GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a....

624

Transcript of GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a....

Page 1: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 2: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 3: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

GESCHIEDENIS VAN ONZEN TIJD

Page 4: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 5: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

GESCHIEDENIS

VAN ONZEN TIJDSEDERT 1848

DOOR

DR, P. L. MULLERIn leven Hoogleeraar aan de Rijksuniveraiteit te Leiden

TWEEDE DEEL

VOORTGEZET DOOR M. W. H. DE BEAUFORT

HAARLEM

H. D. TJEENK WILLINK & ZOON1913

Page 6: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 7: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

I) H OU D.

VIERDE BOEK.

Zegepraal der moderne denkbeelden.(1859-1879)

Bladz.HOOFDSTUK I. DE STICHTING DEE, ITA.LIAINSCHE EEN-

REID 1859-1861 1

HOOFDSTUK II. DE STRIJD OM DUITSCHLAND 1860-1866 . 95

HOOFDSTUK III. DE AMERIKAANSCHE BURGEROORLOG. 234

HOOFDSTIIK IV. HET 1,1EXICA ANSCHE AVONTUUR 281

HOOFDSTUK V. VERDERE OPENING VAN OOST-AZIE 324

HOOFDSTUK VI. VIER VREDESJAREN 378

HOOFDSTUK VII. DE DUITSCH-FRANSCHE OORLOG 455

HOOFDSTUK VIII. VESTIGING PER FRANSCHE REPUBLIEK. . . 543

HOOFDSTUK IX. DUITSCHL AND NA DEN VREDE VAN FRANK-

FORT. DE RUSSISCH-TURKSCHE OORLOG. . 583

Page 8: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 9: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

VIERDE BOEK.ZEGEPRA AL DER MODERNE DENKBEELDEN.

1859-1879.

Page 10: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 11: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

EERSTE HOOFDSTUK.

DE STICHTING DER ITALIAANSCHE EENHEID.

1859-1861.

De Krimoorlog had voor good een einde gemaakt aan het verbond Politieke

van Rusland, Oostenrijk en Pruisen, waarop sedert 1814 het politieke t Be antra nnpan ivna n

stelsel van Europa berust had. Oostenrijk stolid daardoor geisoleerd 1858.

in een tijd , toen het meer dan ooit behoefte aan een vast bondgenoot-schap had. Want terwijl de Italiaansche beweging het met nieuwegevaren bedreigde , was de inwendige toestand der monarchie uiterstonbevredigend , de stemming der bevolking in Hongarije onrustbarend,en in de andere gewesten weinig bemoedigend; op de offervaardigheidder onderdanen , welke in vroegere moeielijke tijden de dynastie zoodikwijls had gesteund , viel allerminst te rekenen.

Maar in de Weener regeeringskringen dacht niemand aan de nood-zakelijkheid om ook de binnenlandsche staatkunde te wijzigen, als menin de buitenlandsche geheel nieuwe banen wilde opgaan. Integ,endeel,in het vast vertrouwen op de onoverwinnelijkheid van het keizerlijkeleger en de solidariteit der conservatieve belangen, bleven graaf Buolen zijn ambtgenooten niet alleen , maar ook het hof en de militaireen andere conservatieve kringen een houding bewaren, als ware Oosten-rijk de sterkste Imola van het vasteland. Van concessies aan deItalianen wilde men er te minder weten , naarmate onder dezen de be-weging in kracht won.

Sedert den aanslag van Orsini op keizer Napoleon scheen trouwensalle kans dat deze voort zou gaan de revolutionnaire politiek vanSardinie te steunen , verdwenen , te meer daar de keizer zelf bijna deeenige man in Frankrijk was, die daartoe geneigd scheen. Zoover

II 1

Page 12: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2

Desamenkomst

tePlombibres.

men in Frankrijk van een publieke opinie kon sprek en, was deze vanelke verbinding met Italie en met de revolutie afkeerig. Evenmiuwas van Engeland jets te vreezen , te minder, sedert de onberekenbarePalmerston was afgetreden en de tories weder aan het bewind w aren.Maar zelfs de Engelsche liberalen , al mochten zij den Italiaanschenaspiratien gunstig gezind zijn , waren v6Or alles vredelievend en af-keerig van omwenteling. Datzelfde gold ook van Pruisen , waar zelfsde prins-regent en ziju ministers den maul haddeu van nog afkeerigerte wezen van veranderingen in Italie dan hun voorgangers. In Zuid-Duitschland beschouwde men Oostenrijk algemeen als het bolwerk derDuitsche onafhankelijkheid ; zelfs de liberalen waren er algemee n Groot-Duitsch geziud, terwijl de onmiskenbare anti-Oostenrijk sche sympathieenhunner Noord-Duitsche partijgenooten een bij uitstek platonischkarakter droegen.

Beslist vijandig tegen Oostenrijk was in 1858 alleen Rusland ; maarhoewel velen sedert 1856 aan een samenspanning tusschen Ruslanden het Napoleontische Frankrijk geloofden , van een rechtstreekschhulp bieden van Italie kon voor het eerste nimmer spra ke zijn , envan een zijdelingsch alleen als Frankrijk er openlijk voor optrad.

Daar van een oorlog tegen Oostenrijk dus in het geheel geen sprakewas, stond de kans voor de zaak van Italie schijnbaar slechter danooit , toen in den zomer van 1858 Napoleon in diep geh eim Cavouruitnoodigde, hem in de kleiue badplaats Plonabieres in de Vogezen tekomen bezoeken.

De aanslag van Orsini had bij Napoleon het besluit doen rijpenom handelend voor Italie op te treden. Volgens velen die hem goedbeweerden te kennen , was het in de eerste plaats de overtuiging, dathij anders voortdurend aan de aanslagen der Italiaansche revolution-nairen zou bloot staan , die daartoe medewerkte. Er wordt zelfs ge-zegd, dat Cavour zooveel mogelijk zijn best deed die overtuiging bijhem levendig te houden. Of echter die overtuiging , of beter gezegddie vrees zijn voornaamste beweegreden is geweest , valt natuurlijkniet te zeggen. Dat hij ook buitendien tal van andere beweeg-redenen had, is duidelijk.

Door Oostenrijk uit Italie te verdrijven sou hij daar aan Frankrijkmisschien voor goed het overwicht verschaffen , waar het eeuwen langnaar had gestreefd , en dat overwicht kon groote positieve voordeelenten opzichte der beheersching van de Middellandsche zee en van de

Page 13: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

3

Levant, aan Frankrijk verzekeren. Voor de positie van zijn geslachtin Frankrijk kon daarom een oorlog met dat doel tegen Oostenrijkondernomen , van blijvenden invloed zijn. Ook kon hij daardoor zelfmogelijk verlost worden van de uiterst moeilijke verhouding tenopzichte van den paus.

Verder is het niet onmogelijk dat ook Napoleons algemeene be-grippen , zijn voorliefde voor de nationaliteitsbeweging en voor Italie ,werkzame drijfveeren waren, terwijl hij kon verwachten aan Frankrijk,als prijs voor de bewezen hulp, het herstel der grenzen van 1814 tekunnen verzekeren , door de teruggave van de in 1815 v erloren ge-westen Savoie en Nizza.

Doch al die drijfveeren bestonden reeds vroeger ; dat hij juist thans,in 1858 , tot een dergelijke handeling besloot , laat zich zeker vooralverklaren uit den indruk van Orsini's aanslag.

Het was kenmerkend voor Napoleons eigenaardige persoonlijkheid endaarmede overeenkomend regeeringsstelsel, dat hij bij dergelijke plannenzijn officieele raadgevers evenmin raadpleegde als zijn oude vertrouwdenuit den tijd van den staatsgreep. Sedert hij keizer was geworden hadhij zich aan den vroeger zoo machtigen invloed der laatsten , althanswat het beleid der buitenlandsche zaken betrof, , geheel onttrokken ,terwijl de keizerin in deze dagen nog geenszins dien invloed uitoefende,welke later zoo sterk is gevoeld geworden. Zoo kon hij, in allestilte , slechts met behulp van geheel ondergeschikten, zooals de adju-dant Fleury , zijn plannen smeden , terwijl de officieele regeering ingeheel andere richting werkzaam was.

Dat was vooral het geval sedert hij in 1855 Drouyn de Lhuys,die tegen zijn wil een verbond met Oostenrijk ten bate der clericaleconservatieve partij had zoeken tot stand te brengen, door den overigensweinig bekwamen Walewski had vervangen. De laatste maakte zijneigen denkbeelden steeds aan die van zijn meester ondergeschikt enbleef hem dienen, ook al handelde de keizer buiten hem om. Alleenwas dat dienen niet altijd ijverig.

Ook thans wist zoomin de minister als iemand anders van de aanCavour gedane uitnoodiging. Van hetgeen op den 20sten Juli 1858tusschen den Franschen keizer en den Sardinischen minister is overeeu-gekomen, vernam dan ook niemand iets buiten koning Victor Emmanuelen enkele vertrouwden van Cavour. Alleen door dezen is het bekendgeworden.

Page 14: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

4

Be hoofdzaak kwain hierop neder. In den loop van het jaar 1859zou Oostenrijk gedwongen worden den oorlog aan Sardinie te ver-klaren. Een volksbeweging in de Modeneesche landjes Massa en Carrarazou de aanleiding wezen. Zoodra dit was geschied , zou. FrankrijkSardinie te hulp komen. Was de oorlog begonnen, dan zou geenvrede gesloten wordeu , eer de Oostenrijkers uit Italie waren verdreven.Dan zou Victor Emmanuel koning worden over een Noord-Italiaanschrijk , dat de Po-landen , de Romagna en de Legatien zou omvatten.Het zou het bolwerk en machtigste lid zijn van een Italiaanschenstatenbond , waarvan de paus voorzitter zou zijn. Deze zou alleen hetland om Rome blijven bezitten. Het overige van den Kerkelijken Staatzou met Toscane het Midden-Italiaansche rijk vormen. Van hetkoninkrijk der Beide Sicilien werd niet gesproken. Ter belooning zouFrankrijk Savoie ontvangen , dat geen Italiaansch land was. Napoleonvroeg ook Nizza , dat evenzeer van 1792 tot 1815 met Frankrijkvereenigd was geweest. Maar Cavour meende dat dit als een Italiaanschland moest worden beschouwd. De beslissing over dit en alle derge-lijke punten werd uitgesteld tot het plan verwezenlijkt zou zijn.

Napoleon stelde nog een vraag , welke Cavour wel begreep datzwaar woog , al maakte hij er geen voorwaarde van. Hij vroeg nl.de hand van Victor Emmanuels oudste dochter voor zijn neef prinsNapoleon. Een dergelijk huwelijk was voor den koning misschiengeen geringer offer dan de afstand van zijn stamland , en Cavour zager daarom niet weinig tegen op, het zijn meester voor te stellen.Maar deze was tot alles bereid wat dienstig was voor het groote doelen ook zijn dochter gaf terstond haar toestemmiug.

Nog twee diugen had Napoleon zich uitdrukkelijk voorbehouden.Vooreerst het kiezen van den tijd van aanvang en, ten tweede, afwij-zing van alle revolutionuaire middelen. Zelfs in Massa en Carraramocht geen opstand plaats hebben ; alleen zou de bevolking de tusschen-komst van den koning van Sardinie inroepen en deze die verleenen.Ook het vormen van vrijkorpsen was daarom in beginsel uitgesloten.Mies zou zooveel mogelijk in de legitieme vormen blijven. Bit waster wille niet alleen van het conservatieve Europa, maar vooral vanhet conservatieve en clericale Frankrijk ! A.Isof die zich een oogenblikdaardoor zouden laten om den tuin leiden ! Maar zoo was Napoleon.Be schijn moest altijd bewaard blijven , al was die ook nog zoodoorzichtig!

Page 15: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

5

Zoodra Cavour weder teruggekeerd was , begon hij aan de voorbe- Voorberei-

reiding van het werk. Zijn reeds zeer uitgebreide werkzaamheid werd odoingogvanddoeonr

nu verdubbeld. Sinds verscheiden jaren was hij niet alleen president- Cavour.

minister en minister van buitenlandsche zaken geweest , maar ook vanbinnenlandsche , terwijl hij met een volksvertegenwoordiging te doenhad, die Lang niet meegaande mocht heeten. Zijn eigenaardige politick,zelfs zijn economische, (hij was een overtuigd aanhanger van Cobdenen den vrijen handel) moest hij zoowel den kouing als zijn ambtge-nooten en de vertegenwoordiging opleggen , en hoewel hem dat steedsgelukte , het was een zwaar werk. Wanneer men bedenkt , dat hij erzoo pas in geslaagd was midden tusschen al zijn staatkundigen arbeidde spoorwegverbinding van Italie met Frankrijk en de doorgravingvan den Mont-Cenis (zooals men pleegt te zeggen), of liever van denCol de Frejus , door te zetten, een werk waar hij slechts den aanvangvan zag , maar dat zonder hem bezwaarlijk zoo vroeg zou zijn be-gonnen, dan kan men nagaan, met hoe groote eu uiteenloopende dingenzijn veelomvattende , rustelooze geest zich bezig hield , hoe hij steedsdacht aan de toekomst van zijn kleiner en zijn grooter vaderland, vanPiemont en Italie , die voor hem onafscheidelijk verbonden waren.Iedereen bijna had hem het naderend staatsbankroet voorzegd , maar ,dank zij zijn beheer en wetgeving was de financieele toestand minderzorgelijk en de welvaart stijgende, niettegenstaande steeds hoogeruitgaven ook voor leger en marine. Dat alles vereischte een ver-bazenden arbeid, zooals alleen een zoo buitengewoon begaafd man konverrichten. En daarbij had hij steeds de algemeene politick in het oogmoeten houden en de bijzondere Italiaansche toestanden , met name de

werkzaamheid der bewegingspartij in IN oord- en, in het bijzonder, inMidden-Italie. Thans moest hij zijn werkzaainheid zoo goed als ver-dubbelen, wat te meet inspanning kostte, omdat zooveel in bet geheimmoest geschieden. Met name gold dat van de samenwerking derregeering met de Nationale Vereeniging. Terwijl met de leiders dervereeniging werd overlegd, hoe in bet volgend jaar de beweging te be-ginnen zonder revolutionnair geweld en slechts op een gegeven bevel ,moest hun streng verborgen gehouden worden dat dan hulp van Frank-rijk was te wachten. Want van Napoleon wilden de meeste Italiaanschepatriotten evenmin weten als deze van hun medewerking. Daarbijhad hij steeds met de tegenwerking van Mazzini te kampen , dieden koninklijken oorlog , welks voorbereiding hem niet ontging, ver-

Page 16: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

6

Napoleonsbreuk metOostenrijk.

afschuwde. Met rnoeite gelukte bet hem Garibaldi, dien hij in De-cember heimelijk nit Caprera over liet komen , om hem persooulijkinstructies te geven , aan dien invloed te onttrekken. Gelukkig kwamhem thans het eigenaardig politiek instinkt der Italianen te hulp.Op weinige verstokte Mazzinisten en Sardinisehe conservatieven Dazag ieder Italiaan thans in, dat men zich aan Cavours leiding veiligkon toevertrouweu. Nergens hadden meer rustverstoringen plaats.Iedereen hield zich gereed voor de revolutie , mar niemand deed jetsv6Or het sein gegeven was. Zoo kwam het jaar 1859.

Op den lsten Sanuari van dat jaar verbreidde de telegraaf overalheen de tijding dat de Fransche keizer op de Nieuwjaarsreceptie tegenden Oostenrijkschen gezant zijn leedwezen had uitgesproken dat debetrekkingen tusschen beide regeeringen niet meer zoo goed waren alsvoorheen. Hoewel de keizer zelf zich in de meest vriendelijke bewoor-dingen had uitgedrukt , bracht het bericht er van allerwege terstondeen geweldige beroering teweeg. A_an de beurzen ontstond een soortvan paniek , zoo snel daalden de koersen vooral der Oostenrijkschepapiereu. Ook in de diplomatieke wereld was men verschrikt enongerust; de pers , vooral in Engeland en Duitschland , sprak openlijkvan een spoedig aanstaanden oorlog. Te vergeefs zocht Napoleon, diewerkelijk niet de bedoeliug schijnt te hebben gehad , welke men hemtoekende , door de officieuse bladen , later zelfs door den officieelenMoniteur, te waarschuwen tegen dergelijke verkeerde uitleggingen zijnerwoorden. Niemand wilde hem gelooven. Trouwens hij was niet ge-lukkig in zijn uitdrukkingen. De opening der kamers stond te Tarijuvoor de deur. Op zijn verzoek legde hem Cavour de troonrede voor, ,opdat hij zeker zou zijn , dat daarin Diets voorkwam dat hem koncompromitteeren. Werkelijk schrapte hij een volzin , dien hij te ge-waagd achtte , maar hij verving dien door andere welke Cavour veelgewaagder vond, maar juist daarom gaarne overnam. Zoo is hetgekomen , 'mar door zeer betrouwbare zegslieden verhaald wordt , datop den 1 Odet Sanuari Victor Emmanuel de gedenkwaardige woordensprak , dat hij Diet doof kon blijven voor den smartkreet van Italie.

Nu wist men genoeg. Be Oostenrijksehe regeering zond terstondeeu nieuw legerkorps naar Lonabardije , weldra gevolgd door andereversterkingen, ruim 30,000 man, en liet haar troepen tot vlak aan degrenzen voortrukken , zoo het heette om den Lombardischen dienst-plichtigen het deserteereu te beletten. Be Sardinische regeering nain

Page 17: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

7

hiero p ook verdedigingsmaatregelen, maar op veel kleiner schaal. Dochzij kon niet beletten dat nu de emigranten van alle zijden kwamentoestroomen en dat weldra uit alle deelen van Noord- en Middel-Italievrijwilligers opkwamen , van alle standen en van elken leeftijd. Deoveral verspreide afdeelingen der Nationale Vereeniging waren zooijverig in het v erschaffen van middelen aan ieder die voor Italie wildestrijden, dat Cavour nadrukkelijk moest waarschuwen tegen overhaasting.Want Napoleon bleef steeds wachten op een geschikt oogenblik. Welwerden in Frankrijk allerlei toebereidselen gemaakt , die voor denoorlog konden dieneu , maar alle heetten het gevolg van lang te vorengenomen besluiten. Alleen werd in stilte bij Lyon een korps georga-niseerd , dat terstond naar Turijn kon oprukken , zoodra het er bevel

toe kreeg.Intusschen was het huwelijk tusschen prins Napoleon en prinses

Clotilde geregeld. Napoleon maakte daarvan gebruik om de afsprakenvan Plombieres in den vorm van verdragen te brengen. Zijn neefk wam (16 Januari) te Turijn. Hij bracht een ontwerp-verdrag vanbondg enootschap mede en de hem begeleidende generaal Niel een mili-taire overeenkomst. In het eerste beloofde Napoleon den koning vanSardinie zijn bijstand ingeval van een vijandelijke handeliug (acteaggyessif) van Oostenrijk. Liep de oorlog gunstig of , dan zou VictorEmmanuel een koninkrijk ontvangen , dat zich van de Alpen tot deA driatische zee uitstrekte en 10 a 12 millioen zielen zou bevatten.Daarentegen zon. deze Savoie en Nizza aan Frankrijk afstaan. Volgenshet tweede zou de oorlog niet voor April en niet na Juli beginnen ende Fransche keizer aan het hoofd van 200,000 man het opperbevelover het verbonden leger voeren. Er zouden , (dit werd uitdrukkelijkbepaald , om alle revolutionnair karakter aan den oorlog te ontnemen)geen ongeregelde troepenkorpsen worden gevormd. Beide verdragenwerden den 18den J anuari 1859 onderteekend. Veertien dagen later,31 Januari, werd het huwelijk voltrokken. Het Fransch-Sardinischverbond was een feit geworden.

Maar hoewel de geheele wereld overtuigd was, dat Napoleon ophet punt stond voor Italie het zwaard te trekken , vond deze hetnoodig te volharden in zijn dubbelzinnige houding. Hij liet wel ineen officieuse brochure, die veel geruchte maakte, Napoleon III etl'Italie, de onhoudbaarheid der thans in Italie bestaande toestandenen met name de 0 ostenrijksche heerschappij aantoonen en zeggen , dat

Page 18: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

8

Frankrijk zich daarbij niet kon nederleggen, maar drukte zich tegelijkbij de opening van de Wetgevende Vergadering zoo nit, dat iederaan zijn woorden een verschillende beteekenis kon geven.

Zoover men kan nagaan was hij niet gerust over de howling vanEngeland en Pruisen , terwijl hij ook niet volkomen zeker was ofRusland wel in staat zou zijn , hem bijtijds den noodigen bijstand teverleenen. In alle geval wilde hij tegenover Europa den schijn hebbenvan door Oostenrijk tot den oorlog gedwongen te zijn.

Daarvan trachtte het Engelsche tory-kabinet, daarbij gesteund doorhet hof, , gebruik te maken om den vrede en bet status quo te hand-haven. Het stelde den keizer een regeling der ltaliaansche aangelegen-heden voor, , welke deze niet in beginsel kon afwijzen zonder zieh blootte geven , en liet deze daarna door den gezant te Parijs, Lord Cowley,die bijzonder met Buol bevriend was, ook te Weenen aanbieden.Natuurlijk , dat deze tussehenkomst en Napoleons vredelieveude uit-spraken , ook bij het bekend maken van het verdrag met Sardinie ,Cavour ernstig verontrustte , al liet de keizer hem ook onder de handverzekeren dat van dit alles niets komen zou. Want hoe langer deoorlog werd uitgesteld , des te moeilijker zou het vallen het wassendeongeduld der Italiaansche patriotten te bedwingen. Als dezen zichbedrogen meenden , konden revolutionnaire bewegingen niet uitblijven,en was het niet onmogelijk dat Cavour de leiding verloor. En danstoiid een herhaling, maar een veel ergere , der reactie van 1848en '49 te vreezen.

Gelukkig voor Italie was Oostenrijk in den groud tot geen con-cessies bereid. Buol was, zonder het te weten , Cavours beste bond-genoot. Daar de krijgstoerustingen voortgang bleveu hebben en ge-dung nieuwe troepen naar Italie werden gezonden , konden ook dedoor Sardinie genowen maatregelen niet euvel worden geduid.

Tot nog toe waren de vrijwilligers alleen in de Sardiuische regi-menten opgenomen , thans werd hun aantal zoo groot en werd hungehalte zoo anders dan dat van gewone soldaten, dat men niet nalatenkon ze afzonderlijk te organiseeren. Daar dit echter door de overeen-komst met Frankrijk verboden werd , geschiedde het oprichten vandepots onder den schijn , dat de vrijwilligers als staatkundige vluchte-lingen werden geInterneerd. Op den duur echter zag Napoleon in,dat er geen beter middel was ona de vele revolutionnaire elementenonder de vrijwilligers onschadelijk te maken en dezen geheel aan den

Page 19: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

9

invloed van Mazzini to onttrekken en liet hij stilzwijgend toe dat inhet einde van Maart het korps Alpenjagers werd opgericht , tot welksbevelhebber Garibaldi was bestemd.

Voor Oostenrijk waren deze en audere maatregelen van tegenweereen nieuwe ergernis ; het verklaarde geen onderhandelingen te kunnenbeginnen voordat Sardinie zich ontwapend en de vrijwilligers ontbondenhad. Het werd in zijn houding versterkt door den krijgslust der 'Laid-Duitschers, die Duitschlands belang solidair met dat van Oostenrijkverklaarden, en Napoleon voor den eigenlijken rustverstoorder uit-maakten.

Deze van zijn kant maakte daarvan gebruik om zich tegenover deFransche natie als de bedreigde onschuld voor te doen en propagandavoor zijn plannen te maken. De vredespartij in Frankrijk verloor danook grond, hoewel Walewski zooveel hij durfde de plannen van zijnmeester tegenwerkte. Prins Napoleon, die sedert den vorigen zomerminister van Algerie en de kolonien was, verloor door de onbeslistehouding van zijn neef het geduld en verklaarde niet langer met deoverige ministers te willen dienen, maar de keizer stoorde zich daaraanniet. Hij bleef wachten , overtuigd als hij was, dat Oostenrijk tenslotte toch nog aanleiding zou geven tot een breuk. Ondertusschenkwam een door hem ingegeven voorslag van Rusland, om de Italiaanscheaangelegenheden op een congres van de vijf groote mogendheden of tedoen, de verwarring vermeerderen. De geheele naaand Maart en deeerste helft van April gingen voorbij, zonder dat er eenige beslissingviel. Zelfs een door Napoleon gevraagd bezoek van Cavour te Parijsbracht geen ontwarring van den knoop. Steeds werden nieuwe voor-slagen gedaan en ter zijde gesteld. Eindelijk echter werd eenplan, waarbij gelijktijdige ontwapening van weerszijden en toelatingder Italiaansche staten op het congres, echter niet op gelijken voetmet de groote mogendheden, als grondslag was aangenomen , doorFrankrijk zoowel als door Engeland goedgekeurd en onmiddellijk doorWalewski, den 18den April, aan Cavour medegedeeld, met aanmaningtot dadelijke aanneming. Deze, die daarop geheel onvoorbereid was, endoor den bovenmenschelijken arbeid en bovenal de onzekerheid derlaatste maanden in een toestand van verklaarbare overspanning wasgebracht, geraakte tengevolge van dezen hem midden in den nachttreffenden „telegrafischen bliksemstraal", zooals het bericht genoemd is,geheel buiten zich zelf. Zoo Oostenrijk in deze voorwaarden toestemde,

Page 20: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

1 0

was het werk van zijn leven vernietigd , hij zelf voor altijd onteerd ,als een bedrieger, die aller vertrouwen verbeurd had. Niet alleen hijzelf zou moeten aftreden, maar zelfs zijn koning, dien hij tegenoverOostenrijk niet alleen, maar bovenal tegenover Italie voor altijd gecom-promitteerd had. En dan was voor Sardinie en Italie niets te voor-zien dan anarchie en reactie. Maar van weigeren kon geen sprake zijn ;want dan was de ondergang zeker, daar dan Frankrijks bijstand ver-beurd was. Hij nam dus de voorwaarde aan, maar verklaarde voor degevolgen in Italie niet te kunnen instaan. In dezeu toestand wachttehij Oostenrijks beslissing af ; zijn vrieuden vreesden dat hij krank-zinnig zou worden of zelfmoord plegen. Maar op nieuw bleek Oostenrijkzijn beste bondgenoot.

Buol wees elk ander congres af, tenzij een van de groote mogendhedenalleen. En wat nog veel meer beteek-ende, de Oosteurijksche regeeringbesloot nu zelf aan de zaak een einde te maken.

Op denzelfden 19aen April, waarop Cavour zijn ondergang nabij zag,werd de brief van Buol aan hem afgezonden, waarbij hem een termijnvan drie dagen werd gesteld om toe te stemmen in den eisch vanontwapening en ontbinding der vrijwilligerskorpsen, met mededeeling,dat een niet toestemmend autwoord de Oostenrijksche regeering tothet aanwenden van wapengeweld zou dwingen.

Op het bericht van dit besluit herleefde Cavour. Onmiddellijk kreeghij zijn oude veerkracht terug. Den 2 3sten April, den dag, waarop hetultimatum hem zou worden overhandigd, vroeg hij in de Kamer vanafgevaardigden oin dictatoriale volmacht voor den koning , gedurendeden oorlog. Zij werd, na korten tegenstand door de conservatieveu,met overweldigende ineerderheid bewilligd, een voorbeeld, dat tweedageu later door den senaat word gevolgd. Oumiddellijk daarna ont-ving Cavour het ultimatum en telegrafeerde hij den inhoud aanNapoleon, die, na de ontvangst, terstond bevel gaf alle troepen tedoen oprukken, terwijl aan de Oostenrijksche regeering bericht werd,dat het overschrijden der Sardinisehe grenzen door Oostenrijkschetroepen door Frankrijk als een oorlogsverklaring zou worden beschouwd.Reeds den 25ste1 stonden Fransche troepen op Piemonteeschen bodem;den 26sten overhandigde Cavour zijn weigerend antwoord aan den over-brenger van het ultimatum. Het Engelsche kabinet deed nog eenlaatste , natuurlijk vergeefsche , pogiug oin to bemiddelen , welke denaanvang der vijandelijkhedeu twee dagen ophield, maar den Wen

Page 21: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

11

April 1859 trok het Oostenrijksche leger den Ticino over. De oorlogwas begonnen.

Om den schijn van vredelievendheid zoolang mogelijk to bewaren, Begin van den

had Napoleon het waken van toebereidselen voor een oorlog uitgesteld ooirtlaue.

tot op het laatste oogenblik. Het eenige wat hij gedaan had, was dathij een aantal troepen uit Algerie naar Provence had overgebracht enenkele andere korpsen naar de Sardinische grenzen had doen oprukkeu.Maar overigens was het geheele leger op voet van vrede. Het gevolgwas, dat Oostenrijk een geweldigen voorsprong had, daar het onmid-dellijk na de oorlogsverklaring met meer dan 100,000 man de ope-ration in 's vijands land kon beginners, terwijl nog maar alleeu hetSardinische leger, een goede 60,000 man stork, gereed stond om hento ontvangen en de enkele Fransche korpsen, die op Sardinisch grond-gebied waren aangekomen, gedeeltelijk zonder behoorlijke oorlogs-uitrusting, sommige zelfs zonder amunitie, zich met moeite een wegbaanden door de besneeuwde bergpassen van Savoie. Zoo waren deeerste veertien dagen na het overtrekken van den Ticino door deOostenrijkers voor Italie uiterst bange dagen. De koning en zijnraadslieden bereiddeu zich op het ergste voor, zelfs op een ontruimingvan de hoofdstad. Eveuwel burs vrees, hoe gegrond ook, bleek ijdel.De Oostenrijksche wijze van krijgvoeren herinnerde veeleer aan de dagender coalitieoorlogen dan aan die van Radetzky. Niet dat het legervan minder gehalte was, maar de aanvoering die toen de overwinninghad verzekerd, ontbrak geheel. De opperbevelhebber, veldtuigmeesterGyulay, had nimmer to volde gediend en zijn hoogen post alleen aande gunst der militaire hofkringen on aan de ancienneteit to danken.Hij had zijn leger gedeeltelijk boven , gedeeltelijk beneden Pavia denTicino doen overtrekken on daarop zijn linkervleugel over den Povooruitgeschoven tot aan Tortona on zijn centrum tot aan Vercelli,aan de Sesia, terwijl de uiterste rechtervleugel, van Laveno nit, hetLago Maggiore overstekende, in de richting van Biella voortrukte. Deaan die zijde opgestelde Piemonteezen trokken tot aan de Dora Baltiterug, om zoolang mogelijk Turijn to dekken. De overige stondennabij Alessandrie, om de van Genua over Novi aankomende Frauschenof to wachten.

Na eenige verkenuingen naar de zijde van Turijn en Casale verlietechter Gyulay weder Vercelli en ander° naar zijn mooning blootgestelde

Page 22: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

12

plaatsen en trok terug in de zoogenaamde Lemellina, het land om Mortaratusschen den Ticino en de Agogna. Van den Wien Mei af bleef hijdaar onbeweeglijk staan. Hij wachtte op versterkingen.

Het gevaar voor Italie was voorbij. Want nu hadden de Fransehenhun toebereidselen, zij het ook met groote overhaasting, geeindigden trokken gedeeltelijk in snelle marsehen over de Alpenpassenvan Savoie, Dauphine en Nizza , Piemont binnen, terwijl de anderehelft ter zee naar Geuua vervoerd word en van daar in de richtingvan Alessandria oprukte. Dien weg nam ook Napoleon, die zich nuhet zoo lang begeerde genot gunnen kon van zelf zijn leger aan tevoeren. De maarschalk 'Valliant , die zijn portefeuille van oorlog aanden oud-gouverneur van Algerie , maarschalk Randon overgaf, , stondhem als chef van den staf ter zijde.

In het manifest, dat hij 3 Mei tot de Fransehe natie richtte,gebruikte hij , zeer tegen den mad zijner conservatieve raadslieden,de uitdrukking dat Oostenrijk schuld was, dat or thans gestredenmoest worden over de vraag , of het tot aan de Alpen zou moetenheerschen of Italie vrij zijn tot aan de Adriatische zee. Dat geheeleverdrijving van Oostenrijk uit Italie het doel van den oorlog was,had hij nu openlijk uitgesproken.

De over Turijn marcheerende Fransche kolonnes trokken achter dedunne linie der Sardiniers ma, teneinde zich met die welke van Genuakwamen te vereenigen, zoodat in het midden van Mei meer dan100,000 man tusschen Valenza en Voghera vereenigd waren. I3evreesddat zijn linkervleugel zou worden omgetrokken, liet Gyulay doorgeneraal Stadion eon zoogenaamde sterke verkenning doen in de richtingvan Voghera. Dit gaf den 2,0"en Mei aanleiding tot eon eerste gevechtbij Montebello met de Fransehe divisie Forey en Piemonteesehe kava-lerie, dat met den terugtocht der Oostenrijkers eindigde, die van hunovermacht geen gebruik hadden weten te maken •, hull verlies waszelfs veel grooter dun dat der bondgenooten.

Be uitslag van dit eerste belangrijke gevecht had grooten invloedop de stemming in Frankrijk. Reeds de oorlogsverklaring had daargroote verandering teweeggebracht ; nu Frankrijks eer op het spelstond , werd de massa van zelf medegesleept; alleen de clericalen ende anti-bonapartistische conservatieven , de partij van niers zou menze kunnen heeten , bleven den oorlog afkeuren.

Ook in Engeland openbaarde zich een sterke strooming ten gunste

Page 23: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

I 3

van Italie, de overwinning van de vroegere boudgenooten uit de Krimdeed de oude sympathieen bij velen herleven. Zelfs in Pruisen en Noord-Duitschland zagen de liberalen den rampspoed der Oostenrijkers , dienmen 1850 nog niet vergaf, , niet zonder leedvermaak en begon mensterk aan hun onoverwinuelijkheid en nog meer aan het krijgsbeleidhunner aanvoerders te twijfelen. Daarentegen werd de stemming inZuid-Duitschland nu beslist vijandig tegen Frankrijk, en de vrij koeleafwijzing die Oostenrijks, door aartshertog Albrecht overgebrachte, aan-vrage om een gemeenschappelijk optreden aan den Rijn te Berlijnhad gevonden , verwekte er toorn en verontwaardiging over het zelf-zuchtige Pruisen , dat de bondsbroeders in den steek liet en deu Rijnaan den Franschen erfvijand blootstelde. Om Italie bekommerde menzich daar niet, en nog minder over de werkelijke nooden en wenschender Italianen. Integendeel, wat op dat oogenblik in Midden-Italiegeschiedde, werd eerder als een bewijs van het verbond tusschen Frank-rijk en de revolutie opgenomen.

In Toscane was de steeds grooter wordende verwijdering tusschen De onawente-ngin Toa-groothertop.; Leopold II en zijn yolk langzamerhand zoo erg geworden, c

liane.

dat zelfs de gematigd liberale partij , die wel een nauw verbond metPiemont, maar tevens het behoud der dynastie en der Toscaansche zelf-standigheid voorstond , het moeielijk vond op geheel wettige paden teblijven. Cavour stond door den minister-resident Boncompagni innauwe verbinding met haar 'eiders Ricasoli, Peruzzi en andere reedsin 1848 bekende patriotten, en bleef hun steeds voorhoudeu, hoenoodzakelijk het was dat de nationale beweging geen revolutionnairkarakter droeg. Nog in het voorjaar van 1859 ontried hij daaromelke andere beweging dan het indienen van adressen aan de regeering,met verzoek om herstel der constitutie en bondgenootschap met Pie-wont. Maar hoe duidelijk ook toen de gezindheid der groote meerder-heid der bevolking in de eerste plaats der burgerij, bleek, de groot-hertog wees alks af. Hoogstens wilde hij onzijdig blijven, als destrijd uitbrak. De algemeene deelneming der Toscaners aan de vrij-willigerkorpsen , de ijver der in het land gevestigde afdeelingen derNationale Vereeniging, het enthousiasme vooral ook der vrouwen ende volstrekt lijdelijke houding van overheid, leger en politie daartegenover, , was niet in staat hem tot andere gedachten te brengen.Een breedvoerige memorie van den ouden en in het geheele land

Page 24: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

14

algemeen vereerden markies Lajatico, die hem het gevaar waaraan hijzich blootstelde , duidelijk voor oogen stelde , werd bijna smadelijkafgewezen. Ook toen na het to Florence bekend worden van hetOostenrijksche ultimatum, demonstraties en optochten op straat hemduidelijk toonden dat liberalen en radicalen zich verbroederd haddenen de laatsten dus zich orn de dynastie niet bekommerden, ja hoe langerhoe meer invloed wonnen , kon hij niet tot toegeven besluiten. Eerstden 7sten April, toen bij vernomen had dat de Franschen te Genuawaren begonnen te landen en de officieren hem verzekerd hadden datop het leger geen staat was te maken , liet hij Lajatico roepen omeen nieuw miuisterie te vormen.

Maar nu was het to laat. De radicalen waren al meester van dentoestand ; reeds werd door het yolk oat de afdanking van den groot-hertog geroepen en staken de soldaten in forten en kazernes de Itali-aansche driekleur uit. De markies kon daaroin niet anders doen danden groothertog als eerste voorwaarde zijn afdanking ten behoeve vanzijn zoon voor to stelleu ; dan zou misschien de dynastie behoudenblijven. Maar Leopold II vertrouwde or vast op biunen kort doorde Oostenrijkers to zullen worden hersteld, en dacht or niet aan eenoffer te brengen dat hem eon laakbare zwakheid scheen. Hij ver-klaarde aan het diplomatieke korps, dat hem, nu zijn eer werd aan-getast, niets overbleef dan onder protest tegen het hem aangedaangeweld het land to verlaten.

Onmiddellijk word aan dit besluit gevolg gegeven, en terwijl eonjuichende menigte Boncompagni ovaties brachten, verliet de grout-hertogelijke familie in alle stilte de hoofdstad on terstond ook hetland. Er was gem schot gelost , goon droppel blood vergoten , geenenkele daad van geweld gepleegd. De Florentijnen haddeu hun naamvan wellevendheid en ordelievendheid schitterend gehandhaafd. Den2 7sten April 1859 had de Lotharingsche dynastie opgehouden in Tos-cane to regeeren.

Nog dien eigen avond word door het stadsbestuur het optredeneener voorloopige regeering , met Peruzzi aan het hoofd , afgekon-digd, die onmiddellijk verklaarde aan Victor Emmanuel de dietatuurgedurende den duur des oorlogs op to dragon. Maar dit aanbodwerd afgeslagen , alleen het opperbevel over de troepen word aan-genomen , terwijl Boncompagni als buitengewoon commissaris derSardinische regeering werd aangesteld. In Mei droeg de voorloopige

Page 25: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

15

regeering dezen de nitoefening van het oppergezag op ; Boncompagniaanvaardde het onder uitdrukkelijk voorbehoud der Toscaansche zelf-standigheid.

Op den derden dag na den aftocht der Lotharingers nit Toscanezag zich de Bourbonsche hertogin-regentes van Parma door een yolks-demonstratie hi de hoofdstad genoopt haar land te verlaten , na aanhaar ministers het regentschap te hebben opgedragen. Maar tegenoverden duidelijken wensch der bevolking dorsten dezen geen stand houden;reeds den volgenden dag , 2 Mei, deden zij afstand in handen eenerplotseling opgetreden voorloopige regeering, die terstond de in 1848 bijvolksstemming besloten vereeniging met Piemont van kracht ver-klaarde. Toen evenwel bleek het dat er te haastig was gehandeld.Piacenza was door de Oostenrijkers tot een geduchte vesting gemaakten sterk bezet ; Parma lag dus haast onder de Oostenrijksche kanonnenen kon elk oogenblik aan een aanval bloot staan , terwijl voorloopigvan geen hulp uit Piemont sprake kon zijn. Be vrees voor eenOostenrijksch strafgericht ontmoedigde de Parmesaansche patriottenzoozeer, , dat zij zich niet verzetten , toen de troepen , die eerst in deomwenteling hadden toegestemd, zich plotseling voor het herstel derhertogin verklaarden. In drie dagen had Parma twee omwentelingenbeleefd. Gelukkig dat de hertogin in persoon terugkeerde en allewraakneming of elk optreden der Oostenrijkers uit Piacenza voorkwam.

Drie weken lang bleef zij nog regeeren. In Massa en Carraradaarentegen werd de in dezelfde dagen uitgeroepen vereeniging metPiemont een werkelijkheid. De landsheer, de hertog van Modena,was door de ligging van de laudjes verhinderd tusschen beide tekomeu , on moest zich met een protest vergenoegen. Op den dag vanhet gevecht bij Montebello nainen corn missarissen van koning VictorEmmanuel er het gezag in bander'. Geweld was er evenmin gepleegdals in Parma of Toscane.

Vergeleken met de gebeurtenissen van 1848 droegen de Middel-Italiaansche omwentelingen van 1859 een uiterst nucliter karakter.Be Italiauen hadden veel geleerd, zij vermeden thans zich bloot te geven.Zij wisten trou wens, dat hun lot niet van hen zelf afhing, maar vande gebeurtenissen op het oorlogstooneel. En die gebeurtenissen ont-wikkelden zich thans met een snelheid , die in de scherpste tegen-stelling stond tot den stilstand der vorige weken.

Page 26: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

16

Palestro en Zoodra het Fransche leger aan den Po benoorden de keten derMagenta. Appennijnen bijeen was, voerde het de beweging uit, welke het stil-

staan van het Oostenrijksche als van zelf aan de hand deed. TerwijlGaribaldi met zijn 3000 Alpenjagers in de bergachtige streken bijhet Lago Maggiore den vijandelijken rechtervleugel trachtte om tetrekken , om achter den rug der Oostenrijkers Lombardije in opstandte brengen , bleef het Sardinische leger in zijn stellingen tegenoverden vijand, ten einde aan het Fransche gelegenheid te geven , als dooreen gordijn aan het oog onttrokken, zich onbemerkt uit de ingenomenstellingen achter zijn rug om, naar Novara te verplaatsen. Voor diemanoeuvre kon de spoorweg van Alessandria naar Casale goede dienstenbewijzen, daar aan het Fransche voetvolk daardoor miustens de helftvan den weg bespaard werd. Het was het eerste voorbeeld van hetgebruik van den spoorweg in een veldtocht. Tot nog toe haddenspoorwegen alleen gediend om troepen en materieel naar het oorlogs-tooneel to vervoeren.

Deze den 288te. Mei begonnen beweging kostte natuurlijk vrij wattijd. Om haar te beter to maskeeren trokken de Sardiniers voorwaartsen bij Vercelli de Sesia over, en tastte de divisie Cialdini den 30 st e1 Meide Oostenrijksche troepen bij Palestro aan. Volstrekt niet op eonaanval voorbereid, werden de Oostenrijkers met aanzienlijk verlies nithun stellingen verdreven. Gyulay beval generaal Zobel Palestro tehernemen , maar doze stiet toen niet alleen op Cialdini's divisie maarook op die van Fanti en Durando, dus te zamen eon 30,000 man,onder persoonlijke aanvoering van koning Victor Emmanuel, zoodat hijna een hevig gevecht met verlies moest terugtrekken. Ook eeuFransch zouavenregiment van het reeds niet ver meer verwijderdekorps van den maarschalk Canrobert, had krachtig in het gevechtingegrepen en bij de Oostenrijkers door hun eigenaardige bajonetaanvallen groote verbazing en schrik verwekt. De zou.aven werdende helden van den dag , terwijl zij wederkeerig Victor Emmanuelwegens zijn, den soldaat meer dau den veldheer en koning waardige ,vermetelheid tot eerekorporaal uitriepen. De wapenbroederschap tus-schen Franschen en Italianen was van nu of bezegeld.

Zelfs de aauwezigheid van Fransche troepen bij Palestro was nogniet voldoende om Gyulay's overtuiging aan het wankelen to brengen,dat hij bovenal in het zuiden bedreigd werd. Eerst twee dagen laterbegreep hij , dat hij gevaar liep van in zijn andere flank te worden

Page 27: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

17

omgetrokken. Maar in plaats van door eeu krachtigen frontaanval deSardiniers overhoop te werpen en de nog lang Diet met hun om-trekkende beweging gereed gekmnen Franschen in hun manoeuvre testore'', wist hij niets te doen dan eenvoudig de Lemellina te verlatenen op den linker Ticino-oever terug te trekken , ona zoo den vijandden weg naar Milaan te versperren. Het zoo pas uit Boheme aange-komen korps van Clam Gallas werd belast met de verdediging vanden overgang der rivier benoorden de spoor- en straatwegen , die vanTurijn naar Milaan voeren. Hoch die opdracht werd zoo onvolkomenuitgevoerd dat Mac Mahon's korps met een deel der garde den2den juni den overgang over den Ticino bij Turbigo en daarop , overhet evenwijdig met de onbevaarbare rivier loopende scheepvaartkanaal,den Naviglio grande kon forceeren en den volgenden dag Clam Gallasuit zijn de stelling der Oostenrijksche hoofdmacht bij Magenta aan denspoorweg dekkende positie kon verjagen. Een gedeelte der Sardiniersvolgde Mac Mahon, terwijl Napoleon zelf aan het boofd der garde-grenadiers rechtstreeks langs den spoorweg op Magenta aanrukte, inde verte gevolgd door de korpsen Canrobert en Niel. Het korpsvan Baraguay d'Hilliers was nog ver achter op Piemonteesch gebied ,daar het het laatst nit het zuiden van Piemont was opgebroken.

Gyulay had ook slechts vier zijner korpsen om en bij Magentabijeen; die van I3enedek en Stadion waren nog ver weg ; hij had dusin den op 4 Juni 1859 begonnen slag over ongeveer 60,000 mante beschikken , tegenover eon 50,000 bondgenooten. In den beginneechter had hij een groote overmacht, zoodat de door den keizer zelfgeleide aanval der Fransche garde bij het dorp Ponte di Magentabijna een catastrophe tengevolge had gehad , daar het lang duurdeeer de eerste brigaden van Canrobert en Niel ter ondersteuning op-daagden en Mac Mahon's verwachte flankaanval den geheelen middagop zich liet wachten.

Evenwel , Gyulay wist daar geen voordeel van te trekken , hoedapper de korpsen van Zobel en Liechtenstein ook streden. Zoo blevende Franschen met groote moeite de Oosteurijksche aanvallen op hetdoor hen veroverde Ponte di Magenta afweren , tot dat eindelijkden laten namiddag Mac Mahon verscheen , de Hongaren van ClamGallas bij Buffalora overhoop wierp en daarop Magenta zelf veroverde,en alle pogingen der Ooste,nrijkers om het to hernemen afsloeg totdat de nacht aan den bloedigen strijd een einde maakte. Daardoor

2

Page 28: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

18

was de slag beslist , Mac Mahon werd dan ook in het publiek alsde eigenlijke overwinnaar, , ja als de redder van het Fransche legergevierd en outving niet alleen als belooniug den marschalkssta f , maarzelfs den titel van hertog van Magenta. Toch was zijn veel te laatverschijnen den Franschen bijna op een catastroph e to staan gekomen.Then in den volgeuden morgen in het Oostenrijksche hoofdkwartierover het hervatten van den slag geraadpleegd werd, bleek het dathet korps van Clam Gallas reeds den vorigen av mid een overhaastenaftocht naar Milaau was begonnen. Daar ook de and ere korpsen veelgeleden hadden en het verlies 10,000 man bedroev tegenover datder Franschen van even de helft, werd besloten tot den terugtochten tevens tot ontruiming van Milaan en geheel Lombardije. KeizerFrans Joseph en zijn militaire raadsman , de veldtuigmeester Hess,hechtten huu goedkeuring aan dien maatregel. Niet lang daarnawerd Gyulay in het bevel over het zoogenaamde tweede Oosten-rijksche leger vervangen door generaal Schlick , die in 1849 tegen deHongaren main had gemaakt.

Ontruiming Reeds den dag na den slag werd Milaan door de Oostenrijkers ver-van laten, met achterlating van aanzienlijke voorraden wapeuen en kanonnen.Lombardije

Middel-en Italib De bevolking hield zich kalm, want de gebeurtenissen van 1848door de waren nog in ieders herinnering. Zelfs het al in den nacht begonnen

Oostenrijkers.ordeloos binnenstroomen van de volkomen gedemoraliseerde soldatenvan Clam Gallas verwekte geen gewelddadigheden van de zijde dertrouwens geheel wapenlooze bevolking; eerst toen dozen door de PortaVenezia waren weggetrokken en de bezetting hen gevolgd was, be-gon het gepeupel de wapenvoorraden in het kasteel te plunderen.De stedelijke regeering verkondigde dadelijk de in 1848 bij yolks-stemming goedgekeurde vereeniging bij Piemont en zond een adresnaar het hoofdkwartier der verbondenen, wier troepen den volgendendag de stall biunentrokkeu. Maar eerst toen den 8eten Juni Napoleonen Victor Emmanuel door den beroemden triomfboog hun intocht hielden,barstte het enthousiasme los. Den Franschen vooral werd een nietalleen schitterende maar ook hartelijke ontvangst bereid , terwijl devermaarde Milaneesche hospitalen den gekwetsten en zieken een voor-treffelijk onderkomen verschaften.

Het zelfbedwang der Milaneezen was to treffender naarmate zij nogin het voorjaar hun geziudheid onbewimpelder dan ooit hadden getoond,

Page 29: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

19

toeu de Oostenrijkers de stad nog in hun macht haddeu. De begra-fenis van een van IVIanara's oude medestrijders, Enrico Dandolo, hadtoen aanleiding gegeven tot een zoo indrukwekkende demonstratie,dat de regeering er zelf over verlegen was geweest.

Maar de vrees, dat een te vroeg juichen vreeselijk bestraft zoukunnen worden (en dat hadden de Oostenrijksche overheden duidelijkgenoeg verklaard) hield de Lombarden terug van elke poging om denOostenrijkers op hun aftocht te bemoeilijken.

Slechts Lombardische stad ondervond dan ook in 1859 eenOostenrijksch strafgericht. Garibaldi was den 238ten Mei met zijnvrijwilligers de Sena overgetrokken en had vervolgens de naburigeLombardische stad Varese, aan het schilderachtige meertje, dat haarnaam draagt, bezet. De burgerij had zich bij hem aangesloten. On-middellijk had hij er Victor Emmanuel uitgeroepeu. Een aantaljongelieden nam bij de vrijwilligers dienst. Een Oostenrijksch korps,dat de stad zocht te hernemen , werd met verlies afgeslagen. Gari-baldi droug nu verder door ; Como, Lecco en omstreken , zelfs deVatellina kwainen in opstand. Toen echter rukten 10,000 Oostenrijkersonder generaal Urban van Monza aau. Garibaldi had hier niet dehelft tegenover te stellen en daaronder waren veel ongeoefende jonge-lieden. Aileen zijn officieren hadden meestal in de jaren 1848 en'49 gestreden. Zijn toestand werd uiterst hachelijk. Te vergeefszocht hij zich in den rug te dekken door het versterkte Laveno aanhet Lago Maggiore te veroveren. Zoo hij langer stand hield enVarese verdedigde, dreigde hij ingesloten te worden. Er bleef hemdus niets over dan terug te trekken. Urban bezette Varese den31sten Mei. Terstond legde hij het hoogstens 8000 zielen tellendestadje een boete van 3 millioen lire op. Gelukkig voorkwam het be-richt van den slag bij Magenta en tevens het bevel van Gyulay omonmiddellijk naar den Mincio terug te trekken , verdere dwaze maat-regelen, want van de 3 millioen had slechts kunnen wordenopgebracht, waarmede de Oostenrijkers aftrokken. Maar uit alles bleekgenoeg wat den Lombarden boven het hoofd hing , als de krijgskansgekeerd was.

Terstond na Urbans aftocht rukte Garibaldi weder op en vervolgdehem zoo krachtig mogelijk. Langs de Vatellina zocht hij Tyrol binnente dringen Maar hoe dapper zijn vrijwilligers ook dikwijls vochten,beslissende voordeelen behaalde hij zelden ; alleen werd tusschen hem

Page 30: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

20

Omwentelingin

Midden-ItaU

en de jonge mansehap van Italie thans een band geknoopt, die vangroote beteekenis voor de toekomst was.

De aftocht van het Oostenrijksche leger, bezuiden Milaan om, werdmaar weinig door de bondgenooten bemoeilijkt. Alleen op den dag vanden intoeht der vorsten in Milaan, 8 Juni, had bij Melegnano aanhet riviertje den Lambro een hevig gevecht tussehen het korps vanBaraguay d'Hilliers en de Oostenrijksche achterhoede plaats, dat doorhet verschijnen van Mac Mahon ten nadeele der laatste werd beslist.Maar overigens bereikten de Oostenrijkers zonder stoornis de Mincio-linie, waar hen nieuwe versterkingen waehtten.

Niet alleen het leger verliet Lombardije, maar alle Oostenrijksehegarnizoenen in Italie kregen bevel onmiddellijk haar standplaatsen teverlaten en zich achter den Mimic, te begeven. Daarom werden Paviaen het met groote kosten tot een vesting van den eersten rang ge-maakte Piacenza weinige dagen na den slag bij Magenta verlaten ; ookModena en Reggio en zelfs, tot algemeene verbazing, het sedert 1849door Oostenrijk bezette noordelijk gedeelte van den Kerkelijken Staat ,tot Ferrara inkluis.

Aan de behoefte om alle krachten in het ook van de zeezijde be-dreigde Venetiaansche te coneentreeren, werden naar het sehijnt alleandere belangen opgeofferd.

De gevolgen van het aftrekken der Oostenrijkers bleven niet uit.De hertogin van Parma verliet onmiddellijk, en thans voor goed, haarresidentie, zij ontsloeg alle ambtenaren van hun eed, maar behield zichalle rechten harer kinderen voor. De hertog van Modena bracht hetgrootste gedeelte van zijn legertje aan de overzijde van den Po opOostenrijksch gebied en verliet zijn land onder seherp protest tegenhet hem aangedaan geweld. Zoowel in zijn residentie als in Reggiovolgde de stadsregeering het in Mei in Parma gegeven voorbeeld enverklaarde de in 1848 uitgesproken vereeniging met Piemont vankracht, evenals de wederopgetredene voorloopige Parmesaansche regeeringdeed. Weldra nam de bekende patriot Farini er als regeeringseommis-saris van Victor Emmanuel het gezag in handers.

In den nacht van 11 op 12 Juni had de Oostenrijksehe bezettingBologna verlaten ; reeds in den morgen was de houding der bevolking,die luidkeels Victor Emmanuel deed leven, van dien aard, dat dekardinaal-legaat het raadzaam achtte haar te volgen. Terstond daarnawerd door de stedelijke regeering een voorloopige regeering ingesteld

Page 31: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

21

onder markies Pepoli, een bloedverwant der Bonaparte's, en dezewachtte niet met het uitroepen der dictatuur van den koning vanSardinie. Ravenna en alle andere steden van de Romagna volgden hetvoorbeeld, evenals Ancona en eindelijk ook, 22 Juni, Ferrara, toendaar de Oosteurijkers waren afgetrokken. De pauselijke troepe,n trokkenover Pesaro naar het eigenlijk Romeinsch gebied. Aileen de citadelvan Ancona bleef door hen bezet ; overigens waren zoowel de zooge-naamde Marken als Umbrie geheel bevrijd. Ware er geen Franschebezetting in Rome geweest, bijna zeker zou daar hetzelfde hebbenplaats gehad. Thans werd er de slag van Magenta door vrijwilligeilluminatie en huldebetoon aan de Fransche en Sardinische legatiengevierd.

Zoomin als in Toscane had in het overige Midden-Italie de omwen-teling eenig bloed gekost. Er was nergens tegenstand geboden, alleswas als van zelf gegaan. Evenwel was de beweging niet overal evenkrachtig, iedere stad, ieder landschap handelde op zich zelf. Toen kar-dinaal Antonelli dan ook zag , dat geen Sardinische troepen de inopstand gekomen landen binnenrukten en dat zelfs van uit Toscaneen Bologna geen poging wend gedaan om de Mark-Ancona geheel tebevrijden, beval hij de uit de Legatien en de Romagna teruggekomentroepen daarheen en mar Umbrie op te rukken. Ancona werd methulp der bezetting van de citadel weder bezet, en het pauselijk gezagin de Marken zonder bloedvergieten hersteld. Tegen Perugia, de voor-naamste stad van Umbrie, zette zich een kolonne pauselijke Zwitsersonder kolonel Schmidt in beweging, versterkt door gendarmen endouaniers.

De stad had den 14den Juni de dictatuur van Victor Emmanuel uitge-roepen, maar was gelsoleerd gebleven. De regeering van Toscane zoowelals die van Bologna verboden, overeenkomstig de uit Turijn ontvangenvoorschriften, het uittrekken van vrijwilligers mar het pauselijk gebied,zoodat de eenige bijstand dien Perugia kreeg, in de zending van eenigegeweren bestond. Er waren dan ook maar 600 gewapenden in destad toen Sehmidts' dubbel zoo talrijke Zwitsers den 20sten Juni degebarricadeerde poort bestormden. Na dapperen tegenstand wend dieoverweldigd, en daarop werd de stad het tooneel van rnoord en plun-dering, daar de laatste den soldaten was toegestaan „anderen ten af-schu welijken exempel" zouden onze vaderen gezegd hebben. Een aantalongewapenden, vrouwen, priesters, ja zelfs kinderen kwamen cm. Be

Page 32: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

22

verontwaardiging over deze gebeurtenis was algemeen, ook buiten Italie;het meest in Zwitserland, waar de openbare meening met kracht tegenhet handhaven der werfeapitulatien in verzet kwam.

Voorloopig echter bereikte de pauselijke regeering het beoogde doel.Umbrie en de Marken onderwierpen zich zonder verder verzet. DePaus zelf liet niet na in allocution en encyclieken tegen de revolutiein de Romagna en. de Legatien te protesteeren als tegen eeu aan denHeiligen Stoel gepleegden roof, en ieder met de zwaarste kerkelijke straffente bedreigen, die daaraan deelnam. Dat belette echter niet dat VictorEmmanuel niemand minder dan zijn vriend en oud-minister Massimod'Azeglio , vroom katholiek en tevens trouw patriot, als zijn militairecommissaris in de Romagna en de Legatien afvaardigde.

De slag bij Het achter den Mincio teruggetrokken Oostenrijksche leger wasSolferino. door nieuwe versterkingen op acht legerkorpsen gebracht, die verdeeld

waren in twee ,,legers" onder de generaals Wimpffen en Schlick.Keizer Frans Joseph had zelf het opperbevel op zich genomen, maarde leiding der operation berustte eigenlijk bij Hess, en diens plaats-vervanger Ramming, die het gewoonlijk niet eons waren, wat tot slapheiden onzekerheid in de aanvoering aanleiding gaf. Met de reservekavalerietelde het leger 188,000 man, waarvan echter slechts ruim 160,000werkelijk op het slagveld aanwezig waren. Niet vreemd, dat KeizerFrans Joseph aan het hoofd van zulk een maeht gehoor gaf aan degenen,die zich niet, als Hess, uitsluitend tot verdediging binnen den vier-hoek wilden bepalen, en den 23sten Juni het leger op nieuw over denMincio voerde, om den uit Milaan aanrukkenden vijand tegemoette gaan.

Want Napoleon en Victor Emmanuel waren maar weinige dagen teMilaan gebleven. Beiden hadden daar nieuwe proclamaties uitgevaar-digd, waarvan die van den keizer, welke aan alle Italianen gerichtwas, zoo gesteld was, dat zij , vooral in verband met zijn manifest bijden aanvang des oorlogs, de Italianen moest versterken in het denk-beeld, dat Frankrijk hun zou toelaten, den staatsvorm te kiezen,welken zij zelf verkozen ; immers, zij riep hen op zich militair teorganiseeren onder Victor Emmanuel, om zelf deel aan den bevrijdings-oorlog te kunnen nemen, en om nu soldaten te wezen, ten eindedaarna een groot yolk te kunnen worden. Victor Emmanuel daaren-tegen wendde zich in het bijzonder tot de Lombarden ; hij beriep

Page 33: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

zich op de volksstemming van 1848 ter wettiging van zijn gezag, dathij beloofde, zoodra de toestand het toeliet, weder onder de wettelijkeconstitutioneele vormen te zullen uitoefenen.

Na enkele feestelijke dagen, braken de vorsteu op en voegden zichbij het leger, dat langzaam de Oostenrijkers volgde, van wie men inhet hoofdkwartier nog steeds eon plotselingen omkeer verwachtte. Eersttom de zekerheid verkregen was dat zij achter den Mimic) terug-trokken , ging de marsch smiler. Op den 2 Ven had de linkervleugel,het Sardinisehe leger, , het Garda-meer bereikt. Het waren slechtsvier divisien, ongeveer 35,000 man, daar Cialdini ter ondersteuning vanGaribaldi zich noordwaarts had gewend.

De Franschen vormden het centrum en den rechtervleugel ; vierle gerkorpsen en de garde, met de cavalerie, waarschijnlijk een groote100,000 man, werkelijk aanwezige troepen. Want ook bij de bond-genooten stelde de beruchte butte der Lombardische vlakte tal vanmanschappen buiten gevecht. Evenwel werd hun mindere getalsterkteruimsehoots goedgemaakt door hull veel beter geschut, en vooral ookdoor veel liehter uitrusting der manschappen. De Oostenrijkers dear-entegen hadden in den avond van den 23sten eon voortreffelijke stellingingenomen, waarvan het dorp Solferino het middelpunt was.

Zij waren op den volgenden dag, '24 Juni 1859, op het punt vandaaruit op to breken, toen zij door de zeer vroeg in den morgeu opmarsch gegane bondgenooten werden aangevallen. Toen ontwikkeldezich een der gew eldigste veldslagen der negentiende eeuw, die dengeheelen langen zomerdag duurde en slechts in den namiddag eenoogenblik word afgebroken door een ontzettend onweder, dat denstrijders een tijdlang de mogelijkheid benam jets te onderscheiden, jazelfs gedeeltelijk zich staande te houden, laat staan zich to bewegeu.Maar toen het voorbij was, begon het gevecht met nieuwe woede. Heellang en bitter word in het centrum out Solferino en, links daarvan, (maCavriana gevochten. De Oostenrijksche linkervleugel, bijna 60,000man, schoot echter onder Wimpffen's matte leiding geheel te kort inhaar tack oin den veel zwakkeren Franschen rechtervleugel, het korpsNiel overhoop te werpen en daarna het rechter centrum, Mac Mahon'skorps in de flank te vallen. Toon later op den dag Canrobert Nielbijsprong, gaf Wimpffen den strijd op, on trok terug. Daardoor wordhet Oostenrijksche centrum, dat nu ook in ziju flank bedreigdwerd , aan het wankelen gebracht. Ten slotte werd Solferino door de

Page 34: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

24

Fransche garde veroverd. Opnieuw hadden hier de Hongaren vanClam Gallas slecht gevochten ; na afloop van den slag bleken zij ge-heel gedemoraliseerd. Eindelijk , toeu ook Cavriana was veroverd,bleef den Oostenrijkers niets over dan terug te trekken; de aan-brekende duisternis en noc, meer de uitputtiug belette de Franschenze te volgen.

Heel anders was het verloop van den strijd aan den Oostenrijkschenrechtervleugel. Deze werd aangevoerd door generaal Benedek, eenuitnemend aanvoerder, , vol energie. Zijn korps , door andere troepenversterkt, deed in getalsterkte niet veel onder voor de Sardiniers, dietegen hem over stonden. Hun eersten aanval sloeg hij of en daaropvan zijn zijde, offensief optredende, dreef hij ze uit hun stellingbij San Martino. Den geheelen dag werd hier met groote verbitteringgestreden, over het geheel met voordeel door de Oostenrijkers. Eentijdlang stond het zelfs te vreezen, dat een deel der Sardiniers in hetmeer zouden worden gedreven. Eerst toen tegen den avond hetOostenrijksche centrum verslagen bleek , besloot Benedek tot denterugtocht. De Sardinia's hadden toen de voldoening San Martino teheroveren , maar hunne aanvallen werden afgeweerd. De Oostenrijkershebben deze strijd dan ook altijd als een overwinning beschouwd, diedoor de nederlaag van het centrum en den aftocht van den linker-vleugel haar doel miste.

De verliezen aan beide zijden waren ontzaglijk , de Sardinia's ver-boron ongeveer 5500 man, de Franschen, hoewel ruim 3 maal zoosterk , niet veel meer dan het dubbele, 12,000 man; de Oostenrijkersbijna 23,000, met inbegrip van 9000 gevangenen en vermisten.

Het slagveld bood een vreeselijk schouwspel aan, daar de genees-kundige dienst der verbondenen tegen de verpleging van zulke grootegetallen als hier gewond waren, niet opgewassen was. Het geziehtvan deze afgrijselijke elende deed Henri Dunant uit Geneve hetbesluit opvatten, om een internationale overeenkomst in het leven teroepen , tot bescherrning van zieken en gekwetsten in oorlogstijd.Zoo werd Solferino in zekeren zin de geboorteplaats van het gRoodeKruis''. Maar niet alleen deze menschenvriend, ook de beide keizerswaren door den aanblik van de gruwelen des oorlogs zeer pijnlijkaangedaan. Dat bleef niet zonder gevolgen ; terstond reeds noopte ditgevoel Frans Joseph den volgenden dag zijn toestemming te weigerenvoor een hervatting van den strijd, zooals door Benedek en enkele

Page 35: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

25

andere generaals werd begeerd. Trouwens, al had dit motief nietbestaan, in de oogeu van de meeste aanvoerders was daar ook omandere redenen niet aan te denken. Immers , het leger had veelgeleden , vele regimenten waren niet meer strijdvaardig, sommige zelfserg gedemoraliseerd. Onder die omstandigheden scheen een hervattenvan den strijd ondoenlijk. Vandaar dat tot den terugtocht over denMincio besloten en het leger binnen den vierhoek teruggevoerd werd.Verona werd , als in 1848, het hoofdkwartier. Peschiera en Mantuade vooruitgeschoven versterkte voorposten.

Het eerste zouden natuurlijk de Sardiniers aantasten. Reeds werdendaartoe verkenningen gedaan met luchtballons, welke de Franschenhadden medegebracht. Op Mantua daarentegen zou prins Napoleonzijn krachten beproeven , die inmiddels met het Fransche reservecorps ,versterkt door de Toscaansche troepen den Po was overgetrokken.Keizer Napoleon verlegde zijn hoofdkwartier mar Valeggio ; een deelzijns legers trok den Mincio over. Tegelijkertijd bedreigde een sterkeFransehe vloot , waar zich alle Sardinische oorlogschepen bij haddenaangesloten , Veneti6 en tevens de Dalmatische en Istrische kusten.Zij had een aantal landingstroepen aan boord en begon in afwachtingder groote dingen welke zij doen zou, met groote onrust te verwekkenonder de Slaven en Albaneezen, die in de nabijheid der Adriatischekusten woouden , vooral toen Fransche schepen de Oostenrijksche fortenaan de Bocche di Cattaro beschoteu. Men vreesde voor complicatienin het Oosten , en nog ineer, , als de Franschen Triest mochten willenblokkeeren , hoopte de een en vreesde de ander, dat de DuitscheBond rechtstreeks in den strijd zou worden betrokken ; dan werd deoorlog een Europeesche.

Toen de strijd was uitgebroken waren de pogingen der Europeesche De vrede vanVillafranea.diplomat1e om hem te voorkomen of althans te beperken , tijdelijk

gestaakt geworden.De groote vraag, of Duitschland het voor Oostenrijk opnemen zou,

hing uitsluitend af van het tot standbrengen van een overeenstemmingover de biding der Duitsche aangelegenheden tusschen de beide grooteDuitsche mogendheden. De Pruisische regent en zijn raadslieden blevenongezind oin aan Oostenrijk een volkomen overwinning te bezorgenzoo daarvoor niet eon grooter aandeel in de leiding in Duitschlandaan Pruisen werd verzekerd. Doch die prijs was Oostenrijk te hoog.

Page 36: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

26

Ook toen Buol , die de wijze , waarop de oorlog plotseling was aan-gevangen , zeer had afgekeurd , zijn ontslag had genomen , kwam ergeen verandering in de Oostenrijksche politiek. Zijn opvolger, graafRechberg, volgde het spoor van zijn voorganger. De onderhandelingenover het bevel over het Duitsche bondsleger leidden daarom tot geenresultaat , niettegenstaande de stemming in Zuid-Duitschland dringendden nationalen oorlog tegen Frankrijk eischte, vooral toen er kansscheen op een overschrijding van de bondsgrenzen in Tyrol en Istrie.De prinsregent beval toen een gedeeltelijke mobilisatie van het Pruisischeleger en liet te Frankfort voorstellen de Zuid-Duitsche bondstroepenals observatiekorps aan den Boven-Rijn op te stellen. Rechberg ver-klaarde dit volstrekt onvoldoende en eischte dat Pruisen onvoor-waardelijk en met alle macht Oostenrijk zou bijstaan. Zoo was er nogniets vastgesteld , toen de slag bij Solferino het gevaar dat ook Duitsch-land in den oorlog zou worden betrokken, sterk vermeerderde en dePruisische regeering noopte aan de beide andere onzijdige grootemogendheden , Rusland en Engeland, voor te stellen om gemeen-schappelijk een bemiddeling aan te bieden op grondslag van herstelvan het status quo ante bellum en van invoering van hervormingen inItalie. Om te toonen dat zij dit ernstig meende, beval de Pruisischeregeering algemeeue mobilisatie van het leger, waarvan weldra aanzien-lijke korpsen zich naar den Rijn in beweging stelden.

Misschien reeds sedert Magenta, maar zeker sedert Solferinowas bij Napoleon twijfel gerezen aan de uitvoerbaarheid zijnerplanners. Daargelaten, dat in beide veldslagen bewezen was, datzijn zenuwen tegen een oorlog niet bestand waren, begreep hij datnog lang niet al het werk , zelfs niet eens het grootste gedeelte, ge-daan was.

De voortzetting van den veldtocht dreigde nog heel andere bezwarenop te leveren. De oorlog had hem getoond hoe groote gebreken inhet Fransche leger bestonden ; hij had weinig vertrouwen meer op hetbeleid zijner generaals , misschien nog minder op zijn eigen geschikt-heid voor de opperste leiding. De verhouding tot de bondgenootenwas niet geheel zooals hij het wenschte, Victor Emmanuel gedroegzich te onafhaukelijk. In Midden-Italie verliepen de gebeurtenissengeheel anders dan hij zich had voorgesteld. IIet zou blijkbaar moei-lijk zijn de Italianen te dwingen zich naar zijn programma te schikken.Zij eischten kenlijk den eenheidsstaat , wear hij allerminst van wilde

Page 37: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

27

weten. Met name de gebeurtenissen in de legatien verontrusttenhem, zij konden de grootste moeilijkheden met den pans veroorzaken.Daarenboven, werd de oorlog voortgezet, dan moest dit geschieden inverband met de rev olutie , niet alleen de Italiaansche , maar zelfs deHongaarsche. Bij al die over wegingen kwam de invloed van zijnomgeving , van Prins Napoleon in de eerste plaats, die genoeg vanden oorlog had, nu hij zijn kans op een Midden-Italiaansch rijk zagvervliegen, van de berichten uit Frankrijk , waar de keizerin, Walewskien de minister van oorlog Raudon alien tegen den oorlog waren, ende bezwaren en gevaren steeds breeder uitmaten.

kwam daarbij nog het door het Pruisische voorstel wer-kelijk dreigend gevaar van een oorlog aan den Rijn, waartegen hijFrankrijk thans allerminst bestand achtte. Geen wonder waarlijk, dat dealtijd twijfelmoedige keizer, die nimmer lang een enkel plan volgde,maar steeds nieuwe smeedde, den moed verloor.

Evenwel, zocht hij eerst langs diplomatischen weg de Pruisischebemiddeling te voorkomen en traclitte hij het pas opgetreden Engelschekabinet Palmerston-Russell te bewegen tot het aanbieden van zijn be-middeling , op grondslagen , die hij zelf aangaf. Maar die toelegmislukte geheel. Dit gal den doorslag.

Tot nog toe had hij nog ijverig gearbeid aan plannen tot voort-zetting van den strijd, zelfs met Kossuth en Klapka overleggingengepleegd over het overbrengen van den oorlog mar Hongarije; en washij, naar zijn gewoonte, zoowel op het voortzetten als op het stakenvan den strijd bedacht geweest , thans, 6 Juli, liet hij niet alleen aanhet Oostenrijksche hoofdkwartier voorstellen doen tot het sluiten vaneen wapenstilstand, mar zelfs te kennen geven, dat hij bereid wasdien te gebruiken tot het sluiten van een vredesverdrag. Te Veronaviel het voorstel in goede aarde. Frans Joseph verlangde niet mindernaar het einde van den oorlog dan hij zelf, en was over den Pruisi-schen voorslag kwalijk minder ontstemd. Immers de strijdkrachtender monarchie waren zoodauig uitgeput, dat voor den oorlog iii Duitsch-land niet veel meer dan het voorgeschreven bondscontingent van drielegerkorpsen beschikbaar bleef, zoodat daar de leiding noodzakelijk vanzelf aan Pruisen zou toevallen. En Italie behouden om Duitschlandte verliezen, was allerminst de bedoeling van de Oostenrijksche staats-leiders. De wapenstilstand werd dus spoedig voor vijf weken gesloten(8 Juli), en daarop begonuen terstond besprekingen over den vrede.

Page 38: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

28

Evenwel bij het zeer verschillend standpunt van beide partijen vlottendie niet. Daarom stelde Napoleon den Oostenrijkschen keizer eenmondgesprek voor.

Den llaen Juli had te Villafranca, dat tusschen de beide hoofd-kwartieren op een onzijdigen strook gronds lag, de ontmoeting derbeide vorsten plaats, in tegenwoordigheid van graaf Rechberg. Hetduurde verscheidene uren en eiudigde met het door Napoleon per-soonlijk neerschrijven van den tekst eener overeenkomst, die het vol-gende bevatte.

De beide keizers zouden het tot stand komen bevorderen van eenconfederatie van alle Italiaansche staten onder eere-voorzitterschap vanden pans. De keizer van Oostenrijk zou Lombardije aan den keizervan Frankrijk afstaan, die het aan den koning van Sardinia zouoverdragen. Peschiera en Mantua met hun gebied bleven aan Oostenrijk.Venetie zou , onder Oostenrijksch gezag , deel uitinaken van de Ita-liaansche confederatie. De verwanten van het Oostenrijksche huis, degroothertog van Toseane en de hertog van Modena, zouden in hunstaten terugkeeren en, even als alle betrokken regeeringen, een alge-meene amnestie afkondigen. De beide keizers zouden den pans ver-zoeken de volstrekt noodige hervormingen in den Kerkelijken Staatin te voeren.

Napoleon meet veel moeite hebben gedaan om betere voorwaardente bedingen, met name om in den tekst op te nemen, dat de terug-keer der vorsten niet met geweld zou mogen plaats hebben, maar hetbleek onmogelijk iets meer van Oostenrijk te verkrijgen , en daar hijin elk geval den vrede begeerde, schikte hij zich. Hij schijnt niet tehebben iugezien hoe het verdrag, als het word uitgevoerd, Oostenrijkeen veel sterker stelling in Italie moest verschaffen dan het tot nogtoe had bezeteu, daar Venetie veel gemakkelijker alleen te verdedigenwas dan met Lombardije te zamen en de terugkeer der vorsten dievoortaan geheel van Oostenrijk afhankelijk zouden zijn, het laatste hetgezag over Midden-Italie verzekerde, terwijl daarentegen Frankrijk inde oogen der Italianen een verrader moest wezen en Sardinia in deeerste plants zoo goed als voor een Oosteurijkschen inval open lag enverder wel vergroot maar tevens moreel vernederd zou zijn, daar hetdoor vreemde hulp een vruchtbare provincie had verkregen. Pat vanafstand van Savoie en Nizza thans geen sprake kon zijn, begreepNapoleon zelf volkomen.

Page 39: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

29

Victor Emmanuel was geheel onkundig gebleven van de plannenvan zijn bondgenoot. Bij het sluiten van den wapenstilstand had zijnchef van den staf, generaal Della Rocca, zijn medewerking moetenverleenen, maar van hetgeen nit dien wapenstilstand moest voort-vloeien wist hij zoomin als iemand anders.

Hij was dan ook op het eerste oogenblik zoodanig vertoornd, dathij er van sprak alleen den oorlog te willen voortzetten, maar weldrabegreep hij dat hem niets overbleef dan te berusten en teekende hijde overeenkomst der vorsten, „voor zoover het hem aanging", zooalshij er uitdrukkelijk bijvoegde.

Even als de koning handelden ook de Lombarden en Piemonteezen ;zij waren verontwaardigd en verbitterd, inaar erkenden dat er voor hetoogenblik uiets overbleef dan zich stilzwijgend to onderwerpen.

Maar wie berusten kon, Cavour niet. Zoomin als iemand schijntook hij eenig vermoeden van een plotseling staken van den oorlog ge-koesterd te hebben, wat eenigszins bevreemden kan, daar in de kringender diplomatic eon dergelijke verwachting meermalen was uitgesproken,maar zich verklaren laat nit zijn, misschien juist door het in Aprilgebeurde, versterkt vertrouwen op Napoleon en zijn eigen optimistischenatuur. Op het vernemen van den wapenstilstand ijlde hij onmid-dellij k naar het hoofdkwartier des konings, maar het bericht vanhet sluiten van den vrede , dat hij daar vernam, trof hem geheelonvoorbereid. De schok was zoo hevig, dat hij voor het oogenblikalle zelfbeheersching verloor en, terwijl hij, begrijpelijk geuoeg, zijnonmiddellijk ontslag eischte, zich niet ontzag zijn koning met debitterste en meest onverdiende verwijten derwijze te overladen, dat dezehet vertrek verliet om aan het pijnlijk tooneel een einde te maken.Onmiddellijk reisde hij daarop naar Turijn terug, waar hij slechtsbleef tot het nieuwe ministerie gereed was. Als minister verklaardehij niets meer te kunnen doen, maar als patriot te zullen volhardenin het nu openlijk erkend streven naar het groote doe, de eenheidvan geheel Italie. Van daar dat bij, terwijl hij officieel de nu nood-zakelijke terugroeping der koninklijke commissarissen nit de in op-stand gekomen landen aankondigde, de leiders daar dringend totvolharden tot het uiterste aanmaande, en b un zooveel mogelijk demiddelen tot tegenweer verschafte. Daarop verliet hij voor een aantalweken het land, om bij zijn verwanten in Zwitserland, ver van allezaken, nieuwe krachten te verzamelen.

Page 40: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

30

Het was geen lichte taak Cavour te vervangen en het bewind onderzulke omstandigheden te aanvaarden. Het pleit dan ook voor devaderlandsliefde van Ratazzi, dat hij zijn reputatie op het spel dorstte zetten door in het ministerie zitting te nemen, waarvan hij feitelijk,mar La Marmora in naam, president was. Beiden stonden goed aan-geschreven bij Napoleon, wat thans noodzakelijk was. Want het kwamer bovenal op aan, dat de boudgenoot, wien het veelzeggend stil-zwijgen der vroeger jegens hem en zijn leger zoo uitbundige bevolking,dat hem op zijn terugweg naar Frankrijk begeleidde, ten duidelijkstetoonde, hoe elk Italiaan hem als een verrader beschouwde, niet zoo-danig ontstemd werd over wat hij , en de Franschen in het algemeen,de ondankbaarheid der Italianen noemde, dat hij zich voorgoed metde clericalen en reactionnaireu verbond. Ook Cavour kwam weldra wedertot het bleef, dat zonder Frankrijks medewerking niets kon wordenbereikt. Maar al slaagden op den duur de pogiugen om een breukto voorkoinen, tusschen de beide volken bestond voor langen tijd eengroote verbittering. Frankrijk vergaf het niet , dat Italie zich nietdankbaarder betoonde voor al het vergoten blood; Italie evenmin, datFrankrijk het midden in den strijd had verlaten en wilde dwingentot het aanvaarden van een lot, dat het weinig minder erg achtte ,dan dat waaraan het zich met Frankrijks hulp had ontworsteld.

In A ugustus had reeds de massa van het Fransche leger Italieverlaten, en had te Parijs een zegevierende intocht plaats. Een sterkkorps onder den maarschalk Vaillant bleef voorloopig Lombardije be-zetten, totdat de vrede zou zijn uitgevoerd. Het was een wacht tegenOostenrijk zoowel als tegen de revolutie.

Voortduren Het lot van Italie hing thans of van de houding der bevolkingder beweging der Midden-Italiaansche staten. Bleef deze standvastig weigeren dein Midden-

Italid. verdreven vorsten to ontvangen , en tevens toonen dat zij volkomenrijp was voor de zelfregeering , welke zij eischte , dan was het vredes-verdrag onuitvoerbaar. Want dan was elke restauratie, zoowel met alszonder geweld , uitgesloten. De Oostenrijksche regeering kon er nietaan denken daartoe militaire hulp te verleenen , als er geen enkelvoorwendsel bestond tot gewelddadig tusschenbeide komen. De be-volking van Midden-Italie begreep dit even good als haar leiders ; delessen van 1848 en '49 waren geenszins voor haar verloren. Nergensvertoonde zich eenige weifeling , nergens ontstond eenige verwarring.

Page 41: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

31

Alle klassen der bevolking bleven zich rustig voegen naar de aan-wijzingen der nieuwe overheden. In den beginne echter dreigde opeen punt ernstig gevaar.

De hertog van Modena stond op het oogenblik van bet sluiten vanden vrede met zijn eigen legertje, van 5000 man sterk , vlak bij degrenzen van zijn verloren hertogdom. Hij kon in een dagmarschzijn hoofdstad bereiken , waar geen krijgsmacht aanwezig was, dienil de zijne weerstand kon bieden. De laatste bestond daarenbovenuit landskinderen , wier terugkeer door Inn verwanten vurig begeerdword. De mogelijkheid was geenszins uitgesloten, dat dezen, vereenigdmet de conservatieve elementen der bevolking , elken weerstand yen-lammen zou , als de inval onmiddellijk plaats had, eer de patriottentot bezinning waren gekomen. Had to Modena een vreedzame restauratieplaats, dan kon het voorbeeld ook op Toscane, op Parma van invloedzijn. Maar alles hing er van af of het sue! gebeurde.

Niemand die dit beter begreep dan Farini , die als koninklijkcommissaris in Modena het bewind voerde. bowel hij in die hoe-danigheid niets meer doen mocht , dacht hij en niet aan zijn post teverlaten. Otn vrij te zijn, zoud hij te Turijn zijn ontslag in, maarmaakte daarop zijn terugroeping niet bekend', doch vroeg de bevolkingvan de hoofdstad of zij bereid was weerstand to biedeu, als de hertogbinnenrukte. Op het algemeen bevestigend antwoord verklaarde hijvoor de uiterste middelen van verweer niet terug to zullen deinzen ,als dit gebeurde. Tegelijkertijd riep hij haar op tot eon volksstemmingover het toekomstig lot des lands. De geheele bevolking, niet alleenvan de hoofdstad , maar ook van Reggio on andere plaatsen juichte dittoe. De hertog dorst nu de onderneming , waartoe hij gereed stond ,niet to wagen , Oostenrijk hem net to ondersteunen. Zoo gebeurdeen van die zijde uiets veer Farini zijn gezag in handen van destedelijke overheden nederlegde , die hem onmiddellijk de dictatuuropdroegen. In Augustus volgde het bijeenroepen eener uationale yen-gadering en word tevens de nitslag bekend der volksstemming , welkebijna met eenparigheid aansluiting aan Sardinie , en vereeniging vanalle Italiaansche landen tot een staat uitsprak.

Hetzelfde was ook in Parma gebeurd waar Manfredi na het vertrekder Sardinische commissarissen het bewind aanvaard had en Farini'svoorbeeld zoo veel mogelijk volgde.

Weldra besloten beide hertogdommen tot eerie soort van persoonlijke

Page 42: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

32

Unie, daar aan Farini ook in Parma het dictatoriale gezag werd op-gedragen , dat hij echter alleen ten behoeve der landsverdediging per-soonlijk uitoefende , maar overigeus aan Manfredi en diens ministersliet. Ook in Parma, was een nationale vergadering bijeengekomen ,die, half September, te zamen met die van Modena, een commissienaar Victor Emmanuel zond otn hem den uitslag der volksstemmingbekend te maken en hem te verzoeken de annexatie der beide landenuit te spreken. Natuurlijk luidde het antwoord niet veel anders daudat wat te voren een dergelijke Toscaansche commissie ontvangen had.Aannemen kon de koning niet, dat beletten de tijdsotnstandigheden ;maar het antwoord was geenszins een weigering.

Tegenover Toscane was bovenal voorzichtigheid noodig, omdat Na-poleon nog steeds plannen koesterde om daaraan een zelfstandigeplaats in Italie te verzekeren , zijn inwoners mochten het willen ofniet. In hoever hij daarbij zijn neef prins Napoleon clack te be-gunstigen is niet duidelijk ; voor zijn verwanteu koninkrijken op terichten naar het voorbeeld van zijn oom , achtte hij een weinig voor-deeligen arheid. Ook de familie Murat moest dat ondervinden. MaarToscane aan Sardinie te geven, stond in zijn oogen gelijk met de een-heid van Italie of te kondigen , en daartoe kon hij niet besluiten.

De Toscaners stoorden zich echter allerminst aan de keizerlijkewenschen. Toen Boncompagni als commissaris het bewiud aan denministerraad had overgedragen , nam de president daarvan , de baronBettino Ricasoli , die langzamerhand algemeen als de leider der liberalepartij in Toscane was erkend geworden , dit in handen. Verkiezingenwerden weldra uitgeschreven voor een nationale vergadering , welkereenparig votum hetzelfde was ads dat van Modena en Parma.

De benoeming van Garibaldi tot bevelhebber der Toscaansche troepenbewees verder genoegzaam den geest van het groothertogdom. Want meerdan iemand trad deze thans openlijk op als de man der onmiddellijke ver-eeniging van alle Italiaansche Ian den tot den eenheidsstaat onder VictorEmmanuel. Zijn ongeduld om dien tot stand te brengen , maakte hetden anderen leiders moeilijk genoeg. Maar zijn vele voortreffelijkeeigenschappen, bovenal zijn onbaatzuchtigheid en eenvoud, verschaftenhem bij het yolk en vooral bij de jongeren een populariteit , die hemtot een persoon maakte, waar men rekening mede moest houden.Voor alles moest vermeden worden dat hij in de handen der Mazzi-nisten viel, die wel op het oogenblik weinig invloed hadden , maar

Page 43: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

33

die hem bij een langer onbeslist blijven van den toestand, als hij geenwerkzaam aandeel aan de leiding had, allicht kouden winnen. Aanhet hoofd der Toscaansche troepen en vrijwilligers bleef hij ondervoortdurend toezicht van voorzichtiger mannen , ter wijl zijn aanwezig-heid alleen reeds een waarborg was tegen elke reactie.

In Bologna had Massimo d'A.zeglio als koninklijk cornmissaris eenministerie ingesteld , waarvan graaf Pepoli de hoofdpersoon was. Toenliij zijn ontslag moest nemen had dit een korten tijd de leiding zelfin handen gehad en aan den kolonel Cipriani als gouverneur-generaalder Legatien het gezag opgedragen. Deze had in de Romagna derge-lijke maatregelen genomen als Farini en Ricasoli in de andere landen.Maar Minghetti was er als president der national° vergadering opge-treden en had door zijn groote talenten en vlekkeloos karakter feitelijkde leiding in handen.

De drie staatshoofden, Farini, Ricasoli en Cipriani, handelden voort-durend in nauwe overeenstemming , dat eerst tot het sluiteu van eenof- en d efensief verbond van Toscane en de staten van Emilia leidde ,daarop tot de samensmelting hunner krijgsmacht en eindelijk ook toteen tol-vereeniging. De naam Emilia diende toen orn de getneenschapvan Parma, Modena en Bologna aan te duiden , die alle aan denbekenden Romeinschen weg, de Via Emilia, lagen. Hij is sedert daarin z wang gebleven. Aan de v ereeniging der vier landen werd dekroon opgezet doordat in alle , na de afkondiging van den uitslagder stemming over de vereeniging met Piemont , de koninklijkewapens werden aaugeslagen en alle officieele handelingen plaats haddenin naam v an Victor Emmanuel. En dat alles geschiedde zondereenige verstoring der orde. De bevolking betoonde een zelfbeheerschingdie be wees, hoe veel zij geleerd had nit de rampen van de revolutiejaren,man die daarom niet minder bewonderiug verwekt , wanneer men be-denk t vat zij geleden had en hoe diep het gevoel van wraak in deborst van een It aliaan geworteld is. Slechts een enk el geval maakteeen uitzondering maar de wijze waarop dit werd opgenomeu be weeshoe goed gedisciplineerd de Midden-Italianen waren. Een van de ergstebeulen van hertog Karel van Parma, Anviti, had, toen niemand eonhaar gekrenkt werd , zich in de stad gewaagd. Terstond liep hetyolk te hoop ; de regeering verleende hem cell schuilplaats in de ge-vangenis , maar hij word er met geweld uitgesleept en door verwanten2ijner slachtoffers omgebracht. Het was eon begrijpelijke uitbarsting

II 3

Page 44: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

34

van een echt nationalen hartstocht. Maar zoodra het geschied wasschaamde het yolk van Parma er zich over, en overal elders werd hetfeit beschouwd als een vlek op de reinheid der nationale zaak. Hetis dan ook nooit en nergens herhaald geworden. Wanneer men zichherinnert , dat 1848 nog maar elf jaren geleden was, is dit genoegom begrijpelijk te maken , dat tegenover zulk een beweging zelfs deOostenrijksche regeering alle gedachten aan een restauratie der Lotha-ringsche verwanteu opgaf. Alleen de pans Meld niet op , alle straffendes hemels te bedreigen tegen de beroovers van de Kerk en denHeiligen Stoel.

Geen tittel of jota gaf hij van zijn rechten op, van geen enkelehervorming wilde hij hooren , welke voorstellen hem ook van wegeSardiniö en Frankrijk gedaan werden. Toen in October de Legatienopenlijk de vereeniging met Sardinie afkondigden , werden den Sardi-nischen zaakgelastigde te Rome zijn passer toegezonden , en tevenswerd de pauselijke krijgsmacht zooveel mogelijk versterkt door tal vanvreemde korpsen , voor een deel aangeworven door de katholieke ver-eenigingen , die zich in eenige landen hadden gevormd met het doel ,het wereldlijk gezag van den pans te handhaven. De omwentelingin de Legatien had de katholieke wereld met verontwaardiging ver-vuld , maar de vrede van Villafranca had aan de verwachting voetgegeven , dat het pauselijk gezag er weldra hersteld zou wezen. Hetverloop der gebeurtenissen echter maakte dit hoe langer hoe onwaar-schijnlijker ; eerder stond uitbreiding der revolutie over het overiggebied van den Kerkelijken Staat te wachten , behalve in zoover hetdoor de Fransche bezetting daartegen was beveiligd. Doch de howlingvan keizer Napoleon gaf geen aanleiding om te hopen , dat deze eldersdan in Rome zelf en in den ontniddellijken omtrek der stad een be-weging zou onderdrukken. Dit alles had den ijver der katholieken ,vooral in Frankrijk, sterk aangevuurd ; alles moest gedaan wordenom de pauselijke regeering in staat te stellen het gezag met geweldte handhaven.

Het verdrag De herleving der Romeinsche quaestie ontstemde Napoleon in hoogevan Ziirieh. mate. De standvastige weigering van den paus om tot eenige con-

cessie , tot eenige transactie, hoe ook geuaamd , de hand te leenen ,maakte de uitvoering van zijn plannen volkomen oumogelijk. Hij wasdoor de gebeurtenissen in 1VIidden-Italie overtuigd, dat aan herstel der

Page 45: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

35

verjaagde regeeringen niet te denken viel, tenzij geweld werd gebruikt,en dit kon hij onmogelijk toelaten. Hij wilde tevens juist in dezedagen zich op een goeden voet stellen met Engeland , dat zich nubijna openlijk voor de Italiaansche eenheid begon te verklareu. Dochvan een sameuwerking met Engeland kon bezwaarlijk jets komen , alshij dit geen waarborgen gaf, , dat hij werkelijk niet de booze plannenkoesterde , welke in dien tijd hem door de Engelsche pers , ja , menkan wel zeggen door de Engelsche natie werden toegedicht. Hetnieuwe ministerie Palmerston—Russell was hem niet vijandig , maarbet zag het publiek naar de oogen, en toen dit in de inwijdingsfeestender nieu we vestingwerken van Cherbourg, ja zelfs in de uitnoodigingvan de Engelsche koningin en haar echtgenoot om die bij te wonen ,een beleediging en uitdaging zag , en de pers een toon aansloeg alsofeeu Fransche inval ieder oogenblik te verwachten stond, nam het tegen-over de Fransche politick een weinig vriendelijke houding aan. Na-poleon zocht naar middelen om Eugeland gerust te stellen , doorduidelijk te toonen dat hij zich niet door de clericalen liet medesleepenen in alle geval afzag van het uitvoeren van de bepalingen van hetverdrag van Villafranca , welke het meest reactionnair getint waren.

De toen gemaakte voorloopige bepalingen moesten op een conferentievan Fransche , Oosteurijksche cii Sardinische diplomaten te Zlirich indefiuitieve wordeu veranderd , en verder in bijzonderheden worden uit-gewerkt. Reeds in Augustus was die bijeengekomen , umar de onder-handelingen hadden tragen voortgang. De meeste bepalingen vanVillafranca hadden een veel te verre strekking , leverden veel te veelmoeilijkheden op, om te Zilrich te worden uitgemaakt Aileen eenEuropeesch congres kon die beslissen. Evenwel, om niet den geheelenvrede op losse schroeven te stellen, werd besloten te Zurich de betrek-kelijk eenvoudige Lombardijsche regeling af te doen. Voor de leusbeloofden de Oostenrijksche en Fransche regeeringen elkander, het totstand komen eener Italiaansche confederatie te zullen bevorderen, maaroverigens werden alle niet rechtstreeks op Lombardije betrekkelijkezaken verdaagd.

Den 10den November 1859 werden daarop te Zilrich de traktatengeteekeud, waarbij Oostenrijk aan Frankrijk en Frankrijk aan Sardiniealle rechten op Lombardije overdroeg. Behalve Mantua en Peschierawerd nog al het grondgebied links van den Mincio aan Oostenrijkvoorbehouden, terwij1 Sardinie een deel der schulden van het Lombar-

Page 46: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

36

disch Veuetiaansch koninkrijk moest overnemen. Daarmede was deconferentie afgeloopen en het werk van Villafranca zoo goed als teniet gedaan. Trouwens , nu Oostenrijk verzekerd was van zijn Vene-tiaansch bezit, trok het zich vrijwillig terug uit de Italiaansche poli-tiek. Natuurlijk bleef het steeds op het herstel der hertogen aan-dringen , maar het dacht er niet aan iets te doen , om zijn eischenkracht bij te zetten. De binnenlandsche zaken der monarchie, zoowelde staatkundige als de financieele on de verhouding tot Duitschland ,namen trouwens de aandacht en de door den oorlog sterk ver-minderde krachten der Oostenrijksche regeering weldra zoozeer in be-slag, dat zij blijde mocht zijn uit de Italiaansche verwikkelingenverlost te zijn.

tilstand derItaliaanschebeweging inden herfstvan 1859.

Toen het verdrag van Zfirich gesloten werd, was Napoleon reedsbegonnen de verandering zijner staatkunde in to leiden. In de eersteplaats diende daartoe een brief, waarin hij (in het midden van October)aan Victor Emmanuel een aanzienlijke wijzigiug in zijn programmaaankondigde, evenwel met vasthouden aan de Italiaansche confederatie.Maar de daar uitgesproken, voor verwezenlijking onmogelijk vatbare,wenschen waren blijkbaar slechts voor de lens geuit. Zij moesten dienenom een aanstaande frontverandering to bemantelen. De keizer was ophet denkbeeld gekomen eener geheel andere oplossing der Italiaanschevraagstukken, die hem tevens gelegenheid zou geven, aan Frankrijkde belooning voor zijn diensten to bezorgen, die hij te Plombieresbedongen had, maar waarvan hij to Villafranca had moeten afzien.

Om die oplossing te verkrijgen behoefde Napoleon echter in deeerste plaats Engelauds steun, daar Rusland wel Oostenrijk vijandiggezind was, maar niet dan ongaarne een schending der in 1815 ge-waarborgde reehten der dynastieen zag, Pruisens gezindheid niet zeerduidelijk bleek en een hernieuwd gewelddadig optreden van Oostenrijkniet onmogelijk scheen, zoodat de keizer er tegen opzag alleen to han-delen. Hij zon op middelen een nauwer verbond met Engeland toverkrijgen, en achtte daartoe geen beter dan het aanbieden van handels-voordeelen. Hij dacht er over een handelsverdrag voor to slaan, waarbijin vele opzichten met het tot nog toe in Frankrijk met hand en tandvolgehouden beschermend stelsel werd gebroken. Hij zelf was evenalsin de staatkunde, ook in de staathuishoudkunde de moderne be-grippen toegedaan en reeds lang overtuigd, dat Frankrijk en Engelaud

Page 47: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

37

bij een dergelijke verandering beiden wel zouden varen. Maar hij zagop tegen den tegenstand der grootindustrie en over het geheel vande conservatieven en durfde daarom met zijn plannen Diet voor dendag komen. Waarschijnlijk zou hij dan ook voorloopig niet tot zulkeen gewichtigen stap zijn overgegaan, wanneer hij niet daardoor Enge-lands bondgenootschap had hopen te verwerven.

Be voorbereidende stappen werden daarom in diep geheim gedaanen alles werd zoo geschikt, dat het scheen alsof de oorsprong vanhet plan in Engeland was te zoeken.

Het scheen te meer noodig aan Engeland te gemoet te komen,ouadat het daar groote achterdocht had verwekt, dat tengevolge vanNapoleons bemoeiingen het groote werk der doorgraving der landengtevan Suez met kracht was ter hand genomen. Wel beweerde men inEngeland nog steeds dat het plan onuitvoerbaar was, maar men wastoch beaugst voor de gevolgen. De Engelsche natie verkeerde iii eentoestand van zenuwachtige opwinding en achtte Napoleon tot allesstaat. Met name het gerucht dat er plan bestond, Savoie en Nizzaaan Frankrijk toe te voegen, hadden de oude vrees voor de „revanche"van Waterloo doen herleven. Dit plan was echter voorloopig op denachtergrond geraakt en sedert was er ook in Engeland niet meer overgesproken.

Napoleon wachtte zich natuurlijk thans zorgvuldig er voor om ereenige melding van te maken, en ook het Sardinische ministerie ver-meed evenzoo alles wat aanleiding kon geven tot beslissingen, dietot een terugkomen op het traktaat van Januari kouden leiden.Het zag misschien ook daarom tegen een oplossing der Midden-Italiaansche quaestie op. Het deed dit te meer, omdat het in nietgeringe binnenlandsche moeilijkheden was gewikkeld. Yooral gaf devereeniging van landen, die een zoo verschillend verleden hadden alsPiemont en Lombardije, tot groote bezwareu aanleiding, en Rata zzi,een doctrinair radicaal, was geenszins de man om die bezwaren gemak-kelijk te overwinnen. Ilij was feitelijk het hoofd van het ministerie,want de minister president in naam, La Marmora, bemoeide zich uit-sluitend met de reorganisatie van het leger. Daar ook de minister vanbuitenlandsche zaken, generaal Dabormida, geen bijzonder doortasteudman was, onthield zich de Sardinische regeering begrijpelijkerwijs zoo-veel mogelijk van elk ingrijpen in wat het niet rechtstreeks aanging.

Be Italianen buiten Piemont waren over de houding van het Sar-

Page 48: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

38

dinische ministerie ontstemd, zij werden ongeduldig. Dat laatste wasook het geval met vele invloedrijke clericalen, die, sedert het pauselijkleger door een steeds aangroeienden stroom van vrijwilligers uit allelanden, waaronder verscheiden duizenden ontslagen Oostenrijksche sol-daten, versterkt was, over een gewelddadige restauratie van het pauselijkgezag in de Legatien begonneu te spreken.

leder oogenblik kon aan den bekendeu Apennijnen-pas La Catolicaeen botsiug ontstaan. Want de opperbevelhebber der gemeenschappe-lijke strijdkrachten van Toscane en de staten van Emilia, generaalFanti, was even als Farini niet afkeerig van een gewelddadige op-lossing en had met diens voorweten aan Garibaldi de verdediging dergrenzen opgedragen, met instruction, welke bij de eerste beste gelegen-heid tot een inval in het pauselijk gebied kon leiden. De veel conser-vatiever gezinden en veel minder stoutmoedige bestuurders van Toscaneen de Legatien, Ricasoli en Cipriani, kwamen echter met kracht tegendie planuen op en riepen, toen dit niet baatte, de tusschenkomst vankoning Victor Emmanuel in. Daardoor werd nu wel een uitbarstingvoorkomen, maar ontstond een breuk tusschen de gematigden enGaribaldi, welker gevolgen zich lang deden gevoelen. Want hoewelGaribaldi door den koning bewogen werd zijn planners op te geven,vergaf hij het met name aan Farini nimmer, dat men hem verhinderdhad den Kerkelijken Staat to bevrijden. Op opzienbarende wijs legdehij ziju post seder en vaardigde een proclamatie aan de Ttaliauen uit,waarbij hij aan de listen der politici de schuld gaf van het mislukkender nationale beweging. Velen geloofdeu dat hij het gebeurde eigenlijkvooral aan Cavour weet, van wien bekend was, dat hij niet alleenveel door het ministerie werd geraadpleegd, maar dat hij ook metFarini , en door middel van den bekenden Siciliaanschen patriotLafarina, den secretaris der Nationale Vereeniging en andere vrienden,met de hoofden der ineer revolutionnaire patriotten in verbindingstond. Van nu of trad Garibaldi, wiens populariteit hoe langer hoegrooter werd en wiens naam hoe langer hoe meer als een veldteekenwas geworden voor alien, die met geweld geheel Italie in eens wildenvrijmaken, als eon zelfstandige macht op. Hoewel hij te veel eerbieden liefde voor Victor Emmanuel had, om aan de inblazingen van enkelerepublikeinen gehoor to geven, geraakte hij toch, tot groote sehadevan de zaak van Italie, onder sterk radicale invloeden. Zijn warm harten zijn uiterst gering politiek doorzicht maakten hem maar al te

Page 49: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

39

licht tot een werktuig van hartstochtelijke drijvers , soms zelfs vanintriganten.

Intusschen hadden de nationale vergaderingen der Midden-Italiaanschestaten alle haar zegel gehecht aan een opdracht van het regentschap,in imam van Victor Emmanuel, aan diens neef, den prins van Carignan,die den koning ook anders in zijn gezag placht te vervangen. Maarhetzelfde beletsel, dat den koning verhinderde de opdracht der souverei-niteit aan te nemen, verhinderde ook den prins de waarneming teaanvaarden. Napoleon was nog altijd niet te bewegen de vereenigingvan Toscane met de overige staten goed te keuren, en verklaarde datmen, ook wegens de Legatien, niet op de beslissing van het congresmocht vooruit loopen.

Zoo bleven de zaken in Midden-Italie in zekeren zin steken.drie bestuurders hadden hun ambt nedergelegd, toen de prins totalgemeen regent was gekozen ; Ricasoli en Farini namen het weder opzich, en de laatste trad flu ook in Bologna als dictator op en vereenigdeweldra de drie regeeringen van Parma, Modena en de Legatien toteeu enkele, een zeker niet onpractische vereenvoudiging , daar de drielandjes tot nu toe door niet minder dan 18 ministers bestuurd warengeworden, wier getal nu op vijf werd teruggebracht. Van toen afwaren er in Midden-Italie maar twee staten , Emilia onder Farini,nevens wien Boncompagni als vertegenwoordiger van den prins vanCarignan optrad , Toscane onder leiding van Ricasoli. Het laatstebleef zijn zelfstandigheid behouden; maar in Emilia voerde Farini nuook de Sardinische wetten in en regeerde, als ware het land al eendeel van het koninkrijk van Victor Emmanuel. Ook tegenover dienswerkelijk koninkrijk schafte men in Midden-Italie de tollinien af ;am de formeele vereeniging stond eigenlijk niets meer in den weg dande politick van Napoleon.

In den loop van den herfst had Napoleon op zijn eigenaardige wijs Napoleons

verschillende openlijke bewijzen gegeven van zijn meeninu dat de breuk met deconservatie-

Katholieke kerk met gebaat was bij het vasthouden aan het bezit xren.van den Kerkelijken Staat. Pit had de clericalen in Fraukrijk nietguustig jegeus hem gestemd. Hun bekwame penvoerder, de journalistVeuillot , trad bijna openlijk tegen hem op ; op den duur werd zelfsdiens blad, L' Univers, met opheffing gestraft. Juist voor Kerstmisverscheen een anonyme brochure Le pape et le eongrs, welke duidelijk

Page 50: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

40

zijn oorsprong uit het kabinet des keizers verried. Zij was waarschijnlijknaar diens eigen aanwijzingen door een bekend publicist, La Gueron-niere, geschreven.

Het bleek daaruit, dat de keizer meende dat de zelfstandigheid derKerk voldoende gewaarborgd werd, als Rome en het zoogenaamdepatrimonium Sancti Petri, het land tusschen den Tiber en den Garig-liano, onder pausen rechtstreeksch gezag bleven, en dat hij het overhet algemeen als nuttig en noodig voor de kerk achtte , als de pansvrede met de nationale beweging sloot en deze, door aan het hoofdvan den ltaliaanschen statenbond to treden, als 't ware bezegelde.

Zulke eischen aan Pius IX te stellen scheen zoo nutteloos, dat velenin de geheele brochure niet anders zagen dan een manoeuvre om hetcongres onmogelijk te maker.

Wel scheen het zonderling dat Napoleon op die wijze zijn eigenwerk vernietigde, maar het sprak zoozeer van zelf dat hij door middelvan het congres nimmer het doel zou hebben kunnen bereiken , dathem waarschijnlijk reeds sinds eenige maandeu voor oogen stond, datlater, toen dat doel, afstand aan Frankrijk van Savoie en Nizza , inroil voor de toestemming tot de min of nicer rechtstreeksche annexatievan geheel Midden-Italie aan Sardinia, bereikt was, deze veronderstel-ling algemeen werd aangenomen. In alle geval , of het beletten derbijeenkomst van het congres het doel was of niet, tengevolge der bro-chure werd dit onmogelijk. De pans ontstak in heftigen toorn enbrandmerkte de brochure als een schandelijken aanval op den HeiligenStoel en de Kerk. Van het congres wilde hij niets meer weten, zoo-min als van den Italiaanschen statenbond. Beide plannen werden vannu of voor goed begraven. Er volgde nu een briefwisseling tusschenden pans en den keizer, waarin beiden hun stand punt handhaafden.De paus verklaarde toen openlijk , dat hij niet kon afstaan wat nietaan hem maar aan de Kerk behoorde. Hij gaf te verstaan dat Napoleonzelfs de bezetting uit Rome kon later aftrekken ; als hij maar de overigeItalianen belette tusschen beide te komen, zouden ook zonder Oosten-rijksche hulp de andere katholieke mogendheden wel voor handhavingen, voor zoover noodig, herstel van het pauselijk gezag in den Kerke-lijken Staat zorgen. Natuurlijk kon de clericaal gezinde Walewskionder die omstandigheden niet langer minister blijven. In de eerstedagen van het jaar 1860 werd hij door Thouvenel vervangen , die alsgezant te Constantinopel gewichtige diensten had bewezen en over het

Page 51: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

41

geheel een liberaal man heette. Nog geen veertien dagen later ver-nam men een andere minister wisseling , die nog beteekenisvoller was.Den 16den Januari 1860 trad Ratazzi af en riep Victor EmmanuelCavour, om een nieuw miuisterie samen te stelleu.

Aan die verandering waren zeer onverkwikkelijke twisten voorafge-gaan. Cavour kon op den duur geen vrede hebben met de rol, diehij nu vervulde als raadgever van een ministerie, welks eigenlijk hoofd,Ratazzi, nog geenszins geheel met hem verzoend was. En deze ver-dacht hem wederkeerig van hem te willen verdringen. Niet zoozeerde beide staatslieden als wel beider aanhangers en vooral de met beidenin verbinding staande dagbladen, begonnen een hoe langer hoe scherperstrijd, waarbij van weerszijden alle billijkheid nit het oog werd verloren.

Ratazzi's vrienden gingen zoo ver, van Garibaldi in den strijd te be-trekken, die in de laatste dagen van het jaar 1859 met de uiterste Piemon-teesche radicalen , Brofferio en diens aanhang, met wie Cavour steedsin open strijd was geweest , een vereenigiug had opgericht tot voorbe-reiding van den volkskrijg en het mislukken van dit in Piemontweinig populair plan aan Cavours aanhang weet. Dat gaf den laatsten stootaan het zwakke ministerie. Den 20sten Januari 1860 nam Cavourhet presidentschap van een ministerie op zich , dat reeds enkele derbekendste mannen uit Midden-Italie in ziju midden telde. Fanti , deModenees, werd minister van oorlog, Farini, de dictator van Emilia,van binnenlandsche zaken. Zoo lang doze daar nog niet gemist konworden , belastte zich Cavour met zijn portefeuille. Zijn arbeidskrachtscheen zoo groot, dat hij er niet tegen opzag drie ministerien (vanbuitenlandsche zaken , van marine en van binnenlandsche zaken) tebesturen en tegelijk het presidentschap waar te nemen. Oogenschijnlijkbleef hij tegen die taak bestand. Vol van groote plannen dacht hijgeen oogenblik aan zich zelf.

Het weder optreden van Cavour verwekte in Italie algemeene vreugde.Toen hij den koning op de carnavalfeesten te Milaan vergezelde, washij het voorwerp van bijna overdreven hulde. Algemeen was menovertuigd dat hij groote dingen zou doen. Buiten de, thans nietmeer talrijke Mazzinisten inaakte alleen Garibaldi daarop eenzondering. Hij meende dat het Cavour aan moed ontbrak, om jets tedoen zonder goedvinden van Napoleon, en hij verdacht hem van aandezen zijn geboortestad Nizza te willen afstaan. De inblazingen van

De annexa-tien.

Page 52: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

42

Cavour's radicale vijanden vergrooten de verwijdering tusschen de beidemannen , die, ieder op zijn wijs, hun levee hadden gewijd aan de ver-wezenlijking van de vrijheid en eenheid van hun vaderland. Wantuiet minder rusteloos dan Garibaldi arbeidde Cavour aan de voltooiingvan het eenmaal begonnen werk. Maar voor hij daaraan de hand konslaan, moest hij eerst met den bondgenoot afrekenen , die nog altijdzijn loon eischte.

Napoleon achtte den tijd gekomen om den steun van Engeland tewinnen voor de nieuwe door hem ontworpeu regeling van het ltaliaan-sche vraagstuk. De onderhandelingen over het Engelsch-Franschehandelsverdrag (waarover ik elders breeder hoop te spreken) warenreeds zoover gevorderd , dat hij openlijk van zijn economische plannerdorst te spreken en daardoor Engeland een waarborg zijner goede ge-zindheid meende gegeven te hebben. Daarvoor hoopte hij wedcrkeerigEngelands steun voor een regeling, die wel in strijd was met de be-paliugen van Villafranca, maar toch alleen bij Oostenrijk op ernstigentegenstand behoefde te stuiten. Verbonden met Engeland en Sardinia,zag hij er niet tegen op, Oostenrijk te braveeren, want tot een her-vatting van den oorlog achtte hij het, niet ten onrechte trouwens ,kwalijk in staat. Maar voor den dienst , dien hij door deze regelingaan Italie bewees, meende hij de betaling te kunnen vorderen, welkehij te Plombieres had bedongen voor de bevrijding tot aan de Adriatischezee. Dat laatste even wel wachtte hij zich wel iu Engeland bekendte laten worden. Na langdurige besprekingen te Parijs en te Loudenkwam Lord John Russell, den U sten Januari, voor den dag met eenvoorstel aan Frankrijk en Oostenrijk, dat bekend staat onder den imamvan de vier punten. Het hield in, dat 1°. beide regeeringen zichzouden onthouden van elke gewelddadige inmenging in Italie, tenzijmet voorkennis der mogendheden ; 2°. Venetie buiten bespreking zoublijven ; 3°. de Fransche troepeu Lombardije en Rome zouden ontruimen,en 4°. dat de bevolkiug van Midden-Italie op wettige wijs hun wenschenzou uitspreken omtrent de politieke organisatie van hun land ; zouderpressie van de zijde van Sardinia, en dat als die uitspraak ten voor-deele der vereeniging met Sardinia luidde, de mogendheden zich daarniet tegen zoudeu verzetten. Met geringe wijzigingen nam Napoleondie voorstellen aan, en daarop werd Oostenrijks goedkeuring gevraagd.Napoleon was daar niet alleen uit vrees voor Oostenrijks wapenenbijzonder op gesteld, maar ook omdat hij in elk geval wilde voorkomeu

Page 53: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

43

dat keizer Frans Joseph hem een verbreking zijner persoonlijke beloftenzou kunnen verwijten.

Hoewel nu Rechbergs antwoord geenszins een volledige toestemmingkon heeten , liet het eeu uitlegging toe, waarmede Napoleon zich ge-dekt rekende. Thouvenel verklaarde daarop (het was no half Februarigeworden) dat de Fransche regeering zich daardoor van de bepalingenvan Villafranca ontslagen achtte. Terstond daarop werd de keizerlijkebeslissing , maar tevens de keizerlijke eisch , aan Cavour medegedeeld.

Deze had nevens den nieuw benoemden gewonen gezant te Parijs, denjongen maar in zijn vertrouwen ingewijden Nigra, 's keizers persoonlijkenvriend, graaf Areze belast met de onderhandelingen over Midden-Italie.Aan dezen nu werd verklaard, dat Napoleon er in toestemde, dat Parmaen Modena onmiddellijk met Sardinie werden vereenigd , en dat koningVictor Emmanuel in de Legatien het gezag zou uitoefenen als vicarisvan den paus. Daarentegen moest Toscane zelfstandig blijven ondereeu prins nit het huis van Savoie. Thouvenel voegde aan die mede-deeling toe, dat als de Sardinische regeering dit niet wilde aannemen,de Sardinische regeering maar moest zien hoe zich te redden ; Frankrijkbehield zich dan de voile vrijheid van handelen voor en zou onmid-dellijk zijn troepen uit Lombardije terugtrekken, d. w. z. Noord-Italieaan de Oostenrijkers prijs geven

Terwijl Areze en Nigra dit te Parijs te hooren kregen , kwam teTurijn de Fransche gezant Talleyrand Cavour mededeelen , dat voorFrankrijk het bezit van Savoie en Nizza onontbeerlijk werd , alsMidden-Italie op de een of andere wijs met Piemont en Lombardijevereenigd werden.

Overrompeld werd Cavour door deze mededeeling niet. Hij hadsinds lang begrepen dat Napoleon van de hem verleden jaar onthoudenbetaling niet zou afzien. Hij voor zich , en de koning eveneens, warennog steeds tot dit offer bereid, als daarmede de vereeniging met Midden-ltaiië koopen was. Savoie paste in het geheel niet in een Itali-aanschen staat , het had geheel andere belangen dan de Po-landen,taal en zeden waren er Fransch, de vroegere vereeniging met Frankrijk,van 1792 tot 18115, had er goede herinneringen achtergelaten; de be-volking was we] aan de dynastic gehecht, maar tevens clericaal en conser-vatief gezind ; tot zelfs bij de laatste verkiezingeu had zij bijna uit-sluitend clericalen gekozen. Doch met Nizza stond het anders; hetwas veel meer Italiaansch geworden, hoewel de oude bevolking nit

Page 54: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

44

Provencalen bestond. Daarenboven was Garibaldi er geboren en hetstood te vreezen dat deze niet in den afstand zou berusten. En metGaribaldi moest men rekenen. Een onmiddellijke toestemmiug ver-mijdend gaf Cavour, die in het, zooals het daar lag, geheel onaan-nemelijke voorstel omtrent Toscane het bewijs zag, dat de keizer eigen-lijk liet overvragen , een eenigszins onduidelijk antwoord , maar greeptevens naar een wapen, waartegen Napoleon minder dan iemand andersbestand was. Hij stelde dezen voor een voldongen feit, door onmid-dellijk aan Ricasoli en Farini te gelasten, een volksstemming uit teschrijven over de vraag: vereeniging met Piemont of zelfstandige staat.Reeds den llden en 2 den Maart had dit plebisciet plaats ; in Toscanestemden slechts 15000 voor het laatste , in Emilia zelfs geen 700,tegen 426 en 366 duizend voor onmiddellijke vereeniging. Reedsden 18"n Maart verklaarde Victor Emmanuel dat hij, ingevolge denduidelijk uitgesproken weusch der bevolking , de hertogdommen en deLegatien met zijn koninkrijk vereenigde. Hoe juist Cavour gerekendhad, was intusschen uit een wijziging van Napoleons uitspraak ge-bleken. Deze verklaarde toch, nu af te zien van den eisch dat Toscaneeen afzonderlijke staat zou blijven, en zich te vreden te stellen metde politieke en territoriale zelfstandigheid van het land. Maar aan deneisch van den afstand van Savoie niet alleen, maar ook van Nizza, bleefhij onverbiddelijk vasthouden. Zoo kon de koning wel aan de Toscanersden 22sten Maart mededeelen dat hij hun opdracht aannam, dat echterhun land een zelfstandig bestuur zou blijven behouden , maar moesthij tevens Cavour machtigen, twee dagen later, 24 Maart, den afstandvan beide landen te onderteekenen. Om alle mogelijkheid eener weigeringaf te snijden, had Napoleon de vereeniging der beide landen reedsopenlijk een noodzakelijkheid voor Frankrijk genoemd. Cavour deedal het mogelijke Nizza te behouden, hij ging zelfs zoover van deonderteekening van het tractaat te weigeren, met verklaring en onderberoep op Thouvenel's uitdrukking, dat hij liever den onmiddellijkenaftocht der Fransche troepen uit Lombardije zag. Toen liet deFransche diplomaat Benedetti , die Talleyrand was komen bijstaan, hemzijn instructie zien, die inhielden , dat in dat geval die troepen on-middellijk Midden-Italie zouden bezetten. Voor dat argument zwichtteCavour en teekende. Een oogenblik was hij diep ontmoedigd.Maar terstond herstelde hij zich, en met een glimlach fluisterde hijden Franschman in : „Thans zijn wij medeplichtigen." Want nu de

Page 55: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

45

losprijs van Italie door Sardinie betaald was, begreep hij dat Napoleongebonden was en zich niet ernstig meer kon verzetten , als de eenheidvan Italie werd verwezenlijkt.

Het verdrag van Turijn van 24 Mei 1860 maakte een ontzaglijkgerucht. Hoe wel een volksstemming plaats had (Napoleon had ditzijn geliefdkoosd regeeringsmiddel zelf bedongen), welke de instemmingder bevolking van beide gewesten met niet geringer meerderheid uit-sprak dan in Midden-Italie, maakte de Europeesche en in het bijzonderde Engelsehe pers een raisbaar, alsof Frankrijk ziju hand had uitge-stoken naar Belgie of den linker Rijnoever. Zelfs in het Engelscheparlement was de verontwaardiging groot , en niet alleen in het park-ment, maar zelfs aan het hof. Prins Albert verklaarde dat Engelandopzettelijk bedrogen was ; zoowel de vier punten als het handels-verdrag waren slechts middelen geweest om de niets kwaads vermoedendeEngelsclie regeering om den tuin te leiden. Het handelsverdrag heettezelfs eenvoudigweg een middel tot omkooping. Hetzelfde kon menvernemen in alle clericale en legitimistisch conservatieve kringen vanEuropa. Daar werd natuurlijk ook het huis van Savoie voor onwaardigverklaard om te regeeren , omdat het zijn stamland had verkocht.Eugelsche tories beweerden zelfs , dat Victor Emmanuel geen rechthad gehad zijn wieg te verkoopen , als prijs voor onrechtmatig ver-kregen goed.

In Italie werd de afstand met hetzelfde ernstige zwijgen opgenomen,waarmede men zich in den vrede van Villafranca geschikt had. Menbegreep dat men zijn losprijs had betaald en berustte daarin ; alleenGaribaldi verzette zich hartstochtelijk tegen den verkoop , zooals hijhet noemde, van zijn geboortestad. Alleen om er tegen te protesteeren,liet hij zich verkiezen tot afgevaardigde in het nieuwe Subalpijnscheparlement , de vertegenwoordiging der bevolking van alle landen dieVictor Emmanuel als koning erkenden , en toen deze vergadering opdat protest niet inging , legde hij zijn mandaat neder. De koningdroeg het verlies van zijn stamland met meer waardigheid, hocwel hijin Savoie heel wat meer verloor dan Garibaldi in Nizza , dat slechtstoevallig zijn geboorteplaats was, terwijl zijn fatnilie te Genua tehuisbehoorde. Eeu oogenblik bestond er vrees, dat hij een poging zoudoeu tot gewelddadig verzet maar hij liet zich door 's konings per-soonlijke tusschenkomst overreden en nog meer door dat hem een anderdoel werd voorgehouden , de bevrijding van het Zuiden.

Page 56: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

46

De afstand van Savoie gaf nog tot een vrij ernstig geschil tusschenSardinia en Zwitserland aauleiding, dat duidelijk aan den dag brachthoe groot het wantrou wen tegeu Napoleon was. Het eedgenootschapontkende dat Sardinia het recht had de twee noordelijke Savoischegraafschappen , Chablais en Faucigny, aan eenige andere mogendheid ,het eedgenootschap uitgenomen , af te staan. Het beriep zich daarbijzoowel op oude traktaten , als op die van 1815, waarbij deze landjes,na hun terugkeer ouder het huis van Savoie, voor onzijdig verklaardwaren geworden. Na het wisselen van veel nota's en circulaires vanverschillende regeeringen maakte de verklaring, dat Frankrijk alle ver-plichtingen aanvaardde , die Sardinia in 1815 omtrent onzijdigheid entolvrijheid der beide landjes had op zich genomen, aan het een oogen-blik zeer hoog loopend geschil een einde.

Zoo goed als in den afstand van Savoie en Nizza, moest zich hetofficieele Europa in de vereeniging van Midden-Italie met Sardiniaschikkeu , hoewel het zich niet onbetuigd liet. Bij de opening vanhet parlement , waarin de afgevaardigden der nieuwe provincien zaten,bleef het geheele diplomatieke corps bij wijze van protest weg. Eenaantal mogendheden vaardigde uiterst verontwaardigde protestverkla-ringen uit. Maar slechts een daarvan had een ernstige beteekenis.Want zij kondigde aan, dat van nu af geen bemiddeling meer mogelijkwas tusschen Italie en het hoofd der katholieke kerk.

Victor Emmanuel had zich zoowel persoonlijk als brigs diploma-tieken weg tot den pans gewend om tot een overeenkomst orntrentde Legatien te geraken; hij was zelfs bereid bet beginsel van de een-heid van Italie te verloochenen , door het vicarisschap to aanvaarden ,dat Napoleon hem wilde doen opdragen. Maar Pius IX was tot geenenkele transactie bereid ; hij wilde zich zelfs tot geen belofte van her-vorming verbinden ; hij eischte onvoorwaardelijke teruggave der over-heerde gewesten. Autonelli leverde op die weigeringen slechts variationin diplomatieken vorm. Schering en inslag was, dat de paus het goedvan de Kerk niet kon vervreemden , omdat het niet hem maar deKerk toekwam.

Eindelijk , den 2 9 sten Maart 1860, werd te Rome de pauselijke bulCum Catholica Beclesia gepubliceerd, waarbij allen die schuldig stondenaan de wederrechtelijke inbezitneming van een deel van den Kerke-lijken Staat, in den ban werden gedaan. Niet veel had het ge-scheeld of de namen der schuldigen waren daarbij openlijk genoemd.

Page 57: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

47

Nu dat niet geschiedde , bleef de excommunicatie zonder persoon-lijk gevolg.

In Italie word de bul vrij kalm opgenomen. Zelfs de geestelijkheidin de geannexeerde provincien onthield zich sleehts bij uitzondering ,toen Victor Emmanuel zijn nieuw land bezocht. Maar hoe feestelijk ,het allermeest te Bologna, hij ook werd begroet, toch vertoonden zichreeds teekenen , dat het politick inzicht der Italianen wel voor eenoogenblik het groote verschil tusschen de deelen van Italiö op denachtergrond kon dringen , maar dat dit daarom nog geenszins ver-nietigd was.

Zoo was het in het vorig jaar begounen werk tot stand gebracht.Niet geheel zeker, , zooals gehoopt , ja verwacht was, maar tech der-wijze , dat voor hetgeen niet bereikt was, een schadeloosstelling wasverkregen. En, wat niet minder beteekende , de inogendheden be-rustten in de veranderingen , die zij niet hadden weten to beletten.De vraag was nu, of men daar voorloopig mede tevreden zou zijn.Cavour en zijn aanhangers waren daar zeker niet ongenegen toe. Deorffanisatie en consolidatie van den uit zooveel verschillende eeuwen-lang gescheiden elementen samengestelden nieuwen staat , eischte hetdringend. Maar de nationale vereeniging had sedert het vorige jaareen ontzaglij ken stop voorwaarts gedaan. Niet alleen de ballingen uitRome, Napels en Venetie en de radicalen en Mazzinisten eischtenonmiddellijke algeheele verwezenlijking der eenheid, maar de massa dernatie geloofde vast, dat die betrekkelijk gemakkelijk te bereiken zou zijn.

In het voorjaar van 1860 begonnen de verschillende nationale ver- De nationaleeenigingen , zoowel de oude groote , welke thans onder Lafarina's be- bNeovroeirgalibill.

stuur stond , alsook andere, die meestal een meer radicale tint hadden, in het voor-

weder eon groote werkzaamheid ten toon te spreiden en, evenals in het jaar van 1860.

vorig jaar, toebereidselen te maken to den strijd , door vrijwilligers ,geld en wapenen bijeen te brengen. Evenals in het vorig jaar inToscane en de andere Midden-Italiaansche landen , lieten nu in Lom-bardije en elders de regeeringsambtenaren en officieren de leiders derbeweging begaan. Slechts weinigen verzetten zich tegen een bewegingdie de sympathie der geheele natie bezat. Het groote verschil was,dat Cavour toen wel niet formed, maar toch feitelijk de leiding inhanden had gehad, terwijl deze thans berustte bij de radicalen, vriendenvan Garibaldi.

Page 58: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

48

Dat dit zoo was, sprak van zelf. De bewegiug kon onmogelijk ge-leid worden door de regeering, want deze kon tegen de pauselijke enNapolitaansche regeeringen niet openlijk optreden , zooals zij dit hadgedaan tegenover Oostenrijk. Maar de natie beschouwde beide even-goed als haar vijanden als Oostenrijk. De nationale beweging was in hetvorig jaar tweemalen plotseling gestuit , eerst in de bevrijding vanVenetie , later in die van den Kerkelijken Staat. Beide malen hadzij berust ; tegenover Frankrijks uitgesproken wil was geen verzetmogelijk ; de laatste maal als 't ware onder protest. Het werd derregeering als een zwakheid , zoo niet erger, , aangerekeud , dat zij omden wille van het buiteuland , van de diplotnatie , zooals men zeide ,de beweging had tegengehouden. Garibaldi , van wien men kanzeggen dat hij de nationale gedachte vertegenwoordigde , had hetduidelijk uitgesproken. Thans was de beweging opnieuw begonnen,algemeener dan ooit ; het was duidelijk dat zij zich alleen met geweldzou laten stuiten. De radicale leiders prikkelden het ongeduld dernatie. Zij riepen het yolk toe, dat men thans eindelijk moest toonendat het Italia lara da se, geen ijdele klank was.

Geen wonder dat de natie daarnaar luisterde , dat zij zich daaromaan Cavours leiding onttrok en de radicalen volgde. Hierdoor kreegde beweging nu een meer revolutionnair karakter en kon zij daaromaanleiding geven tot botsingen met de mogendheden , bovenal metFrankrijk. Daarenboven stond het te vreezen dat zij, onttrokken aande leiding der regeering en geheel in de harden van radicalen, dieslechts uit nood tot de monarchic waren bekeerd , het republikeinschkarakter weder zou aannemen , dat zij in 1849 had gedragen. Hetscheen geenszins onmogelijk, dat zij , begonnen onder de leus vanItalie en Victor Emmanuel , op den duur een beweging zou wordenvoor de Italiaansche ondeelbare republiek van Mazzini.

Dat maakte Cavour en ziju vrienden uitermate bezorgd. Er wasniet aan te deuken de beweging tegen te houden. Want zij was zooalgemeen en zoo sterk , dat het zelfs zeer de vraag was , of de re-geering in staat zou wezen haar te bed wingen ; op het leger vielalthans in de nieuwe provincien daarbij niet te rekenen. En was dithet geval , dan zou het toch gedaan zijn geweest met de populariteitvan den koning en van zijn ministers. En het was juist de solidari-teit van koning en natie en het onbepaalde vertrouwen der natie inCavours leiding, dat zooveel had tot stand gebracht.

Page 59: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

49

Zoo bleef er voor Cavour niets over, wilde hij Italie en zijn werkniet aan de grootste gevaren blootstellen, dan te trachten de aan zijnleiding ontsnapte beweging in het rechte spoor te houden en haarlangzamerhand weder onder zijn invloed te brengen. Bovenal kwamhet er op aan , te zorgen dat zij zich niet tegen Rome wendde, wantdat stond met een breuk met Frankrijk gelijk. Poch hierbij hadCavour te worstelen met een nieuw, , bijna onoverwinnelijk bezwaar.Niet alleen haatten de radicalen hem van ouds, en waren de leiders derbeweging op Lafarina na , wiens invloed juist daarom sterk aan hetafnemen was, ziju politieke en tevens zijn persoonlijke vijandeu;maar wat erger was, sedert den afstand van Nizza had Garibaldi eenonuitroeibaar wantrouwen tegen hem opgevat , dat hem doof maaktevoor elke raadgeving die van Cavours zijde kwam. Het zou dezendan ook zeer moeilijk geweest zijn hem van een onderneming tegenRome af te houden, wanneer niet de ”smartkreet van Sicilie" (zooalsGaribaldi het uitdrukte) hem juist toen had bereikt.

Den 22sten Mei 1859 was koning Ferdinand TI overleden , waar- Het konink-rsijickildeschijnlijk aan de gevolgen der hem voor jaren door den soldaat Milano Beideon r

toegebrachte wond. In de plaats van den in alle geval energieken Frans II.

en talentvollen tiran regeerde thans over het ongelukkige koniukrijkder Beide Sicilien zijn eenige zoon uit zijn eerste huwelijk Frans II.Slecht opgevoed en van ale regeeringszaken verwijderd gehouden,kende de jonge koning slechts een stelregel , dien zijn vader hemstervend op het hart had gedrukt: geen afwijking van het bestaandestelsel, want elke concessie zou het begin der ontbinding van denstaat zijn. Zoo bleef dan ook in het koninkrijk uiterlijk alles het-zelfde. De politic bleef regeeren en elke uiting van sympathie voorItalie of Sardinie beletten. •Vie zich onvoorzichtig uitliet werd totde verdachten gerekend, tot de attendibile , die zich zouder verlofniet van hun woonplaats mochten verwijderen en ten alien tijdekonden worden gevangen gezet. Van een revolutie scheen geen sprakete kunnen zijn , het leger en de vloot waren gereed elke bewegingte onderdrukken. Het geheele jaar 1859 bleef de stilte des grafsheerschen in het land, waar eigenlijk alleen de kleine voorvallen van hetdagelijksch leven de aandacht trokken, waar buiten de hoofdsteden haastalles ontbrak wat als kenmerk der Europeesche beschaving placht ge-rekend te worden , waar geen dagbladen en bijna geen scholen waren,

II 4

Page 60: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

50

waar bet zoowel aan fabriekeu als aan wegen ontbrak , waar het yolkzoozeer aan armoede en onwetendheid gewoon was, dat het geenoogenblik er aan dacht zich daarover te bek lagen. Toch was die stilteslechts schijnbaar ; onttrokken aan het oog der politic, ontstondenoveral geheime vereenigingen, waar haast iedereen lid van was , dieiets te verliezen had. Want hoe machtig de regeering ook was , zijwas sedert den dood des konings feitelijk als een uurwerk waar deveer van was gebroken. Op Ferdinands eigenaardige persoonlijkheidberustte het geheele regeeringsstelsel, zelfs de betrekking tusschenden koning en bet leger. Nu hij dood was werkte het stelselniet meer, want Frans was een oubeteekenend man, voorniemand bevreesd was. Zoo ging het motief dat alles in gang Melden alles bedwong , de vrees voor de regeering , te niet.

Op een punt had de regeeriug daarenboven eon groot verlies ge-leden. De kern van het leger waren de 10,000 Zwitsers, een ge-privilegieerde troep , die diende krachtens de oude capitulatien met deversehillende cantons. Sedert in 1847 in het Eedgenootschap de liberalepartij had gezegevierd, had het bij de Bondsregeering niet aan po.gingen ontbroken om die capitulatien te don. afsehaffen , maar hetwas niet gelukt. Eerst het optreden der pauselijke Zwitsers te Pe-rugia had zoozeer de algemeene verontwaardiging verwekt en inZwitserland de vrees doen ontstaan, dat de talrijke in Italie wonendeZwitsers het slachtoffer van wraaknemingen zouden worden , dat debondsraad er toe was overgegaan aan de twee regeeringen, die nogZwitsers in dienst hadden , die van den pans en van Napels, to later'weten , dat zij de capitulatien als ongeldig beschouwde en moest ver-zoeken dat de tot nog toe door die corpsen gevoerde Zwitserschevaandels werden vervangen door andere. De Napolitaansche regeeringvoldeed aan dit verzoek. Maar daarin wilden de Zwitsersche soldatenDiet berusten. Zij zagen er een nieuwigheid in van den jongen koning;nu diens vader, hun oude vriend, dood was, achtten zij zich verraden.Zij vreesden daarenboven dat hun door de capitulatien gewaarborgde pen-sioenen gevaar liepen. Den 7den Juli gaf dit aanleiding tot een oproervan een gedeelte der in de hoofdstad gelegerde Zwitsers, dat nietdau met bloedstorting bedwongen werd. Frans II werd bang en hoodden soldaten hun ontslag aan. Slechts 800 bleven ; de overigengingen naar huis.

Pit was een zware slag voor de regeeriug, want op de nationale

Page 61: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

51

troepen to rekenen was zij niet gewoon. Koning Ferdinand had dezesteeds aehteruitgezet en vooral de officieren slecht behandeld. Hijwantrouwde de laatsten , omdat zij eenige ontwikkeling bezateu ; hijwilde niet dat tussehen hen en de soldaten eenige band ontstond ,wat voor de discipline de verderfelijkste gevolgen had. De regeeringzocht dan ook zoo spoedig n-logelijk in Beieren , het vaderland derkoningin , andere huursoldaten te werveu die moor te vertrouwenwaren dan de inlandsche.

Intusschen waren de gebeurtenissen die in Italie voorvielen vandien aard , dat een langer volhouden van het stelsel van koningFerdinand zelfs aan de diplomatie onmogelijk seheen. Van alle kanteuontving Frans den mad hervormingen in te voeren , eer in zijn landonlusten begounen , en tevens dien van zich met Sardinie te verstaanover een gemeenschappelijk optreden in Italie.

Ook Cavour was in die dagen van zulk een verbond niet afkeerig ,en Victor Emmanuel voegde persoonlijke raadgevingen toe aan die, welkezijn gezant den jougen koning voorhield. Maar Frans zag in dievoorstellen eon valstrik. Walewski waarsehuwde zijn gezant te Parijsvoor de Sardinisehe arglist. Ann den Russisehen gezant, die hemop de noodzakelijkheid opmerkzaam maakte oin met Sardinie voor deonafhankelijkheid van Italie te zorgen , antwoordde hij , dat hij alleenvoor de onafhankelijkheid van het koninkrijk der Beide Sieilien hadte zorgen ; die van Italie was hem onbekend. Trouwens zoo goedals voor Metternich, was voor de Bourbons Italie slechts een geo-graphisch begrip.

Zoo kwain het jaar 1860. Te Rome werd ijverig gewerkt om doorsameuwerking van het pauselijke en het Napolitaansehe leger eonrestauratie in de Legatien te bewerken. De koningin-moeder vanNapels , de stiefmoeder van Frans, was nauw in die plannen be-trokken. Maar Cavour liet terstond weten , dat hij elk binnenrukkenvan het pauselijk gebied door Napolitaansehe troepen, zonder zijn voor-kennis, als een oorlogsverklaring zou aanzien. Toen werd Frans bevreesd.

Hij haastte zich alle plannen van dien aard te laten varen, en hoewelhij eon legerkorps in de A bruzzen gereed hield , liet hij zich verderin goon onderhandeliugen =trent den Kerkelijken Staat in. Hij vreesdezoowel voor Muratistische bewegingen als voor pogingeu ow zijn statenevenals die van Midden-Italie aan Sardinie in handen to leveren. Maarow eon omwenteling te voorkomen door van stelsel te veranderen

Page 62: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

52

De opstandop Sicilie.

oprecht zich tot de constitutioneele monarchie te bekeeren, daartoekon hij niet besluiten, hoewel het hem ook thans herhaaldelijk werdaangeraden, zelfs van geheel onverdachte zijde. Zelfs toen Filangieri, debedwinger van Sicilie, als minister-president zijn ontslag nam en ookde andere ministers niet langer wilden aanblijven, omdat zij den toe-stand te bedenkelijk vonden, benoemde hij slechts menschen, die hetpersoonlijk bewind zouden trachten te handhaven. In de leute van hetjaar 1860 brak het onweer boven zijnen troon los.

Op Sicilie waren de toestanden , evenals vroeger, nog erger dan ophet vaste land. Sedert 1849 was er niets gedaan om de lasten derbevolking te verminderen ; integendeel zij waren verdubbeld. De ver-bittering was algemeen, veel meer dan op het vaste land. Alleen ge-brek aan wapens hield de bevolking van een algemeenen opstand terug.Het geheele land was bedekt met een net van geheime vereenigingen,die in voortdurend verkeer stondeu met de talrijke ballingen, die sedert1859 alien in Noord-Italie waren samengestroomd. Er werd slechts ophet sein van dezen gewacht om een opstand te beginnen, welke danonmiddellijk, van nit Noord-Italiö, zou worden ondersteund. De Napo-litaansche regeering was op haar hoede en versterkte voortdurend haarlegermacht op het eiland, dat zij met een cordon van oorlogsschepenmud.

In den nacht van 3 op 4 April 1860 werd te Palermo de storm-klok in een klooster geluid en werden op de omliggende bergen vurengezien. De bevolking begreep, dat dit het teeken was dat de opstandzou beginnen en bereidde zich voor op een herhaling van hetgeenJanuari 1848 was gebeurd. Maar toen in den morgen de troepen hetklooster na heftigen tegenstand hadden ingenomen, werd de strijd inde stad niet voortgezet, hoe dreigend ook de houding der bevolkingbleef. Daarentegen begon nu in de omstreken een guerilla. Bendenopstandelingen, meestal nit de steden gevluchte jongelieden, maaktenalle toegangen tot Palermo en de andere steden onzeker en snedenalien toevoer te land derwijze af, dat men in Palermo ineel nit Napelsmoest laten komen. De vrijscharen (squadre) stoven uiteen, als detroepen aanrukten, maar vereenigden zich daarna onmiddellijk weder.De troepen werden vermoeid en verbitterd, en begonnen zich tewreken over de ontberingen, door allerlei gruwelen tegen de bevolking.Vooral de kloosters moesten het ontgelden, want op Sicilie waren demonniken en zelfs, naar het schijnt, de nonnen heftig tegen de Napoli-

Page 63: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

53

taausche heerschappij gekant. De overheden, vooral de militaire, lietenzich verleiden tot noodeloos strenge maatregelen. Een enkel geweerschotkon een stad een bombardement op den hals halen.

Zoo verliepen weken. Gedurig berichtteu de Napolitaansche generaalsdat de opstand bedwongen was, maar telkens vernam men zijn weder-optlikkering. Het was echter de vraag of hij levenskracht had. Daar-over vernam men in Noord-Italie de meest uiteenloopende berichten.

De gemeenschap met het eiland was uiterst moeilijk, want de talrijkeNapolitaansche zeemacht belette haast elk vaartuig ongemerkt heteiland te verlaten of te bereiken. Dat maakte de vraag omtrent deuitvoerbaarheid eener expeditie orn den opstand te hulp to komenuiterst moeilijk te beantwoorden. Want het lag voor de hand dat dieexpeditie in zekeren zin in het geheim moest plaats hebben, en datzij geen onderneming op groote schaal kon zijn. Trouwens reeds hetfeit dat Sicilie een eiland en eon betrekkelijk veraf liggend eilandwas, beperkte den omvang. Men kon daartoe geen duizenden inschepen.En zoo het maar weinige manschappen waren, dan mocht men ze nietaan een ondergang blootstellen, die zoo goed als zeker was, als zijgeen ondersteuning op het eiland vonden.

Het is zeer de vraag of Cavour onder andere omstandigheden Cavours uou-een onderneming tegen Sicilie zou gesteund hebben. Men moet den2:

wel bedenken, dat, hoewel hij van den beginne af naar de eenheid val open Napels.

van Italie streefde, hij den eenheidsstaat vooreerst beschouwdeals iets dat niet onmiddellijk voor verwezenlijking vatbaar was.Als men bedenkt hoe groot de verschillen waren tusschen deunderscheiden landen van Noord- en Midden-Italie, en hoe oneindigveel grootere tusscheu deze en het Zuiden bestonden, dan is die op-vatting uitermate natuurlijk. Eenheid beteekende voor Cavour vooraleenheid tegenover het buiteuland, tegenover Oostenrijk. De sterkeland- en zeemacht van Napels was daarom een kostelijke bondgenoot.Kwam eon bondgenootschap met Sardinie tot stand, dan was inNapels een vasthouden aan het absolutistisch stelsel van Ferdinand ITniet langer mogelijk en zouden constitutioneele instellingen in hetzuiden van self moeten warden ingevoerd. Van den jongen koningwas misschien te verkrijgen wat zijn vader steeds geweigerd had. Inhet vorige jaar had hij daarom oprecht naar eon samengaan met hetkoninkrijk der beide Sicilien gestreefd. Maar Frans II had alle toe-nadering afgewezen en hardnekkig aan het stelsel zijus vaders vast-

Page 64: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

54

gehouden. Het gevolg was geweest, dat de nationale beweging zichmeer en meer tegen hem keerde. Reeds vriOr den opstand inSicilie was er bij de ]eiders sprake van geweest het eiland van hetdwangjuk te verlossen , en de ballingeu uit Napels dreveu ook totondernemingeu tegen het vaste land. Nog in dien tijd had Cavour,bijna dadelijk na zijn wederoptreden, een poging gedaan om koningFrans tot opgeven van zijn stelsel te bewegen. Het had niet gebaat.Toeu was de opstand in Sicilie begonnen en was de bevrijding vanhet eiland openlijk een doel der nationale beweging geworden. Cavourwerd uu voor de vraag gesteld, wat de regeeriug doer moest, dear er geensprake van kon zijn, om de beweging tegen te houden. Ora zijn koning vande verantwoordelijkheid te ontlasten, liet hij dezen den 15clen April eenlaatsten brief aan Frans II schrijven, waarin hij hem waarschuwde dat, alsdeze niet onmiddellijk een verandering van regeeringstelsel beproefde enin nauwe verbinding met hem trad, hij , Victor Emmanuel, misschienuit zelfbehoud gedwongen zou zijn mode te werken tot de omverwerpingvan zijn gezag. Het spreekt van zelf, dat Cavour geen oogenblik ge-loofde dat die brief gevolgen zou hebben. Maar hij on de koniug insgelijksbeschouwden hem als een ultimatum. Van toen of achtten beidenzich tegenover het koninkrijk der Beide Sicilien tot niets meergebonden.

Evenwel veroorloofde de verhouding tot het buitenland on in hetbijzonder tot Frankrijk niet, dat het een open breuk werd. De ridder-lijke Azeglio mocht zeggen dat het beter was aan koning Frans IIden oorlog to verklaren, hij zelf incest erkennen dat dit niet aanging,omdat het de onmiddellijke tusschenkomst der mogendheden zou hebbenveroorzaakt. En doze moest Cavour bovenal voorkomen. Als hem geenenkele aanleiding gegeven word om tusschen beiden to komen, konNapoleon hem laten begaan. De keizer wilde zich in dien tijd aan deItaliaansche verwikkelingen onttrekken. Hij had er van genoten wathij begeerde, verder konden zij hem niets brengen dan verdriet ; dathad hem de herleving der Romeiusche quaestie geleerd. Juist in dezezelfde dagen waren door kardinaal Antonelli onderhandelingen begonnenover de ontruiming van Rome door de Fransche troepen, on de keizerclack er over, daaraan gevolg to geven en zijn troepen gelijktijdig uitLombardije en Rome terug to trekken. Rome word in die dagen hetmiddelpunt niet alleen van clericale en reactiounaire , maar ook vanlegitimistische en bepaald anti-imperialistische bewegingen; geen wonder,

Page 65: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

55

dat de keizer er zijn hand van wilde aftrekken, nu de pans het zelfvroeg en de elericalen in Frankrijk er dus geen grief van kondenmaken. De Napelsche Bourbons had hij opgegeven, voor de familieMurat dacht hij geen hand nit te steken. Maar het mocht allerminstden schiju hebben dat hij onder de hand met de revolutionuaire partijsamenging, en hij wilde evenmin deze in Italie laten geworden. Cavourkon hij echter de vrije hand laten, maar alleen op voorwaarde, dat hijzich niet door de revolutie zou lateu overvleugelen, en dat hij allesvermijden zou wat den keizer Icon dwingen zijn stelsel van onthoudingop te geven. Een eenigszins openlijke ondersteuning der nationale be-weging zou daar even licht aanleiding toe geven als een oorlogsver-klaring van Sardinie aan Napels.

Vaudaar dat Cavour gedwongen was tot een bonding die, evenminnit het oogpunt van het volkeurecht als van de moraal te verde-digen, de eenige was, welke hem overbleef.

Terwijl onder de oogen en met medeweten der Sardinische regeeringde voorbereiding tot een aanval op het Koninkrijk der Beide Sicilienplaats had, bleef de Sardinische gezant te Napels. En daar de Napo-litaansche regeering noch den moed noch het doorzicht had oin aandeze schijubare onzijdigheid, welke toch niemand misleidde , een eindete maken, maakte Cavour er gebruik van otn, nu hij de ondernemingniet verhinderen kon, er zooveel mogelijk voordeel van te trekken.Nu Garibaldi onder de lens: Italie en Victor Emmanuel ! het Napoli-taansche koninkrijk aan ging taste'', nam Cavour het programnia derbewegingspartij over en nam alle mogelijke maatregelen om te zorgendat niet de revolutie, mar de staat en het huis van Savoie devruchten der beweging zou plukken.

Die taak was verbazend moeilijk. Aileen een zoo listig en voorgeen middel terugdeinzend staatsman als Cavour was er tegen opgewassen.

Het is kenschetsend dat Cavour niet het minste gewetensbezwaarover een handelwijze schijnt gevoeld te hebben , welke steeds dubbel-zinnig , soms bijna gewetenloos kon heeten. Het belang van Italieging hem boven alles, en maakte in zijn oogen alles goed. Trouwenszijn tijdgenooten hebben niet anders gedacht en zijn iii zekeren zinzijn medeplichtigen geweest.

Zoodra de opstand op Sicilie was uitgebroken , sprak het voor de Garibaldi's

t"patriotten in Noord-Italie als het ware van zelf, , dat niet Rome, maar hduit zmet deend.

Page 66: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

56

Sicilie het doel moest zijn der onderneming, waarvoor de toerustingengemaakt werden. Het werd evenwel niet openlij k uitgesproken. Ter-wijl Victor Emmanuel met Cavour in zijn nieuw verworven gewestenrondreisde, kwam Garibaldi zich nabij Genua vestiges. Hij was daaromgeven door een aantal zijner vertrouwdeu , zijn oude krijgsmakk ers,Bixio, Sutori, Medici en anderen, Siciliaansche ballingen als Lafarina,La Mara en Crispi, eeu enkelen buitenlander, , den Hongaar Tiirr, enradicale partijleiders. Een der bekendsten van dezen , Bertani, was dehoofdpersoon bij de aanneming der vrijwilligers. Er was besloten datGaribaldi zelf eerst met een aantal uitgelezen manschappen, meestalien vroegere Alpenjagers, naar het eiland zou gaan. Bertani riep ze inzijn dagblad op ; ruim 1000 stelden zich dadelijk beschikbaar, meestuit de Lombardische steden, ook een aantal Venetianen en studenten uitPavia. Van Cavour had men de verzekering gekregen, dat de regee-ring de onderneming gees hindernis in den weg zou leggen, mits zijbuiten alle verautwoordelijkheid bleef. Maar toen kwamen er zeerslechte berichten uit Sicilie; men vernam dat de opstand dreigde uitte sterven. Er ontstond groote twijfel. Zelfs Garibaldi weifelde: hijwilde zijn jongelieden niet aan een zekeren ondergang blootstellen.Reeds begon Bertani terug te komen op het plan om liever naar Romete gaan. De Siciliaansche ballingen waren woedend. La Mara wildezelfs zonder Garibaldi den tocht ondernemen. Eenige angstige dagenvolgden. Toen kwamen betere berichten uit Sicilie. Garibaldi be-sliste: „Wij gaan , en terstond."

Die beslissing werd 's rnorgens den &Wen April genomen en reedsin den nacht van den 5 den op den 6 den Mei scheepte zich Garibaldi,vergezeld van bijna 1100 vrijwilligers, op twee pakketstoombooten in,welke op de reede van Quarto bij Genua, gereed lagen. Er was voorgezorgd, dat dit geschiedde bij wijze van een overrompeling. Lafarinahad daarbij als tusschenpersoon tusschen Cavour en Garibaldi gediend.Het garnizoen was opzettelijk in de kazernen geconsigneerd , velen be-weerden vooral om te voorkomen dat het met Garibaldi medeging.Terstond na de inscheping werd weggestoomd. Garibaldi had denvorigen dag den koning bericht gegeven dat hij den tocht naar Sicilieging ondernetnen , om, als hij overwon , het eiland onder des koningsstaten te doen opuemen. In vertrouwen, voegde hij er aan toe, datde koning niet zou toelaten dat de ministers dit land, evenals zijn,Garibaldi's vaderstad, den vijand overleverden.

Page 67: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

57

Eenige dagen bleef men natuurlijk zonder bericht van de expeditie.Toen vernam men dat zij den 8sten Mei op de Toscaansche kust bijTalamene, niet ver van de pauselijke grenzen , was geland. Een oogen-blik vreesdeu Cavour en velen met hem, dat Garibaldi zich had latenoverbalen om toch, in plants van naar Sicilie, naar Rome te gaau. Maarweldra bleek, dat hij slechts een kleiu aantal vrijwilligers onder een zijnervroegere Romeinsche strijdmakkers, Ziambianchi, daar aan land had gezet,die wel eenigen toeloop nit den omtrek kregeu en over de grenzen trok-ken , maar door de pauselijke troepen werden teruggeslageu en daarnadoor de Sardinische troepen werden ontwapend. Garibaldi zelf daaren-tegen was in den tniddag van denzelfden dag weder weggestoomd.

Cavour had als minister van marine aan den admiraal Persano hetbevel over een eskader van zes stoomschepen toevertrouwd, met lastGaribaldi in het oog te houden , zoowel met het doel dezen tegen deNapolitaansche zeemacht te beschermen als om hem te beletten eldersdan op Sicilie te landen. Maar zoomiu de Sardinische als de Napo-litaansche schepen kregeu diens beide vaartuigen op hun tochthet oog. Garibaldi stoomde rechtstreeks mar den westhoek van Sicilie,waar hij begreep dat men hem het minst verwachtte en waar ookgeen troepen waren. Eerst toen hij in den voortniddag van den llaen Meizijn doel, de haven van Marsala naderde, verscheneu Napolitaansche oorlog-schepen. Te laat echter om de ontscheping te beletten, terwijl Engelscheoorlogschepen, die juist in de haven lagen, ze nog eenigen tijd wisten opte houden, zoodat zij zich moesten vergenoegen met de ledige schepeute beschieten. De vrijwilligers waren alle behouden geland.

Marsala, hoewel een betrekkelijk groote stad (zij telde 24000 zielen),was, door zijn afgelegen ligging en de eigenaardigheid der bewoners ,die uitsluitend van den uitvoer van wijn en vruchteu , meestal naarEugeland, leefdeu, volstrekt ongeschikt om Garibaldi als steuupunt tedienen. Hij haastte zich dan ook om de stad te verlaten en, dooreen vrij aauzienlijk aautal Sicilianen vergezeld, den marsch aan tevangen in de richting van Palermo. In eeu van 14 Mei gedagteekendeproclamatie verklaarde hij de dictatuur over Sicilie te hebben aauvaardin naam van Victor Emmanuel. Den volgenden dag , 15 Mei, stiethij op een afdeeling Napolitaansche troepen onder brigadier Landi,die zich te Catalafimi had verschanst. Beide partijen waren even sterk ,maar de Siciliaansche vrijwilligers bleken niet de geringste gevechtswaardete bezitten, zoodat de Alpenjagers den strijd alleeu te bestaau haddeu.

Page 68: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

58

Den Napolitanen ontbrak geheel het enthousiasme dat dezen ken-merkte ; na een betrekkelijk kort gevecht trokken zij terug. Garibaldivond bet echter noodig, te berichten, dat zij veel dapperder tegenstandhadden geboden dan verleden jaar de Oostenrijkers (hoewel die nietzelden zijn toen nog zeer weinig geoefende vrijwilligers verslagen hadden),want hij gevoelde zich verplicht alle Italianen te verheerlijken ; zelfsvan de Sicilianen prees hij den moed, hoewel zij na het eerste vuurop de vlucht waren geslagen en eerst later enkelen weder aan het ge-vecht hadden deel genomen.

Het gevecht bij Calatafimi bevestigde zijn naam van onoverwinne-lijkheid en onkwetsbaarheid , welken „de roode duivel", zooals deNapolitanen Garibaldi noemden, zich bij dezen had verworven, sederthij ze in 1849 met bebloede koppen over de Romeinsche greuzen hadteruggeworpen. Als een tooverslag verspreidde zich de mare over heteiland en bracht overal het yolk in beweging. Landi moest zich haastenPalermo te bereiken , anders ware hij afgesneden geworden.

In de stad waren onhoudbare toestanden; de bevolking werd alleendoor het gebrek aan wapenen belet in opstand te komen. De bezettingwas door de vruchtelooze expedities en de daarbij niet zelden beganewreedheden erg gedemoraliseerd. Uit Napels kwam generaal Lanza,een geboren Siciliaan , als koninklijk commissaris, maar zijn volmachtenwaren slechts in schijn uitgebreid, daar Frans, even als zijn vaderplacht te doen, aan verschillende andere officieren afzonderlijke ordershad gegeven. Hij vaardigde te vergeefs schoonklinkende proclamatiesnit; niemand geloofde, ze. De Engelsche admiraal Mundy verscheenop de reede en deed voorstellen tot bemiddeling, die den patriottennieuwen moed gaven. leder wachtte op Garibaldi. Om dezen te be-letten de stad to naderen, trok generaal Mechel met een aanzienlijk korps,tegen den wil van Lanza, het gebergte in. Garibaldi week voor hem terug,maar manoeuvreerde zoo handig, dat hij voor hem, in den nacht van 26 op27 Mei, voor de stad kwam, waar onmiddellijk apes wat wapenen had inbeweging kwam; met name kwamen de monni ken uit de talrijke kloostersGaribaldi helpen. Nog in den morgen drougen de vrijwilligersbinnen en bezetten een der poorten. Drie dagen zag het er in Palermovreeselijk uit ; de citadel en de Napolitaansche vloot hielden nietop de stad te beschieten, waar voortdurend tusschen de troepen ende opstandelingen en vrijwilligers gevochten word. Zonderling genoegbleek later het verlies aan beide zijden veel geringer dan men zich

Page 69: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

59

had voorgesteld met het oog op het geweld en den omvang van denstrijd. De reden was dat van weerszijden zeer slecht geschoten wasen beide partijen zich zelden buiten de bedekking van huizen of barri-cades hadden gewaagd. Be opwinding en verbeeldingskracht der zuide-lijken deden er het hare toe orn den strijd veelmalen grooter te doenschijnen, en daar er zoo nu en dan werkelijk verbitterd gevochten was, kreegde strijd het voorkomen van een ontzaglijke worsteling. Een enkelemaal hing de uitslag aan een zijden draad , want de Napolitaneuovertroffen hun tegenstanders zoo wel in getal als in wapening veel-malen. Van de laatste was eigenlijk slechts op de Italiaansche vrij-willigers staat te maken ; de Sicilianen vochten soms met groote ver-bittering , maar lieten zich niet zelden op eens ontmoedigen. Be stadhad geducht geleden, hoewel veel minder dan algemeen geloofd werd opgrond der overdreven berichten die de rondte ded en. Ten slotte geraakten deNapolitanen zoo zeer gedemoraliseerd, dat Lanza, een man van 73 jaar, denmoed verloor en den 318ten Mei, onder berniddeling van den Engelschenadmiraal , met Garibaldi een wapenschorsing sloot , tot bij nadere be-velen uit Napels zou ontvangen hebben.

Den 6den Juni werd daarop een capitulatie gesloten , waarbij dentroepen vrijen aftocht over zee met wapenen en bagage werd toege-staan. Den dag te voren had Garibaldi reeds afgekondigd , dat hijals hoofd der regeering een ministerie instelde, waarvan FrancescoCrispi , die reeds dadelijk bij de landing te Marsala als "staatssecretaris"van den dictator was opgetreden het hoofd was. Terwijl dit , zoogoed het ging, de orde in de stad en omstreken herstelde (wat nietgeringe moeite kostte, want evenals in 1848 waren de gevangenissengeopend geworden), ontruinade het garnizoen, dat in het geheel bijna30,000 man had geteld , de kazernes en forten. Het duurde totden 19den Juni eer Palermo geheel vrij was.

Zoo was in een zestal weken door eeu handvol vrijwilligers, ge-holpen door een betrekkelijk klein gedeelte der bevolking, eeu geheelleger, , dat voortreffelijk uitgerust en geoefend was, verslageu en totcapitulatie gedwongen geworden en bijna geheel Sicilie bevrijd. Batwas een uitslag, welken geen patriot had durven droomen ; geenwonder dat Garibaldi gevreesd werd als een held, wien niets onmoge-lijk was, als de verlosser van Italie. Ook buiten het schiereiland werdzijn naam wijd en zijd populair. Duizenden , die tot nog toe aan detoekomst van Italie getwijfeld hadden , werden nu bekeerd tot warme

Page 70: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

60

Val van hetabsolute

koningschapin Napels.

voorstanders der eenheid. Revolutionnairen van allerlei landaard enkleur en enthousiaste bewonderaars van Garibaldi's eigenaardige per-soonlijkheid (de laatsten waren meestal Engelschen) kwameu in menigtenaar Palermo om onder zijn aanvoering te strijden. Uit Italie werdentalrijke scharen vrijwilligers onder bevel van Garibaldi's beproefdestrijdmakkers Cosenz , Medici en anderen, georganiseerd en met bijnaopenlijke medewerking der regeering naar Sicilie overgevoerd. Wantieder gevoelde dat thans het fipleit van dwang en vrijheid" stondbeslist te worden.

Langen tijd had koning Frans II aan het stelsel zijns vaders blijvenvasthouden ; zelfs nog bij de benoeming der nieuwe ministers had hijgezorgd het persoonlijk karakter der regeering zooveel rnogelijk tehandhaven. Hij deed dit te eerder, daar hij eigenlijk niemand inzijn omgeving of zelfs in zijn familie vertrouwde. Onder zijn ver-wanten waren eukelen, die zich meer of min oprecht voor een liberalestaatkunde verklaarden, anderen daarentegen ijverden voor een vast-houden aan het persoonlijk bewind. De eenen zoowel als de anderenverdacht hij van bijbedoelingen. Evenmin vertrouwde hij zijn andereraadslieden, en het allerminst de bevelhebbers van land- en zeemacht.Dat alles maakte hem hoe langer hoe meer onzeker. Hij bleef af-wachten en dientengevolge het oude stelsel volgen.

Ook in de buitenlandsche politiek had hij zijn houding niet ge-wijzigd. Sardinie beschouwde hij als den natuurlijken vijand. Tenopzichte van Sicilie bleef hij doof voor alle aanmaningen oin het doorconcession te winnen, ineer soldaten en harde bestraffing van elk verzetscheen hem daar het eenig geneesmiddel. Toen echter Garibaldi'sonderneming met zulk een schitterend gevolg bekroond was gewordenen het bombardement van Palermo niet alleen geen doel had getroffen,maar algemeen verontwaardiging had verwekt, terwijl de toen geblekenonmacht der Napolitaansche regeering het gevolg had , dat noch deregeering noch haar organen op het vasteland meer door de be-volking gevreesd werden en er zich teekenen van toenemende anarchicbegonnen te vertoonen , zag hij in, dat langer volhouden hem denondergaug zou berokkenen.

Eerst zond hij een der weinige liberalen , welke hij durfde ver-trouwen , den oud-minister van 1848 De Martino naar Parijs, omNapoleons tusschenkomst in te roepen. Maar deze ondervond eenzoo krasse weigering , dat hij niet eens , zooals het plan was , de reis

Page 71: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

61

naar Louden voortzette. Het bombardement van Palermo had, be-weerden de Fransche staatslieden , het aan iederen beschaafden staatoumogelijk gemaakt jets voor koning Frans te doen. Engelands lion-ding was bijna openlijk vijandig.

Dat was beslissend. Den 265ten Juni verscheen te Napels eenkoninklijke proclamatie , waarbij een amuestie , een liberaal ministerie,een verbond met Sardinie , het aannemen der nationale vlag en eenafzonderlijke regeering voor Sicilie werden beloofd , terwijl het nieuweministerie belast werd met de voorbereiding der invoering eenerconstitutie. Maar zoo min deze aankondiging als haar gedeeltelijkeverwezeulijking maakte den minsten indruk op de bevolking , diezich even vijandig tegen de dynastic bled uitlaten. De vele duizendendie teugevolge der amnestie hetzij uit de ballingschap terugkeerden ,hetzij uit de gevangenis werden losgelaten of van het toezicht derpolitie ontslagen , toonden zich in het minst niet dankbaar, , maarvermeerderden slechts het getal dergenen , die zich openlijk tegen denkoning keerden. Het harde maar niet onverdiende woord werd mettoespeling op het verleenen van de constitutie in 1821 en 1848,gehoord , dat wie tweemaal frauduleus bankroet had gemaakt , nietvoor de derde maal crediet kon verwachten. Het nieuwe ministeriewaarin , onder voorzitterschap van Spinelli, De Martino en andereerkende liberalen zaten, meende het geed; het waren haast uitsluitenddynastieke liberalen ; slechts de minister van politic, die weldra debinnenlandsche zaken kreeg Liborio Romano, was een voorstanderder Italiaansche eenheid. Maar zij werden eigenlijk door niemandondersteund ; ook de koning wantrouwde hen als liberaleu. Tochwerd er geen poging gedaan oin een omwenteling tot stand te brengen.De woede des yolks keerde zich alleen tegen de politie , wier commis-sariaten in de hoofdstad on hier en daar de provincien werden inbrand gestoken, terwijl enkele gehate politiemannen werden dood-geslagen. In den eersten schrik kondigde de regeering den staat vanbeleg af, , maar toen er niets verder gebeurde , werd doze weder opge-heven en, om de bezwaren van het samenstellen eerier nieuwe grond-wet to ontgaan , eenvoudig die van 1848 weder in werking gesteld.De honing verklaarde daarbij , dat zij rechtens nimmer opgehoudenhad to gelden ! Tegelijkertijd werd en tegen Augustus verkiezingenuitgeschreven voor de in September bijeen te roepen vertegenwoordiging.

De koningin-moeder en haar dochters hadden intusschen de wijk

Page 72: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

62

naar Gaeta genomen. Van die zijde kwam zeker de demonstratie,welke weldra , 15 Juli , door een gedeelte der garde tegen de cousti-tutie werd beproefd , waarbij kreten ter eere van Lodewijk I gehoordwerden. Die golden den oudsten van Frans' halfbroeders, den graafvan Trani , voor wien zijn moeder reeds vroeger een afzonderlijk Sicili-aansch koninkrijk had willen opgericht zien. Niet vreemd waarlijk ,dat Frans tegen een dergelijke poging om het absoluut bewind teherstellen met alle kracht optrad en de ministers dwong , tegelijkmet alle andere troepen den eed op de grond wet of te leggen. Maarde garde te ontbinden, zooals de ministers vroegen, weigerde hij even-zeer als de nieuw geworven Beieren naar hais te zenden. Het garni-zoen van Napels werd versterkt door de meeste troepen die uitPalermo waren gekomen. Frans had waarschijnlijk alleen om ze terbeschikking te hebben, zoo grif in de ontruiming der forteu toe-gestemd. De rest was naar Messina gezonden ; ook Calabrie bleefsterk bezet, en de ongeveer 15,000 man welke in de Abruzzen warenverzameld geworden , toen het plan was gevormd om de hand te biedentot een herovering der Legatien , vormden nog een aanzienlijke reserve.In getalsterkte en uitrustiug was de koninklijke krijgsmacht tegenelken vijand opgewassen, maar ook alleen daarin. Slechts een gedeelteder manschappen was bereid zijn plicht te doen en dan nog alleenvoor den absoluten koning; de officieren waren voor een goed deelliberaal , van de aanvoerders waren maar weinigen te vertrouwen. Metde zeemacht was het niet veel beter gest eld. Wel hadden haar officierenen manschappen tot nog toe geen gehoor gegeven aan Garibaldi's pro-clamaties of aan Persano's pogingen om ze te verleiden , maar zij ver-meden zooveel mogelijk elk optreden.

De ministers hadden gehoopt dat de houding des konings bij deabsolutistische demonstratie der garde de bevolking beter zou stemmen,maar weldra bemerkten zij dat deze volslagen onverschillig was vooralle plannen en beloften, zelfs voor de beloofde en ook aangevangenonderhandeling met Sardinia omtrent een samengaan ten opzichte vanItalie. Hoe langer hoe duidelijker bleek het, dat de bevolking alleenrustig bleef uit vrees voor dergelijke gebeurtenissen als die van Mei 1848.Wel schenen thans de lazzaroni, die toen openlijk voor den absolutenkoning partij hadden gekozen , op de hand der liberalen , maar wiekon op dezen rekenen ? Veel liever dan zelf de onzekere kans teloopen, wachtte men op Garibaldi, wiens overtocht over de straat van

Page 73: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

63

Messina met ongeduld te gemoet werd gezieu. Tot zoolang hadden degeheime eomite's elken opstand verboden.

Voorloopig konden trouwens de Napolitanen tevreden zijn, want depolitie was nergeus meer te zien, en iedereen kon zeggen, ja doenwat hij wilde. De dadelijk versehenen dagbladen muntten niet uitdoor gematigdheid.

Geen wonder dat onder deze omstandigheden de aansporingen totopstand, tot het verdrijven der dynastie, welke in het geheim, inoverleg met Cavour's agenten , door enkele voorstanders der onmiddel-lijke vereeniging met Sardinie , vooral door den minister LiborioRomano werden beproefd, volstrekt geen gevolg hadden. Ook toen inhet begin van Augustus Persano voor Nape's het anker wierp, gebeurdeer niets, wat uitzieht gaf, dat de Napolitaueu het voorbeeld vanMidden-Italie zouden volgen. Voor Cavour was dat een groote teleur-stelling. Want hoe bezwaarlijk de toestand dreigde to worden, alsGaribaldi in het koninkrijk meester werd, daarvan gaven de gebeurte-nissen op Sicilie een duidelijk bewijs.

Gedurende de maand Juni en de eerste helft van Juli bestond op Garibaldi'sSicilie feitelijk wapenstilstand. Catania, Trapani en andere steden van dictatuur op

de oostkust hadden hare bezettingen verdreven. De Napolitanen ondergeneraal Clary coneentreerden zich °in Messina. Zij hielden verderalleen Syracus-, en Agosta op de oost- en Melazzo op de noordkustbezet.

Garibaldi traehtte uit de in talrijke seharen nit Italie overkotnendevrijwilligers en de mansehappen, die hij in Sieilie kon bijeenbrengen,een (Italiaanseh) „Zuiderleger" sameu te stellen. Een gedeelte van diekrijgsmaeht had handen vol werk met het handhaven van de ordesommige deelen van het eiland, waar wel is waar de nieuwe regeeringde oude anibtenaren handhaafde, maar waar sedert den aftocht derkoninklijke troepen algemeene anarchie heersehte. Garibaldi en zijnofficieren traden daartegen met krijgsrecht op, wat wel voor eon oogen-blik hielp, maar de Sieilianen verbitterde, die weldra, bij alle enthou-siasme voor den persoon van den dictator, over zijn regeering evenontevreden waren als over de Bourbons. Crispi was wel (als oudMazzinist) eon demoeraat , mar in den zin der Jaeobijnen ; daar zijnregeering een volksregeering heette, eischte hij onbepaalde gehoorzaam-heid voor de tallooze besluiten die hij uitvaardigde, en die grooten-

Page 74: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

64

deels geheel geen rekening hielden met den bijzonderen toestand ophet eiland en vooral niet met het Siciliaansche volkskarakter. Daaren-boven kwamen hij en zijn radicale vrienden weldra in botsing met deSiciliaansche leiders, voor een deel aanzienlijke edellieden. Het gevolgwas dat de Sicilianen, voor zoover zij zich met de staatkunde bemoeiden,hun bewind hartelijk moede werden en luide om verwezenlijking vanhet doel der bevrijding, vereeniging met Sardinia, riepen. Doch hetgezag of te staan aan Cavour en diens aanhangers, kwam noch bijCrispi en de radicalen noch bij Garibaldi zelf op, die integendeel hoelanger hoe meer den „verkooper van Nizza" voor zijn persoonlijkenvijand ging aanzien. Hij verklaarde de vereeniging van Sicilie methet overige Italie eerst te zullen afkondigen, als hij het van de tinnenvan het Quirinaal kon doen. Die houding gaf aanleiding tot openlijketweedracht ; het yolk van Palermo kwain in beweging ten gunste deronmiddellijke annexatie. Lafarina, die als vertegenwoordiger der regeeringop Sicilie was gekomen, werkte ijverig in dien geest. Garibaldi begeepte moeten toegeven en andere, bijna uitsluitend Siciliaansche ministerste moeten benoemen, maar hij wreekte zich door een week later(8 Juli), waarschijnlijk op aanstoken van Crispi, Lafarina, hoewel dezeeen geboren Siciliaan was, als rustverstoorder en samenzweerder metgeweld het land uit te zetten. Een nieuwe ministerieele crisis volgde ;met moeite kreeg Garibaldi een regeering bijeen. Hij verlangde har-telijk van de regeeringszaken, waar hij even weinig begrip van had,als hij er neiging toe gevoelde (want heerschzucht was hem geheelvreemd) ontslagen te worden en weder te veld te kunnen trekken.

Maar om eerst Messina en clan Napels te kunnen veroveren, had hijheel wat meer troepen noodig dan de duizend man, waarmede hijPalermo had bevrijd. Vandaar dat hij moest wachten tot nog meervrijwilligers uit Noord-ltalie aangekomen en behoorlijk georganiseerdwaren. Want op de Sicilianen viol niet te rekenen. Zij melddenwel zoo nu en dan bij groote scharen aan, maar deserteerden meestaleven spoedig met geweer en wapens ; van discipline hadden zij geenbegrip en zij waren een plaag voor de plaatsen waar zij gelegerdwaren. Trouwens ook de vrijwilligers muntteu niet uit door ordelijk-heid, maar zij hadden de verontschuldiging dat zij van honger moestensterven, als zij niet zelf voor hun onderhoud zorgdeu. Want geld omze te betalen of te onderhouden was er evenmin als geregelde verpleging.Garibaldi had terstond de algetneen gehate belasting op het gemaal

Page 75: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

65

afgeschaft, maar zag zich nu verplicht een hooge inkomstenbelastinguit te schrijven, die even algemeene ontevredenheid verwekte. Weldramoest hij zelfs aan een leening denken, hoe bezwaarlijk die ook voorhet eiland zou wezen.

Hoewel de uitzetting van Lafarina een slag in het aangezicht vanCavour kon heeten, was deze te zeer overtuigd van de noodzakelijk-heid van een samengaan met Garibaldi dan dat hij ophield dezen teondersteunen. Integendeel gaf hij zelfs aan diens verzoek gehoor om ,in plaats van Lafarina, Depretis als kouinklijk commissaris naar Siciliete zen den, hoewel hij hem niet geheel vertrouwde. Garibaldi wasvan plan dezen het gezag over te dragen, zoodra de toebereidselen totden then well veldtocht gereed waren.

Intusschen had een der weinige Napolitaansche officieren, die mettoe wijding hull plicht deden, kolonel Bosco, die zich reeds te Palermoon derscheiden had, zich te Milazzo vastgezet en daardoor den toegangzoowel tot de zeeengte als tot Messina bezet. Bij voldoende onder-steuning door Clary kon deze van daar langs de kust in de richtingvan Palermo voortdringen. De tegenover hem staande vrijwilligersonder Medici waren niet talrijk. Pit noopte Garibaldi niet langer tewachten , maar onmiddellijk zich over zee met het gros zijner krijgs-macht bij dezen te voegen. Zoolang Depretis nog niet was aangekomen,nam daarop generaal Sirtori de prodictatuur in handeu •, den 2 3sten echterwerd die door Depretis aauvaard. Garibaldi zelf scheepte zich intusschenin op het eenige Napolitaansche oorlogsstoomschip, dat door zijn com-mandant ter beschikking van Persano en door dezen in Garibaldi'shanden was gesteld. De bemanning had echter meest den dienst ver-laten, maar zeelieden waren er genoeg bij Garibaldi. Den '2 Osten Juliwerd nu aan de kust bij Milazzo hevig gevochten. Bosco zou daarbijde overhand hebben behouden, wanneer niet Garibaldi hem van zeenit door zijn stoomschip beschoteu en hem daardoor gedwongen hadin de stad terug te trekken. Daar had een nieu w gevecht plaats, dateindigde met den terugtocht der Napolitanen in het aan zee gelegenkasteel, waar zij nauw ingesloten werden.

Toch kapituleerde Bosco eerst tom hij daartoe uit Messina bevelkreeg ; hij verkreeg toen nog vrijen aftocht over zee naar Napels.

De nieuwe overwinning van Garibaldi maakte overal grooten indruk. DenNapolitaanschen generaals ontzonk de moed. Terstond daarop begonnenzij onderhandelingen over de ontruiming van Messina, dat reeds den

II 5

Page 76: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

66

26sten door Garibaldi's voorhoede werd bezet. Bij de capitulatie, dietwee dagen later gesloteu werd, bleven alleen de citadel van Messinaen enkele forten in handen der Napolitanen, die op den duur ookSyracuse en Agosta ontruimden. Sicilie was vrij, sleehts de smalle zee-straat scheidde Garibaldi van de Calabreesche kust.

Laatste po- Het was nu zoo goed als zeker, dat binnen korter of langer tijdgingen om het Garibaldi op het vaste land zou staan en dat het koninkrijk der beideBourbonschekoningschap Sicilien dan ineen zou storten. Cavour hoopte nog altijd dat ditte redden. niet alleen het werk van den dictator zou wezen, maar dat het Napo-

litaansche yolk zelf de gehate en verachte regeering zou verdrijven.Dan kon niet alleen een tusschenbestuur, als thans op Siciliö bestond,vermeden worden en Victor Emmanuel zijn nieuw gebied ontvangen vande bevolking zelf en niet van Garibaldi, maar dan kon deze laatsteook belet worden door een aanval op Rome in botsing te komen metFrankrijk. Doch bij de apathie der Napolitanen viel het uiterst be-zwaarlijk een volksbeweging uit te lokken. Cavour beval daarom aanPersano naar Napels te stoomen, tot bijstand der kleine partij, welkeonmiddellijke vereeniging met Sardiniö wenschte. De admiraal nameenige troepen aan boord, om aan land te zetten als dat ter onder-steuning eener revolutionnaire beweging in dien zin noodig mocht zijn.Op nieuw zag zich Cavour verplicht naar een middel te grijpen, dathem niet ten onreehte blootstelde am de beschuldiging van ongehoordedubbelhartigheid.

burners juist nu waren te Turijn onderhandelingen begonnen overeen nauw verbond tusschen Sardinie en Napels.

Dat verbond had Napoleon aan De Martino voorgesteld als heteenige middel dat mogelijkerwijs nog het Bourbonsche koninkrijk konredden, maar Frans II had bet in den beginne niet van zich kunnenverkrijgen het aan te gaan. Kenschetsend genoeg, vooral, zooals hijopenlijk aan zijn ministers verklaarde, omdat hij vreesde dat het hemdwingen zou vijandig tegen Oostenrijk en voor de bevrijding vanVenetie op te treden. Dat was voor den Italiaanscheu vorst hetergste ! Maar in zijn proclamatie van 26 Juni moest hij het tochaf kondigen, en zijn nieuwe constitutioneele minister De Martino deedonmiddellijk voorstellen aan den Sardinischen gezant Villamarina. Veer-tien dagen later diende de Napolitaansche gezant te Turijn het for-meele verzoek, en riep tevens de bemiddeling der Sardinische regeering

Page 77: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

67

in om van Garibaldi een wapenstilstand te verkrijgen. Cavour koneen voorslag , van wien hij wist dat hij door Napoleon was aangeraden,onmogelijk afwijzen. En het was werkelijk niet voor de lens dat nietalleen Talleyraud, maar zelfs Thouvenel op de aanneming der Napoli-taansche voorslagen aandrongen. Zij zagen daarin, en waarschijnlijkNapoleon zelf evenzeer, het eenige middel om te voorkomen dat devereeniging der beide koninkrijken en daardoor de Italiaansche eenheidtot stand kwam, wat nog altoos door bijna alle Franschen als eengroot nadeel, ja eenigermate als een groot gevaar werd opgevat, waar-voor de winst van Savoie en Nizza geen vergoeding leverde. De voor-slagen werden daarenboven door bijna alle mogendheden ondersteund ,zelfs in zekeren zin door Engeland, daar, zooal niet Palmerston, dantoch Russell al evenmin vrede met den Italiaanscheu eenheidsstaat had.

Vandaar dat Cavour niet nalaten kon om de onderhandeling tebeginnen. Niet dat hij er een oogenblik aan dacht het verbond tesluiten. Reeds alleen het bericht der eerste Napolitaansche aanbiedingenhad in pers en kamer in Noord-Italie een storm verwekt. Wat zouhet dan niet zijn als de natie vernam, dat zij waren aangenomen !Maar ook dat daargelaten, was het verbond volstrekt onuitvoerbaar.

Garibaldi thans tegen te houden was ondoenlijk. En dat zou dantoch noodzakelijk hebben inoeten geschieden, als het tot stand wasgekomen. Cavour hield zich dan ook niet alsof hij aan het ver-langen der mogendheden gehoor gaf ; hij verklaarde de zaakvoor uiterst moeilijk en stelde een voorwaarde voor het beginneneener formeele ouderhandeling, welke hij met grond kon verwachten,dat Frans II zou verwerpen, namelijk dat den Sicilianen zouworden vrijgelaten zelf over hun lot te beslissen. Werkelijk wildeFrans hiervan in het begin niet hooren. Maar de uitslag vanhet gevecht bij Milazzo maakte hem zoo bezorgd , dat hij , in dehoop van althans zijn Napolitaansch rijk te redden, toestemde. Teendit geschied was, kon Cavour niet langer weigeren de onderhan-deling te beginnen. Maar vast besloten haar niet tot een goed dude telaten komen, liet hij onmiddellijk daarna, 27 Juli, door den koning eenbrief aan Garibaldi schrijven, om dezen aan te raden van verdere aan-vallen op Napels af te zien , wanneer koning Frans den Sicilianen voilevrijheid liet om over hun lot te beslissen en al ziji troepen nit heteiland terug trok. Het sprak van zelf dat Garibaldi aan dien randniet zou voldoen •, uit de wijze waarop de brief gesteld was sprak de

Page 78: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

68

veronderstelling daarvan duidelijk. Zoo gebeurde het ook ; den27 sten kwam Garibaldi's antwoord, dat hij thaw onmogelijk kon ge-hoorzamen. Onder doze omstandigheden , nu in geen geval de vijan-delijkheden werden gestaakt , verklaarde Cavour het voor een onmoge-lijkheid de onderhandeling voort te zetten; alleen voor den vormbleef hij met de daartoe afgevaardigde bijzondere gezanten in betrekking.

De koninklijke brief had nog een ander doel beoogd en bereikt.Van nu af was Victor Emmanuel tegenover de mogendheden ontslagenvan alle verantwoordelijkheid voor Garibaldi's onderneming. Bij deeigenaardige wijs van diens optreden , bij diens verbinding met de meestrevolutionnaire elementeu van Europa, was dit noodzakelijk. Metname de keizer van Itusland kwam iu dien tijd ijverig voor de legi-timiteit op. Hij was veel ijveriger dan de Oostenrijksche regeering ,

welke aan de Napolitaansche had te kennen gegeven , dat zij zichgeheel buiten de Italiaansche aangelegenheden zou houden, zoolanghet Venetiaansche niet werd bedreigd, zoodat er van haar geen bijstandte wachten was. Te Weenen begon men uiterst practisch te worden.

Voor Cavour was dit geen geringe bemoediging. Maar toch warensedert den in Juni volbrachten aftocht der Fransche troepen, de vooreen Oostenrijkschen aanval openliggende Mincio- en Po-grenzen eenvoorwerp van groote bezorgdheid voor hem. Want hij voorzag dathij het leger, , dat reeds sedert Mei voorzichtigheidshalve op voet vanoorlog was gebracht , maar nog lang niet geheel gereorganiseerd was ,elders zou moeten gebruiken. Misschien zelfs tegen Italianen. Deradicale leiders hadden het plan opgevat van het steeds aangroeiendgetal vrijwilligers, dat zich ter beschikking stelde van Garibaldi's ver-tegenwoordiger, , den radicalen afgevaardigde Bertani, een gedeelte afte zonderen voor een inval in het pauselijk gebied. Zoo talrijk warendezen , dat daarvoor 8000 man konden worden bestemd. Het planwas, om hen, evenals de naar Sicilie bestemde, te Genua in te schepen,maar dan naar de Toscaansche kust te varen, evenals Garibaldi in Meigedaan had, en van daar uit het Romeinsche gebied aan te tasten.Andere in Toscane georganiseerde korpsen zouden in Umbrie vallen.De regeering werd het plan tijdig gewaar; het met geweld te belettenzou groote opschudding hebben verwekt , misschien zelfs geleid hebbentot botsingen. Om dit te voorkomen trad Farini , de minister vanbinnenlandsche zaken, met Bertani in betrekking en wist hem over tehales, bet plan op te geven en de vrijwilligers werkelijk mar Sicilie

Page 79: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

69

te laten vertrekken. Het schijnt dat dit plaats had in overleg metGaribaldi, die bij den geringen bijstaud, welken hij van de Sicilianenondervond, noodzakelijk versterking behoefde, en dat deze in de eerstedagen van Augustus zelf naar Cagliari vertrok , om te zorgen dat deschepen naar Sicilie koers zetten. De veel minder talrijke in Toscane ver-eenigde vrijscharen werden door het leger verhinderd de grens te naderen.Zoo werd dit gevaar afgewend, maar het was kenschetsend voor den toe-stand dat de regeering tot zulke middelen haar toevlucht moest nemen,om te voorkomen dat het ongeduld der radicalen het groote werk touiet deed. Hoewel de orde niet openlijk werd verstoord , verkeerdeItalie eigenlijk in een toestand die aan mnwenteling grensde.

Door de nieuwe versterkingen was Garibaldi eindelijk in staat gesteld , Garibaldi ver-den overtocht naar het vaste land te beproeven. Hij beschikte waar- overt Napels.

sehijnlijk over een macht van niet veel meer dan de helft der 25000soldaten , die Calabrie bezetten, maar dit was ruimschoots genoeg.Alleen als de Napolitaansche marine haar plicht deed was de overtochteon waagstnk , of liever hij was dan onmogelijk. Want Garibaldibeschikte slechts over open booten en zijn batterijen aan den Tarowaren niet in staat oorlogsschepeu te verdrijven. Maar de N-apolitanenhielden sleeht wacht en zoo konden op den 8sten Augustus een 400vrijwilligers onder Missori den overtocht ondernemen. Eerst toen debooten, die hen hadden overgevoerd, terug keerden, word alarm gemaakt.Door overmacht aangetast , wierp Missori zich in de bergen. Daarkwamen weldra talrijke Calabreezen zich bij hem voegen. Andere af-deelingen volgdeu. Den 19de11 scheepten Garibaldi en Bixio zich metongeveer 4 b. 5000 man op twee stoomschepen to Taormina in enwisten, ondanks de Napolitaansehe oorlogsschepen, op twee punten,Garibaldi te Melito, Bixio to Sapri , te landen. Beiden wendden zichtegen Reggio. De Napolitaansche bevelhebbers verwaehtten den aan-val veel meer noordwaarts aau de kust van Calabrie. Slechts tweebrigades, tusschen de 9 en 10000 man, waren met de verdediging vande zeestraat belast. Eon deel er van bezette Reggio en trok Bixiotegemoet. Toen zij den vijand sterker vonden dan zij verwacht hadden,trokken zij echter binnen het kasteel terug, waar zij den 22ste11 tegenvrijen aftocht capituleerden. Intusschen waren Medici on Cosenz methun afdeelingen, ongeveer 11000 man, noordelijk bij Scilla geland,zoodat de Napolitanen bij Villa San Giovanni den volgenden dag

Page 80: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

70

ingesloten werden. Daar de soldaten weigerden te vechten en weldraalle tucht ophield, capituleerde generaal Briganti. Na ontwapend tezijn word den soldaten vrijgelateu te gaan waar zij wilden , waaropvolkomen ontbinding der Napolitaansche korpsen volgde. Slechts zeerweinige officieren en manschappen namen bij Garibaldi dieust; demeesten haastten zich naar hun woouplaatsen terug te keeren. Inordelooze benden verspreidden zij zich over het land; generaal Brigantiwerd als verrader door hen vermoord. Alleen de buitenlandsche troepenbleven bijeen en verzochten naar Napels gebracht te worden.

Het te Villa San Giovanni gegeven voorbeeld werkte aanstekelijk.Garibaldi vond verder op zijn marsch langs de kust nergens tegen-stand. De koninklijke troepen capituleerden overal en gingen daaropuiteen; soms onder omstandigheden, die bewezen dat het alleen dedemoralisatie was welke daartoe noopte. Intusschen waren, terwijlGaribaldi nog op de gelegenheid tot overvaart wachtte, in de Napo-litaansche provincien de liberalen in beweging gekomen , hadden degendarmerie ontwapend of overmand en de overige licht bewegelijkebevolking meegesleept. De geheele Basilicata stond weldra in vuuren vlam , evenals Calabriö. Apulie en de Capitanata volgdeu, weldrawerden ook de noordoostelijke streken aangetast. De tegen den op-stand uitgezonden troepeu weigerden te vechten of verbroederden zichmet de opstandelingen. Overal werden voorloopige regeeringscommissiesopgericht, welke niet zelden koniuklijke ambtenaren onder hun ledentelden. Overal werden Victor Emmanuel als koning van Italie enGaribaldi als dictator van de Beide Sicilien uitgeroepen. Merkwaardigwas daarbij de ijver waarmede de lagere geestelijkheid deel aan debeweging nam. Daardoor werd ook het landvolk medegesleept datanders volstrekt apathisch was.

Te Napels heerschte de grootste opgewondeuheid , maar de vreesvoor een herhaling van de gebeurtenissen van Mei 1848 en het doorhet Comite van Actie in overleg met de radicalen uitgegeven wacht-woord: „wachten op Garibaldi", hieldeu een uitbarsting tegen. Te ver-geefs zochten de voorstanders der onmiddellijke vereeniging met Piemont,in overleg met den minister Liberio Romano en den Sardinischen gezanten admiraal , de volksbewegiug uit te lokken. Het zonderlinge gevaldeed zich voor, dat de radicalen voor stilzitten, de conservatief-liberalenvoor opstand waren. Het ministerie was geheel machteloos. De koningvertrouwde het maar half en weigerde aan zijn voorstellen gehoor te geven,

Page 81: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

71

doch liet zich evenmin meesleepen door de hofpartij ; hij durfde zoo-min zich aan het hoofd stellen der nog we! 36,000 man troepen , diebij Salerno en Napels bijeen waren, als zich binnen Gaeta terugtrekken.Het eerste rieden hem zijn echtgenoote, de dappere koningin, en enkelegeneraals , vooral Bosco; het laatste was de wensch der hofpartij. Vanzijn ooms Tied een, de graaf van Syracuse, die met een zuster vanden prins van Savoie, Carignan, was gehuwd, hem aan otn afstand tedoen in het belang van Italie. Een andere, de graaf van Aquila, gafdoor zijn dubbelzinnig gedrag aanleiding tot verwijdering nit het laud,onder de leus eener diplomatieke zending. Filangieri verliet vrij-willig het land. Een vroeger ijverig reactionnair, , generaal Nunzianti,kwain daarentegen vruchteloos ten dienste der onmiddellijke annexatiewerken; zoozeer waren alle banden losgemaakt. De pens der hoofdstadverviel toen volkomen in teugelloosheid; voor haar scheen er geenkoning meer te bestaan. Maar het bleef bij woorden. In de provinciennam men deze lafhartigheid der hoofdstad zeer euvel op, many ookdit had geen uitwerking. Event-lain waren de soldaten of zelfs devloot , die na Garibaldi's landing grootendeels in de haven van Napelsbijeen was, te bewegen zich openlijk voor Victor Emmanuel te verklaren.Maar de vloot weigerde evenzeer de haven te verlaten. De officierenvreesden dat men hen zou dwingen naar een Oostenrijksche haven tezeilen.

Intusschen naderde Garibaldi Salerno. Bij de groote getalsterkte derNapolitaansche troepen zou een aanval der Napolitanen kans van slagenaangeboden hebbeu. Maar vele generaals vreesden dat intusschen Garibalditer zee Napels zou bereiken en hen in den rug vallen. Natuurlijkvergrootte zuidelijke fantasie de sterkte van zijn leger. De uitslag vanden krijgsraad , dien de koning in den nacht van 4 op 5 Septemberhield, liet zich dan ook gemakkelijk voorspellen. Er werd beslotenhet leger naar Capua te voeren , waar zich de bezetting van Napels ,op enkele bataljons na . die ter bescherming der koninklijke kasteelenachterbleven , zou aausluiten. Daarmede was het lot van het Bour-bonsche koninkrijk beslist. Want voor Frans II bestond nu geenkens meer. Hij begreep dat ieder zijn zaak reddeloos verloren achtte.Dit bewees hem reeds de weigering der ijverigste absolutisten om eenministerie of het bevel over het leger te aanvaarden.

Den volgenden avond scheepte hij zich ook met de koningin eneen deel van den hofstoet , op eeu daartoe gehuurde pakketboot, naar

Page 82: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

Gaeta in. Alleen een enkel zeilfregat volgde hem ; de overige oorlogsschepenbleven, niettegenstaande 's konings uitdrukkelijk bevel, stil liggen.

In den morgen van den Eden begaven zich talrijke deputaties en devoornaamste burgerlijke overheden naar Garibaldi , die intusschen teSalerno was aangekomen. Daar kwam ook de Sardinische gezantVillamarina hem uitnoodigen, zich onmiddellijk naar Napels te begeveu.Want nu alle kans op een volksbeweging , die Victor Emmanuel inplaats van Frans zou nitroepen , verdwenen was , had Cavour hemgelast te zorgen, dat geen botsingen tusschen de verschilleude partijenplaats hadden. Ook Garibaldi begreep, dat zijn persoonlijke tusschen-komst te Napels noodig was en begaf zich, hoewel zijn leger nog verwas, terstond met weinige begeleiders naar de hoofdstad, waar hij den7den onder onbeschrijfelijke geestdrift der bevolking zijn intocht hield.Alle klassen der bevolking der groote stad wedijverden daarbij in totin het komische overdrevene betoogingen van vaderlandslief de.

Garibaldi vaardigde onmiddellijk een proclamatie uit, waarin hijverklaarde de dictatuur over het koninkrijk der Beide Sicilian to aan-vaarden voor Victor Emmanuel, als erfelijk koning van Italie, maarzonder, zooals Cavour gevreesd had, van een onmiddellijk oprukkennaar Rome te spreken. Bovenal vermaande hij daarbij tot eendrachten bedaardheid. Nog op den eigen avond van zijn intocht stelde hijalle scliepen en alles wat tot de marine behoorde onder het gezag vanPersano , waarop terstond door de Napolitaansche vloot de Italiaansc hevlag met het kruis van Savoie werd geheschen. Jammer maar dat demeeste manschappen, met of zonder verlof van den dictator, naar huisgingen en de vloot dus wel niet in vijandelijke handen vial, maarvoorloopig een vrij waardeloos bezit word. Zoo beschaamden Garibaldi'seerste handelingen als dictator de vrees dat hij terstond revolutionnairzou handelen en, bij alle loyaliteit jegens den koning, zich zou latenmeesleepen door zijn radicale omgeving Maar het vervolg bewees hoezeerCavour gelijk had, toen hij, zoodra het zeker was dat Napels alleen aanGaribaldi zijn vrijheid had te danken, onmiddellijk tot de slotsom kwam datnu Diet langer mocht gewacht worden, maar dat hij zelf moest handelen.En toen hij eenmaal dat besluit had genomen, handelde hij met een stout-heid, welke allen verbaasde, en hem opnieuw alle harten van Italie won.

Verovering De radicalen hadden intusschen hun strijd tegen Cavour voortgezet.van Umbrid In het parlement waren zij to zeer in de minderheid om invloeden de Marken.

Page 83: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

73

te oefenen , maar des te sterker waren zij in de pers. Op den duurhadden de aanhoudende aanvallen hunner bladeu geen geringe uitwerkingop de, in een staat van halve revolutie , althans van ontzaglijke op-winding verkeerende natie. Hoewel zij de houding van Cavour tegeu-over Garibaldi meestal wel begrepen , verkozen toch de Italianen denman van de daad boven den staatsman. Cavours populariteit begonsterk af te nemen. Dat Garibaldi hem openlijk zijn vijand noemde ,deed hem veel kwaad. Onder die omstandigheden aan het roer teblijven was bijna niet mogelijk. Maar het aan anderen af te staan ,ware op dit oogenblik zoo goed als landverraad geweest. Want hijalleen was in staat het in de juiste richting te houden. Cavourdacht daar dan ook uiet aan. Hij besloot den radicalen de leidingder beweging uit handen te nemen en zelf de oprichting van deneenheidsstaat door te zetten en den koning zelf, wel niet Rome, mantoch den Kerkelijken Staat buiten het onmiddellijk Romeinsch gebied.voor Italie in bezit te doen nemen. De katholieke wereld zou er welveel erger door in beroering gebracht wordeu dan door de annexatieder Legatien , maar het was het eenige wat overbleef. Het was eenrevolutionnaire daad , die ongetwijfeld het volkenrecht schond , maardergelijke daden waren in dit jaar, , zij het ook niet zoo openlijk, doorhem al zooveel gedaan , dat hij el zich niet eeus over verontschuldigde.In revoluties kan het formeele recht niet blijven gelden. En feitelijkbeyond zich de staat , waarvan Victor Emmanuel koning en hij deminister was, tegenover den pans in staat van oorlog. De vraag wasslechts of Napoleon het zou toelaten.

Sedert de pans formeel geweigerd had aan de wenschen van denkeizer te voldoen , was, zooals ik al vroeger opmerkte, de verhoudingtusschen beiden zoo koel geworden , dat een verbreking van den band,die in 1819 door de Fransche verovering van Rome was gelegd , aan-staande scheen. De clericale partij had sedert den zomer van 1859al het mogelijke gedaan om het pauselijk gezag zoozeer te bevestigen,dat het de Fransche bescherming niet meer noodig had. Met denmeesten ijver werd de zoogenaamde Pieterspenuing overal ingezameld ,en de zoo verkregen millioenen werdeu gebruikt voor het onderhoudvan talrijke scharen soldaten, bijeengebracht uit alle katholieke lauden.Zoo waren aan de weinige nationale en vreemde regimenten (de oudeZwitsersche , welke dien naam niet langer mochten voeren) , die sindslang het pauselijk leger vormden , een aantal bataljons toegevoegd ,

Page 84: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

74

die uit , na den oorlog ontslagen , Oostenrijksche soldaten waren ge-vormd. Later kwamen nog andere korpsen daarbij : Franschen, Belgenen Ieren ; de laatsten bijzonder berucht wegens hun slechte tucht ,de eersten voornamelijk vrijwilligers uit aanzienlijken stand, daaronderuit den clericalen hoogsten adel, van beide landen. Langzamerhand waszoodoende een mengelmoes van allerlei soort van soldaten bijeengebracht,van zeer verschillend gehalte , met de pauselijke gendarmerie eengoede 20,000 man. Aan het hoofd was de bekende Fransche generaalLamoriciere getreden , een bekend tegenstander van Napoleon en nogniet lang teruggekeerd uit de verbanning waarin hij na den staats-greep had geleefd. De keizer had hem echter geen verlof durvenweigeren de betrekking to aanvaarden. In het leger, of liever ouderde officieren en de adellijke Franco-Belgische ruiterij , heerschte eensoort van kruisvaardersstemming ; zij waren tot elke ondernemingtegen de revolutie bereid, niet minder tegen de Fransche als tegende Ttaliaansche ; Napoleon gold bij hen even goed voor een revolution-pair als Victor Emmanuel , Cavour of Garibaldi. Die stemming wasweldra zoo duidelijk gebleken , dat de betrekkingen tusschen hetpauselijke leger en de Fransche bezetting van Rome zeer ouvriendelijkwaren geworden. Lamoriciere gebruikte zijn troepen dan ook vooraltot bezetting van Umbrie en de Marken , terwijl het sterk vermin-derde Fransche bezettingskorps Rome en omstreken bleef bewaken ,het grondgebied dat de keizer reeds te Plombieres voor den paus be-waard wilde hebben. Het overige deel van den Kerkelijken Staatwas hij nu nog meer dan te voren bereid aan Italie over te laten ,want de volstrekte weigering van den pans om naar zijn raad teluisteren of eenige concessie te doen , had hem hoogelijk ontstemd.Had hij het gedurfd , hij zou hem misschien geheel aan zijn lothebben overgelaten.

Intusschen werden de Romeinsche provincien hoe langer hoe onrus-tiger. Lamoriciere moest met groote gestrengheid optreden tegenpogingen tot opstand in sommige steden. Toen Garibaldi in Calabriegeland was , werden die pogingen ernstiger , de opstand breidde zichuit; verscheidene steden zonden deputation naar Turijn om de be-scherming des koniugs tegen de pauselijke huurlingen in te roepeu.Door toepassing van het krijgsrecht en afkondiging vau den staat vanbeleg wist Lamoriciere echter de beweging to onderdrukken.

Lang voor het zoover kwam was Cavour begonnen zijn maatregelen

Page 85: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

75

te treffen. In de eerste plaats moest worden getoond dat er van geenheulen met de revolutie sprake was en werden dus alle verdere ver-zamelingen van vrijwilligers ontbonden en ontwapend , terwijl vrijwil-lige mobile bataljous nit de nationale garde w erden georganiseerd. Weldravolgden allerlei maatregelen om de troepen aan de pauselijke grenzente versterken en te concentreeren. Daaro p werden in het einde vanAugustus Farini en generaal Cialdini naar Chambery gezonden , zoohet heette om Napoleon, die daar ziju intocht had gedaan , te be-groeten , in werkelijkheid om hem van de noodzakelijkheid van eenactief optreden der regeering te ov ertuigen. Misschien is het alge-meen in dieu tijd geloofde verhaal , dat Napoleon geantwoord zouhebben : „Gaat uw gang, maar spoedig", geheel nit de luck ge-grepen, maar waar of niet waar, het geeft duidelijk uitdrukking aan dewerkelijke gezindheid v an Napoleon. De keizer begaf zich zelf zoospoedig mogelijk near Algerie en ontweek daardoor elke bespreking.Wel had hij Talleyrand bevolen Turijn te verlaten , als de Sardinischetroepen de pauselijke grenzen overtrokken , maar dat was slechts voorden vorm , de diplomatieke betrekkingen brak hij geenszins af.

Zeker van de Franschen geen tegenwerking to zullen ondervinden ,mits maar zorgvuldig de grenzen der door dozen bezette streek ver-meden werden, nam Cavour met medewerking van Farini zijn verderemaatregelen. Terwijl drie van de vijf legerkorpsen, waarover Sardiniete beschikken had, onder La Marmora den Po en den Mimic) be-waakten, al gevoelde men zich , na den aftocht der Franschen , daartegen een mogelijken aanval der Oostenrijkers kwalijk bestand , namFanti het bevel over de twee andere op zich , terwijl Roselli, die tij-dens het beleg van 1819 kommandant van het Romeinsche leger wasgeweest, een korps vrijwilligers orgauiseerde. Den 7den September, den-zelfden dag dat Garibaldi te Napels zijn intocht hield , zond Cavoureen nota aan Antonelli , met den eisch de vreemde troepen , die eengevaar voor de rust des lands en de veiligheid der inwoners en eenbeleediging voor het nationale gevoel waren, to ontbinden , en metkennisgeving , dat Sardinie elke gewelddadige onderdrukking der ge-voelens van de bevolking in de Marken en Umbrie door militaire mid delenzou beletten. Het sprak zoozeer van zelf dat het antwoord van denkardinaal niet anders dan scherp afwijzend kon zijn , dat nog voordat dit was aangekomen, het bevel tot het overtrekken der grenzen aanhet Sardinische leger gegeven werd. Het waren ook eigeulijk de be-

Page 86: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

76

richten uit Napels, die daarvoor als beslissend golden; op dien zelfdendag, 11 September, werd aan den Franschen gezant door Cavour mede-gedeeld , dat de regeering handelen moest , daar, als men de revolutie(beter ware gezegd geworden de radicale partij) niet voorkwam , dezein Zuid-Italie voor goed meester zou wezen. Talleyrand werd hierdoorgenoopt te verklaren dat hij Turijn zou verlaten. Tegelijk antwoorddeVictor Emmanuel aan de deputation , die zijn bescherming warenkomen inroepen, dat zij op deze rekenen kouden , en vaardigde hijeen proclamatie aan het leger uit, waarin hij als het doel deronderneming de bevrijding der Marken en van Umbrie van dehuurtroepen aangaf en verklaarde , den zetel van het hoofd der Kerkte willen eerbiedigen , daar hij gereed was dezen alle waarborgen tegeven voor zijne onafhankelijkheid en zekerheid , welke door diens ver-blinde raadslieden werden in de waagschaal gesteld.

Een algemeene uitbarsting van enthousiasme in Noord- en Midden-Italie beantwoordde deze duidelijke taal. Zij herwon Cavour alleharten , die van hem vervreemd waren. Van nu of was hij weer degevierde leidsmau, dien het yolk bijna blindelings vertrouwde.

Bij het groot verschil zoowel in getalsterkte als in gehalte vanbeide legers , was de uitslag van den strijd , die nu volgde, geenoogenblik twijfelachtig. Lamoriciere had de helft van zijn 20,000 manin Ancona en in verschillende kleine vestingen verdeeld, van de anderehelft toonden de Italianen niet den minsten strijdlust. Hij had bijnageen ruiterij en maar weinig geschut. Daarentegen beschikte Fantiover ruim 35,000 man, gedeeltelijk oude soldaten uit Piemont ,gedeeltelijk jonge uit de nieuwe gewesten, die vol enthousiasme waren,terwijl zijn onderbevelhebber Cialdini, evenals hij zelf, een verdiendenmilitairen naam had. Della Rocca, die het andere korps aanvoerde,dankte, naar het algemeen gevoelen , zijn positie alleen aan de per-soonlijke vriendschap die hem zijn leven lang met Victor Emmanuelverbond. Maar aan toewijding liet ook hij het nooit ontbreken. Hijrukte het Tiberdal binnen en vermeesterde, onder persoonlijke leidingvan Fanti , den 14den na een hevig gevecht Perugia , waar de pause-lijke bevelhebber, de befaamde Zwitsersche generaal Schmidt , blijdemocht zijn door de capitulatie tegen de volkswraak beschermd te zijn.Het overige Umbrie werd bijna zonder tegenstand onder ijverige mede-werking der bevolking bezet. Cialdini, die langs de kust der Adria-tische zee trok en Urbino, de eenige versterkte plaats, gemakkelijk

Page 87: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

77

had veroverd stiet dick bij Ancona op Lamoriciere's hoofdmacht.Pat gaf den 1 86en September bij Castelfidardo, dicht bij de bekendebedevaartplaats Loretto, aanleiding tot een ernstig gevecht , waarin de7000 vreemdelingeu die de kern der pauselijke krijgsmacht uitmaakten,eenige uren tegen een dubbel getal vijanden streden. De ltaliaanschekrijgsmakkers lieten hen in den steek. Ten slotte gelnkte het Lamori-ciere zieh met een klein gedeelte van zijn leger naar Ancona door teslaan , bet overige verspreidde zich of werd gevangen. Cialdini sloe,gterstond het beleg voor Ancona, waar Fanti met het korps DellaRocca zich bij hem voegde. Hij vond het eskader van Persano reedsvoor de stad. Het waren alleen de Sardinische schepen, want vande Napolitaansche was het hem, bij gebrek aan bemanning , slechtsmogelijk geweest een enkel klein vaartuig uit de haven van Napelsmede to voeren. Zoo was het slechts met een negeutal oorlogsschependat Persano voor Ancona verscheen , een macht die niet bestand zouzijn geweest tegen de Oostenrijksche vloot , als deze , zooals algemeenin Italie gevreesd werd , tusschenbeiden was gekomen. Vandaar datCavour dringend aanbeval, Ancona zoo snel mogelijk in te nemen , omde Oostenrijkers voor het voldongen feit te plaatsen. Maar het wasniet gemakkelijk eon sterke vesting, die door mina 7 000 man ver-dedigd werd , in een oogenblik te veroveren. Het is waar, dat deOostenrijkers en Zwitsers, die de massa der bezetting uitmaakten, lievergecapituleerd hadden , zoodra aan de eer voldaan was, maar Lamoriciereen de Frauschen en Belgen wilden althans eon storm afwachten.Eerst den 22ten September begon het vuur ook van de landzijde ,waar vier dagen later eenige buitenwerken na hevigen tegenstandwerden vermeesterd. Maar den 28sten schoteu Persano's schepen ,die met groote stoutmoedigheid tot vlak bij de havenbatterijen door-drongen , alle verdedigingswerken aau de zeezijde in puin ; de Sar-dinische troepen rukten de stad binnen en de citadel, die al de wittevlag geheschen had, zou reeds toen zich hebben overgegeven , wan-neer niet door een misverstand het vuur opnieuw ware begonnen.Eerst in den volgenden ochtend capituleerde Lamoriciere , waarbij hijzich en zijn soldaten krijgsgevangen gaf.

Brie dagen later, 3 October, verscheen Victor Emmanuel zelf biunenAncona en nam het bevel in persoon op zich. Be Marken en Umbriewaren veroverd. Het kwam er nu op, aan het bezit van Napels aanhet koniukrijk van Victor Emmanuel te verzekeren.

Page 88: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

78

Garibaldi'sdietatuur inNapels en

Sieilie.

Het binnenrukken der Sardinische troepen in het pauselijk gebieddwong Napoleon door daden te bewijzen , dat het hem ernst was metde bescherming van den Heiligen Stoel. De bezetting van Romewerd opnieuw op aanzienlijke sterkte gebracht en generaal Goyonkeerde weder als haar aanvoerder terug , met een opdracht, die hemrecht gaf niet alleeu Rome, maar de provincien Viterbo en CivitaVecchia te bezetten.

Dit had in het begin van October bijna tot een botsing aanleidinggegeven, daar Viterbo Victor Emmanuel had uitgeroepen en doorvrijwilligers bezet was. Dank zij de bezadigdheid der overheden werdechter de stad aau de Franschen zonder tegenstand, maar alleen onderprotest, overgegeven. Zoo bleef het patrimonium Petri ongeschonden.

Maar Napoleon oogstte geen dank van de curie, dat hij nog eenigland voor den pans had bewaard ; integendeel scherpe klachten overkwade trouw en geschonden beloften van geen aanval op het pauselijkgebied te zullen toelaten. Maar hoe ook opgevat , het was eeu feitgeworden , dat de Kerkelijke Staat voortaan slechts bestond uit enkeleom Rome heen liggende provincien , met nog geen 700,000 inwoners,welke door haar legging de vereeniging en voortdurende gemeenschapvan Noord- en Zuid-Italic niet meer kon beletten. Na weinige wokenwerd dit resultant bevestigd door een volksstemming , welker uitslagnatuurlijk niet twijfelachtig kon zijn en welke, even natuurlijk, doorde curie als afgedwongen werd afgeschilderd. Maar als er ooit eenplebisciet spontaan was, dan was het zeker dat van doze vroegerpauselijke landen. Cavours stoute staatk nude had, niettegenstaandealle bezwaren , tot stand gebracht wat hij een jaar te voren zelf niethad durven hopen en wat toen haast niemand buiten Italie mogelijkhad geacht.

De radicale democratic beschouwde Garibaldi's zegepraal als haareigene. Zij voelde zich stork genoeg om op eigeu wijs haar idealento verwezeulijken. Tot nog toe had zij er in berust met de liberaleusamen te gaan, thans vond zij het niet meer noodig. Hoe langer hoeduidelijker werd haar zooal niet republikeinsche dan toch jacobijnschekleur. Dat was al bij de instelling van een regeering to Palermoaan den dag gekomen. Crispi verklaarde zich wel is waar uitdrukkelijkvoor een koninkrijk , en niet voor een republiek , maar verzette zichtoch even uitdrukkelijk tegen de door de Sicilianen ongetwijfeld begeerde

Page 89: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

79

onmiddellijke vereeniging van het eiland met de monarchie van VictorEmmanuel. Zonder de overige , meest Siciliaansche ministers er in tekennen , had hij het land met besluiten van den dictator over-stroomd.

Garibaldi liet zich in staatszaken geheel door hem leidell. Deze hadzich als doel voorgesteld., eerst geheel het onverloste Italie te bevrijdenen het dan Victor Emmanuel aan te bieden; zoolang dit doel nietbereikt was, meende hij dat hem, den man des yolks, de dictatuurtoekwam. Wie hem in dat denkbeeld stijfde , kon alles van hemgedaan krijgen ; vie er Diet op inging achtte hij geen goed patriot.Er outstond daardoor een soort van schrikbewind ; op het eilandwerden invloedrijke voorstanders, evenals Lafarina, eenvoudig verbannen.De dictator eischte onbeperkte macht voor zich zoowel als voor zijnvertegenwoordiger. Maar zelfs Depretis was weldra tot inzichtgekomen, dat daardoor de anarchic, die, bij toestandeu als op Sicilieheerschten , toch reeds van zelf ontstond , besteudigel zou worden , enbegon daarom , terwijl Garibaldi den tocht naar Napels voortzette , ingeheel anderen zin het bestuur te voeren. Met Crispi geraakte hij daar-door in open oorlog. Beiden organiseerden demonstratien voor en tegende onmiddellijke annexatie. Crispi liet tal van voorstanders arresteeren,wat tot heftige tumulten in Palermo aanleiding gaf. Nieuw aange-komen vrijwilligers , die teleurgesteld waren niet naar Rome te zijngevoerd , maakten het nog erger. Crispi en Bertani verlieten daaropPalermo, om den prodictator bij Garibaldi, die toen bij Salerno was,nan te klagen. Depretis , die vruchteloos een zijner ministers naarGaribaldi had gezonden, ging toen zelf naar Napels om zich te ver-dedigen en te verklaren , dat hij en zijn ministers de onmiddellijkeannexatie dringend noodig achtten. Doch alles was vruchteloos.Garibaldi vaardigde den 10den September een proclamatie tegen de an-nexatie uit. Depretis nam nu zijn ontslag, en Garibaldi wilde zelfnaar Sieilie (11 September). Na legden alle ministers hun ombtneder, maar Garibaldi trok rich dat niet aan. Hij benoemde eat bekendradicaal, den afgevaardigde Mordini, tot prodictator met even radicaleministers en keerde onmiddellijk naar Napels terug. Deputaties nitSiciliê gingen nu rechtstreeks naar Turijn , om den koning te ver-zoeken de annexatie door te zetten. Op het eiland vertoonden richde eerste voorteekenen der reactie. Hier en daar hadden opstandenplaats , werden patriotten vermoord. Militair geweld en krijgsrecht

Page 90: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

80

was het eeuige antwoord van Mordini. Dat waren de vruchten vanhet radicalisme op Sicilie.

Den 7den September had Garibaldi nogmaals de dictatuur over deBeide Sicili6n , zooals hij zich tot groote ergernis der Sicilianen , diealle herinnering aan het gehate Napolitaansche bewind verafschuwden ,uitdrukte, op nieuw aanvaard. Bertani , nog ijveriger radicaal danCrispi en een bijna openlijk vijand van Cavour, trad als zijn staats-secretaris op. Terstond begon het, evenals voorheen te Palermo, besluitente regeuen over alle mogelijke dingeu, dringend noodzakelijke en diejaren wachten konden, uitvoerbare en onuitvoerbare. De ministerswerden daar niet in gekend. Liberio Romano wist echter Garibaldiaau het verstand te brengen , dat dit dringend uoodig was , dat andersde ministers niet konden aanblijven. Doch hoewel daarop eenige ordekw= , heerschte er feiteiijk in het Napolitaansche evenveel anarchieals op Sicilie. Bevelen van de ministerien en van het staatssecretariaatder dictatuur, beiden in naam van den dictator, hadden niet zeldende tegenovergestelde strekking ; de voorloopige besturen in de provin-ciön , soms zeer radicaal gezind , soms meer gematigd , gingen huneigen gang. Weldra kwamen door Garibaldi aangestelde gouverneursin hun plaats, meestal radicalen , die uitgebreide volmachten hadden.Er was geen samenwerking ; ieder zorgde zoowat voor zich zelf enniet weinigeu deden dat zelfs in den slechtsten zin. Want de meesteNapolitanen hadden onder het stelsel der Bourbons alle schaamte-gevoel verloren. Zelfs begonnen zich ook hier voorteekenen van reactiete vertoonen. Te Napels kwamen scharen republikeinsche democraten.Ledru Rollin , die van de amnestie in Frankrijk was uitgesloten ,en Mazzini zelfs verschenen er ; de laatste werkte er op zijn eigenaardigegeheimzinnige manier voor zijn nimmer opgegeven doel , al verklaardehij ook openlijk dat de monarchie thans noodzakelijk was. Sommigenkregen terstond betrekkingen , dikwijls gewichtige. Naar geschiktheidwerd niet gevraagd , als men maar democraat was. Zelfs de bekenderomanschrijver Alexander Dumas, die over het gevecht bij Melazzo eenalleronzinnigst verhaal had geschreven , kreeg als directeur der museaen opgravingen een paleis en een traktement !

Garibaldi was zich zijn volstrekte ongeschiktheid om te regeerenvolkomen bewust en had er zelfs een afkeer van, hij haakte er naarweder te velde te trekken. Hij zocht daarom naar een plaatsvervanger.Hij begreep dat daartoe een man van grooten naam noodig was , vooral

Page 91: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

81

te Napels , vandaar dat hij Crispi noch Bertani uitkoos, maar aanzijn ouden vriend Palavicino-Trivulzio schreef, , den medestichter derNationale Vereeniging door zijn gevangenschap op den Spielbergals een nationale martelaar vereerd , die geen Piemontees en geenonbepaald bewouderaar van Cavour was en ook bij den koning hoog inaanzien stolid. Garibaldi droeg hem op, dezen namens hem verlof tevragen als prodictator te Napels op te treden en tevens voor te stellen ,Cavour en Farini te ontslaan, en hem als dictator te laten begaan ,totdat hij geheel Italie zou bevrijd en hem te Rome en Venetie zouuitgeroepen hebben. Victor Emmanuel had groote sympathie voorGaribaldi, eveuals deze voor hem. Hij bewonderde zijn moed , zijneenvoudige oprechtheid. Hij was bovenal soldaat. Cavours staatkundehad hem altijd tegengestaan. Maar in staatszaken vertrouwde hijden minister volkomen, terwijl hij Garibaldi uitsluitend geschikt achtteom aan het hoofd zijner vrijwilligers schijnbaar hopelooze ondernemingente beproeven. Hij dacht er dan ook geen oogenhlik aan, van dezenpolitieke raadgevingen te ontvangen, allerminst zulke, als hem nu ge-geven werden. IIij liet dus Palavicino met een besliste weigering naarNapels gaan. Het optreden tegen den Kerkelijken Staat had Garibaldiin tweestrijd met zich zelf gebracht. Hij ken natuurlijk niet nalatenzich er over te verheugen, dat op nieuw een deel van Italie bevrijdwas en dat de koning zelf den weg betrad, dien hij had ingeslagen.Maar hij begreep ook, dat niet alleen de bevrijding der Marken envan Umbrie het doel der onderneming was, maar dat het te doen wasom hem voor te zijn , zelfs hem te beletten Rome aan te tasten. Inhet begin kwam hij daar met zijn gausche hart tegen op. Hij achttehet zelfs een poging om hem de vruchten van zijn werk te ontfutselen,want hij vermoedde terecht, dat de koninklijke troepen niet in deMarken zouden blijven staan, maar door de Abruzzen naar Napelsmarcheeren.

De radicalen waren daarover ongerust; sommigen wilden den Sar-diniers het binnenrukk en beletten. Maar Garibaldi was eon te goedpatriot om aan zulke aanmaningen gehoor te geven, en gelastte henals broeders te ontvangen. Daarenboven kwam nu zijn gehechtheidaau Victor Emmanuel boven. Teen Palavieino hem het antwoord deskonings bracht, onderwierp hij zich en telegrafeercle: „Sire, ik ge-hoorzaam." Zoo werd een botsing voorkomen en tevens de voltooiingvan het werk verzekerd. Want juist in deze dagen bleek het, dat

II 6

Page 92: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

82

Garibaldi's strijdkrachten alleen niet opgewassen waren tegen de taakom het Napolitaansche leger uit zijn laatste stellingen te verdrijven ,zoodra dit ernstig tegenstand bood. In de eerste veertien dagen naGaribaldi's intocht in Napels, haddeu de wapenen bijna gerust. Zelfsin de hoofdstad hadden de weinige manschappen , die den dictatorterstond waren gevolgd en de door Persano aan land gezette Piemon-teezen zich van elke vijandelijke daad tegen de Napolitaansche troepenonthouden, die de koninklijke kasteelen bezet hielden. Eerst toen opden dag , dat Garibaldi naar Palermo ging , Bixio diens hoofdmachtte scheep naar Napels gevoerd had, waren deze met wapens en bagagenaar Capua gemarcheerd. Daar was toen een vrij aanzienlijke machtbijeen ; ook het A bruzzen-leger was er aangekomen. Bij de Napolitaanschetroepen begou de loyaliteit en het eergevoel weder te ontwakeu. Deslechtste en zwakste elementen waren nu uit de gelederen verwijderd.Zij waren nog altoos dubbel zoo sterk als het legertje van Garibaldi ,want zij telden zeker nog een 30,000 man bij Capua en niet heelveel minder bij GaOta , hurt tegenstanders daarentegen niet veel bovende 20,000. De gehoopte versterking door Napolitanen bleef uit. Desoldaten waren alien naar huis gegaan en geen vrijwilligers namendienst. Terwijl Garibaldi nog in Sicilie afwezig was, 15, 19 en 22September, waren in de buu.rt van Capua, bij Cajazzo on Santa Maria,ernstige gevechten voorgevallen , die bewezen dat de Napolitanen nietalleen verre de overmacht hadden, maar ook weder durfden aanvallen.Garibaldi's troepen hadden aanzienlijke verliezen geleden. Te Napelsontstond groote schrik , vooral onder degenen , die waren gekomen omGaribaldi to zien triomfeeren. Den ' sten October werd daarop aanden Volturno, tusschen Capua en Caserta, zoo hevig gevochten , datmen wel van een veldslag ko n spreken , hoewel de Napolitaanschegeneraals de reeks gevechten (toen zij geen doel troffen) sterke ver-kenningen noemden. Garibaldi's troepen hielden zich daarbij uit-stekend , hoewel een niet onaanzieulijk getal vermisten niet krijgsge-vangen werd en blijkbaar was weggeloopen. Overigens bleef de strijdonbeslist; beide partijen bleven in hun stellingen. Den volgenden dagwerd een aantal Napolitanen , dat in Caserta was afgesneden, gevangen.Daar hadden ook , op last van den gezant Villamarina, de Sardinischetroepen uit Napels medegevochten, wat sommige van Garibaldi's oflicierenzeer kwalijk namen. Zij beweerden dien bijstand niet noodig to hebben.Tusschen hen en de Sardiniers begon een zeer onaangename toon to

Page 93: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

83

heerschen. Garibaldi zelf daarentegen rekende het als een hulp vanbroeders en was er dankbaar voor. Hij noodigde zelf den koningnit om naar Napels te komen.

Iutusschen had Palavicino den 5den October de prodictatuur aan- Nederlaagderrzaudiide teal. tn.vaard. Hij trad terstond voor de spoedige vereeniging van Noord-

en Zuid-Italie op. Cavour had het Noord-ltaliaansche parlement denVen October een wetsontwerp voorgesteld betreffende de opneming derMidden- en Zuid-Italiaansche landen , welke rich door een yolks-stemming voor de vereeniging met Noord-Italie verklaarden. Palavicinowilde dan ook , even als vroeger Depretis op Sicilie, de volksstemmingbespoedigen. Hij nam daartoe allerlei maatregelen en herstelde de een-dracht in het bestuur door het secretariaat der dictatuur op te heffenen ook de gouverneurs der provincien te beperken in hun bevoegdheid.Het ministerie behandelde nu alle besluiten. Zoo hoopte de energiekegrijsaard de begane fouten goed te maken en alle partijen te verzoenen.

De koning wenschte eerst ua de volksstemming het land te be-treden. Hij had te Bologna persoonlijk bet bevel over Fanti'sleger op rich genomen en naderde de Napolitaansche grenzen. Allesscheen rich te zullen schikken , toen op eens IVIazzini Garibaldivoorhield , dat Farini en Fanti , die in 1859 de bevrijding van Romehadden verhinderd (Mazzini en de radicalen cijferden de Franschenaltijd eenvoudig weg) , thans hetzelfde zouden doen. Pit bracht Garibaldiaan het wankelen. Hij had Crispi in het ministerie gebracht, en toennu in Caserta over Palavicino's voorslag werd gehandeld, om de yolks-stemming te houden , drong deze er op aan dat eerst een constitu-eerende vergadering zou bijeen worden geroepen, ten einde daarover tebeslissen. In Sicilie had Mordini er reeds een bijeengeroepen. Inden beginne behield echter Palavicino de overhand bij Garibaldi. Inde meening dat deze gewonnen was, kondigde hij 8 October hetbesluit af, , volgeus hetwelk den 21sten een volksstemming zou wordengehouden over de vraag : „Wil de natie bet eene ondeelbare Italieonder "Victor Emmanuel als constitutioneel koning en diens wettigenakomelingen ?" Maar Garibaldi liet zich door Crispi en Mordinioverhalen tot de beslissing , dat eerst de vergadering zou worden ge-houden. Het gevolg was, dat Palavicino en ziju ministers nu hunambten nederlegden. Te Napels ontstond een ontzaglijke beweging.Niemand verscheen op straat zonder een papier met $i (ja) op denhoed of de borst. Teen Garibaldi kort daarop in de stad kwam , werd

Page 94: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

84

hij wel met kreten te zijner eere , maar ook met „dood aan Mazzinien Crispi" begroet. Adressen van burgerij, nationale garde en allerleicorporation eischten handhaving van Palavicino en onmiddellijke yolks-stemming. Garibaldi bleef lang weifelen. Hij begreep dat, als hijtoegaf, , Cavour meester van den toestand zou zijn en dat de onder-neming op Rome en Venetie , waaraan zijn hart hing en die hij,althans de eerste, volkomen uitvoerbaar achtte, moest worden opgegeven.Alles hing nu van hem af, want het yolk, hoe dreigend ook tegen deradicalen, bleef hem vergoden. Eerst toen hij zag, dat de geheelenationale garde voor Palavicino was, gaf hij toe. Crispi nam zijn ont-slag als minister.

Nu het eentnaal zoover was, gaf Garibaldi alien verderen tegen-stand op. Maar waarschijnlijk om als 't ware te protesteeren tegenhet hem aangedaan moreel geweld en zijn recht als dictator en ver-overaar to handhaven, teekende hij den 15den te Sant-Angelo eonbesluit, dat den 18 0en word afgekondigd en waarin hij verklaarde datvan nu af het koninkrijk der Beide Sicilian een deel uitmaakte vanhet koninkrijk Italie onder Victor Emmanuel en zijn afstammelingen.Niemand sloeg er acht op tijdens den geweldigen jubel, die Napelsvervulde. Maar het bewijst wel hoe diep Garabaldi geschokt was, dathij tot zoo iets zijn toevlucht nam.

Den n sten werd de volksstemming gehouden ; op Sicilie, waar deoverheid meestal in radicale handen was, was de natuurlijk zeer kleineminderheid nog geringer clan op het vaste land. De eenheid van Italiewas niet alleen uitgesproken, maar ook de heerschappij der gematigdepartij en van Cavour bevestigd.

Want het was eigenlijk slechts een kamp geweest tusschen Cavouren de radicalen, die dozen niet wilden laten geworden. De eenheidwilden beide partijen evenzeer, zelfs hingen de meeste radicalen, Gari-baldi zelf in de eerste plaats, sedert het vorig jaar met hun heelehart aan de monarchie, althans aan Victor Emmanuel, al scheen hunde republiek een ideaal. Maar van Cavour wilden zij nets weten, deeen niet om Nizza, de ander om oude persoonlijke veeten, alien wegenszijn vasthouden aan de verbinding met Napoleon, die hun belette naarRome te gaan. In hun zonderlinge verblinding zagen zij niet, datalleen die verbinding met Napoleon en de afstand van Savoie onNizza het mogelijk had gemaakt, dat zij naar Sicilie en Napels warengekomen, dat haast geheel het overige Midden-Italie vrij was ge-

Page 95: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

85

worden van de oude heerscbappij, dat eindelijk de eenheid van Italiemogelijk was geworden. En evenmin zagen zij in, wat Cavour indeze dagen in het parlement uitsprak, dat de tijd niet ver meer was,dat veranderingen in Europa den toegang tot Rome en Venetie zoudenopenen, die nu nog gesloten was.

De natie zag helderder dan zij. Deze had zich voor goed aanCavour toevertrouwd ; al bleef zij voor haar held Garibaldi knielen,zij verwierp degenen , die hij zijn politieke vrienden noeinde.Be strijd die hier gestreden werd, was een van het yolk tegen dedemocraten.

lntusschen was Victor Emmanuel met een 30,000 man den 7 den Garibaldi's

October naar de grenzen opgebroken. De marsch ging langzaam door aftreding.

de Abruzzen voorwaarts, daar de koning wel is waar niet langer wildewach ten, maar niet bij Napels wilde aankomen ITO& de volksstemmingvoorbij was, om alien schijn van druk te vermijden. Ook beletten debergen een groote snelheid van beweging. Eerst den Osten stietCialdini's kolonne, bij Isernia aan den Volturno, op een sterke afdeelingNapolitanen, waarbij zich ook gewapende boeren gevoegd hadden ; naeen kort gevecht werden zij verstrooid of gevangen. Daarop verliethet Napolitaansche leger bij Capua, om niet aan twee zijden teworden aangetast, zijn stellingen en trok naar de zijde van Gaetaterug. Dicht bij den mond van den Garigliano, eenige uren zuid-oostelijk van de vesting, hidden zij stand. Een sterke bezetting bleefin Capua. Den 2 6eten had, niet ver van Teano, een ontmoeting tusschenden koning en Garibaldi plaats, die voor het eerst Victor Emmanuelals koning van Italie begroette. Hij bleef voor Capua liggen, terwij1het koninklijke leger de Napolitanen volgde.

Thans echter kregen dezen plotseling een bondgenoot. Het Franscheeskader dat tot aan het vertrek van koning Frans voor Napels hadgelegen, was dezen naar Gaeta gevolgd. De admiraal, Barbier de Tinan,had steeds eeu weinig vriendelijke houding tegen de Sardinische zee-macht aaugenomen, doch alle ingrijpen tot nog toe nagelaten. Thansechter verklaarde hij aan Persano's ouderbevelhebber, Albini, geenvijandige handeling tegen Gaeta te mogen toelaten, en daarom ook temoeten beletteu dat Sardinische oorlogsschepen aan den mond van denGarigliano de Napolitanen beschoten of zelfs het leger van den koningeenigen bijstaud boden voor den overtocht der rivier. Persano, die

Page 96: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

86

inmiddels van voor Ancona terug was gekomen, kreeg geen ander be-scheid ; eerst toen Victor Emmanuel door middel van de telegraafzich tot Napoleon had gewend, gaf Tinan zijn verzet op. Na konmet behulp van een hooge opgeslagen brag en het vuur der oorlogs-schepen de overgang geforceerd en den volgeuden dag het Napolitaanscheleger bij Mobo de Gaeta tot aftocht, deels naar Gaeta, deels naar Ter-racina, over de pauselijke grens, gedwongen worden. Daar ook andereafdeelingen Napolitanen daarover vluchtten, was het pauselijk gebiedbelast met ongeveer 30,000 man, met 5000 paarden, een veel te grootaantal om te interneeren en te onderhouden. Een aantal manschappenwerd aangeworven door de te Rome gevormde reactionnaire comitesvoor die benden, waarmede dezen de guerilla in de Apennijnen wildenbeginnen, en vormden de kern van de weldra berucht geworden roover-benden. Be overigen kregen, door Fransche bemiddeling, verlof ouge-wapend naar huis terug te keeren. Behalve de citadel van Messina,bleef nu alleen nog Gaeta in het bezit van Frans IL Capua, doorDella Rocca belegerd, onder wiens bevel ook Garibaldi zijn troepenstelde, bood wel eerst ook tegen den methodischen aauval kloekentegenstand, maar capituleerde toch reeds den 2den November, na ge-durende een dag te zijn beschoten. Be bezetting werd over zee naarNoord-Italie gebracht.

Cialdini begon iutusschen het beleg van Gaeta, waar zich het Napo-litaansche hof had gevestigd naar het scheen, met het plan het nietdan in den uitersten nood te verlaten. Frans II benoemde een uieuw,bijna zuiver reactionnair ministerie, hoewel hij verklaarde aan de con-stitutie van 1848 getrouw te willen blijven en den Siciliauen zelfsvolledige autonomie en hun constitutie van 1812 beloofde. Hijhoopte op de mogendheden en op een reactionnaire beweging inde Napolitaansche gewesten , waarvan zich reeds voorteekenen ver-toonden.

Na den afloop der volksstemming bled er voor Garibaldi nietsover dan de dictatuur neder te leggen. Hij deed dat in een procla-matie, waarin hij nogmaals zich het genot gunde, te spreken van eenoverdragen van zijn gezag aan den koning, nu het yolk zich voor heteenige koninkrijk Italie had uitgesproken. Den 7den November kwamdaarop Victor Emmanuel in de stad, aan het station door Garibaldien de beide prodictatoren Palavicino en Mordiui ontvangen, niettegen-staande het vreeselijk slechte weder onder de levendige betuigingen

Page 97: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

87

van enthousiasme, waarmee de Napolitanen meer dan eenig yolk zooovervloedig zijn.

De koning had terstond het hoogste gezag in de nieuwe provincienaan Farini als zijn stedehouder opgedragen, wat zoowel de Napolitanenontstemde, die in Farini, den vroegeren geneesheer, een parvenu zagen,als Garibaldi, die gehoopt had dat deze waardigheid hem met uitge-breide volmachten, zou worden opgedragen. Die benoeming verhaasttezijn vertrek. Want hij zag dat hem alle gezag bleef onthoudeu. Envoor de gewone belooningen, voor ridderorden of een hoogen rang inhet leger bedankte hij ; de eerste vroeg hij voor zijn prodictatoren,hoewel hij het Palavicino kwalijk nam dat hij ze aannam, vooral daarde koning aan Mordini, niet onbegrijpelijk, elke onderscheiding weigerde.Het bevel over zijn Italiaansche Zuiderleger droeg hij aan zijn staf op.Reeds den 9"n scheepte hij zich in naar het eiland Caprera, in de straatvan Bonifazio bij Sardinie, waar hij een kleine bezitting had, van wieropbrengst hij met zijn gezin leefde.

Dat plotselinge vertrek verwekte algemeene verbazing, ja veront-waardiging, zoowel in als buiten Italie, en de onbaatzuchtigheid vanden patriot werd to meer verheven, naarmate men meende dat hijondankbaar behandeld was.

Maar de waarheid was, dat bij de wijze van Garibaldi's optredenvoor hem voortaan in de gewone maatschappij geen plaats meer was.Daarom was het maar het beste dat hij eigenlijk buiten de samen-leving, alleen op een eiland woonde. Zoodra hij in Italie verscheen,werd hij het middelpunt eeuer beweging, welke voortaan onbestaanbaarwas met het belang des lands. Aileen in tijden van revolutie kunuenmenscheu , die bij zoo onbeperkte toewijding aan de zaak, welke zijvoorstaan, een zoo volslagen gebrek aan staatkundig doorzicht bezitten,aan die zaak nuttig zijn en eigenlijk alleen door de kracht die vanhun zelfopofferend voorbeeld uitgaat. In het gewone levee zijn zulkemenschen met heldenmoed en kinderverstand niet alleen onbruikbaar,maar zelfs schadelijk, bovenal, als zij zulk een hooge plaats innemenals Garibaldi zich niet ten onrechte verworven had. Voor hemzelvenniet alleen, maar ook voor Italie ware het misschien gelukkiger ge-weest, als hij zijn intocht in Napels niet overleefd had.

In den zomer van het jaar 1860 schreef Cavour aan een zijner Devoltoolingvertrouwde vrienden, dat de diplomatie het hem in den laatsten tijd van het work.

Page 98: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

88

niet al to moeilijk had gemaakt. Dat was volkomen waar: het legitiemeEuropa, dat door de diplomatie vertegenwoordigd werd, was om zoote zeggen te zeer nit het veld geslagen om jets te beginneu. Daaren-boven was zij veel te veel verdeeld. Engeland handelde geheel opzich zelf : Palmerston vooral handelde, als had hij een bijzondere op-dracht van de tallooze bewonderaars, die de zaak van Italie in Engelandgewonnen had. De Engelsche gezanten en de Engelsche admiraals enzeelieden bleven steeds al het mogelijke doen om die te bevorderen,en hielpen, onder de lens van non-interventie, Garibaldi zoowel als deSardiniers zooveel zij konden. Be paus en de clericale partij warenin dien tijd de bete noire van het Engelsche yolk. Oostenrijk haattehet met even volkomen haat als then het, in 1850, Kossuth vergooddeen Haynau uitdreef, en den val der Napolitaansche Bourbons be-groette het met mid gejuich. Be meeste liberalen van het vastelandvan Europa dachteu meestal niet anders en durfden dat veel mooruitspreken dan te voren.

Voor zoover Amerika zich bezig hield met de zaken van de oudewereld, stemde het mede in met den zegegang van het liberalisme.Voor een deel zeker was dat te danken aan de algemeene bevvonderingvoor Garibaldi, maar toch, in den grond, was het on wrik baar vast-houden van Cavour aan de beginselen der constitutioneele vrijheiddatgene, wat bovenal indruk maakte. Men voelde dat wat op dozewijze was tot stand gebracht, niet zoo licht zou worden te niet gedaan

Be kabiuetten zagen dat laatste ook in, zij begrepen dat het oogen-blik eener restauratie voorbij was. Daarenboven, niemand wist watFrankrijk zou doen. Op Napoleon kon niemand staat inakeu. InEngeland was men na de annexatie van Savoie en Nizza weder evenopgewonden als het vorige jaar. Millioenen werden aan vloot en kust-verdediging besteed, uit vrees voor een tweede kamp van Boulogne,en wat nog meer beteekende, Engeland volgde het voorbeeld van hetvoorgeslacht uit de dagen van dat kamp en duizenden en duizendenvrijwilligers nit alle standen der maatschappij stelden zich ter be-schikking der verdediging van het vaderland. Op het vasteland wasmen voor Frankrijk niet meer bang. Be vrede van Villafranca haddaar de vrees voor eon Europeeschen oorlog weggeveegd. In Duitschlandhad men zelfs het gevoel, Frankrijk to hebben tegengehouden. Hetopnieuw ontwaken van het gevoel van nationaliteit ging er thans ge-paard met een herleving van den ouden volkshaat.

Page 99: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

89

Maar hoewel men voor Frankrijk niet meer bang was, de regeeringenmoesten er rekening mede houden. De keizer van Rusland, hoewelop zijn wijs een liberaal, was verontwaardigd over de wijze waaropmet het volkenrecht werd omgesprongen ; eerst over de wijs waaropNapels, Ruslands eenige vriend tijdens den Krimoorlog, werd behandeld,toen over de ongehoorde behandeling van den pans. Hij had welgaarne tusschen beiden willen treden, maar samen met Oostenrijk. Ookde keizer van Oostenrijk was verontwaardigd, maar toch nog meerbevreesd voor zijn Ilongaarsche onderdanen. Het absolute Oostenrijkging bankroet en Schmerling ging beproeven een constitutioneelenOostenrijkschen eenheidsstaat op te richten, waar de Hongaren echterniets van wilden weten. Dat was geen geschikt oogenblik om eenoorlog te beginneu, waarbij men ten slotte ook Frankrijk tegen zichzou hebben.

De prins-regent van Pruisen was evenmin geneigd het zwaard te trek ken,en zoo kwam er op de Warschanwer samenkomst der drie beheerschersvan Oost-Europa niets van het algemeen gevreesde herstel der HeiligeAlliantie. Integeudeel zij vergenoegden zich met een protest tegenhet nieuwe koninkrijk, waarvan Cavour wist wat hij er van te denkenhad. Als het nieuwe koninkrijk maar bleef toonen dat zijn revolu-tionnaire oorsprong het niet noodzakelijk een revolutionnair karakteropdrong , zouden de mogendheden zich wel een voor een voor hetvoldongen feit buigen.

Maar daarvoor was het volstrekt noodig orde te stellen op de zakenvan het zuiden. Merk waardig genoeg stiet men daarbij in den be-ginne op meer moeilijkhedeu op het vaste land dan in Sicilie. Opdit eiland werkten in den beginne alle standen even ijverig medeaan het tot standbrengen der nieuwe organisatie ; ook de hooge adel ,die in het Napelsche zich van elke deelneming onthield. Toen VictorEmmanuel in persoon verschenen was, legde Mordini zijn gezag nederen nam een koninklijke stadhouder met een raad van bestuur deregeering in handen. Hoewel de Noord-Italianen, en in het bijzonderde Piemonteezen, slecht overweg konden met de eigenaardige toestandenop het eiland , vernam men in den beginne daar niet van al de moei-lijkheden , waarmede de nieuwe regeering in het Napelsche to worstelenhad. Eerst langzatnerhaud bleek het, hoe diep op het eiland alle mis-standen wortel hadden geschoten , en hoe weinig de bevolking geschiktwas voor de vrijheid. Op het vaste land daarentegen kwamen de ge-

Page 100: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

90

volgen der geweldige beroering , welke het land had ondergaan , bijnaonmiddellijk aan den dag. Zij waren zoo ernstig dat zij gegrondeutwijfel deden oprijzen aan de mogelijkheid om daar een geregelden, nietop geweld gegrondvesten staat van zaken op te richten. Op den duurMeek het echter nog gemakkelijker daar toestanden te scheppen diepasten in den nieuwen Italiaanschen staat, dan op Sicilie. Welk eenverschil er tusschen Noord- en Midden-Italie en het Zuiden van hetschiereiland bestond , kwam bijna dadelijk aan den dag. Het bleekbijna minder moeilijk den Italiaanschen eenheidsstaat to scheppen ,dan hem to maken tot een levensvatbaar en boveual tot een gezond.organisme.

hoot den koninklijken stadhouder Farini en zijn raadslieden leverdede vraag , hoe men son handelen met Garibaldi's zuiderleger, , terstondontzaglijke bezwaren op. Het was uiterst moeilijk daarbij de billijk-heid te betrachten. Garibaldi zelf had gewenscht, dat het als eenafzonderlijke krijgsmacht naast het koninklijke leger in dienst sonwordeu gehouden, aan wier hoofd hij to gelegener tijd den strijd voorde bevrijding zou kunnen voortzetten. Daar was eater natuurlijkniet aan to denken , evenmin als aan de vervulling van zijn wenschom al zijn officieren in hun rang te erkennen. Alleen zijn vier gene-raals, wier verdiensten beproefd en algerneen gewaardeerd waren, Bixio,Medici, Corenz en Sirtori, werden onmiddellijk in het leger opgenomen.Zij zelven maakten deel uit eener commissie die over de toelating deroverige officieren besliste. -Hit de vrijwilligers , die voor twee jaardienst wilden nemen, dacht men eerst een afzonderlijk korps to vormeu,mar de meeste manschappen gaven er de voorkeur aan om mar huiste gaan , zoodat men slechts enkele uit vreemdelingen bestaande korp-sen , zooals Thrr's Hongaarsch legioen , een tijdlang in dienst hield.Men moot wel bedenken dat or zich verbazend veel kaf onder hetkoren beyond, en dat eon aantal officieren noch door Garibaldi, nochdoor zijn generaals benoemd waren, maar zich zelf hadden opgeworpen.Niet weinigen van doze vrijheidshelden vond men later onder de benden,die voorgaven voor de Bourbons te strijden.

Eerst in het voorjaar van 1861 werden deze maatregelen uitgevoerd.Tot zoolang waren de „garibaldini" eon bron van last voor de regee-ring , welke toch al niet uitmuntte door gelukkige grepen. Bij haarhoofd Farini begonnen zich reeds teekenen to vertoonen van eon onge-neeslijk lijden , zoodat hij op den duur den last van den arbeid niet

Page 101: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

91

kon dragen. En deze was ongelooflijk zwaar, , vooral ook door dewijze waarop duizendeu bij duizenden Napolitanen op de ambtenaars-posten , die natuurlijk grootendeels nieuw bezet moesten worden, alsaanvlogen. De koning ontving tijdeus zijn verblijf te Napels, noggeen drie maanden, meer dan 50,000 aanzoeken van dien aard. Velenhadden niet de geringste aanspraak , zij vroegen een ambt , als hadiedereeu recht om van den staat geld te ontvangen. Het diepe zeden-bederf vooral ook van den beschaafden middenstand , van de talloozeadvocaten niet het minst , begou zichtbaar te worden. En daarbij be-stond bij de bevolking niet de geringste ijver voor de publieke zaak.Soldaten noch officieren van het leger haastten zich om zich voor denieuw op te richten regimeuten beschikbaar te stellen. Die in dienstkwamen, beschouwden den dienst in het „koude" Noord-Italie als eeuballingschap en deserteerden niet zelden alleen daarom. In het landzelf waren de daar tehuis behoorende manschappen meestal in het ge-heel niet te gebruiken , vooral niet toen er in de bergen reactionnairebewegingen ontstonden. Zoo waren de wittebroodsweken van hetnieuwe bewind in Zuid-Italie al spoedig voorbij.

Die moeilijkheden verhoogden natuurlijk den moed van Frans II,die, door zijn energieke gemalin ondersteund , to Gaeta een geheelandere houding aannam dan tot nog toe. Velen meenden dat , zoohij in den zomer maar de helft der volharding die hij nu be-toonde , had bezeten , hij nog to Napels zou geregeerd hebben.Vooral sedert de koningin-moeder met haar talrijk kroost Gaeta ver-lateu , en hij dientengevolge van zijn fauailie niets meer to vreezenhad, toonde hij groote vastberadenheid en gaf to kennen zijn rechttot het uiterste te zullen verdedigen. Tegelijkertijd deed hij alhet mogelijke oni de openbare mooning, vooral in Napels, voor zichte winnen.

Het veroveren der buitenwerken der vesting, waarbij voor het laatstNapolitaansche bataljons overliepen , deed het beleg maar weinig vor-deren ; terwijl de Fransche vloot gedurende de laatste maanden van1861 voor de vesting bleef en haar gemeenschap met Rome openhield,hadden de aanvallers te worstelen met de bezwaren van het terrein ,welke ook de bekwame leiding van den Sardiuischen generaal der genie,Menabrea , niet dan zeer langzaam te boven kon komen. Intusschenbegon de Engelsche regeering tegen doze schending van het beginselvan uon-interventie bij Napoleon bezwaar te maken , en doze, die

Page 102: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

waarschijnlijk stechts onder invloeden, waar hij tot nog toe aan weer-stand had geboden , en misschien ook vooral om een bewijs van zijneerbied voor de legitimiteit te geven , deze met zijn vroeger gedragvolstrekt strijdige houding had aangenomen, gaf onmiddellijk toe. Hijbewerkte een wapenstilstand , die van 8 tot 19 Januari 1861 zouduren; daarna zou de Fransche vloot zich verwijderen. Daarmede wasde zaak beslist. Eike verdere verdediging veroorzaakte nutteloos bloed-vergieten, want oak aan de eer was volkomen voldaan. Eon capitulatiewas dus natuurlijk. Maar Frans II en koningin Maria wilden tothet einde toe volharden ; zij bleven daarom in persoon in de vesting,die nu te land en ter zee krachtig werd aangetast. Den 13den Fe-bruari waren de meeste vestingwerken vernield ; de bezetting had zwareverliezen geleden. De koning en koningin hadden in het laatst ineen kasemat gewoond. Zij gaven nu verlof tot de capitulatie en ver-lieten den volgenden dag, 14 Februari 1861, op een Fransch oorlogs-schip hun koninkrijk. De clericaleu en legitimisten vergoodden henbijna als martelaars.

Ben maand later, 13 1VIaart, gaf ook generaal Fergola de citadel vanMessina over, nadat door den daartoe overgekomen Cialdini de wapen-stilstand was opgezegd. Nog een week later werd de vlag der Bour-bons gestreken in de kleine bergvesting Civitella del Tronto, aan denoordgrens der Abruzzen , waar het vooral fanatieke priesters warendie de zwakke nit soldaten en gewapende boeren bestaande bezettingzoolang hadden doen stand houden , tot er geschut tegen hen konwarden aangevoerd. Toen dat geschied was, hield elke geregeldetegenstand op ; alleeu de guerilla of liever de rooftochten der in denbeginne aanzienlijke benden , hielden, onder voorgeven van voor deNapolitaansche zelfstandigheid en koning Frans II te vechten , debergen van Zuid-Italie lang in ourust. Toen de groote benden warenuitgeroeid , werden kleine rooverbenden jaren lang een plaag van hetland. De tijden van Fra Diavolo schenen teruggekeerd , maar depoezie ontbrak aan diens navolgers nog meer dan aan hem zelf. Hetergste was dat de brigantaggio in de Napolitaansche streken een soortvan populaire instelling werd ; wie zich door regeering of particulierenverongelijkt achtte, kon, door onder de roovers te gaan, een soort vanvolksheld worden. in Sicilie gebeurde dit spoedig evenzeer ; alleenhad daar het staatkundig voorwendsel geheel ontbroken. Trouwens,zooals ik reeds herhaaldelijk gezegd heb , eerst thans kwam aan den

Page 103: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

93

dag hoe het in het voormalige rijk der Beide Sicilian gesteld was.Maar natuurlijk werd aan de nieuwe regeering de schuld gegeven, hetmeest door de Napolitanen en Sicilianen zelf.

Terwijl op die wijze zeker niet voorziene moeilijkheden begonnen ,waren nieuwe verkiezingen in alle landen uitgeschreven, die VictorEmmanuel als koning aangenomen hadden, en waar het in 1818 doorKarel Albert voor Sardinia afgekondigd Statuut de grondwet was. Den185en Februari kwam het eerste Italiaansche parlement to Turijn bijeen.Het waren 214 door den koning benoemde senatoren en 413 afge-vaardigden. Geen enkele diplomat woonde de opening bij, welkespoedig gevolgd werd door het met algemeene stemmen aannemen derwet, volgens welke de koning den titel van koning van Italie en dekroonprins dien van prins van Piemont aannam. Evenals Napoleonnoemde zich Victor Emmanuel koning door Gods genade en den wildes yolks.

Zoo was het groote werk volbracht ; ja, men kan zeggeu dat hetvoltooid was. Want al omvatte het koninkrijk Italie nog nietVenetie en Rome, het was een algemeen Italiaansch rijk, geheelanders dan het vroegere koninkrijk Italie, waar Napoleon I koningvan was geweest.

Het was een verbazende verandering , die zelfs de stoutste verwach-tingen overtrof. Het was een verandering , grooter dan een omwente-ling en die toch het karakter van een omwenteling miste. Van watin 1859 en '60 was gesehied, bestonden geen antecedenten. Geenwonder dat het volkenrecht feitelijk als niet meer geldig werd be-schouwd , en dat de legitieme madden er radeloos tegenover stonden.Natuurlijk dat zij protesteerden , natuurlijk ook, dat daarentegenGroot-Brittannie getrouw aan zijn nog in 1851 als grondslag zijnerbuitenlandsche politick erkende gewoonte met alle feitelijk bestaanderegeeringen in vrede to willen leven , het eerst den koning van Italieden titel gaf, , dien hij eischte. Ook Napoleon herstelde na eenigentijd de officieele betrekkingen en erkende in het begin van den zotnerVictor Emmanuel als koning van Italie. Maar sommige anderemogendheden hielden hun tegenstand nog lang vol, en spraken hunerkenniug eerst nit, toes zij zagen , dat het nieuwe koninkrijk nieteven spoedig ineen stortte als het was opgebouwd. Lang echterduurde dat niet. Want het bleek spoedig genoeg, dat, met hoeveelbezwaren het ook had to worstelen , zijn voortbestaan vooreerst ver-

Page 104: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

94

zekerd , aan een berstel van vroegere toestanden althans geen denkenwas. Dat dankte Italie niet aan de voortreffelijkheid der nieuwetoestanden , maar wel daaraan dat hetgeen vroeger had bestaan zooslecht was geweest , dat elke verandering , reeds alleen omdat het eenverandering was, een verbetering kon heeten. En de nieuwe staatvan zaken was meer. Er kon veel goeds nit voortkomen.

Page 105: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

TWEEDE HOOFDSTUK.

DE STILIJD 011 DUITSCHLAND.

1860-1866.

In het einde van het jaar 1858 was, met het optreden van Willem De „nieuwetijd" in Prui-prins van Pruisen ads prins-regent, in Pruisen de nieuwe tijd aan- „„,„.

gebroken. „Die neue Aera" zeide men in Duitschland en verbond aandat woord het denkbeeld van constitutioneele ontwikkeling en algemeenenvooruitgang, van verwezenlijking van al wat in 1848 door de Klein-Duitsche patriotten was gedroomd. Immers, nu het ministerie Man-teuffel was afgetreden en het met den invloed der pietistische hofpartijvoor goed gedaan was, nu een liberaal, patriotisch denkend vorst alsKarel Anton van Hohenzollern het presidentschap aanvaard had vaneen ministerie, waarin mannen van zoo erkende vrijzinnigheid alsRudolf Auerswald, graaf Schwerin en Patow zaten, gevoelde zich alwat liberaal en patriotisch was in Pruisen en Noord-Duitschlandbevrijd van alle vrees voor een voortzetting van het reactionnairestelsel. De rede waarmede de prins-regent het ministerie installeerde,versterkte die meening niet weinig. In en buiten Pruisen geloofdemen niet anders of Pruisen had voor goed den weg ingeslagen, dietot een parlementaireu staat voerde. En het kon niet anders, meendemen, of een parlementair Pruiseu moest, vereenigd met al wat Klein-Duitsch gezind was, het werk van 1849 weder opvatten.

Hoe zeer tastten al die welmeenende maar onpractische enthou-siasten mis ! Ja, wel was een nieuwe tijd aangebroken, maar in geheelanderen zin, dan zij dat woord verstonden. Zij hadden in het geheelgeen rekeniug gehouden met de eigenaardige Pruisische toestanden, in

Page 106: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

96

de eerste plaats niet met de persoonlijkheid van het nieuwe hoofd vanden Pruisisehen staat.

Geen mensch stelde het monarchaal beginsel hooger dan de prinsvan Pruisen, geen mensch was minder geneigd den staat, die hem wastoevertrouwd, te hervormen tot een parlementaire monarchie. Maar hijhad een afschuw van de wijze waarop Pruisen sedert 1849 geregeerdwas ; de grondwet, hoe slecht die ook was en hoe weinig zij ook be-antwoordde aau zijn denkbeelden, bestond en was door den koningzoowel als door hem zelf bezworen en daarom, begreep hij, moest diegehandhaafd en eerlijk uitgevoerd worden. En wat de buitenlandsche,in het bijzonder de Duitsche politick betrof, wilde hij zich zooveelmogelijk de vrije hand voorbehouden en zich door geen mogendheidop sleeptouw late') nemen, allerminst door Oostenrijk. Geen oogenblikechter dacht hij er aan, de Unie-politiek van zijn broeder weder op tevatten. Ills Duitsch vorst wilde hij eerlijk zijn verplichtingen jegensden Bond very ullen en zelfs samengaan met Oostenrijk, maar methandhaving der hoogheid van den Pruisisehen Staat. Daartoe voeldehij zich bovenal geroepen, en daarom was bet niet alleen zijn harte-wenseh, maar beschouwde hij het als een heiligen plieht Pruisen zoosterk te maken, dat het voor geen tegenstander had te vreezen. Van-daar dat hij sinds lang zich had beziggehouden met plannen tot ver-meerdering en reorganisatie van het leger, we]ks gebreken hem sindslange jaren bekend waren. Hij had op dat punt zijn eigen denk-beelden, maar hij liet niet na, een aantal der meest bekwame officierenmar hun meening to vragen. Zoodra hij het regentschap had aan-vaard, bereidde hij de uitvoering voor.

Maar voor hij daaraan kon beginnen, dwong de sedert Januari 1859ontstane vrees voor een oorlog, waarin ook Duitschland hoogstwaar-schijnlijk zou betrokkeu worden, tot voorloopige schorsing. Het gingniet aan diepingrijpende veranderingen in het leger in to voeren, alsdat ieder oogenblik to velde kon worden geroepen. Zoo duurde hettot het najaar, eer met de uitvoering dezer plannen kon wordenbegonuen.

lierleving Intusschen had de Italiaansche beweging in Duitschland sterkender Duitaohe weerklank gevonden. Van zelf moesten alien, die naar een Duitscheeenheidabe.

"ging. eenheid streefden, door het geen op het schiereilancl gebeurde, wordengeprikkeld tot nieuwe werkzaamheid. Het was een voorbeeld en tevens

Page 107: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

9 7

een beschaming. In Italie hadden de toestanden er zooveel hopeloozeruitgezien dan ill Duitschland, en toch kwam daar de eenheid tot stand!Daarenboven werkten er andere, niet minder sterke drijfveereu. Hoeijverig Oostenrijksch gezind Zuid-Duitschland zich ook tijdens denItaliaans chen oorlog getoond had, zoo had toch het gevreesde gevaar, ,van de zijde van Frankrijk, ook het nationaal gevoel op nieuw op-gewekt. De Duitsche beweging herleefde weder. In allerlei streken vanNoord- en Midden-Duitschland gingen stemmen op, die op vereenigingonder Pruisens leiding en bijeenroeping van een Duitsch parlementaandrongen ; zelfs in Wurtemberg werden die gehoord. In Augustuskwam een vergadering van vrijzinnigen te Eisenach bijeen, die oprieptot stichting eener Duitsche Nationale vereeniging, om het sinds tienjaar begraveu werk der Duitsche eenheid weder op te nemen. Werkelijkgeschiedde dat kort daarua, 16 September, te Frankfort op een grootevergadering van liberalen uit alle staten van Duitschland. Maar hoe-wel daar de noodzakelijkheid eener andere leiding dan die van denBondsdag , even goed als van een Duitsch parlement , algemeen werderkend , werd , om de Zuid-Duitschers niet tegeu de borst te stooten,de opdracht van het hoogste gezag aan Pruisen niet opgenomen inhet programma der nieuwe vereeniging , wier doel dientengevolgevan den beginne af eenigszins onbepaald en onduidelijk was. Datnam niet weg dat de Zuid-Duitschers haar een klein-Duitsch karaktertoekenden en daarom zich over 't algemeen er buiten hidden, zoodathaar werkzaamheid tot Noord- en Midden- Duitschland beperkt bleef.Natuurlijk zagen de conservatieven haar stichting met leede oogen :

de Bondsdag duldde den zetel der vereeniging niet binnen Frankfort,en in een aantal staten werden er soms vrij krasse maatregelen tegenhaar genomen. In Hannover ging de minister Borries zelfs zoover vante verklaren, dat het revolutionnair drijven naar eenheid de Duitscheregeeringen zou dwingen tot het inroepen van buitenlandsche hulp,een verklaring die tot energieke protesten , in de eerste plaats bij deHannoversche afgevaardigden onder leiding van Rudolf von Bennigsen,aanleiding gaf en er veel toe bijdroeg de populariteit der Vereenigingte doen toenemen. In Keur-Hessen werden ambtenaren, die lid werden ,met ontslag bedreigd. De Saksische minister Beust verklaarde niet tebegrijpen dat de Bondsdag niet tegen de vereeniging optrad, daar zijde souvereiuiteit der vorsten bedreigde. Ook in Pruisen ontbrak hetniet aan heftige aanvallen van conservatieve zijde , maar het gelukte

II 7

Page 108: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

98

niet den prins-regent tot een optreden tegen haar te bewegen. Zookon de Vereeniging onder bescherming van hertog Ernst van Coburg,haar werkzaamheid beginnen, die voornamelijk in propaganda voor deklein-Duitsche en liberale beginselen bestond. In dat opzicht heeftzij een zekere beteekenis gekregen; tot een invloed als haar Italiaanschvoorbeeld eenigen tijd uitoefende, kon zij het natnurlijk niet brengen;dat lieten de Duitsche toestanden niet toe. Deze waren ook oorzaakdat haar beschermer, bij alien ijver voor de Duitsche eenheid, aanwelke hij reeds in 1848 zijn eigen souvereiniteit had willen ten offerbrengen, zoo weinig vermocht, niettegenstaande zijn nauwe betrek-kingen tot een aantal der machtigste Europeesche vorstenhuizen. Hijwerd in de volgende jaren de meest populaire man in Duitschland ;in zijn residenties Gotha en Coburg kon zich het Duitsche patriotis mein talrijke Turners-, Zangers- en Schuttersfeesten naar hartelust luchtgeven, wat hem bij de conservatieven, en niet het minst bij zijn stand-genooten, die dergelijk „democratisch gedoe" met leede oogen zagen,den spotnaam van den „Schietzen-Kiinig" of van „Schiitzen Ernst"bezorgde. Kenschetsend was voor den geest der Oostenrijksche regeeringdat zij, als ware zij de opperste zedemeester in Duitschland, hem daar-over een ernstige berisping toediende, waartegen hij met een beroepop zijn souvereiniteit krachtig protesteerde.

Hertog Ernst was niet de eenige Duitsche vorst, die met de Duitschebeweging sympathiseerde; ook de groothertogen van Baden en Saksen-Weimar en enkele andere verborgen hun liberale en klein-Duitschedenkbeelden niet, maar geen hunner deed het zoo openlijk, men magwel zeggen zoo opzichtig als hij, voor wiens rustelooze werklust zijnhertogdom een veel te klein gebied was. Dat was juist het droevigeder toenmalige Duitsche toestanden, dat een zoo begaafd en welmeenendvorst niet veel anders dan belachelijk kon worden, als hij ten batevan het algemeen belang optrad. Hoe ernstig hij het meende, daarvangaf hertog Ernst in deze dagen het bewijs, toen hij met Pruisen eenmilitaire overeenkomst sloot, waardoor zijn paar bataljons onder hetPruisische militaire oppergezag werden gesteld, een daad van zelfopof-fering, welke hem in dien tijd door velen zijner standgenooten zeerkwalijk werd genomen, die weinig jaren later gedwongen deden waartoehij vrijwillig het voorbeeld had gegeven.

Sedert het najaar van 1859 was de Duitsche nationale bewegingniet meer te stuiten ; wat er in Keur-Hessen en in Sleeswijk-Holstein

Page 109: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

99

gebeurde, hielp haar in gang houden ; weldra begonnen ook de regee-ringen, zelfs de meest conservatieve. in te zien, dat er jets gedaanmoest worden om den zich meer en meer dringend uitenden volkswenschtegemoet te kotnen. Dat de toestand niet zoo blijven kon als hij was,dat met name de Bond en de Bondsdag niet langer in den ouden, in1850 herstelden vorm konden worden gehandhaafd, daarover was iederhet eens. Maar onatrent hetgeeu in de plaats moest komen, daaroverliepen de gevoelens haast nog meer uiteen dan in 1848.

Om de verwarring nog te vergrooten brak nu in Pruisen een strijduit tusschen regeering en volksvertegenwoordiging, die weldra alleliberalen , hoe goed klein-Duitsch ze ook mochten wezen, huiverigmaakte om het lot van Duitschland aan den beheerscher van Pruisenin handen te stellen.

In Pruisen gold nog altijd de legerwet van 1814, het werk van De Pruisische

Boyen, den discipel van Scharnhorst. Daarbij was de algemeene dienst- legemrhinergrr-

plicht ingevoerd ; elk jaar werden 40,000 recruten in dienst gesteld,voor een staat van 10 millioen zielen, als het toenmalige Pruisen, hethoogst bereikbare getal voor den dienst volkomen goed bruikbare man-schappen.

Maar thaus waren die 10 millioen 18 millioen geworden en hetgevolg was, dat van elke lichting meer dan een derde der beschikbaremanschappen van den dienst moesten worden vrijgesteld. Daar verdervolgens deze wet de eerste ban der landweer, , even goed als de linie ,voor den dienst te velde bestemd was, deed zich bij elke mobilisatiehet geval voor, dat een groot aantal huisvaders te velde moest trekken,terwijl een menigte jonge mannen van elkeu dienst vrijgesteld bleven.De algemeeue dienstplicht was dus niet veel meer dan een fictie. Bijelke mobilisatie, maar vooral bij de veldtochten tegen Denemarken enBaden waren deze en vele andere misstanden, die het gevolg wareneener verouderde organisatie,, zichtbaar geworden.

Het plan van den prins-regent bedoelde in de eerste plants de jaar-lijksche lichtingen zoodanig te vergrooten, dat ongeveer alle bruikbaredienstplichtigen in het leger konden worden opgenomen, zooals hetbeginsel van algemeeneu dienstplicht eischte. Ten tweede wilde hij inoorlogstijd de huisvaders zooveel mogelijk van den dienst te velde ont-heffen, en daarom den eersten ban der land weer afschaffen, wier oudereleden opgenomen zouden worden in den tweeden ban, terwijl de jon-

Page 110: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

100

geren, die meestal nog ougehuwd waren, de reserve van het staandeleger uitmaken zouden. Om dit plan ten uitvoer to brengen moestende kaders van het staande leger aanzienlijk worden uitgebreid, hetaantal infanterieregimenten moest zelfs worden verdubbeld, terwijl delandweerkavalerie , die tot nog toe bijna even sterk als die der liniewas, tot een veel geringer aantal werd teruggebracht. Daarvoor was eengeweldige vermeerdering van beroepsofficieren en -onderofficieren noodig,terwijl daarentegen de landweerofficieren uit het actieve leger verdwenen.Natuurlijk moest zulk een vermeerdering van het staande leger ont-zaglijke kosten na zich sleepen, welke nog hooger werden, omdat deprins-regent van oordeel was, dat het volstrekt noodig was dat elksoldaat minstens drie jaren in het leger diende, zoodat de korpsensteeds op aanzienlijke sterkte blijven moesten.

Reeds dat alleen moest het plan weinig populair maken ; voortaauzou verder niemand meer vrij wezen van den krijgsdienst, eu iedereen,behalve de eenjarige vrijwilligers, drie voile jaren soldaat zijn, totgroote schade, naar velen meenden, van de economische kracht dernatie ; het leger zou geheel het karakter van een volksleger verliezen,de landweer, die sedert het jaar 1813 als 't ware de meest populaireinstelling van Pruisen was, geheel op den achtergrond worden ge-drongen, het land duizenden adellijke officiereu meer moeten onder-houden. En al die onkosten en lasten zou het yolk op zich moetennemen om een paradeleger in dienst to houden , want , zoo redeneerdende meeste liberalen, van deze regeering was al evenmin iets to ver-wachten ten bate van Pruisens grootheid en de nationale eenheid vanDuitschland als van de vorige ; dat was duidelijk gebleken uit haarweifelende houding tijdens den oorlog, terwijl zij steeds uit liberalenen conservatieven bleef samengesteld on dus nimmer recht kleur bekende.Het was dus to voorzien, dat het plan bij het huis der afgevaardigdenop groote bezwaren zou stuiten, en de minister van oorlog Bonin, hoe-wel tot nog toe hoog aangeschreven bij den prins-regent, trok zichdaarom hover terug. Als zijn opvolger trad toen generaal Albrechtvon Roon op, een buitengewoon bekwaam en energiek man, van strengmonarchale beginselen, die, hoewel hij zelf een eigen plan van leger-hervorming aan den prins had voorgelegd, op zich nam dat van denlaatste tegen elken aanval to verdedigen.

Ziju benoeming vermeerderde de impopulariteit van het plan, wantzij gold als een begin van terugkeer tot de reactie. Met merkwaardige

Page 111: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

101

zelfverloochening wist Roon zich zoozeer met het plan van den prinste vereenzelvigen, dat tegen hem en niet tegen dezen zich op denduur de toorn der oppositie keerde, als ware hij de eigenlijke vaderer van.

Zooals te voorzien was openbaarde zich terstond na de indieningder op het plan betrekkelijke wetsontwerpen (Februari 1860) in het huisder afgevaardigden hevig verzet. Het bleek spoedig dat de amendementendoor de tot voorbereiding van de behandeling der wet benoemde commissievoorgesteld, strekkende tot invoering van een tweejarigen diensttijd en be-houd der landweer in het veldleger, welke beide voor de regeering vol-strekt onaannemelijk waren, ongetwijfeld zouden worden aangenomen.Om dit te voorkomen nam nu de regeering een bedenkelijken maat-regel. Zij trok het ontwerp der legerhervorming in en verzocht alleende bewilliging der gelden, die in het loopende jaar noodig waren voorde veranderingen, welke de regeering ter verzekering der strijdvaardig-heid des lands wilde invoeren. Zij meende dat het eigenlijk niet noodigwas een nieuwe wet in te dienen, daar het beginsel der wet van 1814bij de nieuwe inrichtingen gehandhaafd bleef en den koning het rechtniet ontzegd kon worden , de sterkte des legers en der lichtingenen de organisatie daarvan te bepalen, omdat men de geheele reorgani-satie als een verzameling van uitvoeringsmaatregelen der oude konbeschouwen, zoodat men volstaan kon met de daarvoor noodige geldenaan te vragen. De regeering verwekte echter hierdoor de meening datgeen blijvende maatregelen bedoeld waren, en de minister van financienPatow maakte het misverstand nog erger door het gebruik van hetwoord voorloopig. Hoewel het nu van zelf sprak, dat een reorganisatie,die o. a. tot oprichting van meer dan 100 nieuwe bataljons leidde,geen voorloopige kon wezen, schijnt toch de oppositie, die even gaarneals de regeering een botsing ontweek, zich door het gebruik van datwoord te hebben laten geruststellen , zij bewilligde de aangevraagdegelden zonder veel tegenspraak. De regeering, althans de prins-regent,vatte die bewilliging echter op als een bewijs, dat het huis van afge-vaardigden de noodzakelijkheid der legerhervorming erkende en begonterstond met de uitvoering , want het Heerenhuis was natuurlijk zeergunstig gezind jegens een verandering, die aan het leger het demo-cratisch karakter geheel ontnam. Zoo werden nog in den loop vanhet jaar de nieuwe regimenten opgericht en de veranderingen in delandweer uitgevoerd. Het land stond voor het voldongen feit.

Page 112: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

102

Inmiddels was in den loop van 1860 het misnoegen over de houdingder regeering ten opzichte der Duitsche en buitenlandsche staatkundesterk toegenomen. Overal meende men bewijzen van toenemende reac-tionnaire gezindheid bij haar waar te nemen ; er kwamen ergerlijkedingen aan het licht omtrent de wijze waarop het binnenlandsch be-stuur gevoerd werd. Sommige ministers ontzagen zich niet schromelijkhun macht te misbruiken. Het misnoegen openbaarde zich terstondbij sommige aanvullingsverkiezingen, waarbij democraten van 1848verkozen werden, die bij de laatste algemeene verkiezingen bijna geenstemmen gehad hadden. Het bleek dat het yolk, hoe meer het deregeering verdacht van zich reeks te wenden, zelf des te meer links ging.

Op den 2den Januari 1861 werd eindelijk koning Frederik Willem IVuit zijn lijden verlost. De prins-regent werd nu koning. Wie Willem Igoed kende, wist, dat hem van nu af het gevoel zijner verantwoordelijk-heid als koning door Gods genade dubbel zwaar woog , zoodat niet teverwachten was dat hij regeeringsdaden zou toelaten, welke niet over-een te brengen waren met zijn begrip der plichten en rechten van hetkoningschap.

Dat bleek terstond uit zijn besluit om aan de aanvaarding der krooneen bijzondere wijding bij te zetten, door een plechtige kroning inplaats der vroeger gebruikelijke, maar niet wel met de grondwet over-een te brengen erfhuldiging door de standen. De reactionnairen envele conservatieven, Roon b.v., hadden de laatste liever gehad, om hetfeodale karakter van den staat te handhaven, terwijl de liberale ministersslechts noode in de kroning berustten, omdat deze, die in Pruisenslechts eenmaal had plaats gehad, toen in 1700 keurvorst Frederik IIIden koningstitel had aangenomen, naar absolutisme smaakte. HoewelWillem geen oogenblik er aan dacht van de grondwet af te wijken,deed de kroning in den Doni te Koningsbergen , met haar kerkelijkewijding en half middeleeuwsche plechtigheden , den argwaan van eengoed deel der natie toenemen, dat er een aankondiging van reactiezag, te meer daar de koning verklaarde dat hij in de kroning hetzichtbaar bewijs zag dat hem de kroon rechtstreeks van God gegeven was.

De nieuwe verkiezingen voor het huis van afgevaardigden gavenweldra een duidelijk bewijs der gezindheid der natie. De in den zomeruit de oude democraten en de meer radicalen uit de liberalen gevormdeDeutsche Fortschritt-partij behaalde daarbij een groote overwinning ; zij

Page 113: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

103

maakten voortaan, te zamen met de gematigde liberalen, een overwel-digende meerderheid nit; de conservatieven daarentegen smolteu toteen onbeteekenend hoopje samen , terwijl ook de katholieken en Polenveel stemmen verloren. Het was dus te voorzien dat de strijd, die ditjaar nog door een tweede voorloopige bewilliging van golden voor devermeerderde legerkosten was voorkomen, in het volgende met allescherpte zou uitbreken.

Immers terwijl de liberale partij in de wijze waarop de regeering ,buiten de vertegenwoordiging om , de legerhervorming had doorgezet ,begrijpelijkerwijs een aanslag zag op het recht der vertegenwoordigingom de begrooting vast te stollen en in de nieuwe samenstelling deslegers slechts eon versterking der regeeringsmacht zag , welke deze instaat moest stellen alle vrijheden en rechten des yolks te vertreden ,zag koning Willem in den eisch , dat de vertegenwoordiging medestem zou hebben over de orgauisatie der strijdkrachten van den staateen aanslag op het hoogste recht der kroon , het gezag over het leger.Van jongsaf soldaat , beschouwde hij zich in de eerste plaats als denobersten Kriegsh err, en zag hij in den eisch der liberalen, dat de leger-organisatie bij eon wet, met medewerking der volksvertegenwoordiging,zou worden vastgesteld, een herhaling van den eisch van het Engelscheparlement om Karel I het oppergezag over de militie te ontnemen ,wat voor dozen, naar zijn opvatting , het begin van het einde wasgeweest.

Zonder twijfel werd daarbij van beide zijden misgetast , on was deoppositie evenmin van plan het koningschap te verkleinen als dekoning de absolute monarchie te herstellen , maar bij de toenemendeverbittering van weerszijdeu was vooreerst geen verzoening mogelijk ,te meer daar ook over de buitenlandsche zaken en met name over hetvraagstuk der hervorming van den Duitschen Bond de opvattingen wijduiteen liepen.

Het hielp niets dat, in de plaats van den zwakken Schleinitz, graafBernstorff met de leiding der buitenlandsche zaken belast word; ookhij verwekte bij de liberalen geen vertrouwen. Deze gingen uit vanhet denkbeeld , dat Pruisen van zelf, , zonder strijd , in Duitschland deleiding zou verkrijgeu , als het maar zonder omwegen eon vrijzinnigestaatkunde volgde. Dan zouden , beweerden zij , alle liberalen in ge-heel Duitschland, zich bij Pruisen aansluiten en de regeeringen dwiugenhetzelfde te doen , een onderstelling , die meer van huu enthousiasme

Page 114: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

104

dan van hun doorzicht getuigde, daar de houding der Zuid-Duitseheliberalen steeds jegens Pruiseu vijandig bleef. Maar zij waren er vastvan overtuigd en achtten het dus des te minder noodig een zoo grootleger te onderhouden, daar van eeu strijd met de wapenen geen sprakekon zijn. De gevolgen bleveu niet nit. De regeering diende, om deoppositie een bewijs van verzoeningsgezindheid te geven , niet alleenopnieuw een legerwet in, maar tevens een aantal liberale wetsontwerpenover andere onderwerpen. De oppositie daarentegen bleef, wat deeerste betreft, bij den eisch van tweejarigen diensttijd (dien van hetbehoud der landweer in het leger te velde had zij laten vallen , daarhet bleek dat de bevolking daar volstrekt niet mede gediend was enintegendeel de nieuwe regeling op dit punt veel minder drukkendachtte) en beweerde dat het de regeering geen ernst was met de andere,daar die toch door het Heerenhuis zouden worden verworpen. Dochnog voor dat hierover een beslissing viel, deed een ander vraagstuk dezoo lang gevreesde, maar nog steeds ontweken krisis ontstaan. InPruisen placht bij de begrooting alleen over de hoofdsomm en der enkelehoofdstukken , niet over die der onderdeelen te worden gestemd , hetwas dus voor eon minister magelijk om, door spaarzaamheid op heteene onderdeel , geld over te houden voor een ander dat de vertegen-woordiging wenschte te schrappen. De oppositie zag daarin een middelom het recht van beslissing over de begrooting krac hteloos te makenen eischte mededeeling der cijfers van de onderdeelen. De regeeringstemde daarin toe voor het volgende jaar, maar verzoeht dit jaar nogden ouden weg te mogen volgen. Bij den heerschenden argwaan en deontevredenheid over de houding der regeering in het Duitsehe vraag-stuk, liet zich echter de oppositie niet verbidden, en eischte onmiddellijkeoverlegging der sommen van de onderdeelen. Wanneer die eisch inge-willigd werd, zou het aan de oppositie reeds nu mogelijk zijn geweest,alle posten betreffende de nieuwe korpsen , wier vaandels al in hetvorige jaar plechtig waren ingewijd , te schrappen en dus de regeeringte dwingen het leger op den ouden voet terug te brengen. De koningkon dit onmogelijk toestaan. Het ministerie wist dit, en daar het geenmiddel wist aan het dilemma te ontkomen, vroeg het zijn ontslag Maarde koning wilde nog niet van zijn oude raadslieden scheiden, hij vervingalleen den minister president, vorst Hohenzollern , die toch zich weinigop den voorgrond stelde, door den conservatieven vorst Hohenlohe, maarontbond daarentegen het huis der afgevaardigden. De ministers zagen in,

Page 115: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

105

dat dit niet veel helpen zou , daar er weinig kans was dat de kiezerszich voor de regeering zouden verklaren , en daar de koning van geenconcessies meer weten wilde , vroegen de liberalen onder de ministersdaarna opnieuw hun ontslag. Ditmaal werd het aangenomen, 17 Maart1862, en werden hun plaatsen door conservatieven ingenomen. Roon,Bernstorff en Von der Heydt , die nu minister van financien werd ,bleven. Met de neue Aera was het gedaan.

Het nieuwe ministerie gaf dadelijk bewijzen , dat het in vele op- Het„Oonfliet"., Bismarok mi-

zichten in de voetstappen der conservatieven nit Frederik Willem s nide,tijd wilde treden. Het trachtte op dezelfde wijs als Manteuffel enWestphalen gedaan hadden , invloed op de verkiezingen uit te oefenen,maar zonder eenig goed gevolg. Natuurlijk veroorzaakte dit nietalleen ontstemming, maar zelfs erge verbittering, zoodat de nieuwe zit-ting zich terstond kenmerkte door den vijandigen toon der partijen.Het hielp niet dat de regeering in de Sleeswijk-Holsteinsche en Keur-Hessische quaestien nieuwe wegen iusloeg, welke haar anders ontwijfel-baar een zekere populariteit zouden hebben verschaft ; ook de erkenningvan het koninkrijk Itali6 werd meer beschouwd als een oogendienstaan Rusland , dat, om den pans voor ziju partij kiezen voor de Polente straffen , hetzelfde gedaan had, dan als een concessie aan den geestdes tijds. Zoodra de legerwet aan de orde kwam, brak de storm los,niettegenstaande de regeering enkele concessien wilde doen en sommigeliberale afgevaardigden met bemiddelingsvoorstellen voor den dag kwamen.Maar de meerderheid , de Fortschrittpartij in de eerste plaats , wildennog minder toegeven dan de koning, en de verwerping van alle postender oorlogsbegrooting ten dienste voor de instandhouding der nieuweregimenten was zeker te voorzien. De koning was in bangen twijfel ;van zijn ministers was Roon alleen bereid het uiterste te wagon; hijvoelde dat bijna de geheele natie eenstemmig de meerderheid onder-steunde. Van alle kanten word hij aangemaand toe to geven , zelfsdoor de koningin on den kroonprins. Maar toegeven achtte hij afstanddoen van een der heiligste rech ten der kroon, het overleveren vanhet gezag over het leger aan de democratie. Liever dan dat wilde hij,als hij den strijd niet kon volhouden , de kroon neerleggen. Maarhij kon zich niet ontveinzen , dat, als niet eon ministerie maar dekoning zelf voor den aandrang der zegevierende oppositie bezweek ,aan het prestige van het koningschap eon nog veel onherstel-

Page 116: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

106

baarder slag werd toegebracht, dan wanneer hij aan den eisch vantweejarigen diensttijd toegaf. In dien tweestrijd wendde hij zich totBismarck .

Jaren lang reeds was er sprake van geweest dat Otto von Bismarck-SchOnhausen minister zou worden , maar noch Frederik Willem, nochWillem zelf hadden de verantwoordelijkheid aangedurfd. Geen vanbeiden waagde het de leiding van den Praisischen staat toe te ver-trouwen aan den man, dien de eerste den „rooden reactionnair" noemde,en van wien de tweede nog niet lang geleden had gezegd , dat hijhem niet kon benoemen, omdat hij alles zou onderste boven keeren.Toch kende Willem Bismarck sinds lang, en had sedert lang de ge-woonte dezen over de gewichtigste zaken te raadplegen. Steedshad hij dan nieuwen moed geschept en zich een weg zien openendoor de ingewikkeldste vraagstukken der Duitsche en Europeeschestaatkunde.

In het voorjaar van 1862, toen de onvermijdelijkheid van een con-stitutioneel conflict hoe langer hoe meer bleek en Bernstorff hoelanger hoe afkeeriger werd van bet ministerschap, had hij dan ookBismarck teruggeroepen, die sinds 1859, toen de omstandigheden nietlanger toelieten hem, den verklaarden tegenstander van Oostenrijk ,als bondsgezant to Frankfort te laten , naar den gezantschapspost tePetersburg was verwijderd. Maar hij kon ook toen nog niet besluitenhem to benoemen, en in de crisis van Maart bleef Bismarck buitenambt. Wat later was deze , die op zijn kort aangebonden wijs omeen definitieve benoeming of om zijn geheele ontslag vroeg , totgezant te Parijs benoemd , maar alien die in de geheimen der staats-zaken waren ingewijd , wisten dat dit slechts een tijdelijk emplooiwas. Boon en 's konings vertrouwde militaire kabinetchef, , Edwinvon Manteuffel , ook een uiterst bekwaam maar zeer eigenaardige manvan beslist absolutistische geziudheid , deden al het mogelijke denkoning te bewegen tot den beslissenden stap , dien ieder inzag dat hijten slotte doen zou ; maar de koning, die wel moist welke beteekenis aanBismarck's benoeming door de natie werd gehecht , deinsde er steedsvoor terug. Daarenboven moet een bezwaar sterk bij hem hebbengewogen. Tot nog toe had hij steeds in hoofdzaak zelf de politiekeleiding in handen gehad ; zelfs Roon en Bernstorff waren ten slottetoch in de eerste plaats de uitvoerders zijner denkbeelden ; de leger-hervorming was zijn eigen werk , de houding van Pruisen in de buiten-

Page 117: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

107

landsche en Duitsche vraagstukken werd door hem zelf bepaald. Maarals Bismarck eenmaal minister was, dan , dat voelde iedereen , ook dekoning , zou doze de biding hebben ; de koning mocht willen of niet,hij zou den minister zijii eigen weg moeten laten gaan of hem ontslaan.En beider denkbeelden liepen op vele punten wijd uiteen, nietminder clan hun karakter. Maar de koning wist ook , dat de rechtender kroon en het Pruisische staatsbelang bij niemand veiliger zoudenwezen dan bij den gMarkischen jonker", die openlijk verklaarde slechtseen legitimiteit te erkennen dat is die van de Pruisische kroon.

Toen dan nu bleek dat ook het conservatieve ininisterie den strijdniet langer zou durven bestaan werd Bismarck in het midden vanSeptember door een telegram van Manteuffel opgeroepen oat naar Ber-lijn te komen. Den 20steil was hij in de hoofdstad. Alles was volvan het groote zevendaagsche debat over de legerwet , dat zooeven(den 18den) was afgeloopen ; slechts de eindstemming , welker uitslagzeker was, nnoest nog plaats hebben. De koning was diep terneder-geslagen. Hij was 65 jaar oud en gevoelde rich Diet bij maehte denstrijd langer vol te houden ; hij droeg de oorkonde van zijn troonsafstandreeds bij rich. Aileen de onderteekening ontbrak or nog aan. Toenhad dat gedenkwaardige gesprek in den tam n van het kasteel Babelsbergbij Potsdam plaats , waarin Bismarck zijn koning met nienwen moedbezielde en op zich nam , als zijn minister de regeering te voeren entoch de legerwet te handhaven. Kenschetsend was het voor hem, dathij verder elk uitgewerkt programma verwierp. Den 2 38t0n Septemberhad de eindstemming plaats ; niet alleen voor 1863, maar ook voorhet loopende jaar werden alle kosten die de reorganisatie des legersmet zich bracht. nit de begrooting geschrapt. Dienzelfden dag werdhet president-ministerschap aau Bismarck opgedragen. Hoheulohe ,von der Heydt , die niet zonder begrooting wilde regeeren , en Bern-storff die reeds lang zijn portefeuille met een gezantschap had willenverwisselen , traden nit het miuisterie, dat eerst den Pen Octoberop nieuw voor goed werd geconstitueerd. Toen werd Bismarck tevensminister van buitenlandsche zaken.

De oorlog van 1859 had aan keizer Frans Joseph de oogen doen Val van hetabsolutism°opengaan. Hij zag nu waartoe het stelsel van Schwarzeuberg , zonder in postenrijk.

de leiding van een karakter au s dat van zijn schepper, had geleid.Be staat was zoo goed als bankroet, zijn militaire krachten waren

Page 118: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

108

uitgeput na een enkelen korten veldtocht ; de bevolking der geheelemonarchie was ontevreden ; in Hongarije scheen een nieuwe o mwen-teling voor de deur te staan , en in Europa stond Oosteurijk vrijwelgelsoleerd. De keizer had zich dan ook gehaast vrede te sluiten en,blijde althans Venetie te hebben behouden , onthield hij zich weldravoor goed van elke inmenging in de Italiaansche zaken. Maar deleiding in Duitschland dacht hij des te minder uit de handerte geven.

De hoofdzaak was echter voor het oogenblik , binnen het rijknieuwe levensvatbare toestanden in het leven te roepen , en bovenalde Hongaren te bevredigen. Maar daartoe was het noodig dat deregeering nieuwe wegen insloeg. Het ontslag van den bekendenBach , den minister van binnenlandsche zaken , wiens naam metde ergste daden der reactie vereenzelvigd was , in Augustus 1859 ,was het eerste bewijs van een breuk met het absolutistische en cen-tralistische stelsel , dat sinds 1849 in de monarchie had geheerscht.Het optreden van den Poolschen graaf Goluchowski, als zijn opvolger,was al een stag in de federalistische richting. De officieuse pers ver-klaarde tevens dat Oostenrijk een samenstel was van zelfstandige orga-nismen , die in een centraal-organisme vereenigd waren.

De erkenning der landstalen op de volksschool in alle gewesten dermonarchic (terwijl tot nog toe het gebruik van het Duitsch verplichtwas), vrijzinniger bepalingen omtrent de kerken en scholen der protes-tanten in de landen der Hongaarsche kroon , die sinds het concor-daat onder ergen druk verkeerden , toekenning van rechtsgelijkheidaan de Grieksch-orthodoxe Kerk volgden. Zelfs de Joden werden vanenkele beperkende bepalingen ontheven. Maar niets scheen duidelijkerde liberale gezindheid der regeering aan te toonen dan het aftredenvan graaf Grunne , den in militaire zaken almachtigen adjudant-generaaldes keizers, die in die hoedanigheid feitelijk minister van oorlog was.

Hij en Bach waren de baes noires van het publiek, dat, in Weenennog meer dan elders, alleen op de personen lette en de staatkundigetoestanden afmat naar de meerdere of mindere populariteit der per-sonen , die heetten er den meesteu invloed op uit te oefenen. Grunne'sval beteekende een ernstige nederlaag voor de militaire hofpartij , diesedert Schwarzenberg's optreden in vele opzichten den staat hadbeheerscht.

Die partij wilde van geen concession weten , terwijl daarentegen de

Page 119: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

109

clericale omgeving van de moeder des keizers , die, verbonden metkardinaal Rauscher, het concordaat had doorgezet, bereid was aan hetnationaliteitsbeginsel offers te brengen , mu te voorkomen dat erconcessies aan het liberalisme werdeu gedaan , en de keizerin , deschoone Elizabeth van Beieren , op het betreden van geheel nieuwewegen aandrong. In een staat als het toenmalige Oostenrijk hing debeslissing over politieke vraagstukken niet zelden van hof-intrigesaf. Maar deze eerste verbeteriugen bleken op den duur weiuig tebeteekenen , de financieele toestand werd met den dag benauwender,en het crediet van den staat was zoo gezonken , dat op een leeningvan 200 millioen slechts voor 76 werd ingeschreven. De nieuweminister van financier', Plener, , een man van erkende bek waam-heid en karakter, , verklaarde dat zonder afdoende hervormingenvan verbetering der financien geen sprake kon zijn. Nog onrust-barender was de toestand in Hongarije , waar van de eerste con-cessien aan de protestanten onmiddellijk gebruik werd gemaakt tothet laten hooren van den eisch , mu, in plaats der zoo pas doorde regeering ingevoerde kerkelijke organisatie , de oude van voor1849 te herstellen. Zelfs de conservatieve hooge adel sloot zich bij debeweging aan. De regeering trachtte door de benoeming van denalgemeen populairen generaal Benedek , zelf een geboren Hongaar enprotestant, tot opperbevelhebber en gouverneur-generaal van Hongarijede gemoederen tevreden te stellen, maar zonder veel vrucht. De be-weging bleef te eerder aauhouden , daar de regeering de zelfstandigheidder voorheen aan de Hongaarsche kroon onderworpen landen, het Banaat,K roatie, Slavonie en Zevenbergen, handhaafde.

Onder deze omstandigheden zag keizer Frans Joseph de noodzakelijk- Overgang. tot

heid in om de invloedrijkste personen des lands te raadplegen. In thicentece°11188ttelistuei.

Maart 1860 verscheen het patent, zooals men in Oostenrijk dergelijkeregeeringsbesluiten noemde , waarbij de rijksraad , het reeds bestaanderaadgevend lichaam , dat tot nog toe uitsluitend nit door den keizervoor hun leven benoemde leden bestond , werd uitgebreid door toe-voegiug van 38 voor zes jaar nit nominatien van de verschillendelanddagen door den keizer gekozen personen. Deze „versterkte rijks-raad", zooals hij voortaan heette, zou regelmatig worden bijeengeroepenom te beraadslagen over de begrooting en de belangrijkste wetsontwerpen.Voor de eerste maal deed de keizer de benoeming der leden geheel

Page 120: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

110

zelfstandig. Maar terstond stiet hij op nieuwe moeilijkheden. Dedoor hem uitgekozen vertegenwoordigers van Hongarije, tot welke partijzij ook mochten behooren , verklaarden het mandaat niet te mogenaannemen. Eerst toen door persoonlijke tussehenkomst van Benedekde regeering zich liet overhalen de oude kerkelijke organisatie der pro-testanten te herstellen , lieten zij zich bewegen te verschijnen toenden 31"en Mei 1860 de versterkte rijksraad geopend werd. Evenwelalleen om te verklaren , dat zij eigenlijk geen wettig mandaat haddenen slechts wilden medewerken uit eerbied voor den keizer en vertrouwenin zijn bedoeling om aan de wettige eischen der Hongaren te voldoen.

Bij alles wat aan de orde kwam werd het bezwaar van de onbe-voegdheid van den mad opnieuw opgeworpen. Een poging der Duit-schers om het plan eener grondwet voor de geheele monarchic indiscussie te brengen , werd in het laatst van September door de Hon-garen, verbonden met de adellijke conservatieven , afgewezen. Zooleverde de bijeenkomst geen ander resultaat op, dan dat de regeeringduidelijk kon zien hoe onvereenigbaar de denkbeelden der partijen waren.

De keizer echter achtte zich nu genoeg voorgelicht. Den 20sten Oc-tober verscheen een „keizerlijk diploma" (de Oostenrijksche kanselarijenbeschikten over een onnoemelijk aantal nergens elders ter wereld ge-bruikelijke officieele termen), waarbij de organisatie der geheele monarchieen de verhoudingen en rechten der verschillende daartoe behoorendelanden geregeld werden. Het zou , werd uitdrukkelijk gezegd , eenonherroepelijke grondwet wezen. De wetgeving voor alle algemeenezaken, financial, militaire zaken, post en telegraaf enz. werd den tot op100 leden versterkten rijksraad, van al de overige aan de afzouderlijkelanddagen toegekend. Tegelijk werden de. Hongaarsche en Zeven-bergsche hofkanselarijen en, wat nog meer beteekende, de oude rechts-instellingen van Hongarije, het hof te Pesth onder den judex curiae ,

de comitaten enz. hersteld.Voor de andere landen werden een aantal instellingen op modernen

voet, zoowel bestuurslichamen als rechterlijke, onder een hof van cassatiete Weenen, beloofd. Aanzienlijke wijzigingen, zoowel in het personeel derministers als in de organisatie der ministerial hadden reeds zooals wijzagen plaats gehad. Graaf Leo Thun, met Bach de wader van het con-cordaat en de laatste der oudgedienden uit Schwarzenbergs tijd, moestde plaats die hij zoo lang had ingenomen, ruimen. Goluchowski werdals staatsminister met het opperbestuur over alle landen, behalve die

Page 121: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

111

der Hongaarsche kroon, belast en ging terstond aan het werk om daarzijn federalistisch-aristocratische denkbeelden bij de inrichting van land-dageu en bestuurslichamen to verwezenlijken. Dat beantwoordde aller-minst aan de verwachting der liberaleu , en van tevredenheid was bijhen al even weinig sprake ads van dankbaarheid bij de Hongaren, diede gedane concessies volstrekt onvoldoende achtten. Zelfs zulke ge-matigde mannen als Deak weigerden aan de regeering hun medewerking.Toen dozen de hoogste rechterlijke betrekking , die van j rulex curiae,werd aangeboden , weigerde hij , onder verklaring , dat hij nog nietwettig als minister van justitie (in 1848/9 onder Batthyany) was ont-slagen ! Be Hongaarsche kanselier Vay, een oud-conservatief, die in1848 de zijde van het hof had gehouden , had dan ook hoegenaamdgeen succes , toen hij met een voorloopig kiesreglernent eon landdagzocht tot stand te brengen. Het misnoegen der Hongaren was opnieuwopgewekt door de verklaring des keizers , dat Kroatie , SlavoniCZevenbergen afzonderlijke landen zouden blijven. Wel werden hetBanaat en oud-Servie weder bij Hongarije ingelijfd , maar het koniuk-rijk van Sint-Stephanus was en bled f geschonden , en dat kon geenHongaarsch patriot verduwen. De maatregelen der regeering wektendaarom alleen maar nieuwe oppositie op. Deak en Eotves , de tweeoud-leden van het constitutioneele ministerie van 1848, namen de lei -ding op zich van een lijdelijken tegenstand, waartegen geen regeeringop den duur bestand was. Hun eisch was: terugkeer tot den toestandzooals die in 1848, voor het uitbreken van den strijd tusschen denkeizer en de Hougaren, had bestaan. Alles wat daarna in IIongarijewas geschied, was in hun cog onwettig en Frans Joseph daarom alleenfeitelijk , uiet wettelijk koning. Be gelleele natie , tot de meest con-servatieve magnaten toe, work ten samen. Het was to voorzien datgeen belastingen zouden warden betaald , goon lichting van soldatenzou worden geduld, eer een in het oog der Hongaren wettige rijksdagwas bijeen gekomen.

Terwij1 de regeering tegenover Hongarije zich vruchteloos van deeerie concessie tot de andere liet drijven, wekten de maatregelen vanGoluchowski, om bij de samenstelling der landdagen van de overige landeude macht der regeering zoo weinig mogelijk to beperken en alleen aanden grondbezittenden adel invloed te verschaffen, den heftigen onwil derDuitschers. Bij de stedelijke burgerijen vooral begonnen zich beden-kelijke verschijnselen te vertoonen. De keizer begreep dat het zoo

Page 122: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

112

niet ging, te minder omdat Plener de onmogelijkheid aantoonde omzonder bevrediging der gemoederen door verleening van werkelijk vrij-zinnige instellingen , het crediet van den staat te herstellen. Deloop der buitenlandsche zaken , vooral de toenemende verwikkelingenin Duitschland , lieten niet toe, dat Oostenrijk geheel buiten staat zougerakeu aan zijn woord eenige kracht bij te zetten. Of hij wilde ofniet, moest de keizer verder gaan op den weg naar de constitutioneelemonarchie. Goluchowski trad af en na lange onderhandelingen werd,13 December 1860, Schmerling tot staatsminister benoemd.

Sedert hij in 1851 zich bij de opheffing der grondwet uit de staats-zaken had teruggetrokken , was de vroegere Duitsche rijksministervan 1848 dezelfde onbuigzame doctrinaire Oostenrijksche en Groot-Duitsche liberaal gebleven als hij zich tijdens de omwenteling hadbetoond. Zijn idealen waren evenzeer dezelfde gebleveu ; als leidervan een streng gecentraliseerde maar liberaal-constitutioneele Oosten-rijksche monarchie hoopte hij, zonder het zwaard te voeren, zijn keizerde oppermacht in het zeventig-millioenenrijk te verschaffen. Dochdaarom kwam het thans er op aan, in Oostenrijk den vrede te her-stellen en verzoenend op te treden jegens Hongarije , opdat ook daaraan de liberale maatregelen gelegenheid zou worden gegeven hun in-vloed te laten gelden. Bij zijn optreden verklaarde Schmerliug vol-ledige godsdienstvrijheid voor een grondwettig recht van ieder onder-daan des keizers , en in zijn in een rondschrijven aan de burgerlijkeoverheden ontwikkeld programma nam hij volledige scheiding vanrechtspraak en bestuur, , uitbreiding der rechten der landdagen eurechtstreeksche verkiezing door deze van de leden van den rijksraad op.

De Oosten- Het lag echter geenszins in Schmerling's bedoelingen die landdagenrijksche

grondwet van zoozeer op den voorgroud te stellen als bij het October-diploma was1861. bepaald. Voor hem lag het zwaartepunt van den staat in den Rijks-

raad , waarvan hij een algemeen rijksparlement wilde maken , dat metden keizer, den eenigen bezitter der uitvoerende macht, het wetgevendgezag over alle deelen der monarchie zou uitoefenen. Het ging echterniet aan het October-diploma, dat als een onveranderlijke grondwetwas afgekondigd , al na vier maanden af te schaffen en daarom namSchmerling zijn toevlucht tot een allerzonderlingsten maatregel.

Terwijl op den 13den Februari 1861 de Hongaarsche rijksdag tegen2 April werd bijeengeroepen , en bepaald werd dat voor de verkie-

Page 123: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

113

zingen de kieswet van 1848 zou gelden, werd den 268ten Februari eenkeizerlijk patent af gekondigd tot aanvulling , zooals het heette, vanhet diploma van 20 October 1860. Het patent bevatte echter bepa-liugen , die rechtst reeks met die van dat diploma in strijd waren.Het was even centralistisch gekleurd als dit federalistisch. De rijks-raad werd veranderd in een parlement , dat in twee kamers verdeeldwas, een hoogerh uis , gedeeltelijk uit leden van rechtswege , ge-deeltelijk nit hetz ij erfelijk , hetzij levenslang door den keizer be-noemde leden bestaande , en een kamer van afgevaardigden van allerijks- en landdagen der verschillende landen , wier getal geregeldward naar het b evolkingscijfer. De bevoegdheid der landdagen werdnauwkeurig bepaald , maar die van den rijksraad gold voor alle dingen,die niet uitdrukkelijk aan de landdagen waren voorbehouden. Evenalsreeds in het October-diploma was verordend , zou hij , zonder de af-gevaardigden der Hongaarsche kroonlanden, als engere rijksraad gezaghebben over de wetgeving van alle landen der monarchie , die nietaan de Hongaarsche kroon behoorden. De kens van de leden der land-dagen , behalve in de Hongaarsche kroonlanden , was opgedragen aankiezers , die door de stemgerechtigden in de vier curien gekozen waren,welke in elk land werden opgericht , die van de groot-grondbezitters ,die van burgerij en der steden , van de kamers van koophandel, en vande boeren. Op die wijze kon men zeker zijn van alle democratischeelementen nit de landsvertegenwoordiging te houden, te meer daar hetstemrecht afhing van een in de verschillende landen verschillenden census.

Dit wonderlijk samenstel was uitgedacht om aan den adel en derijke burgerij der Duitsche steden de macht aan hof en regeering teverzekeren. Hoogstwaarschijillijk was het niet Schmerling , die hethad uitgedacht, maar moest deze wijken voor den invloed der in elkegekozen vertegenwoordiging een revolutionnair lichaam vreezende con-servatieven. Dat was zeker het geval met het beruchte artikel 13der nieuwe grondwet , dat den ministerraad veroorloofde , als de rijks-mad niet bijeen was, bij besluit alle noodige maatregelen te nemen ,wits die later aan den raad werden medegedeeld , let wel niet ter goed-keuring voorgelegd ! Daarmede kon elk oogenblik de geheele grond-wet buiten werking worden gesteld.

Niet vreemd vo or, waar, dat dit patent overal even slecht ontvangen werd. schnierling%

Terwijl de Duitschers bedrogen waren in hun verwachting van eenheidø-voor

staat.

Page 124: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

114

werkelijk liberale instellingen , waren de Slaven verstoord over debevoorrechting van den , meest Duitschen , hoogen adel en van deDuitschers in het algemeen, en niet minder over de beperking derbevoegdheid van de lauddagen. Met Hongarije was de regeering vannu of in open oorlog, daar de nieuwe grondwet elke mogelijkheid totherstel van den toestand van 1848 uitsloot.

Toen in April de Hongaarsche rijksdag te Pesth bijeen was ge-komen , na langen strijd over de plaats waar dit gebeuren zou , waser geen sprake van aan de voorschriften van het Februari-patent tevoldoen , zelfs niet bij de grootendeels conservatieve magnaten ; destrijd tusschen de partijen liep alleen over de vraag of men, zooalsDeak en de gematigden wenschten , de grieven der Hongaarsche untiein een adres aan den koning zou blootleggen of , zooals de radicalenwilden , in een resolutie van den rijksdag, dus met algeheel voorbij-gaan van den koning. Ternauwernood behaalde Deal de overhand ,maar het adres was in zulk een vorm ingeklee d , dat zelfs demeeste radicalen er tevreden mede moesten ziju. De koning werder zelfs niet met zijn titel aangesproken , maar slechts als doorluch-tige heer.

Het gevolg was natuurlijk dat het adres niet werd aangenomen ,maar beantwoord met een koninklijk prescript", waarbij het als strijdigmet de rechten der kroon werd gekenschetst en een verandering inden vorm werd geeischt. Doch dit had geen andere uitwerking danhet opzenden van een nieuw adres, waarbij de rijksdag verklaarde datin Hongarije de koning slechts wettig koning kon heeten als hij ge-kroond was en dat geen kroning kon plants hebben, vO6r Zevenbergenen Croatie met het rijk hereenigd waren en de afgevaardigden dezerlanden in den rijksdag zaten , de grondwetten (d. w. z. de constitutievan 1848) hersteld waren en evenzoo de ministerieele verantwoor-delijkheid, zooals die in 1848 bestond , weder was ingevoerd. Dein het Februari-patent vervatte gemeenschappelijke grondwet dergeheele monarchie kon, werd er bijgevoegd , niet worden erkenddoor den rijksdag, daar zij Hongarije als een Oostenrijksche pro-vincie beschouwde en dit land onderwierp aan het gezag van eengrootendeels uit vreemdelingen bestaand bichaam (den rijksraad) , zoo-dat zij in strijd was met het tusschen de dynastie en de natie bestaandcontract.

Op dit adres, dat door keizer Frans Joseph werd aangenomen , volgde

Page 125: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

115

natuurlijk geen ander antwoord dan een besluit tot ontbiuding (21 Augus-tus 1861). De rijksdag ging onder protest uiteen. Op Deak's raad bleefmen zich in Hongarije zorgvuldig van elke gewelddadigheid onthouden.Zoo volgden dan ook op de maatregelela der regeering die o. a. elkgeconstitueerd lichaam ontbond, dat zich bij het protest van den rijksdagdorst aan te sluiten, geen ander dan lijdelijk verzet Aan de regeeringveroorzaakte dit te grooter moeilijkheid, omdat er in het land bijua geenmenschen te vinden waren, geneigd om in plaats der ontbonden cor-poraties het bestuur te voeren. Zelfs was het uiterst moeilijk eenmagnaat te vinden , die den door \Tay weldra verlaten post van hof-kanselier wilde vervullen. Als vroeger Duitschers of Slaven aan testellen was onmogelijk , sedert eerst een jaar geleden alle niet Hon-gaarsche ambtenaren ontslagen waren en voor een goed deel het landverlaten hadden. Door het herstel der comitaten was het plaatselijkbestuur en de lagere rechtspraak zoo goed als geh eel in de handen vanlandzaten.

Schmerling was echter geenszins de man om voor tegenstand to wijken.Hij geloofde vast dat met der tijd de Hongaren zich wel zoudenlaten gezeggen. Anders, hetgeen in de andere landen gebeurde wasniet geschikt om hem moed in te boezemen. Men had toch met grondkunnen verwachten , dat de Kroaten, joist door de weigering derHongaren , zouden worden bewogen om zieh bij de regeering aan tosluiten. Pooh de landdag te Agram weigerde volstandig afgevaardigdento kiezen , voor niet door de toevoeging van Dalmatie en Slavonie (deMilitaire grenzen) het drie-eenig koninkrijk hersteld was. Alleen inZevenbergen gelukte het in het najaar van 1863, door samenwerkingvan Roemenen en Saksers , eerst de bijeenkomst van den landdag enlater de zending van afgevaardigden naar den rijksraad to verkrijgen,wat door Schmerling en de Duitsche liberalen als een groote overwinningbegroet werd. Want nu was ook een Hongaarsch kroonland vertegen-woordigd , en kon dus de rijksraad bevoegd worden geacht voor de ge-heele nionarchie op to treden. Poch dat verschijnen van eon paar af-gevaardigden terwijl zoo vele bleven ontbreken , was volstrekt niet vol-doende om eon dergelijke fictie vol to houden.

Ook in Italie en Tirol (in het laatste echter uit oppositie tegen deliberale regeering) werd eerst na veel moeite de afvaardiging gedaangekregen. Daarentegen waren de Bohemers , Moraviers en Galiciers inden beginne wel verschenen. In Bohemen had de Tschechische partij

Page 126: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

116

zich tegen de Duitsche burgerij verbonden met den hoogen adel , diebovenal conservatief was en geen nationaal karakter droeg. Dit ver-wekte een scheuring in hun midden, de radicalen scheidden zich alsJong-Tschechische partij van de gematigden , de zoogenaamde Oud-Tschechen , die in hun oog door die verbintenis het karakter derTschechische beweging hadden bedorven. Te zamen echter hieldenbeide partijen , verbonden met de Poolsche afgevaardigden uit Galicie,in den rijksraad den strijd vol tegen de Duitsche meerderheid, tot datzij in Maart van 1862 , bij wijze van protest tegen de behandelingder nieuwe financieele plannen der regeering, waarvoor zij alleen deafzonderlijke landdagen bevoegd achtten , gezamenlijk de vergaderzaalverlieteu. De Tschechen bleven op den duur afwezig , de Polen enZuid-Slaven keerden later terug en bleven de federalistische beginselentegenover de meerderheid bepleiten, natuurlijk zonder vrucht, maar totgroote schade voor de wetgeving , daar onophoudelijk de vraag derbevoegdheid werd opgeworpen en de verhouding der verschillende talentegenover het Duitsch en der historische rechten van de verschillende landenbij allerlei gelegenheden tot eindelooze debatten aanleiding gaf. Zoohad Schmerling een z ware taak. Zijn eigen partijgenooten maaktenhet hem niet gemakkelijk , daar hij door zijn weinig plooibare persoon-lijkheid zoowel als door zijn doctrinair liberalisme , velen van zich af-stiet en voortdurend met de meer radicale elementen in strijd geraakte.A an den anderen kant had hij ook met het hof te kampen , waar hijals een burgerman werd aangezien , terwijl hij in het ministerie her-haaldelijk in botsing k wam met graaf Rechberg , die als minister vanbuitenlandsche zaken Schmerlings inmenging in de Duitsche politiekder regeering niet velen kon.

Maar zijn gevaarlijksten vijand had hij in den Hongaarschen minister,zonder portefeuille , graaf Maurits Esterhazy, , die slechts uit het mi-nisterie was getreden om de centraliseerende , liberale en Duitschgezindestaatkunde in stilte tegen te werken, een man van uitgebreiden invloeden niet geringe bekwaamheden , maar veel te vadsig om de leiding vaneen ministerie op zich te uemen. Het onwrikbaar zelfvertrouwen vanSchmerling deed hem echter te midden van al die openbare en geheimetegenwerking onvervaard voortgaan op den ingeslagen weg. Hij meendezeker te zijn van de gunst des keizers , die trouwens in de eerste jarenhem tegenover zijn tegenstanders handhaafde. Maar Frans Joseph wasniet de man om op den duur tegen den stroom op te zeilen ; hij werd

Page 127: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

117

daarenboven niet aangetrokken door de persoonlijkheid van zijn minister,die, bij alle bekwaamheid en vastheid van karakter, toch niet de gavehad om de menschen mede te sleepen. Zoo groeiden de moeilijkhedensteeds aan , en hoe 'anger hoe meer bleek het dat Schtnerling hetonmogelijke wilde , dat hij geen rekening hield met de werkelijkheiden dat zijn staatkunde tot onvruchtbaarheid gedoemd was.

Sedert 1859 was de Duitsche beweging zoodanig in gang gekornen,dat zij niet meer te stuiten was.

Bijna alle regeeringen waren overtuigd dat er jets gedaan moestworden om aan de nationale wenschen eenigszins te gemoet te komen,natuurlijk met zoo geringe opoffering der eigen zelfstandigheid alsmaar eenigszins mogelijk was. Slechts zeer enkele Duitsche vorstenen leidende ministers waren van harte bereid mede te werken tot hetin het leven roepen van toestanden, die de souvereiniteit der Duitschestaten onderwierpen aan een centraal Duitsch rijksgezag. Even wel, erwaren sommige punten waarop zelfs de meest autocratische ouder degrootere en kleinere souvereinen begrepen te moeten toegeven, evengoed als zij niet hadden kunnen weigeren hun onderdanen eenig aan-deel in de regeering te geven, al was dit dan ook meestal maar zeerklein. Zoo stond dan ook hervorming van den Bond voortaan bij alleregeeringen op het programma, maar meestal een hervorming, welkehet groote vraagstuk, waarop alles aankwam, onbeslist liet. ZelfsSchwarzenberg had ondervonden, dat de middenstateu alleen zOOlangzich aan Oosteurijk aansloten, als er gevaar was dat Pruisen zichvan de leiding zou meester maken; zoodra hij verder had willengaan ten bate van het oppergezag van Oostenrijk, had hij ze evenhard tegen zich gekant gevonden. Datzelfde deed zich ook nu voor ;bij alle onderhandelingen verkreeg men geen andere dan negatieveresultaten.

Pat was al dadelijk in 1860 gebleken toen de samenkomst van denprins-regent van Pruisen met Napoleon te Baden-Baden aanleiding gaftot de bijeenkomst van een aantal Duitsche vorsten, waarop de prins,althans tegenover den Franschen keizer, eenigermate als de leider vanhet niet tot Oostenrijk behoorende Duitschland optrad. Maar dezegelegenheid om zich over een aantal vraagstukken der Duitsche politiekte verstaan ging ongebruikt voorbij ; niet alleen bleven zich de vierkoningen, en met hen de groothertog van Hessen en de hertog van

V erwikke-lingen in

Duitschland,voor Bis-

marck's op-treden.

Page 128: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

118

Nassau tegen den Pruisischen voorslag omtrent het stellen der Duitschebondstroepen onder Oostenrijksch eu Pruisisch bevel verzetten, en wasook op geen en kel punt hun samenwerking met Pruisen te verkrijgen,maar zij bleken ook onder elkander het meestal niet geheel eens tezijn. Daarentegen weigerde de prins-regent beslist het oor te leenenaan hun verzoek om tegen de Nationale Vereeniging op te treden.

Onder de punten die toen besproken waren was ook de eeuwig-durende strijd tusschen den keurvorst van Hessen en zijn landdag ofliever zijn yolk, die in 1859 een nieuw tijdperk was ingetreden. In1852 was wel een geoctrooieerde grondwet in het land ingevoerd, maarde Bondsdag, die er als scheidsrechter optrad, had de Hessische standenaangeschreven voorslagen tot verbetering aan hem in te leveren, watHassenpflug echter jaren lang had weten te verhinderen. Nu was hetmet de zaak zoover gekomen, dat de Bondsdag op het punt stond eenbesluit er over te nemen en er zoo voor goed een einde aan temaken. Natuurlijk zou dat besluit niet in den geest van het Hessischeyolk zijn, dat onwrikbaar vasthield aan de grondwet van 1831, als deeenige die wettig was tot stand gekomen. Nog juist bij tijds tradtoen Pruisen voor de wettigheid van dit standpunt der Hessen op,en beweerde dat de Bondsdag volstrekt niet bevoegd was tot het aanHessen opleggen der nieuwe grondwet, maar integendeel niets te doenhad dan te verklaren dat de geschorste grondwet van 1831 van rechts-wege bestond en weder in werking moest treden, nadat de artikelen,die bleken met de grondslagen van den Bond in strijd te zijn, warengewij zigd.

Dit optreden verwekte niet alleen in Hessen, maar in geheel Duitsch-land groote beweging. De Hessen wapenden zich met nieuwen moed ;haast het geheele land kwam op voor het herstel van de wettigegrondwet, terwijl alles wat liberaal was in de Duitsche pers het goodrecht van het Hessische yolk bepleitte en het onrecht, dat het doorden Bondsdag was aangedaan , als een bittere schande brandmerkte.Daarentegen waren de regeeringen over het algemeen zeer ontstemd,de Oostenrijksche niet het minst, die door Biegeleben, den referentvoor Duitsche zaken in het ministerie van buitenlandsche zaken, eenstreng conservatief en bittere vijand van Pruisen, een scherpe notategen den Pruisischen voorslag liet indienen. Er werd lang gede-batteerd en over en weder geschreven, totdat in Maart 1860 deBondsdag een besluit nam, dat de moeilijkheden zocht uit den weg

Page 129: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

119

to ruimen, maar waartegen Pruisen en een aantal kleine staten protes-teerden als tegen een oversehrijding der bevoegdheid van den Bond.De Hessische regeering echter kondigde een met het Bondsbesluit over-eenkomstige wet als grondwet af, , natuurlijk zonder medewerking derstanden. Het yolk bleef daartegen volharden in lijdelijk verzet, enhet gelukte aan de regeering niet de uieuwe grondwet in wakingte brengen. Zoo verliepen weder vele maanden, maar, heel anders danna 1852, bet Duitsche yolk bleef zich met de zaak bezig houden, enPruisen volhardde bij zijn protest.

In het jaar 1861 gaf het versehil van meening over de inriehting vanen in het bijzonder het gezag over het bondsleger nieuwe aanleidingtot strijd, en nog raeer een plan van Pruisen tot organisatie der mid-delen om de Duitsche kusten to verdedigen, eon zaak, die dringendbegon te worden, nu het Sleeswijk-Holsteinsehe vraagstuk op uieuwaan de orde was gekomen en de houding der Denen vrees deed ont-staan, dat er eindelijk niets over zou blijven dan eon beslissing doorde wapenen. Urn dit to begrijpen is het noodig terug te gaan tothet jaar 1852. Terwijl geheel Europa meende dat met het Londenseheprotocol eon eindbeslissing in het Sleeswijk-Holsteinsehe vraagstukwas verkregen, had het Deensehe yolk, dat door de beslissing nietminder teleurgesteld was dan het Duitsche, geen oogenblik de hooplaten varen, dat het doel waarvoor het zoo lange jaren gestreden had,de opneming van Sleeswijk in het koninkrijk Denemarken en de vol-ledige scheiding der beide hertogdommen, ten slotte toch nog bereiktzou worden. Zooals de lezers zieh herinneren zullen, hadden Oostenrijkon Pruisen koning Frederik VII gedwongen tot het afkondigen vanhet manifest van 8 Jarman 1852, waarbij de onderlinge verhoudingvan het koninkrijk en de hertogdommen zoo was geregeld als doorde beide mogendheden begeerd was, terwijl uitdrukkelijk was ver-klaard dat Sleeswijk nimmer bij het koninkrijk zou worden ingelijfd.De beide mogendheden hadden dit manifest als eon Denemarken bin-dende verklaring aangenomen. Eerst daarop was Holstein aan deDenen overgelaten, die het daarna op gelijke wijs behandelden alszij sedert 1850 Sleeswijk gedaan hadden. Hoewel daarbij veelszinstegen den geest en soms ook tegen de letter der overeenkomst werdgezondigd, kwam de Bondsdag daar niet tegen op; in Pruisen onOostenrijk hadden de regeeringen vooreerst wel andere dingen te doeu.Zoo lieten zij ook toe, dat de bij het manifest beloofde grondwet twee

Page 130: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

120

jaar lang uitbleef en toen, in 1854, afgekondigd werd zonder datzij, voor zoover zij de hertogdommen aanging , aan de standen wasvoorgelegd, wat trouwens niet uitdrukkelijk in het manifest beloofdwas, al had iedereen begrepen dat dit zo u geschieden , en al washet wel gezegd in de verklaringen door Denemarken aan Oosten-rijk en Pruisen gegeven. Overigens was deze grondwet, het werkder conservatieve partij, betrekkelijk gunstig voor de hertogdommen.Maar juist dat verwekte den toorn der Denen , misschien nog meerdan de zeer beperkte macht , welke aan den Deenschen rijksraad wasgelaten. Er ontstond een ware storm in het land , welke koning Frederikdwong reeds in het volgend jaar niet alleen het conservatieve ministeriete ontslaan , maar ook een naar het hart der liberale en tevens Eider-Deensche partij gemaakte nieuwe grondwet of te kondigen , wederomzonder die aan de landdagen der hertogdommen voor te leggen. Bijde toepassing daarvan werd op de rechten der hertogdommen zoogoed als geen acht geslagen. Een rijksraad, waarin de Denen eenverpletteren de meerderheid hadden , was het wetgevend lichaam voorden geheelen staat geworden , hoewel in het manifest uitdrukkelijkverklaard was, dat alle deelen der monarchie gelijk e rechten zoudenhebben. Dit had tengevolge , dat in 1856 de Holsteinsche standenzich bij den Bondsdag beklaagden , en daarop Pruisen en Oostenrijkde Deensche regeering aan de beloften van 1852 herinnerden en, toendit slechts een ontwijkend antwoord ten gevolge had, de zaak bij denBondsdag aanhangig maakten. Het duurde natuurlijk langer dan eenjaar voor dat er een besluit kon worden verkregen , maar het be-sluit dat genomen werd kon geen ander zijn , dan dat de Bond degrondwet van 1855 niet als een wettige wet voor Holstein enLauenburg kon erkennen. Een half jaar later , Juni 1858 , dreefPruisen door dat bij handhaving daarvan tot bonds-executie zouworden overgegaan.

Maar nu bleek op eens , dat men hierdoor den vijand in de kaarthad gespeeld. In plaats van langer uitvluchten te zoeken gaf Done-marken op eens toe, maar op zeer eigenaardige wijs. In Novemberwerd de grondwet van 1855 voor Holstein on Lauenburg opgeheven.Bet was het werk van den in 1857 opgetreden minister Hall, hethoofd der Eider-Deensche partij, welke, zooals men zich zal herinneren ,Sleeswijk geheel van Holstein wilde afscheiden en in Denemarken in-lijven. Met groote handigheid had deze van de gelegenheid gebruik

Page 131: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

121

weten te maken. Want over Sleeswijk had de Boudsdag niets te zeggen,en zoo was door dit toegeven aan den eisch van den Bond, de scheidiugtusschen beide hertogdommen een uitgemaakte zaak geworden. Voorhet koninkrijk Denemarken en voor Sleeswijk bleef namelijk de grond-wet van kracht, waartegen de Bond zich niet kon verzetten , en dusstonden de beide hertogdommen ieder onder een geheel ander bestuur,terwijl voorloopig van geen optreden van den Bond, laat staan vanexecutie sprake kon zijn. De Holsteinsche landdag alleen protesteerde;hij beweerde dat het niet aanging een voor den geheelen staat afge-kondigde grondwet voor een gedeelte op te heffen , te minder, daarbeloofd was dat alle deelen gelijke rechten zouden hebben en dus niethet eene zonder en het andere met een grondwet kon worden geregeerd.

Er volgden in de volgende jaren natuurlijk hooggaande geschillentusschen de regeering en den landdag , welke in 1861 op nieuw devraag der executie bij den Bond deed aanhangig maken. Hall be-greep dat de tijden sinds 1855 zeer veranderd waren en de mogend-heden niet, als voorheen, geneigd zouden ziju Denemarken te steunen,te meer daar Napoleon duidelijk te kennen had gegeven dat de on-scheudbaarheid der Deensche monarchie niet zooveel waarde had voorden vrede van Europa, dat men daarom het beginsel der nationaliteitmet voeten kon treden. Ook Engeland maande tot voorzichtigheid, endaarom besloot hij door rechtstreeksche onderhaudelingen met Pruisenen Oostenrijk de zaak tot een goed einde te brengen. Maar daardoorgal hij dezen de gelegenheid ook voor Sleeswijk in de bres te springen,waarop het door beide staten afgedwongen manifest van 1852 even goedbetrekking had ale op Holstein. De mogendheden lieten dit dan ook nietna , en daar Hall niet de minste neiging tot toegeven liet blij ken, washet begrijpelijk , dat men in Noord-Duitschland ernstig bezorgd begonte worden , dat bij nieuwe vijandelijklieden de kusten aan groot ge-vaar zouden zijn blootgesteld.

Evenwel de vrees dat Pruisen, 't welk begonnen was met de eerste handte leggen aan de vorming eener zeemacht, daardoor in de gelegenheid zoukomen zijn macht en invloed nit te breiden, was voldoende om een hevigverzet bij de middenstaten te doen ontstaan. Het scheen wel dat erniets gewichtigs in Duitschland kon gebeuren, wat niet aanleiding totdiplomatiek gekijf gal en tot dat eindeloos gehaspel in den Bondsdag,dat deze vergadering hoe langer hoe meer tot het mikpunt der verwen-schingen en spotternijen van geheel Duitschland maakte. Want juist

Page 132: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

122

in dit jaar 1861 gaf zich het Duitsche nationaal gevoel op een wijzelucht , die bewees hoe geprikkeld , ja overprikkeld het was. Terwijlop de nationale bijeenkomsten en feesten , waarvan ik vroeger al sprak ,de geestdrift steeds meer werd aangewakkerd , werden sommige gemoe-deren zoo diep geschokt door de schande , dat het groote Duitschlandtot zulk een onmacht was vervallen, dat enkele daardoor geheel tot ver-bijstering werden gebracht en een student Becker te Baden-Baden zelfseen moordaanslag op het levee van den koning van Pruisen pleegde ,omdat, zooals hij verklaarde , deze zoo weinig voor Duitschland deed!

Under de Duitsche staatslieden waren enkelen die planuen ontwierpen omaan den door hen hetzij als rechtmatig, hetzij als onafwijsbaar erkendenvolkswensch te gemoet te komen, maar zij behaalden daar geen succes mede.In de eerste plaats de Badensche minister Roggenbach , die zelfs voorKlein-Duitschland een soortgelijke staatsinrichting ontwierp als later inhet Duitsche rijk is verwezenlijkt, maar daarvoor toen weinig steun vond,zelfs niet bij Pruisen. In de tweede plaats de Saksische minister Beust,die met de hem eigene eenigszins lichtvaardige voortvarendheid een planontwierp , waarbij in plaats van den Bondsdag, regelmatige conferentiesder Duitsche ministers onder wisselend presidium van Oostenrijk enPruisen zouden treden met een vergadering van afgevaardigden derverschillende landdagen voor de algemeene wetgeving en een rijksge-rechtshof voor beslissing van constitutioneele gesehillen. Na overlegmet Rechberg , die zelf sedert het Februari-patent aan de oude staat-kunde van onbeperkte handhaving van het status quo niet langermeende te mogen vasthouden , omdat Oostenrijk nu zelf een constitu-tioneele staat was geworden , zond hij zijn door dezen gewijzigd endaardoor geenszins verbeterd plan aan de Duitsche regeeringeu.Maar het vond niets dan afkeuring van liberalen en Klein-Duitscherszoowel als van conservatieven en aanhangers van Oostenrijk. Deneersten ging het niet ver genoeg , de anderen vonden het revolution-nair. Het zou dan ook geheel zonder gevolg zijn gebleven , als hetniet een van 20 December 1861 gedateerd antwoord van Pruisen haduitgelokt , waarin gezegd werd dat een uauwer vereeniging niet konworden verkregen door wijziging der bondsacte , maar alleen door vrij-willige overeenkomsteu der Duitsche staten onder elkander, , binnen degrenzen van den Bond.

Die uitspraak van Pruisen , hoewel geredigeerd door Bernstorff , diealles behalve een revolutionnair was, verwekte hevige verontwaardiging

Page 133: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

123

bij Oostenrijk en de middenstaten. Zij werd in Februari 1862 be-antwoord met een zevental gelijkluidende nota's van Oostenrijk , devier koninkrij ken, Hessen-Darmstadt en Nassau, welke tegen elkedergelijke gedachte , als strijdig met de souvereiniteit der Duitschevorsten, protesteerden , en daartegenover aanhielden op het houden vanconferenties over de oprichting van een bondsbestuur en een vergade-ring van lauddagsafgevaardigden.

Zoo waren, zonder het eigenlijk te willen , de beide groote Duitschepartijen met hun programma's voor den dag gekomen. Beide wildenverandering , maar over de natuur daarvan en over de wijze hoe haartot stand te brengen, waren zij het volkomen oneens. Maar met hetstelsel van Schwarzenberg was het in Duitschland gedaan, even goedals in Oostenrijk zelf. En toch was het nog geen tien jaar dat deman, die over de revolutie in Pruisen had gezegepraald, onder de aarderustte ! Maar in die tien jaren was de wereld ook veelszins een andereaeworden !

Dat dat zoo was, bewees wel de houding van Oostenrijk tegenoverKeur-Hessen en Sleeswijk-Holstein. Al was Biegeleben, Metternichsdiscipel, ook de man die te Weenen het meeste gezag had in deDuitsche politiek, dikwijls meer dan de minister die het departementvan buitenlandsche zaken beheerde, met den toenemenden invloed derliberale denkbeelden in en buiten Oostenrijk moest ook hij rekeninghouden. Zelfs werd te Weeneu tegenover Hall's afwijzen van elkewezenlijke concessie een veel dreigender taal gevoerd dan te Berlijn.Want de Oostenrijksche regeering zocht in Duitschland populair teworden, en wilde daarom aan Pruisen niet de eer laten van het kam-pioenschap voor de Duitsche nationale belangen. En evenmin kon zijdaarom den keurvorst van Hessen steun verleenen, toen deze halstarrigvoortging landdagen bijeen te roepen op den voet van de nieuwe doorhem, naar het heette overeenkoinstig een Bondsbesluit, ingevoerdegrondwet en zijn yolk even beslist zijn verzet daartegen volhield.Integendeel verbond zij rich met Pruisen tot het voorstellen van eennieuw bondsbesluit, waarbij de keurvorst zou worden aangemaand degrondwet van 1831 met de noodige vvijzigingen te herstellen, als heteenige middel om zijn yolk te bevredigen. Ongelukkig echter achttende regeeringen van vele kleine staten dit een hoogst gevaarlijk prae-cedent voor hun souvereiniteit, zoodat de zaak hoegenaamd geeu voort-gang had. Koning Willem wenschte daarom te beproeven wat de

Page 134: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

124

persoonlijke tusschenkomst van den keizer van Oostenrijk en denkoning van Pruisen te Cassel zou vermogen. Hij stelde den keizervoor gemeenschappelijk een paar generaals aan den keurvorst te zenden,om dezen duidelijk de gevolgen van zijn geringe voorkomendheid jegensden Bond en de machtige vorsten voor oogeu te stellen. Daar wildemen in Oostenrijk echter niet aan mede doen. De keurvorst, daardoorin de overtuiging versterkt, dat men toch niets tegen hem zou onder-nemen, nam nu nieuwe dwangmaatregelen die tot nieuwe klachtender Hessen bij den Bondsdag aanleiding gaven, en eischte van denBondsdag uitstel voor het daar tot schorsing van de ingevoerde kies-wet nu aanhangig gemaakte bevel (inhibitorium heette bet in dekanselarijtaal). Toen verloor koning Willem het geduld en zondeeu generaal naar Cassel met een persoonlijk schrijven aan den keur-vorst, met bedreiging van afbreking der diplomatieke betrekkingen, alshij niet toegaf.

Het was nu Mei 1862 geworden, in Pruisen was de strijd over delegerwet zijn laatste tijdperk ingetreden, het conflict stond voor dedeur. Of de keurvorst meende dat hij onder deze omstandighedenniets te vreezen had, of dat hij enkel toegaf aan zijn verontwaardi-ging over een dergelijk, hem in zijn vorstelijk zelfgevoel kwetsendoptreden, valt moeilijk te zeggen. Zeker is het, dat hij zelfs wei-gerde den brief des konings te lezen, en zich niet ontzag te verklarendat het dezen thans allerminst paste zijn behandeling van den landdagte kritiseeren en elle dergelijke inmenging afwees. Ook toen daarophet inhibitorium te Frankfort werd aangenomen, bleef hij weigerachtigtot eenige concessie.

Bernstorff kon toen niet beletteu, dat de koning, om den nu zeernatuurlijken eisch van voldoening voor deze beleediging kracht bij tezetten, bevel gaf tot mobilisatie van twee legerkorpsen, om bij eenweigering Hessen te bezetten. Dit was ongetwijfeld een beden-kelijke stap, want of Oostenrijk en de middenstaten eeu bezettingzouden hebben toegelaten was minstens onwaarschijnlijk, en danstond de Duitsche burgeroorlog voor de deur ; niet omdat Pruisenvoor het Hessische yolk opkwam, maar omdat de keurvorst denkoning onbeschoft behandeld had ! Gelukkig haastte zich de Bonds-dag den voorslag van Pruisen en Oostenrijk tot herstel der grond-wet van 1831 aan te nemen. De Hessische ministers, die doorden loop der zaken in de grootste verlegenheid gebracht waren, namen

Page 135: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

125

daaruit aanleiding om hun ontslag te nemen. Hun opvolgers, deeenigen die zich beschikbaar stelden, zagen in, dat er voor den keur-vorst niet anders overbleef dan zich te schikken, en zoo was deze ge-dwongen toe te laten dat zij de grondwet van 1831 afkondigden enzelfs verder daarnaar regeerden.

Zoo was in zekeren zin Olmiitz gewroken en had Pruisen de Keur-Hessische quaestie naar den geest van het Duitsche yolk beslist. Hetconservatieve ministerie had hierin aan den eisch voldaan , dien delanddag aan zijn voorgangers had gesteld en zoo althans een grief derliberalen weggenomen. Maar in de beroering welke toen het landvervulde , oogstte het daarvoor weinig dank. Evenmin voor het door-zetten van het handelsverdrag tusschen het Duitsche Tolverbond enFrankrijk , niettegenstaande den tegenstand der Groot-Duitschers envan Oostenrijk , welke het sluiten van dit verdrag hadden willenuitstellen tot dat de vraag der uitbreiding van het Tolverbond totOostenrijk zou beslist zijn. Men zal zich herinneren hoe in 1854 diebeslissing tot over twaalf jaar was uitgesteld. In Oostenrijk had menechter den limed niet opgegeven wegens de aanvankelijke nederlaag,en de Groot-Duitsche partij spande alle krachten in voor de voor-bereiding van een nieuwen aanval op het bolwerk der Klein-Duitschers.

Sehmerling was natuurlijk een ijverig voorstander van de uitbreiding,omdat daardoor in de eerste plaats am). Pruisen de machtigste hefboomzijner Klein-Duitsche staatkunde werd ontrukt, en tegelijk het zeventig-millioenenrijk in ecouomisehen zin zou zijn tot stand gebracht, watnatuurlijk een ontzaglijken invloed op den uitslag van den politiekenstrijd hebben zou. Sedert zijn optreden was het Weener kabinetijverig in de weer om het plan, dat men in 1854 had moeten latenvallen, in 1866 te verwezenlijken. Even natuurlijk zag elke Prui-sisehe patriot in die verwezenlijking den ondergang, terwijl iederDuitscher, , die met den werkelijken toestand der Oostenrijkschemonarchic bekend was, de onmogelijkheid moest inzien om landenvan zoo geheel andere , zoo veel lagere economische ontwikkelingen zoo geheel andere belangen dan de meeste deelen dier monarchic,in een tolverbond met Duitschland te vereenigen. Had men alleen deDuitsch-Oostenrijksche landen kunnen opnemen, dan ware het nogmogelijk geweest , maar geen Oostenrijker, laat staan een centralist alsSchmerling , zou daarin kunnen berusten , het ware de bezegeling van

Page 136: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

126

het federalisme , ja van de scheuring der monarchic geweest. Daaromwas in deze dagen de strijd op economisch gebied waarlijk van geengeringer belang dan op dat der politiek, en de vraag of het Tolverbonddoor het Frausche handelsverdrag zich op allerlei punten voor geruimentijd zou verbinden , en daardoor de vereeniging met Oostenrijk bezwaar-lijker zou makes , van geen gering gewicht. De beslissing over ditpunt werd daarom als een voorteeken heschouwd van den uitslag vanden lateren kamp. Het tot stand komen van het traktaat in hetvoorjaar van 1862, werd dan ook als een niet geringe overwinning vanPruisen en tevens van de liberale partij zoowel op economisch als oppolitiek gebied beschouwd. Het bleek toen duidelijk hoezeer Duitschlanddoor het Tolverbond nader tot Pruisen was gebracht en hoe grooteninvloed de economische belangen begonnen uit te oefenen. Geen dermiddenstaten stond in de politiek beslister tegenover Pruisen danSaksen, geen Duitsch staatsman kon zoozeer als een tegenstander vanPruisen en aanhanger van Oostenrijk gelden als Beust, en toch wasSaksen de eerste Duitsche staat , die het traktaat goedkeurde. Welweigerden de andere drie koninkrijken hun toetreding na nieuwe nota'svan Rechberg en Bernstorff, zoowel over een begin van uitvoering vanenkele der door Beust gedane voorstell en omtrent Bondshervorming alsover een opname van geheel Oostenrijk in het Tolverbond, maar bijhet laatste waren vooral politieke beweegredenen in het spel , hoewelhet niet te ontkennen was dat in Beieren en Wurtemberg de tegenhet verdrag gekante voorstanders van het beschermende stelsel grooteninvloed hadden. Zoo was er bijna geen terrein waarop in Duitschlandde partijen niet scherp tegenover elkander stonden , en bleek de on-vermijdelijkheid van den strijd hoe langer hoe duidelijker.

Maar hoewel het Pruisische conservatieve ministerie daarbij veelkrachtiger en veel meer naar het hart der liberalen optrad dau devorige regeering, op den gang van den constitutioneelen strijd inPruisen had dit niet den geringsten invloed. Dat het huis der afge-vaardigden zijn volkomen instemming met de Duitsche staatkunde derregeering betuigde , verhinderde niet dat het veertien dagen laterhaast even eenstemmig de kosten voor de nieuwe legerorganisatie uitde begrooting schrapte en dus den koning den handschoen toewierp.De toestand van Duitschland was uitermate verward ; overal warengeschillen , en de bondgenooten in het eene waren niet zelden elkanderstegenstanders in het andere. Het werd hoog tijd dat een staatsman

Page 137: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

127

optrad , die helder genoeg zag om aan te wijzen welke wegen moestenworden ingeslagen , en die tevens over de kracht beschikte om op diewegen voort te gaan tot het einde. Slechts weinigen waren er die be-grepen , dat dit werkelijk geschied was toen Bismarck benoemd wastot Pruisisch minister-president.

Een kreet van verontwaardiging begroette het optreden van den Bismarok'seerste optre-

man, wien geheel Duitschland kende als den „rooden reactionnair„ , den inPruisen

jeannd.die nergeus voor terug deinsde. Slechts zeer enkelen wisten hoezeer Duitsch-

Bismarck van 1862 een andere was dau die van 1850. Hoogstenswist men, dat hij nu een even beslist tegenstander van Oostenrijk was,als hij dit vroeger warm had aangehangen. Maar dat hij zich feitelijkvolkomen had vrij gemaakt van elke partij , dat hij geen ander belangkende en voorstond dan dat van den Pruisischen staat en, voor-zoover het daarmede samenviel , van Duitschland , dat wist bijnaniemand. En evenmin kende de groote menigte zijn buitengewonegaven , zijn zeldzaam talent in het vinden van de juiste wegen enmiddelen om het beoogde doel te bereiken. Alleen in kleinen kringwaren de uitnemend heldere adviezen bekend geworden , welke hijsedert lang over de moeilijkste vragen der Europeesche politiek aan de re-geering had doen toekomen. Maar ook in die kringen was men meerbevreesd dat hij, door een vermetel, niets ontziend gewelddadig optreden ,zoowel in de binnenlandsche als in de buitenlandsche staatkunde, de ver -warring nog erger zou maken en Pruisen in de grootste ongelegenheid zoubrengen , dan vervuld met vertrouwen dat hij in staat zou zijn demiddelen to vinden en toe te passen, om in Pruisen den inwendigenvrede tot stand to brengen en het de leiding in Duitschland toverzekeren. Trouwens hij zelf hield zich niet op met het methodischuitwerken van het programma zijner toekomstige werkzaamheid. Hijdacht vooreerst alleen om wat hij onmiddellijk te doen had.

Na eon vergeefsche poging om met de leiders der gematigde liberalentot eon overeenkomst to geraken (alles stuitte af op den eisch vantweejarigen diensttijd , waaraan zij vasthielden) vergenoegde hij zichmet enkele wijzigingen in het conservatieve kabinet, dat hij aan hetbewind vond , hoe weinig hij de meeste leden ook persoonlijk hoog-schatte en hoe ver zijn denkbeelden ook verwijderd waren van hunbekrompeu partijstandpunt.

Maar hij wist nu met zekerheid, dat hij bij ziju ambtgenooten geen

Page 138: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

128

tegenstand zou vinden, en dat had hij noodig voor den strijd dien hijtegemoet ging. Den koning, wien ook nu nog soms de moed ontzonk,en die hem het lot van Strafford en zichzelven dat van Karel I voor-spelde, wist hij door een krachtig beroep op het plicht- en eergevoelvan den Pruisischen officier met nieuwen moed te vervullen, terwijlhij hem tevens wist to overtuigen dat hij den bodem der grondwetniet behoefde te verlaten, al bleef de regeering zonder begrootingregeeren.

Het Heerenhuis had nl. niet alleen zich niet vereenigd met deamendementen van het Huis van A fgevaardigden, wat natuurlijk zijnrecht was, maar tevens, in plaats van nu de geheele begrooting teverwerpen, haar aangenomen in haar oorspronkelijken vorm, waardoorhet zeer zeker ziju bevoegdheid te buiten ging; waarom dan ook hetandere huis deze handelwijze voor onwettig verklaarde en haar allerechtskracht ontzeide.

Maar Bismarck gaf zij aanleiding tot het ontwikkelen van de theorie,dat daar in Pruisen tot het tot standkomen van een wet de samen-werking van de kroon en de beide huizen van den landdag noodigwas, en thans de begrootingswet slechts door een huis was afgestemden door de kroon en het andere huis was goedgekeurd, men niet konzeggen dat zij verwerpen was, dat dus de regeering het recht, ja denplicht had om, daar het voor het welzijn van den staat volstrektnoodig was, dat er werd geregeerd naar het beste inzicht der regeeringen, voor het regeeren, dat er geld van staatswege werd ontvangeu enuitgegeven, voorloopig te doen, als ware de eenstemmigheid verkregen,altijd in de verwachting , dat dit zoodra mogelijk het geval zouzijn. Naar het schijnt legde zich Willem bij doze spitsvondige rode-Deering neder, althans in de troonrede waarmede de zitting weldragesloten werd, werd zij openlijk uitgesproken met de toevoeging, datde regeering het zich tot plicht rekende de eenmaal op grond vanvroegere overeenkomsten met den landdag ingevoerde legerhervormingte handhaven, en er de noodige uitgaven voor te doen, in de hoop,dat zij later op grondwettige wijze zouden worden ingewilligd. Wer-kelijk meende Bismarck het op zijn wijze oprecht; hij wenschte vanharte den vrede, mits dat die gesloten werd op de voorwaarden diehij in naam der kroon stelde. De vraag van den tweejarigen diensttijdhad voor hem geen beteekenis, hij hechtte aan de drie jaren nogminder dan Roon, maar daar de koning die noodig vond, was hij

Page 139: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

129

evenals Roon berei d or voor te strijden. Voor hem was het de vraag,wie meester zou zijn in Pruisen, de koning of het parlement, engeen oogenblik weifelde hij met het antwoord. En daarom achtte hijhet ziju duren plicht den strijd vol te houden, en dacht hij er geeuoogenblik aan dien op te geven. Aileen als de koning het hem ge-bood, wilde hij zijn post verlaten.

Daarom gordde hij zich al dadelijk tot den strijd, dien hij zichniet ontzag met alle wapens to voeren die hem ten dienste stonden.Vandaar dat reeds dadelijk bij de nieuwe verkiezingen (het huis vanafgevaardigden was nat uurlijk ontbonden) de bedenkelijkste middelenwerden aangeweard om aan de regeeringscandidaten de zege to verze-keren. Toen dit geen ander gevolg had dan dat de conservatieven slechtself stemmen in de kamer verkregen, werden met zijn voile goedkeuringen medewerking door de ministers van binnenlandsche zaken en justitie,Euleriburg en Von der Lippe, alle middelen toegepast, welke inFrankrijk werden gebruikt om de oppositie te bedwingen. Maar hijstiet op een even vast besloten tegenstand. Steunend op hurl ontwijfel-baar recht, en zeker v an bij elke verkiezing in grooter getale her-kozen te worden, hielden de liberalen in het Huis van afgevaardigdenden strijd vol, zich verwerende met alle middelen, die hun ten dienstestonden. Vergeefs was het dat de vele burgerlijke en rechterlijkeambtenaren onder hen op alle mogelijke wijze door de regeering werdengeplaagd, gehinderd en achteruitgezet ; zij lieten zich daardoor nietafschrikken van even krachtig als hun volkomen onafhankelijke ambt-genooten het goed recht der volksvertegenwoordiging te verdedigen.Zoo verkreeg in 1863 de strijd in het nieuwe huis al dadelijk eonnog hatelijker karakter dan in het vorige; blijkbaar wilde de regeeringeen open breuk. Eon geschil tusschen Roon en een der vice-presi-denten van het huis over de rechten der ministers in de vergaderinggaf daartoe gereede aanleiding ; de zitting werd gesloten zonder datzelfs de behandeling der begrooting was begonnen. in Juni verscheentoen, bij afwezigheid van den landdag, een voorloopig reglement op depers, dat alles overtrof wat zelfs in de dagen van den staatsgreep inFrankrijk was gedaan. Het ergerlijkste daarbij was, dat de regeeringbeweerde dat zij de grondwet geen geweld aandeed, en zich beriep ophaar plicht om tegen revolutionaire aauslagen op den staat te waken ;de wetsduiding en huichelarij nit de dagen van Manteuffel on West-phalen scheen teruggekeerd. De toestand werd zoo gespannen, dat de

9

Page 140: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

130

vrees voor het uitbreken van onlusten tot in de hoogste kringen omzich greep, en de sinds lang bestaande oppositie tegen het ministerie enzijn niets en niemand ontzienden aanvoerder daar tot openlijk optredenbewoog. Toen de koning doof bleef voor alle waarschuwingen van zijngemalin en andere tegenstanders van Bismarck, en daarentegen deinvloed van zijn zeer reactionnairen broeder pries Karel heette testijgen, werd men daar bevreesd dat de impopulariteit der regeeringaan de dynastie zou k waad doen. De kroonprins, zoowel door zijnvoeding als door zijn huwelijk met de zeer begaafde oudste dochtervan koningin Victoria en Prins Albert, vervuld van liberale begrippen,vond het daarom noodig zich in eeu toespraak te Stettin openlijktegen de persordonnantie te verklaren en duidelijk to kennel.' te geveudat de koning tot deze en andere dergelij ke maatregelen door Bismarck,om zoo te zeggen tegen beter weten in, verleid was geworden. Dekoning beschouwde dit als een zoo ernstig vergrijp, dat, als Bismarckniet tusschenbeiden was getreden, een open breuk tusschen vader enzoon zou gevolgd zijn. Zelfs nu nog bood de kroonprins zijn ontslaguit alle ambten en waardigheden aan, en het kostte groote moeite hemte bewegen dat terug te nemen, hoewel hij bet onrecht van zijn op-treden erkende, en daarop zijn vader ook bereid vond hem to vergeven.Voor den koning waren het schrikkelijke dagen ; de strijd met zijn yolken in zijn eigen huis werd hem bij oogenblikken bijua te machtig, en slechtshet onwankelbaar geloof, dat het als koning zijn plicht was vol te houden,hield hem staande. Bismarck daarentegen trok zich den binnenlandschenstrijd weinig aan ; als hij maar zeker was dat de koning hem bijbleef,vertrouwde hij vast op de overwinning. Voor onlusten vreesde hijniet, daarvoor waren geheel andere motieven noodig, en het yolk hadsedert 1848 geleerd hoe weinig die ten slotte baatten. Daarenboven,een groot gedeelte van het Pruisische yolk stored buiten den strijd ;het was slechts de burgerij, het denkende deel der natie, zooals Bis-marck zelf het uitdrukte, professoren, jnristen en kooplieden, dat erdeel aan nam. Dat bewees het betrekkelijk gering getal der bij elkeverkiezing (in September 1863 had een nieuwe ontbinding plaats)uitgebrachte stemmen. Zelfs deed Bismarck stappen om het hoofd derthans voor het eerst tot een politieke partij georganiseerde socialistisehewerklieden, Ferdinand Lassalle, als bondgenoot tegen de bourgeoisiete gebruiken, zoo zeker was hij er van, dat de vraag, of de koningof de door het klassenstelsel in het leven geroepen volksvertegen-

Page 141: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

131

woordiging het hoogste gezag zou bezitten, de lagere standen koudliet. En werkelijk gaf het voortduren van het „conflict", zooals dezestrijd tusschen kroon en vertegenwoordiging voortaan is blijven heeten,geen aanleiding tot andere dan ordelijke demonstraties ; zelfs de dik-wijls geopperde vraag of men niet het recht had de betaling der be-lasting te weigeren, werd nimmer practisch beantwoord. Zoo kwammen op het doode punt ; ieder der partijen bleef op zijn standpunt staan.

Bismarck had gehoopt dal ziju optreden in de buitenlandsche poli-tiek zooal niet zijn tegenstanders zou verzoenen, dau toch hun deoogen zou openen omtrent zijn ware gezindheid met name ten op-zichte van het hem toegedichte voornemen oin de grondwet op teheffen. Maar daarin bedroog hij zich ; geen mensch geloofde dat datoptreden werkelijk gemeend was ; hoogstens meende men dat daarbijbijbedoelingen in het spel waren. Daarom maakte het geen indruk,toen Bismarck nog in 1862 den keurvorst van Hessen voor goed totvrede met ziju standeu en berusting in de grondwet van 1831 dwong,door de eenvoudige bedreiging, dat, als de keurvorst voortging (zooalshij weder wilde beginnen) met aan de grondwet te tornen, Pruisen,'t welk in een land, dat midden tusschen zijn provinci6n inlag, geen voort-durende onlusten kon dulden, zich genoopt zou zien de agnaten vanhet keurvorstelijk huis bijeen te roepen, om de vraag te beslissen ofde keurvorst wel in staat was te regeeren. Wat noch de Bond, nochde vrees voor Pruisen had bewerkt, brach t de angst voor een derge-lijke inmenging te weeg, want de keurvorst lag met al zijn verwantenoverhoop. Van de Keur-Hessische quaestie was Duitschland voortaanverlost.

Nog veel minder geloofde men aan den crust van het nieuwePruisische, in het begin van het volgende jaar bekend geworden, ont-werp van Bondshervorming.

Rechberg had, voor een deel zeker onder Schmerlings invloed, inhet jaar 1862 niet opgehouden met de Groot-Duitschgezinde statente onderhandelen over de verwezenlijking van enkele der door Beustvoorgeslagen veranderingen in de Bondsconstitutie en was eindelijk teFrankfort voor den dag gekomen met het voorstel, om door afgevaar-digden der verschillende Duitsche landdagen de invoering van alge-meene Duitsche wetboeken voor sommige deelen van het recht te latenvoorbereiden. Het was bekend dat Pruisen daar nimmer in zouberusten, dat zijn regeering daarin een opgeven van souvereine

Page 142: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

132

rechten zag, wat een groote mogendheid zich niet kon laten wel-gevallen.

Bismarck beschouwde het voorstel dan ook als een aauval op Pruisenen vond, kort na ziju optreden in December 1862,er aanleiding in, ora in eenweldra bekend geworden gesprek met den Oostenrijkschen gezant Karolyizijn rneening omtrent de onderlinge verhouding der beide mogendhedenbloot to leggen. Onverholen gaf hij te kennen, dat Pruiseu in de eersteplaats als groote mogendlieid moest optreden, dat, als Oostenrijk het nietgelijken invloed in Duitschland toestond en voortging het op allerlei wijzetegen te werken en to benadeelen, Pruisen den Bond als verbroken zoubeschouwen. Zelfs verklaarde hij dat Oostenrijk eigenlijk beter deed, zijnmiddelpunt van Weenen naar Pesth to verleggen, daar de monarchiemeer een Oost-Europeesch dan een Duitsch karakter droeg. Een zooopenlijk optreden van Pruisen was men to Weenen volstrekt nietgewoon, men was er ten zeerste over verbaasd en kwalijk was menvan den eersten schrik bekomen, toen te Frankfort bij de besprekingvan het pas genoemde voorstel, Pruisen voor den dag k wain met deverklaring, dat Pruisen een geheel andere wijze van volksvertegen-woordiging verlangde, n.l. een nit rechtstreeksehe verkiezingen voort-gekornen parlement, met uitgebreide rechten.

Geen mensch echter in Duitschland geloofde dat deze verklaringoprecht gemeend was. Het deukbeeld dat een Bismarck het werkvan het Frankforter parlement zou voortzetten , wilde er bij nie-mand in.

Sehmerling en zijn vrienden Retell er zich dan ook allerminst doorbang maken , al moesten zij beleven dat de Bondsdag het Oosten-rijksche voorstel verwierp. Integendeel, zij werden versterkt in hetdenkbeeld dat de Pruisische regeering in groote verlegenheid ver-keerde en dat zij geen ernstig verzet zou wagon, al mocht Bis-marck ook nog zoo bout spreken. Rechberg , die Bismarck persoonlijkgoed kende (zij waren collega's te Frankfort geweest) , dacht daaranders over, maar hij was niet in staat voor het oogenblik denoverwegeuden invloed van Schrnerling te keeren. Hij erkende trou-wens dat Oostenrijk noodzakelijk jets doen moest voor de her-vorming van den Bond, en had goed gevonden dat de Oosten-rijksche bondsgezant na de verwerping van zijn voorstel zich voor-behield, andere plannen van hervorming in den Bondsdag ter tafelte brengen.

Page 143: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

133

Met te meer vertrouwen kon Oostenrijk thans hopen in Duitsch-land den Pruisischen invloed te kunnen knotten , omdat de houdingder Pruisische regeering tegenover de nu tot open opstand overgeslagenPoolsche beweging (waarover later) de gemoederen van alle liberalennog meer van haar vervreemdde. Immers terwijl in geheel Europade sympathie voor Polen algemeen was en zelfs Oostenrijk, hoewelvoor zijn eigen Galicia bezorgd, in het geheim de opstandelingensteunde, sloot Pruisen uit eigen beweging de conventie van 8 Fe-bruari 1863 met Rusland, waarbij het den bevelhebbers van weers-zijden werd toegestaan de rebellen over de grenzen te vervolgen. InDuitschland achtte men het schandelijk dat Pruiseu "beulendiensten"aan Rusland bewees , terwijl het daarvoor zelfs niet eens een vastbondgenootschap met Rusland verkreeg.

Daarentegen nam Oostenrijk ijverig deel aan de algemeene bewegingder Europeesche states ten gunste van Polen , welke door Napoleonwas op touw gezet , en verdiende daardoor de toejuiching van hetliberale zoowel als van het clericale Europa en den naam van zijnplicht als constitutioneele staat ruimschoots te vervullen.

Tegen het thans zoo goad als absoluut geregeerde Pruisen , waarde regeering de rechten der natie met voeten trad , stak het metvasten tred op den constitutioneelen weg voortgaande Oostenrijk zoogunstig af, dat in Duitschland de aanhang van Pruisen dagelijksafnam en zelfs de Nationale Vereeniging zich niet ontzag het bewind,dat in Pruisen gevoerd werd, als een ramp voor Duitschland tebrandmerken. Zelfs de trouwste en vurigste aanhangers van Pruiseubegonnen te wanhopen aan de verwezenlijking van hun idealenen niet weinigen begonnen werkelijk te gelooven dat ook onderOostenrijks leiding Duitschland een betere toekomst tegemoet kongaan. Het was kenschetsend voor den tijd, dat de hertog vanKoburg toenadering tot Oostenrijk begon te toonen.

Te Weenen zag men in, dat de omstandigheden bezwaarlijk guu- HetFrankfor-

gtiger voor Oostenrijk konden worden en dat het daarom zaak was terVorsten.

ongres.thans den beslissenden stap te doen , om zich voor langen tijd vande opperste leiding in Duitschland te verzekeren. In Duitsch-Oosten-rijk had sedert de invoering van de nieuwe grondwet het liberalismede bovenhand , dat aansluiting aan Duitschland begeerde ; Schmerlingmocht hier en daar aanstoot geven door zijn al te hoog optreden ,

Page 144: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

134

ziju politiek, vooral ook zijn Duitsche staatkunde, werd or luidetoegejuicht; in den Rijksraad waren de Duitsch-liberalen op hetoogenblik oppermachtig en vol hoop zelfs den tegenstaud van Honga-rije te zullen overwinnen ; met de Slaven achtte men het kwalijknoodig rekening te houden. Zelfs de clericalen , hoe weinig overigensmet Schmerling ingenomen , die het concordaat wel niet buiten werkingstelde , maar toch volledige vrijheid van godsdienst had afgekoudigd ,steunden van harte de Groot-Duitsche politick, omdat zij tegen hetprotestantsche Pruisen gericht was. In Zuid-Duitschland was deGroot-Duitsche partij zoo goed als meester, , alleen Baden hield zichaan Pruisen's zijde ; de Noord-Duitsche liberalen moesteu Oostenrijkwel gunstig gezind zijn , terwijl de conservatieven buiten Pruisenmeestal van ouds Oostenrijk aanhingen.

Het scheen althans in de oogen van Schmerling en zijn partij-genooten , de vraag of Pruisen , in het gevoel van zijn isolement inDuitschland en Europa, tegenstand zou bieden. Keizer Frans Josephwas veel te veel vervuld van de traditiOn van zijn huis ,met bereid to zijn de gelegenheid aan to grijpen om zich vanhet overwicht in Duitschland to verzekeren. In het begin van1863 kreeg hij kennis van eon plan, ontworpen in de omgevingvan Schmerling , dat ten doel had dit to verwezenlijken door zijneigen persooulijk optreden. Dat plan was af komstig van FrObel ,den vroegeren radicaleu afgevaardigde in het Frankforter Parlement,die in 1848 to Weenen slechts ter nauwernood het lot van zijnambtgenoot Robert Blum ontgaan was, maar later in Oosten-rijkschen dienst getreden , daar zijn Groot-Duitsche idealen hoopteto verwezenlijken. Het plan kwam in hoofdzaak neder op het in-stellen eener door den keizer van Oostenrijk voorgezeten vergaderingvan alle Duitsche vorsten to Frankfort, nevens eon vergadering vangedelegeerden der verschillende lauddagen.

Door den gemeenschappelijken arbeid van beide vergaderingen zoude eendracht in Duitschland bewaard blijven. Het plan was al in1861 bij Schmerling ingediend , maar kwam eerst twee jaar later doorbemiddeling van den clericalen vorst van Thurn en Taxis, die zeerijverde voor de hegemonie van Oostenrijk , den keizer in handen.Deze vatte het terstond met geestdrift aan en droeg, om alle even-tueele bezwaren van zijn ministers to voorkomen en zich zelf deleiding geheel alleen voor te behouden, er, , zonder Rechberg er in te

Page 145: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

135

kennen , aan diens ondergeschikte , Biegeleben op, een ontwerp vanbondshervorming op te stellen. Dat zou dan door den keizer op eeneerste congres, waartoe hij alle Duitsche vorsten uitnoodigen zou, ter tafelworden gebracht. Eerst toen dit gereed was, deelde hij het plan aanzijn ministers mode. Bij Schmerling, die het plan van FrObel al sedertjaren kende en van alles op de hoogte was, ja, in zekeren zin als devader er van kon aangemerkt worden, vond hij onverdeelde goed-keuring ; Rechberg daarentegen verklaarde er zich tegen , uit vreesvoor een oorlog met Pruisen , en ook zeker omdat hij outstemdwas over de ondervonden behandeling. Hij ging zelfs zoover vanzijn ontslag aan te bieden, en nam dat slechts op uitdrukkelijk beveldes keizers terug , doch op de eene voorwaarde, dat niet Schmerling ,maar alleen hij zelf als minister van buitenlandsehe zaken den keizernaar Frankfort zou vergezellen. Keizer Frans Joseph, wien Selmer-Hugs stroeve persoonlijkheid en hoop optreden weinig aangenaamwaren, stemde gereedeiijk toe, wat Schmerling, die gehoopt had teFrankfort als leider der Groot-Duitsche partij eon nog grooter rol tespelen dan in 1848, bitter ontstemde en algemeen als het begin vanhet einde zijner werkzaamheid word aangezien. Er werd zelfs verteld,dat de keizer zijn begeleiding had geweigerd, uit vrees van doorhem iu de schaduw te worden gesteld. Zeker is het dat FransJoseph het congres als zijn geheel persoonlijke zaak beschouwde,welks leiding hij met niemand wilde deelen. Zoo kwam het datSchmerling verder buiten de zaak bleef, niettegenstaande zijn ijveren in vloed in Duitschland daarbij van veel meer nut had kunnenzijn, dan Rechbergs vrij lauwe belangstelling. Zooals dikwijls inOostenrijk, hadden persoonlijke invloeden zwaarder gewogen dan staat-kundige.

Het was intusschen einde Juli geworden , eer alle voorbereidendemaatregelen genomen waren. Niemand in Duitschland wist van dezaak. De keizer had het voornemen haar in eons door to drijven.Eerst toen de officie4e uitnoodigingen aan de vorsten om den 16den Au-gustus to Frankfort bijeen te komen al gereed lagen , begaf hij zichnaar Gastein , waar de koning van Pruisen een badkuur deed , endeelde dezen den 2den Augustus in een vertrouwelijk gesprek zijn planmede. Het was voor koning Willem niet gemakkelijk een beslissingte nemen. Frans Joseph hield hem voor, dat het oumogelijk waszonder samenwerking van Oostenrijk en Pruisen verbetering to brengen

Page 146: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

136

in de niet banger houdbare toestanden van den Bond, waarover iederhet eens was, en hoe die samenwerking alleen op deze wijze , doorpersoonlijke onderhandeling der vorsten , zonder de ministers, te ver-krijgen was. Hij verklaarde, dat als de koning niet mededeed , dezaak in duigen zou vallen, en dat deze dan de verantwoordelijkheid droegvoor de gevolgeu. Alleen zou dan de keizer beproeven hoe, zonderPruisen een nadere vereeniging met andere staten te sluiten, want datwas zijn plicht als eerste lid van den Bond.

Op deze wijze voorgesteld, scheen de zaak voor Pruisen niet onaan-nemelijk ; de koning behoefde zich iminers tot niets te verbinden.Maar kouing Willem begreep toch dat, als hij eens te Frankfort kwam,hij daar slechts als lid der vergadering, niet als leider zou verschijnenen wiet zou kunnen beletten dat er besluiten werden genomen, diePruisens souvereine zelfstandigheid zouden kunnen beperken, door hetin enkele opzichten te onderwerpen aan bepalingen, gemaakt door eenlichaam, waaraan het wel deelnam , maar waarin het overstemd konworden, en waarin Oostenrijk de leiding had, besluiten dus, die Pruisenzouden doen afdalen tot den rang van Beieren of Saksen. Het wasdan ook niet vreemd, dat hij een ontwijkend antwoord gaf en ver-klaarde ona gezondheidsredenen in geen geval vo or den herfst naarFrankfort te kuunen gaan. Bismarck, die ofschoon in Gastein, bijhet gesprek niet tegenwoordig was, ried hem echter terstond tot onbe-wimpelde afwijzing. Toen dan ook den volgenden dag de offieieeleuitnoodiging den koning bereikte , gaf deze, hoogelijk ontsterud , datde zaak reeds zoover was en dat men, niettegenstaande zijn uitdruk-kelijk verlangen naar uitstel , het congres toch dadelijk wilde houden,een beslist weigerend antwoord. Toen de keizer hem verzochtzich dan door een prins te laten vertegenwoordigen , herhaalde hijhet nog eeus en reisde, altijd door Bismarck vergezeld, naar Baden-Baden.

Behalve de koning van Pruisen waren echter bijna alle Duitschevorsten in persoon te Frankfort verschenen of hadden zich door hunnaasten bloedverwant laten vertegenwoordigen, toen keizer Frans Josephden 16den Augustus onder eindeloos gejubel der toegestroomde menigtezijn intocht te Frankfort hield. Het scheen wel alsof de tijden vanhet Heilige Roomsche Rijk waren teruggekeerd en de vorsten desrijks den gekozen keizer nit het huis Habsburg omstuwden. GeheelDuitschland was er vol van. Een oogenblik geloofde geheel Europa

Page 147: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

137

aan de zegepraal van Oostenrijk. Het persoonlijk optreden des keizerswon niet alleen alle harten, maar de wijze waarop hij de vergaderingvan dit vorstenparlement leidde , verwekte algemeene bewondering ;iedereen erkende zijn groote persoonlijke gaven , zijn uitgebreide engrondige kennis. Ook sommige andere vorsten, met name de geleerdeoude koning Johan van Saksen, toonde een zeker talent als sprekeren debater. In de eerste zitting werd besloten den koning van Pruisennog eenmaal persoonlijk uit te noodigen; de koning van Saksen zelfnam op zich de boodschap over te brengen. Hij reisde terstond naarBaden-Baden.

Van alle zijden door zijn familie bestormd om toch toe tegeven, ook door zijn eigen zoon, en zelf in den grond zijns hartenniets liever verlangend dan om in het midden der andere Duitschevorsten mede te werken aan den opbouw van het geineenschappelijkvaderland , was deze in zwaren tweestrijd. Het gevoel van aanhanke-lijkheid aan Oostenrijk, dat zijn broeder eu vader zoo eigen en waar-van alleen onder zijn voorgangers Frederik de Groote geheel vrij wasgeweest, verzwaarde dieu nog. Een weigering stond gelijk met eenbreuk met al wat Groot-Duitsch was. Maar bij Bismarck stiet hij steedsop hetzelfde beroep op de onmogelijkheid, dat een koning van Pruisenafstand deed van zijn rang als vorst eener groote mogendheid en vasalwerd van Oostenrijk. Pruisen mocht zich niet door een meerderheidlaten dwingen.

De uitnoodiging echter, en vooral de wijze waarop zij geschiedde ,maakte een weigering buitengewoon moeilijk. „Een uitnoodiging vandertig regeerende vorsten en een koniug als boodschapper ; hoe kanmen zoo iets weigeren ?" riep Willem nit na het eerste bezoek vankoning Johan. Doch Bismarck bleef bij zijn zeggen, dat hij, als zijnmeester het beval, met hem mede zou gaau naar Frankfort, maar nietals zijn minister terugkeeren. Er had tusschen koning en ministereen gesprek plaats, dat den laatste zoo ontroerde, dat hij na denafloop zich zelven kwalijk meester was en behoefte had om iets stukte slaau. Maar hij had de overhand behouden. De koning vanSaksen moest onverrichterzake vertrekken , en weldra reisde koningWillem Frankfort voorbij , alsof er geen congres in de wergild was.Het was Bismarcks eerste ernstige strijd met zijn meester, een strijdtusschen het staatsbelang en het persoonlijk gevoel van den koning.Hem, die zich in de eerste plaats als zijns konings dienaar gevoelde ,

Page 148: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

138

kostte geen strijd meer ; maar hij wist waar het om ging en daaromhield hij den strijd vol, tot de koning toegaf. Elken keer dat hettot sulk een strijd kwam, en dat is meermalen het geval geweest, wasde uitslag dezelfde , en elken keer beteekende dat een beslissendezegepraal van Pruisen.

Ook thans ; want tengevolge der afwezigheid van den Pruisischenkouing viel het geheele werk van Oostenrijk in duigen. Wel werdenna koning Johans terugkeer de beraadslagingen , die tot zoolang ge-schorst waren, begonnen en ontwikkelde daarbij keizer Frans zooveeltalent bij de leiding der debatten , dat hij op den duur ziju outwerpvan Bondshervorming , zij het ook met veel wijzigingen, die het geens-zins verbeterden , zag aangenomen met een meerderheid van 24 tegen6 stemmen , maar hij kon niet beletten dat de clausule, dat niets inwerking zou worden gebracht voor Pruisens toestemming was verkregen,door verreweg de meeste vorsten als een uitredding word begroet.Want in den grond huns harten waren de meeste Duitsehe vorstenalleen verschenen , omdat zij niet durfden wegblijven , om Oostenrijkniet en ook niet om hun volken. Zij waren raeest alien bereid metOostenrijk mede te gaan tegen Pruisen , maar liever bleven zij in denouden Bond, dan veranderingeu goed te keuren, welke hun souverei-niteit, zij 't ook nog zoo weinig, verminderde. Be meesten durfden ditniet, als de koning van Hannover en de keurvorst van Hessen deden,ronduit zeggen, maar slechts zeer enkelen hunner wilden oprecht denBond verbeteren, desnoods ten koste der eigen zelfstandigheid, en dieenkelen waren alleen aan de zijde van Pruisen te vinden.

Zoo had het vorstencongres vooral eon negatief resultaat. Maar hetis toch van geen goring belang geweest, omdat het het Duitsche yolkduidelijk deed zien wat Oostenrijk bieden kon. En hoe seer zelfs deNoord-Duitsche liberalen een oogenblik gelmponeerd waren door denernst waarmede keizer Frans Joseph optrad, zij en eigenlijk alle Duit-sehers, die niet clericaal of reactionnair gezind waren, moesten decentrale regeering en bovenal de vertegenwoordiging, zooals Oostenrijkdie voorstelde , als volstrekt onvoldoende verwerpen. Maar nog meerbleek dat, met hoe goeden wil ook bezield, Oostenrijk niets kon door-zetten in Duitschland, of Pruisen kon het beletten. Bat ook het om-gekeerde het geval was, sprak van self. Voor twee groote mogendhedenwas in den Bond geen plaats. Bat kon nu iedereen weten en evenzeer,dat van eon vreedzame oplossing van het Duitsche vraagstuk goon

Page 149: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

139

sprake kon zijn zoolang die beide in den Bond bleven. Zooals Bismarckhet uitdrukte, niet door besluiten van meerderheden kon de Duitschequaestie worden beslist, maar alleen „ferro et igni", of zooals eenandere veel gewraakte uitspraak van hem luidde, alleen door „Blutand Eisen", door bloed en staal.

Weldra volgde dan ook in Duitschland op de voor een oogenblikalgemeene geestdrift voor Oostenrijk en de Groot-Duitsche politiekeen even sterke ontnuchtering. Maar hoewel in de wisseling vannota's, welke op de na afloop der vergadering nogmaals tot Pruisengerichte uitnoodiging tot toetreding volgde, Pruisen onder anderenook een Duitsch parlement , door rechtstreeksche verkiezingen samen-gesteld, als een noodzakelijkheid bij elke Bondshervorming eischte ,werden de gemoederen daarom nog niet sterker tot Pruisen aange-trokken. Het rampzalig conflict tusschen koning en natie bleef zevan Pruisen vervreemden. Zoo was men ook in Duitschland vrijwelop het doode punt. Men kon niet met Oostenrijk en wilde niet metPruisen medegaan!

De Duitsche regeeringen deden niet anders dan het Duitsche yolk.Tom in bet najaar Oostenrijk een zwakke poging deed om, door con-fereuties van ministers te Neurenberg , zooals in beginsel reeds voorafte Weenen was besloten, een nauwe verbintenis met de overige Duitschestaten zonder Pruisen te sluiten , verklaarden de tniddelstaten evenminvan een bond zonder Pruisen als van een zonder Oostenrijk te willenweten. En dat was zeer begrijpelijk. Want hun souvereiniteit be-rustte juist op de aanwezigheid van twee groote mogendheden in denBond. Was er slechts een , dan werden zij aan deze van zelf onder-danig. Dat werd nu ook aan de Oostenrijksche staatslieden duidelijk.

Dit gebeurde in September 1863. Geen mensch vermoedde toendat een beslissing aanstaande kon zijn. Toch was men slechts weinigemaanden verder, toen geheel Duitschland en weldra ook geheel Europaontwaarde , dat de crisis voor de deur stond. Sleeswijk-Holstein werdde aanleiding tot de beslissing.

In 1862 had, zooals wij weten, de Deensche regeering, om Duitschland Hernieuvring

schaakmat te zetteu , de algemeene rijksgrondwet voor Holstein °pp- vaonvedrensisetrijegd

heven, maar voor Denemarken en Sleeswijk laten bestaan. Zij had wijk-liolstein.

daarmede echter Been doel getroffen. Integendeel niet alleen de Hol-steinsche standen, maar ook Oostenrijk en Pruiseu hadden er tegen

Page 150: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

140

geprotesteerd en aan Engeland, later ook aan Rusland, gaf het aan-leiding om zich met de zaak , en niet als vroeger geheel ten gunstevan Denemarken, te bemoeien. Maar de Deensche minister Hall lietzich niet bang maken; den 30 Maart 1863 verscheen een koninklijkpatent, dat een nieuwe regeling der verhouding van de hertogdommen tothet koninkrijk verordende , waarbij voor goed gebroken werd met deinstellingen van 1852, on de verbinding van Sleeswijk en Holstein ge-heel word losgemaakt. Weldra word aangekondigd dat binnen kortden Deenschen rijksraad eon herziening der grondwet zou worden voor-gelegd , welke dan ook voor Sleeswijk zou gelden , terwijl Holsteingeheel zelfstandig bleef. Zooals toen de toestand in Europa was, ophet oogenblik dat Oostenrijk , Frankrijk en Engeland gemeenschap-pelijke vertoogen over Polen tot Rusland richtten , welke , naar velenmeenden, tot een Europeeschen oorlog aanleiding zouden geven, warende Denen niet bevreesd , dat de twee groote Duitsche mogendhedende uitvoering van hun voornemen zouden beletten. Zij rekenden daar-enboven op de sympathie van Europa, die hun in 1848 en volgendejaren zoo te stade was gekomen.

Evenwel , daarin vergisten zij zich. Voider dan het richten van ver-toogen gingen de mogendheden niet. Alleen Napoleon koesterde eenkorten tijd oorlogzuchtige plannen , Engeland zoomin als Oostenrijkhad daar neiging toe ; zelfs de wensch van Napoleon om de zaak vanPolen op eon congres to behandelen, word door geen van beide onder-steund , toen Rusland volharden bleef bij een volstrekt afwijzende houdingtegenover elke poging tot inmenging in wat het een binnenlandscheaangelegenheid achtte. Wat nog erger voor Denemarken was, keizerNapoleon was van oordeel dat het zich vergreep aan het nationaliteits-beginsel en onttrok het daarom zijn steun ; terwijl hij nogtnaals tekennen gaf, , dat de onschendbaarheid der Deensche monarchie geenszinseen hoeksteen van het Europeesch evenwicht kon heeten. En tegelijkblock het dat Oostenrijk en Pruisen , hoe ook overigens verdeeld , inde zaak der hertogdommen hand in hand bleven gaan.

Door het patent van Maart was opnieuw aan Holstein een wijzi-ging in zijn grondwet opgelegd , zonder medewerking der standen ,terwijl ook op andere punten de overeenkomsten van 1852 warengeschonden. Be Duitsche Bond kreeg daardoor recht tot tusschen-komst , en, als Denemarken zich niet voegde , tot executie. Daar-over waren Bismarck en Rechberg het eens , en wanneer dat het

Page 151: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

141

geval was, was het niet waarschijnlijk dat de Bondsdag niet zou toe-stemmen.

Intusschen waren in Duitschland de gemoederen in hevige beroeringgekomen en werd de eisch algemeen gehoord , dat, daar Denemarkende verdragen van 1852 had verbroken, Duitschland onmiddellijk hetrecht had Sleeswijk-Holstein van het Deensche juk te bevrijden. DeNationale Vereeniging sprak dit gevoelen uit in een manifest (dat zichoverigens zeer bitter tegen de Pruisische regeering uitliet), en dit vondzooveel weerklank , dat de regeeringen van enkele kleine staten zichdoor de beweging lieten meesleepen en die van Oldenburg in denBondsdag een voorstel deed tot oniniddellijke tusschenkomst. Natuurlijkdat Bismarck en Rechberg van zulk een optreden, dat bijna zekereen Europeeschen oorlog moest veroorzaken , niet wilden weten , enzoo werd tot groote verontwaardiging der meerderheid van het Duitscheyolk in den Bondsdag alleen het besluit genomen, om aan de Deenscheregeering den eisch te stellen binnen zes weken het Maart-patent terugte nemen , onder bedreiging van executie. Daar het te voorzien wasen ook uit de maatregelen der Deensche regeering en de sterke be-weging van het Deensche yolk bleek , dat Denemarken niet dan voorgeweld zou wijken , werd terstond gehandeld over de uitvoering derexecutie, waarbij Oostenrijk en Pruisen, ter wille van Europa, beslotenop den achtergrond te blijven. In Augustus , terwijl het vorsten-congres nog bijeen was, kwam bij den Bondsdag werkelijk de verwachteweigering van Denemarken in, en dus werd daar in October beslotenHannover en Saksen met het stellen van het 6000 man sterke executie-korps te belasten , dat door een door Oostenrijk en Pruisen te leverenreservekorps zou ondersteund worden , als dat noodig was.

Er volgde nu een tijd van drukke onderhandelingen , daar Engelandalle mogelijke moeite deed om de executie te voorkomen en Denemarkente bewegen tot het opgeven van tegenstand daartegen, en tevens desedert het Vorstencongres bestaande spanning tusschen Oostenrijk enPruisen een samenwerken van deze beide mogendheden , waarvan tochalles of hing, bezwaarlijk maakte. Regeering en yolk in Denemarkenwerden door den nu ontstanen stilstand vervuld met nieuwen cooed.Hall hoopte dan ook de nieuwe grondwet voor Denemarken en Slees-wijk in een ommezien afgekondigd te krijgen. En werkelijk geluktehet hem haar aanneming in den Rijksraad met overgroote meerderheiddoor te zetten , niettegenstaande den tegenstand der conservatieven,

Page 152: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

142

die de verdragen van 1852 en daarmede den vrede hoopten te be-houden. Maar toen hij het wetsontwerp den koning wilde voorleggen,yowd hij dezen op het sterfbed.

Wel trachtte men den stervende tot onderteekening te bewegen ,doch tevergeefs. flik wil niet ouderteekenen , laat dat Christiaandoen ," was het eenige antwoord , en kort daarna blies Frederik VII,

den Mdell November 1863, den laatsten adem nit. De Deenschekoninklijke manstam was uitgestorven. Het Londensche protocol trad

in working.

Successie-strijd en

Bonds-execu-tie.

Het mislukken van het Frankforter vorstencongres was een veelerger teleurstelling your keizer Frans Joseph geweest dan voor Rea.-berg , die met groote bezorgdheid de spanning tusschen Oostenrijk enPruisen zag toenemen , juist in een tijd dat Oostenrijk opnieuwvan Rusland vervreemd was. Hij zocht naar een gelegenheid omweder tot samenwerking te geraken, waartoe de Sleeswijk-Holsteinschezaak gereede aanleiding hood.

Nog meer werd hij in die neiging versterkt , toen in Novembergeheel onverwacht door Napoleon verklaath werd, dat het, nu de ver-dragen van 1815 niet meer bestonden , tijd werd °in door eon Euro-peesch congres den toestand van het vaste land opnieuw te regelen ,en kort daarna uit Parijs de uitnoodip,ingen aan de hoven van Europaverzonden werden tot bijwoning van een congres der Europeeschevorsten te Parijs.

Het was Napoleon's laatste poging om in Europa het overwicht teherwinnen , dat hem sedert het mislukken zijner Poolsche plannenbegon te ontvallen , tot groot nadeel ook voor zijn positie binnenFrankrijk. Gelukte het hem het denkbeeld te verwezenlijken , dauzou hij , als de arbiter van Europa met nieuwen glans omstraald , ookbij het Fransche yolk stellig in achting rijzen. Hij voelde dat hijzoo jets noodig had, want zijn regeering verloor zichtbaar in popu-lariteit. Clericalen en liberalen maakten gemeenschappelijk oppositieen de concessies, die hij deed, bevredigden niet, integendeel zij gavenaanleiding tot nieuwe eischen.

Aan de Europeesche hoven echter wekte zijn uitnoodiging slechtsongerustheid en ergernis. Te Weenen vooral gevoelde men zich be-dreigd ; meer dan eenige andere staat berustte Oostenrijk op de verdragenvan 1815. Elke herziening daarvan kon een gevaar voor de monarchie

Page 153: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

143

wezen , vooral wanneer zij van de zijde van Frankrijk kwam , waarde revolutie op den troon zat ! Geen beter waarborg daartegen inRechberg's oog dan nauwe verbinding met Pruisen, waar de regeering,welke plannen zij ook mocht smeden , in alle geval een sterk anti-liberale kleur droeg.

Bismarck kwam deze wending der Oostenrijksche staatkunde uiterstgelegen. Voor den beslissenden strijd om de macht in Duitschland,dien hij wist dat eenmaal komen, moest was de tijd nog niet gekotnen ;Oostenrijk had zoo pas gevoeld dat het over Pruisen niet kon zege-pralen en zou daarom vooreerst een des te bruikbaarder bondgenootzijn. En dat bondgenootschap was te minder te versmaden , nu doorden dood van Frederik VII de Sleeswijk-Holsteinsche quaestie in eennieuw tijdperk trad en de inzichten en plannen van den Pruisischenminister ook op dit punt lijnrecht in strijd waren met de wenschender Duitsche natie.

Op den 16den November 1863, den dag na het overlijden vanFrederik VII, werd to Kopenhagen prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein Gliicksburg , de in het Londensche protocol erkende erf-genaam van het koninkrijk en de hertogdommen , als koning Chris-tiaan IX uitgeroepen. Maar op dienzelfden dag verscheen ook eenverklaring van den erfprins Frederik van Sleeswijk-Holstein Augusten-burg, dat hij , volgens erfrecht , daar zijn vader te zijnen gunstevan zijn rechten afstand gedaan, als Hertog Frederik VIII de regeeringover Sleeswijk-Holstein aanvaardde , de grondwet van 1848 erkendeen den Duitschen Bond opriep tot bescherming van zijn recht. Niet-tegenstaande het Londensche protocol, de met hertog Christiaan vanAugustenburg gesloten overeenkomst en diens tegen klinkende muntverkregen toezegging voor zich en zijn familie , om niets to doen watde opvolging der Gliickburgsche lijn in de ]anden van den koningvan Denemarken kon verhinderen , werd dus het erfopvolgingsvraag-stuk opnieuw geopend.

Geheel Duitschland ontstak in geestvervoering , toen het dit vernam.Nu was de tijd daar, om den smaad van de jaren der reactie uit tewisschen en Europa te toonen dat Duitschland zijn recht en derechten zijner aanverwanten wist te handhaven ! Iedereen juichte denpretendent toe. Niemand vroeg hoe het met de rechtmatigheid vandiens aanspraken stond.

Toch was deze minst genomen twijfelachtig.

Page 154: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

144

De erfprins had te,gen de belofte zijns vaders in 1852 niet dadelijkgeprotesteerd ; eerst na 1856, toen opuieuw moeilijkheden tusschenDenemarken en den Bond rezeu , had hij een verklaring van voorbehoudzijner rechten openbaar gemaakt , waarop niemand gelet had, daar hij,zoolang zijn vader leefde , geen recht had als hoofd van zijn huis opte treden. Daarom beriep hij zich dan ook op den afstand vanzijn vader, waartegen echter aangevoerd kon worden , dat dit hemnog geenszins het recht gaf om de door zijn vader gedane belofte teschenden.

Doch over deze vraag brak men zich in Duitschland het hoofd niet.Evenmin in Holstein, waar de handelingen der Deensche regeeringden weerzin tegen de vereeniging met Denemarken bij het yolk levendigbielden en waar men Diet vergeten was, dat losmaking van Denemarken,vereeniging met Sleeswijk en regeering van Augusteuburg te zamende leuzen waren geweest, waaronder men in 1848 en volgende jarenzoo lang en bitter had gestreden en geleden. Ook eon aantalDuitsche vorsten , niet alleen de hertog van Koburg , die al vroeg dezaak van Augustenburg als een nationale zaak had voorgestaan, maar ookde groothertogen van Baden en Oldenburg en een aantal anderen warenop de hand van erfprins Frederik. Reeds denzelfden 16den November,toen de pretendent zijn verklaring afkondigde, trad de Badensche bonds-gezant als zijn vertegenwoordiger bij den Bondsdag op, wat de groot-hertog uitdrukkelijk had veroorloofd, en protesteerde tegen elke schendingvan zijn recht. De gezant van Oldenburg protesteerde den volgendendag tegen de erkenning van koning Christiaan als hertog van Holstein;twee dagen later erkende hertog Ernst den erfprins als hertog vanSleeswijk-Holstein , daarin weldra door den groothertog van SaksenWeimar en een aautal andere vorsten gevolgd. Ads zoo devorsten deden, wat was dan niet van het yolk to wachten ! Entegelijk gebeurde te Kopenhagen datgene wat nog ontbrak om deverdragen van 1852 formeel te vernietigen. Christiaan IX hadden 18den November de nieuwe grondwet door zijn onderteekeningbekrachtigd.

Be uieuwe koning was volstrekt niet, als zijn voorgauger, een Eider-Been in zijn hart. Hij wenschte niets liever dan ook zijn Duitscheonderdanen recht te doen en de oude verhoudingen zooveel mogelijkte herstellen. Dat wist men in Denemarken en het sterven des koningsvoordat hij de nieuwe grondwet ouderteekend had, gaf aanleiding tot

Page 155: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

145

ernstige gisting. Men vreesde dat zijn opvolger zijn bekrachtigingzou weigeren. Het yolk van Kopenhagen stroomde samen voor hetpaleis , toen op den l8den November de ministers den nieuwen koningverzochten het ontwerp te onderteekenen. Christiaan aarzelde, hijwist dat het voldoen aan dit verlaugen de breuk met Duitschland be-teekende en hem voor goed van zijn Duitsche onderdanen scheidde.Maar Hall wees hem op de volksbeweging en verklaarde niet voor zijnveiligheid te kunnen instaau , als hij niet aan den volkswensch voldeed.Zijn regeering met een botsing met zijn yolk to beginner, durfdeChristiaan 1X niet, en hij teekende, al was het met eon bezwaard hart.

Dat was voor Duitschland een nieuwe slag in het aangezicht. `'Vienog aarzelde om zich voor Augustenburg te verklaren werd nu over-tuigd van diens goed recht , nu zijn mededinger de scheiding derhertogdommen bekrachtigde en de inlijving van Sleeswijk bij Dene-marken zoo goed als uitsprak en den Bond nog brutaler uitdaagdedan zijn voorganger had gedaan. Het regende dan ook, zoodra hetbericht in Duitschland vernomen was, voorstellen tot erkenning vanden pries van Augustenburg in alle vertegenwoordigende lichamen diebijeenwaren, in den Oostenrijkschen rijksraad zoowel als in het Prui-sische huis van afgevaardigden en in de kamers der kleinere staten.In een aantal der laatste sloot zich de regeering hij den volkswenschaan, Beust in Saksen het allereerst. Tallooze vergaderingen van allerleisoort spraken overal in Duitschland denzelfden eisch uit; de pers, vanwelke richting ook, was eenstemmig , slechts enkele republikeinen vanden ouden stempel en de aanhangers van de nieuwe partij der sociaal-democraten , toen nog een klein hoopje in enkele steden, onthielden zichschouderophalend over een yolk, dat, terwijl het al dertig vorsten had, metalle ma cht schreeuwde om een eenendertigste op den troon to zetten!

Maar hoe hevig de golven der opgezweepte Duitsche beweging ookgingen , het gevaar voor de Deensche monarchie dreigde niet van diezijde. Want voor de Duitsche Bond werkelijk oorlog ging voeren ,moest er veel gebeuren. Doch daarom was het gevaar niet minder.Door de invoering der nieuwe grondwet had Denemarken de verdragenvan 1852 voor goed verbroken en daardoor aan de mogendheden metwelke die verdragen gesloten waren , aan Oostenrijk en Pruiseu , eencams belli geboden. En dat was juist wat Bismarck altijd had ge-wenscht. Hij zag onmiddellijk dat zijn tijd gekomen was, en geen.00genblik het hij voorbij gaan ow er gebruik van to maken.

II 10

Page 156: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

146

Om Bismarck's haudelwijze recht te begrijpen , dient men ea dingin het oog te houden. Hij erkende maar een belang , waar hij allesaan ondergeschikt achtte , het belang van den Pruisischen staat. Na-tuurlijk zooals hij zelf dat opvatte. Hij zette op dat punt geheel enal de staatkunde van Frederik den Groote voort , die ook alleen voorPruisen had geleefd. Al diens opvolgers en hun ministers haddenandere opvattingen van dat belang gehad en daarbij allerlei nevenbe-doelingen nagejaagd ; hij, voor het eerst, bewoog zijn koning denzelfdenweg op te gaan welken diens groote voorganger had bewandeld. Datstaatsbelang eischte in de eerste plaats dat Pruisen het oppergezag hadin Noord-Duitschland en over de Duitsche kusten , en dat oppergezagkon eerst verkregen worden als het beschikte over Sleeswijk-Rolsteinen over de haven van Kiel, de eenige in Duitschland , waar een grootmarine-station kon worden opgericht. In de handen van Denemarkenzoowel als in die van een zelfstandigen vorst waren land en havenbeiden eon beletsel voor de ontwikkeling der Pruisische macht. Daar-enboven Pruisens grootste vijanden waren de middelstaten ; Sleeswijk-Holstein , onder Augustenburg , zou hun getal met een vermeerderen.De nieuwe hertog zou altijd bevreesd voor Pruisen wezeu en dos vanzelf een bondgenoot van Oostenrijk worden , evenals Hannover dat was.Van daar dat Bismarck vast besloten was Sleeswijk-Holstein bij deeerste gelegenheid de beste te annexeeren.

Zooals bijna alles wat Bismarck ontwierp , was dit plan zoo natuurlijk ,zoo van zelfsprekend , dat er ook anderen waren die het doorgrondden ,dat men to Weenen b. v. er voor vreesde , en dat ook enkele der ver-bitterdste vijanden van Pruisen van den beginne af er tegeu waar-schuwden. Des to grooter was de kunst waarmede hij zijn plan wistten uitvoer te leggen. Hij stond daarbij geheel alleen. Zijn koningzelfs dacht er in de verste vette niet aan ; reeds diens rechtsgevoelbelette dozen, die de oude Pruisische wapenspreuk Suunt cuique zoovan harte gaarne voerde , er aan te denken zijn hand te legge n opgoed dat hem niet toekwam.

Voor het eerst sedert Bismarck's optreden als minister werkten alleomstandigheden ten zijnen gunste. Koning Willem decide wel niet degeestdrift voor Augustenburg, maar was dezen toch niet ongenegen ; vanharte gunde hij daarenboven Sleeswijk-Holstein eon beter lot, maar hetrecht van Christiaan IX ontkende hij niet en aan het Londenscheprotocol achtte hij zich gebonden. In Oostenrijk waren keizer

Page 157: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

147

minister nog minder geneigd de algemeene beweging te volgen , en met alleOostenrijksche tradition te breken, door het steeds te Weenen erkende rechtvan Denemarken te ontkennen. Pooh Rechberg vreesde, dat Pruisen vande gelegenheid gebruik zou makers en zich plotseling aan het hoofdder beweging stellen, om op die wijze Oostenrijk den zet van hetvorstencongres betaald te zetten. En Pruisen was, meende hij, zekervan Rusland en stond bij Frankrijk goed aangeschreven, terwijl beidemogendheden Oostenrijk vijandig waren. Urn dit gevaar to voorkomen,was er dus in zijn oogen niets beters te bedenken dan dat Oostenrijken Pruisen bleven samengaan ; dan kon Oostenrijk Pruisen beletteniets gevaarlijks te doen en tevens de onschendbaarheid der Deenschemonarchic handhaven.

Zoo ontstond van zelf een toenadering. Zoowel Oostenrijk als Pruisenweigerden beslist de erkenning van Augustenburg en verklaarden inden Bondsdag en aan de Europeesche hoven dat zij gebonden warenaan het Londensche protocol en aan de in 1852 met Denemarkengesloten verdragen, maar daarom ook van Denemarken opheffing dernieuwe, die verdragen schendeude grondwet moesten eischen. In denBondsdag gaf dat tot merkwaardige tooneelen aanleiding. De Bondwas. zooals men zich zal herinneren, in 1852 niet uitgenoodigd ge-worden om tot het Londensche protocol toe to treden en was daardus niet aan gebonden. De regeeringen der meeste staten waren hetdan ook met de volksstem in geheel Duitschland eens, dat thans deBond vrij was van alle verplichtingen en kon overgaan tot erkenningvan den hertog van Augustenburg als hertog van Holstein, althanszich de beslissing kon voorbehouden over het vraagstuk wie de wettigeopvolger in de hertogdommen was. Toen dus Oostenrijk en Pruisenin den Bondsdag voorstelden, dat de Bond voort zou gaan met debesloten executie en protesteeren tegen de nieuwe grondwet, ontstonddaartegen algemeen verzet, omdat, beweerde men, daardoor koningChristiaan als de rechtmatige hertog werd erkend, wat men juist ver-mijden moest. In Pruisen werd in een door den koning in persoonvoorgezeten zitting van den ministerraad besloten, niet alleen de voorde executie noodige troepen gereed te houden, maar ook een aanzienlijktroepenkorps om voor alle mogelijkheden gereed te zijn. Want Bismarck'splan stond al vast om, op grond der verdragen van 1852, te zamenmet Oostenrijk aan de Deensche regeering, zoodra met 1 Januari 1864de nieuwe grondwet in working trad, den eisch te stellen deze te

Page 158: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

148

schorsen, en zoo daaraan geen gevolg werd gegeven, den oorlog tebeginnen. Stap voor stap werd Rechberg gedwongen de Pruisischepolitiek te volgeu, al was hij ook ver verwijderd van hetzelfde vijan-delijke voornemen tegen Denemarken. De beweging in Duitschland,die hoe langer hoe heftiger werd, en het drijven der middelstatenden Bond, die tegen de beide groote mogendheden het schorsen derHolsteinsche stem in den Bondsdag doorzetten totdat beslist zou zijnwie rechtmatig hertog was, dwongen hem hiertoe van zelf.

Inmiddels had Bismarck de veroutwaardiging over het zoo weinigmet den volkswensch rekening houdend optreden der beide mogend-heden nog erger gemaakt door in den Landdag zijn verklaring teherhalen dat Pruisen aan het Londensche protocol getrouw wildeblijven, maar just daarom van Denemarken hetzelfde d. w. z. hand-having der tegelijk gedane toezeggingen moest eischen, en daarommilitaire toebereidselen moest maken om dien eisch kracht bij tezetten. Immers, terwijl iedereen het Londensche protocol beschouwdeals den ergsten smaad, die Duitschland was aangedaan, en als eenbezegeling van het ergerlijkste onrecht, koos hij dat protocol tot grondslagzijner staatkunde, en terwijl iedereen begeerde dat Duitschland tegelijkSleeswijk-Holstein en den erfprins van Augustenburg in hun rechtzou herstellen, liet hij die rechtsquaestie geheel ter zijde, en beriepzich slechts op de Europeesche verdragen ! Voor het argument, datslechts op deze wijs de tusschenkomst van het buitenland kon wordenvermeden, had niemand ooren, eveumin als voor het beweren dat eenoptreden van Pruisen voor de Polen een zelfmoordende politick wasen dat het voor Pruisen hoog noodig was zich den steun van Ruslandte verzekeren, wilde men herhalingen van wat in 1849 en '50 ge-beurd was voorkomen. Des te natuurlijker was het, dat geheel Duitsch-land verontwaardigd was over den man, die in alle opzichten denalgemeenen volkswil tegenstreefde, die alleen den Russischen autocraatnaar de oogen zag en in het buiteuland zoo goed als in het binnen-land het vermetelste politieke spel speelde !

En werkelijk speelde Bismarck in deze dagen hoog spel, zij het ookniet in den zin als zijn vijanden bedoelden. Niet alleen Oostenrijkmoest hij bewegen rich bij zijn staatkunde aan te sluiten, maar ookzijn eigen koning, die langen tijd afkeerig was van eeu politick, diehem hoe langer hoe meer van het Duitsche yolk moest vervreemden,Pruisen in Duitschland en Europa scheen te zullen isoleeren en die

Page 159: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

149

hem daarenboven niet volkomen rechtvaardig voorkwam. En nietalleen zijn koning, maar zelfs zijn eigen staatkundige vrienden, die inAugustenburg den wettigen opvolger zagen, moest Bismarck in diedagen haast met geweld dwingen zich bij zijn staatkunde neder teleggen. Niet zelden moest hij dreigen met nederlegging van zijn ambt.Dat hij met de liberalen, ook met den liberalen hofkriug van denkroonprins, die daarenboven een persoonlijk vriend van den pretendentwas, en niet minder met de meeste conservatieven, in de eerste plaatsmet de diplomaten, die geen begrip van zijn plannen hadden, en erden koning tegen waarschuwden, voortdurend in botsing was, dat hijden invloed der koningin steeds had te bestrijden, behoef ik wel niette zeggen. Maar vast overtuigd dat hij, en hij alleen, op den goedenweg was, om Pruisen tot de heerschende macht van Duitschland temaken, bleef hij voortgaan, al had hij sours in zijn binneuste aanvallenvan mismoedigheid. Nog was zijn kracht ongeschokt, doch het laatzich begrijpen dat zelfs zijn ijzeren gestel niet bestand was tegen zulkeen voortdurenden kamp en dat zijn zenuwen op den duur het zwaarte verantwoorden hadden.

Op den Ven December zetten de beide groote mogendheden, diedoor den heftigen aandrang der voorstanders van Augustenburg totsteeds krachtiger optreden werden gedreven, in den Bondsdag het besluitdoor, onmiddellijk tot executie in Holstein over te gaan en niet, zoo-als de middelstaten wenschteu, tot een bezetting des lands, ter beschermingvan alle rechten. Hoewel het doel der executie niet anders kon wezendan den koning van Denemarken te dwingen tot een betere regelingder verhouding der hertogdommen tot zijn geheele monarchie , en dithet tegenovergestelde was van de volledige bevrijding , welke hetDuitsche yolk begeerde , durfdeu een aantal staten zich niet tegende vereenigde groote mogendheden te verzetten. Zoo werd het voor-stel met 8 tegen 7 stemmen aangenomen. Tegelijk was tot een aan-zienlijke vermeerdering van het voor de executie benoodigde getaltroepen besloten , terwij1 Oostenrijk terstond , en Hannover en Saksenna eenige aarzeling, het opperbevel, voor het geval een gemeensehappelijkoptreden noodig was, aan Pruisen afstonden. Zoodoende werd Bis-marck meer en meer meester van den toestand , en had werkelijk inhet einde derzelfde maand de executie plaats, zonder bloedvergieten ,daar de Denen voor de binnenrukkeude Saksen en Hannoveranen

Page 160: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

150

stap voor stap terugweken tot over de Sleeswijksche grenzeu. Eentusschenkomst der Pruisen en Oostenrijkers was daardoor voorloopigniet noodig.

In Denemarken was intusschen de beweging geenszins bedaard, niet-tegenstaande koning Christiaan IX zijn uiterste best deed om het volgenvan eeu meer verzoenende staatkunde bij zijn ministers ingang te doenvinden. Maar verder dan tot terugneming van het patent van 30 Maartkon hij hen niet bewegen.

Hall beantwoordde zijn aandringen dat het ministerie zou mede-werken tot afschaffing der nieuwe grondwet , met een verzoek om ont-slag , dat wel aangenomen werd , maar dat den koning niets verderbracht , daar bij de heerschende stemming des yolks, geen ander daneen Eider-Deensch ministerie mogelijk was en Halls opvolger, , bis-schop Monrad , even beslist het buiten werking stellen der grondwetweigerde. Zoo bleef aan Christiaan IX niets over dan zich voor tebereiden tot een oorlog • waartegen hij , geheel anders dan ziju yolk,Denemarken geenszins opgewassen gevoelde. Want hij zag wel indat de mogendheden ditmaal Denemarken niet zoudeu helpen , tenzijhet groote concessies deed, en dat , als het werkelijk crust werd , ookde illusie weldra mu vervliegen dat Denemarken, met behulp zijner zee-tnacht , in staat zou wezen alle aanvallen af te weren.

Het verdrag Terwijl het Deensche yolk, in vast vertrouwen op zijn recht , allesvan 16 Janu-

ari 1864. op het spel zette en de beweging in Duitschland hoe langer hoesterker werd , en alle patriotten , zonder onderscheid van richting ,plannen beraamden om het aan Pruisen en Oostenrijk toegeschrevenvoornemen te verijdelen , begon, zoodra de bondstroepen binnentrokken,in Holstein de beweging voor Augustenburg zoo openlijk en alge-meen , dat de erfprins zich onmiddellijk naar Kiel begaf en daarniet alleen eon hof, maar zelfs eon soort van regeering vestigde. Hetheette dat deze het door de bondscommissarissen iugestelde bestuurslechts voorlichtte en bijstond , maar er werkelijk niet zelden hetgezag in handen had. Be bondscotnmissarissen lieten dat alles toe ;trouwens de Saksische regeering beguustigde de beweging openlijk ende Haunoversche deed er niets tegen.

Het gevolg was, dat men ten slotte in Duitschland vollen vrede hadmet een executie , die hetzelfde teweeg bracht als de begeerde bezet-ting des lands zou hebben. Zelfs dacht Beust , in overleg met de

Page 161: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

151

Beiersche en Wurtembergsche regeeringen , de erkenning van Augus-tenburg zoowel door den Bond als door den Holsteinschen landdagbinnenkort door te drijven.

Een groote vergadering van leden van Duitsehe landdagen (eenzoogenoemde Abgeordnetentag) nam besluiten in gelijken geest, en richttezelfs een vast comite op tot bevordering der belangen van den preten-dent , dat de leiding van de geheele beweging in handen nam.

De Oostenrijksche regeeriug was over dit „revolutionnair gedoe",dat in de oogen der conservatieve kabinetten rechtuit misdadig was,daar het den Europeeschen vrede bedreigde, zoo ontstemd , dat Bis-marck niets behoefde te doen om haar mede te sleepen. Rechbergwas niet minder dan hij zelf overtuigd , dat Oostenrijk en Pruisen,als zij zich uiet door de openbare ineening en door de middel- enkleine staten wilden lateu op sleeptouw nemen , noodzakelijk terstond vanDenemarken de onmiddellijke buitenwerkingstelling der uieuwe grond-wet , die met 1 Januari 1864 in werking zou treden , moesten eischen ,met bedreiging dat het anders de gevolgen had af te wachten. Omde andere Duitsche staten niet te zeer voor bet hoofd te stooten,werd tusschen beide ministers afgesproken eerst den Bondsdag voor testellen , Sleeswijk in pand te nemen tot Denemarken de in 1852,op zich genomen verplichtingen nak warn. Bij de stemming derregeeringen der kleinere staten, die geheel onder den indruk warender besluiten van den Abgeordnetentag , was het te voorzien datvoor dit besluit geen meerderheid zou te vinden zijn en daaromwerd wel het voorstel den 28sten December ter tafel gebracht ,maar besloot Bismarck bijna terzelfder tijd aau Oostenrijk het aan-gaan eener formeele onderlinge overeenkomst voor te slaan tot rege-ling van verder gemeenschappelijk optreden in de Sleeswijk-Holstein-sche zaak.

De onderli andelingen daarover duurden niet lang. Zoowel de keizerals Rechberg namen het voorstel met beide hauden aan, en te Weenenwerd terstond eeu ontwerp-verdrag opgesteld. Poch er was een nietgering bezwaar. Beide niogendheden waren bereid Denemarken ge-wapenderhand te dwingeu , maar Oostenrijk stond op het bewaren deronschendbaarheid der Deensche monarchie en Pruisen, althans Bismarck,wilde de hertogdommen geheel van Denemarken losmaken, cm ze laterte kunuen annexeereu. Met merk waardige handigheid wist Bismarcknu in plaats van het te Weenen opgesteld artikel , dat bepaalde

Page 162: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

152

dat de hertogdommen niet dan met wederzijdsch goedvinden der beidebondgenooten van Denemarken zouden kunnen worden los getnaakteen ander aangenomen te krijgen , dat den bondgenooten , als het toteen oorlog was gekomen , de vrije hand liet over de hertogdom men ,zij het dan ook steeds in gemeenschappelijk overleg. Daarbij kwamhem vooral de vrees van het Weener kabinet to stade , dat Pruisen,als het verdrag niet tot stand kwam, alleen zou optreden en zichdan in het geheel niet om de onschendbaarheid van Denemarken be-kommeren. Niet minder ook bezorgdheid voor de plannen van Napo-leon, die de Duitsche staten in dien tijd met zoo good gevolg in hunverzet tegen de wenschen der beide groote stijfde, dat het zooeven genoemdvoorstel van 28 December met overgroote meerderheid werd afgestemd.

De onmiddellijk daarop volgende verklaring, dat de inbeslagnemingvan Sleeswijk dan door beide mogendheden zelfstandig zou geschied en,had zoowel bij de regeeringeu der tniddel- en kleine staten als bijhet Duitsche yolk nieuwe algemeene beweging verwekt.

Immers men meende niet anders dan dat Oostenrijk en Pruisengeen ander doel hadden , dan de verbinding der hertogdommen metDenemarken te handhaven en den bond, of liever het Duitsche yolkte beletten Augustenburg tot hertog van Sleeswijk-Holstein to maken ,wat trouwens, zoover Oostenrijk aanging, ook niet onjuist was. Zoo hoogwas de verbittering ook in Pruisen gestegen, dat het huis der age-vaardigden dat reeds de handhaving van het Augustenburgsche erf-recht tot een plicht van Pruisen verklaard had, aan de regeering devoor de militaire maatregelen tegen Denemarken benoodigde goldenweigerde, wat Bismarck beantwoordde met de onomwonden verklaring,dat de regeering dan het benoodigde geld eenvoudig zou nemen. Ikbehoef niet to zeggen, hoe dat zeggen in Duitschland on Europa wendopgen o men. Ook buiten Pruisen was de beweging zoo stork, datde tegen Denemarken bestemde Oostenrijksche troepen den omwegover Silezie moesten maken , om niet het Saksisch en Beiersch gebiedto betredeu, en dat zelfs Hannover den doorrnarsch van Pruisischetroepen slechts na eenig verzet toeliet.

Te Weenen was men dientengevolge zoozeer bezorgd geworden ,dat de Bond zich aan Denemarken vergrijpen en een algemeenen oorlogverwekken zou, dat men over den tegenzin tegen het weglaten derwaarborging van Denemarkens onschendbaarheid heenstapte , en deovereenkomst met Pruisen den l6den Januari 1864 onderteekend word.

Page 163: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

153

Behalve het stellen van een ultimatum aan Denemarken tot opheffingder nieuwe grondwet binnen 48 uren, het nemen van alle maatregelendie noodig waren om Sleeswijk , desnoods met aanwending van geweld ,te bezetten, verhindering van elke beweging in Sleeswijk ten gunste vanAugustenburg, Denemarken of de democratie, en de invoering van ge-meenschappelijk bestuur in Sleeswijk na de bezetting des lands, bepaaldede overeenkomst nog dat beide mogendheden een eventueelen voorslagtot het houden van een Europeesche conferentie , echter alleen als degroudwet opgeheven of Sleeswijk bezet was, zouden a,annemen. Dereeds vermelde bepaling omtrent hetgeen gedaan zou worden, als detraktaten van 1852 door eon oorlog met Denemarken te niet warengedaan, sloot het stuk. Wegens de haast waarmede alles moest wordenafgedaan , waren de gewone formaliteiten weggelaten. Er was gezegddat deze overeenkomst alle kracht van eon formeel verdrag zou hebben.Onmiddellijk na de onderteekening werden alle ininiddels door dewederzijdsche militaire autoriteiten afgesproken maatregelen uitgevoerden zetten zoowel de Oostenrijksche als Pruisische troepen 23,000 en37,000 man stork (zonder nog de Pruisische reserve te rekenen), zichin beweging. Nog op den eigen dag der teekening word door deOostenrijksche en Pruisische gezanten to Kopenhagen het ultimatumaan de regeering medegedeeld. Monrad verzocht vergeefs uitstel omte kunnen onderhandelen en gaf daarop den 18den een weigerend be-scheid. De oorlog was begonnen.

Reeds den 20" Januari aanvaardde de 80-jarige veldmaarschalkWrangel het opperbevel over de vereenigde strijdkrachten van Pruisenen Oostenrijk , en rukte zonder zich aan de protesten der bondscom-missarissen te storen , Holstein binnen , om van daaruit de operatiènto beginnen. In Duitschland word dit opgenomen als eon schendingder rechten van den Bond. De aanvoerder der bondstroepen , de Sak-sische generaal Hohe , woes met verontwaardiging Wrangels voorstelvan de hand om zich onder diens bevel te stellen en deel aan den strijdte nemen. Niemand geloofde de verklaring der beide regeeringen datzij de rechten van den Bond zooveel mogelijk zouden eerbiedigen. InZuid-Duitschland sprak men van niets minder clan van in Holsteingeweld met geweld te keeren en ook in het noorden was de geheelepers eenstemmig met alle mogelijke vereenigingen in afkeuring vanhet gedrag der mogendheden. Vooral de reactionnaire Pruisische

Begin envoortgang vanden Duitaoh-

Deenschenoorlog.

Page 164: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

154

regeering en natuurlijk met name haar leider, , de aartsjonker Bismarck,waren het inikpunt van de hevigste beschuldigingen en verwenschingen.

Maar de Duitsche regeeringen „ die tot nog toe zoo bout haddengesproken , hielden zich nu stil. Het gevoel van haar onmacht, nubeide groote mogendheden eendrachtig waren, drukte ze ter neer.Weldra bedaarde daarop ook de beweging onder het yolk. Velenzagen in, dat het al te dwaas zou zijn als Duitschers de Oostenrijkersen Pruisen gingen verhinderen de Denen aan te vallen.

In Europa was de pers over het algemeen uiet minder luid in haarafkeuring. Vooral in Engeland. Daar was sedert het huwelijk vanden prins van Wales met een dochter van Christiaan IX (die toen noguiet op den Deeuschen troon was gekomen) de zaak van Denemarkennog veel populairder geworden dan zij al was en had Russells politickdan ook lang niet algemeene goedkeuring gevonden. Palmerston , depremier der toenmalige regeering, waarin Russell de buitenlandschezaken leidde, was uiterst vertoornd dat men de hand sloeg aan hetwerk van 1852. De ministerieele pers sprak luide uit , dat Denemarkensonschendbaarheid , het kostte wat het wilde, gehandhaafd moest worden.Zoo sprak het van zelf dat op de tijding van het optreden van Oostenrijken Pruisen in een deel der pers onmiddellijk met het zenden van eenvloot naar de Oostzee gedreigd wend. Zelfs Russell zag zich verplichtaan de hoven, die bij het Londensche protocol geinteresseerd waren,gemeenschappelijke maatregelen voor to stellen , al drong hij ook bijDenemarken aan op opheffing der grondwet, om daardoor den Duitschershet voorwendsel tot oorlog to ontnemen. Maar hij kreeg geen anderedan ontwijkende antwoorden , terwi.J1 Monrad zich op de onmogelijkheidberiep om zonder een staatsgreep , waartoe niemand de hand wildeleenen, aan het ultimatum to voldoen. Napoleon gaf openlijk te kennen,dat hij niet den minsten lust had zich in een oorlog to wikkelen.Ongetwijfeld werd hij daarbij evenzeer gedreven door zijn wensch omPruisen te believers, dat hij tegen Oostenrijk hoopte te gebruiken ,als door werkelijke beduchtheid voor een strijd met Duitschlaud enOostenrijk tegelijk en door den lust om aan Engeland betaald to zetten,dat het zijn voorstellen tot het houden van een Europeesch vorsten-congres zoo goed als rechtstreeks had afgewezen. Ook Rusland hadweinig lust het liberale Denemarken bijstand te verleenen en bepaaldezich tot algemeene uitdrukkingen omtrent de wenschelijkheid van hetbehoud van den vrede en de handhaving der traktaten. Het eenige

Page 165: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

155

gevolg van Russells bemoeiingen was dau ook, dat de Denen de hoop,dat Europa jets voor hen doen zou, niet opgaven en daardoor gestijfdwerden in hun weigering om van de verbinding met Sleeswijk at te zien.De houding der van alle transacties afkeerigen maakte eene conferentieder mogendheden, die bij het Londensche protocol geinteresseerd waren,onmogelijk , uiettegenstaande Oostenrijk en Pruisen daarin in beginselhadden toegestemd. Men kon oumogelijk jets dergelijks beproeven ,als Denemarken in geen enkel opzicht wilde toegeven. De wapenenmoesten beslissen.

Niettegenstaande het verbazend verschil in krachten tusschen beidepartijeu behielden de Denen goeden moed. Zij vertrouwden vast opde sterke stelling , waarin hun leger op het smalste punt van Sleeswijk,niet ver van de Eidergrens , den vijand afwachtte. Het bekende Danne-wirk scheen door den aanleg van nieuwe zwaar bewapende schansenonneembaar geworden , terwijl oostelijk de breede Schlei en westelijkde kleinere rivieren Reiue en Treene alle flankaanvallen beletteu. Heteenige overgangspunt over de eerste , Missunde , was sterk verschanst ,en de oevers der rivieren waren even moerassig als het terrein voorhet Danuewirk zelf. Ann weerskanten belette de zee, welke zich geheeliii Deensche handen beyond, elke mogelijkheid eener omtrekking. Al vatvan de Deensche krijgsmacht beschikbaar was, 40,000 man (de Sloes-wijk-Holsteinsche troepen waren als onbetrouwbaar op de eilaudenbleven) , was in deze stelling onder generaal de Meza samengetrokken.

De chef van den Pruisischen generalen staf, generaal Helmuth vonMoltke, toen nog alleen in Pruisen als eon buitengewoon bekwaamofficier bekend , had dan ook in zijn operatieplan slechts demonstratiöntegen het Dannewirk on Missunde opgenomen, maar eon overgang overde Schlei, ver beneden Missunde, ontworpen, te ondernemen door devan Kiel on EckernfjOrde oprukkende troepen van prins Frederik Karel,die daarop den vijand in den rug zou kunnen valid, wat waarschijnlijktot eon catastrophe van het Deensche leger zou leiden. Moltke bezattoen echter nog lang niet zooveel gezag, dat, als in later tijd, den aan-voerders eenvoudig word gelast zijn plannen nit te voeren; integendeel,aan Wrangel was het plan wel voorgesteld, maar hem was tevens voilevrijheid gelateu orn het nit to voeren. Toeu clan ook den laatstenJanuari in den krijgsraad to velde de eerste operatien werden overlegd,werd het niet gevolgd , maar voegde men zich naar Wrangels wenschom den hoofdaanval op Missunde te richten.

Page 166: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

156

Den volgenden dag trokken de bondgenooten daarop den Eider over.De Oostenrijkers, onder generaal Gablenz en een Pruisische garde-divisiegingen regelrecht op het Dannewirk los , wat den 3(len Februari toteen gevecht der eersten met de Denen bij het dorp Overselk leidde,waarbij de Oostenrijkers met good gevolg den aan de Franschen afgezienenbajouetaanval beproefden. Niettegenstaande zelfs nu, bij de ouderwetschebewapening der Denen, hun verlies dat van den vijand overtrof, zagende Oostenrijksche aanvoerders hierin de bevestiging van hun in 1859opgevat denkbeeld, dat de Franschen alleen aan deze wijze van aan-vallen hun overwicht op het slagveld te danken hadden. Zonderling ge-noeg kwamen zij niet op het denkbeeld, dat de uitslag een geheel anderezou geweest zijn , als de Denen dezelfde geweren hadden gehad alsde Pruisen , die voor het eerst met het „ziindnadelgeweer" (den oud-sten achterlader) te velde waren getrokken. Het is waar dat zij indezen veldtocht maar zelden gelegenheid hadden, de werking van ditmoderne wapen in het groot te leeren kennen, maar van de voordeelenvan het nieuwe geweer tegenover de trompladers hadden zij zich ookzonder dat kunnen overtuigen. Maar zoowel voor deze als voor menigandere in het Pruisische leger ingevoerde nieuwigheid bleven zij stelsel-matig blind.

Terstond na het gevecht bij Overselk werd een aantal op het Dan-newirk voorbereid , terwijl een sterke vorst de nadering gemakkelijkerbeloofde te maken.

Ondertusschen had prins Frederik Karel ziju beide divisiön tegenMissunde gevoerd, wat tot niets dam een nuttelooze kanonnade leidde,daar de overgaug ondoenlijk bleek. Gelukkig werd Wrangel bewogenverlof te geven tot een den prins door den overste Blumenthal aanbe-volen overtocht op het door Moltke aangewezen punt. Werkelijk ge-lukte hij daar in den vroegen morgen van den Eden Februari. Maartoen bleek het dat hij overbodig was geworden, want de Denen warenden vorigen dag reeds afgetrokken.

En niet alleen daar, maar overal. De Meza had nl. ingezien , datzoowel de bewapening der schansen als de hoedanigheid zijner meestalkort geoefende en, bij gebrek aan eeu genoegzaam aantal beroepsofficieren,niet voldoende aangevoerde troepen niet bestand was tegen de bond-genooten en daarom aan den krijgsraad voorgesteld het eenige legerdat Denemarken bezat , niet aan vernietiging bloot te stellen , maarliever de stelling te ontruimen. Hij wist dat hij daarmede zich in

Page 167: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

15 7

Denemarken onmogelijk maakte, mar hij begreep wat zijn plicht was.Slechts een generaal dorst tegenspreken. Zoo kwam dat den 5den Fe-bruari het Deensche leger in vollen aftocht naar Jutland was en denovergang naar de de eilanden dekkende Diippeler schansen. De bond-genooten gingen terstond tot vervolging over, waarbij de Oosten-rijkers opnieuw, bij Oversee, met groot verlies de Deensche achter-hoede met de bajonet overhoop wierpen.

Zoo was dan het eerste doel bereikt en Sleeswijk op weinige strookengrondgebied na in Duitsche handen. In Denemarken was men woedend ,in het buitenland ontsteld, in Duitschland, niettegenstaande een gevoelvan voldoening over de nederlaag der Denen , ontevreden en bevreesddat Oostenrijk en Pruisen nu alle rechten van den Bond zouden schen-den. Ernstige botsingen in Holstein tusschen de Pruisische militaireoverheden en die van den Bond gaven zelfs aanleiding tot nieuwespanning tusschen de groote en de middelstaten.

Tntusschen had het Engelsche kabinet opnieuw een uitnoodiging totde overige protocolmogendheden gericht om een conferentie te Londente houden, mar hoewel Denemarken ditmaal had toegestemd, weigerdehet de door Oostenrijk en Pruisen gestelde voorwaarde awl te nemen,om eerst Diippel en het eiland Alsen te ontruimen. lntegendeel, hetbereidde zich op krachtigen tegenstand voor. ABe OostenrijkschePruisische en Duitsche schepen in Deensehe havens werden in beslaggenomen , de Duitsche Oostzeehavens geblokkeerd. De oorlog moestdus worden voortgezet. Doch over de wijze hoe dit geschieden moest,waren de bondgenooten het niet cells. in Pruisen was Moltke tegeneen beleg der Dtippeler schansen , waarachter het grootste gedeelte derDeensche krijgsmacht zich had teruggetrokken , omdat dit naar ver-bonding veel te veel bloed en tijd zou kosten, maar stond een onmid-dellijke bezetting van Jutland voor, welke naar zijn meening veel eerderde Denen tot toegeven zou bewegen.

Dit plan stiet echter op beslisten tegenstand bij de Oostenrijkers, dievreesden dat daaruit nieuwe verwikkelingen met het buitenland zoudenontstaan en gaf aanleiding tot nieuwe onderhandelingen te Weenen ,ditmaal gevoerd door generaal Manteuffel , den vertrouwden mili-tairen kabinetchef van koning Willem, die veel in vertrouwelijkezendingen gebruikt werd. Het duurde Tang eer beide partijenhet eens werden ; in Oostenrijk begot' men allen lust te verliezenin een oorlog , die veel geld en misschien zelfs veel bloed zou

Page 168: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

158

kunnen kosten en die allicht grooten omvang kon krijgen, terwijlzoowel de financieele als de binnenlandsche toestanden van dien aardwaren, dat een oorlog allerbedenkelijkste gevolgen kon krijgen. Schmer-ling vooral was zeer tegen een oorlog , die ter wile van Pruisen ge-voerd , Oostenrijk iu Duitschland even impopulair maakte als Pruisen.Slechts met moeite wist Rechberg verder samengaan door to zetten ,en om dit mogelijk te maken waren een aantal concessies van Pruisi-sche zijde noodig. Zoo werd in het gewijzigd verdrag bepaald dat welJutland, althans ten deele, zou werden bezet, inaar alleen om het denDenen onmogelijk te maken van uit Fredericia den aanval op Duppelen Alsen te storen. En wat nog veel meer beteekende, het 5 e artikelvan de overeenkomst van 16 Jan aari werd opnieuw gewijzigd en denverbondenen opgelegd op de te houden Europeesche conferentie voor depersoueele unie tusschen Denemarken en de hertogdommen op te treden.

Onmiddellijk daarop werden de operaties hervat. De Pruisen haddenreeds in de vorige maand de Juttische stad Kolding bezet; nu ruktenzij verder het land binnen en sloten Fredericia in, terwijl de Oosten-rijkers aan de Deensche achterhoede bij Veile een nederlaag toebracht,welke den aftocht van het Deensche korps achter den Ljimford ver-oorzaakte. Voor storing van een beleg van Duppel kon nu geen vreesmeer bestaan, en zoo werd dit den 15den Maart begonnen. Eon pogingom door een overval zich van het eland Alsen meester te maken endaardoor de verbinding der schansen met de Deensche eilanden of tesnijden, mislukte door het plotseling opsteken van een storm, die hetovervoeren van troepen onmogelijk maakte, en dus bleef er niets overdan een geregeld beleg.

De inneming van Duppel werd nu voor Pruisen een zaak van be-lang. In den oorlog hadden tot nog toe eigenlijk alleen de Oosten-rijkers met roem gevochten ; de Pruisen hadden geen enkel belangrijkwapenfeit op te teekenen gehad. De eer der Pruisische wapeneneischte dringend , dat ook Pruisen toonde wat het vermocht. Ookhet politiek belang , nu de Europeesche conferentie na lange onder-handelingen tusschen de kabinetten eindelijk tot stand zou komen.Denemarken had , toen een groot deel van Jutland bezet was , zijntegenstand daartegen opgegeven en zijn beide tegenstanders waren ookbereid , mits de Duitsehe Bond een vertegenwoordiger zond ende verdragen van 1852 niet meer als uitgangspunt voor de onderhau-delingen werden aangenomen. Beide voorwaarden waren in de oogen

Page 169: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

159

zoowel van Bismarck als van Rechberg allernoodzakelijkst. Want dat deBond geen deel had genomen aan het protocol van 1852, had het optredenvan Augustenburg en de nu ontstane scheuring in Duitschland metal de daarmede samenhangende moeilijkheden mogelijk gemaakt. Ermoest daarom voor gezorgd worden, dat niet alleen Pruisen en Oosten-rijk , maar geheel Duitschland gebonden werd aan het besluit dat opde conferentie werd genomen. Doch het duurde lang voor dat deBond, ook nadat het de uitnoodiging van Engeland ontvangen had,tot een besluit kwam , zoodat van een opening op 12 April, zooalsbepaald was, geen sprake kon zijn. Trouwens , dit was ook ilia hetbelang van Pruisen , dat de onderhandelingen niet wenschte geopendte hebben v6Or Dtippel was gevallen.

En dat laatste scheen niet spoedig waarschijnlijk , niettegenstaandenu het beleg met kracht werd begonnen en voortgezet en een ge-weldig bombardement de zes schansen en hare verbindingswerken enook de werken op het eiland Alsen en de stad Sonderburg teisterde.De Denen verloren daardoor Met alleen een groot getal manschappen,maar ook hun vertrouwen op de onneembaarheid hunner werken , envooral op de bescherming van de gepantserde drijvende batterij Rolf-krake, die de Pruisische batterijen van zee uit had moeten beschieten,maar hare pogingen weldra opgaf. De toestand werd weldra beden-kelijk , maar de Deensche regeering was huiverig de verantwoordelijk-heid van een ontruirning op zich to nemen. Zoo werd de wederstand,niettegenstaande het verpletterend vuur der belegeraars, voortgezet. Omzijn troepen zooveel mogelijk to sparen, had generaal Gerlach (de Mezahad na het verlaten van het Dannewirk het bevel moeten nederleggen)zijn 12,000 man infanterie grootendeels achter de schansen gehoudenen in doze slechts de hoog noodige wachtposten gelaten. Dat gaf aanprins Frederik Karel gelegenheid om in den nacht van den 17dell opden 18d-en April zijn kolonnes tot vlak bij de werken to voerenin den vroegen morgen zoo plotseling de bestorming to doen beginnen,dat de Pruisen grootendeels eerder dan de Deensche bezettillgen in deschansen waren. Toen volgde een verbitterd gevecht, dat ten slottemet den terugtocht der Denen naar het door bruggen met het vasteland verbonden eiland Alsen eindigde. De verliezen aan dooden engewonden stonden voor beide partijen gelijk (1100 man), maar deDenen hadden 3600 gevangenen verloren en al het geschut en verdermateriaal. Zoo groot was de indruk dien dit eerste schitterende wapen-

Page 170: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

160

feit van het hervormde Pruisische leger in Kopenhagen maakte, dat altien dagen later op bevel der Deensche regeeriug Fredericia ontruimdwerd en daarop geheel Zuid-Jutland zonder tegenstand aan den bondge-nooten werd overgelaten. Maar om, door Sleeswijk op te geven, ter-stond vrede te verwerven , daartoe konden de Denen niet besluiten ,al konden zij zich niet ontveinzen dat laug niet alle mogendhedenhun zaak begunstigden. Met name had Napoleon zich tegen henverklaard. Al in Maart had hij het houden eener volksstemming inde hertogdommen voorgeslagen en was daarover met Bismarck in onder-handelingen getreden , die kenlijk ten doel hadden Pruisen van Oosten-rijk te scheiden. Daarbij had hij zich voor een voorstander van eenPruisische annexatie verklaard, voor zoover deze althans overeenkwammet den wensch der bevolking. Gevolg hadden die onderhandelingenniet ; alleen deden zij Bismarck met meer gerustheid de opening derconferentie te gemoet zieu.

De Londen-sche Confe-rentie.

De spreekwoordelijke langzaamheid van den Bondsdag was oorzaakdat het tot den 258ten April duurde eer de aankomst van Beust alsgevolmachtigde van deze doorluchte corporatie, de opening der confe-rentie mogelijk maakte. Onmiddellijk stelden toen de onzijdigen (degevolmachtigden van Engeland , Frankrijk , Rusland en Zweden) cellwapenstilstand voor. Daar werd lang over gedebatteerd, daar de Denende blokkade der Duitsche havens aid wilder ophefifen , als niet Jut-land ontruimd werd. Eindelijk kwam men tot overeeustemming , deblokkade werd opgeheven en Jutland wel niet ontruimd, maar underDeensch burgerlijk bestuur gelaten. Den 12den Mei ging de wapen-stilstand in. Hij zou een maand duren, tenzij hij verlengd werd.

Reeds bij deze voorloopige onderhandelingen was gebleken , dat deDenen vast op hun recht bleven staan. Behalve aan de natuurlijkeeigenschappen van het Deensche yolk lag deze, under de bestaandeomstandigheden misplaatste, stiff hoofdigheid vooral aan Palmerston ende Engelsche ministerieele pers, die voortgingen om zich in de hef-tigste taal tegen de eischen der mogendheden en nog meer tegen dieder Duitschers nit te laten. Op de conferentie zelf werden de Deen-sche gevolmachtigden in hun verzet niet minder gestijfd door dentegenzin der onzijdige diplomaten om het werk van 1852 ongedaante waken. Evenwel , dat een voortduren der bestaande verbinding derhertogdommen met Denemarken volstrekt onmogelijk was, moest zelfs

Page 171: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

161

den meest conservatieven diplomaat duidelijk worden. Bismarck hadaan de Pruisische overheden in Sleeswijk last gegeven elke agitatieten voordeele der volledige scheiding zooveel mogelijk te begunstigen,vat ten gevolge had dat in Sleeswijk niet minder dan in Holstein, optallooze volksvergaderingen en in alle bladen, het „los van Denemarken"werd uitgeroepeu. Ook in Pruisen zelf legde de regeering de bewegingten gunste der hertogdommen nu geen enkel beletsel meer in den weg ;alle partijen namen er gelijkelijk aan deel , de conservatieven nietminder dan de liberalen Dat laatste deed zich trouwens overal inDuitschland voor. Nu de overmacht der Duitsche wapenen zoo vol-dingend was bewezen , stemden ook alien, die tot nog toe twijfelmoedigwaren geweest , mede in het algemeene koor in.

De Oostenrijksche regeering was weinig met de beweging ingenomen,maar zij stond er machteloos tegenover. Daarenboven mocht zij nietden schijn hebben bij Pruisen achter te staan in ijver voor Duitsch-lands recht. Een gelukkig zeegevecht door twee Oostenrijksche fre-gatten onder kapitein Tegetthoff tegen drie Deensche , bij Helgoland,had zoo pas den naam van Oostenrijk nieuwe populariteit verschaft ;zij moest toezien die niet te verspelen. Evenwel , zij zou zeker noglang aan de onschendbaarheid van Denemarken hebben vastgehouden ,wanneer de Denen zelf dat niet onmogelijk hadden gemaakt.

Toen de onmogelijkheid om de bestaande verhoudingen tusschen hetkoninkrijk en de hertogdommen te bestendigen, ook aan de onzijdigenvoldingend bewezen was, schoot er niets over, tenzij men: tot een vol-ledige scheiding wilde overgaan , dan een personeele Unie. Zooals wijweten , had Pruisen bij het Maartverdrag daarin moeten berusten. Zoozou dan waarschijnlijk geen andere uitkomst de conferentie hebbenbekroond , niettegenstaande alle verontwaardiging der Duitschers , daneen besluit in dien zin , wanneer niet de Deensche gevolmachtigdenden 17den Mei hadden inedegedeeld , dat zij in geen geval in eenscheiding der beide hertogdommen van het koninkrijk mochten be-willigen , zelfs niet als de Deensche koning daar als hertog werd erkend.

Daarmede was de personeele Unie even goed als elke andere ver-binding van de baan, en bleef er voor de conferentie niets over dan tebeproeven of het mogelijk was, een andere voor beide partijen aanneem-bare oplossing te bedenken. Het gevolg was dat den 2,3sten door degevolmachtigden van Oostenrijk , Pruisen en den Bond werd voorge-steld den erfprins van Augustenburg als hertog van Sleeswijk-Holstein

11

Page 172: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

162

to erkennen , waartegenover de Engelsche gezanten het voorstel dedenSleeswijk in een Duitsch en een Deensch gedeelte te splitsen, met deSchlei en het Dannewirk als grens, en onder een aantal voor de Duit-schers volstrekt onaanneembare voorwaarden. De onzijdige diplomatenverklaarden zich even krachtig bier voor, als tegen het plan om Augus-tenburg te verheffen , want op deze wijs zou voor Denemarken betgrootste gedeelte van Sleeswijk en zelfs van het Duitsche deel be-houden zijn gebleven. Zoo kwam men tot geen resultaat , behalvehet negatieve , dat de traktaten van 1852 algemeen als vervallen wer-den erkend. Maar dit laatste vereenvoudigde den toestand niet, wantnu behield Rusland zich voor, de door deze op zijde geschoven , maarnu door keizer Alexander aan den hertog van Oldenburg overgedragenrechten der Holstein-Gotterpsche liju to mogen behartigen.

Het werd al half Juni , de wapenstilstand stond op afloopen. KoningChristiaan IX, overtuigd dat Denemarken zelfs van Engeland geenanderen dan diplomatieken bijstand te wachten had, zocbt zijn minis-ters te bewegen aan de zaak een einde te maken door de verklaringvan 17 Mei terug to nemen en in de personeele Unie te bewilligen.

Maar daar wilden dezen en de geheele, nog altijd machtige, Eider-Deensche partij niet van hooren. Zij verklaarden de verantwoordelijk-heid voor zulk een handeling niet op zich te kunnen nemen enboden hun ontslag aan. Maar de koning, die herhaaldelijk to hoorenkreeg dat het Deensche yolk hem dan niet langer als koning zouerkennen, moest weldra zijn pogingen opgeven om andere ministerste vinden, en er in berusten dat Denemarken het Engelsche voorstel,ook alleen in zijn gansehen omvang , zoodat het voor de Duit-schers onaannemelijk werd, als grondslag van den vrede aannam, maarzich tot geen andere concessie bereid verklaarde. Zoo bleven de Deenschegevolmachtigden zich dan ook met alle kracht verzetten, toen dePruisische gevolmachtigde Bernstorff, op uitdrukkelijk bevel van Bis-marck voorstelde , om, daar er zooveel verschil bestond over de grensvan bet Duitsch en Deensch element, de bevolking der verschillendeplaatsen zelf to laten stemmen of zij onder Deensch of Duitsch gezagwilde staan. Zelfs van een beperking van dit plebisciet tot de strekenmet gemengde bevolking tusschen de door Denen en Duitschers aan-genomen grenzen (die van EckernfjOrde en Aperade) wilden de Denenniets weten , en evenmin van een verlenging van den wapenstilstand.Dit laatste maakte een einde aan de onderhandelingen. Want nu er

Page 173: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

163

op geen enkel punt overeenstemming was verkregen, ontbrak elkebasis, waarop men kon voortgaan en moesten de wapenen beslissen.

Den 25Bten Juni moest de conferentie onder wederzijdsehe betuigingenvan spijt gesloten worden. Den volgenden dag begon de oorlog weder.

De Deuen (althans degenen die geen soldaat waren) waren nogaltoos vast overtuigd, dat het den Duitschers onmogelijk zou zijn deeilanden te vermeesteren, omdat zij geen zeemaeht hadden. Dat en dedoor Palmerston en de Engelsehe pers nog steeds tegen Duitsehlandvolgehou den toon, had hun den moed gegeven om het uiterste af tewachten. Des te verpletterender was de tijding die Kopenhagen slechtsenkele dagen na bet hervatten der vijandelijkheden bereikte, dat heteiland Alsen door de Pruisen veroverd was en daarbij door de Denenopnieuw een groot verlies aan mansehappen en geschut was geleden.Op eens was het einde van den strijd bereikt.

Met den wap enstilstand had Wrangel zijn kommando neergelegd. Hijhad trouwens bewezen daar geheel ongesehikt voor te zijn, zoowel wegenszijn hooge jaren, als wegens zijn geringe veldheerstalenteu en driftigkarakter. Prins Frederik Karel, die tot nog toe het Pruisisehe korpshad aangevoerd, dat Diippel had veroverd, trad in zijn plaats en werdop zijn beurt door generaal Herwarth von Bittenfeld vervangen. Underleiding van den laatsten werden iiu onmiddellijk na afloop van denwapenstilstand alle toebereidselen voor eon nachtelij ken overtoeht naarAlsen gemaakt. Daar hadden de Denen een aanzienlijke maeht bijeengebracht , die echter over het geheele eiland verspreid was. Zoo washet mogelijk , dat in den nacht van den nsten op den 29sten Juni de2500 Pruisen, waarvoor booten voorhanden waren, konden overvarenen door nieuwe, door de terstond naar het vasteland teruggekeerdebooten afgehaalde, troepen versterkt worden, zonder dat het den Denengelukte ergens op het eiland afdoenden tegenstand te bieden. Ook deDeensehe zeemacht beantwoordde Diet aan de verwaehtingen ; in plaatsvan de Pruisische booten, die onophoudelijk heen en weder voeren, omversterkingen over to brengen, in den grond te boron, bepaalde zij zieh,na een korte kanonnade tegen de Pruisische batterijen, tot het opnemenvan de vluehtelingen. Om 9 uur 's morgens was het geheele eiland opeen kleine landtong na, waar de Denen zich inseheepten, in handen derPruisen, die zelf een gering verlies hadden, maar 2500 gevangenen had-den gemaakt en een massa geschut en oorlogsmateriaal hadden veroverd.

Denemarkensonder-

werping.

Page 174: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

164

In Europa maakte dit stoute wapenfeit minder indruk dan inDenemarken, waar het yolk nu op eens bevreesd werd voor een landingop Funen, welke tot nog toe voor volstrekt onmogelijk was gehouden.En tegelijk begon het bekend te worden, dat van Engeland nochFrankrijk bijstand was te wachten en men dus op eigen krachtenwas aangewezen. Toen ontzonk zelfs den heftigsten Eider-Denen demoed, zij wierpen de schuld op het leper, dat, beweerden zij onbillijkgenoeg. zijn plicht niet had gedaan. Daartegen kwam de nu her-levende conservatieve partij met kracht op ; soinmige generaals wildenzelfs een staatsgreep beproeven, om wraak te semen op een partij, dieeerst den oorlog had doorgezet dien het land niet voeren kon, en nualle schuld op anderen wierp. Algemeene verdeeldheid brak uit; slechtsop een punt was men het eens : dat de vrede moest gesloten wordenop de voorwaarden die de overwinnaar zou stellen. Om die vernederingte ontgaan, legden Monrad en zijn ambtgenooten hun portefeuilles den8sten Juli neder en dwongen daardoor den koning, die hun dat bitterverweet, tot vorming van een conservatief ministerie, dat onmiddellijkom wapenstilstand en vrede vroeg. De bezetting van geheel Jutland,en van de Noord-Friesche eilanden aan de Sleeswijksche kust, vol-tooide de zegepraal der Duitsche wapenen. De smaad der jaren na1848 was uitgewischt. Oostenrijk en Pruisen, die toen, de een vrij-willig, de ander gedwongen, de hertogdommen aan Denemarken haddenovergeleverd, hadden ze met hun bloed van het Deensche juk bevrijd.

Den 20sten Juli begon de nieu we wapenstilstand, den 258ten de vrede-handel, waarvoor Bismarck in persoon naar Weenen reisde , om metRechberg en den Deenschen minister Quaade , zonder omslag , de ver-effening der oude quaestie te doen plaats hebben. Vergeefs zochtBeust te bewerken, dat ook de Bond als oorlogvoerende partij werdbeschouwd en aan de onderhandeling deel nam. Hij en de andereleiders der middenstaten moesten toezien, dat zelfs de vraag, of Chris-tiaan IX wel recht had oin de hertogdommen af te staan, daar zijnbezitrecht niet door den Bond erkend werd, eenvoudig werd geigno-reerd. Den l sten Augustus 1864 werden de preliminairen reeds onder-teekend. De koning van Denemarken stond al zijn rechten op dehertogdommen Holstein, Sleeswijk en Lauenburg aan den keizer vanOostenrijk en den koning van Pruisen af. Jutland bleef bezet tot menhet over de oorlogskosten en allerlei andere ondergeschikte punten, o. a. eennadere bepaling der grenzen van Sleeswijk en Jutland, was eens geworden.

Page 175: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

165

Daarmede hield zich den verderen zomer een conferentie van diplomatenbezig, zoodat den 30sten October de vrede van Weenen kon geteekend worden.

De oude Sleeswijk-Holsteinsche quaestie was beslist ; een nieuwe tradin het leven, die weldra de Duitsche quaestie zou worden.

Bismarck is steeds bovenal de man geweest, die met de werkelij k-heid rekening Meld en daar zijn staatkunde naar inrichtte. Zoo hadhij ook, nu hij den tijd nog niet gekomen achtte voor een breuk metOostenrijk, welke hij wel als op den duur onvermijdelijk beschouwde,maar daarom nog geenszins wilde verhaasten, eerst aan Oosteurijk toe-gegeven en in de personeele Unie berust , en toen aan het 1ATeenerkabinet voorgesteld Augustenburg tot hertog te maken. Met dit laatstevoorstel won hij niet alleen den koning, die, hoewel het nut eenerannexatie voor Pruisen inziende , toch moeilijk daartoe kon besluiten,omdat hij Augustenburg niet ongenegen was, als den kroonprins, diede zaak van den erfprins steeds had voorgestaan, evenvvel onder destilzwijgende veronderstelling dat daze zich nauw aan Pruisen verbond.Bat laatste was ook Bismarck's "peening. Al achtte hij de annexatieder hertogdommen ook oneindig verkieslijker, als de toekomstigehertog van Holstein zich verbond om met Pruisen een dergelijkemilitaire conventie te sluiten als de hertog van Coburg, aan Pruisende haven van Kiel als uaaritiena station en het gezag over het to gravenNoord-Oost-Zeekanaal af te staan en ander° dergelijke concessies tedoen, scheen dit hem ook aannemelijk. Daar zoowel de koning als dekroonprins dat met hem eens waren, koesterde hij de verwachting, datde erfprins er ook in berusten zou. Te meer, daar deze naar Bismarcksmeaning eigenlijk niet de minste aanspraak op de hertogdommen mochtmaken. Bismarck had in 1852 als gezant te Frankfort de onderhan-deling gevoerd, welke tot zijus vaders afstand had geleid en beschouwde,zeer begrijpelijk, het beroep op dien afstand, dat zijn work to nietdeed, van nul en geener waarde. Des te eerder, meende hij, moestdus de erfprins tevreden zijn als hij, al was het dan ook onder zekerebeperkingen, hertog werd. Vandaar dat hij met Rechberg in overlegtrad , om Augustenburgs verheffing in de conferentie voor te stellen.Natuurlijk behoefde daarbij geen melding te worden gemaakt van dedozen te stellen voorwaarden.

Voor Rechberg was het een moeilijk geval. Tot nog toe had hij,evenals zijn meester, met hand en tand aan de verbinding der hertog-

Toenemendeverwijdering

tusschenPruisen enOostenrijk.

Page 176: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

166

dommen met Denemarken vastgehouden. Nu had de Deensche regeering,door haar verklaring van 17 Mei, die verbinding in den eenigenonder de bestaande omstandigheden aanuemelijken vorm onmogelijkgemaakt. Oostenrijk moest die wel laten vallen. Maar wat nu ? A anPruisen de hertogdommen over te laten, kwam natuurlijk bij Beenenkel Oostenrijker op, en hetzelfde gold van een verheffing vanAugustenburg, zoo deze zich nauw aan Pruisen verbond. Doch alsdeze zonder eenige beperking hertog werd, zou hij van zelf tegen denovermachtigen Prnisischen nabuur bij Oostenrijk bescherming moetenzoeken en de Groot-Duitsche partij in Noord-Duitschland aanzienlijkversterken. Dus was dit de eenige voor Oostenrijk aanneembare uit-komst, nu alle kans op behoud der verbinding met Denemarken ver-loren was. Het eenige bezwaar was, dat dit een algeheelen ommekeerin de Oostenrijksche politiek en tevens een breuk met Pruisen moestten gevolge hebben. Voor Rechberg was het tevens het opgeven vande politiek, die hij tegenover Schmerling had doorgedreven, dus inzekeren zin een nederlaag. Evenwel , hij berustte daarin en ook dekeizer, dien hij, schijnt het, zonder moeite overhaalde, zich op ditnieuwe standpunt to stellen. Te eerder, waarschijnlijk, omdat de ver-heffing van Augustenburg onder beperkende voorwaarden niet overeente brengen was met den geest der Bondsacte, zooal met de letter,daar volgens deze alle leden van den Bond volkomen souverein waren.Daarenboven werd door dezen ommekeer op eens de verbinding metde middenstaten gewonnen en stelde zich Oostenrijk op nieuw, evenals in 1863 , aan het hoofd der Duitsche beweging. Zoo kwam hetdat op den 28 8ten Mei de vertegenwoordigers der beide groote Duitschemogendheden gemeenschappelijk met dien van den Bond het voorsteldeden Augustenburg tot hertog te kiezen. Ongelukkig bedoelden beidedaarmede niet hetzelfde.

Alvorens de Oostenrijksche gevolmachtigden, door hun aansluiting aanPruisen en den Bond, dezen ommekeer der Oostenrijksche staatkundewereldkundig maakten , zorgde Rechberg voor een waarborg , dat zijncandidaat zich niet door een bijzondere overeenkomst met Pruisen verbond.Twee dagen te voren, den U sten ontbood hij den vertegenwoordiger vanden erfprins te Weenen bij zich , en deelde hem mede dat de keizerbereid was den prins tot hertog van Sleeswijk-Holstein te maken , opvoorwaarde dat deze niet in een afzonderlijk verdrag eenig souvereinrecht aan Pruisen afstond.

Page 177: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

167

Welke gevolgen die toezegging kon hebben , schijnen noch deleider der Oostenrijksche staatkunde , noch de pretendent te hebbeningezien. Want waarschijnlijk heeft zij er veel toe bijgedragen , datPruisen de zaak van Augustenburg voor goed vallen liet , en datdientengevolge de breuk tusschen beide Duitsche mogendheden nietalleen onvermijdelijk , maar ook onheelbaar werd.

Immers toen kort daarna , 1 Juni, te Berlijn tusschen Bismarcken deu erfprins in persoon onderhaudeld werd, kwam men tot geenresultaat , hetzij dat de laatste zich niet aan de gestelde voorwaardenwilde onderwerpen , hetzij dat de eerste, zooals van Augustenburgschezijde beweerd wordt , deze hoe langer hoe meer verzwaarde en daar-entegen niets dan een zekereu moreelen steun beloofde. Hoe het zij —de bench ten loopen al te zeer uiteen om met zekerheid te be,slissen —de onderhandelingen sprongen uiet alleen a f , maar na afloop der con-ferentie wilden noch koning Willem, noch Bismarck meer van Au-gustenburg weten. Van nu af was de laatste vaster dan ooit besloteude hertogdommen, die nu half can Pruisen toekwainen, in onverdeeldbezit te verkrijgen. Dat sprak hij openlijk nit, toeu hij , na hetteekenen der preliminairen , zijn koning naar de Oostenrijksche hoofd-stad vergezelde, om daar zoo mogelijk de zaak door persoonlijke be-spreking der vorsten en ministers in orde te brengen.

Immers dat een gemeenschappelijk bezit niet vol te houden was, —van deeling kon natuurlijk geen sprake zijn , — lag voor de hand.Maar deze poging oin tot een vergelijk te komen iced schipbreukop het van Oosteurijksche zijde geuit verlaugen dat Pruisen denafstand van Oostenrijks recht op de hertogdommen zou betalenmet afstaud van grondgebied iii Silezie. Want dat beschouwdekoning Willem als een schending van zijn verplichtingen tegen zijnonderdanen , die nimmer het voorwerp van een ruil of koop mochtenwezen. Zoo kwam men niet verder. De eenige vrucht der sameu-komst was een overeenkomst omtrent gemeenschappelijkeu afweervan een door Rechberg altoos gevreesden aanval van de zijde vanFrankrijk.

Van toen af werden de betrekkingen tusschen de beide mogend-heden opnieuw minder vriendschappelijk , niettegenstaande zoowelBismarck als Rechberg volstrekt ongeneigd waren het tot een breukte laten komen. Voor den laatsten was het een levensquaestie. Tegen-over Schmerling had hij in het kabinet het Pruisische bondgenoot-

Page 178: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

168

schap doorgedreven ; ging dat to niet , zoo niet in den vorm , dantoch in werkelijkheid , dan kon hij zich niet langer handhaven.

En weldra bleek het bewaren dezer verstandhouding niet langermogelijk. 't Was echter niet het Sleeswijk-Holsteinsche vraagstukdat dit bewerkte, maar de oude economische quae stie.

Het handelsverdrag van 1853 hield, zooals mijn lezers zich zullenherinneren, de bepaling in, dat na de twaalf jaar, die het gelden zou,opuieuw over de opneming van Oostenrijk in het Tolverbond zou wordenonderhandeld. Zooals men weet was die quaestie eigenlijk reeds bijden strijd over het handelsverdrag met Frankrijk beslist. Daaromhadden de Groot-Duitschers, op enkelen na, zich lang tegen dit handels-verdrag verzet , maar Pruisen had het toch doorgezet en op den duurwaren de overige weerstrevende leden van bet Tolverbond toegetreden,uiettegenstaande luide betuigingen dat zij liever het geheele verboudlieten to niet gaan. Nadat dit gebeurd was werd van Oostenrijkszijde niet op de nakoming der bepaling van 1853 aangedrongen, maar welnu in het najaar van 1864 over een vernieuwing van het handels-verdrag tusschen Oostenrijk en het Tolverbond moest worden onder-handeld, over de wederopneming van die bepaling.

In Oostenrijk hechtte men zeer daaraan ; het was als 't ware hetopenlaten der mogelijkheid eener uitbreiding van het Tolverbond.Schmerling vooral stolid er op. Hij beweerde in het kabinet , dat hijanders de ten opziehte van Pruisen gevolgde staatkunde niet in denrijksraad zou kunnen verdedigen. Die staatkunde toch had tot nog toeaan Oostenrijk alleen geld en bloed en nu het zeer bezwarend mede-bezit van Sleeswijk-Holstein gekost , en alleen Pruisen voordeel op-geleverd. Dat was dus duidelijk , dat Rechberg alle pogingen aan-wendde om de toezegging van het behoud van het artikel , dat diebepaling inhield , to verkrijgen. Bismarck was daar niet ongeneigdtoe, hij stelde de politieke belangen ver boven de economische enachtte een dergelijke toezegging onschadelijk. Maar de overige Prui-sische ministers waren daar tegen, bovenal Delbriick , de chefvan de afdeeling handel en nijverheid in het handelsministerie , diereeds toen de leider der economische staatkunde van Pruisen begonto worden, een man van karakter en bekwaamheid on ijverig voor-stander van de nieuwere, tot vrijheid van handel en verkeer neigendebegrippen. Deze betoogde dat dit voortdurend open laten van hetTolverbond voor Oostenrijk, een allernadeeligsten invloed had en met

Page 179: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

169

name der middenstaten in hun verzet tegen de gebiedend noodzakelijkehandelsverdragen stijfde. Hij bleef dit tegenover Bismarck volhoudenen verkreeg zelfs dat de koning hem gelijk gaf ; Bismarck be-treurde het diep , maar beweerde dat de zaak niet van zoo bijzondergewicht was.

Doch dit was geenszins het inzicht van Oostenrijk. Toen het bij deonderhandeling over het verdrag bleek , dat de opneming der bepalingronduit door Pruisen werd geweigerd , verklaarde Schmerling dat hijniet langer met een minister kon samenwerken , wiens politiek hij inden rijksraad niet verdedigen kon , en zette tegen Rechberg door, datover deze weigering een scherpe nota aan Pruisen werd gezonden.

Toen kon Rechberg niet langer aanblijven ; de keizer inoest tusschenhem en Schmerling kiezen , en daar hij dezen niet missen kon als deneenigen minister die den rijksraad behoorlijk kon leiden , trad Rech-berg af (27 October 1864). In zijn plaats werd een hoog adellijkkavalerie-generaal benoemd , die als stadhouder van Galicie zich ver-dienstelijk had gemaakt en vroeger gezant in Rusland was geweest ,graaf Mensdorff-Pouilly. Zooals hij zelf verklaarde , verstond hij eigen-lijk niets van de politiek , maar hij nam het ambt aan , oindat dekeizer dat verlangde. Het sprak van zelf, dat onder zulk een minister deinvloedrijke ambtenaren van zijn departement, Biegeleben vooraan, grooteninvloed kregen. En die waren alien ijverige katholieken en Groot-Duitschers , zelfs besliste tegenstanders van een samengaan met Pruisen.Evenwel , de steeds stijgende invloed van Esterhazy, , die om derwille van de conservatieve beginselen een verbond met de in bijnaaller oog nog altijd reactionnair schijnende Pruisische regeering wen-schelijk achtte , hielp de goede gezindheid van den met Ernst vanSaksen Coburg verwanten Mensdorff een tijdlang in het bewaren vande vriendschap.

Ware dat niet het geval geweest , dan zou het misschien al zeerspoedig tot een breuk zijn gekomen. Reeds dadelijk na den vrede gafde aanwezigheid van het korps bondstroepen in Holstein aanleiding totzeer ernstig verschil. Volgens Bismarck's opvatting bestond er niet deminste redeu dat dit na den vrede in bet land bleef, , daar bet doelde executie was vervallen, nu koning Christiaan zijn rechten aan Oos-tenrijk en Pruisen had opgedragen. Hij sloeg dus voor, , dat meneenvoudig de regeeringen van Hannover en Saksen zou uitnoodigen detroepen terug te roepen. Maar het Oostenrijksche kabinet was volstrekt

Page 180: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

170

ongeneigd zich met Pruisen te vereenigen tot een dergelijk optreden.Integendeel, in den grond achtte het die aanwezigheid zeer gewenschtals een steun voor de A.ugustenburgsche partij. Toeu daarop Bismarckde vraag te Dresden en Hannover alleen nit naam van Pruisen liet stellen,gaf Beust een volstrekt weigerend antwoord , en verklaarde voor denaftocht der troepen een bondsbesluit noodig , in de vaste overtuigingdat Oostenrijk Saksen niet in den steek zou laten. Nu werd het voorPruisen een eerezaak, en oumiddellijk werden militaire maatregelen ge-nomen om de Saksers desnoods met geweld te verdrijven , want deHannoversche regeering had terstond zijn bereidwilligheid verklaard.

Mensdorff, , die toch reeds met bezorgdheid zag dat de hooge toonzijner door Biegeleben gestelde depeches in Pruisen outstemming hadveroorzaakt, bracht toen teweeg, dat Oostenrijk zich met Pruisen ver-eenigde om door den Bond de executie voor geOindigd te doen verklaren.Bij de middenstaten riep dit levendigen tegenstand in het leven, vooralbij Beieren , waar niet alleen een nieuwe koning (Maximiliaan was inhet voorjaar gestorven en door den jeugdigen Lodewijk II opgevolgd),maar ook zoo pas een nieuwe president-minister was opgetreden , vonder Pfordten , den leider der Groot-Duitsche partij in het koninkrijk.Ook Saksen en Wurtemberg stemden , met Hessen-Darmstadt en Nas-sau, de steunpilaren der partij in den Bond en enkele ijverige vriendenvan A ugustenburg, tegen, toen op den 5den December door den Bonds-dag de executie voor geeindigd verklaard en tot terugroeping der exe-cutietroepen besloten werd. Maar daarmede was maar een moeilijkheidvan de baan , en er ontstonden dagelijks nieuwe. Be nieuwe Oosten-rijksche commissaris in de hertogdommen, Halbhuber, was er steeds opuit zijn Pruisischen ambtgenoot Zedlitz te dwarsboomen , as deze debeweging voor Augustenburg eenigermate zocht te beperken en, zekervan zijn bescherming, hidden de erfprins-pretendent en zijn zoogenaamderegeering niet alleen te Kiel verblijf, maar ook de beweging levendig,waartegen de weinige voorstanders der Pruisische annexatie zoo goedals niets vermochten. Dat gaf tot eiudelooze geschillen aanleiding.Pogingen van Pruisen om de Oostenrijksche regeering te bewegentot het richten aan Augustenburg van een nitnoodiging om dehertogdommen te verlaten , daar zijn aanwezigheid de rust bedreigde ,hadden geen beter gevolg. Te Weenen wilde men de zaak zoo spoe-dig mogelijk door overdracht der hertogdommen aan Augustenburgten einde brengen en op dat voornemen stuitte alles af. Daaren-

Page 181: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

171

tegen bleef Bismarck weigerachtig een beslissing te bespoedigen doorkenbaarmaking der voorwaarden, waarop Pruisen die overdracht wildelaten geschieden , en beklaagde zich ernstig over den naar zijn oor-deel onbetamelijken haast, waarmede door Oosteurijk daarop werdaan gedrongen.

Het duurde tot Februari 1865 eer hij aan dien wensch voldeed.Zooals van zelf sprak , waren de Pruisische eischen van dien aard ,

dat geen mensch in Oostenrijk geneigd kon zijn die in to willigen.Kenschetsend was het echter voor het standpunt van Biegeleben en deandere ministeriaal-raden van het Oostenrijksche ministerie, dat het nietde afstand aan Pruisen van Kiel als maritiem station en van Rendsburg(de laatste plaats onder den naam van bondsvesting) was, of het toe-zicht op aanleg en beheer van het Oost-Noordzeekanaal en de toe-treding tot het Tolverbond, wat dezen als reden gold om de voorstellenaf te wijzen , maar in het bijzonder het onder Pruisisch bevel stellenvan de militaire mocht der hertogdommen, de eed op het vaandel derSleeswijk-Holsteinsche troepen aan den koning van Pruisen en dam ook,hoewel in mindere mate, het onder Pruisisch gezag stellen van posten telegraaf, en onherroepelijke aansluiting aan het Pruisische tolstelsel.Want alleen deze eischen maakten inbreuk op de souvereine rechteu ,die den toekomstigen hertog als bondsvorst toek wamen , en van eenwijziging in de Bondswet , die volkomen gelijkheid van alle ledenonderstelde , mocht geen sprake wezen.

Dat antwoord kwam in Berlijn niet onverwacht. Het teekende deopvatting van den toestand die daar bij de regeering heerschte , datMoltke gevraagd werd om een rapport over den militairen toestand vanOostenrijk. Bismarck en Boon zagen den oorlog naderen.

En werkelijk was keizer Frans Joseph, hoewel verre van oorlogzuchtig,niet geneigd aan de Pruisische eischen te voldoen , maar bleef bij hetplan, Augustenburg zonder eenige voorwaarden tot hertog van den tescheppen bondstaat Sleeswijk-Holstein te verheffen. De Sleeswijk-Holsteiners ontdekten dit weldra door de wijze waarop Halbhuber vannu af optrad en niet minder uit Oostenrijk's optreden in den Bonds-dag. Daar hadden Beieren , Saksen en Hessen-Darmstadt in Maarteen motie voorgesteld , die inhield , dat de Bond met vertrouwen deverwachting nit zou spreken, dat Oostenrijk en Pruisen nu het bestuurover Holstein (met Sleeswijk had de Bond niets te maken) zouden over-dragen aan Augustenburg. Oostenrijk stemde daar voor, maar deelde

Page 182: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

172

tegelijk mede dat het bereid was tot die overdracht , zoodra dat ookmet Pruisen het geval zou zijn. Niet zeer bemoedigend zeker voorwie niet zoo opgewonden was als nu de Sleeswijk-Holsteiners en devrienden en aanhangers van Augustenburg waren. Doze laatsten lettendaar zoo weinig op, dat de ministers van den erfprins de voorstellenvoor onaanneembaar verklaarden.

Om te bewijzen , dat hij werkelijk bezitter (zij het dan ook slechtsvoor de helft) van de hertogdommen was, beval koning Willem nu deverplaatsing van het Pruisische marinestation van Danzig naar Kiel,en Bismarck antwoordde op Oostenrijk's bez waren hiertegen slechts metde opmerking dat den koning vrijstond jets dergelijks to doen. Zookwam men niet verder. Men stond niet op gelijk standpunt. Pruiseneischte zijn bezitrecht geeerbiedigd te zien , maar ontzeide zijn mede-bezitter het recht van dat recht gebruik te maken ten voordeele vanAugustenburg. Oostenrijk daarentegen wilde niet dulden dat Pruisenzijn bezitrecht handhaafde. Het wilde de zaak aan den Bond voor-leggen, maar Pruisen ontkende dat de Bond er jets in te zeggen had.

Het was duidelijk dat een dergelijke toestand niet was vol te houden.Het was geen vraag van recht, maar van macht. De eiudelooze wisselingvan nota's, die voigde, diende tot niets dan tot verergering der spanning.Maar koning Willem kon tot een oorlog niet besluiten. Zijn geheelehart kwam er tegen in verzet , al erkende hij de juistheid der rede-neering van Bismarck in den grooten ministerraad van 29 Mei, dat ,daar Oostenrijk zijn recht op de hertogdommen alleen tegen afstandvan grondgebied aan Pruisen wilde afstaan en ook niet den, in Februarigestelden, eisch omtrent het bevel over de Sleeswijk-Holsteinsche troepenwilde bewilligen, or niets overbleef dan oorlog, waartoe hij het oogen-blik gekomen achtte.

Bismarck had echter daaraan toegevoegd , dat de ministers dit nietaan den koning moehten aanraden , dat dit besluit alleen door denkoning mocht genomen worden. Moltke, die de zitting bijwoonde ,sprak nadrukkelijk voor de annexatie en, as Oostenrijk zich daar tegenverzette, voor den oorlog. Hij vertrouwde vast dat het leger de proefzou doorstaan. Maar de kroonprins kwam met kracht voor de rechtenvoor Augustenburg op en waarschuwde tegen een oorlog. Bit laatsteschijnt beslissend te zijn geweest. De koning verklaarde zich zijnbesluit nog te willen voorbehouden.

Maar het scheen wel, alsof alles samenspande om een oorlog te ver-

Page 183: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

173

wekken. Koning Willem mocht aan het Oostenrijksche bondgenoot-schap willen vasthouden , het werd onmogelijk als hij niet besloottot een terugwijken, dat minstens even veruederend was als deOliniitzer capitulatie. Minder dan ooit kon hij thans tot zoo iets be-sluiten , nu terugwijken voor Oostenrijk tevens de erkenning inhielddat de legerhervorming , waarover nu al drie jaar het rampzalige con-flict bestond dat Pruisen van zijn koning vervreemdde , tot nietswezenlijks nut was. Dan hadden zij gelijk , die nu nog in hethuis van afgevaardigden volhielden, aan de regeering elken pfennig teweigeren die voor leger en vloot buitengewoon werd aangevraagd, enniet de koning, die volhield dat geld in strijd met den geest dergrondwet uit te geven. En dat toegeven zou, wat het nog ergermaakte , juist plaats hebben terwijl in Pruisen in de openbare meeningeen kentering was waar te nemen.

De oorlog met Denemarken was in Pruisen alles behalve populair ge-weest en had niet vermocht de liberale meerderheid in het huis vanafgevaardigden tot ander° gedachten te brengen. Nog in ditzelfde jaarwerden de bitterste verwijten over en weer tusschen regeering enafgevaardigden gewisseld. Toch was het yolk trotsch op de behaaldezegepralen , op Thippel en Alsen , en erkende dat die hovenal te dankenwaren aan de vernieuwing, die in het leger had plaats gehad. Daar-enboven , de gang der politieke gebeurtenissen was zulk een, dat zijhun , die verder zagen dan de menigte , de oogen opende. Velen vande invloedrijkste mannen in Pruisen, die vroeger zich tegen Bismarckverklaard hadden, begonnen thans te oordeelen dat deze op den rechtenweg was om het Klein-Duitsche ideaal, zij 't ook op zeer eigenaardigewijs , te verwezenlijken ; zij begonnen in te zien dat hij voor het eerstsinds lange jaren Pruisen den rang verzekerde , then het in Europatoekwam, en tevens dat hij niet de blinde reactionnair was, waarvoorhij werd uitgekreten , maar bereid met de liberalen samen te wekken ,als deze het met hem wilden doen. Met name gold dat van de historici,van de professoren , die in 1848 zoo ijverig voor Pruisen hadden ge-werkt , maar in 1862 meest alien zich aan de zijde der oppositie haddengesteld. En met hen niet weinigen zeker, , die, omdat Bismarck aan-vankelijk geslaagd was, omdat onder zijn leiding Pruisen Denenaarkenhad gedwongen Sleeswijk-Holstein op te geven, de zaak anders inzagendan te voren, de velen , die voor alles op het succes zien. Zeker, vaneen oorlog met Oostenrijk had men (althans verreweg de meerderheid

Page 184: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

174

des yolks) in Pruisen een afschuw, nog meer van een met de overigeDuitsche staten , maar Sleeswijk-Holstein opgeven , nu men het bezat,dat scheen velen ongeoorloofd , daar kwam de Pruisische trots tegenin verzet.

Aan terugwijken dus kon koning Willem niet denken. Maar hijgal daarom niet dadelijk toe, dat een oorlog onvermijdelijk was. Hijliet de onderhandeling met Oostenrijk voortzetteu. Van Augustenburg ,die in deze dagen formeel weigerde aan het verlaugen des konings dathij Holstein zou verlaten , to voldoen , wilde hij niets meer weten.Maar wel wilde hij een andere candidatuur beproeven. In Juni sloeg Bis-marck die van den hertog van Oldenburg voor, maar op voorwaarde datOostenrijk toestemde, dat A ugustenburg uit Holstein word gejaagddat de agitatie voor hem ophield. Doch dit alles mocht tot nieuwebesprekingen , tot tijdelijko toenadering leiden , aan de hoofdzaak ver-anderde het niet veel. Want in Holstein nam de beweging voorAugustenburg bedenkelijke vormen aan , en elke poging om daartegenop to treden werd verijdeld door Halbhubers weigering er aan deel tenemen. Aileen kon de Pruisische commissaris niets doen. En daareon voorslag tot persoonlijke bespreking tusschen de vorsten vooreerstin Oostenrijk niet scheen to worden aangenomen, kreeg de toestand inJuli een zeer dreigend aanzien. In Pruisen besloot men tot het zendenvan een ultimatum. Daarbij word elke voortzetting der onderhandelinggeweigerd, zoolaug de beweging voor Augustenburg voortduurde. WerkteOostenrijk mode om die to beletten , dan verklaarde Pruisen zich be-reid tot onderhandeling over de candidatuur van Oldenburg, zoo niet,dan zou het zelfstandig in de hertogdommen optreden.

De koning ging daarop als elk jaar, na eon verblijf te Karlsbad ,naar Gastein , waarheen Bismarck hem vergezelde. Onder weg werdto Regensburg eon Pruisische ministerraad gehouden, om den verdereuloop der zaken to bespreken , en met name de financien, voor het ge-val van eon oorlog.

Schmerling's Terwijl men in Pruisen zich tot den oorlog voorbereidde , was inval. Linde vanden Oosten- Oostenrijk de binnenlandsche toestand zoo geworden , dat or bijna geen

rijkschen con- sprake van kon zijn , dat de monarchie onder die omstandigheden eonstitutioneeleneenheidsstaat. oorlog kon voeren.

In den zomer van 1864, in den tijd toen de Londensche conferentiehaar vruchteloozen arbeid staakte , was in Hongarije de adres-partij

Page 185: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

175

onder Deaks leiding voor den dag gekomen met een wijziging vanprogramma. Zij vroeg niet meer een zuivere personeele unie , maarerkende de noodzakelijkheid , dat de eenheid van buitenlandsche staat-kunde en leger voor al de staten die aan den keizer-koning onderdanigwaren , bewaard bleef. Zij verklaarde er dus in to willen berusten, datbij volkomen zelfstandigheid van binnenlandsch bestuur en wetgeving,dergelijke getneenschappelijke aangelegenheden behandeld zouden wordenin delegatien van den Hongaarschen en den Oostenrijkschen rijksdag.Eerst echter moest de koning zich laten kronen, en daardoor zich alswettig koning van Hongarije door zijn yolk laten erkennen, en moestende sedert 1848 van de Hongaarsche kroon afgescheiden landen er wederaan worden toegevoegd. Het was de regeling , welke tot op denhuidigen dag tusschen beide deelen der Oosteurijksch-Hongaarschemonarchie bestaat.

In Hongarije was reeds de conservatieve adel voor het plan gewonnen;van de radicalen kon met grond verwacht worden, dat zij wel krachtigentegenstand zouden bieden , maar op den duur voor het over wicht vanDeak zouden moeten bukken , achter wie de groote massa van hetyolk zich schaarde. In Oostenrijk was colder de, de meerderheid van denrijksraad uitmakende, Duitschers een deel (en daaronder de beste mannender liberale partij) bereid om op het aanbod in to gun. Schmerlingechter niet. Hij beweerde dat Hongarije door den opstand van 1849zijn constitutie had verbeurd , dat het dus geen recht had op meerderezelfstandigheid dau eenig ander kroonland , veel min op eenig gezagover sommige landen, die in vroeger tijd er aan onderdanig waren ge-weest. Het alleruiterste wat hij Hongarije kon toestaan was al ge-geven toen de Hongaarsche rijksdag volgens de wet van 1848 wasbijeengekomen. Wilden de Hongaren zich niet voegen , goed , Oosten-rijk kon wachten. Op den duur zou het Hongaarsche yolk de zege-ningen van het modern bewind hooger stellen dan oude voorrechten.

Het was een trotsch woord , maar moeilijk goed to maken als men,na drie jaar wachten, geen ander resultaat had aan to wijzen dan hetverschijnen der beide Zevenbergsche afgevaardigden. Vandaar dat onderde Duitschers algemeene twijfel aan de uitvoerbaarheid van Schmerlingsplan begou to rijzen , terwijl zij tegelijkertijd hoe langer hoe meer tegenzijn binnenlandsche staatkunde in verzet kwamen. Daartegen trad hijop eene wijze op , die hem zeer kwalijk werd genomen , zoodat dezittingen van den rijksraad niet zelden een stormachtig karakter kregen.

Page 186: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

176

Dat was echter niet geheel zijn schuld. De Duitschers in den rijks-raad eischten liberale wetten, afschaffing van het concordaat, evenwichtder finaucien door beperking der militaire uitgaven De keizer wildevan dit alles niets weten ; hij achtte zich door de inmenging van denrijksraad gekrenkt in zijn vorstelijk gezag en eischte van zijn minister,dat hij zich met alle macht daartegen zou verzetten. Schmerling,die geen plooibaar karakter had en door de oppositie geprikkeid word,volvoerde dien last wel , mar met geen ander gevolg dan dat hijimpopulair werd zonder dat hij den keizer bevredigde , want hij konniet beletten dat de rijksraad de begrooting van oorlog sterk besnoeide.Zoo gaf hij aan beide zijden aanstoot, en werd hij de algemeene zonden-bok. Zelfs duidden de Duitsche liberalen Schmerling den oorlog tegenDenemarken met Pruisen en zonder de middenstaten euvel , een aller-onbillijkste beschuldiging , daar niemand meer dan hij getrachthad dit to beletten en den ommekeer ten gunste van Augustenburgtoejuichte. Dat bleek genoeg bij zijn laatste geschil met Rechberg.Een oogenblik scheen het dat diens heengaan Schmerlings positie zouversterken , maar weldra bleek dat zijn vijanden aan het hof evenmachtig bleven en, zoodra de rijksraad bijeen kwam , dat de Duitscheoppositie nog vijandelijker dan to voren tegen hem optrad.

Onder dergelijke omstandigheden viol het Esterhazy niet moeilijkbij den keizer een gereed oor to vinden voor zijn aanklachten tegenden staatsminister en diens geheele stelsel. De keizer had, zooals wijweten , Schmerling nooit persoonlijk kunnen lijden, hij weet hem nogaltijd dat hij tot het zoo droevig mislukte Frankforter vorstencongreshad gedreven. Maar or was meer. Frans Joseph had genoeg van hetgeheele centralistisch en, nog moor, van het constitutioneele stelsel. Op-gevoed als strong katholiek en conservatief, , op den troon gekomen ophet oogenblik dat de reactie begon , daarop tien jaar lang volstrektonbeperkt vorst , kon hij geen vrede hebben met eon stelsel , datOostenrijk noch den inwendigen vrede , noch meerdere welvaart enaanzien verschafte, dat alleen scheen to dienen om de Duitsche bur-gerij aandeel aan de regeering te geven. Aileen het succes zou hemdaarmede hebben kunnen verzoenen, en Schmerling had met zijn stelselgeen enkel succes behaald. Esterhazy kon hem dus gemakkelijkoverhalen om eon proefneming to staken , die zoo weinig voldeed enterug te keeren , zoover het mogelijk was, tot het oude , in Ester-hazy's oogen eenig goede on beproefde stelsel van Metternich. Maar

Page 187: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

177

eerst verzoening met Hongarije en inrichting der regeering daar, zoo-veel als het kon , gelijk die voor 1848 geweest was, d. w. z. mederegeerenvan den hoogeu adel en de geestelijkheid , terwijl de lagere klassendoor een hoogen census van den rijksdag zouden worden uitgesloten.Dat moest ook zooveel mogelijk de grondslag zijn van het bestuurder andere landen, aan welke ook een betrekkelijk groote mate vanzelfstandigheid zou worden verleend. Maar de centrale regeering zouweder alleen bij den keizer berusten.

Zonder dat Schmerling er in gekend werd, begaf zich keizer FransJoseph in den zomer van 1865 naar Hongarije, waar hij met uit-bundige geestdrift word ontvangen. En daar gekomen , verving hijden hofkanselier Zichy, een van Schmerliugs weinige vertrouwdevrienden in Hongarije, door Mailath , een der leiders der conservatievemagnates, een bekend tegenstander van het centralisme. Schmerlingbegreep den wenk en bood zijn ontslag aan. Aartshertog Reinier, deministerpresident in naam en zelf een man van constitutioneele begin-selen , zocht te bemiddelen , maar zonder gevolg. Then vroeg ook hijzijn ontslag en met hem het geheele ministerie. Het werd natuurlijkaangenomen. Behalve Esterhazy, die echter zich wel wachtte voor hetaanvaarden van een portefeuille, bleef alleen Mensdorff, en wel opuitdrukkelijk verlangen des keizers, die zijn ministers als zijn per-soonlijke dienaren beschermde, welke maar niet, als zij wilden , hundienst mochten opzeggen , maar moesten wachten tot de keizer hetgoed vond hen te laten gaan. Nadat nog de begrooting inderhaastwas afgedaan, werd den 30 ste" Juli 1865 het ministerie Schmerlingvervangen door een ander dat, naar zijn president, het ministerieBelcredi, maar gewoonlijk spottenderwijs het graven ministerie werdgenoemd.

Het waren alle hoog adellijke heeren , graaf Belcredi, graaf Mens-dorff, , graaf tarisch , de minister van financien , graaf Esterhazy ennog verscheidene graven meer, maar uitsluitend middellnatigheden ,Esterhazy uitgezonderd , die echter door besluiteloosheid en geniis vanenergie zijn werkelijk groote talenten nutteloos maakte.

Zoo viel Schmerling, de man die gedacht had Oostenrijk tot eenmodernen constitutioneelen eenheidsstaat te maken. Zijn stelsel over-leefde hem niet lang. Den 20sten September van hetzelfde jaar werdende door het patent van Februari 1861 ingevoerde grondwettige be-palingen geschorst en, totdat de Hongaarsche rijksdag en de 17 land-

II

Page 188: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

178

dagen over de nieuwe staatsinrichting gehoord waren, de ministers ge-maehtigd het bestuur, ook ten opzichte der financial, geheel zelfstandigte voeren. Voor een opheffing der plechtig voor onverbrekelijk enonherroepelijk verklaarde constitutioneele rechten d.einscie men thansechter terug. Er was geen Schwarzenberg meer in Oostenrijk.

Bij de Slaver' was natuurlijk algemeen gejubel over het ophoudeneener wet, die den Duitschers het heft in handen gaf ; de Hongaren ,die geenszins van plan waren hun programma prijs te geven , nameneen afwachtende houding aau , de Duitschers waren diep verslageu ;zij zagen dat hun het gezag outglipte, dat zij tot nog toe, zelfs onderhet absolutisme, als bun natuurlijk bezit hadden beschouwd.

Het verdrag Het lag voor de hand, dat het voor Oostenrijk onmogelijk wasvan Gastern.

onder zulke omstandigheden een oorlog te beginnen. De conserva-tieven of liever reactionnairen, — want Esterhazy en de zijnen wildennaar de toestanden van voor 1848 terug , — waren allerminst geneigdom den wille van Augustenburg en de Groot- Duitsche liberalen eenoorlog te beginnen tegen Frnisen. liategendeel , zij wensehten den

toestand van voor 1848 terug , toen beide mogendheden gemeen-schappelijk (natuurlijk onder Oostenrijks leiding) den Bond haddenbeheerscht. Daarenboven meenden zij in Bismarck een verwantengeest te zien , een natuurlijken bondgenoot tegen de revolutie enhet liberalisme, wat voor hen hetzelfde beteekende. Esterhazy vooralwas een beslist tegenstander van een oorlog , die, zelfs in gevalOostenrijk de overwinning behaalde , toch zooveel veranderingen inDuitschland en waarschijnlijk ook in Oostenrijk zou na zich sleepen ,dat noch de Bond, noel" Oostenrijk dezelfde bleven. En in zijn oogbeantwoordden beide, altijd zonder de Februari-constitutie in het laatste,vrijwel aan het ideaal , dat hij zich van beide gevormd had.

Lit den aard der zaak dus vredelievend gezind, werd Esterhazy in dierichting nog verder gedreveu door het inzicht, dat op het oogenblik detoestand der monarchie geen oorlog toeliet. Om het deficit, dat zelfsdoor een zoo bekwaam financier als Plener uiet kon worden uit denweg geruimd, dit jaar zoo klein mogelijk te maken, was het leger opzoo lage sterkte als maar mogelijk was gebracht , zelfs de garnizoenenin Venetie ; maar er was took zoomin geld als crediet en van belasting-verhooging kon kwalijk sprake zijn. Offervaardigheid te verwachteuvan een bevolking , die zoo ontevreden was als die der monarchic in

Page 189: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

179

het algemeen, was onzinnig. Het was veel als men de rust overalbehoorlijk bewaarde. Daarbij eindelijk een volledige wisseling vanregeerende personen, die gevolgd stond te worden door een niet mindervolledige wisseling van regeeringstelsel. Waarlijk, zelfs de oorlogszuch-tigste zou zich tweemaal bedenken eer hij onder die omstandighedennaar de wapens greep. En keizer Frans Joseph was geenszins oorlog-zuchtig, hij wenschte van harte den vrede, Lofts Oostenrijks eer erniet mede gernoeid was. Daarom wilde hij van geen afkoopen vanzijn rechten op de hertogdommen hooren, waar herhaaldelijk op wasaangedrongen met name door Plener, die op die wijze een einde aanhet deficit had hopen te waken. Ook bet aanbod om voor een mil-liard francs Venetie aan Italiö of te staau , had bij hem doove oorengevonden. Maar een andere oplossing van het vraagstuk was hem evenwelkom als Esterhazy. Juist op het oogenblik dat het ministerie13elcredi optrad, was het uitzicht daarop geopend.

Graaf Blome, een Holsteinsch edelman, die Oostenrijksch gezant teM iinchen was, kwam toen bij Mensdorff met den voorslag voor dendag, dat de beide medebezitters der hertogdommen, zoolang het con-dominium duren zou, niet samen beide, maar ieder een hertogdomzouden beheeren ; dan, meende hij, zou aan het eeuwig getwist eeneinde komen. Als een noodmiddel werd deze voorslag zoowel door denkeizer als door den minister beaamd ; daar het plan echter zeker tegen-werking bij Biegeleben zou vinden, werd besloten bet geheim te houden,en daarom vertiok Blome met een persoonlijke opdracht des keizersnaar Gastein, waar de koning van Pruisen inmiddels was aangekomen.Zoolang Biome nog trachtte voor Augustenburg te spreken, wat hembevolen was, kwam hij noch bij Bismarck, noch bij den koning eenstap verder. Maar toen hij zijn eigen plan ter sprake bracht, verklaardeBismarck dit voor aannemelijk.

Evenwel zoowel aan Pruisische als aan Oostenrijksche zijde ver-heelde men zich niet, dat Blome's plan eigenlijk geen oplossing bracht.Maar de zekerheid die Bismarck in deze dagen verkreeg, dat hij bijeen oorlog niet vast rekenen kon op den bijstand van Italie en op deouzijdigheid van Frankrijk, deed hem besluiten liever in een schikkingte treden, waardoor voorloopig de vrede bewaard kon blijven. Dat ditvoor de toekomst niet veel beloofde bleek genoeg daaruit, dat Pruisenbleef weigeren over een eindbeslissing te onderbandelen, zoolang debeweging in de hertogdommen bleef voortduren, en Oostenrijk even-

Page 190: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

180

seer ongeueigd was Augustenburg uit deze te verwijderen, waarom danook van deze dingen bij den voortgang der onderhandelingen in Augustusgeen melding werd gemaakt. Nog duurde het veertien dagen eer beidepartijen het eens werden. Eerst 14 Augustus 1865 werd de overeen-komst te Gastein geteekend. Haar iuhoud kwatn hierop neer :

Voortaan zou Holstein onder bestuur van Oostenrijk, Sleeswijkonder dat van Pruisen staan, maar Kiel met Friedrichsort sou voor-loopig als marinestation aan Pruisen komen, terwijl Rendsburg dooreen gemengde besetting zou worden beset. Pruisen behield verder tweemilitaire etappenwegen door Holstein met een telegraaflijn en het rechthet Oost-Noordzeekanaal aan te leggen en te beheeren. Eindelijk stondde keizer van Oostenrijk aan den kouing van Pruisen zijn recht opLauenburg af voor een som van 21/, millioen Deensche daalders, diedeze uit zijn partieuliere kas betaalde. Tegen het koopen van „Landund Leute" schijnt bij hem geen bezwaar te hebbeu bestaan !

Pruisen verkreeg dus aanzienlijke voordeelen, Oostenrijk eigenlijkniets dan de afkoopsom voor Lauenburg. In de hoofdzaak werd eigenlijkgeen verandering gebracht, want het lag voor de hand, dat het ont-staan van geschillen al even gemakkelijk was, als onder den oudentoestand ; alles hing af van den goeden wil der wederzijdsche ambte-naren. Bismarck zelf noemde het werk het overplakken van scheurenin een gebou w. Alleen koning Willem, die op eervolle wijs den openstrijd met Oostenrijk vermeden sag en sich verheugde Lauenburg zoogemakkelijk te hebben verkregen, gaf zijn tevredenheid openlijk tekennen, door zijn minister, as belooning voor zijn beleid, in den graven-stand te verheffen.

De Oostenrijksche staatslieden zagen in de overeenkomst niet veelmeer dan wat het werkelijk was, een middel om den vrede nog eenigentijd te behouden. Zij hoopten dat ook her tijd winnen alles winnensou beteekenen, en dat een vergelijk met Hongarije en herstel vanhet financieel evenwieht de krachten der monarchic versterken zoudentegen den strijd die aanstaande was.

De publieke opinie was daarentegen onder de Duitsch-Oostenrijkers seerongunstig gestenad ; ook het leger was ontevreden dat men den hoog-moedigen Pruisen niet had getoond dat de Keizerstaat nog altoos de eerstemacht van Duitschland was. Nog sterker was de verontwaardiging in hetoverige Duitschland; daar beschouwde men het verdrag algemeen als eonverraad aan Sleeswijk-Holstein. Maar terwijl de 'Nationale Vereeniging

Page 191: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

181

alle krachten inspande om te toonen hoe censtemmig geheel Duitsch-land dacht en, in de nieuwe bijeenkomst van afgevaardigden uit alleDuitsche landen (er waren echter slechts 8 Pruisen en 1 Oostenrijkeraanwezig), in de meest krasse termen protesteerde , achtte de Groot-Duitsche partij het beter een afwachtende houding aan te nemen. Ookde regeeringen der midden- en kleine staten durfden meestal tegenoverde weder vereenigde mogendheden hun ergernis niet luchten. In Pruisenbegon hoe langer hoe meer zich een kentering te vertoonen ; menbegon er in de annexatie der hertogdommen een Pruisisch belang tezien. Hoe langer hoe minder talrijk werden er de stemmen dergenen,die meenden dat de oorlog tegen Denemarken slechts had moetendienen om de gemoederen of te leiden van de binnenlandsche ge-schilleu , of die meenden dat het Pruisens plicht was Augustenburgtot souverein te maken. Enkelen begonnen al te begrijpen welkenweg Bismarck dacht te volgen.

In het buitenland baarde het verdrag groote opschudding bijalle partijen ; de pers liet zich in de meeste landen nog onguu-stiger over Pruisen en Bismarck uit dan gewoonlijk. OokDrouijn de Lhuys en lord Russell gaven , in circulaires aan deFransche en Engelsche diplomatie in het buitenland, hun verontwaardi-ging lucht op een toon zooals niet dikwijls in dergelijke stukkenpleegt gehoord te worden , althans wanneer zij voor openbaarmakingbestemd zijn. Van Russell had Bismarck niet anders verwacht; hijwist dat op diens uitval geen daden zouden volgen, maar dat de Franscheminister zoo sprak , kort nadat diens meester zich zoo geheel anderstegen den Pruisischen gezant Von der Goltz had uitgelaten, gaf hemaanleiding om, onder voorwendsel van een badkuur, , in October naarBiarritz te reizen , de bekende badplaats aan den voet der Pyreneeen ,waar zich het Fransche hof ophield. Daar trad hij met Napoleon inpersoonlijk overleg.

Tot een bepaalde overeenkomst, als voorheen te Plombieres, kwam hetDiet, maar toen Bismarck in December naar huis keerde , had hij dezekerheid , dat Frankrijk vooreerst niet tegen Pruisen zou optreden ,wanneer de verhouding tot Oostenrijk in een volgend jaar opnieuwaanleiding tot oorlog gaf. Meer behoefde hij niet. Integendeel washet zelfs beter voor Pruisen dat een verbintenis met Frankrijk ver-meden werd , daar hieraan noodzakelijk beloften omtrent eventueelevoordeelen voor het laatste verbonden moesten worden. En dat was

Page 192: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

182

eon punt, waaromtrent het bijna onmogelijk moest zijn tot overeen-stemming te komen. Vooral niet omdat koning Willem in geen gevalDuitsch grondgebied, laat staan Pruisisch, aan Frankrijk wilde afstaan.Zoo bleef het aan weerszijden bij vage aauduidingen , alleen werd af-gesproken, dat, in geval de koning van Pruisen wenschelijk achtte toteon nadere overeenkomst met Frankrijk te, geraken, hij den keizer per-soonlijk zou schrijven.

Zoo was het naspel van het verdrag, dat de vriendschap tusschen debeide bezitters van Sleeswijk-Holstein moest in stand houden, reeds eeneerste stap tot voorbereiding van eon nieuwe breuk. Dat lag in denaard der zaak. Een toestaud zoo als thans in Duitschland bestond ,was niet voor vredelievende oplossing vatbaar.

Laatete Intusschen, op het oogenblik toen het verdrag van Gastein geteekendpogingen omhet Oosten. werd , was er niemand , die niet eerlijk wilde trachten den vrede to

rijkach-Pruisisch ver- bewaren. Wel is waar had goon van beide partijen anders dan go-bond in stand dwongen in het sluiten der overeenkomst toegestemd (Oostenrijk had

te houden.zelfs eerst nog bij Napoleon stappen gedaan, om zich diens bijstand toverzekeren, maar zouder eenig good gevolg), maar nu zij gesloten was,deden beide partijen haar best ze zoo goed mogelijk uit te voeren.Want ook Bismarck, hoe overtuigd ook van de onvermijdelijkheid vaneen oorlog, wilde veel liever een andere oplossing, to eerder omdat hijwist hoe oneindig moeilijk het zou zijn, koning Willem tot eon breukmet Oostenrijk to bewegen. Vandaar dat de nieuwe gouverneurs dernu administratief gescheiden hertogdommen, de Oostenrijksche generaalGablenz in Holstein (de aanvoerder der Oostenrijksche troepen in denafgeloopen veldtocht) en de Pruisische generaal Mauteuffel in Sleeswijkzeer vriendschappelijk jegens elkander optraden en zooveel mogelijkalles vermeden wat aanstoot geven kon.

Maar de aanwezigheid van den erfprins van Augustenburg in Hol-stein bleef aan zijn aanhangers, waartoe titans vrijwel de geheele bevol-king behoorde, voortdurend gelegenheid bieden tot demonstraties, welkedoor de Pruisische regeering hoog opgenomen werden, terwijl zij doorde Oostenrijksche als dood-onschuldig werden voorgesteld. Na enkelemaanden gaven zij tot eon uiterst vinnige briefwisseling tusschen degouverneurs on ten slotte, in Jauuari en Februari van 1866, tot eon wisse-ling van nota's tusschen de beide kabinetten aanleiding , die aanduidde,dat het met het bondgenootschap voor good gedaan was. Reeds vroeger

Page 193: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

183

was een Pruisisch voorstel tot afkoop der Oostenrijksche rechten op dehertogdommen kategorisch afgewezen, tegelijk met een dergelijk aanbodbetreffende Venetie van de zijde van Italie. Te Weeneu was menovertuigd dat Pruisen slech ts beoogde Oostenrijk valstrikken te spannenen weigerde men elke bespreking van de wijze, waarop zich het Oosten-rijksche bestuur in Holstein tegenover Augustenburg gedroeg. TeBerlijn was men overtuigd, dat er van een verder samengaan metOostenrijk geen sprake kon ziju en bereidde men zich voor op de breuk.

In geen land van Europa werd de zonderlinge verhoudiug tusschenOostenrijk en Pruisen met zooveel zorg gadegeslagen als in Italie.Daar was door de zoogeuaamde September-overeenkomst van het jaar1864 (waarvan ik elders zal hebben te verhalen) de Romeinsche quaestievoorloopig van de bawl geschoven ; des te meer hoopten regeering enyolk thans op een kans om Venetie te winnen.

Reeds in het vorig jaar, tom de spanning tusschen Pruisen enOostenrijk dreigend scheen te worden, was er tusschen den Pruisischengezant te Florence (waarheen tengevolge der September-overeenkomstde zetel der regeering was overgebracht) en den Italiaanschen minister-president, toen generaal La Marmora, over eat bondgenootschap gehan-deld. Maar La Marmora, die overal gevaar in zag behalve in nauweaansluiting aan Frankrijk en die niemand minder vertrouwde dan Bismarck,had zich zoo weinig bemoedigend uitgelaten, dat de Pruisische regeeringvooreerst van elke verdere bespreking afzag en er een der aanleidingenin zag om tot de overeenkomst van Gastein te besluiteu.

Maar het lag zoo zeer voor de hand, dat Italie elke gelegenheidaangreep , welke eenige kans hood tegen Oostenrijk , dat niet alleenvoor Pruisen, maar voor elkeu staat verwijdering van Oostenrijk tegelijktoeuadering tot Italie beteekende. Daarom hadden ook Beieren en Saksen,om hun verbittering over het verdrag van Gasteiu aan Oostenrijk te latengevoeleu, terstond hun tegenstand tegen het door Pruisen voorgesteldehandelsverdrag tusschen Italie en het Tolverbond opgegeven, wat natuur-lijk ook de erkenning van het nieuwe koninkrijk door alle Duitschestaten, met uitzoudering alleen van Hannover en Nassau, ten gevolge had.

Dat was een heele stap nader ; Pruisen werd nu in Italie populair, ,want daar beschouwde men het verdrag bovenal als een vijandige daadtegen Oostenrijk. Zelfs La Marmora kon voortaan bezwaarlijk aan denernst van mogelijke nieuwe Pruisische voorslagen twijfelen.

HetPruisisch-Italiaanschverbond.

Page 194: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

184

Zoodra in het begin van Februari 1866 de tusschen Weenen enBerlijn gewisselde nota's aan ieder die begreep wat de daarin gebezigdeuitdrukkingen beteekenden , de onmogelijkheid had doen inzien dathet condominium in Sleeswijk-Holstein werd voortgezet, terwijl even-min een der partijen afstand van zijn aandeel doen wilde , bereiddeBismarck rich voor op den nu in zijn cog onvermijdelijk geworden oorlog.

In de eerste plaats was het noodig den koning van die onvermijde-lijkheid te overtuigen. Want Willem I stuitte het denkbeeld van eenoorlog met Pruisens natuurlij ken bondgenoot tegen de borst , haastnog meer dan dat van een met andere Duitsche staten. En hoezeerhij met het denkbeeld der oprichting van een. nauwer Duitsch ver-bond zonder Oostenrijk vrede had, de instelling van een door hetalgemeen stemrecht gekozen parlement , dat zijn minister daarvoor inhet leven wilde roepen k wam hem revolutionnair en democratischvoor. Daarvoor het zwaard to trekken tegen Oostenrijk , stond voorhem gelijk met een verloochening van ziju verleden.

En toch wilde Bismarck in geen geval den oorlog alleen ova hetbent van Sleeswijk-Holstein voeren. Hij wilde in den oorlo,o; aanPruisen de sympathie van het Pruisische en, zooal niet van het ge-heele, dan toch van het grootste deel van het overige Duitsche yolkverzekeren, en die was niet te verwerven door zulk een motief. Daar-voor was noodig dat Pruisen optrad als de kampioen voor de Duitschehervorming. Eerst langzamerhand gelukte het Bismarck den koningmet doze denkbeelden to verzoenen. Vooreerst was het vooral de for-meek weigering van Oostenrijk om aan de Pruisische bezwaren tegende Augustenburgsche agitatie tegemoet te komen, die dezen den oudenbondgenoot als een vijand dedeu beschouwen. De koning beschouwdedie agitatie als een inbreuk op zijn wel verworven recht en Oosten-rijks daaraan verleende bescherming eenigermate als eon persoonlijkebeleediging , die hij , bij alle begeerte naar vrede, niet wilde dulden.Beslister dan in het vorig jaar sprak Willem dit in den op 28 Fe-bruari gehouden kroonraad uit, waarin, buiten den minister van finan-cien Bodelschwing , alleen de kroonprins zich tegen den oorlog ver-klaarde. Na alien te hebben aangehoord , ook Roon en Moltke,verklaarde hij dat het bent der hertogdommen wel een oorlog waardwas, maar dat eerst alle moeite moest gedaan worden om dat opvredelievende wijs te verkrijgen, omdat hij van harte den vrede wenschtete behouden, al hield hij ook den oorlog voor gerechtvaardigd.

Page 195: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

185

Daarop werden nieuwe stappen bij Frankrijk en Italie gedaan.Willem schreef, zooals te Biarritz was afgesproken, aan Napoleon, dathij het oogenblik voor nadere besprekingen gekomen achtte en belastteGoltz met de daaruit volgende onderhandelingen. Aan Moltke werdopgedragen naar Italie te reizen , om een overeenkomst omtrent eenaauval op Oostenrijk te bespreken.

Dit laatste werd overbodig. Juist op denzelfden dag , waarop teBerlijn kroonraad was gehouden , had Napoleon aau de Italiaanscheregeering te kennen gegeven , dat een verbond tusschen Italie enPruisen bet beste middel zou wezen om Oostenrijk te bewegen tot eenminnelijken afstand van Venetie. De verdrijving van den vorst vanRumenie door zijn ontevreden onderdanen (24 Februari 1866) had bijde Italiaansche staatslieden het denkbeeld doen opkomen van demogelijkheid , dit land aan Oostenrijk te geven in ruil voor Venetieen dit aan Napoleon voor te stellen. De keizer had daarop geant-woord met te wijzen op de noodzakelijkheid eener pressie, en als middeldaartoe het verbond met Pruisen aangeraden. Ms altijd gehoorzaamaan de wenken van zijn beschermer, had La Marmora daarop zich totPruisen gewend en, na eenige wisseling van telegrammen, generaalGovone naar Berlijn gezonden tot voorloopige onderhandeling, maarzonder eenige bepaalde volmacht , tenzij Pruisen terstond een of- endefensief verbond wilde sluiten. Natuurlijk dat nu Moltke's zendingniet plaats had en alles werd opgeschort tot Govone te Berlijn wasgekomen. Doch toen dit (14 Maart) had plaats gehad en de Itali-aansche afgezant met Bismarck in onderhandeling was getreden , hadde zaak in den beginne niet den minsten voortgang. Immers Bis-marck was vooreerst gebonden aan den wensch des konings om zoolangmogelijk vrede te houden, en ten tweede achtte hij nog geenszins hetoogenblik gekomen voor een verbond, welks bekend worden Pruisenhopeloos moest compromitteeren. Vandaar dat hij vooreerst slechtseen verbond van vriendschap wilde sluiten. Kenschetseud voor zijnwijze van zaken doen was het, dat hij tegenover Govone niet verborgenhield , dat Pruisen niet om Sleeswijk-Holstein alleen den oorlog konbeginnen en eerst over eenige maanden met den voorslag tot her-vorming van den Bond zou voor den dag kunnen komen , welke deneigenlijken cans belli moest uitmaken.

De Italianeu zageu in den beginne hier slechts een arglistige pogingin om hen te compromitteeren en te beletten dat zij over den ruil

Page 196: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

186

Venetie-Rumenie met Oostenrijk in overleg traden. Zelfs Govone ont-ried vooreerst elke nadere verbintenis en zoo bleven de onderhandelingensteken, tot groot ongenoegen van den koning, dien de Italianen bijnaevenzeer wantrouwden als den kroonprins en de geheele machtige vredes-partij aan het hof, , waar het verschijnen van Govone uiterst ougaarnegezien werd. Wel sloeg Govone voor, , een overeenkomst te sluiten ,welke Pruisen gelegenheid gaf het Duitsche vraagstuk op gang tebrengen en daarom zou inhouden , dat beide partijen er slechts ge-durende drie maanden na de onderteekening aan gebonden zouden zijn,maar La Marmora waagde ook dit niet aan te nemen. Opnieuw wenddehij zich tot Napoleon.

De reeds in de eerste dagen van Maart begonnen onderhandelingenvan Goltz met den Franschen keizer hadden intusschen al even weinigtot eenig resultaat geleid , daar deze terstond over de vraag was gaanspreken , welke Bismarck juist vermeden wilde hebben , nl. over die,welke landen , in geval Pruisen zijn doel bereikte, zouden kunuendienen om ook Frankrijk naar verhouding der Pruisische machtsuit-breiding te vergrooten. Dat belette evenwel Napoleon niet aan deItaliaansche regeering te laten weten, dat hij in ieder geval eeu bondge-nootsehap van Italie met Pruisen tegen Oostenrijk wensehelijk achtte.Hij beloofde zelfs Italie in geval het de nederlaag leed te zullen be-schermen , en verzekerde het als prijs voor den oorlog Venetie. On-omwonden deelde hij den beiden Italiaanschen onderhanclelaars , zijnouden vrieud Arese, die al zoo dikwijls in dergelijke vertrouwelijke zen-dingen was gebruikt en den gezant Nigra, die bijzonder goed bij hemstolid aangeschreven, mede dat hij er op rekende als scheidsrechter op tetreden. Als de oorlog eenmaal in Duitschlaud becronnen was en daneen Fransch leger de Rijnlanden bezette , zou hij, dacht hij, de vredes-voorwaarden kunnen voorschrijven. Om echter geheel zeker te zijndat Pruisen het spel niet bedierf, , moest Italiè aan Pruisen de voor-waarde stellen het eerst den oorlog te verklaren.

Zoodra La Marmora op die wijze , zooals een zijner ambtgenootenhet zelf uitdrukte, verlof had gekregen het verbond aau te gaan, gingalles betrekkelijk gemakkelijk. Te meer omdat bet Weener kabinetzelf aan Pruisen den weg tot den oorlog bereidde.

Het was natuurlijk te zeer op de hoogte der Pruisische toestanden,om niet te weten met hoe grooten tegenstand Bismarck bij zijn oorlogs-plannen had te worstelen. Vooreerst was het dan ook niet ongerust

Page 197: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

187

geworden. Maar allerlei mededeelingen omtrent de booze plannen vanPruisen en eindelijk de aankomst van Govone te Berlijn, deden vreezen,dat bij de gemakkelijkheid , waarmede bet Pruisische leger kon ge-mobiliseerd worden, een plotselinge oorlogsverklariug vergezeld zoukunnen gaan van dergelijke gebeurtenissen als bij het begin van denzevenjarigen oorlog , toen Saksen was overheerd voor Oostenrijk tehulp kon komen. Daarom besloot men in een vergadering van devoornaamste militaire autoriteiten tot versterking der in Boheme aan-wezige troepen. Tevergeefs ontried Mensdorff dezen maatregel , die,ingeval van werkelijk gevaar, , onvoldoende was en aau Pruisen eenvoorwendsel tot toerustingen leverde. Hij had geen gezag genoeg omziju wil aan ziju ainbtgenooten op te leggen en zoo liet hij de dingenharen loop. Zelfs liet hij toe dat de Oostenrijksche gezant te Berlijn,Karolyi , aan Bismarck de kategorische vraag stelde , of het hof vanBerlijn van plan was de overeenkomst van Gastein gewelddadig teniet te doen en den vrede in Duitschland te verstoren. Oin de midden-staten te winnen , werd dit laatste aan deze in het geheim inede-gedeeld, met toevoeging , dat , als het antwoord niet bevredigend was,Oostenrijk de zaak der hertogdommen in handen van den Bondsdagzou stellen. Er behoorde werkelijk eeu zekere naleveteit toe om Bis-marck een dergelijke v raag te doen ; immers het lag, zooals b. v.Beust bij de ontvangst der mededeeling terstond opmerkte , voor dehand, dat het antwoord , dat deze op den 16den Maart aan Karolyigaf, , in een kategorische ontkenning zou bestaan , zoodat het geheeleverdere plan in duigen viel.

Daarentegen had Oostenrijk nu van zijn zijde aan de Duitscheregeeringen te keimen gegeven , dat het voornemens was tot zijnvroegere staatkunde terug te keeren , en daar dit voor de Pruisischeregeering geen geheim kon blijven , werd aan deze een uieuwe aanleidingtot toerustingen gegeven. Het ergste was, dat koning Willem opdeze wijze meer en meer overtuigd werd, dat Oostenrijk hem niet inhet bezit van zijn rechten op Sleeswijk-Holstein wilde laten. Reedsacht dagen later klaagde Bismarck in een openbaar rondschrijven aande Duitsche regeeringen , dus zoo officieel mogelijk , over de Oosten-rijksche troepenverzameling in Boheme , welke Pruisen dwong totmaatregelen van tegenweer. Tegelijkertijd werd medegedeeld , datPruisen bezig was met de voorbereiding van maatregelen tot hervor-ming van den Duitschen Bond.

Page 198: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

188

Onmiddellijk daarop werd te Berlijn tot een aantal maatregelenbesloten, waarmede een mobilisatie pleegt te worden ingeleid, entegelijk werden de onderhandelingen met de beide Italiaansche ge-zanten Govone en den vasteu gevolmachtigden graaf Barral , die nuvan La Marmora machtiging ontvingen tot onderteekening van een ver-drag dat Italie voor drie maanden zou binden , zoo ijverig voortgezet ,dat het reeds den Ei sten April gereed kwam. Als casus belli was aan-gegeven het niet aannemen van Pruisische voorslagen tot hervormingvan den Duitschen Bond. Wanneer dit Pruisen aanleiding gaf ombinnen drie maanden Oostenrijk den oorlog te verklaren , zou Italieverplicht zijn dit insgelijks te doen. Geen van beide partijen zouzonder de andere vrede of wapenstilstand mogen sluiten , maar alsOostenrijk zich bereid verklaarde aan Italie Venetie of to staan enaan Pruisen een daarmede gelijkwaardig voordeel te verzekeren , zoude toestemming tot vrede of wapenstilstand niet geweigerd mogen worden.Een laatste artikel hield nog bepalingen in omtrent eventueele mede-werking der Italiaansche marine in de Oostzee , terwijl natuurlijk vanweerszijde de striktste geheimhouding werd beloofd.

Zoo had Bismarck ten slotte alles verkregen wat hij begeerde.De oorlog kon nu niet verklaard worden wegens een weigering

van Oostenrijk omtrent Sleeswijk-Holstein , maar alleen wegens deDuitsche quaestie. Terwijl Pruisen volkomen vrije hand behield enzich tot niets verplicht had voor de oorlog was verklaard , had Italiezich voor drie maanden aan Pruisen verbonden , zonder eenige vrij-heid om gedurende dien tijd zelfstandig op te treden. En eindelijkwas door dit bondgenootschap de onzijdigheid van Frankrijk , den be-schermer van Italie, van zelf verzekerd, althans tot zoolang als Oosten-rijk niet tot den afstand van Venetie besloten was. Yooreerst was daargeen vrees voor; integendeel, de Oostenrijksche regeering begon een hoelanger hoe hooger toon aan te slaan. En wat later kon gebeuren, daar-over maakte Bismarck zich niet ongerust. Met alle macht doen watop het oogenblik te doen was, dat bleef to alien tijde zijn stelregel.

Pruisen's Zoodra Bismarck de zekerheid had, dat gedurende drie maandenvoorstel tot Pruisen zelf het oogenblik kon kiezen , om hetzij een nieuwe enhervormingvan den suit• betere overeenkomst met Oostenrijk te sluiten , hetzij de beslissingschen Bond.

over de verhouding der beide staten tot elkander in Duitschland aanhet zwaard over te laten , gaf hij aan den Pruisischen bondsgezant

Page 199: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

189

Savigny last, het voorstel tot herziening van de bondsconstitutie teFrankfort ter tafel te brengen. Een tijd lang had hij gehoopt , ditgemeenschappelijk met Beieren te kunnen doen , want Von derPfordten , die hetzij als minister, hetzij als bondsgezant de leider vanBeieren's staatkunde bleef, , had zich zeer geneigd betoond om op dePruisische plannen althans voor een deel in te gaan. Door het aan-bod om aan Beieren het militair opperbevel in Zuid-Duitschland overte laten, terwijl Pruisen dit in het noorden voerde, had hij gehoopt dezengeheel voor het plan te winnen. Maar ten slotte had de daarbij bedoeldeuitstooting van Oostenrijk nit den Bond den Beierschen leider genooptzich terug te trekken , hoewel hij veel welwillender jegens Pruisenaezind bleef dan de andere leidende ministers in de middenstaten. Zookwam het dat den 911 April, den dag na de onderteekening van hetItaliaansch-Pruisisch verbond, bet voorstel tot geheele herziening derbondsconstitutie alleen door Pruisen bij den Bondsdag werd ingediend.

Waarschijnlijk is het vooral de ondraaglijk aanmatigende toon der,wel door Mensdorff onderteekende, maar door Biegeleben en de andereaan Pruisen bitter vijandige raden van het Oostenrijksche ministerievan buitenlandsche zaken, geinspireerde en gestelde nota's aan hetBerlijnsche kabinet geweest, die koning Willem overtuigd 'weft vande onmogelijkheid eener vredelievende oplossing. Althans Bismarckliet niet na , hem daarop voortdurend te wijzen en dns zijn eergevoelte prikkelen. En was de oorlog onvermijdelijk, dan moest ookWillem inzien, dat die niet beter gevoerd kon worden dan onder delens van bondshervorming. Dat deze echter niet kon plants hebbenzonder instelling van een Duitsch parlement , stolid voor hem thuseven vast als voor zijn minister, en zeker deelde hij ook diensgevoelen , gegrond op een vergelijk ing der uitkomsten van het Prui-sische en het Fransche kiesstelsel, dat algemeen stemrecht en recht-streeksche verkiezingen veel meer waarborgen voor eon conservatieveregeering opleverden dan eon beperkt kiesrecht en indirecte verkie-zingen, zooals in Pruisen. Immers juist dit had aan de liberale bur-gerij het ontzaglijke overwicht verschaft , dat haar in staat stelde het„conflict" in gang te houden. De sociaal-democratie scheen althansin Duitschland nog allerminst gevaarlijk ; eerst door algemeen stem-recht konden de massa's der landbevolking haar gewicht in de schaalleggeu, en die waren in die dagen algemeen niet liberaal-gezind.

Zoo kwam het dat de Pruisische regeering , die onder persoonlijke

Page 200: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

190

deelneming van den koning sedert vier jaar den strijd tegen het eigenparlement volhield, den Bondsdag en geheel de wereld op den 9den April1866 verraste met het voorstel, dat de Boudsdag een Duitsch parle-ment zou bijeenroepen, dat door het algemeen stemreeht zou wordensamengesteld en zou te beraadslagen hebben over het ontwerp eenernieuwe Duitsche grondwet, welke door de regeeringen in gemeenschap-pelijk overleg zou worden ontworpen.

Wanneer Bismarck gehoopt had (en daaraan valt Met te twijfelen)de openbare meening door dit voorstel voor Pruisen te winnen, danwerd die hoop volslagen beschaamd. Integendeel, niet alleen bijna alleDuitsche regeeringen, maar ook alle Duitschers, bijna zonder onder-scheid van partij, zagen in een dergelijken voorslag, uitgaande vanzulk een regeering, niets dan een politieke machinatie, welke nietoprecht bedoeld kon wezen. De conservatieven waren verontwaardigd,dat de Pruisisehe regeering zich openlijk met de revolutie verbond,de liberalen wilden niet gelooven dat het aanbod eerlijk gemeend wasen sehepten nieuwen argwaan uit het voorstel der invoering van alge-meen stetnrecht, dat mar Napoleontische planners smaakte.

In het buitenland hoorde men uit de pers bijna maar een stemover het voorstel, en in Duitschland was het niet veel anders. Ookde buitenlandsche regeeringen toonden niet onduidelijk haar geringeingenomenheid. Het gevolg was, dat Beieren, dat vroeger vrij gunstiggezind was, voortaan hoogstens welwillende onzijdigheid in acht narn,terwijl bijna alle Duitsche staten van eenige beteekenis zich vijandigtoonden. En nu de openbare meening zich zoo ongunstig uitliet,begon ook de nog altijd tnachtige vredespartij aan het hof, in deeerste plaats de koningin en de kroonprins en zijn echtgenoote, zichweder krachtig to laten gelden en grooten invloed op den koning uitte oefenen. Tegelijk kwamen andere ongunstige berichten. Napoleon,die teleurgesteld was in de verwachting dat Pruisen hem nu voor-stellen over een verbond zou doen, toonde bedenkelijke koelheid, zelfstwijfelde men aan de vertrouwbaarheid van Italie. Daarenboven toondejuist thans de Oostenrijksche regeering geneigdheid tot terugnemingder in de laatste dagen van Maart en de eerste dagen van April aan-zienlijk uitgebreide toerustingen, wanneer Pruisen hetzelfde doen wilde.Het gevolg was, dat in de week na het teekenen van het verdragmet Italie en de indiening van het voorstel tot bijeenroeping van eenDuitsch parlement, de vredespartij te Berlijn zooveel veld won, dat den

Page 201: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

191

15den April een antwoord in gelijken zin als het Oostenrijksche aanbodaan Oostenrijk word gegeven. Bismarck zelf, door een nit overprik-keling van zenuwen ontstane ongesteldheid verhinderd in persoonlijkoverleg met den koning te treden, was daar zeer ongelukkig over,maar was genoodzaakt het toe te laten. Hij vreesde reeds dat zijngeheele werk te niet was gedaan.

Maar zijn bezorgdheid was ijdel. De dingen waren voor beide mogend- Open ruk

heden reeds veel te ver gekomen om nog terug te kunnen keeren. 0o:Itenrijk enDe weg die naar den vrede voerde was voor beide niet meer toegan- Pruisen.

kelijk. In denzelfden tijd toen het betrekkelijk vredelievende Prui-sische antwoord van 15 April te Weenen kwam en Mensdorff, zeerverheugd over deze wending, van den keizer verlof verkreeg, daaropden 18den te antwoorden met de verzekering , dat Oostenrijk bereidwas een week later, den 2,5"en , to beginnen met de maatregelen terterugbrenging van het leger in den gewonen vredestoestand, kreeg hetOostenrijksche legerbestuur voortdurend nieuwe mededeelingen oultrentde maatregelen, die in Italie werden uitgevoerd ter voorbereiding eeneralgemeene mobilisatie. Zeer begrijpelijk was men in de Oostenrijkschemilitaire kringen zeer vertoornd, men geloofde er niet meer aan deoprechtheid der Pruisische aanbiedingen. De chef van den generalenstaf, generaal Henckstein, diende bij den keizer een memorie in, waarinhij aantoonde dat de toestand een algeheele mobilisatie dringend noodigniaakte. Immers Italie was reeds met zijn toerustingen in vollen gang,en eon mobilisatie in Pruisen kon in zoo korten tijd geschieden, datOostenrijk, om iiiet onvoorbereid to worden overvallen, noodzakelijkeerder met dergelijke maatregelen moest beginnen.

Pat was zoo duidelijk , dat de keizer onmiddellijk een ministerraadbijeen riep, waar wel Mensdorff zieh zoo krachtig mogelijk verzettetegen een besluit , dat den vrede onmogelijk moest maken , maar deandere ministers, met uitzondering van Esterbazy, die zich, kenschet-send genoeg , aan de verantwoordelijkheid onttrok door zicli ziek temelden , tot mobilisatie van het zuiderleger besloten. Terstond werdende bevelen daartoe gegeven en tevens aartsh.ertog Albrecht tot bevel-hebber in Italie benoeind en Benedek met het kommando over detroepen in het noorden belas t.

De kogel was door de kerk. Wat hielp het dat Pruisen in be-ginsel in de demobilisatie had toegestemd , of dat Mensdorff aan de

Page 202: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

192

Pruisische regeering verzekerde, dat Oostenrijk zijn toerustingen alleentegen Italie richtte , en daarentegen de tegen Pruisen genomen maat-regelen zou terugnemeu. Algemeen werd althans door de Pruisischepers beweerd, dat dit niet aan te nemen was, dat niemand ten minstekon onderscheiden welke maatregelen op Italie, welke op Pruisen ge-munt waren. Bismarck herleefde , zooals zijn vrienden jubelden. Hijkon nu, samen met Roon en Moltke , den koning voorhouden datPruisen onmogelijk langer zijn mobilisatie kon verschuiven. Maar hetwas geen kleinigheid van koning Willem I een zoo beslissenden stapte verkrijgen. Zoolang mogelijk hield hij aan den vrede vast. A]-weder was het Oostenrijk dat zijn vijanden den weg baande. Nauwe-lijks waren de bevelen van den 21sten openbaar gemaakt, of de open-bare meening in Oostenrijk liet zich op eens krachtiger gelden danzij in lang gedaan had. En deze vorderde oorlog , niet zoozeer tegenItalie als wel tegen Pruisen. Reeds hoorde men stemmen , die vanafstand van Venetie en verzoening met Italie spraken , om des tebeter met Pruisen te kunnen afrekenen. Zoo sterk werd de bewegingen zoo algemeen , in het leger in de eerste plaats , maar niet minderonder het geheele yolk , Duitschers zoowel als Slaven (de Hongarenbleven koeler), dat de regeering reeds weinige dagen later, in plaatsvan Mensdorffs vredelievende verzekeringen door daden te ondersteunen,maatregelen nam ter voorbereiding van de mobilisatie der in het noordengelegerde korpsen. En wat nog sterker was en wel getuigt van hetgebrek aan cousequentie bij de regeering ; terwijl tot nog toe geenstem in den ministerraad was gehoord , welke van vrede met Italiesprak en ook Esterhazy, die zeker meer dan iemand invloed op denkeizer bezat , steeds handhaving van Oostenrijks positie in Italie voor dengrondslag van de Oostenrijksche staatkunde had verklaard, en diensvol-gens ook daartegen alle maatregelen waren genomen, werd nu op een-maal besloten rechtsomkeert te maken en aan Napoleon voor te stellen alstusschenpersoon op te treden, ten einde Oostenrijk met Italie te verzoenen.

Dat geschiedde den 30"en April. Vier dagen te voren was, op het be-richt der mobilisatie van het Oostenrijksche zuiderleger, , het geheeleItaliaansche leger mobiel verklaard en had La Marmora aan Europamedegedeeld dat Italie, door Oostenrijk ernstig bedreigd, naar de wapenenmoest grijpeu. Terzelfder tijd had Garibaldi vrijwilligers opgeroepenvoor den heiligen strijd ter bevrijding van Venetie. Geheel Italie ge-raakte in koortsachtige opgewondenheid. De nationale beweging tegen

Page 203: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

193

den erfvijand kwam opnieuw in vollen gang. Thans gedaau te krijgendat het zich aan zijn verplichting tegen Pruisen outtrok en geen slagdeed om de Dogenstad te verlossen , was een hopeloos beginnen. Alszoo dikwijls, k wain Oostenrijk te laat, omdat het te vroeg begonnen was.

Een oogenblik scheen het alsof Pruisen werkelijk geloofde dat deOostenrijksche mobilisatie alleen Ita1i6 bedreigde. Nog op den 25sten

April verkeerde men te Berlijn in onzekerheid of Oostenrijk gevolggeven zou aan zijn voorslag om met dien dag eon begin te waken methet terugbrengen der troepen in Boheme op den voet van vrede. Enzoo lang het tegendeel niet zeker was, liet de koning zich Diet toteenigen nieuwen mobilisatiemaatregel overhalen. Evenwel , weldra ver-nam men van Oostenrijksche maatregelen , die onmogelijk alleen tegenItalie gericht konden wezen en kwam tevens een mededeeling vanMensdorff, dat men, wegens de toerusting tegen Italie, met de demobi-lisatie niet voort kon gaan. Dat was beslissend. Den 3den Mei onder-teekende de koning de eerste orders tot mobilisatie der korpsen in demeest bedreigde deelen des lands ; twee dagen later werd die maatregeltot andere uitgebreid ; den 12den eindelijk bevolen , dat de geheelePruisische krijgsmacht op voet van oorlog zou worden gebracht. Dewisseling van nota's over de demobilisatie was nog eenigen tijd voort-gezet geworden ; eerst in het begin van Mei verklaarde Mensdorff dathet nutteloos was daarover verder te correspondeeren. Omstreeks dientijd waren in het Oostenrijksche ministerie de laatste orders uitgegeven,die de mobilisatie van het geheele leger moesten voltooien.

Geheel Oostenrijk en geheel Pruisen waren vervuld van wapenge-druisch. Overal kruisteu de spoortreinen , die de opgeroepen man-schappen naar hun verzamelplaatsen voerden met die, welke troepen-korpsen naar de hun aangewezen stellingen vervoerden. In Pruisenging dat met groote regelmaat maar in Oostenrijk niet zonder veelvertraging en ver warring, daar de regimenten niet, als in Pruisen. ge-legerd waren in de provincien uit welke zij hun manschappen ontvingen.

Zoo stondeu in Mei 1866 de beide groote Duitsche mogendhedentegenover elkander met de hand aan het zwaard. Wel was de oorlognog niet verklaard , maar de break was volkomen.

Tot hiertoe was de Schrijver gevorderd toen hem de dood te midden van zijn arbeid

verraste. Hetgeen volgt is van de hand van Mr. W. H. DE BEAUFORT. Slechts een frag-

ment van een der volgende hoofdstukken is nog in de nalatenschap van Dr. MULLER

gevonden en zal in het daarvoor door hem aangewezen verband worden gedrukt.

13

Page 204: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

191.

Laatste no- Keizer Frans Joseph en koning Wilhelm zagen beide Itegen dengingenvredeom den bli d t D niet l estemd maarte be- esssenen sap op. e eerste was net oorogzuchtig g,

houden hij was diep gegriefd door Pruisens verbond met Italie en vast besloten,om zich van de plaats , die zijn rijk in den Duitschen Bond innam ,niet door de tweede Duitsehe mogendheid te laten verdringeu. Zijneomgeving, bezield door den luchthartigen trots, die het kenmerk isvan den Oostenrijkschen edelmau , brandde van verlangen om aanPruisen de door haar niet betwijfelde overmacht der Oostenrijksche wapenente doen gevoelen. Een gelukkige oorlog zou de beste en meest afdoendeoplossing zijn van de binnenlandsche ongelegenheden ; een der ministersverklaarde zelfs, dat er uit de geldelijke moeielijkheden, waarin hetkeizerrijk verkeerde, geen redding mogelijk was dan door middel vaneen oorlog; een zware oorlogschatting na een overwinning, of eenstaatsbankroet na een nederlaag. De oude wrok tegeu Pruisen, sedertde dagen van Maria Theresia uooit geheel verdwenen , begon in deOostenrijksche bevolking weder te ontwaken en vond zijne vertolkersin de Weener dagbladpers , die met ongekende vinnigheid den kruis-tocht predikte tegen den overmoedigen nabuur.

De koning van Pruisen werd heen en weder geslingerd door de meesttegenstrijdige gevoelens. Ann de eene zijde werkte op hem de invloed zijnernaaste omgeving; zijne gemalin, zijn zoon, velen zijner naaste bloed verwan-ten, waren eenstemmig in het afkeuren van den oorlog ; alle Duitschevorsten ontrieden dien, en met uitzondering van de militaire kringen inBerliju, was de openbare meening in gansch Duitschland er zeersterk tegeu. De vrijzinnigen beschouwden dien als een ramp, wantnoch de overwinning van het Katholieke, reactionnaire Oostenrijk, nochdie van het met hand en tand tegen de vrijzinnige staatkunde strij-dende Pruisen kon in hunne oogen voor Duitschlands toekomst ge-lukkig zijn. Voor de behoudenden was een oorlog met Oostenrijk eenafbreken der oude geschialkundige overlevering, het verbond met Italieeen huldiging der revolutie. Allen kwamen hierin overeen , dat eenverzwakking van Duitschland, noodzakelijk gevolg van den inwendigenstrijd , slechts zou kunnen strekken tot uitbreidiug van Ruslands enFrankrijks invloed op het vaste land van Europa. Tegeuover deze vrede-lievende beschouwingen stond die van Bismarck, die onverzettelijk envastberaden op den oorlog aanstuurde. Hij moist de eerzucht van zijuenkoninklijken meester te prikkelen, hij wees hem op de gesehiedkundigeroepiug der Hohenzollerns om Pruisen tot den eersten staat van

Page 205: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

195

Duitschland te maken , hij herinnerde hem aan de vernederingen , diezijn land van de zijde van Oostenrijk had moeten dulden. Intusschenwas zijn streven steeds daarop gericht, dat de verantwoordelijkheid voorden oorlog ilia op hem rustte. Oostenrijk of Italie moest het eersteschot doen. Met onverstoorbare kalmte bleef hij den schijn bewaren, alsofhij, zoo het maar eenigszins mogelijk bleek, den oorlog wilde voorkomen.

Nog in Mei werden onmiddellijke onderhandelingen aangeknoopt tus-schen Berlijn en Weenen, door middel van von Gablenz, zelf Pruisisch onder-daan, doch broeder van den Oostenrijksehen generaal, die het bezettingscorpsvan Holstein aanvoerde. De grondslag der te sluiten overeenkomst zouzijn een splitsing van den Duitschen Bond in twee deelen : een Noord-Duit-sche Bond met Pruisen en een Zuid-Duitsche met Oostenrijk aan hethoofd. De koning van Pruisen verklaarde zich niet ongezind om dezeonderhandelingen te openen , maar te Weenen wist de oorlogspartijin het ministerie den keizer en Mensdorff te bewegen , om na aan-vankelijk tegemoetkomende verklaringen het: „te laat" uit te spreken.

Een nog veel ernstiger poging om op het laatste oogenblik denvrede te bewaren iced eveneens door Oostenrijks weigering schipbreuk.Napoleon III, als altoos besluiteloos, aarzelde nog steeds over de bon-ding die hij tegenover de dreigende botsing moest innemen. In deeerste plaats wenschte hij Frankrijks stelling in Europa te verhoogen,zoo mogelijk door gebiedsuitbreiding , in de tweede plants wilde hijaan Italie Venetie bezorgen en den Kerkelijken Staat ongeschouden instand houden. De gedachte kwam bij hem op, of dit tweeledig doelniet te bereiken zoude zijn zonder oorlog, door middel van internatio-nale overeenkomsten. Hij had zich altijd een plannenmaker getoond ,die over de uitvoerbaarheid van wat in zijn brein opkwam nieternstig nadacht. Wat hem thans bezig hield was niets meer of minderdan een geheele wijziging van de kaart van Europa. Venetie zouaan Italie worden afgestaan , daarvoor zou Oostenrijk Silezie ver-krijgen ; Pruisen zou op zijne beurt worden schadeloos gesteld doorde Elbe-hertogdonimen en de aangrenzende Duitsche staten. De Duit-sche vorsten , die hunne staten aan Pruisen moesten afstaan , zoudenin de Pruisische Rhijnprovincien aan het hoofd van kleine staten wor-den geplaatst. Op deze wijze zou Fraukrijk de eer te beurt vallenvan den vrede te hebben gered. Het zou zelf niets verkrijgen , maarin de toekomst als beschermer kunnen optreden van de staten die aanden Rhijnoever zouden worden gesticht en die in des keizers ver-

Page 206: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

196

beelding reeds de bestanddeelen vormden voor een nieuw Rhijn-verbond.

Napoleons voorstel om een congres te Parijs bijeen te roepen , werdte Londen en te Petersburg, waar men het behoud van den vredewenschte, met instemming ontvangen. Na eenige onderhandelingenwerd besloten Italie , Oostenrijk, Pruisen en den Duitschen Bond uitte noodigen tot deelneming aan een bijeenkomst, waar de drie volgendepunten zouden worden behandeld : de zaak der Elbe-hertogdommen ,het Oostenrijksch-Italiaansch geschil , en de hervorming van de Duit-sche Bondsregeling, voor zoover die van belang was voor het evenwichtin Europa. In de eerste dagen van Juni werden de uitnoodigingennamens de drie mogendheden, Frankrijk, Rusland en Engeland verzonden.Te Florence, waar men zich wel wachtte om iets te doen dat Na-poleon III kon ontstemmen , werd de uitnoodiging aangenomen , ookde Pruisische regeering nam die zonder eenig voorbehoud aan, metde uitdrukkelijke verklaring, dat Pruisen de vraag der Elbe-hertog-dommen nimmer gewapenderhand had willen oplossen en er dus uit dienhoofde geen oorlog dreigde , maar dat het gevaar alleen een gevolgwas van de krijgstoerustingen in Oostenrijk en de Duitsche staten.Bismarck, die natuurlijk hoopte dat het congres niet zou totstand komen on er op rekende dat Oostenrijk de taak om het toverijdelen wel op zich zou nemen , zag zijne rekening volmaaktgoed uitkomen. Te Weeneu verklaarde men zich bereid om op hetcongres te verschijnen, mits vooraf de zekerheid werd gegeven, dat erniet zou gehandeld worden over eenige gebiedsvergrooting van eender vertegenwoordigde Staten, terwijl de Oostenrijksche regeering tevensden wensch uitsprak, dat ook de Paus zoude worden uitgenoodigd. Dein de eerste plaats gestelde voorwaarde was reeds voldoende om het congresto doen mislukken. Napoleon III, die den afstand van Venetie aan Italie alseen der voornaamste punten op het congres wenschte behandeld te zien, waszeer verbitterd over Oostenrijks houding, en Bismarck had de zekerheid ver-kregen, dat thaws van Frankrijks zijde geen het minste gevaar meer dreigde.

Door al deze gebeurtenissen was de kans op het behoud van denvrede tot het laagste peil gedaald , maar feitelijk was de oorlognog niet uitgebroken. Bismarck trachtte met groote behendigheid delont zoo dicht mogelijk bij het kruit to brengen, in de hoop dathet vuur zou vatten zonder dat hij kon gezegd worden het to heb-ben aangestoken. Zijne verwachting dat de prikkelbare Italiaansche

Page 207: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

197

regeering haar geduld zou verliezen of door een onverwacht optredenvan Garibaldiaansche vrijscharen tot een oorlog met Oostenrijk zougedwongen worden, werd niet vervuld, want Victor Emmanuel luisterdenog altijd het incest naar den raad van zijnen bondgenoot van 1859,en Napoleon III waarschuwde ernstig tegen elke daad van vijandschapvoor dat Pruisen den oorlog begonnen had, daarbij to kennen gevenddat , hoe de oorlog ook uitliep , de verkrijging van Venetie in elkgeval kon gehoopt worden. Intusschen kwam Oostenrijk aan Bismarckeen uitnemende gelegenheid verschaffen onn zijne uittartende staatkundevoort te zetten , door te verklaren op I Juni dat het de zaak derElbe-hertogdommen door den Bond wilde laten beslissen. Van deze in-breuk op de overeenkomst van Gasteiu , waarbij Oostenrijk zich hadverbonden de toekomst van Sleeswijk-Holstein uitsluitend in overlegmet Pruisen en dus zonder den Bond te regelen , maakte Bismarckdadelijk gebruik door zich thans van de Gasteiner overeenkomst ont-slagen to achten. De bevelhebber der Pruisische bezetting van Slees-wijk verklaarde op last zijner regeering aan den Oostenrijkschenbevelhebber in Holstein, dat thans de rechtstoestand v6Or de nu ver-broken Gasteiner overeenkornst bestaande, wederom in het leven wasgetreden , het onverdeeld bezit van Oostenrijk en Pruisen ; dat Pruisenderhalve het recht had teruggekregen om ook in Holstein bezettingte leggen en daarvan gebruik dacht te maken. De bijeenroeping derHolsteinsche stenden te Itzehoe door den Oostenrijkschen bevelhebber,werd op denzelfden grond onwettig verklaard , want thans kon eendergelijke oproeping niet meer plaats hebben zonder de medewerkingvan den koning van Pruisen als medebezitter. De daad volgde onmiddellijkop het woord. De Pruisen trokkeu Holstein binnen , Bismarck hadniet anders verwacht of zij zouden door de Oostenrijkers met kauon-eu geweervuur worden ontvangen , maar ook ditmaal werd hij teleur-gesteld. Gablenz met zijn 4800 man week naar Altona , op deuiterste zuidelijke grens aan de Elbe gelegen. De Pruisen volgdenhem, terwijl Pruisische kanonneerbooten de Elbe afstoomden en be-neden Altona post vatten. Het gelukte den Oostenrijkschen bevel-hebber echter in den nacht van 11 Juni de Elbe over to trekken naarhet Hannovraansch gebied, van waar hij zijne troepen per spoor naarOostenrijk terugvoerde. Zoo was Pruisen zonder slag of stoot meestergeworden van de Elbe-hertogdommen. Het oefende er dan ook dadelijkzijn voile gezag uit, de bijeenroeping der Holsteinsche stenden to Itzehoe

Page 208: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

198

werd verboden , alle staatkundige vereenigingen werden ontbonden enverschillende dagbladen opgeheven. Aan het hoofd van het bestuur vanHolstein werd Baron Scheel Plessen als oberpresident aangesteld. Tege-lijk met de Oostenrijksehe troepen had de erfprins van Augustenburghet land reeds verlaten.

Zoo was dan tot algemeene verwondering van Europa ook dezezaak afgeloopen zonder openlijke vredeverstoring ; aller oogen richttenzich nu naar Frankfort. Daar, in den boezem der Bondsvergadering,moest thans onvermijdelijk de bom springen. Oostenrijk deed tochnaar aauleiding van het gebeurde in Holstein den voorslag , om , daarPruisen in strijd met zijne verplichtingen als Bondsstaat zich zelfrecht had verschaft, het geheele Bondsleger, met uitzondering van hetPruisische contingent, op voet van oorlog to brengen.

Dit voorstel dat, zoo het door de meerderheid van de Boudsstatenwerd aangenomen, het onbetwistbaar karakter had van een oorlogsver-klaring aan Pruisen, kwam op 14 Juni te Frankfort in behandeling. Vierdagen te voren deed Bismarck een nieuwen stap, die het uitgangspuntword eener langzame wending der openbare meening van Duitschland invrijzinnige kringen ten gunste van Pruisen. Hij verzond op 10 Juniaan alle Duitsche regeeringen ziju hierboven reeds vermeld ontwerp vooreen nieuwe inrichting van den Duitschen Bond op de volgende grond-slagen uitsluiting van Oostenrijk , toekenning van het militair opper-bevel over de Bondstroepen aan Pruisen voor het Noorden, aan Beierenvoor het Zuiden , het bouwen eener bondsvloot , en ten slotte bijeen-roepiug van een Bondsparlernent, verkozen door het algemeen stemrecht.In het begeleidend schrijven verklaarde de Pruisische regeering, datzij wegens de langzame behandeling in den Bondsdag haar voorstelthans onmiddellijk aan zijne leden mededeelde , opdat deze zoudeukunnen overwegen, of zij , wanneer de bestaande Bond tengevolgevan buitengewone omstandigheden uiteenspatte , op dozen grondslageen nieuwen bond wenschten te stichten.

Toen op 14 Juni, na protest van Pruisen, het mobilisatie-voorstelvan Oostenrijk, door Beieren eenigszins gewijzigd , met negen tegenzes stemmen was aangenomen, — alle koninkrij ken en grootere statenmet uitzondering van Baden , dat zich buiten stemming hield, haddenvoorgestemd — nam de Pruisische gezant Savigny het woord, omnamens zijne regeering te verklaren , dat deze, na de aan haar gedaneoorlogsverklaring door de meerderheid der Bondsstaten , den Bond als

Page 209: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

199

vernietigd beschouwde. Zijn koning Meld evenwel vast aan de een-heid van Duitschland en verklaarde zich be reid out, op de door hemaan de regeeringen der Bondsstaten medegedeelde grondslagen, met destaten die zich bij hem wilden aansluiten, een nieuwen bond tevormen. — Na e en kort protest van Oostenrijk verliet hij hierop devergadering.

Pruisen had zijn laatste woord gesproken en greep onverwijld naarde wapenen. De oorlog , die zoovele jaren zijn zwarte schaduw hadvooruit geworpen, was eindelijk uitgebroken.

Pruisen richtte thans vOcir alles de oogen op zijne onmiddellijkenaburen. Het was van het allerhoogste belang om gevrijwaard tezijn tegen vijandelijkheden van de zijde der Duitsche grensstaten.Sad en stoutmoedig optreden was hiervoor noodig. Nog op14 Juni, den dag waarop het besluit der Bondsvergadering te Frank-fort was gevallen , ontvingen de Pruisische gezanten te Dresden,Cassel en Hannover telegrafisch last om aan de Saksische, Hessischeen Hannovraansche regeeringen een ultimatum aan te bieden, waarbijPruisen van hen eischte hunne oorlogstoerustingen te staken , hunnegemobiliseerde troepen naar buis te zenden , en het Pruisische voorsteltot hervorming van den Bond aan te nemen. Zoo zij dit beloofdenzouden hun grondgebied en hunne sou vereiniteit worden geeerbiedigd ,zoo zij het weigerden of een onbeslist antwoord gaven verklaarde Pruisenhun den oorlog. Het antwoord te Dresden liet zich niet lang wachten.Eenige uren na de ontvangst van het Pruisisch ultimatum, antwoorddede Saksische regeering, dat zij aan een wettig Bondsbesluit tot mobili-satie moest gehoorzamen en derhalve aan de Pruisische eischen nietkon voldoen. Oogenblikkelijk verliet hierop de Pruisische gezantDresden en maakten Pruisische troepen aanstalten om Saksen binnen tetrekken. Koning J ohan , een achtenswaardig man, met wetenschappe-lij ken aanleg , die in staatk undige aangelegenheden aan zijnen bekwamenmaar zeer anti-Pruisischen minister von Beust groot vertrouwen schonken zelf zoowel door familie-overlevering en persoonlijke neiging alsdoor zijne vriendschappelijke betrekking tot Frans Joseph veel meernaar Oostenrijk dan naar Pruisen overhelde, besloot dadelijk zijn legerover de Oostenrijksche grenzen te zenden. Saksen was van alle Duitschekleinere staten het best uitgerust en het meest strijdvaardig. Took

Oorlogsver-richtingenin Noord-

Duitschland.

Page 210: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

200

scheen het ongeraden om de Pruisische troepen in het koninkrijk zelfof te wachten. 1)e koning verliet met zijne gemalin, den kroonprinsen de kroonprinses ijlings Dresden , na de aanwezige gelden van deschatkist en de kostbaarste voorwerpen uit het bekende Griine GewOlbein een bijzonderen trein naar Mu nchen te hebben gezonden, enbegaf zich naar Oostenrijk. De minister von Beust volgde hem.Eenige dagen na zijn vertrek werd zijn hoofdstad door de Pruisenbezet, die eerlang ook zijn geheele koninkrijk in bezit namen.

In Cassel namen de zaken ougeveer denzelfden loop. Keur-Hessenbehoorde. zoo als men weet, tot de slechtst geregeerde staten vanDuitschland. Niet alleen als regent, maar ook als mensch had dekeurvorst de achting en toegenegenheid zijner onderdanen sindsverloren. De door hem bijeen geroepen landdag, die op denzelfden dagwaarop het Pruisische ultimatum te Cassel overhandigd werd, over debuitengewone oorlogsbegrooting voor de mobilisatie moest beslissen, ver-wierp het regeeringsvoorstel met 35 tegen 14 sten:men. Terzelfdertijd ontving de keurvorst persoonlijk den Pruisischen gezant, die hemals mogelijk voordeel , zoo hij zich bij Pruisen aansloot , een gebieds-vergrooting ten koste van Hessen Darmstadt, voorspiegelde. De keur-vorst wilde hiervan niets weten en verklaarde geen antwoord te zullengeven aan de Pruisische regeering. Hij zond de troepen, die nog tezijner beschikking waren , naar Hanau en wilde ook de staatskas uitCassel doen vervoeren, wat echter door den landdag belet werd. Dekroonprins, die zich te Berlijn beyond, had den vorigen dag een onder-houd met Bismarck gehad, waarbij deze hern aanraadde om oogenblik-kelijk naar Cassel te gaan en daar de neutraliteit van het keurvorsten-dom te bewerkstelligen. Hij zou dan , zoo Pruisen zegevierde ,wellicht eenige landstreken aan zijn gebied toegevoegd kunnenkrijgen, terwijl in het tegenovergestelde geval hij zich bij Oosteu-rijk op de overmacht zou kunnen beroepen. Maar ook de kroon-prins weigerde hardnekkig zich van Oostenrijk los to maken. DePruisische troepen bezetten reeds den 19den Juni Cassel, de keur-vorst, die op zijn slot te WilhelmshOhe rustig den loop der gebeurte-nissen had afgewacht, werd daar als staatsgevangene behaudeld en eerstnaar Minden, vervolgens naar Stettin gebracht, waar hem het koninklijkeslot als woning word aangewezen. Het bestuur over Keur-Hessenwerd onder oppertoezicht van den generaal Beijer door eon Pruisischenregeerings-commissaris aanvaard. Bijna alle ambtenaren bleven hunne

Page 211: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

201

betrekkingen bekleeden en de bevolking zag zonder leedwezen vooreen deel zelfs met ingenomenheid de regeerings-verandering aan, dieop de meest regehnatige wijze haar beslag kreeg.

In Hannover regeerde de blinde koning George V , een eigenzinnigman, bekrompen in zijne opvattingen en geheel doordrongen van deouderwetsche denkbeelden aaugaande het goddelijk recht der vorsten.Hij had te Frankfort voor het mobilisatie-voorstel gestemd en dadelijkna de aanneming zijne troepen gemobiliseerd. Het bevel daartoe wasnauwelijks gegeven tom het Pruisische ultimatum werd aangeboden.De koning na gehouden ministerraad, besloot geheel in overeenstem-ming met zijne raadslieden om de Pruisische voorstellen niet aan tenemen. Toen dit in den nacht van 15 Juni door den Minister vonPlaten aan den Pruisischen gezant werd medegedeeld, verklaarde deze,zonder het schriftelijk antwoord dat nog ter onderteekening bij denkoning was af te wachteu, aan de Hannovraansche regeering den oorlog.Het koninkrijk met zijne grillige greuslijnen en weinig samenhangendgrondgebied was tegen elken buitenlandschen vijand moeielijk en tegenPruisen onmogelijk te verdedigen. Uit het Noordeu werd de hoofd-stad bedreigd door het in Holstein gelegerde corps van ManteuffeI, datonverwijld de Elbe was overgetrokken ; van de westzijde was men metrecht beducht voor de Pruisische troepen die in Westfalen waren. Dekoning gaf dan ook dadelijk bevel aan alle in zijn rijk verspreidegaruizoenen om zich in het zuidelijkste punt zijner staten te Gottingente vereenigen, waarheen hij zelf reeds den 1 6den Juni vroeg in denmorgen met zijnen zoon en zijne ministers vertrok. Den volgendendag deden de Pruisen hunne intrede in zijne residentie.

Te Gottingen verzamelden zich intusschen ongeveer twintig duizendmanschappen met twee en veertig vuurmonden. Zij waren goed gezinden goed bewapend , doch niet op voet van oorlog. Krijgsbehoefte wasslechts in geringe hoeveelheid aanwezig , men had geen tijd gehad dienit de tuighuizen rnede te nemen. Op den zich daar bevindendenvoorraad, voornamelijk te Hannover en te Stade, hadden de Pruisen reedsde hand gelegd. Ook aan paarden voor de artillerie en den bagage-trein was gebrek. Men was wel gedwongen eenige dagen in Gottingente blijven, ten einde de troepen van het allernoodigste te voorzien.Toen werd op last van den koning de opmarsch naar het Zuiden be-gonnen met het doel zich met de Beiersehe troepen te vereenigen. DePruisische regeering had aan den generaal von Falckenstein, die het

Page 212: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

202

opperbevel over de troepen in Hannover had, bevel gegeven om vooralles te zorgen dat het Hannovraansche leger onschadelijk werd ge-maakt. Deze had derhalve Manteuffel bevolen om oogenblikkelijk naarGottingen te marcheereu, waarheen hij ook de in Keur-Hessen staandePruisische troepen onder den generaal Beijer deed optrekken. Toendeze legermacht te Gottingen aankwam , vond zij er de Hannovranenniet meer, die de stad reeds verlaten hadden en over Heiligenstadt enMiihlhausen naar Langen-Salza waren getrokken. Falckenstein, inplaats van hen daarheen te vervolgen, wat in de bedoeling lag vanMoltke die als chef van den generalen staf de leiding had van dengeheelen veldtocht , wendde zich hierop met zijne geheele legermachtnaar de zijde van Frankfort, waar hij de zich daar vormende Bonds-troepen hoopte te verrassen.

De Hannovranen vonden derhalve den weg naar het Zuiden open.Zij stonden thans vlak bij Gotha, waar zich slechts een zwakke leger-macht beyond, voornamelijk bestaande uit de Coburgsche troepen diedoor den hertog van dat landje, de eenige der Duitsche vorsten diedadelijk met geestdrift de partij van Pruisen had gekozen, ter be-schikking van honing Wilhelm waren gesteld. Indien de koning vanHannover snel en doortastend had gehandeld, dan zoude hij waar-schijnlijk zijn voornemen wel hebben kunnen uitvoeren. Door zijndroevig lichaamsgebrek ontbrak hem echter zelfvertrouwen, hij moestzich in alles laten voorlichten door zijne omgeving ; de Hannovraanschehoofdofficieren werden meer en meer bezorgd over den toestand vanhuu leger. De amunitie was slechts voldoende voor een vijandelijktreffen ; indien daardoor de voorraad was uitgeput en het leger zich nietdoor de Pruisische troepen had heengeslagen, dan bleef er niet andersover dan de wapens neder te leggen. Men was ook te Langen-Salzaniet voldoende ingelicht aangaande de sterkte der Pruisische troependie to Gotha en te Eisenach stonden , en wist evenmin of de Beierschestrijdkrachten zich reeds in de nabijheid bevonden. Uit Berlijn, waarmen meende dat de door Moltke aan Falckenstein gegeven bevelenvolledig waren uitgevoerd en het Hannovraansche leger geheel om-singeld was, deed men thans voorstellen aan den koning om zijnelegermacht te ontbinden en zelf zich to begeven naar een plaats tozijner keuze buiten zijn koninkrijk. Van zijne zijde deed de koningden voorslag om hem met zijne troepen naar het Zuiden to latentrekken, waartegen hij zich verboud zijne legermacht gedurende een

Page 213: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

203

bepaalden tijd niet tegen de Pruisen in het veld te breugen. Overdeze verschillende voorslagen werd vier dagen lang onderhandeld, voor-namelijk door de Hannovraausche hoofdofficieren Jacobi en Dammerseenerzijds, met den hertog van Coburg anderzijds en tegelijkertijd doorden uit Berlijn gezondenen generaal von Alvensleben met den koningvan Hannover zelf. Voor de Pruisen was deze onderhaudeling in alleopzichten voordeelig, daar zij de gelegenheid kregen hunne strijdmachtte versterken. Toen echter op 26 Juni de onderhandelingen, waarbijzich allerlei misverstand had voorgedaan, werden afgebroken en dePruisen op den volgenden dag tot den aanval overgingen waren zijnog wat hunne getalsterkte betrof verreweg de miuderen. GeveraalFliess tastte de Hannovranen vroeg in den morgen aan, verdreefhunne voorhoede uit Langen-Salza en wierp die terug over het riviertjede Unstrutt. Hij bemerkte echter weldra, dat hij met een overmacht te doenhad, tegen welke hij uiet bestand was. Door een zonnesteek buitengevecht gesteld — het was een snikheete dag — moest hij het opper-bevel aan een zijner officieren overdragen die meende niet te mogenterugtrekken. Tegen een uur traden de Hannovranen als aanvallers op,trokken de Unstrutt over en heroverden Langen-Salza. De Pruisentrokken strijdende terug, aan beide zijden werd met grooten moed enverbittering gestreden. De Hannovraansche ruiterij gedroeg zich voor-treffelijk en viel de Pruisische carre's met ware doodsverachting aan.Het was haar zelfs bijna gelukt den hertog van Coburg gevangen tenemen. De orde in het Pruisisch leger werd niet verbroken, maar hetmoest steeds verder in de richting van Gotha wijken. Tegen den avondnam het gevecht een einde, beide partijen waren door den strijd endoor de onduldbare hitte geheel uitgeput. De Pruisen hadden 170dooden en 600 gewonden, zij hadden 900 gevangenen verloren. Hetverlies der Hannovranen was nog aanzienlijker, 400 dooden en 1000gewonden. Het slagveld was daarenboven bedekt met soldaten die doorden invloed der brandende zonnestralen het bewustzijn haddeu ver-loren. Toen de strijd geeindigd was zagen de Hannovraansche bevel-hebbers spoedig in, dat het hun onmogelijk was om van de behaaldeoverwinning gebruik te maken en tot Gotha door te dringen. Deamunitie was tot een geringen voorraad versmolten, voor de verplegingder verwonden was bijna niets voorhanden, en ook de leeftocht begonte ontbreken. Er werd besloten om een wapenstilstand te vragen,maar deze werd door den Pruisischen opperbevelhebber, die in den

Page 214: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

204

morgen na den slag aanzienlijke versterking zag opdagen, geweigerd.De toestaud van het Hannovraansehe leger was hopeloos, alle hoofd-officieren gaven den koning te kennen, dat er niets overbleef dan zichover te geven. Hij verzocht aan den Pruisischen bevelhebber hem devoorwaarden op te geven waarop de overgave kou plaats hebben. Dezeluidden dat het geheele leger de wapenen moest nederleggen, terwijlaan den koning en zijn gevolg verlof werd gegeven om zich buitenzijn koninkrijk te vestigen. Zij werden dadelijk aangenomen. Besoldaten en officieren werden ontwapend en naar huis gezonden.De koning begaf zich naar Altenburg en van daar naar Oostenrijk,waar hij zich het nabij Weeuen gelegene Hietzing tot woonplaatsverkoos.

Zoo was Pruisen twee weken na de oorlogsverklaring reeds heermeester in Noord-Duitschland. De kleinere Noord-Duitsche stater' schaar-den zich aan zijne zijde of hielden zich neutraal, met uitzondering vanhet geheel onbeteekenende Meiningen en het nog kleinere Reuss Greiz. InBerlijn, waar men tot nog toe stilzwijgend en in weinig opgewekte stem-ming het uitbreken van den oorlog had gadegeslagen, vertoonden zich.then de tijding van het te Langen-Salza gebeurde bekend werd, deeerste teekeuen van geestdrift. Er werd geillumineerd en groen gemaakt,voor het koninklijk paleis verzamelden zich jubelende scharen enzelfs Bismarck werd luide toegejuicht. In de niet Pruisische deelenvan Noord-Duitsehlancl maakte het gebeurde een maehtigen indruk.Er was een gevoel van diepe verontwaardiging over de geweld-dadige verbreking van alle rechtstoestanden. Het kon niet danergernis wekken dat dit alles bedreven werd door den koning vanPruisen, die bij zijne kroning het goddelijk recht der vorsten open-lijk had verkondigd en thans alleen om zich landen toe te eigenenwaarop hij niet het minste recht had, vorsten, wier reeht even heiligin zijne oogen moest zijn als het zijne, met geweld van wapenen uithunne rijken verdreef. Maar bij deze gevoelens voegde zieh de ver-pletterende indruk van Pruisens macht. Be vastberadenheid, de kalmeberekening, het zelfvertrouwen dat nit de Pruisisehe krijgsverrich-tingen zoo duidelijk bleek, en daartegenover de zwakheid, de be-sluiteloosheid en de onbezonnenheid der regenten van de kleinestaten dedeu het ieder Duitscher reeds gevoelen dat Pruisens tnachtonwederstaanbaar was. Men zag in dat men zich aan dien ijzerenwil, die nit Berlijn alles bestuurde, had te onderwerpen, dat men

Page 215: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

205

te doen had met een meerdere in zedelijke zoowel als in stoffelijkekracht, tegen wien geen verzet mogelijk was. Indien zulk een machtaan het hoofd van geheel Duitschland kwam te staan , dan zoudede droom van een eenig en stork Duitschland , dat in Europa deeerste rol kon spelen, een droom die onder allerlei vormen in elkDuitsch gemoed min of meer leefde, wellicht nog eenmaal verwezenlijktkunnen worden. Het was dit gevoel dat aanvankelijk stille berustinguitwerkte om van lieverlede, toen de tijdingen van nog veel grooterzegepralen der Pruisische wapenen zich overal verbreiddeu, te wordenopgebeurd door het schemerend vooruitzicht van een nieuw en roemrijkbestaan voor het gemeenschappelijk vaderland.

Want nog geen week na Langen-Salza was reeds de beslissing in De Boheem-

den strijd tusschen Oostenrijk en Pruisen gevallen. Traagheid van t osette.uitvoering was van oudsher het kenmerk geweest van het Oosten- griite

rijksch oorlogsbestuur. Terwijl de Pruisische troepen reeds volkomenstrijdvaardig waren, was men in Oostenrijk nog maar half gereed,en kon dus onmogelijk aanvallenderwijze te werk gaan. Daarenbovenwaren de onderhandelingen met Beieren , om het leger der Zuide-lijke staten naar Boheme te zenden, op het laatste oogenblik afge-sprongen, omdat er te Miinchen de voorkeur aan werd gegeven omde troepen tot de verdediging van het eigen land te gebruiken. Debevelhebber van het Oostenrijksch Noorder-leger, de Feldzeugmeistervon Benedek, was een dapper veldoverste, die zich in den oorlog van1859 zeer onderscheiden had, maar hem ontbrak de veel omvattendeblik en de onverstoorbare kalmte die in den aanvoerder van een grootleger voor de algemeene leiding van een veldtocht geeischt worden.Hij had zijne troepen in en om de sterke vesting Olmiitz in Moraviebijeen getrokken en moest daar de Pruisische aanvalsbewegingen af-wachten. Volgens Moltke's plannen zouden deze van twee zijdenplaats hebben. 1let westelijke legercorps , onder bevel van PrinsFriedrich Carl, versterkt door de troepen die onder generaal Her-warth von Bittenfeld Saksen veroverd hadden , moest Boheme bijde stad Reichenberg binnendringen en zich vervolgens in oostelijkerichting bewegen, terwijl het oostelijke, onder bevel van den kroon-prins uit Silezie, door de bergpassen van de Sudeten, in westelijkerichting de Boheemsche grenzen zoude overschrijden. Nabij Gitchin, eenstad in het westelijk gedeelte van Noord-Boheme, moesten de beidelegers volgens het uit Berlijn ontvangen bevel zich vereenigen. Ian

Page 216: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

206

het westelijke leger, als het sterkste, werd gelast om met de grootstesnelheid vooruit te trekken. Prins Friedrich Carl voerde dezen lastmet moed en veerkracht nit. Hij wierp de Oostenrijkers en Saksersover het riviertje de Iser terug, na een hevig nachtelijk gevecht bijPodol. Yervolgens trok hij naar Gitchin voort waar het vijandelijkleger hem in een sterke stelling afwachtte. In den namiddag van29 Juni begon hier een verwoed gevecht dat , door de overmacht derOostenrijkers en de voortreffelijkheid hunner artillerie, aanvankelijkaan de Pruisische troepen een slechten uitslag scheen te voorspellen.In het midden van den strijd echter ontving de kroonprins van Saksenbevel, van Benedek, om terug te trekken , daar tengevolge van denopmarsch van het leger van den kroonprins van Pruiseu zijne plannengeheel gewijzigd waren en het noodig was alle legerkrachten op eenmeer achterwaarts gelegen punt te vereenigen. Deze terugtocht gafden Pruisen gelegenheid om den wijkenden vijand krachtig aan tetasten. Doordieu de bevelen tot den aftocht niet aan alEc troepen-afdeelingen konden worden gegeven, althans niet te gelijkertijd,ontstond er spoedig verwarring. TerwijI de Oostenrijksche generaalClam Gallas nog met zijne officieren te Gitchin, waar het hoofdkwartierwas, zat te beraadslagen , rukte reeds een Pruisisch bataillon de stadbinnen. Wel gelukte het den Saksers deze soldaten weder nit de stadte verdrijven, maar zij moesten haar welhaast ruimen toen grooterePruisische legerafdeelingen zich vertoonden. De Oostenrijksche troepen,die reeds hunne bivouaks hadden betrokken buiten de stad, ontsteldenbij het vernemen van de inname van Gitchin door de Pruisen zoozeer,dat zij dadelijk hunne legerplaatsen verlieten en tot stand houden niette bewegen waren. Hun terugtocht werd spoedig een onordelijkevlucht, die door de vervolging der Pruisische ruiterij een nog ernstigerkarakter kreeg. Toen zij te Miletin bij hunne daar gelegerde strijd-makkers aankwamen, waren zij in eeu geheel ontredderden toestanci enongeschikt om in de volgende dagen dienst te doeu. Bij deze eersteontmoetingen waren de verliezen der Oostenrijkers reeds naar verhoudingbuitengewoon groot geweest. De Oostenrijksche officieren hadden inden Italiaanschen oorlog van 1859 de onstuimige bajonetaanvallender Frausche soldaten, voornamelijk der Zouaven, herhaaldelijk metschitterenden uitslag bekroond gezien en deze wijze van strijden alsvoorbeekl genomen. Zij hadden — zooals wij reeds zagen — in denDeenschen veldtocht hiervan de goede gevolgen kunnen waarnemen.

Page 217: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

207

Tegenover het hun nog in zijne werking onbekende Pruisische Ziindnadel-geweer bleken deze aanvallen niet alleen onvermogend , maar tevensvoor de aanvallers ten hoogste gevaarlijk. Natuurlijk had dit op degemoedsgesteldheid der soldaten een zeer nadeeligen invloed , zij ver-loren hun zelfvertrouwen en begonnen den strijd reeds vooraf als ho-peloos te beschouwen.

Dit hadden ook de Oostenrijksche bevelhebbers ondervonden dietegenover het legercorps van den Kroonprins van Pruisen hadden ge-staan. Dit corps was uit Silezie in drie afdeelingen door de berg-passen van de Sudeten Boheme binnengerukt. De linkervleugel, diedoor den zuidelijksten bergpas was getrokken onder aanvoeringvan generaal Steinmetz, kwam het eerst in aanraking met denvijand te Nachod. Zijne voorhoede werd aldaar door een veel tal-rijker Oostenrijksche legermaclit aangevallen en moest een verdedi-gende houding aannemen totdat het gros der Pruisische troependen weg over den bergpas had afgelegd. De krachtige aanvallender Oostenrijkers werden echter zegevierend afgeslagen vooral doorde moorddadige werking van het Ziindnadelgeweer. De ingenomenstelling kon behouden worden tot de konist der Pruisische ver-sterkingen. Van dat oogenblik at werden de Pruisen aanvallers,en dwongen zij den vijand spoedig tot den terugtocht. Hoewel dezein de beste orde plaats had, zonder eenig verlies, want de door den berg-marsch en het daarop gevolgde gevecht afgematte Pruisen konden nietaan vervolgen denken, vertoonde toch de lijst der dooden en gewondenin het Oostenrijksche leger tegenover die der Pruisen een zeer beden-kelijke wanverhouding. Het Pruisische leger had 300 dooden en 800gewonden, het Oostenrijksche 1100 dooden en 2400 gewonden enhad daareuboven nog 2000 gevangenen verloren.

Minder gelukkig was de reel] tervleugel der Pruisen, die den noorde-lijken bergpas was doorgetrokken onder aanvoering van generaal Bonin.Deze werd bij Trautenau in den morgen van den 24 Juni door de Oosten-rijkers aangevallen, doch sloeg den aanval kloekmoedig at In den na-middag hervatten de Oostenrijkers dien met versche krachten. De dood-vermoeide Pruisen konden dezen aanval niet wederstaan en moestentot in het gebergte terugwijken. Zelfs bij deze overwinning derOostenrijkers was hun verlies aan dooden en gewonden aanmerkelijkgrooter dan dat der Pruisen. Het geleden nadeel werd spoedig her-steld door het Pruisische centrum, dat over den middelsten bergpas

Page 218: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

208

was gemarcheerd en zich ijlings naar het Noorden wendde om de ge-slagen afdeeling van Bonin te hulp te komen. Bij Burkersdorf stietenzij op het Oostenrijksche leger onder Gablenz, die na de overwinningvan den vorigen dag zich wel op een ontmoeting met het centrumhad voorbereid, maar niet verwacht had dat dit reeds zoo spoedig tegenhem over zoude staan. Nauwelijks had de strijd zich algemeen ontwik-keld, toen Gablenz van Benedek berieht ontving dat hij de hem toe-gezegde versterkingen niet kon zenden. Er bleef nu niets over danhet gevecht af te breken en zich terug te trekken, daar er anders ge-vaar voor de verbreking der gemeenschap met het hoofdleger kon ontstaan.Even als te Gitchin werden ook hier de bevelen tot den terugtochtniet tijdig genoeg ontvangen. Een brigade-generaal, Grivicitz, ontvingzelfs in het geheel geen bevel, want de officier die het moest over-brengen werd door de Pruisen gevangen genomen. Hij bleef dus doorvechten,omsingeld van alle zijden, werd gewond en gevangen genomen, nadatzich zijne benden overal heen verstrooid hadden en voor het grootstegedeelte in Pruisische krijgsgevangenschap waren geraakt. De verliezender Oostenrijkers waren ook hier verbazend groot, die der Pruisenvijfmaal kleiner. Op denzelfden dag had ook generaal Steinmetz eenbelangrijk voordeel behaald, zijne troepen hadden Skalitz met geweldgenomen, bij welke gelegenheid de Oostenrijkers, die in strijd met debevelen van het hoofdkwartier het gevecht hadden voortgezet, wederomgeweldige verliezen leden, meer dan 5500 man. Den volgenden dagsloeg hij bij Schweinschddel de Oostenrijkers opnieuw en vereenigdezich met den rechtervleugel, die inmiddels van den hem te Trautenau toe-gebrachten slag geheel hersteld was. De vereenigde troepen marcheer-den voort tot aan de Elbe, waar zich de ruiterij-afdeelingen van hetleger van Prins Friedrich Carl, dat te Gitchin gelegerd was, spoedigvertoonden. Het geheele Pruisische leger was thans overeenkomstigMoltke's plan in Noord-West-Boheme vereenigd tegenover hetOostenrijksche. Maar dit laatste beyond zich in een jammerlijkentoestand. Het had zonder een grooten veldslag te hebben verlorenreeds een verlies geleden van 30,000 man. Benedek telegrafeerdedan ook 1 Juli aan den Keizer, dat een groote nederlaag onvermijde-lijk en het sluiten van den vrede dringend gewenscht was. Zooals tebegrijpen was antwoordde de keizer dat dit laatste onmogelijk was ;men moest maar terug trekken, des noods naar Olmiitz, maar liefstwilde hij dat men vooraf nog slag leverde. Het ligt nu eenmaal in

Page 219: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

209

het Oostenrijksch karakter om zich geheel te laten overmeesteren doorde indrukken van het oogenblik. Was Benedek aanvankelijk volkomenmoedeloos geworden bij het zien zijner zwaar gehavende legermacht,na een paar dagen toen zijne soldaten van de vermoeienissen warenui tgerust en de orde in de gelederen zich langzamerhand geheel her-ste lde, was hij weder vol moed en besloot hij den veldslag te wagen.Zijne strijdkrachten waren 'zoo goed als gelijk aan die van zijnen tegen-stander ; aan beide zijden stonden ongeveer 220,000 man. Een veld-slag waaraan zoo vele strijders deelnamen was in Europa nog nimmervoorgekomen. Benedek, die door de ervaring der laatste dagen had geleerddat zijne infanterie zijn zwakste, maar dat zijne artillerie, die veel meer ge-schut met getrokken loopen bezat dan de, voor het grootste deel uit ka-nonnen met gladde loopen bestaande, Pruisische, zijn sterkste wapen was,had op de plaats waar hij zijnen vijand afwachtte, een heuvelketen tusschenSadowa en Koniggratz, zijn geschut op de hoogste toppen geplaatst en aande infanterie bevel gegeven om geen aanvallende beweging te beginnenvoordat de Pruisische troepen, die over een door den regen zeer gezwollenbeek, de Bistritz, en vervolgens door vlakke velden zonder bedekkingtegen de Oostenrijksche linien moesten optrekken, ter dege hadden bloot-gestaan aan het moorddadig vuur der batterijen. Waar dit bevel goedwerd opgevolgd leden de Pruisen geweldige verliezen ; ongelukkigerwijze voor de Oostenrijkers hielden hunne bevelhebbers , hetzij uitbetweterij , hetzij uit toegeeflijkheid tegenover het ongeduld hunnerof ficiereu, zich niet overal aan de bevelen van den opperbevelhebber.Waar hunne infanterie, al was zij ook overmachtig, tegenover dePruisen stond, deed zich weder hetzelfde verschijusel der vorige dagenvoor, zij kon tegen het aanhoudende geweervuur niet stand houden,terwijl de reeds opgedane ondervinding er niet toe bijdroeg om hetweerstandsvermogen der Oostenrijksche infanteristen te vermeerdereu.

De aanval begon van Pruisische zijde, onder het oog en op bevelvan koning Wilhelm, die den dag te voren in het leger was aange-komen, door de troepen van Prins Friedrich Carl. Men wist wel datmen tegenover een veel talrijker vijand stond, doch rekende er opdat het leger van den kroonprins binnen eenige uren op het slagveldzoude aanwezig zijn, ingevolge het hem in den nacht overgebrachtebevel des konings. — Met groote volharding van beide zijden en onderschrikbarend verlies van menschenlevens werd den ganschen voor-middag zonder ophouden met afwisselend geluk gestreden. De be-

II

Page 220: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

210

rekeningen der Pruisische bevelhebbers kwamen voortreffelijk uit, dekroonprins verscheen tegen den middag met zijne troepen en gaf debeslissing. Te vergeefs liet de Oostenrijksche bevelhebber zijne ganschereserve in het veld komen, ten einde de thus van alle zijden zege-vierend opdringende Pruisen tegen te houden. Het geheele Oosten-rijksche leger werd tot wijken gedwongen, zijn nederlaag was volkoinen.Had de koning van Pruisen een algemeene vervolging der vluchtendenbevolen, wat om verschillende overwegingen niet geschiedde — danzoude er van het leger van Beuedek weinig zijn overgebleven. Tochwaren de verliezen reeds zeer aanzienlijk : 5600 man gedood, 6700gewond en 22,000 gevangen. Daarbij waren 6000 paarden en187 kanonnen verloren of in 's vijands handen geraakt. Het verliesder Saksische troepen, die zich zeer onderscheiden hadden, bedroeg1500. De Pruisische verliezen bedroegen ongeveer 9000 man aangedooden en gewonden.

Het beslissende karakter der overwinning werd door den over winnaardadelijk ingezien, door den overwonnene erkend. Moltke zeide aan denavond van den slag tegen den koning : Uwe Majesteit heeft nietalleen den veldslag maar den geheelen strijd gewonneu, terwijl Benedekuitriep : ik heb alles verloren, maar helaas! niet mijn leven.

Oorlogsbe- Italie had aan Oostenrijk den oorlog verklaard eenige dagen uadatIt:1rd venenziunid. men de zekerheid had verkregen van de Pruisische vijandelijkheden.Duitschiand. De Italiaansche regeering was in een moeielijke stelling. Napoleon III

had den 12" Juni een mededeeling aan het Wetgevend Lichaam ge-daan, waarbij hij verklaarde onzijdig te zullen blijven, maar tevensliet doorschemeren, dat in elk geval Venetie aan Italie zoude wordenafgestaan. Hij had dan ook aan de Italiaansche regeering den wenkgegeven om den oorlog niet te beginnen voordat Pruisen dien hadverklaard, en tevens om den oorlog niet met te groote hevigheid tevoeren, daar het doel daarvan, Venetie, toch verkregen zou worden.Het was waarschijnlijk onder den invloed van deze mededeelingen datgeneraal La Marmora, de president-minister die het opperbevel overde troepen zou voeren, weigerde om op het Pruisische plan voor eenveldtocht in te gaan, dat hem eerst door een dilettant krijgskundigeBernhardi te Florence was medegedeeld en later in een uitvoerigenota van den Pruisischen gezant bij het Italiaansche Hof, von Usedom,was ontwikkeld. Volgens dat plan zouden de Italiaansche troepen de

Page 221: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

211

Oostenrijksche vestingen aan den Mincio, den bekenden vierhoek, onge-moeid laten, maar van het Zuiden over de Po in het Venetiaansche gebiedtrekken verder de Oostenrijksche grenzen overschrijden en trachten inhet hart van Oostenrijk zich met de Pruisen te vereenigen. De vrijwilliger-scharen, die zich weder als voorheen onder de vaan van Garibaldi haddenverzameld, moesten naar den oostelijken oever der Adriatische Zeeworden overgebracht en vandaar met behulp der uitgcweken revolu-tionaire Hongaren een opstand in Croatie en Hongarije zieu te be-werken. Pruisen gaf de toezegging om de helft der onkosten voor dezelaatste onderneming, anderhalf millioen franken, aan Italie terug te be-talen. La Marmora wilde van deze plannen niets weten, hoewel Ricascoli,die hem, toen hij Florence verliet om zich aan het hoofd van hetleger to stelleu, als minister-president was opgevolgd, er wel oorennaar had, en eveneens Generaal Cialdini die het leger aan de Po aan-voerde. Deze was van meening dat in elk geval de aanval in hetVenetiaansche van de zuidzijde moest plaats hebben, terwijl La Marmoravan de westzijde wilde aanvallen. Koning Victor Emmanuel wilde ditverschil tusschen zijne beide legeraanvoerders niet beslissen, maarplaatste Cialdini met acht divisies aan den Po en La Marmora mettwaalf divisies aan den Mincio. Hij meende dit met gerustheid tekunnen doer, daar het Italiaansche leger het Oostenrijksche in Noord-Italie, dat onder bevel van den Aartshertog Albrecht stond, in getal-sterkte verre overtrof. De Oostenrijkers waren 82,000 man sterk, deItalianen 230,000, terwijl nog 35,000 vrijwilligers onder Garibaldidienst hadden genomen. Deze laatsten werden naar de Noordelijke grenzenvan het Venetiaansche gezonden, met het doel om in Tirol te dringen.

Aartshertog Albrecht had zijne legermacht aan den linkeroever vande rivier de Etsch bijeengetrokken, waar hij ongeveer op gelijkenafstand van het leger van La Marmora en van dat van Cialdini stond.Hier wachtte hij de bewegingen van den vijand af. La Marmora trokden 23sten Juni over den Mincio. De koning on de kroonprins Humbertbevonden zich bij deze troepen. Zij waren in de vaste overtuiging datde Oostenrijkers nog aan de overzijde van den Etsch stonden, toen zijplotseling door den vijand werden aangevallen. La Marmora, die thansmeende dat de hoofdmacht der Oostenrijkers tegen zijn rechtervleugeloverstond en in deze veronderstelling zijne maatregelen nam , werdspoedig gewaar dat in het Noordeu het grootste gevaar dreigde, waarzijn linkervleugel geheel geslagen werd. De rechtervleugel hield

Page 222: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

212

tusschen stand, en had aanzienlijke versterkingen kunnen ontvangen,indien de veldheer tijdig daartoe de noodige bevelen had gegeven. Hetschijnt echter dat La Marmora, reeds door den verrassenden aanval derOostenrijkers zeer ontsteld, toeu hij bemerkte dat hij zich ook tenopzichte hunner stelling vergist had het hoofd geheel verloor en eralleen aan dacht om den koning in veiligheid te brengen aan denrechteroever van den Mincio. Be Italiaansche troepen, aan zich zelveovergelaten, streden den geheelen namiddag zonder leiding, dochmoesten wijken, toen Aartshertog Albrecht zijne reserve in het veldbracht. Door de Oostenrijksche ruiterij achtervolgd, bereikten zij denMincio, waarachter zij veilig waren. In dezen slag, naar het dorp waarhet felst gestreden werd, Custozza benoemd, verloren de Oostenrijkersbijna 8000 man, de Italianen jets meer, maar daarenboven 14 ka-nonnen. Be Oostenrijksche bezittingen in Italie waren nu voorloopigvoor elken verderen aanval gevrijwaard. Be Italiaansche veldheerenhidden voortdurend krijgsraad over het vernieu wen van den strijd,doch bleven werkeloos. De Oostenrijkers bepaalden zich tot een ver-dedigeude houding. Zoowel nit staatkundige als uit krijgskundigeoverwegingen wilden zij geen inval in de staten van Victor Emmanueldoen, terwijl de gebeurtenissen in Boheme hen welhaast noodzaaktenalle beschikbare troepen naar het Noorden te zenden. Behalden deItalianen in dezen oorlog te land geen lauweren. op zee verging hethun nog veel erger. De admiraal Persano had op 20 Juli met deItaliaansche vloot de op een der Dalmatische eilanden gelegen vestingLissa willen platschieten, toen plotseling het Oostenrijksche smaldeelonder den admiraal von Tegetthoff op hem kwam aanstoomen en metgroote onverschrokkenheid de sterkere ltaliaausche zeemacht dadelijkaantastte. De Italianen leden in dezen zeeslag een geduchte neder-laag. Van hunne drie groote pantserschepen vloog een in de lucht,een ander zonk met de geheele bemanning, terwijl het derde, hetgrootste, zwaar gehavend de vlucht nam. Van de overige pantser-schepen werd nog een zoozeer geteisterd, dat het met moeite naarAncona kon gesleept worden; de houten schepen hadden zich wijselijkaan den strijd onttrokken. Be Oostenrijkers verloren geen enkel schip,het gelukte hun het meest gehavende, dat zich tegen drie Italiaanschepantserschepen maranoedig had verdedigd, behouden in de haven vanLissa te brengen.

Ook de veldtocht in Zuid-Duitschland tegen de Duitsche staten van

Page 223: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

213

den Bond was voor de Pruisen een zegetocht. Zij hadden daar tegenzich over de Beieren onder den Beierschen Prins Karel, een bejaardman, ervaren krijgskundige van de oude school, en het Bondslegeruit de contingenten van verschillende staten bestaande, dat aangevoerdwerd door Prins Alexander van Hessen, wiens krijgskundige talentenniet groot waren. De Beieren waren aanvankelijk in Thuringen ge-trokken, waar zij zich met het Hannovraansche leger hoopten te ver-eenigen ; toen echter de tijding van het te Langen-Salza voorgevallenehen bereikte trokken zij in westelijke richting terug, teneinde aan-sluiting met de Bondstroepen te verkrijgen. Het eerste treffen tusschende Beieren en de Pruisen had te Dermbach plaats en bleef onbeslist.De vereeniging met het leger van Prins Alexander van Hessen kwamevenwel niet tot stand, daar doze van den Duitschen Bondsdag bevelkreeg om voornamelijk op de verdediging van Frankfort bedacht tezijn , en ook de staten van den hertog van Nassau en den groothertogvan Hessen-Darmstadt te beschermen tegen Pruisische aanvallen. DeBeieren werden hierop te Kissingen door de Pruisen aangevallenen verslagen. Van een vervolging der zwaar geteisterde en ver-strooide troepen zag de Pruisische generaal von Falckenstein, die hetopperbevel voerde, evenwel af, want hij kreeg uit het hoofdkwartier teBoheme den dringenden last van Bismarck, om alle Duitsche Widenten noorden van den Main zoo spoedig mogelijk te bezetten. Hij trok danook met versnelde marschen op Frankfort aan. Bij Laufach ontmoettezijne voorhoede, 13 Juli, de Hessische troepen, die met zeer z ware ver-liezen de vlucht moesten nemen naar Aschaffenburg. Door de Pruisenvervolgd durfden zij den volgenden dag den slag niet meer aanvaarden,maar weken nog verder terug. Een Oostenrijksch corps, tot de bonds-troepen behoorende. dat bij A schaffenburg gelegerd was, nu geheel aaneigen krachten overgelaten, werd door de Pruisische overmacht geheelverslagen. Prins Alexander van Hessen was inmiddels ook reeds inzuidelijke richting geweken, waardoor Frankfort den 16den Juli inhanden der Pruisen viel. De leden der Bondsvergadering hadden destad reeds verlaten en waren naar Augsburg gevlucht, waar zij hunnelaatste bijeenkomsten hidden, die weldra door de ontbinding van denBond voor goed werden beeindigd. Falckenstein , die door zijn eigen-machtig optreden herhaalde]ijk reden tot misnoegen had gegeven, werdinmiddels van het Mainleger naar Boheme verplaatst en vervangendoor Manteuffel, die de thans gemakkelijk geworden taak om den veld-

Page 224: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

214

tocht te voltooien, in weinige dagen uitvoerde. De Bondstroepen warengeheel ontredderd, de beide bevelhebbers waren het onderling volkomenoneeus, de regeeringen der Zuid-Duitsche staten hadden de zekerheiddat Oostenrijk den strijd had opgegeven en dat hunne zaak daardoorhopeloos was gewordeu. In een reeks van gevechten bij Tauber-bischofheim, Werbach, Neubrunn en Rossbrunn, werd het Bondslegerdoor de veel zwakkere Pruisische troepen voortdurend geslagen, totdateindelijk met de beschieting en verovering van Wiirzburg de veldtochteindigde. Inmiddels hadden zich ook reeds in het Noord-Oosten vanBeieren Pruisische legerafdeelingen vertoond die tot Neurenberg door-drongen zonder tegenstaud te ontmoeten, en vermoedelijk zoudenMunchen en Stuttgart binnen weinige dagen zonder slag of stoot zijnbeset, zoo niet de wapenstilstand, e Nikolsburg gesloten, aan de krijgs-verrichtingen een einde had geinaakt.

Pransche Frans Joseph had voor het uitbreken van den oorlog aan Napoleon IIIbemiddeling. het vooruitzicht geopend dat, hoe ook de uitslag mocht zijn, Venetie

in elk geval aan Italie zou worden afgestaan. Toen hij een paardagen voor den slag van Keniggratz het hierboven vermelde ongunstigebericht van Benedek had ontvangen, besloot hij aan Napoleon IIItelegrafisch te melden dat hij hem Venetie wilde afstaan, teneindehet aan Italie te kunnen geven. Hij hoopte dat hierdoor de oorlog inItalie zoude eindigen, en het leger van Aartshertog Albrecht naarWeenen zoude kunnen terugkeeren , teneinde het Noorderleger te ver-sterken.

Napoleon werd na de ontvangst van dit bericht door seer gemengdegewaarwordingen bewogen ; hij had verwacht dat Oostenrijk de over-winning sou behalen, en zoo niet, dat het son blijken dat de beidemogendheden geheel tegen elkauder waren opgewassen. Ben zoo spoedigeen afdoende beslissing als de verpletterende nederlaag van Keniggratz,die eenige dageu na de ontvangst van de Oostenrijksche bereidverklaringtot afstand van Venetie te Parijs in alle bijzonderheden bekend werd,verraste den keizer en gansch Frankrijk op seer onaangenamewijze. Be kleinste der groote mogendheden had zich eensklaps demachtigste in den oorlog getoond en scheen Frankrijk, dat zich in ditopzicht tot nu toe de eerste rekende, naar de kroon te zullen steken.Voor den keizer, die wist, wat de overgroote meerderheid zijner onder-danen uiet kon gissen, dat de Fransche krijgskrachten voor het oogen-

Page 225: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

215

blik in een weinig bevredigenden toestand waren, was er reden totgroote bezorgdheid. Intusschen begreep hij van de omstandighedenzoo good mogelijk partij te moeten trekken. Hij kon het Oostenrijkschevoorstel niet voetstoots aannemen en daardoor Italie alleen tot hetnederleggen der wapenen noodzaken. Dit zou geheel in strijd zijngeweest met het tusschen Pruisen en Italie gesloten verbond. Slechtsdoor, met Venetie als het ware in de hand, aan de beide oorlogvoerendemogendlieden zijne bemiddeling aan te bieden, kon hij de neutraliteitvan Frankrijk bewaren. Hij deed dit dadelijk door middel van in dennacht van 4 Juli aan beide koningen Wilhelm en Victor Emmanuel ge-zonden telegrammen, die in den Moniteur van den volgenden morgenwereldkundig werden gemaakt. Voor het oogenblik was nu de openbaremeening in Frankrijk bevredigd. De keizer trad als het ware alsopperscheidsrechter van Europa tusschen de strijdenden op. De eind-beslissing zou van Frankrijk komen als de machtigste mogendheid, dieten slotte het lot van Europa regelde. Maar de minister van buiten-landsche zaken Drouin de Lhuys meende dat deze houding vanFrankrijk moest worden bekrachtigd door eon indrukwekkend machts-vertoon. Het bijeenroepen der Kamers in buitengewone zitting, hetuitschrijven oener oorlogsleeuing en het dadelijk zenden van een aau-zienlijke legermacht naar den Rijn, zou aan Europa bewijzen dat hetde Fransche regeering ernst was met het doordrijven van haar wil.Ondoordacht als altijd, gat' de keizer aanvankelijk toe. Hij werd echtervan andere zijde, voornamelijk door den minister van BinnenlandscheZaken, La Valette, gewezen op het tegenstrijdige van dit plan met deaanvankelijk aangenomen gedragslijn. De vredelievende bemiddelaar kontoch niet tegelijkertijd als gewapend kampioen optreden. in elk gevalmoest men wachten totdat gebleken zou zijn of de strijdenden de be-middeling aannamen. Napoleon, door lichamelijk lijdeu gekweld en terneder gedrukt door de wetenschap dat hij voor het oogenblik nietmeer dan 50,000 man in het veld kon brengen, kwam op het ge-nomen besluit terug en wachtte voorloopig of , wat de uitslag zijnerbemoeiingen zou zijn. Nergens, buiten Frankrijk, oogstte de keizerbijval. Oostenrijk, dat in alles moest berusten terwijl de vijand steedsmeer en meer op zijne hoofdstad aandrong, was zeer ontstemd; hethad alleen het beeindigen van den oorlog met Italie gewenscht, nietde inmenging van Frankrijk in zijnen strijd met Pruisen. Te Londenen to Petersburg, waar men aan een gezamenlijke tusschenkomst der

Page 226: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,16

drie onzijdige groote mogendheden dacht, maakte de tijding van hetvoorbarig en afzonderlijk optreden van Frankrijk een ongunstigenindruk. In Italie wekte het Fransche voorstel de algemeene veront-waardiging op. Het leger brandde van verlangen om de te Custozzaondergane vernedering door een roetnrijke overwinning nit te wisschen,en nu werd het de handen gebonden door de overgave van Venetieaan Frankrijk , dat zelfde Frankrijk dat in 1859 trouweloos denvrede van Villa Franca had gesloten.

Intusschen was de alles beheerschende vraag , hoe het Fransche be-middelingsvoorstel in het Pruisische hoofdkwartier te Boheme doorkoning Wilhelm zou worden outvangen. Het veroorzaakte daar, zooalsbegrijpelijk was, een groote ontstetnming. Men had gehoopt alleen metOostenrijk de beslissing over de Duitsche aangelegenheden tot een eindete brengeu, men was in de gelegenheid om den vrede zoo goed alsvoor te schrijven, zoo noodig in Weenen, dat voor de zegevierendePruisen open lag, en nu kwam eensklaps Napoleon als lastige derdetusschen beide. Intusschen begreep Bismarck, die de groote gavebezat om onder alle omstandigheden zijne hartstochten to beheerschen,dat het thaus niet het oogenblik was om aan Frankrijk zijne gram-schap te doen blijken. Sloeg Pruisen de bemiddeling af, , dan brachthet den Franschen keizer in de noodzakelijkheid om zich aan de zijdevan Oostenrijk te scharen. De verschijning van een Fransch leger inDuitschland zou den ternedergeslagen Zuid-Duitschen staten den moodteruggeven en hunne troepen, met Fransche hulp en onder leiding vaneen ervaren Fransch veldheer, zouden de veel zwakkere Pruisischelegermacht waarschijnlijk geduchte slagen kunnen toebrengen eer hetleger uit Boheme tot hulp was aangesneld. En om dit leger naar denRijn te kunnen zenden, moest men onder de ongunstigste omstandig-heden met Oostenrijk vrede maken of althans allen verderen strijdstaken en zich tot een verdedigende houding bepalen.

Op aanraden van Bismarck werd dan ook door koning Wilhelmaan Napoleon III getelegrafeerd dat hij het voorstel tot bemiddelingaannam. Tevens meldde de koning, dat reeds van Oostenrijksche zijdehet voorstel tot een wapenstilstand was gedaan, en dat de Pruisischegezant to Parijs aan den keizer de voorwaarden, waaronder tot eonwapenstilstand kon worden besloten, zou mededeelen. Tegelijk be-sloot de koning den vorst van Reuss, die gedurende zijn vroeger ver-blijf als gezantschapsraad te Parijs in vriendschappelijke betrekking tot

Page 227: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

217

Napoleon had gestaan, als buitengewoon gevolmachtigde daarheen tedoen vertrekken.

Voor Napoleon III braken toen dagen aan, waarin hij moest onder-vinden hoe ondankbaar de taak was die hij op zich had genomen.Vorst Reuss en de Pruisische gezant te Parijs waren uiterst behoed-zaam. Zij gaven den wensch te kennen dat de keizer als bemiddelaarzelf voorslagen zoude doen. Inmiddels gingen de krijgsbedrijven voort,want de wapenstilstand door Oostenrijk gevraagd was niet ingewilligd.Te Parijs verwachtte men dagelijks het bericht dat de Pruisen hetbeleg voor Weenen hadden geslagen en de Italianen, die zich aan denafstand van Venetie aan Frankrijk niet stoorden, het hun door Napoleonbeloofde land zelve hadden veroverd. Keizerin Eugenie drong bij harmgemaal onophoudelijk aan op een partijtrekken voor Oostenrijk ookDrouin de Lhuys sprak in denzelfden geest; zij trachtten den keizerte beduiden dat Pruisen door het rekken van onderhandelingen, dietot niets konden leiden, hem zoo lang rustig hoopte te houden totdat hetdoor de verovering van Weenen en geheel Duitschland volledig meesterwas van den toestand. De Oostenrijksche gezant, vorst Metternich, be-stormde den keizer met de bitterste jammerklachten: men had aan zijnewenschen ten opzichte van Venetie voldaan, nu moest hij zijnerzijdsook zijne verplichtingen jegens Oostenrijk nakomen. Ook de Saksischeminister von Beust, die bij het Hof der Tuilerieen hoog stond aange-schreven, verscheen op verzoek van den keizer van Oostenrijk to Parijs;hij bad Napoleon dringend om zijne troepen uit het kamp van Chalonsnaar den Rijn te zenden en een vloot near de Noordzee. Hij moestechter van den keizer vernemen dat elk krijgshaftig vertoon onmoge-lijk was. Frankrijk was niet genoegzaam uitgerust, het was niet bijmachte om met de wapenen in to grijpen. Intusschen, al mocht ookhet pijnlijk gevoel van eigen zwakheid den keizer dwingen om van elkedeelneming aan den oorlog of to zien, toch was de gedragslijn, hemhierdoor geboden, in zekeren zin hem niet ongevallig. Aan de zijdevan Oostenrijk tegen Italie to strijden, voor welks onafhankelijkheidhij in 1859 zich zoo groote opofferingen had getroost, stuitte hemevenzeer tegen de borst als in Duitschland de nationale beweging toteenheid, waarvoor hij in het afgetrokkene veel gevoelde, met geweldden kop in te drukken. Indien hij maar de zekerheid had dat er inEuropa goon toestanden ontstonden waardoor de openbare mooning inFrankrijk zich verontrust zou gevoelen, indien de macht van Pruisen

Page 228: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

218

niet zoo groot werd dat Frankrijk ziju mindere kon geacht worden,dan was hij bereid ora te berusten in de noodzakelijke gevolgen vanPruisen's overwinning. Voor hersenschimmige verwachtingen toegan-kelijk plannenmaker als hij altijd geweest was, vleide hij zich daaren-boven nog met de verwerving van eenig aangrenzend grondgebied ofmet de vestiging van een nieu wen Duitschen staat aan den Rijn, alsschadeloosstelling voor een der vorsten die hunne landen aan Pruisenmoesten afstaan, die natuurlijk in Frankrijk zijnen beschermer zouzien, terwijl de door Pruisen toegezegde onafhankelijkheid van de Zuid-Duitsche staten hem in elk geval het vooruitzicht opende om daareen zwaartepunt voor Franschen invloed te verkrijgen. Omstreeks halfJuli kwam te Parijs tusschen den keizer en den Pruisischen gezanteen overeenkomst tot stand, die als grondslag voor het sluiten van denvrede kon worden aanvaard. Be hoofdpunten waren : uitsluiting vanOostenrijk uit den Duitschen Bond, een Noord-Duitsche Bond onderPruisen's opperste leiding met den Main als zuidelijke grens. Vrijheidvoor de staten ten Zuiden van den Main om een Zuid-Duitschen Bondte stichten. Vereeniging van de Elbe-hertogdommen met Pruisen. Ver-goeding der oorlogskosten geheel of gedeeltelijk door Oostenrijk en zijnebondgenooten aan Pruiseu. Bemiddelingsvoorstellen in dezen zin werdennu naar Weenen gezonden en naar het Pruisische hoofdkwartier, waar in-middels de fransche gezant te Berlijn, Benedetti, ook reeds verscheuen was.

Lastste krijgs- Be wapenstilstand, dien Oostenrijk dadelijk na den noodlottigen afloopbedrij yen. van den veldslag van Kiiniggratz had gevraagd, was door den koningstand, vanvan Pruisen niet toegestaan, voornamelijk uit krijgskundige over wegingen.

Be keizer van Oostenrijk, die door den afstand van Venetie aan Frankrijkthans tegenover Italiaansche krijgsbewegingen veilig meende te zijn,wilde het Oostenrijksche leger van aartshertog Albrecht naar hetNoorden verplaatsen. In Italie liepen de zaken echter niet zooals hijverwacht had. Koning Victor Emmanuel en zijne ministers hadden terekenen met de gezindheid van Italie. Er klonk in het geheele land slechtsén stem van diepe verontwaardiging over het gebeurde. Men wilde Venetieniet als geschenk van Frankrijk aanvaarden, men wilde het zelf veroveren.La Marmora was niet ongenegen oin Frankrijk naar den zin te zijn, maarde ministers Ricasoli en Visconti Venosta weigerden beslist om denafstand te erkennen en verklaarden den koning, dat er een omwentelingin Italie te wachten was indien hij in het gebeurde berustte. Hij ant-

Page 229: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

219

woordde dau ook aan Napoleon, die hem gelast had geen Italiaanschetroepen in het nu aan Frankrijk behoorende Venetie te doen binnen-rukken en oogenblikkelijk een wapenstilstand te sluiten, dat hij hieraanalleen kon voldoen wanneer Venetie en Zuid-Tirol door Oostenrijk rechts-streeks aan Italie werden afgestaan en de zekerheid werd gegeven datbij de onderhandelingen geen andere punten ter sprake zouden komen.Dit laatste voorbehoud had de strekking om elke bespreking der Ro-meinsche kwestie uit te sluiten. Te Parijs was men over dit antwoordhoogst ontevreden. Er werd een dreigende nota uaar Florence gezonden,waarin de mogelijkheid eerier gewapende tusschenkomst te land en terzee werd uitgesproken. Intusschen stood de Italiaansche regeering vrijsterk tegenover Frankrijk door haar verbond met Pruisen. Zij mochtkrachtens deze overeenkomst geen wapenstilstand sluiten zouder toe-stemming van Pruisen en was dus verplicht, zoolang de oorlogstoestandin Oostenrijk nog voortduurde, ook harerzijds den krijg voort te zetten.Intusschen was deze voortzetting zoo bedaard mogelijk. Cialdini trokmet zijne troepen over den Po, doch onthield zich van elke belangrijkekrijgsverrichting. Blijkbaar wilde Victor Emmanuel aan de eene zijdePruisen en de opeubare ineening in zijn land tevredeu stellen, maaraan de andere zijde Napoleon III zoo min mogelijk aaustoot geven.Voor Oostenrijk had echter deze houdiug der Italianen het onaange-name gevolg, dat het nu verplicht was een deel zijner legermacht inItalie te laten. Slechts 57,000 man konden naar Weenen worden ge-zonden, waar men zich iuderdaad ongerust begon te maken over denadering der Pruisen. Benedek toch had ua de nederlaag bij KOnig-gratz zijn leger teruggevoerd uaar het versterkte kamp bijwaar het aanvankelijk gelegerd was geweest. De Pruisen hadden eenaanzienlijke legermacht zoowel ten noorden als ten zuiden van Olmiitzdoen post vatten om zijne bewegingen gade te slam terwijl iumiddelshet gros van het leger den weg naar Weenen insloeg. her wachttehet geen tegenstand. Zij konden Brtinn, de hoofdstad van Moravie,bezetten zonder een vijand te outmoeten en naderden meer en meer dehoofdstad. Aartshertog Albrecht, die door den keizer tot opperbevel-hebber van het geheele leger was benoemd, zond thans aan Benedekbevel om met zijn leger in oostelijke richting , ten einde Pruisischeaanvallen te ontgaan, op Pressburg te trekken, om van daar Weenen tebereiken. Op dezen tocht werd een Oostenrijksche legerafdeeling bijTobitschau door de Pruisen aangevallen en na hardnekkigen tegen-

Page 230: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

220

stand verslagen, bij welke gelegeuheid nog 18 kanonnen werden buit-gemaakt. Benedek, door dit voorval tot behoedzaamheid genoopt, troknu nog meer oostelijk. Prins Friedrich Carl stond iumiddels reedsmet zijne troepen in het Marchfeld, een groote vlakte, van waar menmet den verrekijker den toren van de Stephanuskerk te Weenen konzien. Ten einde Benedek van de hoofdstad af te snijden, besloot hijPressburg te doen bezetten, welks bezit hem ook een veiligen overgangover de Donau zou hebben bezorgd. Te Blumenau , een paar urenvan Pressburg, wachtten de Oostenrijkers de Pruisen af, de Pruisischegeneraal Fransecky tastte de Oostenrijkers in het front aan, maar zondtegelijkertijd een deel zijner troepen in oostelijke richting , om hetOostenrijksche leger om te trekker' en in den rug aau te vallen, in dehoop het geheel te kunnen omsingelen. Benedek had echter ijlingseenige legerafdeelingen tot versterking gezonden die de Pruisen, toenzij hunue orasingelende beweging begonnen, onverhoeds aanvielen. HetPruisische leger kwam hierdoor in een hachelijken toestand, maar despanning waarin zijne bevelhebbers verkeerden duurde niet lang. Tegenden middag toch k wam in beide legers het bericht dat een wapen-stilstand was gesloten. Be strijd werd dadelijk gestaakt zonder dat ernog een beslissing was gevallen. Het laatste kanonschot in den Duitsch-Oostenrijkschen oorlog werd gelost op 22 Juli.

De vredes- De besprekingen in het Pruisische hoofdkwartier die aan den wapen-preliminairenvan Nikols- suilstand vooraf waren gegaan, hadden storinachtige tooneelen in het leven

burg. geroepen. Van het oogenblik af waarop het sluiten van den vredemet Oostenrijk een onderwerp van overweging was gaan uitmaken, washet volkomen verschil van meening aangaande de voorwaarden tusschenden koning van Pruisen en zijnen minister van Buitenlandsche Zakenaan het licht gekomen. Over eukele hoofdpunten waren zij het na-tuurlijk geheel eens : dat Oostenrijk nit den Duitschen Bond moesttreden en de Elbe-hertogdoinmen bij Pruisen worden ingelijfd , stondbij beide vast. Over de verdere regelingen in Duitschland te treffen,bestond echter een uiteenloopend inzicht.

De koning, die zich thus heer en meester over de Duitsche toe-standen voelde, liet zich door eerbied en liefde voor de geschied-kundige overleveringen van zijn land en zijn stamhuis geheel beheer-schen. Hij wilde weder onder zijnen scepter vereenigen, alles wat in vroegerof later tijd aan Pruisen of aan de Hohenzollerns had toebehoord.

Page 231: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

221

Oost-Friesland, Neurenberg, Baireuth en Anspach moesten weder Prui-sisch worden. Hij wilde daarenboven, dat Oostenrijk zijne nederlaagzou betalen met afstand van grondgebied in Boheme en van Oosten-rijksch Silezie, en Saksen met Leipzig De Duitsche vorsteu, die tegenhem de wapenen hadden opgevat , wilde hij van hunne tronen verwij-deren en door hunne troonopvolgers doen vervangen. Eindelijk washet zijne vurige begeerte, en zij vond weerklank bij alle hoofdofficierenvan zijne omgeving, dat de vrede met Oostenrijk niet zou wordengesloten alvorens de Pruisische troepen hunnen triomfeerenden intochtiii Weenen hadden gedaan.

Met deze denkbeelden, waaruit meer gevoel en hartstocht sprakendan staatkundig beleid, kon Bismarck zich onmogelijk vereenigen.Hij was een man, wiens buitengewone talenten als staats man zichvooral toonden door de snelheid en zekerheid, waarmede hij den toe-stand van het oogenblik in verband met de toekomst wist te beschouweu.Wat verkrijgbaar vcas allereerst, vervolgens wat daarvan waard was teverkrijgen en wat twijfelachtige waarde bezat, doorzag hij na, de Prui-sische overwinningen dadelijk. Reeds aan den avond van den slag vanKiiniggratz had hij gezegd : nu kunnen wij weer in vrede leven metOostenrijk. Wanneer Oostenrijk eenmaal aan Pruisen de leiding vanDuitschland geheel zou hebben moeten afstaan, zou een nadere aaneen-sluiting tusschen de beide landen , dan niet langer verdeeld door deneeuwigen strijd over de eerste plants in Duitschland, op geen moeilijk-heden meer stuiten. Maar om een dergelijke aaneensluiting voor laterejaren voor to bereiden, inoest volgens Bismarcks inzicht een vredeworden gesloten, die zoo min mogelijk wrok achterliet. Geen Prui-sische zegetocht door de straten van Weenen , geen afstand vanOostenrijksch grondgebied aan Pruisen, geen overdreven hooge oor-logsschatting. Oostenrijk moest zijn invloed op Duitschland verliezen ,maar het mocht 'net vernederd worden , het moest een der machtigstemogendheden van Europa blijven, op welks steun in vervolg vantijden Duitschland tegenover Frankrijk of tegenover Rusland zoukunnen rekenen.

Ook ten opzichte der Duitsche aangelegenheden had Bismarckeen anderen en eon veel juister blik dan zijn koning. Pruisen moestaan het hoofd komen van geheel Duitschland ; van Noord-Duitschlandreeds dadelijk, van Zuid-Duitschland later. Om Frankrijk to ontzienmoest aan de Zuid-Duitsche staten vooreerst hunne onafhankelijkheid

Page 232: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

222

worden gelaten. Alles moest er echter op worden aangelegd, om lienvan lieverlede tot zich te trekken, en het was niet twijfelachtig of zijzouden, wanneer de herinneringen aan den oorlog wat begonnen teverilauwen, zich van zelf tot hunue stamgenooten in het Noorden aan-getrokken gevoelen. Maar niets was rneer geschikt om Zuid-Duitsch-land van Pruisen te vervreemden, dan om thans landstreken, die onderBeiersche heerschappij tevreden waren, te gaan teruggeven aan denkoning van Pruisen , onder wiens scepter zij zich met weerzin zoudenbukken. Wat voor Beieren gold, was ook van toepassing op de andereDuitsche staten. Door de vorsten die daar regeerdeu , af te zetten enhunne troonopvolgers in hunne plaats uit te roepen , won men niets;men ruilde slechts een ouderen tegenstander tegen een jongeren. Ontnarnmen him gedeelten vau hunne rijken , dan verbitterde men henonnoodig en kreeg zelf onderdanen die steeds naar hunnen vroegerenvorst , als naar den wettigen , omzagen. Wilde Pruisen zichbreiden, en ook Bismarck achtte dit zeer gewenscht, dan moest hetde staten, waarvan het bezit het weuschelijkst was, in hun geheelinlijven en de overige staten geheel laten zooals zij waren.

Dit verschil van zienswijze omtrent de voorwaarden waarop de vredemoest worden gesloten, leidde tot een hevige botsing tusschen denkoning en zijnen minister. Het liep ten slotte zoo hoog, dat Bis-marck zijn ontsiag vroeg als minister ; hij wilde geen verantwoordelijkheidaanvaarden voor een vrede, die in zijn oog Pruisens staatkundigen toe-stand niet zou versterken.

De kroonprins kwam op het laatste oogenblik tussehen beide; hij wasvan den beginne af tegen den oorlog geweest, hij had de verant-woordelijkheid daarvoor geheel aan Bismarck overgelaten. Nu dieoorlog zulk een schitterenden uitslag had gehad, meende hij dat deminister, die hem had doorgedreven, ook de voile verantwoordelijkheidvoor de vredesvoorwaarden moest dragen. Na een lang en pijnlijkonderhoud tusschen vader en zoon gaf de koning toe. Hij verklaardein de, naar zijde meening, aan de groote offers die zijn yolk gebrachthad geheel ongeevenredigde voordeelen te zullen berusten, omdat hijin de gegeven omstandigheden zijnen minister niet kon loslaten, te meernu zijn zoon en troonopvolger zich geheel aan de zijde van dien mi-nister schaarde.

De onderhandelingen over den vrede werden gevoerd te Nikolsburg, waarhet hoofdkwartier der Pruisen gevestigd was. Nooraf was door Bismarck

Page 233: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,23

nog een paging gedaan mn, door middel van een Oostenrijksch staats-man, Dr. Giskra , die destijds burgemeester van Briinn was, metOostenrijk te onderhandelen buiten Frankrijk om. Bismarck lietdoorschemeren, dat Oostenrijk in dat geval zich met de Zuid-DuitscheStaten zou kunnen verstaan om een Zuid-Duitschen Bond te stichtenen van het betalen eener oorlogsvergoeding vrij zou zijn. Waar-schijulijk waren deze voorslagen niet ernstig gemeend en was hetBismarcks bedoeling am te beproeven of Oostenrijk zich geh eel vanFrankrijk wilde losmaken, in welk geval hij veel sterker stond, daarhij, al kon hij het niet met Oostenrijk eens worden, in elk gevalFrankrijk en Oostenrijk tot onverzoenlijke vijanden had gemaakt. TeWeenen nam men dan ook tegenover deze schoonklinkende voorstelleueen zeer behoedzame houding aan en gaf aan den door von Giskra naarden keizer afgevaardigden president van de handelsrechtbank tebaron Harring, den last aan Bismarck te antwoorden dat men bereidwas een gevolmachtigde te zenden, indien van Pruisens zijde een be-paalde uitnoodiging tot het voeren van vredesonderhandelingen werdgedaan Maar hierop gaf Bismarck te kennen dat het an te laat was,daar men de bemiddeling van Napoleon reeds had aangenomen.

Den 2 sten Juli, op denzelfden dag waarop de wapenstilstand began,werden de beraadslagingen over den vrede geopend. Het bleek dadelijkweer, hoe ongestadigheid het kenmerk was van de staatkunde vanNapoleon III. Er was eenig gerucht van de onmiddellijke vredesonder-handelingen tusschen Oostenrijk en Pruisen tot hem doorgedrongen enhij had hierop bij den Pruisisclien gezant te Parijs er op aangedrongendat zijne vertegenwoordigers, de fransche gezanten te Berlijn en teWeenen, Benedetti en de Gramont, bij alle onderhandelingen zoudentegenwoordig zijn. Toen echter Drouin de Lhuys hem had doen op-merken, dat indien Frankrijk een werkzaam aandeel aan de onder-handelingen nam en als bemiddelende mogendheid het eiudverdrag medeonderteekende, het ook de bevoegdheid verloor om later tegen de ge-volgen van den vrede op te komen, veranderde hij eensklaps vanzienswijze. De frausche afgevaardigden werden gelast een meer lijdelijkerol te vervullen, zij moesten alleen optreden wanneer er moeielijkhedentusschen de beide onderhandelende mogeudheden ontstonden, en zichvan elke onderteekening van overeenkomsten, zelfs van het indienenvan nota's onthouden.

Tussch en Oosteurijk en Pruisen kwam het spoedig tot overeenstenuning

Page 234: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

224

aangaande de hoofdpunten. Wat Duitschland betrof was er van dezijde van Oostenrijk slechts den eisch waarvan het niet wilde afgaan:het ongeschonden behoud van het koniukrijk Saksen ; het ridderlijkgemoed van Frans Joseph kon niet dulden dat zijn vriend, de koningvan Saksen, die zich van den aanvang van den oorlog aan alle opoffe-ringen had getroost om hem ter zijde te staan, voor deze trouw metgeheel of gedeeltelijk verlies zijner staten zou gestraft worden. Slechtsnoode gaf Pruisen op dit punt toe; de koning moest voor den aan-drang van Bismarck bukken, deze gaf echter dadelijk te kennendat Saksen deel moest uitmaken van den Noord-Duitschen Bond endat alle toegeeflijkheid op dit punt was uitgesloten , zoo zeer zelfs, dathet al of niet tot stand komen van den vrede er van afhing. Watde verdere veranderingen in Noord-Duitschland aanging, dat tot aanden Main onder Pruisens leiding tot een bond zoude worden vereenigd,was Oostenrijk, nu het zelf nit den Duitschen Bond trad, vrij welonversehillig. In de vergrooting van Pruisens grondgebied berusttehet, terwijl Frankrijk er zich evenzeer bij nederlegde in de hoop vanals vergoeding voor deze vergrooting van of door Pruisen nog eeniggrondgebied te zullen verkrijgen. Vier tot nog toe onafhankelijke statenwerden derhalve bij Pruisen ingelijfd: het koniukrijk Hannover en hetkeurvorstendom Hessen, die door hunne aardrijkskundige ligging tus-schen de beide deelen der Pruisische monarchic een zeer begeerlijkbezit waren ; het hertogdom Nassau, eveneens wegens zijn tot vlak bijde Pruisische vesting Ehrenbreitstein zich uitbreidend grondgebied voorPruisen een belangrijke aanwinst, dat geregeerd werd door eenvorst die zich nooit een vriend van Pruisen had getoond ; eindelijkde vrije stad Frankfort. Deze stad, de zetel der bondsvergadering,was altijd zeer Oostenrijksch gezind geweest. De patricische regentenhadden een sterken afkeer van Pruisen, dien zij nimmer verbloemdhadden. Bismarck, die as bondsgezant vele jaren in Frankfort haddoorgebracht en de bevolking goed kende, had zich reeds beijverd omaan de stad zijneu wrok te koelen door haar na de inbezitneming doorde Pruisen een oorlogsschatting op te leggen tot het ongehoorde bedragvan 25 millioen guldens. Maar de verontwaardigde Frankforters moestennog dieper vernederd worden ; de vrije stad die in vorige eeuwen de kro-ningstad der Duitsche keizers was geweest en er altijd roem op had gedra-gen dat zij als het ware de staatkundige hoofdstad van den Duitschen Bondwas, moest verlaagd worden tot een eenvoudige Pruisische provinciestad.

Page 235: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

225

Over de door Oostenrijk te betalen schadevergoeding werd lang ge-twist. Het was voor Oostenrijk, welks financien deerlijk in de warwaren, een moeielijk punt. Bismarck betoonde zich hier zeer toe-gevend. Aanvankelijk eischte hij 50 millioen Thaler, hiervan zouden15 millioen worden afgetrokken voor de uitgaven die Oostenrijk voorden Deeuschen oorlog had gedaan, later werd ',nog een verminderingvan 15 millioen toegestaan, zoodat Oostenrijk ten slotte 20 millioente betalen had. De voorwaarde, door Oostenrijk op grond van zijnverbond met Beiereu gesteld, dat Beieren deze vredespreliminairenmede zoude teekenen, word opgegeven. Oostenrijk drong er niet langerop aan toen de Beiersche minister v. d. Pfordten, die to Nikols-burg was aangekomen en daar den indruk had gekregen dat eenafzonderlijke vrede met Pruisen in geen geval voor Beieren nadeeligerzoude zijn, er zich tevreden mede stelde dat de Zuid-Duitsche staten alleenin den gesloten wapenstilstand zouden begrepen worden. Be Italiaan-sche gezant te Berlijn, de Barral, was wel te Nikolsburg aanwezig, maarniet van voldoende volmacht voorzien. Er word dus nog een artikelaau de vredespreliminairen toegevoegd, waarbij Pruisen zich verbond omde toestemming van Italie te verkrijgen, zoodra Venetie door Napoleonzou zijn afgestaan.

Zoodra men het eons was drong Bismarck bij den nog aarze-lenden koning met alle kracht opl de onderteekening aan. Hij wistdat van de zijde van Napoleon voorstellen zouden komen, om aanFrankrijk een schadeloosstelling toe to kennen voor de gebiedsvergrootingvan Pruisen. IJit Petersburg had hij bericht ontvangen, dat keizerAlexander van oordeel was dat de nieuwe regeling van Duitschlandsrechtstoestand als een Europeesch vraagstuk moest beschouwd worden,waarover de groote mogendheden in een congres hadden to beslissen.Onder deze omstandigheden wilde hij met Oostenrijk zoo spoedig mogelijkvrede sluiten, ten einde tegenover de beide groote mogendheden van hetvasteland eon krachtige houding to kunnen aannemen. Op den 268tell

Juli werden de vredespreliminairen geteekend. Be oorlog die over hetlot van Duitschland had beslist was binnen twee maanden geeindigd.

Er word besloten dat de definitieve vrede to Praag zou worden Vrede vanPraag.

gesloten. Bit had plaats op 23 Augustus. Doch voor de ondertee-kening van dit vredesverdrag had Bismarck nog eon moeielijkendiplomatieken strijd in allerlei richting te voeren. Allereerst met

II 15

Page 236: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

226

Frankrijk. Nog voor de onderteekening der vredespreliminairen teNikolsburg had Benedetti namens Napoleon III te kennen gegevendat Frankrijk thans van Pruisen een vergoeding verwachtte in afstandvan grondgebied bestaande, maar Bismarck had hem geantwoord dathij deze zaak te Berlijn, na zijne terugkomst aldaar, met hem wildebehandelen. Den 4den Augustus eischte Benedetti namens zijne regeeringden linker Rijnoever met inbegrip van Mainz, terwijl hij tevens Pruisenstusschenkomst te 's Gravenhage verlangde om den koning der Neder-landen te bewegen zijn groothertogdom Luxemburg aan Frankrijk afte staan. Tegenover dezen eisch stelde Bismarck dadelijk de meestbesliste weigering. Hij begreep zeer goed, dat indien Frankrijk bijzijnen eisch volhardde en er een oorlogszaak van maakte, de openbaremeening in geheel Duitschland, zoowel Noord als Zuid, zich voorPruisen zou verklaren, terwijl Oostenrijk er den reeds zoo goed alsgesloten vrede wel niet om zou verbreken. Intusschen behandeldehij de zaak zoo vriendschappelijk mogelijk, hij deed Benedetti opmerkendat het voor den koning van Pruisen inderdaad een onmogelijkheid wasom thans, na een roemrijken oorlog, met een leger in het veld datoveral gezegevierd had, een stuk Duitschen grond aan een vreerndenvorst af to staan ; hij wees den gezant, zooals hij ook reeds bij vorigegelegenheden had gedaan, op andere landstreken in Belgi8 en Zwitser-land, waar een franschsprekende bevolking woonde, die veel beter vooreen gebiedsvergrooting van Frankrijk in aanmerking konden komen.Hij verzocht hem eindelijk dringend om zijnen invloed to Parijs tegebruiken, ten einde de rampen van een onvermijdelijken oorlog af towenden. Toen Benedetti na dit onderhoud naar Parijs vertrok, omdaar verslag to doen van den uitslag zijner pogingen, vond hij denkeizer weder in een gansch andere stemming dan op het oogenbliktoen hij het voorstel had laten doen. Het was hem eigenlijk afgeperstterwijl, hij, gek weld door een pijnlijke kwaal, to Vichy een voor zijn gezond-heid hoogst noodige kuur deed, door Drouin de Lhuys en Rouher, onderden krachtigen invloed van keizerin Eugenie. Zoodra hij van Benedettihad vernomen dat er geen mogelijkheid bestond om, zonder oorlog, jets vanPruisen to verkrijgen, begon hij weder to aarzelen. Zijn minister vanoorlog, Randon, had een zwaar hoofd in een veldtocht tegen Duitschland.Hij zelf voelde zich zwak naar lichaam en geest en niet opgewassen tegen debuitengewone inspanning door een oorlog geeischt; hij kon daarenbovenhet gevoel niet van zich afzetten, dat het beginsel der nationaliteiten

Page 237: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

227

en dus ook dat der Duitsche eenheid, meer en meer bleek te zijn,wat hij zelf altijd verkondigd had, het beginsel van de toekomst. Moesthij nu tegen dit begiusel het zwaard opvatten ter wille van de geringe,zoo niet twijfelachtige aanwinst van een paar millioen ontevreden onder-danen ? Hij kon er niet toe besluiten, temeer daar Frankrijks begeerte naareen schadeloosstelling voor de Pruisische overwinningen toch binnenniet al te langen tijd zou bevredigd worden. Want dat Luxemburghem van zelf in den schoot zou vallen, daaraan twijfelde de keizermet zijne gewone luchthartigheid geen oogenblik. Benedetti werd dusnaar Berlijn teruggezonden met de wel wat zonderlinge boodschap datde keizer zijn gedane voorstel introk en als nimmer gedaau wilde be-schouwd hebben. Ads inkleediug voor deze mededeeling werd opge-geven de ziekte van den keizer; men had hem overrompeld, hij hadgeen bepaalden eisch willen stellen, in elk geval had hij nooit gewilddat eenige openbaarheid aan de zaak zoude worden gegeven. Drouinde Lhuys, die veel meer heette te hebben gedaan dan de keizer bedoeldhad, trad dan ook onmiddellijk als minister van buitenlandsche zakenaf. Hiermede was het gevaar voor een oorlog met Frankrijk verdwenen;Bismarck, die Napoleon zoo lang mogelijk tot goeden vriend wildehouden, trachtte intusschen bij elke voorkomende gelegenheid denFranschen gezant, die bij voortduring het beginsel van een gebieds-vergrooting voor Frankrijk bleef bepleiten, in een goede stemming tehoudeu door hem te verzekeren, dat hij zijn verlangen niet voor ou-rechtmatig hield, maar dat het hem voor het oogenblik geheel onmo-gelijk was om het door den afstand van Duitsch grondgebied te be-vredigen. Er werden dan gewoonlijk allerlei denkbeelden geopperd,waardoor Frankrijk zou kunnen worden tevreden gesteld, zonder dathet Duitsche yolk daaraan aanstoot kon nemen. De inlijving vanBelgie werd voornamelijk besproken en bij een dergelijke besprekingwist Bismarck een door Benedetti eigenhandig geschreven stuk in handente krijgen, waarbij deze zaak in den vorm van een ontwerp-overeen-komst werd behandeld. Bit voor de Pruisische regeering onschatbarestuk werd in het Berlijnsch archief zorgvuldig bewaard, om doorBismarck openbaar te worden gemaakt, toen het hem, bij het uit-breken van den oorlog met Frankrijk in 1870, er om te doen wasom de openbare meening in Europa, en vooral in Engeland, ongunstigtegenover Frankrijk te stemmen.

Met Rusland was de diplomatieke strijd minder zwaar en minder

Page 238: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

228

gevaarlijk. Keizer Alexander was in het algemeeu als behoudsman envoorstander van het onschendbaar recht der vorsten over de aanstaandeverauderingen in Duitschland niet goed te spreken, meer in het bij-zonder stelde hij groot belang in het lot van Hessen-Darmstadten Wurttemberg, omdat hij met de in die landen regeerende vorsten-huizen door familiebanden vermaagschapt was. Op dit laatste punt wasde Pruisische regeering bereid om den Russischen keizer zooveel mo-gelijk ter wille te zijn ; ten opzichte der inlijvingen echter die hetlegitimistisch geweten van den Russischen Czaar zeer bezwaarden, konniet worden toegegeven. Koning Wilhelm, die aan de goede verstand-houding met Rusland zeer hechtte, had nadat hij vernomen haddat de keizer gaarne een buitengewoon afgevaardigde zou olltvan-gen, die meer bijzonder met de voornemens en wenschen der Prui-sische regeering bekend was, den generaal von Manteuffel, zoodra dezeden veldtocht in Zuid-Duitschland tot een goed einde had gebracht,naar Petersburg gezonden. Hij stood bekend als een ouderwetsch be-houdsman en kon dus aau het hof van den Czaar op een goede ont-vangst rekenen.

Hij vond den keizer en zijnen minister Gortchakoff in een bezorgdestemming, het van den troon stooten van wettige vorsten was in hunneoogen een revolutionaire daad, die als voorbeeld verderfelijk kon werken.Bismarck schreef daarop aan Manteuffel, dat integendeel de in .menging vanvreemde mogendheden in de Duitsche zaak het grootste gevaar voor revo-lutie opleverde, omdat zij in Duitschland een revolutionaire stemmingzou opwekken. Pruisen zou daardoor zelf tot revolutionaire handelingenworden gedwongen, want, zoo drukte hij zich uit, iudien er een revolutiemoet komen, dan zullen wij haar hover zelve maken dan haar dulden.

In behoedzame taal werd dit aan den Russischen keizer en zijneraadslieden overgebracht ; het aanvankelijk door deze opgeworpen planvan een Europeesch congres tot regeling der Duitsche aangelegenhedenwas reeds in duigen gevallen door Frankrijks en Engelands tegenstand.Zich met Frankrijk of Oostenrijk in betrekking to stellen met het Joelom tegenover Pruisen een vijandige houding aan te nemen, strooktevolstrekt niet met keizer Alexanders bedoelingen. Hij kon dus nietveel anders doen dan ernstig waarschuwen en verder Pruisen rustiglaten begaan en hij neigde hiertoe to meer, toen hij de verzekering hadgekregen dat het zich volstrekt uiet zoude verzetten tegeu een even-tueele herzieuing van de voor Rusland knellende bepalingen van het

Page 239: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

229

Parijsche vredestractaat van 1856 over de scheepvaart in de ZwarteZee. De onderhaudeling eindigde met een eigenhandige briefwisselingtusschen den keizer van Rusland en den koning van Pruisen, waarbijde eerste den laatste op het hart drukte om toch zooveel mogelijkaan de behoudeude staatkunde trouw te blijven, mar tevens de ver-zekering gaf dat, indien de koning voor ditmaal zijnen rand niet konvolgen, het voor hem geen reden zou zijn om zieh onder de tegen-stauders van Pruisen te scharen. De koning van Pruisen antwoorddemet warme dankbetuiging en verdedigde zijne annexaties met de merk-waardige bewering dat, evenals een arme addl het aristocratische be-ginsel in minachting brengt, zoo ook de kleine vorsten van Duitschlandhet monarchale beginsel het meest hadden geschaad. Hij beloofdeverder de revolutie te blijven bestrijden en voor de belangen van Rus-land bij voorkomende gelegenhedeu steeds als trouw boudgenoot tezullen strijden.

Zoo was Bismarck met de Europeesche groote mogendheden tot eenbevredigende overeenstemrning gekomen, want Engeland, dat zelfs voorhet erfland van zijn stamhuis, Hannover, geen hand had uitgestoken,liet zich geheel onbetuigd. Een gewichtig deel van zijne taak, deonderhandeling met de Zuid-Duitsche staten, had hij inmiddels metgoeden uitslag kunnen volbrengen. Zooals wij zagen was het zijnwensch geweest die onderhandelingen te Berlijn te voeren, waarheendan ook in de eerste dagen van Augustus de ministers der ver-schillende staten met looden schoenen waren vertrokken. Onder dezewas Baden het minst ongunstig gestemd, het had zich zelfs onthoudenvan een stap dien de andere staten te Parijs hadden gedaan om Napoleonssteun bij hunne onderhandelingen met Pruisen te erlangen. De groot-hertog van Baden stond niet alleen als schoonzoon van den koning vanPruisen, maar ook als bekend voorstander van de Duitsche eenheid teBerlijn goed aangeschreven. Men wist daar, dat hij alleen door dendrang der omstandigheden tot deelneming aan den oorlog tegen Pruisenwas medegesleept. Beieren, het machtigste onder de Zuid-Duitschestaten, werd door eon jongen koning geregeerd, die de in zijn geslachtveel voorkomende eigenschap bezat van zich meer door zijne verbeeldingdan door zijn verstand te laten leiden, en die, zooals bekend is, laterdoor verstandsverbijstering werd getroffen en zijn leven op uiterstdroevige wijze door zelfmoord eindigde. Zijn minister, v. d. Pfordten,was een niet onbekwaam man, meer rechtsgeleerde dan staatsman,

Page 240: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

230

ruim bedeeld met de gemoedelijke welbespraaktheid die in Zuid-Duitsch-land inheemsch is. Te Miinchen waren hof en regeeringskringen goedgezind voor een Duitsch nationale staatkunde, maar zeer doordrongenvan het denkbeeld dat Beieren de eerste en voornaamste van de kleinestaten was. In de twee overige staten, Wurttemberg en Hessen-Darm-stadt, heerschte een geheel andere stemming, de overleveringen van destaatkunde uit den tijd van het Napoleontische Rijnverbond warendaar nog in eere. 1)e koning van Wurttemberg, een volkomen onbe-teekenend man, was daarbij in de verte aan de Bonaparte's vermaag-schapt en de groot-hertog van Hessen-Darmstadt was zeer franschgezind.De Wurttetnbergsche minister, von Varnbiibler, was ongetwijfeld de be-kwaamste onder de Zuid-Duitsche ministers, maar zeer anti-Pruisisch.De Hessische minister, von Dalwigk, was door geheel Duitschland be-rucht wegens zijn aanhankelijkheid aan Frankrijk. Maar tegenoveralles wat te Berlijn in het nadeel van deze twee staten sprak, stondhet groote voordeel dat zij, zooals wij reeds zagen, konden rekenen opden machtigen steun van den Russischen keizer.

De verdragen met deze staten werden, geheel naar Bismarck's zin,gesloten zonder eenig verlies van grondgebied voor de overwonnenvorsten. Zij bleven zelfstandige staten, alleen het deel van Hessen-Darmstadt dat ten noorden van den Main lag, werd in den Noord-Duitschen Bond opgenomen. Terwijl dus schijnbaar Zuid-Duitschlandgeheel van den Noord-Duitschen Bond vervreemd werd, kwam het inwerkelijkheid geheel onder Noord-Duitschen invloed, want Bismarckhad met groote slimheid van de in de drie grootste staten bestaandetoestanden weten gebruik te maken, om hen te bewegen tot het sluitenvan of- en defensieve verbonden, waarbij zij beloofden hunne troepen,in geval van oorlog, ouder het opperbevel van den koning van Pruisente zullen plaatsen. Wurttemberg, waarmede hij het eerst onderhandelde,was zeer beducht voor de in de Nikolsburger vredespreliminairen voor-komende bepaling, dat de staten, ten Zuiden van den Main gelegen,een onderling verbond konden sluiten. Bet was bevreesd voor hetoverwicht van Beieren en zag in het verbond met twee betrekkelijkkleine staten een zwakken waarborg voor het behoud zijner onafhankelijk-heid bij een Europeeschen oorlog. Bismarck, die dit spoedig doorzag, wistVarnbiihler gerust te stellen, door hem te verzekeren, dat het vestigenvan een Zuid-Duitschen Bond alleen als mogelijkheid, niet als ver-plichting was vastgesteld. Maar indien Wurttemberg geheel op zichzelf

Page 241: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

231

bleef staan, begreep Varnbiihler zeer goed, dat zijn voortbestaan alleenafhankelijk zoude zijn van den goeden wil van de groote mogendheden.Bismarck sloeg hem daarop voor, dat Pruisen en Wurttemberg elkanderwederkeerig de onschendbaarheid van hun grondgebied zoudeu waar-borgen, en toen de Wurttembergsche minister dit, als het onder degegeven onistandigheden minste kwaad, had aangenomen, moest hij ookwel bewilligen in de bepaling dat bet leger, bij oorlog, onder Pruisischopperbevel zoude worden gesteld. Bij Baden, dat dadelijk had voor-gesteld om een militaire overeenkomst met Pruisen te sluiten, ont-moette het of- en defensief verbond geen tegenstand. Met Beierenvolgde Bismarck eon anderen weg ; aanvankelijk had hij den afstandvan het noordelijk deel van het koninkrijk geeischt, waartegen von derPfordten, met al den gloed zijner welsprekendheid, zich verzette. Toenveranderde Bismarck eensklaps van houding, bij decide aan v. d. Pfordtenmede wat hij aan Frankrijk had geantwoord toen dit onlangs Daitschgrondgebied en daaronder ook den Beierschen Rhijnpfalz had geeischt,en hij vroeg hem, of hij or op zoude kunnen rekenen, dat Beieren,indien andermaal een dergelijke eisch werd gesteld, met Pruisen 6envan hart en zin voor de verdediging van het Duitsche vaderland zoudeopkomen. Bij het vernemen van dit can von der Pfordten nog niet bekendefeit, zou de Beiersche staatsman, naar verhaald wordt, Bismarck inde armen zijn gevlogen en hem zijn volledigen steun beloofd hebben.Het of- en defensief verbond kwam in de plaats van den afstand vangrondgebied.

Zooals vanzelf spreekt moesten deze verdragen vooreerst strikt ge-heim blijven. Ofschoon zij met den tekst der vredesprelinnnairen nietin strijd waren, druischten zij geheel tegen den geest en zin daarvanin. Oostenrijk en vooral Frankrijk hadden bedoeld dat de Zuid-Duit-sche staten volkomen zelfstandig zouden blijven, en door de verdragenverviel hunne zelfstandigheid geheel en werden zij in eigenlijken zinvasalstaten van Pruisen. Maar 13ismarek voorzag wat ook later blockhet geval to zijn, — dat Oostenrijk zich can de Duitsche aangelegenhedenmeer en moor zou onttrekken en in de gesloten overeenkoinsten,wanneer die vroeger of later te zijner kennis kwamen, gemakkelijkzou berusten. Dat Frankrijk daarentegen er ten hoogste verbitterdover zou zijn, ontveinsde hij zich niet, 'near reeds toenmaals beschouwdehij eon toekomstigen oorlog met dat rijk als een onafwendbare ge-beurtenis.

Page 242: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

232

De eenige moeielijkheden die Bismarck thans nog voor het sluitenvan den vrede te overwinnen had, kwamen van Ttaliaansche zijde. InItalie heerschte algemeene ontevredenheid, zoowel over den rampspoedigenloop van de krijgsbedrijven, als over den afstand van Venetie aanFrankrijk. Bij de onderhandelingen over het verlengen van den ge-sloten wapenstilstand, meende Victor Emmanuel dan ook, ten eindede openbare meening niet te zeer te ontstemmen, den eisch te moetendoen, dat zijne troepen, die inmiddels in Istrie en Zuid-Tirol warenbinnengerukt, daar gedurende den wapenstilstand zouden blijven.Hiertegen verzette Oostenrijk zich zeer beslist, het maakte zich reedsgereed den oorlog met Italie te hervatten. Maar aan den Italiaanschenkoning ontzonk weldra de moed, toen Bismarck te Florence deed wetendat hij in geen geval deze Italiaansche eischen kon steunen. VictorEmmanuel moest zijne troepen binnen het Venetiaansche gebied terug-roepen. De oorlog, die door Italie met zoo weinig geluk was gevoerd,eindigde nog met een vernedering. Intusschen troostte men zich met de ge-dachte, dat men, zij het dan ook alleen door de hulp van den bondgenoot,ten slotte toch verkregen had wat men wenschte, het bezit van Venetie.

Bij den vrede vau Praag, tusschen Oostenrijk en Pruisen, werd degeheele verandering in de kaart van Europa, waarover men het nuwederzijds eens was geworden, vastgesteld. Ter wille van Napoleonwerd nog een bepaling opgenomen, waaraan de Fransche keizer grootewaarde hechtte. Noord-Sleeswijk, dat een voor het meerendeel Deenschebevolking had, zou, nadat een volksstemming had plaats gehad, voorhet geval dat deze Denemarken guustig was, aan den Deenschenkoning worden teruggegeven. Bismarck zag er geen bezwaar in omFrankrijk dit genoegen to doen, omdat hij voorzag, dat dit artikelvan den Prager vrede groote kans had om een doode letter to blijven. Ookhier faalde zijn scherp vooruitziende blik niet. Oostenrijk, dat zichthans reeds om de Elbe-hertogdommen niet veel meer bekommerde,en weldra oneindig meer waarde hechtte aan een goede verstandhoudingmet Pruisen dan aan de wenschen van de Sleeswijksche Deneu, drongop de uitvoering dezer bepaling niet aan. Frankrijk en Denemarken,die geen partij in het verdrag waren geweest, konden niets doen zonderOostenrijk. Noord-Sleeswijk bleef dus Pruisisch, niettegenstaande deonophoudelijke vertoogen in de Deensche en Fransche pers en dediplomatische bemoeiingen to Berlijn van de beide landen.

De vrede tusschen Oostenrijk en Italie word, na langen strijd over

Page 243: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

233

het deel der Oostenrijksche staatsschuld dat Italiè zou overnemen,in het voordeel der laatste mogendheid op dit punt, te Weenen ge-sloten den 3den October. Nu bleef alleeu nog over de regeling tusschenPruisen en Saksen en de kleine Thiiringsche vorstendommen Reuss-Greiz eu Saksen-Meiningen, die in den oorlog aan de zijde van Oostenrijkhadden gestaan. In het eind van de maand October kwam ook dezetot stand. Al doze staten traden in den Noord-Duitschen Bond. Overhet kleiuste der Duitsche staten, het tusschen Oostenrijk en Zwitserlandgelegene vorstendom Lichtenstein, werd bij de vredesonderhandelingenin het geheel niet gesproken, zoodat spotvogels in Duitschland be-weerden dat dit miniatuurlandje in voortdurenden oorlog bleef metPruisen.

De Duitsche kwestie was aldus, nadat zij eon halve eeuw lang ophet papier was behandeld, zonder tot lets te hebben geleid dan tot degeheel mislukte pogingen van 1848 en 1849, binnen weinige maandentot een beslissing gebracht „door staal en bloed", zooals Bismarck ditvoorzegd had. Die beslissing was geheel in zijnen geest uitgevallen.Zij was echter nog geen eiudbeslissing, zoolang de Zuid-Duitsche stateneon van het overige Duitschland afgezonderd staatkundig bestaan hadden.De groote staatsman, die voor geen middel was teruggedeinsd dat hijvoor zijn doel bruikbaar achtte, bereidde thans in stilte alles voor, omzijn werk geheel te voltooien en gansch Duitschland, onder Pruisensleiding, tot 6en rijk te vereenigen.

Page 244: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

DERDE HOOFDSTUK.

DE AMERIKAANSCHE EURGEROORLOG.

Begin dervijandelijk-

heden.

Wij zagen hierboven hoe Abraham Lincoln, den Ven November 1860tot President van de Vereenigde Staten was gekozen. Eerst in Maartvan het volgende jaar aanvaardde hij zijne hooge waardigheid. Dietusschentijd was voor de geschiedenis van Noord-Amerika een bij uitstekgewichtig tijdperk. De Zuidelijke staten toch traden gedurende dezemaanden aehtereenvolgens uit de Unie. Zuid-Carolina gaf, zooals reedsdoor ons vermeld werd, het voorbeeld. Het denkbeeld der afscheidingwas in dien staat sinds lang gerijpt, men wachtte slechts op eengunstige gelegenheid. Reeds op den dag waarop de kiezers voorden President moesten worden benoemd, 4 November, werd besloteneen buitengewone vergadering van de wetgevende vergadering, eenState-Convention, bijeen te roepen tegen 17 December, met het door-zichtige oogmerk om daarin de afscheiding te doen uitspreken. Be nieuwbenoemde gouverneur, Pickens, had reeds voor de bijeenkomst dezervergadering in zijne intreerede te kennen gegeven, dat na de verkiezing vaneen President, wien openlijk door zijne kiezers de last was gegevenom niet aan het algemeen belang en aan alle staten zijne zorg tewijden, maar om strijd te voeren tegen de rechten en belangen vande helft der staten van de Unie, het niet veilig was langer zijn lottoe te vertrouwen aan het Gouvernement der Uuie. Op den 2,08ten

December verklaarde dan ook de Conventie, te Charleston vergaderd,dat zij het besluit van 1788, waarbij de Constitutie van de VereenigdeStaten was bekrachtigd, herriep, dat de banden tusschen de Unie enZuid-Carolina verbroken waren en dat deze staat een onafhankelijk envrij land was geworden. Be overige Zuidelijke staten volgden spoedig dat

Page 245: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

235

voorbeeld. Op den 5dell Januari 1861 hielden de senatoren van Georgia,Alabama, Louisiana, Arkansas, Texas, Mississippi en Florida, die zich nogte Washington voor de zittingen van den Senaat bevonden, in bet diepstgeheim een bijeenkomst, waarin besloten werd dat deze staten alle uitde Unie zouden treden, en dat zij hunne vertegenwoordigers zoudenzenden naar Montgomery in Alabama, om aldaar over een gemeen-schappelijke gedragslijn te beraadslagen, terwijl inmiddels de senatorenen leden van het lagerhuis zoolang mogelijk op hunne posten zoudenblijven, teneinde alle maatregelen of te wenden, die tegen de afvalligestaten te Washington zouden worden voorgesteld. De leiding der ge-heele beweging werd in harden gesteld van drie mannen uit het Zuiden,daartoe door hunne bekwaamheid het meest aangewezen, Jefferson Davis,Slidell en Mallory. In het begin van Februari kreeg de afscheiding inde versehillende staten haar beslag en kwam de Conventie te Montgomerybijeen. Aldaar werd een voorloopige grondwet vastgesteld, die gedu-rende een jaar van kracht zou blijven. Jefferson Davis, uit Mississippi,werd tot President benoemd en Alex Stephens, uit Georgia, tot Vice-president. Zij aanvaardden hunne betrekkingen op 18 Februari, bijwelke gelegenheid Davis verklaarde, dat het Zuiden zijne onafhankelijk-heid zou handhaven en die met de wapeuen tegen elken gewelddadigeninbreuk zou verdedigen.

Van dit oogenblik aan werd ieder Amerikaansch burger voor de vraaggesteld, of de Vereenigde Staten een onopzegbaar bondgenootschap uit-maakten dan wel of elke staat het reek had om ten alien tijde uitden bond te treden. Die vraag was bij de grondvesting van het ge-meenebest niet beslist, de grondwet van 1788 bevatte geen enkelebepaling die aan een der verbonden staten verbood om zich aan hetverbond te onttrekken. Nu de geschreven wet geen beslissing gaf, ,kon ieder voor zich de vraag beantwoorden volgens eigen overtuiging,die of door beginselen van recht, of door overwegingen van doelmatig-heid, of door gehechtheid aan geschiedkuudige overleveringen werdbeheerscht.

In de Zuidelijke staten die zich reeds afgescheiden hadden, was de blankebevolking vrij wel eenstemmig over deze vraag, in de middelstaten waszij verdeeld. In de Noordelijke staten was de heerschende meening,dat de Unie niet mocht verbroken worden. Zij sprak zich echter aan-vankelijk niet met groote beslistheid uit ; eerst door den loop der ge-beurtenissen werd zij een krachtige volksovertuiging. Lincoln aarzelde

II 16

Page 246: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

236

geen oogenblik. In de rede , door hem 4 Maart 1861 gehouden bijde aauvaarding van het presidentschap, verklaarde hij uitdrukkelijkdat, naar zijne opvatting, zoowel volgens algemeene rechtsbeginselen alsvolgens de bestaande grondwet, de Unie der Staten onverbreekbaar was.Hij zou die Unie dan ook handhaven en maatregelen neaten om dealgemeene wetten in alle staten te doen eerbiedigen, zoolang het Amen-kaansche yolk niet uitdrukkelijk te kennel' gaf dat het dit niet ver-langde. Hij weigerde derhalve de te Washington aangekomen afge-zanten der zeven staten, die zich als gevolmachtigden van een vreemdenstaat aanmeldden, te ontvangen en sloeg elke onderhandeling met hen af.

Het kon moeielijk anders of deze gespannen toestand moest leidentot feitelijkheden. Zij lieten zich dan ook niet laug wachten. Eenigeforten in de Zuidelijke Staten waren nog steeds door troepen van deUnie bezet, de president van de Zuidelijke Staten sprak den wenschnit dat zij zouden worden ontruimd. Meer in het bijzouder gold dithet, in de haven van Charleston, op eon eiland gebouwde Fort Sumter,waarheen zich eon talrijke bezetting had teruggetrokken, na de forten ophet vasteland, rondom de haven gelegen, te hebben ontruimd. Anderson,de bevelhebber, had, nadat de gemeenschap met den vasten wal wasverbroken, geen gelegenheid meer om zijue troepen te proviaudeeren.Wilde dus de regeering te Washington dat hij stand hield, dan moestenhem schepen worden toegezonden met levensmiddelen. Onder de leidendestaatslieden van het Noorden bestond groot verschil van inzicht overde vraag of men tot deze proviandeering zou overgaan ; men begreepdat vrede of oorlog van die beslissing kon afhangen. Wel begon menzoowel in het Noorden als in het Zuiden te gevoelen dat een burger-oorlog onvermijdelijk was, maar men begreep evenzeer, dat er een zeergroot zedelijk voordeel aan zou zijn verbonden om, bij het eerste treffen,de aangevallene te zijn. Lincoln besliste eindelijk in den zin van pro-viandeering en gaf te keunen dat doze desnoods met geweld zouworden uitgevoerd. Davis liet nu door den generaal Beauregard, dieto Charleston de bijeengekomen manschappen der Zuidelijken aan-voerde, Fort Sumter opeischen. Inderson gaf to kennen, het fort binnendrie dageu to zullen ontruitnen, tenzij hij levensmiddelen ontving oftegenovergestelde bevelen van zijn regeering. In dit uitstel wildede tegenpartij niet treden, er werd dus tot den aanval besloten.Op 12 April, des namiddags, word door de Zuidelijken het eerste schotuit de kustforten op Fort Sumter gelost. Het word dadelijk beant-

Page 247: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

237

woord. Den volgenden dag werd de binnenbouw van het fort in brandgeschoten. Elke verdere verdediging was nu onmogelijk, men moest,om niet in de lucht te vliegen, den ganschen kruitvoorraad in zeewerpen. Anderson gaf het fort over onder beding van vrijen aftochtmet zijn garnizoen naar de schepen. Hij had geen enkel menschenverlieste betreuren gehad en zijne aanvallers evenmin. Toch was dit wisselenvan kanonschoten een gewichtig wapenfeit geweest, want de oorlog tus-schen Noord en Zuid was er feitelijk door uitgebroken. Zoodra de be-schieting van Sumter bekend werd, ging er als het ware een elektrischeschok door het Noorden. Aan eeu vreedzame scheiding werd niet meergedacht. De Unie moest gehandhaafd worden, het mocht kosten wathet wilde. Een oorlogzuchtige stemming bezielde eensklaps de dag-bladpers , die in Amerika altijd gewoon was om op de grootetrom te slaan, en die thans in de heftigste bewoordingen tegen de landver-raders van het Zuiden uitvoer. Lincoln vaardigde den 15den April eenproclamatie uit, waarbij hij de landweer, „militia", der trouw geblevenstaten, opriep, tot een getalsterkte van 75000 man. Een groot aantalvrijwilligers bood zich spoedig aan, zoodat het Noorden binnen kortentijd een aanzienlijke gewapende macht bijeen had. Ook het Zuidenhad zich gewapend, vrijwilligercorpsen vormden zich daar even snel.Intusschen bestonden de beide legers bijua geheel uit ongedrilde sol-daten, waaronder vele die nog nimmer een geweer in handen haddengehad. De eerste slachtoffers in den oorlog vielen dan ook veelal door de on-handigheid hunner krijgsmakkers. Aan geoefende officieren bestond weder-zijds groot gebrek, vooral voor de mindere rangen. De Zuidelijken, voor hetmeerendeel plattelandbewoners, wonende in plantages, waar paardrijden enjagen dagelijksche bezighedeu waren, bezaten in den regel grooter ge-schiktheid voor het krijgsleven dan de Noordelijken, die voor een grootdeel tot de stedelijke bevolking behoorden. De Noordelijken hadden hetvoordeel dat de oorlogsvloot in hun bezit bleef en het grootste deel vanhet personeel der marine hunne zijde hield. Lincoln liet dan ook,nadat de President der Zuidelijke Staten kaperbrieven had uitgegeven, allehavens van het Zuiden blokkeeren, een maatregel die aan den bloeiendenuitvoerhandel van katoen der Zuidelijke Staten een zwaren slag toebracht.

Intusschen was de toestand in Washington bedenkelijk, men vreesdedaar zeer voor een overrompeling door de Zuidelijken, terwijl de onzekeretoestand in de aangrenzende staten, voor eenigen tijd de gemeenschapmet het Noorden in gevaar bracht. Er kwam echter spoedig uitkomst;

Page 248: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

238

niettegenstaande het krachtig verzet van minderheden, bleven de statenMaryland, Kentucky en Missouri voor de Unie behouden. Virginia,Noord-Carolina, Arkansas en Tenessee voegden zich bij de Zuidelijken.Zij rnaakten het getal der afgescheiden staten tot elf, met een gezameu-lijke bevolking van zes millioen blanken en drie en een half millioenslaven. De Noordelijke Staten waren twee on twintig in getal , meteeu bevolking van twee en twintig millioen. Zij bezaten derhalve eengroot overwicht van macht , en hunne staatslieJen vleiden zich aan-vankelijk met het vooruitzicht, dat, na een korten maar hevigen strijd,de zegepraal over het Zuiden volkomen zoude zijn.

Spoedig reeds moesten zij ervaren dat deze schoone verwachtingenijdel waren geweest. Nadat de eerste krijgsbedrijven voor de Noorde-lijken gunstig waren uitgevallen en het hun gelukt was, onder aan-voering van generaal IVIacclellan, na een reeks van schermutselingen,West-Virgiuie te bezetten, riep Lincoln een krijgsraad bijeen, waarinhet plan word geopperd om een aanval to doen op de voornaamste legermachtder Zuidelijken, die ten Zuidwesteu van Washington, onder het bevel vangeneraal Beauregard was bijeengetrokken. Men hoopte zoodoende hetverzet door een krachtigen en afdoenden slag te broken, en aan denburgeroorlog snel eon einde te maken. De generaal Macdowell maaktebezwaar met de bedenking dat de troepen nog geheel ongeoefendwaren, maar hiertegeu werd aangevoerd dat de tegenstanders in het-zelfde geval verkeerden. Men besloot dus den slag te wagon, die opden 21sten Juli bij de rivier Bull's Kann gestreden werd. lie strijd-krachten waren wederzijds bijna gelijk, ongeveer dertig duizend man,bijna alleen voetvolk, de artillerie was zwak en de ruiterij nog zwakker.Aan owed ontbrak bet niet bij de strijdende partijen, maar wel endit in hooge mate, aan krijgsbeleid. Het was eon strijd tusschen tweegood gewapende, maar volmaakt ougeoefende benden. De Noordelijkenhadden aanvankelijk de overhand. Na eon hevig gevecht met afwisse-lende kansen gevoerd, gelukte het hun de hoogten to veroveren die deZuidelijken bezet hadden. Zij beschouwden zich reeds als overwinnaarsen rekenden het pleit beslecht, toen tegen drie uren in den namiddagde Zuidelijken, door versche troepen versterkt, weder kwamen opdagen.Tegen dezen nieuwen aanval waren zij niet bestand. De krachten deraan vermoeienis en ontbering nog niet gewende manschappen, blekenuitgeput. Zij weken spoedig, verlieten de geledereu en zochten eongood heeukomen. Op den terugweg naar Washington ontmoette deze

Page 249: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

239

ordelooze troep een menigte nienwsgierigen, die op het bericht van hetaanvankelijk behaalde voordeel, nit de hoofdstad waren gestroomd, om ge-tuige to zijn van de overwinning. Zij snelden thans met de geslagensoldaten in vliegende haast naar Washington terug, waar zij de grootsteschrik en ontsteltenis verspreidden. Men verwachtte niet anders of deZuidelijken zouden nog denzelfden avond hun intocht in de staddoen. Maar deze, even afgemat als hunne vijanden, hadden de vervol-ging spoedig opgegeven en waren naar hunne legerplaats teruggekeerd.In Washington bleven gedurende eenige dagen verwarring en ongerust-heid heerschen ; eerst na de aankomst van talrijke troepenafdeelingennit de Noordelijke staten kwam men eenigermate tot rust. De aan-voerder der geslagen troepen, Macdowell, werd aan de verontwaardigdeopenbare meening opgeofferd en moest het bevel over het leger over-geven aan Macclellan, die zich in Virginia onderscheiden had. Dezestelde spoedig alles in het werk om de steeds aangroeiende menigtevan strijdlustigen tot een eenigszins geordend leger to hervormen. Hadde behaalde overwinning in het Zuiden een algemeene geestdrift opge-wekt, in het Noorden veroorzaakte zij geen ontmoediging. Aan beidezijden kwam men nu echter tot het besef, , dat men aan den aanvangvan een geweldigen burgeroorlog stond, die niet zoude eindigen tenzijOf het Zuiden zich als een onafhankelijke staat had vrijgevochten, Ofhet Noorden door zijue overmacht de Unie van alle states had hersteld.

In Europa maakten de gebeurtenissen in Noord-Amerika dadelijk Indruk inEuropa. Ge-

een zeer die en indruk. De behoudende staatslieden zagen den aan- veer voor eengebroken strijd niet zonder stille vreugde ; hij bewees in hun oog hoeonrgieolgannid.et

elke democratische staat op den &liar door innerlijke verdeeldheid moestto gronde gaan. In vrijzinnige kringen, waar de groote republiek vooreen modelstaat doorging, die door vrijheid on eendracht bloeide, ge-voelde men zich pijnlijk getroffen door het vooruitzicht, dat zij hettooneel ging wordeu van een bloedigen burgeroorlog. Het Noordenvond daar de meeste sympathie, omdat het geacht werd den strijd tohebben aangebonden tegen de slavernij. Terwijl men echter op hetvasteland van Europa voor de A.merikaansche verwikkelingen alleendie belangstelling koesterde, zij het dan ook met min of meer voor-ingenomenheid voor een der strijdende partijen, die door elke grootewereldgebeurtenis wordt gewekt, beschouwde men in Engeland de nit-barsting van den strijd tusschen het Noorden en het Zuiden bijna als

Page 250: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

240

een binnenlandsche aangelegenheid. Ook daar openbaarde zich bij som-migen wel eenig leedvermaak over de ongelegenheid, waarin zich denog geen eeuw geleden afgevallen kolonisten bevonden, die altijd metzekere hooghartigheid op het oude moederland nederzagen. Bij hetpartij kiezen tusschen het Noorden en het Zuiden openbaarde zich destrijd tusschen een beginsel en een belang. Lord Palmerston zeide, kortna het uitbreken van den oorlog, in zijne ruwe openhartigheid tot eenA merikaan : „Wij houden niet van slavernij, maar wij kunnen nietzonder katoen." Inderdaad ieder Engelschman voelde een natuurlijkenafkeer tegen slavenhouders, mar de Engelsche nijverbeid leefde vooreen groot deel van katoen en deze werd haar bijna uitsluitend geleverddoor de Zuidelijke slavenstaten. Overigens was de oude wrevel tegen deAmerikanen, uit de dagen van den bevrijdingsoorlog, die door denoorlog van 1812 wel eenigszins was herleefd, in Engeland vrij welverdwenen. In 1860 had de Prins van Wales de V ereenigde Statenbezocht en was er met groote hartelijkheid ontvangen ; de eenigeernstige grief in Engeland was het hooge tarief van de VereenigdeStaten, maar men wist zeer goed dat men dit aan de NoordelijkeStaten te danken had, omdat in het Zuiden het Engelsche vrijhandels-begrip vrij algerneen werd gehuldigd. De Zuidelijken, die zich voor-stelden dat de overwegingen van stoffelij ken aard, die bij de Engelschenatie golden, ook bij de regeering den meesten invloed zoudenhebben, hadden reeds in Maart drie afgevaardigden mar Londengezonden om de erkenning als onafhankelijke staat te vragendaarna over een te sluiten handelsverdrag te onderhandelen, maarde Engelsche Minister van Buitenlandsche Zaken, Lord Russell, hadtegenover deze zending een zeer terughoudende stelling aangenomenen de heeren alleen officieus ontvangen. Deze niet ambtelijkeontvangst had echter in het Noorden reeds achterdocht en verbit-tering opgewekt. Be leiding der buitenlandsche aangelegenheden wasdaar in handen van den Secretaris van Staat, Seward, een echteAmerikaan van het onvervalschte Yankee-type. Hij had een onbegrensdvertrouwen in de macht van zijn land en een groote minachting voorde monarchale staten van de oude wereld. Voor een oorlog metEngeland en andere Europeesche staten voelde hij niet alleen geenschroom, maar hij was zelfs niet vreemd van het denkbeeld, dat eendergelijke oorlog het nationaal gevoel in geheel Noord-Amerika zoosterk zou aanvuren, dat de binnenlandsche verdeeldheid er door zou

Page 251: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,41

worden gesust. Hij had echter Lincoln boven zich, die van diplo-matic niets en van buitenlandsche staatkunde weinig wist, maar diemet zijn nuchter, , gezond verstand den algemeenen toestand van zijnland volkomen goed doorzag en dadelijk begreep, dat het behoud van denvrede met Europa in de gegeven omstandigheden een dringende eisch was.

De Engelsche regeering vaardigde in Mei een proclamatie nit, waarbijzij verklaarde, in den strijd „tusschen de Yereenigde Staten en eenigeStaten, die zich geconfedereerde Staten noemden, een strenge onzijdig-heid te zullen bewaren" ; verschillende Europeesche staten volgden hetvoorbeeld van Engeland en gaven verklaringen in denzelfden geest. Inhet Noorden gevoelde men zich hierover zeer teleurgesteld, ja zelfsverontwaardigd. De geconfedereerden waren nu als oorlogvoerendenerkend en men duchtte, dat dit de eerste stap zou zijn tot hunneerkenuing als onafhankelijke staat. Eerst langzamerhand begon men tebegrijpen, dat er tusschen beide erkenningen een zeer groot verschilwas, en dat de eerste erkeuning moeilijk kon achterwege blijven, nade door het Noorden uitgevaardigde blokkade der Zuidelijke havens,waardoor deze als vijandelijke havens werden aangewezen, en der-halve het bestaan van een oorlogstoestand werd erkend. Wat het meestgriefde was, dat de kapers, door de Zuidelijken uit te rusten, thansdoor de Europeesche mogendhedeu niet als zeeroovers werden aangemerkt,dock de hierover ontstane verbittering werd gedeeltelijk weggenomendoor een verklaring der Engelsche regeering in Juni, dat gem oorlog-schepen of kapers der strijdvoerende partijen, met door hen opgebrachteprijzen, in een haven van Engeland of van de Engelsche kolonienzouden worden toegelaten.

Napoleon HI, altijd begeerig om in de staatkundige verwikkelingender geheele wereld de hand te steken, had zichzelf reeds de rol toe-gewezen van bemiddelaar in den strijd die de nieuwe wereld verdeelde.Zijne verhouding tot Engeland, die destijds zeer vriendschappelijk was,maakte het echter noodig, om in een zaak die Engeland zoozeer vannabij raakte, met deze mogendheid eeu gemeenschappelijke gedragslijnte volgen. De Engelsche staatslieden, en voornamelijk Palmerston,doorzagen zeer goed, dat de reeds sterk geprikkelde regeering te Was-hington elke bemiddeling , als een inmenging in hare bijzondereaangelegenheden, met hooghartigheid zoude afwijzen. Zij waren echterniet ongenegen tot een gezamenlijk optreden, wanneer dit geweuschtbleek in het algemeen belang der onzijdigen ; maar van een dergelijke

Page 252: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

242

gemeenschappelijke handeling der twee groote Europeesche mogend-heden wilde Seward niets weten. Toen de Engelsche en Franschegezant zich tezamen bij hem aanmeldden orn over den rechtstoestandvan den eigendom der onzijdigen ter zee te handelen, die onzekerwas, doordien de Vereenigde Staten niet tot de internationale ver-klaring op dit punt van het Congres van Parijs van 1856 waren toe-getreden, weigerde hij in den meest vriendschappelij ken vorm, maar opzeer besliste wijze, om over deze zaak met de twee diplomaten gezamenlijkeen onderhoud to hebben. De beide regeeringen legden zich bij dit besluitneder, zonder eenig verzet. Engeland wilde de regeering te Washingtonniet tot uitersten drijven en Napoleon III durfde zonder Engelandniet handelend optreden. De Fransche regeering waagde nog een zwakkepoging om, in het belang der Fransche nijverheid, die ook reeds cinderhet gemis van katoen en tabak begon te zuchten, eenige verzachtingvan de blokkade te erlangen, maar zij kwam dadelijk tot de ervaring,dat geen toegeeflijkheid to verwachten was.

De Zuidelijken die zich vleiden met het vooruitzicht, dat, naarmatezich de stoffelijke nadeelen uit den oorlog voortspruitende , in Europameer en meer zouden doen gevoelen, ook de stemming te hunnengunste grooter omvang zou nemen, besloten, ter vervanging van dedrie afgevaardigden welker zending wij hierboven vermeldden, tweehunner beste staatslieden, Mason en Slidell, over den AtlantischenOceaan to zenden. Het gelukte dezen, door de blokkeerende vloot heen,in eon snelvarend schip, nit Charleston Cuba te bereiken, aldaar scheeptenzij zich in op eon Engelsche stoomboot, de Trent. Een kapitein vande vloot der Noordelijken, Wilkes, hield dat schip aan, zond gewa-pende manschappen aan boord on hot, niet zonder bedreiging, de beideafgevaardigden met hunne secretarissen naar zijn schip overbrengen.In een en van het Noorden aan land gezet, werden zij dadelijk inde gevangenis geworpen. Toen cut voorval bekend werd, ontstond orzoowel in Amerika als in Engeland eon geweldige beweging. In hetNoorden juichte men, als had men eon schitterende overwinning be-haald. Wilkes word de held van den dag en het voorwerp van deluidruchtigste betoogingen. In Engeland daarentegen sprak zich deopenbare mooning zeer krachtig uit ter veroordeeling van doze iubreukop het volkenrecht. Men eischte vrij algemeen, dat de regeering devrijstelling der beide gezanten zoude vorderen on tevens eon genoeg-doening voor de beleediging de Engelsche vlag aangedaan, onder welker

Page 253: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

243

bescherming zij hunne reis deden. Russell en Palmerston vatten dezaak kalm maar ernstig op. De Engelsche gezant te Washingtonwerd gelast de invrijheidstelling te vragen. Zoo deze binnen een weekniet werd toegestaan, moest hij met het gansche gezantschapspersoneelWashington verlaten. Tegelijkertijd werden troepeu naar Canada inge-scheept en alle maatregelen genomen, die voor het voeren vaneen zeeoorlog uoodig waren. De geheele wereld zag in de grootstespanning de toekomst tegemoet ; niemand ontveinsde zich, dat hetbehoud van den vrede aan een zijden draad hing. Toen de eerste vlaag vannationale opgewondenheid voorbij was, kwamen echter de A.merikaanschestaatslieden te Washington langzamerhand tot het beset dat het gebeurdeuit een volkenrechtelijk oogpunt niet te verdedigen was. Seward zelf neigdetot toegeven, Lincoln, die wel den oorlog met Engeland wilde ver-mijden, maar de openbare meening in Amerika niet te sterk durfdetrotseeren, wenschte aanvankelijk een voorstel te doen oin de zaak dooreen scheidsgerecht te laten beslissen. Toen alle deskundigen hem echterhadden betoogd, dat de uitspraak niet anders dan ongunstig voor Amerikakon uitvallen , liet hij dit denkbeeld varen en verklaarde hij zichbereid tot inwilliging van het verzoek. Nan de Eugelsche regeeringwerd 26 December te kennen gegeven, dat de beide gevangeuen invrijheid zouden worden gesteld. Zij werden door een Engelsch schipaan boord genomen en naar Europa overgebracht. In Amerika bleefmen nog eenigen tijd mokken over wat velen een nationale vernederingachtten, doch deze ontevreden stemming sprak zich niet zoo luide uitals voorzeker het geval zoude zijn geweest indien in Engeland de blijd-schap over de behaalde diplomatieke zegepraal zich sterker had kunnenuiten. De rouw waarin dit land in diezelfde dagen gedompeld werddoor den onverwachten dood van den gemaal der Koningin, PrinsAlbert, deed elk vreugdebetoon verstommen. Seward zorgde met echtAmerikaanschen humor voor een vroolijk einde van de verwikkeliug.De Engelsche schepen, die de thans onnoodig gewordeu troepen naarCanada moesten overvoeren, waren door den strengen vorst gedwongenin een haven van het Noorden binnen te loopen. De A.merikaansch.estaatssecretaris haastte zich aan de Engelsche regeering te doen weten,dat deze troepen niet alleen konden ontschepen, maar dat door deAmerikaansche regeering alle mogelijke bijstand zoude worden ver-leend orn hun vervoer over het Amerikaansche grondgebied naarCanada te vergemakkelijken.

Page 254: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

244

Voortgangder krijgsbe-

drjjven.

Inmiddels begon de strijd meer en meer algemeen te worden ; nietalleen in de omstreken van Washington, man overal waar aanhangersvan beide partijen zich gewapend hadden, werd gestreden, Missouri werd inden herfst van 1861 door de Noordelijken bijna geheel heroverd. Met evengoedeu uitslag streden zij in Kentucky, waar zij hunne eerste grooteoverwinning behaalden te Mill Springs. Een nog roemrijker wapenfeitverrichtten zij in Tenessee door de verovering van Donaldson Fort. Bijdeze gelegenheid ouderscheidde zich voor het eerst een man , die latereen groote rol in de geschiedenis van zijn land heeft gespeeld,Ulysses Grant. Zijn levensloop was tot nog toe min of meer avon-tuurlijk geweest, zooals die van vele Amerikanen. Opgeleid tot militairwas hij later beurtelings landbouwer en haudelaar geweest, had zijngeld verloren en was eenigermate een verloopen man toen de oorloguitbrak. Aan het hoofd van een regiment geplaatst, deed hij zichdadelijk kennen als een uiterst koelbloedic, en berekenend bevel-hebber, met buitengewove persoonlijke dapperheid. Zijue bekwaamheidsprong nog meer in het oog, doordien de meeste zijner medebevelhebbersvolstrekt niet opgewassen bleken tegen hunne taak. Het was dan ookDiet te verwonderen, dat officieren, die voor het meerendeel niet deminste ondervinding van den' krijg hadden en van de theorie slechtsdatgene wisten wat het onderwijs aan een Amerikaansche krijgsschoolhun had kunnen geven, nu zij zich in een veldtocht aan het hoofdvan groote legerbenden, uit ongeoefende soldaten bestaande, geplaatstzagen, over het algemeen een slecht figuur maakten. Ook ontbrakhet hun aan veel wat een bevelhebber in oorlogstijd noodzakelijk meetbezitten ; goede kaarten waren niet aanwezig, de intendance was bijnaongeregeld, van verkenningsdienst had niemand begrip. Vandaar voort-durende verandering in de krijgsplannen en gedurige verrassingen. Dathierdoor de openbare meening geprikkeld en verbitterd werd wasnatuurlijk. In democratische maatschappijen, zooals de Amerikaansche,uit zich de belangstelling van het publiek in de landszaken onmid-dellijk in een sterken aandrang op de regeering, en beschouwt deregeering het als plicht om aan dien aandrang, zooveel in haar ver-mogen is, gehoor te geven. Het ongeduld der Amerikanen, zoowel in hetNoorden als in het Zuiden, de ontevredenheid over het voortduren vaneen oorlogstoestand, dien men had gehoopt binnen weinige maanden tezien afloopen, de ontberingen, die men zich vooral in het Zuiden moestgetroosten, waren oorzaak dat de regeeringen met klachten en ver-

Page 255: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

245

wijten overstelpt werden, waarop deze dan op hunne beurt, on' zichte rechtvaardigen, de schuld op de legerbevelhebbers wierpen. Inhet Zuiden ontstond er spoedig een ernstige botsing tusschen denpresident Davis en den generaal Johnston, en ook Lincoln had voort-durend moeielijkheden met zijne generaals, vooral met Macclellan, wiensaanzien bij zijne landgenooten niet was gestegen nadat een zijner leger-afdeelingen in October bij Ball's Bluff, ten zuiden van den Potomac,was verslagen en de Zuidelijken daarna de gemeenschap van Was-hington met de zee door deze rivier geheel afsloten.

Ter zee waren de Noordelijken gelukkiger, zij hadden er de onbe-twistbare overmacht. Niet alleeu werd de blokkade der Zuidelijkehavens strong gehandhaafd, maar het gelukte hunne vloot verschillendeplaatsen op de kust van Noord- en Zuid-Carolina to bemachtigen enbezet to houden. Het belaugrijkste wapenfeit der vloot viel in April1862 voor, toen zij, onder Farragut, de Missisippi opvoer en Nieuw-Orleans veroverde. Deze inbezitneming was in zedelijken zin degrootste overwinning die het N °order' tot nog toe behaald had. Nieuw-Orleans was de voornaamste koopstad van het Zuiden en stond met degeheele wereld in onmiddellijke handelsbetrekking. In Europa werddit verlies voor het Zuiden onherstelbaar geacht. Men zag er eon voor-teeken in van den zekeren ondergang van het verbond der Zuide-lijke staten.

Een voorval in dezen zeeoorlog, destijds slechts voorbijgaande belang-stelling veroorzakende, bleek iii zijne gevolgen voor de gansche wereld vanhet hoogste gewicht, doordien het de aanvang werd van een geheel nieuwtijdperk in den oorlog ter zee en van een uitbreiding der oorlogsuitgavenvan alle mogendheden, waarvan het einde nog niet te voorzien is.Be zeemacht der Amerikaansche Unie bestond bij het uitbreken vanden burgeroorlog uit enkel houten schepen, gelijk trouwens de vlotenvan alle zeemogendheden. ln 1858 had de Fransche regeering voor heteerst de proof genomen met de pantsering van een oorlogschip met ijzerenplaten en Engeland had kort daarna een dergelijk schip doeu ban wen. Benieuwe uitvinding had onder zeeofficieren en ingenieurs nogal belang-stelling gewekt, on was ook in Amerika niet onopgemerkt gebleven.Toen dan ook de Zuidelij ken in het bezit van eon door de Noorde-lijken gezonken oorlogsvaartuig waren gekomen, lieten zij dit metijzeren platen bekleeden ; de Noordelijken wilden niet achterblijven,en daar zij scheepswerven en ingenieurs bezaten, konden zij met grooten

Page 256: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

246

spoed een ijzeren vaartuig doen bouwen. Het Zuidelijke schip wasvan de gewone grootte van een oorlogsfregat, het Noordelijke waseen klein scheepje. Toen het Zuidelijke schip, Merrimac genaamd,voor de eerste maal zich vertoonde, boezetnde het den grootsten schrik in.De houten schepen bleken volkotnen weerloos ; zonder eenigen overlastvan hun geschut to hebben, stoomde het gepantserde schip op henlos, beschoot hen van nabij en boorde hen met zijn ijzeren ram inden grond. Intusschen was ook het Noordelijke schip, Monitor ge-naamd, gereed gekomen ; het zocht dadelijk zijn gepautserden tegen-stander op. Op 8 Maart had de ontmoeting plaats in Hampton Roads,een zeestraat aan de monding van de Jamesrivier. De twee gepant-serde vaartuigen beschoten elkander gedurende eenigen tijd zonderwederzijds belangrijke schade aan te richten . Het was de eerstemaal dat de bruikbaarheid van ijzeren oorlogschepen proefondervindelijkword bewezen ; in Amerika zoowel als in Europa was de meeningvan alle deskundigen dadelijk eenstemmig dat het gepantserde schiphet oorlogschip der toekomst was, wat het dan ook, tot blij vend nadeelder financien van alle zeemogendheden, is geworden. De beide Ame-rikaansche schepen hadden geen langdurig bestaan, de Merrimac, diegebrekkig geboawd was, werd door de Zuidelijken vernield, nadat deNoordelijken Norfolk hadden bemachtigd, in welks haven het lag ; deMonitor verging nog voor het einde van het jaar.

De voornaamste krijgsbedrijven te land gedurende de laatste maandenvan 1861 en de eerste van 1862, hadden plants in de landstreek gelegentusschen de hoofdsteden der beide strijdende partijen, Washington enRichmond. Macclellan was geen voortvarend man, hij moest voort-durend door zijne regeering tot aanvallend optreden worden aangezet,maar deze was zeer bevreesd voor een aauval op Washington en wildehem dan ook slechts toestaan een deel der beschikbare troepen voor eenaanval op Richmond te gebruiken. Vandaar voortdurende stribbelingen ;eerst in het voorjaar kwam het tot werkelijken strijd. Macclellan sloeg hetbeleg voor Yorktown, en toen doze stad door de Zuidelijken verlaten werd,bedreigde hij Richmond. Hij werd evenwel den 30 Bten Mei te Fair-Oaks ge-slagen, bij welk treffen de bevelhebber der Zuidelijk en, Johnston, door eengranaatscherf zwaar gewond werd ; in diens plants werd Lee met hetopperbevel bekleed. In de laatste dagen van Juni had vervolgens eenreeks van gevechten plaats, waaronder die van Gaines Mill en Malvernhill de hevigste waren. Zij hebben van de Amerikaansche geschied-

Page 257: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

247

schrijvers den naam van den zevendaagschen strijd gekregen. Het voor-deel was meest aan de zijde van de Zuidelijken, doch hunne verliezenwaren grooter dan die der Noordelijken. Zij hadden meer dan 20,000manschappen verloren, de Noordelijken bijna 16,000, doch onder dezewaren 6000 gevangenen. De beide legers waren door volkomeu uit-putting geheel ongeschikt tot het voortzetten van den strijd. Leelegerde zich in de omgeving van Richmond en Macclellan trok met zijnetroepen terug naar de Jamesrivier. In het westelijk deel van het oorlogs-tooneel, Tenessee, had in ditzelfde voorjaar nog een zeer belangrijk wapen-feit plaats, de tweedaagsche strijd te Shiloh, tusschen Grant en Beauregard.Op den eersten dag, 6 April, werden de Noordelijken geslagen, op dentweeden behaalden zij een overwinning die hun echter weinig voordeelbezorgde. De strijd was zeer bloedig, de verliezen aan beide zijdenaanzienlijk, de Noordelijken verloren aan dooden, gewonden en gevan-genen 13,000 man, de Zuidelijken bijna 11,000.

Macclellan had door den ongelukkigen ailoop van den zevendaag-schen strijd het vertrouwen van Lincoln verloren, die Halleck totopperbevelnebber benoemde. Doze bleef echter te Washington enleidde de krijgsverrichtingen uit zijn bureau ; Pope, die op het tooneelvan den oorlog werkzaam was geweest, werd hoofdzakelijk met hetuitvoeren van zijn plan belast. Macclellan bleef aan de Jamesrivier.Tusschen hem en Pope was de verhouding eenigszins gespannen, de laatsteklaagde er gedurig over dat Macclellan hem niet den bijstand verleende,dien hij verwacht had. Den 29sten Augustus had een gevecht bij Grovestonplaats, en den 3 Osten leed Pope op de plaats waar de Noordelijken ten vorigenjare ook verslagen waren, Bull's ruin, een zware nederlaag. Pope werd inop zijue beurt ontslagen en Macclellan weder met het commando belast.

In Washington vervulde, evenals na den eersten slag van Bull's Runn ,de vrees voor de Zuidelij ken alle gemoederen, men duchtte een aanvalvan Lee, doch deze was van oordeel dat hij, door een beleg van Was-hington, te goed versterkt cm overrompeld te kunnen worden, veelminder kans had den Noordelijken afbreuk to doen, dan door eeninval in Maryland. Hij trok dan ook den Potomac over, maar vond debevolking in Maryland, tegen zijne verwachting, volstrekt ongezind omgemeene zaak met de Zuidelijken te maken. Iutusschen verwekte zijninval grooten schrik te Baltimore en zelfs te Philadelphia. In Septembertrek Macclellan met zijne troepen nit Washington op, om Lee terugte drijven. Het gemis aan eenheid in de leiding deed zich ook thans

Page 258: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

248

weder bij de Noordelijken sterk gevoelen. Een belangrijke post, Harper'sFerry, waar zij een aauzienlijke bezetting hadden, ging hierdoor verloren.Den 17 den September had een bloedig gevecht plaats te Antietam. Noorde-lijken en Zuidelijkeu schreven zich beide de overwinning toe, de laatstenechter gevoelden de noodzakelijkheid om van verdere ondernemingenin Maryland of to zien en Lee voerde eerlang zijne troepen weder overden Potomac naar Virginia terug.

Vrijverkla- Had de slag bij Antietam aan de Noordelijken eenige verademingring der slit-V611. gegeven, hij was in een ander opzicht zijne gevolgen nog veel ge-

wichtiger, want Lincoln maakte van de gunstige stemming, tenge-volge van den terugtocht der Zuidelijken uit Maryland, gebruik omuitvoering te geven aan een voornemen dat hij reeds lang gekoesterdhad, het uitvaardigen namelijk eener proclamatie, waarbij de slaven inde afgevalleu staten vrij werden verklaard.

Lincoln was altijd een tegenstander van de slavernij geweest ; reedsin 1858 had hij openlijk verklaard dat de slavernij een onrecht was,en dat bet onmogelijk was om op den duur in de Vereenigde Statenvan Amerika den bestaanden halfslachtigen toestand te handhaven, datin het eene gedeelte van het land de slavernij bestond en in het andereniet. Toch had hij zijne Republikeinsche partijgenooten altijd gewaarschuwdtegen hun onstuimig drijven om de slavernij afgeschaft te krijgen. Dewettelijke toestand ten opzichte der slavernij moest geeerbiedigd wordenzoo lang zij bestond. Aan dezen stelregel was hij als President getrouwgebleven. Toen in Augustus 1861 Generaal Fremont een bevel haduitgevaardigd dat de slaven van alle ingezetenen van Missouri, die dewapenen hadden opgevat tegen de Unie, vrij zouden zijn, ontving hijvan den President den last om dit bevel, als in strijd met de wet,in te trekken. In Mei van het volgend jaar trad een ander generaal,Hunter, nog beslister op. Hij verklaarde dat de Staten Florida, Georgiaen Zuid-Carolina, die de wapenen tegen de Unie hadden opgenomen,in staat van beleg en aan de krijgswetten onderworpen, „under martiallaws", waren en dat, als gevolg van dezen toestand, alle slaven in dezestaten voor good hunne vrijheid hadden verworven. Lincoln vaardigdedaarop oogenblikkelijk een proclamatie nit, waarbij hij den militairenbevelhehbers het reclit ontzegde om slaven vrij te verklaren. Mocht denoodzakelijkheid van een dergelijken maatregel zich doen gevoelen, danzou hij, als President de alleen daartoe bevoegde, moeten overwegen

Page 259: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

249

of hij het recht hiertoe bezat en of het noodig was het nit teoefenen.

Lincoln was echter van lieverlede tot de overtuiging gekomen dateen veranderde staatkunde ten opzichte der slavernij onvermijdelijkwerd. Geboortig nit een slavenstaat, Kentucky, wist hij, hoe zooweldaar als in de overige slavenstaten, de trouw aan de Unie door elkenmaatregel tot afschaffing der slavernij op een zware prod zoude wordengesteld. Hij beschouwde het as zijn eerste en voornaamste plicht deUnie te handhaven , en zoolang het bestaan der slavernij noodzakelijkbleek om de slavenhoudende middenstaten aan de Unie verbonden tehouden, had hij niets tegen de slavernij willen ondernemen. Nawas, tengevolge van den oorlog, die band vaster geworden, maar tege-lijkertijd in de Noordelijke staten de beweging tegen de slavernij zeersterk toegenomen in omvang en in kracht ; men drong er meer en meerop de onmiddellijke afschaffing der slavernij aan , ook, en Diet hetminste, als middel van verweer tegen het Zuiden, welks slavenbevolking,naar men hoopte, zoodra de Noordelijke regeering hare vrijmaking uit-sprak, zich door opstand of door vlucht de feitelijke vrijheid zoudetrachten te verzekeren. Behalve deze overwegingen op grond van denbinnenlandschen toestand, deden zich bij Lincoln nog andere gelden,tengevolge der berichten die hij uit Europa ontving. De klachten dergedrukte nijverheid, die van katoen verstoken bleef, deden zich daarsteeds luider hooren ; de verbittering tegen bet Noorden, dat door zijneblokkade der Zuidelijke havens dezen druk veroorzaakte, steeg bij dendag. Te Washington begon men te vreezen, dat in Engeland en Frankrijkde regeeringen op den duur zouden moeten zwichten voor den aandrangvan industrieel en werkman, die het slachtoffer werden van den oorlog.Het zoude bun op een gegeven oogenblik onmogelijk kunnen wordenom de onzijdige houding, die zij tot nog toe hadden bewaard, langerte handhaven. Maar van het oogenblik aan dat de Noordelijke regeeringde vrij making der Zuidelijke slaven uitsprak en de oorlog een strijdwerd voor of tegen de slavernij, kon van partijtrekken voor het Zuidenin Europa geen sprake 'neer zijn. De openbare meening, zoowel inEngeland als op het vasteland, was zoo beslist tegen slavernij, dat zijnooit zoude gedoogen dat voor de handhaving van deze ergerlijke instellinghet zwaard werd getrokken. Wel had Seward een oogenblik geaarzeldbij de gedachte, dat door de vrij making der slaven en het daaruit voort-vloeiend gebrek aan werkkrachten de katoenbouw in het Zuiden geheel

Page 260: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

250

vernietigd zoude kunnen worden, en hij had dieutengevolge aan den Ameri-kaanschen gezant te Weenen, Lothrop Motley, den bekenden geschied-schrijver, de vraag voorgelegd, of niet dit gevolg van de vrijmakingin Europa weerzin daartegen zou wekken, maar Motley had hemdadelijk geantwoord : „Neen, duizendmaal neen."

Lincoln wilde de vrijmaking niet door de wetgevende macht doenuitspreken, maar door de uitvoerende. Niet het Congres, maar hijzelfals president moest den grooten stap doen. Een voorstel in de yen-tegenwoordigende vergaderingen zoude tot lange beraadslagingen aan-leiding geven, het zoude staatsrechtelijke bezwaren doen oprijzeu en wel-licht niet dan gewijzigd worden aangenomen. Een proclamatie van denpresident zoude ontegenzeggelijk binnen en buiten 's lands veel sterkerindruk maken. Hij kon een dergelijke proclamatie doen uitgaan krachtenseen wet, in den loop van het jaar tot stand gekomen, waarbij de eigen-dommen van alle personen, die aan den opstand tegen de Unie deelnamen,zestig dagen na een proclamatie van den president, verbeurd kondenworden verklaard. Lincoln wilde van deze bepaling gebruik maken,om alle slaven, die het eigendom waren van personen gevestigd in deafgevallen staten, vrij te verklaren.

Op den 22sten Juli verraste de president zijne ministers met de voorhen geheel onverwachte mededeeling, dat hij voornemens was dezeproclamatie uit te vaardigen. Zij waren , op een na , in beginsel voordezen maatregel, ook Seward, maar deze opperde bezwaar met het oogop de tijdsomstandigheden. Hij gaf als zijne meening te kennen, datde proclamatie in den min of meer benarden toestand waarin menzich beyond, als een noodschot zoude worden beschouwd; zij kon alleenhare voile uitwerking hebben wanneer zij verscheen na een overwinning.Voor deze overweging betoonde Lincoln zich toegankelijk, hij beloofdede zaak voorloopig te laten rusten. Dadelijk na den slag van Antietamen den daarop gevolgden terugtocht van Lee uit Maryland, riep Lincolnzijne ministers bijeen, las hun zijne proclamatie voor en verklaardethans onherroepelijk het besluit te hebben gekomen om haar uit tevaardigen. Zij verscheen op 22 September en bevatte, behalve de aan-staande vrijverklaring der slaven in de afgevallen staten, de mede-deeling, dat de President in de eerstvolgende zitting van het Congreszoude voorstellen, om aan alle slavenstaten die aan de Unie getrouw ge-bleven waren, geldelijken steun te verleenen, indien zij vrijwillig totde dadelijke of geleidelijke afschaffing van de slavernij wilden over-

Page 261: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

251

gaan, en dat hij tevens pogingeu wilde aanwenden om, hetzij in hetland hetzij daarbuiten, de vrijgemaakte slaven gelegenheid te gevenkolonin te stichten. Dit laatste was een lievelingsdenkbeeld van Lincoln ;hij was van gedachte dat het samenwonen van een vrijgemaakte zwartebevolking met de blanken op den duur onmogelijk zoude blijken. Deuitkomst stelde hem echter ten dezen opzichte in het ongelijk ; van devoorgenomen kolonisatie kwam niets terecht, een enkele proef inCentraal Amerika genomeu, mislukte volkomen.

De eerste indruk dien de proclamatie van vrijverklaring der slaven,zoowel in als buiten Amerika maakte, beantwoordde niet aan de hoogeverwachtingen die Lincoln daarvan had gekoesterd. De republikeinschepartij was er mede tevreden, maar de democratische partij was er zeer doorontstemd; bij de verkiezingen die in het najaar plaats hadden, behaaldezij in verschillende staten de overwinning, en onder de oorzaken dezeroverwinning behoorde voorzeker ook de geheime tegeuzin van velentegen de vrijmaking der slaven. In Engeland heerschte in sommigekringen groote vreugde, de bekende tegenstanders der slavernij juichtenluide, en mannen als Bright en Cobden vouden aanleiding om hunnesympathie voor het Noorden op nieuw krachtig uit te spreken.De openbare meening evenwel, zooals die zich in de groote dag-en weekbladen uitte en de regeeringskringen waren aanvankelijkminder geestdriftig. De maatregel werd vrij algemeen beschouwd alseen verweermiddel tegen het Zuiden ; het was, zoo zeide men, denPresident alleen te doen geweest om de Zuidelijken in huune per-soonlijke eigendommen te treffen, niet om de slaven vrij te maken ;in de trouw gebleven staten het hij immers de slavernij bestaan. Opden duur echter deed de proclamatie aan de zaak der Noordelij kenin Europa ontzaggelijk veel goed. Naar de voorstelling die lang-zamerhand meer en meer doordrong, was de oorlog nu eon strijd ge-worden om het behoud der slavernij. Naarmate men meer over dezaak uadacht en beter werd ingelicht, kwara men tot het inzichtdat indien het Noorden won, het met de slavernij uit zou zijn,terwijl de zegepraal van het Zuiden de handhaving en de uitbreidingdaarvan zou wezen. Vandaar dat welhaast in alle lauden de regeeringenhet verleenen van steun aan het Zuiden, ja zelfs het erkennen vanzijne onafhankelijkheid als een onmogelijkheid begonneu te beschouwen.Napoleon III, die door allerlei staatkundige overwegingen op dit oogen-blik het Zuiden good gezind was, begreep dat hij niet tegen den alge-

II

Page 262: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

252

meenen stroom kon oproeien en zich moest bepalen tot pogingen omden vrede te herstelleu, die, zooals later zal blijken, volkomen schip-breuk leden. In het Zuiden zelf kwam men welhaast tot de overtuigingdat in Europa op geen steun meer te rekenen viel, tenzij men ookzelf tot de vrijmaking wilde medewerken. De slavernij, zoo druktezich een staatsman van het Zuiden uit, die de hoeksteen was geweestvan de onafhankelijkheid der Zuidelijke Staten, was an de molensteenom hunnen nek geworden, die hen naar den ondergang sleepte.

Op de proclamatie van 22 September 1862 liet Lincoln een tweedevolgen van 5 J anuari 1863, waarbij, nu de termijn van zestig dagen inde wet vermeld verloopen was, de slaven feitelijk vrij werden verklaard.

Tegenspoed Iutusschen beleefde het Noorden een hachelijken tijd. Wel vergingvan hetNoorden. het den Zuidelijken bij een inval in Kentucky even slecht als in

Maryland, en zagen zij zich genoodzaakt, ook van daar, na een hevig maaronbeslist gebleven gevecht te Perryville, naar hun eigen gebied terugte wijken, maar toch bleef de oorlogskans in het algemeen den Noorde-lijken ongunstig. Het kon ook moeielijk anders bij het steeds voort-duren der oneenigheid tusschen de bewindslieden te Washington ende bevelhebbers van het leger. De trage gang van den oorlog, onver-mijdelijk gevolg van de onbedrevenheid der officieren en de samenstellingvan het leger nit vohnaakt ongeoefende vrijwilligers, wekte de onte-vredenheid in het Noorden in steeds hooger mate op. De regeeringmoest dagelijks de waarschu wing hooren dat zij den steun der natiezou verliezen, indien niet krachtiger in het veld werd opgetreden.Macclellan bleef de voorzichtige man, die tot geen koene plannen wasover te halen. Een aanval op Richmond, de hoofdstad der Zuidelijken,werd voortdurend door bevoegden en onbevoegden aangeprezen als heteenige middel om aan den oorlog een einde te maken. Macclellan ont-ving dan ook van den president, die het talmen moede was, den bepaaldenlast om dezen aanval te beproeven, doch toen hij eindelijk daartoeoverging, vond hij de geheele geconfedereerde legermacht tegenoverzich, in een sterke stelling gelegerd, die Richmond volkomen dekte.De onderneming kon niet worden uitgevoerd, maar nu was het ge-duld te Washington dan ook uitgeput. Macclellan werd ontslagen enBurnside in zijne plaats benoemd. Deze waagde het den 13den Decemberde Zuidelijken, onder Lee, in hunne versterkingen te Fredericksburgaan te vallen, met den uitslag die van een zoo onberaden wapenfeit te

Page 263: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

253

verwachten was. Nog nimmer hadden de Noordelijken een zoo zwarenederlaag geleden. Zij verloren 12000 man, tegen eon verlies van5300 man der Zuidelijken. De zedelijke indruk van dezen slag ophet leger was groot, officieren en soldaten verloren hun zelfver-trouwen, de desertie nam grooten omvang aan. Ook de gelijktijdigekrijgsbedrijven in het westen gaven geen reden tot tevredenheid ;eon bloedigen slag bij Stone's river schreven de Noordelijken zichwel de overwinning toe, doch een daarna door hen beraamde aanvalop Vicksburg mislukte volkomen.

Lincoln en zijne raadslieden, hoezeer ook geschokt door deze rampen,verloren den mood niet en gingen kalm en beslist voort met het nemenvan alle maatregelen die de ernst der omstandigheden eischte. Op hetvoorbeeld van het Zuiden werd de gedwongen dienstplicht, doch metbehoud van plaatsvervanging, ingevoerd ; op financieel gebied werdenzeer ingrijpende wetten vastgesteld, houdende machtiging tot uitgiftevan papieren geld op groote schaal en tot uitschrijving van eon binnen-landsche boning tot een bedrag van 900 millioen dollars, die zondermoeite geplaatst word. Men zag voorts in Amerika het niet ongewoneverschijnsel. dat democratisehe maatschappijen, wanneer de nood dringt,allicht geneigd zijn, aan den man die hun vertrouwen bezit tijdelijk demacht van een alleenheerscb er te verleenen. Den 228ten December wordde president door de wet met eon bijna onbegrensde macht bekleed tenopzichte van het aanhouden en berechten van verdachte personal envan de vrijheid der drukpers. Ook tegenover het buitenland bleefmen dezelfde onwrik bare houding handhaven. Toen Napoleon III, nate vergeefs to hebben gepoogd Rusland en Engeland tot eon gemeen-schappelijke aanbieding vac bemiddelingsvoorstellen aan de strijdendepartijen over to halen, in de eerste dagen van 1863, zelfstandig eonvoorstel te Washington het doen, waarbij hij aandrong op het openeneener onderhandeling met het Zuiden, ontving hij eon beslist weigerendantwoord. Onderhandelingen met eon opgestane bevolking — zoo schreefSeward aan de Fransche regeering — waren onmogelijk, en de Franscheregeering toonde den waren toestand niet te begrijpen door to sprekenvan het Noorden en het Zuiden, als van twee gelijkstaande machten.Er bestond een partij van opstandelingen in sommige staten en daar-tegenover stood eon veel grooter aantal staten die trouw waren aan debestaande staatsinstellingen. Nadat dit antwoord gegeven was, word doorde beide huizen van het Congres een besluit genomen, waarbij in het

Page 264: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

254

vervolg elke inmenging van vreemde regeeringeu in den binnenlandschenstrijd als een onvriendschappelijke daad zou worden beschouwd.

De groote macht den president gegeven en door de legerhoofden uitge-oefend, leidde intusschen tot daden die aan een militair schrikbewindlieten denken en die in de aan zulken dwang gansch ongewone Ame-rikaansche maatschappij een geweldige beweging veroorzaakten. Dedemocratische partij, met geheime vreugde over de hieruit voortspruitendeontevredenheid bezield, begon overal het hoofd op te steken ; vele harermeest bekende leiders deden zich nu min of meer openlijk kenneu alsvoorstanders eener vredelievende beeindiging van den burgeroorlog, dieimmers op elk gebied zijn noodlottige uitwerking deed gevoelen. Zooonder anderen een senator uit Ohio, Vallandigham, die in een openbarevergadering zeer sterk te velde trok tegen de on verzettelijke houdingder regeering en haar eigenmachtig optreden, en zelfs de vrees uitsprakdat het met de vrijheid zoude gedaan zijn, indien zij den oorlog hard-nekkig voortzette en bleef volharden in haren onwil om met deZuidelijken te onderhandelen. Burnside liet hierop Vallandigham ge-vangen nemen en voor een krijgsraad terechtstaan, die hem veroor-deelde tot gevangenisstraf zoolang de oorlog duurde. De president ver-anderde dit vonnis in ballingschap en liet den gevangene overbrengennaar de vijandelijke voorposten. Een nog meer opzienbarende ge-beurtenis volgde kort hierop. Nadat reeds enkele democratische dag-bladen door het krijgsgezag waren opgeheven, liet Burnside de bureau'svan een te Chicago verschijnend dagblad door militairen bezetten, diealle gedrukte bladen vernielden en beslag legden op de drukpersen. Nuuitte zich de verontwaardiging echter zoo sterk, dat de president zichgenoopt zag het door Burnside verrichte weder ongedaan te maken.

In het algemeen waren de gemoederen in het Noorden gedu-rende den zomer van 1863, tengevolge der herhaalde nederlagen— in Mei werden de Noordelij ken wederom geslagen te Chancelors-ville — en ook door de werking der nieuwe wetten, die tot dusveronbekende toestanden in het leven riepen, in een voortdurenden staatvan opwinding, die hier en daar uitbarstingen veroorzaakte. De hevigstehad in de maand Juli te New-York plaats, toen aldaar de hierbovenvermelde wet op den gedwongen dienstplicht in werking moest wordengebracht. In de verschillende wij ken der stad werd de mannelijke be-volking van 20 tot 45 jaar opgeschreven ; volgens de bepalingen derwet moest daarua door loting met naambriefjes een vijfde deel worden

Page 265: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

255

aangewezen voor den krijgsdienst. leder die was aangewezen kon zichvrijmaken door het stellen van een plaatsvervanger of door betalingvan 300 dollars. Vooral deze laatste bepaling had groote verbitteringonder de lagere standen doen ontstaan. Zij riepen 1 nide, dat hunne zonenmar de slachtbank werden gevoerd, in plaats van die der rijken diezich vrijkochten; ook waren de talrijke niet-Amerikaansche bestand-deelen der bevolking van New-York, vooral de Ieren, er ten uiterstegebelgd over, dat zij, krachtens een beslissing van den president, ooktot den krijgsdienst werden aangewezen. De eerste dag der loting gingordelijk voorbij, maar op den tweeden dag drong een gewapende menigtehet lotingslokaal binnen, vernielde er alles en stak het ten slotte inbrand. Van dit oogenblik aan was de geheele stad in beroering, de politiestond geheel alleen tegenover de oproerige beweging, want de troepenen de burgerwacht waren bij het leger te velde. De ontevredenen, ver-sterkt door de misdadige bevolking der stad, waren vier dagen langbezig met plunderen, branden en moorden. De negers, die als de oor-zaak van den oorlog en dus ook van de lotiug werden beschouwd,hadden het zwaar te verantwoorden. Waar de oproermakers hen opstraat of in de huizen aantroffen werden zij mishandeld, doodgeslagenof aan lantaarnpalen opgehangen. Een weeshuis voor zwarte kinderenwerd geplunderd en in asch gelegd. Alle kantoren en winkels warengesloten, de openbare verkeerdienst was gestremd, niemand waagde zichop straat, vvaar men groot gevaar liep, van alles wat men bij zich hadop gewelddadige wijze beroofd te worden. Eindelijk gelukte het depolitie, vooral met behulp van uit Pennsylvanie ontboden regimenten,het oproer te stuiten, niet zonder geweldig bloedvergieteu. De demo-cratische gouverneur van New-York, Seymour, die zelf zeer sterktegen de lotiugswet gekant was, verzocht den president om deloting uit te stellen, totdat het gebleken zou zijn dat het aantalvrijwilligers in New-York niet voldoende was, maar hiertoe was Lincolnniet te bewegen. Een maand na het oproer had de loting in New-Yorkopnieuw plants, de krachtige voorzorgsmaatregeleu, thans genomen,beletten elk verzet ; in volkomen orde kreeg de sank haar beslag.

Nadat het oproer te New-York gedempt was, werd de algemeene Verliezen der

stemming in het Noorden beter, vooral onder den invloed van gunstigertijdingen van het oorlogstooneel. Twee belangrijke wapenfeiten in denzomer van 1863 deden het vertrouwen op het leger herleven. In

Page 266: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

256

Juni was Lee in Pennsylvaniö gevallen, hij had daar tegen zichover Hooker, die Burnside, wiens ongeschiktheid te Fredericksburggebleken was, vervangen had. Maar ook deze bevelhebber was nietopgewassen tegen zijne taak. De voortgang der Zuidelijken veroorzaaktegroote ongerustheid. Men vreesde zelfs een oogenblik voor een aanvalop Philadelphia. Lincoln ontnam toen aan Hooker het commando engaf het aan Meade. Deze bleek tegen Lee beter bestand, het geluktehem den 3deu J uli de Zuidelijken bij Gettysburg te verslaan, en wel-licht zou hij, door krachtiger optreden na de overwinning, het legervan Lee, dat naar den Potomac terugweek, geheel hebben kunnen ver-nietigen. Het baarde dan ook wel eenige teleurstelling, dat de geheelekrijgsmacht der Zuidelij ken, schoon zwaar geslagen en achtervolgd,toch ongestoord zijn terugtocht naar Virginia kon bewerkstelligen,maar men mocht zich in elk geval troosten met de gedachte dat ein-delijk een niet twijfelachtige overwinning door de Noordelijken wasbehaald, die hoop gaf voor de toekomst.

In diezelfde dagen vial op een ander deal van het oorlogstooneelaan het Noorden een nog veel gewichtiger voordeel te beurt. Doorde verovering van Nieuw-Orleans waren de Noordelijken meester ge-worden van de uitmonding van de Mississippi, terwijl ook het grootstegedeelte van den bovenloop der groote rivier in hunne handen was. DeZuidelijken hezaten echter nog een paar sterke posten aan de rivier,waardoor zij die over een lengte van ongeveer tweehonderd mijlen be-heerschten. Zij hidden hierdoor de gemeenschap met de ten westenvan den Mississippi gelegen lauden open, wat vooral van belangwas, omdat deze weder in onmiddellijke gemeenschap met Mexicostonden en dus het verkeer met Europa, indien het door de blokkadeder Zuidelijke havens gestremd was, over eene Mexicaansche havenonbelemmerd zijn gang kon gaan. De belangrijkste dezer posten wasVicksburg. Grant had reeds, zooals wij zagen, een poging gewaagdom deze plaats te veroveren, doch ze was geheel mislukt ; hij hadintusschen haar groot gewicht uit een krijgskundig oogpunt niet uithet oog verloren, en de Zuidelijken hunnerzijds waren van dit ge-wicht niet minder doordrongen. De president der Zuidelijke Staten,Davis, kende Vicksburg goed, want hij bezat in hare nabijheid grooteplantages en het behoud der stad ging hem, ook om persoonlijke redenen,zeer ter harte. Toch konden de Zuidelijken niet verhinderen dat Grant,die den steun van de oorlogschepen der Unie op den Mississippi had,

Page 267: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

257

in het voorjaar van 1863 steeds meer en meer de stad naderde, totdathij, na gelukkige gevechten bij Champion's hill en Black River'sbridge, de tegeu hem overstaande troepen dwong om in Vicksburg eenveilige schuilplaats te kiezen. Het beleg om de stad werd nu geslagen.Niettegenstaande alle i nspanning der Zuidelijken kon, wegens gebrekaan het daarvoor noodige aantal troepen, geen ernstige poging totontzet worden beproefd. In de omsingelde stad, die geheel van debuitenwereld was afgesloten, heerschte spoedig gebrek en welhaasthongersnood. Be bezetting was, door de doorstane ellende, lichamelijken zedelijk zoo zeer achteruitgegaan, dat aan de mogelijkheid om zichmet geweld door den vijand heen te slaan, niet meer kon gedachtworden. Be bevelhebber, Pemberton, besloot dus, in de eerste dagenvan Juli, om zich over te geven. Zijn geheele leger, ongeveer 30,000man, werd krijgsgevangen gemaakt, een groote voorraad kostbaarwapentuig, waarouder 170 stukken geschut, viel den Noordelijken asbait toe. Vier dagen later verlieten de Zuidelijken ook Port-Hudson,de eenige plaats aan de Mississippi die zij nog bezet hidden. Be grooterivier was van nu aan geheel in de macht van het Noorden.

In Oost-Tenessee werd in den herfst van dit jaar met betzelfde gelukvoor de Noordelijken gestredeu. Hun bevelhebber Rosencrantz maaktezich daar van het uit een krijgskundig oogpunt zeer gewichtige Chatta-nooga meester. Kort daarna verloor hij wel is waar een slag te Chicka-mauga, doch deze ramp had in zoover goede gevolgen, dat de volslagenongeschiktheid van den bevelhebber er duidelijk door aan het licht kwatn.De regeering stelde de troepen onder het opperbevel van Grant, die, tervervanging van den onbekwamen Rosencrantz, Thomas aan hun hoofdplaatste, met den last Chattanooga tot elken prijs te behouden. Inmiddelswas hij zelf te Chattanooga aangekomen, na een deel zijner troepen, onderSherman, van Vicksburg daarheen te hebben bescheiden. Op '23 Novemberen volgende dagen hadden hierop bij Chattanooga een aantal gevechtenplaats, waarbij de Noordelijken zich door buitengewone dapperheid onder-scheidden en overal de zege behaalden. Het Zuidelijke leger moest terug-trekken en het veroverde gebied in handen der Noordelijken laten.

Terwijl het Noorden den winter met blij moedige vooruitzichten, wat Oorlog ter zee.

het binuenland betreft, tegemoet ging, was het ook, vooral door den moNetieeitjwkehe-ijver en het beleid van een zijner gezanten, aan een groot gevaar, dat

Bdreillt s met dr ee -u i t het buitenland dreigde, ontsnapt. Be Zuidelijken hadden, zooals geering

Page 268: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

258

wij vermeld hebben, dadelijk na het uitbreken van den oorlog kaper-brieven uitgegeven; enkele schepen waren voor de kaapvaart uitgerust,doch zij konden de opgebrachte prijzen niet in de geblokkeerde Zuide-lijke havens brengen en moesten zich dus tot daden van zeeroof be-palen. Voor het bouwen van oorlogschepen waren de werven enwerkplaatsen in het Zuiden niet ingericht ; dit moest dus in het buiten-land geschieden, maar geen onzijdige regeering kon toestaan, dat open-lijk, binnen zijn gebied, schepen voor een oorlogvoerend land werdengebouwd. Er diende dus in het geheim te worden gewerkt ; twee zee-officieren werden door de regeering te Richmond naar Europa gezonden,die in den winter van 1861-1862 op een der groote werven toLiverpool een schip bestelden, dat voor de Italiaansche regeeringheette bestemd te zijn. De Amerikaansche gezant to London drong op deaanhouding van dit schip aan, maar de Engelsche regeering vond hiertoegeen termen. In Maart 1862 verliet het schip Liverpool en wordeerlang, onder den naam van Florida, door de Zuidelijken in dienstgesteld als oorlogschip. In den zomer van dit jaar word to Liverpoolvoor de Zuidelijken een veel grooter schip gebouwd, de Alabama. Bit-maal werden nog ernstiger pogingen door den Amerikaanschen gezantgedaan om het vertrek te beletten ; hij had echter te kampen metden bepaalden onwil van alle ambtenaren te Liverpool, die, evenals dehandel en de nijverheid in die stad, met hart en ziel de sank van hetkatoenkweekend Zuiden waren toegedaan. De Engelsche regeering echter,na de rechtsgeleerde raadslieden der Kroon to hebben geraadpleegd,besloot het schip to doer aanhouden, maar door den langen duur dervoorafgaande onderzoekingen waren de bouwmeesters in staat geweesthet schip zoo ver of te werken, dat het zee kon kiezen. Het hadLiverpool reeds verlaten toen de order tot aanhouding daar aankwam,zoo het heette voor een proeftocht. Naar de Azorische eilanden door-gestoomd, vond het daar de krijgsuitrusting die uit Engelandwas aangebracht , en werd welhaast de schrik der Amerikaanschekoopvaarders. Na onmetelijke schade aan den Amerikaanschen handelte hebben toegebracht, word het door een oorlogschip der Noordelijken,Kearsage, in het Kanaal in den grond geboord, Juli 1864. Het verzuimder Engelsche regeering kwam haar later duur te staan. Na afloop vanden oorlog word de schaderekening der Amerikanen, na lange onder-handelingen, aan de beoordeeling van een internationaal scheidsgerechtte Gkeve voorgelegd, dat een voor Engeland ongunstige uitspraak deed.

Page 269: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

259

Het gebeurde met de Alabama wekte in het Noorden groote verbitteringtegen Engeland, in het Zuiden daarentegen lokte het tot nieuwe wider-nemingen van denzelfdeu aard uit. Be stemming in Engeland onder dehoogere standen bleef beslist gunstig voor het Zuiden, wat eerlang bleek,toen een leening van 3 millioen pd. st . voor het Zuiden werd uitge-schreven, waarvoor het drievoud van het bed.rag word geteekend, niet-tegenstaande de onthouding van Rothschild. Twee groote gepantserderamschepen werden in 1863 te Liverpool op stapel gezet. In Engelandontstond eon levendige beweging, zoodra dit algemeen bekend werd. Erwerden vooral door de tegenstanders der slavernij betoogingen op touwgezet tegen het uitvaren dezer schepen. Toen in het Engelsche Parlementde zaak ter sprake werd gebracht, gaf Palmerston echter to kennen, datonder de bestaande wetgeving het aanhouden der schepen moeielijk was.Mason, de zaakgelastigde der Zuidelij ken, j uichte luide over doze verklaring,maar de Amerikaansche gezant to Londen, Adams, nam een zeer besliste,schoon kalme houding aan. Hij deed doorschemeren, dat eon oorloghet zeer waarschijnlijk gevolg zou zijn van den ouwil der Engelscheregeering om het vertrek der schepen te beletten . Lord Russell be-sloot toen in te grijpen en Palmerston durfde zich hier niet tegen teverzetten. Be schepen werden door Engelsche zeelieden bewaakt, enaan de scheepsbouwmeesters word uitdrukkelijk verboden om hen tolaten uitzeilen. Ten einde eon rechtsgeding to vermijden, kocht deEngelsche regeering ten slotte de schepen, tot groote voldoening vande Noordelijken. Hadden de Zuidelijken doze pantserschepen tot hunnebeschikking gehad, dan zoude wellicht de blokkade hunner havensverbroken zijn geworden en daardoor in hunnen toestand eon groote ver-andering zijn gebracht, ter wijl aan de andere zijde de oorlog tusschende Noordelijken en Engeland ongetwijfeld zoude zijn uitgebroken. Dekloeke daad van Russell, die dit alles verhinderde, word eon keerpuntin de verhouding tusschen Engeland on de strijdvoerende partijeu.Mason verklaarde dat zijue zending was geeindigd on verliet Engeland,terwijl de president der Zuidelijke Staten, Jefferson Davis, openlijk ineen brief aan het Congres to kenneli gaf, dat hij zeer ontevreden was overde handelwijze der Engelsche regeering. Er werden nog pogingen aan-gewend om schepen in Fraukrijk te laten bouwen, onder de oogluikendegoedkeuring van Napoleon III, die voor zijne Mexicaansche plannenop den steun van het Zuideu rekende. Be Fransche regeering zag zichechter genoodzaakt, nadat haar het onwederlegbaar bewijs was geleverd dat

Page 270: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

260

de schepen voor de Zuidelijken werden gebouwd, wat zij trouwens zeergoed wist, de reeds gegeven machtiging weder in te trekken. Ten slottekwam toch nog een dezer schepen in het bezit der Zuidelijken, dochop een oogenblik toen de burgeroorlog reeds zoo goed als geeindigd was.

Lincoln's her- De goede vooruitzichten, waarmede men zich bij den aanvang vankiezing. het jaar 1864 in het Noorden verblijdde, werden in den veldtocht van

het voorjaar niet verwezenlijkt. In Februari werd Grant, wiens grootekrijgskundige talenten thans algemeen erkend werden. tot luitenant-generaal benoemd en met het opperbevel bekleed. Hij droeg aan Shermande leiding der krijgsbedrijven in het Westen op en liet Meade aanhet hoofd van het leger van den Potomac. Sherman dreef de Zuide-lijken voortdurend terug, doch hij kon Atlanta, het doel van zijnonderneming, niet bemachtigen en verloor veel manschappen in eenvruchteloozen aanval op de Zuidelijken in het Kenesaw-gebergte. Nogongelukkiger was Grant, van wien men zich had voorgesteld dat hijden oorlog in een veldtocht zou beeindigen, maar die de hooggespannenverwachtingen geheel te leur stelde. Wel drong hij tot in het gezichtvan Richmond door, na twee ontmoetingen met Lee's troepen, die totgeen beslissenden uitslag leidden, doch de verovering der hoofdstad werdhem onmogelijk gemaakt doordien zijn tegenstander een versterktestelling innam in hare onmiddellijke nabijheid. Grant waagde het dezestelling aan te fasten, doch werd met ontzaggelijk groot verlies terug-gedreven. In dezen moorddadigen slag bij Cold Harbor. 3 Juni, ver-loor hij zijne beste officieren en manschappen. Het leger was geheelongeschikt tot voortzetting van den oorlog, vooral nadat het bij eenvruchteloozen aanval op Petersburg nogmaals deerlijk geteisterd was.

De Zuidelijken maakten van den ontredderden toestand van hetNoordelijke leger gebruik om andermaal een inval te doen in Mary-land, onder aanvoering van Early. Door een gelukkig gevecht te Mono-cacy baanden zij zich den weg naar Washington, dat nog nimmer inden ganschen oorlog zoo van nabij bedreigd was als bij deze gelegen-heid. In een gevecht, op 11 Juli, in de onmiddellijke nabijheid derhoofdstad, hoorde Lincoln, die getuige van den strijd wilde zijn, dekogels om zich heen fluiten ; de krachtige aandrang van den bevel-hebber was noodig om hem te bewegen de gevaarlijke plaats te ver-laten. Alles was in gereedheid om hem de gelegenheid te ver-schaffen in een schip te vluchten, indien de Zuidelijken Washington

Page 271: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

261

binnentrokken. Nooit was de inoedeloosheid in het Noorden zoo grootgeweest, het papieren geld daalde tot eon tot nog toe ongekend peil,40 cents per dollar.

Het was juist in dezen gedrukten tijd dat de kiesbeweging voor deverkiezing van den president, die in November moest plaats hebben,eon aanvang nam. Sedert het bestaan der republiek was het slechtseenmaal gebeurd dat een president, na afloop van bet tijdperk vanvier jaren waarvoor hij gekozen was, andermaal in zijne waardigheidwas gehandhaafd. Er was zeker alle reden om ditmaal Lincoln te her-kiezen, die in de buitengewone omstandigheden waarin het land ver-keerde, getoond had de man te zijn op wien men kon vertrouwen.Zijne kans om herkozen te worden, scheen echter gering. Van tweezijden word zijne herkiezing ernstig bet wist : door zijne tegenstanders,de democraten, en door de radicalen van zijn eigen partij. De democratenmaakten van den hachelijken toestand gebruik, oin weder op vredemet het Zuiden of op een langdurigen wapenstilstand aan to dringen.Het kwam ook inderdaad tot onderhandelingen met het Zuiden, dochLincoln stelde als uitdrukkelijke voorwaarden : behoud der Unie onafschaffing der slavernij. Later liet hij aan Davis weten, dat hij zelfsop den enkelen grondslag van eon hereeniging met de ZuidelijkeStaten wilde onderhandelen, maar de President van het Zuiden ver-klaarde van geen onderhandelingen to willen hooren, indien niet voorafde onafhankelijkheid der Zuidelijke Staten erkend word.

De democraten hidden hunne algemeene vergadering tot benoemingvan eon candidaat voor het presidentschap, in Augustus, to Chicago.Er word eerst eon programma vastgesteld, waarin, vooral op aandrangvan den uit zijne ballingschap eigenmachtig teruggekeerden Vallandigham,eon paragraaf word opgenomen, waarbij het dadelijk in bet work stellenvan pogingen om tot eon beeindiging der vijandelijkheden te geraken,verklaard word to zijn eon eisch van rechtvaardigheid, menschelijkheid,vrijheid on algemeene welvaart. Daarna word tot candidaat gesteldgeneraal Macclellan.

De tegenstand tegen Lincoln's herkiezing onder zijne eigen partijwas veel krachtiger dan aanvankelijk verwacht was. Aan het hoofd stondeude radicalen en de zeer warme tegenstanders der slavernij, die vanoordeel waren dat zijne houding niet flunk genoeg was geweest. Hunnekens viel, nadat verschillende candidaten waren besproken on gepolst,op generaal Fremont, die zich had doen kennel' als beslist tegenstander

Page 272: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

262

der slavernij. Het gros der republikeinen bleef echter aan Lincoln ge-trouw. Be groote vergadering dezer partij, voor de verkiezing van eenpresident, had reeds in Juni, te Baltimore, plaats gehad. In het aldaarvastgestelde programma was vooral merkwaardig de verklaring, dat eenverandering in de grondwet, strekkende om de slavernij voor altijd afte schaffen, wenschelijk was. Be verkiezing van Lincoln geschieddemet algemeene stemmen. Toen hem de uitslag der vergadering doorden voorzitter op plechtige wijze in het Witte Huis te Washingtonwerd medegedeeld, verklaarde hij in zijn antwoord de candidatuur tewillen aannemen en geneigd te zijn, tot eene wijziging van de grond-wet in den door de vergadering gewenschten zin mede te werken. Ge-durende den ganschen zomer overstemde de verkiezingsstrijd, met dedaaraan verbonden uitingen van A.merikaansche luidruchtigheid en ruw-heid, door zijn alles verdoovend rumoer bijna den binnenlandschen strijd.Aan beschuldigingen en verdachtmakingen van ergerlijken aard ontbrakhet wederzijds niet. In den aanvang hadden Lincoln's vrienden weinighoop, maar in het laatst van Augustus vielen er twee gebeurtenissenvoor, die de hoop deden herleven. Sherman veroverde het lang begeerdeAtlanta en Farragut versloeg in de Baai van Mobile de vloot derZuidelijken en veroverde de forten die deze baai beheerschten. De geest-drift die deze beide overwinningen opwekte, kwam den voorstanders vanLincoln zeer ten goede. Zij wercl nog levendiger, toen in Septemberen October bet leger der Zuidelijken, onder Early, door den Noorde-lijken generaal Sheridan tot. tweemaal toe, te Winchester en te Fisher'sHill werd verslagen. Door een, naar Amerikaansche begrippen van staat-kundige taktiek niet ongeoorloofden, handigen zet wist Lincoln tenslotte de candidatuur van Fremont van de baan te schuiven. Hij beloofdeaan de radicale republikeinen een zijner ministers, Blair, die hun zeeronwelgevallig was, te zullen ontslaan, indien zij Fremont wilden los-laten. Dit voorstel werd aangenomen en de Republikeinsche partijvereenigde zich als een man op Lincoln. Toen hierop, in October,Sheridan bij Cedar Kreek andermaal een overwinning behaalde, twijfeldebijna niemand meer aan de verkiezing van Lincoln, maar de uitslagovertrof nog de verwachtingen. Nog nimmer was in de VereenigdeStaten een president met zoo groote meerderheid gekozen dan Lincolnin November 1864. Hij verwierf meer dan vierhonderdduizend stemmen.Mamiellan had slechts de stemmen van drie state'', Nieuw-Jersey,Delaware en Kentucky, alle andere stemden voor Lincoln.

Page 273: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

263

Tegen den winter, in de laatste maanden van 1864, begon men inhet Zuiden het hopelooze van den toestand meer en meer in te zien.Het land was uitgeput ; om de groote verliezen aan soldaten te her-stellen kon men slechts beschikken — zooals een der Zuidelijke bevel-hebbers het uitdrukte — over wat aan de wieg en aan het graf konontrukt worden. Alle hulpmiddelen raakten uitgeput, het papierengeld verloor bij den dag zijne waarde, de eerste levensmiddelen werdenschaarsch, de landbouw leed onder gebrek aan werkkrachten, de nijver-heid was geheel tot stilstand gekomen. De gestoorde gemeenschap methet buitenland deed gebrek ontstaan aan allerlei levensbenoodigdheden.Meer en meer werd de overtuiging algemeen, dat het verkrijgen deronafhankelijkheid, zonder steun van buiten, onbereikbaar was en allehoop op hulp van Europeesche mogendhedeu was vervlogen. Het Kerst-feest, anders de vroolijkste tijd van het jaar, werd in 1864 te Rich-mond en door het geheele Zuiden bijna niet gevierd.

In deze benarde omstandigheden werden allerlei redmiddelen in over-weging genomen. Als laatste noodschot werd het voorstel gedaan om deslaven te wapenen en hun de vrijheid te beloven indien zij in het legerwilden dienen. Vooral van de zijde der krijgsbevelhebbers werd dit voor-stel sterk ondersteund. Zi konden tegeu de steeds aangroeiende krijgs-macht der Noordelijken geen nieuwe lichtingen meer oproepen en zagengeeu gevaar in het opnemen van slaven in het leger. Over het algemeenwas de slavenbevolking in de states waar zij talrijk was, aan hare meestersgetrouw gebleven. De ontwikkeling onder de zwarte bevolking stond opeen zeer laag peil en ha ar toestand was over het algemeen, van een louterstoffelijk standpunt bezien, niet beklagenswaard. De slaven werden ge-woonlijk goed gevoed en verzorgd en niet door overinatigen arbeid afge-beuld, want zij vertegenwoordigden een groote waarde, zij werden be-handeld met de zorg waarmede een verstandig landman kostbaar vee be-handelt. Er bestond dan ook, naar verondersteld werd, geen gevaar datzij tot hunne bevrijders zouden overloopen. Het voorstel werd aangenomen,maar in een gebrekkigen vorm ; de vrijverklaring werd zelfs niet eensopenlijk uitgesproken. Het leidde iutusschen tot niets, want het lot vanhet Zuiden werd nog sneller beslist dan men te Richmond gevreesd had.Grant had thans een goed uitgerust en welverzorgd leger van 200,000man in Virgini6. Lee kon hier tegenover nauwelijks 50,000 man stellen,alien uitgeput door vermoeienis en gebrek ; zijne ruiterij verliep met dendag, want de paarden bezweken van honger en bij de uitgemergelde

Einde vanden oorlog.

Page 274: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

264

landlieden waren geen paarden meer voorhanden; vandaar dat ook debespanning voor het geschut begot' te ontbreken. Richmond en Peters-burg waren niet meer te houden, zij werden verlaten in de eerstedagen van April. Lee trok met zijn leger in Zuidelijke richtingterug. Hij werd door Grant dadelijk achtervolgd, terwijl Sheridan hemvan de andere zijde bedreigde. Een deel zijner troepen onder Ewell,werd bij Sailor's Creek gevangen genomen. Hij zelf zag zijn legertot nog geen 8000 man versmelten. In dien deerniswaardigen toe-stand bleef hem niet anders over dan zich aan den vijand over te0-even. Op den 9" April trad hij met Grant in onderhaudeling enlegde de wapenen neder, nadat nog tot het laatste oogenblik doorzijne soldaten met den naoed der vertwijfeling was gestreden. De over-gave had plaats bij het gehucht Appomatox. Negen dagen later gafzich de generaal Johnston, in Noord-Carolina, die door de Noordelijkenonder Sherman was ingesloten, eveneens over. Het Zuiden had geengeregelde krijgsmacht meer over, alleen nog eenige guerillabenden.Zijn lot was beslist. De President Davis die, tegelijk met bet legervan Lee, nit Richmond was geweken, werd op zijne vlucht te Irwins-ville gevangen genomen en door de Noordelij ken in het fort Monroeopgesloten, waar hij twee jaren doorbracht. Hij werd toen outslagentegen een losgeld van 100,000 dollars ; het tegen hem begonnen rechts-geding bleef steken. Lincoln begaf zich dadelijk na de bezetting vanRichmond naar het leger en bracht een bezoek aan de veroverde hoofd-stad van het Zuiden. Wat het doel van zijn streven was geweest ge-durende de laatste vier jaren, het behoud der Unie van alle staten,was bereikt, maar niet dan na een vernieliug van menschenlevens envan stoffelijke goederen op zoo groote schaal als slechts zelden in degeschiedenis is voorgekomen.

Op 13 April werd van wege het Departement van Oorlog bekendgemaakt, dat elke vrijwillige en gedwongen dienstneming had opge-houdeu, dat de staf en het getal officieren werden teruggebracht tothet voor den gewonen dienst vereischte, en dat alle militaire beper-kingen van het verkeer waren opgeheven. De staat van oorlog was

geeindigd.

Lincoln's Den volgenden dag was Lincoln, na een ministerraad te hebben ge-dood. houden waarin Grant verslag had gedaan van zijne laatste krijgsver-

richtingen, 's avonds met zijne vrouw naar een der schouwburgen van

Page 275: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

265

Washington gereden. Midden in de voorstelling werden de toeschouwersplotseling opgeschrikt door den knal van een pistoolschot. Zij zagenden president onbewegelijk in zijn leuningstoel zitten met het hoofdop de borst nedergezonken en tegelijkertijd een man in de presidents-loge verschijnen, die, onder den uitroep: „Sicsemper tyrannis" (zoo mogehet altijd dwingelanden vergaan), er dadelijk weder uitsprong, ver-volgens met een dolk in de opgeheven hand, over het tooneel liep, denzich daar bevindenden tooneelspeler op zijde stiet en achter de schermenijlings verdween. Niemand kon zich op slag rekenschap geven vanhet gebeurde; eerst na eenige oogenblikken bemerkte men dat Lincolnbewusteloos was. De voorstelling werd geschorst, een paar geueesheerenspoedden zich naar de loge en lieten den President naar een huis inde onmiddellijke nabijheid van den schouwburg vervoeren. Het bleekhun, dat hij door een pistoolkogel in het hoofd was getroffen endat de hem toegebrachte wond doodelijk was. Den ganschen nachtbleef hij in bewusteloozen toestand en gaf 's morgens te zeven ure,schijnbaar zonder veel lijden, den laatsten snik. Het schot was gelostdoor een man, die het wachtkamertje achter de loge had weten binnente dringen en met een klein zakpistool den President zeer van nabijin het achterhoofd had geschoten, zoodat de kogel tot vlak bij hetrechteroog was doorgedrongen. De moordenaar, de zoon van een bekendtooneelspeler, Booth, was zelf ook aan het tooneel verbonden, hij waseen dweper voor de zaak van het Zuiden en van de slavernij, diehij, volgens een brief, eenige dagen voor den moord geschreven, eender grootste weldaden noemde die God aan een door Hem begunstigdenatie had geschonken.

Terwijl geheel Washington in de diepste ontroering was over degepleegde misdaad, werd het opgeschrikt door het bericht van eentweeden, even verfoeielijken aanslag bijna tegelijkertijd gepleegd. Deseeretaris van staat, Seward, had eenige dagen te voren een ongelukmet een rijtuig gehad en lag zwaar gewond te bed. Ongeveer op het-zelfde oogenblik waarop de moordaanslag in den schouwburg plaatshad, meldde zich aan zijn huis een oubekend persoon aan, die voorgafeen boodschap van den geneesheer te breugen. Bij de deur der slaap-kamer van den zieke gekomen, vond hij diens zoon, die hem den toe-gang weigerde, waarop hij hem een pistool voorhield, dat echter Dietafging. Hij sloeg hem daarop met de kolf van het pistool zoo krachtigop het hoofd dat zijn slachtoffer bewusteloos neerviel, drong vervolgens

Page 276: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

266

in de ziekenkamer door, bracht Seward, met een groot mes, eon aantalsteken toe, wondde daarna den ziekenoppasser en nog een anderenzoon van Seward, die op het gerucht kwam aansnellen, stak ten slottenog een der bewoners van het huis overhoop en vluchtte eindelijk opeen gezadeld paard, dat hij op straat voor het huis had laten staan.

Het was duidelijk dat er een samenzwering was gevormd om dehoofden der regeering van kant te maken. Een onmiddellijk ingesteldonderzoek bracht aau het licht, dat de samenzweerders ook den vice-president Johnson en generaal Grant van het leven hadden willenberooven, doch Merin verhinderd waren geworden. De moordenaarvan Lincoln was dadelijk na het plegen van zijn wandaad dooreen achterdeur van den schouwburg ontvlucht, had to paard Washingtonverlaten en was naar Maryland ontkomen. Men was hem spoedig ophet spoor en vond hem met een zijner handlangers verborgen in eenschuur; toen hij wilde ontvluchten word eon schot op hem gelost, dathem doodelijk trof. De andere saamgezworenen werden alien gevat enterechtgesteld voor een krijgsraad, die vier van hen ter dood veroor-decide, waaronder Payne, die den aanslag op Seward had gepleegd oneen vrouw, Mary Surratt, die to Washington hear huis ter beschikkingder samenzweerders had gesteld en voor hunne ontvluchting de noodigemaatregelen had genomen. Zij eindigden hun leven, in Juli, to Was-hington aan de galg. Drie anderen werden tot levenslangen, een totzesjarigen dwangarbeid veroordeeld. Van de vijf personen die in hethuis van Seward gewond werden, bezweek boven alle verwachting gooneukele. Seward zelf herstelde geheel, zoodat hij zijne ambtsbezighedenna een maand weder kon waarnemen.

Lincoln's dood werd in het Noorden als eon nationale ramp be-weend. Zijn stoffelijk overschot word, na op een praalbed to zijn ten-toongesteld, met groote plechtigheid to Washington near het stationgebracht, ten einde to Springfield in Illinois, wear hij lang gewoondhad, te worden begraven. Van alle zijden word het verlangen geuit,om aan de overblijfselen van den vermoorden president een laatstehulde to bewijzen. Het lijk werd derhalve in een opzettelijk daarvoorvervaardigden rouwwagen per spoor langs de grootste steden van hetNoorden vervoerd en dear overal tentoongesteld. Van Washingtonging de rouwtrein naar Baltimore, van daar near Harrisburg, vervolgensnear Philadelphia on New-York, en eindelijk over Chicago near Spring-field. Doze uitvaart langs een weg van moor dan duizend mijlen,

Page 277: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

267

duurde van 21 April tot 3 Mei. De deelneming en het rouwbetoonwaren algemeen ; op alle plaatsen waar de trein voorbij stoomde stondengroote scharen langs den weg ; in de steden was de toevloed van be-langstellenden ontzaggelijk groot, en op reusachtige schaal werden overalrouwversieringen aangebracht. Het geheele Noorden beweende den ver-eerden staatsman als een martelaar die voor de goede zaak was ge-vallen ; maar aan de algemeene droefheid paarde zich tevens ernstigebezorgdheid voor de toekomst, want de taak die aan Lincoln's handenwas ontvallen, moest thans worden toevertrouwd aan den door de wetaangewezen opvolger, den vice-president Johnson, in wiens staatkundigbeleid zij die hem kenden zeer weinig vertrouwen stelden.

Johnson was geboortig nit de Zuidelijke staten, een man van geringe af- Johnson's

komst en weinig beschaving, hij had in zijne jeugd een onderwijs genoten strz imgreetsh. et

en zich pas door eigen studie gevormd, nadat hij als kleermaker denkost had verdiend en door een goed huwelijk zich geheel onafhankelijkhad gemaakt. Hij behoorde aanvankelijk tot de democratische partij ;zijn verkiezing als vice-president door de republikeinen had hij danook voornamelijk to danken gehad aan zijn trouw aan de Unie, diegedurende den ganschen oorlog nimmer gewankeld had , in woordnoch in daad, hoewel hij burger was van een afvalligen staat,Tenessee. Hij stond thans voor het bij uitstek moeielijke vraagstukhoe er ten opzichte der afgevallen en door geweld van wapenen be-dwongen staten moest worden gehandeld. Daarbij deden zich allerleivragen voor van zeer neteligeu aard, onder welke de twee voornaamstewaren de behandeling van hen die den opstand hadden geleid en detoekomstige rechtstoestand der vrijgemaakte slavenbevolking.

Omtrent de hoofdzaak, de gedragslijn der Unie tegenover de afge-vallen staten, had Lincoln reeds door enkele handelingen zijne meeninguitdrukkelijk doen kennel', maar het was evenzeer door feiten gebleken,dat deze meening door de volksvertegenwoordiging niet werd gedeeld.Lincoln wilde aan de afgevallen staten hunne oude stelling in de Unievolledig teruggeven, zoodra in een staat onder de mannelijke bevolkinghet getal van hen die den eed van trouw aan de Unie en aan de be-staande wetteu wilden afleggen, minstens een tiende deel bedroeg vanhet aantal stemmen in dien zelfden staat uitgebracht, bij de keuzevan een president in 1860. Toen Louisiana gedurende den oorlogweder in de macht der Noordelijken was gekomen, werd dit stelsel er

II 18

Page 278: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

268

toegepast. Hetzelfde had later ten opzichte van Arkansas plaats ; maartoen de vertegenwoordigers van deze staten zich te Washington bijSenaat en Lagerhuis a.anmeldden, werd hun de toelating geweigerd. 11 etCongres maakte vervolgens een wet, waarbij regels werden gesteld voorde afgevallen staten, volgens welke zij in de Unie zouden kunnenterugkeeren na door den President, met voorafgaande toestemming vanhet Congres, te zijn toegelaten. Deze wet k wam in Juli 1864 totstand, maar Lincoln legde haar naast zich neder, zonder haar te wider-teekenen. Bij zijnen dood, toen het nemen eener beslissing noodzakelijkbegon te worden, stond zijn opvolger dus dadelijk voor de vraag ofhij al dan niet aan het Congres zoude toegeven. Johnson, die zich indeze zaak vooral door Seward liet leiden, kwam langzamerhand geheelin de voetstappen van Lincoln. Hij begon, Mei 1865, met het afkon-digen eener amuestie, waarin alien waren begrepen die den eed vantrouw aan alle wetten en aan de gedurende den oorlog uitgevaardigdebevelen aangaande de vrijmaking der slaven wilden afie,ggen. Op dezeualgemeenen regel werden ech ter talrijke uitzonderingen vastgesteldvoor verschillende klassen van personen ; zoo werden, onder. ineer, alienuitgesloten wier bezittingen op een bedrag van meer dan 20,000 dollarswerden geschat. A lle uitgeslotenen konden echter door den President, bijafzonderlijke beschikking op een tot hem gericht verzoekschrift, in deamnestie worden begrepen. Na de afkondiging dezer amnestie werden inde verschillende afgevallen staten gouverneurs benoemd, die de opdrachtkregen om vertegenwoordigende vergaderingen te doen kiezen door en nitpersonen die den eed, voor de amnestie gevorderd, hadden afgelegd. Deregeling van het kiesrecht werd aan de Staten overgelaten, zoodat dezezouden hebben te beslissen omtrent de staatsrechtelijke bevoegdhedender vrijgemaakte slaven.

Toen de zittingen van het Congres in December 1865 werden ge-opend, waren bijna alle afvallige staten met de voorloopige regelingvan hun bestuur gereed, en iedereen, niet het minst de President,wachtte nu in spanning af welke houding de Senaat en het Lagerh uistegenover de afvallige staten zouden aannemen. Het bleek spoedig dater in de volksvertegenwoordiging eon krachtige strooming was, die deafgevallen staten niet in de Unie wilden zien opgenonaen, voor dat ervoldoende waarborgen bestonden dat de vrijp,-emaakte slaven inderdaadals vrije burgers zouden warden behand.eld. Men vreesde dat de blankebevolking in de voormalige slavenstaten. zoo zij alleen het heft in

Page 279: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

269

handen had, de wettelijk afgeschafte slavernij feitelijk zoude haudhaven,en misschien zelfs toestanden in het leven zoude roepen, waarbij devrijgemaakte slaven nog meer afhankelijk werden van hunne vroegeremeesters dan voorheen. Inderdaad hadden reeds sommige Zuidelijkestaten zich gehaast om zeer strenge wetten en verordeningen tegenbedelaars en landloopers uittevaardigen, die alleen werden toegepast opde vrijgemaakte slaven. Deze toch, voorzooverre zij hunne meestersverlaten hadden, en dus niet langer door hen onderhouden werden,verkeerden in den waan, dat de vrijmaking hen ook van elke ver-plichting tot arbeid bevrijd had, en zwierven overal rond, levende vanwat men hun gaf of van wat zij konden machtig worden. In de statenwaar zulke toestanden bestonden, zouden uit den aard der zaak deregeeringen voortgaan met door wettelijke bedreigingen en straffen devrijgemaakte slaven geheel en al afhankelijk van de blanke bevolking towaken, wat hun gemakkelijk zoude vallen zoolang deze zelve van elkenstaatkundigen invloed verstoken waren. Er gingen dan ook stemmen opdie verlangden dat het kiesrecht zoude worden gegeven aan alle vrij-gemaakte slaven. Hiervoor deinsden echter vele bedachtzame staatsliedenterug, want in die staten waar zij talrijker waren dan de blanken,zouden zij de macht geheel in handen krijgen, terwijl het natuurlijkgevolg hiervan zoude zijn, dat zoodoende de volmaakt onontwikkeldeeu geheel onwetende vrijgemaakten eenvoudig als werktuigen zoudengebruikt worden door de eersten de besten die zich als hunne vriendenvoordeden, en die waarschijnlijk meer op eigen belang zouden aansturendan op een good en rechtvaardig bestuur. De meerderheid van het Congresbleek het echter hierover eens to zijii, dat vooralsnog, zoolang de rechts-toestand der zwarte bevolking niet op wettelijke grondslagen rustte, deZuidelijke staten niet in de Ernie moesten worden opgenomeu, en derepublikeinsche partij, die zoowel in den Senaat als in het Lagerhuiseen groote meerderheid bezat, was te minder geneigd tot doze opnemingmede te werken, omdat door de toelating in de vertegenwoordigingvan afgevaardigden der Zuidelijke staten, die bijna allen democratenwaren, hare meerderheid zeer aanzienlijk zoude worden verzwakt.

Johnson, die in zijne boodschap aan het Congres op de toelatinghad aangedrongen en de mooning had uitgesproken dat de regeliugvan het kiesrecht voor de vrijgemaakte slaven aan de staten konworden overgelaten, was over de houding der vertegenwoordigingzeer ontstemd. Persoonlijk voelde hij zich daarenboven gegriefd door

Page 280: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

270

de weigering om de afgevaardigden van zijnen eigen staat, Tenessee,toe te laten. Toen dan ook door het Congres een wet was aangenomen,waarbij zeer ingrijpende bepalingen werden vastgesteld in het belangvan de vrijgemaakte sloven, maakte hij van zijn grondwettelijk rechtvan veto gebruik door de wet niet te bekrachtigen. De Senaat en hetLagerhuis konden evenwel, volgens de bepalingen der grondwet, het vetokrachteloos maken door eon nieuwe stemming, indien daarbij in beidelichamen twee derden der leden zich voor de wet verklaarden. Wat hetLagerhuis betrof was hieraan geen twijfel, en daar de wet bij eerste stem-ming in den Seuaat met 37 tegen 10 stemmen was aangenmnen, vleidenhare voorstanders zich met het vooruitzicht, dat zij daar bij de tweedestemming eeu even groote meerderheid zoude verwerven. Het bleek echterbij doze tweede stemming dat smnmige senatoren van meening veranderdwaren, de meerderheid bleef beneden twee derden en de President be-hield de overhand. Van dit oogenblik aan begon de strijd tusschenden President en de vertegenwoordiging, die welhaast tot de heftigstetot nog toe in de geschiedenis der Vereenigde Staten voorgekomen botsingtusschen beide dreef. Johnson, eon man zonder beschaving, aan wien hetbesef van waardigheid vreemd was, liet zich, eenige dagen nadat detweede stemming had plaats gehad, op een zeer onbehoorlijke wijze uittegenover eon volksmenigte die eon betooging te zijner eere in Was-hington op touw had gezet. Van de stoop zijner wouing, bet Witteb.uis, hield hij eon redo tot het yolk, waarin hij onder anderen dehoofden van den tegenstand in het Congres, bij name, als verradersbrandrnerkte en zinspeelde op pogingen zijner tegenstanders om hemhet lot van Lincoln te doen deelen. De mogelijkheid van verzoening washierdoor voor goed afgesneden, wederzijds maakte men zich gereed vooreon strijd op leven of dood. Een tweede wet, waarbij aan de vrijge-maakte slaven het voile burgerrecht werd gegeven, met uitzonderingvan het kiesrecht, werd wederom door het veto van den Presidentkrachteloos gemaakt. Ditmaal gelukte het evenwel, door allerlei listigekunstgrepen, in den Senaat eon meerderheid van twee derden bijeen tekrijgen, en daar de meerderheid in het Lagerhuis moor dan voldoendewas, werd doze wet tegen den wil van den President bekrachtigd.Na lange beraadslagingen in Senaat en Lagerhuis word hierop eenvoorstel tot grondwetsherziening aangenomen, waarbij drie zeer ge-wichtige beginselen werden vastgesteld. Eerstens zoude, als grondslag voorde bepaling van het aantal afgevaardigden, waarop elke staat in de

Page 281: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

271

vertegenwoordiging recht had, worden aangenomen, het getal inwoners,na aftrek van alien aan wie door de regeering van hunnen staathet kiesrecht werd onthouden om andere redenen dan die van deel-neming aan den opstand. Ten tweede werd vastgesteld, dat niemandkon gekozen worden die aan den opstand had deelgenomen, ook al washij door een bijzondere beschikking van den President onder de ge-amnestieerden opgenomen. Eindelijk werden alle schulden, benevensde jaarwedden en pensioenen door de Noordelijke staten gedurendeden oorlog aangegaan of verleend, als geldig erkend, terwijl het aanelken staat verboden werd om eenige schuld te voldoen aangegaan tothet voeren of voortzetten van den oorlog door de Zuidelijke staten, ofom eenige schadeloosstelling uit te betalen voor het verlies door vrij-making van slaven geleden. Dit voorstel werd naar de verschillendestaten gezonden, die volgens de grondwet daarover te beslissen hadden.De N oordelijke staten waren bijna alien met dit voorstel opgenomen,maar de Zuidelijke verwierpen het onmiddellijk, alleen Tenessee namhet dadelijk aan en werd dan ook dientengevolge weder in de Unieopgenomen.

In November 1866 moesten de verkiezingen voor het Lagerhuisplaats hebben; zij wekten buitengewone belangstelling op, de grondwets-wijziging was het voorname punt waarover zij liepen. 1)e Presidentverloor intusschen veel aan hang ; de republikeinen beschouwden hemmeer en meer als den gevaarlijksten tegenstander ; dat hij van de ge-woonte afweek om alleen mannen van de partij die in de meerderheidwas tot staatsambten te benoemen, was vooral in hun oog een onverschoon-baar vergrijp. Ook gaven zij hem de schuld van een bloedbad onder denegers, in Juli te Nieuw-Orleans aangericht door de plaatselijke over-heid, naar aanleiding van een beweging om aan de vrijgemaakte slavenhet stemrecht te geven, waarbij, opzettelijk naar vermoed werd, doorde regeering niet spoedig genoeg was ingegrepen. Wat hem echter hetmeeste kwaad deed was een reis, die hij voor de verkiezingen door deNoordelijke staten ondernam. In de verschillende steden die hij bezocht,trad hij als spreker op en gaf er aan zijn gehoor de meest smakeloozeen onhebbelijke redevoeringen ten beste. De verontwaardiging over ditonbehoorlijk optreden van den hoogsten ambtenaar der republiek waszoo groot, dat op een der laatste plaatsen die hij bezocht, Indianopolis,de menigte door haar getier het hem onmogelijk maakte om het woordte voeren. Het was niet te verwonderen dat na al dit gebeurde de

Page 282: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

272

uitslag der verkiezingen voor den President niet gunstig was. Meerdan twee derden der gekozenen behoorden tot zijue tegenstanders.

Be vertegeuwoordiging ging voort met wetten aan te uemen en die,tegen het veto van den President in, goed te keuren ; de meerderheidvan twee derden was bijna voor elke niet bekrachtigde wet te vinden.Maar dit was voor de tegenstanders van Johnson niet genoeg, zijwilden den gehaten man zelven treffen, niet tevreden met zijne machtte hebben gekortwiekt, wilden zij hem die, zoo mogelijk, geheel ont-nemen. Be grondwet gaf een middel aan de hand om dit te deem Eenpresident kon, op aanklacht van het Lagerhuis, „ wegens verraad, om-kooperij en andere groote misdaden en overtredingen, waaronder aan-matiging van macht en herhaalde schending van de wet", voor denSenaat worden terechtgesteld en zoo hij met twee derden der stemmenveroordeeld werd, van zijn hooge betrekking worden ontzet. Dezegrondwettelijke bepaling werd thans voor het eerst sinds de vestigingvan de republiek der Vereenigde Staten in toepassing gebracht op denPresident Johnson. Nadat hare toepasselijkheid van verschillende zijdenin het Lagerhuis betoogd was werd dientengevolge een commissie be-noemd om onderzoek te doen naar de feiten die tot het in beschuldigingstellen van den President aanleiding konden geven. Deze eommissie brachtin het inmiddels door de verkiezingeu vernieuwde tagerhuis verslag uit,de meerderheid vond geen genoegzamen growl van schuld, de minderheidwel; bet huis verzocht toen de commissie om haar onderzoek voort te zettenen in December 1867 kon zij, doordien een harer leden van meeuing ver-anderde, aan het Lagerhuis het voorstel doen om den President in be-schuldiging te stellen. Be grond waarop de beschuldiging rustte wasvoornamelijk : aanmatiging van macht, die uit allerlei handelingen van denPresident werd afgeleid. Afgeseheiden van deze beschuldiging werden inhet verslag der Coinmissie verscheidene verdachtmakingen van zwaarwich-tigen aard geopperd, waaronder de ergerlijke, maar tevens bij uitstekdwaze, dat Johnson medeplichtig zou zijn geweest aan den moord vanLincoln. In de vergaderingeu van het Lagerhuis werden deze verdacht-makingen, met de grootste onbeschaamdheid, als onoinstootelijke waar-heden verkondigd, daarbuiten werden zij door de den President vijandigepers, in zoo mogelijk nog scheller kleuren , aan het publiek voor-gehouden. Er was evenwel in het Lagerhuis geen meerderheid te vindendie den President schuldig wilde verklaren. Met 57 tegen 108 stemmenword het voorstel der Commissie verworpen ; de tegenstemmers waren

Page 283: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

'273

evenwel niet alien overtuigd van de onschuld van den President ; demeeste stemden tegen, omdat zij begrepen dat de Senaat de schuldigver-klaring op de aangevoerde zwakke gronden toch niet zoude uitspreken.De onbestemde beschuldigingen, hoe groot in aantal toch, waren nietafdoende. Men had een bepaald feit noodig en dit bleek niet tevinden te zijn.

Plotseling evenwel deed het feit, waarnaar zoo ijverig gezocht werd,zich voor. Onder de vele wetten die, tegen het veto van den President,waren tot stand gekomen was er een, waarbij zijn recht om benoemingente doen was beperkt door de bepaling dat de goedkeuring van denSenaat daarvoor vereiseht werd, ter wijl sehorsing van ambtenaren opeen oogenblik dat de Senaat niet bijeen was, de latere bekrachtigingdoor dit lichaam behoefde. Nu had Johnson, in Augustus 1867, zijnenminister van oorlog, Stanton, die zijn vertrouwen verloren had, inzijne dienstbetrekking gesehorst en generaal Grant tijdelijk met dewaarneming daarvau belast. Na de bijeenkomst van den Senaat had hijeen boodschap gezonden aan dit lichaam, waarin hij mededeelde datgebrek aan onderling vertrouwen het hem onmogelijk had gemaakt zijnenminister van oorlog langer te behouden, en dat hij derhalve genoodzaaktwas geweest, dezen ambtenaar te sehorseu en Grant in zijne plaatsmet de waarneming tijdelijk te belasten. Den 13d-en Januari 1868 namde Senaat een besluit, waarbij hij zijne goedkeuring aan de schorsingonthield. Johnson vleide zich; dat Grant weigeren zoude om ingevolgedeze beslissing zijne betrekking neder te leggen en zich tot den rechterzoude wenden. Het opperste gerechtshof zoude dan, volgens de beginselenvan het staatsrecht der Yereenigde Staten, hebben moeten uitmaken ofde Senaat te recht zijne goedkeuring had geweigerd ; het was uit dewoorden en de geschiedenis der wet niet met juistheid of te leiden ofministers wel begrepen waren onder de ambtenaren welker benoeming degoedkeuring van den Senaat behoefde, zoodat er eenige kans bestond datde President in het gelijk werd gesteld. Grant, in het vooruitzicht dathij een ernstige candidaat bij de aanstaande presidentverkiezing zoude zijn,wensehte echter niet gemengd te worden in een staatkundig rechtsgeding ;zoodra de uitspraak van den Senaat hem bekend was geworden, ont-ruimde hij dan ook het departement van Oorlog, waar Stanton zichdadelijk weder nestelde. Johnson was echter ongezind om den doorhem weggezonden ambtenaar daar te dulden en benoemde ad interimgeneraal Thomas tot minister. Te vergeefs trachtte deze bezit to nemen

Page 284: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

van het Departement, Stanton wilde niet voor hem wijken en bleefzich als minister tegen elke poging tot verwijdering met hand en tandverzetten. In den ministerraad verscheen hij echter niet, daar namThomas zijne plaats in.

In het Congres ging een algetneen gejuich op, zoodra deze tooneelenzich hadden afgespeeld. Na meenden de tegenstanders van den Presidentzeker van hunne zaak te zijn. In het Lagerhuis werd de schuldvan den President thans met groote meerderheid aangenomen. Dehoofdbeschuldiging was dat de President de uitvoering van een wet —die betreffende de benoemingen — had belet door de benoemingvan een minister van oorlog zonder goedkeuring van den Senaat.Den Ven Maart 1868 begon de tereehtstelling voor den Senaat, den6den Mei viel de eindbeslissing, nadat alle voor het rechtsgeding

voorgeschreven vormen zorgvuldig in acht waren genomen en de ver-dedigers van den President ruimschoots in de gelegenheid waren gesteldzich van hunne taak volledig te kwijten. Tot op het laatste oogenblikheerschte er onzekerheid omtrent den uitslag, zoodat de gemoederen teWashington in groote spanning verkeerden. Bij de eerste stemmingover een der artikelen van de akte van beschuldiging, verklaarden vijfcii dertig senatoren den President schuldig, terwijl negentien hemonschuldig verklaarden. Daar aau de meerderheid van twee derden derstemmen er een stem ontbrak, was de President op dit punt vrijge-sproken. Eenige dagen later volgde de stemming over de audere arti-kelen, zij had denzelfden uitslag. Johnson bleef dus gehandhaafd inzijne hooge waardigheid. Stanton trok zich als minister van oorlogterug. Be republikeinsche partij moest nu wachten totdat de termijnwaarop de President moest aftreden was afgeloopen. In dien tusschen-tijd ging zij echter voort met hem in alles te dwarsboomen.

Binnenland-ache toestan-den.

In de Zuidelijke staten had men, gedurende den verwoeden strijd teWashington tusschen den President en het Congres, geleefd onder dendruk van het militair bewind, dat door de, tegen den zin van denPresident tot stand gekomen Reconstruction-act aldaar was ingesteld. Detoestand in deze staten was bedroevend. Overal waar het leger derUnie was geweest, had het met ruwe hand huisgehouden, woningenwaren verbrand, plantages verwoest, spoor weglijnen opgebroken, hetspoorwegmaterieel was weggevoerd of onbruikbaar getnaakt. De rijkeeigenaars der groote grondbezittingen waren geheel verarmd, door het

Page 285: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,75

verlies van hunne slaven konden zij hunne uitgestrekte landerijen nietof slechts zeer onvolledig bebouwen. De bevrijde slaven waren als vrij-willige arbeiders slecht te gebruiken en andere werkkrachten warener niet te vinden ; daarbij was het papieren geld, dat in de laatste jarende metalen specie had vervangen, nu bijna geheel waardeloos geworden.Het plaatselijk bestuur werd in de thaws onderworpen staten door dedaar bestaande overheid uitgeoefend, doch boven deze overheid stolidhet militair bewind, dat, volgens de Reconstruction act, de ordemoest handhaven en bevoegd was alle overtreders daarvan voor krijgs-raden te doen terechtstellen. Het had voorts tot opdracht om in elkenstaat te bevorderen het tot stand komen van staatsregelingen, dieniet in strijd mochten zijn met de grondwet der Vereenigde Staten.Waren deze staatsregelingeu vastgesteld en hadden zij de goedkeuringvan het Congres erlangd, dan moesten de krachtens deze staatsregelingengekozen wetgevende vergaderingen de wijziging in de grondwet, be-trekking hebbende op den rechtstoestand der vrijgemaakte slaven, goed-keuren alvorens hunne vertegenwoordigers de bevoegdheid hadden omin Senaat en Lagerhuis te worden toegelaten. Deze voorstellen totgrondwetwijziging waren, zooals men zich zal herinneren, aanvankelijkin alle Zuidelijke staten verworpen, thans werden zij aangenomen. Deuitbreiding van het stemrecht, door het militair bewind ook aan be-vrijde slaven verleend, was oorzaak van doze veranderde stemming ;Arkansas, Noord- en Zuid-Carolina, Louisiana, Georgia, Alabama enFlorida werden in den zomer van 1868 weder in de Unie opgenomen,dock niet dan nadat de daartoe strekkende wetsontwerpen eerst doorden President waren afgekeurd. De drie overige staten, Virginie,Texas en Mississippi bleven nog uitgesloten tot 1870.

Had niet de botsing tusschen den President en het Congres en dewederopneming der afgevallen staten in de eerste jaren na den oorlogaller aandacht tot zich getrokken, dan zoude voorzeker de financieeletoestand waarin zich de Vereenigde Staten na den oorlog bevonden,veel meer de algemeene belangstelling hebben gewekt en zijnen invloedop de staatkundige partijverhoudingen hebben doen gevoelen. Ingrijpendemaatregelen op financieel gebied waren dringend noodig geworden. Erwas gedurende den oorlog voor een zeer aanzienlijk bedrag aan vaste enaan vlottende schuld uitgegeven en een overvloed van oninwisselbaarpapier had het geld nit den omloop verdrongen; daarentegen warenaan de andere zijde tal van zeer drukkende belastingen tijdelijk inge-

Page 286: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

276

Grant's ver-kiezing alsPresident.

voerd die, nadat de reden tot heffing daarvan was vervallen, onmogelijkkonden bestendigd blijven. De groote uitgestrektheid van het land, devruchtbaarheid van den bodem, de bloei van handel en nijverheid, deondernemingsgeest der bevolking, alien te zamen werkende, warenoorzaak dat de geldelijke moeielijkheden van den staat zonder buiten-gewone rampen te boven waren gekomen. De meerderheid der Ameri-kaansche staatslieden wenschte het krediet van den staat op vaste grond-slagen te vestigen, wat ook gelukte door den krachtigen steun derrepublikeinsche partij die vooreerst de overhand behield. Hoe veel ver-trouwen de Amerikanen op de toekomst hadden toonden zij door in1867, toen de schatkist nog in zeer benarde omstandigheden verkeerde,een tractaat te sluiten dat, zonder dadelijk geldelijk voordeel aan tebrengen, een onmiddellijk offer vroeg van 7,200,000 dollars. Het waseen overeenkomst met Rusland, waarbij het zoogenaamd RussischAmerika, het noordwestelijk uiteinde van het Amerikaansche vasteland,sedert Alaska genoemd, dat sinds een eeuw door Busland was in bezitgehouden, maar voor dit land een lastpost was geworden, aan de Ver-eenigde Staten werd afgestaan tegen betaling van de hierboven ge-melde som.

Johnson's presidentschap eindigde in 1869; derhalve moesten in1868 de verkiezingen voor den uieuwen President plaats hebben. Onderde republikeinen heerschte omtrent den te, stellen candidaat weinigverdeeldheid. Bijna eenstemmig wenschte men Grant tot de hoogstewaardigheid te verheffen ; zijn naam was geeerd en geacht door hetgeheele land, hij was de man geweest die den oorlog had beeindigd ,en die daarna gedurende den strijd tusschen den President en hetCongres steeds een onzijdige en waardige houding had aangenomen.Ook achtte men het in de gegeven omstandigheden een voordeel,dat hij geen staatkundig verleden had. Zonder tegenstand wend hijop de voorloopige bijeenkomst der republikeinsche partij te Chicagotot candidaat gekozen. Het staatkundig programma, dat door de partijbij gelegenheid dezer vergadering , zooals dit gewoonte was, als lensvoor de presidentsverkiezing werd uitgevaardigd, behelsde twee puntenstemrecht voor de zwarte bevolking in de Zuidelijke staten en be-taling van alle schulden van den staat in specie. Pit laatste wasvoornamelijk gericht tegen het door de democraten geopperd denkbeeldom met papier te betalen , wat bij de wisselende waarde daarvan gelijk-

Page 287: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

277

stond met een gedeeltelijk staatsbankroet. De democraten konden metzoo gemakkelijk tot een besluit komen , wien zij tegenover een zoogeducht candidaat als Grant dreigde te worden, in het veld zoudenbrengen. Er was geen aangewezen man. Wel trachtte Johnson zichals candidaat der democraten op te werpen , mar al had deze partijhem gesteund in zijnen strijd tegen de republikeinen , zij voelde nietden minsten lust om hem nu als haren hoofdman op den voorgrondte plaatsen. Na lange besprekingen en veel twisten vereenigde menzich eindelijk op Seymour, den gouverneur van New-York. Hetstaatkundig programma der democraten behelsde voornatnelijk: betalingin papier en het recht van elken staat afzonderlijk om het kiesrechtte regelen naar eigen wil. Zooals reeds van den aanvang was te voor-zien geweest, behaalden de republikeinen in dezen strijd een glansrijkeoverwinning. Grant werd gekozen met de stemmen van zes en twintigder vier en dertig staten die can de stemming deel namen.

Nog voor dat Grant zijne hooge betrekking aanvaardde, had hetCongres twee beslissingen genomen die hun gewicht ontleenden en canhunnen inhoud en aan de omstandigheid dat zij verband hielden metwet bij den verkiezingsstrijd was vooropgezet.

De eerste betrof het crediet van den staat. Johnson deed inDecember 1868 een voorstel, om de rente van de staatsschuld niet uitte betalen, mar te doen strekken tot aflossing der schuld. Zoowel inden Senaat als in het Lagerhuis werd dit voorstel met verontwaardigingafgewezen. Men zag er niets anders in dan een verbloemd staatsbankroet.De tweede beslissing gold een voorstel van geheel anderen aard nit denboezem van het Congres opgerezen en met groote meerderheid awn-

Het was een nieuwe grondwetswijziging, verband houdende met detwee vorige; tweemalen was thans de grondwet reeds gewijzigd nearaanleiding van de bevrijding der slaven de eerste meal door het zoo-genaamde dertiende amendement, onder Lincoln aangenomen , waarbijwas bepaald dat alle slavernij in de Vereenigde Staten was afge-schaft, de tweede maal door het hierboven vermelde voorstel, onderJohnson, het veertiende amendment, waarbij aan de negers het burger-recht was gegeven en tevens bepaald was, dat , zoo zij het kiesrechtniet hadden , zij niet mochten medetellen voor het bevolkingscijfer, ,dat tot grondslag strekte voor het aantal vertegenwoordigers doorden staat te zenden. Hierdoor werd middellijk het geven van kiesreeht

Page 288: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

278

in de hand gewerkt. De republikeinsche partij begreep echter dat zijhierbij niet mocht blijven staan ; evenmin ken zij voortdu rend standhouden op het standpunt , onlangs aangenomen bij gelegenheid vande candidaatstelling van Grant, toen zij alleen voor de Zuidelijkestaten stemrecht voor de vrijgemaakte slaven had geeischt. Zij deedthans het voorstel, om in de Grond wet een bepaling op te nemen,waarbij geen staat het stemrecht aan iemand mocht onthouden opgrond van ras of kleur of vroegere slavernij. Elke staat bleef inzekeren sin bevoegd het kiesrecht te regelen zooals hij het verkoos ,maar indien het beperkingen invoerde , dan moesten deze worden toe-gepast op alle burgers, blanken en zwarten. Zes dagen voor datGrant als President optrad, werd dit grondwetsartik el aangenomen.Een der eerste verklaringen van den nieuwen President was die vanzijne volkomen instemming met dit voorstel.

Een jaar na Grant's optreden werden de drie laatsten der afgevallenstaten, Texas, Virginie en Mississippi, in de Unie opgenomen. Menbeschouwde teen alles als tot het oude teruggekeerd te zijn ; delaatste maatregelen die als gevolgen van den oorlogstoestand te be-schouwen waren , werden ingetrokken. H et militair gezag werd op-geheven. Toch bleek het nog noodig troepen in de Zuidelijke statenin bezetting te houden. De toestanden waren aldaar nog verre vanbevredigend. Het was toch gebleken dat in den staat Louisiana,waar Seymour als candidaat voor het presidentschap de meerderheidhad gekregen, voor het verkrijgen van dezen uitslag het incest schaamte-looze geweld was gebruikt, waarbij moord en doodslag niet uitgeslotenwaren, voornamelijk om de zwarte kiezers te dwingen voor den democra-tischen candidaat te stemmen. Te verwonderen was het trouwens niet, datin de Zuidelijke staten orde en rust niet zoo spoedig terugkeerden. Demaatschappelijke toestanden waren daar door den oorlog geheel en alten onderste boven gekeerd. Vroeger heerschten daar de vermogendeeigenaars der uitgebreide plantages, waar de slaven als lagere wezensbeschouwd en ternauwernood als natuurgenooten erkend, zich metden arbeid bezig hidden , zonder in eenige aanraking te komenmet de overheid , niet eens met den rechter, , want de meesters derslaven oefenden volledige rechtsmacht over hen uit. Thans ver-keerden deze landheeren bijna alien in zeer bekrompen omstandigheden,hunne bezittingen waren door het ontbreken van arbeidskrachtenwaardeloos geworden , daarbij moesten zij het aanzien dat hunne voor-

Page 289: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

279

malige slaven, als vrije burgers en als kiezers, meer macht en in-vloed hadden dan zij zelven, die voor een groot deel wegens hunnedeelneming aan den oorlog hun kiesrecht hadden verbeurd en ookniet meer verkiesbaar waren voor eenige staatsbetrekking. Een aantalmannen uit de Noordelijke staten, voor een niet goring deel handigegelukzoekers, k wamen zich in de Zuidelijke staten vestigen, omzich daar rijkdom en gezag te verwerven. Zij kochten de plan-tages tegen spotprijzeu van de verarmde eigenaars en wisten ver-volgens , door middel van het stembillet van de zwarte bevolking,die door haar volkomen gebrek aan ontwikkeling en volslagen on-wetendheid gemakkelijk de speelbal werd van ieder die haar vleideen zich van haar wilde bedienen, tot de hoogste betrekkingen te ge-raken. Men noemde deze personen de „carpetbag men", de mannenmet den reiszak, die met niets dan hun reiszak in het land warengekomen. Zij werden in de verschillende staten natuurlijk het mik-punt van den haat der oorspronkelijke blanke ingezetenen, wier vroe-gere stelling in de maatschappij en in den staat zij trachtten in tenemen. Deze laatsten poogden nu, waar de wettelijke overheid hentegenwerkte , door geweld zich recht te verschaffen. Zij vormden ver-eenigingen, onder den naam van Ku Kluxvereenigingen bekend, diede zwarte bevolking door geweld of bedreiging trachtten te over-heerschen, haar de uitoefening van het stemrecht onmogelijk maaktenof wel haar dwongen te stemmen zooals zij verlangden. In vele Zuide-lijke staten riepen deze verhoudingen een ergerlijken toestand vanordeloosheid en verwarring in het level', die nog lang aanhield.

Ook nadat van lieverleden een meer geregelde orde van zaken zichgevestigd had, bleef in de voormalige slavenstaten de kloof tus-schen de blanke en de zwarte bevolking bestaau. De ernstige en wel-meenende voorstanders van de afschaffing der slavernij gevoelden datzij, door vrijheid , burgerrecht en stembrief aan de slaven te schenken,zich slechts van een klein deel hunner verplichtingen tegenover denegers hadden gekweten. Het was een gemakkelijk werk geweest omhun door wettelijke bepalingen deze weldaden te verzekeren ; oneindigmoeielijker was het om hen geschikt te maken om van deze weldadente kunnen genieten. Voor de verstandelijke , zedelijke en godsdien-stige opvoeding der zwarten was Dimmer veel gedaan. Zij stonden opden laagsten trap van ontwikkeling. Door onderwijs moest getrachtworden, althans het opgroeiend geslacht to vormen tot bruikbare menschen.

Page 290: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

280

Het bleek, dat de zwarte bevolking, hoezeer in het algemeen voor hoo-gore ontwikkeling weinig vatbaar, toch zeer goede bestanddeelen had.Toen — tot groote ergernis van velen — voor de eerste maal zwartevolksvertegenwoordigers zitting mitten in de wetgevende vergaderingente Washington, maak ten zij door hun kalm en waardig optreden eenverrassend gunstigen indruk. De maatschappelij ke gelij kstelling t us-schen blanken en zwarten is echter op de wettelijke niet gevolgd. Debeide rassen leven geheel en al afgescheiden van elkauder, en er isweinig vooruitzicht dat in dat opzicht eenige verandering zal ontstaan.In staatkundig opzicht is de vrijmaking der slaven voor de republi-keinsche partij een teleurstelling geweest. Zij had gehoopt door destemmen der vrijgemaakteu in vele Zuidelij ke Staten de meerderheidte verkrijgen. In den aanvang scheen deze verwachting te wordenvervuld. Langzamerhand echter, nadat de oorspronkelijke blanke be-volking meer en meer uit hare vernedering was opgerezen en de voor-malige slaven het besef hadden gekregen dat voor een herstel derslavernij geen vrees behoefde te bestaan , begonneu de negers voorde democraten te stemmen. De democratische blanke bevolking be-hoefde geen d wang meet aan to wenden om dit to verkrijgen, zijhadden een eenvoudiger middel , den dollar. De negerstetn men werdengrifweg gekocht , en daar in de Zuidelij ke Staten de democratenverreweg de overhand hadden, bleef hun in dezen stemmenhandel hetmonopolie verzekerd.

Page 291: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

VIERDE HOOFDSTU K.

HET MEXICAANSCHE AVONTUUR.

Uit het te voren verhaalde 1 heeft men kunnen zien dat de toe- InterventievapnrEangerltaindstandeu in Mexico door de zegepraal van Juarez en dede liberalen

volstrekt niet verbeterd waren. In het land hield de guerillaoorlog en Spanje.

van rooverbenden voortdurend aan en de regeering moest zich steedsdoor gewelddadige middelen geld verschaffen, de verhouding met hetbuitenland bleef gespannen door de voortdurende tekortkomingentegenover vreemde regeeringen. Mexicaansche uitgewekenen in Europaen de Vereenigde Staten zochten daar steun tegen hunne staatkundigetegenstanders en beraamden er plannen om het bestuur van Suarezomver te werpen. Vreemde inrnenging werd meer en meer onvermij-delijk door de handelingen der Mexicaansche regeering, die zich tegen-over het buitenland even eigenmachtig gedroeg als tegen hare eigenonderdanen.

Toen Juarez zijnen inededinger Miramon in den slag bij Calpulalpamhad overwonnen en door geheel Mexico als president was erkend, waseen zijner eerste daden geweest, de verwijdering van den Pauselijkenuuntius en van den Spaanschen gezant, aan welke hij hunne pas-poorten toezoud omdat zij Miramon als president hadden erkend. DeSpaansche regeering vroeg dadelijk voldoening voor deze beleediging eneischte tevens uitbetaling door de Mexicaansche regeering van ver-schillende bedragen die zij aan de Spaansche regeering en aan Spaanscheonderdanen schuldig was.

Mexico had zijne geldelijke zaken altijd zeer lichtvaardig behandeld,

itladzijde 799 en volgende, Derde stuk.

Page 292: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,82

het had leeningen gesloten te Londen en te Parijs, waarop het door-gaans noch hoofdsom noch rente afbetaalde. In de laatste stad hadMiramon, toen hij gedurende zijn presidentschap in zeer slechte gelde-lijke omstandigheden verkeerde, op allernadeeligste voorwaarden eenleening gesloten met den Zwitserschen bankier Jecker, die gezorgd hadzeer invloedrijke personen uit de omgeving van Napoleon III bij dezeleening te betrekken en, door deze gesteund , de Fransche regeeringdringend om bijstand vroeg, teneinde zijne schuldvordering betaald tekrijgen. Daarenboven had Miramon zich in 1860 met geweld de kasvan het Engelsche consulaat in de hoofdstad toegeeigend. Ook waren erin de laatste jaren in Mexico, waar, door de staatkundige verwarringdie er steeds geheerscht had, de rooverbenden vrije hand hadden gehad,tallooze aanslagen gepleegd op het lever en de eigendommen vanvreemdelingeu die in het land gevestigd waren. De Mexicaanscheregeering had reeds vroeger, om zich van alle eischen tot schadevergoedingaf te mak en, beloofd dat de inkomende rechten voor een deel zoudenworden gebruikt om de buitenlandsche vorderingen af te betalen, dochde vervulling dezer belofte bleef uit. Toen Juarez zich als presidentdoor het geheele land had doen erkennen en er dus eenigermate vaneen gevestigde regeering sprake kon zijn, drongen de Engelsche ende Fransche gezant, welke laatste na het vertrek van den Spaanschengezant ook de belangen van dit land waarnam, met nadruk aan opeen regeling der geldelijke verplichtingen.

Er werd lang onderhandeld, man het bleek welhaast dat de Mexi-caansche regeering niet bij machte en ook niet van ziu was om aande eischen der drie mogendheden te voldoen; althans in Juli 1861nam het Congres der vertegenwoordigers een besluit, waarbij elke be-taling aan buitenlandsche schuldeischers gedurende twee jaren werdopgeschort. Toen Juarez dit besluit had bekrachtigd braken de diplo-matieke vertegenwoordigers van Engeland en Frankrijk alle betrek-kingen met de Mexicaansche regeering af, terwijl Spanje verklaardedat het zich met de wapenen voldoening wilde verschaffen. Eengemeenschappelijk optreden der drie mogendheden lag thans in dennatuurlijken loop der gebeurtenissen, een overeenkomst daartoe strek-kende werd 31 October 1861 te Londen gesloten, de drie regeeringenverbonden zich , om te trachten zich gewapenderhand in het bezit testellen van de versterkte kustplaatsen in Mexico, teneinde zoodoendede Mexicaansche regeering te dwingen om hare verplichtingen na te

Page 293: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,83

komen en een meer deugdelijke bescherming te verleenen aan vreemdeonderdanen, binnen hare grenzen gevestigd. 17oorts verklaarden deverbonden regeeringen dat zij geen uitbreiding van grondgebied ofbijzondere voordeelen verlangden en allerminst er naar streefden omeenigen invloed uit te oefenen op de binuenlandsche toestanden vanMexico, of orn aan de vrijheid der Mexicaansche natie ten opzichteharer keuze van een regeeringsvorm eenigerinate te kort te doeu. —Deze laatste bepaling drukte geheel en al den wensch nit van deEngelsche regeering, eenigermate ook dien van Spanje, maar geenszinsdien van Napoleon III. De Fransche keizer, wiens brein altijd vervuldwas met plannen van groote wijzigingen in het statenstelsel, door zijnetusschenkomst te bewerkstelligen, had zich door de zeer onvertrouw-bare Mexicaausche sthatkundige uitgewekenen, die vaak in Parijs ver-toefden, in het our laten blazen dat een machtige partij in Mexico devestiging der monarchie begeerde. Deze uitgewekenen hadden reedseen candidaat voor den troon op het oog, den broeder van den keizervan Oostenrijk, aartshertog Ferdinand Maximiliaau, die ook van verredoor hen was aangezocht, doch tot nog toe alle onderhandelingen hadafgeslagen. Voor Napoleon III was het avontuurlijke plan oni in Mexicoeene monarchie te vestigen een aantrekkelijk denkbeeld, voor zijnegemalin Eugenie, die er voornamelijk de zegepraal der clericale partijin zag, evenzeer. Fen Oostenrijksche prins was daarbij op dit oogen-blik in de Tuilerieen een welgevallig candidaat ; de Keizer wenschtede betrekkingen met Oostenrijk, die door den Italiaanschen oorlogzeer geleden hadden, zooveel mogelijk weder op goeden voet te her-stellen en zijne ijdelheid werd gestreeld door het vooruitzicht om eenvorst nit het huis van Habsburg, als zijn beschermeling, door middelvan de Fransche wapenen op eel) vreemden troon te plaatsen. Ook zaghij in zijn plan een schoone gelegenheid om aan den Pans, die hemhet verlies van eeu groot deel zijner staten weet, weder eens een dienstte bewijzen.

Het invoeren van den monarchalen regeeringsvorm in Mexico enhet uitreiken van de kroon aau een Oosteurijkschen prins, was watNapoleon lIT eigenlijk als einddoel beoogde van zijn optreden tegenoverMexico. Spanje was het hiermede volstrekt niet eens, het wilde lievereen republikeinsch Mexico, dan een Mexico onder den schepter van eenvorst niet tot zijn stamhuis behoorend ; in het geheim koesterde het nogwel den wensch de verloren heerschappij over Mexico onder een of

IT 19

Page 294: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

284

anderen vorm terug te verkrijgen, maar het begreep dat de eenigemogelijkheid daartoe zoude zijn de verheffing van een Spaanschen prinstot den troon. Vestigde zich een nieuwe dynastic in Mexico, dan wasalle kans op een terugkeer onder Spanje vervlogen. Spanje wilde der-halve wel medewerken tot het veranderen van den republikeinschenregeeringsvorm in Mexico, maar alleen dan, wanneer het de zekerheidhad dat een prins nit het huis van Bourbon den troon besteeg.Maar hiervan wilde Napoleon III niets weten, niet een onder Spaan-schen maar een onder Franschen invloed staande monarchie wilde hijin het leven roepen.

Spanje trachtte zich dadelijk vooraan te plaatsen bij het gemeen-schappelijk optreden der drie mogendheden. Het was het eerst metzijne schepen en soldaten voor Vera Cruz, de voornaamste haven aande Mexicaansche kust , en bezette deze stad nadat de Mexicanen haarhadden verlaten. De Engelsche en Fransche strijdkrachten , die lateraankwamen , waren veel zwakker in getalsterkte dan de Spaansche;Napoleon III haastte zich om nieuwe versterkingen nit te zenden ,want hij begon te vreezen , dat Spanje van zijne overmacht zou ge-bruik maken om in Mexico de eerste rol te spelen. Deze vrees bleekechter ongegrond , de verbonden mogendheden konden in Mexico nietsvan belang uitrichten. Hunne troepen waren niet voldoende uitgerustvoor een veldtocht in het binnenland, daarenboven had de Mexicaanschebevelhebber Uraga, na Vera Cruz te hebben verlaten, alle voorhandenlevensmiddeleu uit den omtrek der stad doen verwijderen, het aan-wezige vee laten wegdrijven en den te veld staanden oogst laten ver-nielen. De soldaten zaten dus te Vera Cruz opgesloten, zonder eenigeandere proviaudeering dan die hun uit Cuba werd toegezonden. Wel-haast begonnen zij onder den invloed van het klimaat te lijden , enwerden hunne geledereu gedund door de gele koorts , die de Mexi-caansche kuststreken in het warme jaargetijde bijna voortdurend teistert.Onder deze omstandigheden scheen het raadzaam weder onderhandelingenmet de Mexicaansche regeering aan te knoopen ; de gevolmachtigdender strijdvoerende mogendheden die zich te Vera Cruz bevonden, waren :voor Spanje generaal Prim, voor Frankrijk graaf Saligny en voor Enge-land sir Charles Wyke. Tussehen deze drie staatslieden, die alleen door ge-zamenlijk handelen kracht konden uitoefeneu , ontstond spoedig ernstigverschil van gevoelen , wat des te meer nadeel deed aan de belangendie zij moesten behartigen , omdat de telegrafische gemeenschap tus-

Page 295: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

285

schen Amerika en Europa destijds nog niet bestond en de regeeringen,die zij vertegenwoordigden , niet bij machte waren hun tijdig de noodigeinstructies te doen toekomen. Tusschen den Spaanschen en den Engel-schen vertegenwoordiger was de verhouding redelijk goed , maar devertegenwoordiger van Frankrijk bleef een zeer zelfstandige houdingaannemen ; de beide eersten trachtten met Juarez tot overeenkomst tegeraken , doch de laatste hield steeds vol dat men eerst met vruchtkon onderhandelen , wanneer een andere regeering in Mexico zoudezijn opgetreden. Be spanning werd nog grooter, then Mexicaanscheuitgewekenen uit Europa te Vera Cruz aankwamen Urn van dearuit naar zij hoopten , onder bescherming der vreemde troepen , eenrevolutionaire beweging tegen Juarez in het leven te roepen. Bevoornaamste van dezen was Almonte , die eerlang een manifest uit-vaardigde , waarbij hij Juarez van zijne macht vervallen verklaarde enzich zelf tot hoofd der republiek opwierp. Begrijpelijkerwijze ver-bitterde dit optreden Juarez in hooge mate, te meer daar hij metgeneraal Prim, in Februari 1862,, te Soledad een wapenstilstand hadgesloten, gedurende welken onderhandelingen zouden worden gevoerd,terwijl de troepen der verbonden mogendheden mar de in het gebergtegelegen steden zouden kunnen worden verplaatst, wear zij minder gevaarliepen van door ziekten te worden aangetast. Tech nam de Franschevice-admiraal Jurien de la Graviere, gesteund door Saligny, de Mexi-caansche uitgewekenen onder zijne bijzondere bescherming, niettegen-staande de ernstige vertoogen van de Engelsche en Spaansche vertegen-woordigers. In April was de verhou ding zoo gespannen geworden ,dat de vertegenwoordigers der drie mogendheden te Orizaba bijeenkwamen, om te overwegen in hoeverre gemeenschappelijk handelen nogmogelijk was. Het kwam daar tot een open breuk tusschen den Frauschenvertegenwoordiger en de beide andere. Zij besloten hiervan aan deMexicaansche regeering kennis te geven , waarbij can deze tevens werdmedegedeeld , dat alleen de Fransche troepen in Mexico zouden blijvenen dat de Spanjaarden zouden vertrekken ; de kleine Engelschetroepenafdeeling had Vera Cruz reeds vroeger verlaten. Be Londen-sche overeenkomst van October 1861 was buiten medewerking, zelfsbuiten weten der regeeringen, die haar gesloten hadden, verbroken.in London en in Madrid veroorzaakte de tijding van deze ver-breking van het gesloten verbond nog al verbazing ; de Engelscheen Spaansche regeeringen keurden echter het gedrag banner ver-

Page 296: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

286

tegenwoordigers goed , zonder daarom de Fransche regeering eenigverwijt te doen.

Frankrijkblijft alien

over.

Napoleon III had thans eigenlijk verkregen wat hij wilde. Hij konnu, alleen en onaf hankelijk van andere mogendheden, tegen Mexico op-treden om de uitvoering van zijn lang gekoesterd plan, de verheffingvan den Oostenrijkschen aartshertog tot keizer van Mexico te bewerk-stelligen. Van de medcwerking van Spanje wilde hij nu niet meer weten ;aan de Spaansche regeering, die een vernieuwing van de Londenscheovereenkomst in overweging gaf, , verklaarde de Fransche Minister vanBuitenlandsche Zaken, Drouin de L'huys, dat eerst wanneer de Franschetroepen in Mexico hun doel hadden bereikt, het oogenblik zoude zijnaangebroken om met andere mogendheden in onderhandelingen over ge-meenschappelijke regeling der Mexicaansche aangelegenheden te treden.Deze Fransche troepen, die thans alleen in de omstreken van Vera Cruzwaren gebleven, stonden, nadat de admiraal J urien de la Graviere naarFrankrijk was terug geroepen, onder bevel van generaal Lorencez. Dezebegon dadelijk de vijandelijkheden. Onder voorwendsel dat de gewondeFransche soldaten , die te Orizaba in de hospitalen werden verpleegd ,aldaar niet veilig waren , trok hij naar deze stad en van daarnaar het veel verder in het binneuland gelegen Puebla. herstootte hij echter het hoofd ; Almonte had hem voorgespiegeld dat deconservatieve partij , die tegen Juarez gekant was , de bezetting derstad zoude dwingen om haar aan de Franschen over te geven , maargeen enkel conservatief roerde zich. De Fransche bevelhebber moestmet niet gering verlies van voor Puebla naar Orizaba terugtrekken.Hier wist hij zich tegen de opdringende legermacht van Juarez ondergeneraal Zaragoza met kracht te verdedigen, en hij bleef er stand houdentotdat nieuwe troepen uit Frankrijk hem kwamen versterkeu.

Napoleon 1II had, dadelijk nadat de tijding van de mislukteonderneming tegen Puebla hem had bereikt, een groote legerafdeelingnaar Mexico doen insehepen. Aan het hoofd daarvan plaatste hijgeneraal Forey, die tegelijkertijd als gevolmachtigd minister voor Mexicowerd benoemd. In den lastbrief die aan Forey werd medegegevenheette het, dat de Fransche troepen niet kwamen om eenige partij inMexico to helpen , maar om den Mexicanen de gelegenheid te gevenom den regeeringsvorm to kiezen dien zij zelven wenschelijk oordeelden.Verder werd hoog opgegeven van de belangen van Frankrijk's handel

Page 297: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

287

en nijverheid , die schade zou den lij den indien de Yereenigde Statengeheel meester werden van de golf van Mexico. Over een te stich tenkeizerrijk werd niet gesproken , alleen gal de keizer te kenneu dat ,indieu de Mexicanen den monarchalen regeeringsvorna wenschten in tevoeren , het op Frankrijk's weg lag hen daarbij te steunen. De Fran-sche minister Billault verklaarde echter in het Wetgevend Lichaam, datFrankrijk den wensch der Mexicanen zoude eerbiedigen, zelfs al wildenzij het gezag van Juarez handhaven. Het geheime doel der geheeleonderneining bleef echter niets anders dan de uitvoering van Napoleon'splan om den aartshertog op den keizertroon van Mexico te plaatsen.

De aanstaande keizer van Mexico, Ferdinand Maximiliaan , oudstebroeder van Frans Jozef was, zooals hierboven verhaald is, reeds jarengeleden, het eerst zelfs in 1858, aangezocht geworden om rich voor dentroon beschikbaar to stellen. Mexicaansche uitgewekenen hadden richherhaaldelijk schriftelijk tot hem gewend en zich persoonlijk bij hemaangemeld. Zoolang hij als stadhouder van zijnen broeder te Milaanwoonde, had hij de zaak geen ernstige over weging waardig geacht.Toen door den Italiaanschen oorlog van 1859 zijn levenslot gewijzigdwas en hij zich te Miramar had gevestigd, eon door hem zelf gestichtlustslot, op geringen afstand van Triest, vlak aan de Adriatische Zeegelegen, drukte hem het gemis aan een bepaalde levenstaak en begonhij in zijne gedwongen werkeloosheid het hem voorgeslagen plan meteen ander oog to bezien. Hij was een man met een levendigen geest,maar wiens denken en werken vooral onder den invloed stond van eenrijke verbeeldingskracht. De geschiedkuudige herinneringen aan het rijkvan zijnen grooten voorzaat Karel V, in wiens gebied de zon niet onderging, waren hem boven alles dierbaar, , terwijl zijne reizen cone grooteliefde voor de tropische natuur en het zonnige Zuiden bij hem haddenopgewekt. Het kon moeielijk anders, of een jeugdig vorst in dezelevensomstandigheden en deze eigenaardige gemoedsstemming moest richaangetrokken voelen door het vooruitzicht van een keizerskroon overeen door de natuur rijk gezegend zuidelijk land, dat eenmaal tot hetwereldrijk van den grootste der Habsburger vorsten had behoord.Natuurlijk kwam een vleugje van ijdelheid , verklaarbaar in denbroeder van een keizer, , in de onmiddellijke nabijheid van den troonverkeereude , en aaugewakkerd door den invloed eener eerzuchtigemoeder, den reeds bestaanden lust aanvuren, en wat misschien de laatstebezwaren deed vervliegen was de omstandigheid dat de gemalin van den

Page 298: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

288

aartshertog een dochter was van den Belgischen koning Leopold , ge-sproten uit het geslacht der Coburgers, dat zich altijd door bijzondereondernemingszucht en groote liefde voor macht en invloed onder-scheiden had. Tegen het einde van 1861 begonnen de plannen eenerkeizerlijke regeeriug in Mexico, die tot nog toe slechts als dagblad-geruchten door Europa verspreid waren, een vaster aanzien te verkrijgen.De aartshertog schreef aan Gutierrez, die hem namens de mOnarchalepartij de kroon van Mexico had aangeboden, dat hij zijn lot gaarne aandit schoone land zoude willen verbinden, maar dat hij dit slechtsdan kon doen, wanneer hem ondubbelzinnig gebleken was, dat het Mexi-caansche yolk hem inderdaad als vorst begeerde. Ook schijnt het wel,dat aanvankelijk door hem als voorwaarde werd gesteld de waarborgingvan zijne kroon door Engeland en Frankrijk, en dat zijn keizerlijkebroeder Frans Joseph zich reeds dadelijk ongeneigd toonde om alshoofd van het keizerlijke geslacht zijne toestemming te geven, indienniet voor de toekomst zekerheid bestond, dat aan de waardigheid vanhet huis Habsburg niet, door een latere mislukking van het plan, afbreukkon worden gedaan. In Oostenrijk zelf werd de trooncandidatuur metweinig geestdrift begroet ; na de vernedering die Oostenrijk had onder-gaan door den afstand van Lombardije, achtte men het niet eervol voorde Habsburgers, om uit de handen, of althans door bemiddeling vanden Fransehen keizer, die hun dit erfland had ontroofd, een keizers-kroon in hun huis te aanvaarden ; daarbij zag men in de regeerings-kringen niet voorbij, dat de verhouding tot de Vereenigde Staten vanAmerika gevaar kon loopen van verkoeling, indien een Oostenrijkschepries, tegen den zin der groote republiek, aan hare grenzen een monarchicging stichten. Aan de andere zijde was van streng katholieke zijde weleenige ingenomenheid met het te stichten keizerrijk waar te nemende Mexicaansehe clericalen waren alien heftige tegenstanders van Juarez,die de kerkelijke goederen geseculariseerd had en de geestelijkheidvan zich had afgestooten. In Europa was men, behalve in Frankrijk,waar het Mexicaansche keizerrijk geheel als een Fransche stichtingwerd beschouwd, zeer koel ; in de Vereenigde Staten was de stemmingbepaald vijandig tegen de Fransche onderneming en meer in het bij-zonder tegen het plan zelf, om den republikeinschen regeeringsvormin Mexico door een monarehalen to vervangen. De regeering te Was-hington, die de handen vol had niet den burgeroorlog, nam echter eenafwachtende houding aan, doch liet door haren gezant te Parijs ver-

Page 299: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

289

klaren, dat zij op den duur niet onzijdig kon blijven tegenover eenEuropeesche tusschenkomst in Mexico, wanneer die staatkundige ver-anderingen in dat land tot doel had.

Forey had gedurende den winter van 1862 zijne troepen in de om-streken der steden Orizaba en Cordova gelegerd, zonder eenige aan-vallende beweging te maken. Eerst in Februari 1863 begun hij dekrijgsverrichtingen door het beleg van Puebla, dat inmiddels door Juarezin goeden staat van tegenweer werd gebracht. De belegerden verdedigdenzieh met groote hardnekkigheid, maar het ontbrak hun spoedig aanlevensmiddelen. Een poging om de stad te proviandeeren werd ver-ijdeld door het moedig en beleidvol optreden van den onder Foreydienenden generaal Bazaine, die op 8 Mei, bij San Loreneo, een Mexi-caansche legerafdeeling die met een grooten voorraad van levensmiddelennaar Puebla optrok, onverhoeds aanviel , geheel en al versloeg enuiteen joeg. :De generaal Ortega, die in Puebla bevel voerde, besloot,na het ontvangen van dit ontmoedigend bericht, de stad aan de Franschenover te geven. Zijne soldaten vernielden al hun wapentuig en lietenzich door de Franschen gevangen nemen. Het grootste gedeelte vanJuarez' strijdkrachten ging zoodoende verloren ; hij begreep dat methet kleine overschot de hoofdstad Mexico niet te verdedigen was enbracht derhalve den zetel der regeering naar San Luis over. In Mexico,dat thans geheel van troepen ontbloot en zonder eenige overheid was,wisten de daar gevestigde vreemdelingen, door hun krachtig optreden,de rust te bewaren ; een der hoofden van de conservatieve partij, generaalSalas, wierp zich door een zoogenaarnd pronunciamento, een militairenstaatsgreep, tot hoofd der regeering op, waarna drie van de aanzien-lijkste in woners naar Puebla werden afgevaardigd, om generaal Foreyte verzoeken de hoofdstad te willen beze,tten, ten einde er de rust enorde te verzekeren. Den /Pen Juni verschenen de eerste Franschetroepen en zes dagen later hield Forey zijn feestelijken intocht in destad. De conservatieve partij, die er vele aanhangers had, ontving hemmet eenig vreugdebetoon, dat zoodanig werd opgeschroefd, dat het denschijn had, alsof de gansche bevolking in de Franschen hunne vriendenen bevrijders begroette. In werkelijkheid was de stemming der Mexi-canen zeer weinig franschgezind, men vreesde vooral dat de Franschetussehenkomst de clericale partij wederom de macht in handen zoudespelen, en dat de kerk zoodoende hare vorige macht en rijkdom zouterug erlangen.

Page 300: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

290

Forey had iumiddels een Junta, een raad van 35 personen, benoemd,die uit haar midden een uitvoerend bewind moest verkiezen van driepersonen; de benoemden waren bijna alien conservatieven ; de enkeleliberalen die benoemd waren, hadden dadelijk voor de benoeming be-dankt. Zij verkozen in het uitvoerend bewind de generaals Almonteen Salas en den aartsbissehop van Mexico, welke laatste evenwel, buitens-lands vertoevende, tijdelijk vervangen werd door een ander geestelijke.Vervolgens riepeu zij, geheel volgens de voorschriften door Forey gegeven,een vergadering vau notabelen bijeen, die een beslissing moest nemenover den toekomstigen regeeringsvorm van Mexico. — Deze vergaderingverklaarde reeds dadelijk, dat de rust in het land alleen te verkrijgenzoude zijn door het vestigen der monarehie. Eenige dagen later namzij met bijna algemeene stemmen de volgende besluiten : het Mexi-caansche yolk neewt als regeeringsvorm aan de gematigde erfelijkemonarehie onder een katholiek voert ; de souverein voert den titelvan Keizer van Mexico ; de keizerlijke kroon wordt opgedragen aanden Oosteurijkschen aartshertog Ferdinand Max ; neemt deze dekroon niet aan, dan laat het Mexicaansche yolk het aan KeizerNapoleon HI over, om een anderen Katholieken Prins aan te wijzen,aan wien de kroon zal worden aangeboden.

eenige wat nog aan de volledige verwezenlijking ontbrak, was de toe-stemming van den aartshertog, die de eerste rol moest vervullen, ende instemming van het Mexicaansche yolk. Van deze bleek alleen het uiet-bestaan. De verandering vau regeeringsvorm vond in het land niet denminsten bijval. Juarez bleef overal zijn gezag behouden, behalve inde drie door de Fratischen bezette steden, Mexico, Puebla en VeraCruz; hij protesteerde in krachtige bewoordingen tegen het besluit dernotabelen, deed door het te San Luis vergaderde Cougres alle Mexicanenoproepen tot den strijd tegen de buitenlandsche aanvallers en debinneulandsche landverraders, en bedreigde alle ambtenaren, die in debezette landstreken bleven, met verbeurdverklaring hunner goederen.Aan den tot keizer gekozen aartshertog werd inmiddels op plechtigewijze kennis gegeven van de gedane keus. Een bezending, uit tieraanzienlijke Mexicanen bestaaude, kwam eerlang in Europa aan, enmeldde zich, na te Parijs aan Napoleon III den dank der Mexicaansche

Vestiging van Het geheele regeeringsprogram, zooals het door Napoleon III tehet ICeizer- Parijs was ontworpen, was derhalve door de notabelen uitgevoerd. Hetrijk.

Page 301: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,91

natie te hebben overgebracht, te Miramar aan, waar zij door den aartshertogas gewone bezoekers , zonder eenige praal , werd ontvangen. Na eenlange rede van haren woordvoerder, Guttierez, antwoordde de aarts-hertog, dat, indien hem waarborgen voor de toekomst werden gegevenen iudien de Mexicaansche natie in haar geheel toonde, de door denotabelen gedane keus goed te keuren, hij bereid was de hem aan-geboden kroon te aanvaarden.

Aan de Fransche troepen werd nu de task opgelegd om deze goed-keuring te verkrijgen. Forey, en tegelijk met hem Saligny, werdenteruggeroepen ; de laatste viel in ongenade en werd uit den diploma-tieken dienst ontslagen, wat eenige voldoeniug moest geven aan deregeeringen te Louden en te Madrid, die zich, zooals wij zagen, ernstigover heni te beklagen hadden gehad ; ook over den eersten was deKeizer niet tevreden, hij liet hem dit echter niet openlijk blijken enschonk hem zells den maarschalkstaf. Met het opperbevel in Mexicowerd nu de generaal Bazaine bekleed , in wiens beleid Napoleon III on-beperkt vertrouwen stelde. Reeds dad.elijk zag zich de nieuwe bevelhebbervoor groote moeielijkheden geplaatst, die duidelijk aantoonden, hoezwaar de task zoude wezen die den aanstaanden vorst wachtte. Juarez,die de liberate partij in Mexico op zijne hand had, had zich tot doelgesteld de macht van de geestelijkheid en hare aanhangers te breken.Hij had het burgerlijk huwelijk ingevoerd she bemoeiingen vande geestelijkheid met den burgerlijken stand afgeschaft en, wathaar het meest verbitterde, ook alle kerkelijke goederen gesecula-riseerd. De geestelijkheid die bierdoor veel van haar aanzienharen rijkdom bijna geheel had zien te loor gaan, was aanvankelijk metde instelling der monarchale regeering zeer ingenomen, omdat zij ver-wachtte, dat een keizer uit het streng Katholieke Habsburgsche vorsten-huis haar alles zoude teruggeven wat zij had moeten missen. Zij wasdus zeer teleurgesteld toen het nieu we bewind, volgens de begeertevan Forey, besloot, de kerkelijke wetgeving voorloopig te laten zooalszij was en het aan den Keizer over te laten om, zoo hij dit verlangde,een nieuwe regeling te maken. Nog meer ergerde het haar, dat deFransche bevelhebber zijne troepen in leegstaande kloosters en kerkenonderbracht en zoodoende de inbezitneming door den staat van dekerkelijke goederen bekrachtigde. Toen de aartsbisschop van Mexico,Labastida, die, zooals wij hierboven verhaalden, wegens afwezigheidzijne plaats in het driemanschap dat de uitvoerende macht uitoefende,

Page 302: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

2,92

nog niet had kunnen innetnen, uit Europa in zijn land was terug-gekeerd, ontstond er dadelijk een ernstige botsing tusschen hem enden Franschen generaal. De klerikale partij, die thans de overhandhad gekregen, deed ook in de rechterlijke collegies Karen invloed gelden,zoodat deze de bezitters van geseculariseerde kerkelijke goederen nietmeer in hun te goeder trouw verkregen bezit wilden handhaven. Bazainewist te bewerken dat het uitvoerend bewind aan de rechterlijke machteen circulaire deed uitgaan, om haar te gelasten de bepalingen der be-staande wet te eerbiedigen. De aartsbisschop Labastida verzette zichhier openlijk tegen in een heftig protest, en weigerde zijne verderemedewerking te verleenen aan de werkzaamheden van het uitvoerendbewind, zonder evenwel zijn ontslag to willen nemen. Op aandringenvan den Franschen bevelhebber verklaarden daarop de beide andereleden van het uitvoerend bewind, dat de aartsbisschop opgehouden haddeel van hun college uit te maken. Hierop volgde een nog heftigerprotest van den aartsbisschop, gesteund door verschillende leden derhooge geestelijkheid. Het liep zoo hoog, dat de aartsbisschop dreigde dekerken te Mexico te laten sluiten, waarop de Fransche generaal Neigre,die to Mexico als plaatselijk bevelhebber aan het hoofd der bezettingstond, verklaarde, zoo noodig, de kerken met geweld door zijne sol-daten te zullen laten openers. Het uitvoerend bewind, thans nog slechtsuit twee leden bestaande, Almonte en Salas, hief vervolgens het hoogstegerechtshof op, omdat het geheel aan de zijde van de geestelijkheidstond. Het gaf echter niet onduidelijk to kennel', dat het alleenhandelde onder den draug van den Franschen bevelhebber, en dat debevolking in het gebeurde diende te berusten, omdat keizer Napoleonhet noodig achtte voor het oogenblik de bestaande regeling te hand-haven. De geestelijkheid begreep toen, dat het vruchteloos was denstrijd tegen de overmacht verder voort te zetten en besloot de komstvan den nieuwen Keizer of te wachten. Intusschen had deze strijdhet natuurlijk gevolg, dat de aauvaukelijke ingenomenheid van declericale partij met de Fransche tusschenkomst niet alleen ver-flauwde, maar zelfs bij velen in groote verbittering overging. Ineeu vlugschrift, dat algemeen onder de bevolking verspreid werd,naar men met grond vermoedde door middel van de geestelijkheid,werden de Fransche soldaten met beschinipingen overladen en voor be-lagers van godsdienst on kerk uitgemaakt.

Het gebeurde had de tack van Bazaine niet gemakkelijker gemaakt,

Page 303: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

293

hij moest thus de voor de aanvaarding van de kroon vereischteinstemming van het Mexicaansche yolk trachten te verkrijgen , maardaar er weinig kans op bestond dat zij ooit vrijwillig zoude wordengegeven, besloot hij haar af te dwingen door wapengeweld. Behalve overde Fransche troepeu kon hij nog beschikken over eon vreemdenlegioen,uit mannen van allerlei volksaard bestaande, dat voornamelijk was op-gericht oin tegen de Mexicaansche guerillabenden op te treden, en overMexicaansche soldaten die door Frankrijk werden betaald. Juarez konhier tegenover slechts enkele z wakke legerafdeelingeu stollen, die inhet open veld niet tegen de Franschen bestand waren. Bazaine be-zette de voornaamste steden van Mexico, ook San Luis, waar Suarezden hoofdzetel zijner regeering had gevestigd. Intusschen bleek de be-volking weinig gezind om de nieu we orde van zaken to steunen. Degeslagen en verstrooide troepen van Juarez vormden overal guerilla-benden, die het platteland afliepen en den Franschen veel last veroor-zaakten. Aileen in het ten zuiden van Vera Cruz gelegen Yucatanverklaarde de bevolking zich nit eigen beweging voor het uitvoerendbewind. In den zomer van 1864, toen de Fransche krijgsondernemingenwaren geeindigd , waren de meest bevolkte deelen van Mexico en degrootste steden in handen van de Franschen. Twee derden van hetland waren nog in handen van Juarez, maar dit deel bevatte minderdan de helft der geheele bevolking. In alle veroverde landstrekenwerden de bewoners, dikwijls met krasse bedreigingen, geprest om ver-klaringen te teekenen ten gunste van de keizerlijke regeering en dozestukken werden naar Europa gezonden om den benoemden keizer deovertuiging to geven dat de Mexicaansche bevolking hem als harenmonarch begeerde. De aartshertog wenschte echter, voordat hij dekroon aanvaardde , zich met den Franschen keizer persoonlijk in be-trekking te stellen. In het voorjaar van 1864 was hij, vergezeld vanzijne gemalin , de gast van Napoleon III in de Tuilerieen , vervolgensbezocht hij zijne koninklijke bloedverwanten to Brussel en deed ookeon uitstapje naar London. Hoewel to Parijs alles met de schoonstekleuren word afgeschilderd, ontbrak het niet aan waarschuwingen. Som-mige Mexicanen, die in Europa vertoefden, rekenden het zich tot plichtden aartshertog hunne meening to doen kennen, dat zijn troon alleenop de Fransche bajonnetten zoude moeten steunen, on dat bet meeren-deel der Mexicanen goon monarchalen regeeringsvorm begeerde; hetzelfdeword hem nog zeer nadrukkelijk voorgehouden door den vroep. ,̂eren En-

Page 304: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

291

gelschen gezant te Mexico, Sir Charles Wyke, die de Mexicaansehe toe-standen goed kende en die ook op den tegenstand wees , die van dezijde der Vereenigde Staten te wachten was. Dit alles mocht echterniets baten , de jonge vorst , slachtoffer van zijne levendige verbeeldings-kracht , had zich zelf langzamerhand in den waan gebracht, dat hijgeroepen was om de hersteller van Mexico's glorie te zijn , en dat deluister van zijnen naam voldoende zoude wezen otn alien tegenstand tedoen verstommen. Hij zag gem bezwaren nicer; slechts een hinder-paal stond nog tusschen hem en den Mexicaanschen keizerstroon, detoestem ming van zijnen broeder, den keizer van Oostenrijk , als hoofdvan het Huis van Habsburg. Deze verlangde, dat Ferdinand Max,wanneer hij een vreemde kroon aannam , voor zieh en zijne nakome-lingen afstand zoude doen van alle aanspraken op de erfopvolging inOostenrijk ; dit weigerde de aartshertog beslist Het gelukte echteraan Napoleon III, die den generaal Frossard met een bijzondere zendingnaar Weenen en Miramar belastte ten einde de gerezen moeielijkhedenop te lossen , den aartshertog eindelijk te overreden om aan het ver-langen van zijnen broeder te voldoen. Den 9aen April 1864 deedFerdinand Max afstand van alle rechten op den troon van Oostenrijk,en den volgenden dag werd hij als Maximilaan I tot keizer vanMexico uitgeroepen.

Maximiliaan Te Miramar had deze plechtigheid plaats. Be Mexicaansche depu-aanvaardt de

lange aanspraak had gehouden, antwoordde Maximiliaan in het Spaanseh,dat hij de voor zes maanden afgelegde belofte thans kon gestand doen.De groote meerderheid van het Mexicaansche yolk toch had getoondde keus der notabelen te willen bekrachtigen en de grootmoedige keizervan Frankrijk had de noodige waarborgen gegeven voor de duurzaamheidvan het jonge keizerrijk. Verder gal de keizer te kennen dat hij van planwas eerlang grondwettige instellingen aan zijn rijk te geven en dat hij,vt5Or zijn vertrek uaar Mexico, te Rome den zegen van den Pans hooptete ontvangen. Na deze rede weerklonk de zaal van den juichkreet: Levekeizer Maximiliaan ! leve keizerin Charlotte ! de keizerlijke Mexicaanschevlag werd van de tinnen van Miramar ontplooid en door een Oostenrijkschen een Frausch oorlogschip , die vlak voor het slot geankerd waren,met de gebruikelijke saluutschoteu begroet. Eenige dagen later namhet keizerlijk echtpaar de groote reis aan, in een Oostenrijksch oorlog-

tatie werd ditmaal met groote staatsie ontvangen ; nadat Guttierez eenregeermg.

Page 305: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

295

schip. Na Civita Vecchia te hebben aangedaan, van waar het bezoekaan den Pans werd gebracht , stoomde dit schip dadelijk door naar-Vera Cruz, waar het den 2 9st" Mei aankwam.

De ontvangst in deze havenplaats, waar de bevolking voor hetgrootste gedeelte liberaal was, zoude waarschijnlijk niet zeer hartelijkgeweest zijn. Om dus den eersten indruk dien de keizer van zijn rijkkreeg, uiet ongunstig te doen zijn, had men, de ongezondheid van dezestad in het warme seizoen als reden aanvoerende, hem onmiddellijk naarPuebla doen doorreizen en van daar mar Mexico. In deze beide stedenwas de ontvangst zeer feestelijk, er heerschte schijnbaar geestdrift, althansin elk geval groote belangstelling. De bevolking juichte, strooide bloemenen verlichtte hare woningen, zij verdrong zich op de pleinen en stratenom den keizer en de keizerin te zien en te begroeten. In het voorgrootsche denkbeelden zeer toegankelijke gemoed van Maximiliaanheerschte blijkbaar een stemming van tevredenheid en van vertrouwenop de toekomst. Toen hij echter, na afloop der feestelijkheden en naeen reis van drie maanden door zijn keizerrijk, de regeeringstaak metter-daad aanvaardde, kon hij, na zich op de hoogte te hebben gesteld vanden bestaanden toestand , het voor zicizelf niet meer verbloemen datde stichting van het nieuwe keizerrijk, wel verre van te zijn een vol-dongen feit , geheel en al als een hachelijke onderneming moestworden beschouwd, waarvau de uitslag nog onzeker was. Vooreerstwas slechts een deel van het land in werkelijkheid aan de keizerlijkeregeering onderworpen, en wel alleen dat deel waar de Fransche troepenzich bevonden. Op enkele uitzonderingen na hidden de Mexicanen overal,waar zij niet door het bezettingsleger in toom werden gehouden , dezijde van Juarez. De voorstanders van het nieuwe keizerrijk bestondenuit enkele rijke aanzienlijken , die echter geen invloed op de bevolkinghaddeu en die ook niet geneigd waren om zich eenige inspanning of op-offering te getroosten ten einde de nieuwe regeering te steunen, voorts uiteen zeker aantal gelukzoekers, zooals Mexico die ten alien tijde in grootaantal had voortgebracht , mannen , die bij elke nieuwe omwentelingzich schaarden aan de zijde waar zij meenden dat het meeste voordeelwas te behalen maar die, zoodra hunne tegenstanders door betere aanbie-dingen van hunne diensten trachtten gebruik te maken, zich door geenenkel gewetensbezwaar lieten terughouden om hunne vroegere mede-standers te verraden, eindelijk uit de geestelijkheid, die in den keizer

Page 306: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

296

alleen den man zag , die haar de mach en de schat ten zoude terug-geven, die het bestuur van Juarez haar had ontnomen.

Wat de buitenlandsche verhoudingen betrof was in Amerika zelveop geen vriendschap te rekenen ; integendeel , in Washington gaf menzijne vooringenomenheid tegen de Europeesche tusschenkomst inMexico en de invoering aldaar van den monarchalen regeeringsvormniet onduidelijk te kennen. Het Zuiden was beter gezind , maar menmocht op steun van then kant niet rekenen. Zoolang het denburgeroorlog nog kon voortzetten zoude het een krachtiger optredenvan het Noorden in de Mexicaansche aangelegenheden kunnen tegen-houden, maar mocht het bezwijken — en de waarschijnlijkheid daarvan wasin het najaar van 1864 reeds seer groot — dan viel er niet aan tetwijfelen of langs de geheele Noordelijke grens zoude ernstig gevaardreigen. De hulp van Frankrijk was de kurk waarop men moestdrijven ; indien echter de Vereenigde Staten zich krachtig in Parijsdeden gelden, was het te duchten dat Napoleon III die, nu het bleekdat de Mexicaansche onderneming langdurig en kostbaar zoude worden,in Frankrijk self met een steeds wassenden tegenstand tegen zijneMexicaansche plannen had te kampen , ter wille van de verderevoering daarvan de kans van een oorlog met de Vereenigde Statenniet zoude willen loopen.

Be binnenlandsche toestand van het Mexicaansche keizerrijk wasallerbedroevendst. Van openbare veiligheid was, behalve in de steden,niet de minste spraak. Het platteland werd door gewapende bendenafgeloopen, voor een deel soldaten van Juarez die, afgescheidenvan het gros der republikeinsche troepen, op eigen hand oorlog voerden ;voor een ander deel struikroovers van beroep, die in Mexico nimmerzeldzaam waren geweest. Be schatkist was geheel ledig. Een geld-leening, door den keizer nog gedurende zijn verblijf in Europa ge-sloten, vond , niettegenstaande den steun der Fransche regeering, weinigvertrouwen , de Londensche geldmarkt wilde er volstrekt niet vanweten ; de tweehonderd millioen francs die benoodigd waren, kondenniet volledig plaatsing vinden en nog slechts tegen een koers van 63 pCt.met zes percent rente. Van dit opgenomen geld moest allereerst deachterstallige rente van vroegere leeningen worden betaald, zoodat voorde nijpende behoeften van het oogenblik bijna niets beschikbaar bleef.Op de opbrengst der belastingen viel weinig te rekenen ; onder Juarezhadden alle inkomsten van den staat nog geen 50 millioen francs op-

Page 307: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

297

gebracht , thans , nu men slechts in een deel van het rijk belastingkon heffen en dat deel uitgemergeld werd door vreemde bezetting endoor rooverbenden , moest deze opbrengst veel lager geraamd worden.25 millioen franker moesten volgens overeenkomst met Napoleon IIIjaarlijks worden betaald voor het onderhoud der Fransche bezettings-troepen, die vooreerst niet gemist konden worden. Terwijl de keizer allesop een nieuwen, beteren en derhalve ook meer kostbaren voet moest in-richten , kon hij te nauwernood het geld bijeenschrapen om de schuld-eischers van den staat te betalen.

Ten opzichte van de geschiktheid zijner nieuwe onderdanen om hemin zijne zware taak te steunen , ondervond de keizer spoedig grooteteleurstellingen. Het vinden van bekwame en eerlijke ambtenaren bleekmoeielijk. De Mexicanen hadden sinds jaren geleefd onder een stelsel vanomkooping en knevelarij, dat zijn verderfelijken invloed op de geheeleambtenaarswereld had uitgeoefend. Wanneer de Fransche bevelhebbers,die met deze personen voortdurend in aanraking kwamen, zich daaroverbeklaagden, was het den keizer dikwijls moeielijk hen in het gelijkte stellen. De verhouding tusschen de keizerlijke regeering en denFranschen opperbevelhebber, den tot maarschalk verheven Bazaine, werddaardoor vaak gespannen, terwijl aan de andere zijde, wanneer deFranschen zichzelven recht verschaften en niet zelden met wat al teforsche hand tegen de Mexicanen optraden, de schuld daarvan op denkeizer werd geworpen. Zoo kwam Maximiliaan langzamerhand tusschentwee vuren, aan de eene zijde de Franschen, die van hem eischten dathij hen tegen zijne onderdanen beschermde, aan de andere zijde deMexicanen, die meer en meer verbitterd werden tegen het Fransche be-zettingsleger en die tot den keizer als hunnen natuurlijken beschermeropzagen.

Bij deze moeilijkheden kwam zich nu nog voegen een zeer ernstige stro met denbotsing tusschen den keizer en de Katholieke kerk. Wij zagen reeds Paus.

hoe de Mexicaansche geestelijkheid, na voor de overmacht van denFranschen bevelhebber te hebben moeten zwichten, zich alleen had stilgehouden in de verwachting dat hare wenschen, zoodra de keizer zijnentroon had beklommen, ten voile zouden bevredigd worden. Maximiliaan,die natuurlijk voor zijne komst in Mexico reeds geheel op de hoogtewas van de kerkelijke moeielijkheden die hem wachtten, had bij zijnbezoek aan het Vatikaan met den Paus over de Mexicaansche zaken

Page 308: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

298

persoonlijk gehandeld, doch van het hoofd der kerk slechts een alge-ineene toezegging van goede gezindheid ontvangen en de belofte totvestiging van een gezantschap. Tegen het einde van het jaar 1864 ver-scheen te Mexico dan ook een Pauselijke nuntius, de Meglia, die metbuitengewonen mister werd ontvangen. Zijne komst, die den keizerde oplossing der gerezen moeielijkheden deed verwachten, bezorgde hemintegeudeel een grievende teleurstelling. In plaats van bemiddelend op tetreden, nam de Heilige Stoel dadelijk een zeer besliste houding aan. Ineen bijzonder schrijven van Pius IX aan Maximiliaan, waarvan de nuntiusde overbrenger was, word van den Keizer verlangd, niet alleen teruggaveder aan de kerk ontnomen goederen, maar tevens uitsluiting van elkenniet Katholiek en eeredienst, herstel der geestelijke orden , onderwerpingvan het openbaar en bijzonder onderwijs aan de geestelijkheid, verbod vanopenbare verkondiging van alle leerstellingen die door de Kerk nadeeligwerden geacht. Maximiliaan, als alle vorsten uit het Oostenrijkschekeizerhuis geloovig Katholiek, was echter to veel man van zijnenom zelfs een oogenblik aan de mogelijkheid to denken, dat zulkemiddeneeuwsche toestanden in de tweede helft der negentiende eeuwnog konden worden ingevoerd, zonder de geheele beschaafde wereld inverzet to doen komen. Hij antwoordde dan ook aan den nuntius, dathij eon regeling der kerkelijke toestanden wilde tot stand brengen, inhoofdzaak behelzende dat de regeering den Katholieken godsdienst alsstaatsgodsdienst erkende, maar aan alle andere kerkgenootschappen vrijheidvan uitoefening verleende, de bezoldiging der geestelijkheid en de kostenvan den eeredienst op zich nam, waartegenover de kerk afstand zoude doenvan de geseculariseerde kerkelijke goederen en voorts, in overleg met denHeiligen Stoel. zoude vaststellen, welke van de opgeheven geestelijke ordenweder in het land zouden worden toegelaten. Dit voorstel word dadelijkdoor den nuntins ter zijde gesteld, hij weigerde zelfs om het in over-weging te nemen, met de verklaring dat in zijn lastbrief aan de mogelijk-heid dat eon dergelijk voorstel zoude worden gedaan niet was gedacht,en dat hij dus op deze punten geheel en al zonder instructies was.Er volgde hierop een wisseling van scherpe brieven tusschen deregeering van den keizer en den nuntius ; de Mexicaansche geestelijk-heid trok voor den nuntius partij , doch ontving van den keizer eenstrenge terechtwijzing. Te Rome koos kardinaal Antonelli, de eersteminister van den Pans, zeer beslist partij voor den nuntius en waar-schuwde den keizer, dat, zoo hij bij zijne voornemens bleef, de Pans

Page 309: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

299

genoodzaakt zoude zijn tot het nemen van ernstige maatregelen.Maximiliaan liet zich hierdoor echter niet ontmoedigen. Hij vaardigdeeen besluit uit, waarbij voor de afkondiging van alle pauselijke bullende goedkeuring der regeering werd geeischt en regelde voorts eigen-machtig de kerkelijke aangelegenheden bij decreet van 26 Februari 1865,waarbij godsdienstvrijheid werd verzekerd, maar de Katholieke godsdienstonder de meer bijzondere bescherming van den staat werd gesteld en totstaatsgodsdienst werd verklaard. Er werd verder een commissie benoemdom naar den toestand der verkochte kerkelijke goederen een onderzoek inte stellen ; van teruggave aan de kerk werd echter niet gerept. Denuntius verliet hierop in Mei, met zijn geheele gevolg, Mexico ; de be-trekkingen tusschen het uieuwe keizerrijk en het Vaticaan werdenafgebroken. Wel zond de keizer nog een gezantschap van drie ledennaar Rome om to onderhandelen over een concordaat, maar deze kondenniets verkrijgen, terwijl de tusschenkomst van Napoleon III, wel ver vanden Heiligen Stoel tot een toegefelijker houding te bewegen, integen-deel dezen nog meer prikkelde tot verzet. Al was de Pans, door deFransche bezetting te Rome, ook afhankelijk van Frankrijk, toch washij allermiust genegen om den hoofdbewerker der Italiaansche omwen-teling van 1859 eenigen dienst te bewijzen. Integendeel, zooals deMexicaansche gezant bij het Vatikaan destijds aan zijne regeeringschreef, de slechtste aanbeveling bij den Heiligen Stoel was die vanNapoleon III. De steuu der geestelijkheid ontviel door dezeu loop derzaken Maximiliaan bijna geheel, enkele geestelij ken namen zelfs eenvijandige houding tegen de keizerlijke regeering aan , de meerderheidhield zich onzijdig, maar toonde zich van nu aan vrijwel onverschilligtegenover een regeering, die in haar oogen niet veel beter was dandie van Juarez ; zij wilde gem' hand meer uitsteken ten chide haarte ondersteunen. Tegenover dezen afval stond geen aanwinst van eenigbelang uit de rijen der liberale partij over. Maximiliaan had de cleri-cale partij van zich vervreemd, zonder de tegenpartij daardoor tohebben gewonneu.

Intusschen nam hij de plichten van regent ernstig op ; maar hemontbrak het juiste inzicht in de behoeften van zijn land. Hij wildeMexico tot een constitutioneel monarchaal laud, bestuurd naar Euro-peesch model, vervormen, maar besefte niet dat hij to doen had meteen oubeschaafde bevolking, die gedurende meer dan een halve eeuw,door een reeks van omwentelingen en onafgebroken burgeroorlogen, elk

II 20

Page 310: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

300

gevoel van gehoorzaamheid aan een gevestigd gezag had verloren. DeMexicaan had slechts ontzag voor zijne regeering, wanneer zij de overmachtdoor de wapenen bezat; was dit niet meer het geval, dan stoorde hijzich aan wet noch gebod, en hij had de ervaring opgedaan dat de over-heid harerzijds ook alleen met hare macht en nooit met het recht terade ging. Be bevolking was derhalve voor een goed ingericht be-stuurstelsel geheel ongeschikt, maar miste ook de bestanddeelen die voorde uitoefening der bestuurstaak vereischt worden. De Mexicaanscheambtenaren beschouwden hun ambt alleen als een middel om zich teverrijken. Zij waren daarenboven met de slechte eigenschappen vanhunnen landaard, zedeloosheid, oneerlijkheid, leugenachtigheid en lui-heid in hooge mate behept. In een regelmatig en eerlijk beheer warenzij voor het meerendeel onbruikbaar. Maximiliaan kwam zeer spoedigtot de overtuiging, dat, zoo hij een behoorlijk regeeringstelsel in Mexicowilde vestigen, de voorlichting en tusschenkomst van Europeesche ambte-naren onmisbaar was; hij trachtte zich dan ook van hunnen dienstte verzekeren en maakte aanvankelijk vooral gebruik van de dienstenvan een Oostenrijker, Scherzenlechner, die reeds sinds jaren in zijneomgeving geweest was, eon man met vrijzinnige denkbeelden ; latermoest doze raadsman plaats maken voor eon Belgisch ingenieur,Eloin, een beschermeling van Koning Leopold I, en door dezen aanzijn schoonzoon aanbevolen. Ook traden een aantal vreemde ambtenaren,vooral Franschen, in Mexicaanschen staatsdienst ; onder deze laatstenmuntte vooral nit een Franschman, Langlais, die echter spoedig over-leed ; intusschen droegen deze vreemdelingen er in meerdere of minderemate toe bij, oin de kloof tusschen den keizer en zijn yolk te ver-wijden ; het begon in Maximiliaan meer en meer den hun opgedrongenvreemdeling te zien, door vreemde troepen gehandhaafd en met vreemdeambtenaren regeerende.

In den winter van 1864-1865 werden de krijgsbedrijven tegenJuarez weder hervat. Behalve de Fransche troepen en het keizerlijkeleger, namen er ook twee legioenen van vreemde soldaten aan deel ,het eene uit Oostenrijksche, het andere uit Belgische vrijwilligers be-staande. Het belangrijkste wapenfeit was de inneming door de Fran-schen van Oajaca, bij welke gelegenheid de aanhangers van Juarezeen groot aantal krijgsgevangenen en veel oorlogstuig in handen deroverwinnaars moesten laten. Op verscheidene plaatsen van het keizerrijkwerd voorts een hardnekkige strijd gevoerd, waarbij de volgelingen

Page 311: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

301

van Juarez gewoonlijk geslagen en verdreven werden; zoodra echter dekeizerlijke troepen de veroverde landstreken verlaten hadden , kwamener dadelijk guerillabenden opdagen, die door roof en plundering hetplatteland onveilig maakten. De keizerlijke troepen drongen intusschenin de westelijke en noordelijke provincien door en bezetten de aan deStille Zuidzee gelegen havenplaats Mazatlan , en in het Noordoostende aan de golf van Mexico gelegene stad Tampico en Matamorosaan den mond der Rio Grande, de grensrivier van Mexico anhet tot de Vereenigde Staten hehoorende Texas. In den zomer van1865 was Juarez in een uithoek van Mexico teruggedreven ; hijvestigde den zetel van zijn bewind te Paso del Norte, een onbe-teekenend stadje , vlak aan de Noord-Amerikaansche grenzen gelegen.In September kwam te Mexico de tijding aan, die echter later bleakvalsch te zijn geweest, dat Juarez het Mexicaansche gebied verlatenhad an naar de Vereenigde Staten was geweken. Naar aanleidinghiervan liet Maximiliaan zich tot een hesluit overhalen, dat voor hem-zelven later de rainpzaligste gevolgen heeft gehad • Nu er geen repu-blikeinsch bestuur meer bestond, doordien het hoofd buitenslands was ge-vlucht, was de strijd — zoo drukte de keizer zich uit, in een proclamatieaan zijn yolk, van 2 October 1865 — voor goed geéindigd ; wie zichthans nog met de wapenen verzette was een roover en misdadiger, enmoest als zoodanig gestraft worden. Er ward den volgenden dag, nadatde staatsraad gehoord was, een wet afgekondigd, waarbij alle personendie met de wapenen in de hand warden gevat, hetzij zij al of nietvoor een staatkundig doel heetten te strijden, aan de krijgsradenwarden overgeleverd. Deze moesten, na een mondeling verhoor, binnen24 uur de gevangenen tot de doodstraf veroordeelen, die eveneensbinnen 24 uren na het vonnis moest worden uitgevoerd. Verzoekenom gratie waren uitgesloten. Voorts behelsde daze zelfde wet nog eenaantal zeer hardvochtige bepalingen ten opzichte van alien die middellijkof onmiddellijk geacht konden worden gewapende rooverbenden testeunen of te beschermen.

Ten gevolge van dezen zeer oustaatkundigen maatregel ward deoorlog aan beide zijden verder met de grootste wreedheid gevoerd. Hetwas reeds al te veel voorgekomen, dat krijgsgevangeneu ter dood werdengebracht; maar nu werd het regel, althans voor zoover het Mexicanenbetrof. De Europeesche krijgsgevangenen warden door de troepen enpartijgangers van Juarez veelal gespaard. Het korps, uit allerlei natio-

Page 312: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

302

naliteiten bijeeugeworven, dat zich bijzonder tot doel stelde de guerilla-benden te bevechten en daarom zich de contra-guerilla noemde en datonder bevel van een Franschman Dupin stoud, onderscheidde zich vooraldoor groote wreedaardigheid. Wanneer gevangenen werden gemaakt ofpersonen werden aangetroffen, die de guerillabenden steunden, werdendeze meedoogenloos gehangen of doodgeschoten. Het is niet met zeker-heid nit te maken hoevele personen onder de working dozer strenge be-palingeu den dood vouden. De republikeinen beweerden dat het getaltwintigduizend bedroeg, doch dit is voorzeker overdreven, het aantalslachtoffers zal echter wel niet veel geringer dan de helft van ditgetal zijn geweest. Onder hen behoorden twee zeer bekende engeachte generaals, Arteaga en Salazar, die in October 1865 werden dood-geschoten. Hun dood maakte, vooral in de Vereenigde Staten, zeer diepenindruk. De Amerikaansche gezant te Parijs beklaagde er zich ernstig over,doch de Fransche minister Drouin de L'huys autwoordde, dat de Franscheregeering geen verantwoordelijkheid op zich wenschte te nemen voor dehandelingen der keizerlijk-Mexicaansche regeering. Het word echtervrij algemeen vermoed dat de maarschalk Bazaine niet alleen de uit-vaardiging der bloedige wet niet had ontraden , maar die zelfs hadhelpen tot stand brengen. In elk geval vaardigde hij na de totstand-koming der wet een circulaire aan de Fransche officieren uit, waarbijhij hun verbood in het vervolg nog krijgsgevangenen te maken. Wiemet de wapenen in de hand werden gevat, mochten zelfs niet uitge-leverd worden tegen krijgsgevangenen , maar moesten onmiddellijkter dood worden gebracht.

Tuasehen-komst derVereenigde

Staten.

Wij hebben er reeds op gewezen dat de Fransche onderneming inMexico en nog veel meer de stichting van het Mexicaansche keizerrijkeon doomn in het oog was voor de Amerikanen van het Noorden. Hetinvoeren van den monarchalen regeeringsvorm in een Amerikaanscherepubliek, en dat door tusschenkomst van eon Europeesche macht, druischtegeheel in tegen de Amerikaausche opvatting, dat de monarchie een ver-ouderde instelling was, voor nieuwe staten zooals de Amerikaanscheontoelaatbaar, , en dat de Amerikaneu over hunne eigen zaken hadden tobeschikken zonder eenige inmenging van Europeesche zijde. Mexicaan-sche uitgewekeuen , voornamelijk te New-York gevestigd , deden hethunne om doze denkbeelden levendig te houden en tot de uiting daar-van te prikkelen. De regeering to Washington, hoezeer ook tot han-

Page 313: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

303

delen aangezet , bleef aanvankelijk een terughoudende en onzijdigehouding bewaren. Zoolang de burgeroorlog woedde, wilden Lincoln enSeward zich geen moeielijkheden met Europeesche inogendheden op denhals hale') over zaken die wel in hun werelddeel , maar buiten hunnegrenzen voorvielen. Nadat het Zuiden in het voorjaar van 1865 wasten onder gebracht , begreep de regeering to Washington dat de tijdwas gekomen om aan den algemeenen volkswensch voldoeniug tegeven door het aannemen eener meer besliste houding. Men wasthans meester in eigen huis en kon dus ook buitenaf zijn invloedweder doen golden. Op de incest ondubbelzinnige wijze word aan denkeizer van Mexico te kennen gegeven, dat men hem niet erkende. Eendoor hem naar Washington gezonden diplomaat werd afgescheept methet bescheid , dat de regeering geen gemeenschap kon houden metmenschen, gezonden door een ander gezag in een vreemden staat,dan datgene 't welk door de Vereenigde Staten werd erkend. Bij ge-legenheid van den moord van Lincoln zond de keizer een zijnerkamerheeren met een brief van deelneming , maar het mocht dozenwaardigheidsbekleeder niet gelukken zijnen brief door den PresidentJohnson te zien aannemen. Do A merikaansche regeering noemdede van haar uitgaande stukken Maximiliaan nimmer keizer; hij heettedaar altijd de aartshertog of de prins, die zich de macht in Mexicoheeft aangematigd ; in November 1865 verklaarde zij uitdrukkelijkaan de Fransche regeering, dat zij nooit het keizerrijk in Mexico zoudeerkennen , omdat dit in lijnrechten strijd was met de hoofdbeginselender staatkunde van de Vereenigde Staten. Tegen het begin van 1866word to Parijs door den gezant der Vereenigde Staten nadrukkelijkverklaard, dat zijne regeering op de vriendschap met Frankrijk grootenprijs stelde, maar dat doze vrieudschap groot gevaar zoude loopen, indienFrankrijk voortging met gewapenderhand to handhaven eene vreemde mo-narchale regeering op de puinhoopen der omvergeworpen republiek. Inzachte en beleefde termen was dit een ultimatum, waarbij van Napoleonwerd geeischt het terugtrekken der Fransche troepen nit Mexico eneen oorlog met de Vereenigde Staten in het vooruitzicht word ge-steld voor het geval, dat hij hiertoe niet overging. De Fransche re-geering begreep dit zeer good en zij deed dan ook het aanbod omde ontruiming van Mexico door de Fransche troepen te doen geschieden,onder voorwaarde dat de Vereenigde Staten Maximiliaan als keizerzouden erkennen , maar te Washington was men hiervoor allerminst to

Page 314: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

304

vinden. Men erkende er Juarez als President en wilde zich niet metEuropeesche mogendheden inlaten over eenige verandering in denregeeringsvorm van een Amerikaanschen staat. Voor Napoleon washet ongetwijfeld een hard gelag om een plan op te geven dat met zoo-veel ophef was aangekondigd , maar hij zag het hopelooze van de zaakten slotte in. De openbare meening in Frankrijk was van de eerstegeestdrift over de uitbreiding van Frankrijks invloed in de nieuwewereld en den roem en de voordeelen daaraan verbonden, reeds bekomen ;de lange duur der Mexicaansche onderneming , haar kostbaarheid , deberichten, meer en meer doordringend, omtrent den tegenstand dien denieuwe regeering in Mexico overal ontmoette en de wreede middelenwaarvan zij zich bediende , hadden van lieverlede de gemoederen inFrankrijk zeer ontstemd. Be erustigste tijdschriften en dagbladen be-gonnen vrij algemeen te verkondigen dat het een onverantwoordelijkbedrijf was om langer menschenlevens en geld te verspillen voor eenonderneming, die naar alle waarschijnlijkheid toch niet zoude slagen.Had deze nu nog een oorlog met de Vereenigde Staten ten gevolge ,dan , vreesde Napoleon terecht , zoude de beker overloopen en kon deontevredenheid in Frankrijk zich wel eens op voor hem gevaarlijkewijze openbaren. Hij besloot dus aan de Vereenigde Staten toe tegeven en maakte in April 1866 bekend, dat het Fransche leger Mexicozoude verlaten in drie afdeelingen. Be eerste zoude in November 1866,de tweede in Maart 1867 en de laatste in November van datzelfde jaarvertrekken. Een poging om uitstel te verkrijgen mislukte, de Ameri-kaansche regeering bleef onverzettelijk op haar stuk staan. Ongeveer terzelfder tijd maakte zij ook te Weenen ernstige bezwaren tegen de nit-rusting van een korps van vier duizend vrijwilligers, dat zich te Triest wildeinschepen om dienst te gaan nemen onder de vanen van den Mexi-caanschen keizer. Be Amerikaansche gezant te Weenen gaf te kennen,dat hij zijnen post zoude verlaten indien de vrijwilligers vertrokken ;de Oostenrijksche regeering belette daarop het vertrek.

Terugroeping Toen Napoleon III besloten had zijne troepen terug te roepender Fransche en Maximiliaan aan eigen krachten over te laten, trachtte hijtroepen.

een voorwendsel te vinden, waarmede hij de ware aanleiding totzijn besluit kon verbloemen. Hij achtte het voor zijne machtstellingeen te groote vernedering, te moeten zwichten voor de VereenigdeStaten dan dat hij dit openlijk wilde erkennen. Er moest noodzakelijk

Page 315: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

305

een zondebok worden gevonden, op wien de schuld kon worden ge-worpen der mislukking van het Mexicaansche plan ; want dat metde terugroeping van de Fransche troepen het Mexicaansche kaartenhuisonverwijld ineen zoude vallen , was voor iedereen duidelijk, die de toe-standen kende. De zwakste loopt bij zulke gelegenheden altijd het gevaarom het kind van de rekening te worden; zoo ging het ook Mer. Doorden keizer vau Mexico aansprakelijk te stelleu voor de hem door deVereenigde Staten afgeperste beslissing , redde Napoleon III zich, al-thaw schijnbaar, tegenover de openbare meening in Europa, en bij deaf hankelijke stelling van Maximiliaan duchtte hij van diens zijde geenopenbaar verzet , noch tegenspraak. Keizer Maximiliaan had op dendag zijner plechtige uitroeping tot keizer, to Miramar een overeenkomstgeteekend , waarbij Frankrijk zich verbond zijne troepen nit Mexicoterug te roepen naarmate de keizer zijne Mexicaansche troepen in zulkeen toestand had gebracht , dat zij in staat waren de Fransche troepente vervangeu. Het vreemdenlegioen in Franschen dienst zoude in Mexicoblijven, in elk geval nog zes jaren na het vertrek der Fransche troepen.Hiertegenover had de keizer verschillende geldelijke verplichtingen opzich genomen ten opzichte van het onderhoud en de soldij der Fran-sche troepen. De Fransche regeering betoogde nu, dat de keizer vanMexico ten opzichte zijner geldelijke verplichtingen iu gebreke wasgebleven, en dat zij derhalve ook ontheven was van hare verplichtingenten opzichte van het verblijf der Fransche troepen. Nu de voorwaarden,waaronder de bijstand van Fransche troepen was verleend, Diet vervuldwaren, kon deze bijstand niet verder voortduren. Zoo spoedig mogelijkzouden de Fransche troepen dan ook Mexico ontruimen. Een buiten-gewoon gezant, Saillard, werd door Napoleon III naar Mexico gezondenom deze treurmare aan Maximiliaan over te brengen. Doze was tenhoogste geergerd, toeu hij de plannen van Napoleon TIT had vernomen ;wat de niet-nakoming der geldelijke verplichting betrof, , was de be-schuldiging wel niet geheel onjuist , maar zeer hoog opgeschroefd.Mexico had toch inderdaad hare geldelijke verplichtingen in deze opzichten,zoo goed als zij dit vermocht vervuld ; aan de to vorderen betalingenontbrak slechts een betrekkelijk gering bedrag. Ann de andere zijdewas ook Napoleon III niet volkomen trouw gebleven aan enkele be-palingen van het verdrag van Miramar, de getalsterkte der beloofdebezettingstroepen had hij eigenmachtig verminderd. Het leek dus eenzeer weinig behoorlijke handelwijze om, onder deze omstandigheden, zich

Page 316: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

306

plotseling aan verplichtingen te onttrekken, van welker vervulling betvoortbestaan van het Mexicaansche keizerrijk af hing , en voor keizerMaximiliaan , die niet wist dat de regeering te Washington Napoleon IIIhet mes op de keel had gezet, was het een uiterst grievende gewaar-wording te worden in den steek gelaten in eeu gevaarlijke stellingdoor den man, op wiens verzoek en aandrang die stelling was aanvaard.Napoleon 111, die zelf eenigszins verlegen was met de rol die hij ge-dwongen werd te spelen , poogde thaw de zaken in zoodanige richtingte sturen , dat Maximiliaan zich genoopt zoude zien afstand te doenvan den troon ; met het oog op de Fransche belangen moest Miter deterugkeer van Juarez, die met den bittersten haat tegen de Franscheoverweldigers bezield was, tot elken prijs worden verhinderd hijhoopte derhalve dat een der vele Mexicaansche staatkundige geluk-zoekers zich tot president der republiek zoude weten te doen verheffen, teneinde dan met hem een overeeukomst te kunnen sluiten aaugaande degeldelijke belangen van Frankrijk, voor het vertrek der Fransche troepen.Deze berekening faalde echter ten eenenmale ; pogingen van uit deVereenigde Staten door een paar uitgeweken Mexicaansche staatsliedengedaan om zich tegenover Juarez te stellen — wiens presidentschapvolgens de Mexicaansche grondwet was afgeloopen — mislukten vol-komen , de Mexicaansche republikeinen bewilligden stilzwijgend in deverlenging van Juarez' presidentschap, al ontbrak ook de mrelijkheidom hiervoor de wettelijke goedkeuring te verkrijgen. Ann de anderezijde wilde Maximiliaan van geen afstand weten , hij gevoelde zich teveel vorst en Habsburger om aan Europa het schouwspel to willengeven van eon keizer die, omdat hij op de belofteu , hem door eenBonaparte gedaan , had vertrouwd en deze hem in weerwil van allegedane beloften aan zijn lot had overgelaten, zonder kroon in zijnvaderland terugkeerde. Hij wilde den schijn aannemen van zich zeer goedto kunnen handhaven als keizer, ook zonder de Fransche troepen, engeheel te vertrouwen op de Mexicaansche bevolking ; zijne vurige ver-beelding voerde hem zelfs zoo ver, dat hij zelf half scheen to ge-looven dat zijn troon ook zonder buitenlandschen steun vast zoudekunnen blijven staan. Hij meende echter wel te doen met zich nu toomringen met personen, op wie hij volkomen kon vertrouwen; hij brachtderbalve een verandering in zijn ministerie, dat tot nog toe uit liberalenen conservatieven had bestaan en verving de eersten door de laatsten.De regeling van de Mexicaansche krijgsmacht werd met ernst ter hand

Page 317: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

307

genomen, terwijl tevens alle pogingen in het werk werden gesteldom in den ellendigen financieelen toestand verbetering aan te brengen.Maar bij het volbrengen dezer dubbele taak wachtten den keizer dede bitterste teleurstellingen.

Bij de onzekerheid, waarin Maximiliaan verkeerde omtrent de be-weegredenen van Napoleon III, begon hij de houding van den maar-schalk Bazaine te wantrouwen en vatte hij de meening op, dat dezebevelhebber zijn eigen voordeel in Mexico zocht en Napoleon ITTdoor onjuiste voorstellingen op een dwaalspoor bracht. Hij beslootdaarom zelf eel afgevaardigde naar Parijs te zenden, die den Keizervolledig en juist omtrent de toestanden in Mexico zoude kunnen in-lichten. Hij koos daartoe den generaal Almonte, die lid van het regent-schap was geweest, dat voor zijne komst de teugels van het bewindhad gevoerd. Zijn last was oin zoo mogelijk een overeenkomst metFrankrijk te sluiten, waarbij het vertrek der Fransche troepen werduitgesteld en eenige financieele stein aan de keizerlijke regeering werdtoegezegd. Be fransche minister van Buitenlandsche Zaken, Drouinde L'huys, gaf dadelijk te keunen dat dit voorstel geheel onaannemelijkwas en dat de Fransche gezant te Mexico de voorwaarden voor eennieuwe overeenkomst tusschen de beide staten zoude mededeelen. Dezevoorwaarden waren zoo bezwarend voor Mexico, dat Maximiliaan nuinderdaad alle hoop verloor en er ernstig toe begon over te hellen omafstand te doen van den troon. Zijne eerzuchtige gemalin kon zichevenwel met het vooruitzicht om de vurig gewenschte kroon reeds natwee jaren te moeten atleggen , zoo slecht verzoenen , dat zij harengemaal bezwoer ona dit denkbeeld ter zijde te stellen en aanbood omzelve het uiterste te wagen, ten einde de kroon te behouden. Zij ver-klaarde zich bereid persoonlijk naar Europa te gaan , en te trachtenkeizer Napoleon III tot audere denkbeelden over te halen.

Op 8 Juli 1866 verliet keizerin Charlotte de hoofdstad van haarrijk, om zich te Vera Cruz in te schepen op een Fransche stoomboot,die den 10den Augustus te St. Nazaire binnenstoomde. Van daar spoordede keizerin onmiddellijk naar Parijs ; Napoleon III had haar uitge-noodigd om in de Tuilerieen af te stappen, doch zij gaf de voorkeuraan het verblijf in een logement, en verzocht dadelijk den keizer omhaar een mondeling onderhoud te willen toestaan. Napoleon III, toen-maals zeer ter neder geslagen door de gebeurtenissen in Duitschland, was

Reis der Kei-zerin naarEuropa.

Page 318: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

308

door het onwelkome bezoek niet weinig ontstemd en liet door den ministerDrouin de L'huys aan de keizerin weten, dat hij wegens zijnen slechtengezondheidstoestand haar, tot zijn groot leedwezen, niet kon ontvangen.Charlotte haastte zich, in weerwil van deze mededeeling, naar het kasteelSt. Cloud, waar de keizerlijke familie zich destijds ophield en liet den keizerweten, dat zij den drempel van het huis niet weer zoude overschrijden,voor zij hem gesproken had. Het onderhoud had plaats, buiten detegenwoordigheid van een derde. Men heeft beweerd dat het tot eenheftig tooneel tusschen de beide vorstelijke personen kwam, waarbij dekeizerin den keizer met de scherpste verwijtingen overlaadde en dezezijnerzijds verklaarde, niets meer voor Maxinailiaan te kunnen doen.Dat het onderhoud geen verandering in Napoleon's plannen bracht,bleek voldoende door de volgende gebeurtenissen. Napoleon III enEugenie brachten Charlotte nog een tegenbezoek in haar logement,waarna deze 23 Augustus Parijs verliet om zich naar Rome te be-geven. Gedurende de reis bleek het, dat de zenuwachtige overspanning,waarin de keizerin rinds haar vertrek uit Mexico verkeerde, hare ge-zondheid zoo sterk aangetast had, dat rust onontbeerlijk was. Op raadvan haren geneesheer vertoefde zij eenige weken te Miramar, voordatzij hare reis voortzette. Den 25 8ten September vertrok zij, schijnbaarhersteld, naar Rome, waar zij twee dagen later een langdurig onder-houd met Pius IX had over de kerkelijke toestanden van Mexico.Teruggekeerd in haar logement, deed zij door hare zonderlingehouding en vreemde uitingen bij hare omgeving het vermoeden rijzen,dat hare geestvermogens gekrenkt waren. Dit vermoeden bleek spoedigwaarheid te zijn ; zij werd door een aanval van vervolgingswaanzinaangetast, verhaalde aan iedereen dat men haar in Frankrijk had willenvergiftigen en liet aan den Paus weten, dat de personen van haar gevolghaar naar het leven stonden. Zij verliet daarna ijlings, met een hofdame,haar logement en vluchtte naar het Vaticaan, waar zij onder de bescher-ming van den Paus beweerde alleen veilig te zijn. Kardinaal Antonellizond dadelijk bericht van den treurigen toestand, waarin zich dekeizerin beyond, aan hare bloedverwanten te Brussel ; haar broeder deGraaf van Vlaanderen kwam onmiddellijk over en geleidde haar naarMiramar. Aanvankelijk vleide men zich, dat de deerniswaardige toe-stand waarin zij verkeerde voorbijgaand zoude zijn, dock later bleek hetmeer en meer dat zij geheel krankzinnig was geworden; zij werd naarBelgie overgebracht, waar alle middelen tot hare genezing beproefd, faalden.

Page 319: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

309

Gedurende de afwezigheid der keizerin werd de toestand in Mexico lietKeizerrijksmtoertrhalnadnvoor den keizer steeds hopeloozer. Reeds your haar vertrek was de Ti

belangrijke vesting en handelplaats Matamoras in handen der aau- "11.

hangers van Juarez gevallen , terwijl een belangrijke geldzending nitdeze stad , die door 2,000 man Mexicaansche troepen gedekt werd, teSanta Gertrudis door overrompeling werd buit gemaakt. Bazainescheen onwillig om langer aanvallend op te treden , zoodat de Noorde-lijke provincien langzamerhand geheel voor den keizer verloren gingen,terwijl ook in andere deelen van het keizerrijk de republikeinen meeren rneer het hoofd opstaken. Maximiliaan besloot thans , vooral opaanraden van een Duitsch geestelijke, pater Fischer, zijn aalmoezenier,dien hij later tot kabinetssecretaris benoemde, nog verder te gaan op denweg van aansluiting aan de conservatieve partij. In Juli vormde hijeen nieuw ministerie, waaruit alle gernatigde mannen werden geweerd;de portefeuilles van oorlog en nuancien werden aan Fransche generaalstoevertrouwd. Bazaine stelde dezen officieren den eisch om uit hetFransche leger te treden , doch k wam hierop terug ten gevolge vanMaximiliaan's dringende verzoeken. Be Amerikaansche regeering deedechter aan den Franschen gezant te Washington weten, dat het optredenvan Fransche officieren als Mexicaansche ministers een gevaar opleverdevoor de goede betrekkingen tusschen Frankrijk en de Vereenigde Staten.Dit was voor Napoleon III voldoende om to verklaren, dat de Franschegeneraals geen machtiging konden verkrijgen om ministerieele portefeuilleste aanvaarden. Bazaine werd dus gedwongen de reeds gegeven toestem-ming weder in te trekken , waarop de beide Franschen door Mexicanenwerden vervangen. Er word intusschen een nieuw e overeenkomst tus-schen Frankrijk en Mexico gesloten , die in de plaats van het verdragvan Miramar trad. Zij regelde uitsluitend de financieele verhoudingop een voor de Mexicaansche regeering hoogst bezwarende en zelfsvernederende voorwaarde. De opbrengst der inkomende rechten wordvoor de helft aan Fraukrijk afgestaan , dat door Fransche ambtenarenin de twee voornaamste havenplaatsen, Vera Cruz en Tampico, toezichtzoude laten uitoefeuen op de inning. Het bedrag der inkomenderechten en de wijze van heffing mocht door de Mexicaansche regeeringniet gewijzigd worden. Zoo zoude Mexico een voorname bron van in-komsten verliezen en daarenboven nog het recht cm zelfstandig zijnewetgeving vast te stellen.

Be Fransche troepen gingen iumiddels voort zich meer en meer

Page 320: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

310

uit de verder afgelegen posten terug te trekken, teneinde zich gereedte maken voor hun vertrek. In het Zuiden van Mexico werden dekeizerlijke troepen , waarvan een deel gedurende den strijd tot denvijand overliep, door den republikeinschen generaal Porfirio Diaz tottweemaal toe geslagen , waardoor ook Oajaca in handen van den vijandviel. Van alle zijden bedreigden de republikeinen thans het nog over-gebleven deel van Maximiliaan's keizerrijk.

De keizer beyond zich gedurende den herfst van 1866 in een toe-stand die aan vertwijfeling grensde ; uit Europa kwamen slechtsjobstijdingen ; de vernedering van Oostenrijk door Pruisen op deslagvelden van Boheme, die door den vrede van Praag haar beslag hadgekregen , de mislukking der pogingen door zijne gemalin te St. Cloudaangewend om Napoleon III tot andere gedachten te brengen, en ein-delijk de treurmare uit Rome, die hem de geesteskrankheid der keizerinberichtte. Zijn gezondheid had daarbij te lijden van het ongezonde kli-maat , zijne geneesheeren raadden hem dringend aan om van lucht toveranderen. Het denkbeeld om van zijnen troon afstand te doen ennaar Europa terug to keeren , drong zich meer en meer bij hem op.Den 21sten October verliet hij zijne hoofdstad met enkele vertrouwdenen begaf zich naar Orizaba, in het gebergte gelegen, niet ver van VeraCruz, waar een Oostenrijksch oorlogsschip in de haven gereed lag omhem aan boord te nemen. Terwijl hij naar Orizaba ging, reisde integenovergestelde richting een adjudant van Napoleon III, generaalCastelnau, die to Vera Cruz ontscheept was, naar Mexico, met een zeer ge-wichtigen last. Hij moest den keizer trachten over to halen om afstandte doen en zion te bewerken dat een republikeinsch bewind in zijne plaatsoptrad , in staat om Juarez to weren en gezind om met Frankrijk tenopzichte der geldelijke verplichtingen een voordeelige schikking te treffen.Met Bazaine en Dario, den Franschen gezant te Mexico, overlegdeCastelnau wat in de gegeven omstandigheden het beste was in Frank-rijk's belang. Men hoopte, door bemiddeling van de regeering derVereenigde Staten, een voorloopige regeering in het levee to roependie voor de Fransche belangen zoude zorgen. Over Maximiliaan's houdingwas men niet geheel gerust ; dat hij afstand van den troon zoude doenhield men voor zeker, maar men duchtte dat hij zich met Juarez inbetrekking zoude stellen en aan dezen zijn gezag zoude overdragen, inwelk geval Frankrijk elken invloed zoude verliezen. De vrees bleek in zooverre gegrond, dat alle Fransche plannen eerlang werden verijdeld door

Page 321: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

311

Maximiliaan. Na eeuige weken in stille afzondering te hebben door-gebracht op een landhoeve nabij Orizaba, verbeterde zijne gezondheidaanmerkelijk ; gedurende dit verblijf was hij bijna uitsluitend in aanrakinggeweest met zijnen kabinetsecretaris Fischer. Doze geestelijke was eenzeer slim man, die zijn geheele leven gestreefd had naar het spelenvan een groote rol. Als Zwabisch landverhuizer in Texas aangekomen,had hij daar den Katholieken godsdienst omhelsd en later zich alsordegeestelijke laten wijden. Vervolgens in Mexico gekomen, wist hijzich in de gunst des keizers in te dringen en langzamerhand door zijntalent en zijne groote behendigheid diens vertrouwen volledig te winnen.In Orizaba werd zijn invloed op den zwakken vorst zoo groot, dat dozezich geheel door zijne raadgevingen het leiden. Hij hield den keizersteeds voor, dat hij de Mexicaansche geestelijkheid en hare aanhangersniet mocht overlaten aan de wraak van Juarez, wat ongetwijfeld hetgeval zoude zijn wanneer hij Mexico verliet. Zijne plichteu als Katho-liek en als vorst zoude hij geheel verwaarloozen, indien hij zijn keizer-rijk en zijne getrouwe onderdanen thans in den steek liet. In dozenzelfden geest deden zich stemmen hooren van conservatieve Mexicanen,die wisten dat zij met het keizerrijk alles te verliezen hadden. Terwijldit alles reeds strekte om den aarzelenden keizer van zijn plan om dekroon neder to leggen to doen afzien , werd hij nog meer in dozerichtiug gedreven door de houding der Franschen. Het bleek hemmoor en moor dat het Fransche driemanschap te Mexico, Castelnau,Bazaine en Dano , op zijne belangen niet de minste acht meer sloegen hem als den afgedankten vorst beschouwde, dien men zoo spoedigmogelijk wenschte te zien aftrekken , opdat de Franschen de handenvrij zouden hebben om in Mexico te handelen, zooals zij dit in hun be-bag achtten. In eon brief, waarin over de bijzondere belangen vanden keizer word gehandeld , schreven de Fransche heeren rondweg datzij, voor het geval de civiele lijst van den keizer niet voldoende bleekom de door hem gemaakte schulden te delgen , zij van de nieuweregeering van Mexico zouden trachten te verkrijgen, dat deze het ont-brekende bijpaste. Ook als hoofd der regeering had hij allerlei ver-nederingeu van de Franschen te lijden. De overeenkomst , waarbij deinkomende rechten te Tampico en te Vera Cruz voor de helft aanFrankrijk werden afgestaan , was no niet bekrachtigd , toeu de Fran-sche gezant te Vera Cruz — Tampico was reeds verloren gegaan aanJuarez — de ontvangerskantoren gewapenderhand deed bezetten en er

Page 322: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

312

de ambtenaren uit verdreef en door Franschen deed vervangen. Dezebehandeling van Fransche zijde griefde den vorst zeer; zijne omgevingdeed alles wat in haar vermogen was om het gebeurde zoo zwartmogelijk voor te stellen, teneinde zijne ergernis te vergrooten, en weeshem er dan op, dat hij het eenige middel in hander had om Frankrijkin zijne laaghartige plannen volledig te dwarsboomen, en dat was, inMexico te blijven. Het was Frankrijk alleen te doen om zijn eigenbelang ; om dit naar wensch te kunnen regelen was een nieuwe regee-ring noodig ; bleef de keizer op zijn troon, clan was Frankrijk schaak-mat genet, het kon dan wel zijne troepen terugtrek ken , wat het inelk geval toch zoude doen, maar de keizer zoude in zijn eigen land, indienhij zich maar in de armen der conservatieve partij wierp, soldaten ge-noeg vinden om den strijd tegen Juarez voort te zetten. Juist in diedagen keerden twee Mexicaansche generaals, Marquez en de bekendeoud-dictator Miramon, in Mexico terug ; zij waren de beste krijgsoverstenvan Mexico en zeer geliefd bij de conservatieve partij, die danook luide haar vreugde en haar vertrouwen in de toekomst uitsprak,nu Maximiliaan over de degens van deze twee ervaren mannen konbeschik ken.

Maximiliaan De lichtbewogen keizer werd door dit alles ten slotte tot de vastebesluit teyen. overtuigiug gebracht, dat het zijn plicht was den Mexicaanschen troon

niet te verlaten en dat zijne zaak ook zonder de Fransche troepen niethopeloos stond. Hij riep zijn ministerie (dat sinds Juli nit enkel con-servatieven bestond) met den staatsraad naar Orizaba tot een buiten-gewone samenkomst, waartoe ook maarschalk Bazaine genoodigd werd,dien de keizer niet durfde voorbijgaan , doch die zich verontschuldigde.De eerste minister Lares opende deze vergadering op 24 Novemberen legde haar de vraag voor of de keizer afstand moest doen. Destemming over deze vraag had tot uitslag, dat elf stemmen van dezeven-en-twintig zich vddr den afstand verklaarden , elf anderen ver-klaarden dat Been afstand moest plaats hebben voor dat de belangen ,bij de monarchic betrokken , verzekerd waren; de vijf overigen warenonvoorwaardelijk tegen elken afstand. Hoe weinig beslist de houdingdezer vergadering ook bleek te zijn, toch gaf zij bij Maximiliaan dendoorslag ; reeds den dag nadat zij zich had uitgesproken, verklaarde dekeizer de regeering te zullen blijven voeren. Bazaine was natuurlijkdoor deze mededeeling niet weinig ontstemd , hij had eenige hoop dat

Page 323: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

313

een Noord-Amerikaausch gezantschap, bestaande uit Sherman, den gene-raal die zich in den burgeroorlog beroemd had gemaakt en Campbell,dat door president Johnson uaar Mexico was gezonden om met Juarezte handelen over de herstelling van zijn bewind , aan de Fransche be-langen niet geheel vijandig zoude zijn , (loch toen de Amerikanen inde haven van Vera Cruz waren aangekomen en daar vernamen dat dekeizerlijke regeering nog altijd bestond , keerden zij onverwijld naarhun land terug.

Nauwelijks had Napoleon III het bericht ontvangen, dat Maximi-liaan geen afstand wilde doen maar in Mexico wilde blijven , of hijzond telegrafisch aan Bazaine den last om de Fransche troepen , hetvreemdenlegioen en ook de Oostenrijksche en Belgische vrijwilligers,indien zij het verlangden , naar Europa in to schepen. Bazaine hadgaarne voor het vertrek der Fransche troepen met de regeeringvan Juarez, wier volledige zegepraal hij voorzag , nadere verstand-houding aangeknoopt, doch dit gelukte hem niet. Ook had hij te vergeefsgetracht Maximiliaan nog tot troonsafstand te bewegen. Deze, dieweder in zijue hoofdstad was teruggekeerd , had een Junta bijeen-geroepen, waarin zijne voornaamste aan hangers zitting hadden en waarbijde maarschalk Bazaine tegenwoordig was. Zij moest eigenlijk de taakvervullen van eon nationaal congres , dat uitspraak had moeten doenover de vraag , of de Mexicanen het keizerrijk wenschten to hand-haven , maar dat niet bijeen kon komen, daar het grootste deel vanhet land in de onmogelijkheid was om vertegenwoordigers to zenden.In deze Junta gaf Bazaine als zijne overtuiging te kennen , dat hetkeizerrijk zoowel wegens militaire als wegens financieele overwegingenniet kon blijven gehandhaafd en dat de nieerderheid der Mexicanenaan den republikeinschen regeeringsvorm de voorkeur gaven. Achtleden der Junta verklaarden hiermede in to stemmen , acht anderen,waaronder de aartsbisschop Labastida, hielden zich buiten stemming, dezeventien overige gaven als hunne meening to kennen dat de keizergeen afstand moest doen, maar den strijd moest voortzetten. De meer-derheid , hoe goring ook , was dus voor het keizerrijk , en Maximiliaan,die vooraf beloofd had onvoorwaardelijk de meerderheid te zullen volgen,rekende zich nu gebonden om tot het laatste toe als keizer te volharden.

De ontruiming van Mexico door de Fransche troepen begon thans ; Vertrek dervan de Fransche zijde toonde men weinig ontzag voor de keizerlijke Fransche

troepen.

Page 324: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

314

regeering. De door de Franschen ontruimde posten vielen bijna alledadelijk in handen van de volgelingeu van Juarez ; er werd zelfs be-weerd dat de oorlogsvoorraad niet eeus vernield werd, zoodat deze dusden vijand in handen viel. Aan de andere zijde verluidde het dat deFransche maarschalk, die in de citadel van Mexico het overschot vanden wapenvoorraad, dat niet naar Frankrijk kon vervoerd worden,moest doen vernietigen , daarbij ook een menigte oorlogstuig wildedoen verdwijnen, dat aan de Mexicaansche regeering behoorde. Ditlaatste gerucht werd zoo algemeen geloofd , dat de keizer zelf incog-nito naar de citadel ging om den toestand aldaar op te nemen eninderdaad moest ontwaren hoe stuk ken geschut , wapens en patrouen ,die voor hem van groote waarde waren , door de Franschen onbruikbaarwerden gemaakt zonder dat viel uit te maken aan wien dit alles toe-behoorde. Nog op andere wijze toonde Bazaine zijne onvriendschap-pelijke gezindheid tegenover de keizerlijke regeering. In het Mexi-caansche leger hadden vele Fransche soldaten dienst genomen , demaarschalk herinnerde, in cell circulaire, deze Franschen aan de bestaandewettelijke bepalingen die aan elken Franschrnan verboden in vreemdenkrijgsdienst te treden zonder toesternming van zijne regeering, en ver-klaarde tegelijk dat aan dienstplichtige Franschen deze toestemmingniet zoude gegeven worden. De verhouding tusschen Maximiliaanen Bazaine werd steeds meer gespannen ; een afscheidsaudientie voorzijn vertrek werd aan den maarschalk geweigerd. In de proclamatieaan de bevolking , waarmede Bazaine van Mexico afscheid nam , ver-klaarde hij dat het nooit de bedoeling van Frankrijk was geweest omaan de Mexicanen een bepaalden regeeringsvorm op te dringen. Dedubbelhartige staatkunde van Napoleon III in Mexico eindigde metde verkondiging van de meest onbeschaamde leugen. Bazaine liet ,na Mexico verlaten te hebben, zijne troepen op vier naijlen afstand vande stad halt houden ; waarschijnlijk vleide hij zich dat de keizer nogop het laatste oogenblik zoude inzien, dat het een dwaasheid was nahet vertrek der Fransche troepen te blijven, en dat hij zich bij deterugtrekkende troepen zoude voegen, om met hen naar Europa terugte keeren. Toen den maarschalk te Vera Cruz het bericht bereiktevan een nederlaag der keizerlijke troepen te San Jacinto, beproefde hijnog eens den keizer te bewegen om zijn rijk te verlaten, doch tevergeefs. Na de stad Vera Cruz zoo goed mogelijk in verdedigbarentoestand te hebben gebracht en haar vervolgens aan de keizerlijke

Page 325: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

315

troepen te hebben overgegeveu, scheepte hij zich op 11 Maart in. InFrankrijk teruggekeerd, word hij aanvankelijk met groote koelheiddoor den keizer outvangen. Men wilde te Parijs nog niet erkennendat men voor de Vereenigde Staten van Amerika had moeten buigenen trachtte de openbare meening nu in den waan brengen, dat Bazainedoor zijn slecht beleid de Mexicaansche zaken had in de war gestuurd.Toen het kabinet te Washington eenigen tijd later de diplomatiekebescheiden over de Mexicaansche zaak openbaar maakte, bleek hetechter duidelijk dat het de Amerikaansche regeering alleen was ge-weest, die Frankrijk gedwongen had een onderneming op to geven dieaan de schatkist moor dan driehonderd millioen francs had gekost,vele duizenden Frauschen eon ontijdigen dood had doen vinden en hetnationaal vermogen niet onbelangrijk had benadeeld. De leeningenvan het Mexicaansche keizerrijk toch voor het grootste gedeelte inFrankrijk geplaatst , werden , na den val van Maximiliaan , door derepu blikeinsche regeering niet erkend.

Van ale fouten die Napoleon III gedurende zijne regeering heeftbegaan , was de Mexicaansche onderneming zeker de grootste, en ophaar kan men gerust het bekende gezegde van Talleyrand over eender daden van Napoleon I toepassen , dat zij tevens een misdaad was.

Het Mexieaansche treurspel naderde nu zijne ontknooping , alleen Ondergangvan hethetpoicoedi"V _het bloedige laatste bedrijf moest nog afgespeeld worden. "Vadat de rr

-Fransche troepen waren vertrokken was Maximiliaan's keizerrijk spoedig van Maximiliaan.

beperkt tot een zeer kleiu deel van Mexico. De hoofdstad en harenaaste omgeving was nog in zijn bezit , voorts Vera Cruz, Pueblaen het zeer keizersgezinde Queretaro. Met uitzondering van doze stedenen enkele kleine posten van minder beteekenis, was Juarez overalmeester, hij kon beschikken over eon legertnacht van ongeveer zestigduizend man. Maximiliaan kon ternauwernood op het derde van ditgetal rekeneu en was daarenboven nog in de onmogelijkheid om ditkleine leger te betalen. De voornaamste bron van inkomsten, de in-komende rechten te Vera Cruz, werden voor het grootste deel ten batevan Frankrijk geind, de overige belastingen kwamen niet moor in ofbrachten weinig op, een binnenlandsche leening word uitgeschreven ,dock zij mislukte geheel. Onder de conservatieve aanhangers van Maxi-miliaan waren vele zeer vermogenden , maar geen hunner had genoegvertrouwen in het keizerlijk bewind om het geld to durven voor-

II

Page 326: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

316

schieten. Er moest derhalve tot gedwongen leeningen worden over-gegaan , een middel in Mexico niet onbekend en vroeger door de ver-schillende regeeringen geregeld in practijk gebracht, maar dat Maxi-miliaan zeer tegen de borst stuitte. Hij begreep dat deze toestand nietkon voortduren ; een beleg van de hoofdstad zoude een ramp wordenvan onafzienhare gevolgen en daarenboven een groot gevaar voor deregeering, die door de bevolking aansprakelijk zoude worden gesteldvoor de ellende die te wachten was. Verdediging met hoop op ontzetwas toch onmogelijk. De ministers sloegen Maximiliaan voor, om zichzelf aan het hoofd van het leger te stellen en daarmede naar hethem zeer verknochte Queretaro te trekken. Blijkbaar wilden zij lieverdat daar de onvermijdelijke eindbeslissing viel, dan in de hoofdstad.

Wat Maximiliaan tot dezen tocht naar Queretaro deed besluiten isniet met zekerheid te zeggen. Vermoedelijk greep hij het voorstelaan, allereerst om zijne hoofdstad to kunnen verlaten, waar hij nietzeker was van de bevolking, en voorts schijnt hij de onbestemde hoopte hebben gehad om te Queretaro, aan het hoofd van zijn leger, alleen,zonder ministers en andere raadslieden , de gelegenheid te kunnenvinden om met Juarez een eervoi verdrag aan te gaan. Mislukte dit,dan wilde hij het liefst met den degen in de hand aan het hoofd vanzijne troepen den heldendood sterven. Gedurende het beleg van Queretarotoonde hij dan ook de grootste doodsverachting en gaf hij bij sommigegelegenheden niet onduidelijk te kennen het te betreuren dat de vijan-delijke kogels hem spaarden. Europeanen had hij te Queretaro nietbij zich dan alleen zijn Duitschen lijfarts en een oud officier van hetOostenrijksche leger, Vorst Salm , een lichtzinnig man , die een zeerbewogen leven achter zich had. De geheele omgeving bestondverder uit Mexicanen; ook de geheele legermacht, want de Europeeschesoldaten waren in Mexico achtergelaten, vermoedelijk om de daar aan-wezige troepen en zoo noodig ook de burgerij te kunnen in bedwanghouden. De drie voornaamste Mexicaansche geueraals, Miramon, Mejiaen Marquez, bevonden zich bij den keizer; van deze drie was echterMejia de eenige op wien hij onbepaald kon vertrouwen.

Maximiliaan ontwikkelde te Queretaro alle zijne goede hoedanig-lieden: persoonlijke moed, toewijding aan zijne zaak en hare verdedigers,onvermoeide werkzaamheid. Iiij was voortdurend bij zijne troepen,ging hen voor in den strijd, deelde hunue ontberingen , zorgde per-soonlijk voor de verpleging van zieken en gewonden. Queretaro was

Page 327: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

317

een open stad met een bevolking van veertig duizend menschen ,oorlogsvoorraad was er slechts in geringe mate voorhanden. Men begonmet al het beschikbare metaal tot kogels te vergieten , de ijzerenleuningen der balkonvensters , de zinken daken der groote gebouwen ,tot zelfs de kerkklokken , verdwenen in den smeltkroes. In een derkloosters werd eeu buskruitfabriek opgerieht, terwijl in allerijl aardenversterkingen om de stad werden opgeworpen , zoodat zij tegen een on-verhoedschen aanval beveiligd was. Het duurde niet lang of de stad wasgeheel ingeslotcn. Er werd toen besloten dat geueraal Marquez meteen afdeeling ruiterij pogen zoude om naar Mexico door te dringen, teneinde van daar met de geheele Mexicaansche legermacht het ontzetvan Queretaro te beproeven. Marquez, die door Maximiliaan tot zijnstadliouder in Mexico werd benoemd, slaagde in zijne onderneming enbereikte, 27 Maart, de hoofdstad ; in plaats van naar Queretaro terugte trekken trok hij echter met zijn leger naar Puebla, dat door denJuaristischen generaal Porfirio Diaz werd belegerd. Onderweg vernamhij reeds dat Puebla zieh had overgegeven ; hij wilde toen "mar Mexicoterugkeeren doch werd door den vijand achterhaald, die bij San Lorenzozijne geheele krijgsmacht vernietigde en uiteen dreef, hij ontkwamzelf ter nauwernood met drie honderd man ; zijn geschut had hijin een rivier moeten werpen, ten einde te beletten dat het in handenvan den vijand viel. Van elke poging tot ontzet van Queretaro moestnu worden afgezien ; Marquez bleef in Mexico en werd daar ook spoedigdoor de Juaristische troepen geheel omsingeld. In Queretaro hield debezetting onder de persoonlijke aanvoering des keizers zich voortreffelijk.Bij verschillende uitvallen behaalde zij schitterende overwinningen opden vijand ; deze bepaalde zich clan ook langzamerhand tot een afslui-ting van alle wegen die naar de stad voerden, en yenned zooveel mo-gelijk den strijd. De honger deed zich spoedig in Queretaro yodel,de arme bevolking iced ontzettend , gevallen van dood door gebrekaan levensmiddelen kwamen veelvuldig voor. Maximiliaan besloot inden aauvang van Mei de stad , die niet langer te houden was, teverlaten. De nacht van den 14den Mei was voor den uittocht bepaald,doch in dienzelfden nacht werd de stad door de belegeraars overrompeld,die zich den toegang binnen hare muren zagen openen door eenadjudant van den keizer, Lopez. Deze verrader, die eenige uren voorzijn verraad nog een eereteeken van den keizer had ontvangen , dat dezehem persoonlijk op de borst had geheeht , had alles zoo slim bekon-

Page 328: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

318

keld dat , zonder een geweerschot , de belangrijkste gebouwen derstad, ook dat waarin de keizer zijn verblijf hield, in handers van denvijand vielen. Maximiliaan kon nog ontvluchten buiten de stad,doch werd door zijne troepen en de meesten zijner officieren verlaten.Met de kleine schaar der hem trouw geblevenen was het echter on-mogelijk zich door de vijandelijke benden heen te slaan. Hij gaf zichderhalve over onder de voorwaarden, dat aan zijne persoonlijke dienarenBeen Teed zoude worden gedaan , dat zijne soldaten zouden behandeldworden met die verschooning waarop hunne dapperheid hun rechtg.af en dat, zoo er een offer moest vallen , men hem zoude kiezen ,doch zijne aanhangers zoude sparen. Toen hij hierop naar den be-velhebber der belegeringstroepen , Escobedo, werd geleid , verklaardedeze dat hij over de gestelde voorwaarden niet kon beslissen , dochhet welmeenen van zijne regeering, die thans in San Luis gevestigdwas, moest inwinnen.

Tegelijk met den keizer werden vijftien generaals en nog driehonderdvijf-en-zeventig officieren gevangen genomen. Alles wat zij bezatenwerd hull ontroofd. Juarez die, nadat hij het gebeurde vernomenhad, zich wel eenigszins schaamde over de wijze waarop hij in hetbezit der stad was gekomen, liet aan de regeering te Washington weten,dat hij haar met geweld van wapenen had veroverd.

Maximiliaan werd, een week na zijne gevangenneming, naar een Capu-cijner klooster te Queretaro gebracht, waar hem de eerste dagen eenkelderkamer, doch later een behoorlijk vertrek tot verblijfplaats werdaangewezen. Volgens de bestaande wet had Escobedo hem zondereenigen vorm van proces kunnen laten doodschieten, doch hij wenschteaan de regeering te San Luis de beslissing over te laten en dezegaf bevel, dat de keizer met de generaals Miramon en Mejiavoor een krijgsraad zoude worden terechtgesteld. Aan den fiscaalwerd opgedragen de aanklacht tegen de beschuldigden op te stellenen hen te verhooren. Maximiliaan weigerde echter op de gedanevragen te antwoorden en beweerde dat de daden , waarvan hij beschul-digd werd een staatkundig karakter hadden , en dus niet door denkrijgsraad konden worden onderzocht. Ook verzocht hij zich vanrechtsgeleerden bijstand tot zijne verdediging te mogen bedienen , het-geen werd toegestaan , waarop hij door middel van den Pruisischengezant drie der meest bekende advokaten uit Mexico deed ontbieden.Deze kwamen met den gezant, Baron Magnus, op 4 Juni in Queretaro

Page 329: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

319

aan. Twee hunner begaven zich naar San Luis, om den president per-soonlijk in het belang van hunnen client te spreken , (loch het bleekhun weldra, dat zoowel van Juarez als van zijnen minister Lerdo weinigte hopen viel. De republikeinsche partij eischte een streng vonnis. Welis waar had Juarez, in April, toen de aanstaande val van Queretaro voorniemand meer twijfelachtig was, een brief van de regeering der Ver-eenigde Staten ontvangen , wa,arbij deze haar verlangen te kennen gaf,dat de aartshertog en zijne aanhaugers, indict' zij in handen van derepublikeiusche troepen vielen ads gewone krijgsgevangenen zoudenbehandeld worden , maar dit schrijven had een zeer verkeerden indrukgemaakt. Juarez was over de inmenging der regeering van Washington,vooral nu deze in bevelenden vorm was geschied, eenigszins verstoord,en hij liet aan den Amerikaanschen gezant Campbell antwoorden , datvan een behandeling als kriigsgevangene geen sprake kon zijn.

Na de gevangenneming van Maximiliaan zond Seward, op verzoek derOostenrijksche regeering en aangemoedigd door de openbare meeningin -Noord-Amerika, die haar medelijden met den gevallen keizer titansluid uitsprak, aim den gezant , die zich te Nieuw-Orleans beyond,bevel om zich onmiddellijk naar San Luis te begeven en bij Juarezstappen te doen om den keizer te redden. Misschien zoude een per-soonlijk en krachtig optreden van den Amerikaanschen gezant hetdoodvonnis of althans de uitvoering daarvan hebben belet, de Ver-eenigde Staten toch waren de eenige vreemde macht die Juarezmoest outzien. Campbell die, naar het schijnt, zeer vooringenomenwas tegen Maximiliaan , onttrok zich evenwel op onverantwoordelijkewijze aan den hem gegeven last, bleef, , onder allerlei onbeteekenendevoorwendsels, rustig te Nieuw-Orleans, en nam eiudelijk wegens gezond-heidsredenen zijn ontslag als gezant. Van de tusschenkotnst der Euro-peesche mogendheden was natuurlijk niets te hopen. De Pruisischegezant deed nog een laatste poging en verzekerde Juarez, dat zijn be-wind door geheel Europa zoude worden erkend, indien hij den keizerspaarde , maar deze toezegging bleek voor de Mexicaansche regeeringgeen waarde te bezitten. Reeds vooraf stolid het bij Juarez en zijneministers vast, dat Maximiliaan zoude worden ter dood veroordeelddat het vonnis zoude worden uitgevoerd. De ongelukkige vorst wasdan ook geen oogenblik in twijfel omtrent het lot dat hem wachtte.Plannen om te ontvluchten , door Vorst Salm en diens gemalin ,een uit Canada geboortige vrouw, , van avontuurlijken aanleg , met

Page 330: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

320

weinig voorzorg beraamd , kwamen niet eens tot een begin van uit-voering. Den 13den Mei kwarn de krijgsraad bijeen, in den schouw-burg te Queretaro, en begon de terechtzitting. Maximiliaan verklaardedat hij in geen geval voor zijne rechters wilde verschijnen; men zoudenimmer kunnen zeggen dat een Habsburger als beklaagde op een too-neel had gestaan. Een verklaring van zijn geneesheer, , dat zijnegezondheid hem verbood zijne kamer te verlaten , werd als voldoendereden zijner afwezigheid door de rechters aangenomen.

De krijgsraad bestond voor het meerendeel uit jouge officieren , diehet vonnis meer als een regeeringsrnaatregel beschouwden dan als eenrechterlijke uitspraak. Het was trouwens niet te ontkennen dat dedrie aangeklaagden volgens de Mexicaansche wet schuldig waren, in-dien men ten minste aannam , dat het bewind van Juarez gedurende delaatste jaren voortdurend het eenig wettige in Mexico was geweest.De verdedigers wezen dan ook voornamelijk op de persoonlijke hoe-danigheden der beschuldigden hunne menschelijkheid in den burger-oorlog , hunne liefde voor hun land ; in de zaak van den keizer werd

mdoor de advocaten allereerst bezwaar gemaakt tegen de bevoegdheidvan den militairen rechter, verder liep hun pleidooi vooral over de be-schuldiging, dat Maximiliaan slechts een werktuig van Frankrijk wasgeweest, en over de onge] ukkige wet van October 1865, die een voor-name plaats in de beschuldiging innam. Van deze wet werd beweerddat zij op Bazaine's aanstoken was uitgevaardigd en dat de keizer nooiteen verzoek om gratie geweigerd had. Ten slotte betoogden zij dat,indien er misdrijven door Maximiliaan waren gepleegd, dit staatkundigemisdrijven waren, die niet met den flood konden worden gestraft,omdat door de Mexicaansche grondwet van 1857 de doodstraf voor staat-kundige misdrijven was afgeschaft. Nog beriepen de verdedigers zich opde milde behandeling van den president der Zuidelijke staten , JeffersonDavis , door de Noordelijken ; deze was veel schuldiger dan Maximi-liaan, hij had zelf den burgeroorlog ontstoken , terwijl Maximiliaan zichaan het hoofd van een der partijen in een bestaanden burgeroorloghad doen plaatsen. Bij de beantwoording der advocaten legde de fiscaalde akte van afstand van den keizer over, om daaruit to bewijzen dathij door het aauwijzen van een regentschap de bedoeling had om denburgeroorlog te doen voortduren , ook na zijne gevangenneming. Inwarme en welsprekende bewoordingen kwamen de beide verdedigers vanMaximiliaan er tegen op , dat in den tweeden termijn nog zulke

Page 331: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

321

gewichtige stukken , als bewijzen van schuld , werden te berde ge-bracht.

Het doodvonnis word op 14 Juli over de drie beklaagden uitgesproken,twee dagen later werd het door den bevelvoerenden generaal Escobedobevestigd, die de uitvoering op denzelfden dag gelastte. De veroor-deelden werden hiervan in kennis gesteld en stonden des namiddagsgereed om to worden weggebracht naar de gerechtplaats , toen hun ,na een uur wachten , werd bericht, dat de voltrekking van het dood-vonnis drie dagen was uitgesteld. Dit uitstel was een gevolg van debemoeiingen van den Pruisischen gezant , Baron Magnus, te San Luisbij den president Juarez, die, na vergeefsche pogingen om het levenvan Maximiliaan te redden, alleen een uitstel kon verwerven , waardoorhij de gelegenheid kreeg persoonlijk van den keizer eenige beschikkingente vernemen , die niemand antlers ontvangen kon , omdat de Oostenrijk-sche en Belgische gezanten door de militaire gezaghebbenden uit Queretarowaren verwijderd. Ook de twee verdedigers, die te San Luis waren ge-bleven , beijverden zich om alle mid.delen to beproeven ten einde den presi-dent tot begenadiging to bewegen. Hij was echter onverbiddelijk. Hetschijnt dat de voornaamste grond waarom door den president en door zijneaanhangers de uitvoering van het vounis word doorgedreven, daarin ge-legen was, dat men zoodoende hoopte aan elke Europeesche tusschen-komst niet alleen in Mexico maar ook in andere Amerikaansehe statenin de toekomst voor good eon einde to maken. Keerde Maximiliaanin Europa terug, dan , zoo vreesde men, zoude een of ander Euro-peesch vorstenzoon vroeg of laat zich wel weder laten overreden omeon soortgelijk avontuur to beproeven. Viol hij daarentegen als mis-dadiger, dan zoude deze gewelddadige dood ongetwijfeld ziju afschrik-wekkenden invloed doen gevoelen. In de drie dagen , die voor deterechtstelling verliepen , word het uiterste nog beproefd tot reddingvan den ongelukkigen vorst , clodh alles was vruchteloos. Op den19 Juli , in den vroegen morgen , had de terechtstelling plaats. Menhad gemeend de bitterheid der laatste dagen van den ongelukkigenvorst nog eenigszins te verzachten door hem, in strijd met de waar-heid , mode te deelen , dat zijne gemalin door den dood nit haar lijdenverlost was. Zijne houding was tot het laatste oogenblik manmoedigon waardig. Miramon en Mejia werden tegelijk met hem ter straf-plaats gevoerd , de drie veroordeelden werden op een heuvel, waarvanmen de geheele stad kon overzien, tegen eon muur geplaatst on daar

Page 332: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

322

door een peleton soldaten doorschoten. Het lijk van den keizer werdgebalsemd en eenige maanden later uitgeleverd aan den keizer vanOostenrijk, die den vice-admiraal Tegethoff met een oorlogschip naarVera Cruz had gezonden. Hetzelfde vaartuig dat den aartshertog naarMexico had gebracht, nadat hij de keizerskroon had aangenomen ,bracht ook zijne overblijfselen in zijn geboorteland terug.

De tijding van Maximiliaan's dood deed in geheel Europa een kreetvan afgrijzen opgaan. Zij die zijn avontuurlijk optreden haddenveroordeeld , bejammerden het toch dat de zwakke maar welmeenendeman zijne onberaden onderneming met den dood had moeten boeten. InParijs vooral, waar men maar al te zeer gevoelde dat Napoleon III een grootdeel droeg van de schuld, bracht de tijding van het gebeurde te Queretaroeen geweldigen schok teweeg. Men was daar echter te midden van degroote wereldtentoonstelling en de voor eenige dagen afgebroken feestroesoverstemde spoedig den treurigen indruk. hen der meest verspreideEuropeesche satirische weekbladen stelde in die dagen keizer Napoleon IIIals Macbeth voor, die te midden van den feestmaaltijd den geest vanBauquo (Maximiliaan) ziet opdagen.

Na Maximiliaan's dood was Juarez welhaast onbetwist opperhoofdvan Mexico. Marquez, die nog in het belegerde Mexico de keizerlijkevlag verdedigde , beproefde , nadat hij het bericht van de droevige ge-beurtenissen te Queretaro had ontvangen , de bevolking in den waarte brengen , dat de keizer op weg was om Mexico te ontzetten. Dewaarheid werd echter spoedig algemeen bekend. De Oosteurijksehe vrij-willigers weigerden toen langer aan den strijd deel te nemen. Marquezlegde hierop zijne waardigheden als stadhouder en opperbevelhebber neder.Zijn plaatsvervanger, generaal Tabera , trachtte met den aanvoerder vande belegeraars, Porfirio Diaz, een vergelijk te treffen, doch moest de stadten slotte op genade of ongenade overgeven. Zij werd echter vrijmenschelijk behandeld. Slechts drie personen werden ter dood gebracht,driehonderd aanhangers der keizerlijke regeering werden gevangen gezet,doch in den herfst weder losgelaten. Marquez wist zich verborgen tehouden en later naar Cuba te ontkomen. De Europeanen kondenongehinderd naar hun vaderland terugkeeren. 21 Juni was Mexicogevallen , acht dagen later gaf Vera Cruz, de laatste stad die nog inhet bezit der keizerlijken was, zich over. 15 Juli hield presidentJuarez zijn feestelijken intocht in de hoofdstad, aan het hoofd vaneen leper van 20,000 man. Alles wat nog aan de keizerlijke regee-

Page 333: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

323

ring herinnerde werd opgeruimd; hare laatste sporen werden weldrauitgewischt. Onder het onverschillig toezien der bevolking deed derepubliek weder hare intrede in Mexico; de Mexicanen waren aan om-wentelingen en veranderingen van regeering zoo gewoon geraakt, dat zijden nieuwen staat van zaken, zonder geestdrift, als jets voorbijgaandsaanvaardden. Een monarchale regeering verlangden zij niet terug, maarhet bewind van Juarez had niet de algemeene instemming. Wel werdhij in October tot president herkozen ; maar in de jaren 1868 en 1869hadden talrijke opstanden tegen hem plaats, die wederom in bloed e-sinoord werden , zoodat hij in 1871 nog op den presidentszetel was.Het was een eenige gebeurtenis in Mexico, dat een president zijn vollentermijn van vier jaren in bet ongestoord bezit van zijne waardigheidwas gebleven,

Page 334: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

VIJFDE HOOF DST UK.

VERDERE OPENING VAN OOST-AZI E.

Oost-Azi6 in 1858 scheen de „opening" van Oost-Azie een heel eind gevor-in 1858. derd. China had zich door geweld gedwongen gezien met Engeland

en Frankrijk , zoowel als met Rusland en de Vereenigde Staten, ver-dragen te sluiten , die het land voor den handel zoowel als voor degodsdienstprediking der christelijke volken wijd openzetten, en Japanhad evenmin weerstand kunnen bieden aan den aandrang der mogend-heden , die rimer toelating voor den vreemden handel eischten , ter-wijl in het zuidoostelijke schiereiland van Azie , in Achter-lndie , dewijze waarop daar den katholieken zendelingen hun werk werd belet ,geleid had tot een gewapend optreden van Frau krij k en Spanje , dattot de verovering van Toerane aan de kust van Annam had geleid.

Maar in het volgend jaar bleek het, dat eigenlijk niets bereikt was.In Japan begon de beweging tegen de vreemdelingen een gevaarlij kenkeer te nemen ; in Achter-Indie moest van voren af aan begonnenworden , in China eindelijk weigerde de regeering de afged wongentraktaten te erken nen en opende daarmede een strijd , waar van deuitslag niet twijfelachtig kon zijn . Was dat laatste alreeds het gevaltengevolge der ongeschiktheid van regeering en yolk om een strijdtegen de Westersche v ol ken vol te h oaden, thans was de verhoudingvan de k rachten der beide partijen ongelijker dan ooit, o mdat devreemdelingen op dat oogenblik geenszins de gevaarlijk ste vijanden derregeering waren. Want nog altijd was het midden van het rijk in demach t der Taipings , wier krachten in de laatste j aren eerder toe-dan afgeuomen waren, al konden h un leiders ook van dien tij de-lij ken voorspoed het rechte gebruik niet maken. Het gevolg was

Page 335: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

32,5

dat het land ten prooi bleef aan een verwoestenden burgeroorlog , aanwelken geen einde scheen te kunnen komen en die de vruchtbaarsteen welvarendste provincien van het rijk tot wildernissen maakte. Maarvoor de Chineesche regeering was dit geen beletsel voor een nieuwepoging om zich te onttrekken aan de verplichtingen, welke zij tegen-over de vreemdelingen had op zich genomen.

Reeds dadelijk na het sluiten en bekrachtigen van het verdrag van Nieuwe breuk

Tientsin was de Chineesche regeering begonnen allerlei bezwaren teen China en de

de uitvoering ervan op te werden. Met name toonde zij zich onge- mvoegrerailhdeednen.rust over de bepaling , welke het vestigen der vreemde gezanten inde hoofdstad des rijks verzekerde ; haar commissarissen beweerden metzulk een aandrang , dat dit met het prestige des keizers onvereenig-baar was, dat de Engelsche gezant , lord Elgin, zich bereid verklaardevan dat recht zoo weinig mogelijk gebruik te willen maken , als overi-gens bet traktaat goed werd nageleefd. Daar ten slotte de eischender bondgenooten op bijna alle punters werden ingewilligd , deelde hijdeze concessie aan de Chineesche regeering mede in zijn afscheidsnota,in Maart 1859, waarbij hij tevens de komst van zijn broeder en op-volger, Frederick Bruce , aankondigde , die de Engelsche bekrachtigingvan het verdrag medebracht. Er werd door de te Shanghai bijeen-gekomen gezanten (van Engeland , Frankrijk en de Vereenigde Staten)daarop in overleg met de Chineesche commissarissen besloten , datdezen gezamenlijk , onder bedekking eener aanzienlijke scheepsmacht ,onmiddellijk naar Peking zouden gaan, om daar de acten van bekrachti-ging vddr het a floopen van den daarvoor gestelden termijn uit to wisselen.

Intusschen wer den door de Chineesche commissarissen zooveel po-gingen gedaan o m dit plan te doen mislukken , terwijl tevens bekendwerd dat de toegang tot den Pei-ho veel beter dan in het vorige jaardoor versterkingen en afsluiting der rivier met palissaden was belet ,dat er geen twijfel was, dat de Chineesche regeering die uitwisselingof in bet geheel niet, bf althans niet to Peking wilde doen plaats hebben.

De gezanten besloten daarom zich den toegang met geweld te ver-zekeren , en daar het Fransche eskader in Achter-Indict bezig gehoudenword, nam het Engelsche die taak op zich. Doch de poging om dedoorvaart , even als het vorige jaar , to forceeren , mislukte geheel(25 Juni 1859). De palissaden bleken een onoverkomelijk beletselon het vuur der herbouwde Takoe-forten vernietigeud. De Engelsche

Page 336: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

326

vloot verloor drie kanonneerbooten en bijna 500 man. De Franscheen Engelsche gezanten keerden naar Shanghai terug om nadere be-velen af te wachten ; de Amerikaansche daarentegen , wins traktaatgeen vredesverdrag was en geen voor de Chineezen ondragelijke be-palingen bevatte , wist na lange onderhandelingen zijn traktaat vol-komen , hoewel op weinig formeele wijs , bekrachtigd te krijgen.

De tweede Het gebeurde werd in China door alle partijen vrij kalm opge-

Fransche oor-Engelsch- nomen. De Chineezen beweerden dat de schuld lag aan de haastlog met China waarmede de bondgenooten te werk waren gegaan ; zij achtten het

volstrekt geen vredebreuk ; de handel in de oude verdragshavens ginggeregeld zijn gang ; van verdere vijandelijkheden was geen sprake. Degezanten bleven dan ook afwachten en onthielden zich van elke vijan-d elijke handeling.

Geheel waders was de indruk in Europa. De Engelsehe en Franscheregeeringen namen het op den Peiho gebeurde als een vredebreuk op.Hoewel op dien tijd de verhouding der beide landen allerminst vriend-schappelijk was en de openbare meening in Engeland in den Franschenkeizer den belager van de Britsche welvaart , ja , van de Britsche vei-ligheid zag (de vrijwilliger-beweging was in vollen gang), werden on -middellijk onderhandelingen over een nieuwe gezamenlijke expeditienaar China aangevangen. Het was keuschetsend voor de wijze waaropde koloniale staatkunde in de beide landen werd opgevat, dat Frankrijk,hoewel het in China slechts geringe belangen had bij die van Enge-land vergeleken, onmiddellijk een grooten slag slaan wilde , terwijl deEngelsche regeering eerst geneigd was zich met een schulderkenningen vernieuwing van het verdrag van Tientsin tevreden te stellen. MaarPalmerston, die in Juni in Engeland het bewind had aanvaard , wasgeenszins de man om , als het het ophouden van de eer van Engelandbetrof, , achter te willen staan bij een bondgenoot , en zoo word ookin Engeland tot een aanval op groote schaal besloten. China moestleeren , beweerde men algemeen , dat Europa niet met zich liet spotten;het moest tot erkenning der superioriteit van Europa gedwongen worden.

De Anglo-Fransche oor-log met China.

Daarom werden Elgin en Gros, detraktaat hadden gesloten , opnieuwbiding der onderhandelingen belast.onder generaal Cousin de Montauban

oude gezanten, die het Tientsin-als hooge commissarissen met de

12000 man Fransche troepen,en 18000 Engelsche en Britsch-

Page 337: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

327

lndische, onder generaal Hope Grant, zouden het expeditiekorps uit-maken , dat door een sterke zeemacht zou worden ondersteund.

Natuurlijk werd vooraf een ultimatum gezonden, dat verontschuldi-gingen , schadevergoeding en onmiddellijke bekrachtiging der traktatente Peking eischte ; even natuurlijk werd dit door de Chineezen afge-wezen. Hun voorspoed had hun verachting voor de vreemde harbarenversterkt en aan de oorlogspartij de overhand in de regeering verzekerd.

In Juli 1860 verschenen de bondgenooten opnieuw in de golf vanPetschili ; de Franschen vestigden zich op het schiereiland Tschefoe ,de Engelschen om Talienwan; namen, die toen voor het eerst in Europabekend werden. Van een vatten van den stier bij de horens, zooalshet vorige jaar, werd afgezien : in plaats van rechtstreeks den Peihoop te willen varen , wendden zich de bondgenooten naar den mondvan den Pehtang , waar zij veel minder tegenstand vonden en van waarde forten aan den linker Paho-oever ook van de landzijde kondenworden aangetast. Hoewel met groote dapperheid verdedigd , werdenzij gedeeltelijk met storm veroverd , waarop de overige en ook die aanden zuidelijkeu oever ontruilnd werden. De Pelho werd nu open: devoorhoede der vloot verscheen reeds den 238te1 Augustus voor Tientsin,waar het hoofdkwartier der bondgenooten gevestigd werd.

De Chineesche regeering daeht er echter niet aan, den strijd op tegeven. Het bleek dan ook spoedig , dat het aanknoopen van onder-handelingen, dat nu plaats had, alleen geschiedde om tijd te winnen,ten einde het onder den Tartaarschen prins Sang Kooliu ter verdedigingder hoofdstad vereenigde leger te versterken met nieuwe Tartaarschetroepen. De Engelsche en Fransche commissarissen braken dan ook inhet begin van September de onderhandelingen of , het leger ruktevoort tot dicht bij Tong-tscheoe , waar op verzoek van nieuwe Chinee-sche gezanten de onderhandelingen zouden worden hervat. Maar eerde voor het makers van schikkingen daartoe vooruit gezonden Engel-sche en Fransche ambtenaren en officieren met hun nit Sikh's bestaandeskorte weder naar het leger konden terugkeeren , kwam een sterkkorps Tartaren opdagen , dat de bondgenooten onverwijld aantastte.Wel werd dit korps na een uur vechtens in verwarring op de vluchtgedreven , maar intusschen was den vooruitgetr okken Engelschen enFranschen de terugtocht afgesneden , en niettegenstaande zij onder be-dekking van een parlementaire vlag stonden, werden zij omsingeld, ge-vangen genomen en, op enkelen na, die den volgenden dag terug konden

Page 338: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

328

keeren, onder zoo harde mishandelingen naar Peking gevoerd, dat meerdan de helft mu de gevolgen daarvan overleed. Ora hen te verlossen ,werd de marsch naar Peking onmiddellijk hervat, den lsten na een heviggevecht werd het bij de brug van Palikao gelegerde Tartaarsche legerverslagen en de daarop opnieuw beproefde aanbieding tot onderhan-delingen afgeslagen met mededeeling , dat eerst de gevangenen moestenworden losgelaten. Oin hull dreigen kracht bij te zetten, werd doorde bondgenooten daarop het door keizer Hieng Toeng in overhaastevlucht verlaten beroernde keizerlijke zornerpaleis , dat met zijn tuinen ,tempels en andere gebouwen een oppervlakte van verscheidene mijlenbesloeg en vol van de zeldzaaanste kostbaarheden was, den 7" Sep-tember bezet en geplunderd. Dat laatste was trouwens reeds herhaal-delijk voorgekomen; tegenover de Chineezen achtten zich de Europeanen,naar het schijnt, aan niets gebonden , en de officieren gingen daarbijniet zelden hun manschappeu voor. Be Franschen hadden blijkbaarhet leeuwendeel, althans de Engelschen beweerden later, toen or hardewoorden over in Europa gehoord werden dat dezen er eigenlijk alleenschuld aan waren. Twee dagen waren noodig eer men den buit hadweggevoerd, en wat men niet weg kon voeren had vernield. Toen werdde marsch naar Peking voortgezet. Eerst toen de poorten der stad be-reikt waren werden de overlevende gevangenen uitgeleverd. Be jongstebroeder des keizers , Uh Sin, prins Kong, die thans in ernst met hetvoeren der onderhandelingen belast was, had dat weten to bewerken.Dat lord Elgin daarmede niet bevredigd was en satisfactie eischte, wasbegrijpelijk , inaar de wijze waarop hij de Chineezen meende te moetenstraffen , was zeker niet geschikt om dezen eon hoog denkbeeld van deEuropeesche beschaving te geven. Hij liet bet zomerpaleis opnieuwin bezit nemen en daarop, 18 October, de gebouwen in brand steken,de tuinen , die al veel geleden hadden bij de plundering, gelleden al verwoesten en daarna een zuil oprichten, waarop in het Chineeschde oorzaak van dit aau het keizerlijk eigendom voltrokken strafgerichtwerd vermeld, cone wijze van handelen die eerder aan Timoer of Nadir Shahdan aan cell Europeesch veroveraar deed denken. Be meeste Engelschenechter beweerden en beweren nog, dat er geen beter middel was om denChineezen begrip van de superioriteit der Europeanen in te prenten ! DeFransche bevelliebbers onthielden zich van deelneming. Maar zij haddenweinig recht zich er op to beroemen, daar zij het waren die de plunde-ring begonnen hadden en de meeste buit naar Frankrijk werd vervoerd.

Page 339: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

329

Intusschen begon het in Peking koud te worden , en de bondge-nooten waren niet voorbereid op een winterveldtocht. De aanbiedingeuvan vrede op ongeveer gelijke voorwaarden als het vorige traktaat, doorprins Kong nu in alien ernst en zonder weifeling gedaan , werdendan ook aangenomen ; den 22 8ten October deden de commissarissen hunintrede to Peking, waar vier dagen later de plechtige uitwisseling deracten van ratificatie plaats had. China erkende zich overwonnen. Hetleger der bondgenooten trok terug , maar Tientsin bleef voorloopigbezet tot de bedongen schadevergoedingen betaald waren.

Wauneer keizer Hieng Foeng zich in staat had gevoeld den strijd Eerste pogin-

voort te zetten of te hervatten , zou hij dat zeker niet gelaten hebben, gen tot her-iwormingn ehina

want hij liet geen gelegenheid voorbijgaan om zijn af keer van devreemdelingen te kennen te geven. Hij keerde daarom ook niet naarPeking terug , waar Elgins broeder zich als vertegenwoordiger vanGroot-Brittannie terstond gevestigd had , een voorbeeld , dat ook deFransche gezant weldra volgde. Zelfs toen hij, in den volgenden zomerdoor eene ernstige ziekte aangetast, zijn einde voelde naderen, droeghij het regentschap over zijn zesjarigen zoon en opvolger aan een raadvan regentschap op, als wier leden hij uitsluitend tegenstanders vanprins Kong benoenide. Maar doze laatste had nauwelijks op zijn over-lijden (22 Augustus 1861) gewacht , om zich met de moeder van denjongen keizer en de keizerin-weduwe , de voornaamste vrouw vanHieng Foeng, en een aantal prinsen en grootwaardigheidbekleeders toverbinden en onmiddellijk na den intocht van den jongen keizerbinnen Peking (1 November) den regentschapsraad to doen afzettenen het regentschap aan de keizerin- wedu we te doen opdragen.Het geschiedde zoo plotseling , dat de regenten , op een enkelenna , geen weerstand boden , maar zich lieten gevangen nemeu. Diecone wend daarom ter flood gebracht , de beide anderen mochtenzelfmoord plegen. Oni duidelijk to doen zien , dat de regeeringvoortaan in andere handers was, word de naam van den jongenkeizer Ki Tsiang in dien van Toeng Tse veranderd. Kong bleef vannu of als president van den regentschapsraad en van den Tsong li Yemen(den raad van buitenlandsche zaken), het hoofd der regeering. Zijnbestuur word spoedig merkbaar door de invoering van allerlei nieuwig-heden , vooral ook door het in dienst nemen van Europeanen en Ameri-kanen. De onbekwaamheid en onbetrouwbaarheid der meeste manda-

Page 340: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

330

rijnen was zoozeer aan den dag gekomen , dat dit vooral voor definancien een allernoodzakelijke en heilrijke verandering was. Trouwensreeds vroeger had de verwarde toestand der door den Talping-opstandgeteisterde midden-provincien ten gevolge gehad , dat de inkomenderechten eerst in Shanghai en later in de andere verdragshavens ondercontrOle van den Engelschen consulairen agent werden gesteld. Dit hadzulke goede resultaten gehad , dat weldra de consulaire agent Lay alsinspecteur-generaal der Chineesche douanen benoemd werd en als zoo-danig grooten invloed verkreeg. Op den duur echter geraakte hij inonmin met Kong, wat zijn aftreden ten gevolge had. Zijn opvolgerechter, Robert Hart, wist zich dertig jaren in zijn post te handhaven,die bij het sterk toenemen van den buitenlandschen handel, eon der ge-wichtigste van den staat werd, daar de inkomende rechten een geheel zelf-staudig bestuursdepartemeut vormden, waarin weldra tal van Europeescheen A_merikaansche ambtenaren aangesteld werden. Voor de Chineescheregeering was het een onwaardeerbaar voorrecht, op doze wijze in hetbezit te komen van zekere inkomsten , waarvan niet het grootste ge-deelte door de mandarijnen werd achtergehoudeu , en die ook nietwaren verkregen door afpersing , zooals mar al te veel van de overigebelastingen gold.

Daarentegen mislukte een poging om een Europeesehe zeemacht onderChineesche vlag te organiseereu. Men had er wonder veel van vet-wacht voor de onderdrukking der zeerooverij, die aan de kusten wedergroote afmetingen aannam , maar weldra ontstond verschil tusschende Europeesche aanvoerders , die geheel zelfstandig wilden zijn en deChineesche regeering , die geen krijgsinacht wilde onderhouden , waar-over zij geen gezag kon voeren. Tot groot nadeel voor den handelwerd daarom het plan ilia uitgevoerd.

Nog veel noodzakelijker echter schen het, in China eon op Euro-peeschen voet georganiseerd en gewapend leger op to richten. Evenweliets dergelijks geschiedde alleen in zoover het den strijd tegen de Talpingsbetrof. Zonderling genoeg zeker, daar de diensten , welke door de metdat doel opgerichte legermacht werden bewezen zoo groot waren, datmen wel zeggen kon , dat op geen andere wijs het land zoo spoedigvan deze ramp zou zijn verlost.

Einde van In Midden-China was de macht van den opstand nog ongebroken ,den TaYpings- hoewel alle pogingen der rebellen om in het noorden des rijks vastenopstand.

Page 341: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

331

voet te krijgen mislukt waren en in het zuiden het keizerlijk gezag ,al in 1855 en '56, dus nog voor het begin van den oorlog, hersteldwas geworden. Yeh , de onderkoning van Kanton , had zich daarbijden naam van energie, maar tevens van meedoogenlooze wreedheid ver-worven , welke hem toeu zoo gevreesd had gemaakt; want het herstelder orde had nog meer bloed en verwoesting gekost dan de opstandzelf. Ook in de m idden-provincien hadden de Taipings in de laatstejaren weinig voordeel gehad , zelfs was hun hoofdstad Nankin doorde regeeringstroepen herhaaldelijk belegerd geworden en het land haddientengevolge vreeselijk geledeu. Daarenboven betoonde zich de TienWang op den duur geenszins geschikt voor de taak van leider enhervormer. Hij trok zich in zijn harem terug en liet het bewind aande ondergeschikte „koningen" over, die al evenmin bekwaamheid toon-den en weldra niet zelden onderling in strijd geraakten. Zoo vervielhet land , voor zoover het in de macht der Tapings was , in vreese-lijke ellende en verwoesting , die nog erger werd doordat het zoo dik-wijls het tooueel van den strijd was.

Ook bleek op den duur het godsdienstig element in den opstandvan een geheel ander gehalte , dan de Europeanen en vooral de zende-lingen er aan hadden toegeschreven. Yerwantschap met het Christen-dom was ver te zoeken , en toen het bleek, dat de buitenlandschemogendheden zich strikt onzijdig hielden tusschen de keizerlijken enTalpings , toonden de laatsten zich niet beter tegen de „vreemdeduivels" gezind dan de andere Chineezen. Daarenboven gaf de be-trekkelijke nabijheid van Nankin en Shanghai, dat hoe langer hoemeer de hoofdzetel van den Europeeschen handel was geworden , aan-leiding tot botsingen , die , niettegenstaande den oorlog der keizerlijkeregeering met Frank rijk en Engeland , tot samenwerking der keizer-lijke overheden met de blanken te Shanghai voerde , te meer daar deTalpings de in 1858 bij den vrede van Tientsin verkregen vrije vaartop den Yangtsekiang belemmerden, waarvan de Europeesche en in hetbijzonder de Engelsche handel zich gouden bergen beloofde.

Te Shanghai werd ook voor het eerst in het jaar 1860, terwijl deoorlog in het noorden des rijks begon , door den onderkoning derprovincien Kieugsoe en Tsekieng een korps samengesteld uit de daarin grooteu geta]e aanwezige avonturiers van alien mogelijken landaarden onder het bevel van een Amerikaan , Ward, gesteld. Hoewel nochsamenstelling , noch aanvoering veel vertrouwen wekte , deed dit korps

II 22

Page 342: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

332

goede diensten. Het verloor echter zooveel manschappen , dat Wardom het aan te vullen, Chineezen wierf en op Europeesche wijs drilde ,wa t tot beter uitkomsten leidde dan verwacht was. Hetzelfde bleekook, toen wat later een Fransch officier een korps Chineezen organi-seerde.

Na het herstel van den vrede tusschen de keizerlijke regeering ende mogendheden werd de houding der Taipings tegen de vreemde-linger' op den duur zoo vijandig , niettegenstaaude in den beginneadmiraal Hope zelf een tocht op den Yangtse Kiang deed, daarbijvriendschappelijke betrekkingen met den Tieng Wang en zijn regee-ring aanknoopte, dat de beste aanvoerder der Talpings, Tsjong Wang, dieop zijn wijs een gloeiende patriot was, er openlijk in zijn proclamatièn vooruitkwarn, dat hij de „vreemde duivels" in zee wilde jagen. Bij den grootenvoortgang , welken onder zijn biding de wapenen der rebellen inKeangsoe hadden , die zelfs voor den Europeeschen handel opengesteldesteden in bezit kregen , gaf dit aanleiding tot een aansluiting der nogin China aanwezige Engelsche en Fransche strijdkrachten bij die derkeizerlijke regeering. Hoewel dientengevolge de voortgang der Talpingsgestuit word, scheen de kans voor overwinning voor de laatste nogniet veel grooter. Wel werd in 1862 opnieuw het beleg voor Nankingeslagen , maar waar Tsjong Wang in persoon het bevel voerde, blevende Talpings in het voordeel. Ook het „Altijd overwinnende leger"(dien titel had de Chineesche regeering het toegekend) van Ward deedde kans niet keeren , en toen deze aan zijn wonden overleden was,toonde zich zijn opvolger en landgenoot Burgevine zoo onbetrouwbaar,dat de foetar (gouverneur) Li (die later als Li Hong Tsjang zoo be-kend is geworden) , die de leiding van den oorlog in Kangsoe had,hem afzette. In Maart 1863 werd hij vervangen door eon jonggelsch geniekapitein , Charles Gordon, die reeds blijk had gegevenvan groote militaire en administratieve talenten en uitmuntte in dekunst om met menschen van ander ras om te gaan. Onder diensvoortreffelijke biding nam de oorlog een geheel anderen keer.

bowel Gordon veel te kampeu had met de weerbarstigheid zijnerblanke officieren , die hij op den duur voor een goed gedeelte doorChineezen verving, en in het begin ook met muiterij der manschappen,wist hij, meer nog door den invloed van zijn karakter, dan door zijnvoor niets terugdeinzende energie , alle bezwaren te boven to korner'.Het merkwaardigste was, dat Gordon tegelijk een puritein en eon

Page 343: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

333

philanthroop was en slechts om het ongelukkige China van de ellendedes oorlogs te verlossen , zijn post had aangenomen. In onbaatzuch-tigheid stolid hij , evenals in zelfopofferenden moed en standvastigheid,gelijk met Garibaldi , dien hij in beleid verre overtrof.

In een lange reeks van gevechten en belegeringen werd nu doorhem aan het hoofd van zijn „Altijd overwinnend leger" in vereenigingmet de keizerlijke aanvoerders, in het bijzonder met Li, den Talpingsnederlaag op nederlaag toegebracht en hun geen oogenblik rust gelaten.Ook een door Franschen georganiseerd Chineesch korps bracht hungroote verliezen toe. Een voor een waren hun alle steden ontnomenen in den zomer van 1864 bleef alleen Nankin, dat door 80,000 manonder Tseng Kwofan belegerd werd , over. Tot het toebrengen van denlaatsten slag werkte Gordon niet naede , die diep geschokt was doordat Li de gevangen aanvoerders der Taipings, niettegenstaande hij hunlijfsbehoud had toegezegd , had laten ombrengen. Het leger werd ont-bondeu en hij zelf verliet den Chineeschen dienst, met eerbewijzenoverladen, maar zonder eenige belooning aan to willen nemen. Weinigedagen later, 19 Juli 1864, werd Nankin door Tseng met storm in-genomen. Tieng Wang had reeds te voren zelfmoord gepleegd. TsjongWang verdedigde de stad tot het uiterste voor zijn jongen noon, dienhij als zijn opvolger had laten uitroepen , maar moest ten slotte metdezen vluchten. Beiden werden na eenige dagen gevangen genomenen ter dood gebracht , hoewel Tseng niet, als zelfs Li zoo dikwijlsdeed, een algemeene slachtiug beval.

Zoo eindigde de groote Taiping-opstand , die dertien jaren lang eengroot gedeelte van China had geteisterd , die zeker was to voorschijngeroepen door de slechte regeering , maar toch geen betere toestandenwist tot stand te brengen en waarvan het eenige gevolg was, dat hetrijk een goed gedeelte van zijn welvaart verloor. Althans de midden-provincien zijn nimmer geheel den toestand van ellende te boven ge-komen , waarin zij er door waren geraakt, Zeker zou die nog veelgrooter zijn geweest zonder Gordon. Hoewel op den duur de uitslagniet twijfelachtig kon wezen en een zaak , die zoo geleid werd alsdie der Talpings , van zelf to gronde moest gaan , heeft deze merk-waardige man dat erode zoozeer verkort , dat zelfs de Chineezen hemer openlijk de eer van gaven. Tegenover eon „barbaar" zegt dit alles.

Langzamerhand werden ook de andere streken , waar de bevolking China na denoorlog

van MO.

Page 344: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

334

in opstand tegen het keizerlijk gezag of liever tegen de mandarijnen-regeering was gekomen , tot rust gebracht. Het langst duurde de strijdder 1VIohammedanen in Yoesin , die na de onderwerping van hunaanvoerder, den bekenden Ma, die hoog in den keizerlij ken dienststeeg, in 1860 eerst had voortgesmeuld, maar later een tijdlang grooteafmetingen had aangenomen ; eerst in 1870 kon het Zuidwesten desrijks als tot rust gebracht worden beschouwd. En zelfs later gold indeze verre streken het gezag der regeering maar zeer betrekkelijk. Over-blijfsels der Talpings en van de deelnemers aan een anderen belang-rijken opstand, dien der Nien-fei, die ook jaren geduurd had en eerstin 1868 door Li was bedwongen, vonden daar een toevlucht, enmaakten de grenslanden van Achter-Indie onveilig. Weldra zou mendaarvan hooren, zoodra deze vroeger zoo goed als geheel buiten debeschaving gelegen streken, onder Europeeschen invloed begonnen tekomen. Evenwel kwam China na den ondergang der TM:pings voorloopigtot rust. De Europeesche handel begon er groote afmetingen tekrijgen en het Europeesche en A merikaansche kapitaal dacht er eennieuw arbeidsveld te ontginnen. Onder leiding van prins King zouChina, meende men, zich meer en meer naar Europeesch model gaanvervormen. Toen eenige jaren lang de goede verstandhouding vanChina met de mogendheden ongestoord bleef en met de meeste Europeeschelanden verdragen werden gesloten, die China als het ware voor denhandel van alle volken openstelde, toen de opening der havens. zooweldie aan de kust als aan den Yang tse Kiang geen tegenwerking onder-vond, zelfs den zendelingen groote vrijheid werd gelaten, scheen wer-kelijk China een plaats onder de groote mogendheden te zullen gaaninnemen. De emigratie van Chineesche werkkrachten naar Amerikazoowel als naar Australie en de eilanden van den Indischen archipelnam groote afmetingen aan ; bij het verdrag van Peking was de wettig-heid der emigratie door de Chineezen erkend geworden, en sedert dientijd begonnen ook andere Chineezen dan koelies voor de plantages ,mijnwerkers , spoorwegarbeiders en kleine kooplieden , zich in hetbuitenland te vestigen. Tal van Chineezen kwamen naar Europa enAmerika over, overal met regeeringsopdracht om in de Europeeschewetenschappen zich te bekwamen. In China zelf verrezen hier en daargroote inrichtingen als het arsenaal te Foe tschoe , waar eerst tal vanEuropeanen werkzaam waren, maar waar later Chineezen hun plaatskonden vervullen. Vooral Amerika, welks handel in China met goed

Page 345: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

335

gevolg met dieu der Engelschen wedijverde, scheen de Chineezen aante trekken, te eerder omdat nooit de vrede tusschen beide landen wasverstoord geworden.

Doch het was alles aan de oppervlakte. De Chineezen, zoowel deregeering als de natie, waren in den grond geheel dezelfde gebleven,die zij voor den oorlog waren. Enkele veranderingen mochten wordeningevoerd, zij betroffen eigenlijk alleen de verhouding tot de vreemde-lingen, die men nu eenmaal niet meer als vroeger buitensluiten kon,maar overigens werd de regeering noch in vorm, noch in wezen ver-anderd, zelfs de aanvulling der ambtenaren uitsluitend nit degenen diede examens hadden gedaan, bleef geheel onveranderd bestaan. Er werdenschepen en wapenen gekocht, maar van een land- en zeemacht opEuropeeschen voet was geen sprake. Zelfs het verblijf van vele land-genooten in Europa of Amerika was niet voldoende om de Chineezente overtuigen van het nut van spoorwegen voor de inwendige ont-wikkeling des lands, want zij achtten die ontwikkeling zoo volkomenals maar mogelijk was. Het gevoel van verre boven de „barbaren"verheven te zijn verliet de Chineezen geen oogenblik. Het yolk zag devreemdelingen altoos ongaarne in zijn midden, zelfs op de plaatsenwaar dezen in grooten getale verkeerden ; daar, vvaar zij maar zeldenkwamen, stonden zij dikwijls bloot aan beleediging of zelfs erger. Hetis waar dat de wijze van optreden der Europeanen veelal zeer onver-standig was, dat zij niet zelden opzettelijk , maar ook vaak zonderhet te willen aaustoot gaven. De mandarijnen vooral waren hun meestalzeer vijandig gezind. Dezen waren het vooral, die op de zendelingengebeten waren, welke anders, zoo zij al niet buitengemeen geluk hadden,toch veelal het yolk achting en daukbaarheid inboezemden voor hetvele goed dat zij deden. Hoe groot de afkeeer van de buitenlanderswas, getuigde de moord in 1870 op de zendelingen te Tientsin ge-pleegd, onder de oogen der werkeloos toeziende Chineesche overheden.

Zoo bleef de „opening" van China eigenlijk beperkt tot den handel.Van een verdere toenadering tusschen China en de aan de Europeescheninvloed onderworpen wereld was vooreerst nog geen sprake. Zelfs deChineezen die in Europa en Amerika gereisd hadden gaven, op zeerenkele na, hun oude begrippen niet prijs en bleven koel bij het aan-schouwen van de „wonderen der Westelijke beschaving".

Evenwel, al was van toenadering geen sprake, de belangen welkeEuropa en Amerika in China hadden werden in deze jaren zoovele,

Page 346: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

336

dat alles wat in het verre Oosten gebeurde een niet geringe beteekeniskreeg voor de oude wereld. De belangstelling in die landen werd daar-door hoe langer hoe meer algemeen. En het waren bijna alle volkenvan Europa, althans alle die handel dreven, die in China betrekkingenhadden. Naast den Engelschen en Amerikaanschen handel liet zichook reeds de Duitsche gelden ; terwijl Frankrijks belangen in het verreOosten met elk jaar grooter werden naarmate het zijn gezag uitbreiddein het land waar het vergoeding zocht voor het verlies van vroegereeuwen, Achter-Indie.

Verovering In de jaren die op den Krimoorlog volgden, kwam Frankrijk niich

china doorCochin op het gebied van den handel, nOch op dat der nijverheid eenigszins

de Framaohen. de bedrijvigheid nabij, die Engeland in die dagen kenmerkte. Aan destichting van nieuwe kolonien werd kwalijk gedacht, het bezit vanAlgerie gold haast als een lastpost. 't Was dan ook niet de drang derconcurrentie, welke de Fransche regeering aanspoorde om zich nevensde Engelsche in het verre Oosten te laten gelden, maar in de eersteplaats zonder twijfel het besef, dat het met de eer van Frankrijk onbe-staanbaar was Engeland daar alleen als vertegenwoordiger van Europate laten optreden, een besef, dat bij Napoleon en zijn omgeving enover het geheel in Frankrijk, voor zoover het in de buitenlandscheaangelegenheden belang stelde, zeer levendig was, en in de tweede deverdediging der belangen van het Christendom of liever van de katho-lieke kerk, waarover Frankrijk, buiten Europa een soort van protec-toraat meende te moeten uitoefenen. De lezers zullen zich herinneren,dat dit laatste de eerste aanleiding was geweest tot het optreden derFransche diplomaten en der Fransche wapenen in China, terwijl Enge-land voor de belangen zijner handeldrijvende burgers opkwam. Ooktegenover het keizerrijk Anuam, den grooten Chineesehen vasalstaat inAchter-Indie, had in denzelfden tijd, 1857, de vervolging van katho-lieke zendelingen tot een dergelijk optreden geleid, daar in vereeniging metSpanje, doordien onder de vermoorde zendelingen ook Spaansche priesterswaren. De verovering door de Fransch-Spaansche landingstroepen vande forten van Toerane en de Oostkust van China, in September 1858,leidde echter tot geen ander resultaat dan het bezit van een strookongezond en door de bevolking verlaten land an de kust. De Anna-mitische hoofdstad Huefoe lag wel niet ver af, maar de middelen ont-braken voor een expeditie binnenslands ; het Annamitische leger bleef

Page 347: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

337

op een eerbiedigen afstand, onderhandelingen werden ook niet aange-knoopt en zoo beyond zich admiraal Rigault de Genouilly, wiens man-schappen ontzaglijke verliezen ledeu door het moorddadig klimaat, ineen moeilijke positie, daar hij feitelijk onmachtig was jets te beginnen.Eerst in Januari 1859 kon hij er echter toe besluiten Tourane te ver-laten, met achterlating van een voldoend garnizoen, en zijn hoofdmachtnaar het Zuiden (het eigenlijke Cochin-China) te verplaatsen, waarbeoosten de Mekong-delta de aanzienlijke havenstad Saigon een beterpunt van vestiging aanbood. Want het was intusschen vrij duidelijkgeworden, dat van een afdoende beschermiug der zendelingen geen sprakekon zijn, als niet een of meer punten aan de kust in Fransche handenwaren. Zoo min als de forten van Toerane, waren die van Saigontegen den in Februari ondernomen aanval der Franschen en hunSpaansche bondgenooten bestand. Den 17aen werd de citadel veroverden waren de Franschen meester van de plaats, waar eenmaal de hoofd-stad van hun Achter-Indisch rijk zou verrijzen. Maar ook daar kwammen niet verder dau te Toerane. Zonder moeite werden op het eenezoowel als op het andere punt de aauvallen der Annamiten afgeslagen,hun belegeringswerken, als zij die oprichtten, vernield, maar verder clande kust kwam men niet, en nieuwe onderhandelingen met de Annami-tische regeering leidden tot geen resultaat.

In het najaar beval de Fransche regeering Toerane op te geven enzich tot Saigon te beperken ; de oorlog met China nam all e krachteuin beslag , die zij voor het verre Oosten over had.

Eerst in het voorjaar van 1861, toen de toestand in China gere-geld was geworden , werd Saigon, dat door de Annamiten aan delandzijde ingesloten was, door de bestormiug der linien van Ki-hoaontzet en daarop, door de verovering van Mytho, een begin gemaaktmet de vermeestering van de Mekong-delta. De Franschen meendenin dit uiterst vruchtbaar en betrekkelijk vrij goed bevolkt , hoewelmoerassig en ongezond laud eon geschikt punt voor een vestiging ge-vonden te hebben. Zij beheerschten daarmede het schiereiland Neder-Cochin-China en den voornaamsten toegang tot het daarachter gelegenKambodscha. Wauneer de bij geregelde toestanden bijna zeker te ver-wachten immigratie van Chiueezen de hulpbronnen van het land rimerzou hebben doen vloeien , twijfelden zij niet of het zou weldra voorFrankrijk een bezit van groote waarde worden. Om het zoover tebrengen. was echter de erkenning der Annamitische regeering noodig

Page 348: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

338

en deze bleef nog lang krachtdadig tegenstand bieden. Toen echter,in December van 1861, admiraal Bonnard door de verovering derverschanste positie van Bien-hoa de provincie Saigon van de Anna-miten bevrijd had en daarop, in het voorjaar van 1862, ook door dievan Venglong het land naar de zijde van Kambodscha tegen vijande-lijke invalleu was gedekt , gaf de keizer van Annam, Triduc, of lieverzijn regeeringsraad, den strijd op. Den 5den Juni 1862 werd te Saigonde vrede gesloten, waarbij drie provincien van Neder-Cochin-China enhet eilandje Poeloe-Condor, , met te samen bijna een millioen zielen ,aan Frankrijk in voile bezit werden afgestaan. Daarenboven moest eenoorlogsschatting door de Annamitische regeering betaald worden, werdendrie havens en de geheele rivier Kambodscha voor den Frauschenhandel opengesteld on de vrijheid van den christelijken godsdienst overhet geheele rijk van Annam erkend.

In vele opzichten een schitterend resultaat. Maar in Frankrijk wasde publieke opinie geenszins onverdeeld gunstig gestemd voor de vesti-ging van een koloniaal bezit , allerminst in een zoo onbekend land.Napoleon was zelf zoo weinig overtuigd van de waarde van het bezit,vooral nadat in de veroverde lauden een langdurige guerilla tegende nieu we bezitters begonnen was, en zag zoozeer op tegen demoeiten en kosten welke het handhaven daarvan zou na zich sleepen,dat hij bijna toegegeveu zou hebben aan het verzet, dat zich vrijalgemeen tegen deze machtsuitbreiding openbaarde. Zelfs werd in hetjaar 1864 to Hue een nieuw traktaat gesloten, dat het bezit van driein een protectoraat over zes provincien veranderde. Maar een nietongerechtvaardigde vrees voor de groote moeilijkheden on vooral voorhet verlies van prestige, dat een dergelijke terugtred zou veroorzaken,belette dat de regeering in het moederland dit goedkeurde. Zoo bleefCochin-China behouden en kon het aan Kambodscha opgelegde pro-tectoraat althans den benedenloop van den Mekong aan Frankrijkverzekeren. Wel was het verkregen land een in vele opzichten be-z waarlijk bezit, al dekten de inkomsten er de uitgaven van het binnen-landsch beheer, , omdat er steeds een aanzienlijke land- en zeemachtmoest worden onderhouden, maar toch nam de handel van het terstondtot vrijhaven verklaarde Saigon al dadelijk een betrekkelijk hoogevlucht , welke door het aandeel dat Frankrijk aan de vaart op en inAchter-Indict nam, voor het moederland aanzienlijke voordeelen afwierp.Want de bevolking van Annam en Kambodscha was ontwikkeld ge-

Page 349: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

339

noeg om afnemer te worden van tal van Europeesche waren en tevens,bij eenige zekerheid van verkoop, de hulpbronnen van het land ten batevan de buitenlandsche markten te ontwikkelen. Zij was daarenboventalrijk genoeg om een aanzienlijk debiet te beloven aan den Euro-peeschen en in het bijzonder aan den Franschen handel. Zoo hielddan ook de tegenstand tegen het beset houden op den duur op,niettegenstaande de voortdurende aanvallen van ongeregelde bendeu ,die in de uaburige gewesten een schuilplaats vonden , de veiligheid inde Fransche provincien in ernstig gevaar brachten. Ten slotte sagzich in 1867 de regeering zelfs verplicht die gewesten (de drie weste-lijke aan Kambodscha grenzende provincien) te bezetten en zoodoendehet Fransche bezit bijna te verdubbelen. Hoewel geheel onwillig totgroote koloniale uitbreiding, begon Frankrijk zichtbaar den weg op tegaan naar de stichting van een groot koloniaal rijk. Want zooals overalwas geschied, waar Europeesche machten sick in Azie of Afrika op hetvaste land hebben vastgezet, de veiligheid van het bezit vereischt vol-doend verzekerde grenzen, en tegenover onafhankelijk inlandsche volkenzijn die bijna nimmer te verkrijgen. Het ging den Europeeschenvolken evenals oudtijds den Romeinen, die ten slotte slechts door eenbreede zoom van onbewoond land hun grenzen meenden te kunnendekken. Voorloopig echter zochten de Franschen binnen de verkregengrenzen te blijven. De groote ontdekkingstocht op den Mekong vanGranier en Lagree in 1866 en volgende jaren werd althans niet methet doel oudernomen om latere gebiedsuitbreiding yoor te bereiden.Voor het eerst werd het binnenland van Achter-Indie eenigermate be-kend aan Europa. Behalve aan Granier, die voor het eerst opmerk-zaam maakte op de noodzakelijkheid om de groote rivier, welker deltanu in Fransche handen was nader te onderzoeken , kwam de eer vandeze uiterst belangrijke expeditie aan den admiraal La Grandiere toe,die van 1863 tot 1868 gouverneur van Cochin-China was en Dietalleen de laatste uitbreiding van het Fransch gebied had geleid , maarook in het begin van zijn bestuur, in 1863, het traktaat had ge-sloten , dat Kambodscha onder Fransch protectoraat stelde. Pat trak-taat, het verdrag van Oedon, was het slot van een geheele reeksonderhandelingen, waardoor het den Franschen gelukte, Kambodschaaan den invloed van Siam te onttrekken , dat sinds lang aansprakenhad gemaakt op de onderdanigheid van het land, waar tot nog toedoor de Annamiten belet was die te laten gelden. De Siameesche

Page 350: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

340

regeering, die de kracht der Europeesche wapenen kende, waagde zichniet aau een feitelijk verzet , maar wist den zwakken koning vanKambodscha, nog voor het traktaat van Oedon bekrachtigd was, toteen geheim traktaat te bewegen, waarbij deze de Siameesche suzereini-teit erkende. Zoo dreigden groote moeilijkheden te ontstaau. Napoleon'svoortdurend streven om nauwe vriendschap met Engeland te onderhouden,sloot echter al van zelf een kras optreden van Frankrijk tegenoverSiam uit, en over het geheel bleef de keizer, vooral sedert de Mexi-caansche onderneming, afkeerig van verwikkelingen buiten Europa.Het gevolg was dan ook, dat de reeds in 1861 door de zending eenerSiameesche ambassade nader aangeknoopte betrekkingen tusschen Siamen Frankrijk niet werden gestoord. Integendeel kwam de Frauscheregeering de Siameezen zoozeer tegemoet, dat zij hen tot deelnemingaan de groote wereldtentoonstelling van Parijs in 1867 uitnoodigde.Bij zulk een gezindheid was een vriendschappelijke bijlegging van debestaande twistpunten niet moeilijk, en in den zomer van 1867 werdte Parijs het verdrag geteekend , waarbij Siam van zijn aansprakenafzag , en het Fransche protectoraat erkende, onder voorwaarde datKambodscha nimmer Fransche bezitting zou worden, maar daarentegende gewesten aan den boven-Mekong in voile bezit kreeg. Voorloopigbleef dus Frankrijks koloniaal bezit beperkt. Annam bleef nog langentijd zelfstandig , al was reeds toen te voorzien, dat het op den duurniet aan Frankrijks invloed ontsnappen zou.

Door de inbezitneming van Cochin-China was Achter-Indie, een land,dat sedert bijna twee eeuwen van alle gemeenschap met Europa verstokenwas geweest, binnen den kring van den Europeesehen invloed gebracht.Hoewel zijn uiet hog ontwikkelde, weinig krachtige en weinig talrijkebevolking nimmer een groote rol op het wereldtooneel heeft gespeeld,en ook weinig geschiktheid of gelegenheid heeft gehad, tengevolge vanligging en klimaat van het land zich te laten gelden, was het tochgeen onbelangrijk feit, dat in dezelfde jaren als China en Japan ookIndo-China, zooals de Franschen Achter-Indie gaarne noemen, geopendwerd voor de Europeesche beschaving.

Maar het lag voor de hand, dat Europa er vooralsnog weinig belangin stelde. Het had nog niet geleerd , die verre landen als een deelvan de eigen wereld to beschouwen. Daarom bleef het ook onverschilligvoor de dingen die in Japan gebeurden, waar in die dagen een omwen-teling begon, welke zeker tot de merkwaardigste gebeurtenissen der

Page 351: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

341

eeuw gerekend mag worden en welker gevolgen eerst het thans levendgeslacht recht heeft leeren beseffen.

Sedert in het jaar 1858 de regeering van den sjogoen gedwongen Begin der se-was geweest de in 1851 en volgende jaren met enkele staten gesloten pweenneteen.e ogn -verdragen te herzien en nieuwe met andere te sluiten, had de be-weging in het land, welke reeds dadelijk bij het eerste verschijnender Amerikanen was ontstaan, een bedenkelijk karakter aangenomen.Eigenlijk waren er twee bewegingen, een (langen tijd de eenige waar-van de buitenlanders jets bemerkten), welke de uitdrijving beoogde dervreemdelingen, die den grond van het „heilige Nippon" bevlekten eneen, welke veel verder ging en op een algemeene omwenteling gerichtwas, maar zich achter de andere als bet ware verschool en zich vanhaar als een werktuig tegen de regeering bediende. Die laatste be-weging ging nit van enkele jongere leden van den ouden, door desjogoens van alle macht en bijna alle bezit beroofden hofadel (dekoedsje's) die den mikado in zijn afzondering te Kioto omgaf, entevens van een aantal, ook meestal jonge, samoerars, die in hun hansgrooten invloed hadden weten te verwerven. Om dit duidelijk te makenveroorlove men mij een korte uitweiding.

De han was de gemeenschap der aan eenzelfden daimio erfelijk ver-bonden samoerars, waarom de buitenlanders het woord dan ook methet. een gelijksoortig begrip aanduidende, Schotsche woord clan ver-taalden. Evenwel was er tusschen beide een groot verschil, daar deleden van ,een clan alien bloedverwanten ook van het clanhoofd zijn,terwijl de tot een han behoorende samoerai's afstammelingen zijn dervolgelingen van den aanvoerder, die het eerst in het bezit kwam vanhet gebied waarover zijn nazaten als daimio gezag hadden. Vandaardat ook dit gebied wel met het woord han aaugeduid werd. Evenalsin den staat was het ook in de hans gegaan. De daimio's haddenmeestal, evenals de sjogoens, het bestuur overgelaten aan erfelijke raads-lieden, maar ook deze laatsten plachten het bijna altijd over te latenaan samoeral's van lageren rang, die onder hun verantwoordelijkheidhandelden. Het was onder deze laatste klasse dat de beweging voor-namelijk begonnen was, al hadden ook sinds lang enkele leden vanvorstelijke familien zich daarbij min of nicer aangesloten. Vooral wasdit het geval in de hans van het Zuiden, die de heerschappij der

Page 352: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

342

Tokoegawa's, eenmaal hun gelijken, thans hun meesters, met ongeduldverdroegen.

Onder de leiders deter in de eerste plaats tegen den bakoefoe (de„gordijnregeering" van den sjogoen en diens raad, den gorodsjo) ge-richte beweging waren er zeker maar weinige, die werkelijk den liaattegen de vreemdelingen deelden, welke de massa der samoerars be-zielde. Want het waren meest alien jonge, naar ontwikkeling strevendeen hervormingsgezinde mailmen, wier bedoeling was de tallooze be-staande misbruiken of te schaffen, in de eerste plaats door herstel derrechtstreeksche regeering van den mikado, welke zij den ouden wettigenregeeringsvorm achtten. Hun streven had wel een sterk nationalistischekleur, maar was op zichzelf volstrekt niet vijandig tegen de vreemde-lingen. Integendeel was de afzondering van Japan een der middelen,waarmede het bestaande stelsel, dat zij vernietigen wilder, het landoverheerschte. Wel richtte de beweging zich ook tegen het Boedhisme,doch alleen in zoover dit den widen nationalen voorvaderlijken gods-dienst, het Shinto, bijna geheel had verdrongen. De leiders waren alienbezield met warme vaderlandsliefde, overtuigd, dat wat zij beoogdengeenszins een omwenteling, maar integendeel een restauratie was ; eenwel wat zonderlinge illusie, daar het veel meer dan duizend jaren ge-leden was, dat de mikado's zelf geregeerd hadden en de Japanners toenwaarschijnlijk in ongeveer soortgelijke toestanden verkeerden als de Ger-manen in de eeuwen der volksverhuizing. Maar zij schijnen dit werkelijkgedacht te hebben en over het geheel betrekkelijk weinig door persoon-lijke drijfveeren te zijn geprikkeld, al was het ook dat de meesteneerst in het hervormde Japan tot eer en aanzien konden komen. Bijsommigen werkte zeker de erfelijke ijverzucht der verschillende haus opelkander en van alien op den overheerschenden ham der Tokoegawa's,een ijverzucht, waarvan zelfs hedeu ten dage in het vernieuwde Japannog vele sporen zijn waar te nemen. De naijver op de Tokoegawa'swas tengevolge der traktaten veel sterker geworden, omdat daarbijalleen rechtstreeks aan dezen onderdanige steden voor den handel warenopengesteld. Want daardoor waren de andere hans uitgesloten vanelken rechtstreekschen handel met het buitenland en verplicht dien tedrijven onder bemiddeling der regeering en van haar ambtenaren, dieuitsluitend uit Tokoegawa's of onderdanen der met den sjogoen uauwverbonden foedaindainzio' 8 werden gekozen, zoodat dezen al het voor-deel er van hadden en de opbrengst van alle van dezen handel ge-

Page 353: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

343

heven rechten in de kas van den sjogoen of althans van zijn ambte-naren vloeiden. In hoeverre nu al deze dingen er toe bijdroegen, debeweging een voor den bestaanden regeeringsvorm gevaarlijk karakterte verleenen, is moeilijk te zeggen. Voor den westerling is het uiter-mate moeilijk de drijfveeren na te gaan, die een zoo geheel andersdenkend en voelend yolk, als dat der Japanners, in beweging brengt.

In het begin begrepen de Europeanen en Amerikanen, die in Japanwaren, niets van den aard der beweging ; zij bemerkten alleen denblinden haat der samoeral's tegen den vreemdeling. Zij konden er teminder het karakter van begrijpen, omdat zij eerst na eenigen tijd deonjuistheid ontdekten der van ouds gangbare, door de Portugeezen enNederlanders verbreide voorstelling, volgens welke de sjogoen (of taikoen,een meer vorstelijk gezag uitdrukkende titel die tegenover buiten-landers gebruikt word) het wereldlijk gezag in handen had, terwijl denmikado slechts geestelijke functi6n toekwamen, als ware deze de paus,de sjogoen daarentegen de keizer van Japan. Over het algemeen steldenzij weinig belang in deze dingen, zij waren uitsluitend oin den handelin het land gekomen. Voor de eigenaardigheden der Japanners haddenzij geen oog, velen gedroegen zich zelfs tegenover dezen, als hadden zijto doen met de bevolking der Chineesche havensteden, en zagen erte gelijk niet tegen op in hun handelszaken de grofste bedriegerijen teplegen, wat hun door de Japanners weldra met gelijke munt betaaldwerd. Op den duur gaf dit tot tallooze moeilijkheden aanleiding.Maar dit was nog lang niet het ergste. Van den beginne af aan ver-stonden Japanners en buitenlanders elkander slecht. Zelfs de meer be-schaafden onder de laatsten begrepen niet hoe groot de nationale trotswas, welke de Japanners onder hun vormelijke beleefdheid eu vriende-lijke opgeruimdheid verborgen. Zij veroorloofden zich allerlei inbreukenop vormen, welke zij niet begrepen en maakten zich daardoor talloozemalen schuldig aan beleedigingen, die, hoezeer niet bedoeld, aan desamoerai's tot bloedige wraakneming aanleiding konden geven, en henverbitterden niet alleen tegen de vreemdelingen , maar ook tegen deregeering, die dezen niet uit het land durfde drijven. Vele samoerafs,die dit niet langer konden aanzien, verlieten alleen daarom den diensthunner heeren en werdeu ronin's, om to vrijer hun planuen uit te voeren.

Zooals ik vroeger al gezegd heb, had Ii Nahosoeke (die gewoonlijk Dde abtrij:tdtegen

Ii Kanimon wordt genoemd), de tairo (eerste minister of regent) van ders en de re-gearing vanden sjogoen.

Page 354: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

344

den sjogoen die de verdragen gesloten had , na diens dood niet aanKeiki (door adoptie Hitotsoebasji Yosinoboe) den zoon van den afgezettenvorst van Mito, maar aan een nog minderjarigen Yemoetsji (die echtergeen zoon van den vorigen kinderloos overleden sjogoen was, zooals ikop blz. 825 van het vorige deel heb gezegd) de sjogoenale waardigheiddoen opdrageu. Hij had met groote energie maar niet zonder geweld-dadigheid zijn gezag gehandhaafd. Toen hij ontdekte dat zijn vijandeneen bevel van den mikado hadden weten te verkrijgen, waarbij denvorst van Mito was opgedragen de vreemdelingen te verdrijven enhem en zijn raadslieden to straffen, had hij zelfs een aantal der aan-zienlijkste hem vijandige daimio's gedwongen of te danken ; den afge-zetten vorst van Mito, die, hoewel een hoofd van een Tokoegawa-geslacht, toch wegens de terugzetting van zijn zoon zijn doodvijandwas, zelfs verbannen. Zijn dood was evenzeer een wraakneming daar-voor als voor het sluiten der traktaten met het buitenland. Voor heteerst was toen openlijk bekend geworden, dat de mikado de traktatenniet had willen bekrachtigen, en hoewel een dergelijke bekrachtigingte voren nimmer voor eenige handeling met het buitenland was ver-eischt, deed dit de meening ontstaan, dat de traktaten onwettig warenen dat het een den mikado welgevallig werk was zich tegen deregeering en tegen de vreemdelingen te verzetten.

Het gevolg was, dat reeds in het volgend jaar, 1861, het verzettegen de toelating der buitenlanders tot feitelijkheden oversloeg. Nahet sluiten der traktaten van 1858 was het dicht bij de hoofdstadYedo gelegen Yokohama de plaats geworden waar zich de meestevreemdelingen nederzetten, en was daar naast het oude visschersdorpin korten tijd een drukke, door vreemdelingen en Japanners bewoondehandelsstad verrezen. Tegelijk hadden eerst de Amerikaansche residenten daarop ook de Engelsche, Fransche, Pruisische en Nederlandschezich te Yedo zelf gevestigd. Bij de door den sjogoen in de 16de eeuwaan de daimio's opgelegde aanwezigheid in deze stad van hun gezinnen,terwijl zij in persoon er een deel van het jaar moesten verblijven,waren daar een menigte samoerafs aanwezig, die woedend werden overde dagelijksche aanraking met de vreemdelingen. In den beginnekoelden zij hun wrok tegen Japansche of Chineesche bedienden derwesterlingen, maar in 1861 vergrepen zij zich aan dezen zelf en werdeerst een lid der Amerikaansche legatie door hen vermoord en daarnahet gebouw der Engelschen des nachts door een aantal ronin's aan-

Page 355: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

345

gevallen, die niet dan na veel bloedstorting werden afgeslagen. Tege-lijkertijd waren aanvallen op Japansche ministers en regeeringsambte-naren aan de orde van den dag, en nam het getal der ronin's vooralin de nabijheid der hoofdsteden, bedenkelijk toe. De regeering wasblijkbaar zoo onmachtig dit te beletten, dat de Engelsche residentAlcock er in toestemde de door de, traktaten op 1 Januari 186'2 ge-vorderde opening voor den handel van Yedo, Osaka, Hiogo en Niigata,voorloopig uit te stellen, en ook genoegen nam met verschillende anderewijzen van voldoening voor de begane schennis van het volkenrecht,zonder op de uitlevering der aanvallers aan to driven. Ook vertrok,met zijn medewerking , in het begin van het volgend jaar eon ge-zantschap, uit verschillende hooge staatsdienaren bestaande, naar Europa,om de herziening der traktaten to verkrijgen.

Hoewel het nauwelijks behoeft gezegd to worden dat het beoogdedoel niet bereikt werd, had toch dit eerste gezantschap groote betee-kenis, daar het den Japanners eenigermate de oogen opende omtrentde Europeesche toestanden, waarvan zij tot dien tijd toe niet altijdjuiste begrippen hadden. Daarentegen versterkte het optreden in naamvan den „Keizer van Japan", hoewel het gezantschap slechts door densjogoen was afgevaardigd, de Europeanen in hun verkeerde voorstellingomtrent de werkelijke inrichting der regeering in Japan, waarover indit jaar voor het eerst juister begrippen onder de in het land wonendevreemdelingen veld wonnen.

Terwijl het gezantschap in Europa was, had de regent van Satsoema,Simadsoe Saboero of Bisamitsoe, een beslissenden stap gedaan. De hanvan Satsoema, in het zuiden van Kioesioe gelegen, had beter dan eender achttien machtige zoogenaamde (van den sjogoen) onafhankelijkebans zijn zelfstandigheid behouden ; zijn dalmio's hadden zich steedsonderscheiden door hun energie, zijn samoeral's door hun dapperheiden kloekheid van geest. Ten alien tijde was Satsoema aan het hoofdder oppositie tegen Tokoegawa geweest, niet het minst sedert hetsluiten der traktaten , hoewel zoowel de regeerende dahnio als deleiders van den han, (waaronder reeds toen Okoeb o en Soigo Toko-wari de aandacht trokken) ijverige voorstanders der hervorming waren.Toen de laatste dahnio in 1859 kinderloos gestorven was, volgde hemzijn minderjarige neef op, ouder het regentschap zijns vaders, denbrooder van den overledene. Hij was een krachtig man van grooteeerzucht, die de erfvijandschap van Satsoema tegen Tokoegawa iii zich

Page 356: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

346

belichaamd had. Hij werd algemeen verdacht van zich den val nietalleen van den bakoefoe, maar zelfs dien der Tokoegawa's ten doel tehebben gesteld ; naar sommigen beweerden met geen ander doel, danom zelf sjogoen te worden. Hoe het zij, hij trad aan het hoofd derbeweging. Tegen alle verbodsbepalingen in, begaf hij zich aan hethoofd van een groote schaar volgelingen, in Maart van het jaar 1862,onder voorwendsel de jaarlijksche reis naar Yedo te gaan doen, naarKijoto aan het hof van den mikado. Het gevolg van dien stap was,dat hij een der koedsje's naar het hof van den sjogoen begeleidde, diedezen het bevel overbracht om met alle groote en kleine,naar Kijoto te gaan, om zich daar, zooals de term luidde „van demeening des lands" te overtuigen en den mikado te bevredigen doorverdrijving der vreemdelingen. Eenige der machtigste dalmio's zouden,als voornaamste staatsdienaren, voortaan door hem moeten worden ge-raadpleegd, vooral in zaken van de verdediging der kust tegen vreemdeoorlogschepen, terwijl Keiki, de zoon van den afgetreden vorst vanMito, de door Ii afgewezen candidaat voor het sjogoenaat, last kreegals regent van den sjogoen op te treden. De sjogoen, een jong enzwak man, en de raad durfden niet ongehoorzaam zijn, en namen alledoor Ii genomen maatregelen terug. Zelfs werd het gedwongen verblijfte Yedo van de familien der damio's afgeschaft, en dat van henzelvenzeer verkort, wat een einde maakte aan het gezag van den sjogoenover alle daimio's, die niet zijn persoonlijke vasallen waren. Het leiddevan zelf zoowel tot een algemeenen uittocht uit Yedo als tot een druktoevloeien van inwoners naar Kijoto , daar vele dalmio's zich nuin de omgeving van het hof van den mikado vestigden. De toevloedvan sa moerars en ronin's, die daarvan weder het gevolg was, maaktehet noodig dat bijzondere maatregelen voor de veiligheid van denmikado werden genomen, en de hau van den vorst van Aldzoe, eender foedaImio's van den sjogoen, en tevens sjosidal (resident en inspec-teur aan het hof van den mikado) belast werd met het handhaven derorde, daar de volgelingen en ambtenaren der Tokoegawa's niet meergehoorzaamd werden. De drie machtige dalmio's van het zuiden, devorsten van Satsoema, Sjosjioe (of Nagata) en Tosa, werden belast metde zorg voor de algemeene veiligheid. Het was een geduchte veran-dering, welke het gezag van den sjogoen en zijn raad voor altijdsterk besnoeide.

In dienzelfden tijd had in September op den Tokaldo, den grooten

Page 357: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

347

weg van Kijoto mar Yedo, een gezelschap Engelschen het ongelukmet den stoet van Saboero in botsing te geraken, waarbij een hunner,Richardson, gedood werd. De waarnemende Engelsche resident, kolonelNeale (Alcock was met verlof mar Engeland), eischte terstond eenschitterende voldoening; in de eerste plaats de uitlevering van den-gene, die oorzaak van den moord was, daarmede naar het schijntSaboero zelf bedoelend. Nu waren de omstandigheden van dien aard, datSaboero beweren kon dat zijn volgelingen volkomen in hun recht warengeweest , zoodat hij alle voldoening weigerde. De regeering geraaktedaardoor deerlijk in de klem, te meer daar de aanvallen op de vreemde-lingen met den dag toenamen. Zoo als elke Oostersche regeering zochtzij tijd te winnen, maar verklaarde zich tech na lange onderhandelingbereid de geeischte schadeloosstelling, 100,000, te betalen. Maargeld was schaarsch in Japan ; althans in Januari van het volgende jaarwas de betaling nog niet geschied. Integendeel, juist in dien tijd kwamennieuwe orders van den mikado aan den sjogoen, dat hij iii persoonnaar Kijoto zou komen en de barbaren verdrijven, en tevens toondende te Kijoto samenstroomende ronin's en andere samoeral's op zooondubbelzinnige wijze hun ontevredenheid, dat de regeering gedwongenwas er met kracht tegen op te treden ; waartegen de zuidelijke daimio's,die hen opgestookt badden, zich verzetten. Be sjogoen durfde, onderdie omstandigheden, het geeischte bezeek aan het hof van den mikado(wiens dochter hij in tusschen gehuwd had) niet langer uitstellen enbegaf zich in April met zijn regent Keiki en den mad naar Kijoto,waar hij, uaar het schijnt niet geheel vrijwillig , voorloopig zijn resi-dentie vestigde. Be regeerende vorst van Mito werd daarentegen methet gezag in Yedo belast, terwijl de dalmio's die hun bezittingen aande kust hadden, last kregen deze in staat van verdediging te brengen.Het scheen nu er nst te wordeu en de bevelen ter uitdrijving dervreemdelingen werden uitgevaardigd, terwijl een opzienbarende plechtig-heid, waarbij de mikado den sjogoen in den tempel van den god desoorlogs het zwaard ter verdrijving der vreemdelingen ter hand zoustellen, werd aangekondigd. Doch dit werd slechts gedaan om deroniu's tevreden te stellen, die zich in dien tijd ook te Yedo allesveroorloofdeu, en onder anderen het in aanbouw zijnde gebouw derBritsche legatie in brand staken.

Intusschen was eeu deel der in de Chineesche zee gestationeerdeEngelsche vloot, onder admiraal Kuper, in de baai van Yedo aange-

II

23

Page 358: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

348

komen en toen de .Tapansche ministers opnieuw, in plaats der beloofdebetaling van den eersten termijn der schadeloosstelling , het verzoekdeden tot nieuwe onderhandelingen, eischte Neale onmiddellijke vol-doening op straffe van een bombardement der hoofdstad. Met moeitewerd de onmiddellijke uitvoeriug hiervan (want geld bezat de Japan-sche regeering niet) door bemiddeling van den Franschen admiraalbelet. Toen achtte de regeeringsraad het niet larger mogelijk denwerkelijken toestaud voor de buitenlanders te verbergen en zond deminister van Buitenlandsche Zaken den 2 48ten Juni 1863 een schrijvenaan de vertegenwoordigers der mogendheden, waarin hij verklaarde,dat de taikoen zijn residentie te Kijoto gevestigd had en volgens denhem door den mikado verstrekten last, bevel had geg even alle vreemde-lingen uit het land te verdrijven. Hij legde daarbij den lastbrief vanden mikado over en sprak de hoop uit, dat de gezanten met hemzouden willen in onderbandeling treden over een dusdanige wijzigingder traktaten, dat de aan yolk en mikado meest aanstootelijke bepa-lingen werden verwijderd. Het spreekt van zelf dat ook deze geheelemededeeling slechts ten doel had den schijn te redden en den regee-ringsraad gelegenheid to geven to verklaren , dat hij niet larger voorde veiligheid der vreemdelingeu kon zorgen.

De dalmio's van het zuiden echter namen den hun verstrekten lastde kusteu to verdedigen wel ernstig op, en toen eerst een Amen-kaansch en daarna een Fransch stoomschip de straat van Sjimonosekitusschen Nippon en Kroesioe doorvoer, werden zij door de batterijen,op last van den vorst van Sjohioe of Nagato (ook wel Oost-Moriof Mowori genaamd) die over het zuidelijkste gedeelte van Nipponregeerde , opgericht en door diens oorlogschepen beschoten , terwijleen paar dagen later, 11 hill, hetzelfde aan een Nederlandsch oorlog-schip (de stoomkorvet Medusa onder kapitein-luitenant De Casembroot)overkwam, dat: niet dan met zware beschadiging en verlies van doodenen gekwetsten de doorvaart forceerde. Hetzelfde deed een Amerikaanschoorlogschip een paar dagen later, dat de Japansche oorlogschepen ergbeschadigde, terwijl de Frausche admiraal Jaures den aanval op zijnlandgenooten bestrafte met een bombardement en de verovering envernieling der batterijen. Maar de houding van Sjoshioe bleef zoouitdagend , dat voorloopig geen schip meer de Binnenzee dorst doorte varen , tot grooten overlast van den handel , niettegenstaande declans van den anderen oever geen aaudeel aan den strijd namen, waar- -

Page 359: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

349

voor zij van wege den mikado berispt , maar van wege den sjogoenen den regeeringsraad geprezen werden. De laatsten waren niet tebewegen jets tegen Sjoshioe te doen , evenmin als tegen Satsoema ,maar zij gavel' in stilte te kennen , dat zij er volstrekt niets tegenhadden als de buitenlanders zich zelven recht verschaften.

Daarop verscheen, op den I 5"en Augustus, Admiraal Kuper's eskadervoor Satsoema's hoofdstad , Kagosima , aan de zuidkust van Kioesioe,en nam op de weigering van eenige voldoening en verwijzing naar deregeering van den sjogoen , de hem behoorende schepen in beslag ,waarop de forten het vuur er tegen openden. In bet nu volgend ge-vecht schoten de Engelschen wel de stad in brand en vernieldende schepen , mar leden zelf aauzienlijke verliezen , zoodat de voldoe-ning niet schitterend was. Evenwel de geleden schade , vooral doorhet verlies der veel to duur gekochte stoomschepen, was zoo aan-zienlijk , dat de raadslieden van Satsoema verder verzet opgaven endoor de betaling eener tweede buitengewone schadevergoeding (bovendie welke de sjogoenale regeering had betaald) en belofte van uitleve-ring van den moordenaar van Richardson , als die gevat zou worden ,zich met de Engelschen verzoende.

De verzoening werd bespoedigd door de breuk , welke in deze dagentusschen de beide machtige bans van bet zuiden ontstond. Die vanTjoshive beklaagden er zich niet ten onrechte over, dat de regeeringde verantwoordelijkheid van zich had geworpen van het gebeurde inde straat van Sjimoneseki , niettegenstaande dit bet gevolg was ge-weest van haar bevelen tot verzekering der kusten. De zeer vijandigebonding van den clan, waar zich een partij onder den hofadel , onderaanvoering van den later zeer bekenden Sanjo , die openlijk tegen depolitick van den sjogoen en zijn rand opkwam , bij aansloot, deed deregeering er toe overgaan de door haar ter bewaking van het paleisvan den mikado te Kijoto gestelde troepen to doen vervangen doorandere van Satsoema. In de botsingen , die nu volgden en waarbijhet te doen was om den persoon van den mikado in de macht tekrijgen, daar van diens goedkeuring in de oogen van elk Japannerde rechtmatigheid van de voorgestane zaak af hing, delfden de mannenvan Tsjosjoe het onderspit ; zij werden uit Kijoto gejaagd, waarop devorst met al zijn aanhangers en bondgenooten en de met hem ver-bonden hovelingen, in bet voorjaar van 1864, door den mikado wegensmajesteitschennis in den ban werden gedaan en den sjogoen word op-

Page 360: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

350

gedragen ze te bestraffen. Satsoema's manschappen werkten daartoesamen met die van Aidzoe en de soldaten van den sjogoen zelf, , teeerder omdat een stoomschip van Satsoema door de batterijen vanSjimonoseki even fel beschoten was als de buitenlandsche. In den zomervan 1864 streden dau ook alien te zamen in het bloedige gevechtdat, ten gevolge van eeu tweede poging van Tsjosjioe, ontstond om zichvan Kijoto en den persoon van den mikado meester te maken en, even-als dat van het vorige jaar, eindigde met de nederlaag der rebellen.

Inmiddels had, na den vrede van Satsoema met de Engelschen enden eersten mislukten aanslag der mannen van Tsjosjioe op den per-soon van den mikado, de regeering weder meer invloed gekregen envan het hof verkregen dat het bevel tot verdrijving der vreerndelingenwerd ingetrokken. In de hoop , dat de residenten nu op hun beurttot eoncessien zouden geneigd zijn, kwamen zij bij gelegenheid dermededeeling van dit besluit voor den dag met den voorslag alien aan-stoot voor het vervolg weg to lemon door opheffing der legatien teYedo en der nederzetting to Yokohama en overbrenging van doze naarNagasaki en Hakodade , d. w. z. naar het uiterste zuiden en uoordendes lands. Daar dit door de gezanten natuurlijk platweg werd afge-slagen , werd besloten tot de zending van een tweede gezantschap naarEuropa, dat ook werkelijk in 1864 te Parijs kwam on keizer Napoleonden voorslag deed de traktaten te herzieu , maar na diens volstandigeweigeriug zijn tocht afbrak en terugkeerde. Toch bleef die zendingniet zonder beteekenis. Meer dan de vorige maal kwamen de Japan-ners terug, vervuld met de overtuiging van de overmaeht der Europee-sche staten en de noodzakelijkheid voor Japan om zijn instellingen invele opzichten naar Europeesch model te wijzigen. Een aantal aan-zieulijke jongelieden , die de gezanten vergezelden , bleef in Europaachter, om zich van allerlei dingen op de hoogte to stellen, vooral vanmilitaire- en zee-zakeu , mar ook van scheepsbouw , fabrieken , spoor-wegen en allerlei dergelijke. Hun studio is van veel invloed geweestop de latere gebeurtenissen. Verscheidene leiders der hervormings-beweging leerden toen Europa kennen.

Inmiddels vereenigde zich in den zomer van het jaar 1864 een vlootvan 9 Engelsche, 3 Fransche en 4 N ederlandsche oorlogsschepen, ouderbevel der admiraals Kuper en Jaures on kapitein De Man, in de baaivan Yedo, met het doel de vrije vaart door de straat van Sjimonosekiaan den buitenlandschen handel to verzekeren en den vorst van Sjoshioe

Page 361: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

351

te bestraffen. Eerst werd de Japansehe regeering uitgenoodigd tot mede-werking, maar hoewel de regeeringsraad in stilte zijn goedkeuring vanhet voornemen te kennen gaf, , tot een openlijk verbond met de vreem-delingen , al was het dan ook tegen een rebel, durfde zij niet over-gaan. Zij bleef onzijdig in haar eigen land en liet den buitenlandersvolkomen de vrijheid, te haudelen zooals zij verkozen. Daartnede hadzij zich zelf veroordeeld. Het gevolg was, dat , nadat een tot denvorst van Tsjosjioe geriehte eisch tot voldoening stoutweg was afge-slagen , het vereenigde eskader den 5den September 1864 voor Sjimo-noseki verseheen en, na een seherp gevecht, de sehepen van den vorstverbrandde en zijn batterijen door een korps landingstroepen veroverdeen daarna vernielde. Nu zelf, , evenals Satsoerna in bet vorige jaar,overtuigd van de overmaeht der „barbaren", sloot Tjosjioe een vrede ,waarbij hij zich verbond de doorvaart voor alle sehepen open to stellen,de batterijen niet weder te herbouweu of te bewapenen, en een zwareboete te betalen.

Met de uederlaag van Tsjosjioe hield de tegenstand der daimio'stegen de vreerndelingen op ; alleen voor de lens, om de regeering tekwellen , bleven zij , evenals trouwens de mikado zelf, op hurl ver-wijdering aandringen. Wel bleef de afkeer der samoerai-klasse onver-minderd en bleven aanslagen op Europeers aan de orde van den dag,en was ook de bezetting van enkele punten in de omstreken vanYokohama door Engelsche en Fransehe troepen geenszins overbodig ,maar deze was alleen noodig om de nederzetting te beschermen tegende aanvallen der talrijke benden van op zichzelf handelende ronins, wiergetal in die dagen onrustbarend toenam en die geen minder gevaarvoor de regeering bleken dan de rebellen uit het zuiden en hun bond-genooten in andere streken. Pat kwam ten duidelijkste in het volgendjaar, 1865, aan den dag, toen het eeuwig uitstellen der steeds tusschende vrees voor de buitenlanders en de eigen inlandsche vijanden ge-slingerde regeering den nieuwen Engelsehen resident, Parkas, bewoogzijn ambtgenooten over te haleu tot een forscher optreden.

De sjogoen en zijn regent Keiki waren te Osaka bezig met de lei-ding van den strijd tegeu Tjoshioe , die met afwisselend geluk , maarover het geheel niet ten voordeele der regeering werd voortgezet, terwijlde mikado en zijn hof te Kijoto bleven. Beide steden lagen niet on-middellijk aan de zee, maar het in beider nabijheid gelegeu Hiogo

Erkenningder traktaten

door denmikado.

Page 362: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

352

wel , en daarom stoomde de geheele vloot der bondgenooten op den4den November van de baai van Yedo naar de binneuzee van Nipponen ankerde voor Hiogo. Daar aangekomen, werd door de gezanten aanden te Osaka vergaderden regeeringsraad de eisch gesteld van onmid-dellijke bekrachtiging der traktaten door den mikado, van openstellingvan de haven van Hiogo en van herziening van het tarief. Over hetlaatste was reeds jaren lang gehandeld , zonder dat men een stapverder was gekomen.

De sjogoen en de raid waren in de grootste verlegenheid, zij zagengeen kans om aan den eisch to ontkomen , zij spaarden geen woordenen verklaarden de vervulling , vooral van den eersten eisch, voor vol-strekt onmogelijk, maar zij vonden de gezanten onvermurwbaar. Dozenverklaarden slechts tien dagen to zullen waeliten. Na eenige dagenonderhandelens trokken toen een aantal grootwaardigheidsbekleedersnaar Kijoto, waar alles in de grootste verwarring was. De stad wasvol van ronins die, in geval van tegenweer, , niet alleen den sjogoen,maar zelfs den heiligen persoon van den mikado bedreigden. Geenwonder dan ook dat het hof volhield on niet alleen de bekrachtigingweigerde , maar zelfs twee der voornaamste leden van de regeering deedafzetten, omdat zij to veel voor toegeven geijverd hadden. De sjogoenwerd zoo bevreesd dat de mikado nog eon stap verder zou gaan enhem zelf aantasten , dat hij met moeite word weerhouden van ten voor-deele van Keiki afstand te doen. Maar toen men te Osaka gewaar word,dat eigenlijk de mikado to Kijoto evenzeer door de ronins werd ge-tiranniseerd als de sjogoen te Osaka door de vloot die voor Hiogolag, vatte hij mood en trok , vergezeld van Keiki en den regeerings-raad , met een aantal troepen naar Kijoto, deed daar eenige bijzondervijandige dienaren van darnio's gevangen nemen on riep een vergade-ring van alle aanwezige daimio's of hun vertegenwoordigers bijeen. Ervolgden heftige beraadslagingeu, totdat eindelijk de regeering de toe-stemming der dalmio's in de eisehen der gezanten verkreeg. Maarzelfs toen belette het hof den mikado de zijne te geven , en er wasniets minder noodig dan het persoonlijk verschijnen van Keiki en allegrootwaardigheidsbekleeders in tegenwoordigheid van den mikado, omdozen na lange aarzeling (want zelfs daar vernam men van het dreigender ronins on hunne besehermers) to bewegen tot het verleenen derbekrachtiging van de traktaten.

Zoo was op den 24sten November 1865 onherroepelijk de ban op-

Page 363: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

353

geheven die tot nog toe op Japan had gerust en het sinds twee eeuwenvan de gemeenschap der volken had uitgesloten. Het was niet zonderdwang geschied , maar zoo die ooit gerechtvaardigd was, dan was datzeker hier, waar, door partijzucht opgestookt, blind fanatisme van deandere zijde niet minder dwang uitoefende. Want geen van de tegen-standers der regeering , die tot nog toe zich tegen de toelating dervreemdelingen verzet haddeu , waren in werkelijkheid afkeerig vanhula aanraking. Integendeel haastten zij zich, zoo spoedig mogelijkhet meeste voordeel uit die toelating to verkrijgen. En wat nog sterkerwas, juist zij die bier aan het hoofcl der oppositie hadden gestaan ,waren de leiders der beweging om Japan zooveel mogelijk tot een staatmet Europeesche instellingen te maken.

Na de bekrachtiging der traktaten werden, in den loop van het jaar 1866,tal van maatregelen genomen , die een einde maakten aan het isolementwaarin Japan sedert ruim twee eeuwen had verkeerd. De belangrijkstewas zeker het verlof aan alle Japanners zonder onderscheid, om in hetbuitenland verblijf to houdeu en de opheffing der tusschenkomst vande regeeringsambtenaren bij het handels.verkeer met buitenlanders.

Aileen de opening der havens gaf nog dikwijls tot moeielijkhedenaanleiding en de haat der zwaarddragende klasse uitte zich nog dik-wijls , zelfs nog vele jaren daarna , in bloedige moordtooneelen. Welwas Japan van nu af geopend , maar het was nog geeuszins met wel-gemeende hartelijkheid dat het yolk den vreemdeling ontving, dienhet niet missen kon en dien het begreep te veel te moeten navolgen ,maar boven wien het zich toch nog altijd verre verheveu achtte. Deeigenaardige vriendelijkheid, de vormelijke beleefdheid en ook de grooteslimheid van den Japanner mocht dit niet altijd merkbaar maken, ja ,het soms volkomen bedekken ; in den grond was hun national° trotsongebroken. Allerminst waren zij bereid den godsdienst der Europeersaan te nemen , en terwijl de nationale beweging zich tegen het Boe-dhisme rich tte, was zij daarom niet minder vijandig tegen het Christendom.

Van eon aannemen der Europeesche beschaving was nog goon sprake.Behalve dat op enkele plaatsen fabrieken en werkplaatsen van Ameri-kaansch of Europeesch model werden opgericht voor de verwerking vansommige voortbrengselen , waren het slechts vooral betere wapens enandere verdedigingsmiddelen wat Japan begeerde. Trouwens er stondhet land nog veel strijd te wachten , en wie het best gewapend was

hoopte op de zegepraal.

Page 364: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

354

De val van het De strijd tegen de clan Sjosjioe en haar bondgenooten was intus-sjogoenaat. schen voortgezet, waarbij de betere moderne bewapening der rebellen

tegenover de ouderwetsche uitrusting van een goed deel der regeerings-troepen den eersten menig voordeel bezorgde. De noodzakelijkheid omden laatsten gelijke gevechtswaarde te verschaffen , deed de regeeringer toe overgaan Europeesche instructeurs in dienst te nemen, en bijden toenmaligen wapenroem van het Fransche leger was het nietvreetnd dat daartoe vooral Franschen werden gekozen. Over het ge-heel wist de Fransche resident, Leon Roches , zich in die dagen sterkin de gunst der Japansche machthebbers in te dringen en daardoorzijn landgenooten veel voordeelige leverautiön te bezorgen, een handel-wijze , die de overige gezanten uitermate kwalijk nainen. Hij weekgeheel of van de onpartijdigheid, welke dezen meenden dat tegenoverden partijstrijd in het land moest worden in acht genotnen en gingzelfs zoover, vau de Fransche strijdkrachten , die in Japan aanwezigwaren , ter bescliikking der regeering te stellen , wat echter door dezebeleefdelijk word afgeslagen. Haar impopulariteit zou al to groot ge-worden zijn, als zij tot zulk een middel haar toevlucht had durvennemen. Het was al veel dat zij Europeesche stoomschepen voor hetoverbrengen harer troepen huurde en doze dan onder Japansche vlagliet varen. Want bijna elke inmenging der vreemdelingen werd haareuvel geduid.

Tegen het einde van het jaar 1866 besloot de zwakke Yemoetsjizijn „kort en onrustig leven". Het was niet vreemd dat de hoofdender tot het Tokoegawa-geslacht behoorende families en de leden vanden gorodsjo (regeeringsraad), aan wie de keus van zijn opvolger toe-kwam, het oog op Keiki vestigden, die reeds vroeger als candidaat voorhet hooge ambt was genoetnd en als regent het geruimen tijd feitelijkhad bekleed en daarenboven een man van ervaring en energie was.Maar evenmin was het wonder, dat hij zelf groot bezwaar had de keusaan te nemen en dat zijn verwanten het hem ten sterkste ontrieden.Want het sjogoenaat bezat slechts een schaduw van zijn vroegerenluister. Alle gewichtige beslissingen hingen in naam van den mikado,in werkelijkheid echter van de op bet oogenblik invloedrijkste dalmio'saf, , maar de verantwoordelijkheid kwam niettemin neer op den sjogoenen zijn raad. Eerst na lange aarzeling nam hij de benoeming aan, naarbet schijnt onder voorbehoud van afstand to mogen doen, zoodra dit inhet belang des lands noodig was. De mikado bevestigde de keus

Page 365: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

355

onuaiddellijk. Het was bijna zijn laatste daad , want kort daarop, inFebruari 1867, volgde Kamei-Tenno, Yemoetsji in het graf. Hij lieteen ongeveer veertienjarigen zoon na , Hoetsoe-Hito , den tegenwoor-digen beheerscher van het Rijk der opgaande zon , die hem zondertegenspraak opvolgde.

De rouw over den mikado hield het uitbarsten van den strijd tegen,die onmiddellijk na het aanvaarden van het sjogoenaat door Keiki, dievan nu af ook den naam Yoshi-Hisa voerde , dreigde naar aanleiding vanhet open stellen der havens van Osaka en Hiogo. Keiki wilde dit einde-lijk uitgevoerd hebbeu , om alle geschillen met de buitenlanders to ver-mijden, want tot nog toe hadden de tegenstanders der regeering het wetente verhinderen, wat tot ernstige klachten aanleiding gat Het hielp dusweinig dat er dadelijk na Yemoetsji's dood, door Keiki's bemiddeling,vrede met Sjoeshioe gemaakt was ; thans stonden Satsoema en al deandere hans uit het zuiden opnieuw broederlijk vereeuigd tegenoverden nieuwen sjogoen. Weldra begounen zich voorteekenen te ver-toonen, dat deze met geen geringer bezwaren dart ziju voorganger zoute worstelen hebben. Hij zelf zocht zooveel mogelijk steun bij debuitenlandsche vertegenwoordigers , die hij met groote voorkomendheidbehandelde , terwijI hij meer en meer in allerlei gevalleu zijii syinpathievoor de westersche gewoonten liet blijken en met name de Franschenbevoorrechtte. Zijn troepen werden door Fransche officieren geoefend ,een Franschnaan richtte ook het nieuwe arsenaal in ; Roches scheendagelijks meer invloed te krijgen , zoodat in de Europeesche kolonievoortdurend gesproken werd over de mogelijkheid dat de sjogoen zichonder Fransch protectoraat zou stencil en door een Fransche zee- enlandmaeht zou worden gehandhaafd , geruchten , die ook onder deJapanners schijnen verbreid te zijn geweest en den haat tegen devreemdelingen en de impopulariteit der regeering opnieuw deed toenemen.

In den zomer kwam to Kijoto een vergadering van daimio's en ver-tegenwoordigers van daiinio's bijeen , waar openlijk over de noodzake-lijkheid eener verandering van het regeeringstelsel werd gesproken.De vorst van Tosa (ook eon der weinige daimio's die persoonlijk op-traden) zond zelfs door een zijner volgelingen , den later zeer op denvoorgrond tredeuden Geto, een brief aan den sjogoen, waarbij hij dozenden mad gaf afstaud te doen. Aileen daardoor kon , beweerde hij, eeneinde komen aan de onzekerheid die nu heerschte , an het gezag ver-deeld was tusschen den mikado en den sjogoen en diens raad. Daar-

Page 366: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

356

door werd de regeering verlamd en ontstond er eon toestand van anarchic.Hetzij omdat hij werkelijk met den schrijver instemde, hetzij het hemslechts te doers was om tijd te winnen en voorloopig zijn vijanden teontwapenen , hetzij ook uit vrees, Keiki voldeed aan dezen eisch enzond een memorie aan den mikado , waarin hij verzocht van den lastvan het bewind ontheven te worden en het voorstel deed dat deze dienzelf op zich zou nemen. Het duurde tot November eer dit voorstelvan wege den mikado beantwoord word met een voorwaardelijke toe-stemming ; alleen word Keiki opgedragen het gezag to blijven voeren,totdat over de nieuwe inrichting van het bestuur zou worden beslistin overleg met de vergadering van daimio's. Alleen zou hij geen gezagmeer over de andere daimio's hebben , waarmede hij dus gelijk word ge-steld. Zoo was alles nog onzeker, toen den 1stell Januari de formeeleopenstelling der havens van Osaka en Hiogo plaats had. Evenals vroegerto Karagawa geschied was , waar niet de stad zelf maar het dorp Yoko-hama den buitenlauders als woonplaats was aangewezen , word hunthans niet Hiogo zelf opengesteld, maar het nabijgelegen dorp Kobe.En met hetzelfde gevolg. Evenals Yokohama heeft Kobe weldra deoude stad, waartoe het behoorde , overschaduwd. Het is thans eender vooruaamste handelsplaatsen van Japan.

Die plechtigheid was nauwelijks geschied, of de storm barstte los,die het oude Japan omverwierp. Op den 3den Januari 1868 werd hetpaleis van den mikado plotseling bezet door de manschappen der ver-bonden zuidelijke clans, en werdeu die van Aidzoe, die het sedert vierjaar hadden bewaard, genoodzaakt of te trek ken. Nog denzelfden dagword een besluit van den mikado afgekondigd waarbij alle uncle. =btu.,zoowel die van het hof (dat van regent en eersten minister van denmikado in de eerste plaats) als van den staat, te beginners met debakoefoen (gordijnregeering) en het ambt van sjogoen en van diensraad, den gorodsjo, werden afgeschaft en in de plants drie hooge ambtenwerden ingesteld, de sosae (eerste minister), de gijo (uitvoerende raad),waar mija's (prinsen van het geslacht der mikado's), hofadel (koedsjes)en leenadel (daimio's) gelijkelijk toe konden worden geroepen. Deleden daarvan zouden aan het hoofd staan der acht departementen vanalgemeen bestuur, die in naam van den mikado of, zooals men hetuitdrukte, van het hof de regeering zouden voeren. De sanijo (raad-gevende raad) zou uit eenige koedsjes en een aantal samoerars bestaan,volgelingen van daimio's, die de afdeeling der ministeria bestuurdeu.

Page 367: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

357

De geheele maatregel heette een herstel der regeering op den oudenvoet, van Djimmo-Tenno (den eersten eenigszius historischen mikadouit de Ple eeuw voor Christus, waarmede de Japansehe geschiedenisbegint), maar riep in werkelijkheid een volkomen nieuwe wijze vanregeering in het leven. De wijze waarop dit alles was overlegduitgevoerd, maakte het tot een formeelen staatsgreep, waartegen hetzich begrijpen laat dat Keiki, die volstrekt onvoorbereid was on wiengeen plaats was ingeruimd in de nieuwe regeering, met kracht pro-testeerde. Hij beriep zich op den hem vroeger verstrekten last, deregeering te voeren tot die in overleg met de daimio's was geregelden begaf zich van K ijoto naar Osaka, waar hij terstond zijn strijd-krachten bijeentrok. Hij liet daardoor den mikado in de handen vande tegenpartij, die niet naliet daar gebruik van to maken. Hij werdnog steeds gesteund door den regent van Satsoema, den erfvijand derTakoegawa's, wat waarschijnlijk de reden was dat Keiki , toen hemvan wege den mikado het bevel gewerd zieli weder naar Kijoto to be-geven en daar een plaats in de regeering in to nemen, daaraan slechtswilde voldoen , vergezeld van zijn geheele legermacht , omdat mar hijbeweerde de mikado niet vrij was. Do tegenpartij vatte dat op als eonpoging om met geweld den mikado wider zijne macht te stollen. Onderaanvoering van een der prinsen van den bloede en de banier van denmikado, versperden de manschappen der zuidelijke clans het viermaaltalrijker leger van Keiki, dat uit diens eigen troepen en die van eonaantal noordelijke clans, onder den vorst van Aidzoe, bestond, bij hetdorp Foesjima den weg. Van den 27sten tot den 30sten Januari 1868werden daar een reeks van gevechten geleverd, die, toen een gedeeltevan Keiki's troepen niet langer tegen de keizerlijke banier dorst testrijden en van partij wisselde, met zijn volslagen nederlaag eindigde.Persoonlijk had hij geen deel aan den strijd genomen. Toen hem deuitslag bleek, liet hij den buitenlandschen gezanten, die nog in Osakawaren weten, dat hij niet langer voor hun veiligheid kon instaan onscheepte zich op eon zijner oorlogschepen naar Yedo in, waar hij zichin het kasteel der sjogoens opsloot. In het begin van Februari wordOsaka door de zuidelijke clans, die zich nu keizerlijke troepen noemdenen van alle kanten door opgeroepen manschappen versterkt werden,bezet en daarna Keiki en zijn aanhangers van alle titels en waardig-heden bij keizerlijk besluit ontzet. Een leger onder Arisoegawa, eonprins van den bloede, on op het oogenblik eerste minister, die voortaan

Page 368: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

358

als keizerlijk opperbevelhebber optrad, werd gevormd om hen te straffen.Ook te Yedo was intusschen tusschen aanhangers van Satsoema envan den sjogoen bloedig gestreden , waarbij de stad verbazend hadgeleden. Deze strijd duurde in de omstreken nog geruimen tijd voorten maakte het verblijf voor de buitenlanders niet zelden uiterst ge-vaarlijk. Hetzelfde was in de omstreken van Osaka het geval. In geenander jaar werdeu zooveel moorden op dik wijls volstrekt onschuldigevreemdelingen gepleegd, want onder de samoeral's uit het zuiden warener die meenden, dat thans het oogenblik der uitroeiiug van het gehategespuis was gekomen. Weldra echter bemerkte men aan het optredender keizerlijke regeering. dat deze dit geenszins wilde dulden en niet,als die van den sjogoen, zich nit vrees voor verzet van straffen zouonthouden. Het eerste wat zij deed, uadat Osaka bezet was, hetgeveu eener verzekering van handhaving der traktaten , en van haargezindlieid om met het buitenland op vriendschappelijken voet testaan, was geen ijdel vertoon.

Be volledige reorganisatie van de regeering en het bijeenbrengenvan een krijgsmacht, die tegen die van Keiki en zijn talrijke aan-hangers onder de noordelijke dalmio's opgewassen was, vertraagdenatuurlijk het voortzetten der operatien der keizerlijkeu tegen Yedogeruimen tijd. De oorlogstoomschepeu der zuidelijke dalmio's leverdenin dien tijd, in de ruime baai van Yedo, zoo nu en dan gevechtentegen die van den ex-sjogoen, tot groot vermaak der buitenlanders ; hetbleek daarbij dat de Japauners al heel spoedig geleerd hadden metalle moderne oorlogswerktuigen om te gaan en ter zee zich volkomengoed thuis gevoelden; heel anders dan de Chineezen, die voor hunoorlogsvloot vreemdelingen niet ontberen konden. In dat tijdsverloopvan eenige maanden deed Keiki niet de minste poging tot verderverzet tegen de keizerlijke regeering, zoodat het niemand verwonderdetoen men vernam dat hij weigerde den toegaug tot Yedo te verdedigenen ziju volgelingen, die den strijd meer als een veete van Satsoemategen Tokoegawa opnamen , verbood eenigen tegenweer tegen hetkeizerlijk leger te plegen. Om zijn gezindheid duidelijk te bewijzen,onttrok hij zich aan de aanzoeken zijner strijdlustige volgelingeu ineen klooster. Toen kwamen tal van de aanzienlijkste leden van dekeizerlijke familie tusschenbeiden en verkregen een genadiger vonnisdan hem boven het hoofd hing. Toen Asisoegawa den 26sten AprilYedo zonder slag of stoot binnentrok, werd het bekend gemaakt :

Page 369: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

359

Keiki zelf werd tot ballingschap in zijn voorvaderlijk kasteel Motoveroordeeld. Allen die aan den „opstand" hadden deelgenomen, werdenveroordeeld tot de zwaarste straf buiteu den dood ; het kasteel vanYedo met alle geschut, wapens en oorlogschepen, moest aan de regeeringin harden worden gesteld.

Keiki zelf gehoorzaamde onmiddellijk, maar zijn vasallen warenuiterst verontwaardigd en trokken in menigte naar het noorden, waarAIdzoe en de andere dalmio's, die zich niet aan de zuidelijke clanswilden onderwerpen, tot voortzetten van den strijd zich voorbereidden.Zelfs de burgers en kooplieden van Yedo gevoelden den smaad vanden ondergang van hun meesters, den Tokoegawa-clan. Trouwens hethad alien schijn dat hun stad, die aan den sjogoeu haar opkomstto danken had, geheel zou vervallen. Kijota en Osaka waren nu demiddelpunteu van Japan.

Met Keiki's onderwerping was de strijd beslist en het oude Japanten onder gegaan. Zonderling genoeg voor hem die niet achter deschermen zag, waren het de conservatieven die het hadden ten val ge-bracht en daarmede hun eigen graf hadden gegraven. Want reeds wasgebleken, dat het allerminst een overwinning van Satsoema op Tokoe-gawa was, die behaald was, maar dat er een nieuw Japan was opge-staan, waarin noch voor Satsoema, noch voor Tokoegawa plaats was.Terwijl Keiki, zoowel een vorst als een rebel tegen wil en dank, instrenge afzondering zich troostte met letterkunde en po6zie, keerdeSimadzoe Hianntsoe terug naar zijn eigen gebied, waar hij weldra deleider werd der oppositie tegen ziju eigen werk, althans tegen hetwerk daar bovenal ziju volgelingen deel aan bleven hebben. Zooalszoo dikwijls, had de revolutie overwinuaars en overwonnenen gelijkelijkvernietigd.

Het was kenschetsend voor het beleid der leiders der omwenteling, datbij de reorganisatie der regeering eerst nog het oude stelsel gevolgdwerd, volp.rens hetwelk de hooge ambten verleend werden aan aanzien-lijken, prinsen, koedsje's en dalmio's , maar inderdaad het werk gedaanzou worden door de raadslieden, de laatsten meestal jonge mannen uitde samoeralklasse, die in den sanys waren opgenomeu. Alleen enkelenbehoorden tot den hofadel, zooals Sanjo, die bekend was gewordendoordat hij zich openlijk bij de Tsjoejioe had aangesloten en Iwakoera.De anderen waren uitsluitend samoerars, vooral uit de clans van het

De burger-oorlog.

Page 370: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

360

Zuideu, dat aan nieuw Japan steeds zija kloekste staatsliedeu heeftgeleverd. Van die alien stond in den beginne niemaud zoozeer op denvoorgrond als Okoebo, den voornaamste onder de leiders der be-weging in Satsoema. Hij bestond het vroeger met den dood gestraftewaagstuk om een memorie tot den mikado in persoon to riehten, waarinhij hem duidelijk maakte dat or een einde moest komen aan het oudeceremonieel, dat den vorst aan de oogen van zijn onderdanen onttrok,en dat de mikado persoonlijk aan de regeering moest deelnemen. Hetpleit zeker voor degenen die toen den jongen Moetsoehito orrigaven, datdaaraan geboor gegeven werd. Eon andere memorie, welke strekte omhet hof de afsehaffing van het oude eeremonieel tegenover de vertegen-woordigers Vall het buitenland en hun behandeling op de wijze derEuropeesehe mogendheden aan te bevelen, was nog door eenige dermaehtigste dairnio's geteekend, maar in werkelijkheid het werk vanhull ondergesehikte raadgevers, die nu in de regeering den toon aan-gaven. Het stuk was van den laatsten Februari; den 23s1en Maartdaarna was Kijoto getuige van wat nog kort geleden onmogelijk zouhebben gesehenen, den optoeht van buitenlandsehe gezauten naar hetpaleis van den mikado, oin daar door hem in persoon te worden ont-vangen. Dat dit het fanatisme van sominige samoerai's derwijze prik-kelde, dat eel) gelukkig verijdelde aanval op den Engelsehen ministerde plechtigheid stoorde, was waarlijk niet te verwonderen. Voor zulkenmoot het geweest zijn als word de geheele wereld te onderste bovengekeerd. En nauwelijks was dit gesehied, of de keizer kwam in per-soon naar Osaka, om daar de vloot der dalmio's te zien. Sinds eeuwenhad nimmer een mikado zijn paleis, laat staan dan Kijo to verlaten, ennu bleef hij weken te Osaka en voer zelfs op het water. En weldragebeurde nog erger. In het laatst van het jaar werd de imam vanYedo veranderd in dieu van Tokio (oostelijke hoofdstad) en te kennengegeven dat de mikado daar evenzeer zou wonen als te Kijoto, datals werkelijke hoofdstad gelijken rang zou hebben. Daarmede was eongroote stap gedaan om de stadsbevolking, kooplieden en handwerks-lieden to bevredigen, die tot nog toe zoo weinig gegolden had, wantbehalve de zwaarddragende adel der samoerai's, waren alleen de land-bouwers (trouweus de massa der bevolking) in eere. Het verlaten vanYedo door het hof van den sjogoen en de dairnio's, had de overigenszoo uitneinend gelegen stad zwaar getroffen. Timms kon zij herleven.In het nieuwe Japan moest ook haudel en nijverheid een eervolle

Page 371: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

361

plaats bekleeden. Evenwel, zoolang het feodale stelsel bleef bestaanwas het moeilijk de hervormingen uit te voeren, die de leiders derbeweging van voornemen waren te beproeven. Daartoe was echter inde eerste plaats herstel van den vrede noodig. En daar scheen in denbeginne geen uitzicht op. Heel anders gezind dan Keiki, dachten zijnmeeste vrienden en bondgeuooten en vele hoofden der Tokoegawa's erniet aan, het hoofd in den schoot te leggen. Yedo was nauwelijks inhanden van den mikado of de vorst van Aidzoe, aan bet hoofd vaneen aantal noordelijke clans, rukte tegen Yedo op.

De zeemacht van den sjogoen, onder bevel van Yenemoto, die in1863 naar Europa gezonden, in Nederland het zeewezen had bestu-deerd, weigerde zich volgens de door Keiki aangenomen bepaliugento onderwerpen. Hij en zijn officieren beschouwden zich uitsluitendals dienaren der Tokoegawa's en waren woedend toeu zij vernamen,hoe het groote bezit van den clan, dat een opbrengst had van onge-veer 8 millioen kokoe's rijst (de gewone waardebepaling der leenen),toen ongeveer gelijk gerekend aan 72 millioen gulden, verbeurd ver-klaard was ten behoeve van den mikado, terwijl aan den door denmikado aan het hoofd van den clan gestelden daimio (een 8 jarig kind)sleeks 700,000 kokoe's waren overgelaten, waarmede hij onmogelijkzijn meer dan 300,000 zielen tellende volgelingen kon onderhouden ,terwijl hij daarenboven beroofd was van alle voordeelen, die vroeger uithet bezit der staatsambten voortkwatnen. Hoewel ook de regent van hetnieuwe geslachtshoofd, en later Keiki zelf, alle leden van den han totvolstrekte onderwerpiug vermaanden, weigerde een groot gedeelte zichte voegen, en maakte gemeene zaak met de noordelijke clans, de oudevasallen van den sjogoen, de foudal daimio's. Met name deden dit dehoofden van het leger en de vloot. Hoewel de uitlevering der oorlogs-schepen bedongeu was, voerde Yenemoto de meeste nit Yedo weg naarhet noorden. Daar ook enkele der hoogste boeddhistische geestelijken,die tot de familie van den mikado behoorden, zich bij de bewegingaansloten, werd deze een formeele burgeroorlog, waarbij de rebellen,die zich strijders voor het recht noemden, zelfs den eerbied voor hetgezag van den mikado geheel uit het oog verloren , waarvan zijtrouwens beweerdeu dat het door de roovers van Satsoema schandelijkmisbruikt werd. De Tokoegawa's waren trouwens door de verbeurd-verklaring hunner landerijen tot wanhoop gebracht, want zij warenletterlijk tot gebrek veroordeeld en later werd hun dan ook een gedeelte

Page 372: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

362

van hun land teruggegeven. Be strijd werd met groote verbitteringgevoerd, een tijdlang in de onmiddellijke omgeving van Yedo. Lang-zamerhand eerst gelukte het Arisoegawa en zijn bekwainen onder-bevelhebber, Saigo Tokomeri, nit Satsoema, sedert jaren eel' der meestinvloedrijke leiders der beweging tegen den bakoefoe, aan het legervan den mikado het overwicht te verzekeren. En voor een onder-wierpen zich toen de verbonden dalmio's, die, hoewel met de zwaarstestraffen bedreigd, ten slotte alien vrij genadig behandeld werden. Eindelijkbleef er voor de Tokoegawa's, die zich ten getale van 4000 welge-wapende en geoefende krijgslieden nog te weer stelden, niets over dantegen het einde van 1868 op de schepen van Yenemoto mar heteiland Yeso over te steken. Een aantal Fransche instructeurs van hetleger van den sjogoen was bij hen gebleven en leidde hun onder-nemingen met zoo goed gevolg, dat zij de verdragshaven Hakodade endaarop het geheele eilaiid , voorzoover het door Japanners bewoond was,in hun macht kregeu. Gedekt door de door hun scheepsmacht voor-loopig beheerschte zee, riehtten zij op het eiland een zelfstandigenTokoegawastaat op, ouder een voorloopig bestuur, als welks presidentYenemoto optrad. Tot den mikado richtte dit bestuur het verzoek,het eiland Yeso in leen aan den clan af te staan, die daardoor in staatzou worden gesteld in het leven te blijven, wat anders oninogelijkwas, na de verbeurdverklaring hunner bezittingen. Voor Japan mudit, beweerden zij, een voordeel zijn, daar Yeso tot nog toe grooten-deels een wildernis was. In hoever het verhaal waarheid bevat, dat zijonder invloed hunner Fransche vrienden en van door Yenemoto enandere leiders in Europa opgedane denkbeelden, van dien staat eonrepubliek met volledige gelijkheid en algemeen stemrecht (van allesamoerars natuurlijk) maken wilden, zou ik niet durven beslissen. Hetwerd in Japan aan reizigers, die met de leiders der hervormingsbewegingin veelvuldige aanraking kwamen, verteld.

De hoofden der Tokoegawa's, die zich na Keiki's val van alien tegen-stand onthouden hadden, en Keiki zelf, protesteerden ten sterkstetegen het ongehoord bestaan van Yenemoto en zijn medestanders, enboden zelfs aan, de ouderwerping der rebellen op zich te nemen, maarde regeering wees dat laatste verzoek af. Zij vreesde dat Keiki doorzijn vroegere onderdanen zou gedwongen worden als hun hoofd op tetreden. Maar geldgebrek belette echter geruimen tijd de heroveringvan Yeso, want de eigenlijk sinds 1863 woedende burgeroorlog had

Page 373: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

363

het land uitgeput en de regeering was, niettegenstaande zij over hetverbeurd verklaarde bezit te beschikken kreeg, in groote verlegenheid.De mikado had sedert eeuwen maar een zeer gering eigen inkomengehad en, evenals de hofadel, in bijna armoedige omstandigheden ver-keerd. De sjogoens hadden dat opzettelijk teweeggebracht, om het hoftot machteloosheid te veroordeeien. Een geregeld algemeen belasting-stelsel voor het rijk bestond niet. De regeering van den sjogoen hadvroeger haar onkosten betaald uit de opbrengst van de Tokoegawa-goederen, de inkomende en uitgaande rechten en andere dergelijke be-lastingen ; in bijzondere gevallen, als bij den oorlog tegen Tsjositse, hadzij een beroep gedaan op de goedwilligheid der onderdanen. De dalmio's,die troepen leverden, betaalden die zelf, evenals zij ook zelven deonkosten van het bestuur in hun grootere of kleinere bezittingen droegen.

Maar nu verkeerden ook de dalmio's in inoeilijke omstandigheden doorde verbazende uitgaven voor het aanschaffen van schepen, oorlogstuig enallerlei nieuwe Europeesche en Amerikaansche taken, die meestal veel tehoog betaald waren geworden ; gedeeltelijk uitgaven van weelde, gedeelte-lijk ook werven en fabrieken met de daarvoor noodige machines. Sommige,zoo niet de meeste dalmio's, waren niet meer in staat hun samoerarste onderhouden en hun verplichtingen na te komen (enkele haddenpapieren geld uitgegeven en minderwaardige munt doen slaan), enmoesten door de regeering worden bijgestaau, die zich met papieren-geld, dat als wettig betaalrniddel moest gelden, uit den eersten noodhielp. De daimio's die voor de Tokoegawa's hadden gestreden, haddenslechts een klein gedeelte hunner goederen behouden, zij waren natuurlijknog minder dan de anderen in staat hun samoerars te onderhouden.Maar de regeering kon niet dadelijk van de verbeurdverklaarde landenzooveel geld trekken dat zij de loopende onkosten kon bestrijden, enwas zelfs opnieuw verplicht een beroep op de onderdanen te doen.

De toestand was van dien aard, dat de leiders der hervormings-beweging begrepen dat slechts een radicaal middel, een algemeene her-vorming, kon helpen. Een hunner, Kido, uit Tjosjioe, die achter deschermen alreeds eeu groote rol had gespeeld, en die nu, nevens deedelen, die den eersten minister bijstonden, als kamon (raadgever) diende,begreep dat die hervorming moest bestaan in de volledige afschaffingvan het feodale stelsel, door overgave, in handen van de regeering vanden mikado, van alle landen en heerlijke rechten der dalmio's, wierverplichtingen dan ook weerkeerig door den mikado zouden worden

II 24

Page 374: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

364

overgenomen. Wanneer men den financieelen nood bedenkt waarinvelen der machtigste daimio's verkeerden, was zoo jets voor dozen zekereen ware uitkomst, maar daar stond tegenover dat die overgave nietkon geschieden zonder dat zij tevens de macht verloren, waardoor zijtot nog toe, naast den sjogoen en in het laatst den mikado, de be-heerschers van Japan waren geweest. Zij hielden dan op landsvorstente zijn, en hoe weinig de meesten ook zelf het hun toekomend gezaghadden uitgeoefend, het recht om te heerschen dat hun nu zou wordenafgevergd, kon hun niet onverschillig zijn. Het was daarenboven nood-zakelijk dat het voorstel uit huu eigen midden gedaan werd. Wanttot een dergelijkeu maatregel had de mikado evenmin recht als deFransche nationale vergadering in 1789 zou hebben gehad om denafstand der heerlijke rechten te bevelen, wanneer die niet vrijwilligdoor de bezitters in den nacht van 4 Augustus was voorgesteld. Teminder omdat de mikado niet als die vergadering zich op het belangdes yolks kon beroepen. Want het yolk bleef in japan geheel buitende staatkunde, alleen de samoerai's namen er deel aan, zoodat dan ookde Japanners, als zij van het yolk spreken, uitsluitend de samoeral'sbedoelen. En dezen leden meestendeels groot nadeel door den maat-regel, daar bun heeren nu het middel misten hen te onderhouden.Het laat zich dan ook begrijpen dat Kodo bijzonder verrast werd, toenhij bij zijn heer, den vorst van Tsjosjose, wien hij zich verplicht zaghet eerst de zaak voor to stellen, volledige instemming vond. Eerstdaarna wendde hij zich tot Okoebo en de andere leiders der hervormings-partij in de regeering. Ook dezen brachten de zaak bij hun dairaio'sen raadslieden te horde en vonden bij de meesten evenmin tegenstand.Terwijl de plannen tot de practische uitvoering van dit plan werdenvoorbereid , werd door de gemeenschappelijke werking der keizerlijkelaud- en zeemacht (de laatste was door een Amerikaansch gepantserdramschip versterkt) een onderneming tegen Yeso met goed gevolg uit-gevoerd. Wel boden de rebellen hardnekkig tegenstand, maar toen,in Juli 1869, Hakodade was veroverd, werden de leiders gedwongenzich over te geven. Tot groote verontwaardiging hunner samoerarszagen Yenemoto en zijn vrieuden af van harakiri to plegen. Zij werdenter dood veroordeeld, maar begenadigd en weinige jaren later bekleeddeYenemoto eon hoogen rang onder de regeeriug die hij had bestreden.De mannen die nu het roer in handen hadden, wilden zooveel mogelijkalien, die getoond hadden bekwaam on hervormingsgezind te zijn, om

Page 375: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

365

zich peen scharen, want het land had al zijn zonen noodig. De harts-tochtelijke loyauteit, die tot nog toe den samoeral ook aan zijn demi()had verbonden, moest nu geheel overgebracht worden op den keizer ;niet op dezen persoonlijk maar als vertegenwoordiger van het land.Zooals gehoorzaamheid de eerste, alles te boven gaande plicht derJapansche vrouw was en ook is gebleven, was tot elke zelfopofferingbereide getrouwheid aan zijn heer die van elken Japanner. En voortaanwerd de mikado, de staat, het in zijn oog heilige land, de eenigeheer van den Japanner.

Ininiddels had de mikado reeds in het einde van het vorige jaar Afschaffingvan heth setteisfee-lnzijn nieuwe hoofdstad, Tokio, zooals wij het oude Yedo voortaan

moeten noemen, bezocht en daar opnieuw de Europeesche gezanten en gevolgendaarvan.

ontvangen. Dezen namen nu hun verklaring van onzijdigheid in dentoen nog niet geheel afgeloopen strijd terug en erkendeu daardoor denieuwe regeering formeel. Hij keerde daarop nog eenmaal naar Kijototerug om de verschillende plechtigheden aan de graven zijner voor-ouders te vervullen en te huwen, en vestigde zich daarop, in Mei 1869,voor goed in het oude kasteel der sjogoens, wier plaats hij had inge-nomen. Tokio herrees in nieuwen luister. Kijoto verviel weder in deoude eenzaamheid van de dagen, toen het als Mijoko (metropolis) degeheimzinnige verblijfplaats van den ongezienen zoon der zon was, enOsaka, dat een oogenblik tot zetel der regeering was uitverkoren, om-dat het in het midden des lands lag, werd weldra het middelpunteener fabrieksnijverheid, die de trots van het moderne Japan is, maardie elle gebreken heeft, die de groote industrie in oude en nieuwewereld aankleven.

Te Tokio was toen de vergadering van daimio's en vertegenwoor-digers der hans bijeengekomen, die als de Japansche nationale ver-gadering optrad, niet alleen als vertegenwoordiging van het grondbezit,maar tevens van de klasse, in welke elle politiek leven van het yolkwas geconcentreerd. Zij werd belast met het vaststellen van grond-wetten. De regeering en de afzonderlijke leden niet alleen, maar iederJapanner had het recht bij haar voorstellen daartoe in te dienen. Zijontving weldra een aan den mikado gerichte memorie van de demio'svan het Westen en Zuiden, d. w. z. van Tjossioe, Satsoema, Tosa, Hezenen een aantal andere, opgesteld in den eigenaardigen bloemrij ken stijl, dietegenover het allerhoogste gezag gebruikt placht te worden ; het plan

Page 376: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

366

van Kido werd voorgesteld, natuurlijk als ware het een terugkeer totden ouden wettigen toestand, toen de grond , even als alle macht ,uitsluitend en alleen den keizer toekwam en daardoor de staat sterken het land bloeiend was. Het plan kwam hierop neder, dat de keizerhet geheele landbezit der hans overnemen en van nu aan ook daaroverhet bestuur voeren zou. De grondslag van het feodale stelsel, de auto-nomie der hans, was daarmede vernietigd. Om dit uit to voeren washet noodig dat de dalmio's de hun toegewezen landen aan den keizerteruggaven, afstand deden van alle titels en voorrechten en als een-voudige edellieden zooveel land van den keizer ontvingen als voorhun onderhoud noodig was; terwijl alle ambtenaren der haus over-gaan zouden in dienst van den keizer, ook met een aan hun ambtevenredig goed to hunner bezoldiging. De overige samoeral's zoudeneen pensioen ontvangen.

Hoewel voorzeker, zooals ik vroeger al opmerkte, niets minder waarwas dan dat ooit eon mikado werkelijk zulk eon absoluut gezag zouhebben bezeten, als hem hier werd toegedacht, en deze maatregel toteon volkomen omwenteling van staat en maatschappij moest leiden,hadden de bestaande instellingen zich zoozeer overleefd, dat niemandweerstaud durfde to bieden.

De regeering, die aan elken hervormingsmaatregel den schijn wildegeven, als ging hij uit van hen die or het meest onder zoudenlijden, verwees het voorstel naar de vergadering, en deze noodigde deafzonderlijke dahnio's uit, ieder voor zich, advies uit to brengen. Na-tuurlijk dorst niemand tegenspreken, de oppositie openbaarde zich alleendoor zwijgen. Binnen weinige woken was de regeering verzekerd vande toestemming van de meeste onder de aanzienlijke daimio's. Van de18 vorsten, die van oudsher alleen van den mikado afhingen, ver-klaarden er zich dadelijk 13 voor. Daarentegen moest op velen dermindere (vooral op de bezitters der kleine, slechts een kasteel met orn-liggend gebied omvattende leenen) een zekere druk worden uitge-oefend. Maar ten slotte verklaarden van de ongeveer 258 daimio's,die gevraagd werden, zich slechts zeventien tegen den maatregel, zoodatde regeering reeds in Juni 1869 over kon gaan tot het uitvaardigenvan een keizerlijk besluit, waarbij het aanbod der dalmio's werd aan-genomen en deze zelf tot gouverneurs in bun vroeger gebied werdenaangesteld; waarin zij dus wel zouden voortgaan het gezag te voeren,maar nu als ambtenaren van den mikado. Daardoor werd de band

Page 377: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

367

tusschen de hoofden en bun samoerai's losgemaakt, daar zij geen ver-plichtingen jegens elkander hadden, maar alien slechts den mikado ge-hoorzaamheid schuldig waren. Alle benoemingen die door de gouver-neurs moesten gedaan worden, hadden daarenboven de goedkeuring derregeering noodig, wat tengevolge had, dat ambtenaren in een ge-heel andere streek dan waar zij tehuis hoorden werden aangesteld.Natuurlijk was dit slechts een overgangsmaatregel en was het eenondergestoken werk, toen twee jaren later, in 1871, een der vroegeredalmio's aan de regeering voorstelde, dat bij de zichtbare ongeschikt-heid zijner meeste staudgenooten tot het voeren van het bewind, hetveel beter was, als zij daarvan ontheven werden, en alle hans tot kens(afdeelingen van het keizerlijk domein) werden verklaard, waarin deregeering het gezag kon opdragen aan wien zij wilde. Onmiddellijkwerd dit voorstel door de regeering overgenomen ; enkele gouverneurszonden zelf hun ontslag in, en in Augustus werd de maatregel afge-kondigd als bevel van den mikado. Om voor goed aan de macht dervroegere dalmio's eon einde te maken, werd aan de ex-gouverneursbevolen zich te Tokio to vestigen, waar de meesten in de regeerings-ambten werden gebruikt. Zoo hield alle gemeenschap tusschen hen enhun vroegere vasallen op. Eerst daardoor werd een einde gemaakt aanhet feodale stelsel. Evenwel niet overal ; in sommige streken, vooralin het zuiden en het allermeest in Satsoema, had het een taai leven.De regeering voelde zich niet sterk genoeg om daar de maatregelenanders dan voor den vorm door te zetten ; zoodat Simadzoe Saboerafeitelijk op den ouden voet het gezag voeren bleef. Van nu aanverzette hij zich tegen alle veranderingen en bemoeilijkte de invoering.Daarom riep hem de mikado tot zich, om als lid van den staatsraadhem te dienen. Langen tijd onttrok hij zich, wel een bewijs hoeweinig sterk zich de regeering gevoelde, en toen hij eindelijk te Tokioverscheen, deed hij dat op de oude wijs, in het oude staatsiegewaad,omgeven door honderden gewapende samoerai's. Maar de regeering sloeger schijnbaar geen acht op. Liever dan geweld te gebruiken tegen deoppositie, trachtten de staatslieden, die nu het roer in handen hadden,de oppositie der door de revolutie teleur gestelden op andere wijsonschadelijk te maken. Zij lokten verzoeken van de samoerai's vanenkele hans uit, om ontheven te worden van de verplichtingen en be-letselen , die de voorrechten van hun stand hun oplegden, en begonuennu evenzeer het verschil in rechtspositie tusschen dezen en de gewone

Page 378: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

368

Japanners aan te tasten, als zij te voren koedsje's en daimio's tot anadelstand hadden teruggebracht. Zooals altijd geschiedde het geleidelijk,en werd het afleggen der zwaarden, het verrichten van arbeid andersdan in dienst van den keizer, en vooral het drijven van handel slechtsbij bijzondere vergunning toegestaan ; maar weldra werden de bepalingenalgemeener, zooals b.v. de opheffing van het verbod van paardrijdenvoor ieder beneden den rang van samoerai en het verlof voor iedereenom de kleeding te dragen, welke voorheen alleen den samoeral's toe-kwam. Daarop werd het afleggen der wapenen aanbevolen, eindelijk,in 1876, werd het dragen van een zwaard, anders dan in dienst ofbij wijze van officieele staatsie, verboden.

Geen der nieuwe wetten kenschetste meer den geest der nieuweregeering dan de erkenniug der gelijkheid voor de wet van alleJapanuers, ook van de pariah-klasse (de onreine Yeta's of Eta's), welkeslechts het minste en vuilste werk mochten doen, en zich van elkeaanraking met den gewonen Japanner moesten onthouden, daar zij alseen besmetting gold. Er waren, berekent men, bijna een millioen zielen,welke behoorden tot die klasse, waarvan het ontstaan geheel onbekend is.Die allen werden nu tot menschen en burgers gemaakt, hoewel hunmaatschappelijke gelijkstelling daaruit niet volgde. De bestrijding vanhet Boeddhisme, aan welks eeredienst elke tot nog toe zoo ruimschootsverleende staatshulp outtrokken werd, zoodat spoedig een aantal tempelsen kloosters begonnen te vervallen of door de regeering tot anderedoeleinden werden gebruikt, deed bij de gewone Japanners de strengehandhaving van reinheidswetten en der aan het kastenwezen eigen be-palingen afnemen. Het deed het gebruik van vleesch, dat onderinvloed van het Boeddhisme bijna geheel had opgehouden, weder toe-nenaen, wat gunstig werkte op den afkeer van de eta's, die, evenalshun rampzalige standgenooten in Indie, als onreinen van het verbodvan vleescheten waren vrijgesteld, en die veelal als slagers en vildersaan den kost kwamen. Ook het verschil tusschen den landbouweren den handwerksman begon te verdwijnen, en van lieverlede kondenin de groote voor den buitenlandschen handel opengestelde steden,de kooplieden die kapitalisten begonnen te wordeu , niet margedwongen worden te blijven op den ondersten sport der maat-schappelijke ladder, waartoe hun de wettelijk vastgestelde kastenver-deeling veroordeelde. Weldra was het niet meer mogelijk het kasten-stelsel te ha ndhaven; het verbod van huwelijk buiten de kaste werd

Page 379: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

369

afgeschaft ; in het nieuwe Japan vervielen op den duur alle voorrechten,waren alle burgers gelijkelijk verplicht den keizer met lijf en goed tedienen. De regeering wilde nog verder gaan en ook aan de vrouweneen betere rechtspositie verschaffen, in de verwachting, uaar het schijnt,dat daardoor ook haar maatschappelijke stelling zou verbeteren. Maarzoodra de wetgeving dit gebied betrad, bleek zij machteloos. Zoominde gelijkstelling der seksen als den godsdienst wilden de Japannersvan de westersche beschaving overnemen. Het was volstrekt noodeloosden christelij ken godsdienst to blijven verbieden, nadat de regeering hemtoeliet bleek het yolk er ontoegankelijk voor. De door de vorige regeeringvervolgde en uit hun woonplaatsen gevankelijk weggevoerde crypto-katholieken uit de buurt van Nagasaki, maakten, toen hun droevigoverschot na eenige jaren uit de verbanning mocht terugkeeren, even-min bekeerlingen als de katholieke en protestantsche zendelingen inde verdragshavens. Het verwijderen der Borden, welke sinds bijna drieeeuwen aan den ingang van elke plaats herinnerde aan de oude straf-bepalingen tegen de christenen, kon geschieden zonder dat een Japannerzich daarom eerder liet bekeeren tot een godsdienst die voor drie-honderd jaren zooveel aanhangers had gewonnen, dat Xaverius Japaneen uitverkoren land kon noemen. Thans zocht ieder die niet tevredenwas met de zeer eenvoudige, veelal niet begrepen plechtigheden vanden shinto, ieder die behoefte had aan de voorschriften van zedelijk-heid enz. welke dezen geheel ontbraken, bevrediging bij de leer vanConfucius of Boeddha, welke laatste nog tal van vereerders bleeftellen, al was haar vroegere overmacht gebroken. Tot het Christendomwendde zich zoo goed als niemand. Zelfs na jaren van onbelemmerdeprediking, onder voortdurend verkeer met en voortdurenden invloedvan de christelijke volken, telde men maar weinige duizenden chris-tenen in het land. Het nieuwe Japan lette slechts op oogenblikkelijknut. Het zag de meerderheid in der westersche wetenschap en ont-wikkeling boven de Chineesche ; mar het gaf niets om den westerschengodsdienst of de westersche ethische begrippen.

Vandaar dat ook de pogingen om de Japansche vrouw uit haarondergeschikte stelling in de wereld on het huisgezin op to heffen,volslagen mislukten. De Japanner zag daar geeu voordeel in, hij vondhet belachelijk on als het ware strijdig met de natuur der dingen.Toen in 1871 besloten word een uitgebreid gezantschap naar de staten,waarmede verdragen gesloten waren, of te vaardigen, dat sevens onder-

Page 380: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

370

handelingen over in die verdragen aan te brengen wijzigingen, voorallast had zich in het buitenland van alle politieke en sociale toestandenop de hoogte te stollen, en daartoe een aantal jonge ambtenaren eraan werden toegevoegd, werd door de regeering een eigenaardige proefgenomen. Een vijftal jonge meisjes van verschillenden leeftijd , dochtersvan aanzienlijke ambtenaren, vergezelden het gezantschap, om in Amerikaeen westersche opvoeding te ontvangen. Maar bij dat vijftal is hetgebleven ; terwijl jaarlijks honderden jonge Japanners naar Europa enAmerika vertrokken, om zich daar beter te ontwikkelen dan in Japanmogelijk was, is verder geen enkele Japansclie vrouw met dat doelbuitenslands gegaan. To vergeefs spoorde de regeeriug er toe aan ;het streed blijkbaar met alle denkbeelden, die men zich van de ver-houding der seksen maakte. Evenzoo mislukten de wat later aange-wende pogingen der regeering om de westersche kleeding in to voeren,bij de vrouwen zoo goed als geheel, niettegenstaande het hof voorging,terwijl zij bij de mannen ten deele slaagden , hoewel op den duur ookbij dezen een reactie tegen de al te snelle en niet altijd practischeverandering ontstond. Ook de beperking van het recht der ouders omover hun dochters te beschikken en die van het den man toekomendrecht tot echtscheiding, welke in dezen tijd werd ingevoerd, bleef vrijwel eeu doode letter. Feitelijk bleef de toestand der vrouw in Japandezelfde ondergeschikte als vroeger. Zoolang trouwens alle zedelijkeen godsdienstige begrippen zoo geheel afwijkend bleven van de christe-lijke, westersche, en de vrouw om zoo te zeggen gebonden was en deman niet, was aan werkelijke verandering op dit punt niet te denken.De wetgever mocht verzinnen wat hij wilde, al zijne bemoeiingen blekenvruchteloos. Daarentegen leerden de Japanners bij de invoering der wester-sche fabrieksnijverheid al heel spoedig de finaucieele voordeelen schatten,welke het gebruik van vrouwelijke werkkrachten opleverde. Want datlag geheel in de richting der Japansche denkwijze •, van ouds was in denlandbouw de vrouw veelal met zwaarder arbeid belast geweest dan de man.

De hervor- In deze dagen van veranderingen zonder tal, de jaren 1870 totmingsperiode. 1880, toen de regeering met bijna koortsachtige haast voort-

durend nieuwigheden invoerde naar Europeesch of liever Ameri-kaanseh model, scholen van allerlei aard stichtte, spoorwegen entelegrafen aanlegde (de spoorweg tusschen Yokohama en Tokio werdal in 1872 geopend), de steden met gas verlichtte, algemeenen dienst-

Page 381: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

371

plicht en tevens algemeene belastingplicht ging invoeren en, op dewijze van Peter den Grroote, voorschriften omtrent haardracht en kleedingmet den sterken arm handhaafde, was ook de laudbevolking, die totnog toe vrij wel buiten de beweging was gebleveu, in onrust gebracht.Over het geheel was zij, evenals de stadsbevolking, jegens de ouderegeering gunstig gestemd geweest. In den „kwanto" (de acht Tokoe-gawa-provincien) was hun economische toestand veel gunstiger danin de landen der daimio's, waar zij tot veel zwaarder lasten gedwongenwerden, om den vorst iu staat te stellen zijn weelderig leven te be-kostigen en zijn samoeral's te onderhouden. Nu was dat laatste welvoorbij, maar de gevolgen van den burgeroorlog drukten zoo zwaar opde boeren, dat zij de verhooging van belasting, welke de regeering nuvorderde ter wille der nieuwe inriehtingen, bezwaarlijk konden dragen,zoodat er in een aantal streken oproeren ontstonden. De druk werd nogzwaarder, toen in 1873 het groote gezantschap terugkwam. De leidersder hervormingsbeweging, die aan het hoofd er van hadden gestaan,Iwakoera, Okoebo, Kedo, Terasjima en anderen, waren door hun be-trekkelijk langdurig verblijf in Europa en Amerika geheel en al onderden invloed der westersche besehaving geraakt en overtuigd geworden,dat een menigte instellingen met betrekkelijk geringe wijzigingen inJapan konden worden ingevoerd. Zij achtten die hervormingen zoonoodzakelijk, dat zij zich met alle kracht tegen de onder de samoeral'sopkomende partij verzetten, welke reeds nu dreef tot uitbreiding vanJapans invloed mar buiten, in de eerste plaats op Korea en Formosa.De hervormers achtten Japan nog niet opgewassen tegen dergelijkeondernemingen ; bovenal moest het land, dat kwalijk vruchtbaren grondgenoeg bezat om zijn bewoners te voeden, van een uitsluitend land-bouwend land tot een land van nijverheid en handel worden gemaakt,om dan als het Engeland van Azie te kunnen optreden en zijnmeerderheid aan China niet alleen, maar ook aan de westersche mogend-heden te toonen. Het verschil tusschen hen en de drijvers tot oorlog,lag alleen daarin, dat zij geduld haddeu en de anderen niet. Wanter was geen verschil in beginsel. Alle Japanners zonder onderscheidverlangden aan Europa en Amerika te toonen wat zij waard waren,dat zij niet gelijk stonden met de andere Aziatische volken. Het hadalle Japanners diep gegriefd, dat Saghalien in de laatste jaren van desjogoenale regeering door de Russen voor goed was bezet ; iedereenvreesde, dat ook Yeso dit lot boven het hoofd hing, en de niet zeer

Page 382: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

372

welgeslaagde poging om het grootendeels onbewoonde eiland te kolo-niseeren, moest vooral dienen om dat te voorkomen. Zelfs Yenomotoen de zijnen hadden dozen grond aangevoerd voor hun verzoek omYeso tot een Tokoegawa-leenstaat te maken. In Rusland had reedshet oude Japan een gevaarlijken nabuur gezien, het jonge beschouwdehet als den nationalen vijand. Daarentegen verachtte het de Chineezendiep, die zich zooveel van de Europeanen hadden laten welgevallen ;terwijl dezen wederkeerig de moderniseering van Japan met leede oogenaanzagen, dat vroeger alleen van China zijn beschaving ontving en datzij als eenigermate aan China ondergeschikt beschouwden. Reeds toenzouden de door Japan op Korea uitgeoefende dwang — van welkland het in 1874 en later, door op dezelfde wijze op te tredenals de Europeesche mogendheden tegen Aziatische plachten te doen,dan ook een traktaat afdwong — en de onder voorwendsel eener be-straffing voor rooverijen ondernomen aanval op Formosa, aanleiding toteen oorlog met China hebben kunnen geveu, als niet de Europeeschebemiddeling, gesteund door de vredespartij in het land, tusschen beidenwaren gekomen.

Maar juist dat laatste schijnt den toorn van alien, die van de mu-wenteling geheel andere gevolgen hadden verwacht en de vele, in hunhart van de westersche gewoonten afkeerigen, ten hoogste te hebbengeprikkeld. Reeds in hetzelfde jaar, 1874, had de opstand van deHezen-sarnoerars in het zuidwesten van Kioesjsoe, die door afgetredenleden der regeering was geleid geworden en door Okoebo met grooteenergie, maar met betrekkelijk veel bloedvergieten was gedempt, grooteongerustheid verwekt, en er waren or niet weinigen, die beweerden datde onderneming tegen Formosa alleen plaats had om de onrustigegeesten bezig to houden. Dit scheen te meer noodig, daar sinds hetjaar 1872 dagbladen in het Japansch waren begonnen te verschijnen ,die eerst uitsluitend nieuwsbladen, weldra hun westersche en in hetbijzonder hun Arnerikaansche voorbeelden nastreefden, en de gebeurte-nissen, zaken en personen begonnen to bespreken met een vrijmoedig-heid, die aan de regeering niet weinig aanstoot gaf. In den loop vanhet jaar 1874 waren niet alleen in Tokio en de andere groote steden,maar reeds in bijna alle provincin bladen, die alles kritiseerden enniet zelden hun lezers tegen regeeringsmaatregelen opzetten en allerleionbescheidenheden begingen, door dingen to openbaren, die de regeeringgeheim wilde gehouden hebben. Het gevolg was het instellen eener

Page 383: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

373

strenge censuur ; maar evenmin als in eenig ander land bleek dat inJapan een afdoend middel. De Japansche journalisten behoorden zoogoed als uitsluitend tot de samoerai-klasse, niet weiuigen daarondertot diegenen, die tengevolge der opheffing der feodale instellingen geenbestaan meer hadden, en daarom alleen reeds oppositie maakten.

Veelal waren die bladen organen van hans en behoorden alle mede-werkers tot eenzelfden han ; zij bezagen bijna alle dingen uit hetoogpunt van het belang niet zoozeer hunner standgenooten , als weluit dat hunner eigen stamgenooten. Trouwens het feodalisme kon menuiterlijk vernietigen, het gevoel van bijeen te behooren, dat den ledenvan een han eigen was, liet zich niet uitroeien. Zelfs enkele handels-en nijverheidsondernemingen gingen van haus uit, en deze onder-scheidden zich veelal gunstig boven die, welke door kooplieden warenopgezet. Want de samoerai had eer- en plichtgevoel, en dat ontbrakin vele opzichten bij een klasse als die •der Japansche kooplieden, dienu voor het eerst gewicht in het land kreeg, maar tot nog toe steedsals de allerminste was beschouwd.

De vraag, hoe de door de opheffing van het feodale stelsel broode- De Satsoema-

loos geworden samoerars aan een bestaan te helper, werd inmiddels hoe opstand.

langer hoe dringender. Allen die niet door de regeering in dienstwaren genomen, hadden toen mar verhouding van hun rang berekend,tijdelijk pensioen ontvaugen, maar dat kon onmogelijk bestendigdblijven, wegens de ontzaglijke kosten voor de schatkist. Want wel kondeze nu over de opbrengst van alle landerijeu beschikken, die vroegerdoor de bans bezeten waren, maar die opbrengst was veel geringerdan voorheen, tengevolge van veranderde stelsels van heffing of vanminderen druk op de boeren, die door de ambtenaren der hans nietzelden letterlijk uitgezogen waren geweest. Daarenboven hadden dui-zenden samoerars hoegenaamd geen bezigheid, slechts jongere mannendie energie hadden, zochten in de pers of in den handel en de nijver-heid een bestaan of gingen studeeren. Het leger bestond in den beginneuitsluitend uit samoeres, maar daar de regeering verplichten krijgs-dienst voor alle burgers wilde invoeren, en daar ook weldra een beginmede maakte, gaf dat slechts aan een betrekkelijk Bering getal eenbestaan. Doch er moest een einde aan den toestand komen, en daaromwerden in het jaar 1876 alle pensioenen gekapitaliseerd en daarvoorrentegevende schuldbrieven gegeven, die binnen een verschillend getal

Page 384: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

374

jaren zouden worden gedelgd, zoodat de staat binnen 30 jaar geheelvrij zou zijn. In verband hiermede werd tot een aauzienlijke vermin-dering van grondbelasting besloten, want bij de algemeene ontevreden-held der edelen was het verlichten der lasten van den boerenstandonvoorwaardelijk noodig. Niet zelden toch dreigden hier en daar beideklassen, hoe verschillend haar belangen ook waren, gemeene zaak tegende regeering te tnaken en kwamen, dan hier dan daar, opstanden voor,die reden tot ongerustheid gaven.

Die ongerustheid word nog grooter toen Shemadzi Saboero, na be-trekkelijk korten tijd , zieh weder van de hem door den Keizer opge-drongen deelneming aan de regeering terugtrok. Evenwel, zijn ongezind-heid om met de regeering mede to werk en boezemde minder bezorgdheidin dan de houding van Saigo Takomori, toen zonder twijfel den meestpopulairen man in Japan, die tot 1869 van alle aanvoerders der bewe-gingspartij het meest op den voorgrond was getreden en in den burger-oorlog eigenlijk de biding der regeeringstroepen had in handen gehad.

Na het herstel der orde had hij, zonder openlijk kleur te bekennen,zich in Satsoema teruggetrokken en had er een „bijzondere school"gesticht voor samoerafs, waarvan weldra Haien in een aantal anderegewesten werden opgericht en die duizenden „leerlingen" telde, aliensamoerai's zonder bezigheid en onderkomen, die van het hun toegelegdepensioen kwalijk konden rondkomen. De „bijzondere scholen" droegeneon militair karakter; er werden vooral militaire wetenschappen onder-wezen; zij waren als 't ware tegenover de scholen der regeering gesteld,vooral tegenover de hoogere, waar de kunsten en wetenschappen des vredeswerden onderwezen, die, naar Saigo's oordeel, de samoerars dedenontaarden. Natuurlijk waren doze „scholen" brandpunteu der oppositie,vrijwel tegen alle maatregelen der regeering gekant, maar vooral tegende invoering en navolging van westersche instellingen, welke nietuitsluitend dienden tot verhooging der weerbaarheid van het land inden uitgebreidsten zin van het woord. Saigo was altijd een boezem-vriend van zijn hangenoot Okoebo geweest, en deze, die hoe langerhoe meer invloed kreeg, maar ook hoe langer hoe meer uitsluitendJapan en niet Satsoema diende, zocht hem steeds tot zijn denkbeeldente bekeeren. Maar Saigo weigerde hardnekkig daarop in te gaan ; alsverstokt oud-Japanner wilde hij zich zelfs niet aan de verleiding eenerreis uaar Europa en Amerika blootstellen. De benoeming tot opper-bevelhebber der legers, welke hij niet afsloeg, bracht hem ook niet tot

Page 385: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

375

andere denkbeelden ; alleen deed hij persoonlijk niets wat verdenkingopwekte, zijn vrienden echter des te meer. Om hem, nog moor danom Shimadzi Saboero, concentreerde zich de oud-Japansche partij, alleontevreden samoerars ; in Satsoema hadden dezen alleen invloed.

Behalve met de oppositie der oud-Japanners had de regeering ookreeds to kampen met die van een democratische, althans constitutio-neele instelling, en contr'Ole der regeering door een door het yolk ge-kozen parlement. De vergadering van ambtenaren, welke door deregeering placht geraadpleegd te worden, en die de vergadering der dairnio'sverving, was maar een schijnparlement, en Hagaki en zijn volgelingenwilden een wezenlijke vertegenwoordiging. Iwakoero, Okoebo, Kedo enhun vrienden achtten Japan daarvoor nog minder rijp voor dan voor eenoorlog. Zij beleefden dan ook zeer moeilijke dagen, want evengoed als debakoefoe in oude tijden, dat wilde in Japan zeggen acht tien jaar geleden,werden zij beschuldigd het land te onderdrukken en to bederven, en metschande to bevlekken in naam van den mikado, dien zij tot hun wil-loos werktuig hadden gemaakt. Tevergeefs trachtte de Keizer doorpersoonlijk optreden het onware dezer voorstelling aan to toonen.

De kapitaliseering der pensioenen on het verbod van het zwaard-dragon, in het bijzonder van het dragon van twee, schijnen eindelijkde lout in het kruit to hebben geworpen. In het jaar 1876 haddenin eenige provincien opstanden der samoerai's plaats, onder de oudelens van „weg met de vreemdelingen!". Zij werden met moeite onder-drukt. Maar in het volgend jaar kwam geheel Satsoema in beweging.De regeering had zoo vast op Saigo's loyaliteit vertrouwd, dat, zij vol-komen verrast word toen doze zich aan het hoofd der opstandelingenstelde. De gouverneur der provincie sloot zich bij de beweging aan, welkermanifesten eon terugkeer tot den toestand van voor de revolutie, metuitzondering natuurlijk van den bakoefoe on de daarmede samenhangendeinstellingen, maar met herstel van het, zij het dan ook gewijzigd, feodaalstelsel in het vooruitzicht stelden. In Keoesioe volgden de samoerars vanverscheidene provincien ; ook in Sekob kwamen die van Tosa in beweging,men vreesde zelfs dat zij naar Sjoshioe zou overslaan. Saigo beschikteover 20,000 uitnemend uitgeruste en geoefende krijgslieden, aliensamoerars, over de arsenalen en forten van Kagosima en verschillendesterke stedon. De regeering moest haar uiterste krachten inspannen.Evenals in 1868 word prins Arisoegawa met het opperbevel bekleedover een Europeesch georganiseerd uitgerust leger, dat reeds grooten-

Page 386: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

376

deels gevormd was uit de oudste lichtingen der volgens het stelsel vanalgemeenen dienstplicht opgekomen burgers. Geen keizerlijk regimentsloot zich bij de beweging aan, hoewel de rebellen in den beginneaanzienlijke voordeelen behaalden. Saigo's eigen broeder, Saigo Tsoe-goemitsi, die minister van oorlog was, gaf het voorbeeld van onwrik-bare trouw aan den keizer, , ook Saboero Simadzi onthield zich vanelke deelneming, al bleef zijn bonding ouvriendelijk. Zoo werd hetmogelijk den strijd te beperken. Tosa, voor welks opstand men be-vreesd was geweest, bleef, dank zij de voorzorgsmaatregelen der regeering,rustig, hoewel Hagaki, die aan het hoofd der democratische partijstond, daar grooten aanhang had en de regeering voor een verbindingder beide oppositiepartijen vreesde. Zoo was het mogelijk dat na eenhalfjaar, in den zomer van 1877, de zaak van Saigo hopeloos begonte staan. Nog eenmaal herstelde hij zich door plotseling Kagosema,dat reeds meermalen door beide partijen was bezet geworden, aan tevallen. Maar de vloot van admiraal Kawamoera belette de verovering,en den 4sten September liet de groote samoerai, toen hij doodelijkgewond werd, zich door een zijner getrouwen het hoofd afslaan.Een honderdtal dezer, en daaronder alle mindere hoofden, pleegdendaarop zelfmoord ; een waardig einde van den laatsten strijd van hetoude Japan tegen het nieuwe. Hij had 8 maanden geduurd; het ver-lies van menschenlevens van beide partijen was niet minder dan 14,000geweest, terwijl 50,000 verwoeste huizen getuigenis aflegden van deverbittering waarmede gestreden was.

Kenschetsend voor den geest die in het yolk heerschte, was de bijnagoddelijke vereering, welke Saigo's uagedachtenis bleef genieten, eenvereering, waaraan de regeering zelf zich aansloot door een elftal jarenlater den doode niet alleen amnestie te schenken, maar hem zelfs teherstellen in alle eer en titels, welke hij voorheen bezeten had.

Maar de Satsoema-samoerars hadden lang te voren gezorgd de eervan hun han op hun wijze te wreken. Een halfjaar na Saigo's onder-gang, viel het hoofd der hervormingspartij Okoebo Tosimitsi, onder deslagen der aanhangers van zijn vroegeren boezemvriend, bijua op dewijze waarop negentien jaren vroeger Ii was gevallen.

Met diens dood was de periode der Japansche omwenteling aange-vangen, met dien van Okoebo was hij voor goed gesloten.

Be nieuwe tijd had voorgoed gezegevierd. In de volgende twintigjaren zou het blij ken wat zich thans, nu de eerste overdreven her-

Page 387: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

377

vormingsijver bekoeld en alle feitelijk verzet voorbij was, nu regeeringen natie samenwerkten aan de wedergeboorte des lands, ontwikkelenzou nit de toestanden, die geschapen waren door deze voor den westerlingzoo moeilijk te begrijpen revolutie. In die dagen werd daar slechtszeer kleinen kring acht op geslagen. Wel had het groote publiek ver-nomen van een wonderlijke wereld, die daar in het land der opgaandezon iederen reiziger f bekoorde of, maar dat was maar zelden, afstiet;maar het was slechts een zeer schemerachtige voorstelling, die men zichvan die wereld maakt. Als niet een der groote woordkunstenaars derFransche letterkunde, die tevens een zeeman, een dichter en een wereld-reiziger is, er de stof voor een roman aan had ontleend, die just omzijn stof een bijna grenzenlooze populariteit had verworven, zou dievoorstelling nog onbestemder zijn geweest. Thans werd zij romantiek ofliever theatraal, ik mag wel zeggen operette-achtig. Japan leek aan Europameer een decoratie dan een werkelijkheid. Hoeveel harde werkelijkheider echter achter dien theatralen toestand stak, dat kon wie goed deteekenen der tij den waarnam , reeds na een vijftien, — wie maar opper-vlakkig toezag — na een vijfentwintigtal jaren ontdekken. Maar Japanbegrepen heeft ook de meest helderziende Europeaan of Amerikaan,zelfs na een verblijf van vele jaren onder land en yolk, nimmer. Deste eerder hoop ik daarom vergiffenis te verkrijgen, als mijn voor-stelling van den overgang van het oude Japan tot het nieuwe nietduidelijk mocht worden gevonden.

.25

Page 388: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

ZESDE HOOFDSTUK.

VIER VREDESJAREN.

Het tijdperk tusschen den Duitschen en den Franschen oorlog behoorttot de gewichtigste uit de geschiedenis van de negentiende eeuw.Bismarck speelt er, zoo al niet de meest luidruchtige dan toch de eersterol in. Hij had de overtuiging verkregen, dat zonder een oorlog metFrankrijk de Duitsche eenheid die hij wilde vestigen niet kon tot standkomen. Kalm en vastberaden had hij zich voorgesteld dien oorlog nietvoorbarig uit te lokken, maar Frankrijk uit zijne tent te laten treden op eenoogenblik dat het zonder bondgenooten was en hem volkomen gereedvond. Zijue staatkunde was geheel op dit doel gericht. De weifelendehouding van Napoleon 111, die in zijn land met een toenemeude on-tevredenheid over zijn regeeringsstelsel en zijne buitenlandsche staatkundete kampen had, kwam hem hierbij uitnemend te stale. De verhoudingeutusschen de andere Europeesche mogendheden en ook de gebeurtenissenbegunstigden zijn streveu; maar met ongeevenaard talent wist hij vandit alles partij te trekken. Bovenmatige achterdocht en overdrevenbewondering meenden in alles wat in deze jaren gebeurde zijne handte zien; deze voorstelling is niet geheel juist, wel wist Bismarck elkvoorval dienstbaar te maken aan zijne plannen en zoodoende den geheelenstaatkundigeu toestand van Europa te beheerschen op een wijze zooalsdit v66r hem sleeks zelden aan een staatsman was gelukt.

Toestandenin De vrede van Praag had de grondslagen van Duitscliland's staat-Duitschiand. kun • g bestaan geheel uiteengerukt. De Duitsche Bond was verdwenen;

Oostenrijk had zijne staatkundige betrekkingen tot het overige Duitschlandmoeten opgeven ; de Zuid-Duitsche Staten, Beijeren, Wurtemberg en

Page 389: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

379

Baden stonden op zich zelf, alleen door de nog geheime traktatenmet Pruisen verbonden. In Noord-Duitschland was Pruisen heer enmeester, het had de Elbe-hertogdommen, Hannover, Keurhessen, Nassauen Frankfort ingelijfd en maakte rich gereed cm met de overgeblevenStaten, het koninkrijk Saksen, de beide Mecklenburgen, Oldenburg,Brunswijk, de vrije Hanse-steden, de Thuringsehe vorstendommen enhet gedeelte van Hessen-Darmstadt dat ten noorden van den Main wasgelegen, een nieuwen Bond te stichten.

Deze Noord-Duitsche Bond was de kern, waaruit Bismarck's grooteplan om geheel Duitschland onder de leiding van Pruisen tot eenStaat te vormen, zich moest ontwikkelen. Maar dit plan moestniet overhaast worden uitgevoerd, de groote staatsman die het hadberaamd liet zich door het buitengewone geluk waarmede zijne under-nemingen tot nog toe bekroond waren geen oogenblik van den wegafvoeren, dien zijn voorzichtig beleid vooruit had afgebakend. Aller-eerst moest een vaste vorm worden gegeven aan datgene wat hij reedsverkregen had. Pruisen, wilde het de leiding behouden, moest sterkeu eendrachtig zijn. Voor alles wilde Bismarck derhalve den strijd diesinds de laatste jaren te Berlijn gevoerd was tusschen den Landdagen de regeering voor goed beeindigen; maar hier stuitte hij weder opden tegenstand van den Koning en vooral van zijne ambtgenooten inhet Pruisisch ministerie.

De Pruisische Landdag was bij den aanvang van den oorlog ont-bonden. Door deze ontbinding was de weinig talrijke partij, die deregeering steunde, zeer versterkt, ofschoon niet in die mate dat zijrneerderheid was geworden. Er bestond echter reden um te ver-wachten dat na de roemrijke zegepraal der Pruisische wapenen demeerderheid huiverig zoude zijn om den ouden strijd over de oorlogs-begrooting voort te zetten. De konservatieve leden van het Pruisischeministerie waren dan ook van meening, dat men van de gunstige om-standigheden moest partij trekken om door een wijziging of schorsingder grondwet den strijd over het begrootingsrecht in den zin derregeering te beslissen en de Koning had aanvankelijk grooten lust omdezen raad te volgen. Hiertegen kantte Bismarck zich op de meestbesliste wijze. Hij begreep zeer goed dat het zoowel in de bij dePruisische monarchie ingelijfde landen als in het overige deel van Noord-Duitschland dat men in den Noord-Duitschen Bond wilde vereenigen, eenzeer slechten indruk zoude maken, indien de Pruisische regeering aan den

Page 390: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

380

strijd, waarin alien die in Duitschland vrijzinnig dachten tegen haar overhadden gestaan, een einde maakte door hare opvatting door te drijven. Hijwenschte daarom dat een indemniteits-wet aan den Landdag zoude wordenvoorgesteld, waarbij alles wat in de jaren van strijd door de regeeringwas gedaan, door den Landdag zoude worden goedgekeurd. De Koningzag hierin een erkenning van schuld waartegen hij groot bezwaar had,maar hij gaf ten slotte toe, nadat Bismarck hem had betoogd dat dozewet inderdaad de meest eervolle oplossing was van het bestaande geschil.Door het aannemen toch der indemniteits-wet zoude de Landdag uit-maken, dat de door hear als ongrondwettig bestreden handelingen derregeering door de omstandigheden gewettigd waren en dat de strijdtusschen haar en de regeering geeindigd was.

De troonrede waarmede de Koning op den J en Augustus de zittingvan den Landdag opende, bevatte dan ook de mededeeling dat wet inde laatste jaren was geschied, een onvermijdelijke noodzakelijkheid wasgeweest, terwijl de hoop werd uitgesproken dat nadat door een indem-niteits-wet het bestaande geschil voor good zoude zijn opgelost, in hetvervolg, nu een geheel nieuwe staatkundige toestand was ontstaan, zichsoortgelijke moeielijkheden niet 'neer zouden voordoen. Het Koninklijkewoord maakte een zeer gunstigen indruk. De indemniteits-wet door deuiterste linkerzijde bestreden en door de uiterste rechterzijde schoor-voetend aanvaard, alleen omdat zij niet tegen den wensch der regeeringwilde ingaan, verwierf 230 stemmen, terwijl slechts 75 zich er tegenverklaarden.

Met nog grooter meerderheid 273 tegen 14 stemmen werd daarnaeen wet aangenomen, waarbij de inlijving der veroverde Noord-Duitschestaten werd goedgekeurd. De Pruisische regeering haastte zich nu omde ingelijfde staten de Pruisische wetten in te voeren, in de eersteplaats om er de Pruisische legerwet in working te brengen. In Keur-Hessen en Nassau was de bevolking, zij het dan ook zonder veelgeestdrift, bereid om zich in den nieuwen toestand te voegen; inFrankfort was de tegenstand groot, ook in de Elbe-Hertogdommen konmen zich moeielijk verzoenen met het denkbeeld Pruis te warden,allerminst was de zuiver Deensche bevolking van Noord-Sleeswijkgeneigd om zich de Pruisische heerschappij te laten welgevallen. Desterkste tegenkanting ontmoette de Pruisische regeering echter in Hannover,waar de trouw der bevolking aan haren voormali ,en Koning niettecien-staande zijn uiterst behoudend regeeringsstelsel, zich luide uitsprak in

Page 391: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

381

woord en daad. Be uitgeweken vorst verzuimde niets om zijnevroegere onderdanen in hun verzet te stijven, en was dan ook onge-zind om de officieren van zijn leger van hunnen eed te ontslaan. Naeerst een afwachtende houding tegenover dit yerzet te hebben aan-genomen, ging de Pruisisehe regeering, tegen bet einde van 1866, totkrachtige maatregelen over, zij liet een aantal personen van hoogenen lagen stand, die zich het sterkst hadden uitgelaten, in hechtenisnemen. Hierdoor kwam aan alle openbare betoogingen spoedig eeneinde; in stilte bleef echter een aanzienlijk deel der bevolking metdiepen weerzin tegen de inlijving vervuld. Be aanhangers van het vroegereKoningshuis vereenigden zich tot een partij, die zich den naam vande Welfische gaf en die bij de eerste verkiezingen voor het Noord-Duitsche Parlement in Hannover bijna de helft der stemmen uitbracht.

Dit Parlement, door algemeen sternrecht gekozen en Rijksdag genoemd,kwam in Februari 1867 te Berlijn voor het eerst bijeen. Zijn eersteen voornaamste werkzaamheid was het vaststellen der grondwet voorden Noord-Duitschen Bond, die geheel door Bismarck was ontworpenen daarna door een commissie van gevolmachtigden der verschillenderegeeringen was onderzocht en met eenige wijzigingen van ondergeschiktbelang was vastgesteld. Volgens de grondvvet berustte het voorzitter-schap van den Bond bij Pruisen, de wetgevende mat bij den Bonds-raad, waarin Pruisen 17 van de 43 stemmen uitbracht, en bij denRijksdag. De Koning van Pruisen, als voorzitter, vertegenwoordigde denBond tegenover het buitenland, had het recht van oorlogsverklaringen sluiting van vrede en van alle andere verdragen, en was opperbe-yelhebber over leger en vloot. Een aantal onderwerpen werd verderbinnen den kring der wetgevende macht van den Bond gebracht, zoodatvan de zelfstandigheid der 13ondsstaten niet veel overbleef.

Be Rijksdag bestond nit 277 leden, de partij der nationaal-liberalenwas er het talrijkst vertegenwoordigd. Zij was eerst onlangs ontstaan,doordien in den Pruisischen landdag de liberalen, die tot nog toe metde zoogenaamde Fortschritt-partij, de meer vooruitstrevenden, hand aanhand waren gegaan bij hunnen gemeenschappelijken strijd tegen deregeering, zich zelfstandig hadden gevormd tot een partij die dennieuwen toestand aanvaardde en de Pruisische regeering ten opzichteder Duitsche bondsplannen haren steun toezegde, mits de regeling vanden bond op vrijzinnige grondslagen berustte. Zij telde 79 leden. Deoverige leden van den Rijksdag wren conservatieven en oud-liberalen

Page 392: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

382

op welker onvoorwaardelijken steun de regeering konde rekenen, ledender Fortschritt-partij, en besliste tegenstanders van de nieuwe staatsrege-ling. Deze laatsten uit Hannoveranen, Polen, Denen en Ultramontanenbestaande, vormden slechts eene kleine minderheid. De sociaal-demo-craten hadden slechts een vertegenwoordiger, Bebel.

Bij de beraadslagingen van den Rijksdag over de Grondwet die den9"1 Maart 1867 begonnen, bleek het spoedig dat de groote meerderheidder leden in beginsel voor een krachtig en vereenigd Duitschland was,waarin ook de Zuidelijke Staten moesten worden opgenomen. Slechtsweinigen verdedigden de volstrekte zelfstandigheid der afzonderlijkeDuitsche Staten als een heilzaam beginsel. Onder de meerderheid wasevenwel groot verschil van inzicht; bij sommigen dreef de wenschboven om Duitschland in Pruisen te later opgaan, bij anderen daaren-tegen om Pruisen in Duitschland to versmelten. Bij velen bleek deherinnering aan den grondwettigen strijd in Pruisen gevoerd noglevendig to zijn, zij zagen er groot bezwaar in om den Rijksdagin zijne bevoegdheden ten aanzien van de oorlogsuitgaven te beperken,zij wenschten ook zooveel mogelijk de verantwoordelijkheid van hetRijksbestuur tegenover den Rijksdag te verzekeren. Voor het algemeenstemrecht bestond geen groote ingenomenheid; op dit punt echterkon Bismarck niets toegeven en was de meerderheid gedwongen zichnear zijnen wil to voegen. Bismarck had het algemeen stemrechtreeds in vooruitzicht gesteld voor het uitbreken van den oorlog, enwas daardoor eenigermate gebonden; ook meende hij dat de Noord-Duitsche Bond tegenover het buitenland sterker zoude staan wanneerzijne instellingen door het algemeen stemrecht waren goedgekeurd.Twee voorwaarden wilde hij er aan verbinden openbare stemmingen geen bezoldiging voor de afgevaardigden. Van de eerste voorwaardemoest hij afzien, de tweede werd in den Rijksdag verworpen. In dezeverwerping wilde Bismarck echter niet berusten. Bij de derde lezingder Grondwet verklaarde hij op dit punt en ook op het punt der leger-organisatie niet to kunnen toegeven. Hij verkreeg zijnen zin, hoewel hijop het laatste punt nog eenige tegemoetkoming moest betoonen. Denl7 en April werd de Grondwet aangenomen. Duitschland zat nu in denzadel en, zooals Bismarck het uitdrukte, het zou wel toonen ook tekunnen rijden.

De drie Zuid-Duitsche Staten, Beijeren, Baden en Wurtemberg — hethalve Hessen-Darmstadt telde nauwelijks mede — begonnen meer en

Page 393: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

383

meer het onbehagelijke te voelen van den toestand waarin zij door denvrede van Praag gebracht waren. De zelfstandigheid bleek voor dezeStaten een zware last te zijn. Zij waren elk voor zich te mak omzich tegenover hunne machtige naburen te handhaven ; aansluiting aanOostenrijk was onmogelijk door hunne verdragen met Pruisen en eenonderling verbond bleek evenzeer onbereikbaar wegens de uiteen-loopende inzichten der regeeringen. In Baden wenschte de Groothertogniets liever dan aansluiting aan den Noord-Duitschen Bond ; in Wurtem-berg was men in den regel anti-Pruisisch, maar tevens zeer beduchtvoor het overwicht van het aangrenzende Beijeren, dat verreweg demachtigste der drie Staten was, maar juist daarom door de beide anderemet zekere achterdocht werd bejegend.

De Koning van Beijeren, Lodewijk, die zich meer met tooneel enmuziek bezig hield clan met de staatkunde, had zijne ministers tot nutoe veelal de vrije hand gelaten. Door den ongelukkigen afloop vanden oorlog was de openbare meening in Beijeren sterk geprikkeld. Deburgerij sprak luide hare ontevredenheid uit over het slechte beleid datbij het voeren van den oorlog was aan den (lag gekomen en begon inte zien dat een aansluiting aan Pruisen het eenige middel was omBeijeren als Duitsche Staat een vaste stelling te bezorgen. Bij de be-handeling van het wetsontwerp regelende de betaling van de schadeloos-stelling wegens den oorlog, werd dan ook in de Tweede Kamer te Münchende wensch uitgesproken, dat de Koning door nauwe aansluiting aanPruisen het totstandkomen van de Duitsche eenheid zoude bevorderen.Het hof, de adel en de ultramontaansche partij zagen hierin een mis-kenning van Beijerens stelling als groote Duitsche Staat. In de EersteKamer, waarin de hooge adel den boventoon voerde, verklaarden zichslechts vier leden voor het uitspreken van dezen wensch. Onder dezevier trad het meest op den voorgrond Vorst Chlodwig von HohenloheSchillingfiirst, de begaafdste en bekwaamste onder de jongere Beijerschestaatslieden, een man met een ruimen blik en verlichte denkbeelden,daarbij vrijzinnig-katholiek en dientengevolge in de hofkringen en bijde geestelijkheid slecht aangeteekend.

Toen het Beijersche ministerie von der Pfordten zich genoopt zagvoor den storm van ontevredenheid te wijken, begreep evenwel KoningLodewijk dat de veiligste oplossing van de crisis was orn dezen manaan het hoofd der zaken te plaatsen. In de eerste dagen van 1867trad Vorst Hohenlohe als minister op. Op 17 Januari ontwikkelde hij

Page 394: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

384

zijn regeeringsprogramma in de Tweede Kamer te Miinchen en verklaardedaarin dat hij een bond der Zuid-Duitsche Staten onder de beschermingvan een niet-Duitsche macht of onder die van Oostenrijk niet wen-schelijk achtte, dat een geheel zelfstandige bond van de Zuid-DuitscheStaten evenmin mogelijk was, dat Beijeren evenwel niet kon bestaanzonder bondgenootschap met een der Europeesche groote staten endat de eenige staat die daarvoor in aanmerking kon komen Pruisenwas. Voor het oogenblik kon echter van eon aansluiting aan den Noord-Duitschen Bond nog geen sprake zijn. De staatkundige verhoudingen doorden vrede van Praag in het leven geroepen maakten dit onmogelijk, enBeijeren kon van zijne stelling als zelfstandige Staat niet geheel en alafstand doen. In Berlijn werd deze verklaring natuurlijk met grooteinstemming vernomen ; Bismarck liet aan Hohenlohe weten dat hij alleszoude doen om hem te steunen.

Er was een aangelegenheid van groot belang waarvan de regelingdoor de Zuid-Duitsche Staten en den Noord-Duitschen Bond geen uit-stel gedoogde. Het Duitsche tolverbond, waartoe de Zuid-DuitscheStaten behoorden, was door een der bepalingen van den vrede vanPraag voorloopig bestendigd onder de voorwaarde dat het zoude ver-vallen na zes maanden to voren to zijn opgezegd. Op den voet, zooalshet tot nog toe bestaan had, kon het, na de aanneming van de Grondwetvan den Noord-Duitschen Bond, onmogelijk worden voortgezet. Ermoest voor de tol-eenheid tusschen de Zuidelijke Staten en den Noord-Duitschen Bond een nieuwe vorm worden gevonden. Over dezen vormopenbaarde zich een groot verschil van meening. De Zuid-DuitscheStaten wilden eenparig het tolverbond behouden, mbar Beijeren ver-langde dat dit zoude geschieden door afzonderlijke verdragen tusschendeze Staten en den Noord-Duitschen Bond, zoodat de beslissing overwijzigingen bij de verschillende regeeringen zoude blijven berusten.Hiervan wilde Bismarck niet weten, hij weigerde om aan de regeeringenen de parlementen der Zuid-Duitsche Staten elk afzonderlijk de bevoegd-heid to geven om over alle veranderingen in de gemeenschappelijkeregeling van het tarief en wat daaraan verwant was zel fstandig tobeschikken; op deze wijze zoude men weder in alle moeielijkhedenvan den vroegeren toestand vervallen, toen ieder lid van den Bonddoor zijne medewerking te weigeren, alle maatregelen kon tegenhouden.Hij noodigde de vertegenwoordigers der Zuidelijke Staten tot een bijeen-komst to Berlijn, teneinde over een nieuwe regeling van het Tolverbond

Page 395: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

385

te onderhandelen en zeide inmiddels het oude verbond op tegen 31December 1867. Yolgens het door hem voorgestelde ontwerp zoudende regeeringen der Duitsche Staten, die niet tot den Noord-DuitschenBond behoorden, voor de zaken die het Tolverbond betroffen in denbondsraad zitting hebben, terwijl zij tevens, volgens de bepalingen vande Noord-Duitsche kiesvvet, vertegenwoordigers zouden afvaardigenin den Noord-Duitschen rijksdag die aan de beraadslagingen over dezeaangelegenheden zouden deelnemen. De uitvoerende macht zoude bijPruisen berusten.

Aanvankelijk verzette Beijeren rich tegen deze voorstellen, dochthen de andere regeeringen er rich mede vereenigden, was Hohenlohewel gedwongen toe te geven, wat hem persoonlijk weinig kostte; hijwist echter nog eenige concessies van Pruisen te verkrijgen, waarnade Kamers te Munchen, meer bijzonder de Eerste Kamer, begrepenrich bij het onvermijdelijke te moeten nederleggen. In April 1868kwam het tol-parlement — deze naam was op Beijerens verlangen aanhet nieuwe vertegenwoordigend lichaam gegeven — te Berlijn bijeen.Het was een groote stap op den weg die tot de eenheid van geheelDuitschland zoude leiden.

Intusschen bleek uit de werkzaamheden van doze vergadering vol-doencle, dat, al mocht er ook aan welspreken.cle uitingen van liefde voorhet groote Duitsche vaderland goon gebrek zijn, een groot verschilzoowel in denkheelden als in belangen tusschen het Noorden en hetZuiden bleef bestaan. In Baden werd de stemming voortdurend gunstigervoor Pruisen; het denkbeeld om rich hij den Noord-Duitschen Bondan te sluiten won daar sterk veld. Wurtemberg bleef steeds terug-houdend, zoo ook Beijeren, waar het ministerie-Hohenlohe vooral ten-gevolge van zijne bestrijding door de Ultramontaansche partij in Maart1870 zijn ontslag moest nemen.

Terwijl Bismarck aan de vereeniging van alle Duitsche landen onderPruisen's opperste biding met inspanning van alle krachten arbeidde,werd hij door de twee groote mogendheden aan de Zuidelijke en Wes-telijke grenzen met leede oogen gadegeslagen. In Oostenrijk was bijregeering en natie de wrok tegen Pruisen door den vrede niet afgekoeld.Men was wel gedwongen te berusten in zijn lot, maar gevoelde zichdiep gekrenkt. De Keizer toonde zijne vijandige gevoelens tegen denPruisischen minister, die de hoofdbewerker van Oostenrijks vernedering

Von Beustminister vanOostenrijk.

Page 396: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

386

was geweest, door aan het hoofd van het Departement van Buiten-landsche Zaken diens felsten tegenstander te plaatsen. Na het ontslagvan Graaf Mensdorff bood hij de portefeuille van Buitenlandsche Zakenaan Von Beust aan, den Saksischen minister, die Bismarck v66r denoorlog van 1866 in alles had trachten te dwarsboomen, en die na denvrede wegens zijn anti-Pruisische gevoelens niet meer in Dresden konterugkeeren. In Oostenrijk werd deze benoeming niet met al gemeeneinstemming begroet. De Oostenrijksche staatslieden zagen niet zonder leed-wezen een vreemdeling een der hoogste plaatsen in hun midden innemenen de invloedrijke geestelijkheid wantrouwde den nieuwen minister alsprotestant. Beust, die het pijnlijk vooruitzicht om zijn leven alsballing ambteloos te moeten eindigen plotseling zag vervangen door eenander waarbij hij tot een hoogeren staat dan te voren werd verheven,nam de benoeming gretig aan.

Hij slaagde er reeds dadelijk in om de gunst van den Keizer teverwerven, die, toen zich welhaast tusschen den nieuw benoemdenminister en den minister-president Belcredi een ernstig verschil vangevoelen over de binnenlandsche staatkunde der Oostenrijk-Hongaarschemonarchic openbaarde, ten voordeele van den minister van Buitenland-sche Zaken besliste. Belcredi nam hierop zijn ontslag en Beust werdin den aanvang van het jaar 1867 tot Minister-President benoemd.Wat hij in deze hoedanigheid voor de ontwikkeling der grondwettelijkeinstellingen van Oostenrijk en Hongarije en voor de betere verstand-houding tusschen de beide deelen der monarchic heeft gedaan zal latervermelding vinden. In zijne buitenlancische staatkunde bleek hij niet tezijn wat velen gevreesd hadden, de man die slechts brandde vanbegeerte om zoo snel mogelijk over Pruisen's zegepralen van 1866door een nieuwen Europeeschen oorlog weerwraak te nemen. Eerzuchtigen niet geheel vrij van persoonlijke ijdelheid, was hij te zeer ingenomenmet de hooge stelling die hij boven zijne verwachting had verkregen,om die in de waagschaal te stellen door roekelooze ondernemingen.

Hoewel bedrijvig en tuk op het spelen van een eerste rol in deEuropeesche staatkunde, was hij door de vele teleurstellingen van zijnstaatsmansleven zoo voorzichtig en behoedzaam geworden, dat hij erzich wel voor wachtte om Oostenrijk, dat reeds zoovele wederwaardig-heden had ondervonden, door gewaagde handelingen aan nieuwegevaren bloot te stellen. Hij begreep dat voor de bevestiging vanhet rijk, innerlijk en naar buiten, een tijdperk van vrede noodzakelijk

Page 397: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

387

was en niemand was het in dit opzicht meer met hem eens dan zijnkeizerlijke meester.

In Frankrijk was de stemming van het groote publiek tegenover De Luxem-ub rgsehe

Pruisen minder bitter dan in Oostenrijk, omdat men zich nog altijd kwestie.

vleide met het vooruitzicht van eenige aanwinst van land door Pruisen'sbemiddeling, doch tevens krijgshaftiger, omdat men niet als in Oosten-rijk gebukt ging onder den druk van een zware nederlaag, maar veeleerleefde in de hoop van schitterende zegepralen, zoo het eenmaal tot eenoorlog moest komen. De Keizer, als altijd ongedurig in zijne denkbeeldenen plannen, bleef echter vasthouden aan de meening dat er jets moestgeschieden om de openbare meening in Frankrijk to verzoenen met degroote wijziging in den toestand van Europa. Een, zij het dan ookkleine aanwinst van grondgebied achtte hij noodzakelijk om bij de Franschenatie het bewustzijn te versterken dat zij, ook na de machtuitbreidingvan Pruisen, het machtigste yolk van West Europa was gebleven.

Drouin de Lhuys, die, zooals wij vroeger reeds hebben vermeld, nade mislukte poging tot het verkrijgen van een uitbreiding der grenzenten koste van Duitschland, zijn ontslag had genomen , werd vervangendoor de Moustier, Fransch gezant bij den Sultan van Turkije. Zoolangdeze staatsman nog in het buitenland was trad ad interim La Valetteop, die gedurende den korten tijd van zijn interimair bestuur een briefaan alle Fransche gezanten deed uitgaan, waarin de Fransche staatkundetegenover het buitenland, naar aanleiding van den pas -geeindigdenoorlog, werd blootgelegd. Dat niet de tijdelijke minister van Buiten-landsche Zaken, maar de Keizer zelf in dit schrijven aan het woordwas geweest, werd algemeen begrepen. Het stuk ademde een vrede-lievenden geest, het deed uitkomen dat Frankrijk ten opzichte zijnermachtsverhouding tot andere inogendheden dezelfde was gebleven, dathet geen vergrooting van grondgebied begeerde maar alleen die inlij-vingen wilde die door een volstrekte noodzakelijkheid werden geeischt.Wat men daaronder te Parijs yerstond bleek welhaast.

De Keizer toch had thans de oogen gevestigd op het groothertogdomLuxemburg, dat reeds tweemalen, eerst onder Lodewijk XIV, later onderde eerste republiek en het keizerrijk, dee! van Frankrijk had uitgemaakten in zijne hoofdstad eon der sterkste vestingen van Europa bezat,die tot de Duitsche bondsvestingen had behoord en als zoodanig sedertde vestiging van den Duitschen Bond met een Pruisische bezetting

Page 398: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

388

was voorzien geweest. Na de opheffing van den Bond bleef dit Pruisischgarnizoen in Luxemburg rustig stand houden, wat iu Frankrijk na-tuurlijk als een bedreiging werd beschouwd. Voor Keizer Napoleonbestond derhalve reden om te verwachten dat de aanhechting van hetgroothertogdom aan de geprikkelde stemming in zijn rijk bevredigingzoude geven. De Groothertog, Koning Willem III der Nederlanden,stelde op het behoud van Luxemburg, waarvan hij het bestuur aanzijnen broeder Prins Hendrik der Nederlanden als stadhonder had over-gelaten, niet zoo hoogen prijs dat hij volstrekt ongeneigd was het tegeneen behoorlijke schadeloosstelling aan den Franschen Keizer of to staan.In Nederland zoude deze afstand gaarne worden gezien, want de ver-eeniging onder een kroon der beide landen, die geheel vreemd aanelkander waren en dikwijls tegenstrijdige belangen hadden, kon allerleimoeielijkheden in het leven roepen, vooral nu door de groote staat-kundige veranderingen in Duitschland het groothertogdom in een on-zekeren rechtstoestand was gekomen. Daarbij hoopte men, door eenregeling der Luxemburgsche zaak, ook tot een volledige oplossing tekomen van de verhouding der Nederlandsche provincie Limburg totden Duitschen Bond. Doze verhouding was feitelijk door de oplossingvan den Bond wel verbroken, maar kon rechtens geacht worden nogto bestaan zoolang er niet een uitdrukkelijke verklaring over doze zaakdoor Pruisen was gegeven. Tot nog toe had men to Berlijn, wanneervan Nederlandsche zijde de Limburgsche kwestie op het tapijt werdgebracht, zich ongezind betoond tot eenige onderhandeling. Bismarckwilde Limburg en Luxemburg niet van elkander scheiden; hij bleef watvoor hem belang had vastkoppelen aan wat voor Nederland belang had.

Wij hebben reeds gezien hoe bij de besprekingen na den vrede vanPraag met den Franschen gezant te Berlijn, Benedetti over mogelijkegebiedsvergrooting van Frankrijk, de begeerte van den Keizer omLuxemburg te verkrijgen was gebleken. Teen de zaak nu andermaalen op meer besliste wijze ter sprake kwam, gaf Bismarck te kennendat de afstand van Luxemburg buiten Pruisen om moest wordenbehandeld; hij had de openbare mooning in Duitschland to ontzienen kon Been andere houding aannemen dan met leedwezen te berustenin wat geschiedde on wat hij niet kon beletten. De Groothertogvan zijne zijde had er greet bezwaar tegen om afstand to doers vanzijne rechten aan Napoleon III, indien hij niet de zekerheid had datde Koning van Pruisen zijne volledige instemming hiermede betuigde,

Page 399: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

389

en daar deze instemming niet verkregen kon worden, nam de onder-handeling een langzamen en bezwaarlijken loop. De eerste Noord-Duitsche rijksdag was juist bijeen, toen de geruchten ointrent denafstand van Luxemburg een hooge mate van waarschijnlijkheid begonnenaan te nemen. Het was verklaarbaar dat deze vergadering, waarin hetbewustzijn levendig was dat zij de belangen van geheel Duitseblandhad te verdedigen en daarvoor een leger achter zich had dat tegenelken buitenlandschen vijand was opgewassen, de begeerte om voorhet behoud van Luxemburg op te komen niet kon weerstaan. Eeninterpellatie door den nationaal-liberaal von Benningsen, waarbij, insnorkende taal onder luide toejuiching, werd gezegd dat Duitschlandden oorlog niet moest duchten maar tegenover Frankrijk moest toonendat het nu eenig en sterk was, werd door Bismarck met groote kalintebeantwoord. Hij verklaarde dat hem omtrent den afstand van Luxem-burg niets zekers bekend was, hij -wist alleen dat er onderhandelingenover werden gevoerd, en kon thans niet zeggen, wat de regeeringzoude doen, zoo die onderhandelingen tot eenigen uitslag mochtenleiden. Toen het in deze zitting voorgevallene in Duitschland bekendwerd, ontstond er een algemeene beweging tegen het prijs geven vaneen Duitsch land aan Frankrijk. Ging de afstand van Luxemburgdoor, dan was het te voorzien, dat de openbare meening zich zoo sterkzoude uitspreken dat de regeering gevaar liep van tot den oorlog ge-dwongen te worden. Eenige dagen na de interpellatie liet de Pruisischeregeering dan ook aan de Nederlandsche weten, dat zij den afstand vanLuxemburg aan Frankrijk niet als een onverschillige zaak kon beschouwenen zich verplicht achtte te waarschuwen tegen de ernstige gevolgendie daaruit zouden kunnen voortvloeien.

Koning Willem III die op het punt stond het verdrag met Frankrijkte onderteekenen, verklaarde hierop onmiddellijk dat hij van den afstandafzag. Deze mislukking van een plan dat reeds als geslaagd werd be-schouwd, was natuurlijk een bittere teleurstelling voor Napoleon IIIen niet minder voor het Fransche yolk.

In Frankrijk werd de stemming zeer gedrukt. Eenige weken te vorenwaren de geheime verdragen van Pruisen met de Zuid-Duitsche Statenopenbaar geworden; de hoop op een nadere aansluiting aan deze Statenwaarmede sommigen zich gevleid hadden was dus reeds verijdeld, that'swas ook elk vooruitzicht van grensuitbreiding mugs vredelievenden wegvervlogen. Er scheen niets anders over te blijven dan met de wapenen

Page 400: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

390

in de hand het geschokte aanzien van Frankrijk in Europa te herstellen.Maar de Keizer was door allerlei omstandigheden weder in een neer-slachtige stemming en daardoor vredelievend. Hij had geen vertrouwenop zijne militaire krachten; op bondgenooten viel niet te rekenen,daarbij verheugden zich Parijs en geheel Frankrijk in het vooruitzichteener groote wereld-tentoonstelling, bij gelegenheid waarvan de Keizeralle vorsten van Europa als gasten had uitgenoodigd. Indien Pruisenslechts wilde besluiten om zijn garnizoen uit Luxemburg te doen ver-trekken, dan zoude hij er wel in kunnen slagen dit als een genoegzamevoldoening aan het Fransche yolk voor te stellen.

Ook dit echter scheen aanvankelijk niet te verkrijgen. Door de tus-schenkomst evenwel van Oostenrijk, Engeland en Rusland kwam meneindelijk zoo ver dat Pruisen toegaf, om wanneer het groothertogdomLuxemburg als onzijdig land onder de bescherming der mogendhedenwerd geplaatst en de vestingwerken der hoofdstad werden gesloopt,de stad, die dan geen krijgskundig belang meer had, te zullen ont-ruimen. Zoodra hieromtrent eenstemmigheid was verkregen, werd opuitnoodiging van den Groothertog een conferentie te Londen bijeen-geroepen, waarin het hier boveu vermelde werd vastgesteld. Daarbijwerd tevens bepaald, dat Limburg van elken band met Duitschlandwas ontslagen. Zoo was de vrede gered tot groote blijdschap vangeheel Europa, met uitzondering van de heethoofdige voorstanders derDuitsche eenheid, die meenden dat het behoud van Luxemburg voorDuitschland wel een oorlog waard was geweest en van de oorlog-zuchtige bestanddeelen van het Fransche yolk, die in het gebeurde eenvernedering van hun land zagen. Intusschen. was het voor den op-merkzamen beschouwer duidelijk dat er in de verstandhouding tusschenFrankrijk en Pruisen door de Luxemburgsche verwikkeling een keer-punt was gekomen. Wie nog gehoopt had op een vredelievende ver-houding tusschen de beide landen kon zich zijne teleurstelling nietlanger ontveinzen. Wederzijdsch wantrouwen heerschte bij de regee-ringen en bij de volken. In Frankrijk sprak men het luide uit datmen door Bismarck om den tuin was geleid, en in Duitschland vattealgemeen de overtuiging post dat men de groote stelling in Europadie men begeerde niet zoude kunnen verkrijgen zonder een oorlog metFrankrijk.

Napoleon III voelde maar al te wel dat hij voortdurend in Frank-rijk aan invloed en persoonlijk gezag verloor. De roemlooze mislukking

Page 401: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

391

der Mexicaansche onderneming waaromtrent twijfel niet meer mogelijkwas, het overwicht van Pruisen dat zich zoo duidelijk toonde, nu zelfsde aanhechting aan Frankrijk van een zoo klein gebied als Luxemburgtegen zijnen wil niet had kunnen tot stand komen, ruaakten een pijnlijkenindruk. Tot nog toe was de opheffing der grondwettelijke vrijheden doorde keizerlijke regeering althans eenigermate vergoed geworden door denglans der Fransche wapenbedrijven en door de vermeerdering van Frank-rijk's buitenlandschen invloed. Maar nu de waan, dat FrankrijkEuropa de eerste plaats bekleedde, geheel verbroken was, nu het nietlanger te ontkennen viel dat de Keizer voor de Vereenigde Staten vanAmerika en voor Pruisen had moeten bukken, werd het gemis aan staat-kundige vrijheid en het ontbreken van den invloed der volksvertegen-woordiging tot wezenlijke beperking der keizerlijke macht, dieper danooit betreurd. Er was sedert 1852 een nieuw geslacht opgegroeid, datvoor de keizerlijke regeering veel minder gevoelde dan zijne voorgangers,die haren strijd tegen wanorde en regeeringloosheid hadden medege-streden. Napoleon III begon meer en meer te begrijpen dat hij denweg der staatkundige hervormingen op moest, indien hij den troon vanFrankrijk voor zich en zijne dynastic wilde bewaren. Aarzelend, zondervaste beginselen, beurtelings naar allerlei raadslieden luisterende, washij bij uitstek ongeschikt om als staatkundig hervormer op te tredeu.Halve maatregelen werden beproefd. Een toezegging van vrijzinnigehervormingen, vervat in een brief van den Keizer aan zijn ministerievan 19 Januari 1867, werd voor een deel verwezenlijkt door het toe-kennen van het recht van interpellatie aan de Kamer van Afgevaar-digden, maar het bleek duidelijk en werd ook niet verzwegen, dat deKeizer van eea parlementaire regeering niets wilde weten en ook met ge-neigd was om met de alleen-heerschappij als stelsel te breken.

Grooten bijval vondeu de keizerlijke hervormingen dan ook niet enzoowel de streng behoudende voorstanders der keizerlijke regeering alshare felle tegenstanders verzuimden niet om er den nadruk op te leggendat niemand er door bevredigd was. Voorloopig trok de Keizer zichdeze teleurstelling minder zwaar aan, want zijne persoonlijke ijdelheidwerd in den zomer van 1867 zeer gestreeld door het bezoek van demeeste Europeesche vorsten bij gelegenheid der wereld-tentoonstelling.Zelfs de Sultan van Turkije verliet de oevers van den Bosporus umaan Parijs het nog nimmer geziene schouwspel van een bezoek vanhet hoofd der geloovigen te verschatfen. De Koning van Pruisen

Page 402: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

392,

Bismarck behoorden onder de gasten van den Keizer, ook de Czaar,die evenwel een minder aaugename herinnering aan zijn verblijf teParijs behield. Bij zijnen terugkeer toch van een groote wapenschouwing,terwijl hij naast Napoleon 1.11 in een rijtuig zat, werd door eenjeugdigen Pool een pistoolschot op hem gelost, dat tengevolge van desnelle beweging van een der Fransche adjudanten, alleen diens paardverwondde.

De tijding van den gewelddadigen dood van Keizer Maximiliaan vanMexico kwam een nog zwarter schaduw werpen op de feesten der ten-toonstelling en gaf den Keizer van Oostenrijk de gelegenheid om zijnvoorgenomen bezoek aan den Franschen Keizer uit te stellen. Napoleon

en Keizerin Eugenie reisden daarop naar Salzburg oin Keizer FransJozef persoonlijk hunne deelneming te betuigen. Deze samenkomst ende reis daarheen door Zuid-Duitschland, waar ook Duitsche vorsten hetkeizerlijk echtpaar kwamen vervvelkomen, gavel' aanleiding tot allerleiveronderstellingen, die echter later bleken geheel ongegrond te zijngeweest. Tot een staatkundig verbond tusschen Frankrijk en Oostenrijkkwam het niet. Na zijne terugkomst bezocht de Keizer met de Keizerinverschilleude steden van Noord-Frankrijk. De redevoeringen die hij daarhield trokken in Frankrijk en zelfs in geheel Europa zeer de aandacht,vooral wat hij te Amiens zeide over zwarte stippen die zich aan dengezichteinder vertoonden.

Garibaldt's Een dezer zwarte stippen, de Romeinsche kwestie, zoude nog voorondernemingtegen Rome. het einde van het jaar 1867 tot een dreigende onweerswolk aangroeien.

Wij moeten tot v66r 1861 teruggaan om den loop dezer zaak te schetsen.Sinds de stichting van het nieuwe Koninkrijk Italie had Napoleon

III zich met de regeling der Romeinsche kwestie moeten bezighouden. Zij was voor hem een onderwerp van voortdurende bezorgd-heid. De trouwe katholieken in Frankrijk en ook de meer behoudendekringen der maatschappij beschouwden het als een der duurste plichtenvan Frankrijk om het wereldlijk gezag van den Paus te handhaven. InItalie daarentegen was, sedert op voorstel van Cavour, in de zitting vanhet eerste Italiaansche parlement onder algemeene toejuiching, Romeeenstemmig tot hoofdstad van het Koninkrijk Italie was verklaard, deovertuiging algemeen dat aan de regeering van den Paus als wereldlijkvorst over Rome een einde moest worden gemaakt. De Koning vanItalie was echter genoodzaakt geweest om den Paus, wiens gebied thans

Page 403: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

393

tot een klein deel van den vroegeren Kerkelijken Stant was beperkt, zelfstegen Garibaldi, den afgod zijner onderdanen in bescherming te nemen.In 1862 was dere uit zijne woonplaats Caprera naar Sicilie overge-stoken en van daar in Zuid-Italie geland, met het doel om tegen Romeop te trekken. Dere dolle onderneming werd door de Italiaanschetroepen verijdeld, bij welke gelegenheid Garibaldi te Aspremonte ge-wond werd en gevangen genomen.

In 1864 begonnen er ongunstige geruchten te loopen over de ge-zondheid van Pius IX. Mocht de Paus komen to sterven, dan bestonder alle kans dat in Rome een omwenteling uitbrak, en het beangstigdeden Keizer zeer, dat hij dan in de noodzakelijkheid zoude komen omde Fransche bezetting tegen het Romeinsche yolk te doen optreden.Hij verlangde derhalve, zoo het eenigzins mogelijk was, Rome nog teontruimen gedurende het leven van den Pans. Maar het vertrek vanhet Fransche garnizoen zoude onvermijdelijk den val van het wereldlijkgezag van den Pans met rich sleepen, tenzij de Italiaansche regeeringrich wilde verbinden niets tegen Rome te ondernemen en elke onder-neming van Garibaldi of zijne handlangers met geweld te keeren. Eendergelijke verbintenis nu, die geheel indruischte tegen den uitgesprokenwensch der vertegenwoordiging en de algemeene verwachtingen dernatie, was van de regeering van Victor Emanuel moeielijk te ver-wachten; nam zij haar op rich, dan lag het voor de hand dat er inhet geheele land een kreet van verontwaardiging tegen zoude opgaan,en noch de Koning noch zijn ministerie voelde rich opgewekt orndien te trotseeren.

Intusschen was Victor Emanuel het in zoover geheel eons metNapoleon III, dat ook hij niets liever wilde dan het vertrek derFransche bezetting, de opheffing van het grootste beletsel op den wegnaar Rome. Kon men derhalve eon oplossing vinden waarbijFrankrijk de beschuldiging dat Napoleon III den Paus geheel inde steek had gelaten, on in Italie die, dat de regeering van Rome alshoofdstad afzag, als ongegrond konden worden afgewezen, dan zoudehet niet onmogelijk zijn tot eenstemmigheid to komen. In 1864 deedrich de mogelijkheid van een dergelijke oplossing gevoelen. Tot nogtoe was Turijn nog altijd de hoofdstad van Italie, maar de algemeeneovertuiging in het gansche land, met uitzondering van Piemont, sprakrich luide uit, dat het zoowel op krijgskundige als op staatkundigegronden onverdedigbaar was, oin in eon groot land den zetel der regee-

26

Page 404: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

394

ring in een uithoek vlak bij de grenzen te houden, terwijl er meerdan e'en Italiaansche stad was, die reeds door hare geschiedkundigeoverleveringen, door hare grootte en haar aanzien aanspraken kon doengelden, waarbij die van het half Franscbe Turijn niet haalden. DeItaliaansche minister, Minghetti, begreep van deze omstandigheid partijte kunnen trekken om Napoleon III tot terugroeping der Franschetroepen uit Rome te bewegen. Indien men aan deze terugroeping deoverbrenging van den zetel der regeering naar Florence of Napelsverbond, dan zoude in Italie de vreugde over deze overbrenging deontstemming over een verbintenis ona den Kerkelijken Staat te eerbie-digen aanmerkelijk verzachten, terwijl in Frankrijk de aanwijzing vaneen der steden van Italie tot hoofdstad van dat rijk, aan de Kath.oliekenzoude kunnen worden voorgespiegeld als een terugkomen op den wenschom Rome als hoofdstad te hebben. De Italiaansche regeeriug hadtegen dit laatste geen bezwaar, zij was harerzijds reeds vooraf beslotenom de nieuwe hoofdstad als een tijdelijke pleisterplaats op den wegnaar Rome aan het yolk voor te stollen.

Het plan werd in Juni 1864 door Nigra en Pepoli, gezanten vanItalie te Parijs en te Petersburg — de laatste was een vertrouwd vriendvan het keizerlijk hof — in het diepste geheim aan den Keizer voor-gelegd , die het met ingenomenheid ontving. De minister Rouher en ookzijn ambtgeuoot Drouin de Lhuys, die zich vroeger sterk tegen de ont-ruiming had verklaard, gaven thans hunne goedkeuring aan het denkbeeld.

Minghetti's ambtgenooten verklaarden er zich evenzeer voor. Erbleef nu niets anders over dan den teffenstand te overwinnen vanVictor Emanuel, die, gehecht aan Turijn waar hij geboren en opgegroeidwas, bet daarenboven als een vernedering beschouwde dat hij door eenbuitenlandsche regeering gedwongen zoude worden om van woonplaatste veranderen. Hij gaf ten slotte toe, onder voorwaarde dat niet Napelsman Florence de nieuwe hoofdstad zoude worden.

Den 15 September 1864 kwam de overeenkonnst tot stand; vandaarde naam van September-conventie. Italie verbond zich het grondgebiedvan den Pans niet aan te randen en elken aanval van anderen daarop,desnoods met geweld te beletten. Frankrijk beloofde binnen twee jarenzijne troepen uit den Kerkelijken Staat terug te trekken. Be Paus zoudeeen legermacht op de been kunnen houden van vreemde vrijwilligerszonder dat de Italiaansche regeering daartegen eenig bezwaar mocht doengelden, terwijl ten slotte een schikking tusschen Italie en den Pans over

Page 405: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

395

de staatsschuld van den Kerkelijken Staat in uitzicht werd gesteld. Deoverbrenging van den zetel der regeering werd in een geheim protokolgeregeld; de gesloten conventie zoude, volgens dat protokol, niet gelden,voordat de Koning van Italie als hoofdstad zoude hebben aangewezen destad die hij goedvond. De verplaatsing moest daarna binnen zes maandenhaar beslag krijgen. Toen de voorgenomen verplaatsing algemeen bekendwerd, uitte zich het ongenoegen der bevolking van Turijn door eenhevig straatrumoer, dat ten koste van meer dan honderd dooden en ge-kwetsten door de troepen bedwongen werd. De Koning was hierdoor zooontroerd dat hij aan het ministerie-Minghetti zijn ontslag toezond enden generaal La Marmora met de vorming van een nieuw kabinetbelastte. Deze verklaarde dadelijk na zijn optreden dat hij de geslotenovereenkomst onvoorwaardelijk aanvaardde, alleen moist hij van Frankrijkte verkrijgen dat het geheime protokol, waarvan de hoofdinhoud tochreeds bekend was, openbaar werd gemaakt.

In Rome werd de overeenkomst zeer slecht opgenomen. De Pauszag er niet anders in dan het einde zijner wereldlijke heerschappij, degegeven waarborgen achtte hij waardeloos; niet ten onrechte maaktede Kardinaal Antonelli de opmerking, dat de ervaring hem had geleerddat op beloften der Italiaansche regeering weinig viel te bouwen. Deverhouding tot den Keizer van Frankrijk, die reeds weinig vriend-schappelijk was, werd nog koeler. Eenige maanden later antwoorddede Paus op de September-conventie door de Encycliek: Quanta Curamet den Syllabus. Geheel Europa zag er althans een antwoord in, hoewelelk verband tusschen de beide zaken ontkend werd. Dit stuk, dateigenlijk de oproeping tot een jubile was, vergezeld van een lijst vanstellingeu door de kerk veroordeeld, deed de geheele katholieke wereldhevig ontstellen, het bevatte de veroordeeling van staatkundige be-ginselen, waarvan de meeste in elk land der wereld met grondwet-telijke instellingen sinds lang in de wetgeving werden toegepast. InItalie toonde men zich over deze Pauselijke verklaring, waarvan, zooalsde Italiaansche minister het uitdrukte, de buitensporige strekking aanhet gezond verstand van het Italiaansche yolk niet zoude ontsnappen, vol-strekt niet ongerust. Men liet de afkondiging daarvan van den kanselonverhinderd toe. In Frankrijk daarentegen werd den bisschoppenverboden om dat gedeelte van de Encycliek en den Syllabus of tekondigen, dat stellingen bevatte in strijd met de beginselen waaropde Grondwet van het Keizerrijk rustte. Een paar strijdlustige geeste-

Page 406: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

396

lijken overtraden dit gebod en werden daarvoor ter verantwoordinggeroepen; zij die gehoorzaamden trachtten zoo goed mogelijk de ge-schokte gemoederen hunner geloofsgenooten gerust te stellen, door te be-toogen dat de strekking van de Pauselijke uitspraken niet zoodanig wasals die algemeen werd voorgesteld. Ook in andere landen poogde dekatholieke geestelijkheid de gemoederen tot bedaren te brengen, zonderzich evenwel tegen den inhoud van den Syllabus te verzetten. In protes-tantsche en vrijzinuige kringen vestigde de Syllabus den indruk dat demogelijkheid eener verzoening tusschen de Katholieke kerk en demoderne begrippen op staatkundig gebied, die nog een jaar te vorendoor geloovige katholieken zooals Montalembert op een KatholiekCongres te Mechelen was verkondigd, thans voorgoed was afgesneden.Onder de vrijdenkers riep de Syllabus een storm van verontwaardigingin het leven, die zich allereerst tegen het voortduren der wereldlijkeheerschappij van den Pans keerde. Na het openbaar was gewordenwelke staatkundige beginselen men in het Vaticaan voor de alleen warehield, achtte men het onverantwoordelijk den Paus nog langer hetbewind over zijne onderdanen te laten.

In Frankrijk vond de September-conventie bij de katholieke geeste-lijkheid natuurlijk afkeuring en ook bij de voorstanders der behoudendestaatkunde, zooals Thiers, die, hoezeer hij het uitvaardigen van denSyllabus betreurde, toch de handhaving van de wereldlijke macht vanden Paus krachtig bepleitte en den Romeinen het recht ontzegde omtegen den wil van Europa van Souverein te veranderen. De ministerRouher gaf evenwel de meest geruststellende verzekeringen. Intusschenwerd de uitvoering der conventie door de gebeurtenissen van het jaar1866 vertraagd. Na het sluiten van den vrede tusschen Italie enOostenrijk, werden alle voorbereidselen voor de ontruiming van Romegetroffen. Het pauselijk leger werd gevormd nit vrijwilligers van allelanden, terwijl een legerafdeeling, voornamelijk uit oud-soldaten vanhet Fransche leger bestaande, door de Fransche regeering te Antibes,een zeeplaats aan de zuidelijke kust van Frankrijk, werd bijeen-gebracht, en wider den naam van het legioen van Antibes ter be-schikking van den Paus werd gesteld. Ook een regeling der staatsschuldtusschen den Paus en Italie kwam te Parijs onder bemiddeling derFransche regeering tot stand. De italiaansche minister Ricasoli ver-klaarde zijnerzijds dat alle maatregelen zouden gammen worden diekonden strekken om de onschendbaarheid van den Kerkelijkai Staat

Page 407: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

397

te verzekeren, hij gaf bewijzen van zucht tot toenadering en knooptezelfs onderhandelingen met den Paus aan over de benoeming van bis-schoppen in de nieuw aangehechte deelen van het koninkrijk Italie.

Maar hoe grooter de toeschietelijkheid in Florence scheen te zijn,des te geringer was zij in het Araticaan. De Pans beklaagde zich bitterover den toestand waarin hij door Frankrijks toedoen gebracht werd,hij sprak er zelfs over om Rome te verlaten. Bij zijn afscheid vanden bevelhebber der Fransche bezetting, gaf hij lucht aan de somberstevoorgevoelens. Den 10 en December 1866 vertrokken de Franschesoldaten, die onmiddellijk door de nieuw aangeworven pauselijke troepenwerden vervangen. Er heerschte in Rome een groote ongerustheid, engansch Europa bereidde zich voor op ernstige gebeurtenissen. Allesliep echter in volmaakte rust af, de nieuwe toestand werd in de voor-beeldigste orde gevestigd. De Italiaansche regeering waakte aanvan-kelijk met grooten ijver; zij begreep dat het een dringende eisch derstaatkunde was, aan niemand reden te geven om aan hare goede trouwte twijfelen.

Het bleef dan ook te Rome even rustig, als stonden de Franschen ernog op schildwacht. De kerkelijke feesten werden in het voorjaar van 1867met den gewonen luister gevierd. In Juni vereenigden zich op uitnoo-diging van den Paus 500 bisschoppen, uit alle landen, te Rome om erde heiligverklaring van vijf-en-twintig gezaligden te vieren, bij welkegelegenheid Pius IX zijn voornemen plechtig uitsprak om binnenkorteen algemeen Concilie bijeen te roepen. Ook de onderhandelingen metde Italiaansche regeering, die door haren afgevaardigde Tonello te Romewerden gevoerd, beloofden een goeden uitslag. Men kwam over debenoeming der bisschoppen in Italie en over eenige andere regelingenvan minder belang tot eenstemmigheid. Ricasoli deed ernstige pogingenom tot een verzoening met den Paus te komen; hij stelde een wets-ontwerp voor om de vrijheid van de kerk te verzekeren, en een andertot regeling van den toestand der kerkelijke goederen die door denStaat waren in bezit genomen.

Deze verzoenende staatkunde der regeering was evenwel niet naar denzin van de voorstanders der Italiaansche eenheid. Zij wisten de gemoe-deren in beweging te brengen en plotseling brak een anti-clericale stormin geheel Italie los. Garibaldi verliet zijn eiland om den strijd tegen„het pauselijk gespuis" te gaan prediken, er werden alom vergaderingengehouden waarin, onder veel rumoer, er tegen werd opgekomen, dat de

Page 408: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

398

Staat alle verdedigingsmiddelen tegen de kerk wilde prijs geven. In deKamer werd het ministerie door een afkeurend votum getroffen. Het namzijn ontslag, maar Victor Emanuel gaf de voorkeur aan een ontbindingder Kamer. Ricasoli wendde zich nu, door middel van den Franschengezant te Rome, tot den Pans, met het verzoek om den steun der Itali-aansche geestelijkheid bij de verkiezingen te verkrijgen, maar hiervan wildemen te Rome niets weten, men kon geen steun geven aan een onwet-tige regeering. De geestelijkheid onthield zich van elke inmenging endeelneming en dientengevolge liepen de verkiezingen niet gunstig voorhet ministerie uit. Ricasoli wilde met eenige wijziging in het personeelzijner ambtgenooten, toch de kans met de nieuwe Kamer wagen , maarVictor Emanuel had er zijne zinnen op gezet dat Ratazzi, die zijnvertrouwen in hooge mate bezat, in het ministerie zoude treden endit weigerde Ricasoli beslist. Hij trad dus af en in zijne plaats namRatazzi de teugels van het bewind in handen.

De houding tegenover de kerk werd nu weder meer vijandig; in deKamer trok een zeer welsprekende beraadslaging over het vraagstuk derverhouding van Kerk en Staat, waaraan de meest bekende staatsliedendeelnamen, de aandacht van geheel Europa. De meerderheid verklaarde,zich tegen de vrijheidsdenkbeelden van Ricasoli en voor Ratazzi, diede macht van den Staat over de Kerk krachtig wilde gehandhaafd zien.Intusschen bleef de regeering de September-conventie eerbiedigen, maarde warme voorstanders der Italiaansche eenheid wanhoopten er nietaan dat Ratazzi, zoo al niet medeplichtige dan toch vvel onzijdig toe-schouwer zoude willen zijn, wanneer het te Rome inderdaad tot eenornwenteling kwam. Deze omwenteling werd gedurende den geheelenzomer van 1867 door de revolutionnairen gepredikt en voorbereid.Garibaldi voer, zoowel in verschillende steden van Italie als op eenvredes-congres te Geneve, waarvan men hem voorzitter had gemaakt,op de hevigste wijze uit, niet alleen tegen de wereldlijke macht maarook tegen het geestelijk gezag van den Paus. Hij stelde zich in geheimeverbinding met Victor Emanuel, met Bismarck en ook met Ratazzi.Zooals wel te verwachten was, werd hij te Berlijn afgewezen, terwijimen in Florence zich niet openlijk voor hem durfde verklaren. Tochbegreep hij een poging te moeten wagen; er werd een plan beraamdom op vier verschillende plaatsen tegelijkertijd een inval te doenin den Kerkelijken Staat. Toen de Italiaansche regeering hiervan kenniskreeg, durfde zij niet langer werkeloos te blijven, zij trok een aan-

Page 409: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

399

zienlijke legermacht aan de grenzen van den Kerkelijken Staat bijeen,die in last had te zorgen dat deze grenzen door de aanhangers vanGaribaldi niet overschreden werden.

Intusschen was het vervullen dezer taak zeer moeielijk, de mannendie aan Garibaldi's onderneming deel wilden nemen trokken niet geza-menlijk op, maar begaven zich ieder afzonderlijk en ongewapend naarde grenzen, teneinde zich op het gebied van den Kerkelijken Staat tevereenigen. Het was inderdaad voor het Italiaansche leger bijna ondoenlijkom over de lange grens, die door bergachtige landstreken liep, op alleplaatsen het noodige toezicht te houden. Toch begreep de regeeringeen bewijs te moeten geven van haar ernstigen wil om de beweging tegenRome te beletten. Zij liet Garibaldi te Sinalunga, terwijl hij op wegwas naar de grenzen, gevangen nemen en voerde hem naar zijn eilandCaprera terug, waar eenige Italiaansche oorlogsschepen voor ankergingen liggen, teneinde te beletten dat hij zijne woonplaats verliet.De gisting werd hierdoor niet gestuit maar veeleer aangezet. In-vloedrijke leden van de Kamer, zooals Crispi, en Cairoli, verklaardenzich openlijk voor de beweging. Het kwam spoedig tot dadelijkhedenop het grondgebied van den Kerkelijken Staat. Kleine, slecht gewapendebenden vertoonden zich op verschillende plaatsen, de Pauselijke soldatenboden niet veel wederstand, hetzij omdat zij nog weinig geoefendwaren, hetzij omdat de Pauselijke regeering hoopte dat naarmate demacht harer troepen meer onvoldoende bleek, Napoleon III te eerderde Fransche bezetting naar Rome zoude terug zenden. In Rome zelfbleef het evenwel rustig. Toen de berichten van de ongeregeldhedenin den Kerkelijken Staat voorgevallen, zeer vergroot door de faam,zich in Italie verbreidden, brachten zij daar een geheelen omkeer in deopenbare meening te weeg. Zij die de September-conventie van den be-ginne aan in stilte hadden veroordeeld, juichten openlijk en gaven opluidruchtige wijze hun verlangen te kennen dat de Italiaansche regeeringzich zoude aansluiten aan de revolutionnaire beweging, terwijl ook demeer bezonnenen, die de overeenkomst nog steeds wilden eerbiedigenen elken inbreuk daarop sterk afkeurden, zich begonnen of te vragenof het thans, nu de Conventie door het optreden der vrijscharen vanGaribaldi toch dreigde verbroken te worden, niet noodzakelijk werddat ook Italie haar verbrak. Indien Rome aan den Paus moestworden ontnomen, dan was het toch oneindig beter dat de Italiaanscheregeering dit deed, dan dat een doldriftige revolutionnaire bende zich

Page 410: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

400

in de zoo vurig begeethe hoofdstad van het Koninkrijk nestelde en erde republiek uitriep.

In Frankrijk maakten de berichten van het gebeurde een zeer pijn-lijken indruk; de Keizer die zich gevleid had van de Romeinschekwestie bevrijd te zijn, zag zich eensklaps weder geplaatst tegenoverdezelfde moeielijkheden die hij door de September-conventie uit denweg meende te hebben geruimd. Hij schreef aan Victor Emanuel, datindien de inval van vrijwilligers in den Kerkelijken Staat niet gestuitwerd, hij gedwongen zoude zijn om een leger-afdeeling naar Rome tezenden. Victor Emanuel liet in zijn antwoord doorschemeren dat hijin dat geval ook zijne troepen over de grenzen zoude moeten latentrekken. Ratazzi volgde inmiddels dezelfde onoprechte staatkundedie Cavour indertijd tegen het Koninkrijk der beide Sicilien had inpraktijk gebracht. Hij ondersteunde in het geheim de beweging enverklaarde openlijk dat hij alles deed om haar tegen te houden. Zijneambtgenooten waren het met hem eens dat de Italiaansche troepen denKerkelijken Staat moesten binnenrukken, niaar er bestond groot ver-schil over de verder te volgen gedragslijn. De Minister van Oorlog,Revel, wilde zich bepalen tot de verdediging van den Pans, man Ratazziwenschte dat de Italiaansche troepen hetzelfde zouden doen wat devrijscharen van Garibaldi beoogden, namelijk Rome bevrijden van hetPauselijk gezag. Aan de Fransche regeering werd intusschen kennisgegeven van het voornemen om den Kerkelijken Staat te bezetten,maar men kreeg tot antwoord dat dit als een oorlogsdaad zoude wordenbeschouwd en dat men ook het denkbeeld eener gezamenlijke bezettingdoor Franschen en Italianen volstrekt verwierp.

Napoleon III was nu wel tegen wil en dank gedwongen zijne troepennaar Rome te zenden; in een ntinisterraad op 16 October te SaintCloud gehouden, werd en in beginsel toe besloten. Victor Emanuelontveinsde zich that's niet langer dat het binnentrekken der Italiaanschetroepen een botsing met Frankrijk tengevolge moest hebben, en datgeen enkele mogendheid van Europa, zelfs Pruisen niet, een vingerzoude uitsteken om hem te hulp te komen. Hij achtte het geradenom zijnen minister niet langer te volgen en ontsloeg Ratazzi, waarnade samenstelling van een ministerie aan den generaal Cialdini werdopgedragen. Tevens gaf hij te Parijs de verzekering dat nu alles zoudeverricht worden wat noodig was om de beweging der vrijwilligersnaar den Kerkelijken Staat tegen te houden. De Fransche troepen die

Page 411: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

401

reeds te Toulon gereed stonden, werden hierop voorloopig nog niet

ingescheept.Maar het ongeluk wilde dat Cialdini niet onmiddellijk te Florence

kon komen. In dien tusschentijd liet Ratazzi de beweging haren vollenloop, de vrijwilligers stroomden ongehinderd over de grenzen. Op dendag waarop Cialdini zijne onderhandelingen over de vorming van hetministerie aanving, werd hij in zijne besprekingen gestoord door eenjobstijding die hem in groote verlegenheid bracht. Garibaldi was aande bewaking der Italiaansche schepen ontsnapt en vertoonde zich weldraopenlijk te Florence. Cialdini liet aan Ratazzi, die feitelijk nog ministerwas, verzoeken om een bevel tot gevangenneming van Garibaldi teteekenen. Aan het verzoek werd voldaan, maar alle maatregelen werdenop zoodanige wijze genomen, dat de last tot aanhouding van denvrijheidsheld, die met een exprestrein van Florence naar de grenzenwas vertrokken, den ambtenaar aan wien de volvoering was opgedragente laat in handen kwam. Den 23en October stond Garibaldi aan hethoofd zijner vrijwilligers in den Kerkelijken Staat.

Deze hadden nog weinig uitgericht. Een poging om Rome binnente dringen door een kleine schaar van onversaagde mannen wasmislukt, hun aanvoerder Cairoli sneuvelde, de overigen werden gevangengenomen. Garibaldi bracht eenige orde in den verwarden troep. Hijviel een afdeeling van de Pauselijke troepen aan, die een sterken postte Monte Rotondo had bezet. Na een hevig gevecht van twee dagenmoest de bezetting, die slechts uit driehonderd man bestond, zich op26 October overgeven. Deze overwinning kostte Garibaldi meer dantweehonderd dooden en gewonden.

Intusschen vorderde de vorming van het ministerie in Florence niet.Cialdini durfde geen krachtig optreden aan tegen de algemeene stem-ming der gemoederen in; hij raadde den Koning aan om Ratazzi telaten terugkomen. Victor Emanuel gaf er echter de voorkeur aan om eenstaatsman te roepen wiens gehechtheid aan de Katholieke kerk bekendwas en van wien kon verwacht worden dat hij voor geen forsche maat-regelen zou terug deinzen. Menabrea werd met de samenstelling vanhet Kabinet belast en slaagde daarin spoedig, waarna hij een proclamatiedeed uitvaardigen waarbij gezegd werd, dat de vlag die in den Kerke-lijken Staat was ontplooid door mannen die zonder machtiging derregeering de grenzen hadden overschreden en waarop geschreven stond:vernietiging van het hoogste geestelijk gezag van het hoofd der Katholieke

Page 412: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

402

kerk, niet was die van den Koning van Italie. Tegelijkertijd werd doorkrasse daden getoond dat het de regeering met deze woorden ernstwas. Dit flinke optreden kon echter de tusschenkomst van Napoleon IIIniet meer tegenhouden; de Fransche vloot had Toulon reeds verlatenen was met de troepen aan boord op wag naar Civita Vecchia. Dennen October landden de eerste Fransche soldaten. Nu besloot VictorEmanuel, die nog altijd gehoopt had dat de Fransche Keizer het bij eenbedreiging zoude laten, tot een wanhopige daad, hij liet zijne troepende grenzen van den Kerkelijken Staat overschrijden.

Garibaldi was inmiddels na de inneming van Monte Rotondo in deriehting van Rome verder getrokken, hopende dat bij zijne nadering deRomeinen in opstand zouden komen. Zijne vrienden in de stad deden hemechter, tot zijne groote teleurstelling, het bericht toekomen dat er opgeen omwenteling in Rome door middel der bevolking te rekenen viel.Hij trok derhalve terug, eerst naar Monte Rotondo, vervolgens in derichting van Tivoli. Zooals het gewoonlijk met een samengeraapt entuchteloos leger gaat, de eerste tegenspoed deed de gelederen reedsdunnen. Aan de kleine bende van geestdriftige voorstanders der Ita-liaansche eenheid had zich allerlei schuim aangesloten, mannen die totde destijds in Zuid-Italie nog zoo talrijke rooverbenden behoorden endie van deze gelegenheid hoopten gebruik te maken om te kunnenrooven en plunderen, zonder vrees voor de politic. Tegen eon aanvalvan een good aangevoerde legerafdeeling, hoe weinig talrijk ook, wasGaribaldi niet bestand. Toen het Pauselijk leger, gesteund door eendeel der eerstaangekomen Franschen hem bij Mentana aanviel in dennamiddag van 3 November, was zijn lot spoedig beslist. Zooals altijdgaf hij zelf bewijzen van groote onverschrokkenheid, maar zijne vrij-willigers toonden zich, naar zijn eigen getuigenis, hunnen memniet waardig. Vooral toen de Franschen op het slagveld verschenenen hunne nieuwe vuurwapenen, de zoogenaamde Chassepot-geweren,ontbrandden, stool' alles in de grootste wanorde uiteen. De meestevrijwilligers wierpen hunne geweren weg en trachtten zoo snel mogelijkde Italiaansche grenzen to bereiken. Zij lieten ongeveer 400 doodenen gewonden achter, terwijl 900 krijgsgevangenen in handen der Pau-selijken vielen. Het verlies van doze laatsten was goring, nog goon150 dooden en gewonden, dat van de Franschen was geheel onbetee-kenend, zij hadden slechts 4 dooden en 36 gewonden. Garibaldiword te Fignine door de Italiaansche karabiniers gevangen genomen en

Page 413: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

403

van daar naar Varignano vervoerd. Zijn beroep op de Amerikaanscheregeering, als burger van de Vereenigde Staten, baatte hem niet, deItaliaansche regeering hield hem gevangen, in weerwil van de vertoogenvan den Amerikaanschen consul te Spezzia. Toen hij na eenige wekenvan verzekerde bewaring door een ongesteldheid werd aangetast, lietMenabrea op raad van een geneesheer hem naar zijne woning te Capreraterug brengen en hem daar bewaken. Hij verbond zich echter schrif-telijk tot 1 Mei Caprera niet te zullen verlaten, waarna de bewakingwerd opgeheven.

De Italianen hadden inmiddels op een paar punten werkelijk degrenzen van den Kerkelijken Staat overschreden, maar Napoleon IIIwilde het niet te nauw nemen met zijne verzekering dat dit als eenoorlogsverklaring zoude worden beschouwd. Wel het hij een nieuwelegerafdeeling to Toulon bijeenkomen en alle toebereidselen voor hareinscheping maken, maar toen, na de nederlaag van Garibaldi, Menabreauit eigen beweging de Italiaansche soldaten binnen de grenzen terugriep, vertrokken deze troepen niet.

Napoleon III was reeds to zeer gekweld door de verdrietelijkhedendie deze vernieuwde bezetting van Rome hem kwam bezorgen, dan dathij kon verlangen om, zoo het met behoud van eer en waardigheidte vermijden was, een oorlog met Victor Emanuel te beginnen. Daaren-boven achtte hij het hoogst onstaatkundig om zoodoende den Koningvan Italie geheel in de armen van Pruisen te werpen, dat wel zijn steungeweigerd had, maar toch een welwillende houding bleef aannemen.

De verbittering tegen Frankrijk, na het gevecht bij Mentana en debezetting van Rome, was echter in Italie zoo groot en zoo algemeen, datvooreerst aan een goede verstandhouding tusschen de beide rijken nietkon gedacht worden. Zij werd nog verscherpt door een ongelukkigeuitdrukking in het Fransche regeeringsblad, de Moniteur, waarin deverwonderlijk krachtige uitwerking van het nieuwe Chassepot-geweer teMentana aan geheel Europa werd verkondigd. Tevergeefs trachtten VictorEmanuel en Menabrea, nadat in den Kerkelijken Staat de rust washersteld, den Keizer te bewegen zijne troepen uit Rome terug totrekken. Zij beloofden in dat geval voor de handhaving der Septem-ber-conventie zorgvuldig te zullen waken. Napoleon III was tot veelbereid, zoo hij zich de Romeinsche kwestie van den hals kon schuiven,maar hij begreep dat het toegeven aan dezen eisch hem aan den spotder geheele wereld zoude blootstellen, die gezien had hoe de Italiaan-

Page 414: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

404

sche regeering hare beloften nakwam. Hij had een ander plan in hethoofd, waarvan ieder helderziend staatsman de raislukking wel voorafkon voorspellen, maar waarvan hij den goeden uitslag inderdaad schijntgehoopt te hebben. Hij liet alle mogendheden van Europa, de grooteen de kleine, met uitzonderiug alleen van Turkije, uitnoodigen tot eenCongres te Parijs over de Romeinsche kwestic.

Geen enkele was natuurlijk gezind om aan deze uitnoodiging tevoldoen. De katholieke regeeringen die v6Or den Paus waren, wildenniet met Italie overhoop raken en de niet-katholieke, die op Itali.6'shand waren, hadden geen lust om ter wille van een zaak die hunnebelangen niet raakte, aan hunne katholieke onderdanen aanstoot tegeven. Daarbij begrepen alle, dat een oplossing die en den Pans enItalie tevreden stelde, toch niet te vinden zoude ziju. Men was der-halve eenstemmig van oordeel dat de regeling dezer kwestie moestblijven bij den man die haar oorspronkelijk door zijne handelingen haduitgelokt, en achtte het een noodelooze edelmoedigheid om Napoleon IIIvan deze moeielijke taak te ontlasten.

Oostenrijk was de eenige mogendheid die de uitnoodiging on voor-waardelijk aannam. Zij kon dit gerust doen met de wetensehap dat deandere took zouden weigereu, de meeste overige regeeringen verklaardenzich in beginsel niet tegen een congres, mar wenschten omtrent dete behandelen zaak bepaalde voorstellen te ontvangen, alvorens zichnader te verklaren; zij wisten volkomen goed dat die voorstellen niette wachten waren, omdat de Keizer zelf geheel in onzekerheid was watte doen. Bij de openingsrede van de zitting der Fransche Kamer ver-klaarde Napoleon III dat de spoedige terugroeping der Franschetroepen nit Rome te voorzien was. De minister Rouher, die thanshet volledig vertrouwen van den Keizer bezat en reeds in Frankrijkals onder-Keizer (vice-empereur) was gehoond, gaf echter bij de beraad-slagingen over de buitenlandsche staatkunde namens de regeering de uit-drukkelijke verzekering dat Italie nooit in het bezit zoude komen vanden Kerkelijken Staat. Door de overgroote meerderheid der leden vande Kamer word deze uitlating levendig toegejuicht. In de ItaliaanscheKamer werd als weerklank op het to Parijs gesproken woord een-stemmig een verklaring aangenomen, waarbij Rome als de toekomstigehoofdstad werd gehandhaafd. Nu men wederzijds zoo beslist had partijgekozen, was de mogelijkheid van een congres van zelf uitgesloten.

De Fransche regeering trachtte nog een voorbereidende en vertrou-

Page 415: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

405

welijke conferentie alleen van de groote mogendheden er voor in deplaats te schuiven, doch toen dit plan evenmin bijval vond, werd erverder over het congres niet meer gesproken.

CBismarck, er op bedacht om steeds te zorgen dat Duitschland D

vanDe

reopstand

een bondgenoot had en zijn tegenstander niet, had thans, meer nogdoor den loop der omstandigheden dan door zijn eigen beleid,een groote zegepraal behaald. Tusschen Frankrijk en Italie was naMentana en de verklaring van Rouher, elk bondgenootschap voorden eersten tijd onmogeiijk. Het werd thans zaak ook de anderemogendheden van Frankrijk te verwijderen, voornamelijk Oostenrijk enRusland. Engeland telde in de staatkundige berekeningen van Bismarckniet veel mede, het had gees leger en was volkomen ongezind um aancell oorlog op het vaste land van Europa deel te nem en. Rusland,dat tegenover Frankrijk niet zeer vriendschappelijk gezind was, moestboven alles tot vriend worden gehouden. Het was daartoe noodig datDuitschland altijd Frankrijk voor was en te St. Petersburg tegen mindervergoeding meer beloofde dan Frankrijk, iets wat voor Bismarck nietzeer moeielijk was, omdat Duitschland's staatkundige en stoffelijke be-langen in het Oosten, vergeleken bij die van Frankrijk, destijds noggering waren. Wat Rusland voortdurend in het oog bleef houden wasde losmaking van de banden, waardoor het ten opzichte der ZwarteZee door de bepalingen van den Parijschen vrede van 1856 wasgebonden, en de ontbinding van het Ottomanisehe Rijk. Om deze te ver-haasten moesten de verschillende nationaliteiten, onder den schepter vanden Sultan vereenigd, zich meer en meer doen gelden en op zelfstandigbestuur aandringen, de Slaven in de eerste plaats, maar ook de Grieken.In het openbaar vernam men van de Russische regeering slechtsalgemeene betuigingen van belangstelling in het lot van volksstammendie denzelfden godsdienst als de Russell beleden en your een deel tothetzelfde ras behoorden ; in het geheim werd door een groot aantalRussische agenten, van niet al te hoog gehalte op zedelijk gebied, enwien het aan klinkende munt nimmer outbrak, in het geheele rijkvan den Sultan voortdurend op de bevolking gewerkt. Zij waren destille bewerkers van de meeste opstanden en bewegingen tegen hetgezag van den Sultan, die dan aan de Russische regeering weder dewelkome gelegenheid gavel! om tegen het wanbeheer aan den Bosporusop te komen.

Page 416: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

406

Sinds 1865 had een dergelijke beweging, ditmaal waarschijnlijk ookdoor wezenlijke grieven der bevolking in het leven geroepen, heteiland Candia, het Greta der oudheid in voortdurende beroering ge-bracht. De bevolking kwam in verzet tegen de Turksche overheid, die,zooals gewoonlijk van afdoende maatregelen afkeerig, zich tot onver-inijdelijke afwering beperkte. Het gansche eiland werd welhaast het tooneelvan een burgeroorlog tusschen de Mahomedanen, door de troepen vanden Sultan geholpen, en de veel talrijker kristelijke bevolking, waarbijroof en plundering als de meest gewone strijdmiddelen golden. DeCretensische opstandelingen verklaarden zich zelve onafliankelijk enhun land tot een deel van het koninkrijk Griekenland, waar sedert1863 een Deensche prins, George, den Beijerschen Otto, die tengevolgevan een omwenteling het land had moeten verlaten, na een kortetusschenregeering had vervangen. Het bleek eerlang dat Beust, teneinde Rusland aan zijne zijde te krijgen, niet afkeerig was van hetdenkbeeld om bij deze gelegenheid de Oostersche kwestie in een, voorRusland's verlangen naar een wijziging van de Parijsche bepalingenvan 1856 tegemoetkomenden zin, door eene conferentie te doen oplossen.Te Salzburg, bij gelegenheid van de hierboven vermelde bijeenkomstder beide Keizers, is Lit punt ongetwijfeld ter sprake gekomen. Hetis niet onwaarschijnlijk dat de Russische regeering zich doof hield voordeze voorstellen, omdat zij voorzag door den steun van Pruisen het-zelfde te kunnen verkrijgen, zonder genoodzaakt te ziju harerzijdsverplichtingen op zich te nemen waardoor de verhouding tegenoverPruisen minder vriendschappelijk zonde worden. Beust's bemoeilngenleidden dan ook tot niets; de Westersche mogendheden bleven tegen-over de Cretensische beweging een afkeurende houding aannemen; zijgebruikten hunnen invloed te Athene om de Grieksche regeering vanopenlijke deelneming terug te houden, maar konden niet beletten datRusland in het geheim de beweging aanvuurde en steunde.

Teen deze oproerige toestand op Creta, niettegenstaande de bloedigemoordtooneelen van tijd tot tijd door de Turksche troepen aangerichten de toezeggingen van hervormingen door de Porte, steeds bleef voort-duren, raadden eindelijk de Engelsche, Fransche en Oostenrijkscheregeeringen, in het najaar van 1868, den Sultan aan om tegenoverGriekenland, dat niet naliet om door allerlei middelen de Cretenserste steuneu en het vuur van den opstand aan te blazen, een meerbesliste houding aan te nemen. De Porte zond hierop een ultimatum

Page 417: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

407

naar Athene, maar nu trad Bismarck, die geen oorlog in het Oostenwilde, als vredestichter op. Hij wees op de bepalingen van het Verdragvan Parijs van 1856, die een conferentie der groote mogendhedenvoorschreven zoodra er moeielijkheden in het Turksche rijk ontstonden.Nadat Rusland zich bereid had verklaard om aan dergelijke conferentiedeel te nemen, werd zij in den aanvang van 1869 te Parijs gehouden.De mogendheden besloten een gemeenschappelijke nota naar Athene tezenden, waarin de Grieksche regeering werd aangemaand om zich teonthouden van het ondersteunen der Cretensische opstandelingen en vanelke vijandige daad tegen Turkije. De Koning van Griekenland vond,niet zonder moeite, een staatsman die de verantwoordelijkheid aandurfdeom zich aan dit besluit der conferentie te onderwerpen. De nieuweminister, Th. Delyanni, zond echter, zoodra de conferentie uiteen gegaanwas, een uitvoerige nota aan alle mogendheden, waarin de grieven derCretensers en het goed recht der Grieksche regeering werden uiteenge-zet. De rust keerde intusschen op Creta terug, voor zoover men vanrust op dit in voortdurende gisting verkeerende eiland kon spreken.

In het Balkan-schiereiland had, bijna gelijktijdig met den oorlog in Karel vanHohenzollern

Duitschland, een staatkundige gebeurtenis plaats gehad, veel gewichtiger in Rumenib .in hare gevolgen dan de opstand in Creta. De Donau-vorstendommenWallachije en Moldavie werden sinds 1859 geregeerd door VorstAlexander Cousa, in strijd met den wensch van de groote mogend-heden en van de Porte, die altijd getracht hadden de twee landen vanelkander gescheiden te houden, waarom (Ian ook aanvankelijk de Sultandoor twee afzonderlijke oorkonden (firmans) de macht van den Vorsthad bevestigd. Intusschen bleef men in de vorstendommen onophoudelijkwerkzaam voor het bereiken van een doel, dat de bevolking reeds sinds1848 voor oogen zweefde, namelijk het stichten van een grondwettigkoninkrijk onder een Vorst, tot een der regeerende stamhuizen vanEuropa behoorende, van wien kon verwacht worden dat hij zich zooveelmogelijk onafhankelijk zoude weten te maken zoowel van Turkije alsvan Rusland. Vorst Cousa had zich dan ook schriftelijk verbonden omafstand to doen, zoodra zich een geschikt candidaat voor den troonopdeed. Zijne regeering was niet geschikt om de vorstendommen uithunnen achterlijken toestand op te heffen, hij begiftigde zijn onderdanenwel met een volksvertegenwoordiging gekozen door het algemeen stem-recht, doch bet gelukte hem niet den geldelijken toestand van zijn rijk

Page 418: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

408

op een eenigszins regelmatigen voet te vestigen. Daarbij ontbrak hethem volslagen aan gevoel van waardigheid en betamelijkheid. Zijne los-zinnige levenswijze verwekte ontevredenheid en ergernis, die zich tenslotte openbaarden in een aanslag. Een aantal saamgezworenen geluktehet, in den nacht van 22 op 23 Februari 1866, het paleis te Bukarestbinnen te dringen, wear zij den Yorst dwongen oin afstand te doenvan den troon. lIij verliet onmiddellijk het land, waarna een voorloopigbewind de teugels van bet gezag overnam. De volksvertegenwoordigers,in beide vorstendommen bijeen gekomen, verkozen hierop den Graaf vanVlaanderen, broeder van den Koning van Belgie, tot gemeenschappelijkVorst onder den titel van Koning van Rumenie. Napoleon lIT, in wien deRumeenen hunnen trouwen vriend en besehermer zagen, kon zich echtermet deze keuze niet vereenigen. Nadat de gekozene dientengevolge de kroonhad geweigerd, viel het oog der Rumeenen op een anderen Vorst, vanwien zij konden verwachten dat hij den steun van den Franschen Keizeren tevens dien van den Koning van Pruisen zoude erlangen. Hij was detweede mon van Karel Anton Vorst van Hohenzollern Sigmaringen, die in1850 zijn vorstendom, midden in het Wurtembergsch grondgebied gelegen,aan Pruisen had afgestaan, welks Koning tot hetzelfde geslacht als hijbehoorde, en die acht jaren later als president-minister te Berlijnoptrad. Deze tak der Hohenzollerns was katholiek en door het huwelijkvan een hunner, gedurende het tijdvak van Napoleon 1, met eene Murataan het Keizerlijk hof te Parijs zeer gezien. De prins op wien de keusder Rumeenen viel, in 1860 zeven-en-twintig jaar oud, was officierin het Pruisische leger; hij voelde zich dadelijk sterk aangetrokken totde teak die de Rumeenen hem wilden toevertrouwen. Zijn toestand wasechter moeielijk. Noch de Keizer van Frankrijk, noch de Koning vanPruisen konden hem openlijk steunen, omdat zij zich moesten schikkennaar de besluiten van de conferentie der groote mogendheden over deRumeensche aangelegenheden te Parijs bijeengeroepen, die bij meer-derheid zich tegen de vereeniging der vorstendommen onder een hoofdhad verklaard. Rusland en Turkije wilden geen krachtige Staten in hetBalkan-schiereiland, en Oostenrijk, dat op zeer gespannen voet metPruisen stond, kon moeielijk een Hohenzollern op een troon duldendie niet ver van zijne grenzen zoude worden opgericht. De Rumeenengingen intusschen rustig hunnen gang; oinstreeks het midden van Aprilwerd een volksstemming uitgeschreven, waarbij prins Karel van Hohen-zollern met overwegende meerderheid tot Koning werd verkozen.

Page 419: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

409

Bismarck gaf aan den jongen prins den raad om in stilte naarRumenie te vertrekken, zich daar tot Koning te laten uitroepen enzoodoende de Mogendheden voor het voldongen feit te plaatsen. OokKeizer Napoleon liet zich, langs omwegen, in niet ongunstigen zin overdit plan uit. Karel van Hoherzollern, door verschillende Rumeenendringend aangezocht om dit waagstuk te volvoeren, nam een koen be-sluit. Hij verliet het ouderlijk huis te Dusseldorf, den li en Mei, enreisde in het strengste incognito naar Zwitserland, waar hij onder eenvalschen naam een pas naar Odessa wist te verkrijgen. Vervolgensging de reis door Oostenrijk en Hongarije en eindelijk met eenstoomboot de Donau af tot aan Turn Severin, de eerste Rumeenschestad, waar de prins op Pinksterzondag aankwain en dadelijk als Vorstword verwelkomd.

De reis vandaar naar Bukarest was een ware triumftocht; onder hetgejuich der bevolking in alle plaatsen waar de Vorst doorreisde, bereiktehij op 22 Mei de hoofdstad. Onder klokkengelui en kanongebulder reedhij eerst naar de hoofdkerk, om er een plechtig Te Deum aan te hoorenen begaf zich vervolgens te voet naar de vergadering der volksvertegen-woordiging om er den eed af te leggen; daarna beantwoordde hij inhet fransch de welkomstrede van den voorzitter en betrok eindelijkde bescheiden woning , die zijn voorganger tot paleis had verstrekt.her moest hij zich al dadelijk met de staatsaangelegenheden bezig houden,en wel allereerst een ministerie vormen, aan het hoofd waarvan hijeen Moldavier plaatste, Catorgiu, een der bezadigdste en ernstigste staats-lieden van Rumenie.

Intusschen had de jonge Vorst, zoowel buiten- als binnenslands, metgroote moeielijkheden te kampen ; hij vond het land in een deerlijkentoestand: de schatkist was ledig, de ambtenaren waren sinds lang nietbetaald; het leger had gebrek aan geweren en zelfs aan buskruit; demiddelen van gemeenschap lieten alles te wenschen over, een locomotiefwas in het land nog nimmer gezien. In het buitenland beschouwde menKarel als een indringer, die door list een troon had weten te bemach-tigen. De groote mogendheden wilden den nieuwen Vorst niet erkennen.Turkije bedreigde hem met oorlog. Karel liet zich echter door dezemoeielijkheden niet ontmoedigen, en met jeugdige veerkracht gelukte hethem er zich doorheen te worstelen.

De zegepraal der Pruisische wapenen in den zomer van 1866 kwamhem hierbij goed te stade. Na afloop van den oorlog in Duitschlaud

27

Page 420: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

410

begreep iedereen dat de Koning van Pruisen geen Hohenzollern die opeen Europeeschen troon zat, onbeschermd zoude laten. Turkije , nogdaarenboven door de conferentie te Parijs in toom gehouden, staaktezijne oorlogstoebereidselen. Onderhandelingen met den Sultan over deerkenning van den Vorst werden begonnen, na lange besprekingen kwammen tot eenstemmigheid. Karel reisde daarop zelf naar Constantinopel,waar hij door zijn waardig en welberaden gedrag een zeer gunstigenindruk maakte. In November 1866 keerde hij te Bukarest terug met denfirman van den Sultan, en werd daar met groot vreugdebetoon ver-welkomd.

Intusschen bleef de toestand van Rumenie gedurende de eerste jarenvan Karel's regeering hachelijk. De toenemende spanning tusschenPru'sen en Frankrijk had ten gevolge dat de vriendschappelijke betrek-kingen met Napoleon III eenigszins losser werden. Oostenrijk bleef denVorst uit het huis Hohenzollern met achterdocht gadeslaan, Ruslandtrachtte door alle middelen de vriendschap van Karel te winnen, teneinde Rumenie geheel en al in zijn vaarwater te krijgen en het tot eenRussischen vazalstaat te maken, wat natuurlijkerwijze wederom grootebezorgdheid aan den Bosporus opwekte. In het binnenland had deregeering voor alles met geldgebrek te strijden. Om Rumenie tot ont-wikkeling te brengen was verbetering der middelen van gemeenschapvan het onderwijs het eerste vereischte. Het daarvoor benoodigde geldkon het land zelf onmogelijk opbrengen, men was dus wel aangewezenop de Europeesche geldmarkt. Rumenie had daar echter geen goedennaam, waartoe niet weinig bijdroeg de middeleeuwsche behandeling derIsraelieten, voornamelijk in Moldavie , die door de nieuwe grondwet,waarbij bepaald was dat alleen kristenen het Rumeensche burgerschapkonden erlangen, stilzwijgend als het ware werd bekrachtigd. Definancieele moeielijkheden werden niet weinig verzwaard door de onbe-stendigheid van het bestuur. Kamerontbindingen en veranderingen vanministerie herhaalden zich voortdurend. Niet zelden scheen het oogen-blik te uaderen waarop de vorst, ten einde raad, zijne kroon zoudemoeten nederleggen en zijn land verlaten. Karel bleef echter standhouden en plukte in later jaren de vruchten van zijne volharding. In1869 huwde hij Prinses Elisabeth von Wied, die door hare buitenge-wone talenten aan het hof te Bukarest een bijzonderen luister bijzette.

Ook in het aangrenzende Servie had in deze jaren een troonsveran-dering plaats. Zijn vorst Michael Obrenovitch, onder wiens regeering

Page 421: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

411

de Porte van haar recht tot het houden van een bezetting in de citadelvan Belgrado eindelijk afstand had gedaan, werd in 1868 vermoord; zijnminderjarige Reef, Milan Obrenovitch, volgde hem op onder de voogdijvan een raad van regentschap, uit drie aanzienlijke Serviers bestaande.

De belangrijkste gebeurtenis die in deze jaren in het Oosten plaatsgreep, was zeker de voltooiing en opening van het Suez-kanaal. Wij

Suez-kanaal.

hebben reeds vroeger vermeld, hoe De Lesseps in 1856 het plan totdoorgraving der landengte tusschen de Middellandsche Zee en de RoodeZee in Engeland had aangeprezen en welke weinig bemoedigende ont-vangst hem daar was te beurt gevallen, (Deel I, bladz. 757). Hijiiet zich hierdoor allerminst ontmoedigen, maar ging voort met de voor-bereiding van zijn grootsch plan dat door den Onderkoning (Khedive) vanEgypte, Mohammed Said, gesteund werd en ook, voorzoover hem dittegenover Engeland's tegenstand mogelijk was, door Napoleon III. In1855 had De Lesseps een interuationale commissie van ingenieurs uitge-noodigd om een verslag uit te brengen over de uitvoerbaarheid van zijnplan en over de wijze van uitvoering. Zij bestond uit dertien Europee-sche ingenieurs : vier Engelsche, vier Fransche, een Oostenrijker, eenSpanjaard, een Italiaan, een Nederlander en een Pruis, en kwam inOctober 1855 te Parijs bijeeu. Het Nederlandsche lid, Conrad, werd totvoorzitter benoemd en vertrok met vier zijner medeleden naar Egypte,om op de plaats zelve den toestand te gaan opnemen.

Na een verblijf aldaar van twee maanden keerden zij in Europaterug, waar zij een zeer gunstig verslag van hunne bevindingen uit-brachten. Het denkbeeld om het kanaal te Alexandria te doers aan-vangen werd door hen verworpen, zij raadden beslist aan, den kortstenweg te volgen en verklaarden dat er aan het werk geen buitengewonebezwaren verbonden waren. De kosten voor den aanleg van het kanaalwerden door hen op 200 millioen franken geraamd

De Lesseps richtte nu een maatschappij op, die van den Onderkoningde concessie verkreeg om het kanaal aan te leggen; het benoodigdekapitaal hoopte hij in Europa en Amerika te vinden. Buiten Frankrijkwas de deelneming echter gering; meer dan de helft van het kapitaalwerd in dit land geplaatst, het overige werd door den Onderkoninggenomen. Slechts zes millioen van de twee honderd kwamen uit anderelanden, in Engeland werd voor nog geen vijftig duizend franken inge-schreven. De eerste spade werd in den grond gezet op '25 April 1859.

Page 422: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

Intusschen liet de Engelsche regeering niets onbeproefd om de uit-voering van het werk te stuiten; voortdurend was zij te Constantinopelwerkzaam om den Sultan te bewegen tot een krachtig optreden tegen-over zijnen vazal, den Onderkoning van Egypte, ten einde dezen tedwingen om de totstandkoming van het kanaal te beletten. Napoleon

evenwel gevoelde dat Frankrijk's eer meer en meer gemoeid werdmet het welslagen eener onderneming, door Franschen met Fransch geldop touw gezet en door Engeland tegengewerkt, hoofdzakelijk nit vreesvoor de verhooging van Frankrijk's aanzien als zeemogendheid en alshandeldrij vende Staat.

De Fransche diplomatieke en consulaire ambtenaren ontvingen lastom zich voor de zaak schrap te zetten. Bij de Porte wist de Franscheambassadeur, gesteund door zijne Oostenrijksche en Russische ambtge-nooten , te bewerken dat De Lesseps, die in het najaar van 1859 zelfde reis naar Constantinopel had aanvaard, met een gunstige beschik-king van den Sultan terugkeerde. In Engeland bleef de tegenstandevenwel levendig , Lord Palmerston vooral hield niet op met zijne ruween onbekookte uitvallen tegen de Suez-Maatschappij, maar deze bleefrustig haar gang gaan.

In den aanvang van het jaar 1863 volgde Ismail, als Onderkoningvan Egypte, zijnen overleden oom Mohammed Said op. Met hem beginteen nieuw tijdperk in de geschiedenis van Egypte. Hij was een mandie aan groote eerzucht een hooge mate van slimheid en behendigheidpaarde, daarbij een voorstander van Westersche beschaving, die zich tottaak stelde om van zijn rijk een bloeiend land te maken, dat zooveelmogelijk op an lijn kon worden gesteld met de Staten van Europa.

Allereerst wist hij te bewerken dat de troonopvolging in Egypte inthen zin gewijzigd werd, dat zij niet langer naar het in het TurkscheRijk bestaande stelsel, dat den oudste in jaren van het vorstelijk huisals opvolger aanwees, maar naar het in Europa geldende beginsel, op-volging van den oudsten zoon van den regeerenden Vorst, werd geregeld.Later wist hij, tegen den zin der Porte, het stelsel van gemengde recht-banken in te voeren, in plaats van de bestaaude rechtsmacht der vreemdeconsuls. Voor den stoffelijken vooruitgang van Egypte was hij onver-moeid werkzaam, hij liet spoorwegen aanleggen en havens verbeteren.Overtuigd van het groote belang van de totstandkoming van het Suez-kanaal voor Egypte en begeerig naar den roem dien zij aan zijneregeering zoude bezorgen, ondersteunde hij de onderneming van De

Page 423: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

413

Lesseps met alle krachten. Nauwelijks had hij de regeering aanvaardof hij ontving een schrijven van de Porte, die natuurlijk weder onderEngelschen invloed, bezwaar maakte tegen den afstand aan de Suez-Maatschappij van alle gronden in de nabijheid van het te gravenkanaal gelegen, en tegen den gedwongen arbeid der Egyptische bevol-king aan de werken en hem derhalve gelastte voorzieningen te treffen waar-door hierin wijziging werd gebracht. Hij zond daarop zijnen schranderenminister, Nubar Pacha , naar Parijs, die wist te bewerken dat dezebezwaren aan Napoleon III als scheidsrechter zouden worden voorgelegd.Tegen diens uitspraak bleef evenwel de Porte zich verzetten, hetgelukte echter aan De Lesseps, in 1866, eene nieuwe overeenkomst tesluiten met de Egyptische regeering, die eindelijk door den Sultan werdbekraehtigd. Van dit oogenblik aan werden de werken met kracht voort-gezet, zoodat op 17 November 1869 de opening kon plaats hebben.Ismail Pacha wilde aan deze plechtigheid , die hij terecht als de belang-rijkste gebeurtenis zijner regeering beschouwde, een buitengewonenluister bijzetten, hij zond uitnoodigingen aan alle vorsten van Europaen mocht zich dan ook verheugen in de tegenwoordigheid van een grootaantal vorstelijke personen. Keizerin Eugenie, de Keizer van Oosten-rijk , de Kroonprins van Pruisen on Prins Hendrik der Nederlandennamen aan de plechtige opening deel , Rusland en Engeland waren doorhunne ambassadeurs to Constantinopel vertegenwoordigd. De Lessepswas natuurlijk de held van den dag, hij werd met eerbewijzen over-stelpt en ontving gelukwenschingen van alle zijden, zelfs van de Engel-sche regeering. Er werd destijds gezegd, dat van zijn work de eer aanFrankrijk zoude toekomen , de kosten door Egypte zouden worden gedra-gen en de voordeelen door Engeland worden geplukt. Dit laatste bleekde waarheid te zijn. De verbin ding tusschen de Middellandsche en deRoode Zee, die den weg naar IndiO over zee aanmerkelijk bekortte,word eon voordeel voor Engeland uit een staatkundig oogpunt on wastevens van het grootste gewicht voor zijne handelsbelangen. De uitkomstheeft bewezen, hoe gelukkig het voor Engeland is geweest dat zijnetegenwerking doze grootsche onderneming niet heeft kunnen verijdelen.Wat sommigen zich bij de totstandkoming hadden voorgesteld, dat dehandel met Indie tengevolge van het nieuwe kanaal zich zoude verplaatsenen dat Triest, Gonna en Marseille de stapelplaatsen voor dozen handelzouden wordeu, is gebleken onjuist to zijn. In het goederenverkeer is geennoemenswaardige verandering gekomen, alleen het reizigersverkeer heeft

Page 424: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

414

den weg over de havens der Middellandsche Zee gekozen, waartoe despoorwegverbinding over den Mont Cenis veel heeft bijgedragen. Bijde opening was het kanaal van Suez, zoowel wat diepte als breedtebetrof, nog zeer onvoldoende, de latere werkzaamheden hebben in ditopzicht afdoende verbeteringen gebracht. Zooals het kanaal thansbestaat, is het ongetwijfeld een der grootste, nuttigste en merkwaar-digste werken, door menschelijke vlijt gewrocht, waarvan de geschie-denis gewaagt.

Vergelijk In Oostenrijk had, zooals wij reeds hierboven vermeldden, het optredentusschen 003-

tenrijk en van Beust als minister het ontslag van Belcredi tengevolge gehad.Hongarije. Beust, die ten einde Oostenrijk naar buiten krachtig te kunnen doen

optreden, het van binnen eensgezind en sterk wenschte, had den Keizerdadelijk aangeraden om met Hongarije tot een vergelijk te komen en omin Oostenrijk de sinds 1865 geschorste grondwet weder in werking tedoen treden. Belcredi had een buitengewonen rijksraad, een vergaderingder vertegenwoordigers van de geheele monarchie willen bijeenroepen, dieslechts hun oordeel over de nieuwe regeling, maar niet de beslissing zoudehebben uit te spreken. Beust doorzag zeer goed, dat langdurig uitstelzooal niet doel dan toch zeer zeker gevolg van Belcredi's plan moestzijn, hij verzette er zich dus sterk tegen en won zijne zaak bij denKeizer. Er werd op zijnen mad voor Hongarije een Hongaarsch ministeriegevormd; een vergelijk tusschen de twee deelen der monarchic kwamhierop spoedig tot stand, ongeveer overeenkomende met de wenschen vanDeak, zooals hij die laatstelijk had gesteld (blz. 175). Voor Oostenrijk werdde engere Rijksdag, de vertegenwoordiging der Cis-Leithaansche landen,bijeengeroepen. Toen de meerderheid der landdagen van Crain, Bohemeen Moravie de verkiezingen voor dezen Rijksdag slechts onder zekerevoorwaarden wilden doen, werden zij ontbonden en onder den krachtigendrang der regeering omgezet in een aan haar gunstigen geest.

Het Hongaarsche Staatsrecht erkende geen Koning als wettig vorst, zoohij niet volgens den alouden trant was gekroond. Frans Jozef was ten-gevolge zijner eigenaardige verhouding tegenover zijne Hongaarscheonderdanen tot nog toe niet in de gelegenheid geweest om tot dezekroning over te gaan; nu de verzoening met Hongarije voor goed wastot stand gekomen, wenschten de Hongaren vurig dat deze plechtigheideindelijk zoude plaats hebben. Ook de Keizer wilde nets liever danaan hunnen wensch te voldoen. In Juni 1867 vertrok hij met een

Page 425: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

415

groot gevolg naar Pesth, waar hem, nadat hij het kronings-diplomahad uitgevaardigd, waardoor alle rechten en wetten van het Hongaarscheyolk bekrachtigd werden, de koningskroon, die Koning Stephanus vanden Pans had ontvangen, door den Primaat van Hongarije op het holdwerd gezet. Vervolgens deed hij den eed op de grondwet onder denblooten hemel en reed daarna den kroningsheuvel op, waar hij zijnzwaard ontblootte en het naar de vier windstreken ophief, als teekendat hij zijn land tegen elken vijand zoude verdedigen. Beust, die zichzeer gestreeld gevoelde door de warme toejuichingen, die hem als denman op wiens raad Frans Joseph had gehandeld, in ruime mate tePesth ten deel vielen, werd daarenboven nog door den Keizer totRijkskanselier benoemd.

De regeling tusschen Oostenrijk en Hongarije was niet gegrond op hetfederalisme zooals Schmerling het gewenscht had, maar op het dualisme.Zij ging uit van het beginsel, dat beide Staten grondwettig geregeerdzouden worden en als volkomen gelijk worden beschouwd. De Buiten-landsche Zaken, de landsverdediging en de financien, voor zoover deze dekosten van deze beide onderdeelen der staatshuishouding betroffen, zouclenals gemeenschappelijke zaken worden behandeld. Daarvoor zoude geengemeenschappelijk parlement worden ingesteld, maar in beide landen zou-den nit de twee Kamers der volksvertegenwoordiging een gelijk getal afge-vaardigden, dat niet meer dan zestig zoude mogen bedragen, wordengekozen, die een delegatie zouden vormen waarin de gemeenschappelijkebelangeu behandeld werden.

De delegaties zouden door den Keizer en Koning worden bijeen-geroepen in de stad waar hij tijdelijk verblijf zoude houden. Hunneberaadslagingen zouden steeds afzonderlijk plaats hebben, alleen voorhet geval dat beide delegaties het niet eens konden worden, zoude eenvereenigde zitting worden gehouden, waarin alleen gestemd mochtworden. Teneinde overstemming van het eene deel der monarchie doorhet anclere te beletten, werd nog bepaald dat indien in een der dele-gaties een aantal leden afwezig was, in de andere delegatie eon gelijkgetal leden, door het lot aangewezen, zich van het bijwonen der ver-gadering moest onthouden. Nog werd tusschen de beide deelen dermonarchie een handels- en tolverbond gesloten, waardoor zij tot eentolgebied werden gemaakt; dezelfde handelsvlag werd aangenomen eneen eenparig muntwezen werd vastgesteld.

Door deze gewichtige gebeurtenis werd voor Oostenrijk, dat

Page 426: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

416

thans bij Keizerlijk besluit den naam kreeg van Oostenrijksch-Hon-gaarsche monarchie, een nieuw tijdperk zijner geschiedenis geopend.Niet alleen in het land zelf maar ook naar buiten deed de nieuwetoestand zijnen invloed voelen. De Hongaren schreven terecht de ver-krijging hunner wenschen in de eerste plaats daaraan toe, dat Oostenrijkna het verlies zijner Italiaansche landen en na zijne gedwongen uittredinguit den Duitschen Bond zijne kracht moest zoeken in binnenlandscheeendracht; zij waren Beust dankbaar, dat hij als minister-president hetvergelijk had weten door te zetten, maar zij vertrouwden hem nietgeheel als minister van Buitenlandsche Zaken, omdat zij vreesden datzijn doel er nog steeds op was gericht om Oostenrijk door een oorlogzijne vroegere stelling in Duitschland terug te bezorgen. Vandaar datzij alles wat tot vijandelijkheden met den Noord-Duitschen Bond konleiden met alle kracht tegenwerkten, terwijl daartegenover Bismarckniets verzuimde om hun aangenaam te zijn, wat onder anderen bleekin het einde van het jaar 1868, toen hij, te Bukarest, Koning Karelvan Rumenie wist te be wegen om den aan de Hongaren onwelgeval-ligen minister Bratianu te ontslaan.

Nu Oostenrijk met Hongarije verzoend was, deed zich dadelijk eenmoeielijkheid voor, die zoowel aan den Keizer als aan Beust grootezorg gaf. In 1855, gedurende het tijdperk der hevigste reaktie, hadKeizer Frans Joseph een konkordaat met den Paus gesloten, waarinaan de Katholieke kerk een zoozeer bevoorrechte stelling was gegevenals zij schier in geen enkel land van Europa bezat. De Hongarenhadden dit konkordaat nooit erkend, zelfs hunne geestelijkheid niet; inOostenrijk was het rinds zijn bestaan een doom in het oog van allevrijzinnigen geweest en thans kon niemand meer ontkennen dat hetmet de nieuw ingevoerde grondwettige bepalingen ten eenenmale onbe-staanbaar was. Toch voelde men zich ten opzichte der opheffing nietgeheel gerust ; het hof, de adel en de geestelijkheid wendden al hunneninvloed aan om het konkordaat te behouden en men wist dat die ver-eenigde invloed te Weenen groot was. Toen Beust optrad, heette het datBismarck lachend had gezegd : zoolang hij zich van het konkordaatniet bevrijdt, is hij niet te vreezen, en inderdaad de kansen voor diebevrijding schenen niet schoon te staan, want velen leek het bijnaondenkbaar, dat de streng katholieke Frans Joseph zich door eenprotestant zoude laten overreden om in openlijk verzet tegen den Pauste komen. Maar de Keizer maakte een scherp onderscheid tusschen

Page 427: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

417

zijne persoonlijke plichten en die van den grondwettigen Vorst. Hijzoude zeker nimmer, in zijne verhouding als katholiek tegenover hethoofd zijner kerk, jets hebben willen doen of nalaten in strijd met denwil van den Paus, maar als Keizer eu Koning tegenover zijne onder-danen, achtte hij het niet ongeoorloofd om boven dien wil te doengelden wettelijke bepalingen, die hij eenmaal gezworen had te zullenhandhaven. Zijn protestantsche Rijkskanselier behandelde het vraagstukmet groote gematigdheid en hield rekening met de gevoelens van zijnenKeizerlijken meester; kerkelijke hartstochtelijkheid was aan Beust vreemd,het was hem bij zijnen strijd tegen het konkordaat ailedn te doen omop wettelijk gebied het onontbeerlijke tot stand te brengen, maar geens-zins om aan de katholieke kerk of haar hoofd een slag toe te brengen.Aanvankelijk word eon onderhandeling met Rome beproefd, doch dePaus was tot goon tegemoetkoming te bewegen. Hierop werden ver-schillende wetten ingediend betreffende het onderwijs, het burgerlijkhuwelijk en andere onderwerpen, die alle in volkomen strijd warenmet de bepalingen van het konkordaat. In het Oostenrijksche Heeren-huis ontmoetten deze wetten fellen tegenstand, alleen de persoonlijketusschenkomst van den Keizer kon haar de meerderheid verzekeren.Door haar totstandkoming was feitelijk het konkordaat afgeschaft.Yijfentwintig Oostenrijksche bisschoppen hadden een in krachtigebewoordingen gesteld adres tot den Keizer gericht, om hunne be-zwaren tegen de ingediende wetten kenbaar te maken, maar zijontvingen eon kort maar beslist afwijzend antwoord. Toen de aarts-bisschop van Linz gehoorzaamheid aan de wet weigerde, werd hij totgevangenisstraf veroordeeld, doch door den Keizer begenadigd. De Pausverklaarde in eon allokutie de wetten voor nietig on waardeloos, watnatuurlijk een kras antwoord van de Oostenrijksche regeering uitlokte.In Weenen en op andere plaatsen van het rijk toonde de burgerij doorluidruchtige betoogingen hare ingenomenheid met den val van hetkonkordaat on de geestelijkheid zag zich wel gedwongen in het gebeurdeto berusten. Beust begreep dat hij den boog niet to veel moest spaunen;na de behaalde overwinning trachtte hij zooveel mogelijk alles tovermijden, wat aan Rome on de strenge katholieken nog meer aanstootkon geven. Nadat de Paus in den zomer van 1868 het reeds to vorenaangekondigde algemeene concilie tegen December van het volgendejaar had bijeen geroepen, richtte de Beijersche regeering, 9 April 1869,een schrijven tot alle regeeringen waarin zij op de bedenkelijke gevolgen

Page 428: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

418

wees, die te vreezen waren indien dit concilie, zooals mocht verwachtworden, de onfeilbaarheid van den Paus tot kerkelijk leerstuk verhief ende veroordeeling der in den Syllabus gebrandmerkte beginselen van staats-recht bekrachtigde. Zij gaf in overweging om in een internationaleconferentie maatregelen te bespreken die tot een gemeenschappelijkoptreden te Rome zouden kunnen leiden. De Oostenrijksche regeeringgaf een afwijzend antwoord op dezen brief en bijna alle andere mogend-heden volgden dit voorbeeld.

Nadat evenwel het concilie in 1870 de onfeilbaarheid van denPaus plea:fig had uitgesproken, achtte de Oostenrijksche regeering hetoogenblik gekomen om tot een uitdrukkelijke opzegging van het kon-kordaat over te gaan. Zooals van zelf sprak gaf deze daad aan deklerikalen weder stof tot hevige aanvallen op de regeering en tevens,merkwaardig genoeg, reden van misnoegen aan de vurige anti-clericalen,die betoogden dat de regeering door deze late opzegging voet gaf aanden twijfel, of de in strijd met het konkordaat reeds aangenomen wettenwel rechtsgeldig waren geweest. Het laatste bedrijf van den kerkelijkenstrijd in Oostenrijk was hiermede afgespeeld.

De Omwente- In Spanje was de staatkundige toestand sedert 1863 niet verbeterd.ling in Spanje.

De onvruchtbare strijd der partijen duurde voort. O'donnell en deUnionisten hadden voor Narvaez en de Moderado's moeten wijken.Een nieuwe figuur was intusschen op het tooneel verschenen, de gene-raal Prim, die de Spaansche troepen in Mexico had aangevoerd, eeneerzuchtig en bekwaam man en daarbij, wat een Spanjaard gewoon-lijk ontbreekt, begaafd met groote werkkracht; hij was op staatkundiggebied progressist , doch niet schroomvallig om zich van anderepartijen te bedienen teneinde zijn doel, het verkrijgen van het gezag,te bereiken.

Koningin Isabella had intusschen meer en meer haar aanzien ver-loren. Bijgeloovig en loszinnig tegelijk, liet zij zich beurtelings beheer-schen door de priesters en door hare gunstelingen. De eersten wistenhaar tot allerlei onvrijzinnige maatregelen te bewegen , de tweeden totdaden van ergerlijk gunstbetoon. Niet alleen de republikeinen maarook de progressisten en de unionisten begonnen uit te zien naar eengoede gelegenheid om aan hare regeering een einde te maken. De beidelaatste partijen wenschten evenwel bestendiging der monarchic, hetzijdoor uitroeping van den minderjarigen zoon van Isabella, Alphons, tot

Page 429: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

41 9

Koning , hetzij door de verheffing tot den troon van den Hertog vanMontpensier, den jongsten zoon van Koning Lodewijk Philips van Frank-rijk, die gehuwd was met de zuster van Isabella. Narvaez wist echterde pronunciarnento's (militaire opstanden) door Prim aangestookt, metkracht te bedwingen, zoodat deze zich genoodzaakt zag Spanje te ver-

Een gril cler Koningin riep eerlang O'donnell weder terug aan hetbewind, die aanvankelijk toenadering tot Prim zocht, maar spoedig inonmin met hem raakte. Na beproefde Prim in 1866 weder zijn gelukmet pronunciamento's; in Juni van dat jaar kwam het zelfs tot eenkleinen burgeroorlog, die door O'donnell en Serrano in bloed werd ge-smoord. Prim werd nu gedwongen naar Engeland te wijken, daar menhem in Frankrijk en in Belgie het verblijf ontzegde.

Pe Koningin evenwel, die zich vermoedelijk door haren biechtvaderde vrees had laten inblazen dat de Unionisten haar te machtig zoudenworden, ontnam O'donnell zijne macht weder en stelde Narvaez opnieuwaan het hoofd der regeering. Hierdoor was de weg tot een samengaan vanunionisten en progressisten gebaand; vooral nadat O'donnell, die per-soonlijk haat tegen Prim koesterde, in 1867 was overleden, werd detoenadering tusschen Serrano en Prim inniger. Narvaez hield evenwelhet roer van den Staat met vaste hand omklemd en wist met den steunder Koningin en der hem geheel onderdanige Cortes elken tegenstandte bedwingen. De dood maakte echter onverwacht een einde aan zijnbewind; in April 1868 bezweek hij aan een longontsteking. Hij werd op-gevolgd door Gonzales Bravo, die zijne staatkunde met kracht voortzette.

Nu beraamde Serrano een pronunciamento, maar zijn plan werd vddrde uitvoering aan de regeering bekend, waarop de Koningin hem metvijf andere generaals liet gevangen nemen en naar de Canarische eilandenoverbrengen. Hiermede niet tevreden, gaf zij aan den Hertog van Mont-pensier, van wien zij wist dat hij met Serrano's plannen bekend wasgeweest, het bevel om Spanje te verlaten.

De Hertog van Montpensier scheepte zich met zijne gemalin dadelijkte Cadix in en begaf zich naar Lissabon. Daar aangekomen, vaardigdehij een protest uit tegen de hem aangedane behandeling, waarin hijzijne Koninklijke schoonzuster van grondwetschennis en het plegen vanergerlijk onrecht beschuldigde. Deze evenwel, gerust gesteld door dekalmte, die te Madrid na hare forsche maatregelen bleef heerschen,vertrok naar haar gewoon zomerverblijf, San Sebastiaan in het noordenvan Spanje, vlak bij de Fransche grenzen gelegen. Napoleon III

Page 430: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

420

beyond zich tegelijkertijd in de onmiddellijke nabijheid, to Biarritz;het gerucht eener aanstaande samenkomst der twee vorstelijke personenvond algemeen geloof, , waarbij, naar gemompeld werd, de bezettingvan Rome het voornaamste onderwerp van bespreking zoude zijn,in dien zin dat Spanje de taak van verdediger van de wereldlijkemacht van den Paus van Frankrijk zoude overnemen. De samenkomsthad inderdaad plaats, maar onder gansch andere omstandigheden alsmen zich had voorgesteld.

Reeds voor het vertrek der Koningin hadden de leiders der ontevredenpartijen zich verstaan om, gedurende hare afwezigheid uit de hoofdstad,een omwenteling tot stand te brengen. Nooit was de gelegenheid gun-stiger geweest: de ontevredenheid was algemeen, de verontwaardigingover de dwangmiddelen der regeering groot. Omwentelingen in Spanjebeginnen altijd met een militairen opstand, door een of meer generaalsaangevoerd. Vandaar de zorg van elke regeering om onder de talrijkehoofdofficieren getrouwe aanhangers te hebben. Narvaez en O'donnell,die den hoogsten rang in het leger bekleed hadden, slaagden hierinzonder veel moeite. Gonzales Bravo, die nimmer de epauletten hadgedragen, miste alien invloed in militaire kringen. Hij had daaren-boven, door onverstandige benoemingen, niet alleen het leger ont-sternd, maar ook de marine, die zich gewoonlijk meer buiten destaatkundige verwikkelingen hield. Ditmaal was het dan ook eenadmiraal, Topete, die als leider van het verzet optrad. Op den D en

September 1868 verscheen hij met de vloot voor Cadix en liet er eenproclamatie aanplakken, waarbij hij een beroep deed op de bewonersder stad, om een beteren toestand in het leven to roepen door hetbijeenroepen van nieuwe Cortes die een wezenlijk grondwettige mo-narchie zouden kunnen vestigen. Terzelfder tijd verscheen een oproepingaan alle Spanjaarden, zonder verschil van partij, om met de wapenenin de hand de souvereiniteit van het yolk te eischen en daarna eennieuwe Grondwet vast te stellen. Deze oproeping was onderteekenddoor Prim, die, zoodra hij van Topete's planners onderricht was, in hetgeheim Londen had verlaten en zich naar Cadix had begeven. Hij enTopete werden te Cadix met gejuich ontvangen, de militaire gouverneurder stad nam zijn ontslag en een revolutionnaire junta aanvaardde hetbestuur. Dienzelfden dag landden ook Serrano en de verbannen generaals,die de Canarische eilanden in een hun heimelijk toegezonden oorlogs-schip hadden verlaten. Serrano begaf zich naar Sevilla, zoodra deze

Page 431: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

421

stad zich aan de beweging had aangesloten. Geheel Andalusie wasbinnen weinige dagen voor den opstand gewonnen, terwijl Prim meteen deel der vloot de havensteden aan de Oostkust in opstand bracht.Het voorloopig bewind te Cadix vaardigde hierop een manifest uit,waarbij de regeerende dynastic van den troon vervallen werd verklaard,de Grondwet afgeschaft en algemeen stemrecht, vrije handel, afschaffingvan de doodstraf en van de conseriptie werden toegezegd.

Toen de berichten van den opstand Gonzales Bravo bereikten, diete San Sebastiaan bij de Koningin was, hood hij oogenblikkelijk zijnontslag aan. In de buitengewone omstandigheden, die zich zoo plot-seling hadden voorgedaan, achtte hij het noodzakelijk dat een krijgsmanaan het hoofd van de regeering werd geplaatst. Isabella benoemde danook den kapitein-generaal de la Concha, markies van Havana, totminister, die zich dadelijk te Madrid aan het hoofd der zaken steldeen een leger, onder bevel van Pavia, markies van Novaliches, naar hetZuiden zond, om de opstandelingen te bestrijden. Den 29" Septemberontmoetten de beide legers elkander bij de brug over de rivier deGuadalquivir, te Alcolea. Aanvankelijk schenen de Koninklijke troepen,die veel sterker artillerie bezaten dan de opstandelingen, de overhand tezullen behouden. Toen echter hun aanvoerder, Novaliches, zwaar gewondwerd en hij het opperbevel moest overgeven aan een zijner generaals, keerdede kans. De Koninklijken weken en schenen den strijd geheel op tegeven. Serrano kon nu ongehinderd naar Madrid voortrukken. Nauwelijkswas de tijding van de nederlaag te Alcolea daar aangekomen of debevolking geraakte in bewegiug; de macht om deze beweging te onder-drukken ontbrak aan de regeering ten eenenmale. Zij liet de teugelsvallen, die dadelijk door een revolutionnaire junta onder het voorzitter-schap van Madoz werden opgenomen. Het overschot der Koninklijketroepen gaf zich over en voegde zich bij Serrano, die den 3en Octoberzijnen feestelijken intocht te Madrid deed.

Te San Sebastiaan had inmiddels Koningin Isabella in groote span-ning den loop der gebeurtenissen zitten afwachten. Concha had haaraangeraden naar Madrid terug te keeren, met achterlating van harentoenmaligen gunsteling, Marfori, die zeer gehaat was. Zij was hiertoebesloten en zat reeds, in den nacht van den neten September, in haarspoorwegrijtuig, toen haar telegrafische berichten uit de hoofdstadwerden overhandigd, die onder anderen meldden, dat de spoorweg-gemeenschap met Madrid verbroken was. Na durfde zij de reis niet

Page 432: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

422

meer aan en bleef te San Sebastiaan; nadat de tijding van den voor haarongelukkigen strijd te Alcolea aldaar was aangekomen en de geruchtenvan opstand uit alle streken tot haar doordrongen, achtte zij zich nietlanger veilig op Spaansch grondgebied. Den 30 5" September vertrokzij van San Sebastiaan over de grenzen naar Biarritz. her werd zijaan het spoorwegstation opgewacht door Napoleon III en Eugenie.Zij wierp zich snikkend in de armen der Keizerin, en de Keizer hoodhaar dadelijk het kasteel te Pau als woonplaats aan. Een door haaruitgevaardigd protest, waarbij zij haar gedrag verdedigde, werd doorhare tegenstanders als een zoo weinig gevaarlijk stuk beschouwd, datzij het in het officieel dagblad van het revolutionnair bewind te Madridin zijn geheel deden opuemen. Wat er ook verder mocht gebeuren,hierover was bijna geheel Spanje he dan ook weldra eens, dat eenterugkeer van Isabella voor altijd was uitgesloten.

Wat er voor haar koningschap in de plaats moest komen, was minderzeker. Het voorloopig bewind dat te Madrid optrad, bestond nit Serranoals minister president, Prim als minister van oorlog, en eenige der meestbekende vertegenwoordigers van de Unionistische en progressistischepartijen. Het ontbond alle revolutionnaire junta's die zich in de ver-schillende steden hadden opgeworpen, en richtte zich tot het Spaanscheyolk met een beginsel-verklaring, waarbij vrijheid van godsdienst, vanonderwijs en van vereeniging als de eerste eischen werden vooropgestelden voorts de noodzakelijkheid van het monarchale regeeringsstelsel voorSpanje werd verkondigd. Natuurlijk lokte dit stuk een hevig verzetnit van de zijde der republikeinsche partij, die vooral in het Zuiden vanSpanje vele aanhangers telde en onder wier talentvolle leiders Castelar,door een der vroegere regeeringen als hoogleeraar te Madrid afgezet ,vooral op den voorgrond trad. De republikeinen roerden zich in hetgansche land. Zij verkondigden overal, dat de vrijheden die de voor-loopige regeering beloofde en het algemeen stemrecht dat zij verklaardete zullen invoeren, onbestaanbaar waren met de monarchic. In Decem-ber ontstonden er, gedeeltelijk tengevolge van het optreden der repu-blikeinsche partij, voor een misschien nog grooter deel door de Balingder arbeidsloonen, ernstige volksbewegingen in Cadix en Malaga, die doorkrachtig optreden van leger en vloot werden bedwongen, doch niet danna ernstige straatgevechten in beide steden. In het Noorden begonnentegelijkertijd de Carlisten teekenen van leven te geven; te Burgos be-werkten zij een oproer, waarbij de gouverneur door het yolk op straat

Page 433: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

428

werd aangevallen en vermoord. De voorloopige regeering zag met eenigebezorgdheid de verkiezingen voor de nieuwe Cortes te gemoet. Zij hadhet algemeen stemrecht ingevoerd, doch, zeer tegen den zin der repu-blikeinen die den leeftijd der kiezers op twintig jaren wenschten tezien bepaald, den vijf-en-twintig jarigen leeftijd behouden. Ook hadzij voor de kolonien een beperkt stemrecht ingevoerd. Wat echter bijdeze verkiezingen in Spanje jets geheel nieuws en ongewoons was, devrijheid der kiezers word door de regeering geheel onaangetast gelaten.Tot nogtoe had, bij verkiezingen, elke regeering zonder veel moeite zichdoor dwang eon overstelpende meerderheid weten te verschaffen; thanskonden de verschillende partijen ongehinderd voor hunne candidatenwerkzaam zijn. De uitslag der verkiezingen was dan ook, dat de repu-blikeinen ongeveer zeventig zetels wonnen, en dat zelfs de aanhangersvan de verdreven Koningin en de Carlisten in de nieuwe Cortes ver-tegenwoordigd werden. De meerderheid bestond echter nit aanhangersder yoorloopige regeering, onder deze waren de progressisten verreweghet talrijkst vertegenwoordigd. Zij waren 140 leden sterk, de unionistenkonden het niet geheel tot 70 brengeu en de democraten, een partijdie pas onlangs was ontstaan, doch wier linkervleugel zich spoedig bijde republikeinsche partij had gevoegd, telden 30 vertegenwoordigers.In Februari kwamen de nieuwbenoemde Cortes voor het eerst bijeen,hunne zitting werd door Serrano geopend met een rode, waarin hijmededeelde dat de wettigheid der bestaande regeering door alle buiten-landsche mogendheden was erkend.

De beraadslagingen in de nieuwe Cortes, die als constitueerendevergadering moest optreden, vertoonden eon staalkaart van alle staat-kundige meeningen die destijds in Spanje beleden werden. De gezwollenwelsprekendheid, bij de Spanjaarden zeer geliefd, vierde er hoogtij.Het was bovenal de verhouding tusschen Kerk en Staat, die degemoederen warm maakte. Castelar verdedigde de godsdienstvrijheid ineon rede, die door haren welsprekenden vorm zelfs buiten Spanje indrukmaakte. Zijn tegenstander, eon geestelijke, Manterola, voorspelde denondergang van Spanje, indien daar andere godsdiensten dan de katholiekewerden toegelaten. Het voorstel der regeering, waarbij de katholieke gods-dienst als staatsgodsdienst word gehandhaafd, maar alien vreemdelingende vrije uitoefening van hunnen godsdienst word toegestaan, terwijlSpanjaarden die niet tot de katholieke kerk behoorden, in dezen metvreemdelingen werden gelijkgesteld, word aangenomen met een groote

Page 434: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

424

meerderheid. Even groote belangstelling als het kerkelijke vraagstuk ,wellicht nog grootere, verwekte het voorstel der regeering om denmonarchalen regeeringsvorm te behouden. Het werd door de republi-keinen krachtig bestreden, maar ten slotte met een meerderheid van 214tegen 71 stemmen aangenomen. Met diezelfde meerderheid tegen 55stemmen werd op 1 Juni de geheele Grondwet aangenomen. Zij bevatteveel dat in Spanje nieuw was : algemeen stemrecht, drukpersvrijheid,vrijheid van 1, ereeniging en vergadering en de verklaring dat allemacht uit het yolk voortvloeide. Wat den regeeringsvorm betreftvestigde zij de erfelijke monarchic en een volksvertegenwoordiging intwee kamers gesplitst , de Senaat en de Kamer van A fgevaardigden.

Zoolang men nog geen Koning had, bleef het voorloopig bewindaan het roer. In Juli 1869 stelde Olozaga in de Cortes voor, omSerrano tot Regent te benoemen en hem de voile macht te schenken,die volgens de nieuwe Grondwet aan den Regent toekwam, met uitzon-dering van het recht van bekrachtiging der wetten en van ontbindingder Cortes. De republikeinen wilden van dit voorstel niet weten, zijwenschten een uitvoerend bewind uit de Cortes, of een Regent die ver-antwoordelijk zoude wezen aan de Cortes. Met 195 tegen 45 stemmennam evenwel de vergadering het voorstel van Olozaga aan. Serranowerd hierop plechtig als Regent erkend. Hij benoemde dadelijk Primtot minister-president.

De ]eiding der zaken in Spanje berustte nu hoofdzakelijk bij dezebeide mannen, dock de invloed van den president-minister was merkbaargrooter dan die van den Regent. Serrano was tegen Prim niet opge-wassen. Hij was niet onbekwaam, vertegenwoordigde als hoofd van denStaat met groote waardigheid de Spaansche natie, doch miste den onver-moeiden ijver en het scherpe doorzicht van Prim, waardoor deze zich overalinvloed wist te verschaffen en zoo hij al niet alles totstand kon brengenwat hij wilde, toch het meeste wat hij niet wilde kon tegenhouden.

De groote vraag, die na de afkondiging der nieuwe Grondwet hetSpaansche yolk en zijne bewindslieden bezighield, was de ten uitvoerleg-ging der bepaling, waarbij de erfelijke monarchale regeeringsvorm voorSpanje was vastgesteld. De troon was wettelijk gevestigd, maar men hadniemand die aangewezen was om er op plaats te nemen. Er moestdus naar een Koning worden gezocht. Het gros der Spanjaarden achttede moeielijkheid der keus bet eenige bezwaar en kon zich de xnoge-lijkheid niet voorstellen dat een gekozene de kroon zoude afwijzen.

Page 435: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

leder Spanjaard toch acht zijn vaderland het schoonste en machtigsterijk der wereld, zich zelf ver verheven boven iederen vreemdeling enden Vorst die hem regeert, den eersten en hoogst geplaatsten vanalle Vorsten. Men had derhalve de kroon van Spanje slechts aan tebieden, zoo werd algemeen door Spanjaarden geloofd, en zij zoudeonmiddellijk worden aangenomen. Be uitkomst bewees echter, dat erbuiten Spanje anders over werd gedacht. Be Vorst, op wien allereerstde aandacht zich vestigde, was Ferdinand van Saxen-Coburg, weduw-naar van Maria da Gloria, Koningin van Portugal en, na haren doodin 1853, regent gedurende de jaren der minderjarigheill van zijnen zoon.Hij was door de Portugeezen met den koninklijken titel begiftigd en werdalgemeen geacht. Alle monarchale partijen, die tot de laatste omwen-teling hadden medegewerkt, schenen zich met deze keuze te kunnenvereenigen, het Spaansche yolk juichte die zeer toe, want het zag erhet middel in, om op den duur Portugal onder eenzelfde kroon metSpanje te vereenigen.

Tot aller teleurstelling voorkwam Koning Ferdinand het plan omhem de kroon van Spanje aan te bieden, door uitdrukkelijk te ver-klaren , dat hij die in geen geval kon aanvaarden. Er werd beweerd,dat de Engelsche regeering, gebruik makende van haren ouden invloedin Portugal, hem dit zeer sterk had aangeraden; meer nog zal destemming in Portugal zelf, waar men niets meer vreesde dan een moge-lijke vereeniging met Spanje, den niet meer jeugdigen en gemakzuchtigenVorst in zijn tegenzin om de rust te Lissabou te gaan verwisselen metde zorgen aan de Spaansche koningskroon verbonden, hebben gestijfd.Nu deze mededinger voor den troon van de baan was, bleef er niemandover waaromtrent eenstemmigheid heerschte. Prim, die gaarne zoo langmogelijk zijn gezag wilde behouden, wenschte liefst een zeer jongenKoning, hij ijverde voor den Hertog van Genua, een neef van VictorEmanuel, die nog in de jongensjaren was en op eon der groote open-bare scholen in Engeland zijne opvoeding ontving ; de ministers vanVictor Emanuel ontraadden echter ten sterkste om een vorst uit hetHuis van Savoye bloot te stellen aan den tegeustand, die ongetwijfeldvan Fransche zijde te verwachten was, en de moeder van den jongen Prinsweigerde dan ook beslist hare toestemming, zoodat ook deze candidatuurmislukte. Door dezen tegenspoed der voorloopige regeering begonnende voorstanders van het verdreveu koningshuis weder moed te vatten.Van een terugkeer van Koningin Isabella kou, dit begrepen zij zeer goed ,

28

Page 436: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

426

geen sprake zijn; zij moisten echter de Koningin te overreden om harerechten op haren zoon over te dragen. Op 25 Juni 1869 deed Isabellate Parijs plechtig afstand van den troon ten gunste van haren zoon dentwaalfjarigen infant Alfonsus, Prins van Asturie. Maar Prim, die inder-tijd verkondigd had, dat de Bourbons voor altijd vervallen waren vanden troon, kon aan dezen pretendent onmogelijk zijnen steun verleenen.

Er was onder de bloedverwanten der Koningin een andere mededin-ger, van wien men althans zeker wist dat hij de kroon van Spanje nietzoude weigeren. De Hertog van Montpensier, die reeds vroeger in hetgeheim pogingen had gesteund om zijne schoonzuster te onttroonen ,liet niets onbeproefd om de Spanjaarden voor zich te winnen. Serrano,die altijd in goede verstandhouding met hem was geweest, toondezich niet ongenegen om deze candidatuur te bevorderen In het buiten-land evenwel vond zij sterke tegenkanting. Napoleon III wilde natuur-lijk geen Orleans op den troon van een naburig land, en in Engeland,waar men nog niet vergeten had, hoe ruim twintig jaren geleden hetdoor Guizot doorgedreven huwelijk van den Hertog van Montpensierbijna een oorlog met Frankrijk had veroorzaakt, was men evenzeertegen dezen candidaat , te meer nu de keizerlijke regeering in Frankrijkmeer en meer begon te wankelen en de mogelijkheid van een terugkeerder Orleansen op den troon van Frankrijk niet geheel was uitgesloten.

De Hertog was onvermoeid aan het kuipen om zich in de Corteseen meerderheid te verzekeren; hij was te Madrid nooit zeer bemindgeweest en de republikeinen die hem vooral haatten, maakten bier-van gebruik om hem zoo sterk mogelijk tegen te werken. Eeuonvoorzichtige daad deed zijne kansen nog meer dalen. In Maart 1870was hij uit Lissabon, waarheen hij, zooals wij hierboven vermeldden,was uitgeweken, te Madrid teruggekeerd. Er werd dadelijk na zijneterugkomst een vinnig schotschrift tegen hem verspreid, dat blijkbaarafkomstig was van een neef van Koningin Isabella, Hendrik, hertogvan Sevilla, een staatkundig gelukzoeker die, nadat hij met zijne nichtin onmin was geraakt, eerst Prim en daarna de republikeinsche partijvoor zich trachtte te winnen. De Hertog van Montpensier zond zijnenbloedverwant een uitdaging, waarop een duel volgde. De Hertog vanSevilla, die twee der heftigste republikeinsche leden van de Cortes totsecondanten had gekozen, werd door den kogel van zijnen tegenstanderdoodelijk getroffen. Eenigen tijd na dit voorval werd door de Cortes,na hevigen strijd, bepaald dat de keus van een Koning slechts dan

Page 437: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

wettig zoude zijn indien het aantal stemmen op hem uitgebracht grooterwas dan de helft van het geheele getal der leden; Montpensier had nude zekerheid van nooit verkozen to zullen worden. Fen zoo groot aantalaanhangers kon hij onmogelijk monsteren. Intusschen vestigde Primzijne oogen op een candidaat die reeds vroeger genoemd was, den broedervan den Koning van Rumenie, Prins Leopold van Hohenzollern, diemet een Portugeesche prinses was gehuwd. De geschiedenis van dezecandidatuur, die door hare gevolgen een der gewichtigste gebeurtenissenvan de 19de eeuw is geworden, zullen wij later bij het verhaal van denFransch-Duitschen oorlog behandelen.

Terwijl de kroon van Spanje aldus het voorwerp was van de kuiperijenvan heerschzuchtige vorsten en het onderwerp van geheime diplomatiekeonderhandelingen in geheel Europa, bleef de innerlijke toestand vanhet rijk ellendig. In het Noordeu beproefden de Carlisten gedurendeden zomer van het jaar 1869 wederom op verschillende plaatsen debeyolking in beweging te brengen, terwijl de republikeinen in hetWesten en in het Zuiden de vaan van den opstand ophieven. InTarragona werd de plaatsvervanger van den gouverneur, toen hij deorde wilde handhaven, door het yolk, aangevuurd door een republi-keinsch lid van de Cortes, aangevallen en doodgeslagen. De regeeringontbond hierop de burgerwacht en de vrijwilligers die dezen moordniet hadden verhinderd. Over dezen maatregel werden de inwoners vanBarcelona, dat altijd het broeinest was van republikeinsche samen-spanningen, zoozeer verbitterd, dat zij in openlijk yerzet kwamen;zoowel daar als later in Valencia en Saragossa kwam het tot hevigestraatgevechten, waarin de regeeringstroepen niet dan na het vergietenvan veel blood de zege behaalden.

De republikeineu, die het zeer sterke gevoel van provincialisme, datnog altijd in Spanje heerschte, voor de verspreiding van hunne denk-beelden wilden benuttigen, schermden intusschen met de leus der federalerepubliek, onder welke lens zich in de verschillende provincien afdeelingender republikeinsche partij vormden. Het gelukte bun echter niet de meergegoeden voor hunne zaak to winnen; dozen werden afgeschrikt doorde voortdurende rustverstoringen, die duidelijk bewezen dat de oproerigebestanddeelen in de partij de overhand hadden. De overige partijenbleven elkander voortdurend bestrijden. Tusschen de ITnionisten en deProgressisten word de scheiding steeds grooter. Prim wendde zich mooren meer links, de admiraal Topete, zijn medewerker bij de omwenteling,

Page 438: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

42S

een Unionist, wilde niet langer zijn ambtgenoot blijven , terwijl ver-tegenwoordigers van de democratische partij zitting namen in hetministerie. Op deze partijtwisten en op persoonlijke belangen bleef deaandacht gevestigd, maar met den innerlijken toestand van het landbraken zich noch regeerders noch vertegenwoordigers het hoofd. Voorhet onderwijs , de ontwikkeling van landbouw en nijverheid, het ver-keerswezen, werd weinig of niets gedaan en dat in een land waar onderde lagere klassen de grofste onwetendheid heerschte en waarvan meerdan de lielft van den vruchtbaren bodem braak lag. De financieeletoestand was hopeloos en de kolonien verkeerden in een even droevigentoestand als het moederland. Vooral in Cuba, waar het nimmer geheelrustig was, ging de vlam van het oproerig verzet tegen het moederlandweder in lichtelaaien gloed op.

De Poolsche In Rusland had Keizer Alexander II de hervorming der staatkundigeopstand.

en maatschappelijke toestanden van zijn Rijk met grooten ijver enoprecht plichtbesef voortgezet. Hij was echter tegen deze moeielijketaak niet volkomen opgewassen. De goede bedoelingen ontbraken niet,maar wel de krachtige wil. Ook vond hij in zijne omgeving niemand,die niet alleen de buitengewone bekwaamheid voor dezen zwaren arbeidvereischt bezat, maar tevens de neiging om dien te volvoeren. Demeer ontwikkelde Russen waren veelal huiverig voor de nieuwe toe-standen die de Keizer in het leven wilde roepen, en voor zoover zij ermede ingenomen waren, steunden zij den Keizer minder uit beginsel danuit rationale ijdelheid, omdat zij het voor hun land vernederendyonden dat het als achterlijk en barbaarsch, vergeleken met de landenvan West-Europa, werd beschouwd. Zij zagen dan ook meer ophet uiterlijke dan op het innerlijke, het was hun genoeg om aan denRussischen Staat en aan de Russische maatschappij een zeker vernisvan vooruitgang en beschaving te geven. Daarbij ontbrak bet hun inden regel aan werkkracht en doorzettendheid. Van natuur is de Rus,vooral zoo hij tot den aanzienlijken stand behoort, afkeerig vangeregelde werkzaamheid, hij houdt van verstrooiing en uitspanning, enis reeds in zijne vroege jeugd gewoon om aan de vermaken der grootewereld ruimschoots deel te namen. Hij is meer ontvankelijk voor indrukkendan voor overtuigingen, aan belangstelling en weetgierigheid ontbreekthet hem niet, wel aan de volharding om zich door grondige bestu-deering in de vraagstukkeu die hij moet oplossen in te werken. Het

Page 439: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

429

was dan ook niet te verwonderen dat de gewichtige veranderingen,die tengevolge der hervormingen van den Keizer in Rusland noodza-kelijk waren, onvolledig en gebrekkig werden uitgevoerd.

De vrijmaking der lijfeigenen was in 1861 tot stand gekomen. Zooalshet gewoonlijk met dergelijke diepingrijpende maatregelen gaat, beant-woordde zij aanvankelijk niet aan de verwachtingen, vooral niet vanhen in wier belang zij was tot stand gebracht. De medewerking derambtenaren en der grondheeren liet in de verschillende deelen van hetuitgebreide Rijk nog al te wenschen over. Maar vooral het behoudvan het gemeensehappelijk grondbezit (zie bladz. 108), waardoor delandbouwer verplicht was onder het onbeperkt gezag van het bestuurvan de Mir (landgemeenschap) zijne hem toegewezen akkers te be-bouwen, had een zeer nadeeligen invloed op de welvaart ten plattenlande, wet niet te verwonderen was, daar de prikkel van het eigen-belang bijna niet meer gevoeld werd. De belastingen can den Staatmoesten door de gemeenschap in haar geheel worden opgebracht, wettengevolge had, dat de arbeiclzame in den regel het aandeel van denmeer en meer verarmenden en tot betaling onmachtigen luiaard tezijnen laste kreeg en daardoor een te groot deel van de vruchten vanzijnen arbeid in de schatkist zag verdwijnen.

Ook het stelsel van zelfregeering dat werd ingevoerd, baarde grooteteleurstellingen. De volstrekt onwetende plattelandsbewoner was ergeheel ongeschikt voor en in de steden, waar de algemeene ontwik-keling grooter was, bestond bij de bevolking een sterke tegenzin omzich met tijdroovende bestuurszaken bezig te houden. Den arbeid dienhaar bedrijf van haar eischte, achtte zij meer dan voldoende. Vandaardat het bestuur dikwijls in handen kwam van personen, die eigenvoordeel boven het algemeen belang stelden.

In September 1862 werd het duizendjarig bestaan van het Russischerijk met buitengewone plechtigheid gevierd. Zij die zich gevleid haddendat de Keizer bij deze gelegenheid grondwettige instellingen can zijnRijk zoude schenken, zagen zich teleurgesteld. Er werd echter een ge-heel nieuwe wetgeving op de rechtsbedeeling en de rechterlijke machtaangekondigd, die onder anderen volledige scheiding van bestuur enrechtspraak, openbaarheid der terechtzittingen, rechtspraak van ge-zworenen in strafzaken en instelling van een advocatenstand bevatte.Yoor een zoo ingrijpende wijziging was de Russische maatschappijevenwel nog geheel en al onrijp. Zij bleef dan ook voor een deel een

Page 440: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

430

doode letter en werd voor een ander deel te niet gedaan door latereverordeningen.

De hervormingen op het papier gingen echter hunnen gang, totdatin 1866 een aanslag op het leven van den Keizer plaats had. Vandit oogenblik begon een omkeer in behoudenden zin, die zich over hetgeheele regeeringsstelsel uitstrekte. Ook de vrijzinnige minister vanonderwijs Golownin, van wiens bemoeiingen ten bate van de zoo langverwaarloosde volksontwikkeling men zich veel had voorgesteld, werdgedwongen tot aftreden. In zijne plaats werd de zeer behoudendeGraaf Tolstoi aangesteld.

Het valt intusschen niet to ontkennen dat ouder de regeering vanAlexander II veel goeds in Rusland tot stand kwam. Het spoorwegnetwerd voortdurend uitgebreid, voor de bev ordering van het verkeer methet buitenland werd veel gedaan, de dagbladpers verkreeg de voor zijnbestaan noodige vrijheid, de inrichting van het leger werd op vastenvoet geregeld, Finland kwam na vijftig jaren weder in het bezit zijnervolksvertegenwoordiging en de onbegrensde willekeur van ambtenarenwerd althans eenigermate beperkt.

In geen deel van zijn keizerrijk werden de goede bedoelingen vanAlexander II met meer ondank vergolden dan in Polen. Polen hadna den opstand van 1831 de onafhankelijkheid, die het nog bezat,geheel verloren en word door Rusland als een wingewest behandeld.Alle sporen der voormalige zelfstandigheid werden uitgewischt. Russischeofficieren en ambtenaren voerden de bevelen der keizerlijke regeeringuit, de russische taal werd als de officieele beschouwd, het onderwijswerd geheel op russischen voet ingericht, de Polen werden van alieninvloed uitgesloten. Een groot aantal inwoners van allerlei stand ondenkwijze had Polen verlaten, zij leefden voornamelijk te Parijs en toLonden en hielden zich onophoudelijk bezig met plannen tot vrijmakingvan hun vaderland door de hulp van vreemde mogendheden of dooreen omwenteling. De meer aanzienlijke uitgewekenen leefden in kringenwaar zij met de Vorsten en leidende staatslieden van West Europa inaanraking kwamen, de overige sloten zich veelal aan bij de revolution-naire uitgewekenen uit alle landen, vooral nit Italie en Hongarije, diezich destijds meest to London ophielden.

De Poolsche bevolking in het land zelf beyond zich in een be-klagenswaardigen toestand. Dezelfde verkeerde eigenschappen, die haarde onafhankelijkheid hadden doen verliezen, beletten haar naar de goede

Page 441: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

431

middelen te grijpen, om die terug te erlangen. Zij was even licht-zinnig, onbezonnen en ontvlambaar gebleven als voorheen.

Tegen de Russische overheersching waren alle Polen hartstochtelijkgekant. Men onderscheidde echter bij hen twee groote schakeeringen,de witte en de roode. De witte stond voornamelijk onder leiding vanden hoogen adel en was in hare eischen behoudend. Zij ijverde vooreen vrijmaking van het Russische juk en herleving van het koninkrijkPolen, zoo mogelijk zonder omwenteling. De roode daarentegen wildede omwenteling en de republiek; zij had haren aanhang voornaraelijkonder de stedelijke bevolking en was voortdurend in aanraking metdie uitgewekenen, die tot de internationale omwentelingspartij vanMazzini en Ledru Rollin behoorden. Tusschen deze beide partijen in,eenigermate als de gemeenschappelijke vriend die hen bijeen hield ,stond de katholieke geestelijkheid, die met hartstochtelijken haat vervuld,zoowel tegen de Russische ambtenaren die haar verdrukten , als tegende Grieksche Kerk die haar als onrechtzinnig veroordeelde, het vuurvan verzet in de gemoederen voortdurend aanblies. De Poolschegeestelijke was weinig ontwikkeld en stond ook op zedelijk gebied niethoog, maar hij had op de zeer geloovige bevolking, vooral op devrouwen die bij uitstek dweepziek en bijgeloovig waren, een onbegrensdeninvloed. Hij gebruikte dien invloed hoofdzakelijk voor staatkundigedoeleinden en gaf zelf op de meest krasse wijze het voorbeeld vanonaehoorzaamheid aan de bestaande wetten.

In Polen hadden, sinds de Italiaansche oorlog van 1859 denomwentelingsgeest in geheel Europa wakker had gemaakt, zich devoorteekenen van een wederoplevend verzet tegen de Russische beer-schappij geopenbaard, niettegenstaande de uit woorden zoowel als uitdaden blijkende gezindheid van Alexander II om aan de wenschen derPolen zooveel mogelijk tegemoet te komen. De onverzoenlijken wildengeen weldaden uit de hand van den Russischen Keizer aanvaarden, eenhunner verklaarde destijds : onder een harde regeering staan de Polen opomdat zij moeten, onder een zachte omdat zij kunnen.

Nadat de gemoederen langzamerhand door geheime opruilng warenvoorbereid, kwam het voor het eerst in 1860 tot feitelijkheden. Bijgelegenheid van de begrafenis eener weduwe, wier man in 1831 inden strijd tegen de Russen was gevallen, had er in de straten vanWarschau een groote volksbetooging plaats. Van dien dag aan bleefde bevolking in gisting , vooral wader den invloed van oproerige ge-

Page 442: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

432,

schriften en aanplakbiljetten uit het buitenland ingevoerd, die zooveelmogelijk werden verspreid. In Februari 1861 kwam het tot een ernstigebotsing tusschen betoogers en Russische soldaten. De stadhouderGortschacow, een afgeleefd grijsaard, geheel door de omstandighedenverbijsterd, gaf spoedig alles toe, wat men van hem eischte, hij riepburgers en studenten op om de orde to bewareu, wat deze natuurlijkgaarne deden onder de leiding van een bestuur dat zich weldra degrootste macht aanmatigde en van de leiders der roode partij hetwachtwoord ontving. De Keizer trachtte intusschen door toezeggingenvan hervormingen en door verzoenende maatregelen den storm tobezweren. De Russische regeering zocht haren steun voornamelijk bijde witte partij. De man die in deze partij door zijne talenten het meestop den voorgrond kwam, was de markies Wielopolski, door zijn uitge-strekt landbezit een der vermogendste Poolsche edellieden.

Wielopolski was een eerlijk en bekwaam man, maar onafhankelijken eigenzinnig. Hij behoorde eigenlijk niet geheel en al tot de witten ,en nam in elk geval een zeer zelfstandige plaats in zijne partij in.Met alle kracht had hij zich altijd verzet tegen de panslavistischedenkbeelden der groot-Poolsche partij, die alle deelen van het oudeKoninkrijk, thans onder den Russischen schepter vereenigd, wederonafhankelijk wilden maken. Wielopolski meende dat men zich tothet eigenlijke Polen moest bepalen en landstreken als Litthauwen enVolhynie geheel buiten de Poolsche beweging moest laten; voorts wildehij niets weten van eenigen steun van buitenlandsche mogendheden.Evenals zijn tijdgenoot Olivier in Frankrijk, geloofde hij dat de terug-keer tot een vrijzinnig regeeringsstelsel niet door de omwenteling maardoor den Keizer zelf kon worden bewerkstelligd. Wielopolski was van oor-deel, dat het herstel van Polen van Rusland zoude kunnen uitgaan. IndienRusland de in 1831 opgeheven wettelijke instellingen opnieuw wildeinvoeren, zoude Polen van zelf weder een onafhankelijke staat worden.Het ging Wielopolski zooals het eenige jaren later Olivier zoude gaan,hij zag al zijne staatkundige vrienden langzamerhand van zijne zijde ver-dwijnen. Zijn Bemis aan beleid en zijn vasthoudendheid aan eigen inzichtdeden hem, zooals wij zullen zien, maatregelen nemen waarvan de gevol-gen juist tegenovergesteld waren aan wat hij zich voorstelde. Alexander IIbleef hem altijd goed gezind. Het laatste woord , dat hij hem tot afscheidtoevoegde, toen de zaak der Polen onherroepelijk was verloren enWielopolski zijn land had verlaten, was : Markies, wij zijn overwonnenen.

Page 443: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

433

De geschiedenis van den Poolschen opstand van 1861 tot 1865 isdie van een strijd tusschen een besluitelooze regeering en een verdwaasdyolk. Van Rusland's zijde werd geen vaste gedragslijn gevolgd. Beur-telings werden maatregelen van bedwang en maatregelen van tegemoet-koming genomen. De oude stadhouder Gortschacow stierf spoedig; nazijnen dood werden, binnen een jaar, achtereenvolgens vier personen nitPetersburg naar Warschau als stadhouders gezonden, die alien eenverschillende gedragslijn volgden; eerst kwam de minister van oorlogSuchazonnet die Wielopolski, Gortschacow's minister, dwong Polen teverlaten, waarop deze naar Petersburg vertrok en daar zijne plannentot verzoening der Polon met Rusland aan den Keizer en de Russischestaatslieden bloot legde. Tengevolge der besluiteloosheid van de mi-nisters en de omslachtige en trage wijze van werken der Russischeregeeringsbureelen werden deze besprekingen in het oneindige gerekt.Inmiddels werd te Warschau de strenge Suchazonnet vervangen doorgraaf Lambert, een zachtzinnig en door lichamelijk lijden verzwaktman, die reeds na twee maanden door een beroerte werd getroffen; ophem volgde, na een tusschenbewind van Suchazonnet gedurende eenigeweken, een in bestuurszaken volkomen onervaren hoofdoffieier, graafLuders en daarna de welmeenende broeder des Keizers, GrootvorstConstantijn, onder wien Wielopolski als adlatus over het burgerlijkbestuur met het hoogste gezag werd bekleed.

Onder deze wisselende houding der overheid was het verzet in Polensteeds toegenomen en was de leiding daar van aan de meer behoudendewitte partij van lieverlede ontglipt en geheel in handen van de roodeomwentelingspartij gekomen. ln October 1861 werd het KoningrijkPolen in staat van beleg verklaard. De geestelijkheid sloot daaropalle kerken en liet de bevolking die hare godsdienstplichten nu nietlanger kon verrichten in den waan, dat alleen de Russische overheidaan dezen maatregel schuld had. De tijdelijke beheerder van het bisdornte Warschau, Bialobrzeski, die, niettegenstaande het bevel der Russischeoverheid en den aandrang van beter gezinde geestelijken, de weder-opening der kerken weigerde, werd hierop voor een krijgsraad terecht-gesteld en ter dood veroordeeld, doch door den Keizer begenadigd.

De nieuw benoeinde aartsbisschop van Warschau, Felinsky, , opendede kerken weder, doch had met grooten tegenstand te kampen; deRussische politie moest hem zelfs in de kerk beschermen waar devolksmenigte, gedurende een predikatie in de vastenweken van 1862,

Page 444: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

434

hem door schreeuwen en trappen het spreken onmogelijk trachtte temakes.

Toen Grootvorst Constantijn in Juli 1862 te Warschau was aan-gekomen, begon de omwentelingspartij, die thans geheel meester vande beweging was, een strijd op leven en dood. Het Poolsehe yolk iswreed en bloeddorstig van aard en gemakkelijk tot misdadige hande-lingen te bewegen. Moord en diefstal waren spoedig te Warschau aande orde van den dag. Reeds den tweeden dag na Constantijns aankomstte Warschau werd er, op het oogenblik dat hij den schouwburg ver-liet, een pistoolschot op hem gelost door den zelfden man, die eenigedagen vroeger getracht had den vorigen stadhouder en diens gemalin tevermoorden, maar toen had weten te ontsnappen. Op Wielopolskihadden in de maand Augustus twee aanslagen plaats, de eerste meteen pistool, de tweede met een vergiftigden dolk, terwijl hij met zijnevrouw in een rijtuig zat. Gelukkig ontkwam hij beide malen. Een aantalmoorden van politiebeambten op den openbaren weg, zoowel in Warschauals in andere plaatsen, bewezen dat er een geregelde samenzweringbestond. In den nacht van 22 op 23 Januari 1863, werden in veertienverschillende garnizoensplaatsen verraderlijke aanvallen op de kazernesgedaan, bij welke gelegenheid onder anderen te Bodzentyn een luitenantdoor den geestelijke van deze plaats eigenhandig werd doodgestoken. Dezegebeurtenis, die aan eenige honderden soldaten en vele officieren hetleven had gekost, gaf aanleiding tot strengere maatregelen van de Rus-sische regeering; het standrecht werd afgekondigd, waardoor een opheeterdaad betrapt misdadiger en ieder gewapend burger dadelijk ter doodkon worden veroordeeld, welk vonnis na bevestiging door den bevel-voerenden hoofdofficier oogenblikkelijk kon worden uitgevoerd. De Rus-sische troepen maakten van deze bevoegdheid ruim gebruik , zij warenhun leven niet meer zeker en begrepen tot zelfverdediging alles temolten doen. Intusschen bleef de regeering tot verzoening geneigd. Bijgelegenheid van het Paaschfeest van 1863 kondigde Alexander II zelfseen amnestie af voor alien die voor 1 Mei de wapenen nederlegden engehoorzaamheid beloofden. De hoofden der omwenteling, die een ge-heimen regeeringsraad hadden gevormd, waarvan allerlei verordeningenuitgingen, zelfs tot belastingheffing, antwoordden hierop in een zooveelmogelijk onder de bevolking verspreid manifest, waarbij zij elken Poolvermaanden om deze amnestie met verachting af te wijzen en geengenade van den Czaar aan te nemen. Eenige weken te voren was

Page 445: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

435

men tot de ontdekking gekomen van een komplot om Wielopolskimet zijn gansche gezin en zijne dienstboden door atropine to vergif-tigen. Doze was langzamerhand de meest gehate man in Polen gewor-den, hoewel hij inderdaad met belangeloozen ijver voor zijn vaderlandwerkte. Hij tastte evenwel in zijne maatregelen voortdurend misuit volkomen gebrek aan staatkundige ervaring en overmatig zelfver-trouwen. Gedurende zijne eerste bemoeiingen met de Poolsche aange-legenheden, als minister onder den Stadhouder Gortschacow, had hij doorde opheffing van de Staathuishoudkundige vereeniging de witte partij,die deze vereeniging had gesticht, geheel van zich vervreemd en ookharen invloed sterk geknot. Hij beging thans een anderen misslag, nogernstiger in zijn gevolgen.

De regeering te Petersburg wenschte in Polen een deel der jongeliedenvoor den militairen dienst aan te wijzen en, ofschoon de loting reedsin 1859 in Rusland was ingevoerd, besloot Wielopolski om deze aan-wijzing te doen zonder loting en alleen in de steden. Hij wilde devrije keus der dienstplichtigen aan de overheid overlaten met debedoeling om ailedn hen, die gerekend werden tot de omwentelings-gezinden in het leger in te lijven en de overigen vrij to laten. Zoodradeze toeleg bekend was, zorgde het geheime omwentelingsbestuur datalle dienstplichtigen die tot de voorstanders der revolutie behoordenhunne woonplaatsen verlieten. Toen in Warschau de inlijving moestplaats hebben, ontbraken er van de lichting van 4500 man 1400, diezich alien in de naburige bosschen hadden verborgen. In de anderesteden deed zich hetzelfde verschijnsel voor. De vluchtelingen ver-eenigden zich dadelijk tot vrijscharen, waaraan zich studenten enuitgewekenen spoedig aansloten. Eon guerilla-oorlog brak nu illhet geheele land nit, waarbij wederzijds de grootste gruvvelen werdengepleegd.

In September 1863 verlieten Grootvorst Constantijn en WielopolskiWarschau. Eon hunner laatste maatregelen was de gevangennemingvan den aartsbisschop Felinsky, die zich ook langzamerhand doorde beweging had laten medesleepen. Hij werd naar Petersburg weg-gevoerd; na zijn vertrek verbood de geestelijkheid het luiden der kerk-klokken en het gezang en orgelspel in de kerk, waardoor de spanningtusschen de overheid en de bevolking nog grooter werd. De Keizerbesloot toen den opstand met geweld to bedwingen on benoemde denveldmaarschalk Berg tot stadhouder.

Page 446: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

436

Het krachtiger optreden van Rusland was niet alleen een gevolgvan de steeds ernstiger wending die de Poolsche opstand nam, waarook van buitenlandsche gebeurtenissen. Wij hebben reeds vroeger, , (blz.183) vermeld dat Pruisen met Rusland een overeenkomst had gesloten,waarbij zelfs werd toegestaan dat de troepen van beide landen, zoodit voor het bedwingen van den opstand noodig was — want ook inde Pruisische provincie Posen was het onder de Poolsche bevolkingniet meer rustig — de grenzen zouden kunnen overschrijden. Pruisenwas het eenige land van Europa waar men in de regeeringskringengunstig gestemd was voor de overheersching van Polen door Rusland.Over het algemeen was de stemming in geheel West-Europa zeer tenvoordeele der Poolsche onafhankelijkheid. De onrechtmatige verdeelingvan Polen ten bate van drie Vorsten, was een gebeurtenis geweest die,ofschoon bijna een eeuw geleden voorgevallen, nog altijd de ergernisvan alle vrijzinnigen opwekte. Maar niet alleen de vrijzinnigen, ook dekatholieken waren verontwaardigd over de behandeling hunner geloofs-genooten door de Russische scheurmakers. Vooral in Frankrijk , waareen groot aantal uitgeweken Polen zich gevestigd hadden, was deopenbare meening bijna eenstemmig met geestdrift en medelijden tenopzichte van Polen bezield. Napoleon III begreep dan ook dat hij ietsvoor de Poolsche opstandelingen moest doen. Een gemeenschappelijkoptreden met Engeland en Oostenrijk, dat ook (zooals reeds op blz.133 is vermeld) den Polen goed gezind was, lag in zijne bedoeling.Hij stuitte echter zoowel te Londen als te Weenen op de vrees vooreen oorlog met Rusland. De drie mogendheden zonden echter, elkafzonderlijk , vertoogen naar Petersburg. De Russische minister Gort-schacow verklaarde in zijn antwoord dat hij zijne volledige vrijheidvan handelen in de Poolsche aangelegenheid handhaafde. In Ruslandmaakte de inmenging der mogendheden een hoogst ongunstigen indruk,en de Keizer, die er zich door gekrenkt voelde, was nu vast beslotenom, in overeenstemming met den algemeenen wensch zijner Russischeonderdanen, aan den Poolschen opstand zoo spoedig mogelijk een eindete maken.

In Litthauwen, het oude Poolsche land, waarheen de vlam van hetoproer reeds was overgeslagen, werd onder de strenge leiding vanGeneraal Murawiew de orde in weinige maanden hersteld. Graaf Berg,die een aanzienlijke militaire macht te zijner beschikking had, zetteden guerilla-oorlog in Polen tegen de verspreide benden der opstandelingen

Page 447: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

437

met verdubbelde kracht voort. De geheime regeering, die in Warschauharen zetel had en van daar uit den opstand leidde, had in den aanvangvan 1863, Mierolavvski, een der voornaamste mannen van de roodepartij, sinds lange jaren uitgewekeu, tot dictator en opperbevelhebberbenoemd. Hij kwain dadelijk in Polen en stelde zich aan het hoofdeener bende, die echter door de Russen geheel verslagen werd, waarophij ijlings over de grenzen wist te outkomen. Door enkele leden derwitte partij, die Mierolawski's nederlaag met voldoening had gezien,werd nu, buiten weten van de revolutionnaire regeering te Warschau ,maar, zoo zij voorgaven, op haar verlangen, Langiewiczs, een uit Posenafkomstige Pool die aan het hoofd van een groote bende stond, totdictator uitgeroepen. Deze dictatuur duurde echter kort. Langiewiczswerd met zijne volgelingen gedwongen over de Gallicische grenzen tevluchten waarna de Oostenrijksche overheid hem near een vesting lietoverbrengen. In October 1863 werd een voormalig Russiseh genieofficier,Traugutt, met de opperste leiding van den opstand belast, maar hetkrachtig optreden der Russen drukte de beweging welhaast den kop in.Traugutt werd in Maart 1864 verslagen en gevangen genomen enkwam eenige maanden later aan de galg.

Na zijn verdwijnen van het tooneel nam de guerilla-oorlog op het plat-teland spoedig een einde. Graaf Berg wist door strenge maatregelen ookin de steden de orde weder te herstellen. Zoo werd bij de wet bepaalddat op het vermogen van elk ingezetene die aan de onlusten deelnam,beslag kon worden gelegd; voorts werd in sommige deelen van Poleneen buitengewone belastingverhooging voor een jaar geheven, teneindedaarmede de onkosten van den strijd tegen de opstandelingen te be-strijden. Hierdoor slonk de geldelijke ondersteuning voor den opstand,die in den vorm van belasting door de geheime regeering werd geheven,vrij belangrijk. Aan de moorden in de steden werd een einde gemaaktdoor de bepaling, dat indien een moordenaar in een liuis vluchtte endoor de bewoners niet werd uitgeleverd, de militaire overheid de be-voegdheid had dit huis te doen ontruimen en bezetten. In Warschau,waar huizen met dertig veusters in de voorgevels , niet zeldzaamzijn, en het aantal gezinnen onder n dak wonende zeer groot is,had deze strenge maatregel een heilzame uitwerking. Na 4 Januari1864 kwam er geen openbare aanranding meer voor en met den aan-yang van het jaar 1865 kon men den Poolschen opstand als geeindigdbesehouwen.

Page 448: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

4,38

Polen keerde weder in den ouden toestand van onderworpenheidterug. Voor Rusland had de Poolsche opstand tot gevolg, dat de bandmet Pruisen er nauwer door word en de verhouding tot Oostenrijk ende twee Westersche mogendheden minder vriendschappelijk. Vandaardat Alexander II zooals wij reeds vermeld hebben (bladz. 228), zichbij de uitkonist van den oorlog van 1S66 nederlegde en zich tegende veranderingen in Duitschland, die hij sterk afkeurde, niet verzette.Gedurende het tijdperk van 1866 tot 1870 bleef deze goede verstand-houding bestaan, niettegenstaande de herhaalde pogingen van Oostenrijken Frankrijk om Rusland op hunne zijde te krijgen.

Dekleinelan- Nederland en Belgie werden beide gedurende deze jareu door deden van Wes- —teliik Europa. haropeesche verwikkelingen min of meer gestoord in hun rustig be-

staan. De oorlog van 1866 kon voor Nederland niet zonder gevolgenblijven, omdat het voor Luxemburg en Limburg deel uitmaakte van denDuitschen Bond. Kart voor het uitbreken van den oorlog had de Ne-derlandsche gezant bij den Bondsdag te Frankfort het voorstel gedaanom Limburg uit den Duitschen Bond te doen treden. De snelle loopder gebeurtenissen belette de behandeling van dit voorstel. Toen deNederlandsche regeering, na den vrede van Praag, te Berlijn voorsloegom Limburg buiten de vereffening van de eigendommen van den Bondte laten, werd dit door Bismarck geweigerd. Hij wilde, met het oogop Luxemburg, Limburg niet geheel loslaten. Deze weigering wekteeenige bezorgdheid, die in hooge mate toenam, toen het Luxemburg-sche vraagstuk aanleiding tot een oorlog dreigde te worden. In Neder-land was dau ook de stemming in het algemeen eenigszins wantrouwendtegenover Pruisen; eerst na den vreedzamen afloop der Luxemburg-sche verwikkeling en de beslissiug van de Londensche Conferentie tenopzichte van Limburg, voelde men zich wat meer gerustgesteld. Hetininisterie van Zuylen-Heeinskerk werd evenwel wegens zijne houdingin de Luxemburgsche kwestie door de Tweede Kamer tot aftreden ge-dwongen. Nadat de begrooting van Buitenlandsche Zaken verworpenwas, volgde een Kamer-ontbinding die niet beantwoordde aan deverwachtingen der regeering. De nieuwe Kamer verwierp na langeberaadslagingen over de houding van den minister van Buitenland-sche Zaken gedurende de onderliandelingen over Luxemburg, diensbegrooting voor de tweede maal. Intusschen was deze afkeuring vanhet buitenlandsch beleid 'neer te beschouwen als gericht tegen den

Page 449: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

430

Graaf van Zuylen als staatsman dan als minister van Buitenlandsche Zaken.Er bestond toch groote spanning tusschen het conservatieve ministerie en

de liberale partij sinds het najaar van 1866, toen de Tweede Kamerna een motie van afkeuring tegen de regeering was ontbonden; waredit niet het geval geweest dan zoude waarschijnlijk het buitenlandschebeleid , dat in elk geval een goeden uitslag had gehad, met meer ver-schooning zijn beoordeeld. Het nieuwe ministerie bestond uit liberalen ,dock voor het ineerendeel uit mannen die aan den hevigen partijstrijdder twee laatste jaren niet hadden deelgenomen. Hun optreden brachtdan ook de gewenschte ontspanning in den staatkundigen toestand.

Belgie had op het einde van het jaar 1865 den dood van zijneneersten Koning te betreuren gehad. Dit verlies was groot. Leopold I haddoor zijne schranderheid en zijn staatkundig doorzicht de binnenlandscheen buitenlandsche moeielijkheden, waaraan het jonge koninkrijk gedu-rende de eerste dertig jaren van zijn bestaan herhaaldelijk had blootgestaan , steeds uit den weg weten te ruimen. Zijne nauwe familie-betrekking tot Koningin Victoria , wier vaderlijke vriend en raadsmanhij was gebleven, had Belgie altijd den machtigen steun van Engelandverzekerd. Zijn zoon Leopold II, die met een Oostenrijksche aarts-hertogin gehuwd was, volgde hem op. De eerzucht, de werkzaamheiden de behendigheid der Coburgers bleken welhaast ook dezen vorst inhooge mate eigen te zijn.

VGcir de Februari-revolutie van 1848 had Belgie zich ook tenopzichte van Frankrijk, waar toen de schoonvader van Leopold Iregeerde, volkomen veilig gevoeld ; daarna, vooral sints het Keizerrijkwas ontstaan, was de gerustheid tegenover den zuidelijken nabuurmerkbaar verminderd. De keizerlijke regeering met hare gekneveldedrukpers en strenge politiewetten , zag ongaarne dat een naburigland, waar dezelfde taal werd gesproken, door zijne vrije instellingenaan hare tegenstanders gelegenheid gaf straffeloos tegen haar op tetreden, en zij bleef niet in gebreke om dit nu en dan aan Belgie tetoonen. Na den oorlog van 1866, toen het meer en meer bleek datNapoleon III op vergrooting van zijn rijk bedacht was en zijne oogennaar het Noorden richtte, begon men zich in Belgie nog minder opzijn gemak te gevoelen. In 1868 kwam het tot een wrijving tusschenBelgie en Frankrijk, die in de eerste maanden van 1869 een onrustbarendewending nam. Een der Belgische spoorweg-maatschappijen, de GrandLuxembourg, was in geldelijke moeielijkheden geraakt en kon zich

Page 450: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

440

niet langer staande houden. Zij trad daarom in onderhandeling met deFransche Oosterspoorweg-maatschappij en stond aan deze het gebruikharer lijnen voor langen tijd af. Nauwelijks werd deze overeenkomstbekend of er ontstond een levendige beweging in Belgie. De Belgischeregeering verklaarde in de Kamer, dat er van deze overeenkomsten netskon komen, omdat zij de daarvoor noodige toestemming zoude weigeren.Een wetsontwerp werd onmiddellijk ingediend en binnen een maanddoor de Kamer en den Senaat goedgekeurd, waarbij de gevolgen werdeugeregeld van een overdracht van spoorweglijnen door de maatschappijenaan anderen, zonder goedkeuring van de regeering. In Frankrijk, waarmen van dag tot dag gevoeliger werd over elke handeling eener bui-tenlandsche regeering die men niet in het belang van Frankrijk achtte,wekte deze Belgische wet de verontwaardiging op der openbare meening.Zij zag in de handelingen der Belgische regeering veel meer dan er in lag.Het eigenmachtig handelen der Belgische maatschappij had de Belgischeregeering geprikkeld, niet de aandrang van een buitenlandsche regeering,maar de fransche dagbladen maakten de zaak voor Frankrijk veel erger dooropenlijk te verkondigen dat het op Bismarck's aandringen was dat Belgiede goedkeuring der overeenkomsten weigerde. De Keizer begon van oor-logstoebereidselen te spreken en liet te Brussel de goedkeuring der overeen-komsten eischen. Zijn eisch werd echter door het hoofd van het Bel-gisch kabinet, den zeer bekwamen staatsman Frere Orban, beslist af-gewezen.

De Koning van Belgie wist dat hij zonder gevaar een zoo krachtigehouding kon aannemen. De Koningin van Engeland, wier genegenheidvoor het Belgische vorstenhuis na den dood van Leopold I onveranderdwas gebleven, had hem haren volledigen steun toegezegd. Uit Londenwerd dan ook aan de Fransche regeering de waarschuwing gegeven, datde Engelsche regeering het voor Belgie zoude opnemen, en dit was ge-noeg om bij Napoleon III dadelijk alle krijgshaftige denkbeelden te doenvervliegen. Men kwam overeen dat de zaak door een Fransch-BelgischeCommissie nader zoude worden onderzocht. Frere Orban ging zelf naarParijs om de onderhandelingen te leiden en behaalde, na eenige tegen-stribbeling van fransche zijde, een bijna volledige overwinning. In April1869 werd een overeenkomst gesloten, waarbij de Fransche regeeringvan den overgang der spoorwegen aan de Oosterspoorwegmaatschappijafzag.

Ook Zwitserland, dat zich plichtmatig buiten alle Europeesche verwik-

Page 451: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

441

kelingen hield, kwam gedurende deze jaren een oogenblik in het gedrang.Het spoorwegverkeer met het buitenland had zich daar, tengevolge vande gesteldheid van den bodem, aanvankelijk slechts naar enkele zijdenkunnen ontwikkelen. Toen de vorderingen der wetenschap het aanleggenvan spoorwegen door de Alpen uitvoerbaar maakten, had men in Oostenrijken in Frankrijk spoorwegverbindingen met Italie tot stand gebracht, overden Brenner door Tirol en over den Mont Cenis door Savoye. Zwitser-land wenschte nu ook op zijn gebied een dergelijke verbinding en was metItalie hierover in onderhandeling. De regeering van den Noord-DuitschenBond had, in 1869, zich bij de beide regeeringen aangesloten en eenverdrag mede onderteekend, waarbij werd bepaald dat voor de nieuwespoorweglijn over den St. Gothard Italie 45 millioen franken, Zwit-serland en de Noord-Duitsche Bond ieder 20 millioen zouden be-talen. Bij de verdediging van deze buitengewone uitgave, verklaardeBismarck in den Rijksdag , dat de nieuwe verbinding voor Duitschlandniet alleen nit een oogpunt van handelsbelang, maar ook om staat-kundige redenen van zeer groot gewicht was. In Frankrijk wektendeze woorden een waarschijnlijk wel bedoelde geraaktheid. De nieuwespoorwegverbinding werd daar door de heethoofden voorgesteld alshet middel om in oorlogstijd een militaire verbinding tusschen Duitsch-land en Italie te kunnen onderhouden. De beweging eindigde meteen heftige woordenwisseling in de Fransehe Kamer, waarbij deSt. Gothardspoorweg als een inbreuk op het vredesverdrag van Praagen als een gevaar voor Frankrijk werd afgeschilderd, en de regeeringhet verwijt , dat zij dit had toegelaten beantwoordde met de verklaring,dat de neutraliteit van Zwitserland verzekerd was en dat Frankrijk diezoude verdedigen, indien zij gevaar mocht loopen.

dagook bij haar de tegenzin tegen het Keizerlijke stelsel van persoonlijkeregeering. Napoleon III zag dit met groote bezorgdheid, hij werdtegen zijnen zin gedwongen om op den weg der vrijzinnige hervor-mingen verder te gaan. De openbare meening eischte die, maar zijeischte tevens een hervorming op militair gebied. Napoleon III gafaan de laatste den voorrang en hij was dan ook zeker in overeenstem-ming met de volksovertuiging toen hij besloot om onverwijld Frankrijk'sweerbaarheid op sterkere grondslagen te vestigen.

Frankrijk zag zijnen invloed op de Europeesche staatkunde bij den heVrl'ijzinni. ggeen

afnemen, en naarmate de Fransche natie dit gewaar werd, steeg in Frankrijk;ministerie

Olivier,

29

Page 452: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

442

Van den oorlog van 1866 dagteekent het ontstaan van de zeermerkwaardige omkeering in de denkbeelden omtrent leger en vlootwaarvan de gevolgen zich in de geheele wereld hebben doen voelen.In de verlichte kringen van de meeste beschaafde landen had men v66r1866 zich tegen elke kostbare inrichting van leger en vloot openlijkverzet, de Pruisische vrijzinnigen hadden met hand en tand tegen deleger-uitbreiding gestreden; in andere landen, vooral in Engeland, werdhet denkbeeld eener ontwapening, in den zin van aanzienlijke vermin-dering der staande legers , met steeds klimmenden bijval begroet. Deoorlogen konden immers, zoo werd algemeen beweerd, met eenigen goedenwil van de zijde der regeeringen wel vermeden worden, en waartoe clanvoortdurend die zware geldelijke en persoonlijke lasten gehandhaafd, diede stoffelijke ontwikkeling der bevolking zoo sterk belemmerden. Toenechter Bismarck door woord en daad had verkondigd dat niet zedelijkeinvloed, maar staal en bloed de wereld regeerden en dat niet het rechtmaar de macht de groote wereldvraagstukken oploste, en hij met hetvolgen dezer staatkunde zulk een sclaterende en snelle zegepraal hadbehaald, was in Duitschland niet 411een elke tegenstand tegen leger-uitbreiding gebroken, maar dreef de stroom der openbare meening meeren meer naar een inrichting van vloot en leger op zoodanigen voet, datzij aan het Duitsche yolk de machtigste stelling onder de Europeeschevolken kon verzekeren. Het militaire vraagstuk stond voortaan boven-aan, en geen kosten mochten worden ontzien om Duitschland's levendeen doode weerkrachten in aantal en sterkte zoo hoog op te voeren, dathet voor geen oorlog behoefde bevreesd te zijn, of liever nog dat hetmet zelfvertrouwen elken oorlog kon aanvaarden, want dat het her-rezen Duitschland aan Frankrijk zijn overmacht met de wapenen zoudemoeten doen gevoelen, werd door de warme voorstanders der Duitscheeenheid zoo al niet als de very ulling van een wensch, dan toch als eenonvermijdelijke noodzakelijkheid tegemoet gezien.

In alle landen, zelfs in de kleine , deed de bezorgdheid, die dereusachtige machtsontwikkeling van Duitschland opwekte, naar maat-regelen omzien tot verhooging der weerbaarheid. Nergens evenwel meerdan in Frankrijk, dat zich door de gebeurtenissen van het jaar 1866het pijnlijkst getroffen voelde en dat begou te duchten, dat zonderoorlog zijn cannel in Europa niet weder tot den vroegeren luisterzoude kunnen worden opgevoerd.

Napoleon, die voor krijgskundige vraagstukken groote belangstelling

Page 453: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

443

koesterde, had zich reeds sints geruimen tijd beziggehouden met deverbetering der Fransche legerinrichting. Hij was voorstander van hetPruisische stelsel van algemeenen en persoonlijken dienstplicht, maar deopenbare meening in Frankrijk was hiervan zoo sterk afkeerig, dat er aaneen invoering niet kon worden gedaeht; niet alleen de onwil om depersoonlijke lasten te dragen, maar ook de vrees voor de financieelegevolgen eener zoo kostbare legerhervorming waren de beweegredenentot dezen of keer. Er moest dus naar een ander stelsel worden gezocht,dat zonder te zware vermeerdering van persoonlijke en geldelijke lastenaan de door de krijgskundigen gestelde eischen voldeed. Langdurigeberaadslagingen van deskundigen, onder persoonlijke leiding en deel-neming van den Keizer, hadden eindelijk tot uitslag dat een ontwerpwerd ingediend, waarbij in zekeren zin algemeene dienstplicht werdiugevoerd; de geheele lichting zoude jaarlijks voor den dienst wordenaangewezen, hetzij voor den werkelijken dienst, hetzij voor de reserve,hetzij voor de zoogenaamde garde mobile. De plaatsvervanging bleef be-houden in dien zin, dat ieder door het storten van een bepaalde soinzich van den dienst bij het leger of de reserve kon bevrijden, dochdan gedwongen was om gedurende negen jaar, onder den last van be-taling van zijne uitrustingskosten, bij de garde mobile te dienen. Deminister van oorlog Randon had zich met dit ontwerp niet kunnenvereenigen; in zijne plaats was dan ook in Januari 1867 de maarschalkNiel opgetreden, die met den Keizer het ontwerp had uitgewerkt enderhalve de aangewezen man was om het in de vertegenwoordiging teverdedigen.

Het ontmoette aldaar ernstigen tegenstand. De commissie van achttienleden uit het wetgevend lichaam, die met het onderzoek van hetwetsontwerp werd belast, wilde in geen geval het beginsel prijs geven,dat jaarlijks door de wet het aantal dienstplichtige personen zoude wordenaangewezen en niets weten van het beginsel van algemeenen dienstplicht.Hoewel zij voor het grootste gedeelte bestond uit leden die de Keizer-lijke regeering waren toegedaan en die wisten, dat bet wetsontwerpaan het persoonlijk verlangen van den Keizer beantwoordde, was zijniet to bewegen tot toegeven. Zij wist dat zij zoodoende in o vereen-stemming was met de wenschen van het Fransche yolk, de Keizerbegreep dan ook dat een ontbinding hem een nog ongunstiger gestemdevergadering zoude op den hall schuiven. Hij onderwierp zich met een

bloedend hart. In de Kamer der Afgevaardigden werd het gewijzigde

Page 454: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

444

ontwerp met 200 tegen 60 stemmen aangenomen, in den Senaat metalgemeene stemmen op een na.

Nadat het militaire vraagstuk zijne oplossing had gekregen, was hetoogenblik voor de vrijzinnige hervormingen aangebroken; de in denreeds vermelden brief van 19 Januari 1867 gedane beloften moestennu worden ingelost. Een wet op de drukpers en een andere op het rechtvan vereeniging en vergadering werden ingediend. De eerste wet, die aande volslagen willekeur der regeering ten opzichte der dagbladen eeneinde maakte, zonder nochtans jets meer te geven dan een zeerbeperkte vrijheid, werd vrij algemeen afgekeurd, maar toch ten slottemet algemeene stemmen op een na in de Kamer der Afgevaardigdenaangenomen. De leden die van oordeel waren dat de wet te ver ging,wilden niet tegenstemmen, nadat hun was te kennen gegeven, dat deKeizer de aanneming wenschte, terwijl de leden die veel grooter vrijheidvoor de pers verlangden , geen wet wilden afstemmen die, hoe gebrekkigin hun oog , toch altijd beter was dan de bestaande. De wet op hetrecht van vergadering en vereeniging was in het oog der vrijzinnigelinkerzijde geen verbetering; zij stemde er clan ook tegen, wat natuurlijkniet belette, dat de wet met overgroote meerderheid werd aangeno men.

Van de meerdere vrijheid, die de wetten op de drukpers en hetrecht van vereeniging en vergadering hadden geschonken, werd dadelijkeen zoo volledig mogelijk gebruik gemaakt. Een aantal nieuwe dag- enweekbladeu verscheen overal, voornamelijk in Parijs, de meeste sloegeneen sedert het ontstaan van het Keizerrijk niet meer gehoorden toollaan. Niet alleen werd de republiek er in verdedigd en aangeprezen,maar ook aanvallen op den Keizer, en zelfs beschuldigingen betreffendezijn persoonlijk leven en dat der Keizerin waren niet zeldzaam. Hetfelste en ergerlijkste blad was de Lanterne van Rochefort, een markies,die zich bij den uitersten vleugel der republikeinen had gevoegd enhet yolk door de meest onhebbelijke en onbeschaamde verdachtmakingenvan den Keizer en de regeeriug tot openlijk verzet trachtte aan tevuren. Het bleek welhaast hoe de ingenomenheid met het Keizerrijkonder de lagere klassen in de hoofdstad geheel verdwenen was. Deoude republikeinsche geest der Parijsche bevolking was weder ontwaakten openbaarde zich juist op dezelfde wijze als in de jaren die aan denval van Lodewijk Philips waren voorafgegaan. De leiders waren steedsbezig met het uitdenken van leuzen om het yolk in beweging te brengen,en het opzetten van betoogingen tegen de regeering. Zoo werd er een

Page 455: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

445

beweging op touw gezet in 1868, om hulde te brengen aan de nage-dachtenis van Baudin, een lid van de vertegenwoordigende vergaderingvan 1851, die door den staatsgreep van Napoleon, in December vandat jaar was uiteengedreven. Baudin had bij die gelegenheid aan eenstraatgevecht deelgenomen en was op de barricaden gesneuveld. Thansmoest deze vergeten gebeurtenis dienst doen om den man, die doorden staatsgreep den troon had bemachtigd, als moordenaar te kunnenbrandmerken. De regeering besloot, na eenig talmen, tot een vervol-ging der personen die inschrijvingen hadden geopend voor het ge-denkteeken. Er deden zich bij deze vervolging verschijnselen voor, dieduidelijk bewezen dat het Keizerrijk ook in de hoogere standen veelvan zijn aanzien verloren had. Een hooggeplaatst ambtenaar van hetopenbaar ministerie te Toulouse weigerde eerst de vervolging in testellen en verklaarde later openlijk, dat hij het alleen deed, ore dat hijdoor de regeering gedwongen was. Yerschillende rechtbanken sprakende vervolgden vrij. In Parijs had de hoofdaanlegger van de geheelezaak, Delescluze, een jong en toen geheel onbekend advokaat, totverdediger gekozen Leon Gambetta, die bij deze gelegenheid zijneeerste lauweren won en door zijne vurige welsprekendheid de alge-meene aandacht op zich vestigde. In zijn pleidooi werden zulkevinnige beschuldigingen en geweldige bedreigingen tegen de Keizerlijkeregeering geuit, dat de lankmoedigheid van den voorzitter der rechtbank,die slechts met een zachte terechtwijzing tusschen beide kwam, dealgemeene verbazing opwekte. Terwijl zulke zaken in de rechtzaalvoorvielen, had in een andere omgeving een feit plaats, dat evengrievend was voor den Keizer. De jonge Keizerlijke prins reiktegewoonlijk, op de feestelijke prijsuitdeeling van het College Charlemagnete Parijs, de prijzen uit. In 1868 was een der bekroonde leerlingende zoon van den generaal Cavaignac, oud-president van de Republiekvan 1848. Toen deze knaap werd opgeroepen om zijnen prijs uit deharden van den prins te ontvangen, bleef hij zitten onder de luide toe-juiching zijner moeder, die in de zaal aanwezig was. De anti-keizerlijkedagbladen waren vol lof over cleze daad en de jonge scholier was gedu-rende eenige dagen de held van den dag.

In het voorjaar van 1869 moesten de zesjarige verkiezingen voorde Kamer der Afgevaardigden plaats hebben, die met het oog op desteeds toenemende gisting niet zonder bezorgdheid door de regeeringwerden tegemoet gezien. De oppositie-candidaten traden thans openlijk

Page 456: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

446

als republikeinen op, wat onder het keizerrijk nog nimmer was geschied.De buitensporigste programma's werden uitgevaardigd; zij behelsdenonder anderen afschaffing van het staande lager en van het budget van eere-dienst , verkiezing van alle ambtenaren door het algemeen stemrecht ,de meest volstrekte toepassing van de volkssouvereiniteit, wat metandere woorden, vervanging van het Keizerrijk door de Republiekbeteekende. In de groote steden, en bovenal in Parijs, spanden de tegen-standers der regeering alle krachten in. In Parijs was het hun voornamelijkte doen om de niet-herkiezing van Emile Olivier. Indertijd als tegenstandervan het Keizerrijk gekozen, had deze welsprekende vertegenwoordigerzijne republikeinsche denkbeelden laten varen en was van lieverlede inden waan geraakt dat het Keizerrijk wel met de vrijzinnige beginselenkon verzoend worden. Napoleon III, die de groote bekwaamheden vandezen afgevaardigde zeer waardeerde , had hem op allerlei wijze totzich trachten te lokken. Olivier was, ender de bekoring van de innemendetoeschietelijkheid van Napoleon III en van zijn vleiende woorden , totde overtuiging gekomen dat de Keizer, , zoo hij zich los wilde makenvan zijne omgeving , wel tot een vrijzinnige staatkunde zoude zijn tebrengen. Bij was zelfs aangezocht om een ministerieele portefeuilleaan te nemen, in de dagen die aan den keizerlijken brief van 19 Januarivoorafgingen, maar hij had geweigerd omdat de Keizer, onder deninvloed van Rouher, niet zoo ver wilde gaan als hij wenschte. In eengeschrift : 19 Januari, had hij zijne onderhandelingen met den Keizeropenbaar gemaakt. Van dat oogenblik werd hij door zijne vroegerestaatkundige vrienden uitgeworpen. Wie zich eenmaal had ingelatenmet de keizerlijke regeering was in hunne oogen een verwerpelijk man, enals afvallige van zijne partij werd Olivier in dubbele mate gevaarlijkgeacht. Er werden zelfs straatbetoogingen tegen hem op touw gezet.Parijs had sedert de vestiging van het Keizerrijk nog nimmer zulkerumoerige verkiezingen gezien. De uitslag te Parijs was voor de uiterstepartij zeer gunstig. Olivier werd niet herkozen, maar Gambetta , Picard,Jules Simon en andere besliste tegenstanders der regeering verkregeneen overweldigende meerderheid. Zelfs Rochefort kwam in herstemming,doch werd niet gekozen. Thiers kon zijnen zetel slechts bij herstemmingbehouden. Ook in enkele groote steden , zooals Marseille en Bordeaux,behaalde de oppositie de overwinning, in de departementen lead zij echteroveral de nederlaag. Olivier werd in le Var gekozen. De uiterste linker-zijde telde ten slotte slechts 28 leden in de nieuwe Kamer.

Page 457: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

447

Toch zag deze nieuwe Kamer er geheel anders uit dan hare voor-gangsters. Onder de leden die de regeering niet ongunstig gezind waren,heerschte niet langer de geest van onderdanigheid aan en afhankelijkheidvan de regeering, die vroegere meerderheden had bezield. Naarmate deKeizer van zijn gezag in het land verloor, groeide bij de afgevaardig-den het gevoel van zelfstandigheid en onafhankelijkheid aan. Vroegerwas het de alvermogende steun des Keizers, aan wien zij hunne plantsin de vertegenwoordiging dankten, thans begon het er meer naar uit tozien, alsof de Keizer, wilde hij zich op den troon handhaven, hunnensteun zoude noodig liebben. Welbeg,repen eigenbelang noopte hen ommeer op den wil hunner kiezers dan op den wil des Keizers acht teslaan. Deze afval, die voor den Keizer niet vervormen kon blijven,verontrustte hem in hooge mate, hij bracht hem in een gemoedstoestand,die de radeloosheid nabij kwam. Zijn zelfvertrouwen was verdwenen,hij durfde niet in te grijpen in den loop der omstandigheden , en konhet met zichzelven niet eons worden hoe tegenover de nieuwe Kamer tehandelen. Tengevolge zijner besluiteloosheid werd de bijeenroeping derKamer eerst uitgesteld, daarna op 28 Juni bepaald, doch alleen voor hetonderzoek der geloofsbrieven. Het was echter ondenkbaar, dat een pasgekozen Kamer, en nog wel een Fransche , zich een zoo volkomen on-gemotiveerd uitstel harer werkzaamheden zoude willen laten aanleunen.Er vormde zich reeds dadelijk een groep, die zich voornam in de eerstebijeenkomst een interpellatie tot de regeering aan te kondigen over dehervormingen, die zij voornemens was in te voeren. Het waren niet deonverzoenlijke vijanden der regeering, maar de meer vrijzinnige ledender vergadering, die, als Olivier, het Keizerrijk tot een wezenlijk con-stitutioneele monarchie wilden vervormen, van welke deze beweginguitging. Zij vond bijval onder de meer besliste aanhangers der Keizer-lijke regeering, zelfs onder mannen die tot de omgeving van den Keizerbehoorden. De interpellatie telde welhaast 116 onderteekenaars. Nu be-greep de Keizer, dat hij toch iets moest doen. Hij offerde zijn minis-terie op, hot Rouher eerst nog een verklaring voorlezen, waarin eenaantal hervormingen werden afgekondigd die, zooals de Grondwet voor-schreef, aan den Senaat zouden worden voorgesteld, en verdaagde dezittingen der Kamer inmiddels voor onbepaalden tijd. Er was nu in elkgeval datgene verkregen, waar de door de meest uiteenloopende denk-beelden van allerlei raadslieden heen on weder geslingerde Keizer hetmeest naar snakte, tijd om zich te beraden. Allereerst moest er een

Page 458: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

448

nieuw ministerie worden gevormd. Een zuiver vrijzinnig ministerie,verantwoordelijk aan de Kamer, was een te groote stap voor den nogweifelenden vorst. Hij behield enkelen der oude ministers, onder andereden minister van oorlog Niel, en den minister van binnenlandschezaken Forcade, en voegde aan hen eenige bekwame mannen toe. Hethoofd van het nieuw Kabinet was Chasseloup Loubet, die een goedennaam als bestuurder en een min of meer vrijzinnig verleden had. Hetministerie telde echter niet langer een man van groote beteekenis,zooals Rouher, in zijn midden. Alles liet aanzien, dat dit bewind vanverdienstelijke mannen, maar staatslieden van den tweeden rang, nietopgevvassen zoude zijn tegen den ernst van den toestand.

Nauwelijks had dan ook de Senaat zijne goedkeuring aan de gedanevoorstellen gehecht, waardoor de bevoegdheid zoowel van de Earnerals van den Senaat niet onaanzienlijk waren uitgebreid, of de Keizerbegon reeds in te zien, dat zijn ministerie niet bestand zoude zijntegen de stormen die te wachten waren zoodra de Kamer der afge-vaardigden bijeen kwam. Hij wilde v6Or dit tijdstip een man vangroote bekwaamheid en invloed er in zien opgenomen en vestigde wederzijn oog op Olivier. Langdurige onderhandelingen tusschen den Keizeren dezen staatsman hadden echter niet den gewenschten uitslag. Toenop 5 November de Kamer bijeenkwam, vond zij nog altijd het in hetvoorjaar gevormde ministerie, met uitzondering van den minister vanoorlog, maarschalk Niel, die in Augustus was overleden en door dengeneraal Le Boeuf was opgevolgd. Inmiddels hadden de onverzoenlijkente Parijs nieuwe zegepralen behaald; door de dubbele verkiezing vanvier hunner, die te Parijs en in de pro vincie gekozen, voor Parijshadden bedankt, moest de hoofdstad vier nieuwe vertegenwoordigerskiezen. Under de vier nieuwgekozenen, alien mannen van de uiterstelinkerzijde, was ook Rochefort, die naar Belgie was geweken wegenseen tegen hem gewezen vonnis, maar op uitdrukkelijk bevel van denKeizer, zoodra hij kandidaat was gesteld, weder in Frankrijk vrij werdtoegelaten. Hij vergold deze edelmoedige behandeling door een ver-dubbeling van smqadredenen tegen den Keizer.

In de Kamer had intusschen Olivier een aantal leden van de rech-terzijde onder een vrijzinnig programma weten te vereenigen. Zij waren133 man sterk. Een andere groep van 37 leden vormde zich onderden naam van linker-centrum. Het ministerie begreep nu dat het on-mogelijk aan het bewind kon blijven en nam zijn ontslag. De Keizer

Page 459: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

449

verzocht hierop Olivier om een ministerie samen te stellen, dat op demeerderheid van de Kamer zoude kunnen steunen. Het trad 2 Januari1870 op; behalve de ministers van oorlog en marine uit het vorigeministerie, die aanbleven, bestond het uit mannen die gedurende hetKeizerrijk niet aan het bewind waren geweest. De voornaamste waren,behalve den samensteller, Chevandier de Valdrome, rinds 1859 onaf-hankelijk lid der Kamer, Darn, de ondervoorzitter van de door Napoleonbij den staatsgreep uiteengedreven Kamer en Buffet, die Napoleon, toenhij President der Republiek was, als minister had gediend, maar nazijn ontslag in 1851, tengevolge van verschil van meening, vanden Keizer geheel vervreemd was. Deze beide laatsten behoorden tothet linker-centrum. Het hoofd, de man die de beteekenis aan hetministerie gaf, was echter Olivier, de voormalige republikein, die naarhij hoopte en stellig verwachtte, het Keizerrijk tot een vrijzinnige re-geering zoude vervormen. Het optreden dezer ministers maakte in ge-heel Europa een grooten indruk , men zag er vrij algemeen een bewijsin van zwakheid, want niemand kon aannemen dat Napoleon III hetstelsel van persoonlijke regeering dat hij altijd als het beste voor Frank-rijk had geprezen, uit overtuiging prijs gaf. De vrijwillige afstand vaneen deel zijner macht werd algemeen beschouwd als een laatste , doorden nood afgedwongen poging om zich staande te houden. In Frank-rijk zelf werd deze verandering van stelsel, die op een terugkeer totde grondwettige monarchie met parlementaire regeering scheen te zullenuitloopen, door de meer bezadigden met instemming begroet. Zij ver-heugden zich, maar niet zonder vrees dat de Keizer, wanneer eengunstige gelegenheid zich zoude aanbieden, weder op den ouden wegzoude terugkomen; de streng behoudenden zagen er een heulen met derevolutie in, de dynastieke partijen, aanhangers van de beide takkender Bourbon's, werden er niet door verzoend met de Bonaparte's ende republikeinen richtten hunne scherpste wapenen tegen de nieuweministers. Vooral Olivier moest het ontgelden; zij beschouwden hemals een afvalligen republikein die zich door de gunstbewijzen van denKeizer had laten omkoopen, hij werd door de republikeinsche dagblad-pers als de verachtelijkste staatsman die ooit in Frankrijk aan het roerhad gestaan , in de meest hoonende bewoordingen gebrandmerkt.

De taak van het nieuwe bewind was niet gemakkelijk. Het had ter-nauwernood een week achter zich, toen een onverwacht voorval, datgeheel Frankrijk deed ontstellen, het al dadelijk in groote moeielijkheden

Page 460: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

450

bracht. Te Auteuil, een der buitenwijken van Parijs, woonde een voile neefvan den Keizer, die een avontuurlijk leven achter zich had. Napoleon IIIhad dezen bloedverwant nooit de vergunning willen geven om devrouw te huwen , met welke hij leefde en van wie hij twee kinderenhad, en evenmin had hij hem den titel van Keizerlijke Hoogheid willenverleenen, waarop hij volgens de voorschriften uit den tijd van het eersteKeizerrijk recht had. Hij had hem echter een jaarwedde toegekend, dieden geheel onbemiddelden bloedverwant in staat stelde behoorlijk telever". Prins Pierre Bonaparte, zoo was zijn naam , zette dan ooknimmer een voet aan het Keizerlijk Hof en leefde zeer teruggetrokkenin een kleinen kring van vrienden en bekenden. Be republikeinschepartij, die Frankrijk thans met kleine dagbladen overstroomde, had ook eenblad in Corsica doen verschijnen , waarin de Bonaparte's voortdurendvan allerlei wandaden werden beticht. Toen Prins Pierre Bonaparte ditblad onder de oogen kreeg, deed hij in een ander Corsicaansch bladeen tegenschrift met zijnen imam onderteekend opnemen, dat aan heftig-beid en kwaadaardigheid aan het republikeinsche blad niets toegaf. DeParijsche redacteur van dit blad, Grousset , zon.d hierop twee personenaan den Prins om hem rekenschap te vragen van zijn schrijven , deFonvielle , een republikeinsch dagbladschrijver en Noir, een jongmenschdie een ondergeschikte betrekking in de bureelen van de republikeinschepers vervulde. Toen deze beide mannen bij den Prins waren toegelatenontstond er spoedig een heftige woordenwisseling , waarop Noir denPrins een klap in zijn gezicht gaf. Deze , woedend geworden, greepnaar het pistool dat hij altijd bij zich droeg en schoot het op Noiraf. Be Fonvielle, die zich ook van een pistool had voorzien, wildeterugschieten, maar zijn wapen weigerde. Hij verliet toen zoo spoedigmogelijk het huis, na gelukkig aan de kogels die de Prins hem nazomlte zijn ontko men, en riep de voorbijgangers op straat te hulp. Be Prinsen de vrouw met wie hij leefde grepen dadelijk naar geweren — dePrins was een groot schutter en verzamelaar van wapenen — en ver-schansten zich achter de deur, totdat de politic tusschen beide kwam.Het gansche tooneel zoude zeker veel van een kluchtspel hebben gehad,ware het niet dat de kogel die door den Prins op Noir was afgescho-ten dezen doodelijk had verwond. Hij werd naar een huis in de nabijheidgebracht, vvaar hij binnen weinige oogenblikken den laatsten snik gaf.

Toen dit voorval in Parijs bekend word, maakte bet eon geweldigenindruk. Be republikeineu begrepeu dadelijk , dat hier grove munt uit

Page 461: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

451

te slaan was en hunne bladen verkondigden openlijk de revolutie. Menvatte het plan op, den doode langs de boulevards in plechtigen op-tocht naar het -kerkhof Pere la Chaise te voeren en hoopte, gedachtigaan de geweldige volksbewegingen die onder de Restauratie- en deJuli-regeering bij gelegenheid van begrafenissen van bekende mannenhadden plaats gehad , Parijs zoodoende wel in oproer te zullen brengen.Rochefort schreef een oproeping aan het Parijsche yolk, waarin hetwerd aaugevuurd, om thans voor goed een einde te maken aan deregeering der Bonaparte's, die getoond hadden slechts laaghartige moor-denaars te zijn.

De regeering deed wat haar plicht was. Zij liet Prins Pierre Bona-parte dadelijk aanhouden en naar de gevangenis brengen, en nam denoodige maatregelen om zoo spoedig mogelijk het buitengewoon ge-rechtshof te doen bijeenkomen, dat, volgens de wet, de misdrijven vanleden der Keizerlijke familie moest berechten. Tevens zorgde zij opafdoende wijze voor de handhaving der orde. De staatkundige vriendenvan den overledene moesten hun plan, om het lijk door Parijs tevervoeren, opgeven, de begrafenis had te Neuilly plaats onder eengeweldigen toeloop van menschen; er werden bij het graf toesprakengehouden, waarin wraak en bedreiging schering en inslag waren. Naafloop der plechtigheid trachtte Rochefort de menigte mede te krijgennaar Parijs, ten einde het gebouw, waar de Kamer van Afgevaardigdenzitting hield, met geweld binnen te dringen. In de Champs Elys6eshad evenwel de minister Chevandier zelf post gevat, om met politieen soldaten dezen toeleg te verijdelen. Zoodra Rochefort zag dat heternst werd, gaf hij aan de menigte den raad om uiteen te gaan; hetoptreden van de cavalerie deed de geheele beweging in een oogwenkniteenstuiven. In den avond was er nog eenig rumoer op straat, maarte middernacht konden de Parijzenaars zich ter rust begeven met dezekerheid, dat de orde geen gevaar liep. De leiders van het oproerhadden de overtuiging opgedaan, dat er aan het bewerken van eenornwenteling niet te denken was. Rochefort, die wegens een hoonend enopruiend artikel in een dagblad tot een gevangenisstraf van zes maan-den was veroordeeld, werd eenige dagen na deze gebeurtenis op straataangehouden, terwijl hij een vergadering van geestverwanten wildebinnentreden. Zijne vrienden beproefden bij deze gelegenheid nogmaalseen volksbeweging op touw te zetten in Belleville, de wijk der arbei-ders, maar zij werd zonder eenig geweld dadelijk bedwongen. Prins

Page 462: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

452

Pierre Bonaparte stond eenige maanden later voor het buitengewone gerechts-hof te Tours terecht en werd vrijgesproken in strijd met den eisch van denProcureur-Generaal. Het alleronbehoorlijkst gedrag der getuigen op deterechtzitting droeg waarschijnlijk tot deze onverwachte vrijspraak veel bij.

Stelde de regeering door haar vastberaden optreden de ordelievendengerust, zij deed het tevens de vrijzi4nigen door hare toezeggingen.Men had nog altijd gevreesd dat de Keizer ten slotte zijne ministerszoude weten te beheerschen ; toen echter Olivier in de Kamer kwamverklaren , dat in het vervolg de regeering bij de verkiezingen eenvolmaakte onzijdigheid zoude bewaren , was de verbazing algemeen.Bij sommigen ging zij met ontevredenheid, bij anderen met vreugdegepaard. Niemand kon nu langer ontkennen dat de Keizer met zijnverleden gebroken had. Het Keizerrijk was tot nog toe gevestigd ge-weest op het algemeen stemrecht, getemperd door de officieele candi-datuur. Door deze was de meerderheid in de Kamer geheel afhankelijkvan den Keizer. Zoodra volledige vrijheid werd gegeven aan de kiezersof liever nog aan alien die de kiezers wilden bewerken, terwijl deregeering zich onzijdig hield , zoude het met het overwicht van denKeizer over de Kamer-meerderheid gedaan zijn, maar daarmede ookmet zijne persoonlijke macht. Het scheen inderdaad ongelooflijk dathet aan ministers zoude zijn gelukt den Keizer te overreden, omdeze ten offer te brengen ter wille van een vrijzinnig regeeringsstelsel.Men vreesde veeleer dat de Keizer door geestelijken achteruitgangzijn weerstandsvermogen had verloren en de speelbal zijner raadsliedenwas geworden. De onvoorwaardelijke aanhangers van het Keizerrijk,de Arcadiers, zooals zij genoemd werden , waren dan ook over dezenieuwe wending ten hoogste ontevreden en uitten hunne bezorgdheidop ondubbelzinnige wijze.

In het ministerie zelf vertoonden zich welhaast de eerste teekenen vangebrek aan eenstemmigheid. Olivier wilde voor alles den vrede bewaren, ten-einde ongestoord de gelegenheid te hebben om zijnen droom van een vrijzin-nig Keizerrijk tot wezenlijkheid te brengen. Darn, de minister van buiten-landsche zaken, wilde wel goon oorlog, maar achtte tech tegenover Duitsch-land een waakzame houding geboden. Een ernstiger verschilpunt tusschende beide Staatslieden word het algemeen Concilie te Rome, dat mecr enmeer de aandacht der geheele wereld begon to trekken, nu het zekerschen dat de Pans de verklaring zijner onfeilbaarheid wilde doorzetten.Op ernstige aanmaning van enkele leden der hooge geestelijkheid van

Page 463: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

458

Frankrijk wilde Daru dat de regeeringen den Paus zouden waarschuwenen zich zouden verzetten tegen het vaststellen van beginselen, die metde rechtsbegrippen van den nieuweren tijd geheel in strijd waren.Olivier daarentegen wenschte volkomen vrijheid voor het Concilie, zijnebeslissingen behoefde de Staat zich niet aan te trekken, daarenboven,zoo de Pans, zooals met zekerheid te voorspellen was, de waar-schuwingen der Fransche regeering in den wind sloeg en in strijd methare wenschen het Concilie alle besluiten liet nemen die hij yerlangde,dan kon Frankrijk moeielijk zijne troepen te Rome laten. De gevolgeneener ontruiming onder zulke omstandigheden wilde Olivier niet aan-vaarden. De verdeeldheid in den boezem van het ministerie kwam tenslotte tot een uitbarsting bij gelegenheid eener beslissing omtrent hetbinnenlandsch beleid. Er was een nieuw Senaats-besluit voorgesteld,waarbij wederom ruimer veranderingen in de Grondwet werden aange-bracht, onder anderen de bepaling dat in het vervolg veranderingenin de Grondwet alleen door den Keizer konden worden voorgestelddoor hem aan een volksstemming moesten worden onderworpen. Bij deministers kwam het denkbeeld op, om nu ook de veranderingen in deGrondwet, die reeds door den Senaat waren goedgekeurd, met de doorvroegere Senaatsbesluiten vastgestelde wijzigingen, door een yolks-stemming te laten bekrachtigen. Het zonderlinge verschijnsel deed zichvoor, dat, nadat de ministers den Keizer met veel moeite tot dezenmaatregel hadden overgehaald, twee hunner voor de uitvoering terug-deinsden en hun ontslag namen. Daru en Buffet, beide leden van hetlinker-centrum, gaven toe aan de bezwaren hunner staatkundige vrienden,die, voor het meerendeel aanhangers van de Orleansen , meendendat een volksstemming die ten voordeele van den Keizer uitviel, celluitspraak zoude zijn waardoor de troon van de Bonaparte's op eenonaantastbaar sterken grondslag zoude worden gevestigd.

De volksstem ming , het plebisciet zooals men het noemde, had plaatsop S Mei. De weken die or aan vooraf gingen waren zeer rumoerig.Overal, vooral in Parijs, hadden onstuimige volksvergaderingen plaats,waarin het Keizerrijk en de persoon van den Keizer met de grofstewoorden werden aangevallen. Een weggeloopen soldaat, Beaury, werdmet eenige andere handlangers aaugehouden onder zware verdenkingvan een aanslag op het leven van den Keizer te hebben beraamd. Hijbekende en werd naar de buitengewone rechtspraak van het HoogeHof van Justitie verwezen.

Page 464: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

454

De uitslag van het plebisciet was in zekeren zin een overwinningvoor de regeering. Het getal voorstemmers was zeven millioen drie-honderdduizend, dat der tegenstemmers even boven de anderhalf millioen.Ongeveer een millioen negenhonderdduizend kiezers waren tehuis ge-bleven. In Parijs hadden de tegenstemmers de meerderheid; onder desoldaten, die ook hadden medegestemd, was een minderheid van tegen-stemmers van veertigduizend. Dit laatste achtten velen een bedenkelijkverschijnsel, de Keizer althans was er persoonlijk zeer door ontstemd.

Nu het plebisciet de stelling van het ministerie aanmerkelijk ver-sterkt had, was het Olivier niet moeielijk de ledige plaatsen, die totdrie waren vermeerderd door het ontslag van nog een der ministers,weder te bezetten. Darn, de minister van buitenlandsche zaken, werdvervangen door den Hertog de Gramont, die tot een der aanzienlijkstegeslachten van Frankrijk behoorde en sints eenige jaren ambassadeurte Weenen was. De benoeming van dezen onbezonnen en kortzichtigenman bleek welhaast een der grootste fouten van Olivier te zijn geweest.Intusschen scheen voor het oogenblik de rust binnenslands en de vredenaar buiten volkomen verzekerd. De minister van oorlog stelde zelfsvoor om het kontingent voor 1871 met 10 000 man te verminderenen Olivier verklaarde in de laatste dagen van Juni, in de Kamer vanAfgevaardigden, dat de vrede in Europa nooit beter verzekerd scheendan thans. Nog Been drie weken later verklaarde Frankrijk aanDuitschland den oorlog.

Page 465: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 466: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 467: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

ZEVENDE HOOFDSTUK.

DE DUITSCH-FRANSCHE OORLOG.

Wij hebben reeds vermeld (bladz. 427) dat Prim, toen de candidatuur De troonean-. didatuur van

voor de Spaansche kroon van den Portugeeschen Vorst en later die Leopold vanvan den Italiaanschen Prins waren mislukt, zijn oog had geslagen op Hohenzollern

Prins Leopold van Hohenzollern, den oudsten broeder van den Koning pan3e.

van Rumenie. Het is niet zeker of hij uit eigen beweging op ditdenkbeeld was gekomen, dan wel op aanraden van Bismarck, maarwel staat het vast dat Bismarck deze candidatuur dadelijk met inge-nomenheid begroette, ofschoon hij, toen de dagbladen er van begonnente reppen, zich in zijne aanraking met diplomaten zeer voorzichtiguitliet en onder anderen aan den Franschen gezant te kennen gaf, dathij geloofde, met het oog op den onzekeren toestand in Spanje, datde Koning van Pruisen aan den Prins den raad zoude geven om dekroon niet aan te nemen, indien deze hem werd aangeboden. Bismarckzag in de troonsbestijging van een Hohenzollern te Madrid een staat-kundige winst voor Duitschland, een verhooging van aanzien voorhet Pruisische Koningshuis en een vernedering voor den Keizer vanFrankrijk, die altijd gepoogd had een overwegenden invloed op deaangelegenheden in Spanje uit te oefenen. Ook zal het denkbeeld hemwel niet vreemd zijn geweest dat deze zaak wellicht de aanleiding konworden tot den oorlog met Frankrijk, van welks noodzakelijkheid hijovertuigd was. In Spanje was de candidatuur van Hohenzollern reedsopenlijk verdedigd door een lid der Cortes, Salazar, die op verzoekvan Prim, in September 1869, een bezoek aflegde bij den Prinsvan Hohenzollern, die toen op het kasteel Weinberg, niet ver vanZurich, bij zijnen vader vertoefde. Salazar werd op deze reis vergezeld

30

Page 468: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

456

door den Pruisischen gezant te Miinchen, Von Werthern, die hem aanden Prins voorstelde. De Hohenzollerns, zoowel de vader als de zoon,toonden echter aanvankelijk weinig genegenheid om op de voorstellenvan den Spaanschen staatsman in te gaan. In Februari 1870 werd dein September mislukte poging hervat. Salazar kwam zeer in het geheimte Berlijn en herhaalde daar het aanbod. De Koning van Pruisen, dietot nog toe de candidatuur van den Prins als een onbekookt plan hadbeschouwd, was zeer verrast. Hij noodigde de Prinsen van Hohenzollern,vader en zoon, tot een bijeenkomst in het paleis te Berlijn, waarbijde voornaamste Pruisische staatslieden tegenwoordig waren, ook Roon,de minister van oorlog en Moltke, de chef van den staf. In dozebijeenkomst drong Bismarck er zeer stork op aan dat Prins Leopoldde candidatuur zoude aanvaarden. Hij wees daarbij op de groote belangendie daarmede voor Duitschland en voor het Pruisische Koningshuisgemoeid waren. Eon Duitsch Vorst zoude de handelsbetrekkingen tusschenDuitschland en Spanje krachtig kunnen bevorderen, de dynastic derHohenzollerns zoude in geheel Duitschland in aanzien rijzen, daaren-tegen zoude de afwijzing der kroon de Spanjaarden zeer diep grieven.Eindelijk beweerde hij nog, dat men in Frankrijk bet als eon zaak vangroot belang zoude beschouwen, dat door de keuze van den Prins vanHohenzollern zoowel de vooruitzichten der aanhangers van de candidatuurvan den Hertog van Montpensier als die van den republikeinschenregeeringsvorm voor good werden verijdeld. Deze redeneering, dienatuurlijk berekend was op de eigenaardige denkwijze van den Koning,wien de room van zijn huis zeer aan het hart lag, maar die handhavingvan den vrede begeerde, miste haar doel geheel. Koning Willem ver-klaarde zich beslist tegen de zaak; hij erkende evenwel dat de Prinsvolkomen vrij was om tegen zijnen zin de kroon aan to nemen , maarhij ontried het hem zeer ernstig. Toon doze besloten had zich naar dienraad to gedragen , word or nog eon poging beproefd bij zijnen jongstenbrooder, Prins Frederik van Hohenzollern, maar doze mislukte eveneens.

Prim verloor echter den mood niet, Bismarck gaf hem den wenkom de Pruisische regeering on den Koning verder geheel buiten de zaakto laten en lid horn verstaan dat een goede uitslag wellicht nog ver-kregen kon worden door onmiddellijke onderhandeling met den Prins.Nadat Prim zich de zekerheid had verschaft, dat de meerderheid derCortes voor den Prins van Hohenzollern was, vaardigde hij, toen dozein Juni 1870 zich te Sigmaringen bij zijnen vader ophield, Salazar ander-

Page 469: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

457

maal tot hem af. Waarschijnlijk had Bismarck's invloed op de beide vorstengewerkt. De vroegere bezwaren schenen te zijn opgelost. Prins Leopoldgaf zijne toestemming, zonder medeweten van den Koning van Pruisendie geheel buiten de zaak werd gehouden.

Prim had gehoopt de keuze van den Koning door de Cortes te doenplaats hebben dadelijk nadat hij de zekerheid had dat de Prins vanHohenzollern de kroon zoude aannemen. Toen hij echter de goedetijding uit Sigmaringen ontving, waren de Cortes juist voor zomervacantieuiteengegaan om eerst in November weder samen te komen. Het werdnu onmogelijk de zaak langer geheim te houden; men kon de Cortesmoeielijk tot een buitengewone bijeenkomst oproepen, zonder openbaar-heid te geven aan het voorstel dat lyunne samenkomst noodzakelijkmaakte. Deze bijeenkomst werd nu bepaald op 20 Juli, met vermeldingvan haar doel, om namelijk den door de Regeering voorgestelden candi-daat, Prins Leopold van Hohenzollern, tot Koning te verkiezen.

Dit bericht verraste de geheele wereld, men had herhaaldelijk hetgerucht van een Hohenzollernsche candidatuur voor den Spaanschentroon in de groote Europeesche dagbladen kunnen lezen, maar was tenslotte aan deze geruchten alle geloof gaan ontzeggen, nadat zij telkenmale waren gelogenstraft. Instinktmatig voelde iedereen dat de verkiezingvan den Duitschen Prins in Frankrijk een hoogst ongunstigen indrukmoest maken. Niemand verbaasde er zich dan ook over, dat in deFransche dagbladpers eel' storm opstak die het geheele land in hevigeberoering bracht. Zooals het onder dergelijke omstandigheden in allelanden, en vooral in Frankrijk, pleegt to gaan, zwegen de gematigdenen vredelievenden en hadden de heethoofden het hoogste woord. Naalle beleedigingen die Frankrijk waren aangedaan, — zoo heette het —na alle verongelijkingen die het door de onoprechte staatkunde vanBismarck had moeten lijden, was thans het oogenblik aangebroken datrekenschap van dit alles moest worden gevraagd. Naast het gevoel vangekwetsten nationalen trots hadden ook de grieven tegen het beleid derregeering grooten invloed op de openbare meening. De rechterzijdeder Kamer die den val van het stelsel der persoonlijke regeering vanden Keizer zeer stork betreurde en de linkerzijde die het 011ivierniet kon vergeven dat hij zich bij het Keizerrijk had aangesloten, lieten

') Door een onverklaarbare onachtzaamheid is de naam van dezen staatsmantot nog toe steeds verkeerd gedrukt en wel met een 1.

Page 470: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

458

zich beide heftig tegen het ministerie uit, dat, naar met verontwaardigingwerd uitgebazuind, zich op de jammerlijkste wijze had laten om dentuin leiden en niets had bespeurd van den door Prim en Bismarckberaamden aanslag op Frankrijks aanzien als groote mogendheid. Dealgemeene stemming in Frankrijk was daarenboven in den laatsten tijdvoortdurend oorlogzuchtiger geworden. In de onmiddellijke omgevingvan den Keizer gaven hooggeplaatste officieren den toon aan, zij warenor van overtuigd, dat het Fransche leger na de laatste hervormingenin alle opzichten tegen !let Pruisische was opgewassen, en al mochtde Keizer ook somtijds huiverig worden wanneer over de mogelijkheidvan een oorlog werd gesproken, bij de Keizerin bestond de vaste over-tuiging dat het Keizerrijk van lieverlede zoude dalen en ten slottesmadelijk ondergaan, indien niet een zegepraal over den verwinnaarvan Sadowa het zijn verbleekten luister teruggaf. Zelfs de radicalenwenschten den oorlog; groot yertrouwen in het leger hadden zij niet,maar de eerste tegenspoed zoude het keizerlijk bewind doen vallende republiek was volgens de oude overleveringen onoverwinnelijk. Riepmen het geheele yolk op tot verdediging van het vaderland, dan zouden,als in 1793 en volgende jaren, de republikeinsche legers den Franschenkrijgsroem voorzeker weder door de geheele wereld doen schitteren.

Zoo stond de regeering plotseling tegenover eon zoo sterk opbruisendebeweging, dat een bij uitstek standvastig beleid noodig was om zichniet te laten medesleepen. 011ivier wenschte den vrede te behouden, zoolang dit met de waardigheid van Frankrijk bestaanbaar was, maar Gramont,de minister van Buitenlandsche Zaken, was in zijn hart niet afkeerig vanden oorlog. Hij was een man van weinig doorzicht, hartstochtelijk vijandvan Pruisen en Bismarck, en gedurende zijn verblijf als ambassadeurto Weenen door gebrekkige waarneming in den waan geraakt dat, als ereen oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen uitbrak, Oostenrijk zich zoudehaasten om de gelegenheid aan te grijpen voor wederwraak op zijnen vijandvan 1866. In het voorjaar van 1870 was eon Fransch hoofdofficierLebrun met con geheime zending naar Weenen belast geweest, hij hadaldaar met den opperbevelhebber van het Oostenrijksche leger, Aarts-hertog Albrecht, den overwinnaar van Custozza, besprekingen gevoerdover een gezamenlijken veldtocht tegen Pruisen; later was de Aartshertogzelf in Parijs geweest, en hoewel het bij doze geheime onderhandelingenvoldoende gebleken was dat Keizer Frans Jozef niet dan in de uiterstenoodzakelijkheid zijn land aan eon nieuwen oorlog zoude willen doen

Page 471: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

459

deelnemen, rekende men toch aan het Department van BuitenlandscheZaken te Parijs er vast op, dat men Oostenrijk als bondgenoot aanzijne zijde zoude hebben.

Op het oogenblik dat de storm uitbrak waren verschillende vorsten,staatslieden en diplomaten reeds in het genot van hunne zomerrust.De Koning van Pruisen was te Ems, waar hij jaarlijks een badkuurdeed. Bismarck was op zijn buitengoed te Varzin, de Fransche ambas-sadeur te Berlijn, Graaf Benedetti, in een Zuid-Duitsche badplaats. DeFransche regeering was begonnen met dadelijk inlichtingen te vragente Berlijn en te Madrid. Prim antwoordde, dat zoo de Prins vanHohenzollern hem meldde dat er bezwaren bij hem waren gerezenomdat zijne candidatuur bij den Koning van Pruisen tegenstand ont-moette, hij hem het terugtreden gemakkelijk zoude maken. In Berlijnvernam de Fransche zaakgelastigde van den waarnemenden minister vanBuitenlandsche Zaken het wachtwoord , dat aan dezen door 13ismarckwas gegeven : de Pruisische regeering staat geheel buiten de zaak enweet van niets. De Fransche regeering achtte nu het oogenblik ge-komen om zich tot Koning Willem zelf te wenden en Benedetti ontvingdan ook den last zich naar Ems te begeven, om te trachten van denKoning de verklaring te verkrijgen, dat hij de aanneming van deSpaansche Kroon door den Prins van Hohenzollern afkeurde en detoezegging, dat hij hem zoude gelasten op zijn besluit terug te komen.Intusschen kookte het reeds in de Fransche Kamer, de regeering werddoor een interpellatie gedwongen, om eenige opheldering te geven. Zijdeed dit in zeer kalme bewoordingen en verzocht de Kamer om voorhet oogenblik de beraadslagingen over deze zaak nit te stellen, marzij had niet kunnen nalaten, om onder den drang der sterk geprikkeldeopenbare meening, eene verklaring aan hare uiteenzetting van den toe-stand toe te voegen die een niet te ontkennen oorlogzuchtig karakter haden in Duitschland terecht reeds dadelijk groote gevoeligheid opwekte.

De besprekingen tusschen den Koning van Pruisen en den Franschenambassadeur te Ems hadden een weinig bevredigenden uitslag. DeKoning weigerde om aan den Prins van Hohenzollern te gelasten opzijne aanneming van de Kroon terug te komen en verklaarde dat hijzijnen neef geheel vrij wilde laten. De Fransche regeering was derhalvein de onmogelijkheid om de opgezweepte openbare meening tot bedarente brengen. In Madrid was men inmiddels meer en meer onder denindruk geraakt van den ernstigen toestand die door de Hohenzollernsche

Page 472: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

460

candidatuur dreigde te ontstaan. Serrano, de regent, begon in te ziendat een oorlog met Frankrijk onvermijdelijk zoude zijn indien men detroonsbeklimming van den Duitschen Vorst doorzette. Onder dezeomstandigheden was men zeer geneigd den Prins van Hohenzollern inbedenking te geven om zijn woord terug te nemen. Be oude vorst vanHohenzollern zag nu ook in, dat de onberaden stap van zijn zoon eenEuropeeschen oorlog kon veroorzaken en dat wellicht de kroon vanSpanje hem dan toch zoude ontgaan. Vooral onder den invloed van denRumeenschen gezant te Parijs, Strat, die naar Sigmaringen was gegaanom hem de verbittering die in Frankrijk heerschte ernstig voor tohouden , besloot hij zijnerzijds alles te doen om het uitbreken van eenoorlog te verhoeden. Hij zond een telegram aan Prim, waarbij hij ver-klaarde dat zijn zoon van de Spaansche kroon afzag.

Een oogenblik scheen het dat nu de vrede zoude bewaard blijven,en hiervoor bestond zeker voldoende aanleiding. Had de Franscheregeering zich toch met de behaalde overwinning willen vergenoegen —en een overwinning was het ongetwijfeld, want men had alles verkregenwat men wenschte dan zoude binnen weinig dagen de rust in Europazijn teruggekeerd, maar ongelukkigerwijze dreef in de Fransche Kameren bij de Parijsche bevolking de oorlogzuchtige stemming boven. Eender vurigste voorstanders van den oorlog kondigde in de Kamer eeninterpellatie aan, waarbij gevraagd werd, welke waarborgen geeischt warenof zouden worden geeischt tegen het voortdurend terugkeeren van ver-wikkelingen met Pruisen. De dagbladpers juichte vrij eenstenimig dezeinterpellatie toe. Be terugtred van den Prins van Hohenzollern — zoowerd geschetterd — beteekende niets, hij was niet eens door de Prui-sische regeering officieel aangekondigd , het was zelfs niet onmogelijkdat de verklarinatp van den vader door den zoon zoude worden te nietgedaan , er moesten dus waarborgen door den Pruisischen Koning wordengegeven dat een candidatuur zoo grievend voor het Fransche nationalegevoel in het vervolg nooit meer gesteld zoude worden. Be Keizer, , dieaanvankelijk zijne blijdschap had uitgesproken over den bevredigendenuitslag dien zijne ministers hadden verkregen, begon onder den invloedvan zijne oorlogzuchtige gemalin en van de officieren zijner hof hou-ding weder te aarzelen. Op 13 Juli, den dag nadat de afstand van denPrins was bekend geworden, was een ministerraad bijeengeroepen, waarinde gedragsliju der regeering naar aanleiding van deze belangrijke ge-beurtenis zoude worden bepaald, maar toen Gramont in den namiddag

Page 473: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

461

van 12 Juli to St. Cloud bij den Keizer kwam, werd, buiten wetender andere ministers, besloten dat Benedetti aan den Koning vanPruisen zoude vragen, of hij den afstand van den Prins van Hohen-zollern goedkeurde en de verzekering wilde geven dat hij in 't vervolgzijne goedkeuring aan het wederom stellen van doze eandidatuur zoudeonthouden. Door dezen onbezonnen stap van den Keizer en zijnen doorde oorlogzuchtige stemming zijner omgeying medegesleepten ministervan Buitenlandsche Zaken werd de oorlog onvermijdelijk.

Benedetti , die in den nacht van 12 op 13 Juli dezen last van zijneregeering had ontvangen , haastte zich des morgens vroeg oin eenaudientie bij den Koning te vragen. Deze was echter reeds op zijnemorgenwandeling naar de bron. Terwijl de Fransche ambassadeur zichonder de wandelende badgasten bewoog, merkte de Koning hem op enbegon een gesprek met hem. Benedetti maakte van deze gelegenheidgebruik om zijnen last uit to voeren. De Koning die nog Been onmid-dellijk bericht van zijnen bloedverwant over den afstand van de troon-candidatuur had ontvangen, was zeer verrast door de hem gedane vraagwaarop hij volstrekt niet was voorbereid. Hij antwoordde, dat het besluitvan den Prins van Hohenzollern hem nog niet door dezen was mede-gedeeld, en dat hij zich onmogelijk kon yerbinden om in elk geval enonder alle omstandigheden de verplichting op zich to nemen die vanhem geeischt werd. Hij woes er zeer terecht op, dat het een onaanneme-lijke eisch was om voor een bepaalde zaak zijne vrijheid van handelenvoor altijd op to geven. Nadat de Koning en de ambassadeur eenigeminuten in den meest hoffelijken toon van gedachten gewisseld hadden,namen zij afscheid van elkander; het laatste woord van den Koningwas, dat hij het betreurde aan het nieuwe en onverwachte verzoek datde ambassadeur hem had gedaan niet te kunnen voldoen. Toen in dennamiddag het bericht uit Sigmaringen aankwam, dat Prins Leopold dekroon geweigerd had, zond de Koning zijnen adjudant aan Benedettiom hem hiervan mededeeling to doen en tevens to verklaren dat hij dehandeling van den Prins goedkeurde. De Fransche ambassadeur herhaaldenu zijn des morgens gedane verzoek en vroeg, op grond van een naderbericht van Gramont, audientie bij den Koning om het nogmaals tokunnen toelichten. De Koning weigerde echter den ambassadeur toontvangeu en verklaarde, dat wat hij hem des morgens op de wande-ling had gezegd zijn laatste woord in de zaak was geweest. Benedettidrong niet verder aan, maar vroeg alleen, daar hij Ems ging verlaten,

Page 474: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

462

om door den Koning te worden ontvangen in een afscheidsaudientie.Zij werd hem den volgenden dag aan het station te Ems verleend, bijwelke gelegenheid de Koning herhaalde dat hij niets meer kon zeggenen dat de zaak verder met zijne ministers moest behandeld worden.

Bismarck had rustig te Varzin, zijn landgoed in Achter-Pommeren,de uitbaisting afgewacht. Then Gramont zijne eerste verklaring in deKamer had afgelegd , achtte Bismarck reeds dat er alle aanleiding wasom tot militaire maatregelen over te gaan; hij verliet Varzin dan ook12 Juli met het voornemen om zich naar Ems te begeven en ontveinsdeniet, dat hij ging om den oorlog voor te bereiden. Te Berlijn aan-gekomen ontving hij het bericht van de onderhandelingen van denKoning met Benedetti, die hem zeer verontrustten, te meer toen hijvernam dat Koningin Augusta, de heftige tegenstandster zijner staat-kunde, nit Coblenz, waar zij gewoonlijk den zomer doorbracht, eenbezoek aan den Koning had gebracht. Aan tafel zittende met Roonen Moltke, werd hem de tijding gebracht dat de Prins von Hohen-zollern op zijue aanvaarding der candidatuur was teruggekomen. Numaakte verslagenheid zich geheel van hem meester, hij gaf zijn planom naar Ems te gaan op, meldde aan zijne huisgenooten te Varzinzijne spoedige terugkomst en maakte zich gereed zijn ontslag te vragen.Op den volgenden dag, wederom met Roon en Moltke aan het middag-maal zittende, in zeer gedrukte stemming, werd hem een draadberichtnit Ems gebracht, het verhaal behelzende van de vruchtelooze pogin-gen van Benedetti; de Keizer, zoo luidde het slot, laat het aan Uover of deze nieuwe eisch van Benedetti en de weigering daarvan aanonze gezanten en aan de pers moet worden medegedeeld. Aanvankelijkverstoord over de voortzetting der onderhandelingen, kwara Bismarckna lezing der slotwoorden tot het besef dat nu de mogelijkheid niet wasuitgesloten om, door openbaarmaking van het bericht, Frankrijk in denoodzakelijkheid te brengen om den oorlog te verklaren. Toen Moltkehem de verzekering had gegeven, dat een zoo snel mogelijk uitbrekenvan den oorlog voor Duitschland voordeelig zoude zijn, maakte Bismarckeen uittreksel uit het hem toegezonden bericht voor de pers en voorde gezanten, waarin wel geen onjuistheid voorkwam, maar de geheeletoedracht van zaken zoodanig werd voorgesteld, dat het den schijn hadalsof de Koning, verontwaardigd over de uittartende houding van denambassadeur, op hooghartige wijze dezen had afgescheept. Deze mede-deeling , zoo zeide Bismarck aan zijne gasten, zal de roode lap zijn

Page 475: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

463

die den Franschen stier geheel dol zal makes. Frankrijk zal ons denoorlog verklaren en wij zullen de aangeva]lenen zijn. De beide generaals,the niets liever wenschten dan den oorlog met Frankrijk, waren in dehoogste mate voldaan en Moltke riep in geestdrift uit : wanneer ik indezen oorlog de troepen nog zal mogen aanvoeren, dan mag de doodmij dadelijk na den afloop wegnemen ! Toen het bericht van Bismarckdienzelfden avond door de dagbladen in Berlijn en spoedig in de ge-heele wereld bekend was geworden, voelde iedereen dat de hoop op eenvredelievende oplossing der bestaande verwikkeling tusschen Frankrijken Pruisen voor goed vervlogen was.

In Parijs steeg de opgewondenheid der gemoederen tot het hoogstepunt. Geen regeering zoude den oorlog meer hebben kunnen tegen-houden. In een ministerraad onder voorzitting van den Keizer werddan ook eenstemmig tot het oproepen der reserves besloten , wat meteen oorlogsverklaring gelijk stood. Daarna deden zich bij den Keizeren enkele ministers nog aarzelingen voor, de Keizer bleef zelfs tot hetallerlaatste oogenblik nog plannen beramen orn door een EuropeeschCongres , een zijner telkens terugkeerende lievelingsdenkbeelden, denoorlog te verhoeden.

Den M en Juli moesten de Kamer en de Senaat hunne beslissingnemen. In de Kamer werd nog een ernstige waarschuwing vernomen.Toen de wetsvoorstellen tot het nemen van maatregelen voor denoorlog noodzakelijk, buitengewone credieten voor oorlog en marine,oproeping der garde mobile en vrijwillige indiensttreding gedurende denoorlog, in de Kamer aan de orde kwamen, verhief zich Thiers van zijnezitplaats orn de staatkunde der regeering te bestrijden. Zij had naarzijne meening niet dadelijk uittartend moeten optreden en in elk gevaltevreden moeten zijn geweest met den afstand van den Prins vanHohenzollern. Yoorts deed zij verkeerd met thans door hare voorstellende opgewonden gemoederen nog sterker to prikkelen in plaats vanzich in stilte te wapenen en aan Europa de gelegenheid te geven omtusschen beide te komen.

011ivier beantwoordde Thiers en gebruikte bij deze gelegenheid eennitdrukking, die als een onvergankelijke smet op zijnen naam als staats-man is blijven kleven. Hij was altijd voorstander van het behoud vanden vrede geweest en had, na ook in de laatste verwikkelingen zich beijverdto hebben om den oorlog te voorkomen, zich door den loop der omstandig-heden en door zijne omgeving laten medesleepen. Na zich zelf de overtui-

Page 476: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

464

ging te hebben opgedrongen, dat hij niet andel's had kunnen handelen wilde hij aan de Kamer de verzekering geven dat geen gewetenswroeging

hem plaagde, dat hij met een onbezwaard gemoed den oorlog aanvaardde.

Hij gebruikte hiervoor de zeer ongelukkige uitdrukking "Ie coeur legeI''' die eerlang, na den jammerlijken uitslag van den oorlog, hem als een vlijmend verwijt door het ]<lransche volk naar het hoofd werd terug­

geslingerd. N adat de regeeringsvoorstellen met bijna algemeene stemmen waren

aangenomen vulgde de oorlogsverklaring aan Pruisen op 19 J uli.

Uitbreken Toen Koning Willem, in den a yond van den 15en J uli, uit Ems

d van 1 te BerliJ'n aankwam werd hij aldaar met onstuimige gcestdrift ont-en oor og. ~

Stemming in vangen. De Kroonprins en Bismarck waren aan het station en decl-Europa. den den Koning de laatste berichten uit Parijs mede, waarop deze

dadelijk de mobilisatie van het geheele Duitsche leger gelastte. Zoodra dit bekend was geworden, kende de opgewondenheid del' Berlijnsche

bevolking geen palen. Onder oorverdoovend gejuich, door het zingen van volksliederen afgebroken, verdrong zich een ontelbare menigte voor het Koninklijk paleis, die den Koning zoodra hij zich voor een del' vensters vertoonde luide begroette en eerst tegen I] uur uiteen ging nadat een officier namens den Koning om stilte had verzocht omdat er krijgsraad in het paleis zoude worden gehouden. 'l'oen in geheel Noord­Duitschland de mobilisatie was afgekondigd, ontstond er een beweging die eenigermate die van 18] 3 in herinnering riep. De haat tegen den Franschen erfvijand ontwaakte in alle gemoederen; in tegenstelling met wat in 1866 was geschied, we I'd deze oorlog in aIle standen del' maat­

schappij en door aIle partijen als een noodzakelijke verdedigingsstrijd besehou wd, als een heilige plicht het Duitsche yolk opgelegd om zijne zoolang begeerde staatkundige eenheid te kunnen verkrijgen. Uit Noorel­Duitschlanel sloeg deze vaderIandslievende beweging naar Zuiel-Duitseh­lanel over. In Munchen, Stuttgart, Oarlsruhe en Darmstadt hadden

volksvergaeleringen plaats, waarin de deelneming aan den grooten kam p­strijd zoo onelubbelzinnig werd geeischt dat de regeeringen, al had den

zij ook anders gewild, onmachtig zouden zijn geweest om zich tegen

den luidruchtig uitgesproken volkswil te verzetten. De Beijersche

regeering, aan welker hoofd onlangs Graaf Bray was geplaatst, ver­

klaarde niettegenstaande den tegenstand der nltramontaansche partij,

met welke zij op go eden voet stonel, dat zij zich aan het verbond met

Page 477: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

465

Pruisen hield en in het geval dat de Kamer zich voor het behoudder neutraliteit uitsprak, haar ontslag zoude nemen. Het werd echteralgemeen geloofd, dat de Koning, die Duitschgezind was, dan deneenige maanden vroeger afgetreden minister Hohenlohe zoude hebbenteruggeroepen, die de Kamer zoude hebben ontbonden, en inmiddelsdadelijk den oorlog hebben begonnen.. Met 101 tegen 47 stemmennam de Kamer het voorstel der regeering aan, om buitengewone credietente verleenen voor het geval dat de oorlog onvermijdelijk was. DeEerste Kamer, na een geheime zitting te hebben gehouden, ver-eenigde zich zonder beraadslaging met algemeene stemmen met dezevoorstellen. De mobilisatie van het Beijersche leger had dadelijk hiernaplaats, enkele pogingen der katholieke geestelijkheid om op het plat-teland de bevolking tegen de mobilisatie op te hitsen, worden onverwijldmet kracht onderdrukt. Wurtemberg volgde, hoewel zich ook daaraanvankelijk tegenstand openbaarde. In Baden , dat het eerst voor eenaanval van Fransche zijde bloot lag, was de algemeene geestdrift voorden oorlog bijna even krachtig als in Noord-Duitschland. De deelnemingder drie Zuid-Duitsche Staten aan den oorlog werd, hoewel verwacht,toch natuurlijk in Berlijn met groote blijdschap begroet. De oorlogwas nu een oorlog van geheel Duitschland tegen Frankrijk gewordenen de Duitsche eenheid , die thans feitelijk reeds tot stand was ge-komen, kon als de inzet van den strijd worden beschouwd.

In Oostenrijk was de stemming verdeeld. Onder de Duitsche bevol-king was door de gebeurtenissen van 1866 de wensch naar een eenigDuitschland vervlogen, maw het gevoel van stamverwantschap was tochnog sterk genoeg om het vooruitzicht van aan de zijde van Frankrijktegen Duitschland strijd te voeren zeer weinig aantrekkelijk te maken.

De Hongaren waren, om redenen die wij vroeger vermeldden (bladz. 416),voorstanders eener vriendschappelijke verhouding tegenover Noord-Duitschland. In de regeeringskringen en in het leger bestond nogaltijd de wrevel tegen Pruisen, maar de Keizer was bij uitstek vredelie-vend; de herinnering aan de twee voor Oostenrijk ongelukkige oorlogendie wider zijne regeering hadden plaats gehad, deed hem huiveren voorelken oorlog. Napoleon III had in de laatste jaren er naar gestreefd omeen verbond met Oostenrijk en Italie tegen Pruisen tot stand te brengen,maar men had zich in Weenen tot niets willen verbinden dan tot de toe-zegging dat men geen verbonden met andere mogendhedeu zoude sluitenzonder Frankijk vooraf daarvan in kennis te hebben gesteld. Zoodra

Page 478: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

466

de candidatuur van den Prins van Hohenzollern de mogelijkheid vaneen oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen deed geboren worden, haastteBeast zich om aan de Fransche regeering mede te deelen, dat opeen bondgenootschap met Oostenrijk niet moest gerekend worden endat zelfs het opstellen van een observatie-corps in Boheme, waardoorPruisen genoodzaakt zoude zijn een deel van zijn leger aan de Oosten-rijksche grenzen te houden, volstrekt niet in zijne bedoelingen lag.Gramont had, zooal niet dadelijke deelneming aan den oorlog dan tochzeker dit laatste verwacht en voelde zich bitter teleurgesteld door dezemisrekening , die hem, zoo hij zich de ervaring, gedurende zijn verblijfte Weenen als ambassadeur opgedaan, had weten ten nutte te makenvoorzeker zoude zijn gespaard geworden.

Behalve de persoonlijke zienswijze des Keizers , de stemming derbevolking en de binnenlandsche staatkunde, waarbij de toestand der schat-kist bovenal in aanmerking kwam, was er voor de Oostenrijksche regee-ring nog een andere zeer gewiehtige beweegreden die haar tot hetbewaren eener strikte neutraliteit noopte. Rusland's verhouding totDuitschland was nog altijd bij uitstek vriendschappelijk, de Czaar hadde Hohenzollernsche candidatuur afgekeurd, maar was er zeer over ver-gramd dat Frankrijk, nadat die candidatuur was ingetrokken zich nietvoldaan had getoond. Indien een der Europeesche mogendheden Frank-rijk te hulp kwam was de kans groot, dat de Czaar zich aan de zijdevan Duitschland zoude scharen en hij zoude dit ongetwijfeld doenindien doze mogendheid Oostenrijk was, waarop men te Petersburgsedert den Krimoorlog zeer gebeten was en dat later, ook bij gelegen-heid van den Poolschen opstand, niet altijd een gedragslijn had gevolgddie Rusland aangenaam was geweest. Te Weenen was dit geen geheimen Beast, die zelf reeds vergeefsche pogingen had gedaan om Rus-land meer vriendschappelijk te stemmen, wist volkomen good dat elkeaan Duitschland vijandige handeling zijnerzijds, onmiddellijk den ooste-lijken nabuur nit zijne tent zoude doen treden. Hij besloot dus voor-loopig de onzijdigheid in acht te nemen en verder den loop dergebeurtenissen af te wachten. Italie deed hetzelfde. Koning VictorEmanuel was aanvankelijk geneigd den Keizer van Frankrijk bij tespringen. De herinneringen aan den oorlog van 1859 waren altijdlevendig gebleven in zijn gemoed, dat meer vatbaar was voor opwellin-gen dan voor kalme overweging. Indien Napoleon III — wat Beustdezen schijnt te hebben geraden — hem had toegezegd Rome te zullen oat-

Page 479: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

467

ruimen met de volledige vrijheid het met zijne troepen te bezetten, danzouden wellicht Victor Emanuel's ministers, Lanza en Sella in eenbondgenootschap met Frankrijk bewilligd hebben, maar de Keizerin enGramont wilden in geen geval den Pans opofferen, en Napoleon IIIliet zich overreden om aan den Koning van Italie de bepalingen vanhet Septemberverdrag van 1864 als voorwaarde voor het vertrek derFransche troepen uit Rome voor te stellen. De Italiaansche ministers,die toch reeds uit geldelijke en krijgskundige overwegingen zeer sterktegen deelneming aan den oorlog waren, verklaarden openhartig aan denKoning, dat zij voor een hernieuwing van het September verdrag methet oog op de stemming van het Italiaansche yolk de verantwoorde-lijkheid niet durfden aanvaarden en de Koning begreep ten slotte datde onzijdigheid voor Italie de eenig mogelijke staatkunde was.

Dat ook Engeland onzijdig bled sprak vanzelf. Bij het uitbreken vanden oorlog was evenwel de stemming in Engeland eerder gunstig voorFrankrijk dan voor Duitschland. Hierin kwam wel eenige veranderingtoen Bismarck het ontwerp van een geheim traktaat liet openbaar maken,eigenhandig geschreven door den Franschen ambassadeur te Berlijn,Benedetti, in de dagen na den vrede van Nikolsburg, zooals wij reedsverhaald hebben (biz. 227). Dit ontwerp, dat Pruisen's goedkeuringvan de annexatie van Belgie door Frankrijk beoogde, maakte in Engeland,waar de onafhankelijkheid van Belgie altijd beschouwd werd als eenzaak waarbij Engelands eer gemoeid was, grooten indruk. Er begon zicheen kleine rimpeling te vertoonen op bet effen vlak der Engelschemaatschappij, die tot nog toe rustig en kalm de groote gebeurtenissen ophet waste land gadesloeg. Gladstone, de eerste minister en Lord Granville,de minister van Buitenlandsche Zaken, beijverden zich om de bezorgdegemoederen gerust te stellen. Zij waren er van overtuigd dat Engelandalleen de onzijdigheid van Belgie niet kon verdedigen, want de ministervan oorlog had een ontkennend antwoord gegeven op de vraag of, zonderbuitengewone maatregelen te nemen, bet mogelijk zoude zijn op stel ensprong een behoorlijke legermacht naar Antwerpen te zenden. Toenbesloot de Engelsche regeering, op Gladstone's voorstel, aan Pruisenen Frankrijk beide een verdrag voor te stellen, waarbij Engeland zichverbond om indien een deter beide mogendheden de onzijdigheid vanBelgie schond, met de andere te zullen samenwerken om die te ver-dedigen, doch geen andere samenwerking te zullen verleenen dan uit-sluitend voor dit doel. Te Berlijn werd dit voorstel dadelijk aange-

Page 480: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

468

nomen , te Parijs aarzelde men aanvankelijk. Na de eerste nederlagenging men echter tot onderteekening van dit verdrag over.

De onbesuisde handelwijze der Fransche regeering , die er op scheente wijzen dat men den oorlog zoo spoedig mogelijk wilde beginnen,had de Duitschers in den waan gebracht dat men in Frankrijk geheelgereed was voor een inval in Duitschland. In de plannen van den Duitschenopperbevelhebber had dit echter geen verandering gebracht; de troepenwerden, geheel volgens de voorschriften, in het binnenland gemobiliseerd,terwijl een kleine macht aan de grenzen werd opgesteld om op allebewegingen van den vijand acht te kunnen geven. Van een oversehrij-ding der grenzen door de Franschen kwam evenwel niets, er werd alleeneon verkenning gedaan in tegenwoordigheid van den Keizer en denKroonprins over de grenzen, waarbij Saarbrfick word bezet en weder ver-laten. Dit geheel onbeteekenende wapenfeit moest vooral dienen om deParijzenaars te doen gelooven dat men gereed was om het land vanden vijand binnen to trekken. In waarheid was dit echter niet het geval.

In tegenstelling met Duitschland , waar de verschillende legerafdee-lingen op volle sterkte werden gebracht on daarna volgens een wel-geordend plan door de spoortreinen naar de grenzen werden vervoerd,had men in Frankrijk de onvoltallige corpsen dadelijk naar de grenzengezonden. De opgeroepen soldaten moesten zich dus naar hunne corpsenbegeven zonder vooraf te weten waar die waren. Dit veroorzaakteonbeschrijfelijke verwarring on groot tijdverlies. Daarbij was voor hetonderhoud van het leger slecht gezorgd , de magazijnen in de grens-vestingen waren schier ledig, de intendancedienst was gebrekkig ingericht.Er ontstond spoedig een groote wanorde overal waar Fransche troepenvereenigd werden, zoodat vooreerst aan geen aanvallend optreden kongedacht worden, men moest nog zooveel regelen voor dat men gereedwas, dat de Duitschers hierdoor de gelegenheid kregen den strijd opFransch grondgebied te beginnen en daarheen over te brengen. Dityerschafte hun nog eon voordeel waarop zij niet gerekend hadden; deFransche staf had met het oog op zijn plan voor den veldtocht,dat een inval in Duitschland beoogde, teneinde aanstonds de Zuid-Duitsche Staten van het Noorden af to snijden , aan de bevelheb-bende officieren alleen kaarten van het Duitsche grensland uitgereikt.Toen nu de strijd, tegen de gekoesterde verwachtingen, op Fransch grondge-bied begon, ontbrak het aan kaarten; vandaar voortdurende vergissingenbij de bewegingen van de legerafdeelingen. Dit was eon der oorzaken van

Page 481: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

469

de voor het Fransche leger noodlottige omstandigheid, dat het bijna overalmet een vijand te doen had die in getalsterkte verreweg zijn meerdere was.

Frankrijk had boven Duitschland voor, dat het een veel sterkerzeemacht had. Het lag in de plannen der regeering hiervan partijte trekken door een landing in Noord-Duitschland. Men had dear-toe gerekend op de medewerking van Denemarken , wear de oudehaat tegen Duitschland, door den Sleeswijk-Holsteinschen oorlog sterkaangevuurd, nog altijd voortleefde. Met hulp van het Deensche legerzoude een Fransche landingsdivisie aan den Oostzeekant een inval inPruisen kunnen doen en er de hoofdstad bedreigen , waardoor de Duit-schers gedwongen zouden worden om een aanzienlijke legermacht totverdediging van Berlijn aan de kust op te stellen. Nadat echter Pruisente Kopenhagen had doen verklaren, dat bij de eerste vijandige bewegingvan Deensche zijde Jutland door Pruisische troepen zoude bezet wordenen ook Rusland en Engeland de Deensche regeering ernstig haddengewaarschuwd tegen deelneming aan den oorlog, besloot KoningChristiaan zich onzijdig te houden. Een buitengewoon gezant vanFrankrijk kwam te Kopenhagen met voorstellen aan toen dit besluitreeds genomen was, en de spoedig gevolgde overwinningen der Duitschersschonken den Koning voldoening over zijn genomen besluit en versterk-ten hem in zijn voornemen om daarin te volharden. De Fransche vloot,zonder landingsdivisie aan boord, moest zich bepalen tot het blokkeerender Duitsche havens en het nemen van Duitsche koopvaardijschepen.

Het eerste ernstige treffen in den Fransch-Duitschen oorlog had pleats Eerate krijgs-

op 4 Augustus. Staatkundige overwegingen hadden het raadzaam ge- bedrijven.

maakt dat de Zuid-Duitsche troepen aan het eerste krijgsbedrijf eenwerkzaam aandeel zouden nemen. Dit moest op de vaderlandsche stem-ming in de Zuidelijke staten een gunstige uitwerking hebben en tegelijkeen openlijk bewijs zijn dat door het Pruisische legerbestuur vertrouwenword gesteld in de Beijersche en Wurtembergsche soldaten, wier onge-lukkig optreden in den oorlog van 1866 aanleiding had gegeven totzeer ongunstige beoordeeling en zelfs tot spot. De Zuid-Duitschetroepen waren met twee Pruisische legerafdeelingen vereenigd tot eencorps, dat onder bevel van den Kroonprins van Pruisen stolid en aanden linkervleugel was geplaatst van de groote Duitsche legermacht,die van de Luxemburgsche grenzen tot aan den Rijn de grenzen vanFrankrijk bedreigde. De eerste aanval was gericht op het Fransche

Page 482: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

470

grensstadje Weissenburg, waar zich den dag te voren een vooruit-geschoven divisie van het Fransche leger onder den generaal Douayhad vertoond. Deze werd onverhoeds door cell groote overmacht over-vallen en, daar zij geen bijstand kon erlangen wegens den grootenafstand die haar van het Fransche hoofdleger scheidde, geheel en alverslagen. Haar aanvoerder sneuvelde reeds een uur na den aanvangvan den strijd. Be Beijeren en Wurtembergers hidden zich goed, ook deFranschen streden met grooten moed tegen de steeds aangroeiende over-macht ; het verlies was aan beide zijden groot, de Duitschers verloren1550 man, waaronder 90 officieren , de Franschen bijna evenveel, maardaarenboven een aantal gevangenen, waaronder het bataillon dat de stadWeissenburg had bezet gehouden en niet spoedig genoeg had kunnenterugtrekken.

Be Maarschalk Mac Mahon, die de Fransche troepen in den Elzasonder zijne bevelen had, haastte zich, na den uitslag van het ongelukkigegevecht te Weissenburg te hebben vernomen, om de invallende leger-macht der Duitschers tegen te houden. Be vraag deed zich bij denopperbevelhebber en zijne hoofdofficieren voor, of men naar de Vogezenzoude terugtrekken en den vijand daar afwachten, dan wel dadelijk slagleveren. Tot het laatste werd besloten en de 7en Augustus voor denaanval bepaald. Ook de Kroonprins had dien dag vastgesteld om zijneaanvallende beweging voort te zetten. Be beide legers waren echterzoo dicht tot elkander genaderd dat reeds den 6e1 Augustus een ontmoe-ting plaats had te Worth. Mac Mahon had gehoopt zooveel mogelijk allelegercorpsen die in de nabijheid waren te vereenigen, ook dat van dengeneraal Failly, dat nog op grooten afstand was en dat eerst 7 Augustuskou aanwezig zijn. Het gemis van deze legerafdeeling verzwakte zijnekrijgsmacht zeer. Be Duitschers daarentegen kondeu al hunne leger-corpsen in den loop van den dag op het slagveld vereenigen. Naarmatehunne overmacht grooter werd, werd de toestand van het Franscheleger hachelijker. In den namiddag werd nog een wanhopige poginggedaan door de Fransche ruiterij om den vijand terug te dringen, maarhet terrein was voor deze beweging zeer ongunstig, de kurassiers diezich voortreffelijk weerden, werden bijna geheel vernietigd. Om vieruren was het Fransche leger in vollen aftocht, het werd spoedig eenordelooze vlucht. 9000 gevangenen , 30 kanonnen en 3000 paardenvielen in handen van den vijand. Het verlies bedroeg meer dan 6000man, waaronder een grout aantal hoofdofficieren. Be chef van den staf

Page 483: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

471

sneuvelde onder de oogen van den maarschalk. De Duitschers, die steedsaanvallers waren geweest en een groote onverschrokkenheid haddengetoond, leden nog zwaarder verlies can dooden en gewonden dan hunnetegenstanders; ongeveer 10000 man, waaronder bijna 500 officieren, warengevallen, zij hadden echter een volkomen overwinning behaald. Op den-zelfden dag had aan de Fransche grens tegenover Saarbruck eenontmoeting plaats tusschen de beide legers die geheel toevallig was. Degeneraal Frossard had na Saarbruck te hebben ontruimdop Fransch gebiedeen zeer sterke stelling op de hoogten van Spicheren ingenomen.De Prnisische generaal Kamecke, die de kracht van zijnen tegenstanderniet kende, beproefde een aanval die niet gelukte. Op het hooren vanhet kanongebulder haastten zich alle Duitsche legercorpsen die in denabijheid waren naar het slagveld. Hadden de Franschen dadelijk eenaanvallende houding aangenornen, dan zouden zij waarschijnlijk, ookdoor de verwarring die in bet Duitsche leger heerschte tengevolge vanhet toevallig samentreffen van allerlei korpsen en het ontbreken van eenheidvan handeling, den vijand nog hebben teruggeworpen. De Fransche bevel-hebber bepaalde zieh echter tot de verdediging zijner stelling. De Duitschesoldaten bestormden met heldenmoed de steile Spicherensche rotswanden,zij ontvingen voortdurend versterking, terwiji, tengevolge van onduide-lijke bevelen, Frossard zonder eenige hnlp bleef. Tegen den avond trokhij terug, al zijne stellingen in handen der Duitschers latende. Dezehadden ontzaggelijke verliezen geleden, 4800 man, 800 man meerclan de Franschen, maar zij hadden nu ook can de Lotharingsche grensvasten voet gekregen op Fransch grondgebied.

Mac Mahon was met zijn zwaar gehavend leger eerst naar Saverneteruggetrokken en vervolgens naar Chalons; hij had de Vogezen ver-laten, zoodat de doortocht door dit gebergte voor de Duitschers openstond, voor zoover die niet op sommige plaatsen door kleine vestingenzooals Phalsburg en Bitch werd belemmerd. Achter de Yogezen vondende Duitschers geen vijand meer. Zij ontvingen nu den last zich meer naarde zijde van Metz to wenden, waar het grootste gedeelte van het Franscheleger zich beyond. De toestand waarin dit verkeerde, was verre vangunstig. Het opperbevel was geheel verbijsterd door den onverwachtentegenspoed. De Keizer, , wiens verzwakte gezondheid door de ver-moeienissen van den veldtocht en door de bezorgdheid over den uitslag,zeer was achteruitgegaan, gevoelde zichzelf onmachtig om longer deleiding der krijgsbedrijven te voeren. Le Boni block meer en meer

31

Page 484: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

472

ongeschikt voor de zware taak hem opgelegd. Gedurende eenige dagenna de slagen van Worth en Spicheren was de besluiteloosheid zoogroot, dat de generaals, die met hunne legerafdeelingen in het veld stonden,volstrekt niet meer wisten hoe te handelen. Elken dag kwamen er wederandere bevelen, de nuttelooze voortdurende heen- en wedermarschen ,waaronder de soldaten zeer leden, verbitterden dezen niet alleen, maardeden hen ook het vertrouwen op hunne bevelhebbers verliezen. DeFransche soldaat, veerkrachtig en onvermoeid zoolang het krijgsgelukhem begunstigt, is bij tegenspoed aanstonds uit het veld geslagen. Ditbleek ook thans, het was moeielijk de geslagen troepen weder het zelf-vertrouwen terug te geven, en in elk geval Meek hiertoe in de eersteplaats uoodig dat er in de regeling van het opperbevel verandering kwam.

Verandering Een beursspeculant had den 5 en Augustus het bericht in Parijs ver-van ministerie

te Part a. spreid, dat Mac Mahon een beslissende overwinning had behaald,waarbij het geheele Duitsche leger in de pan was gehakt. De bevolking,die niet anders verwacht had en die in elk geval een nederlaag derFransche troepen tot de onmogelijkheden rekende, had dit bericht on-voorwaardelijk geloofd en met uitbundig vreugdevertoon begroet. Toeneenige dagen later aan de waarheid der Duitsche overwinningen enaan haar groote beteekenis niet langer kon getwijfeld worden, was deverslagenheid groot. Zooals het in Frankrijk pleegt te gaan, uitte zichdeze verslagenheid dadelijk in bittere verwijten tegen hen die den oorloghadden begonnen en die de troepen hadden aangevoerd. Als eerste offeraan de verbolgen openbare meening moest de regeering vallen. Zij hadbegrepen dat een samenkomst van de volksvertegenwoordiging in degegeven omstandigheden niet achterwege kon blijven; reeds op 9 Augustuswas de Kamer dan ook bijeen. De uiterste linkerzijde had onmiddellijktwee voorstellen gereed. Het eerste had tot doel de volkswapening,het tweede beoogde niets meer of minder dan de schorsing van denKeizer, en strekte tot benoeming van een commissie uit de Kamer diemet de hoogste macht zoude worden bekleed, ten einde den inval vanden vijand tegen te houden. De rechterzijde verlangde voor het oogen-blik alleen den val van het door haar gehate ministerie. Reeds dendag voor de bijeenkomst der Kamer waren er bij de Keizerin, die alsregentes gedurende de afwezigheid van den Keizer de keizerlijke machtuitoefende, pogingen aangewend om haar te bewegen het ministeriete ontslaan; zij verkoos echter de zitting der Kamer of te wachten.

Page 485: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

473

011ivier kwam in deze zitting verklaren dat de geleden nederlagenniet beslissend. waren, Frankrijk was nog in het bezit van zijne natuur-lijke verdedigingslinien en de hulpbronnen voor zijne verdediging warenongerept. Toch stelde hij de algemeene volkswapening voor, , waar-door een nieuw leger van 450 000 man zoude worden gevormd;lioorts verzekerde hij dat alles gereed was voor de verdediging vanParijs en dat de stad van levensmiddelen voorzien was voor eenlangdurig beleg. Deze onzamenhangende en dubbelzinnige verklaring,die tegelijk geruststellend en verontrustend was, maakte in de Kamereen zeer ongunstigen indruk. De regeering werd door een motie vanwantrouwen, voorgesteld door een der leden van de rechterzijde,onmiddellijk afgemaakt.

De Keizerin begreep dat een militair aan het hoofd van het nieuwebewind moest worden geplaatst en vestigde haar blik op den generaalCousin de Montauban, die indertijd in China het Fransche leger hadaangevoerd en na een bij de brug van Palikao behaalde overwinning(bladz. 328) den titel van Graaf van Palikao had ontvangen. Hij werdnit Lyon, waar hij een commando had, aanstonds opontboden envormde oogenblikkelijk een ministerie, waarin alleen mannen van derechterzijde zitting namen. Zoo werd 011ivier's schoone droom van eenvrijzinnig Keizerrijk in een oogwenk vernietigd. De oude richting vanhet persoonlijk bewind kwam schijnbaar weder aan het roer, maar inwerkelijkbeid had het Keizerrijk op de slagvelden van Worth enSpicheren reeds den genadeslag ontvangen. In de zitting der Kamer,waarin het ministerie 011ivier viel, werd door monarchale leden, dietegenstanders van het Keizerrijk waren, een voorstel gedaan orn dengeneraal Trochu, die voor een zeer bekwaam officier gold, maar in deTuilerieen als Orleanist werd geschuwd, aan het hoofd van het ministeriete plaatsen. De republikeinsche leden stelden daartegen hun voorstel omeen commissie van vijftien leden uit en door de Kamer te doen kiezen,die aan het hoofd der zaken zoude worden gesteld gedurende den invaldes vijands. Beide voorstellen waren volmaakt ongrondwettig en strektener eigenlijk toe om Of de macht van den Keizer tot een schaduw terugte brengen Of wel om die tijdelijk geheel te schorsen. Het republi-keinsche voorstel, door Jules Favre verdedigd, verkreeg 53 stemmen.20 stemmen meer dan het ledental der republikeinsche partij. Alletegenstanders van het Keizerrijk schenen het er dos over eens te zijn dathet oogenblik was aangebroken waarop Napoleon III zijne rnacht moest

Page 486: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

474

nederleggen. Onder de voorstanders was de meening bijna algemeen,dat de Keizer in elk geval het opperbevel van het leger aan een man,zoowel geestelijk als lichamelijk krachtiger dan hij, moest overgeven.Tevens veroordeelde men eenstemmig Le Boeuf, wiens onbekwaamheidzoo zeer was gebleken, dat ook buiten het leger iedereen de over-tuiging had dat hij de hoofdschuldige was aan den ondervonden tegen-spoed. Zelfs de Keizerin, die hem zeer genegen was, erkende dat hijonmogelijk aan het hoofd van het leger kon blijven en eischte van zijnevaderlandsliefde, dat hij zich zoude terugtrekken. Trochu en Bazainewaren de twee eenige bevelhebbers in wie het leger nog vertrouwenhad. De laatste werd met het bevel over het leger van den Rhijn, delegermacht die aan de grenzen stond, bekleed. Trochu bleef te Parijsom aan het hoofd van een nieuw te vormeu legercorps te worden ge-plaatst. De Keizer, die niet naar Parijs durfde terugkeeren moest welte Metz bij het leger blijven, waar zijne aanwezigheid , nadat hij hetopperbevel had overgedragen, een vernedering voor hem zelf en eenlast voor zijne omgeving werd.

Krijgs- In het plan voor den veldtocht, zooals het door den Pruisischenbedrijven

Dietz. generalen staf was ontworpen, kwam een belegering van Metz niet voor.Het Duitsche leger zoude dadelijk op Parijs doortrekken en een observa-tiecorps achterlaten ()in de hezetting van Metz in bedwang te houden.Door de bewegingen der Fransche legermacht kwam er echter een wij-ziging in het plan. Toen het bleek dat Bazaine, die met zijne hoofd-macht in de omstreken van Metz gelegerd was, aanstalten maakte om devesting te verlaten en zich met Mac-Mahon te vereenigen, besloten deDuitschers dit plan te verijdelen en te trachten den Franschen veld-heer met zijn gansche leger binnen Metz op to sluiten. Ten einde ditte bewerkstelligen begon het Duitsche leger, op 14 Augustus, een aan-vallende beweging, die gedurende de volgende dagen op verschillendeplaatsen in de omgeving van Metz werd voortgezet en den 1 Sell Augustusmet de volledige bereiking van het beoogde doel eindigde. De reeksgevechten die in deze bloedige week werden geleverd opende met datvan Colombey, ten oosten van Metz, tegen de Fransche troepen die denaftocht naar het westen moesten dekken. Hoewel dit tuevecht met mit-zaggelijk groot verlies voor de Duitschers eindigde en het Franscheleger er alleen door gedwongen werd zich op geringen afstand terugte trekken onder de bescherming van het geschut der vesting, was toch

Page 487: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

475

de uitslag in zoover voordeelig voor de Duitschers dat de aftocht uitMetz er door vertraagd werd. Den volgenden dag trokken de Duitschelegercorpsen den Moezel over en werd de strijd ten westen van Metzvoortgezet. Den 16ea en iSen Augustus hadden hier de slagen vanMars la Tour en Gravelotte plaats. De eerste was bij uitstek bloedig,hij duurde bijna twaalf uren. Van beide zijden word met groote hardnek-kigheid gestreden, de Franschen verloren weinig terrein , doch zagenhun doe! om Metz te verlaten verijdeld. De slag bij Gravelotte, dieonder de oogen van den Koning van Pruisen werd geleverd, was be-slissend. Bazaine werd gedwongen met zijne gansche legermacht naarMetz terug te keeren. Het oogmerk der Duitschers was bereikt, hetFransche leger, van alle zijden ingesloten, kon can de krijgsverrichtingenniet meer deelnemen. Frankrijk's lot was hiermede beslist, het kontegenover de overmacht der Duitschers niets meer in het veld brengendan het geslagen leger van Mac Mahon. De offers die het Duitscheleger moest brengen om dezen gewichtigen uitslag te verkrijgen, warenechter buitengewoon zwaar. Het getal dooden en buiten gevecht ge-stelden bedroeg moor dan 40 000 waaronder meer dan 1700 officieren.Eon aantal bataillons hadden al hunne officieren verloren, en er warenregimenten ruiterij die tot beneden de helft van hunne sterkte warenteruggebracht. Ook de verliezen der Franschen waren zeer zwaar,daar zij echter moor verdedigers dan aanvallers waren geweest onhunne geweren verder droegen, hadden zij minder manschappen verlorendan de Duitschers, zij hadden echter drie duizend gevangenen in handenvan den vijand moeten achterlaten, het aantal Duitsche krijgsgevangenenbedroeg slechts eenige honderden.

Napoleon III had Metz nog kunnen verlaten voor dat de insluiting Sedan.

haar volledig beslag had gekregen. Hij had den nacht van 15 op 16Augustus in de dorpsherberg van Gravelotte doorgebracht en was's morgens vertrokken met zijnen zoon, den jeugdigen Kroonprins onzijnen neef, Prins Napoleon. In den avond van 16 Augustus kwamenzij in de legerplaats bij Chalons aan, waar sints lange jaren de jaar-lijksche krijgsoefeningen van het Fransche leger plaats hadden.

Eenige uren na hen verschenen daar ook Mac Mahon, die or zichmet de overblijfselen van ziju geslagen leger terugtrok en Trochu,die nit Parijs kwam om zich can het hoofd van het nieuwe leger-corps te plaatsen dat in de legerplaats moest gevormd worden. De

Page 488: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

476

geest onder de soldaten was zeer slecht, gehoorzaamheid en tucht warenzoo goed als verdwenen , terwijl de aanwezigheid van een deel derParijsche burgerwacht (garde nationale) die zich tot luidruchtigen tolkmaakte van de ontevreden en oproerige stemming in de hoofdstad,het herstel van een ordelijken toestand niet weinig belemmerde. Op den17e" Augustus werd een krijgsraad gehouden onder voorzitterschap vanden Keizer, die door de gebeurtenissen der laatste weken geheel terneder geslagen was. Prins Napoleon, die tegen den oorlog was geweesten ook geen commando in het leger had, bepleitte den onmiddellijkenterugkeer van den Keizer naar Parijs. Hij merkte zeer terecht op, datnu de Keizer het opperbevel over het leger aan Bazaine had °verge-dragen ; hij noodzakelijk de regeering, die gedurende zijne afwezigheidals hoofd der troepen aan de Keizerin was toevertrouwd, wederomop zich moest nemen en daartoe ijlings moest terugkeeren naar Parijs,waarvan hij de verdediging aan Trochu, die het vertrouwen der bevol-king bezat, moest opdragen. De aanwezige officieren ondersteunden ditvoorstel ook op strategische gronden; voor de verdediging van Parijswas een groote legermacht noodig, de troepen van Mac Mahon, dievoor het oogenblik nog niet genoeg op hun verhaal waren gekomenom weder aan den strijd deel te nemen, waren voor dit doel als aan-gewezen. Trochu moest derhalve dadelijk naar Parijs terugkeeren,waarheen ook de burgerwacht zoude worden teruggezonden. Napoleonzoude zoo spoedig mogelijk volgen, en daarna ook Mac Mahon, die metzijne troepen in de richting van de hoofdstad moest terugtrekken.

Trochu, tot gouverneur van Parijs benoemd, vertrok dadelijk naar zijnpost, maar ontwaarde spoedig dat het te Chalons genomen besluit volstrektniet naar den zin der regeering was. De Keizerin, die Trochu wantrouwde,vermoedde dat men den Keizer naar Parijs wilde lokken in de verwachting,dat zijne terugkomst daar het sein zoude wezen voor een omwenteling .

Zij wilt hoe groot het misnoegen in Parijs was en hoe weinig er bij eenvolksbeweging op de burgerwacht te rekenen was. Ook kon hare vrouwelijkefierheid zich niet met het denkbeeld verzoenen, dat haar gemaal, nazooveel luisterrijke intoehten , thans als een geslagene zijne hoofdstad zoudemoeten binnensluipen. De minister van Oorlog was een man van leeftijd ,die zich van den waren toestand van de Fransche legermacht geenvoorstelling kon maken en die zich door allerlei praatjes liet opwinden.Zoo deelde hij onder anderen in de Kamer mede, dat op 18 Augustusdrie Duitsche legercorpsen door de Franschen in de steengroeven van

Page 489: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

477

Jaumont waren teruggeworpen en geheel vernietigd, terwijl er in denabijheid dezer steengroeven niet eens gestreden was. Hij liet zich danook welhaast door de Keizerin beduiden, dat men alles moest aanwendenom den Keizer van het te Chalons vastgestelde plan te doen afzien.Het leger van Mac Mahon moest trachten zich met Bazaine te ver-eenigen en de Keizer moest bij dit leger blijven. Gedurende eenigedagen werd de Keizer been en weder geslingerd door de staatkundigewaarschuwingen nit Parijs en de krijgskundige raadgevingen van zijneomgeving. Mac Mahon bleef aan den terugtocht naar Parijs vasthoudenen had zijne bevelen daarvoor reeds gegeven, toen hij te Reims eenbericht van Bazaine ontving, hem door een boschwachter gebracht, diedoor de Duitsche linien had weten heen te sluipen. Bazaine schreefdaarin, dat hij rekende in noordelijke richting te kunnen uitbreken, overMontmedy of Sedan, teneinde zoodoende Chalons te bereiken. Terzelfdertijd kwam een telegram uit Parijs, waarin door de regeering werdgemeld dat de bevolking van Parijs vermoedelijk van de verdedigingharer stad zoude afzien, indien zij vernam dat Bazaine aan zijn lotwerd overgelaten. Under den indruk dezer berichten veranderde MacMahon van plan en besloot hij in noordelijke richting te trekken,teneinde zoo mogelijk voeling met Bazaine te verkrijgen, zoodra hetdezen gelukt zoude zijn Metz te verlaten. Hij schijnt zelf wel iets van hethopelooze dezer onderneming te hebben beseft, maar hij stond feitelijkonder de bevelen van Bazaine en van den minister van Oorlog en wasdus niet geheel verantwoordelijk, daarbij had hij den Keizer bij zich,die weliswaar geen macht meer uitoefende, maar die dagelijks berichtenvan zijne gemalin en van de regeering nit Parijs ontving, opgesteldmet het doel, om hem verwijderd te houden van zijne hoofdstad, waarvan lieverlede de gramschap der bevolking zoo hoog was gestegen datzijne vrienden van zijne terugkomst het ergste vreesden.

De opmarsch naar het Noorden had plaats onder zeer ongunstigeomstandigheden : het weder was regenachtig en de verpleging en voedingder soldaten lieten veel te wenschen over. De Duitschers, die nietkonden vermoeden dat een zoo avontuurlijke tocht als deze zoudenworden ondernomen , kwamen echter na weinige dagen, door hunnenuitnemenden verkenningsdienst en ook door de berichten der Franschedagbladen, op de hoogte der bewegingen van Mac-Mahon. Zij namenaanstonds hunne maatregelen; een nieuw gevormd legercorps, hetMaasleger genoemd, 87 000 man sterk, onder bevel van den Kroou-

Page 490: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

478

prins van Saksen, werd aangewezen om het optrekkend leger te volgeuen te bestoken, terwijI het legercorps van den Kroonprins, dat na deoverwinning bij Worth Frankrijk was binnengetrokken zonder eenigentegenstand te ontmoeten, en welks voorposten zich reeds te Chalonsbevonden , gelijken last kreeg.

De goede uitrusting der troepen en de voortreffelijke inrichting vanhet Duitsche legerbeheer maakten dat de voorsprong, dien Mac Mahonop zijnen tegenstander had, spoedig was ingehaald. Hij kon slechts metmoeite vooruitkomen en zag zich welhaast aan alle zijden door de Duit-schers bedreigd, terwijl er van Bazaine niets meer vernomen werd.Onder deze omstandigheden besloot hij tot zijn eerste plan terug tekeeren en in westelijke richting over Afezieres naar Parijs te trekken.Hij gaf hiervan kennis aan Palikao, die hem dadelijk antwoordde, dat,indien het bekend werd dat hij Bazaine in den steek liet, de omwentelingin Parijs onmiddellijk zoude uitbarsten en hem daarenboven de verze-kering gaf, dat het leger van den Kroonprins nog niet in zijne nabij-heid was, maar op 36 uren afstand, wat volkomen onjuist was. MacMahon liet zich gezeggen en trok met zijne gansche macht naar Sedan,een kleine vesting aan de Maas.

De Duitsche legerafdeelingen volgden hem op den voet, den H en

Augustus verrasten zij reeds den generaal hilly, die met zijne doorden marsch uitgeputte divisie te Beaumont was gelegerd, en sloegenhem met verlies van vele krijgsgevangenen en een aantal kanonnen.Dit ongelukkige gevecht bracht het zelfvertrouwen der Fransche troepennog meer aan het wankelen. Den volgenden dag hadden zij de zeker-heid dat de Duitschers aan ale zijden tegen hen oprukten, en dat zijaan een algemeenen aanval zouden worden blootgesteld; zij hadden tennoorden en ten zuiden van Sedan stelling genomen, in het stadje beyondzich de Keizer, die zijnen zoon reeds over de grenzen naar Belgiehad gezonden.

Op 1 September, v6Or zonsopgaug, begon reeds de strijd ten zuidenvan Sedan in het dorp Bazeilles, dat door de Beijersche troepen werdaangevallen. De Franschen betwistten voet voor voet het terrein aanhunne tegenstanders, geholpen door de bevolking, die in deze streekgeweldig verbitterd was op de Duitschers. Na een uiterst moorddadiggevecht viel het dorp eindelijk in handen der Beijeren, die het geheelin brand staken, bij welke gelegenheid een aantal bewoners den doodvonden in de vlammen of door de kogels der soldaten. Mac Mahon had

Page 491: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

479

op het hooren van het kanongebulder dadelijk Sedan verlaten en wasnaar het slagveld gereden, waar hij, om half zeven des ochtends, dooreen granaatscherf zoo ernstig werd verwond, dat hij het opperbevel nietlanger kan waarnemen. Hij gaf het over aan den generaal Ducrot, dievan oordeel dat men zich ten zuiden van Sedan niet kon verdedigen ,bevelen gaf met het doel om ten noorden een uitweg te zoeken, teneinde of naar het westen te ontkomen, Of de nabijgelegen Belgische°Tens te bereiken.

Toen Mac Mahon het opperbevel aan Ducrot overgaf, wist hij nietdat er een ander generaal in het leger was, aan wien dit opperbevelrechtens toekwam. De generaal Wimpffen, die evenals Trochu bij denKeizer, wegens zijne staatkundige richting, verdacht was en die te Oranin Algiers een commando had, waar men hem opzettelijk had gelaten,was in het laatst van Augustus, op zijn dringend verzoek door denminister van Oorlog naar Frankrijk teruggeroepen. Te Parijs hadPalikao hem het bevel over een legerkorps gegeven en hem naar hetleger van Mac Mahon gezonden, met een brief, waarbij hij als opper-bevelhebber werd aangewezen voor het geval dat Mac Mahon buitenstaat mocht geraken om het opperbevel te voeren. Hij was, na metlevensgevaar de reis naar Sedan te hebben afgelegd, aldaar den vorigendag aangekomen. Aanvankelijk liet hij Ducrot begaan, doch toen hijvernam, dat deze naar het noorden wilde uitbreken, terwijl hij meendedat alleen naar het zuiden de aftocht nog mogelijk was, vertoonde hijzijnen last en eischte het opperbevel op. Het gevolg hiervan was, dater nu weder bevelen werden gegeven van geheel tegenovergesteldestrekking; maar inmiddels was de toestand van het Fransche leger reedshopeloos geworden.

De Duitsche artillerie vatte post op ale hooge punten in den omtrekvan Sedan en wierp bommen en kogels bij duizenden in de Franschegelederen. Reeds om elf uur verklaarde een der Fransche bevelhebbers,dat men nog alleen voor de eer had te strijden. De Fransche ruiterijdeed een wanhopige poging om den vijand terug te werpen, mar werdbijna geheel vernietigd, zij verloor in een kort tijdbestek 83 officierenen meer dan 700 manschappen. De troepen ten noorden van Sedankonden hunne stellingen niet langer behouden en woken naar de stadterug. Wimpffen wilde that's met alle troepen die hij nog te zijnerbeschikking had een laatste poging wagen om in zuidelijke richtingdoor de Duitschers heen te slaan, hij liet den Keizer vragen om zich

Page 492: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

480

bij het leger te voegen, opdat alien zich om hem zouden kunnenvereenigen. Toen de Keizer, die na zich des morgens op hetslagveld te hebben vertoond in het gebouw der onderprefectuur,diep neerslachtig den loop van den slag zat of te wachten, den offieierontving die hem dit voorstel van den opperbevelhebber kwam brengen,vielen er reeds granaten in de stad, ook op het huis waarin de Keizerzich beyond, terwijl de vluchtende soldaten van alle zijden de stad binnenstroomden. De officieren van zijn gevolg, met wie hij over het gedanevoorstel beraadslaagde, waren van oordeel dat het een wanhopig planwas. Het was voor hen duidelijk dat elke poging om zich door denvijand been te slaan, slechts een onnutte opoffering van menschenlevenszoude zijn. De Keizer verklaarde hierop, dat wat de opperbevelhebberwilde onmogelijk was en liet de witte vlag hijschen. Toen de officiermet dit antwoord bij den generaal Wimpffen kwam, zond deze hemterug met de boodschap, dat hij den strijd zoude blijven volhouden.Dit zelfde gaf hij to kennen aan den generaal Le Brun, die hem eenbrief vanwege den Keizer ter teekening aanbood, waarbij een wapen-stilstand werd gevraagd, ten einde over de voorwaarden van overgavete handelen. Wimpffen weigerde beslist dezen brief te zien en begafzich binnen de stad, waar alles dooreen krioelde in de grootste wanorde.Hij wist nog een paar duizend man te verzamelen van alle wapenen,met welke hij een laatste poging wilde beproeven, in de richting vanBazeilles. Na een verwoed gevecht in een voorstad van Sedan, Balan,versmolt deze heldhaftige bende tot een klein troepje en zag Wimpffenin, dat niets overbleef dan binnen de muren van Sedan terug te keeren.Hij ging naar zijn kwartier en schreef daar een brief aan den Keizer,waarbij hij zijn ontslag vroeg ais opperbevelhebber.

Toen deze brief den Keizer ter hand werd gesteld, had hij juisthet antwoord gekregen op een brief dien hij aan Koning Willem hadgezonden, waarbij hij hem zijnen degen had aangeboden. De Koning,zeer verrast, omdat hij niet wist dat de Keizer bij het leger was,had geantwoord dat hij den degen aannam en den Keizer verzocht eenzijner bevelhebbers, voorzien van een volmacht, tot hem te zenden teneinde over de overgave te handelen. De aanvrage van ontslag doorWimpffen, die de aangewezen man was om dezen last to volvoeren,bracht den Keizer in groote verlegenheid, hij verzocht den generaalDucrot en daarna den generaal Douay die bij hem waren, om zich naarhet Duitsche hoofdkwartier to begeven, maar beide weigerden en ver-

Page 493: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

481

klaarden dat de generaal Wimpffen het opperbevel moest blijven voerentot het laatste toe. Er bleef den Keizer toen niets anders over dan aanWimpffen te berichten, dat zijn verzoek om ontslag niet kon worden aange-nomen, want dat hij geroepen was om een gewichtigen dienst aan zijnland te bewijzen door bet sluiten van een eervolle capitulatie. Wimpffen,na een uur van zwaren zelfstrijd, begaf zich tegen halfnegen des avoudsnaar den Keizer en verklaarde zich bereid de zware taak op zich tenemen. Er had bij deze gelegenheid nog een pijnlijk tooneel plaats. Deaanwezige generaals in wanhopige stemming, overlaadden in tegen-woordigheid van den Keizer elkander met de bitterste verwijten overden afloop van den slag. Nadat zij den Keizer eindelijk met Wimpffenalleen hadden gelaten, ontving deze de volmacht om over de voorwaardente handelen waaronder het leger zicb zoude overgeven. Hij begaf er zichdadelijk mede naar het Pruisische hoofdkwartier te Donchery, vergezeldvan den generaal Castelnau, die de overbrenger was van een mondelingeboodschap van den Keizer.

Moltke was door den Koning van Pruisen aangewezen om de onder-handelingen te voeren , terwijl Bismarck bij de beraadslagingen tegen-woordig was. De eisch van Duitsche zijde was, onvoorwaardelijke over-gave van het geheele leger, dat krijgsgevangen naar Duitschland zoudeworden gevoerd, alleen de officiers zouden op hun eerewoord van nietmeer in dozen oorlog te dienen in Frankrijk kunnen blijven. Wimpffen,die zulke harde voorwaarden niet verwacht had, verklaarde die onaan-nemelijk, en stelde voor dat de Fransche soldaten naar Algiers zoudenworden overgebracht en niet ineer aan den oorlog zonden deelnemen.Toen Moltke dit afsloeg , gaf hij to kennen dat hij den strijd wildehervatten. Moltke antwoordde zeer bedaard, dat hij in dat geval de500 stukken geschut die om Sedan geposteerd waren, om vier uren inden morgen wanneer de wapenstilstand was afgeloopen, hun vuur op destad zoude laten openen. Hij voegde er bij, dat hij wist dat het Franscheleger onmachtig was om jets to doen , dat krijgsvoorraad en level's-middelen uitgeput waren, on dat dus een vernieuwing van den strijdniets anders zoude zijn dan het afmaken van eon weerlooze menschen-massa. Bismarck voegde hieraan toe, dat de onzekere staatkundige toe-stand van Frankrijk de gestelde voorwaarden noodzakelijk maakte. Indienhet leger niet naar Duitschland word overgebracht, dan zoude het mis-schien toch weer aan den strijd deelnemen, zoodra de eerste de besteregeering, die zich tijdelijk aan het hoofd der zaken plaatste, de gesloten

Page 494: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

482

capitulatie niet meer erkende. Duitschland had reeds zooveel van Frank-rijk ondervonden, dat het thans zekere waarborgen wilde hebben voorde toekomst; het zou dan ook geen vrede sluiten zonder zich van hetbezit van den Elzas en Lotharingen te hebben verzekerd.

Castelnau gaf nu te kennen, dat de Keizer zijnen degen aan den Koninghad overgegeven, in de hoop dat de voorwaarden voor het leger eervolzouden wezen. Indien de Keizer den degen van Frankrijk overgeeft —hervatte Bismarck — dan kunnen de voorwaarden veel zachter zijn,maar indien het zijn degen is, dan brengt dit geen verandering in dezaak. Castelnau kon niet anders antwoorden, dan dat het alleen 's Keizersdegen was. Wimpffen bleef bij zijne weigering om de geeischte voor-waarden aan te uemen , het eenige wat hij verkreeg was dat Moltke,op aandringen van Bismarck, er in toestemde dat de wapenstilstand totdes morgens negen uur zoude verlengd worden. Midden in den nacht kwamWimpffen te Sedan terug, hij vond den Keizer te bed, die na op dehoogte van het gebeurde te zijn gebracht, beloofde den volgenden mor-gen vroegtijdig te zullen trachten door een persoonlijk onderhoud metden Koning van Pruisen dezen in een gunstiger stemming te brengen.

Des morgens om zeven uur Meld Wimpffen een krijgsraad met ongeveerdertig generaals die zich binnen Sedan bevonden, en deelde hun de voor-waarden mede. Enkeleu spraken nog van hernieuwing van den strijd ,maar toen hun werd medegedeeld dat er in de stad slechts levens-middelen waren voor tweemaal 24 uur, begrepen alien dat er Dietsanders overbleef dan zich te onderwerpen aan het harde lot. Terwijlmen nog bijeen was kwam een Duitsch officier melden, dat indien deovergave niet v66r tien uur geteekend was, er bevel zoude wordengegeven om het bombardement to hervatten. Wimpffen begaf zich nunaar het Pruisische hoofdkwartier, nog altijd hopende dat het denKeizer zoude gelukt zijn beter voorwaarden to bedingen.

Napoleon III had 's morgens om vijf uur in een rijtuig Sedan ver-laten en was den weg naar Donchery opgereden. Hij liet door een derhem vergezellende adjudanten Bismarck om een onderhoud vragen , diezich oogenblikkelijk te paard bij hen vervoegde. In een onaanzienlijkhuisje op den weg tusschen Sedan en .Donchery had hierop een gesprektusschen den Keizer en den Kanselier plaats. Napoleon III gaf zijn ver-langen to kennen om den Koning te spreken , doch Bismarck wildeniet dat de beide vorsten elkander ontmoetten voordat de overgavegeteekend was. Hij vroeg -very olgens of de troepen niet over de Bel-

Page 495: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

483

gische grens mochten gaan en daar ontwapend worden , doch Bismarckgaf te kennen dat dit een zaak was die door de militaire beyelhebbersmoest geregeld worden. Wimpffen was intusschen aaugekomen om tevernemen wat de Keizer van den Koning had verkregen. Toen hij hoordeclat de Koning, Napoleon III niet wilde zien voordat het verdrag der over-gave was geteekend, gaf hij alle hoop op. Om elf uur had de onder-teekening der capitulatie plaats, waardoor 83 000 man als krijgsgevan-genen naar Duitschland werden gevoerd. Den vorigen dag waren reeds21 000 krijgsgevangenen door de Duitschers gemaakt; 66 000 geweren,6000 paarden , 550 stukken geschut en 1070 voertuigen werden aan dePruisen overgeleverd. Den Keizer, die nog een kort onderhoud metden Koning had, werd het paleis te WilhelmshOhe bij Kassel als ver-blijfplaats gedurende zijne gevangenschap aangewezen. De Franschenhadden in den veldslag 17 000 man aan dooden en gewonden verloren,de Duitschers 8500 man en 460 officieren. 3000 Franschen haddende Belgische grenzen overschreden en werden daar ontwapend en inBelgische vestingen gelnterneerd. De oorlog had geen voile maandgeduurd en reeds had Frankrijk zoo goed als zijne gansche legermachtverloren; de eene helft was in gevangenschap en de andere helft wasin een vesting opgesloten waaruit zij onmogelijk kon ontkomen.

Parijs had sedert de optreding van het ministerie Palikao in degrootste spanning geleefd. De tijdingen van het tooneel van den oorlogwerden zoo gunstig mogelijk door de regeering voorgesteld, maar degehoopte overwinningen bleven uit en de algemeene indruk was, datde zaken slechter stonden dan de regeering meende of voorgaf temeenen. De berichten omtrent de nederlaag te Sedan en de gevangen-schap van den Keizer en het leger werden den 3de11 September algemeenin hunnen ganschen omvang bekend. De indruk was verpletterend ; aanzulk een ramp had niemand nog durven denken. Dat de Keizer, toen hijzijnen degen can den Koning van Pruisen had overgegeven tevens denkeizerlijken schepter had verbeurd, was voor ieder Franschman duidelijkook voor de voorstanders van het Keizerrijk. Dezen waren in de laatstemaanden zeer sterk in aantal geslonken. Bij de meesten was sindseenige jaren de ingenomenheid met het Keizerlijk bewind in onverschil-ligheid veranderd. De Mexicaansche oorlog en daarna de Pruisischeoverwinningen van 1866 hadden het persoonlijk vertrouwen op hetstaatkundig beleid van den Keizer geschokt. Een oogenblik had men

Val van hetKeizerrijk.

Page 496: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

484

er zich mede gevleid, dat hij zijn zelfvertrouwen had herkregen toenhij eensklaps met ongewone stoutmoedigheid den oorlog met Duitschlandwas begonnen. Maar in plaats van overwinningen te kunnen berichtenhad hij slechts nederlagen moeten melden , en de schuld aan dezenederlagen werd bijna eenparig door de stem der openbare meening denopperbevelhebber toegerekend. Stilzwijgend werd deze uitspraak dooriedereen beaamd. De Keizer was blijkbaar geheel versleten, hijwas een willoos werktuig geworden in handen van onbekwame mannen,hij was niet langer geschikt om Frankrijks lotsbeschikker te zijn. Deonverschilligheid ging thans in vijandschap over en de tegenstandersvan den Keizer, hetzij uit aanhankelijkheid aan de stamhuizen vanBourbon of Orleans, hetzij uit liefde voor republikeinsche instellingenzagen hunne gelederen plotseling versterkt door een groot aantal personendie, nog niet Lang geleden, als de steunpilaren van de regeering werdenbeschouwd. Onder de lagere standen in Parijs, waar de socialistischedenkbeelden in de laatste jaren weder even grooten aanhang haddengevonden als in de jaren voor 1848 , had zich een geest van omwentelingen verzet verspreid, die zich vooral gevaarlijk liet aanzien nu een regee-ringsverandering onvermijdelijk scheen te worden. Het waren meer inhet bijzonder de leden der uiterste linkerzijde in de Kamer, die door hunneaanraking met de arbeidersbevolking in Parijs, dit laatste gevaar sterkgevoelden. Een omwenteling, dit begrepen zij, kon na Sedan nietblijven; dat die omwenteling de republiek zoude vestigen, althans alsvoorloopige toestand, was zeker en geheel naar hunnen wensch; maarindien de mannen die de gansche maatschappij wilden omverwerpenbij de aanstaande beweging de leiding verkregen, dan moest Frankrijkjammerlijk te gronde gaan. Men zoude dan aan den buitenlandschenvijand zijn overgeleverd , die weldra onder de toejuiching van geheelEuropa aan het socialistisch of anarchistisch schrikbewind een eindezoude waken. De leden der linkerzijde waren dan ook tot nog toe zeergematigd opgetreden , zij hadden bij gelegenheid van den val van hetministerie 011ivier voorgesteld, de hoogste macht aan een commissieuit de Kamer op te dragen, en bij de samenstelling der Kamer was hetbijna zeker, dat zij in die commissie niet of slechts door een enkel lidzouden vertegenwoordigd zijn geworden. Ook na den feitelijken onder-gang van het Keizerrijk door de overgave van Sedan, bleven zij zoolangmogelijk een verzoenende houding aannemen.

Den 3d September was bijna de gansche bevolking van Parijs op

Page 497: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

485

straat; gewapende leden van de burgerwacht en ongewapenden liepenin groote scharen langs de boulevards onder het geroep van : weg methet Keizerrijk ! De politie kon de orde niet langer handhaven. In deKamer, die te 3 ure in den namiddag bijeenkwam, deed de ministerPalikao een mededeeling, waariu de ware toedracht van het gebeurdenog eenigszins verbloemd werd voorgesteld. Jules Favre, die het hoofdder republikeinsche linkerzijde was, gaf te kennen, dat naar zijnemeening de regeering opgehouden had te bestaan en dat aan het hoofdder verdediging van het vaderland een krijgsman moest worden gesteld.De Kamer ging hier niet op in, zij nam alleen een voorstel aan , datalle mannen tusschen 20 en 35 jaar, gehuwd zoowel als ongehuwd,onder de wapenen riep. De opwinding der bevolking in Parijs steegechter bij het uur, op straat werd het hoe langer hoe rumoeriger, ,en de invallende nacht dreef de betoogers niet near huis. In het gebouwder Kamer waren des avonds de meeste afgevaardigden aanwezig ommet elkander en met den voorzitter Schneider over den toestand vangedachten te wisselen. Er heerschte groote bezorgdheid, de buitengewonebeweging op straat was de onmiskenbare voorbode van een opstand ener was geen regeering om dien het hoofd te bieden. De voorzitterbegreep van de tegenwoordigheid van de rneerderheid der leden gebruikte moeten maken om nog des nachts een vergadering te houden. Indeze bijeenkomst stelde de linkerzijde voor, , dat de Kamer Napoleon IIIen ziju geslacht vervallen van den troon zoude verklaren , dat eencommissie door de Kamer zoude worden benoernd , met de voileregeeringsmacht bekleed en dat genteraal Trochu in zijne betrekkingvan gouverneur van Parijs zoude worden gehandhaafd. Er werd be-sloten den volgenden dag te twaalf uur dit voorstel te behandelen.

Op dien dag, Zondag 4 September, waren de leden der Kamer reedsvroegtijdig in het gebouw, dat met het oog op mogelijke aanvallenvan de zijde der bevolking, buitengewoon bewaakt werd. Het ministeriewas in den nacht ook tot de overtuiging gekomen dat het benoemeneeuer commissie noodzakelijk was. Het gaf zijn voornemen te kennendit voor to stellen en daarbij de benoeming van Palikao als hoofd. Derechterzijde en linkerzijde waren het dus over de hoofdzaak eens; alleenbestond er verschil over de vervallen-verklaring van de Keizerlijkeregeering. De rechterzijde had er bezwaar tegen om die uit te spreken.Men zocht naar een of andere uitdrukking die tot een eenparig besluitkon leiden, maar slaagde hierin niet. Om kwart over eenen werd de

Page 498: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

486

zitting geopend, de regeering deed haar voorstel, zoodat de Kamerover twee voorstellen te beslissen had. Er kwam echter nog een derdebij. Thiers verklaarde dat hij, hoewel hij persoonlijk aan het voorstelder linkerzijde zijn goedkeuring gaf, in bet belang der eendracht, indeze oogenblikken van gevaar zoo noodzakelijk, met een aantal leden vanverschillende denkwijze een voorstel wilde doen, dat wellicht eenstem-migheid zoude kunnen verkrijgen. Het luidde aldus: met het oog op deomstandigheden benoemt de Kamer een commissie voor de regeeringen voor de verdediging des lands. Zoodra de omstandigheden het toe-laten, zal een constitueerende vergadering worden bijeengeroepen. DeKamer besloot dadelijk in de afdeelingen te gaan, teneinde de drievoorstellen te onderzoeken.

Terwijl dit plaats had en de groote vergaderzaal dus bijna geheelledig was, gelukte het de menigte die buiten het gebouw stondopeengepakt, om door de bewaking been binnen to dringen. Er wasweinig tegenstand, de politic en de troepen durfden tegenover demenigte, waaronder vele gewapende leden van de burgerwacht waren,geen geweld te gebruiken. Instinktmatig scheen iedereen te gevoelendat elke binnenlandsche strijd moest worden vermeden, nu de vijandvan buiten ieder oogenblik voor de poorten kon staan. De bontemenigte, die onder luid geschreeuw zich door de gangen en zalen ver-spreidde, gedroeg zich ook niet onbetamelijk, zij wilde echter niet hoorennaar den voorzitter die dadelijk zijnen zetel had ingenomen, noel' naarde leden, die, zoodra zij het rumoer hadden gehoord, uit de zalen derafdeelingen naar de groote zaal waren terug gesneld, welke alien demenigte dringend vermaanden om de Kamer rustig te laten doen watzij zelve ook wenschte: het vestigen eener nieuwe regeering. Zelfs dekrachtige stem van den bij het yolk zeer geliefden en algemeen bekendenGambetta vermocht niets.

Tegen drie uur verliet de voorzitter zijnen zetel, na de zitting tehebben gesloten. Nu word het rumoer nog grooter en de verwarringonbeschrijfelijk. Jules Favre, wien van alle zijden word toegeschreeuwddat hij de republiek moest uitroepen , meende toen dat hij niets beterkon doen dan zich te houden aan de oude overlevering van de omwen-telingen van 1848 en 1830, toen de nieuwe regeering op het stadhuiswas uitgeroepen. Hij riep de menigte toe, dat hij zich naar het stadhuiswilde begeven en verzocht haar hem te volgen. Dadelijk vormde zichachter hem on enkele andere afgevaardigden een stoet, die toen hij

Page 499: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

487

buiten de deuren van het gebouw der Kamer was gekomen, met geest-drift werd toegejuicht en zich in beweging stelde naar het stadhuis. Trochu,die in zijne macht als gouverneur van Parijs door de Keizerin en deregeering voortdurend gekortwiekt was, zoodanig zelfs dat de maatregelentot verzekering der veiligheid van de Kamer door den minister vanOorlog buiten hem om waren genomen, was evenwel, toen hij vernamdat de Kamer gevaar liep, met zijnen staf op straat verschenen teneinde zoo noodig maatregelen te kunnen nemeu om de vrijheid derberaadslagingen te beschermen. Hij kwam Jules Favre tegen, diehem dadelijk op de hoogte bracht van het gebeurde en hem zijne voor-nemens mededeelde, waarop hij zich terugtrok. Om vier uur werd hetstadhuis bereikt. De leden der Kamer die zich aan het hoofd van denstoet hadden gesteld of zich later daar aan hadden aangesloten, hieldeneen korte beraadslaging, waarin zij besloten een voorloopig bewind tevormen, bestaande nit de afgevaardigden van Parijs, waaronder ook Roche-fort was, die zich nog in de gevangenis beyond. Men meende hem niet temoeten uitsluiten, omdat hij gevaarlijker werd geacht buiten het bewinddan als lid daarvan. Nadat dit besluit genomen was, verscheen Trochuop het stadhuis, die door Jules Favre was ontboden. De leden vanhet zoo juist gevormde bewind vroegen hem of zij op zijne medewerkingkonden rekenen.

De generaal , man van orde en goed katholiek , vroeg allereerst ofhet nieuwe bewind zich verbond niets te zullen ondernemen tegen God,den eigendom en het huisgezin. Nadat hem hiervan de verzekeringwas gegeven, verklaarde hij zich bereid in het nieuwe bewind zittingte nemen, nuts als voorzitter. Hij achtte dit voor de verdediging deslands, waarvan de geheele verantwoordelijkheid op hem als krijgsmanzoude rusten, noodzakelijk. Deze voorwaarde werd dadelijk ingewilligd.Het bestuur bestond nu nit negen leden, zittende voor Parijs: Gambetta,Cremieux, Favre, Dorian, Magnin, Gamier Pages, Pelletan, Arago enRochefort en twee, die daar gekozen waren, maar voor andere distriktenhadden aangenomen, Picard en Jules Simon en verder nit generaalTrochu. Het benoemde Jules FaTre tot minister van BuitenlandscheZaken en Gambetta tot minister van Binnenlandsche Zaken.

In het gebouw der Kamer was intusschen een aantal leden bijeen-gebleven die, nadat de volksmenigte tengevolge van den optocht naar hetstadhuis zich van lieverlede had teruggetrokken, in een andere zaal dande gewone vergaderzaal waren bijeengekomen om daar te vernemen wat er

3'2

Page 500: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

488

in de afdeelingen was voorgevallen. Het bleek dat alle afdeelingen opeen na rapporteurs hadden benoemd, die reeds een verslag hadden vast-gesteld dat door den algemeenen rapporteur 1Vlartel werd voorgelezen.Het voorstel van Thiers bleek in de afdeelingen de meeste stemmen tehebben verkregen. De commissie van rapporteurs stelde echter een paraanvullingen voor, onder anderen om het getal der leden van de tebenoemen commissie op vijf te bepaalen. De Kamer vereenigde zichhierop met het voorstel zooals het door de commisie gewijzigd was envaardigde daarna eenige harer leden naar het stadhuis af om met hunneambtgenooten daar in verstandhouding to komen. Te negen uur kwamen deleden der Kamer weder bijeen; daar de voorzitter en de ondervoorzittersafwezig waren, bekleedde Thiers de voorzittersplaats; als afgevaardigdevan Parijs hadden de leden van het voorloopig bewind hem reeds eenplaats in hun midden aangeboden, maar hij had die afgewezen. Favreen Simon , die namens het voorloopig bewind in de vergadering ver-schenen, deelden nu mede wat er op het stadhuis geschied was. Thiers.antwoordde hun, dat hij niet in staat was om te verklaren of de Kamerhet gebeurde goed of afkeurde, maar hij drukte de hoop uit dat hunnepogingen voor de verdediging van het vaderland met goeden uitslagzouden worden bekroond. Nadat de beide leden van het bewind ver-trokken waren, beraadslaagden de leden der Kamer nog eenigen tijdover wat hun te doen stond. Sommigen wilden protest aanteekenentegen het gebeurde, doch Thiers sloot de bijeenkomst met de woordenTegenover den vijand die welhaast voor Parijs zal staan hebben wijthans maar een zaak to doen, met waardigheid aftreden. In zeer be-wogen stemming uamen de aanwezige leden afscheid van elkander inhet bewustzijn, dat de laatste Kamerzitting van het Keizerrijk had_plaats gehad. De Senaat hield dien (lag eveneens zijne laatste zitting.Een der senatoren verklaarde dat hij bereid was op zijnen zetel testerven, indien de mannen der omwenteling zich binnen de vergaderzaalvertoonden, maar dezen gaven zich die moeite niet. De omwentelinghet den Senaat zijnen natuurlijken dood sterven.

Keizerin Eugenie had in den morgen van den 4en September, terwijlzij met angst en droefheid vervuld in de Tuilerieen den loop der ge-beurtenissen zat af te wachten, het bezoek ontvangen van twee diplo-maten met wie zij veel verkeerde, Vorst Metternich en Graaf Nigra, deambassadeurs van Oostenrijk en van Italie. Zij hadden zich onder denindruk van het dreigend aanzien der volksbewegingen op straat, naar

Page 501: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

489

het paleis gespoed, ten einde de Keizerin den raad te geven om zoo snelmogelijk Parijs en Frankrijk te ontvluebten. De ongelukkige vorstinbegreep dat zij dien raad moest volgeu. Zij kleedde zich in een een-voudig wandelpak, nam afscheid van haar gevolg en begaf zich methare lectrice en vergezeld van de beide ambassadeurs, door het Louvreop straat, waar, nabij de kerk St. Germain l'Auxerrois, Yorst Metter-nich voor een huurrijtuig zorgde. De beide vrouwen namen hierinplaats en lieten zich brengen naar het huis van een schatrijken A.me-rikaanschen tandarts, Dr. Evans, onder wiens behandeling de Keizerinmeermalen was geweest en dien zij reeds v66r haar huwelijk gekendhad. In dit huis bracht zij den nacht door. Den 5en September verlietzij Parijs met Dr. Evans, in diens rijtuig. Na een reis van twee dagen,altijd in rijtuigen, want de Keizerin durfde niet van den spoortreingebruik maken, kwam zij te Deauville aan, een klein zeebad, waarmevrouw Evans vertoefde. her vond men een jacht, aan een Engelsch-man toebehoorende, die na lang aarzelen de Keizerin aan boord nam.De zee was onstuimig en de overtocht in het kleine scheepje nietzonder gevaar. Toch kwam het zonder ongelukken in de haven vanRyde aan. -Van daar begaf zich de Keizerin naar Hastings, waar zij metDr. Evans en zijne vrouw haren intrek nam in een logement. Hierwerd zij spoedig verblijd door het weerzien van haren zoon, denKeizerlijken Prins die, zooals wij vermeldden, naar Belgie was gevluchten van daar naar Engeland overstak.

MislukteDe toestand van Frankrijk na 4 September was in alle opzichtenvredesonder-

zoo haehelijk mogelijk. Een gedeelte van het land was door de Milt- handelingen.sellers bezet, die door niemand tegengehouden, met snelle marschen Overgave van

Straatsburgnaar Parijs optrokken. Het Fransche leger, voor de helft krijgsge- en Metz.vangen, voor de andere helft opgesloten in en om een vesting, wasbuiten staat om aan den strijd deel te nemen. Yoor de verdedigingdes lands waren nog slechts enkele kleine afdeelingen van beroeps-soldatenbeschikbaar, overigens alleen de burgerwacht, garde mobile en nationale,die zoo goed als ongeoefend was en geen krijgstucht kende. De Keizerbeyond zich als gevangene in Duitschland, de Keizerin als balling inEngeland. Een opgeworpen bewind had te Parijs de teugels van het gezagopgenomen en kon voorzien dat het binnen korten tijd, door de omsin-geling der stad, van het overige Frankrijk- zoude zijn afgescheiden.Bazaine te Metz was van alle verbinding met de buitenwereld afgesloten,

Page 502: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

490

men wist te Parijs niet of de overgave van Sedan en de vestiging dernieuwe regeering hem bekend waren, en men veronderstelde dat hij deKeizerlijke regeering zoude blijven erkennen. De mannen, die nu te Parijsaan het hoofd stonden, waren nimmer in de regeering geweest en mistersdus elke ervaring, zij hadden tot nog toe in de Kamer als onverzoenlijketegenstanders der regeering voortdurend den heftigsten staatkundigenstrijd gevoerd, een ongewenschte voorbereiding vocr het uitoefenen vanhet hoogste gezag in een sterk bewogen maatschappij. Aan hun hoofdstond Trochu, die zich als krijgsman alleen wilde bepalen tot de zwaretaak die de verdediging van het land hem oplegde. Jules Favre, dieals minister van Buitenlandsche Zaken de eerste en zwaarste rol tevervullen had, was een welmeenend man, maar zonder diplomatischeervaring en diplomatischen aanleg, een advokaat wien het aan kennisen welsprekendheid niet ontbrak, maar wel aan staatkundig beleid. Zijnwarm vaderlandslievend gemoed verkeerde in den waan dat Europa, methet lot van Frankrijk bewogen, gereed zoude staan om zijn vaderlandter hulpe te snellen en dat wellicht de Koning van Pruisen, na denval van den Keizer die den oorlog had begonnen, genegen zoude zijnom met de nieuwe regeering op voor haar aannemelijke voorwaardenvrede te sluiten. Om zich ten opzichte van de stemming in het buitenlandzekerheid te verschaffen, deed hij een beroep op de vaderlandsliefde vanThiers, wiens naam in geheel Europa bekend was en die persoonlijkmet de voornaamste buitenlandsche staatslieden in aanraking was geweest.Thiers gaf dadelijk gehoor aan dit verzoek en vertrok naar Engeland,met het voornemen om, na Londen, ook Weenen, Florence en Peters-burg te bezoeken.

Tegen den zin zijner ambtgenooten, alien, met uitzondering vanTrochu, heethoofden, doortrokken van de denkbeelden en overleveringender groote omwenteling, voor welke de onverwinlijkheid van de ge-wapende natie een ontwijfelbaar geloofsartikel was, waagde Jules Favrezeer in het geheim een poging om met den Koning van Pruisen inonderhandeling te komen. Op 18 en 19 September werd hij doorBismarck te Ferrieres ontvangen, maar hij keerde bitter teleurgesteldnaar Parijs terug. Een vrede zonder afstand van grondgebied bleek teneenenmale onmogelijk, Bismarck verklaarde nadrukkelijk dat Duitsch-land, ten einde in de toekomst voor Fransche invallen veilig te zijn,Elzas en Lotharingen moest inlijveu. Van een voorloopige vredes-onderhandeling kon dus niets komen. In een brief aan alle vertegen-

Page 503: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

491

woordigers van Fraukrijk in het buitenland had Favre, bij het aanvaardenzijner betrekking als minister van Buitenlandsche Zaken, reeds de ver-klaring afgelegd dat Frankrijk geen duim grond zoude afstaan en geensteen van zijne vestingen. De onderhandelingen over een wapenstilstand,teneinde het Fransche yolk de gelegenheid te geven om door de verkiezingvan vertegenwoordigers voor een constitueerende vergadering zich eenwettig bewind te geven , liepen ook spaak. Ale voorwaarden voor dezenwapenstilstand eischte Bismarck de overgave van Straatsburg en dekrijgsgevangenschap van het garnizoen, voorts, zoo de constitueerendevergadering in Pa,rijs werd gehouden, de bezetting van een of meerforten in de verdedigingslijn der hoofdstad. Het voorloopig bewind washet natuurlijk met Favre eens, dat deze voorwaarden door geen Fransch-man konden worden aanvaard.

De oorlog moest derhalve worden voortgezet ; van Duitsche zijdewerd dit met grooten ijver gedaan. Be hoofdmacht legerde zich omParijs. Op 19 September werd de laatste telegraafdraad afgesneden dieParijs met de buitenwereld verbond, de groote stad was geheel en al inge-sloten. Het voorloopig bewind had geaarzeld of het den zetel van deregeering naar elders zoude overbrengen , maar het had ten slottebesloten te Parijs te blijven ; zelfs de minister van BuitenlandscheZaken bleef binnen de omsingelde stad , hoewel de meeste gezantenvan vreemde mogendheden die verlaten hadden. Twee hoogbejaardemannen, Cremieux en Glais Bizoin , en de minister van marineFourichon vertrokken naar Tours en vormden daar de zoogenaamdedelegatie , die Frankrijk buiten Parijs moest besturen.

De Duitschers waren imniddels ijverig in de weer, om zich in het bezitte stellen van de beide gewesten die zij na afloop van den oorloghoopten te behouden, den Elzas en Lotharingen. In den Elzas washet hun in de eerste plaats te doen om het bezit van de hoofdstadStraatsburg, een der eerste vestingen van Frankrijk. Dadelijk na deoverwinning van Worth stelden de Duitschers den bevelhebber deneisch om deze vesting over te geven, wat natuurlijk geweigerd werd.

Binnen weinige dagen werd de stad door de Duitsche legermachtingesloten. Zij was versterkt met vestingwerken , dagteekenende nit eentijd die van de kracht van het negentiend-eeuwsche geschut nog niethet geringste besef had, en was derhalve tegen eon langdurig belegniet bestand. Daarbij was er voor de proviandeering en bewapeningder vesting weinig gedaan, de Fransche regeering had slechts gedacht

Page 504: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

492

aan een veldtocht in Duitschland en niet aan de verdediging harer eigenvestingen. Het garnizoen, dat ander bevel stond van generaal Uhrich,een oud gediende, was nog beneden vredesterkte. Verder bevonden zichin de vesting een aantal soldaten en officieren die daarbinnen waren ge-vlucht na de nederlaag bij Worth en een geheel onzamenhangenden troepvortnden, zonder tucht of orde. De Duitschers werden dan ook in hunnepogingen om de stad in te sluiten niet meer belemmerd nadat eenuitval, op 16 Augustus, in een overhaaste vlucht der Franschetroepen was geeindigd, waarbij zelfs drie kanonnen aan den vijandin handen vielen. Nauwelijks hadden de Duitschers hun geschutopgesteld of het bombardement der stad ving aan. De beroemdehoofdkerk werd zwaar beschadigd , de stedelijke boekerij ging invlammen op en een groot aantal woningen en openbare gebouwenwerden geheel of gedeeltelijk vernield. De bevelhebber der belegeraars,generaal von Werder, hoopte hierdoor de stad tot een spoedige overgavete zullen dwingen, hij verwachtte dat de zwaar geteisterde bevolkingdie zoude eischen. Deze bleef echter aanvankelijk standvastig. Naarmatede kansen op ontzet verminderden en de ellende toenam, zwichtte zijechter meer en meer voor de noodzakelijkheid. De gemeentelijke commissie,die na het bekend worden van de omwenteling te Parijs de bestaandemachten had vervangen , wendde zich op 18 September tot denbevelhebber met het verzoek om onderhandelingen met de belegeraars teopenen. Uhrich, die eerst aarzelde, zag spoedig in dat, indien hij aandit verzoek niet voldeed, een verovering stormenderhand aanstaandezoude zijn, want de vestingwerken hadden reeds zoo veel geleden, datzij niet meer te houden waren. Op 2S September gaf de vesting zichover na een beleg van vijftig dagen.

Een maand later bezweek ook Metz en viel daarmede het eenigeleger, dat Frankrijk nog bezat, in handen van den vijand. Bazaine hadbijna gelijktijdig met de nederlaag van Sedan een poging gedaan ommet zijn leger door het Duitsche bezettingsleger heen te slaan. Eengevecht van twee dagen dat aan den rechteroever van de Moezelin de omstreken van het dorp Noiseville het hevigst was, konhem echter den begeerden uitweg niet openen. Hij moest binnen devesting en hare forten terugtrekken en vernam daar weldra de tijclingvan de ramp die den Keizer had getroffen en van de vestiging vanhet omwentelingsbewind te Parijs. Hij geraakte nu in onzekerheidomtrent de gedragslijn die hij zoude moeten volgen, in zijn oog was

Page 505: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

493

tie Keizerin-regentes de wettige macht en het voorloopig bewind teParijs een onwettige. Hij stond aan het hoofd van het Fransche legeren zoude, zoo hij Metz kon verlaten , het keizerlijk gezag weder inParijs moeten vestigen , maar zijn leger zoude vermoedelijk , indien hijhet naar Parijs had kunnen leiden, wel geweigerd hebben om zichin deze omstandigheden voor een burgeroorlog te laten gebruiken envoorzeker aan den oorlog tegen de Duitschers de voorkeur hebbengegeven. Bismarck, wien het slechts te doen was om den oorlog tebeeindigen door een vrede die hem Elzas en Lotharingen gaf, , wildedien vrede even gaarne met het Keizerrijk als met het republikeinschbewind sluiten en meende dat het eerste, indien Bazaine's leger het steunde,even goede waarborgen voor de geldigheid van den vrede kon geven alshet tweede. Hij maakte daarom gebruik van de diensten van een avontuur-zoeker, een zekeren Regnier, om in aanraking te komen met Bazaine.Regnier was een van die menschen in veelbewogen tijden altijd tevoorschijn komend, wie de begeerte om een rol te spelen niet metrust laat. Hij was naar Engeland gegaan en had daar getracht met deKeizerin in aanraking te komen; toen dit hem niet gelukte wist hijten fotografie in handen te krijgen , waarop de Keizerlijke Prins eenpaar woorden met handteekening had gekrabbeld en verzocht, met ditovertuigingsstuk gewapend, aan Bismarck om binnen Metz te wordentoegelaten, ten einde een der Fransche bevelhebbers in de gelegenheidte kunnen stellen om de vesting te verlaten , zich naar Engeland tebegeven en de bevelen der Keizerin te vernemen. Aan zijnen wenschwerd voldaan , hij had een gesprek met Bazaine en het gevolg was,dat generaal Bourbaki Metz verliet en zich naar Engeland begaf. DeKeizerin was hoogst verwonderd toen zij dit bezoek ontving en galdadelijk aan den generaal te kennen dat hij het slachtoffer was vaneen misleiding, daar zij nooit het verlangen had gout om hem te zien.Intusschen had Bismarck door Regnier kennis gekregen van den toestandin Metz, onder anderen dat men slechts tot 18 October van 'evens-middelen voorzien was. Bazaine onthield zich gedurende de ganschemaand September van vijandelijkheden; eerst in October werden erweder eenige uitvallen gedaan , voornamelijk met het doel om zichproviand te verschaffen. De nood in de vesting begon zich to doengevoelen, de troepen werden voornamelijk met paardenvleesch gevoed,daar het slachtvee zeer stork verminderd was en het voedsel voor depaarden begon te ontbreken. Ten gevolge van het besluit in een

Page 506: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

494

krijgsraad genomen, waaraan alleen de hoogste militaire gezaghebbersdeelnamen, werd op 12 October de Generaal Boyer naar het Duitschehoofdkwartier gezonden. Hij keerde binnen Metz terug met de jobs-tijding, dat alleen een overgave van het leger zooals die van Sedandoor Moltke aannemelijk was verklaard, maar dat Bismarck hadverklaard , dat, indien de Keizerin op de door hem to stellen voor-waarden vrede wilde sluiten, het te Metz opgesloten leger met voilekrijgsmanseer zouden kunnen vertrekken.

Bazaine en zijn krijgsraad begrepen wel, dat dit voor de Keizerineen onaannemelijk voorstel was en dat zelfs, zoo zij het moat aan-nemen en aan het leger de ten uitvoer-uitlegging opleggen, dit eenonuitvoerbare taak zoude zijn, maar zij besloten toch Boyer naarEngeland te zenden, om in elk geval to vernemen wat de Keizerinvoor het leger zoude kunnen doen. Zooals te verwachten was weigerdede Keizerin beslist om eon vredes-verdrag to onderteekenen, waarvanzij de voorwaarden, al werden die haar niet medegedeeld, gernakkelijkkon raden.

1T66r de terugkomst van Boyer was evenwel het lot van Metz reedsbeslist. De voorraad binnen de vesting en de forten begon stork toverminderen. Op 24 October kwam eon bericht van Bismarck, dat deKoning van Pruisen van alle onderhandelingen met de Keizerin moestafzien, nu het hem block, dat, zoo or eon verdrag tot stand kwam,hij zelf gedwongen zou worden, om dit aan het Fransche yolk op teleggen. Nu de kans voorbij was, om Bazaine en zijn leger een staat-kundige rol to laten spelen ten bate van Duitschland, konden hemgoon andere voorwaarden worden aangeboden dan overgave en krijgs-gevangenschap.

Er word nu nog een laatste poging door Bazaine gedaan. In hetFransche leger beyond zich de generaal Changarnier, eon veteraan, diein 1851 door Napoleon was verbannen, mar na het uitbreken van denoorlog in Frankrijk was teruggekeerd on den Keizer zijnen degen hadaangeboden. Bazaine besloot dozen in Europa zeer bekenden krijgsmannaar Prins Frederik Karol, den bevelhebber der Duitsche legermachtvoor Metz, to zenden met verzoek dat aan het leger de krijgsgevan-genschap mocht worden gespaard. De Prins verklaarde dit kortwegonaannemelijk en toonde voldoende dat hij geheel op de hoogte wasvan den hachelijken toestand waarin het Fransche leger verkeerde. Toenbleef er niets anders over dan zich to voegen naar den wil van den

Page 507: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

495

overmachtigen vijand. De soldaten waren tengevolge der gebrekkigevoeding zeer verzwakt, de paarden waren voor een groot deel geslacht,iedereen wist dat een poging om door den vijand heen te breken zekermoest mislukken na tallooze slachtoffers te hebben gekost. Wachttemen nog eenige dagen, dan zoude er hongersnood ontstaan, want devoorraden waren bijna uitgeput, aan zout was onder anderen reedsvolkomen gebrek. De overgave werd dan ook op 27 October geteekend.Het leger met alles wat daartoe behoorde kwam in handen der Duitschersen werd krijgsgevangen naar Duitschland gevoerd, en de vesting werdovergegeven. De krijgsbuit die den Duitschers in handen viel wasgrooter dan wellicht ooit door een overwinnend leger is behaald;meer dan 1500 stuks geschut, 56 vaandels en 260 000 gewerenmoesten door de Franschen worden overgegeven. Het aantal krijgs-gevangenen bedroeg meer dan 160 000 man, terwijl nog ongeveer20 000 zieken in de hospitalen achterbleven. De overgave van Metzveroorzaakte in geheel Frankrijk een geweldige uitbarsting van veront-waardiging. Men wilde hare onvermijdelijkheid niet erkennen en sprakopenlijk van verraad. Dat de verdere verdediging van Frankrijk nuonmogelijk was geworden, werd alleen door hen ontkend die zich vanden waren toestand geen rekenschap konden of wilden geven. HetFransche yolk in zijn geheel liet zich echter niet ontmoedigen en bleeftot alle opofferingen bereid in het vaste geloof dat Parijs nooit zoudebezwijken.

Thiers was na zijn bezoek aan de voornaamste hoofdsteden van Europa Vruchtelooze

den 21 e ' October te Tours teruggekomen. Hij had overal medelijden pogiTnhigeenrsvan

gevonden, maar nergens eenige toezegging van bijstand kunnen ver- om vrede te

krijgen. De vorsten en staatslieden die hij te Londen, Weenen, sluiten.

Petersburg en Florence had gesproken, wenschten eenstemmig den vrede,mar verlangden tevens voor zich zelve een stipte onzijdigheid te bewaren.Zij moisten dat Bismarck geen inmenging van vreemden in zijne onder-handelingen met Frankrijk wilde toelaten en moesten zich dus metgroote behoedzaamheid van elken stap onthouden, die hen aan een beslisteafwijzing van de zijde der Duitsche regeering kon bloot stellen. Dedelegatie te Tours was inmiddels een lid rijker geworden door deaankomst van Gambetta, die den 9 en October in een luchtbal uit Parijswas vertrokken en gelukkig te Tours was aangekomen. Gambetta was eenbedrijvig maar heerschzuchtig man, vddr alles ijveraar voor de republi-

Page 508: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

496

keinsche instellingen. Hij stelde zich te Tours tot taak om een nieuwelegermacht te vormen waarmede, naar hij vast verwachtte, het ontzetvan Parijs zoude kunnen worden bewerkstelligd; hij had daarom naastde Binnenlandsche Zaken ook het Depattement van Oorlog op zichgenomen. Met koortsachtigen ijver vatte hij zijnen arbeid aan en toondedaarbij een zoo hooge mate van zelfvertrouwen te bezitten , dat hij zijnvolstrekt gemis aan krijgskundige kennis in het geheel niet scheen tegevoelen. Gambetta was eenigszins bevreesd dat de komst van Thiers,met wien hij slechts matig ingenomen was, zijne plannen zoude dwars-boomen. Thiers was vooreerst geen zuivere republikein, hij achtteverder het voortzetten van den oorlog een dwaasheid en beschouwdehet als den eersten eisch van het oogenblik, dat een vertegenwoordigendevergadering door het Fransche yolk zoude worden gekozen, teneindeeen wettig bewind te verkrijgen, dat vrede kon sluiten. Gambetta wildevoortzetting van den oorlog, die naar zijne hartstochtelijke oyertuigingmet de beyrijding van het grondgebied moest eindigen. Hij was beduchtvoor een volksvertegenwoordiging, waarin zeker de republikeinen inde minderheid zouden zijn, en die wellicht vredelievend gestemd zoudewezen. Tegen de aanneming van het door de Engelsche en Russischeregeeringen gedane aanbod, om van de Duitsche regeering vrijgeleidete verkrijgen voor Thiers , durfde hij zich echter niet verzetten, teminder omdat algemeen werd goedgevonden dat Thiers, voordat hij deonderhandelingen met den vijand zoude aanvangen, naar Parijs zoudegaan, om daar eerst met het voorloopig bewind van gedachten te wisselen.Den 30en October kwam Thiers, na in het Duitsche hoofdkwartier teVersailles zijn vrijgeleide te hebben verkregen, te Parijs aan. Hij brachter het eerst de tijding van de overgave van Metz, die nog slechts alsgerucht in de stad was doorgedrongen. De neerslachtigheid hierover wasnatuurlijk zeer groot, en de bezorgdheid van de regeering vermeerderdesterk, omdat het in de laatste dagen te Parijs toch reeds zeer onrustigwas geweest. De geest onder de gewapende burgerwacht was oproerig,opgewonden volksmenners, die het krijgskundig beleid zonder eenigekennis van zaken voortdurend bedilden, trachtten het voorloopig bewindden voet te lichten, gelukzoekers van allerlei gehalte beweerden dat zijde Duitschers gemakkelijk zouden kunnen verjagen, indien slechts deleiding aan hen werd toevertrouwd. De ledigloopers en schreeuwersonder de Parijsche bevolking luisterden gretig naar deze zotte praatjes, enhechtten er openlijk hunne goedkeuring aan. Een onbeteekenend voorval,

Page 509: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

497

het hernemen van het dorp le Bourget door de Duitsche troepen, nadateen Fransch bevelhebber, zonder daartoe last van Trochu te hebbengekregen, die plaats had bezet, werd aan de menigte voorgesteld alseen sprekend bewijs van het krijgskundig wanbeleid. Toen zich het berichtbegon te verspreiden van de aankomst van Thiers, werd er dadelijk rond-gebazuind dat de regeering een eerloozen vrede ging sluiten. De tijdingvan de overgave van Metz deed echter den beker overvloeien; de reedslang in stilte voorbereide uitbarsting had plaats, juist op den dag toenThiers zijne onderhandelingen moest beginnen.

Hij was na een langdurige beraadslaging met het voorloopig bewindop 30 October het er over eens geworden, dat men trachten zoude vande Duitschers te verkrijgen een wapenstilstand van zoo langen duur, ,dat gedurende dien tijd het geheele land kon worden opgeroepen tothet verkiezen van eene vertegenwoordigende vergadering, die een regee-ring kon vestigen op wettigen grondslag. Hierbij zoude evenwel dienento worden bedongen, dat gedurende dien wapenstilstand Parijs van levens-middelen zoude worden voorzien, daar anders de stad er door tot over-gave zoude genoodzaakt worden.

Toen Thiers den volgenden dag Parijs verliet met het doel om overdeze voorwaarden met Bismarck te gaan onderhandelen, was de opstandal uitgebroken. De oproermakers, aan welker hoofd Felix Pyat,Delescluze en andere veteranen uit de omwentelingen van vroeger jarenstonden, hadden tot leuze, de vestiging van de Commune, waarmedeheette bedoeld te worden, de volkomen zelfstandigheid van Parijs alsgemeente , die zich dan met de andere gemeenten van Frankrijk, dieevenzeer zelfstandig moesten worden, in verbinding zoude kunnen stellen.Het was echter niet om de verwezenlijking van dergelijke dwaze plannente doen, maar meer em een omverwerping van alle bestaande machten,die voor het bene veld oog van sommigeu het begin van eene goudeneeuw zoude zijn vol ongekende zegeningen. Voor velen was evenwelde gansche beweging eigenlijk in den grond der zaak niet anders daneen begeerlijke gelegenheid om voor zich zelve macht, aanzien enrijkdom te verkrijgen.

De leden van het voorloopig bewind hadden hun laatste onderhoudmet Thiers moeten afbreken, omdat zij werden opontboden naar hetstadhuis dat bedreigd werd door een talrijke volksmenigte. Zoodra zijzich binnen zijne muren bevonden werd het gebouw door een hoopgewapende burgers met geweld bezet. Tot den vroegen naorgen

Page 510: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

498

van den volgenden dag duurde deze gewelddadige inbezitneming, dietot niets leidde dan tot het maken van veel lawaai en het uiten vangeweldige bedreigingen. Sommige leden van het bewind kondeu hetgebouw nog verlaten, anderen, zooals Favre, werden er gedurendeden ganschen daur dezer oproerige beweging, onder persoonlijke belee-digingen, door hunne bewakers gevangen gehouden , zonder dat hunzelfs eenige spijs werd aangeboden. Het gelukte eindelijk aan de goed-gezinde bataillons van de burgerwacht om het stadhuis weder binnente dringen , het gespuis dat er zich genesteld had te verjagen en deleden van het bewind uit hunnen neteligen toestand te bevrijden.

Niettegenstaande men wederzijds van geladen vuurwapenen wasvoorzien en er onder de oproerlingen velen waren die in een roes vandronkenschap verkeerden , werd er gelukkig geen druppel bloed ver-goten. Allen die bij deze schandelijke rustverstoring zich voor hetbehoud der orde in de weer stelden behielden hunne kalmte, onder denlevendigen indruk, dat in de gegeveu omstandigheden een burgeroorlogtot elken prijs moest vermeden worden, en de lawaaimakers schenenzelve tech nog te gevoelen dat zij het niet tot het uiterste mochtenlaten komen.

Thiers had inmiddels te Versailles de besprekingen met Bismarckbegonnen, maar hij vond bij hem weinig tegemoetkoming. Bismarckwas onder den indruk van de hevige ontstemming van zijnen Koningover een proclamatie, die Gambetta met zijne gewone doldriftigheidte Tours had uitgevaardigd na de overgave van Metz, waarin hijBazaine kortweg een verrader noemde. Ook waren te Versailles degeruchten van de volksbeweging in Parijs doorgedrongen, zij haddendaar de overtuiging doen ontstaan, dat de bestaande regeering op seerwankelen bodem stond en dat derhalve de zekerheid ontbrak dat eonmet haar gesloten overeenkomst geèerbiedigd zoude worden. Daarbijkwam nog dat Moltke, uit krijgskundige overwegingen, seer stork tegeneen wapenstilstand was, omdat hij den veldtocht zoo snel mogelijk toteen einde wilde brengen. Eon wapenstilstand met proviandeering vanParijs bleek alleen to verkrijgen te zijn, indien de Franschen een derforten van de Parijsche verdedigingslijn aan de Duitschers wilden over-geven. Dit stond gelijk met de overgave van Parijs en was derbalveonaannemelijk. Het eenige wat dus overschoot, en door Bismarck ookin beginsel werd toegestaan, was Of een wapenstilstand zonder provian-deering, of verkiezingen zonder wapenstilstand, waarbij de Duitsche leger-

Page 511: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

499

hoofden in de bezette gewesten het noodige zouden doen om de vrijheidder verkiezingen te verzekeren, behalve in den Elzas en Lotharingen.De Fransche regeering mocht echter in deze twee provincien personenaanwijzen om in de vertegenwoordigende vergadering zitting te nemen.

Thiers keerde met deze weinig bevredigende mededeeling naar Parijsterug , waar de orde hersteld was maar de gisting voortduurde. Deleden van het voorloopig bewind gevoelden maar al te wel dat zij opeen vulkaan stonden, dien de kleinste vonk weder kon doen ontbranden.Jules Favre vreesde dat een wapenstilstand zonder proviandeering debevolking zoo zeer zoude verbitteren, dat een nieuwe en nog hevigervolksbeweging dadelijk te verwachten was. Verkiezingen zonder wapen-stilstand achtte hij onmogelijk. Hoezeer Thiers er op wees, dat hetbeeindigen van den oorlog voor Frankrijk dringend noodzakelijk was endat het voortzetten daarvan nog meer rampen over het ongelukkige landzouden brengen, terwijl men ten slotte op nog onvoordeeliger voor-waarden dan thans te verkrijgen waren, toch vrede zoude moetensluiten, besloot het voorloopig bewind de onderhandelingen of te breken.Op 7 November verliet Thiers Versailles en keerde onverrichter zakenaar Tours terug.

Als hoofddoel van den veldtocht beschouwde de Duitsche opper- Voortzetting

bevelhebber Moltke de verovering van Parijs. Om deze stad zoo der krtjgsbe-driiven.

spoedig mogelijk tot overgave te dwingen was het meest doeltreffendemiddel de volkomen afsluiting, waardoor elke toevoer van levens-middelen belet werd. Het grootste gedeelte van het Duitsche legerwerd voor deze afsluiting gebruikt. De overige troepen moestende verschillende vestiugen innemen, die de gemeenschap tusschen deDuitsche grenzen en het leger bemoeielijkten en verder den Elzasgeheel bezetten, waarvan het bezit om staatkundige redenen van gewichtwas. De stad Toul viel reeds in September, 'Verdun , Schlettstadten Brisach in October en November. Ook Miihlhausen werd bezet,waarmede bijna de geheele Elzas in handen der Duitschers was. Naar-mate door de verovering dezer steden meer Duitsche troepen beschikbaarkwamen, werden ook ten zuiden en ten noorden van Parijs troepenin verschillende richtingen in beweging gebracht om pogingen tot ontzetder hoofdstad te beletten en om den toevoer van levensmiddelen geheelonmogelijk te maken. De overgave van Metz maakte dat op nog veelgrooter voet legerafdeelingen voor dit doel gebruikt konden worden.

Page 512: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

500

In het zuiden werden Dyon en Orleans bezet, in het noordenveroverden de Duitschers Soissons en Thionville en werd na een heviggevecht, dat voor de Franschen ongelukkig uitviel, in het laatst vanNovember Amiens bezet.

Gambetta, bijgestaan door een ingenieur de Freycinet, had inmiddelste Tours een inderdaad bewonderenswaardige bedrijvigheid ontwikkeld.Het gelukte aan beide mannen in korten tijd een vrij aanzienlijke leger-macht, voor een groot deel evenwel uit ongeoefende soldaten bestaande,uit te rusten en te wapenen. Ook mochten zij een oud-gediende vanden Krimveldtocht, reeds gepensionneerd maar nog kloek en wakker, dengeneraal d'Aurelle de Paladines, bereid bevinden om zich aan het hoofdvan een legerafdeeling te stellen, die voorloopig beoogde de Duitschetroepen nit Orleans te verdrijven, teneinde vervolgens, indien zulksmogelijk bleek, naar Parijs op te trekken. Het eerste gelukte, de Beijer-sche troepen , die te Orleans gelegerd waren, werden genoodzaakt diestad te verlaten, nadat zij op 9 November te Coulmiers voor den over-machtigen vijand hadden moeten wijken. Deze kleine voorspoed deedden moed herleven en had op de Fransche troepen een gunstigeninvloed; zij versterkte evenwel op bedenkelijke wijze het zelfvertrouwenvan de regeering te Tours. Maar de aanvoerder was een te ervarenkrijgsman om met zijn ongeoefend leger, , dat veel te weinig artillerieen ruiterij bezat en bijna geen legertrein had, zich verder te wagenmet het vooruitzicht om tegen een goed uitgerusten vijand, die methem in getalsterkte gelijk stond , den strijd te moeten aannemen. Ditwas echter volstrekt niet naar den zin van Gambetta, die de meeststellige bevelen gaf om vooruit te trekken en Parijs te ontzetten.IJit Parijs werd een uitval ondernomen , die ten doel had om methet leger te Orleans, het Loire-leger zooals het genoemd werd, in ge-meenschap te komen. Deze uitval die vier dagen duurde, van 30 Nov.tot 3 December, en aan beide zijden duizenden het leven kostte, leiddeniet tot het gewenschte doel. De buitengewoon zware koude, die plotse-ling inviel, bewoog Trochu om zijne slecht gekleede troepen den terug-tocht te doen aanvaarden, nadat het hem genoegzaam gebleken was dathet hun, niettegenstaande hunne overmacht, toch niet zoude gelukkenom door de Duitsche belegeringslijnen henen te breken. Ook het Loire-leger moest spoedig de ingenomen stellingen weder verlaten, toen PrinsFrederik Karel met de troepen die Metz hadden belegerd tegen Orleansoptrok. De Franschen, bij Beaune la Rolande teruggeworpen, moesten

Page 513: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

501

Orleans ontruimen, in strijd met de uitdrukkelijke bevelen bun door Gam-betta toegezonden, die echter door de bevelhebbers ten eenenmale onuit-voerbaar werden verklaard. De generaal d'Aurelle werd, zooals met deoverleveringen der omwenteling strookte, dadelijk van zijn opperbeveloutset. Overtuigd van de onmogelijkheid om iets voor zijn land te doen,zoolang hij de bevelen van in krijgszaken geheel onervaren bewinds-lieden moest volgen, weigerde hij elke andere opdracht en keerde in deambtelooze rust terug. Bourbaki, die na zijne vruchtelooze rein naarEngeland zich ter beschikking had gesteld van het voorloopig bewind,werd met het bevel over het leper van d'Aurelle, nu het Oosterlegergenoemd, belast, terwijl een ander deel der troepen, ten zuiden vanParijs, het zoogenaamde Westerleger onder het bevel van Chanzy werdgeplaatst. De ongeoefende Fransche soldaten konden het echter in hetveld tegen de Duitschers nergens uithouden, de strenge koude werktehiertoe mede, de ongeharde, slecht uitgeruste manschappen bezwekenonder de vermoeienissen van den winterveldtocht. Het voorloopig be-wind rekende zich te Tours niet meer veilig en week naar Bordeaux.In het Noorden bezette de generaal Manteuffel, na de verovering vanAmiens, ook Rouen, de hoofdstad van Normandie. In December was bijnaeen derde deel van Frankrijk door de Duitschers bezet. Men achtte hetin het Duitsche hoofdkwartier toen geraden om niet verder te trekken,maar in de genomen stellingen te blijven, ten einde de troepen die doorden aanhoudenden strijd en de barre weersgesteldheid veel geleden hadden,voorloopig rust to geven. Een afwerende houding tegen de aanvallen derFranschen scheen voldoende, nu er alle grond bestond voor de verwach-ting dat Parijs het niet lang meer zoude kunnen houden. De Duitschersrekenden er op, dat met Kerstmis de strijd geeindigd zoude zijn; zijzagen zich hierin evenwel teleurgesteld en moesten, zooals wij naderzullen zien, in den aanvang van 1871 hunne aanvallende bewegingenweder beginnen.

Twee gebeurtenissen van het hoogste gewicht, buiten de grenzen der Weerslag vandenoorlogvoerende landen flog in het jaar 1870 voorgevallen, waren het Eu

oorlog in.ropa.

onmiddellijk gevolg van den Fransch-Duitschen oorlog.De eerste was de val van de wereldlijke macht van den Pans en de

inlijving van den Kerkelijken Staat bij het Koninkrijk Italie. Reeds inden aanvang van den oorlog, na de eerste nederlagen, had Napoleon IIIbesloten om de Fransche bezetting uit Rome terug te roepen, daar hij

Page 514: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

502

over deze soldaten voor den oorlog met Duitschland wilde beschikken.Then hij Koning -Victor Emanuel hiervan kennis gaf, , deelde hij hemtevens mede, dat hij de September-conventie van 1864 (blz. 394) be-schouwde als weder in werking te zijn getreden en de Italiaanscheregeering antwoordde dat zij de plichten haar bij dat verdrag opgelegdzoude nakomen. Rome, hierdoor weder alleen aan de bescherming van depauselijke troepen overgelaten, bleef zich rustig houden, maar in Italieopenbaarde zich het algemeen verlangen om deze onverwachte gelegenheidtot vestiging van den zetel,van het Koninkrijk te Rome, niet ongebruiktte laten voorbijgaan. Van de katholieke mogendheden, Oostenrijk enSpanje was in de gegeven omstandigheden geen tegenstand te verwachten,van de protestantsche en orthodoxe nog veel minder; aan het bevredigenvan den lang gekoesterden volkswensch stond dus niets meer in denweg. Zoolang het Fransche Keizerrijk nog bestond, was Victor Emanuelhuiverig om jets tegen Rome te ondernemen, maar nadat het teSedan was ineengestort, begreep hij dat het oogenblik om den langbegeerden Kerkelijken Staat in bezit te nemen, was aangebroken. In hetbegin van September schreef de Koning een brief aan den Paus, waarinhij yerklaarde dat ten gevolge van den Fransch-Duitschen oorlog deomwentelingsgeest in stoutmoedigheid toenam en dat het te vreezenwas dat hij eerlang in den Kerkelijken Staat een slag zoude willen slaantegen den Pans. -Victor Emanuel zag zich derhalve gedwongen de veilig-heid van den Heiligen Stoel te beschermen en kondigde aan, dat hijRome en de overige bezittingen van den Pans met zijne troepen zoudebezetten. Paus Pius IX beantwoordde dit schrijven met de yerklaring,dat de aangekondigde handeling door iemand die den katholieken gods-dienst beleed geen waardig bedrijf was; hij gaf echter aan zijne troepenhet bevel om slechts zooveel tegenstand te bieden, dat het gewelddadigkarakter der onderneming tegen Rome boven alien twijfel verhevenkon worden geacht.

Toen de generaal Cadorna dan ook, op 20 September, zich voor destad vertoonde , en na een bombardement van eenige uren een bres inde muren bij de Porta Pia had geschoten, gaf de stad zich over, diemet uitzondering van het Vaticaan en zijne omgeving door de Italiaanschetroepen werd bezet. Den 2en October werd hierop door de ItaliaanscheKamer, met 192 tegen 18 stemmen, de overbrenging van den zetel van hetbestuur naar Rome goedgekeurd, nadat de bevolking van den Kerke-lijken Staat bij volksstemming, met groote meerderheid, hare goedkeu-

Page 515: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

503

ring aan de inlijving in het Koninkrijk Italie had gehecht. De Pausmoest zich dit alles laten welgevallen, maar hij wilde geen enkelenstap doers, waaruit zelfs zoude kunnen worden afgeleid, dot hij in dentoestand waarin hij door het optreden der Italiaansche regeering wasgebracht, berustte en de hem aangedane behandeling niet beschouwdeals een schreeuwend onrecht. Victor Emanuel had hem voor de bezet-ting van Rome aangeboden, de souvereiniteit over de zoogenaamde CitaLeonina, het Vaticaan en zijne naaste omgeving, het behoud van zijnevoorrechten als souverein, en het recht om gezanten te zenden en teontvangen. Voorts zoude hem een vast en onvervreemdbaar inkomenworden toegekend terwijl al deze voorwaarden zouden worden vastgelegdin een overeenkomst met de katholieke mogendheden. Zooals te voorzienwas wees de Paus dit aanbod dadelijk van de hand. De Italiaanscheregeering stelde hierop een wetsontwerp voor, waarin ongeveer ditalles voorkwam dat door de volksvertegenwoordiging werd aangenomen.Deze zoogenaamde waarborgenwet regelde de staatsrechtelijke stelling vanden Paus geheel eenzijdig, want de Paus verklaarde, twee dagen nahare of kondiging, 15 Mei 1871, dat hij deze waarborgen nimmerzoude goedkeuren of aannemen. Ook de buitenlandsche mogendhedenbleven buiten deze regeling; feitelijk werd derhalve de uitoefeningder souvereine rechten door den Paus geheel afhankelijk van deItaliaansche wetgevende macht. Pius IX dacht er eerst aan om Romete verlaten, maar hij besloot ten slotte binnen de muren van het Vaticaante blijven, waar hij zich als gevangene beschouwde. Het Quirinaal, eenpaleis in de stad dat hem toebehoorde, werd hem door de Italiaanscheregeering ontnomen. Victor Emanuel betrok het, zoodra hij zijneresidentie van Florence naar Rome had overgebracht. Ook tegen dezeinbezitneming verzette de Paus zich uitdrukkelijk, doch natuurlijkgeheel vruchteloos.

Was de opheffing der wereldlijke macht van den Paus te voorziengeweest zoodra Frankrijk zijne beschermende hand van Rome terugtrok, de andere verandering in den rechtstoestand van Europa, door eeneven eenzijdig en willekeurig ingrijpen van een der mogendheden tengevolge van den Fransch-Duitschen oorlog, hoewel voor de regeeringenen staatslieden niet ten eenenmale onvoorzien, bleek toch in zekerenzin voor Europa een verrassing te zijn. In de eerste dagen vanNovember gaf de Russische gezant te Londen aan de Engelsche regee-ring kennis van een door hem ontvangen schrijven van Gortschacow,

33

Page 516: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

504

den Russischen rijkskanselier, waarbij deze namens den Czaar verklaarde,dat de Russische regeering zich niet langer gebonden achtte door debepalingen van het traktaat van Parijs van 1856, voor zoover die haresouvereiniteitsrechten in de Zwarte Zee beperkten. Een soortgelijkeverklaring werd ook te Weenen en te Florence gedaan en eenige dagenlater aan de delegatie te Tours.

De bedoelde bepalingen legden Rusland en Turkije de verplichtingop om geen tuighuizen of versterkingen aan de oevers der Zwarte Zeeaan te leggen en geen oorlogsvloot op die zee te onderhouden. Toendeze verpliehting, na den Krimoorlog, door Frankrijk en Engeland aanRusland werd opgelegd, had Palmerston reeds gezegd : langer dan tienjaar zal zij niet gehandhaafd kunnen worden. Thans was zij reedsveertien jaren van kraeht geweest, maar aan hare bestendigheid geloofdegeen staatsman in Europa. Er was dan ook eigenlijk geen overwegendbezwaar, zelfs niet bij de Engelsche regeering, om aan dozen toestaud,die voor Rusland jets vernederends had, een einde to maken. Watechter in de hoogste mate bedenkelijk was, niet alleen in het oogder Engelsche staatslieden en van hen die bij de zaak een min of moorverwijderd belang hadden, maar van geheel Europa, was de wijzewaarop de Keizer van Rusland dit vraagstuk oploste. Indien iedereregeering zich, geheel eenzijdig door eon bloote verklaring, van de hembij internationale verdragen opgelegde verplichtingen kon ontslaan opde wijze zooals dat nu door Rusland word gedaan , dan stond voortaande geheele rechtstoestand van Europa op losse schroeven on werden deverhoudingen der staten onderling niet meer door het recht maar doorde willekeur beheerscht. Wat het bedenkelijk karakter van dozen stapder Russische regeering nog verhoogde, was de omstandigheid dat hetvoor de Europeesche staatslieden geen geheim was, dat Bismarck vanhet voornemen der Russische regeering reeds lang kennis droeg on datde Czaar van zijnen steun verzekerd was.

In de antwoorden die de Russische regeering ontving, straalde danook een gevoel van bezorgdheid en ontstemming door, vooral, zooalste verwachten was, in het Engelsche, doch ook in het Oostenrijkscheen zelfs in het Italiaansche. In Engeland kwam de openbare meeuingzeer stork onder den indruk, dat Engeland's aanzien on gezag in Europadoor de Russische verklaring een verbazenden knak had gekregen, deEngelsche staatsfondsen daalden aan de beurs , en eon oorlogzuchtigestemming begon zich te openbaren. Gladstone, die aan het hoofd van

Page 517: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

505

het ministerie stond, wilde echter alles vermijden wat tot een oorlog konleiden, en zijn ambtgenoot van Buitenlandsche Zaken, Lord Granville,was evenmin oorlogzuchtig. Zij besloten een buitengewoon gezant naarhet Duitsche hoofdkwartier te Versailles te zenden, in de volledigebewustheid dat Bismarck de man was die bij de eindbeslissing hetlaatste woord zoude kunnen spreken. Hunne keus voor deze moeielijkezending viel op een van Engeland's beste diplomaten, Odo Russell,die met groot beleid deze onderhandeling tot een bevredigend eindewist te brengen. Bismarck, die er geen oogenblik aan twijfelde of Ruslandzoude alles verkrijgen wat het wenschte, indien zijne verlangens slechtsonder een anderen vorm bij de mogendheden werden aaugebracht, kwammet Russell overeen, dat Pruisen de mogendheden tot een conferentiezoude uitnoodigen, ter bespreking van de eischen van Rusland, zonderdat vooraf aan de verklaring van Gortschakow eenige rechtsgeldigheidwas toegekend. Niet zonder tegeustribbeling liet Rusland zich overredenom hiermede tevreden te zijn, het gaf echter toe, in het zekere voor-uitzicht van op de conferentie alles te zullen verkrijgen wat het wenschte.Frankrijk's houding ten opzichte dezer conferentie was moeielijk. Doorde insluiting van Parijs, waar Favre de minister van BuitenlandscheZaken, zich beyond, was de gemeenschap met de delegatie van Tours,waar Chaudordy voor het beheer der Buitenlandsche Zaken was aange-wezen, zeer belemmerd, de eenheid van beleid liet hierdoor veel tewenschen over. Ten slotte werd Favre, aangewezen om Frankrijk tevertegenwoordigen, waarop door de Engelsche regeering een vrijgeleidevoor hem in het Duitsche hoofdkwartier werd aangevraagd. Bismarckhad evenwel zijne redeneu om te wenschen dat Favre niet te Londenverscheen; hij kon voorzien dat deze in de conferentie de beeindigingvan den oorlog zoude ter sprake brengen en , ofschoon er was vastgestelddat alleen over de Zwarte Zee mocht warden gehandeld , kon een der-gelijke bespreking, of zelfs een poging daartoe, eenigen invloed hebbenop de houding der onzijdige mogendheden, welker tusschenkomst bijde aanstaande vredesonderhandelingen Bismarck volstrekt wilde afsnijden.Teneinde Favre te weren werden er dus door Bismarck allerlei kleinebezwaren van vormelijken aard tegen het uitreiken van het vrijgeleidegeopperd. Toen het eindelijk in handen van Favre kwam, was hetbombardement van Parijs reeds begonnen en kon hij, als hoofd vanhet bewind, er niet toe besluiten om Parijs te verlaten. Intusschenkwam de conferentie, in Januari 1871, te Londen bijeen, zonder dat

Page 518: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

506

Frankrijk er op vertegenwoordigd was. Engeland ontving in zoovervoldoening, dat er als beginsel werd vastgesteld dat geen mogendheidzich van de verplichtingen van een traktaat zoude kunnen ontheffenzonder de goedkeuring der mogendheden die het traktaat mede geteekendhadden. Overigens verkreeg Rusland alles wat het wenschte. Frankrijkliet zich nog op bet laatst, na het eindigen van den oorlog, te Loudenvertegenwoordigen door den hertog van Broglie, die aan de laatstezitting, op 13 Maart 1871, deelnam en het traktaat mede onderteekende.

„Ik zie geen Europa meer", zeide de Oostenrijksche minister Beastin de laatste maanden van 18,70, en inderdaad de eigenmachtige wijzewaarop Rusland en Ita1i6 datgeue wat zij begeerden verkregen en deafwijzing door Bismarck van elke tusschenkomst der onzijdigen tothet bevorderen van den vrede met Frankrijk, deden de vrees ontstaandat de onderlinge band tusschen de Europeesche Staten tengevolge vanden oorlog geheel zoude uiteenvallen, zoodat de groote mogendheden nietmeer door gemeenschappelijk overleg de vraagstukken zouden oplossen,maar in het tijdperk door dezen oorlog geopend, de machtigstezoude bevelen en de overigen zouden gedwongen worden te gehoorzamen.De machtigste was thans ongetwijfeld Pruisen , dat door een verbondmet Rusland gemakkelijk de wet zoude kunnen stellen aan het vastelandvan Europa. Voor deze beide mogendheden zoude Europa in het vervolgmoeten buigen, totdat een oorlog tusscben hen aan een hunner hetvolkomen overwicht in Europa zoude geven. Deze en soortgelijke somberevooruitzichten, die de ernstige staatslieden met groote bezorgdheid ver-vulden, werden evenwel door de toekomst niet vervuld. De verhoudingder Staten van Europa werd echter in zooverre geheel en al gewijzigd,dat Pruisen, tot nog toe de kleinste der groote mogendheden, thansdoor alien als de machtigste en de eerste werd. erkend. Ook was dezemogendheid nu niet meer het oude Pruisen, maar zij werd Duitschland;de eenheid van Duitschlaud kreeg door den oorlog haar volledig beslag ,de openbare meening in geheel Duitschland eischte dit eenparig en geenmacht in Europa bestond er meer, die aan deze eenheid iets in denweg kon leggen.

Het Duitsche De vier Staten van Zuid-Duitschland waren dan ook door den loop derSelz errijk. gebeurtenissen gedwongen om zich bij den Noord-Duitschen Bond aan

te sluiten. Voor Baden en Hessen-Darmstadt had dit geen bezwaar. Inhet eerstgen3emde land waren Vorst en yolk reeds lang voor die aan-

Page 519: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

507

sluiting gewonnen; in het kleine Hessen-Darmstadt , dat half totden Noord-Duitschen Bond behoorde , had de tegenstand geen beteekenis.Ook in Wurtemberg was de volksovertuiging vrij eenstemmig op ditpunt en moest de regeering zich mar deze voegen. Beijeren, degrootste en machtigste der Zuid-Duitsche Staten, waar de trots eenereigen nationaliteit nog vela' vervulde, aarzelde; de toenmalige minister-president, Graaf Bray, was in zijn hart anti-Pruisischgezind en zoude nietsliever gezien hebben dan dat Beijeren zijne onafhankelijke stelling bleefbewaren. Hij was echter niet opgewassen tegen Bismarck, die, wetendedat de Koning van Beijeren een romantische vereering voor hemkoesterde , met zijne gewone behendigheid hiervan wist partij to trek-ken. Bismarck verijdelde den toeleg van Bray, om een, naar hijhoopte, langgerekte onderhandeling tusschen Pruisen en de vier Statengemeenschappelijk in het levee te roepen, door met Wurtemberg,Baden en Hessen zoo spoedig mogelijk verdragen te sluiten. Toen deBeijersche minister te Versailles kwam, vond hij deze verdragen reedsgeteekend. Beijeren stond dus geheel alleen, en daar het niet buitenDuitschland kon blijven, was het no wel genoodzaakt in beginsel toete geven. Intusschen wist de Beijersche regeering nog het een enander to bedingen , waardoor de zelfstandigheid van Beijeren eenigermatebewaard bleef, meer althans dan die van andere Duitsche staten. in hetoverige Duitschland was men hierover zeer ontstemd , maar Bismarckwilligde alles in, daar hij begreep dat, indien de Duitsche eenheidniet tot stand kwam gedurende den oerlog, het sluiten van den vredegroote bezwaren zoude opleveren , omdat Beijeren dan als zelfstandigonderhandelaar zijne voorwaarden zoude stellen , ook ten opzichte van hetin to lijven Fransche grondgebied. :Reeds was van Beijersche zijdo aanBaden een voorstel gedaan om dat deel van zijn grondgebied of to staan ,waardoor de Paltz van Beijeren gescheiden was, terwijl Baden dan door eendeel van den Elzas daarvoor zoude worden schadeloos gesteld. Van derge-lijke vergrootingen van grondgebied der Zuid-Duitsche staten, tengevolgeder inlijving van den Elzas en Lotharingen, wilde Bismarck volstrektniets weten. Hij was door staatskundige en krijgskundige overwegingentot het besluit gekomen om het veroverde Fransche grondgebied tot eenrijksland to maken onder het onmiddellijk bestuur van de rijksregeering.

Bismarck was to minder geneigd om Beijeren door beknibbeling zijnerwenschen te ontstemmen, omdat hij den Koning van Beijeren had wetente bewegen tot een stap, die de Duitsche eenheid tegenover de buiten-

Page 520: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

508

wereld zoo krachtig mogelijk zoude vestigen. Bismarck toch hadden Koning van Beijeren er op gewezen, dat de afstand van souvereini-teitsrechten die de nieuwe toestanden van hem eischten, bezwaarlijk aaneen Koning van Pruisen maar zeer wel aan een Duitsch Keizer konworden gedaan en de Koning had dit denkbeeld dadelijk aangegrepenen aan alle vorsten en regeeringen van vrije steden in Duitschland denvoorslag gedaan, om den Koning van Pruisen te verzoeken den titelvan President van den Bond te verwisselen met dien van DuitschKeizer. Nadat alien hiermede hunne instemming hadden betuigd, schreefde Koning van Beijeren een brief aan den Koning van Pruisen omhem hier van kennis te geven. Deze brief wekte in geheel Duitschlandeen buitengewone geestdrift op; aan de zoo lang en zoo vurig begeerdeDuitsche eenheid knoopte ieder Duitscher als van zelve de herleving vande waardigheid van Dnitsch Keizer vast, en dat de Koning van Pruisen,die zich in twee oorlogen met roem overladen had en thans een dermachtigste vorsten van Europa was, dien titel met voile waardigheidkon voeren, werd door niemand betwist.

De Rijksdag van den Noord-Duitschen Bond, die te Berlijn bijeenkwamom de verdragen met de Zuid-Duitsche Staten en de daardoor noodiggeworden veranderingen in de Duitsche grondwet goed te keuren, staptenu ook over de bezwaren die in zijn midden tegen het verdrag metBeijeren waren gerezen, ijlings heen en hechtte aan de instelling derKeizerlijke waardigheid met geestdrift zijne goedkeuring.

Het kostte echter veel moeite om den Koning van Pruisen tebewegen deze waardigheid aan te nemen. Koning Willem was eenvorst die aan overleveringen hechtte en die de geerfde Pruisischekoningskroon oneindig hooger achtte dan den nieuwbakken keizerlijkentitel. Toen hij zich eindelijk had laten overreden, stond hij er op datde titel zoude luiden: Keizer van Duitschland en niet: Duitsch Keizer,zooals de Duitsche vorsten en Bismarck dien wenschten en ook deRijksdag in het gewijzigde artikel der grondwet dien had vastgesteld.Over dit verschilpunt viel er te Versailles, den dag v66r de plechtigeuitroeping, een even heftig tooneel tusschen den Koning en Bismarckvoor, als indertijd te Nikolsburg v66r het sluiten van den vrede. DeKoning was zeer verbolgen, maar Bismarck wilde niet toegeven en bleefop zijn stuk staan. De Groothertog van Baden, die als de voornaamsteder te Versailles aanwezige Vorsten, den Koning het eerst als Keizermoest begroeten, gaf echter aan Bismarck te kennen dat hij niet tegen

Page 521: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

509

den wil des Konings durfde handelen. Bismarck wees er hem met nadrukop, dat hij door den verkeerden titel te bezigen in strijd met de grondwetdes rijks zoude handelen. Toen hierop den volgenden dag, in de beroemdeGalerie des Glaces van het oude paleis der Fransche Koningen, de plechtigeafkondiging van het Keizerrijk plaats had, riep de Groothertog, na hetvoorlezen der proclamatie waarin geen titel voorkwam : leve KeizerWillem ! Be Keizer was zoo zeer verbitterd tegen Bismarck over zijnehouding in deze zaak, dat hij na afloop der plechtigheid, toen hij degelukwenschen der aanwezige vorsten, krijgsbevelhebbers en staatsliedenontving, zijnen Kanselier voorbijging zonder hem de hand te willentoesteken. Be man, aan wien de nieuwe Keizer zijne kroon in de eersteplaats dankte, was de eenige die op dezen feestelijken dag een blijk vanontevredenheid van zijnen vorstelijken meester ontving. Be verwijderingtusschen den Keizer en Bismarck duurde echter slechts eenige dagen.

Er waren in Frankrijk, in de maand December, nog drie Fransche legers Krtgabedrij-iltot

vanin het veld : twee ten zuiden van Parijs , het Oosterleger onder Bourbaki vhet e

e

en het Westerleger onder Chanzy, , een in het Noorden, dat door gene- den oorlog.raal Faidherbe was gevormd, en het Noorderleger werd genoemd. Dezelegers bestonden bijna geheel uit ongeoefende soldaten, die daarenbovenslecht gekleed en slecht uitgerust waren. Zij moesten onder de aller-ongunstigste omstandigheden aan den strijd deelnemen. Be winter wasstreng , maar met afwisselend weder, vorst en dooi volgden elkanderop, de wegen waren somtijds onbegaanbaar door de modder en danweder door de gladheid. Gedurende de lange marschen vielen de door koudeen vermoeienis uitgeputte jongelieden bij honderden neder, vonden eeneenzamen dood aan de besneeuwde wegen of werden door de Duitschersgevangen genomen. In het aanvallend gevecht verloochenden deze sol-daten hunnen Franschen aard niet, zij toonden zich dan dapper en onbe-vreesd , bij tegenspoed verloren zij echter hun zelfvertrouwen en hetvertrouwen op hunne bevelhebbers ; de terugtocht werd gewoonlijk een-vlucht, die dikwijls met de geheele ontbinding van sommige legerafdeelingeneindigde. Officieren en soldaten zochten dan, elk voor zich, een goed heen-komen , en keerden somtijds ten slotte in het geheel niet meer naar het legerterug, hetzij doordat zij den weg niet meer konden vinden, hetzijdoordat zij, moedeloos en hopeloos, zich aan den strijd onttrokken. Zij dieaan het hoofd dezer legers stonden, zoowel de aanvoerders als hunneonderbevelhebbers, deden met bewonderenswaardige volharding en groote

Page 522: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

510

toewijding hunnen plicht. Zij hadden een bij uitstek moeielijke taak :onder zich goedgezinde maar onbekwame officieren, en soldaten waar-van de grootste helft nog nimmer het geweer en den ransel had ge-dragen, boven zich het voorloopig bewind, dat eerst uit Tours en lateruit Bordeaux, zijne bevelen uitvaardigde zonder kennis van den warentoestand, alleen met staatkundige overwegingen rekening houdende enin de vaste overtuiging levende dat het Fransche yolk, indien hetslechts goed werd aangevoerd , den vijand over de grenzen moest terug-drijven , zooals het dat in 1793 had gedaan.

De generaals waren van oordeel dat de drie legermachten zichtot doel moesten stellen het ontzetten van Parijs, en dat derhalvehunne krijgsbewegingen zich steeds in de richting der hoofdstad moestenbewegen. Het voorloopig bewind kon zich hiermede niet vereenigen,het gelastte dat Bourbaki met het Westerleger naar de grenzen zoudetrekken om de door de Duitschers ingesloten vesting Belfort in denZuid-Elzas te ontzetten en vervolgens door een inval in Zuid-Duitschlandeen afleiding te maken, die de Duitsche legers in Frankrijk, naar menzich vleide, tot den terugtocht zoude nopen. Het Oosterleger daaren-tegen moest trachten zich met het Noorderleger te vereenigen. Chanzytrok derhalve in Noordwestelijke richting op, steeds gevolgd door hetDuitsche leger onder Prins Frederik Karel. Nadat hij, niet zonder voort-durend door de Duitschers bestookt te zijn, te Le Mans was aangekomen,legerde hij zich in den omtrek dier stad en wachtte er de Duitschers af.Hier ontwikkelde zich een strijd die drie dagen duurde, 10, 11 en 12Januari, en met de volledige nederlaag der Franschen eindigde. Deellende in deze dagen van strenge koude op den met sneeuw overdektengrond geleden, was in beide legers ontzettend. De yerliezen warengroot. Het Duitsche leger verloor 3200 man, waaronder 200 officieren,de Franschen 6200 man, maar daarenboven 20 000 gevangenen , eendeel van hula geschut en een groote hoeveelheid wapentuig en mond-voorraad. Chanzy wilde te Alencon zijn leger weder verzamelen, dochde Duitschers vervolgden hem hardnekkig en bezetten ook deze stad,hij moest den tocht near het noorden opgeven en week met zijn totde helft verminderd leger achter de rivier de Mayenne

In het noorden hadden de Duitschers reeds, zooals wij vermeldden,Amiens en Rouen in bezit genomen en drongen zij in verschillenderichtingen verder. Zij vonden bijna overal verzet bij de bevolking , diehetzij nit de huizen, hetzij in kleine gewapende benden vereenigd

Page 523: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

511

(franctireurs genoemd) ben bestookten. Tegen dit gewapend yerzet vanniet tot het leger behoorende personen, traden de Duitsche bevelhebberszeer streng op, wat noodzakelijk was, maar wel eens tot gewelddadigehandelingen leidde, die beter achterwege waren gebleven. Hoewel detalrijke Fransche vestingen in het Noorden niet behoorlijk gewapend envan bezetting voorzien waren, was het toch den Duitschers niet mogelijkdie te bemachtigen zonder een regelmatige belegering. Zij waren denFranschen zeer nuttig voor de vorming van hun leger in het Noorden,dat aanvankelijk door Bourbaki werd aangevoerd, doch nadat deze aan hethoofd van het Westerleger was geplaatst , door een generaal die langin Algiers had gediend, Faidherbe. Deze had ook te kampen met deweinige geoefendheid en de tuchteloosheid zijner officieren en soldaten,en was evenmin als zijne krijgsmakkers in de andere deelen vanFrankrijk tegen de uitnemend uitgeruste en goed verzorgde Duitschetroepen bestand. Hij gaf echter blijken van moed en voorzichtigbeleid. Zijn eerste optreden was een vergeefsche poging om de kleinevesting Peronne te ontzetten, die door de Duitschers was ingesloten.Faidherbe viel de Duitschers aan bij Bapaume, 3 Januari, en wist zijnestellingen te bewaren; den volgenden dag maakte hij evenwel eenterugtrekkende beweging, daar hij zijn leger niet aan een vernieuwdenaanval durfde blootstellen. Monne, door de Duitschers met eenbombardement bedreigd, gaf zich hierop over, 9 Januari. Faidherbeontving daarna het bevel van de regeering om het Duitsche leger, datonder von der Groeben in de noordelijke departementen was gelegerd,zooveel mogelijk af te leiden, ten einde het van Parijs, dat een laatstepoging tot bevrijding wilde doen, verwijderd te houden. Hij leverdehierop de Duitschers, slag te St. Quentin op 19 Januari, met zeerongelukkigen uitslag. Hij verloor 12 000 gevangenen, waaronder 9000niet gewonde en moest zich onder de bescherming der noordelijkevestingen terugtrekken. Ook bet Noorderleger was door deze nederlaagmachteloos gemaakt.

Nog rampspoediger was de veldtocht van het Oosterleger. Aan deoostelijke grens van Frankrijk , tusschen de Yogezen en de Jura, ligtde sterke en voor de verdediging gewichtige vesting Belfort. Dezevesting was goed van levensmiddelen voorzien en had een vrij sterkebezetting, aan welker hoofd een bekwaam genie-officier, DenfertRochereau, was geplaatst. In December werd de vesting door deDuitschers ingesloten, zij verdedigde zich kloekmoedig. Dc regeering

Page 524: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

512

te Bordeaux had, zooals wij vermeldden, het plan opgevat om detroepen van Bourbaki, in dit gedeelte van Frankrijk aanwezig , hetontzet van Belfort te doen beproeven ; mocht dit gelukken dan moestenzij in den Elzas doordringen en zoo mogelijk over den Rijn , in hetGroothertogdom Baden. De Franschen hadden in deze streken onver-wacht een bondgenoot gekregen. Na het uitroepen van de republiekhad Garibaldi zijnen degen aan Frankrijk aangeboden. Hij was met eenbende vrijwilligers uit alle landen afkomstig in Frankrijk aangekomen ,waar zich spoedig een aantal Franschen bij hem aansloten, zoodat hij eenniet onaanzienlijk leger onder zijne bevelen had, waarmede hij tegenDyon oprukte. Een goed geordend leger was het geenszins , en deaanvoerder die de gebreken van den ouderdom begon te gevoelen ,was niet meer de onstuimige en vurige krijgsman uit den tijd van denItaliaanschen vrijheidsoorlog. De Fransche regeering was eigenlijk met denvermaarden vrijheidsheld wel wat verlegen, de warme republikeinenhadden hem met groot gejubel ontvangen, maar de meer koelzinnigenzagen hem met eenigen schroom aan den krijg deelnemen, en de katholiekenwaren over zijne komst in hooge mate ontstemd. De Fransche bevel-hebbers wilden natuurlijk niet onder zijne bevelen staan en hijzelf konniet onder het opperbevel van een Franschman worden geplaatst. Van-daar dat hij een min of meer zelfstandige stelling innam en een oorlogop eigen gezag voerde. De zoo noodige samenhang tusschen de krijgs-verrichtingen in dit deel van het land werd hierdoor gedurig verbroken.

Bourbaki, een bekwame krijgsman, beijverde zich met alle krachtenom, zoo goed en zoo kwaad als het ging, per spoor zijn leger naar deoostergrens over te brengen. Hij had daar tegen zich over von Werdermet een leger, dat aanmerkelijk zwakker in getalsterkte was dan hetzijne. Von Werder ontruimde dan ook Dyon, dat door Garibaldi werdbezet en trok zijne troepen bij Belfort te zamen. Er volgde nu een treffenbij Villersexel op 9 Januari, dat niet ongunstig voor de Franschen afliep,doch dat von Werder niet belette om achterwaarts weder een sterke stellingaan de rivier de Lisaine in te nemen. Hier wachtte hij met zijne betrek-kelijk kleine macht den veel sterkeren vijand af. Had Bourbaki eengoed geoefend en welverzorgd leger onder zijne bevelen gehad, dan zoudezijne overwinning niet twijfelachtig zijn geweest, maar in den toestandwaarin zijne troepen verkeerden baatte hem zijne overmacht niet. Zijnesoldaten, die inderdaad gebrek leden, waren niet in staat om een ernstigenstrijd te voeren. Na een gevecht van drie dagen, waarbij de Duitschers

Page 525: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

513

elken aanval der Franschen terugwierpen, moest Bourbaki terugtrekken.In het hoofdkwartier te Versailles, waar eenige ongerustheid heerschteover het lot van von Werder, zoo zeer zelfs, dat men hem had doenweten dat hij niet verantwoordelijk zoude worden gesteld voor eenongelukkig gevecht, had Moltke intusschen bevelen doen afgaan aanden generaal von Manteuffel, die in den Elzas was, om met alle beschik-bare troepen von Werder te hulp te snelleu. Dit bevel werd met snelheiduitgevoerd. Manteuffel verbrak de gemeenschap ten Westen tusschenGaribaldi en Bourbaki en sloot dezen ook den weg naar het Zuiden af.von Werder vervolgde hem uit het Noorden. Bourbaki kon met zijneuitgeputte soldaten niets meer tot afwering uitrichten. Gedurende dekoudste dagen va den kouden winter moest het leger door debesneeuwde bergwegen van de Jura terugtrekken, bijna zonder levens-middelden en paardenvoeder. Te midden van deze bittere ellende, diede verschrikkingen van den terugtocht van Napoleon's leger uit Ruslandin de herinnering terugriep , ontving Bourbaki nog voortdurend brievenuit Bordeaux, waarbij hem allerlei bewegingen en marschen werden gelastwaarvan de onuitvoerbaarheid voor elken soldaat duidelijk was. Invertwijfeling sloeg hij de handen aan zich zelven, doch bracht zichalleen een niet doodelijke hoof dwond toe waarvan hij herstelde;hij had, voor hij tot deze wanhopige daad overging, den generaalClinchant tot opperbevelhebber benoemd. Er brak voor dezen nog eonkleine lichtstraal van hoop door, toen het bericht kwam dat er te Parijseen wapenstilstand was geteekend, doch het bleek spoedig dat het Ooster-leger in dezen wapenstilstand niet begrepen was. Het was intusschengeheel ingesloten door de Duitschers in het grensstadje Pontarlier.Clin chant zag geen andere mogelijkheid om aan de overgave te ontkomendan door op Zwitsersch gebied to wijken. Hij stelde zich, 1 Februari,in gemeenschap met den generaal der Zwitsersche troepen die degrenzen bewaakten, waarna zijn geheele leger, voor een groot deel ziekenen gewonden, door de Zwitsers werd ontwapend. De meewarigheidin Zwitserland met deze ongelukkige slachtoffers van den oorlog wasgroot, zij werden er op de meest liefderijke wijze verpleegd.

Belfort hield het nog uit tot het einde van den oorlog, de Duitschershadden, 8 Januari, beproefd om de vesting stormenderhand in tenemen, doch waren met verlies teruggeslagen. Toen de gesloten wapen-stilstand ook tot de oosterdepartementen werd uitgebreid was eon dervoorwaarden de overgave van Belfort, die in geen geval meer lang

Page 526: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

514

Beleg vanParijs.

had kunnen uitblijven daar de stad en hare vestingwerken in puin warengeschoten. De Duitschers vergunden evenwel aan de bezetting ommet krijgseer en met behoud van hunne wapenen of te trekken. Hetbeleg had aan de Duitschers meer dan 2000 man gekost, het verliesder belegerden , die ook veel met besmettelijke ziekten hadden te kam-pen gehad, was meer dan tweemaal zoo groot.

Garibaldi werd nog in de laatste dagen van den oorlog gedwongenDyon te ontruimen; spoedig hierop verliet hij Frankrijk, het opperbevelvan ziju legercorps aan zijnen zoon overlatend. Het werd dadelijk nahet eindigen van den oorlog door de Fransche regeering ontbonden.

Na den grooten uitval, in de laatste dagen van November en de eerstedagen van December, die zooals wij reeds vermeldden niet geslaagdwas, begon de generaal Trochu te twijfelen aan de mogelijkheid omParijs te bevrijden door middel van de troepen die zich binnen de stadbevonden. De bevrijding moest van buiten komen, maar de legersdie Parijs zouden ontzetten deden zich wachten. Moltke liet deherovering van Orleans aan den Franschen bevelhebber berichten, teneinde hem te doen gevoelen dat er op redding van buiten niet terekenen viel, maar de overspannen verwachtingen te Parijs meendenhierin eer een bewijs te zien , dat het Duitsche leger zich zwak begonte gevoelen en dat de bevelhebber een gelegenheid trachtte te openenoin tot onderhandelingen te geraken. Men hechtte Been geloof aan hetbericht of liet er zich niet door ontmoedigen. De gemeenschap tusschenParijs en de buitenwereld, en dus ook met de delegatie te Tours, werdonderhouden door luchtballen en postduiven. De duiven werden in deluchtballen medegenomen en naar Tours gebracht waar zij met be-richten voorzien werden losgelaten. Door zeer sterke verkleining vanhet schrift was men er in geslaagd aan een enkele duif een verbazendgroote menigte berichten mede te geven. Zij kwamen echter niet altijdte Parijs aan, daar de Pruisen voortdurend jacht op de duiven maaktenen het vliegen hun bij zeer strenge koude, met sneeuw en wind, onmo-gelijk was. De berichten die Gambetta door middel dezer duivenpostnaar Parijs zond, strekten altijd om de hoop op ontzet levendig tehouden. Elke veldslag werd als een overwinning afgeschilderd, de toe-stand der Fransche legers als voortreffelijk geroemd en het verdrijvender Duitschers uit Frankrijk als een aanstaande gebeurtenis voorspeld.In Parijs begonnen zich intusschen de ongemakken en de ontberingen

Page 527: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

515

eener belegerde stad geleidelijk te doen gevoelen. De levensmiddelenwerden schaarscher, het brood kon niet meer uit onvermengd tarwemeelworden gebakken, met de brandstoffen moest groote zuinigheid wordenin acht genomen, zoodat de straatverlichting tot het hoogst noodzake-lijke werd teruggebracht. Het gros der bevolking getroostte zich ditaides in de hoop op ontzet, maar hare onordelijke en misdadige be-standdeelen zaten niet stil, doch verspreidden voortdurend allerleionrustbarende geruchten, ten einde het vertrouwen op de regeeringte schokken. Trochu zag in, dat hoe gering de kans ook was om dooreen uitval de Duitsche linieen te verbreken er toch nog een pogingmoest worden gedaan, al ware het slechts om den moed staande tehouden. Nu men wist dat het leger van Chanzy nit Orleans was terug-gedreven en er dus van de zuidzijde geen hulp te wachteu was, werder besloten, 21 December, een uitval naar het Noorden te doen.Het dorp Le Bourget was het punt van aanval , het werd door deFranschen gedeeltelijk genomen, maar door de Duitschers weder her-overd. De felle koude belette het voortzetten van den strijd, zoodatook deze uitval wederom als mislukt moest worclen beschouwd. In delaatste dagen van het jaar 1870 namen de Duitschers de sterkestelling Mont Avron in, na die met een geweldig geschutvuur tehebben geteisterd. Nu begon ook het bombardenaent van Parijs, niet-tegenstaande er van verschillende zijden bij den Koning aandrangwas uitgeoefend om de stad te sparen, zelfs, naar beweerd werd, doorzijne gemalin. In sommige gedeelten van de stad, vooral aan den linker-oever van de Seine, vielen tallooze granaten, die /legal verwoesting aan-richtten en een aantal bewoners, waaronder vrouwen en kinderen, doodden.Op oudejaarsavond werd binnen Parijs een krijgsraad gehouden, waarbijde leden van het bewind tegenwoordig waren. Er werd daar besloten nogeen poging tot ontzet te wagen, waaraan ook de Parijsche burgerwachtzoude deelnemen. Den 19en Januari had deze laatste uitval plaats, hijwas op Buzanval gericht , doch verliep ads de vorige. De Franschennamen aanvankelijk weder eenige punten in bezit, doch moesten diein den namiddag ontruimen. De generaal Trochu , die uit het fortMont Yalerien het gevecht had geleid , maakte aan het verder onnoodigbloedvergieten een einde door den terugtocht te bevelen.

De toestand van Parijs was nu hopeloos gewortlen. De levensvoor-raad zoude welhaast uitgeput zijn , er was nog slechts voor enkeleweken brood. De burgerwacht uit de provincie, garde mobile, wilde

Page 528: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

516

naar hare huisgezinnen terug, maar de Parijsche burgerwacht, degarde nationale, wilde van geen overgave weten. Zij verkeerde in eenroes van opgewondenheid en overprikkeling , aangezet door de opruiendetaal van enkele dagbladschrijvers, voor een deel ook gevolg van het gebrekaan goede voeding, dat het onmatig gebruik van wijn en sterken drank,waarvan nog een groote hoeveelheid aanwezig was, zeer in de handwerkte. De door de bevolking in de twintig arrondissementen vanParijs gekozen maires, waren bijna alien, op de zijde van de nationalegarde of durfden zich niet tegen haar te verzetten. Zij spraken vanden hongerdood , als verkieselijker boven de schande der overgave enwilden zich onder de puinhoopen der stad laten begraven. De stemmingwerd na de mislukking van het gevecht te Buzanval oproerig. Hetyolk bevrijdde de gevangenen, die na het oproer van 31 October inMazas waren opgesloten en trok weder naar het stadhuis. De mannenvan het bewind waren ten einde raad. Zij wisten niets anders to doenom de menigte to bevredigen, dan het opofferen van den man, die alsde hoofdschuldige aan de rampen die Parijs troffen, door de verdwaasdebevolking werd aangewezen. Generaal Trochu had de volksgunst, diehij bij den aanvang van het beleg in zoo ruime mate had genoten,niet alleen geheel verloren, maar heette thans een onbedreven krijgs-man en een verrader. Hij word daarom door zijne ambtgenooten aange-zocht om zich als bevelhebber terug to trekken. Aanvankelijk toondehij zich ongezind om aan dezen onredelijken eisch te voldoen on ver-klaarde het plichtmatig te achten om den eerepost, die hem was opge-dragen, tot het laatst to bekleeden. Eindelijk gaf hij toe, hij zoudepresident van het voorloopig bewind blijven , maar daar hij de verant-woordelijkheid voor een nieuwen uitval niet op zich wilde nemen,was hij bereid het opperbevel over te geven aan een generaal, diedit wel wilde doen. Zijne ambtgenooten hoopten hierdoor de opge-wonden bevolking voor het oogenblik tot rust to zullen brengen enbenoemden den generaal Vinoy tot zijnen opvolger. Deze spoedde zichnaar den minister van Oorlog on verklaarde hem dat hij de benoemingniet kon aanuemen. Nadat evenwel de vraag, of de minister hem ge-lastte de benoeming aan to nemen, bevestigend was beantwoord, zeideYinoy: dan moet ik als soldaat aan mijnen chef gehoorzamen.

Het was ondertusschen in Parijs reeds tot openlijke rustverstoringengekomen. Een troep oproermakers plunderde de mairie van het 20 6

arrondissement, waar een hoeveelheid brood en wijn voor de behoef-

Page 529: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

517

tigen was opgeslagen. Zij werden echter in den nacht door de troepenverjaagd. Den volgenden morgen ontstond er een nieuwe beweging,ditmaal met het stadhuis tot hoofddoel. Verschillende groepen vanpersoneu meldden zich aan met verzoekschriften en werden door dewacht, die het stadhuis bewaakte, beurtelings naar binnen gelaten.Nadat dit eenigen tijd geduurd had, onder handhaving der orde doorde wachthebbenden, verschenen een aantal gewapende burgers van deParijsche burgerwacht, die onverhoeds hunne geweren in de richtingvan het stadhuis afschoten en onder anderen een officier van de Bre-tagners, die als wacht dienst deden, ernstig verwondden. De Bretagnersschoten hierop terug, waarop de menigte ras uiteenstoof. Fen aantalgewapenden openden nu het vuur nog uit enkele winkelhuizen, die zijhadden weten binnen te dringen. Zij werden editor gevat en gevangengenomen. Vijf dooden en achttien gewonden lieten de oproerlingenachter. Dit straatgevecht , waarbij de geweerschoten der burgers tus-schen het gebulder der Pruisische kanonnen hadden gerateld, maakteeen diep ontmoedigenden indruk op de leden van het bewind, zijbegonnen meer en meer in te zien dat de houding der bevolking hethun weldra onmogelijk zoude maken om het gezag langer te hand-haven. Terwijl zij in groote neerslachtigheid beraadslaagden, kwam eenambtenaar hun zeer ontroerd mededeelen, dat de commissie voor devoeding der bevolking bemerkt had, dat zij zich in de berekeningvan den aanwezigen voorraad meel had vergist en dat zij reeds natwee dagen niet meer in staat zoude zijn het benoodigde brood televeren. Deze mededeeling maakte een verpletterenden indruk, hetvreeselijke vooruitzicht van een hongersnood deed all e bezwaren tegepde overgave van Parijs en alle vrees voor het verzet der bevolkingop den achtergrond treden. Jules Favre begreep dat hij thans nietlanger mocht volhouden. Den 23" Januari zond hij een schrijven aanBismarck om eon onderhoud aan te vragen , en den volgenden dagvertrok hij, zeer in het geheim, naar Versailles. Hij wilde niet dat debevolking van Parijs jets vermoedde van onderhandelingen. Zij moestde overgave pas vernemeu wanneer die had plaats gehad.

Het eerste onderhoud tusschen Favre en Bismarck te Versailles wasvoor den Franschen staatsman nog veel pijnlijker dan dat te Ferrieres.Bismarck gaf to kennen, dat hij evengoed met Napoleon kon onderhan-delen als met Favre, daar de krijgsgevangen soldaten in Duitschland

Wapen-stilstand.

Page 530: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

518

er gemakkelijk toe te bewegen zouden zijn om het Keizerrijk weder teherstellen; hij verweet Favre dat de door iedereen onvermijdelijk ge-achte overgave van Parijs zoo lang was uitgesteld , tot dat de stadbijna aan een hongersnood was blootgesteld. Langzamerhand werd deRijkskanselier rekkelijker, en hij bespeurde welhaast dat Favre in denoodzakelijkheid was gebracht om elke voorwaarde aan te nemen.Intussehen kon hij niet alleen beslissen; Moltke had natuurlijk medete spreken over alles wat de krijgsverrichtingen raakte, en de Keizerhad het laatste woord. De smartelijke taak om van Fransche zijdeover de militaire maatregelen te onderhandelen viel aan den generaalVandal ten deel. Op 28 Januari werd een wapenstilstand gesloten,voor een en twintig dagen, die voor Parijs dadelijk van kracht zoudezijn en voor de departementen drie dagen later zoude aanvangen.Hij gold echter niet voor het beleg van Belfort en de krijgsverrichtin-gen in de oostelijke departementen. Doordien Favre verzuimd had omdeze bepaling aan de delegatie te Bordeaux mede te deelen, was, zooalswij reeds vermeldden, de bevelhebber van het leger van Bourbaki eenoogenblik in den waan geraakt, dat zijde troepen behouden waren.Het doel van den wapenstilstand was het verschaffen der gelegenheid omeen vertegenwoordigende vergadering to doen kiezen, die over oorlog ofvrede zoude beslissen en die te Bordeaux zoude bijeenkomen. De forten omParijs zouden aan de Duitschers worden overgeleverd , maar het Duitscheleger zoude, gedurende den wapenstilstand, niet binnen Parijs komen. Degansche bezetting van Parijs, met inbegrip der garde mobile, zoudekrijgsgevangen zijn, zij moesten ontwapend worden doch zouden in de stadblijven, een legerafdeeling van twaalfduizend man zoude ter beschik-king blijven van het bewind voor de bewaring der orde , de Parijscheburgerwacht zoude hare wapenen behouden. Over dit laatste puntwerd het langst beraadslaagd. Bismarck eischte aanvankelijk geheeleof gedeeltelijke ontwapening, maar Favre weigerde dit beslist. Hij ver-klaarde later, toen de Commune zich van Parijs had meester gemaakt ,dat hij over deze beslissing de bitterste gewetenswroeging voelde. Hetbleek toen voorzeker een groote ramp voor Frankiijk to zijngeweest , dat deze ontwapening niet had plaats gehad, maar al hadFavre er in bewilligd, zij zoude toch bij den bestaanden opgewondengemoedstoestand wel onuitvoerbaar zijn gebleken en alleen aauleidinghebben gegeven tot het vroeger uitbreken van den burgeroorlog. Ein-aelijk werd aan Parijs een oorlogsschatting opgelegd van twee honderd

Page 531: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

519

millioen franken. In den nacht tusschen 26 en 27 Januari hield tetwaalf uren het kanonvuur voor Parijs op.

Na het sluiten van den wapenstilstand deelde Favre aan Bismarckmede, wat hij tot nog toe verzwegen had, dat de levensvoorraad teParijs bijna was uitgeput. Van Duitsche zijde werd hierop dadelijk allemedewerking toegezegd om voor den toevoer te zorgen, er werden zelfslevensmiddelen aangeboden ; toch kwamen er enkele dagen van angstigespanning voor hen die met den waren toestand bekend waren, toen deherstelling van de spoorweg-verbindingen bleken meer tijd te zullenkosten dan aanvankelijk gedacht werd. Gelukkig vorderden deze werkzaam-heden zoo snel, dat de van verschillende zijden ook uit Engeland gezondenlevensvoorraad tijdig Parijs bereikte, zoodat het gevaar voor hongersnoodspoedig geweken was.

De wapenstilstand was gesloten tusschen Bismarck en het voorloopigbewind te Parijs, zonder medewerking van de delegatie van Bordeaux.De Rijkskanselier had gedurende de onderhandelingen meermalen zijnevrees doen doorschemeren, dat de delegatie van Bordeaux, of lieverGambetta die er de ziel van was, weigeren zoude or zijne goedkeuringaan te hechten , en dat dus het sluiten van den wapenstilstand eenvruchtelooze daad zoude zijn. Favre had hierop geantwoord, dat Gambettaeen te goed vaderlander was om in omstandigheden, als waarin Frankrijkzich thans beyond, een burgeroorlog nit te lokken, maar hij zelf wastoch voor de houding van zijnen ambtgenoot niet zonder beducht-heid. Niet ten onrechte, zooals spoedig bleek , want in den brief aan deprefekten waarin Gambetta, als minister van Binnenlandsche Zaken, hunkennis gaf van den gesloten wapenstilstand, werd deze hun voorgesteldals eon daad van „schuldige lichtvaardigheid" en voorts als eon middelom zich beter voor den oorlog voor te bereiden en om een vergaderingte kiezen van welke men kon verwachten, dat zij in geen geval vredezoude sluiten maar den oorlog tot elken prijs zoude voortzetten. Teneinde dit laatste to bevorderen, vaardigde Gambetta , geheel eigen-machtig, alleen door zijne twee zwakke ambtgenooten te Bordeauxgesteund, eon besluit uit, geheel overeenkomende met de oude Jacobijnscheleer dat een staatkundige partij, schoon minderheid, geen geweld behoeftte schromen om zich tot meerderheid to maken.

Volgens dat besluit zouden van de verkiesbaarheid voor de ver-tegenwoordigende vergaderingen zijn uitgesloten, niet alleen zij die onderhet Keizerrijk waren geweest: minister, lid van den Senaat of van den

34

Page 532: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

520

Raad van State en prefekt, maar ook alien die, van December 1851tot September 1870, als regeeringscandidaten bij de verkiezingen inhet staatsblad hadden vermeld gestaan. Alle stemmen op deze personenuitgebracht, zouden als ongeldig worden beschouwd en niet bij hetaantal uitgebrachte stemmen worden bijgeteld. De leden van hetvoorloopig bewind, wier democratische begrippen meer in overeenstem-ming waren met de beginselen van vrijheid en zelfregeering dernegentiende eeuw, dan met die der partijdwingelanden van de omwen-teling der achttiende, waren ten sterkste tegen dezen maatregel gekant.Jules Simon, door hen naar Bordeaux afgevaardigd , om met de delegatiede noodige regelingen te treffen, vond daar evenw el een zeer slechtonthaal. Gambetta ging zijnen gang en predikte de voortzettingvan den oorlog als noodzakelijk voor het behoud van de alleenzalig-makende Republiek, hij dacht er zelfs aan om Simon in hechteniste doen nemen en belette hem in elk geval om met zijne ambtge-nooten te Parijs telegrafisch gemeenschap te houden. boor Bismarckwas deze tweespalt tusschen de regeeringen van Parijs en Bordeauxniet onverwacht en ook niet geheel onwelkom: hij doorzag dat, naar-mate de oorlogzuchtige bewiudslieden voor de voortduring van denoorlog ijverden, de vredelievenden steeds meer gedwongen zoudenworden om over alle bezwaren heen te stappen, teneinde tot den vredete geraken, hij wist toch zeer good dat de groote meerderheid van hetFransche yolk thans den vrede ernstig wenschte. Bismarck mengde zelfzich in den strijd, door aan de Parijsche Regeering te schrijven, datnaar zijne opvatting het besluit van Gambetta in strijd was met de voor-waarden waarop de wapenstilstand was aangegaan. Deze behelsde tool'de bepaling, dat de verkiezingen voor de vertegenwoordigende vergade-ring vrij moesten zijn, wat Gambetta door zijne beperkingen en uit-sluitingen trachtte te beletten. Hij ging echter nog verder en telegrafeerdeonmiddellijk aan Gambetta, dat hij zich verzette tegen de door hemafgekondigde uitsluiting van de verkiesbaarheid. Voor Gambetta'saanhaugers was dit telegram een uitnemende gelegenheid om hem in dehoogte te steden boven de Parijsche bewindslieden en om to verkondigendat het Parijsche bewind slechts gehoorzaamde aan de bevelen vanBismarck, ook in zijne binnenlandsche staatkunde. lTooral in de stedenvan Zuid-Frankrijk, waar Gambetta de prefekten en andere ambtenarendoor zijne vurige en opgewonden brieven het hoofd warm wist temaken en de kalmen en vredelievenden onder hen eenvoudig ontsloeg,

Page 533: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

521

werd de bevolking meer en 'neer medegesleept door zijne oorlogs-zuchtige welsprekendheid. Op het platteland en in het Noorden hadevenwel de stemming van berusting in het. onvermijdelijke de overhand.Onder deze omstandigheden deinsde Gambetta voor het uiterste middelvan een burgeroorlog terug. Zijn ambtgenoot te Bordeaux, Cremieux,was naar Parijs vertrokken om daar met Favre en de andere bewindsman-nne overleg te gaan plegen; onderweg ontmoette hij drie leden van hetbewind, Gamier Pages, Pelletan en Arago, die door de Parijsche Regee-ring naar Bordeaux waren gezonden om haar besluit waarbij Gambetta'sbeperkingen der verkiesbaarheid voor nul en van geen waarde werd ver-klaard te doen uitvoeren. Toen deze drie mannen in Bordeaux warenaangekomen, vornaden zij met Simon een meerderheid in de delegatie,die het besluit omtrent de verkiesbaarheid vernietigde. Nu dien ten gevolgeop wettigen weg niets meer te verrichten viel, trok Gambetta zich terugen nam zijn ontslag als lid van het bewind. Dit ontslag was voor deregeering een groote verlichting. Zij had nu hare handen yrij omalles voor te bereiden voor de verkiezingen, enkele ambtenaren diehare besluiten niet wilden gehoorzamen werden dadelijk afgezet. Bij deverkiezingen, op 8 Februari, heerschte zelfs in Parijs de grootste orde.De uitslag was dat twee honderd republikeinen en vier honderd monar-chisten werden gekozen, onder deze laatsten ongeveer evenveel aanhangersvan het huis van Bourbon als Orleanisten, en ongeveer 30 Bonapartisten.Twee Prinsen uit het huis van Orleans behoorden onder de gekozenen,de Prins van Joinville en de Hertog van Aumale, beide zoneu vanKoning Lodewijk Philips. In Parijs werden meest radicalen gekozen,31 van de 43; onder hen Garibaldi, die evenwel bedankte. Een nietgering aantal leden werd in meer dan een departement gekozen, onderanderen Trochu, Gambetta, Jules Favre en Aurelle de Paladine.

De grootste triomf bij deze verkiezingen viel aan Thiers ten deel,hij werd gekozen in 26 departementen en mocht zich verheugen inden bijval van zeer uiteenloopende richtingen onder de kiezers. Zijnleeftijd, zijne algemeene bekendheid , zijn staatkundig verleden, vooralzijne nog in versche herinnering levende reis door Europa om densteun der mogendheden te verwerven , zijn tegenstand tegen den oorlogvoor het uitbreken en zijue bekende gezindheid om thans den vrede totstand te brengen, maakten hem tot den man van het oogenblik. Hijwerd dan ook door de vertegenwoordiging , nadat zij op zijnen aan-drang Gr6vy tot voorzitter had benoemd , tot hoofd van het uitvoerend

Page 534: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

52 2

bewind aangewezen, in afwachting dat er een besluit zoude wordengenomen omtrent den definitieven regeeringsvorm. De vraag: monarchicof republiek, bleef op deze wijze onbeslist. Wij moeten, zeide Thiers,vooreerst op onzijdig terrein blijven.

Voorloopig Voor alles moest er nu onderhandeld worden over den vrede. ThiersVredesver-

drag. vertrok dadelijk naar Versailles om zich in aanraking te stellen metBismarck. De onderhandelingen begonnen den 21" Februari en ein-digden den 24en, de voorloopige vredesbepalingen werden 25 Februarigeteekend. De grijze Thiers gebruikte in deze vier dagen al zijntalent en zijne welsprekendheid om Bismarck te bewegen tot tegemoet-koming en verzachting van de harde voorwaarden , die van Duitschezijde gesteld werden. Slechts een belangrijke overwinning behaaldehij op den onverbiddelijken Rijkskanselier, hij wist Belfort voor Frank-rijk te behouden. Hem werd de keus gelaten tusschen deze vestingen den intocht der Duitsche soldaten in Parijs, zonder bedenken gafhij aan de voorbijgaande vernedering de voorkeur boven het blij vendverlies. Nog werd de oorlogsschadeloosstelling, die tot een bedragvan 6000 millioen was geeischt, met 1000 millioen verminderd entot vijf milliard terug gebracht. Ten aanzien van de bepaling derschadeloosstelling werd vastgesteld, dat het eerste milliard in den loopvan 1871 zoude worden betaald en de overige binnen drie jaren tijds.De voornaamste en voor Frankrijk meest grievende bepaling van hetverdrag was echter de afstand aan Duitschland van den Elzas en vanMetz met een deel van Lotharingen.

Voorts werd nog bepaald, dat dadelijk na de goedkeuring van hetvoorloopig traktaat door de Fransche regeering en den Keizer vanDuitschland, te Brussel onderhandelingen zouden worden geopend overhet sluiten van een definitieven vrede. In een afzonderlijke overeen-komst werd nog bedongen, dat de Duitsche troepen een deel vanParijs zouden bezetten en wel het schoone en welvarende gedeelte datom de Champs Elysees is gelegen; slechts 30 000 man zouden aandeze bezetting deelnemen, en zij zoude ophouden zoodra de voorloopigevredesartikelen door de vergadering te Bordeaux waren goedgekeurd.

Deze laatste bepaling was voor de Fransche regeering een zeernatuurlijke prikkel om de goedkeuring door de vertegenwoordigingzooveel mogelijk te bespoedigen. Thiers was dadelijk na afloop deronderhandelingen naar Bordeaux teruggekeerd en reeds op 1 Maart werd

Page 535: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

523

het traktaat aan de vertegenwoordiging ter goedkeuring voorgelegd.Het was een bittere pil voor de vertegenwoordigers van Frankrijk

om den afstand van anderhalve provincie te moeten goedkeuren, maardoze goedkeuring was het eenige middel om aan den oorlog een eindete maken en geen verstandig mensch in Frankrijk dacht er meer aanom dien langer voort te zetten. Thiers' uitvoerig betoog, waarin hij,ook op geschiedkundige gronden aantoonde, dat Frankrijk titans in eenanderen toestand verkeerde dan in 1793 en op krijgskundig gebiedtijdelijk geheel machteloos was geworden , werd stilzwijgend door iederbeaamd. Er waren echter nog onverzoenlijken, die, hetzij door harts-tochtelijke vaderlandsliefde gedreven, hetzij nit begeerte om de schoonerol in dit drama te vervullen, zich tegen de vredesvoorwaarden verzetten;bij de eindstemming bleek het getal dezer tegenstanders 107 te zijntegen 546 voorstanders ; 23 leden onthielden zich.

Deze merkwaardige en voor alle aanwezigen zeer pijnlijke vergaderingin den schouwburg te Bordeaux, kenmerkte zich nog door twee treffendevoorvallen. Het eerste werd uitgelokt door de onhandige vermetelheidvan een der weinige Bonapartisten, die zich de opmerking veroorloofdedat Keizer Napoleon III nimmer een zoo schandelijk verdrag zoude hebbenonderteekend. Hierop volgde een uitbarsting van verontwaardiging diealien medesleepte en zich uitte in een met bijna algemeene stemmenaangenomen orde van den dag, waarbij Napoleon III en zijn geslachtvervallen werden verklaard van de regeering en de voormalige Keizerverantwoordelijk werd gesteld voor alle rampen der vijandelijke bezettingen voor de afscheuring van een deel van het rijk. Het tweede was hetafscheid der afgevaardigden uit de aan Duitschland afgestane departementendie, zoodra het vredesverdrag was goedgekeurd, na eenige aandoenlijkewoorden door een hunner uitgesproken , de vergaderzaal verlieten onderteekenen van diepe meewarigheid en moeielijk bedwongen toorn bijhunne ambtgenooten. Enkele onder de meest opgewonden heethoofdender republikeinsche partij, zooals Rochefort, namen hun ontslag als ver-tegenwoordigers, met de mededeeling, dat zij geen dag langer wilden zittenin een vergadering die twee provincien aan den vijand had afgestaan.

De goedkeuring der vergadering word onmiddellijk naar Versaillesgezonden, waar men niet had gedacht dat zij zoo spoedig zoude wordenverleend. De bezetting van Parijs moest nu dadelijk ophouden, waar-door de Keizer ook niet rneer zijn feestelijken intocht kon houden die,naar beweerd werd, voor den 3en Maart was bepaald, den dag nadat de

Page 536: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

524

goedkeuringen waren uitgewisseld. Eenige dagen later verlieten de Keizeren Bismarck Versailles, om naar hun land terug te keeren.

C omOpmune.stand der Het ministerie dat Thiers dadelijk na zijn optreden had gevormd,

bestond nit mannen van zeer uiteenloopende richting; van de ledenvan het voorloopig bewind namen Jules Favre, Jules Simon en Picarder zitting in, de overige leden konden bijna alien tot de monar-chale fracties worden gerekend. De onbestemde toestand en onzekeretoekomst van Frankrijk waren in dit gemengde gezelschap van staatsliedenvolkomen afgespiegeld. Een der belangrijkste besluiten, na het goedkeurenvan den vrede, was dat omtrent de vraag waar de zetel van het bewindzoude gevestigd worden. De linkerzijde der vergadering wilde naarParijs en beweerde dat dit het eenige middel was om de rust in dehoofdstad te bewaren , de rechterzijde daarentegen wilde in geen gevalvergaderen te midden eener oproerige bevolking, van welke het waaral te zeer te vreezen was dat zij dwang zoude trachten uit te oefenenop regeering en volksvertegenwoordiging. Thiers wist behendig eenmiddelweg te vinden door Versailles als zetel der regeering voor testellen ; dit voorstel werd aangenomen, waarna in de tweede helft vanMaart, de vertegenwoordiging zich in de schouwburgzaal van betvoormalig koninklijk paleis vestigde.

Parijs beyond zich intusschen in een geheel buitengewonen toestand.De bevolking had gedurende het beleg voor een groot deel hare gewonebezigheden moeten laten varen , en de arbeiders waren zoo goed alszonder werk , zij schoolden in koffiehuizen en kroegen bijeen, den tijdkortende met het aanhooren van de leiders der omwentelingspartijdie zij daar vonden en die hen met allerlei opgewonden redeneeringenen valsche geruchten het hoofd op hol brachten. Geprikkeld als zijwaren door de overgave, na de maanden van spanning waarin hun debevrijding der stad en de zegepraal op de Duitschers als aanstaandewaren verkondigd, voelden zij zich bedrogen en verraden door de regee-ring. Elke gebeurtenis die met den vrede verband hield, hun dadelijkdoor de opruiers en drijvers met de zwartste kleuren afgeschilderd,deed hunnen innerlijken wrok toenemen. De vertegenwoordiging teBordeaux werd door dezen gebrandmerkt als een vergadering die derepubliek wilde omverwerpen en de onbeperkte monarchic vestigen,die den zetel van het bewind niet 'anger te Parijs wilde houdenen aan die stad de voordeelen eerier hoofdstad wilde ontnemen om de

Page 537: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

525

neringdoenden en de werklieden te straffen voor hunne republikeinschegevoelens.

De hoogere standen hadden voor een groot deel Parijs verlaten; zijdie aan de verdediging een werkzaam aandeel hadden genomen, haddenzich gehaast om na de overgave hunne huisgezinnen te gaan opzoeken,die meestal gedurende het beleg buiten de stad een goed heenkomen haddengezocht. Vandaar dat in de gelederen der burgerwacht, die in het bezitharer geweren was gebleven , de rustige en ordelijke bestanddeelen envooral de goedgezinde officieren bijna geheel ontbraken. Een ontevredenen opgewonden meuigte, van geweren en patronen ruim voorzien, vuldedagelijks de straten , tusschen haar in bewogen zich de soldaten vanhet ontwapende leger, jonge mannen zonder middelen van bestaan,wien het onmogelijk was naar hunne haardsteden terug te keeren, omdatde middelen van gemeenschap nog in onvoldoenden staat waren. Politicen leger waren niet talrijk genoeg om orde en gezag te handhaven.Op 26 Februari, den dag waarop de voorloopige vrede was geteekend,werd een inspecteur van politic op klaarlichten dag door het yolk opstraat aangegrepen en op de gruwelijkste wijze mishandeld. De ongelukkigewerd ten slotte in de Seine geworpen, en toen hij zich zweinmendetrachtte te redden van den oever met steenen door de menigte dood-gegooid. Dat zulke schandelijke daden ongestraft konden gepleegd wordentoonde voldoende aan, dat een misdadige geest de gemoederen hadaangegrepen en dat er geen macht meer aanwezig was om zijne uitingenmet geweld te onderdrukken.

De macht die de booze hartstochten prikkelde en het vuur van denburgerhaat aanblies, was daarentegen sterk vertegenwoordigd binnenParijs. Alle leiders van -vroegere omwentelingen en oproeren , allestaatkundige warhoofden en heethoofden van Frankrijk waren naar Parijsgekomen, in de hoop er nu het welbereide tooneel te vinden waaropzij hunne denkbeelden zoude kunnen verwezenlijken en hunne aanslagentegen den staat en de maatschappij volvoeren. Aan hen had zicheen groot aantal vreemdelingen aangesloten, vooral Polen en Italianen,leden van de groote international° omwentelingspartij in Europa, diealtijd te vinden waren in troebele staatkundige wateren en die reedsdadelijk na het uitroepen der republiek, op avontuur, naar Parijs warencrestroomd.

In Februari was er een begin gemaakt met de vereenigingvan alle omwentelingsgezinde en ontevreden groepen onder een gere-

Page 538: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

526

gelde kiding. De Internationale, de vereeniging der arbeiders in allelanden, die in Engeland door Marx was gesticht, had een groot aantalleden te Parijs. Het schijnt dat van haar de eerste pogingen warenuitgegaan en dat zij zich daarvoor had bediend van Blanqui , hethoofd van de anarchistische partij die zich tot doel stelde demaatschappij omver te werpen, onverschillig welke regeering aan hethoofd stond. Zij wilde die omwenteling om de omwenteling zelve. Erwerd een Comite-Central opgericht, dat zich in verbinding stelde metde burgerwacht. 114 bataillons plaatsten zich onder de bevelen van ditcomite, dat nit de mannen bestond die in de Commune later een eersterol hebben gespeeld Aanvankelijk deed men slechts een beroep op devaderlandsliefde der mannen van de burgerwacht. Zij zouden zich ge-wapend vereenigen om den intocht der Duitschers in Parijs met geweldtegen te houden. Deze beweging leidde tot niets; de Duitsche troepenbleven ongemoeid , men plunderde alleen een koffiehuis waar Duitschesoldaten zich hadden opgehouden, maar het centraal comae bereiktehaar geheim gehouden doel om in het bezit te komen van de kanonnenvan het Fransche leger, die door de burgerwacht naar Montmartrewerden vervoerd, naar het heette om die uit de handen der Duitscherste redden, maar in werkelijkheid om die in den aanstaanden burger-oorlog tegen het Fransche leger te kunnen gebruiken.

Den 18en Maart kwam Thiers te Parijs, hij vond de stad in eenzeer oproerige stemming en den algemeenen staatkundigen toestand inhooge mate zorgwekkend. Zijn eerste daad was een bevel aan den generaalVinoy, die aan het hoofd der linietroepen stond, om de kanonnen vanMontmartre terug te brengen; de generaal voldeed aan het bevel, maartoen hij zich van de kanonnen meester had gemaakt, belette de zamen-geschoolde meuigte hem die te vervoeren. De soldaten bleken onwilligom tegen het yolk op te treden en Vinoy moest terugkeeren zonderde kanonnen.

De burgerwacht werd bijeengeroepen, maar er verschenen maar achthonderd man op het appel; de overigen maakten blijkbaar gemeenezaak met het yolk. Thiers, die zooveel straatoproeren in Parijs hadbijgewoond, zag dadelijk het buitengewoon erustige karakter van dezebeweging in; nu de Regeering niet meer op het leger kon rekenenstond zij machteloos tegenover de oproerige bevolkiug. Hij nam dadelijkhet besluit om met de troepen waarop men kon vertrouwen, naarVersailles terug to trekken, teneinde de vertegenwoordiging te bescher-

Page 539: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

5'27

men. De meerderheid zijner ministers gaven hem gelijk, de minderheidaarzelde. Tegen den avond verliet hij, met drie ministers, Parijs ondergeleide van een eskadron ruiterij , de andere ministers bleven den nachtnog in de stad maar vertrokken vroeg in den morgen, toen zij vernamendat hunne inhechtenisneming reeds door het Comite-Central was bevolen.Op het stadhuis had de maire, Jules Ferry, het nog tot den avonduitgehouden , niettegenstaande hij er door het yolk zoo goed als belegerdwerd; nadat hij evenwel het bericht had ontvangen van het besluittot ontruiming van Parijs en vernomen had dat de stad reeds vooreen groot deel in handen van de oproerlingen was, verliet hij met zijneambtenaren het stadhuis, omringd door een afdeeling trouw geblevensoldaten, die zich met de bajonet door de oproerige schare heen sloegen,en hem ongedeerd buiten de stad brachten.

Op dienzelfden dag werd de reeks der tallooze misdaden waarmede deoproerlingen zich zouden bezoedelen , reeds geopend. Twee generaals vande burgerwacht, Lecomte en Clement Thomas, die op straat in handenvan de gewapende menigte waren gevallen, werden door haar naar Mont-martre gesleept en daar meedoogenloos vermoord. Zij hadden dit rampzaliglot te danken aan de krachtige wijze waarop zij, gedurende het beleg,de orde in de gelederen der burgerwacht hadden trachten te handhaven.

Geheel Parijs was den volgenden dag aan de benden van het Comite-Central overgeleverd, behalve het paleis van Luxemburg, dat eerst den23en door de troepen werd verlaten. Ook de forten Issy, Vanves enVincennes werden door de opstandelingen bezet. Alleen het fort MontValerien bleef in handen der regeeringstroepen, waardoor Versaillesgelukkig tegen een aanval gedekt was.

Er heerschten daar, , nadat de ontruiming van Parijs algemeen bekendwas geworden , groote verslagenheid en bezorgdheid, die niet weinigvermeerderden, toen na eenige dagen berichten kwamen, dat in bijnaalle groote steden van Frankrijk oproerige bewegingen waren ontstaan.Deze werden echter gelukkig spoedig bedwongen , alleen te Marseilleniet, welke stad dan ook gedurende dertien dagen aan de willekeurvan een oproerige menigte bleef overgeleverd. In de regeeringskringenheerschte groot verschil van meening ten opzichte der houding diemen tegenover het oproer moest aannemen. Sommigen wilden nog denweg van verzoening beproeven, anderen zagen alleen heil in krachtiggewapend optreden, en onder dezen waren er velen die vooral eenonverwijlden aanval op Parijs aanrieden, ten einde de beweging in

Page 540: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

528

hare geboorte to smoren. Thiers behield te midden der algemeene ont-steltenis en der uiteenloopende raadgevingen zijne volkomen kalmte vangeest en wist zijnen wil door te zetten. Hij was tegen elk overhaastoptreden, omdat hij de nit het gistend Parijs bijeengetrokken troepennog niet geheel vertrouwde; hij wilde hun den tijd geven om doorafzondering en geregelden dienst, door goede voeding en huisvestingweder eenigszins op verhaal te komen en eerst dan den aanval op Parijsbeproeven; inmiddels wist hij van Bismarck te verkrijgen dat ongeveerhonderd duizend Fransche krijgsgevangenen in de Noord-Duitsche havensop Fransche schepen werden ingescheept, en naar Cherbourg en Brestvervoerd , van waar zij ijlings naar Versailles werden overgebracht.Hierdoor was binnen eenige weken een goed , krachtig, wel uitgerusten geheel vertrouwbaar leger bijeen; aan het hoofd daarvan plaatsteThiers den maarschalk Mac Mahon die, geheel genezen van zijne teSedan bekomen wond , uit zijne krijgsgevangenschap in Frankrijk wasteruggekeerd.

Gedurende dit tijdperk van voorbereiding te Versailles had zich deomwentelingstoestand in Parijs meer en nicer bevestigd. In de eerstedagen na 'net vertrek der Regeering waren er nog onderhandelingen gevoerdtusschen de maires der verschillende arrondissementen, de eenige ver-tegenwoordigers in Parijs van het wettig gezag en het alleen opaangematigd gezag handelend Comity-Central; deze maires waren bijnaalien zeer vooruitstrevende republikeinen, maar zij wilden geen geweld-dadige omwenteling, zooals het Comite-Central. Naar Versailles vertrok-ken, teneinde van de Regeering en de vertegenwoordigende Vergaderingzoo mogelijk te verkrijgen dat door de wet aan de vermeende wenschender Parijzenaars naar zelfstandige gemeentelijke instellingen zoude wordenvoldaan, verschrikten zij de behoudende meerderheid der volksvertegen-woordiging geheel en al, toen zij uit de galerij, waarin zij als toesehouwersgezeten waren, op eens den eenparig geuiten kreet: Leve de Republiek !deden hooren, die door de linkerzijde der Vergadering werd herhaald.

Na dit voorval, een onheilspellende herinnering aan de droevige too-neelen in de vergaderingen der groote omwenteling, weigerde de rech-terzijde de voorstellen der maires in overweging to nemen. InParijs zelf werden alle pogingen tot verzoening van de mire's met deleden van het Comit6-Central door deze laatsten en hunne misdadigehandlangers verijdeld. De strijd tusschen de maires en het Comite-Central liep vooral over de nieuw te houden verkiezingen voor den

Page 541: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

529

gemeenteraad. De mires wilden die doen plaats hebben, zoodra deRegeering en de vertegenwoordigende vergadering die op wettige wijzezouden hebben goedgekeurd, maar het Comit6-Central, dat zich omgeen regeering en gen wetten bekommerde, wilde (Tat de verkiezingendadelijk zonden plaats hebben. Het Comite-Central gaf bij doze onder-handelingen eerst toe en kvvam daarna weder op zijne toezeggingenterug. Ten slotte wist het door te drijven dat de verkiezingen op 26

Maart zouden plaats hebben, wat door de meerderheid der mires, dienit vrees of zwakheid verderen tegenstand lieten varen, werd goedge-vonden. Nu trok ook de admiraal Saisset, die door de Regeering teVersailles met het bevel over de burgerwacht van Parijs was bekleed,en die in een paar dagen een niet onaanzienlijk getal gewapende bur-gers onder zijn bevel had weten te vereenigen, zich terug. Hij had denindruk dat het niet mogelijk was langer stand to houden, zonder eenbloedigen strijd to aanvaarden, waarin hij tegenover de overmacht tochzoude moeten bezwijken. Op de niet regelmatige daad, van zich terugto trekken voor dat zijn opvolger was benoemd, deed hij een tweedevolgen, nog willekeuriger; zonder daarover vooraf met de regeering tehebben geraadpleegd, ontbond hij de burgerwacht en gaf den burgers devrijheid om naar hunne huizen terug to keeren. Twee dagen yoor dezegebeurtenis werden eenige ongewapende personen, die met de Franschevlag voorop, een betooging voor de haudhaving van orde en vredehielden, door gewapende burgers, op het Vendome plein, zonder eenigeaanleiding daartoe to hebben gegeven, met geweerschoten begroet diedertien van hen doodden en een veel grooter aantal verwondden. Even-als de moordenaars der twee generalen, werden de personen die dit ge-daan hadden of or het bevel toe hadden gegeven volstrekt ongemoeidgelaten. Men kon uit doze voorvallen zien hoe zich van lieverlede eentoestand van volkomen regeeringloosheid ontwikkelde. Niemand stoordezich meer aan wet noch bevel, or bestond goon macht moor die hetgezag kon handhaven, alleen het Comite-Central gaf in stilte zijnebevelen on moedigde elke rustverstoring en elke wetsovertreding aan,hoe misdadig ook, die strekken kon om de ordelievende burgerij schrikaan te jagen.

Nadat op 26 Maart de verkiezingen hadden plaats gehad, waaraanniet eons de helft der ingeschreven kiezers deelnam, trad het Comite-Central terug en namen de gekozenen hezit van het raadhuis. Zijtooiden zich met den naam van Commune, wat moest beteekenen dat zij

Page 542: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

530

zich als bestuurders 'van Parijs, als gelled zelfstandige staat, opwierpen;intusschen belette dit niet dat zij voortdurend van de algemeene repu-bliek gewaagden, die zij zouden stichten. In strijd met alle eischenvan een vrijzinnig staatsbestuur werden de vergaderingen van ditStaatslichaam met gesloten deuren gehouden, waardoor de heftigetooneelen die er gedurig werden afgespeeld, voor het buitenstaandepubliek verborgen bleven. In de eerste dagen werd er zelfs niet eenseen verslag der zittingen openbaar gemaakt.

De leden, die gedurende de twee maanden van het bestaan derCommune in haar midden gezeteld hebben waren, met uitzonderingvan enkele bekenden uit vroegere omwentelings-bewegingen, zooals Pyat,Blanqui en Delescluzes , mannen wier namen niemaud ooit gehoordhad, dan misschien de politie en de strafrechters. Er waren onder hendagbladschrijvers, geneesheeren, advokaten en ingenieurs, doch dezenvormden slechts een kleine minderheid, de groote meerderheid bestonduit werklieden en kleine neringdoenden. Onder hen die zich het meestberucht hebben gemaakt, behoorden: Assi, Cluseret, Eudes, Ferre,Grousset en Rigault. De haat tegen de Regeering en tegen de bezittendendie deze mannen, schier alien socialisten of anarchisten, bezielde, werdbijna overtroffen door hunne zinnelooze vijandschap tegen de Katho-lieke kerk. Een der eerste besluiten van de Commune, tot invoeringvan de scheiding van Kerk en Staat, was het verbeurd verklaren vanalle geestelijke goederen. Er volgde welhaast een wezenlijke geloofs-verdrukking. Geen priester, monnik of geestelijke zuster durfde zich,gedurende de heerschappij der Commune, in kerkelijk gewaad op destraten te Parijs te vertoonen. Een aantal kerken werd gesloten en totstaatkundige vergaderplaatsen ingericht ; van hare preekstoelen, metroode vlaggeu behangen, werden door volksmenners de oproerigste rede-voeringen gehouden. De zusters in de ziekenhuizen werden verwijderd,en daar waar men hare diensten niet kon missen, gedwongen wereld-lijke kleeding en een roode sjerp te dragen; zelfs opvoedingshuizen,door geestelijke zusters bestuurd , werden niet verschoond maar doorgewapende burgers bezet, die de zusters er uit verdreven en er op deergerlijkste wijze huishielden.

In het begin dachten de mannen van de Commune, wien hetin het krijgskundige aan alle ervaring en kennis ontbrak, dat zij methunne groote massa gewapenden Versailles gemakkelijk zouden kunnenvermeesteren. Gedurende het beleg had de burgerwaeht altijd geroepen

Page 543: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

531

om den algemeenen uitval, die Parijs moest bevrijden, thans wilden demannen der Commune toonen, hoe verkeerd men had gedaan met aandit geroep geen gevolg te geven en tot welke heldendaden de burger-wacht in staat was. Op 2 April had de uitval naar Versailles plaats,die met een volkomen nederlaag der Parijzenaars eindigde. De regee-ringstroepen , gesteund door de bezetting van den Mont Valerien,dreven, zouder veel moeite, de aanvallers in groote verwarring op devlucht. Twee aanvoerders der opstandelingen vielen, Flourens en Duval.Na dit ougelukkige wapenfeit bepaalde zich de Commune dan ookverder alleen tot de verdediging. Het Regeeringsleger sloot Parijsspoedig geheel en al in.

Binnen Parijs begon nu meer en meer een onbeschrijfelijke verwarringte heerschen.. Naarmate de vooruitzichten der Commune donkerderwerden, namen de tweespalt en de achterdocht onder hare leden toe. Zijbegonnen elkander te verdenken en te beschuldigen. Inplaats van Bergeretwas, na den mislukten uitval, Cluseret aan het hoofd van het Departementvan Oorlog geplaatst , mar ook deze verloor spoedig het vertrouwenen werd in hechtenis genomen. Toen trad Rossel op, eon genie-officier,die tot het leger van Bazaine had behoord, terwijl tot bevelhebber vanParijs een Pool, Dombrowski, word benoemd. Na de inneming van hetfort Issy, in het begin van Mei, verloor ook Rossel het vertrouwen, hijword als verrader — men noemde hem „de kleine Bazaine" — in staatvan beschuldiging gesteld. Een Comite van Algemeen Welzijn werddaarna opgericht. Nadat Delescluze hierin zitting had genomen, werddeze feitelijk het hoofd der beweging gedurende hare laatste dagen.

De onwettige handelingen van de Commune waren ontelbaar envernaenigvuldigden zich naarmate zij haar einde zag naderen. Het werdtoen eon volkomen schrikbewind, geheel op persoonlijke willekeur ge-vestigd, zonder eerbied voor wet of recht. De meeste dagbladen diezich af keurend uitlieten werden opgeheven. Huizen van vermogendeParijzenaars en openbare gebouwen werden geplunderd. Het woonhuisvan Thiers werd tot den grond afgebroken. Kunstwerken werden zelfsniet gespaard. De groote zuil op de Vendtmae-plaats , ter eere vanNapoleon I opgericht, word nedergehaald onder de leiding van eontalentvol schilder, Courbet, die zich onder de heftigste aanhangers derCommune had geschaard.

De ergerlijkste daden der Commune waren hare schaamtelooze aan-randingen der persoonlijke vrijheid Een aantal personen word zonder

Page 544: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

532

eenige reden gevangen gezet, om als gijzelaars te dienen tegenover dezoogenaamde gewelddaden der regeering te Versailles. De president vanhet Hof van Cassatie, Bonjean , een zeventigjarig grijsaard , werd heteerst in hechtenis genomen; daarna volgden de aartsbisschop vanParijs, Darboy en een groot aantal hoogere of lagere geestelijken ;verder een aantal personen die onder Napoleon III tot de politiehadden behoord. De hoofdbewerkers van deze onrechtmatige gevangen-nemingen waren Rigault en Ferre, twee gewetenlooze booswichten,waarvan de eerste zich tot Procureur-Generaal van de Commune en detweede tot zijn substituut het benoemen.

In het geldelijk beheer bleef regelmaat en orde beter bewaard danmen had durven hopen. Het aantal schavuiten, dat zich aan de Communehad aangesloten met het doel om zich te verrijken, was niet geringen het gelukte dezen mannen, begunstigd door de onmacht of de on-bedrevenheid van betergezinden en door de algemeen heerschende ver-warring , wel eens om hunnen slag te slaan. Aan het hoofd derfinancier' stond echter een eerlijk man, Jourdes. Aan hem en bovenalaan het beleidvol en krachtig optreden van de directie der FranseheBank was het te danken, dat deze instelling niet geplunderd of inbeslag genomen werd en dat zij zelfs hare werkzaamheden tot opzekere hoogte ongestoord kon blijven uitoefenen.

Nadat de forten Issy en Vanves door het lager van Versailles warenbezet, was de inneming der stad en daarmede de ondergang der Com-mune zeker. Den 218ten Mei drongen de eerste soldaten van het legerder regeering Parijs binnen, doch eerst den 2Ssten waren zij meestervan de geheele stad. Parijs leverde gedurende deze week een schouwspelop, dat zelfs de verschrikkelijke Junidagen van 1848 in afgrijselijkheidovertrof. Het was dezelfde verwoede strijd achter barricades als toen,maar de leiders der Commune toonden zich boosaardiger en onmen-schelijker dan huune voorgangers in 1848; zoodra zij toch zagen dathet met hun rijk gedaan was, besloten zij hunne wraak aan de staden hare bewouers op de gruwelijkste wijze te koelen. Zij gaven lastorn de stad in brand te steken eu alle gevangenen die zij als gijzelaarsin hunne macht hadden, te vermoorden. Deze last ward voor een dealuitgevoerd. De Tuilerieen, het Palais -Royal, het stadhuis, het ministerievan Financien en andere openbare gebouwen gingen in vlammen op,ook sommige straten in de schoonste gedeelten der stad warden doorhet vuur vernield. Een groote voorraad petroleum en andere licht

Page 545: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

533

brandbare stoffen was voor dit helsche doel reeds vooraf gereed gehou-den. Toen de hoofden van den opstand zagen, dat er geen mogelijk heidwas om de regeeringstroepen te keeren, werd doze brandstof near elleplaatsen die voor vernieling waren aangewezen in wagons vervoercl, bege-leid door gewapende man.nen, die elken tegenstand met geweld verijdelden,de petroleum in de gebouwen uitstortten en aanstakeu en, zoodra er aan-stalten tot blusschen werden gemaakt, nit de naburige huizen de blusschersnederschoten. Ook van de gevangen genomen gijzelaars werden velen endaaronder de voornaamste gedood. Bonjean, de aartsbisschop van Parijs,en nog vier geestelijken werden uit de gevangenis la Roquette gehaalden in hare nabijheid tegen een muur geplaatst en doodgeschoten; denvolgenden dag onderging de bankier Jecker, , die indertijd de bekendeMexicaansche leening had gesloten (blz. 282) hetz elfde lot. Chaudey, ,een verdienstelijk dagbladschrijver van vrijzinnige richting, viel eveneensals slachtoffer van den persoonlijken haat van Rigault, die bij den moordaanwezig, zelf het bevel tot schieten gaf; drie politiebeambten werdentegelijk met hem vermoord. Serizier, een handlanger der Commune eneven laaghartig boosdoener als Rigault, liet een twaalftal Dominicanen enandere personen, die ellen aan een bekende inrichting van onderwijs ver-bonden waren, door zijne soldaten doodschieten. Het gruwelijkste moord-tooneel even we] had pleats in de Haxo-straat. Twee en vijftig geestelijkenburgers en politie-beambten werden uit de Roquette-gevangenis dear-heen geleid door de volle straten eener arbeiderswijk, wear een dronkenvolksmenigte hen gedurende hunnen langen tocht voortdurend beschimpteen met steenen en vuilnis wierp. Op een open bouwterrein word eindelijkaan hunne martelingen door den dood een einde geruaakt; mannen envrouwen met geweren en revolvers gewapend, wierpen zich op hen enmeakten hen af, onder de ru.wste scheldwoorden en den laaghartigstenspot. Eenige honderden gevangenen bevonden zich , na dezen moord,nog in la Roquette die ellen ten doode waren opgeschreven. Ferrebegaf zich zelf near de gevangenis, ten einde voor de voltrekking vanhet vonnis to zorgen. Hij vond echter de gevangenen, die de hulp vanenkele goedgezinde gevangenbewaarders hadden verkregen , in vollenopstand. Zij hadden zich in de door hen bewoonde vercliepingen ver-schanst door elle meubelen en beddegoed op de trappen op te stapelenen die ontoegankelijk te maken. Toen Ilene zag dat het niet mogelijkwas tot hen door to dringen, trachtte hij de gevangenis in brand testeken, teneinde de gevangenen levend te verbranden. Toen ook dit

Page 546: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

534

niet gelukte, gaf hij den wegens zware misdrijven veroordeelden die indezelfde gevangenis waren opgesloten, hunne vrijheid, op voorwaardedat zij de gijzelaars zouden helpen ombrengen. De schrik voor de komstvan de troepen uit Versailles, door een valsch alarm veroorzaakt, deedhen evenwel spoedig uiteenstuiven. Enkele gijzelaars waagden het toente ontvluchten , zij werden echter bijna alien op straat herkend, aange-grepen en vermoord. Zij die in de gevangenis bleven, hadden een geluk-kiger lot; na twee dagen zonder spijs en drank te zijn geweest, werdenzij eindelijk , op 28 Mei , door de komst der Regeeringstroepen uithunnen deerniswaardigen toestand gered.

Toen de soldaten, die, blootgesteld aan het moorddadig vuur uithuizen en barricades, Parijs voet voor voet moesten veroveren, op eens devlammen aan alle kanten zagen oprijzen, en toen tegelijkertijd de moord-tooneelen der gijzelaars, zooals altijd nog veel verergerd door het loopendgerucht, bij hen van mond tot mond gingen, kenden hunne veront-waardiging en woede geen palen meer. De goedgezinde burgers, diereeds zooveel Teed hadden doorstaan, waren door wat zij nu zagen, hoordenen ondervonden in een toestand van angst en overprikkeling gekomendie aan razernij grensde. Zij bezwoeren de soldaten om de moordenaarsen brandstichters die van alle zijden op de gruwelijkste wijze hunleven en hunne eigendommen bedreigden, tot den laatsten man toe teverdelgen. Het werd spoedig een strijd op leven en dood, wie gewapendwerd aangetroffen en niet tot het leger der Regeering behoorde, werdzonder genade van kant gemaakt; de Communemannen van hunne zijdedoodden alle tegenstanders die zij nog konden in handen krijgen. Parijs wasgedurende een paar dagen een tooneel van moord en doodslag, zooals ditin beschaafde landen misschien nimmer is aanschouwd. De straten warenmet lijken bezaaid, het bleed stroomde overal door de goten. Zooalsvan zelf sprak kwamen aan beide zijden ook een aantal onschuldigenom; de woede had sommigen zoozeer verbijsterd dat zij op alles wat hunvoor kwam, vrouwen en kinderen zelfs, hun geweer losten. Ook nadatde strijd was geeindigd, werd nog een aantal gevangenen die in de gelederender Commune hadden gestreden, ter dood gebracht; er was namelijk lastgegeven om alle soldaten van het leger die onder de oproerlingen werdenaangetroffen dadelijk als deserteurs dood te schieten. Den eersten dag nade inbezitneming van Parijs werden er waarschijnlijk nog duizend manafgemaakt. Hierna hield men met dit doodschieten op, want van liever-lede begon een kalmer stemming te heerschen en kwamen de gewone

Page 547: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

535

gevoelens van mensehelijkheid weder boven. Het geheele aantal dergedoode oproerlingen kan, naar de meest geloofwaardige berekeningen,gesehat worden op ongeveer 7000 personen, de verdedigers der Com-mune beweerden evenwel dat het dric- of viermaal grooter was. Hetleger verloor gedurende den strijd in Parijs, aan dooden 83 officierenen 794 soldaten, aan gewonden 430 officieren en 6021 soldaten.Met de vermisten daarbij gerekend, werden ongeveer 7500 man bnitengevecht gesteld.

Nadat, op 28 Mei, geheel Parijs door de regeeringstroepen was bezet,bleef aan de Commune nog als laatste bolwerk het kasteel van Vin-cennes over. De daar bevelvoerende officier van de burgerwacht , Faltot,weigerde aan den hem gestelden eisch te voldoen om het kasteel aande regeeringstroepen over te geven , maar trad in onderhandeling metde Duitschers, die krachtens de vredesovereenkoinst de forten in denabijheid nog bezet hieldtn. Hij wilde zich blijkbaar hover aan henovergeven dan aan zijne landgenooten. Be Duitsche bevelhebber evenwelsloeg elke onderhandeling af en antwoordde zelfs niet op een schrifte-lijken voorslag die hem werd gedaan. De regeeringstroepen bezetten daarop,den nen Mei, het kasteel zonder slag of stoot. De roode vlag was toente Parijs verdwenen en had overal voor de driekleur naoeten plaatsmaken.

Het aantal gevangenen was verbazend groot, meer dan 38000. Beeerste bezendingen gevangeuen, die naar Versailles werden gebracht,waar zij in een legerkamp werden bijeengebracht, hadden het zwaar teverantwoorden. Zij konden Diet dan met groote inspanning nit de handenvan het verbitterde yolk gered worden, dat hen beleecligde en mishan-delde en, zoo het in zijne macht ware geweest, hen voorzeker gedoodzoude hebben. Het treurige maar niet onverklaarbare verschijnsel deedzich voor, dat de gemoedsstemming der bewoners van Parijs en Versaillesdoor de verschrikkelijke gebeurtenissen der laatste maanden zoo sterkgeschokt was, dat alle gevoel voor medelijden scheen te zijn yer-dwenen en dat zelfs de rustigste en zachtzinnigste menschen hunnezelfbeheersching ten eenen male hadden verloren. To verontschuldigenwas dit niet, maar wel te begrijpen. Niet alleen de gruwelen van denopstand maar ook de omstandigheid dat hij was uitgebroken en voort-gezet in het gezicht van den vijand, met wien men juist eon ver-nederenden vrede had gesloten en die de zwijgende toeschouwerwas geweest van de schandelijkste wandaden door Franschen tegen hun

35

Page 548: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

536

Vrede vanFrankfort.

eigen landgenooten gepleegd , hadden de harten van alien, die hetvaderland liefhadden, met een diepe ergernis vervuld.

Van de hoofden en ]eiders der Commune wist een betrekkelijk grootaantal aan de hen dreigende straf to ontkomen. Zij hadden hunne maat-regelen vooruit goed genomen en het was hun niet moeielijk geweestzich van valsche papieren te voorzien, waarmede zij vermomd Frankrijkkonden verlaten. Van de 79 bestuursleden der Commune wisten 56zich in veiligheid te stellen buiten 's lands, van de 14 generaals 10,van de 133 hoofdofficieren 87. Delescluze en de Poolsche generaalDombrowski sneuvelden in het straatgevecht , Rigault werd gevangengenomen en dadelijk doodgeschoten, zoo ook eenige anderen.

De gevangen genomenen kwamen voor krijgsgerechten, die 110doodvonnissen uitspraken, waarvan slechts 23 werden uitgevoerd.Thiers begreep dot het wijs en billijk was om zooveel mogelijk genadeboven recht to laten gelden. Onder de ter dood gebrachten behoordenAssi, Ferre en Rossel. Te Marseille werden, naar aanleiding van dendaar plaats gehad hebbenden opstand, drie doodvonnissen uitgevoerd.

De opstand der Commune had de eind-onderhandelingen over denvrede in hooge mate belemmerd; zij had Frankrijk's stelling bij dieonderhandelingen natuurlijk zeer verzwakt en Duitschland's overwichtversterkt. Bismarck vreesde, of nam althans den schijn aan van ditte doen, dat de Fransche regeering en de Commune zich met elkanderzouden verzoenen en dan gezamenlijk zich met voile kracht op deDuitschers werpen. Hij was daarom aanvankelijk huiverig geweestom aan de Fransche regeering toe to staan een grooter leger bijeento houden dan 40 000 man, zooals in het voorloopig vredesverdrag wasbepaald; niet dan met moeite had Thiers, zooals wij hierboven reedshebben verhaald, ten slotte verkregen, dat door de toezending vanFransche krijgsgevangenen de krijgsmacht op 100 000 man werdgebracht. Deze afwijking van het voorloopig verdrag was nietde eenige die de Fransche regeering door den drang der omstandig-heden genoodzaakt was to vragen, de betalingen haar opgelegd kondenonmogelijk tijdig betaald worden, want de belastingen kwamen slechtsvoor een klein deel binnen en de burgeroorlog kostte veel geld. Doordit uitstel der betating konden de Duitsche troepen, die naarmatede oorlogschatting werd afgedaan het Fransche grondgebied zoudenverlaten, niet naar hun vaderland vertrekken, waar zij met smart

Page 549: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

537

werden verwacht en waarnaar zij zelve hartelijk verlangden. Dit wasvoor Duitschland een vermeerdering van onkosten en voor het Duitscheyolk een reden van groote ontevredenheid. Waarom , zeiden de Duitschedagbladen, moeten wij onze zonen langer dan noodig missen? IndienFrankrijk niet bij machte is den opstand tegen zijne regeering te be-dwingen , laat het dan door onze troepen geschieden. Ditzelfde werddoor Bismarck herhaaldelijk aan de Fransche regeering voorgehouden.Indien er geen snel einde kwam aan den opstand, dan zoude Duitschlandmoeten ingrijpen en met zijn leger Parijs bezetten. De Fransche staats-lieden bezwoeren Bismarck om tot dezen uitersten maatregel niet overte gaan, bij alles wat Frankrijk reeds geleden had, nog te moeten gedoogendat vreemdelingen het wettig gezag herstelden, nadat dit zich zelf daartoeonmachtig had verklaard, was een vernedering die tot elken prijs moestvermeden worden. Daarbij kwam de geheime vrees, dat zoodra deDuitsche troepen de Commune aanvielen, de Fransche soldaten weigerenzouden langer tegen hunne medeburgers te strijden en wellicht ge-meene zaak met de Cornmunemannen zouden maken, om hunne verbetenwoede tegen den gehaten Duitscher te koelen.

Voor Thiers en Favre waren de maanden April en Mei clan ookeon verschrikkelijke tijd. Aan de eene zijde de burgeroorlog en aande ander° zijde de bedreigingen van den overmachtigen vreemdeling,die hun land bezet hield. Duitschland was, na het vertrek van Bis-marck nit Versailles, in Frankrijk vertegenwoordigd door den generaalde Fabrice , die to Rouen verblijf hield. De onderhandelingen, diemet hem gevoerd moesten worden, waren voor de Fransche staats-lieden bijzonder pijnlijk en lastig. Bij den aanvang van den opstandvooral was de verhouding zeer gespannen, het was in zekeren zin gelukkigvoor de Fransche regeering, dat de leiders der Commune alles in hetwerk stelden om de Duitschers te vriend te houden, zoodat or gedu-rende den geheelen opstand geen botsing tusschen beide ontstond.Ware dit wel het geval geweest, dan zouden de Duitschers niet ge-aarzeld hebben om het bombardement op Parijs uit de door hen be-zette forten te hernieuwen, en hierdoor zoude , zooals wij hierbovenopmerkten, de oorlog waarschijnlijk opnieuw zijn uitgebroken.

Volgens de bepalingen van het voorloopig vredesverdrag moestento Brussel de onderhandelingen over de sluiting van den vrede wordengevoerd. Van beide zijden verschenen daar gevolmachtigden, dochhunne besprekingen leidden tot niets, zij hielden zich zoo lang met

Page 550: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

538

allerlei vragen van louter vorm en van ondergeschikt belang bezig,dat de totstandkoming van het verdrag tot in het oneindige scheen tezullen worden verschoven. Ook dit verhoogde de prikkelbaarheid van denDuitschen Rijkskanselier niet weinig; hij begon te vermoeden dat men vanFransche zijde vertraging beoogde nog steeds hopende op de tusschen-komst van onzijdige mogendheden, of wel in geheime samenspanniug wasmet de Commune. Zijn toon werd barscher en zijne eischen buitensporiger;in het begin van Mei eischte hij een schadeloosstelling voor het langerverblijf der Duitsche troepen in Frankrijk, en meende die te kunnenbepalen op het bedrag dat Duitschland aan de Ooster-spoorwegmaat-schappij te betalen zoude hebben, voor het overnemen der lijnen ophet voormalig Fransch gebied, wat door deze maatschappij op400 millioen franken was geraamd. Thiers en Favre waren ten einderaad , een persoonlijk onderhoud met Bismarck werd in deze hachelijkeomstandigheden als de eenige uitkomst beschouwd. De Rijkskanselierliet zich hiervoor vinden en verzocht Favre om te Frankfort te komen,den h en Mei.

Op dien dag had de derde ontmoeting der beide staatslieden in hetbelang van den vrede plaats. Zij wekte bij Favre de smartelijke herinne-ringen aan die van Ferrieres en Versailles weder op; hij ging nu vooralgebukt onder den zwaren last van den nog niet bedwongen opstand, die hemin zijne onderhandelingen zeer merkbaar belemmerde. Gelukkig had hijditmaal een voortreffelijk medeonderhandelaar naast zich, den minister vanFinancial, Pouyer Quertier, een kundig en behendig man, die doorzijne welbespraaktheid, kennis en nuchtere opvatting van zaken Bismarckzeer wist in te nemen. Deze verklaarde dadelijk een ultimatum te moe •ten stellen , dat den uitdrukkelijken wil van den Keizer behelsde. Dezeverlangde dat de bezetting van de forten om Parijs zoude blijven voort-duren, na de bekrachtiging van het te sluiten vredesverdrag en zoolang als de staatkundige toestand van Frankrijk reden gaf tot twijfelof de regeering wel in staat was om aan hare verplichtingen tegenoverDuitschland to voldoen. De Duitsche regeering zoude geheel vrij enzelfstandig over het aanwezig zijn van dit geval oordeelen. WildeFrankrijk hier niet in treden, dan moesten de bepalingen van het voor-loopig vredesverdrag, waarvan tengevolge van den opstand der Com-mune was afgeweken, weder in werking treden; het Fransche legermoest tot 40 000 man worden teruggebracht en het overige deel aangene zijde van de Loire worden gezonden. De onaannemelijkheid van

Page 551: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

539

dezen laatsten eisch sprong in het oog. Wanneer toch aan de Franscheregeering de macht werd ontnomen om den opstand van de Communete onderdrukken, zoude hear niets anders overblijven dan de teugelsvan het bewind neder te werpen, en de beslissing over Frankrijks verderlot can een strijd tusschen de opstandelingen en de Duitschers over telaten. Er was dan ook geen keus voor de Fransche afgevaardigden, zijmoesten de harde en vernederende voorwaarde aannemen, alleen wistenzij to verkrijgen dat, na betaling van het derde halve milliard, deDuitsche bezetting in elk geval moest ophouden; zoo had men althansde zekerheid dat deze bezetting niet altijd zoude kunnen voortduren.Nu dit netelige punt was beslist bleven er nog twee gewichtigevragen over die tot oplossing moesten worden gebracht.

De eerste betrof de vesting Belfort. Thiers , zooals men zich zalherinneren, had het behoud van deze stad weten to verkrijgen , debepaling der grensscheiding was echter voorbehouden tot nadere onder-handelingen. De beslissing hierover moest echter nu vallen. Duitschlandwilde zijne grens tot vlak bij de versterkingen van Belfort uitbreidenen Frankrijk ineende dat zoodoende de waarde van de vesting bijnageheel verloren ging. Na lange beraadslagingen word men het er overeens, dat de door de Franschen verlangde ruimere grens zoude wordenvastgesteld, maar ten koste van een nieuwen afstand van grondgebieddoor Frankrijk can de noordelijke grens, in de nabijheid van het groot-hertogdom Luxemburg. De Fransche afgevaardigden meenden can devolksvertegenwoordiging te moeten overlaten om een besluit to nemenwaarbij Franschen hunne nationaliteit zouden verliezen; er word derhalveeen artikel goedgekeurd waarin werd bepaald dat, indien de afstandvan grondgebied in het Noorden niet word bewilligd, de aanvankelijkdoor Duitschland gewenschte grens zoude worden aangenomen.

De tweede vraag raakte de handelsbetrekkingen tusschen de beidelanden. Door den oorlog waren alle handelsverdragen tusschen Frankrijken de verschillende Duitsche Staten vervallen. Bismarck wenschte eenbepaling in het vredesverdrag, waarbij Duitschland en Frankrijk elkan-der wederkeerig de behandeling der meest begunstigde landen waar-borgden. Favre, die voorstander van het vrijhandelstelsel was, had hiertegengoon overwegend bezwaar, Pouyer Quertier, wiens staathuishoudkundigebegrippen van die van Favre afweken , kon er zich aanvankelijk nietmede vereenigen, hij moest echter toegeven toen Bismarck zeide , lieverden oorlog met de wapenen weder to willen beginnen dan bloot te

Page 552: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

540

staan aan een tarievenoorlog. De bepaling kwam dan ook in het ver-drag, met dien verstande evenwel, dat Frankrijk en Duitschland zichwederkeerig verbonden om elkander van alle gunstige bepalingen tedoen genieten, die zij aan Engeland, Belgie, Nederland, Zwitserland,Oostenrijk en Rusland zouden toestaan. Het bedrag waarvoor Duifsch-land de Fransche spoorwegen zoude overnemen werd ten slotte bepaaldop 325 millioen franken.

Op den 10eR Mei werd het verdrag te Frankfort, in het logementde Zwaan, waar Bismarck zijnen intrek had genomen, door de Duitscheen Fransche afgevaardigden onderteekend. De bekrachtiging moestbinnen tien dagen plaats hebben. Favre haastte zich derhalve naarVersailles, teneinde de vertegenwoordiging in de gelegenheid te stellen omhet verdrag dadelijk goed te keuren. Er was eerst nog al tegenstand,de bepalingen van het eindverdrag waren in sommige opzichten onge-twijfeld harder dan die van het voorloopig verdrag. Ook was er grootbezwaar tegen den afstand eener strook lands, waarvan de bewoners zichtot nog toe hadden kunnen vleien met het vooruitzicht Franschen tezullen blijven, maar die nu, alleen ter wille van het krijgskundig belangvan Belfort, moest worden opgeofferd. Evenals te Bordeaux begreep ookthans de meerderheid, dat zij zich in het onvermijdelijke moest schik-ken; de krachtigste tegenstand tegen de bepaling betreffende de grensbij Belfort kwam van eon der krijgslieden die zieh in den oorlog hetmeest onderscheiden had, generaal Chanzy. Thiers verdedigde hettraktaat met zijn gewone talent, hij won een aantal weifelende stemmendoor het voorlezen van eon brief van den dapperen verdediger van13elfort, Denfert Rochereau, die verzekerde dat Belfort als vesting geendieusten kon bewijzen indien niet de ruimere grensscheiding word aan-genomen. Van de 531 aanwezige leden der vergadering stemden 433voor de bekrachtiging en 98 tegen, 61 afgevaardigden onthielden zichvan de stemming, waaronder de twee prinsen van Orleans.

De uitwisseling der wederzijdsche bekrachtigingen had plaats teFrankfort, op 20 Mei. Be vrede tusschen de beide landen was nu wederhersteld na een oorlog die zeven maanden geduurd had, waarin twintigveldslagen waren geleverd en even veel vestingen waren veroverd. Hetgeheele verlies aan menschenlevens is niet met juistheid op te geven,vermoedelijk zullen ongeveer drie honderd duizend man in den strijdhet leven hebben verloren.

Van het Fransche leger waren 371 000 man en 11 800 officieren

Page 553: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

541

naar Duitschland gezonden als krijgsgevangenen, 241 000 man en7400 officieren bij de overgave van Parijs in krijgsgevangenschapgeraakt, en 88 000 man met 2200 officieren in Zwitserland ontwapend.Frankrijk had daarenboven 107 vaandels 1915 veldkanonnen en 5526stukken vestinggeschut verloren.

De staatkundige gevolgen van dezen kortstondigen oorlog waren bijnaeven gewichtig als die van den dertigjarigen in de zeventiende eeuwen van den twintigjarigen oorlogstoestand in Europa na het uitbrekenvan de Fransche omwenteling. Frankrijk had anderhalve pro vincie verloren,en was van Keizerrijk Republiek geworden. Duitschland was, met uit-zondering van de Oostenrijksche landen, een rijk geworden, onder eenKeizer; de wereldlijke macht van den Pans was opgeheven en geheelItalie onder den schepter van Victor Emanuel gebracht, die zich weldrato Rome, de lang gewenschte hoofdstad , zoude gaan vestigen. Frankrijkzag voor het oogenblik zijnen staatkundigen invloed in Europa ondergaan,Duitschland en Rusland waren vooreerst de twee machtigste mogendhedenvan het wasteland geworden, Engeland's aanzien had een gevoeligeuschok gekregen. Bij de meeste staatslieden van Europa bestond destijdsde vrees, dat de vrede van Frankfort niet veel meer zoude zijn dan eenwapenstilstand, hij was niet, zooals dit tot nog toe bij groote staat-kundige veranderingen in Europa bijna altijd was geschied, bekrachtigddoor een Europeesch kongres, maar bleef een overeenkomst tusschentwee mogendheden, waarbij geen der onzijdigen een woord had mede-gesproken en waarvan de voorwaarden door den overwinnaar aan denoverwonnene, als het ware met het pistool op de borst, waren opgelegd.Niemand dacht destijds dat Frankrijk op den duur in den toestand ,waarin het door de overmacht van een gehaten tegenstander was gebracht,zoude berusten en dat Duitschland van zijn onloochenbaar krijgskundigoverwicht in Europa niet verder gebruik zoude maken. Wat men hierbijvergat was de in stilte werkende maar diepgaande indruk, dien de ver-schrikkelijkheden van den oorlog, niet alleen in Frankrijk maar ookin Duitschland en zelfs in het overig Europa, had achtergelaten. Dedoorleefde ellende en het blijvend geniis weken in kleiner kring nietuit de herinnering, de verhalen omtrent de afschuwelijkheden van denoorlog alom verspreid door zijne slachtoffers en ook door z.lag veld-bezoekers, een soort van reizigers die in 1870 voor het eerstgrooten getale zich vertoonden , deden in ruimer kring indrukkenontstaan , die niet spoedig verzwakten en bij het jongere geslacht een

Page 554: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

542

afschuw van den oorlog en een schrik yoor zijn uitbreken veroor-zaakten, die nog lang nawerkte. Indien Europa in de dertig jaren dieop den Fransch-lluitschen oorlog volgden geen Europeeschen oorlogtusschen de groote mogendheden meer heeft beleefd, maar den vrede —zij het dan ook, hela,as, een gewapenden vrede — daarvoor in de plaatsheeft zien treden, dan is dit zeker ook daaraan te danken, dat devredelievende gezindheid van vele vorsten en staatslieden in dit tijdperkgesteund werd door den angst voor den oorlog die de herinneringenaan het vreeselijke jaar 1870 in de gemoederen had achtergelaten.

Page 555: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

ACHTSTE HOOFDSTUK.

VESTIGING DER FRANSCHE REPUBLIEK.

Frankrijk's toestand na den vrede van Frankfort was deerniswaardig. Thiers presidentder republiek.

Het gevoelde zich stoffelijk en zedelijk geknakt zooals nimmer te voren.In 1813 en 1815 had het eveneens zijn grondgebied door vijandelijkelegers bezet gezien, maar het was toen voor een burgeroorlog gespaardgebleven en het had zijne oude grenzen behouden. Het had destijdsook dadelijk weder een gevestigde regeering gehad, die, al mocht zij nietnaar den zin zijn geweest van een deel der bevolking, toch met geenopenlijken tegenstand te kampen had. Thans was er niets dan eenvoorloopige regeering, een president en een vertegenwoordigende ver-gadering, die de hoogste macht in handen hadden, maar zooals iedereenen ook zij zelve begrepen, slechts tijdelijk.

De vraag, of deze vergadering de bevoegdheid had om duurzameregeeringsinstellingen aan Frankrijk te geven, dan wel of een vernieuwdberoep op de natie daaraan moest voorafgaan, werd in haren boezemniet eenstemmig beantwoord. De republikeinsche minderheid was geneigdom deze bevoegdheid te ontkennen; de monarchale meerderheid daar-entegen was uitteraard van een tegenovergesteld gevoelen. Zij hadthans de gelegenheid, cm, zoo zij eendrachtig kon worden, demonarchie weder te vestigen en zij wilde zich die niet ongebruikt latenontsnappen. Nan die vestiging waren echter vooralsnog bezwaren ver-bonden, die slechts met groot beleid nit den weg konden wordengeruimd. Daarvoor was tijd noodig en inmiddels kon de meerderheidniet beter doen dan Thiers' bewind als voorloopigen toestand te hand-haven, terwijl dan achter de schermen met alle kracht kon wordengewerkt om de noodige eendracht tusschen de monarchale fracties te

36

Page 556: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

544

bewerkstelligen. De legitimisten en de Orleanisten begrepen echter datzij op de Bonapartisten als derden bondgenoot niet konden rekenen.Deze hoopten dat de republiek te eeniger tijd door hare buitensporig-heden een militairen staatsgreep zoude mogelijk maken en dat Napoleon IIIzich ten tweeden male daarvoor zoude willen leenen ; maar dan moestde tijd eerst de herinneringen aan Sedan eenigermate hebben doenverbleeken. Stierf de Keizer aan de kwaal die reeds jaren lang zijnekrachten ondermijnde, dan was zijn zoon de hiervoor aangewezen man,doch deze was ternauwernood volwassen. Wachten was dus de leus ;de Bonapartisten gunden derhalve de republiek een larger lever dan delegitimisten en Orleanisten, en waren voor een verzoening tusschendeze beide partijen zeer beducht; werd toch het oude Koningschaphersteld, dan zouden hunne goede kansen zeer sterk dalen. De Bonapartistenzouden dan, als in het tijdperk van 1815 tot 1848, met de republiekeinentegen de monarchie moeten strijden en, kwam het tot een omwenteling,dan zouden deze vermoedelijk sterker zijn dan zij.

De voorstanders van het Koningschap waren daarentegen in de weerom de legitimisten en de Orleanisten zoo spoedig mogelijk tot elkanderte brengen. Gelukte dit, dan hadden zij in de vertegenwoordiging, ookzonder de kleine schaar der Bonapartisten, de meerderheid, zij duchttendeze volstrekt niet; de Bonaparte's waren tengevolge van den oorloghun vertrouwen bij de natie kwijt geraakt , zoodat voor het oogenblikeen staatsgreep van hunne zijde niet behoefde gevreesd te worden.

Tegen alle verwachtingen mislukteu deze pogingen om tot een-dracht te komen, of liever zij misten hun doel, dat geheel verijdeldwerd door den Vorst ten wiens behoeve zij waren in het werk gesteld.De niet-totstandkoming der monarchic in Frankrijk in de jaren na.1871 was enkel en alleen te wijten aan den man voor wien de kroonbestemd was, die door zijne openhartigheid een proefneming voorkwam,welke zijne achterlijke bekrompenheid en zijn volkomen gemis aan beleicltoch voorzeker hadden doen mislukken.

Hoofd van het Fransehe Koningshuis in 1871 was de graaf vanChambord, zoon van den door een sluipmoord gevallen Hertog vanBerry; hij was in 1820, eenige maanden na den dood zijns vadersgeboren. In 1830 was hij zijnen grootvader Karel X, die tevergeefsgetraeht had door te zijnen gunste afstand te doen de kroon vanFrankrijk in zijn geslacht te bewaren, in zijne ballingschap gevolgd.Natuurlijk had de na het vertrek der Koninklijke familie gevolgde

Page 557: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

545

troonbeklimming van Lodewijk Philips, hoofd van den tak der Orleansen,een volkomen breuk tusschen de beide takken der vorstelijke familiedoen onstaan. Be aanhangers van den ouderen tak toonden gedurendede regeering van Lodewijk Philips bij elke gelegenheid hunnen bitterenwrok tegen de Orleansen, die zij als overweldigers beschouwden. Toen deFebruari-revolutie ook de Orleansen van den troon had gestooten, werdde wederzijdsche verhouding eenigszins anders. Na den dood vanLodewijk Philips, in 1850, waren zijne zonen niet ongenegen om zichmet den graaf van Chambord te verzoenen, te meer daar deze geenkinderen had en zijn tab met hem dreigde uit te sterven, waardoorde Orleansen na zijnen dood door de voorstanders der monarchiemoesten beschouwd worden als de eenigen die rechtmatige aanspraakkonden maken op den troon. Be Spaansche tak der Bourbons was tochdoor de bepalingen van den Vrede van Utrecht van de troonopvolgingin Frankrijk uitgesloten. Er hadden dan ook in 1852 onderhandelingenplaats gehad, die tot een aanvankelijke verzoening leidden. Be Hertogvan Nemours, een der zonen van Lodewijk Philips, bracht in 1853een bezoek aan den Graaf van Chambord op het kasteel FrohsdorfOostenrijk , waar hij zich gewoonlijk ophield, waarna deze in 1856eon onderhoud had met de Koningin Maria Amelia, de weduwe vanLodewijk Philips. In 1857 kwam er evenwel een kink in den kabel;de aangeknoopte verstandhouding werd weder afgebroken, zoodatlegitimisten en Orleanisten van elkander gescheiden bleven. De laatstenbleven als den rechthebbende op den troon het hoofd van het huisvan Orleans huldigen, den in 1838 geboren Graaf van Parijs, soonvan den tengevolge van een ongeluk met een rijtuig omgekomen oudstenzoon van Lodewijk Philips en van eene Mecklenburgsche Prinses.

Be graaf van Chambord was een achtenswaardig man, met edelebeginselen maar met uiterst bekrompen begrippen. Be omgeving waarin hijwas opgevoed , ziju huwelijk met een prinses uit het huis van Modena,een vorstelijke familie welker middeleeuwsche denkbeelden in geheelEuropa bekend waren, en de afzondering waarin hij leefde, hadden hemaan den invloed der denkbeelden van den nieuweren tijd geheel onttrokken.Hij was boven alles gehecht aan de Katholieke kerk en aan den Panshaar hoofd , en eerbiedigde de geschiedkundige overleveringen van zijngeslaelit als het heiligste na den godsdienst. Be vorsten van Orleanswaren bekend as voorstanders van meer vrijzinnige staatkundigeopvattingen. Zij waren met hunnen tijd medegegaan, de graaf van

Page 558: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

546

Parijs was een man van studie en ontwikkeling, maar zonder vastbe-radenheid en met weinig wilskracht. Hij had den Americaanschen burger-oorlog medegemaakt, als stafofficier van den Generaal Macclellan, enwas later als schrijver opgetreden met geschriften over de arbeiderswet-geving en de inrichting van het onderwijs in Engeland, welk land hemveelal tot verblijfplaats strekte.

Wij hebben reeds medegedeeld dat twee Vorsten uit het huis vanOrleans, beide ooms van den graaf van Parijs, tot leden der vertegen-woordigende vergadering waren gekozen. Eigenlijk was hun het ver-blijf in Frankrijk niet geoorloofd, want de wetten waarbij de leden derfamilies Bourbon en Orleans uit Frankrijk waren verbannen bestondennog altijd. Een voorstel om deze wetten of te schaffen, uit den boezemder vergadering voortgekomen, was door Thiers met weinig ingenomen-heid begroet. Toch werd het met zeer groote meerderheid, in Juni1871, aangenomen. Na de aanneming keerden de graaf van Parijs ende graaf van Chambord beide in Frankrijk terug. De laatste vaar-digde op het kasteel van Chambord, in de maand Juli, een manifestaan de Fransche natie uit, dat voor de monarchale partijen eenbittere teleurstelling was. Hij verklaarde daarin omonwonden, dathij alleen koning wilde zijn, indien Frankrijk de oude vlag derBourbons, de witte lelievaan, weder aannam. Alle Franschen, tot zelfsde verstoktste legitimist, voelden dadelijk dat dit een onmogelijkeeisch was. Noch de natie noch het leger zoude ooit afstand willendoen van de driekleur die het zinnebeeld was geworden van Frankrijk'snationaliteit en die sedert de groote omwenteling op zoovele wereld-beroemde slagvelden had gewapperd. Had de graaf van Chambordzich reeds hierdoor voor het oogenblik onmogelijk gemaakt, er warennog andere uitingen van hem bekend geworden, die, al mocht hij ookbij nadere overweging op het punt van de vlag aan den wenschzijner beste vrienden toegeven, tot ernstige bezorgdheid aanleidinggaven. In een brief door hem aan een lid der vertegenwoordigendevergadering geschreven en door de dagbladen openbaar gemaakt,kwam een zinsnede voor waarin het als Frankrijk's plicht werd voor-gesteld, om den Heiligen Stoel te beschermen en de onafhankelijkheidvan het Pausdom te waarborgen. Men zag hierin een bedreiging tegenItalie, dat zich niet dan door geweld uit het thans eindelijk in bezitgenomen Rome zoude laten verdrijven. Wie eenigermate met denstaatkundigen toestaud van Europa bekend was, wist dat Italie, zoo

Page 559: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

547

het werd bedreigd door Frankrijk, dadelijk de hulp van Duitschlandzoude erlangen, en ook de voorstanders der monarchie voor zoover zij niettot de blinde aanhangers van den Paus behoorden , zagen zeer goed in, datFrankrijk vooreerst geen grooter dwaasheid kon begaan , dan voorhet herstel der wereldlijke macht van den Paus een nieuwen oorlogte beginnen.

Niemand verheugde zich in stilte meer over dozen loop der zakendan Thiers. Hij had niet den minsten lust om zijne macht als hoofdvan den staat aan een ander af te staan , allerminst aan den graaf vanChambord, dien hij als een volkomen ongeschikt regent beschouwde.Tegen een grondwettig koningschap had hij in beginsel geen overwegendbezwaar, raaar hij was er van overtuigd, dat in den bestaanden toestanddaaraan niet viel te denken; want de troonbeklimming van een Orleans,zoude bij legitimisten, Bonapartisten en republiekeinen den sterksten tegen-stand vinden en de prinsen van Orleans begrepen zelve zeer goed, dat zijgeen kans hadden, indien zij zich niet achter den graaf van Chambordschaarden. Aanvankelijk was de stelling, die Thiers hierdoor verkreeg, danook zeer sterk. De monarchalen wilde hem niet verwijderen, omdat zijniemand hadden, die hem kon vervangen en het vestigen van denregeeringsvorm dien zij wenschten, voor het oogenblik toch onbereik-baar was, en de republiekeinen wilden hem handhaven, omdat zij inzijn aanblijven een waarborg zagen voor het behoud der republiek,want het was voldoende gebleken, dat hij, hoezeer afkeerig van deradicale republiek , tot de vestiging der monarchie niet wilde mode-werken. Thiers maakte van dezen eigenaardigen toestand behendig ge-bruik door gedurig met zijn ontslag te dreigen. Hij wist zoodoende deaanneming te verkrijgen, in Augustus 1871, van een wet, door denafgevaardigde Rivet voorgesteld, waarbij de nationale vergadering zichde bevoegdheid toekende om grondwettige instellingen te vestigen , maartevens aan het hoofd van het uitvoerend gezag de titel van Presidentder Republiek werd toegekend. In den aanhef dezer wet word het ver-trouwen der vergadering uitgesproken in. den persoon van Thiers, aanwien zij de hooge waardigheid van President van de Republiek opdroeg.De duur van het Presidentschap werd beperkt tot het oogenblik datde vertegenwoordigende vergadering hare werkzaamheden zoude hebbenten einde gebracht.

Zoo moest de monarchale rechterzijde onder den drang der omstan-digheden haren steun verleenen aan Thiers, om althans tijdelijk de

Page 560: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

548

republiek te vestigen. Zij deed dit natuurlijk in de hoop, dat gedurendeThiers' bewind een of andere onverwachte gebeurtenis de vestiging vanhet koningschap mogelijk zoude maken; middelerwijl gaf zij Thiershierdoor de gelegenheid, om zich , niettegenstaande zijn hoogen leeftijd,met jeugdige kracht te wijden aan de belangen van Frankrijk. Hetgelukte hem inderdaad om gewichtige diensten aan zijn land te bewijzen.Nadat de nationale vergadering reeds in Mei 1871 belangrijke wijzigingenin de wetgeving betreffende het bestuur der gemeenten en departementenhad gebracht, waardoor meer zelfstandigheid werd toegekend aan deplaatselijke besturen, die gedurende het Keizerrijk geheel en al alswerktuigen van de hooge regeering werden beschouwd, nam Thiersde regeling van het krijgswezen ter hand. Om Frankrijk zijne plaatsin Europa terug te geven was niets noodiger dan een krachtig engeoefend leger. De herinnering aan de geleden nederlagen moest wordenuitgewischt door een geheel nieuwe inrichting van de strijdkrachten.

De door den oorlog gebleken meerderwaardigheid van het Duitscheleger boven het Fransche werd algemeen, ook naar het oordeel vanvele bevelhebbers, aan het Duitsche legerstelsel toegeschreven. Menwilde derhalve bijna eenparig de invoering van den algemeenen dienst-plicht, maar zoo men geen onduldbare financieele en persoonlijkelasten op de natie wilde leggen, moest dan een diensttijd van tenhoogste drie jaren worden vastgesteld. Thiers achtte dit verkeerd.Hij was voorstander van een langen diensttijd, vijf jaren dienst warenvolgens zijne meening onontbeerlijk om goed geoefende soldaten tehebben. Wederom wist hij, door het schrikbeeld van zijn aftreden,de vergadering tot zijne meening over te halen. De in Juli 1872goedgekeurde wet voerde den algemeenen dienstplicht en de af-schaffing der plaatsvervanging in. De diensttijd werd bepaald op vijfjaren in de gelederen, terwijl daarna nog gedurende vijftien jaren deverplichting bleef bestaan om op te komen in tijd van oorlog. Dehelft van elke lichting werd evenwel met onbepaald verlof naar huisgezonden, maar kon onder de wapenen worden geroepen in tijd vanoorlog. Voorts werden nog enkele vrijstellingen aangenomen en werdde eenjarige dienst ingevoerd voor hen, die getuigschriften van afge-legde examens konden overleggen en de kosten hunner uitrustingzelve wilden dragen.

Tegelijk met deze nieuwe inrichting der strijdkrachten had Thiersook de regeling van de geldmiddelen van het rijk ter hand genomen.

Page 561: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

549

Zij was even noodzakelijk, want er werden buitengewone maatregelenvereischt, zoo wel ter voldoening aan de geldelijke yerplichtingentegenover Duitschland, die uit het vredesverdrag voortkwamen, als totverzekering van den geregelden gang van het binnenlandsch bestuur.Frankrijk was tengevolge van den oorlog tot het betalen van rens-achtig groote sommen verplicht. De schatkist vertoonde een ontzaggelijktekort; behal ve de oorlogsschatting aan Duitschland moesten de kostenvan den oorlog worden betaald, daarbij kwamen nog de schadeloos-stellingen tengevolge van de verwoestingen van den oorlog en van denopstand in Parijs. De belastingen hadden daarentegen sints Juli 1870aanmerkelijk minder opgebracht. Reeds in Juni 1871 werd een leeninguitgeschreven van twee milliard die volkomen slaagde. In Parijs alleenword voor vijf lionderd millioen meer elan het benoodigde bedragingeschreven, terwijl uit het overige Frankrijk en nit het buitenlandnog inschrijvingen inkwamen die bijna hetzelfde bedrag bereikten.Twee en een half maal meer dan het gevraagde was aangeboden. Overdezen uitslag verheugden zich de regeering en de natie in hooge mate.Frankrijk's krediet op de Europeesche geldmarkt kon als geheel hersteldworden beschouwd, wat zoowel stoffelijk als zedelijk van groote be-teekenis was. Voor het betalen der rente werden nieuwe belastingenvoorgesteld. Bij gelegenheid der behandeling van deze voorstellenmeende Thiers, die seer stork tegen eon belasting op het inkomengekant was on met grooten tegenstand in de vergadering to kampenhad, het niet bij een bedreiging to moeten laten, hij bood seer beslistzijn ontslag als President aan, wat tengevolge had, dat hern bijnaeenstemming eon votum van vertrouwen word gegeven. Hij verklaardehierop in Januari 1872, dat hij aan den aandrang van de vergaderinggeen weerstand wilde bieden en bereid was, zijne krachten aan debelangen van het land to blijven wijden.

Na men het benoodigde geld ken verkrijgen, moest alles in hetwork worden gesteld, om de oorlogsschatting aan Duitschland zoospoedig mogelijk af te betalen. Deze afbetaling moest worden gedaanin specie, in vreemde bankbiljetten of in deugdelijk handelspapier;Fransch bankpapier was uitgesloten. Het sprak wel vanzelf dat eenzoo groote verplaatsing van geld nit een land naar eon ander, allerleiverwikkelingen op de Europeesche geldmarkt veroorzaakte. Er bestondvooral gevaar voor tijdelijke schaarschte aan klinkende munt in Frankrijk,en om dit af te wenden word groote omzichtigheid vereischt. De Fransche

Page 562: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

550

minister van financien, Poyer Quertier, leidde deze moeielijke en inge-wikkelde operatie met veel talent en behoedzaamheid. Twee milliardenwaren in Mei 1872 afbetaald, waarop de ontruiming van een grootdeel der nog door Duitsche troepen bezette landstreken volgde. Zesdepartementen bleven nog bezet, tot de afbetaling der laatste driemilliarden. Voor dit bedrag wend in Juli 1872 wederom een leeninguitgeschreven, die een nog schitterender uitslag had dan de vorige.Ditmaal werd dertienmaal meer ingeschreven dan gevraagd werd. Derente was wel is waar hoog , zes percent, maar Thiers en zijn nieuweminister van financien de Goulard, -- want Poyer Quertier had ten-gevolge van persoonlijke redenen, verband houdende met zijne vroegerebetrekkingen tot de Keizerlijke regeering, zijn ontslag genomen, —waren van oordeel, dat de nadeelen van een ietwat hoogere rente,ruimschoots werden opgewogen door het voordeel, dat Frankrijk op deEuropeesche geldmarkt tengevolge van den buitengewoon goeden uitslagder leening, algemeen vertrouwen zoude inboezemen. Zij bedrogenzich hierin niet, want dadelijk na de uitgifte steeg de prijs der Franscheschuldbrieven op alle Europeesche beurzen. Thiers' ernstig streven waser thans op gericht, om de overblijvende schuld aan Duitschland zoospoedig mogelijk af te betalen, ten einde de ontruiming van hetgeheele Fransche grondgebied te verkrijgen.

Hiertegen had men in Berlijn nog al bezwaar. In de militaire om-geving van den Keizer werd de meaning verkondigd , dat Frankrijkslechts wachtte op het vertrek der Duitsche troepen, om den oorlog wederte hervatten, en de rijkskanselier, , die bij het klimmen zijner jaren verzettegen zijnen wil niet meer met gelatenheid kon verduren, was nu en danzoo hevig geprikkeld, dat door zijne houding het vooruitzicht van eenbotsing met Frankrijk inderdaad waarschijnlijkheid verkreeg. In Maart1873 werd evenwel, na lang onderhandelen, in Berlijn de eindovereen-komst aangaande de ontruiming van Frankrijk door de Duitsche troepengesloten. Frankrijk verbond zich om zijne schuld bijna geheel af te be-talen v66r den vervaltijd, zoodat de ontruiming ongeveer twee jaren voorden bepaalden tijd plaats kon hebben. De Duitsche troepen zoudenFrankrijk in den zomer van 1873 verlaten, alleen Verdun zoude nogbezet blijven tot na de afbetaling van den laatsten termijn der schuld. Devreugde in geheel Frankrijk was groot, men voelde zich nu eerst voorgoed weder hersteld op zijn oude plaats onder de groote mogendheden vanEuropa. Algemeen werd erkentelijkheid aan Thiers betuigd, die persoon-

Page 563: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

551

lijk er veel toe had bijgedragen om doze zaak zoo spoedig tot eengoed einde to brengen; de nationale vergadering nam in Maart 1873een besluit, waarbij verklaard werd , dat Thiers zich verdienstelijk hadgemaakt voor het vaderland. Hij zelf vleide zich een oogenblik, dathij thans vaster dan ooit in het zadel zat, want niemand, meendehij, zoude er zich toe willen leenen om nu zijne plaats in to nemen.Toch bleek het dat hij zich bedrogen had, want reeds twee maandenlater werd hij ten val gebracht.

De meerderheid der nationale vergadering, overtuigd dat Thiers tot Val van Thiers.

de verwezenlijking harer plannen niet wilde medewerken, beijverde zichom een opvolger te vinden, bereid om haar te steunen in hare pogingentot vestiging der monarchie , die goon lang uitstel meer gedoogden. Wantsedert de eerste bijeenkomst der national° vertegenwoordiging had zicheen kentering in de staatkundige meening van de natie geopenbaard ,die, zooals ontwijfelbaar bleek, voortdurend grooter uitbreiding verkreeg.

De verkiezingen voor de nationale vergadering, in Februari 1871,hadden onder zeer eigenaardige omstandigheden pleats gehad. Gedurendehet keizerrijk had het stelsel der officieele candidaturen bij de verkie-zingen altijd een aanzienlijke meerderheid aan de regeering gegeven. Inde groote steden waren wel is waar enkele zeer vooruitstrevendengekozen, maar het platteland stemde geregeld onder den machtigeninvloed der keizerlijke prefekten en onderprefekten in behoudenden zin.De rampzalige uitslag van den oorlog had wel het vertrouwen op hetKeizerrijk doen verdwijnen, maar de algemeene stemming was daaromniet republiekeinsch geworden. Eon verschijnsel, dat zich gewoonlijk voor-doet, vooral in Katholieke landen, een tijdelijke opwekking van het gods-dienstig leven na groote volksrampen, had zich ook in Frankrijk ge-durende den oorlog geopenbaard. De kerken werden veel meer bezocht danvroeger en het aantal bedevaartgangers vermeerderde sterk. Vandaar dat deinvloed der geestelijkheid en van de doorgaans strong Katholieke grootegrondbezitters bij de verkiezingen van 1871 in de plaats was getreden vanden invloed vroeger door de keizerlijke ambtenaren uitgeoefend. Zoo-doende was de overwegende meerderheid der gekozenen onder de oudeleus: herstelling van den troon en het altaar, naar Bordeaux afgevaardigd.Maar deze krachtige monarchale strooming, begon reeds spoedig in hetland te verzanden. Op 2 Juli 1871 hadden de verkiezingen plaats gehadter vervanging der leden die bedankt hadden, of die in meer dan een

Page 564: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

552

district waren gekozen. Thiers was, zooals wij hebben vermeld, in 26districten gekozen, waardoor alleen reeds vijf-en-twintig verkiezingennoodig waren; in het geheel bedroeg het aantal zetels dat vervuldmoest worden 111. Van deze werden 100 door republiekeinen veroverd,zoowel gematigde als vooruitstrevende, en slechts 11 door beslistmonarchale candidaten. Dit alles was reeds gebeurd toen de geruchtenomtrent volkomen eenstemmigheid tusschen de legitimisten en Orleanistenmeer en meer geloof begonnen te vinden, en nog voor dat de graafvan Chambord zijn manifest had uitgevaardigd.

Nadat deze de witte vlag had ontplooid, werd de algemeene stemmingvoor de monarchic natuurlijk niet gunstiger; de republiekeinen blevenniet in gebreke, om er op te wijzen dat het herstel der monarchic nuniet anders meer kon zijn dan een terugkeer tot de beginselen vanhet oude regime voor 1789, of althans tot die van de Restauratievan 1813 tot 1830, en voor de boeren en burgers van Frankrijk, dierust en vrede wenschten, was dit een bijna even groot schrikbeeld als deroode republiek.

De stemming in het land vond hare afspiegeling in de vertegenwoordi-ging. Onder de meer behoudende leden, die een grondwettige monarchieniet ongezind waren, begonnen velen van lieverlede in te zien, dat dezebij ontstentenis van het oumisbare bestanddeel, den monarch, in de gegevenomstandigheden onmogelijk was en dat een republiek met behoudendeinstellingen de eenige regeeringsvorm was, die thans in Frankrijk een toe-komst had , en die in staat was duurzaam aan het land de rust en orde togeven die het zoozeer behoefde. Zij vereenigden zich tot een groep,het linker centrum genoemd, waartoe vele gematigden en daarondereen aantal van de bekwaamste leden der Kamer allengskens toetraden.Het was een van de leden dezer partij, Rivet, die de voorloopigevestiging der republiek voorstelde, waaraan de monarchalen, noodge-dwongen zooals wij zagen, hunne toestemming gaven. Deze begrepenechter dat zij zich nu niet verder moesten laten dringen, daar het land vanlieverlede aan de republiek begon te gewennen en vertrouwen in Thiers'bewind toonde; zij zagen met schrik hoe bij den dag door hen terreinwerd verloren en hoe de natie zich niet alleen van den onhandelbarenkroonpretendent mar ook van het gansche koninklijke geslacht begonof te wenden. De tot nog toe door hen aangenomen lijdelijke houdingmocht niet langer worden gehandhaafd , zij moesten optreden, zoo alniet als herstellers der monarchie dan toch als bestrijders der republiek;

Page 565: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

553

zij zochten dus naar een middel om de voorshands onmogelijke invoe-ring van het koningschap te bewimpelen, door het in het leven roepenvan een tusschentoestand, die noch republiek noch monarchie was. Deman dien zij aanvankelijk hiervoor hoopten to gebruiken , was deHertog van Aumale , lid van de nationale vergadering, die zich inzijne jeugd als officier bij de veldtochten in Algerie zeer hadonderscheiden, gedurende de jaren zijner ballingschap zich veel metgeschiedkundige studien had bezig gehouden , en geacht werd onderde prinsen van Orleans diegene te zijn, die de meest vrijzinnigedenkbeelden koesterde. Niemand scheen meer dan hij aangewezen omals opvolger van Thiers op te treden , hetzij met den titel van president,hetzij met een anderen, waaruit duidelijker bleek dat hij de plaatsver-vanger was van den toekomstigen Koning.

Pit plan, waarvoor een volkomen samensmelten van legitimisten enOrleanisten vereischt werd, was echter, , zooals verwacht kon wor-den, voor den graaf van Chambord onaannemelijk. Indien deprinsen van Orleans zich , als leden van zijn huis, achter hem wildenscharen, dan verwachtte hij van hen onderdanigheid, en allerminstkon hij gedoogen, dat een hunner van een volksvergadering eon aan-stelling tot president zoude aannemen. Het plan moest dus wordenopgegeven, de prinsen van Orleans wilden tot geen prijs optredenals mededingers van den graaf van Chambord naar de kroon; zij door-zagen zeer goed dat hunne kansen dan ten eenenmale verspeeld waren.

Intusschen begon er meer en meer beweging in de Fransche maat-schappij te komen. De Bonapartisten toonden weder teekenen van leven.Nu de bre,uk tusschen legitimisten en Orleanisten bleef bestaan en ordus van een herstel van het koningschap niets scheen te kunnen komen,hoopten zij den steun van het behoudend deel der natie weder voor hetKeizerrijk to verwerven. Hun bekwaamste man, de oud-minister Rouher,deed zijn intrede in de nationale vergadering, terwijl in dagbladen envlugschriften, met ruime hand op het platteland verspreid, de Keizerlijkeregeering hemelhoog werd geprezen en het bewind van den 4 September1870 verantwoordelijk werd gesteld voor alle rampen van den oorlog.

Napoleon III, die to Chislehurst in Engeland verblijf hield, zochtverstandhouding met de Katholieke geestelijkheid in Frankrijk on werdook verdacht van geheime onderhandelingen met de Duitsche regeering.Het gerucht werd zelfs verspreid dat hij gereed stond zich in Frankrijkweder te vertoonen, om met behulp van het leger, evenals zijn oom

Page 566: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

554

in 1 81 5 , de regeering door een plotselingen aanval omver te werpen.Onwaarschijnlijk is het niet dat hij , plannenmaker tot het laatstetoe, inderdaad aan een dergelijke onderneming heeft gedacht en, teneinde in staat te zijn den langen tocht to paard te kunnen maken,die daarvoor vereischt werd, zich aan een gevaarlijke heelkundigekunstbewerking onderwierp. Zij werd op 2 Januari 1873 verricht,naar het scheen met goeden uitslag; eenige dagen later vertoondenzich echter zeer verontrustende ziekteverschijnselen , en op 9 Januarioverleed de voormalige Keizer. Zijne weduwe, Eugenie, nam de leidingder partij op zich, wier hoop nu de zeventienjarige prins werd; maarmet het oog op den jeugdigen leeftijd van den pretendent moest menvoorloopig van werkzaam optreden afzien.

Terwijl de Bonapartisten de katholieke en behoudende bestanddeelender Fransche natie voor hunne zaak trachtten te winnen, had Gambetta,die inmiddels ook weder zitting in de nationale vergadering had ge-nomen , een veldtocht geopend ten behoeve der democratische republiek.Zijne welsprekende redevoeringen in verschillende Fransche stedenmaakten grooten indruk , de vrijzinnige dagbladpers haastte zich diedoor het gansche land to verspreiden. Gambetta drukte vooral op deongeschiktheid der nationale vergadering om aan het land de hervor-mingen te geven die het behoefde en drong op hare ontbinding aan;daarnaast sprak hij zijn voile vertrouwen in Thiers uit en vermaande derepubliekeinen om ook hen, die vroeger andere staatkundige overtuigingenhadden aangekleefd, maar thans de republiek als eon noodzakelijkheidaanvaardden, zonder argwaan in hunne gelederen op te nemen. Thierswas met deze lofspraken maar half tevreden; toen Gambetta in Sep-tember 1872 to Grenoble met geestdrift gesproken had van eennieuwe maatschappelijke laag, die der arbeidersbevolking, die hareintrede op het staatkundig tooneel had gedaan en die vooral niet lagerstond dan hare voorgangers, verklaarde hij aan de verontwaardigdeleden der rechterzijde , die zich over deze uiting bij hem kwamenbeklagen, dat hij doze rede in hooge mate afkeurde en haar, , zoo hijnog als lid der vertegenwoordiging het woord kon voeren, met allekracht zoude hebben bestreden.

Het zoeken naar een goeden koers, door al deze stroomingen heendie de binnenlandsche staatkunde beroerden, had Thiers in de nood-zakelijkheid gebracht, om herhaaldelijk wijzigingen in zijn ministeriete brengen; de mannen die het voorloopig bewind van 4 September

Page 567: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

hadden uitgemaakt, moesten zich achtereenvolgens terugtrekken, eerstPicard, daarna Jules Favre, die als minister van BuitenlandscheZaken vervangen werd door de Remusat, een persoonlijk vriend vanThiers, nog ouder dan hij, maar even frisch van geest. Jules Simon,die zich het langst wist staande te houden , zag in het voorjaar van1873 zich gedwongen om oak zijn ontslag te nemen. Intusschenwaren ook de monarchale leden, bijkans alle, uit het ministeriegetreden of meer en 'neer tot republiekeinen bekeerd, zoodat dit in1873 bijna geheel nit mannen van het linker centrum bestond.

Tusschen Thiers en de rechterzijde werd nu de verhouding meer enmeer gespannen , hij liet zieh tegenover haar steeds nadrukkelijker uit,dat de eenige regeeringsvorm in Frankrijk mogelijk, de republiek was;aan een monarchie kon , tengevalge der verdeeldheid ander de monar-chalen, niet ernstig gedacht worden, en het was immers niet te looehenendat het Fransche yolk zich, onder den indruk van wat het kon waar-nemen, dan ook meer en meer ten gunste der republiek uitsprak.Dit laatste kon inderdaad niet tegengesproken worden, bij elke verkie-zing bleek de vooruitgang der republiekeinen en de achteruitgang vande monarchale partij. De leden der rechterzijde zagen dit met grootebekommering, zij hadden thans nog de meerderheid, maar dat diemeerderheid door enkel verloop van tijd zoo zoude sunken dat zijminderheid werd, kon niemand zich ontveinzen. Er moest dus van hetoogenblik worden gebruik gemaakt ; al kon men inisschien de monarchienog niet vestigen, men kon wel tegenhouden, dat de republiek duurzaamgevestigd werd, maar dan mocht niet langer gedraald worden metaan het hoofd van den staat een ander man te plaatsen dan Thiers,een man die zelf de monarchie wilde en op het gegeven oogenblikzoude willen medewerken, om den koningstroon op de plaats vanden presidentsstoel te zetten. De rechterzijde vond eindelijk dienman in den maarschalk Mac-Mahon, die op het slagveld van1859, uit de hand van Napoleon III, den titel van Hertog vanMagenta had aangenomen. Hij vereenigde alle hoedanigheden die hemaan de vereenigde rechterzijde aannemelijk konden maken. Oud-ge-diende in de legers van de Juli-regeering en van het Keizerrijk ,was hij door zijne afkomst en vooral door zijn huwelijk met velelegitimistische geslachten verwant en bevriend; als de man die denopstand van de Commune had bedwongen, was hem de dankbaarheidvan alle ordelievende bestanddeelen der fransche maatschappij ten deel

Page 568: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

556

gevallen; daarenboven had hij gedurende zijn geheelen levensloop zichdoen kennen als een eerlijk en onbaatzuchtig man en als eentrouw vaderlander. De legitimisten en Orleanisten wisten, dat hij demonarchie boven de republiek verkoos en vertrouwden dus dat zij,wanneer het oogenblik daar was, op hem zouden kunnen rekenen;de Bonapartisten, die door den dood van Napoleon III in hunnebewegingen eenigszins verlamd waren, begrepen, dat zij voor hetoogenblik niet beter konden handelen dan den mad der Keizerin tevolgen om zooveel mogelijk den Katholieken ter wille te zijn;dit bracht van zelf mede, dat zij den kerkschen en geloovigen maar-schalk van het Keizerrijk liever op den presidentzetel zagen, dan denvrijzinnigen• bestrijder van de Keizerlijke regeering, met zijnerepubliekeinsche neigingen.

In de nationale vergadering had de rechterzijde intusschen eenparlementair leider gekregen van groot talent. De Hertog van Brogliedie door Thiers (blz. 506) als gezant naar Londen was gezonden, hadin het begin van 1872 zijn ontslag genomen, teneinde zich uitsluitendaan zijne werkzaamheden als volksvertegenwoordiger te kunnen wijden.Zoon van een der trouwste dienaars van Lodewijk Philips, was hijgedurende het Keizerrijk buiten alle betrekking gebleven, maar hadzich door vele geschriften over geschiedkundige en wijsgeerige onder-werpen, die door vorm en inhoud zeer de aandacht trokken, dentoegang tot de Fransche academie reeds vroeg zien ontsluiten. Zijnebestrijding van de staatkunde van het Keizerrijk had hem onder deveelkleurige groep der tegenstanders van Napoleon III allerwegevrienden bezorgd, terwijl zijne verdediging van de wereldlijke machtvan den Paus hem den bijval der Katholieke geestelijkheid ver-zekerde. In de nationale vergadering, waar zijne wetenschappelijke enletterkuudige roem hem groot gezag gaf, onderscheidde hij zichdadelijk door zijne uituemende redenaarsgaven, zijne groote werkzaam-heid en de fijnheid van zijnen staatkundigen blik. Het was dan ookvan hem dat de aanval tegen Thiers uitging, die dezen staatsmanvan zijne plaats aan het hoofd van den staat verwijderde.

In het voorjaar van 1873 deed zich het geschikte oogenblik voordezen aanval voor. Het was in Maart van dat jaar aan Thiers gelukt,om met de nationale vergadering tot overeenstemming to komen overde wijze van totstandkoming der staatsregeling. Er werd bepaald,dat de vergadering niet uiteen zoude gaan, voordat zij de bevoegd-

Page 569: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

557

heden van de wetgevende en uitvoerende macht, de instelling van eentweede Kamer en het kiesrecht zoude hebben geregeld. Hiertegenoververkreeg de rechterzijde , waar zij hoogen prijs op stelde, datniers afstand deed van zijn recht tot spreken in de vergadering; dePresident zoude alleen het woord kunnen voeren na het aan de ver-gadering te hebben gevraagd; bij de beraadslagingen naar aanleidingzijner redo mocht hij niet tegenwoordig zijn. Verder werd de verant-woordelijkheid der ministers vastgesteld , en het recht van veto vanden President, waarvan echter de grondwettelijke bepalingen, door devergadering vast te stellen, werden uitgesloten.

De vergadering was daarna in April uiteengegaan, ten einde in Meiweder bijeen te komen. In dien tusschentijd had een voorval plaats dataan de meerderheid den moed gaf, tot de uitvoering van haar planover te gaan.

Er had in Parijs een verkiezing plaats gehad voor de nationalevergadering. Thiers had den minister van Buitenlandsche Zaken, Remusat,overgehaald om zich candidaat te stellen. Tegen hem over stelden devooruitstrevenden Barodet, een radicaal, die maire van Lyon wasgeweest, maar als zoodanig had moeten aftreden tengevolge eener wet,waarbij de gemeentelijke instellingen te Lyon veranderd waren, dietijdens hare behandeling in de Kamer tot heftige tooneelen tusschenreciter- en linkerzijde aanleiding had gegeven. Toen niet de candidaatvan Thiers maar Barodet gekozen werd , brak er een storm van ver-ontwaardiging uit in de gelederen der behoudenden. Na zag menduidelijk, zoo verkondigden de rechtsche dagbladen , dat de regeeringmachteloos was tegenover de radicalen; het gold niet de vraag ofzij de monarchie dan wel de republiek wilde, maar doze, of demaatschappelijke orde door haar gehandhaafd kon worden tegen mannen,die niet anders wenschten dan eon herhaling van de Commune.Terzelfder tijd had de verandering in het ministerie plaats, waarbijJules Simon aftrad, maar te gelijkertijd ook de Goulard , een lid derrechterzijde. Het nieuwe ministerie bestond nu met 6en uitzonderingnit leden van de linkerzijde. Ook dit was een tegernoetkoming aande omwentelingspartij en, zoo heette het, eon bewijs dat de regeering,hetzij nit haat tegen de monarchie, hetzij nit vrees voor de radicalen,zich liet medesleepen in den stroom die Frankrijk naar zijnen onder-gang voerde.

Broglie was strijdvaardig voor den beslissenden slag, en ook zoo goal_

Page 570: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

558

als zeker van de overwinning. Hij had zijnen ouden afkeer vanhet Keizerrijk overwonnen, en zich den steun van Rouher en deBonapartisten verzekerd, die Mac-Mahon in elk geval een winstachtten en waarschijnlijk wel voorzagen dat het Koningschap vanden graaf van Chambord toch onmogelijk zoude blijken. Op den dagdat de vergadering te Versailles weder bijeenkwam, vond zij op hetburred van haren President, Buffet, die ook tot de rechterzijde behoorde,een verzoek om de regeering te mogen interpelleeren, geteekend doordrie honderd twintig leden van de vergadering. Het luidde ongeveeraldus: de ondergeteekenden, er van overtuigd dat de ernst van dentoestand eischt, dat aan het hoofd van de taken een kabinet sta ,dat door zijne vastberadenheid het vertrouwen van het land bezit,wenschen het ministerie te interpelleeren over de wijzigingen die hetondergaan heeft en over de noodzakelijkheid om een beslist behoudendestaatkunde te volgen. Broglie lichtte deze interpellatie op 23 Mei toe;hij werd door den minister Dufaure beantwoord. Hierop vroeg Thiershet woord, doch volgens de kort to voren aangenomen wet mocht hijpas op den volgenden dag spreken. Zijne rede begon met eenzeer welsprekende verdediging van zijn beleid sedert 1871, daarnadeed hij uitkomen dat de vestiging der monarchic onmogelijk was,omdat er maar een troop was en geen drie mededingers daar tegelijkop konden plaats nemen, en hij eindigde met Broglie, die hemhad beklaagd omdat hij door de radicalen moest beschermd worden,to voorspellen dat deze op weg was om de beschermeling van hetKeizerrijk to worden. Nadat hij geeindigd had, moest volgens denieuwe wet de zitting worden gesloten; zij werd in den namiddaghervat, maar het was Thiers volgens hare bepalingen niet vergunddie bij te wonen. In deze zitting werd door een lid der rechter-zijde, Ernoul, een afkeurende motie voorgesteld , die met een meer-derheid van 16 stemmen, 360 tegen 344, werd aangenomen.Hierop volgde dadelijk de aftreding van het ministerie en het verzoekom ontslag van Thiers, dat in een avondzitting aan de vergaderingwerd bekend gemaakt. Dadelijk werd besloten om tot de verkiezingvan een opvolger over te gaan. De linkerzijde onthield zich, zoodatMac Mahon met bijna algemeene stemmen, 390 , werd gekozen. Depresident der Kamer begaf zich onmiddellijk naar den maarschalk,om hem den uitslag mede te deelen en kon te middernacht in deandermaal hervatte vergadering mededeelen dat Mac-Mahon de benoe-

Page 571: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

559

ming had aangenomen, nadat het gelukt was, door een beroep opzijne toewijding aan het land, de ernstige bezwaren die bij hem warenopgerezen te overwinnen. In dienzelfden nacht verrichtte Mac-Mahonreeds zijn eerste regeeringsdaad door een telegrafische mededeeling vanzijn optreden aan alle prefekten, waarbij hij verklaarde dat geen ver-andering in de bestaande wetten en instellingeu zoude worden gebrachten dat hij op hunne vaderlandslievende medewerking rekende.

De omverwerping van Thiers en het optreden van Mac-Mahon Mislukte P°gingtot herstel van

maakten in geheel Europa een verrassenden indruk. Men achtte het, het Koningsehap.algemeen, het voorspel van de herstelling der monarchie en veronder-stelde, zooals naeer het geval is, bij de aanleggers van dezen wettelijkenstaatsgreep veel meer beleid dan werkelijk het geval was. De graafvan Chambord moest tot overeenstemming zijn gekomen met defracties der monarchale partij, want men kon zich niet voorstellen datdeze de leiding der zaken zoude opeischen, zoolang zij door hare ver-cleeldheid gevaar kon loopen, over hare volkomen onmacht tot herstelder monarchie het voile licht te doen opgaan. De leiders der monarchalepartij evenwel wisten maar al te goed, dat in den toestand niets veranderdwas, alleen hoopten zij dat de graaf van Chambord thans rekkelijker zoudeworden, en dat wederzijdsche tegemoetkoming door alle voorstandersder monarchie plichtmatig zoude worden geacht, als het eenige middelom van een gelegenheid gebruik te maken, die, bleef zij ongebruikt ,zeker vooreerst niet zoude terugkeeren.

De eerste stap tot de monarchic moest de onvoorwaardelijke verzoe-ning zijn tusschen de beide takken van het stamhuis. Zij had tot nogtoe niet plaats gehad. Wel had de graaf van Parijs zich bereid verklaardom een bezoek bij den graaf van Chambord af te leggen en de ver-zekering gegeven dat geen der Prinsen van Orleans als mededingervan het hoofd van den oudsten tak wenschte op te treden, maar vande zijde van den graaf van Chambord was eenige aarzeling betoondom zijnen bloedver want to ontvangen voordat hij zijn manifest overde witte vlag had uitgevaardigd, en na de verschijning van ditmanifest was de graaf van Parijs weder teruggekrabbeld. De Broglie,die aan het hoofd stond van het ministerie van den nieuwen presidentder republiek, gebruikte nu zijnen grooten invloed op den graaf vanParijs, om dezen te overreden tot het doen van den door al zijnefrienden noodzakelijk geoordeelden stap. Indien hij, ongevraagd en

37

Page 572: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

560

onverwacht, zich bij den graaf van Chambord aanmeldde, zoude de ont-vangst zonder twijfel hartelijk zijn. Niemand kon daarin een toegevenzien, wat de vlag betrof, want de Hertog van Aumale had onlangs inde nationale vergadering op zeer beteekenisvolle wijze zich uitgelatenover de geliefde driekleur, en het was dus voor iedereen duidelijk datde Orleansen van de witte vlag niets wilden weten. Ontving de graafde Chambord zijnen neef, , zooals te verwachten was, dan zoude veeleerhet publiek den indruk krijgen dat hij de witte vlag had opgeborgenen stilzwijgend de driekleur aanvaardde.

Maar de graaf van Chambord was een te oprecht man om, hetzij doorspreken, hetzij door zwijgen zijn beginsel te verlochenen. Aan dengraaf van Parijs, die uit Weenen zijn bezoek op het slot Frohsdorfde niet ver van daar gelegen woonplaats van den graaf van Chambord,aankondigde, werd geantwoord, dat het bezoek alleen dan aangenaamzoude zijn, wanneer hij het beginsel erkende waarvan de graaf vanChambord de vertegenwoordiger was.

De teleurstelling van den graaf van Parijs was niet gering, maarmet een terugtred was alles verloren; hij gaf derhalve een eenigszinsdubbelzinnige verklaring, die gunstig werd opgenomen. De ontmoetinghad hierop plaats, zij werd gevolgd door de bezoeken van alle prinsenuit het huis van Orleans, met uitzondering van den Hertog van Aumale.Nu dacht men, niet alleen meer buiten Frankrijk maar ook in Frankrijkzelf, dat de monarchie zoo goed als gevestigd was, de laatste hinderpaaltoch scheen opgeruimd , maar de monarchalen zelve waren nog Lang nietgerust. Zij wisten dat een groot deel van de rechterzijde, zonder het be-houd van de driekleur, in geen geval de monarchie wilde herstellen en zijvreesden dat de graaf van Chambord met zijne onbuigzame hardnekkig-heid aan de vlag zijuer vaderen zoude blijven vasthouden. Van hunnezijde werd dan ook het onmogelijke beproefd om hem te doen zwichten.In October 1873 zonden de trouwe vrienden van den graaf van Chambordhem een afgevaardigde, die moest trachten zijne bewilliging te verkrijgentot een voorstel, waarbij de driekleur zoude worden gehandhaafd enalleen kunnen veranderd worden door den Koning, in overeenstemmingmet den wil der volksvertegenwoordiging. Een dergelijk voorstel wasook reeds vroeger aan den graaf van Chambord gedaan, waarop hijhad geantwoord, dat hij, zoo de volksvertegenwoordiging de witte vlagniet wilde invoeren, weder in zijne ballingschap z oude terugkeeren.Intusschen hoopte men, dat zoo de Koning eenmaal den troop had_

Page 573: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

561

beklommen en met eigen oogen zoude hebben gezien dat geen Franschevertegenwoordigende vergadering ooit de driekleur zoude willen af-schaffen, hij zich wel in bet onvermijdelijke zoude schikken.

De afgevaardigde, die ditmaal aan den graaf van Chambord werdgezonden was een, wat maatschappelijken stand betrof, eenvoudig man,voormalig lakenkoopman, onder het Keizerrijk regeeringsgezind lid derKamer, na 1870 vurig aanhanger van de wettige monarchic geworden,daarbij zeer streng geloovig Katholiek. Hij heette Chesnelong, wasgeboortig uit de provincie Beam en rijkelijk begaafd met de schitterendewelbespraaktheid waardoor de bewoners van Zuidelijk Frankrijk zichdikwijls onderscheiden. De hertogen en graven der legitimistischepartij schenen zelve geen lust te hebben om de oude vraag weerop te gaan rakelen tegenover den halstarrigen vorst, met wien zij wis-ten, dat toch niet te redeneeren viel en zij hoopten, dat wellicht hetwoord van een nieuweling en onbekende, wiens warme verkleefdheidaan de monarchic zich in vurige welsprekendheid zoude uiten en wiensaandrang waarschijnlijk de perken der eerbiedige onderdanigheid zoudeoverschrijden die zij pleegden in acht te nemen, in de gegeven omstan-digheden grooter invloed zoude hebben dan zij vermochten uit te oefenen.Chesnelong had te Salzburg verschillende besprekingen met den graaf vanChambord en keerde terug met zeer geruststellende mededeelingen. DeKoning zoude , nadat hij den troon had bestegen , de beslissing omtrent devlag aan de nationale vergadering overlaten. Hiermede kon zich iedereen,die de monarchie wilde, vereenigen. Het plan, om den graaf van Chambordals Koning Hendrik V nit te roepen, werd thans door de verschillendegroepen der rechterzijde ernstig overwogen. Met uitzondering van deBonapartisten bleken alle er voor. In de dagbladen werd het herstelder monarchic als zeker en aanstaande besproken, er werd medegedeelddat het koningschap op vrijzinnigen grondslag zoude worden gevestigd endat de driekleur de vlag zoude blijven. Men verwachtte in de eerste dagenvan November de bijeenkomst der nationale vergadering, en het was hetgeheim van iedereen, dat dan onmiddellijk het voorstel zoude worden ge-daan, om het Koningschap als regeeringsvorm aan te nemen, dat de meer-derheid der vergadering het zoude aannemen en dat de President Mac-Mahon bereid was het uit te voeren. Zelfs de gematigde republiekeinen,de mannen van het linker centrum, sehenen niet ongezind, om zich bijdeze beslissing neder te leggen. Zij wenschten orde en rust, en nu erkans was op een vrijzinnig grondwettige monarchic, toonden zij geen

Page 574: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

5 6 2

opgewektheid om tegen den wil der meerderheid openlijk verzet tebeginnen. Alleen van de republiekeinen, die zich om Gambetta schaarden,scheen ernstige tegenstand te duchten. Het was echter de vraag ofzij een volksbeweging zouden aandurven , nu ook het leger, gerust-gesteld ten opzichte van de vlag, bereid scheen de verandering vanregeeringsvorm te steunen.

De aanstaande Koning stak echter zelf op het laatste oogenblik eenspaak in het wiel. Op 27 October verscheen in het dagblad l'Union, datin nauwe betrekking tot den graaf van Chambord stond , een brief van hemaan Chesnelong, waarin door alle toezeggingen die hij heette te hebbengedaan, een streep werd gehaald. Hij verklaarde daarin, nimmer dewettige Vorst van de omwenteling te willen worden, aan de witte vlag tezullen vasthouden, geen voorwaarden te zullen aannemen en geenwaarborgen te willen geven. Wilde het land hem als Koning, dan moesthet hem aannemen, onvoorwaardelijk , met al zijne beginselen. Dezebrief maakte begrijpelijkerwijze een ontzaggelijken indruk. De ongelukkigeChesnelong was geheel verhijsterd. Hij had aan de mededeelingen vanden graaf van Chambord, die, zooals later bleek, niet in alle opzichtenzoo bevredigend waren geweest als hij die had voorgesteld, de uitlegginggegeven die het best met zijne vurige wenschen overeenstemde. Hijverklaarde plechtig de juistheid van zijne mededeelingen te handhavenen zich op den Koning te beroepen. Maar de Koning had gesprokenen wat er ook te Salzburg tusschen vier oogen mocht zijn gezegd, deopenlijke verklaring thans gegeven, had alles te niet gedaan. De vrien-den van den graaf van Chambord waren diep verslagen, de aanhangersvan de Orleansen hevig verbitterd , de Bonapartisten en republiekeinenjuichten luide. Zij overlaadden den graaf van Chambord met lofspraken:hij was eerlijk man gebleven en had zijn verleden niet verloochend, hijhad zich als Koning onmogelijk gemaakt, maar aan Frankrijk geleerdwat ware vaderlandsliefde en eergevoel was.

Broglie was door deze plotselinge wending niet bovenmatig ver-rast, hij had die als mogelijk voorzien en zijne planners reeds vooruitberaamd , voor het geval dat de vestiging der monarchic op de hard-nekkigheid van den graaf van Chambord schipbreuk Teed. Er moest,zoo meende hij , voorloopig van het Koningschap niet meer gereptworden, de brief van den graaf van Chambord had het onmogelijkgemaakt. De President van de Republiek was dit geheel met hem eens : —indien men de witte vlag aan het leger wil opdringen , zoo liet

Page 575: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

563

Mac-Mahon zich uit, dan zullen de geweren der soldaten vanzelveafgaan. De hoofdzaak die men thans in het oog had te houden, was hetbewaren van de eendracht onder de monarchale leden der nationalevergadering.

Broglie wist hen over te halen tot het doen van een voorstel omhet bewind van den President te versterken , door de hem gegevenmacht voor een tijdsverloop van tien jaar vast te stellen. Dit voorstelkwam in zoodra de nationale vergadering hare zittingen in Novemberhervat had. De Bonapartisten stelden hiertegenover een beroep op hetyolk voor, dat in Januari 1874 zoude worden opgeroepen om bij yolks-stemming nit te maken of het het Konings chap, de Republiek of hetKeizerrijk wilde; dit voorstel werd echter voorloopig door de verga-dering terzijde gesteld. Het andere voorstel werd naar een commissieverwezen , die door de afdeelingen der vergadering werd benoemd.Tengevolge van de samenstelling der afdeelingen deed zich het, in wet-ge vende vergaderingen niet ongewone geval voor, dat de meerderheidder benoemde commissie uit leden van de minderheid , de linkerzijde,bestond; de regeering had dus van haar geen steun te hopen.

Gedurende de dagen dat men in de regeeringskringen te Versaillesmet spanning verbeidde, wat er van dit voorstel zoude terecht komen,meldde zich, op 10 November, bij de gemalin van Mac-Mahon, dietot het zeer koningsgezinde geslacht der de Castries behoorde, devertrouweling van den graaf van Chambord, de Blacas, aan, diehaar mededeelde dat de Koning te Versailles was en den Presidentverzocht bij hem te komen. Mevrouw Mac-Mahon, niet weinigontsteld over deze geheel onverwachte mededeeling, antwoordde dat zijvermoedde dat de President, met het oog op de plaats die hij bekleeddeen de omstandigheden waarin hij verkeerde, zich niet tot den Koningzoude willen begeven, maar dat deze, indien hij hem verlangde te spreken,gemakkelijk tot haren gemaal zoude kunnen worden toegelaten, zonderdoor iemand te worden herkend. Zeer teleurgesteld en een weinig geraakt,antwoordde de Blacas, dat de Koning niet aan een maarschalk heteerste bezoek kon gaan brengen , waarna hij zich naar den Presidentbegaf en bij hem zijn verzoek herhaalde. Deze gaf hetzelfde antwoordals zijne gemalin, maar nog wat meer beslist. Hij verzekerde de Blacasdat de graaf volkomen rustig te Versailles kon vertoeven, dat hij voorzijne veiligheid zoude zorgen, maar dat hij, als hoofd van den Staat,onmogelijk zich in betrekking kon stellen met den kroonpretendent.

Page 576: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

564

Hem werd toen de verzekering gegeven , dat het onderhoud waarnaarde Koning verlangde, kon plaats hebben zonder dat iemand het be-hoefde te weten. De Koning beyond zich in een onaanzienlijk huis ineen der zijstraten van Versailles, hij was daar geheel alleen, de Blacasreikte aan den President van de Republiek den sleutel van de huisdeurover, met de verzekering dat hij elk uur van den dag of van den nachtkon binnentreden, zonder gevaar to loopen van bespied te worden.Mac-Mahon liet zich echter niet van zijn stuk brengen en weigerdestandvastig den sleutel aan te nemen. Zeg aan den Koning —zeide hij — dat ik mijn leven voor hem over heb , maar nietmijne eer.

Toen dit antwoord aan den graaf van Chambord werd overgebracht,was deze geheel uit bet veld geslagen. Hij had Mac-Mahon willenbewegen om met hem naar de vergadering to gaan, en schijntte hebben gehoopt dat dan de meerderheid der vergadering, doorgeestdrift medegesleept, hem dadelijk tot Koning zoude hebben uit-geroepen. De afgesloten kring waarin hij altijd geleefd had, wasoorzaak dat hij van de bestaande toestanden geen flauw begrip haden zich de meest hersenschivamige voorstelling maakte van de stem-ming van het Fransche yolk. Een oogenblik dacht hij er zelfs aanom alleen in de vergadering te verschijnen, doch de weinige getrouwevrienden die hij te Versailles in zijne tegenwoordigheid toeliet, wistenhem gelukkig voor deze dwaasheid to behoeden. Hij bleef intusschenin zijne schuilplaats, zonder dat de bevolking van Versailles iets vanzijne aanwezigheid vermoedde, totdat de beraadslagingen over het voor-stel om het bewind van den President to verlengen waren afgeloopen.

Op 18 November kwam dit voorstel in behandeling, nadat het voor-stel der Bonapartisten, om een beroep op de natie to doen, eerst ver-worpen was. De tien jaren waren door de regeering bij nader overlegop zeven jaren teruggebracht. De strijd liep nu niet meer over hetvoorstel zelf, waarvan de aanneming zeker was, maar over de vraag ofhet zevenjarig bewind van den President een grondwettig karakter zoudehebben, met andere woorden, of het binnen dat tijdsverloop al dan nietzoude kunnen worden gewijzigd door een wet. De vergadering beslistena een zeer levendige beraadslaging in ontkennenden zin , overeenkomstigden wensch van het ministerie, met eon meerderheid van 68 stemmen.Toen de aanneming van het voorstel aan den graaf van Chambord wasgeboodschapt, begreep hij dat hem nu niets anders overbleef dan in zijne

Page 577: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

565

ballingschap terug te keeren. Op de stemmen zijner aanhangers had hij geeninvloed willen uitoefenen, een hunner had tegen gestemd, zeven hadden zichvan de stemming onthouden, de overige haddeu voor gestemd. Yoor zijnvertrek ontving hij nog enkele leden der vergadering en een paar zijnermeest verknochte aanhangers. Van Versailles ging hij naar Parijs, waarhij een dag doorbracht , van daar ging de terugreis naar Frohsdorf. Hijkon flu, als een zijner voorvaders zeggen, dat alles verloren wasbehalve de eer, met dit onderscheid evenwel, dat deze een veldslagverloren had, terwijl hij Diet in de gelegenheid was geweest om eenvinger uit te steken tot handhaving zijner rechten. In het paleis waarzijne voorouders als Koningen hadden geheerscht , was door de ver-tegenwoordigers der Fransche natie over het lot van zijn Koninkrijkbeslist , zonder dat de overgroote meerderheid van hen er het minstevermoeden van had gehad, dat hij in hunne onmiddellijke nabijheid ,in de achterkamer van een burgerwoniug, als lijdelijk toeschouwer hunnebeslissing had zitten afwachten. De kroon van Frankrijk die hij slechtsvoor het grijpen had gehad, was hem thans voor goed ontvallen , endat, zooals Paus Pius IX het uitdrukte, „alleen ter wille van een laplinnen."

Met het zevenjarig bewind van Mac-Mahon, het zoogenoemde Het Septennaat.Septennaat, was eigenlijk de republiek gevestigd. De monarchalen haddeneen toestand in het leven geroepen, dien zij in hun hart afkeurden,maar die hun door de omstandigheden als een onvermijdelijkheid wasopgelegd. De 1 egitimisten mochten de mislukking van het Koningschapniet openlijk wij ten aan den graaf van Chambord; zij stelden er derhalve deOrleanisten voor aansprakelijk en deze konden evenmin openlijk erkennen,dat thans de republiek de eenig mogelijke regeeringsvorm was geworden.Het °erste gevolg van deze dubbelzinnige verhouding was, dat deeenheid onder de monarchalen verbroken werd. Broglie was weldragenoodzaakt zijn ministerie te wijzigen, de legitimisten moesten hunneportefeuilles aan meer gematigde monarchalen afstaan, hij zelf ging vanBuitenlandsche Zaken naar Binnenlandsche over en nam tot opvolgerden hertog Descazes, een zeer bekwaam man, Orleanist met vrijzinnigedenkbeelden; aan het departement van onderwijs werd de Fortougeplaatst, die min of meer Bonapartistische neigingen had.

Eon lang leven voorspelde niemand aan dit gelegenheids-ministerie.Het werd dan ook reeds in Mei 1874 ten val gebracht door het samen-

Page 578: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

566

gaan van de uiterste rechterzijde met de linkerzijde en het linker centrum.Gedurende de maanden waarin dit ministerie aan het bewind was, hadhet rechtsgeding plaats tegen den maarschalk Bazaine, dat in hoogemate de aandacht trok van Frankrijk niet alleen, maar van geheelEuropa. In overeenstemming met de bestaande wettelijke bepalingenwaren, dadelijk na het eindigen van den oorlog, commissies van onder-zoek benoemd, om de bevelhebbers die vestingen aan den vijandhadden overgegeven, ter verantwoording te roepen. De overgave vanMetz was natuurlijk een der belangrijkste zaken geweest, die door dezecommissies waren onderzocht, het oordeel, naar aanleiding van ditonderzoek, was voor den maarschalk Bazaine zeer ongunstig uitgevallen,Thiers was niet voor eeu strafrechtelijke vervolging, haar tegen tehouden bleek evenwel onmogelijk. Enkele officieren van het leger vanBazaine haddeu zich reeds openlijk in zeer krasse woorden over diensbeleid uitgelaten, en Gambetta had hem in een staatsstuk eenlandverrader genoemd. De openbare meening in Frankrijk, nog nietbekomen van hare diepe verontwaardiging over het krijgskundig wan-beleid, dat in den laatsten oorlog tot zulke droevige gevolgen hadgeleid, eischte luide een slachtoffer, en zij wees algemeen Bazaine alsden hoofdschuldige aan.

In April 1872 was dan ook eeu strafrechtelijk onderzoek ingesteldtegen den voormaligen opperbevelhebber van het Rijnleger, dat tot in1873 duurde en met de in staat van beschuldiging stelling van Bazaineeindigde. V6Or de samenstelling van den krijgsraad, waarvoor demaarschalk zoude terechtstaan, moest echter eerst de wet worden ge-wijzigd , daar er in het leger geen hoofdofficieren waren, bevoegd omals rechter over den maarschalk te zitten en daarvan niet uitgeslotenomdat zij onder zijne bevelen hadden gestaan of op andere wijze inde zaak waren betrokken geweest. Nadat deze wetswijziging had plaatsgehad, werd tot voorzitter van den krijgsraad, die over Bazaine rechtmoest spreken, de hertog van Aumale benoemd , die voor 1848 generaalwas geweest en onlangs in zijn ouden rang was hersteld. In het paleisvan Trianon te Versailles, het vroegere lievelingsverblijf van KoninginMarie Antoinette, kwam in October 1873 deze krijgsraad bijeen; zijnezittingen duurden bijna twee maanden. Het gansche verloop van denoorlog, tot de overgave van Metz, werd door hem in alle bijzonder-heden onderzocht.

Zooals te verwachten was, in een zaak waarin zoovele personen

Page 579: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

567

waren betrokken geweest die, zooals de Keizerin Eugenie en deDuitsche legerhoofden, niet als getuigen konden gehoord worden, kon nietalles tot volmaakte helderheid worden gebracht. Het bleek intusschenvoldoende dat Bazaine's werkeloosheid , na de veldslagen in de eersteweken van Augustus 1870, die hem binnen Metz hadden teruggewor-pen, toe te schrijven was geweest aan zijne hoop om met zijn legervoor het herstel van de Keizerlijke regeering werkzaam te kunnen zijn,want het voorloopig bewind te Parijs, van 4 September, had hij alseon onwettige regeering beschouwd. Vandaar zijne onderhandelingenmet de Duitsche legerhoofden en met de Keizerin. Toen deze onder-handelingen mislukt waren, omdat de Keizerin geen vrede wildesluiten, hadden de Duitschers geen ander belang meer dan om Metzzoo spoedig mogelijk tot overgave to dwingen , wat zij wisten datzonder strijd kon geschieden, daar zij inmiddels geheel op de hoogtewaren geko men van den toestand binnen de vesting. Toen bleef voor Bazaineniets anders over dan zich aan het onvermijdelijke lot to onderwerpen.Voor den krijgsraad was, met het cog op de wet, de uitspraak nietmoeielijk: het kon niet worden ontkend dat Bazaine niet alles hadgedaan wat plicht en eer hem voorschreef ter verdediging der hemtoevertrouwde vesting; hij had, toen het wellicht nog mogelijk waregeweest om zich met zijn leger door den vijand heen to slaan, daartoegeen enkele poging gedaan, maar zich met onderhandelingen ingelatentotdat het oogenblik aanbrak waarop gebrek aan levensmiddelen hem hadgedwongen om zich aan den vijand over te geven. Het vonnis konook niet anders zijn dan veroordeeling tot de zwaarste straf. Op 8December werd den maarschalk aangezegd, dat de krijgsraad metalgemeene stemmen hem had veroordeeld om te worden doodgeschoten,na gedegradeerd to zijn.

De krijgsraad was intussch en eenstemmig van oordeel, dat or ver-zachtende omstandigheden waren, die bij het vellen van het vonnis nietin aanmerking konden komen, maar die den President van de Repu-bliek volkomen rechtvaardigden indien hij het vonnis niet wilde doenuitvoeren. Eon brief, door alle leden geteekend, word aan den Ministervan Oorlog dadelijk na het uitspreken van het vonnis toegezonden;daarin word gewezen op de ontzaggelijke moeielijkheden waarin Bazainehad verkeerd , op zijn persoonlijken mood en op zijn eervol verleden;dit alles, zoo meende de krijgsraad , moest er toe leiden om het uit-gesproken vonnis niet ten uitvoer te doen leggen. Mac-Mahon verleende,

Page 580: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

568

vooral op aandrang van Broglie, den maarschalk gratie en veranderdezijne straf in twintigjarige opsluiting. Bazaine werd hierop overgebrachtnaar het eiland St. Marguerite in de Middellandsche Zee, tegenoverCannes, dat tot zijne geyangenis was bestemd. Hier bleef hij slechtsacht maanden ; zijne vrouw, een Me xicaansche, meer dan dertig jarenjonger dan hij , die zijne gevangenschap deelde, wist hem over tehalen om te ontvluchten. Hij vestigde zich daarna te Madrid, waarhij veertien jaren later, door zijne familie verlateu en in zeer berooideomstandighed.en verkeerend , een beklagenswaardig uiteinde had.

Na den val van het ministerie Broglie was het voor den Presi-dent van de Republiek geen gemakkelijke taak om nieuwe bewinds-lieden te vinden. Een meerderheid was er in de vergadering niet meer.De monarchale partijen waren uiteengeslagen door de onverzoenlijkehouding van den graaf van Chambord. De linkerzijde was evenzeerverdeeld. Het linker centrum was overtuigd van de noodzakelijkheidvan republiekeinsche staatsinstellingen, maar het zag den yoortdurendenaanwas van de aanhangers der democratische republiek, die bij elkeverkiezing op vermeerdering van hun stemmencijfer konden bogen, metgroote bezorgdheid, want voor een republiek zooals Gambetta en zijnevrienden die wenschten, was het nog meer beducht dan voor de monarchie.De Bonapartisten wierpen hunne netten in deze troebele wateren nietzonder goeden uitslag uit ; zij hoopten , dat de angst voor de democraticaan de eene zijde en de gebleken onmogelijkheid van de vestiging derlegitieme monarchic aan de andere zijde, bij de ordelievenden en gema-tigden van lieverlede de overtuiging zoude doen ontstaan dat hetKeizerrijk de eenige aannemelijke oplossing was. Indien de jeugdigeNapoleon zich gunstig bleef ontwikkelen, zoude hij de man van detoekomst worden , die alleen orde en rust in Frankrijk kon herstellen.Al deze geheel uiteenloopende verlangens ten opzichte van de eind-oplossing van den strijd over den staatsvorm kwamen, wat den toestandvan het oogenblik betrof, in een punt zamen. Met uitzondering vande uiterste linkerzijde wilden allen voorloopig Mac-Mahon handhaven.

Elke partij wachtte op voor haar betere tijden , en gedurende dittijdperk van gemeenschappelijke afwachting had het bestaande wegenszijn voorloopig karakter voor alien zijne aantrekkelijkheid. Mac-Mahonkon zich dan ook voor het oogenblik in den steun van bijna alien ver-heugen, maar zijne ministers hadden in de nationale vergadering met grootemoeielijkheden te kampen. Het ministerie dat hij in Mei 1874 had

Page 581: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

569

gevormd, had tot hoofd den generaal Cissey, die reeds Minister van Oorlogonder Thiers was geweest; het leefde nog geen jaar en was gedurende zijnkortstondig bestaan de speelbal der partijen. Gedurig moesten ledenaftreden en voor anderen plaats maken, zoodat het ministerie eigenlijkin een toestand van voortdurende ontbinding verkeerde. Toch kwamonder dit ministerie de grondwet voor de Fransche republiek tot stand,of beter gezegd, werden vijf wetten door de vertegenwoordigende ver-gadering goedgekeurd, die de wijze van uitoefening der hoogste machtin den Staat regelden. Het ministerie vervulde bij de behandeling dezerwetten een zeer ondergeschikte rol, zij kwamen eigenlijk geheel uitden boezem der vergadering voort. De man, die het grootste aandeelin hunne totstandkoming had, was een geleerde, tot nog toe slechtsbekend door verdienstelijken geschiedkundigen arbeid, de hoogleeraarWallon. Hij was geen leider van een der partijen en behoorde niettot de schitterende redenaars der Kamer, maar hij moist door zijnjuisten blik op den staatkundigen toestand, door zijn helder inzichtin de behoeften van het oogenblik, gepaard aan een nuchtere onbe-vangenheid en een volslagen gemis aan hartstochtelijkheid, in Franschestaatslieden zeldzaam, het vereenigingspunt to vinden waarin de ver-schillende stroomingen in de vergadering konden zamenvloeien. Demeerderheid voor zijne voorstellen bestond uit leden van het rechter-centrum, die gedreven werden door de vrees voor erger en uit ledender linkerzijde, die begrepen dat zij zich tevreden moesten stellen metwat voor het oogenblik kon verkregen worden. De staatsregeling dieop deze wijze tot stand kwam, eigenlijk als een dading tusschende partijen, met uitsluiting van de Bonapartisten , de legitimisten ende uiterste linkerzijde, berustte op de navolgende grondslagen. Aanhet hoofd van den Staat stond de President der Republiek , met eendoor hem benoemd verantwoordelijk ministerie; hij zelf was niet ver-antwoordelijk en kon alleen wegens hoogverraad worden vervolgd. Devertegenwoordiging bestond uit twee Kamers , een Kamer van afge-vaardigden door het algemeen stemrecht gekozen en een Senaat bestaandeuit 300 leden, van welke voor de eerste maal 75 door de nationalevergadering zouden worden gekozen voor hun levee; de overigesenatoren werden gekozen voor negen jaar door collegies , in elk depar-tement en elke kolonie gevormd nit de afgevaardigden in de Kamervan het departement en de kolonie, de conseillers generaux (departe-mentsraden) en de conseillers d'arrondissements (arrondissementsraden),

Page 582: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

570

waaraan nog werden toegevoegd voor elke gemeente een gekozene doorden gemeenteraad uit de kiezers der gemeente. De Senaat had dezelfdebevoegdheden als de Kamer, doch de financieele wetten moesten heteerst door de Kamer worden behandeld. De President werd gekozendoor den Senaat en de Kamer, in vereenigde zitting. Hij had debevoegdheid om de Kamer te ontbinden , nadat de Senaat hieraan zijnegoedkeuring had gehecht. Eene herziening der grondwettelijke bepalingenkou alleen plaats hebben, nadat zoowel de Senaat als de Kamer bij meer-derheid van stemmen hadden uitgemaakt, hetzij uit eigen beweging ,hetzij op verzoek van den President, dat de herziening wenschelijk was.De herziening zelve had dan in een vereenigde zitting van Senaaten Kamer plaats , waarbij de volstrekte meerderheid der aanwezigeleden besliste.

De Republiek was nu als grondwettige instelling gevestigd met mede-werking van vele Orleanisten, die evenwel hoopten dat zich nog wel emsomstandigheden zouden voordoen, welke een verandering in de grondwettigeinstellingen mogelijk maakten, en van Mac-Mahon, die den heftigentegenstand zijner Bonapartistische en legitimistische vrienden trotseerde,uit overtuiging dat Frankrijk's belang boven alles moest gaan en dathet niet langer in een toestand van staatkundige onzekerheid mochtverkeeren, wilde het niet zijne innerlijke kracht en zijn aanzien naarbuiten geheel verliezen. Ik ken slechts een staatkunde — zoo ver-klaarde hij in September 1875 — die der vaderlandsliefde.

Invoering der Het was een noodzakelijk gevolg van de totstandkoming der grond-ilieuwegrondwet. wettelijke bepalingen, dat de nationale vergadering moest verdwijnen om

plaats te maken voor de twee nieuwe staats-lichamen, den Senaat en deKamer. V66r hare ontbinding evenwel had de Kamer nog enkeledringende werkzaamheden te volbrengen, die zij verrichtte onder hetbewind van eon nieuw ministerie, dat het ministerie Cissey ten slottehad vervangen. De voorzitter der nationale vergadering, Buffet, had ditministerie gevormd, waarin verschillende leden van het vorige, onderanderen de Minister van Buitenlandsche Zaken Descazes, hunne plaatshadden behouden, terwij1 de vader der grondwet , zooals Wallon werdgenoemd, als Minister van Onderwijs er in werd opgenomen. De be-langrijkste vraag, die in de laatste dagen van het bestaan der nationalevergadering nog door haar moest worden beslist, was de wijze vanverkiezing der nieuwe kamer van afgevaardigden. Er bestond een stork

Page 583: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

571

verschil van meening over de inrichting der kiesdistricten. De rechterzijdewenschte enkelvoudige kiesdistricten (scrutin d'arrondissement), delinkerzijde meervoudige (scrutin de Na een hevigen strijd kreeghet stelsel van enkelvoudige kiesdistricten, dat ook het stelsel derregeering was, de meerderheid. Nu bleef voor de nationale vergaderingnog alleen over de benoeming van 75 senatoren voor hun leven. Bijdeze gelegenheid deed zich, tengevolge van de verdeeldheid der rechter-zijde, het zonderlinge verschijnsel voor, dat legitimisten, Bonapartistenen republiekeinen van de linkerzijde zich vereenigden om de Orleanistenzooveel mogelijk uit den Senaat te weren.

Bij de algemeene verkiezingen, die in de eerste maanden van hetjaar 1876 plants hadden, toonde het Fransche volk dat de voorkeur, diehet vijf jaren geleden aan den monarchalen regeeringsvorm had gegeven,naar de zijde der republiek was overgeslagen. Bij de senaatsverkiezingenkwam het aantal gekozen republiekeinen dat der monarchalen zeer nabij, enbij de verkiezingen voor de Kamer was de zegepraal van de republie-keinen onbetwistbaar, van de 533 gekozen leden waren 340 beslisteaanhangers der republiek, terwijl onder deze ongeveer 200 konden ge-rekend worden tot de richting van Gambetta te behooren. Aan derechterzijde leden de legitimisten de zwaarste verliezen; de witte vlagvan den graaf van Chambord had blijkbaar bij de natie een zeerafschrikwekkenden invloed uitgeoefend; de Bonapartisten daarentegenbleken sedert 1871 iets gewonnen te hebben. Men begot' Sedan vanlieverlede te vergeten en de streng behoudende tegenstanders van denrepubliekeinschen regeeringsvorm hadden leeren inzien, dat een anderemonarchie dan de Keizerlijke in Frankrijk tot de onmogelijkheden behoorde.

Een dadelijk gevolg van de overwinning der linkerzijde bij de ver-kiezingen was de aftreding van het hoofd van bet ministerie, Buffet.Hij was in vier distrikten candidaat geweest maar nergens gekozen engevoelde zich te veel tegenstander van de denkbeelden die bij demeerderheid der kiezers den doorslag hadden gegeven, om langer aanhet bewind to kunnen blijven. Nadat hij te vergeefs had beproefd denPresident der Republiek over to halen tot een staatkunde van verzettegen de meerderheid der Kamer, die met een ontbinding zoude moeteneindigen, nam hij zijn ontslag en werd vervangen door Dufaure, eenbejaard man van de oude vrijzinnige richting uit den tijd der Juli-monarchie. Aan dezen was de zware taak opgelegd om de nieuwe staats-instellingen in te wijden. Reeds spoedig bleek de moeielijkheid eener

Page 584: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

572

sarnenwerking van Senaat en Kamer. In de Kamer had de linkerzijdeeen overwegenden invloed , de vooruitstrevenden in haar midden lietenzich niet onbetuigd en Gambetta deed al het mogelijke om zich alsleider aan de meerderheid op te dringen; in den Senaat daarentegenwas de meerderheid aan de rechterzijde en trachtte Broglie dengrootsten invloed te verkrijgen. Het ministerie kon het dus onmogelijkbeide takken van de volksvertegenwoordiging tegelijk naar den zin makenen ondervond dan ook tallooze teleurstellingen, zoodat Dufaure, ont-moedigd door de onvermijdelijke nederlagen, reeds in December 1876zijn ontslag nam. Be President zag zich nu wel gedwongen nog meerlinks te gaan en droeg aan Jules Simon, het voormalige lid van deregeering van 4 September 1870, de vorming van een ministerie op.Bit ministerie had echter nog korter levensduur. Mac-Mahon en Simonwaren geen mannen die op den duur het te samen konden vinden, ende laatste kon er ook niet in slagen om het vertrouwen van demeerderheid in de Kamer te winnen, waar Gambetta , met wien hijsedert het in 1871 te Bordeaux tusschen beide staatslieden voorgevallene(blz. 520) op slechten voet stond , hem voortdurend tegenwerkte enals afvallige van de ware republiekeinsche beginselen verdacht trachttete maken. Zoo kwam de Minister tusschen twee vuren te staan : dePresident en de rechterzijde verweten hem dat hij veel te veel toegaf.Gambetta en de linkerzijde daarentegen beschuldigden hem van ontrouwaan zijne beginselen ter wille van den President der Republiek, die, zooalsiedereen wist, Gambetta verafschuwde. Be verhouding met Mac-Mahon werdnog meer gespannen, toen in Maart 1877, naar aanleiding van door PiusIX in het openbaar uitgesproken klachten over de Italiaansche regeering,de hooge geestelijkheid in Frankrijk een beweging voor den Paus optouw zette. Mac-Mahon, trouw zoon der kerk , die zich dagelijks ineen streng Katholieke omgeving bewoog , waar de verontwaardiging overde behandeling van den Paus door de Italiaansche regeering zich luideuitsprak, was er in hooge mate over verstoord, dat Simon na eenschitterende redevoering van Gambetta , waarbij deze het clericalismeals den vijand had gebrandmerkt en de regeering had verweten dat zijveel te zwak was tegenover den overmoed van den Pans en vande geestelijkheid, zich bij een uitspraak der Kamer had nedergelegd,waarbij deze de regeering uitnoodigde om tegenover de ultramontaanschebeweging alle wettelijke middelen aan te wenden, die haar ten dienstestonden. Te meer was Mac-Mahon hierover geergerd, omdat in de rede,

Page 585: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

573

die Simon bij deze gelegenheid hield , een warme lofspraak op denPresident der Republiek was ingevlochten , waardoor het den schijnkreeg alsof Mac-Mahon persoonlijk de scherpe afkeuring van de hou-ding der Katholieke geestelijkheid beaamde. Hij liet zich echter doorzijne vrienden gezeggen, dat een breuk met zijnen Minister tengevolgevan deze zaak zeer ongeraden was, daar de meerderheid van hetFransche yolk een partijtrekken voor den Pans en een waarschijnlijkdaaruit voortvloeienden oorlog met Italie voorzeker zoude afkeuren.Maar hij behoefde niet ver te zoeken naar een aanleiding om zich vanzijnen Minister te ontdoen, hij had grieven in overvloed. De Kamerhad, bij de behandeling eener wet over de vrijheid van drukpers, eenvoorstel aangenomen, waarbij de bestaande wet eenvoudig werd afge-schaft, wat Simon aan den President had beloofd niet te zullen toestaan,doch waartegen hij in de Kamer niet was opgekomen. Op den morgenvan 16 Mei, den dag na de zitting waarin dit was voorgevallen, vondSimon op zijne schrijftafel een eigenhandigen brief van den Presidentder Republiek, waarin deze zich ernstig over het gebeurde beklaagde.De Minister begreep , dat op dezen brief zijnerzijds niet anders konvolgen dan een aanvraag om ontslag, die hij dan ook dadelijk inzonden die onmiddellijk werd aangenomen. Twee dagen later was het nieuweministerie reeds gevormd; aan het hoofd stond Broglie, die gemeendhad zich aan de opdracht van den President om het roer van staatweder in handen te nemen niet te mogen onttrekken, al kon hijvooruit wel inzien dat de kans op een schipbreuk groot was. Erwerd verhaald dat hij zoude hebben gezegd: een onhandigheid heeftons in het water geworpen en nu dienen wij wel te zwemmen.

De raadgevers van den President, waaronder vele vroegere krijgs-makkers, hadden hem er op gewezen , dat voor het oogenblik in denSenaat nog een kleine behoudende meerderheid was; hij kon dus thansnog zijne toestemming krijgen tot de ontbinding der Kamer. Zij haddendie ontbinding voorgesteld, als het eenige middel om Frankrijk tebehoeden voor de Republiek van Gambetta en den President met denmeesten aandrang voorgehouden, dat het zijn plicht was om dit middelaan te wenden eer het te laat was. Mac-Mahon was eerlijk en recht-schapen en niet te bewegen om van den wettelijken weg of te wijken,een poging evenwel om, met gebruikmaking van zijne wettelijke be-voegdheden, Frankrijk te behoeden voor de heerschappij van Gambettaen zijne aanhangers, achtte hij plichtmatig. Hij had te weinig staat-

Page 586: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

574

kundig doorzicht om te begrijpen, dat deze poging naar alle waar-schijulijkheid moest mislukken en slechts zoude strekken omGambetta's invloed te versterken , Broglie, die verder zag dan hij,heeft later verklaard , en er bestaat alle grond om deze verklaring voorwaar te houden, dat hij den President nimmer had aangeraden om totde ontbinding der Kamer over te gaan, maar zich niet wilde onttrekkenaan de uitvoering, nadat het besluit door dezen, buiten zijn weten, wasgenomen. Ook hij wilde, evenmin als de President, jets weten van eenstaatsgreep; door de heftige Bonapartisten, die tegen een onwettige ge-welddaad niet opzagen, werd hun hiervan later zelfs een verwijt gemaakt.

De ontbinding werd op 22 Juni door den Senaat met 149 tegen 130stemmen goedgekeurd; stork bewogen zittingen, ook van de Kamer,waren aan deze beslissing voorafgegaan. Er volgde een tijdperk vanhartstochtelijken verkiezingsstrijd, waarbij echter de openbare orde enrust volkomen bewaard bleven.

Gambetta was de groote man, die tegen de regeering over stond ,hij toonde zich als redenaar en als staatsman in zijne voile kracht, hetwas het schoonste tijdperk van zijn leven; hij wist de woorden to vinden,die het yolk medesleepten, toen hij de regeering „un gouvernement decures" noemde, en bovenal toen hij te Rijssel, na met zekerheid denoverwinning van de republiekeinen to hebben voorspeld, eindigde metde woorden : Nadat Frankrijk zijne souvereine uitspraak zal hebbengedaan, zal men zich moeten onderwerpen of aftreden. (Se soumettreou se demettre). Hij was niet moor de onbesuisde drijver van voorheenmaar toonde zijn juisten staatsmansblik door de zoo noodige eendrachtin de gelederen der linkerzijde to bewaren. Dat hij voor de meermatigden eon eenigszins verdachte figuur was, begreep hij volkomengood, en eveneens dat hij door zijne tegenwoordige groote populariteitzich gemakkelijk als hoofd der linkerzijde op kon werpen on zijnetegenstanders kon dwingen om hem als zoodanig zooal niet to erkennenclan toch to dulden. Hij wilde echter de zaak der Republiek niet ingevaar brengen , op eon oogenblik dat zamenwerking van alle krachtenonontbeerlijk was, en woos steeds op Thiers als het aangewezen hoofd,ook wist hij to bewerken , dat 363 afgevaardigden der linkerzijde, alleschakeeringen van de republiekeinsche partij vertegenwoordigende, diegezamenlijk eon protest hadden geteekend tegen het nieuwe ministerie,candidaat werden gesteld, zonder dat or van tegencandidaten derlinkerzijde sprake was. De zeer gematigde mannen van het linkercentrum

Page 587: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

575

en de onverzoenlijke radicalen reikten elkander, op Gambetta's aandrang,de hand in het belang van de eenheid der partij.

Aan de rechterzijde heerschte veel minder eensgezindheid. De Prinsenvan Orleans waren met de houding van den President niet zeeringenomen, want zij vreesden dat hij zich ten slotte door zijne Bonapartis-tische vrienden tot een staatsgreep ten voordeele van den KeizerlijkenPrins zoude laten medesleepen; de legitimisten wantrouwden de Orlea-nisten en de Bonapartisten gaven niet onduidelijk te kennen, dat zijkrachtiger maatregelen verlangden en den eerbied voor de wet, dien dePresident toonde, een onverstandige zwakheid achtten. Zooals eenhunner heftigste partijgangers, de Cassagnac, het uitdrukte, de regeeringwilde een eierkoek bakken, maar zij durfde geen enkel ei stuk slaan.Nog werd de rechterzijde zeer bemoeielijkt door de Katholieke geeste-lijkheid, die niet ophield om haar de verdediging der belangen vanden Paus voor te houden als den hoogsten regeeringsplicht, in over-eenstemming met den graaf van Chambord, die steeds de beschermingvan den Paus een eerezaak voor Frankrijk had genoemd. Niets wasmeer geschikt om de Fransche kiezers te verontrusten, dan het voor-uitzicht van een oorlog ten behoove van de wereldlijke macht van denPaus. De regeering zag zich dan ook genoodzaakt om een zachtenwenk aan de geestelijkheid te gaven, ten einde haar te bewegen omzich van openlijk optreden zooveel mogelijk te onthouden.

Gedurende den verkiezingsstrijd overleed Thiers. In een klein buiten-verblijf te St. Germain, waar hij den herfst hoopte door te brengen,maakte, op 3 September 1877, een beroerte plotseling een einde aanzijn leven. De tachtigjarige grijsaard had tot het laatste oogenblikaan den strijd deelgenomen, een juist voltooid manifest aan de kiezerswerd nog op zijne schrijftafel gevonden. De regeering hood een be-grafenis op staatskosten aan, doch de familie weigerde , omdat zij geheelvrij wilde zijn in de regeling der plechtigheid. De uitvaart, die teParijs plaats had, kreeg nu het karakter eener staatkundige betoogingtegen het ministerie, zij had evenwel een waardig verloop. Als hoofdder linkerzijde werd Thiers, met algemeen goedvinden, vervangen doorGrevy, den oud-president der rationale vergadering, die ook bij zijngraf als redenaar optrad.

De uitslag der verkiezingen die op 14 October 1877 plaats hadden,was geen overwinning der regeering. De linkerzijde verloor slechts 37stemmen, zij telde in de nieuwe Kamer 326 leden tegen 207 leden

38

Page 588: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

576

der rechterzijde. De poging om een rechtsche meerderheid te verkrijgenwas derhalve mislukt, en de President der Republiek had tengevolgevan zijn onverholen partij trekken voor de rechterzijde, in eon manifestaan de kiezers, eon persoonlijke nederlaag geleden. Toch dacht hij nietaan aftreden, hij rekende zich verplicht om de plaats waarop hij stondniet te verlaten, maar hij wilde tegelijk standvastig blijven in zijnvoornemen om aan de wet vast te houden.

Het ministerie Broglie, dat eigenlijk dadelijk na afloop der ver-kiezingen had moeten aftreden, bleef aan en wachtte de bijeenkomstder nieuwe Kamer af. Deze besloot, reeds in hare eerste vergadering,om een onderzoek te doen instellen naar den druk , dien de regeeringgedurende den verkiezingstijd op de kiezers had uitgeoefend. Hetministerie scheen nog eenige hoop te koesteren, dat de meerderheid inden Senaat er voor te vinden zoude zijn om zich tegen dit onderzoekto verzetten, maar de voorzitter van dit lichaam, de hertog d'AudiffretPasquier die tot de gematigde rechterzijde behoorde, verklaarde dade-lijk , dat zulk een verzet in strijd zoude zijn met de grondwettelijkebepalingen. Nu van deze zijde geen steun to verwachten was en dePresident der Republiek had verklaard, dat hij zich niet met hetministerie wilde vereenzelvigen, maar zoude blijven, ook wanneer ditmoest wijken, achtte Broglie het plichtmatig om niet langer volte houden; het ministerie vroeg en verkreeg zijn ontslag. Voor denmaarschalk Mac-Mahon braken nu bange weken aan; hij wilde niettoegeven aan de linkerzijde en evenmin tot een staatsgreep of eenigeandere onwettige handeling overgaan, hoewel zij die hem in zijn verzetstijfden, hem voortdurend in het oor bliezen dat hij dan Of zoudemoeten aftreden , Of aan de meerderheid zich onderwerpen.

Het duurde eenigen tijd eer de President dit erkende, hij vervingeerst de afgetreden ministers door mannen van de rechterzijde met eengeneraal, de Rochebouet, aan het hoofd; de ministers waren bijna allehooge ambtenaren , bekend door bunne zeer behoudende beginselen; maarde Kamer weigerde met dit ministerie in overleg te treden, omdat hetvolgens hare uitspraak een „ontkenning was van de rechten van hetyolk en van het parlement". De President begon nu te onderhandelenmet de linkerzijde, maar brak nog niet met de rechterzijde; eenoogenblik schenen zijne grondwettige gewetensbezwaren, onder den drangder strijdlustige vrienden , die de staatsgrepen van de Napoleons alsgeoorloofde staatkundige middelen beschouwden, hunne oplossing nabij

Page 589: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

577

te zijn; men begon het ergste te vreezen , maar toen het er op aan-kwam den laatsten beslissenden stap to doen, schrikte Mac-Mahon'seerlijk gemoed voor de gevolgen terug. Vooral onder den invloed vanAudiffret Pasquier, besloot hij eindelijk geheel toe te geven , zijnontslag niet te nemen, maar aan Dufaure de samenstelling van eenministerie uit de linkerzijde op te dragen; zooals het gerucht liep,onder den uitroep: het zou mij nog liever zijn geweest indien ik werddoodgeschoten.

Het ministerie Dufaure trad in de laatste dagen van 1877 op. Opden eersten dag van het nieuwe jaar sprak Mac-Mahon tegenover zijneministers de hoop uit, dat 1878 een rustig en kalm jaar zoudewezen in tegenstelling met het vorige. Iuderdaad bestond hierop uitzicht;er viel in Frankrijk , nadat de President den grondwettigen weg wasingeslagen, een algemeene ontspanning der gemoederen waar to nemen,die de vervulling dezer hoop scheen te beloven, de rustige burgerijverheugde zich zeer in het vooruitzicht, dat het gevaar voor eenbinnenlandsehen strijd was geweken , de republiekeinen waren tevredenon niet zonder vertrouwen op de toekomst, en de tegenstanders derRepubliek, hoewel zij hunne verbolgenheid tegen den President die henin den steek had gelaten moeielijk konden verkroppen, hielden zich toch,in het bewustzijn hunner machteloosheid, voorloopig stil.

Het nieuwe ministerie was ijverig en werkzaam. De Minister vanOpenbare Werken, dien het in zijn midden had, de Freycinet, dezelfdedie indertijd de rechterhand van Gambetta was geweest, toen deze inhet najaar van 1870 met bewonderenswaardige inspanning van allekrachten in korten tijd zijne nieuwe legers had wezen in het leven teroepen, was een man die groote dingen beraamde , maar die ookden moed on het beleid bezat om die uit te voeren. Hij was vervuldvan het denkbeeld, dat Frankrijk's stoffelijke ontwikkeling krachtig moestworden bevorderd on had daarvoor in de eerste plaats het oog op eenverbetering en uitbreiding van de middelen van verkeer. Een grootschplan tot aanleg van nieuwe spoorwegen en tot verbetering van water-wegen en havens werd door hem uitgewerkt. Verschillende wetsontwerpentot uitvoering van dit plan werden in het voorjaar van 1878 ingedienden niet zonder eenige overhaasting door de vertegenwoordiging goed-gekeurd. Natuurlijk leidde dit tot een verbazende uitbreiding derstaatsuitgaven , de voorzichtige financiers schudden hierover dan ookbedenkelijk de hoofden , maar de Minister van Financien, Leon Say,

Page 590: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

578

een bekwaam en bedachtzaam staatsman, stapte over zijne aanvankelijkebez waren heen en steunde zijnen ambtgenoot van Openbare Werken metalle kracht. Er moesten dus leeningen worden uitgeschreven en nieuwebelastingen worden overvvogen. Dit laatste droeg ook het zijne bij toteen omkeer in Frankrijk's handelsstaatkunde, die gedurende hetministerie-Dufaure haren aanvang nam. Napoleon III was vrijhandelaar,maar had aan Frankrijk het vrijhandelstelsel eenigszins opgedrongen ,want de meerderheid van het Fransche yolk heeft altijd neigingvoor het beschermende stelsel getoond; nu verhooging van belastingnoodzakelijk was geworden, moest bij den vrij algemeenen afkeer vandirecte belastingen wel een verhooging van het tarief in aanmerkingkomen, die schijnbaar minder drukkend was en door velen werd toe-gejuicht, omdat zij daarin zagen een heilzame bevoordeeling van deinlandsche nijverheid, van den landbouw en van den arbeid in hetalgemeen. Het eerste teeken van dezen omkeer in de denkbeeldenaangaande den vrijhandel was de verwerping door de Kamer vaneen handelstraktaat, door het vorige ministerie met Italie gesloten,niettegenstaande de regeering, om den verwachten tegenstand te ont-wapenen, er nog de bepaling aan had toegevoegd dat het elk jaar konworden opgezegd. Hierop volgde van lieverlede de opzegging van demeeste handelstraktaten, terwijl inmiddels de invoering van een ver-hoogd tarief werd voorbereid, waardoor Frankrijk eerlang weder geheeltot het beschermend stelsel terugkeerde.

Niet alleen voor de stoffelijke, maar ook voor de geestelijke ont-wikkeling der natie was de regeering werkzaam. Het volksonderwijs inFrankrijk vooral ten platten lande was, vergeleken bij andere landen,zoo als Duitschland, nog in een achterlijken toestand. Met krachtstak het ministerie ook hier de hand tot verbetering nit. Eenbedrag van 120 millioen franken werd door de rijksschatkist aan degemeenten uitgekeerd, met de verplichting om doze som onder toezichtvan de rijksregeering te besteden voor de stichting van nieuwe scholenen de verbetering der bestaande.

In de buitenlandsche staatkunde bleef Frankrijk nog altijd de terug-houdende stelling aannemen, waarin het door de gebeurtenissen van1870 en 1871 was gedreven; de vrees om opnieuw in een oorlog teworden gewikkeld woog zwaar bij de Fransche staatslieden; Descazes,die in de vorige ministeries het beheer der buitenlandsche zakenhad gevoerd, was een behoedzaam man, die alle buitenlandsche

Page 591: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

579

moeielijkheden, vooral die met Duitschland, met groote voorzichtigheidhad weten uit den weg te ruimen. In het ministerie-Dufaure was deportefeuille van Buitenlandsche Zaken aan Waddington toevertrouwd ,die de voetstappen van zijnen voorganger in vele opzichten drukte.Er waren intusschen in Europa zwarte wolken aan den horizon ge-rezen. De oorlog tusschen Rusland en Turkije — die in een laterhoofdstuk zijne plaats zal vinden — was geeindigd met een volledigeoverwinning der Russen, die tot Constantinopel genaderd, te SanStefano aan Turkije een vernederenden vrede hadden opgelegd.Engeland en Oostenrijk kwamen hiertegen op met de bewering , dat deOostersche kwestie sedert den vrede van Parijs van 1856 een Euro-peesche was geworden, die alleen door de groote mogendheden gezamen-lijk kon worden beslist. Then Bismarck zich bij hen aansloot, wasRusland wel genoodzaakt om in een. herziening van het gesloten vredes-verdrag op een congres der groote mogendheden te bewilligen. Ditcongres werd, in den zomer van 1878, te Berlijn gehouden , dat daardoordoor de groote mogendheden als het ware tot het nieuwe middelpuntder Europeesehe staatkunde werd verheven. De Fransche regeering aarzeldeeenigen tijd over haar besluit om aan dit congres deel te nemen; zijnam ten slotte de uitnoodiging aan, onder voorbehoud dat geen anderezaken zouden worden behandeld dan het vredesverdrag van San Stefano.De Minister van Buitenlandsche Zaken ging zelf naar Berlijn om zijnland te vertegenwoordigen ; door zijne verzoenende en kalme houdingwist hij Frankrijk's aanzien in Europa, dat sedert den oorlog van 1870sterk achteruit was gegaan, weder te doen rijzen en aan zijn land deplaats onder de groote mogendheden, waarop het recht had, op waar-dige wijze te verzekeren.

Ook op stoffelijk gebied toonde Frankrijk aan de wereld, dat het derampen, die het getroffen hadden, te boven was gekomen. In den zomervan 1878 had er in Parijs een wereldtentoonstelling plaats. De regeeringen de stad Parijs hadden alles in het werk gesteld om aan deze ten-toonstelling den meesten luister bij te zetten. De feestelijke openinghad plaats in tegenwoordigheid van verschillende vorstelijke personen;zij was een triumf voor de Fransche natie , en voor Mac-Mahon eender laatste schoone dagen van zijn presidentschap.

De maarschalk tool] ging meer en meer gebukt onder het onhoudbare Aftreden van

van zijne stelling; alles wees er op dat de republiekeinsche denkbeelden Mac-Mahon.

Page 592: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

580

in Frankrijk met den dag veld wonnen, niet alleen waren alle kansenop het herstel der monarchie , langs wettelijken weg, ten eenen malevervlogen, man ook verdween allengskens het vooruitzicht, dat de meerbehoudende republiekeinen, die het linkercentrum vormden, op den duurde partij zouden blijven, van welke de leiding uitging. Een ministerieGambetta scheen in de toekomst onvermijdelijk te zullen worden, en nooitzoude MacMahon hiertoe zijne toestemming willen geven. Zijn afkeer voorGambetta was ono verwinnelijk. Er werden pogingen aangewend om debeide mannen door persoonlijke aanraking tot elkander to brengen ,maar de maarschalk wilde den volkstribuun niet ontmoeten. Toen, inJanuari 1879, voor de eerste maal periodieke verkiezingen voor den Senaatplaats hadden, kregen ook in dat staatslichaam de republiekeinen demeerderheid. Nu wilde Mac-Mahon niet langer aan het hoofd van denstaat blijven. Het laatste anker was hem ontvallen, hij wist dat hijvan den Senaat geen ontbinding der Kamer meer zoude kunnen yer-krijgen, indien het tegenwoordig ministerie gedwongen word zijnontslag te nemen, en dat hem dan niets anders zoude overblijven, danhet vormen van een ministerie uit mannen, aan welke hij nimmer zijnvertrouwen zoude kunnen schenken.

Het was geen gezochte aanleiding die het ontslag van den Presidentte weeg bracht, maar een zeer natuurlijke. Sedert het optreden van hettninisterie Dufaure werden geclurig besluiten aan den President voorgelegd,die hem onwelgevallig waren. Yoornamelijk gold dit de benoemingen.In Frankrijk hadden gedurende het Keizerrijk de prefekten en onder-prefekten, met behulp van bijna alle ambtenaren , de verkiezingengeleid en de toentnaals bestaande regeeringskandidaten door alle middelengesteund. Ofschoon het stelsel van regeeringscandidaten was afgeschaft,had toch deze inmenging met den val van het Keizerrijk niet opge-houden , de ambtenaren bleven zich bemoeien met de verkiezingen ,vandaar de meer en meer veldwinnende gewoonte dat een nieuw optredendministerie, indien het een andere richting dan bet vorige was toegedaan,in het ambtenaarspersoneel ingrijpende verandering aanbracht. Op zeergroote schaal was dit geschied door het ministerie Broglie, dat voorhet slagen van zijne ontbinding der Kamer, eon ontzaggelijke opruimingonder de republiekeinsche ambtenaren had gehouden en overal geestver-wanten had geplaatst, die zich beijverd hadden om zooveel mogelijkden regeeringsgezinden candidaten de meerderheid te verschaffen.

Na sprak het van zelf, , dat het ministerie Dufaure zich van deze

Page 593: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

581

tegenstanders in de hooge ambtelijke kringen, zoo veel mogelijk wildeontdoen, zoodat in den loop van het jaar 1878 vele ambtenarenwaren ontslagen en door manners van andere staatkundige richtingvervangen. Niet alleen ambtenaren van het binnenlandsch bestuur,maar ook van andere takken van den staatsdienst, voornamelijk vande rechterlijke macht, vielen als slachtoffers hunner monarchale gevoe-lens; men beweerde, dat de veiligheid van den staat deze zoogenaamdezuivering noodig maakte, de dagbladen drongen er zeer sterk op aan,en natuurlijk sprak ook het eigenbelang van hen, die de afgezettenhoopten te vervangen, een krachtig woord mede.

Mac-Mahon had reeds dikwijls tegengestribbeld, wanneer hem hetontslag van vrienden of van beschermelingen van vrienden teronderteekening werd voorgelegd, maar hij moest meestal voor denaandrang zijner ministers buigen. Toen hem echter de eisch werd gesteld,dat ook het leger aan een zuivering zoude worden onderworpen eneenige generaals, die als voorstanders der monarchie bekend stonden,voor ontslag werden voorgedragen, weigerde de maarschalk beslist.Nadat het ministerie verklaard had bij zijnen eisch te moeten volharden,begreep hij dat het oogenblik gekomen was om zijn ontslag te nemen.Op 30 Januari 1879 schreef hij een brief aan den President van denSenaat, waarin hij te kennen gaf, dat hij onmogelijk aan den eischzijner ministers kon voldoen ten aanzien van de legerbenoemingen,die zij verlangden, maar tevens overtuigd was, dat elk ander ministerieuit de tegenwoordige meerderheid hem denzelfden eisch zoude stellen.Hij had daarom besloten om, nog voor den afloop van het tijdperk waar-voor hij benoemd was, zijn ontslag te nemen. Dadelijk kwamen Senaaten Kamer in vereenigde zitting bijeen, om een opvolger to kiezen. Vande 670 uitgebrachte stemmen vereenigden zich bij eerste stemming563 op Gravy, die dus als President was gekozen; als tegencandidaathad de rechterzijde den generaal Chanzy gesteld, die slechts 99 stemmenverkreeg.

Mac-Mahon, wiens ridderlijke aard zich nimmer verloochende, was deeerste die den nieuwen President der Republiek zijne gelukwenschenkwam aanbieden, ook Gambetta verscheen spoedig en gaf zijne inge-nomenheid met de keuze van Gravy to kennen, hoewel hij geacht werdhover de benoeming van Dufaure te hebben gezien en het zijne mede-leden moeielijk to hebben kunnen vergeven dat zij hem geheel warenvoorbijgegaan.

Page 594: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

582

Met het optreden van een republiekeinsch gezinden President wasde Republiek als voorgoed gevestigd te beschouwen. Be monarchieder Bourbons zag haren aanhang voortdurend sunken en het Keizerrijk,dat zijne vooruitzichten wel eenigermate had zien verbeteren omdatvele tegenstanders der Republiek — zooals wij reeds hierboven op-merkten — meer en meer inzagen dat deze vorm der monarchienog de eenige was die in Frankrijk zoude kunnen bestaan, kreeg inden loop van het jaar 1879 een onherstelbaren slag door het sneuvelenvan den Keizerlijken Prins, die op twee-en-twintig-jarigen leeftijdaan een veldtocht der Engelschen tegen de Zoulous in Zuid-Afrikahad deelgenomen en daar het slachtoffer werd van zijne onvoorzichtig-heid en die zijner krijgsmakkers. Zij hadden zich bij eon verkenningveel te ver in het vijandelijk gebied gewaagd en werden plotseling ,terwijl zij zaten te rusten, door eenige Zoulou's verraderlijk aangevallen.De jeugdige Vorst, die zijn paard niet spoedig genoeg kon zadelen,werd dadelijk afgemaakt, de Engelsche officieren die hem vergezeldenwisten zich door de vlucht te redden.

Na den dood van den Prins ontstond er tweespalt tusschen deBonapartisten. Prins Napoleon, als de neef en naaste bloedverwant vanNapoleon III, beschouwde zich als den wettigen erfgenaam en als hoofdvan het stamhuis. De overleden Prins had echter een testament na-gelaten waarbij hij, in geval van zijn overlijden, den zoon van PrinsNapoleon tot zijnen opvolger benoemde; hij had blijkbaar onder deninvloed van Rouher en andere hoofden der 13onapartische partij gehan-deld, die van den „rooden Prins" niet gediend waren en oordeeldendat een vrijdenker met zeer vooruitstrevende staatkundige denkbeelden,als kroonpretendent onder de tegenwoordige omstandigheden volstrektortmogelijk was. Be meeste invloedrijke Bonapartisten handelden inovereenstemming met den uitersten wil van den overleden Prins enerkenden de rechten van zijneu neef niet , maar stelden diens zoonin zijne plaats. Intusschen was door dozen samenloop van omstandig-heden de zaak van het Bonapartisme even hopeloos geworden als dieder Bourbons. De Republiek had over de vijanden die haar bestaanbedreigden volkomen gezegevierd, haar wachtte voortaan slechts strijdin eigen boezem.

Page 595: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

NEGENDE HOOFDSTUK.

DUITSCHLAND NA. DEN VREDE VAN FRANKFORT.

DE RUSSISCH-TURKSCHE OORLOG.

Na den vrede van Frankfort was Bismarck's buitenlandsche staat-kunde voor alles gericht op het behoud van de groote Europeeschestelling, die het nieuwe Duitsche rijk tengevolge van den gelukkigenoorlog van 1870-1871 had verkregen. Frankrijk zoude vooreerst devijand van Duitschland blijven, dit was voor iedereen duidelijk; debegeerte om Elzas en Lotharingen terug te verkrijgen leefde bij elkenFranschman, en er was geen vooruitzicht, dat zij bij het levende ge-slacht zoude worden uitgedoofd. Bismarck streefde er daarom naar omde aansluiting tusschen Frankrijk en de groote mogendheden van hetvasteland zooveel mogelijk tegen te houden. Hiervoor achtte hij hetgewenscht, dat in Frankrijk de monarchic niet werd hersteld, want degekroonde hoofden, vooral de Keizers van Rusland en van Oostenrijk,zouden altijd eenigszins huiverig zijn om zich met een republikeinscheregeering nauw te verbinden. Bij het Pruisische hof en den adel, waarde republiek in slechten reuk stond, vond deze opvatting van Bismarckweinig instemming, men begon in deze kringen den oppermachtigenen heerschzuchtigen staatsman met wantrouwende oogen aan te zien ;vooral de Keizerin, die nooit veel met den onbuigzamen rijkskanselierhad opgehad, werd meer en meer zijne felste tegenstandster, zoozeerzelfs, dat de Keizer somtijds verplicht werd om door zijne persoonlijketusschenkomst te verhoeden, dat het tot een openbare breuk kwam.De verhouding tusschen den Keizer en den rijkskanselier was als dievan den meester tot den onmisbaren dienaar. Bismarck werd meteerbewijzen overstelpt, hij ontving de vorstelijke waardigheid en mocht

39

Bismarck's stal-ling in het

Duitsche Rijk.

Page 596: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

584

De„Culturkampf."

herhaaldelijk nit den mond des Keizers vernemen, dat de groote dien-sten door hem aan zijnen Vorst en aan zijn land bewezen met eeuwig-durende dankbaarheid moesten worden vergolden. Tod ontstondener somtijds wel eens moeielijkheden in den omgang tusschen den Vorst,met zijne ouderwetsche Pruisische denkbeelden over staat en maat-schappij, en den rijkskanselier die, al was hij in zijn hart Pommerschjonker gebleven, toch een te ruimen blik had om niet te doorzien,dat de nieuwe toestanden in het vereenigd Duitschland aan de rijks-regeering eischen stelden die buiten den gezichtskring vielen der ouder-wetsche Pruisische staatslieden. Met de conservatieve partij kw am Bis-marck dan ook welhaast in openbaren strijd, waardoor toenaderingzijnerzijds tot de nationaal liberale partij zich als een eisch deed ge-voelen, dien hij zich gedwongen zag te aanvaarden, zij het dan ookslechts tijdelijk. De rijkskanselier was geen man om aan het hoofd vaneen staatkundige partij te staan en die tot regeeringspartij te maken,hij bediende zich slechts van de partijen om datgene wat hem in hetbelang van het rijk noodig voorkwam tot stand te brengen. Wat hijin de eerste jaren na den oorlog in de binnenlandsche staatkunde ophet oog had, lag geheel in de richting van de nationaal liberale partij,vandaar dat hem de steun van deze partij uit eigen aandrang tendeel viel, waardoor hij ook gedurende eenige jaren met hare wenschenrekening moest houden.

Bismarck had bij zijn verblijf te Versailles tijdens het beleg vanParijs, met verschillende hooggeplaatste Roomsch-Katholieke geeste-lijken, o. a. met den aartsbisschop van Posen, Ledochowski en metden Franschen kardinaal de Bonnechose, onderhandeld over een tusschen-komst van den Pans. Hij had gehoopt, dat de Fransche geestelijkheiddoor den Pans in het belang van den vrede zoude zijn bewerkt, terwijlhij daartegenover, zonder zich tot jets te binden, liet doorschemeren datzijnerzijds de aanspraken van den Pans op wereldlijke macht in welwil-lende overweging zouden worden genomen. In het Vatikaan begreepmen echter zeer wel, dat dit laatste misschien tot woorden maar nim-mer tot daden zoude leiden; men voelde zieh dan ook volstrekt uietgeroepen om aan de Duitsche staatkunde, die in het binnenland metde talrijke Protestantsche bevolking en in het buitenland met de vriend-schappelijke verhouding tegen over Italie had te rekenen, diensten tebewijzen, die men voorzag dat onvergolden zouden blijven. De Katho-lieken in Duitschland, door de Italiaansche inbezitneming van Rome

Page 597: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

585

reeds ontstemd, waren later, nadat hun het mislukken dezer onder-handelingen ter oore was gekomen meer en meer bevreesd geworden,dat hierdoor de Keizer en de rijkskanselier tegenover de Katholiekeminderheid in het nieuw gestichte Duitsche Rijk met weinig vriend-schappelijke gevoelens zouden zijn bezield. Zij beraadden zich der-halve onderling met het oog op mogelijke aanvallen van regeerings-zijde en sloten zich, evenals in den Pruisischen landdag waar zij reedseen afzonderlijke staatkundige partij vormden , ook bij de verkiezingenvoor deu Rijksdag nauwer aaneen. Het waren voornamelijk Katholiekenuit Noord-Duitschland en het meest uit de westelijke Pruisische provin-cien, die tot deze laatste partijvorming toetraden; in Zuid-Duitschlandvond de Katholieke staatkundige beweging aanvankelijk weinig bijval,in Pruisen veroverde zij vooral zetels vroeger door conservatieveningenomen en vertoonde zij eenigermate een democratisch karakter;enkele groote heeren, die tot nog toe in de landelijke districten vanSilezie zonder strijd waren gekozen, werden door den invloed dergeestelijkheid vervangen door burgerlijke Katholieken, of zagen hunnezetels ernstig bedreigd.

Bismarck zag deze nieuwe partij, die, het voorbeeld volgend derKatholieke partij sints 1858 in den Pruisischen landdag bestaande,zich het Centrum noemde, met grooten tegenzin verrijzen, hij voeldedadelijk, dat zij zich tegen hem zouden keeren, althans in geen gevalhem zouden steunen. Met de Katholieken had hij het nooit bijzondergoed kunnen vinden, reeds als gezant had hij ongaarne Katholiekeambtenaren in zijne kanselarij gezien, daarbij was hij fel gebeten opde Polen, die zich aan Pruisen en aan het Duitsche rijk vijandigtoonden en die, ij verige Katholieken als zij waren, door de geestelijk-heid werden gesteund in al hunne pogingen om, tegenover de verduit-sching die de Pruisische regeering trachtte te bevorderen, eigen natio-naliteit te handhaven.

Het mislukken der hierboven vermelde onderhandelingen had hemdaarenboven zeer verbitterd tegen den Paus en zijne raadslieden. Zijhadden zijne staatkundige plannen tegengewerkt en tegenwerking konhij niet verdragen. Wie zich daaraan schuldig maakte beschouwde hijals zijn persoonlijke vijand en behandelde hij dan ook als zoodanig.De gelegenheid om aan Pius IX en zijnen staatssecretaris, den kardi-naal Antonelli, zijne verbolgenheid te doen gevoelen, die zich vanzelve opdeed, was hem dan ook niet onwelkom, te meer omdat zij hem

Page 598: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

586

in een strijd wikkelde, die aanvankelijk goede kansen voor een over-winning scheen aan te bieden.

Onder de Katholieken in Duitschland was namelijk een sterke gis-ting ontstaan tengevolge van de door het algemeen concilie van Romein Juli 1870 genomen beslissing ten opzichte van de onfeilbaarheidvan den Pans. Yerschillende Duitsche bisschoppen hadden tot dezebeslissing niet medegewerkt, zij hadden er zich echter niet uitdrukkelijktegen willen verzetten, maar er de voorkeur aan gegeven om Rome teverlaten v66r de vergadering waarin het besluit werd genomen. Onderde lagere geestelijkheid en vooral onder de Katholieke hoogleerarendeden zich vele stemmen hooren die over het nieuwe leerstuk ongun-stig oordeelden. Onder hen was de meest onverzoenlijke de MUD.-chensche stiftproost D011inger, die door zijne geschriften in de god-geleerde wereld een grooten naam had verworven. Hij had een mach-tigen beschermer in den vroegeren eersten minister van Beieren, VorstHohenlohe, en werd rneer en meer het middenpunt van het Duitscheverzet tegen de Pauselijke onfeilbaarheid. Bij de meerderheid zijnerambtgenooten, die aanvankelijk met hem schenen te zullen medegaan,openbaarde zich echter spoedig een gevoel van aarzeling. Een grootebeweging tegen de onfeilbaarheid, geleid door eenige bisschoppen enkrachtig bevorderd door vele lagere geestelijken, die in wording scheen,verliep allengskens; de onverzettelijke houding van den Heiligen Stoeldeed den moed van velen verslappen, zij begrepen dat zoo men vol-hardde er niets anders over bleef dan een nieuwe Kerk te stichten,die voorzeker door den Paus als een afvallige zoude worden veroordeeld.Noor dit uiterste deinsden zij terug. En voor een begonnen de voor-naamste 'eiders te verstommen; alle bisschoppen in Duitschland legdenallengskens het hoofd in den schoot en D011inger stond weldra alleenmet een kleinen aanhang. Hij werd door den Paus in den ban gedaanen als het hoofd der afvalligen beschouwd, ofschoon hij zelf niet totde Oud-Katholieke Kerk toetrad, die door zijne aanhangers werd ge-sticht. Zijn standpunt, dat de tegenstanders der onfeilbaarheid in deKerk moesten blijven omdat zij aan hare oude leer getrouw bleven diedoor het nieuwe leerstuk werd geschonden, vond geen bijval. De kleineminderheid voorzag dat zij, in de Kerk blijvend, door de groote over-macht spoedig machteloos zoude worden gemaakt; daarbij hoopte zij,zelfstandig optredend, op steun van hooger hand.

De Oud-Katholieke beweging toch had in Beieren bij de regeering

Page 599: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

587

vrienden, de eerste minister, die Hohenlohe had opgevolgd, graafBray was wel op de hand van den Paus, maar zijn ambtgenoot deminister van eeredienst, Lutz was sterk tegen de onfeilbaarheid en hadde overige ministers aan zijde zijde. Bray vroeg derhalve zijn ontslag;Kouing Lodewijk, in kerkelijke zaken even onberekenbaar als in alleandere, had een groote bewondering voor Dollinger opgevat en riepGraaf Hegnenberg tot de regeering, een weinig beteekenend man , diezich geheel door Lutz liet leiden. Van dit ministerie ging de eersteregeeringsaanval op de Roomsch Katholieke Kerk nit, die eerlang ingeheel Duitschland den strijd deed ontbranden, onder den naam van„Kulturkampf", strijd voor de beschaving , gedurende een aantal jarenonder Bismarck's opperste leiding met groote verbittering gevoerd.Aan de zijde van den Bijkskanselier stonden de meeste Protestanten,de Oud-Katholieken, en de vrijdenkers op godsdienstig gebied, dievooral onder de geleerden aan de Duitsche hoogescholen talrijk waren.Tegen hem, naast de overgroote meerderheid der Katholieken, eenklein smaldeel van rechtzinnige Protestanten.

Lutz, geprikkeld door de scherpe uitvallen van Katholieke geestelijkendie in hunne kerken de houding der Beiersche regeering krachtig be-streden. verlangde wettelijke bepalingen tegen de priesters die de open-bare rust verstoorden door hunne van den kansel uitgesproken staat-kundige beschouwingen. Bismarck was hem hierin gaarne ter wille enverdedigde de wet in den Rijksdag, nadat zij door den Beierschenvertegenwoordiger in den Bondsraad was voorgesteld. Zij werd aan-genomen, in November 871, met 179 tegen 108 stemmen en kreegden naam van Kanselparagraaph. Onder de tegenstemmers waren ookenkele leden der uiterste linkerzijde, die, schoon besliste voorstandersvan scheiding van kerk en staat, zich met het oog op mogelijke ge-volgen bevreesd maakten voor deze aanranding van de vrijheid vanspreken. In Pruisen zelf opende Bismarck inmiddels den strijd tegende Katholieke Kerk door de opheffing van de Katholieke afdeeling aanhet Ministerie van Eeredienst. De Minister van Eeredienst zelf, vonMiihler, een zeer rechtzinnig Protestant maar veel te gemoedelijk manvoor een kerkelijken strijd , zag zich in den aanvang van 1872 ge-dwongen om zijn ambt neder te leggen; hij werd vervangen door Falk,een bekwaam rechtsgeleerde van strijdlustigen aard , groot voorstandervan volksonderwijs en verlichting, en voor de tack die de rijkskanselierhem toedacht bij uitstek goed berekend.

Page 600: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

Mei-wetten.

588

Falk's eerste daad was een wet op het schooltoezicht, waardoor dein Pruisen bestaande invloed van de geestelijken op het onderwijs totzeer kleine verhoudingen werd teruggebracht. Aan de behandelingdezer wet in den Pruisischen Landdag en in het Heerenhuis namBismarck ijverig deel. Van de zijde der Katholieken werd een krachtigverweer gevoerd, waarbij op den voorgrond trad eon voormalig ministerin het Koninkrijk Hannover, Winthorst, die van lieverlede de leiderword van de Centrumpartij. Wegens zijne gehechtheid aan het in1866 door de Pruisen verdreven Hannoversche Koningshuis en zijnstilzwijgend verzet tegen de inlijving van zijn vaderland bij Pruisen,had hij zich reeds den haat van den rijkskanselier in ruime mate opden hals gehaald. De kerkelijke strijd maakte de beide staatslieden totonverzoenlijke tegenstanders.

Na de Pruisische wet op het schooltoezicht volgde een zeer strengerijkswet tegen de Jezuieten, waardoor vreemdelingen tot de Jezuieten-orde behoorende nit het land werden gezet, en Duitschers onder politie-toezicht gesteld; alle gestichten door Jezuieten beheerd moesten binnenzes maanden gesloten worden. Hoe is het mogelijk — spotte Winthorst —dat een rijk van veertig millioen inwoners met een millioen soldatenzich zoo bang maakt voor twee honderd ongewapende geestelijken! DeJezuietenwet was evenwel van alle kerkelijke wetten uit dit tijdperkde minst bestredene, want de Jezuieten hadden in Duitschland eenslechten naam; zij vond schier algemeenen bijval bij alle Duitschersdie niet tot de ultramontaansche Katholieken behoorde, alleen enkelezeer vooruitstrevenden en de destijds nog weinig talrijke socialistenwaren er tegen, omdat zij in deze uitzonderingswet tegen eon bepaaldevereeniging van personen een gevaarlijken inbreuk op de vrijheid zagen,die vroeg of laat als voorbeeld tegenover henzelven zoude kunnenworden ingeroepen.

De kroon op zijn work zette Falk evenwel door de Pruisische Mei-wetten , aldus genoemd omdat zij in de Meimaand van 1873 tot standkwamen. Door doze wetten, die een voorafgaande wijziging in de Prui-sische Grondwet noodzakelijk maakten , kwamen de kerken en hunnegeestelijken geheel onder de macht van den Staat. Voor de Evangelischekerk , aan het juk van den Staat van ouds gewoon, was dit minderbezwarend , mar voor de Katholieke kerk dreigde de nieuwe regelingeon ware dwingelandij to zullen worden. Nu van alle zijden in devertegenwoordiging en in de pers onbewimpeld de beschuldiging werd

Page 601: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

589

uitgesproken dat de Katholieken vijanden van den Pruisischen Staatwaren, en men zelfs meende te weten dat de Keizer de noodzakelijkheidvan de wet had verdedigd met te zeggen, dat men niet kon toelatendat de Katholieke priesters nog langer het land regeerden, voorzagende geestelijken maar al te good dat de wet in hare voile gestrengheidop hen zoude worden toegepast. Hierin bedrogen zij zich ook niet.De Mei-wetten, verscherpt nog door eenige lagere wetten, riepen eengeloofsvervolging in het leven zooals die in de laatste jaren in geen derbeschaafde landen van Europa had plaats gehad. De geestelijken die debepalingen der wet omtrent hunne benoeming en hunne verplichtingen,en de bevoegdheid van het door haar verordende gerechtshof voorkerkelijke zaken niet erkenden, werden met geldboeten gestraft, daarnamet gevangenisstraf en eindelijk met ontzetting uit hun ambt. Het eersteslachtoffer was de aartsbisschop Ledochowski to Posen. Als volbloedPool was hij in Bismarck's oog dubbel gevaarlijk; daar hij in strijd metde Mei-wetten priesters bleef aanstelleu, trof hem de eene veroordeelingna de andere, terwijl hem zijne jaarwedde werd ontnomen. Toen dehem opgelegde geldboeten, die tot een bedrag van 16 000 thalers warengeklommen, niet werden betaald, kwamen deurwaarders in zijn bisschop-pelijk paleis om daar op zijne goederen beslag te leggen. Hij bleef zichechter verzetten, waarop hij gevangen werd genomen en door het ker-kelijk gerechtshof werd afgezet. In 1876 uit de gevangenis ontslagen,begaf hij zich naar Rome bij den Paus, die hem inmiddels tot kardi-naal had benoemd, en bleef van daar uit zijn bisdom beheeren. drathem getroffen had, ondervonden welhaast ook de meeste bisschoppen inPruisen. Na eenigen tijd in de gevangenis te hebben doorgebracht,weken zij over de grenzen , de bisschoppen van Keulen en Munstervestigden zich in Nederland , de bisschop van Trier in Belgie, de bis-schop van Breslau in Oostenrijk. De lagere geestelijken, die afgezetwaren, trachtten onder allerlei vermomming, in het geheina hunnegemeenten te bezoeken, ten einde er de mis te lezen en kerkelijke plichtente vervullen, doch zij stonden daarbij aan de scherpste vervolging vanwege de politie bloot. Yelen werden in de gevangenis geworpen of uithet land gezet, het aantal gemeenten dat van geestelijken verstokenwas groeide voortdurend aan, in het bisdom Trier alleen waren honderddertig kerken die geen geestelijke meer bezaten om er de mis te lezen.Een wet, die de sluiting van alle kloosters voorschreef, had intusschenook de meeste orde-geestelijken, waaronder meer dan duizend geestelijke

Page 602: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

590

zusters, gedwongen om het ordekleed af te leggen of het land te verlaten.Be opwinding, die elke strijd, vooral op kerkelijk gebied, pleegt

te vervvekken, had de regeering aanvankelijk den steun der openbaremeening bezorgd; zoowel in als buiten de vertegenwoordigende verga-deringen vond zij bij invloedrijke mannen, waaronder velen der meestbekende geleerden, toejuiching en aanmoediging. De vrijzinnige dag-bladpers was voor het meerendeel nog uitbundiger in hare lofspraak envuurde den ijver der regeering onvermoeid aan. Indien zij maar onver-schrokken doorging — zoo riep men haar toe — dan zoude zij dentegenstand wel breken ; tegenover een onvaderlandslievende geestelijk-heid, die den Paus en niet den Keizer van Duitschland als hunnen meestererkende, zouden welhaast de verlichte en vaderlandslievende Katholiekende overhand weten te verkrijgen, het gold slechts een strijd tegen deheerschzuchtige aanmatigingen van het Vaticaan, dat, zoodra de monar-chie in Frankrijk was hersteld, alle pogingen zoude aanwenden ommet dien krachtigen bondgenoot het nieuw gestichte Duitsche rijk tevernietigen. Nadat de strijd een paar jaren had geduurd moest evenwelieder onbevooroordeelde erkennen, dat al had ook de ijzeren hand vanden Staat over de Kerk volledig gezegevierd, zij haar allerminst totonderwerping had kunnen brengen. Be geestelijken, die door de murender gevangenis of door de grenzen van een vreemd land van alle dade-lijke betrekking tot hunne geestelijke kudden waren afgesloten, blevenin het oog der geloovige Katholieken hunne ware herders. Een wetwaarbij can de lidmaten der kerkelijke gemeenten de gelegenheid wasgeopend om, in het geval dat de kerkelijke overheid weigerde te benoe-men, zichzelf priesters bij algemeen stemrecht te kiezen, bleef een doodeletter. Het gelukte de regeering niet om haar onderdanige geestelijkenaan de geloovigen op te dringen. De weerbarstige geestelijken waren ver-wijderd, maar in de door hen verlaten kerken verschenen geen opvol-gers die de macht van den Staat erkenden. Het was niet de eenigeverwachting die teleurgesteld werd. Wat velen bij het begin van denstrijd zich hadden voorgesteld, dat de tegenstanders der onfeilbaarheidin de Roomsch-Katholieke kerk er door zouden worden geprikkeldtot een zelfstandig optreden, bleek eveneens een hersenschim. Denieuw gestichte oud-Katholieke kerk kon zich, niettegenstaande densteun der regeering, met moeite handhaven. Zij kreeg slechts weinigaanhangers en onder dezen mannen van zeer uiteenloopende denkbeelden,zoodat de eenstemmigheid in haren boezem veel te wenschen overliet;

Page 603: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

591

het bleek spoedig dat zij als volkskerk geen toekomst had. Daarentegenviel het niet te ontkennen dat de besliste tegenstanders van Kerk engodsdienst in aantal schenen toe te nemen, en in elk geval in vrij-moedigheid. Fen der wetten van Falk had het burgerlijk huwelijk inge-voerd en aan alle bemoeiingen van de geestelijken der verschillendekerkgenootschappen met den burgerlijken stand een einde gemaakt.Reeds zeer spoedig na de invoering dezer wet viel een zeer belangrijkedaling van het aantal kerkelijke inzegeningen van huwelijken en doop-bedieningen onder de Protestanten vooral in de groote steden waar tenemen. Het had den schijn alsof vrijdenkers en ongeloovigen denstrijd vooral daarom met zooveel geestdrift begroetten, omdat hij hunde gelegenheid gaf meer in het openbaar hunne gevoelens te kunnen aanden dag leggen. Onder de rechtzinnige Protestanten verwekte ditgroote bezorgdheid. De Keizer, die altijd verklaarde aan het geloofzijner vaderen getrouw te zullen blijven en die de wet op het bur-gerlijk huwelijk niet dan noode had goedgekeurd, begon eeniger-mate te twijfelen aan de juistheid der richting waarin zijne staatkundezich bewoog, en hij vond in zijne naaste omgeving niet weinigen diezich beijverden om dezen twijfel te versterken.

Bismarck, al kon hij het niet openlijk bekennen, zag zeer goed indat men de godsdienstige en kerkelijke hartstochten tot een bedenke-lijke hoogte had opgeblazen, zonder te bereiken wat men wilde. Hij waszelf, in Juli 1874, bijna het slachtoffer van Katholieke dweepzucht ge-worden, toen te Kissingen, waar hij de baden gebruikte, een katholiekwerkman, Kullman, een pistoolschot op hem loste zonder hem echter tetreffen. Zooals te verwachten was strekte dit voorval er niet toe om hem gun-stiger te stemmen ten opzichte van de geestelijkheid, wier medeplichtigheidaan den aanslag hij scheen te vermoeden; daarbij ergerde hem ook zeersterk de houding van vele conservatieve staatslieden, waaronder persoon-lijke vrienden van weleer, die zich openlijk van zijne staatkunde afkeerden.Bij den aanvang van den strijd had de rijkskanselier de tot nog toe doorhem bekleede betrekking van Pruisisch minister nedergelegd en die over-gedragen aan von Roon, maar tegen het einde van 1873 verzocht detoen een en zeventig jarige veldmaarschalk, blijkbaar den strijd tegende kerk moede, om van zijn ambt te worden ontheven en bleef ervoor Bismarck niets anders over, dan weder op den door hem verlatenministerstoel plaats te nemen. Zijne gemoedsstemming was van lieverlededoor den loop der zaken geheel en al verstoord. Hij had tot nog toe

Page 604: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

592

altijd de macht gehad om zijnen wil to kunnen doorzetten. Denemarken,Oostenrijk, de kleinere staten in Duitschland en eindelijk ook Frank-rijk hadden voor hem in het stof moeten bukken, door de overmaeht ge-dwongen. Hij stond thans tegenover een macht die niet met kanonnenen bajonetten tot gehoorzaamheid kon worden gebracht. Wat hij kondoen om den Pans te krenken verzuimde hij intusschen niet.

Buttonland- De buitenlandsche staatkunde voor Duitschland werd voor een grootache betrek- deel beheerscht door den strijd met de Katholieke Kerk. De goede ver-kingen vanDuitschland. standhouding met Italie werd natuurlijk door Bismarck krachtig in

stand gehouden. Een bezoek van den thans in het Quirinaal zetelen-den Victor Emanuel, Koning van Italie, te Berlijn en ook te Weenenwist hij door zijn machtigen invloed te bewerken. De vreemde regee-ringen die zich niet ingenomen betoonden met den strijd tegen denPans, deed hij zijne ontevredenheid gevoelen. Toen de strong Katho-lieke Belgische geestelijkheid haar deelneming in het droevig lot derDuitsche geestelijken openlijk had uitgesproken, ging er dadelijk eendreigende nota uit Berlijn naar Brussel. Maar vooral tegen de Fran-sche regeering was de toorn van den rijkskanselier groot; ook franschebisschoppen hadden in hunne openlijke brieven de wederwaardighedender Roomsch Katholieke Kerk in Duitschland besproken. Bismarckeischte hierop van de Fransche regeering — de Hertog Decazes dieals een clericaal word beschouwd was toen minister van BuitenlandscheZaken — dat zij tegen deze bisschoppen zoude optreden en gaf haarzelf de middelen aan de hand waarvan zij zich zoude kunnen bedie-nen. Te Versailles wekte deze stap groote ontstemming, men trachtteden rijkskanselier te paaien door de schorsing van het ultramontaanschedagblad l'Univers, maar gaf to kennen dat men tegen de geestelijkenzelven onmogelijk kon optreden. In een zijner over deze zaak ge-houden gesprekken met den Franschen gezant to Berlijn, GontautBiron, verklaarde Bismarck dat hij niet kon dulden dat Frankrijkde staatkunde van den Pans steunde en dat het in zijne bedoeling lag,zoo het noodig bleek, daaraan een einde to maken voordat Frankrijkzijne strijdkrachten weder tot hunne volledige sterkte had gebracht.

In 1875, toen er in Frankrijk eon wet op de kadervorming tot standwas gekomen, waardoor het aantal bataillons van elk regiment infanteriemet een vermeerderd word, stak er in de Duitsche dagbladen, die metde regeering to Berlijn in nauwe verstandhouding waren, een storm optegen Frankrijk. In de militaire kringen van Duitschland vonden deze

Page 605: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

593

uitingen der pers warme toejuiching, en ook de Duitsche diplomatenin het buitenland lieten zich ontvallen, dat de omstandigheden vandien aard waren, dat hunne regeering wel eens in de noodzakelijkheidkon worden gebracht om het zwaard te trekken. De onrustbarende ge-ruchten die weldra geheel Europa beangstigden, vervlogen evenwel vrijsnel na een bezoek van den Czaar van Rusland aan den Keizer vanDuitschland, te Berlijn in Mei 1875. Rusland wilde blijkbaar niet, datFrankrijk nog meer verzwakt werd en gaf dit onomwonden te kennen.Voor Bismarck was deze loop der zaken een bittere teleurstelling,omdat zijne dreigementen er veel van hunne kracht door verloren.Vooral toen de Russische minister Gortschakow de lofspraak, dathij den vrede had gered, vrijwel openlijk aanvaardde en aldus op denrijkskanselier den blaam liet vallen van dien to hebben willen verstoren,werd hij zeer ontstemd. Zoo liep alles semen om het level van denrijkskanselier te verbitteren. Wat hem vooral griefde was het bewustzijndat zijne staatkunde door mannen die hij vroeger als zijne vriendenhad beschouwd, in stilte bij den Keizer werd verdacht gemaakt. Toende gelegenheid zich aanbood om op een hunner zich te wreken, liet hijdie niet ongebruikt. Graaf Arnim, die Duitsch gezant was geweestbij het Vatikaan, en to Parijs, een zeer bekwaam maar weinigbetrouwbaar man, die altijd een eenigszins zelfstandige staatkundigegedragslijn had gevolgd, niet zonder hoop dat hij er in zoude slagenom Bismarck bij den Keizer in ongunst te brengen en zijne plants inte nemen, werd wegens het niet uitvoeren van hem door de regeeringgegeven last en wegens het achterhouden van staatsstukken gerechtelijkvervolgd en bij verstek veroordeeld tot vijfjarige gevangenis.

De voortdurende spanning waarin de rijkskanselier door dozen strijdmet staatkundige tegenstanders en met de Katholieke geestelijkheidverkeerde, deed zijne prikkelbaarheid toenemen. Sorntijds onder deninvloed van lichamelijk lijden dacht hij er aan om zich geheel aanden staatsdienst te onttrekken, dikwijls bleef hij maanden lang ongenaak-bear en vertoefde dan liefst op zijn buitenverblijf te Varzin. Er dedenzich echter ook enkele lichtpunten op, die zijn zwartgalligheid wedertijdelijk voor een betere stemming deden wijken. Zoo verheugde hijzich zeer in de voortdurende verbetering der betrekkingen tusschenOostenrijk en Duitschland, die van lieverlede zoo vriendschappelijkwerden dat de herinneringen aan Sadowa geheel schenen te zijn uitge-wischt. Keizer Frans Joseph bracht con bezoek to Berlijn en Keizer

Page 606: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

594

Wilhelm werd met Bismarck to Weenen zeer hartelijk ontvangen. Devolkomen zegepraal der republikeinen in Frankrijk deed ook eerlang debezorgdheid voor een samengaan van de Fransche regeering met Pius IXgeheel en al verdwijnen. Het overlijden van dezen Pans in 1878, kortna den dood van Koning Victor Emanuel, hood vervolgens aan de Duitscheregeering de welkome gelegenheid om een betere verstandhouding metde Katholieke kerk voor te bereiden. De nieuwe Pans, kardinaal Pecci,die den naam van Leo XIII aannam, was een man van groote be-kwaamheid en met een ruimen blik, die welhaast toonde te begrijpen,dat de onverzoenlijke staatkunde van zijnen voorganger niet tot ver-sterking van de reeds zoo zeer verzwakte stelling van den Pans hadgeleid.

Binnenland- lnmiddels begon de altijd sluimerende Oostersche kwestie wedersche onlusteninEuropeesch wakk er to worden en de rust van Europa te bedreigen. In de eersteTurkije. maanden van het jaar 1875 werd het onrustig in de onder Turksche

souvereiniteit staande gewesten, Herzegowina en Bosnie. De landbou-wende bevolking, in 1851 van lijfeigenen tot vrijen gemaakt, worddoor de voormalige heeren nog altijd behandeld als minderwaardigenen onderworpenen. Deze heeren waren Mahomedanen, de boeren voorhet meerendeel christenen, de klassenhaat word derhalve verscherpt doorhet godsdienstverschil. De Christenen, door getalsterkte overmachtig,vielen de Mahomedanen aan on verdreven hen, de Turksche soldatenwaren to weinig talrijk om de opstandelingen te bedwingen en wachttenop versterking nit Constantinopel, waarvan, zooals daar regel was, deuitzending gedurig word uitgesteld. Het vuur van den opstand ver-spreidde zich nu meer en meer on sloeg zelfs over naar Bulgarije, ter-wijl in de min of meer onafhankelijke staten van het Balkanschiereiland,vooral in Servie en Montenegro, een volksbeweging ontstond om debedreigde geloofsgenooten in Turkije ter hulp to komen. De regeeringender groote mogendheden sloegen met bezorgdheid dozen staat van zakengade, zij waren sinds 1856 moor en meer de rol gaan vervullen vanvoogden over het Turksche rijk, mar bij elke gelegenheid wanneerdoze voogdij moest worden nitgeoefend, bleek het hun hoe niteenloo-pende belangen tot verschil van inzicht onder hen bidden. Nu de vet-houding tusschen de groote mogendheden, tengevolge van de gebeur-tenissen van 1870-1871, wederom veranderd was en ook veel losserwas geworden, liet het zich aanzien, dat de pogingen om tot eenstem-

Page 607: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

595

migheid te geraken, met nog grooter bezwaren zouden te kampen hebben.Rusland en Oostenrijk waren uit den aard der zaak de mogendhedendie de grootste belangen hadden in Europeesch Turkije. Engelandhad tot nog toe, in het belang zijner Aziatische bezittingen, deonafhankelijkheid van het Turksche rijk altijd als een der hoeksteenenvan zijne buitenlandsche staatkunde beschouwd. Voor Duitschland wasde Oostersche kwestie vooral een vraag van algemeene buitenlandschestaatkunde, veel meer dan van bijzonder belang. Bismarck beoogde v6Oralles om de tegenstrijdige belangen van Rusland en Oostenrijk te verzoe-nen, nit vrees dat bij eon breuk tusschen beide mogendheden Frankrijkzich bij een hunner zoude aansluiten. De Fransche regeering eindelijk wildeniets liever dan een vredelievende oplossing , want zij had het pijnlijkegevoel van voor het oogenblik onmachtig te zijn om, zoo het tot eenstrijd kwam, een beteekenende rol to kunnen spelen.

Aanvankelijk nam de Oostenrijksche regeering de biding; Beusthad in 1871 als rijkskanselier, naar het heette om redenen van gezond-heid maar eigenlijk omdat de Keizer het verlangde, zijn ontslag ge-nomen. Zijne plaats werd niet vervuld, maar de leiding van de buiten-landsche staatkunde der Oostenrijksch Hongaarsche monarchie werddoor den Keizer aan het hoofd van het Hongaarsche ministerie GraafAndrassy toevertrouwd. Deze staatsman werkte eon uitvoerig hervormings-plan nit voor het bestuur van de Turksehe gewesten in Europa, dat inden vorm van een door drie mogendheden, Oostenrijk, Rusland enDuitschland, onderteekende nota to Constantinopel, in Januari 1876,werd overhandigd : de overige mogendheden, Engeland, Frankrijk enItalie, verklaarden dat zij zich met den inhoud konden vereenigen. DeSultan gal de toezegging dat hij de voorgestelde hervormingen, voorzoo ver dit mogelijk was, zoude invoeren, maar de ellendige geldelijketoestand waarin zijn rijk verkeerde maakte deze invoering zeer moeielijk.Zij stuitte ten slotte geheel af op de bekende traagheid en behoud-zucht der Turksche hooge ambtenaren, die in plaats van over bezwarente willen heenstappen, zich gelukkig gevoelden indien zij nieuwe vondenwaarmede zij hunnen onwil konden dekken. Er kwam dan ook geenverbetering in den bestaanden toestand, integendeel hij verergerde bijden dag, de opstand breidde zich steeds meer uit. Geheime Russischeinvloeden werkten hiertoe ongetwijfeld mede, Rusland begon langzamer-hand Oostenrijk te verdringen en stelde zich meer en meer aan hethoofd der beweging tegen Turkije. Eon nieuwe , meer dreigende nota

Page 608: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

596

werd door de drie mogendhedeu ontworpen, Frankrijk en Italie onder-teekenden dit stuk, ook op Engeland's steun scheen vast gerekend tekunnen worden, maar op het laatste oogenblik weigerde de Engelscheregeering hare onderteekening. De eerste minister Disraeli, tot pairvan Groot Brittanuie verheven met den titel van Lord Beaconsfield,die onlangs door aankoop van de aan den Khedive van Egypte toe-behoorende aandeelen in het Suezkanaal, zich de macht over dezenvoor Engeland en zijne kolonien hoogst belangrijken waterweg hadweten te verzekeren, achtte het onnoodig en verkeerd om de Porteto ontstemmen. Na Engeland's weigering begon de Fransche regee-ring terug te krabben, wat haar door Rusland zeer ten kwade werdgeduid; toch zoude er tot overhandiging der nota zijn overgegaan, warehet niet dat onvoorziene omstandigheden die hadden verijdeld. Eenaan de Bosporus niet ongewone gebeurtenis had plaats op denzelfdendag waarop het stuk aan den Sultan moest worden overgereikt. De SultanAbdul Assis werd door een omwenteling, die zich binnen de muren vanziju paleis afspeelde, van den troon geworpen; na eenige dagen kwamhet bericht van zijn overlijden, hoogst waarschijnlijk niet ten gevolgevan een natuurlijke oorzaak, hij werd opgevolgd door een zijner bloed-verwanten, Mourad II, die met meer kracht optrad dan ziju voorgangeren den opstand in Bulgarije spoedig bedwong. Zijne troepen haddenzich echter bij deze gelegenheid gedragen zooals de Turksche soldatendat gewoon waren, indien zij niet onder strenge tucht werden gehouden.Zij verbrandden de dorpen, spaarden zelfs het leven van vrouwen enkinderen niet en roofden alles wat zij vonden. Een deel van Bulgarijewerd aan een verlaten woestenij gelijk gemaakt. Toen dit bekend werdontstond er in geheel Europa groote verontwaardiging, aangevuurd doorde dagbladpers die er behagen in had geschept om het gebeurde nogsterk te overdrijven. In Rusland eischte de openbare meening dadelijketusschenkomst, om de gruwelijk mishandelde geloofsgenooten voorverdere gewelddaden to vrijwaren en in Engeland maakte de staatkundigetegenstander van den eersteu minister Disraeli, Gladstone, van het ge-beurde gebruik om een beweging tegen Turkije in het leven te roepeu.Toen de Turken nu ook de Serviers, die hunne Bulgaarsche stamver-wanten te hulp waren gekomen, hadden teruggedreven en hen in huneigen land vervolgden, moesten de mogendheden wel tusschenbeidekomen. Ditmaal trad Engeland vooraan, door de andere mogendhedenondersteund; maar nu weigerde de Porte aan den haar gestelden eisch

Page 609: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

597

te voldoen. Zij had reeds bespeurd dat er geen eenstemmigheid onder demogendheden heerschte, en dit gaf haar den moed ona op den ingeslagenweg voort te gaan, In Constantinopel werden de gemoederen meermeer verhit, een nieuwe partij, de Jong-Turksche, drong aan op eenzelfstandige staatkunde, de Mohamedaansche priesters predikten denheiligen oorlog tegen de Christenen; tengevolge van hunne opstookerijwerd Sultan Mourad II, dien de Jong-Turken niet opgewassen achttentegen de moeielijkheden van het oogenblik, onttroond, in zijne plaatswerd zijn jongere broeder Abdul Hamid als Sultan uitgeroepen. Dezevaardigde onder den invloed van zijnen minister Midhat Pacha,een onbezonnen voorstander van de denkbeelden der Jong-Turken ,een grondwet voor het Turksche rijk uit en kondigde de bijeenroepingvan eon volksvertegenwoordiging aan ; hij stelde zich tevens op hetstandpunt dat Turkije een onafhankelijke staat was, die rich geen toe-zicht of voogdij van andere staten kon laten welgevallen.

De taak der mogendheden word door dit alles zeer verzwaard. Rus-land had reeds bij den aanvang der onlusten begrepen, dat aan deopgewonden stemming onder alle kringen der Russische maatschappijvoldoening moest worden gegeven, maar het zag tegen den schijnbaaronvermijdelijken oorlog op; het leger was niet in voldoenden toestand,de na den Krimoorlog ingevoerde bezuinigingen hadden tengevolge ge-had dat het, zoowel in aantal van geoefende manschappen als in bewa-pening, zeer ten achter stond bij de legers der andere groote landen.Met de vloot stond het nog slechter geschapen. In de Zwarte Zee bezatRusland geen enkel slagvaardig oorlogsschip, tegen de Turksche vlootwas het derhalve zoo goed als weerloos. In elk geval moest de Russi-sche regeering er voor zorgen dat zij, zoo het tot een oorlog mochtkomen, geen vijanden tegenover rich had dan Turkije alleen. Daarvoorhad zij in de eerste plaats te rekenen met Oostenrijk, dat voorzekernooit zoude toelaten, dat het Balkanschiereiland geheel ondersischen invloed kwam. Het was dus zaak om de onzijdigheid vandit land to verkrijgen, te meer daar men bij een oorlog met Oos-tenrijk ook niet geheel op Duitschland's onthouding kon rekenen. Deonderhandelingen over den daarvoor te betalen prijs werden dan ookin den loop van 1876 aangeknoopt.

In Juli van dat jaar hadden de Keizers van Oostenrijk en Ruslandeen samenkomst to Reichstadt in Boheme, waarbij ook de ministersvan buitenlandsche zaken Gortschakow en Andrassy tegenwoordig waren.

Page 610: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

598

Oorlog tus-schen Rus-

land enTurkije.

her werden de grondslagen besproken waarop de onzijdigheid vanOostenrijk zoude kunnen worden verkregen. Alexander II beloofde aanFrans Joseph, na een gelukkigen oorlog, het bezit van Bosnie en Her-zegowina en ontving van dezen de toezegging dat hij onzijdig zoudeblijven. Deze mondelinge overeenkomst, die eerst in het volgend jaar,27 Januari, te Weenen door een tractaat werd bevestigd, bleef eendiep geheim, zij werd zelfs aan de Duitsche regeering niet medegedeeld.Rusland gevoelde nu minder schroom om door te tasten; nadat dehierbovenvermelde pogingen van Engeland door de hardnekkige houdingvan Turkije schipbreuk hadden geleden , trad het te Constantinopelkrachtig op, het noodzaakte Turkije een wapenstilstand met Servie tesluiten en drong aan op een conferentie der mogendheden te Con-stantinopel, tegelijkertijd werd een deel van het Russische leger gemo-biliseerd. Engeland was hierover wel ontstemd, maar gaf schoorvoetendtoe; de conferentie te Constantinopel kwam bijeen, zij stelde vredes-voorwaarden vast tusschen Turkije en Servie en Montenegro en werktehervornaingsvoorstellen nit, waarbij aan Bulgarije, Bosnie en Herzego-wina eenig zelfbeheer werd gegeven. Maar de Porte weigerde dezelaatste voorstellen in overweging te nemen. Wel sloot zij vrede metServie, doch blijkbaar alleen met het oogmerk om hare legermachtgeheel tegen Montenegro te kunnen richten. De gezanten van de grootemogendheden verlieten nu alien Constantinopel, maar ook dit dreig-middel bleek vruchteloos; de Porte bleef haar hoop stellen op Engeland,dat ook inderdaad alle gemeenschappelijke handelingen der mogendhedentrachtte te verschuiven of te verijdelen. Desniettemin teekende Engelandmet alle groote mogendheden, in Maart 1877, een protocol te Louden ,dat ongeveer hetzelfde bevatte wat te Constantinopel was vastgesteld,doch het verklaarde, dat indien er toch een oorlog uitbrak, het zijne onder-teekening zoude terug nemen. De Sultan, in overeenstemming handelendmet de denkbeelden der Jong-Turken, aan welke hij zijne verheffingdankte , gaf hierop aan de mogendheden te kennen dat zijn rijk eenonafhankelijke staat was, die geen oppertoezicht van andere statenerkende, en dat hij derhalve alle eischen die hierop inbreuk maaktenbeslist moest weigeren. Na dit antwoord verklaarde Rusland, 24 April1877, aan Turkije den oorlog.

Alleen in Azie, bij den Kaukasus, grensde Rusland aan Turkije, inEuropa was het door Rumenie van zijnen vijand afgesloten. Wel wasRumenie nog eenigermate afhankelijk van Turkije en kon Rusland

Page 611: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

599

het dus als een vijandig land beschouwen, doch het dacht hieraanniet, omdat het volkomen goed wist dat de Vorst van Rumenie enhet Rumeensche yolk geheel op zijne hand waren en den oorlog alseen gelukkige gebeurtenis begroetten, waardoor zij hunne volledigezelfstandigheid hoopten te verkrijgen. Vorst Karel was evenwel tevoorzichtig staatsman om zich geheel aan Rusland over te geven , hijwilde niet dat zijn leger onder het opperbevel van Russische veld-oversten zoude worden gesteld, waardoor hij gevaar zoude loopen in plaatsvan vazal van den zwakken Sultan, vazal van den machtigen Czaar te wor-den. Alexander II vertrouwde op zijn leger en achtte een werkzame deel-neming van Rumenie aan den strijd , die nieuwe verwikkelingen in hetleven zoude kunnen roepen, geheel onnoodig ; hij stelde zich dan ooktevreden met een militaire overeenkomst, waarbij Rumenie in den ruim-sten zin den doortocht en het verblijf van Russische troepen op zijngrondgebied toestond. Binnen weinige weken was dan ook een aanzien-lijke Russische strijdmacht in Rumenie aanwezig, die dadelijk alle voor-bereidselen trof voor het overtrekken van den Donau, de grensriviertusschen Rumenie en Turkije.

De Turkel' hadden niet alleen de hun toebehoorende vestingen opden rechter Donau-oever met sterke garnizoenen bezet, maar haddenook op de rivier een aantal gepantserde oorlogsschepen. Door hetaanleggen van mijnversperringen in de rivier gelukte het echter denRussen , deze vloot in hare bewegingen zoo zeer te belemmeren, datzij geen schade kon toebrengen. Op 23 Juni slaagde een Russischeafdeeling er in om den beneden-Donau bij Galatz over te trekken.Het gros van het leger volgde eenige dagen later en trok bij eenveel hooger gelegen punt over de rivier, waarna zij de daar ge-legerde Turken op de vlucht dreven en binnen weinige dagen totTirnowa, een stad aan den voet van den Balkan gelegen, doordrongen.Van hier waagde de Russische generaal Gourko een stoutmoedigen tochtdoor het Balkan-gebergte , hij dreef de Turken overal terug, wistzich zelfs meester te maken van de uit een krijgskundig oogpunt zeergewichtige Schipka-pas, aan de Zuidzijde van het gebergte. Bij denDonau zelf waren de Russische wapenen eveneens voorspoedig; deTurken werden in het vlakke veld overal verdreven en moesten op16 Juli, na een voor hen ongelukkig gevecht, de vesting Nicopol aande Russell overgeven. Deze voorspoed bij het begin van den oorlogdeed de Russen hopen dat zij binnen korten tijd hun doel zouden be-

40

Page 612: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

(300

reiken. De overtocht van het Balkan-gebergte scheen Been moeielijk-heden meer op te leveren nu de legerafdeeling van Gourko reeds eender bergpassen had bezet. Ten noorden van den Balkan hadden de Russendoor de in bezitneming van verschillende plaatsen vasten voet gekregen.De bevolking der bezette streken verwelkomde hen als bevrijders, deTurksche ambtenaren en de meeste Mahomedanen hadden, bij de nade-ring der Russen, Bulgarije verlaten, de Christenbevolking die alleenachter gebleven was bewees den Russen alle mogelijke diensten. Zij leverdeverkenners en gidsen, terwijl de weerbare mannen de wapenen aangorddenom zich bij de Russen aan to sluiten. Deze omstandigheid en deschijubare machteloosheid der Turken hadden de Russische legerhoofdende maatregelen die bij de bezetting van een vijandelijk land door devoorzichtigheid zijn geboden , geheel doen verzuimen. Inmiddels be-gonnen de Turken, die hunne aangeboren traagheid eerst bij het aan-wezig zijn van dadelijk gevaar plegen ter zijde te leggen, aan ernstigentegenweer to denken. De troepen, die onder het bevel van SolimanPascha tegen de Montenegrijnen streden, werden teruggeroepen en naarden Balkan gezonden om Gourko's leger tegen te houden. Ten noordenvan den Balkan verzamelde Osman Pacha, op uitdrukkelijk bevel nitConstantinopel, een deel der zich daar bevindende Turksche troepen

Strijd bi,J131ewna. en bezette daarmede Plewna een stad ten zuiden van Nicopol gelegen.De Russen, die de bewegingen van Osman Pacha niet goed hadden waar-genomen en de krijgsmacht van den Turkschen bevelhebber veel zwak-ker achtten dan zij in werkelijkheid was, vielen hem in zijne stellingaan dock werden teruggedreven. De Turksche soldaten, in aanval deRussische aanvallers overtreffende , hadden achter ijlings opgeworpenaarden werken een zoo sterke verdedigingslijn weten in te nemen datde hardnekkige moed der Russen onmachtig bleek om hen daaruit toverjagen. Op 20 Juli leden de Russen weder een kleine nederlaagvoor Plewna, waarbij een paar regimenten geweldige verliezen aan man-schappen hadden te betreuren. Twaalf dagen later werd een algemeeneaanval ondernomen met meer dan dertig duizend man en honderd zestigvuurmonden. Op alle punten werden de Russen evenwel teruggeslagen.Niet alleen bleef Osman Pacha zijne stelling behouden , maar hij zoudezelfs indien hij, na den mislukten aanval, dadelijk self een aanval-lende houding had aangenomen en de door het ontzaggelijk verliesaan manschappen zeer verzwakte Russen tot aan den Donau hadyervolgd , vermoedelijk geheel Bulgarije binnen weinige dagen heb-

Page 613: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

601

ben kunnen herwinnen. Gelukkig voor de Russen dat zij met Turken tedoen hadden , die met ongeevenaarde doodsverachting zich verdedigen,maar die de volhardende krachtsinspanning voor het doorzetten vaneen aanvallenden oorlog schijnen te missen en gewoonlijk , wanneer hetdadelijke gevaar is geweken, het eerst aan rust denken.

Het duurde dan ook tot de laatste dagen van Augustus eer OsmanPacha een uitval deed, maar het Russische leger was toen weder ge-heel op adem gekomen, en dreef hem met groote verliezen terug.Een paar dagen na dit gevecht werd weder een nieuwe aanval opPlewna ondernomen. De Rumeniers waren inmiddels de Russische leger-macht komen versterken. Vorst Karel hoopte den tegenspoed der Rus-sische wapenen tot voordeel van zijn land te benutten door alle zijnebeschikbare krachten aan den Czaar, die zelf zich op het oorlogstooneelbeyond, aan te bieden, waarop deze hem tot opperbevelhebber van hetRussisch-Rumeensch leger voor Plewna benoemde. Maar ook de aldusversterkte legermacht bleek onvoldoende oin Plewna te veroveren.

De aanval, die vijf dagen duurde, 8-12 September, was evenvruchteloos als de vorige. De Rumeniers behaalden eenige voordeelenen de Russen namen, met ontzettend groot •erlies van soldaten, eender Turksche verschansingen in, doch konden die niet behouden. Erscheen niets anders over to blijven dan een geregeld beleg van destelling van Plewna. Be teleurstelling der Russen werd inmiddelswat getemperd door gunstige berichten van de Schipka-pas, waar Soli-man Pacha, na eenige buitenposten te hebben vermeesterd, een aanvalop de voornaamste versterkingen der Russen ondernam, die een week naden mislukten aanval der Russen op Plewna, geheel werd afgeslagen.

Nadat de Russen tot de overtuiging waren gekomen, dat het Turk-sche leger te Plewna zoolang het alleen verdedigend te werk ging,onverwinlijk was en slechts door insluiting kon worden gedwongen toteen uitval of tot overgave, werd de oude verdediger van Sebastopol,de beroemde vestingbouwkundige Todtleben, door den Czaar ontbodenom het belegeringswerk te leiden; er werd een versterkte kring omPlewna getrokken, waardoor het onmogelijk werd om levensmiddelenen krijgsbehoeften binnen het verschanste kamp der Turken te brengen.De beste en meest onverschrokken generaals van het Russische leger,Gourko en Skobeleff, werden op de gewichtigste posten geplaatst, aanhen gelukte het dan ook om eenige verschansingen der Turken teveroveren. In November waren de Russen zoo ver gevorderd, dat

Page 614: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

602

Plewna geheel en al afgesloten was van de buitenwereld. Nu begonspoedig binnen de vesting de honger te nijpen. In de laatste dagenvan November was de voorraad van levensmiddelen verbruikt, OsmanPacha, na nog een vergeefsche poging te hebben gedaan om zich doorde Russen heen te slaan, gaf zich onvoorwaardelijk met zijne geheelelegermacht over. Ongeveer veertig duizend Turken geraakten in krijgs-gevangenschap, zij werden naar Rumeniö gezonden maar kwamen daarmet zeer gedunde gelederen aan. De plotseling ingevallen zeer scherpewinterkoude was voor deze slecht gevoede en dun gekleede mannennog gevaarlijker dan de wapenen hunner vijanden. Daarbij waren er in hetuitgeplunderde land geen levensmiddelen meer voldoende om zoovelemannen te voeden. Zij stierven dan ook bij honderden. Op den wegvan Plewna naar Nicopol, dien de overblijvenden moesten inslaan,bezweken de meesten. Zij bleven zieltogend in de sneeuw liggen, totdatde dood of de muil der hongerige roofdieren aan hun lijden een eindemaakte. In de eerste dagen van December deed de Czaar zijn intochtbinnen Plewna en hield daarna een groote wapenschou wing. Den vol-genden dag verliet hij het leger om naar Petersburg terug te keeren.De veldtocht was door de overgave van Plewna beslist, de weg naarConstantinopel lag voor het zegevierend Russische leger open.

ICrijgsbedrijvenin Azie.

In Azie hadden de Russen, evenals in Europa, na aanvankelijk eenigevoordeelen te hebben behaald, met grooten tegenspoed te strijden gehad.Hunne legermacht aldaar was niet sterk en word daarenboven dooreen opstand in het Russisch grondgebied van den Kaukasus van zijneigenlijke taak afgetrokken. De Turken, die uit Constantinopel ver-sterking hadden ontvangen, trachtten door voortdurende troepenbewe-gingen, met vermijding van elken aanval, de Russen of te matten. Hunaanvoerder, Moukthar Pacha, versloeg ten slotte, 25 Juni, het Rus-sische leger, dat veel zwakker was dan het zijne, bij Zevin. De Russi-sche bevelhebber Loris Melikoff moest den terugtocht aanvaarden enhet beleg van de vesting Kars, die reeds door de Russen ingeslotenwas, weder opbreken. De Turken bezetten daarna weder alle plaatsenop hun grondgebied, die in de macht der Russen waren geweest. Voordezen was voor het oogenblik de kans om weder aanvallend op tetreden voorbij. Zij trokken zich binnen hunne landpalen terug enmoesten wachten op versterkingen. Eerst in het najaar, toen hunnelegermacht met versche troepen was aangevuld, konden de krijgsbe-

Page 615: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

603

drijven hervat worden. In October volgde een reeks gevechten, dieeindigde met een veldslag, 15 October, bij het Aladja-gebergte,waarin Moukthar Pacha het onderspit delfde. Zijne troepen werdenverstrooid, een deel zocht zijn heil in een wilde vlucht en een anderdeel werd door de Russen achterhaald en ingesloten. Brie legerafdee-lingen met zeven pacha's werden gevangen genomen en meer dandertig stukken geschut vielen in handen der Russen.

Deze nederlaag der Turken was voor den veldtocht beslissend. BeTurksche strijdmacht in Azie was zoo goed als vernietigd, de velemedestrijdenden, die niet tot het staande leger behoorden, verlietende gelederen en gingen naar hunne woonplaatsen terug. Moukthar Pachamet het overschot van zijne krijgsbenden week naar Erzerum. Kars,dat nu door de Russen voor de tweede maal werd ingesloten, hieldniet lang meer stand. Be bezetting scheen met lamheid geslagen, detijding van de rampen die het Turksche leger hadden getroffen en dezekerheid, dat nu geen hulp van buiten meer te verwachten was,doofden den moed der verdedigers geheel en al uit. Bij den eerstenstormaanval der Russen vielen alle versterkingen die de stad omring-den in hunne handen. De bezetting, in aantal even sterk als de belege-raars, werd gevangen genomen na aanzienlijke verliezen te hebben ge-leden, een groote voorraad van krijgstuig, waaronder dna honderd vuur-monden, ward buitgemaakt. Op 20 November deed Grootvorst Michaelzijn feestelijken intocht in de stad en nam die in naam van den Czaarin bezit. Be val van de door de bevolking van Aziatisch Turkije alsonneembaar beschouwde vesting was een der belangrijkste wapenfeiten indezen oorlog en veroorzaakte in Constantinopel een diepe verslagenheid.

Na de verovering van Plewna bleef de oorlogskans den Russen Einde van denoolog. svt:voortdurend gunstig. Zij hadden evenwel veel te lijden van den buiten- Sanr edfane anov.

gewoon kouden winter, die hen gedurende hunnen tocht door het Balkan-gebergte zijne hevigheid deed gevoelen en vele offers eischte. In deeerste dagen van het jaar 1878 werd de Turksche legermacht, die nogbij de Schipka-pas stond, geheel vernietigd; ongeveer twintig duizendmanschappen, onder bevel van den Turkschen generaal Wessel Pacha,moesten zich overgeven. Het overige deel der Turksche troepen werdverstrooid en moest een deal van zijn geschut in handen van denoverwinnaar laten. Geheel Europeesch Turkije lag thans weerloos voorde Russen open, Sofia, Philippopel en Adrianopel warden achtereen-volgens zonder veal strijd bezet. Van Turksche zijde werd nu can wapen-

Page 616: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

604

stilstand gevraagd, doch de Russen wilden daarvan niet weten, tenzijtegelijkertijd de voorloopige vredesvoorwaarden werden vastgesteld.Turkije wendde zich toen tot de eenige mogendheid van welke het nogiets verwachtte en riep Engelands tusschenkomst in; reeds was deEngelsche vloot in de zee van Marmora verschenen, blijkbaar om eenbezetting van Gallipoli en van Constantinopel door de Russen te beletten.

De Engelsche regeering verklaarde zich bereid om aan den wenschvan den Sultan te voldoen en bemiddelend op te treden. Zij vroegtegelijkertijd een buitengewoon crediet aan in het Parlement voor oorlogs-toerustingen , waardoor zij in de gelegenheid zoude zijn om, indiendit vereischt werd, kracht bij te zetten aan hare stappen. Lord Derby,die dit had afgeraden , nam hierop zijn ontslag als minister van Buiten-landsche Zaken en werd vervangen door lord Salisbury.

Rusland begreep, dat het onder deze omstandigheden het beste wasom Constantinopel, dat voor zijne troepen open lag, niet te bezetten,maar om veeleer te trachten zoo spoedig mogelijk met Turkije vrede tesluiten. Inderdaad kwam dan ook den :Pen Maart een voorloopige vredetot stand, die gesloten werd te San Stefano aan den Bosporus. Eenige dagenna de bekrachtiging bracht de grootvorst Nicolaas, de broeder van denCzaar en opperbevelhebber van het Russische leger, , een bezoek aan denSultan, die hem met veel luister in zijn paleis aan den Bosporus ontving.De beide vijanden schenen geheel verzoend en de vrede op het Balkan-schiereiland hersteld. Het bleek intusschen spoedig, zoodra de inhoudvan het verdrag van San Stefano bekend werd, dat Europa zich bijdeze beeindiging van den krijg niet zoude nederleggen en het rechtopeischte om de aan Turkije opgelegde vredesvoorwaarden te herzien.

Rusland had dit natuurlijk wel zien aankomen en ook zeer goedbegrepen dat het, indien de andere mogendheden het onderling eenswareu, in een wijziging van de gemaakte bepalingen zoude moetenberusten. Om dit zoo mogelijk te beletten, zond de Czaar Ignatiew, dendiplomaat, die den vrede van San Stefano had gesloten, dadelijk naarWeenen, teneinde de Oostenrijksche regeering over te halen om, zoudermedewerking der mogendheden, gezamenlijk den toestand op het Balkan-schiereiland te regelen. Rusland zoude het Oostelijke gedeelte en Oostenrijkhet Westelijke gedeelte onder zijnen onmiddellijken invloed nemen. KeizerFrans Jozef was evenwel voor een dergelijke overeenkomst niet tevinden en gaf tevens ondubbelzinnig te kennen, dat hij het door Rus-land met Turkije gesloten verdrag onaannemelijk achtte. Hij wilde zich

Page 617: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

605

van de mogendheden, die zich sinds den vrede van Parijs in 1856met de oplossing der Oostersche kwestie hadden bezig gehouden, nietafscheiden en evenmin zijne Hongaarsche onderdanen krenken, die zeerTurksch- althans stork anti-Russisch gezind, zich diep geergerd zou-den hebben indien hun koning zich had ingelaten met plannen omhet Turksche rijk met den Czaar te verdeelen. Oostenrijk stelde daaropvoor ora in een Europeesch Congres, te Berlijn bijeen te roepen, het ge-sloten verdrag te herzien, de Engelsche regeering verklaarde hiertoe tewillen medewerken onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat alle be-palingen van den gesloten vrede aan het Congres ter goedkeuring zoudenworden voorgelegd, en zouden kunnen worden afgekeurd of gewijzigd.De Russische minister van Buitenlandsche Zaken Gortschakow greepalle kunstmiddelen der diplomatic aan, om zich van doze voorwaardelos te maken; toen hij evenwel bespeurde dat Engeland ongezind was omtoe to geven en de zekerheid verkregen had dat een oorlog onver-mijdelijk zoude zijn, indien hij op zijn stuk bleef staan, sloot hij op30 Mei een overeenkomst met Lord Salisbury, waarbij de verschillendetwistpunten die in het verdrag voorkwamen in den zin der Engelscheregeering werden beslist en tevens haar recht werd erkend om nogandere zaken aan de bespreking van het Congres te onderwerpen. Nuwaren alle hinderpalen opgeruimd en kon op 13 Juni het Congres toBerlijn bijeen komen. Engeland sloot eenige dagen voor deze bijeen-komst eon verdrag met Turki,je, waarbij het bezit der Aziatische land-streken van Turkije die na den vrede aan den Sultan zouden overblijvendoor Engeland werd gewaarborgd, waartegenover Turkije aan Engeland heteiland Cyprus afstond. Dit verdrag werd echter geheim gehoudent ot de laat-ste dagen van het Congres, toen zijne openbaarmaking eene niet geringeverrassing aan velen der te Berlijn zijnde staatslieden bezorgde, die opeen dergelijk stout stuk der Engelsche regeering niet waren voorbereid.

Voor Bismarck was het eon aangename voldoening dat het Congreste Berlijn bijeenkwam. In 1814 waren de zaken van Europa to Weenen Congres van

geregeld, in 1856 de aangelegenheden in het Oosten na den Krimoorlog, Berlijn.

to Parijs; dat de mogendheden thans te Berlijn bijeenkwamen, kon alseen stilzwijgende erkenning gelden dat Duitsehland nu de eerste plaatsinnam onder de mogendheden van het vasteland. Aileen de grootemogendheden van Europa waren op het Congres vertegenwoordigd, be-nevens Turkije. Bismarck bekleedde het voorzitterschap , voor Ruslandverschenen Gortschakow on Schuwalow, voor Groot Brittannie Lord

Page 618: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

606

Beaconsfield en Lord Salisbury, voor Oostenrijk-Hongarije Andrassy,voor Frankrijk Waddington, voor Italie Corti, voor Turkije Karatheo-dory en Mehemet Ali. Het gewichtigste en tevens neteligste punt dataan de beslissing van het Congres werd onderworpen, was de herzieningvan de door Rusland aan Turkije opgelegde verdeeling van het Balkan-schiereiland. Rusland had bij den vrede van San Stefano voor Servia enMontenegro groote gebiedsuitbreiding bedongen. Rumenie, dat Ruslandzoo krachtig had bijgestaan in de dagen van gevaar, na de nederlagenbij Plewna, was door een eigenaardige toedracht van zaken er het slechtstafgekomen. Het had de eilanden aan de uitmonding van de Donauverkregen, waartegen het Bessarabia aan Rusland moest afstaan.Niet ten onrechte achtte het dit een zeer onvoordeeligen ruil.

Het was evenwel voor den Czaar een eerezaak om een landstreek,die Rusland bij den vrede van Parijs, in 1856, aan Turkije hadmoeten afstaan terug te erlangen; alles wat Rusland toen had moetenopofferen eischte het nu weder op en op dit punt kon van toegevengeen sprake zijn. In Bukarest was men hierover zeer verbolgen, maarvorst Karel, hoe diep ook gegriefd over deze Russische ondankbaarheid,kwam spoedig tot het inzicht dat verzet tegen de eischen van zijnmachtigen bondgenoot vruchteloos zoude wezen en dat het voor de toe-komst van zijn land geraden was om zich in het onvermijdelijke toschikken. Engeland, dat aanvankelijk Rumenie had gesteund, gaf zijnentegenstand op ter wille van grootere belangen , on de overige mogend-heden toonden niet de minste geneigdheid om voor de RumeenscheRegeering op te komen.

In het veroverde Turksch gebied had Rusland bij den vrede vanSan Stefano een nieuwen staat in het leven geroepen, Bulgarije, datonder het bestuur van een Christelijken vorst, niet tot een der regee-rende stamhuizen van de groote Europeesche landen behoorende, zoudeworden geplaatst, een eigen leger zoude bezitten , doch schatplichtigaan de Porte zoude blijven. Over Bosnia en Herzegowina was alleenbepaald, dat de vroegere voorstellen der mogendheden omtrent aldaarin te voeren bestuurshervormingen, na een nadere overeenkomst tus-schen de Porte en Rusland en Oostenrijk-Hongarije anderzijds, dadelijkzouden worden ingevoerd.

Daze gansche verdeeling van het Balkanschiereiland, tusschen Ruslanden Turkije te San Stefano reeds beklonken, werd op bet BerlijnscheCongres in hoofdtrekken behouden , doch zeer belangrijk gewijzigd wat

Page 619: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

607

de uitvoering betreft. Engeland en Oostenrijk waren de twee mogend-heden wier wenschen hierbij het meest vervuld werden. Italie had zichvoorgesteld dat de gelegenheid zich zoude voordoen om ook jets nitden Turkschen boedel te kapen, bijvoorbeeld Tunis, of wel dat Oos-tenrijk, nu het Bosnie en Herzegowina verkreeg, jets van zijne halfItaliaansche gewesten zoude willen afstaan. Toen de Italiaansche gevol-rnachtigde zag, dat dergelijke buiten de eigenlijke roeping van hetCongres liggende plannen nergens ondersteuning vonden, hield hijdie wijselijk voor zich en schaarde hij zich bij de vertegenwoordigers derwestersche mogendheden. Frankrijk bepaalde zich tot een zeer beschei-den rol, kwani vooral voor de belangen van Griekenland op, dat terelfder ure nog aan den oorlog tegen Turkije had deelgenomen ente Berlijn met schoone toezeggingen werd gepaaid , en werkte tot allesmede wat een vredelievende oplossing kon bevorderen.

Duitschland eindelijk vervulde de rol door de toenmalige dagblad-pers aangeduid als die van den eerlijken makelaar; het trachtte zooveelmogelijk de strijdende belangen te verzoenen , zonder Rusland te ont-zien, dat zich nog altijd in de vroegere beschermende verhoudingtegenover Pruisen dacht en derhalve zijne verstoordheid over de zelf-standige staatkunde van het Duitsche rijk niet altijd kon verbergen.

De landkaart van het Balkanschiereiland, die nit de handen derBerlijnsche onderhandelaars ten slotte te voorschijn kwam, toonde zeergroote afwijkingen van de bestaande. De veranderingen ten opzichtevan Rumenie hebben wij reeds vermeld. Bosnie en Herzegowina werdenonder het bestuur van Oostenrijk gesteld, nadat de Oostenrijksche ge-volmachtigde de noodzakelijkheid hiervan had betoogd en de Engelschegevolmachtigde dit had gesteund met de bewering, dat de verhoudingenin deze gewesten van dien aard waren dat de Porte niet in staat waser de orde te handhaven en dit alleen te verwachten was van een grootemogendheid. Niettegenstaande het verzet van de Turksche gezantenwerd Oostenrijk daarop door alle mogendheden met het bezetten vanBosniö en Herzegowina belast. De Oostenrijk-Hongaarsche regeeringwenschte dezen vorm, omdat zij zich zoodoende tegenover den tegenstandthen deze inbezitneming vooral bij hare Hongaarsche en Slavische onder-danen zoude ontmoeten, op een Europeesche lastgeving kon beroepen.Servie en Montenegro ontvingen voordeelige grensregelingen, maar seerafwijkende van die van het verdrag van San Stefano. Servie bleef vande zee afgesloten. Montenegro kreeg een haven aan de Adriatische zee,

Page 620: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

608

Antivari, die voor alle vreeinde schepen open moest worden gesteld,maar voor oorlogsschepen moest gesloten blijven, ook mocht het zelfgeen oorlogschepen bezitten. Het vorstendom Bulgarije werd op dezelfdegrondslagen als de door Rusland bedongene gevestigd , doch met veelkleiner grondgebied. De ten zuiden van den Balkan gelegen landenbleven onder de heerschappij van den Sultan, er werd aldaar een pro-vincie Oost-Rumelie gevormd, die deel bleef uitmaken van het Turkscherijk, maar met eenig zelfbestuur onder een christelijken gouverneur. InAzi8 verwierf Rusland een aanzienlijke uitbreiding van grondgebied.Ardahan Kars en Batum moesten door Turkije aan Rusland worden af-gestaan , laatstgenoemde stad beloofde Rusland tot vrijhaven te maken

Turkije verloor meer dan 2500 vierkante mijlen en drie en een halfmillioen onderdanen. Rusland kreeg in Europa en Azie te zamen eenvergrooting van 750 vierkante mijlen met een bevolking van een kleinmillioen. De overige verliezen van Turkije kwamen ten bate aan Servie,Montenegro, Rumenie en het nieuwe vorstendom Bulgarije.

Ten opzichte van Rumenie reeds door het verlies van Bessarabiezwaar getroffen, kwam in het verdrag nog een bepaling voor, die hetzeer onwelgevallig was, maar die in Europa algemeen werd toegejuicht.De Rumeensche grondwet onthield aan de Israelieten rechtsgelijkheidmet de Christenen. Het Berlijnsche verdrag maakte hieraan een eindedoor te bepalen, dat in Rumeniö in het vervolg niemand meer wegenszijn geloof het genot zijner burgerlijke en staatkundige rechten mochtmissen. Vorst Karel had met grooten tegenstand te kampen toen hijde grondwetswijziging, die door deze bepaling van het traktaat geeischtwerd, aan zijn parlement voorstelde. Hij had, voorziende dat de zaakniet spoedig tot een beslissing zoude komen, gehoopt de volledige onafhan-kelijkheid van Rumenie, die ook in het Berlijnsche traktaat was vastgesteld,reeds dadelijk te kunnen verkrijgen, maar de meeste mogendheden, en inde eerste plaats Duitschland, weigerden beslist om Rumenie als geheel onaf-hankelijk van Turkije te erkennen, indien niet vooraf de volkomen rechts-gelijkheid aan de Isralieten was verleend. Deze kwam eindelijk in October1879 tot stand, na lange onderhandelingen tusschen de regeering en detegenstribbelende vertegenwoordigende lichamen. In 1880 volgde hieropde erkenning van Rumenie als onafhankelijke staat door alle mogendheden.

Bulgarije kreeg tot vorst Prins Alexander van Battenberg, die aanhet Hessisehe vorstenhuis verwant was en ook vermaagschapt met denCzaar. In den zomer van 1879 aanvaardde hij zijne regeering en yes-

Page 621: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

609

tigde te Sofia, destijds nog een onaanzienlijk vlek, zijnen vorstelijkenzetel. Reeds bij zijne komst vond hij zich tegenover groote moeilijk-heden geplaatst; de Russen wilden Bulgarije geheel onder hunnen in-vloed houden en de vorst was gedwongen onophoudelijk bij den Czaarklachten in te dienen over de aanmatiging der Russische ambtenarendie hij in zijn land vond. Hij bezat niet de buigzaamheid van zijnenRumeenschen buurman en bleek volkomen ongeschikt om zich in zijnenmoeielijken toestand te voegen. Hij zag zich dan ook reeds na eenigejaren gedwongen om zijne kroon neder te leggeu.

De uitvoering der bepaling van het Berlijnsche verdrag ten opziehtevan Bosnie en Herzegowina berokkende aan Oostenrijk-Hongarije grooterbezwaren dan waarop het gerekend had. De bezetting dezer beide ge-westen door de Oostenrijksche troepen, die men te Weenen beschouwdeof wellicht voorwendde te beschouwen als eon vredelievende inbezit-neming, leidde tot eon bloedigen oorlog met de bevolking, waaraanook geregelde Turksche troepen, die zich nog in deze landstreken be-vonden, een levendig aandeel namen.

Philippovic, de bevelhebber der Oostenrijk-Hongaarsche troepen, trokin het laatst van Juli 1878 Bosnie binnen, na een proclamatie tehebben uitgevaardigd waarin hij de bewoners aankondigde dat hij hunden vrede bracht en hun verzocht zijne soldaten dan ook als vriendente ontvangen. Reeds eenige dagen later werd een afdeeling zijner ruiterijverraderlijk aangevallen en met groote verliezen teruggeslagen. Er volgdehierop een reeks van gevechten, de gansche bevolking hood eenpariggewapenden tegenstand, zoodat men zelfs te Weenen zich gedwongenzag om vier nieuwe legerafdeelingen te vormen. Eerst in October haddende Oostenrijkers hun doel bereikt en was de bezetting voltooid, dochniet dan met groot verlies van menschenlevens. De bewoners, die zichmet de wapenen hadden verzet, werden door de Oostenrijksche bevel-hebbers als opstandelingen beschouwd en als zoodanig behandeld. Deaanvoerders, die in hunne handen vielen, werden doodgeschoten ofopgeknoopt, de overigen vluchtten, toen elke tegenstand vruchtelooswas gebleken, op Servisch en Montenegrijnsch grondgebied , waar zij,nit vrees voor Oostenrijk, aangehouden en ontwapend werden. In hetgeheim hadden evenwel beide landen het verzet zooveel mogelijk aan-gevuurd, zij zagen dan ook met tegenzin en wantrouwen de vestigingvan den machtigen buurman in het Balkanschiereiland en bleven hunnehoop voor de toekomst op den Czaar stellen.

Page 622: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk

610

Het Berlijnsche Congres heeft een gewichtige verandering in hetstatenstelsel van Europa doen ontstaan, maar is ook, van een algemeenstaatkundig oogpunt bezien, een belangrijke gebeurtenis geweest. Desamenwerking der groote mogendheden voor de regeling der Euro-peesche aangelegenheden, die na den Duitsch,Franschen oorlog scheenverbroken te zijn, was weder hersteld. De onderlinge verhouding dermogendheden werd door het Congres eenigermate gewijzigd. Engelandhad er de grootste overwinning behaald, het had zijn aanzien in Europa,dat eenigermate gedaald was, weder glansrijk zien rijzen. Rusland hadveel gewonnen, man geraakte van de andere mogendheden min ofmeer afgezonderd, zelfs de goede verhouding met Duitschland bleekmerkbaar verkoeld. Oostenrijk, dat in de laatste twintig jaren inDuitschland en in Italie zijne macht en zijnen invloed had zien tanen,voelde zich door de gewichtige stelling die het in het Balkanschier-eiland had verworven, weder eenigszins in zijn vroeger aanzien hersteld,het vergat oude grieven en sloot zich nauwer bij Duitschland aan.Italie was teleurgesteld omdat het met leege handen uit Berlijn wasteruggekeerd, de Italianen gaven aan deze teleurstelling lucht doorluidruchtige betoogingen voor het zoogenaamde : Italia irridenta, waarbijde aan Oostenrijk behoorende landstreken, waar Italiaansch werd ge-sproken , voor Italie werden opgeeischt. De verhouding met Oostenrijkwerd dan ook in den eersten tijd na het Berlijnsch Congres meer ofmin gespannen. Frankrijk eindelijk had zijne plaats wider de grootemogendheden weder ingenomen en dit gedaan opeen kalme en waardigewijze, die een zeer gunstigen indruk maakte.

Wat Turkije betrof, , het land dat de ernstige verwikkelingen haddoen ontstaan waaruit deze nieuwe regeling was voortgekomen, konieder onbevooroordeeld toeschouwer, reeds nit de wijze waarop het teBerlijn word bejegend, opmaken dat zijn aanzien in Europa, sedert1856, toen het onder de bescherming der mogendheden werd geplaatst,zeer sterk was gedaald. Velen voorspelden dan ook toen reeds dat hetCongres van Berlijn de eerste stap zoude zijn op den weg die tot ge-heele ontbinding van de Ottomanische heerschappij zoude leiden.

EINDE VAN HET TWEEDE DEEL.

Page 623: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk
Page 624: GESCIEEIS A OE I - dbnl · d bfrt hrl. . eek wiik oo 1913. h ou . vrd b. prl dr drn dnbldn. (88 a. oosuk i. e sicig ee, ia.iaisce ee ei 886 1 oosuk ii. e si om uisca 860866 . 95 oosuk