belize

Costa Rica

El Salvador

Guatemala

Honduras

Mexico

Nicaragua

Panama

Page 12: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

9

Figuur 2: Trends in homicidecijfer voor Mexico tussen 1995 en 2010. Data afkomstig van het UNODC (2011).

Figuur 3: Trends in homicidecijfer voor Costa Rica. Data afkomstig van het UNODC (2011).

Figuur 4: Trends in homicidecijfer voor Panama tussen 1995 en 2010. Data afkomstig van het UNODC(2011).

,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

1995199619971998199920002001200220032004200520062007200820092010

Trends in Homicide cijfer Mexico per 100000 inwoners

,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

14,00

1995199619971998199920002001200220032004200520062007200820092010

Trends in Homicide cijfer Costa Rica per 100000 inwoners

,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

1995199619971998199920002001200220032004200520062007200820092010

Trends in Homicide cijfer Panama per 100000 inwoners

Page 13: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

10

Er bestaat binnen de internationale gemeenschap een soort van consensus dat een

overgroot deel van het geweld gelinkt kan worden aan criminaliteit (UNODC, 2007; UNODC,

2011; World Bank, 2011). Vele van deze bronnen halen drugstrafiek aan als één van de

belangrijkste drijvers van geweld. Het is echter moeilijk te aanvaarden dat deze activiteit de

enige oorzaak zou zijn. Zoals verder wordt aangegeven, worden in de meest gewelddadige

landen (de Noordelijke Driehoek) het minst drugsvangsten opgetekend. Dit zou enerzijds te

wijten kunnen zijn aan een minder groot belang van drugstrafiek in deze landen, hetgeen

echter onwaarschijnlijk lijkt (ONDCP,2012). Anderzijds zou dit te wijten kunnen zijn aan een

tekort aan inzet van de instanties om deze trafiek effectief te gaan bestrijden. Daarnaast

wordt in andere Latijns-Amerikaanse landen zoals Bolivia een veel mindere mate van geweld

opgetekend, hoewel deze toch ook betrokken zijn bij de productie van cocaïne (UNODC,

2012).

Het voorkomen van grote mates aan geweld heeft een negatieve impact op de ontwikkeling

van de landen in kwestie. Volgens het UNODC (2011) wordt een groter relatief aantal

moorden geassocieerd met lage menselijke en economische ontwikkeling. Landen met een

hoge ongelijkheid van inkomens kennen een homicidecijfer dat gemiddeld vier keer hoger ligt

dan meer egalitaire samenlevingen. Een hoge mate van ongelijkheid hoeft echter geen

garantie op geweld (tabel 2) te zijn. Wanneer we kijken naar de evolutie van de Gini

coëfficiënt3 voor de Centraal-Amerikaanse landen, wordt het duidelijk dat ondanks het

toenemende geweld er een lichte daling van de ongelijkheid in Centraal-Amerika wordt

opgemeten. Toenemende economische en sociale ongelijkheid zijn naar alle

waarschijnlijkheid niet gecorreleerd met een stijging van het homicidecijfer, maar zijn er

evenmin een rem op. De Gini-coëfficiënt neemt in vele gevallen niet sterk af, en blijven vaak

constant of nemen licht af. Deze waarden behoren echter wel tot de hoogste ter wereld.

Toch bestaan er ook landen die op deze indicator slecht scoren waar veel minder geweld

wordt opgetekend, zoals Nicaragua.

Gini coëfficiënt

Mexico 0,539 (1998) 0,481 (2010)

Guatemala 0,560 (1998) 0,585 (2010)

El Salvador 0,518 (1999) 0,454 (2010)

Honduras 0,564 (1999) 0,567 (2010)

Nicaragua 0,583 (1998) 0,532 (2010)

Costa Rica 0,473 (1999) 0,492 (2010)

Panama 0,499 (1999) 0,519 (2010)

Tabel 2: Gini-waarden voor Centraal-Amerika (niet beschikbaar voor Belize) met jaartal. Data overgenomen van CEPAL.

3 De Gini-coëfficiënt wordt gebruikt om inkomensongelijkheid te meten, en wordt meestal weergegeven als

een getal tussen 0 en 1. Een waarde gelijk aan 0 correspondeert met een perfecte gelijkheid (waar iedereen beschikt over hetzelfde inkomen), een waarde van 1 (waar alle rijkdom geconcentreerd is in één individu).

Page 14: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

11

Met de prevalentie van geweld gaan verschillende kosten gepaard, zowel directe als

indirecte, en deze kunnen de kosten van gewapende conflicten overstijgen. Directe kosten

omvatten de waarde van alle goederen en diensten die worden gebruikt om geweld te

voorkomen en de slachtoffers ervan te behandelen (World Bank, 2011, p.24). Deze omvatten

medische kosten, kosten voor de veiligheidsinstanties die de doden moeten opmeten en het

onderhoud van opgesloten individuen, samen met kosten voor justitie en eventuele private

veiligheidsmaatregelen. Indirecte kosten zijn dan het gevolg van de neveneffecten van

geweld, en omvatten onder meer fiscale effecten (macro-economische instabiliteit, dalingen

in sociale uitgaven), het verlies van menselijk en sociaal kapitaal (verslechtering van

levensomstandigheden en emigratie), het verlies aan (toekomstige) productiviteit (vernieling

van infrastructuur en land), verminderd financieel kapitaal (door kapitaalvlucht, inflatie en

minder investeringen), stijgende transactiekosten (minder vertrouwen van de consument en

investeerders), de reallocatie van ontwikkelingshulp naar veiliger plaatsen, en de negatieve

impact op de sociale voorzieningen (Geneva Declaration Secretariat, 2008). Ook niet-

monetaire kosten, zoals pijn, lijden en dood door hogere mortaliteit en morbiditeit resulteren

niet altijd in hogere gezondheidsuitgaven, maar kunnen toch een impact uitoefenen.

Page 15: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

12

3. METHODOLOGIE EN VRAAGSTELLING

Hetgeen in deze studie bereikt wil worden, is een antwoord op volgende hoofdvraag leveren:

Wat zijn de oorzaken van het toenemende geweld in Centraal-Amerika?

Dit zal gebeuren aan de hand van analyse van kwalitatieve data aangaande de prevalentie

van geweld en belangrijke illegale activiteiten, voornamelijk

1) Geweld

Om dit te kunnen nagaan, dient eerst een karakterisatie gemaakt te worden van het

Centraal-Amerikaans geweld:

- Hoe wordt geweld opgemeten?

Om een beeld te scheppen van het geweld wordt gebruik gemaakt van het

homicidecijfer per 10000 inwoners. Het United Nations Office on Drugs and Crime

(UNODC) stelt deze data ter beschikking en wordt hier ook gebruikt. Verder wordt het

nut van deze indicator van geweld geadresseerd aan de hand van literatuur, met

toonaangevende internationale organisaties als uitgangspunt.

- Waar wordt geweld opgemeten?

Hiervoor wordt data gebruikt afkomstig van het UNODC, voornamelijk bij de

geografische verspieding van het geweld en de evolutie van dit geweld in de regio.

Deze data wordt aangevuld met informatie omtrent het stedelijk geweld.

- Op welke manier wordt geweld gebruikt?

Data afkomstig van het UNODC wordt gebruikt om het toenemend belang van

vuurwapens als voornaamste moordwapen aan te duiden.

Omdat Centraal-Amerika gekenmerkt wordt door 2 fenomenen (toenemend belang van

het land als trafiekcorridor voor illegale narcotica en jeugdbendes) die sterk in de

internationale belangstelling staan en vaak verantwoordelijk worden geacht voor een

groot deel van het geweld, is het nuttig om te kijken of deze geweld veroorzaken, waar

deze eventueel geweld veroorzaken en in welke mate ze dit bewerkstelligen.

- In welke mate, en waar is cocaïnetrafiek verantwoordelijk voor het geweld in

Centraal-Amerika?

Data van het UNODC aangaande trends binnen het aantal inbeslagnames van

cocaïne wordt vergeleken met trends in het homicidecijfer in de regio en voor enkele

relevante Zuid-Amerikaanse landen. Daarenboven wordt een idee gegeven van de

mate van cocaïne die effectief door de regio wordt getransporteerd (met schattingen

die voornamelijk gebaseerd zijn op overheidsbronnen).

- In hoeverre zijn jeugdbendes verantwoordelijk voor het geweld in Centraal-Amerika?

Een conservatieve schatting van het aantal leden van jeugdbendes werd gevonden

bij data afkomstig van het UNODC. Verder wordt het ontstaan en de rol van

jeugdbendes in de Noordelijke Driehoek (Belize, Guatemala, El Salvador en

Page 16: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

13

Honduras) verklaard aan de hand van literatuur en anekdotale data gevonden in

nieuwsbronnen.

2) Wat is de rol van de staat in het geweld?

Om de rol van de staat te verduidelijken wordt gebruik gemaakt van de world governance

indicatoren van de Wereldbank, en specifiek de indicatoren voor Rule of Law en Control of

Corruption. Dit levert percepties aangaande de gezondheid van de instituten die

verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de rechtsstaat.

- Wat vertellen de governance indicatoren aangaande het geweld in Centraal-

Amerika?

Hoe moeten de scores op de governance indicatoren geïnterpreteerd worden?

Trends in de indicatoren worden vergeleken met trends in het homicidecijfer om de

relevantie en bruikbaarheid van de governance factoren te adresseren. Dit gebeurt

door ondeling vergelijken van de Centraal-Amerikaanse landen en geselecteerde

Zuid-Amerikaanse landen.

Welke rol speelt de staat in het Centraal-Amerikaans geweld zoals weergegeven

door de governance indicatoren?

De governance indicatoren worden verder gebruikt als kwalitatieve analytische

gegevens om de aard van de instituten begaan met justitie en veiligheid te

verduidelijken binnen een bepaalde context, die in het eerste deel werd verduidelijkt.

Page 17: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

14

4. GEWELD

Hoe en waar wordt geweld opgemeten? 4.1.

Het homicide cijfer per 100 000 inwoners als indicator van de mate van geweld 4.1.1.

Het is niet evident om de mate van dodelijk geweld op te meten. Hoewel het aantal moorden

niet als enige indicator van geweld geldt, wordt het homicidecijfer per 100 000 inwoners het

vaakst gebruikt om algemene niveaus van geweld in steden en/of landen aan te tonen

(Buvinic & Morisson, 1999). Homicide wordt meestal gedefinieerd als “de onrechtmatig dood

van een persoon toegebracht door een andere persoon”(Geneva Declaration Secretariat,

2011, p.49). Het aantal moorden per 100 000 inwoners is een relatieve indicator die een

beeld geeft van de mate waarmee wordt gemoord en onderlinge vergelijking tussen landen,

regio’s en steden toelaat.

Moorden zijn de meest ernstige en publiek meest zichtbare indicatoren van geweld, en

worden vaak accurater weergegeven in de statistieken van gewelddadige criminele feiten.

Dit is omwille van het feit dat het aantal lijken te tellen valt, en er meestal forensisch kan

vastgesteld worden wat de doodsoorzaak is. Er zijn echter ook bepaalde problemen die deze

manier van rapporteren met zich meebrengt. Ook al is deze vaak meer betrouwbaar dan

andere indicatoren bestaat er zoals bij andere indicatoren een risico op onder-rapportering

van het aantal moorden. Daarnaast resulteren niet alle vormen van ernstig geweld, zoals

huishoudelijk en seksueel geweld, in de dood van het slachtoffer. Desalniettemin kunnen

dergelijke vormen van geweld een grote impact uitoefenen op het dagelijkse leven van de

slachtoffers. Daarenboven worden niet-fysieke vormen van geweld, zoals psychologisch

geweld en intimidatie, door gebruik van het homicide cijfer over het hoofd gezien.

Een ander probleem is dat bepaalde moordstatistieken soms kunnen onder- of overschat

worden. Dit is ook afhankelijk van de bron van de moordstatistieken. Cijfers afkomstig van de

criminele justitie kunnen soms erg verschillen van deze van openbare

gezondheidsinstellingen. De precisie en betrouwbaarheid van data afkomstig van criminele

justitie is in de eerste plaats afhankelijk van de bereidheid van de bevolking om een moord

aan te geven. Indien de bevolking de overheid wantrouwt, wordt het minder waarschijnlijk dat

een bepaalde gebeurtenis -inclusief moord- zal worden aangegeven. Ook verdwijningen

worden niet altijd opgehelderd, onafhankelijk van het gegeven of een persoon vermoord

werd. Er kan dus in vele gevallen gesteld worden dat moordcijfers in vele gevallen

conservatieve schattingen zijn.

Toch wordt het homicide cijfer gezien als één van de meest betrouwbare en relatief

eenvoudig meetbare indicatoren van geweld, en wordt deze indicator gebruikt door de

voornaamste internationale organisaties, waaronder het voor dit werk van essentieel belang

United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC). Omdat er sterke aanwijzingen bestaan

voor het belang van geweld gerelateerd aan criminaliteit in de Centraal-Amerikaanse

context, zal ook hier verder gewerkt worden met het homicidecijfer per 100 000 inwoners.

De rol van vuurwapens 4.1.2.

Vuurwapens spelen een belangrijke rol bij het plegen van moorden. Globaal gezien gebeurt

42 procent van alle moorden met een vuurwapen. Het gebruik van een vuurwapen als

geprefereerd moordwapen kent daarenboven een ongelijke verspreiding. Vooral het

Amerikaans continent blijkt problematisch te zijn. Daar vallen maar liefst 74% van alle doden

Page 18: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

15

door middel van een vuurwapen (UNODC, 2011, p.10), hetgeen ver boven het globale

gemiddelde ligt. Toch zijn er ook binnen de regio bepaalde landen die uitschieten in

vergelijking met anderen.

Percentage van het aantal moorden gepleegd met vuurwapens (%)

Belize 52,3 (2010)

Costa Rica 57,3 (2006)

Honduras 83,4 (2010)

El Salvador 76,9 (2008)

Guatemala 84,0 (2010)

Panama 75,0 (2010)

Mexico 54,9 (2010)

Nicaragua 42,1 (2009)

Tabel 3: Percentage van het aantal moorden gepleegd met vuurwapens in Centraal-Amerika volgens laatst beschikbaar jaar. Bron: UNODC (2011).

Bovenstaande tabel geeft een indicatie van de voornaamste manier waarop gemoord wordt

in Centraal-Amerika. Zoals de percentages in het vet aangegeven duidelijk maken, worden

de overgrote meerderheid van de moorden in de meest gewelddadige landen gepleegd met

vuurwapens (tabel 3). In Honduras, dat geldt als het meest dodelijke land in de regio, werd in

2010 maar liefst 83.4% van alle opgetekende moorden gepleegd met een vuurwapen. Ook

El Salvador en Guatemala scoren uitzonderlijk hoog, waar respectievelijk 77 en 84% van alle

moorden op deze manier plaatsvonden. Opvallend is de relatief lage score van Belize. Ook

in Panama wordt veel gemoord met een vuurwapen (75% van alle moorden). Het

homicidecijfer lag daar tevens de laatste jaren hoger dan dat van Mexico (fig. 5). Het aantal

moorden gepleegd met een vuurwapen ligt in Panama veel hoger, en kende sinds 2005 een

nagenoeg constante stijging (met lichte daling in 2010) (fig.6). Panama kent dus een hogere

mate aan vuurwapengeweld dan Mexico, dat nochtans geteisterd wordt door kartelgeweld.

Enkel in Nicaragua valt minder dan de helft van alle slachtoffers ten prooi aan een kogel. Dit

cijfer is desondanks toegenomen van 35% in 2008 naar 42% in 20094.

Figuur 5: Trends in het Homicidecijfer per 100000 inwoners voor Mexico en Panama in de periode 1995-2010. Data afkomstig van het UNODC (2011).

4 UNODC data reeks (zie bijlge)

,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

Trends in Homicidecijfer per 100000 inwoners

Panama

Mexico

Page 19: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

16

Tenminste voor Centraal-Amerika geldt dat een overgroot deel van alle moorden gepleegd

worden met een vuurwapen. Een meerderheid van landen gekenmerkt door een

toenemende mate van geweld ziet ook steeds vaker vuurwapens als dodelijk wapen gebruikt

worden (fig. 6). Het gebruik van vuurwapens wordt vaak in verband gebracht met geweld

gerelateerd aan georganiseerde misdaad en bendes (UNODC, 2011). De dodelijkste landen

in Centraal-Amerika (met uitzondering van Belize) zijn ook deze waar bij voorkeur gemoord

wordt met vuurwapens. Zoals verder wordt verduidelijkt, worden deze landen ook

gekenmerkt door een grote aanwezigheid van straatbendes met transnationale wortels of

maras.

Figuur 6: Trends in het percentage van het aantal moorden gepleegd met een vuurwapen (Costa Rica, Nicaragua en El Salvador niet weergegeven wegens onvoldoende cijfermateriaal).

Data afkomstig van het UNODC (2011).

Het lijkt misschien logisch om een hogere mate van vuurwapengeweld te associëren met de

beschikbaarheid van de wapens. Een hogere beschikbaarheid betekent echter niet altijd een

frequent gebruik ervan. Hoewel geweld in Latijns-Amerika een duidelijke voorkeur heeft voor

vuurwapens, is het niet zo dat er disproportioneel veel wapens aanwezig zijn (Vranckx,

2006). Zo komt is het aantal vuurwapens per 100000 inwoners veel hoger in de Verenigde

Staten, en wordt toch niet in dezelfde mate gemoord als bij haar zuiderburen. Het lijkt er dus

op dat geweld niet gerelateerd is aan een buitensporige beschikbaarheid (hoewel de losse

wapenwetgeving in de VS hier zeker aan bijdraagt) van vuurwapens, maar eerder aan het

frequenter gebruik ervan.

De geografische verspreiding van geweld. 4.1.3.

Homicidecijfers per 100000 inwoners voor een bepaald land zijn gemiddeldes en kunnen een

vertekend beeld scheppen aangaande de veiligheidssituatie. Een geven regio of stad in een

land kan een veel hogere mate van geweld vertonen, terwijl andere plaatsen relatief veilig

zijn. Geweld is dus meestal allesbehalve uniform verspreid. Latijns-Amerika is het meest

geürbaniseerde continent ter wereld (zo’n 75% van de bevolking leeft in stedelijk gebied).

Intuïtief lijkt het waarschijnlijk dat ook daar het meest geweld plaatsvindt, en de regio

herbergt dan ook de meest gewelddadige steden ter wereld. Het staat echter niet vast dat er

een rechtstreeks verband bestaat tussen urbanisatiegraad en geweld. Vele steden zijn

immers niet zo gewelddadig zoals zou moeten onder de veronderstelling dat meer

verstedelijking automatisch meer geweld impliceert.

,00

10,00

20,00

30,00

40,00

50,00

60,00

70,00

80,00

90,00

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Trends in het percentage moorden met vuurwapens

Panama

Mexico

Guatemala

Belize

Honduras

Page 20: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

17

Figuur 7: Geografische verspreiding van het geweld in Centraal-Amerika in 2006. Figuur overgenomen van (World Bank, 2011)

5.

Uit bovenstaande figuur blijkt dat de meest gewelddadige regio’s in Guatemala de regio van

hoofdstad Guatemala City en de Péten regio zijn. De hoofdstedelijke regio kent extreem

hoge homicide cijfers, tussen 80 en 90 moorden per 100000 inwoners (fig. 7). De noordelijke

Petén regio volgt met moordcijfers tussen de 70 en 80 moorden. Ook in de grensstreken met

El Salvador en Honduras worden hogere cijfers opgetekend. Daarnaast is de intensiteit van

geweld relatief groot in de departementen die langs de Pacifische kust gelegen zijn.

In El Salvador werd in 2006 het meest gemoord in de grensregio’s (Santa Anna) en in regio’s

waar grootsteden voorkomen, waaronder San Salvador (50-60 moorden per 100000) en San

Miguel (40-50 per 100000).

Ook de Hondurese hoofdstad Tegucigalpa is zeer gewelddadig, met 60 tot 70 moorden per

100000. Daarnaast zijn de meest gewelddadige provincies gelegen langs de Atlantische kust

en bij de grens met Guatemala. Zo is het Cortés departement, waar de tweede belangrijkste

stad van Honduras, San Pedro Sula is gevestigd één van de meest dodelijke van het land.

Toch is het nog steeds belangrijk om dieper in te zoomen op deze extreem gewelddadige

regio’s. De mate van stedelijk geweld kan een beeld helpen scheppen omtrent de actoren

die verantwoordelijk zijn voor het geweld. Een recent rapport van de Mexicaanse denktank

Seguridad, Justicia, y Paz geeft een indicatie van waar het meeste geweld zich afspeelt

binnen bepaalde regio’s (Ortega, 2012). Het rapport geeft onder andere het aantal

slachtoffers die gevallen zijn weer in de 50 meest gewelddadige steden en subnationale

districten ter wereld. In vele, maar niet alle departementen komen de meest gewelddadige

steden voor. In 2010 werden bijvoorbeeld in Guatemala City 40 % van alle geregistreerde

moorden in het land gepleegd.

5 De data die gebruikt werd om deze kaart te construeren zijn gebaseerd op een econometrisch model van

Cuevas en Demombynes (2009). Zij wijzen op het verband in het voorkomen van geweld op plaatsen waar een hoge intensiteit van drugtrafiek wordt opgetekend (Costa, 2012, p. 4). Data is afkomstig uit 2006.

Page 21: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

18

Figuur 8 - 9: Vergelijking tussen de subnationale verspreiding van het homicide cijfer in 2005 en 2010. Figuur overgenomen van Global Study on Homicide (UNODC, 2011)

6.

6 Gebaseerd op data afkomstig van de Nationale Politie, statistische instanties en criminal justice instituten.

Page 22: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

19

Bovenstaande figuren (fig. 8-9) tonen de subnationale verspreiding van de intensiteit

waarmee wordt gemoord. Mexico kleurt een stuk donkerder in verschillende departementen.

De meeste departementen (Chihuahua, Sinaloa, Baja California, Guerrero) vertoonden in

2005 reeds een verhoogd moordcijfer. Binnen de provincie Chihuahua zijn voor 2010 twee

van de meest moorddadige steden terug te vinden (Ortega, 2012): Chihuahua (88 per

100000) en Ciudad Juárez (148 per 100000). Juárez, die op de grens met de Verenigde

Staten ligt en geteisterd wordt door kartelgeweld, was tot 2011 de meest dodelijke stad ter

wereld, en neemt tegenwoordig de tweede plaats in. Er zijn echter ook een paar regio’s waar

te nemen die vroeger haast geweldloos waren en sinds 2005 een sterke stijging in het

homicidecijfer zagen. Dit is het geval voor Nuevo Leon, wiens hoofdstad Monterrey

ondertussen de 38e plaats bekleed van meest gewelddadige steden. Guerrero is een relatief

gewelddadige regio, en zo’n 47% van alle moorden worden in Acapulco gepleegd. Ook

Durango in de provincie Durango (die een sterke stijging zag in het homicidecijfer vanaf

2005) is de 9e gewelddadigste stad ter wereld. Het is duidelijk dat geweld tegelijkertijd

intensiever en meer verspreid wordt.

Dit blijkt ook wanneer Honduras wordt beschouwd. Daar waar in 2005 (wanneer het

homicidecijfer in Honduras zoals figuur 1 weergeeft een dieptepunt bereikt) het geweld het

meest geconcentreerd is in de hoofdstedelijke regio en Cortés (waar San Pedro Sula

gelegen is) en naburige regio’s, is een ernstige verkleuring over bijna het hele territorium

waar te nemen in 2010.

Het geweld in Guatemala blijft in tegenstelling tot de vorige besproken landen in 2005 en

2010 relatief constant (fig.1). Het grootste aandeel in geweld blijft ondanks kleinere

fluctuaties geografisch stabiel in de hoofdstad en gebieden grenzend aan de Pacifische kust,

Honduras en El Salvador. Ook El Salvador blijft een nagenoeg constante mate van geweld

vertonen in 2005 en 2010 (met respectievelijk 62 en 66 moorden per 100000).

Nicaragua vormt uitgaande van de figuur 8 en 9 een uitzondering in vergelijking met de

meeste landen van Centraal-Amerika, waar de moorden zowel in intensiteit als in

geografische verspreiding toenemen. Het Region Autonoma del Atlantico Sur was in 2010

het meest gewelddadige departement in Nicaragua, terwijl het geweld in naburige regio’s

afnam. Het gemiddelde moordcijfer blijft constant min of meer constant vanaf 2005, en

scommelt tussen de 10 en 15 moorden per 100000 inwoners.

Figuur 10: trends in het homicidecijfer van Nicaragua, Panama en Costa Rica van 1995 tot 2010. Data afkomstig van het UNODC (2011).

,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

Trends in Homicide Cijfer per 100000 inwoners

Nicaragua

Panama

Costa Rica

Page 23: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

20

Een intensificatie van het geweld in Panama en Costa Rica zien we zowel op figuur 8-9 en

10. In 2006 lag het Panamese moordcijfer nog lager dan dat van “vredevol” Nicaragua. In

2007 is dit nagenoeg gelijk en in 2009 bijna twee maal zo hoog. Deze escalatie vindt plaats

in de in 2005 al meest gewelddadige regio’s van het land, namelijk de provincies Panama en

Colón. Dat Panama City in 2010 de 46e meest gewelddadige stad ter wereld was, wijst

ondanks de voor de regio lage moordcijfers op het grote belang van grootstedelijk geweld in

Centraal-Amerika.

Colombia, Venezuela en Brazilië 4.1.4.

Zoas het rapport van Seguridad, Justicia y Paz aantoont, zijn 46 van de 50 meest

gewelddadige steden ter wereld terug te vinden op het Amerikaanse continent (waaronder

ook New Orleans, Detroit, St Louis en Baltimore in de Verenigde Staten). Het kan nuttig zijn

om zuidelijker te gaan kijken om te zien of dezelfde fenomenen van intens stedelijk geweld

terug te vinden zijn. Maar liefst veertien van de meest dodelijke steden waren Braziliaans in

2010, drie in Venezuela, en vijf waren Colombiaans. Net zoals in de landen van Centraal-

Amerika is er in Venezuela sprake van een grote mate aan hoofdstedelijk geweld. Dit in

tegenstelling tot Brazilië en Colombia (en Mexico), waar er veel geweld voorkomt in andere

steden, terwijl de hoofdstad als relatief veilig kan beschouwd worden.

Figuur 11: Trends in de homicidecijfers voor de periode van 1995-2010 voor Colombia, Brazilië en Venezuela.Cijfers afkomstig van het UNODC (2011)

Hoewel deze landen samen bijna de helft van de meest gewelddadige landen herbergen, zijn

er grote onderlinge verschillen waarneembaar in de evolutie van het homicide cijfer (fig.11).

Brazilië blijft nagenoeg constant met een toch niet verwaarloosbaar gemiddelde van rond de

30 moorden per 100000 (dus vergelijkbaar met het minst gewelddadige land van de

Noordelijke Driehoek Belize). Venezuela evolueerde (vanaf 1998) in tegenstelling tot

Colombia tot een land met één van de hoogste homicidecijfers ter wereld. Colombia zag

haar aantal moorden halveren tussen 2002 en 2010, ondanks vele steden (waaronder

Medellín en Cali, vroeger en tegenwoordig notoir omwille van criminele activiteit gerelateerd

aan de cocaïne-economie) die nog steeds een hoog moordcijfer kennen. Deze sterke daling

wordt geassocieerd met de demobilisatie van paramilitaire Autodefensa milities (AUC) vanaf

,00

10,00

20,00

30,00

40,00

50,00

60,00

70,00

80,00

Trends in Homicide Cijfer per 100000 inwoners

Colombia

Brazil

Venezuela(BolivarianRepublic of)

Page 24: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

21

2003, alsook specifieke programma’s die de demobilisatie en herintegratie van voormalige

guerrilla’s als doel hebben. Het gemiddelde geweld in Colombia blijft echter uitzonderlijk

hoog, en de meerderheid van het geweld blijkt niet gerelateerd te zijn aan de activiteiten van

guerrillagroeperingen, maar eerder aan de nakomelingen van de grote Colombiaanse

drugkartels, de zogenaamde BACRIMS (BAndas CRImineles eMergentes). Ook in Brazilië

zijn bepaalde criminele structuren actief in grootsteden, meebepaald de gevangenisbendes.

De Caraïben en Jamaica 4.1.5.

Ook in de Caraïben wordt in de loop der jaren een stijging in het homicidecijfer

waargenomen. Vooral Jamaica leidt de groep met homicidecijfers die deze van de

Noordelijke Driehoek van Centraal-Amerika benaderen (fig. 12). Het is ook het vermelden

waard dat Kingston, de hoofdstad van Jamaica, in 2010 de 33e meest gewelddadige stad ter

wereld was (Ortega, 2012).

Figuur 12: Trends in homicide cijfers per 100000 inwoners voor de Noordelijke Driehoek en Jamaica tussen1995 en 2010. Cijfers afkomstig van het UNODC (2011).

Uit voorgaande observaties kan opgeworpen worden dat op zijn minst een substantieel deel

van alle moorden die worden gepleegd in Centraal- en Latijns-Amerika plaatsvinden in grote

steden. Dit brengt ons bij de volgende vraag: Welke actoren die geweld gaan gebruiken

bevinden zich in deze steden? En welke activiteiten zijn de voornaamste drijvers van dit

geweld?

Actoren en andere drijvers van geweld 4.2.

Drugsvangsten als indicator voor drugtrafiek 4.2.1.

Om de intensiteit van drugtrafiek weer te geven wordt meestal gebruik gemaakt van de

hoeveelheden in beslag genomen narcotica. De betrouwbaarheid van deze indicator om de

mate van drugtrafiek in een gegeven land weer te geven valt echter te betwisten. Om een

effectieve schatting te kunnen maken over de hoeveelheden narcotica die doorheen een

land of regio gesmokkeld worden, moet er eerst een zekere toewijding van de autoriteiten

bestaan om drugs en andere smokkelwaar ook actief te gaan bestrijden. Daarnaast kunnen

,00

20,00

40,00

60,00

80,00

100,00

120,00

140,00

160,00

Trends in Homicide Cijfers per 100000

Jamaica

El Salvador

Honduras

Guatemala

Belize

Page 25: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

22

bepaalde sociale conventies de illegale activiteiten tolereren, hetgeen vaak het geval is

wanneer deze activiteiten een noodzakelijke bron van inkomsten zijn (door een groot deel

van de bevolking in armoede leeft). Sommige landen beschikken tevens vaak niet over de

middelen die nodig zijn om effectief te zijn in de bestrijding van drugshandel. In theorie kan

dus veel meer smokkelwaar passeren door een plaats dan er effectief wordt onderschept.

Intensiteit van drugtrafiek meten aan de hand van de hoeveelheid drugs die wordt in beslag

genomen is niet altijd even efficiënt en kan een vertekend beeld geven. Inderdaad, het

European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) stelt dat

drugsvangsten eerder een indicator zijn van de activiteiten van de instanties in de reductie

van het aanbod, maar kunnen een bevestiging zijn van hoeveelheden getransporteerde

drugs indien aangevuld met kwalitatieve data. Ook het UNODC erkent dit probleem in het

World Drug Report van 2005 (p. 168). Daar wordt gesteld dat drugsvangsten enkel een

goede proxy zou zijn voor de mate van drugtrafiek indien de capaciteit van de instanties

overal identiek zou zijn.

Dit speelt nu net in het voordeel wanneer wil gewezen worden op het belang van drugtrafiek

als drijver van geweld. Immers is het waarschijnlijk dat trafikanten verkiezen om geen geweld

te gaan gebruiken indien de activiteit in stilte kan verlopen, en er dus zo weinig mogelijk

handelswaar in beslag wordt genomen. Met andere woorden, als alle geweld in Centraal-

Amerika veroorzaakt zou worden door drugtrafiek en geassocieerde criminaliteit, zou geweld

hypothetisch moeten voorkomen op plaatsen waar drugtrafikanten bedreigd zijn door de

officiële instanties (of eventuele concurrerende organisaties, hetgeen vaak een gevolg is van

een statelijke interventie), tenminste als we kijken naar de hoeveelheden in beslag genomen

narcotica in verhouding met de hoeveelheden die er door een gegeven land worden

getransporteerd. Er dient opgemerkt te worden dat in dit geval enkel geldt voor geweld

gerelateerd aan statelijk ingrijpen. Zoals verder wordt duidelijk gemaakt, is dit niet het geval

voor alle Centraal-Amerikaanse landen, met name de Noordelijke Driehoek.

Is internationale cocaïnetrafiek een inherente drijver van crimineel geweld? 4.2.2.

4.2.2.1. Cocaïne trafiek in Centraal-Amerika

Vele bronnen verwijzen naar de internationale cocaïnetrafiek als één van de voornaamste

drijvers van geweld. Hoewel er zekere correlaties bestaan tussen het voorkomen van

drugtrafiek en geweld, is het niet noodzakelijk zo dat er causale relaties bestaan. Voor

bijvoorbeeld Panama stemt een stijging in het aantal drugsvangsten overeen met een stijging

van het homicidecijfer. Daarentegen worden in vergelijking met het regionale gemiddelde

veel minder drugsvangsten genoteerd in de dodelijkste landen van Centraal-Amerika (waar

het geweld waarschijnlijk meer te linken valt met jeugdbendes). Een laag aantal

rapporteringen van drugsvangsten en inbeslagnames betekent echter niet dat er geen

doorvoer van narcotica en/of andere illegale activiteiten in een bepaald land plaatsvinden.

Latijns-Amerika is de belangrijkste producent van cocaïne ter wereld. Er wordt geschat dat er

tegenwoordig jaarlijks tussen zo’n 800 en 1100 ton geproduceerd wordt voor ongeveer 10

miljoen gebruikers, voornamelijk in de Verenigde Staten en Europa, de belangrijkste

consumptieplaatsen (UNODC, 2012, p.36).

In haar rapport van 2011 poogt de Wereldbank een beeld te scheppen aangaande de

hoeveelheid van cocaïne en cannabis die sub regionaal doorheen Centraal-Amerika wordt

getransporteerd (fig. 13). Onderstaande figuur toont dat er zowel gelijkenissen als verschillen

bestaan in het voorkomen van geweld en een hoge inbeslagname van cocaïne en cannabis.

Page 26: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

23

Figuur 13: Totale vangsten van cocaïne en cannabis in kilo per 100000 inwoners in 2006 op nubnationale schaal. Figuur overgenomen van Crime and Violence (World Bank, 2011).

7

In Guatemala werden in 2006 zowel in de grensstreek Petén als in Guatemala City veel

drugsvangsten gedaan, en ook de grensregio’s en regio’s langs de Atlantische kust zijn

plaatsen waar veel drugs worden onderschept. Toch worden door onderlinge vergelijking van

de figuren bepaalde discrepanties geobserveerd. De grensregio’s met Mexico zijn

bijvoorbeeld een plaats waar relatief veel narcotica in beslag worden genomen, maar kent

niet het gewelddadige karakter van de hoofdstad of de Petén-regio. Daarentegen worden in

de grensstreken met El Salvador en (deels) Honduras weinig drugsvangsten opgetekend,

ondanks een relatief grote mate van geweld.

Hoewel in Guatemala City veel drugsvangsten worden gemaakt en tegelijk veel wordt

gemoord, is dit niet het geval voor de andere landen van de Noordelijke Driehoek (waar

helaas geen informatie beschikbaar is voor Belize). In de regio rond San Pedro Sula

Tegucigalpa en San Salvador (respectievelijk de in 2010 eerste, achtste en zesde meest

dodelijke subnationale jurisdicties) worden in vergelijking met Guatemala een stuk minder

drugs in beslag genomen. In El Salvador worden over het algemeen minder drugs in beslag

genomen dan er proportioneel zou moeten aanwezig zijn uitgaande van een hypothese waar

een hogere hoeveelheid drugsvangsten zou correleren met toenemend (stedelijk)

vuurwapengeweld.

Nicaragua biedt ook aanwijzingen aangaande deze hypothese. Enerzijds worden in de

meest gewelddadige Region Autonoma del Atlantico Sur relatief veel drugs onderschept. De

mate van geweld en de hoeveelheden drugs die in beslag worden genomen lijken verder

slechts matig te correleren. In bepaalde regio’s werden geen drugs in beslag genomen,

terwijl deze toch relatief gewelddadig zijn (Region Autonoma del Atlantico Norte, Boaco,

Chontales en Rio San Juan), en vice versa.

7 De data die gebruikt werd om deze kaart te construeren zijn gebaseerd op een econometrisch model van

Cuevas en Demombynes (2009). Zij wijzen op het verband in het voorkomen van geweld op plaatsen waar een hoge intensiteit van drugtrafiek wordt opgetekend (Costa, 2012, p. 4). Gebruikte data uit het jaar 2006.

Page 27: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

24

Voor Costa Rica en Panama, waar ondanks de relatief grote drugsvangsten die worden

gedaan het geweld in vergelijking met de Noordelijke Driehoek stukken lager ligt (fig. 1).

Toch werden over tijd meer drugsvangsten gedaan in deze landen, en steeg ook tegelijk het

dodelijk geweld (fig. 14).

Om een beter beeld te krijgen over de hoeveelheid cocaïne die door de regio loopt, geven

schattingen van de Amerikaanse regering een ander beeld van de getrafikeerde

hoeveelheden. Ondanks de lage mate van inbeslagname in de landen van de Noordelijke

Driehoek zijn er sterke aanwijzingen dat een substantieel deel van alle cocaïne met

bestemming Verenigde Staten doorheen de 4 landen van de Noordelijke Driehoek wordt

getransporteerd. Tegenwoordig zou Centraal-Amerika de belangrijkste trafiekcorridor voor

illegale narcotica zijn. Volgens het Amerikaanse Office of National Drug Control Policy, dat

belast is met het uitroeien van illegaal druggebruik, zou in 2010 zo’n 90% van alle cocaïne

die in Mexico is aangekomen ergens een tussenstop in een Centraal-Amerika gemaakt

hebben (ONDCP, 2012, p.2), en zou 95% van alle cocaïne bestemd voor de Verenigde

Staten doorheen de Mexico-Centraal-Amerikaanse corridor getransporteerd worden. Dit

gebeurt op verschillende manieren, waaronder over land, vluchten (al dan niet met

tussenstop in bepaalde landen), Self-Propelled Semi-Submersibles (SPSS of narco-subs;

een watertransport dat deels onder het wateroppervlak wordt gehouden om de zichtbaarheid

te verminderen) en Go-Fasts (kleine, snelle bootjes die sneller konden varen dan de boten

van de kustwacht) (Kushner, 2009). Hier ook van belang is de geografie van de regio. De

Centraal-Amerikaanse landen moeten vele en vaak lange grenzen bewaken die vaak in zeer

afgelegen gebieden gelezen zijn, en dit vaak met beperkte middelen (of met beperkte

toewijding).

Volgens het rapport van het ONDCP van januari 2012 aangaande de cocaïnesmokkel in

2010 zou sinds 2008 veel minder cocaïne rechtstreeks naar Mexico worden

getransporteerd, maar via Centraal-Amerika verlopen. Hieruit werd geobserveerd dat

Honduras opkomst maakte als belangrijk transitpunt. Zo’n 15% van alle cocaïne die aankomt

via niet-commerciële vluchten (waarbij er vaak gewerkt wordt met clandestiene tijdelijke

landingsbanen, daarbij worden ook vaak de vliegtuigen onklaar gemaakt en afgebroken) en

met bestemming VS zou in het land terechtkomen, en 13% zou via een niet-commerciële

maritieme route komen. Het is dus misschien weinig toevallig dat het Amerikaans leger en

Drug Enforcement Agency (DEA) tegenwoordig samenwerkt met het (sinds kort ook

ingezette) Hondurese op bepaalde plaatsen die gekend staan als belangrijke transitpunten,

vaak in afgelegen omgevingen (Shanker, 2012). Dit betekent echter niet dat er gratuit

geweld gebruikt mag worden. Amerikaanse troepen mogen slechts hun vuurwapen

gebruiken wanneer ze zelf bedreigd worden. Toch kwam dit Amerikaans-Hondurees

partnerschap reeds onder druk te staan door de dood van onschuldige burgers (Cave, 2012).

Ook de Hondurese Minister van Defensie Marlon Pascua heeft verklaard dat 87% van alle

cocaïne vanuit Latijns-Amerika het land binnenkomen (LaPrensa, 2011). In juli 2012 maakte

het Hondurese Comisionado Nacional de los Derechos Humanos (Conadeh) een rapport

bekend waaruit blijkt dat het belang van Honduras als transitpunt sterk zou zijn toegenomen.

Zo’n 89% van alle vluchten vanuit Zuid-Amerika zouden ongestraft het luchtruim kunnen

schenden (El Heraldo, 9 juni 2012).Volgens de VS ambassadeur voor Honduras zou 42%

van alle drugsvluchten gericht zijn naar het land (Johnson, 2011). Niet enkel Honduras is een

belangrijk transitpunt. De Amerikaanse regering schat dat jaarlijks zo’n 250 à 300 metrische

ton doorheen Guatemala worden getransporteerd. Een substantiële proportie daarvan zou

het land binnenkomen via de Pacifische kust (InsightCrime, 2012). Ook El Salvador en

Belize worden door de Amerikaanse regering beschouwd als belangrijke trafiekcorridor.

Page 28: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

25

Desalniettemin gaat volgens het ONDCP slechts 1% van alle cocaïne doorheen El Salvador

(Corcoran, 2011).

Indien we onderstaande figuur beschouwen, en rekening houden met het toch niet te

onderschatten belang van de Noordelijke Driehoek als trafiekcorridor, kunnen vragen gesteld

worden bij de toewijding van de instanties aangaande de bestrijding van de trafiek als

primaire motor van geweld in de regio. Grote hoeveelheden cocaïne die bestemd zijn voor

het buitenland zullen ook niet altijd doorheen grootsteden passeren, tenzij voor meer lokale

distributie (vaak uitgevoerd door meer lokale criminele structuren). Desondanks zijn het in

vele gevallen de grootsteden die het meest te lijden hebben onder de hoge mate van

vuurwapengeweld in de regio. Het is dus waarschijnlijk dat de echte veroorzakers van het

geweld niet te vinden valt bij illegale netwerken die zich bezighouden met internationale

cocaïnetrafiek, die genoodzaakt zijn om geweld te gebruiken om hun activiteiten verder te

kunnen zetten (doordat de instanties zich gaan richten tegen deze organisaties). In het geval

van de extreem gewelddadige Noordelijke Driehoek is het dus mogelijk dat andere actoren

verantwoordelijk zijn voor het geweld, en in het bijzonder de zogenaamde maras of

straatbendes. Deze kennen voor de Noordelijke Driehoek een unieke ontstaansgeschiedenis

en zijn bijzonder aanwezig in voorgaande landen (zie verder). Er zijn ook bepaalde

aanwijzingen in de meer recente geschiedenis van onder meer El Salvador, die wijzen op de

maras als belangrijke plegers van geweld.

Figuur 14: trends in het aantal drugsvangsten voor Centraal-Amerika voor de periode 2004-2009. Data afkomstig van UNODC (2011)

8.

Voor andere landen van Centraal-Amerika is er dan wel een duidelijker verband tussen de

strijd tegen organisaties die zich bezig houden met drugtrafiek (fig. 14) en een toename aan

geweld (Mexico, Panama en Costa Rica) (fig.2, fig.3, fig.4). Deze handel wordt gecontroleerd

door Mexicaanse georganiseerde misdaadgroeperingen, maar de trafiek zelf wordt meestal

uitbesteed aan lokale organisaties, zogenaamde transportistas.

8 Gebruikte data weergegeven voor coca-basis en zout, en is terug te vinden op

http://www.unodc.org/unodc/en/data-and-analysis/statistics/drug-trafficking.html, en is gebaseerd op

statistieken van talrijke internationale en lokale organisaties.

0

10000000

20000000

30000000

40000000

50000000

60000000

70000000

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Trends in Cocaïne vangsten (kg)

Mexico

Guatemala

Panama

Nicaragua

El Salvador

Belize

Honduras

Costa Rica

Page 29: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

26

Vanaf 2004 is een sterke stijging waar te nemen in de hoeveelheid onderschepte cocaïne in

Panama. Daar escaleert het homicidecijfer vanaf 2007, waarna er een daling wordt

waargenomen in het aantal drugsvangsten. De toewijding van de autoriteiten ten aanzien

van de bestrijding van de internationale cocaïnetrafiek werd dus rond 2005 opgevoerd in

zowel Panama als Costa Rica, en werd verder geëscaleerd in Mexico in 2006 (hoewel het

land al relatief actief was hiermee. Het UNODC wijst in haar rapport van 2011 (p. 51) op een

potentiële relatie tussen de afname in cocaïnestromen en een toename van geweld in

Mexico, Costa Rica en Panama. Verstoringen in de handel hebben aanleiding gegeven tot

het ontstaan van incentieven voor het gebruik van geweld, waaronder versterkte competitie

tussen criminele netwerken en een vernieuwde strijd voor vrijgekomen territorium. Toch is

het ook belangrijk op te merken dat Panama City één van de dodelijkste steden ter wereld is.

In 2008 schiet ook de hoeveelheid in beslag genomen cocaïne de lucht in in Nicaragua, met

een verdubbeling in vergelijking met 2006. Dit wordt ook in mindere mate geobserveerd in

Honduras. Mogelijk kan dit toe te schrijven zijn aan het zogenaamde balloon-effect (het

verschuiven van drugtrafiek en productie van plaatsen waar de instanties deze activiteiten

tegengaan naar andere plaatsen waar ze minder onder druk komen te staan) (Mora, 1996).

Dankzij de brede aandacht in de media en academische studies zijn in Mexico bepaalde

aanwijzingen voor de hypothese zichtbaar. De hoeveelheid in beslag genomen cocaïne kent

een intense toename vanaf 2005. Vanaf 2007, wanneer de Mexicaanse regering zich

engageert tot een directe confrontatie met de drugkartels, begint het homicidecijfer daar te

escaleren, met een sterke daling in het aantal drugsvangsten tot gevolg. De aanval op de

drugkartels veroorzaakte mogelijks een verhoogde druk op de cocaïnetrafiek waardoor

minder cocaïne rechtstreeks via Mexico werd getransporteerd. De verzwakking van

bepaalde kartels (door arrestaties en uitschakelen van sleutelfiguren), ging dan samen met

de intensifiëring van de interne en onderlinge twisten voor controle van de meest lucratieve

routes en territorium. Deze verhoogde druk op het cocaïnetransport gaf ook aanleiding tot

een diversificatie van de illegale activiteiten van de criminele organisaties, waaronder

mensenhandel, kidnapping, afpersing maar ook in meer “legitieme” activiteiten, zoals

exploitatie van natuurlijke rijkdommen (Knott, 2012). Daarnaast zijn de kartels zich ook gaan

uitzaaien naar naburige landen waar de veiligheidsinstanties over veel minder middelen

beschikken, zoals Guatemala. Twee belangrijke Mexicaanse kartels, het Sinaloa kartel

(waarvan de notoire en steenrijke Joaquin ‘El Chapo’ Guzman aan het hoofd staat) en het

Los Zetas kartel (Pachico, 2011), zijn reeds enige tijd actief binnen het land, waar ze grote

onrusten veroorzaakten en slachtpartijen organiseerden. De Zetas kennen een interessante

geschiedenis. Oorspronkelijk bestond deze organisatie uit voormalige Special Forces in het

Mexicaanse leger die werden gerekruteerd als enforcers voor het Cartel del Golfo (Golf

Kartel). In verloop van tijd zijn deze hun diensten verder gaan aanbieden aan de hoogste

bieder. Uiteindelijk is de criminele structuur zich op brutale wijze gaan toeleggen op vele

criminele activiteiten.

Wanneer we inzoomen op de hoeveelheden cocaïne die worden in beslag genomen in de

Noordelijke Driehoek, zien we dat er sterke onderlinge verschillen bestaan (fig. 15). Zo

neemt Belize in vergelijking met de andere landen nagenoeg geen cocaïne in beslag.

Guatemala daarentegen tekent na een daling in 2006 terug een bescheiden vooruitgang op.

El Salador en Honduras schommelen daarentegen sterk in het aantal in beslagnames (er is

echter wel geen data beschikbaar voor Honduras in 2007 en 2009). In 2008 scoort Honduras

vrij hoog, hetgeen het belang van het land als corridor nogmaals onderstreept.

Page 30: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

27

Figuur 15: Trends in cocaïnevangsten in de Noordelijke Driehoek tussen 2004 en 2009. Cijfers zijn afkomstig van het UNODC (2011)

9.

Ondanks de substantiële hoeveelheden cocaïne die door de regio getrafikeerd worden,

nemen de landen van de Noordelijke Driehoek slechts een fractie van de cocaïne in beslag

in vergelijking met hun buren, en ligt het moordcijfer daar veel lager.

4.2.2.2. Zuid-Amerika

Indien we er van uitgaan dat er een zekere correlatie dient te bestaan tussen de

hoeveelheden cocaïne die worden in beslag genomen en de prevalentie van geweld, kan

ook gekeken worden naar Zuid-Amerikaanse landen die een belangrijke rol spelen in de

cocaïne-economie, namelijk Peru, Colombia, Bolivia en Venezuela (fig. 16). Daar valt te

observeren dat Colombia veel meer cocaïne in beslag neemt dan Peru, Bolivia en Venezuela

samen. Wanneer men Venezuela niet beschouwt, klopt de associatie. Hoewel het geweld in

Colombia sinds 2002 is gehalveerd, behoort het moordcijfer nog steeds tot de hoogste in de

regio (gelijkaardig aan dat van Brazilië) (fig. 11). Bolivia en Peru kennen een zeer laag

homicide cijfer. In Peru bedroeg het homicide cijfer in 2007 “slechts” 3 moorden per 100000

inwoners, en in Bolivia 7,6 per 100000. Dat is lager dan Centraal-Amerikaans “kampioen”

Costa Rica. In Bolivia en Peru werden zelfs meer drugsvangsten gemaakt dan in eender

welk land in de Noordelijke Driehoek (fig. 17). Omtrent de rol van Venezuela bestaat dan

weer minder duidelijkheid. Mogelijk is het geweld daar gerelateerd aan andere factoren dan

cocaïnetrafiek.

9 Cijfers afkomstig van zelfde bron als figuur 14. Voor Honduras is geen data ter beschikking voor de jaren 2007

en 2009. Voor Belize is geen data beschikbaar voor 2009.

0

1000000

2000000

3000000

4000000

5000000

6000000

7000000

8000000

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Trends in Cocaïne vangsten (kg)

Belize

Guatemala

El Salvador

Honduras

Page 31: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

28

Figuur 16: Trends in cocaïnevangsten in geselecteerde Zuid-Amerikaanse landen tussen 2004 en 2009. Data afkomstig van het UNODC (2011).

Figuur 17: Trends in cocaïnevangsten in geselecteerde Zuid- en Centraal-Amerikaanse landen tussen 2004 en 2009. Data afkomstig van het UNODC (2011).

Nochtans staat Bolivia bekend als belangrijke producent van coca als van coca-pasta.

Verder in deze masterthesis zal hier opnieuw worden ingegaan, daar Bolivia op vlak van

ordehandhaving en de controle op corruptie veel slechter scoren dan Costa Rica of Panama.

Uit het bovenstaande kan dus geconcludeerd worden dat niet elk land dat geaffecteerd wordt

door drugstrafiek als gewelddadig kan bestempeld worden. De lage moordcijfers voor Bolivia

en Peru, en hun niet te onderschatten belang binnen de drugseconomie tonen aan dat dit

niet per se geweld hoeft te genereren. Pas wanneer de instanties zich toewijden aan het

bestrijden van de illegale trafiek wordt geweld opgetekend.

0

50000000

100000000

150000000

200000000

250000000

300000000

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Trends in Cocaïne vangsten (kg)

Bolivia

Colombia

Venezuela

Peru

0

10000000

20000000

30000000

40000000

50000000

60000000

70000000

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Trends in Cocaïne vangsten (kg)

Bolivia

El Salvador

Costa Rica

Panama

Peru

Page 32: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

29

Figuur 18: Trends in het homicidecijfer voor een periode van 2005-2010. Data afkomstig van het UNODC (2011).

4.2.2.3. Conclusie

Uit bovenstaande analyse kan geconcludeerd worden dat op vele plaatsen, maar niet alle,

drugtrafiek kan leiden tot een intensifiëring van het dodelijk geweld. Voornamelijk in de

Centraal-Amerikaanse Noordelijke Driehoek (Guatemala, El Salvador, Honduras en Belize)

lijkt het minder waarschijnlijk dat narcotrafikanten en geweld gerelateerd aan de bestrijding

ervan verantwoordelijk zijn voor het toenemend geweld. Daar worden eerst en vooral veel

minder drugs in beslag genomen dan bij hun buren, hetgeen wijst op een mindere mate van

toewijding van de instanties om deze illegale activiteiten te bestrijden, zij het door (al dan niet

gedwongen) corruptie, gebrek aan middelen of andere prioriteiten binnen het

veiligheidsapparaat van deze landen. Ook Venezuela lijkt aan andere problemen te leiden

dan enkel drugstrafiek. Dit zal in het tweede deel van deze thesis worden aangekaart,

wanneer dit gebrek aan toewijding verder zal geadresseerd worden.

De vraag is dus niet of drugstrafiek meer geweld oplevert, maar eerder waarom deze

activiteit op de ene plaats meer geweld genereert dan op de andere. Volgens het

voorgaande lijkt de volgende hypothese van tel: die stelt dat geweld geassocieerd met een

bepaalde illegale activiteit (in dit geval narcotrafiek) pas zal gegenereerd worden indien de

staat deze operaties actief gaat bestrijden. Dit is het geval voor Mexico, Panama en Costa

Rica, waar een toename in hoeveelheden in beslag genomen cocaïne overeenstemt met een

toenemende mate van geweld. Ook de voorbeelden van Colombia, Bolivia en Peru

bevestigen dit.

Deze analyse is echter niet sluitend, mede omwille van het gebrek aan accurate regionale

data aangaande drugsvangsten en zeker het homicidecijfer. De meest geschikte manier om

een beeld te scheppen van de correlatie tussen een toenemende mate van

vuurwapengeweld en drugtrafiek zou een vergelijking van het aantal moorden per regio

(opgesplitst in steden versus ruraal gebied) over een gegeven tijdsperiode met een accurate

raming van de hoeveelheden in beslag genomen smokkelwaar per regio. Desalniettemin zijn

er sterke aanwijzingen dat de relevante actoren verschillen in de regio.

,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

2005 2006 2007 2008 2009 2010

Trends in Homicidecijfers per 100000 inwoners

Bolivia (Plurinational State of)

Panama

Costa Rica

Page 33: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

30

We moeten er ook rekening mee houden dat geweld in verband met cocaïnetrafiek in

essentie nog steeds rechtstreeks verbonden is met de wettelijke status van cocaïne, bepaald

door het VN verdrag aangaande illegale narcotica van 1961 en haar latere uitbreidingen, en

een vraag die voornamelijk te vinden is in de ontwikkelde landen. Daarom is het belangrijk

om in te zien dat de staat een inherente rol heeft in het bestrijden van narcotrafiek, en

bijgevolg in het genereren van geweld hieraan gerelateerd). Dit impliceert echter niet dat een

legalisatie van cocaïne automatisch zal leiden tot een daling in het dodelijk geweld. Er zijn

voldoende aanwijzingen die wijzen op diversificatie van de activiteiten van criminele groepen.

Desalniettemin kan een ander beleid ten aanzien van druggebruik en trafiek een

verzwakking van de financiële mogelijkheden van de dominante criminele organisaties in de

hand werken. Dit is voornamelijk van belang als men de nationale budgetten van de landen

in kwestie beschouwt, die vaak slechts een fractie van de middelen van criminele

organisaties omvatten.

De Noordelijke Driehoek en de rol van straatbendes in het grootstedelijk 4.2.3.vuurwapengeweld

In vorige sectie werd een poging gemaakt om aan te tonen dat het geweld in de Noordelijke

Driehoek van Centraal-Amerika niet in dezelfde mate gerelateerd is met (de strijd tegen)

drugtrafiek in naburige landen, en dat geweld daar ook afhankelijk is van de mate waarmee

de staten de illegale activiteiten gaan bestrijden. Hoewel in dit geval misschien de activiteiten

en actoren die worden bestreden verschillen, is het toch ook zo dat geweld wordt

gegenereerd op plaatsen waar de staat deze bestrijdt.

De regio herbergt enkele van de meest dodelijke steden ter wereld, aangevoerd door San

Pedro Sula in Honduras (Ortega, 2012). In deze sectie wordt een poging gedaan om aan te

tonen dat de voornamelijkste oorzaak van geweld te vinden kan zijn bij de zogenaamde

straatbendes of maras. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Mexico, waar er duidelijke

aanwijzingen bestaan dat de strijd tegen de drugkartels verantwoordelijk lijkt voor de relatief

recente opflakkering in het dodelijk geweld. Eerst wordt dit voor de Noordelijke Driehoek

specifieker fenomeen verder uiteengezet, waarna argmenten worden aangereikt om de

hypothese dat jeugdbendes en de strijd er tegen een overgrote meerderheid van het geweld

in deze landen veroorzaken.

4.2.3.1. Wat zijn jeugdbendes?

Bendes zijn structuren die voornamelijk voorkomen in steden, deels omdat daar de

beschikbare jeugd die in een bende kunnen worden opgenomen demografisch beschikbaar

zijn (Rogers, Muggah and Stevenson, 2006). Het Departement of Justice van de Verenigde

Staten omschrijft jeugdbendes als

“Een zelf-gevormde associatie van gelijken die volgende karakteristieken habbben: Een

bendenaam en herkenbare symbolen, identificeerbaar leiderschap, een geografisch

territorium, een regelmatig bijeenkomstpatroon, en collectieve acties om illegale activiteiten

uit te voeren.”

De meeste leden van jeugdbendes zijn jong, en hun leeftijd schommelt tussen de 12 en 24

jaar (USDOJ, 1998), en de overgrote meerderheid ervan bestaat uit mannen (hoewel er

bendes zijn die ook samengesteld zijn uit vrouwen). Jeugdbendes zijn niet altijd

gewelddadig, hoewel dit tegenwoordig een vaak voorkomend kenmerk er van is.

Daarenboven zijn ze niet altijd betrokken bij illegale activiteiten. Over de loop der jaren zijn

Page 34: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

31

bendes over het algemeen meer betrokken geraakt bij criminele feiten, druggebruik en strijd

voor territorium.

Een manier om bendes te zien is volgens een continuum van organisatiegraad, gaande van

jongerengroepen die rondhangen in winkelcentra en andere plaatsen tot criminele

groeperingen, kleine clusters van vrienden die samenspannen om aan afpersing te doen, tot

straatbendes die samengesteld zijn uit groepen adolescenten en jongvolwassenen die een

gesemistructureerde operatie vormen en geengageerd zijn in delinquente en crimineeel

gedrag, tot volwassen criminele organisaties die voornamelijk criminele feiten plegen voor

primair economische redenen. Deze laatste worden dan gezien als criminele organisaties.

Het is daarenboven niet evident om een duidelijk onderscheid te maken tussen de

verschillende vormen, en soms kunnen bepaalde groepen evolueren naar een meer formele

organisatie (USDOJ, 1998)

Bendes worden over het algemeen gezien als verschillend van georgeniseerde criminele

organisaties omwille van het ontbreken van een specifieke hiërarchische structuur, kapitaal

en voldoende mankracht om grote criminele organisaties op poten te zetten. Daarnaast zijn

ze niet in dezelfde mate in staat om statelijke instituties te infiltreren. Bendes zijn over het

algemeen meer horizontaal gestructureerd, met een verspreiding van kleine cellen zonder

over een gecentraliseerd leiderschap te beschikken. Ze houden zich over het algemeen

bezig met meer gelokaliseerde criminaliteit, waaronder lokalde distributie van narcotica en

afpersing van lokale industriëen (Seelke, 2011).

Bendes in de Verenigde Staten bestaan al sinds de jaren 1780 en zijn een fenomeen dat

terug te vinden is bij migantengemeenschappen. Bepaalde etnische groepen (Italianen,

Ieren, ...) vormden bendes samen met opeenvolgende golven van immigratie (WOLA, 2006).

4.2.3.2. Geschiedenis van de Centraal-Amerikaanse mara

Straatbendes of maras in de Noordelijke Driehoek kennen een ontstaansgeschiedenis die

valt terug te brengen bij Salvadoraanse migranten in de Verenigde Staten (en meerbepaald

in Los Angeles). De meest bekende varianten zijn ongetwijfeld La Mara Salvatrucha (MS-13)

en hun rivalen van de 18th Street (M-18, Barrio 18 of dieciocho) bende. Ondertussen bestaat

echter een rijke variatie aan straatbendes in de landen van de Noordelijke Driehoek (en,

hoewel in veel mindere mate, niet beperkt tot deze regio) die gelijkaardige karakteristieken

vertonen met de voorgaande. De term mara wordt hier dan ook verder gebruikt als

verzamelnaam voor de verschillende straatbendes.

De oorsprong van deze straatbendes is terug te brengen tot de jaren 1960, wanneer de 18th

Street gang werd opgericht door Mexicaanse immigranten in Los Angeles. Deze bende ging

al snel allerlei Latijns- (en vooral Centraal-) Amerikaanse immigranten aanvaarden. Ze kende

een substantiële aangroei in de periode van de burgoorlogen die de regio teisterden in de

jaren late jaren 1970 en vroege ’80, wannneer voornamelijke Salvadoranen en

Guatemalteken in de bende bescherming zochten. Zo’n 20 % van de Salvadoraanse

bevolking of 1 miljoen mensen verlieten hun land in deze periode, voornamelijk richting

Verenigde Staten (UNODC, 2007). Dit zou later ook belangrijke economische effecten

inhouden omwille van de remittances die hier uit stammen. De rivaliserende jeugdbende, La

Mara Salvatrucha werd pas later, in de tweede helft van de jaren 1980 opgericht door een

tweede golf van Salvadoraanse migranten. De meeste van deze immigranten kwamen

namelijk terecht in vaak armere wijken waar meer criminaliteit werd gevonden. MS-13 werd

bijgevolg opgericht als een defensieve reactie op de intimidatie van andere bendes.

Page 35: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

32

Deze bendes zouden ook zeer actief geweest zijn tijdens de rellen in 1992 in Los Angeles,

waarna de overheid van Californië reageerde door strenge anti-bende wetgeving in te

voeren. Voortaan konden minderjarigen berecht worden als volwassenen. De Illegal

Immigration Reform and Immigrant Responsibility Act (IIRIA) van 1996 zou vanaf dan een

grote stroom van gedeporteerden opwekken in de komende jaren. Deze wetgeving zorgde

ervoor dat inwoners van de VS die geen staatsburger waren en die veroordeeld werden tot

minstens één jaar in de gevangenis hun burgerschap verloren en gerepatrieerd dienden te

worden. Daarnaast werden ook de redenen waarvoor men gedeporteerd kon worden

uitgebreid. Daar waar vroeger slechts enkele ernstige feiten (moord, drugstrafiek) konden

resulteren in deportatie, werd nu elke misdaad waar geweld bij betrokken was bestraft met

opsluiting van minimaal één jaar en bijgevolg deportatie.

Ten gevolge hiervan werden tussen 1998 en 2005 46000 veroordeelde criminelen naar hun

land van herkomst terug gezonden (UNODC, 2007, p.40). Ook naar de Caraïben werden

zo’n 36000 veroordeelden teruggezonden. Deze regio kent tevens (voornamelijk Jamaica)

een toename in vuurwapengeweld. Gedeporteerden werden ook niet gelijk verspreid; In

2005 ontvingen Guatemala, El Salvador en Honduras meer dan 90 procent van alle

gedeporteerden naar Centraal-Amerika. Honduras heeft een relatief kleine populatie in de

Verenigde Staten, maar kende desondanks nog de grootste proportie gedeporteerden uit het

land. Weinig Nicaraguanen (waar ook bendes voorkomen, die wel minder gewelddadig zijn

en niet stammen uit het immigratiebeleid van de V.S.) werden daarentegen gedeporteerd

(UNODC, 2007, p.42). Opvallend is Belize. Dit land ontvangt volgens het bevolkingsaantal

het grootste aantal gedeporteerden (45 per 100000 inwoners) en draagt dus de relatief

grootste last, en ook Honduras en El Salvador, gevolgd door Guatemala verkrijgen

proportioneel het hoogste aantal gedeporteerden. Dit wijst op een mogelijk verband tussen

het aantal criminele gedeporteerden en een toenemende mate van geweld (fig. 19), hoewel

dit duidelijk niet de enige bepalede factor voor hun proliferatie is.

Vanaf 2005 werd dit beleid verder gezet, wanneer er een specifieke focus werd gelegd op

bendeleden met het Operation Community Shield programma. In september 2008 werd

vastgesteld dat zo’n 7000 personen beschuldigd waren van immigratie-gerelateerde

overtredingen en bijgevolg gedeporteerd werden (World Bank, 2011, p.62). Het valt op te

merken dat de overgrote meerderheid van de gedeporteerden jonge mannen zijn.

Samen met de geforceerde teruggekeerden werd de cultuur die geassocieerd werd met het

bendeleven dus overgeplant in de landen van herkomst. Velen onder de gedeporteerden

spraken Engels als moedertaal en waren niet langer verbonden met het thuisland. Het enige

wat hen vaak nog restte was de bendecultuur (Arana, 2005). De ontvangende landen waren

zich aanvankelijk niet bewust van het criminele karakter van deze structuren, en beschikten

ook niet over de middelen om aan preventie te doen en om de veiligheid te garanderen voor

de bevolking in de nasleep van de burgeroorlogen in de regio. De situatie in de thuislanden

(die vaak in volle transitie verkeerden) was dus geen rem op inplanting en de reproductie van

deze bendestructuren die de meer traditionele varianten zijn gaan vervangen. Dit wijst

tevens op het belang van goed functionerende instituten in de preventie van georganiseerde

misdaad.

Page 36: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

33

Figuur 19: aantal gedeporteerden per 100000 inwoners in ontvangende landen in 2005. Data afkomstig van het UNODC (2007)10

Wanneer de overheidsinstanties uiteindelijk lucht kregen van het groeiende bendeprobleem

in grootsteden, reageerden deze aanvankelijk repressief. El Salvador was in juli 2003 de

eerste om een zogenaamd Mano Dura (harde hand)-beleid te gaan voeren ten aanzien van

de bendes. Dit beleid hield in dat bendeleden onmiddellijk konden worden opgesloten op

basis van het hebben van tatoeages en het gebruik van bende-gerelateerde signalen. Een

maand later implementeerde de Hondurese overheid Zero Tolerancia, hetgeen

hervormingen van de strafwetgeving inhield met een maximumstraf van 12 jaar (later

opgedreven tot 30 jaar) voor het lidmaatschap in een bende, en verhoogde samenwerking

van de politie met het leger in de ordehandhaving in problematische omgevingen. Guatemala

volgde in januari 2004 met het Plan Escoba, en leidde ook tot de behandeling van

minderjarigen als volwassenen (Faux, 2006). In El Salvador werd de beleidsmaatregel

afgeschaft nadat deze ongrondwettelijk werd gevonden omwille van de tegenstrijdigheid met

de Conventie van de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, maar werd wel gevolgd

door (het ondertussen ook afgeschafte) Super Mano Dura beleid, waarbij bendeleden nog

steeds 5 jaar konden opgesloten worden, en voor bendeleiders werd dit vastgelegd op 9

jaar. Dit vereiste echter wel dat er bewijs voorhanden was dat een verdachte wel degelijk

was geëngageerd in delinquent gedrag (Rogers, Muggah and Stevenson, 2009). Later zijn

de regeringen op zijn minst in theorie gestopt met het uitvoeren van deze programa’s en

deels vervangen door praktijken die meer gericht zijn op preventie, demobilisatie en

herintegratie van bendeleden. Vele van deze programma’s zijn weinig succesvol, zoals

weerspiegeld in de hoge homicidecijfers in deze landen.

De agressieve toewijding aan het opsluiten van gepercipieerde bendeleden heeft belangrijke

implicaties gehad voor het gevangeniswezen. Zo zou het aantal mareros die opgesloten zijn

tussen 2004 en 2008 verdubbeld zijn in El Salvador, van 4000 tot 8000 gedetineerde

bendeleden. Dit is goed voor een derde van de totale gevangenispopulatie (Dudley, 2010).

10

De data die wordt gebruikt voor het UNODC is afkomstig van het Department of Homeland Security van de Verenigde Staten en de Verenigde Naties.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

Belize Guatemala El Salvador Honduras Nicaragua Panama Costa Rica

Gedeporteerden per 100000 inwoners in ontvangend land in 2005

Page 37: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

34

Bezettingsniveau (%) populatie per 100000

Percentage in voorarrest (%)

Mexico 123 (2011) 201 (2011) 43,2 (2011)

Guatemala 159,7 (2010) 77 (2011) 54,4 (2010)

Honduras 143 (2011) 159 (2011) 50,1 (2010)

El Salvador 253,5 (2009) 391 (2010) 34,8 (2010)

Nicaragua 128 (2010) 122 (2011) 21,2 (2008)

Costa Rica 117 (N/A) 296 (2012) 22,7 (2011)

Panama 171 (2010) 349 (2010) 60,8 (2010)

Belize 67,1 (2011) 407 (2012) 30,3 (2012)

Tabel 4: bezettingsniveau van het gevangeniswezen (in procent), gevangenispopulatie per 100000 inwoners en het percentage van de gevangenispopulatie in voorarrest in Centraal-

Amerika volgens laatst beschikbaar jaar. Data afkomstig van het International Centre for Prison Studies

11.

Bovenstaande tabel (tabel 4) schept een beeld van de bezettingsgraad en relatieve

gevangenispopulaties in de Centraal-Amerikaanse landen, en het deel daarvan dat

opgesloten zit zonder voorafgaand proces. De onderlinge bezettingsgraad varieert, en is

enkel in Belize lager dan de maximale capaciteit. Belize heeft echter wel de grootste

relatieve populatie per hoofd van de bevolking, gevolgd door El Salvador en Panama.

Nagenoeg alle Centraal-Amerikaanse landen kampen met een overbezetting van hun

gevangeniswezen, met Guatemala, Honduras en vooral El Salvador die over de hoogste

bezettingsniveaus beschikken in de regio (enkel Panama scoort ook even slecht). De helft

van alle gedetineerden in Honduras en Guatemala zit daarenboven in de gevangenis zonder

voorafgaand proces, en dit loopt zelfs op tot 60 procent in Panama.

De overbevolking van de gevangenissen brengt ernstige gevolgen met zich mee, waaronder

regelmatige rellen en gevangenisbranden (Ramsay,2012). In februari 2012 stierven in

Honduras nog zo’n 358 gedetineerden in een dergelijke brand (Stone, 2012). Verder is het

weinig waarschijnlijk dat er enige vooruitgang is geboekt in het bestrijden jeugdbendes door

de massale opsluiting van haar leden. De Wereldbank gaat zelfs zover te stellen dat de

gevangenissen dienen als scholen voor bendeleden. Daarenboven zouden ook in vele

gevangenissen de gedetineerden eerder dan de bewakers de interne werking controleren

(World Bank, 2011).

De implementatie van repressieve beleidsmaatregelen in de omgang met de bendes heeft

ook geleid tot een aanpassingen in hun gedrag. Naast wraakacties omwille van het harde

beleid passen de jeugdbendes hun fysiek uiterlijk aan om de ordediensten te omzeilen. Zo

zijn bendeleden in El Salvador de cultuur van tatoeages aan het achterlaten, alsook de

haarstijl die met de groep wordt geassocieerd (Rogers, Muggah and Stevenson, 2009).

Daarnaast veranderen de maras hun tactieken; door de anti-mara wetgeving zouden vele

van de bendes uitgespreid zijn naar kleinere steden waar ze minder kans hebben op

vervolging (het uitspreiden van de moordhaarden in Honduras en El Salvador zoals

weergegeven in figuur 8-9 kunnen hier een bewijs van zijn). Omwille van de criminalisatie

11

De gebruikte data is terug te vinden op

http://www.prisonstudies.org/info/worldbrief/?search=centrlam&x=Central%20America. Cijfers die

worden gebruikt dor het ICPS zijn afkomstig van onder andere nationale gevangenisadministraties, en het International Institute for Strategic Studies.

Page 38: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

35

van associatie met bendes, zouden de bendes ook minder leden toelaten, striktere regels

aangaande trouw aan de bende opgelegd hebben en grotere beloningen voor trouwe leden

en voor de gemeenschappen die hen tolereren (PNPRRS, 2012).

4.2.3.3. Karakteristie van de Centraal-Amerikaanse maras

Wanneer gesproken wordt over jeugdbendes in Centraal-Amerika dient eerst en vooral een

onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds pandillas en de maras. Pandillas zijn meer

lokale bendes die die hun banden hebben in het verleden van de Centraal-Amerikaanse

samenlevingen. Post Koude Oorlog waren deze pandillas een algemeen gegeven in de

regio, maar zijn tegenwoordig enkel nog aanwezig in Nicaragua en in mindere mate in Costa

Rica en zijn nagenoeg volledig vervangen door maras (met hun transnationale roots) in de

Noordelijke Driehoek. Na de conflicten in Nicaragua, El Salvador en Guatemala werden

pandillas opgericht door teruggekeerde ex-strijders. Deze waren in essentie lokale

zelfverdedigingsgroepen die enige mate van orde en veiligheid voor zichzelf en de lokale

gemeenschap voorzagen. Pandillas hebben dus met maras gemeen dat ze ontstaan zijn uit

de nood aan veiligheid binnen een ongunstige situatie (Rodgers, 2006). Het karakter van de

pandillas is niet overal gelijk en er bestaan onderlinge verschillen in verschillende landen van

Centraal-Amerika.

De etymologie van de term mara verschilt, waar sommige bronnen beweren dat mara

afkomstig is van marabunta (een dodelijke soort mieren in de regio), terwijl het woord ook

straattaal zou zijn voor “bende”.

De maras zijn zoals in het voorgaande punt verklaard een fenomeen afkomstig vanuit de

Verenigde Staten. Ze zijn veel gewelddadiger dan pandillas, en kunnen betrokken zijn bij een

waaier aan criminele activiteiten. Dit betekent echter niet dat elk lid illegale activiteiten

uitvoert of geweld zal gebruiken. Vaak wordt vaak aan MS-13 en andere jeugdbendes met

een gelijkaardig karakter een hiërarchische structuur, taal en een gedragscode

toegeschreven. In de realiteit kent de bende slechts een losse organisatie, met cellen over

Centraal-Amerika en de Verenigde Staten, en zonder een erkende leider van de structuur.

Ze bestaan uit cellen die in specifieke territoria opereren, zogenaamde clicas die onder

leiding staan van een “palabrero” (zij die het woord hebben).

De clicas hebben vaak een eigen onderling variërende hiërarchische structuur, meestal met

een leider en tweede man. Sommige clicas zijn transnationaal en sommigen zullen met

anderen in staat van oorlog verkeren. Anderen gaan ook kleinere gaan controleren of

afpersen in een gegeven territorium. De Centraal-Amerikaanse maras zijn dus niet

eenvoudig te beschrijven in termen van structuur, ondanks bepaalde overeenkomsten die

de bendes hebben. De grootte van een dergelijke cel verschilt tussen de 15 en de 100 leden,

hoewel de gemiddelde grootte van 20 tot 25 (Rodgers, 2006). Dit illustreert de diversiteit van

de jeugdbendes.

Een studie van het Hondurese National Social Prevention, Rehabilitation and Reinsertion

Program (PNPRRS) stelt dat er slechts 4728 actieve bendeleden zijn in het land12. Dit cijfer

is echter een conservatieve schatting, daar enkel rekening werd gehouden met het aantal

voltijds actieve leden, zonder rekening te houden met beginnende leden en sympathisanten

(PNPRRS, 2012).

12

Gebaseerd op interviews met huidige en vroegere bendeleden en politiedata aangaande het aantal leden die momenteel in de gevangenis zitten.

Page 39: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

36

Aangaande de precieze hoeveelheid leden waarover de maras beschikken bestaat veel

discussie. Schattingen variëren van 10000 tot 300000 bendeleden. De Wereldbank spreekt

in haar rapport van 2011 over 70000 leden, met een overgrote meerderheid in Honduras, El

Salvador en Guatemala. Toch lijkt het waarschijnlijk dat deze cijfers slechts conservatieve

schattingen zijn. Zo zouden er slechts 100 bendeleden en twee bendes in Belize terug te

vinden zijn. Er zijn echter bepaalde aanwijzingen dat dit cijfer niet voldoende de realiteit

weergeeft. Er zouden alleen al in de hoofdstad van Belize zo’n 13 bendes (tegenover de

twee opgegeven door de Wereldbank) een relatief kortstondige wapenstilstand gehouden

hebben (Fox, 2012). Deze wapenstilstand bracht een grote daling in het homicidecijfer

teweeg, hoewel dit bestand reeds lijkt af te kalven.

Aantal bendeleden Aantal bendes

Honduras 36000 112

El Salvador 10500 4

Guatemala 14000 434

Nicaragua 4500 268

Costa Rica 2660 6

Panama 1385 94

Belize 100 2

Totaal 69145 920

Tabel 5: schattingen van het aantal bendeleden en bendes per land. Data overgenomen van World Bank (2011)13

Ook het UNODC wijst in haar rapport van 2007 (p. 60) op verschillende discrepanties tussen

het geprojecteerde aantal bendeleden. Zo zouden twee keer zoveel (hoewel gepercipieerde)

bendeleden gearresteerd zijn in het eerste jaar tijdens de anti-mara arrestatiegolf dan het

geschatte totaal aantal bendeleden. Hoewel de meesten echter snel weer werden

vrijgelaten, heeft dit ook bijgedragen aan de verdere stigmatisatie van bendeleden. Verder

zijn er nog andere factoren die een accurate schatting verhinderen: het is niet altijd even

duidelijk wanneer men een bepaald individu beschouwt als lid van een bepaalde

jeugdbende, gegeven hun verschillende (al dan niet criminele) activiteiten. Niet ieder

bendelid is in dezelfde mate geassocieerd met een bepaalde groep en deze banden kunnen

relatief los zijn. Bendes opereren daarenboven in de illegaliteit, hetgeen het maken van een

raming niet vereenvoudigt. Ook het achterlaten van rituelen en tatoeages gerelateerd aan de

bendecultuur als reactie op de statelijke repressie maakt dit moeilijker.

13

De data die de Wereldbank hanteert bij de schatting van het aantal bendes en bendeleden zijn afkomstig van een regionale politiecommissie genaamd “Comisión de Jefes y Jefas de Policía de Centroamérica y El Caribe”.

Page 40: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

37

De activiteiten van de maras kunnen variëren tussen regio’s. Deze activiteiten zouden het

meest gevarieerd zijn in Centraal-Amerika, waar de grootste aanwezigheid ervan wordt

opgemeten. Deze omvatten afpersing, kidnapping en de controle van lokale drugsmarkten.

De maras vragen beschermgeld aan de lokale industrie en persen ook bus- en taxi-

chauffeurs af in gecontroleerde territoria, hetgeen grote lasten voor de ontwikkeling van de

stedelijke economie met zich meebrengt. Eén derde van de zaken in Tegucigalpa zou

tegenwoordig dankzij afpersing failliet gaan (El Heraldo, 15 juli 2012). Eerder dit jaar

reageerde de Hondurese regering op deze afpersing door gevangenisstraffen te

verdubbelen, hetgeen het gevangeniswezen nog sterker onder druk zou kunnen zetten (Fox,

2 maart 2012). Daarnaast zou de bende zich ook bezig houden met mensentrafiek in

grensregio’s, waar er een groot aanbod aan illegale migranten bestaat.

De motieven om toe te treden tot een bende zijn niet uniform en het is vaak niet evident om

vast te stellen wat de mobilisatie van bendes teweeg brengt. Mobilisatie wordt in elk geval

gelinkt aan bredere structurele factoren, waaronder een sterk prevalent machismo (dat wordt

teruggevonden in de codes en gedragsregels van de bendes die duidelijke uitdrukkingen zijn

van verhoogde mannelijkeid), hoge mates aan sociale ongelijkheid en exclusie, niet-

ingevulde verwachtingen van tewerkstelling, maar ook de onmogelijkheid van de staat om

aanwezig te zijn op haar volledige territorium (Koonings & Kruijt, 2005). Jongeren (en niet

noodzakelijk enkel uit achtergestelde buurten) die weinig kans maken op formele

tewerkstelling vormen dan ook een brede rekruteringsbasis.

Vanuit het perspectief van de marero kan lidmaatschap in een bende een interessante

investering zijn; de clicas ondersteunen vaak lokale families in de barrios, betalen voor

gezondheidszorg en juridische bijstand, alsook steun aan de familie van een gedetineerd

bendelid en aan het bendelid zelf. Daarvoor wordt echter wel een zware opoffering

gevraagd. Voltijdse leden die hoog genoeg in de ladder van hiërarchie kunnen opklimmen

worden verwacht onvoorwaardelijk trouw te zijn aan de bende. Het wordt dan ook zeer

moeilijk voor hen om de bende ooit nog te verlaten (hoewel dit soms toegelaten wordt,

bijvoorbeeld in het geval van formele tewerkstelling), hetgeen meestal beantwoord wordt met

een dodelijke kogel. Ook de initiatie als permanent lid omvat geweld, en kan enerzijds een

moord plegen inhouden, en anderzijds een rituele vechtpartij inhouden (zo moeten

aspirerende leden van MS-13 gedurende 13 seconden geslagen worden door de leden van

de bende) (Pachico, 2012).

Nicaragua vormt een interessant geval, daar het ook een geschiedenis van gewelddadig

conflict kent en tevens een grote mate van armoede en ongelijkheid kent. Toch zijn er

verschillen in de aard van de jeugdbendes die voorkomen in het land. Daarnaast gingen veel

mensen die op de vlucht sloegen voor het conflict naar buurland Costa Rica en het Zuiden

van Florida, waar ze geen deel gingen uitmaken van straatbendes (Rocha, 2007). De

gedeporteerden in de landen van de Noordelijke Driehoek waren ook vaak van de tweede

generatie, spraken de taal niet en hadden ook veel minder banden met de lokale

gemeenschap. Dit in tegenstelling tot Nicaragua, waar de pandillas ontstaan zijn binnen een

lokale context.

Page 41: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

38

4.2.3.4. De maras als voornaamste oorzaak van het geweld in de Noordelijke Driehoek?

Er zijn verschillende aanwijzingen dat in de Noordelijke Driehoek de bendes veruit de meest

gewelddadige actoren zijn. Dit wordt bijvoorbeeld gereflecteerd in de hoeveelheid

bendeleden die zelf sneuvelen. De meest gewelddadige steden en regio’s komen vaak

overeen met een verhoogde aanwezigheid van jeugdbendes, hoewel de geografische

verspreiding van geweld in 2010 zeer wijdverspreid was in Honduras en El Salvador(fig.8-9).

Toch zijn ook de grootsteden waar jeugdbendes voorkomen al dan niet toevallig de

dodelijkste ter wereld. Ook de aard van de moorden geeft een aanwijzing in deze richting,

daar voornamelijk wordt gemoord met kleine vuurwapens en dat de slachtoffer overwegend

jonge mannen zijn. Zelf vallen ook veel bendeleden te tellen tussen de doden.

Een aanwijzing kan bijvoorbeeld te vinden zijn in Honduras, waar het leger recent werd

ingezet in Tegucigalpa en San Pedro Sula om het stedelijk geweld “geassocieerd met

drugtrafiek” te bestrijden. Een groot deel van de cocaïnetrafiek verloopt namelijk via rurale

gebieden, waardoor de zogenaamde transportistas (een verzamelnaam die verschillende

trafieksorganisaties beschrijft) waarschijnlijk meer met rust gelaten worden (Stone, 3

november 2011).

Het gebeurt ook dat binnen een gegeven regio tegelijkertijd een belangrijke trafiekcorridor en

een hoge aanwezigheid van jeugdbendes wordt opgetekend. Dit is het geval bij het

departement Sonsonate in El Salvador, dat in 2011 de meest gewelddadige regio was met

88 moorden per 100000 inwoners. Deze regio ligt in het westen van El Salvador dicht bij de

grens met Guatemala, en is van groot belang voor smokkelaars. Toch ook daar zou een

overgroot deel van het geweld terug te brengen zijn op de onderlinge rivaliteiten tussen

bendes (Grandmaison, 2011). Er werd echter al in de vorige sectie een argument

opgebouwd dat cocaïne niet het primaire doelwit is van de overheden.

Er zijn echter ook anekdotale aanwijzingen die wijzen op het belang van jeugdbendes in de

prevalentie van geweld. Zo werd in 2012 een wapenstilstand onderhandeld tussen de MS-13

en Barrio 18 in El Salvador, met een daling van het homicidecijfer in één maand met 60%.

Daarenboven nemen niet alle bendes deel aan het bestand (Stone, 1 mei 2012; Pachico, 18

juni 2012). De mogelijkheid bestaat echter dat het aantal verdwijningen is toegenomen,

zodat er toch wordt gemoord zonder dat deze worden opgetekend. Ondertussen overwegen

ook Guatemala en Honduras gelijkaardige maatregelen (Ramsey, 24 mei 2012). Dit betekent

echter niet dat dergelijke bestanden een ultieme oplossing vormen voor het probleem. Het

bestand kan snel gebroken worden en leiders van de maras zouden hierbij kunnen proberen

om steeds meer concessies te krijgen van de regering. De Salvadoraanse overheid

profiteerde alvast van de gelegenheid om bendeleden te gaan arresteren (Looft, 22 juni

2012).

Ook Belize heeft een schijnbaar bendeprobleem, daar een wapenstilstand vorig jaar een

sterke daling in het aantal moorden veroorzaakte. Dit bestand is tot stand gekomen in

september 2011 met steun van de regering. Dit resulteerde in een daling van het aantal

moorden, met slechts 9 moorden in de eerste honderd dagen van de wapenstilstand, waar er

voordien 129 moorden werden opgetekend in 2010. De overheid wilde tevens van de situatie

gebruik maken om jobs vrij te maken voor een aantal leden van de 13 betrokken bendes. Dit

is opnieuw een aanwijzing voor het belang van jeugdbendes in de prevalentie van geweld in

de Noordelijke Driehoek (Fox, 4 mei 2012).

Page 42: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

39

4.2.3.5. Conclusie

Hoewel dus vele bronnen het stijgend belang van de drugtrafiek aanhalen als drijver van het

toenemend aantal moorden, lijkt het er op dat geweld in de Noordelijke Driehoek dat wordt

gelinkt aan de maras voornamelijk van belang is. Afgaande vanuit schattingen aangaande de

hoeveelheden drugs die door de regio worden getrafikeerd in vergelijking met de

hoeveelheden die in beslag genomen worden, kan gesteld worden dat de toewijding van de

instanties tegenover drugtrafiek ter discussie dient gesteld te worden. Indien de criminele

netwerken die betrokken zijn bij drugstrafiek relatief met rust gelaten worden, is het

waarschijnlijker dat ze niet zo snel geneigd zullen zijn om geweld te gebruiken. Indien het

dan ook nog eenvoudig is om lokale veiligheidsinstanties om te kopen (al dan niet met de

dreiging van geweld) kan het gebeuren dat deze smokkeloperaties nagenoeg geweldloos

verlopen. Afgaande van het voorgaande, de grote aanwezigheid van maras in grootsteden

en de corresponderende hoge moordcijfers, de overgrote meerderheid van de moorden

gepleegd met vuurwapens in grootsteden, het vaak extreem gewelddadige karakter van de

maras, de spectaculaire daling in het dodelijk geweld geobserveerd bij wapenstilstanden

tussen voorname straatbendes, en de vrij repressieve reacties van de regeringen de laatste

10 jaar tegenover de jeugdbendes maken hen waarschijnlijke kandidaten.

Voorgaande analyse had de doelstelling te verklaren welke actoren op welke plaats het

meest in verband kunnen worden gebracht met het geweld in de Noordelijke Driehoek. Er

kan misschien gesteld worden dat net omdat de regeringen van de Noordelijke Driehoek een

prioriteit maken van de bestrijding van deze structuren, deze zich genoodzaakt voelen te

reageren met geweld om hun bedreigde illegale activiteiten en territorium waarbinnen ze dit

uitoefenen te beschermen. Daarnaast wordt geweld gegenereerd tussen de bendes

onderling omwille van rivaliteit en controle over nieuw territorium, hetgeen nieuwe

economische opportuniteiten met zich meebrengt. De veiligheidsdiensten en het juridisch

apparaat lijken daarenboven niet in staat om met harde hand de bendes te ontmantelen (zie

verder). Het gevangeniswezen komt steeds meer onder druk te staan terwijl steeds meer

bendeleden worden opgesloten doorheen de jaren, een trend die ook gevolgd wordt in

andere Centraal-Amerikaanse landen. Ondertussen evolueert het geweld volgens een

negatieve spiraal van geweld tegen de jeugdbendes, die geweld gebruiken om hun handel te

beschermen en veilig te stellen, gevolgd door een volgende actie waarbij meer repressieve

wetten en acties worden ondernomen. Ook een beleid dat eerder gericht was is op preventie

en herintegratie zijn niet bijster succesvol. Daarenboven valt het af te wachten hoe succesvol

de wapenstilstanden zullen blijken.

Er dient ook opgemerkt te worden dat de jeugdbendes ongetwijfeld niet de enige

moordenaars zijn. Gewone criminaliteit is ook waarschijnlijk verantwoordelijk voor een hoge

mate aan geweld, en ook geweld gerelateerd aan de illegale drugtrafiek zal een bijdrage

leveren.

Geweld komt dus in het geval van Centraal-Amerika vaak voor op plaatsen waar de staat

actief betrokken is bij het bestrijden van bepaalde criminele activiteiten.

Staten hebben de taak om de wetgeving te laten naleven over het gehele territorium

waarover het soeverein is. Centraal-Amerikaanse staten zijn ondanks hun democratisch

politiek systeem niet in staat om veiligheid te garanderen aan haar bevolking, enerzijds

omwille van het gebrek aan voldoende middelen in de strijd tegen georganiseerde

misdaadgroeperingen, die vaak over substantiële financiële middelen beschikken. Anderzijds

kan de staat haar plichten niet nakomen omwille van de onwil of onmacht van elementen

Page 43: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

40

binnen het politieke weefsel in het land. Deze staatszwakte kan op haar beurt uitgebuit

worden door criminele structuren die met door middel van financiële middelen en hun

militaire capaciteit delen van het veiligheidsapparaat naar hun hand kunnen zetten.

Daarnaast werden in vele instituties oude banden met gewapende groepen behouden na

democratische en institutionele hervormingen. Meer lokalere overheidsstructuren die niet in

dezelfde mate onder de invloed staan van de centrale regering kunnen omgekocht worden.

Vaak gebeurt dit dan ook volgens het adagio “plata o plomo”, hetgeen omvat dat een

verantwoordelijke veelal over de keuze beschikt tussen het aanemen van smeergeld of te

sterven door middel van een loden kogel. Dit betekent dat criminele structuren geen of

minder geweld nodig zullen hebben wanneer ze de instanties aan hun zijde hebben of op zijn

minst de operaties tolereren. Ook bepaalde sociale aanvaardbaarheid van bepaalde

criminele activiteiten, bijvoorbeeld wanneer deze financiële noden van bevolkingsgroepen

bevredigen waar tewerkstelling en steun van de centrale overheid ontbreekt (wat veelal het

geval is in de fragiele staten van de Noordelijke Driehoek, Belize enigszins uitgezonderd)

kunnen ervoor zorgen dat illegale activiteiten relatief geweldloos kunnen verlopen. Wanneer

een zwak veiligheidsapparaat, dat niet in staat blijkt om de criminele organisaties te

controleren en veiligheid kan garanderen, wordt aangewend voor de bestrijding hiervan,

zullen de bedreigde structuren geweld gebruiken om ruimte te creëren waarbinnen ze hun

illegale activiteiten verder kunnen zetten.

Page 44: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

41

5. DE ROL VAN DE STAAT

Het belang van incalculeren van de rol van de staat 5.1.

Zoals eerder vermeld, hoeven criminele activiteiten niet per se in stand gehouden te worden

met geweld. Het gegeven dat het ene land meer crimineel geweld vertoont dan het andere is

onder andere afhankelijk van de aanwezigheid van criminele structuren die illegale

activiteiten als bron van inkomsten zullen uitvoeren, maar ook van de reactie van de

overheid ten aanzien van deze activiteiten.

De groei van de Centraal-Amerikaanse maras in de Noordelijke Driehoek is niet enkel toe te

schrijven aan migratiepatronen (hoewel dit als een belangrijke drijver kan gezien worden). In

zijn uiteenzetting waarbij Cruz (2011) het verschil in crimineel geweld tussen de Noordelijke

Driehoek en Nicaragua poogt te verklaren, wordt gewezen op het belang van statelijke

instituties (p. 7) en de hervormingen die ze ondergingen in de nasleep van democratische

hervormingen. Het fundamentele verschil hierbij ligt in de manier waarop deze staten

omgingen met publieke veiligheid en gewelddadige criminaliteit.

Geweld kan binnen deze context dus moeilijk beschouwd worden zonder de rol van de staat

te bekijken. De reactie van overheidsinstanties, en vooral deze van de veiligheidsdiensten op

gewelddadige actoren varieert en de reacties zullen verschillende implicaties voor de

prevalentie en reproductie van geweld met zich mee brengen.

Een veiligheidsapparaat (in de eerste plaats de politie, maar vaak ook het leger) dat actief

bepaalde groepen bestrijdt kan een gewelddadige reactie uitlokken van deze groepen.

Arrestatie van leiders die een belangrijke positie bekleden in een (hiërarchische) criminele

organisatie kunnen twisten voor de vrijgekomen positie in de hand werken. Het verzwakken

van een bepaald netwerk kan een strijd voor territorium teweeg brengen. Dit brengt naar alle

waarschijnlijkheid een stijging in het homicidecijfer teweeg. Dit lijkt het geval in Mexico, waar

de politie, bijgestaan door het leger, de strijd tegen de drugkartels opvoerde sinds het verlies

van het machtsmonopolie van de PRI-partij in 2000, en verder werd geëscaleerd onder PAN-

president Felipe Calderón sinds 2006 (New York Times, 2007). Tot 2007 daalde daar het

moordcijfer (fig. 2), onder meer omwille van het opvoeren van de strijd tegen andere vormen

van misdaad. De verschillende succesvolle arrestaties van hooggeplaatste figuren en de

daarmee vaak gepaard gaande verzwakking in de kartels hebben echter de strijd voor

territorium versterkt, alsook het opbreken van grote kartels in kleinere structuren. Daar waar

drugkartels vroeger gefocussed waren op een onderlinge strijd, zijn ook de

veiligheidsdiensten een doelwit geworden. Ondanks de successen van de regering zijn sinds

2006 50000 doden gevallen die kunnen in verband gebracht worden met de karteloorlog

(The Atlantic, 2012).

Een ander scenario dat mogelijk verklaart waarom in het ene land meer geweld voorkomt

dan het andere, is omwille van het ontbreken van toewijding van de veiligheidsdiensten aan

het bestrijden van criminele actoren en/of activiteiten (zoals afpersing, drugshandel,

ontvoeringen,..). De aanwezigheid van criminele actoren impliceert niet automatisch dat deze

geweld zullen gebruiken (zoals bijvoorbeeld in Bolivia het geval is). Wanneer de mogelijkheid

bestaat om de autoriteiten (al dan niet dwangmatig) de ogen te laten sluiten voor bepaalde

criminele activiteiten, is volgens de gevolgde redenering in deze masterthesis de nood om

met geweld te reageren onnodig of minder noodzakelijk. De mogelijkheid bestaat tevens dat

slechts een bepaalde fractie van de verschillende criminele netwerken wordt bestreden,

Page 45: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

42

terwijl andere bijvoorbeeld omwille van infiltratie van bepaalde (onderdelen van) statelijke

instituten met rust gelaten worden (zoals verder wordt besproken voor de Noordelijke

Driehoek).

Bij het gaan verklaren van het voorkomen van bepaalde fenomenen, zoals intensief geweld,

is het dus niet enkel van belang om te gaan beschrijven wie verantwoordelijk is voor het

geweld, maar ook de omstandigheden waarbinnen deze structuren al dan niet actief kunnen

zijn. Zo kunnen criminele structuren aanwezig zijn die op een gegeven plaats hun activiteiten

kunnen uitoefenen zonder ook maar enige vorm van geweld te gebruiken. Illegale activiteiten

zoals smokkel van handelswaar (benzine, mensen, narcotica,…) kunnen, hoewel verboden

door een centrale overheid, getolereerd worden door lokale ordediensten en bevolking (voor

wie dit misschien een cruciale bron van inkomsten betekent). Dit wijst op de onmogelijkheid

van de staat om binnen haar volledige territorium autoriteit uit te oefenen en haar wetten te

laten naleven.

Staatsopbouw en governance: een analytisch middel 5.2.

Er zijn onderliggende structuren die het voorkomen van geweld al dan niet kunnen helpen

verhinderen of net bevorderen (of op zijn minst niet afremmen). De staat is geen passieve

structuur en zal actief gaan interageren met haar bevolking (en is er een integraal deel van).

Daarvoor beschikt ze over een aantal instrumenten of instituten om het dagelijkse leven in

goede banen te leiden.

Volgens de meest aanvaarde definitie van de staat, deze volgens Max Weber, is de staat de

entiteit die “de claim houdt op het monopolie van het legitiem gebruik van fysiek geweld bij

het laten naleven van haar orde” (Weber, 1919). Daarnaast kan de term “staat” worden

gebruikt om te wijzen op een geografisch soevereine politieke entiteit met een permanente

populatie, een afgebakend territorium, een regering, en de mogelijkheid om relaties aan te

gaan met andere staten, zoals gedefinieerd onder internationale wetgeving (artikel 1 van de

Montevideo Convention on the Rights and Duties of States, 1933). Deze staat kan dan

verder worden opgedeeld in 3 substructuren, namelijk een politiek regime (of een

regeringsvorm), een raamwerk dat de vorm van “governance” dicteert (meestal in de vorm

van een grondwet), en een set van instituties (zoals het leger, justitie, parlement, enz).

Veel van de Centraal-Amerikaanse landen die een overgang maakten van autoritarisme naar

democratie ondergingen hervormingen in hun veiligheidsapparaat, hoewel deze vaak op

verschillende manieren tot stand werden gebracht. De opbouw van een democratie omvat

het tot stand brengen van instituten die de rechtsorde promoten, die de basisrechten van het

individu garanderen (O’ Donnel, 2004). Daarenboven dienen democratisch verkozen

regeringen om het autoritaire verleden achter zich te laten, zich niet enkel concentreren op

onderwerping van het veiligheidsapparaat aan de publieke macht, maar ook op het tot stand

komen van het publieke monopolie op geweld om orde te creëren, de rechtsstaat te

garanderen, en burgerrechten in te stellen (Koonings, 2001). De opbouw van functionerende

instituten voor veiligheid en justitie zijn dan basis vereisten om democratische governance

(daar een democratie geen absolute vereiste is om tot governance te komen) te bekomen.

Page 46: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

43

De termen “governance” en “good governance” worden vaak gebruikt wanneer over

ontwikkeling wordt gesproken. Governance beschrijft het proces waarmee besluitvorming

verloopt en de processen waarbij beslissingen al dan niet worden geïmplementeerd

(UNESCAP). De staat is hierbij meestal een actor van centraal belang, hoewel ook de

nadruk wordt gelegd op de inbreng van de civiele samenleving en de private sector (Agere,

2000, p. 10). Het concept wordt vaak gebruikt als een comparatief model om ineffectieve

regeringen en/of economiën te vergelijken met deze van “succesvolle” liberale democratieën

in de westerse wereld. De instituten van deze staten worden dan genomen als een

standaard waartegen andere worden opgemeten. Er bestaat geen éénduidige consesus

omtrent hoe good governance er in de praktijk moet uitzien, en de verschillende

internationale instellingen (IMF, Wereldbank en Verenigde Naties) en NGO’s leggen andere

nadrukken op wat voor hen de minimale vereisten van aspecten van governance dienen in

te houden. Het concept wordt meestal gebruikt als middel om te verduidelijken waar

hervormingen nodig zijn, afhankelijk van de context en de doelstellingen van de organisatie

in kwestie. Vaak wordt hulpverlening dan ook afhankelijk gemaakt van een zekere toewijding

tot het verbeteren van de relevante aspecten van governance. Good governance kan dus

gezien worden als een onderdeel van een strategie van staatsopbouw (UNRISD, 2010). Er

dient echter opgemerkt te worden dat dit steeds bepaalde paradigma’s inhoudt. Volgens

Kahn (2009) is het huidige good governance paradigma er één die de nodige governance

aspecten wil introduceren om tot een marktvriendelijke staat te komen. Deze omvatten

voornamelijk de mogelijkheid om eigendomsrecht te garanderen, het naleven van de wet

(Rule of Law), implementatie van anti-corruptiemaatregelen en maatregelen die de

verantwoordingscapaciteit van de regering versterken.

Hier wordt het concept governance gebruikt als analytisch middel om een dieper inzicht te

verkrijgen aangaannde de rol van de staat in het toenemend geweld in Centraal-Amerika. De

manier waarop de staten worden gekarakteriseerd aan de hand van bepaalde meetbare

waarden kunnen een aanvullend argument leveren voor de hypothese dat het voorkomen

van crimineel geweld op zijn minst ten dele kan worden toegeschreven aan het beleid (en

dus op welke manier wordt omgegaan met georganiseerde misdaad) dat door een gegeven

staat wordt gevoerd. De World Governance Indicators (WGI) van de Wereldbank bieden

mogelijkheid om een semi-kwantitatieve analyse te maken, aangevuld met kwalitatieve

gegevens, aangaande de performantie van bepaalde staten op het vlak van veiligheid en

corruptie, binnen een project van staatsopbouw.

Governance als omschreven door de Wereldbank in de World Governance Indicators is “de

set van tradities en instituties waarmee autoriteit wordt uitgeoefend in een land”. Dit omvat

(1) het proces waarmee regeringen geselecteerd, gemonitord en vervangen worden, (2) de

capaciteit van de regering om effectieve en goede beleidsmaatregelen te formuleren en

implementeren, en (3) het respect van burgers en de staat voor de bestaande instituten die

regeren over de economische en sociale interacties tussen deze twee. De World

Governance Indicators (WGI) worden gekenmerkt door 6 dimensies:

1. Voice and Accountability (VA) capteert de percepties van de mate waarin de burgers

van een land in staat zijn om hun regering te selecteren, alsook vrijheid van

meningsuiting, vrijheid van associatie en persvrijheid.

2. Political Stability and Absence of Violence/Terrorism (PV) meet de perceptie van de

waarschijnlijkheid van destabilisatie of omverwerpen van de regering via

ongrondwettelijke of gewelddadige middelen, inclusief politiek-gemotiveerd geweld en

terrorisme.

Page 47: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

44

3. Government Effectiveness (GE) meet percepties van de kwaliteit van openbare

diensten, de kwaliteit van de civiele diensten en de graad van haar onafhankelijkheid

van politieke druk, de kwaliteit van beleidsformulering en implementatie, en de

geloofwaardigheid van de toewijding van regering aan dit beleid.

4. Regulatory Quality (RQ) – meet percepties van de mogelijkheid van de regering om

goede beleidsmaatregelen en regulaties te formuleren en te implementeren die de

ontwikkeling van de private sector toelaten en promoten.

5. Rule of Law (RL) – meet percepties van de mate waarin actoren vertrouwen hebben

in en het volgen van de regels van de samenleving, en in het bijzonder de kwaliteit

van handhaving van contracten, eigendomsrechten, de politie en de rechtbanken,

alsook de waarschijnlijkheid van misdaad en geweld.

6. Control of Corruption (CC) – meet percepties van de mate waarin publieke macht

wordt uitgeoefend voor persoonlijk voordeel, inclusief kleinschalige en grootschalige

vormen van corruptie, alsook het “capteren” van de staat door elites en private

belangen.

De indicatoren combineren het perspectief van een groot aantal bedrijven, burgers en

experts door vragen te stellen via surveys in industriële- en ontwikkelingslanden. De

individuele databronnen die de aggregate indicatoren uitmaken zijn genomen uit een brede

poel van onderzoeksinstellingen, denktanks, niet-gouvernementele organisaties en

internationale organisaties.

Indien we ervan uitgaan dat de mate van toewijding van statelijke veiligheidsstructuren en de

mate van vatbaarheid voor de infiltratie van private belangen van deze structuren van

cruciaal belang zijn voor de prevalentie van geweld, kunnen de laatste twee indicatoren

(Rule of Law en Control of Corruption) een indicatie geven van de mate van toewijding van

regeringen en in hoeverre men gelooft in de opbouw van veiligheids- en justitie- instanties.

Wat vertellen de indicatoren Rule of Law en Control of Corruption 5.3.aangaande het geweld in Centraal-Amerika?

Op welke manier kunnen de scores op Rule of Law en Control of Corruption 5.3.1.gebruikt worden bij het verklaren van geweld in Centraal-Amerika?

Voor we gebruik kunnen maken van de governance factoren als analytisch en verklarend

middel, dient hiervan eerst een evaluatie gemaakt te worden van de bruikbaarheid. Daartoe

wordt de relatie tussen de trends in deze factoren over tijd vergeleken met de evolutie van

het homicidecijfer, eerst voor de Centraal-Amerikaanse landen onderling, gevolgd door een

vergelijking van Zuid-Amerikaanse landen, die enerzijds betrokken zijn bij de cocaïne-

economie en waar anderzijds al dan niet veel geweld voorkomt.

Dit dient te verduidelijken of er al dan niet sprake is van een correlatie tussen een bepaalde

score op de indicatoren en de prevalentie op geweld, en hoe deze eventuele correlatie

geïnterpreteerd moet worden aan de hand van de actuele situatie in een gegeven land.

Welke score zou verwacht moeten worden, wanneer we de indicatoren als uitgangspunt

nemen, en ons baseren op de eerder gestelde aanname dat criminele actoren geweld zullen

gebruiken wanneer een veiligheidsapparaat de mogelijkheden en de toewijding heeft om

criminele activiteiten te bestrijden? Welke wordt verwacht wanneer we aannemen dat

Page 48: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

45

wanner er weinig geweld aanwezig is in een gegeven land waar het bekend is dat criminele

actoren er actief zijn, de (delen van) het veiligheidsapparaat al dan niet over de

mogelijkheden beschikt of “onwillend” is om de illegale praktijken te bestrijden?

Bovenstaande veronderstelling volgend dat gewapende criminele groepen vaak geweld

zullen gebruiken wanneer hun illegale activiteiten worden bedreigd, enerzijds door andere

criminele groepen, anderzijds door de staat die geen volledige controle kan verkrijgen over

het territorium, zou in zekere zin kunnen worden weerspiegeld door een lage of mogelijks

middelmatige score op Rule of Law (waar de hoogste score dan in theorie een “volledige”

controle over het territorium inhoudt, of toch op zijn minst vergelijkbaar met deze van

ontwikkelde landen). Een andere mogelijkheid voor het ontbreken van geweld wanneer de

staat al dan niet het volledige monopolie op geweld beheerst, is het voorkomen van grote

mates aan corruptie. Sommige, maar mogelijk niet alle criminele organisaties hoeven dan

geen geweld te gebruiken om illegale operaties uit te voeren, maar kunnen simpelweg

overheidsinstanties omkopen (vaak met dreiging van geweld). Dit zou dus gereflecteerd

moeten worden in de Control of Corruption-indicator. Dit betekent dus dat een gewelddadig

land enerzijds matig of laag zou moeten scoren op het vlak van Rule of Law en relatief hoog

scoort op het vlak van Control of Corruption. Een relatief geweldloos land zou dan in theorie

een bepaalde score halen op Rule of Law en laag scoren op Control of Corruption.

De governance indicatoren zijn weergegeven als een rangschikking volgens percentielen. Dit

betekent dat ze in vergelijking staan met de rest van de landen in de wereld op het vlak van

score voor Rule of Law (hetgeen percepties weergeeft van de prestaties van het

veiligheidsapparaat).

Evaluatie van de indicatoren voor Centraal-Amerika 5.3.2.

Figuur 20: Trends in percentiel rangschikking voor de Centraal-Amerikaanse landen voor de periode 1996-2010. Data afkomtig van World Bank (terug te vinden op

http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance)14

14

Standaarddeviaties zijn hier voor de duidelijkheid niet weergegeven.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Trends in Rule of Law (rangschikking volgens percentiel)

Belize

El Salvador

Guatemala

Honduras

Costa Rica

Mexico

Panama

Nicaragua

Page 49: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

46

Centraal-Amerika scoort over het algemeen vrij slecht op het vlak van Rule of Law. Costa

Rica, het veiligste land in de regio vertoont tevens de hoogste score op deze indicator.

Percepties zijn echter licht afgenomen tussen 2004 en 2007 (van het 70e naar 60e

percentiel), gevolgd door een lichte recuperatie (fig. 20). Panama, dat zich in het 50e

percentiel bevindt blijft constant over tijd, terwijl Belize een gelijkaardige plaats inneemt,

maar toch haar Rule of Law lichtelijk ziet afnemen na 2008.

De drie meest gewelddadige landen in de regio scoren tevens het slechtst op het vlak van

Rule of Law in de regio. Rule of Law neemt toe in El Salvador tussen 1996 en 2004, maar

kent vanaf dan een sterke daling om in 2010 op het niveau van moordkampioen Honduras te

komen. Belize is hier weer een uitzondering omwille van haar hoge score op dit vlak. Er dient

hier opgemerkt te worden dat deze lage scores niet betekenen dat de landen in kwestie niet

over een veiligheidsapparaat beschikken. Het wijst daarentegen op bepaalde gepercipieerde

tekortkomingen van instituten die instaan voor justitie en veiligheid. Nicaragua heeft een

relatief laag homicide cijfer (fig. 10) en scoort tegelijkertijd slecht op de indicator.

Figuur 21: Trends in percentielrangschikking voor een periode 1996-2010. Data afkomstig van World Bank (terug te vinden op

http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance)

Op het vlak van Control of Corruption variëren de scores sterk (fig. 21). Costa Rica scoort

hier opnieuw het hoogst, hoewel het land er op de rangschikking is achteruit gegaan, van het

80e percentiel in 1998 tot het 70e in 2010. El Salvador heeft schijnbaar een sterke verbetering

gemaakt sinds het begin van de metingen, en scoort op dit vlak in 2010 zelfs iets beter dan

Panama en Mexico. Belize, Panama en Mexico schommelen over de jaren tussen het 40e en

50e percentiel. Honduras en Guatemala komen nooit boven het 40e percentiel, en Honduras

zelfs niet boven het 30e. Nicaragua lijkt het gedurende enkele jaren beter te doen, maar de

indicator neemt vanaf 2004 terug af om uiteindelijk in de buurt van Honduras te komen. In

2000 werd daar een historisch dieptepunt bereikt. Ook in dat jaar werden het laagste aantal

moorden gepleegd in het land.

Honduras en Guatemala scoren ook slecht op beide vlakken, maar behoren dan weer tot de

meest gewelddadige landen ter wereld. Dit is ook het geval voor El Salvador, hoewel dit land

hoger scoort (op het niveau van Mexico, Panama en Belize) op Control of Corruption. Er zijn

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Trends in Control of Corruption (rangschikking volgens percentiel)

Belize

El Salvador

Guatemala

Honduras

Costa Rica

Mexico

Panama

Nicaragua

Page 50: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

47

dus zelfs substantiële onderlinge verschillen waar te nemen voor de landen van de

Noordelijke Driehoek.

Panama vertoont dan weer een vrij constante evolutie op het vlak van Rule of Law. Daar

neemt de controle op corruptie in 2007 toe, gepaard gaand met een opflakkering van

geweld, alsook met de hoeveelheden in beslag genomen narcotica. In de periode 2008-2010

neemt de corruptie echter weer toe, terwijl het homicidecijfer stijgt tot in 2009.

Bepaalde scores op het vlak van de twee indicatoren correleren dus niet per se met de

prevalentie van geweld. Dit impliceert dat aan de hand van deze cijfers het niet mogelijk is

om voorspellingen te gaan maken over het al dan niet automatisch voorkomen van geweld

(fig. 22). Er is geen rechtstreekse correlatie tussen de evolutie van de indicatoren en de

homicidecijfers waar te nemen. Het is daarom belangrijk om rekening te houden met de

context ter plaatse.

Figuur 22: Trends in homicide cijfer per 100000 inwoners voor de Noordelijke Driehoek. Data afkomstig van het UNODC (2011).

Toch zijn er bepaalde verklaringen die hiervoor kunnen geleverd worden. Indien er wordt van

uitgegaan dat in de Noordelijke Driehoek het veiligheidsapparaat gericht wordt op een

specifieke criminele structuur, terwijl anderen met rust gelaten worden, kunnen de

governance indicatoren wel een aanwijzing leveren. Er zijn bijvoorbeeld sterke aanwijzingen

van de aanwezigheid van narcotrafiek en andere criminele groeperingen in Nicaragua. Daar

is echter volgens de score op Control of Corruption een hoge mate van corruptie aanwezig.

Dit zou betekenen dat overheidsinstanties eenvoudig om te kopen zijn, al dan niet met de

dreiging tot geweld. Het homicidecijfer is in Nicaragua echter ook toegenomen sinds 2000,

met een nieuw maximum dat stabiliseert vanaf 2004. Deze stijging komt overeen met een

toename in de Control of Corruption, die vanaf laatstgenoemd jaar terug gestaag is

afgenomen. Dit impliceert echter nog steeds niet noodzakelijk een correlatie.

Evaluatie voor vergelijkbare Zuid-Amerikaanse landen 5.3.3.

Colombia, Bolivia, Venezuela en Brazilië zijn landen die in deze gevallen beschouwd zullen

worden. Colombia kent druggerelateerd geweld in bepaalde grootsteden (waaronder Cali en

Medellín), en is tevens het laatste Latijns-Amerikaanse land waar nog een conflict heerst dat

stamt uit de Koude Oorlog (hoewel dit nog nauwelijks ideologisch genoemd kan worden).

,00

20,00

40,00

60,00

80,00

100,00

120,00

140,00

160,00

Trends in Homicide cijfer per 100000 inwoners

El Salvador

Guatemala

Belize

Honduras

Page 51: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

48

Colombia zag haar moordcijfer sinds 2002 halveren, daar waar het vroeger nog één van de

dodelijkste landen ter wereld was. Bolivia staat bekend als belangrijke producent van

cocaïne, maar heeft homicidecijfers die het land één van de veiligste in de regio maken.

Venezuela beschikt over een sterke gecentraliseerde staat die over een groot militair

apparaat beschikt, maar desondanks in haar grootsteden (en vooral Caracas, één van de

dodelijkste steden ter wereld) de laatste jaren een significante toename zag in geweld.

Brazilië tenslotte, beschikt tevens over enkele van de dodelijkste steden ter wereld. Maar

liefst 14 steden in het land behoorden in 2010 tot de 50 dodelijkste (Ortega, 2012).

Figuur 23: Trends in homicide cijfers per 100000 inwoners voor geselecteerde landen met beschikbare jaartallen voor de periode 2000-2010. Data afkomstig van het UNODC (2011).

Figuur 24: Trends in Rule of Law volgens percentielen. Data afkomstig van World bank (http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance)

15.

De halvering van het homicidecijfer tussen 2002 en 2010 in Colombia (fig. 23) stemt overeen

met een significante toename in de score op het vlak van Rule of Law. Dit komt overeen met

een specifiek beleid van de Colombiaanse regering in 2002, toen een

demobilisatiecampagne werd opgestart ter ontwapening en herintegratie van de paramilitaire

Autodefencia groeperingen. Hier wordt dus een sterke correlatie waargenomen tussen een

15

Costa Rica wordt hier bijgenomen om het relatieve aandeel van de indicatoren weer te geven in vergelijking met deze van de Centraal-Amerikaanse landen.

,00

10,00

20,00

30,00

40,00

50,00

60,00

70,00

80,00

Trends in Homicide cijfer per 100000 inwoners

Venezuela (BolivarianRepublic of)Colombia

Bolivia (PlurinationalState of)Brazil

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Trends in Rule of Law (rangschikking volgens percentiel)

Brazil

Bolivia

Colombia

Costa Rica

Venezuela, RB

Page 52: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

49

verbetering in Rule of Law en een sterke daling in dodelijk geweld (fig. 24). Toch moet

opgemerkt worden dat Colombia nog steeds een vrij gewelddadig land kan genoemd

worden, met om en bij de 35 moorden per 100000 inwoners in 2010 (vergelijkbaar met

Guatemala en Belize). Daar komen ook enkele extreem gewelddadige steden voor, waar het

geweld voornamelijk gerelateerd wordt aan de zogenaamde mini-kartels of cartelitos

(BACRIMs).

De situatie in Bolivia schept dan weer een ander beeld. Daar blijft het geweld (voor zover er

data beschikbaar is) over de gemeten periode zowel laag als relatief constant. Nochtans

daalt de score op Rule of Law scherp over de hele tijdsperiode. Tijdens de periode waarvoor

data beschikbaar omtrent het moordcijfer beschikbaar is (2005-2010) varieert de Control of

Corruption sterk. Bolivia scoort op het vlak van Control of Corruption wel hoger dan

bijvoorbeeld Honduras, Nicaragua of Guatemala (fig. 25).

Figuur 25: Trends in Control of Corruption vooreen periode van 1996-2010 voor geselecteerde Latijns-Amerikaanse landen en Costa Rica. Data afkomstig van World bank (http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance)

Brazilië blijft over tijd een relatief constant homicidecijfer behouden. Ook op het vlak van

Rule of Law en Control of Corruption verandert er gedurende de jaren weinig. Brazilië scoort

wel relatief hoog op beide indicatoren. De score op Rule of Law (rond het 40e percentiel) is

echter niet bijster hoog, terwijl er toch een zekere sterke controle op corruptie valt waar te

nemen.

Uitgaande van de scores op de twee indicatoren voor Venezuela zou volgens de hypothese

niet een dergelijke mate van geweld mogen worden opgetekend. Het geweld is in dit land

nagenoeg constant toegenomen en er wordt nu gemoord met een mate die hoger ligt dan in

Guatemala en Belize (fig.22). Nochtans beschikt Venezuela tegenwoordig over een sterk

gecentraliseerde staat, en tevens zouden bepaalde individuen binnen de overheid belangen

hebben binnen de cocaïnetrafiek (zoals weergegeven in een dalende hoeveelheid

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Trends in Control of Corruption (rangschikking volgens percentiel)

Brazil

Bolivia

Colombia

Costa Rica

Venezuela, RB

Page 53: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

50

inbeslagnames). Venezuela is tegenwoordig ook een belangrijk doorvoerland voor cocaïne

richting Europa, Afrika en de Verenigde Staten. Wanneer we kijken naar alle governance

factoren voor Venezuela kunnen we observeren dat deze op alle vlakken sterk zijn

afgenomen (fig. 26). Voor Venezuela valt dus moeilijk te verklaren aan de hand van

governance factoren, zelfs al deze in rekening gebracht worden.

Figuur 26: Trends in Governance factoren in Venezuela gedurende de periode 1996-2010. Data afkomstig van World Bank

(http://databank.worldbank.org/data/Databases.aspx?qterm=governance).

Evaluatie van bruikbaarheid van governance factoren Rule of Law en Control 5.3.4.of Corruption in het verklaren van de rol van de staat in het geweld.

In voorgaande sectie werd een poging ondernomen om de validiteit van het gebruik van de

governance factoren Rule of Law en Control of Corruption als analytisch middel om een

beter licht te scheppen op het Centraal-Amerikaanse geweld. In het geval van het Centraal-

Amerikaanse (en in de meeste gevallen ook het Zuid-Amerikaanse) geweld lijkt het dat er

grote onderlinge verschillen bestaan in de prevalentie van geweld en bepaalde trends binnen

de score op Rule of Law en Control of Corruption. Hoewel er in sommige gevallen een

correlatie valt waar te nemen tussen een daling in geweld met een toename op Rule of Law

(zoals in Colombia, waar de regering deels de controle over het territorium heeft

teruggewonnen), valt er over een verband tussen geweld en de indicatoren weinig

kwantitatief af te leiden. De governance factoren zijn niet geschikt om kwantitatief te

verklaren waarom er bijvoorbeeld in het ene land meer geweld voorkomt dan in het andere.

Wel leveren ze de mogelijkheid om een verklarende rol te spelen aangaande de capaciteit

en toewijding van de instituten van een gegeven staat. Daarbij kunnen ze een belangrijke

bijdrage zijn aan het scheppen van een context waarbinnen de staat altijd een rol speelt, zij

het facilitator of bestrijder van misdaad.

Wanneer de rol van de staat beschouwd wordt, kan een governance-analyse helpen een

beeld te scheppen aangaande een situatie in een land. De factoren zijn echter een weergave

van de perceptie van verschillende aspecten van de samenleving, maar hoeven daarom niet

noodzakelijk de realiteit ter plaatse weer te geven (zoals misschien het geval was in Mexico

in 2007-2008). Vaak kunnen de governance factoren de situatie helpen verduidelijken in een

gegeven land, maar kunnen niet gezien worden zonder de onderliggende context te gaan

0

10

20

30

40

50

60

Venezuela: Trends in Governance factoren (ranking volgens percentielen)

Control of Corruption

Government Effectiveness

Political Stability and Absence ofViolence/Terrorism

Rule of Law

Voice and Accountability

Page 54: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

51

bekijken. Er zijn namelijk bepaalde specifieke aspecten van de instituten in een staat die niet

gedetecteerd worden door een bepaalde score op Rule of Law of Control of Corruption.

Zo scoren drie van de vier landen van de Noordelijke Driehoek bijzonder slecht op het vlak

van Rule of Law. Dit wijst (of zou moeten wijzen) op een fundamentele onmogelijkheid van

de staten om binnen een project van democratische staatsopbouw de rechtstaat te laten

gelden op het territorium. De lage scores verklaren dus waarom de proliferatie van

jeugdbendes kon plaatsvinden (of op zijn minst niet werd afgeremd) in deze landen.

Ondertussen zijn bijvoorbeeld in Guatemala en Honduras bepaalde publieke instanties

gecapteerd door private belangen, en worden voornamelijk de maras bestreden, terwijl

andere criminele activiteiten gewoon worden verder gezet. Dit onderscheid valt niet af te

leiden uit de scores voor de indicatoren. Dit onderstreept het belang van de nood aan

analyse van de plaatselijke context.

Waarover toch enige duidelijkheid bestaat, is dat een groot geweld in deze regio terug te

brengen valt op de aanwezigheid van criminele structuren die, mede omwille van bepaalde

vijandige omstandigheden, geweld gebruiken. Criminele organisaties zullen naar alle

waarschijnlijkheid enerzijds geweld gebruiken om hun positie te consolideren over een

gegeven territorium waar illegale operaties kunnen worden uitgevoerd om winst te

genereren. Anderzijds is het mogelijk dat na deze consolidatie weinig of geen geweld

voorkomt. Pas wanneer de staat ingrijpt en actief de criminele groepen die voordien een al

dan niet geconsolideerde positie bestrijdt door middel van arrestaties van grote vissen,

militaire acties om groepen te verwijderen van een gegeven territorium, verplaatsen of

zaaien deze actoren uit naar plaatsen waar ze niet onder een gelijkaardige druk staan, met

potentiële tegenreactie en een mogelijke verspreiding van geweld tot gevolg. Tegelijkertijd

brengt dit reorganisaties binnen en tussen de structuren teweeg, zoals opsplitsing in kleinere

groepen (zoals de BACRIMs in Colombia de grote drugkartels zijn gaan vervangen) of

interne twisten voor leiderschapsposities, maar ook een vernieuwde strijd voor territorium. Dit

uitzaaien naar nieuwe plaatsen en de nieuwe strijd voor territorium is waarschijnlijk het

meest duidelijk in Mexico. Het Amerikaanse Trans-Border Institute (TBI) wijst hier dan ook

uitdrukkelijk op in een rapport van 2011 (Ríos & Shirk, 2011). Hieruit blijkt dat de staat actief

betrokken is in de prevalentie van geweld. Hoewel het land daar gemiddeld niet zo’n hoog

homicidecijfer vertoont, zijn er wel degelijk regio’s en steden waar gestreden wordt tegen

drugkartels met zeer hoge moordgraad tot gevolg. Andere effecten zijn tevens

waarneembaar: criminele organisaties zoals de Mexicaanse drugkartels kunnen uitzaaien

naar buurlanden. Dit is het geval bij de Los Zetas, die voor het eerst gezien werden in

Guatemala in 2008 en er sindsdien voor bekend staan voet aan de grond te hebben in de

landen van de Noordelijke Driehoek (Pachico, 17 mei 2011).

Geweld kan dan ontstaan op de plaats waar de regering criminele groepen bestrijdt, als

verdedigingsreactie om de fondsenwerving van de operatie verder te kunnen zetten.

Uitzaaien van criminele structuren veroorzaken op hun beurt weer geweld, mogelijk omdat

ze strijden tegen alreeds aanwezige groeperingen, of omdat ze hun illegale activiteiten

dienen “aanvaardbaar” te maken voor de lokale bevolking en ordediensten (een indicatie van

de waarschijnlijkheid hiervan kan worden gezien in de indicator voor Control of Corruption).

Soms wordt ook gewoon anders gereageerd ten aanzien van criminaliteit door de instanties.

In Nicaragua zou er bijvoorbeeld minder repressief gereageerd worden ten aanzien van

pandillas omwille van bepaalde manieren van organisatie van het veiligheidsapparaat en de

zogenaamde community-based initiatieven waardoor het gebruik van geweld er enigszins

wordt ontraden door de banden met lokale gemeenschappen van het veiligheidsapparaat.

Page 55: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

52

De indicatoren Rule of Law en Control of Corruption zijn dus niet geschikt om te verklaren

waarom in het ene land meer geweld voorkomt dan in het andere, maar kunnen wel dienen

ter ondersteuning om een beeld te scheppen van de staat van de instituten die veiligheid en

justitie zouden moeten garanderen. waarbinnen bepaalde criminele groeperingen

geweldloos kunnen opereren of net niet. Het moet benadrukt worden dat de indicatoren geen

of weinig kwantitatief nut hebben bij het maken van een schatting van bepaalde proporties

van geweld en het voorspellen van toekomstig geweld. Dit was uiteindelijk ook niet de

bedoeling. Kwalitatief vertellen ze ons echter over hoe de bevolking, civil society en de

private sector de omstandigheden in een gegeven land percipiëren. Het legt statelijke

zwakheden bloot die het ontstaan en reproduceren van criminele structuren niet kunnen of

konden afremmen.

Het is daarom steeds van belang de context te gaan bekijken waaruit een bepaalde

gewelddadige situatie voortkomt. Daarom wordt in de laatste sectie van deze studie een

poging gedaan om eerder gemaakte waarnemingen te verenigen met de gemaakte

observaties aangaande de staat zoals weergegeven door de governance-indicatoren Rule of

Law en Control of Corruption, en aangevuld met contextuele gegevens.

Analyse van het Centraal-Amerikaans geweld gebruik makend van de 5.3.5.governance factoren.

Wat leren deze twee indicatoren ons nu? Enerzijds zijn er enige verbanden waar te nemen

tussen de prevalentie van geweld en een bepaalde score op het vlak van Rule of Law en

Control of Corruption. Costa Rica als minst gewelddadige land in de regio heeft de hoogste

score op beide vlakken, hetgeen zou impliceren dat Costa Rica relatief geslaagd is in het

laten naleven van haar wetten, en dat er vrij weinig sprake is van corruptie. Er is bij Costa

Rica een correlatie merkbaar tussen de hoeveelheden in beslag genomen cocaïne en een

toename in het homicidecijfer. Dit betekent dus dat Costa Rica de middelen en de toewijding

ter beschikking heeft om criminele structuren te bestrijden. Dit genereert een opflakkering in

het dodelijk geweld, omwille van de nood van de organisatie om geweld te gebruiken. Enkel

op deze manier kunnen zij namelijk de illegale activiteiten verder zetten.

Een gelijkaardige situatie wordt waargenomen in Panama, waar het iets slechter gesteld is

met de Rule of Law, terwijl de Control of Corruption deze van Mexico, Belize en El Salvador

benadert. Dit stemt overeen met de eerder gestelde hypothese. Toch kent Panama ook een

grote mate aan hoofdstedelijk vuurwapengeweld. Dit wordt ook in verband gebracht met een

toenemende aanwezigheid van jeugdbendes in de hoofdstad. Daar zou het aantal bendes

verdrievoudigd zijn sinds 2005 (InsightCrime, 29 november 2010)

Nicaragua scoort dan weer slecht op beide vlakken en kent ook relatief lage hoeveelheden

geweld. Volgens de veronderstelling dat er criminele structuren aanwezig zijn die niet, in

mindere mate of op een andere manier geviseerd worden door de instanties, is dit logisch.

Enerzijds is het slecht gesteld met de Rule of Law in Nicaragua, en er is sprake van een

grote mate van corruptie. Dit maakt het waarschijnlijk dat delen van het veiligheidsapparaat

gecapteerd zijn door private belangen. Er zijn echter ook nog andere factoren die

meespelen. Zo is de overgang van autoritarisme naar een democratisch politiek systeem op

een andere manier gebeurd dan in de landen van de Noordelijke Driehoek. Ook de manier

waarop wordt omgegaan met de lokale pandillas, en de afwezigheid van de maras kan een

belangrijke factor zijn (zie onder).

Page 56: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

53

In Honduras zijn de instanties tegelijkertijd niet in staat om de controle over het territorium te

consolideren, en corrumpeerbaar. Het feit dat Honduras relatief weinig investeert in het

bestrijden van drugtrafiek bevestigt deze hypothese. Toch is Honduras extreem

gewelddadig. Jeugdbendes beschikken waarschijnlijk niet over voldoende kapitaal en,

banden met de statelijke instituties om de veiligheidsdiensten naar hun hand te zetten.

Daarenboven lijkt het er op dat het veiligheidsapparaat voornamelijk wordt ingezet in steden,

en zich specifiek tegen de maras wordt gericht. Dit is ook niet onlogisch, gezien de

economische schade en zichtbaar (stedelijk en soms gruwelijk) geweld deze met zich

meebrengen, en de nadruk die wordt op hen wordt gelegd door de overheid (. Het is ook

waarschijnlijk dat omwille van de hoge algemene criminaliteit (dus niet gelinkt aan meer

georganiseerde vormen) er ook veel geweld gebruikt zal worden tegen individuen die niet

direct tot een jeugdbende behoren, terwijl de schuld wordt afgeschoven de maras, hetgeen

verdere interventie legitimeert. Ondertussen blijven bepaalde criminele actoren buiten schot

omwille van hun banden met statelijke instituties. Vele van deze groeperingen gaan terug op

een reeds lang aanwezige smokkeltraditie (bijvoorbeeld wapens).

Guatemala behoort tot het 20e percentiel op het vlak van Rule of Law, en scoort daarmee het

minst van alle Centraal-Amerikaanse landen. Aangaande corruptie is het er de laatste jaren

schijnbaar beter gesteld dan Nicaragua en Honduras. Het gaat hier waarschijnlijk om een

gelijkaardige situatie zoals bij Honduras, wat tegenwoordig gepoogd wordt te veranderen,

met het (advies leverend) VN-orgaan tegen corruptie en straffeloosheid, met name de

International Commission against Impunity in Guatemala (ICIG).

El Salvador volgt een ander patroon, met een eerst stijgende, daarna dalende (vanaf 2005)

en uiteindelijk lage score op Rule of Law (vergelijkbaar met Nicaragua, Honduras en

Guatemala) en een toenemende Control of Corruption over tijd. De initiële daling (van 1995

tot rond 2001) van het homicidecijfer kan worden toegeschreven aan het geweld gerelateerd

aan de naweeën van de Salvadoraanse burgeroorlog (1979-1992), valt terug op een hoog

aantal, dat verder blijft schommelen rond een zeer hoog homicidecijfer van 60 per 100000.

Dit gaat waarschijnlijk gepaard met een staat die nog in volle transitie verkeert wanneer de

maras aankomen en zich beginnen voort te planten, gevolgd door repressief optreden van

de instanties ten aanzien van de maras (Peetz, 2009).

Belize, het vierde land van de Noordelijke Driehoek, vertoont een relatief constant verloop in

haar homicidecijfer, maar vertoont wel schommelingen op het vlak van de indicatoren,hoewel

deze toch als relatief positief kunnen worden omschreven. In het vorige deel van deze

masterproef werd vooropgesteld dat ook in dit land voornamelijk bendes verantwoordelijk

zijn voor het geweld in grootsteden. In elk geval kan het veiligheidsapparaat tot de meer

capabele van de regio gerekend worden. Deze zijn in zekere zin ook moeilijker om te kopen,

waardoor er met geweld gereageerd wordt door de (in dit geval) jeugdbendes.

Mexico vormt ook een interessant geval (fig. 2). Daar gaat het geweld gestaag naar beneden

tot een historisch laag cijfer in 2007, waarna er opnieuw een sterke toename wordt

geobserveerd. De score op het vlak van Rule of Law kent een sterke daling tussen 2006 en

2008, wanneer PAN-president Calderón de strijd tegen de drugkartels intensifieert en daarbij

het leger inzet. Intuïtief zou men verwachten dat er een toename bij deze indicator zou

moeten worden opgetekend. De indicatoren zijn echter gebaseerd op percepties, waardoor

in feite een toename aan geweld gezien kan worden als een meer penibele

veiligheidssituatie, met lagere scores op Rule of Law. Op het vlak van corruptie wordt een

toename opgemeten in 2000, wanneer het machtsmonopolie van de PRI-partij op federaal

Page 57: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

54

niveau wordt gebroken. Over het algemeen bevindt Mexico zich op het vlak van de twee

indicatoren in een gemiddelde situatie. De veiligheidsdiensten worden dan ook actief ingezet

tegen de drugkartels vanaf 2006. Hoewel de strijd tegen corruptie wordt opgevoerd bestaat

nog wel steeds bepaalde niveaus aan corruptie. Toch gaan de drugkartels zowel de overheid

als elkaar bestrijden, en dit resulteerde in een negatieve spiraal van geweld, waarschijnlijk tot

een nieuwe status quo wordt bereikt die op haar beurt wordt gebroken door veranderingen in

de criminele structuren, enz. Dit gaat dan ook gepaard met het uitzaaien van de criminele

groeperingen, enerzijds naar andere plaatsen in Mexico en anderzijds naar naburige landen

waar het slechter gesteld is met de Rule of Law en Control of Corruption. Daarnaast gaan ze

zich meer en meer toeleggen op de diversificatie van criminele activiteiten omwille van de

verhoogde druk op de gewone criminele activiteiten.

Ter illustratie: Nicaragua, de Noordelijke Driehoek en institutionele 5.3.6.hervormingen

Nicaragua vertoont veel gelijkenissen met Guatemala, El Salvador en Honduras. De vier

landen maakten allen een overgang van militair autoritarisme (Nicaragua was wel onder de

dictatuur van de Sandinisten die ingesteld werd na de Nicaraguaanse revolutie in 1979) naar

een liberale democratie in de jaren ’80. Allen behalve Honduras, (dat wel als uitvalsbasis

diende vormde voor de Nicaraguaanse Contra’s en ook militair autoritarisme kende), waren

onderhevig aan gewelddadige conflicten geassocieerd met de Koude Oorlog. Nicaragua is

ook één van de armste en meest ongelijke landen ter wereld. Daarnaast is de populatie van

al deze landen overwegend jong. Toch komt er substantieel minder geweld voor. Cruz

(2011) stelt dat de hervormingen in de statelijke instituten (waaronder justitie en veiligheid)

bij overgang naar democratie anders zijn verlopen in Nicaragua dan in de Noordelijke

Driehoek. Dit is een belangrijke stelling die in lijn loopt met bepaalde argumenten gemaakt in

deze thesis.

Bij een politieke transitie overleven bepaalde gewapende actoren, waarvan een deel

opgenomen wordt in nieuwe of hervormde instituties. Sommige van deze actoren zullen

echter gebruik maken van hun connecties met bepaalde oude instituten om deze te gaan

bezetten en hun operaties in stand te houden. Het overleven van gewelddadige

groeperingen met connecties met een nieuw regime betekent dat de staat niet enkel gebruik

kan maken van formele instituties voor veiligheid, maar ook van deze informele structuren in

het opleggen van haar controle over het territorium en bepaalde politieke doeleinden (Davis,

2009). Deze informele structuren kunnen bijvoorbeeld doodseskaders, paramilitaire groepen

en/of illegale milities omvatten, opereren relatief autonoom en zijn niet onderworpen aan een

specifieke wetgeving. Sommige van deze groeperingen hebben de democratische transitie

overleefd en zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor het post-transitioneel geweld.

Cruz (p. 9) beschouwt een transitie van autoritarisme naar democratie als gebeurend in 3

grote fasen, beginnende met het afbrokkelen van de autoritaire macht door militaire coups en

volksopstanden. Daarna komen de verdere twee fases, het electorale proces dat volgt na

deze afbrokkeling en het hervormen van het veiligheidsapparaat via institutionele

hervormingen. Dit toont het belang aan van het instellen van de rechtstaat bij democratische

transities. Vele van de Centraal-Amerikaanse landen in kwestie ondergingen deze laatste

twee fases niet tegelijkertijd. Zo werden vaak eerst verkiezingen uitgeschreven en werden

pas later hervormingen geïntroduceerd.

Page 58: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

55

In de Noordelijke Driehoek en Nicaragua waren de democratiseringsprocessen voornamelijk

gekenmerkt door een overgang van een situatie van intern geweld naar politieke vrede.

Omwille van hun beschermende rol voor het regime verkregen repressieve instituties, die

tijdens de conflicten werden versterkt, substantieel politiek gewicht. Het leger speelde dan

ook een centrale rol in deze landen. Vaak opereerde het militaire apparaat autonoom en

relatief onafhankelijk van de politieke macht, en had het de macht over het volledige

veiligheidsapparaat. Deze bleven ook na overdracht aan civiele heerschappij een grote

invloed uitoefenen in het land.

In Honduras, Guatemala en El Salvador zijn de hervormingen van het veiligheidsapparaat

niet succesvol gebleken omwille van verschillende factoren. De politieke elites in het land die

de vredesverdragen en hervormingen onderhandelden hebben toegelaten dat bepaalde

personen uit het leger in de politie werden geïntegreerd, met verderzetting van autoritaire

praktijken. Verder werden bepaalde paramilitaire en andere gewapende groepen niet

ontmanteld en gingen sommige hiervan zich toeleggen op illegale activiteiten als middel om

zich te onderhouden. Velen onder hen konden ook de eerdere connecties met de

staatsinstituties blijven behouden (Beltrán, 2007, p.2). Daarnaast verhinderden

amnestiewetten dat plegers van mensenrechtenschendingen, waaronder militaire leiders en

veiligheidspersoneel niet berecht konden worden. Sommigen onder hen transformeerden

zich tot criminele actoren die gebruik maakten van de straffeloosheid die ze hiermee

verkregen. Dit kan voorgaande slechte scores op het vlak van Rule of Law en Control of

Corruption verklaren.

In tegenstelling tot de landen van de Noordelijke Driehoek onderging Nicaragua een ander

proces van hervormingen in haar veiligheidsapparaat. Na de overwinning van de Sandinisten

in 1979 werd het voormalige veiligheidsapparaat ontbonden, waardoor de gewelddadige

actoren van het Samoza-regime werden verwijderd. Dit ging gepaard met het oprichten van

een nieuw leger (EPS), politiemacht en inlichtingendienst. Daarnaast werden organisaties

binnen de civiele maatschappij gemobiliseerd om deel te nemen aan het politieke proces.

Dit veiligheidsapparaat stond gekend als minder repressief in vergelijking met de Noordelijke

Driehoek omwille van de sterke banden met de samenleving (Booth et al, 2010). Het stond

echter wel onder de controle van de revolutionaire partij (FSLN) tot de verkiezingen in 1990,

die de partij van de verenigde oppositie (UNO) aan de macht bracht. Deze hadden de

intentie om de Sandinisten te verwijderen van machtsposities in het veiligheidsapparaat en

dit te onderwerpen aan civiele administratie. Om de revolutie te bewaren na dit verlies

zouden de Sandinisten zich dan hebben toegelegd op de institutionalisering van het

apparaat. Dit apparaat is echter ook nog steeds onderhevig aan infiltratie door criminele

actoren.

Page 59: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

56

6. CONCLUSIE

Wanneer we terug aankomen bij de oorspronkelijke vraag over wat de oorzaken van het

toenemend vuurwapengeld in Centraal-Amerika zijn, kan gesteld worden dat het geweld

moet gezien worden in relatie tot de manier waarop een gegeven staat of groep van staten

met bepaalde illegale activiteiten en criminele actoren omgaan. De staten van Centraal-

Amerika beschikken over instituten die onderling verschillen in termen van sterkte en

vatbaarheid voor private belangen (zoals deels wordt weergegeven in de governance

indicatoren voor Rule of Law en Control of Corruption), en zullen op andere manieren

kunnen (of willen) reageren ten aanzien van criminaliteit en daarmee gepaard gaand geweld.

Het lijkt er sterk op dat een groot deel van het Centraal-Amerikaanse geweld gelinkt wordt

aan criminele activiteiten. Vaak is dit geweld geconcentreerd in bepaalde grootsteden waar

bepaalde territoria zijn waar de staat haar wetgeving niet kan laten gelden.

Honduras, Guatemala en El Salvador herbergen enkele van de meest dodelijke steden ter

wereld, wat samenvalt met de aanwezigheid van de jeugdbendes of maras, hoewel

waarschijnlijk niet alle geweld aan hen kan worden toegeschreven (UNODC, 2011).

Daarnaast bestaat in deze landen eveneens een erfenis van smokkelen die ver teruggaat.

Omwille van de beperkte mogelijkheden van het veiligheids- en justitieapparaat, gepaard

gaande met een democratiseringsproces in vele van deze landen (met grote tekortkomingen

in de hervormde structuren), waren deze landen niet in staat (of zich niet bewust van het

probleem) om de proliferatie van jeugdbendes gevoed door de immigratie van bendeleden

vanuit de Verenigde Staten te remmen of te voorkomen. Er is een sterke neiging van de

regeringen in deze regio om de jeugdbendes verantwoordelijk te stellen voor alles wat mis

loopt in het land, en repressief op te treden met goedkeuring van een deel van de bevolking.

Ondertussen zijn er tussen bepaalde criminele groepen en de staatsinstituties banden

waardoor ze ongestraft hun operaties kunnen uitvoeren. Dergelijke criminele groepen zijn

dan ook in mindere mate verantwoordelijk voor het geweld, daar het gebruik hiervan onnodig

is.

Nicaragua is dan eerder een uniek geval. Ondanks het verleden van burgeroorlog zijn de

hervormingen in het veiligheidsapparaat in het kader van democratisering daar anders

verlopen dan in de drie landen die tot de Noordelijke Driehoek behoren. Toch is ook hier

sprake van een grote zwakte van de instituties en infiltratie door criminele groeperingen. Er

wordt echter veel minder repressief omgegaan met de bestreden groepen, en er wordt ook

geen aanwezigheid van de maras opgetekend.

De rol van de staat wordt verder onderstreept in Mexico, waar de laatste jaren een duidelijke

opwelling van het geweld werd opgetekend nadat de drugkartels een specifiek doelwit

werden, met zo’n 50000 doden en een sterk toenemend homicidecijfer in 2010 tot gevolg.

Ook in Panama en Costa Rica, waar stijgend geweld correleert met een verhoogde strijd

tegen de cocaïnetrafiek (gereflecteerd in het aantal in beslagnames). Vooral Costa Rica

engageert zich sterk in de bestrijding van misdaad, hetgeen ook wordt weergegeven in de

governance factoren. Volgens de eerder gemaakte veronderstelling, genereert dit geweld.

Het is dus voordelig voor criminele groepen dat er überhaupt zoiets is als een staat. Hierdoor

wordt een buitenlandse interventie minder waarschijnlijk, en kunnen ze delen van de

instituties naar zich toe-eigenen, waardoor ze met een zekere mate van straffeloosheid

kunnen opereren. De perceptie van deze straffeloosheid en mate van infiltratie door deze

actoren worden weergegeven in de Control of Corruption-indicator.

Page 60: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

57

Daar waar de staat actief bepaalde criminele groepen bestrijdt, wordt geweld gegenereerd.

Statelijk ingrijpen op deze actoren heeft als gevolg dat deze geweld gaan gebruiken om zich

te handhaven. Op plaatsen waar vroeger dus een bepaalde status quo kon bestaan, zal het

veiligheidsapparaat dat wordt ingezet tegen criminele actoren en hun illegale activiteiten

deze gaan verstoren, waardoor enerzijds interne machtsstrijd en versplintering van de

organisaties geweld genereert en anderzijds de strijd voor vrijgekomen territorium het geweld

ziet opflakkeren, tot een nieuwe status quo wordt verkregen. Dit wordt dan op zijn beurt

wordt opnieuw verbroken, met een negatieve spiraal van geweld tot gevolg.

Het Centraal-Amerikaanse geweld, en het schijnbaar selectief voorkomen ervan kan dus in

essentie worden samengevat als volgt: omwille van bepaalde historische gebeurtenissen en

processen zijn criminele actoren en/of groeperingen gegroeid in bepaalde landen die

activiteiten uitoefenen die niet worden toegestaan onder de wetten van de staten en/of

internationale wetgeving. Daar waar in de logica van de Koude Oorlog een ideologische strijd

werd gevoerd, gesteund door een supermacht, is de financiering tegenwoordig een doel op

zich geworden. Criminele organisaties zijn bedrijven geworden die inkomsten genereren voor

private doeleinden, zij het voor persoonlijke rijkom of voor het welzijn van een bepaalde

gemeenschap of gemeenschappelijke structuur (zoals bijvoorbeeld bendeleden en hun

familie). Dat de staat niet bij machte is om welzijn en formele tewerkstelling te voorzien voor

haar bevolking speelt hierbij ook een belangrijke rol. Criminele netwerken maken gebruik van

de onmacht van de staat om haar volledige territorium te controleren om deze illegale

activiteiten te gaan uitvoeren. Daarnaast kunnen banden bestaan met bepaalde delen van

de statelijke instituties, waardoor deze activiteiten getolereerd worden. Dit kan al dan niet

afgedwongen tot stand komen (volgens ‘plata o plomo’), en kan ervoor zorgen dat er weinig

of geen geweld dient gebruikt te worden om de operatie te kunnen uitvoeren. Deze

groeperingen gebruiken geweld indien er nood aan is, bijvoorbeeld bij een concurrentiestrijd

voor territorium of een intern vacuüm dat moet worden opgevuld (al dan niet met

versplintering tot gevolg). Dit is vaak een rechtstreeks gevolg van een bepaald beleid dat

wordt gevoerd door een staat. Wanneer een overheid zich engageert om bepaalde

groeperingen en/of criminele activiteiten te gaan bestrijden, wordt geweld gebruikt om het

voortzetten van deze activiteiten in stand te kunnen houden. Toenemend geweld in Centraal-

Amerika is dus niet enkel toe te schrijven aan de aanwezigheid van criminele organisaties

die een bepaalde winstgevende activiteit beoefenen, maar ook van de reactie en

mogelijkheden van de staat ten aanzien van (bepaalde van) deze groeperingen. Dit kan

uitdraaien op een negatieve spiraal van geweld, waar telkens vacuüms worden gecreërd

door statelijk ingrijpen, wat geweld genereert omwille van vernieuwde competitie binnen en

tussen criminele groepen naast de bestrijding door de veiligheidsdiensten.Tevens is het

voorkomen van deze criminele actoren ten dele een gevolg van historische processen die

vorm gaven aan de politieke structuren binnen deze landen en op internationaal vlak en

hiermee dient rekening gehouden te worden wanneer men het geweld in de regio wil

beschouwen.

Oplossingen voor dit geweld zijn niet evident. Zo lang een bepaalde activiteit, zoals

drugtrafiek, winstgevend en tegelijk illegaal blijft, zullen criminele actoren een blijvend

incentief hebben om deze activiteiten uit te voeren. Legalisatie van de activiteit kan

potentieel een verminderde financiering van deze netwerken teweeg brengen, maar is

waarschijnlijk geen factor die het einde ervan zal teweeg brengen. Dit wordt geïllustreerd

door de uitbreiding van de activiteiten van de criminele netwerken wanneer de cocaïnetrafiek

onder vuur komt te liggen. Hetgeen echter wel duidelijk wordt vanuit het statelijk perspectief,

is dat een verbetering in het functioneren van de veiligheids- en justitie- instituties

Page 61: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

58

noodzakelijk is om de controle over het territorium te verkrijgen en veiligheid te garanderen

aan haar bevolking. Zolang de staat ook niet kan instaan voor formele tewerkstelling en

andere levensnoodzakelijke factoren, zullen criminele organisaties kunnen blijven verder

bestaan, mede omwille van de beschikbaarheid van een grote hoeveelheid goedkope

werkkrachten (nini’s of ni estudian ni trabajan, jeugd die noch studeert noch beschikt over

werk). Daarenboven kan het verbreken van bepaalde banden met criminele actoren binnen

het staatsapparaat kan op zijn beurt een opflakkering van het dodelijk geweld teweeg

brengen, zoals bijvoorbeeld is gebeurd in het geval van Mexico. Het lijkt er dus ook op dat

naast het hervormen van de instituten voor veiligheid en justitie ook andere hervormingen

nodig zijn die een duurzame toekomst garanderen voor de overwegend jonge bevolkingen

van de landen in Centraal-Amerika. Dit is echter ook afhankelijk van een zekere mate aan

politieke wil, maar ook van internationale druk en eventuele financiële en andere

hulpmiddelen.

Page 62: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

59

7. REFERENTIELIJST

Agere, Sam. 2000. Promoting Good Governance: Principles, Practices and Perspectives.

Commonwealth Secretariat.

Arana, Ana. 2005. How The Street Gangs Took Central America. Foreign Affairs. Vol.84(3).

98-110

Belize Times. 7 april 2011. Time Bomb. Belize Times. Laatst geraadpleegd op 20 juli 2012.

http://www.belizetimes.bz/2011/04/07/time-bomb/

Beltrán, Adriana. 2007. The Captive State, Organized Crime, and Human Rights in Latin

America. In WOLA Special Report. Washington, DC: Washington Organization on

Latin America, October. 1–27.

Booth, John A; Wade, Christine J; Walker, Thomas W. 2010. Understanding Central

America: Global Forces, Rebellion and Change. Boulder Westview Presss.

Buvinic, Mayra, and Andrew Morrison. 1999. 1-8 Technical Note 2: How is Violence

Measured?

Cave, Damien. 23 mei 2012. Honduran Villages Caught in Drug War’s Cross-fire. New York

Times. Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.nytimes.com/2012/05/24/world/americas/in-remote-honduras-area-drug-raid-stirs-

anger.html?pagewanted=1&src=recg

Costa G. 2012. Citizen Security in Latin America. Working Paper. Inter-American Dialogue.

Corcoran, Patrick. 18 mei 2011. Texis Cartel Controls El Salvador Drug Routes.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/939-texis-cartel-controls-el-salvador-

cocaine-route

Cruz, José Miguel. 2011. Criminal Violence and Democratization in Central America: The

Survival of the Violent State. Latin American Politics and Society 53(4): 1-33.

Davis, Diane E. 2009. Non-State Armed Actors, New Imagined Communities, and the

Shifting Patterns of Sovereignty and Insecurity in the Modern World. Contemporary

Security Policy 30(2) : 221–45.

Dudley, Steven. 21 november 2010. InSide: How Mano Dura is Strenghtening the Gangs.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 19 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/investigations/insight-exclusives/item/257-insight-inside-is-mano-

dura-strengthening-gangs?

El Heraldo. 9 juni 2012. El 89 por ciento de las narcoavionetas de Sudamérica pasan por

Honduras. El Heraldo. Laatst geraadpleegd op 19 juli 2012.

http://elheraldo.hn/Secciones-Principales/Sucesos/El-89-por-ciento-de-las-narcoavionetas-de-

Sudamerica-pasan-por-Honduras

Page 63: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

60

El Heraldo. 15 juli 2012. Extorsiones lapidan 10800 Mipymes en la capital Hondurena. El Heraldo.

Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.elheraldo.hn/content/view/full/65357?utm_source=feedburner&utm_medium=feed&

utm_campaign=Feed:+elheraldo_titulares+%28El+Heraldo+-

+Titulares%29&utm_content=Google+Reader#panel1-2

Faux, Frédéric. 2006. Les Maras, Gangs d’enfants: Violences Urbaines en Amérique

Centrale. Paris: Autrement.

Fox, Edward 2 maart 2012. Honduras Doubles Prison Terms for Extortion. InsightCrime.

Laatst geraadpleeg op 20 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2297-honduras-doubles-prison-terms-for-

extortion

Fox, Edward. 4 mei 2012. Is Belize’s Gang Truce Breaking Down? InsightCrime. Laatst

geraadpleegd op 18 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2585-is-belizes-gang-truce-breaking-down

Geneva Declaration Secretariat. 2008. Global Burden of Armed Violence. Cambridge

Universty Press.

Geneva Declaration Secretariat. 2011. Global Burden of Armed Violence: Lethal encounters.

Cambridge University Press.

Grandmaison, Romain Le Court. 19 juli 2011. Sonsonate: El Salvador’s Most Violent Region.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 19 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/1259-sonsonate-el-salvadors-most-

violent-region

InsightCrime. 29 november 2010. Number of Street Gangs in Panama Nearly Triples since 2005.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 22 juli 2012. http://www.insightcrime.org/insight-latest-

news/item/281-number-of-street-gangs-in-panama-nearly-triples-since-2005

InsightCrime. 19 januari 2012. Guatemala. Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/country-profiles/guatemala/item/613-guatemala-country-

profile

Johnson, Tim. 21 april 2011. Drug Gangs Muscle Into New Territory. McLathy Newspapers,

laatste update op 23 april 2011.

http://www.mcclatchydc.com/2011/04/21/v-print/112617/drug-gangs-muscle-into-new-

territory.html

Khan, Mushtaq H. 2009. Governance , Growth and Poverty Reduction.DESA

Knott Tracy. 17 juli 2012. Mexican Gangs Set Their Sights on Illegal Mining. InsightCrime.

Laatst geraadpleegd op 18 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2906-mexican-gangs-set-their-sights-on-

illegal-mining

Koonings, Kees. 2001. Armed Actors, Violence and Democracy in Latin America in 1990s:

Introductory Notes. Bulletin of Latin American Research, 20(4): 401-8.

Koonings, Kees & Kruijt, Dirk. 2005. Armed Actors: Organised Violence and State Failure in Latin

America. Zed Books.

Page 64: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

61

Kushner, David.23 april 2009. Drug Sub-Culture. New York Times. Laatst geraadpleegd op 17 juli

2012.

http://www.nytimes.com/2009/04/26/magazine/26drugs-t.html?pagewanted=1&_r=2

LaPrensa, 20 september 2011 Pascua: Honduras es Narcobodega de Carteles Mexicanos,

laatst geraadpleegd op 20 juli 2012,

http://www.laprensa.hn/Secciones-Principales/Sucesos/Pascua-Honduras-es-narcobodega-

de-carteles-mexicanos

Looft, Christopher. 22 juni 2012. El Salvador Takes Advantage of Truce To Pursue Gangs.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 23 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2807-el-salvador-takes-advantage-of-

truce-to-pursue-street-gangs

Mora, F.O. 1996. Victims of the Balloon Effect: Drug Trafficking and U.S. Policy in Brazil and

the Southern Cone of Latin America. Journal of Social, Political and Economic

Studies. Vol. 21(2); 115-140.

New York Times. 7 januari 2007. Mexico’s New President Sends Thousands of Federal

Officers to Fight Drug Cartels. New York Times. Laatst geraadpleegd op 15 juli 2012.

http://www.nytimes.com/2007/01/07/world/americas/07mexico.html?_r=1

O’ Donnel, Guillermo. 2004. Why The Rule of Law Matters. Journal of Democracy,15(4); 32-46

Office of National Drug Control Policy. 2012. Cocaine Smuggling in 2010. ONDCP.

Ortega, José. 2012. San Pedro Sula ( Honduras ) la ciudad más violenta del mundo ; Juárez,

la segunda. Seguridad, Justicia y Paz.

Pachico Elyssa. 11 juni 2012. After Govt Crackdown, Honduras Gangs Rethink Tactics.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 13 juli 2012.

Pachico Elyssa. 18 juni 2012. 100 Days Into Gang Truce, El Salvador Sizes Up Security

Gains. InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2786-100-days-into-gang-truce-el-

salvador-sizes-up-security-gains

Pachico Elyssa, 17 mei 2011. Guatemala Massacre Points to Zetas’ Influence in Central

America. InsightCrime Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/936-guatemala-massacre-points-to-zetas-

influence-in-ca

Peetz, Peter. 2009. Discourses on Youth Violence and the Demonization of Youth Gang Members in

El Salvador. ISA National Convention 2009. New York.

Programa Nacional de Prevencion, Rehabilitacion y Reinsercion Social (PNPRRS). 2012. Situacion

de Maras Y Pandillas en Honduras 2010. PNPRRS.

Ramsay, Geoffrey.30 maart 2012. At Least 13 Killed in Prison Riot, Fire. InsightCrime. Laatst

geraadpleegd op 19 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2423-at-least-13-killed-in-honduran-

prison-riot-fire

Page 65: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

62

Ramsay, Geoffrey. 24 mei 2012. Guatemala, Honduras May Replicate El Salvador truce.

InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 12 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2674-guatemala-honduras-may-replicate-

el-salvador-gang-truce

Ríos, Viridiana & Shirk, David A. 2011. Drug Violence in Mexico: Data and Analysis trough

2010. Special Report. Trans Border Institute. University of San Diego.

Rodgers, Dennis, Muggah, Robert & Robinson, Steven. 2009. Gangs of Central America: Causes,

Costs and Interventions. Small Arms Survey Occasional Paper.

Rodgers, Dennis. 2006; Living in the Shadow of Death: Gangs, Violence and Social Order in Urban Nicaragua. Journal of Latin American Studies, Vol.38(2), p. 267-92

Rocha, José Luis. 2007. A Region Torn Apart: The Dynamics of Migration in Central America. San José: Lara Segura Editores.

Seelke, Ribando Clare. 2011. Gangs in Central America. CRS Report for Congress. Congressional

Research Service.

Shanker, Thom. 5 mei 2012. Lessons of Iraq Help U.S. to Fight Drug War in Honduras. New

York Times. Laatst geraadpleegd op 17 juli 2012.

http://www.nytimes.com/2012/05/06/world/americas/us-turns-its-focus-on-drug-smuggling-in-

honduras.html?_r=1&ref=americas

Stone, Hannah. 3 november 2011. Honduras Deploys Army in Cities, While Traffickers Take the

Coasts. InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 14 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/1797-honduras-deploys-army-in-cities-

while-traffickers-take-the-coasts

Stone, Hannah. 1 mei 2012. El Salvador Sees Almost 60% Drop in Murders in April, As Gang Truce

Holds. InsightCrime. Laatst geraadpleegd op 20 juli 2012.

http://www.insightcrime.org/insight-latest-news/item/2565-el-salvador-sees-almost-60-drop-in-

murders-in-april-as-gang-truce-holds

The Atlantic. 17 mei 2012. Mexico’s Drug War: 50.000 Dead in 6 Years. The Atlantic. Laatst

geraadpleegd op 15 juli 2012.

http://www.theatlantic.com/infocus/2012/05/mexicos-drug-war-50-000-dead-in-6-

years/100299/

United States Department of Justice. 1998. Youth Gangs: An Overview. Juvenile Justice Bulletin.

Office of Justice Programs.

United Nations Office on Drugs and Crime. 2005. World Drug Report 2005. United Nations

Publication.

United Nations Office on Drugs and Crime. 2007. Crime and Development in Central America:

Caught in the Crossfire.(May). United Nations Publication.

United Nations Office on Drugs and Crime. 2011. Global Study on Homicide. United Nations

Publication

United Nations Office on Drugs and Crime. 2012. World Drug Report 2012. United Nations Publication

UNRISD. 2010. Combating Poverty and Inequality: Structural Change, Social Policy and

Politics.

Page 66: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

63

Vranckx Ann. 2006. Kleine Wapens, Groot Geweld in Latijns-Amerika. Nieuwsbrief

NVMP/AVV. Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie.

Washington Office for Latin American Affairs. 2006. Youth Gangs in Central America: Issues

in Human Rights, Effective Policing, and Prevention. WOLA Special Report.

Weber, Max. 1919. Politics as a Vocation. 1-27.

World Bank. 2011. Crime and Violence in Central America : A Development Challenge.

Page 67: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

64

8. BIJLAGEN

Bijlage 1: Gebruikte data voor in beslagnames van cocaïne (UNODC, 2011)

Evolutie cocaïne vangsten Centraal-Amerika (kg)

coca-pasta en zout 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Mexico 26843602 30226905 21336646 48168031 19333043 21631870

Belize 733723 238587 82785 32699 16200 N/A

Guatemala 4481010 5073690 280400 771070 2214031 6936090

El Salvador 2704306 32727 101706 4075300 1347900 442388

Honduras 3934750 472709 2714176 N/A 6468000 N/A

Nicaragua 3703000 6947000 9720000 13490 19500000 9800000

Costa Rica 4544840 7029069 23330700 32435100 16167600 20875400

Panama 7068000 15604100 36000000 60000000 51000000 52443290

Bolivia 8720000 11460000 14090000 17830000 28890000 26892000

Colombia 187808370 214521090 181310215 195435188 255647570 253447100

Venezuela 31222100 58435835 38938540 31790262 33654239 27742003

Peru 13650083 22397900 19452717 14379000 28211173 20657975

Page 68: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

65

Bijlage 2: Data gebruikt voor de proportie gedeporteerden per hoofd in ontvangend land

(UNODC, 2007):

Gedeporteerden (per 100000 inwoners in ontvangend land) in 2005

Belize 45

Guatemala 15

El Salvador 39

Honduras 34

Nicaragua 6

Panama 4

Costa Rica 2

Page 69: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

66

Bijlage 3: Dataset gebruikt voor Control of Corruption (uitgedrukt in rangschikking per percentiel):

Centraal-Amerika:

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Guatemala 22,927 23,902 28,293 36,585 31,220 37,073 32,683 24,390 29,126 32,039 33,971 35,407

Belize 60,000 55,610 52,683 48,293 53,659 43,902 49,268 41,463 42,718 46,602 57,895 55,981

El Salvador 21,463 24,390 36,585 29,756 43,902 41,951 41,463 50,732 48,544 44,175 53,589 51,196

Honduras 12,683 21,951 19,024 16,585 20,000 22,439 26,829 23,415 26,699 20,388 20,574 21,053

Costa Rica 73,659 80,000 77,561 73,659 75,610 63,415 67,317 67,805 69,903 69,903 73,206 72,727

Mexico 37,073 40,488 50,732 50,732 53,171 47,805 48,293 50,244 50,485 50,485 48,804 44,498

Panama 41,951 54,146 43,902 43,902 44,878 49,756 45,366 42,927 44,660 55,340 48,325 45,455

Nicaragua 31,707 22,439 10,732 40,000 41,951 44,878 34,634 26,829 23,301 24,757 25,359 23,445

Zuid-Amerika:

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Brazil 55,610 60,488 61,463 58,049 59,024 57,073 51,220 53,659 56,311 58,252 56,459 59,809

Bolivia 21,951 50,732 46,341 17,561 24,390 25,854 25,854 40,488 45,631 37,864 30,144 38,278

Colombia 32,195 39,024 42,439 49,268 51,707 53,659 51,707 55,610 53,883 50,971 49,282 43,062

Venezuela, RB 20,488 16,098 33,659 11,707 12,683 18,049 18,049 16,585 12,136 10,680 8,134 7,177

Page 70: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

67

Bijlage 4: Dataset gebruikt voor Rule of Law (uitgedrukt in rangschikking per percentiel):

Centraal-Amerika:

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Guatemala 0,207 0,207 0,159 0,176 0,176 0,166 0,159 0,148 0,151 0,145 0,141 0,138

Belize 58,373 51,675 54,067 48,804 52,632 50,239 48,325 51,675 51,196 49,519 44,076 43,602

El Salvador 20,574 32,057 28,708 34,450 37,321 41,148 39,234 33,014 30,144 26,442 22,275 22,749

Honduras 21,053 19,139 18,660 21,053 21,531 24,402 27,751 15,789 18,182 18,269 18,483 23,223

Costa Rica 66,986 70,335 68,421 69,378 66,986 68,421 64,115 62,201 59,809 62,500 65,403 64,929

Mexico 29,187 33,493 39,234 43,062 41,148 39,713 39,713 42,105 36,364 27,885 34,597 33,649

Panama 47,847 49,761 45,933 49,761 46,890 49,282 49,282 50,718 49,282 50,481 51,659 51,185

Nicaragua 34,928 24,402 20,096 27,751 30,622 21,053 33,014 25,359 23,923 22,115 23,697 24,171

Zuid-Amerika:

1996 1998 2000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Brazil 41,148 43,541 43,541 44,498 39,234 39,234 37,799 42,584 43,062 43,269 50,237 55,450

Bolivia 46,411 46,890 39,713 38,278 34,928 33,014 26,794 22,488 21,531 16,827 13,270 13,270

Colombia 19,139 22,488 19,617 24,880 23,445 23,445 32,057 38,278 39,713 39,904 42,654 45,024

Venezuela, RB 20,096 21,531 21,053 13,397 9,091 9,569 10,048 6,220 2,871 2,404 2,370 1,422

Page 71: Geweld, Criminaliteit en Governance in Centraal-Amerika · Centraal-Amerika 292. ABSTRACT Centraal-Amerika blijft, ondanks het einde van de talloze conflicten die vroeger in de regio

68

Bijlage 5: gebruikte dataset voor het homicidecijfer per 100000 inwoners (UNODC, 2011):

Centraal-Amerika:

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Belize 18,8 24,9 33,1 24,9 28,7 28,8 32,1 33,1 34,4 31,8 41,7

Costa Rica 5,3 5,3 5,8 6,0 6,4 6,4 6,4 6,3 7,2 6,6 7,8 8,0 8,3 11,3 11,4 11,3

Guatemala 32,5 35,3 38,1 30,9 24,2 25,8 28,1 30,8 35,0 36,3 42,0 45,1 43,3 46,0 46,3 41,4

Mexico 18,4 17,0 15,8 15,9 14,4 12,3 11,7 11,3 11,3 10,6 10,5 11,2 8,1 12,7 17,7 21,5

Honduras 42,1 51,1 55,0 56,0 33,6 32,0 35,1 43,0 50,1 61,3 70,7 82,1

Mexico 18,4 17,0 15,8 15,9 14,4 12,3 11,7 11,3 11,3 10,6 10,5 11,2 8,1 12,7 17,7 21,5

Nicaragua 15,2 14,0 14,1 13,0 11,2 9,4 10,4 10,6 12,0 12,1 13,4 13,1 12,8 13,1 14,0 13,2

Panama 14,1 9,1 11,3 9,9 9,8 10,1 10,2 12,4 10,8 9,7 11,2 11,3 13,3 19,2 23,6 21,6

Zuid-Amerika:

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Bolivia 6,5 5,7 7,6 7,5 6,9 8,9

Brazil 25,7 27,0 28,7 29,5 30,4 29,7 31,4 32,3 33,1 31,1 29,2 31,2 29,3 29,9

Colombia 69,7 71,8 67,2 60,1 62,3 66,7 68,9 70,2 56,4 47,7 42,1 40,0 38,8 35,9 34,6 33,4

Peru 5,5 4,4 4,2 5,4 2,6 3,2 3,0 2,7 2,9 3,0 2,9 2,7 3,0

Venezuela 20,3 22,0 18,4 19,4 25,0 32,9 32,1 38,1 44,1 37,1 37,4 45,2 47,7 52,0 49,0