Geotechniek April 2015

52
JAARGANG 19 NUMMER 2 APRIL 2015 ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR HET GEOTECHNISCHE WERKVELD VIJFLAAGSE PARKEERGARAGE “HET NIEUWE HOOG CATHARIJNE” TE UTRECHT KADEVERBETERING MET SOILMIX ALS CONCURREREND ALTERNATIEF VOOR EEN STALEN DAMWAND KNIK VAN SLANKE PALEN – EEN VERBETERDE BEREKENINGSMETHODE PAALKLASSEFACTOREN VOOR DE PAALPUNT GAAN OMLAAG

description

Onafhankelijk vakblad voor het geotechnische werkveld

Transcript of Geotechniek April 2015

Page 1: Geotechniek April 2015

JAARGANG 19 NUMMER 2 APRIL 2015ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR HET GEOTECHNISCHE WERKVELD

VIJFLAAGSE PARKEERGARAGE “HET NIEUWE HOOG CATHARIJNE” TE UTRECHT

KADEVERBETERING MET SOILMIX ALS CONCURREREND ALTERNATIEF VOOR EEN STALEN DAMWAND

KNIK VAN SLANKE PALEN – EEN VERBETERDE BEREKENINGSMETHODE

PAALKLASSEFACTOREN VOOR DE PAALPUNT GAAN OMLAAG

Page 2: Geotechniek April 2015

TERRACON

Kwaliteit als fundament

[email protected]

Interesse?Bel +31 (0)10 425 65 44 of mail naar [email protected] en wij nemen contact met u op om dediverse mogelijkheden te bespreken.

Uitgeverij Educom BVUitgeverijMarketingDrukwerkInvesteringenInternetwww.uitgeverijeducom.nl

3 Leden KIVI NIRIA, afd. Geotechniek

3 Leden Ingeokring

3 Leden NGO (Nederlandse Geotextielorganisatie)

3 Leden ie-net (v/h KVIV)

3 Leden BGGG (Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniek)

3 Leden ABEF (Belgische Vereniging Aannemers Funderingswerken)

3 5.000+ professionals uit de GWW-sector in Nederland en België(waaronder ook prospects als overheden)

Word sponsor of mede-ondersteuner van Geotechniek en bereik uw doelgroep effectief!U ontvangt een aantrekkelijk publiciteitspakket waarmee u uw organisatie, dienst of product kunt profileren d.m.v. publicatie/adverteren.

KiesVOOR HET VAKBLAD GEOTECHNIEK ENbereik

N71 Cover_Opmaak 1 02-09-13 09:48 Pagina 2

BAM Infraconsult is ruim 30 jaar actief in het ontwerp, project management en uitvoering van projecten op het gebied van infrastructureel ontwerp, kust- en

maritieme waterbouw. Vanuit onze vestigingen in Gouda, Amsterdam, Apeldoorn ,

Breda, Den Haag, Ravenstein, Utrecht, Zuidbroek, Singapore, Jakarta en Perth werken wij aan projecten in binnen- en buitenland, veelal in opdracht van de sector Infra van Koninklijke BAM Groep nv, BAM International en externe opdrachtgevers.

De onzekerheden die de ondergrond met zich meebrengt, creëren naast risico’s ook kansen voor het ontwerp en bouw van civieltechnische projecten. De afdeling Geotechniek speelt daarom een centrale rol bij de projecten van BAM Infraconsult en haar zusterbedrijven. BAM Infraconsult kenmerkt zich door betrouwbaarheid, deskundigheid, slagvaardigheid, blijvend onderscheidend en is onlosmakelijk verankerd in het bouwbedrijf. Dankzij deze mentaliteit zijn we zeer succesvol.

www.baminfraconsult.nl

BAM Infraconsult bv | Postbus 268 | 2800 AG Gouda | Tel. (0182) 59 05 10 | [email protected] | www.baminfraconsult.nl

Advertentie Geotechniek. nummer 1.indd 1 24-1-2014 14:49:49

www.pao.tudelft.nl

Cursussen Geotechniek najaar 2014

Realisatie bouw en infrastructuur op slappe bodem25 en 26 november 2014 (3 Kenniseenheden Constructeursregister, 10 PDH’s Geotechniek)Cursusleiders: Ir.drs. E. Tromp (Deltares) en ir. P.R.M. Ammerlaan (Fugro GeoServices)Prijs: € 890,00 excl. btw

Postbus 50482600 GA Delft

015 278 46 [email protected]

StichtingPostAcademisch Onderwijs

GrondverbeteringstechniekenInjectietechnieken, grouting, bevriezen20 en 21 november 2014Cursusleiders: Prof.dr.ir. A.E.C. van der Stoel (CRUX Engineering BV/Universiteit Twente/NLDA) en ir. J.K. Haasnoot (CRUX Engineering BV)Prijs: € 890,00 excl. btw

Paalfunderingen voor civiele constructies2, 3 en 9 december 2014 (8 Kenniseenheden Constructeursregister,

17 PDH’s Geotechniek, 17 PDH’s Bouw- en Waterbouwkunde)Cursusleiders: Ir. M. Korff (Deltares/Cambridge University) en

ing E. de Jong (Geobest BV)Prijs: € 1.170,00 excl. btw

literatuur: € 270 excl. btw (NEN-norm 9997-1:2012 en SBRCURnet-publicaties ‘Ontwerpregels voor trekpalen’, ‘Bearing capacity of steel pipe piles’ en ‘Ankerpalen’)

Ankerpalen: ontwerp, uitvoering en beproeving

27 november 2014 Cursusleiders: Ir. A.C. Vriend (Acécon BV) en ing. E. de Jong (Geobest BV)Prijs: € 615,00 excl. btw incl. SBRCURnet-publicatie ‘Ankerpalen’

In deltagebieden wereldwijd worden bijna alle gebouwen en andere belangrijke constructies op palen gefundeerd, zo ook in Nederland. Daarom

wordt in één cursus aan alle facetten van de paalfundering aandacht besteed, zowel aan de bestaande en nieuwe ontwerpmethodieken als aan

de uitvoering van paalfunderingen en aan de ontwikkeling op het gebied van proefbelasten.

Het gebruik van grondverbeteringstechnieken neemt steeds meer toe bij ondergrondse bouwprojecten en projecten waarbij omgevings-beïnvloeding en funderingstechniek een belangrijke rol spelen. In deze cursus wordt u op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen op het gebied van de toepassingsmogelijkheden en het ontwerp, de kosten en de uitvoering, met veel aandacht voor recente praktijkprojecten.

advertentie_geotechniek_3_2014.indd 1 13-5-2014 10:25:36

geotechniek_Juli_2014_cover.indd 2 04-06-14 13:53

TE HUUR:EEN OPLOSSING,ALTIJD.OVERAL.

www.diesekogroup.com/rental

VIBRATORY FOUNDATION EQUIPMENTSALES - RENTAL - CONSTRUCTION - SERVICE

NIEUW:Power Units met i-Timerstop-start systeem te huur

RENTAL FLEET:Trilblokken tot 500 kgmPower Units tot 3200 l/minVibrofl ots - DOP pompen

Lelystraat 493364 AH SliedrechtT: +31 184 410 333

geotechniek _FUN_2014_v2.indd 55 14/11/14 16:17

Civiele bouw Industriële bouw Utiliteitsbouw Maritieme bouw

Een wereldwijd opererend bouwbedrijf met ruim 100 jaar ervaring in de civiele betonbouw, industriële bouw,

utiliteitsbouw en maritieme bouw. Sinds 1992 is BESIX actief in Nederland. Meebouwend aan de toekomst,

met prestigieuze projecten als de Tweede Coentunnel, Parkeergarage Kruisplein, Landtunnel A2 Leidsche Rijn,

OV Terminal Utrecht CS, Maastoren, keersluis in Heumen en de sluisverlengingen in Born, Maasbracht en Heel.

WWW.BESIXNEDERLAND.COM

BESIX bouwt aan //Nederland

Trondheim 22 – 24Barendrecht

+31 (0)180 64 19 [email protected]

Tweede Coentunnel

Page 3: Geotechniek April 2015

Welkom bij dit tweede nummer van inmiddels de negentiende jaar-gang van het vakblad Geotechniek. Een flink aantal auteurs is weer in touw geweest om interessante projecten en studies toe te lichten. De onderwerpen zijn dit keer zeer divers. U treft, naast de bekende rubrieken, een artikel aan over een proef met een nieuwe manier van boezemkadeversterking, een artikel over de knik van zeer slanke sta-len palen en een projectbeschrijving van een diepe parkeergarage. De breedte van deze onderwerpen geeft aan hoe verscheiden de geo-technische wereld kan zijn. Speciale aandacht gaat dit keer uit naar de rubriek Normen en Waarden. In deze rubriek wordt ditmaal een nogal ingrijpende wijziging in het ontwerp van de draagkracht van funderingspalen aangekondigd. Deze publicatie zou wel eens veel re-acties kunnen oproepen.

Met enige regelmaat analyseert de Redactie de inhoud van het vak-blad Geotechniek op de variatie van de artikelen. Uit onderzoeken, gedaan in 2011 en 2014, komt naar voren dat de meeste artikelen betrekking hebben op Bouwputten en Funderingen (beide circa 15% van het aanbod). Daarna volgen de onderwerpen grondconstructies en grondgedrag met elk circa 10%. De laatste jaren zien we, onder de vlag van het GeoImpuls-programma, een toenemend aantal artikelen over falen en risico (10% in 2013). De overige onderwerpen zijn divers

en vallen in de (door de Redactie gehanteerde) categorieën Geohydro-logie, Grondverbetering,Tunnels, Grondonderzoek, Trillingen en een niet te verwaarlozen groep Algemeen.

Aan iedere editie wordt voor het schrijven van de artikelen meege-werkt door gemiddeld 11 auteurs (inclusief dubbeltellingen), afgezien nog van de bijdragen aan Rubrieken. Bij het tot stand komen van een editie zijn dus telkens weer een groot aantal personen betrokken die (vaak naast hun dagelijkse werk) op deze wijze bijdragen aan het verspreiden van geotechnische kennis. Het valt daarbij wel op dat 90 % van de auteurs man is. Afgaande op het huidige percentage vrou-welijke eerstejaars Civiele Techniek aan de Technische Universiteit Delft van 23% (bron: website TUDelft) kunnen we in de toekomst dus een duidelijke toename van het aantal vrouwelijke auteurs tegemoet zien. Maar genoeg trivia, we gaan natuurlijk voor kwaliteit, dus ieders inbreng is van harte welkom. Wij wensen u weer veel leesgenoegen.

Namens de redactie en uitgever,

Henk Brassinga

Van de redactie

Beste lezers,eenvoudige methode op basis van analytische berekeningen en een geavanceerde methode op basis van numerieke EEM berekeningen.

De drie belangrijkste resultaten uit de modellen zijn daarbij:•deberekende(vrije)zwel;•deberekendezweldrukopvloeren;•deberekendezwelkrachtoppalenen/of

wanden.

Met deze ontwerprichtlijn “Zwelbelastingen op funderingen” krijgt de sector de beschikking over een richtlijn die enerzijds meer aansluit op de huidige kennis en ervaringen en die an-derzijds een meer eenduidige aanpak van de berekening van zwelbelastingen aangeeft. Op het moment van schrijven van deze kopij is de ontwerprichtlijn vrijwel gereed. De inhoude-lijke werkzaamheden ervan zijn uitgevoerd door Grontmij en Kwast Consult; de begeleiding werd gedaan door een commissie van deskundigen onder voorzitterschap van ir. H.R.E. (Harry) Dek-ker (RWS GPO).

Stand van zaken update SBR-Trillingsrichtlijn deel AOp 17 april jl. is met een brede vertegenwoor-

diging uit de sector een vergadering gehouden over de update van de SBR-Trillingsrichtlijn en met name deel A. Deze update is noodzakelijk omdat de inzichten sinds de laatst herziene uit-gave van 2003 zijn gewijzigd. In 2013 is een plan van aanpak opgesteld waarin drie scenario’s staan beschreven. Het eerste scenario is gericht op tekstuele aanpassingen, waarbij valt te denken aan een duidelijkere om-schrijving van de gebouwcategorieën, onder-scheid tussen constructieve en cosmetische schade, eenduidig maken van de zettingseis en aansluiten bij de terminologie van BRL5024. In het tweede scenario worden S-krommen toe-gevoegd die de relatie geven tussen de kans op schade en het trillingsniveau. Daarnaast wordt het risico van grondverdichting meegenomen in de tekst. Tenslotte wordt in het derde scenario de aanwezige spanningen en/of zettingen in de constructie in relatie tot schade meegenomen. De scenario’s volgen elkaar qua uitwerking op.Welk scenario er uitgevoerd gaat worden is afhankelijk van de beschikbare financiering. SBRCURnet krijgt via een tweetal fondsen financiering, mits daar financiering van andere partijen tegenover staat. Partijen die interesse hebben kunnen zich melden bij [email protected].

Soil mix wanden, handboek ontwerp en uitvoeringEen gezamenlijke Nederland/België commissie (SBRCURnet en WTCB) onder voorzitterschap van ir. G. (Geerhard) Hannink (Gemeente Rotter-dam) is al een eind op weg in de realisatie van het handboek “Soil mix wanden – ontwerp en uitvoering”. De state-of-the art is afgerond en het hoofdstuk “Ontwerp” is vrijwel gereed. Over een aantal belangrijke aspecten is de commis-sie nog druk doende (o.m. de kwaliteitsborging van het gerede product en het beheer). De verwachting is dat de commissie in het na-jaar 2014 gereed is en dat het handboek in het voorjaar 2015 beschikbaar komt.

Update CUR 198 “Kerende constructies in gewapende grond”Zoals vermeld in het nummer van oktober 2013 zal de huidige ‘CUR 198’ worden aangepast en o.m. worden aangesloten op de Eurocodes. Een breed samengestelde SBRCURnet commissie is ermee bezig. Inmiddels is het gehele werk-pakket voor de herziening vastgesteld en zijn er afspraken gemaakt over de verdere uitwerking. De verwachting is dat de herziene versie in het voorjaar 2015 beschikbaar komt.

SBRCURnetzijn uitgevoerd. Aardbevingen vinden echter plaats in de diepe on-dergrond onder hoge druk en temperatuur,meestal in de aanwezigheid van een chemisch ac-tieve vloeistof. Het is dan ook de vraag in hoeverrede op kamer temperatuur bepaalde parametersvan toepassing zijn op natuurlijke situaties. Groot-schalige modellen worden getuned om recente,goed geïnstrumenteerde aardbevingen na te boot-sen. Voorspellingen aan de hand van deze model-len zijn dus niet mogelijk. De huidige inschattingenvan het mogelijke gevaar voor aardbevingen zijndan ook voornamelijk gebaseerd op de aardbevin-gen die in het verleden geregistreerd zijn.

Theoretisch is het wel mogelijk om de grootscha-lige modellen te gebruiken om een inschatting te maken van de maximale grootte van een aard-beving die in een specifieke regio verwacht kanworden. Hiervoor is het echter nodig om een beterbegrip te hebben van de wrijvingseigenschappenvan het breukgesteente onder de condities in dediepe ondergrond. De kern van ons onderzoeks-programma is om juist dit uit te vinden.

Het hoge druk en temperatuur laboratorium inUtrecht heeft een uniek apparaat ontwikkeld dathet mogelijk maakt om de wrijvingseigenschappen

van breukgesteente onder de extreme condities inde diepe ondergrond te onderzoeken tot dieptesvan ~50 km (normaal spanningen tot 300 MPa,temperaturen tot 700 ºC en in de aanwezigheidvan water). Recentelijk hebben we in een serie ex-perimenten aan kunnen tonen dat de variatie inRSF parameters veel groter is dan in experimentenop kamer temperatuur. De RSF parameters zoalsbepaald voor het breukgesteente materiaal datvergelijkbaar is met het materiaal dat tijdens deaardbeving in Spanje bewoog, worden syste-matisch groter met toenemende diepte. Deze toe-name is een mogelijke verklaring voor de observa-tie dat veel van de snelle beweging tijdens deaardbeving omhoog gericht was, oftewel richtinghet oppervlakte. Hierdoor was de grondbeweging(het schudden aan het oppervlakte) veel sterkerdan vooraf gedacht en als gevolg daarvan was deschade aanzienlijk.

Door systematische experimenten te combinerenmet numerieke modellen van de processen dieplaatsvinden op de korrelschaal, zullen we eengrote stap kunnen zetten naar een beter begripvan de variatie van de wrijvingseigenschappen van gesteentes. Uiteindelijk hopen we dan dezeeigenschappen te kunnen gebruiken in grootscha-lige modellen om de aardbevingscyclus na te boot-

sen voor specifieke regio’s, zonder de parametersaan te passen. De modellen kunnen dan getestworden aan de hand van de tot nu toe geregi-streerde aardbevingen op deze locaties. Indiendeze testen succesvol zijn, kunnen we de modellengebruiken om een lange periode van aardbevingenna te bootsen en zo een inschatting te maken vande maximaal grootte van aardbevingen. Boven-dien is het dan mogelijk om te onderzoeken wathet effect is van activiteiten in de ondergrond opde mogelijke seismische activiteit. Het onderzoekin mijn project in Utrecht is voornamelijk gerichtop natuurlijke aardbevingen maar de principes zijnhetzelfde voor opgewekte aardbevingen.

Referenties– Amonton, G. (1699) Histoire de l'Académie Royale des Sciences avec les Mémoires de Mathématique et de Physique.– Archard, J.F. (1953). Contact and Rubbing of Flat Surface. J. Appl. Phis. 24 (8): 981–988, doi: 10.1063/ 1.1721448– Bowden, F.P. & Tabor, D. (1950) The Friction and Lubrication of Solids.– Dieterich, J. H. (1978). Time-dependent friction and the mechanics of stick-slip. Pure and Applied Geophysics, 116, 790-806. �

N103 GEO Special_Opmaak 1 25-11-13 10:47 Pagina 20

geotechniek _Juli_2014_binnen_v3.indd 27 04-06-14 13:56

Page 4: Geotechniek April 2015

4 GEOTECHNIEK - April 2015 3 GEOTECHNIEK – Oktober 2013

Mede-ondersteuners

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 Fax 0031 (0)182 - 649 664 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. Ondernemingen Soetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

SBRCURnetPostbus 18193000 BV RotterdamTel. 0031 (0)10 - 206 5959Fax 0031 (0)10 - 413 0175www.sbr.nlwww.curbouweninfra.nl

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV Oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

SMARTGEOTHERMInfo : WTCB, ir. Luc FrançoisLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 11 22 50 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 4OKTOBER 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D. Brassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. vanCools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. van

Deen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Gunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 3

3 GEOTECHNIEK – Oktober 2013

Mede-ondersteuners

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 Fax 0031 (0)182 - 649 664 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. Ondernemingen Soetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

SBRCURnetPostbus 18193000 BV RotterdamTel. 0031 (0)10 - 206 5959Fax 0031 (0)10 - 413 0175www.sbr.nlwww.curbouweninfra.nl

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV Oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

SMARTGEOTHERMInfo : WTCB, ir. Luc FrançoisLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 11 22 50 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 4OKTOBER 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D. Brassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. vanCools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. van

Deen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Gunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 3

Sub-sponsors

2 GEOT ECHNI EK – Oktober 2013

Hoofd- en Sub-sponsors

Kleidijk 353161 EK RhoonTel. 0031 (0)10 - 503 02 00 www.mosgeo.com

H.J. Nederhorststraat 12801 SC GoudaTel. 0031 (0) 182 59 05 10www.baminfraconsult.nl

Rendementsweg 153641 SK Mijdrecht

Tel. 0031 (0) 297 23 11 50www.bauernl.nl

Gemeenschappenlaan 100B-1200 BrusselTel. 0032 2 402 62 11www.besix.be

IJzerweg 48445 PK HeerenveenTel. 0031 (0)513 - 63 13 55www.apvandenberg.com

Ballast Nedam EngeneeringRingwade 51, 3439 LM NieuwegeinPostbus 1555, 3430 BN Nieuwegein

Tel. 0031 (0)30 - 285 40 00www.ballast-nedam.nl

Korenmolenlaan 23447 GG WoerdenTel. 0031 (0)348 - 43 52 54www.volkerinfradesign.nl

Dywidag Systems International

Industrieweg 25 – B-3190 BoortmeerbeekTel. 0032 16 60 77 60

Veilingweg 2 - NL-5301 KM Zaltbommel Tel. 0031 (0)418-57 84 03

www.dywidag-systems.com

Industrielaan 4B-9900 EekloTel. 0032 9 379 72 77www.lameirest.be

Siciliëweg 611045 AX AmsterdamTel. 0031 (0)20- 40 77 100www.voorbijfunderingstechniek.nl

CRUX Engineering BV

Pedro de Medinalaan 3-c1086 XK AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 494 3070 www.cruxbv.nl

Sub-sponsors

Hoofdsponsor

Stieltjesweg 2,2628 CK DelftTel. 0031 (0)88 - 335 7200 www.deltares.nl

URETEK Nederland BVZuiveringweg 93, 8243 PE LelystadTel. 0031 (0)320 - 256 218 www.uretek.nl

Vierlinghstraat 174251 LC Werkendam

Tel. 0031 (0) 183 40 13 11www.terracon.nl

Veurse Achterweg 102264 SG Leidschendam

Tel. 0031 (0)70 - 311 13 33www.fugro.nl

Galvanistraat 153029 AD RotterdamTel. 0031 (0)10 - 489 69 22www.gw.rotterdam.nl

Klipperweg 14, 6222 PC MaastrichtTel. 0031 (0)43 - 352 76 09

www.huesker.com

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 2

Ballast Nedam EngineeringRingwade 51, 3439 LM NieuwegeinPostbus 1555, 3430 BN Nieuwegein

Tel. 0031 (0)30 - 285 40 00www.ballast-nedam.nl

Veilingweg 2 - NL - 5301 KM ZaltbommelTel. 0031 (0)418 - 57 84 03

Philipssite 5, bus 15 / Ubicenter B -3001 Leuven

Tel. 0032 16 60 77 60www.dywidag-systems.com

2 GEOTECH N IE K – Oktober 2013

Hoofd- en Sub-sponsors

Kleidijk 353161 EK RhoonTel. 0031 (0)10 - 503 02 00 www.mosgeo.com

H.J. Nederhorststraat 12801 SC GoudaTel. 0031 (0) 182 59 05 10www.baminfraconsult.nl

Rendementsweg 153641 SK Mijdrecht

Tel. 0031 (0) 297 23 11 50www.bauernl.nl

Gemeenschappenlaan 100B-1200 BrusselTel. 0032 2 402 62 11www.besix.be

IJzerweg 48445 PK HeerenveenTel. 0031 (0)513 - 63 13 55www.apvandenberg.com

Ballast Nedam EngeneeringRingwade 51, 3439 LM NieuwegeinPostbus 1555, 3430 BN Nieuwegein

Tel. 0031 (0)30 - 285 40 00www.ballast-nedam.nl

Korenmolenlaan 23447 GG WoerdenTel. 0031 (0)348 - 43 52 54www.volkerinfradesign.nl

Dywidag Systems International

Industrieweg 25 – B-3190 BoortmeerbeekTel. 0032 16 60 77 60

Veilingweg 2 - NL-5301 KM Zaltbommel Tel. 0031 (0)418-57 84 03

www.dywidag-systems.com

Industrielaan 4B-9900 EekloTel. 0032 9 379 72 77www.lameirest.be

Siciliëweg 611045 AX AmsterdamTel. 0031 (0)20- 40 77 100www.voorbijfunderingstechniek.nl

CRUX Engineering BV

Pedro de Medinalaan 3-c1086 XK AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 494 3070 www.cruxbv.nl

Sub-sponsors

Hoofdsponsor

Stieltjesweg 2,2628 CK DelftTel. 0031 (0)88 - 335 7200 www.deltares.nl

URETEK Nederland BVZuiveringweg 93, 8243 PE LelystadTel. 0031 (0)320 - 256 218 www.uretek.nl

Vierlinghstraat 174251 LC Werkendam

Tel. 0031 (0) 183 40 13 11www.terracon.nl

Veurse Achterweg 102264 SG Leidschendam

Tel. 0031 (0)70 - 311 13 33www.fugro.nl

Galvanistraat 153029 AD RotterdamTel. 0031 (0)10 - 489 69 22www.gw.rotterdam.nl

Klipperweg 14, 6222 PC MaastrichtTel. 0031 (0)43 - 352 76 09

www.huesker.com

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 2

2 GEOTECHNIEK – Oktober 2013

Hoofd- en Sub-sponsors

Kleidijk 353161 EK RhoonTel. 0031 (0)10 - 503 02 00 www.mosgeo.com

H.J. Nederhorststraat 12801 SC GoudaTel. 0031 (0) 182 59 05 10www.baminfraconsult.nl

Rendementsweg 153641 SK Mijdrecht

Tel. 0031 (0) 297 23 11 50www.bauernl.nl

Gemeenschappenlaan 100B-1200 BrusselTel. 0032 2 402 62 11www.besix.be

IJzerweg 48445 PK HeerenveenTel. 0031 (0)513 - 63 13 55www.apvandenberg.com

Ballast Nedam EngeneeringRingwade 51, 3439 LM NieuwegeinPostbus 1555, 3430 BN Nieuwegein

Tel. 0031 (0)30 - 285 40 00www.ballast-nedam.nl

Korenmolenlaan 23447 GG WoerdenTel. 0031 (0)348 - 43 52 54www.volkerinfradesign.nl

Dywidag Systems International

Industrieweg 25 – B-3190 BoortmeerbeekTel. 0032 16 60 77 60

Veilingweg 2 - NL-5301 KM Zaltbommel Tel. 0031 (0)418-57 84 03

www.dywidag-systems.com

Industrielaan 4B-9900 EekloTel. 0032 9 379 72 77www.lameirest.be

Siciliëweg 611045 AX AmsterdamTel. 0031 (0)20- 40 77 100www.voorbijfunderingstechniek.nl

CRUX Engineering BV

Pedro de Medinalaan 3-c1086 XK AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 494 3070 www.cruxbv.nl

Sub-sponsors

Hoofdsponsor

Stieltjesweg 2,2628 CK DelftTel. 0031 (0)88 - 335 7200 www.deltares.nl

URETEK Nederland BVZuiveringweg 93, 8243 PE LelystadTel. 0031 (0)320 - 256 218 www.uretek.nl

Vierlinghstraat 174251 LC Werkendam

Tel. 0031 (0) 183 40 13 11www.terracon.nl

Veurse Achterweg 102264 SG Leidschendam

Tel. 0031 (0)70 - 311 13 33www.fugro.nl

Galvanistraat 153029 AD RotterdamTel. 0031 (0)10 - 489 69 22www.gw.rotterdam.nl

Klipperweg 14, 6222 PC MaastrichtTel. 0031 (0)43 - 352 76 09

www.huesker.com

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 2

Boussinesqweg 1, 2629 HV DelftTel. 0031 (0)88 - 335 8273www.deltares.nl

No profession unleashes the spirit of innovation like engineering. From electric cars and faster microchips to medical robots, farming equipment and safer drinking water, engineersuse their knowledge to connect science to society and have a direct and positive effect onpeople’s everyday lives.

The Royal Dutch Society of Engineers (KIVI) is the largest engineering society of the Netherlands. With over 20.000 members and sections for all engineering disciplines we pro-vide an exciting platform for in-depth and cross-sector knowledge sharing and networking.

Visit us at www.kivi.nl

Engineers make a worldof difference

Royal Dutch Society of Engineers

No profession turns so many ideas into so many realities

DI.KIVI.05.14 09-05-14 09:01 Pagina 1

geotechniek _Juli_2014_binnen_v3.indd 19 04-06-14 13:56

Het vakblad Geotechniek komt tot stand m.m.v. KIVI Afdeling Geotechniek

Page 5: Geotechniek April 2015

5 GEOTECHNIEK - April 2015

Mede-ondersteuners

Colofon

3 GEOT ECHNI EK – Oktober 2013

Mede-ondersteuners

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 Fax 0031 (0)182 - 649 664 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. Ondernemingen Soetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

SBRCURnetPostbus 18193000 BV RotterdamTel. 0031 (0)10 - 206 5959Fax 0031 (0)10 - 413 0175www.sbr.nlwww.curbouweninfra.nl

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV Oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

SMARTGEOTHERMInfo : WTCB, ir. Luc FrançoisLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 11 22 50 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 4OKTOBER 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D. Brassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. vanCools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. van

Deen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Gunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 3

3 GEOT ECHNI EK – Oktober 2013

Mede-ondersteuners

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 Fax 0031 (0)182 - 649 664 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. Ondernemingen Soetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

SBRCURnetPostbus 18193000 BV RotterdamTel. 0031 (0)10 - 206 5959Fax 0031 (0)10 - 413 0175www.sbr.nlwww.curbouweninfra.nl

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV Oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

SMARTGEOTHERMInfo : WTCB, ir. Luc FrançoisLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 11 22 50 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 4OKTOBER 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D. Brassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. vanCools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. van

Deen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Gunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 3

3 GEOT ECHNI EK – Oktober 2013

Mede-ondersteuners

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 Fax 0031 (0)182 - 649 664 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. Ondernemingen Soetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

SBRCURnetPostbus 18193000 BV RotterdamTel. 0031 (0)10 - 206 5959Fax 0031 (0)10 - 413 0175www.sbr.nlwww.curbouweninfra.nl

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV Oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

SMARTGEOTHERMInfo : WTCB, ir. Luc FrançoisLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 11 22 50 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 4OKTOBER 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D. Brassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. vanCools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. van

Deen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Gunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 3

3 GEOT ECHNI EK – Oktober 2013

Mede-ondersteuners

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 Fax 0031 (0)182 - 649 664 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. Ondernemingen Soetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

SBRCURnetPostbus 18193000 BV RotterdamTel. 0031 (0)10 - 206 5959Fax 0031 (0)10 - 413 0175www.sbr.nlwww.curbouweninfra.nl

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV Oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

SMARTGEOTHERMInfo : WTCB, ir. Luc FrançoisLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 11 22 50 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 4OKTOBER 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D. Brassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. vanCools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. van

Deen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Gunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 3

JAARGANG 19 NUMMER 2 APRIL 2015ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR HET GEOTECHNISCHE WERKVELD

VIJFLAAGSE PARKEERGARAGE “HET NIEUWE HOOG CATHARIJNE TE UTRECHT”

KADEVERBETERING MET SOILMIX ALS CONCURREREND ALTERNATIEF VOOR EEN STALEN DAMWAND

KNIK VAN SLANKE PALEN – EEN VERBETERDE BEREKENINGSMETHODE

Uitgever/bladmanager

Uitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

Redactie

Beek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Diederiks, R.P.H.Heeres, dr. ir. O.M.Hergarden, mw. Ir. I.Meireman, ir. P.

Redactieraad

Alboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBouwmeester, Ir. D.Brassinga, ing. H.E.Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Cools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. vanDeen, dr. J.K. van

Diederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van deGunnink, Drs. J.Haasnoot, ir. J.K.Heeres, dr. ir. O.M.Hergarden, mw. Ir. I.Jonker, ing. A.Kleinjan, Ir. A.Langhorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. P.Rooduijn, ing. M.P.Schippers, ing. R.J.Smienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van der

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© CopyrightsUitgeverij Educom BVApril 2015Niets uit deze uitgave magworden gereproduceerd metwelke methode dan ook, zonderschriftelijke toestemming van deuitgever. © ISSN 1386 - 2758

GEOTECHNIEKJAARGANG 19 – NUMMER 2APRIL 2015

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogtkennis en ervaring uit te wisselen, inzichtte bevorderen en belangstelling voor het gehele geotechnische vakgebied te kweken.

Coverfoto: Vijflaagse parkeergarage “Het Nieuwe Hoog Catharijne” te Utrecht

ABEF vzwBelgische VerenigingAannemers FunderingswerkenLombardstraat 34-421000 Brusselwww.abef.be

2 GEOT ECHNI EK – Oktober 2013

Hoofd- en Sub-sponsors

Kleidijk 353161 EK RhoonTel. 0031 (0)10 - 503 02 00 www.mosgeo.com

H.J. Nederhorststraat 12801 SC GoudaTel. 0031 (0) 182 59 05 10www.baminfraconsult.nl

Rendementsweg 153641 SK Mijdrecht

Tel. 0031 (0) 297 23 11 50www.bauernl.nl

Gemeenschappenlaan 100B-1200 BrusselTel. 0032 2 402 62 11www.besix.be

IJzerweg 48445 PK HeerenveenTel. 0031 (0)513 - 63 13 55www.apvandenberg.com

Ballast Nedam EngeneeringRingwade 51, 3439 LM NieuwegeinPostbus 1555, 3430 BN Nieuwegein

Tel. 0031 (0)30 - 285 40 00www.ballast-nedam.nl

Korenmolenlaan 23447 GG WoerdenTel. 0031 (0)348 - 43 52 54www.volkerinfradesign.nl

Dywidag Systems International

Industrieweg 25 – B-3190 BoortmeerbeekTel. 0032 16 60 77 60

Veilingweg 2 - NL-5301 KM Zaltbommel Tel. 0031 (0)418-57 84 03

www.dywidag-systems.com

Industrielaan 4B-9900 EekloTel. 0032 9 379 72 77www.lameirest.be

Siciliëweg 611045 AX AmsterdamTel. 0031 (0)20- 40 77 100www.voorbijfunderingstechniek.nl

CRUX Engineering BV

Pedro de Medinalaan 3-c1086 XK AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 494 3070 www.cruxbv.nl

Sub-sponsors

Hoofdsponsor

Stieltjesweg 2,2628 CK DelftTel. 0031 (0)88 - 335 7200 www.deltares.nl

URETEK Nederland BVZuiveringweg 93, 8243 PE LelystadTel. 0031 (0)320 - 256 218 www.uretek.nl

Vierlinghstraat 174251 LC Werkendam

Tel. 0031 (0) 183 40 13 11www.terracon.nl

Veurse Achterweg 102264 SG Leidschendam

Tel. 0031 (0)70 - 311 13 33www.fugro.nl

Galvanistraat 153029 AD RotterdamTel. 0031 (0)10 - 489 69 22www.gw.rotterdam.nl

Klipperweg 14, 6222 PC MaastrichtTel. 0031 (0)43 - 352 76 09

www.huesker.com

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 2

Van ‘t Hek GroepPostbus 881462 ZH MiddenbeemsterTel. 0031 (0)299 31 30 20www.vanthek.nl

SBRCURnetPostbus 5162600 AM DelftTel. 0031 (0)15 - 303 0500www.sbrcurnet.nl

Geobest BVPostbus 4273640 AK MijdrechtTel. 0031 (0)85 - 489 0140Fax 0031 (0)85 - 489 0121www.geobest.nl

Page 6: Geotechniek April 2015

WWW.ABO-GROUP.EU

ABO-GROUP HEADQUARTERSBrussel (B) - Gent (B) - Namur (B) - Breda (NL) - Lille (F) - Lyon (F) - Marseille (F) - Nice (F) - Parijs 2015 (F) - Toulon (F)

ABO-Group is een Euronext Brussels beursgenoteerde engineering & testing onderneming, actief op vlak van bodem, geotechniek, milieu, energie en afval.

-GROUPENVIRONMENT

ABO-ERG (FR), Geosonda bvba (B) en Goorgbergh Geotechniek (NL), de drie geotechnische dochters van ABO-Group, bundelen in 2015 kennis, krachten en ervaring om te komen tot een nog sterker multidisciplinair team.

Wij willen ons team van 120 geotechnici en veldmedewerkers gevoelig uitbreiden en zijn hiervoor op zoek naar:

- Business Unit Manager geotechniek (B) - Geotechnisch adviseur (B & NL) - Geotechnisch veldmedewerker (B & NL) - Geotechnisch veldmedewerker pressiometrie (B)

INTERESSE? [email protected] of +32 (0)9 242 99 42

Geotechnisch onderzoek spoorlijnen “Le Grand Paris”

Grondmechanisch onderzoek. Heraanleg omgeving Sint-Pietersstation, Gent

Pressiometerproeven en boringen tot op een diepte van 60 m, tunnel van Toulon N71 GK_Opmaak 1 28-08-13 12:06 Pagina 53

TERRACON

Kwaliteit als fundament

[email protected]

Interesse?Bel +31 (0)10 425 65 44 of mail naar [email protected] en wij nemen contact met u op om dediverse mogelijkheden te bespreken.

Uitgeverij Educom BVUitgeverijMarketingDrukwerkInvesteringenInternetwww.uitgeverijeducom.nl

3 Leden KIVI NIRIA, afd. Geotechniek

3 Leden Ingeokring

3 Leden NGO (Nederlandse Geotextielorganisatie)

3 Leden ie-net (v/h KVIV)

3 Leden BGGG (Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniek)

3 Leden ABEF (Belgische Vereniging Aannemers Funderingswerken)

3 5.000+ professionals uit de GWW-sector in Nederland en België(waaronder ook prospects als overheden)

Word sponsor of mede-ondersteuner van Geotechniek en bereik uw doelgroep effectief!U ontvangt een aantrekkelijk publiciteitspakket waarmee u uw organisatie, dienst of product kunt profileren d.m.v. publicatie/adverteren.

KiesVOOR HET VAKBLAD GEOTECHNIEK ENbereik

N71 Cover_Opmaak 1 02-09-13 09:48 Pagina 2

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 54 28-08-14 13:55

Page 7: Geotechniek April 2015

Inhoud

7 GEOTECHNIEK - April 2015

Vijflaagse parkeergarage “Het Nieuwe Hoog Catharijne” te Utrecht

Lichtgewicht wegophoging voor N201 bij Uithoorn

Knik van slanke palen – een verbeterde berekeningsmethode

Bioafbreekbaar geotextiel is doeltreffend tegen bodemerosie

Kadeverbetering met Soilmix als concurrerend alternatief voor een stalen damwand

ing. P.H. Langhorst / ir. G.Peeters /

dr. ir. A.E.C. van der Stoel / ing. J. Zwaan

dr. ir. M. Duškov / H. van Wijngaarden / W.J. Erkelens

ir. T. Lankreijer / ir. G. Meinhardt / prof. ir. F. van Tol

ir. S. Victor / F. De Meerleer

ing. G. Vesters / ir. O.A. van Logchem / ir. H.J. Lodder

8

44

16

48

30GEOKUNST Onafhankelijk vakblad voor gebruikers van Geokunststoffen

GEOTECHNIEK Onafhankelijk vakblad voor het geotechnische werkveld

3 Van de redactie - 24 SBRCURnet - 27 Afstudeerders - 28 The Magic of Geotechnics - 36 Normen en waarden - 38 KIVI rubriek

Page 8: Geotechniek April 2015

8 GEOTECHNIEK - April 2015

InleidingHet project Nieuwbouw Hoog Catharijne (NHC) maakt deel uit van het herontwikkeling van het stationsgebied rond Utrecht CS. Corio Neder-land, de eigenaar van het bestaande winkel-centrum Hoog Catharijne, heeft een plan ont-wikkeld voor de bouw van NHC met daaronder een vijflaagse parkeergarage. De locatie ligt ingeklemd tussen het Vredenburgplein, de Zui-delijke Passage van Hoog Catharijne, het reeds gerenoveerde Muziekpaleis en de Catharijne Singel. NHC zal bestaan uit het Entreegebouw, de Stadskamer en het Poortgebouw en zal ook een nieuwe verbinding vormen voor winkelend publiek en bezoekers tussen het Centraal Sta-tion en het oude stadscentrum van Utrecht. Het project is gelegen op de locatie van het voorma-lige kasteel Vredenburg. De oorspronkelijke Ca-tharijnesingel wordt in oude staat teruggebracht en doorsnijdt het project aan de westelijke zijde. Deze singel gaat onderdeel vormen van het ge-restaureerde Utrechtse grachtenstelsel. In deze publicatie wordt ingegaan op ontwerp en uitvoe-ring van de parkeergarage.

BouwplanHet bouwplan bestaat uit een vijflaagse onder-grondse parkeergarage met een afmeting van 80 x 120 m2 die ruimte biedt voor ruim 1300 auto’s met de daarbij behorende tweetal on-dergrondse toeritten van elk circa 220 m lang, 23.000 m2 winkelruimte, 19.000 m2 winkelpas-sages, 11.000 m2 hotel en kantoorruimte en de renovatie van 6.000 m2 winkelruimte in het be-

staande Hoog Catharijne.

GrondonderzoekNa gunning van het werk is aanvullend grond-onderzoek uitgevoerd. Dit heeft bestaan uit 98 sonderingen;- in het tracé van de cement bentonietwand 17

stuks ondiep en 20 stuks diep (diepte 60 m – tot 65 m – NAP),

- in de bouwkuip 35 sonderingen tot halverwege de afsluitende kleilaag (diepte 53 m – tot 55 m – NAP),

- 18 sonderingen ter plaatse van de inritten,- 8 sonderingen ten behoeve van de funderings-

verbetering.

In de planfase, is een boring uitgevoerd tot 60 m – NAP. Monsters zijn genomen en beproefd uit de laag van Kedichem.

Ontwerp vijflaagse ondergrondse parkeergarageBAM heeft aan de hand van een prestatiebestek en een referentieontwerp van Corio een Engi-neer & Build uitvoeringsontwerp gemaakt. Op

Vijflaagse parkeergarage “Het Nieuwe Hoog Catharijne”

te Utrecht

ing. P.H. LanghorstBAM Speciale Technieken

ir. G.PeetersBAM Infraconsult BV

dr. ir. A.E.C. van der StoelCRUX Engineering BV

ing. J. ZwaanCRUX Engineering BV

Figuur 1 - Artist impression

Page 9: Geotechniek April 2015

9 GEOTECHNIEK - April 2015

SamenvattingHet project is gelegen in de binnenstad van Utrecht. Toegepast zijn vooral trillingsarme funderingstechnieken. De bouwkuipwanden van de parkeer-garage zijn cement bentonietwanden met daarin afgehangen damwanden. Deze wanden zijn tot in de onderzijde van de laag van Kedichem aange-bracht waardoor een tijdelijke polderconstructie is verkregen. Voor de

fundering zijn grote diameter boorpalen toegepast waarin prefab kolom-men zijn afgehangen. De werkvolgorde is zowel naar boven als naar be-neden bouwen. De vloeren worden ondersteund door de prefab kolommen en vormen stijve steunpunten voor de bouwputwanden. De B5 vloer is een dikke waterdichte vloer en fungeert als een plaat-paal fundering.

basis van een acceptatieplan van Corio is dit steekproefsgewijs geverifieerd door CRUX en Van Rossum.

De wanden van de parkeergarage zijn tot in de onderzijde van de laag van Kedichem aan-gebracht. De circa 60 m diepe wanden zijn als cement bentonietwanden uitgevoerd. Op deze

wijze is een polderconstructie verkregen. De werkvolgorde is top down waarbij de vloeren als stijve steunpunten fungeren en zo de hori-zontale doorbuiging van de grondkering tot een minimum beperken.

In het basisontwerp waren Tubex- en Fundexpa-len met groutinjectie met een diameter van 850

mm voorzien. De rekenwaarde van de draag-kracht van deze palen was 5.000 kN, bij een ho-gere kolombelasting werden twee of meerdere palen toegepast. Nog hogere belastingen wer-den opgenomen met verdeuvelde palen. De deu-vel is een kraag die na het graven van de vijfde kelderlaag wordt aangebracht en pas daarna extra belasting kan opnemen. De deuveldiame-ter is 7 m en rekenwaarde van de draagkracht is 8.800 kN. Afwijkingen in de plaatsing (uitvoe-ringstoleranties) van de verdiept geplaatste pa-len op het niveau van de B5 vloer is vooraf niet te garanderen waardoor mogelijk ontoelaatbare excentriciteiten konden optreden.

UitvoeringsontwerpVoor het uitvoeringsontwerp is het vooraf slopen in den natte gewijzigd in het achteraf slopen in den droge; hiervoor is ter plaatse van het tracé van de cement bentonietwand vooraf een sleuf aangebracht in de kelders van de een- en twee-laagse parkeergarage.

De in te hangen spanwand SPW 750 in de cement bentonietwand is gewijzigd in een stalen dam-wand type Larssen 430. Dit omdat de spanwand SP750 nog in ontwikkeling was en met een leng-te van 32 à 33 m aan zeer strenge eisen moest voldoen met betrekking tot de waterdichtheid. De stalen damwand type L430 heeft daarente-gen correctie mogelijkheden met betrekking tot lekkage en een stijfheid vergelijkbaar met die van de spanwand SPW750.

De permanente polder in de gebruikssituatie is gewijzigd in een tijdelijke polder om de risico’s ten aanzien van een mogelijk te doorlatende afsluitende Kedichemlaag te vermijden. De B5 vloer is nu waterdicht uitgevoerd, zodat de eis aan het debiet van maximaal 5 m3 per uur ver-valt. Bijkomend voordeel is dat de opwaartse waterdruk van 145 kPa tegen de B5 vloer de ge-bouwbelasting reduceert.

Als alternatief op de Tubex- en Fundexpalen is gekozen voor grote diameter boorpalen met een diameter van 1.500 en 2.000 mm. Dit paaltype kan niet alleen hoge belastingen opnemen maar heeft als bijkomend voordeel dat een prefab be-

Figuur 2 - Projectlocatie

Figuur 3 - Artist impression

Het maaiveld ligt op 3,7 m + NAP. De grond-laagopbouw is als volgt; - van maaiveld tot NAP; zandige toplaag, - van NAP tot 2 m – NAP; humeuze kleilaag, - van 2 m – NAP tot circa 42 m – NAP; eerste

watervoerende zandpakket,- van circa 42 m – NAP tot 51 m à 53,5 m –

NAP; bovenste zone bestaat uit 3 tot 4 m dikke zandige klei laag, daaronder een zandlaag,

- van 51 m – NAP à 53,5 m – NAP tot 56 m - NAP à 58,5 m – NAP; laag van Kedichem, wordt gekenmerkt door een 0,5 m tot 1 m dikke veenlaag aan de bovenzijde en een 0,5 m dikke veenlaag aan de onderzijde, daar-tussen zit een kleizandige laag ,

- 56 m – NAP à 58,5 m – NAP; tweede water-voerend zandpakket.

De minimale grondwaterstand is 0,5 m – NAP, de maximale grondwaterstand is 0,6 m + NAP.

Grondlaagopbouw

Figuur 4 - Sondering

Page 10: Geotechniek April 2015

10 GEOTECHNIEK - April 2015

tonnen kolom in de paal kan worden afgehan-gen met behulp van een stelframe, waarbij een maximale scheefstand van 5 mm kan worden gehaald, zodat geen kostbare parkeerplaatsen verloren gaan door paalmisstanden.

Berekening bouwkuipwandDe sleufstabiliteit van de cement bentonietwand is volgens de methode DIN 4126 “Ortbeton Sch-litzwände” . De wand wordt gegraven in 3,4 m brede panelen. De minimaal berekende veilig-heidsfactor van de sleufstabiliteit is 1,5.

De doorsneden van de bouwkuip zijn berekend met Plaxis 2D. De grond is gemodelleerd met het Hardening Soil Small Strain model. De stijfheid van de grondlagen volgt uit het grondonderzoek en empirische relaties. Uit deze berekeningen volgen buigend moment, doorbuiging wand, op-legdrukken B0 t/m B5 vloer, ankerkrachten en gronddeformaties achter de wand. Vanwege de ongelijke belastingen en het verschil in kelder en maaiveldniveau zijn ook twee tegen over elkaar liggende doorsneden berekend om het totaalevenwicht te beschouwen. Om de ho-rizontale doorbuiging van de wand ter plaatse van het Muziekpaleis en de tegenoverliggende Zuidelijke Passage te verkleinen worden vijzels toegepast tussen de wand en de B3 en B4 vloer. Funderingsverbetering van de omliggende be-bouwing heeft plaatsgevonden waarbij de eerste rij palen is vervangen door stalen buispalen met

Tabel 1 - Stijfheid grondlagen

Laag [-] 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Naam [-] 01toplaag 02klei1 03klei2 04zand1 05zand2 06zand3 07zand4 08klei3 09zand5 10klei4 11zand6 12zand7

Omschrijving [-] zand, toplaag klei, slap klei, matig zand, vast zand, los zand, matig zand, matig klei, stijf zand, matig klei, stijf zand, vast zand, vast

Type [-] Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained

gunsat [kN/m3] 17 13 15 17 18 18 18 18 18 18 18 18

gsat [kN/m3] 19 13 15 19 20 20 20 18 20 18 20 20

kx [m/dag] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

ky [m/dag] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

E50ref [kN/m2] 10000 3000 4500 42000 25000 36000 33000 5200 24000 4500 21000 24000

Eoedref [kN/m2] 10000 7000 2250 42000 25000 36000 33000 5200 24000 4500 21000 24000

Eurref [kN/m2] 40000 18000 22500 168000 100000 144000 132000 26000 96000 22500 84000 96000

Cref [kN/m2] 0,3 1,0 0,8 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 1,0 0,3 0,3

ϕ [º] 30,0 16,0 22,5 31,0 30,0 31,0 31,0 27,5 30,0 30,0 30,0 31,0

ψ [º] 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 1

νur [-] 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

pref [kN/m2] 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100

m [-] 0,5 1 0,7 0,5 0,5 0,5 0,5 0,7 0,5 0,7 0,5 0,5

K0 [-] 0,500 0,724 0,617 0,485 0,500 0,485 0,485 0,538 0,500 0,500 0,500 0,485

cincr [kN/m2] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

yref [-] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

g0,7 [-] 0,00019600 0,00021200 0,00024800 0,00008490 0,00009370 0,00010600 0,00011300 0,00025400 0,00012600 0,00027100 0,00013000 0,00020000

G0 [kN/m2] 70000 43000 50000 16200 132600 148000 140000 53500 116000 50000 107000 116000

Rf [-] 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9

T-Strength [kN/m2] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Figuur 5 - Doorsnede Muziekpaleis Figuur 6 - Mesh grondkering

0,6m +NAP

0,4m -NAP

9,0m -NAP

3,0m -NAP

Muziekpaleis

18,0 à 25,0m -NAP

10,0m -NAP

56,0 à 58,0m -NAP

0,0m -NAP

6,0m -NAP

9,0m -NAP

12,0m -NAP

28,0m -NAP

30,0m à 36,0m -NAP

Kelder

Bovenbouw Muziekpaleis en NHC zijn niet getekend

best

aand

e pa

len

best

aand

e pa

len

best

aand

e pa

len

nieu

we

pale

n

aanv

ulle

nde

dam

wan

d

cb-w

and

met

afg

ehan

gen

dam

wan

d

boor

pale

n pr

efab

kol

om

B0 vloer

B1 vloer

B2 vloer

B3 vloer

B4 vloer

B5 vloer

Page 11: Geotechniek April 2015

11 GEOTECHNIEK - April 2015

groutinjectie. Voor de bepaling van de schade-klasse van de omliggende bebouwing is gebruik gemaakt van de schadeanalyse conform CUR F530 “Aanbeveling voor het ontwerp van bouw-kuipen in stedelijke omgeving”. De predictie is uitgevoerd met de Limiting Tensile Strain Me-thod (LTSM) waarbij de rek de schade aan het gebouw bepaalt. Berekening funderingVoorafgaand aan de definitieve berekening is een gevoeligheidsstudie uitgevoerd. De analyse van de fundering van de parkeergarage is uitgevoerd met het computerprogramma Plaxis 3D. De me-shgrootte is 400 x 200 m2. De mesh is zodanig gekozen dat de randen geen invloed hebben op de resultaten en bestaat uit 100.000 elementen. In totaal zijn 156 boorpalen gemodelleerd als embedded piles. Vooraf zijn de parameters van de palen gefit zodat de vervormingskarakteris-tieken overeenkomen met het last zakkingsge-drag conform NEN 9997-1;2011/2012. Een ge-voeligheidsanalyse is uitgevoerd waarbij Eplaat, Epaal, Eondergrond zijn gevarieerd. De B5 vloer is een waterdichte vloer met een dikte van 1 tot 2 m en fungeert als een plaat-paal fundering. De berekeningsresultaten zijn onder meer paalkopverplaatsing, paalkrachten, verdeling belasting tussen plaat en paal, vervor-ming B5 vloer en contactdrukken onder de B5 vloer. De krachtsverdeling tussen de plaat en palen ter plaatse van het poortgebouw is 50% - 50%. De vervormingen van de B5 vloer vormen de basis voor de berekening van de wapening van deze vloer.

Cruciaal is de aansluiting van de voet van de prefab kolom in de kop van de boorpaal. Vooraf zijn twee identieke proeven uitgevoerd waarbij kernen zijn geboord en beproefd. Tevens is het aansluitvlak tussen paal en kolom visueel be-oordeeld. Geconcludeerd is dat geen bentoniet insluitingen en cakevorming zijn aangetroffen. Aan de beton zijn specifieke eisen gesteld omdat deze de bentoniet van onderaf moet kunnen ver-dringen en om de wapeningsstaven heen moet kunnen vloeien.

Uitvoering inrittenDe ondergrondse inritten zijn gemaakt in een open bouwkuip met stalen damwanden en stempels. De ondiepe delen met een maximale ontgraving van 4,5 m – NAP zijn voorzien van een horizontale bodeminjectie, de diepe delen met een maximale ontgraving tot 8,5 m – NAP zijn voorzien van een onderwaterbetonvloer. Damwanden zijn trillingsvrij aangebracht. Voor

Tabel 1 - Stijfheid grondlagen

Laag [-] 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Naam [-] 01toplaag 02klei1 03klei2 04zand1 05zand2 06zand3 07zand4 08klei3 09zand5 10klei4 11zand6 12zand7

Omschrijving [-] zand, toplaag klei, slap klei, matig zand, vast zand, los zand, matig zand, matig klei, stijf zand, matig klei, stijf zand, vast zand, vast

Type [-] Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained Drained

gunsat [kN/m3] 17 13 15 17 18 18 18 18 18 18 18 18

gsat [kN/m3] 19 13 15 19 20 20 20 18 20 18 20 20

kx [m/dag] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

ky [m/dag] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

E50ref [kN/m2] 10000 3000 4500 42000 25000 36000 33000 5200 24000 4500 21000 24000

Eoedref [kN/m2] 10000 7000 2250 42000 25000 36000 33000 5200 24000 4500 21000 24000

Eurref [kN/m2] 40000 18000 22500 168000 100000 144000 132000 26000 96000 22500 84000 96000

Cref [kN/m2] 0,3 1,0 0,8 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 1,0 0,3 0,3

ϕ [º] 30,0 16,0 22,5 31,0 30,0 31,0 31,0 27,5 30,0 30,0 30,0 31,0

ψ [º] 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 1

νur [-] 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

pref [kN/m2] 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100

m [-] 0,5 1 0,7 0,5 0,5 0,5 0,5 0,7 0,5 0,7 0,5 0,5

K0 [-] 0,500 0,724 0,617 0,485 0,500 0,485 0,485 0,538 0,500 0,500 0,500 0,485

cincr [kN/m2] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

yref [-] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

g0,7 [-] 0,00019600 0,00021200 0,00024800 0,00008490 0,00009370 0,00010600 0,00011300 0,00025400 0,00012600 0,00027100 0,00013000 0,00020000

G0 [kN/m2] 70000 43000 50000 16200 132600 148000 140000 53500 116000 50000 107000 116000

Rf [-] 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9

T-Strength [kN/m2] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

VIJFLAAGSE PARKEERGARAGE “HET NIEUWE HOOG CATHARIJNE TE UTRECHT”

Tabel 3 - Fasering berekening fundering

fase

1 Initiële fase

2Aanbrengen van de cb wand en groutankers, het slopen van de bestaande kelders en een- en tweelaagse parkeergarage, de verlaging van de grondwaterstand in de bouw-kuip tot 5 m – NAP en het ontgraven van de bouwkuip tot 2,5 m – NAP.

3 Verdiept aanbrengen van de boorpalen en afhangen van prefab kolommen.

4-9

Top down bouwen van de garage, dat wil zeggen B2 vloer aanbrengen, ontgraven, B3 vloer aanbrengen, ontgraven, B4 vloer aanbrengen, ontgraven en B5 vloer aanbrengen. Daarbij wordt de waterstand gefaseerd verlaagd tot 15 m – NAP. Ter plaatse van het Entreegebouw en Stadskamer wordt tegelijkertijd omhoog gebouwd.

10 Opkomen van de waterdruk tot 8 m – NAP.

11 Bouwen Poortgebouw.

12-15 Opkomen van de waterdruk tot min 0,5 m – NAP en max tot 0,6 m + NAP.

Tabel 2 - Berekende momenten en vervormingen

Doorsnede Mrep [kNm] ux [mm]

Zuidelijke passageRadboudtraverse

840970

2852

Catharijne Singel 870 48

Muziekpaleis,3 doorsneden 730-830 34

Vredenbrugplein, tweelaagse parkeergarage 520 32

Page 12: Geotechniek April 2015

12 GEOTECHNIEK - April 2015

de funderingspalen zijn ankerpalen toegepast. Deze worden in de bouwfase op trek belast en in de gebruiksfase voornamelijk op druk be-last. De noordelijke inrit kruist het belangrijke verkeersknooppunt Vredenburgknoop en de Leidsche Rijn. Hier zijn stalenbuispalen met groutinjectie toegepast. De zuidelijke inrit kruist de Radboudtraverse en vormt de tunnelmoot te-vens de fundatie van de zuidelijke kern van het Poortgebouw. Ook hier zijn stalenbuispalen met groutinjectie toegepast.

Uitvoering vijflaagse parkeergarageVoorbereidende werkzaamhedenVoorafgaand aan de sloop van de bovenbouw van een deel van Hoog Catharijne zijn de daar-

onder gelegen kelders en bestaande een- en tweelaagse parkeergarage gestabiliseerd met zand, dit ter voorkoming van opdrijven. Vervol-gens zijn in het tracé van de cement bentoniet wand een ondergrondse spuikoker, kademuren en hooggelegen kelders verwijderd. Ter plaatse van de een- en tweelaagse parkeergarage zijn sleuven in de vloeren gezaagd en in den natte zijn deze vloerdelen verwijderd en daarna weer met zand aangevuld tot werkniveau. Langs het Muziekpaleis zijn de bestaande wanden van de tweelaagse parkeergarage gestabiliseerd met 2 rijen voorgespannen groutankers en naast de eenlaagse parkeergarage is een verankerde damwand aangebracht. De belendingen van de zuidelijke passage van

Hoog Catharijne zijn gefundeerd op korte in de grond gevormde palen met paalpuntniveaus van 5 m – en 7,5 m – NAP. Het oude deel van het Mu-ziekpaleis is eveneens gefundeerd op korte in de grond gevormde palen met een paalpuntniveau van 9 m – NAP. Alle aan de bouwkuip grenzende palen zijn vervangen door stalen buispalen met groutinjectie. De palen van het Muziekpaleis zijn tevens voorzien van vijzels om zettingsverschil-len in de bouwfase te kunnen vereffenen.

Uitvoering bouwkuipwandVoor het mengsel van de cement bentonietwand is vooraf een geschiktheidsonderzoek uitge-voerd. De invloed van de verontreinigingen uit de ondergrond op het mengsel is daarbij onder-zocht . Verontreinigen in de grond waren PAK, minerale olie, zware metalen en arseen. Vanaf 11 m – tot 46 m – NAP bevat het grondwater VOCL (vluchtige chloorkoolwaterstoffen). Uit het onderzoek bleek een mengsel met LK30-cement en vertrager het meest geschikt. De panelen zijn 3,4 m breed en 1,0 m dik. De onderzijde van de wand is gelijk aan de onder-zijde laag van de laag van Kedichem waardoor de insnijding 5,0 m is. De lengte van de wand is dan ten opzichte van de bovenkant geleidebalk minimaal 59,7 m en maximaal 62,7 m. Primaire panelen zijn de eerste dag gegraven, de volgen-de dag is de damwand 1 x Larssen430 ingehan-gen. Na enige uitharding en afhankelijk van de hoeveelheid vertrager, zijn de secundaire pane-len gegraven en is de damwand 3 x Larssen430 ingehangen. De overlap met het primaire pa-neel is 60 cm. Belangrijk is dat de damwanden in het primaire paneel goed zijn gepositioneerd en gefixeerd. Deze vormen de geleiding van de damwanden van het secondaire paneel. De po-sitie van alle panelen zijn ingemeten met het Jean Lutz systeem, waarmee de oversnijding van de panelen is bepaald. De ervaring leert dat een tolerantie van 0,5 %, hetgeen overeenkomt met 30 cm afwijking op het diepste niveau, goed haalbaar is. De dikte van de wand van 1,0 m is daarmee voldoende. Opgetreden afwijkingen van meer dan 1% zijn voornamelijk veroorzaakt door obstakels in de ondergrond zoals oude be-tonpalen, betonpoeren en kademuren die met de knijper zijn verwijderd .

Voorafgaand aan het graven is het cement ben-toniet mengsel in de centrale gecontroleerd op reologische eigenschappen. Na het graven zijn uit de sleuf op 3 verschillende diepten (bo-ven, midden en onder) monsters genomen en op druksterkte en doorlatendheid beproefd. Na 28 dagen uitharding is de druksterkte

Figuur 7 - Fundering Plaxis 3D

Figuur 8 - Cement-bentonietwand

Page 13: Geotechniek April 2015

13 GEOTECHNIEK - April 2015

gem. 1,7N/mm2 en de doorlatendheid gem. 3x10-10 m/s. Tijdens het graven van de eerste serie panelen is de maaiveldzakking gemeten en zijn nason-deringen uitgevoerd.

De gemeten maaiveldzakkingen zijn minimaal en bij een afstand van 5,0 m tot de wand zelfs verwaarloosbaar. Ook zijn nasonderingen (met

x-y hellingmeting) uitgevoerd op 1,5 m, 3,75m en 6,0 m afstand uit de zijkant van de cement bentonietwand. De nasonderingen geven geen reductie van conusweerstanden. Geconcludeerd kan worden dat door de hoge veiligheidsfactor van de sleufstabiliteit nagenoeg geen ontspan-ning van de ondergrond optreedt.

Uitvoering paalfunderingTotaal zijn 68 stuks boorpalen met diameter Ø1.500 mm en 88 stuks Ø2.000 mm aangebracht met een inboorniveau van minimaal 30 m – NAP en maximaal 36 m – NAP.

Het boorgat is gestabiliseerd door bijmenging van cement aan de bentoniet steunvloeistof. Dat levert een veilig werkterrein op en tevens zijn de prefab kolommen daardoor zijdelings gesteund. Gestart is met de boorpalen zonder prefab kern. Daarbij is het nazakken van de beton in situ ge-meten. De conclusie is dat geen nazakking van de beton optreedt en dat daardoor een goede aansluiting met de prefab kolom wordt verkre-gen. Ter plaatse van de toekomstige kruising met de

VIJFLAAGSE PARKEERGARAGE “HET NIEUWE HOOG CATHARIJNE TE UTRECHT”

Figuur9 - G rote diameter boorpalen

Tabel 4 - Zettingen ten gevolge van graven cement-bentoniet wand

Meetraai, tov zijkant cb wand

Gemeten maaiveld-zakking in mm

1,5 m 4

2,5 m 3

5,0 m 1

8,75 m 0

Tabel 5 - Werkvolgorde paalfundering

Werkvolgorde

1 Verlagen werkniveau tot 2,5 m – NAP

2 Plaatsen casing tot 9 m – NAP

3 Boren paal met bentonietspoeling

4 Afhangen wapeningskorf

5 Plaatsen en stellen hulpframe in casing, ten behoeve van positionering prefab kolom

6 Ontzanden bentoniet en opschonen paalpunt

7 Storten beton tot 12 m – NAP en plaatsen prefab kolom

8 Na enige tijd verharding van beton verwijderen stelframe

9 Trekken casing

10 Stabilisatie boorgat

Page 14: Geotechniek April 2015

14 GEOTECHNIEK - April 2015

Singel zijn 62 Gewi palen toegepast. Voor de tij-delijke ondersteuning van de B2 t/m B4 vloeren zijn 111 stalen buispalen met groutinjectie aan-gebracht.

Monitoring Voorafgaand aan de start van de bouw is een uit-gebreid monitoringsplan opgesteld. Meetbouten zijn geplaatst op gevels, dragende muren en vloeren. Het Muziekpaleis is inpandig geme-ten op raaien evenwijdig aan de bouwkuipwand waarbij zettingsverschillen en daarmee hoek-verdraaiing zijn bepaald. Op relevante tijdstip-

pen zijn herhalingsmetingen uitgevoerd. In de bouwput zijn een twaalftal inclinometer-buizen geplaatst en tijdens het bouwproces zijn deze regelmatig gemeten. De bouw van het NHC is inmiddels in volle gang. De gehele B2 vloer en de B1 en B0 vloer van het entreegebouw zijn aangebracht. Eind januari is gestart met de ontgraving onder de B2 vloer ten behoeve van de aanleg van de B3 vloer. De ge-meten deformaties van dit moment passen goed in de predictie.

Peilbuizen zijn op verschillende diepten en in

raaien haaks op de bouwkuip geplaatst. De wa-terstand in de bouwkuip is op dit moment ver-laagd tot 7,5 m – NAP waarbij een debiet van 11 m3/uur is gemeten. De grondwaterstand buiten de bouwkuip wordt nauwelijks beïnvloed. De waterstand in de bouwkuip wordt uiteindelijk verlaagd tot 15 m – NAP.

Figuur 10 & 11 - Afhangen prefab kolom

Tabel 2 - Berekende momenten en vervormingen

Ontgravingslag tot 3,5 m - NAP

Muziekpaleis Gemeten zetting in mm Verwachtingswaarde in mm

1e stramien 6,5 11

2e stramien 3,5 7

3e stramien 1,5 4

Opdrachtgever Corio Vastgoed Ontwikkeling.adviseurs van Corio, architectenbureau Oeverzaaijer, constructeur: Van Rossum, geotechniek: CRUX Engineering.aannemer; BAM-NHC, combinatie BAM Utiliteitsbouw Utrecht en BAM Civiel Noordwest met combinatiepartners BAM Speciale technieken, BAM Advies & Engineering, Bam Milieu, BAM Techniek.contractvorm; Design & Construct. start; najaar 2012, oplevering gehele project; voorjaar 2016.

Page 15: Geotechniek April 2015

Waterbouw

Geotechniek en funderingstechnieken

Milieutechniek

Wegenbouw

Het gebruik van HUESKER geokunststoffen in geotechniek en funderingstechnieken maakt bouwen van steile wanden met hoge belasting op moeilijk terrein of op een slappe ondergrond mogelijk – milieuvriendelijk, voordelig en veilig.

De ingenieurs en technici van HUESKER bieden support bij het werken met andere materialen in uw bouwprojekten. Vertrouw op de producten en oplossingen van HUESKER.

HUESKER – Ingenieursoplossingen met geokunststoffen

www.HUESKER.com

IDEEN. INGENIEURE. INNOVATIONEN.

HUESKER Nederland · Tel.: 073 - 503 06 53 · [email protected]

Agent voor Nederland · CECO B.V. · Tel.: 043 - 352 76 09 · [email protected]

Vooraanstaand en betrouwbaar

www.bauernl.nl

Voor gedegen

Mixed-In-Place soilmix oplossingen

BAUER Funderingstechniek voert de volgende activiteiten uit: Mixed-In-Place soilmix Groutanker met strengen Groutanker (paal) met staven GEWI-anker (paal) Cement-bentoniet dichtwand Groot diameter boorpalen Diepwand Jet grouten Grondverbetering

Vooraanstaand en betrouwbaar

www.bauernl.nl

Voor gedegen

Mixed-In-Place soilmix oplossingen

BAUER Funderingstechniek voert de volgende activiteiten uit: Mixed-In-Place soilmix Groutanker met strengen Groutanker (paal) met staven GEWI-anker (paal) Cement-bentoniet dichtwand Groot diameter boorpalen Diepwand Jet grouten Grondverbetering

www.HUESKER.comDe ingenieurs en technici van HUESKER bieden support bij het werken met andere materialen in uw bouwprojekten. Vertrouw op de producten en oplossingen van HUESKER.

Agent voor Nederland · CECO B.V. · Tel.: 043 - 352 76 09 · [email protected]

HUESKER Nederland · Tel.: 073 - 503 06 53 · [email protected]

Geotechniek en funderingstechnieken

Waterbouw

Milieutechniek

Wegenbouw

HaTelit® is een robuuste asfalt-wapening met hoge weerstand tegen beschadigingen tijdens het inbouwen. Daardoor vertraagt het gebruik van HaTelit® het ontstaan van refl ectiescheurvorming. Minder onderhoud en een langere levensduur van de gesaneerde rijbaan zijn het gevolg.

HUESKER – Ingenieursoplossingen met geokunststoffen

IDEEN. INGENIEURE. INNOVATIONEN.

N14 Artikels nw_Opmaak 1 27-02-13 11:07 Pagina 36

Vestiging BelgiëPhilipssite 5, bus 15UbicenterB-3001 LeuvenTel. 0032 16 60 77 60Fax 0032 16 60 77 [email protected]

Vestiging NederlandVeilingweg 2NL-5301 KM ZaltbommelTel. 0031 418 578 403Fax 0031 418 513 [email protected]

www.HUESKER.comDe ingenieurs en technici van HUESKER bieden support bij het werken met andere materialen in uw bouwprojekten. Vertrouw op de producten en oplossingen van HUESKER.

Agent voor Nederland · CECO B.V. · Tel.: 043 - 352 76 09 · [email protected]

HUESKER Nederland · Tel.: 073 - 503 06 53 · [email protected]

Geotechniek en funderingstechnieken

Waterbouw

Milieutechniek

Wegenbouw

HaTelit® is een robuuste asfalt-wapening met hoge weerstand tegen beschadigingen tijdens het inbouwen. Daardoor vertraagt het gebruik van HaTelit® het ontstaan van refl ectiescheurvorming. Minder onderhoud en een langere levensduur van de gesaneerde rijbaan zijn het gevolg.

HUESKER – Ingenieursoplossingen met geokunststoffen

IDEEN. INGENIEURE. INNOVATIONEN.

N14 Artikels nw_Opmaak 1 27-02-13 11:07 Pagina 36

geotechniek _Juli_2014_binnen_v3.indd 6 04-06-14 13:55

Page 16: Geotechniek April 2015

16 GEOTECHNIEK - April 2015

Knik van slanke palen – een verbeterde

berekeningsmethode

ir. Thomas Lankreijert.t.v. project Volker InfraDesign

BV -TU Delft / ABT BV

ir. Guido MeinhardtVolker InfraDesign BV

prof. ir. Frits van TolTU Delft

IntroductieAnkerpalen werden in het verleden vooral ge-bruikt als trekelement voor bijvoorbeeld de ver-ankering van onderwaterbeton vloeren of kel-derconstructies. In de laatste 10 á 15 jaar worden deze paalsystemen tevens in toenemende mate gebruikt als drukpalen. Door de in West-Neder-land en in andere delta’s voorkomende slappe klei- en veenafzettingen is de knikstabiliteit vanuit de constructiemechanica een belangrijke randvoorwaarde in het geotechnisch ontwerp van de op drukbelaste ankerpalen.

Indien slanke funderingselementen op druk worden belast zal de grond voldoende laterale steun moeten leveren om het knikmechanisme te voorkomen. Echter indien de laterale steun van de grond te klein is, zoals bij slappe klei- en veengronden, kan ook een gesteunde paal zijn stabiliteit verliezen. De wiskundige theorie ach-ter dit probleem is gebaseerd op de klassieke Eulerse kniktheorie. Dit wil zeggen dat het knik-ken van de paal door buiging ‘’flexural buckling’’ wordt beschouwd als het bepalende bezwijkme-chanisme, zie Figuur 1. De eerste exacte wis-kundige oplossing voor dit stabiliteitsprobleem is gevonden door Engesser in 1884. Deze wis-kundige oplossing van een lateraal gesteunde perfecte staaf geldt als bovengrensoplossing. Voor het gebruik in de praktijk is de basis van deze oplossing voorzien van modelparameters en materiaalfactoren. In de huidige ontwerp-praktijk zijn twee semi-empirische bereke-ningsmethoden beschikbaar om de knikstabili-teit van dit probleem te bepalen, zijnde:1. CUR236 op basis van Shields [2007].2. EA-Pfähle op basis van Vogt et al [2006].

De relatie grondstijfheid-grondsterkte is in de methode Shields [2007] gebaseerd op de Se-

cant-lijn door de p50 [Reese et al 2001] van de API p-y curve van Matlock [1970] voor slappe klei. Hieruit volgt de bekende relatie k = 90∙Cu.

Laboratoriumonderzoek TU München Voor het valideren en verder optimaliseren van deze twee empirische methoden zijn deze door de auteurs vergeleken met de proefresulta-ten van de TU München (TUM) uit 2005 [Vogt et al]. Hier zijn op GEWI28-100 palen (28mm S500 GEWI staal met een 100mm diameter C20/25 groutschil) in zowel ongesteunde als in grond-gesteunde toestand knikproeven uitgevoerd. Tevens zijn proeven uitgevoerd op aluminium-

profielen van 100x40mm. De gebruikte kleisoort in de grondgesteunde proeven was Kaolien met verwachtingswaarden van de ongedraineerde schuifsterkte Cu tussen de 10 en 20 kPa op basis van Torvane proeven. De ankerpalen waren 4m lang waarbij de uiteinden met een rol-scharnier oplegging zijn gemonteerd. De perfecte statische samengestelde (onge-scheurde) buigstijfheid van het staal-grout ver-binding bedraagt EI0=160 kNm2 en de buigstijf-heid van enkel de stalen GEWI-staaf bedraagt EIs= 6 kNm2. De constructieve samenwerking bij knik tussen het GEWI staal en de C20/25 groutschil is echter onbekend. Daarom wordt in

Figuur 1 - Schematisatie en oplossingen van het buigingsknik probleem van volledig gesteunde palen.

Page 17: Geotechniek April 2015

17 GEOTECHNIEK - April 2015

In de laatste 15 jaar worden ankerpalen steeds meer gebruikt als funderings-elementen van kunstwerken. Ankerpalen hebben een diameter van 150 á 350 mm en zijn relatief slank. Recent worden deze slanke elementen steeds meer toegepast in combinatie met hoge drukkrachten.

Bij slappe bodemgesteldheden zoals klei- en veenpakketten wordt de knikca-paciteit hierbij een belangrijk aandachtspunt. De beschikbare benaderingen van de knikkracht van Meek [1996], Vogt et al [2006] en Shields [2007] zoals opgenomen in CUR236 lijken nog voor verbetering vatbaar in verband met de bandbreedte van de te hanteren modelfactor.

In het voorliggende artikel wordt een verbeterde ontwerpmethode voorge-steld, die in het kader van een afstudeeronderzoek is bepaald [Lankreijer 2014]. Deze ontwerpmethode is gebaseerd op analytische en numerieke analyses op basis van laboratoriumproeven van de TU München [Vogt et al 2005] waarbij ankerpalen op knik zijn beproefd. Deze ontwerpmethode sluit aan bij de in Nederland vigerende normen. Ten opzichte van de in Nederland gebruikte ontwerprichtlijn voor ankerpalen, de CUR236, wordt met de nieuwe methode een hogere knikdraagkracht berekend.

Samenvatting

de vergelijkingsberekening tussen de proef en de bestaande methoden (zie Figuur 1) gerekend met de EI van het ankerstaal (EIs= 6 kNm2) en de diameter van de groutschil als breedte ten behoeve van de bepaling van de grondbedding. De vergelijking tussen de proefresultaten en de twee bestaande berekeningsmethoden voor toenemende verwachtingswaarde van de Cu is weergegeven in Figuur 2.

De vergelijking laat zien dat de berekening vol-gens Shields de proefresultaten met circa 50% onderschat. De methode van Vogt et al [2006] benadert de proefresultaten van de grond ge-steunde palen zonder in achtneming van het grout in de buigstijfheid van de paal goed tussen 10 < Cu < 20.

Uit de ongesteunde knikproeven op de GEWI28-100 paal volgt echter dat de samengestelde EIi = (EIs + EIg) van de paal bij knik niet goed te bepalen valt, zoals aangegeven in Figuur 2. In-dien een deel van de groutschil wel in de EI van de paal wordt meegerekend zal de methode de knikkracht gaan overschatten bij Cu >10 kPa. Dit kan betekenen dat in de exacte wiskundige be-schrijving volgens Vogt et al [2005] met k = 90∙Cu

de grondstijfheid te gunstig wordt benaderd. Deze hypothese wordt versterkt door het feit dat de methode van Vogt et al [2006] de knikproeven op de aluminiumprofielen, waar de EI als bekend kan worden verondersteld, met 100% overschat. Voor een goede vergelijking tussen de verschil-lende berekeningsmethoden en de proeven is de bijdrage van de groutschil aan de buigstijfheid essentieel en moet worden gekwantificeerd. Navolgend wordt ingegaan op de samengestelde buigstijfheid EI staal-grout vanuit de construc-tiemechanica en de grondmechanische laterale steun op de paalschacht.

ConstructiemechanicaVoor het bepalen van de samengestelde buig-stijfheid (verbinding staal-grout, ook composiet genoemd) bij knik zijn eerst de knikproeven van de TUM op ongesteunde GEWI28-100 palen herberekend. Hiervoor is een fysisch niet line-aire paaldoorsnede opgesteld in het programma INCA. Hierbij is voor het opstellen van de pa-rabolische σ-ε diagrammen uitgegaan van de karakteristieke fysische eigenschappen voor beton (C20/25) en staal (S500). Het resulterende moment-normaalkracht-krommingsdiagram, ook M-N-k diagram genoemd, van de doorsnede

is weergegeven in Figuur 3 als M-EI diagram (EI = M/k). Omdat het ankerstaal zich in het mid-den van de doorsnede bevindt, treedt het vloei-moment van het ankerstaal op pas nadat de be-tondrukzone bezwijkt in de uiterste vezel.

Het aangegeven M-EI diagram is gekoppeld aan een geometrisch niet lineaire berekening (twee-de orde analyse) in DSheet 9.2 beta. In deze versie zijn drie buigstijfheidstakken mogelijk. De ongesteunde GEWI28-100 paal van 4m lang wordt in DSheet voorzien van een gemodelleer-de scharnier-rol oplegging. In ‘’modelfase 1’’ wordt de bij de proef gemeten geometrische im-perfectie aangebracht. In ‘’modelfase 2‘’ wordt de normaalkracht (knikkracht) iteratief vergroot totdat instabiliteit optreedt.

Met deze aanpak is, bij gemeten parabolische imperfecties van 10 tot 20 mm, het verschil tussen de berekende en de gemeten kniklast kleiner dan tien procent voor de ongesteunde palen. Op basis van deze resultaten is met het oog op de praktijk het gebruik van M-N-k dia-grammen voor GEWI palen in combinatie met een geometrisch niet lineaire berekening als voldoende goed beschouwd voor de bepaling

Figuur 2 - Vergelijking bestaande methoden en de proefresultaten Figuur 3 - Principe M-EI diagram voor een GEWI28-100 paal met samengestelde doorsnede staal-grout.

Page 18: Geotechniek April 2015

18 GEOTECHNIEK - April 2015

van de kniklast. Daarom wordt in het vervolg van dit artikel deze methode ook toegepast om de kniklast van de GEWI-palen bij de grondge-steunde knikproeven te bepalen.

Opgemerkt wordt dat bij stabiliteitsanalyses van gesteunde palen de kniklengte vooraf niet bekend is, zie ook de kniktheorie van Enges-ser uit 1886. Voor gesteunde palen geldt dat in het algemeen hogere orde uitbuigingsvormen (eigenvormen) maatgevend zijn voor knik. De mogelijke eigenvormen zijn sinusoïde en de bij-behorende kniklengte per knikvorm wordt vast-gelegd door: Lbuc = Lpaal / n met n =1,2,3….

Daarom wordt in DSheet handmatig voorzien van een ‘’Eigenwaarde analyse’’ om de (kleinste) kniklast te bepalen. Hierbij worden alle moge-lijke eigenvormen in afzonderlijke DSheet bere-keningen getest. Het grondgedrag van de Kao-lien voor deze berekeningen is gemodelleerd met een volledige p-y curve voor slappe klei conform de API en een bi-lineaire benadering op P/Pu

= 0.5 volgens Reese et al [2001]. Voor het bepalen van de resulterende samenge-stelde buigstijfheid bij knik (EIi) voor de grond-gesteunde palen is het volgende rekenschema aangehouden: 1. Bepaling van Nbuc met DSheet beta met het

in Figuur 3 aangegeven verloop van moment en samengestelde buigstijfheid voor alle mogelijke eigenvormen in de vorm

Lbuc = Lpaal / n. 2. Bepaling Nbuc met DSheet classic met enkel

de buigstijfheid van het ankerstaal voor alle mogelijke eigenvormen in de vorm

Lbuc = Lpaal / n.3. Voor de maatgevende eigenvorm van stap 2.

wordt de EI iteratief vergroot in DSheet clas-sic totdat Nbuc van stap 1. is bereikt. Deze resulterende waarde wordt gedefinieerd als de samengestelde buigstijfheid EIi bij knik.

4. De bijdrage van het grout op de buigstijfheid bij knik voor de grondgesteunde paal volgt dan uit EIg = EIi − EIs.

Op basis van deze berekeningsresultaten is ge-constateerd dat:1. De samengestelde buigstijfheid van de

GEWI28-100 paal reduceert al vanaf een lage grondstijfheid met circa 90% ten op-zichte van de ongescheurde buigstijfheid. De samengestelde EI van de paal is al bij een grondstijfheid k =90∙Cu ≈1000 kN/m2 met Cu ≈ 11 kPa gereduceerd van EI0=160 kNm2 naar EIi = 9 kNm2 bij knikken. Deze sterkte teruggang wordt mogelijk fysisch veroor-zaakt door de volgende oorzaken:

a. De trekzone van de groutschil bedraagt bij een toenemende normaalkracht meer dan 50% van het oppervlak van de groutschil. De trekzone zal bij het over-schrijden van het scheurmoment bijna in één keer wegvallen ongeacht de grootte van de normaalkracht (zie Figuur 3).

b. Vanwege de relatief grote normaalkracht en resulterende momenten in de paal bij

toenemende grondsterkte worden het stuik en bezwijkmoment van de beton-drukzone in de uiterste vezel relatief snel bereikt terwijl het ankerstaal nog niet ge-vloeid is.

Op basis van de berekeningen en zoals waarge-nomen bij in de grond gesteunde proeven van de TUM [Vogt et al 2005]volgt dat het grout in

Figuur 4 - Beschouwde FEM mesh voor een knikkende paal in PLAXIS 3D o.b.v. proefopstelling TUM.

Figuur 5 - Schattingen initiële situatie o.b.v. de initiële schuifsterkte van 12.4 kPa van de Kaolien.

Tabel 1 - Beschouwde parameter set voor Kaolien voor het HS model.

ym [kN/m3]

E50;ref

[kN/m2]Eoed;ref

[kN/m2]Eur;ref

[kN/m2]

νur[−] M

[−]pref

[kN/m2]C′

[−]φ′°

k0nc

[−]Rinter

[−]

14 1500 1233 3000 0.2 1 100 5 15 0.74 0.6

Page 19: Geotechniek April 2015

19 GEOTECHNIEK - April 2015

zowel druk als trekzijde zal scheuren en zal de bijdrage van het grout aan de totale buigstijfheid relatief klein zijn.

2. Knikberekeningen in DSheet, gebruikma-kend van de niet lineaire API p-y curve, overschatten de proefresultaten met circa 75%. Tevens zijn de berekende laterale ver-vormingen bij knik onrealistisch klein (circa 0.001m, >0.05m gemeten). Deze verschillen worden veroorzaakt doordat de stijve aanzet van de API p-y curve bij kleine vervormingen (k = 5000 kN/m2 bij Cu ≈ 10 kPa) ertoe leidt dat tweede orde effecten door de opgelegde normaalkracht beperkt blijven.

Uit punt 2 volgt dat de bestaande API p-y curve gebaseerd op ongedraineerd gedrag ongeschikt is voor het gebruik in een stabiliteitsberekening op kleine diameter ankerpalen. Om het p-y ge-drag voor een knikkende ankerpaal te bepalen is daarom gebruikt gemaakt van PLAXIS 3D ana-lyses.

Benadering met FEM-analysesMet de teruggerekende samengestelde EIi van de GEWI28-100 paal is in PLAXIS 3D een vol-ledige kniksimulatie uitgevoerd van de door de TUM beproefde GEWI28-100 palen als volume element, navolgend “kniksimulatie model” ge-noemd. Deze volumepaal is in Autocad opge-

bouwd en hierin voorzien van een geometrische imperfectie zijnde een voorkromming zodanig dat de volumepaal buiten de centrale kern van de doorsnede wordt belast door de normaal-kracht. In combinatie met een updated mesh (geometrische niet lineariteit) analyse kan hier-door de proef numeriek worden gesimuleerd. Omdat ankerpalen een kleine diameter hebben en een vloeiend verloop van de knikvorm moge-lijk moet zijn, is lokaal een meer fijne mesh toe-gepast. Het gebruikte FEM model van de proef in PLAXIS is weergegeven in Figuur 4.

De paal is in PLAXIS aan de boven- en onderzijde voorzien van respectievelijk een rol- en schar-nieroplegging. Voor de bij de TUM gebruikte Ka-olien is op basis van correlaties met de in-situ gemeten schuifsterkte, het watergehalte en de internationale literatuur, Benz [2007] en Brink-greve et al [2007], de parameter set uit Tabel 1 voor het HS model samengesteld.

De aangenomen waarden van de POP voor een Cu van 12.4 kPa en 18.8 kPa zijn respectievelijk 10 en 15 kPa. Om de gemeten in situ schuifsterkte te modelleren in het HS model wordt de Kaolien iteratief voorzien van een bovenbelasting totdat de juiste herberekende gemiddelde effectieve spanning “mean stress“ is bereikt. Het model-leren van de gewenste initiële schuifsterkte met verschillende spanningspaden is weergegeven

in Figuur 5. Alhoewel de schuifsterkte van volle-dig gedraineerde grond groter is dan van onge-draineerde grond is de stijfheid bij relatief kleine rekken in de gedraineerde situatie minder groot, circa 10% op p/pmax = 0.5.

Bij een stijfheidsgestuurd probleem zoals knik in slappe gronden, waarbij de vervormingen re-latief klein zijn, betekent dit dat de paal tijdens het gehele consolidatieproces kan uitknikken. Uit de kniksimulaties van de proeven in PLAXIS 3D op basis van teruggerekende EIi en de drie initiële spanningssituaties uit Figuur 5 is empi-risch vastgesteld dat analyses met gedraineerde grondstijfheid op basis van de ongedraineerde schuifsterkte de proefresultaten zeer goed be-naderen. De vergelijking van de resultaten van het “kniksimulatie model” in PLAXIS 3D en de laboratoriumproeven zijn weergeven in Tabel 2.

Opgemerkt wordt dat deze empirische vastge-stelde combinatie van ongedraineerde grond-sterkte en gedraineerde stijfheid (rode curve in Figuur 5) niet volledig overeenstemt met het werkelijk grondgedrag omdat de “effective mean stresses p’” tussen de gedraineerde en ongedraineerde condities variëren. Een moge-lijke verklaring voor de goede benadering op basis van deze combinatie is dat bij kleine dia-meter ankerpalen (100-400mm) snel consolida-tie langs de paalschacht optreedt en de grond daarmee relatief snel gedraineerd reageert. Deze hypothese dat grond rond ankerpalen snel gedraineerd reageert, is tevens vast gesteld door Sharour et al [2002].

In de linker illustratie van Figuur 6 zijn de ver-vormingen en normaalkrachten tot het knikken van de paal weergegeven. In de rechter illustra-tie is de bijbehorende “deformed mesh” met de geschatte kniklengte in PLAXIS weergegeven bij een normaalkracht van 157 kN vlak voordat de paal bezwijkt (instabiel wordt). Uit de resul-taten van zowel de laboratoriumproeven van de TUM als deze numerieke simulaties in PLAXIS 3D blijkt dat de laterale vervorming waarbij knik optreedt circa 50% kleiner is dan tot nu toe wordt verondersteld volgens de y =0.1∙D aanname voor klei uit de literatuur bijvoorbeeld [Reese et al 2001]. Dit betekent dat bij een laterale vervor-ming van enkele millimeters de paal reeds op knik bezwijkt; een minimale belastingtoename op dit punt leidt direct tot een aanzienlijke toe-name in vervorming (Figuur 6). Aan de hand van deze resultaten en conclusies worden p-y curven opgesteld op basis van een

KNIK VAN SLANKE PALEN – EEN VERBETERDE BEREKENINGSMETHODE

Figuur 6 - Bezwijkvorm tegen normaalkracht en de deformed mesh bij bezwijken (initiële schuifsterkte=12.4 kPa).

Tabel 2 - Vergelijking tussen proefresultaten TUM en PLAXIS 3D.

Initiele schuifsterkte proef TUM [kPa]

Kniklast [kN]

Proef TUM PLAXIS 3D

12.4 160 157

18.8 175 173

Page 20: Geotechniek April 2015

20 GEOTECHNIEK - April 2015

gedraineerde stijfheid om de laterale paal-grond interactie voor ankerpalen te beschrijven.

Bepaling p-y curven voor ankerpalenVoor het bepalen van de resulterende p-y relatie uit PLAXIS 3D wordt gebruikt gemaakt van het vervormingsveld van de ankerpaal tijdens het knikken. Door middel van een sinusoïde fit door de vervormingen y uit Figuur 6 kan op basis van de Euler-Bernoulli balktheorie de resulterende gronddruk p(z) worden bepaald bij de maximale uitwijking van de ankerpaal uit:

Waarin:p(z)= de resulterende gronddruk op de paal

[kN/m]y = de laterale vervorming van de paal ter

plaatse van de maximale paaluitwijking [m]

y0 = de voorvervorming ter plaatse van de maximale paaluitwijking [m]

Deze methode is relatief bewerkelijk om voor verschillende paaldiameters en grondsterkten efficiënt p-y relaties te bepalen. Daarom is een tweede, meer efficiënt model in PLAXIS 3D ge-maakt, het ‘’p-y model’’. In dit model wordt een paal met diameter D (volume-element) lateraal de grond ingedrukt met een spanning p.De vervorming y kan worden afgeleid uit het volume element waardoor de resulterende p-y kromme kan worden opgesteld. Met deze nu-merieke methode is een ondergrens voor de p-y veerstijfheid verkregen. De vergelijking tus-

sen de met PLAXIS 3D bepaalde p-y curven uit het “p-y model” en het “kniksimulatie model” is weergegeven in Figuur 7.

Uit Figuur 7 blijkt nogmaals dat bij knikkende palen in combinatie met fysische en geometri-sche niet lineariteit, de grond nog niet volledig gemobiliseerd is bij het bereiken van de kniklast. Tevens volgt uit Figuur 7 dat de p-y curve uit het “p y model” voldoende goed overeenkomt met de resultaten uit het “kniksimulatie model”. Daarom wordt in het vervolg dit model gebruikt om voor slanke paaldiameters (100-400mm) tot een Cu van 30 kPa p-y curven te bepalen. Het groutlichaam van in situ gerealiseerde anker-palen is echter geen glad beton zoals bij de be-proefde palen. Daarom wordt de interfacefrictie tussen grond en paal verhoogd van 0.6 voor het gladde composiet van de proef naar Rinter= 0.8 voor in-situ gerealiseerde ankerpalen.

Voor het gebruik in lineaire berekeningen zijn de met PLAXIS 3D bepaalde p-y curven in DSheet 9.2 beta geïmplementeerd en teruggerekend naar equivalente bi-lineaire veren voor knik. Hiervoor zijn GEWI63.5 staven met 100-400mm groutschillen gebruikt als referentiepalen. Na-dat de kniklast bepaald is volgt de equivalente veerwaarde bij de kniklast uit Yel = Pel;knik/Yel. Waarin Yel de laterale verplaatsing van de paal bij knik voorstelt (de elastische grens). Het blijkt dat uit zowel de proefresultaten, de PLAXIS 3D kniksimulaties en de herberekening met DSheet dat de elastische grens, waarbij knik optreedt, beter kan worden benaderd met Yel ≈ 0.05∙D. De equivalente veerstijfheid voor knik kan worden geschat met Yel ≈ 65∙ Cu.

Gangbare imperfectiesEen belangrijke inputparameter is tevens de initiële staafimperfectie zoals gedefinieerd in Figuur 1. In dit kader is gekeken naar de be-staande regelgeving en in de praktijk gemeten geometrische uitvoeringsimperfecties. Voor het definiëren van geometrische imperfecties zijnde een voorkromming wordt in de vigerende richt-lijnen gebruik gemaakt van twee verschillende methoden:1. NEN-EN 1993-1-1 definieert de in rekening

te brengen voorvervorming als y0= Lbuc / imp waarbij imp is gedefinieerd als de ‘’mate van imperfectie’’.

2. NEN-EN 14199 (informatieve bijlage B) defi-nieert een vooraf gedefinieerde imperfectie-straal. De in rekening te brengen voorvervor-ming is een voorkromming met k = 0.005 m−1 ofwel een straal van R = 200 m.

Ad 1) Opgemerkt wordt dat de gedefinieerde mate van imperfectie ‘’imp’’ expliciet bedoeld is voor de geometrisch niet lineaire berekening. Voor lineaire knikberekeningen (eerste orde) moeten de voorgeschreven kniktoetsen worden toegepast volgens NEN-EN 1993-1-1. In deze kniktoetsen zijn de geometrisch en fysische im-perfecties reeds verwerkt.

Ad 2) Voor de methode met een vooraf gedefi-nieerde imperfectiestraal volgens punt 2. geldt dat ze lastig te verdisconteren is in de kniktheo-rie volgens Figuur 1.

Met behulp van goniometrische formules kan uit

de resulterende waarde van de voorvervorming y0 en dus de mate van imperfectie ‘’imp’’ worden verkregen.

Uit de bovenstaande formule volgt echter dat het gebruik van een voorkromming zoals NEN-EN 14199 voorstelt niet doeltreffend is voor het gebruik in een lineaire knikberekening. Dit omdat de modelparameter ‘’imp’’ niet goed te bepalen valt bij hogere orde knikvormen en zal gaan variëren omdat ze een functie wordt van de kniklengte. Hierdoor zal bij elke mogelijke bezwijkvorm worden gerekend met een andere mate van imperfectie wat niet realistisch en praktisch is.

Gevolg is dat minder knikgevoelige ankerpalen, die volgens de kniktheorie van de gesteunde staven een grotere kniklengte hebben, worden voorzien van een grotere imperfectie dan meer gevoelige ankerpalen met een kleine kniklengte.

Figuur 7 - Vergelijking tussen de met PLAXIS 3D bepaalde p-y curven voor een GEWI28-100.

Page 21: Geotechniek April 2015

KNIK VAN SLANKE PALEN – EEN VERBETERDE BEREKENINGSMETHODE

Meetgegevens van boorcasings voor (GEWI) wandankers in de Museumparkgarage te Rot-terdam suggereren tevens dat de geometrische imperfecties kleiner zijn dan gesteld in de uit-voeringsrichtlijnen. De grootst gemeten krom-ming in een boorcasing op basis van 7 metingen bedroeg k = 0.0015 m−1. Dit is meer dan een fac-tor 3 kleiner dan de k = 0.005 m−1 zoals gesteld in de informatieve bijlage B van NEN-EN 14199.

Met behulp van de bovengenoemde formule voor y0 kan nu een schatting worden verkre-gen van de modelparameter ‘’imp’’ op basis van deze meetgegevens bij de maximaal geschatte kromming van k = 0.0015 m−1. Hieruit volgt over 3 meetpunten met L=6m- een mate van imper-fectie van imp= L/y0 ≈ 900.

Op basis van deze eerste goniometrie bena-dering wordt in het kader van dit artikel voor lineaire knikberekeningen van ankerpalen y0= Lbuc / imp= Lbuc / 600 als een veilige mo-delparameter gehanteerd om geometrische im-perfecties in rekening te brengen. Deze waarde is tevens door Meek [1996] voorgesteld.

De vernieuwde rekenmethode en validatieDe uiteindelijke vernieuwde wiskundige bere-keningsmethode is gebaseerd op de analytische oplossing van Vogt et al [2006]. In de vernieuwde methode is gebruik gemaakt van het principe van superpositie om het aandeel in de kniklast van staal, grout en grond te berekenen. De toe-laatbare knikkracht wordt daarmee gegeven door:

Door gebruik te maken van semi-empirische relaties tussen sterkte en stijfheid voor de drie afzonderlijke componenten, kan de kniklast van ankerpalen met een eenvoudig algoritme wor-den bepaald. Er geldt:1. Component staal, volgens NEN-EN 1993-1-1:

Waarin: Uc = 1=unitycheck op knikstabiliteit –χ = reductiefactor volgens NEN−EN

1993−1−1 [−]fy = vloeispanning van het ankerstaal

[kN/m2]Aankerstaal = totale doorsnede ankerstaal [m2]

2. Component grout, volgens een serie schake-ling van Rankine-Gordon:

Waarin: ξ = reductiefactor voor de groutschil − ξ = 1 voor GEWI palen ξ = <1 aanbevolen voor overige

ankerpalen EIg = resulterende bijdrage van het grout

bij knik kNm2

yel ≈ 0.05∙D de elastische grens [m]fcd = rekenwaarde van cylindrische druk-

sterkte van het grout volgens EC2 [kN/m2]

imp = mate van imperfectie [−]Agrout = totale doorsnede groutschil [m2]Lbuc = kniklengte [m]

3. Component grond, volgens de wiskundig exacte bijdrage van de equivalente p-y veer:

Waarin: keq;knik = ≈65∙Cu [kN/m2]

yel ≈ 0.05∙D de elastische grens [m]Cu ≈ ongedraineerde schuifsterkte

[kPa]

Hierbij dienen de componenten grond en grout

te worden voorzien van de juiste materiaalfac-tor. Aanbevolen wordt een waarde van 1.5 zoals voorgeschreven in CUR236. Omdat de theore-tische kniklengte vooraf onbekend is, is in de beschouwde methode de kniklengte de onaf-hankelijke variabele. De individuele bijdrage van de drie componenten op de kniklast moeten worden berekend van Lbuc = 0 tot de dikte van de slappe laag. Door de resultaten te suppone-ren en te zoeken naar de minimale waarde is de maatgevende kniklast gevonden.

De resultaten van de nieuwe methode in verge-lijking met de bestaande modellen en ten op-zichte van de proefresultaten is weergegeven in figuur 8. Uit de figuur blijkt nu dat de oorspron-kelijke methode van Vogt een overschatting van de kniklast levert omdat mogelijk de twee aan-names k = 90∙Cu en yki =0.1∙D voor slappe klei gebaseerd op ongedraineerd grondgedrag leidt tot een overschatting van de gronddruk op de paal bij het knikken. Hierbij wordt opgemerkt dat ten opzichte van de resultaten in figuur 1 bij de methode Vogt nu de herberekende samen-gestelde EI (staal-grout) in rekening is gebracht met het verloop zoals aangegeven op de secon-daire y-as. Naast de proeven van de TUM is de nieuwe me-thode ook vergeleken met knikproeven uit de praktijk. De beproefde palen waren GEWI63.5-245 palen in kleigrond met een representatieve Cu van 30 kPa. De toegepaste proefbelasting op de paal bedroeg 1120 kN. De bijdrage van het grout op de buigstijfheid is bepaald met behulp van DSheet beta en INCA. Voor het grout is een

Figuur 8 - Principe van de nieuwe methode en de vergelijking met de proefresultaten.

21 GEOTECHNIEK - April 2015

Page 22: Geotechniek April 2015

22 GEOTECHNIEK - April 2015

betonkwaliteit van C12/15 aangehouden en is het σ-ε diagram op basis van de rekenwaarden conform NEN-EN 1992 artikel 3.1.7 opgezet. Dit levert de laagste waarde ten aanzien van de elasticiteitsmodulus voor het grout welke voor een stabiliteitsprobleem maatgevend is.

De berekende samengestelde buigstijfheid bij knik is EIi =240 kNm2 met EIs =160 kNm2. Er volgt dat de nieuwe methode de toegepaste proefbe-lasting goed benadert. In de mogelijke spreiding van de in-situ Cu tussen de 30 en 50 kPa op basis van de sondering wordt een kniklast berekend van respectievelijk 1003 kN en 1257 kN. Omdat de paal niet is belast tot bezwijken kan er geen uitspraak worden gedaan over de resterende veiligheid. Het berekeningsresultaat voor Cu =30 kPa is weergegeven in figuur 9.

Uit figuur 9 blijkt dat de invloed van het grout op de totale kniklast vrij gering (maximaal 20%). Dit wordt veroorzaakt doordat de druksterkte van het grout relatief klein is. In vergelijking met de methode Shields [2006] wordt een 50% hogere kniklast berekend.

ConclusieDoor de bestaande wiskundig exacte oplossing volgens Vogt et al [2006] te beschouwen als een superpositie van de drie componenten staal, grout en grond, is de rekenmethode om de knik-capaciteit te bepalen verbeterd.

Op basis van recent laboratoriumonderzoek door de TU München uit 2005 in combinatie met fysisch niet-lineaire materiaalmodellen voor staal-groutdoorsneden, fysisch en geometrisch

niet lineaire stabiliteitssommen en 3D FEM p-y simulaties zijn de individuele bijdragen van de componenten tot de kniklast bepaald.

Uit de vergelijking tussen de vernieuwde reken-methode, de beschikbare proefresultaten van de TUM en in-situ proeven volgt dat de nieuwe methode deze goed benadert en een circa 50% hoger kniklast ten opzichte van Shields [2007] oplevert.

Er is berekend dat voor GEWI-ankerpalen in slappe gronden de absolute bijdrage van de groutschil tot de kniklast beperkt is tot circa 20%.

Ten aanzien van de in rekening te brengen geo-metrische imperfecties lijkt op basis van de beschouwingen in dit artikel de mate van im-perfectie van Lbuc / 600 een veilige waarde. Deze mate van imperfectie wordt gebruikt voor de componenten grond en grout. De imperfec-ties voor de component staal zijn verdisconteerd door gebruik te maken van de door NEN-EN 1993-1-1 voorgeschreven knikcurven.

Door het superpositie principe kunnen de bij-dragen van de individuele componenten volgens de juiste richtlijnen en normen worden gekwan-tificeerd waardoor het in Nederland geëiste con-structieve veiligheidsniveau is gewaarborgd.

Literatuur- Benz T. (2007). Small-Strain Stiffness of Soils

and its Numerical Consequences. Stuttgart: Institut fur Geotechnik.

- Brinkgreve R.B.J, Kappert M.H, Bonnier P.G.

(2007). Hysteresic damping in a small-strain stiffness model. Numerical models in Geome-chanics , 737-742.

- CUR Bouw & Infra. (2011). CUR236: Ankerpa-len. Gouda: CURNET

- DGGT. (2012). EA-Pfahle. Weinheim: Ernst & Sohn

- Lankreijer T. (2014). MSc Thesis Buigingsknik van ankerpalen, staal, grout en grond.

- Matlock H. (1970). Correlation for design of la-terally loaded piles in soft clays. 2nd Offshore Technology Conference, (pp. 577-594). Hous-ton.

- Meek J. (1996). Das Knicken von Verpresp-fahlen mit kleinem Durchmesser in weichem bindigem Boden. Bautechnik 73, Heft 3 , 162-168.

- Reese L.C, Impe Van W.F. (2001). Single Piles and Pile Group under Lateral Loading. Rotter-dam: Balkema

- Shahrour I, Ata N. (2002). Analyses of the consolidation of laterally loaded micropiles. Ground improvement , 39-46.

- Shields D.R. (2007). Buckling of Micropiles. Journal of Geotechnical and Geoenvironmen-tal Engineering , 334-337.

- Vogt S, Vogt N, Kellner C. (2006). Knicken von schlanken Pfählen.

- Vogt S, Vogt N, Kellner C. (2005). Knicken von Pfählen mit kleinem Durchmesser in breii-gen Böden. Technische Universität München: Deutsches Institut für Bautechnik.

Figuur 9 - Principe van de nieuwe methode voor een in-situ beproefde GEWI63.5-220 palen bij Cu=30 kPa.

Page 23: Geotechniek April 2015

Neem deel aan de Geokunst Special rondom de

“10th International Conference on Geosynthetics” (september 2014, Berlijn).

De Geokunst Special rondom de “10th International Conference

on Geosynthetics” wordt gedistribueerd onder exposanten en

via de Conference Bag die ale bezoekers zullen ontvangen.

Een kans bij uitstek om via Geokunst uw organisatie/dienst/

product d.m.v. een advertentie en/of publicatie te presenteren.

Informeer bij de uitgever naar de aantrekkelijke

plaatsingstarieven.

E [email protected]

T 010 425 65 44

3 GEOTECHNIEK – April 2013

Mede-ondersteuners

Arcadis Nederland BV Postbus 2203800 AE AmersfoortTel. 0031 (0)33 - 477 1000Fax 0031 (0)33 - 477 2000 www.arcadis.nl

Cofra BVKwadrantweg 91042 AG AmsterdamPostbus 206941001 NR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 693 45 96Fax 0031 (0)20 - 694 14 57www.cofra.nl

CUR Bouw & Infra Postbus 4202800 AK GoudaTel. 0031 (0)182 - 540630Fax 0031 (0)182 - 54 06 21www.curbouweninfra.nl

Ingenieursbureau AmsterdamWeesperstraat 430Postbus 126931100 AR AmsterdamTel. 0031 (0)20 - 251 1303Fax 0031 (0)20 - 251 1199www.iba.amsterdam.nl

PostAcademisch Onderwijs (PAO)Postbus 50482600 GA DelftTel. 0031 (0)15 - 278 46 18Fax 0031 (0)15 - 278 46 19www.pao.tudelft.nl

Profound BV Limaweg 172743 CB WaddinxveenTel. 0031 (0)182 - 640 964 www.profound.nl

Jetmix BV Postbus 254250 DA WerkendamTel. 0031 (0)183 - 50 56 66Fax 0031 (0)183 - 50 05 25 www.jetmix.nl

Royal HaskoningDHVPostbus 1516500 AD NijmegenTel. 0031 (0)24 - 328 42 84Fax 0031 (0)24 - 323 93 46www.royalhaskoningdhv.com

nv Alg. OndernemingenSoetaert-SoiltechEsperantolaan 10-aB-8400 OostendeTel. +32 (0) 59 55 00 00Fax +32 (0) 59 55 00 10www.soetaert.be

LezersserviceAdresmutaties doorgeven [email protected]

© Copyrights Uitgeverij Educom BV April 2013 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met welke methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. © ISSN 1386 - 2758

Colofon

ABEF vzw Belgische Vereniging Aannemers FunderingswerkenPriester Cuypersstraat 31040 BrusselSecretariaat: [email protected]

BGGG Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniekc/o BBRI, Lozenberg 71932 [email protected]

TIS Speciale FunderingstechniekenInfo: WTCB, ir. Noël HuybrechtsLombardstraat 42, 1000 BrusselTel. +32 2 655 77 [email protected]

Distributie van Geotechniek in België wordt mede mogelijk gemaakt door:

GEOTECHNIEKJAARGANG 17 – NUMMER 2APRIL 2013

Geotechniek is een informatief/promotioneel onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt kennis en ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en belangstelling voor het gehele geo technische vakgebied te kweken.

Geotechniek is een uitgave vanUitgeverij Educom BV

Mathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTel. 0031 (0)10 - 425 6544Fax 0031 (0)10 - 425 [email protected]

Uitgever/bladmanagerUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks

RedactieraadAlboom, ir. G. vanBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E. Brinkgreve, dr. ir. R.B.J.Brok, ing. C.A.J.M.Brouwer, ir. J.W.R.Calster, ir. P. van

Cools, ir. P.M.C.B.M.Dalen, ir. J.H. vanDeen, dr. J.K. vanDiederiks, R.P.H.Graaf, ing. H.C. van de Haasnoot, ir. J.K.Heeres, Dr. Ir. O.M.Jonker, ing. A.Kant, ing. M. deLanghorst, ing. O.Mathijssen, ir. F.A.J.M.Meinhardt, ir. G.

Meireman, ir. PSchippers, ing. R.J.Schouten, ir. C.P.Seters, ir. A.J. vanSmienk, ing. E.Spierenburg, dr. ir. S.Storteboom, O. Thooft, dr. ir. K.Vos, mw. ir. M. deVelde, ing. E. van derWassing, B.

RedactieBeek, mw. ir. V. vanBrassinga, ing. H.E.Brouwer, ir. J.W.R.Diederiks, R.P.H.Kant, ing. M. Meireman, ir. P.

Cover: Impressie fundatieRamspolbrug, E. van Wijland,VolkerInfraDesign BV

N14 Voorwerk_Opmaak 1 27-02-13 10:52 Pagina 3

KATERN vANGeotextiel als pipingremmend scherm, hoe werkt het?

Ontwerp van geokunststof voor toepassing onder onverharde

wegen - Methode Sellmeijer

18E JAARGANG NUMMER 1 JANUARI 2014ONAFHANKELIJK vAKbLAd vOOR

GEbRUIKERS vAN GEOKUNSTSTOFFEN

KATERN vANOntwerp van geokunststof voor toepassing onder onverharde

wegen - Methode Sellmeijer

18E JAARGANG NUMMER 2 ApRIL 2014ONAFHANKELIJK vAKbLAd vOOR

GEbRUIKERS vAN GEOKUNSTSTOFFEN

OCW: Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw

K AT E R N VA NGeokunststoffen en debijdrage aan de

circulaire economie

17E JAARGANG NUMMER 4 OKTOBER 2013ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR

GEBRUIKERS VAN GEOKUNSTSTOFFEN

N71 GK_Opmaak 1 28-08-13 12:20 Pagina 45

http://www.smartgeotherm.be

partners :

met steun van :

Instituut voor de aanmoediging van Innovatie voor Wetenschap en Technologie

in Vlaanderen

contact :

WTCB, ir. Luc François Lombardstraat 42 B-1000 BRUSSEL Telefoon : +32 2 655 77 11 E-mail : [email protected]

Geef vorm aan uw innovatieprojecten

IWT-VIS traject “Smart Geotherm”

Vanaf 2020 is men verplicht om “nearly zero-energy buidlings” te bouwen. We zijn ervan overtuigd dat een groot deel van de resterende energie kan ingevuld worden door geothermie. Actueel wordt in België slechts 2% van de nieuwbouw voorzien van een geothermische installatie. Dit is in vergelijking met onze buurlanden bedroevend laag. Door gericht onderzoek en kennistransfer wil Smart Geotherm dit aandeel tot minimum 12.5% verhogen. Slimme besturingssystemen zullen ontwikkeld worden die de match zullen maken tussen

de vraag naar koeling en verwarming, het aanbod aan geothermie en andere vormen van

thermische energie, de tijdelijke buffering van energie o.a. in de ondergrond, en

in de structuur van het gebouw. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de combinatie van ondergrondse warmtewisselaars en funderingselementen zoals de energiepalen. Concrete resultaten van het project: Geothermische geschiktheidskaarten, richtlijnen van goede praktijk m.b.t. geothermische warmtewisselaars en energie-opslagsystemen, intelligente regelalgoritmes, dimensioneringstools, voorbeeldprojecten enz. De koppeling van theorie en praktijk zal geschieden door het monitoren van concrete pilootprojecten. Bouwbedrijven kunnen tevens een beroep doen op concrete hulp bij het definiëren en vormgeven van hun innovatieprojecten. Geïnteresseerden vinden op de website een aanmeldingsformulier.

geotechniek _Juli_2014_binnen_v3.indd 30 04-06-14 13:56

Jonger dan 35? Neem deel aan het Jongerenforum Geotechniek van de ie-net expert-groep Grondmechanica & Funde-ringstechniek

Een goed team bestaat uit ervaren én jonge mensen. Met het aantrek-ken van jongeren in de ie-net Expertgroep Grondmechanica & Funde-ringstechniek hebben we dit al bewezen.

Jongerenforum GeotechniekAntwerpen – 5 juni 2015We willen die lijn verder doortrekken en jongeren ook meer actief betrek-ken in onze activiteiten (lezingen, cursussen …). Kaderend in dit concept heeft de Expertgroep besloten het tweejaarlijkse innovatieforum (Prijs Hubert Raedschelders) om te vormen tot een Jongerenforum Geotech-niek. Jongeren tot en met 35 jaar worden uitgenodigd om een interes-sant ontwerp of uitvoering van een project waaraan zij hebben (mee)

gewerkt in te dienen. De beste cases wor-den voorgesteld op het Jongerenforum Geotechniek. De beste voorstellingen in de categorieën ontwerp en uitvoering ont-vangen de Prijs Hubert Raedschelders. Ben je geïnteresseerd en kan je een boeiend project voorstellen, schrijf je dan nu in via www.ie-net.be/jongerenforum

Wens je meer info over de activiteiten van de ie-net expertgroep Grondmechanica & Funderingstechniek?www.ie-net.be – Christine Mortelmans – tel ++32 3 260 08 63 – [email protected]

Uitvoerings- en funderingstechnieken Antwerpen – 23 september 2015In het najaar 2015 start de derde editie van de cursus uitvoerings- en funde-ringstechnieken. De cursus gaat in op grondverbeterings- en verstevigings-technieken, grondwerken, beddings- en wegenwerken, methoden voor grond-waterpeilverlaging, uitvoeringsaspecten van courant toegepaste en nieuwe paalfunderingsystemen en grond-keringen met inbegrip van grondankers en tot slot de pathologie van funderingen. Meer info www.ie-net.be/uitvoeringstechnieken

Speciale grondenAntwerpen – 2 december 2015Als afsluiter van het jaar gaan we tijdens de studiedag “Speciale gron-den” in op het specifieke gedrag en problemen die kunnen voorkomen in gronden met versteningen, tertiaire kleien, mergel en krijt, glauconiet-houdende zanden, veen ... Meer info www.ie-net.be/gronden

Geotechniekdag “Proef op de som” (Nederland-België) – Breda – 3 november 2015In het najaar werken we natuurlijk ook mee aan de gezamenlijke Geo-techniekdag “Proef op de som”, dit jaar door onze Nederlandse col-lega’s georganiseerd.

Expertgroep Grondmechanica en Funderingstechniek

Vanaf nu zal twee maal per jaar een rubriek “ie-net” verschijnen. Met deze rubriek willen we de activiteiten van de Belgische Expertgroep Grondmechanica en Fun-deringstechniek van ie-net (voorheen Technologisch

Instituut-KVIV) onder de aandacht brengen. Op 9 mei wordt een studiedag “Rotsmecha-nica” georganiseerd, waarbij rots als mogelijke struikelblok in het ontwerp en de uitvoering bekeken wordt. In juni start een cursus “Grondmechanische aspecten bij saneringen”, be-staande uit 3 modules, met aandacht voor grondwaterverlagingen, stabiliteit van uitgra-vingen en zettingen. De cursus geeft een overzicht van de grondmechanische principes waarmee de ontwerper en de uitvoerder van saneringen onvermijdelijk rekening moeten houden. Ook de milieuhygiënische aspecten komen kort aan bod. In september starten we opnieuw met de Gevorderdencursus Grondmechanica, een cursus van 7 modules, waarbij dieper ingegaan wordt op geologische anomalieën, gespecialiseerd grondonderzoek, ont-werp van diepe en ondiepe funderingen, stabiliteit van taluds en ontwerp van beschoeiin-gen en grondankers. In deze eerste editie van de “ie-net”-rubriek blikken we

ook even terug. De Expertgroep vierde vorig jaar haar 60-jarig bestaan. Het werd een geslaagde avond ! Tijdens een academische zitting werd 60 jaar Grondmechanica en

Funderingstechniek en de rol van de Expertgroep hierin overschouwd (Monika De Vos, Voorzitter Expertgroep), werd de vraag gesteld hoe goed geotechniek gefundeerd is in Vlaanderen (Jan Maertens, Voormalig Voorzitter Expertgroep en Jan Maertens BVBA), werd de aandacht gevestigd op het belang van de grondmechanica in de risicobeheersing van projecten (Luc Maertens, Geotechnisch Raadgever Besix) en werd besloten met “Soil Mechanics : basis for creating land for the future’ (Alain Bernard, Chief Executive Officer DEME Group). Nadien was er volop gelegenheid tot bijpraten met de collega’s tijdens een smakelijk walking dinner !

Wenst u meer informatie over de activiteiten van de Expertgroep Grondmechanica en Funderings-techniek ? Blader naar de agenda achteraan in dit tijdschrift of contacteer Christine Mortelmans: tel. +32 3 260 08 63 • [email protected] • www.ie-net.be

Page 24: Geotechniek April 2015

24 GEOTECHNIEK - April 2015

SBRCURnet

Hei- en trilbaarheidDe ontwikkeling van het handboek “Hei- en tril-baarheid’ is in een vergevorderd stadium. Het wordt een handboek waarin kennis en ervaring is gebundeld die de ontwerper een handvat biedt om een fundering te ontwerpen die in de prak-tijk goed uitvoerbaar is. Dat wil dus zeggen: een fundering waarbij de funderingselementen zon-der schade ‘op diepte’ komen. Het doel van het handboek is om kwaliteitsborging mogelijk te maken tijdens het ontwerp en de uitvoering van een bouwproject.

Achtergrondinformatie in theorie en praktijk ko-men uitgebreid aan de orde. Tevens geeft het handboek aanbevelingen voor een optimale uitvoering van het ontwerpproces in relatie tot de hei- en trilbaarheid (in de vorm van een stappenplan).

Het toepassingsgebied is in beginsel de Neder-landse praktijk, zowel op het land (on-shore) als op het water (offshore). Opgemerkt wordt dat de werkmethoden in Nederland soms afwijken van die welke elders worden gebruikt. Dat ook de grondslag anders kan zijn hoeft geen betoog. Ook in Nederland komen plaatselijk voor de uit-voering hinderlijke grond omstandigheden voor

zoals stenen en harde lagen in de noordelijke en zuidelijke provincies.

Indien de hei- of trilbaarheid volgens de richtlijn is onderzocht, moet men er vanuit kunnen gaan dat een realistische inschatting van de te volgen werkwijze is gekozen. Uiteraard blijven dan de onzekerheden bestaan die het bouwen in grond met zich mee brengt.

Het maken van een betrouwbare hei- of tril-predictie vergt deskundigheid en ervaring, die alleen kan worden verkregen door enerzijds hei- of trilbaarheid voorspellingen te doen, en anderzijds het daadwerkelijke inbrengen van de elementen systematisch te analyseren en te beoordelen. De cyclus -prognose –werkelijkheid – analyse wordt dan een doorlopend leerproces. Het handboek komt in de 2e helft 2015 beschik-baar.

Omgevingsbeinvloeding door het aanbrengen en trekken van stalen elementen In het vorige nummer van “Geotechniek” heb-ben we u al een en ander verteld over dit on-derwerp. Nut en noodzaak is er, omdat op ba-sis van de bestaande richtlijnen òf te veel risico wordt gelopen op schade aan belendingen, òf te

conservatief wordt gewerkt, met als gevolg on-nodige kosten (door bijvoorbeeld de keuze voor een andere techniek dan stalen elementen) en eventuele vertragingen tijdens de uitvoering van het werk.

De bedoeling is om een SBRCURnet praktijk-richtlijn te ontwikkelen die dient als een alge-meen geaccepteerde beoordelingsmethode voor het inbrengen en trekken van stalen elementen in relatie tot nabijgelegen funderingen (te reali-seren bouwwerk en bebouwde omgeving). Hier-bij zal onderscheid worden gemaakt in:- een eenvoudige analytische/empirische

methode- een geavanceerde methode met gebruik

van EEM.

Toepassing van deze richtlijn leidt ertoe dat de kans op schade in de praktijk vrijwel kan worden uitgesloten. Dat levert besparing in kosten, tijd en (niet onbelangrijk) imago.Een pre-adviescommissie heeft een plan van aanpak opgesteld, inclusief de begroting en een financieringsplan. Op het moment van schrijven van deze kopij wordt volop gewerkt om de finan-ciering rond te krijgen.Op 17 april a.s. start een nieuwe, breed samen-

Onder redactie van:ing. Fred Jonker

[email protected]

Page 25: Geotechniek April 2015

SBRCURnet

gestelde SBRCURnet commissie, onder voorzit-terschap van Harry Dekker (RWS GPO).

De commissie is geïnteresseerd in ervaringen met betrekking tot schade aan belendingen als gevolg van het aanbrengen / trekken van stalen elementen. Maar ook als uw prognose perfect klopte, en de uitvoering verliep ‘volgens het boekje’, is dat belangrijke informatie.Wilt u deelnemen aan deze nieuwe commissie, of heeft u ervaringen die u met ons wilt delen? Mail svp naar [email protected]

Soil mix wanden, handboek ontwerp en uitvoeringAl eerder meldden we u over deze gezamenlijke SBRCURnet/WTCB commissie die bezig is met de realisatie van het Handboek “Soil mix wan-den”. De techniek van soil mix wanden is in de afgelopen jaren booming en het werd dus hoog tijd om alle kennis en ervaring te bundelen en handvatten te ontwikkelen voor ontwerp en re-alisatie.

Omdat een aantal onderdelen tot een stevige discussie in de commissie hebben geleid, is er wat meer tijd nodig om het handboek af te ron-den. Verwacht wordt dat de commissie rond de

zomer 2015 de tekst definitief zal vaststellen. Het handboek zal dan in september/oktober 2015 beschikbaar komen. Inmiddels heeft de Stichting PAO al een cursus gepland op donder-dag 19 november a.s. U kunt dit event alvast in uw agenda noteren.

Update CUR 198 “Kerende constructies in gewapende grond”De update van deze publicatie is in een verge-vorderd stadium en zal naast verticale taluds (hellingen > 70°) ook van toepassing zijn voor gewapende grondconstructies met flauwere hellingen. Inmiddels zijn het ontwerp-deel en het uitvoerings-deel gereed. De commissie is bezig met de ‘laatste puntjes op de i’, inclusief het opnieuw vaststellen van de partiële factoren, die uiteraard zullen aansluiten op de Eurocode en op de ervaringen in het buitenland. Verwacht wordt dat de commissie de tekst vóór de zomer 2015 definitief zal vaststellen. De herziene ‘CUR 198’ komt vervolgens in september/oktober 2015 beschikbaar.

Geokunststoffen als wapening in gebonden en ongebonden funderingslagenMedio 2014 is SBRCURnet-commissie 1991 van start gegaan. In deze commissie werken

opdrachtgevers, adviesbureaus, leveranciers, bouwbedrijven en een onderzoeksinstelling samen aan de nieuwe SBRCURnet-publicatie ‘Geokunststoffen als wapening in gebonden en ongebonden funderingslagen’. In deze publi-catie wordt alle recente kennis en ervaring op dit gebied samengebracht. Er is een inhouds-opgave opgesteld met hierin hoofdstukken als functioneel specificeren, ontwerpmethodiek, uitvoering en beheer. De geïnventariseerde ont-werpmethodieken worden momenteel verder uitgewerkt en aan de hand van praktijkmetingen met elkaar vergeleken. De planning is dat de publicatie eind 2015 beschikbaar is. Voor meer informatie over deze commissie kunt u mailen naar [email protected]. Herziening CUR 226 “Ontwerprichtlijn paalmatrassystemen”SBRCURnet-commissie 1693 werkt momenteel aan de afronding van de herziening van CUR-pu-blicatie 226, ‘Ontwerprichtlijn paalmatrassyste-men’. Een concept-eindrapportage is tijdens de laatste commissievergadering in maart bespro-ken. Tegen de zomer van dit jaar is de herziene uitgave van ‘CUR 226’ beschikbaar. Wilt u meer weten over dit project? Mail naar [email protected].

gemaakt. De resultaten van het onderzoek kunnenworden gebruikt voor het geven van handvatenvoor het toepassen van de indeling die in de Euro-code NEN-EN 1997-2 en NEN-EN-ISO 22475-1/C11 wordt gegeven. De nadruk op de praktischetoepassing en aandacht voor organische grondvormt de meerwaarde van het voorgestelde on-derzoek ten opzichte van de reeds uitgevoerde on-derzoeken en beschikbare publicatie in deinternationale literatuur.Voor de langere termijn blijft het doel te komentot een eenduidig vast te stellen criterium waar-mee monsterkwaliteit kan worden vastgelegd.

Literatuur– Baligh M.M. Azzouz A.S., Chin C-T (1987) Disturbances due to ideal” tube sampling Journal of Geotechnical Engineering vol. 113 no 7 p 739-757.– Clayton C.R.I., Siddique A., Hopper R.J. (1998)Effects of sampler design on tube sampling disturbance – numerical and analytical investigati-ons Géotechnique vol 48 no 6 p 847-867.– Dijkstra J., (2012) CUR Commissie “kwaliteit van grondonderzoek”, notitie monsterverstoring16 november 2012 interne notitie, verslagleg-ging studiereis NGI. .– Den Haan E.J. (2003) Sample Disturbance of

Oostvaardersplassen clay. Poc. 3rd Int. Symp. On deformation characteristics of Geomaterials,Lyon, Swets & Zeitlinger Vol. 1 p 49-55.– Helenelund K.V., Lindqvist L-O, Sundman C.(1972) Influence of sampling disturbance on the engineering properties of peat samples. Proc. 4th Int. Peat Congres, Helsinki Vol II p 229-240.– Landva A.O. (2007) Characterization of Escuminiac peat and construction on peatland in:Characterisation and engineering properties of natural soils. Tan, Phoon, Hight & Leroueil (eds)Taylor & Francis group ISBN 978-0-415-42691-6.– Long M. (2006) Use of a downhole block samplerfor very soft organic soils. Geotechnical testingjournal 25(3), p 1-20.– Long M., El Hadj N., Hagberg K. (2009) Quality of conventional fixed piston samples of Norwegian soft clay. Journal of geotechnical andgeoenvironmental engineering 135: 2 p185-198.– Lunne T., Berre T., Strandvik S. (1997) Sample disturbance in soft low plastic Norwegianclay Recent developments in Soil and Pavement mechanics. Almeid (ed) Balkema Rotterdam,ISBN 90 5410 885 1.– Lunne T., Berre T., Andersen K.H., Strandvik S.,Sjursen M. (2006) Effects of sample disturbanceand consolidation procedures on measured shearstrength of soft marine. Norwegian clays Canadian

Geotechnical Journal vol 43 p 726-750.Mathijssen F.A.J.M. (2012) Memo ontwikkelactivi-teiten in de geotechnische keten interne notitie.H03104-M-79-FMAT0b. – Mayne P.W., Coop M.R., Springman S.M.,Huang A-B, Zornberg J.G. (2009) Geomaterial behaviour and testing. Proc. Of the 17th Int. Conf.on soil mechanics and geotechnical engineering,Hamza, Shahien El-Mossallamy (eds) AlexandriaIOS press ISBN 978-1-60750-031-5.– Orr, T. L. L., & Farrell, E.R. (1999) Geotechnicaldesign to Eurocode 7, Springer - Verlag London limited.– Santagata M., Sinfield J.V., Germaine J.T.(2006) Laboratory simulation of field sampling:comparison with ideal sampling and field data. Journal of geotechnical and geoenvironmentalengineering vol 132 no 3 p 351-362.– Van de Schrier J. (2012) Nut en noodzaak beteremonstername grondonderzoek. Interne notitie nr 51403/JsvdS/MCUR-001/419190/Nijm.– Tanaka M., Tanaka H., Shiwakoti D.R. (2001)Sample quality evaluation of soft clays using sixtypes of samplers. Proc. Of the 11th internationaloffshore and polar engineering conf. Vol. 2 p493-500, Stavanger Norway, The Internationalsociety of offshore and polar engineers ISBN 1-880653-53-2. �

N14 Artikels nw_Opmaak 1 27-02-13 11:07 Pagina 18

Ingezonden

Met veel plezier las ik het artikeltje van Henk van de Graaf (Geotechniek juli 2013) over de geschiedenis van het sonderen. Hierin is de ontwikkeling van het electrisch sonderen vóór 1962 wat onderbelicht gebleven.

Een belangrijke reden waarom het electrisch sonderen pas zo laat van degrond kwam, was de moeilijkheid te meten met rekstrookjes.Ik citeer uit speurwerkrapport SE-95-1 van het Laboratorium voor Grond-mechanica: aantekeningen van W.J. van den Boogaard bij de voor-drachten tijdens de leergang Rekstrookjes-Meettechniekgehouden van 4-7 juli 1950; verslag over de oefeningen in het lab.v.d.Werkgr. Spannings- en trillingsonderzoek T.N.O.: Voor 1940was reeds een begin gemaakt met het onderzoek naar de mogelijk-heden om spanningen te meten met behulp van weerstandsveran-deringen in een stroomgeleidend materiaal. Tijdens de oorlogwerden de onderzoekingen in Nederland opgeschort, maar in Ame-rika werden ze met grote intensiteit voortgezet. De in Amerika gevon-den resultaten werden in 1946 in Nederland bekend, vooral door destudiereizen van de hoogleraren Biezeno en van der Maas. De voorstel-ling alsof het plakken van rekstrookjes even eenvoudig is als het plak-ken van een postzegel en het meten van spanningen even eenvoudig alshet op de klok aflezen van de tijd, is ten ene male misleidend.

Toch werden er in 1949 en 1950 door het LGM al electrische sonderingen

uitgevoerd. Speurwerkrapport SE-35-D-2-1 van prof.dr.ir. G.J. de Josselin deJong betreft het verslag over het eerste vijftal speurwerk-sonderingen ver-richt met een capacitieve meetkop. Daarin staan metingen uitgevoerd met eensondering met electrische meetkop in 1949 en 1950. Zowel de doorsnede vande conus als de vergelijkende metingen zijn bewaard gebleven in het archief van Deltares GeoEngineering.Jan Heemstra

De bekendheid van het Stedelijk Museum aan de

Paulus Potterstraat in Amsterdam heeft meer te

maken met de klassiek moderne en hedendaagse

kunst waarvan zij haar bezoekers laat genieten, dan

met het gebouw waarin zij is gevestigd. Toch is dit

neorenaissancegebouw – in 1895 ontworpen door

architect Adriaan Willem Weissman – een bekend en

historisch monument. De ingrijpende renovatie die in

de periode 2007 – 2010 heeft plaats gevonden vroeg

dan ook de grootste zorg.

Rekenen en bewaken

Om deze reden was MOS Grondmechanica van

het begin tot het einde van de uitvoering betrokken

bij de renovatie van het Stedelijk Museum. Het

bureau verzorgde het benodigde grondonderzoek

en op basis van de resultaten hiervan de volledige

geotechnische engineering van de bouwkuipen en

funderingen. MOS bleef gedurende het bouwproces

op de achtergrond aanwezig om te toetsen of de

optredende vervormingen van het oude pand niet

groter werden dan geoorloofd. Hiermee leverden de

mensen van MOS een belangrijk aandeel aan het

behoud van een markant stukje Nederlands erfgoed.

MOS Grondmechanica Kleidijk 35 Postbus 801 3160 AA Rhoon T + 31 (0)10 5030200 F + 31 (0)10 5013656 www.mosgeo.com

“De metingen geven aan dat de bouwput tot de einddiepte mag worden

ontgraven.”

N71 Artikels_Opmaak 1 28-08-13 12:12 Pagina 42

A.P. van den Berg Ingenieursburo b.v.Postbus 68, 8440 AB Heerenveen

[email protected]

creating tools that move your business

Tel.: 0513 631 355Fax: 0513 631 212

The CPT factoryAl ruim 42 jaar is A.P. van den Berg de innovatieve en betrouwbare partner als het gaat om bodemonderzoek-apparatuur voor een slappe bodem. A.P. van den Berg loopt voorop in het ontwikkelen en wereldwijdvermarkten van nieuwe geavanceerde sondeer- en monstersteeksystemen die uitblinken in betrouwbaarheid en gebruiksgemak. Van verscheidene landsondeersystemen tot multifunctioneel apparatuur voor het gebruik op zee tot waterdieptes van wel 4000 meter en van uitgebreide servicepakketten tot digitale meetsystemen waarmee de bodemgegevens via een kabel of optische lichtsignalen worden getransporteerd, ze behorenallemaal tot het leveringspakket van A.P. van den Berg.

Veel aandacht wordt geschonken aan de arbeidsomstandigheden van de sondeermeester. Zo heeft A.P. van den Berg de sondeerbuizenschroever ontwikkeld, die in ieder sondeerapparaat kan worden geïntegreerd.Met de buizenschroever wordt het op- en afschroeven van de sondeerstreng efficiënter uitgevoerd. De buizenschroever komt het meest tot zijn recht in combinatie met een draadloos meetsysteem. Het doorrij-gen van de conuskabel behoort dan tot het verleden. Voor de sondeermeester betekent dit een aanzienlijke vermindering van de fysieke inspanning en het voorkomen van een versnelde slijtage van de gewrichten.Aandacht voor de arbeidsomstandigheden is voor alle betrokkenen van groot belang en is zijn investering dubbel en dwars waard.

Sondeerbuizenschroever:gemakkelijk, snel en

ergonomisch verantwoord

a.p. van den bergThe CPT factory

a.p. van den bergThe CPT factorycreating tools that move your business

Vanetesten nu ook mogelijk met de Icone

A.P. van den Berg Ingenieursburo bv Tel.: 0513 631355 [email protected] 68, 8440 AB Heerenveen Fax: 0513 631212 www.apvandenberg.nl

Naast de vier standaard parameters puntdruk (qc ), kleef (fs ),waterspanning (u) en helling (lx/y) kunnen extra parameters gemeten worden met de gebruiksvriendelijke modules voor de Icone. Iedere module wordt automatisch herkend door het meetsysteem, zodat u fl exibel kunt werken.

De modules Icone Seismisch, Icone Conductivity en Icone Magneto waren reeds beschikbaar. U kunt uw set nu uitbreiden met de Icone Vane.

Interesse?Neem contact met ons op!

Icone Vane• bepalen van ongedraineerde en geroerde schuifsterkte • zowel onshore als off shore (tot 4000 m waterdiepte) • nauwkeurig: koppelopnemer &

aandrijving dichtbij de vin en digitale data-overdracht• stevige beschermbuis• diepere vanetest direct mogelijk, zonder bovengronds prepareren

APB CPT Ad Geotechniek Icone Vane 216x138 19052014 try1.indd 1 19-5-2014 13:23:59

geotechniek _Juli_2014_binnen_v3.indd 29 04-06-14 13:56

Page 26: Geotechniek April 2015

TERRACON

Kwaliteit als fundament

[email protected]

Interesse?Bel +31 (0)10 425 65 44 of mail naar [email protected] en wij nemen contact met u op om dediverse mogelijkheden te bespreken.

Uitgeverij Educom BVUitgeverijMarketingDrukwerkInvesteringenInternetwww.uitgeverijeducom.nl

3 Leden KIVI NIRIA, afd. Geotechniek

3 Leden Ingeokring

3 Leden NGO (Nederlandse Geotextielorganisatie)

3 Leden ie-net (v/h KVIV)

3 Leden BGGG (Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniek)

3 Leden ABEF (Belgische Vereniging Aannemers Funderingswerken)

3 5.000+ professionals uit de GWW-sector in Nederland en België(waaronder ook prospects als overheden)

Word sponsor of mede-ondersteuner van Geotechniek en bereik uw doelgroep effectief!U ontvangt een aantrekkelijk publiciteitspakket waarmee u uw organisatie, dienst of product kunt profileren d.m.v. publicatie/adverteren.

KiesVOOR HET VAKBLAD GEOTECHNIEK ENbereik

N71 Cover_Opmaak 1 02-09-13 09:48 Pagina 2

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 2 28-08-14 13:53

Page 27: Geotechniek April 2015

27 GEOTECHNIEK - April 2015

In deze rubriek wordt een samenvatting gegeven van het afstudeerwerk van twee Master studenten Civiele Techniek met een onderwerp gerelateerd aan Geotechniek. Veerle Bastien is afgestudeerd aan de Universiteit Gent met een haalbaarheids-studie naar het gebruik van bamboematten als fundering van stortsteengolfbrekers (‘Feasibi-lity study on bamboo foundation mats for rubble mound breakwaters on soft soil layers’). Paul de Groot, afgestudeerd aan de Technische Univer-siteit Delft, richtte zich op detectie van defecten in paalfunderingen met behulp van de parallelle seismische test (‘The Parallel Seismic detection of defects in pile foundations’). De volledige werken zijn te vinden op http://lib.ugent.be en http://repo-sitory.tudelft.nl.

Bamboematten als fundering van stortsteengolf-brekers - Veerle BastienIn dit onderzoek is de haalbaarheid van bamboe-matten als fundering van stortsteengolfbrekers op slappe ondergrond onderzocht. De studie naar de haalbaarheid bevat 3 belangrijke onderdelen: De karakteristieken van de bamboe/matten, het gedrag van de matten in de grond, het stabili-serende effect en uiteindelijk ook de interactie tussen grond en golfbreker ten einde de nodige versteviging te begroten. Als de sterkte karakte-ristieken van de bamboematten voldoende groot zijn en deze voldoende grond kunnen mobiliseren zodat de grondversterking het tekort aan stabili-teit kan opvangen, dan voldoet de techniek.

De trek- en druksterkte evenals de elastiteitsmo-dulus van de bamboe zijn soort gebonden. De ka-rakteristieken van de Dendrocalamus Barbatus werden in het laboratorium Magnel onderzocht. Voor de ondergrens voor de treksterkte in de richting van de vezel werd σt=85.4N/mm2 en voor de druksterkte σc=25N/mm2 gevonden met een elasticiteitsmodulus van E=3.6Gpa. Loodrecht op de vezelrichting werd de toelaatbare druk sterk gereduceerd tot amper σc,90=2.05N/mm2. Deze laatste bevinding zorgt dat de matten met erg veel zorg zullen moeten worden geplaatst en dat de krachtopbouw op de dwarse elementen niet te hoog mag oplopen ten einde het ineen klappen

van de elementen te vermijden. Een goed ont-werp van de verbindingen zal noodzakelijk zijn om ingeklapte elementen samen te houden zodat de wapening niet helemaal verloren gaat. Als de treksterkte wordt omgerekend naar de sterkte van een mat per lopende meter dan wordt een maximale capaciteit van 800kN/m bekomen. Dit is een sterkte die verglijkbaar is met de treks-terkte van zwaar polyester geotextiel.

Het tweede belangrijke aspect is de uittrekweer-stand van de mat in de grond, m.a.w. de hoeveel-heid grond die de mat kan mobiliseren om uittrek-king te vermijden. Dit werd zowel experimenteel, numeriek (Plaxis) als theoretisch onderzocht en vergeleken met de eigenschappen van een geo-grid (tensar SS40). Verschillende behandelingen van de grond werden uitgevoerd en ook klei werd getest. De resultaten werden omgerekend naar een wrijvingshoek om zo onderling te kunnen vergelijken. De bamboematten leverden een ge-lijkaardig resultaat op als het geogrid en scoorde zelfs een weinig beter.

Conclusie van de studie is dat de karakteristie-ken van bamboe funderingsmatten veelbelovend zijn. Het zwakke punt is echter de verbinding tus-sen de matten. Deze zal ook uitvoerig op sterkte moeten worden getest. Ook het plaatsen zal met nodige zorg moeten gebeuren om schade aan de mat te voorkomen. In Vietnam is al een proefveld aangelegd (zie Figuur 1) en wordt er komend jaar weer een proefveld gemaakt om het gedrag in de praktijk te toetsen.

Het gebruik van parallelle Seismiek om defecten te detecteren in paalfunderingen - Paul de GrootDe Parallel Seismische (PS) test is een bestaande non-destructieve test die wordt gebruikt om de lengte van funderingspalen te meten. In het on-derzoek is het gebruik van de PS methode onder-zocht om fouten te detecteren in de schacht van funderingspalen als alternatief voor bestaande testmethoden.

Met gebruik van een hamerslag wordt een akoes-tisch signaal door de kop van de paal gestuurd.

Een elastische golf plant zich voort door de paal, waarbij ook trillingen vanuit de paal het omrin-gende grondmassief in lopen. Naast de paal wor-den geo-phones in de grond geplaatst om deze trillingen in de bodem te meten.In theorie biedt de aankomsttijd van de trillingen, afkomstig van de paalschacht, informatie over de toestand van de paal. Bij een homogene paal en grond en constante afstand tussen de paal en de geo-phones is de looptijd van de golven tussen de paal en geo-phones steeds gelijk. Defecten in de paalschacht beïnvloeden echter de aankomsttij-den van de golven en veroorzaken reflecties. Bij het interpreteren van de meetgegevens ontstaan moeilijkheden wanneer de bodem heterogeen is of de trillingen vanuit de schacht gemaskeerd zijn door andere trillingen, afkomstig van paalkop of paalpunt.

Een computermodel is gemaakt met een analy-tische benadering om te bepalen welke trillingen ontstaan en worden gemeten. Dit werd gevolgd door twee veldproeven met de PS op een palen-veld op het terrein van Deltares in Delft. Hiermee werd inzicht ontwikkeld in het ontstaan van de trillingen vanaf de paal en het verloop ervan door de grond. Vervolgens werd een poging gedaan om eventuele fouten in de paal te detecteren.

De procedure bleek nog niet voldoende ontwik-keld te zijn om de verstorende invloed van andere trillingsbronnen of bodemheterogeniteit te elimi-neren. De veldproef resulteerde wel in een beter begrip van de trillingen die zich ontwikkelen in de bodem. Dit leverde verbeteringen van het mo-del op die meer uitgebreide simulaties mogelijk maakten. Op basis van deze simulaties werden verbeteringen in de PS-procedure gerealiseerd. Deze werden de opzet voor de volgende veldproef.

Afstudeerders

Figuur 1 - Opbouw proefveld met bamboe matras op slappe klei in Vietnam.

Figuur 2 - Golf voortplanting tijdens de PS

TERRACON

Kwaliteit als fundament

[email protected]

Interesse?Bel +31 (0)10 425 65 44 of mail naar [email protected] en wij nemen contact met u op om dediverse mogelijkheden te bespreken.

Uitgeverij Educom BVUitgeverijMarketingDrukwerkInvesteringenInternetwww.uitgeverijeducom.nl

3 Leden KIVI NIRIA, afd. Geotechniek

3 Leden Ingeokring

3 Leden NGO (Nederlandse Geotextielorganisatie)

3 Leden ie-net (v/h KVIV)

3 Leden BGGG (Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniek)

3 Leden ABEF (Belgische Vereniging Aannemers Funderingswerken)

3 5.000+ professionals uit de GWW-sector in Nederland en België(waaronder ook prospects als overheden)

Word sponsor of mede-ondersteuner van Geotechniek en bereik uw doelgroep effectief!U ontvangt een aantrekkelijk publiciteitspakket waarmee u uw organisatie, dienst of product kunt profileren d.m.v. publicatie/adverteren.

KiesVOOR HET VAKBLAD GEOTECHNIEK ENbereik

N71 Cover_Opmaak 1 02-09-13 09:48 Pagina 2

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 2 28-08-14 13:53

Page 28: Geotechniek April 2015

28 GEOTECHNIEK - April 2015

The Magic of Geotechnics

Blijf denkenIn de Geotechniek-special voor de Geotechniek-dag 2013 verhaalt Annemarij Kooistra hoe haar gevraagd wordt “Kun je een veertje voor de grond opgeven?” Het lijkt een eenvoudige vraag, maar waarom die vraag geen antwoord heeft legt ze in een hele pagina uit. En ze eindigt met tips voor constructeurs en tips voor geotechnici om elkaar te begrijpen. Want de interactie tussen grond en constructie is complex. Net zo complex als die tussen constructeur en geotechnicus Als de constructeur de vraag naar “een veertje” stelt, is hij zich waarschijnlijk niet bewust van de complexiteit van het probleem dat de beddings-constante geen materiaalconstante is.

Een sommetje maken is een model van de wer-kelijkheid maken. Analytische of numerieke vaardigheden helpen het sommetje goed te maken, maar is het wel het goede sommetje? Daarvoor is inzicht nodig, maar wat is inzicht? Inzicht is de ervaring die in een mensenleven is verzameld en geconsolideerd. Eigen ervaring, of uit verhalen van anderen. En is die ervaring geanalyseerd? En welke anderen dan? En hoe algemeen geldig is die dan?

We zijn onzeker of we wel af kunnen gaan op onze ervaring of op andermans ervaring. Tot het in een boek staat, dan lijkt het opeens een stuk zekerder. Maar een boek beschrijft maar een beperkte set van situaties. Of we vallen terug op normen zodat we zeker weten dat het goed is. Maar ook normen zijn mensenwerk, en om-dat ook die mensen onzeker waren zijn ze aan de veilige kant gaan zitten. Dus de normen zijn misschien wel te goed. Dat moet ook, want ze kunnen niet alle gevallen expliciet beschrijven en moeten toch in alle gevallen een veilige con-structie opleveren. In de regel dus overgedimen-sioneerd, zwaarder en duurder dan nodig.

De opleiding tot geotechnicus moet de basis leg-gen voor een andere manier van denken. Moet overdragen dat Inzicht belangrijk is, belangrij-ker dan handig omgaan met de laptop om som-metjes te maken. Het wordt er ook leuker van by the way. Geotechnische Processen centraal stellen. De natuurkunde is belangrijker dan de wiskunde. Waarom gedraagt een constructie zich zoals hij doet? Achteraf meten of de con-structie doet wat je voorspeld hebt. Niet alleen

voorspellen of de constructie niet omvalt maar ook hoeveel vervorming optreedt en wanneer. Analytische sommen helpen daarbij. Een glij-cirkel tekenen en uitproberen waar hij het eerst actief wordt geeft gevoel voor de constructie. Meer dan een grid over het grondmassief leggen en het resultaat voor zoete koek aannemen. Je moet natuurlijk nooit iets voor zoete koek aan-nemen. Iedere ingewikkelde som moet je op de achterkant van een envelop kunnen narekenen, niet in detail maar wel qua orde van grootte. Dat kun je oefenen. Ionica Smeets (2011) liet in een van haar columns zien dat je zonder iets te we-ten een heel redelijke schatting kunt maken van het aantal pianostemmers in Chicago. Dit soort vragen wordt gebruikt in IQ tests, en terecht, zegt ze, want het is veel belangrijker om goed te kunnen schatten dan om goed te kunnen reke-nen. Voor een check op het realiteitsgehalte van de uitkomst van een moeilijke som geldt het-zelfde. Wanneer de aandacht te eenzijdig ligt op de vaardigheid in het uitvoeren van numerieke berekeningen verdwijnt het inzicht.

Het lastige van opleidingen is dat ze neigen tot het overdragen van tekstboekwijsheden. Na-tuurlijk is dat effectief en moet je eerst leren re-kenen –met of zonder rekentoets– voor je inte-gralen kunt opstellen en uitrekenen. Die kennis, die onder woorden is gebracht, is expliciete ken-nis. Die opschrijven en die lezen is is sinds lang het middel om kennis over te dragen aan grote groepen. Tekstboeken zijn zo oud als de bescha-ving. “Ik bouw op de schouders van reuzen”, zei Isaac Newton al. Maar expliciete kennis is maar een deel van het verhaal.

Voorbij de gecodificeerde kennis ligt de impli-ciete kennis van de ervaren kracht. Kennis die niet of moeilijk onder woorden is te brengen. De ervaren kracht draagt die kennis en vaardig-heden al doende over op de jongere generatie. Als een scheepsjongen vroeger naar zee ging kreeg hij een zeevader, om hem wegwijs te ma-ken. Sommige organisaties doen dat nog. Maar hoe lang? Wegwijs maken is meer dan vertellen waar de koffieautomaat staat en hoe je je tijd-brief invult. Het gaat in wezen om de meester-gezel relatie, die vroeger ook in het universitair onderwijs gemeengoed was toen dat nog niet zo massaal was. Ook buiten de universiteit leerden vaklieden hun vak in een meester-gezel ver-houding. Doen we dat nog, en voldoende? In de

dr. Jurjen van Deen

Foto

: Flic

kr C

C Vi

ctor

Bra

ssin

ne

Page 29: Geotechniek April 2015

The Magic of Geotechnics

medische wereld gaat het wel zo. Specialisten draaien jaren mee in een groep op het zieken-huis voordat ze zelfstandig aan de slag mogen. Dat is geen garantie voor optimaal werken want in één ding is niet voorzien, bij de medici even-min als bij de geotechnici: je moet ook terug-koppelen of een handelwijze succes heeft, effect heeft, werkt. Een paar jaar geleden is een CUR commissie aan het werk geweest om te leren van geotechnisch falen (Mens et al, 2009-2010) maar het hele project had nogal voeten in aarde – vanwege aansprakelijkheden. En heeft naast de CUR commissie ook iedere geotechnicus die cases serieus bestudeerd om te begrijpen wat er nou eigenlijk mis is gegaan? Want opschrij-ven is één, al is het een essentiële stap, maar het moet ook genoten en verteerd worden.

De observational method helpt ook bij het ge-nereren van systematische feedback op ontwer-pen. Die dwingt tot nadenken en analyseren van verschillende scenario’s en te nemen maatre-gelen. Dat spelen met resultaten en parameters en de check achteraf leidt tot inzicht. Dwingt tot creatief nadenken en openheid wat er mis zou kunnen gaan in plaats van het gebruikelijke

’gaat u maar rustig slapen’.

De moderne wereld met de digitale snelweg, google scholar, en linked-in zou instrumenteel kunnen zijn in het breed verspreiden van erva-ringen. Maar tussen droom en daad staan wet-ten in de weg, en praktische bezwaren: open communiceren is lastig, zeker als het anders liep dan je voorspeld had, in een maatschappij waarin afrekencultuur de norm lijkt te zijn ge-worden, juristen de dienst uitmaken en iedereen zijn lippen stijf op elkaar houdt als er iets mis-gegaan is. De linked-in groep van Geo-Impuls leidt een kwijnend bestaan en op de internati-onale variant gaat het vooral om vacatures. KIVI lezingenavonden zijn een waardevol middel, maar hebben toch wel erg het karakter van pre-sentaties met twee of drie beleefde vragen aan het eind. Waar blijft de heftige discussie waar iedereen van mee kan genieten en van kan le-ren? Laten we op de Geotechniekdag eens een controversieel onderwerp benoemen en daar een panel over laten discussieren met input uit de zaal.

Eén ding hebben we mee. De bijzondere civiel-

technische constructies waar we aan werken zijn altijd unieke produkten, ook al zitten er standaardonderdelen in. Alle reden om ons te ontworstelen aan de normen die kunnen hel-pen op onderdelen maar inzicht en ervaring niet kunnen vervangen om te komen tot een totaal-ontwerp dat veilig en bijzonder is. Want zeg nou zelf, het is toch veel leuker om met een slim ontwerp te scoren dan te zeggen: “Ik heb het netjes volgens Eurocode 7 uitgerekend!”?

Kooistra, A. Interactie tussen constructeur en geotechnicus, Geotechniek 17 (2013) nr 5, p 21

Mans, D.G. e.a., Leren van geotechnisch falen, Geotechniek 2009/3 p17; 2009/4 p30; 2009/5 p38; 2010/1 p 28, 2010/3 p 12; 2010/4 p 12. Ook uitgebracht als CUR rapport 227.

Smeets, Ionica, Hoeveel pianostemmers zijn er in Chicago? Technisch Weekblad 11 september 2011

A.P. van den Berg Ingenieursburo b.v.Postbus 68, 8440 AB Heerenveen

[email protected]

creating tools that move your business

Tel.: 0513 631 355Fax: 0513 631 212

The CPT factoryAl ruim 42 jaar is A.P. van den Berg de innovatieve en betrouwbare partner als het gaat om bodemonderzoek-apparatuur voor een slappe bodem. A.P. van den Berg loopt voorop in het ontwikkelen en wereldwijdvermarkten van nieuwe geavanceerde sondeer- en monstersteeksystemen die uitblinken in betrouwbaarheid en gebruiksgemak. Van verscheidene landsondeersystemen tot multifunctioneel apparatuur voor het gebruik op zee tot waterdieptes van wel 4000 meter en van uitgebreide servicepakketten tot digitale meetsystemen waarmee de bodemgegevens via een kabel of optische lichtsignalen worden getransporteerd, ze behorenallemaal tot het leveringspakket van A.P. van den Berg.

Veel aandacht wordt geschonken aan de arbeidsomstandigheden van de sondeermeester. Zo heeft A.P. van den Berg de sondeerbuizenschroever ontwikkeld, die in ieder sondeerapparaat kan worden geïntegreerd.Met de buizenschroever wordt het op- en afschroeven van de sondeerstreng efficiënter uitgevoerd. De buizenschroever komt het meest tot zijn recht in combinatie met een draadloos meetsysteem. Het doorrij-gen van de conuskabel behoort dan tot het verleden. Voor de sondeermeester betekent dit een aanzienlijke vermindering van de fysieke inspanning en het voorkomen van een versnelde slijtage van de gewrichten.Aandacht voor de arbeidsomstandigheden is voor alle betrokkenen van groot belang en is zijn investering dubbel en dwars waard.

Sondeerbuizenschroever:gemakkelijk, snel en

ergonomisch verantwoord

a.p. van den bergThe CPT factory

a.p. van den bergThe CPT factorycreating tools that move your business

A.P. van den Berg Machinefabriek Tel.: 0513 631355 [email protected] 68, 8440 AB Heerenveen Fax: 0513 631212 www.apvandenberg.nl

Optocone• draadloze gegevensoverdracht door lichtgeleiding• bedieningsgemak & ergonomisch verantwoord sonderen• hogere productiecijfers• geschikt voor alle onshore sondeersystemen en tot elke

sondeerdiepte door toevoeging van optische versterkers• track-record is ongeëvenaard in de industrie

Draadloos sonderen in combinatie met Icone click-on modulesZoals u weet, kunnen naast de vier standaard parameters puntdruk (qc ), kleef (fs ),waterspanning (u) en helling (lx/y) extra parameters gemeten worden met degebruiksvriendelijke click-on modules voor de Icone. Een click-on module wordt automatisch herkend door het meetsysteem, zodat u fl exibel kunt werken. Inmiddels kunt u uw set uitbreiden met de Icone Seismic, Vane, Conductivity en Magneto.

Maakt u gebruik van ons Optocone systeem? Dan kunnen de gegevens over het magnetisch veld (Icone Magneto) en deelektrische geleidbaarheid (Icone Conductivity) ook draadloos overgedragen worden!

Interesse?Neem contact met ons op!

APB CPT Ad Geotechniek Optocone 216x138 10022015 try2.indd 1 11-2-2015 11:49:53

Reacties zijn welkom op:[email protected]

Page 30: Geotechniek April 2015

30 GEOTECHNIEK - April 2015

De techniek van soilmixSoilmix is een techniek, waarbij de sterkte van slappe grond wordt verbeterd door deze te mixen met een cementmengsel. De soilmix wordt ge-maakt door met behulp van een spindel de grond te roeren en tegelijkertijd een combinatie van cement, water en additieven toe te voegen. Deze techniek staat bekend als “Mixed in place”. Voor de toepassing van soilmix is normaal zwaar materieel (>>50ton) vereist. Soilmix wordt vaak toegepast in zand- en kleilagen. In veen is de toepassing minder frequent toegepast. Zo kan bijvoorbeeld de heterogene samenstelling of de zuurgraad van het veen een negatieve invloed hebben op de menging met het cement.

Enkele voordelen van deze soilmixmethode zijn de duurzaamheid, de onderhoudsvriendelijk-heid, het trillingsarm kunnen installeren en het ruimtebesparend zijn ten opzichte van grondop-lossingen.

Waar is het toegepastVoor de locatie is gezocht naar een typische Rijnland kade, waar beperkte ruimte aanwezig is voor aanvoer van materieel en materiaal en voor de uitvoering van de soilmix techniek, (zie figuur 1). Dit is noodzakelijk voor Rijnland om de mogelijkheid te testen als potentiële kadeverbe-teringsoplossing.

Ten zuidwesten van Roelofarendsveen ligt de Galgekade langs de Braassemermeer. Dit is een typische veendijk met een beperkt verval van 0,9 tot 1,0 m. De binnenwaartse stabiliteit van deze kade voldoet niet aan de norm. De boe-zemkade is hier smal en er loopt een fietspad op de binnenteen. Vanwege de combinatie van een bebouwde kern in de polder en buitendijks het Braassemermeer, is het belangrijk dat de kade voldoet aan de gestelde normen en zodoende is deze locatie uitstekend geschikt als proeflo-catie. Een van de mogelijkheden om de kade te

versterken is het toepassen van soilmix in de binnenberm

ProbleemomschrijvingVoor de toepassing van Soilmix op de Galgekade (zie figuur 2) moesten een aantal uitdagingen worden overwonnen. Deze hadden te maken met de moeilijke bereikbaarheid van de loca-tie, de minimum sterkte-eisen, de grootte en het gewicht van het materieel, de beperkte sta-biliteit van de huidige kade, de toepassing van soilmix in het veen, de nabijheid van een mid-denspanningskabel en de eis dat de kade haar doorlatendheid niet mocht verliezen. Daarnaast betreft de Galgenkade een ‘natte’ waterkering, die te allen tijde boezemwater keert. Zodoende vindt tijdens de uitvoering een verzwakking van de kade plaats, waar strakke monitoring is ver-eist.

Voorbereiding en ontwerpIn de voorbereidingsfase is uitgebreid aandacht besteed aan het toepassen de soilmixmethode binnen de gestelde randvoorwaarden. Hierbij is het noodzakelijk dat tijdens de uitvoering de kade overeind blijft en dat na de uitvoering de minimaal benodigde sterkte wordt behaald van de gestabiliseerde grond.

Door de beperkte werkruimte en de midden-spanningskabel, is hier gekozen de soilmixpalen van 0,6 meter te installeren. Bij deze diameter kon de aannemer zijn materieel licht houden en zodoende de kade niet te zwaar belasten. Een nadeel van deze methode is, dat bij een enkele rij palen, lokale afwijkingen een groter risico vormen. Het kan zijn dat de palen in een speci-fieke grondlaag minder goed worden gevormd. Dit geeft met een blokstabilisatie minder risico. Hier is gekozen dit risico te accepteren, omdat het stabiliteitstekort gering is en een hoge ver-

Kadeverbetering met Soilmix als concurrerend alternatief

voor een stalen damwand

ing. G. VestersGeotechnisch adviseur,

Hoogheemraadschap van Rijnland

ir. O.A. van LogchemGeotechnisch adviseur,

Hoogheemraadschap van Rijnland

ir. H.J. LodderGeotechnisch adviseur,

RPS advies- en ingenieursbureau

Figuur 1 - Projectgebied langs Galgekade te Roelofarendsveen, afgekeurd op stabiliteit

Page 31: Geotechniek April 2015

31 GEOTECHNIEK - April 2015

Het hoogheemraadschap van Rijnland heeft samen met RPS en aan-nemersbedrijf EFG Projects in maart 2013 in een proefproject ongeveer 135m boezemkade langs het Braassemermeer met de soilmix techniek verbeterd. Dit project had als doelstelling om te onderzoeken of bij regi-onale waterkeringen Soilmix-techniek als concurrerend alternatief van een stalen damwand kan dienen. Hierbij diende de techniek toepasbaar gemaakt te worden voor regionale waterkeringen in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Deze keringen kenmerken zich door veelal sterk samendrukbare ondergrond, moeilijk te bereiken locaties en een constant boezempeil welke slechts enkele decimeters afwijkt van het peil tijdens maatgevende omstandigheden. Een forse

reducering (factor 2,5 – 3,0) van het benodigde materieel was hiermee vereiste.

De techniek is als grondverbeterende techniek beschouwd. Zo zijn er kolommen van veen versterkt, om voldoende schuifweerstand te creë-ren. Vanwege beperkt beschikbare ruimte zijn de kolommen in één lijn geplaatst en is er dus geen sprake van overlap of blokstabilisatie.

De uitvoering met het relatief lichte materieel is een succes geweest. Daarnaast is de beoogde sterkte ruimschoot behaald.

Samenvatting

keersbelasting op een afgesloten fietspad min-der waarschijnlijk voorkomt.

Met behulp van stabiliteitsberekeningen (zie fi-guur 3) is bepaald dat de ongedraineerde schuif-sterkte van de gestabiliseerde grond moest worden verhoogd naar 20 kN/m2. Dit is een rekenwaarde. Uitgaande van ronde palen, een opening tussen de palen van 10% voor de door-latendheid en een materiaalfactor van 1,5 [2], levert dit voor de ongedraineerde schuifsterkte een karakteristieke ondergrenswaarde van 42,5 kN/m2. Andere faalmechanismen zoals kante-len van de paal of het constructief bezwijken van de paal zijn niet onderzocht, omdat de nadruk lag op de haalbaarheid van de uitvoering.

De haalbaarheid van deze benodigde sterkte is vervolgens onderzocht door middel van lite-ratuur en laboratoriumonderzoek [1]. Hieruit bleek dat bij toepassing van soilmix in veen een ongedraineerde schuifsterkte van 50 kPa (ka-rakteristieke ondergrens) behaald kan worden. Daarnaast zijn proeven uitgevoerd op monsters uit het proefvak die op mv-1m, mv-2m, mv-3m en mv-4m zijn gestoken. Dit betreffen allemaal veenmonsters. Uit deze proeven bleek dat een ongedraineerde schuifsterkte van gemiddeld 69 kPa verkregen werd na 28 dagen. Na 43 dagen is dit zelfs 124 kPa. Hierbij is uitgegaan van 250 kg/m³ cement toevoeging bij een watercement-factor van 0,75.

Voor een geslaagde proef is gesteld dat de soil-mix oplossing moest voldoen aan de volgende eisen:• kolommen van 0,6 m diameter tot een diepte

van mv-6,0 m met een ongedraineerde schuif-sterkte van minimaal 42,5 kN/m2 (op basis van stabiliteitsanalyse);

• levensduur van tenminste 50 jaar;• beperkte toename van volumiek gewicht van

grond (geen getal gespecificeerd);• geen verstoring van de waterhuishouding, te

realiseren met minimaal 10% open ruimte tussen kolommen.

Figuur 3 - Stabiliteitsanalyse met soilmix toepassing (stabiliteitsfactor > 0,90)

Figuur 2 - Soilmix project in uitvoering met boven de boorstelling en onder de cementmixer en pompinstallatie

Page 32: Geotechniek April 2015

32 GEOTECHNIEK - April 2015

Hiertoe zijn over een traject van 135 m in totaal 204 kolommen grond van 0,6 m diameter tot 6 m diep gemengd met hoogovencement. In figuur 4 is het schetsontwerp weergegeven.

Voorbereiding en uitvoeringVoor de toevoer van het materiaal en materieel is gekozen niet over het water aan te voeren. De toevoerroute naar de kade loopt via een land-brug. Voor deze landbrug geldt een maximum gewicht van 30 ton, en een maximale asdruk van 4,8 ton. Verder is op basis van een stabiliteits-som bepaald dat bij uitvoering een maximum gewicht van 20 ton mogelijk was ter plaatse van het fietspad op de kade. Ook was de werkruim-te beperkt, omdat er vanaf een fietspad moest worden gewerkt. Op basis van deze eisen is de aannemer op zoek gegaan naar geschikt mate-rieel. Uiteindelijk is gekozen voor een Cat 312c op rups, met daarop een boorstelling. Deze is van de oplegger afgereden voordat deze over de landbrug ging.

De uitvoeringsfase is bij kadeverbeteringen vaak kritiek. Ook hier geldt dat de boezemkade tijde-lijk wordt verzwakt. Zodra de grond wordt ge-roerd en gemengd met cement is er nog geen sterkte in het veen. Daarnaast stond er tijdens de uitvoering een zware rupskraan op de bin-nenberm. Dit beide zorgt voor een tijdelijk la-gere stabiliteit van de kade. De berekende sta-biliteitsfactor tijdens de uitvoering bedraagt hier 0,70 en is hiermee erg laag (zie figuur 5).

Daarom zijn maatregelen getroffen, om proble-men met instabiliteit tijdens uitvoering te voor-komen. De boorstelling is onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de boorlocatie opge-steld, waardoor de kraan zover mogelijk buiten de afschuifcirkel stond tijdens het vervaardigen van de paal. De soilmixpalen zijn niet achter elkaar, maar om de 9 palen geboord en zijn de tweede rij soilmixpalen pas na uitharding van de eerste rij geïnstalleerd. Zodoende werd de kade minimaal belast. Daarnaast is het buitenwater aan beide uiteinden afgedamd, zodat deze niet in open verbinding met de Braassemermeer stond. Bij een eventuele calamiteit zou hierdoor niet de Braassemermeer leeglopen richting de polder. Er werden perkoenpalen en waterspanningsme-ter langs de teensloot geplaatst om eventuele veranderingen snel visueel vast te kunnen stel-len en hierop te anticiperen (zie figuur 6).

De soilmix kolommen zijn ingebracht in een beperkte ruimte tussen het fietspad en een middenspanningskabel. De afstand tot de mid-denspanningskabel was lokaal ca. 20 cm. Om

problemen te voorkomen is de ligging van de ka-bel met proefsleuven zo goed mogelijk vastge-steld, waarna de locaties voor soilmixpalen met piketten is aangegeven, die op aanwijzen van de landmeter zijn ingebracht (zie figuur 6).Daarnaast zijn extra soilmixpalen geïnstalleerd, die na de uitvoering konden worden getest en uitgegraven ter controle.

ResultatenRijnland beschouwd het pilotproject geslaagd, zodra de boezemkade goed en duurzaam is versterkt, de hydrologie niet is beïnvloed en de kosten vergelijkbaar of lager uitkomen dan de damwandoplossing.

Om de sterkte te testen zijn tijdens de uitvoe-ring drie monsterbuizen in de verse soilmixpa-len gestoken. Deze monsterbuizen zijn op ver-schillende locaties geplaatst om de variaties in de menging en sterkte te kunnen waarnemen.

Door middel van 2 in elkaar geschoven pvc bui-zen zijn deze na uitharding te verwijderen. Op deze monsters zijn vervolgens op verschillende dieptes drukproeven uitgevoerd. In totaal zijn 21 unconfined compressive strength (UCS) druk-proeven uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn gecorreleerd naar ongedraineerde schuifsterk-te, waarbij een veelgebruikte relatie is:

Hierin is de ongedraineerde schuifsterkte van de kollommen geschat door de helft van de UCS druksterkte te hanteren. In figuur 7 zijn deze re-sultaten weergegeven van de schuifsterktes, die uit de drukproeven zijn bepaald. Deze monsters zijn allemaal in het oorspronkelijke veen gesto-ken. Uit statistische bewerking van de proefresul-taten blijkt dat de geschatte 5% fractiel karak-

Figuur 4 - Schetsontwerp soilmixpalen

Figuur 5 - Stabiliteitsanalyse soilmix tijdens de uitvoering

Page 33: Geotechniek April 2015

33 GEOTECHNIEK - April 2015

KADEVERBETERING MET SOILMIX ALS CONCURREREND ALTERNATIEF VOOR EEN STALEN DAMWAND

teristieke waarde van de schuifsterkte 261 kPa is met een gemiddelde waarde van 659 kPa [4]. Deze waarden zijn exclusief de uitschieters (schuifsterkte > 4000 kN/m2) en op basis van de Student t-verdeling bepaald. De spreiding is groot. De variatiecoëfficiënt is bepaald op 1,42. Wel blijkt dat de minimaal benodigde ongedrai-neerde schuifsterkte is behaald. Er is niet altijd voldaan aan de vereiste sterkte. Doordat de nabij gelegen palen niet zijn onderzocht op de sterkte, en of deze sterkte op dezelfde diepte van de pa-len is aangetroffen, is het risico niet bekend van deze afwijkingen. In toekomstige proeven dient dit nader te worden onderzocht.

Uit de resultaten blijkt een relatie te zijn in het volumiek gewicht en de bepaalde ongedrai-neerde schuifsterkte. Het volumiek gewicht van het mengsel is naar verwachting sterker toege-nomen, bij een grotere toevoeging van cement-mengsel. De monsters betreffen allen veen met een gemiddeld gewicht tussen 10 en 11 kN/m3. Het volumiek gewicht van de palen bedraagt gemiddeld 13,3 kN/m³ met enkele uitschieters naar 17 kN/m³. Uit de registratie van cement-toevoeging bleek dat er op enkele plekken meer dan de dubbele hoeveelheid cement is toege-voegd in plaats van de beoogde 250 kg/m³. Een verklaring hiervoor is dat tijdens de uitvoering is besloten om de boor niet één keer maar twee keer in het boorgat heen en weer te bewegen vanwege een te geringe menging met het bo-demmateriaal bij een keer boren. Tijdens deze beweging was het nodig extra cementmengsel

Figuur 6 - Tijdelijke afdamming van de boezemsloot (links) en de perkoenpalen (rechts)

Figuur 7 - Ongedraineerde schuifsterkte ten opzichte van volumegewichten, met inzoom

Figuur 8 - Resultaten ongedraineerde schuifsterkte ten opzichte van de diepte, met inzoom

Page 34: Geotechniek April 2015

toe te voegen, waardoor de oorspronkelijke hoe-veelheid is overschreden.

Daarnaast is gekeken of er invloed is op de diepte van het monster in relatie tot de schuif-sterkte. Hier zijn echter geen directe verbanden te herleiden, zoals de volumegewichten. Vari-erende sterkte worden op verschillende diep-tes aangetroffen (zie figuur 8). Het lijkt dat de schuifsterkte tussen 2,5 en 4,5 meter onder de bovenkant van de soilmixpalen het meest is toe-genomen.

Om een continu beeld te krijgen van de schuif-sterkte van de kolommen is het gebruikelijk te-vens in-situ testen uit te voeren. Echter zijn CPT of KPS metingen hier lastig gebleken vanwege de hoge sterktes die in deze kolommen zijn ont-staan. In de boring, die over de gehele diepte is gestoken, bleek bij de schouwing (zie figuur 9) dat de soilmixpalen hard en enige heterogeniteit (cementconcreties en veeninsluitingen) bevatte. Het effect op de continue sterkte is zodoende onbekend.

Ook de duurzaamheid van deze oplossing is on-bekend. Volgens de CUR219 [2] is een levensduur van 100 jaar mogelijk bij mix-in-place technie-ken. Echter zijn de omstandigheden voor afname in levensduur bij dit pilot project ongunstiger. Zo zijn de soilmixpalen los van elkaar geïnstalleerd, waardoor het grensvlak van niet gemixte grond en gemixte grond groot is. Dit bepaald vooral de verouderingsprocessen op microschaal en kan leiden tot een afname in sterkte. Daarnaast zijn de soilmixpalen zwaarder geworden dan vooraf bepaald, waardoor verzakkingen kunnen optre-den. Om de duurzaamheid van deze oplossing na te gaan, kan hier over een aantal jaar gekeken worden naar maaiveld verzakkingen en kunnen de niet functionele soilmixpalen wederom vrij-

gegraven worden. Zodoende is beter in te schat-ten wat de duurzaamheid van deze oplossing is. Uit visuele inspectie van enkele soilmixpalen door Rijnland blijkt dat de palen met de beno-digde tussenruimte op de juiste locatie in de grond aanwezig zijn. Ze zijn stevig en aan het materiaal is goed te zien dat veen en cement zijn gemengd. Waterspanningsmetingen voor en achter de soilmixpalen geven geen repre-sentatieve resultaten, maar bij het vrijgraven blijkt dat er voldoende ruimte is om water door te laten. Daarnaast zijn de soilmixpalen redelijk diep aangebracht (bovenkant ligt op 1 meter min maaiveld), zodat het freatisch water ook boven de palen vrijuit kan stromen. Wateroverspannin-gen aan de bovenzijde van de palen zal hiermee naar verwachting niet optreden tijdens hoogwa-ter.

Het project heeft aangetoond dat het materieel voor aanbrengen van soilmix kan worden aange-past op de schaal van de relatief kleine boezem-kades. De kosten voor dit pilotproject zijn met € 1.050,-/m concurrerend ten opzichte van een stalen damwand en het is mogelijk de beoogde sterkte te behalen. Wel zijn er nog onzekerhe-den in het resultaat, die naar verwachting bij een volgende proef een kostenverhogend effect heb-ben. Voornamelijk de onzekerheid in de sterkte die de kolommen over de diepte hebben, doordat deze vrij smal zijn aangebracht kan een kosten-verhogend werken.

Wat hebben we geleerdDe voornaamste doelstelling van deze proef was om de uitvoerbaarheid van Soilmix aan te tonen bij regionale keringen. Hiervoor was het van belang om de grootte van de machines te reduceren en te zien welke kosten nu gemoeid zijn met een dergelijk type verbetering. Daar-

mee zou deze techniek namelijk in beeld komen voor toepassing bij het verbeteren van regionale keringen.

Voor het ontwerpen van deze specifieke oplos-sing is een relatief eenvoudige toets toegepast op de sterkte, waarbij enkel met het Bishop mo-del is gerekend. In navolgende studies zal hier meer aandacht aan worden geschonken om ook de andere faalmechanismen te beoordelen..Om de techniek als geaccepteerde oplossing voor verdere toepassing te beschouwen zal een tweede proef worden uitgevoerd, waarbij de vol-gende aspecten worden meegenomen:

• ontwerp op basis van Eindige elementen bere-keningen, die beter inzicht geven in alle faal-mechanismen, die kunnen optreden bij deze techniek

• in situ proeven direct bij aanvang van de uitvoe-ring om de mengverhouding beter te bepalen;

• tijdens het boorproces beter sturen op de mengverhouding;

• waterstand meten met peilbuizen (minder nauwkeurig, maar wel betrouwbaar);

• variëren van het type boorkop;• variëren van de rotatiesnelheid van de boor.• In-situ proeven na uitvoering om een continu

beeld te krijgen van de sterkte en bij lokaal lage waarden, ook nabij gelegen palen onder-zoeken.

Referenties [1] Soilmix HHR literatuurstudie, Crux enginee-

ring, d.d. 17 januari 2012[2] Rapport 219: INSIDE Innovatieve dijkverster-

kingen, CUR Bouw & Infra, d.d. mei 2007[3] Soilmixwand Galgekade te Roelofarends-

veen, Lankelma, d.d. 12 april 2013 [4] Evaluatie soilmix proefproject in de veender-

en lijkerpolder BDB, RPS advies- en inge-nieursbureau, projectnummer NC12180131 d.d.1 november 2013

[5] Rapportage EFG projects, proefproject dij-kenstabilisatie met Soilmix palen, EFG pro-jectnummer P001002, d.d. 24 mei 2013

[6] Monitoring- en veiligheidsplan proefvak grondstabilisatie Veender- en Lijkerpolder, RPS advies- en ingenieursbureau, project-nummer NC11180605, d.d. 30 juli 2012

Figuur 9 - uitgegraven soilmix palen

34 GEOTECHNIEK - April 2015

Page 35: Geotechniek April 2015

Voor een andere kijk op de ondergrond

www.geobest.nl

Monika De Vos heeft na 9 jaar voor-zitterschap de fakkel doorgegeven aan Gauthier Van Alboom.

Er is tevens een secretariaatswissel doorgevoerd: Stijn Huyghe neemt die taak na meer dan 10 jaar over van Wim Maekelberg. Bedankt voor die inzet van vele jaren Wim.

Monika heeft met de expertgroep vele succesvolle activiteiten (studie-dagen, cursussen, …) georganiseerd met als orgelpunt de viering van 60 jaar expertgroep. Hartelijk dank daarvoor Monika.

De studiedag Rotsmechanica op 9 mei, was de laatste studiedag die zij geïnitieerd had. Met 75 deelnemers en overwegend positieve reacties alom een geslaagd ini-tiatief. Het onverwachte succes geeft aan dat er nood is aan gedegen rotsmechani-sche kennis in de wereld van de geotech-nisch ingenieur “der lage landen”. Een ini-tiatief dat dan ook opvolging en uitdieping zal kennen in toekomstige studiedagen en workshops.

In het najaar is op 1 oktober de 3 jaarlijkse gevorderden cursus Grondmechanica gestart. In 8 modules wordt enerzijds de kennis van de basiscursus ver-diept en anderzijds nieuwe on-derwerpen aangesneden. Het volledige programma is terug te vinden op de ie-net website.

Blikvanger van het najaar wordt de gezamenlijke Geotechniekdag van KVIV-KIVI/Niria, die dit jaar in België wordt georganiseerd. Het geleide bezoek aan de site van de Palingbeek in Zillebeke bij Ieper in de na-middag loont op zich reeds zeker de moeite. De site is immers de stille getuige van een dubbel deficit, met enerzijds restanten van het nooit voleindigde kanaal Ieper-Leie, en anderzijds kraterinslagen van de loopgravenoorlog 1914-18.Het thema van de studiedag “Stabiliteitsproblemen in kanalen en dij-ken” sluit perfect bij de historiek van de site aan. Naar het jaareinde 2014 en jaarbegin 2015 toe wordt tenslotte de cursus “Grondmecha-nische aspecten van grondwaterverlagingen en ontgravingen in het kader van saneringen” gegeven. Deze cursus richt zich tot ontwerpers en uitvoerders van saneringsprojecten en geeft in 5 sessies inzicht in de problemen van bemalingen, sleuven en bouwputten, zettingen… dit alles aangevuld met case studies.

Expertgroep Grondmechanica en Funderingstechniek

Vanaf nu zal twee maal per jaar een rubriek “ie-net” verschijnen. Met deze rubriek willen we de activiteiten van de Belgische Expertgroep Grondmechanica en Fun-deringstechniek van ie-net (voorheen Technologisch

Instituut-KVIV) onder de aandacht brengen. Op 9 mei wordt een studiedag “Rotsmecha-nica” georganiseerd, waarbij rots als mogelijke struikelblok in het ontwerp en de uitvoering bekeken wordt. In juni start een cursus “Grondmechanische aspecten bij saneringen”, be-staande uit 3 modules, met aandacht voor grondwaterverlagingen, stabiliteit van uitgra-vingen en zettingen. De cursus geeft een overzicht van de grondmechanische principes waarmee de ontwerper en de uitvoerder van saneringen onvermijdelijk rekening moeten houden. Ook de milieuhygiënische aspecten komen kort aan bod. In september starten we opnieuw met de Gevorderdencursus Grondmechanica, een cursus van 7 modules, waarbij dieper ingegaan wordt op geologische anomalieën, gespecialiseerd grondonderzoek, ont-werp van diepe en ondiepe funderingen, stabiliteit van taluds en ontwerp van beschoeiin-gen en grondankers. In deze eerste editie van de “ie-net”-rubriek blikken we

ook even terug. De Expertgroep vierde vorig jaar haar 60-jarig bestaan. Het werd een geslaagde avond ! Tijdens een academische zitting werd 60 jaar Grondmechanica en

Funderingstechniek en de rol van de Expertgroep hierin overschouwd (Monika De Vos, Voorzitter Expertgroep), werd de vraag gesteld hoe goed geotechniek gefundeerd is in Vlaanderen (Jan Maertens, Voormalig Voorzitter Expertgroep en Jan Maertens BVBA), werd de aandacht gevestigd op het belang van de grondmechanica in de risicobeheersing van projecten (Luc Maertens, Geotechnisch Raadgever Besix) en werd besloten met “Soil Mechanics : basis for creating land for the future’ (Alain Bernard, Chief Executive Officer DEME Group). Nadien was er volop gelegenheid tot bijpraten met de collega’s tijdens een smakelijk walking dinner !

Wenst u meer informatie over de activiteiten van de Expertgroep Grondmechanica en Funderings-techniek ? Blader naar de agenda achteraan in dit tijdschrift of contacteer Christine Mortelmans: tel. +32 3 260 08 63 • [email protected] • www.ie-net.be

Inhoud

1 Van de Redactie – 7 Actueel – 14 Vraag & Antwoord – 22 KIVI NIRIA rubriek42 Ingezonden – 43 SBRCURnet – 56 Agenda

10 Scholtegolven voor het karakteriseren van de stijfheid van de zeebodem Dr. P.P. Kruiver / Drs. C.S. Mesdag

16 Waterremmende bodeminjectie: Volwassen techniek met gebruiksaanwijzingProf.dr.ir. A.E.C. van der Stoel

24 Het ontwerp van cyclisch belaste zuigpaalfundatiesIng. Thijssen / Ir. C.W.J. te Boekhorst / Ir. E.A. Alderlieste

30 Vergelijking van de toepasbaarheid van innovatieve meettechnieken voor de monitoring van bouwputtenIr. G. Van Alboom / Dr. Ir.L. De Vos / Ir. K. Haelterman / Ir. W. Maekelberg

36 Invloed van de bouw van parkeergarage Kruisplein op een nabijgelegen wooncomplex Ir. G. Hannink / Dr. O. Oung / Ir. E. Taffijn

45 GEOKUNST Onafhankelijk vakblad voor gebruikers van geokunststoffen

48 Geokunststoffen en de bijdrage aan de circulaire economie Ir. M. Nods / ir. S. van Eekelen

N71 Voorwerk_Opmaak 1 28-08-13 12:10 Pagina 5

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 19 28-08-14 13:54

Page 36: Geotechniek April 2015

36 GEOTECHNIEK - April 2015

Normen en waarden

Per 1 januari 2016 gaan de paalklasse-factoren voor de paalpunt omlaag

InleidingVanaf 2010 houdt het onderwerp paalklassefac-toren de gemoederen in de geotechnische bran-che bezig. Sinds dat jaar is het een terugkerend onderwerp op de tweejaarlijkse Funderingsdag en in het vaktijdschrift Geotechniek is er veelvul-dig over gepubliceerd. Het afgelopen jaar ver-schenen er ook artikelen in andere media over dit onderwerp. Dat heeft uiteraard te maken met het naderen van het jaar 2016.

De paalklassefactoren die kunnen worden ge-bruikt voor een veilig paalontwerp zijn vermeld in tabel 7.c van de begin 2012 gepubliceerde Nederlandse norm NEN 9997-1, waarin NEN-EN 1997-1 (Eurocode 7, deel 1) en de Nationale Bijlage zijn opgenomen. In de voetnoot van de tabel staat dat de waarden in de tabel geldig zijn tot 1 januari 2016. Op deze datum zouden de paalklassefactoren met 1/3 worden geredu-ceerd, tenzij proefbelastingen zouden aantonen dat met een kleinere of geen reductie kan wor-den volstaan.

De normcommissie Geotechniek heeft zich on-langs opnieuw over de kwestie van de paalklas-sefactoren gebogen en een besluit genomen over herziening van NEN 9997-1 per 1 januari 2016.

Axiale draagkracht van palenDe in 2010 gepubliceerde evaluatie van goed geïnstrumenteerde proefbelastingen van palen (CUR/Delft Cluster Rapport 229 – Axiaal draag-vermogen van palen) geeft aan dat de tot nu toe gehanteerde ontwerpwaarden voor de paal-draagkracht van grondverdringende palen niet aantoonbaar het volgens de wet vereiste be-trouwbaarheidsniveau garanderen en daarmee onvoldoende veilig zijn. Voor andere paaltypen waren onvoldoende data beschikbaar om een vergelijkbare evaluatie te maken.

Uit de proeven bleek dat om aan het gewenste veiligheidsniveau te voldoen de paalklassefac-tor voor de paalpunt (αp) met 30 tot 40% moest worden gereduceerd. Voor de schachtwrijving bleken de huidige paalklassefactoren goed over-een te komen met de proefresultaten. Omdat bij de normcommissie Geotechniek geen gevallen

bekend waren van falen van de constructie als gevolg van de huidige factoren is, mede om een trendbreuk te voorkomen, besloten deze vanuit veiligheidsoverwegingen nodig geachte verla-ging met 5 jaar uit te stellen, zodat nader onder-zoek naar eventuele verborgen veiligheden kon plaatsvinden. Ook konden in die periode proef-belastingen op paalsystemen worden uitgevoerd om de huidige waarden van de paalklassefacto-ren te onderbouwen. Aangezien er onvoldoende goed geïnstrumenteerde proefbelastingen op andere dan grondverdringende paalsystemen beschikbaar waren, is destijds besloten om de reductie van de paalklassefactoren voor alle paalsystemen in te voeren.

VooronderzoekIn 2011 is een CUR-commissie van start ge-gaan met een vooronderzoek naar verborgen veiligheden dat zou moeten uitmonden in een onderzoeksvoorstel voor de hiervoor geschetste problematiek van de draagkracht van funde-ringspalen en voor de vaststelling van de paal-klassefactoren. In deze CUR-commissie hadden vertegenwoordigers zitting van de Associatie van Beton Fabrikanten van constructieve ele-menten AB-FAB, onderzoeksinstituut Deltares, Fugro GeoServices, de gemeente Rotterdam, de Nederlandse Vereniging Aannemers Funde-ringswerken NVAF en Rijkswaterstaat, Dienst Infrastructuur.

Bij het vooronderzoek is vrijwel uitsluitend ge-bruik gemaakt van internationale literatuur. Het vooronderzoek is in 2012 afgerond. De belang-rijkste conclusies zijn:

- de tijdsafhankelijke toename van de draag-kracht (ook wel set-up genoemd) lijkt belang-rijk, ook in zand. Er is onzekerheid over het precieze mechanisme, maar een beschrijving in ‘grote lijnen’ bleek mogelijk. Op dit moment is het echter nog niet mogelijk dit effect voor de Nederlandse situatie te kwantificeren. Het effect van belastingswisselingen is belangrijk;

- de verdichtingsfactor die wordt gebruikt om de hogere horizontale spanning in een groep trekpalen in rekening te brengen, zal waar-schijnlijk ook toepasbaar zijn voor de bereke-ning van de draagkracht van drukpalen.

VervolgonderzoekNa deze hoopgevende resultaten is vervolg-onderzoek uitgevoerd dat zich heeft gericht op de set-up bij grondverdringende palen. Om dit fenomeen in een norm te kunnen opnemen, is een goed kwalitatief en kwantitatief inzicht no-dig. Daarom zijn in de geocentrifuge van Delta-res enkele geïnstrumenteerde modelpalen op een aantal tijdstippen na installatie proefbelast. Uit de resultaten van deze proeven kon echter niet worden geconcludeerd of er significante tijdsafhankelijke effecten op de draagkracht van palen in zand zijn. Wel zijn er duidelijk ontwik-kelingen in de schachtwrijving waargenomen. Aanvullende geocentrifugeproeven in het kader van ‘set-up’ werden niet aanbevolen, omdat er dan een aanzienlijke proeftijd nodig lijkt te zijn. Aanvullend onderzoek in de geocentrifuge naar groepseffecten leek daarentegen wel zinvol.

Beoogde voortzetting van het onderzoekHet was de bedoeling om als vervolg op het on-derzoek in de geocentrifuge een proefterrein in te richten en onder andere de set-up eerst met geïnstrumenteerde geprefabriceerde betonpa-len op werkelijke schaal te bepalen en daarna met diverse typen in de grond gevormde palen. Voor een dergelijk onderzoek werd voor de uit-voering gedacht aan een bedrag van een aantal miljoenen euro’s, afhankelijk van de wijze waar-op het wordt georganiseerd. Dat is kostbaar, maar deze kosten zijn beperkt ten opzichte van de kostenverhoging die het gevolg zal zijn van het hanteren van lagere paalklassefactoren voor het geotechnisch ontwerp van bouwwer-ken in Nederland. Deze kostenverhoging wordt geschat op 30 à 40 miljoen euro per jaar. Het is echter mede door het economische tij van de af-gelopen jaren niet mogelijk gebleken om voor dit proefbelasting programma de benodigde finan-ciering rond te krijgen.

Mogelijke alternatievenIn het afgelopen jaar zijn ook van buiten de normcommissie Geotechniek ideeën aange-dragen om tot oplossingen te komen. Zo werd voorgesteld het sonderen een grotere rol te la-ten spelen bij het ontwerp door voor, tijdens en na het installeren van een paal te sonderen. Een aanpak met alleen aandacht voor het sonderen

Leden NEN-commissie Geotechniek:ir. G. Hannink

ing. E. de Jongir. M.L. Lurvink

ir. A.J. van Seters

Page 37: Geotechniek April 2015

37 GEOTECHNIEK - April 2015

Normen en waarden

lost echter het probleem niet op. Er wordt dan alleen iets van het installatie-effect van de paal gemeten, maar over de werkelijke draagkracht van de paal komt geen nadere informatie be-schikbaar. De huidige Nederlandse ontwerp-regels zijn gebaseerd op een bepaalde aange-toonde relatie tussen een sondeerresultaat en een proefbelastingsresultaat. Juist omdat die relatie er is, behoeven er in Nederland voor een bouwproject geen palen op het werk te worden proefbelast. Als die relatie anders blijkt te zijn dan altijd gedacht, dan kan niet anders worden geconcludeerd dan dat die relatie moet worden herzien of dat op werken standaard proefbelas-tingen moeten worden uitgevoerd.

BesluitOmdat de diverse onderzoeken in de afgelopen periode tot onvoldoende resultaten hebben ge-leid, kon de normcommissie niet anders dan de paalklassefactoren alsnog reduceren. Deze aanpassing van de huidige paalklassefactoren is noodzakelijk om aantoonbaar te voldoen aan het in Nederland overeengekomen veiligheidsni-veau. De normcommissie Geotechniek, waarin de gehele geotechnische branche in Nederland is vertegenwoordigd, heeft onlangs besloten dat de paalklassefactoren voor de paalpunt (αp) voor alle paaltypen per 1 januari 2016 met 30% worden gereduceerd. De paalklassefactoren voor de schachtwrijving (αs en αt) worden niet gereduceerd.

Wanneer statische proefbelastingen worden

uitgevoerd, mogen de daaruit afgeleide, hoge-re waarden van de paalklassefactoren worden gebruikt. Er wordt naar gestreefd om het uit-voeren van proefbelastingen aantrekkelijker te maken. Daarom zullen de voorschriften voor het uitvoeren van statische proefbelastingen en het interpreteren van de resultaten op de volgende punten worden aangescherpt: 1. De eisen aan proefterreinen2. Omschrijving van de zaken die moeten zijn

vastgelegd bij installatie van de proefpaal3. Omschrijving van de zaken die moeten zijn

vastgelegd over de proefpaal zelf (ook in-strumentatie)

4. Procedure voor het meten bij in de grond ge-vormde palen

5. Detailprocedure voor de interpretatie van de proef (b.v. hoe om te gaan met reductie van conusweerstanden)

Omdat deze punten waarschijnlijk niet tijdig in de nieuwe versie van NEN 9997-1 kunnen wor-den ondergebracht, wordt er gedacht aan het uitbrengen van een Nationale Praktijk Richtlijn (NPR) over het proefbelasten van palen.

Referenties- CUR Bouw & Infra / Delft Cluster, CUR-rap-

port 229: Axiaal draagvermogen van palen, Stichting CURNET, Gouda, 2010, 124 blz.

- Tol, A.F. van, R. Stoevelaar en J. Rietdijk: Draagvermogen van geheide palen in inter-nationale context, Geotechniek nr. 5, Thema-uitgave Funderingsdag, december 2010, blz. 4

t/m 9.- Hannink, G., A.J. van Seters en H.L. Jansen:

Draagkracht van palen, Geotechniek nr. 1, ja-nuari 2011, blz. 26 t/m 28.

- Stoevelaar, R., A. Bezuijen, W. Nohl, H. Jan-sen, F. Hoefsloot en G. Hannink: Werkdocu-ment Verborgen veiligheden, 2012.

- Hannink, G. en A.J. van Seters: Bouwbesluit 2012 van kracht, NEN 9997-1 beschikbaar en CUR-commissie bezig met draagkracht van funderingspalen, Geotechniek nr. 3, juli 2012, blz. 26 en 27.

- Tol, A.F. van: Draagkracht funderingspalen, een update, Geotechniek nr. 5, Thema-uitgave Funderingsdag, december 2012, blz. 14 t/m 18.

- Hannink, G., M. Lurvink en A.J. van Seters: Is Eurocode 7 af?, Geotechniek nr. 5, Thema-uitgave Geotechniekdag, december 2013, blz. 4 t/m 9.

- Meinhardt, G., M. Pehlig, A.J. van Seters, A. van der Stoel en L. Tiggelman: Open brief aan de CUR-commissie 193, Geotechniek, oktober 2014, blz. 8.

- Baars, S. van: Reactie op de open brief aan de CUR-commissie 193, Geotechniek, januari 2015, blz. 36 en 37.

- Lange, D.A. de, R. Stoevelaar en A.F. van Tol: Onderzoek naar ‘set-up’ bij palen in zand in de geo-centrifuge, Geotechniek, januari 2015, blz. 38 t/m 43.

Page 38: Geotechniek April 2015

38 GEOTECHNIEK - April 2015

KIVI Afdeling Geotechniek

De CGF Masterclass Grondgedrag, een must voor elke geotechnicus die een beter begrip wil voor daadwerkelijke gedrag van het materiaal grond.

De CGF Masterclass “Handen aan de grond” wordt georganiseerd door NCOI/Reed Business Opleidingen. In de vier sessies van de Mas-terclass worden de cursisten aan het denken gezet over droge, vochtige en verzadigde kor-relmassa’s, fijnkorrelige massa’s, spannings-vervormingsgedrag en identificatie/classificatie van grond. Daarbij worden talrijke misverstan-den en verwarrende opvattingen - regelmatig aanleiding tot problemen, conflicten en zelfs arbitrages bij geotechnische projecten - uit de wereld geholpen. Voorts komen correlaties en richtwaarden met betrekking tot geotechnische parameters uitgebreid aan bod en last but not least levert de uitvoering van veel simpele expe-rimenten verhelderende inzichten in het gedrag van het materiaal grond.

De cursus is ook geschikt voor ervaren geotech-nici, omdat deze gericht is op achtergronden en correlaties voor het inchatten van het gedrag van grond. De proefuitkomsten worden daarbij uitvoerig bediscussieerd en gecorreleerd met de waarden van geotechnische parameters die in de geotechniek van cruciaal belang zijn. Door de opzet van de cursus is er ook veel ruimte voor vragen uit de dagelijkse praktijk. Geen overbodi-ge luxe dus voor de huidige generatie geotechni-sche adviseurs/onderzoekers, die steeds vakervanachter een computer het numerieke gedragvan grond bestuderen zonder het fysieke contactmet dit basismateriaal te ervaren.

Deze masterclass van 4 dagen (14.00 h. - 21.00 h.) wordt gegeven bij Deltares; tot aan de zomer zijn twee cursussen gepland.

Aanmelding voor de masterclass kan geschie-den via de website www.reedbusinessopleidin-gen.nl/opleidingen/techniek/infra.

Voor vragen kunnen geïnteresseerden terecht bij de docenten Piet Lubking, Paul Schaminée en Joost Breedeveld).

CGF Masterclass Grondgedrag

De grondlegger van hierboven genoemde cur-sus, ir. Piet Lubking, heeft in de loop der jaren gepoogd een adequate bijbehorende syllabus op te zetten. De diverse, achtereenvolgende concepten van de syllabus resulteerden uitein-delijk in een steeds omvangrijker wordend na-slagwerk, waarin vooral aandacht wordt besteed aan de bepaling van geotechnische parameters (zoals sterkte, stijfheid, doorlatendheid en zui-gingsgedrag) op basis van simpele proefuitkom-sten. De intentie van de samensteller was daar-bij vooral het verschaffen van nuttige informatie aan de geotechnisch adviseur/onderzoeker in die gevallen waar relatief weinig gegevens be-schikbaar zijn omtrent de grootte van de werke-lijke geotechnische parameters. Het boek geeft niet alleen inzicht in het te verwachten grondge-drag, maar levert vooral bruikbare richtwaarden en correlaties op voor de adviespraktijk. Daar-

door vormt het naslagwerk een nuttig en hand-zaam hulpmiddel voor iedereen die werkzaam is in de geotechniek of aanverwante disciplines.

Omdat een dergelijk naslagwerk nooit helemaal volledig kan zijn ligt het in de verwachting dat deze eerste druk met een omvang van ruim 700 pagina’s in toekomstige jaren zal worden ge-volgd door herziene versies waarin aanvullin-gen, maar ook aanpassingen en verbeteringen zijn opgenomen.

Eind 2014 is dit naslagwerk met ondersteuning van KIVI Afdeling Geotechniek voltooid en uitge-geven.

Het boek kost €166,50 (inclusief BTW en verzendkosten). Voor bestellingen wordt u ver-wezen naar de link op www.kivi.nl/geotechniek

GrondgedragFeiten, normen en waarden met betrekking tot grond in de praktijk van de geotechniek.

4 daagse masterclass (14.00 h. - 21.00 h.)

Cursus Datums

maart/april 5 maart 19 maart 2 april 16 april

april/mei 14 april 28 april 12 mei 26 mei

Page 39: Geotechniek April 2015

No profession unleashes the spirit of innovation like engineering. From electric cars and faster microchips to medical robots, farming equipment and safer drinking water, engineersuse their knowledge to connect science to society and have a direct and positive effect onpeople’s everyday lives.

The Royal Dutch Society of Engineers (KIVI) is the largest engineering society of the Netherlands. With over 20.000 members and sections for all engineering disciplines we pro-vide an exciting platform for in-depth and cross-sector knowledge sharing and networking.

Visit us at www.kivi.nl

Engineers make a worldof difference

Royal Dutch Society of Engineers

No profession turns so many ideas into so many realities

DI.KIVI.05.14 09-05-14 09:01 Pagina 1

geotechniek _Juli_2014_binnen_v3.indd 19 04-06-14 13:56

Page 40: Geotechniek April 2015

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 30 28-08-14 13:54

Binnenstedelijke kademuren, vernieuwing en nieuwbouw

In samenwerking metCursusleider

CursusdataStudiepunten

SBRCURnetAss.prof.dr.ir. J.G. de Gijt (Gemeentewerken Rotterdam/TU Delft)19 en 20 mei 201510 PDH’s Bouw- en Waterbouwkunde10 PDH’s Geotechniek

Ankerpalen: ontwerp, uitvoering en beproeving CursusleidersCursusdataStudiepunten

Ir. A.C. Vriend (Acécon BV)Ing. E. de Jong (Geobest BV) 2 Kenniseenheden Constructeursregister5 PDH’s Geotechniek

Uitvoeringsaspecten van dijkversterkingen

Cursusleider

CursusdataStudiepunten

Ing. F.A. van den Berg (Waterschap Rivierenland/Projectbureau Dijkversterkingen) en ir. W.A. Halter (Fugro GeoServices)21, 22 april en 1 excursiedag voorjaar 20153 Kenniseenheden Constructeursregister15 PDH’s Bouw- en Waterbouwkunde15 PDH’s Geotechniek

Toepassing van folieconstructies in verdiepte infrastructuurIn samenwerking metCursusleiderCursusdatum

SBRCURnetIng. R.H. Gerritsen (Witteveen+Bos)28 mei 2015

Risicogestuurd grondonderzoek, van planfase tot realisatie

In samenwerking metCursusleiderCursusdatum

Geo-Impuls / SBRCURnetJ.H. van Dalen (Strukton Engineering)3 en 4 juni 2015

Ontwerp en uitvoering van geokunststoffen in de waterbouwCursusleiderCursusdata

Ir. W. Voskamp (Voskamp Business Consultancy)27 mei 2015

BIM in de praktijk van grond-, weg- en waterbouwCursusleiderCursusdata

Dr.ir. J.L. Coenders (White Lioness technologies/TU Delft) 19 en 20 mei 2015

www.pao.tudelft.nl Postbus 50482600 GA Delft

015 278 46 [email protected]

StichtingPostAcademisch Onderwijs

Cursussen Geotechniek voorjaar 2015

advertentie_geotechniek_2_2015.indd 1 12-2-2015 17:01:51

Page 41: Geotechniek April 2015

KATERN VAN

Bioafbreekbaar geotextiel is doeltreffend tegen bodemerosie

19E JAARGANG NUMMER 2 APRIL 2015ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR

GEBRUIKERS VAN GEOKUNSTSTOFFEN

Lichtgewicht wegophoging voor N201 bij Uithoorn

Page 42: Geotechniek April 2015

GEOKUNST - April 201542

Geokunst wordt mede mogelijk gemaakt door:

Bonar BVWestervoortsedijk 736827 AV ArnhemTel. +31 (0) 85 744 1300Fax +31 (0) 85 744 [email protected]

TEXION Geokunststoffen NVAdmiraal de Boisotstraat 13B-2000 Antwerpen – BelgiumTel. +32 (0)3 210 91 91Fax +32 (0)3 210 91 92www.texion.bewww.geogrid.be

TenCate GeosyntheticsHoge Dijkje 27442 AE NijverdalTel. +31 (0)546-544 811Fax +31 (0)546-544 [email protected]/geonederland

NAUE GmbH & Co. KGGewerbestr. 232339 Espelkamp-Fiestel – GermanyTel. +49 5743 41-0Fax +49 5743 [email protected]

Baggermaatschappij Boskalis BV, PapendrechtBonar BV, ArnhemCeco BV, MaastrichtCofra B.V., AmsterdamDeltares, DelftFugro GeoServices BV, LeidschendamGeopex Products (Europe) BV, GouderakHero-Folie B.V., ZevenaarInfraDelft BV, DelftIntercodam Infra BV, AlmereKem Products NV, Heist op den Berg (B)Kiwa NV, RijswijkKwast Consult, HoutenMovares Nederland BV, UtrechtNaue GmbH & Co. KG, Espelkamp-Fiestel

Ooms Civiel BV, AvenhornProsé Kunststoffen BV, LeeuwardenQuality Services BV, BennekomRobusta BV, GenemuidenSBRCURnet, DelftT&F Handelsonderneming BV, OosteindTen Cate Geosynthetics Netherlands BV, NijverdalTensar International, ’s-HertogenboschTerre Armee BV, WaddinxveenVan Oord Nederland BV, GorinchemVoorbij Funderingstechniek BV, AmsterdamVulkan-Europe BV, Gouda

De collectieve leden van de NGO zijn:

Geokunst - Oktober 201442

Geokunst wordt mede mogelijk gemaakt door:

Bonar BVWestervoortsedijk 736827 AV ArnhemTel.+31(0)857441300Fax+31(0)[email protected]

TEXION Geokunststoffen NVAdmiraal de Boisotstraat 13B-2000 Antwerpen – BelgiumTel.+32(0)32109191Fax+32(0)32109192www.texion.bewww.geogrid.be

TenCate GeosyntheticsHoge Dijkje 27442 AE NijverdalTel.+31(0)546-544811Fax+31(0)[email protected]/geonederland

NAUE GmbH & Co. KGGewerbestr. 232339 Espelkamp-Fiestel – [email protected]

Baggermaatschappij Boskalis BV, PapendrechtBonar BV, ArnhemCeco BV, MaastrichtCofra B.V., AmsterdamDeltares, DelftFugro GeoServices BV, LeidschendamGeopex Products (Europe) BV, GouderakHero-Folie B.V., ZevenaarInfraDelft BV, DelftIntercodam Infra BV, AlmereKem Products NV, Heist op den Berg (B)Kiwa NV, RijswijkKwast Consult, HoutenMovares Nederland BV, Utrecht

Naue GmbH & Co. KG, Espelkamp-FiestelOoms Civiel BV, AvenhornProsé Kunststoffen BV, LeeuwardenQuality Services BV, BennekomRobusta BV, GenemuidenSBRCURnet, RotterdamT&F Handelsonderneming BV, OosteindTen Cate Geosynthetics Netherlands BV, NijverdalTensar International, ’s-HertogenboschTerre Armee BV, WaddinxveenVan Oord Nederland BV, GorinchemVoorbij Funderingstechniek BV, Amsterdam

De collectieve leden van de NGO zijn:

Enkadrain®. De drainagemat voor o.a. parkeerdaken, pleinen en kelderwanden.

Enkadrain draineert, filtreert en beschermt. De drukstabiliteit en langetermijnprestaties van Enkadrain zijn uitstekend. Daarnaast is Enkadrain licht, flexibel en eenvoudig te installeren.

Drainage onder plein Stedelijk Museum, Amsterdam

Bonar

Westervoortsedijk 73 / 6827 AV Arnhem / T +31 85 744 1300

F + 31 85 744 1310 / [email protected] / www.bonar.com

1x formaat 208(b)x 134(h)Advert_Enkadrain_208x134mm_02_NL.pdf 1 01-10-13 09:30

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 42 28-08-14 13:54

Page 43: Geotechniek April 2015

43 GEOKUNST - April 2015

Van de redactie

Colofon

Geokunst wordt uitgegeven door deNederlandse Geotextiel organisatie.Het is bedoeld voor beleidsmakers,opdrachtgevers, ontwerpers, aan nemersen uitvoerders van werken in de grond-,weg- en waterbouw en de milieutechniek.Geokunst verschijnt vier maal per jaaren wordt op aanvraag toegezonden.

Tekstredactie C. SlootsEindredactie S. O’HaganRedactieraad C. Brok A. Bezuijen M. Duskov J. van Dijk F. de MeerleerProductie Uitgeverij Educom BV

Een abonnement kan wordenaangevraagd bij:Nederlandse Geotextielorganisatie (NGO)Postbus 3583840 AJ HarderwijkTel. 085 - 1044 727

www.ngo.nl

Bouwen voor de eeuwigheid, zonder stil te staan bij de levensduur van constructies, was een uitgangspunt van ‘ontwerpers’ tot aan de tech-nologische revolutie in de tweede helft van de negentiende eeuw. Con-structies werden meer op gevoel en ervaring dan op basis van beproefde rekentechnieken ontworpen. Vandaag de dag is de ontwerplevensduur een belangrijk aspect bij het ontwerpen van constructies. Daartoe be-schikken wij over rekenmodellen, waarin het effect van dynamische of statische krachten die op de constructie zullen werken, kunnen worden voorspeld. Voor een wegconstructie gaat men uit van een aantal equi-valente standaard aslasten van 100 kN, die de constructie in zijn leven moet kunnen opnemen. De invloed van een gemiddelde personenauto hierop praktisch te verwaarlozen: 260.000 personenauto’s tellen voor één standaard aslast. Het zware verkeer is dus maatgevend. Er worden ook eisen gesteld aan (rest)zettingen. Een grondonderzoek op maat, om betrouwbare gegevens over de ondergrond in kaart te brengen, is essentieel om restzettingen nauwkeurig te kunnen voorspellen. Rest-zettingen treden op, omdat de ondergrond plaatselijk extra wordt belast door het gewicht van de constructie. Bij ophogingen is de toename van het gewicht op de ondergrond ten opzichte van de maagdelijke situatie bepalend voor de restzettingen.

In het artikel van Milan Duškov, Henk van Wijngaarden en W.J.Erkelens wordt een praktijkvoorbeeld gegeven van een lichtgewicht ophoging op slappe grond. Door toepassing van een 2,5 m laag van EPS blokken in de ophoging, in combinatie met een beperkte voorbelasting en verticale drainage, konden de restzettingen ten gevolge van de ophoging prak-tisch worden geëlimineerd. De restzettingseis voor het weggedeelte is maximaal 10 cm en in de directe omgeving van de op palen gefundeerde constructieonderdelen mag nagenoeg geen restzetting optreden (reken-waarde 0). De gewichtsbesparing van de EPS blokken ten opzichte van

een klassieke ophoging met zand voor die laag, bedraagt 99%. Deze con-structie is berekend met een ontwerplevensduur van 20 jaar, maar het zal wellicht wat langer meegaan.

In ons tweede artikel van onze Belgische collega’s Frans de Meerleer en Sabine Victor staat levensduur centraal, maar speelt een heel andere rol, dan we misschien gewend zijn. Dit artikel gaat over materialen, die als tijdelijke erosiebescherming worden toegepast en in een later stadium moeten vergaan. Door het aanbrengen van een bio afbreekbaar geotextiel aan de oppervlakte van een afgewerkt talud en het talud door gaten in het geotextiel te beplanten, wordt erosie van de oppervlakte in de beginfase van de constructie door het geotextiel voorkomen. In de loop van de tijd nemen de plantenwortels geleidelijk de functie van erosiebescherming over van het geotextiel. De wortels van de volgroeide planten vormen een natuurlijke erosiebescherming van de toplaag, terwijl het geotextiel langzaam vergaat. In dit geval wordt gebruik gemaakt van geotextielen uit polymelkzuur (PLA). Andere voorbeelden zijn kokos- of stromatten.

U ziet het: met geokunststoffen kunnen we alle kanten uit en omdat het kunststoffen zijn, kunnen ze ontworpen worden voor lange duur, hoge sterkte, korte duur en in het voorbeeld van Frans en Sabine laten we zien dat ze zelfs een zelfoplossend vermogen kunnen hebben, letterlijk dan.

Ik wens u veel leesplezier met deze GeoKunst,Shaun O’Hagan, Eindredacteur GeoKunst.

Beste Geokunst lezer,

˘

Page 44: Geotechniek April 2015

GEOKUNST - April 201544

InleidingAls onderdeel van de uitvoering van het Master-plan N201+ is nabij Uithoorn, op de grens tus-sen de provincie Noord-Holland en provincie Utrecht, een deel van de omlegging van de N201 gerealiseerd. Onder de projectnaam ‘Omlegging Amstelhoek’ is deze nieuwe weg bestaande uit 1 rijbaan met 2 rijstroken met daarin het Amstel aquaduct als passage van de Amstel, aangelegd. Vanwege lokale zettingsproblematiek en de noodzakelijke hoogteligging van het aquaduct als waterkering is er op Noord-Hollands grond-gebied een 200 m lange lichtgewicht wegop-hoging gerealiseerd noordwestelijk van de op palen gefundeerde en dus zettingsvrije beton-nen constructie van het aquaduct. Het maximale hoogteverschil bedraagt 4,12 m ten opzichte van

het maaiveld. Dit artikel beschrijft de randvoor-waarden en ontwerpberekeningen voor het ont-werp van deze weg.

Situatiebeschrijving en ontwerponderbouwing De grond van het lokale polderlandschap is zet-tinggevoelig ten gevolge van aanwezige slappe veen- en kleilagen. Een dergelijke ongun-stige bodemgesteldheid vormt een probleem op zich voor de aanleg van een meer dan 4 m hoge wegophoging op de locatie. Ter plaatse is de gronddraagkracht enigszins vergroot door meerdere lagen zand als voorbelasting aan te brengen. Het voorziene ophogingontwerp door een traditionele voorbelasting + overhoogte gaf tijdens de uitvoering onwenselijke grote neven-zettingen op de nabij gelegen objecten. De over-

hoogte van het zandlichaam kon daardoor niet onbelemmerd meer over de gehele lengte van 200 m van het onderhavige wegvak worden ge-realiseerd. Zelfs plaatselijke grondverbetering bood geen soelaas bij de lokale grondgesteld-heid. Een oorzaakgerichte lichtgewicht ontwerp- oplossing conform het principe van minimale extra bovenbelasting was noodzakelijk voor een adequate zettingreductie en is ondertussen ge-realiseerd. De sinds mei 2014 in gebruik zijnde wegconstructie sluit zonder zettingverschillen drempelloos aan op zowel de ten noordwesten liggende betonnen overkluizing als het ten zuid-oosten liggende aquaduct.

De ontwerponderbouwing betrof zowel het constructieve als het zettingsgedrag van de desbetreffende lichtgewicht wegophoging met EPS-blokken en de bijbehorende verhardings-constructie. Dankzij de toegepaste pakketten van ultra lichtgewicht EPS-blokken met een volumieke massa van slechts 20 kg/m³ kon verticale belasting op de ondergrond, en daar-mee de invloed op het naburige kassencomplex, geminimaliseerd worden. Het ontwerp van de lichtgewicht ophoging houdt optimaal rekening met alle relevante specifieke aspecten. “Op-timaal” heeft hier betrekking op de vereiste ontwerplevensduur van de weg, maximaal toe-laatbare zettingen, toegestane spanningswaar-den en de benodigde afmetingen van EPS–pak-ketten.

Programma van eisenDe door de provincie Noord-Holland opge-stelde randvoorwaarden en uitgangspunten voor de lichtgewicht ophogingconstructie van de N201 werden voornamelijk bepaald door a) de terrein(hoogte)ligging, b) het benodigde hoogteverschil en de daarmee gepaard gaande

Lichtgewicht wegophoging voor

N201 bij Uithoorn

dr. ir. M. DuškovInfraDelft BV

H. van WijngaardenProvincie Noord-Holland

Directie UAV-wegen

W.J. ErkelensProvincie Noord-Holland

Projectmanager

Figuur 1 - Lichtgewicht ophoging van de N201 en het aquaduct onder de Amstel in uitvoering

Page 45: Geotechniek April 2015

Samenvatting

45 GEOKUNST - April 2015

ophooghoogte, c) de verhardingsopbouw, d) voorbelasting in het verleden en e) de kosten-effectiviteit van het ontwerp (zonder gevolgen voor de duurzaamheid, zettinggedrag en stabi-liteit). Zo bedraagt de door de provincie maxi-maal toegestane restzetting in het middelste weggedeelte 10 cm na 30 jaar ter beperking van (mogelijke) schade en/of hinder. Nabij de op palen gefundeerde constructies was er zelfs geen restzetting van betekenis toegestaan. Uiteraard mag een wegconstructie prak-tisch geen permanente deformatie ondergaan gedurende de ontwerplevensduur van 20 jaar.

De recent getelde verkeersintensiteit middel-zware- en zware motorvoertuigen bedraagt circa 2.200 motorvoertuigen per etmaal in beide richtingen tezamen voor dit tracédeel van de nieuwe N201. Gelijke verkeersintensiteiten voor de oostelijke en westelijke rijrichting zijn aannemelijk. Het groeipercentage van de toe-name van de verkeersintensiteit is vastgesteld op 1,5% per jaar tot 2034 wanneer de levensduur van de verhardingsconstructie contractueel ein-digt.

Plaxis-modellenDe voorbelastingdiktes zijn niet uniform ge-weest over het gehele onderhavige tracé- gedeelte van de N201. Wel zijn er overal verti-

cale drains ingeboord. De zanddikte bereikte lokaal een hoogte van 3,5 m. De effecten van verschillende voorbelastingen en het gebruik van verticale drainages zijn bepaald met twee-dimensionale Plaxis-modellen. Dit op eindige elementen gebaseerd programma maakt het mogelijk de werkelijke effecten van zulke con-solidatieversnellende maatregelen bij verschil-lende diktes/lengtes/breedtes van de EPS-lagen te kwantificeren. Zulke inzichten resulteerden in een minimalisering van de totaal voor te schrij-ven materiaalhoeveelheden en daardoor tot een kostenreductie. Eveneens konden verschillende EPS-pakketten en verhardingslagen op zetting- en spanningwaarden worden gecontroleerd.

De Plaxis-modellen hielden rekening met bij-zondere situaties per geselecteerd dwarspro-fiel. Het finetunen van de parameters in Plaxis-modellen vond iteratief plaats op basis van beschikbare monitoringsresultaten. Figuur 2 illustreert de uiteindelijke matching tussen (met zakbakens) gemeten en berekende zettingen. Beschikbare gemeten zettingwaarden wijzen op bijzondere voorspellingnauwkeurigheid van de opgestelde dwarsprofielmodellen. De Plaxis-resultaten waren tevens aan de conservatieve/veilige kant. Het ontwerp op basis van zulke mo-dellen is door zulke beperkte veiligheidsmarge secuur en tegelijk veilig te noemen.

Stabiliteit en opwaartse krachtenVoor de berekening van de veiligheid voor alle gemodelleerde dwarsprofielen zijn de stabili-teitfactoren berekend zowel tijdens de bouw-activiteiten als in de gebruikfase tot het einde van de consolidatie na 10.000 dagen. Plaxis vergelijkt de sterkteparameterwaarden met de gereduceerde waarden die net voldoende zijn voor een minimale stabiliteit gedurende het zet-tingproces. Deze controle garandeert de stabi-liteitveiligheid tijdens het bouwproces en na de voltooiing van de lichtgewicht ophogingen.

De controleberekeningen van opwaartse krach-ten toonden veiligheidsfactoren hoger dan ver-eiste veiligheidsfactor 1,1 aan in alle gevallen van de N201. Wel zijn omwille van absolute ze-kerheid extra peilbuizen in de directe omgeving van het dwarsprofiel nabij het aquaduct ge-plaatst. Vanzelfsprekend moest er een absolute zekerheid omtrent het lokale grondwaterniveau bestaan vanwege onacceptabele consequenties indien opwaartse krachten problemen zouden veroorzaken. In de bouwfase stond ook de be-maling aan in lager gelegen tracégedeeltes.

Uitvoering en directievoeringIn verband met optimale uitvoeringscontrole heeft de provincie Noord-Holland gebruik gemaakt van specifieke deskundigheid. De

Medio mei 2014 is door de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen en gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de provincie Noord-Holland, Elisabeth Post, de Omlegging Amstelhoek als laatste deel van de nieuwe N201 geopend, met daarin het Amstel aquaduct als passage van de Amstel. Ten noordwesten van het (op palen gefundeerde) aquaduct is er vanwege lokale zettingsproblematiek een 200 m lange lichtgewicht wegophoging gerealiseerd. Het maximale hoog-teverschil bedraagt 4,12 m ten opzichte van het maaiveld. De ontwerpon-

derbouwing betrof zowel het constructieve als het zettingsgedrag van de desbetreffende wegophoging met EPS-blokken. De daarvoor gebruikte Plaxis-modellen zijn op basis van de monitoringsresultaten opgesteld. Vanwege de complexiteit hiervan heeft de provincie Noord-Holland gebruik gemaakt van de specifieke kennis en expertise. Zulke gespecia-liseerde technische assistentie zorgde voor tijdige en afdoende controles op het moment waarop dat nodig was, zodat er bijgestuurd kon worden op het gewenste scenario met benodigde compensatiemaatregelen.

Figuur 2 - Middels zaakbakens gemeten zet-tingen versus het met Plaxis-model uitgere-kende zettingverloop voor een dwarsprofiel van de N201

Figuur 3 - Plaxis-model van een karakteristiek dwarsprofiel van de lichtgewicht ophoging van de N201 met het 2,5 m dikke EPS100-pakket

Page 46: Geotechniek April 2015

GEOKUNST - April 201546

gebundelde ervaring en specialistische know-how stelde het uitvoeringsteam van ‘Omlegging Amstelhoek’ in staat om de (geplande) werk-wijze van de aannemer doeltreffend te moni-toren. De focus van de provincie Noord-Holland

lag op leverings-, stort-, verdichting- en laag-diktecontrole over de gehele lengte van het met EPS gebouwde tracé en de inbouwmethode voor het wegmeubilair. Behalve tijdige en afdoende controles zorgde de specialistische technische

assistentie voor benodigde compensatiemaat-regelen wanneer zich tijdens de uitvoering correcties op het resultaat c.q. kwaliteitseisen noodzakelijk werden geacht.

Op die manier kon de provincie Noord-Holland tijdens de uitvoering bijsturen, zodat het eind-resultaat voldeed aan de beoogde duurzaam-heid en het vereiste zettingsgedrag. Het ging, onder andere, om de materiaaleigenschappen van leveranties en de aanleg. Ter controle heeft de provincie Noord-Holland door gecertificeerde keuringsinstituten controleproeven laten doen op de materialen in verschillende ophogings- en verhardingslagen. Mechanische testen op geboorde kernen in het EPS zijn de enige ma-nier voor het vaststellen van de werkelijke druk-sterkte en elasticiteitsmodulus. Het aan de TU Delft uitgevoerde omvangrijke materiaalonder-zoek op de lichtgewicht ophoog- en fundering-materialen diende als een belangrijke maatstaf. Dankzij deze bij het provinciale uitvoeringsteam aanwezige expertise bestond er zekerheid over het gedrag onder gecombineerde statische en cyclische drukbelasting van de desbetreffende constructielagen. De statische component bootst het eigen gewicht van de bovenliggende verhardingslagen na, terwijl de cyclische span-ningen de belasting van over de weg rijdend vrachtverkeer simuleren.

Soms leidden als extra service bedoelde maat-regelen, zoals het (functioneel onnodig) lijmen van opeenvolgende EPS-lagen tot onnodige complicaties. Bij correcties tijdens het stapel-proces, laten gelijmde blokken zich moeilijk weer zonder schade los maken. Een ander aan-dachtpunt betrof het transport van bouwmateri-alen over de nog niet voltooide funderingscon-structie van de N201. Eenmaal overbelast EPS (met dientengevolge beschadigde celstructuur) heeft minder goed mechanisch gedrag dan aan-genomen voor het ontwerp. Het risico voor een inadequaat eindresultaat is echter minder groot op de middelste strook waar geen rijstroken maar de middenberm zijn geprojecteerd.

AanbevelingVanwege het specifieke karakter van het aan-brengen van een EPS-wegconstructie bleek het inhuren/gebruik maken van de benodigde exper-tise door de opdrachtgever, in casu de provincie Noord-Holland, erg nuttig. Zulke gespeciali-seerde technische assistentie zorgt voor tijdige en afdoende controles zodat voldaan wordt aan de gestelde eisen van de EPS-constructie.

Figuur 4 - Lichtgewict wegophoging van de N201 met zichtbare EPS-blokken in uitvoering.

Figuur 5 - Luchtfoto van de N201 met zichtbare EPS-blokken en nog onvoltooide schuimbetonlaag

Page 47: Geotechniek April 2015

Vooraanstaand en betrouwbaar

www.bauernl.nl

BAUER Funderingstechniek voert uit: Mixed-In-Place soilmix

Groutanker met strengen GEWI-anker (paal) Groot diameter boorpaal Cement -bentoniet dichtwand Diepwand Jet grouten

Voor gedegen Mixed- In-Place Soilmix oplossingen

N71 Artikels_Opmaak 1 28-08-13 12:12 Pagina 44

Texion Geokunststoffen nv - Admiraal de Boisotstraat 13 - 2000 Antwerpen - België - Tel. + 32 (0)3 210 91 91 - Fax +32 (0)3 210 91 92 - www.texion.be

nieuwe handige tool voor ontwerpen met geokunststoffen

met wegwijzer voor standaardbestekken

duidelijke schetsen die de werking illustreren

snelle selectie van eisen te stellen aan geokunststof unieke rekenmodules voor Methode Sellmeijer LatRes & MemAct

TexionDesign

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 49 28-08-14 13:55

Flinterdunne geomembranen. Onwrikbare geogrids. Schanskorven die oevers beschermen. Biologisch afbreekbare matten tegen bodemerosie. Geotextielen met vezels die sterker zijn dan staal. Het zijn maar een paar voorbeelden van de vele geokunststo� en die gebruikt worden in de weg- en waterbouw, bij de aanleg van spoorwegen, vliegvelden en afvalstortplaatsen, en tal van andere toepassingen.

Dit handboek geokunststo� en is niet alleen een mooi geïllustreerd overzicht van wat de technologie van de geokunststo� en u vandaag te bieden heeft, zodat u de beste aanpak voor uw project kunt kiezen. Het is vooral een praktisch hulpmiddel, met foto’s, de� nities, eigenschappen, productiemethoden, ontwerpregels, schetsen, en de essentie van de berekeningsmethoden die u nodig zult hebben. Het is een mix van innovatie en traditie. Alles conform de ISO 10318-nomenclatuur. Hou dit boek dus in de buurt.

Hebt u meer informatie nodig? Hebt u een oplossing gevonden die past bij uw project en bent u op zoek naar deskundig advies, een haalbaarheidsstudie, een voorontwerp of een kostenraming? Het TEXION-team kan u helpen. Vanuit onze jarenlange ervaring en brede productkennis denken we ook met u mee over e� ciëntie, rentabiliteit en kwaliteit, en dragen zo actief bij tot het succes van uw project.

Vraag nu uw exemplaar aan op www.texion.be

Handboek Geokunststo� en

Texion Geokunststo� en nvAdmiraal de Boisotstraat 13 • 2000 Antwerpen

Tel. +32 (0)3 210 91 91 • Fax +32 (0)3 210 91 92 [email protected] • www.texion.be

vernieuwde

uitgave!

Page 48: Geotechniek April 2015

GEOKUNST - April 201548

Erosie, de natuurramp die het nieuws niet haaltOverstromingen, tsunami’s, tornado’s, aard-bevingen, aardverschuivingen en vulkaanuit- barstingen zijn natuurrampen omdat ze een di-rect, spectaculair en catastrofaal effect hebben op de bevolking. Daarom wordt er ook veel geïn-vesteerd in onderzoek, studies en risicoanalyses met geografische informatiesystemen (GIS).

Erosie haalt veel minder vaak de media. De

gevolgen van erosie zijn nochtans even catast-rofaal. Meer nog, erosie zou de lijst met natuur-rampen moeten aanvoeren! Ze veroorzaakt wereldwijd de meeste schade, alleen… er wor-den geen tv-uitzendingen voor onderbroken en daardoor is het begrip geen top-of-mind.

De belangrijkste vorm van erosie is bodem- erosie, waarbij bodemdeeltjes worden afgebro-ken en meegenomen door afstromend water.

De gevoeligheid voor erosie is afhankelijk van hellingsgraad van het land, de infiltratiekarak-teristieken van de grond en de regenintensiteit.

Bodemerosie spoelt vruchtbare grond wegDe Belgische leem- en zandbodems hebben een lage aggregaatstabiliteit en zijn daarom gevoelig voor bodemerosie. In Vlaanderen spoelt jaarlijks als gevolg van erosie 1,5 à 2 miljoen ton vrucht-bare grond van de akkers. In Nederland is het probleem kleiner. Erg is het gesteld in Zuid-Afri-ka. Met enig cynisme kun je stellen dat de 400 miljoen ton geërodeerde grond per jaar er het belangrijkste exportproduct is.

Naast het verlies van vruchtbare landbouwgrond heeft de erosie vervuiling van wegen, aanrijking en vervuiling van waterlopen en dichtslibben van riolen tot gevolg. Bijkomend probleem is dat de geërodeerde deeltjes die in de waterlopen te-rechtkomen zich daar vermengen met vervuild slib. Vruchtbare akkergrond wordt zo afval en moet op die manier worden behandeld. In Vlaan-deren kost 1 m3 slib ruimen uit een waterloop of wachtbekken 6 tot 60 euro/m3, afhankelijk van de afvoermogelijkheden en de vervuilingsgraad.

Oorzaken? Grootschalige landbouw en infrastructuurwerkenVoor de grootschalige landbouw zijn intrede deed, beperkte het landschap zelf de gevolgen van bodemerosie. Individuele, kleine landbouw-percelen werden gescheiden door weiden, ha-gen, wegeltjes. Deze natuurlijke bescherming tegen bodemerosie is nu meestal verdwenen.

De enorme grondverzetmachines die vandaag worden ingezet bij de uitvoering van grote infra-structuurwerken ontdoen grote oppervlaktes

Figuur 1 - Kokosmat beschermt talud alvorens begroening aanslaat.

Bioafbreekbaar geotextiel is

doeltreffend tegen bodemerosie

ir. Sabine VictorDS Technical Nonwoven nv

Frans De MeerleerTexion Geokunststoffen nv

Page 49: Geotechniek April 2015

49 GEOKUNST - April 2015

SamenvatingWat je bouwt is voor de eeuwigheid, of dat is toch zo goed als altijd de ambitie. Alle onderdelen en materialen moeten een zo lang mogelijke levensduur hebben. Daarom worden ook vaak geokunststoffen gebruikt: ze gaan lang mee. Maar een lange levensduur is niet altijd een voordeel, toch niet voor alle onderdelen van een project. Dijkbreuken herstellen

kan bijvoorbeeld met zandzakjes uit jute gebeuren. Die natuurlijke bouwstenen verdwijnen na verloop van tijd, waardoor het hart van de dijk langzaam een homogeen geheel wordt. Zandzakjes uit geokunststof zouden een lange tijd gladde inlagen blijven vormen. Om dezelfde reden is ook bij bodemerosie afbreekbaar geotextiel raadzaam.

land van hun beschermende laag teelaarde. Wind- en watererosie krijgen daardoor vrij spel tot de begroeiing zich heeft hersteld.

Door de kleinere hellingsgraad is de bodem in Nederland minder gevoelig voor erosie dan de in Vlaanderen. Met de bouw van spoorwegen, aardebanen, wegen en dijken ontstaan er wel relatief steile taluds, waarop erosie vrij spel heeft. De erosie slaat er toe voor de begroeiing hersteld is.

Bodemerosie door landbouw kan voorkomen wordenEr bestaat een aantal natuurlijke maatregelen die bodemerosie kunnen voorkomen. Ploegen volgens de hoogtelijnen en zonder grond te keren, bijvoorbeeld, is een op het eerste gezicht eenvoudige oplossing. Teelttechnische maat-regelen, zoals teeltrotatie, kunnen het probleem voorkomen (althans voor een jaar).

Daarnaast kun je dijkjes aanleggen op een hel-lend terrein. Een erosiepoel op het laagste punt van het veld kan afstromend slib opvangen. Parallelle stroken gras, aangelegd volgens de hoogtelijnen, kunnen het geërodeerde slib als buffers afremmen. Op korte termijn is bodem-

erosie overigens meer een probleem voor de lager gelegen wegen, woningen en waterlopen, niet voor de landbouwer zelf.

In de wereld van de geokunststoffen zijn we vertrouwd met kust- en oevererosie en kennen we ook de oplossingen. Stromingen, getijden, golven, wind en zeespiegelstijging vragen im-mers snelle actie omdat onze veiligheid ermee gemoeid is. Geokunststoffen voorkomen ram-pen, bijvoorbeeld bij de verhoging of versterking van dijken. Maar ook bij bodemerosie is geotex-tiel van groot nut. Enkele toepassingen:

Taludbegroeiing met gras: bioafbreekbare geotextiel mattenEen bioafbreekbaar geotextiel voorkomt de ero-sie van taluds tot de natuurlijke vegetatie het overneemt. Het is een gebruiksklare, compos-teerbare mat die een tijdelijke beschermlaag vormt tot de vegetatie die rol heeft overgeno-men. Er bestaan zelfs matten die al in de fabriek zijn ingezaaid.Enkele voorbeelden van deze bioafbreekbare geotextielmatten:• kokos- of strovezels, in een wirwarstructuur

naast elkaar, doorstikt met katoendraad• losse kokos- of cellulosevezels verpakt tus-

sen twee weefsels• losse kokos- of cellulosevezels verpakt tus-

sen twee geknoopte netten van jute of poly-propyleen.

Taludbegroeiing met struiken of planten: bioafbreekbaar geotextiel van polymelkzuur (PLA) Nieuw aangeplante, kleine struiken en planten worden snel overwoekerd door onkruid. Ze heb-ben tijd nodig om zich voldoende te ontwikkelen tot een bladerdek dat het talud beschermt tegen erosie en zonlicht. Tijdens deze periode van twee tot vier jaar mag onkruid geen kans krijgen.

Een polypropyleen geotextiel dat weinig licht doorlaat is een mogelijke oplossing. Alleen is de levensduur ervan beperkt door uv-straling. Het kunststof geotextiel gaat dus na verloop van tijd stuk. De vezels breken en de wind verspreidt lange slierten garen over het talud en ver daar-buiten. Het is erg arbeidsintensief om die resten te verwijderen en bovendien is het beschadigde materiaal afval.

Biocovers® PLA geotextile is gemaakt van poly-melkzuur (PLA). Dat is een grondstof die eruit ziet als kunststof, maar toch gemaakt is van

   

Figuur 2 - van CO2 en water via fotosynthese, hydrolyse en fermentatie naarmelkzuur

Figuur 3 - van melkzuur via polymerisatie tot PLA (polymelkzuur)

Page 50: Geotechniek April 2015

GEOKUNST - April 201550

landbouwafval (maïs of andere gewassen). PLA is volledig bioafbreekbaar en natuurlijk. Het wordt ook nog eens op een natuurlijke manier geproduceerd: door de fermentatie van de sui-kers uit landbouwafval.

Praktische uitvoeringGebruik een PLA-geotextiel op deze manier: (1) Bekleed het talud volledig met het

Biocovers® PLA geotextiel.(2) Zet het vast met bevestigingspennen uit PLA,

zoals BioPin®, die je op een ergonomische manier kunt plaatsen met de BioTool®.

(3) Snij gaten in het geotextiel, maar alleen op de plaatsen waar aanplanting komt, zodat de planten zich er voluit kunnen ontwikkelen zonder overwoekerd te worden door onkruid.

Steun vanuit EuropaMet het project Life+ ondersteunt Europa milieuvriendelijke initiatieven. Ook de niet-geweven PLA geotextielen die onkruid voor- komen zijn geselecteerd voor deelname aan een Europees Life+ project. Life+ RENEW4GPP heeft als doel overheden door middel van refe-rentieprojecten (vanaf 5.000 m²) te overtuigen van de voordelen van de duurzame niet-geweven PLA-geotextielen. De projecten worden gevolgd van installatie tot 5 jaar na de aanleg. Zo kan ook de klimatologische impact op de levensduur van het geotextiel onderzocht worden.

Certificatie door Vlaams NTMB-zorgsysteem Ook vanuit Vlaanderen wordt het gebruik van bio-afbreekbare materialen gestimuleerd, met een specifiek zorgsysteem voor natuurtechnische milieubouw (NTMB). Het NTMB-zorgsysteem stimuleert overheden om duurzame materialen op te nemen in hun bestekken. Standaardbestek SB250 Versie 3.1 legt het NTMB-certificaat zelfs verplicht op.

Natuurtechnische milieubouw betekent dat infrastructuurwerken natuurvriendelijk ge-pland, ingericht, uitgevoerd en beheerd worden. Levende en biodegradeerbare materialen wor-den daarbij op een specifieke wijze behandeld. De volgende parameters zijn daarbij van groot belang: de timing en professionaliteit van de in-stallatie, de manier en de periode van opslag, en de levensduur van het materiaal. Om deel te nemen aan een bestek, kunnen producenten en leveranciers het NTMB certificaat behalen.

Geotextielen uit polymelkzuur openen wereld van nieuwe toepassingen Innovatie is essentieel voor de toekomst, maar het gebruik van nieuwe producten stuit vaak op bezwaren, vanwege de risico factor. Europa biedt een kader om kennis van nieuwe projecten met polymelkzuur online te communiceren met iedereen die er belangstelling voor heeft. De ervaringen van collega’s staan meteen ter be-schikking. Dit doorbreken van het hokjesdenken is een quantumsprong voor nieuwe ontwikkelin-gen. Maak er gebruik van!

Figuur 4 - Polymelkzuur geotextiel met perforaties en aangeplante struiken.

Figuur 6 - Verticale wand van schanskorven met polymelkzuur geotextiel en jonge aanplantingen op talud.

Figuur 5 - Aanplantingen ontwikkelen zich zonder hinder van onkruid.

Figuur 7 - BioPin uit polymelkzuur om polymelkzuur geotextiel vast te zetten, beiden zijn 100% afbreekbaar

• voorkomt onkruidgroei op een milieuvriendelijke manier

• voorkomt bodemerosie• is goed waterdoorlatend• laat slechts 5% licht door, waardoor

zaden niet kunnen ontkiemen• is goed uv-lichtbestendig • heeft een levensduur van 3 à 5 jaar• is volledig biologisch afbreekbaar

en vermengt zich met de grond als compost

Polymelkzuur (PLA) geotextiel:

Page 51: Geotechniek April 2015

N71 GK_Opmaak 1 28-08-13 12:06 Pagina 53

TERRACON

Kwaliteit als fundament

[email protected]

Interesse?Bel +31 (0)10 425 65 44 of mail naar [email protected] en wij nemen contact met u op om dediverse mogelijkheden te bespreken.

Uitgeverij Educom BVUitgeverijMarketingDrukwerkInvesteringenInternetwww.uitgeverijeducom.nl

3 Leden KIVI NIRIA, afd. Geotechniek

3 Leden Ingeokring

3 Leden NGO (Nederlandse Geotextielorganisatie)

3 Leden ie-net (v/h KVIV)

3 Leden BGGG (Belgische Groepering voor Grondmechanica en Geotechniek)

3 Leden ABEF (Belgische Vereniging Aannemers Funderingswerken)

3 5.000+ professionals uit de GWW-sector in Nederland en België(waaronder ook prospects als overheden)

Word sponsor of mede-ondersteuner van Geotechniek en bereik uw doelgroep effectief!U ontvangt een aantrekkelijk publiciteitspakket waarmee u uw organisatie, dienst of product kunt profileren d.m.v. publicatie/adverteren.

KiesVOOR HET VAKBLAD GEOTECHNIEK ENbereik

N71 Cover_Opmaak 1 02-09-13 09:48 Pagina 2

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 54 28-08-14 13:55

Deltares is het ona fhankelijke kennisinstituut voor water,

ondergrond en infrastructuur. Wij richten ons op het duurzamer

en veiliger makenvan het leven in stedelijk gebied. Voortdurend

verdiepen en vernieuwen we onze kennis. Nationaal en

internationaal hebben vele overheden en bedrijven de weg naar

ons al gevonden. Samen zoeken wij naar praktische, duurzame en

innovatieve oplossingen. Zo maken we het leven in deltagebieden

elke dag weer een stuk veiliger. Voor nu en straks.

Deltares biedt:

• actuele kennis en onderzoek over veilig leven in delta’s, kust- en

riviergebieden

• praktische, duurzame adviezen voor overheden en bedrijven

• onderbouwing van strategische

besluiten

• meer dan 800 specialisten op het

gebied van water, ondergrond en

infrastructuur

Duurzamer leven in de delta begint bij Deltares

www.deltares.nl | [email protected] | +31 88 335 72 00

Page 52: Geotechniek April 2015

www.baminfraconsult.nl

BAM Infraconsult is ruim 30 jaar actief in het ontwerp, project management en uitvoering van projecten op het gebied van infrastructureel ontwerp, kust- en maritieme

waterbouw. Vanuit onze vestigingen in Nederland, Dubai, Singapore, Jakarta en Perth werken wij aan projecten in binnen- en buitenland, veelal in opdracht van de sector Infra van Koninklijke BAM Groep nv, BAM International en externe opdrachtgevers. De onzekerheden die de ondergrond met zich meebrengt, creëren naast risico’s ook kansen voor het ontwerp en bouw van civieltechnische projecten. De afdeling Geotechniek speelt daarom een centrale rol bij de projecten van BAM Infraconsult en haar zusterbedrijven. BAM Infraconsult kenmerkt zich door betrouwbaarheid, deskundigheid, slagvaardigheid, blijvend onderscheidend en is onlosmakelijk verankerd in het bouwbedrijf. Dankzij deze mentaliteit zijn we zeer succesvol.

BAM Infraconsult bv | Postbus 268 | 2800 AG Gouda | Tel. (0182) 59 05 10 | [email protected] | www.baminfraconsult.nl

Advertentie Geotechniek. nummer 3.indd 1 14-11-2014 15:03:23

Vooraanstaand en betrouwbaar

www.bauernl.nl

Voor gedegen

Mixed-In-Place soilmix oplossingen

BAUER Funderingstechniek voert de volgende activiteiten uit: Mixed-In-Place soilmix Groutanker met strengen Groutanker (paal) met staven GEWI-anker (paal) Cement-bentoniet dichtwand Groot diameter boorpalen Diepwand Jet grouten Grondverbetering

Vooraanstaand en betrouwbaar

www.bauernl.nl

Voor gedegen

Mixed-In-Place soilmix oplossingen

BAUER Funderingstechniek voert de volgende activiteiten uit: Mixed-In-Place soilmix Groutanker met strengen Groutanker (paal) met staven GEWI-anker (paal) Cement-bentoniet dichtwand Groot diameter boorpalen Diepwand Jet grouten Grondverbetering

Local Presence – Global Competence

DELIVERING THE SUPPORT YOU NEEDPalen

� GEWI® palen

� RR palen

� DYWI® Drill

Damwandverankeringen � GEWI® staal

� DYWIDAG voorspanstaven

� DYWIDAG strengen

Groutankers � DYWIDAG voorspanstaven – strengen

� GEWI® staal

� DYWI® Drill

DYNA Force® Elasto-Magnetic Sensorwww.dywidag-systems.com/emea

Vestiging BelgiëPhilipssite 5, bus 15UbicenterB-3001 Leuven

Tel. +32 16 60 77 60Fax +32 16 60 77 [email protected]

Vestiging Nederland

Veilingweg 2NL-5301 KM Zaltbommel

Tel. +31 418 578 403Fax +31 418 513 [email protected]

NIEUW

140806_geotechniek_verdasdoonk_v2.indd 1 08.08.2014 09:19:36

geotechniek _Oktober_2014_v2.indd 6 28-08-14 13:53