Geruchten 37_Opmaak.indd

20
MEI 2012 GERUCHTEN 37 ‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’ THEOLOGIE OP GOED GELUK Geruchten 37_Opmaak.indd 1 4/20/12 8:26 PM

Transcript of Geruchten 37_Opmaak.indd

Page 1: Geruchten 37_Opmaak.indd

Colofon De nieuwsbrief ‘Geruchten’verschijnt minimaal 3 maal per jaar

richtprijs € 15,– per jaar,uitsluitend te voldoen via eentoegestuurde acceptgiro.

Predikanten kunnen zich aansluiten bij Op Goed Gerucht: via Hans van Solkema,[email protected]

www.opgoedgerucht .n l

18 - zomer 2005

nieuws in format iecultuurtheologie

wetenschap

MEI 2012

Geruchten 37‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’THEOLOGIE OP GOED GELUK

Geruchten 37_Opmaak.indd 1 4/20/12 8:26 PM

Page 2: Geruchten 37_Opmaak.indd

ThEologEn op zoEk naar MEEr crEaTIvITEIT, lEf, spIrITualITEIT En huMor In dE kErk. zo TrEEdT bEgIn 2000 op goEd gEruchT naar vorEn, als EEn InITIaTIEf van ovErwEgEnd jongE prEdIkanTEn. Maar lEEfTIjd zEgT wEInIg, En ogg onTwIkkElT zIch In dE jarEn daarop ToT EEn brEdE bEwEgIng van ModErnE ThEologEn dIE zIch bETrokkEn wETEn bIj dE proTEsTanTsE kErk. zIj onTMoETEn Elkaar als MEnsEn MET EEn ruIME ThEologIschE, wETEnschappElIjkE En culTurElE InTErEssE. In hET bEsEf TE lEvEn In EEn gEsEcularIsEErdE saMEnlEvIng dIE TEgElIjk vol zIT MET rElIgIosITEIT. bIj El­kaar hErkEnnEn zE dE bEhoEfTE oM dE vaak zorgElIjkE sfEEr rond EEn klEInEr wordEndE kErk TE ovErsTIjgEn. voor hEn Is hET EvangElIE EEn ‘goEd gEruchT’ daT ook In dEzE TIjd TE dEnkEn gEEfT En MEnsEn raakT.

op goEd gEruchT kan gETypEErd wordEn als EEn vErnIEuwIngs bEwEgIng van proTEsTanTsE ThEologEn dIE MIddEn In dE saMEnlEvIng sTaan. zE kEnT gEEn EEnduIdIg En wEloMschrEvEn gEdachTEgoEd. ogg sTaaT juIsT voor vrIjhEId En ruIMTE In ThEologIE En vErkondIgIng. dEzE ruIMTE van hET woord vErdraagT zIch nIET MET dIchTgE­TIMMErdE dogMaTIschE concEpTEn. En als Er gEsprokEn MoET wordEn, dan In allE voorlopIghEId, hET lIEfsT In dE vorM van EEn paMflET of vlugschrIfT. MET woordEn dIE wIllEn InspIrErEn of onTrEgElEn. wanT zorgvuldIgE aan­dachT voor schrIfT En TradITIE gaaT hand In hand MET EEn krITIschE blIk op kErk En MaaTschappIj.

Op GOed Gerucht

Geruchten 37_Opmaak.indd 2 4/20/12 8:26 PM

Page 3: Geruchten 37_Opmaak.indd

3‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’

3

457

101112141516

Inhoud

Van de kunstredactie / Rienk Lanooy

De levenskunst van Spreuken / Coen WesselDe kunst van de Doornse levenskunst / Stephan de JongKrijgskunst, levenskunst als krijgslist / Coen ConstandseDe kunst van alle dag / Rebecca OnderstalStuurmans(m/v)kunst / Wilma HartogsveldDe kunst van het gaan / Teun Kruijswijk JansenHydeparkcorner / Rolinka Klein KranenburgWe Need to Talk / Geert KimpenLaten Vieren / Rolinka Klein Kranenburg en Maartje Wildeman

VAN DE KUNST­REDACTIE

op allE kunsTEn wordT bEzuInIgd, bEhalvE op dE lEvEnskunsT, zo lIjkT hET. boEk na boEk ovEr hET ondErwErp vErschIjnT En daaruIT blIjkT wEl daT lEvEn nIET zo EEnvoudIg Is. of Is hET wEl EEn­voudIg, Maar zIjn wE dE EEnvoud kwIjT En hEbbEn wE boEk na boEk nodIg oM haar TE lErEn? rolInka klEIn kranEnburg En MaarTjE wIldEMan laTEn In hun bIjdragE In dE rubrIEk laTEn vIErEn zIEn daT Er van (voETballEndE) kIndErEn In dIT opzIchT vEEl TE lErEn valT. rEbEcca ondErsTal vErTElT daT hET voor haar óók aan koMT op volhardIng. In hET blIjvEndE doEn onTsTaaT blIjvEndE bETEkEnIs. ‘ThE proof of ThE puddIng Is In ThE EaTIng’, zEggEn dE brITTEn. ‘EET hET En jE wEET hET’, Is onzE prozaïschE vErsIE.

Of zoeken we niet de eenvoud en de volharding, maar willen we dat ieder leven, in ieder geval dat van ons zelf, een kunstwerk is? Moeten we dan de aloude protestantse aanhef van de kerk­dienst veranderen in:... die trouw houdt tot in eeuwigheid en niet laat varen de kunstwerken van zijn handen? Laat dat nu precies de vraag zijn die Coen Constandse stelt aan de openingstekst van Stephan de Jong: wiens (kunst)werk is ons leven eigenlijk? Hier komen twee werelden elkaar tegen, om niet te zeggen dat zij botsen: die van de vrijheid (het begrip ‘vrij’ komt maar liefst 13x voor bij De Jong) en die van de verwachting. De vraag is welke nu eigenlijk de overhand heeft. Overigens stelt Coen Constandse dat het savoir vivre van Jezus slechts in de marge van het evan­gelie staat. Of je dat van iemand kan zeggen die bij voortduur aan tafel zit bij deze en gene, en nog aan de vooravond van zijn dood de maaltijd deelt met zijn vrienden, is wel een vraag van belang, ook voor de wijze waarop je het avondmaal viert, bijvoorbeeld. Overigens zijn we Coen Constandse zeer erkentelijk voor zijn acute bereidheid om op te treden als kunstcriticus.Teun Kruijswijk Jansen laat zien hoe eens de peregrinatio, de pelgrimage, een geloofsprincipe was en wat daarvan de betekenis kan zijn. Wat de peregrinus niet had, de stabilitas loci, – ondertus­sen spijkert u uw Latijn weer even bij – had Tante

Geruchten 37_Opmaak.indd 3 4/20/12 8:26 PM

Page 4: Geruchten 37_Opmaak.indd

4 Geruchten #37

Oude kunst en nieuwe kunst­enaars De levenskunst van spreuken

Het boek Spreuken bevat levenskunst. De spreuken uit dit bijbelboek geven heldere en vaak praktische, alledaagse levenswijsheden. Via de Facebookpagina van Op Goed Gerucht en via mijn eigen Facebookpagina heb ik iedereen die het las, uitgenodigd om te reageren op een paar van die spreuken. ‘Zeg gewoon wat je er van vindt of wat je in deze richting hebt meegemaakt’. De onderliggende vraag was daarbij of de spreuk eigenlijk wel van levenskunst getuigt. Hieronder de eerste spreuk met een aantal reacties. Verderop in dit nummer van Geruchten vind je nog een paar andere spreuken met reacties ( ).

CoEN WESSEL

almaar onvervulde hoop maakt ziek, vervuld verlangen is een levensboom. spreuken 13:12

Bas van der Bent: Een goed Neder­lands spreekwoord zegt: ‘hoop doet leven’. Deze spreuk lijkt daarmee in tegenspraak. Maar lees de tekst eens als een opdracht: ‘geef geen niet te realiseren hoop, maar vervul eens iemands hoop, dan schenk je leven’.

Mathijs LanGenBerG: ‘Hoop doet leven’. Mijn schoonvader is 3 maan­den geleden overleden aan kanker. Hij is meer dan een jaar ziek ge weest. Hij heeft heel veel dingen nog mee mogen maken zoals de geboorte van mijn zoon Ruben in februari 2011. Hij heeft hem nog gekend en zien groeien. Dit hield hem niet letterlijk op de been, hij zat namelijk in een rolstoel, maar wel figuurlijk.

Nonneke wel, vertelt ons Geert Kimpen. Zij, tante Nonneke dus, zat zo vast in het harnas van het klooster dat zij pas in beweging kon komen toen zij het ondermaanse verlaten had. De uitdrukking ‘rust in vrede’ krijgt met dit verhaal toch weer een geheel andere invulling.Wilma Hartogsveld kijkt vanuit de Stuurgroep koersvast vooruit naar de studiedag van 8 juni met als kern de presentatie van de Doornse Levens­kunst. Rolinka Klein Kranenburg neemt plaats in de Hydeparkcorner en pleit voor een cursus afstoffen (iets voor de Permanente Educatie?) van kerkelijke gebruiken. Lopen we niet het gevaar dat het aloude woord ‘Stof zijt ge...’ eerder slaat op onze kerke­lijke taal en gebruiken dan op de levenskunst van Genesis. Neem op 8 juni uw plumeautje mee.Tussen al deze bedrijven door laat Coen Wessel mensen aan het woord die reageerden op zijn Facebookoproep om te reageren op hét bijbelse

boek van de levenskunst: Spreuken.Tenslotte een bekentenis: soms word ik al moe bij het horen van het woord levenskunst. Jezelf zoeken en vinden is een lastige klus, al was het maar omdat een oordeel over jezelf toch ook weer van jezelf is. En wie oordeelt dan over wie? Gelukkig heeft het woord ‘kunst’ in het Nederlands niet alleen de betekenis van een uiting van creativiteit, maar ook van iets wat nagemaakt is. Een kunstknie is geen creatieve handeling maar een kwestie van goed kijken naar het voorbeeld. Ik hoef mijn levenskunst dus niet alleen maar uit mijzelf te halen, maar mag een beetje afkijken hoe anderen hun leven vorm­geven. Spieken mag; en vanaf 8 juni kan dat, ongegeneerd, uit de Doornse Levenskunst.

RIENK LANooy IS pREDIKANT IN DEN HAAG EN LID VAN DE REDACTIE

Geruchten 37_Opmaak.indd 4 4/20/12 8:26 PM

Page 5: Geruchten 37_Opmaak.indd

5‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’

jacky ter schuur: Gods molen maalt langzaam maar zeker...Het gaat je soms niet snel genoeg of heeft God soms een andere bedoeling.... je worstelt met eigen frustraties ...en bidt steeds opnieuw: ‘God neem het in uw hand’...en Hij geeft je rust!

arnOLd renkeMa: ‘Almaar onvervulde hoop maakt ziek,’ dat is het opgeven, dat is defaitistische praat! Je moet gewoon blijven hopen en niet zeuren. ‘Vervuld verlangen is een levens­boom.’ Ja, en mooi is prachtig1 Soms hoor je zo preken, in ronkende niets­zeggendheden. Sorry, een spreuk van niks.

sytze FenneMa: ‘Almaar onvervulde hoop maakt moe’. Niet ziek, maar moe.

DE KUNST van dE doornsE lEvEnskunsT WAARoM EEN CHRISTELIJKE LEVENSKUNST?op 8 junI wordT dE opvolgEr van dE doornsE caTEchIsMus gEprEsEnTEErd: doornsE lEvEns­kunsT. zEsTIEn auTEurs uIT dE krIng van ogg schrIjvEn ovEr 52 lEvEnskunsTIgE ondErwErpEn vanuIT hET pErspEcTIEf van hET gElEEfdE lEvEn, bIjbEl En ThEologIE. waaroM EEn chrIsTElIjkE lEvEnskunsT?

Het leven is kortEugen Drewermann biedt een ogenschijnlijk paradoxaal motief voor levenskunst: levenskunst helpt je goed te kunnen sterven. ‘Hoe wij ster­ven, zal er van afhangen hoe wij vandaag leven.’ Levenskunst streeft naar een vervuld leven. Deze kunst helpt nu te zoeken naar een leven waarop straks in vrede en vreugde kan worden teruggekeken.

Meedoen aan de scheppingWaarom een christelijke levenskunst? Vanuit het christendom zou je de vormgeving van het leven kunnen opvatten als een coproductie van de menselijke wil, het toeval en van God. Mijn leven is een samenraapsel van toeval­ligheden en gegevenheden, eigen denken en doen en het werk van de Schepper. Om op dat laatste door te gaan, de Schepper laat het schepsel grote vrijheid, maar geeft het iets mee: moge lijkheden, roeping, enthousiasme, nabij­heid, barmhartigheid. Christelijke levenskunst verdisconteert die gaven van God en benut daarom niet alleen naar de filosofie maar ook de theologie.

Geruchten 37_Opmaak.indd 5 4/20/12 8:26 PM

Page 6: Geruchten 37_Opmaak.indd

6 Geruchten #37

Een beproefd fundamentEr is nog een reden om een levenskunst op basis van de christelijke traditie te ontwerpen. De christelijke traditie kent een hoeveelheid inzichten die door het vuur van eeuwenlange ervaring zijn gelouterd. Wie nadenkt over levenskunst vanuit dit perspectief, hoeft niet bij nul te beginnen. Er liggen al heel wat principes en raadgevingen klaar: bepróefde principes en raadgevingen. Dat zouden mensen van nu wel eens kunnen gebruiken. Zij staan onder druk. Voortdurend worden mensen uitgenodigd om te reflecteren over hun leven en de keuzes die ze moeten maken. Deze Dauerreflexion, bedoeld om zelf de touwtjes van het leven in handen te houden, houdt mensen soms juist van werkelijk leven af. Want bij alles staat een vraagteken. Wij leven in een subjectieve maatschappij waarin wijzelf het enige criterium zijn van wat waar en goed is. Prachtig maar vermoeiend ­ en soms teveel gevraagd. We staan voor de plicht om elke dag weer onze biografie te schrijven. Levenskunst vanuit christelijk perspectief biedt geen kant en klare handleiding. Mensen zullen zelf hun leven inhoud moeten geven. Dat blijft waar. Maar levenskunst vanuit christelijk per­spectief omvat een aantal uitgangspunten en oriëntaties die de eeuwen hebben doorstaan. De christelijke traditie is een schatkamer van betrouwbare bouwstenen om te bouwen aan het eigen bestaan.

Niet op een eilandHet christendom vormt geen geïsoleerd eiland in de wereld van waaruit op autonome wijze een levenskunst kan worden uitgedacht. Het chris­tendom van nu heeft de moderne cultuur tot op grote hoogte doordrenkt maar is er zelf ook van

doordrongen. Vandaar dat de architectuur van een levenskunst vanuit christelijk perspectief het karakter van de moderne cultuur serieus moet nemen en niet in een geïsoleerd cultureel reser­vaat kan worden ontworpen. Aan de Doornse Levenskunst, als product van Op Goed Gerucht, ligt de erkenning ten grondslag van de waarde van de moderne cultuur en zijn uitgangspunten. Belangrijke uitgangspunten zijn onder meer rede, vrijheid en geluk.

Rede en vrijheidNog nooit in de geschiedenis hebben mensen zo’n lang deel van hun jeugd op school moeten doorbrengen. Het verstand is een kostbaar vermogen dat ons een zekere mate van onaf­hankelijkheid verschaft. Was het vroeger zo dat de autoriteiten, de kerken en de ouderen bepaalden wat waar en goed was, nu willen en kunnen mensen dat zelf grotendeels uitmaken. Het vermogen tot zelfstandig, kritisch nadenken houdt nauw verband met het verlangen naar vrijheid. Zoals mensen van nu allergisch zijn voor opgelegde waarheden, zo zijn zij het ook voor opgelegde keuzes. Zij willen vrij zijn van dwang en de ruimte krijgen zelf een weg te zoeken in het leven. De Doornse Levenskunst kent daarom een open architectuur. Er wordt geen gesloten systeem aangeboden, maar een waaier van korte, prik­kelende gedachten, elementen waarmee mensen zelf hun levenskunst kunnen vormgeven.Levenskunst vanuit christelijk perspectief bevat vanzelfsprekend principes en methodes uit met name de christelijke traditie. Daarin ligt haar eigen karakter. Daarin ligt ook een kritisch aspect ten opzichte van de huidige cultuur. Vanuit het christendom kan ik de rede waarderen maar er

Geruchten 37_Opmaak.indd 6 4/20/12 8:26 PM

Page 7: Geruchten 37_Opmaak.indd

7‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’

is ook aanleiding haar te relativeren. Ons kennen is groot maar ook begrensd. Iets dergelijks geldt voor vrijheid. Vrijheid kan uitlopen op vrijblijvend­heid, een lege vrijheid. W. Schmid kwam tot de rake observatie dat mensen van nu wel ‘het streven naar bevrijding’ kennen, maar vaak de vraag naar ‘vormen van vrijheid’ hebben laten liggen. Tradities zoals de christelijke leggen ‘vormen van vrijheid’ voor die het leven een zinvoller inhoud beogen te geven.

GelukVolgens het christendom valt geluk niet samen met een comfortabel leven. Zo’n leven zij ieder wel gegund. Wie verlangt niet naar een dak boven het hoofd, een goede maaltijd en mooie dingen die het leven aangenaam maken? Maar als het gaat om geluk is er meer. Er zijn de mensen om ons heen. In hoeverre kan ik gelukkig zijn als anderen dat niet zijn? Is het niet zo dat mijn streven naar geluk een grens bereikt als dit het geluk van anderen bedreigt? Geluk heeft ook met God te maken. Wanneer mensen te rugkeren naar de diepste bron van het bestaan, wanneer dat gebeurt in vrijheid en echtheid, dan wordt een mens minder verkrampt, creatiever, liefdevoller, humoristischer. De ontmoeting met de levensbeamende Macht die boven mensen uitgaat en tegelijk hun Grond vormt, behoort tot ‘het Grote Geluk’.Vanuit dit perspectief is het logisch dat de Doornse Levenskunst is opgebouwd volgens de drieslag: omgaan met de ander, met God en mijzelf.

STEpHAN DE JoNG

KRIJGS­KUNSTlEvEnskunsT als krIjgs­lIsTvanMorgEn las Ik In hET MarkusEvangElIE jEzus’ woordEn ovEr ‘navolgIng’. jEzElf vErloochEnEn (ook dE nbv onTkoMT hIEr nIET aan daT Toch waT archaïschE woord) En jE kruIs opnEMEn. “wanT IEdEr dIE zIjn lEvEn wIl bEhoudEn, zal hET vEr­lIEzEn, Maar wIE zIjn lEvEn vErlIEsT oMwIllE van MIj En hET EvangElIE, zal hET bEhoudEn. wanT waT baaT hET EEn MEns oM dE hElE wErEld TE wInnEn En schadE TE lIjdEn aan zIjn zIEl? waT kan EEn MEns gEvEn In ruIl voor zIjn zIEl?” (Mk 8,35­37)

Andermaal ondervind ik hoezeer me dit alles ont­gaat. Terwijl ik het toch al vaker overdacht heb. Nooit vaak genoeg kennelijk. Ik geloof ook niet zo in groei in geloof, of vordering op het pad van heiliging, of hoe je dat ook moet noemen. Leven in navolging – hoe doe je dat? Dat houdt me bezig en ik wil daar ook nog wel eens iets over schrijven.

Maar misschien is dat niet meer nodig, nu Doornse levenskunst verschijnt. Men vroeg of ik een eerste reactie wilde geven op de inleiding van Stephan de Jong. Ik doe dat voor de vuist weg. Wat ik heb aan gedachten, geef ik, al weet ik niet of het opwekkend, origineel of creatief is.

Levenskunst. Gunst, ja, natuurlijk moest dat het vervolg zijn op de Catechismus. Mooi! Leer en leven toch, op een eigen wijze, maar nadruk­kelijk ook de levensstijl, de ethiek. En natuurlijk komt dat onder de naam ‘levenskunst’. Dat woord hangt sinds een paar jaar rond en dat past

Geruchten 37_Opmaak.indd 7 4/20/12 8:26 PM

Page 8: Geruchten 37_Opmaak.indd

8 Geruchten #37

uitstekend bij OGG. Maar het geeft kortsluiting in mijn hoofd: dat woord en Jezus’ woorden die ik las in het Markusevangelie.

Nu was Jezus naar verluidt bepaald geen asceet. In de marge horen we iets van wat gewoonlijk savoir vivre heet, als de scherpslijpers hem voor veelvraat en dronkaard uitmaken. Maar dat is in de marge van het evangelie, het is niet het evan­gelie zelf. Zou je Jezus een levenskunstenaar noemen (en het evangelie dus levenskunst)? Volgens Drewermann helpt levenskunst je goed te kunnen sterven. Sterven kon Jezus, uiteindelijk, dat wil zeggen: zich overgeven, laten doden. Maar als levenskunst naar ‘een vervuld leven’ streeft, ‘waarop straks in vrede en vreugde kan worden teruggekeken’, lijkt zijn leven toch van andere orde. Het gaat om behoud, redding en verlies. Als levenskunste­naar was Jezus die dans ontsprongen, denk ik, dan was hij niet op de weg naar Gethsemane en Golgotha gekomen. Dan had hij zoals ieder ander zijn ding gedaan. Maar hij doet Gods ding, of laat God aan hem diens ding doen. En nog weer anders: in dat alles laat hij ook de mensen – Farizeeën, Schriftgeleerden, Hogepriesters, heidenen – hun gang gaan.

Maar levenskunst, dat woord zingt nu eenmaal rond in de cultuur in deze tijd. Dan is het toch een mogelijk interessante contextualisatie! Ik bewonder de theologen wel die zo bij de tijd zijn; ik ben daar aan de ene kant te traag voor. Ik reageer vanuit mezelf altijd al secundair om niet te zeggen tertiair en ik ben me bewust van de mogelijk anachronistische of reactionaire indruk van mijn bespiegelingen. Aan de andere kant is mijn traagheid ook weloverwogen. Contextualisatie is een listige zaak, net als apologetiek waar het soms dichtbij in de buurt kan komen. Voor je er erg in hebt pas je de zaak teveel aan. Dus bezin ik eer ik begin. En ik zou het pas wagen, als ik er zeker van was dat de eigen inhoud van wat ik als levenskunst naar voren zou brengen met het woord aan de haal zou gaan – en niet andersom.

Dus als levenskunst het beeld oproept van het leven als kunstwerk, zou onmiddellijk duidelijk moeten zijn dat het wis en waarachtig in deze ‘kunst’ om leven en dood gaat. Het is kunst

met een grote K. Het heeft het dwingende en noodzakelijke van het goede, het ware, het schone. Dat is voor gewone stervelingen eerder iets waar je naar kijkt en waardoor je wordt geïmponeerd. Dat laat je eerder iets met je doen dan dat je zelf aan het creëren slaat (in de kunst is navolging epigonisme). Levenskunst is dan geen eigen werkstuk, geen eigen project, het is eerder aan je laten werken. Je bent eerder object dan subject, eerder materiaal dan kunste­naar, eerder passief dan actief. Je begint niet als subject met je eigen levenskunst, je wordt het door het werk van de schepper.

Dat maakt ook dat het christelijk kunstzinnige niet zit in een eigen stilering, in ornamentiek, versiering en cosmetica bij een verder natuurlijk, voorgegeven leven. Levenskunst en levensstijl suggereren beide iets oppervlakkigs, of zelfs iets frivools. ‘We moeten allemaal iets van ons leven maken, nou wij maken er iets christelijks van. Wij halen God erbij. Wij geven er die draai aan. Ieder z’n stijl!’ Maar doet dat recht aan het spreken in bijbel en traditie over het leven tegenover de dood, de vloek, de godverlaten­heid?

Levenskunst lijkt mij wel een bruikbare term, maar dan als een Paard van Troje, als krijgslist (al stelt dat de verhouding van kerk en cultuur te antagonistisch voor, maar goed, er is toch ook zoiets als ‘geestelijke strijd’). Om het ware leven te ontdekken, te laten overwinnen, het werkelijk gewichtige leven, het eeuwige, in de wereld die komt. Die levenskunst streeft naar vervul­ling, maar kijkt voor vrede en vreugde niet terug, maar vooruit, en hoopt.

CoEN CoNSTANDSE

Geruchten 37_Opmaak.indd 8 4/20/12 8:26 PM

Page 9: Geruchten 37_Opmaak.indd

9‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’

De levenskunst van spreuken (2)een man die wegvlucht van zijn huis is als een vogel die zijn nest ontvlucht. spreuken 27:8

Linda BOrst: Deze spreuk getuigt zeker van levenskunst. In onze jeugd zetten we ons af tegen onze ouders. We hebben dat nodig om onze eigen­heid te vinden, onze slagkracht te ontwikkelen. We willen er, gegroeid, altijd weer terugkeren. Maar een vlucht verondersteld iets niet onder ogen willen zien en niet meer terugkeren. Vluchten betekent jezelf groei en veiligheid ontzeggen. Vluchten is ontzeggen...

Marianne BOGaard: Een man die wegvlucht van zijn huis ­ ik weet niet of ik dat wel levenskunst vind. Dat hangt ervan af wie er achterblijven en of hij zich aan verantwoordelijkheden onttrekt. Wie betalen de prijs voor zijn keuze om zo vrij als een vogel te zijn? Opvallend trouwens: als je hier een vrouwelijk versie van maakt klinkt de spreuk heel anders. Dan denk ik eerder aan een noodzakelijke vlucht en niet aan in de steek laten. Erg gekleurd, ik geef het toe, maar dan wel door vele verhalen. Bij een vrouwelijke versie wordt bij mij eerder het beeld opgeroepen van een vogel die het nest verlaat om voor het eerst zelf te leren vliegen.

LOes L. W. jansen: Vluchtgedrag in de natuur wijst op instinctief gevaar ontwijken voor het te laat is en het dier verlamt en overmeesterd wordt. Voor een mens kan vluchtgedrag ook instinctief zijn om te overleven. Het kan ook een intuïtieve handeling zijn waarbij, zonder rationele argumenta­tie vooraf, heil gevonden wordt. Dan gaat het dunkt me om levenskunst.

Geruchten 37_Opmaak.indd 9 4/20/12 8:26 PM

Page 10: Geruchten 37_Opmaak.indd

10 Geruchten #37

DE KUNST VAN ALLE­DAG ‘dagElIjks gElovEn’ – oEfEnIng baarT kunsT

‘oEfEnIng baarT lEvEnskunsT’ schrIjfT joEp dohMEn In zIjn klassIEkEr ovEr lEvEnskunsT Tegen de onverschilligheid: pleidooi voor een moderne levenskunsT.

Oftewel: al doende leert men. Voor het oefenen van christelijke levenskunst is (naast de Doornse Levenskunst!) het boekje Dagelijks geloven. Vormgeven aan geloven vandaag van Wilma Hartogsveld een aanrader. Het geeft een over­zicht van mogelijke vormen om geloof te prak­tiseren. Het is een werkboekje, bedoeld om geloven te doen, bestemd voor mensen die de vanzelfsprekendheid voorbij zijn. Meer dan dat, velen voelen zich verlegen met de vraag ‘waar draait het om in het geloof?’. Hartogsveld kiest ervoor niet in te zoomen op het ‘wat’ van het geloof, maar op het ’hoe’: hoe leef ik als ge lovige? Al doende leert men immers. Hoewel in het boekje ook geloven in gezinsverband, op het werk en in de gemeenschap aan bod komt, krijgen persoonlijke rituelen de meeste aandacht. Daarmee gaat Dagelijks geloven uit van levenskunst als ‘zelfverantwoordelijkheid’ zoals door Dohmen beschreven. Het gaat om de verantwoordelijkheid om zelf vorm te geven aan je leven, en te reflecteren op je mogelijkheden

en beperkingen. De individuele gelovige moet dus zelf zoeken naar vormen om geloven levend te houden. Geloven is in eerste instantie een zaak van individuele keuzes, zeker als het om de praxis gaat, de dagelijkse praktijk. Volhouden van regelmaat is voor mij een constante uitdaging, zeg maar: strijd, met een goed voor­nemen. In mijn tienertijd heette dat voornemen nog ‘stille tijd’, tegenwoordig denk ik meer in termen van de klooster­getijden. Maar de prak­tijk ziet er nog steeds niet ideaal uit. En dat voor een dominee.. Het boekje Dagelijks geloven stimuleerde me om het weer te proberen. Ik zocht een paar vormen uit het boekje van Hartogsveld om mee te oefenen. Hoe begin ik de dag, voor mezelf, en hoe begin ik de maaltijd met mijn kinderen? Elke beschreven vorm wordt kort geëvalueerd in het boekje: wat zijn de beperkingen van het ritueel? Waarom werkt het wellicht niet? Het roept de vraag op: hoe beoordeel je een ritueel? Wat is het criterium bij levenskunst? Bij mij is en blijft de grote vraag: hoe houd ik het vol, en wat maakt dat ik het niet volhoud (of misschien ooit wel..)? Al doende ontdekte ik twee dingen (opnieuw). ‘Al doende leert men’ is meer dan een volks­wijsheid; zo werkt het ook echt met geloven. In het doen groeit vertrouwen en verdiept het zich. Het landt in je lijf en je leven, wordt deel van je. Als ik mijn knielbankje opzoek en een meditatie­houding inneem voordat ik de bijbel opensla of probeer te bidden, dan oefen ik mezelf in een ontvangende houding. Dat kruipt naar binnen en verandert me, een heel klein beetje, eventjes. Als we als gezin elkaar een hand geven voor het eten en om Gods zegen zingen, dan oefenen we in verbinding, in aandacht voor elkaar en God. En ik merkte dat ik al oefenend op het ‘hoe’ toch ook op zoek ben naar het ‘wat’. Dat komt in de buurt van een criterium waar ik een ritueel steeds weer aan toets. Wat heb ik voor ogen bij het kiezen van een bepaalde vorm? Wat hoop ik te bereiken? Wat is geloven voor mij, en Wie is het die ik zoek? Dohmen legt uit dat het bij levenskunst gaat om prioriteit aanbrengen in een pluraliteit van waarden. Er is in onze cultuur geen absolute waarde, het individu moet zelf steeds kiezen wat prioriteit heeft. Hartogsveld signaleert in haar boekje dat christenen verschil­

Geruchten 37_Opmaak.indd 10 4/20/12 8:26 PM

Page 11: Geruchten 37_Opmaak.indd

11‘GELUK IS, ZEG MAAR, ECHT MIJN DING’

lende antwoorden vinden op geloofs­ en levens­vragen. De gelovige moet zelf kiezen, priori­teiten stellen, een eigen geloofsweg zoeken. Mijn conclusie: de inhoud van het geloof speelt mee in de keuze van de vorm. Voor mij als gelovige is het belangrijk dat in mijn geloofsprak­tijk de woorden niet de boventoon voeren. Stilte is voor mij belangrijk. Daarin wordt de geslo­tenheid van het zelf opengemaakt, en komt er ruimte voor de Ander. Dat heeft te maken met mijn godsbeeld. Al doende leert men of: oefening baart (levens)kunst. Door het oefenen in de praktijk doe ik ervaringskennis op, over God en mezelf. Een groot beoefenaar van regelmaat zal ik nooit worden. Maar toch slijt er al doende (met vallen en opstaan) een bepaalde houding in. Een hou­ding waar ik op terug kan vallen als ik in mezelf opgesloten raak. Oefening in openheid voor de verborgen aanwezigheid van God – dat is voor mij christelijke levenskunst.

REbECCA oNDERSTAL

STUURMANS (M/V) KUNST uIT dE sTuurgroEp

hET prakTIschE zusjE van dE doornsE caTEchIsMus zIET op 8 junI hET lEvEnslIchT. dE afgElopEn Maan­dEn Is kEIhard gEwErkT aan dE doornsE lEvEns­kunsT. dE rEdacTIE hEEfT dE laT hoog nEErgElEgd En vroEg vEEl van dE scrIbEnTEn.

Het resultaat mag er dan ook zijn. Daar zijn we blij mee, dus ook op deze plek: Aarnoud, Alida en Stephan: bedankt! Net zoals de DC is ook de DL uitstekend geschikt voor leerhuisavonden en kringwerk in de gemeente. Een tip voor jullie planning van het volgend seizoen.We worden als vertegenwoordigers van Op Goed Gerucht regelmatig gevraagd om over kerkelijke zaken mee te denken en mee te praten. We gaan niet op alle uitnodigingen in,

maar een gesprek met het moderamen van de synode gaan we zeker niet uit de weg. Zo spraken we de afgelopen tijd met het modera­men en diverse vertegenwoordigers van andere groepen/modaliteiten in de PKN over het ambt. Zoals verwacht bleek dat de ambtsopvatting binnen onze kerk nogal uiteenloopt, maar tijdens het gesprek bleek ook dat in de volle breedte van die kerk de meerwaarde van het ambt wordt gevoeld. Dit wordt door de synode verder uit­gewerkt.In toenemende mate is het – ook voor Op Goed Gerucht – belangrijk om goed met de media om te kunnen gaan. We willen immers niet alleen binnen de muren van Hydepark of het Landelijk Dienstencentrum meepraten en gehoord worden. In dat kader volg ik een media master­class in Amsterdam. Nieuwsgierig naar het hoe, wat en wie? Kijk op www.mediamasterclass.nl.De discussie rondom de invoering van Perma­nente Educatie zal jullie niet zijn ontgaan. Als stuurgroep willen we ons steentje bijdragen aan een goed aanbod en daarom hebben we om te beginnen een concreet plan ingediend voor een PE­dag over business spiritualiteit. Hierbij heeft de stuurgroep samenwerking gezocht met de Academy for Servant Leadership, de onderwij­sinstelling van de Stichting Greenleaf Center for Servant­Leadership. Het programma ziet er goed uit en we hopen jullie daarover binnenkort ver­dere positieve informatie te kunnen geven.Maar nu eerst op naar de ‘Geluksdag’ op 8 juni! Houdt het goede gerucht gaande en vergeet niet van je leven een kunstwerk te maken.

Met een hartelijke groet vanuit de Stuurgroep,

WILMA HARToGSVELD

Geruchten 37_Opmaak.indd 11 4/20/12 8:26 PM

Page 12: Geruchten 37_Opmaak.indd

12 Geruchten #37

DE KUNST VAN HET GAANDE KUnsT van HET PELGrImErEn In HET KELTIscH cHrIsTEnDOmvoor dE IErsE En schoTsE MonnIkEn was pElgrI­MErEn bIjna EEn way of lIfE. TEnMInsTE, voor zovEr wE daT kunnEn achTErhalEn. andErs dan kloosTErlIngEn uIT dE bEnEdIcTIjnsE TradITIEs kEndEn zIj nIET dE gElofTE In hETzElfdE kloosTEr TE blIjvEn (sTabIlITas locI). Toch was hun pElgrIMErEn nIET sIMpElwEg EEn rEIs naar EEn bEpaaldE hEIlIgE plaaTs.

Wie aan een peregrinatio ­ letterlijk: in den vreemde reizen en verblijven – begon, koos in principe voor een reis zonder einde. Het is een besef waarvan wij lezen in bijbelse teksten als Hebreeën 11, 13­14: Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland.

De reis kon naar allerlei oorden voeren, maar het ging uiteindelijk om de innerlijke reis van de pelgrim. In de Keltische beleving was het christelijk geloof een zaak van principieel onder­weg zijn en blijven. Peregrinatio is de plek van je opstanding vinden! Dat is anders dan een bedevaartplaats bezoeken vanwege die plaats en wat daar gebeurde of nog is te vinden. Ook is het anders dan de langere pelgrimstocht, waar­

bij de reis zelf een belangrijke plaats inneemt, maar waarna de pelgrims toch altijd weer naar huis terug keren. De peregrinatio kent geen weg terug, alleen een weg vooruit. In principe zonder te weten waar de weg je brengen zal.

Dit werd verbeeld in een verhaal van de pere­grinus die in een bootje stapte zonder riemen, om te gaan waarheen wind en golven hem brachten. Door het geloofsprincipe van de peregrinatio zwierven de Kelten de hele wereld rond, letterlijk tot de einden der aarde. Keltisch­christendom accentueert het element van het principieel ‘onderweg’ zijn én blijven. Op deze zo moeilijke weg weten de pelgrims zich verbonden met Christus. Dat helpt hen te gaan en vol te houden. Hij heeft zelfs de hemel verlaten voor zijn tocht, trok het land door ‘zonder een steen om zijn hoofd op neer te leggen’ en was na zijn opstaan ‘bij God’, ‘overal en nergens’, onderweg. Volgelin­gen van Christus zullen nooit helemaal ontkomen aan aspecten van de peregrinatio, omdat die zo’n wezenlijk onderdeel is van de weg van hun Meester. Bij zijn heengaan noemt Hij wel het ver­trekpunt Jeruzalem, maar geen eindpunt. Het kan en gaat alle kanten op. Paulus heeft alle trekken van een peregrinus, altijd onderweg. Dat impli­ceert onzekerheid, ontbering, verzoeking, zoals Jezus die onderging. Maar ook vriendschap van toevallige reisgenoten of voorbijgangers, gast­vrijheid van onbekenden, zoals ook hedendaagse pelgrims dat ervaren. Een verbondenheid over alle grenzen heen, door het gaan van ‘de weg’. Dat sluit aan bij het oude gegeven dat de eerste christenen, toen ze nog niet díe naam droegen, aangeduid werden als ‘mensen van de weg’. Dat is met Keltisch accent te karakteriseren als ‘wel in de wereld, niet van de wereld’. Zoals St. Columba (6e eeuw) het noemde: ‘we zijn ‘gasten van de wereld’ die natuurlijk wel Gods wereld is’.

Nieuwe vormen van pelgrimageHet is in onze tijd, waarin mensen niet direct in woorden of ‘waarheid’ geloven, maar wel in ‘hoe het werkt of wat waar wordt’, een uitdag­ing om de pelgrimage of bedevaart in nieuwe, eigentijdse vormen te ondergaan of aan te bieden.Oecumenische ‘Pelgrimsgroepen’, zoals in Wageningen, ontwikkelden wandelprogramma’s met vier wandelingen in een seizoen, verbon­

Geruchten 37_Opmaak.indd 12 4/20/12 8:26 PM

Page 13: Geruchten 37_Opmaak.indd

13‘gEluk Is, zEg Maar, EchT MIjn dIng’

den door een thema en voorbereidende (lezing­)avonden. Eens in de twee jaar werd een reis van langere duur gemaakt naar Iona, Assisi, Mainz­Fulda, Vlieland of Canterbury.In Doorn maken we een fi etspelgrimage Iona­Newcastle als symbolisering van de weg die de eerste missionarissen met de verspreiding van het christendom gingen. Onderweg wordt het thema van de levensweg dagelijks in etappes vorm in inhoud gegeven.Op de thuisbasis van Op goed gerucht (Hydepark) wordt, op voorstel van iemand die de dag­pelgrimage op Iona meemaakte, een dergelijke, vereenvoudigde, tocht uitgezet. Landschap, geschiedenis, eigen weg, samenleven, spirituali­teit en confrontatie met de weg van blinden en slechtzienden worden in een tocht van twee­ en­een­half uur geïntegreerd, eindigend in het theehuis van de moestuin van Bartimeüs.

Tot slotLetterlijk pelgrimeren kan heerlijk maar ook confronterend zijn. Het hoeft trouwens ook niet altijd letterlijk. Er zijn honderd redenen om te gaan, maar zeker ook honderd om thuis te blijven. Waar het, denk ik, altijd om gaat is de omvorming, meer tot je bestemming komen, dan je deed.

Vertrekken, op weg gaan (Dom Helder Camara)Vertrekken is allereerst uit zichzelf treden.De korst van egoïsme stukbreken, die ons gevangen tracht te houden in ons eigen ‘ik’.

Vertrekken, dat is ophouden rondom zichzelf te draaien, alsof men het middelpunt van de wereld en van het leven was.

Vertrekken, dat is zich niet laten opsluiten binnen de problemenkring van het wereldje waartoe wij behoren; hoe belangrijk dat ook mag zijn, de mensheid is veel groter - en die moeten we juist dienen.

Vertrekken, dat is geen kilometers verslinden,zeeën oversteken of supersonische snelheden bereiken. Het is in de allereerste plaats zich openstellen voor anderen, hen ontdekken, hen tegemoet gaan.

TEUN KRUIJSWIJK JANSEN

De levenskunst van spreuken (3)

Je huis en rijkdom erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van God. spreuken 19:14

heLena Witte kraai: Ik heb niets geërfd van mijn ouders, dan hun lasten, die ik gelukkig kwijt ben geraakt. Mijn inzicht kreeg ik van de wind, de aarde de liefde en het leven... De spreuk is een man­nenspreuk..Vrouwen hebben God­in, zeg ik vaak... die hebben alles al :­)

Martha krOes: De Spreukentekst roept een uitspraak van mijn vader op, die ik op het Friese platteland meer gehoord heb, destijds. “Dat je ouders geen geld hebben, daar kun je niets aan doen, maar aan die van je vrouw wel.” Dit werd dan gek­scherend gezegd, maar wat ik er uit oppikte was dit: Je krijgt het nodige (materieel en immaterieel) mee ­ of juist niet ­ maar dat bepaalt niet je toekomst. In die toekomst liggen keuzes en kansen verborgen, waar­mee jij je leven verder kunt ontwik­kelen. Dat vraagt inzicht en dat zal inzicht geven. Voor mij is dat ook de wijsheid in de Spreukentekst, waar ik dan achter ‘vrouw’ zou willen zetten: (m/v).

Geruchten 37_Opmaak.indd 13 4/20/12 8:26 PM

Page 14: Geruchten 37_Opmaak.indd

14 gEruchTEn #37

hydEpark­cornEr DE KUNST VAN HET AfSToffEN waT kan Ik ME Toch onTzETTEnd ErgErEn aan vooroordElEn ovEr gElovIgE MEnsEn of ovEr MEnsEn dIE nog naar dE kErk gaan. alsof jE ToT EEn soorT uITsTErvEnd ras bEhoorT, dE vooruITgang gEMIsT hEbT. gElovIgEn En kErkElIjk bETrokkEn MEnsEn zoudEn saaI zIjn, doM En naïEf, MogEn nIETs, En hEbbEn gEEn sMaak. korToM: kErk Is uIT!

Erg kort door de bocht, ik weet het. Maar ik hoor deze uitspraken vaker dan me lief is. Gevaar is dat ik dan uitermate hard mijn best ga doen, om te laten zien dat ik tot het unieke soort ‘kerk­ganger’ behoor dat wel hip is. Ik mag van alles en doe het ook, ik leid een smaakvol bestaan en ben allesbehalve saai. Alsof het daar om draait in de kerk. Niets is minder waar. Toch ben ik blij met een type als Arie Boomsma die “geloven” en “hip zijn” (en niet te vergeten woest aantrek­kelijk) goed weet te combineren en als zodanig uitdraagt.

Iets minder blij ben ik met de cliché­ bevestigende plaatjes van de gelovige en de kerk. De stijve we­hebben­het­altijd­zo­gedaan­dus­dat­blijft­zo mentaliteit, die je toch ook nog wel geregeld tegenkomt. Of het zalvende taalgebruik, ook zoiets. “ Dat je het MAG beleven dat de HEERE JEZUS in je leven komt”... Die eeuwig vrede lievende glimlach. Je vindt dit onder de gelovigen én hun voorgangers. En het lastige is, dat juist dat beeld het meest hardnekkig lijkt te zijn in de beeldvorming over kerk en gelovigen. Moeten we daar wat aan doen? Kunnen we daar wat aan doen?

Ik vind van wel. Ik vind het de plicht van kerk en voorgangers om zich goed bewust te zijn welke indruk zij achterlaten in de samenleving. We lopen in de kerk te vaak tegen de eigen opgelegde beperkende gedachte aan dat het ‘bij ons’ om de inhoud gaat, de boodschap.

Die is belangrijk! Die willen we uitdragen. Aan de verpakking wordt vervolgens erg weinig aan­dacht besteed.

Ik wil een pleidooi voeren voor een vruchtbare balans tussen verpakking en inhoud. Al was het maar om de verbinding te kunnen blijven maken met dat wat in de samenleving hip and happen­ing is. Wat betreft de inhoud: als het gaat om de binnen­kerkelijke terminologie die we gewoon zijn te hanteren, pleit ik voor een opfris­cursus. Loop eens zorgvuldig na welke woorden en welke taal je gebruikt in gebeden en rituelen. Wie weet nog waar kyrië­gebed voor staat, of het woord ‘ontferming’. Het is echt helemaal niet meer zo vanzelfsprekend dat iedereen meteen snapt waar je het over hebt. En als je dan toch bezig bent je taal op te frissen, kijk dan meteen eens in welke vorm je het giet. De kerk mag dan wel niet van de wereld zijn, ze is er wel voor de wereld. En zal zich dus af en toe werelds moeten uitspreken. En dat is een kunst!

Een geslaagd voorbeeld van deze kunst was het project ‘The Passion’. Het prachtige, weerbarst­ige en heel oude verhaal afgestoft en verteld door middel van teksten van Nederlandse pop­songs, vertolkt door Charly Luske en Danny de Munk (en als je dus niet weet wie dat zijn, dan heb je inderdaad iets gemist...). Een doorgesla­gen poging van deze kunst was de daaropvol­gende ‘Grote Jezus Quiz’. Tenenkrommend debiel werd er eigenlijk ongemerkt weer de gek gestoken met kerk en geloof. U begrijpt: het is een breekbare balans.

Kortom: afstoffen is en blijft een kunst. Maar echt hoor, er komen prachtige dingen tevoorschijn als het stof eenmaal is weggebla­zen. Alles krijgt een nieuwe glans en is het ons daar uiteindelijk ook niet om te doen in de kerk?

RoLINKA KLEIN KRANENbURG

Geruchten 37_Opmaak.indd 14 4/20/12 8:26 PM

Page 15: Geruchten 37_Opmaak.indd

15‘gEluk Is, zEg Maar, EchT MIjn dIng’

wE nEEd To Talk DE KUNST VAN HET bEMINNENDE BrUID van GOD, Of DE KUnsT van DE rELIGIEUzE sEKsUELE ErvarInG.

praaT nieT meT god Terwijl je aan vrouwen denkT, maar praaT meT vrouwen alsof je bij god benT.

joods spreekwoord

Mijn tante was de bruid van God. Toen ze met hem trouwde, moest ze op de koude, marme­ren vloer vooraan in de kerk gaan liggen, als teken van overgave. Meisjes van 14, 15 jaar die een roeping kregen, gingen naar het klooster, en éénmaal binnen werden de kloosterpoorten achter hen vergrendeld. De eerste tien jaren zouden ze hun familie niet meer zien. In die tien jaar bereidden ze zich voor op hun huwelijk met God dat voltrokken werd in een prachtige, theatrale misviering waarbij de jonge vrouw zichzelf geheel en al aanbood aan haar schep­per. Ik heb het altijd prachtig gevonden. Ik had maar wat graag uitgestrekt voor de voeten van Christine gaan liggen toen ik haar trouwde, en hoe opwindend zou het niet geweest zijn, als zij hetzelfde had gedaan, in haar sneeuwwitte bruidsjurk, of nog mooier naakt natuurlijk, zich ter aarde geworpen terwijl het kerkkoor Gloria Halleluja zong. Katholieken kan je in elk geval geen gevoel voor theater ontzeggen. Toen de regels voor de nonnen al lang niet meer zo streng waren, mocht ik als jongetje altijd op vakantie bij mijn Tante Nonneke. Ik heb er zo intens genoten. Al die donkere kloostergangen, de oneindige kloostertuin, de aftandse refter en de cellen waar de nonnen sliepen, het was het decor uit een middeleeuwse film waar ik op vakantie was. En natuurlijk was het klooster ook een broei­oord van onderdrukte seksuele verlangens die overal sudderden en zinderden. Ik sliep samen met

Geruchten 37_Opmaak.indd 15 4/20/12 8:26 PM

Page 16: Geruchten 37_Opmaak.indd

16 gEruchTEn #37

Tante Nonneke in haar éénpersoonsbed. Ze hield me stevig vast tijdens die koude kloosternachten terwijl de wind tegen het raam beukte. Ik ben de enige man, denk ik, met wie ze ooit het bed heeft gedeeld. Ik voelde, hoe klein ik ook was, haar nood aan affectie, aan warmte, hoe heerlijk het was een ander lijf tegen je aan te voelen ’s nachts. Het was onschuldig en het was spannend. Geen religie is erotischer van aard dan de katholieke. De prachtige, sensuele schilderijen met voorstellingen uit het oude en nieuwe testament waarbij de kun­stenaars toch altijd een alibi vonden om de figuren naakt af te beelden, naakte vroomheid was het, maar o zo spannend en verboden.

Natuurlijk zijn alle clichés waar. De nog jonge pastoor zorgde voor opwinding bij de nonnekes wanneer hij door de kloostergang liep. Allen verlangden ze naar zijn speciale aandacht, en ze liepen zich het vuur uit de sloffen om zijn koffie, sigaren en wat hij nog meer nodig had, te bren­gen. Ik dartelde onbezonnen rond in dat oord van god en dat oord des verderfs. Vele jaren later werd Tante Nonneke op een och­tend naast haar bed gevonden. Ze had die nacht een hersenbloeding gehad. En daardoor was de poort die het onderhuidse afsloot wagenwijd opengezet. Ik vroeg een bevriende droomthera­peute om eens met haar te praten. Ze was in schok, zei ze, door de seksuele fantasieën die mijn Tante Nonneke haar had toevertrouwd. Droombeelden, visioenen, erotische voorstel­lingen waarbij kerkelijke en seksuele symboliek haar onrust teisterden. Die laatste weken lag ze in een hospitaal. Ze kon niet veel meer. Maar toch wanneer ik mijn hand in de hare legde, voerde ze mijn hand onder de lakens, naar dat plekje, wat nonnekes voor hun god bewaarden. Ik wist niet wat ik moest doen. Haar ogen keken me smekend aan alsof ze me wilde zeggen: “Laat me me één keer vrouw voelen”. Ik heb het niet gedaan. Het zou wat zijn als de nachtverpleegster binnen was gekomen en me zo met Tante Nonneke had aangetroffen. En natuurlijk is het triest dat ze tijdens haar aardse leven nooit het extatische geluk van lichamelijke liefde heeft mogen ervaren. Dat

ze nooit het goddelijke gevoeld heeft terwijl ze de liefde bedreef. Maar nu is ze bij haar bruidegom. De man aan wie ze haar leven heeft geofferd. En ik weet wel zeker dat ze daar nu haar schade inhaalt. En iedere keer dat het dondert en bliksemt, denk ik, dat is mijn Tante Nonneke die in de hemel vrijt dat de knetters eraf vliegen, met haar bruidegom, haar God. GEERT KIMpEN

Geert Kimpen (1965) schreef na zijn internationale bestseller De Kabbalist, een tweede succesroman De geheime Newton. Zijn laatste boek is Met Rachel, of het mysterie van de liefde. Zie ook: www.geertkimpen.com

laTEn vIErEnDE KUNST VAN DE EENVoUD LEvEnsKUnsT mET KInDErEn...

dE TranEn van vadEr kwaMEn uITgEbrEId In bEEld ToEn hIj vErTEldE ovEr hET doElpunT daT zIjn zoon ThoMas scoordE In dIE wEdsTrIjd EEn Maand voor zIjn ovErlIjdEn. dIE wEdsTrIjd was spEcIaal voor hEM gEorganIsEErd oM Er voor TE zorgEn daT ThoMas Toch nog EEn kEEr kon voETballEn.

In al die jaren van kuren ging het niet, mocht het niet. Hoe het zat met zijn kanker interes­seerde Thomas bij elk artsenbezoek minder dan te horen krijgen of hij weer mocht voetballen. Aldus zijn vader, maar de interviewster van de EO wilde vooral weten over de pijn, het verdriet en het je daarin gedragen voelen door God. En hoe Thomas dacht over het gaan naar de hemel, hoe het daar zou zijn. En wat hij vond van het boekje ‘Een parel in Gods hand’ dat aan het hoofdeinde van zijn bed lag. En hoe Thomas die ene droomwedstrijd ervaren had, die zoveel

Geruchten 37_Opmaak.indd 16 4/20/12 8:26 PM

Page 17: Geruchten 37_Opmaak.indd

17‘gEluk Is, zEg Maar, EchT MIjn dIng’

publiek en pers op de been had gebracht. Aan de hand van Ronald Koeman was Thomas het veld op komen lopen. Beelden van de wedstrijd, de zichtbare emoties van het publiek, de uiterst tengere Thomas met sondeslang in zijn neus op het veld: ze werden met toepasselijke muziek keer op keer herhaald. ‘Wat zal die wedstrijd en het hele gebeuren er om heen wel niet met Thomas gedaan hebben?’, begon de interview­ster opnieuw. ‘Dat ging eigenlijk aan hem voorbij’, vertelde zijn vader. ‘Thomas was blij omdat hij eindelijk weer eens kon voetballen’. Wat maakt het leven waardevol? Wat wil het hoe van het leven zeggen over het wat en waarom van het leven? Als volwassenen gaan wij graag voor antwoorden op deze vragen bij kinderen te rade, want die zijn zo veel ont­vankelijker en onbevangener. Het verhaal van Thomas leerde me opnieuw dat voor kinderen deze vragen vaak te veel gevraagd zijn en voor ons volwassenen eigenlijk ook. Althans, we maken met ons gezoek naar betekenis­ en zingeving wel eens meer kapot dan ons lief is. Thomas wilde gewoon voetballen, zijn ding doen. Dat gold meer voor hem dan al die aan­dacht, al die nadruk dat het hier om een droom­wedstrijd ging en de betekenis daarvan. Het deed me denken aan de laatste twee strofen uit een gedicht van Karel Eykman gebaseerd op de vraag uit Psalm 8 aan God: ‘Wat is toch de mens dat u om hem geeft? Het gedicht heeft de toepasselijke titel: Wie ben ik?

Ik ben maar een kind dat woont in de straten van zomaar een stad, ik speel hier vaak. En toch kan God het blijkbaar niet laten om te glimlachen als ik een goaltje maak.Godallemachtig hoe kom ik daar in Gods naam toch bij? Zoveel om me heen is zo veel en zo prachtig. God zal mij bewaren, maar waarom uitgerekend mij?

Karel Eykman verstaat de kunst te vertrekken vanuit het perspectief van het kind, die niet al te veel nadenkt over wat of waarom het iets doet. Of wat het betekent. Maar het gewoon doet. Worden als een kind... Dat betekent niet kinder­achtig, maar proberen het leven als een kind te ontvangen en te leven. In alle onbevangenheid. Als we groter worden wisselen we die onbevan­genheid in voor argwaan en achterdocht. Door schade en schande geleerd. En oh, wat zijn de grote mensen dan ontroert en geraakt als een kind in alle vrijmoedigheid een statement maakt over een voor ons inmiddels levensgroot vraagstuk, zoals bijvoorbeeld de dood. En ook in dit stukje over levenskunst zijn het de grote mensen die iets vertellen over of van de kinderen.

Het boekje Pip en het randje van de hemel geeft ons een kijkje in de leefwereld van een kind – met – grote – vragen – en – antwoorden:

“En...” zei Pip. “God is bij de mensen van wie hij houdt. En... God houdt van alle mensen, en dus is God overal.” “Ja, zei mama. “ Dat is waar.”“En...” zei Pip.“Pip!” zei mama.“Dat betekent,” zei Pip, “dat overal het randje van de hemel is.”

Ach, zo simpel kan het zijn. En misschien is het wel zo simpel.Dus zing ik maar weer:

Wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind, dat ik zie wat is, en mij toevertrouw en het licht niet haat.

Het blijft een kunst!

RoLINKA KLEIN KRANENbURG EN MAARTJE WILDEMAN

Geruchten 37_Opmaak.indd 17 4/20/12 8:26 PM

Page 18: Geruchten 37_Opmaak.indd

18 gEruchTEn #37

De levenskunst van spreuken (4)

Je huis en rijkdom erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van God. spreuken 19:14

Gea Feenstra: Ik denk dat God die personen in je leven laat komen, die je nodig hebt in je leven. De mensen die jou inzicht geven. Soms op een niet fi jne manier en meestal op een prachtige manier. Hoe het ook gebeurt, het gebeurt uit Gods liefde.

eLisaBeth crOLes: Ik heb dat soms met mijn kinderen. Mijn dochter Maaike danst. Ze danst soms met

een wijsheid en inzicht die me ver­stommen en met dankbare tranen in de zaal doen zitten. Mijn zoon Daniel kan soms dingen zeggen die ik nooit zo precies had kunnen/durven formul­eren. Dan kan ik alleen maar stil voor mezelf ergens gaan zitten en zeggen: bedankt.

Geruchten 37_Opmaak.indd 18 4/20/12 8:26 PM

Page 19: Geruchten 37_Opmaak.indd

Lea van den BerG: Denken dat ieder­een in je leven komt om jóu tot grote hoogtes te tillen is voor mij een vorm

van egoïsme. Ik denk dat iedereen elkáár tot die grote hoogtes brengt en daarom op elkaars pad komt en daar soms ook weer van verdwijnt. Niemand is van het allereerste begin tot het allerlaatste eind bij elkaar. Iedereen die je, in welke vorm dan ook, tegenkomt is waardevol. Als jij op een bepaald moment in je leven iemand met bepaalde inzichten nodig hebt, dan is het iemand met díe inzichten die je tegenkomt.

RedactieRolinka Klein Kranenburg

Rienk Lanooy

Lyonne Verschoor

Tom de Haan

Coen Wessel

Maartje Wildeman

RedactieadresRolinka Klein Kranenburg

Laaxumstraat 15

3826 AH Amersfoort

[email protected]

Ontwerp Rob de Bree

Geruchten 37_Opmaak.indd 19 4/20/12 8:26 PM

Page 20: Geruchten 37_Opmaak.indd

Colofon De nieuwsbrief ‘Geruchten’verschijnt minimaal 3 maal per jaar

richtprijs € 15,– per jaar,uitsluitend te voldoen via eentoegestuurde acceptgiro.

Predikanten kunnen zich aansluiten bij Op Goed Gerucht: via Hans van Solkema,[email protected]

www.opgoedgerucht .n l

18 - zomer 2005

nieuws in format iecultuurtheologie

wetenschap

De nieuwsbrief ‘Geruchten’ verschijnt driemaal per jaar

Een abonnement kost € 25,- per kalenderjaar.

Predikanten, kerkelijk werkers en theologiestudenten kunnen zich aansluiten bij Op Goed Gerucht via:Dick Vos,[email protected](tevens voor adreswijzigingen)

www.opgoedgerucht.nl

Geruchten 37_Opmaak.indd 20 4/20/12 8:26 PM