Geschilderde glazen in Friese kerken

24
Geschilderde glazen in Friese kerken in het bijzonder uit de 18de eeuw Toen de schoolmeester van Scherpenzeel op verzoek van het Friesch Genootschap in 1857 de merkvzaardigheden van zijn woonplaats noteerde, schreef hij over de gebrandschilderde glazen in de kerk: 'Hoewel netjes geschilderd en in eenen nog goeden staat kan er dunkt mij geen bijzondere ophef van gemaakt worden. Voor de Goudasche doen ze zeer zeker onder'. 1) De meester van Scherpenzeel had gelijk. De glazen in zijn kerk en ook de airdere 18de-eeuwse kerkglazen ilr Friesland zijn, wat kvraliteit betreft, niet vergelijk- baar met de beroemde Goudse glazen. Toch verdienen ze, als laaste specimina van de in ons land eens zo bloeiende glasschilderkunst, onze aandacht. Vij kenr.ren in Friesland tegenwoordig nog een twaalftal kerken die in het bezit zijn van gebrandschilderde glazen. \flat ons rest is slechts een fractie van wat eenrnaal aanwezig was. Zeker 216, maar waarschijnlijk nog lneer Friese kerken waren versierd met deze glazen. Frag- nenten gekleurd middeleeuws glas, die bij opgravingen gevonden zijn, o.a. te Hoorn op Terschelling, maken duidelijk dat reed: voor de Reformatie sommige kerken geschilderde glazen bezaten. Over dergelijke glazen wordt op enkele plaatsen geschreven in het Stamboek z;an den Frieschen AdeL van jhr. M. de Haan I{ettema en mr. A. van Halmael, bijv. op bIz. 95 van deel II. Daar wordt een glas genoemd dat zich bevond in een der zuidvensters van de Grote Kerk te Sneek. Op dat glas waren de schenkers Jan van F{oytema en zlyt vrouw Bauck van Harinxma afgebeeld. t') S. ten Hoe.se Na de Reformatie zijn er in een groot aantal kerken glazen geplaatst. Nog in de 16de eeuw schonken de gewestelijke bestuurders van Friesland in elk geval aan een negenendertigtal Friese kerken een glas. Een van de eerste kerken die inet een glas vereerd werd was die van Sloten. De vijand had de kerk verr.rield. In 1582 vond de herbouw plaats en de stadhouder schonk toen zes daalders voor een nieuw geschilderd glas. t) Andere kerken die in de 16de eeuw een geschilderd glas kregen waren bijv. Leeu- warden (Jacobijner kerk, 1592;, Frane- ker, Harlingen, Jelsun (1595), Hasker- dijken, FIemelum, Oldeboorn, Oldela- mer, Sexbierum, Ter Idzerd, Beetgum (1596), Cornjum, Ypecolsga, Beetster- zwaag, Burum, Delfstrahuizen (1,597), Garijp, Indijk, Joure, Kollum, Spannum, Akkrum, Bolsward, Buitenpost (1598). 3) In de 17de eeuw werden in tenminste 154 lrerlren geschilderde glazen aange- bracht. \íe noemen als voorbeelden de kerken van Augustinusga (1609), Bergun.r (1638), Blessum (16s4), Blija (1631), Bolsward (1622), Bozum (1.627), Jowe (1646) en Makkum (t661).3) Uit dit lijstje wordt wel duidelijk dat glazen niet alleen vereerd werden aan nieuw- gebouwde, maar ook aan reeds lang be- staande kerken. De geschilderde giazen die nu nog aan- wezig zijn in twaalf Friese kerken da- teren alle uit de 18de eeuw. Er zijn ech- ter veel meer kerken geweest die in de 18de eeuw voorzien werden van deze glazen. Omdat veel kerkelijk archief- materiaal verloren is gegaan is het niet mogelijk een volledige lijst samen te stel- len van deze kerken. \íe1 is het n.roge- lijk de meeste te noemen: t21

Transcript of Geschilderde glazen in Friese kerken

Geschilderde glazen in Friese kerkenin het bijzonder uit de 18de eeuw

Toen de schoolmeester van Scherpenzeel

op verzoek van het Friesch Genootschapin 1857 de merkvzaardigheden van zijnwoonplaats noteerde, schreef hij over de

gebrandschilderde glazen in de kerk:'Hoewel netjes geschilderd en in eenen

nog goeden staat kan er dunkt mij geen

bijzondere ophef van gemaakt worden.Voor de Goudasche doen ze zeer zekeronder'. 1)

De meester van Scherpenzeel had gelijk.De glazen in zijn kerk en ook de airdere18de-eeuwse kerkglazen ilr Frieslandzijn, wat kvraliteit betreft, niet vergelijk-baar met de beroemde Goudse glazen.Toch verdienen ze, als laaste speciminavan de in ons land eens zo bloeiendeglasschilderkunst, onze aandacht.Vij kenr.ren in Friesland tegenwoordignog een twaalftal kerken die in het bezitzijn van gebrandschilderde glazen. \flatons rest is slechts een fractie van wateenrnaal aanwezig was. Zeker 216, maarwaarschijnlijk nog lneer Friese kerkenwaren versierd met deze glazen. Frag-nenten gekleurd middeleeuws glas, diebij opgravingen gevonden zijn, o.a. teHoorn op Terschelling, maken duidelijkdat reed: voor de Reformatie sommigekerken geschilderde glazen bezaten.Over dergelijke glazen wordt op enkeleplaatsen geschreven in het Stamboek z;anden Frieschen AdeL van jhr. M. de HaanI{ettema en mr. A. van Halmael, bijv. opbIz. 95 van deel II. Daar wordt een glasgenoemd dat zich bevond in een derzuidvensters van de Grote Kerk teSneek. Op dat glas waren de schenkers

Jan van F{oytema en zlyt vrouw Bauckvan Harinxma afgebeeld. t')

S. ten Hoe.se

Na de Reformatie zijn er in een grootaantal kerken glazen geplaatst. Nog inde 16de eeuw schonken de gewestelijkebestuurders van Friesland in elk gevalaan een negenendertigtal Friese kerkeneen glas. Een van de eerste kerken dieinet een glas vereerd werd was die vanSloten. De vijand had de kerk verr.rield.In 1582 vond de herbouw plaats en destadhouder schonk toen zes daaldersvoor een nieuw geschilderd glas. t)

Andere kerken die in de 16de eeuw een

geschilderd glas kregen waren bijv. Leeu-warden (Jacobijner kerk, 1592;, Frane-ker, Harlingen, Jelsun (1595), Hasker-dijken, FIemelum, Oldeboorn, Oldela-mer, Sexbierum, Ter Idzerd, Beetgum(1596), Cornjum, Ypecolsga, Beetster-zwaag, Burum, Delfstrahuizen (1,597),Garijp, Indijk, Joure, Kollum, Spannum,Akkrum, Bolsward, Buitenpost (1598). 3)

In de 17de eeuw werden in tenminste154 lrerlren geschilderde glazen aange-bracht. \íe noemen als voorbeelden dekerken van Augustinusga (1609), Bergun.r(1638), Blessum (16s4), Blija (1631),Bolsward (1622), Bozum (1.627), Jowe(1646) en Makkum (t661).3) Uit ditlijstje wordt wel duidelijk dat glazenniet alleen vereerd werden aan nieuw-gebouwde, maar ook aan reeds lang be-staande kerken.De geschilderde giazen die nu nog aan-wezig zijn in twaalf Friese kerken da-teren alle uit de 18de eeuw. Er zijn ech-ter veel meer kerken geweest die in de18de eeuw voorzien werden van dezeglazen. Omdat veel kerkelijk archief-materiaal verloren is gegaan is het nietmogelijk een volledige lijst samen te stel-len van deze kerken. \íe1 is het n.roge-

lijk de meeste te noemen:

t21

Plaatsen waar thans nog gebrandschilderde glazen aanwezig zijn: 1. Akkrurn, 2. Balk,3. Drachten, 4. Engwierum, 5. Goïngarijp, 6. Idaard, 7. Nijland (fragmenten), 8. Oudega (Sm.),9. Oudemirdum, 10. Scherpenzeel, 11. Suameer, 12. Surhuizum, 13. \íartena.

122

Akkrum - l76iAugsbuur - 1782Baard - 171.3

Balk - 1729Burum - 1784

Delfstrahuiz en - 1.721

Dokkum - 1763Dongjum - 1778Drachten - 1743Driesum - 171311755Echten - 17 57Eernewoude - 1795Engelum - 1775Engwierum - 1746Ferwoude - 1768Gersloot - 1735Goënga - 1758Goïngarijp - 171411770Hardegarrlp - 1712Heeg - 1,747

Hemrlk - 1.739

Holwerd - 1.778

Hommerts - 1743Idaard - 1.774

Jellum - 1201

Jubbega - 1714Langezwaag - 1.782

Leeuwarden (Jac. kerk) - 1727Lekkum - 1779Lemmer - 17L7Lippenhuizen - 1743Luxwolde - 1254Metslawier - 1278Mildam - 1.726

Molkwerum - 1769Nijehaske - 1772l.lijhuizum - 1721Oldeboorn - 1754Oostermeer (Doopsgez. kerk) - 1712Oosterwolde - 1735LJOSterzee - l/UÉ)Oudega (Sm.) - 1717Oudega (W.) - 1756Oudemirdum - 1790Oudeschoot - 1752Oudkerk - 1744Pingjum - 175911763Poppingawier - 17A6Rottevalle - 1724Sandfirden - 1.732

Scherpenzeel - 1788Sint-Johannesga - 1709

Sint-Nicolaasga - 1727Sneek - 17 l2l 1723 I 1735 I 17 61Staveren - 1744Suameer - 1,770

Surhuizum - 1734Tirns - 1700T jalbert - 1742Tjerkgaast - 1.7a3

Vartena - 1780\íesthem - 1709Vilnjeterp - 1779IJsbrechtum - 1735 I 17 39

Bovenstaande gegevens ontleenden wijaan enkele kleinere bronnen, maar voor-al aan verschillende stukken uit het ar-chief van de Staten van Friesland en dedaarmee verbonden colleges. 3) De jaar-tallen geven voor het merendeel niet hetjaar van vervaardiging; Ínààf het laarvan betaling weer.

Techniek')De grote 16de-eeuwse glazen, die we inNederland bijvoorbeeld vinden in Goudaen Amsterdam, werden samengesteld uitstukken glas van allerlei kleur en vorm,die waar dat nodig was beschilderd wer-den mer brandschilderverf (grisaille).'l?eliswaar konden de glasschilders metbehulp van chemische middelen bepaaldegedeelten van eenzelfde stuk glas ver-schillende kleuren geven, maar toch waseen venster als het ware een mozaïekvan in lood gevatte stukken gekleurdglas. De glazen die ons in Friesland nogresten zijn vervaardigd in een heel an-dere techniek. Ze ztln namelijk niet op-gebouwd uit stukken gekleurd glas, maaruit rechthoekige ongekleurde ruitjes.Hierop zijn schilderingen aangebracht ingrisaille en de kleuren zijn verkregendoor doorschijnende emailverven in tebranden. Deze techniek kwam in de 77deeeuw op en vond behalve in Frieslandvooral ingang in Noord-Holland.

Schenkers van de glazenDe meeste gebrandschilderde glazen zijnniet aangebracht op kosten van de kerk-besturen. Ze werden geschonken doorverschillende hoogwaardigheidsbekleders.

123

Ve zullen nog wel zien hoe deze herell

lieten blijken dat zl1 de milde gevers

waren,Over het algemeen werden glazen ge-

schonken door de Stadhouder, de Sta-ten van Friesland, Gedeputeerde Sta-

ten, de Staten in het Mindergetal,de leden van de Rekenkamer en de

Raden in het Hof van Friesland. Zijbetaalden hun bijdragen niet uit eigen

beurs, maar uit de openbare middelen'

Ook de Stadhouder betaalde zijn glazen

niet altijd zelf. In het register van be-

talingsordonnantiën van Gedeputeerde

Staten vinden we bij 5 september 1969:

'De kerkvoogden van den Dorpe Oppen-huysen tot betalinge van een glas wegens

syne Furstel. Drhlm in hare kerk gege-

ven 46 - ,, - ,,'.Ook de stadhoudersglazen in de Jaco-bijnerkerk te Leeuwarden werden uit de

landskas betaald:'In deliberaetie geleijt zijnde is goet ge-

vonden ende verstaen, dat de vier oude

glaesen tegenwoordich staende in het

io", ,rrt.t de Jacubijnster kercke vandaer

sullen worden geamoveert ende dat inplaets van selve vier nieuwe glaesen, ver-ciert met de naemen ende waepens van

de vier laeste stadthouders deser provin-tie, a1le gesprooten uijt het doorlh huijs

1. NIJLAND, twee ruitjes met roodbonte ossen; 17de eeuw'

van Nassauw, te weten van graeff \íi1-lem ende oude graeff Ernst ende graeffHendrick hoochloffelijcke gedachtenisse

ende van sijn. voorstel" gene prinse \lil-lem Frederick van Nassauw daerin we-

derom tot costen vant Lant sullen wor-den gestelt'.')Aanvankelijk werd per geval bekeken

hoeveel subsidie een kerk kon ontvangen

voor een glas. Een grote kerk (met grote

vensters) kon rekenen oP een grote bij-drage. Een klein kerkje ontving een klein

bediag. Zo schonken Gedeputeerde Sta-

t.r-r it-t 171.2 aan de voogden van cle

Martinikerk in Sneek 252 - 15 - ,, '*t-gens een gegeven glas in voor' kerck met

á. *up.,l, van haer Ed. Mo.'. De kerk-.,oogden van het kerkje van Siegerswou-

de ontvingen in 1617 slechts 18 -,, -,,voor een g1as.

Geleidelijk aan, vooral in de loop van de

18de eeuw, werd het gewoonte om elke

kerk voor een glas een vast bedrag tegeven, te weten zesendertig caroligul-àens. Er waren kerkvoogdijen die hier-

mee uitkonden, of zelfs geld overhielden'

Zo ontvingen de kerkvoogden van

Scherpenzeel in 1790 van de Staten, Ge-

deputeerden, Rekenmeesters en Raads-

h"i.t ,roo. vier glazen 1-44 car. guldens'

In hun rekenboek schreven zij:

124

'1,789, den 28 December betaald aanIJ. Staak te Zneek, de Zomrna van Eenhonderd en tien Caroliguldens en veer-tien stuivers Veegens het schilderen vanses Glasen in de Kerk volgens reeke-r-ringe en quitantie met no [9

Zegge 1,L0 - 14 -,,'. u)

Van het geld dat ze .van de vier collegesuit Leeuwarden kregen konden ze dusvier glazen laten maken en nog een glasvoor de grietman ril/iliem Anne vanFlaren en één met hun eigen wapens. Zehielden bovendien nog geld over.Er waren ook kerkvoogden die niet uit-konden met de subsidie. In Akkrum be-taalde men tn 1.762 aan Thomas Gong-grijp 444 car. guldens voor acht gla,zen.7) Dat is 55 - 10 - ,, per glas, ter-wi;'l men dus per glas maar 36 - ,, - ,,subsidie kreeg.Als men in een dorp de kerk wensre teversieren met een glas van een geweste-lijk bestuurs- of rechtscollege, dan dien-de men een nederig verzoek aan dezecolieges te doen. Dat kon mondelinggebeuren. Zo hebben in 1713 kerkvoogdArnold van Idsinga en ds. R. Bruyningvan Driesum na een reis naar Leeuwar-den 'de Hooge Collegiën deser provinciesollicitatie gedaan, om de glasen in denieuwe Kerk te mogen hebben uit's landscasse'. 8)

Men kon ook schriftelijk om een glasverzoeken. In het kerkeboek van \il/arte-

na sraar 'Den 28 April (1780) nog bet.aan J. Nieuwenhuis de zom van zeevenen twintig Car. Guld. wegens het schrij-ven en inleveren van vijf Requesten, a1s

een aan zijn Hoogheid, den Fleere Princevan Oranjen \íillem de vijfde, een aande Ed. mog. Heeren van het Minder-getal, een aan de Ed. mog. I{eerer-r Ge-deputeerden Staaten, een aan de Ed.mog. Fleeren van het Hof Provensiaai er-r

een aan de Ed. mog. Fleeren van deReekenkamer. ril/egens een prezent torhet bouwen van een nieuwe Kerk enToorn en het schilderen van de Vapensin de Glazen volgens Specificatie qui-tantie met No. 6'. ")Aanvankelijk was men in Leeuwardennogal gu1 met her seven van glazen.

2. OUDEGA (Sm.), allegorische voor-stelling van de Hoop (r,rouw met anker)op het glas van de Rekenmeesters; 1/17.

Verzoeken werden automatisch ingewil-Iigd. Zo kon het gebeuren dat een kerkverschillende keren achtereen door Ged.Staten van Friesland begiftigd werd meteen glas, bijv. Arum (1627 en 1636),Driesum (1638, 1,649, 1713). Hardega-rijp (1s99, 1646, 1,712), Jellum (t624 en1700), Jelsum (1595 en 1659) en Tirns(1.631 en 1700). Bij resolutie van 1.4

naart 1.743 maakten Ged. Staten daareen eind aan. Voortaan zouden al1een

nog maar glazen geschonken wordenvoor nieuwgebouwde kerken:'Is na deliberatie goedgevonden en ver-staan te arresteren, gelijk gearresteerdwordt bij clesen, dat geen ordonnantiënint toekomende meer geaccordeert en ge-slagen zullen worden tor ses en dartighCar. gls. voor vernieuwinge varr provin-ciale glasen in oude kerken, soo in desteeden als ten platten lande ir.r dedorpen, voormaals gegeven sijnde, maaralle diergelijke versoeken bij requeste tedeclineren en af te slaan, gelijk geschietbij desen'.'n)In 1.744 lichtten Gedeputeerde Staten dehand nog eenmaal met deze resolutie. Zijschonken de kerk van Staveren een glas,

1,25

l. SURHUIZUM, glas van Arent vanHaersn-ra cn Ansh.jen Doys; 1734.

omdat alle glazen in de kerk vernieldwaren door het springen van de kruit-moien.Behalve de hierboven genoemde colleges

waren er ook wel andere instanties ofpersonen die een geschilderd glas aan een

kerk schonken. Op verschillende plaatsentreffen we glazen aan die geschonkenzijn door de grietman: Oudega (verschil-lende leden van het geslacht Van FIaer-sma), Surhuizum (Arent van F{aersma),

Goëngarijp (Johan Vegelin van Claer-bergen), Suameer (Henricus \(/iardus vanAltena), Idaard (Cornelis van Schel-

126

tinga), Wartena (Idem), Scherpenzeel

1\íilLem Anne van Haren). Van de ver-dwenen glazen weten we dat er ook

verschillencle grietmansglazen onder wa-ren, bijv. in Augsbuur, Oldeboorn en

Surhuisterveen.Aanzienlijke particulieren schonken ook

we1 eens een glas. tWe vir-rden bijv. inSuarneer een glas voor Aulus van Sminia

en in Wartena voor Aurelia van Flaer-sma. Olcleboorn bezat vroeger glazen

voor R. en D. L. var-r Andringa.Er zljn ook verschillende glazen ver-vaardigd op kosten van meerdere Parti-culieren. Akkrum bezit een glas dat ge-

schonken is door de grietman' bijzittersen secretaris van Utingeradeel. De kerkvan Oldeboorn was ook versierd met

een dergelijk glas. In \flarns werd vroe-ger een glas aangetroffen dat geschonken

was door de procureurs, de procureur-fiscaal, de executeur en de klerk bij het

nedergerecht van Flemelumer Oldeferden Noorwolde. Verschillende keren ga-

ven predikanten, kerkeraadsleden, kerk-..oogà.r-t, organisten en gecommitteerden

tot de bouw van de kerk een bijdrage

voor een glas (bijv. in Heeg, Idaard,Lemmer, Oldeboorn, Pingjun-r, Scherpen-

zeel, \íartena). In Balk gaf de bouw-meester van de kerk een biidrage. HetFries Scheepvaartmuseum te Sneek be-

waart een glas uit een kerk uit VYm-britseradeel (Oudega), dat in 1756 ge-

schonken is door het bestuur van het

waterschap tWymbritseradeels cum an-

nexis Cor-rtributie Zeedijken.In verschillende steden werden aan de

kerker.r glazen geschonken door magi-

straat en vroedschap, bijv. in Leeuwar-den (Vester- en Grote kerk) en Dok-kum. 11) Van de Martinikerk te Sneek

is bekend dat deze versierd was met gla-

zen val1 verschillende gilden. t')

In 1597 schonken de meiers van de Fra-neker Bildtlanden een glas aan de kerkvan St. Jacobiparochie 'ter eere ende

memory van den lofftijcken stadt van

Franicker'. F{iermee was Franeker zo

verguld, dat de stad de zeven daaldersdie het glas had gekost aan de glasmaker

te Minnertsga betaalde. 13)

Er zullen meer dorpen, maar vooral ooksteden geweest zijn die van een andereplaats een glas kregen. In Hollalrd wasdat ook zo. Soms werd zo'n glas ge-geven ter ere r'an een heuglijk feit. Zo'ngave deden ook de Sraten van Frieslandwe1 eens, bijv. in 1605, toen de kerk vanSteenwijk en in 1618, toen de kerk valrDiever een glas kregen.

Wat is aígebeeld op de glazenWe mogen wel aannemen dat de schen-kers van geschilderde kerkglazen hungaven nie6 alleen gegeven hebben uitverlangen, Gods huis zo fraai en stijlvolmogelijk te versieren. Veeleer zullen hungiften geïnspireerd zijn door eerzucht.Zij hebben zichzelf in her kerkgebouwvereeuwigd willen zien. Daarom lietenze hun namen en tirels met hun wapensop de glazen aanbrengen.In de 16de en 17de eeuw zullen de wa-pens nog een onderdeel uitgemaakt heb-ben van de geschilderde glazen. Er moettoen nog ruimte geweest zijn voor bij-belse en andere voorstellingen. \íe werendit door een paar restanten en door be-schrijvingen van oude glazen. De enigerestanten geschilderd glas uit de 1,7deeeuw die zich nog in een kerk bevin-den, zijn de twee ruitjes met roodbonteossen die we in de kerk van Nijland aan-treffen (afb. 1). Ze hebben vroeger deeluitgemaakt van een groter geheel. Deossen duiden op de legende betreffendede kerkstichting.Andere 17de-eeuwse restanteil van kerk-glazen vinden we in het Fries Museum.F{et ztjn een aantal kleine scherfjes van1,642 'ait de kerk van F{uizum en eengroot aantal fragmenten van glazen uitde kerk van Finkega. De resranren uitbeide laatsre kerken zijn onderdelen vanwapenglazen. Die van Finkega hebbeneen beschildering van uitzonderlijk goe-de kwaliteit. De putti, leeuwekoppen envruchtfestoen en zijn veel beter r-ritge-voerd dan die op de l8de-eeuwse gla-zen. Govert Rients uit Steenwijk maaktein 1636 deze glazen voor de kerk vanFinkega.In de kerk van Donkerbroek was op

een 17de-eeuws glas de rechtspraak vanSalomo sreergegeven.t') It Surhuister-veen liet de schoenmaker-diaken FokkeGeerts op een kerkglas een schoenma-kerswinkel schilderen. ") Op de glazenin de kerk van Suawoude was, behalvevoor wapens, ook plaats voor een schil-dering van de Gerechtigheid, een af-beelding van de oude kerk en roren vanhet dorp en voor een portret, dat vol-gens overlevering dat van prins \x'ilIemI was.'o) In de kerk van Garijp warenop de glazen, behalve wapens van Kem-po \Wiarda en Sas van Uilenburgh, ooktal van voorsrellingen aangebraclit:'Bij het beschouwen van de geschilderde

4. SURHUIZUM, detail van het glasr.an Arenr van H:crsma cn Anskjen Doysu,ir l,734: de Voorzie hri:heid. r oorqestelddoor een \ rouw mer spicgel e n sl.rrrqen.

1,27

128

5.DRACHTEN,glasr.an<leRadenvanhelhoi;-l243.Naasthetlinlrerl.apendeGercchtigheid (zs,aarcl .,., o.""g,.houïi,ï;;,;'1,;;;;À;;; à; voorz.ichtisheid (slang, spiegel cn boek)

glazen in de kerk moest \íiebe erken-nen nooit iets fraaijers van dien a,rrd tehebben gezren. Alles kwam hem vooreven net en uitvoerig te z11n behandelden hij wist niet wat hij het meesr moestbewonderen; óf den zeeslag tusschennegentien Nederlandsche en acht-en-twintig vreemde schepen en het beschie-ten van een fort in het eerste raam; ólde eerste regtspraak van Salomo in hettweecie, waar vooral de schoon gepen-seelde mans- en vrouwen-beeldenen deschitterende kleuren der kleeding in hetoog liepen; óf den ridder te paard, den-kelijk een der Vorsten uit het huis vanOranje voorstellende, aan het eind derkerk tegenover den ingang; óf eindeliikden Aposrel Petrus, eerwaardig door zijirgelaat en langen baard, in zijnen zcrelmet twee sleutels boven zijn hoofd entwee personen, benevens engelen entwee muzijkboeken aan zilne zijden, inhet raam ean den regterkanl van deirpredikstoel'. tt)

Met deze voorstellingen is het in delBde eeuw praktisch voorgoed uir. Dekerkglazen verworden dan geheel totwapenglazen. \fle kennen uit deze eeuwslechts drie gevallen dat het kerkbestuureen voorstelling op de glazen laat aan-brengen. Allereerst in Oldeboorn. L-rhet archief van de kerkvoogdij is de re-kening bewaard gebleven die ype Siaakin L756 indiende voor het maken vantien glazen. Uit deze rekening blijkt dathij op het glar mer de wapens van dckerkeraadsleden en met het dorpswapenook een gezicht op het dorp Oldeboornschilderde.Voorstellingen sronden er ook op de gla-zen in de vermaning van de Doopsge-zinden op her \Titveen onder Ooster-meer. Van Sminia schrijft daarover dater 'nog een geschilderd glasraam was, ophetwelk men de maagd Maria had afge-beeld met geopenden Bijbel voor ziih,terwijl een Engel aan hare linkerzijde uiteen wolkkolom nederdaalt, om haar deaanstaande geboorte van het kind Jezuste verkondigen en dat er op onder-scheidene glasruiten dichtregelen ston-den, doorgaans op bijbelplaatsen betrek-

king hebbende, mer onder ieder stukjehet jaartal 1.71.2, ztlnde dat der stichtingof vernieuwing van deze kerk'. t8)

In Oudega (Sm.) is op een raam een alle-gorische voorstelling aangebracht: eentussen draperieën en zuilen zittendevrouwenfiguur mer een anker symboli-seert de hoop.Alle glazen die ons nu nog resten zijnzoals gezegd wapenglazen. Er zijn erveel met één groor v/apen en enkele metmeerdere kleine wapentjes. De oudsteglazcn zljn die van 1,717 in de kerk var-rOudega (Sm.). Hier zijn in de glazenvan de gewestelijke colleges de wapensgeschilderd van de onderscheiden ledenvan die colleges. In alle andere glazen,die geschonken ztln door de Staten, Ge-deputeerde Sraten, Mindergetal, Reken-meesters en het Hof is slechts het wapenvan Friesland aangebrachr. In Drachtenen Surhuizum is naast het Friese wapenclit wapen nog eens in spiegelbeeld weer-gegeven. In Engwierum is naast hetFriese wapen dat van de stadhouder ge-plaatsr. Deze glazen vertonen met dievan grietmannen en andere glazen metéén of twee grote wapens een identiekeopbouw: in de bovenste helft van hetglas het wapen of de twee wapens, ge-dekt door een kroon of helmteken enin de onderste helft een cartouche metopschrift.Verschillen russen de glazen zijn er prak-tisch alleen in de versiering rond hetwapen. Op de eenvoudigste glazen be-staat deze versiering slechts uit acan-thusloof of uit enkele attributen, bijv.pieken, vaandels, trommels, kanonslo-pen, laadstokken etc. op een glas vanGedeputeerde Staren of de sradhouder,of uit roede, zwaard en weegschaal opeen glas van het Hof. De wat rijkcr ge-decoreerde glazen hebben dikwijls aanweerszijden van de wapens liggende ofklimmende leeuwen of andere wapen-dragers (bijv. eenhoorns in .J/artena).

Sommige glazen zijn in plaats van merleeuwen (of ook nog wel daarnaasr) ver-sierd met vrouwenfiguren, die verschil-lende deugden of begrippen personifi-eren, zoals bijv. gerechtigheid, voorzich-

1,29

6. AKKRUM, het glas I'an stadhouclerVillem Y: t762.

TEN Of STAATEN, FRIESLAND Of

FRIESLANDT' Op enkele plaatsen wer-

den boven of ondór op de glazen kleine

versieringen aangebracht, zoals Puttimet een lauwe.k."ttt (Engwierum, Sua-

meer), vruchtfestoenen (bijv' Drachten)

of een baldakijn (Akkrum)'Op de glazcn met meerdere kleine wa-

p.n, *t.-t meestal helemaal geen ruimte

ïoor versieringen. Er werd dan rond de

wapens slechis eenvoudig geschilderd

acaïthusloof aangebracht. Verschillendeplaatselijke grootheden, die zich met een

i"p..t op zo'n raam wilden laten ver-

eeuwigen, hadden geen waPen en moes-

,..r "i voor de gelegenheid een laten

maken. Vaak werd het dan eer' zgn'

sprekend wapen. Op een glas in Scher-

p^.nr..l zrjnien paar lraate exemplaren

t" ,i.n, bijr,. dat ia.l ds. Petrus van dertWenden, ái. -"t Antie Jans Giastra ge-

huwd was gev/eest. Hij liet tn z4n wa-

pen ter ttt d.tidittg van zlin -ambt een

ooeneeslasen biibel en een herdersstal

,rnUi.ngá. en als uitbeelding van zijn

naam en die van wijlen zijn vrouw een

wiel, een glas en een ster' In Vartenazien we in h.t w"p"tt van Sybren Uiltjes

Visker twee vissen. De bouwmeester van

de kerk in Balk, mr. Roelof Saegman,

liet op een glas in de kerk een waPen

schilderen met daarin o.a' een z^ag'

Dasser, winkelhaak en troffel'Van kleur in de glazen werd dt ene

keer meer gebruik gemaakt dan de an-

dere. Er zijn verschillende glazen die op

het wapen na kleurloos zijn, bijv' inScherpenzeel en ook in Surhuisterveen,

waar -zelfs

de vrouwenfiguren slechts ingrisaille zijn uitgevoerd. Andere glazen,

Ë;1". ai" te Drachten, zijn veel kleur-rijker.

tigheicl, trouw, liefde, vrede, oorlog,hJndei, landbouw, wetenschap. Er is wel

beweerd dat deze figuren geïnspireerd

z11n op die waarmee de atias van Fries-

land van Schotanus/Halma uit 1718 ver-

sierd is door Jan en CasPar LuYken'Het is niet onmogelijk, maar zeker is

het ook niet. In elk geval is geen der

vrouwenfiguren die we oP de Friese

glat"n ra.tir"ffen klakkeloos gekopiëerd

uit de atlas.In de stadhoudersglazen is rond het

wapen meestal het teken van de Orde.r"r-r d. Kouseband geschilderd met het

opschrift 'Honi soit qui mal y pense''

d. .".torr.hes met opschriften hebben

meestal een on-rlijsting in slappe barok-

ke of rocaille vormen' Het is wel aardig

om te zien dat men de sPelling van de

woorden van het opschrift aanpaste aan

de ruimte binnen de cartouche' A1 naar

gelang de beschikbare ruimte schreef

L." Li;". HEREN of HEEREN, sTA-

130

Glasschilders

Er zijn in de 16de en 17de eeuw inFriesland talloze glasschilders of glas-schrijvers werkzaam geweest. Ze wáon-den vooral in Leeuwarden en Sneek,maar ook wel in andere plaatsen alsFraneker, Bolsward, Dokkum, Joure,rWolvega, Kollum en Berlikum.Over deze kunstenaars is in archivaliarelatief nog vrij veel genealogisch ma-teriaal voorhanden, maar omdar vanhen geen werk bewaard is gebleven zul-len wij hier verder niet over hen schrij-ven,De namen van de laatste beoefenarenvan de glasschilderskunsr, die in de lBdeeeuw leefden en van wie wij nog werkbezitten, zijn niet onbekend. Her zijnde gebroeders Jurjen en yp. Staaken. Thomas en Tjalling Gonggiijp, allenafkomstig van Sneek. FIun Êekend-heid zal wel voortvloeien uit het feitdar zij de door hen gemaakte glazensigneerden.De glazen te Akkrum zijn vervaardigddoor de Gonggrijps. De andere Frieieglazen worden steeds toegeschreven aande gebroeders Staak. Deze toeschrijvingis echter nier voor alle glazen iuist. DËsamensteller van de voorlopige monu-mentenlijst ging zo ver, dat hij ten on-rechte beweerde dat de glazen te Oudega(Sm.) de namen van de gebroeders Staakdroegen. De glazen te Oudega (Sm.) enook het glas te Balk zijn niet van hunhand. De glazen in beide kerken zijnongesigneerd en duidelijk uitgevoerd ineen andere stijl dan de wel door deStaaken gesigneerde. Bovendien wordtnog wel extra duidelijk dar. zij de gla-zen niet maakren, als we de vervaardi-gingsjaarrallen van de glazen van Oude-ga (Sm.) (1717) en het glas van Balk(1729) vergelijken met de geboortedatavan Ype Staak (1717) en Jurjen Staak(1720). Het valt nier aan te nemen datzrj aIs zuigeling of als kind reeds instaat waren de glasschilderkunsr te be-oefenen. Misschien hebben ze wel dejongere onderdelen van het Van F{aer-smaglas te Oudega vervaardigd.

FIet is ons niet gelukt te ontdekken wiewel de hierboven genoemde glazen ver-vaardigden. Het kerkvoogdijarchief vanBalk gaat niet terug rot L729 en kerk-voogdijrekeningen van Oudega, die be-waard worden in het gemeentearchiefvan Smallingerland, geven wel aanwij-zingen dat tn 1.71.7 de glazen zijn aange-bracht, maar vermelden niet wje zemaakte.

StaahDe glasschilder Ype Ulbes Staak werd op19 maart 171.7 te Sneek gedoopr en zijnbroer Jurjen Ulbes Staak op 8 februari1720, eveneens te Sneek. FIun vaderUlbe Jurjens was wolkammer en execu-teur te Sneek en hun grootvader JurjenMichiels was er schoenmaker. FIun over-grootvader ds. Michaë1 Georgiï Staakwas predikant te IJsbrechtum, maardiens vader Jurjen Michiels woondeweer te Sneek en was daar koper-slager.Verschillende leden van het geslachtStaak hebben functies bekleed in hetstadsbestuur van Sneek. In een hiernanog te noemen advertentie in deLeeuwarder Courant van L6 augustus1758 schrijft Ype Staak dat de glasschil-derkunst reeds meer dan honderd jaardoor zijn familie is beoefend. Ten on-rechte is verschillende keren beweerddat dat de familie Staak was. ype enJurjen Staak zijn glasschilder gewordendoor hun familie van moederszijde.Op 15 oktober 16a2 wordt in Sneek Ja-cob Binnerts gedoopt. A1s hij volwassenis noemr hij zich'Mr. glaesmaker' en hijwoont Achter de Broeren. Zijn zoonYpe Jacobs wordt op 16 apr1l 1645 inSneek gedoopt en is later ook glasmakerAchter de Broeren. Zijn vrouw is AntjePieters. Ztjn dochter Tyrje ypes (ge-doopt te Sneek op 7 december 1681f isde moeder van Ype en Jurjen Staak. Inhet rekeningboek van de kerkvoogdijvarr Flardegarijp staan de volgende pos-

171,2 Den 25 Junius aan Ar-rtje Pyttersvolgens quitantie no 1.4 van deglasen te backen 1 1O - ,, - ,,.

131

171.2 Den 15 Octobris t712 aan AntlePytters wed. van YPe Jacobs totSneek betaalt van de gebacken gla-

sen aan de n(ieuwe) kerk 50 - 1 - ,,'

Blijkbaar heeft dus Antje Pieters na de

dood van haar man het glasschildersbe-drijf voortgezer. en ziin later haar klein-zoons Ype en Jurjen Staak in de zaak

gestapt. Hier pleit ook voor dat Ype iniaos- overlijdt in zíjn huis Achter de

Broeren, dezelf de straat waarin zilnovergrootvader Jacob Binnerts in 1630

al wioonde en het glasschildersbedrijfuitoefende.Hebben Ype en Jurjen samen de zaak

7. SUAMEER, tekening van het gLas methet wapen van Aulus van Snrinia: ITTa Dezc

tckeniÁg berust irij het Fries Museunr'

gedreven? Het is moeilijk te zeggen' Op

á" glrz.tt van Surhuizum staat alleen de

naam van Ype. In Drachten staat oP

twee glazen de naam van Jurjen en oP

.*". ái. van Ype. OP een glas in Eng-

wierum staar-r beider namen. De glazen

van Engwierum zijn sterk gerestaureercl

en ten d.1. g"t..o.tstrueerd' In het re-

keningboek van de kerkvoogdij van

Zuider-Drachten staat bt 1744 een post

van 150 car. guldens, alleen betaald aan

jurjen. In het rekeningboek van Lippen-"h,rize.r

staat bij 1745 van een bedrag van

71.-7 -,, car. guld. ook alleen betaald

aan Jurjen. In de boeken van IJsbrech-

lum-worden in 1735 en 1,739 betalingen

verantwoord aan YPe en in 1743 aan

Jurjen. rs; De kerk van Oudkerk be-

taaÍt Jnrj.tt in 1,741 voor geschilderde

slazen 208 gulden.'iurjen Staak stierf op 6 mei 1747 re

3,r..k op 27-iarige leeftijd' Zijn we-duwe

Doetje Ó.rtr.he.s Posthumus bleef ach-

ter met twee dochtertjes. Ype was nu

nog de enige glasschilder in Friesland'

Prà'ktisch alle opdrachten om glazen te

maken vielen hem voortaan toe' Hij zal

het dus wel druk gehad hebben' Noch-tans vond hij ook tijd om zich te wij-den aan het algemeen (of toch eigen?)

belang. Hij diende de stad Sneek n1'

achteieenvolgens a1s stadsbouwmeester'

schepen en burgemeester. Misschien

-"rL,. hij uit vrijetijdsbesteding wel

schilderijen. Het Fries Scheepvaartmu-

seum bezit van ztjn hand een olieverí

uit 1250, voorstellende de verloocheningvan Petrus.Over de wijze waarop Ype Staak zijr-r

zaken regelde en zijn bedrijf uitoefende*"t.n *ij eigenlijk niets. Van de prij-zen die hij berekende komen wij iets te

weten uit de ene rekening die er van

hem bewaard is gebleven in Oldeboorn'Hieruit blijkt dat hij zich niet per ;[-zonderliik glas liet betalen, maar per

voet geschilderd glas en dat hij Per voet

twaalf stuivers rekende.Er z1jn, zoals hiervoor reeds bleek, in de

1Sde eeuw zeer veel geschilderde glazen

vervaardigd, maar aan het eind van de

eeuw begint de afkeer voor wapens en

t32

dus ook voor ï/apenglazen zich re ma-nifesteren. FIet vrordt in de werkplaatsvan Ype Staak minder druk. In deLeeuwarder Courant van 23 juli 1794plaatst hij nog een adverrentie:''Wie geneegen is om het Glasschilderente leeren, mits de Tekenkonst veÍstaan-de, kan zig in Persoon adreseeren aande Burgemeester Y. Staak te Sneek bin-ncn 4 \7eeken, die in billyke Conditienwil handelen'. Een leerling en opvolgerzal zrch wel niet hebben aangemeld,Op 1,2 mei 1808 overleed Ype Staak teSneek kinderloos. De inventaris van zi.jnbezittingen werd toen opgemaakt en isbewaard gebleven. ']o) Alleen op de zo1-der, zo blijkt, lag nog war glasgoed enschildersgereedschap. Ype Staak oefendedus in 1B0B zijn beroep niet meer r:it endat is ook niet verwonderlijk, als we deleeftijd waarop hij overleed in aanmer-king nemcn: eenennegentig iaar.

GonggrijpIn de Leeuwarder Courant van 29 juli1758 verscheen deze advertentie: 'Tho-mas Gongryp, Meester Schilder in Sneeken Broeder berigten: Dat de bijna uit-gestorven Glas Schilder- en Brandkundedoor FIen niet alleen in die vorige GraadFlerstelt is, maar datze zelfs eene vo1-maakter Kleur hebben verkregen, danwel voortyds hier in Friesland is bekendgeweest; gelyk zulks gezien kan wordeÍrbij de Konst-Schilders R. Keyert en R.Jelgerhuis te Leeuwarden en mede byF. van der Elst Te Dockum. Alwaaromde gemelde Broeders zig in de gunsrevan allen en ieder lanbeveelen en be-zonder aan de F{eeren Regenten vanKerken en Godshuizen'.Oneerlijke concurrenrie, zal Ype Staakgedacht hebben en in de krant van 16augustus 1758 plaatste hij ook een ad-vertentie:'Ype Staak, Meester Schilder te Sneek,doet by dezen aan een ieder verwittigen,ten einde niemand door de Bekentma-kingen van Thomas Gongryp en Broe-der mogte worden misleid, dat de al-oude Glas-Schilder- en Brantkunst byzyne Voor-ouders verre over de FIon-

dert, en by hem reeds al over TwintigJaren agter elkanderen zynde geëxer-ceert, als nog gecontinueert, weshalvenzyn Persoon by dezen verders in degunst van elk recommandeert, met be-lofte van by aanhoudentheit op 't ci-vielste te zullen behandelen, kunnendedesselfs tVerk bezien worden aan deI(erke-glazen van Stavoren, EngwierumOldeschoot, Dragten, Oldeboorn, Heeg,Oudega, Egcen en meer andere Kerkencn Huizcn, zoo buiten als binnen dezeProvincie'.Vie waren de Gonggri.jps, die deze lBde-eeuwse concurrentiestrijd veroorzaak-ten? Thomas Gonggrijp werd op 2 juli1730 te Sneek geboren en zijn broerTjalling op 9 november 1.736, eveneenste Sneek. 211 waren zonen van Herma-nus Gonggrijp, schepen van Sneek. Tho-mas heeft geleefd tot 1814. Hij was lic'l

van de vroedschap van Sneek en ver-schillende keren stadsbouwmeester. Tjal-ling overleed in 1.823. Hij was achter-eenvolgens lid van het gerecht vanSneek, vroedschap en later lid van degemeenteraad.Van Thomas bewaart het Fries Scheep-vaartmuser-lm een handschrift dt 1751.,

getiteld 'Yournaal Van de Reyese na endoor Brabant en 't graafschap Naamendoor Tomas Gonggryp, schilder'. Hoe-wel hij zich parmantig schilder noemt,doen de illustraties van zijn hand in ditjournaal hem niet kennen als een grootkunstenaar. In de inleiding van zijnreisverslag schrijft hij, leerling geweesrte zijn van Rienk Keyert te Leeuwarden.Enkele persoonlijke gegevens over Tho-mas Gonggrijp vinden we iu een comp-toiralmanak van 1761, die door hemvan handschriftelijke aantekeningen is

voorzien en die zich bevindt in de biblio-theek van het Rijksarchief. Aangaandezijn zakelijke activiteiren bevat hetboekje ook enkele kleine gegevens, bijv.over werk in Akkrun.r en Pingjum. Be-treffende Akkrum citeren we:'het laaste glas van tot de Ackrumer kerkvan F. Halma ontvangen den 12 Nov.1761, en beloofd mij een werk over deGlaskunst te bezorgen. - Den 11 Decem-

133

museum in de vorm van oude fragmen-

tjes gebrandschilderd 91as, waarop o.a.

gegraveerd is 'van I A" 1599 / binnen /Sneek I en door Tomas GonggrijP

Meester / glasschilder tot Sneek / om syn

oudheit / bewaard I 178L / in een huis

aen de Bottermerk / geseeten tot 1760'.

In het museum is ook een klein gebrand-

schilderd glas met een voorstelling vaneen zeeslag in grisaille, bruin en rood en

met het opschrift 'Tjalling Gonggrijpfecit in Sneek, 1720'.Tot nu toe valt slechts aan te tonen dat

Thomas en Tjalling Gonggrijp werktenaan glazen in de kerken van Akkrumen Pingjum. In 1.784 reisden de kerk-voogden van Zweins naar hen toe' maar

uit de kerkvoogdijrekening blijkt nietdat de broeders glazen voor de kerkleverden. ") Misschien worden door ar-chiefonderzoek nog eens enkele kerken

gevonden waarvoor zij werkten. Tochgelorre.t wij niet dat er veel van deze

L.rk.t-t ontdekt zullen worden. Ve heb-

ben de indruk dat de Gor-rggrijps niet

veel glazen vervaardigd hebben en dat

zij de positie van Ype Staak niet hebben

kunnen ondergraven.

8. IDAARD, glas van de Raden inhet Hof ; !774. Onder het wapen de

attributen van vrouwe Justitia: roede,zwaard en weegschaal.

ber begonnen te teekenen; L762, Den 2

Maart voleind. - Den 4 dito gebrant19 ruim groot, 6 korf turf. - 1.762, Den14 April het glas aan Flalma gesondenheel en gaaf.'Thomas Gor-rggrijp schildercle het portretvan ziin zuster Jetske. Het hangt nu inhet Fries Scheepvaartmuseum. Hetdraagt in cle rechter bovenhoek het op-schrift 'Tomas Gonggrijp fecit, Aetat.XIX, Anno 1749, No 1'. Een andereherinnering bewaart het bovengenoemde

134

Bewaard gebleven glazen

A. In kerken

1717 - Owdega (Sm.) - Vijf glazen, ma-ker onbekend (afb. 2).Schenkers: Gedeputeerde Staten, Statenin het Mindergetal, Rekenmeesrers, Ra-der-r in het Hof van Friesland en iedenvan het geslacht Van Flaersma. Op deglazen z1n de wapens van de onder-scheiden leden van de colleges en vancle Van Ffaersma's aangebracht binnenomlijstir.rgen in grisaille. Alle glazen zijngedateerd 1,717, maar het Van Ffaersna-glas heefr toevoegingen uit 1735, 1.758en 1.776. Op het glas van de Rekenkameris in grisailie de Hoop weergegeven. Deglazen verkeren iu een ernstige staat vanverval en de opschriften zijn op veelplaatsen onleesbaar geworden.

1729 - BaLb.bekend.

Eén glas, maker on,

Behalve het wapen van Friesland zijn dewapens afgebeeld van Flans Claeses enPoppe Jans, gecommitteerclen tor debouw van de Balkster kerk en vanRoelof Saegman, de bouwmeesrer. Degekleurde wapens zijn omgeven door or,namentwerk in grisaille, dat erg ver-vaagd is. Met moeite zijn in de versieringenige putti te herkennen. Het glas lijktte zijn samengesteld uit onderdelen var.rmeerdere glazen. Restauratie vond plaarsin 1941. Niettemin is de toestand deplo-rabel.

1734 - Surhuizum. - Drie glazen, ypeStaak (afb. 3 en 4).Op het glas van de Rekenmeesrers wor-den de twee toegewende, gekroonde wa-pens van Friesland geflankeerd door deLandbouw (vrouwenfiguur met koren-schoof en koe) en Vetenschap (vrouwen-figuur aan een tafel met boeken). Ophet glas van Gedeputeerde Staten worlden de wapens geflankeerd door de Een-dracht[?] (vrouwenfiguur mer pijlenbun-dei en wapenschild) en de Oorlog[?](vrouwenfiguur met harnas en zwaard).De wapens van Arent van Flaersma en

Anskjen Doys op het derde glas wor-den omgeven door de Krijg (mannen-figuur met speer en Medusa-schild) ende Voorzichtigheid (vrouwenfiguur n.retslangen en spiegel).Ror-rd cle gekleurde y/apens en de car-touches met de opschriften zijn in grisail-le versieringen aangebracht in de vormvan vruchtfesroenen, putti, halfwezens,krijgsattributen en zeemonsters. De es-thetische kwaliteit der glazen ligt hogerdar-r die der latere glazen van de ge-broeders Staak. Bepaalde elementen in deversiering van de glazen komen laterniet meer voor. Is in Surhuizum mis-schien gewerkt naar oudere voorbeeldenvan een leermeester?De toestand van de glazen is goed. Res-tauratie vond plaats tn 1,939 door Jarig

9. \(/ARTENA, het elas vands-' J. H. Nieuwold, kerkvoogd SijbrenUltjes Visker en zijn vrouw cn HêndrikBartels Idzerda, schoolmeester te Grouwen rnedekerkr.oosd van Vartena; 1280.

135

Haasdijk. In 1833 waren, behalve de

hier genoemde glazen, ook nog die aan-wezig van de Staten van Friesland er-r

de Raden in het Hof. e')

1743 - Drachten - Yier glazen, Ype en

Jurjen Staak (afb. 5).Alle glazen zijn versierd met de toe-gewende, gekroonde s/apens van Fries-land. De wapens worden op het glas

van het Mindergetal geflankeerd doorleeuwen en op de andere glazen doorvrouwenfiguren. Op dat van Gedepu-teerde Staten zien we de Vrede metzeven pijlen in een bundel en een hoedop een staak en de Oorlog rr'et zwaard,kuras en helm. Op het glas van de Ra-den in het Hof staan de Gerechtigheid,geblinddoekt en met zwaard en weeg-schaal en de Voorzichtigheid met slangen spiegel. Het glas van de Rekenhamerdraagt afbeeldingen van de Landbouwmet korenaren, botervaatjes en de kopvan een koe en de Handel met mer-curiusstaf en -helm en geldbuideltjes.De verdere versiering van de glazen be-staat uit vruchtfestoenen, hoornen des

overvloeds en oorlogsattributen. DeDrachtster glazen zijn de grootste die erin Friesland bewaard bleven. Ze zijnook de meest kleurrijke. De staat vanonderhoud is uitstekend.

1746 - Engraierum. - T.wee glazen, Ypeen Jurjen Staak.Beide glazen dragen opschriften betref-fende de Staten van Friesland. Boven de

opschriftcartouches zijn cle gekroondewapens aangebracht van Friesland en

van de stadhouder. Op het ene glas wor-den deze wapens geflankeerd door de

Voorzichtigheid en de Gerechtigheid er.r

op het andere door Vrede en Oorlog.Boven de wapenkronen zijn putti meteen krans geschilderd.In 1906 heeft restauratie plaatsgevon-den door de firma F. Nicolas en Zonente Roermond en in 1956 opnieuw doorJentje Popma te Leeuwarden. De restau-ratie van 1906 is waarschijnlijk voor een

groot deel reconstructie geweest. Het is

niet logisch dat op twee glazen identieke

136

opschriften voorkomen. Blijkens foto'svan de toestand vóór 7906 was de in-deling reeds zoals die nu is, met de on-gebruikelijke opstelling dat het provin-ciale wapen en dat van de stadhoudernaast elkaar voorkomen. De signaturenstaan op een ongebruikelijke plaats.Het museum in het Admiraliteitshuis te

Dokkum bewaart fragmenten gebrand-schilderd glas uit de Engwierumer kerk'

1761 - Akkrum. - Vier glazen, Thomasen Tjalling Gonggrijp (afb. 6).Op het glas ran de Rekenmeesters is otr-

der een baldakijn het door klimmendeleeuwen gehouden w.apen van Frieslandweeígegeven. Op dit glas staan ook tweevrouwenfiguren: de iinkse, vergezeld vandrie kinderen en met een vlam bovenhaar hoofd, haar hand op het hart'symboliseert de Liefde. De rechtse is ver-gezeld van een hond en draagt een

stokje en een spiegel. Stelt zij de Voor-zichtigheid voor? De plaatsing van hetopschrift in de cartouche is onevenwich-tig. Het glas is in de lijst gesigneerd'Tomas en Tjalling Gonggríjp 1,761'.

Het glas van het Hof is gelijk van opbouwals dat van de Rekenmeesters. De linkervrouwenfiguur draagt een lauwertak.Aan haar voeten zit een duif (Vrede?).De rechter vrouwenfiguur draagt een

hoed. In haar handen heeft zij een

zwaard en een weegschaal (Gerechtig-heid). In de onderlijst: 'Tomas Gong-gryp, Kunst- en Glasschilder In Sneek

mee Fecit Aa 7761'.Het glas van stadhouder \íillem V is

kleurrijker dan de vorige twee en ookanders van vormgeving, met name inde cartouche en de krijgsattributen on-der het wapen. Boven in het glas ziln een

zon en twee zwevende engeltjes geschii-derd. De anatomie van de engeltjes en

de schilddragende leeuwen is slecht. Sig-natuur: 'Tomas Gonggríjp, 1'762'.

Het vierde glas draagt de wapens vanUtingeradeel en de leden van het neder-gerecht van deze grietenij. FIet wapenvan bljziuer Johannes Kalsbeek (een

kalf bij een beek) is een mooi voorbeeldvan een sprekend wapen.

Oorspronkelijk bevonden zich in de kerkvan Akkrum acht geschilderde glazen. Inde topografische verzameling van hetFries Museum (46llsa en b) bevindenzich twee ontwerptekeningen van Tho-mas Gonggrijp. Op die van het neder-gerecht staat: 'Deese Teekening geschiktvoort gerigt van Utingeradeel om ge-schildert te worden in de kerk Glaasenvan den Dorpe Ackrum in den jaare1760'. Op die van het Stadhouderlijkglas staat: 'Deese geschildert in de ker-ken Pingjum Akrum, 1759 1762'.Ook bezit het Fries Museum vier teke-ninger-r van omstreeks 1870 van de handvan A. Martin. Op deze tekeningen zijnde glazen van het Hof, de Rekenkamerer-r de stadhouder weergegeven en dannog een glas, samengesteld uit verschil-lende niet bij elkaar behorende frag-menten.In 1,939 verkeerden de glazen in eendermate vervallen toestand dat ze uit-genomen moesten worden. Ze werdenopgeslagen in het Fries Museum. Vooraldoor toedoer-r van dr. A. \X/assenbergh

heeft in 1940 restauratie van de glazenplaatsgevonden. De restaurateur was J.Haasdijk van Fluizum. \7e1 dient gezegdte worden dat de resraurareur eigenlijk,in plaats van de oude glazen te restau-reren, nieuwe maakte met daarop deoude voorstellingen. In de depotkeldervan het Fries Museum staan nl. in eenkist de oude onderdelen van de glazennog. Uit sommige fragmenten valt op temaken dat er ook een glas voor de pre-clikant en organist is geweest.

1770 - Goïngarijp.Staak.

Zes glazen, Ype

De glazen in dit dorp zljn de kleinste inFriesland en ook de eenvoudigste. Zezijn gen-raakr vooÍ cle Rekenmeesters,Gedeputeerde Staten, Stadhouder, Min-dergetal, Hof en Grietman Johan Vege-lin van Claerbergen. Op enkele glazenworden de wapenschilden gehouden doorIeeuvren. De glazen van GedeputeerdeStaten en Stadhouder zijn versierd metkrijgsattributen, her glas van het Hofmet zwaard, weegschaal, roede en bijl.

1770 - Swameer. - Zes glazen, Ype Staaklaïb. /).De glazen zijn in 1934 gerestaureerddoor de NV Noord-Nederl. E,lectrischeGlasslijperij en Glashandel te Groningen.De restauratie was l'oor een gÍoot deelreconstructie van de glazen. In het re-volutiejaar 1795 waren ze nl. ernstig be-schadigd. Reconstructie was vooral mo-gelijk doordat zich in de topografischeverzameling van het Fries Museum (2903)een ontwerp bevond van het glas voor desecretaris Aulus van Sminia en doordateen lijst met opschriften van de glazenbewaard was gebleven.De glazen vooÍ grietman Flenricus\Wiardus van Altena en secretaris Aulusvan Sminia dragen hun wapens en daar-onder een door engelen gehouden car-touche met opschrift. Binnen guirlandeszijn ze gesigneerd: 'Ype Staak fec.,Anno 7770'.Op de overige glazen ztln boven derilapens van Friesland engelen met eenkrans geschilderd. Op het glas van hetHof staan aan weerszijden van de schild-dragende leeuwen vrouwenfiguren. Delinker geblinddoekte figuur met zwaarden weegschaal is de Gerechtigheid. Derechter figuur heeft haar handen uitge-spreid. G. J. Veenstra zegt dat zil deVijsheid symboliseert.Op het glas van het Mindergetal staande Krijg (gekleed in harnas en metschild en spies) en een figuur, omgevendoor boeken en met in haar hand een

staak met daarop een hoed (Vrede enWijsheid?).Op het glas van Gedeputeerde Statenstaan de Standvastigheid (met zuil) enopnieuw de Gerechtigheid. Op dat vande Rekenmeesters zien we de Liefde (eenvrouw met vlammen op haar hoofd er-r

omgeven door kinderen). De figuur aande anclere ztjde draagt een wetsrol en een

sleutel (van 's lands schatkist?) en steltwaarschijnlijk Goed Beheer voor.Vroeger moet er ook nog een glas ge-

weest zijn met het opschrift 'EverardusPenninga, Dienaer des Goddelijken\X/oorts te Suameer, Garijp en Eerne-woude in her jaar 1770'. Dit glas was

137

10. SCHERPENZEEL, een glas mer zes sprekende wapens voor de Predikant en

andcre dorpsnotabelen, 1788.

138

niet te reconstrueren. Ervoor in de plaatsis een modern gebrandschilderd glas aan-gebracht van Jan Wijkmans. Het heeftberrekking op de vrouweirverenigingPriscilla, die veel heeft bijgedragen rorde restauratie van de glazen.,)

1774 - Idaard(afb.8).

Zes glazen, Ype Staak

De glazen van de Rekenmeesters, Gede-puteerde Staten, Raadsheren en ledenvan het Mindergetal veÍronen de beken-de opbouw: het wapen van Friesland,gehouden door leeuwen en daarondereen cartouche met opschrift. In de ver-siering van her glas van het Hof ziln deattributen van vrouwe Justitia verwerkt(roede, zwaard en weegschaal). De gla-zen y^n Gedeputeerde Staten en hetMindergetal zijn versierd met krijgs-attributen (vaandels, pieken, kanonnen,laadstokken, kogels en trommels). DeIdaarder kerk bezit ook een glas metde wapens van Grietman Cornelis vanScheltinga en van diens vrouw AureliaAlette van Flaersma en een glas met dewapens van ds. Nikolaus FIouwink, vanKlaas Douwes. schoolmeester, organist.ontvanger en dorpsrechrer van Idaarden van diens vrouw Gryttie Gerryts.In het rekeningboek van de kerk-voogdij van Idaard schreef Cornelis vanScheltinga: '1.776, Den 13en Septemberbetaalt aan Ype Staak, meester glasschil-der, wonende te Sneek een hondert enseven en veertig gulden wegens 't schil-deren van vier Provinciale wapens voorde Hooge Collegien en een wapen voormij enz. mer de vereiste inscriptien. Tentweeden vijftien gulden en agt srrs we-gens 't schilderen van de wapenen vanDominus Flouwink en de schoolmeesterKlaas Douwes met behoorlijke Titulsenz. . . .'23) Bij de februaristorm van1953 is één glas stukgewaaid. De brok-stukken zijn door Jentje Popma rot eenraam gereconstrueerd en thans opgesteldin het Fries Scheepvaartmuseum teSneek.

1780 - Wartena. - Acht glazen, YpeStaak (afb. 9).

De glazer-r voor de hoge colleges verto-nen grote overeenkomst met die vanIdaard. Ook het grietmansglas van Cor-nelis van Scheltinga en diens vrouwkomt overeen met dat voor hem in deIdaarder kerk. Verder is er in \íartenaeen glas met het wapen van Aurelia vanHaersma, douairière jr. Tjalling Villemvan Kamstra er-r één met de wapens vands. Joh. Henr. Nieuwold, van de kerk-voogd, schoolmeester, dorpsrechter enontyanger Sybren Uiltjes Visker en diensvrouw Sytske Ulbes en van HendrikBartels ldzerda, kerkvoogd van Varte-na en schoolmeester te Grouw. Het glasvan de stadhouder werd in L795 ver-nield. Toen de glazen door J. Haasdijkin 1925 gerestaureerd werden is een

nieuw stadhoudersglas vervaardigd inoude vorm. FIet ontwerp van dat glas

bevindt zich in de topografische verza-meling van het Fries Museum.De glazen zljn in hout gevat. Ondanksde restauratie van 7925 verkeren ze ophet ogenblik in een slechte staat. Ver-schillende glasruitjes ontbreken.Veel gegevens over de aanschaf van de

glazen en hun we1 en wee staan in de

Friesche Volksalmanak van 1899.0)

17BB - Scherpenzeel. - Vier glazen, YpeStaak (afb. to).De glazen voor de Raadsheren en de

Rekenmeesters vertonen weer de be-kende opbouw: het wapen van Fries-land, gehouden door klimmende leeu-wen en daaronder een opschrift in een

cartouche met rocaille omlijsting. Hetglas voor Grietman 'líillem Anne vanFlaren draagt aileen diens wapen en een

cartouche. Heel mooi is het glas metzes Íraaie sprekende wapens voor de

predikant en andere dorpsnotabelen.Twee glazen zrjn in hout en twee inlood gevat. De staat van onderhoud is

uitstekend. Vroeger bezat de kerk zes

geschilderde glazen.l) Die van de Sta-ten en Gedeputeerde Staten van Fries-land zijn verloren gegaan.

1790 - OudemirdwmStaak.

Eén glas, Ype

139

Het in hout gevatte glas is een geschenkvan de Staten van Friesland. Dat staatin de cartouche. Het v/apen op het glas

is, zoals gebruikelijk, dat van Friesland.Het wordt gehouden door twee leeuwen.In 1857 waren in de kerk ook nog gla-zen aanwezig van de Rekenmeesters,Gedeputeerde Staten en Raadsheren. 2a)

B. In musea

Enkele geschilderde glazen of onderde-len ervan zijn terechtgekomen in musea.tWe noemden hiervoor al de fragmentenvan Akkrum in het Fries Museum.In 1924 verwierf het Fries Museum vandr. J. Mulder een groot aantal fragmen-ten van glazen uit de kerk van Finkega.Deze fragmenten dateerden van 1'636.

Uit de brokstukken valt op te makendat één der glazen geschonken werddoor Gedeputeerde Staten. Ook is de

naam van de predikant F{enricusFlorstenius te lezen.H. F. \í. Luicking schonk het FriesMuseum in 1930 zes ruitjes uit cle kerkvan Lemmer. Hierop staat: 'De kerke-raad I Yan den Dorpe / Lemmer Har-mannus / Phocilides / Verkondiger Van ,/

Gods Heylig \Woord I (17)1'7 / NanneAnes Floutkoper en / Ouderling / Anno1.717 I Vilhelmus / Tadema, Mr. Chi-rurgijn en Diaken / Anno 1717 I Sije

Joukes / Mr. Smid en / Diaken / Anno17 17', .

FIet museum bezat vroeger ook geschil-derde ruitjes, die uit de kerk van Frane-ker afkomstig heetten te zijn. Ze hangennu in het Dr. Coopmansh0s. Gezien de

kleine afmetingen van de schilderingenzu|Ien ze niet uit een kerkglas afkom-stig zijn.De fragmenten van glazen uit Engwie-rum in het museum in Dokkum noem-den we hiervoor al.

In het Fries Scheepvaartmuseum te

Sneek worden fragmenten bewaard vaneen in 1953 vernield glas uit Idaard'Verder bezit dit museum een groot aan-tal fragmenten van glazen die eertijdsongeïnventariseerd in een depot van hetFries Museum stonden. Een deel r'an

1.40

deze fragmenten is gereconstrueerd toteen g1as, dat nu in het trappenhuis van

het museum is aangebracht' Uit de

overige scherven is duidelijk oP te ma-

ken dat zij r.oor een deel resten zi.jn

van een glas van de bestuurders van het

waterschap Wymbritseradeels cum an-

nexis Contributie Zeedijken' Ze zijn ge-

clateerd 1756.'tó) Van de glazen die in-Wymbritseradeelster kerken zaten ko-men slechts die van Oudeg:r in de buurrvan dit jaartal. Gedeputeerde Staten ga-

ven de kerkvoogden van Oudega nl. ir-r

1755 subsidie voor een glas.

Dat de fragmenten uit Oudega afkom-stig zijn wordt wel bewezen door het

volgende. De opschriften van het wa-

terschapsglas zijn a1s volgt te reconstru-eren: l. (\Wymbrits)eradeel 1756; 2.

P(ytter Voorhoek Dijksgedeputeerde)va(n) (Wymbritseradeels cu(m a)nnexis

Contributie Zeedijke)n, de Steedden

Sneek en Ylst daer onder begrepen en

Ontvanger van 't Borgerweesht'-is der

Steede Sneek, 1'756; 3. Fr (?) (Jelle de

Boer Dijksgedep)ute(erde van'fi/ymbrit-seradee)ls Contributie Zeedljken de Stee-

den Sneek en Ylst daaronder begrepenen Ontvanger van tWoudsEnd cum An-nexis, 1756; 4. H(eer Dr. Jacobus van

Loon Sec)ret(aris van \Wymbritseradeel)s

cum anx Contributie Zeedijken en de

Steden Sneek en Ylst daar onder be-

grepen en Fiscaal van voorgeschrevetlGrietenie, 1756.

Uit het reheningboek van de Ned. Herv.kerkvoogdij van Oudega (\l) blijkt datin 1756 gedeputeerden Verhoek en De

Boer en secretaris Jacobus van Loon elk

ï 15 -7 - 8 betaalden voor ll3 deel van

een glas. to)

Uit dit boek blijkt verder dar' tn 1757

aan Ype Staak ï 195 - 15 - 0 betaaldwerd voor het schilderen van zes g1a-

zen. Behalve het waterschapsglas en de

glazen voor de provinciale overhedenwaren dat ook een glas voor grietmanS. G. Juckema van Burmania Rengers

en één met de waPens van ds. S. J.

Attama en de kerkvoogden Sijtse Heinsen Gatse Douwes Buma.

Beschrijvingen van veÍdwenen glazen

Van de meeste verdwenen glazen is

niets meer bekend. Van enkele zijn (dik-wijls zeer korte) beschrijvingen bewaardgebleven. In het voorgaande hebben wedaarvan al enkele genoemd. Hier vol-gen de overige (voorzover bekend).

Augsbuur. De opschriften van de glazenuit L782 zijn genoteerd door notaris An-clreae. ")Beetgum, Een glas met wapens van Fritsvan Grombach en Lucia van Martena.')

Bozum. In 1690 werd een glas aange-bracht met de wapens van ds. F. Gellideser-r Thys Clasen, Joute Sjoerds, CornelisClasen, Gerrit Nannes en Cornelis Hen-driks en een ander glas n'ret de wapensvan de secretaris M. Janssonius en diensvrouw. tt)

Eestrum. Op één der glazen v.zas in 1841

nog te lezen: 'Generaal r'an de Cavalle-rij, L631' .'\')

Huizum. Vijf glazen van 1642 zijn be-

schreven door Ulbo van Burmania. 3t')

JelLum. De opschriften van negen glazenuir 1701 zijn bewaard gebieven in een

handschrift van ds. Ernestus Viglius. 31)

Oldeboorn. De elf glazen van 1756 iL757 en hun schenkers staan vermeld ineen uitvoerige rekenir-rg van Ype Staak.Deze rekening is nog aanwezig in hetkerkvoogdijarchief.

Pingjum. Het stadhouderlijk glas moetgelijk zijn geweest aan dat van Akkrum(zie hiervoor). Het Fries Museum be-waafi een ontwerptekenirtg voor eetl

glas in de kerk van Pingjurn (afb. 11).Het is waarschijnlijk van Thomas Gong-grijp en ontworpen in 17 59 voormr. Ernst \flil1em van \íijdenbrugh en

Tjepke Gratama en beider echtgenoten.(Opmerkelijk is het dat in Pingjuln indezelfde tijd glazen gemaakt zijn doorde elkaar beconcurrerende ThomasGonggrijp en Ype Staak: 14 mei 1761' -

betaling van 93 - ), - ,, aan Staak voorglazen van het Hof, Gedeputeerde Sta-ten en Rekenlneesters; 4 iuni 1763 - be-

11. PINGJUM, ontwerptekening (FriesMuseurn) toot

""t-t glas van Ernst \flillem

van Vijdenbrugh en Tjepke Gratama en

hun echtgenoten; L759.

talir.rg van 86 - 10 - ,, aan Gorrggrijp voorhet stadhouderlijh glas.)F,igenaardig is de betaling valr 24 no-vember 1.76a aan tWillem Douwes voorhout, arbeidsloon, uitgeschoten ge1d, 'als

seven besonder teikeninger-r van het bin-nenwerk gemaakt met het teikenen rtande glasen'. ") Villem Douwes was stads-bouwmeester van Harlingen.St. NicoLaasga. 'Weleer zag men in de

kerk in een der glazen het wapen vanzekeren Roordama me! een witten hoorr-r

en dit zonderlinge opschrift: Dit Roor-dama's blanke horen, die de or.rderaard-

sche hem geleverd hebber-r'. rt)

t41,

Surhuisteroeen. De opschriften van zes

glazen uit 1686 z\n te vinden in hec

schoolmeesterboekje. 1ó)

Terborne. In een der glazen stond een

versje:'St. Laurens is de Patroon

van onze Kerke.Daarom staat hy schoon in 't

middelste parke.Ook vond men er zijne Beeltenis meteenen Rooster'. 3a)

'Warns.In 1857 bevond zich in de noord-muur van de kerk nog een wapenglasvoor het gerecht van Flemelumer Olde-ferd en Noordwolde. Het dateerde van1683. Alle opschriften staan vermeld inhet schoolmeestersboekje. 3;)

Lotgevallen van de glazen

Meestal wordt verondersteld dat de ge-

schilderde giazen, die bijna altijd metwapens waren versierd, voor het me-rendeel verdwenen zijn tn L795. Dezeveronderstelling is ten dele waar. Eenfraai verhaal over het stukgooien vanhet stadhouderlijk glas van tWartena is

ons overgeleverd. e) Ongetwijfeld zullener meer glazen vernield ztjn toer-r de tijdvan vrijheid, gelijkheid en broederschapaanbrak. Er zullen ook glazen op een

wat voorzichtiger wijze verwijderd zijn.In de kerkvoogdijrekening van Oude-schoot komt op 30 mei 1.795 deze postvoor: R. H. Bloemberg f 9 en 4st. en

6 penn. voor het uitnemen van hetprinseglas'. In Hommerts werden a1le

glazen in 1795 uitgebroken. su)

Ds. Stephanus Bulthuis liet na zíjnkomst in Oudemirdum in 1799 de gia-zen uitnemen. Hij bewaarde ze echteren na de Franse overheersing liet hi1 ze

weer aanbrengen. In 1857 waren ze allenog aanwezig.2a)Meer glazen, die nu verdwenen zijn, wa-ren in de negentiende eeuw nog aan-wezig. In 1833 waren de glazen in de

kerk van Surhuisterveen er nog.15) Pas

in 1,847 werden de glazen van Burumverwijderd tt), en in 1852 die van Goën-ga.3t) Donkerbroek bezat in 1857 nogeen glas. tn) Mr. Hobbe Baerdt van Smi-

142

nia trof in 1841 nog glazen of fragmen-ten daarvan aan in Suawoude, GarijP,Eestrum en Bergum. Dit duidt er welop dat lang niet alle glazen in 1,795 -,,er-

nield zijn. Veeleer ligt het voor de handte veronderstelien dat veel glazen ver-wijderd ziln omdat ze vervallen warenen stukgegaan. In 1953 richtte de febru-aristorm in Idaard grote schade aan de

glazen aan. Ook vroeger zu1len doorstormschade wel glazen verloren zijn ge-

gean. Misschien heeft de met stenen gooi-ende jeugd ook wel bijgedragen tot hetteloorgaan van verschillende glazen. Opverscheidene plaatsen zljn de glazen te-genwoordig beschermd door houtendeuren van latwerk, die slechts 's zon-dags geopend worden (bijv. Drachten,Engwierum, Suameer) of door tralie-werk (bijv. Oudega). Een dergelijke be-

scherming is niet van de laatste tijd. Ge-deputeerde Staten trokken in 1595 aI

49 - 18 - ,, uit voor 'seeckere koperclraet-tralies voor een glas in de kercke Ja-cobijner. 50) De kerkvoogden van Scher-penzeel lieten \W. Roukes in 1789 voorvierentwintig caroliguldens hekjes ma-ken voor de glazen. In de kerkvoogdij-rekening van Oudega (Sm.) komt na1719 steeds de post voor 'aan RuyrdJoannes voor een Jaar voorsingen en

vensters voor de glaasen op en toedoen: 15 -3-,,'.Al zijn de glazen goed beschermd tegenvernielingen, dan nog zljn ze niet te be-hoeden voor verval. Grisaille, waarmeede schilderingen vervaardigd zijn, is nietonbeperkt duurzaam. Na verloop vanlangere of kortere tijd vervagen de ingrisaille aangebrachte tekeningen. Dui-delijk is dit bijv. op het ogenblik waarte nemen in Baik en in Oudega, waàreen groot deel van de opschriften vande glazen onleesbaar is geworden. Ookin Vartena is duidelijk sprake van ver-val. Het is te hopen dat dit verval optijd gekeerd zal worden door kundigeen grondige restauratie. De weinigevoorbeelden van glasschilderkunst diewe in onze Friese kerken nog hebbendienen niet verloren te gaan, Ír'aar zorg-vuldig bewaard te worden.

N oten

') Schoolmeestersboehjevan Scherpen-zeel, 1857. Prov. Bibliotheek van Fries-lancl, Hs. 115023.1a) Vriendelijke mededeling mr. B. vanHaersma Buma te Sneek.

') G. J. Veenstra, portefeuille mer over-drukken. P.B. Frl., Pd. 133.3) Archieven van de Staten van Fries-land en de daarmede verbonden co11eges,

1.580-1795.Gf. 501-1e, Registratieboeken van beta-

lingsordonnantiën op de ont-vanger der kloostergoederen,1.592-1.646.

Gf.511-15, Idem op de ontvanger derconsumptiën, 1646-1799.

R. 54a , Idem op de rentmeester derdomeinen, 1654-nA3.

R. 561t-as, Rekeningen van de ontvan-gers-generaal der consump-tiën, 1,7 50-1,7 55.

R.56kl-7?, Idem van de ontvangers-generaal der domeinen enconsuptiën, 1766-1806.

Rijksarchief van Friesland.

') Vgl. \í. Bogtman - Nederlandscheglasscbilders, Amsterdam, 1944.

") Resoluties van Gedeputeerde Statenvan Friesland 16 maart 1655, G. 103,fo| 7z - Ra. Frl.sa; Mej. drs. Ilerma van den Bergh deel-de mij mee, dat in de Nassause Domein-rekeningen (Aigemeen Rijksarchief,'s-Gravenhage) enkeJe uirgaverr verallr-woord zijn voor stadhouderlijke glazen:1778 \ttjnjeterp; L779 Lekkum; 1780\íartena; 1282 Augsbuur; 1.783 Lange-zwaag; 1286 Burum.6) Kerkvoogdijrekening van Scherpen-zeel, 28 dec. 1789. Ra. Frl.;) Kerkvoogdijrekening van Akkrum, 20augustus 1762. Gemeentearchief vanUtingeradeel.u) Kerkvoogdijrekening van Driesum,5 juli 1713. Ra. Frl.t') E. Zwart - Iets or.ter de beschilderdegLazen in de kerk van \Vartena.In: Friesche Volksaln-ranak 1899, blz.182

'0) Res. van Ged. St. van Friesland 14maart 1.743, G. 105e, fol. 30 - Ra. FrI.11) Tegentaoordige staat van Friesland,Amsterdam i785. Deel II, blz. 152, 1,53,157 en 266.t') Vg1. voor de glazen te Sneek:E. Napjus - Historiscbe Chroniek. ot' be-schrijoing. oan oud- en nieuw Sneek, b\z.124-126, Sneek 1.772.

P. S. Scheltema - Rondom de Kerck vanSint-Maerten te Sneek VII, VIII, IX.In: Het Sneeker Nieuwsblad, 28 aug.,4 sept.,15 sept.1953.Mr. B. van Flaersma Buma te Sneekdeelde mij mee dat de glazen, die in 1723door Stadhouder \íillem IV en in 1235

door de Raadsheren van het Hof vanFriesland geschonken werden om in devensters van de zuidbeuk van de SneekerMartinikerk geplaatst te worden, ver-vaardigd werden door de schepen enburgemeester Dekken Koops. Zie voor deglazen in de Kleine Kerk te Sneek:Napjus, bIz. 131.13) H. Sannes - Gescbiedenis oan HetBiLdt, Franeker 1.951., deel I, blz. 344.tt) Scboolmeestersboekje pan Donker-broek, 1.857. P.B. Frl., Hs. 115020.

'o) Grat'scbrit'ten tussen Flie en Lawwers,deel I, Achtkarspelen, Leeuwarden 1950,blz. 47.16) H. van Rollema (d.i. jhr. mr. HobbeBaerdt van Sminia) -'Wandelingen 'uanmijnen oudoom den opzigter, Leeuwar-den 1841, b12.28.1') Ibidem, blz. 42-43.

") Ibidem, blz. 71.

") H.H. (d.i. drs. H. Halbertsma) -M erkwaardige ontdekking o p een mu-seumzolder. In: Sneeker Nieuwsblad,7 april 1960.

'0) Rechterlijk archief van Sneek, U 7.

Ra. Frl.

")Kerkvoogdijrekening van Zweirrs,9 oktober 1284. Ra. Frl.") Vgl. : Graf scbrif ten tussen FLie enLauwers, deel I, Achtkarspelen, Leeu-warden 1950, blz. 50.

") Vgl.: N. Ottema - Friesmastate te

143

Idaard. In: De Vrije Fries XXXVI,Leeuwarden 1.941, blz. 27 - Post van2 juli 1777.

'a) Schoolmeestersboekje oan Owdemir-durn, 1,857. P.B. Frl., Hs. 1150e.

"u) Leeuzuarder Courant, T mei 1'960.

'u) Archief van de Kerkvoogdij vanOudega (\í.), Rekeningboek 1.731-1'81,3,

1/56 (geen datum).

") Mt. A. J. Andreae - Oudheidkwndigeplaatsbescbrijving van de gemeente KoL-lumerland en Nieuw Kruisland, d1. II,blz. 57 en 1.45, Kollum 1885.tu) Vriendelijke mededeling van de heer

Ph. H. Breuker te Bozum.

'!') Rollema, l:lz. 73.B0) Familiearchief Van Eysinga-Vegelinvan Claerbergen, nr. 204. Ra. Fr1.

") Ds. Ernestus Viglius - Bescbrijz',ing

aan 't Dorp Jellum en van deszelf s KerkenTooren. In:De Vrije Fries XVI, Leeu-

warden 1.883, blz. 72-74.,') Kerkvoogdijrekening Pingjum. Ra.

Fr1.ls) Tegenwoordige staat ,Lan Friesland,Amsterdam 1788, deel III, blz. 496.Ba) Ibidem, III, blz. 480.tt) Schoolmeestersboekje aan Warns en

Scbarl, 1857. P.B. Frl., Hs. 115A12.3n) Schoolrneestersboeleje rsan Hommerts,1857. P.B. Frl., Hs. 115025'

") Dr. R. Smit - Gedenkscbrit't rtan het

driehonderd'iarig b e staan enz. Groningen1 880.

"u) Scboolrneestersboekje'uan Goënga,

1857. P.B. Frl., Hs. 1'15025.

'o) Archief van Gedeputeerde Staten

van Friesland 501, 10 dec. 1595.

1.44