Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch...

309
Genesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch

Transcript of Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch...

Page 1: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

Genesis

en de komeet

Een zoektocht naar Bijbelse rampen

Boudine Berkenbosch

Page 2: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

In memoriam Immanuel Velikovsky

Met dank aan mijn oude lerares

en vriendin

Riet Kalisvaart

Page 3: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

Genesis en de komeet

Een zoektocht naar Bijbelse rampen

Boudine Berkenbosch

Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van

Immanuel Velikovsky. Deze van oorsprong Joods-Russische psychiater en psycho-

analyticus veronderstelde in de jaren ’50 dat de Bijbelse god Jhwh een komeet was

die nog in historische tijden rampen op aarde heeft aangericht. Als dat waar is, dan

heeft dat consequenties voor de religie van Joden, Christenen en Moslims. Hun god

zou dan geen almachtig opperwezen zijn, maar een levenloos hemellichaam.

Volgens Velikovsky zijn de rampen die deze komeet aanrichtte, onzichtbaar in de

oude geschiedenis, omdat de chronologie niet klopt. Ook dat zou grote gevolgen

hebben, niet alleen voor de oude geschiedenis, maar ook voor ons begrip van de

samenleving en de rol die de religie speelt in onze beschaving.

Dat er kosmische inslagen waren, is wel bewezen. In dit boek worden zij verbonden

aan het Bijbelboek Genesis en voorzien van jaartallen. Als Jhwh een komeet was,

dan verscheen deze overal op het zelfde moment. Op grond van zijn verschijningen

kan men dan de chronologie herzien. Ook komt die komeet nooit meer terug, want

als Jhwh inderdaad een komeet was, dan is deze God ooit ingevangen door de

Oppergod van de oudheid, de planeet Jupiter.

Mr. drs. Boudine Berkenbosch is psychologe en juriste. Tevens onderhoudt ze een

weblog: www.boublog.nl

Dit e-boek is gratis te downloaden:

https://www.boublog.nl/wp-content/uploads/2020/05/00-Genesis-en-de-komeet-

2020.pdf

Mocht u iets over hebben voor mijn werk, dan zijn donaties meer dan welkom. Zie:

www.boublog.nl/donaties/

Voorplaat: Gustave Doré: De Bijbel in 230 gravures. Uitgeverij Septuaginta,

Hoofddorp. 2e druk 1974. ISBN 90 6113 034 4. p. 18

Page 4: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.
Page 5: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.
Page 6: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

Inhoudsopgave

Inleiding ....................................................................................................................... 9

Hoofdstuk 1: Het boek Genesis ....................................................................... 13

1.1 De Tuin van Eden .............................................................................................. 13

1.2 De Zondvloed ..................................................................................................... 18

1.3 De Toren van Babel ......................................................................................... 20

1.4 Aartsvader Abraham ....................................................................................... 22

1.5 Een regen van brandende zwavel ............................................................. 25

1.6 Aartsvader Isaak .............................................................................................. 28

1.7 Aartsvader Jacob .............................................................................................. 31

1.8 Jozef in Egypte .................................................................................................. 35

Literatuur en eindnoten: ........................................................................................... 38

Hoofdstuk 2: Brandende zwavel en zout ................................................... 40

2.1 Sodom en Gomorra zijn opgegraven ....................................................... 40

2.2 Een inleiding in de scheikunde .................................................................. 42

2.3 Elektromagnetisme en straling .................................................................. 49

2.4 Waterstof, zuurstof en water ..................................................................... 50

2.5 Metalen, ertsen en oxiden ............................................................................ 52

2.6 Halogenen of zoutvormers ........................................................................... 56

2.7 Koolstof en silicium ......................................................................................... 57

2.8 Zuren en zouten ................................................................................................ 63

2.9 Een regen van brandende zwavel ............................................................. 66

Literatuur en eindnoten: ........................................................................................... 71

Hoofdstuk 3: Een kosmisch scenario ........................................................... 72

3.1 Het heelal en het zonnestelsel ................................................................... 72

3.2 De aarde en de maan ...................................................................................... 75

3.3 Mercurius, die kleine wildeman ................................................................. 78

3.4 Venus, koningin van de hemel ................................................................... 79

3.5 De oorlogsgod Mars en de verdwenen planeet .................................. 83

3.6 De oppergod Jupiter en zijn gevolg ......................................................... 85

3.7 Saturnus, de god van de tijd ....................................................................... 92

3.8 De onzichtbare reuzen Uranus en Neptunes ....................................... 94

3.9 De dwerg Pluto en de rest ........................................................................... 95

Literatuur en eindnoten: ........................................................................................... 97

Page 7: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

Hoofdstuk 4: Een hypothetische komeet ................................................... 98

4.1 Een langharige staartster ............................................................................. 98

4.2 De wetten van Kepler .................................................................................... 100

4.3 Kometen die terugkomen ............................................................................ 103

4.4 De Oortwolk en de Kuipergordel .............................................................. 105

4.5 Ochtendkometen en avondkometen ....................................................... 109

4.6 Een hypothetische komeet .......................................................................... 110

Literatuur en eindnoten: .......................................................................................... 115

Hoofdstuk 5: Hoe de sterren bewegen........................................................ 116

5.1 De sterrenkaart en de sterrenbeelden ................................................... 116

5.2 Meteoren en meteorieten ............................................................................. 119

5.3 De tollende aardas en de precessie ......................................................... 123

5.4 De verschijning van Jhwh aan Abraham ............................................... 125

5.5 De bewegingen van de aardbaan .............................................................. 128

5.6 IJstijden en hittegolven ................................................................................ 130

5.7 De kracht van vulkanen ................................................................................ 133

5.8 Klimaat en zonnestraling ............................................................................. 134

5.9 De bewegingen van sterren en stelsels ................................................. 136

Literatuur en eindnoten: ......................................................................................... 139

Hoofdstuk 6: De geschiedenis van de aarde ........................................... 140

6.1 Het begin van het leven op aarde ............................................................ 140

6.2 De aardkorst en de drift der continenten ............................................ 143

6.3 De Cambrische Revolutie ............................................................................. 148

6.4 Het Paleozoïcum .............................................................................................. 151

6.5 Het Mesozoïcum ............................................................................................... 156

6.6 Het Tertiair ......................................................................................................... 162

6.7 Massale extincties met een ritme .......................................................... 166

6.8 Tijdschema (in miljoenen jaren geleden) ............................................ 169

Literatuur en eindnoten: .......................................................................................... 171

Hoofdstuk 7: Het IJs en de Megafauna ...................................................... 174

7.1 Het begin van de klimatologie .................................................................. 174

7.2 Nader onderzoek: CLIMAP .......................................................................... 176

7.3 Het klimaat tijdens de laatste ijstijd ...................................................... 182

7.4 Het rampzalige einde van de ijstijd ........................................................ 185

7.5 Het leven en sterven der megafauna ..................................................... 189

Page 8: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

7.6 Stel dat de polen zich verplaatsten... .................................................... 195

7.7 Het tijdschema van de ijstijden ................................................................ 196

Literatuur en eindnoten: .......................................................................................... 199

Hoofdstuk 8: Mensen en mythen................................................................. 201

8.1 Het ontstaan van de mensapen ................................................................. 201

8.2 Het ontstaan van de mensen ...................................................................... 204

8.3 De opkomst van Homo Sapiëns ................................................................. 208

8.4 Verwantschap en de seksuele orde ......................................................... 210

8.5 Het Stenen Tijdperk ........................................................................................ 213

8.6 De ondergang van Atlantis .......................................................................... 216

8.7 De ondergang van het moederland Mu .................................................. 219

Literatuur en eindnoten: ........................................................................................ 224

Hoofdstuk 9: Genesis en de prehistorie .................................................. 226

9.1 De Natufiërs en de Tuin van Eden ............................................................ 226

9.2 Het Younger Dryas en Kaïn en Abel ......................................................... 228

9.3 Het begin van het Holoceen: het Neolithicum ..................................... 232

9.4 De sedentaire beschaving en het vaderrecht ...................................... 239

9.5 Pottenbakkers, kopersmeden en handelaren ...................................... 243

9.6 De Zondvloed en de Sumerische Vloed .................................................. 247

9.7 De predynastieke periode ............................................................................ 250

Literatuur en eindnoten:........................................................................................... 255

Hoofdstuk 10: Genesis en de geschiedenis ........................................... 257

10.1 De Sumerische Koningslijst ..................................................................... 257

10.2 Sargon van Akkad ........................................................................................ 260

10.3 Drie eeuwen van stofstormen ................................................................ 263

10.4 De vloek van Akkad .................................................................................... 269

10.5 De opkomst en ondergang van Ur III ................................................. 272

10.6 Jhwh verschijnt aan Abraham ................................................................ 278

10.7 De god verschijnt in Egypte .................................................................... 283

10.8 Het Oud Babylonische Rijk ...................................................................... 286

10.9 Een chronologische puzzel ...................................................................... 290

Literatuur en eindnoten:........................................................................................... 293

Appendix A: Omtrent Immanuel Velikovsky ........................................... 295

Appendix B: Vaste waarden en formules in het zonnestelsel ..... 300

Page 9: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

9

Inleiding

De Bijbel is het meest gelezen boek ter wereld, met als goede tweede de Koran.

De inhoud werd ooit beschouwd als de absolute waarheid, de Bijbel was heilig,

het Woord van God. Men kan deze verzameling oude teksten echter ook op een

andere manier lezen, met verbazing over de verhalen en de vraag hoe deze ooit

zijn ontstaan. “Genesis en de komeet” gaat over de vraag of en in hoeverre deze

verhalen in de Bijbel op waarheid berusten.

De Bijbel begint met het boek Genesis. Daarin verschijnt soms de god Jhwh,

waarna er steevast een ramp gebeurt. Sommige rampen lijken zo wonderlijk, dat

niemand er echt in gelooft. Christenen gaan er meestal vanuit dat deze passages

overdrachtelijk bedoeld zijn en een morele boodschap bevatten. Het zijn mythen

of metaforen, symbolische verhalen. Ook in de wetenschap ging men er lang

vanuit dat deze verhalen geen historische waarheid bevatten.

In de Bijbel is Jhwh niet de enige god, maar het is wel de enige god die mag

worden aanbeden. Deze god verschijnt soms plotseling, om op een rampzalige

manier in te grijpen in het leven. Bezien we deze verhalen in relatie tot de plaats

en tijd waarin ze spelen, dan blijkt dat alle omringende volkeren de hemel-

lichamen aanbaden. De zon, de maan en de vijf zichtbare planeten waren de

belangrijkste goden van Babyloniërs en Kanaänieten. De oppergod was echter

niet de zon of de maan, maar de planeet Jupiter, met Venus als goede tweede.

Misschien was Jhwh ook wel een hemellichaam! Omdat de banen van de zon, de

maan en de planeten vrij regelmatig zijn, was hun gedrag op den duur

voorspelbaar. De plotselinge manier waarop Jhwh verschijnt, doet vermoeden

dat het niet gaat om een planeet, maar om een komeet. Op zich is dat een

elegante hypothese: Jhwh was een komeet, of het was geen komeet.

De hypothese van een Bijbelse komeet is al oud. Sinds Newton zijn er pogingen

ondernomen om de Bijbel te verzoenen met de wetenschap. Men ging er ten

tijde van Newton vanuit dat de Bijbelse rampen waar gebeurd zijn. De verklaring

zocht men in een komeet die door God was gezonden. Al tijdens het leven van

Newton kwam iemand op dat idee en in de 18e eeuw was dit een vrij algemeen

aanvaarde theorie, maar in de 19e eeuw werd deze weer losgelaten, om plaats

te maken voor het idee van een stabiele kosmos. Sir Charles Lyell formuleerde

het omstreeks 1830 aldus: Geologische verschijnselen zijn te verklaren vanuit de

langdurige werking van processen en krachten die ons ook nu nog omringen. Dit

Page 10: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

10

principe van uniformiteit of actualisme vormde aanvankelijk wel een verbetering

ten opzichte van dogmatische Bijbelse verklaringen, maar het actualisme werd

zelf tot een dogma, mede door de evolutie-theorie van Darwin. Volgens Darwin is

de verscheidenheid van soorten ontstaan vanuit een groot aantal langzame

veranderingen die een voordeel opleverden voor de aanpassing van een plant of

dier aan de omgeving. De beter aangepaste exemplaren hadden een grotere

kans om zich voort te planten, waardoor het voordeel zich kon verspreiden over

de populatie. Volgens Darwin ontstonden er aldus langzaam nieuwe soorten.

In de jaren '50 van de 20e eeuw werd het actualisme, dit dogma van geleidelijke

verandering, doorbroken door dr. Immanuel Velikovsky, een psychoanalyticus

van Joods-Russische oorsprong. Volgens zijn theorie was Jhwh een komeet die

nog in Bijbelse tijden rampen had aangericht. Hij haalde daarmee zowel het

Bijbelse catastrofisme als de komeet weer tevoorschijn, dit tot verontwaardiging

van de gevestigde wetenschap. Hij werd zwaar tegengewerkt, men noemde hem

een catastrofist, wat in die tijd een scheldwoord was, of zelfs een charlatan,

terwijl zijn werk toch grondig gedocumenteerd was! Het zou nog een halve eeuw

duren voor het actualisme van Lyell en Darwin aan gezag begon in te boeten.

Velikovsky had in veel opzichten gelijk, maar zijn kosmische theorie leunde nogal

zwaar op de mythen. Volgens hem was Venus ontsprongen aan Jupiter, waarna

dit hemellichaam als komeet rampen aanrichtte om vervolgens door de zon te

worden ingevangen. Astronomen haalden hun schouders op, want Jupiter is zo

zwaar, daar kan niets aan ontspringen. Dank zij de ruimtevaart, vooral van de

Voyagers in de jaren ’90, is Velikovsky’s begrip van ons zonnestelsel achterhaald

door de feiten over Jupiter en Venus.

Daar staat tegenover dat Velikovsky meende dat het heelal elektrisch geladen is.

Dit blijkt inderdaad het geval. Elektromagnetische velden spelen er een grote rol.

Ook zijn sommige kosmische rampen inmiddels goed gedocumenteerd en

algemeen aanvaard, waaronder de inslag van een meteoriet die 65 of 66 miljoen

jaar geleden leidde tot het uitsterven van de dinosauriërs.

Velikovsky zei ook dat de huidige reconstructie van de oude geschiedenis leidt

tot anachronismen. Het gaat daarbij om vier tot zes eeuwen! Inmiddels hebben

sommige archeologen dit chronologische probleem wel in kaart gebracht, maar

tot op heden is het niet opgelost. De anachronismen waar Velikovsky op wees,

bestaan wel degelijk, maar zijn chronologie blijft een probleem.

Page 11: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

11

Volgens Velikovsky heeft een komeet die in de Bijbel Jhwh wordt genoemd, in

Bijbelse tijden rampen aangericht. Als dat waar is, dan zou elke verschijning van

Jhwh wereldwijd hebben geleid tot een ramp, die dan overal op hetzelfde

moment gebeurde. Als Jhwh blijkt dat een komeet is, dan kunnen we op grond

van zijn verschijningen de geschiedenis rechtzetten.

“Genesis en de komeet” gaat over de vraag of Jhwh een komeet was die rampen

aanrichtte en zo ja, wanneer deze rampen dan zijn gebeurd. Op zoek naar het

antwoord zullen we ons wenden tot diverse takken van wetenschap. Een komeet

is immers een hemellichaam waarbij zowel de kosmos als de aarde betrokken

zijn. Ieder hoofdstuk lijkt daarom over iets anders te gaan, maar het is geen

losse verzameling feiten. Het gaat om een logische reeks van vragen, waarop

steeds een andere wetenschap een antwoord zou kunnen geven.

Dit boek begint met de Bijbel, en wel het boek Genesis. Vervolgens gaat het over

scheikunde, astronomie, sterrenkunde en de geschiedenis van de aarde. Daarna

gaat het over de geschiedenis van de mensheid, waarbij de focus op het Midden

Oosten ligt, want zowel in Egypte als Mesopotamië kende men het schrift. In

beide landen gebeurden rampen die lijken op wat in de Bijbel staat. Het laatste

hoofdstuk gaat mede over de chronologie, want als deze rampen overal

gelijktijdig gebeurden, dan kloppen de jaartallen niet!

Voorin het boek staat een landkaart en achterin staat een sterrenkaart die u kunt

raadplegen als het over de hemel gaat. Aan het einde van ieder hoofdstuk staat

een literatuuropgave met eindnoten.

Page 12: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

12

Literatuur:

Velikovsky, Immanuel: Worlds in Collision. © 1950. Abacus, Londen 1972. ISBN:

0 349 13573 8. Nederlandse vertaling: Werelden in botsing. Ankh-Hermes bv,

Deventer 1971.

Velikovsky: Ages in Chaos. © 1952. Abacus, Londen 1973. ISBN 0 349 13575 4.

Nederlandse vertaling: Eeuwen in chaos. Ankh-Hermes bv, Deventer.

Velikovsky: Earth in Upheaval. © 1955. Abacus, Londen 1973. ISBN 0 349

13574 6. Nederlandse vertaling: Aarde in beroering. Ankh-Hermes bv, Deventer,

1973

Velikovsky: Oedipus en Echnaton. Nederlandse vertaling: Ankh-Hermes bv,

Deventer, 1974. ISBN 90 202 32 878

Velikovsky: Peoples of the Sea. Sidgwick and Jackson Limited, Great Britain

1977. Nederlandse verteling: De Zeevolken. Uitgeverij Ankh-Hermes b.v.

Deventer 1979

Velikovsky: Ramses II and his time. Doubleday & Company Inc., New York 1978.

Nederlandse vertaling: Ramses II en zijn tijd. Ankh-Hermes bv, Deventer 1980.

ISBN 90 202 3300 9

Postuum gepubliceerd:

Velikovsky: Mankind in Amnesia. Paradigma Ltd., 2010. ISBN 978 1 906833 16 9

Postuum gepubliceerd door: The Velikovsky Archive: http://www.varchive.org/

The Dark Age of Greece, a critical examination of the mysterious gap of close to

five centuries thought to follow the Mycenaean civilization.

The Assyrian Conquest, a volume in the Ages in Chaos series, covering the

period from the end of the Amarna Period to the time of Ramses II.

Collected Essays, comprising articles and fragmentary manuscripts such as

Shamir, The Secret of Baalbek, Sinai and Olympus, Test of Time, The Orbit and

the ‘Observer’ editorials.

The Psychoanalytic Papers, from the years between the two world wars when

Velikovsky was a practicing psychoanalyst.

Page 13: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

13

Hoofdstuk 1: Het boek Genesis

1.1 De Tuin van Eden

Wie zich afvraagt of de Bijbels god Jhwh een komeet was, moet de Bijbel lezen.

Sommige mensen zijn opgevoed met dat boek, bij anderen leidt het woord

“Bijbel” slechts tot een schouderophalen of zelfs tot aversie. Lang niet iedereen

weet wat er in de Bijbel staat en de ene Bijbel is ook de andere niet.

De Bijbel is geen historisch geschrift, want de verhalen zijn niet opgeschreven in

de tijd waarin ze spelen, maar vaak eeuwen later, op grond van overgeleverde

teksten. Deze zijn talloze malen overgeschreven en geredigeerd, waarna ze zijn

vertaald, eerst in het Grieks, dan in het Latijn en nog later in vele andere talen.

Vandaar dat er verschillende versies van de Bijbel bestaan. Daarom zal men

bedacht moeten zijn op anachronismen en op fouten bij het overschrijven. De

vraag is beslist niet of alles wat in de Bijbel staat waar is, want dat is niet het

geval. De vraag is of er aan deze Bijbelse overlevering ware gebeurtenissen ten

grondslag liggen en zo ja, welke dat zijn.

Het volgende is een uittreksel uit het boek Genesis, gebaseerd op verscheidene

Nederlandstalige versies van de Bijbel.

De eerste zin luidt: In het begin schiep God de hemel en de aarde. In het

Hebreeuws staat er echter geen God, maar Elohim, het meervoud van Eloah of

kortweg El, wat betekent: Heer. Dit meervoud wordt vervoegd als enkelvoud: In

het begin schiep Elohim (het Godendom) de hemel en de aarde. De aarde was

nog woest en leeg, duisternis lag over de watervloed en de geest van Elohim

joeg over het water. Elohim sprak: 'Er is licht' en er was licht. Elohim scheidde

het licht van de duisternis. Elohim noemde het licht de dag en de duisternis

nacht. Het werd avond en morgen: de eerste dag. Elohim maakte een koepel en

scheidde het water onder de koepel van het water erboven. Elohim noemde de

koepel de hemel. Het werd avond en morgen: de tweede dag.

Elohim sprak: 'De aarde brengt gewassen voort, zoals gras en bomen.' En zo was

het. De aarde bracht vele soorten groene gewassen voort, zoals granen,

vruchtbomen en noten. Het werd avond en morgen: de derde dag. Elohim sprak:

'Het water onder de hemelkoepel stroomt samen en het droge komt

tevoorschijn.' En zo was het. Elohim noemde het droge de aarde en het

samengestroomde water noemde Elohim de zee. Elohim maakte twee grote

Page 14: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

14

lichten, de grootste voor overdag en een kleine voor de nacht, samen met de

sterren. Het werd avond en morgen: de vierde dag.

Deze volgorde klopt niet! De aarde kan immers pas gewassen voortbrengen als

er droge aarde bestaat en als er een zon en een maan zijn. De derde en vierde

dag zijn kennelijk ooit verwisseld. Besef daarbij dat dit scheppingsverhaal vele

eeuwen en zelfs millennia lang mondeling kan zijn doorgegeven.

Elohim vormde vele soorten vissen en vogels. Elohim zegende hen en sprak: 'Je

bent vruchtbaar. Vermenigvuldig je en word talrijk.' Het werd avond en morgen:

de vijfde dag. Elohim vormde vele soorten wilde dieren en vee en al wat over de

grond kruipt. Elohim sprak: 'Laat ons Adam maken, naar ons eigen beeld dat op

ons lijkt, om te heersen over de vissen en vogels en het vee en alle dieren die

over de aarde kruipen.' Elohim vormde de mens naar het beeld van Elohim: man

en vrouw. Elohim zegende hen en sprak: 'Je bent vruchtbaar, wordt talrijk. Vul

de hele aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen en vogels en alle dieren

die over de aarde rondlopen. Als voedsel geef ik je alle granen, vruchten en

noten. Maar aan de dieren geef ik als voedsel het gras.' Elohim bekeek alles goed

en kijk! Het was zeer goed! Het werd avond en morgen: de zesde dag.

Zo werden de hemel en de aarde en alle levende wezens geschapen. Op de

zevende dag was de schepping voltooid. Op die dag rustte Elohim van al het

werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht. 1

Dit lijkt wel een beetje op de evolutietheorie. Elohim heeft niet alles tegelijk

geschapen, het was een geleidelijk proces en als we de derde en vierde dag

omdraaien, dan klopt de volgorde ook wel. Die zevende dag zou een latere

toevoeging kunnen zijn. De sabbat, de zevende dag als verplichte rustdag, werd

pas ingevoerd tijdens of na de exodus.

Nu volgt er een ander scheppingsverhaal, ditmaal met Jhwh God: Toen Jhwh God

hemel en aarde had geschapen, groeide er nog geen enkel gewas, want Jhwh

God had het nog niet laten regenen en er was niemand om de grond te bewerken

en met water te bevloeien. Toen vormde Jhwh God de mens uit klei en blies hem

de levensadem in de neus. Zo kwam de mens tot leven. In Eden, in het oosten,

legde Jhwh God een tuin aan en daar plaatste hij de mens die hij gevormd had.

Er ontsprong in Eden een rivier om de tuin van water te voorzien. Deze spitste

zich in vier stromen. De eerste is de Pison, die stroomt rond het land Havila,

waar men zuiver goud en balsemhars en onyxstenen vindt. Balsemhars en onyx

kwamen uit Libanon, de Pison zal de Orontes zijn. De tweede is de Gichon, die

Page 15: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

15

stroomt rond het hele land Kush (Nubië of Ethiopië). De Gichon is dan de Nijl. De

derde is de Tigris, die stroomt ten oosten van Assur, en de vierde rivier is de

Frath (Eufraat). De tuin van Eden lag in het Midden Oosten, langs de Nijl, de

Orontes, de Eufraat en de Tigris. Men noemt dat de Vruchtbare Halve Maan.

Jhwh God plaatste de mens in de tuin van Eden, om deze te verzorgen en te

beheren. Jhwh God gebood de mens: 'Je mag eten van alle bomen, maar niet

van de boom van kennis van goed en kwaad, want op de dag dat je daarvan eet

zul je sterven.' Toen vormde Jhwh God uit klei alle dieren en vogels. Adam gaf

namen aan het vee en de vogels en de dieren in het veld, maar voor zichzelf

vond hij geen hulp die bij hem paste. Jhwh God sprak: 'Het is niet goed dat de

mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.' Toen liet

Jhwh God Adam in een diepe slaap vallen. Hij nam een van zijn ribben weg en

sloot die plaats met vlees. Jhwh God maakte van die rib een vrouw voor Adam.

Daarom moet een man zijn vader en moeder verlaten om zijn vrouw te volgen.

Want hun lichaam is een. Adam en zijn vrouw waren naakt, maar ze schaamden

zich niet voor elkaar. 2

Jhwh God is nu niet langer de meervoudige Elohim, maar nog wel een dubbele

god. Deze schept alles uit klei, eerst een man, dan een tuin, vervolgens de

dieren en tot slot een vrouw uit de rib van Adam. Die volgorde is niet logisch en

dat laatste klinkt zelfs onzinnig, maar de ware betekenis kan verloren zijn

gegaan. Dat een man zijn ouders moet verlaten om zijn vrouw te volgen, is een

regel die in het boek Genesis zal worden doorbroken.

Nu komt er een slang en dat dier blijkt nogal spraakzaam. De slang sprak tot de

vrouw: 'Jullie zullen niet sterven! God weet dat. Als je eet van die boom, dan zul

je worden als God, je zult goed en kwaad kennen.' Toen zag de vrouw, hoe

aantrekkelijk het was om inzicht te krijgen. Ze plukte een vrucht en at. Ze gaf er

ook van aan haar man en ook hij at. Toen zagen ze dat ze naakt waren. Ze

namen bladeren en vlochten zich een rok.

De vrouw at als eerste van de boom der kennis, waardoor zij inzicht verkreeg. Ze

deelde dat inzicht met haar man, waarna ze zich een rok vlochten. Het gebruik

om de schaamdelen te bedekken is algemeen menselijk.

Die avond stak de wind op en ze hoorden de donder van Jhwh God door de tuin

gaan. Ze verscholen zich voor Jhwh God tussen de bomen. Maar Jhwh God riep

de mens: 'Waar ben je?' Adam zei: 'Ik hoorde uw donder in de tuin en ik werd

bang, omdat ik naakt ben.' Maar Hij sprak: 'Hoe weet je dat?' Adam zei: 'De

Page 16: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

16

vrouw liet me eten van de boom.' Jhwh God sprak tot de vrouw: 'Hoe heb je dat

kunnen doen?' De vrouw antwoordde: 'De slang heeft me bedrogen, daarom heb

ik gegeten.' Jhwh God sprak tot de slang: 'Daarom zul je voor altijd vervloekt

zijn en op je buik rondkruipen en stof eten.' Tot de vrouw sprak Hij: 'Ik zal

maken dat je zwangerschappen veel moeite kosten. Met smart zul je kinderen

baren. Je zult verlangen naar je man en hij zal over je heersen.' Tot de man

sprak Hij: 'Omdat je hebt geluisterd naar je vrouw en hebt gegeten van de

boom, zal de aarde nu vervloekt zijn. Je zult levenslang zwoegen om te eten, er

zullen doornen en distels groeien en je zult je voeden met wat je zelf verbouwt.

Met het zweet op je gezicht zul je je brood eten, tot je terugkeert tot de aarde

waaruit je bent gevormd. Want je bent stof en tot stof zul je wederkeren.'

Adam noemde zijn vrouw Eva, omdat ze de moeder van alle mensen werd. Jhwh

God maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen. Zo verjoeg

Jhwh God hem uit de tuin van Eden, om de grond te bewerken waaruit hij was

voortgekomen. Ten oosten van Eden plaatste Hij de Cherubim, met een

vlammend zwaard dat flitsend heen en weer schoot. 3

Wat een ramp! Adam en Eva werden door Jhwh God uit de tuin van Eden

verjaagd. Een angstaanjagend donderende Jhwh God werd kwaad, naar men

zegt omdat Eva de vruchten van de boom der kennis had gedeeld met Adam.

Ook zegt Jhwh God dat de vrouw haar kinderen met smart zal baren en dat haar

man over haar zal heersen. In plaats van een rok van bladeren droegen ze

voortaan dierenvellen en in plaats van de tuin te verzorgen en de vruchten te

plukken, moesten ze de grond bewerken waarop doornen en distels groeiden. Die

Cherubim is een hemels lichaam met een vlammend zwaard.

Nu heet god alleen nog Jhwh. Adam beminde Eva. Ze werd zwanger en bracht

Kaïn ter wereld. Vervolgens baarde ze zijn broer Abel. Abel werd schaaphoeder

en Kaïn landbouwer. Na verloop van tijd bracht Kaïn aan Jhwh een offer van de

vruchten van de grond en Abel bracht ook een offer, van zijn eerstgeboren

lammeren. Jhwh schonk aandacht aan het offer van Abel, maar niet aan dat van

Kaïn. Toen werd Kaïn woedend, hij wierp zich op Abel en sloeg hem dood. Jhwh

sprak tot Kaïn: 'Waar is Abel?' Hij antwoordde: 'Ik weet het niet. Ben ik mijn

broeders hoeder?' Jhwh sprak: 'Luister! Uit de aarde roept het bloed van je broer

om wraak! Daarom ben je nu vervloekt. Je wordt verjaagd van deze grond, die je

hebt laten drinken van het bloed van je broer. Als je deze grond bewerkt, zal hij

niets meer opbrengen.' Kaïn zei tegen Jhwh: 'Die straf is te zwaar. Als ik word

Page 17: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

17

verjaagd van deze grond, dan zal iedereen die me tegenkomt, me kunnen

doden.' Maar Jhwh sprak: 'Nee. Want wie Kaïn doodt, zal daar zeven maal voor

boeten.' Jhwh gaf Kaïn een teken, zodat niemand hem ongestraft zou kunnen

neerslaan. Kaïn trok weg en ging wonen ten oosten van Eden.

Jhwh verscheen en alweer gebeurde er een ramp. Het offer van de schaaphoeder

werd aanvaard, maar dat van de landbouwer niet. Daarop sloeg Kaïn Abel dood,

de grond bracht niets meer op en Kaïn trok weg naar het oosten.

Kaïn beminde zijn vrouw, ze werd zwanger en kreeg een zoon: Henoch. Hij

stichtte een stad en noemde die naar Henoch. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad

kreeg Mechujaël, hij kreeg Methusaël en Methusaël kreeg Lamech. Lamech had

twee vrouwen: Ada en Silla. Ada kreeg een zoon, Jabel, de stamvader van alle

veehoeders die in tenten wonen. Zijn broer Jubel werd de vader van allen die de

fluit en de lier bespelen. Ook Silla kreeg een zoon, Tubel-Kaïn, die de vader werd

van alle kopersmeden.

Het trio Jabel, Jubel en Tubel lijkt me niet betrouwbaar, maar achter hen zien we

veehoeders die in tenten wonen, muzikanten die de fluit en de lier bespelen, en

kopersmeden! Dit alles volgt op Lamech. El Lamech doet denken aan Elam, dat

ten zuidoosten van Eden lag, in het zuidwesten van het huidige Iran.

Eens sprak Lamech tot zijn vrouwen: 'Ada en Silla, luister goed! Word ik gewond,

dan dood ik een man; krijg ik een schram, dan pak ik een kind; Kaïn werd zeven

maal gewroken, maar Lamech zevenenzeventig maal.

Lamech sprak tot zijn vrouwen over de bloedwraak, die tot op heden in veel

landen een plicht is voor mannelijke verwanten. Kaïn werd 7 maal gewroken, hij

vertrok kennelijk niet alleen uit de tuin van Eden. Lamech wordt 77 maal

gewroken, dat is heel veel. De stam was blijkbaar gegroeid.

Dan keert Genesis terug naar Adam en Eva. Weer beminde Adam zijn vrouw, ze

kreeg een zoon, Seth. Seth kreeg een zoon, Enos. In die tijd begon men de

naam van Jhwh aan te roepen. 4

Er volgt een register van vaders en zonen die allemaal onmogelijk oud worden:

Dit is het geslachtsregister van Adam. Toen Adam 130 was, kreeg hij een zoon

die sprekend op hem leek: Seth. Adam leefde daarna nog 800 jaar en kreeg nog

meer zonen en dochters. Hij werd 930 jaar oud. Seth was 105 toen hij Enos

kreeg. Hij leefde nog 807 jaar en werd 912 jaar. Enos was 90 toen hij Kenan

kreeg. Hij leefde nog 815 jaar en werd 905 jaar. Kenan was 70 toen hij

Mahalaleël kreeg. Hij leefde nog 840 jaar en werd 910 jaar. Mahalaleël was 65

Page 18: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

18

toen hij Jered kreeg. Hij leefde nog 830 jaar en hij werd 895 jaar. Jered was 162

toen hij Henoch kreeg. Hij leefde nog 800 jaar en hij werd 962 jaar. Henoch was

65 toen hij Methusalem kreeg. En Henoch wandelde met God, 300 jaar nadat hij

Methusalem verwekte. De levensduur van Henoch was slechts 365 jaar. Henoch

wandelde met God en werd door God weggenomen.

Adam, Seth, Enos, Kenan, Mahalaleël, Jered, Henoch, Methusalem... De zoon

van Kaïn heette ook Henoch. Zijn stamboom was: Kaïn, Henoch, Irad, Mechujaël,

Methusaël, Lamech en dan het trio Jabel, Jubel en Tubel.

Methusalem was 187 en kreeg een zoon Lamech. Hij leefde daarna nog 782 jaar

en werd 969 jaar oud. Toen Lamech 182 jaar was, kreeg hij een zoon. Hij

noemde hem Noach, want hij zal ons troosten, hij zal onze moeizame arbeid

verlichten, het werk op de akkers die Jhwh heeft vervloekt. Lamech leefde

daarna nog 595 jaar, hij werd 777 jaar oud. Toen Noach 500 jaar was, had hij

drie zonen: Sem, Cham en Jafeth. 5

... Henoch, Methusalem, Lamech, Noach. Tien generaties van Adam tot Noach?

Ze worden elk honderden jaren oud, wat voor mensen onmogelijk is. Er ging in

elk geval een lange tijd voorbij.

Genesis zegt dan: Toen de mensen zich vermenigvuldigden en dochters kregen,

zagen de zonen van God hoe mooi die dochters waren. Zij namen daaruit de

vrouwen die zij verkozen. Jhwh sprak: 'Mijn Geest blijft niet altijd in de mens. Hij

is sterfelijk en zal niet ouder worden dan 120 jaar.' In die dagen leefden er

reuzen op aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de

dochters van de mensen. Dit zijn de beroemde geweldigen uit de oude tijd. 6

1.2 De Zondvloed

Nu komt het alom bekende verhaal van de Ark van Noach, waarin Jhwh en God

beiden een rol spelen: Toen Jhwh zag hoezeer de boosheid van de mensen op

aarde was toegenomen en hoezeer hun hart het kwade begeerde, kreeg Hij spijt

dat Hij de mensen geschapen had. Jhwh sprak: 'Ik zal de mensen van de aarde

wegvagen, met al het vee en de kruipende dieren en zelfs de vogels, want het

spijt me dat ik hen heb gemaakt.' Alleen Noach vond genade in de ogen van

Jhwh. God sprak tot Noach: 'Ik zal een einde maken aan het leven op aarde, ik

zal het verdelgen. Maak daarom een ark van pijnhout en riet, bestrijk hem van

binnen en van buiten met teer en maak er hokken in. Want ik zal alles wat leeft

door een grote vloed vernietigen en alles op aarde zal omkomen. Maar jij gaat in

Page 19: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

19

de ark, met je vrouw en je zonen met hun vrouwen. Van alle levende wezens

moet je één paar in de ark brengen, een mannetje en een vrouwtje. Leg ook een

voedselvoorraad aan, voor jezelf en voor de dieren.’ En Noach deed alles wat

God geboden had.

Jhwh zei tot Noach: “Ga in de ark, want over zeven dagen laat ik het regenen.”

Na zeven dagen kwam de vloed over de aarde. In het 600ste levensjaar van

Noach, in de 2e maand op de 17e dag, stroomden alle bronnen over en ook de

sluizen van de hemel openden zich. De stortregens duurden 40 dagen en

nachten, het water steeg en de ark begon te drijven. Het water steeg hoger en

de ark dreef rond. Het water steeg nog hoger, tot het alle bergen bedekte. Het

water steeg tot 15 el (7 meter) boven de bergen. Alles wat leefde, de vogels, het

vee en de wilde dieren, alles wat op aarde krioelde, ook alle mensen, alles kwam

om. Alleen Noach en zijn ark bleven gespaard.

God liet een wind over de aarde strijken. De bronnen uit de grond en de sluizen

van de hemel werden gesloten, de regen hield op en het water vloeide gestadig

weg. Zo begon het water na 150 dagen te dalen. In de 7e maand op de 17e dag

liep de ark vast op de berg Ararat. In de 10e maand op de 1e dag werden de

bergtoppen zichtbaar. Na 40 dagen liet Noach een duif los, maar de duif kwam

terug. Na 7 dagen liet Noach de duif weer los. De duif kwam terug met een

olijfblad. Na nog 7 dagen liet hij de duif weer los. Ze kwam niet terug. Op de

1e dag van het 601ste jaar opende Noach het luik van de ark en zag dat de

aarde droogde. In de 2e maand op de 27e dag was de aarde droog. Noach

bouwde een altaar voor Jhwh. Hij bracht brandoffers van vee en gevogelte op het

altaar. Jhwh rook de lekkere geur en dacht: 'Ik zal de aarde niet nogmaals

vervloeken vanwege de mensen.'

God zegende Noach en zijn zonen en sprak: 'Je bent vruchtbaar. Word talrijk en

bevolk de aarde. Alles wat leeft zal jullie voortaan tot voedsel zijn. Behalve

planten mag je ook dieren eten, alleen geen vlees met een ziel. Wie het bloed

van een mens vergiet, diens bloed zal door de mens worden vergoten.' God

sprak tot Noach: 'Kijk! Ik richt een verbond op met jou en je nageslacht, dat er

nooit meer een zondvloed zal komen om al het leven te verdelgen. Dit is het

teken: als ik wolken over de aarde breng en er verschijnt een regenboog, dan zal

ik mijn verbond gedenken.' 7

Volgens de Bijbel kwam deze vloed uit de hemel vallen, het regende 40 dagen en

nachten. Noach en zijn zonen overleefden deze vloed in hun ark. Aan boord was

Page 20: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

20

ook het vee, met zeker één mannetje voor iedere soort, plus voldoende voedsel.

Noach telde de dagen en maanden, hij noteerde die kennelijk, in wat voor schrift

dan ook. Dit kan een teken zijn dat we historische tijden naderen.

Dan komt de volgende generatie: De zonen van Noach waren Sem, Cham en

Jafeth. Cham was de vader van Kanaän. Noach werd landbouwer en plantte een

wijngaard. Hij werd dronken en ontblootte zich in zijn tent. Cham, de vader van

Kanaän, zag zijn vaders naaktheid, maar Sem en Jafeth namen een mantel en

bedekten hun vader. Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en hoorde wat zijn

jongste zoon hem had misdaan, zei hij: 'Kanaän zal vervloekt zijn, een knecht

voor zijn broers. Gezegend zij Jhwh, de God van Sem. Kanaän zal zijn knecht

zijn. God zal Jafeth doen gedijen, hij zal wonen in de tenten van Sem, maar

Kanaän zal zijn knecht zijn.' Noach leefde na de vloed nog 350 jaar, hij was 950

jaar oud toen hij stierf. 8

Hoewel de mens niet ouder zou worden dan 120 jaar, wordt Noach toch nog 950.

Wat Cham heeft misdaan, is onduidelijk, maar Kanaän werd vervloekt om wat

zijn vader Cham had misdaan. Jhwh is de god van Sem en Jafeth zal wonen in de

tenten van Sem, maar Kanaän zal zijn knecht zijn. Wellicht was dit ooit een

historische situatie.

1.3 De Toren van Babel

Er volgt dan weer een register van vaders en zonen, maar het blijken namen van

landen, volkeren en steden. 9 De meeste steden en volkeren zijn bekend. Tussen

hen staat echter ook de naam van een koning: Nimrod.

De zonen van Jafeth zijn: ...Madai (de Meden), Jawan (Ionische Eilanden), ...en

Tiras (Taurusgebergte). De zonen van Jawan zijn Elisa (Alasjia = Cyprus),

Tarsus, ...en de Rodanieten (Rodhos). Onder hen zijn de eilanden verdeeld. De

zonen van Cham zijn: Kush (Ethiopië), Mizraïm (Egypte), Put (Punt?) en Kanaän.

Kush kreeg nog een zoon: Nimrod, die de eerste machthebber was op aarde. Hij

was een groot jager in het aangezicht van Jhwh. Zijn rijk begon in Babel, Erech

(Uruk), Akkad en Kalne, in Sinear (Babylonië). Van daar ging hij naar Assur en

bouwde de grote stad Ninive met de pleinen, Kalach (Kalhu of Nimrud) en Resen

tussen Ninive en Kalach. Al deze steden lagen in Mesopotamië, in het Rijk van

Akkad. Koning Nimrod past goed in die geschiedenis, zoals we later zullen zien.

Mizraïm is de Bijbelse term voor Egypte. De zonen van Mizraïm zijn: ...Lehab

(Lybië), Naftuch (Nijldelta), Patrus (Opper-Egypte) en Kaftor (Kreta), waar de

Page 21: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

21

Filistijnen van afstammen. Tussen Mesopotamië en Egypte ligt Kanaän, die werd

vervloekt door Noach. Kanaän kreeg als oudste zoon (de stad) Sidon, en Chet

(Hethieten?), de Jebusieten, Amorieten en Girgasieten. De Hevieten, Arkieten en

Sinieten (Sinaïwoestijn). En Arvad, Semar en Hamat. De grens van Kanaän liep

van Sidon naar Gerar tot Gaza en dan naar Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm

tot aan Lasa. De ligging van deze steden is tegenwoordig ook bekend.

Ook Sem, de stamvader van alle zonen van Heber, kreeg zonen: Elam, Assur,

Arpachsad, Lud en Aram. Arpachsad verwekte Sela en Sela verwekte Heber.

Sem is de stamvader der Semieten en Heber is de stamvader der Hebreeën, een

van de Semitische volkeren. Ook landen als Elam, Assur en Aram stammen

volgens de Bijbel af van Sem, ook daar woonden dus Semieten.

Heber kreeg twee zonen: Peleg, want in zijn tijd werd men over de aarde

verstrooid, en zijn broer Joktan. 10

Over die verstrooiing zegt Genesis: De hele aarde sprak dezelfde taal. Toen ze

naar het oosten trokken, vonden ze een vlakte in Sinear (Babylon), waar ze

gingen wonen. Ze zeiden: 'Laten we kleitichels bakken in het vuur.' Ze

gebruikten die tichels als stenen en asfalt als specie. Zo bouwde men inderdaad

in Mesopotamië. Ze zeiden: 'Laten we een stad bouwen met een toren zo hoog

als de hemel.' Men noemt dat een ziggurat. Toen daalde Jhwh neer, om de stad

en de toren te zien, en Hij sprak: 'Laat ons hun taal verwarren, zodat ze elkaar

niet meer verstaan.' Zo verstrooide Jhwh hen van daar over de hele aarde. De

bouw van die stad moesten ze staken. Die stad heet Babel. 11

Jhwh daalde neer en weer volgde er een ramp! De bouw van de ziggurat werd

gestaakt, de mensheid raakte verstrooid en hun spraak werd verward! Die stad

heet Babel, dat zal Babylon zijn.

Er volgt nu weer een register: Sem was 100 en verwekte Arpachsad, Sem leefde

daarna nog 500 jaar. Arpachsad was 35 en verwekte Selach, Arpachsad leefde

nog 403 jaar. Selach was 30 en verwekte Heber, hij leefde nog 403 jaar. Heber

was 34 en verwekte Peleg, hij leefde nog 430 jaar. Heber kreeg twee zonen:

Peleg, want in zijn tijd werd men over de aarde verstrooid, en zijn broer Joktan.

Tot de Vloed van Noach werden de mannen ongeveer 900 jaar oud. Sem, de

zoon van Noach, werd echter “slechts” 600 jaar, Arpachsad 439 jaar, Selach 433

en Heber 464 jaar. Ten tijde van Peleg, de zoon van Heber, daalde Jhwh neer om

de Toren van Babel te zien. Daarna werden de mannen wéér minder oud,

“slechts” ruim 200 jaar… Peleg was 30 toen hij Rehu kreeg, hij leefde nog 209

Page 22: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

22

jaar. Rehu was 32 toen hij Serug kreeg, hij leefde nog 207 jaar. Serug was 30

toen hij Nachor kreeg, hij leefde nog 200 jaar. Nachor was 29 toen hij Terach

kreeg, hij leefde daarna nog 119 jaar. Nachor werd 148 jaar, nog altijd te oud

om deze jaartelling serieus te nemen.

1.4 Aartsvader Abraham

Toen Terach 70 jaar was, had hij drie zonen: Abram, Nachor en Haran. Haran

verwekte Lot en hij stierf toen zijn vader nog leefde, in zijn geboorteland: Ur in

Chaldea. Abram trouwde met Sarai en Nachor trouwde met Milka, een dochter

van Haran. Sarai bleef kinderloos. Terach trok met zijn zoon Abram, zijn

kleinzoon Lot en zijn schoondochter Sarai weg uit Ur, om naar Kanaän te gaan.

Ze kwamen in Haran en bleven daar. Terach was 205 jaar oud toen hij stierf in

Haran. 12 Terach wordt nog steeds te oud, maar Ur en Haran waren bestaande

steden. Ur lag in Sumerië, aan de monding van de Eufraat, en Haran lag in de

vlakte van de Habur, een zijrivier van de Eufraat. Die vruchtbare streek wordt in

de Bijbel ook Paddan Aram genoemd.

Jhwh sprak tot Abram: 'Verlaat je

verwanten en ga naar het land dat ik

je zal wijzen.' Abram was 75 jaar

toen hij Haran verliet. Lot ging met

hem mee. Abram nam ook zijn vrouw

Sarai mee en al hun bezittingen en

slaven. Zo gingen ze naar Kanaän.

Daar aangekomen trok Abram naar

de heilige plaats van Sichem, de eik

van More. Jhwh sprak: 'Dit land zal ik

aan je nageslacht geven.' Hij bouwde

er een altaar voor Jhwh. Van daar

trok hij verder naar het gebergte ten

oosten van Beth-el en tussen Beth-el

en Ai sloeg hij zijn tenten op. Zo trok

hij steeds verder naar het zuiden.

Van Mesopotamië naar Egypte liepen

twee wegen, beiden door Kanaän. De ene liep van Mari aan de Eufraatdoor de

woestijn naar Damascus en dan ten oosten van de Dode Zee naar het zuiden, of

Page 23: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

23

bij Beth Shan of Jericho de Jordaan over. Voor een koerier was dit de kortste

weg. De andere weg liep langs de Eufraat naar de vlakte van de Habur en van

daar via Aleppo en Ebla langs de Orontes, die tussen de Libanon en Anti-Libanon

door stroomt. Abraham was een herder die zijn kudden moest drenken, voor

hem was de route via Libanon het beste bruikbaar. Sichem lag in het bergland

halverwege het Meer van Galilea en Jericho. Bij de heilige eik van Sichem

bouwde Abraham een altaar voor Jhwh, zijn religie was anders dan de religie van

Kanaän. Vervolgens trok hij verder, Beth-el en Ai lagen in de heuvels ten

noordwesten van Jericho.

Toen er een hongersnood uitbrak, trok Abram naar Egypte. Bij de grens zei hij

tegen Sarai: 'Je bent mooi. Als de Egyptenaren je zien, zullen ze mij doden en

jou in leven laten. Zeg toch dat je mijn zuster bent, dan zullen ze me goed

behandelen.' Omwille van haar schonk Farao aan Abram schapen, geiten, koeien

en ezels, slaven, slavinnen en kamelen. Maar Jhwh strafte Farao en zijn hof met

zware plagen, omdat hij Sarai, de vrouw van Abram, bij zich had gehaald. Toen

gaf Farao het bevel om Abram het land uit te zetten, met zijn vrouw en zijn hele

bezit. 13 Zuster of vrouw, dat maakte zoveel verschil, dat Abram vond dat Sarai

er maar om moest liegen! Toen die leugen uitkwam, werden ze het land uitgezet.

Van de geschiedenis van Egypte is veel bekend, maar welke farao Abraham het

land uitzette, blijft onzeker. Abraham is nog steeds geen historische figuur, er is

volgens de archeologen geen enkel bewijs van hem gevonden, noch in Egypte,

noch in Kanaän. Zelfs geen potscherf met zijn naam...

Van Egypte trok Abram naar de Negeb. Lot ging met hem mee. Abram was zeer

rijk aan vee en aan zilver en goud. Hij reisde in etappes van de Negeb naar Beth-

el. Tussen Beth-el en Ai vereerde hij Jhwh. Ook Lot bezat schapen, geiten,

koeien en tenten. Hij zag dat de Jordaanstreek een waterrijk gebied was. Voordat

Jhwh Sodom en Gomorra verwoestte, was die streek tot aan Soar zo mooi als de

tuin van Eden. Abram bleef in Kanaän, maar Lot trok naar de Jordaansteden in

het oosten en zette bij Sodom zijn tenten op. Abram ging wonen bij de eiken van

Mamre, bij Hebron, en hij bouwde er een altaar voor Jhwh. 14

Sodom lag in de vlakte ten noorden van de Dode Zee, rond de monding van de

Jordaan en ten oosten van de rivier. Hebron ligt ten zuiden van Jeruzalem.

Nu volgt het verslag van een veldtocht tegen vier koningen uit Mesopotamië. In

die tijd voerden de koningen Amrafel van Sinear, Arioch van Ellasar, Kedor-

Laomer van Elam en Tideal van Goïm oorlog tegen de koningen van Sodom,

Page 24: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

24

Gomorra, Adama, Zeboïm en Bela oftewel Soar. Sinear is de streek rond

Babylon, Ellasar zal de stad Larsa zijn en de ligging van Elam is bekend. Goïm

betekent zoiets als heidens, ongelovig. We zullen deze vier koningen zoeken in

de geschiedenis van Mesopotamië. Ze hadden zich verzameld in het Siddimdal,

waar nu de Dode Zee ligt. Ze waren 12 jaar onderworpen geweest aan Kedor-

Laomer, maar nu waren ze in opstand gekomen. In het 14e jaar kwam Kedor-

Laomer met zijn bondgenoten. Ze waren opgerukt tot El-Paran, aan de rand van

de woestijn, en daarna afgebogen naar En-Mispat, dat is Kadesh (een oase in de

Negeb). Ze hadden het hele gebied van de Amalekieten verwoest en ook de

Amorieten verslagen die in Hazezon-Tamar wonen. De Amalekieten waren een

nomadisch woestijnvolk en de Amorieten woonden in het huidige Syrië. Kedor

Laomer en zijn bondgenoten trokken door de woestijn naar de Dode Zee en

belaagden nu Sodom en Gomorra.

Toen rukten de koningen van Sodom, Gomorra, Adama en Bela uit. Ze stelden

zich in slagorde op in het Siddimdal, tegen Kedor-Laomer en zijn bondgenoten:

vier koningen tegen vijf. Er waren in het Siddimdal veel asfaltputten. Toen de

koningen van Sodom en Gomorra op de vlucht sloegen, vielen zij daarin. De

anderen vluchtten de bergen in. De vier koningen maakten al het vee en voedsel

van Sodom en Gomorra buit en aanvaardden de terugtocht. Ook Lot, de zoon

van de broer van Abram, en zijn bezittingen namen ze mee. Hij woonde immers

in Sodom. Een vluchteling vertelde aan Abram de Hebreeër wat er gebeurd was.

Abram woonde toen bij de eiken van Mamre de Amoriet. Mamre, Eskol en Aner

waren zijn bondgenoten. Toen Abram hoorde dat zijn broeder gevangen

genomen was, verzamelde hij zijn geoefende mannen, 318 in getal, en

achtervolgde hen tot aan Choba toe, ten noorden van Damascus. Alles wat zij

hadden buitgemaakt nam hij mee terug: Lot met zijn have en de vrouwen en de

overige gevangenen. Toen Abram terugkeerde van zijn overwinning op Kedor-

Laomer, kwam de koning van Sodom hem tegemoet in het dal dat nu Koningsdal

heet. Melchizedek, de koning van Salem, gaf hem brood en wijn. Hij was priester

van de allerhoogste God en hij zegende hem. Abram gaf hem van alles een

tiende. 15

Salem is de vrede of vesting der Jebusieten: Jebus Salem. Abraham gaf van alles

een tiende aan Melchizedek, de priester van El. Hij was kennelijk schatplichtig

aan de koning van Jeruzalem.

Page 25: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

25

1.5 Een regen van brandende zwavel

Vlak na deze veldtocht verscheen Jhwh: Na deze gebeurtenissen kreeg Abram

een visioen, waarin Jhwh tegen hem sprak: 'Wees niet bevreesd, Abram, ik zal je

beschermen en je rijk belonen.' Hij leidde Abram naar buiten en zei: 'Kijk naar de

hemel en probeer de sterren te tellen. Zoveel nakomelingen zul je krijgen.' Het

was kennelijk nacht, want overdag zijn de sterren niet zichtbaar.

En nogmaals verscheen Jhwh: Tegen zonsondergang viel Abram in een diepe

slaap en hij werd overvallen door een hevige angst en duisternis. Jhwh sprak tot

Abram: 'Je nakomelingen zullen vreemdelingen zijn en niet in hun eigen land

wonen. Daar zullen ze 400 jaar lang onderdrukt worden. Maar ook het volk dat

zij dienen, zal ik straffen. Daarna zullen ze met een grote kudde wegtrekken uit

dat land. De vierde generatie zal hier terugkeren.' Vier generaties is zeker niet

gelijk aan 400 jaar. De Bijbelse jaartelling is nog steeds heel wonderlijk.

Abraham hakte wat offerdieren in stukken en legde die neer voor Jhwh. Toen het

na zonsondergang donker werd, zag Abram plotseling een rokende oven en een

vurige fakkel, die tussen de stukken doorgingen. Dat klinkt raadselachtig. Jhwh

sloot met hem een verbond: 'Aan je nageslacht zal ik dit hele land geven, van de

Nijl tot de Eufraat, het land van Kenieten, Kenizieten, Kadmonieten, Hethieten,

Ferezieten, Refaïeten, Amorieten, Kanaänieten en Jebusieten.'

De Kadmonieten, de stam Kadmon, oftewel van Kadmos, kennen we uit de

Griekse tragedies. In de Bijbel komen de Kadmonieten verder niet meer voor,

maar de andere volkeren wel.

Genesis zegt nu even tussendoor: Sarai had haar Egyptische slavin Hagar aan

Abram tot vrouw gegeven. Abram woonde toen 10 jaar in Kanaän. Hagar baarde

een zoon en Abram noemde hem Ismaël. Abram was toen 86 jaar oud. Dan komt

Genesis terug op de verschijning van Jhwh:

Toen Abram 99 jaar was, verscheen hem Jhwh en sprak: 'Je zult de stamvader

worden van een menigte volkeren. Je zult niet langer Abram heten, maar

Abraham. Iedere jongen die acht dagen oud is moet besneden worden, in elke

komende generatie. Noem je vrouw niet langer Sarai, maar Sara. Ik zal haar

zegenen en je een zoon van haar schenken.' Abraham lachte en dacht: 'Hoe kan

iemand van 100 jaar nog een kind krijgen? En zou Sara, die al 90 is, nog een

kind kunnen krijgen?' 16

Dat kan inderdaad niet. Een vrouw die op hoge leeftijd een kind krijgt, zal

hoogstens 45 jaar zijn. Telde men de jaren soms dubbel? Hoe zit de Joodse

Page 26: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

26

kalender in elkaar? In het boek "Wereldreligies" staat: “Hoewel de eerste maand

van de joodse kalender, Nissan, in de lente (maart/april) valt, wordt het joodse

Nieuwjaar (Rosh Hasjana) pas in de zevende maand gevierd (Tisjri,

september/oktober). Dit komt door het verschijnsel dat in de oudheid een jaar

met de lente-oogst kon beginnen of met het einde van het landbouwjaar.” 17

Abraham bewoog zich tussen twee culturen en het Joodse Nieuwjaar wordt in de

zevende maand gevierd. Misschien telde Abraham de have jaren. Laten we alle

leeftijden eens halveren. Als Sara op hoge leeftijd een zoon kreeg, was zij

45 jaar en Abraham was dan geen 100, maar 50 jaar. Hij heeft nog onlangs vier

koningen uit Mesopotamië verslagen. Een man van 99 kan dat niet meer, maar

een man van 49 nog wel. Hij was dan geen 86, maar 43 jaar toen Ismaël werd

geboren en hij was geen 75, maar 37 jaar toen hij wegtrok uit Haran.

Dan verschijnt Jhwh voor de derde maal, nu op klaarlichte dag. Bij de eiken van

Mamre verscheen Jhwh aan Abraham, terwijl hij op het heetst van de dag bij de

ingang van zijn tent zat. Hij keek op en zag drie mannen voor zich staan. Een

van hen zei: 'Volgend jaar kom ik bij u terug. Dan zal Sara een zoon hebben.'

Als ieder jaar slechts een half jaar is, dan is Sara nu 3 maanden zwanger, het

moment waarop de zwangerschap voor een vrouw zeker is. Deze mannen

vertelden dat aan Abraham.

De mannen vertrokken in de richting van Sodom. Abraham ging met hen mee.

Zij zagen in de diepte Sodom liggen. Toen sprak Jhwh: 'Over Sodom en Gomorra

wordt ernstig geklaagd en hun zonde is groot. Ik zal neerdalen, om te zien of dat

waar is.' De twee andere mannen gingen op weg naar Sodom, maar Jhwh bleef

bij Abraham staan. Abraham gaat nu soebatten met deze Jhwh, maar tevergeefs.

Jhwh beëindigde het gesprek, hij ging weg en Abraham keerde terug naar zijn

woonplaats.18

De twee mannen veranderen nu in engelen: De twee engelen kwamen 's avonds

in Sodom aan, terwijl Lot bij de stadspoort zat. Lot liep hen tegemoet en zei:

'Heren, ik sta geheel tot uw dienst. Kom toch mee naar mijn huis.' Hij maakte

een maaltijd voor hen klaar en zij tastten toe. Maar nog voor ze gingen slapen,

kwamen de mannen van Sodom en riepen: 'Lot, breng die mannen naar buiten.

Wij willen met hen slapen.' Lot antwoordde hen: 'Mijn broeders, doe toch geen

kwaad. Ik heb twee dochters, beiden zijn nog maagd. Ik zal hen naar buiten

brengen, doe met hen wat je wilt. Maar die mannen zijn mijn gasten, ze staan

onder mijn bescherming.' Maar zij zeiden: 'Ga opzij.' Ze kwamen dreigend op

Page 27: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

27

hem af en wilden de deur openbreken. De twee mannen die in het huis waren,

trokken Lot naar binnen en grendelden de deur. En de menigte buiten sloegen ze

met blindheid. Ze zeiden tegen Lot: 'Neem al je verwanten mee en verlaat de

stad. We gaan deze plaats verwoesten.' Lot ging naar zijn aanstaande schoon-

zonen, maar zij lachten er om. Toen de dageraad kwam, drongen de engelen bij

Lot aan op spoed. Ze zeiden: 'Sta op, neem je vrouw en je beide dochters, als je

niet verdelgd wilt worden.' Toen hij bleef talmen, grepen ze hem, zijn vrouw en

zijn dochters, en brachten hen buiten de stad. Ze zeiden: 'Vlucht, als je in leven

wilt blijven! Kijk niet om en sta in het dal niet stil. Vlucht naar de bergen, anders

worden jullie gedood.' Lot zei: 'Als ik naar de bergen vlucht, dan zal het onheil

me inhalen. Dan sterf ik toch nog. Ik vlucht naar die kleine stad daar, dat is

Soar.' De zon was nog maar net op, toen Lot in Soar aankwam. Toen liet Jhwh

vanuit de hemel een regen van brandende zwavel vallen op Sodom en Gomorra.

Hij verwoestte die steden en het hele dal, met alle inwoners en de gewassen op

de akkers. Maar de vrouw van Lot keek om en werd een zoutpilaar.

De volgende morgen begaf Abraham zich naar de plaats, waar hij met Jhwh was

blijven staan. Hij keek uit over Sodom, Gomorra en de hele Jordaanvlakte en uit

de aarde zag hij rook opstijgen als uit een smeltoven.

Dat is alweer een ramp waarbij Jhwh verschijnt, maar deze ramp is wel vrij

uitgebreid beschreven, inclusief wonderlijke details. Lot durfde niet in Soar te

blijven. Hij ging met zijn beide dochters naar het gebergte en woonde met hen in

een grot. De oudste dochter zei tegen de jongste: 'Er is in het hele land geen

man die bij ons kan komen om gemeenschap met ons te hebben. Laten we met

onze vader slapen.' Zo werden beide dochters zwanger van hun eigen vader. De

oudste kreeg een zoon, Moab. Hij is de stamvader van de Moabieten. De jongste

kreeg een zoon, Ben-Ammi. Hij is de stamvader van de Ammonieten. 19

Abraham trok nu naar Gerar, iets ten zuiden van Gaza. En nogmaals probeerde

hij zijn vrouw voor zijn zuster te verslijten, maar ditmaal liep het anders af dan

in Egypte. Abraham trok vanuit Mamre naar de Negeb. Hij woonde tussen

Kadesh en Sur en verbleef als vreemdeling in Gerar. Omdat hij daar vertelde dat

zijn vrouw Sara zijn zuster was, liet koning Abimelek van Gerar haar bij zich

komen. Maar God verscheen in een droom aan Abimelek en sprak: 'Geef haar

terug aan haar man. Hij is een profeet en hij zal bidden dat u blijft leven. Zonder

hem zult u zeker sterven, u en uw hele volk.' Abimelek vroeg aan Abraham:

'Waarom heb je dat gedaan?' Hij zei: 'Ik was bang dat jullie me zouden doden

Page 28: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

28

om mijn vrouw. Bovendien is ze echt mijn zuster: Ze is de dochter van mijn

vader, niet van mijn moeder, en ze is met me getrouwd.'

Abraham was getrouwd met zijn halfzuster! Dat huwelijk is meestal verboden

wegens incest. In Egypte was hij niet welkom, maar voor Abraham vormde die

nauwe verwantschap kennelijk geen probleem, zelfs in tegendeel.

Abimelek schonk Abraham schapen, runderen, slaven, slavinnen en hij gaf Sara

aan hem terug. Hij zei: 'U mag in mijn land wonen waar u maar wilt.' Sara werd

zwanger en schonk Abraham nog op zijn oude dag een zoon. Bij de geboorte van

Isaak was Abraham 100 (= 50?) jaar oud. 20

In het boek Genesis komen verder geen rampen meer voor. We zullen het toch

maar uitlezen, want er gebeurde nog meer in de tijd van de aartsvaders.

1.6 Aartsvader Isaak

Abraham had al een zoon van Hagar, de slavin van Sara, maar tegen alle

verwachting in heeft Sara nu ook een zoon: Isaak. Het kind groeide flink en

toen het van de borst werd genomen, gaf Abraham een groot feest. Maar toen

Sara het kind van Hagar, de Egyptische bijvrouw van Abraham, zag lachen, zei

ze tegen Abraham: "Stuur die slavin en haar zoon weg, want ik wil niet dat

Isaak de erfenis moet delen met de zoon van die slavin." Dit voorstel beviel

Abraham niet, want ook dit kind was zijn zoon. Maar God zei tegen hem: "Doe

wat Sara zegt, want alleen Isaak zal een nageslacht krijgen dat jouw naam

draagt. Maar ook de zoon van de slavin zal ik tot stamvader van een volk

maken, omdat ook hij een zoon van jou is." De volgende morgen gaf Abraham

aan Hagar brood en een zak met water, hij zette het kind op haar schouder en

stuurde haar weg. Onderweg verdwaalde ze in de woestijn van Berseba. Toen

haar waterzak leeg was, legde ze het kind onder een struik en ging een eindje

bij hem vandaan zitten, want ze dacht: Ik wil mijn kind niet zien sterven. Maar

de engel van God riep vanuit de hemel: "Sta op en neem de jongen mee, want

ik zal een groot volk van hem maken." Toen zag zij een waterput, ze vulde de

zak met water en gaf de jongen te drinken. En God beschermde de jongen.

Toen hij was opgegroeid, ging hij wonen in de woestijn van Paran en zijn

moeder koos voor hem een Egyptische vrouw uit. 21

Sara wilde niet dat Isaak de erfenis zou delen! En Ismaël werd beschermd door

een engel. Genesis zei: Hagar baarde Ismaël. Abram was toen 86 jaar oud. En:

Bij de geboorte van Isaak was Abraham 100 jaar oud. Ismaël was dan 14 jaar

Page 29: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

29

toen Isaak werd geboren, maar een zoon van 14 zet men niet op de schouder

van zijn moeder. Zullen we zijn leeftijd ook halveren: 7 jaar?

Enige jaren later stelde God Abraham op de proef. Hij sprak: 'Abraham, ga met

Isaak, de zoon waarvan je houdt, naar het land Moria. Offer hem daar als

brandoffer op een van de bergen.' Abram stond vroeg op, zadelde zijn ezel en

ging met Isaak op weg. Na drie dagen zag hij die berg in de verte liggen. Toen

ze er waren, bouwde Abraham een altaar, schikte het hout, bond Isaak vast,

legde hem op het altaar en pakte het mes om zijn zoon de keel door te snijden.

De engel van Jhwh riep vanuit de hemel: 'Abraham! Raak de jongen niet aan,

doe hem niets!' Toen zag Abraham een ram die met zijn horens in de struiken

verstrikt was. Hij greep het dier en offerde het in plaats van zijn zoon. De engel

van Jhwh riep: 'Je zult zoveel nakomelingen krijgen als er sterren aan de hemel

zijn of zandkorrels op het strand. De steden van hun vijanden zullen ze

innemen.' Abraham keerde terug en ging wonen in Berseba. 22

Waarom zou Abraham zijn zoon aan God willen offeren? En wat zou Sara

daarvan vinden? Eerst maken ze Isaak tot enige erfgenaam en dan wil Abraham

hem slachten. We vinden het offeren van een zoon aan de goden echter ook

terug in de Griekse mythen, waaronder de mythe van Oidipous. Van hem werd

gezegd dat was voorspeld dat hij zijn vader zal doden. Ook dat is wonderlijk.

Sara werd 127 (= 63?) jaar en stierf in Kirjat-Arba, dat is Hebron in Kanaän.

Abraham vroeg aan de Hethieten: 'Als vreemdeling bezit ik hier geen grond.

Verkoop me een stuk land, waarin ik mijn vrouw kan begraven.' De Hethiet

Efron zei: 'Ik verkoop je een veld met een grot voor 400 zilverstukken.'

Abraham woog die hoeveelheid zilver af. Zo kwam het veld in bezit van

Abraham. Alle aanwezige Hethieten waren daarvan getuige. Abraham begroef

zijn vrouw in de grot, tegenover Mamre, dat is Hebron. 23

Vanaf ongeveer 2000 v.Chr. woonden de Hethieten of Hatti in Klein-Azië. Volgens

sommige archeologen is ook in Kanaän van hen nu historisch bewijs gevonden.

Abraham zei tegen zijn oudste knecht: 'Zweer me, dat je in Kanaän geen vrouw

zult zoeken voor Isaak, maar naar mijn geboorteland zult gaan, om onder mijn

verwanten een vrouw voor hem te zoeken. De knecht vroeg: 'Als die vrouw me

niet wil volgen, moet ik uw zoon dan brengen naar het land waar u vandaan

komt?' Abraham zei: 'Nee, als ze je niet wil volgen, ben je van je belofte

ontslagen.' Aanvankelijk zei de Bijbel dat de man zijn ouders moet verlaten om

zijn vrouw te volgen, maar Sara volgde Abraham en Abraham wenste voor zijn

Page 30: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

30

zoon ook een vrouw die haar man volgt. Die vrouw was kennelijk niet te vinden

in Kanaän, maar wel onder zijn verwanten in Haran.

De knecht vertrok met tien kamelen en met allerlei kostbare geschenken van

zijn meester naar Mesopotamië, naar de stad waar Abrahams broer Nachor had

gewoond. Bij zijn aankomst liet hij de kamelen bij de waterput buiten de stad

neerknielen. Uit de stad kwam een meisje met een waterkruik op haar

schouder. Het was Rebekka, de dochter van Betuël, de zoon van Abrahams

broer Nachor en zijn vrouw Milka. Ze liep de treden af naar de bron, vulde haar

kruik en kwam terug. De knecht vroeg: 'Geef me toch wat water.' Ze liet hem

drinken en ze bleef water putten tot al zijn kamelen genoeg hadden. Toen

haalde de man een kostbare ring tevoorschijn van wel 6 gram goud en twee

armbanden van ieder 60 gram goud. Het meisje rende naar huis en vertelde

haar moeder wat er gebeurd was. Rebekka's broer Laban holde meteen de stad

uit naar de man bij de bron. Hij had de ring en de armbanden van zijn zuster

gezien. Hij liep naar de man toe en zei: 'Kom toch met mij mee. Ik heb in huis

alles voor u in gereedheid laten brengen.' De man ging mee naar zijn huis,

maar toen hem een maaltijd werd voorgezet, zei hij: 'Ik ben de knecht van

Abraham. Hij is erg rijk geworden. Hij bezit schapen, geiten en koeien, zilver en

goud, slaven en slavinnen, kamelen en ezels. En de vrouw van mijn meester,

Sara, heeft hem een zoon geschonken. Alles wat hij bezit, heeft hij aan deze

zoon gegeven. Hij heeft me hierheen gestuurd om bij zijn verwanten een vrouw

voor zijn zoon te zoeken.' Laban en Betuël antwoordden: 'Hier is Rebekka,

neem haar mee en laat haar de vrouw worden van de zoon van uw meester.'

De knecht haalde zilveren en gouden sieraden tevoorschijn en prachtige kleren

en gaf die aan Rebekka. Ook aan haar broer en haar moeder gaf hij kostbare

geschenken. Toen lieten ze haar meegaan met de knecht van Abraham. De

vrouw die haar als kind verzorgd had, vergezelde haar. Rebekka en haar

slavinnen bestegen hun kamelen en gingen met de knecht van Abraham mee.

Intussen was Isaak in de woestijn van Lachai-Roï gaan wonen, in het zuiden

van het land. Daar zag hij in de verte een aantal kamelen en Rebekka had hem

ook gezien. Isaak bracht haar in de tent van zijn moeder Sara en nam haar tot

vrouw. Zo vond hij troost voor het verlies van zijn moeder. 24

Bijbelgeleerden plaatsen de aartsvaders in de tijd van het Oud Babylonische

Rijk, met de beroemde koning Hammurabi. Volgens hen zijn die kamelen een

anachronisme, maar de rest van dit verhaal past wel in de geschiedenis. Er

Page 31: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

31

werd voor Rebekka een bruidsprijs geboden aan haar verwanten en zij kreeg

van haar verwanten een bruidsschat mee die haar eigendom bleef. In het Oud

Babylonische Rijk was dit gebruikelijk, zoals blijkt uit de Wet van Hammurabi.

Rebekka is misschien nog een kind, want haar kindermeisje ging met haar mee.

Meisjes werden vaak uitgehuwelijkt, nog voor ze geslachtsrijp waren!

Abraham trouwde opnieuw met een vrouw. Ze heette Ketura en ze schonk hem

zes zonen: Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. Joksan had twee

zonen: Seba en Dedan. Dedan was de stamvader van de Assurieten. Abraham

gaf alles wat hij bezat aan zijn zoon Isaak. Hij gaf ook geschenken aan de

zonen van zijn bijvrouwen, maar nog tijdens zijn leven zond hij hen weg naar

het oosten, bij zijn zoon Isaak vandaan.

Abraham hertrouwde en kreeg nog 6 zonen, maar hij zal daarvoor nu te oud

zijn. Mogelijk heeft hij na de dood van Sara zijn eerste bijvrouw tot hoofdvrouw

benoemd, terwijl deze al zes zonen van hem had. Hoeveel vrouwen en kinderen

Abraham werkelijk had, vertelt de Bijbel niet, maar monogaam was hij zeker

niet. Hij had meerdere vrouwen en minstens acht zonen, maar hij maakte Isaak

tot zijn enige erfgenaam!

Abraham werd 175 (= 87?) jaar. Hij stierf op hoge leeftijd en werd begraven in

de grot die hij had gekocht van de Hethieten. Abraham werd begraven in

hetzelfde graf als Sara. Er volgt dan een lijst van namen van de 12 zonen van

Ismaël, die 137 (= 68?) jaar oud werd. De Ismaëlieten woonden tussen Chawila

en Sur, van vlak bij Egypte tot aan Assur toe. Het waren nomadische

handelaren.

1.7 Aartsvader Jacob

Isaak was 40 (= 20?) jaar toen hij met Rebekka trouwde. Rebekka was een

dochter van Betuël en een zuster van Laban, beiden Arameeërs uit Paddan-

Aram. Ze kreeg een tweeling: Esau en Jacob. Isaak was 60 (= 30?) toen zij

geboren werden. Tussen het huwelijk en de geboorte van deze kinderen verliep

veel tijd, Rebekka was kennelijk inderdaad nog een kind toen ze trouwde.

Gezien het gedrag van vader Abraham, zal Isaak zich wel hebben vermaakt met

slavinnen en bijvrouwen. Nu kreeg hij bij zijn hoofdvrouw twee zonen tegelijk.

Esau werd een jager, maar Jacob bleef bij de tenten. Isaak had een voorkeur

voor Esau, maar Rebekka hield meer van Jacob. Esau werd Edom genoemd. Hij

verkocht zijn recht als oudste zoon aan Jacob, want hij hechtte er geen waarde

Page 32: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

32

aan. Eens kwam er een hongersnood in het land en Isaak ging naar Abimelek,

de koning der Filistijnen, in Gerar. Hij vestigde zich daar en over Rebekka zei

hij: “Zij is mijn zuster.” Isaak werd steeds rijker, hij bezat zoveel schapen en

runderen dat de Filistijnen afgunstig werden. Daarom gooiden ze alle putten

dicht die de knechten van Abraham hadden gegraven en Abimelek zei: “Ga bij

ons weg!” Toen trok Isaak daar weg, hij sloeg zijn tenten op in het dal van

Gerar. Hij groef de waterputten uit de tijd van Abraham weer open, maar de

herders van Gerar zeiden: “Dat water is van ons!” Dit herhaalde zich een paar

maal. Daarop verliet hij die plaats en trok naar Berseba. Dat ligt in de Negeb,

ten oosten van Gerar en Gaza. Abimelek kwam vanuit Gerar naar hem toe en

zei: “Laten we een verbond sluiten.” Diezelfde dag kwamen de knechten van

Isaak melden: “Wij hebben water gevonden.” Isaak noemde die plaats Siba,

daarom heet die stad Berseba.

Toen Esau 40 (= 20?) jaar oud was, nam hij Judith tot vrouw, dochter van de

Hethiet Beëri, en Basmath, dochter van de Hethiet Elon. Ze waren een

geestelijke kwelling voor Isaak en Rebekka. 25

Esau deed afstand van zijn geboorterecht en werd Edom genoemd, naar het

land ten zuiden van de Dode Zee. Esau bleef niet bij de tenten, hij werd geen

herder, maar een jager. Hij trok weg bij zijn ouders en volgde zijn vrouwen.

Zijn ouders waren daar niet blij mee, zoals ook nu nog gebeurt als een zoon

trouwt met een vrouw van een andere cultuur en religie.

Dan volgt er een passage waarin een oude en blinde Isaak op zijn sterfbed ligt.

Esau zou als oudste zoon de zegen van zijn vader krijgen, maar Rebekka was

het daar niet mee eens en verzon een list. Ze kleedde haar lieveling Jacob in

een geitenvel en zei dat hij moest doen alsof hij Esau was, waardoor de blinde

Isaak per ongeluk zijn zegen aan Jacob gaf. Omdat Isaak jaren later nog in

leven blijkt, lijkt dit alles een later toegevoegde legende.

Een andere versie van de gebeurtenissen is deze: Isaak liet Jacob bij zich

komen en gaf hem zijn zegen. Hij zei: 'Neem geen vrouw uit Kanaän, maar ga

naar Paddan-Aram en kies een vrouw uit de dochters van je oom Laban.' Esau

koesterde een wrok tegen Jacob, omdat hij zijn vaders zegen kreeg. Hij dacht:

'Zodra mijn vader dood is, zal ik Jacob doden.' Rebekka zei tegen Jacob: 'Esau

wil je doden. Vlucht naar mijn broer Laban.' Jacob vertrok uit Berseba en ging

naar Haran. Toen Laban hoorde dat de zoon van zijn zuster in aantocht was,

ging hij hem tegemoet en omhelsde hem. Jacob was al een maand bij Laban,

Page 33: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

33

toen deze tegen hem zei: 'Je bent nu wel mijn bloedverwant, maar je hoeft niet

voor niets te werken.' Laban had twee dochters, de oudste heette Lea en de

jongste Rachel. Jacob hield van Rachel en zei: 'Als ik met Rachel mag trouwen,

zal ik zeven jaar voor u werken.' Laban antwoordde: 'Het is bij ons niet

gebruikelijk, dat de jongste dochter eerder trouwt dan de oudste. Ik zal je mijn

beide dochters geven, eerst Lea en dan Rachel bovendien.' Jacob stemde

daarmee in en bleef nogmaals zeven jaar bij Laban werken.

Jacob trouwde met twee dochters van de broer van zijn moeder. Isaak was

getrouwd met de dochter van zijn neef, een zoon van de broer van zijn vader.

Abraham was getrouwd met de dochter van zijn vader, zijn halfzuster Sara. Wij

zouden zeggen dat hier systematisch sprake is van incest. Dat de seksuele orde

in Genesis niet de onze is, blijkt ook duidelijk uit de volgende passage.

Lea werd zwanger en kreeg Ruben, Simeon, Levi en Juda. Rachel gaf Jacob

haar slavin Bilha tot vrouw. Bilha kreeg Dan en Naftali. Lea gaf Jacob haar

slavin Zilpa tot vrouw. Zilpa kreeg Gad en Aser. Lea werd weer zwanger, ze

kreeg Issakar en Zebulon. Ook kreeg ze een dochter, Dina. Rachel kreeg een

zoon: Jozef. Na de geboorte van Jozef zei Jacob: 'Ik wil terug naar mijn

geboorteland.' Hij maakte zich reisvaardig en zette zijn kinderen en zijn

vrouwen op kamelen. Met al zijn kudden en zijn hele have, verworven in

Paddan-Aram, vertrok hij naar Kanaän.

Jacob kreeg bij zijn vrouwen en hun slavinnen 10 zonen en minstens een

dochter. Hij beschouwde Rachel als zijn hoofdvrouw, hoewel zij de jongste van

de twee zusters was. Ten slotte kreeg ook Rachel een zoon, waarna Isaak

besloot om terug te keren naar Kanaän.

Laban was weg om zijn schapen te scheren en Rachel had van de gelegenheid

gebruik gemaakt om de Terafim (huisgoden, meestal kleine beeldjes) van haar

vader te stelen. Jacob had Laban niet verteld dat hij weg zou gaan. Na 3 dagen

hoorde Laban, dat Jacob gevlucht was. Hij achtervolgde hem 7 dagen lang en

haalde hem in op het gebergte van Gilead, ten oosten van de Jordaan. Let ook

op de route: niet langs de Orontes, maar de kortste weg door de woestijn!

Laban zei: ‘Je hebt me bedrogen! Je ontvoert mijn dochters! Waarom ging je

weg zonder afscheid te nemen? Waarom En waarom heb je mijn goden

gestolen?' Maar Jacob wist niet, dat Rachel ze had. Hij werd boos en zei: 'Wat

heb ik misdaan? Waarom komt u mij zo snel achterna? Ik ben 20 (= 10?) jaar

bij u gebleven, ik heb 14 (= 7?) jaar voor u gewerkt om uw dochters en 6 (=

Page 34: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

34

3?) jaar om uw vee.' Laban zei: 'Laten we een verbond sluiten.' Als teken zette

Jacob een steen rechtop en Laban keerde terug naar zijn woonplaats.26

Dit speelde zich af in het gebergte ten oosten van de Jordaan. Er gaat nu weer

iets mis met de volgorde. Jacob steekt eerst de Jabbok over, waarbij hij door

iemand wordt aangevallen en een visioen krijgt.

Die nacht liet hij zijn vrouwen, hun slavinnen en zijn elf zonen met al zijn bezit

de Jabbok oversteken. Zelf bleef hij alleen achter op de andere oever. Iemand

worstelde met hem tot de dag aanbrak, en sprak: 'Je zult niet langer Jacob

heten, maar Israël, want je worstelde (Isra) met de Heer (El).' Jacob noemde

die plaats Peniël: Gods gezicht. Hij zei: 'Ik heb oog in oog met God gestaan en

ik ben in leven gebleven.' De zon straalde hem tegemoet toen hij bij Peniël

overgestoken was. 27

Daarna volgt de ontmoeting met Esau. Jacob stuurde boodschappers voor zich

uit naar Esau, die woonde in het land van Seïr, het gebied van Edom. Ze

kwamen terug en zeiden: 'Esau komt u tegemoet met 400 man.' Jacob werd

bang dat Esau hem alsnog zou doden. Hij nam schapen, geiten, runderen, ezels

en kamelen als geschenk, en stuurde zijn knechten daarmee voor hem uit. 28

Jacob zag in de verte Esau aankomen met 400 man. Hij gaf daarom opdracht

dat de bijvrouwen met hun kinderen voorop moesten gaan, daarachter Lea met

haar kinderen en achteraan Rachel met Jozef. Zo waren Rachel en Jozef het

best beschermd. Zelf ging hij aan het hoofd van de stoet. Maar Esau viel hem

om de hals en kuste hem hartelijk. Esau ging terug naar Edom, maar Jacob

reisde naar Sukkot, in de Jordaanvallei. Ten slotte bereikte hij Sichem en zette

ten oosten van de stad zijn tenten op. Voor 100 geldstukken kocht hij een stuk

grond van Hemor, de vader van Sichem. 29

Sichem, de zoon van Hemor de Heviet, de koning van het land, zag Dina, de

dochter van Lea. Hij ontvoerde haar en ging bij haar liggen, hij onteerde haar.

Hij hield van Dina en vroeg aan zijn vader: 'Neem me dit meisje tot vrouw.'

Hemor ging met Jacob praten, maar toen de zonen van Jacob dat hoorden,

werden ze boos. Ze logen en zeiden: 'We geven onze zuster niet aan een

onbesneden man.' Hemor en Sichem riepen alle mannen bij de stadspoort

samen en besneden hen. Toen ze na drie dagen veel pijn leden, overvielen

Simeon en Levi de stad. Ze doodden alle mannen en namen Dina terug.

Die zonen van Jacob gedragen zich nogal grof! Jacob zei tegen Simeon en Levi:

‘Jullie brengen mij in opspraak in dit land. Als zij allen tegen mij optrekken, dan

Page 35: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

35

verslaan ze mij.’ God sprak tot Jacob: 'Ga naar Beth-el en bouw daar een

altaar.' De andere steden waren geschrokken en achtervolgden hen niet. Van

Beth-el trokken ze naar Efrat. Ze waren er bijna, toen Rachel nog een kind

kreeg: Benjamin. Rachel stierf en werd begraven langs de weg, waar nu

Bethlehem ligt. Jacob zette op haar graf een gedenksteen. Hij reisde verder en

zette zijn tent op voorbij Migdal-Eder. Terwijl hij daar verbleef, had Ruben

gemeenschap met Jacobs bijvrouw Bilha. Toen Jacob dat hoorde, voelde hij zich

diep gekrenkt.

Jacob ging naar zijn vader Isaak, in Mamre oftewel Hebron. Isaak werd 180 (=

90?) jaar, hij was oud en tevreden over het leven toen hij stierf. Zijn zonen

Esau en Jacob hebben hem begraven. 30

1.8 Jozef in Egypte

Jacob had twaalf zonen, maar Rachel was zijn hoofdvrouw en Jozef was haar

oudste zoon. Hij zou wellicht de enige erfgenaam van Jacob worden, maar zijn

broers werden jaloers. Als kind van 17 (= 8?) jaar hielp Jozef zijn broers met

het hoeden van het vee. Israël hield meer van hem, dan van zijn andere zonen.

Hij gaf hem een prachtig kleed. Op een dag waren zijn broers naar Sichem

gegaan en Israël stuurde Jozef achter hen aan. In Sichem waren ze niet langer,

hij volgde hen naar Dotan. Ze zagen hem van verre aankomen en maakten een

plan om hem te doden. Alleen Ruben zei: 'Vergiet geen bloed.' Zodra Jozef bij

hen was, trokken ze zijn kleed uit en gooiden hem in de put. De nazaten van

Ismaël komen nu voorbij: Er kwam een karavaan voorbij van Ismaëlieten die

met hun kamelen beladen met gom en balsemhars op weg naar Egypte waren.

Juda zei: 'Laten we hem verkopen.' Ze haalden Jozef uit de put en verkochten

hem voor 20 zilverstukken. De Ismaëlieten namen hem mee en verkochten

hem in Egypte. Potifar, een hoveling van Farao, kocht de Hebreeuwse slaaf.

Jozef won zijn vertrouwen en hij stelde hem aan over zijn hele huis.

Dan volgen de avonturen van Jozef, die dromen kan verklaren. Hij voorspelde

aan de Farao, dat er eerst zeven vruchtbare jaren zullen komen en dan een

hongersnood. Toen ontbood Farao Jozef en stelde hem aan over het hele land.

Farao noemde Jozef: Zafnath Paäneach en hij gaf hem Ashnath tot vrouw, de

dochter van Potifera, de priester van On (= Heliopolis, dicht bij Memphis). Jozef

was 30 (= 15?) jaar oud, toen hij bij Farao in dienst kwam. Hij trok door het

hele land, verzamelde het voedsel en sloeg het op in de steden. Ashnath

Page 36: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

36

schonk hem twee zonen: Manasse en Efraïm. Na zeven jaren van overvloed

begonnen er zeven jaren van hongersnood. Overal werd honger geleden, alleen

in Egypte was graan. De hele wereld kwam naar Egypte om graan te kopen. 31

Zo ook de zonen van Jacob. Jozef herkende zijn broers en haalde hen over, om

zich in Egypte te vestigen. Israël reisde met al wat hij had naar Egypte. Bij het

vertrek uit Berseba tilden Jacobs zonen hun vader, hun vrouwen en kinderen op

de wagens die Farao had gestuurd om hen te vervoeren. Ook namen ze het vee

mee en alles wat ze in Kanaän hadden verworven. Het aantal personen dat met

Jacob naar Egypte kwam en van hem afstamde, bedroeg 66, afgezien van de

vrouwen van zijn zonen. Jozef had in Egypte twee zonen: Manasse en Efraïm.

In Egypte vestigden zich 70 leden van het huis van Jacob. We mogen gerust

aannemen dat hier alleen de mannelijke leden worden bedoeld.

Jozef stelde zijn vader aan Farao voor. 'Hoe oud bent u?' vroeg Farao. 'Ik heb

130 (= 65?) jaar op aarde rondgezworven,' antwoordde Jacob, 'En ik heb in die

korte tijd veel ellende meegemaakt.' Jozef liet zijn vader en zijn broers wonen

in het vruchtbaarste deel van Egypte en daar gaf hij hen een stuk grond. 32

In de oostelijke Nijldelta is een stad opgegraven waar tijdens de 12e dynastie

van Egypte voornamelijk Hebreeërs woonden: Auaris. Het was een van de vier

grote opslagplaatsen voor graan. Kennelijk maakte de verhuizing van de stam

van Jacob deel uit van een grotere golf van immigratie. Als Jozef in Auaris

woonde tijdens de 12e dynastie, dan is het is goed mogelijk dat hij hoofd werd

van de graanopslag. Het was echter niet zijn idee om graan op te slaan, het

was in Egypte een oud gebruik. Een deel van de gerstoogst werd geïnd als

belasting en opgeslagen, o.a. in Auaris. Gerst diende ook als betaalmiddel.

De stam van Israël woonde nu in Egypte, in het land Gosen, en ze kregen

grond in eigendom. Jacob leefde nog 17 (= 8?) jaar in Egypte en was toen 147

(= 73?) jaar oud. Hij zei tegen Jozef: 'Als ik sterf, begraaf me dan niet in

Egypte, maar in Kanaän. Jouw twee zonen zal ik als mijn eigen kinderen

aannemen, Efraïm en Manasse betekenen voor mij evenveel als Ruben en

Simeon.' Hij zegende zijn zonen en stierf.

In plaats van Jozef te benoemen tot zijn enige erfgenaam, werd de erfenis

verdeeld over al zijn zonen. Daarbij schonk Jacob de twee zonen van Jozef

beiden een kindsdeel. Jozef liet zijn vader balsemen. Al zijn zonen brachten

hem naar Kanaän en begroeven hem in de grot tegenover Mamre. Jozef bleef in

Egypte wonen, met het hele huis van zijn vader. Toen Jozef stierf, was hij 110

Page 37: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

37

(= 55?) jaar oud. Men balsemde hem en legde hem in een kist. 33 Zo eindigt

het boek Genesis.

We hebben nu een aantal Bijbelse rampen voorbij zien komen. Adam en Eva

werden door Jhwh gevormd uit klei en geplaatst in de tuin van Eden, maar later

verjoeg Jhwh hen uit die tuin. Daarna verscheen Jhwh aan Kaïn en Abel en ook

dat liep slecht af. Ten tijde van Noach bracht Jhwh de Zondvloed over de aarde.

Ook daalde Jhwh neer boven de Toren van Babel, er volgde een verstrooiing en

spraakverwaring. Jhwh verscheen drie maal aan Abraham, eerst ‘s nachts, toen

tegen de avond en dan op het heetst van de dag. Daarop volgde een regen van

brandende zwavel en de vrouw van Lot werd een zoutpilaar.

De vraag die Velikovsky zich stelde, is of Jhwh een komeet was. Als dat zo zou

zijn, dan verschijnt deze god wereldwijd en overal op het zelfde moment. Ook

de rampen die hij aanricht, zouden dan geen plaatselijk fenomeen zijn.

Sodom en Gomorra zijn opgegraven en deze steden blijken volledig verwoest in

een kosmische ramp. Het volgende hoofdstuk begint met die opgraving. De

verklaring van de archeologen is dat er een meteoriet ontplofte boven de

Jordaanvlakte, maar wellicht was er meer aan de hand. Als de vrouw van Lot

een zoutpliaar werd, dan kan zij werkelijk zijn getroffen door een regen van

brandende zwavel. Om te begrijpen wat daarmee bedoeld kan zijn, is echter

wat kennis nodig van de scheikunde. Het volgende hoofdstuk gaat daarom

voornamelijk over scheikunde.

Page 38: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

38

Literatuur en eindnoten:

Bijbel, vertaald op last van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden; Uitgave van

de Nederlandse Bijbelcompagnie. Uitg. J. Brandt en zoon, Amsterdam 1912.

Bijbel in de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap met verklarende

kanttekeningen. Bosch & Keuningen N.V. Baarn 1954.

De Bijbel uit de grondtekst vertaald, Willibrord-vertaling. Katholieke Bijbelstichting Boxtel

1975. ISBN 90 6173 006 6

Groot Nieuws Bijbel met deuterokanonieke boeken. Vertaling in de omgangstaal.

Katholieke Bijbelstichting Boxtel; Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem 1992.

ISBN 90 6173 351 0

Coogan, Michael D. (redactie): Wereldreligies. Librero, Kerkdriel 2006. ISBN: 90 5764

502 5

Deursen, dr. A. van: Schoolatlas voor Bijbelse geschiedenis. J.B. Wolters, Groningen

1959

Grollenberg, Luc.H.: Atlas van de Bijbel. Elsevier, Amsterdam-Brussel 1954.

Roaf, Michael: Cultural Atlas of Mesopotamia and the Ancient Near East. Andromeda

Oxford Limited 1996. ISBN 0 8160 2218 6

Reader's Digest: In het voetspoor van de Bijbel, Atlas van het Heilige Land. Brussel-

Amsterdam 1983. ISBN 90 6407 103 9

Rogerson, John: Atlas van de Bijbel. An Equinox Book. Vertaling drs. E.W. van der Pol,

Uitgeversmij Agon BV 1985. ISBN 90 6113 822 1

Romer, John: Geschiedenis en Archeologie van de Bijbel. Stichting Teleac, Utrecht 1989.

ISBN: 90 6533 206 5

1 Genesis 1 en 2: 1-4 2 Genesis 2: 8-25 3 Genesis 3: 1-24 4 Genesis 4: 1-26 5 Genesis 5: 1-32 6 Genesis 6: 1-4 7 Genesis 6-8 8 Genesis 9 9 Kaart 2: Deursen, p. 1 10 Genesis 10 11 Genesis 11: 1-9 12 Genesis 11: 10-32 13 Genesis 12 14 Genesis 13 15 Genesis 14 16 Genesis 15 en 17 17 Ehrlich in: Coogan: Wereldreligies, p. 45

Page 39: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

39

18 Genesis 18 19 Genesis 19 20 Genesis 20 tot en met 21: 6 21 Genesis 21: 8-21 22 Genesis 22: 1-19 23 Genesis 23: 1-20 24 Genesis 24 25 Genesis 25 tot en met 26: 35 26 Genesis 31 27 Genesis 32: 23-33 28 Genesis 32: 2-22 29 Genesis 33: 30 Genesis 34 en 35 31 Genesis 37 tot en met 41 32 Genesis 46 tot 47: 12 33 Genesis 47: 27 tot en met 50

Page 40: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

40

Hoofdstuk 2: Brandende zwavel en zout

2.1 Sodom en Gomorra zijn opgegraven

Sodom is opgegraven door dr. Steven Collins en zijn team. 1 Het verslag van zijn

zoektocht staat in: Discovering the City of Sodom. De Jordaan stroomt uit in

de Dode Zee, maar ten noorden daarvan ligt een ronde vlakte, omringd door

heuvels. Genesis zegt: Lot zag dat de Jordaanstreek een waterrijk gebied was.

Voordat Jhwh Sodom en Gomorra verwoestte, was die streek tot aan Soar zo

mooi als de tuin van Eden. Abraham en Lot bevonden zich toen bij Beth-el en Ai,

ten noordwesten van Jericho, vanwaar zij uitkeken over de Jordaanvlakte.

Men heeft lang gedacht dat Sodom en Gomorra ten zuiden of zuidoosten van de

Dode Zee zouden liggen. Dat gebied is nu een dorre woestijn. Er liggen wel twee

ruïnes, Neimea en Bab edh-Dhra, waar resten zijn gevonden van muren en

graven, met potscherven en sporen van gerst, tarwe, linzen en vijgen. Die dorre

woestijn was ooit vruchtbaar! Maar Neimea bleek rond 2450 v.Chr. door vuur

verwoest en Bab edh-Dhra was sinds 2200 v.Chr. verlaten. Daarna was die

streek onbewoond, maar Abraham leefde eeuwen later en Sodom en Gomorra

bleven onvindbaar.

Dr. Collins zocht Sodom ten

noorden van de Dode Zee, in de

heuvels ten oosten van de

Jordaanvlakte. Ook daar lagen

ruïnes, waarvan Tall el-Hammam

de grootste was. Die stad bleek

tien maal zo groot als Jericho of

Salem in die tijd. Sodom lag op

een heuvel, bij het kruispunt van

wegen van de Arabische woestijn

naar Kanaän en van Mesopotamië

naar Egypte.

Genesis zegt: Lot zat in de poort

van Sodom. De opgraving in Tall

el-Hammam laat zien dat de stad indrukwekkende muren had, met een poort

geflankeerd door machtige torens. Het fundament was van natuursteen, maar de

muur was van tichelstenen: 2,5 km lang, 15 m hoog, tot 8 m dik bovenaan en

Page 41: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

41

tot 30-35 m dik onderaan. Er zouden 60-90 miljoen tichelstenen in zijn verwerkt.

Elke andere borstwering uit die tijd bestaat uit aangestampte klei.

Deze welvarende stad werd in één klap verwoest in een explosie van luchtdruk

en hitte. De ruïnes liggen onder een laag as van 1 tot 2 m. Van de imposante

poort en de machtige muren vindt men alleen de fundamenten, de tichelstenen

liggen overal versplinterd alsof de muur is weggeblazen. Van de bewoners vindt

men in de aslaag slechts botfragmenten, alsof mensen en dieren letterlijk uit

elkaar zijn gespat. Daarna bleef Sodom 700 jaar lang onbewoond.

Alles wijst op een kosmische ramp. Er werd een potscherf gevonden die

geglazuurd leek, maar die techniek bestond toen nog niet. Het bleek trinitiet, het

soort glas dat ontstaat bij een kernexplosie en is vernoemd naar de eerste

atoombom: Trinity. Dit glas kan ook ontstaan bij een kosmische inslag. Het

laagje glas op de potscherf bleek slechts 1 mm dik, wat duidt op een korte

uitbarsting van intense hitte en een snelle afkoeling. Uit een chemische analyse

blijkt dat de potscherf enkele milliseconden werd verhit tot tussen 8.000° en

12.000° Celsius. Men denkt dat er ongeveer 1 km ten noordoosten van de Dode

Zee een meteoriet is ontploft, met een kracht van 10 megaton TNT.

Dit doet denken aan de Toengoeska gebeurtenis in 1908 in Siberië, waarover

later meer. Een meteoriet verschijnt echter plotseling, men ziet hem niet

aankomen. Jhwh verscheen tot drie maal toe aan Abraham, eerst in de nacht,

toen tegen de avond en dan op het heetst van de dag. Drie heren waarschuwden

hem dat Sodom en Gomorra zouden worden verwoest. Hoe konden ze dat weten

als het slechts een meteoriet betrof?

De vrouw van Lot werd een zoutpilaar. Dr. Collins denkt dat er een golf van

water uit de Dode Zee over haar heen spoelde en haar bedekte met een laag

zout. De Dode Zee is inderdaad ontzettend zout. Het meer ligt in de Grote Slenk,

een diepe aardscheur die van Libanon, via de Dode Zee en de Rode Zee tot ver

in Afrika doorloopt. De waterlijn ligt 430 m onder de zeespiegel. Het water vindt

nergens een uitweg en verdampt, maar er liggen daar ook lagen van zoutsteen.

Dat zout lost op in water, tot dit van zout verzadigd is. Rond de Dode Zee ligt

een woestijn van zoutdalen en gipsrotsen die door de erosie de meest grillige

vormen kregen, waarin je met wat fantasie ook de vrouw van Lot kan zien. Maar

als de vrouw van Lot tijdens deze kosmische ramp werd getroffen door een golf

van water uit de Dode Zee, zou ze dan niet ter plekke zijn verdampt? Het

Hebreeuwse woord gopriyt vertaalt dr. Collins niet met zwavel, maar met

Page 42: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

42

bliksem. 2 Deze kosmische ramp kan natuurlijk gepaard zijn gegaan met bliksem,

maar de gebruikelijke vertaling is toch zwavel.

Ten tijde van Abraham was zwavel reeds een bekende stof. Uit kleitabletten blijkt

dat rond 2500 v.Chr. in Mesopotamië zwavel werd verbrand om gewassen te

beschermen tegen schimmels en ongedierte. In Egypte gebruikte men het als

ontsmettings- en bleekmiddel. Abraham kwam uit Ur en hij reisde naar Egypte.

Hij zal dus wel hebben geweten wat zwavel is. Zou het soms toch om zwavel

gaan, waardoor de vrouw van Lot een zoutpilaar werd? In dat geval was het voor

Abraham een onbegrijpelijk wonder, want om te weten hoe een regen van

brandende zwavel een vrouw kan veranderen in een zoutpilaar, is kennis van de

scheikunde nodig en daarover beschikte Abraham beslist niet.

2.2 Een inleiding in de scheikunde

In de oudheid kende men wel de smaak van zout, de witte kristallen en de

conserverende werking, maar men wist niet uit welke elementen het bestaat. De

klassieke Grieken onderscheidden vier elementen: aarde, water, lucht en vuur.

In de middeleeuwen rekende men ook metaal tot de elementen, maar men dacht

dat ieder metaal in een ander metaal kon veranderen. De alchemisten zochten

daarom naarstig naar een manier om onedele metalen te veranderen in goud. Ze

smolten, mengden en kookten stoffen, ze ontwierpen branders en kolven.

Daarbij zochten ze naar de steen der wijzen, die alles zou veranderen in goud.

Ze ontdekten wel allerlei andere elementen, zoals het giftige arsenicum, maar de

steen der wijzen bleef onvindbaar en ook goud maken lukte niet. Hun zoektocht

leidde ten slotte tot de wetenschap van de scheikunde.

Er zijn op aarde ruim 90 elementen, maar in de natuur komen ze meestal alleen

in verbindingen voor. Zo is water een verbinding van twee gassen: waterstof en

zuurstof. Waterstof is uiterst vluchtig, in de dampkring komt het nauwelijks voor,

en dan nog alleen in de hoogste luchtlagen. Zuurstof is veel zwaarder, het blijft

dicht bij de aarde en het maakt ongeveer 20% van de dampkring uit.

De dampkring bestaat voor ruim 78% uit stikstof N of Nitrogenium. Dat gas

vormt met zichzelf N2 en is dan vrij stabiel, stikstof is met zichzelf stik tevreden.

Stikstof vertraagt of verstikt ook andere chemische reacties. Zonder N2 zou de

zuurstof in de atmosfeer onze longen verbranden.

Ook andere gasvormige elementen vormen paren, waardoor ze minder reactief

worden. Waterstof H of Hydrogenium vormt zo het gas H2, maar ook dat is nog

Page 43: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

43

uiterst reactief! Zuurstof O of Oxigenium vormt het gas O2 en ook dat is nog zeer

reactief. De dampkring bevat zuivere O2 omdat planten dit gas uitademen.

Zuurstof kan zich binden aan vrijwel alle andere elementen, die dan oxideren. De

aardkorst bestaat voor 50% uit zuurstof in allerlei gesteenten en de oceanen

bestaan uit H2O: waterstof en zuurstof.

Edelgassen (helium, neon, argon, krypton en xenon) reageren nergens mee, zij

zijn inert. Zij werden dan ook niet ontdekt door de scheikunde, maar door

spectrumanalyse. Naast ruim 78% stikstof N2 en 20% zuurstof O2 bestaat de

dampkring uit een wisselende hoeveelheid waterdamp, 0,04% CO2, een piepklein

beetje methaan en wat edelgassen. Al deze gassen zijn onzichtbaar en reukloos.

In de oudheid noemde men dat lucht.

Ook Chloor Cl is een gas en ook dit vormt Cl2, maar dat is nog uiterst reactief.

Het gifgroene chloorgas komt in de natuur niet zuiver voor, maar het is een

berucht gifgas uit de 1e Wereldoorlog. In verbinding met natrium Na vormt

chloor echter natriumchloride NaCl oftewel keukenzout, een heilzame verbinding.

Ook in de oudheid gebruikte men zout in het eten en voor de conservering van

voedsel. Het werd verhandeld in blokken, of in de vorm van de bakjes waarin het

werd gedroogd. In Mesopotamië was het gebruikelijke gewicht de mina, dat is

ruim een pond. Een zoutpilaar zal wellicht een mina hebben gewogen. De vrouw

van Lot zou dan zijn veranderd in ruim een pond zout.

Bij normale temperatuur en druk zijn de meeste andere elementen vaste stoffen,

maar ook zij komen meestal alleen in verbindingen voor. Scheikundigen verdelen

de elementen in metalen en niet-metalen, die zich met elkaar verbinden. Metalen

staan altijd elektronen af, ze nemen deze nooit op. Niet-metalen doen dat wel,

ze staan elektronen af en oxideren, of ze nemen elektronen op en vormen dan

zouten. Sommige elementen kunnen zelfs alleen elektronen opnemen. Dat zijn

de halogenen of zoutvormers.

Zuurstof neemt altijd elektronen op. Het bindt zich niet aan halogenen, maar aan

vrijwel alle andere elementen. Alleen edelgassen en edelmetalen oxideren niet.

Goud en soms zilver komen als zuiver element voor. In de prehistorie droeg men

reeds gouden kralen en het goud van Egypte is legendarisch. Omdat zuiver zilver

schaars is, terwijl het wel als erts voorkomt, was het ooit kostbaarder dan goud.

Edelmetalen zijn zacht en daarom ongeschikt voor gereedschap, maar men

maakte er sieraden en bekers van. Koper is harder, maar dit halfedele metaal

komt in de natuur zelden zuiver voor. Vrijwel alle metalen worden alleen als erts

Page 44: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

44

gevonden. Kopererts, waaronder de groene steen malachiet waaruit het in de

oudheid werd gewonnen, heeft de chemische formule Cu₂CO₃(OH)₂, maar dat

wist men toen niet. Het molecuul Cu₂CO₃(OH)₂ bevat 2 atomen koper, een

atoom koolstof en 5 atomen zuurstof, tel maar na!

In een vuur van houtskool met weinig toevoer van lucht, verbrandt de houtskool

niet tot kooldioxide CO2, maar tot koolmonoxide CO. Deze verbinding is

onverzadigd, CO onttrekt zuurstof aan het erts, om CO2 te vormen. Het molecuul

valt dan uiteen, het erts verandert in het zuivere metaal, dat door de hitte

tevens vloeibaar is. Voor kopererts vergt deze reductie een temperatuur van

1100°C, net iets meer dan het smeltpunt van koper. Dit werd omstreeks 5000

v.Chr. ontdekt, wellicht in een pottenbakkersoven. Vanaf die tijd werden zilver,

koper en tin in smeltovens gewonnen.

Vanaf ongeveer 3000 v.Chr. begon brons een rol te spelen. Koper met wat tin

vormt een harde legering die nauwelijks roest. Het smeltpunt van brons ligt zelfs

lager dan dat van koper, ook brons kan worden gegoten en gesmeed. Er werden

vazen, vaten, speerpunten, dolken en later ook onderdelen van strijdwagens van

gemaakt. Kopererts werd gevonden op Cyprus, dat er zijn naam aan dankt, tin

werd ingevoerd, o.a. uit Afhanistan en Spanje en later ook uit Engeland.

Ten tijde van Abraham waren koperen en bronzen voorwerpen gebruikelijk, maar

ijzer kende men nauwelijks. Ook ijzer komt voor als erts, als ijzeroxide en ook

vaak in verbinding met zwavel. Als men ijzererts in een vuur van houtskool

probeert te reduceren, dan neemt het ijzer koolstof op, het metaal wordt dan

bros. Alleen als ijzer keer op keer wordt gesmeed, gekoeld in water en weer

verhit, dan wordt het nog harder dan brons. Dit werd pas later ontdekt, de

ijzertijd begint omstreeks 1000 v.Chr.. Oudere ijzeren voorwerpen bestonden uit

het zeldzame meteoorijzer, dat in zuivere vorm werd aangetroffen en zeer

kostbaar was.

Deze metalen waren in de oudheid bekend, maar alle andere elementen werden

pas later ontdekt. Een uitzondering vormt zwavel S. Dat is geen metaal en het is

zeer reactief, maar het vormt soms moleculen van 8 atomen en het is dan vrij

stabiel. Het komt in ruime mate op aarde voor. De meeste zwavel is gebonden

als zwavelijzer aan het ijzer in de aardkern, maar men vindt ook zuivere zwavel

S8, vooral rond vulkanen. Het was in de oudheid reeds een bekende stof. Het

ontbrandt gemakkelijk, het diende om vuur te maken en het zit in lucifers. Bij

verbranding ontstaat zwaveldioxide SO2, een zeer giftig gas met een prikkelende

Page 45: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

45

geur. Ook Abraham zal wel hebben geweten wat zwavel was, maar de relatie

tussen zwavel en zout kende hij zeker niet.

Scheikunde is een vrij jonge wetenschap, al gingen er eeuwen van experimenten

aan vooraf. De grondslag voor scheikunde als wetenschap werd gelegd in 1789,

toen de fransman Lavoisier de wet van het behoud van massa formuleerde: Het

resultaat van een reactie weegt even zwaar als de oorspronkelijke stoffen.

Voordien dacht men dat brandbare stoffen flogiston bevatten, een stof die bij de

verbranding ontsnapte. Lavoisier ontdekte dat de as zwaarder woog dan de

verbrande stoffen. Er ontsnapt dus niets, maar er komt iets bij. Hij noemde dit

onbekende element oxigenium of zuurstof. Ook ontdekte hij dat water uit twee

elementen bestaat: waterstof en zuurstof.

Vanaf dat moment begonnen de alchemisten alle stoffen nauwkeurig te wegen.

Zo bleek op den duur dat de atomen van elk element een bepaald gewicht

hebben. In 1869 rangschikte Mendelejef de elementen naar hun atoomgewicht

en hij deelde ze in naar de manier waarop ze reageren met andere elementen.

Zo ontstond het periodiek systeem. Lege plekken in dat systeem voorspelden dat

er nog meer elementen moesten bestaan en deze werden inderdaad gevonden.

Pas in de 20e eeuw werd duidelijk, waarom het periodiek systeem zo goed werkt.

Het periodiek systeem in vereenvoudigde vorm

Page 46: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

46

In de scheikunde zijn drie elementaire deeltjes belangrijk: protonen, neutronen,

en elektronen. Protonen zijn deeltjes met een massa en een lading. Neutronen

zijn deeltjes met een massa gelijk aan die van het proton, maar zonder lading.

De massa van elektronen is vrijwel nihil en hun lading is even groot als die van

het proton, maar tegengesteld. De lading van het proton noemde men positief en

die van het elektron negatief. Elektrische stroom bestaat uit (negatief geladen)

elektronen, daarom loopt stroom van min naar plus. Dat klinkt niet logisch, maar

dat komt door de (achteraf nogal onhandige) definitie.

Iedere atoomkern bevat protonen, hun aantal bepaalt tot welk element het

atoom behoort. In het periodiek systeem is het atoomnummer gelijk aan het

aantal protonen in de kern. Daarnaast bevat de kern meestal een zelfde aantal

neutronen. Alleen de kern van waterstof H bestaat meestal uit slechts een

proton, zonder neutron, het atoomgewicht is dan 1. Helium He heeft in de kern

2 protonen en 2 neutronen, het atoomgewicht is 4. De kern van Koolstof bevat

6 protonen en 6 neutronen, het atoomgewicht is 12. Men schrijft dit als 12C.

Stikstof N, nummer 7, is 14N en zuurstof O, nummer 8, is 16O.

Rond de kern draaien de elektronen in vaste banen, die als schillen rond de kern

liggen. De 1e schil kan maximaal 2 elektronen bevatten, de 2e schil maximaal 8

en de hogere schillen kunnen meer dan 8 elektronen bevatten, maar alleen als

een nog hogere schil minstens 1 elektron bevat. Zo niet, dan kan de buitenste

schil hoogstens 8 elektronen opnemen. Het aantal elektronenschillen is gelijk aan

de periode in het periodiek systeem.

De ruimte tussen de kern en de schillen is relatief enorm. Zou het H-atoom de

doorsnede hebben van een voetbalveld, dan ligt in het midden een voetbal, dat

is de kern, en in de 1e schil zou het elektron als een vlieg rond het voetbalveld

zoemen. De rest is leegte! De straal van de 2e schil is meer dan dubbel zo groot,

die van de 3e schil nog meer, en zo voort. Bij iedere volgende periode wordt het

atoom een flinke slag groter!

Elementen met hetzelfde aantal elektronen in de buitenste schil vormen een

groep. Meestal doet alleen de buitenste schil aan de reactie mee. Daarom

vertonen de elementen binnen een groep ongeveer dezelfde reacties.

De nevenreeksen ontstaan omdat de buitenste schil maximaal 8 elektronen kan

bevatten, maar zodra er een hogere schil aanwezig is neemt dat aantal toe. In

de 3e periode heeft de 2e schil 8 elektronen en de 3e schil heeft er maximaal 8.

Zodra er echter een 4e schil gevormd is, kan de 3e schil maximaal 18 elektronen

Page 47: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

47

bevatten. Zo ontstaat er in de 4e periode een nevenreeks van metalen met een

stijgend aantal elektronen in hun 3e schil. Ook de 4e schil kan 18 elektronen

opnemen zodra er een 5e schil aanwezig is. De 5e schil kan zelfs 32 elektronen

opnemen als er een 6e schil gevormd is.

In de nevenreeksen staan metalen, met in hun buitenste schil 1 of 2 elektronen,

soms 3 en hoogstens 4. In de 1e nevenreeks staan chroom, mangaan, ijzer,

kobalt, nikkel, koper en zink. In de 2e nevenreeks staan o.a. zilver, cadmium en

tin en in de 3e nevenreeks o.a. platina, goud, kwik en lood. Er is nog een

7e periode, met een 4e nevenreeks waarin ook uranium staat, met atoomnummer

92, maar deze elementen zijn soms kunstmatig en nooit stabiel.

Bevat een atoom of molecuul evenveel elektronen als protonen, dan is de lading

neutraal. Zo niet, dan noemt men deze geladen deeltjes ionen. Zij verbinden zich

graag met andere ionen, opdat de lading neutraal wordt.

De elektromagnetische kracht trekt de elektronen naar de kern en de ionen naar

elkaar toe. De wet van de elektromagnetische kracht werd in 1785 geformuleerd

door de fransman Coulomb: Gelijke ladingen stoten elkaar af, tegengestelde

ladingen trekken elkaar aan. De kracht neemt toe met de hoogte van de ladingen

en hij neemt af met het kwadraat van de afstand tussen de ladingen. De

uitkomst moet worden vermenigvuldigd met een constante, die voor ieder

medium anders is. Coulomb bepaalde deze constante in een vacuüm, men noemt

dit de Coulombconstante.

De elektronen worden naar de kern getrokken en de kracht neemt toe met de

hoogte van de lading. Deze hangt af van het aantal protonen in de kern: bij een

hoger atoomnummer neemt de lading toe en daarmee die kracht. Alle elektronen

worden dan dichter naar de kern getrokken, waardoor de schillen krimpen.

Atomen in een zelfde periode hebben evenveel schillen, maar steeds een proton

meer. Ze krijgen van links naar rechts een hoger atoomnummer, ze worden wel

zwaarder, maar naarmate hun lading stijgt, worden ze ook kleiner.

De Coulombkracht neemt af met het kwadraat van de afstand tussen de

ladingen. In de 2e schil is hij dan ongeveer 4 maal zo klein als in de 1e schil, in de

3e schil al 9 maal zo klein, en zo voort. Daarom doet meestal slechts de buitenste

schil aan de reactie mee. Ook zijn de atomen binnen een groep bij elke volgende

periode nog groter dan men zou verwachten. Naarmate de schil verder van de

kern ligt, wordt de afstand tussen de schillen namelijk groter. En hoe verder de

schil van de kern ligt, des te zwakker in het kwadraat worden de elektronen

Page 48: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

48

aangetrokken. De elementen van de 3e en vooral de 4e periode laten de

elektronen in hun buitenste schil daarom gemakkelijk los.

Elke stof heeft zijn eigen mediumconstante, maar die van water is ongeveer

80 maal zo klein als die van lucht. De kracht waarmee ionen elkaar aantrekken,

of waarmee een atoomkern zijn elektronen vasthoudt, is dan ook 80 maal zo

klein. In water lossen veel stoffen op, maar ook scheikundige verbindingen vallen

in water uiteen. De moleculen splitsen zich in ionen, waaruit andere verbindingen

kunnen ontstaan. Water is daarom voor veel reacties onmisbaar.

Het periodiek systeem telt 8 groepen, van groep 1 tot en met 0. Rechts staan de

edelgassen, met Helium He in de 1e periode. Edelgassen reageren niet, daarom

staan ze in groep 0. De kern van He bevat 2 protonen en 2 neutronen. Rond die

kern draaien 2 elektronen, de 1e schil is dan vol. Dit gas werd in 1868 door

spectrumanalyse ontdekt in de zon (Helios) en daarom helium genoemd. Pas in

1895 ontdekte men ook wat helium in de dampkring. Vervolgens vond men nog

een edelgas: neon (nieuw) Ne, atoomnummer 10. Neon heeft 2 elektronen in de

1e schil en 8 elektronen in de 2e schil. Ook de 2e schil is dan vol. Helium heeft

1 volle schil, neon 2 volle schillen. Daarom zijn ze zo stabiel. Ook de overige

edelgassen, argon, krypton en xenon, hebben 8 elektronen in hun buitenste

schil. Dat blijkt de meest stabiele structuur op te leveren.

Alle andere elementen streven naar de structuur van een edelgas, want die is het

meest stabiel. Ze willen 8 elektronen in hun buitenste schil, of desnoods 2. Om

dit te bereiken kunnen ze elektronen opnemen, afstaan, of samen delen. Nemen

atomen elektronen op, dan worden het negatieve ionen, want de lading van het

elektron noemde men negatief. Als ze elektronen afstaan, worden het positieve

ionen. Tegengestelde ladingen trekken elkaar aan, zodat moleculen meestal uit

positieve en negatieve ionen bestaan. Men noemt dat een ionenbinding.

Sommige atomen, en vooral koolstof, kunnen elektronen delen met een ander

atoom. Het elektron draait dan in een achtbaan rond twee atoomkernen. Er

ontstaan clusters of ketens van atomen die hun stabiliteit ontlenen aan hun

hechte structuur. Men noemt dat een covalente binding.

Stikstof N2 is een goed voorbeeld: het heeft 5 elektronen in de buitenste schil en

het streeft naar 8 of 2 elektronen. Het moet er dus 3 opnemen of 3 afstaan! N2 is

zo tevreden met zichzelf omdat 2 N-atomen elk 3 elektronen delen. Deze draaien

in een achtbaan rond de beide atoomkernen, die daardoor dichter naar elkaar toe

getrokken worden. Het is een stevige covalente binding.

Page 49: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

49

In groep 7 staan fluor, chloor, broom en jodium, met 7 elektronen in hun

buitenste schil. Zij streven heftig naar een extra elektron en zijn zeer reactief.

Fluor en chloor zijn gassen, broom en jodium niet altijd, maar zij verdampen wel.

Men noemt hen halogenen of zoutvormers, want ze oxideren niet, maar ze

vormen zouten. In de natuur komen ze zelden zuiver voor, maar men kan ze

tegenwoordig isoleren. Laat een elektrische stroom door zout water lopen, dan

wordt het zout gesplitst en aan de pluspool ontsnapt het halogeen. Voor deze

elektrolyse is elektriciteit nodig en dat was er in de oudheid niet.

2.3 Elektromagnetisme en straling

Bij een zeer hoge temperatuur en/of lage druk kan een gas overgaan in plasma.

Dat wil zeggen dat de atomen hun elektronen niet langer binden. Plasma is een

mengsel van ionen en losse elektronen. Dit mengsel kan stroom geleiden en het

reageert op magnetische velden. In de ruimte bestaat 99,99% van alle materie

uit plasma! De scheikundige verbinding is in het heelal een uitzondering.

Bij hoge temperatuur en druk kan waterstof fuseren tot helium. Vier kernen van

waterstof, dus vier protonen, vormen dan samen een heliumkern. Twee protonen

veranderen daarbij in neutronen. Zij zenden hun lading uit in de vorm van

fotonen of elektromagnetische golven. Een foton is een deeltje zonder massa en

de golflengte is bepalend voor de energie: hoe korter de golf, des te hoger de

energie. Röntgen- en gammastraling zijn fotonen met een zeer hoge energie en

een korte golflengte. Ze ontstaan door kernfusie in de zon. Op weg naar de

oppervlakte van de zon botsen ze op andere golfdeeltjes, ze verliezen daardoor

energie en krijgen langere golflengtes, waaronder zichtbaar licht. Fotonen

planten zich in vacuϋm voort met de snelheid van het licht, ze hebben geen

medium nodig zoals geluidsgolven of golven in het water.

Niet alle straling is elektromagnetisch van aard, er bestaat ook deeltjesstraling.

Dit zijn zeer snelle elektronen, protonen, neutronen en heliumkernen. Zij hebben

wel een massa, hun snelheid is iets lager dan die van het licht en deze snelheid

is bepalend voor hun energie. Ze ontstaan bij kernfusie en kernsplitsing en ze

worden uitgezonden door radioactief materiaal. Omdat in iedere ster kernfusie

plaats vindt, is het heelal doortrokken van deeltjesstraling. Straling van

heliumkernen noemt men alfastraling, die van elektronen heet bètastraling. Voor

protonen- en neutronenstraling bestaat geen ander woord. Samen vormen zij de

Page 50: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

50

kosmische straling, die 99,99% uitmaakt van de tot op heden bekende materie.

Deze kosmische straling dringt gedeeltelijk ook tot de aarde door.

Een elektron uit de kosmische straling kan soms binnendringen in een atoom en

een proton treffen. De ladingen heffen elkaar dan op, het proton wordt een

neutron. Het atoom heeft dan een neutron meer en een proton minder. Het

aantal protonen bepaalt echter welk element het is, het wordt dus een ander

element! Zo kan stikstof 14N overgaan in koolstof 14C, een isotoop van koolstof

12C. Het isotoop 18O van zuurstof 16O ontstaat uit fluor 18F. Scheikundig gedraagt

een isotoop zich als een normaal atoom van dat element, maar omdat het iets

zwaarder is, zijn de natuurkundige eigenschappen anders. Zo verdampt water

met 18O minder snel. Ook is een isotoop nooit stabiel. In een vaste tijd, de

halfwaardetijd, vervalt de helft tot het oorspronkelijke element, waarbij de

straling wordt uitgezonden. Door deze straling te meten en te vergelijken met de

halfwaardetijd, kan men organisch materiaal en gesteenten dateren. Deze

dateringsmethode, die in 1949 werd ontdekt door Williard Frank Libby, bracht

een ware revolutie teweeg in de archeologie en de geologie.

De zon bestaat nu nog voor 73% uit waterstof. Als in een ster alle waterstof

gefuseerd is tot helium, dan is die ster veel kleiner geworden, maar nauwelijks

lichter. De druk in de kern neemt dan zo enorm toe, dat ook grotere atomen

kunnen worden gevormd. In tegenstelling tot de isotopen zijn deze atomen

stabiel. Alle elementen, behalve waterstof en helium, zijn ooit ontstaan in sterren

waarvan de waterstof was opgebrand.

2.4 Waterstof, zuurstof en water

Waterstof H, met atoomnummer 1, staat in de 1e periode in groep 1. De kern

bevat geen neutron, het atoom bestaat uit 1 proton en 1 elektron, het atoom-

gewicht is 1. Het is vier maal zo licht als helium, maar omdat de kernlading zo

gering is, is het bijna twee maal zo groot. Waterstof is vluchtig en door de

geringe lading zit het enige elektron nogal los. Als dat ontsnapt, valt de hele schil

weg. Het positieve H+-ion dat overblijft, is slechts een piepklein proton. Als er

een hele schil wegvalt, dan is het ion altijd veel kleiner dan het atoom, maar het

H+-ion is extreem klein. Denk aan de voetbal, de vlieg en het voetbalveld! Als die

ene vlieg wegvliegt, dan vervalt het veld en blijft slechts de voetbal over.

Zuurstof O, met atoomnummer 8, staat in de 2e periode in groep 6. De kern

bevat 8 protonen, er zijn 2 elektronen in de 1e schil en 6 elektronen in de

Page 51: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

51

2e schil. Deze 2e schil ligt nog dicht bij de kern, de Coulombkracht is daar groot.

Als de buitenste schil 8 elektronen bevat, ontstaat er stabiliteit. Het atoom O

zuigt daarom 2 elektronen op en wordt een O2--ion. Dat kan zich verbinden met

2 H+-ionen. Uit deze twee gassen ontstaat H2O of water.

Een watermolecuul bestaat uit een O-atoom met twee volle schillen, waaraan

2 waterstofkernen kleven. De 2 elektronen van H2 zitten nu in de buitenste schil

van O2- en de waterstofkernen volgen hun elektron, omdat de Coulombkracht

hen die kant op trekt. De H+-ionen of protonen zijn echter zo klein, dat ze vrijwel

verdwijnen in de 2e schil van O. Een H2O-molecuul is nauwelijks groter dan een

O-atoom. Het volume van 2 H valt weg en daarbij komt veel energie vrij.

Deze regel geldt voor iedere verbinding: als het volume van de afzonderlijke

atomen groter is dan het volume van het molecuul, dan komt er energie vrij. Als

een van de atomen een hele schil kwijt speelt, dan is dat altijd het geval. Het

kost wat energie om een elektron uit de schil weg te trekken, maar als er een

schil wegvalt, dan levert dat veel meer energie op. Daardoor kan de reactie zich

voortzetten.

Een mengsel van H2 : O2 = 2 : 1 noemt men knalgas, vanwege de knal waarmee

het bij de geringste vonk verandert in waterdamp. De verhouding 2 : 1 volgt uit

de reactievergelijking: 2H2 + O2 -> 2 H2O. Het water neemt veel minder ruimte

in dan de gassen waaruit het ontstond. Die energie komt vrij met een implosie!

Om water te splitsen in waterstof en zuurstof, is minstens zoveel energie nodig.

Water is een zeer stabiele verbinding, bij verhitting verdampt het wel, maar het

watermolecuul valt niet snel uiteen. Ook dat is een vaste regel: als bij de

vorming van een verbinding veel energie vrijkomt, dan is die verbinding stabiel.

Het kost minstens zoveel energie om de verbinding weer te verbreken.

Omdat O zelf reeds 6 elektronen in zijn 2e schil had, waren er nog maar twee

elektronenbanen vrij en deze vaste banen liggen zodanig dat de 2 H+-ionen zich

altijd aan dezelfde kant van het watermolecuul bevinden. Ieder molecuul wordt

zo een magneetje, met een positieve pool van 2 H+ die razend snel rond de

negatieve pool van O2- draait. Deze moleculen trekken elkaar aan en stoten

elkaar af, zodat ieder watermolecuul voortdurend in beweging blijft. Deze

polarisatie maakt water tot een zeer bijzondere stof.

We zagen reeds dat de mediumconstante van Coulomb voor water zeer laag is,

zodat veel stoffen er niet alleen in oplossen, maar ook scheikundig reageren.

Water is daarbij vloeibaar binnen een brede marge van temperatuur en druk. Bij

Page 52: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

52

een druk van 1 atmosfeer is water vloeibaar tussen 0° en 100°C, maar bij een

lagere druk gaat het eerder koken en bij een hogere druk bevriest het sneller.

Dat geldt voor alle stoffen: bij een lagere druk verdampen ze sneller en bij een

hogere druk stollen ze sneller, maar de marge van vloeibaarheid is voor iedere

stof anders en soms is die marge zelfs nul. Zo zijn broom en jodium altijd vaste

stoffen of gassen. Ook CO2 kent geen vloeibare fase, het is een gas of het is

sneeuw. Deze stoffen smelten niet, ze verdampen rechtstreeks vanuit hun vaste

fase, een proces dat sublimatie heet.

Door de polarisatie is ook de warmtecapaciteit van water hoog. Het vergt veel

energie om water te verwarmen en het water staat zijn warmte langzaam af.

Kokend water verdampt, maar de sprong van vloeibaar naar damp vergt energie,

waardoor kokend water niet warmer wordt dan 100°C. Water verdampt echter

ook door zonlicht, dat slechts de bovenste laag moleculen treft, waardoor zij een

voor een verdampen, terwijl het water nauwelijks warmer wordt. En als water

bevriest, dan krimpt het niet, zoals vrijwel alle andere stoffen doen. Door de

polarisatie zijn de vaste ijskristallen groter dan de bewegelijke watermoleculen.

Daarom is ijs lichter dan water, het slaat niet op de bodem neer, maar het blijft

drijven op zijn eigen vloeibare vorm. Dit is een uitzondering op de regel dat de

vaste vorm van een stof in de vloeibare vorm van die stof neerslaat.

Warmte is overigens niet hetzelfde als temperatuur. Warmte is energie die wordt

gemeten in calorieën of liever in Joule. Temperatuur is de snelheid waarmee de

atomen of moleculen zich bewegen. Als er weinig moleculen zijn en ze bewegen

zich snel, dan is de temperatuur hoog, maar de hoeveelheid warmte is gering.

Temperatuur wordt gemeten in graden Celsius of Kelvin. Het smeltpunt van

waterijs is 0° Celsius en het absolute nulpunt waarbij de atomen zelfs niet meer

trillen is -273° Celsius of 0° Kelvin, maar iedere graad Celsius is even veel als

een graad Kelvin.

2.5 Metalen, ertsen en oxiden

Bij oxiden denkt men meestal aan metalen, maar zuurstof kan ook andere

elementen oxideren. Voorwaarde is slechts dat deze elementen elektronen

afstaan. Metalen staan altijd elektronen af en nemen ze nooit op. Zij staan in

de groepen 1, 2 en 3 en de nevenreeksen. Zij rangschikken hun atomen in een

metaalrooster waarin de elektronen zich min of meer vrij kunnen bewegen. De

meeste metalen zijn daarom buigzaam en ze geleiden elektrische stroom.

Page 53: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

53

Vooral koper, zilver, goud en platina zijn goede geleiders. Rondom een

geleidende draad waar een elektrische stroom doorheen loopt, wordt een

magnetisch veld opgewekt. Daaruit blijkt dat elektriciteit en magnetisme twee

kanten van dezelfde medaille zijn.

Sommige metalen, zoals ijzer, nikkel, kobalt en neodimium, worden magnetisch

als ze zich in een magneetveld bevinden. De aarde heeft een magneetveld,

maar zo’n veld kan ook worden opgewekt door een stroom te laten lopen door

een koperen draad die rond een spoel gerold is. Anderzijds kan stroom worden

opgewekt door in een spoel waar koperdraad omheen gewonden is, een

magneet te laten ronddraaien. Zo werkt een fietsdynamo, maar ook een

moderne windmolen. De wet van Faraday zegt: Een veranderend magneetveld

wekt een elektrisch veld op en vice versa.

Omdat de aarde een kern van nikkel en ijzer heeft, roept de draaiing van de

aarde een magneetveld op met een noordpool en een zuidpool. De veldlijnen

lopen buiten de aarde om in een lus van de magnetische noordpool naar de

magnetische zuidpool en binnen de aarde terug naar de magnetische

noordpool. Helaas heeft men ooit de magnetische noordpool vernoemd naar de

Noordpool, omdat deze pool van de magneet altijd naar het noorden wijst.

Twee gelijke polen stoten elkaar echter af, zodat de magnetische noordpool van

de aarde rond de Zuidpool ligt! Ook deze definitie blijkt achteraf niet logisch.

Magneten houden zich aan de Wet van Coulomb: De magnetische kracht neemt

toe met de veldsterkte en hij neemt af met het kwadraat van de afstand tussen

de twee polen. Binnen een magnetisch veld volgen alle geladen deeltjes de

veldlijnen, waardoor een magnetisch veld ook stroom kan geleiden.

Waterstof is metaalachtig, het staat altijd elektronen af. In tegenstelling tot

andere metalen is waterstof echter geen vaste stof, maar een vluchtig gas.

Vandaar dat men H meestal niet tot de metalen rekent. Alleen onder zeer hoge

druk wordt het vloeibaar en krijgt dan eigenschappen van een metaal. Hoewel

het metaalrooster ontbreekt, kan deze metallische waterstof magnetisch

worden en stroom geleiden.

De metalen van groep 1, lithium, natrium en kalium, hebben 1 elektron in hun

buitenste schil. Ze staan dat ene elektron graag af, waardoor hun buitenste

schil verdwijnt. Ze reageren met zuurstof op dezelfde manier als waterstof, tot

lithiumoxide Li2O, natriumoxide Na2O en kaliumoxide K2O. Daarbij komt veel

warmte vrij, zodat de reactie niet snel zal stoppen.

Page 54: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

54

Lithium Li, in de 2e periode, is op aarde schaars en speelt in de natuur vrijwel

geen rol. Het wordt tegenwoordig gebruikt in lithium-ion batterijen, waarin Li

elektronen afstaat, waardoor er een elektrische stroom gaat lopen. Men kan

ook van andere metalen batterijen of accu’s maken, maar van alle metalen

heeft Li, met slechts 3 protonen en 3 neutronen, het laagste atoomgewicht.

Natrium Na en kalium K zijn op aarde echter ruim aanwezig, maar deze

elementen zijn zo reactief dat ze in de natuur niet in zuivere vorm bestaan. Ze

worden meestal gevonden als zout, in verbinding met chloor. Ze kunnen daaruit

worden bereid door elektrolyse en moeten dan worden bewaard in een

zuurstofloze omgeving. Vooral kalium reageert zeer fel, want dat ene elektron

in de 4e schil zit wel erg los.

In water oxideren deze metalen nog sneller, ze laten hun buitenste elektron

onmiddellijk los en daarbij komt veel warmte vrij. 2 Na + H2O -> Na2O + 2 H +

warmte. Voor lithium en kalium geldt de zelfde reactievergelijking. Uit de H2O

maken zich H+-ionen los, ze nemen de elektronen van Li, Na of K op en er

ontsnapt waterstof H2, dat reageert met zuurstof uit de atmosfeer. Er ontstaat

waterdamp H2O en daarbij komt zeer veel warmte vrij. Als je zuivere kalium in

water gooit, dan slaan zelfs de vlammen uit het water! Het is uiteraard niet het

water dat brandt, maar de ontsnappende waterstof die zich verbindt met

zuurstof. Brandende Li, Na of K kan men daarom niet met water blussen.

Li2O, Na2O en K2O lossen goed op in water, waarbij ze uiteenvallen in ionen die

met het water reageren. Er gebeurt dan iets merkwaardigs: Na2O + H2O ->

2 Na+ + 2 (OH)-. Voor Li2O en K2O geldt dezelfde vergelijking. De metaalionen

zwemmen in het water als Li+, Na+ of K+. Er zouden dan ook O2--ionen zijn,

ware het niet dat de waterstof eerlijk wordt verdeeld over de watermoleculen.

Er ontstaan geen O2--ionen, maar (OH)--ionen, H2O waaraan een H+ ontbreekt.

Water met (OH)--ionen noemt men een base. Kenmerk is, dat er H+-ionen aan

het water ontbreken, zodat er (OH)--ionen ontstaan. Dat water bevat ook altijd

vrije metaalionen.

Er zijn ook reacties waarbij er een overschot aan H+-ionen in het water

ontstaat. Dat noemt men een zuur. Dit wordt gemeten met de lakmoesproef.

Lakmoes kleurt rood in een zure oplossing en blauw als het water basisch is. Is

het water neutraal, dan is de pH = 7. Deze schaal is nogal onduidelijk en de

herkomst evenzeer, maar is de pH meer dan 7, dan is het water basisch en de

lakmoes kleurt blauw. Is de pH minder dan 7, dan is het zuur en rood.

Page 55: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

55

Zuurstof lost in zuiver water nauwelijks op en in zuur water helemaal niet,

maar als het water basisch is, dan lost zuurstof er in op. Vissen en schelpdieren

hebben zuurstof nodig, algen en wieren scheiden zuurstof uit. Onze rivieren en

oceanen zijn basisch, naast (OH)--ionen en metaalionen bevat het water

zuurstof O2. Ook ons bloed is basisch, maar iets minder dan zeewater.

Een zwakke base is plezierig, maar een sterke base is agressief. Men noemt dat

een loog. Als men een loog verhit, zodat het water opdroogt, ontstaat er een

hydroxide: 2 Na+ + 2 (OH)- -> 2 NaOH, natriumhydroxide of natronloog. Dit

werd vroeger gebruikt om marmeren vloeren te boenen. Het bovenste laagje

marmer loste er in op en de vloer was weer als nieuw, maar als het loog niet

voldoende verdund werd, losten ook je handen er in op.

Loog smaakt een beetje zeepachtig, dat komt door de vrije (OH)--ionen.

Kaliloog werd gewonnen uit de as van houtvuur, vandaar de naam potas. Als

men plantaardige olie of dierlijk vet met natronloog of kaliloog in water kookt,

ontstaat er zeep. Zeep zieden was in de oudheid al bekend, ik denk dat ook

Sara zich met zeep waste. Abraham was immers rijk!

De metalen van groep 2 hebben 2 elektronen in hun buitenste schil en oxideren

daarom iets minder snel. Berilium Be komt in de natuur nauwelijks voor, maar

magnesium Mg en calcium Ca zijn weer ruim voorradig. Ze oxideren snel, ook

deze zuivere elementen kan men slechts in een laboratorium bereiden. Ze

hoeven niet luchtdicht te worden bewaard, maar bij de geringste vonk

ontbranden ze fel. Magnesium werd ooit door fotografen gebruikt als flitslicht

en het zit ook in vuurwerk.

De oxiden van magnesium en calcium, MgO en CaO, reageren heftig met water

en daarbij komt warmte vrij. CaO zonder water is ongebluste kalk. Het onttrekt

water aan alles, om calciumhydroxide oftewel gebluste kalk te vormen: CaO +

H2O = Ca(OH)2. Daarbij komt zoveel warmte vrij, dat het proces lijkt op

branden, maar branden is verbinden met zuurstof, terwijl de ongebluste kalk

zich met water verbindt. Verbindt CaO zich met koolstof, of liever met

kooldioxide CO2, dan ontstaat er kalksteen CaCO3.

In groep 3 staat aluminium Al. Dit metaal heeft 3 elektronen in de buitenste

schil, het oxideert tot Al2O3, maar dat gaat vrij rustig. Het oxide vormt een hard

kristal, dat het metaal omsluit met een dof luchtdicht laagje. Het lijkt dan alsof

aluminium niet roest, maar het wordt gedolven als aluminiumoxide of bauxiet.

De aardkorst bestaat voor 10% uit aluminium, het zit als oxide of als zout in

Page 56: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

56

veel gesteenten en in klei. Het komt echter nooit zuiver in de natuur voor en de

reductie van het erts vergt een temperatuur van 1800°C. Aluminium wordt

daarom gewonnen door het oxide te splitsen middels elektrolyse. In de oudheid

was dit metaal dan ook volstrekt onbekend.

2.6 Halogenen of zoutvormers

In groep 7 staan de zoutvormers of halogenen: fluor, chloor, broom en jodium.

Zij hebben 7 elektronen in hun buitenste schil. Ze nemen graag 1 elektron op,

veel liever dan er 7 of 5 af te staan. Zij reageren nooit met zuurstof, maar wel

met metalen! Fluor F is daarbij het meest reactief, maar dat element is op

aarde vrij schaars. Chloor Cl komt echter in ruime mate voor en ook dat

element is zeer reactief. Zuiver chloorgas Cl2 is dodelijk, het werd in de

1e Wereldoorlog gebruikt als gifgas. Met waterstof vormt chloor HCl of zoutzuur,

eveneens een giftig gas. HCl lost gemakkelijk op in water en ioniseert dan

volledig. De H+-ionen en de CL--ionen bewegen zich vrij door het water en

water met vrije H+-ionen is zuur. Als men een base en een zuur bij elkaar doet,

dan vormen de (OH)--ionen en de H+-ionen samen weer water. De positieve

base-rest (het metaal) en de negatieve zuurrest (een niet-metaal, vaak

gebonden aan zuurstof) vormen dan samen een zout. De meest simpele

formule is daarom: base + zuur -> water + zout.

Omdat de binding tussen H en Cl slechts bestaat uit een elektron, splitst dit gas

zich zeer gemakkelijk in H+ en Cl--ionen; er is zelfs geen water voor nodig! De

chloorionen tasten vrijwel alle metalen aan, ze verbinden zich met het metaal

om er een zout mee te vormen. Heel groep 7 reageert aldus met de metalen,

daarom worden ze halogenen of zoutvormers genoemd.

Het meest gebruikelijke zout is natriumchloride NaCl of keukenzout. Natrium

staat in de 3e periode van groep 1, het wil 1 elektron afstaan; chloor staat in de

3e periode van groep 7, het wil 1 elektron opnemen. De verbinding ligt voor de

hand. Natrium verliest zijn 3e schil, het wordt een slag kleiner en daarbij komt

warmte vrij. Chloor neemt het elektron op in zijn 3e schil en wordt daardoor

niet groter. In water valt NaCl uiteen in Na+- en Cl-- ionen, maar droogt het

water op, dan kristalliseert het zout zich uit. De bolletjes Na+ passen perfect in

de ruimte tussen de bollen Cl-, de ionen laten zich stapelen als tennisballen

tussen voetballen, er ontstaat een hard kristal. De scheikundige binding bestaat

echter uit slechts 1 elektron, daarom lost NaCl goed op in water, tot dat water

Page 57: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

57

verzadigd is. Mensen en dieren hebben NaCl nodig om het zoutgehalte van hun

lichaamsvocht op peil te houden. Planten gebruiken daarvoor kaliumchloride

KCl. Beide zouten zitten in zeewater, maar NaCl komt ook voor als gesteente:

zoutsteen. De Dode Zee is daarom verzadigd van NaCl.

Ieder zout is een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal, al dan niet

in combinatie met zuurstof. Als deze verbinding in water oplost, dan smaakt de

oplossing zout, of soms ook wat bitter. De meeste zouten lossen echter niet of

nauwelijks in water op, het zijn harde stenen. Zoutsteen is keukenzout NaCl.

Deze steen neemt graag vocht op, het kristal trekt water aan, waarin het zout

op den duur oplost. Het blijft alleen bestaan in een droge omgeving. Maar ook

veel onoplosbare zouten, zoals kalksteen CaCO3, zijn hydrofiel. Hun kristallen

trekken vocht aan, ze nemen water op en laten het door, zonder er zelf in op te

lossen. Die stenen lijken droog, maar het water zit tussen de kristallen. Daarom

kunnen er op deze stenen planten groeien, zoals mos of algen.

2.7 Koolstof en silicium

De elementen van groep 4 kunnen zowel elektronen opnemen als afstaan. Dat

maakt hen zeer veelzijdig. Koolstof C is het meest sociale element, het kan

talloze verbindingen aangaan en het is op aarde ruim voorradig. Het staat in de

2e periode in groep 4, het heeft 4 elektronen in de 2e schil. Koolstof kan zowel

elektronen afstaan als opnemen, het kan zich zowel met zuurstof als met

waterstof verbinden! Het kan ook elektronen delen met andere atomen. Met

deze covalente bindingen kan het ontelbare verschillende stoffen vormen.

Levende organismen bestaan voornamelijk uit koolstofverbindingen. Voor de

koolstofchemie bestaat daarom een apart woord: organische scheikunde.

Koolstof is een vaste stof, maar deze oxideert tot een gas: kooldioxide CO2. De

buitenste schil van C valt weg en er komt veel warmte vrij. Bij weinig zuurstof

oxideert koolstof tot de onverzadigde verbinding koolmonoxide: CO onttrekt

zuurstof aan alles. CO2 en CO zijn kleurloze, reukloze gassen. CO is gevaarlijk,

maar CO2 is goed voor de natuur. Het is zwaarder dan N2 en O2, waardoor het

dicht bij de aarde blijft. Planten ademen CO2 in, onder invloed van zonlicht

vormen ze er met water koolhydraten van en ze ademen de zuurstof uit. Dieren

ademen zuurstof in en CO2 uit. Het inademen van CO2 kan geen kwaad, als er

maar voldoende zuurstof aanwezig is.

Page 58: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

58

CO2 is een broeikasgas, al is de aarde geen broeikas. CO2 houdt warmte of

infrarood vast, zodat afkoeling langzamer gaat. Dit werd in 1896 ontdekt door

Svante Arrhenius, maar Knut Angström bewees in 1901 dat een toename van

CO2 de temperatuur nauwelijks beïnvloedt. 3 Inmiddels is ook duidelijk waarom.

Infrarood bestaat uit een breed spectrum van frequenties. CO2 neemt alleen

infrarood op rond de golflengte 15μm, hogere of lagere frequenties worden met

stijgende moeite opgenomen. Deze moeite neemt logaritmisch toe, zodat het

broeikas-effect bij een toename van CO2 logaritmisch afneemt. 4 CO2 kan geen

kwaad en een toename leidt niet tot hogere temperaturen. Omdat planten CO2

inademen, is een hogere concentratie CO2 goed voor de plantengroei.

Ook methaan CH4 is een broeigas, maar het neemt slechts een kleine marge

van golflengtes op. Ook verbrandt het in de atmosfeer spontaan tot CO2 en

H2O. De concentratie blijft daardoor altijd laag. Waterdamp H2O is het sterkste

broeikasgas, het absorbeert een breed spectrum infrarood, maar H2O vormt ook

wolken die een verkoelende werking hebben, waardoor het broeikas-effect

wordt getemperd. Zie onderstaande grafiek: 5

Page 59: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

59

CO2 lost op in water, maar een gas lost beter op in koud water dan in warm

water. De koele oceanen rond de polen nemen de CO2 goed op en zijn tevens

rijk aan zuurstof. Stijgt de temperatuur van de oceanen, dan ontsnapt er zowel

zuurstof als CO2 uit het water. Een toename van CO2 in de atmosfeer is dan ook

niet de oorzaak, maar het gevolg van toegenomen warmte.

Als CO2 in water oplost, dan reageert het met water: H2O + CO2 <=> H2CO3 of

koolzuur. Ook dat is een gas dat oplost in water. Het splitst zich dan in 2H+ en

de zuurrest CO32-. Koolzuur is een zwak zuur, het ioniseert slechts gedeeltelijk

en er komen weinig H+-ionen in de oplossing voor. Het is ook onstabiel, het valt

voortdurend uiteen en vormt zich weer. Daarom schrijft men in de reactie-

vergelijking een dubbele pijl. Koolzuur kan ook slechts bestaan bij een lage

temperatuur of hoge druk. Het zit in bier en limonade. Als men de fles opent,

wordt de druk lager, het zuur splitst zich in H2O en CO2, waarbij zowel CO2 als

H2CO3 ontsnapt als prik. Uit lauwe limonade ontsnapt altijd alle prik!

Page 60: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

60

De zuurrest CO32- kan zich in water binden aan metaalionen. Er ontstaan zouten

van koolzuur, de carbonaten (geen varkensvlees). 2 Na+ + CO32- -> Na2CO3,

natriumcarbonaat of soda. Kaliumcarbonaat of potas K2CO3 vormt zich op

dezelfde manier. Natrium en kalium staan slechts een elektron af, hun zouten

lossen op in water en splitsen zich dan in ionen. De sterke ionen van natrium en

kalium, Na+ en K+, geven de oplossing de werking van een loog. Soda en potas

zijn ouderwetse schoonmaakmiddelen.

De carbonaten van calcium en magnesium lossen niet op in water, ze slaan op

de bodem neer. Kalksteen, schelpen en koraal bestaan uit calciumcarbonaat

CaCO3. Onder hoge druk verandert kalksteen in marmer, de scheikundige

samenstelling blijft hetzelfde, maar marmer heeft een kristalstructuur waardoor

het veel harder is dan kalksteen. Magnesiumcarbonaat MgCO3 vormt zo de nog

hardere steensoort dolomiet. Omdat koolzuur zo zwak en instabiel is, ontstaan

deze gesteenten heel langzaam. Scheikundig gezien zijn het zouten, maar ze

smaken niet zout, want ze lossen niet op. In de oudheid zou men dit geen

zouten hebben genoemd, maar schelpen, stenen en rotsen. De vrouw van Lot

veranderde echter niet in een rots, maar in een zoutpilaar.

Met waterstof H vormt koolstof methaan CH4. Dit brandbare moerasgas of

aardgas ontstaat bij de rotting van planten en het zit in iedere scheet die we

laten. Koolstof neemt de H+-ionen echter nauwelijks op in zijn buitenste schil.

Het CH4-molecuul is daarom groot, methaan is vluchtig. Het is ook brandbaar,

vermengd met lucht kan moerasgas zelfs spontaan ontbranden: CH4 + 2 O2 ->

CO2 + 2 H2O. Bij deze reactie komt veel warmte vrij.

Koolstof kan zich ook met zichzelf verbinden door 4 elektronen met andere

koolstofatomen te delen. Zuivere koolstof is grafiet, maar onder hoge druk en

temperatuur kan het kristalliseren tot diamant. In de natuur groeit dit kristal

heel langzaam. Sommige scheikundige reacties vergen veel tijd, vooral als er

geen energie bij vrijkomt, maar juist energie voor nodig is. Gooi je een diamant

in het vuur, dan verbrandt hij, want het is zuivere koolstof.

De covalente binding vergt energie, maar als de buitenste schil wordt gedeeld,

worden de atomen kleiner en iedere schil bevat dan 8 elektronen. Dat levert

zowel energie als stabiliteit op. Er kunnen koolstofketens worden gevormd, of

koolstofringen, of meerdere ringen aan elkaar, of een keten met zijtakken.

Zien we het koolstofatoom als een bolletje met vier handjes, dan is de

koolstofketen een rij bolletjes hand in hand. Ieder bolletje heeft dan nog twee

Page 61: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

61

handjes vrij, behalve de buitenste twee, die drie handjes vrij hebben. Met die

vrije handjes kunnen ze ionen binden en het maakt daarbij niet uit of dit

positieve of negatieve ionen zijn. Zo kunnen ze twee ionen uit groep 1 pakken,

meestal waterstof H+, maar Na+ of K+ kan ook. Willen ze keukenzout, dan pakt

het ene handje de Na+ en het andere de Cl-. Ze kunnen zo ook water binden, in

de vorm van H+ en (OH)-. Twee handjes kunnen samen een ion uit groep 2

grijpen, Mg2+ of Ca2+, maar even goed een zuurstofion O2- uit groep 6. De

buitenste bolletjes kunnen met drie vrije handjes een ion uit groep 3 pakken,

bij voorbeeld aluminium, maar ook een ion uit groep 5, zoals stikstof N3+ of

fosfor P3+. Het aantal mogelijke combinaties is vrijwel onbeperkt.

Koolhydraten zijn koolstofketens waaraan water is gebonden, dit in de vorm

van H+ en (OH)-. Vetten zijn ingewikkelde koolstofringen, het zijn esters,

waartoe ook alle reukstoffen behoren. Twee C-atomen kunnen ook een atoom

stikstof N tussen zich in nemen, waarbij N van zijn 5 elektronen er 4 afstaat en

nog één overhoudt, waarmee het een H+-ion bindt. Dit H+-ion laat in water

gemakkelijk los, dergelijke ketens zijn zuur. Deze aminozuren vormen de basis

voor het leven. Eiwitten bestaan uit ketens van aminozuren en ook DNA is een

keten van aminozuren. Een levende koolstofketen neemt voortdurend stoffen

op en het scheidt andere stoffen uit, zodat de keten kan groeien en zich

vermenigvuldigen. Hoe dit leven is ontstaan, blijft vooralsnog een raadsel.

Het vormen van een covalente binding kost een beetje energie, de zogenaamde

vormingswarmte. Planten halen die warmte uit zonlicht en dieren uit de

verbranding van hun voedsel met zuurstof. Omdat water zo belangrijk is voor

een vlot verloop van scheikundige reacties, zijn levende koolstofketens altijd

omgeven door water. Het leven is ontstaan in de oceanen, maar later

verschenen er ook de planten en dieren op het land. Zij namen het water met

zich mee. Alle levende organismen, zowel planten als dieren, bestaan uit water

met levende aminozuren en opgeloste zouten. Ook mensen bestaan voor 70%

uit water, de rest is voornamelijk koolstof met een snufje keukenzout. Alleen

botten, tanden, huid en haar bestaan uit onoplosbare zouten, voornamelijk van

calcium en magnesium.

Om koolstofketens te vormen is een beetje warmte of energie nodig, maar bij

verhitting vallen deze ketens uiteen. Deze covalente bindingen zijn niet stabiel,

ze kunnen slechts bestaan binnen een nauwe marge van temperatuur en druk.

Wordt een koolstofketen verhit en is er zuurstof aanwezig, dan oxideert de

Page 62: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

62

waterstof tot H2O en de koolstof tot CO2. Daarbij komt veel warmte vrij, het

verbrandingsproces zet zich voort tot alle brandstof op is. Alle levende wezens

zijn brandbaar, vooral als ze zijn ingedroogd. Ze worden ook altijd ingehaald

door de tijd. Als het organisme sterft, dan vallen er koolstofketens uiteen en

komt de vormingswarmte vrij. De waterstof en koolstof oxideren, ook daarbij

komt warmte vrij en daardoor vallen ook de omringende ketens uiteen.

Bacteriën en schimmels gebruiken de energie die vrijkomt bij dit rottingsproces

en nemen ook de vrijkomende stoffen op.

Ook zonder zuurstof vallen de ketens uiteen, maar ze oxideren dan niet. Wordt

een dood organisme bedolven zodat er geen zuurstof bij komt, dan ontstaan er

fossielen. Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit enorme hoeveelheden

plantaardig materiaal, dat is gestorven in de oceaan en naar de bodem zonk,

waar het water weinig zuurstof bevat. Ze blijven dan brandbaar. Vervolgens

werden ze bedekt met een laag onoplosbare calciumcarbonaat of kalksteen.

Aardgas bestaat uit een reeks van koolwaterstoffen: methaan CH4, ethaan

C2H6, propaan C3H8, butaan C4H10 en zo voort. Aardolie bestaat uit nog langere

ketens en steenkool uit kristallen van koolwaterstof.

Silicium staat ook in groep 4, onder koolstof, waar het dus wel wat op lijkt. De

4 elektronen in de 3e schil zitten echter niet zo stevig vast, silicium oxideert

gemakkelijk. Het zuivere element is zeldzaam, maar siliciumoxide SiO2 komt

overal voor. Het vormt harde kristallen: vuursteen, kiezel, kwarts en zand.

Bij een temperatuur van minstens 2200°C, bij voorbeeld bij een meteoriet-

inslag, verandert SiO2 in woestijnglas, een goudgele steen die soms in Libië

wordt gevonden. Bij een kernexplosie vormt het trinitiet, een groenig glas dat is

vernoemd naar de Trinity, de atoombom die in 1944 werd getest in de woestijn

van Nevada. Van SiO2 kan onder hoge temperatuur ook een zeer helder en hard

kristal worden gevormd: glas. In geslepen vorm lijkt glas op diamant, maar het

is een oxide. Een valse diamant is daarom niet brandbaar.

In het laboratorium kan men tegnwoordig ook ketens vormen van SiO2, de

siliconen. Ze lijken wel wat op koolstofketens, maar het blijft een oxide. Deze

onnatuurlijke kiezelketens branden niet en rotten evenmin.

SiO2 of kiezel is een vrijwel onoplosbare vaste stof. CO2 is echter een gas dat

oplost in water. Dit verschil komt door de structuur van het molecuul. Koolstof

staat aan elk zuurstofatoom twee elektronen af, de CO2-moleculen hebben

onderling geen binding. Silicium omringt zich met vier zuurstofatomen, waarbij

Page 63: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

63

het aan ieder atoom een elektron afstaat. Het andere elektron waar de zuurstof

om vraagt, wordt geleverd door een volgend siliciumatoom, dat zich ook

omringt met vier zuurstofatomen. Het hechte kristal dat zo ontstaat, is vrijwel

onvergankelijk.

Alleen bij een hoge temperatuur kan SiO2 in water een zwak zuur vormen,

waaruit harde zouten kunnen ontstaan. Zo is smaragd een siliciumzout van de

metalen beril en aluminium, met de formule Be3Al2Si6O18. Tot op heden noemt

men dit geen zout, maar een edelsteen! Deze glasharde zouten van SiO2 zijn

uiteraard zeer zeldzaam en dito kostbaar.

Omstreeks 5000 v.Chr. begon men in het Midden Oosten potten te bakken. In

Japan en China deed men dat al minstens 5000 jaar eerder en de oudste

keramiek, een Venusbeeldje, stamt uit de ijstijd. Klei laat zich gemakkelijk

vormen, maar gedroogde klei is bros. Men ontdekte dat gebakken klei een

vrijwel onvergankelijke steensoort oplevert, maar niemand wist waarom. Bij

een hoge temperatuur vormen aluminiumoxide (klei) en siliciumoxide (zand)

samen een hard en onoplosbaar zout: aluminiumsilicaat Al2SiO5. In de oudheid

noemde men dat geen zout, maar een kleitablet of een potscherf.

De hardheid van een zout hangt af van de kristalstructuur, maar de oplos-

baarheid hangt af van het aantal elektronen in de binding. Bij koolstof en

silicium gaat het om 4 elektronen, hun zouten zijn vrijwel onoplosbaar, maar

hun zuurrest vormt met metalen vaak ook een hecht kristal. Carbonaten en

silicaten zijn altijd keiharde, onoplosbare stenen, met uitzondering van de

carbonaten van Na en K, soda en potas. Deze staan slechts 1 elektron af en

hun zouten zijn oplosbaar, ook al zijn ze hard.

Ook de zouten van groep 7, die 1 elektron opnemen, lossen meestal goed op in

water. Een zout dat wordt gevormd door groep 1 plus groep 7 lost altijd goed

op, maar ook de zouten van groep 2 en groep 6 zijn soms oplosbaar. Deze

zouten smaken zout, reeds in de oudheid werden ze als zouten herkend. De

vrouw van Lot moet daarom zijn veranderd in een goed oplosbaar zout.

2.8 Zuren en zouten

Een zout bestaat uit metaalionen en een zuurrest (niet-metaal, eventueel plus

zuurstof). De meeste metalen lossen op in water, vooral als dat water zuur is.

Ze laten dan elektronen los en veranderen in ionen. Alleen goud lost zelfs niet

Page 64: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

64

op in de sterkste zuren. Het vormt daarom geen zouten, het zit niet in stenen.

De alchemisten zochten dus tevergeefs naar de steen der wijzen!

Naarmate de buitenste schil verder van de kern ligt, staan de metalen hun

elektronen sneller af. Metalen van een hogere periode kunnen daarom metalen

van een lagere periode uit een verbinding verdringen. Kalium (4e periode)

verdringt Natrium (3e periode) uit keukenzout NaCl, waarbij Na+ een elektron

van K opneemt en er Na vrijkomt, terwijl er KCl wordt gevormd. Waterstof

(1e periode) geeft voorrang aan ieder metaal, waardoor metalen zelfs water

kunnen splitsen. Zij dwingen de H+-ionen uit H2O om elektronen op te nemen.

Er ontsnapt H2 en er ontstaat (OH-): een base of loog. In een zuur geldt deze

regel nog sterker: ieder metaal verdringt de H+-ionen uit het zuur. Er ontsnapt

H2 en de zuurrest vormt met de metaalionen een zout.

Een zelfde soort voorrangsregel bestaat tussen zuurresten, maar daarbij speelt

niet de periode een rol, maar de mate waarin het zuur ioniseert. Een sterk zuur

valt in water volledig uiteen in ionen, maar een zwak zuur ioniseert slechts

gedeeltelijk. Komt een sterk zuur in contact met het zout van een zwakker

zuur, dan verdringt het sterke zuur het zwakkere zuur uit het zout, om met de

metaalionen zelf een zout te vormen. Daarbij komt warmte vrij en sommige

zure verbindingen kunnen daar niet tegen, zij zijn bij een hogere temperatuur

niet stabiel. Als een instabiel zuur een zwakker zuur uit een zout probeert te

verdringen, dan valt het zelf uiteen door de warmte die vrijkomt, maar een

stabiel zuur is tegen de hitte bestand en gaat met deze verdringing door. Om

de vrouw van Lot te veranderen in een zoutpilaar, is een zuur nodig dat sterk

en stabiel is. Daarvan zijn er drie: zoutzuur, salpeterzuur en... zwavelzuur!

Alle elementen van groep 7 vormen een sterk zuur, maar alleen zoutzuur HCl is

zowel sterk als stabiel. Het is een gas dat oplost in water en dan volledig

ioniseert. Het bestaat niet in de natuur, maar het kan worden gemaakt door

keukenzout met elektrolyse te splitsen in natrium en chloor en het chloorgas te

laten reageren met waterstof. Bij die laatste reactie komt veel warmte vrij. In

de natuur kan dit zuur niet blijven bestaan, want het zeer reactief. Zodra het

metaalionen tegenkomt, vormt het met hen een chloride (chloorzout). HCl heeft

een brandende werking, een verdunde oplossing wordt gebruikt om verf af te

branden en het zit ook in maagzuur. De meeste zuren bevatten zuurstof, maar

HCl is een zuurstofloos zuur. Zuren die zuurstof bevatten, hebben water nodig

Page 65: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

65

om te ioniseren, maar het gas HCl kan ook rechtstreeks metalen, metaaloxiden

en zouten aantasten en omzetten in goed oplosbare chloriden.

De meeste metalen lossen op in zoutzuur, maar ook harde zouten, zoals

calciumcarbonaat CaCO3, oftewel kalksteen, marmer en schelpen, lossen op in

HCl. De sterke zuurrest 2 Cl- verdringt dan de zwakke zuurrest CO32-, om met

het Ca2+-ion calciumchloride CaCl2 te vormen. De koolzuurrest CO32- valt met de

2 H+ uiteen in CO2 en H2O. Er ontsnapt CO2 en naast water H2O wordt er CaCl2

gevormd. Ieder chloride lost op in water, dit tot verdriet van Monumentenzorg,

die oude gebouwen ooit zag wegsmelten in de zure regen.

Ook uit stikstof N, atoomnummer 7 in de 2e periode van groep 5, kan een sterk

en stabiel zuur ontstaan. Stikstof vormt met zichzelf N2, in een covalente

binding van 3 elektronen. Het kost energie om deze binding te verbreken. N2

reageert wel met waterstof, als dat toevallig in de buurt is en er geen zuurstof

aanwezig is om het in te pikken. Met 5 elektronen in de buitenste schil zoekt N

naar 3 elektronen van 3 H+. Het vormt dan een gas, NH3 of ammoniak, maar

daarbij komt weinig warmte vrij, de moleculen zijn groot en de verbinding is

onstabiel. Dit gas lost goed op in water en het ioniseert dan niet tot N3- en

3 H+, zoals men zou verwachten, maar tot NH4+ en (OH)-. Ammonia is geen

zuur, maar een zwakke base. Omdat de Coulombconstante van ammonia nog

lager is dan die van water, lossen er talloze stoffen in op, waaronder eiwitten

en vetten. Het is een schoonmaakmiddel, maar ook dieren gebruiken ammonia

om afvalstoffen af te voeren. Daarom stinkt ammonia naar pis.

Als stikstof wordt verhit, kan het 3 elektronen afstaan en oxideren tot N2O3. De

buitenste schil bevat dan nog 2 elektronen, er komt nauwelijks warmte vrij.

Deze reactie kost meer energie dan er vrij komt, die verbinding is dan ook niet

stabiel. Valt hij uiteen, dan komt er warmte vrij. In water vormt N2O3 een zwak

zuur, maar de onoplosbare zouten, de nitrieten, zijn ook niet stabiel. Onder

invloed van zonlicht of warmte verandert N2O3 in N2O5. Men vindt deze stenen

daarom alleen in donkere grotten, want het daglicht verandert hen langzaam

maar zeker in nitraten, een geheel andere steen die wel in water oplost.

Alleen als stikstof zeer sterk wordt verhit, kan N2 rechtstreeks oxideren tot

N2O5. Het vergt veel energie om 5 elektronen aan de 2e schil te onttrekken,

maar als die schil wegvalt komt er veel warmte vrij, zodat de reactie zich kan

voortzetten. Dit oxide is zeer stabiel. N2O5 is een gas dat goed oplost in water

en dan een stabiel zuur vormt: N2O5 + H2O -> 2 HNO3 of salpeterzuur. Ook dat

Page 66: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

66

is een gas, maar ook dat gas lost op in water. Het ioniseert dan volledig tot H+

en (NO3)-. Dit zuur is zowel sterk als stabiel.

Net als zoutzuur heeft salpeterzuur een brandende werking en het verdringt

zwakkere zuren uit hun zout, om met het metaal een oplosbaar nitraat te

vormen. De meeste metalen lossen op in salpeterzuur of in zoutzuur, maar

goud lost slechts op in een mengsel van die twee. In de natuur komt dit

mengsel natuurlijk niet voor, het werd ontdekt door de alchemisten, die het

koningswater noemden. Het lukte hen weliswaar niet om goud te maken, maar

wel om het te laten verdwijnen! Omdat goud geen zouten vormt, vonden ze na

het indampen van hun koningswater hun goud weer terug. Omdat koningswater

er uitziet als water, konden ze daarmee ook mensen foppen: zet een zeer

speciale (tover)pot met (konings)water op het vuur en hokus pokus: nadat het

water is verdampt, ligt er goud op de bodem van de pot...

Onder stikstof N staat fosfor P, eveneens met 5 elektronen in de schil, maar

deze 3e schil ligt een slag verder van de kern. Daarom neemt P geen elektronen

op, maar het staat gemakkelijk elektronen af. Het oxideert reeds bij een lage

temperatuur tot P2O5, waarbij het 5 elektronen afstaat. Dit oxide vormt in water

fosforzuur HPO3, een zwak zuur dat zelfs warmte nodig heeft om zouten te

vormen. Planten en dieren maken fosforzouten of fosfaten aan van natrium of

kalium, die meestal dienen om warmte op te slaan. Valt het fosfaat uiteen, dan

komt de vormingswarmte vrij. Planten gebruiken dit om de koude nachten door

te komen, zonder te bevriezen. Fosforzuur kan met calcium ook een hard en

onoplosbaar zout vormen. Calciumfosfaat Ca3(PO4)2 zit in botten en tanden.

In het donker licht fosfor op en dat heeft niets te maken met verbranding. De

elektronen in de 3e schil hebben namelijk de neiging om te ontsnappen naar de

4e schil. Ze doen dit onder invloed van zonlicht, maar vallen later weer terug.

Op dat moment zenden ze het licht weer uit. Men noemt dit fosforescentie.

Fluor doet het ook, maar dat straalt het licht onmiddellijk weer uit.

2.9 Een regen van brandende zwavel

We hebben nu alle belangrijke elementen besproken, behalve zwavel S. Om te

begrijpen hoe extreem dit element reageert, moet men de andere elementen

kennen. Zwavel S staat met atoomnummer 16 in de 3e periode van groep 6.

Het staat onder zuurstof en naast fosfor, maar het vertoont ook overeenkomst

met stikstof. Met 6 elektronen in de 3e schil kan zwavel, evenals zuurstof,

Page 67: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

67

2 elektronen opnemen, maar in de 3e schil is de kracht veel zwakker, net als bij

fosfor. Daarom kan S ook elektronen afstaan, maar 6 elektronen is een beetje

veel. Het proces blijft meestal steken bij 4 elektronen, zodat er 2 elektronen

overblijven in de buitenste schil. De verbinding is dan niet stabiel, net als bij

stikstof dat 3 elektronen afstaat om er 2 over te houden. Zwavel is aldus zowel

uiterst veelzijdig, als zeer reactief.

Neemt zwavel 2 elektronen op, dan wordt het een sulfide. Waterstof met

zwavel vormt waterstofsulfide H2S, een gas dat naar rotte eieren stinkt en kan

ontstaan in rottende kadavers. Net als HCl is H2S een zuurstofloos zuur, het kan

zich zonder tussenkomst van water met metalen verbinden. H2S is wel stabiel,

maar het is zwakker dan HCl: het tast marmer en kalksteen niet aan. Het

reageert wel met ijzer, dat ook snel roest. IJzersulfide FeS of zwavelijzer is een

bestanddeel van de aardkern. H2S reageert ook met brons, dat nauwelijks

oxideert, maar door de verbinding met zwavel een groene uitslag krijgt.

In de natuur komt zwavel zeer algemeen voor, al is het meestal gebonden aan

metalen. Het bestaat echter ook in zuivere vorm, want het vormt met zichzelf

vrij stabiele moleculen van 8 atomen: S8. Dat is een geelbruine, vettige stof die

niet in water oplost en bij een lage temperatuur ontvlamt. S8 verbrandt met

een blauwe vlam tot zwaveldioxide SO2, een gas met een prikkelende geur die

ook vrijkomt als je een lucifer afstrijkt. SO2 is echter onverzadigd, S heeft nog

2 elektronen in zijn buitenste schil en wil SO3 vormen. Het onttrekt daarom

zuurstof aan alles, net als koolmonoxide, maar dan zo agressief dat het

schimmels kan doden! In water lost SO2 op tot een zwak en instabiel zuur:

zwaveligzuur H2SO3, dat ook zuurstof aantrekt en dan overgaat in zwavelzuur

H2SO4. De onoplosbare zouten van SO2, de sulfieten, zijn ook al niet stabiel.

Deze stenen veranderen onder invloed van zonlicht langzaam maar zeker in

oplosbare sulfaten, waarbij SO2 overgaat in SO3.

Bij een hoge temperatuur kan zwavel rechtstreeks verbranden tot SO3. Dat is

geen gas, maar een witte, kristallijne vaste stof, zeg maar een poeder. Het kost

veel energie om 6 elektronen aan de 3e schil te onttrekken, maar als deze schil

wegvalt, komt er nog meer energie vrij. De reactie zet zich krachtig voort en de

verbinding is uiterst stabiel. In water vormt SO3 het sterke en stabiele

zwavelzuur H2SO4 en ook bij deze reactie komt warmte vrij.

Zoutzuur en salpeterzuur zijn gassen, maar zwavelzuur is een vloeistof die er

uitziet als water. Daardoor kan dit zuur tot het uiterste geconcentreerd zijn.

Page 68: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

68

Accuzuur is een verdunde oplossing en als dat op je kleren spat, brandt het er

gaten in. H2SO4 bevat zuurstof, om te ioniseren heeft het water nodig. Het

onttrekt daarom water aan alles wat het tegenkomt. Het splitst zich dan

volledig in ionen en daarbij komt veel warmte vrij. Druppelt men voorzichtig

wat zwavelzuur in water, dan wordt het water warmer en er ontstaat een zure

oplossing. Druppelt men per ongeluk water in zwavelzuur (ze zien er hetzelfde

uit!), dan gaat het zuur koken en spatten. Een spatje H2SO4 brandt overal

doorheen. Les één van het scheikundepracticum luidt dan ook: "Gooi nooit

water in zwavelzuur!" De werking is sterker dan die van zoutzuur of salpeter-

zuur, alleen goud en koper lossen er niet in op.

Zwavelzuur onttrekt metalen aan vrijwel ieder zout, om er zijn eigen zouten

mee te vormen. Deze sulfaten vormen kristallen, net als keukenzout. Ze lossen

meestal goed op in water en smaken dan bitterzout. Deze zouten zijn niet

giftig, maar heilzaam. Bitterzout is een homeopathisch medicijn. Vanwege zijn

glasheldere zoutkristallen wordt zwavelzuur ook wel vitriool genoemd.

Mensen, dieren en planten bestaan uit water met koolstofketens en wat zouten.

Zwavelzuur onttrekt water aan alles om te ioniseren en daarbij komt zeer veel

warmte vrij. Vitriool kan men niet blussen met water. Weekdieren vormen

schelpen van calcium en het zwakke en instabiele koolzuur: CaCO3 of calcium-

carbonaat. Maar ook botten, huid, haren en veren bevatten onoplosbare zouten

van koolstof met magnesium of calcium. In botten en tanden zit calciumfosfaat,

een zout van het zwakke fosforzuur. Zwavelzuur verandert al deze zouten in

goed oplosbare sulfaten en daarbij komt zeer veel warmte vrij.

Planten gebruiken koolstof als bouwstof, maar ook dierlijke eiwitten en vetten

zijn koolstofketens. Koolstof is geen metaal, dus zwavelzuur vormt met koolstof

geen sulfaat, maar bij verhitting vallen de koolstofketens uiteen en de koolstof

verbrandt tot CO2. Daarbij komt zeer veel warmte vrij. Aan de koolstof is altijd

waterstof gebonden, dat verbrandt tot H2O. Ook daarbij komt zeer veel warmte

vrij. In deze keten van reacties kan ook SO2 vrijkomen, het gas met de

prikkelende geur. De as van een mens die door zwavelzuur verbrand is, bestaat

uit glasheldere, goed oplosbare zoutkristallen.

Volgens de bijbel regende het brandende zwavel en de vrouw van Lot werd een

zoutpilaar. Met een regen van zwavelzuur zou dat kunnen! In het hoopje zout

dat achterblijft, zullen alleen haar gouden sieraden nog liggen, of de koperen

ketel waarmee ze liep te sjouwen.

Page 69: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

69

Rotsen van kalksteen bevatten altijd kristalwater. Zwavelzuur zou de kalksteen

omzetten in calciumsulfaat CaSO4, of gebonden aan kristalwater: CaSO4.2H2O

of gips. Rond de Dode Zee zijn rotsen van gips. Op zich bewijst dat niets, want

er wordt op aarde wel meer gips gevonden. In deze gipslaag vindt echter men

ook bollen van zuivere zwavel, in een witte, poederachtige vorm die verder op

aarde niet voorkomt. Zwavel lost niet op en gips is minder goed oplosbaar, het

water van de Dode Zee is er reeds bij een lage concentratie van verzadigd.

De Jordaanvlakte ligt net als de Dode Zee onder de zeespiegel en het klimaat is

er subtropisch. Het is ook de best bewaterde grond in de regio, maar nadat

Sodom was verwoest, bleef het gebied ongeveer 700 jaar onbewoond. Wat kan

daar de oorzaak van zijn, als de extreme hitte slechts een paar seconden

duurde? Het antwoord ligt volgens de onderzoekers in de bodem:

“Zes grondmonsters uit de tijd van de ramp werden geochemisch geanalyseerd.

Het resultaat toonde "zout- en sulfaatgehalten van meer dan 6% (60.000 ppm)

in de aslaag en meer dan 5% (50.000 ppm) in de grondlagen direct boven en

onder de aslaag". De onderzoekers zeggen dat de enorme schokgolf en hittegolf

niet alleen de stad verwoestten, maar er spatte vanuit de Dode Zee een golf

van zout water over de vlakte, waardoor er honderden jaren geen landbouw

mogelijk was. Bij een zoutgehalte van slechts 12.800 ppm kan tarwe niet

ontkiemen en bij een zoutgehalte van 17.900 ppm wil gerst niet groeien. Die

drempels werden ruim overschreden.” 6

Genesis zei: Toen liet Jhwh vanuit de hemel een regen van brandende zwavel

vallen op Sodom en Gomorra. Hij verwoestte die steden en het hele dal, met alle

inwoners en de gewassen op de akkers. Maar de vrouw van Lot keek om en werd

een zoutpilaar. En: De volgende morgen begaf Abraham zich naar de plaats,

waar hij was blijven staan met de Heer. Hij keek uit over Sodom, Gomorra en de

hele Jordaanvlakte en uit de aarde zag hij rook opstijgen als uit een smeltoven.

Dat lijkt niet op een vlakte die overspoeld is door een golf van water uit de Dode

Zee. Het water zou de brand hebben geblust en uit de vlakte zou stoom oprijzen.

Abraham kende vast wel het verschil tussen rook en stoom.

In de oudheid had men geen enkel vermoeden van het verband tussen zwavel

en zout. Met zuivere zwavel en giftige zwaveldamp was men echter wel bekend.

Stel dat er een “regen” uit de hemel viel, maar dat dit “water” heftig brandde

en naar zwavel rook. De metamorfose van de vrouw van Lot zou kunnen wijzen

op een regen van H2SO4. In dat geval was het niet slechts een meteoriet die

Page 70: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

70

ontplofte boven de Jordaanvlakte. Als Jhwh een komeet was, dan kwam er

wellicht ook elders zwavelzuur uit de hemel!

Het volgende hoofdstuk gaat over de hemel, met de planeten, hun banen, hun

manen en de elementen waaruit ze bestaan. Als er in de hemel geen zwavel-

zuur te vinden is, dan regende het beslist geen brandende zwavel, dan was

Jhwh geen komeet en dan is dit boek uit. Laten we daarom maar beginnen bij:

In het begin schiep Eloim de hemel en de aarde.

Page 71: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

71

Literatuur en eindnoten:

Collins, dr. Steven en dr. Latayne C. Scott: Discovering the city of Sodom. Howard

Books, New York 2013. ISBN 978 1 4516 8430 8

Zie ook: http://geekychristian.com/evidence-sodom-is-tall-el-hammam/

Zie ook: https://tallelhammam.godaddysites.com/

Eerste Nederlandse systematisch ingerichte encyclopaedie. Scheikunde. Onder redactie

van prof. dr. J.A. Prins. ENSIE, Amsterdam 1949

Gough, Evan: A Meteor may have Exploded in the Air 3,700 Years Ago, Obliterating

Communities Near the Dead Sea. https://www.universetoday.com/140752/a-meteor-

may-have-exploded-in-the-air-3700-years-ago-obliterating-communities-near-the-

dead-sea/

Hamilton, W.R., A.R. Woolley en A.C. Bischop: Tirion Stenengids. Tirion, Baarn 1994.

ISBN 90 5121 457 X

Hoekstra, prof. dr. Joh.: Wegwijs in de scheikunde. Prisma, het Spectrum, Utrecht-

Antwerpen 1966

Jong, drs. W.J. de: Inleiding tot de chemie. Wolters-Noordhoff NV Groningen 1970.

ISBN 90 01 43591 2

Rancourt, Denis: Radiation physics constraints on global warming: CO2 increase has

little effect. Juni 2011, geplaatst op internet:

https://archive.org/details/RadiationPhysicsConstraintsOnGlobalWarmingCo2IncreaseH

asLittleEffect

Sanderman, W.: Das erste Eisen fiel vom Himmel: die grossen Erfindungen der frühen

Kulturen. Bertelsmann, München 1978. Nederlandse vertaling: Chris v.d. Hoorn:

Uitvindingen en ontdekkingen uit het verleden. Elmar, Rijswijk 1990.

Svenek, Jaroslav: Rebo natuurgids: Mineralen. Rebo Productions, Lisse 1991. ISBN 90

366 0625X

Uitterdijk, W.: Inleiding tot de scheikunde. Kluwer, Deventer 1912.

1 Zie: Collins: Discovering the city of Sodom 2 Collins, p. 2018 3 ftp://ftp.library.noaa.gov/docs.lib/htdocs/rescue/mwr/029/mwr-029-06-0268a.pdf 4 Zie Rancourt 5 Bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/7c/Atmospheric_Transmission.png 6 Zie Gough, 2018

Page 72: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

72

Hoofdstuk 3: Een kosmisch scenario

3.1 Het heelal en het zonnestelsel

Volgens de geleerden begon het heelal met de oerknal: ruimte, tijd, materie,

straling, krachtvelden en alle natuurwetten die hen verbinden, zouden ongeveer

14 miljard jaar geleden zijn ontstaan, in een tijd die kleiner is dan een fractie

van een seconde en op een plaats kleiner dan de punt van een naald. Dat

begrijpen natuurlijk alleen die geleerden. Bij deze oerknal werden waterstof en

helium gevormd. Sindsdien dijt het heelal uit, alles beweegt, sterren ontstaan

en vergaan in een voortdurend proces van vorming en vernietiging van materie.

Hoe dat werkt, blijft voorlopig een mysterie.

In 1905 toonde Einstein aan dat ruimte en tijd relatief zijn, ze vormen samen

een vierdimensionale tijdruimte. Tijd hangt af van de snelheid: hoe sneller men

gaat, des te trager verstrijkt de tijd. De grootste snelheid is die van het licht:

3 x 108 m/sec. Onafhankelijk van de snelheid van de waarnemer, blijft deze

constant. Energie en materie zijn twee manifestaties van hetzelfde fenomeen.

De formule E = mc2 is wel bekend, maar deze leidt tot een vrij onbegrijpelijke

werkelijkheid. De constante lichtsnelheid c = 300 000 000 m/s of 3 x 108 staat

in deze formule in het kwadraat: E = m x 9 x 1016. Een minieme hoeveelheid

materie bevat een gigantische hoeveelheid energie!

Onze zon is ongeveer 5 miljard jaar geleden ontstaan, een kleine 10 miljard

jaar na de oerknal. Een gaswolk trok zich samen en ging daardoor rond zijn as

draaien. Door de centrifugale kracht werd hij zo plat als een pizzabodem. De

centrifugale kracht neemt evenredig toe met de massa en met het kwadraat

van de snelheid, maar hij neemt evenredig af met de straal van de baan.

Hoewel die gaswolk voor 98% bestond uit waterstof die bij de oerknal werd

gevormd, waren er ook zwaardere elementen aanwezig, die door kernfusie in

oudere, nu opgebrande sterren zijn ontstaan. Deze elementen werden uit het

centrum weggeslingerd en ook zij balden zich samen, waardoor ze rond hun as

gingen draaien. In het centrum bleef een roterende gasbol van waterstof over.

Ongeveer 4,6 miljard jaar geleden liepen de temperatuur en druk in de kern

van die gasbol zo hoog op, dat waterstof tot helium kon fuseren. Deze

kernreactie begon met een explosie waardoor golven van waterstof de ruimte in

werden geblazen. Zo werd de centrale gasbol een stralende zon, die langzaam

maar zeker steeds feller gaat schijnen.

Page 73: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

73

Intussen trok ook de zwaardere materie zich samen. In de ruimte rond de zon

ontstonden klonters van atomen die onder invloed van de zwaartekracht met

elkaar botsten en versmolten. De zwaartekracht neemt toe met de massa en hij

neemt af met het kwadraat van de afstand tot die massa. Een grotere klont

trekt meer materie aan en de kracht van de inslag is ook groter.

Schematische voorstelling van ons zonnestelsel, met komeet. 1

Door de hitte van alle inslagen bleven de planeten vloeibaar. Pas toen de regen

van meteorieten minder werd, koelden de kleine planeten af en hun korst

begon te stollen. De grotere planeten bleven vloeibaar, ze bestaan uit vluchtige

elementen, voornamelijk waterstof. Omdat ze zo groot zijn, koelen ze ook

langzamer af. Jupiter is nog steeds niet helemaal afgekoeld, hij zendt meer

warmte uit dan hij van de zon ontvangt.

Omdat het zonnestelsel is ontstaan uit een roterende gaswolk, draaien alle

planeten in dezelfde richting, van west naar oost, tegen de wijzers van de klok

in. Ook liggen alle banen min of meer in het zelfde vlak, de ecliptica. In dat vlak

ligt ook de evenaar van de zon, maar de banen van de planeten wijken er soms

wat van af. Men noemt die afwijking de inclinatie.

De banen van planeten zijn geen cirkels, maar ellipsen. Een cirkel heeft slechts

een brandpunt, maar een ellips heeft er twee. Iedere planeet draait rond twee

punten, het ene is leeg en in het andere staat de zon. Het perihelium is het

Page 74: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

74

punt waar de baan van een planeet het dichtst langs de zon gaat, het aphelium

is het punt het verste van de zon.

De planeten worden door de gravitatie naar de zon toe getrokken, maar hun

snelheid veroorzaakt een centrifugale kracht. Met Einstein kan men ook zeggen

dat iedere massa de tijdruimte zodanig vervormt, dat een rechte lijn verandert

in een kegelsnede. De massa van de zon is enorm: 1,9891 x 1030 kg. De massa

van alle planeten samen is slechts 1,34 ‰ van de massa van de zon, waarbij

Jupiter 1‰ voor zijn rekening neemt. De zwaartekracht neemt evenredig toe

met de massa, de gravitatie van de zon is dus enorm. Ieder gravitatieveld

strekt zich in principe oneindig ver uit, maar naarmate de afstand tot de zon

toeneemt, wordt de gravitatie zwakker in het kwadraat, tot het veld zwakker is

dan dat van de ons omringende sterren.

De zon bevat geïoniseerde waterstof of plasma, dat in de kern van de zon

fuseert tot helium. Rond die kern ligt de fotosfeer, waarin de korte gamma- en

röntgenstraling gedeeltelijk wordt omgezet in zichtbaar licht. Deze straling

wordt in alle richtingen uitgezonden, maar de intensiteit van de straling neemt

af met het kwadraat van de afstand. De gamma- en röntgenstraling wordt door

de ozonlaag van de aardse atmosfeer opgevangen en omgezet in infrarood of

warmte. Het zichtbare licht wordt door de aarde geabsorbeerd en ook omgezet

in warmte. De zon straalt wel veel licht uit, maar nauwelijks warmte. Infrarood

heeft een langere golflengte dan de meeste zonnestralen.

Boven de fotosfeer ligt de chromosfeer, een veel ijlere laag waarin de tempera-

tuur eerst daalt en dan snel stijgt. Daarboven ligt de corona, een zeer ijle laag

plasma met een straal van 5 maal de straal van de zon en een temperatuur van

1 tot 5 miljoen graden Kelvin. Vanuit de corona stromen alfadeeltjes, protonen

en elektronen in alle richtingen de ruimte in. Samen vormen ze de zonnewind.

De snelheid van het licht is 300.000.000 m/sec, licht gaat binnen 8 minuten

van de zon naar de aarde. De snelheid van de zonnewind is slechts

450.000 m/sec en deze is min of meer constant: de zonnewind gaat binnen vier

dagen van de zon naar de aarde. De windkracht hangt niet af van de snelheid,

maar van de hoeveelheid geladen deeltjes. Deze variëert met de zonne-

activiteit, die soms explosief kan toenemen. De dichtheid of druk van de

zonnewind neemt eveneens af met het kwadraat van de afstand.

De zon is een gasbol van plasma die snel rond zijn as draait. In het plasma

ontstaan dan krachtige magneetvelden. Omdat de zon van gas is, draait hij

Page 75: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

75

rond de evenaar sneller dan rond de polen. Op aarde doet de atmosfeer

hetzelfde: rond de evenaar draait hij sneller, waardoor de passaatwind

ontstaat. De vloeibare oceanen doen echter het omgekeerde: rond de evenaar

gaat het water trager en rond de polen sneller dan de rotatie. Maar de

aardkorst is vast en de veldlijnen van het aardse magneetveld lijken op die van

een staafmagneet, al zitten er wel kronkels in. In de zon raken die veldlijnen

door de ongelijke rotatie voortdurend in de knoop. Daardoor ontstaan in de

fotosfeer zonnevlekken, krachtige magneetvelden die minder heet zijn dan de

omgeving. De energie van die zonnevlekken komt in zonnevlammen plotseling

vrij, waarbij grote hoeveelheden plasma (zonnewind) worden uitgestoten.

Het ontstaan van zonnevlekken en zonnevlammen kent een cyclus van 11 jaar.

De zonnewind neemt daarin toe en weer af, dan keert het hele magneetveld

zich om, de noordpool wordt zuidpool en de cyclus begint opnieuw.

De zonnewind wordt door het aardse magneetveld afgebogen en om de aarde

heen geleid. De zon heeft ook een magneetveld, dat in spiraalarmen uitwaaiert,

en de zonnewind volgt deze veldlijnen. Rond de zon ligt een groot gebied, de

heliosfeer, waarin de zonnewind overheerst. Op 100 miljard km van de zon

botst die zonnewind op de kosmische straling. Hij wordt dan vertraagd,

waardoor er een schokgolf ontstaat. In deze zone, de heliopauze, wordt de

dichtheid van de zonnewind hoger en de magnetische veldsterkte is enorm. De

meeste kosmische straling wordt door deze “boeggolf” afgebogen, de veldlijnen

van de heliopauze gaan om de heliosfeer heen. Aldus beschermt de zonnewind

ons tegen een overmaat aan kosmische straling.

3.2 De aarde en de maan

De aarde staat ongeveer 150 miljoen km van de zon. Men noemt die afstand

een Astronomische Eenheid, of 1 AE. De afstand tussen de zon en de aarde is

kosmisch vrij klein, de straling van de zon is krachtig, maar de aarde wordt

tegen ultraviolet of kortegolf straling beschermd door een dampkring met een

ozonlaag. Ozon bestaat uit drie atomen zuurstof: O3. Het wordt gevormd door

kosmische straling. O3 absorbeert gammastraling en ultraviolet, het zet hen om

in een langere golflengte: warmte of infrarood die wordt uitgestraald.

De atmosfeer bestaat uit verschillende lagen. De onderste laag is de troposfeer,

tot ongeveer 12 km hoogte, waarin zich 80% van de lucht bevindt. In deze laag

speelt zich het weer af, zoals wolken en wind. Daarboven ligt de stratosfeer, tot

Page 76: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

76

op 45 km hoogte, waarin zich zowel de straalstroom als de ozonlaag bevindt.

Hoewel de temperatuur in de troposfeer daalt met de hoogte, stijgt hij in de

stratosfeer weer, mede vanwege de ozonlaag die korte golfstraling omzet in

warmte. Daarboven ligt de mesosfeer, waarin de temperatuur scherp daalt, en

dan de thermosfeer, waar onder invloed van kosmische straling de temperatuur

weer stijgt met de hoogte. De lucht is daar ijl, ondanks de hoge temperatuur is

er dus weinig warmte.

De gravitatie van de aarde is sterk genoeg om een dampkring vast te houden.

Zou de aarde kleiner zijn, dan zou de dampkring ontsnappen in de ruimte.

Alleen waterstof is zo vluchtig dat het komt bovendrijven en probeert te

ontsnappen. De buitenste laag van de dampkring bestaat uit waterstof, die door

de kosmische straling wordt gesplitst: de ionosfeer bestaat uit plasma.

De zon straalt licht uit, maar nauwelijks warmte. De aarde absorbeert zonlicht

en zet het om in warmte, die wordt uitgezonden als infrarood. CO2, CH4 en H2O

zijn broeigassen, zij absorberen infrarood en zenden het dan in alle richtingen

uit, zodat de warmte niet rechtstreeks de ruimte in gaat. Zonder deze gassen,

dus zonder atmosfeer, zou de gemiddelde temperatuur op aarde veel lager zijn.

In plaats van de huidige 14°C zou het 19°C onder nul zijn en vrijwel al het

water op aarde zou bevriezen.

Aanvankelijk was de aarde vloeibaar, de zwaardere elementen zakten naar de

kern en lichtere elementen kwamen bovendrijven. Er ontstond een atmosfeer

van stikstof, CO2 en wat andere gassen, terwijl uit zuurstof en waterstof

oceanen ontstonden, met daarin oplosbare zouten. De zwaardere elementen

vormden een vaste korst, die voornamelijk bestaat uit oxiden en zouten van

magnesium, aluminium en silicium. De aardkern bestaat uit gesmolten nikkel

en ijzer, met ijzersulfide FeS of zwavelijzer. De snelle rotatie van de aarde wekt

in deze metaalkern elektrische stromen op, waardoor er rond de aarde een

magneetveld ligt. De straal van de aarde is 6.370 km, de totale dikte van de

atmosfeer is ongeveer 1000 km, maar de magnetosfeer strekt zich tot minstens

65.000 km in de ruimte uit. De zonnewind drukt het magneetveld weg en

vervormt het tot een druppel, die zich aan de nachtzijde nog veel verder

uitstrekt: de magnetostaart. Twee stralingsgordels in dit veld, de Van Allen-

gordels, vangen geladen deeltjes op. De zonnewind doet ons daarom geen

kwaad. Alleen rond de polen kan de zonnewind de atmosfeer bereiken. Het

poollicht ontstaat doordat de ionen uit de zonnewind worden aangevuld met

Page 77: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

77

elektronen uit de atmosfeer, waarbij de vrijkomende energie in de vorm van

licht wordt uitgezonden.

Rond de aarde draait de maan, onze satelliet. De snelheid van een satelliet

hangt zowel samen met de afstand tot het lichaam waar hij omheen draait, als

met de massa van dat lichaam. De aarde heeft als satelliet van de zon een

baansnelheid van 29.780 m/sec of ruim 100.000 km/uur. De baansnelheid van

de maan is gemiddeld slechts 1.022 m/sec. Uiteraard is dit laatste gemeten ten

opzichte van de aarde. Samen met de aarde draait de maan immers ook rond

de zon en dat gaat met een snelheid van ruim 100.000 km/uur.

De maan bestaat uit dezelfde elementen als de aardkorst: magnesium,

aluminium en silicium. Men denkt dat hij is ontstaan door een kosmische inslag,

toen de aarde nog vloeibaar was. Een gedeelte van de aardkorst zou toen de

ruimte in zijn gespat. Deze materie balde zich samen en bleef rond de aarde

draaien, zo zegt deze theorie. De maan heeft geen kern van nikkel en ijzer, dus

ook geen magneetveld, hij staat voortdurend bloot aan de zonnewind. Met zijn

geringe gravitatie kan hij ook geen dampkring vasthouden, alle dampen worden

er door de zonnewind de ruimte in geblazen. Zijn pokdalige korst getuigt van

talloze meteorietinslagen. Zonder atmosfeer is er nauwelijks erosie, de kraters

zijn miljoenen en zelfs miljarden jaren oud. Uit hun patroon probeert men het

aantal kosmische inslagen af te leiden, waaraan de planeten in de loop der tijd

hebben blootgestaan.

Hoewel de aarde 81 maal zo zwaar is als de maan, is deze maan relatief veel

groter dan andere manen in ons zonnestelsel. De gravitatie van de maan oefent

zelfs een duidelijke invloed uit op de aarde. Daardoor ontstaan getijden in de

oceanen. Een ander gevolg is dat de aarde in de loop der tijd steeds langzamer

rond zijn as ging draaien. Ook werkt de maan als een gyroscoop, hij houdt de

stand van de aardas redelijk stabiel.

De baan van de maan is niet rond, maar duidelijk een ellips. De kleinste afstand

tot de aarde is 356.410 km en de grootste is 398.580 km. Door dit verschil van

42.170 km, of meer dan 10% van de afstand, lijkt de volle maan soms groter

dan anders. Dat is geen gezichtsbedrog, hij staat dan dichtbij. De maan draait

precies een maal per maand rond zijn as, hij keert altijd de zelfde kant naar de

aarde. Door de gravitatie van de aarde is hij in zijn rotatie vertraagd, tot deze

synchroon liep met zijn omlooptijd. Men noemt dat baanresonantie.

Page 78: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

78

3.3 Mercurius, die kleine wildeman

De kleine planeet Mercurius staat het dichtst bij de zon. Hij is slechts 4,5 maal

zo groot als de maan, de aarde is 18 maal zo groot als Mercurius. Zijn baan

maakt een hoek van 7° met de ecliptica en deze baan is sterk elliptisch, zijn

afstand tot de zon varieert van 0,30 tot 0,48 AE. Hoe dichter een planeet bij de

zon komt, des te groter wordt zijn baansnelheid. In zijn perihelium, het dichtst

bij de zon, gaat Mercurius 190.000 km/uur en in zijn aphelium, op het verste

punt van de zon, "slechts" 154.000 km/uur. Zijn baan is daarbij ook korter dan

de aardbaan, hij haalt ons iedere 116 dagen in. Meestal verschuilt hij zich in of

achter de zon, maar hij kan in de schemering soms helder boven de horizon

staan. Als zijn baan minder extreem was, zou Mercurius vanaf de aarde nimmer

zichtbaar zijn. Waarom Mercurius zo'n wilde baan heeft, is onduidelijk.

Misschien wordt de hoge excentriciteit wel veroorzaakt door de zwaartekracht

van de zon en de planeten, maar de inclinatie van 7° kan daar onmogelijk het

gevolg van zijn. De omringende zwaartekracht zou Mercurius immers juist in

het vlak van de ecliptica trekken.

Mercurius draait in 59 dagen rond zijn as en in 88 dagen rond de zon. Het

etmaal duurt daarom 176 dagen, precies twee maal zo lang als het jaar. Deze

baanresonantie is ontstaan doordat Mercurius in zijn aswenteling is vertraagd

door de zon. Hij heeft wel een kern van nikkel en ijzer, maar door de trage

rotatie is zijn magneetveld zo zwak dat het hem nauwelijks beschermt tegen de

zonnewind. Hij is ook te klein om een dampkring vast te houden; alles wat

verdampt, wordt weggeblazen door de zonnewind. Zo dicht bij de zon wordt hij

verzengd door straling, vooral in zijn perihelium, waar de straling en de

zonnewind ruim 11 maal zo sterk zijn als op aarde. Tijdens de lange dag kan de

temperatuur oplopen tot 470°C en 's nachts koelt het soms af tot -180°C.

De samenstelling van Mercurius lijkt op die van de aarde, maar de kern van

ijzer en nikkel maakt minstens 70% van zijn massa uit. Zijn mantel van

silicaten is in verhouding zo dun, dat men vermoedt dat een deel van die

mantel ooit is weggeslagen. Mercurius heeft een pokdalige korst, maar er is

geen vulkanisme en er zijn veel minder kraters dan op de maan. De astronoom

Vilas schrijft: “Er is bewijs voor een vroegere gebeurtenis, waarin de buitenkant

van Mercurius een nieuwe korst kreeg en waarbij alle oude kraters werden

uitgewist.” 2 Hij zegt niet welke gebeurtenis, en ook niet wanneer, maar we

mogen vermoeden dat dit geen geleidelijk proces was.

Page 79: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

79

In de Griekse mythen was Mercurius de god Hermes, heraut van de goden en

god der herauten. Hij werd afgebeeld als een jongeling met vleugels aan zijn

schoenen. In andere Griekse mythen is hij een ondeugend kind, een kleine

wildeman die als baby reeds runderen steelt van de god Apollo. Ook dan heeft

hij vleugels. De putti, de blote engeltjes uit de Renaissance schilderkunst, zijn

gebaseerd op Griekse afbeeldingen van Mercurius als gevleugelde babygod.

3.4 Venus, koningin van de hemel

Venus staat dichter bij de zon dan de aarde, ze gaat dus sneller en haar baan is

korter dan de onze. De baansnelheid is 126.000 km/uur of 35.020 m/sec. Ze

haalt ons iedere 584 dagen in, waarbij ze voor de zon langs gaat. Omdat de

baan van de aarde een zwakke ellips is, varieert onze kortste afstand tot Venus

dan van 39 tot 45 miljoen km of 0,26 tot 0,3 AE. Deze kosmische buurvrouw

komt soms astronomisch dichtbij.

Vanaf de aarde gezien staat Venus ruim 8 maanden als ochtendster in het

oosten. Dan verdwijnt ze achter de zon. Ruim 2 maanden later verschijnt ze

's avonds in het westen, ze blijft daar ruim 8 maanden zichtbaar als avondster.

De maximale boogafstand tussen de zon en Venus is 48°. Daarna lijkt ze zich

weer naar de zon toe te bewegen, om er snel voor langs te gaan, waarbij ze de

aarde inhaalt. Een paar dagen later staat ze vlak voor zonsopkomst in het

oosten als ochtendster. Ze heeft ook schijngestalten, net als de maan, maar die

zijn alleen zichtbaar door een telescoop. Met het blote oog lijkt Venus een

heldere ster, die als eerste in het avondrood oplicht, of in de ochtend-

schemering als laatste vervaagt.

Venus is bijna even groot als de aarde en iets minder zwaar. De gravitatie is

90% van die op aarde. Haar baan is rond en de afstand tot de zon is 0,72 AE of

ruim 100 miljoen km. De aarde staat 1 AE van de zon. Omdat straling afneemt

met het kwadraat van de afstand, ontvangt Venus bijna 2 maal zoveel straling

en zonnewind als de aarde. Er is geen magneetveld, want al heeft Venus een

kern van nikkel en ijzer, ze roteert te traag. Tegen de zonnewind heeft Venus

geen bescherming, maar ze is zwaar genoeg om een dampkring vast te

houden. Het is een dikke, ondoorzichtige laag van voornamelijk CO2, die de

straling absorbeert en alle warmte gelijkmatig verdeelt, zowel tussen dag- en

nachtzijde als tussen de evenaar en de polen. Er zijn daarom geen klimaten op

Venus, de temperatuur is er overal gelijk en ook 's nachts koelt het niet af.

Page 80: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

80

Daarom waait het er ook nauwelijks, maar de dikke atmosfeer maakt dat de

trage wind toch zeer krachtig is. De atmosferische druk aan de oppervlakte is

ongeveer 90 maal zo hoog als op aarde.

De as van Venus staat vrijwel loodrecht op het baanvlak. Daarom zijn er geen

seizoenen. Ze draait in 243 dagen rond haar as, echter niet van west naar oost,

maar retrograad, dat is de andere kant op. Ze loopt in bijna 225 dagen om de

zon en dat gaat wel in de zelfde richting als de andere planeten. Een dag duurt

op Venus 117 aardse dagen. 3

Mercurius wordt in zijn aswenteling geremd door de zon, de maan is door de

aarde vertraagd. Venus draait echter niet alleen langzaam, maar de verkeerde

kant op! Dat Venus ooit dusdanig in haar rotatie is gestuit, dat ze de andere

kant op ging draaien, lijkt me onmogelijk. Venus draait nog steeds dezelfde

kant op, maar ze is ondersteboven getuimeld! De as maakt een hoek van

177,4° met het baanvlak, ze staat vrijwel loodrecht (= 180°) ondersteboven.

Het oppervlak van Venus is door een ruimteschip met radar gefotografeerd. Er

zijn overal vulkanen, veel groter dan die op aarde. Daaruit blijkt dat er geen

schollentektoniek is, de korst is onbewegelijk. Er zijn ook sporen van erosie

door water en wind, hoewel er nu geen water meer is! De grootste verrassing

kwam echter van de inslagkraters.

De astronoom Saunders schrijft: “Op aarde, de maan en Mars lopen de kraters

uiteen van verse littekens tot vrijwel onzichtbare, verweerde cirkels. Maar de

kraters op Venus waren nauwelijks door erosie aangetast. Ze zagen er uit alsof

ze pas waren ontstaan. Het hele oppervlak leek niet ouder dan 500 miljoen

jaar, slechts 10% van de geologische geschiedenis van Venus.” 4

Mercurius is zijn mantel kwijt en Venus verloor haar korst! Uit de kraters op

Venus maakt men op, dat dit laatste 500 miljoen jaar geleden gebeurde.

In de oudheid werd Venus alom aanbeden. In Mesopotamië noemde men haar

Inanna of Ishtar. In de Bijbel heet ze Astarte en de Israëlieten mochten haar

niet aanbidden, maar ze deden het toch. Ze was de Griekse godin van de liefde,

de langharige Aphrodite. Ook volgens andere volkeren had ze lang haar, of

soms horens, maar haar schijngestalten zijn met het blote oog niet zichtbaar.

Als avondster noemden de Grieken haar Hesperos, of Vesper in het Latijn, maar

als ochtendster heette ze Fosforos, of Lucifer in het Latijn. 'Fosforos' betekent

'brandend'. Een lucifer was een zwavelstokje, maar ook de duivel heet Lucifer.

Waarom zou Venus als ochtendster zo'n slechte naam hebben?

Page 81: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

81

De astronomen Moore en Nicolson vertellen: “De dichte dampkring van Venus

bestaat voor 96% uit kooldioxide en oefent een druk uit van meer dan

90 atmosfeer. De voornaamste wolkenlaag, die hoofdzakelijk bestaat uit

zwavelzuur, strekt zich uit op een hoogte van 45 tot 60 km. Een Venuswolk

absorbeert minder licht dan een aardse wolk van gelijke dikte, maar de

wolkenlaag op Venus is zoveel dikker, dat slechts 2% van het zonlicht het

oppervlak van de planeet bereikt. Dit wolkendek sluit de infrarode straling zo

goed op, dat de temperatuur aan de oppervlakte altijd ongeveer 475° Celsius

is, zo'n 500° hoger dan zonder dampkring het geval zou zijn.”

Het kookpunt van zwavelzuur is op aarde 280°C en aan de oppervlakte van

Venus is de temperatuur 475°C. Als het op Venus zwavelzuur uit de wolken

regent, dan verdampt dit weer voor het de oppervlakte kan bereiken.

Moore en Nicolson zeggen: “Veel sterrenkundigen denken, dat er heel lang

geleden op het Venusoppervlak water voorkwam, maar dat door een toename

van de helderheid van de zon de temperatuur zover steeg dat de oceanen

begonnen te verdampen, waardoor de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer

toenam. Omdat waterdamp infrarood sterk absorbeert, werd het broeikaseffect

versterkt, zodat de temperatuur verder steeg en de snelheid van verdamping

toenam. Als gevolg van dit 'op hol slaan' van het broeikaseffect schoot de

temperatuur omhoog en verdampten de oceanen geheel. Zonlicht moet

vervolgens de waterdamp in de bovenste lagen van de dampkring hebben

afgebroken tot waterstof, dat ontsnapte, en zuurstof, dat weer naar beneden

zonk en met het oppervlaktemateriaal reageerde. Tegenwoordig is het

waterdampgehalte in de dampkring slechts 0,005%, maar zelfs nu neemt dat

nog ongeveer 25% van het broeikaseffect op Venus voor zijn rekening. De

andere stoffen die daaraan bijdragen zijn koolstofdioxide, zwaveldioxide en

verder wolken en nevel.” 5

Hoe lang geleden zouden de oceanen op Venus zijn verdwenen? Was dat een

langzaam proces of zou dat plotseling zijn gegaan? En hoe zou die zwavelzuur

zijn ontstaan? Voor de vorming van H2SO4 is water en SO3 nodig, maar ook op

Venus is de meeste zwavel als zwavelijzer gebonden in de kern. Waar kwam de

zwavel vandaan om wolken van zwavelzuur te vormen? Zou die regen van

brandende zwavel soms van Venus zijn gekomen? En de Zondvloed dan?

Een Sumerische hymne zegt: “De grote koningin van de hemel wil ik loven! De

heldere toorts die is ontvlamd in de lucht, hemels licht, stralend als de dag. De

Page 82: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

82

heilige, vreeswekkende koningin der Anunnaki (hemelgoden), de meest edele

van hemel en aarde, gekroond met grote horens. Het oudste kind van Sin (de

maan), Inanna wil ik loven. Ze zwerft graag door de lucht, ze is waarlijk de

wilde koe des hemels. Verheven is de koningin, de avondster, waar het hele

land verwonderd naar kijkt, de eenzame ster, de morgenster. De koningin die

zweeft waar de hemel is bevestigd (de horizon), achtte het raadzaam om als

een krijgsman op te dagen in de hoogte en alle landen beven werkelijk voor

haar.” 6 Archeologen denken dat dit poëzie is, maar waarom zouden alle landen

voor haar beven? Dit is slechts een voorbeeld van hoe Venus werd beschreven.

Op afbeeldingen zien we Venus met brede vleugels als een aartsengel, of

rijdend op een gevleugelde, vuurspuwende leeuw. Ze heeft vaak een helm met

horens op het hoofd en dit zijn de oudste manieren om haar naam te schrijven:

Stel dat er iets gebeurde waardoor de oceanen van

Venus overkookten en dat deze waterdamp door de

zonnewind werd weggeblazen. Stel dat zich dit een

aantal malen herhaalde en dat bij een van deze

gebeurtenissen Venus toevallig voor de zon langs ging. De zonnewind zou de

waterdamp dan naar de aarde blazen. De Bijbel zegt: Na zeven dagen kwam de

vloed over de aarde. Toen stroomden alle bronnen over en ook de sluizen van

de hemel openden zich. Als de Zondvloed van Venus kwam, dan zijn de

oceanen van Venus nog niet zo heel lang geleden verdwenen. Ook die wolken

van zwavelzuur zouden dan van vrij recente datum zijn. Stel dat een volgende

gebeurtenis deze wolken oververhitte, terwijl Venus toevallig weer voor de zon

langs ging. De zonnewind zou dan zwavelzuur naar de aarde blazen. In de

ruimte zou H2SO4 onder invloed van de straling worden gesplitst in H+ en SO42--

ionen. Het is nog maar de vraag of de Van Allengordels deze zware ionen

zouden tegenhouden. De buitenste laag van onze atmosfeer bestaat uit H+, die

eventueel de SO42--ionen weer zou kunnen aanvullen tot zwavelzuur.

Alleen de zonnewind kan deze dampen naar de aarde blazen. Als die brandende

zwavel van Venus kwam, dan moet deze regen uit de richting van de zon zijn

gekomen. De Bijbel zegt: De zon was nog maar net op, toen Lot in Soar

aankwam. Toen liet Jhwh vanuit de hemel een regen van brandende zwavel

vallen. Als Venus overkookte, dan ziet men haar als een heldere toorts, of een

hoofd met lang haar, en haar schijngestalten zouden haar nog een lange tijd

twee horens geven. Alle landen zouden beven, wanneer ze de overkokende

Page 83: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

83

Venus zien, de heldere toorts die is ontvlamd in de lucht. Ze moet dan voor de

zon langs zijn gegaan, toen deze ramp gebeurde. Daarna verscheen ze weer als

ochtendster, de duivelse Lucifer!

De aarde heeft in elk geval een kosmische buurvrouw die de ingrediënten bezit

om ons een dergelijke poets te bakken. De beeldschone Venus, godin van de

liefde en koningin van de hemel, zou wel eens het meisje met de zwavelstokjes

kunnen zijn. Zeker is dit niet, want wat kan haar atmosfeer hebben doen

overkoken? En hoe kwam er voldoende zwavel aan het oppervlak van Venus,

om wolken van zwavelzuur te vormen? Als Jhwh een komeet was die deze

rampen aanrichtte, dan moet hij toch minstens over zwavel hebben beschikt.

Laten we maar eens kijken of er ergens voldoende zwavel is om dit kosmische

scenario volledig ten uitvoer te brengen.

3.5 De oorlogsgod Mars en de verdwenen planeet

Voorbij de aardbaan cirkelen de buitenplaneten: Mars, Jupiter, Saturnus,

Uranus, en Neptunus. Mars, de binnenste, kun je herkennen aan zijn rode

kleur. Hij is klein en gemiddeld vrij licht: de aarde is 6,7 maal zo groot en 9,3

maal zo zwaar. De gravitatie is slechts 38% van die op aarde. Mars kan daarom

nauwelijks een atmosfeer vasthouden, de luchtdruk is er 6 tot 7 millibar, dit in

tegenstelling tot 1000 millibar op aarde. De gemiddelde afstand tot de zon is

1,52 AE, Mars ontvangt gemiddeld 57% minder zonnestraling dan de aarde. Het

is er koud, tussen hoogstens 20°C in de “tropen” tot -140°C ’s winters rond de

polen. Zo koud wordt het op aarde nooit, zelfs rond de Zuidpool is -87°C de

laagste temperatuur die ooit werd gemeten.

De baan van Mars is zeer elliptisch, zijn afstand tot de zon varieert van 1,38 tot

1,66 AE. De straling en de zonnewind nemen elk Marsjaar met 40% toe en

weer af. De as van Mars staat ongeveer even schuin als die van de aarde, er

zijn dus seizoenen op Mars. Op de polen ligt permanent een kap van waterijs,

maar 's winters bevriest ook de CO2 uit de atmosfeer er tot koolzuursneeuw.

Ook op Mars zijn reusachtige vulkanen, want er is geen schollentektoniek, zoals

op aarde. Die vulkanen zijn echter niet langer actief.

Mars roteert vrijwel even snel als de aarde, een dag duurt er 24,62 uur. Maar

net als de maan bestaat hij uit aluminium, silicium en magnesium, zonder kern

van vloeibaar nikkel en ijzer. Ondanks zijn snelle rotatie heeft hij daarom geen

magnetisch veld, de zonnewind heeft er vrij spel. Deze blaast de atmosfeer van

Page 84: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

84

Mars voortdurend de ruimte in. De ijle dampkring bestaat hoofdzakelijk uit CO2

en dat gas absorbeert wel infrarood of warmte, maar geen gammastralen of

ultraviolet. Deze schadelijke straling heeft daarom eveneens vrij spel.

Het oppervlak van Mars bestaat uit stof dat veel ijzeroxide (rode roest) bevat,

en uit stenen. De rode kleur van Mars wordt veroorzaakt door stormen die de

hele atmosfeer vullen met stof en die soms langer dan een jaar aanhouden. De

korst is pokdalig van talloze inslagkraters. Kleine groene mannetjes heeft men

in dit barre oord niet aangetroffen, maar er is ooit wel vloeibaar water op Mars

geweest. Er zijn zelfs beddingen van krachtige rivieren die daar moeten hebben

gevloeid. De astronomen hopen er nog steeds sporen van leven te ontdekken.

Vandaar dat men er reeds een reeks van ruimtesondes op afgestuurd heeft. Er

is nog geen leven ontdekt, maar er zijn wel bewijzen van de aanwezigheid van

water. Rond de polen en in kraters ligt bevroren water. Als vloeisof is water ook

onmisbaar bij de vorming van allerlei scheikundige verbindingen die op Mars

wel degelijk aanwezig zijn. Omdat de luchtdruk en de temperatuur zo laag zijn,

kan er nu geen vloeibaar water meer bestaan. Het blijkt dat Mars ooit een

zwaardere atmosfeer had en dat het er warmer was!

Mars staat verder van de zon dan de aarde, zijn baan is dus ruimer en hij gaat

langzamer. Zijn omlooptijd is 1 jaar en 321 dagen, de aarde haalt Mars steeds

na 2 jaar en 50 dagen in. Omdat zijn baan zo elliptisch is, varieert zijn

nabijheid dan van 0,37 tot 0,67 AE. Ongeveer eens in de 15 jaar staat Mars het

meest nabij. Hij lijkt dan groter dan Jupiter, die toch bijna 3.000 maal zo groot

is. Zijn inclinatie is 1°50', zijn baan loopt vrijwel langs de ecliptica, dit in

tegenstelling tot die van Mercurius.

Mars heeft twee kleine manen: Phobos en Deimos, die zonder telescoop niet

zichtbaar zijn. Het zijn onregelmatige rotsblokken, bezaaid met kraters. Hoogst

waarschijnlijk zijn ze ooit door Mars ingevangen.

Ruimtesondes hebben bodemmonsters van Mars naar de aarde gebracht, maar

in deze stenen is geen spoor van leven aangetroffen. Er werd wel iets anders

ontdekt: De meeste meteorieten die op aarde neerkomen, zijn even oud als het

zonnestelsel, ruim 4,6 miljard jaar. Een kleine groep blijkt slechts 1 miljard jaar

oud en deze stenen zijn afkomstig van Mars. Men vermoedt dat ze bij een

kosmische inslag van Mars zijn afgeslagen. De geringe gravitatie op Mars maakt

het mogelijk dat ze de ruimte in zijn geschoten. Men schat dat er jaarlijks bijna

Page 85: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

85

een halve ton gesteente van Mars op aarde neerkomt, meestal als stofdeeltjes,

maar ook als meteorieten. 7

In de oudheid beschouwde men Mars als een brutale god. De Grieken noemden

hem de wilde Ares, de god van de oorlog. In Mesopotamië heette hij Nergal en

ook dat was een boosaardige god. Dat is wel merkwaardig, want zelfs als Mars

het meest nabij staat, blijft het een onschuldig roodachtig lichtje aan de weidse

sterrenhemel. De negatieve manier waarop Mars werd beschreven, wordt door

de historici dan ook beschouwd als beeldspraak.

Tussen de banen van Mars en Jupiter ligt 500 miljoen km of 3,33 AE, maar deze

ruimte is bepaald niet leeg. Er draaien daar talloze planetoïden elk in hun eigen

baan rond de zon. Het zijn onregelmatige rotsblokken, met een doorsnede van

tientallen tot hoogstens enkele honderden kilometers. Men neemt aan dat het

brokstukken zijn van een planeet die ooit bij een kosmische inslag uiteenviel.

Sommige van deze planetoïden hebben een dusdanig elliptische baan, dat ze de

banen van alle binnenplaneten kruisen. Wellicht is een van deze brokken ooit

op aarde ingeslagen, waardoor de dinosauriërs uitstierven. Het heeft jaren

geduurd, voor het bewijs van deze inslag wetenschappelijk werd aanvaard,

maar tegenwoordig is men er van overtuigd dat deze kosmische ramp waar

gebeurd is. Men onderzoekt nu ook serieus welke planetoïden een dusdanige

baan hebben, dat zij op aarde kunnen inslaan. Het aantal potentieel gevaarlijke

planetoïden loopt nog steeds op, maar het kan nog miljoenen jaren duren, voor

er daadwerkelijk een op de aarde stuit. 8

3.6 De oppergod Jupiter en zijn gevolg

Voorbij deze gordel van planetoïden staan vier reuzenplaneten zonder vaste

korst, hun buitenkant is vloeibaar. Jupiter is onbetwist de grootste van deze

reuzen. Hij is 2½ maal zo zwaar als alle andere planeten samen, of 318 maal zo

zwaar als de aarde. Omdat hij voornamelijk bestaat uit waterstof, is hij zelfs

1286 maal zo groot als de aarde. Zijn gravitatieveld is zeer krachtig. De meeste

planetoïden blijven binnen zijn baan, want als ze de baan van Jupiter kruisen,

lopen ze een grote kans om te worden ingevangen. Jupiter zuigt als het ware

de ruimte rondom zijn baan schoon.

Deze reus wordt de Kometenvanger genoemd. Niet alleen de gravitatie, maar

ook de baansnelheid en de invloedssfeer spelen daarbij een rol. Rond de zon

ligt een zeer krachtig gravitatieveld, waarin de planeten draaien, elk omringd

Page 86: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

86

door hun eigen gravitatieveld. Rond iedere planeet ligt daarom een

invloedssfeer, waarbinnen de gravitatie van de planeet sterker is dan die van

de zon. De baan van een andere massa wordt daar niet langer bepaald door de

gravitatie van de zon, maar door die van de planeet. Een maan draait altijd

binnen de invloedssfeer van haar planeet. Omdat de gravitatie van de zon

afneemt met het kwadraat van de afstand, wordt de invloedssfeer van een

planeet relatief groter, naarmate hij verder van de zon staat.

Snelheid geeft een massa kinetische energie. Is deze energie groter dan de

energie van het gravitatieveld, dan kan die massa uit dat veld wegschieten. De

daartoe minimaal benodigde snelheid is de ontsnappingssnelheid: vesc (velocity

of escape). Snelheid is altijd relatief, de baansnelheid vbaan van de aarde is

100.000 km/uur, maar dat geldt ten opzichte van de zon. Een massa die ten

opzichte van de zon stilstaat, heeft ten opzichte van de aarde onze vbaan.

De straal van onze invloedssfeer is 145 maal de straal van de aarde. Binnen

deze invloedssfeer neemt de ontsnappingssnelheid af met het kwadraat van de

afstand tot de aarde. Op de grens van onze invloedssfeer is de vesc = 3.340

km/uur en vanaf de aarde is de vesc = 40.275 km/uur. Dat laatste is nog niet

de helft van onze vbaan. Komt er vanuit de ruimte iets op ons af, dan heeft dat

door onze hoge vbaan ten opzichte van de aarde meestal een snelheid die ver

boven de vesc ligt. Het object slaat dan niet in, maar het wordt uit ons

gravitatieveld weggeslingerd. Dat er vallende sterren bestaan en meteorieten

inslaan, komt omdat de aarde deze hemelse stenen soms inhaalt. Hun snelheid

veigen wordt dan van onze vbaan afgetrokken, zodat de ontsnappingssnelheid niet

wordt gehaald. De aarde beweegt zich in de richting van de dageraad, daarom

vallen die sterren meestal pas na 3 uur 's nachts.

Jupiter staat ruim 5 AE van de zon, hij gaat dus veel trager dan de aarde: zijn

vbaan is ongeveer 47.000 km/uur. De gravitatie van de zon is rond Jupiter ook

zwakker. De straal van Jupiters invloedssfeer is daarom bijna 700 maal de

straal van Jupiter zelf. Zijn gravitatie is krachtig, vanaf de rand van de

invloedssfeer is de vesc = 8.250 km/uur en vanaf de oppervlakte zelfs vesc =

218.000 km/uur. Rond Jupiter ligt een ruime zone, waar zijn vbaan lager is dan

zijn vesc. Een komeet heeft daar een grote kans om te worden ingevangen.

Daar ligt een zone omheen, waarin de komeet even met Jupiter wordt

meegesleurd, om daarna weer uit het gravitatieveld te ontsnappen.

Page 87: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

87

Of een komeet wordt ingevangen, hangt mede af van zijn eigen snelheid en

richting. De richting van een komeet staat altijd min of meer loodrecht op de

baan van Jupiter. Volgens Pythagoras geldt dan: vbaan2 + veigen

2 = vtotaal2. Gaat

de komeet achter Jupiter langs, dan wordt hij meegezogen in de vbaan van

Jupiter en versneld ten opzichte van de zon. Gaat hij voor de planeet langs, dan

verandert het + teken in een – teken en wordt hij vertraagd. Vliegt hij over

Jupiter heen of er onderdoor, dan wordt zijn baan zo afgebogen, dat hij naar

het vlak van de ecliptica toe getrokken wordt. Eenmaal gelegen in dit baanvlak

der planeten loopt hij een grotere kans om te worden versneld, vertraagd of

ingevangen door een van de planeten.

Een bewegend gravitatieveld is een kosmische katapult, die een massa zowel

sterk kan versnellen als vertragen. In de ruimtevaart maakte men daar gebruik

van om ruimteschepen van de ene planeet naar de andere te sturen. De

Voyager 2, die in 1977 werd gelanceerd, ging eerst langs Jupiter en Saturnus,

hij kwam in 1986 langs Uranus en in 1989 langs Neptunus. Die laatste

reuzenplaneet gaf hem een snelheid tot boven de vesc van het zonnestelsel!

Deze ruimtesonde is nu bezig om ons zonnestelsel voorgoed te verlaten. Omdat

iedere planeet het ruimteschip exact in een baan wierp die hem naar de

volgende planeet stuurde, kost een dergelijke ruimtereis niet zozeer brandstof,

als wel een geweldige timing en precisie. Ook was deze ruimtereis slechts

mogelijk, omdat de planeten op dat moment ten opzichte van elkaar in een

gunstige positie stonden. De grote planeten kunnen met hun gravitatie niet

alleen ruimteschepen doorsturen, maar ook kometen vertragen of versnellen en

zelfs voorgoed uit ons zonnestelsel wegslingeren. Zij doen dat op een volstrekt

toevallige en willekeurige manier. 9

Om kometen te vangen, moet een planeet hen vertragen tot beneden zijn eigen

vesc. Dat gaat het beste bij een lage vbaan en een hoge vesc. Een ruime

invloedssfeer kan daarbij behulpzaam zijn. Jupiter de Kometenvanger voldoet in

alle opzichten aan die voorwaarden. Vandaar dat er ook kometen op Jupiter

inslaan. In juli 1994 werd dat voor het eerst waargenomen, toen de komeet

Shoemaker-Levi 9 eerst uiteenviel, waarna 21 fragmenten op Jupiter insloegen.

Sindsdien zijn er meer van dergelijke waarnemingen geweest.

De omlooptijd van Jupiter is bijna 12 jaar, we halen hem steeds in na 1 jaar en

33 dagen. Hij lijkt dan groter dan Sirius, de meest heldere ster aan de hemel.

In de oudheid was Jupiter de oppergod, de Grieken noemden hem Zeus, in

Page 88: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

88

Egypte was hij Amon, in Babylon heette hij Marduk, bij de Assyriërs heette hij

Baäl en zo heet hij ook in de Bijbel. De Israëlieten mochten hem niet

aanbidden, maar toch... Dat al deze volkeren een verre planeet als een hogere

god vereerden dan de zon of de maan, is wel merkwaardig.

De as van Jupiter staat loodrecht op zijn baanvlak en Jupiter draait in 9,8 uur

rond zijn as. Rond de evenaar is de rotatiesnelheid ruim 90.000 km/uur, door

de centrifugale kracht stulpt hij daar ook flink uit. Zijn dampkring bestaat voor

90% uit waterstof en voor 10% uit helium, met daarin wolken van methaan CH4

en ammoniak NH3, oftewel scheten en pis. Deze dampkring kan de rotatie rond

de evenaar niet bijbenen, de wolken gaan er veel trager dan rond de polen. Dit

leidt tot orkanen die in gordels evenwijdig aan de evenaar over Jupiter razen,

met een windsnelheid van ongeveer 360 km/uur. Ter vergelijking: windkracht

12 heeft een snelheid vanaf 102 km/uur en de hoogste windsnelheid op aarde,

orkaankracht 5, is ongeveer 250 km/uur.

Jupiter heeft geen vaste korst, onder de dikke wolken ligt een oceaan van

vloeibare waterstof. Op ongeveer 25.000 km diepte wordt deze onder een druk

van 3 miljoen atmosfeer in ionen gesplitst en gedraagt zich dan als een metaal:

metallische waterstof. Dat is een zeer goede stroomgeleider en evenals nikkel

en ijzer kan het magnetisch worden. Door de razendsnelle rotatie roept deze

kern een magneetveld op, dat ongeveer 20.000 maal zo sterk is als dat van de

aarde. Het strekt zich tot minstens 20 miljoen km rond Jupiter uit, maar aan de

nachtzijde is de magnetostaart zelfs ongeveer 450 miljoen km of 3 AE lang. Het

veld omsluit de meeste manen van Jupiter. Wonderlijk genoeg maakt de as van

dit veld een hoek van 10° met de as van Jupiter. Van magneetvelden weet men

nog te weinig, om dit te kunnen verklaren. Rond de evenaar van het

magneetveld strekt zich een gordel van ionengas of plasma uit, die als een

grammofoonplaat meedraait met de rotatie. Ook deze schijf maakt een hoek

van 10° met de evenaar van Jupiter.

De zonnewind rond Jupiter bedraagt slechts 4% van de dichtheid rond de

aarde. Toch veroorzaakt hij in dit magneetveld elektrische stromen van wel

10.000 Megawatt. De atmosfeer knettert van de bliksems en rond de polen

hangt een vlammende krans van poollicht. Vanaf de aarde is dat echter met het

blote oog niet zichtbaar. Toch stond Jupiter in de oudheid alom bekend als de

god die de bliksem slingert.

Page 89: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

89

Rond deze grote kometenvanger zijn maar liefst 60 satellieten ontdekt, maar de

meeste zijn slechts ingevangen steenklompen. Er zijn 12 kleine maantjes, die

zijn verdeeld in drie groepen van vier. De eerste groep draait zeer dicht rond

Jupiter. De volgende draait in veel ruimere banen, die met een inclinatie van

bijna 30° op het baanvlak van Jupiter staan. Dat zijn hoogst waarschijnlijk

ingevangen kometen of planetoïden. De buitenste groep draait in nog ruimere

banen zeer scheef op het baanvlak en retrograad. Van hen weet men daarom

zeker dat ze zijn ingevangen.

De vier grote manen van Jupiter werden in 1610 ontdekt door Galileo Galilei en

ze zijn vernoemd naar figuren uit de Griekse mythologie: Callisto, Ganymedes,

Europa en Io, die het dichtst bij Jupiter staat. Sinds 1995 zijn ze gefotografeerd

door het ruimteschip Galileo. De as van Jupiter staat loodrecht op zijn baanvlak

en de grote manen draaien in dat baanvlak. De omlooptijden van Ganimedes,

Europa en Io zijn 126, 84 en 42 uur, ze verhouden zich exact als 3:2:1. Na elke

omloop van Ganymedes staan ze alle drie op een lijn. In het krachtige

gravitatieveld van Jupiter veroorzaakt deze baanresonantie een getijdenkracht,

vooral op Io, maar ook op Europa en Ganymedes. Hun banen worden nooit

exact rond, hun afstand tot Jupiter varieert. Door deze verandering in de

gravitatie worden ze steeds iets vervormd en daarbij ontstaat van binnen

wrijvingswarmte.

Callisto, de buitenste grote maan, doet aan deze baanresonantie niet mee. Hij

is bijna even groot als Mercurius, maar minder zwaar. Hij bestaat uit een

mengsel van vuil waterijs en kiezelstenen. Zijn bevroren korst is bezaaid met

inslagkraters en wordt verder bedekt door een gladde laag donker stof. Onder

die korst ligt vermoedelijk gesmolten water tot 100 km diep, maar men weet

niet waar de warmte vandaan komt om het water gesmolten te houden.

Dichter bij Jupiter staat Ganymedes. Hij is iets groter dan Mercurius, maar ook

hij is minder zwaar. Zijn samenstelling lijkt op die van Callisto, maar

Ganymedes is gelaagd. Rond een kleine kern van ijzer ligt een grotere kern van

silicaten, met een dikke mantel van water of zacht ijs. Deze maan moet ooit

volledig zijn gesmolten, zodat ijzer en silicium naar het midden konden zakken,

terwijl het water naar de oppervlakte steeg. Ganymedes heeft een zwak

magnetisch veld, men vermoedt daarom dat de kern van ijzer vloeibaar is,

maar ook hier weet men niet waar de benodigde warmte dan vandaan moet

komen. De bevroren korst van vuil waterijs is gedeeltelijk donker en bezaaid

Page 90: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

90

met kraters, net als Callisto. Er zijn echter ook heldere gebieden zonder

kraters, waar het ijs kennelijk ooit gesmolten en weer bevroren is. In dat ijs

zitten diepe scheuren of barsten. De astronoom Pappalardo zegt: “Deze intense

vervorming is een teken van een zeer heftig verleden, waarin deze maan werd

geschokt door zware ijsbevingen.” 10

Europa, de kleinste van de vier grote manen, heeft een helder stralend, glad

oppervlak van waterijs. De getijdenwerking maakt dat Europa van binnen warm

en gesmolten blijft. Onder de bevroren korst vermoedt men een oceaan van

water, met daaronder een mantel van kiezel en een kern van ijzer. Er zijn

weinig kraters, maar in het ijs van de korst zitten diepe krassen, barsten of

scheuren. Ook Europa zou ooit volledig gesmolten en weer bevroren zijn,

waarbij alle inslagkraters werden uitgewist. Sindsdien zijn er geen nieuwe

inslagkraters ontstaan, waaruit volgt dat deze gebeurtenis nog slechts kort

geleden moet hebben plaatsgevonden.

Io, de binnenste grote maan, is iets groter dan onze eigen maan en het is een

van de meest merkwaardige objecten in ons zonnestelsel. De samenstelling van

Io verschilt volledig met die van Jupiter, maar ook met die van de andere grote

manen. MacNab en Younger schrijven: “Het oppervlak van Io was een

lappendeken van gestolde stromen vloeibare zwavel vermengd met gesteente.

Er was geen inslagkrater te zien. De baan van Io is niet precies een cirkel en

daardoor varieert de aantrekkingskracht van Jupiter periodiek. Io wordt

afwisselend ingedeukt en uit elkaar getrokken. De wrijving levert voldoende

warmte om het inwendige van Io gesmolten te houden. Onder de korst

bevinden zich mogelijk oceanen van vloeibare zwavel.” 11

Torrence Johnson zegt echter: “Uit de dichtheid van Io blijkt duidelijk, dat ze

voornamelijk bestaat uit gesteente en ijzer. De korst is sterk genoeg om bergen

van 5 tot 10 km hoogte te ondersteunen. Zuivere zwavel is daar niet toe in

staat, zeker niet als het heet wordt. De temperaturen op Io kunnen ook worden

verklaard door vloeiende lava van silicaten, die stolt op een koude korst.”

Johnson zegt ook: “Hoewel zwavel een exotische stof lijkt, is het in ons

zonnestelsel overvloedig aanwezig. Ook op aarde is veel zwavel, maar het

meeste zit als ijzersulfide in de kern. Daarom speelt dit element op aarde een

geringe rol bij vulkanische erupties. Op de korst van Io is daarentegen een

grote hoeveelheid bevroren SO2 aangetroffen.” 12

Page 91: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

91

Als Io bestaat uit gesteente en ijzer, dan zal er ook ijzersulfide in de kern

zitten, maar Io heeft zwavel te over! Op de korst ligt bevroren SO2 en rond de

vulkanen gestolde stromen van ooit vloeibaar S8. Van binnen is Io heet.

Moore en Nicolson vertellen: “Io wordt soms in haar baan gestoord door Europa

en Ganymedes, waarna Io door Jupiter weer wordt teruggesleurd naar haar

baan. Hierdoor ontstaat in de korst van Io een getijdenbult die stijgt en daalt

met wel 100 meter. De hitte die daarbij vrijkomt, voorziet de vulkanen van

voldoende magma. Het oranjerode oppervlak is getekend met vulkanische

kraters en uiterst actieve vulkanen. Bij de uitbarstingen wordt materiaal

uitgeworpen met snelheden tot 1 km/sec (3.600 km/uur) en de pluimen

bereiken een hoogte van 250 km. De afwezigheid van inslagkraters duidt er op

dat het oppervlak niet meer dan een miljoen jaar oud is en dat deze vreemde

wereld door het vulkanisme zo snel een nieuw oppervlak krijgt, dat zij sinds

haar ontstaan al enkele malen binnenstebuiten is gekeerd.” 13

Io wordt door Europa en Ganymedes van Jupiter weggetrokken, waarna Jupiter

Io weer naar zich toe trekt. Door de gravitatie van Jupiter wordt Io dan iets

samengeknepen, waarna ze weer ronder kan worden. Daarbij draait ze ook nog

om haar as. Dat alles veroorzaakt die getijdenbult onder het oppervlak. Io is

slechts iets groter dan onze maan, de gravitatie is er gering en de vesc is laag.

Uit de vulkanen spuiten de kokende zwavelgassen en -dampen tot honderden

kilometers omhoog. Dat gaat niet in korte erupties, zoals bij aardse vulkanen,

maar het gas blijft maandenlang spuiten, zoals waterdamp uit sommige aardse

geisers. Io kan geen dampkring vasthouden, de zwaveldamp verdwijnt als

plasma de ruimte in. En dan gebeurt er iets, wat nog veel merkwaardiger is.

Moore en Nicolson vertellen: “Io ligt diep in de stralingsgordels van Jupiters

magnetosfeer. Elektronen en ionen, uitgestoten door Io's vulkanen, verspreiden

zich tot een ring langs haar baan. Het krachtige magneetveld van Jupiter

maakt, dat deze ring een hoek van 10° maakt met de baan van Io. Van Jupiter

naar Io's baan loopt een 'fluxbuis' met een elektrisch vermogen van meer dan

1 miljoen megawatt, die een elektrische stroom van 2,5 miljoen ampère

overbrengt.” 14 Van Allen en Bagenal zeggen echter: “De interactie tussen Io en

het plasma van de magnetosfeer van Jupiter is ingewikkeld en wordt nog niet

helemaal begrepen. De maan fungeert als het uiteinde van een stroomveld van

elektronen, dat is verbonden met de ionosfeer van Jupiter. Het elektrische

circuit dat zo wordt gevormd, wordt geschat op 400.000 volt en 2 miljoen

Page 92: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

92

megawatt.” En: “Het ioniseren van SO2 uit Io's atmosfeer voegt ongeveer een

ton per seconde aan materiaal toe aan de ring van plasma.” 15

De baan van Io ligt in het baanvlak van Jupiter en het magneetveld van Jupiter

staat 10° schuin op dat baanvlak. Io spuit 1.000 kg SO2 per seconde de ruimte

in en laat een spoor van plasma achter, dat als een ring in het magneetveld van

Jupiter zweeft. Het potentiaalverschil tussen Io en Jupiter is 400.000 volt. Twee

maal per omloop, dus elke 21 uur, kruist Io de ring van plasma. Dan vuurt

Jupiter een stroomstoot op haar af van 1 of 2 miljoen megawatt, ze krijgt dan

een elektroshock van 2,5 of zelfs 5 miljoen ampère. Arme Io, zo wordt ze

langzaam maar zeker volledig geïoniseerd!

We waren op zoek naar een mogelijke bron van zwavel. Deze maan van Jupiter

bevat zwavel in overvloed, in de kern als ijzersulfide, aan de oppervlakte in

gestolde stromen zuivere zwavel en bevroren SO2. Als dampkring fungeert het

vluchtige SO2. Jupiter zelf bevat geen zwavel, het lijkt dan ook uitgesloten dat

Io uit Jupiter is ontstaan. Ze moet dan zijn ingevangen, maar wanneer? Zou

deze maan ooit als komeet rond de zon zijn gegaan om met een zwavelige

staart over Venus te zwiepen? Of zou zwavel ook elders zo ruim voorradig zijn?

Laten we nog maar wat verder kijken.

3.7 Saturnus, de god van de tijd

Ook Saturnus is een reuzenplaneet, al is Jupiter 3,34 maal zo zwaar. Saturnus

is 717 maal zo groot en 95 maal zo zwaar als de aarde, hoewel hij voornamelijk

bestaat uit waterstof. Hij bevindt zich op 9,5 AE van de zon, zijn invloedssfeer

is 964 maal zo groot als hij zelf, zijn vbaan is 43.600 km/uur en vanaf het

oppervlak is zijn vesc 131.300 km/uur. Ook dat is een goede kometenvanger.

Zijn omlooptijd is bijna 30 jaar, we halen hem daardoor steeds in na een jaar

en een week. Op dat moment is hij helderder dan de omringende sterren. In de

oudheid was dit een redelijk betrouwbare tijdmeter, de Grieken noemen hem

dan ook Chronos, de tijd. Op het moment van dichtste nabijheid zijn met een

verrekijker of telescoop ook de ringen zichtbaar die zich rond de evenaar

uitstrekken. Door de schuinstand van de as lijken ze soms op twee oren.

Die ringen zijn ontstaan uit een maan die langzaam naar Saturnus toe spiraalde

en de zogenaamde Roche-limiet overschreed. Als een maan te dicht bij zijn

planeet komt, dan wordt de kant die het dichtst bij de planeet is sterker

beïnvloed door de zwaartekracht, dan de achterkant. De maan wordt dan door

Page 93: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

93

de gravitatie uiteengerukt. De Roche-limiet hangt af van de gravitatie van de

planeet en de dichtheid van de maan. Een maan met een hoge dichtheid valt

minder snel uiteen, zijn Roche-limiet ligt lager. De Roche-limiet van onze maan

is 15.000 km en de afstand tot de aarde is gemiddeld 375.000 km. Daar

hoeven we ons voorlopig geen zorgen over te maken. We weten natuurlijk niet

hoeveel manen er in 4,6 miljard jaar tijd reeds hun Roche-limiet hebben

overschreden, maar ook rond Jupiter, Uranus en Neptunus hangt een vage ring

van stof. Saturnus heeft in elk geval minstens een maan verpulverd tot ringen

van stof. Twee andere manen houden de ringen in evenwicht, zodat het gruis

niet naar Saturnus dwarrelt.

De as van Saturnus staat bijna 27° schuin op het baanvlak. Net als Jupiter

draait ook hij heel snel, zijn rotatie duurt 10,2 uur. Hoewel Jupiter ruim drie

maal zo zwaar is als Saturnus, lijken ze wel op elkaar. De druk in de dampkring

van Saturnus is minder, maar de straalstroom rond de evenaar is daardoor juist

krachtiger. De stormen bereiken er een windsnelheid van 1.800 km/uur. Ook op

Saturnus bestaat de dampkring uit waterstof met wat helium, daaronder ligt

een oceaan van vloeibare waterstof, die zich op grote diepte splitst in ionen:

metallische waterstof. Het magneetveld van Saturnus is 600 maal zo sterk als

dat van de aarde. Dat is weliswaar geen 20.000 maal, zoals dat van Jupiter,

maar het is toch krachtig. Het maakt ditmaal geen hoek met de as.

Saturnus heeft minstens 21 manen. De meeste zijn onregelmatige brokken van

enkele honderden kilometers, maar Titan is iets groter dan Mercurius. In deze

regionen is de zonnewind zo zwak, dat Titan een dampkring kan vasthouden.

Deze bestaat uit stikstof, net als die van de aarde, met wolken van CH4 of

methaan. Zo ver van de zon is het op Titan zo koud, dat CH4 vloeibaar wordt en

uit de wolken regent. De temperatuur ligt dan ver onder -162°C, het

condensatiepunt van CH4 op aarde. De korst is van bevroren water, met

rivieren van vloeibaar methaan. Daaronder bevindt zich een mantel van

stroperig vloeibaar waterijs met CH4 en een kern van kiezel.

Omdat de atmosfeer van Titan wel wat lijkt op de atmosfeer van de aarde,

heeft men er een ruimtesonde op afgestuurd: het moederschip Cassini met de

Huygens-capsule, die in januari 2005 op Titan landde en foto's naar de aarde

heeft gezonden.16 Men hoopte uiteraard sporen van leven te vinden, al is het op

Titan zo koud, dat er aan de oppervlakte geen vloeibaar water kan bestaan. In

Page 94: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

94

de atmosfeer zijn wel complexe organische moleculen ontdekt, maar zolang zij

zich niet vermenigvuldigen is er geen sprake van leven.

Ook de andere manen van Saturnus bestaan uit bevroren water en methaan,

met soms een kern van kiezel. Er loopt slechts een maan retrograad: Phoebe is

zeker een ingevangen komeet.

3.8 De onzichtbare reuzen Uranus en Neptunes

Uranus is met het blote oog vrijwel onzichtbaar, in de oudheid was deze planeet

onbekend. Na zijn ontdekking in 1781 is hij vernoemd naar de Romeinse god

Uranus, de vader van Saturnus, maar de Grieken bedoelden met Ouranos de

hele sterrenhemel. Zijn omlooptijd is 84 jaar en hij draait in 17 uur en

14 minuten om zijn as. Die as staat echter niet rechtop, en zelfs niet schuin,

maar hij ligt vrijwel plat op het baanvlak, zodat deze planeet als een tonnetje

rond de zon rolt. Uranus moet ooit maar liefst 98° zijn omgetuimeld, men denkt

in een botsing met een planeet zo groot als de aarde. Omdat Uranus iets meer

dan 90° uit het lood staat en dus iets ondersteboven ligt, roteert hij net als

Venus van oost naar west, dus retrograad. Te bedenken hoe op deze planeet de

etmalen en de seizoenen er uit zien, vergt een ingewikkeld wiskundig voorstel-

lingsvermogen.

Het magneetveld van Uranus is 50 maal zo sterk als dat van de aarde en het

maakt, vreemd genoeg, een hoek van bijna 60° met de as. Verbijsterd over

deze wonderlijke toestand, dachten de astronomen aanvankelijk dat het veld

misschien net bezig was om volledig om te slaan toen de Voyager voorbijkwam.

Ook het aardse magneetveld slaat namelijk soms plotseling om, al weet men

niet hoe en waarom. Maar toen de Voyager 2 later langs Neptunus kwam, bleek

ook dat magneetveld zeer schuin op de as te staan. Voor deze scheefstand

bestaat nog geen enkele verklaring.

Uranus bestaat uit waterstof, ammoniak en methaan. Hij is 62 maal zo groot en

14,5 maal zo zwaar als de aarde. Hoewel veel kleiner dan Jupiter of Saturnus,

is het toch wel een reus. Hij staat 18,3 tot 20 AE van de zon, zijn vbaan is

25.000 km/uur, zijn invloedssfeer is ruim 2.000 maal zo groot als zijn omvang

en zijn vesc is ruim 130.000 km/uur, dus ver boven de vbaan. Alweer een

kometenvanger!

Bij Uranus zijn 15 manen ontdekt. Het meest bizar is Miranda, een maan van

slechts 500 km in doorsnede, die een mengelmoes van kosmische rampen lijkt.

Page 95: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

95

Delen van het oppervlak bleken vervormd tot steile rotswanden, kloven en

ruggen. Op een plaats verrees een rotswand van meer dan twee maal zo hoog

als de Mount Everest. Misschien, zo denkt men, is Miranda ooit door een

botsing met een planetoïde uiteengeslagen en hebben de fragmenten zich later

weer samengevoegd. McNab en Younger schrijven: “Uranus en zijn turbulente

verleden vormen nog steeds een raadsel dat om een oplossing vraagt.” 17

Neptunus is zonder telescoop onzichtbaar, hij werd in 1846 ontdekt en vanwege

zijn blauwe kleur vernoemd naar de Romeinse god van de zee. Net als Uranus

bestaat hij uit waterstof, ammoniak en methaan. Neptunus is 55 maal zo groot

en 17 maal zo zwaar als de aarde, dat is iets kleiner dan Uranus, maar ook iets

zwaarder. Hij staat op 30 AE van de zon, zijn baan is vrijwel rond en zijn

omlooptijd is 165 jaar. Hij draait in 16 uur om zijn as, die 28° schuin op het

baanvlak staat. Zijn magneetveld is 25 maal zo sterk als dat van de aarde en

het maakt een hoek van 47° met de as.

De vbaan van Neptunus is laag: 20.000 km/uur, de vesc is hoog: 85.650 km/uur

en de invloedssfeer is groot: 3.580 maal de omvang. Nog een kometenvanger!

Bij Neptunus zijn reeds 8 manen ontdekt, waaronder een grote: Triton. Deze

bestaat uit bevroren methaan en stikstof, met een ijle atmosfeer van dezelfde

elementen, en uit de korst spuiten geisers van stikstofgas. Triton is zeker

ingevangen, want zowel de baan als de rotatie zijn retrograad. Dit leidt tot een

getijdenwerking waardoor Triton van binnen smelt en er geisers ontstaan. De

retrograde beweging maakt ook, dat Triton langzaam maar zeker naar

Neptunus toe spiraalt. Ooit zal hij zijn Roche-limiet overschrijden, hij wordt dan

door de gravitatie van Neptunus tot gruis vermalen.

3.9 De dwerg Pluto en de rest

De kleine Pluto werd in 1930 ontdekt en vernoemd naar de Romeinse god van

de dood. Zijn baan maakt een hoek van ruim 17° met de ecliptica en zijn

afstand tot de zon varieert van 30 tot 50 AE. Hij komt gedeeltelijk zelfs binnen

de baan van Neptunus, maar zijn omlooptijd verhoudt zich tot die van Neptunus

als 3:2. Neptunus passeert Pluto daarom altijd als Pluto zo ver mogelijk van de

zon staat. Door deze baanresonantie is een botsing uitgesloten. Het gewicht

van Pluto is nog niet een kwart van dat van onze maan, maar hij heeft zelf ook

een maan, Charon. Deze draait in het vlak van de evenaar van Pluto, maar die

Page 96: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

96

evenaar staat loodrecht op de baan van Pluto. Ook Pluto is dus ooit plat op zijn

baanvlak getuimeld.

In 2005 werd er nog een planeetje ontdekt, op 100 AE van de zon en iets

groter dan Pluto. Er bestaan nog veel meer van dergelijke planeetjes. Medio

2006 zijn de astronomen samengekomen en er werd besloten dat Pluto niet

langer een planeet is, maar een dwergplaneet. Ons zonnestelsel telt sindsdien

nog slechts acht planeten. In deze verre regionen bestaat alles uit lichte en

meestal vluchtige stoffen: waterstof H, zuurstof O, water H2O, stikstof N,

ammoniak NH3 en methaan CH4, met wat kiezel SiO2 en lichte metalen, tot ijzer

toe. Het heeft geen zin om daar verder nog naar zwavel te zoeken.

Regende het werkelijk brandende zwavel, zoals de Bijbel zegt? Op Venus zijn

de wolken van zwavelzuur. Om H2SO4 te vormen, is zuurstof, zwavel en water

nodig. Er was op Venus ooit water in overvloed, er waren oceanen, en in de

atmosfeer van CO2 is zuurstof ruim voorradig. Net als op aarde, bevindt zich de

meeste zwavel echter als ijzersulfide in de kern. Omdat daaruit geen

zwavelzuur kan ontstaan, zochten we in de hemel naar zwavel. Op Mars lijkt

dat nauwelijks aanwezig en verder van de zon bestaat alles uit lichtere

elementen. Alleen Io bevat zwavel in overvloed. Als Jhwh ooit een komeet was,

dan is deze maan van Jupiter onze belangrijkste kandidaat. Deze zou dan vrij

recent door Jupiter zijn ingevangen.

Stel dat Io ooit een komeet was die vlak langs de zon kwam, dan zou er SO2

verdampen. Deze zwavelige staart zou Venus raken. SO2 is onverzadigd, het

onttrekt zuurstof aan alles. De atmosfeer van Venus bestaat uit CO2, waaraan

SO2 zuurstof kan onttrekken om poedervormig SO3 te vormen. Daarbij komt

veel warmte vrij. Het poeder slaat neer in de oceanen, SO3 + H2O -> H2SO4 en

ook daarbij komt veel warmte vrij. Het kookpunt van zwavelzuur op aarde is

280° en dat van water slechts 100°. Als de oceanen van Venus overkoken, dan

zou het water ontsnappen. Het zwavelzuur zou achterblijven in de oceanen,

waaruit wolken van zwavelzuur kunnen ontstaan als Venus verder opwarmt.

Als Io ooit een komeet was, zou die regen van brandende zwavel dan waar

gebeurd kunnen zijn? Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst weten

wat een komeet is. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.

Page 97: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

97

Literatuur en eindnoten:

Bogan, Larry: Satellite Orbits – Gravitational Assist from Planets.

http://www.go.ednet.ns.ca/~larry/orbits/gravasst/gravasst.html

Kamp, Peter van de: Elements of Astromechanics. W.H. Freeman and Company, San

Francisco and London 1964.

Kelly Beatty, J., Carolyn Collins Petersen en Andrew Chaikin editors: The New Solar

System. Fourth Edition, Cambridge University Press, Cambridge/New York 1999. ISBN:

0 521 64183 7

McNab, David en James Younger: De planeten. Teleac/NOT 2000.

ISBN 90 6533 550 1

More, Patrick en Iain Nicolson: The Universe. Vertaling: drs. Adriaan Fournier: Het

Heelal. Elsevier Amsterdam/Brussel 1985. ISBN 90 10 05447 0

Schweers, Dr. J en Drs. P. van Vianen: Natuurkunde op corpusculaire grondslag, deel 3

en 4. L.C.G. Malmberg, 's Hertogenbosch 1964.

Jacobson, Thorkild: The harps that once... Sumerian poetry in translation. Yale

University Press, New Haven and London 1987. ISBN 0 300 03906 9

1 Overgenomen uit: McNab. p. 30 2 Kelly Beatty ed., p. 89 3 McNab, schema op p. 233 4 Kelly Beatty ed., p. 99 5 Moore en Nicolson, p. 60 6 Jacobson, p. 123-124 7 McNab, p. 210 8 Kelly Beatty ed., p. 393-394 9 Bogan, p. 1-3 10 Kelly Beatty ed., p. 269 11 McNab, p. 102-103 12 Kelly Beatty ed., p. 246-247 13 Moore, p. 77-78 14 Moore, p. 76 15 Kelly Beatty ed., p. 48 16 zie: SCIENCE, 13 mei 2005, Volume 308, Issue 5724: Cassini Reveals Titan 17 McNab, p. 131

Page 98: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

98

Hoofdstuk 4: Een hypothetische komeet

4.1 Een langharige staartster

In de oudheid ging men er van uit dat de hele natuur bezield is. Het wemelde

dan ook van de goden, maar de belangrijkste goden waren hemellichamen. De

zon, de maan en de vijf zichtbare planeten werden allen aanbeden. Daarbij was

vaak niet de zon of de maan de belangrijkste god, maar Jupiter was de

oppergod en ook Venus was machtig. Om te voorkomen dat deze goden boos

werden, moest men hen gunstig stemmen met gebeden, offers en lofzangen.

Om deze goden op de juiste wijze te eren, hielden de priesters hen nauwlettend

in het oog. De oorsprong van de sterrenkunde ligt in deze religie.

Een komeet onderscheidt zich van de planeten door zijn plotselinge verschijnen

en zijn opvallende staart. Men noemt een komeet ook wel een staartster, maar

het Griekse woord kometo betekent: langharig. Wij zien een komeet als een

levenloos ding, maar in de oudheid beschouwde men dit waarschijnlijk ook als

een god. Nog niet zo lang geleden waren de mensen bang voor kometen, men

zag hen als voorboden van rampen. Men hield hen ook verantwoordelijk voor

misoogsten, epidemieën, oorlog en hongersnood, of de dood van een koning.

Tegenwoordig wordt dit beschouwd als bijgeloof.

Omstreeks 1600 ontdekte Kepler dat een komeet niet rechtdoor gaat, maar een

scherpe bocht maakt rond de zon, om te verdwijnen in de richting waar hij

vandaan kwam. Newton dacht daarom dat zijn baan een U-vormige parabool

was, maar zijn jongere tijdgenoot Edmund Halley (1656-1742) vermoedde dat

het een langgerekte O-vormige ellips was. Daaruit zou volgen dat kometen

steeds terugkomen. Halley stelde een lijst op van 24 bekende komeetbanen en

hij ontdekte dat de kometen van 1531, 1607 en 1682 uit exact dezelfde richting

kwamen. Als dit steeds dezelfde komeet zou zijn, dan heeft deze een

omlooptijd van 75 of 76 jaar. In 1758 zou hij dan terugkomen. Halley was zelf

al overleden toen zijn voorspelling uitkwam. Door de bekendheid die de komeet

van Halley kreeg, denken veel mensen dat alle kometen terugkomen, maar er

zijn ook kometen die nooit meer terugkomen. Hun banen zijn parabolen, zoals

Newton al vermoedde.

Kepler ontdekte tevens dat een kometenstaart altijd van de zon af wijst,

ongeacht de richting waarin de komeet zich beweegt. Hij vermoedde dat de

staart bestond uit dampen, afkomstig van de kop die werd verhit door de zon.

Page 99: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

99

In de ether, de materie waarmee Kepler de ruimte gevuld achtte, zou de

zonnewind deze dampen van de kop wegblazen. Hoewel de ether niet bestaat,

blijkt deze theorie overigens zeer juist.

De temperatuur van het heelal ligt slechts enkele graden boven het absolute

nulpunt van -273°C of 0° Kelvin. Ver van de zon is een komeet dan ook stijf

bevroren. Daarom is hij voor ons onzichtbaar en hij heeft ook geen staart. We

kunnen hem pas zien, als hij op het zonlicht begint te reageren. Meestal is hij

de baan van Jupiter dan al voorbij. De komeet zelf is dof en donker, hij

weerkaatst nauwelijks licht, maar hij absorbeert de straling, waardoor hij

opwarmt. Als hij de zon nadert, beginnen de vluchtige stoffen aan en vlak

onder de oppervlakte te verdampen. Soms spuiten ze als geisers uit de korst en

sleuren dan stof en gruis met zich mee. Er vormt zich rond de komeet een waas

van dampen en stof, de coma. Deze weerkaatst het zonlicht wel, de komeet

verschijnt nu als een vage lichtvlek. Naarmate hij de zon nadert, wordt hij

steeds heter, wat kan leiden tot explosies van gassen die onder de oppervlakte

zitten, waardoor zelfs stenen de ruimte in worden geslingerd.

De komeet is veel kleiner dan de zichtbare coma, de massa is meestal gering

en de ontsnappingssnelheid laag. De zonnewind blaast alle stoffen weg van de

kop, zodat de komeet een staart krijgt die van de zon afwijst. De komeet maakt

een scherpe bocht rond de zon en in deze bocht loopt zijn baan het dichtst

langs de zon. Zijn staart wordt dan steeds langer. Zodra hij door de bocht is,

gaat zijn staart voorop en komt de kop er achteraan. Als hij zich van de zon

verwijdert, koelt hij weer af, er verdampen steeds minder stoffen, de staart

verdwijnt en ook de coma krimpt. Voorbij de baan van Jupiter is een komeet

meestal nog slechts vaag zichtbaar.

Dampen en gassen in de staart worden door de kosmische straling geïoniseerd,

waardoor de zonnewind extra vat op hen krijgt. Ze worden ver weggeblazen, in

een rechte staart die wel 2 AE of 300 miljoen km lang kan worden. De

onregelmatige zonnewind maakt dat deze staart kan vlammen als een fakkel of

een vlammend zwaard. De vatbaarheid voor de zonnewind hangt niet zozeer af

van het gewicht, als van de lading van de ionen. In de rechte staart kunnen

daarom ook zware metalen zitten. De kosmische straling maakt tevens dat

elektronen naar een hoger gelegen elektronenschil springen, om daarna terug

te vallen. Op dat moment stralen ze wat licht uit. De rechte staart is daarom

vaak veel helderder dan de kop.

Page 100: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

100

Stof en stenen ioniseren niet, ze worden minder snel weggeblazen en vormen

een aparte staart. Door de eigen beweging van de komeet is deze staart een

beetje krom, hij lijkt meer op een rookpluim. Grote kometen hebben doorgaans

beide staarten. De rechte staart is meestal zeer ijl en kan daarom weinig

kwaad. De kromme staart laat echter een wolk van rommel achter in ons

zonnestelsel. In deze staart kunnen stenen zitten, die rond de zon blijven

zweven. De stoffen in de staart vallen niet terug op de komeet, hij verliest bij

iedere omloop materie. Een komeet is daardoor als een toverbal: steeds als hij

voorbij komt, verliest hij de stoffen die uit het oppervlak verdampen. Komt hij

terug, dan is de materie waaruit zijn vorige staart bestond, niet langer op de

komeet aanwezig. De kop is kleiner en de staart minder helder. Als een komeet

voor de zoveelste maal rond de zon gaat, kunnen ook de laatste vluchtige

stoffen verdampen. Er blijven dan stenen over, die slechts door hun gravitatie

bijeengehouden worden. Men noemt dat een grintbak en deze kan uiteenvallen.

Als de aarde dwars door zo’n grintbak gaat, dan regent het stenen.

Stof en stenen uit de staart van eenzelfde komeet volgen ongeveer dezelfde

elliptische baan rond de zon, maar deze ligt meestal niet op de ecliptica. Alleen

op de snijpunten met de ecliptica kan de aardbaan door zo'n zwerm van

meteorieten lopen. Dat gebeurt op gezette tijden. Dan regent het vallende

sterren, maar er kunnen ook meteorieten neervallen. De meteoren zullen zich

op den duur gelijkmatig over hun baan verdelen, zodat de dichtheid van de

vallende sterren een aanwijzing geeft omtrent de ouderdom van de zwerm. Ook

weet men vaak de komeet te achterhalen die deze zwerm achterliet.

Een komeet die zijn staart verliest, wordt wel kleiner, maar hij verandert niet

van baan. Volgens Kepler wordt die baan bepaald door de massa van de zon.

Weliswaar bleek later uit de gravitatiewet van Newton dat ook de massa van de

komeet in de formule moet staan, maar ten opzichte van de zon is die massa

zo verwaarloosbaar klein, dat men hem mag weglaten.

4.2 De wetten van Kepler

De 1e wet van Kepler zegt: De banen van alle satellieten zijn ellipsen. Dit geldt

voor manen en planeten, maar vooral voor kometen. Een cirkel heeft slechts

een brandpunt, maar een ellips heeft er twee, zodat hij de vorm krijgt van een

ei of zelfs een uitgerekt elastiekje. Een cirkel is een ellips waarvan de

Page 101: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

101

brandpunten samenvallen. De banen van de planeten zijn rond of bijna rond,

terwijl de baan van een komeet lang en smal is. Die baan is duidelijk een ellips.

De definitie luidt: Voor ieder punt P op de ellips is de som van de afstanden tot

de brandpunten M1 en M2 gelijk. Deze som is zowel in A als in B gelijk aan de

lange as A-B door de twee brandpunten

(A-M1 = B-M2). Het perihelium A ligt even

ver van de zon M1, als het aphelium B

van het lege brandpunt M2. De twee

bochten zijn altijd precies even scherp.

De afstand tussen de brandpunten M1-M2

gedeeld door de lange as A-B is een

maat voor de excentriciteit e. Liggen M1 en M2 dichter bij elkaar, dan wordt e

kleiner en de ellips wordt ronder. Staan ze verder uit elkaar, dan wordt de ellips

langer en smaller. Voor de bovenstaande ellips geldt: e = 0,8. De baan van de

aarde is veel ronder: e = 0,0167. Voor een cirkel geldt: e = 0, want de afstand

tussen M1 en M2 is dan nul. Een komeet kan echter een e van bijna 1 hebben,

hij schiet dan ver weg en de bocht is zeer scherp. Voor een satelliet kan e nooit

1 of groter dan 1 zijn, want dan is het geen ellips meer, maar een parabool,

een rechte lijn of een hyperbool. Een komeet kan wel een dergelijke baan

hebben, maar hij keert dan nooit in het zelfde punt terug.

De 2e wet van Kepler zegt: De

voerstraal van een satelliet beschrijft in

een constante tijd een even groot

oppervlak. Stel dat een satelliet in 12

jaar rond de zon gaat. Zijn baan is een

ellips en deze ovale taart wordt eerlijk

tussen de jaren verdeeld, met de zon

als middelpunt. Elke taartpunt is even

groot. In zijn perihelium neemt de

satelliet in dezelfde tijd een breder stuk uit de taart, dan in zijn aphelium.

Naarmate de afstand tot de zon kleiner wordt, gaat hij dus sneller. 1

De aarde is een satelliet van de zon. Voor de aardbaan geldt op dit moment

e = 0,0167. Ook al is deze baan bijna rond, de 2e wet van Kepler heeft wel

degelijk effect. Op 3 januari bereikt de aarde het perihelium, op 147 miljoen km

van de zon, en op 4 juli het aphelium, op 152 miljoen km van de zon. In het

Page 102: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

102

perihelium is de baansnelheid 108.000 km/uur en in het aphelium 106.300

km/uur. Het deel van de ellips dat rond de zon ligt, is daarbij kleiner dan het

deel dat rond het lege brandpunt ligt. Daarom duurt de winter op het Noordelijk

halfrond 7 dagen korter dan de zomer. Op het Zuidelijk halfrond is dat

omgekeerd, daar duurt de winter 7 dagen langer dan de zomer.

De banen van alle planeten zijn ellipsen, met elk hun eigen waarde e. Voor de

excentrieke Mercurius geldt: e = 0,2056. Zijn afstand tot de zon varieert van

48 tot 72 miljoen km en zijn snelheid van 190.000 tot 154.000 km/uur. De

baan van Venus is bijna rond e = 0,0068. Haar afstand tot de zon varieert van

107,5 tot 109 miljoen km en de baansnelheid blijft vrijwel gelijk. Voor Mars

geldt: e = 0,0934. Zijn afstand varieert van 207 tot 250 miljoen km en zijn

snelheid van 91.000 tot 83.000 km/uur. De dwergplaneet Pluto is het meest

excentriek: e = 0,25. De afstand tot de zon varieert van 4.425 tot 7.375

miljoen km en de baansnelheid van 20.000 tot 15.000 km/uur.

Als e bijna 1 is, dan lijkt de baan van de komeet op een uitgerekt elastiekje.

Het is bijna een rechte lijn waarlangs de komeet heen en weer gaat. De

snelheid wordt echter wel op dezelfde manier over de baan verdeeld. Dicht bij

de zon gaat deze komeet heel snel en ver van de zon heel langzaam. Hij valt

met een valversnelling naar de zon en de gravitatie is omgekeerd evenredig

met het kwadraat van de afstand. De gravitatie wordt dus zoveel groter als het

kwadraat van de afstand afneemt. Niet alleen de snelheid, maar ook de

versnelling neemt daarom toe! Met de snelheid neemt ook de centrifugale

kracht toe. De komeet valt daarom niet in de zon, maar maakt er een scherpe

bocht omheen en zijn snelheid wordt daarbij nog groter. Ten slotte vliegt hij uit

de bocht en verdwijnt weer in de richting waar hij vandaan kwam. Hij wordt nu

afgeremd door de gravitatie, hij gaat steeds trager. Diep in het heelal maakt hij

dan heel langzaam weer een zelfde scherpe bocht. Hij begint weer naar de zon

te vallen, de snelheid neemt toe en zo voort.

Niet iedere komeet hoeft een satelliet van de zon te zijn. Kometen kunnen ook

naar de zon vallen, een bocht maken en weer verdwijnen om nooit meer terug

te komen. Is de snelheid van de komeet gelijk aan de vesc van het

gravitatieveld van de zon, dan is e = 1. Die baan is een U-vormige parabool.

Deze komeet maakt een bocht rond de zon en verdwijnt in de richting waar hij

vandaan kwam, maar hij heeft voldoende snelheid om weg te schieten uit de

invloedssfeer van de zon.

Page 103: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

103

Is de snelheid hoger dan de vesc van de zon, dan is de baan een L-vormige

hyperbool, waarvoor geldt: e > 1. Deze komeet verdwijnt zelfs niet in de

richting waar hij vandaan kwam. Hij maakt wel een bocht, maar het brandpunt

ligt buiten die bocht. De straal van zijn baan rond het brandpunt heeft dan een

negatieve waarde. Deze komeet slaat als het ware op de rotonde rechtsaf.

Toen de Voyagers langs de zware planeten kwamen, maakten ze geen U-bocht

rond die planeten, maar ze lieten zich even meesleuren door het gravitatieveld,

waardoor ze werden versneld, om daarna uit het veld weg te schieten in de

richting van de volgende planeet. Vanaf de zon of de aarde gezien maakt het

ruimteschip dan een flauwe bocht rond de planeet, om met een verhoogde

snelheid weer rechtdoor te gaan. Vanuit Jupiter gezien neemt het ruimteschip

echter een hap uit de taart van zijn invloedssfeer. Jupiter is het brandpunt en

dat ligt buiten de hyperbolische bocht.

Als de richting van een komeet exact gelijk is aan de richting van de gravitatie,

ontstaat er geen centrifugale kracht. Deze komeet gaat rechtdoor en ook dan is

e = 1. Deze komeet valt recht naar het zwaartepunt van het gravitatieveld rond

de zon. Hoewel een botsing met de zon dan onvermijdelijk lijkt, blijkt dat niet

het geval. Dat zwaartepunt ligt namelijk niet altijd in de zon!

4.3 Kometen die terugkomen

De meeste kometen draaien in elliptische banen rond de zon. Is die baan kort,

dan komt de komeet vaak terug: na 3 jaar of na 75 jaar, of na enige honderden

jaren. Bij een omlooptijd minder dan 200 jaar noemt men het kortperiodieke

kometen, de overige zijn langperiodiek. Het verschil is, dat langperiodieke

kometen na hun ontdekking niet opnieuw zijn waargenomen. Dat ligt niet aan

die kometen, maar aan de jonge leeftijd van de exacte astronomie.

Een aantal kortperiodieke kometen heeft omlooptijden tussen 5 en 7½ jaar.

Hun banen komen tot dicht bij de baan van Jupiter, die ze nooit overschrijden.

Ze worden de Jupiter-familie genoemd. Kometen met langere banen lopen de

kans om door Jupiter te worden ingevangen als zij de baan van Jupiter kruisen.

Ze worden dan een maan van Jupiter, of ze worden vermalen door de

gravitatie, of ze vallen voorgoed in de oceaan van waterstof waaruit Jupiter

bestaat. De komeet Schoemaker-Levy 9 overkwam in juli 1994 beide: hij werd

door Jupiter uit elkaar gerukt en de delen sloegen op Jupiter in.

Page 104: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

104

De meest bekende komeet is die van Halley, hij is ook het best onderzocht. Hij

heeft een omlooptijd van ongeveer 76 jaar, we kunnen zijn verschijningen dus

terugrekenen. Zo werd hij in 239 v.Chr. waarschijnlijk vermeld in een Chinese

tekst. In 79 A.D. verscheen hij aan de Romeinse keizer Vespasianus, die zei dat

hij de komeet niet vreesde, maar nog datzelfde jaar overleed. De verschijning

van 1066 staat afgebeeld op het wandkleed van Bayeux. Hovelingen wijzen

angstig naar de hemel, terwijl koning Harold somber op zijn troon zit. Een

komeet brengt immers ongeluk. Zelfs in 1910 heeft Halley nog gezorgd voor

paniek. Uit onderzoek naar het spectrum van kometenstaarten was gebleken

dat ze ook cyanide CN kunnen bevatten, een onverzadigde verbinding die

dodelijk kan zijn. Een verkoper van antikomeet pillen heeft toen goede zaken

gedaan. De staart van Halley kan de aarde echter niet raken, want de komeet

ligt niet in het zelfde vlak.

Toen Halley in 1986 verscheen, zijn er ruimtesondes op af gestuurd. Mede dank

zij samenwerking met de Russen wist de Europese sonde Giotto de kop van de

komeet tot op 605 km te benaderen. Halley is retrograad, hij komt ons dus

tegemoet. Deze close encounter was wel een sterk staaltje! De kern van Halley

had de vorm van een grote aardappel, hij mat 8 bij 16 km en hij bestond uit

waterijs en stof. Men noemt dat een vuile sneeuwbal.

Vanaf de aarde gezien heeft Halley een heldere staart, die miljoenen kilometers

lang kan worden. Deze bestaat uit verdampend waterijs en stof, en hij is zo ijl

dat hij volstrekt geen kwaad kan. Dwars door de staart van de komeet blijven

de sterren zichtbaar. Men zegt dat alle materie waaruit die staart bestaat, met

gemak in een luciferdoosje past.

Halley is niet de enige vuile sneeuwbal, gemiddeld verschijnen er 3 kleinere

kometen per jaar. Ook zij bestaan uit lichtere stoffen, zoals bevroren water,

ammoniak en methaan, met misschien wat lichte metalen, tot ijzer toe. Hoewel

een sneeuwbal in zijn perihelium een indrukwekkende staart kan ontwikkelen,

kunnen deze kometen geen kwaad. Ze liggen meestal zelfs niet in het baanvlak

van de aarde, ze vliegen hoog over en hun staart wijst van de zon af. Alleen als

een komeet op de ecliptica ligt, kan de staart de aarde raken. De komeet zelf

raakt de aarde echter niet. Om te worden ingevangen, moet hij door de aarde

worden ingehaald. Omdat de baan van een komeet de aardbaan kruist, is dat

nooit het geval. Onze baansnelheid maakt dat hij met een hyperbool uit ons

gravitatieveld zou worden weggeslingerd. Alleen de kromme staart van rommel

Page 105: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

105

die een komeet achterlaat, kan voor planeten een gevaar vormen, als hun baan

door deze staart loopt.

4.4 De Oortwolk en de Kuipergordel

Het is lang de vraag geweest, waar kometen vandaan komen. Er zijn twee

opties: of ze behoren vanaf het begin tot ons zonnestelsel, of ze komen uit de

interstellaire ruimte. In de ruimte staat nooit iets stil, alles beweegt. Ons

zonnestelsel draait rond het centrum van de Melkweg met een omlooptijd van

bijna 220 miljoen jaar en een snelheid van 230.000 m/sec. of 828.000 km/uur.

Daarbij beweegt het zich met een snelheid van 20.000 m/sec of 72.000 km/uur

in de richting van de ster Wega in de Lier. Als kometen uit de interstellaire

ruimte komen, dan moeten ze door het gravitatieveld van de zon worden

onderschept. Ze moeten dan verschijnen rond Wega in de Lier. Dit sterrenbeeld

staat 's zomers aan de hemel, maar in december staat het achter de zon.

Kometen zouden dan wel in de zomer verschijnen, maar in de winter zouden ze

voor ons onzichtbaar blijven. Ze komen echter in alle jaargetijden voor en ze

komen uit alle richtingen. Daar komt bij: als een komeet uit de interstellaire

ruimte komt, dan nadert hij ons zonnestelsel met een hoge snelheid. Zijn baan

zou een hyperbool worden. De banen van alle kometen die zijn waargenomen

en exact zijn beschreven, blijken ellipsen of parabolen. Deze kometen kwamen

dus niet uit de interstellaire ruimte.

Maar als kometen tot ons zonnestelsel behoren, dan maakten ze deel uit van de

oergaswolk die rond zijn as ging draaien en plat werd. Ze zouden dan moeten

verschijnen in het vlak van de ecliptica, in een van de sterrenbeelden van de

dierenriem. Ook dat bleek niet het geval, ze komen van alle kanten. Ze zouden

dan tevens, net als de planeten, van west naar oost rond de zon moeten gaan,

maar zelfs dat is niet zo. Van de kometen met zeer lange omloopbanen is zelfs

ongeveer de helft retrograad.

Er werd nog geopperd dat kometen zouden ontstaan uit grote vulkaanerupties

op Jupiter. Deze hypothese werd overgenomen door Velikovsky, hoewel hij

spoedig daarna door de astronomen werd verworpen. Inmiddels weten we

zeker dat Jupiter geen vaste korst bezit, zodat er geen vulkanen zijn. Ook is de

vesc van Jupiter zo hoog, dat materie vrijwel onmogelijk aan Jupiter kan

ontsnappen. De hypothese van Velikovsky dat Venus ooit een komeet was die

aan Jupiter ontsprong, moet daarom worden verworpen.

Page 106: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

106

Men stond nu voor een raadsel: ze komen niet uit de interstellaire ruimte en ze

lijken ook niet tot ons zonnestelsel te behoren. Dit werd in 1950 opgelost door

de Leidse astronoom J. H. Oort, die in 1920 al beroemd werd omdat hij de

rotatie van het Melkwegstelsel had aangetoond. In 1950 was van een groot

aantal kometen de omlooptijd bekend. Ongeveer 80% van deze kometen heeft

een omlooptijd van meer dan een eeuw en ongeveer een derde van deze

kometen heeft een baan die geen enkele relatie vertoont met de ecliptica. Ze

zijn volkomen willekeurig in de ruimte verdeeld en ongeveer de helft van hen is

retrograad. Van slechts 19 van deze langperiodieke kometen was in 1950 de

baan rond het perihelium exact bekend. Oort berekende dat het aphelium van

14 van deze kometen moet liggen tussen 50.000 en 150.000 AE. 2

Ter vergelijking: 1 AE is ongeveer 150 miljoen km. De baan van Pluto ligt

tussen 30 en 50 AE en de heliosfeer reikt tot ongeveer 75 tot 90 AE. De

lichtsnelheid is bijna 300.000 km/sec, of bijna 10.000 miljard km per jaar. Die

afstand noemt men een lichtjaar, dat is ruim 63.000 AE. De ster Alfa Centauri is

op dit moment de dichtst bijzijnde ster en deze staat op 4,3 lichtjaar van de

zon. Het aphelium van de kometen van Oort ligt op een afstand die meer dan

de helft kan bedragen van de afstand tot een naburige ster. Bevindt een

komeet zich in zijn aphelium toevallig tussen de zon en de dichtstbijzijnde ster,

dan kan die ster hem uit ons zonnestelsel wegtrekken.

Oort veronderstelde dat kometen zijn ontstaan uit de oergaswolk, het zijn

klonters die niet insloegen op de planeten, maar door de gravitatie van de

planeten werden versneld. Meestal kwam hun snelheid dan tot boven de vesc

van het zonnestelsel, ze verdwenen voorgoed in de ruimte. Maar in ongeveer

20% van de gevallen lag hun snelheid net onder de vesc, ze gingen dan op

grote afstand van de zon zeer traag door hun aphelium. Als een ster ons

zonnestelsel passeert, dan beïnvloedt dat de banen van deze trage massa’s. Per

miljoen jaar passeren er 10 tot 12 sterren op minder dan 3 lichtjaar of 200.000

AE van de zon. In de 4,5 miljard jaar dat de aarde bestaat, zijn dat 45.000 tot

54.000 sterren. Soms passeert een ster de zon zelfs op minder dan 1 lichtjaar.

Daardoor kunnen die trage satellieten aanzienlijk veranderen van snelheid en

richting. De platte ring van satellieten heeft zich daarom langzaam maar zeker

verspreid tot een bolvormige wolk met vrijwel ronde banen.

Deze Oortwolk ligt als een poreuze schil op grote afstand rond de zon, ver

buiten de heliosfeer, maar hij behoort nog wel tot ons zonnestelsel. Oort

Page 107: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

107

schatte het aantal van deze vuile sneeuwballen nog op 100 miljard, met een

totale massa van 1/10 van de aarde, maar de huidige schatting is 6 biljoen,

met een totale massa van 38 maal de aarde. De meeste bevinden zich op een

afstand van ongeveer 44.000 AE, maar de wolk strekt zich uit tot 200.000 AE of

ongeveer 3 lichtjaar. 3

In de Oortwolk draaien de potentiële kometen als satellieten rond de zon. De

omlooptijd van een satelliet hangt samen met de gemiddelde straal van zijn

baan, oftewel zijn gemiddelde afstand tot de zon, en met de massa van de zon.

Op een afstand van 44.000 AE is de omlooptijd ruim 9 miljoen jaar. Op een

afstand van 200.000 AE is dat zelfs bijna 90 miljoen jaar. De snelheid van deze

objecten is respectievelijk 500 km/uur en 240 km/uur en hun baanlengtes zijn

4,37 en 19,96 lichtjaar.

Op ieder punt van de baan van een satelliet zijn de snelheid en de gravitatie in

evenwicht, de vesc van een satelliet is per definitie √ 2 vbaan. Zo ver van de zon

is de ontsnappingssnelheid dus laag. Als een object in de Oortwolk wordt

versneld met een factor die groter is dan √ 2, dus als hij meer dan 1,41 maal

zo snel gaat, dan schiet hij uit het zonnestelsel weg. Vooral in de buitenste

regionen van de Oortwolk kunnen de satellieten door een passerende ster

gemakkelijk zodanig worden versneld, dat ze voorgoed de interstellaire ruimte

in vliegen. Andere blijven wel rond de zon draaien, maar in een andere richting.

En sommige zullen zo worden vertraagd, dat ze naar de zon toe beginnen te

vallen. Miljoenen jaren later komen ze dan met een zeer hoge snelheid voorbij.

Oort schatte dat er per eeuw 97 kometen uit de Oortwolk vallen. Het aantal

nieuwe kometen bedraagt ongeveer een derde van alle zichtbare kometen. 4

Voor deze kometen met lange, smalle banen is de straal in het perihelium klein.

De gemiddelde straal is daarom vrijwel gelijk aan de halve lange as van de

ellips, of de halve afstand tot het aphelium. Ligt dit op 44.000 AE, dan is de

omlooptijd 3,25 miljoen jaar, op 50.000 AE is het reeds 3,95 miljoen jaar en op

200.000 AE ruim 31 miljoen jaar. Veel langer kan de omlooptijd niet zijn, want

het aphelium zou dan buiten de invloedssfeer van de zon liggen, zodat de

gravitatie van omringende sterren deze komeet uit ons zonnestelsel zou

wegtrekken. Omdat de sterren ook ten opzichte van elkaar bewegen, is deze

gravitatie niet altijd even sterk. We zullen daarom als schatting hanteren dat de

omlooptijd van een komeet maximaal 30 miljoen jaar is.

Page 108: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

108

Als deze komeet door het centrum van ons zonnestelsel gaat, dan wordt hij

daar beïnvloed door de gravitatie van de planeten, vooral van de zware Jupiter

en Saturnus. Hij kan worden versneld, zodat hij na zijn doorgang door het

perihelium voorgoed verdwijnt, of hij kan worden vertraagd, waardoor zijn

aphelium minder ver weg komt te liggen. Een vertraagde komeet komt eerder

terug, want zijn baan is korter. Bij elke omloop rond de zon kan hij door de

planeten worden versneld of vertraagd en ook zal zijn baan daarbij iets van

richting veranderen. Meestal verandert hij daardoor langzaam maar zeker in

een kort-periodieke komeet. 5

Bij iedere omloop wordt een komeet door de zware planeten dichter naar de

ecliptica getrokken. Hoeveel dichter, dat hangt af van de stand van de grote

planeten. De baanrichting verandert echter nooit meer. Als zijn baan in de

Oortwolk ooit meer dan 90° van richting is veranderd, dan is hij retrograad en

dat blijft zo. Halley is retrograad en al strekt zijn baan zich nu nog slechts uit

tot even voorbij Neptunus, hij is zeker afkomstig uit de Oortwolk.

Niet alle kometen zijn ooit helemaal naar de rand van ons zonnestelsel

geschoten. De Oortwolk is daarom niet de enige bron van kometen. In het vlak

van de ecliptica draaien talloze kleine satellieten op grote afstand rond de zon.

Men noemt dat de Kuipergordel. In hun grootte en samenstelling lijken ze op

Pluto, zodat Pluto tegenwoordig wordt beschouwd als het binnenste object uit

de Kuipergordel, in plaats van als planeet. In deze gordel is het veel drukker

dan in de uitgestrekte Oortwolk, twee Kuiperbewoners kunnen elkaar best

tegenkomen. Ook daardoor kunnen ze zodanig van snelheid en richting

veranderen, dat een van hen naar de zon begint te vallen. Deze kometen liggen

van meet af aan min of meer in het vlak van de ecliptica, hun inclinatie

bedraagt hoogstens 40°. Ook zijn deze kometen nimmer retrograad.

De gravitatie van de planeten trekt kometen naar de ecliptica toe. Alle planeten

doen dit, maar de zware Jupiter is kampioen. Ligt de baan van een komeet

eenmaal op de ecliptica, dan kan hij planeten tegenkomen. Stel dat deze

komeet de zon nogmaals nadert, terwijl Jupiter toevallig in dezelfde richting

staat, dan loopt zijn baan door de invloedssfeer van deze reus. Dat wil nog niet

zeggen dat hij op Jupiter inslaat, maar hij verandert van snelheid en richting.

Gaat hij achter Jupiter langs, dan wordt hij meegesleurd en versneld. Gaat hij

voor Jupiter langs, dan wordt hij door het naderende gravitatieveld vertraagd.

Hij kan dan worden ingevangen, maar hij kan ook vanaf Jupiter langzamer naar

Page 109: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

109

de zon toe vallen. Ook op de terugweg kan hij Jupiter ontmoeten, om te worden

versneld of vertraagd. Nogmaals voor alle duidelijkheid: Een vertraagde komeet

schiet minder ver weg, hij komt daarom eerder terug. Een versnelde komeet

schiet verder weg en komt dan ook minder snel terug.

Als een komeet wordt vertraagd, wordt zijn bocht rond het perihelium ruimer.

Omdat hij dan al op de ecliptica ligt, zou zijn staart Mercurius en Venus kunnen

raken. Zolang die staart uit ijle gassen bestaat, kan dat geen kwaad. Waterstof,

waterdamp, metaan CH4 en ammoniak NH3 vormen voor een planeet geen

bedreiging. Als de staart van een vuile sneeuwbal over Venus zwiept, dan zal

die planeet daar beslist niet van overkoken. Dat men niet langer gelooft dat een

komeet rampen aanricht, is daarom begrijpelijk, maar waarom men dat vroeger

wel geloofde, blijft dan een raadsel.

4.5 Ochtendkometen en avondkometen

Er wordt nog een ander onderscheid gemaakt, dat tussen ochtendkometen en

avondkometen. Of een komeet ’s ochtends of ’s avonds verschijnt, hangt af van

de richting van de komeet en van de plaats waar de aarde zich op dat moment

in haar baan bevindt. Dezelfde komeet kan de ene keer een ochtendkomeet zijn

en de volgende keer een avondkomeet.

Stel dat een komeet uit de richting komt van Wega in de Lier. Dit sterrenbeeld

staat ’s zomers hoog aan de hemel en ’s winters achter de zon. Als die komeet

‘s winters voorbij komt, dan ziet men hem niet aankomen. Alleen zijn staart zou

in de schemering boven de horizon uitrijzen terwijl de komeet rond zijn

perihelium gaat. Daarna zou hij weer achter de zon verdwijnen, in dezelfde

richting als waar hij vandaan kwam.

Verschijnt deze komeet in de lente, dan gaat hij voor de aarde langs. Hij zou

eerst ’s nachts aan de hemel staan, dan in de ochtendschemering in het oosten,

om daarna rond de zon te gaan. Is hij niet retrograad, dan verdwijnt hij eerst

achter de zon, waarna hij (of zijn staart) zichtbaar kan worden in het westen,

vlak na zonsondergang. Dan gaat hij voor de zon langs en wordt weer een

ochtendkomeet.

Verschijnt hij in de zomer, dan vliegt hij over de aarde heen. Hij verschijnt dan

‘s nachts, maar als hij de aardbaan voorbij is, gaat hij overdag rond de zon. Op

de terugweg wordt hij ‘s nachts weer zichtbaar zodra hij de aardbaan voorbij is.

Page 110: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

110

Verschijnt hij in de herfst, dan gaat hij achter de aarde langs. Dan is het een

avondkomeet. Deze verschijnt eerst ‘s nachts, maar naarmate hij de zon

nadert, staat hij steeds eerder na zonsondergang in het westen, tot hij zo dicht

bij de zon is, dat hij overdag aan de hemel staat. Jhwh verscheen aan Abraham

eerst in de nacht, toen na zonsondergang en vervolgens op klaarlichte dag. Als

Jhwh een komeet zou zijn, dan was het op dat moment een avondkomeet.

4.6 Een hypothetische komeet

Getuige de Voyagers en andere ruimtesondes, bestaat ons zonnestelsel uit een

bonte verzameling kosmische rampen. De vraag is dan hoe en wanneer deze

zijn gebeurd. Was dat in het eerste begin, of zijn ze van later datum? Mercurius

heeft een inclinatie van 7°. Zou die afwijking 4,5 miljard jaar geleden zijn

ontstaan, dan moet die hoek ooit groter zijn geweest, want de gravitatie trekt

alle satellieten naar de ecliptica. Toen het zonnestelsel werd gevormd, lagen de

planeten op de ecliptica. De inclinatie van Mercurius lijkt daarom het gevolg van

een vrij recente gebeurtenis, waarbij we miljoenen jaren tellen als recent.

Mercurius raakte ook ooit zijn mantel kwijt, al weten we niet wanneer. Venus

verloor haar korst, kennelijk ongeveer 500 miljoen jaar geleden. Gezien de

hoge leeftijd van ons zonnestelsel, ruim 4,5 miljard jaar, is ook dat een vrij

recente gebeurtenis. Van Mars zijn tonnen gesteente de ruimte in geslagen en

er vallen nu nog steeds stenen en gruis van Mars op aarde neer. Dat wijst op

een zeer recente gebeurtenis.

De planeten ontstonden door de centrifugale kracht die zwaardere elementen

wegrukte uit de zon en zij hebben de omringende stoffen uit de ruimte

opgezogen. De vier grote manen van Jupiter zouden op dezelfde manier kunnen

zijn ontstaan. Toen Jupiter nog een hete gasbel was, kunnen de zwaardere

elementen zijn uitgestoten door de centrifugale kracht en rond Jupiter zijn gaan

draaien, waarna ze samenklonterden tot manen. Jupiter bevat waterstof te

over, de zuurstof kan door de rotatie uit Jupiter zijn geworpen en daaruit

kunnen waterige manen ontstaan, met wat ammoniak en methaan, plus

eventueel een kern van siliciumoxide (kiezel). Het probleem is de samenstelling

van Io, die nu nog voornamelijk bestaat uit ijzer, silicaten en zwavel.

Zoals we zagen, verliest Io voortdurend materie. Als ze reeds 4,5 miljard jaar in

de magnetosfeer van Jupiter zou ronddraaien, dan moet ze ooit groter zijn

geweest. Haar samenstelling verschilt echter dusdanig van de overige planeten

Page 111: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

111

en manen in deze regionen, dat Io wellicht niet uit Jupiter is ontstaan. De

eerste mogelijkheid is dan, dat ze behoorde tot de binnenplaneten. Om een

maan van Jupiter te worden, moet ze door een andere planeet zijn versneld.

Vervolgens zou Io door Jupiter moeten zijn ingevangen. De vraag is dan weer,

hoe lang geleden dat zou zijn.

Een andere optie is, dat Io uit een ander zonnestelsel komt. Tot de ontdekking

van de Oortwolk was deze mogelijkheid nog volledig bespreekbaar. De vraag

was toen, of kometen uit de interstellaire ruimte komen, of tot ons zonnestelsel

behoren. Professor Oort bewees het laatste, maar dank zij hem weten we ook

dat de meeste sneeuwballen uit ons zonnestelsel ontsnapten. Slechts een klein

deel bleef achter in de Oortwolk, van waaruit er af en toe nog steeds een

ontsnapt. Ook andere sterren blijken omringd door hun eigen Oortwolk, ook zij

werpen materie de ruimte in. Als twee sterren elkaar passeren, dan worden

beide Oortwolken beïnvloed door de gravitatie.

Soms kruisen ook de banen van twee sterrenstelsels elkaar. De dichtheid in een

Melkwegstelsel is zo gering, dat sterrenstelsels dwars door elkaar heen kunnen

vliegen, zonder dat dit zelfs maar tot een botsing leidt. De verstoring door de

gravitatie is echter enorm. Planeten worden losgescheurd uit hun banen, hele

sterren maken zich los uit het stelsel, waarbij ze wellicht planeten verliezen. De

interstellaire ruimte is daarom beslist niet leeg. Er vliegen allerlei duistere

objecten in rond, waaronder planeten die uit hun zonnestelsel zijn los-

gescheurd. Men noemt dat planimo’s.

Uiteraard zal het gravitatieveld van de zon wel eens iets onderscheppen, maar

ons zonnestelsel heeft een hoge vbaan, waardoor dit object weer de ruimte in

schiet, met een hyperbolische bocht die meestal ver buiten het centrum van het

zonnestelsel ligt. Om te worden ingevangen, moet een object zich in dezelfde

richting bewegen als de zon en door de zon wordt ingehaald. Zijn snelheid

wordt dan afgetrokken van de snelheid van de zon en het resultaat moet lager

liggen dan de vesc van de zon. In de buitenste regionen van de Oortwolk is de

vesc slechts 350 km/uur. Het verschil tussen de snelheid van de zon en die van

het object moet dan nog minder zijn. Die kans lijkt zeer gering. 6

Alleen als de baanrichting exact gelijk is aan de richting van de gravitatie,

ontstaat er geen centrifugale kracht. De baan blijft een rechte lijn. Om ons

zonnestelsel binnen te dringen, moet de eigen beweging daarom langs de lijn

tussen de zon en Wega gaan, want de zon beweegt zich in die richting. Dit

Page 112: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

112

object lijkt dan afkomstig uit Wega in de Lier, een ster die ongeveer 60° boven

de ecliptica staat, boven het sterrenbeeld Boogschutter.

Als deze komeet in een rechte lijn naar de zon zou vallen, dan zou hij op de zon

inslaan of er in een rechte lijn dwars doorheen gaan. Per slot is de zon van

plasma. Een komeet valt echter niet naar de zon, maar naar het barycentrum,

het zwaartepunt van alle gravitatie in ons zonnestelsel. Dat alle satellieten

ellipsen zijn met als brandpunten de zon en een leeg punt in de ruimte, is dus

niet helemaal juist. Het brandpunt ligt niet midden in de zon, maar in het

barycentum, het zwaartepunt van alle massa in ons zonnestelsel. Omdat ook

planeten een massa hebben, ligt dat barycentrum meestal niet in de zon. De

straal van de zon is 696.265 km. De zware Jupiter trekt het barycentrum tot

bijna 745.000 km uit het centrum weg, Saturnus trekt het ruim 400.000 km

zijn kant op, Uranus trekt het 125.000 km naar zich toe en Neptunus 230.000

km. Deze planeten verplaatsen zich steeds, zodat de zon en het barycentrum

zeer traag om elkaar heen draaien.

Planeten en kometen draaien rond het barycentrum. Ligt dat achter de zon, dan

loopt de baan in het perihelium verder van de zon. Ligt het voor de zon, dan

loopt de baan dichter achter de zon langs. Soms gaat een komeet daarom door

de corona, die gloeiend heet is, maar uit zeer ijle gassen bestaat. Er volgt geen

botsing, maar de komeet wordt heet. Omdat hij in zijn perihelium zeer snel

gaat, duurt de blootstelling aan de corona maar kort. Dat een komeet deze

doorgang kan overleven, werd in februari 1843 waargenomen. Uit het feit dat

de komeet niet helemaal verdampte, heeft men toen berekend dat hij een

massieve kern had met een diameter van minstens 500 meter. 7

Stel dat ons ooit uit de richting van Wega een planimo tegemoet kwam. Deze

vloog dan recht op het barycentrum af, waarbij hij nog werd versneld door de

gravitatie van de zon. De vesc van de zon is 617.332 m/sec of ruim 2 miljoen

km/uur, maar deze planimo zal veel sneller zijn gegaan. Om te veranderen in

een periodieke komeet, moet hij worden vertraagd. Wega staat 60° boven de

ecliptica. Met een inclinatie van 60° vliegt deze komeet zo hoog over, dat zelfs

Jupiter hem niet kan vertragen. Alleen de zon zou dat misschien kunnen.

Stel dat het barycentrum, de zon en de planimo toevallig op een lijn liggen. De

baan van de planimo loopt dan door de zon, die met grote snelheid rond zijn as

draait. Als de planimo met de rotatie mee door de zon gaat, dan zou hij

daardoor worden versneld. Om hem te vertragen zou de rotatie tegengesteld

Page 113: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

113

moeten zijn. Deze gaat van west naar oost, de planimo zou aan de westelijke

kant door de zon moeten gaan. Dat zou hem zowel vertragen als iets van

richting doen veranderen. In plaats van recht door het barycentrum heen te

schieten, om voor altijd te verdwijnen, zou hij een centrifugale kracht krijgen

en met een scherpe bocht rond het barycentrum gaan. Als zijn e daarbij daalt

tot iets minder dan 1, dan is zijn baan voortaan een ellips en de planimo wordt

een komeet. Deze hypothetische komeet is per definitie niet retrograad en zijn

omlooptijd zal aanvankelijk miljoenen jaren bedragen. De maximale omlooptijd

van een komeet is ongeveer 30 miljoen jaar, bij een hogere omlooptijd wordt

de ontsnappingskans te groot. Deze komeet zou na maximaal 30 miljoen jaar

terugkomen.

In de atmosfeer van de zon zou deze komeet een stevige boeggolf veroorzaken.

In plaats van de gebruikelijke zonnewind, zou er een zonneorkaan woeden. Op

Mercurius zou een deel van de mantel kunnen verdampen en van Venus zou de

korst worden weggeblazen, iets wat ongeveer 500 miljoen jaar geleden

inderdaad gebeurde. De zonnewind rond Mercurius is gemiddeld 7 maal sterker

dan op aarde, rond Venus neemt hij af tot 2 maal aardsterkte. De aarde krijgt

dus de helft van de kracht van de zonneorkaan op Venus te verduren, maar de

aarde heeft ook een magnetisch veld dat een deel van de zonnewind opvangt.

Misschien zou de aarde niet haar korst, maar slechts haar atmosfeer verliezen.

Dit kan dan leiden tot een gemiddelde temperatuur van -19°C, waarbij vrijwel

al het water op aarde zou bevriezen.

Deze komeet moet daarna met een zekere regelmaat zijn teruggekomen. Door

de gravitatie van de grote planeten wordt hij dan langzaam maar zeker in het

vlak van de ecliptica getrokken. Ligt hij eenmaal in dat vlak, dan kan hij bij

iedere omloop een ramp aanrichten, dat wil zeggen: met een zekere regelmaat.

Ook kan hij worden vertraagd door een van de grote planeten, zodat zijn

omlooptijd korter wordt. Daarbij daalt de e van zijn baan, de ellips wordt

wijder, hij gaat in een ruimere bocht rond de zon, waarbij zijn staart Mercurius

en Venus harder kan raken. Hij kan ook worden versneld door een zware

planeet, maar de kans dat hij daarbij weer de vesc van de zon zal bereiken, is

klein. Deze hypothetische komeet blijft rampen aanrichten, tot hij wordt

ingevangen door Jupiter of een andere kometenvanger.

De kans op dit scenario is gering, het zou gaan om een unieke gebeurtenis,

maar in het tijdsbestek van 4,5 miljard jaar dat de aarde bestaat, zou dit

Page 114: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

114

gebeurd kunnen zijn. In het verleden bestaan immers geen kansen, slechts

mogelijkheden. In dat geval was het ooit een monsterlijk gevaarte, alleen al

zijn gravitatieveld zou rampen kunnen aanrichten. Een hoge elektrische lading

is daarbij ook mogelijk, want de hele ruimte is elektromagnetisch geladen.

Overigens weten we niet of deze komeet ook een magnetisch veld bezat en wat

daar de gevolgen van kunnen zijn.

Als deze komeet ooit heeft bestaan, dan zou dat moeten blijken uit de

geschiedenis van de aarde. Er zouden dan rampen hebben plaatsgevonden in

een ritme dat past bij het ritme van een komeet. Er bestaan echter ook andere

ritmische veranderingen in de aardbaan, de stand van de aardas en de stand

van de sterren. Deze blijken van grote invloed op het klimaat, zonder dat daar

een komeet aan te pas komt.

Om te ontdekken of onze hypothetische komeet inderdaad heeft bestaan, moet

men eerst deze bewegingen kennen. Het volgende hoofdstuk gaat daarom over

hoe de sterren zich bewegen. Ook zullen we zien hoe de sterrenhemel er uitzag

ten tijde van Abraham.

Page 115: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

115

Literatuur en eindnoten:

Asimov, Isaac: Asimov's guide to Halley's comet. Nightfall, Inc. 1985. Ned. vert.:

Hendrik van Eden: De komeet van Halley. Bruna, Utrecht, 1985.

Helden, dr. R van: Kijk op kometen. Zomer en Keuning, 1985.

ISBN 90 210 5102 8.

Kamp, Peter van de: Elements of Astromechanics. W.H. Freeman and Company, San

Francisco and London 1964.

Kelly Beatty, J., Carolyn Collins Petersen en Andrew Chaikin editors: The New Solar

System. Fourth Edition, Cambridge University Press, Cambridge/New York 1999. ISBN:

0 521 64183 7

Oort, J. H.: The structure of the cloud of comets surrounding the solar system, and a

hypothesis concerning its origin. In: Bulletin of the Astronomical Institutes of the

Netherlands (BAN), No. 408, 1950. p. 91-110.

Oort, J. H. en M. Schmidt: Differences between new and old comets. In: Bulletin of the

Astronomical Institutes of the Netherlands (BAN), No. 419, 1951. p. 259-269.

Oort, J.H.: Oorsprong en ontwikkeling van kometen. In: Natuurkundige Voordrachten

Maatschappij Diligentia, Nieuwe Reeks No. 30, 1951. p. 37-48.

Prussing, John E. en Bruce A. Conway: Orbital Mechanics. Oxford University Press, New

York en Oxford, 1993. ISBN 0 19 507834 9

1 Illustratie ontleend aan Kamp, p. 20 2 Oort, BAN 408, 1950 3 Kelly Beatty ed., p. 59-63 4 Oort, BAN 408, 1950, p. 408 5 Oort, BAN 419, 1951, p. 259 6 Zie ook Oort, BAN 408, 1950, p. 109 7 Oort, Nieuwe Reeks 30, 1951, p. 40 en BAN 408, 1950, p. 107

Page 116: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

116

Hoofdstuk 5: Hoe de sterren bewegen

5.1 De sterrenkaart en de sterrenbeelden

In de oudheid was het 's nachts donker, de sterren waren toen beter zichtbaar

dan in een hedendaagse stad. Bij het licht van straatlantarens verbleken de

sterren. Zelfs de volle maan verduistert kleine sterren die bij nieuwe maan wel

zichtbaar zijn. In de stad staan ook de huizen in de weg, al geldt dat buiten de

stad voor bomen en bergen. Dan is er nog de atmosfeer met wolken of nevels,

vooral langs de horizon. Men kan de sterren daarom het beste zien op een

bergtop in een woestijn. Daar ziet men in een jaar tijd alle sterrenbeelden voorbij

komen, maar ze staan ook op de sterrenkaart achter in dit boek.1

Op een landkaart is het noorden boven en het zuiden onder, het westen is links

en het oosten rechts. Het is alsof je op je buik boven de aarde zweeft, met je

hoofd naar het noorden, en naar beneden kijkt. Om de sterren te zien, moet je

naar boven kijken. Draai je jezelf op je rug, met je hoofd nog steeds naar het

noorden, dan wisselen links en rechts van plaats. Op sterrenkaarten is oost

daarom links en west is rechts, terwijl noord en zuid gelijk blijven.

Net als landkaarten is de sterrenkaart verdeeld in 180 breedtegraden, van de

equator op 0° tot de polen op 90°. De sterrenkaart heeft ook lengtegraden, maar

die lopen anders dan op de landkaart. De aardbol is verdeeld in 360 meridianen

die lopen van pool tot pool. De nullijn loopt door Greenwich, bij Londen, en vanaf

daar telt men naar beide kanten 180° half rond. Door de Stille Oceaan loopt een

denkbeeldige lijn die het Oostelijk halfrond scheidt van het Westelijk halfrond.

Nederland ligt ten oosten van Greenwich, op het Oostelijk halfrond. De hemel is

anders verdeeld, in 24 meridianen van een uur, zodat 24 uur hetzelfde is als

0 uur. De afstand tussen twee meridianen wordt door de zon in een uur

doorlopen. In 24 uur is dat 360°, ieder uur is dus 15°.

De hemelse equator loopt parallel met de aardse evenaar en hij verdeelt de

hemel in twee halve koepels, de noordelijke en de zuidelijke hemel. De aardas

staat loodrecht op de evenaar, maar hij staat 23½° uit het lood op de aardbaan.

De zon maakt daardoor ieder jaar een golfbeweging langs de hemel, hij volgt de

aardbaan of ecliptica. Op 21 juni staat hij 23½° ten noorden en op 21 december

23½° ten zuiden van de evenaar. Op 21 maart en 23 september staat de zon

recht boven de evenaar. De schemerzone tussen dag en nacht loopt dan over de

polen en de dag duurt overal op aarde even lang als de nacht. Daarom noemt

Page 117: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

117

men deze twee punten de equinoxen. De nullijn van de meridianen loopt door de

lente-equinox, waar de zon op 21 maart staat. Dit Lentepunt ligt in de kop van

het sterrenbeeld Vissen, vlak bij de Waterman.

De aardas wijst naar de Poolster, die bijna exact in het noorden staat. Polaris

lijkt daarom stil te staan, terwijl de andere sterren er omheen draaien. In feite

draait de aarde ieder etmaal rond zijn as, van west naar oost. De zon komt

daarom in het oosten op en hij gaat in het westen onder. De sterren doen dat

ook. Maar de zon komt in de loop van het jaar niet altijd even hoog en hij komt

ook niet altijd op de zelfde plaats op. De aardas staat immers scheef op de

ecliptica. De sterren trekken zich daar niets van aan, zij komen het hele jaar

door even hoog en ze komen altijd op dezelfde plaats op. Ze doen dat alleen niet

iedere dag op het zelfde tijdstip.

De aarde draait jaarlijks rond de zon, eveneens van west naar oost. Daardoor

lijkt het alsof de zon van west naar oost langs de ecliptica loopt. Twaalf

sterrenbeelden op de ecliptica vormen samen de dierenriem. Ook de planeten

lopen langs de ecliptica, zij staan altijd ergens in de dierenriem. De zon doorloopt

ieder jaar de hele dierenriem. Men kan echter ook zeggen dat de sterren, terwijl

ze opkomen en weer ondergaan, iets sneller dan de zon van west naar oost langs

de hemel gaan, waarbij ze de zon ieder jaar een keer inhalen. Ze komen elke

dag iets eerder op en na een jaar bedraagt het verschil een dag, of 24 uur. Dat is

ongeveer 2 uur per maand, of bijna 4 minuten per dag.

Omdat de aarde rond de zon gaat, hebben we in de loop van het jaar steeds

uitzicht op een ander deel van de sterrenhemel. Een ster die nu rond

middernacht aan de hemel staat, staat een half jaar later rond het middaguur op

die zelfde plaats. Overdag zien we hem niet en als de zon ondergaat, dan gaat

die ster ook onder. Omdat het na zonsondergang altijd even duurt, voor het zo

donker is dat de sterren verschijnen, kan een ster die achter de zon verdwijnt

enige maanden onzichtbaar blijven. Zodra hij de zon voldoende heeft ingehaald,

staat hij vlak voor zonsopkomst boven de oostelijke horizon, maar een maand

later komt hij al twee uur eerder op. Het duurt altijd precies 12 uur, voor een

ster weer ondergaat, maar dat kan ook overdag zijn. In de zomer duren de

nachten kort, we hebben dan uitzicht op een gering aantal sterrenbeelden. In de

lange winternacht wordt een veel groter deel van de sterrenhemel zichtbaar.

De Grote Beer staat niet ver van de Poolster. Hij lijkt op een kruiwagen en die

wagen rijdt altijd vooruit. De sterren draaien dagelijks rond de poolster, tegen de

Page 118: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

118

wijzers van de klok in. Jaarlijks draait ook de hele sterrenhemel eenmaal rond,

eveneens tegen de klok in. Ook dan rijdt de kruiwagen vooruit! Met behulp van

die kruiwagen kan men andere sterrenbeelden vinden.

De voorkant naar boven toe doorgetrokken komt uit bij de Poolster. Nog verder

doorgetrokken komt hij uit in de puntmuts van koning Cepheus. Naast hem staat

zijn koningin, Cassiopeia, die lijkt op een grote W of M. Het koningspaar staat in

de Melkweg, die als een bleke band langs de hemel loopt. De ecliptica maakt een

hoek van 60° met het vlak van de Melkweg, daarom loopt deze met een grote

kronkel over de hemelkaart.

In de herfst rijdt de Grote Beer rond middernacht boven de noordelijke horizon

onder de poolster door. De kruiwagen wordt in de herfst gevuld. De Melkweg

loopt nu hoog over, Cassiopeia staat als een M boven de Poolster. Naast haar

staat Perseus, haar schoonzoon die volgens de Griekse mythen kwam aanvliegen

op het vliegende paard Pegasus om prinses Andromeda te redden van het

zeemonster Ceteus, de Walvis. Deze laatste staat onder de Vissen, Ceteus ligt

diep in zee. Andromeda ligt gekluisterd aan de Melkweg en haar hoofd vormt met

de vleugel van Pegasus een leeg vierkant.

Als het winter wordt, rijdt de kruiwagen ten oosten van de poolster omhoog,

terwijl Cassiopeia daalt. In de Melkweg staat naast Perseus nu de Voerman, met

de heldere ster Capella die rond middernacht in het Zenit staat. De bovenkant

van de kruiwagen wijst naar de Voerman, onder hem staan de Tweelingen met

hun voeten in de Melkweg en daaronder staat rechtop in het zuiden de jager

Orion. Zijn Grote Hond jaagt op de Haas en de Duif, zijn Kleine Hond op de

Eenhoorn. De Tweelingen staan in de Dierenriem, ze staan rond midwinter rond

middernacht even hoog als de zon rond midzomer. Ten westen van hen staat de

Stier, dan de Ram en dan de Vissen, die nu bijna onder gaan. Ten oosten van

hen staat de vage Kreeft en dan de Leeuw, die opkomt. Dezelfde sterren zijn in

oktober pas rond 4 uur 's nachts zichtbaar en in februari al om 8 uur ’s avonds.

Rond half maart staat de Grote Beer rond middernacht ondersteboven boven de

Poolster. In de lente is de kruiwagen leeg. De Ossenhoeder, de Maagd en de

Leeuw zijn nu zichtbaar. De achterkant van de kruiwagen wijst naar Regulus in

de Leeuw. De kromme steel wijst naar Arcturus in de Ossenhoeder, die lijkt op

een man die een pijp zit te roken. Een diagonaal wijst naar Spica in de Maagd.

De Voerman, Perseus, Cassiopeia en Cepheus blijven zichtbaar, want ze staan

Page 119: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

119

rond de Poolster, maar de Melkweg ligt nu langs de horizon, Cassiopeia staat

laag in het noorden en is nu duidelijk een W.

Dan rijdt de kruiwagen ten westen van de Poolster weer naar beneden, terwijl

het koningspaar herrijst. Het wordt zomer! De Melkweg kruipt vanaf de oostelijke

horizon weer omhoog en de Ossenhoeder wordt lui, hij ligt nu op zijn rug zijn

pijp te roken. Hercules en de Slangendrager staan nu rechtop in het zuiden,

maar zelfs dan zijn ze moeilijk te herkennen, want ze bestaan uit zwakke

sterren. Ook staat de dierenriem nu net zo laag als de zon in de winter. De

Steenbok, Boogschutter, Schorpioen en Weegschaal staan boven de zuidelijke

horizon. De Melkweg komt steeds hoger en als we deze vanaf Cassiopeia volgen,

dan staat naast Cepheus de Zwaan met zijn lange hals. De meest heldere ster,

Deneb, zit in de staart.

Niet ver van de kop van de Zwaan staat de heldere ster Wega in de Lier. Net als

Capella in de winter, staat Wega 's zomers rond middernacht vrijwel in het zenit.

De Zwaan vliegt langs de Melkweg de Arend tegemoet, de heldere ster Altair is

het arendsoog. Deneb, Wega en Altair vormen een driehoek, de zomerdriehoek,

die in de zomer als eerste zichtbaar wordt in de avondschemering.

Als de zomer verstrijkt komt eerst Pegasus aanvliegen, hij sleept Andromeda met

zich mee. Onder hem staat de Waterman en de zomerdriehoek gaat steeds

eerder onder. Het wordt herfst, we kunnen nu ook de Vissen en de Walvis weer

zien. Zij horen bij het natte jaargetijde. Dan wordt het winter, de Ram opent het

jachtseizoen en daar komen de Stier en de Voerman, maar ook de jager Orion,

omringd door zijn honden en jachtwild. In maart slentert de Leeuw voorbij, in

april durft de Maagd zich weer te vertonen en tegen de zomer zit de

Ossenhoeder weer zijn pijpje te roken. Dan is het tijd voor de Lier, ook in de

hemel is het 's zomers feest, en daar vliegen de Zwaan en de Arend. Maar dan

komt Pegasus, met in zijn kielzog de Waterman en de Vissen. In november kun

je de Walvis zien, als het ten minste niet regent. Zo heeft ieder jaargetijde zijn

eigen sterrenhemel.

5.2 Meteoren en meteorieten

Wie een vallende ster ziet, mag een wens doen. Het is echter geen ster, maar

een meteoor die de dampkring binnenvalt en verbrandt. Deze laat een lichtspoor

achter, zodat het lijkt alsof er een ster valt. Soms verbrandt die meteoor niet

helemaal, de rest valt dan op aarde neer als meteoriet. Ooit geloofde men niet

Page 120: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

120

dat er stenen uit de hemel kunnen vallen, maar in 1803 vielen er bij l'Aigle in

Normandië enige duizenden meteorieten, waarvan er vele enkele kilo's wogen.

Sindsdien twijfelt men niet langer aan hun bestaan.

In een handboek over mineralen staat: “De meeste meteorieten zijn kleine

zwarte kogeltjes van enkele millimeters grootte. Ze vallen voortdurend op aarde.

De jaarlijkse toevoer bedraagt duizenden tonnen. Grote meteorieten zijn

zeldzaam. De grootste tot op heden gevonden meteoriet kwam in prehistorische

tijden terecht in de buurt van Grootfontein in het noorden van Namibië. Hij

weegt meer dan 50 ton. Zeer zware meteorieten worden door de atmosfeer

nauwelijks afgeremd, ze komen met een snelheid van 20-70 km/sec op aarde

terecht. Ze vallen dan uiteen en verdampen volledig. Hierbij smelten ook de

gesteenten op het aardoppervlak.

“Grote meteorieten vormen als ze op aarde vallen ronde kraters. Van zo'n 50

grote kraters weet of vermoedt men dat ze door meteorieten zijn veroorzaakt.

De bekendste ligt bij Winslow in Arizona. Deze krater is 30.000 jaar geleden

gevormd, hij heeft een diameter van 1.220 m en een diepte van 175 m. De

meteoriet is nooit gevonden, maar er is wel meer dan 20 ton meteorietijzer in de

vorm van brokstukken verzameld.

“De ijzermeteorieten bestaan hoofdzakelijk uit ijzer en nikkel en bevatten een

weinig kobalt en koper. De steenmeteorieten bevatten vergelijkbare mineralen

als de aardse gesteenten. De steenijzermeteorieten vormen een overgang tussen

die twee. Ze bestaan uit silicaatmineralen en uit nikkel en ijzer. Er vallen meer

steenmeteorieten dan ijzermeteorieten op aarde.” 2

Meteorieten bevatten ongeveer dezelfde stoffen waaruit ook de aarde bestaat. Ze

behoren duidelijk tot ons zonnestelsel. Een aantal van hen blijkt afkomstig van

Mars, een ander deel kan hebben behoord tot de planeet die ooit tussen Mars en

Jupiter stond, waarbij de ijzermeteorieten deel uitmaakten van de kern. Ze

kunnen ook afkomstig zijn van een komeet die bij zijn zoveelste omloop vrijwel

volledig verdampte, waarbij de rest als los grint uiteen viel.

Grote meteorieten maken een inslagkrater, maar een meteoriet kan ook een

ramp aanrichten, zonder dat er een krater ontstaat.

Carl Sagan vertelt: “De aarde is een lieflijk en min of meer vreedzaam oord. Alles

is aan verandering onderhevig, maar het gaat langzaam. De geschiedenis van de

natuur spreekt echter duidelijke taal. Er zijn hele werelden verwoest. Het

landschap van andere planeten, waar de sporen van het verleden bewaard zijn,

Page 121: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

121

getuigt uitvoerig van vroegere catastrofes. Ook op aarde, zelfs in onze eeuw, zijn

er buitenissige natuurverschijnselen voorgekomen.

In de vroege ochtend van 30 juni 1908 werd in Siberië een reusachtige vuurbol

gezien die snel langs de hemel trok. Daar waar hij de horizon raakte, deed zich

een enorme ontploffing voor. Hij maakte ongeveer 2.000 km2 bos met de grond

gelijk en joeg in een flits de brand in duizenden bomen in de buurt van de

inslagplaats. Hij veroorzaakte een schokgolf in de dampkring die twee keer de

aarde rond ging. Twee dagen later hing er nog zoveel fijn stof in de atmosfeer

dat men 's nachts in Londen, 10.000 km verderop, bij het verstrooide licht ervan

de krant kon lezen. Het duurde tot 10 jaar na de Russische revolutie (in 1917)

voor er een expeditie kwam om de grond te onderzoeken en getuigen te

ondervragen (in 1927). Ziehier enkele van de getuigenverslagen:

'Vroeg in de morgen, toen iedereen in de tent nog sliep, werd deze samen met

de mensen erin de lucht in geblazen. Ze vielen terug op de aarde, waarna het

hele gezin lichte kneuzingen had opgelopen, maar Akoelina en Iwan waren

bewusteloos. Toen ze weer bijkwamen, hoorden ze een enorm lawaai. Ze zagen

dat het bos rondom hen in brand stond en voor een groot deel was verwoest.'

'Ik zat op de veranda, het was tijd voor het ontbijt. Ik keek naar het noorden,

toen de hemel plotseling in tweeën werd gespleten. Hoog boven het bos leek de

hele hemel in vlammen op te gaan. Op dat ogenblik voelde ik een intense hitte,

alsof mijn hemd vlam had gevat. Ik wilde het uittrekken, maar op dat moment

hoorde ik een knal in de hemel en een geweldige dreun. Ik werd tot op 3 sajenes

van de veranda weggeworpen en verloor voor een ogenblik het bewustzijn. Mijn

vrouw kwam naar buiten rennen en sleepte mij naar binnen. De dreun werd

gevolgd door een geluid alsof er stenen uit de hemel vielen of geweren werden

afgevuurd. De aarde beefde. Op dat moment woei er langs de hutten een hete

wind uit het noorden, als bij een kanon dat wordt afgeschoten.'

'Toen ik naast mijn ploeg ging zitten om te ontbijten, hoorde ik plotseling

knallen, als van geweervuur. Mijn paard viel op de knieën. In het noorden schoot

boven het bos een vlam omhoog. Toen zag ik dat het dennenbos door de wind

was neergebogen en ik dacht aan een orkaan. Ik greep met beide handen mijn

ploeg, opdat die niet zou worden weggeblazen. De wind was zo krachtig dat hij

brokken aarde van de grond opnam en daarna stuwde de orkaan een muur van

water op in de Angara.'

Page 122: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

122

'Ik was wol aan het wassen aan de oever van de rivier de Kan. Plotseling was er

een geluid te horen als van het klapwieken van een opgeschrikte vogel en een

grote golf kwam de rivier op. Daarna klonk er een enkele scherpe knal, zo luid

dat een van de werklieden in het water viel.'

Dit merkwaardige voorval wordt de Toengoeska-gebeurtenis genoemd. Het enige

dat vaststaat, is dat er een geweldige ontploffing is geweest, een krachtige

schokgolf en een enorme bosbrand. Toch is er op die plek geen inslagkrater te

zien. Er schijnt slechts één verklaring te zijn die klopt met alle feiten: in 1908 is

de aarde getroffen door een stuk van een komeet.” 3 Tot zover Carl Sagan.

Merkwaardig is ten eerste, dat alle getuigen iets anders vertellen. De een hoorde

knallen als van een geweervuur, de ander klapwieken als van een opgeschrikte

vogel. Merkwaardig is ook, dat er geen doden vielen. Het meest merkwaardig

lijkt echter dat een stuk van een komeet 2.000 km2 bos verwoest zonder

inslagkrater. Men denkt dat er een waterige meteoor ontplofte in de troposfeer,

op ongeveer 6 km hoogte, met een geschatte kracht van 12 tot 30 megaton TNT.

Ter vergelijking: de atoombom op Hiroshima was slechts 15 kiloton TNT.

Carl Sagan was een kriticus van Velikovsky. Hij zegt: “Sterrenkundigen verzetten

zich niet tegen het idee van omvangrijke botsingen, maar wel als het botsingen

in recente tijden betreft. Als de planeten werkelijk op schaal werden vertoond,

namelijk als stofdeeltjes, zouden we zonder veel moeite kunnen concluderen dat

de kans op een botsing tussen een gegeven komeet en de aarde gedurende

enkele duizenden jaren uitermate klein is.” 4

Deze redenering lijkt misschien plausibel, maar als ons zonnestelsel wordt

vertoond als materie omringd door gravitatievelden, dan zijn de planeten geen

stofdeeltjes, maar stofzuigers. De aarde vangt jaarlijks duizenden tonnen stof en

stenen uit de ruimte, terwijl ze nog veel meer materie uit haar gravitatieveld

wegslingert, zonder dat we daar iets van merken.

De kans op een botsing in recente tijden bestaat ook niet. De kans dat morgen

uw huis afbrandt, is klein. Een brandverzekering zou anders onbetaalbaar zijn.

Stel dat uw huis toch afbrandt en u belt de verzekering: 'Gisteren is mijn huis

afgebrand.' Wat als men dan zegt: 'Gisteren? Daar verzet ik me tegen. De kans

op een brand in het recente verleden is uitermate klein.' Kansberekening is

nimmer van toepassing op het verleden. De kans op een gebeurtenis in het

verleden is nul (niet gebeurd) of één (wel gebeurd). De aarde bestaat voor ruim

70% uit oceanen. De kans dat een meteoriet in de oceaan terecht komt, is

Page 123: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

123

daarom minstens twee maal zo groot als de kans dat hij op het land valt. Als hij

in de oceaan valt, kan er een tsunami ontstaan die hele kuststeden zou

wegvagen. Valt hij op het land, dan zou hij een stad kunnen raken. Londen en

Parijs hebben elk een oppervlakte van 2.000 km2. De kans dat een meteoriet

2.000 km2 bos verwoest zonder dat er slachtoffers vallen, lijkt uitermate klein,

maar in het verleden bestaan geen kansen. Iets is nou eenmaal waar gebeurd of

niet en daartussen ligt geen enkele kans.

De Toengoeska-gebeurtenis en de meteorietenregen in L'Aigle zijn waar gebeurd.

We kunnen ons beter afvragen hoe dergelijke inslagen ontstaan. In verhouding

tot onze baansnelheid is de ontsnappingssnelheid van de aarde immers laag. Een

meteorietenregen ontstaat meestal uit een wolk van kometengruis, die in een

baan rond de zon draait en door de aarde wordt ingehaald. Omdat de aarde zich

beweegt in de richting van de dageraad, vallen die meteorieten meestal rond

zonsopgang. Gezien het tijdstip, 30 juni, denkt men dat de Toengoeska meteoor

afkomstig was uit de Tauriden, een ring van kometengruis die wordt achter-

gelaten door de komeet Encke en die in een elipsvormige baan rond de zon

draait. Twee maal per jaar kruist de aardbaan deze ring, wat resulteert in een

regen van vallende sterren.

Een brok materie kan ook recht op het middelpunt van de aarde afsuizen. In ons

gravitatieveld maakt hij dan geen bocht, er ontstaat geen middelpuntvliedende

kracht. De baan van deze meteoor moet dan wel exact samenvallen met de

aardbaan. Onmogelijk is dat niet, maar het zal zeer zelden gebeuren.

Er komt ook wel eens een meteoor zeer dicht langs de aarde, om met een

hyperbolische bocht te worden weggeslingerd. Als zijn snelheid hoog genoeg is,

kan de straal van die bocht zo klein zijn, dat hij door de buitenste lagen van de

dampkring gaat. Men noemt dat een aardscheerder. Door de wrijvingswarmte

laat hij een helder lichtspoor na, dat lijkt op de rechte staart van een komeet.

Die staart blijft echter hoogstens een paar nachten zichtbaar.

5.3 De tollende aardas en de precessie

De zon doorloopt ieder jaar de hele dierenriem: Vissen, Ram, Stier, Tweelingen,

Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok en

Waterman. Deze sterrenbeelden zijn niet even groot, maar ze krijgen elk een

ruimte van 2 uur of 30°. Op 21 maart staat de zon in Vissen, het Lentepunt (de

equinox) ligt in de kop. Op 21 juni staat de zon op zijn hoogste punt, het

Page 124: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

124

zomersolstitium ligt in Tweelingen. Op 23 september staat de zon in de

herfstequinox, in de Maagd. Op 21 december staat de zon op zijn laagste punt,

het wintersolstitium ligt in Boogschutter. De aardas wijst dan in het noorden van

de zon af, zodat het op het Noordelijk halfrond winter is en op het Zuidelijk

halfrond zomer. Maar overal op aarde kijken we naar het zelfde deel van de

sterrenhemel, want we bevinden ons op het zelfde punt van de aardbaan.

Toch ziet de hemel er in Athene anders uit, dan in Kaapstad. Dat komt omdat

men niet voorbij de horizon kan kijken. Waar die horizon ligt, hangt af van de

breedtegraad. In Athene en San Francisco, beiden op 38° NB, ziet men precies

dezelfde sterren, de horizon loopt er gelijk en de poolster staat 38° boven de

horizon. Op het Noordelijk halfrond is de poolster altijd zichtbaar, maar gezien

vanaf de evenaar ligt hij op de horizon en op het Zuidelijk halfrond is hij nooit

zichtbaar. Op de Noordpool staat hij in het zenit, recht boven je hoofd. Op

50° NB staat hij 50° boven de horizon, op 40° NB 40° en zo voort. De hoogte

van de poolster is gelijk aan de breedtegraad waarop men zich bevindt. In de

scheepvaart wist men dit al heel lang.

Sterren rond de poolster noemt men circumpolair. De poolster staat stil, de

circumpolaire sterren draaien er omheen en gaan nooit onder. Op de Noordpool

zijn alle sterren van de noordelijke hemel circumpolair, gedurende de lange

poolnacht draaien ze ieder etmaal een rondje, maar ze gaan nooit onder. In

Europa zijn de Grote Beer en Cassiopeia circumpolair. Hoe meer men naar het

zuiden gaat, des te lager staat de poolster en des te kleiner is het aantal

circumpolaire sterren. In Athene en San Francisco, beiden op 38° NB, heeft de

circumpolaire cirkel een straal van 38°, maar ook de cirkel van sterren die altijd

onder de horizon staan, heeft daar een straal van 38°. De Toekan, de Pauw en

het Zuiderkruis zijn in Griekenland nooit zichtbaar, maar in Australië gaan ze

nooit onder.

De aardas wijst echter niet voor eeuwig naar Polaris. Door de gravitatie van de

zon en de maan maakt hij langzaam een tollende beweging op het vlak van de

ecliptica. Trekken we de aardas door naar de hemel, dan beschrijft hij daar een

cirkel, waarop Polaris ligt. Het midden ligt in het hart van de Draak, de richting is

tegen de klok in en de straal is gelijk aan de schuinstand van de aardas. Deze

omloop duurt gemiddeld 25.920 jaar, zeg maar ongeveer 26.000 jaar. Wega in

de Lier ligt op deze cirkel, over pakweg 12.000 jaar zal Wega onze poolster zijn.

De Arend, de Zwaan en de Noorderkroon zijn dan circumpolair.

Page 125: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

125

Deze beweging gaat tegen de richting van de sterren in. Deze gaan dagelijks op

in het oosten en onder in het westen, waarbij ze de zon elk jaar een keer

inhalen. Door de precessie verplaatsen ze zich echter naar het oosten (van rechts

naar links op de sterrenkaart), waarbij ze rijzen en dalen met de ecliptica. Ze

lijken daardoor wat achteruit te lopen. Daarom noemt men dit de precessie (het

achteruitlopen) van de equinoxen. Deze beweging werd omstreeks 130 v.Chr.

ontdekt door de Griek Hipparchus, dank zij de Griek Timocharis, die de stand van

de sterren 150 jaar eerder had opgetekend. Plato was ook een Griek, daarom

noemt men deze cyclus ook wel een Platonisch jaar.

In een Platonisch jaar of 26.000 jaar loopt de hele dierenriem langs de ecliptica,

van west naar oost, langs hetzelfde golvende pad dat de zon in een jaar aflegt.

Het duurt daarom iets meer dan een jaar, voor de zon weer op dezelfde plaats

tussen de sterren staat. Ons kalenderjaar is een zonnejaar of Tropisch jaar, een

omloop van de aarde rond de zon duurt 365,242 dagen. Een sterrenjaar of

Siderisch jaar duurt iets langer, namelijk 365,256 dagen. Het verschil ontstaat

omdat de aardas tolt, waardoor de sterren zich naar het oosten verplaatsen.

Zou onze kalender gebaseerd zijn op de sterren, dan zouden de seizoenen zich

ieder jaar iets verplaatsen. De kalender is echter ingericht op de seizoenen en de

sterren verplaatsen zich ten opzichte van de maanden. In 25.920 jaar zijn ze de

hele hemel rondgelopen, dat is een uur (of 15°) per 1.080 jaar en twee uur (een

maand of een sterrenbeeld uit de dierenriem) per 2.160 jaar.

Ten tijde van Plato, omstreeks 400 v.Chr., stonden alle sterren ruim twee uur

eerder aan de hemel. Het Lentepunt lag toen niet in Vissen, maar in Ram. Het

verplaatst zich nu naar Waterman, al kan men ook zeggen dat Aquarius rijst naar

het Lentepunt. Het zomersolstitium lag niet in Tweelingen, maar in Kreeft, die

toen op het hoogste punt van de ecliptica stond. Het wintersolstitium lag niet in

Boogschutter, maar in Steenbok. In de namen van de keerkringen leeft dat nog

voort: de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring. Deze namen stammen uit

de Grieks Klassieke tijd in Alexandrië, ongeveer een eeuw na Plato.

5.4 De verschijning van Jhwh aan Abraham

Ten tijde van Abraham, pakweg 4.000 jaar geleden, stonden alle sterren bijna

4 uur eerder aan de hemel. Het Lentepunt lag bijna 4 uur ten oosten van de kop

van Vissen, in de Ram, vlak bij de Stier. Als Abraham rond midwinter rond

middernacht naar de hemel keek, dan stond de Leeuw hoog boven hem in het

Page 126: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

126

zuiden, daar waar nu de Tweelingen staan. Tegenwoordig staat de Leeuw daar

pas rond eind februari, of in december rond 4 uur ’s nachts, en hij komt ook

minder hoog. Als we willen weten of Jhwh die aan Abraham verscheen een

komeet was, dan is dit wel een verschil om rekening mee te houden!

De Bijbel vertelde over vier koningen uit Mesopotamië die een veldtocht naar

Kanaän hielden. Dat deed men in de oudheid meestal in de lente. De modderige

wegen waren opgedroogd, de akkers geploegd en ingezaaid, de wintervoorraden

vrijwel uitgeput en de mannen hadden de tijd, want ploegen was mannenwerk,

maar wieden was vrouwenwerk. Deze veldtocht ging voorbij, de vier koningen

werden verslagen, Abraham won en betaalde schatting aan de priester-koning

van Jeruzalem. Daarna verscheen Jhwh.

Over zijn eerste verschijning zegt Genesis: Na deze gebeurtenissen kreeg Abram

een visioen, waarin Jhwh tegen hem sprak: 'Wees niet bevreesd, Abram, ik zal je

beschermen en je rijk belonen.' Hij leidde Abram naar buiten: 'Kijk naar de

hemel en probeer de sterren te tellen.' Deze verschijning was 's nachts. De

volgende was 's avonds: Tegen zonsondergang viel Abram in een diepe slaap en

hij werd overvallen door een hevige angst en duisternis. Abraham slachtte wat

dieren en legde de stukken neer als offer voor Jhwh. Deze verschijning was ook

nog zichtbaar in de nacht: Toen het na zonsondergang donker werd, zag Abram

plotseling een rokende oven en een vurige fakkel, die tussen de stukken

doorgingen. De komeet was kennelijk al onder, maar zijn dubbele staart rees nog

boven de horizon uit. De derde verschijning was overdag: Bij de eiken van

Mamre verscheen Jhwh aan Abraham, terwijl hij op het heetst van de dag bij de

ingang van zijn tent zat. Hij zat waarschijnlijk in de schaduw van de luifel. Het is

duidelijk een avondkomeet en het is kennelijk zomer.

Onze hypothetische komeet kwam uit de richting van Wega in de Lier, maar is in

het vlak van de ecliptica getrokken. Hij moet dan ongeveer uit de Boogschutter

komen, die recht onder de Lier staat. Rond midzomer stond de aarde tussen de

Steenbok en de Waterman. De Boogschutter stond aan de avondhemel en een

komeet uit die richting is inderdaad een avondkomeet.

Zou de aarde vanuit de zon gezien in de Tweelingen hebben gestaan (in

november, met de zon in Boogschutter), dan had men de komeet niet zien

aankomen. Zou de aarde ongeveer in de Leeuw of de Maagd hebben gestaan,

dan zou Jhwh eerst 's nachts en dan 's morgens vroeg zijn verschenen. Maar

Page 127: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

127

Jhwh verscheen eerst in de nacht, toen rond zonsondergang en vervolgens op

het heetst van de dag. Jhwh stond toen kennelijk in het perihelium.

De stand van de sterren t.t.v. Abraham

Als de staart van de komeet Jhwh Venus raakte, dan zou Venus overkoken. Als

Venus op dat moment voor de zon langs ging, dan zou de zonnewind die dampen

naar de aarde blazen met een snelheid van 450.000 m/sec of 1.620.000 km/uur.

De afstand tussen Venus en de aarde is 39 tot 45 miljoen km. De dampen

waaien dan in 24 tot 27 uur van Venus naar de aarde.

Abraham werd gewaarschuwd door drie heren, twee van hen reisden door naar

Sodom, waarbij zij even veranderden in engelen. Er volgde een slapeloze nacht

vol verwarring. De twee vreemdelingen werden lastig gevallen door de inwoners

van Sodom, maar daar maakten die engelen een einde aan: En de menigte

buiten sloegen ze met blindheid. De volgende morgen liet Jhwh vanuit de hemel

een regen van brandende zwavel vallen op Sodom en Gomorra. Hij verwoestte

die steden en het hele dal, met alle inwoners en de gewassen op de akkers. Ook

die gewassen wijzen er op, dat het zomer was.

Onze hypothetische komeet was per definitie niet retrograad. Als avondkomeet

ging hij voor de zon langs, om er achter te verdwijnen. Als Venus op dat moment

voor de zon langs ging, dan werd zij getroffen door de staart. Terwijl de komeet

achter de zon verdwijnt, verschijnt zijn staart voor zonsopkomst, misschien wel

Page 128: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

128

met een verblindend licht, terwijl wellicht ook Venus overkookte. Dan verdwijnt

hij achter de zon, waarna zijn staart weer verschijnt aan de avondhemel.

Lot durfde niet in Soar te blijven. Hij ging met zijn dochters naar het gebergte en

woonde met hen in een grot. Dat lijkt een veilige schuilplaats. Jhwh zou nu weer

na zonsondergang zichtbaar zijn en ’s avonds steeds later aan de hemel staan.

Hij staat steeds hoger, hij komt eerder op en gaat eerder onder. Hij wordt ook

kleiner en zijn staart verdwijnt. Voorbij de baan van Jupiter, op ongeveer 5 AE, is

het nog slechts een wazige vlek die langzaam vervaagt.

5.5 De bewegingen van de aardbaan

Sommige bewegingen van de aardbaan zijn niet zichtbaar aan de sterren, maar

leiden wel tot veranderingen in het klimaat. De aarde bereikt op 3 januari het

perihelium, op 147 miljoen km van de zon, en op 4 juli het aphelium, op

152 miljoen km van de zon. Dat verschil lijkt klein, maar de straling neemt af

met het kwadraat van de afstand. De aarde ontvangt daarom in januari 6,8%

meer zonnestraling dan in juli. Op het Noordelijk halfrond valt het stralings-

maximum in de winter en het minimum in de zomer. Op het Zuidelijk hafrond is

dat omgekeerd. Omdat ook de snelheid in het perihelium groter is dan in het

aphelium, duren de winters op het Noordelijk halfrond 7 dagen korter dan de

zomers, het daglicht overtreft er het nachtelijke duister met 168 uur per jaar. Op

het Zuidelijk halfrond is ook dat precies omgekeerd. Valt het perihelium in de

lente of herfst, dan wordt de straling eerlijk verdeeld over beide halfronden. Ook

duren de zomer en de winter dan op beide halfronden even lang.

Het perihelium ligt nu in Steenbok, maar in bijna 26.000 jaar loopt de dierenriem

door alle seizoenen. Als de dierenriem zich verplaatst, gaat het perihelium mee.

Het heeft echter ook een eigen beweging ten opzichte van de sterren. De ellips

van de aardbaan slingert namelijk langzaam als een hoela hoep rond de zon, in

dezelfde richting als de precessie. Deze omloop duurt ongeveer 110.000 jaar.

Terwijl de dierenriem in 26.000 jaar als een lopende band door de seizoenen

gaat, loopt het perihelium rustig in dezelfde richting over deze lopende band. Een

omloop van het perihelium duurt daarom iets korter dan een Platonisch jaar,

namelijk ongeveer 21.000 jaar. Het perihelium loopt vooruit door de seizoenen,

maar achteruit langs de hemel, van west naar oost. Daarom noemt men deze

cyclus de precessie van het perihelium.

Page 129: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

129

Het perihelium valt nu op 3 januari. Op het Zuidelijk halfrond is het dan zomer

en de zon staat dichtbij. Op 4 juli staat de zon in het aphelium, dus verder weg

en op het Zuidelijk halfrond is het dan winter. Daarom zouden de zomers er

eigenlijk warmer en de winters kouder moeten zijn dan op het Noordelijk

halfrond. Op het Zuidelijk halfrond liggen echter meer oceanen, die de warmte

langzaam opnemen en weer afstaan. Oceanen matigen het klimaat, zij zorgen

voor koelere zomers en zachtere winters en tevens voor neerslag in de vorm van

regen of sneeuw. Op de grote landmassa's van het Noordelijk halfrond zijn de

winters koud en de zomers heet, dit met uitzondering van de kusten van Europa,

waar de Warme Golfstroom langs loopt.

Over ongeveer 10.500 jaar valt het perihelium in juli. Op de continenten van het

Noordelijk halfrond wordt het verschil tussen zomer en winter dan groter. Ook de

moesson kan daardoor in kracht toenemen, waardoor er meer regen valt in de

Sahara. Op het Zuidelijk halfrond wordt het klimaat meer gematigd.

Een andere beweging heeft te maken met de excentriciteit van de aardbaan. Op

dit moment is die baan bijna rond, de excentriciteit is e = 0,0167. Maar de

aardbaan is een beetje flexibel en de gravitatie van de zon en de planeten trekt

er aan. Daardoor rekt de aardbaan uit, de ene keer iets verder dan de andere

keer, in een cyclus van 95.000 jaar. De excentriciteit schommelt tussen e = 0 en

hoogstens e = 0,0677. Het verschil in zonnewarmte tussen perihelium en

aphelium bedraagt nu 6,8% en voorlopig wordt de aardbaan nog ronder, maar

over ongeveer 25.000 jaar neemt de excentriciteit weer toe. Bij een maximale

e = 0,0677 ligt het perihelium rond 140 miljoen km en het aphelium rond

160 miljoen km van de zon. Het verschil in straling is dan 27%. De gemiddelde

afstand tot de zon blijft gelijk, de hoeveelheid straling per jaar verandert niet,

maar als het perihelium dan in januari of juli valt, wordt die straling veel schever

verdeeld tussen het Noordelijk en het Zuidelijk halfrond.

De derde beweging heeft te maken met de schuinstand van de aardas, oftewel

de obliquiteit. Ook die schommelt een beetje. De obliquiteit is nu 23½°, maar in

41.000 jaar schommelt hij tussen 21,8° en 24,4°. Ook deze beweging heeft

invloed op het klimaat. Wordt de schuinstand groter, dan liggen de keerkringen

verder van de evenaar en de poolcirkels verder van de polen. De poolstreken

worden groter en de tropen eveneens. In de zomer staat de zon dan hoger en in

de winter lager. De winters worden kouder, de zomers heter, en dat geldt op

Page 130: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

130

beide halfronden. Op dit moment schommelt de aardas weer naar meer rechtop.

Het verschil tussen zomer en winter wordt daardoor langzaam kleiner.

Deze drie bewegingen, de precessie, de excentriciteit en de obliquiteit, hebben

elk hun eigen ritme en invloed op het klimaat. Omdat deze cycli niet even lang

zijn, vormen ze samen een ingewikkeld patroon. Gezamenlijk kunnen ze echter

leiden tot duidelijke klimaatveranderingen.

Bij een hoge excentriciteit kan het klimaatsverschil tussen de halfronden groot

worden. Valt het perihelium in de zomer, dan zijn de zomers warmer en ze duren

korter, maar de winters zijn kouder en duren langer. Op het andere halfrond valt

het perihelium dan in de winter, de winters zijn er minder koud en korter, maar

de langere zomers zijn koeler. Door de precessie valt het perihelium steeds in

een ander jaargetijde, het klimaat wordt beurtelings strenger en meer gematigd

op het Noordelijk en Zuidelijk halfrond. Naarmate de excentriciteit groter is,

worden deze verschillen groter.

Door de cyclus van de obliquiteit staat de aardas afwisselend schuiner en meer

rechtop. Staat hij schuiner, dan wordt overal op aarde het verschil tussen zomer

en winter groter, maar staat hij meer rechtop, dan wordt dit verschil kleiner.

Gezamenlijk kunnen deze bewegingen leiden tot ijstijden.

5.6 IJstijden en hittegolven

Een ijstijd kan alleen ontstaan als het verschil tussen zomer en winter te klein is.

Koude lucht neemt weinig waterdamp op. Als het 's winters zeer koud is, dan

sneeuwt het niet, de lucht is vriesdroog. Zijn de winters zacht, dan verdampt er

meer water. Als de lucht afkoelt, doordat de warme lucht opstijgt en naar de

polen stroomt, of langs berghellingen omhoog gestuwd wordt, kristalliseert die

damp tot sneeuw. Als de winters zacht zijn, kan het flink sneeuwen. Als de

zomers dan niet warm genoeg zijn om alle sneeuw te doen smelten, vormt zich

langzaam maar zeker een ijskap, die iedere winter aangroeit.

Rond de Zuidpool ligt een continent dat groter is dan Australië. Antarctica is bijna

volledig bedekt met een ijskap van gemiddeld 1.720 m dik. Deze ijskap is zwaar,

hij drukt Antarctica naar beneden. Onder het ijs ligt West-Antarctica gedeeltelijk

onder de zeespiegel, zodat Antarctica eigenlijk uit twee landmassa’s bestaat. Op

Antarctica ligt ook een gebergte tot 4.350 m hoog, maar de ijskap ligt over

vrijwel alle bergen heen.

Page 131: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

131

De Noordpool ligt in de Noordelijke IJszee, die wel dichtvriest, maar geen ijskap

heeft. Er ligt wel een ijskap op Groenland. Sneeuw die in zee valt, smelt weg,

maar op het land blijft sneeuw liggen. Een continent rond de pool is bevattelijk

voor een ijskap, maar een oceaan rond de pool is dat niet.

Sneeuw is wit en weerkaatst het zonlicht. Deze weerkaatsing, de albedo, wordt

groter als er meer sneeuw ligt. Een ijskap neemt weinig warmte op, maar kaatst

het grootste deel van het zonlicht terug de ruimte in. Door de hoge albedo wordt

het nog kouder, waardoor de ijskap kan groeien. Op de Zuidpool is het daarom

veel kouder dan op de Noordpool. De albedo draagt er toe bij, dat de gemiddelde

temperatuur op aarde tijdens een ijstijd lager is.

Een ijskap bevat een enorme hoeveelheid water die is verdampt uit de oceanen.

Ligt er ergens een ijskap, dan staat de zeespiegel lager, de oceanen zijn zouter

en het water bevat meer van het zware zuurstofisotoop 18O. Door zijn grotere

molecuulgewicht verdampt dit water minder snel. Uit de hoeveelheid 18O in het

sediment op de oceaanbodems kan men afleiden hoeveel water er ooit was

onttrokken aan de oceanen om ijskappen te vormen. Men vermoedde dat de

ijskappen tijdens de laatste ijstijden groeiden en slonken in een ritme dat min of

meer overeenkomt met de schommelingen in de excentriciteit, de precessie en

de obliquiteit. Omgekeerd geldt ook dat als er ergens een ijskap ligt, deze zal

groeien en slinken, waardoor de zeespiegel zal dalen en stijgen.

Gedurende de geschiedenis van de aarde zijn er perioden geweest waarin er

ergens een ijskap lag. De gemiddelde temperatuur op aarde was dan ook lager.

Dit wordt afgewisseld met perioden waarin er nergens een ijskap lag en het

overal warmer was. Men probeerde tot voor kort om deze verschillen te

verklaren met de hypothese dat een toename van het broeigas CO2 in de

atmosfeer zou leiden tot een warmer klimaat en een afname weer tot koude.

Gedurende de ijstijden was het CO2-gehalte in de atmosfeer tijdens warmere

perioden inderdaad hoger dan tijdens koude perioden, maar de relatie bleek

omgekeerd! In 1999 stond in Nature een artikel over een boorkern uit de ijskap

van Vostok, een onderzoekspost in Antarctica. Daaruit bleek dat de stijging van

het CO2-gehalte in de atmosfeer niet voorafging aan, maar volgde op de stijging

in temperatuur. Eerst werd het warmer en ongeveer 8 eeuwen later begon ook

het CO2-gehalte te stijgen.5 Een oorzaak die acht eeuwen achter zijn gevolg

aanloopt, bevindt zich uiteraard in een onhoudbare positie. De stijging van het

CO2-gehalte in de atmosfeer bleek het gevolg van de opwarming. 6

Page 132: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

132

Als het klimaat warmer wordt, dan worden ook de oceanen warmer, maar de

warmtecapaciteit van water is zeer hoog (4186 Joule om 1 liter water 1° C te

verwarmen). Daarom duurt het enige eeuwen voor de oceanen merkbaar

opwarmen. CO2 lost goed op in koud water, maar uit lauwe oceanen ontsnapt de

“prik”. Er komt dan meer CO2 in de atmosfeer. Hoewel dit gas de structuur heeft

van een broeikasgas (het absorbeert infrarood of warmte, om het later weer uit

te zenden), wordt CO2 niet langer gezien als oorzaak van de mondiale klimaat-

schommelingen in het verleden. Dat de menselijke uitstoot van CO2 zou leiden

tot Global Warming, is gebaseerd op achterhaalde wetenschap.

Een veel belangrijker broeigas is de waterdamp die zich onzichtbaar in de

atmosfeer bevindt. De aarde absorbeert zonlicht en zet dit om in infrarood of

warmte die wordt uitgestraald. De meeste warmte verdwijnt weer in de ruimte.

CO2 absorbeert slechts een klein deel van het infrarode spectrum. Waterdamp

H2O absorbeert een veel breder deel van dit spectrum, maar deze verwarmende

werking van waterdamp is tweeledig, dit vanwege de wolken.

De zon verwarmt het aardoppervlak, daardoor wordt de lucht verwarmd en het

water verdampt. De lucht zet daarbij uit, waardoor hij lichter wordt en opstijgt.

Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. In de onderste

laag van de atmosfeer, de troposfeer, daalt de temperatuur met de hoogte. In de

laag daarboven, de stratosfeer, stijgt de temperatuur naarmate men hoger komt,

dit ten gevolge van de ozonlaag. Wolken ontstaan meestal in de troposfeer, of op

de grens van die twee luchtlagen. De albedo van wolken is hoog, ze kaatsen het

zonlicht terug, maar ze vangen ook de warmte op die de aarde uitstraalt. Ze

matigen daardoor het temperatuurverschil tussen dag en nacht en tussen zomer

en winter. Zonder wolken zijn de dagen warmer en de nachten kouder. Ook zijn

de zomers dan heter en de winters zijn vriesdroog. Zonder wolken sneeuwt het

niet en kan er geen ijstijd ontstaan.

Wolken bestaan niet uit waterdamp, maar uit condens, druppeltjes vloeibaar

water. Als warme lucht met waterdamp opstijgt en afkoelt, dan raakt de koudere

lucht verzadigd van waterdamp, die dan kan condenseren. Om deze druppeltjes

te vormen, zijn condensatiekernen nodig. Dat kan een willekeurig deeltje zijn,

maar dat deeltje moet geladen zijn, dus een ion. De atmosfeer wordt een beetje

geïoniseerd door de kosmische straling en rond deze ionen kan de waterdamp

condenseren. Zonder condensatiekernen kan de lucht tot op grote hoogte

verzadigd zijn van waterdamp, zonder dat er wolken ontstaan.

Page 133: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

133

De meeste wolkenvorming vindt plaats op minder dan 10 km hoogte, in de

troposfeer, maar ook op grotere hoogte, in de stratosfeer, kan de atmosfeer nog

waterdamp bevatten. Ook dat beïnvloedt het klimaat, want waterdamp is een

krachtig broeigas. Uit een onderzoek uit 2010 bleek dat de luchtvochtigheid in de

stratosfeer inderdaad een verwarmende rol speelt in het klimaat. 7

5.7 De kracht van vulkanen

Niet alleen een broeigas, maar ook een koelgas kan het klimaat beïnvloeden. Het

belangrijkste koelgas is SO2, dat door vulkanen wordt uitgestoten. Wat er dan

kan gebeuren, staat boeiend beschreven in het boek van Philip Dröge: De

schaduw van Tambora. Op het eilandje Sumbawa in toenmalig Nederlands Indië

stond een vulkaan, de Tambora, die door eerdere uitbarstingen was gegroeid tot

ruim 4 km hoogte. Op 10 april 1815 barstte deze vulkaan uit in wat men een

Plinische eruptie noemt. De berg ontplofte! De top werd weggeblazen, de hoogte

was daarna nog maar 2800 meter en de knal van de ontploffing was tot op

2500 km hoorbaar. Een gloeiend hete pyroclastische gaswolk doodde alles in de

omgeving, vloedgolven gingen rond de hele aarde en drie jaar lang werd de zon

verduisterd of gefilterd. De vulkaan braakte niet alleen lava uit, maar hij spuwde

grote hoeveelheden zwaveldamp tot 40 kilometer hoog in de atmosfeer. Omdat

er altijd ook waterdamp in de atmosfeer zit, verandert SO2 dan in SO3. Zoals we

weten, is dit een witte kristallijne stof, de albedo is hoog! Dit poeder verspreidde

zich op grote hoogte met de straalstroom. Daar bleef het zweven en dit hield het

zonlicht tegen.

Er volgden drie zomers zonder zomer. De sneeuw dooide niet weg, het bleef

vriezen en de oogsten mislukten. De zon scheen door een bloedrode mist en

niemand begreep waarom. Er was nog geen telegraaf, het nieuws ging per brief

en per zeilschip, dus langzaam. De sociale gevolgen waren enorm. Voedseloproer

in Frankrijk, massale emigratie van Duitsers naar Amerika en een religieuze

massahysterie in Gent zijn slechts voorbeelden. Indirect leidde deze ramp tot

sociale hervormingen, maar ook tot de prachtige luchten op schilderijen van

William Turner en tot de uitvinding van de fiets, want de meeste paarden en

ezels waren verhongerd of opgegeten. 8

In 1883 ontplofte de Krakatau, een vulkaaneilandje tussen Java en Sumatra. Het

hele eiland verdween in zee, met een enorme tsunami als gevolg. Indonesië was

nog Nederlands Indië, het werd bestuurd door Nederlanders. Ook in 1883 ging

Page 134: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

134

het nieuws nog niet zo snel de wereld rond, al waren de verbindingen wel een

stuk beter dan in 1815. Er was nog geen telefoon, maar wel telegraaf en de

schepen vaarden niet langer op de zeilen, maar op stoom. Ook deze uitbarsting,

met een kracht van 150 megaton TNT, leidde wereldwijd tot koude, misoogsten

en andere ellende, maar nu wist men de oorzaak. Vandaar dat deze uitbarsting

beroemder (of beruchter) werd dan die van de Tambora in 1815. 9

Niet alle vulkanen barsten uit met een ontploffing. De Kilauea op Hawaï die in

mei 2018 uitbarstte, was geen spuwende, maar een brakende vulkaan. Het

begon met een aardbeving, gevolgd door een trage stroom van lava die drie

maanden aanhield. Als een vulkaan langdurig lava uitbraakt en deze stroomt de

oceaan in, dan verwarmt dit de oceaan. Dit kan leiden tot Global Warming. Er

zijn vulkanen geweest die duizenden jaren lang lava uitbraakten. Ook stoten alle

vulkanen grote hoeveelheden CO2 uit.

Er bestaan ook supervulkanen, zoals Yellowstone, die omstreeks 630.000 jaar

geleden het westen van de huidige Verenigde Staten bijna geheel bedekte onder

een laag vulkanische as. Lake Toba op Sumatra was ook een supervulkaan, zelfs

3 maal zo groot als Yellowstone. Deze is barstte 74.000 jaar geleden uit, tijdens

de laatste ijstijd. DNA-onderzoekers vermoeden dat dit toen heeft geleid tot het

bijna uitsterven van de mensheid.

5.8 Klimaat en zonnestraling

Een belangrijke factor voor het klimaat is natuurlijk de zon. Geen enkele ster is

ooit helemaal stabiel, soms straalt hij feller, dan neemt de straling weer af. Dit

komt door cyclische processen in de ster zelf. Ook de zon kent dergelijke cycli:

soms is hij actief, dan schijnt hij feller en de temperatuur stijgt overal op aarde,

zelfs op Mars. Neemt de zonnestraling af, dan dalen de temperaturen.

Als de zon minder fel schijnt, neemt ook de zonnewind af. Daardoor wordt de

magnetische schil rond de heliosfeer zwakker, de kosmische straling neemt toe.

De atmosfeer bevat dan meer ionen, condensatiekernen voor wolken. Wordt de

zon weer actiever, dan neemt de kosmische straling af. Er worden dan minder

wolken gevormd, ook al is de atmosfeer verzadigd van waterdamp. In de

stratosfeer blijkt waterdamp een zeer krachtig broeikasgas. Een actieve zon

schijnt niet alleen feller, maar hij zorgt ook voor minder wolken en meer water-

damp als broeikasgas in de stratosfeer!

Page 135: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

135

De meest bekende zonnecyclus, de Schwabe-cyclus, duurt gemiddeld 11 jaar.

Eerst verschijnen er zonnevlekken rond de polen. Hun aantal neemt toe en ze

verplaatsten zich in de richting van de evenaar. Dit gaat gepaard met een

toename van zonnevlammen, waardoor de zon feller gaat schijnen, tot de cyclus

zijn hoogtepunt bereikt. Dan slaat het magnetische veld van de zon om, de

zonneatmosfeer komt tot rust en de cyclus begint opnieuw. Hoe deze cyclus

ontstaat, weet men nog niet, maar wel dat hij de gemiddelde temperatuur op

aarde met 0,1°C doet stijgen en dalen.

Er zijn ook zonnecycli met langere perioden: de Gleissberg Cyclus duurt 75 tot

90 jaar, de Suess Cyclus duurt 200 tot 500 jaar en de Bond Cyclus duurt 1.100

jaar. Deze cycli tellen bij elkaar op, zodat de kortere cycli worden meegedragen

op de rug van langere cycli. Als ze elkaar versterken, leidt dat tot een duidelijke

klimaatverandering. Het klimaatoptimum van de 12e en de 13e eeuw (tijdens de

bouw van de kathedralen) en de Kleine IJstijd die daarop volgde, werden

veroorzaakt door deze cycli. Hoewel deze klimaatveranderingen relatief klein

waren, bleken ze van grote invloed op de landbouw en het dagelijkse leven.

Al deze cyclische veranderingen, in zonnestraling, excentriciteit, precessie en

obliquiteit, tellen bij elkaar op. Ze blijken echter niet voldoende om de grote

klimaatverschillen te verklaren die in het verleden zijn opgetreden. Er zijn op

aarde perioden geweest waarin ijskappen groeiden en slonken, afgewisseld met

perioden waarin het overal op aarde warm was. Tot voor kort probeerde men

deze klimaatverschillen te verklaren met de CO2-hypothese. Dit broeikasgas zou

misschien maken dat het klimaat op hol kan slaan.

In 2000 stond in Nature een artikel van de geoloog Ján Veizer et al. waaruit

bleek dat CO2 onmogelijk de drijvende kracht kon zijn achter die grote klimaat-

verschillen. Het ging om een reconstructie van de temperatuur van het zeewater

rond de evenaar van het laat-Cambrium tot heden, een tijd van 500 miljoen jaar,

middels een analyse van de hoeveelheid 18O in schelpen. Die temperatuur bleek

aan grote veranderingen onderhevig, maar dat kwam totaal niet overeen met de

reconstructie van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer. 10

Als CO2 niet de drijvende kracht is achter de klimaatverschillen, dan rijst de

vraag waardoor deze warme en koude tijden dan wel ontstaan. Veizer richtte zijn

blik nu op de kosmos.

Page 136: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

136

5.9 De bewegingen van sterren en stelsels

De Melkweg telt minstens 200 miljard sterren en er zijn miljarden van zulke

sterrenstelsels in het heelal. Net als ons zonnestelsel, draait de Melkweg rond

zijn as en is dus plat. De diameter is 100.000 lichtjaar en de dikte is “slechts”

1.000 lichtjaar. In het centrum bevindt zich een zwart gat, een samenballing van

materie met een gravitatieveld dat zo krachtig is, dat zelfs het licht er niet aan

kan ontsnappen. Slaan we een denkbeeldige spijker door het zwarte gat,

loodrecht op het vlak van de Melkweg, dan is de kop van de spijker de

Noordpool. De Melkweg beweegt zich met grote snelheid in de richting van die

Noordpool, als een vliegende schotel die recht omhoog gaat.

Ons zonnestelsel bevindt zich in de Melkweg. De afstand tot het zwarte gat is

26.000 lichtjaar, de omlooptijd rond het zwarte gat is bijna 250 miljoen jaar en

de baansnelheid is 552.000 km/sec. Deze baan is rond, maar hij maakt daarbij

een golfbeweging op het vlak van de Melkweg. Ons zonnestelsel bevindt zich dus

beurtelings boven en onder de evenaar van de Melkweg. Een cyclus van deze

golfbeweging varieert rond 62 miljoen jaar, van 52 tot 74 miljoen jaar. Als het

heelal gelijkmatig doortrokken zou zijn van kosmische straling, dan zou deze

cyclus van invloed kunnen zijn op de hoeveelheid straling die ons zonnestelsel

ontvangt. Omdat de Melkweg recht omhoog vliegt, zou de straling groter zijn

wanneer ons zonnestelsel zich op het hoogste punt van deze cyclus bevindt. Een

bijbehorende klimaatcyclus werd echter niet gevonden.

In de Melkweg ontstaan gravitatievelden die als spiraalarmen vanuit het centrum

van de Melkweg rondwentelen. In zo’n spiraalarm verdichten de sterren zich, er

bevinden zich meer sterren in een spiraalarm, dan tussen spiraalarmen. Deze

gravitatievelden gaan sneller dan de materie, zij halen ons zonnestelsel in. Soms

bevindt het zonnestelsel zich daarom in een spiraalarm, dan weer tussen twee

spiraalarmen. Volgens de astronomen duurt deze cyclus 135 ± 25 miljoen jaar.

Deze cyclus van de sterrendichtheid blijkt van grote invloed op het klimaat! De

kosmische straling is niet gelijkmatig verdeeld over het heelal, maar afkomstig

van de sterren. In een spiraalarm is hij daarom groter.

De geoloog Ján Veizer, die in 2000 een einde maakte aan de CO2-hypothese, is

gespecialiseerd in isotopenonderzoek. Samen met de astrofysicus Nir Shaviv

publiceerde hij in 2003 een artikel waarin de kosmische straling de verklaring

vormde voor de grote temperatuurveranderingen op de geologische tijdschaal.

Veizer en Shaviv vergeleken de temperatuur van het zeewater met de gegevens

Page 137: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

137

over kosmische straling. Ze onderzochten ijzermeteorieten, sorteerden ze op

ouderdom en bepaalden de mate waarin ze bloot hebben gestaan aan kosmische

straling. Daaruit bleek dat die straling toe- en afneemt met een factor van

minstens 2,5. De hele cyclus duurt 143 ± 10 miljoen jaar, wat overeenkomt met

de cyclus van de spiraalarmen. De kosmische straling doorloopt dus een zelfde

cyclus als het zonnestelsel in de spiraalarmen.

Er zijn op aarde een aantal lange perioden geweest met een koud klimaat, met

ijskappen rond de polen en lagere temperaturen langs de evenaar. Daarna werd

het weer warmer, er lagen nergens ijskappen en de temperatuur langs de

evenaar was aanzienlijk hoger. Deze klimaatcyclus duurt 145 ± 7 miljoen jaar.

De belangrijkste conclusie was dat deze cycli in de tijd samenvielen met die van

de spiraalarmen. Als de zon zich in een spiraalarm bevindt, dan is het klimaat op

aarde kouder. Verlaat de zon de spiraalarm weer, dan wordt het warmer. De

enige verklaring kan zijn, dat kosmische straling leidt tot wolkenvorming en dat

deze wolken leiden tot sneeuw in de winter en koele dagen in de zomer. Op dit

moment is de zon bezig om een spiraalarm te verlaten, de kosmische straling

neemt af. We verlaten nu langzaam maar zeker een periode van ijstijden, maar

het kan nog heel lang duren voor deze invloed zichtbaar wordt in de vorm van

een warmer klimaat. Er zou best nog een ijstijd kunnen komen.

Page 138: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

138

In deze grafiek van Veizer en Shaviv geven de bovenste blauwe balken de koude

periodes weer. De gele golf is de cyclus in kosmische straling, de bandbreedte is

de foutenmarge en de rode lijn is de straling die Veizer en Shaviv hebben

gevonden. Daaronder staat de grafiek van de temperatuur van het zeewater rond

de evenaar. De rode lijn geeft de verwachte afwijking in de temperatuur op

grond van schommelingen in kosmische straling. De zwarte lijn is de werkelijke

temperatuur, zoals in 2000 werd berekend door Veizer et al. Deze valt niet

helemaal samen met de verwachte temperatuur, er zijn dus nog andere

mechanismen in het spel, maar het signaal is krachtig. De groene lijn geeft de

hoeveelheid sediment weer waarop de temperaturen zijn gereconstrueerd. De

scherpe daling in de hoeveelheid sediment rond 250 miljoen jaar geleden

ontstaat door een massale uitsterving. 11

In de geschiedenis van de aarde komen soms massale extincties voor en ook het

klimaat heeft zich soms drastisch gewijzigd. Deze veranderingen gaan niet altijd

langzaam, zoals Sir Charles Lyell meende, sommige blijken zeer plotseling op te

treden. Dat dergelijke rampen veroorzaakt kunnen zijn door een meteorietinslag,

wordt tegenwoordig wel aanvaard, maar een komeet als oorzaak wordt niet

verondersteld. Een komeet komt voorbij in het ritme van zijn omlooptijd. Als

deze rampen zich zouden voordoen op willekeurige momenten, dan moeten we

concluderen dat de aarde soms wordt getroffen door een meteoriet, maar dat

zouden toevalstreffers zijn. Alleen als er in deze rampen een ritme zou zitten,

kan er een komeet in het spel zijn. Dit moet dan een ander ritme zijn dan dat

van de cyclische veranderingen die ontstaan door schommelingen in de

aardbaan, de activiteit van de zon en de spiraalarmen van de Melkweg. Ook mag

dit ritme niet trager zijn dan 30 miljoen jaar, de maximale omlooptijd van een

komeet. In het volgende hoofdstuk zullen we onderzoeken of dat zo is.

Page 139: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

139

Literatuur en eindnoten:

Dröge, Philip: In de schaduw van Tambora. Uitgeverij Unieboek, Het Spectrum bv,

Houten 2015. ISBN 978 90 00 35327 9

Petit, J.R. et all.: Climate and atmospheric history of the past 420.000 years from the

Vostoc ice core, Antarctica. Nature 399 (1999) p. 429-435

Prins, Prof. Dr. J.A. red.: E.N.S.I.E encyclopaedie, deel 4: Sterrekunde. Amsterdam

1949

Rey, H.A.: De Sterren anders bekeken. Uitgeverij Hollandia B.V., Baarn 1976. ISBN

90 6045 941 5

Sagan, Carl: Cosmos. Carl Sagan Productions Inc, 1980. Ned. Vert.: Gerton van

Wageningen: Cosmos. Van Holkema & Warendorf, Bussum, 1981. ISBN 90 269 4823

9

Schumann, Walter: Stenen en mineralen verzamelen. Tirion Natuur, 1994. ISBN 90

5210 235 X

Shaviv, Nir J.; Veizer, Ján (2003), "Celestial driver of Phanerozoic climate?", Geological

Society of America, GSA Today 13 (7): p. 4–10

Shaviv, Nir J.: The Milky Way Galaxy's Spiral Arms and Ice-Age Epochs and the Cosmic

Ray Connection. http://sciencebits.com/ice-ages

Smelyakov, Sergey: The Celestial Crosses in Earth’s Motions. 2008

Solomon, Susan et all.: Contributions of Stratospheric Water Vapor to Decadal

Changes in the Rate of Global Warming. Science Science DOI:

10.1126/science.1182488

Veizer, Ján et all.: Evidence for decoupling of atmospheric CO2 and global climate

during the Phanerozoic eon. Nature 408, 698-701 (7 December 2000)

1 Illlustratie: hemelkaart ontleend aan: Rey, p. 154-155 2 Schumann, p. 139-140 3 Sagan, p. 74-75 4 Sagan, p. 91 5 Nature 399 (1999) p. 429-435 6 http://euanmearns.com/the-vostok-ice-core-and-the-14000-year-co2-time-lag/ 7 Science DOI: 10.1126/science.1182488 8 Zie Philip Dröge, helemaal. 9 Zie de documentaire “Krakatoa – The Great Volcanic Eruption” op YouTube 10 Nature 408 (7 December 2000), p. 698 11 Grafiek en verdere informatie ontleend aan: http://sciencebits.com/ice-ages

Page 140: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

140

Hoofdstuk 6: De geschiedenis van de aarde

6.1 Het begin van het leven op aarde

Ons zonnestelsel ontstond ongeveer 4,6 miljard jaar geleden uit een gaswolk

die zich samentrok en ging klonteren. De klonters versmolten tot planeten die

de omringende materie naar zich toe zogen. Naarmate de aardklont groter

werd, nam de kracht van de inslagen toe en de daarmee gepaard gaande hitte

hield de aarde vloeibaar. De zwaardere elementen, met name nikkel en ijzer,

zakten naar de kern. Ten slotte hielden de inslagen op, de aarde koelde af en

de korst begon te stollen. De oudste stollingsgesteenten blijken ongeveer

4 miljard jaar oud. De aarde werd toen nog getroffen door een regen van

meteorieten, het Grote Bombardement, dat aanhield tot ongeveer 3,8 miljard

jaar geleden. De aardkorst was overdekt met kraters, waarvan de meeste door

bodemerosie verdwenen zijn. Alleen in Canada en Groenland vindt men nog

gesteenten uit die tijd.

De eerste sporen van leven zijn afkomstig van de zuidwestkust van Groenland,

in gesteente van 3,85 miljard jaar oud. Het zijn geen echte fossielen, maar een

levend organisme laat door zijn stofwisseling een chemische afdruk achter. Er

bestaan geen gesteenten die ouder zijn, men kan dus niet precies nagaan

wanneer het leven op aarde begon, maar de aardkorst was aanvankelijk

vloeibaar, de hitte was groot. Het is een raadsel hoe in deze hete heksenketel

levende aminozuren konden ontstaan. Daarom zoekt men de oorsprong van het

leven nu in de ruimte. De eerste sporen stammen immers uit de tijd van het

Grote Bombardement. Het probleem wordt verplaatst van een kokend inferno

naar een ijskoude duisternis! Maar hoe en waar het leven ook is ontstaan, het

moet reeds in volle gang zijn geweest, toen het zijn sporen naliet in het

gesteente van Groenland.

De rotatie van de aarde roept een middelpuntvliedende kracht op, waardoor de

aarde langs de evenaar een beetje uitstulpt. Zo ontstond langs de evenaar een

continent, Rodinia, omzoomd door ondiepe kustwateren waarin het leven zich

kon ontwikkelen. De oudste fossielen zijn afkomstig van bacterieën en ze zijn

3,5 miljard jaar oud. Ze bestaan uit fijne ketens van microben, die sterk lijken

op de nu nog levende blauwwieren. Ze vormden een soort uitgestrekte matten,

die als slijmerige lagen in de kustwateren leefden. Ongeveer 2,6 miljard jaar

geleden vormden deze microben ook een dunne korst op het land.

Page 141: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

141

Bacteriën en virussen lijken simpele organismen, maar het zijn onherleidbaar

complexe systemen. Alle onderdelen zijn nodig om het systeem te laten

functioneren. Als slechts één onderdeel ontbreekt, dan werkt het hele systeem

niet. Dan is het geen virus of bacterie, maar dode materie.

De evolutietheorie zegt dat organismen ontstaan door kleine veranderingen in

het voordeel van het individu, maar de meeste biologische systemen zijn

onherleidbaar complex. Een trage evolutie kan deze complexe systemen niet

voortbrengen, zij moeten plotseling in hun geheel zijn ontstaan, omdat ze

anders niet functioneren. Deze onherleidbare complexiteit strijdt met het

actualisme van Leyel en Darwin. Dat wil niet zeggen dat de evolutietheorie nu

de prullenbak in kan, maar evolutie blijkt slechts een van de mechanismen die

kunnen hebben geleid tot de huidige biosfeer.

Aanvankelijk waren de levende cellen nog niet bestand tegen zuurstof. Zij

ademden dat uit en hun stofwisseling was gebaseerd op de verbranding van

zwavel tot SO2 of stikstof tot NO2. De blauwwieren of cyanobacteriën bevatten

echter wel reeds chlorofyl, een eiwit dat met behulp van zonlicht CO2 en H2O

kan splitsen. Dat proces heet fotosynthese. Van koolstof en waterstof vormen

ze dan koolhydraten en ze ademen zuurstof uit. Hun huidige verwanten, de

algen, zijn nog altijd de grootste producenten van zuurstof in de oceanen.

Zuurstof is echter zo agressief, dat de cyanobacteriën er zelf niet tegen bestand

waren. Het gas vergiftigde eigenlijk hun biotoop. Tegelijkertijd was er nog een

overvloed aan vrije metalen aanwezig, waaronder natrium, kalium, calcium,

magnesium, ijzer en aluminium. Door hun oxidatie verdween de zuurstof even

snel uit het water, als het er in werd geblazen.

De oceanen waren basisch, de zuurstof loste er goed in op. De atmosfeer

bestond voornamelijk uit stikstof N2 en CO2. Ook CO2 lost op in koud water en

vormt dan koolzuur, waaruit onoplosbare carbonaten ontstaan. Deze sloegen

als sediment op de oceaanbodems neer, terwijl de CO2 langzaam maar zeker uit

de atmosfeer verdween. Calcium en magnesium werden omgezet in kalksteen

en dolomiet. Pas toen vrijwel alle vrije metalen geoxideerd en/of tot zouten

gevormd waren, werd het zuurstofgehalte in de oceanen zo hoog dat er ook

zuurstof in de atmosfeer kwam. Daarna kon er een ozonlaag ontstaan.

Bij bacterieën ligt het DNA los in de cel. Ze kunnen zich daardoor wel zeer snel

vermenigvuldigen, maar het onbeschermde DNA muteert ook snel en het kan

volstrekt niet tegen zuurstof. Er ontstonden hogere organismen, de eukaryoten,

Page 142: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

142

met een celkern waarin het DNA veilig ligt opgeslagen. Het kost dan wel meer

energie om nieuwe cellen te maken, maar bij deze reproductie komen mutaties

veel minder vaak voor en in de cel kan ook zuurstof aanwezig zijn, zonder het

DNA te beschadigen. De eukaryoten verstevigen hun celmembranen met

vetzuren die sterolen worden genoemd. Alleen deze hogere organismen kunnen

sterolen maken. In Australië zijn in rotsformaties van 2,7 miljard jaar oude

schalie (kleisteen) microscopische spoortjes van sterolen aangetroffen.

Eukaryoten bestaan zeker sinds die tijd.

Pas nadat het DNA goed was afgeschermd, konden de levende cellen echt gaan

samenwerken. Rond 1,8 miljard jaar geleden verschenen de eerste meercellige

fossielen, kleine spiralen van ongeveer 2 cm lengte. Dergelijke organismen

bestaan nu niet meer. De oudste herkenbare meercellige organismen zijn de

rode algen, die 1,2 miljard jaar geleden reeds bestonden. Al het leven was toen

nog plantaardig, het ademde CO2 in en zuurstof uit.

Rond 0,6 miljard jaar of 600 miljoen jaar geleden bereikte het zuurstofgehalte

in de atmosfeer het huidige niveau. Er ontstond een dierlijke levensvorm, die

plantaardige cellen kon afbreken en koolstof kon verbranden. Een dier ademt

O2 in en CO2 uit. De eerste dieren zijn ronde fossielen die er uitzien als de

afdruk van een munt. Het waren slijmerige organismen, verwant aan kwallen,

die uit twee lagen celweefsel bestaan. Een andere vorm van dierlijke

organismen waren de zeeveren en sponzen. Dan verschijnen de eerste wormen.

Zij hebben drie lagen celweefsel: huid, spieren en darm. In gesteenten van 550

miljoen jaar oud zijn sporen gevonden van holen die alleen maar gemaakt

kunnen zijn door gespierde wormen. Omdat deze fossielen werden ontdekt in

de Ediacara Hills in Zuid Australië, noemt men deze fauna Ediacara.

Fossielen worden gevonden in gesteenten waarvan men de ouderdom kan

bepalen door middel van de halveringstijd van radioactieve isotopen. Uranium

vervalt langzaam tot lood en daarmee kan men de oudste gesteenten dateren.

Maar ook andere elementen kunnen langzaam vervallen. De rubium/strontium

methode wordt toegepast op stenen van minstens 10 miljoen jaar oud en de

kalium/argon methode op stenen van minstens 100.000 jaar oud. Hoewel deze

dateringen een ruime marge hebben, zijn ze wel exact. Ze tonen aan, dat niet

alle gesteente even oud zijn en ook uit welke periode een bepaald gesteente

stamt. De laatste decennia zijn deze dateringsmethoden dusdanig verbeterd,

dat de marge steeds kleiner wordt.

Page 143: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

143

De hele lange voortijd heet het Precambrium, dat duurde tot 541 miljoen jaar

geleden (verder afgekort tot Mjg). Dat is ongeveer 90% van de leeftijd van de

aarde. Het wordt (sinds 2012) verdeeld in drie periodes: het Hadean, waarin de

aarde zich vormde; het Archean, waarin de korst stolde en er een atmosfeer

ontstond, terwijl vrije metalen de zuurstof bonden; en het Proterozoïcum,

waarin het zuurstofgehalte sterk steeg en de eukarioten ontstonden.

Die laatste periode, het Proterozoïcum, van 2.420 tot 541 Mjg, duurde bijna

2 miljard jaar. Ook deze tijd wordt nu ingedeeld. Vanaf 850 Mjg trad er een

reeks van drastische veranderingen in. Het continent langs de evenaar Rodinia

viel uiteen, terwijl de hele aarde bevroor. Deze periode van 850 tot 635 Mjg

noemt men het Cryogeen, vanwege de zwaarste ijstijden uit de geschiedenis

van de aarde. Volgens sommige onderzoekers waren de oceanen tot een

kilometer diep bevroren, terwijl er volgens anderen ook open water was. Op

deze “sneeuwbal aarde” komen we nog terug.

Het Cryogeen ging over in het Ediacarium, dat duurde van 635 tot 542 Mjg. De

scherpe scheidslijn wijst op een klimaatverandering. Ook tijdens het Ediacarium

was er een ijstijd, zoals blijkt uit afzettingen van de Gaskiers glaciatie, die

580 miljoen jaar oud zijn. Gelijktijdig of kort daarna ontstond de Ediacara, de

dierlijke kwallen, sponzen en wormen.

Met de opkomst van de dieren begint de indeling in geologische tijdperken die

in de 19e eeuw werd opgesteld door Sir Charles Lyell, op grond van het feit dat

de aardkorst bestaat uit lagen waarin de steensoorten en fossielen duidelijk van

elkaar verschillen. Men ging er toen nog vanuit dat deze gelaagdheid was

ontstaan in een langdurig, geleidelijk proces. Sinds de tweede helft van de

20e eeuw werd deze indeling voorzien van jaartallen, die steeds nauwkeuriger

werden. Het geleidelijke proces kreeg toen af en toe een hevige schok. Vooral

de drift der continenten bleek soms heftiger dan verwacht.

6.2 De aardkorst en de drift der continenten

De aardkorst bestond aanvankelijk uit een bovenste laag van lichte graniet, het

sial, dat naast zuurstof veel silicium en aluminium bevat, met daaronder een

dunnere en zwaardere laag, het sima, met silicium en magnesium. De

oceaanbodems bestaan voornamelijk uit sima, dat slechts 4 tot 5 km dik is. Het

sial is gemiddeld 35 km dik. De straal van de aarde is ruim 6.000 km, de korst

is dus relatief dun. Op deze aardkorst hebben zich sedimenten afgezet. Deze

Page 144: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

144

drie lagen, sima, sial en sedimenten, liggen echter niet netjes op elkaar. De

aardkorst blijkt in het verleden herhaaldelijk gescheurd en geplooid door

vulkanen, aardbevingen, aardscheuren en aardstuwingen.

Onder het sima zit de mantel van magma, die bestaat uit silicaten van

magnesium en ijzer. Door de hoge temperatuur en druk is het magma stroperig

vloeibaar, maar in gestolde vorm is het basalt. De grens tussen sima en magma

is scherp, zoals tussen ijs en water, maar die grens ligt niet overal even diep.

Het lichtere sial van de continenten drijft hoger op het magma dan het

zwaardere sima van de oceaanbodems. Gebergten vertonen meestal een

negatieve afwijking in de zwaartekracht, omdat het lichtere sial daar soms

kilometers diep in het magma steekt. Een sterke negatieve afwijking werd ook

gevonden aan de buitenzijde van de Filippijnen en ten zuiden van Java.

Misschien ligt daar wel een berg sial in het magma verzonken.

De continenten drijven in het magma: hoe hoger ze er boven uitsteken, des te

dieper liggen ze er in. Net als bij ijsbergen is deze verhouding ca. 1:9. Door de

hitte en druk ontstaan er stromingen in het magma, het hete magma stijgt op,

stroomt langs het sima en koelt af, waarna het weer naar beneden zinkt. De

continenten drijven als schollen op deze convectiestromen. Daar waar ze op

elkaar botsen, ontstaan aardbevingen en volgens de gangbare theorie op den

duur zelfs hooggebergten. Uit de scheuren die daarbij tussen de schollen

ontstaan, komt eveneens onder hitte en druk het magma omhoog, dat dan stolt

tot basalt. Men noemt dat de schollentektoniek of de drift der continenten. 1

Volgens de gangbare theorie ontstaat die drift door trage convectiestromen.

Deze schollentektoniek is op andere planeten echter niet aanwezig en ook in

computermodellen waarin men het ontstaan van de aarde probeert te

simuleren, ontstaan geen continenten die als schollen ronddrijven. Een andere

kijk op deze continentale drift bood professor Charles Hapgood, een tijdgenoot

van Velikovsky. Hapgoods boek uit 1958, Earth's Shifting Crust, bevat een

lovend voorwoord van Albert Einstein. De theorie wordt daarom soms ten

onrechte aan Einstein zelf toegeschreven.

Hapgood ging uit van de volgende vaststaande feiten: De aarde draait om zijn

as. Langs de evenaar is de snelheid 1670 km per uur (sneller dan het geluid!)

en rond de polen vrijwel nihil. Door de middelpuntvliedende kracht wordt de

aarde langs de evenaar iets uitgestulpt en bij de polen wat afgeplat. De

middellijn van de aarde is door de evenaar 12.756 km en door de polen 12.714

Page 145: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

145

km, een verschil van 42 km. Ook de omtrek van de aarde is langs de evenaar

het grootst. De uitstulping langs de evenaar werkt als een vliegwiel, waardoor

de aarde stabiel rond zijn as blijft draaien. Deze feiten worden door de

wetenschap als vaststaand erkend.

Op grond van deze gegevens onderzocht Hapgood of de polen zich zouden

kunnen verplaatsen onder de centrifugale druk van een ijskap die a-

symmetrisch rond de pool ligt. Dat zou dan de vele klimaatsveranderingen in

het verleden kunnen verklaren. Hij schrijft: “Met een verplaatsing van de polen

kan bedoeld worden, dat de richting van de aardas ten opzichte van de sterren

verandert. Dit wordt zelden verondersteld, omdat men zich eenvoudig geen

kracht kan voorstellen die tot deze verplaatsing kan leiden, behalve mogelijk

een grote interplanetaire botsing.” Hapgood ging er van uit dat dit laatste

onmogelijk is. Velikovsky beweerde het tegendeel, vandaar dat het niet boterde

tussen deze geleerden, die overigens beiden bevriend waren met Einstein.

Hapgood vervolgt: “Een andere mogelijkheid zou zijn dat de polen zich

verplaatsen door een verandering van de stand van de hele planeet ten

opzichte van zijn as. De as zou nog in dezelfde richting wijzen, maar de polen

zouden op een andere plaats komen te liggen. Het belangrijkste obstakel voor

een dergelijke verandering is de equatoriale bult, die zich gedraagt als de

stabiliserende ring van een gyroscoop. Een verplaatsing van de planeet ten

opzichte van zijn as vereist een kracht die groot genoeg is om het stabili-

serende effect van de equatoriale bult te overwinnen.”

Ook een dergelijke kracht is op aarde niet aanwezig. Daarom koos Hapgood

voor de mogelijkheid dat niet de hele aarde van stand verandert ten opzichte

van de as, maar dat alleen de aardkorst gaat glijden over de stroperige mantel

van magma. Ook dan moet de equatoriale bult worden overwonnen. De

vereiste kracht zou volgens Hapgood kunnen komen van een ijskap die a-

symmetrisch rond de pool ligt. Het effect is echter hetzelfde, als wanneer de

stand van de aardas ten opzichte van de aarde verandert.

Hapgood zegt: “Bij iedere verplaatsing zullen sommige gebieden verschuiven

naar de evenaar en andere tegelijkertijd naar de polen. Twee gebieden die

diametraal tegenover elkaar liggen, zullen naar de evenaar toe bewegen, terwijl

twee andere gebieden naar de polen schuiven. Dit kan het beste worden

begrepen als je naar de wereldbol kijkt.” Deze opmerking geldt ook voor de rest

van dit hoofdstuk. Mocht u een wereldbol bezitten, pak hem er dan even bij!

Page 146: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

146

Hapgood vervolgt: “Omdat de aarde bij de polen een beetje is afgeplat, zullen

de delen die naar de evenaar toe bewegen door de equatoriale bult worden

opgerekt. Omdat de korst nauwelijks elastisch is, betekent oprekken dat de

korst zal gaan scheuren. De gebieden die naar de pool toe bewegen, worden

samengeperst, waarbij zich bergen en dalen vormen.”

In 1958 was over de drift der continenten nog maar weinig bekend, zelfs het

bestaan ervan werd niet algemeen erkend. Inmiddels weet men zeker dat de

aardkorst bestaat uit schollen die botsen of uiteen gaan. Hapgood dacht nog

dat de aardkorst zich in zijn geheel zou verplaatsen, maar dat lijkt uitgesloten.

Gebergten steken immers dieper in het magma. Dat de aardas zich zou

verplaatsen, kan volgens Hapgood niet, want de daartoe benodigde kracht is op

aarde niet aanwezig en de gedachte aan een kosmische botsing was hem te

dwaas. Nadat was bewezen dat een ijskap de aardkorst niet kan verplaatsen, is

de theorie van Hapgood vrijwel in de vergetelheid geraakt. Ongeveer te zelfder

tijd veronderstelde Velikovsky dat de aarde in het verleden werd getroffen door

kosmische rampen. Nu deze mogelijkheid niet langer wordt uitgesloten, lijkt het

tijd om ook de theorie van Hapgood nogmaals te bezien.

Stel dat de aardas plotseling een andere stand zou aannemen, niet ten opzichte

van de sterren, maar van de aarde zelf. Zowel de polen als de evenaar zouden

zich dan verplaatsen. Omdat de centrifugale kracht dan op een nieuwe evenaar

inwerkt, wordt de korst langs de oude evenaar niet langer uitgestulpt, hij zou

gaan plooien. Het gebergte dat zo ontstaat, ligt langs de oude evenaar. Langs

de nieuwe evenaar zou de aarde worden uitgestulpt, de korst zou daar gaan

scheuren. Omdat ook de oceanen langs de evenaar worden uitgestulpt, lopen

die scheuren vol met water. Ten opzichte van de zeespiegel gaat het scheuren

van de aardkorst aldus gepaard met dalen.

Hapgood vervolgt: “Sommige gebieden zullen verder worden verplaatst dan

andere. De grootste verplaatsing is langs de meridiaan die de richting van de

verplaatsing aangeeft. Twee plaatsen op de evenaar die 90° van deze

meridiaan vandaan liggen, zullen nauwelijks bewegen en alle punten daar

tussen in zullen bewegen in verhouding tot hun afstand tot deze meridiaan. Het

samenpersen of oprekken van de aardkorst gebeurt naar gelang de hoeveelheid

verplaatsing.”

Stel dat de noordpool zich plotseling zou verplaatsen naar Londen, op 50° NB

en 0° lengte. Op de Galápagos-eilanden, op 90° WL op de evenaar, blijft de

Page 147: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

147

afstand tot de pool dan gelijk. De oude evenaar valt daar samen met de nieuwe

en de aardkorst zou er rekken noch krimpen. Tristan da Cunha, op 40° ZB in de

Atlantische Oceaan, zou echter op de evenaar komen te liggen. De korst zou

daar scheuren, maar ook dalen, het eiland zou worden getroffen door

vulkaanuitbarstingen en verzinken in de oceaan. De kust van equatoriaal Afrika,

van Sierra Leone tot Kameroen, ligt nu niet ver van de evenaar, maar deze kust

zou op een 40° hogere breedte uitkomen. De aardkorst zou daar gaan

rimpelen, er zou een gebergte ontstaan. De zuidpool verplaatst zich dan naar

Nieuw Zeeland, op 50° ZB en 180° WL/OL. Daar zou de aarde platter worden

en de aardkorst zou zich samentrekken. Nieuw Zeeland zou dan hoger boven de

oceaan uitsteken, er zou zich een gebergte vormen en op het land kan een

ijskap ontstaan.

Hapgood zegt: “Als een gebied zich verplaatst naar de pool, waar de straal en

de omtrek van de aarde korter zijn, dan is er een teveel aan oppervlakte. Deze

zal door de zwaartekracht naar beneden worden getrokken en gaan plooien.

Aldus gezien worden bergen niet omhoog gedrukt en er is geen stuwende

kracht vereist. In plaats daarvan wordt het oppervlak van de aarde naar

beneden getrokken door de zwaartekracht. Als een vlakte die op de evenaar

ligt, zou worden verplaatst naar de pool, dan zou hij voldoende worden

geplooid om bergen te doen ontstaan van negen kilometer hoogte. De toppen

van deze bergen zijn in feite niet verder van het middelpunt van de aarde

verwijderd, als de vlakte toen deze nog op de evenaar lag.” 2

Als de polen zich zouden verplaatsen naar de evenaar, dan zouden er rond die

nieuwe polen hooggebergten ontstaan, als deel van een gebergte dat loopt

langs de oude evenaar. De maximale hoogte is volgens Hapgood 9000 m, de

Himalaya is 8848 m en de Andes bijna 7000 m hoog. Langs de nieuwe evenaar

zou de aardkorst zowel scheuren als dalen. Die aardscheur loopt dan vol met

water uit de oceanen, terwijl op de zeebodem het magma uit de aardmantel

stroomt en stolt tot basalt. Een dergelijke gebeurtenis is uiteraard extreem en

er is een kracht voor nodig die op aarde niet aanwezig is. Toch hebben zich in

het verleden gebeurtenissen voorgedaan, die wel wat lijken op dit scenario.

Laten we dus terugkeren naar onze kwallen, sponzen en wormen.

Page 148: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

148

6.3 De Cambrische Revolutie

Na bijna 4 miljard jaar van trage evolutie ontstonden er naast algen en wieren

ook dierlijke organismen. De aarde draaide toen sneller dan nu, de zon scheen

minder fel en langs de evenaar lag Rodinia. Het Precambrium, dat 4,5 miljard

jaar geleden begon, duurde ruim 90% van de leeftijd van de aarde.

Rond 720 Mjg (= miljoen jaar geleden) kwamen er drastische veranderingen in

deze trage wereld. Rodinia viel uiteen en de hele aarde bevroor. Men denkt dat

dit ongeveer gelijktijdig gebeurde. Het Cryogeen van 720 tot 635 Mjg kende

twee zeer zware ijstijden: de Sturtische ijstijd van 750 tot 700 Mjg en de

Marinoïsche/Varanger ijstijd daarop aansluitend tot 635 Mjg. Daarop volgde het

Ediacarium, dat duurde van 630 tot 542 Mjg. De Ediacara fauna stamt uit deze

tijd. Ook toen was er nog een ijstijd, omstreeks 580 Mjg. Dit vriezen en dooien

duurde van 720 tot 542 Mjg. Er zijn toen ook veel soorten uitgestorven.

Toen de aarde rond 541 Mjg weer ontdooid was, wemelde het in de oceanen

opeens van dieren die totaal verschilden van hun voorgangers. Men noemt dit

de Cambrische Explosie of Revolutie. Dieren hadden opeens grijpers, spieren,

vinnen, een staart of een muil. Velen hadden een schelp of schaal en hun

soortenrijkdom was enorm. De trilobieten, waterdieren die in hun vorm wel wat

leken op grote pissebedden, hadden ogen, een verzameling lichtgevoelige

cellen die middels zenuwbanen of hersenen in staat waren om een beeld te

vormen. Dit verschil, te vergelijken met dat tussen een schemerlamp en een

beeldscherm, is een goed voorbeeld van onherleidbare complexiteit.

Men probeerde deze snelle veranderingen te verklaren met aardse factoren,

waaronder de CO2 hypothese. De afname van CO2 zou dan hebben geleid tot

Sneeuwbal Aarde. De natuurkundige Lawrence Krauss schreef in 2001: “Toen

het supercontinent Rodinia uiteenviel, werd de kustlijn langer. In de tropische

gebieden kwamen er meer bronnen van vocht, en dus meer regen. Daardoor

werd er meer CO2 uit de atmosfeer verwijderd en de temperaturen gingen

wereldwijd omlaag.” En: “Toen sloeg de vorst op hol en de aarde was binnen

1000 jaar geheel bevroren. Met alle continenten onder het ijs zou er nergens

CO2 verdwijnen, zodat vulkanische activiteit het gehalte aan CO2 met een factor

1000 konden ophogen in wellicht slechts 10 miljoen jaar, zodat er weer een

broeikaseffect ontstond. Het ijs zou op grote schaal beginnen te smelten, vooral

in de buurt van de evenaar. Door de verdamping van zeewater zou de extra

waterdamp het broeikaseffect nog opschroeven. De temperatuur zou binnen

Page 149: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

149

een paar eeuwen omhoogvliegen van beneden het vriespunt tot boven de 50°C.

De aarde veranderde van een ijsklont in een snikhete tropische hel.”

Krauss zegt tot slot: “Tegelijkertijd zou je zeggen dat het wereldwijde karakter

en de snelheid van de Cambrische Revolutie wel een voorafgaande ramp

moeten inhouden. Sneeuwbal Aarde was een tijd waarin de spanningen zowel

extreem waren als snel kwamen. De genetische veranderingen van Ediacarische

fauna naar de Cambrische dieren zijn extreem en ze lijken volstrekt

onverklaarbaar zonder een of andere dramatische gebeurtenis.” 3

De CO2 hypothese blijkt als verklaring volstrekt onvoldoende (zie hoofdstuk

2.7). De vraag waarom Rodinia uiteen viel, wordt daarbij niet gesteld. Dat

continent rond de evenaar bleef 4

miljard jaar stabiel, maar sinds het

Cryogeen, dat begon rond 720 Mjg,

valt het uiteen. Deze dramatische

gebeurtenis zou kunnen wijzen op

een andere stand van de aardas, met

een nieuwe evenaar.

De continenten tijdens het Cambrium 4

Stel dat een planimo werd ingevangen door de zon, dan zou dat wel een

dramatische gebeurtenis zijn. Die planimo moet door de atmosfeer van de zon

zijn vertraagd, waarbij zijn boeggolf een orkaan van zonnewind veroorzaakte. Zo

zou de mantel van Mercurius verdampt kunnen zijn, terwijl Venus haar korst

verloor. Dit laatste gebeurde dan niet ongeveer 500 Mjg, zoals op grond van de

telling van inslagkraters wordt aangenomen, maar vanaf 720 Mjg. Een orkaan

van zonnewind zou wellicht ons magnetische veld kunnen wegdrukken en de

atmosfeer van de aarde wegblazen. De gemiddelde temperatuur op aarde kan

dan dalen tot maximaal 19°C onder nul en de aarde zou ook niet beschermd zijn

tegen de kosmische straling.

Het Cryogeen duurde van 720 tot 635 Mjg, dat is 85 miljoen jaar. De

hypothetische komeet heeft een omlooptijd van maximaal 30 miljoen jaar, hij

zou in deze periode 3 maal voorbij kunnen zijn gekomen. Afhankelijk van waar

het barycentrum ligt, kan hij nogmaals door de zon zijn gegaan. Dit is uiteraard

slechts speculatie. Een vaststaand feit is dat Rodinia uiteenviel en dat de aarde

tot drie maal toe stijf bevroor. Gelukkig blijft ijs drijven, zodat de organismen in

Page 150: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

150

de diepe oceanen niet bevroren. Ook bevatten die oceanen grote hoeveelheden

opgeloste gassen, waaruit weer een atmosfeer kon ontstaan. Reken daarbij dat

een uiteenvallend continent tevens leidt tot vulkanisme, dus tot de uitstoot van

allerlei gassen.

In deze dramatische tijd begon het leven in een hoog tempo te evolueren. In zijn

boek over de evolutie zegt Carl Zimmer: “Dank zij de uranium-looddatering

hebben wetenschappers kunnen vaststellen dat de Cambrische Explosie slechts

10 miljoen jaar heeft geduurd.” 5

Dat primitieve weekdieren zich plotseling ontwikkelden tot allerlei schaaldieren

van een veel hogere orde, zou kunnen komen door enzymen die chromosomen

repareren. Alle eukaryoten, van schimmels tot mensen, hebben in hun cellen

enzymen die eiwitten repareren. Als een alfadeeltje (heliumkern) dwars door

een cel schiet, dan kan dit de koolstofketens beschadigen. Die breuk wordt dan

binnen een uur door enzymen hersteld. De belangrijkste schade is het breken

van het DNA met erfelijke informatie. De enzymen richten zich dan eerst op het

lijmen van die brokken. DNA bestaat uit twee identieke in elkaar gewonden

strengen. Meestal breekt maar een van de strengen, het reparatie-enzym heeft

de andere streng dan als matrijs, om het DNA foutloos te herstellen. Maar als

beide strengen breken, dan lassen de enzymen de stukken aan elkaar, zonder

te kunnen controleren of ze wel bij elkaar horen. In hun ijver kunnen ze dan de

verkeerde brokken aan elkaar lijmen. Er ontstaat een mutatie en deze

genetische structuur kan erfelijk zijn. 6

Een virus is een streng DNA of RNA, die zich slechts kan vermenigvuldigen

binnen een levende cel. Daarom dringen virussen de levende cellen binnen,

waarbij het niet uitmaakt of dit slechts bacteriën zijn, of cellen van hogere

organismen. Chromosomen van hogere organismen bevatten vaak stukjes DNA

die oorspronkelijk een virus waren. Als een reparatie-enzym een chromosoom

repareert zonder matrijs, kan het namelijk ook virussen inlassen. De mutatie

die dan ontstaat, is van een geheel andere orde dan het oorspronkelijke

chromosoom. Er is dan sprake van een evolutie-sprong.

Stel dat de aarde inderdaad werd getroffen door een orkaan van zonnewind.

Het magnetische veld werd weggedrukt, de atmosfeer weggeblazen en de aarde

had geen bescherming meer tegen de zonnewind en de kosmische straling. Er

zouden dan veel chromosomen breken en talloze mutaties ontstaan. De meeste

zijn niet levensvatbaar, maar er zou ook een explosie van nieuwe levensvormen

Page 151: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

151

kunnen plaatsvinden. Veel nieuwe soorten bezaten een schelp of schaal, die

niet alleen beschermt tegen prooidieren, maar ook tegen kosmische straling.

Als onze hypothetische komeet inderdaad bestaat, dan is dit de meest

waarschijnlijke periode waarin hij door de zon werd ingevangen. Zonder die

komeet zouden we dan wellicht nog in de oersoep hebben gezeten, misschien

als reusachtige kwallen en stevig gespierde wormen. Maar als het inderdaad

een komeet was, dan komt hij terug...

6.4 Het Paleozoïcum

Het Oude Hoofdtijdperk of Paleozoïcum duurde van 541 tot 359 Mjg (miljoen

jaar geleden). Het wordt verdeeld in zes tijdperken: Cambrium, Ordovicium,

Siluur, Devoon, Carboon en Perm.

De nu volgende informatie is voor een groot deel afkomstig uit De

Prehistorische Wereld van Richard Moody, een boek uit 1980, dat nog uitgaat

van een rustig proces van evolutie en een gestage drift der continenten. Het

proces dat Moody beschrijft, staat echter nog overeind, al zijn de dateringen

soms wat verouderd. Daarom zijn deze aangepast aan die van de International

Commission on Stratigraphy (ICS) van 2019. 7 Deze data hebben soms een

brede marge, tot wel plus of min 2,5 miljoen jaar. Ze zijn exact, maar beslist

niet nauwkeurig.

Het Paleozoïcum begon met het Cambrium, van 541 tot 485 Mjg. In de oceanen

leefden eerst alleen eenvoudige dierlijke organismen. Omstreeks 635 Mjg stierf

een deel van die fauna uit en daarop volgde de Cambrische explosie. Er

ontstonden talloze ingewikkelde organismen, waarvan vele met een schelp of

schaal. Rodinia was op drift geraakt, de continenten vormden nu twee groepen

eilanden. De zuidpool lag bij het huidige Noord-Afrika in de oceaan. Aan het

einde van het Cambrium vond een massale uitsterving plaats, waarin o.a.

tweederde van de bekende soorten trilobieten verdween.

Het volgende tijdperk is het Ordovicium, van 485 tot 444 Mjg. Dit begon met

een plotselinge toename van nieuwe levensvormen. De zuidpool lag in het

huidige Algerije en in de Sahara groeide een ijskap. In de zeeën leefde een zeer

diverse fauna, waarvan sommige dieren, zoals de zeester, ook nu nog bestaan.

Andere hadden reeds een centrale zenuwstreng en kleine hersenen. Op het land

begonnen zich levermossen te verspreiden, gevolgd door schaaldiertjes die

leken op pissebedden. Het Ordovicium eindigde met een massale uitsterving,

Page 152: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

152

waarbij de helft van alle soorten omkwam. De temperatuur was gedaald en heel

Afrika raakte bedolven onder een ijskap. Volgens Veizer en Shaviv bevond de

zon zich nu in een spiraalarm van de Melkweg.

Het volgende tijdperk, het Siluur, duurde van 444 tot 419 Mjg. De zuidpool lag

nu in Zuid-Afrika en rond deze pool trokken de landmassa’s zich samen tot een

groot continent, Gondwanaland. Ten noorden van de evenaar lag de archipel

Laurazië, waaruit later Noord-Amerika, Groenland, Europa en Azië ontstonden.

In de zee ontwikkelden zich vissen, op het land ontstonden sporendragende

vaatplanten, gevolgd door dieren als mijten, duizendpoten en schorpioenen.

Aan het einde van het Siluur trok Laurazië zich samen en Groenland botste op

Europa. De Caledonische plooiing, een gebergte dat loopt door Noorwegen,

Schotland, IJsland en Groenland, stamt uit deze tijd.

De continenten tijdens het Siluur en het Devoon 8

Het volgende tijdperk, het Devoon, duurde van 419 tot 359 Mjg. Dit tijdperk

was zeer dynamisch, met veel vulkanische activiteit en de vorming van

reusachtige bergketens. De zuidpool lag volgens Moody nog steeds in Zuid-

Afrika, maar nu enkele honderden kilometers naar het zuidoosten. Laurazië lag

langs de evenaar, in de warme Golfstroom, en het klimaat was daar warm en

vochtig. Er ontstonden talloze nieuwe soorten, zoals vissen met ledematen, de

voorlopers van onze amfibieën, maar ook zaaddragende varens en bomen. In

zee ontstonden haaien en werden vissen en koraaldieren algemeen. Volgens

Veizer en Shaviv bevond de zon zich nu tussen twee spiraalarmen, waardoor

het klimaat warmer was.

Moody vertelt: “De koralen uit het Devoon vormen ideale paleontologische

klokken. Ieder koraaltje heeft een skelet, waarvan de buitenwand is getooid

met horizontale, rondlopende groeistrepen. Deze zijn ontstaan door de afzetting

van calciumcarbonaat. Elk dun lijntje vertegenwoordigt de groei van een dag.

Page 153: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

153

Dikkere strepen komen overeen met de groei van een jaar en bij sommige

soorten is het zelfs mogelijk om de jaarlijkse groei in maandelijkse eenheden te

verdelen. Daaruit blijkt dat het jaar 400 dagen duurde en 13,04 maanden

telde.” 9 De aarde draaide kennelijk sneller rond zijn as en de maan draaide

sneller rond de aarde. Deze rotatie zou in de loop der tijden zijn vertraagd door

de gravitatie. Het Devoon eindigde ook weer met een massale uitsterving. Men

vermoedt dat 75% van de soorten is verdwenen.

Het volgende tijdperk, het Carboon, duurde van 359 tot 299 Mjg. Laurazië lag

nog langs de evenaar en Gondwanaland rond de Zuidpool maar de continenten

schoven dichter naar elkaar toe. In Laurazië strekten zich enorme tropische

wouden uit, het zuurstofgehalte in de atmosfeer steeg van 18% naar 35%. Er

ontstonden insecten, die dank zij de zuurstofrijke atmosfeer reusachtig groot

konden worden, en er ontstonden reptielen, die zich op het land voortplanten

door eieren te leggen.

Het Carboon dankt zijn naam aan enorme steenkoolvormende moerassen rond

de evenaar. Het valt uiteen in het Onder-Carboon en het Boven-Carboon. Het

Onder-Carboon kenmerkt zich door afzettingen van kalk- en leisteen die

ontstonden in ondiepe zeeën. Het Boven-Carboon is de tijd waarin de meeste

steenkool werd gevormd. Deze bestaat uit duidelijke lagen, waaruit blijkt dat

het water langs de kust steeg en daalde. De pool lag in Gondwanaland, in het

huidige Antarctica. Daar ontstond een ijskap die groeide en slonk in het

kosmische ritme van excentriciteit, precessie en obliquiteit. Aan het einde van

het Carboon strekte die ijskap zich uit over Antarctica, Australië, India, Zuid-

Afrika, Argentinië en Brazilië, die toen nog een geheel vormden. In de tropen

daalde de gemiddelde temperatuur van het zeewater van 30° naar 17°.

Intussen bevond de zon zich weer in een spiraalarm.

Omstreeks 299 Mjg botsten de eilanden van Laurazië op elkaar en daarna op

Gondwanaland. De Hercynische of Herz-plooi ontstond. Deze loopt van het

Herz-gebergte via de Ardennen naar Bretagne en Wales, waar hij ooit aansloot

op de Appalachen in Noord-Amerika. Een andere Herz-plooi loopt van Nova

Zembla naar Zuidoost China. Daar botste Azië op Europa. Maar ook de

zuidoostkust van Australië raakte verkreukeld, hoewel deze niet bij een botsing

betrokken was.

Het volgende tijdperk, het Perm, duurde van 299 tot 252 Mjg. Het klimaat was

toen strenger dan ooit tevoren. Er bestond nu nog maar een continent, Pangea,

Page 154: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

154

waar zich in het binnenland woestijnen vormden. Er was ook nog maar een

oceaan, de Panthalassische Oceaan. Aan het begin van het Perm bereikte de

ijskap rond Zuid-Afrika zijn maximale grootte, maar deze ijskap smolt weg. Aan

het einde van het Perm lagen er in het zuiden van Pangea steenkoolvormende

moerassen. Volgens Veizer en Shaviv bevond de zon zich nu weer tussen de

spiraalarmen. Het klimaat was wereldwijd warm.

De continenten tijdens het Carboon en het Perm 10

Het Perm eindigde met een vrijwel totale uitsterving, de soortenrijkdom nam

zeer drastisch af. De aarde was plotseling weer woest en ledig, Elohim of het

Godendom kon de schepping bijna geheel opnieuw beginnen.

In 1998 stond in Science: “De meest ernstige ecologische ramp uit de

geschiedenis van onze planeet vond plaats aan het einde van het Perm.

Ongeveer 85% van alle plant- en diersoorten in de oceaan en 70% van alle

plantensoorten op het land stierven uit. Tot voor kort dacht men dat dit

uitsterven minstens 8 miljoen jaar had geduurd. Men zocht naar oorzaken zoals

het langzaam dalen van de zeespiegel, waardoor een klimaatverandering

ontstond. Maar vorig jaar brachten nieuwe gegevens, verkregen uit Chinese

rotsen, het proces terug tot minder dan 1 miljoen jaar. Nieuwe datering van die

zelfde rotsen perst de ramp nog verder samen, mogelijk zelfs tot 10.000 jaar.

Dit doet denken aan een catastrofale oorzaak, misschien zelfs een komeet of

een inslag van een meteoriet.” 11

In de datering kon men helaas nog geen onderscheid maken tussen minder dan

1 miljoen jaar, 10.000 jaar en 100 jaar of nog minder. Toch vermoedt men dat

deze drastische uitsterving plotseling kwam.

In 2004 meldde Science: “De inslag van een meteoriet voor de huidige

noordoostkust van Australië heeft 250 Mjg mogelijk een groot deel van het

leven weggevaagd. Het doet denken aan de inslag in Mexico die 65 Mjg een

Page 155: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

155

einde maakte aan het tijdperk der dinosauriërs. Tegen het einde van het Perm

is 80% van de soorten op het land en 90% van de soorten in zee uitgestorven.

De trilobieten behoorden tot de bekendste slachtoffers.

Onder de hoge druk van een inslag kan de kristalstructuur van een gesteente

verdwijnen, waardoor een glasachtig materiaal ontstaat. Het gesteente kan

deels ook smelten. Aanwijzingen voor dergelijke processen zijn aangetroffen in

boorkernen uit Bedout High, een piek op de zeebodem op 300 km van de

westkust van Australië. Uitgaande van de Kalium/Argon methode werd de

inslag gedateerd op 245 à 255 Mjg.” 12

Overigens redetwisten de geleerden nog over die inslag bij Bedout High. Ook

andere kraters blijken namelijk in aanmerking te komen. Op 1 juni 2006 stond

op Internet een artikel van Laramie Potts dat de GRACE satellieten van de

NASA door meting van het zwaartekrachtveld van de aarde een inslagkrater

hadden ontdekt in Wilkesland, Oost Antarctica. Die krater zou een doorsnede

hebben van 500 km, maar de leeftijd is vaag. Ook de Arganaty krater in

Kazakhstan, met een doorsnede van 300 km, blijkt ongeveer 250 miljoen jaar

oud. Een krater van dezelfde omvang en ouderdom ligt in de Atlantische

oceaan, bij de Falkland Eilanden. Een aantal kleinere kraters stammen ook uit

die tijd. Er zijn dus meerdere gegadigden, waarbij niet kan worden uitgesloten

dat het gaat om meerdere gelijktijdige inslagen.

De massale uitsterving aan het einde van het Perm is in elk geval stevig door

onderzoek bevestigd. In zijn boek over de evolutie zegt Zimmer: “Meer dan

90% van alle levende soorten op aarde is toen verdwenen.” En: “Deze periode

is zo catastrofaal geweest dat zelfs de kleine dieren zijn uitgestorven. Deze

catastrofe heeft alles getroffen, van hoog tot laag.” En: “Bijna alle boomsoorten

op aarde zijn in die tijd uitgestorven en ook is een groot deel van de kleinere

plantensoorten verdwenen. Zelfs de insecten, die in hun geschiedenis van 500

miljoen jaar nog nooit ten prooi waren gevallen aan massaal uitsterven, zijn in

grote aantallen verdwenen. In de oceanen heeft op nog grotere schaal

vernietiging plaats gevonden. De trilobieten, die 330 miljoen jaar lang tot de

meest algemene zeedieren behoorden, en de reusachtige zeeschorpioenen die

reeds 250 miljoen jaar gedijden, zijn aan het einde van het Perm uitgestorven.”

En: “De ecosystemen van de wereld zijn ineengestort als kaartenhuizen.” 13

Rosenzweig, professor in de evolutionaire biologie, zegt in zijn boek over

biodiversiteit: “Aan het einde van het Perm stortte de diversiteit volledig in.

Page 156: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

156

Voor de ramp eindigde, was ongeveer 96% van alle soorten uitgestorven.” 14 En

Peter Ackroyd zegt: “Op de hele planeet heerste een enorme natuurramp. De

oceaan trok zich terug van de kusten van Pangea en ondiepe binnenzeeën

droogden op. In deze tijd was er ook enorm veel vulkanische activiteit, waarbij

dichte wolken van stof en kooldioxide gevormd werden.” 15

Niet alleen is het tijdsbestek waarin deze uitsterving plaatsvond de laatste jaren

gekrompen, het aantal uitgestorven soorten steeg. Zo eindigde het Paleozoïcum

met een plotselinge, wereldwijde, vrijwel alles vernietigende ramp. Sir Charles

Lyell draaide zich om in zijn graf.

6.5 Het Mesozoïcum

Het Middelste Hoofdtijdperk of Mesozoïcum duurde van 252 Mjg tot 66 Mjg. Het

bestaat uit drie tijdperken: Trias, Jura en Krijt. Aanvankelijk was er veel

vulkanisme, de basaltrotsen van Siberië en Alaska stammen uit deze tijd. Het

continent Pangea bestond nog, maar er kwamen scheuren in en er zat ook een

enorme scheur in de bodem van de Panthalassische Oceaan, waaruit lava

vloeide. Men zoekt de verklaring voor de massale extinctie aan het einde van

het Perm in de uitstoot van stof, CO2 en zwaveldamp door vulkanen, maar wat

verklaart hun massale uitbarsting en waardoor ontstond die scheur in de bodem

van de oceaan? De theorie van Hapgood over een verplaatsing van de aardas

zou op deze vraag een antwoord kunnen geven.

Het Trias duurde van 252 tot 201 Mjg. Het klimaat was overwegend droog,

maar aanvankelijk rees en daalde de zeespiegel, terwijl ook de temperatuur

varieerde, al was die gemiddeld hoger dan nu. Er zal dus wel ergens een ijskap

hebben gelegen. Later groeiden er in noord Laurazië en zuid Gondwanaland

weer steenkool-vormende wouden. Moody legt ook de polen daar, maar de

uitstroom van lava van Siberië tot Alaska zou er volgens de theorie van

Hapgood op wijzen, dat daar een nieuwe evenaar lag. Ook scheurde er een

strook aardkost los van het oosten van Pangaia, om het subcontinent Cimmeria

te vormen dat later als India op het huidige Azië botste, maar ook deze scheur

ligt niet langs de evenaar van Moody.

Er vond in elk geval weer een explosie van nieuwe levensvormen plaats. In de

woestijnen van Pangea ontstonden reptielen die niet over de grond kropen,

maar op hoge poten liepen: de dinosauriërs. Ook ontstonden er warmbloedige

reptielen, die hun lichaamstemperatuur zelf konden reguleren, net als later de

Page 157: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

157

zoogdieren. Aan het einde van het Trias vond er weer een massale uitsterving

plaats, die vooral veel soorten zeedieren trof, maar ook een einde maakte aan

het bestaan van de zoogdierachtige reptielen.

De continenten tijdens het Trias en de Jura 16

Het volgende tijdperk, de Jura, duurde van 201 tot 145 Mjg. Ook dat tijdperk

begon met veel tektonische activiteit. Pangea splitste zich weer in Laurazië en

Gondwanaland. Een warme Golfstroom, de Thetys, liep tussen hen door. Deze

golfstroom langs de evenaar zorgde voor een overwegend warm en vochtig

klimaat. Vrijwel overal groeiden tropische, subtropische of gematigde wouden.

Volgens Veizer en Shaviv werd het klimaat tijdens de Jura wel steeds kouder,

de zon kwam weer in een spiraalarm en het zeewater langs de evenaar daalde

in temperatuur. Toch groeiden er nergens ijskappen. Volgens Moody lagen

beide polen niet op een landmassa, maar in de oceaan. Dat zou de afwezigheid

van ijskappen kunnen verklaren. Er ontstonden vele soorten dinosauriërs,

waarvan sommige een verenkleed hadden en zelfs konden vliegen, de

voorouders van de vogels. Anderen kregen reusachtige afmetingen, wat wijst

op een overvloed aan voedsel.

Men zegt wel eens dat het groter worden van dieren een aanpassing is aan een

koud klimaat. Een groot dier zou relatief minder warmte verliezen dan een klein

dier, omdat de verhouding tussen oppervlakte en inhoud voor een grooter dier

gunstiger is. De reusachtige dino's uit de warme Jura spreken deze redenering

tegen. Veel waarschijnlijker is deze relatie: Hoe groter het dier, hoe meer het

moet eten. Het groter worden van dieren wijst dan op een overvloed aan

voedsel, terwijl het tevens een overwicht geeft op eventuele roofdieren.

Tijdens de Jura, rond 183 Mjg, vond er weer een grote extinctie plaats, waarin

53% van de soorten verdween. Aan het einde van de Jura, rond 145 Mjg,

raakten de continenten zo stevig op drift, dat de hele aarde scheurde. Noord-

Page 158: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

158

Amerika en Groenland splitsten zich af van Laurazie, zodat Eurazië een apart

continent werd. Zuid-Amerika, Antarctica, Australië en India maakten zich los

van Afrika, het grote Gondwanaland viel in vijf brokken uiteen. Deze drastische

aardscheur loopt rond de hele aarde: over IJsland door de Atlantische oceaan,

dan rond Afrika met een zijscheur naar de Indische Oceaan, dan rond Australië

en Nieuw Zeeland, dwars door de Stille Oceaan en noordwaarts naar Californië,

waar hij eindigt in de San Andreasbreuk. India dreef af naar Azië, waarop het

later zou botsen. Zuid-Amerika verwijderde zich van Afrika en de Atlantische

oceaan ontstond. Australië werd een apart continent, waar de evolutie verder

haar eigen weg ging.

Dat de continenten drijven op de convectiestromen in de vloeibare aardmantel,

is wel bewezen. De vraag rijst echter, hoe en waarom deze convectiestromen

zodanig in kracht konden toenemen, dat Laurazië en Gondwanaland geheel uit

elkaar vielen. Zou deze aardscheur zijn ontstaan als een nieuwe evenaar, dan

lag de ene pool in de buurt van de Himalaya en de andere in de Stille Oceaan

bij Zuid Amerika. De twee hoogste gebergten ter wereld, de Himalaya en de

Hoge Andes, liggen dicht bij deze polen. Men zegt dat de Himalaya is ontstaan,

omdat India wegdreef en op Azië botste. Maar waarom scheurde India los van

Afrika? Rond een nieuwe pool trekt de aardkorst zich samen. Dat zou kunnen

verklaren waarom India afdreef naar Azië.

De manier waarop de continenten aan het einde van de Jura zo driftig werden,

lijkt veel op wat Hapgood beschreef. Deze wereldwijde aardscheur tussen Jura

en Krijt valt moeilijk te verklaren met

het trage en vrij constante proces van

convectiestromen; door een drastische

verplaatsing van de polen zou de

aarde wel volledig kunnen barsten.

Daarvoor is echter een kracht nodig

die op aarde niet aanwezig is.

De continenten tijdens het Krijt. 17

Het Krijt duurde van 145 tot 66 Mjg, bijna 80 miljoen jaar. Het begon met een

uitstroom van magma, dat stolde tot basalt op de bodems van de oceanen.

Deze lichtere aardkorst zakte minder diep weg in de aardmantel, waardoor het

water in de oceanen steeg. Grote delen van de continenten veranderden in

ondiepe zeeën. Deze matigden het klimaat, waardoor er geen ijstijd ontstond,

Page 159: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

159

hoewel de zon zich in een spiraalarm bevond. Het klimaat leek aanvankelijk op

dat van de Jura, dus warm en vochtig, maar later was er volgens Moody een

groot verschil tussen zomer en winter. Dat wijst wellicht op een scheve stand

van de aardas, een hoge obliquiteit, misschien pas intredend halverwege het

Krijt. Tijdens het Krijt vond tot twee maal toe een grote extinctie plaats.

Omstreeks 113 Mjg stierf 41% van de soorten uit en omstreeks 94 Mjg stierf

53% van de soorten uit. De oorzaak van deze extincties is onbekend.

Tijdens het Midden-Krijt, tussen 92 en 83 Mjg, groeide er een divers regenwoud

op ongeveer 1.000 kilometer van de zuidpool, zo blijkt uit recent onderzoek van

J.P. Klages et al. 18 Sediment uit de zeebodem voor West-Antarctica bevat oude

pollen, versteende wortels en ander chemisch bewijs van dit regenwoud. De

gemiddelde jaartemperatuur bleek ongeveer 13°C, met zomertemperaturen tot

wel 20° of 25°C. Het Midden-Krijt staat bekend als een van de warmste

periodes in de afgelopen 140 miljoen jaar, gebaseerd op analyses van fossielen

en sediment van de zeebodem dichter bij de evenaar. Aangenomen wordt dat

het atmosferische CO2 gehalte minstens 1.000 ppm was, maar dit kan de hoge

temperaturen niet verklaren. Om een bos zo ver naar het zuiden te laten

gedijen, zouden er nog krachtigere broeikasomstandigheden moeten bestaan

dan eerder werd gedacht. Klages et al. veronderstellen daarom een CO2 gehalte

tussen 1.120 en 1.680 ppm, maar de kracht van CO2 als broeikasgas neemt

logaritmisch af naarmate er meer CO2 in de atmosfeer komt. Op 1000 km van

de zuidpool is het nu enige maanden per jaar vrijwel donker. De vraag rijst

dan, of de zuidpool tijdens het Krijt wel bij Antarctica lag. De magnetische

zuidpool kan men reconstrueren, maar deze hoeft niet samen te vallen met de

pool van de aardas, zoals we reeds zagen bij de planeten Uranus en Neptunus.

Ook de aardscheur tussen Jura en Krijt doet vermoeden dat de polen van de

aardas niet rond de huidige Noordpool en Zuidpool lagen, maar in de buurt van

de Himalaya en de hoge Andes.

Voedsel was er tijdens het Krijt in overvloed, reusachtige zeehagedissen en

dinosauriërs leefden in deze wereld. In de uitgestrekte bossen ontstonden

bloeiende planten en talloze soorten insecten en vogels. Ook leefden er kleine

zoogdieren, die leken op spitsmuizen. Aan het einde van het Krijt bevond de

zon zich weer tussen de spiraalarmen. De gemiddelde temperatuur op aarde

was toen 23°C, veel hoger dan de huidige 14°C. Het was een van de warmste

perioden uit de geschiedenis.

Page 160: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

160

Volgens een nieuwe studie van fossiele weekdierschelpen uit het late Krijt telde

het jaar 372 dagen. Dit zou betekenen dat een dag slechts 23½ uur duurde. De

lengte van het jaar zou constant zijn, omdat de baan van de aarde rond de zon

niet verandert, maar het aantal dagen binnen een jaar zou zijn afgenomen

omdat de dagen langer zijn geworden. Dat komt omdat de wrijving door

oceaangetijden, veroorzaakt door de zwaartekracht van de maan, de rotatie

van de aarde zou vertragen. Uit chemische analyse van de schelpen blijkt ook

dat de oceanen in het late Krijt nog warmer waren dan eerder werd

aangenomen, tot 40°C in de zomer en meer dan 30°C in de winter. 19

Tijdens het Devoon, omstreeks 450 Mjg, telde het jaar 400 dagen en 13,04

maanden. Omstreeks 70 Mjg telde het jaar nog maar 372 dagen. Een dag zou

dan 23½ uur duren omdat de lengte van de aardbaan stabiel blijft. Een jaar

duurt dan altijd even lang. Dat is een actualistische stelling, maar deze is nooit

bewezen. Een hypothetische komeet zou de lengte van de aardbaan kunnen

veranderen en daarmee de lengte van het jaar. We hebben reeds gezien dat

een komeet wordt versneld als hij vlak achter Jupiter langs gaat en wordt

vertraagd als hij vlak voor Jupiter langs gaat. Jupiter is zo zwaar, dat zijn baan

hierdoor niet merkbaar zal veranderen, maar de aarde is veel kleiner. Een

passerende planimo zou van invloed kunnen zijn op de lengte van de aardbaan.

Het gaat dan om de wet van het behoud van impuls.

Stel dat de komeet op weg naar de zon vlak voor de aarde langs gaat. De baan

van de komeet staat loodrecht op de aardbaan en de komeet gaat in dezelfde

richting als waarin de aarde rond haar as draait. Dit zou de rotatie van de aarde

versnellen. De komeet wordt vertraagd, maar de aarde wordt versneld, als het

ware meegezogen met de komeet. De aardbaan wordt dan iets korter en het

jaar ook! De aarde draait dan dichter rond de zon en de zonnestraling neemt

toe met het kwadraat van het verschil in afstand tot de zon!

Stel dat de komeet op de terugweg vlak achter de aarde langs gaat. Ook dan

zou de rotatie van de aarde toenemen, maar nu wordt de komeet versneld en

de aarde vertraagd in zijn baan. De afstand tot de zon wordt dan iets groter, de

zonnestraling neemt af met het kwadraat en het jaar duurt langer.

Gaat de komeet op weg naar de zon vlak achter de aarde langs, dan werken de

krachten elkaar tegen. Dat kan gevaarlijk zijn! De komeet maakt dat de aarde

in haar rotatie wordt vertraagd, maar terwijl de komeet wordt versneld, wordt

de aarde ook in haar baansnelheid vertraagd. De komeet sleurt de aarde mee

Page 161: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

161

in de richting van de zon, zodat de excentriciteit zal toenemen. Gaat de komeet

op de terugweg vlak voor de aarde langs, ook dan wordt de aarde in haar

rotatie vertraagd, maar de baansnelheid van de aarde neemt toe terwijl die van

de komeet afneemt. Ook dan zou de excentriciteit van de aardbaan toenemen.

Dat het jaar altijd even lang duurde, is niet bewezen, maar onze komeet is dat

evenmin. Uit dit gedachtenexperiment blijkt slechts dat het jaar langer of korter

kan worden als er een zware planimo voorbij komt. Is het jaar iets korter, dan

neemt de gemiddelde temperatuur op aarde toe, omdat de zonnestraling

omgekeerd evenredig is aan het kwadraat van de afstand tot de zon!

Het Krijt eindigde 66 Mjg met een ramp. Er werden gebergten gevormd, terwijl

de continenten verder uit elkaar dreven. Ook was er een verhoogde werking

van vulkanen. De dinosauriërs stierven uit, maar ook vele andere soorten

verdwenen, waaronder microscopisch kleine organismen, zowel op het land als

in zee. Men schat het aantal uitgestorven soorten nu op 76%. Dat is minder

dan aan het einde van het Perm, maar toch wel heel veel! De kleine zoogdieren

hebben het echter overleefd.

In de jaren ‘80 van de vorige eeuw woedde er nog een heftige discussie, of

deze uitsterving langzaam ging, of plotseling kwam. In 1992 stond het

verlossende woord in Science: “Het uitsterven van de dinosauriërs ging gepaard

met de inslag van een grote meteoriet. Een diepe krater onder de golf van

Mexico, voor de kust bij Yucatan, stamt uit deze tijd. In de aardlaag die de

grens vormt tussen Krijt en Tertiair wordt overal ter wereld een laagje iridium

aangetroffen, een zwaar metaal dat op aarde zeldzaam is.” 20 Sindsdien wordt

algemeen aanvaard dat deze kosmische inslag de uitsterving veroorzaakte.

Uit recent onderzoek blijkt een drastisch afkoeling van het water van de Thetys,

ten gevolge van wolken van sulfaten en stof in de atmosfeer. Dit wijst op een

sterke vulkanische activiteit, waarbij vooral SO2 in de atmosfeer voor afkoeling

zorgde. SO2 reflekteert zonlicht, het verhoogt de albedo van de aarde. Op

grond van de dikte van het sediment met organismen die in koud water leven,

schat men dat er 2.000 jaar lang een mondiale winter heerste. 21

Ongeveer tegelijkertijd ontstonden in India de Deccan Traps, een vulkanische

vlakte die het tegenwoordige Dekan-plateau in West-India vormt. Deze Traps

werden gevormd tussen 68 en 60 Mjg, in de periode van laat-Krijt tot vroeg-

Tertiair. Het is een van de grootste vulkanische fenomenen op aarde, bestaande

uit lagen basalt van samen meer dan 2 kilometer dik, over een oppervlak van

Page 162: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

162

500.000 km². Deze vulkanische uitbarstingen duurden minstens 100.000 jaar.

Volgens sommige geleerden hebben deze de massa-extinctie veroorzaakt, al

dan niet samen met enkele grote meteorietinslagen. 22

Het Mesozoïcum eindigde aldus omstreeks 66 Mjg, aan het einde van het Krijt,

met een uitsterving en een bewezen inslag van een grote meteoriet in de golf

van Yucatan bij Mexico. De vulkanische activiteit waardoor de Deccan Traps in

India werden gevormd, kan hebben bijgedragen aan de massale uitsterving.

6.6 Het Tertiair

Het Nieuwe Hoofdtijdperk of Kenozoïcum bestaat uit twee tijdperken: het

Tertiair en het Kwartair. Dit laatste tijdperk, dat slechts 2,4 miljoen jaar duurt,

zal in het volgende hoofdstuk worden besproken.

Het Tertiair, van 66 tot 2,58 Mjg, is verdeeld in vijf perioden: Paleoceen,

Eoceen, Oligoceen, Mioceen en Plioceen. De aarde was seismisch erg actief, er

was veel gebergtevorming en er barstten soms reeksen van vulkanen uit. De

continenten waren stevig op drift en het klimaat werd steeds kouder. Men heeft

lang gedacht dat dit werd veroorzaakt door een daling van de hoeveelheid CO2

in de atmosfeer. Tussen 45 en 25 Mjg daalde deze inderdaad dramatisch.

Veizer en Shaviv toonden echter aan dat de zon weer in een spiraalarm kwam,

waardoor de kosmische straling de overhand kreeg.

Tijdens het Paleoceen, van 66 tot 56 Mjg, was het klimaat wat koeler dan

tijdens het Krijt. Toch was het nog altijd warm, er lag nergens een ijskap en op

de gebergten van Antarctica lagen slechts gletsjers. De temperatuurverschillen

tussen de poolgebieden en de evenaar waren ook kleiner dan tegenwoordig.

Grote delen van de Aarde waren bedekt met tropisch regenwoud en rond de

polen groeiden naaldbossen. In West-Europa was de vegetatie tropisch tot

subtropisch en op Groenland groeide gematigd loofbos.

Hoewel de ligging van de continenten begon te lijken op de huidige, zijn er

enkele belangrijke verschillen. Zuid-Amerika, Antarctica en Australië lagen nog

vrijwel aan elkaar en India was een eiland ten zuiden van de evenaar. Op het

noordelijk halfrond lagen Noord-Europa, Groenland en Noord-Amerika nog dicht

bij elkaar. Tussen Europa en Azië liep een zeestraat en ook tussen Europa en

Afrika lag een zeestroom, de Thetys, die fungeerde als warme golfstroom. Zuid-

Amerika lag nog los van Noord-Amerika en veel dichter bij Afrika. De warme

golfstroom liep de hele wereld rond, tussen Noord- en Zuid-Amerika door.

Page 163: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

163

Een wereldwijde daling van het zeeniveau, die in het Laat-Krijt begon, maakte

dat grote delen van de continenten die tijdens het Krijt onder water stonden,

langzaam droogvielen. Het leven herstelde zich van de massa-extinctie, er

ontstonden nieuwe zoogdieren en vogels, en onder de planten verschenen de

eerste grassen. Nu de continenten los van elkaar lagen, kon zich op ieder

continent een andere fauna ontwikkelen. In Australië ontstonden buideldieren

en in Afrika primaten, waaruit later de apen zouden ontstaan.

Het Eoceen, van 56 tot 34 Mjg, begon met een dramatische opwarming, het

Paleoceen-Eoceen Temperatuur Maximum of PETM. Het klimaat was zo warm en

vochtig, dat er tot boven de poolcirkel tropische regenwouden groeiden, waar

het onder andere wemelde van koudbloedige reptielen. De oceanen waren zo

warm, dat veel soorten zeedieren uitstierven, waaronder foraminiferen en

koralen. Het PETM duurde misschien slechts 200.000 jaar. Deze extreem

warme periode ging zowel gepaard met een explosie van leven op het land, als

een extinctie in de oceanen.

In juni 2006 stonden er in Nature drie artikelen over een boorkern uit de

bodem van de Noordelijke IJszee, die teruggaat tot 56 Mjg. Een redactioneel

commentaar zegt: “De temperatuur van het zeewater aan de oppervlakte was

's zomers 18°C. In de tropen steeg die temperatuur 55 Mjg plotseling met 5°C.

Het blijkt nu, dat de temperatuur in de Poolzee eveneens 5° steeg: van 18°

naar 23°. Klimaatmodellen kunnen dit superbroeikaseffect niet verklaren. Het is

duidelijk dat CO2 niet de enige oorzaak was van de extreme warmte rond de

pool. Er ontbreekt iets in de modellen die het klimaat simuleren. De schrijvers

opperen dat er een ander broeikaselement is: wolken van bevroren waterdamp

in de lagere stratosfeer van de poolstreken. Deze ijskristallen vangen een deel

van de warmte op die de aarde uitstraalt, waardoor ze de aarde in de

poolstreken warmer houden.” 23

CO2 kan niet de enige oorzaak zijn. Men verklaart de plotselinge opwarming nu

met andere broeikasgassen, zoals waterdamp en methaan. De continenten

lagen ook anders dan tegenwoordig. Uit het onderzoek in Nature bleek dat de

Poolzee omstreeks 49 Mjg een zoetwatermeer was, overwoekerd met Azolla,

een soort eendenkroos. De hoeveelheid neerslag plus de instroom van zoet

water uit rivieren moet dan groter zijn geweest dan de verdamping. Rond de

Noordpool was het warm en vochtig. Een kleine miljoen jaar later werd het

water weer zout, door instroom uit de oceanen. Ook werd het weer kouder.

Page 164: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

164

Halverwege het Eoceen, omstreeks 45 Mjg, raakten Europa en Groenland

gescheiden, de Atlantische oceaan werd groter, terwijl de zeestraat tussen

Europa en Azië zich sloot. Ook dreef Australië weg van Antarctica, dat nu alleen

nog verbonden was met Zuid-Amerika.

Een kiezelsteen in het sediment bewijst dat er 45 Mjg in de Noordelijke IJszee

een ijsberg voorbij kwam. Rond Antarctica zijn de eerste sporen van ijsbergen

43 miljoen jaar oud, zodat de afkoeling ongeveer tegelijk rond beide polen

plaatsvond. De zon kwam weer in een spiraalarm terecht. Daarna volgde er een

periode zonder sediment, of beter gezegd: met erosie. Het sediment is

weggespoeld, wat wijst op een krachtige zeestroom! Pas vanaf 16 Mjg werd er

weer sediment afgezet. In tegenstelling tot de oudere lagen bevatte dit

nauwelijks organisch materiaal, waaruit blijkt dat de Poolzee toen bevroren

was. Daarna kwamen zee-ijs en ijsbergen er algemeen voor.

Aan het einde van het Eoceen raakten Zuid Amerika en Antarctica gescheiden,

zodat er een golfstroom ging lopen door de Drake Passage. Deze koude

golfstroom liep nu rond heel Antarctica. Het Eoceen eindigde met een massa-

extinctie, de zogenaamde Grande Coupure. Op dat moment stierf 35% van de

soorten uit. De oorzaak van deze extinctie is nog onbekend, al vermoedt men

dat het kouder wordende klimaat een rol speelde.

Tijdens het Oligoceen, van 34 tot 23 Mjg, maakte de warme en vochtige

atmosfeer plaats voor een koeler en droger klimaat. De tropische wouden

veranderden grotendeels in grasland en op Antarctica lag nu een ijskap. Er

ontstonden weer talloze nieuwe soorten, waaronder apen en verscheidene

grazende soorten, en het gras ontwikkelde zich tot talloze varianten. Het

Oligoceen eindigde zonder duidelijke rampen.

Tijdens het Mioceen, van 23 tot 5,33 Mjg, was het klimaat nog meer gevarieerd

en het aantal diersoorten werd nog groter, maar ook de dieren zelf werden

groter, er ontstond een megafauna van reusachtige zoogdieren. Dit wijst weer

op een overvloed aan voedsel. Halverwege het Mioceen, omstreeks 16 Mjg,

botste Afrika op Europa en India op Azië. De Thetys werd geblokkeerd, alleen

de Middellandse Zee bleef over. Het Alpiene plooiingsgebergte stamt uit deze

tijd. Het loopt van de Atlas over de Alpen via Turkije en de Kaukasus naar de

Himalaya en dan over Java en Nieuw Guinea naar Nieuw Zeeland. Deze

Alpenplooi loopt ook al de halve wereld rond! De Andesplooi, die even oud is,

loopt van Antarctica via Zuid-Amerika naar Mexico en dan langs de kust van

Page 165: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

165

Noord-Amerika naar Alaska. Dat is de andere halve wereld rond. Rond deze tijd

ontstond ook de Grote Slenk, een gigantische aardscheur die van het Libanon

gebergte, via de Dode Zee en de Rode Zee tot voorbij de evenaar in Afrika

loopt. Dit ging gepaard met hevige aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.

Ook sloeg het aardmagnetische veld om en ook dat ging gepaard met hevige

vulkaanuitbarstingen. De oorzaak is duister en de omslag verliep snel. In mei

1994 stond in Nature: “Tien jaar geleden maakten de Amerikaanse geofysicus

Robert S. Coe en zijn Franse collega Michel Prévot bekend, dat zij supersnelle

veranderingen in het magnetische veld hadden ontdekt. De aanwijzingen

hiervoor kwamen uit Steens Mountain, een gebergte in de Amerikaanse staat

Oregon. Hier bevinden zich vele gestolde lavastromen van 16 miljoen jaar oud,

die de toenmalige ompoling van het magnetische veld nauwkeurig hebben

geregistreerd. De onderzoekers bestudeerden lavastromen van slechts enkele

meters dik, die binnen enkele weken moeten zijn gestold. In die korte tijd

veranderde de richting van de magnetisatie minstens 3° per dag. Uit nieuwe

metingen bleek, dat de verandering soms zelfs twee maal zo snel verliep: tot 6°

per dag.” 24 Dat is 180° in 30 dagen, of volledig omgedraaid in een maand!

Het omslaan van het magnetische veld is belangrijk voor de datering van

gesteenten, want deze omslag gebeurt wereldwijd op hetzelfde moment. In

deze omslagen zit echter geen duidelijk ritme of patroon en de oorzaak is nog

onbekend. Een omslag van het magnetische veld is overigens niet hetzelfde als

het zich verplaatsen van de polen. Dat het magnetische veld soms omslaat,

staat vast en het wordt door wetenschappers onderzocht. Dat de polen zich

zouden verplaatsten, wordt meestal niet verondersteld.

Kennelijk was het in de 19e eeuw niet zichtbaar dat er omstreeks 16 Mjg een

grote verandering plaats vond, want in de indeling van Lyell begint er geen

nieuwe periode. Rond de polen nam het aantal ijsbergen daarna sterk toe.

Halverwege het Mioceen, rond 14,8 tot 14,5 Mjg, vond er weer een uitsterving

plaats, al is het aantal soorten dat toen uitstierf onduidelijk. Men noemt dit de

Middle Miocene Disruption en deze zou te maken kunnen hebben met het

vulkanisme van de Grote Slenk. Het Mioceen eindigde 5,33 Mjg met een

extinctie van talloze zoogdieren. Ook de megahaai stierf toen uit.

Het Plioceen, van 5,33 tot 2,58 Mjg, dankt zijn naam aan de plooiing van

gebergten. De Alpengordel en de Andesplooi stegen, de zeestraat van Panama

werd een aantal malen geblokkeerd door de stijgende Andes en rond 2,58 Mjg

Page 166: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

166

sloot hij definitief. De warme golfstroom langs de evenaar werd geblokkeerd en

in de Atlantische Oceaan ontstond de huidige Warme Golfstroom. Tijdens het

Plioceen koelde het klimaat geleidelijk verder af, tot er ook ijskappen op de

continenten van het noordelijk halfrond begonnen te groeien. Daarmee eindigde

het Tertiair. Daarna begonnen de ijstijden, die in het volgende hoofdstuk zullen

worden besproken.

6.7 Massale extincties met een ritme

Tegenwoordig betwijfelt men niet langer, dat er in het verleden rampen zijn

gebeurd waarbij een groot aantal soorten is uitgestorven. Carl Zimmer schreef

in 2001: “Gedurende een groot deel van de afgelopen 600 miljoen jaar was het

niveau van uitsterven gelijkmatig en laag. De extincties van het lage niveau

gingen soms plotseling over in een massaal uitsterven. Bij vijf van deze

catastrofes is meer dan de helft van alle levende soorten uitgestorven.” 25 De

oorzaak van deze massale uitstervingen is soms een bewezen meteoriet, maar

ook vaak onbekend. Duidelijk is wel dat deze extincties niet samenvielen met

een van de kosmische cycli die in het vorige hoofdstuk werden besproken. Stel

dat de oorzaak een komeet was, dan zouden deze rampen moeten plaatsvinden

met een zekere regelmaat die overeenkomt met een mogelijke omlooptijd.

Een dergelijke regelmaat werd in 1984 inderdaad ontdekt door de zoöloog John

Sepkoski, die een studie maakte van fossiele zeedieren. Hij verdeelde hen niet

in soorten, maar in geslachten of genera. Zo behoort de tijger tot het geslacht

van katten, samen met de panter, de poema, de leeuw en andere katachtigen.

Als een geslacht uitsterft, dan zegt dat meer, dan wanneer er een soort

verdwijnt. Het uitsterven van 13.000 genera van zeedieren werd door de

statistucus David Raup geanalyseerd. Daaruit kwam een patroon naar voren,

dat niet op toeval kan berusten. Raup en Sepkosky werden daarop prompt

beschuldigd van catastrofisme!

In 1989 schreef Sepkoski: “De hypothese dat extincties de laatste 250 miljoen

jaar regelmatig terugkwamen, wordt sterk ondersteund door deze nieuwe

gegevens. De grafiek vertoont negen pieken, die bijna gelijk verdeeld zijn over

de laatste 270 miljoen jaar, met intervallen van 26 miljoen jaar. Wegens het

veronderstelde verband tussen periodiciteit en catastrofisme, is deze hypothese

zeer controversieel. Er is groot aantal bezwaren en tegenargumenten

gepubliceerd. De nieuwe gegevens vertonen echter een patroon, dat het

Page 167: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

167

verband tussen periodiciteit en catastrofisme afzwakt. Het is bij voorbeeld nog

de vraag, waarom er geen periodiciteit lijkt te zijn bij het uitsterven van genera

in het Paleozoïcum. Deze hypothese heeft echter een groot gevolg voor de aard

van uitstervingen: periodieke gebeurtenissen kunnen niet onafhankelijk van

elkaar zijn. Er moet een ordenend principe aan ten grondslag liggen. Dit zou

een of andere schommeling in de aardbaan kunnen zijn, maar de huidige

modellen veroorzaken geen patroon dat overeenstemt met de gegevens. Het

alternatief is daarom een enkele, ultieme krachtbron, die zich gedraagt met de

regelmaat van een klok, of die een andere vorm van periodiciteit bezit. De bron

van deze periodieke extincties is nog onbekend. Hij zou buitenaards kunnen

zijn, want er zijn geen aardse mechanismen bekend die een cyclus vertonen

van ongeveer 26 miljoen jaar. Men heeft een dergelijke periodiciteit ook

geobserveerd in de leeftijden van aardse inslagkraters.” 26

Niet het erkennen van de grote extincties, maar het ritme is kennelijk

controversieel. Dat er geen ritme blijkt de zitten in het uitsterven van genera

tijdens het Paleozoïcum, maakt deze extincties immers niet minder catastrofaal.

Denk maar eens aan het einde van het Perm! Met of zonder periodiciteit stierf

toen ruim 90% van alle soorten uit. De periodiciteit van de extincties begon

volgens Sepkoski overigens vanaf dat moment.

Men heeft geprobeerd om dit ritme te verklaren met periodieke regens van

kometen uit de Oortwolk. De zon zou een donkere en excentrische begeleider

kunnen hebben, die nog niet is ontdekt: Nemesis. Inmiddels is deze verklaring

weer van de baan, omdat het ritme te regelmatig is. Nemesis zou door de

zwaartekracht van de passerende sterren nooit een dergelijke regelmatige baan

kunnen handhaven. Een andere theorie veronderstelde een schommeling van

de zon rond het vlak van de Melkweg. 27 Inmiddels is bekend dat deze cyclus

inderdaad bestaat, maar het ritme blijkt te variëren rond 62 miljoen jaar. De

mogelijkheid van een interstellaire komeet die door de zon is ingevangen, werd

door niemand geopperd. Deze hypothese is bij uitstek catastrofistisch.

Een van de argumenten tegen het ritme van Sepkoski was, dat de intervallen

wel schommelen rond 26 miljoen jaar, maar dat zij van dit gemiddelde

afwijken. Toch bleek het ritme significant, er moet een onderliggende oorzaak

zijn. Een komeet kan een dergelijk schommelend ritme hebben. Bij een

omlooptijd van 26 miljoen jaar ligt het aphelium op 175.500 AE of 2,8 lichtjaar

van de zon. Deze komeet zal in zijn aphelium worden beïnvloed door de

Page 168: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

168

gravitatie van de omringende sterren, waardoor zijn omlooptijd langer of korter

kan worden. Bij elke doorgang door zijn aphelium zullen de sterren weer anders

staan, zodat zijn omlooptijd nooit helemaal regelmatig kan worden. Kortom: als

de intervallen exact even lang zouden zijn, dan was het geen komeet!

Ook de vraag van Sepkoski waarom er tot het einde van het Perm geen

regelmatig patroon is, kan worden beantwoord door de hypothetische komeet.

Deze moet zijn gekomen uit Wega in de Lier, die ongeveer 60° boven de

ecliptica staat. Aanvankelijk had zijn baan dan een inclinatie van 60°. Een

komeet die zo hoog overvliegt, zal niet bij iedere omloop een ramp aanrichten.

Zijn staart ligt niet in het vlak van de ecliptica en kan de aarde of Venus niet

rechtstreeks raken. Of er een ramp gebeurt, hangt dan af van de plaats waar

de aarde zich in zijn baan bevindt en of deze baan door de staart loopt. Het is

dan een kwestie van toeval of de aarde door deze kosmische rommel wordt

getroffen. Ook zou de ene ramp veel groter kunnen zijn dan de andere. De

gigantische natuurramp aan het einde van het Perm, plus het feit dat daarna

het ritme van Sepkoski inzette, zouden er op kunnen wijzen dat de baan van de

komeet op dat moment min of meer op de ecliptica kwam te liggen. Omdat een

komeet bij iedere omloop materie verliest, moet die hypothetische komeet toen

nog heel groot zijn geweest.

Nadat Sepkoski in 1999 was overleden, ontfermden zijn collega’s zich over zijn

enorme verzameling gegevens, die postuum werd gepubliceerd. Sommige

geleerden erkennen dat er in de grote uitstervingen een ritme zit, al blijkt de

dominante periode geen 26 miljoen jaar, maar 27 miljoen jaar. De oorzaak van

dit fenomeen is nog altijd onbekend. Anderen zeggen echter dat het onderzoek

gebaseerd is op te weinig gegevens.

In het tijdschema waarmee dit hoofdstuk eindigt, staan 14 grote extincties die

worden genoemd in de literatuur. In deze reeks is het ritme van Raup en

Sepkoski niet bijzonder duidelijk. Tussen de extinctie aan het einde van het

Trias en die tijdens de Jura zit zelfs maar 17 miljoen jaar!

Dat er rampen zijn gebeurd, waarvan sommige zeer plotseling kwamen, is wel

gebleken, maar daarmee is de komeet nog niet bewezen. We weten slechts dat

de aarde in het verleden werd getroffen door massale uitstervingen en dat deze

ooit wellicht een ritme hadden van ongeveer een maal per 27 miljoen jaar,

waaruit zou blijken dat er een onderliggende oorzaak moet zijn.

Page 169: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

169

6.8 Tijdschema (in miljoenen jaren geleden)

Precambrium

4.600 – 4.000 Mjg ontstaan van de aarde, de aarde begint te stollen

3.900 - 3.800 het Grote Bombardement

3.850 eerste sporen van leven

3.500 bacteriën

2.700 eucaryoten

1.800 meercellige organismen

1.200 rode algen

600 - 550 kwallen, sponzen en wormen

551 extinctie, gevolgd door Cambrische Revolutie of Explosie

Paleozoïcum:

570 – 488 Mjg Cambrium

488 extinctie, o.a. 66% van de trilobieten

488 - 444 Ordovicium, eindigt met extinctie 50% van de soorten

444 - 416 Siluur, eindigt met Caledonische plooiing

416 - 359 Devoon, eindigt met extinctie van 75% van de soorten

359 - 299 Carboon, vorming van steenkool

299 - 251 Perm, met slechts een continent: Pangea

251 massale extinctie: 96% van de soorten

Mesozoïcum:

251 – 200 Mjg Trias, woestijn op Pangea, eindigt met extinctie

200 - 145,5 Jura, met Laurazië en Gondwanaland,

183 extinctie van 53% van de soorten

145,5 Jura eindigde met grote aardscheur

145,5 - 65,5 Krijt, Gondwanaland verscheurd

112 extinctie van 41% van de soorten

93,5 extinctie van 53% van de soorten

65,9 massale extinctie, 76% van de soorten, o.a. dinosauriërs

Kenozoïcum: het Tertiair:

65,5 - 55,8 Paleoceen, eindigt met het PETM

55,8 - 33,9 Eoceen, eindigt met extinctie van 35% van de soorten

33,9 - 23,3 Oligoceen

23,03 - 5,33 Mioceen, eindigt met extinctie van o.a. megahaai

16 Andesplooi, Alpenplooi en Grote Slenk

14,5 Middle Miocene Disruption, extinctie

5,33 extinctie, o.a. megahaai

5,33 - 2,59 Plioceen, eindigt met het begin van de ijstijden

Page 170: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

170

Het volgende hoofdstuk gaat over het Pleistoceen, oftewel de ijstijden. De zon

kwam weer in een spiraalarm van de Melkweg, waardoor de kosmische straling

toenam en zorgde voor wolken waaruit sneeuw kon vallen. Nadat ook de warme

golfstroom langs de evenaar was geblokkeerd door de stijgende Andes, werd

het op aarde aanzienlijk kouder. Vanaf 2,556 Mjg groeiden er rond de polen

enorme ijskappen. De hypothese was dat deze groeiden en slonken door de

schommelingen in de aardbaan. Als deze veranderingen in het klimaat tijdens

de ijstijden volledig kunnen worden verklaard door de excentriciteit, de

precessie en de obliquiteit, dan is een hypothetische komeet overbodig.

Page 171: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

171

Literatuur en eindnoten:

Ackroyd, Peter: The Beginning. Dorling Kindersley Limited, London 2003. Vertaling:

Rob de Ridder: Het ontstaan van de Aarde. Standaard Uitgeverij, Antwerpen. ISBN 90

45 90054 8.

Gradstein, Felix M., James G. Ogg, and Frits J. Hilgen: On The Geologic Time Scale.

Newsletters on Stratigraphy, Vol.45/2, 171–188. Stuttgart, July 2012

Hapgood, Charles H.: Earth's Shifting Crust. Museum Press, London, 1959

Kelly Beatty, J., Carolyn Collins Petersen en Andrew Chaikin editors: The New Solar

System. Fourth Edition, Cambridge University Press, Cambridge/New York 1999. ISBN:

0 521 64183 7

Klages, J.P. et al. Temperate rainforests near the South Pole during peak Cretaceous

warmth. Nature. Vol. 580, April 2, 2020, p. 81.

Krauss, Lawrence M.: Atom. An Odyssey from the Big Bang to Life on Earth and

Beyond. Little, Brown & Co., Boston/New York/London 2001. Vertaling: J. W. Nienhuis:

De levens van een atoom. Spectrum B.V. 2001. ISBN 90 274 6782 X.

Moody, Richard: Prehistoric World. The Hamlyn Publishing Group, 1980. Nederlandse

vertaling: Jan Honders: De Prehistorische Wereld. ICOB cv, Alphen aan de Rijn 1981.

ISBN 90 6113 1170

Oosthoek-Times Atlas. Kluwer Algemene Boeken B.V. Wageningen 1975

Rosenzweig, Michael L.: Species Diversity in space and time. Cambridge University

press 1995. ISBN 0 521 49618 7

Schoene e.a., U-Pb constraints on pulsed eruption of the Deccan Traps across the end-

Cretaceous mass extinction, Science nr. 363-6429, 22 februari 2019, p. 862-866

Sepkoski, John, Jr.: Periodicity in extinction and the problem of catastrophism in the

history of life. In: Journal of the Geological Society, London. Vol. 146, 1989, pp. 7-19

Sprain e.a , The eruptive tempo of Deccan volcanism in relation to the Cretaceous-

Paleogene boundary, Science nr. 363-6429, 22 februari 2019, p. 866-870

Winter, Niels J. et al: Subdaily‐Scale Chemical Variability in a Torreites Sanchezi Rudist

Shell: Implications for Rudist Paleobiology and the Cretaceous Day‐Night Cycle,

Paleoceanography and Paleoclimatology (2020). DOI: 10.1029/2019PA003723

Zimmer, Carl: Evolution. The triumph of an idea. Harper Collins Publishers 2001.

Nederlandse vertaling: Evolutie, triomf van een idee. Teleac Natuur en Techniek.

Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht 2002. ISBN 90 274 7583 0

1 Oosthoek-Times Wereldatlas p. 6-9 2 Hapgood, p. 24-25, 90-92 en 103-104 3 Krauss, p. 240-248 4 Moody, p. 38 5 Zimmer p. 69

Page 172: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

172

6 Wim Köhler in NRC 10 januari 2004, n.a.v. Science, 2 januari 2004 7 Zie: http://www.stratigraphy.org/ICSchart/ChronostratChart2019-05.jpg 8 Moody, p. 54 en 64 9 Moody, p. 68 10 Moody, p. 84 en 100 11 Richard A. Kerr in Science nr. 280, 15 mei 1998, p. 1007 12 Sciencexpress, 13 mei 2004. 13 Zimmer, p. 146-149 14 Rosenzweig, p. 147 15 Ackroyd, p. 55-56 16 Moody, p. 112 en 132 17 Moody, p. 166 18 Klages, J.P. et al. in Nature, Vol. 580, April 2, 2020, p. 81. 19 Winter, Niels J. et al, Paleoceanography and Paleoclimatology (2020). 20 Richard A. Kerr in Science nr. 257, 14 aug. 1992, p. 878 e.v. 21 Michiel van Nieuwstad in NRC 12 juni 2004, n.a.v. Geology, juni 2004 22 Zie: Schoene e.a. en Sprain e.a. in Science nr. 363, 22 februari 2019 23 Heather M. Stoll in Nature vol. 441, 1 juni 2006, p. 579-581. Zie ook p. 601-613. 24 Nature vol. 374, mei 1994, p. 687 25 Zimmer, p. 146 26 Sepkoski 1989, p. 7 en 16 27 Kelly Beatty ed. p. 84

Page 173: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

173

Page 174: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

174

Hoofdstuk 7: Het IJs en de Megafauna

7.1 Het begin van de klimatologie

Fossielen werden al verzameld, lang voordat men ze begon te bestuderen. De

Bijbel leverde voor deze vondsten een simpele verklaring: deze dieren waren

omgekomen tijdens de Zondvloed. De botten, slagtanden en kiezen van

mammoeten zijn zo groot, dat deze uitgestorven dieren overduidelijk niet in de

ark van Noach pasten. Kleine fossielen hadden om minder duidelijke redenen

de boot gemist. Ook de reusachtige keien in grondlagen van leem, soms op

honderden kilometers afstand van de gebergten waartoe ze ooit behoorden,

werden zo verklaard: meegesleurd door de Zondvloed. Pas in de 19e eeuw werd

dit geloof verdrongen door meer wetenschappelijke theorieën. Van massale

extincties en explosies van nieuwe levensvormen had men nog geen weet, men

ging uit van een geleidelijke ontwikkeling: het actualisme.

In de 19e eeuw drong ook het besef door, dat grote delen van Europa en Noord-

Amerika in het verleden door een ijskap bedekt waren. Grote keien in

grondlagen van leem wezen op een morene, het einde van een gletsjer. De

Zwitserse bioloog en geoloog Louis Agassiz (1807-1873) wist de weten-

schappelijke wereld daar ten slotte van te overtuigen. Vervolgens probeerde

men uit deze sporen de omvang van de ijskap af te leiden. Deze bleek te reiken

tot plaatsen waar het nu 's winters nauwelijks vriest!

Inmiddels wist men ook aan welke veranderingen de aardbaan onderhevig is.

Precessie, excentriciteit en obliquiteit leiden tot regelmatige schommelingen in

zonnestraling. Men besefte dat ijstijden ontstaan als de winters zacht genoeg

waren om sneeuw te vormen en de zomers te koel om die sneeuw te doen

smelten. De ijskap zou groeien als het verschil tussen zomer en winter te klein

was en het ijs zou smelten als het stralingsmaximum op de continenten van het

Noordelijk halfrond in de zomer viel. Dit idee werd uitgewerkt door de

Joegoslavische astronoom Milutin Milankovich, die (zonder computer!) de

zonnestraling berekende gedurende de laatste 650.000 jaar.

De onderzoeker van de ijstijden John Imbrie vertelt: “Met de publicatie in 1924

van de theorie van Milankovich, werd de wetenschap opnieuw geconfronteerd

met het probleem van de ijstijd. De theorie voorspelde hoeveel ijstijden hun

sporen moesten hebben nagelaten en ook wanneer dit in de afgelopen 650.000

jaar moest zijn gebeurd. Drie stralingscurves lieten de veranderingen zien in de

Page 175: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

175

zomerse zonnestraling op 55°, 60° en 65° NB. In theorie stelde ieder dal in de

curve een ijstijd voor. De curve toonde negen van dergelijke minima en de

laatste drie minima lagen dicht bij elkaar. Ze zouden moeten corresponderen

met ijstijden van 25.000, 72.000 en 115.000 jaar geleden. De overige zes

minima lagen paarsgewijs gerangschikt. Milankovich zelf had al gewezen op de

opmerkelijk lange duur van een periode met veel zonnestraling, ongeveer in het

midden van de curve, van 400.000 tot 250.000 jaar geleden. Hij voorspelde dat

dit zou worden teruggevonden door sporen van een langdurige interglaciale

tijd. Geologen probeerden nu het aantal keileemlagen te tellen en vast te

stellen wanneer ze waren afgezet. Uiteindelijk kwamen ze tot de conclusie dat

er vier grote ijstijden waren geweest. Men dacht dat deze overeenkwamen met

de vier groepen minima in de curve van Milankovich.”

Op grond van de vindplaatsen van sporen rond de Alpen werden deze ijstijden

vernoemd naar rivieren in Oostenrijk: Günz, Mindel, Riss en Würm, maar ook

de Deense namen Cromer, Elster, Saale en Weichsel kwamen in omloop. In

Amerika sprak men van Nebraska, Kansas, Illinois en Wisconsin. Het Günz werd

nu gedateerd op 592 tot 543 duizend jaar geleden (afgekort tot djg), het Mindel

van 478 tot 429 djg, het Riss van 306 tot 183 djg en het Würm van 144 tot

21 djg. Omdat er in Europa ook sporen van menselijke activiteit waren, die

stammen uit het Pleistoceen, werden deze voorlopers van onze beschaving nu

ook van een datering voorzien.

Imbrie vertelt verder: “Tot 1950 bleef het merendeel der geleerden geloven in

de juistheid van de astronomische theorie, maar de jaren vijftig brachten een

dramatische ommekeer, door de ontwikkeling van een nieuwe methode

waarmee organische resten uit het Pleistoceen konden worden gedateerd: de

C 14-methode.”

Deze methode werkt als volgt: Onder invloed van kosmische straling kan een

proton een elektron invangen en overgaan in een neutron. In de hogere lagen

van onze atmosfeer ontstaat zo uit 14N het koolstofisotoop 14C, met 6 protonen

en 8 neutronen. Dit isotoop vervalt weer tot stikstof, waarbij de halfwaardetijd

bekend is. Het tempo van verval komt ongeveer overeen met de snelheid

waarmee het isotoop wordt aangemaakt. De atmosfeer bevat daardoor een vrij

constante hoeveelheid 14C, gebonden in CO2. Alle levende organismen nemen

naast 12C ook 14C op. Als het organisme sterft, houdt de opname van koolstof

op en 14C vervalt langzaam tot stikstof. Door de overgebleven hoeveelheid 14C

Page 176: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

176

te meten kan men vaststellen wanneer het organisme stierf. Deze methode kan

worden toegepast op organisch materiaal tot maximaal 50.000 jaar oud en

wordt daarom veelvuldig gebruikt in de archeologie. De gevonden datum heeft

echter een marge van soms wel enige eeuwen. Ook blijkt de hoeveelheid 14C in

de atmosfeer niet zo constant als men aanvankelijk dacht. In de archeologie

leidde deze methode daarom tot controverses, maar voor het dateren van

ijstijden is een marge van enige eeuwen smal genoeg.

Imbrie vervolgt: “Het bleek dat de grote Wisconsin-ijskap in Noord-Amerika

ongeveer 18.000 jaar geleden een maximale uitbreiding had gekend. Ongeveer

10.000 jaar geleden was hij snel verdwenen. Eerst zag het er nog naar uit, dat

de dateringen pasten in de astronomische theorie. Weliswaar lag de ouderdom

van het landijs ongeveer 7.000 jaar lager dan het door Milankovich berekende

stralingsminimum van 25.000 jaar geleden, maar dat werd verklaard door aan

te nemen dat de ijskap met enige vertraging kon reageren op verandering in de

straling. De ontdekking van een 25.000 jaar oude veenlaag in de Amerikaanse

staat Illinois betekende echter de genadeslag voor deze theorie. Veen wordt

gevormd in een relatief warm klimaat, maar de datering viel precies samen met

het berekende stralingsminimum.” 1

7.2 Nader onderzoek: CLIMAP

Men ging naarstig op zoek naar meer gegevens. Talloze boorkernen uit de

ijskappen op Groenland en Antarctica, maar ook uit de oceaanbodems, moesten

uitsluitsel geven. Water is H2O, maar zuurstof 16O heeft ook een isotoop: 18O.

Als een watermolecuul dit isotoop bevat, dan is het iets zwaarder, het verdampt

daarom minder snel. Een ijskap bestaat uit sneeuw, dat is neerslag die uit de

oceanen verdampt is. Als de lucht warmer is, dan is de hoeveelheid 18O in de

sneeuw groter, waaruit men de luchttemperatuur kan afleiden. De meeste 18O

blijft achter in de oceanen en deze verhoogde concentratie is zichtbaar in de

skeletten van dode diertjes, die zich als sediment afzetten op de oceaanbodem.

Daaruit kan men afleiden, hoeveel water er verdampt was en hoe groot de

ijskappen waren. Ook zijn bepaalde micro-organismen, de foraminiferen, zeer

gevoelig voor de temperatuur van het zeewater. Wordt het water warmer of

kouder, dan verhuist de ene soort naar elders en maakt plaats voor een andere

soort. Uit de soorten foraminiferen in het sediment kan men vrij nauwkeurig

afleiden hoe hoog de temperatuur van de oceanen was.

Page 177: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

177

In een grootschalig onderzoek, CLIMAP, werden alle boorkernen geanalyseerd.

Daaruit bleek dat het grote interglaciaal van Milankovich, van 429 tot 306 djg,

nooit heeft bestaan. Wel werd een verband gevonden tussen de schommelingen

in de aardbaan en het groeien en slinken van de ijskappen, maar de relatie was

minder eenduidig dan men had verwacht. In Europa begon omstreeks 2.400 djg

een ijskap te groeien. Rond die tijd sloeg ook het magnetische veld om. In

Noord-Amerika begon de ijskap pas omstreeks 1.800 djg te groeien en ook

rond die tijd sloeg het magnetische veld om. Men weet niet of er een verband

is, want van het magnetische veld is nog onvoldoende bekend.

De ijskappen groeiden en slonken aanvankelijk in een gelijkmatig ritme van

41.000 jaar. Dat komt overeen met de schommeling in de obliquiteit, de

schuinstand van de aardas. Staat deze meer rechtop, dan wordt overal ter

wereld het verschil tussen zomer en winter kleiner. Door de zachte winters en

koele zomers kunnen er dan ijskappen ontstaan. Gaat de aardas weer schuiner

staan, dan worden de zomers warmer, terwijl de winters kouder zijn en het dus

minder sneeuwt. Dat de ijskappen dit ritme volgden, is daarom niet verrassend,

maar deze klimaatcyclus bleek 8.000 jaar achter te lopen bij de werkelijke

obliquiteit zoals deze was berekend. Men verklaarde dit door aan te nemen dat

ijskappen traag reageren op veranderingen in de straling.

Omstreeks 800 djg kwam er een kentering in het ritme, men noemt dat de Mid-

Pleistocene Revolutie. Omstreeks 760 djg sloeg het magnetische veld weer om,

ongeveer een cyclus van obliquiteit later, maar een verband met de Mid-

Pleistocene Revolutie wordt niet verondersteld. Het magnetische veld is

sindsdien niet nogmaals omgeslagen.

Vanaf 800 djg groeiden en slonken de ijskappen niet langer in het ritme van de

obliquiteit, maar elke 100.000 jaar, overeenkomend met de excentriciteit.

Schommelde de aardas nu minder, of rekte de aardbaan verder uit? In beide

gevallen gaat het om een drastische verandering, vandaar dat men het een

Revolutie noemt, maar CLIMAP bood hiervoor geen verklaring. Van het Günz,

Mindel, Riss en Würm had men de sporen al eerder gevonden en ook deze

laatste vier ijstijden duurden volgens CLIMAP elk ongeveer 100.000 jaar.

Het groeien en slinken van het ijs verliep ook niet langer gelijkmatig. De

ijskappen groeiden nu 90.000 jaar lang, met schommelingen in de groei van

19.000 tot 23.000 jaar. Dat komt overeen met de precessie, die er voor zorgt

dat beurtelings op het noordelijk en het zuidelijk halfrond zachte winters en

Page 178: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

178

koele zomers ontstaan. Ook deze cyclus bleek achter te lopen bij de berekende

straling. Het smelten van de ijskappen ging daarna zeer snel, ze stortten als

het ware ineen. Er volgde dan een interglaciaal van 11.000 tot 12.000 jaar, wat

overeenkomt met een halve precessie. De snelle ontdooiing van 430 djg, aan

het begin van het Günz, viel echter niet samen met een stralingsmaximum.

CLIMAP noemt dit het stage 11-probleem. 2

Tijdens de ijstijden was er soms zoveel water aan de oceaan onttrokken, dat de

zeespiegel ruim 100 meter lager stond. De kustlijn veranderde aanzienlijk: de

Noordzee viel droog, Ierland en Engeland waren verbonden met Europa. De

Rode Zee stond zo laag, dat men te voet van Afrika naar Arabië kon oversteken

en de Perzische Golf was een vruchtbare vlakte. Nieuw Guinea was verbonden

met Australië en de Indonesische eilanden met het Aziatische continent. Tussen

Siberië en Alaska lag Beringa, een duizenden kilometers brede landbrug, die

aan het einde van een ijstijd weer onder water verdween. Over deze landbrug

trokken bij voorbeeld mammoeten van Azië naar Noord-Amerika, gevolgd door

mensen. Tijdens interglacialen steeg de zeespiegel en deze stond soms zelfs

meters hoger dan tegenwoordig.

Op het koudste moment van de laatste ijstijd, omstreeks 21 djg, stond de

zeespiegel 110 tot 130 m lager dan nu. Er lag een geweldige ijskap rond de

polen, van soms wel kilometers dik. Het gewicht van het ijs drukte het land

waarop het lag omlaag, dieper in de stroperig vloeibare aardmantel. Aan de

kusten van Noorwegen en Labrador is duidelijk zichtbaar dat de zeespiegel daar

aan het einde van de laatste ijstijd eerst aanzienlijk steeg, omdat de ijskappen

smolten, om daarna langzaam weer te dalen, omdat het land na het verdwijnen

van de ijskap omhoog kwam uit de stroop van het magma. Scandinavië en

Labrador stijgen nog steeds.

Hansjörg Streif onderzocht sporen van de ijstijd rond de Noordzee. Hij zegt dat

de vroegste sporen van een ijskap op het huidige Europese vasteland niet uit

het Günz, maar uit het Mindel stammen. Tijdens het Günz lag er geen ijskap,

tenzij alle sporen door de jongere Mindel-ijskap zijn uitgewist. Deze ijskap

reikte toen tot minstens 52°20' NB. De exacte datering van het daarop

volgende Holstein interglaciaal tussen Mindel en Riss, was volgens Streif

onzeker, de schattingen lagen tussen 195 en meer dan 370 djg. Het Holstein

interglaciaal duurde 11.000 tot 12.000 jaar lang en deze datering is volgens

Streif betrouwbaar. Zelfs als men de daarop volgende periode van klimaat-

Page 179: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

179

schommeling meerekent, duurde dit interglaciaal volgens hem niet langer dan

16.000 jaar. Paleologen die sporen van de menselijke beschaving in Europa

onderzoeken, spraken echter van het lange en warme interglaciaal Mindel-Riss,

meer dan 250 djg geleden. Volgens Wikipedia duurde het Holstein van 420 tot

380 djg, dus 40.000 jaar. De geleerden zijn het hier duidelijk oneens.

Het daarop volgende Riss duurde volgens Wikipedia van 380 tot 130 djg, dat is

250.000 jaar. Volgens het CLIMAP zou iedere ijstijd slechts 100.000 jaar duren.

Op het hoogtepunt van het Riss bedekte de ijskap Denemarken, delen van

Noord Duitsland en het noorden van Nederland, bijna tot de grote rivieren. Ook

Engeland lag volledig onder het ijs. Omstreeks 130 djg eindigde het Riss met

het instorten van de ijskappen. Streif zegt dat de zeespiegel van de Noordzee

gedurende 650 jaar extreem snel steeg met ongeveer 4 m per eeuw, waarna de

stijging afnam tot 0,6 tot 0,7 m per eeuw. Daarna bleef de zeespiegel ruim

4000 jaar stabiel om dan langzaam weer te dalen. 3

Het het Riss-Würm interglaciaal of Eemian duurde volgens Streif van 128 tot

117 djg, dus weer 11.000 jaar. CLIMAP dateert het op 130-120 djg, dus 10.000

jaar. Volgens Wikipedia duurde het van 130 tot 117 djg, dus 13.000 jaar, en

volgens de paleologen van 130 tot 90 djg, dus 40.000 jaar. Over het begin van

het Eemian is men het wel redelijk eens, maar het einde gaat langzaam.

Wonderlijk is het volgende: Bij graafwerkzaamheden in Londen werden onder

Trafalgar Square botten ontdekt van olifanten, neushoorns, nijlpaarden en

leeuwen. Zij bleken ongeveer 125.000 jaar oud, afkomstig uit het Eemian. Men

probeerde dit te verklaren, door aan te nemen dat de huidige subtropische

fauna in die tijd was aangepast aan een kouder klimaat, maar vervolgens bleek

ook de ijskap op Groenland vrijwel volledig gesmolten. De ijsboorkernen van

Groenland gaan niet verder terug dan ongeveer 100.000 jaar. Het smeltpunt

van water past zich niet aan, het was ook op Groenland veel warmer.

Dat de polen zich verplaatsten, wordt door de onderzoekers van CLIMAP niet

verondersteld, maar Hapgood meende dat de Noordpool toen in Alaska lag, op

62° NB en 135° WL, waardoor Londen rond 30°NB lag. Ook Groenland lag dan

op een lagere breedtegraad. Volgens Hapgood verplaatste de pool zich daarna

naar de Groenland Zee op 72° NB en 10° WL. Nog later zou deze pool zich

hebben verplaatst naar de Hudson Baai, op 60° NB en 85° WL. Omdat Hapgood

dacht dat de aardkorst in zijn geheel zou verschuiven, iets wat nou eenmaal

langzaam gaat, duurde een verplaatsing van de polen volgens hem ongeveer

Page 180: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

180

5.000 jaar. 4 Een plotselinge verplaatsing door een kosmische ramp, zoals

Velikovsky opperde, was voor Hapgood te catastrofistisch.

Huidige poolijs en ijskap tijdens de laatste ijstijd. 5

Wonderlijk is ook de verdeling van het ijs tijdens de laatste ijstijd, het Würm,

Weichsel of Wisconsin. Het centrum lag niet op de Noordpool, maar in de

Hudsonbaai, rond de 60e breedtegraad. Imbrie vertelt: “In Europa strekte het

ijs zich vanuit Scandinavië en Schotland uit over Engeland, Duitsland en

Denemarken. Ook Polen en Rusland waren deels door deze ijskap bedekt.

Vanuit de Alpen bedekte een kleinere ijsmassa Zwitserland en delen van

Oostenrijk, Italië, Frankrijk en Duitsland. In Noord-Amerika verbreidde het ijs

zich vanuit centra bij de Hudson Baai over Oost Canada, New England en een

groot deel van het Midden-Westen. Vanuit de Rocky Mountains strekte een

tweede ijskap zich uit over delen van Alaska, geheel Westelijk Canada en delen

van Washington, Idaho en Montana. Op het Zuidelijk halfrond ontwikkelden zich

kleinere ijskappen, over delen van Australië, Nieuw Zeeland en Argentinië.

Tot hun verbazing ontdekten de geologen dat de grote ijskappen op het

Noordelijk halfrond niet alleen een zuidrand hadden, maar soms ook in het

noorden eindigden. De Laurentide-ijskap in Noord-Amerika breidde zich uit

vanuit een centrum nabij de Hudson Baai, ter hoogte van Oslo. Gemiddeld was

deze ijskap anderhalve kilometer dik.” 6

Door de hoge albedo was het overal op aarde kouder, tijdens de grootste koude

was de gemiddelde temperatuur 9°C lager dan nu. De sneeuwgrens in de

Page 181: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

181

bergen daalde aanzienlijk en ook vanuit de hooggebergten groeiden ijskappen.

Het centrum van de Laurentide-ijskap lag echter niet rond de Noordpool, maar

rond 60° NB en 85° WL in de Hudson Baai. Dat is 30° ten zuiden van onze

Noordpool, buiten de poolcirkel! Het ijs lag tot St. Louis, op 40° NB en 90° WL.

Groenland en Canada lagen onder het ijs, evenals Zuid Alaska, maar Noord

Alaska was ijsvrij. In Europa en Azië lag het ijs ook niet symmetrisch rond de

pool. Ierland, Schotland en Noord Engeland lagen onder het ijs, Nederland was

nog net ijsvrij, Denemarken lag onder het ijs en de grens liep van daar door

Noord Duitsland en Polen naar Nordvik aan Noordelijke IJszee. Oost-Siberië was

op de gebergten na ijsvrij. Ook op de landbrug van Beringa lag geen sneeuw of

ijs. Er lag wel ijs op de zuidkust van Australië, op Tasmanië en Nieuw Zeeland,

tot 40° ZB. Patagonië, tot 55° ZB in Zuid-Amerika, was echter ijsvrij. Alleen op

het Andes gebergte lag een ijskap.

Men probeert deze scheve verdeling te verklaren met droogte. Koude lucht kan

minder waterdamp opnemen en omdat de overheersende winden uit het

noordwesten kwamen, was het klimaat van Siberië tot Noord-Alaska zo ijskoud

en zo kurkdroog, dat het er nooit sneeuwde. Patagonië, dat wordt omringd door

oceanen, zou tegen de vochtige winden met hun sneeuw beschermd zijn door

het Andes gebergte. Volgens Hapgood lag de noordpool echter in de Hudson

Baai, wat de scheve verdeling van het ijs rond de polen zou verklaren.

In China leidden de ijstijden inderdaad tot droogte. Dat blijkt uit löss-lagen die

door een koude, vriesdroge wind moeten zijn aangevoerd. In het zuiden van

China regende het daarentegen juist meer, want de moesson was krachtiger.

Het Midden Oosten werd tijdens de ijstijden getroffen door hevige regenval,

men spreekt daar van pluvialen. In de kustvlakte van Palestina werden tijdens

die pluvialen dikke lagen kiezelstenen afgezet door woeste beken en rivieren,

maar in warmere tijden voerde de wind löss en zand aan. Hoewel in Europa vier

ijstijden hun sporen nalieten, vindt men in Palestina slechts drie pluvialen.

Pluviaal A of het Groot Pluviaal lijkt te bestaan uit zowel het Günz als het

Mindel, er is daar geen zichtbare tussentijd. Daarop volgde een warme en droge

periode tijdens het Mindel-Riss interglaciaal of Holstein, waarin de zeespiegel

langs de kust van Palestina steeg tot meer dan 20 m boven het huidige

zeeniveau. De ijskappen waren toen veel kleiner dan nu. Ook waren er tijdens

het Holstein hevige aardbevingen en vulkaanuitbarstingen rond het Jordaandal,

dat deel uitmaakt van de Grote Slenk.

Page 182: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

182

Een nieuwe regentijd, Pluviaal B, valt samen met het Riss. Dit was minder nat

dan het vorige. Tijdens het volgende Riss-Würm interpluviaal, dat samenvalt

met het Eemian, steeg de zeespiegel langs de kust van Palestina slechts tot

6 m boven het huidige niveau. De fauna in Zuid-Engeland was toen subtropisch

en Groenland was ijsvrij. Toch waren de ijskappen kennelijk minder ver

gesmolten dan tijdens het Holstein interglaciaal. Ook tijdens dit Eemian

interpluviaal was er weer veel tektonische beweging rond het Jordaandal.

Pluviaal C valt samen met het Würm, de laatste ijstijd. Het regende toen zo,

dat het hele Jordaandal veranderde in een groot meer. Omstreeks 14 djg werd

het klimaat droger en er was weer veel tektonische activiteit. Rond die tijd

eindigde de laatste ijstijd, waarna het Jordaanmeer weer veranderde in een

rivier. Het zou echter nog duizenden jaren duren, voor het klimaat in het

Midden Oosten echt droog werd. Ook in de Sahara viel na de laatste ijstijd nog

voldoende regen voor een rijke vegetatie. Pas omstreeks 5000 v.Chr. (7 djg)

veranderde de Sahara in een woestijn.

Die overmaat aan nattigheid tijdens de ijstijden vinden we ook op andere

plaatsen. In de bergen viel meer sneeuw, hetgeen leidde tot een overvloed aan

smeltwater en dus tot zeer brede rivieren. Dat gold ook voor alle meren en

binnenzeeën. Hoewel de zeespiegel in de oceanen lager stond, was de

Kaspische Zee veel groter. In het westen van Noord Amerika lag een

uitgestrekt zoetwatermeer, waar nu alleen nog het zoutmeer Saltlake in Utah

van over is. Het smeltwater was afkomstig van gletsjers in de Rocky Mountains.

Ook de West Siberische vlakte veranderde in een uitgestrekt zoetwatermeer,

dat werd gevoed door de Ob en Jenisej. De mondingen van deze rivieren die

naar het noorden stromen, werden geblokkeerd door een uitloper van de ijskap

die over de Oeral lag en ook Nova Zembla bedekte. Hoewel de West Siberische

vlakte boven de 60e NB ligt, was dit West Siberische Meer ’s zomers ijsvrij!

Deze ijskap eindigde bij het Taymyr schiereiland, ten oosten van de monding

van de Jenisej, boven de poolcirkel!

7.3 Het klimaat tijdens de laatste ijstijd

Uit de zware regenval in het Midden Oosten blijkt wel dat het hele weersysteem

anders was. De grote ijskappen met hun hoge albedo maakten de gemiddelde

temperatuur op aarde lager, maar de jaarlijkse hoeveelheid zonnestraling bleef

ongeveer gelijk, al was deze straling soms anders verdeeld. In de tropen was

Page 183: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

183

het daarom niet veel kouder dan nu. Winden waaien van een gebied met hoge

luchtdruk naar een gebied met lagere luchtdruk, met op het Noordelijk halfrond

een afwijking naar links en op het Zuidelijk halfrond naar rechts, dit vanwege

van de rotatie van de aarde. In de tropen, en vooral boven land, wordt de lucht

warmer. Deze warme lucht stijgt op en stroomt naar de polen, waar hij afkoelt

en weer daalt, om terug te stromen. Hoe groter het temperatuurverschil, des te

krachtiger zijn deze luchtstromen. Vanaf de evenaar waaide er daarom een

krachtige natte moesson van de Atlantische oceaan naar de Sahara en het

Midden Oosten, maar ook naar Zuid China. Vanaf de noordelijke ijskap waaide

er een harde, vriesdroge noordwestenwind naar Oost Siberië en China.

Ook de stromingen in de oceanen veranderden tijdens de ijstijden. Zeestromen

gaan eveneens van hoge druk naar lage druk, zeg maar van warm naar koud,

maar rond de polen gaat het water sneller dan de rotatie van de aarde, het

stroomt van west naar oost. Rond de evenaar gaat het water langzamer dan de

rotatie, dus van oost naar west. Ook het warme water aan de evenaar zet uit,

stijgt op en stroomt naar de polen. Daar koelt het af, het zinkt en stroomt langs

de zeebodem terug naar de tropen.

Zeestromen worden echter geblokkeerd door de continenten, waardoor de

Warme Golfstroom eerst op Midden-Amerika botst, vanaf daar naar het oosten

stroomt en dan langs Europa naar het noorden wordt gestuurd, langs Ierland

en Schotland tot IJsland. Daar koelt het water af, het zinkt en loopt langs de

oostkust van Amerika op grote diepte terug naar de tropen. Tijdens de ijstijden

kwam de Warme Golfstroom veel minder ver noordelijk, omdat het water

sneller afkoelde. Hij liep vanaf de Caraïben naar Bretanje, Zuid Engeland en

Ierland, om daar te zinken en terug te stromen naar de tropen.

Overigens was het klimaat tijdens een ijstijd niet stabiel. Onderzoek naar de

boorkernen uit de gletsjers van Groenland onthulde, dat de concentratie 18O in

de sneeuw tijdens het Würm, de laatste ijstijd, scherpe pieken kende, de

Dansgaard-Oeschger events (D-O events), genoemd naar hun ontdekkers. Een

piek in de concentratie 18O duidt op een snelle opwarming. Uit onderzoek van

de geologen Grootes en Stuiver uit 1997 bleek dat deze pieken een

onderliggende cyclus vertonen van 1470 jaar. Zij schreven: “De 3 km lange

boorkern van het Greenland Ice Sheet Project 2 (GISP2) geeft een gedetailleerd

profiel van het zuurstofisotoop gedurende meer dan 100.000 jaar, oftewel een

volledige cyclus van glaciaal en interglaciaal. In het oudere gedeelte is het

Page 184: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

184

effect van de 19 en 23 duizend jaar durende cyclus van de precessie en de

41 duizend jaar durende cyclus van de obliquiteit overduidelijk. Vanaf ongeveer

75 djg tot het einde van de ijstijd vertoont de verhouding tussen 16O en 18O

veel snelle overgangen tussen interstadiale en lage stadiale waarden. Veel van

deze snelle fluctuaties kunnen ook worden aangetoond in andere klimaats-

gegevens.” En: “Een statistische analyse toont een dominante piek op

1470 jaar, met een zwakkere piek rond 4.000 jaar. Het 1470-jaar signaal is

krachtig tussen 12 en 100 djg, maar het is niet zichtbaar in het Holoceen.” 7

Schulz en Paul zeggen daarop: “Boorkernen uit de ijskap op Groenland

verschaffen een duidelijk bewijs, dat het klimaat tijdens de laatste ijstijd

herhaaldelijk plotseling veranderde. De hoeveelheid 18O, die de temperatuur

van de lucht registreert, onthult dat het klimaat vanaf 74 djg werd beheerst

door grote en snelle temperatuurschommelingen (met een opwarming tot wel

10°C binnen enkele tientallen jaren). Grootes en Stuiver toonden aan, dat deze

warmtepieken optraden met een onderliggende cyclus van 1470 jaar. De grote

betekenis van deze klimaatschommelingen werd bevestigd door vergelijkbare

klimaatschommelingen op wereldwijde schaal.” 8

Men vond vanaf 74 djg snelle stijgingen in de temperatuur op Groenland, van

soms wel 10° Celcius, waarna de temperatuur langzaam weer daalde. Tussen

deze pieken verliep steeds ongeveer 1470 jaar of een veelvoud daarvan. Op

Antarctica zijn deze pieken minder prominent, zodat men zich afvroeg of de

Warme Golfstroom van invloed kan zijn. Toch vermoedde de klimaat-

wetenschapper Stefan Rahmstorf in 2003 dat er een buitenaardse oorzaak aan

ten grondslag moet liggen. Hij schrijft: “De plotselinge klimaatveranderingen

lijken een cyclus te hebben van 1470 jaar, in een ritme dat waarschijnlijk

stabiel is binnen een marge van een paar procent. Deze zeer nauwkeurige klok

wijst op een buitenaardse oorzaak.” En: “Deze hoge precisie wijst op een

orbitale cyclus. (...) De oorsprong van dit regelmatige ritme blijft aldus een

mysterie.” 9 Rahmstorf heeft nog gezocht naar een orbitale cyclus van 1470

jaar, maar geen enkele cyclus kwam ook maar in de buurt. Een komeet heeft

uiteraard een regelmatig ritme, want hij doorloopt een orbitale cyclus, maar

een komeet werd niet verondersteld.

De laatste ijstijd, het Würm, kende ook warmere tussentijden, de

interstadialen. Het Göttweiger Interstadiaal in Duitsland en hetzelfde Sydney

Interstadiaal in Amerika duurden ongeveer van 47 tot 32 djg, dat is 15.000 jaar

Page 185: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

185

lang. Het klimaat in West Europa was toen gematigd, misschien zelfs iets

warmer dan nu. Dat de laatste ijstijd 100.000 jaar duurde, wil dus niet zeggen

dat het 100.000 jaar lang ijskoud was.

Ook na afloop van de ijstijd lijken er nog plotselinge schommelingen op te

treden in het klimaat. Men noemt ze dan Bond events. Hun ritme is anders en

het signaal is veel zwakker. Omdat zij pas een rol spelen na de ijstijden, in het

Holoceen, zullen we het daar later over hebben.

7.4 Het rampzalige einde van de ijstijd

De laatste fase van de ijstijd, het Old Dryas van 25 tot 15 djg, kende omstreeks

21 tot 18 djg zijn koude dieptepunt. Omstreeks 18 djg leidden de drie

kosmische cycli, excentriciteit, precessie en obliquiteit, samen tot gunstige

omstandigheden. De excentriciteit was laag, het perihelium viel op het

noordelijk halfrond in de zomer en de aardas stond in zijn schuinste stand. Dit

leidde tot warmere zomers en koudere winters. Het ijs begon langzaam te

smelten, maar omstreeks 15 djg ging het Old Dryas plotseling over in het veel

warmere Bølling-Allerød. De ijskappen smolten nu razendsnel weg, delen van

Europa kwamen onder het ijs vandaan en de zeespiegel steeg meer dan 100m.

De koolstofdatering zegt: 14.680 ± 400 jaar geleden.

Dit warmere interstadiaal werd 12.800 ± 270 jaar geleden onderbroken door

een abrupte terugkeer van de koude: het Younger Dryas. Men zocht de

verklaring in een blokkering van de Warme Golfstroom. Tijdens het warme

Bølling-Allerød smolt de Laurentide ijskap, zodat er rond het huidige Winnipeg-

meer in Canada een uitgestrekt zoetwatermeer ontstond: het Agassizmeer.

Toen er een ijsdam brak, zou al dat water zich plotseling via de Grote Meren en

de Saint Lawrence rivier hebben uitgestort in de Atlantische Oceaan. Warm

water blijft drijven op koud water, maar zoet water drijft op zout water. Het

koude zoete water zou de Warme Golfstroom hebben geblokkeerd. Deze

verklaring, hoewel niet onjuist, blijkt achterhaald door nieuw onderzoek.

In oktober 2007 stond in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of

Sciences een artikel van R.B. Firestone et al., met als veelzeggende titel:

Evidence for an extraterrestrial impact 12,900 years ago that contributed to

the megafaunal extinctions and the Younger Dryas cooling. Het Younger Dryas

begon ± 12.900 jaar geleden met een kosmische ramp! Sindsdien stapelden de

Page 186: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

186

bewijzen zich op en men spreekt nu algemeen van de Younger Dryas Impact

hypothese. Het actualisme heeft aan gezag ingeboet!

In de VS zijn talloze vindplaatsen aangetroffen van het Clovis-volk, dat jaagde op

de megafauna. Deze wijd verspreide jagerscultuur verdween plotseling en op het

zelfde moment stierf ook de megafauna uit. Vlak boven de vindplaatsen van de

Clovis-cultuur ligt een zwarte laag die rijk is aan koolstof, de Black Mat. Deze

laag bleek 12.900 jaar oud, gelijktijdig met het begin van het Younger Dryas.

Alle vondsten van de Clovis-cultuur en de uitgestorven megafauna liggen onder

de Black Mat, nooit in of boven deze zwarte laag. Uit het onderzoek van

Firestone et al. bleek dat onder deze Zwarte Mat nog een zeer dun laagje lag,

waarin zich nanodiamanten bevonden, kleine kristallen van zuivere koolstof die

alleen ontstaan onder zeer hoge temperatuur en druk. Ook bevatte deze laag

andere proxies voor een kosmische inslag, waaronder magnetisch iridium dat ook

voorkomt in de laag aan het einde van het Krijt. De onderzoekers schrijven: “De

Clovis-vindplaatsen in Noord-Amerika zijn bedekt met een dunne, afzonderlijke

laag met een hoog gehalte aan magnetische korrels met iridium, magnetische

microbolletjes, houtskool, roet, glasachtig koolstof dat nanodiamanten bevat en

fullerenes (koolstofbolletjes) met uit de ruimte afkomstig helium. Deze vormen

samen het bewijs voor een kosmische inslag met bijbehorende bosbranden

omstreeks 12.900 jaar geleden. Deze laag strekt zich tevens uit over minstens

15 baaien in Carolina, unieke ellipsvormige depressies in de Atlantische

kustvlakte, met een noordwestelijke oriëntatie. Wij denken dat één of meer grote

meteorieten met een geringe dichtheid zijn ontploft boven noordelijk Noord-

Amerika, waardoor de Laurentide-ijskap gedeeltelijk instabiel werd en de

afkoeling van het Younger Drias werd veroorzaakt. De drukgolf, de hitte-impuls

en de gevolgen voor het milieu (b.v. grootschalige bosbranden en voedsel-

gebrek) droegen bij tot het uitsterven van de megafauna en tot de culturele

aanpassing onder de Paleo-Amerikanen in Noord-Amerika.” 10

Andere onderzoekers kwamen tot dezelfde conclusie: onder de Zwarte Mat ligt

een dun laagje proxies die wijzen op een kosmische inslag. 11 Sporen van deze

kosmische inslag aan het begin van het Younger Dryas zijn ook teruggevonden in

Zuid Amerika, Europa en het Midden Oosten. 12

In Noord Amerika zijn 35 genera

van grote dieren uitgestorven en in Australië stierf 80% van de grote dieren.

Het werd ook binnen een paar jaar veel kouder, de ijstijd was terug. Deze

kosmische ramp, het Younger Dryas Event, is middels ijsboorkernen uit

Page 187: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

187

Groenland gedateerd. Uit de proxies, waaronder vooral platina, blijkt dat de

aarde vanaf 12.836 jaar geleden 21 jaar lang werd getroffen door een regen

van meteorieten. Het signaal nam 14 jaar toe, met een piek rond 12.822 jaar

geleden, waarna het afnam en 12.815 jaar geleden verdween. 13

De schrijver Graham Hancock zoekt al sinds de jaren ’90 naar de verloren

beschaving van Atlantis. Omdat de zeespiegel tijdens de laatste ijstijd ruim 100m

lager stond, zoekt hij ook naar sporen van die beschaving onder water, terwijl

zijn vrouw fotograveert en filmt. In zijn laatste twee boeken vertelt hij dat is

gebleken, dat zowel het begin als het einde van het Younger Dryas gepaard ging

met een kosmische ramp. 14

De wetenschappers die dit feit onderzoeken,

hebben zich verzameld in de Comet Research Group. Voor de discussie onder

geleerden kunt u terecht op hun website. 15

Men zoekt de verklaring in een komeet die uiteen viel. Volgens de astronoom

W.M. Napier heeft een komeet van 50 tot 100 km doorsnee sinds 30 djg rond

de zon gedraaid. Omstreeks 20 djg zou deze uiteen zijn gevallen, net als

Shoemaker-Levi 9, die in 1994 bij Jupiter uiteenviel. De brokstukken zouden

zich langzaam hebben verspreid tot een ellipsvormige ring rond de zon. Tijdens

het Younger Dryas Event zou de baan van de aarde de baan van deze meteoren

hebben gekruist. De Tauriden en de komeet Encke zouden het restant zijn van

deze uiteengevallen komeet. 16

De Tauriden zijn afkomstig uit de staart van komeet Encke, die nog altijd rond

de zon draait, met een inclinatie van nog geen 12° en een omlooptijd van

slechts 3,3 jaar. Encke verliest daarbij steeds zijn staart. Twee maal per jaar

kruist de aarde de baan van deze kosmische rommel. Dan vallen er sterren en

soms zelfs een meteoriet, zoals in 1908 in Toengoeska. Ook de stofstormen die

omstreeks 2200 v.Chr. een einde maakten aan vrijwel alle hoge beschavingen,

zouden volgens Napier door deze komeet veroorzaakt kunnen zijn. 17 Die

stofstormen komen aan de orde in het hoofdstuk over de geschiedenis, want

die gebeurden in historische tijden.

Een uiteenvallende komeet doet ongeveer hetzelfde als een grote komeet die

een staart verliest: hij laat kosmische rommel achter. Misschien kwam die

regen van meteorieten wel uit de staart van de hypothetische komeet. In dat

geval is hij niet uiteengevallen, maar later ingevangen door Jupiter.

Dat de aarde omstreeks 12,8 djg zwaar werd getroffen door meteorieten, staat

buiten kijf. Vooral de Laurentide ijskap in Amerika werd hard geraakt. Door de

Page 188: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

188

hitte van de inslagen smolt die ijskap zo snel, dat dit leidde tot vloedgolven.

IJskoud zoet smeltwater en ijsbergen stroomden de Atlantische oceaan in. De

warme golfstroom stuitte op ijskoud zoet water en werd daardoor geblokkeerd.

In West Europa werd het veel kouder, terwijl de temperatuur op Groenland

steeg. Ook rees de zeespiegel binnen enkele jaren 2 tot 4 meter, terwijl de

temperatuur wereldwijd daalde. Dit leek tegenstrijdig en onverklaarbaar, maar

een regen van meteorieten op een ijskap biedt een duidelijke verklaring voor

smeltende ijskappen en dalende temperaturen.

In de ijsboorkernen van Groenland vindt men de Black Mat terug als roet. Uit

de hoeveelheid maakt men op dat er branden woedden over een oppervlakte

van 10 miljoen km2. De rook zou de zon wereldwijd hebben verduisterd, wat

leidde tot een langdurige Impact Winter. Dit alles ging gepaard met harde wind,

wat in de ijsboorkernen zichtbaar is als stof en zeezout. Dat er zoveel dieren

zijn uitgestorven, zal niemand verbazen, maar de mensheid heeft het overleefd.

Terwijl de geleerden discussiëren over het Younger Dryas Event, stapelen de

bewijzen zich op. CLIMAP zei nog dat de klimaatsverandering van Bølling-

Allerod naar Younger Dryas in minder dan een eeuw plaatsvond en dat de

verandering terug naar het huidige interglaciaal slechts enkele decennia zou

hebben geduurd. 18 Inmiddels weten we niet alleen dat het Younger Dryas zeer

plotseling begon en gepaard ging met een reeks inslagen van meteorieten,

maar het eindigde ook veel sneller dan CLIMAP dacht.

In 1993 stond in Nature een artikel van R.B. Alley et al. over ijsboorkernen uit

Groenland, waaruit blijkt dat ook de laatste ontdooiing razend snel ging. Het

Younger Dryas ging volgens dat artikel 11.500 ± 200 jaar geleden plotseling

over in het Holoceen, het huidige interglaciaal. Bedenk daarbij: als het te koud

is, sneeuwt het niet, want de lucht is vriesdroog. In warmere periodes sneeuwt

het meer en sneeuw die niet smelt, wordt ijs.

In Nature stond: “In koude periodes is de accumulatie van ijs laag en in warme

periodes is deze hoog. De afname van de accumulatie van Bølling-Allerod naar

Younger Dryas ging langzaam, maar de toename van Younger Dryas naar

Preboreal (en van Old Dryas naar Bølling-Allerod) was abrupt. De verdubbeling

van de sneeuwval van Younger Dryas naar Preboreal lijkt te volgen op een

inleidende gebeurtenis. De verdubbeling lijkt te zijn opgetreden in drie jaar tijd,

met de grootste verandering in een jaar tijd. Deze verdubbeling vereist een

temperatuurstijging van 7° Celcius.” 19

Page 189: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

189

Tegenwoordig vermoedt men dat ook het einde van het Younger Dryas werd

veroorzaakt door kosmische inslagen, ditmaal niet op de ijskap, maar in de

oceaan. Door de hitte van de inslagen zou er veel water zijn verdampt en deze

waterdamp zou hebben geleid tot een broeikas effect waardoor de aarde snel

opwarmde. 20 Misschien was er echter meer aan de hand...

7.5 Het leven en sterven der megafauna

Rond dezelfde tijd stierf een groot deel van de megafauna uit. Volgens Hapgood

kwam dat door een verplaatsing van de polen. Hij vertelt: “Tijdens het einde

van de laatste ijstijd vond op vele plaatsen ter wereld een enorme sterfte plaats

onder dieren. Sommige soorten stierven uit, waaronder de mammoet,

mastodont, reuzenbever, sabeltandtijger, reuzenluiaard en de wolharige

neushoorn. In Noord-Amerika stierven ook de kamelen en paarden uit.” We

mogen daar voor Europa de grottenbeer, grottenleeuw, steppewisent,

reuzenhert en hyena aan toevoegen. In het statistische onderzoek van Sepkoski

zou deze extinctie niet of nauwelijks meetellen. De grottenbeer is immers een

beer en de mammoet is een soort olifant, het zijn soorten en geen genera. In

Noord-Amerika stierven ook de kameel en het paard uit, maar deze soorten zijn

niet wereldwijd verdwenen.

Hapgood schrijft: “De mammoet is het meest bestudeerd. Dat komt misschien

door zijn omvang, of door zijn wijde verspreiding: van de Nieuw Siberische

eilanden in de Noordelijke IJszee door heel Siberië en Europa tot in Noord-

Amerika. In de grotten van Zuid-Frankrijk en Spanje zijn afbeeldingen van hem

gevonden, die werden gemaakt door primitieve mensen. Maar het komt

misschien toch bovenal omdat er goed bewaard gebleven lichamen van

bevroren mammoeten zijn gevonden in de modder van Siberië en Alaska. Een

bestudering van de verslagen over deze bevroren mammoeten onthult enkele

zeer opmerkelijke feiten. Ten eerste nemen zij in aantal toe, naarmate men

verder naar het noorden gaat. Ze zijn het meest talrijk op de Nieuw Siberische

eilanden, tussen de kust van Siberië en de noordpool. Ten tweede gaan ze

vergezeld van vele andere diersoorten. Ten derde zijn er ontelbare paren

slagtanden in perfecte toestand bewaard gebleven voor de ivoorhandel, hoewel

ivoor snel bederft als het wordt blootgesteld aan het weer. Ivoor van deze

bevroren resten heeft sinds de oudheid de voorraad geleverd voor de

ivoorhandel met China en centraal Europa. Ten vierde zijn de mammoeten en

Page 190: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

190

andere dieren zo goed geconserveerd in de bevroren grond, dat ze nu nog

eetbaar zijn. En ten vijfde, hoe verbazend dit ook mag zijn, was de mammoet

niet aangepast aan een zeer koud klimaat.

“Behalve miljoenen mammoeten leefden er op de noordelijke vlakten van

Siberië grote aantallen neushoorns, antilopen, paarden, bisons en andere

herbivoren, terwijl een aantal carnivoren, waaronder de sabeltandtijger, jacht

op hen maakte. Net als de mammoeten zwierven deze dieren tot de kust van

de Noordelijke IJszee en naar de Nieuw Siberische eilanden. In het Pleistoceen

waren deze eilanden verbonden met het vasteland. De enige boom die daar nu

nog groeit, is een wilg die slechts een paar centimeter hoog wordt.” 21

De mammoeten trokken ook over de landbrug van Beringa van Siberië naar

Alaska. Beringa was niet alleen ijsvrij, het moet tevens begroeid zijn geweest

met een vegetatie waarop mammoeten kunnen grazen, anders zouden ze

onderweg zijn verhongerd. Dat de mammoet niet was aangepast aan een koud

klimaat, blijkt echter niet helemaal waar. De Siberische wolharige mammoet

was ongeveer even groot als een Afrikaanse olifant, maar zijn lichaamsbouw

was meer gedrongen. Hij had een dikke, geelbruine vacht, bestaande uit een

donzige onderlaag met lange dekharen. De olifant is vrijwel onbehaard. De slurf

van de mammoet was korter, zijn oren waren klein en ook de staart was korter.

Hij had een dikke huid, een onderhuidse vetlaag en een vetbult tussen de

schouders. De mammoet was veel beter bestand tegen honger en kou dan de

olifant. Ook zijn dieet was anders. De slagtanden van de mammoet waren naar

de grond gebogen en uit de slijtage blijkt dat ze werden gebruikt om de grond,

de sneeuw of het ijs om te woelen. Het uiteinde van de slurf had een vorm die

geschikt was om gras te grazen, terwijl de slurf van een olifant is aangepast

aan het eten van loof.

We kunnen de mammoet vergelijken met de muskusos. Ook dit dier behoort tot

de megafauna, het mannetje weegt tot 400 kg, het vrouwtje 250 kg, maar ze

zijn verwant aan geiten, zodat we mogen spreken van een mega-geit. Tijdens

de laatste ijstijd was de muskusos wijdverbreid op de steppen van het

Noordelijk halfrond. Daarna raakte hij in Azië en Europa uitgestorven, waarbij

ook de jacht een rol kan hebben gespeeld. Ten slotte leefden er alleen nog wat

restpopulaties in het noorden van Canada en op Groenland. De muskusos heeft

een wintervacht met een donzige onderlaag en lange dekharen, net als de

mammoet. Het is geen trekdier, hij trekt 's winters niet naar het zuiden. Hij

Page 191: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

191

leeft in de zomer van dwergberken, dwergwilgen en kruiden, terwijl de kuddes

dan klein zijn en de mannetjes solitair worden. Tijdens de lange poolnacht

graaft de muskusos naar korstmossen en gras onder de sneeuw, terwijl de

mannetjes zich bij de kudde aansluiten. Dat sommige grazende dieren zich

onder deze barre omstandigheden kunnen handhaven, blijkt uit het bestaan

van de muskusos.

Ook de Siberische neushoorns waren langharig, dus aangepast aan een koud

klimaat. Toch wekt het verbazing dat in Siberië en Alaska, waar het volgens

CLIMAP zeer koud moet zijn geweest en zo vriesdroog dat er zelfs geen sneeuw

viel, zoveel grote grazers leefden. Zelfs het huidige klimaat is koud en droog,

de jaarlijkse neerslag in Noordoost Siberië is vergelijkbaar met die van Midden

Australië, al is het daar niet alleen droog, maar ook heet. De winters in Noord-

Siberië zijn koud en donker, al sneeuwt het dan wel. De korte zomers zijn

echter droog. De grond bestaat uit permafrost, een diepe laag bevroren aarde.

In de zomer ontdooit de bovenste laag, er groeit dan een vegetatie van

korstmos, bladmos en taaie, langzaam groeiende, bittere grassen en kruiden.

Soms groeien er dwergstruiken, maar eenjarige planten komen er vrijwel niet

voor, evenmin als bomen. De groeiperiode duurt slechts drie maanden, al duurt

de dag dan 24 uur. Voor runderen en geiten biedt dit biotoop onvoldoende

voedsel.

Men vroeg zich af hoe de mammoet is uitgestorven. Drie hypotheses streden

om de eer: Kill, ill or chill? Overbejaging, een virus of een klimaatsverandering?

De mammoeten werden inderdaad door de mens bejaagd. Hun vlees werd

gegeten, uit hun slagtanden werden ivoren beeldjes gemaakt en hun beenderen

werden benut bij het bouwen van hutten en als brandstof. Het virus is nooit

aangetoond. Dat die klimaatsverandering zowel drastisch als plotseling was,

hebben we reeds gezien. De vraag die daaraan vooraf gaat is echter: Hoe

konden er tijdens de ijstijd hele kuddes mammoeten en andere grote grazers in

Noord Siberië leven? Ze waren weliswaar goed bestand tegen de koude, maar

wat hebben die megavegetariërs gegeten? De wortel uit een ijswoestijn?

De mammoet was een soort olifant, hij was ongeveer even groot en er zijn

nauwelijks anatomische verschillen. Een Afrikaanse olifant weegt 1.000 kg en

eet dagelijks 200 kg voedsel, 20% van zijn lichaamsgewicht. Zijn spijsvertering

is volstrekt niet efficiënt. Hij heeft geen lebmaag, zoals koeien en geiten, hij

herkauwt niet. Ook heeft hij geen grote blinde darm, zoals een paard, om het

Page 192: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

192

voedsel in op te slaan en langzaam te verteren. Daarbij is zijn dunne darm kort

in vergelijking met die van andere zoogdieren. Ook in verhouding tot zijn

gewicht eet een olifant daarom veel, hij verteert zijn voedsel nauwelijks en hij

poept wel 100 kg per dag, of de helft van zijn voedsel! Uit het feit er tijdens de

ijstijd grote kuddes mammoeten in Siberië leefden, blijkt dat er veel voedsel

moet hebben gegroeid. Maar ook uit stuifmeelanalyse blijkt dat Siberië tijdens

de laatste ijstijd een rijke vegetatie bezat.

Een van de conclusies van de Tweede Internationale Mammoetconferentie (mei

1999, Rotterdam) luidde: “De wolharige mammoet leefde niet in een

besneeuwd toendra-landschap, maar op grazige groene vlakten in een koude en

droge omgeving: de mammoetsteppe, waar de mammoet genoeg (180 kg per

dag) voedsel kon vinden.” 22 Grazige groene vlakten in een vriesdroog klimaat

rond of zelfs boven de poolcirkel, dat lijkt werkelijk onvoorstelbaar!

In de permafrost van Siberië of Alaska vindt men soms een volledige mammoet

die door de vrieskou is gemummificeerd, waardoor zelfs de zachte weefsels niet

wegrotten. Het vlees is soms nog eetbaar, zo niet voor mensen, dan toch voor

honden, wolven en vossen. Hun ouderdom blijkt uiteen te vallen in twee

groepen, hij ligt grofweg tussen 40.000 en 30.000 jaar of tussen 12.000 en

10.000 jaar. De grootste groep stamt uit het Göttweiger Interstadiaal, de

warmere tijd van 47 tot 32 djg. Een kleinere groep is gestorven rond het einde

van de ijstijd. Er worden ook mammoetresten gevonden uit de tussenliggende

periode, maar dan zijn de zachte weefsels vergaan. Sommige mammoeten zijn

goed geconserveerd, omdat ze werden bedekt door modderstromen die zijn

bevroren en sindsdien deel uitmaken van de permafrost. Dat bevriezen moet

dan wel snel zijn gegaan, anders zouden de kadavers eerst in de modder zijn

gaan rotten. Ook mag die modder later nooit meer ontdooid zijn.

Wat de Siberische mammoeten aten, blijkt uit de maaginhoud van die

ingevroren dieren. Een boek over mammoeten zegt: “Het bleek voor het

grootste deel te gaan om grassen, varens, kruidachtige planten en soms takjes

en twijgen. In de uitgestrekte toendra-steppen moeten deze planten

overvloedig aanwezig zijn geweest. De mammoeten graasden zowel op gras als

op struiken. Van de Amerikaanse mammoeten zijn uitwerpselen gevonden in

grotten van het Colorado-plateau in Utah. Analyse toonde aan dat meer dan

95% van deze mest bestond uit grassen en zeggen. Verder stonden er berken,

rozen en blauwsparren op het menu.” 23

Page 193: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

193

Het meest beroemd is de Beresovska mammoet, die in 1901 werd ontdekt aan

de oever van de Beresovska-rivier, rond 60° NB en 55-60° OL. Het kadaver

werd geborgen door de Academie van Wetenschappen van Sint Petersburg, die

de vondst nauwkeurig documenteerde. Het duurde enige maanden voor de

expeditie vanuit Sint Petersburg de vindplaats had bereikt, het karkas was toen

reeds door wolven aangevreten, maar het grootste deel was nog intact. Het

bleek een stier van ongeveer 35-40 jaar oud. Tussen zijn tanden zat nog gras

en in zijn maag zat ongeveer 25 kg onverteerd voedsel, bestaande uit grassen

en kruiden, waaronder een boterbloem die legendarisch werd. Deze vondst

leverde een stroom van speculaties op.

Pas na 1950 kon men het kadaver dateren. De C14-dateringen lopen weliswaar

uiteen van 35 tot 39 djg, maar deze mammoet stamt zeker uit het Göttweiger

Interstadiaal. Als bewijs voor een ramp aan het einde van de ijstijd is hij

onbruikbaar, maar hij bewijst wel dat deze mammoet niet van honger

omkwam, dat hij razendsnel moet zijn ingevroren en dat de permafrost rond

Beresovska sindsdien niet is ontdooid.

Een andere mammoet werd in 1948 gevonden op het schiereiland Taymyr, dat

boven de poolcirkel ligt, maar tijdens de ijstijd net niet onder de ijskap lag.

Deze mammoet is wel rond het einde van de ijstijd gestorven: de C14-datering

zegt 11.450 ± 450 jaar. 24 Die datum valt rond de overgang tussen Younger

Dryas en Holoceen. Ook de toestand van deze mammoet wijst op een snelle

overgang van weelderige vegetatie naar modderstromen en diepvries koude.

Inmiddels zijn er tientallen mammoetkadavers gedateerd. De C14-dateringen

variëren tussen 11.500 en 10.850 jaar geleden, dus rond 11 djg. 25

Ook in Alaska worden in de permafrost kadavers van grote grazers gevonden,

met name van de mammoet, steppebizon en muskusos. Hoewel de ijskap in

Noord Amerika rond 90° WL reikte tot 40° NB, blijkt dat andere gebieden tot

ver boven de poolcirkel begroeid waren met mossen, grassen, varens, struiken

en naaldbomen. Men noemt dit rijke biotoop de toendrasteppe en deze is na de

ijstijd verdwenen. Het wekt verbazing dat er op plaatsen waar het groeiseizoen

nu slechts drie maanden duurt, in tijden van grote koude en droogte een zo

weelderige vegetatie bestond.

Diametraal tegenover Oost-Siberië ligt Patagonië, in Zuid-Amerika rond 90° WL

en 50° ZB. Tijdens de laatste ijstijd lag er een ijskap op de zuidkust van

Australië, Tasmanië en Nieuw Zeeland, tot 40° ZB, maar Patagonië was ijsvrij.

Page 194: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

194

Dit gebied bestaat tegenwoordig voornamelijk uit kale, boomloze plateaus met

een begroeiing van taaie grassen. De temperatuur komt er ‘s zomers zelden

boven de 10°C en de winters zijn navenant koud. De neerslag is gering, er

heerst een koud steppeklimaat. Er is geen permafrost, want daarvoor is het net

iets te warm, maar in het Andes gebergte liggen nog altijd gletsjers.

Ook in Patagonië leefde een groot dier dat aan het einde van de ijstijd uitstierf:

de mylodon. Het is een soort luiaard, maar zo groot als een stier. Een luiaard is

ongeveer zo groot als een kat, hij woont in het oerwoud, waar hij zijn leven

lang vrijwel bewegingloos in een boom hangt, waarvan hij de bladeren eet.

Eenmaal per week klimt hij langzaam naar beneden, doet een poep onder zijn

boom en klimt langzaam weer naar boven. Aan deze levenswijze dankt hij zijn

naam. De mylodon of megaluiaard was wellicht niet megalui, maar zijn lompe

lichaamsbouw lijkt ook niet ingesteld op veel beweging en hij at waarschijnlijk

wel megaveel bladeren. Waar vindt men die in Patagonië? De winter duurt er

nu minstens zeven maanden, de zomers zijn winderig en kil, bomen en struiken

groeien er nauwelijks en er grazen voornamelijk schapen, want voor runderen

en paarden is het biotoop te schraal. Bevroren resten van de mylodon zijn

gevonden in grotten in het Andes gebergte, waar het nu altijd vriest. Daar

leefde de reuzenluiaard tot het einde van de ijstijd. Maar waarvan? Hetzelfde

probleem als in Siberië, maar dan exact aan de ander kant van de wereld. 26

In Siberië zouden de mammoeten zijn uitgestorven, omdat door de warmte hun

biotoop verdween. De permafrost zou zijn ontdooid en de toendrasteppe

veranderd in moeras. Professor Rosenzweig beschreef dit in 1995 aldus: “De

mammoet graasde in het Pleistoceen op de toendrasteppes van Europa en Azië.

Ongeveer 12.000 jaar geleden zijn die steppes onder de 70° NB feitelijk

geëlimineerd door een klimaatsverandering. De mammoet, met zijn maag vol

met hogere arctische grassen, werd getroffen door dezelfde grote beperking in

zijn verspreidingsgebied. Ongeveer 9.500 jaar geleden waren alle sporen van

dit ooit zo rijke biotoop op het vasteland verdwenen. Daarmee verdween ook de

mammoet. Hij overleefde op de enige plek waar ook zijn biotoop dit deed: het

eiland Wrangel. Tot op heden kan men daar het biotoop van de mammoeten

zien: de toendrasteppe. Het land ten zuiden van Wrangel is te warm en te

vochtig voor dit biotoop. De mammoeten overleefden op Wrangel tot ongeveer

3.700 jaar geleden. In feite hadden ze 7.000 jaar geleden zelfs een dwergvorm

ontwikkeld. Zij moeten het dus goed genoeg hebben gedaan, om zich vele

Page 195: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

195

generaties lang te reproduceren. Ze stierven echter uit, voor de mensen het

eiland bereikten.” 27

Vrij vertaald: Omdat het klimaat in Oost Siberië na duizenden jaren van ijzige

droogte zo warm en vochtig werd, verdween het rijke biotoop. De mammoet,

met zijn maag vol met hogere arctische grassen, stierf van verdriet omdat zijn

biotoop verdween. Alleen op Wrangel groeide nog toendrasteppe. Wrangel ligt

in de Oost Siberische Zee, rond 71° NB en 180° OL/WL. Dit desolate eiland ligt

nu acht maanden per jaar in de bevroren ijszee onder de sneeuw. Tijdens de

laatste ijstijd was Wrangel niet alleen ijsvrij, maar door de lage zeespiegel ook

verbonden met het vasteland. Het is nu een natuurreservaat dat voornamelijk

wordt bewoond door ijsberen, sneeuwvossen en sneeuwhazen, dieren die een

winterslaap houden, terwijl het er 's zomers wemelt van de trekvogels. Dat de

mammoeten op Wrangel nog zo lang overleefden, wekt reeds verbazing, want

ze houden geen winterslaap en het zijn grote grazers. Zouden ze soms zo zijn

gekrompen, omdat hun bontwasprogramma niet was ingesteld op de hogere

temperaturen? Of leidde een combinatie van voedselschaarste en de

afwezigheid van grote roofkatten tot voordeel voor de kleinere exemplaren?

Opvallend is overigens wel de snelheid van deze evolutionaire ontwikkeling.

7.6 Stel dat de polen zich verplaatsten...

Een snelle verplaatsing van de aardas en de polen zou misschien een verklaring

kunnen zijn voor een aantal fenomenen, waaronder de scheve ligging van de

laatste ijskap en de megafauna die graasde rond (en zelfs boven) de poolcirkel,

waar de zon nu ’s winters niet of nauwelijks boven de horizon komt en waar het

zo koud en droog zou zijn geweest dat er zelfs geen sneeuw viel.

Volgens Hapgood lag de Noordpool ooit in Alaska. Dat zou een verklaring

kunnen zijn voor het fenomeen dat er tijdens het Eemian een subtropische

fauna leefde langs de Thames, terwijl Groenland ijsvrij was. Volgens Hapgood

verplaatsten de polen zich langzaam, maar wellicht ging het heel snel. Het

actualisme hield de wetenschap lang in de greep, maar kosmische rampen

worden niet langer uitgesloten, de catastrofisten zijn aan de winnende hand.

Een plotselingen verplaatsing van de stand van de aardas kan misschien zijn

veroorzaakt door een zware komeet die dicht langs de aarde kwam.

Stel dat de Noordpool tijdens het Old Dryas in de Hudson Baai lag, zoals

Hapgood veronderstelde, dan lag de Zuidpool bij de oostkust van Antarctica.

Page 196: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

196

Patagonië lag dan veel verder van de Zuidpool dan tegenwoordig, terwijl

Australië dichter bij de pool lag. Zo wordt het mogelijk, dat de zuidkust van

Australië met ijs bedekt was, terwijl Patagonië ijsvrij bleef. Ook lag Oost Siberië

dan verder van de Noordpool. Wellicht was het klimaat er wel koud en droog,

maar het groeiseizoen duurde dan veel langer. Zo wordt het mogelijk dat daar

mammoeten en andere grote kuddes graasden. Aan het einde van de ijstijd

zouden de polen zich dan plotseling hebben verplaatst naar hun huidige positie,

langs de meridianen van 85° WL en 95° OL.

De Siberische mammoet en de Patagonische mylodon leefden beiden rond deze

meridiaan van maximale verplaatsing. Zij bewogen zich dan plotsklaps naar de

pool, al was dat niet voor beiden dezelfde pool. Als de verplaatsing van de

polen langzaam ging, zoals Hapgood meende, dan zouden de mammoeten naar

elders zijn getrokken, maar deze dieren zijn zowel uitgestorven als ingevroren.

Uiteraard zou een verplaatsing van de polen gepaard gaan met aardbevingen

en vloedgolven, vooral rond de meridiaan van maximale verplaatsing. Alleen op

Wrangel, op 71° NB en 180° OL, hebben de mammoeten het overleefd, waarna

ze zich aanpasten aan de schaarse vegetatie. Dit eiland, dat tijdens de ijstijd

een bergachtige verhoging vormde in een uitgestrekte kustvlakte, ligt vrijwel

exact op de meridiaan van de minste verplaatsing.

Een plotselinge verplaatsing van de polen zou ook gevolgen hebben voor het

aardmagnetische veld, dat ontstaat doordat de vloeibare kern van nikkel en

ijzer rond de aardas draait. Men zou verwachten dat de magnetische polen dan

samenvallen met de geografische polen, maar dat is niet zo. De magnetische

Noordpool lag tot voor kort rond 76° NB en 100° WL en hij wandelt nu in de

richting van de Noordpool. De magnetische Zuidpool ligt daar ook niet recht

tegenover, maar hij zwerft tussen 60° en 65° ZB en 138° en 145° OL in de

oceaan, voor de kust van Wilkesland. Hij ligt buiten de poolcirkel en verplaatst

zich voortdurend. We hoeven niet naar Uranus of Neptunus om ons te

verbazen, ons eigen magnetische veld staat ook scheef op de aardas. Hoewel

de wetenschap nog geen verklaring biedt voor dit fenomeen, zou het wellicht

kunnen komen doordat de aardas zich verplaatste.

7.7 Het tijdschema van de ijstijden

Uit het tijdschema van de ijstijd blijkt dat de stralingstheorie van Milankovich

de klimaatveranderingen niet kan verklaren. Een stralingsminimum zou samen-

Page 197: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

197

vallen met een ijstijd, een stralingsmaximum met een interglaciaal. De straling

werd door Milankovich correct berekend vanuit de huidige situatie, maar de

ijstijden van Milankovich (schuin gedrukt) hebben nimmer bestaan.

Tijdschema van het Pleistoceen (in djg).

2400 IJskap begint in Europa, omslag magnetisch veld

2000 omslag magnetisch veld

1800 IJskap begint in Noord-Amerika, omslag magnetisch veld

1800 – 800 IJskappen iedere 41.000 jaar, loopt 8.000 jaar achter

800 Mid-Pleistocene Revolutie, ijskappen nadien iedere 100.000 jaar

760 laatste omslag magnetisch veld;

593 – 542 Günz glaciaal volgens Milankovich

478 – 429 Mindel glaciaal volgens Milankovich

430 Stage 11 probleem: ontdooiing zonder stralingsmaximum

400 – 250 Langdurig stralingsmaximum

zou volgens Milankovich leiden tot warmere tijd

420 – 330 Günz glaciaal (ook Cromer of Nebraska genaamd)

306 – 183 Riss glaciaal volgens Milankovich

320 – 230 Mindel glaciaal (ook Elster of Kansas genaamd)

230 - 220 Holstein (Mindel-Riss) interglaciaal

220 – 130 Riss glaciaal (ook Saale of Illinois genaamd)

144 – 21 Würm glaciaal volgens Milankovich

128 – 117 Eemian (Riss-Würm) interglaciaal

115 Stralingsminimum van Milankovich, tijdens Eemian interglaciaal

100 – 12 Würm glaciaal (Weichsel / Wisconsin, Laurentide-ijskap)

74 – 12 D-O ritme van 1470 jaar

72 Stralingsminimum van Milankovich

47 – 32 Göttweicher Interstadiaal (warmere tijd)

25 Stralingsminimum van Milankovich, veenlaag in Illinois

21 Old Dryas, maximale uitbreiding van de laatste ijskappen

14.680 ± 400 einde Old Dryas, snelle ontdooiing, begin Bølling-Allerød

12.836 - ...15 Younger Dryas event, kosmische ramp, ijstijd komt terug

11.710 ± 200 einde Younger Dryas, snelle ontdooiing, begin Holoceen

Ondanks het CLIMAP-onderzoek ontstond er geen helderheid over de oorzaak

en het ritme van de ijstijden. Men probeerde ze te koppelen aan de bekende

kosmische variabelen, maar de ijskappen houden zich niet aan dit ritme.

Page 198: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

198

Aanvankelijk groeiden en slonken ze wel elke 41.000 jaar, de cyclus van

obliquiteit, maar ze liepen 8.000 jaar achter bij deze cyclus. Vervolgens gingen

ze over in een ander ritme, een ijstijd duurde vanaf 800 djg 100.000 jaar,

waarbij de overgang van glaciaal naar interglaciaal plotseling intrad. Soms ging

een ontdooiing zelfs niet met een stralingsmaximum gepaard. Het Milankowich

ritme klopte niet met de feiten.

Het ritme van Sepkoski voor de extincties tijdens Trias, Jura en Krijt was 26-27

miljoen jaar. Tijdens het daarop volgende Tertiair leken de veranderingen reeds

sneller te gaan, zodat de hypothetische komeet aan het einde van het Krijt

misschien niet alleen een ramp aanrichtte, maar ook werd vertraagd. Dan zou

hij langzaam maar zeker worden ingevangen. Hij komt vaker terug en verliest

steeds materie die de aarde kan raken. Omdat het barycentrum waar de

komeet omheen draait niet altijd op dezelfde plaats ligt, zal zijn baan soms

dichter langs de zon lopen, dan weer verder weg. Komt hij dichter langs de zon,

dan wordt hij sterker verhit. Dat beinvloedt de grootte van de staart en dus de

ernst van een eventuele kosmische ramp. Ook de plaats waar de aarde zich in

haar baan bevindt als de komeet voorbij komt, is een factor. Gaat de komeet

voorlangs of achterlangs de aarde, op de heenweg of de terugweg? Dat maakt

verschil! Ook zijn gravitatie en zijn elektrische lading kunnen een rol spelen,

waardoor wellicht de polen zich verplaatsen.

Het Younger Dryas Event was in elk geval een ramp waardoor hemel en aarde

geschokt werden. De mensheid beschikte toen reeds over een taal, men kon de

ervaringen doorvertellen aan de volgende generatie. In hun mythen zou een

herinnering aan deze kosmische rampen bewaard kunnen zijn.

Het volgende hoofdstuk gaat eerst over de oorsprong en ontwikkeling van de

mensheid. Vervolgens gaan we op zoek naar mogelijke getuigenverslagen van

kosmische rampen. Als er in de oude mythen geen spoor te vinden is van een

catastrofaal einde van de laatste ijstijd, dan zijn de ijskappen gewoon

gesmolten door de warmte. Weliswaar ging dat gepaard met wat ontploffende

meteorieten, maar dat kan ook gebeuren zonder komeet.

Page 199: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

199

Literatuur en eindnoten:

Alley, R.B. et al.: Abrupt increase in Greenland snow accumulation at the end of the

Younger Dryas event. In Nature volume 362, p. 527–529 (1993)

Chorlton, Windsor: IJstijden. Time-Life, 1984. ISBN 90 6182 488 5

Chatwin, Bruce: In Patagonia. 1977. Nederlandse vertaling; Eelco Hesse. Uitgeverij

Prometheus – Ooievaar Amsterdam 1998. ISBN 90 5713 282 6

Firestone, R.B. et all.: Evidence for an extraterrestrial impact 12,900 years ago that

contributed to the megafaunal extinctions and the Younger Dryas cooling. PNAS October

9, 2007 vol. 104 no. 41, p. 16016-16021

Grootes, P.M. & M. Stuiver: Oxygen 18-16 Variability in Greenland Snow and Ice.

Journal of Geophysical Research 1997, Vol. 102, nr. 12, p. 26.455-26.470.

Hancock, Graham: Magicians of the gods. Thomas Dunne Books, New York, 2015. ISBN

978 1 250 11840 0

Hancock, Graham: America Before. St. Martin’s Press, New York, 2019. ISBN 978 1250

15373 9

Hapgood, Charles H.: Earth's Shifting Crust. Museum Press Limited, London, 1959

Hapgood, Charles H.: The Path of the Pole. Chilton Book Company, Philadelphia, New

York, London, 1970

Imbrie, John & Katherine Palmer Imbrie: Ice Ages, solving the mystery. Vertaling: Dr.

A.J. van Loon: De IJstijd, het raadsel ontsluierd. Standaard Wetensch. Uitgeverij,

Antwerpen 1980. ISBN 90 02 14226 9

Kennett, D. J. et all.: Nanodiamonds in the Younger Dryas Boundary Sediment Layer.

Science, 2 January 2009: Vol. 323. no. 5910, p. 94

Mol, Dick & Hans van Essen: De Mammoet. Sporen uit de ijstijd. BZZTôH,

's Gravenhage 1992

Napier, W.M. : Palaeolitic Extinctions and the Taurid Complex in: Monthly Notices of

the Royal Astronomical Society 405(3) · March 2010

Napier, W.M. : The Hazard from Fragmenting Comets. In: Monthly Notices of the Royal

Astronomical Society 488, p. 1822-1827, 28 juni 2019.

Zie ook: https://cosmictusk.com/wp-content/uploads/The-hazard-from-fragmenting-

comets-stz1769-1.pdf

Oosthoek-Times Atlas. Kluwer Algemene Boeken B.V. Wageningen 1975 / 1975

Petaev, M. et al.: Large Pt anomaly in the Greenland ice core points to a cataclysm at

the onset of Younger Dryas. In: Proceedings of the National Academy of Sciences,

augustus 2013.

Rahmstorf, Stefan: Timing of abrupt climate change: A precise clock. Geophysical

Research Letters, Vol. 30, NO. 10, 21 mei 2003

Page 200: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

200

Rosenzweig, Michael L.: Species Diversity in space and time. Cambridge University

press 1995. ISBN 0 521 49618 7

West, Allen et al.: Bayesian chronological analyses consistent with synchronous age of

12,835-12,735 Cal B.P. for Younger Dryas boundary on four continents. In:

Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America, 2015

Wefer, Gerold, Wolfgang H. Berger, Karl-Ernst Behre & Eystein Jansen, editors: Climate

Development and the History of the North Atlantic Realm. Springer Verlag, Berlin

Heidelberg New York, 2002. ISBN: 3 540 43201 9

Wilson, R.C.L, S.A. Drury en J.C.L. Chapman: The great Ice Age. The Open University,

Routledge, Londen en New York 2000. ISBN 0 415 19841 0

1 Imbrie, p. 115-127 2 Karel Knip in NRC Handelsblad, 12-13 juni 2004 3 Hansjörg Streif in: Wefer et al. ed.: Climate Development etc. p. 388 e.v. 4 Hapgood: The Path of the Pole, 1970 5 overgenomen uit Imbrie, p. 14-15 6 Imbrie, p. 13-16 7 Grootes en Stuiver, 1997, p. 455 en 459 8 Schulz en Paul in: Wefer et al. ed. 2002: Climate Development etc. p. 41 9 Rahmstorf 2003, p. 17 en p. 20 10 R. B. Firestone et all. In: PNAS Oct 9, 2007 vol. 104 no. 41, p. 16016-16021 11 Kennett, D. J. et all. in Science, 2 January 2009: Vol. 323. no. 5910, p. 94 12 Zie bij voorbeeld: Allen West 13 Petaev, M. et al. 2013 14 Hancock 2015, p. 109-126 en Hancock 2019, p. 373-422 15 https://cometresearchgroup.org/publications/ 16 Napier, W.M. 2010 17 Napier, W.M. 2019 18 Wilson et al. p. 130 19 Alley et al. in Nature vol. 362, 8 april 1993, p. 527-529 20 Zie voor een overzicht: Hancock 2015, hoofdstuk 6 21 Hapgood, 1959 p. 227-235 22 Straatgras, Berichten uit het Natuurmuseum Rotterdam, juni 1999 23 Mol, p. 34-35 24 Mol, p. 110-113 25 https://link.springer.com/chapter/10.1007%2F978-1-4020-8793-6_2#citeas 26 Chatwin, helemaal 27 Rosenzweig, p. 146

Page 201: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

201

Hoofdstuk 8: Mensen en mythen

8.1 Het ontstaan van de mensapen

In de 19e eeuw stelde Darwin dat alle soorten zijn ontstaan uit andere soorten.

De mensen stammen af van een uitgestorven apensoort en mede dank zij de

genetica weten we inmiddels welke soort. Men noemt hem Aegyptopithecus,

omdat de eerste resten zijn gevonden in Egypte, onder een vulkanische laag van

31 miljoen jaar oud. Later zijn er ook in Oman resten gevonden, ze bleken daar

35,8 miljoen jaar oud. Deze apen waren viervoetige boombewoners, zo groot als

een kat en met een lange staart. Ze leefden in tropische regenwouden langs de

rivieren en in delta's, in een omgeving van moerassen, met mangrovebos en

open plekken. Ze aten bladeren, vruchten en noten.

Een andere verre verwant van de mens is de Proconsul, die van 22 tot 14 Mjg in

Oost Afrika leefde en wellicht afstamt van Aegyptopithecus. Ook Proconsul was

een viervoetige boombewoner die leefde in vochtige gebieden, ook hij was zo

groot als een kat, maar zonder staart. Later werd deze soort zo groot als een

gorilla. Omstreeks 16 Mjg botste Afrika op Azië en Europa, de Thetys werd

geblokkeerd. Proconsul kon daarna van Afrika naar Europa en Azië trekken.

Omstreeks 15-14 Mjg dook deze soort op in Frankrijk en rond 10-9 Mjg ook in

zuidelijk Azië. Ook deze vroege mensaap is uitgestorven.

In Kenia ontstond uit Proconsul een andere mensaap, Kenyapithecus. Deze leek

op een kleine chimpansee, hij leefde als viervoeter op de grond en richtte zich

soms op. Naast bladeren, vruchten en noten at deze primaat ook wortels, knollen

en zaden, die moeilijker te vergaren zijn. De Kenyapithecus was reeds een stuk

slimmer, de hersenen waren beter ontwikkeld. Waarschijnlijk at hij ook eiwitrijk

voedsel, zoals rupsen en eieren, misschien zelfs vlees en merg. In dat geval was

het nog geen jager, maar een aaseter, die leefde in het regenwoud en de

savanne. Kenyapithecus was ondernemend en reislustig: sporen van hen zijn

gevonden in Turkije, Hongarije en Griekenland, maar ook in India, Pakistan en

Zuid-Oost Azië. Daar noemt men hem Pongo en het is waarschijnlijk de

voorouder van de orang-oetang, die nu nog in Nieuw Guinea leeft.

In Afrika ontwikkelde Kenyapithecus zich intussen tot Panidae. Toen omstreeks

16 Mjg Afrika op Eurazië botste, ontstond tevens de Grote Slenk, een 6.500 km

lange aardscheur die van het Libanon gebergte tot voorbij de evenaar in Afrika

loopt. Ook sloeg rond die tijd het aardmagnetische veld om. Dit alles ging

Page 202: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

202

gepaard met aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Ten oosten van de Grote

Slenk steeg de aardkorst, er ontstond een hoogvlakte, het klimaat werd er

droger en het oerwoud veranderde in een savanne. De populatie van Panidae

raakte nu verdeeld: de slenk met zijn steile rotswanden, zijn aardbevingen en

reeksen vulkanen vormde een geologische barrière. De Panidae aan weerszijden

van de slenk konden elkaar niet meer bereiken. Deze gescheiden ontwikkeling

leidde tot het ontstaan van verschillende soorten.

Ten westen van de slenk ontwikkelden de Panidae zich tot gorilla's, chimpansees

en bonobo's. Deze mensapen leven op de grond, al slapen ze nog in bomen, in

een nest dat ze dagelijks zelf maken. De gorilla is veel groter dan de chimpansee

en de bonobo. Een mannetje weegt 140 tot 200 kg en het vrouwtje ongeveer de

helft. Aan hun lange armen is nog zichtbaar dat ze zich ooit als slingerapen

voortbewogen door de bomen, maar daarvoor zijn ze nu te zwaar. Hun voedsel

bestaat uit bladeren, twijgen, kruiden, zaden en afgevallen rijpe vruchten, hun

dieet is divers, maar zuiver vegetarisch, en ze verzamelen hun voedsel op de

grond. Ze lopen half rechtop en steunen met de knokkels van hun handen op de

grond. Omdat het mannetje zo groot is, hoeft de gorilla niet bang te zijn voor

roofdieren. Deze vreedzame dieren leven in groepen van 8 tot 30 individuen,

bestaande uit een volwassen mannetje met een of meer vrouwtjes en hun

kinderen. De vrouwtjes krijgen eens in de 3 of 4 jaren een jong. Een vrouwtje

wordt volwassen als ze 8 jaar oud is en een mannetje pas als hij 15 is. Deze

lange kindertijd versterkt het groepsgevoel en biedt de jongen een lange

leerperiode. Het DNA van de gorilla komt voor 95% overeen met het onze.

Ook chimpansees leven op de grond, maar ze zijn kleiner, ze wegen hoogstens

50 kg. Ook zij waren ooit slingerapen en ook zij lopen half rechtop, met hun

knokkels op de grond steunend. Maar de chimpansee moet wel degelijk beducht

zijn voor roofdieren. Ze leven daarom in groepen van 40 tot 80 individuen.

Worden ze aangevallen, dan verdedigen ze zich met stokken, of ze gooien met

stenen. Ze tonen daarbij een verrassend gevoel voor samenwerking. In de groep

heerst een hiërarchie waarin een dominant mannetje de baas is, het vrouwtje

paart echter meestal met verscheidene mannetjes. In deze hiërarchie streeft

iedereen naar een hogere status, zodat er binnen de groep voortdurend ruzies

ontstaan. De band tussen de moeder en haar jongen is hecht, het jong wordt

3 jaar lang gezoogd en een vrouwtje is pas met 12 jaar volwassen. Ook dan

wordt de band met de moeder niet helemaal verbroken. Ook broers en zusters

Page 203: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

203

blijven vaak met elkaar optrekken. Deze dieren kennen vriendschappen, ze

gebruiken geluiden en gebaren om met elkaar te communiceren en ook hun

mimiek dient voor het overbrengen van emoties. Ze zijn niet strikt vegetarisch,

ze eten naast vruchten, noten, bladeren en honing ook eieren, insecten en vlees.

Ze kunnen goed klimmen, ze plukken vruchten en halen vogelnesten leeg. Ze

lusten ook mieren, die ze vangen door een stokje in een mierenhoop te steken.

Soms gaan ze ook op jacht. Ze vallen dan gezamenlijk knaagdieren, jonge

herten en zelfs andere apen aan en het vlees wordt eerlijk verdeeld.

De overeenkomsten tussen chimpansees en mensen zijn duidelijk: ze zijn

sociaal, ze kennen een lange kindertijd waarin de jongen worden beschermd en

opgevoed, ze hebben een breed scala van communicatiemogelijkheden en een

groot probleemoplossend vermogen. Daarbij lijkt hun anatomie sterk op de onze.

Ze gebruiken wapens en werktuigen, maar in tegenstelling tot de mens

vervaardigen ze deze niet zelf. Het DNA van de chimpansee komt waarschijnlijk

voor meer dan 99% met het onze overeen, maar hoewel ze nauw verwant zijn

aan de mens, stammen we niet van hen af.

De bonobo lijkt in veel opzichten op de chimpansee, maar hij is iets kleiner. Hij

werd ooit voor een dwergchimpansee aangezien. Op grond van genetische

studies denkt men dat de bonobo zich minder dan een miljoen jaar geleden als

soort heeft afgescheiden van de chimpansee. De twee soorten zijn zeer nauw

verwant, maar het sociale gedrag van de bonobo is volledig anders. Bonobo's

leven in groepen van wel honderd exemplaren. Overdag splitsen ze zich op in

kleine groepjes, om voedsel te zoeken, en aan het einde van de dag komen ze

weer samen. Ze maken dan nesten in de bomen, om te gaan slapen. De

lichaamsbouw lijkt menselijker dan die van de chimpansee en iedere bonobo

heeft andere gelaatstrekken. Ze lopen ook vaker rechtop dan de chimpansee.

In tegenstelling tot de ruzie makende chimpansees, zijn de bonobo's uiterst

vreedzaam, waarbij ze voortdurend seksueel contact met elkaar zoeken. Ze

kennen geen vaste relatie tussen een mannetje en een vrouwtje, ze hebben seks

met elk lid van de groep en dat dient beslist niet alleen voor de voortplanting. De

mannetjes hebben onderling seks om ruzies te voorkomen of te beslechten en de

vrouwtjes leggen door seks zulke hechte sociale banden met elkaar, dat ze

gezamenlijk de mannetjes kunnen domineren. Ook seks met de jongen komt

vaak voor. De enige uitzondering lijkt, dat een moeder geen seks heeft met haar

eigen zoon.

Page 204: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

204

Een vrouwtje krijgt eens in de zes jaar een jong, dat ze vijf jaar lang zoogt. De

band tussen moeder en kind is hecht en de status van het jong is afhankelijk van

die van de moeder, al is de bonobogroep veel minder hiërarchisch dan die van de

chimpansees. Een mannetje blijft levenslang in de groep van zijn moeder, maar

als een vrouwtje volwassen wordt, verlaat ze de groep. Ze sluit zich aan bij een

andere groep, waarin ze zich een plaats verwerft door seksuele contacten met de

vrouwtjes. Zo wordt incest voorkomen en blijven de genen circuleren. Weliswaar

lijkt de bonobo het meest op de mens, maar het blijft een verre verwant, die

afstamt van de Panidae ten westen van de Grote Slenk.

8.2 Het ontstaan van de mensen

Ten oosten van de Grote Slenk ontwikkelden de Panidae zich vanaf 16 Mjg tot

Hominiden. Zij liepen rechtop, hun gebit is dat van een alleseter en hun hersen-

volume groeide. Omstreeks 3 Mjg begonnen zij zich vanuit Oost Afrika te

verspreiden over heel Afrika en zuidelijk Eurazië. In Zuid Afrika ontstond uit hen

de Australopithecus, waarvan verscheidene ondersoorten hebben bestaan. Ze

sliepen waarschijnlijk nog in bomen, maar hun dieet varieerde van fruit tot klein

wild. Van hen zijn ook werktuigen gevonden van steen en been. Waarschijnlijk

waren het jagers en verzamelaars. Wij stammen echter niet van hen af.

Homo of mens is een soort die zich 4 Mjg afsplitste van de Hominiden ten oosten

van de Grote Slenk. De eerste, Homo Habilis, was een alleseter die reeds vrij

grote hersenen had, met sterke associatieve zones. Men denkt daarom dat deze

soort reeds een vorm van spraak kende. Ook maakten ze stenen scherp door er

stukken van af te slaan. Deze stenen werktuigen worden vaak in grote aantallen

op een vindplaats aangetroffen. Hun schrapers en beitels dienden voornamelijk

om er andere zaken mee te vervaardigen, wat getuigt van een doelbewuste

arbeid. Hoogst waarschijnlijk gebruikten ze ook gereedschappen van vergankelijk

materiaal, al is het bewijs daarvan verloren gegaan. De belangrijkste vindplaats

is Olduvai, langs de Grote Slenk in Kenia.

Vanaf 2 Mjg verspreidden deze oermensen zich over Afrika en vervolgens over

het zuiden van Eurazië. Hun stenen werktuigen zijn aangetroffen in Frankrijk,

Indonesië en China. Homo Habilis leefde in groepjes van 15 tot 20 individuen die

gedurende enkele maanden op vaste plaatsten verbleven. Ze bouwden soms

kleine schuilplaatsen, waarschijnlijk van huiden op rondgebogen takken. Bij zo'n

schuilplaats vindt men vaak een overvloed aan stenen gereedschap en talrijke

Page 205: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

205

resten van jachtbuit. Homo Habilis was zeker een jager. De sociale organisatie

was echter nog niet zo ver ontwikkeld, dat twee of meer groepen daarbij konden

samenwerken. Iedere groep stond volledig op zichzelf.

In Oost Afrika ontstond uit Habilis de nog slimmere Homo Erectus, waar wij van

afstammen. Aanvankelijk namen niet zozeer de technische vaardigheden toe,

maar de biologische evolutie is duidelijk. Erectus is groter en sterker dan Habilis,

de schedelinhoud is groter en het skelet lijkt op dat van de hedendaagse mens.

Erectus evolueerde tijdens de IJstijd, de oudste fossielen zijn 1,8 miljoen jaar

oud. Ze zijn gevonden rond Olduvai, bij de Grote Slenk in Kenia. Vanaf 1,5 Mjg

vestigde Erectus zich ook in zuidelijk Europa en zelfs in Oost-Azië, waar ze

bekend staan als de Javamens en de Pekingmens.

We weten niet wanneer de mensen het vuur leerden beheersen, omdat sporen

van vuur in de open lucht snel zijn uitgewist. Dat ligt anders in grotten, maar

Erectus woonde aanvankelijk niet in grotten. Hun behuizing was wellicht een

schuin geplaatst windscherm van takken, twijgen en bladeren, of een takkenhut,

zoals hedendaagse nomadische jagers en verzamelaars die maken. Bij hen hoort

bij het windscherm vrijwel altijd een vuur, dat insecten en roofdieren verdrijft en

's nachts warmte geeft.

De oudste woonplaatsen van Erectus in grotten zijn gevonden bij Peking, ze

blijken ongeveer 400.000 jaar oud. Hier vindt men ook haardsteden waarin het

vuur ongetwijfeld door mensen werd onderhouden. Dank zij het vuur konden ze

zich ook verspreiden over de gematigde zones. De Javamens, de Pekingmens, de

mens van Rabat in Marokko, de man van Tautavell in Frankrijk en vondsten in

Engeland, België, Duitsland, Griekenland, Spanje en Italië getuigen daarvan.

Deze mensen woonden soms een tijdje in hun grot, waar ze een vuur brandende

hielden, om dan weer verder te trekken. Het bleven nomadische jagers.

Aanvankelijk konden deze mensen zelf geen vuur maken, het vuur kwam van

spontane bosbranden, of uit vulkanen. Het mocht dus niet uitgaan. Ze gebruikten

het voor allerlei zaken: het biedt licht en warmte, het schrikt wilde dieren af,

men kan er hoornen gereedschap en houten speren in harden, maar het diende

ook om voedsel te bereiden, dat daardoor beter te verteren was.

Hoewel ze 's winters naar het zuiden trokken, bezochten ze soms duizenden

jaren lang dezelfde grot. Op den duur bedekten ze de vloer met stenen, of met

stro en huiden. Ze bouwden ook hutten van takken die werden overtrokken met

huiden, met een gat in het dak voor de rook. Soms bouwde men zo’n hut in de

Page 206: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

206

grot. Ook zijn er van hen kampementen gevonden in de open lucht, langs de

oevers van meren en rivieren. Hun woonplaatsen waren zorgvuldig gekozen,

daar waar een rivier hen voorzag van vers water en waar ze tevens een weids

uitzicht hadden, zodat ze het wild en de roofdieren konden zien aankomen. Ze

verzamelden een breed scala aan voedsel. Ze aten vruchten, kruiden, noten,

peulen en zaden. Met een graafstok zochten ze wortels en knollen. Ze raapten

eieren en slakken, vingen schildpadden en insecten, en verzamelden honing. Ze

zetten strikken en vallen voor klein wild, maar ze jaagden ook op groot wild,

zoals bizons, olifanten en neushoorns. Dat laatste vereist een samenwerking die

wijst op een hogere sociale organisatie, iets wat Habilis nog niet bezat. Ook

gebruikte Erectus kleurstoffen, wat niet alleen wijst op kennis van de natuur,

maar ook op gevoel voor schoonheid.

Tussen mannen en vrouwen bestond een arbeidsverdeling, al was deze niet

strikt. De vrouwen zorgden voor de kinderen, verzamelden voedsel en

brandhout, hielden het vuur gaande en bereidden het voedsel, maar bij al deze

taken hielpen de mannen mee. De jacht op groot wild was echter mannenwerk.

Het verschil in spierkracht, de zwangerschappen en de zorg voor de zuigelingen

maakt deze arbeidsverdeling noodzakelijk. Bij hedendaagse verzamelaars en

jagers maakt het voedsel dat de vrouwen verzamelen ongeveer twee derde van

het totale dieet uit. De vrouwen waren voor hun eten dus niet afhankelijk van de

mannen, eerder het omgekeerde, maar de jacht bracht behalve vlees ook andere

bruikbare zaken op, zoals huiden, hoorn, pezen en botten. Het looien van huiden

was meestal mannenwerk.

In Europa was Erectus omstreeks 125 djg uitgegroeid tot de Neandertaler, zo

genoemd naar de eerste vindplaats, het Neanderdal bij Düsseldorf in Duitsland.

Men heeft lang gedacht dat deze soort onze voorouder was, maar dat blijkt niet

het geval. Ze hebben wel een aantal belangrijke kenmerken met ons gemeen en

uit DNA-onderzoek blijkt dat er seksueel verkeer was tussen hen en ons soort

mensen. De vindplaatsen worden nu talrijker, wellicht zocht men tijdens de ijstijd

vaker beschutting in grotten. Het kan echter ook wijzen op een toename in de

bevolking, want het verblijf in grotten neemt nog toe tijdens het Göttweiger

Interstadiaal, toen het klimaat ongeveer even warm was als nu.

De cultuur van de Neandertalers, Moustérien genaamd, kenmerkt zich door een

veel fijnere afslag van de stenen werktuigen. Het belangrijkste gereedschap was

de vuistbijl, een knol van vuursteen die door afslagen scherp was gemaakt, maar

Page 207: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

207

men gebruikte de afgeslagen stukken ook om andere gereedschappen van te

maken. Speerpunten en dolken werden bevestigd aan een houten handvat,

waaruit blijkt dat ze verschillende materialen combineerden. Het meeste stenen

gereedschap heeft de vorm van handspitsen en schrapers, die geschikt zijn om

dieren te villen en te ontleden, om het vet van de huiden te schrapen en ze in

stukken te snijden. Tot hun jachtbuit behoorden ook grote zoogdieren, zoals de

oude bosolifant, de Merkse neushoorn, de langharige mammoet en de wollige

neushoorn. Net als hun voorouder Erectus, kenden de Neandertalers een sociale

organisatie die samenwerking mogelijk maakte.

De Neandertalers begroeven hun doden: ze werden bijgezet nabij de woonplaats

van de levenden. Meestal liggen ze met opgetrokken knieën op hun zij. Men

groef kuilen voor hen en de graven werden gedeeltelijk met stenen beschermd.

Vaak vindt men ook rode kleurstof en soms doorboorde tanden of schelpen, die

ooit een ketting vormden, of zelfs een bloem. Ook kregen de doden voedsel mee,

waaruit blijkt dat men geloofde in een leven na de dood. 1

De Neandertalers waren kleiner dan wij, maar meer gespierd en met een even

grote herseninhoud. We kennen van deze mensen alleen het skelet, de zachte

weefsels zijn vergaan, evenals alle vergankelijke materialen die ze gebruikten.

Ze hadden dezelfde voorouders als wij en een hoge sociale organisatie, maar

omstreeks 30 djg zijn ze uitgestorven. Rond die tijd eindigde ook het Göttweiger

Interstadiaal en keerde de ijstijd terug in Europa.

In 2010 werd nog een mensensoort ontdekt, de Denisovans, genoemd naar de

Denisovagrot in het Altaigebergte in Siberië waar de resten zijn gevonden. Deze

bleken ongeveer 40.000 jaar oud. Ook deze mensen waren bijzonder vaardig. Ze

droegen sieraden en uit hun fijne naalden blijkt dat ze konden naaien en kleren

droegen. Ook zij hadden seks met ons soort mensen, hun DNA-signaal wordt

aangetroffen in Australië, Melanesië, Tibet en zo voort. De Denisovans zijn nauw

verwant aan de Neandertalers en ook zij paarden met elkaar.

Uit DNA-onderzoek blijkt dat er nog twee andere soorten mensen moeten

hebben bestaan die hun DNA-spoor achterlieten in ons soort mensen. Men noemt

hen EH 1 en EH 2, maar van hen zijn nog geen resten aangetroffen.

In april 2019 stond in Nature 2 dat er enkele botten en tanden zijn gevonden van

een onbekend soort mens. Ze noemden de nieuwe soort Homo luzonensis, naar

het eiland Luzon in de Filippijnen waar de resten zijn gevonden. De botten zijn

klein, Homo luzonensis werd waarschijnlijk niet meer dan 1 m 20 lang. In 2007

Page 208: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

208

waren op het eiland Flores in Indonesië reeds resten aangetroffen van een

andere zeer kleine soort, die Homo floresiensis of de hobbit werd genoemd.

Beide soorten leefden ongeveer 50 djg in Azië, tegelijk met de Neanderthalers en

de Denisovans, maar ook met Homo Sapiëns.

Soms worden er ook skeletten of schedels gevonden van reuzen, mensen die

minstens 2 meter lang werden. Ook zijn er honderden verlengde schedels

gevonden, o.a. in Paracas in Peru, met een herseninhoud die veel groter is dan

die van ons soort mensen. Helaas toon de reguliere wetenschap nog weinig

belangstelling voor deze vondsten, maar Homo Sapiëns (ons soort mensen) was

in elk geval niet de enige intelligente mensensoort.

8.3 De opkomst van Homo Sapiëns

Waarschijnlijk kende Homo Erectus wel reeds de spraak, maar bij Homo Sapiëns

ontstond vanaf ongeveer 100 djg de taal. Het verschil is grammatica. Met spraak

kan men alleen concrete zaken aanduiden, maar grammatica maakt het mogelijk

om verhalen in het verleden of de toekomst te plaatsen en abstracte ideeën te

verwoorden. Vanaf 100 djg verspreidde Sapiëns zich over heel Afrika en vanaf

60 djg trokken ze ook naar Azië, waar ze rond 50 djg de kust bereikten van de

Stille Oceaan. In Australië zijn menselijke resten van ruim 40 djg gevonden, die

een grote gelijkenis vertonen met de huidige aboriginals. Hoewel de zeespiegel

tijdens de ijstijden lager stond, was Australië nooit met Azië verbonden, waaruit

volgt dat men toen reeds met boten of vlotten de oceaan is overgestoken.

Rond 40 djg begon Sapiëns zich te vestigen in Europa, naast de Neandertalers.

Ze leefden 10.000 jaar lang naast elkaar en er is geen bewijs van vijandelijk-

heden, maar wel van geslachtsverkeer. De klimaatsverslechtering die volgde op

het Göttweiger Interstadiaal heeft wellicht een rol gespeeld bij het uitsterven van

de Neandertalers in Europa, want de laatste Neandertalers woonden in het

zuiden van het Iberisch schiereiland, waar ze stuitten op de barrière van de

Straat van Gibraltar. Alleen Homo Sapiëns heeft de ijstijden overleefd.

Vanaf 40 djg leefden er eveneens mensen in Oost Siberië, waar ze jaagden op de

megafauna. Van daar uit staken ze over naar Amerika, in Californië zijn minstens

30.000 jaar oude resten van hen gevonden. Hoewel Beringa tijdens de ijstijden

een landbrug vormde tussen Siberië en Alaska, stuitte iedereen die deze route

volgde op de Laurentide ijskap die Noord Amerika bedekte. Tijdens het

Göttweiger Interstadiaal liep er echter een ijsvrije corridor van Noord Alaska ten

Page 209: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

209

oosten van de Rocky Mountains naar Dakota. De eerste bewoners van Californië

kunnen deze route hebben gevolgd, maar het is ook mogelijk dat ze met boten

of vlotten via de eilanden ten zuiden van Beringa de oceaan zijn overgestoken en

toen langs de kust naar het zuiden zijn getrokken.

Sapiëns maakte zeer fijne stenen werktuigen, waarvan er vele van een zelfde

knol van vuursteen zijn afgeslagen. Men noemt dat de klingenindustrie. Ook

bewerkten ze been, hoorn en ivoor. Ze beheersten de technieken van boren en

slijpen en gebruikten deze ook voor het maken van schaalvormige lampen en

kleine beeldjes. Ook maakten ze fijne naalden met een oog, waaruit blijkt dat ze

konden naaien en kleren droegen. Met een speerslinger vergrootten ze de

reikwijdte en de trefkracht van hun werpspeer. Bij de verdeling van de buit was

het belangrijk, wie het dier als eerste had geraakt of wiens wapen de beslissende

slag toebracht. Merktekens op speerpunten van steen of ivoor kunnen hiermee

verband houden. Hun jachtbuit bestond uit bizon, oeros, mammoet, wollige

neushoorn, paard, rendier, edelhert, antilope, wild zwijn en talloze kleine dieren

zoals sneeuwhazen en marmotten, en vogels zoals zwanen, ganzen en eenden.

De visvangst was vooral gericht op zalm en soms vingen ze zeehonden. De

huiden werden gelooid en tot kleding verwerkt.

Sapiëns vervaardigde ook kunst. Zowel in grotten als op

gebruiksvoorwerpen worden versieringen aangetroffen en

de mensen droegen zelf ook sierraden. Kralen van ivoor,

tanden en fossiele schelpen werden tot kettingen geregen.

De doden werden beschilderd met rode oker, maar

waarschijnlijk beschilderden de levenden er ook zichzelf

mee. Ook dienden sommige beeldjes uitsluitend als

cultusobject. Opvallend is het grote aantal vrouwen-

figuurtjes, de Venusbeeldjes, waarop de geslachtsdelen

soms overdreven groot worden afgebeeld. 3 De religie lijkt

gericht op de moeder, de Grote Godin. De vrouwen

vormden waarschijnlijk de kern van de sociale organisatie,

zodat we in plaats van Homo Sapiëns beter kunnen

spreken van Femina Sapiëns.

Deze mensen waren nog nomaden, maar ze woonden in hutten, of in tenten die

leken op de Indiaanse wigwam. Uit hun beeldjes blijkt dat ze kleren droegen,

afhankelijk van het klimaat. Enkele mensenfiguurtjes uit Siberië dragen kennelijk

Page 210: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

210

bontkleding met kappen en broeken. Soms hebben ze ook fraaie en ingewikkelde

kapsels. Hoewel daar geen rechtstreeks bewijs van is, mogen we aannemen dat

ze talloze bruikbare en fraaie zaken vervaardigden van hout, riet, huiden, veren

en andere vergankelijke materialen.

Ook de eerste grotschilderingen ontstonden in deze periode. Deze kunst begint

met wat ingegrifte lijnen die heel trefzeker zijn. Er zijn ook handafdrukken bij, of

de omtrek van handen. De meeste van deze beschilderde grotten zijn

aangetroffen in Zuid Frankrijk en Noord Spanje. De oudste, bij Chauvet in Zuid

Frankrijk, is gedateerd op 32 djg. Van later datum zijn de jachttaferelen met

prachtige voorstellingen van herten, bizons en ander wild. In deze grotten werd

niet gewoond, het waren cultusplaatsen, de voorlopers van onze tempels, kerken

en moskeeën. Sommige bleven duizenden jaren in gebruik, waarbij ze eventueel

keer op keer werden overgeschilderd. Deze voorhistorische kunst werd ook na de

ijstijd nog duizenden jaren lang beoefend door jagers en verzamelaars. 4

8.4 Verwantschap en de seksuele orde

De mensapen, onze nog bestaande “achterneven”, hebben ongeveer dezelfde

levenswijze, maar een totaal verschillend sociaal gedrag. Bij de gorilla’s trekt een

dominant mannetje op met een aantal vrouwtjes en hun jongen. De groep is

klein en wordt beschermd door het reusachtige mannetje. Bij de chimpansees is

de groep veel groter en het meest dominante mannetje probeert de baas te

spelen over alle anderen. Hij wil ook voorkomen dat de vrouwtjes seks hebben

met andere mannetjes, maar de vrouwtjes doen meestal waar ze zin in hebben.

De bonobo’s daarentegen leggen seksuele relaties met al hun groepsgenoten. De

relaties tussen de vrouwtjes zijn daar zo hecht, dat ze de mannetjes kunnen

domineren. Kennelijk bestaat er bij de bonobo’s ook een begin van een taboe op

incest, want hoewel alle leden van de groep voortdurend seks met elkaar

hebben, wordt seks tussen een moeder en haar zoon vermeden.

Naast het vuur en de taal is het taboe op incest een van de verworvenheden van

de mensheid. Dit taboe bestaat wereldwijd, ook bij natuurvolkeren. Men zoekt

een partner buiten de eigen verwantschapsgroep. Homo Habilis kende dit taboe

wellicht nog niet, want deze trok rond in groepjes van hoogstens 20 individuen.

Tussen deze groepjes was geen samenwerking, geen sociale organisatie. Maar

Habilis was wel reislustig. Vanaf 2 miljoen jaar geleden verspreidden zij zich over

heel Afrika en er zijn sporen van hen gevonden in Zuid-Europa. Uiteraard heeft

Page 211: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

211

die reis vele generaties geduurd en de kans dat men onderweg een andere groep

Habilis tegenkwam, werd kleiner naarmate men verder trok.

Als seksuele partners steeds uit die zelfde kleine groep afkomstig zijn, dan leidt

de nauwe verwantschap tot inteelt, waardoor de groep verzwakt. Dat inteelt de

oorzaak kan zijn van degeneratie in de volgende, of zelfs de derde generatie, is

een ontdekking die logisch vooraf gaat aan het taboe op incest. De volgende stap

is het antwoord op de vraag wat men daartegen kan doen. De vroegste mensen

die het taboe op incest instelden, zullen in elk geval hebben beseft dat kinderen

worden verwekt door de man!

Waarschijnlijk ontstond het taboe reeds bij Erectus, onze rechtop lopende

voorouder die het vuur beheerste. Ook Erectus was reislustig, zoals blijkt uit de

Javamens en de Pekingmens, maar Erectus jaagde ook op de megafauna. Dat

vereist samenwerking van een grotere groep mannen. De uitgestorven nazaten

van Erectus, de Neandertalers en Denisovans, zullen het taboe eveneens hebben

gekend. Ook zij hadden een sociale organisatie die het jagen op de megafauna

mogelijk maakte en ook zij begroeven hun doden met piëteit.

Hoewel we niet beschikken over directe bronnen om te weten welke seksuele

orde er ooit bestond, is wel bekend hoe jagers en verzamelaars in het vrij

recente verleden met elkaar optrokken. Een belangrijke studie op dit gebied

werd in de 19e eeuw verricht door Lewis Morgan. Hij vroeg missionarissen en

zendelingen om gegevens te verzamelen over de seksuele orde van de volkeren

die ze aan het bekeren waren tot de Naam van de Vader. Hoewel we bij Morgan

stuiten op de onvermijdelijke mannelijke bias, bleek de verwantschap bij deze

volkeren uitsluitend via de moeder te gaan. Een man mocht niet verwant zijn aan

zijn vrouw, maar hij was evenmin verwant aan zijn kinderen.

Helaas beschrijft Morgan dit systeem vanuit de positie van de man, wat zijn

verhaal nodeloos ingewikkeld maakt. Om het te begrijpen, kunnen we het beste

redeneren vanuit de vrouwen, die de spil van deze organisatie vormden.

Misschien is er ooit ongeveer het volgende gebeurd: Twee groepen mensen

kwamen samen en de vrouwen bespraken het probleem van de degeneratie van

de volgende generatie. Ze spraken af dat de kinderen uit de ene groep alleen

mochten vrijen met iemand uit de andere groep, niet met elkaar. Morgan noemt

deze twee groepen gentes (enkelvoud: gens). Deze maatregel is echter niet

voldoende, omdat een meisje dan nog kinderen kan krijgen van haar vader, die

behoort tot de andere gens. De belangrijkste stap was dat de gentes zich

Page 212: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

212

splitsten in totems. De moeders vormden de ene totem, hun kinderen de andere

totem. Ieder kind is lid van de gens van de moeder, maar van de totem van de

moeder van de moeder.

Van het taboe op seks tussen moeder en zoon lijkt zelfs een bonobo op de

hoogte. Taboe betekent zowel verboden als heilig, het taboe op incest had twee

kanten. Alle kinderen uit een totem werden beschouwd als broers en zusters.

Een seksuele relatie tussen hen is verboden, maar ze zijn zowel elkaar als hun

moeders liefdevolle zorg verschuldigd.

De andere gens kende ook twee totems en slechts uit één van deze totems, de

huwelijkstotem, mocht een man een partner kiezen. De andere totem was de

moeder van zijn huwelijkstotem, de “schoonmoeder”, en deze werd door iedere

man gemeden. Dit systeem bestond in de 19e eeuw nog bij de Aborigines van

Australië, maar bij voorbeeld ook bij de San in de Kalahari woestijn. We mogen

vermoeden dat dit systeem al heel oud is. 5

Binnen deze verwantschapsorde was incest tot in de derde graad uitgesloten en

ook in de vierde graad (neef en nicht) waren de meeste relaties verboden. De

kinderen van twee zusters werden beschouwd als broers en zusters, ze

behoorden tot dezelfde totem. Voor de kinderen van broers gold meestal het

zelfde, want zij trouwden met vrouwen uit dezelfde totem. Alleen de kinderen

van een broer en zuster waren voor elkaar niet taboe. Deze neef en nicht

behoorden zelfs tot elkaars huwelijkstotem. Later, toen het erfrecht een rol ging

spelen, werd dit huwelijk favoriet. Neef en nicht vrijt licht, zegt men nog wel

eens, maar een Aboriginal zag hier geen verwantschap in.

Dit systeem sloot niet alleen vrijwel alle inteelt uit, maar het leidde ook tot een

solidariteit waarop iedere lid van de totem zich kon beroepen. Het taboe bracht

de seksuele drift op een hoger plan! Er ontstond een verwantschapssysteem

waarin iedereen een plaats had. Boven iedere totem stond de totem van de

moeder, de mannen uit deze totem hadden het gezag over de totem van de

dochters. Deze ooms zorgden voor de opvoeding van de jongens zodra deze in

de puberteit kwamen. De meisjes bleven bij hun moeder, of ze gingen naar hun

oma van moederskant, die in het totemsysteem hun zuster was.

Ook de zorg voor de ouderen was goed geregeld. De grootmoeder was de zuster

van de kinderen van haar dochter, deze relatie tussen oma en kleinkind was

gelijkwaardig en zorgzaam. Ook behoorde ieder kind tot de totem van de vader

van zijn vader! Dit kan men zelf nagaan door een stamboom te trekken. Deze

Page 213: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

213

grootvader van vaders kant was een broer van de kinderen van zijn zoon, zonder

dat het vaderschap daar ook maar enige rol in speelde! Ook tussen hen golden

gelijkwaardigheid, liefde en zorg. Deze grootvader was echter ook de oom van de

ooms van de kinderen van zijn zoons. Deze oudere “broer” kon de ooms berispen

als zijn kleinkinderen hem daarom vroegen.

Om de totems hun identiteit te geven, was iedere totem symbolisch verwant aan

een dier. Dit totemdier mocht door de totemleden alleen worden gedood en

gegeten op het jaarlijkse totemfeest, waarin de mannen hun totemverwantschap

herdachten. Deze totemverwantschap lag ten grondslag aan de maatschappelijke

organisatie en het vaderschap speelde daarin geen enkele rol. Dat wil echter niet

zeggen dat kinderen hun eigen vader niet kenden. Deze man, die sliep met hun

moeder, was een belangrijke volwassene, de eerste leraar en beste vriend van

het kind. Hij was echter geen verwant, net zo min als een aardige buurman nu

een verwant is. Hij had geen ouderlijk gezag over het kind, want dat gezag lag

bij de moeder, haar broers en haar ooms, de broers van haar moeder.

Dit is de essentie van het moederrecht, het matriarchaat. Het gaat niet over

macht, maar over verwantschap. Er bestonden in de verwantschap nog talloze

gradaties, zonder dat dit de grondslag aantastte. Men noemde elkaar vaak ook

niet bij de naam, maar men benoemde de verwantschap: zuster, tante, oma,

dochter van tante, en zo voort. Deze sociale orde maakte ook dat de mannen

onderling konden samenwerken. Hun relatie met een vrouw uit een andere totem

schiep een band, het maakte mannen tot zwagers. Uit deze verwantschapsorde

is later het vaderrecht ontstaan dat in de Bijbel zo’n grote rol speelt.

8.5 Het Stenen Tijdperk

Alle mensensoorten, te beginnen met Australopithecus, maakten werktuigen uit

vuursteen. Daarom noemt men deze voorgeschiedenis het Stenen Tijdperk. Dit

wordt onderverdeeld in het Paleolithicum (Oude Steentijd), het Mesolithicum

(Midden Steentijd) en het Neolithicum (Jonge Steentijd). Deze tijdperken zijn

echter zeer verschillend van lengte. Het Paleolithicum begint ongeveer 3 Mjg met

de Australopithecus en het duurt ongeveer tot het begin van het Bølling-Allerød.

Deze lange periode wordt ook weer onderverdeeld in Oud, Midden en Jong, maar

ook deze tijdperken verschillen van lengte. Het Oud Paleolithicum is de tijd van

de voorlopers van de mens, tot ongeveer 100 djg. Het Midden Paleolithicum is de

tijd van de Neandertalers, van 125 tot 30 djg. Het Jong Paleolithicum is de tijd

Page 214: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

214

van Homo Sapiëns, vanaf 100 djg. Die periode kent een ruime overlapping met

die van de Neandertalers. Het Jong Paleolithicum wordt in Europa ook weer

ingedeeld in perioden, waarin Homo Sapiëns een duidelijke ontwikkeling

doormaakte. Tijdens het Aurignaciën (38-29 djg) verbeterde het bewerken van

vuursteen en botten. Ook werden er eenvoudige figuren aangebracht op rotsen,

stenen en gebruiksvoorwerpen. In de tijd valt deze ontwikkeling ongeveer samen

met het Göttweiger Interstadiaal. Uit het Gravettiën (29-22 djg) stammen de

meeste Venusbeeldjes en de eerste schilderingen op rotswanden. Tijdens het

Solutreen (22-17 djg) verfijnde men de kunst van het bewerken van vuursteen

en werden er afbeeldingen in reliëf op de rotswanden aangebracht. Dit was de

koudste periode uit de ijstijd. Tijdens het Magdaleniën (17-12 djg) ontstonden de

mooiste rotstekeningen en dit valt ongeveer samen met het Bølling-Allerød. Het

Aziliën (12-10 djg) valt samen met het einde van de laatste ijstijd. Het

betekende tevens het einde van deze uiterst kunstzinnige periode in de

prehistorie van Europa.

Het Mesolithicum (Midden Steentijd) begint met het einde van de ijstijd en

eindigt als de mensen landbouw en veeteelt gaan bedrijven. Het kenmerkt zich

door werktuigen waarbij veel kleine scherpe stukjes steen, microlieten genaamd,

in een stuk gereedschap werden verwerkt. Er ontstonden harpoenen, sikkels en

zagen. Uiteraard maakten deze mensen ook zaken van vergankelijke materialen.

Deze ontwikkeling vond niet overal op hetzelfde tijdstip plaats, zodat de term

Mesoliticum niet zozeer wijst op een jaartal, als wel op een levenswijze.

Emmanuel Anati vertelt in zijn boek: Palestine before the Hebrews over deze tijd

in Palestina: “Toen het Mesolithicum begon, was de mens in staat om eilanden te

bevaren die ver van de kust lagen. Het tijdperk van de zeevaart was begonnen.

Sterke touwen stelden mensen ook in staat om rotsen te beklimmen, manden te

vlechten en netten te strikken. Pijl en boog bestonden reeds, strikken en vallen

werden gezet, visfuiken ook. De groeiende betekenis van de visvangst leidde tot

woonplaatsen rond meren, moerassen, rivieren en langs de zeekust. In Palestina

begon men dieren te temmen.” 6

Het Neolithicum is de volgende fase. Het kenmerkt zich bij voorbeeld door grote

geslepen bijlen en kleine bijltjes die dwars op de steel staan, door pijlpunten die

aan twee kanten bewerkt zijn en door het domesticeren van dieren. Ook is er

een begin van akkerbouw. Het Stenen Tijdperk eindigt zodra men metalen gaat

smeden, maar ook het tijdstip waarop men dat doet, kan van plaats tot plaats

Page 215: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

215

uiteenlopen. Zodra de mensen koper beginnen te smeden, spreekt men van de

Kopertijd (het Chalcolithicum), die vaak spoedig wordt gevolgd door de Bronstijd

(brons = koper met wat tin) en pas vele eeuwen later door de IJzertijd. Deze

indeling is al helemaal niet aan jaartallen gebonden. Tot in de 20e eeuw zijn er

volkeren aangetroffen die het gebruik van metalen niet kenden. Inmiddels is het

Stenen Tijdperk wereldwijd ten einde, maar niet wegens gebrek aan stenen.

Uit deze gegevens blijkt dat Homo Sapiëns rond het einde van de ijstijd een hoge

ontwikkeling had bereikt. De menselijke samenleving verschilde wezenlijk van de

dieren, niet alleen omdat mensen werktuigen gebruikten, het vuur beheersten,

kleren droegen, hun eigen onderkomen bouwden en comfortabel inrichtten, hun

doden begroeven en zo voort, maar vooral omdat mensen beschikten over een

taal waarin ze hun ervaringen en hun geschiedenis van generatie op generatie

konden doorgeven.

We weten nu dat de laatste ijstijd eindigde in drie fasen. Omstreeks 14,68 djg

vond een snelle opwarming plaats, waarbij het ijs smolt en de zeespiegel steeg.

Er volgde een warme tijd, het Bølling-Allerød. In het Midden-Oosten ontstond

een sedentaire cultuur, die door archeologen is onderzocht. In hun jaartelling

spreken zij meestal niet van djg, maar van v.Chr.: het Bølling-Allerød duurde van

14,68 tot 12,8 djg of van 12.680 tot 10.836 v.Chr., bijna 2000 jaar lang. Toen

kwam het Younger Dryas Event, er sloegen meteorieten in, de megafauna in

Siberië en Amerika stierf uit en het werd opeens veel kouder. Het Younger Dryas

duurde van 12,8 tot 11,7 djg of van 10.836 tot ongeveer 9.700 v.Chr. De

temperatuur steeg daarna weer zeer plotseling, waarbij de ijskappen razendsnel

smolten en ook de zeespiegel soms zeer plotseling steeg.

Deze veranderingen vonden we tot voor kort nauwelijks terug in boeken over de

prehistorie. Fischer Weltgeschichte zegt nog: “Zonder duidelijke breuk volgde

omstreeks 11 tot 10 djg op het Jong Paleolithicum het Epi Paleolithicum.” En: “In

Rusland was er tussen Jong Paleolithicum en Mesolithicum geen diepgaande

verandering. De ononderbroken ontwikkeling is in de Oekraïne bijzonder goed te

volgen. In het gebied ten noordwesten van de Zwarte Zee duurde het Jong

Paleolithicum nog tot in de Mesolithische Tijd.” 7

Toch was men het daarover niet eens. Anati zegt: “Het hoogtepunt in kunst en

cultuur van het Jong Paleoliticum werd in Europa gevolgd door een van de meest

duistere tijdperken in de geschiedenis en de prehistorie, het Mesolithicum, dat

veelal een gedegenereerde en verarmde cultuur had. In het Midden-Oosten is

Page 216: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

216

echter niets gevonden dat opweegt tegen de rijkdom aan expressie en

creativiteit van het Mesolithicum. Voor het eerst kwamen er sikkelbladen,

punthamers en andere gereedschappen die typerend zijn voor de landbouw in

opkomst. Ook kwam er een beenindustrie en er ontstonden slijpstenen, vijzels en

stampers.” 8

Als uit klimaatonderzoek niet was gebleken dat de ijstijd met abrupte sprongen

eindigde, dan zouden we denken dat er niets gebeurd was. In feite werd het

plotseling warmer en een kleine 2000 jaar later werd het opeens weer kouder,

wat gepaard ging met een bewezen kosmische ramp. Ruim 1000 jaar later werd

het plotseling weer warmer, waarna het klimaat stabieler werd. Dat deze

veranderingen onopgemerkt aan de mensheid voorbij gingen, lijkt onwaar-

schijnlijk. In hun mondelinge overleveringen of “mythen” is wel degelijk een

herinnering aan deze gebeurtenissen bewaard gebleven.

8.6 De ondergang van Atlantis

In de dialoog Timaeus van Plato staat een verhaal dat afkomstig zou zijn van

Solon, een dichter en wijsgeer die omstreeks 600 v.Chr. heerste over Athene.

Het verhaal is welbekend, het gaat over de ondergang van Atlantis. Het wordt

verteld door Kritias, een leerling van Socrates:

“Socrates, luister naar een verhaal dat weliswaar vreemd klinkt, maar dat toch

volkomen waar is, want Solon, de wijste der Zeven Wijzen, heeft het ooit

verteld. Solon was een verwant en een goede vriend van mijn overgrootvader

Dropides. Hij vertelde het aan onze grootvader Kritias en die vertelde het aan

ons. Het gaat over grootse daden van onze stad in vroegere tijden. Het is in

vergetelheid geraakt door de tijd en omdat de mensen sterven.

In de delta van Egypte ligt een streek, Saïtië. De grootste stad van die streek

heet Saïs, waar koning Amasis vandaan komt. Solon vertelde dat hij daar op zijn

reizen zeer geëerd werd. Toen hij de priesters vragen stelde over hun vroegste

geschiedenis, kwam hij tot de ontdekking dat hij er zelf maar heel weinig vanaf

wist. Hij begon hen te vertellen over de oudste gebeurtenissen bij ons: over

Foroneus, die naar men zegt de eerste mens was, en over Niobe. Hij vervolgde

met het verhaal hoe Deukalion en Pyrrha de Zondvloed hadden overleefd en hij

somde hun afstammelingen op; door de jaren te tellen probeerde hij het

tijdsverloop te berekenen. Een van de priesters, een zeer oude man, had daarop

gezegd: 'Solon, Solon, jullie Grieken zijn altijd als kinderen: een oude Griek is er

Page 217: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

217

niet.' Solon vroeg: 'Hoe bedoelt u?' De priester antwoordde: 'Jullie zijn allemaal

jong van ziel, want jullie bezitten geen enkel geloof dat van oudsher door de

traditie is overgeleverd, noch enige andere kennis van grote ouderdom. De

oorzaak is deze: de mensheid werd in de loop der tijden op vele manieren

verdelgd en zo zal het blijven. De grootste verwoestingen zijn door vuur en door

water, maar er zijn ook talloze andere oorzaken.

U kent toch het verhaal, dat zowel in uw land als in het mijne wordt verteld, hoe

Phaëthon, de zoon van Helios, ooit de strijdwagen van zijn vader heeft

ingespannen. Omdat hij niet in staat was om die te mennen langs de weg die zijn

vader nam, heeft hij alles verbrand wat op aarde bestond en zelf is hij

omgekomen door een bliksemschicht. Dat verhaal wordt altijd verteld alsof het

een mythe is. Maar de ware toedracht is deze: er doen zich veranderingen voor

in de richting van de hemellichamen die rond de aarde draaien. Dat gebeurt

met grote tussenpozen en dan wordt alles op aarde verwoest door een laaiend

vuur. Van de mensen die in de bergen wonen of in hoge en droge streken

verblijven, komen er dan meer om dan van degenen die bij een rivier of de zee

wonen. In ons land is ook bij een dergelijke ramp de Nijl onze redding, omdat

deze dan hoog stijgt. Als de goden daarentegen de aarde zuiveren door een

watervloed, dan worden de herders in de bergen gered, maar in de steden van

uw land worden de mensen door de stromen in zee gespoeld. In ons land spoelt

het water echter nooit uit de hemel over onze velden, omdat het van nature de

neiging heeft om op te wellen uit de grond. Daarom zijn hier uit het vroegste

verleden dingen bewaard gebleven. Als ooit ergens iets gebeurde wat volgens

ons belangrijk was, dan werd dat opgeschreven en bewaard in de tempels. Uw

volk en andere volkeren moesten iedere keer opnieuw het schrift uitvinden en al

het andere wat beschaafde staten nodig hebben. Maar na het gebruikelijke

aantal jaren spoelde de hemelse stortvloed opnieuw als een plaag over uw volk.

Bij u overleefden dan slechts de ongeletterde en onontwikkelde mensen, zodat

jullie weer als kinderen werden, zonder kennis van de geschiedenis van uw eigen

land. Om te beginnen herinnert u zich maar een zondvloed, terwijl er al zoveel

zijn geweest. En ook weet u niet dat de hele gemeenschap waarin u nu woont,

afstamt van het weinige zaad dat toen nog over was. U weet dat niet, omdat de

overlevenden vele generaties lang niets op schrift konden stellen. Maar ooit,

Solon, voor de grootste zondvloed, muntte de stad die nu Athene heet uit in

oorlog voeren.

Page 218: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

218

Het bestaan van onze staatsinrichting wordt in de heilige geschriften vermeld

sinds 8.000 jaar. Over de burgers die 9.000 jaar geleden leefden, zal ik u in

het kort iets vertellen. Om een indruk te krijgen van hun wetten, moet u naar de

onze kijken. Want hier kunt u nog vele overeenkomsten vinden met de wetten

die toen al bestonden. Uw staat werd gesticht door de godin en ze richtte deze in

volgens de orde en het systeem van de hele schepping. Zij koos de plaats uit

waar u geboren werd. Zo leefde uw volk, bestuurd door goede wetten.

Veel opmerkelijke feiten zijn over uw stad opgeschreven, maar een feit is wel

bijzonder roemrijk en heldhaftig. Onze kronieken vertellen, dat uw land ooit een

grote krijgsmacht tot staan bracht, afkomstig van ver weg in de Atlantische

oceaan, die onbeschaamd optrok tegen heel Europa en Azië. De oceaan was in

die tijd bevaarbaar. Voorbij de engte die de Grieken de Zuilen van Herakles

noemen, lag een eiland dat groter was dan Lybië en Azië samen. Reizigers

konden van daar naar andere eilanden oversteken en zo naar heel het

tegenoverliggende continent dat die oceaan omsloot.

Op dat eiland, Atlantis, bestond een machtig verbond van koningen die heersten

over het hele eiland en nog meer eilanden en delen van het vasteland. Aan deze

kant van de zee-engte heersten zij bovendien over Lybië tot aan Egypte en over

Europa tot aan Tyrrhenië (in Italië). Op een bepaald moment maakte hun leger

zich op om uw en ons gebied in een klap te onderwerpen. Het was uw stad,

Solon, die de binnendringers toen heeft verslagen. Maar in latere tijden vonden

er hevige aardbevingen en overstromingen plaats en in een enkele rampzalige

dag en nacht werd jullie hele strijdmacht door de aarde verzwolgen. En Atlantis

is verdwenen in de diepte van de zee.” 9

Volgens een oude Egyptische priester ligt er een continent aan de overkant van

de Atlantische Oceaan, maar hoe wist hij dat? Omstreeks 600 v.Chr. waren de

Egyptenaren beslist niet in staat om heen en weer naar Amerika te varen.

Voorbij Gibraltar, de Zuilen van Herakles, achtte die priester de oceaan dan ook

onbevaarbaar, maar volgens hem waren er ooit eilanden en kon men de oceaan

oversteken naar het tegenoverliggende continent.

Tijdens het Younger Dryas werd de Warme Golfstroom geblokkeerd door het

smeltwater. De dominante zeestroom boog rond de 45e breedtegraad daarom

niet af naar het Noorden, zoals nu, maar hij liep langs de noordkust van Zuid

Amerika naar de Caraïbische zee en dan over de Azoren naar Spanje. Van daar

liep hij terug naar het zuiden, langs West Afrika via de Kanarische Eilanden naar

Page 219: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

219

de Kaap Verdische eilanden en dan terug naar de Caraïbische Zee. Een rondje

Atlantische Oceaan kon men toen ongeveer doen op een houtvlot!

Er gebeurde een ramp, zegt Plato, met aardbevingen en overstromingen, waarbij

het Griekse leger door de aarde werd verzwolgen en Atlantis werd overspoeld

door de zee. Volgens een Egyptische priester die leefde omstreeks 600 v.Chr.

was dat 9.000 jaar geleden, dus omstreeks 9.600 v.Chr. of 11,6 djg. De CLIMAP

koolstofdatum voor het einde van het Younger Dryas is 11.710 ± 200 jaar en de

datum van R.B. Alley et al. is 11.500 ± 200 jaar. De datum die Plato noemt, valt

binnen die marge! Zolang de geleerden er nog over twisten, zullen we de datum

van Plato aanhouden: 11.600 jaar geleden of 9.600 v.Chr. eindigde de laatste

ijstijd. Volgens die Egyptische priester ging het om een plotselinge gebeurtenis

die gepaard ging met hevige aardbevingen.

Ver weg in die oceaan lag een machtig eiland dat is verdwenen in de diepte van

de zee. Men denkt dan misschien aan de Azoren, midden in de oceaan, maar

deze vulkanische eilanden hebben zulke steile kusten, dat ze ook tijdens de

ijstijd niet veel groter waren. Kennelijk lag Atlantis in de Caribische Zee, waar de

eilanden tijdens de ijstijd veel groter waren. Daar liggen ook breuklijnen tussen

tektonische schollen, zodat aardbevingen er ook nu nog vaak voorkomen.

Zouden de polen zich werkelijk hebben verplaatst, zoals Hapgood meende, dan

lag dit gebied ook nog op de meridiaan van de maximale verplaatsing. Het

verplaatste zich dan in de richting van de evenaar, waardoor de aardkorst wordt

opgerekt en de aardbodem daalt, maar het kwam niet op de evenaar terecht.

Het gebied ligt nu rond de keerkring.

De Egyptische priester zei: “Er doen zich veranderingen voor in de richting van

de hemellichamen die rond de aarde draaien. Dan wordt alles op aarde verwoest

door een laaiend vuur.” Als de aardas zich verplaatst, dan verandert vanaf de

aarde gezien de richting der hemellichamen. Zou de mythe van Atlantisch een

verzinsel zijn, dan berusten de juiste datum, de bevaarbaarheid van de oceaan

en andere overeenkomsten met de werkelijkheid op een merkwaardig toeval.

8.7 De ondergang van het moederland Mu

Een ander verhaal over een beschaving die werd verwoest, waarna het land in

zee verzonk, stamt uit de 19e eeuw en is afkomstig van de Engelsman James

Churchward. In: The lost continent of Mu vertelt hij eerst dat hij enige jaren in

India studeerde aan een tempelschool, als leerling van een hogepriester. Deze

Page 220: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

220

leerde hem oude inscripties lezen, waarvan de oorsprong zou liggen in Mu, het

Moederland van de mens, dat was verzonken in de Stille Zuidzee. Sindsdien

bezocht Churchward talloze archeologische vindplaatsen in en rond de Pacific en

in Zuid Amerika. Zijn boek, dat pas in 1926 zou verschijnen, werd door vrijwel

niemand serieus genomen.

Churchward begint met die oude inscripties waaruit zou blijken dat er in Mu een

hoge beschaving bestond, die 50.000 jaar geleden begon en die zich vanuit een

centrum in de Stille Zuidzee over vrijwel de hele wereld had verspreid. Van

Homo Erectus is bekend dat hij op Java woonde. Op Borneo zijn geen sporen van

deze mens aangetroffen, maar wel van Homo Sapiëns. In een grot bij Niah, op

de noordwestkust van Borneo, werd een ononderbroken opeenvolging van

menselijke resten gevonden, waarvan de oudste 50.000 jaar oud zijn. 10 Daaruit

blijkt dat Homo Sapiëns inderdaad sinds 50.000 jaar geleden in Zuidoost Azië

woonde, maar dat kon Churchward niet weten.

Churchward vertelt: “Toen dit machtige land op zijn hoogtepunt was als centrum

van wereldbeschaving, wetenschappen, handel en nijverheid, met grote stenen

tempels en reusachtige monolieten, kreeg het een gruwelijke schok; een

vreselijke bezoeking overviel het. Gerommel uit het binnenste der aarde, gevolgd

door aardbevingen en vulkanische uitbarstingen, schudden zijn zuidelijke streken

door elkaar. Langs de zuidelijke kust rolden cataclysmische golven van de oceaan

het land binnen, waardoor vele fraaie steden verzonken en vernietigd werden. De

vulkanen braakten vuur, rook en lava uit. Omdat het land vlak was, kon de lava

niet wegvloeien. Nadat de vulkanische werkingen tot stilstand waren gekomen,

overwonnen de mensen van het land Mu langzamerhand hun angst. De

verwoeste steden werden herbouwd en handel en nijverheid werden hervat.

Verscheidene generaties na deze bezoeking en toen het fenomeen al verleden

tijd was geworden, werd Mu nogmaals het slachtoffer van aardbevingen. 'Het

gehele werelddeel deinde en rolde als de golven van de oceaan. Het land trilde

en schudde als de bladeren van een boom in de storm. Tempels en paleizen

stortten krakend ineen en monumenten en standbeelden werden omver-

geworpen. De steden waren ruïnehopen.' Terwijl het land op en neer deinde,

trilde en schudde, braken ondergrondse branden met bulderende vlammen tot

drie mijlen middellijn naar buiten, door de wolken heen brekend. Daar mengden

zij zich met het onweer en de bliksem in de hemel. Een dikke zwarte rooksluier

hing over het land. Geweldige cataclysmische golven rolden over de stranden het

Page 221: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

221

land binnen en breidden zich over de vlakten uit. Steden verzonken en alles wat

leefde werd verdronken door de huizenhoge golven. De mensen zochten hun

toevlucht in hun tempels en citadels, om er weer door vuur en rook uit verjaagd

te worden. De vrouwen en mannen in schitterende gewaden en kostbare stenen

schreeuwden: 'Mu, red ons!'

Toen de ondergaande zon zich aan de horizon vertoonde onder het lijkkleed van

rook dat over het gehele land lag, leek hij een bol van vuur, die er rood en

dreigend uitzag. Toen hij achter de horizon was ondergegaan, heerste er een

diepe duisternis, alleen onderbroken door bliksemschichten. Gedurende de nacht

werd Mu uiteen gerukt en in stukken gescheurd. Het ten ondergang gedoemde

land verzonk met donderend gebulder. Omlaag, omlaag ging het in de muil van

de hel – 'een poel van vuur'. Toen het vernietigde land in die grote afgrond van

vuur viel, schoten vlammen er omheen omhoog en omsloten het. Het vuur eiste

zijn slachtoffers. 'Mu en haar 64 miljoen mensen waren ten offer gevallen.'

Terwijl Mu in de vuurkolk verzonk, eiste weer een andere kracht haar op – vijftig

miljoen vierkante mijlen water. Van alle zijden kwamen geweldige golven

aanrollen. Zij ontmoetten elkaar, waar eens het centrum van het land was

geweest.” 11

Tijdens de ijstijd lagen ook de kustvlaktes rond de Stille Oceaan droog. Nieuw

Guinea was verbonden met Australië, Indonesië was via Maleisië verbonden met

het Aziatische continent, en ook de Oost-Chinese Zee lag droog. Volgens

Churchward lag Mu in een vrij vlak heuvelland. Als de zeespiegel 100 meter

stijgt, dan worden de kustvlaktes overspoeld, maar dat is niet voldoende om dit

verhaal te verklaren. Het begint met aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.

Als de Noordpool in de Hudson Baai lag, dan lag Indonesië 30° ten zuiden van de

evenaar. Java en Maleisië liggen rond 95° OL, de meridiaan van maximale

verplaatsing. Java zou dan naar het noorden zijn verplaatst, waardoor het op de

evenaar kwam te liggen. Langs de nieuwe evenaar zou de aardkorst scheuren en

dalen. Uit de scheuren zou lava stomen en terwijl het land in een vuurkolk

verzonk, zou het worden overspoeld door de oceaan.

Volgens Churchward werd het moederland Mu tot twee maal toe door een ramp

getroffen. De herinnering aan de eerste ramp lijkt op het Younger Dryas Event.

De laatste ramp zou dan gaan over het einde van het Younger Dryas, omstreeks

9.600 v.Chr. In dat geval was ook dat een kosmische ramp. Of zou ook deze

overeenkomst met de hypothese van Hapgood op toeval berusten?

Page 222: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

222

Als de beschaving in Zuidoost Azië 50.000 jaar geleden begon, dan hadden de

mensen alle tijd om een hoge beschaving te ontwikkelen. Churchward schrijft:

“Toen dit machtige land op zijn hoogtepunt was als centrum van wereld-

beschaving, wetenschappen, handel en nijverheid, met grote stenen tempels en

reusachtige monolieten...” En: “... vele fraaie steden... De verwoeste steden

werden herbouwd en handel en nijverheid werden hervat.” En: “Tempels en

paleizen stortten krakend ineen en monumenten en standbeelden werden omver-

geworpen. De steden waren ruïnehopen.” En: “De mensen zochten hun toevlucht

in hun tempels en citadels, 64 miljoen mensen...”

Dat er reeds tijdens de ijstijd een hoge beschaving bestond, wordt door veel

geleerden ontkend, maar de publicist Brien Foerster volgt het spoor van

Churchward. In filmpjes op YouTube laat hij zien dat er rond de Stille Oceaan op

talloze plaatsen bouwwerken bestaan die zo perfect geconstrueerd zijn, dat de

huidige technologie daar niet toe in staat is. Hetzelfde geldt voor de piramides in

Egypte. Het uithakken, verplaatsen en samenvoegen van de reusachtige stenen

waaruit deze bouwwerken bestaan, doet vermoeden dat ze afkomstig zijn uit een

andere beschaving. Het stenen tijdperk was waarschijnlijk allerminst primitief!

Graham Hancock ging duiken op plaatsen die tijdens de ijstijd droog lagen en nu

onder water liggen. Op de bodem van de Caraïbische Zee trof hij platte stenen

aan die lijken op een door mensen aangelegde weg, maar verder onderzoek

ontbreekt. Ten zuiden van Japan ligt het eiland Yonaguni, waar voor de kust

onder water een megalithisch bouwwerk lijkt te liggen. Volgens veel geleerden is

dat een natuurverschijnsel. In 2001 werd in de Baai van Khambhat (of Cambay),

aan de westkust van India, een stad ontdekt op een diepte van 30-40 meter.

Koolstofdatering van een stuk hout wees op een ouderdom van 9.500 jaar, maar

dat werd later weer ontkend. Wie meer wil weten, kan de reportages en lezingen

van Hancock op YouTube bekijken.

Ook de Bosnische piramides lijken door mensen te zijn aangelegd en ook hier

zou de ouderdom teruggaan tot de laatste ijstijd. Reportages daarover staan

eveneens op YouTube.

In dit verband past ook een boek van Hapgood: Maps of the ancient Sea Kings. 12

Daarin betoogt Hapgood dat oude zeekaarten, de portolanen die stammen uit de

eerste helft van de 16e eeuw, getuigen van een kennis van de geografie die

ontbrak toen deze kaarten werden vervaardigd. De projectie is anders dan de

Mercator projectie, die sinds 1569 wordt gebruikt. Gecorrigeerd voor dit verschil,

Page 223: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

223

blijken die zeekaarten vrij correct, al zijn er ook verschillen. De Waldseemüller

wereldkaart uit 1507 toont Zuidoost Azië met de kustvlakten, zoals toen de

zeespiegel 100 meter lager stond! Beroemd werd de kaart van Piri Reis uit 1513,

waarop de kust van Amerika staat, inclusief een deel van Antarctica. Op de

wereldkaart uit 1531 van de Franse wiskundige Oronce Finé, of Oronteus

Finaeus, staat zelfs heel Antarctica. Finaeus noemde dit Terra Australis. Toen

Australië in 1606 werd ontdekt, dacht men dat dit het Zuidelijke Land van

Finaeus was. Pas in 1820 werd Antarctica ontdekt, de naam Australis was toen

reeds vergeven aan Australië. Overigens zei ook Aristoteles reeds dat er een land

rond de zuidpool ligt. Hoe men dat wist, blijft een raadsel! Dat er tijdens de

ijstijd een hoge beschaving bestond, die in zeewaardige schepen de kusten van

de wereld verkende en in kaart bracht, blijft tot op heden controversieel.

Een hoge beschaving tijdens de laatste ijstijd zou een verklaring kunnen zijn

voor het fenomeen van de portolanen. Ook lijkt het mogelijk dat sommige

megalithische bouwwerken uit deze tijd stammen. Twee kosmische rampen,

waarbij het moederland Mu ten slotte uiteenscheurde en verzonk in de oceaan,

kunnen een einde hebben gemaakt aan deze beschaving. Waarschijnlijk zullen er

dan her en der wat overlevenden zijn geweest. Omdat er ooit meerdere soorten

mensen op aarde leefden, kunnen deze overlevenden zelfs van een andere soort

zijn geweest dan Homo Sapiëns.

Genesis zegt: In die dagen leefden er reuzen op aarde, doordat de zonen van

God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen. Deze “zonen

van God” waren wellicht mensen van een andere soort, groter en intelligenter

dan Sapiëns. Uiteraard is dit niet bewezen, maar zo zijn we terug bij Genesis.

Misschien biedt het Bijbelse catastrofisme wel de juiste verklaring.

In het volgende hoofdstuk wordt het boek Genesis gelegd naast de prehistorie

tijdens het Holoceen, dat volgde op het Younger Dryas. Archeologen noemen dit

de Jonge Steentijd of het Neoliticum. In het Midden Oosten zijn beschavingen

blootgelegd, waarvan sommige zelfs teruggaan tot het Bølling-Allerød. Als de

verschijningen van Jhwh niet zichtbaar zijn in het wel en wee van deze eerste

sedentaire gemeenschappen, dan was Jhwh geen komeet.

Page 224: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

224

Literatuur en eindnoten:

Anati, Emmanuel: Palestine before the Hebrews. Vertaling: H. Scheuder: Palestina voor

de Hebreeën. Bosch en Keuning N.V., Baarn 1965

Centre de Recherches en Paléoantropologie et Préhistoire: 5 Miljoen jaar menselijk

avontuur. Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling, Paleis voor Schone Kunsten,

Brussel 1990.

Churchward, James: The lost continent of Mu. Oorspr. uitg: New York: Rudge, 1926 Uitg.

Neville Spearman Ltd. London, 1959. Vertaling: Mevr. E.C.C. Mijnlieff: Het verloren

werelddeel Mu. Ankh Hermes, Deventer 1973, 2e druk 1992 ISBN 90-202-5571-1

Engels, Friedrich: Der Ursprung der Familie, des Privateigentums und des Staats. 1884.

Vertaling in het Nederlands: De oorsprong van het gezin, van de particuliere eigendom

en van de staat. Pegasus, Amsterdam. ISBN 90 6143 008 9

Fischer Weltgeschichte, band 1: Vorgeschichte. Fischer Bücherei KG, Frankfurt am Main

1966. ISBN 3 596 60001 4

Freud, Sigmund: Totem und Tabu. 1909. Vertaling in het Nederlands: Dr. W. de Sauvage

Nolting: Totem en Taboe. Wereldbibliotheek, Amsterdam-Antwerpen. ISBN 90 248 1360x

Gimbutas, Marija: The Gods and Godesses of Old Europe, 7000-3500 BC Myths, Legends

and Cult Images. Thames and Hudson, London 1974. ISBN 0 500 05014 7

Gimbutas, Marija: The civilization of the Goddess: The world of Old Europe. Harper, San

Francisco 1991. ISBN 0 06 250 368-5

Hapgood, Charles Hutchins; Maps of the Ancient Sea Kings: Evidence of Advanced

Civilization in the Ice Age; 1966; 1997 Paperback Reprint Edition, Adventures Unlimited

Press, ISBN 0-932813-42-9

Kühn, Herbert: Het ontwaken der mensheid. Prisma-boeken, Antwerpen / Utrecht 1958

Kühn, Herbert: Prehistorische kunst in Europa. Pictura-boeken, Spectrum, Utrecht /

Antwerpen 1960

Mackinnon, John: Borneo. Time-Life, Amsterdam, 1975.

Morgan, Lewis Henry: Ancient Society. New York Labour News, Palo Alto 1978

Narr, Karl J.: Urgeschichte der Kultur. Alfred Kröner Verlag, Stuttgart 1961. Vertaling:

Titia Jelgersma: Prehistorie der Beschaving. Aula-pocket, het Spectrum, Utrecht -

Antwerpen 1964.

Platoon: Timaios – Kritias. Uitgeverij de Driehoek Amsterdam – Ars Floreas 1986. ISBN

90 6303 382 2

1 Kühn 1958, p. 152-154 2 https://www.nature.com/articles/s41586-019-1067-9 3 Bron: Catalogus: 5 Miljoen jaar menselijk avontuur (en vele internetsites) 4 Kühn 1960

Page 225: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

225

5 Morgan, deel II, hoofdstuk 1 6 Anati, p. 79 e.v. 7 Fischer 1, p. 48 en 128 8 Anati, p. 72 9 Plato: Timaeus, 20D-25D 10 Mackinnon, p. 26-27 11 Churchward, p. 42-44 12 Hapgood, Charles Hutchins

Page 226: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

226

Hoofdstuk 9: Genesis en de prehistorie

9.1 De Natufiërs en de Tuin van Eden

De Bijbel begint met een scheppingsverhaal dat gezien zijn ritmische structuur

zeer geschikt is om mondeling over te leveren. We weten niet wanneer dit

verhaal is ontstaan, maar het getuigt van een zeker inzicht. Genesis zegt: Elohim

vormde de mens naar het beeld van Elohim: man en vrouw. Elohim zegende hen

en sprak: 'Je bent vruchtbaar, wordt talrijk. Vul de hele aarde en onderwerp

haar. Heers over de vissen en vogels en alle dieren die over de aarde rondlopen.

Als voedsel geef ik je alle granen, vruchten en noten. Maar aan de dieren geef ik

als voedsel het gras.' Homo Sapiëns is ontstaan in Afrika en heeft zich over de

hele aarde verspreid. Toen de ijstijd overging in het Bølling-Allerod, leefden de

meeste mensen nog als nomaden. Ze verzamelden granen, vruchten en noten,

ze jaagden op vissen, vogels en grazende dieren. Wat zich afspeelde in de

kuststreken die sindsdien zijn ondergelopen, is echter onbekend.

Tijdens de pluvialen van de ijstijd had zich rond de Jordaan een meer gevormd

dat zich uitstrekte over vrijwel heel Kanaän. Ook de Eufraat en de Tigris waren

veel breder. Omstreeks 14.680 jaar geleden werd het plotseling warmer en

droger, het meer droogde op en ook de Eufraat en de Tigris werden smaller. Er

bleef een vruchtbare laag klei achter.

Genesis zegt: In Eden, in het oosten, legde Jhwh God een tuin aan en daar

plaatste hij de mens die hij gevormd had. En: Toen vormde Jhwh God uit klei alle

dieren en vogels. En: Jhwh God plaatste de mens in de tuin van Eden, om deze

te verzorgen en te beheren.

Tijdens het Bølling-Allerød heerste er in het Midden Oosten een warm klimaat

met voldoende regen. Er ontstond een rijk biotoop waar de mensen zich

permanent konden vestigen. Er groeiden granen in overvloed, zoals eimer en

eenkoren (de voorlopers van tarwe), maar ook gerst, linzen, erwten en bonen.

Dat voedsel kan men bewaren. Archeologen zeggen dat een persoon in drie

weken tijd voldoende graan kon oogsten om een gezin een jaar lang te voeden.

Behalve grasland waren er bossen met eiken, vruchtbomen en noten. Dit rijke

biotoop trok grazers aan, zoals schapen, geiten, ezels, varkens, runderen en

gazellen. Daar kwamen roofdieren op af: honden, wolven, hyena’s, jakhalzen,

luipaarden, tijgers, lynxen, cheeta’s, leeuwen en beren. Dit duurde bijna 2000

jaar lang, van 14,68 tot 12,8 djg of van 12.680 tot 10.836 v.Chr..

Page 227: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

227

In de Vruchtbare Halve Maan ontstond een sedentaire beschaving, vernoemd

naar de eerste vindplaats: de Wadi al-Natuf, in de heuvels van Judea. De

Natufiërs maakten sikkels met een blad van kleine stukjes vuursteen, die

dienden om granen te oogsten. Het waren geen nomaden, zoals bleek uit hun

permanente hutten, hun voorraadputten en hun fraaie vijzels van basalt, die veel

te zwaar zijn om mee te dragen. Die sikkels en vijzels wijzen er op dat granen

het basisvoedsel vormden.

Men woonde in dorpen van ongeveer 50, maar soms wel 100 tot 150 mensen.

Die dorpen bestonden uit ronde hutten met een doorsnede van 3 tot 6 meter. De

hut was een gegraven kuil met een opbouw van stammen en takken, soms met

een vloer van natuursteen, en in het midden een vuurplaats. Men begroef de

doden soms onder de vloer, waardoor de hut ook een soort heiligdom werd. Er

worden ook graven buiten de huizen gevonden, soms met meerdere skeletten in

een graf. Uit de skeletten blijkt dat de mensen niet ouder werden dan 50 jaar en

ze vertoonden vaak botbreuken of sporen van andere ernstige verwondingen. De

Tuin van Eden was beslist geen paradijs. Toch was het bestaan vrij zorgeloos,

het klimaat was gunstig, de omgeving verschafte voldoende voedsel en men

beschikte over veel vrije tijd.

De dorpen bleven soms eeuwen lang bewoond, van generatie op generatie. De

Natufiërs gooiden hun voedselresten op een afvalhoop, die voor archeologen een

schat aan informatie bevat. Ze aten granen, maar ook linzen, erwten en bonen,

kruiden, wortels, bessen, vruchten en noten. Ze raapten eieren en schelpdieren,

ze zetten strikken en vallen voor klein wild, ze jaagden met steenslingers en

speren op grotere dieren. Hun buit bestond uit vogels, hazen, geiten, varkens,

runderen, ezels en heel veel gazellen. Ze vingen vis in fuiken en netten, ze

konden goed touwvlechten. Ze maakten fraaie sierraden van steen en been, en

kleine beeldjes van kalksteen. Ze temden ook een roofdier: de hond! Ze

woonden permanent in hun dorp, maar ze waren vrij mobiel. Tussen de dorpen

bestond een uitwisseling van gebruiksgoederen en ideeën, die een groot gebied

overspande. Dit was één cultuur. Langs de Eufraat, rond de vlakte van de Habur,

bestond een zelfde beschaving. Het oudste dorp is Abu Hureyra, maar men

noemt deze beschaving Mureybet, naar de eerste vindplaats, stroomopwaarts

van Hureyra. Dit dorp ontstond wat later dan Hureyra.

In 10.836 v.Chr. kwam er na bijna 2.000 jaar een einde aan dit ideale bestaan.

Het Younger Dryas begon met een kosmische ramp waardoor ook Hureyra

Page 228: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

228

aantoonbaar werd getroffen. In de Vruchtbare Halve Maan werd het klimaat

kouder en droger. Er volgde een hongersnood. Volgens de archeologen nam de

bevolking in 10 jaar tijd drastisch af en men ging weer zwerven. De dorpen en

hutten dienden daarna nog als begraafplaats, maar niet langer als woonplaats.

Genesis zegt: Die avond stak de wind op en ze hoorden de donder van Jhwh God

door de tuin gaan. Tot de man sprak Hij: 'Omdat je hebt geluisterd naar je vrouw

en hebt gegeten van de boom, zal de aarde nu vervloekt zijn. Je zult levenslang

zwoegen om te eten, er zullen doornen en distels groeien en je zult je voeden

met wat je zelf verbouwt.' Jhwh God maakte voor de mens kleren van

dierenvellen. Zo verjoeg Jhwh God hem uit de tuin van Eden, om de grond te

bewerken. Ten oosten van Eden plaatste Hij de Cherubim, met een vlammend

zwaard dat flitsend heen en weer schoot.

Kleren van dierenvellen maakt men als het kouder wordt. De kosmische ramp,

maar ook de drastische afkoeling tijdens het Younger Dryas, zou het biotoop

ernstige schade toebrengen. Doornen en distels zijn pioniersplanten, die vaak als

eersten verschijnen nadat een biotoop is verwoest. Daarna kon men niet langer

leven van de vruchten van de boom der kennis, men moest zwoegen en zich

voeden met wat men zelf verbouwde. Als Jhwh een komeet was, dan speelt dit

verhaal tijdens het Younger Dryas Event, 12,8 djg of 10.836 v.Chr.. Uit archeo-

logische vondsten blijkt dat daarna de landbouw ontstond.

9.2 Het Younger Dryas en Kaïn en Abel

Tijdens het Younger Dryas (10.800-9.600 v.Chr.) viel er rond de Jordaan vrijwel

geen regen meer. Men noemt deze periode het Laat-Natufiën. Uit pure noodzaak

gingen sommige Natufiërs nu graan verbouwen in de vochtige oases rond het

Jordaandal en het Meer van Galilea. Door steeds de grootste korrels en de meest

stevige aren te selecteren als zaaigoed, cultiveerden ze langzaam maar zeker de

wilde granen. Bewijs daarvan is gevonden in Zahrat adh-Dhra', in Jordanië vlak

bij de Dode Zee. Daar stonden langs een beek drie hutten, de gemeenschap was

klein. Uit de vondsten blijkt ook dat het leven zwaar was, de skeletten vertonen

een slijtage die wijst op zware arbeid.

Rond 10.000 v.Chr. lag er ook een oase bij Jericho, het huidige Tell el Sultan. Op

de vaste rotsgrond stonden daar ronde huizen met vloeren van aangestampte

aarde en een klein heiligdom omringd door een stenen muur. Deze mensen

bedreven al wel landbouw, maar voor vlees jaagden ze op wild en gevogelte.

Page 229: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

229

Voor de jacht op het nu schaarsere wild werd een nieuw wapen ontwikkeld: de

pijl en boog. De hond was reeds getemd, zij hielden ook honden.

Andere Laat-Natufiërs gingen wilde geiten hoeden, waarbij ze steeds de jonge

mannetjes met de grootste horens slachtten. Omdat de meest vervaarlijke

mannetjes zich niet langer voortplantten, werden de horens in de volgende

generaties steeds kleiner. Zo temden zij op den duur de hele kudde, die voor hun

verdediging afhankelijk werd van herders en hun honden. Landbouw en veeteelt

gingen toen nog niet samen. In de oasen werd landbouw bedreven en in de

heuvels leefden nomadische herders met hun geiten, en later ook schapen.

Genesis zegt: Abel werd schaaphoeder en Kaïn landbouwer. Na verloop van tijd

bracht Kaïn aan Jhwh een offer van de vruchten van de grond en Abel bracht ook

een offer, van zijn eerstgeboren lammeren. Jhwh schonk aandacht aan het offer

van Abel, maar niet aan dat van Kaïn. Toen werd Kaïn woedend, hij wierp zich op

Abel en sloeg hem dood. Jhwh sprak: 'Luister! Uit de aarde roept het bloed van

je broer om wraak! Daarom ben je nu vervloekt. Je wordt verjaagd van deze

grond, die je hebt laten drinken van het bloed van je broer. Als je deze grond

bewerkt, zal hij niets meer opbrengen.' Kaïn trok weg en ging wonen in Nod, ten

oosten van Eden.

Omstreeks 9.600 v.Chr. eindigde het Younger Dryas hoogst waarschijnlijk

eveneens met een kosmische ramp. De temperatuur steeg snel. Deze drastische

verandering van het klimaat zal weer ten koste zijn gegaan van het biotoop. In

de oases van Kaïn kan dat leiden tot misoogsten. Als er ook in de heuvels niet

voldoende vegetatie groeide, dan drongen de kudden van Abel wellicht de oases

binnen. Toen werd Kaïn woedend, hij wierp zich op Abel en sloeg hem dood. De

Bijbel zegt slechts: Na verloop van tijd..., maar tussen Adam en Eva en hun

zonen Kaïn en Abel zou dan ruim 1200 jaar liggen.

Er volgen wat nazaten van Kaïn, waarna Genesis zegt: Weer beminde Adam zijn

vrouw, ze kreeg een zoon, Seth. Seth kreeg een zoon, Enos. In die tijd begon

men de naam van Jhwh aan te roepen. Die laatste zin wijst op een verandering

in de religie.

Göbekli Tepe is een heiligdom in de vlakte van de Habur, ten noorden van Haran.

Daar lag een heuvel op de top van een heuvel. Het bleek een archeologische

vindplaats, die sinds 1994 onder leiding van de Duitse professor Klaus Schmidt

werd blootgelegd. Dit is het oudste bekende tempelcomplex ter wereld. De door

mensen gemaakte heuvel op de heuvel heeft een doorsnede van 300 meter en is

Page 230: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

230

ongeveer 15 meter hoog. Het begin van laag III (de oudste laag) wordt geschat

op rond 11.000 v.Chr., nog tijdens het Bølling-Allerod of aan het begin van het

Younger Dryas. Deze tempels zijn duizenden jaren ouder dan de eerste steden!

Omstreeks 9000 v.Chr. was dit tempelcomplex nog in gebruik. Het bestaat uit

ronde of ovale bouwwerken van grof gestapelde stenen muren met daarin

regelmatig geplaatste T-vormige monolieten die elk enige tonnen wegen. In het

midden van zo’n bouwwerk staan telkens twee nog grotere T-pilaren. Deze

massieve stenen zijn versierd met reliëfs van dierenfiguren, zoals leeuwen,

stieren, zwijnen, vossen, gazellen, ezels, slangen, spinnen en gieren. Langs de

muren zijn zitbanken, deze tempels waren plaatsen van samenkomst. Er zijn nu

vier van deze bouwwerken blootgelegd, met doorsneden van 10 tot 30 meter,

maar uit bodemonderzoek blijkt dat er nog minstens 16 andere moeten zijn.

Slechts 5% van Göbekli Tepe is opgegraven. Er zijn geen aanwijzingen dat er op

deze plaats ook gewoond werd en evenmin zijn er graven ontdekt. 1

Het bouwen van dergelijke tempels vergt een hoge sociale organisatie. Men schat

dat er tot 500 mensen nodig waren om de soms wel 50 ton zware zuilen uit de

steengroeven los te hakken en te verplaatsen. Waarom men dit werk ondernam,

weten we niet, en evenmin is iets bekend over de religie. Duidelijk is wel dat het

begin van deze tempels stamt uit een tijd die voorafging aan de landbouw. Er

zijn veel botten gevonden van plaatselijk wild, zoals herten, gazellen en ganzen.

Dit wijst op een gebruik van gezamenlijke maaltijden.

Op de T-vormige sculpturen trof Schmidt ook gestileerde handen en hoofden

aan. Hij schrijft: “Dat kan wijzen op een cultus rond bepaalde personen, gevierd

binnen de stenenkring. De afgebeelde dieren maken duidelijk dat het ook om de

verering van dieren kan gaan.” Dit heeft wellicht te maken met de totemreligie,

waarin de verwantschap werd herdacht met een totemmaaltijd.

Laag II stamt uit ongeveer 8000 v.Chr. en vertoont dan ook kenmerken uit die

tijd. In plaats van ronde muren bouwde men nu rechthoekige ruimten met

gladde vloeren van pleisterwerk, die doen denken aan de terrazzovloeren uit het

Romeinse Rijk. Deze rechte muren staan binnen de oude tempels, die aldus in

verschillende kamers werden verdeeld.

Een dergelijke tempel is ook gevonden in Nevalı Çori, dat ongeveer 20 km ten

noordwesten van Göbekli Tepe aan de Eufraat ligt. Deze plek werd in 1993

onderzocht in een reddingsoperatie, omdat in de Eufraat de Atatürkdam werd

gebouwd. Tegenwoordig staat Nevalı Çori onder water. Het blijkt dat men reeds

Page 231: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

231

in het 10e millennium v.Chr. met de bouw begon, misschien nog voor, of anders

vlak na het einde van het Younger Dryas. De constructie lijkt in sommige

opzichten op de 1000 jaar oudere tempels in Göbekli Tepe, met grote T-vormige

megalieten en ditmaal ook antropomorfe sculpturen. De muren zijn echter niet

rond, maar rechthoekig. Een tweede laag stamt weer uit ongeveer 8000 v.Chr.

en deze laag was bewoond. Hij bestaat uit rechthoekige huizen met vloeren van

pleisterwerk. Er zijn ook talloze beeldjes van klei gevonden die in het vuur zijn

gebakken. Dit is de oudste keramiek van het Midden Oosten, maar deze techniek

werd nog niet aangewend voor potten, kruiken, schalen en bekers.

De oudste keramiek ter wereld wordt niet gevonden in het Midden Oosten, maar

in Zuid-Oost China, waar in een grot honderden potscherven zijn gevonden.

Archeoloog Ofer Bar-Yosef en zijn collega’s van de Amerikaanse Harvard

Universiteit verrichtten in 2009 nieuw onderzoek aan deze grot. Ze maakten voor

het eerst een C14-datering en de oudste laag bleek tussen de 19.000 en 20.000

jaar oud. De eerste landbouw begon ook in China pas rond 12.000 jaar geleden.

Dit primitieve aardewerk stamt uit de IJstijd. Volgens Bar-Yosef zijn de scherven

afkomstig van potten en kommen van ongeveer 20 cm doorsnede. Anders dan

modern aardewerk, dat zo sterk wordt verhit dat de kleikorrels aan elkaar

smelten, is dit aardewerk slecht gebakken. Toch denkt Bar-Yosef dat de potten

werden gebruikt om mee te koken, want de buitenkant van de scherven is

zwartgeblakerd. 2

Ook in Japan, dat tijdens de ijstijd verbonden was met het vasteland van Azië,

zijn aardewerken potten opgegraven, afkomstig uit de Jōmon-cultuur. De oudste

stammen uit 12.700 v.Chr., tijdens het Bølling-Allerod. Keramiek is breekbaar,

een nomade gaat daar niet mee sjouwen. Het bestaan van keramische potten

wijst op een (minstens gedeeltelijk) sedentaire leefwijze. Zo zijn we weer terug

bij de mythe van Mu, dat in een kosmische ramp werd verwoest.

Langs de bovenloop van de Tigris, in de omgeving van Göbekli Tepe, zijn dorpen

opgegraven, zoals Gusir Höyük, Körtik Tepe, Sefer Tepe, Asikli Höyük, en

Karahan Tepe. Ze stammen uit dezelfde periode als Göbekli Tepe, van 10.000 tot

8000 v.Chr.. Ook hier vindt men T-vormige pilaren. De bouwers van Göbekli

Tepe waren kennelijk geen nomaden, maar gesettelde jagers en verzamelaars.

Laag I van Göbekli Tepe, de bovenste laag, blijkt uitsluitend te bestaan uit aarde

en stenen, die omstreeks 7000 v.Chr. welbewust op het tempelcomplex zijn

gestort, om het volledig te bedekken. Daaronder bevindt zich geen onkruid, de

Page 232: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

232

tempels waren niet verwaarloosd, maar werden goed onderhouden tot de laag

aarde werd gestort. Kennelijk verloor dit complex vrij plotseling zijn vroegere

betekenis. De tempels zijn niet domweg in vergetelheid geraakt, ze werden

welbewust begraven onder 300 tot 500 kubieke meter aarde. Waarom dit zware

werk werd verricht, is niet bekend, maar Genesis zegt: In die tijd begon men de

naam van Jhwh aan te roepen.

9.3 Het begin van het Holoceen: het Neolithicum

Omstreeks 9.600 v.Chr. eindigde het Younger Dryas. Klimatologen noemen de

tijd daarna het Holoceen en archeologen noemen dit deel van het stenen tijdperk

het Neolithicum. De ijskappen smolten, de Middellandse Zee steeg minstens

30 meter, maar langs de steile kusten van Kanaän raakte slechts een smalle

kuststrook overspoeld. De Perzische Golf verdween gedeeltelijk onder water en

zou tijdens het Holoceen steeds verder onderlopen. Wat zich tijdens de ijstijd

afspeelde langs kusten die nu onder water staan, valt moeilijk te achterhalen,

maar in de Vruchtbare Halve Maan woonde men langs meren en rivieren.

Archeologen kunnen reconstrueren wat zich daar heeft afgespeeld. De jager-

verzamelaar veranderde in een sedentaire boer en de bevolkingsdichtheid nam

drastisch toe. Men noemt dit de Neolithische Revolutie.

Het klimaat werd niet alleen warmer, maar ook stabieler. De scherpe Dansgaard-

Oeschger events, met hun onderliggende ritme van 1470 jaar, verdwenen, maar

ook na afloop van de ijstijd traden er nog plotselinge veranderingen op in het

klimaat, de Bond events. Hun ritme is anders en het signaal is zwakker, maar

het klimaat op Groenland kende af en toe een koude uitschieter. Deze Bond

events vonden plaats rond 10,3 djg = 8300 v.Chr., 9,4 djg = 7400 v.Chr.,

8,2 djg = 6200 v.Chr., 5,9 djg = 3900 v.Chr. en 4,2 djg = 2200 v.Chr..

Sommige van deze Bond events hadden een duidelijk aantoonbare invloed op de

beschaving in het Midden Oosten.

Na afloop van het Younger Dryas, vanaf 9.600 v.Chr., viel er in de Vruchtbare

Halve Maan meer neerslag dan tegenwoordig, ook in de zomer regende het

soms. Dit klimaat was gunstig voor de landbouw, de dorpen werden groter en

het aantal dorpen nam toe. Rond de oase van Jericho groeide een nederzetting

van 3 hectaren. Rond 8300 v.Chr. werd dit dorp omringd met een stenen muur,

met een stenen toren midden in die muur. Dit valt min of meer samen met het

Bond event van 8300 v.Chr. Die muur wijst op een onveilige tijd, waarin dorpen

Page 233: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

233

konden worden overvallen en beroofd, maar ook op een krachtige sociale

organisatie, want in die muur werd 10.000 ton steen verwerkt.

Landbouw en veeteelt waren nog gescheiden. Hoe de relatie tussen landbouwers

en nomadische herders was, is onbekend, maar ruilhandel ligt voor de hand. De

landbouwers verbouwden granen, peulvruchten en groenten, maar verzamelden

ook vruchten en noten. De mannen gingen nog steeds op jacht. De belangrijkste

bron van voedsel was graan, verkregen door de landbouw die waarschijnlijk

vooral werd bedreven door vrouwen en kinderen. De grotere bestaanszekerheid,

gepaard aan een vaste woonplaats, maakte een hoger kindertal mogelijk. De

landbouw was ook zeer arbeidsintensief, de kinderen konden helpen met het

werk en de bevolking groeide explosief.

De mensen woonden in ronde huizen, tot zo’n 6 meter in doorsnede, met muren

van gestapelde keien die met leem werden gemetseld en aangestreken tot

gladde muren. Op andere plaatsen gebruikte men geen natuursteen, maar

tichels van in de zon gedroogde klei. De daken van riet werden jaarlijks

vervangen en ook de stenen vloeren werden regelmatig vernieuwd. Er werden

nog steeds doden onder de vloer begraven, maar na verloop van tijd werd dat

graf geopend. De schedel werd opgegraven en apart herbegraven, maar soms

ook in het huis geplaatst. Dit wijst op een begin van voorouderverering. Ook zijn

er graven gevonden waarin de beenderen in wanorde liggen, waaruit blijkt dat

alleen het geraamte werd begraven. Vermoedelijk werden deze doden

blootgesteld aan de gieren, in een zogenaamde “openlucht begrafenis”. Ook hier

ontbraken vaak de schedels.

Stroomopwaarts van Hureyra aan de Eufraat ontstond rond het einde van het

Younger Dryas het dorp Mureybet. Er werd landbouw bedreven en men woonde

in ronde huizen die soms met rechte muren waren verdeeld in kamers. De

ingang was via het dak, er waren geen deuren. Corpulente Venusbeeldjes wijzen

op de verering van de Grote Godin. Opvallend is de vondst van getalstenen,

waarmee men hoeveelheden aangaf. Het noteren van getallen gaat kennelijk

ruim vooraf aan het ontstaan van het schrift.

Nog iets meer stroomopwaarts langs de Eufraat ligt Jerf al Ahmar, op twee lage

heuvels die door een kleine wadi gescheiden zijn. Het dorp was bewoond van

9200 tot 8700 v.Chr. en het telde op den duur honderden inwoners. Men bedreef

nog geen veeteelt in Jerf al Ahmar, maar men kende al wel een voorloper van

het schrift: er werden tekens gegrift in kleine platte steentjes.

Page 234: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

234

Het is onduidelijk waarom deze plaats na vijf eeuwen van bewoning werd

verlaten. Op de heuvel die het eerst bewoond raakte, liggen 9 lagen, het dorp

werd keer op keer herbouwd. Op de andere heuvel liggen 5 lagen. Aanvankelijk

bouwde men ronde huizen, later werden deze voorzien van rechte tussenmuren,

om kamers te maken. Daarna begon men ook rechthoekige huizen te bouwen. Er

waren 60 gebouwen die konden worden gereconstrueerd, de ontwikkeling in de

architectuur van rond naar rechthoekig is goed zichtbaar. In het dorp stond ook

een opslagplaats voor grote hoeveelheden graan. Dit ronde gebouw was met

ronde en rechte muren verdeeld in verscheidene opslagruimten en voorzien van

een zitbank. Het diende ook voor bijeenkomsten, al dan niet religieus van aard.

Ook rond Damascus lag een waterrijke streek, met talloze oasen. In Tell Aswad,

vlak bij Damascus, ontstond rond 9000 v.Chr. een dorp dat zou uitgroeien tot

een oppervlakte van 5 hectaren. Er lagen in die streek meer dorpen, maar de

meeste hadden hoogstens een paar dozijn inwoners. Men vindt ook sporen van

jagers en verzamelaars, de dorpsbewoners leefden waarschijnlijk mede van de

opbrengst van de natuur.

Tijdens de volgende fase, die omstreeks 8000 v.Chr. begon, dus na het Bond

event van 8300 v.Chr., ging men in de dorpen ook geiten en schapen houden.

Landbouw ging nu gepaard met veeteelt, naast granen had men een

betrouwbare bron van vlees in het dorp. Deze levenswijze bleek erg succesvol,

het aantal nederzettingen groeide en ook de omvang van de dorpen nam toe. Er

is een duidelijke bevolkingsaanwas en de rechthoekige bouwstijl werd dominant.

De keuken werd gescheiden van de woonruimte en men bouwde steeds betere

huizen, met kamers die comfortabel werden ingericht. Sommige huizen hadden

een tweede verdieping en er bestond zelfs een slim systeem van airconditioning.

Men had ook een nieuw materiaal ontdekt: pleister. Als gemalen kalksteen

(CaCO3) verscheidene dagen wordt verhit tot 850° Celsius, dan ontstaat er

ongebluste kalk, die met water vermengd verandert in gebluste kalk. De vloeren

werden daarmee glad afgewerkt. We zien deze techniek ook in de tweede fase

van Göbekli Tepe en in Nevalı Çori. Ook de schedels van sommige doden,

waaronder zowel mannen als vrouwen, werden besmeerd met pleister, waarin

het gezicht van de dode werd geboetseerd.

De grotere welvaart maakte specialisatie mogelijk: steensnijders, bontwerkers,

wevers en mandenvlechters konden zich toeleggen op één activiteit, wat de

kwaliteit van de producten verhoogde. Manden werden gedicht met bitumen

Page 235: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

235

(asfalt), maar soms ook met klei. Men maakte ook potten van klei, die in de zon

werden gedroogd. Er werd vlas verbouwd en men droeg linnen kleding, zoals

blijkt uit de weefgetouwen. Naast geiten en schapen hield men nu soms ook

varkens of runderen. De runderen werden nog niet gemolken, ze dienden alleen

als lastdier en voor de slacht.

Graan is niet alleen houdbaar, maar ook makkelijk te vervoeren. Ook tussen de

dorpen werd specialisatie daardoor mogelijk. Een voorbeeld is Umm Dabaghiyeh

in Mesopotamië, waar wegens de geringe regenval geen landbouw mogelijk was.

Dit was een gemeenschap van jagers, zij ruilden huiden tegen graan. Ook

worden er grondstoffen aangetroffen op grote afstand van de vindplaats.

Obsidiaan (vulkaanglas), dat werd gebruikt om messen te maken, kwam soms

van 1000 kilometer verder. Ook schelpen, bitumen, halfedelstenen en koper

worden soms ver van hun oorspronkelijke vindplaats aangetroffen.

Omdat de bevolking bleef groeien, werd goede landbouwgrond steeds schaarser.

Daarom trokken er boeren weg, naar de hoogvlakten van Iran en naar Klein Azië.

Via Griekenland en Italië verspreidden ze zich daarna over Europa, aanvankelijk

tot de Alpen, maar vanaf 5000 v.Chr. ook noordelijker. In de uitgestrekte

oerwouden waarmee Europa bedekt was, leefden reeds jagers en verzamelaars.

De kolonisten uit het Midden Oosten introduceerden er het boerenbedrijf. Ze

kwamen in schepen en trokken het binnenland in, de grote rivieren volgend. Om

landbouwgrond te verkrijgen, kapten ze het oerwoud. Ze verbeterden de bijl en

bouwden van boomstammen huizen waarin mensen en dieren samenleefden.

Naar die huizen noemt men hen de Langhuis-cultuur. Zij ontwikkelden de ploeg

en gingen hun koeien melken. Hun levenswijze werd overgenomen door de

oorspronkelijke bevolking, in een vreedzaam proces van culturele uitwisseling.

Deze landbouwers hebben later de megalithische monumenten opgericht, zoals

Carnac (4500 v.Chr.) en Stonehenge (2600 v.Chr.).

Een beroemde vindplaats in Turkije is Çatal Hüyük, in Zuid Anatolië, dat

bewoond was van 7250 tot 6200 v.Chr., met een bevolking van 5000 tot 8000

inwoners. Er zijn in Çatal Hüyük geen tempels gevonden, het lijkt alsof ieder huis

een eigen heiligdom had. Aan de muren van sommige kamers hingen markante

schedels en de muurschilderingen zijn ritueel. Ook werden er weer talloze

beeldjes gevonden van corpulente vrouwen, de Grote Godin was nog altijd sterk

vertegenwoordigd. Er was ook geen duidelijk verschil in de status van mannen

en vrouwen, waardoor men mag vermoeden dat het vaderrecht bij hen nog

Page 236: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

236

onbekend was. Omstreeks 6200 v.Chr. kwam er een einde aan deze beschaving,

terwijl er tevens een Bond event was. Çatal Hüyük werd verlaten en bleef daarna

5 eeuwen lang onbewoond.

Een belangrijke vindplaats in Jordanië, in een buitenwijk van Amman, is ‘Ain

Ghazal. Het dorp ontstond omstreeks 7250 v.Chr. rond een wadi en het bleef

minstens 2000 jaar lang bewoond. De omgeving was rijk aan bossen, zoals o.a.

blijkt uit de boomstammen die men gebruikte bij het bouwen van huizen en uit

de diversiteit van het wild waarop werd gejaagd. Men hield ook geiten en de

landbouw leverde granen, bonen en groenten. Daarnaast at men wilde vruchten

en noten. Omstreeks 6500 v.Chr. besloeg het dorp ongeveer 5 hectaren, maar

rond 6200 v.Chr. was er een Bond event. Daarna groeide het zo dorp snel, dat er

mensen van elders moeten zijn gekomen. In de nederzettingen van de zuidelijke

Levant vondt in die tijd een verstoring plaats, de dorpen in de Jordaanvallei

werden verlaten. Veel bewoners trokken kennelijk naar ‘Ain Ghazal. Binnen

enkele generaties was dat dorp in omvang verdubbeld en omstreeks 6000 v.Chr.

was het 15 hectaren groot. Waarschijnlijk woonden er toen 2500 mensen.

In ‘Ain Ghazal lijkt duidelijk sprake van een sociale gelaagdheid. Men begroef

sommige doden onder de vloer, maar niet iedere dode werd met zorg behandeld.

De meesten werden waarschijnlijk ergens buiten het dorp begraven, hun

skeletten zijn niet teruggevonden. Maar er zijn ook skeletten

aangetroffen in afvalputten, sommige doden werden

eenvoudig weggegooid. Behalve een groter heiligdom werd

er ook een klein rond heiligdom ontdekt, met een opgerichte

steen. Men vermoedt dat hier een sjamaan woonde.

Beroemd zijn de beelden van gips die op twee plaatsen

werden aangetroffen en die waarschijnlijk ritueel begraven

zijn. Er waren 15 standbeelden bij, ter halve grootte van een

mens, en drie van deze beelden hadden twee hoofden.

Hoewel de betekenis onduidelijk is, lijkt dit een meer

abstracte voortzetting van de voorouderverering.

Omstreeks 6000 v.Chr. telde het dorp honderden huizen met gepleisterde

vloeren. Om pleister te produceren, is veel brandstof nodig. Ilse Köler-Rollefson,

die de opgraving leidde, schrijft: “Vlak na 6200 v.Chr. (let op het Bond event!)

verandert de aard van de archeologische vondsten drastisch, wat doet

vermoeden dat een grote sociaal economische aanpassing in een korte tijd plaats

Page 237: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

237

vond. Het houden van geiten nam toe, zodat het 70% van de vleesconsumptie

leverde, bovendien droegen varkens en runderen bij aan de vleesproductie, die

nu voor 90% afkomstig was van gedomesticeerde dieren.” 3

Kennelijk bracht de jacht vrijwel niets meer op. De oorzaak zou volgens Köler-

Rollefson de productie van pleister zijn, gecombineerd met het houden van

geiten. Brandhout werd volgens haar schaars en de geiten aten de jonge bomen

op, zodat het bos zich niet kon herstellen. Ook het wild werd daardoor schaars,

zodat men steeds meer vee ging houden. In de bouwstijl ziet men dunnere

boomstammen en kleinere kamers, en de laatste gepleisterde vloeren bestaan

gedeeltelijk uit leem. Ten slotte leidde de ontbossing tot een drastische afname

van de populatie in ‘Ain Ghazal. De eerste stap was dat men weer ging

rondtrekken met de kudden, misschien aanvankelijk alleen tijdens het droge

seizoen, maar later permanent. Vervolgens stortte in ‘Ain Ghazal ook de

landbouw in. Omstreeks 6000 v.Chr. ziet men in het hele gebied een

achteruitgang, gepaard met ontbossing, gevolgd door ontvolking.

Archeologen beschouwen het overmatig gebruik van brandhout als de

voornaamste oorzaak, maar omstreeks 6200 v.Chr. veranderde ook het klimaat.

Uit de boorkernen uit Groenland blijkt dat het omstreeks 8,2 djg plotseling

kouder werd en dat deze koude ongeveer 4 eeuwen aanhield. Rond deze tijd

werden veel nederzettingen verlaten, waaronder Jericho en Çatal Hüyük.

De invloed van dit Bond event op de ontwikkeling in de Vruchtbare Halve Maan is

niet overduidelijk, maar de verandering is goed zichtbaar in de Sahara. Het

klimaat was daar tijdens de ijstijd net zo droog als tegenwoordig, maar na afloop

van de ijstijd bereikte de moesson ook de Sahara. Er viel voldoende regen voor

de vorming van een savanne, men noemt dit het Neolithische subpluviaal.

Nomadische jagers en later ook herders hebben in de hele Sahara hun rots-

tekeningen achtergelaten, waaruit blijkt dat dit gebied een rijke fauna kende. In

de Nijldelta is uit deze periode geen permanente nederzetting bekend, maar de

oase El Fayum (ten zuidwesten van de delta) veranderde in een meer dat door

de Nijl werd gevoed en rond dat meer woonden mensen die zowel landbouw als

visvangst bedreven. Uit de skeletten blijkt dat ze van het negroïde ras waren.

In het zuiden van Egypte, in de Nubische Woestijn, ontstond een meer dat door

de moesson werd gevoed en na de zomer droogviel. Ook hier vestigden zich

nomaden uit Afrika. De vindplaats heet Nabta Playa en de bewoning gaat terug

tot 9000 v.Chr.. Vanaf 7000 v.Chr. ontstond hier een goed georganiseerde

Page 238: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

238

sedentaire beschaving. Om het dorp het hele jaar door van water te voorzien,

werden er diepe putten gegraven en de hutten stonden in rechte rijen, wat wijst

op planning. Men at de inheemse granen gierst en sorgum, die waarschijnlijk niet

werden verbouwd, maar verzameld, en men ging jagen en vissen, maar men

hield ook geiten en schapen, die uit de Vruchtbare Halve Maan afkomstig waren.

Omstreeks 6200 v.Chr. verdween de moesson, het meer viel droog en de dorpen

werden verlaten. Men vermoedt dat de bewoners zijn uitgeweken naar de Nijl,

waar in deze tijd mensen woonden rond Karthoem, de huidige hoofdstad van

Soedan. Pas tegen 5000 v.Chr. keerde de regen terug naar de Sahara, waarna er

ook weer mensen gingen wonen rond Nabta Playa.

Als ook deze klimaatverandering werd veroorzaakt door een komeet, dan zou er

in de Bijbel een verschijning moeten staan. In Genesis staat een wonderlijke

stamboom van mannen die veel te oud worden: Adam was 130 en verwekte

Seth. Adam werd 930 jaar oud. Seth was 105 en verwekte Enos. Seth werd 912

jaar oud. Enos was 90 en verwekte Kenan. Enos werd 905 jaar oud. Kenan was

70 en verwekte Mahalaleël. Kenan werd 910 jaar oud. Mahalaleël was 65 en

verwekte Jered. Mahalaleël werd 895 jaar oud. Jered was 162 en verwekte

Henoch. Jered werd 962 jaar oud. Henoch was 65 jaar oud en verwekte

Methusalem. En Henoch wandelde met God, 300 jaar nadat hij Methusalem

verwekte. De levensduur van Henoch was slechts 365 jaar. Henoch wandelde

met God en werd door God weggenomen.

Misschien gaat deze “stamboom” niet over oude mannen en hun zonen, maar

over de jaren die liggen tussen belangrijke gebeurtenissen, zoals de stichting van

een nieuwe nederzetting. We kennen immers niet de werkelijke namen van de

dorpen die door archeologen zijn blootgelegd. Wellicht ook probeerde men de

jaren te tellen tussen de verschijningen van Jhwh. Het Bølling-Allerod duurde van

12.680 tot 10.836 v.Chr., ongeveer 1844 jaar lang. Adam werd 930 jaar oud en

Set 912 jaar, samen 1842 jaar. Weer een merkwaardig toeval...

De Bond events van 8300 en 7400 v.Chr. (10,3 en 9,4 djg) lieten geen duidelijke

sporen na in de archeologie van het Midden Oosten, maar tussen deze Bond

events ligt ongeveer 900 jaar. In de “stamboom” worden alle mannen ongeveer

900 jaar oud, behalve Henoch. Het Bond event van 8,2 djg of 6200 v.Chr. werd

gevolgd door een ontvolking van het gebied rond de Dode Zee. Henoch wandelde

met God en werd door God weggenomen. Hoewel de jaartelling in de stamboom

Page 239: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

239

van Genesis beslist niet klopt, heeft Henoch wellicht omstreeks 6200 v.Chr.

gewandeld met God.

9.4 De sedentaire beschaving en het vaderrecht

Zolang de mensen nog leefden als jagers en verzamelaars, was het moederrecht

de enige sociale organisatie. Alle leden van een totem waren verwant, ze vierden

samen het totemfeest en deelden het voedsel met elkaar. Omdat seksuele

relaties tussen hen taboe waren, bracht de totem de seksualiteit op een hoger

plan. Men moest de seksuele drift beheersen en sublimeren! Het verbod om te

trouwen met iemand van de eigen totem leidde daarbij tot zwagerschap.

Zodra de mensen zich gaan vestigen, komt daar een aspect bij: het erfrecht. In

een sedentaire beschaving kan men bezit verzamelen, in de vorm van een huis,

een voedselvoorraad, kleding, sierraden, en zo voort. Ook de nomadische

herders, die deel uitmaken van de sedentaire beschaving, verzamelen bezit in de

vorm van kudden. Als iemand sterft, dan blijven deze bezittingen achter. In de

regel gaat de erfenis naar verwanten, de vraag is dan wie dat zijn. Wij zijn

gewend aan het vaderrecht: als een man sterft, dan gaat de erfenis naar zijn

kinderen en zijn maatschappelijke positie gaat vaak over op zijn oudste zoon. In

het moederrecht was de vader niet verwant aan zijn kinderen, maar aan zijn

moeder, zijn broers en zusters en de kinderen van zijn zusters. De erfenis van

een man ging daarom naar zijn broers of naar de zonen van zijn zuster.

Ook in een sedentaire beschaving kan het moederrecht blijven bestaan. De

antropoloog Malinowski verbleef tijdens de Eerste Wereldoorlog op Trobriand,

een Polynesische eiland. De Trobrianders woonden permanent in dorpen en ze

verbouwden yam, een broodvrucht die hun belangrijkste voedselbron was.

Daarnaast verzamelden ze ook voedsel, ze bedreven de visvangst en gingen op

jacht. Bij de Trobrianders was de totemorganisatie nog intact, de vader was er

niet verwant aan zijn kinderen. Toch leefde men in gezinnen die bestonden uit

vader, moeder en kinderen. Malinowski concludeerde daaruit dat deze mensen zo

primitief waren dat ze nog niet beseften hoe kinderen worden verwekt. Uit het

bestaan van het taboe op incest blijkt dat dit niet klopt. Dit taboe veronderstelt

immers dat men weet dat een te nauwe verwantschap tussen de ouders kan

leiden tot genetische problemen bij de kinderen.

De opvoeding van de kinderen was liefdevol en vooral heel vrij. De kinderen

genoten ook een grote seksuele vrijheid en leerden spelenderwijs dat vrijen met

Page 240: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

240

een verwant verboden is. Zodra de jongens in de puberteit kwamen, verlieten ze

het ouderlijk huis en gingen wonen in het mannenhuis. De meisjes mochten daar

wel bij hun vriend slapen, maar ze bleven er niet eten. Seks voor het huwelijk

was normaal, maar samen eten deed men alleen als men getrouwd was. Meestal

had een meisje voor ze trouwde al verscheidene seksuele relaties achter de rug.

Ongehuwd zwanger worden werd echter beschouwd als zeer ongewenst, het

verlaagde de sociale status van een meisje aanzienlijk. Malinowski was verbaasd

dat ongehuwde zwangerschap zo zelden voorkwam, terwijl de meisjes toch

seksuele relaties hadden. Hij vermoedde een genetische aanleg waardoor deze

meisjes pas zwanger konden worden als ze getrouwd waren, maar zoiets bestaat

echt niet. Hij kwam niet op het idee, dat de meisjes wisten hoe ze een

zwangerschap konden voorkomen. Volgens Malinowski wisten de Trobrianders

immers niet waar Abraham de mosterd haalt!

De partnerkeuze was meestal vrij, al moesten de verwanten wel instemmen met

het huwelijk. Ze mochten zich echter beslist niet bemoeien met haar partner-

keuze. Vooral voor haar broers was dit een sterk taboe, zij mochten zelfs niet

weten met wie hun zuster vree. De enige die dat wel mocht, was haar vader,

want dat was geen verwant. Besprekingen over een aanstaand huwelijk werden

dan ook door de vader van het meisje gevoerd. De huwelijken waren meestal

harmonisch, ruzie tussen gehuwde partners kwam zelden voor en echtscheiding

was weliswaar simpel, maar ook dat kwam zelden voor. Overspel was uit den

boze, als het toch gebeurde, dan leidde dat tot een sociaal drama waarbij

zelfmoord van de bedrogen echtgenote niet uitgesloten was. 4

De economie van de Trobrianders berustte op geschenken. Ruilhandel was hen

onbekend en diefstal kwam evenmin voor. Het wegschenken was wel aan zekere

regels gebonden: de man schonk zijn oogst aan zijn zuster. Zijn vrouw ontving

de oogst van haar broers en gaf haar man daarvan te eten. Geen enkele vrouw

was economisch afhankelijk van haar man, ze leefde van de yam die haar broers

haar schonken. De man was voor zijn voedsel wel afhankelijk van zijn vrouw,

maar hij kon ook bij zijn zuster gaan eten. Verwanten hadden de plicht om

elkaar te onderhouden, echtgenoten niet. De verwanten zorgden ook voor de

begrafenis, zelfs deze verplichting bestond niet tussen echtgenoten. 5

Omdat de Trobrianders reeds bezit hadden in de vorm van huizen en tuinen,

speelde het erfrecht wel degelijk een rol. Ook was er een sociale stratificatie,

ieder dorp had een hoofdman en er waren verschillen in rijkdom en grondbezit.

Page 241: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

241

Deze samenleving was patrilokaal, wat wil zeggen dat een meisje na haar

huwelijk ging wonen in het dorp van haar man, in een huis dat was gebouwd

door haar man en zijn verwanten. Als haar zonen in de puberteit kwamen, vielen

ze onder het gezag van haar broers, zodat ze terugkeerden naar het dorp waar

hun moeder vandaan kwam. De erfenis van een vrouw ging naar haar dochters,

die van een man ging naar zijn broers of naar de zonen van zijn zuster.

Dat een vader niet verwant was aan zijn kind, wilde niet zeggen dat hij deze

kinderen niet liefhad, in tegendeel! Het waren alleen geen verwanten en dus

geen erfgenamen. Een hoofdman die graag wilde dat zijn zoon een goede positie

zou krijgen, probeerde de jongen daarom te koppelen aan de dochter van zijn

zuster. Dit huwelijk was favoriet, want de zonen van zijn zuster waren zijn

erfgenamen en zij voorzagen in het levensonderhoud van hun zuster. Als zijn

zoon met haar zou trouwen, dan had hij het later goed! Maar als een van de

verloofden dit niet wilde, dan ging dit “gedwongen” huwelijk niet door.

Morgan, die ook het moederrecht bij de Australische Aborigines in kaart bracht,

vond nog een ander systeem van verwantschap, dat in zijn tijd nog gebruikelijk

was bij de Indianen, maar dat ooit ook gold bij de Germanen en bij de Grieken

en Romeinen in prehistorische tijden. Dit systeem kende eveneens vier totems,

maar het kind was lid van de totem van de moeder. Volgens Morgan was alleen

deze totem taboe, maar op die manier kan men geen incest voorkomen tussen

vader en dochter. Ook heeft men dan geen vier totems nodig. Opvallend is wel

dat de mannen uit deze volkeren aan hun eigen naam steeds de naam van hun

vader toevoegen. Deze vader was geen verwant, de totemverwantschap liep

uitsluitend via de moeder. Waarschijnlijk strekte het taboe zich voor het meisje

ook uit tot de totem van haar vader en die van zijn vader, zodat ook in dit

systeem slechts een totem overbleef als huwelijkstotem. 6

Wellicht is uit dit tweede systeem het vaderrecht ontstaan, waarin man en vrouw

door hun huwelijk verwanten worden en de kinderen zowel verwant zijn aan hun

moeder als aan hun vader. Het erfrecht van vader op zoon wordt dan dominant

en de vrouwen verliezen hun status als spil van de samenleving. 7

De overgang van moederrecht naar vaderrecht is een drastische stap, die

waarschijnlijk eerst slechts werd genomen door een kleine bovenlaag van de

bevolking. Ook ontstaat het vaderrecht niet overal rond dezelfde tijd. Bij de

Trobrianders probeerde de hoofdman van het dorp nog om zijn zoon te koppelen

aan de dochter van zijn zuster, maar over het algemeen waren de meisjes vrij in

Page 242: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

242

hun partnerkeuze. Ze mochten ook experimenteren met relaties, tot ze iemand

vonden waarmee ze hun leven wilden delen. In het vaderrecht wordt dat anders,

want moeder maakt geen bastaards, maar vader wel. Om zeker te zijn welke

man het kind verwekt, worden de vrouwen gedwongen tot maagdelijkheid voor

het huwelijk en tot kuisheid daarna.

Het taboe op incest blijft in het vaderrecht bestaan, maar de seksuele orde wordt

voor een kind ondoorgrondelijk. In het moederrecht was vader geen verwant,

maar in het vaderrecht is moeder verwant en vader óók! Ieder kind maakt zich

de seksuele orde reeds op een vroege leeftijd eigen, ongeveer rond het derde

levensjaar. Freud stelde dat dit proces bij een jongen gepaard gaat met het

verlangen om te slapen met de moeder, gevolgd door angst voor castratie door

een dominante vader. En bij een meisje gaat het gepaard met penisnijd. Dat is

geen goed nieuws, al die negatieve emoties reeds op een zeer jonge leeftijd!

Voor een kind dat nog niet in staat is om symbolisch te denken, bevat het

vaderrecht echter een onoplosbare paradox. Moeder verwant en vader verwant;

verwanten mogen niet met elkaar vrijen, maar moeder en vader doen het toch!

Het taboe op incest wordt symbolisch geschonden, wat voor een kind

onbegrijpelijk is. De oorspronkelijke onschuld wordt doorbroken, de seksuele lust

raakt verward met gevoelens van onlust. Naarmate het belang de erfenis groter

wordt, zal het kind meer geneigd zijn om deze emoties te verdringen. Freud

noemde dit het Oedipuscomplex en Christenen spreken van de erfzonde.

Tegelijkertijd blijkt uit de Bijbel dat het vaderrecht leidt tot huwelijken tussen

verwanten. Abraham was getrouwd met zijn halfzuster en ook Isaak en Jacob

trouwden met verwanten. We zien hetzelfde patroon in de geschiedenis van de

Europese vorstenhuizen. Deze incest leidt tot het samensmelten van kapitaal en

soms zelfs van landen. Het vaderrecht leidt daarbij ook tot een grotere sociale

ongelijkheid. Een man kan immers talloze kinderen verwekken. Vader Abraham

had minstens acht zonen, maar Hagar werd met Ismaël de woestijn ingestuurd

en ook de andere zonen werden weggezonden. Aldus werd Isaak de enige

erfgenaam. Isaak had zeker twee zonen, maar de erfenis ging naar Jacob. In het

vaderrecht worden de meeste zonen onterfd. Jacob had twaalf zonen, maar Jozef

was zijn favoriet, de oudste zoon van zijn hoofdvrouw Rachel. Toen Jacob in

Egypte stierf, kregen alle zonen een erfdeel! Kennelijk was het erfrecht in Egypte

anders geregeld dan bij Abraham, die uit Ur in Mesopotamië kwam.

Page 243: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

243

Als een man verwanten verwekt, terwijl de erfenis niet eerlijk wordt verdeeld,

dan kunnen al deze kinderen voor hun vader werken! Als deze vader sterft, is

slechts een zoon de erfgenaam, de andere kinderen krijgen hoogstens een

geschenk. Als we ergens een bevolkingsoverschot zien ontstaan, waarbij een

deel van de bevolking armoede lijdt terwijl een kleine toplaag in weelde leeft,

dan mogen we vermoeden dat daar het vaderrecht geldt. Deze piramidale

maatschappijstructuur leidt wel tot een krachtige maatschappelijke organisatie,

waarin een kleine groep rijke vaders het voor het zeggen heeft. Anderzijds is het

nog maar de vraag of aanvankelijk het gewone volk het vaderrecht ook overnam.

Bij hen viel immers weinig te erven.

Wanneer het vaderrecht is ontstaan, valt niet met zekerheid te zeggen, maar in

de Bijbel vinden we van het moederrecht vrijwel niets meer terug. Over Adam en

Eva staat er nog: Daarom moet een man zijn vader en moeder verlaten om zijn

vrouw te volgen. Want hun lichaam is een. Dat lijkt moederrecht! Maar na het

verhaal van Kain en Abel staat er: In die tijd begon men de naam van Jhwh aan

te roepen. Een verandering in de verwantschapsorde gaat gepaard met een

verandering in de religie, die immers diende om de totemverwantschap te

bevestigen. Ook wijzen de talrijke Venusbeeldjes op de aanvankelijke verering

van de Grote Godin. Deze beeldjes worden eveneens gevonden in de dorpen

rond Göbekli Tepe. In de tempel van Göbekli Tepe leek nog sprake van de

verering van totemdieren, maar omstreeks 7000 v.Chr. werd het hele tempel-

complex begraven en niemand weet waarom…

9.5 Pottenbakkers, kopersmeden en handelaren

Vanaf ongeveer 6500 v.Chr. begon men in het Midden Oosten potten van klei te

bakken. Het oudste aardewerk wordt gevonden rond de middenloop van de

Tigris, maar ook in Elam ligt een klein verspreidingsgebied. 8 De grondstof was

overal te vinden en klei laat zich gemakkelijk vormen, maar het bakken vereist

een hoge temperatuur die alleen kan worden bereikt in een oven. Gebakken klei

is vrijwel onvergankelijk, maar omdat keramiek breekbaar is, moest het vaak

worden vervangen. Zo ontstonden er steeds nieuwe stijlen in de vorm en

decoratie van de potten. Door de opeenvolging van stijlen kunnen archeologen

uit de potscherven een redelijk betrouwbare chronologie opstellen. De techniek

van het pottenbakken bereikte pas rond 6000 v.Chr. de streek rond de Dode

Zee, die toen reeds onderhevig was aan ontbossing en ontvolking.

Page 244: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

244

In deze tijd waren de moerassen rond de monding en benedenloop van Eufraat

en Tigris nog onbewoond. Op de vlakten langs de middenloop van de Tigris wordt

het oudste keramiek gevonden, in een cultuur die Proto-Hassuna wordt genoemd

en die wordt gevolgd door de Hassuna cultuur. 9 Een belangrijke vindplaats is

Yarim Tepe, waar de oudste laag uit 6500 v.Chr. stamt. Men woonde er in

rechthoekige huizen met twee of drie kamers, maar de dorpen waren klein. Er

viel voldoende regen voor de landbouw. Men verbouwde granen, linzen, erwten

en bonen, men hield runderen, schapen, geiten, varkens en honden. In de

volgende laag, omstreeks 6100 v.Chr., waren de huizen veel kleiner en rond het

dorp was een muur gebouwd. Ook dit kan wijzen op de klimaatsverslechtering

die volgde op het Bond event van 6200 v.Chr..

In Yarim Tepe werd ook reeds koper en lood gesmeed. Koper komt soms zuiver

in de natuur voor, maar lood moet zijn verkregen door het erts te reduceren. De

koperwinning uit erts volgt op het pottenbakken. Voor het reduceren is immers

een hoge temperatuur nodig. Zodra men koper gaat smeden, gaat het

Neolithicum (Nieuwe Steentijd) over in het Chalcolithicum (Kopertijd), maar ook

dit gebeurde niet overal tegelijkertijd.

Vanaf 6000 v.Chr. maakte de Hassuna cultuur plaats voor de Halaf cultuur. Deze

spreidde zich uit over heel Noord Irak en Noord Syrië, de invloed reikte tot de

Middellandse Zee. In plaats van rechthoekige huizen zien we nu weer ronde

hutten, vaak met een rechthoekige aanbouw die waarschijnlijk diende als

voorraadkamer. Het lijkt een culturele teruggang, volgend op het Bond event van

6200 v.Chr. Het aardewerk was wel van een bijzondere kwaliteit, het was fraai

gedecoreerd en het werd gebakken in ovens met twee kamers. Het wordt soms

ook ver van de oorsprong gevonden, wat wijst op export en handel.

De periode van ongeveer 5000 tot 4000 v.Chr. noemen klimatologen het Older

Peron. Het klimaat was toen wereldwijd warmer dan tegenwoordig, de ijskappen

waren verder gesmolten en de zeespiegel stond 2,5 tot 4 meter hoger dan nu.

Dat dit klimaat zeer groeizaam was, blijkt ook uit de boomjaarringen.

Omstreeks 5000 v.Chr. kwamen er nieuwe bewoners naar het Jordaandal. De

belangrijkste vindplaats is Teleilat Ghassul. Naar deze plaats werd de cultuur

genoemd: het Ghassulian. Deze mensen woonden in de oases rond de Jordaan,

gelegen langs de hoofdweg tussen Mesopotamië en Egypte, en ze ontpopten zich

als handelaren. Ze cultiveerden de olijfboom en later ook andere vruchtbomen.

Olijfolie was hun belangrijkste handelsproduct, ze produceerden honderden liters

Page 245: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

245

olijfolie per jaar, voor spijsolie, maar ook voor lampen. De olie werd vervoerd in

grote kruiken van keramiek, die in serieproductie werden vervaardigd. De ezel

werd getemd als lastdier.

Om de boomgaarden van water te voorzien, legde men irrigatiekanalen aan, een

systeem dat kilometers lang was. In deze cultuur van producenten en handelaren

begon men ook boter te karnen en wol te spinnen. In tegenstelling tot linnen,

kan wol gemakkelijk worden geverfd. Hun kleding was kleurrijk en onder hun

luxe goederen vindt men parfum uit Jemen en zelfs lapis lazuli uit Afghanistan.

Een ander belangrijk handelsproduct was zout. Vlees, vis en groenten kunnen

daarmee worden geconserveerd, maar zout was kostbaar. Rond de Dode Zee

liggen lagen van zoutsteen, die door de Ghassulians werden ontgonnen. In Zuid

Jordanië, rond de wadi Feinan, liggen rijke lagen kopererts (malachiet), een

zachte steen die altijd al geliefd was om zijn felle groene kleur. Toen men

eenmaal wist hoe men uit deze stenen koper kon winnen, werd ook dat een

handelsproduct. Het kopererts werd gereduceerd rond de mijn, de kopersmelters

bedreven geen landbouw of veeteelt, maar leefden van de koperwinning, een

vroege vorm van industrie. Er bestond nog geen geld, de basis van de handel

was ruil, met gerst als belangrijkste betaalmiddel. Er was ook nog geen schrift

voor de administratie, maar om de handelstransacties te documenteren, maakte

men verzegelde bollen van klei. Deze complexe samenleving kende een hoge

graad van organisatie, die samenging met het ontstaan van een elite, een klasse

van priesters die zich gesteund wisten door de religie. De sociale diversiteit

leidde ook tot een nieuwe vorm van zelfbewustzijn: het collectief maakte plaats

voor individualiteit.

In Mesopotamië ontstond in deze tijd de Ubaid cultuur rond de monding van

Eufraat en Tigris. 10 In latere tijden werd deze streek Sumerië genoemd. Omdat

er in dit gebied geen regen valt, terwijl de delta jaarlijks overstroomt en dan

gedeeltelijk een moeras is, was er geen landbouw mogelijk. Veeteelt en

visvangst vormden waarschijnlijk de eerste basis van de Ubaid cultuur, maar

later kwamen daar ook land- en tuinbouw bij. De eerste landbouwers zetten de

belangrijke maar ook moeilijke stap naar irrigatie. Volgens de overlevering kwam

deze bevolking oorspronkelijk uit Bahrain, een eiland in de Perzische Golf, en de

omringende kuststreek. Het is echter ook denkbaar dat de voorouders van deze

mensen woonden in de Perzische Golf, die tijdens de ijstijd immers droog lag.

Page 246: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

246

Omstreeks 5500 v.Chr. kwam de Halaf cultuur rond de middenloop van Eufraat

en Tigris in contact met de Ubaid cultuur in de delta en na een overgangsperiode

werd de laatste dominant. Ook in de Halaf cultuur bouwde men nu grote huizen

met rechte muren, met een centrale hal, omringd door verscheidene kamers. Dit

huis bood plaats aan een uitgebreide familie van drie generaties. Het zwaarte-

punt van de Ubaid cultuur bleef liggen rond de monding van de Eufraat en Tigris,

waar dorpen ontstonden zoals Ur, Uruk (Erech), Nippur en Eridu. Omstreeks

4000 v.Chr. maakte deze cultuur plaats voor de Uruk cultuur, vernoemd naar het

dorp Uruk dat uitgroeide tot een stad. De handelaren van Ghassul deden

waarschijnlijk alleen zaken met de Halaf-Ubaid cultuur rond de middenloop van

Eufraat en Tigris, van waar hun produkten Sumerië bereikten.

Ook rond de Nijl woonden tijdens het Older Peron mensen. In de westelijke

Nijldelta ontstond omstreeks 4800 v.Chr. de nederzetting Merimde 11, die tot

4250 v.Chr. bleef bestaan, met op het hoogtepunt 5000 inwoners. Wellicht

dreven de Ghassulians ook handel met hen. Er viel weer voldoende regen in de

Sahara en ook Nabta Playa raakte weer bewoond. Daar bestond een

georganiseerde religie, wat blijkt uit de offerdieren die werden begraven in met

klei gevoerde en met stenen afgedekte ruimten. Ook werd er tussen 4500 en

4000 v.Chr. een cirkel van megalieten opgericht, die dienst deed als kalender.

Deze steencirkel is weliswaar veel kleiner dan Stonehenge, maar ook ouder. 12

Rond het einde van dit millennium kwam de wagen met wielen in omloop en

ontstond tevens het pottenbakkerswiel. Wie het wiel heeft uitgevonden, is nog

altijd de vraag, maar in deze tijd van levendige handel konden ook ideeën zich

snel verspreiden.

Kort na 4000 v.Chr. werden Sumerië en Egypte plotseling autarkisch, de handel

viel stil en binnen een eeuw was het bloeiende Ghassul een verlaten stad.

Archeologen vermoeden dat zowel in Egypte als Sumerië de beschaving nu zover

gevorderd was, dat men de producten van Ghassul niet langer nodig had, omdat

men ze zelf kon produceren. Dat is wel wonderlijk, want de Ghassulians hadden

dan ook een bloeiende handel kunnen opzetten tussen Mesopotamië en Egypte.

Omstreeks 3.900 v.Chr. is er echter weer een Bond event, dat van 5,9 djg.

Als deze events worden veroorzaakt door een komeet, dan zou in de Bijbel Jhwh

weer moeten verschijnen. Het vervolg van de “stamboom” waarin Henoch

wandelde met God, gaat als volgt: Methusalem was 187 en kreeg een zoon

Lamech. Hij leefde daarna nog 782 jaar en werd 969 jaar oud. Toen Lamech 182

Page 247: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

247

jaar was, kreeg hij een zoon. Hij noemde hem Noach, want hij zal ons troosten,

hij zal onze moeizame arbeid verlichten, het werk op de akkers die Jhwh heeft

vervloekt. Lamech leefde daarna nog 595 jaar, hij werd 777 jaar oud. Toen

Noach 500 jaar was, had hij drie zonen: Sem, Cham en Jafeth. Daarop verscheen

Jhwh en toen kwam de Zondvloed!

9.6 De Zondvloed en de Sumerische Vloed

Genesis zegt: Jhwh sprak: 'Ik zal de mensen van de aarde wegvagen, met al het

vee en de kruipende dieren en zelfs de vogels.' God sprak tot Noach: 'Ik zal een

einde maken aan het leven op aarde. Maak daarom een ark van hout, met

hokken, en bestrijk hem van binnen en van buiten met teer. Jij gaat in de ark,

met je vrouw en je zonen met hun vrouwen.' Na zeven dagen kwam de vloed

over de aarde. In het 600ste levensjaar van Noach, in de 2e maand op de 17e

dag, stroomden alle bronnen over en ook de sluizen van de hemel openden zich.

De stortregens duurden 40 dagen en nachten, het water steeg en de ark begon

te drijven. Het water steeg nog hoger, tot het alle bergen bedekte. Alles wat

leefde, de vogels, het vee en de wilde dieren, alles wat op aarde krioelde, ook

alle mensen, alles kwam om. Alleen Noach en zijn ark bleven gespaard.

God liet een wind over de aarde strijken. De regen hield op en het water vloeide

gestadig weg. Zo begon het water na 150 dagen te dalen. In de 7e maand op de

17e dag liep de ark vast op de berg Ararat. In de 10e maand op de 1e dag

werden de bergtoppen zichtbaar. Na 40 dagen liet Noach een duif los, maar de

duif kwam terug. Na 7 dagen liet Noach de duif weer los. De duif kwam terug

met een olijfblad. Na nog 7 dagen liet hij de duif weer los. Ze kwam niet terug.

Op de 1e dag van het 601ste jaar opende Noach het luik van de ark en zag dat

de aarde droogde. In de 2e maand op de 27e dag was de aarde droog. Noach

bouwde een altaar voor Jhwh. Hij bracht brandoffers van vee en gevogelte op het

altaar. Jhwh rook de lekkere geur en dacht: 'Ik zal de aarde niet nogmaals

vervloeken vanwege de mensen.'

Kennelijk hield Noach een soort logboek bij. Hoewel de schrijfkunst nog in het

beginstadium verkeerde, waren getalstenen reeds millennia eerder in omloop.

Een dergelijk verslag over een alles overstromende vloed is in verschillende oude

talen gevonden op kleitabletten, als deel van het Epos van Gilgamesh. Van

oorsprong blijkt het epos Sumerisch en de vloed wordt door Sumerische goden

naar de aarde gezonden. In Sumerië aanbad men talloze goden, maar de

Page 248: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

248

belangrijkste zijn Anu, Enlil en Enki: de hemel, de wind of Jupiter en de

zoetwaterstroom. Ninurta, de zoon van Enlil, is de god van storm en onweer. De

Anunnaki zijn hemelgoden, in deze context wellicht vallende sterren. Belangrijk

is ook het trio Zon, Maan en Venus: Utu, Nanna en Inanna. Venus wordt ook

Ishtar genoemd. In het Epos wordt het verhaal van de vloed als volgt verteld:

Utanapishtim zei tegen Gilgamesh: De stad Shuruppak, aan de Eufraat, ken je

vast wel. Die stad was oud en er woonden oude goden. In die tijd krioelde de

wereld, de mensen vermenigvuldigden zich, de wereld brulde als een stier en de

grote god werd wakker van het geraas. Enlil (Jupiter) sprak tot de goden: 'Het

lawaai van de mensheid is onverdraaglijk, ik kan niet meer slapen vanwege die

Babel.' Daarom besloten de goden om de mensheid te verdelgen. Maar Ea

waarschuwde me in een droom: 'O, man van Shuruppak, breek je huis af en

bouw een boot. Laat alle levende wezens in die boot gaan.' Vroeg in de morgen

verzamelde zich mijn hele land, de timmerman droeg zijn bijl, de rietwerker zijn

mes, de kinderen brachten pek en alles wat er verder nodig was. Ten slotte was

de boot voltooid. Al mijn goud en mijn levende have laadde ik in de boot: mijn

verwanten, mijn dieren, de wilde dieren en alle ambachtslieden.

Die avond liet de stormruiter de regen neerkomen. Het was vreselijk weer. Ik

ging aan boord en verzegelde de boot. Er kwam een zwarte wolk over de

horizon; daarin donderde Adad, de stormgod. Toen verrezen de goden van de

hel. Nergal (Mars) trok de meerpalen omver. Ninurta (de zoon van Enlil/Jupiter)

verwoestte de dijken. De Anunnaki (hemelgoden) hieven hun toortsen en zetten

het land in vuur en vlam. Een golf van wanhoop rees op naar de hemel toen de

stormgod het licht verduisterde en het land aan scherven smeet. De hele dag

raasde de orkaan, steeds woedender. Niemand kon elkaar meer zien in de

stortvloed. Zelfs de goden waren bang voor de vloed, ze vluchtten naar het

hemelgewelf van Anu, waar ze als laffe honden wegkropen tegen de buitenmuur.

Ishtar (Venus), de zoet gevooisde koningin van de Hemel, schreeuwde het uit als

een vrouw in barensnood: 'Helaas, de oude tijden zijn vergaan, omdat ik kwaad

sprak in de vergadering der goden! Hoe kon ik het bevel geven tot deze ramp,

die mijn mensen zou vernietigen? Nu drijven ze in zee als vissen.'

Zes dagen en nachten duurden de stortregens, de orkaan en de vloed die de

wereld verpletterden. De zevende dag luwde de storm, de zee werd kalm, de

vloed bedaarde; ik keek rond en er was stilte, alle mensen waren veranderd in

klei. De zee was zo vlak als een dakterras. Tevergeefs zocht ik naar land. Na

Page 249: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

249

veertien mijlen was er een berg en daar strandde de boot, op de berg Nimush.

Zeven dagen later liet ik een duif los. Ze vloog weg, maar omdat ze geen

rustplaats vond, kwam ze terug. Toen liet ik een zwaluw los, maar ze kwam

terug. Toen liet ik een raaf los, die zag dat het water zich had teruggetrokken. Ze

at, ze vloog rond en kraste, maar ze kwam niet terug.

Ik stuurde iedereen in alle richtingen weg en ik offerde wierook op de berg. De

goden roken de zoete geur en kwamen er als vliegen op af. Toen kwam ook

Inanna (Venus). Ze pakte haar halsketting met hemelse edelstenen en zei: 'Laat

alle goden zich rond het offer verzamelen, behalve Enlil (Jupiter), want hij heeft

de vloed gebracht.' 13

De overeenkomst tussen dit verhaal en dat van Noach is duidelijk, maar dat

vormt nog geen bewijs voor de waarheid. Het verhaal kan zijn verzonnen en van

elkaar overgenomen. De Bijbelse vloed werd veroorzaakt door Jhwh, terwijl in

het Epos zowel Jupiter als Venus worden aangewezen als de schuldigen. De stad

Shuruppak werd omstreeks 3000 v.Chr. inderdaad getroffen door een over-

stroming. Deze blijkt echter van plaatselijke aard en de opgravingen gaan niet

verder terug. Shuruppak ontstond volgens de archeologen pas daarna en in het

3e millennium werd het een belangrijke stad.

Sir Leonard Woolley, die de stad Ur heeft opgegraven, vond onder allerlei

historische lagen een dikke sliblaag: “De schachten werden dieper en plotseling

veranderde het karakter van de bodem. In plaats van in lagen met potscherven

en rommel bevonden we ons in volkomen schone klei, die overal hetzelfde was

en waarvan de samenstelling liet zien, dat deze klei daar gelegd was door water.

De schone klei ging ononderbroken door, tot een dikte van iets meer dan 8 voet

(ruim 2,5 meter). Toen stopte de kleilaag even plotseling als hij was begonnen

en we kwamen opnieuw in lagen van rommel, vol stenen werktuigen en

potscherven. De ontdekking dat er echt een vloed was waarop zowel de

Sumerische als de Hebreeuwse verhalen teruggaan, bewijst natuurlijk niet, dat

deze verhalen waar zijn. Deze vloed was niet universeel, maar een plaatselijke

ramp die beperkt bleef tot het lagere dal van de Tigris en de Eufraat.” 14

Gezien de dikte van de sliblaag moet het lang hebben geduurd voor Ur weer

droog viel. De ontwikkeling van Ur, die omstreeks 5000 v.Chr. begon met een

nederzetting op een eilandje in de delta van de Eufraat, werd rond 4000 v.Chr.

onderbroken door deze dikke sliblaag. Een sliblaag maakt nog geen zondvloed,

maar ook op andere plaatsen in Mesopotamië vindt men dergelijke sliblagen. Ook

Page 250: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

250

dat hoeft nog geen bewijs te zijn, want overstromingen zijn een normaal

verschijnsel langs grote rivieren.

Ook in de Nijldelta ligt een dikke sliblaag en ook die stamt uit het latere

Neolithicum. Een meer exacte datering ontbreekt naar mijn weten. Fischer

Weltgeschichte, een standaardwerk over de oude geschiedenis, zegt in dit

verband: In het Neolithicum, in het 5e millennium v.Chr., voltrokken zich in het

Nijldal grote veranderingen. De bevolking bedreef nu landbouw en veeteelt,

zonder vooralsnog de Neolithische levensstijl op te geven. Ten slotte ontdekte

men het pottenbakken en het weven. Door de bevolkingstoename werden de

natuurlijke akkers te klein. Daarom werd er geleidelijk een systeem van

stuwdammen, waterbekkens en kanalen ontwikkeld, waardoor Egypte in een

grote en vruchtbare oase veranderde. Het schijnt dat men daar al in het

Neolithicum mee begon. Men kan de ontwikkelingen nu niet verder volgen, want

rond die tijd werd er door de Nijl ongewoon veel slib afgezet, zodat de

Neolithische nederzettingen in het dal nu onder dikke lagen slib liggen. 15

Of de Zondvloed waar gebeurd is, zal moeten blijken uit een zorgvuldige datering

van dergelijke sliblagen. Als de Zondvloed waar gebeurd zou zijn, dan mogen we

vermoeden dat deze samenviel met het Bond event van 5,9 djg of 3900 v.Chr..

9.7 De predynastieke periode

De periode van 4000 tot ongeveer 3400 v.Chr. wordt door klimatologen het

Younger Peron genoemd. Ook deze tijd kenmerkt zich door een warmer klimaat

dan tegenwoordig. In Europa leefden in de bossen en in de bergen nog altijd

verzamelaars en jagers, terwijl de boeren in de vruchtbare dalen woonden en

megalithische monumenten bouwden. Tijdens dit 4e millennium v.Chr. kwamen

er nieuwe immigranten uit de Vruchtbare Halve Maan naar Europa. Zij hadden

wagens met wielen, koperen speerpunten en schilden; het waren krijgers,

handelaren en kopersmeden. Ook introduceerden ze de keramiek in Europa,

waar ze bekend staan als de Bekercultuur. Uit alles blijkt dat ze afkomstig waren

uit het Midden Oosten. Deze beschaving verschilde wezenlijk van die van de

Europese boeren, die egalitair en collectief was. De nieuwkomers gehoorzaamden

hun hoofdman, ze droegen wapens en reden op paarden, en ze begroeven hun

doden elk in een apart graf. In Europa vormden zij een elite van gewapende

ridders. Ze vestigden zich als boeren tussen de boeren, maar ze bleven koper

smeden en handel drijven. Er waren vaste handelsroutes en handelaar was een

Page 251: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

251

beroep. In Europa ontdekten zij het brons, een harde legering van koper en tin,

die zeer geschikt is voor het maken van wapens. Pas in het 3e millennium zal

brons in het Midden Oosten een rol gaan spelen.

Zowel rond de monding van Eufraat en Tigris als langs de Nijl ontstond in deze

periode een beschaving die een aantal kenmerken gemeen heeft. De jaarlijkse

overstromingen van de rivieren werden nu benut voor irrigatie. Dit vereiste een

systeem van dijken en kanalen die moeten worden aangelegd, maar ook

onderhouden. Daarvoor is een permanente organisatie nodig die leidde tot het

ontstaan van steden. Een stad kent een centrale organisatie met een heersende

klasse waaraan iedereen gehoorzaamt en schatplichtig is. Er werd belasting

geheven, er was een centrale graanvoorraad en er werden monumentale

openbare gebouwen opgericht. Deze waren gewijd aan de stadsgod, de tempel

was het centrum van organisatie. De stadsbewoners werkten niet op het land,

maar in ambachten, of ze waren in dienst van de heersende elite. Belangrijk

werd ook de administratie, in de tempels ontstond het schrift.

In Egypte leidde deze machtsstructuur tot de vorming van een staat, waarin het

hele land werd verenigd onder één koning of farao. Omdat deze werd geacht te

beschikken over goddelijke eigenschappen, viel de religie min of meer samen

met politiek. In Egypte noemt men deze periode Naqada, naar het dorp Naqada

dat omstreeks 3300 v.Chr. was uitgegroeid tot een stad. Het zwaartepunt van

deze cultuur lag eerst duidelijk in het zuiden, maar ook in de Nijldelta ontstond

een koninkrijk, met als hoofdstad Heliopolis, iets ten noorden van Memphis.

Andere steden uit deze tijd zijn Koptos en Abydos, beiden in het zuiden. In

Hierakonpolis, iets ten zuiden van Naqada, is het palet van Narmer gevonden,

waaruit blijkt dat koning Narmer rond 3100 v.Chr. vanuit het zuiden de Nijldelta

veroverde. Op dat palet staan ook de oudste bekende hiërogliefen. Voorlopers

van dit schrift zijn gevonden in het graf van koning Scorpion in Abydos. 16

Omstreeks 2920 v.Chr. begon de 1e dynastie, met de nog altijd mythische farao

Menes. Het centrum van dit rijk lag in de Nijldelta. Daarna gaat de prehistorie

langzaam maar zeker over in de geschiedenis, die altijd mede gebaseerd is op

geschreven bronnen. Fischer Weltgeschichte vertelt:

“Het Oude Rijk begon met 3e dynastie, maar noch het aantal, noch de volgorde van

de koningen staat vast. Tijdens de regering van Djoser werd de trappenpiramide bij

Sakkara gebouwd door een ambtenaar, Imhoteb, die daarmee zoveel aanzien

verwierf, dat hij later werd vereerd als een god. Ook van de 4e dynastie zijn het

Page 252: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

252

aantal en de volgorde van de koningen niet zeker. Manetho noemt als eerste vier

farao's van deze dynastie Snefru, Cheops, Chephren en Mykerinos. De piramide

van Cheops is een van de zeven wereldwonderen uit de oude tijd. Chephren liet

zijn piramide naast die van Cheops oprichten en Mykerinos bouwde de derde grote

piramide. Van wat zich tijdens de twee eeuwen van de 4e dynastie afspeelde,

weten we verder heel weinig. 17

Volgens Fischer werden de piramides gebouwd tijdens de 4e dynastie, waarvan

we dank zij Manetho vier namen kennen, maar verder weinig weten. Manetho

was een Egyptische priester uit Heliopolis, die leefde in de 3e eeuw v.Chr., de

Griekse tijd. Hij schreef een geschiedenis van Egypte in het Grieks. Helaas bleef

dat boek niet bewaard, maar omdat het geciteerd werd door andere schrijvers,

zijn er nog fragmenten waarop de chronologie van Egypte berust. Volgens deze

klassieke bronnen bestond de 4e dynastie uit 8 koningen uit Memphis, die samen

277 jaar regeerden. Voor de bewering dat Cheops of Sulphis de Grote Piramide

zou hebben gebouwd beroept Manetho zich volgens deze citaten op de Griekse

historicus Herodotos (484-424 v.Chr.). Van de andere farao’s zegt men dat zij

geen noemenswaardige prestaties hebben geleverd. 18

Alle piramides staan in de woestijn, langs de oever van Nijl zoals deze stroomde

tijdens het Older Peron, toen de Nijl zoveel breder was dan in latere tijden. Ook

lijkt het onmogelijk dat slechts vier farao’s waarvan we weinig of niets weten,

deze piramides bouwden. Elke piramide bestaat uit duizenden tonnen steen die

van elders zijn aangevoerd en deze stenen wegen soms elk enige tonnen. Ook

zijn deze stenen niet gevoegd, maar zo bewerkt dat ze naadloos in elkaar

passen. In geen van deze stenen is ook maar één inscriptie aangetroffen. Onder

de piramides bevinden zich gangen met kamers waarin soms een “sarcofaag”

staat van dioriet of graniet, zeer harde stenen die van zeer ver zijn gekomen en

die elk vele tonnen wegen. Deze zijn perfect uitgehold en gepolijst. Alternatieve

onderzoekers, zoals Brien Foerster en Graham Hancock, vermoeden dan ook dat

de piramides veel ouder zijn. Ze zouden stammen van nog voor het Younger

Dryas en het einde van de ijstijd. Ze vormen dan de nalatenschap van een veel

oudere beschaving, zeg maar Atlantis of Mu.

In Mesopotamië is de ontwikkeling tijdens het 4e millennium duidelijker. Hier

leidde de vorming van steden niet tot een groot rijk, maar tot zelfstandige staten

die bestonden uit een stad met een aantal omringende dorpen. De periode is

vernoemd naar de stad Uruk, waar het eerste schrift ontstond. In de late Uruk

Page 253: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

253

periode besloeg de stad 100 hectaren. Deze stadscultuur vindt men in heel

Mesopotamië. Tell Brak aan de Habur was reeds rond 6000 v.Chr. bewoond. In

de Uruk-periode groeide het dorp uit tot de stad Nagar, met een omvang van

50 hectaren. In de tempel van Nagar zijn honderden votiefbeeldjes gevonden, de

zogenaamde eye-idols. De invloed van de Uruk-cultuur is hier duidelijk zichtbaar.

In Elam ontwikkelde Susa zich in deze periode tot een stad. Het zwaartepunt lag

echter in Sumerië, met steden als Ur, Eridu, Nippur en Lagash. De culturele

invloed reikte tot in Egypte en de handelswegen strekten zich uit over Iran, tot in

Afghanistan, en over het Arabische schiereiland tot voorbij Oman. De laatste

twee eeuwen van deze periode (3100-2900 v.Chr.) zijn vernoemd naar de stad

Jemdet Nasr, omdat uit deze periode van Uruk weinig bewaard is gebleven. 19

Mesopotamië van 4300 tot 2300 v.Chr. De groene lijnen zijn handelswegen. 20

In Egypte schreef men op papyrus, dat vergankelijk is. In Sumerië scheef men

op kleitabletten, die in gebakken vorm vrijwel onvergankelijk zijn. Het ontstaan

en de ontwikkeling van het schrift is daar beter te volgen dan in Egypte. De

administratie van giften aan de tempel vormde de basis. Aanvankelijk gebruikte

men pictogrammen, die op den duur werden gestileerd. Deze tekens werden met

een puntig rietje in de klei gedrukt. Zo ontstond het spijkerschrift. De tekens

Page 254: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

254

voor concrete zaken kregen later ook de betekenis van lettergrepen, zodat men

ook abstracte zaken kon opschrijven. 21 Er werden stempels gebruikt voor vaak

terugkomende woorden en zegels om een tekst te ondertekenen. Het aantal

tekens was zo groot, dat maar weinig mensen konden lezen en schrijven. Het

was een ambacht dat een lange leertijd vergde.

Met de ontwikkeling van het schrift begint de geschiedenis, die zich kenmerkt

door geschreven bronnen die de namen vermelden van steden en heersers, met

hun daden en regeringsjaren. Omdat het schrift zich geleidelijk ontwikkelde, is er

een overgangsperiode die men vroeg-historisch noemt. Deze begint omstreeks

2900 v.Chr.. Pas vanaf ongeveer 2400 v.Chr. spreekt men van geschiedenis. Ook

deze ontwikkeling vond niet overal op het zelfde tijdstip plaats. De Semieten aan

de middenloop van Eufraat en Tigris namen omstreeks 2250 het Sumerische

schrift over en pasten het aan om er Akkadisch mee te schrijven, de eerste

geschreven Semitische taal. De oudste Bijbelverhalen kunnen in elk geval niet

vóór deze datum zijn opgeschreven, zij vormen de neerslag van een eeuwen

lange mondelinge overlevering.

In dit hoofdstuk zijn we een aantal rampen tegengekomen die aansluiten bij

verhalen in het boek Genesis. Deze speelden zich af in een tijd dat de mensheid

nog niet beschikte over het schrift. Die verhalen moeten eeuwen en millennia

lang mondeling zijn overgeleverd, maar ze lijken toch een kern van waarheid te

bevatten. In het boek Genesis volgden op de Zondvloed nog twee verschijningen

van Jhwh: boven de Toren van Babel en aan Abraham. Deze rampen zouden dan

zijn gebeurd in historische tijden. In het volgende hoofdstuk zullen we proberen

om de Toren van Babel te plaatsen in de geschiedenis van Mesopotamië en

Egypte. Lukt dat niet, dan was Jhwh geen komeet.

Page 255: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

255

Literatuur en eindnoten:

Bar-Yosef, O. en F. R. Valla (eds.), The Natoufian culture in the Levant (Ann Arbor 1991).

Bellwood, P.: First Farmers: the origins of agricultural societies. Blackwell: Malden 2005.

Cauvin, J. en Trevor Watkins: The birth of the Gods and the origins of agriculture,

Cambridge 2000.

Chiera, Edward: Zij schreven op klei. Bosch & Keuning, 1938

Fischer Weltgeschichte, band 1: Vorgeschichte. Fischer Bücherei KG, Frankfurt am Main

1966-2001. ISBN 3 596 60001-4 2

Fischer Weltgeschichte, band 2: Die Altorientalischen Reiche I. Fischer Bücherei KG,

Frankfurt am Main 1965-1986. ISBN 3 596 60002 2

Gallery Kovacs, Maureen: The Epic of Gilgamesh. Stanfort University Press, California

1989. ISBN 0 8047 1589 0

Hoffman, Michael A. (1980). Egypt before the pharaohs. Taylor & Francis. ISBN 0-7100-

0495-8

Kohler-Rollefson, Ilse & Gary O. Rollefson: The impact of Neolithic subsistence strategies

on the environment: The case of ' Ain Ghazal, Jordan. In: Man's role in the shaping of the

eastern Mediterranean landscape. Uitgeverij A.A. Balkema, Rotterdam, 1990

Kuyt, Ian, ed.: Life in Neolithic farming communities. Kluwer academic, 2000. ISBN 0-

306-46122-6

Manetho, with an English translation by W.G.Waddell. Loeb Classical Library, Harvard

University Press, Londen 1980. ISBN 0434 99350 6

Malinowski, Bronislaw: The Sexual Life of Savages in North-western Melanesia. George

Routledge & Sons Ltd. 1932

Malinowski, Bronislaw: Argonauts of the Western Pacific. E.P. Dutton & co, New York.

ISBN 0 525 47074 3

Malinowsky, Bronislaw:: Crime and Custom in Savage Society. Routledge and Kegan

Paul, London, 1926. ISBN 0 7100 3043 6

Malville, Wendorf, Mazar & Schild: Megaliths and Neolithic Astronomy in Southern Egypt.

Nature, pp. 488-491 (April 2, 1998)

Morgan, Lewis Henry: Ancient Society. New York Labour News, Palo Alto 1978

Roaf, Michael: Cultural Atlas of Mesopotamië. Andromea Oxford Limited, Oxford 1996.

ISBN 0 8160 2218 6

Schmidt, Klaus: Sie bauten die ersten Tempel. Das rätselhafte Heiligtum der

Steinzeitjäger. München 2006, ISBN 3-406-53500-3

Woolley, Sir Leonard: Ur of the Chaldees. Pelican books A 27, Penguin books,

Harmondsworth, Middlesex 1952.

Page 256: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

256

1 Schmidt, 2006 2 Bar-Yosef, O. et al. 2012 3 Kohler-Rollefson, p. 5 4 Malinowski, 1929. Zie vooral deel III hoofdstuk 1 5 Malinowski, 1922. Zie ook Malinowski 1929, deel IV 6 Morgan, deel II, hoofdstuk 2 e.v. 7 Morgan, deel II, hoofdstuk 14 8 Roaf, p. 43 9 Roaf, p. 47 e.v. 10 Roaf, p. 51 e.v. 11 Fischer band 1, p. 186 12 Malville et al. in Nature, 1998 13 Gallery Kovacs, Tablet XI 14 Woolley, p. 20-21 en 24 15 Fischer band 2, p. 210-233 16 http://www.xs4all.nl/~wjsn/tekst/opgravingen.htm 17 ibid. p. 245-268 18 Manetho, p.45-49 19 Roaf, p. 58-69 20

Bron: https://www.themaparchive.com/early-mesopotamia-and-syria-43002300-

bce.html 21 Chiera: Zij schreven op klei. Zie ook Roaf, p. 70

Page 257: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

257

Hoofdstuk 10: Genesis en de geschiedenis

10.1 De Sumerische Koningslijst

Omstreeks 2900 v.Chr. lagen er in de delta van Eufraat en Tigris stadstaten

waarvan men de namen kent. Inscripties vermelden soms ook de namen van

heersers. De volgende periode noemt men de vroeg-dynastieke tijd en de delta

van Eufraat en Tigris heet nu Sumerië. Tot iedere stad behoorden dorpen,

gelegen in vruchtbaar land dat door irrigatie geschikt was gemaakt voor de

landbouw. Tussen de steden lag ongecultiveerd land waar het vee kon grazen.

De stad heerste over de omringende dorpen, maar was daar ook van afhankelijk

voor voedsel. De steden probeerden elkaar ook te overheersen, met wisselend

succes. Waarschijnlijk waren ze omringd door een stadsmuur. Ur en Eridu lagen

ooit aan de kust, het waren havensteden. De Perzische Golf heeft zich sindsdien

door aanslibbing naar het zuidoosten verplaatst.

Een stad onderscheidt zich van een dorp door grote, centrale bouwwerken. Als

bouwmateriaal werden tichels gebruikt van in de zon gedroogde klei, eventueel

gevoegd met asfalt, alleen de buitenste laag was soms van baksteen. Die steden

lagen op plaatsen die soms reeds duizenden jaren bewoond waren. Als een huis

werd herbouwd, dan maakte men eerst het oude huis met de grond gelijk, om op

de restanten een nieuw huis te bouwen. Aldus groeide er in het vlakke land

langzaam maar zeker een heuvel, een tell. Iedere stad had een eigen stadsgod,

met een tempel die tevens het bestuurlijke centrum was. Deze stond meestal op

de top van de heuvel. De karakteristieke vorm was de ziggurat, een bouwwerk

dat uit verschillende lagen bestond en wel wat lijkt op een trappenpiramide. Op

de top van dit bouwwerk bevond zich het heiligdom. Het Semitische woord voor

Ziggurat is Bab’ilim, vandaar dat men het land ook wel Babylonië noemt. 1

De stad werd bestuurd door een koning of door een hogepriester, maar beiden

dankten hun macht aan het geloof in de stadsgod. Daarnaast kon een stad

tempels bevatten voor andere goden, zoals Inanna (Venus) en Enlil (Jupiter),

waarbij Enlil werd beschouwd als oppergod. In Nippur was Enlil de stadsgod en

met zijn tempel, genaamd Ekur, was Nippur het belangrijkste religieuze centrum

van Sumerië. Deze tempel fungeerde ook als een soort centrale bank. Nippur

was de meest noordelijke stad van Sumerië. Ten noorden van Nippur woonden

Semieten, die later het Rijk van Akkad zouden stichten. Van de Sumerische taal

zijn geen verwante talen bekend. 2

Page 258: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

258

Op verscheidene kleitabletten is een register gevonden van Sumerische koningen

met hun regeringstijden. De oudste versie stamt van na 2000 v.Chr., maar de

steden die in dit register worden genoemd, hebben allen zeker bestaan en van

sommige koningen is ook bewijs gevonden. Deze Sumerische Koningslijst wordt

daarom beschouwd als een vroeg-historische bron. De regeringstijden zijn echter

mythisch. Werden de mensen in de “stamboom” van Genesis honderden jaren

oud, in de Sumerische Koningslijst worden ze soms duizenden jaren oud!

Deze Koningslijst begint als volgt: “Toen het koningschap vanuit de hemel

neerdaalde, was het eerst in Eridu. Alulim werd koning en hij regeerde 28.800

jaar. Alalgar regeerde 36.000 jaar. Het koningschap ging naar Badtibira.

Enmenlu-Anna regeerde 43.200 jaar; Enmengal-Anna regeerde 36.000 jaar; de

god Dumu-zi, een schaapherder, regeerde 108.000 jaar. Het koningschap ging

naar Larak. Ensipasi-Anna regeerde 28.800 jaar. Het koningschap ging naar

Sippar. Enmendur-Anna regeerde 21.000 jaar. Het koningschap ging naar

Shuruppak. Ubar-Tutu regeerde 18.600 jaar. Vijf steden, acht koningen

regeerden er 241.000 jaar. Toen spoelde de vloed over de aarde.” 3

In het Epos van Gilgamesh werd Shuruppak genoemd als de woonplaats van

Utanapishtim, die een boot bouwde en de vloed overleefde. Omdat Shuruppak

omstreeks 3000 v.Chr. inderdaad door een overstroming werd getroffen, menen

archeologen dat de Sumerische mythe van de vloed slechts over die plaatselijke

overstroming zou gaan. Dergelijke rampen kan men nou eenmaal verwachten in

een rivierdelta. In de Sumerische Koningslijst wordt deze vloed echter vermeld

als een bijzondere gebeurtenis, terwijl Shuruppak de koningsstad was.

De Koningslijst gaat in het kort aldus verder: “Nadat de vloed over de aarde was

geraasd en het koningschap (nogmaals) vanuit de hemel neerdaalde, was het

eerst in Kiš. Ga[...]ur werd koning en hij regeerde 1.200 jaar. etc... 23 koningen

voor 24.510 jaar, 3 maanden en 3½ dag. Kiš werd met wapens verslagen, het

koningschap werd verplaatst naar Eanna (de heilige plaats van Uruk). etc...

12 koningen voor 2.310 jaar.”

Deze koningen regeren allemaal nog veel te lang! Toen ging het koningschap

naar de havenstad Ur en de leeftijden worden nu redelijk normaal.

“Uruk werd met wapens verslagen, het koningschap werd verplaatst naar Ur.

Mes-Annepada werd koning, hij regeerde 80 jaar; Mes-kiag-Nanna regeerde 36

jaar; Elulu regeerde 25 jaar; Balulu regeerde 36 jaar. Vier koningen regeerden

het voor 177 jaar. Ur werd met wapens verslagen...” 4

Page 259: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

259

Van Mes-Annepada, de zoon van Mes-Kalamdug, zijn in Ur en Tell Ubaid

inscripties gevonden. Toen Sir Leonard Woolley Ur opgroef, vond hij boven de

dikke sliblaag een koninklijke begraafplaats uit de Vroeg-Dynastieke tijd. In een

van de graven vond men een inscriptie met de naam van Mes-Kalamdug. Deze

koningen hebben bestaan, maar we kennen slechts hun namen.

De koningsgraven van Ur zijn bijzonder. De meeste graven bevatten een lichaam

met allerlei grafgiften, dergelijke graven zijn ook in andere steden aangetroffen.

In Ur waren echter ook 17 graven waar de overledene in de dood werd gevolgd

door een stoet van personen, allen voorzien van het nodige voor een gelukkig

leven in het hiernamaals. Koningin Puabi werd begraven met 6 soldaten,

4 vrouwelijke muzikanten en 64 hofdames. Alle dames waren even fraai getooid

en lagen ordelijk op hun laatste rustbed. Dergelijke graven zijn alleen gevonden

in Ur, deze manier van begraven was in Mesopotamië beslist niet algemeen

gebruikelijk. Uit deze koningsgraven van Ur blijkt tegelijkertijd de hoogte en

kunstzinnigheid van deze beschaving.

De Sumerische koningslijst vervolgt (in het kort): “Ur werd verslagen en het

koningschap ging naar Awan: 3 koningen regeerden 356 jaar. Awan werd

verslagen en het koningschap ging naar Kiš: 8 koningen regeerden 3195 jaar.

Kiš werd verslagen en het koningschap ging naar Hamazi: 1 koning regeerde 360

jaar. Hamazi werd verslagen en het koningschap ging naar Uruk: 3 koningen

regeerden 187 jaar. Uruk werd verslagen en het koningschap ging naar Ur:

3 koningen regeerden […] jaar. Ur werd verslagen en het koningschap ging naar

Adab: 1 koning regeerde 90 jaar. Adab werd verslagen en het koningschap ging

naar Mari: 6 koningen regeerden 136 jaar. Mari werd verslagen en het

koningschap ging naar Kiš: 1 koningin regeerde 100 jaar. Kiš werd verslagen en

het koningschap ging naar Akšak: 6 koningen regeerden 93 jaar. Akšak werd

verslagen en het koningschap ging naar Kiš: 7 koningen regeerden 491 jaar.”

Ook deze koningen regeerden te lang, maar de steden hebben bestaan.

Dan zegt de Koningslijst: “Kiš werd verslagen en het koningschap ging naar

Uruk: Lugalzagesi regeerde 25 jaar.” Van Lugalzagesi van Uruk (2341-2316) is

een grote inscriptie gevonden. Van hem zijn de jaartallen en regeringsdaden

bekend. Hij greep de macht in Umma, verwoestte Lagash en veroverde Uruk. De

inscriptie zegt onder meer: “Van de Lagere Zee (Perzische Golf), langs de Eufraat

en de Tigris, tot de Hogere Zee (Middellandse Zee) liet Enlil alle landen tot hem

komen.” Wellicht gaat dat echter over het ontsluiten van handelswegen en niet

Page 260: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

260

over veroveringen. Er ontstond voor het eerst een groot Sumerisch Rijk, maar

Lugalzagesi was de laatste grote koning van Sumerië.

Dan zegt de Koningslijst: “Uruk werd verslagen en het koningschap ging naar

Akkad.” Deze stad is gesticht door een koning die de geschiedenis inging als

Sargon van Akkad. Hij was de eerste grote Semitische koning, iemand die heel

Mesopotamië met geweld veroverde.

10.2 Sargon van Akkad

Volgens Fischer vestigden zich steeds meer Semieten in het Sumerische gebied

en dat proces voltrok zich kennelijk geweldloos. Volgens de historische traditie

bestond er geen Sumerisch-Semitisch conflict, de tegenstelling tussen de

sedentaire bevolking en de nomaden was in elk geval groter. Het ontstaan van

de eerste Semitische stadstaten ging zelfs gepaard met een wederzijdse

toenadering, waarbij de Sumerische cultuur overheersend bleef. De oude stad

Kiš werd de Semitische hoofdstad, maar de Sumerische stad Nippur, met haar

belangrijke tempel Ekur voor de oppergod Enlil/Jupiter, werd ook voor de

Semieten het centrum van de eredienst. 5

Ook in het noorden van Syrië woonden Semieten in steden. In Tell Mardich, ten

zuiden van Aleppo, werd in 1975 een paleisarchief ontdekt, met tienduizenden

kleitabletten in Sumerisch schrift. De taal was echter Semitisch, verwant aan

Arabisch en Hebreeuws. Het bleek de oude stad Ebla, die tot ca. 1600 v.Chr.

bewoond bleef. Omstreeks 2200 v.Chr. werd het paleis door brand verwoest. Alle

kleitabletten werden daardoor gebakken en het archief bleef behouden. Daaruit

blijkt dat Ebla in die tijd een bloeiend handelscentrum was. Het archief bevat de

namen van zes opeenvolgende koningen, wat men schat op 150 jaar, dus 25 jaar

per koning. Ebla onderhield handelsrelaties met honderden plaatsen, waaronder

Cyprus, Hazor, Meggido en Jaffa. Ook bevat het archief de namen van tal van

nadien in de vergetelheid geraakte steden in de valleien van Eufraat en Tigris en

daar zelfs voorbij, op de hoogvlakte van wat nu Iran is.6 Het schijnt dat vanuit

Ebla zowel de handelsvestiging Kanesh in Anatolië als de havenstad Karkemish

aan de Eufraat werd gesticht. Vermoedelijk werd het paleis van Ebla verwoest

door Naramsin, de kleinzoon van Sargon van Akkad. 7

Ten tijde van Sargon van Akkad (ca. 2340-2284) traden de Semieten voor het

eerst naar voren in de kunst. Hun uiterlijk verschilt volkomen van dat van de

Sumeriërs. Op de reliëfs zien we nu mannen met baarden en lange haren, in

Page 261: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

261

plaats van de zwarte, meestal kale, ronde schedels der Sumeriërs. Het Akkadisch

werd geschreven in Sumerisch schrift, dat was ontwikkeld voor het Sumerisch,

een volledig andere taal. Akkadisch werd nu de spreektaal en in de volgende

eeuwen werd het Sumerisch de taal van de eredienst en de geleerden, zoals bij

ons ooit het Latijn.

Sargon van Akkad begon zijn loopbaan in de Semitische stad Kiš, de hoofdstad

van Noord-Babylonië, als schenkheer van de koning. Hij stichtte Akkad, maar het

is onbekend waar die stad lag, al vermoedt men dat het ten noorden van

Babylon was. Die stad werd het middelpunt van het Akkadische Rijk, de eerste

titel van Sargon was 'koning van Akkad', waarop volgde 'koning van Kiš'. Toen

Sargon het land ten noorden van Sumerië eenmaal beheerste, wilde hij koning

Lugalzagesi van Uruk onderwerpen. Inscripties spreken van 3 veldtochten en

34 veldslagen. Erech (Uruk) werd verslagen en zo werd Sargon koning van het

hele Sumerische zuiden, 'tot de oever van de zee'.

Volgens de kronieken heeft Sargon twee grote veldtochten ondernomen om het

noordwesten te veroveren. Mogelijk heeft hij op zijn eerste veldtocht Mari onder-

worpen. Op zijn tweede veldtocht is hij dan doorgestoten naar Noord-Syrië, de

Middellandse Zee, de Libanon en het Taurus-gebergte. Ten slotte heerste hij over

een gebied dat volgens hem de 'Lagere Zee' (Perzische Golf) en de 'Hogere Zee'

(Middellandse Zee) met elkaar verbond, hemelsbreed meer dan 1500 km! Zijn

oostelijke buren, Elam en Warahshe, sloten een verdedigingsverdrag. In twee

inscripties beroemt Sargon zich op de zege over deze landen. Andere teksten

zeggen, dat hij Subartu (het latere Assyrië, hoofdstad Assur) heeft veroverd. 8

Sargon betekent "wettige koning", het is geen eigennaam, maar een troonnaam.

De naam van deze koning is onbekend. Hoewel? In Genesis staat: Nimrod was

de eerste machthebber op aarde. Zijn rijk omvatte eerst Babel, Erek, Akkad en

Kalne. Van daar breidde hij zijn gebied uit naar Assur en bouwde de steden

Niniveh, Rechobot-Ir, Kalach en Resen. 9 Nimrod past goed in deze geschiedenis,

Sargon van Akkad was de eerste Semitische machthebber en ook begon zijn rijk

ongeveer zoals de Bijbel zegt.

Dan zegt Genesis: De hele aarde sprak dezelfde taal. Toen ze naar het oosten

trokken, vonden ze een vlakte in Sinear (Babylonië), waar ze gingen wonen. Ze

zeiden: 'Laten we kleitichels bakken in het vuur.' Ze gebruikten die tichels als

stenen en asfalt als specie. Ze zeiden: 'Laten we een stad bouwen met een toren

zo hoog als de hemel.' Toen daalde Jhwh neer, om de stad en de toren te zien,

Page 262: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

262

en Hij sprak: 'Laat ons hun taal verwarren, zodat ze elkaar niet meer verstaan.'

Zo verstrooide Jhwh hen van daar over de hele aarde. De bouw van die stad

moesten ze staken. Die stad heet Babel, oftewel Bab’ilim.

Fischer Weltgeschichte vervolgt: “De macht van Sargon berustte op zoveel

onderworpen volkeren, dat het rijk niet erg stabiel was. Zijn zoon en opvolger

Rimush kreeg al bij het begin van zijn regering te maken met een reeks van

opstanden in de Sumerische steden. In zijn derde jaar, zo zegt hij zelf, heeft hij

in een meedogenloze oorlog stromen van bloed vergoten, steden met de grond

gelijk gemaakt en de rekening met de beide kemphanen in het oosten vereffend.

Elam en Warahshe hadden zich kennelijk weer verbonden om de overheersing

door Akkad af te schudden. Ten noorden van Niniveh (in Subartu, later Assyrië)

heeft Rimush naar eigen zeggen een stad gesticht en naar zichzelf vernoemd.

Zijn broer en opvolger Manishtushu sloeg eveneens eerst een opstand neer van

zijn vazallen in het oosten. Hij bedwong 32 steden om de macht over Elam te

behouden. Dat Manishtushu ook in het noorden heerste, blijkt uit een inscriptie

uit Assur. Ook noemde men hem vijf eeuwen later nog de stichter van de tempel

van Ishtar (Venus) in Niniveh.” 10

De Sumerische Koningslijst zegt over deze dynastie: “Uruk werd met wapens

verslagen. Het koningschap ging naar Akkad. In Akkad werd Sargon, wiens vader

een tuinman was, de schenkheer van Ur-Zababa, koning. Hij bouwde Akkad en

regeerde 56 jaar. Daarna regeerde Rimush, de zoon van Sargon, 9 jaar. Daarna

regeerde Manishtushu, de oudere broer van Rimush en zoon van Sargon,

15 jaar. Daarna regeerde Naramsin, de zoon van Manishtushu, 37 jaar. Daarna

regeerde Sharkalisharri, de zoon van Naramsin, 25 jaar. Wie was toen koning?

Wie was geen koning? Was Igigi koning? Was Nanum koning? Was Imi koning?

Was Elulu koning? Die vier waren tegelijk koning en ze regeerden 3 jaar. Toen

regeerde Dudu 21 jaar. Toen regeerde Su-durul, de zoon van Dudu, 15 jaar. In

totaal: 11 koningen, die 181 jaar regeerden. Toen Akkad verslagen was, ging het

koningschap naar Uruk. In totaal 5 koningen, die 30 jaar regeerden. Toen Uruk

verslagen was, ging het koningschap naar de horde van de Guti. In totaal:

21 koningen die 91 jaar regeerden. Toen de horde van de Guti verslagen was,

ging het koningschap naar Uruk. In Uruk werd Utuhengal koning.” 11

De regeringsperioden zijn nu normaal en worden door historici serieus genomen,

hoewel sommige schrijvers iets andere jaartallen aanhouden. De hieronder

genoemde jaartallen zijn afkomstig uit Fischer Weltgeschichte.

Page 263: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

263

Op Naramsin (2260-2223) en zijn zoon Sharkalisharri (2223-2198) volgde een

tijd van chaos: het koningschap ging naar de horde van Guti, afkomstig uit het

Zagros gebergte. In latere inscripties worden zij Kuti of Koerti genoemd.

Fischer zegt: “De koningsinscripties van Naramsin berichten slechts van

overwinningen, maar leest men tussen de regels door, dan krijgt men toch een

voorgevoel van de naderende catastrofe. Het kan zijn, dat de ontbinding reeds

voor de dood van Naramsin begon. Tegen het einde van zijn regering begonnen

delen van het rijk zich los te maken en een voor een het Akkadische juk af te

schudden. Misschien was dat een gevolg van de grote volksverhuizingen in Voor-

Azië. De historische traditie geeft de Guti de schuld van de ondergang van

Akkad. De Guti-koning Erridupizir noemde zich “Koning van Akkad” en Naramsin

trok tegen hem ten strijde. De veroveringsdrift der Guti steeg nog onder de

minder krachtige regering van Sharkalisharri. Zijn dood in 2198 was een zware

slag voor Akkad. 'Drie jaar lang' (2198-2195) heerste er anarchie. De orde werd

hersteld door een zekere Dudu (2195-2174), die werd opgevolgd door zijn zoon

Su-Durul (2174-2159). Er zijn uit deze tijd weinig bronnen, maar Erridupizir

heeft ook in het zuiden even de macht gegrepn. Hij liet in de tempelstad Nippur

een lange inscriptie na. Vooral het noorden viel onder de heerschappij van de

Guti, die zelf nog schriftloos waren. Ze schreven hun inscripties in het Akkadisch

en veranderden daarbij hun namen in een Semitische vorm. Ze hebben veel

verwoesting aangericht, ook in Assur. Zo te zien hebben ze niets gebouwd en

niets eigens naar Mesopotamië gebracht.” 12

Als Nimrod Sargon van Akkad zou zijn, of misschien zelfs Naramsin, dan zou

rond deze tijd Jhwh verschijnen boven de toren van Bab’ilim.

10.3 Drie eeuwen van stofstormen

De archeoloog Harvey Weiss heeft opgravingen verricht in de vlakte van de

Habur, de streek die in de Bijbel Paddan-Aram wordt genoemd. Daar ligt ook

Haran, de stad die een rol speelde in de verhalen over Abraham, Isaak en Jacob.

Het tempelcomplex van Göbekli Tepe ligt in het noorden van deze vlakte.

Weiss vertelt: “De eerste oude beschavingen gingen niet ten onder aan falend

bestuur of militaire onderwerping, maar aan droogte, wind en stof. Rond

2200 v.Chr. bleef de jaarlijkse regen steeds vaker uit, er kwamen vernietigende

stormen voor in de plaats. De wind joeg over de noordelijke graanvelden en

bedekte die met stof. Steden en dorpen raakten verlaten. Hun bewoners

Page 264: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

264

ploeterden met nomadische veehouders mee naar het zuiden, op zoek naar

voedsel. De woestijnvorming hield meer dan een eeuw aan en ontwrichtte het

leven van Zuidwest-Europa tot Centraal Azië. Onder de slachtoffers vinden we

het Oude Rijk van Egypte, de Palestijnse steden en de megapolen van de

Indusvallei. Nederzettingen in het noorden van Mesopotamië lagen driehonderd

jaar lang verlaten, de bewoners waren naar het zuiden getrokken. Kleitabletten

uit die periode beschreven immigratiegolven uit het noorden.

Tell Leilan ligt in de vlakte van de Habur in het noorden van Mesopotamië, in het

huidige Syrië. Vijfduizend jaar geleden was het een belangrijke stad met een

oppervlak van meer dan tachtig hectaren en een akropolis die achttien meter

boven de vlakte oprijst. Syrië is een van de graanschuren van West-Azië. Van de

top van de akropolis kijk je over golvende graanvelden tot ver in Turkije.

Vijfduizend jaar geleden waren deze velden dank zij regelmatige regen nog

vruchtbaarder dan nu. We ontdekten dat Tell Leilan tussen 2600 en 2400 v.Chr.

zes maal zo groot werd, van 15 hectare naar meer dan 80. De woonwijken van

de stad waren met zorg ontworpen. Ze hadden rechte geplaveide straten en een

rioleringssysteem. Graan werd bewaard in de centrale depots van de akropolis,

die werden verzegeld en bewaakt.

Toen de kleinzoon van Sargon (Naramsin) kort na 2250 v.Chr. Noord-

Mesopotamië binnenviel, werd de stad verder uitgebreid. De Akkadische

bezetting van Tell Leilan zou nog geen eeuw duren. Enkele tientallen jaren nadat

de zware muren van de stad waren gebouwd, de tempelwijk was vernieuwd en

de graanproductie gereorganiseerd, verdween de bevolking opeens. Bij onze

opgravingen vonden we de resten van Akkadische gebouwen, bedekt met

erosieafzettingen die geen enkel spoor van menselijke activiteit vertoonden. Pas

daarboven, in lagen vanaf 1900 v.Chr. vinden we weer as, afval en de

monumentale resten van een nieuwe koningsstad. Door de keramiek van onze

vindplaats te vergelijken met dat uit dezelfde lagen van andere vindplaatsen,

konden we de onderbreking door het hele gebied volgen. Overal vertelden de

resultaten hetzelfde verhaal: Tussen 2200 en 1900 v.Chr. vond een massale

ontvolking van de hoogvlakten van Habur en Assyrië plaats.

Geleidelijk vonden we meer en meer aanwijzingen voor een niet eerder

beschreven klimaatsverandering. Courty ontdekte dat de laatste Akkadische

leemstenen waren bedekt met een dunne laag vulkanische as. Een dikke laag

van fijn zand meteen daarboven getuigt van eeuwen harde wind en aanhoudende

Page 265: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

265

droogte. Het is niet waarschijnlijk dat een vulkaanuitbarsting de oorzaak van de

ramp was, maar wat de oorzaak ook was, stofstormen en droogte maakten de

regenafhankelijke landbouw moeilijk, zo niet onmogelijk. Jaren achtereen

mislukte de oogst van de noordelijke steden. Toen die steden te gronde gingen,

sleepten ze de zuidelijke economie mee. Naburige 'barbaren', de Guti, maakten

zich van Akkad meester.

De gegevens wijzen op een plotselinge, ernstige en langdurige klimaat-

verandering, en het raadselachtige feit dat deze direct volgt op een vulkanische

gebeurtenis. Gevoegd bij de gelijktijdige sociale ineenstorting die al eerder

uitputtend is gedocumenteerd voor het Egeïsche gebied, Egypte, Palestina, Iran

en de Indusvallei, levert dat een beeld op dat te denken geeft. De massale

ondergang van de beschavingen van de Oude Wereld rond 2000 v.Chr. was geen

toevallige samenloop van omstandigheden. Klimaatgegevens uit die periode zijn

veelzeggend. Wat zou de oorzaak kunnen zijn van een dergelijke catastrofale

klimaatwijziging? Deskundigen komen met een paar voorzichtige hypothesen,

maar bewezen is er niets, en dat zal zo blijven tot het proces zelf volledig

beschreven is. Door te migreren naar gebieden waar de landbouw duurzaam

bleef, demonstreerden gemeenschappen als die van Tell Leilan hun veerkracht

en aanpassingsvermogen. Driehonderd jaar later, toen de wind en het stof waren

gaan liggen, kregen hun nakomelingen een nieuwe kans op bloei.” 13

Niet alleen de vlakte van de Habur werd door deze ramp getroffen, de stof-

stormen blijken wereldwijd! In Egypte viel het Oude Rijk uiteen. Na de

4e dynastie, waaraan men de grote piramiden heeft toegeschreven, gebeurde er

volgens Fischer het volgende: “De 5e dynastie (2480-2350) liet geen grote

monumenten na, maar rijke mensen versierden hun graven met taferelen uit het

dagelijkse leven. Deze vormen een bron van kennis over de beschaving in deze

periode. Ook toont hun persoonlijk rijkdom, dat de koninklijke almacht zwakker

werd.” Omdat men denkt dat de grote piramiden werden gebouwd tijdens de

4e dynastie, zouden deze graven getuigen van een verzwakkende macht van de

farao, maar zonder die aanname getuigen ze eerder van een toenemende rijkdom!

Fischer vervolgt: “Toen de 6e dynastie (2350-2200) begon, stond het Oude Rijk

op zijn hoogtepunt, maar vier regeringen later was Egypte vanuit een stabiele en

krachtige ordening vervallen tot volledige anarchie. De 6e dynastie duurde

ongeveer 150 jaar, maar Pepi II regeerde bijna een eeuw. Volgens Manetho was

hij 6 jaar oud toen zijn vader stierf en heeft hij 94 jaar geregeerd. Met de dood

Page 266: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

266

van Pepi II begint de Eerste Tussentijd (2200-2040). In deze duistere periode,

die het Oude Rijk scheidt van het Middenrijk, werd een deel van het land bezet

door Aziaten en de vrij gebleven provincies bevochten elkaar. De 7e dynastie is

volslagen duister en de 8e dynastie zo verward, dat Manetho er 70 koningen aan

toeschrijft, die elk 70 dagen regeerden.” 14

“Omstreeks 2160 nam Meribre-Cheti de titel aan van koning van Opper- en

Neder-Egypte. Zijn residentie was Herakleopolis, maar Memphis bleef het

bestuurlijke centrum. Ook de 9e dynastie heeft nauwelijks iets nagelaten. De

herstelde eenheid stortte na 30 jaar weer in. Teksten spreken van oorlog en

hongersnood en de 9e dynastie eindigde in diepe duisternis. De 10e dynastie

(2130-2040), eveneens in het noorden, werd bestreden door het zuiden onder

koning Antef van Thebe. In het Oude Rijk bestond Thebe slechts uit twee dorpen,

het huidige Luxor en Karnak, maar aan het einde van de Eerste Tussentijd

heerste er een dynastie van vorsten die allen Antef heetten. Eerst erkenden ze

de farao van Herakleopolis, maar rond 2130 kwamen ze in opstand en omstreeks

2110 vielen alle zuidelijke provincies onder Thebe. De provincies van Midden-

Egypte vielen nog onder Herakleopolis en ten noorden van Memphis hielden

Aziaten de delta bezet.” 15

Daarna begon volgens Fischer het Middenrijk (2040-1786), een periode van hoge

bloei. Deze jaartallen wekken verbazing, omdat in Mesopotamië de stofstormen

drie eeuwen duurden, van 2200 tot 1900 v.Chr..

Ook in Griekenland, Klein Azië, Perzië en de Indus-vallei is een sterke achter-

uitgang zichtbaar. Fischer zegt: “Omstreeks 2200 v.Chr. kan men op een reeks

van grotere vindplaatsen in de Argolis, en waarschijnlijk ook in Korinthe, een min

of meer volledige verstoring zien. Ook Attika en de Cycladen schijnen te zijn

getroffen. Een opvallende parallel is zichtbaar in Klein Azië. Centra die voor hun

tijd rijk en machtig waren en die een lange, stabiele ontwikkeling achter de rug

hadden, stortten letterlijk in elkaar. Wat daarop volgde, was duidelijk minder

zowel in orde van grootte als in kwaliteit.” 16

Weiss vond een laagje “vulkanische as” en hij noemde dat raadselachtig. Er zijn

geen vulkanen in de vlakte van de Habur en een vulkaanuitbarsting elders zal

ook niet leiden tot stofstormen die drie eeuwen aanhielden. Volgens Weiss was

de klimaatsverstoring niet alleen ernstig, maar ook wereldwijd. Ander onderzoek

wijst uit dat hij daarin gelijk heeft. In 1998 stond in Science: Stof op de

zeebodem laat zien dat het Akkadische Rijk door droogte werd geveld.

Page 267: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

267

In het redactioneel staat: “Als beschavingen instorten, dan wordt de schuld vaak

gelegd bij die beschaving zelf: leiders die hun macht misbruiken, legers die het

laten afweten, boeren die de grond uitputten. Dergelijke verklaringen waren ook

gebruikelijk voor het einde van het eerste grote rijk ter wereld, dat omstreeks

2300 v.Chr. door de Akkadiërs werd gesticht. Zij waren de eersten die

onafhankelijke gemeenschappen onderwierpen in een enkele staat, maar het

Akkadische Rijk viel na een eeuw weer uiteen en het zou 1000 jaar duren voor

het opnieuw tot een dergelijke omvang werd verenigd.

In 1993 betoogde de archeoloog Harvey Weiss, dat de Akkadiërs geen schuld

droegen aan hun lot. In plaats daarvan stelde hij dat ze te gronde waren gegaan

aan een ernstige, eeuwenlange droogte die ook andere beschavingen omver

wierp, waaronder de vroege beschaving in Griekenland, die van de piramide-

bouwers van Egypte en die van de Indusvallei in Pakistan. Veel archeologen

waren sceptisch, want de datering van deze instortingen was niet nauwkeurig en

de zuiver sociale en politieke verklaringen leken te volstaan. Op dit moment

krijgt de theorie van Weiss echter nieuwe steun uit een volstrekt onafhankelijke

bron: een exact gedateerde, doorlopende registratie van het klimaat uit de Golf

van Oman, op 1800 kilometer van het hart van het Akkadische Rijk.

Op de jaarvergadering van de American Geophysical Union, meldden de paleo-

oceanografen Heidi Cullen en Peter deMenocal van het Lamont-Doherty Earth

Observatorium, dat een boorkern van sediment van de bodem van de Golf van

Oman overeenkwam met de gebeurtenissen zoals Weiss die verklaarde. De

meest ernstige periode van droogte van de laatste 10.000 jaar begon exact op

het moment dat het noordelijke bolwerk der Akkadiërs, Tell Leilan, werd verlaten

en deze droogte hield een vernietigende 300 jaar aan.

Sommige archeologen weigeren te aanvaarden dat deze droogte de geschiedenis

van de hele Oude Wereld veranderde. Zij vroegen zich af, of deze droogte wel

erg genoeg was om een beschaving ten val te brengen in Mesopotamië, waar

irrigatie de boeren zou hebben geholpen om de droogte te doorstaan. En ze

geloofden al helemaal niet dat een dergelijke droogte ook de andere culturen van

de Oude Wereld omver kon werpen. Om deze ideeën te testen, besloten

deMenocal en Cullen om te onderzoeken hoe groot en hoe erg die droogte

werkelijk was. Ze analyseerden het sediment van de Golf van Oman, waarbij ze

redeneerden dat, als heel Mesopotamië echt in een stofkom was veranderd, de

hete, noordwestelijke zomerwind, de zogenaamde Shamal, dat stof door de vallei

Page 268: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

268

van de Eufraat en de Tigris zou hebben geblazen, over de Perzische Golf en ten

slotte in de Golf van Oman, op 2200 km van Tell Leilan.

Cullen en deMenocal zochten naar dit stof in een 2 meter lange boorkern, die de

laatste 14.000 jaar omvat. In steekproeven langs de boorkern maten ze de

hoeveelheid dolomiet, kwarts en kalksteen, de mineralen waaruit het stof bestaat

dat door de Shamal van Mesopotamië wordt weggeblazen. Het niveau van het

weggeblazen stof was hoog gedurende de laatste ijstijd, tot ongeveer 11.000

jaar geleden. Toen daalde het naar een niveau dat meer lijkt op dat van

tegenwoordig. Maar in hun steekproef van 2000 v.Chr. ± 100 jaar, gedateerd

met C14, sprong het stofniveau naar twee tot zes maal zo hoog, tot waarden die

gedurende de laatste 10.000 jaar in geen enkele andere periode zijn gevonden.

Deze extreme stoffigheid bleef bestaan in de volgende steekproef, 140 jaar later,

maar hij verdween in de derde steekproef, hetgeen wijst in de richting van een

paar honderd jaar.

Gezien de onzekerheidsmarge van de koolstofdatering zouden de stoflaag in zee

en het verlaten van Tell Leilan toch nog door eeuwen gescheiden kunnen zijn.

Maar Cullen en de Menocal vonden in de boorkern nog een tijdsmarkering die het

verband nog strakker maakt. Minder dan 140 jaar voor de stoflaag is er een laag

die vulkanische as bevat. Weiss had reeds een laag as van een centimeter dik

gevonden, precies onder het begin van de droogte en het verlaten van Tell

Leilan. Uit de samenstelling van de twee aslagen volgt, dat ze van dezelfde

vulkanische gebeurtenis afkomstig zijn.

Hoewel ze toegeven dat er een wisselwerking bestaat tussen klimaat en cultuur,

denkt een aantal archeologen nog steeds dat Weiss het verband te ver

doordrukt. Droogte zou de mensen hebben kunnen verjagen uit een gebied waar

de akkerbouw afhankelijk is van de regen, maar, zo zeggen ze, “Weiss

generaliseert zijn scenario voor Noord Mesopotamië naar een wereldwijd

probleem. Dat is helemaal fout... Zelfs in Mesopotamië is er geen algemene

instorting van de culturele complexiteit. Zo was bij voorbeeld het hoog geletterde

Ur III, waarvan het centrum diep in het zuiden van Mesopotamië lag, rond

2100 v.Chr. op zijn hoogtepunt, net als de Indusbeschaving, die nog 200 jaar

bleef floreren." Weiss brengt daar tegenin, dat uit de kleitabletten blijkt dat Ur III

in feite 50 jaar later instortte, kennelijk onder het gewicht van een toenemende

stroom van immigranten en van misoogsten. Maar de criticus is niet onder de

indruk en besluit dat Weiss "voor het wereldwijde karakter weinig steun krijgt."

Page 269: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

269

Deze steun zou kunnen komen van de klimaatgegevens die wereldwijd werden

gevonden. In een overzicht van het postglaciale klimaat van Noord Amerika vond

Walter Dean van de U.S. Geological Survey in Denver drie scherpe pieken in de

hoeveelheid stof die was neergeslagen op de bodem van Elk Lake in Minnesota.

Er waren stofpieken rond 5800, 3800 en 2100 v.Chr., ± 200 jaar. Tijdens de

stofpiek van 2100 v.Chr., die ongeveer een eeuw aanhield, ontving het meer

jaarlijks drie maal zoveel stof als tijdens de beruchte Dust Bowl periode in de

V.S. in de jaren '30. Maar de archeologische gegevens onthullen niet welke

invloed deze droogte had op de vroege Noord-Amerikanen, die in deze tijd geen

grote bevolkingscentra kenden.

Een andere aanwijzing dat deze droogte wereldwijd was, werd gevonden door

Lonnie G. Thompson van de Ohio State University en zijn collega's, in een

stofpiek in een gletsjer in de bergen van Peru. Deze stofpiek markeert "een grote

droogte" in het bekken van de Amazone omstreeks 2200 v.Chr. ± 200 jaar. Het

is veruit de grootste droogte van de laatste 17.000 jaar. Maar het schijn niet

alleen maar een negatief effect te hebben gehad, want het valt ongeveer samen

met een verplaatsing van de bevolkingscentra van de kusten van Peru, waar de

oceaan voor voedsel zorgde, naar hogere regionen, waar de landbouw belangrijk

werd. Naarmate zich meer van dit soort gegevens opstapelen, zullen archeologen

beter inzien, hoeveel geschiedenis kan worden toegeschreven aan een klimaat-

verandering.” 17

In China leidde dit Bond event niet tot droogte, maar tot overmatige regenval.

De neolitische Longshan cultuur langs de Gele Rivier eindigde rond 2100 v.Chr.

door overstromingen. De legendarische Yu de Grote bouwde dijken en groef

kanalen om de vloed te weerstaan. Hij stichtte de Xia-dynastie die tot ongeveer

1600 v.Chr. over het gebied zou heersen. In deze oudste Chinese dynastie ging

het koningschap vader op zoon. Uit deze tijd zijn echter geen schriftelijke

bronnen overgeleverd, daarom blijft deze Chinese voorgeschiedenis mythisch.

Kort samengevat: Omstreeks 2200 v.Chr. werd de hele wereld getroffen door

een klimaatverandering. Dat dit samenvalt met het Bond event van 4,2 djg

behoeft geen verdere toelichting.

10.4 De vloek van Akkad

Terwijl de archeologen debatteren over de invloed op de beschaving van een

wereldwijde stofstorm die drie eeuwen aanhield, vragen wij ons af of dit een

Page 270: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

270

kosmische ramp was. In de Bijbel verscheen Jhwh boven de toren van Babel, hij

verspreidde de volkeren en verwarde hun taal. In Mesopotamië ging het Rijk van

Akkad ten tijde van Naramsin ten onder aan stofstormen. Er bestaat een oud

Sumerisch klaaglied, genaamd: De Vloek van Akkad. Daarin spelen Jupiter en

Venus weer eens een rol. Het gaat ongeveer als volgt:

Nadat de dreigende blik van Enlil (Jupiter) Kiš had verslagen alsof het de

Hemelse Stier was, en het huis van Uruk had afgeslacht alsof het een machtige

stier was, toen gaf Enlil aan Sargon, koning van Akkad, van zuid tot noord de

heerschappij en het koningschap. In die tijd bouwde Inanna (Venus) het

heiligdom Akkad. Ze vulde de ... van Akkad met goud en zijn stralende ... met

zilver. Ze leverde koper, tin en lapis lazuli aan zijn graanschuren.

In de stad klonken de tigi-harpen, daarbuiten de fluit en de zamzam. Op de

kade, waar de schepen aanlegden, klonk opgewekt gezang. Alle vreemde landen

waren tevreden. Het volk was gelukkig. De koning, de schaapherder Naramsin,

verrees als de zon op de heilige troon van Akkad. De stadsmuur raakte de

hemel, als een berg. Inanna opende de stadspoort zo wijd als de Tigris uitmondt

in zee. Schepen brachten de goederen van Sumerië stroomopwaarts. De

Amorieten van de hoogvlakten, een volk dat geen landbouw kent, kwamen naar

Inanna met vurige stieren en bokken. De Meluhhans, het volk van de zwarte

bergen, brachten exotische waren. Elam en Subartu (Assyrië) droegen goederen

aan als pakezels. Alle landvoogden en tempelbeheerders brachten maandelijks

offers. Inanna kon van al die luxe niet genoeg krijgen.

Maar bij het woord van Ekur (de tempel van Enlil in Nippur) viel er een stilte.

Toen verliet Inanna haar tempel in Akkad. En binnen vijf dagen, binnen tien

dagen, bracht Ninurta (de Stormgod, zoon van Enlil/Jupiter) de koninklijke

onderscheidingen, de kroon en de troon die hij had verleend aan Akkad, naar zijn

eigen tempel. Naramsin zag in een droom, dat Akkad niet langer een goede

woonplaats zou zijn. Hij zag dat de toekomst somber was, dat zijn tempels

zouden beven en hun voorraden verstrooid zouden raken. Vanwege Ekur trok hij

rouwkleren aan en hij gaf zijn koninklijke eretekenen weg. Naramsin deed zeven

jaar niets. Wie heeft ooit een koning zeven jaar lang niets zien doen?

Toen probeerde hij de uitspraak van Enlil te veranderen. Als een rover plunderde

hij Ekur, hij zette hoge ladders tegen de tempel, hij liet grote bijlen slijpen, zette

spaden aan de wortels. De tempel viel neer als een dode soldaat. Hij stopte het

goud in kisten, het zilver in leren zakken. Grote schepen legden aan bij Enlils

Page 271: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

271

tempel. De goederen werden weggehaald uit de stad. Zo verdween het gezonde

verstand van Akkad.

De razende storm die het hele land onderwerpt. De stijgende vloed die men niet

kan tegenhouden. Wat zou Enlil verwoesten, nu zijn geliefde Ekur was verwoest?

Enlil bracht Guti uit de bergen, een ongeremd volk met menselijke trekken, maar

zo dom als honden, zo lelijk als apen. Als een zwerm sprinkhanen kwamen ze in

het land. Niemand ontsnapt aan hun wapens. Boodschappers reizen niet langer

over de wegen, rovers houden de wegen bezet. Alle stadspoorten van het land

lagen in de modder en alle vreemde landen huilden bitter. Van de grote

landerijen kwam geen graan, op de overstroomde velden was geen vis, de

bevloeide tuinen gaven vruchten noch wijn. Zware wolken brachten geen regen,

het gewas groeide niet. Olie en graan werden acht keer zo duur en vis was

onbetaalbaar. In iedere stad lagen de marktprijzen zo hoog! De mensen stierven

van de honger. Enlil maakte zijn grote tempels tot rieten hutten en van oost tot

west namen de voorraden af. De mensen die nog leefden, bleven maar huilen:

'Ach, mijn stad! Ach, mijn volk! Ach, Ekur!'

Toen vervloekten alle goden Akkad zwaar: 'Akkad, dat Ekur aanviel - het was

Enlil! Moge Akkad van de honger sterven! Moge er rouwgras groeien op het

jaagpad, op de wegen, en klaagriet op de velden!' Toen de zon opkwam was het

zo! Op het jaagpad en de wegen groeide rouwgras, op de velden groeide

klaagriet en het zoete water was brak. Het was

geen goede verblijfplaats meer. Akkad is

verwoest. Heil Inanna!” 18

Dat er stofstormen waren, is wel bewezen, maar

volgens dit lied werd Akkad verwoest op bevel

van Enlil/Jupiter. Dat de Guti uit de bergen naar

Mesopotamië kwamen, kan het gevolg zijn van

de klimaatverandering. De stad van Sargon van

Akkad is nooit teruggevonden, maar in het

Louvre staat de stèle van Naramsin, die is

opgegraven in Elam, in Susa. De stèle werd

veroverd door koning Sutruk-Nahhunte van

Elam, die de oorspronkelijke inscriptie liet

vervangen door zijn eigen inscriptie. De naam

van Naramsin is echter nog leesbaar. Op de stèle zien we een koning die zijn

Page 272: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

272

vijanden vertrapt op een bergtop, waarboven twee stralende hemellichamen

staan. Was een van die twee soms Jhwh? Of straalde Venus zodanig, dat ze

zichtbaar was op klaarlichte dag? Van de stèle is het bovenste gedeelte verloren

gegaan, we zullen het dus nooit weten.

Een dochter van Sargon, prinses Enheduanna, was ten tijde van Naramsin hoge-

priesteres in Ur, waar de tempel was gewijd aan de stadsgodin Nanna, de maan.

Toen het rijk van Akkad ten val kwam, werd Enheduanna uit Ur verjaagd. Ze

schreef daarop een aantal liederen ter ere van Inanna (Venus), ze is de eerste

dichteres waarvan het bestaan historisch kan worden bewezen. De manier

waarop ze Venus bezingt, is nogal wonderlijk: “Vrouwe van de vlammende

heerschappij, gekleed in vrees, rijdende op vuurrode macht, Inanna. Ze draagt

een zuivere speer, verschrikking plooit haar gewaden. Getooid met vloed, storm,

orkaan, werpt zij zich in de strijd.” En even verder: “U komt, met uitgestrekte

armen, zo wijd als koning Zon.” En in hetzelfde gedicht: “Ze laat een woedende

strijd neerkomen, ze zwiept een storm vanuit haar wijde armen naar de grond.

En orkaanwinden, snel doorborend, stekend, vliegend met Inanna's woede,

zuigen de losgeraakte grond de zoete lucht in. Stof verstikt de ogen en de

adem...” 19 Zou Venus soms iets te maken hebben met de stofstormen? Zoals

Enheduanna haar beschrijft, ziet Venus er in elk geval angstaanjagend uit!

Akkad ging ten gronde aan stofstormen. In de Vloek van Akkad kreeg

Enlil/Jupiter de schuld, maar volgens Enheduanna werden de stormen gezonden

door Inanna/Venus. In elk geval eindigde het Semitische rijk van Akkad met een

klimatologische ramp. Volgens de oudheidkundigen kwam het door de Guti,

volgens Harvey Weiss door stofstormen, volgens de kleitabletten door Jupiter en

Venus, en volgens de Bijbel verscheen Jhwh.

10.5 De opkomst en ondergang van Ur III

In Sumerië, waar de landbouw berustte op irrigatie, beleefde de stad Lagash nu

een bloeitijd. De stad werd bestuurd op Sumerische wijze, door een

priester/stadhouder: de ensi. Fischer Weltgeschichte vertelt:

“Uit de tijd van Akkad en de periode daarna kent men, wat Sumerië betreft,

slechts een rij namen van koningen en ensis. Lagash is de enige stad waarvan de

geschiedenis kan worden beschreven. Men noemt het Lagash, maar eigenlijk was

Girsu de hoofdstad. De staat omvatte ongeveer 160.000 ha. In dat gebied lagen

17 'grote steden' en 8 'kringsteden,' de talrijke dorpen niet meegeteld. Op zijn

Page 273: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

273

laatst vanaf de tijd van Urbaba (ca. 2164-2144) hebben de ensis van deze kleine

stadstaat hun invloed tot een groot deel van Sumerië uitgebreid.

Onder Gudea (2144-2124) werd Lagash de

machtigste stad van Sumerië. Van Gudea bestaan

talrijke bouwinscripties van tempels in Ur, Nippur,

Adab, Uruk en Badtibira. Overal haalde Gudea

steen, metaal en hout vandaan. Daar waar de

troepen van Akkad als veroveraars doortrokken,

komt men nu afgezanten van Gudea tegen. De

economische landkaart van Lagash viel samen

met die van Akkad, maar in plaats van soldaten

stuurde Gudea kooplieden. De ensi van Lagash

was geen geweldige monarch, zoals Sargon en

zijn opvolgers. Hij was eenvoudig de stadsvorst,

zoals in vroegere tijden. Toch was zijn stad niet

minder rijk, maar wel minder bedreigd. Het was

een tijd van hoge cultuur en wel Sumerische

cultuur.

Gudea, beeld van dioriet, nu in het Louvre

Na Urningursu (ca. 2124-2119) en Pirigme (ca. 2119-2117) nam de invloed van

Lagash af, terwijl Uruk sterker werd. Daar was Utuhengal (2116-2110) koning.

De Guti werden verdreven en generaal Urnammu werd benoemd tot stadhouder

van Ur, maar hij riep zichzelf uit tot koning. Inscripties van Urnammu van Ur

(2111-2094) komen uit Ur, Eridu, Uruk, Lagash, Larsa, Adab en Nippur, maar Ur

beheerste ook gebieden ten noorden van Nippur, zoals het Dijala stroomgebied

met als hoofdstad Eshnunna, het gebied rond Assur aan de middenloop van de

Tigris en het gebied rond Mari aan de Eufraat. Urnammu vaardigde ook een wet

uit, die helaas niet behouden bleef. Hij noemde zichzelf 'koning van Sumerië en

Akkad.' Zijn zoon Shulgi (2093-2046) voegde daar aan toe: 'koning der vier

wereldstreken' en hij liet zich aanspreken als een god. De veldtochten van Shulgi

waren vooral gericht op de noordelijke en noordwestelijke grensgebieden. Sinds

het einde van de Akkadtijd kwamen er vanuit het noorden Hurriten Mesopotamië

binnen, vermoedelijk vanuit de Kaukasus of het gebied rond de Kaspische Zee.

Iets later vielen nomadische Semieten vanuit het zuidwesten het land binnen.

Page 274: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

274

Shulgi's tweede opvolger, Shushin (2036-2028), bouwde een muur tegen deze

'Martu' of 'Amurrum' (de Bijbelse naam is Amorieten).” 20

“Onder Shushins opvolger Ibbi-Sin (2027-2003) raakte Ur verzwakt, de ene stad

na de andere verbrak de band met de hoofdstad. In 2025 greep de Elamiet

Naplanum de macht in Larsa, toen nog een onbeduidende stad. In 2024

verklaarde Eshnunna zich onafhankelijk van Ur, gevolgd door Susa (Elam).

Daarna vielen ook de Sumerische steden Lagash, Umma en de tempelstad

Nippur af. Uit een briefwisseling tussen Ibbi-Sin van Ur en zijn legeraanvoerder

Ishbi-Erra blijkt dat nomaden de Martu-muur hadden doorbroken en de ene

vesting na de andere veroverden, terwijl in Zuid-Babylonië een hongersnood

heerste. Generaal Ishbi-Erra wist dat er graan lag opgeslagen in Isin. Hij

verzocht koning Ibbi-Sin om hem het bestuur van Isin op te dragen, zodat hij het

graan naar Ur kon brengen. Ibbi-Sin stemde toe, maar Ishbi-Erra riep zich uit tot

koning van Isin. Ishbi-Erra van Isin (2017-1985) was een Amoriet afkomstig uit

Mari, hij en zijn nakomelingen vereerden de Semitische god Dagan.

Koning Ibbi-Sin, wiens rijk zich nu beperkte tot Ur, hield nog 13 jaar stand. Toen

trok Elam op tegen Ur, dat volledig werd verwoest, iets wat door archeologische

vondsten wordt bevestigd. In het Sumerische 'Klaaglied over de verwoesting van

Ur' klinkt het uit de brieven van Ibbi-Sin reeds bekende motief, dat Enlil deze

rampen over Ur heeft afgeroepen. Koning Ibbi-Sin werd gevangen naar Elam

weggevoerd. Een Elamietisch garnizoen bleef achter in Ur.” 21

Elam, met als hoofdstad Susa, bestond reeds minstens sinds 5000 v.Chr.. Het

had een lange geschiedenis, met een eigen cultuur en taal, en een eigen schrift

dat nog niet is ontcijferd. Onder Sargon van Akkad nam Elam het spijkerschrift

over, waarmee ze in hun eigen taal schreven. Deze inscripties zijn wel ontcijferd.

Hun cultuur was anders dan de Akkadische cultuur. Het erfrecht ging er bij

voorbeeld niet van vader op zoon, maar van broer op zusterszoon, dat wil

zeggen: moederrecht.

De heerschappij van Ur eindigde in 2003 v.Chr. tijdens een hongersnood. Fischer

zegt nog wel dat Enlil deze rampen over Ur zou hebben afgeroepen, maar de

oorzaak van de verwoesting van Ur lag volgens Fischer toch bij Elam. Dat er

zware stormen woedden toen Elam Ur aanviel, staat niet in de geschiedenis-

boeken, maar wel in de oude gezangen.

Het Sumerische Klaaglied over Ur begint als volgt: “De Heer van alle landen

heeft zijn stal verlaten, zijn schaapskooi (overgeleverd aan) de wind. Enlil heeft

Page 275: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

275

Nippur verlaten, zijn schaapskooi ... de wind. Ninmah heeft Kiš verlaten, haar

schaapskooi ... de wind. Inanna heeft Uruk verlaten, haar schaapskooi ... de

wind. Nanna heeft Ur verlaten, haar schaapskooi ...” en zo voort, stad na stad

door de goden verlaten, hun schaapskooi ... de wind.

Dan gaat het stormen: “Het gehuil van de storm maakt me razend. Doodsbang

ben ik voor de storm die alles verwoest. Ik schreeuwde en huilde: 'O, storm,

keer terug naar de vlakte!' Maar de storm ging niet weg. Enlil heeft de storm

geroepen; het volk kreunt. Hij droeg de goede wind weg van Sumerië en stuurde

de kwade wind deze kant op; het volk kreunt. Hij riep de storm die het land

verwoest; het volk kreunt. De heldere zon kwam niet op, hij scheen als de

avondster. De storm die Enlil in zijn haat had opgeroepen, lag als een lijkwade

over Ur. In de stadspoort lagen lijken, in alle straten lagen lijken. In Ur stierven

de zwakke en de sterke mensen van de honger. Subartu en Elam maakten de

stad tot een ruïne. De stad is verwoest door de storm.” 22

Ur werd veroverd door Elam, met als bondgenoot Subartu, het latere Assyrië,

maar volgens dit klaaglied werd Ur verwoest door de storm die door Enlil/Jupiter

was gezonden. Archeologen spreken van een ramp die omstreeks 2200 v.Chr.

begon, maar Ur werd verwoest in 2003 v.Chr.. Wellicht was er nog een tweede

verschijning van Jhwh die niet in de Bijbel staat.

Genesis zei: Toen daalde Jhwh neer, om de stad en de toren te zien. Hij sprak:

'Laat ons hun taal verwarren, zodat ze elkaar niet meer verstaan.' Na afloop van

deze twee of drie eeuwen was de taal inderdaad ingrijpend gewijzigd. Sumerisch

was nu een dode taal en ook was Akkadisch niet langer de volkstaal. In plaats

daarvan sprak men een nieuw dialect: Oud Babylonisch. Akkadisch werd de taal

van de eredienst en de geleerden, zoals bij ons ooit het Latijn. Vele eeuwen later

werd deze taal nog gebruikt voor internationale diplomatieke correspondentie.

Na de val van Ur wordt de chronologie helaas zeer verwarrend. Vier jaartellingen

strijden om de eer: hoog, midden, laag en ultra laag. Het verschil is groot: De

beroemde koning Hammurabi van Babylon begon te regeren in 1848 (hoog),

1792 (midden), 1728 (laag), of 1696 (ultra laag). Het is bekend welke koningen

tijdgenoten waren en vaak ook hoe lang ze regeerden, maar de geleerden zijn

het volstrekt oneens over de jaartallen. Fischer Weltgeschichte houdt zich aan de

middelste chronologie, die ook hier wordt aangehouden. 23

In 2003 werd Ur geplunderd en bezet door Elam. In 1995 verjoeg Ishbi-Erra van

Isin (2017-1985) de Elamieten uit Ur. Zo kreeg hij de macht over Ur, Eridu, Uruk

Page 276: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

276

en Nippur, bijna het hele zuiden. Alleen Larsa bleef zelfstandig. Ook de oostelijke

buurlanden Elam, Warahshe, Eshnunna en Subartu (Assur) vielen niet onder Isin,

evenmin als Mari aan de Eufraat.

Mari was een Semitische stad, waar men Akkadisch sprak en schreef. Het was

een belangrijk kruispunt van wegen, langs de Eufraat van de delta tot Karkemish

of naar Ebla en vandaar naar de Middellandse Zee, of dwars door de woestijn

naar Byblos, of via Palmyra naar Qatna en Damascus. Het was ook een

belangrijke stad voor de handel met de half-nomadische Amorieten. In en rond

Mari woonden ook gesettelde Amorieten.

Een eeuw lang floreerde Isin, de koningen van Isin vaardigden wetten uit en

stelden gouverneurs aan over andere steden. Ishbi-Erra werd opgevolgd door

Shu-Ilishu, in zijn tijd werd Ur herbouwd. Van Iddin-Dagan is weinig bekend, pas

tijdens Ishme-Dagan (1953-1935) wordt de geschiedenis weer wat duidelijker.

Zijn zoon Lipit-Ishtar (1934-1924) stelde een wet op die gedeeltelijk behouden

bleef. Het lijkt een voorloper van de wet van Hammurabi, maar zonder de

doodstraf en zonder het “oog om oog, tand om tand”. Isin lag ten zuiden van de

rijke tempelstad Nippur en Larsa lag ten zuiden van Isin op de handelsweg naar

de belangrijke havenstad Ur. Onder Gurgunum van Larsa (1932-1906) groeide

de macht van Larsa. Hij onderwierp Elam in twee veldslagen en veroverde Ur op

Lipit-Ishtar. Dit leidde niet direct tot oorlog tussen Larsa en Isin, maar Isin was

verzwakt. Lipit-Ishtar werd opgevolgd door Ur-Ninurta (1923-1896). Onder hem

maakte de ene stad na de andere zich los van Isin. Mesopotamië werd een

lappendeken van stadsstaten. Om met succes iets te ondernemen sloot men

bondgenootschappen, om elkaar dan weer te bestrijden.

Tussen Isin en Larsa kwam het sinds 1898 tot vijandigheden. Sumu’el van Larsa

(1894-1866) trok om Isin heen en nam Nippur in. Een eeuw lang bleef Nippur

een twistappel tussen Larsa en Isin, de macht ging er heen en weer, tot Rim-Sin

van Larsa (1822-1763) in 1793 Isin veroverde.

Babylon, ten noorden van Nippur aan de Eufraat, was een nog jonge stad. Deze

was sinds 1894 zelfstandig onder de Amoriet Subuabum (1894-1881), die al

spoedig Sippar annexeerde. Tijdens Sumula'el (1880-1845) viel ook de oude stad

Kiš onder Babylon. Zo ook tijdens Sabium (1845-1831), Apil-Sin (1831-1813) en

Sin-muballit (1813-1793). Hammurabi erfde dit kleine koninkrijk in 1792.

In Eshnunna nam Ipiq-Adad II rond 1830 voor het eerst sinds twee eeuwen weer

de koningstitel aan. Zijn zoon Naram-Sin breidde zijn invloed uit naar Assur, hij

Page 277: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

277

komt als Naram-Sin van Assur voor in de Assyrische koningslijst, maar hij blijkt

volgens Fischer wel degelijk de zoon van Ipiq-Adad. Een wet van Eshnunna bleef

gedeeltelijk behouden, maar de naam van de koning die de wet uitvaardigde,

ging verloren. Wellicht was het Dadusha, de broer en opvolger van Naram-Sin,

die tot kort na 1790 regeerde, maar de chronolgie is hier erg onduidelijk.

In Assur heerste Puzur-Assur II, tot hij of zijn zoon werd verslagen door een

Amoriet uit Terqa (60 km stroomopwaarts van Mari), die door de koning van Mari

was verbannen. Na een ballingschap in Babylon greep deze Amoriet de macht in

Assur, waar hij heerste als Shamshi-Adad van Assur (1815-1782). Hij was een

strateeg die zijn macht vanuit Assur uitbreidde. Karkemish aan de Eufraat was

zijn vazal en Qatna was zijn bondgenoot middels een huwelijk van zijn zoon met

een prinses van Qatna. Die stad lag op de grens van de vlakte van de Orontes en

de Syrische steppe en op de karavaanroute naar Mari.

In 1827 greep de Elamiet Kudur-mabuk de macht in Larsa en plaatste zijn zoon

Warad-Sin op de troon. Deze werd al spoedig opgevolgd door zijn broer Rim-Sin

(1822-1763), die 60 jaar lang regeerde. Rim-Sin veroverde Der in 1803, Uruk in

1802 en Isin in 1793. Daarna wijdde hij zich aan de bouw en de restauratie van

de muren van deze steden, hij liet irrigatiekanalen uitgraven en tempels bouwen

en verfraaien. Ook bevorderde hij de handel met Dilmun, het huidige Bahrein in

de Perzische Golf. Na zijn dood in 1763 regeerde Hammurabi over Larsa.

Jahdun-Lim van Mari (1825-1810) werd vermoord in een bloedige staatsgreep,

georganiseerd vanuit Terqa, waarop Shamshi-Adad van Assur Mari innam en er

zijn zoon Jasmah-Adad (1810-1782) op de troon paatste. Na de dood van

Shamshi-Adad in 1782 werd Jasmah-Adad verjaagd door een zoon van Jahdun-

Lim, Zimri-Lim van Mari (1782-1759), die de staatsgreep had overleefd.

Een bouwinschrift van Jahdun-Lim van Mari bericht over een veldtocht naar de

Middellandse Zee en de onderwerping van een land aan de Middellandse zeekust.

Op de terugtocht werd hij overvallen door drie Amorieten-koningen, de stammen

Ubrabu, Amnanum en Rabbu, waarbij de heerser van Jamhad (Aleppo) de

Amorieten te hulp kwam. 24 Deze stammen worden wel vaker genoemd in de

kleitabletten, zodat men volgens Fischer niet mag concluderen dat Abraham

dezelfde persoon was als Ubrabu. Toch is de overeenkomst met Genesis

opvallend. Als Jahdun-Lim van Mari (1825-1810) werd overvallen door Abraham,

dan weten we wanneer Abraham leefde, of in elk geval wie zijn tijdgenoten zijn!

Laten we de tekst in Genesis nog maar eens lezen.

Page 278: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

278

10.6 Jhwh verschijnt aan Abraham

Toen Terach 70 (= 35) jaar was, had hij drie zonen: Abram, Nachor en Haran.

Haran verwekte Lot, maar hij stierf toen Terach nog leefde, in zijn geboorteland

Ur. Abram trouwde met Sarai en Nachor met Milka, een dochter van Haran.

Terach trok met Abram, Lot en Sarai weg uit Ur. Ze kwamen in Haran en bleven

daar. Terach was 205 (= 102) jaar oud toen hij stierf in Haran.

Terach woonde in Ur in Sumerië, wellicht als hoofd van een half nomadische

Semitische herdersstam. Haran werd vernoemd naar de stad Haran in de vlakte

van de Habur, maar hij stierf in Ur. Daarna trok Terach met zijn verwanten naar

Haran. Waarschijnlijk waren de stofstormen toen geluwd en trok Terach in de

19e eeuw naar Haran, zeg maar rond 1850 v.Chr..

Abram was 75 (= 37) jaar toen hij Haran verliet. Lot ging met hem mee. Abram

nam ook zijn vrouw Sarai mee en al hun bezittingen en slaven. Zo gingen ze

naar Kanaän. Van daar trok hij verder naar het gebergte ten oosten van Beth-el

en tussen Beth-el en Ai sloeg hij zijn tenten op. Zo trok hij steeds verder naar

het zuiden. Tijdens een hongersnood trokken ze naar Egypte, maar farao zette

hen het land uit. Van Egypte trok Abram naar de Negeb. Lot ging met hem mee.

Hij reisde in etappes van de Negeb naar Beth-el. Abram bleef in Kanaän, maar

Lot trok naar de Jordaansteden in het oosten en zette bij Sodom zijn tenten op.

Abram ging wonen bij de eiken van Mamre, bij Hebron.

In die tijd voerden de koningen Amrafel van Sinear, Arioch van Ellasar, Kedor-

Laomer van Elam en Tideal van Goïm oorlog tegen de koningen van Sodom,

Gomorra, Adama, Zeboïm en Soar. Ze hadden zich verzameld in het Siddimdal,

waar nu de Dode Zee ligt. Ze waren opgerukt tot El-Paran, aan de rand van de

woestijn, en daarna afgebogen naar En-Mispat. Ze hadden het hele gebied van

de Amalekieten verwoest en ook de Amorieten verslagen die in Hazezon-Thamar

wonen. Toen rukten de koningen van Sodom, Gomorra, Adama en Bela uit. Ze

waren 12 (= 6) jaar onderworpen geweest aan Kedor-Laomer, maar nu waren ze

in opstand gekomen. In het 14e (= 7e) jaar kwam Kedor-Laomer met zijn

bondgenoten. Ze stelden zich in slagorde op in het Siddimdal, tegen Kedor-

Laomer en zijn bondgenoten: vier koningen tegen vijf. Er waren daar veel

asfaltputten. Toen de koningen van Sodom en Gomorra op de vlucht sloegen,

vielen zij daarin. De anderen vluchtten de bergen in. De vier koningen maakten

al het vee en voedsel van Sodom en Gomorra buit en aanvaardden de

terugtocht. Ook Lot en zijn bezittingen namen ze mee. Hij woonde immers in

Page 279: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

279

Sodom. Abram woonde toen bij de eiken van Mamre de Amoriet. Eskol en Aner

waren zijn bondgenoten. Toen Abram hoorde dat zijn broeder gevangen

genomen was, verzamelde hij zijn geoefende mannen, 318 in getal, en

achtervolgde hen tot Dan. Hij achtervolgde hen tot aan Choba toe, ten noorden

van Damascus. Alles wat zij hadden buitgemaakt nam hij mee terug: Lot met

zijn have en de vrouwen en de overige gevangenen. 25

Een koning van Elam had 12 (= 6) jaar lang de Jordaansteden onderworpen.

Wanneer was Elam zo machtig? In 2003 heeft het Ur ingenomen, maar in 1995

werd het door Isin verjaagd. Een eeuw lang heerste Isin, maar onder Gurgunum

van Larsa (1932-1906) was de macht van Isin tanende, terwijl die van Larsa

groeide. Onder Ur-Ninurta van Isin (1923-1896) verklaarden veel steden zich

onafhankelijk van Isin. Daarop volgde een eeuw van wisselende bondgenoot-

schappen. Volgens Genesis sloten drie koningen uit Mesopotamië een bond-

genootschap met Elam. Arioch van Ellasar zal uit Larsa komen, want El Lasar

bestaat niet, maar El Larsa wel. In 1827 greep de Elamiet Kudur-mabuk daar de

macht en plaatste zijn zoon Warad-Sin op de troon, die kort daarna werd

opgevolgd door zijn broer Rim-Sin (1822-1763). Een bondgenootschap van Rim-

Sin met Elam lijkt goed mogelijk. Sinear is Babylon, daar heerste als tijdgenoot

van Rim-Sin eerst Apil-Sin (1831-1813) en dan Sin-muballit (1813-1793), de

vader van Hammurabi. Maar wie is de koning van Goïm? Het woord betekent:

ongelovig of heidens. Uit de tekst blijkt dat de legers oprukten door de woestijn,

dus hoogst waarschijnlijk via Mari.

Als Jahdun-lim van Mari de koning van Goïm was, dan ligt het jaartal van deze

veldtocht tussen 1825 en 1810 v.Chr., waarbij we de middelste chronologie

aanhouden, want ook daarin heerst verwarring. Uit Larsa kwam dan Rim-Sin

(1822-1763), uit Babylon kwam Apil-Sin (1831-1813) of misschien zijn zoon Sin-

muballit (1813-1793). Daarna kwam in Babylon Hammurabi op de troon en deze

koning, zelfs zijn hele dynastie, zou zich zeker niet hebben ingelaten met het

vijandige buurland Elam.

Vlak daarna verscheen Jhwh tot drie maal toe aan Abraham en het regende

brandende zwavel op Sodom en Gomorra. Deze steden zijn inderdaad ooit in een

klap totaal verwoest in een kosmische ramp. De ruïnes die zijn opgegraven door

dr. Collins en zijn team spreken boekdelen! 26 Helaas is er in Sodom geen enkele

inscriptie gevonden, laat staan een paleisarchief, zoals in Ebla en Mari. Sodom

was nog schriftloos, we hebben alleen het verslag in Genesis.

Page 280: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

280

Bij de eiken van Mamre verscheen Jhwh aan Abraham, terwijl hij op het heetst

van de dag voor zijn tent zat. Hij keek op en zag drie mannen voor zich staan.

De mannen vertrokken in de richting van Sodom. Abraham ging met hen mee.

Zij zagen in de diepte Sodom liggen. Zij bevonden zich dan in de bergen ten

westen van de Jordaanvlakte. Toen sprak de Heer: 'Over Sodom en Gomorra

wordt ernstig geklaagd en hun zonde is groot. Ik zal neerdalen, om te zien of dat

waar is.' De twee andere mannen gingen op weg naar Sodom, maar de Heer

bleef bij Abraham staan. Een van de drie mannen, waarschijnlijk de leider, hield

Abraham staande. Er volgt een gesprek met deze Heer, waarin Abraham hem

smeekt om Sodom te sparen, maar tevergeefs. De Heer beëindigde het gesprek

en Abraham keerde terug naar zijn woonplaats. Abraham keerde kennelijk niet

terug naar Hebron, maar naar de bergen rond Beth-el en Ai, want de volgende

morgen keek hij uit over de Jordaanvlakte.

De twee andere mannen gingen naar Sodom en worden dan engelen: De twee

engelen kwamen 's avonds in Sodom aan, terwijl Lot bij de stadspoort zat. Lot

liep hen tegemoet en zei: 'Heren, ik sta geheel tot uw dienst. Kom toch mee naar

mijn huis.' Hij maakte een maaltijd voor hen klaar en zij tastten toe. Maar nog

voor ze gingen slapen, kwamen de mannen van Sodom en riepen: 'Lot, breng die

mannen naar buiten. Wij willen met hen slapen.'

Dat Lot, die zelf als vreemdeling in de stad woonde, de mannen mee naar huis

nam, in plaats van hen voor te stellen aan de bewoners van Sodom, viel

kennelijk niet in goede aarde. Als in Sodom nog moederrecht heerste, net als in

Elam, dan handelde Lot in strijd met de seksuele orde, die tevens de rechtsorde

is. Lot antwoordde hen: 'Mijn broeders, doe toch geen kwaad. Ik heb twee

dochters, beiden zijn nog maagd. Ik zal hen naar buiten brengen, doe met hen

wat je wilt. Maar die mannen zijn mijn gasten, ze staan onder mijn

bescherming.' Maar zij zeiden: 'Ga opzij.' Ze kwamen dreigend op hem af en

wilden de deur openbreken. De twee mannen die in het huis waren, trokken Lot

naar binnen en grendelden de deur. En de menigte buiten sloegen ze met

blindheid. Wellicht scheen er die nacht een verblindend licht, maar de mannen

waarschuwden de bewoners van Sodom niet. Het ging hen alleen om Lot. Ze

zeiden tegen Lot: 'Neem al je verwanten mee en verlaat de stad. We gaan deze

plaats verwoesten.' Lot ging naar zijn aanstaande schoonzonen, maar zij lachten

er om. Toen de dageraad kwam, drongen de engelen bij Lot aan op spoed. Ze

zeiden: 'Sta op, neem je vrouw en je beide dochters, als je niet verdelgd wilt

Page 281: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

281

worden.' Toen hij bleef talmen, grepen ze hem, zijn vrouw en zijn dochters, en

brachten hen buiten de stad. Ze zeiden: 'Vlucht, als je in leven wilt blijven! Kijk

niet om en sta in het dal niet stil. Vlucht naar de bergen, anders worden jullie

gedood.' Lot zei: 'Als ik naar de bergen vlucht, dan zal het onheil me inhalen. Ik

vlucht naar Soar.' De zon was nog maar net op, toen Lot in Soar aankwam. Toen

liet Jhwh vanuit de hemel een regen van brandende zwavel vallen op Sodom en

Gomorra. Hij verwoestte die steden en het hele dal, met alle inwoners en de

gewassen op de akkers. De volgende morgen begaf Abraham zich naar de plaats

waar hij met de Heer was blijven staan. Hij keek uit over Sodom, Gomorra en de

hele Jordaanvlakte en uit de aarde zag hij rook opstijgen als uit een smeltoven.

Dank zij de opgravingen van dr. Collins en zijn team weten we dat dit laatste

waar is. Volgens dr. Collins ontplofte er een meteoriet boven de Jordaanvlakte,

maar misschien was er meer aan de hand. Jhwh verscheen tot drie maal toe aan

Abraham, eerst in de nacht, toen tegen de avond en daarna op klaarlichte dag.

Toen regende het brandende zwavel! Net als de stofstormen zou ook deze

verschijning van Jhwh wel eens wereldwijd kunnen zijn.

In een ouder boek over de archeologie van Mesopotamië, van Sir Leonard King

uit 1910, staat een verhaal over verbrande steden, die allen stammen uit de tijd

van het Oud Babylonische Rijk, al is de datering vaag. De Eerste Dynastie van

Babylon begon met Subuabum (1894-1881), die Sippar annexeerde. Tijdens

Sumula'el (1880-1845) viel ook Kiš onder Babylon. Zo ook tijdens Sabium

(1845-1831), Apil-Sin (1831-1813) en Sin-muballit (1813-1793).

King vertelt: “Uitgebreide opgravingen in de terp van Tello, waar Lagash lag,

brachten niets aan het licht dat van later dateerde dan de Eerste Dynastie van

Babylon. Lagash werd toen verwoest en bleef tot in de 2e eeuw v.Chr. verlaten.

De terpen van Surghul en El-Hibba, ten noordoosten van Tello, bevatten steden

die werden verwoest op het zelfde moment dat Lagash van de kaart werd

geveegd. Uit de grote hoeveelheid as en uit het feit dat sommige lichamen

gedeeltelijk verbrand leken, trok men aanvankelijk de foute conclusie dat de

terpen begraafplaatsen waren, waar de Babyloniërs hun doden verbrandden, en

dat de huizen graftomben waren. Maar in Babylonië werden de doden altijd

begraven en de verbranding moet zijn ontstaan tijdens de verwoesting van de

steden door vuur. Ook de terp van Fara, waar Shuruppak lag, bevatte dikke

lagen as en verkoolde resten, waaruit bleek dat de hele stad was verwoest door

vuur. In de terp van Abu Hatab, ten noorden van Fara, bleek het merendeel van

Page 282: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

282

de huizen eveneens verwoest door vuur. Alle Sumerische terpen die in de vorige

paragrafen werden beschreven, bevatten steden die door brand waren verwoest

en die sindsdien verlaten waren. Lagash, Umma, Shuruppak, Kisurra en Adab

spelen geen rol in de daarop volgende geschiedenis van Babylonië. We mogen

hieruit opmaken dat ze ten onder gingen in de felle strijd tussen de koningen van

de Eerste Dynastie van Babylon en de Elamitische koningen van Larsa.” 27

Sir Leonard King geeft Hammurabi de schuld, maar als deze steden door hem

zouden zijn veroverd en in brand gestoken, zouden de mensen dan in hun huizen

zijn gebleven? Men dacht eerst dat het graftomben waren, waar de Babyloniërs

hun doden verbrandden! Het lijkt er meer op, dat men door het vuur werd

verrast. Genesis zegt: De zon was nog maar net op, toen Lot in Soar aankwam.

Toen liet Jhwh vanuit de hemel een regen van brandende zwavel vallen op

Sodom en Gomorra. Deze ramp begon bij zonsopkomst, als veel mensen nog

slapen. Evenmin heeft het zin om je huis te ontvluchten als het brandende

zwavel regent. En tot slot bleven deze steden verlaten, net als Sodom!

In de geschiedenis van Mesopotamië komt nog een brandlaag voor, niet in

Mesopotamië zelf, maar in Klein Azië. Fischer vertelt: “In vroegere tijden was

Klein Azië voor het Midden-Oosten vooral een bron van grondstoffen, zoals hout,

koper en zilver. In het gebied van het toenmalige Galatië en Cappadocië

ontstonden in het begin van het 3e millennium de eerste stedelijke centra. De

historische periode begint echter met de koopmansarchieven van Kanesh. Daar

werden duizenden brieven en oorkonden gevonden, waaruit bleek dat er een

handelskolonie uit Assur was gevestigd. Door de namen Sargon van Assur en zijn

opvolger Puzur-Assur II kunnen we deze archieven dateren in de 19e eeuw

v.Chr. Naast de nauwe band met de moederstad Assur blijkt uit deze brieven ook

de omvang van de handelsactiviteiten. Jarenlang woonden deze buitenlandse

handelaren in Anatolië, ze trouwden soms met inheemse vrouwen en voegden

zich naar de gewoonten van het land. Hun nederzetting Kultepe lag buiten de

muren van de stad Kanesh. Zowel de nederzetting als de stad werden gelijktijdig

door brand verwoest.” 28

De Atlas van Mesopotamië noemt een jaartal: De stad en de handelspost van

Kanesh (laag II) werden omstreeks 1820 v.Chr. door vuur verwoest.” 29 Dit valt

binnen de marge van de jaartallen van Jahdunlim (1825-1810 v.Chr.) waarin

onze hypothetische regen van brandende zwavel zou zijn gevallen.

Page 283: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

283

Ook Kanesh zou zijn verwoest en gebrandschat door een vijand: koning Anitta

van het Oud Hethietische Rijk. Hij nam de stad Nesha (= Kanesh) in en zou ook

Hattusa door brand hebben verwoest. Fischer vertelt: “De oudste getuigenis in

de Hethietische taal is een inscriptie van koning Anitta, een naam die ook

voorkomt in het Kanesh-archief. De inscriptie begint als volgt: >>Anitta, zoon

van Pithana, koning van Kusshara, spreekt: De koning van Kusshara kwam de

stad uit met een grote strijdmacht en nam de stad Nesha in.<< We horen ook

van het gewapende treffen met vele andere steden. In het noorden schijnt vooral

de stad Hattusa een machtige tegenstander te zijn geweest. De verwoesting van

Hattusa door Anitta zou zich kunnen aftekenen in een brandlaag, die de

woonwijken van de Oud-Assyrische periode bedekt. Maar ook de nederzetting in

de burcht toont sporen van een dergelijke verwoesting. We hebben geen

schriftelijke getuigenissen van de oude vorsten van Hattusa. Het blijft ook

onduidelijk, waarom juist Hattusa korte tijd later werd herbouwd en de hoofdstad

werd van Anatolië.” 30

Dat er omstreeks 1820 v.Chr. zoveel steden zijn verbrand, bewijst nog niet dat

het overal brandende zwavel regende, maar als het brandende zwavel regende,

dan waren deze branden niet het gevolg van oorlogen. In dat geval zal men het

beeld van deze koningen uit de oudheid moeten herzien.

10.7 De god verschijnt in Egypte

Ook in Egypte verscheen de god, maar de jaartallen roepen vragen op. De Eerste

Tussentijd eindigde volgens Fischer in 2040 v.Chr., terwijl overal elders nog tot

1900 v.Chr. stofstormen woedden. Vanuit Herakleopolis heerste de 10e dynastie

over de delta en in Thebe heerste een 11e dynastie van farao’s die allen Antef

heetten. Fischer vertelt:

“Mentuhotep I (2060-2010), de zoon van Antef III, bracht in 2040 Herakleopolis

ten val en veroverde het noorden. In de Eerste Tussentijd waren alle betrekkingen

tussen Egypte en de buurlanden verbroken, maar Mentuhotep I nam het contact

weer op. In Nubië (ten zuiden van Egypte) voerde hij een expansiepolitiek die tot in

de 12e dynastie werd voortgezet. Ook de mijnen in de Sinaï werden heropend en

vermoedelijk drongen Egyptische troepen nog dieper in Azië door. Ook naar Lybië

ondernam Mentuhotep I veldtochten. Weer werd Egypte het centrum van cultuur,

maar het middelpunt lag nu rond Thebe, waar Mentuhotep I een prachtig graf liet

bouwen in het fraai gelegen dal Deir el-Bahari.

Page 284: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

284

Mentuhotep II (2009-1998) wijdde zich vooral aan de bouw van tempels. Zijn hoge

ambtenaar Henu leidde in jaar 8 een expeditie vanuit Koptos door de woestijn naar

de Rode Zee. Een inscriptie in Wadi Hammamat zegt, dat Henu de weg zuiverde

van de vijanden van de koning. Langs de weg liet hij 12 bronnen graven en bij de

kust aangekomen, liet hij schepen bouwen. Daarmee bereikte hij Punt aan de kust

van Arabië (Jemen). Terwijl hij in Punt wierook haalde, werden in Hammamat de

steengroeven weer in gebruik genomen.

Mentuhotep III (1997-1991) is vooral bekend uit inscripties in Wadi Hammamat,

waar hij zijn vizier Amenemhet naar toe stuurde met een leger van 10.000 man.

Die expeditie speelde een grote rol in het leven van Amenemhet. Hij wijdde er vier

inscripties aan, waarin wonderen gebeuren: 'Het regende, de God verscheen en

openbaarde zich aan de mannen, de woestijn werd een zee en het water steeg tot

deze steen.' Hoe de regering van Mentuhotep III eindigde, is onbekend, maar niets

wijst op een staatsgreep. In 1991 volgde zijn vizier hem eenvoudig op. Amenemhet

was niet van koninklijk bloed, maar in het Oude Rijk was de vizier de plaats-

vervanger van de koning. 31

In 'Ancient Records of Egypte' van Breasted staat de Engelse vertaling van die

Egyptische inscripties. Volgens Breasted regeerde Mentuhotep III slechts twee

jaar en in zijn 2e jaar gebeurde er een wonder: “Een reliëf toont de koning die

wijn offert aan de god Min van Koptos. Achter de koning staan de woorden:

Eerste Sed Jubileum. Daarboven de datum: jaar 2, 2e maand van het 1e seizoen,

dag 3. Dan volgt: Dit wonder gebeurde aan zijne majesteit: dat de wilde dieren

van het hoogland naar hem toekwamen, etc.

Twintig dagen later gebeurde er weer een wonder. Vizier Amenemhet bevond

zich in de Wadi Hammamat en hij schreef in de rotsen: “2e maand van het

1e seizoen, dag 23. Het wonder werd herhaald, er werd regen gemaakt, de god

verscheen, zijn gestalte werd zichtbaar voor de mensen, de woestijn werd een

zee en het water steeg tot deze steen.” 32

Wellicht ontstond er een vloedgolf in de Rode Zee toen de meteoriet ontplofte

boven Sodom. De 11e dynastie zou dan zijn geëindigd met een kosmische ramp

en Abraham zou een tijdgenoot zijn van Mentuhotep II en III en Amenemhet I.

Volgens Fischer verscheen de god in 1991 v.Chr., terwijl we in Mesopotamië

uitkwamen rond 1815 v.Chr., een verschil van 175 jaar! Dit is niet het enige

chronologische probleem. In Mesopotamië rekent men met hoog, midden, laag

en ultra laag. Voor de verwoesting van Sodom baseert dr. Collins zich op de

Page 285: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

285

koolstofdatering, waarmee hij uitkomt in 1700 v.Chr. ± 50 jaar. Die marge is

breed, maar het is wel ultra laag. Als de chronologie niet klopt, dan komen

tijdgenoten elkaar nooit tegen, sleutelfiguren blijven mythisch en er ontstaat een

warrig verhaal. We houden het voorlopig op: rond 1815 v.Chr., in elk geval voor

het begin van de regering van Hammurabi. Maar eerst zullen we zien wat er

verder gebeurde in Egypte. Fischer vertelt:

“Amenemhet I (1991-1962) stelde de grenzen tussen de provincies opnieuw vast

en maakte Memphis weer tot bestuurlijke hoofdstad. Om invallen van Aziatische

stammen te voorkomen, bouwde hij de 'Muren van de Heerser', een reeks van

forten. In jaar 20 werd zijn zoon Sesostris mederegent. De buitenlandse politiek

wordt daarna zeer levendig. Het zuiden was reeds minstens tot de tweede cataract

van de Nijl heroverd. In jaar 24 schijnt het Egyptische leger Palestina te zijn

binnengedrongen. Amenemhet I werd vermoord in een paleisrevolutie in ‘jaar 30,

de 3e maand van de overstroming, op de 7e dag.’ Dat is 15 februari 1962 v.Chr..” 33

Deze “exacte” datum berust op de Sothis-datering, een ingewikkeld systeem

waarop de “zekere” chronologie van Egypte berust. Fischer vervolgt:

“Sesostris I (1971-1928) was op veldtocht naar Lybië, toen zijn vader in Memphis

werd vermoord. Zijn regering kenmerkte zich door expansie. In jaar 8 drong

Egypte door tot het koninkrijk Kush in het zuiden, voorbij de tweede cataract. In de

mijnen van Kush werd goud gedolven, in de Sinaï won men koper en turkoois.

Blijkbaar waren de betrekkingen tussen Sesostris I en de Aziaten vreedzaam.

Boodschappers van de farao reisden ongehinderd door deze landen en bij

opgravingen in Palestina en Syrië zijn talloze voorwerpen gevonden waaruit

handelsverkeer tussen Egypte en Azië blijkt. Deze politiek van geschenken werd

door de opvolgers van Sesostris I voortgezet. Ook op Kreta en in Nubië zijn

beeldjes uit het Middenrijk gevonden.

Tegen het einde van de regering van Sesostris I stond Noord-Nubië van de 1e tot

de 2e cataract onder Egyptisch gezag. Azië stond onder de vreedzame invloed van

Egypte, door de woestijnen trokken Egyptische karavanen naar de mijnen en de

verslagen Lybiërs vormden geen gevaar meer. Het beste bewijs voor de welvaart is

het grote aantal bouwwerken. De tempels van Heliopolis, zetel van de zonnegod

Re, werden gerestaureerd. Sesostris I was een van de grootste farao's van Egypte

en na zijn dood werd hij als een god vereerd. Amenemhet II (1929-1895) werd

2 jaar voor de dood van Sesostris I benoemd tot mederegent. Hij zette de politiek

van zijn vader voort. Sesostris II (1897-1878) deelde 3 jaar lang de macht met zijn

Page 286: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

286

vader. Hij voerde geen oorlogen en de economische bloei van Egypte blijkt uit het

grote aantal bouwwerken uit die tijd.

Sesostris III (1878-1843) brak met de politiek van zijn voorgangers. Eerst zette hij

de provinciehoofden af, het land werd nu centraal vanuit de hoofdstad bestuurd.

Daarna werd Nubië met geweld opnieuw bezet, er waren minstens 4 veldtochten

naar het zuiden. Ook de vreedzame verhouding tussen Egypte en de Aziaten in de

Sinaï verdween, de karavanen moesten door het leger worden begeleid. Toen

Sesostris III stierf, lag de macht weer volledig bij de farao.

Amenemhet III (1842-1797) regeerde vreedzaam. Uit inscripties, gevonden in de

Sinaï, blijkt de intensieve mijnbouw. Het meest beroemd werd Amenemhet III door

een systeem van dammen en kanalen in het Fayum-dal, dat aldus in vruchtbare

landbouwgrond werd veranderd. Amenemhet IV (1798-1790) regeerde slechts 9

jaar. Gezien het aantal en de kwaliteit van zijn bouwwerken, was zijn regering zeer

gezegend. De invloed op Azië breidde zich verder uit en zijn naam is gevonden op

voorwerpen in een koningsgraf in Byblos.

De laatste farao van de 12e dynastie was een vrouw: Sebekneferu. Ze was de

dochter van Amenemhet III en een zuster of halfzuster van Amenemhet IV. Ze

regeerde maar 3 of 4 jaar. Kennelijk was er geen mannelijke erfgenaam, zodat de

dynastie in 1786 met deze koningin eindigt.” 34 Daarna begon de Tweede

Tussentijd, een zeer duistere tijd.

10.8 Het Oud Babylonische Rijk

Hammurabi (1792-1750) erfde een klein koninkrijk, centraal gelegen aan de

Eufraat, met de steden Sippar en Kiš. Van 1776 tot 1768 veroverde hij meer

steden in noord Babylonië. In 1764 versloeg hij een coalititie van Elam,

Eshnunna, Subartu (Assyrië) en de Guti, waarbij Zimri-Lim van Mari zijn

bondgenoot was. Na de dood van Rim-Sin in 1763 nam hij Larsa in, vanaf dat

moment achtte hij het hele land verenigd. Mari was echter nog zelfstandig, tot

Hammurabi het in 1759 veroverde. Het paleis van Zimri-Lin werd daarbij in

brand gestoken, waardoor het archief van kleitabletten werd gebakken, zodat dit

nu een bron van informatie vormt voor de periode van 1810 tot 1760.

Het blijkt dat er een aantal grotere staten was ontstaan. Babylon beheerste eerst

alleen de Sumerische delta. Mari beheerste het gebied langs de middenloop van

de Eufraat, inclusief de vlakte van de Habur. Ten oosten daarvan lagen Assyrië

en Eshnunna langs de Tigris, ten zuidoosten daarvan lag Elam. Karkemish aan de

Page 287: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

287

Eufraat was eerst een vazal van Shamshi-Adad van Assur, daarna van Zimri-Lin

van Mari. Ten noorden van Karkemish lagen Hurritische staten. Ten westen van

Mari lag Jamhad, met als hoofdstad Halab (= Aleppo) en als vazal Alalakh aan de

monding van de Orontes. Ten zuiden daarvan lag Qatna aan een zijrivier van de

Orontes, niet ver van het huidige Homs. Ook dat was een grotere staat, die zich

uitstrekte tot Palmyra, Damascus en Hazor. Ook worden er handelsbetrekkingen

genoemd met Ugarit en Byblos aan de Middellandse Zee.

Mesopotamië ten tijde van Hammurabi 35

Hammurabi veroverde Assyrië en Eshnunna, en hij versloeg Elam. Mari en Larsa

waren eerst zijn bondgenoten, maar later kwam Larsa onder zijn gezag en werd

Mari veroverd, waarbij het paleis werd verwoest. Aldus werd heel Mesopotamië

verenigd. Hammurabi is echter vooral beroemd om zijn wet, die gegrift is in een

meer dan manshoge zuil van dioriet. Deze zuil werd eeuwen later veroverd door

Elam, maar hij staat nu in het Louvre. De wet werd talloze malen over-

geschreven en bleef daardoor in zijn geheel behouden. Voorlopers van deze wet

bleven niet of slechts gedeeltelijk bewaard. In de pre-ambule, een soort

voorwoord, worden de steden genoemd die onder Babylon vielen. Zoals we

Page 288: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

288

weten, zijn er tijdens de 1e dynastie van Babylon steden verbrand, met de

bewoners nog in de huizen. Leonard King zei: “Lagash, Umma, Shuruppak,

Kisurra en Adab spelen geen rol in de daarop volgende geschiedenis van

Babylonië. We mogen hieruit opmaken dat ze ten onder gingen in de felle strijd

tussen de koningen van de Eerste Dynastie van Babylon en de Elamitische

koningen van Larsa.”

De laatste koning van Larsa, Rim-Sin (1822-1763), heeft 60 jaar lang geregeerd,

waarvan een groot deel gelijktijdig met Hammurabi (1792-1750). Er was in zijn

tijd in Larsa geen sprake van oorlog met Babylon, maar van het herstel en de

bouw van muren en tempels. Pas na zijn dood heeft Hammurabi de stad

ingenomen, zonder tekenen van geweld. Het lijkt dat het bondgenootschap met

Larsa stand hield terwijl Babylon over vrijwel het hele het zuiden regeerde.

De preambule bij de wet van Hammurabi luidt: “Ik ben Hammurabi, de herder,

de uitverkorene van Enlil (Jupiter, met tempel Ekur in Nippur). Ik ben degene die

rijkdom en welvaart opeen stapelt, die Nippur vervolmaakt heeft. Ik ben de

machtige koning die Eridu herstelde. Ik ben de nazaat van een koning die

overvloed bracht naar Ur. Ik ben de wijze koning die de fundamenten van Sippar

versterkte. Ik ben de strijder die Larsa spaarde en hun tempel herbouwde. Ik

ben de heer die Uruk deed herleven en aan zijn inwoners water in overvloed gaf.

Ik ben de beschermer van het land, die het verstrooide volk van Isin verzamelde

en hun tempel weer deed overvloeien van rijkdom. Ik heb de stad Kiš opnieuw

gesticht. Ik heb vreugde gebracht aan Borsippa en de landbouwgrond van Dilbat

uitgebreid. Ik heb het plan voor de stad Kesh gemaakt. Ik heb weidegronden en

drinkplaatsen toegewezen aan Lagash en Girsu. Ik heb het volk van Malgium

bescherming geboden tegen de catastrofe. Ik heb de steden langs de Eufraat

onderworpen en het volk van Mari en Tuttul heb ik gespaard. In Eshnunna heb ik

het volk gered uit de nood. Ik heb de voorschriften van Ishtar (= Venus)

afgekondigd in haar tempel te Niniveh. Ik, de machtige zoon en erfgenaam van

Sinmuballit, stam uit een oud koninklijk geslacht. Ik ben de machtige koning, de

Zon van Babylon, die wordt gehoorzaamd in de vier wereldstreken en die wordt

beschermd door Ishtar. Marduk (Jupiter, de stadsgod van Babylon) heeft me

opgedragen om het volk een wet te geven.” 36

Historici zeggen dat Hammurabi deze steden eerst heeft veroverd en verwoest,

maar Hammurabi noemt zichzelf de redder van het land. Het totaal verbrande

Shuruppak wordt door hem zelfs niet genoemd, terwijl het toch een zeer eerbied-

Page 289: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

289

waardige oude stad was. Ook Umma, Kisurra en Adab komen in de lijst niet voor.

Lagash krijgt weidegronden en drinkplaatsen toegewezen, alsof de bewoners van

de oude stad van Gudea nu nomadische herders waren! Lagash, dat volgens King

behoorde tot de totaal verbrande steden, werd nooit meer herbouwd.

Sippar en de oude stad Kiš waren reeds aan Babylon onderworpen sinds de tijd

van Sumula'el (1880-1845). Toch krijgt Sippar nieuwe fundamenten en wordt Kiš

zelfs opnieuw gesticht! Dat Hammurabi Mari heeft veroverd, waarbij het paleis

door brand werd verwoest, is een historisch feit. Hij zegt zelf ook dat hij Mari en

Tuttul veroverde, maar de inwoners heeft gespaard. Alle andere steden zegt hij

te hebben gered, hersteld, weer opgericht of herbouwd. Als het brandende

zwavel regende, dan klinkt deze getuigenis zowel oprecht als logisch.

Hammurabi werd opgevolgd door Samsu-iluna (1749-1712). Tijdens zijn regering

kwamen de zuidelijke steden in opstand. Hij trad met geweld tegen de rebellen

op, hij verwoestte de muren van Ur, Uruk en Isin. In zijn jaar 20 noemt hij ook

een overwinning op Eshnunna. Rond het einde van zijn regering lijkt de tempel-

stad Nippur te worden beheerst door een zekere Iliman. Abi-eshu (1712-1689),

de zoon van Samsu-iluna, heeft tegen Iliman gestreden, maar in de delta

ontstond het Zeeland. Het is onduidelijk welke stad de residentie van Iliman was

en welke steden nu nog onder Babylon vielen. Van het Zeeland kent men niet

veel meer dan een koningslijst.

Een ander gevaar vormden de Kassu of Kassieten, die vanuit het oosten of

zuidoosten het land binnenvielen. Waar ze vandaan kwamen, is onbekend, maar

in zijn 9e jaar streed Samsu-iluna tegen een Kassietenleger en ook Abi-eshu

streed tegen hen. Het schijnt dat zij werden verdrongen naar het noordwesten

van het Babylonische Rijk, waar zij zich aanboden als arbeiders. Later zouden de

Kassieten in Babylon een belangrijke dynastie vestigen.

Onder Ammi-ditana (1689–1646) en Ammi-saduqa (1646-1626) van Babylon is

er geen sprake van oorlogen, het land lijkt vreedzaam. Van Ammi-saduqa bleef

een edict bewaard dat gaat over de kwijtschelding van schulden, maar waaruit

mede de omvang blijkt van het Babylonische Rijk in zijn tijd. Het omvat Babylon,

Borsippa, Larsa, Uruk, Isin, Kissura en nog wat andere steden of provincies.

Onder Samsu-ditana (1625-1595), de laatste koning van deze dynastie, kwamen

de Hethieten vanuit Anatolië naar Babylonië en in 1595 werd Babylon door hen

geplunderd. Daarop volgde een zeer duistere tijd.

Page 290: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

290

In Egypte begon in 1786 v.Chr. de Tweede Tussentijd, een zeer duistere tijd. In

Babylonië begon in 1595 v.Chr. eveneens een zeer duistere tijd. We stuiten nu

weer op een chronologisch probleem, een Babylonische tijdverwarring! Als Jhwh

een komeet was, dan verscheen hij overal op het zelfde moment, niet alleen

boven de toren van Babel omstreeks 2200 v.Chr., maar ook aan Abraham. Als

Jhwh een komeet was, dan kunnen we aan de hand van zijn verschijningen deze

chronologische verwarring ontrafelen.

10.9 Een chronologische puzzel

Volgens Genesis was Sara zwanger toen Jhwh verscheen. De Bijbel zegt: Sara

werd zwanger en schonk Abraham nog op zijn oude dag een zoon. Bij de

geboorte van Isaak was Abraham 100 (= 50) jaar oud. Isaak is vlak na de ramp

geboren, maar in welk jaar?

Harvey Weiss plaatste de stofstormen tussen 2200 en 1900 v.Chr. en andere

geleerden bevestigden dat. Volgens Fischer duurde de Eerste Tussentijd in

Egypte van 2200 tot 2040 v.Chr., 140 jaar korter dan de stofstormen. Dr. Collins

zegt daarentegen dat stofstormen van 2350 tot 2000 v.Chr. overal leidden tot

verval, al was dat in Sodom minder het geval. Ook andere geleerden menen nu

dat de stofstormen in 2350 begonnen, 150 jaar eerder dan het Bond event van

4.2 djg of 2200 v.Chr.. En Hammurabi van Babylon begon te regeren in 1848

(hoog), 1792 (midden), 1728 (laag), of 1696 (ultra laag). Zo kan men toch geen

geschiedenis schrijven?

Dr. Collins besteedt een heel hoofdstuk aan het tijdstip van de verwoesting van

Sodom. Hij plaatst deze in de 2e helft van de Midden Bronstijd, dat is tussen

1800 en 1550 v.Chr.. Vervolgens wijst hij op de Exodus, die volgens sommige

geleerden rond 1200, volgens anderen rond 1450 v.Chr. begon. Dr. Collins

meent dat de exodus begon met de dood van Toethmozes IV in 1416 v.Chr.,

maar dat valt buiten het bestek van dit boek over Genesis. 37

De datering voor Sodom berustte aanvankelijk op potscherven. Deze datering

wees op Midden-Brons 2, dat zou dan zijn rond 1650 v.Chr., waaruit volgens

dr. Collins volgt dat Abraham rond 1700 v.Chr. in Kanaän arriveerde. Later zijn

er C14 dateringen gedaan, met als uitkomst: 1700 ± 50 jaar, dus tussen 1750 en

1650 v.Chr.. 38 Deze koolstofdatering maakt beslist geen einde aan de chrono-

logische spraakverwarring.

Page 291: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

291

In Genesis staat nog een synchronisme. Toen Jhwh verscheen aan Abraham, zei

hij: 'Aan je nageslacht zal ik dit land geven, het land van Kenieten, Kenizieten,

Kadmonieten, Hethieten, Ferezieten, Refaïeten, Amorieten, Kanaänieten en

Jebusieten.' Die Kadmonieten, dat is Kadmon, de stam van Kadmos. Ze komen

verder in de Bijbel niet meer voor, maar de andere volkeren wel. We vinden

Kadmos terug in de Griekse mythen, als voorvader van Oidipous, die beroemd

werd vanwege het complex van Freud. De oppergod van de Grieken was Zeus,

dat is Jupiter. Robert Graves, die alle Griekse mythen verzamelde, vertelt:

“In Tyrus aan de kust van Kanaän woonde Agenor. Hij had veel zonen en een

dochter, Europa. Op haar werd Zeus verliefd. In de gedaante van een stier met

stralende gouden horens ontvoerde hij haar naar Kreta. Agenor gebood zijn zonen

om Europa te zoeken. Zo kwam Kadmos, de zoon van Agenor, per schip naar het

orakel van Delphi.” 39 En Euripides zegt: “Kadmos kwam uit Tyrus naar ons land,

geleid door een wilde vaars die voor hem knielde en zo het orakel vervulde dat hij

zou blijven wonen waar de stroom van Dirke de weiden bevloeit en de diep

gezaaide grond al spoedig doet ontkiemen. Zo kwamen de goden naar de bruiloft

van Harmonia en op de heldere tonen van de lier van Amphion verrezen de muren

van Thebe tussen de Dirke en de Ismenos, de twee rivieren die de vruchtbare

vlakte bevloeien.” 40

Er woonden wel reeds mensen rond de rivier Asopos, want Homeros zegt:

“Antiope, dochter van de riviergod Asopos, kreeg twee zonen, Amphion en Zethos.

Zij stichtten Thebe met de zeven poorten en versterkten de stad met een muur

met zeven torens.” 41 Robert Graves vertelt verder: “Zethos trouwde met Thebe,

naar haar werd de stad vernoemd. Amphion trouwde met Niobe, die zeven zonen

en zeven dochters had. Ze was daar zo trots op dat ze Leto hoonde, omdat Leto

slechts twee kinderen had. Om Niobe te straffen stuurde de godin haar eigen zoon

en dochter. Apollo trof de zonen van Niobe in het Kithairon gebergte en doodde

hen met zijn gouden pijlen. Artemis trof de dochters van Niobe in het paleis en de

godin heeft hen allen gedood.” 42

Graves zegt ook: “Demeter, de gerstgodin, kwam naar de bruiloft van Harmonia en

Kadmos. Ze werd verliefd op de heelmeester Iason, een Titaan. Samen werden ze

dronken en bedreven de liefde op een akker die drie maal geploegd was. Daarbij

werden ze betrapt door Zeus, die zo boos werd dat hij Iason doodde met een

bliksemflits, maar sommigen zeggen dat hij werd gedood door Dardanos, de zoon

van Zeus en Elektra.” 43 Deze zoon van Jupiter en de bliksemflits heet Dardanos,

Page 292: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

292

wat betekent: alles verbrandend. Als de Bijbel en de mythen de waarheid spreken,

dan was Abraham een tijdgenoot van Kadmos!

Was Jhwh een komeet? Of werd de aarde een aantal malen getroffen door een

toevallig voorbijkomende meteoriet? In dat geval kan zoiets elk moment weer

gebeuren, maar als de rampen werden veroorzaakt door een komeet, dan is deze

inmiddels ingevangen door Jupiter. De oude geschiedenis van het Midden Oosten

lijkt onze hypothese te ondersteunen. Iedere verschijning van Jhwh kan worden

gekoppeld aan een Bond event en een achteruitgang in de beschaving.

Uit de klimaatgegevens blijkt dit tijdschema:

12.680 v.Chr. Begin van het Bølling-Allerod, de Tuin van Eden

10.836 v.Chr. Begin van het Younger Dryas, Adam en Eva

9.600 v.Chr. Begin van het Holoceen, Kaïn en Abel

6.200 v.Chr. Bond event, Henoch door God weggenomen

3.900 v.Chr. Bond event, Noach en de Zondvloed

2.200 v.Chr. Bond event, Toren van Babel, 3 eeuwen van stofstormen

De verschijning van Jhwh aan Abraham valt echter niet duidelijk te dateren, want

de chronologie is rond deze tijd verward. Als Jhwh een komeet was, dan leidt dit

wel tot synchronismen: Jhwh verscheen aan Abraham; Sodom en Gomorra

werden verwoest; tijdens de 1e dynastie van Babylon zijn er steden verbrand en

deze steden worden niet meer genoemd door Hammurabi; bij de overgang van

de 11e naar de 12e dynastie in Egypte verscheen de God; de komst van Kadmos

en Harmonia naar Thebe volgde op een bruiloft waarop de goden verschenen.

Het is jammer dat we aan deze gebeurtenissen nog geen duidelijk jaartal kunnen

verbinden, maar de Bijbel is nog niet uit.

In het boek Exodus verschijnt Jhwh aan Mozes, die de leider wordt van de

uittocht van Israëlieten uit Egypte. Het verslag staat in de Bijbelboeken Exodus,

Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Hoe de Israëlieten daarna Kanaän

veroverden, staat in de boeken Jozua en Rechters. In het volgende deel: “Exodus

en de Komeet”, zullen deze Bijbelboeken worden besproken, waarbij zal worden

gelet op de chronologie, zowel van de Bijbel als van andere bronnen. We zullen

dan een anker vinden waarmee we de chronologische spraakverwarring kunnen

oplossen. Het verhaal dat aldus ontstaat, is spannender dan een misdaadroman

en wonderlijker dan fictie!

Page 293: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

293

Literatuur en eindnoten:

Baines, John en Jaromir Málek: Atlas of Ancient Egypt. An Equinox Book. Andromeda

Oxford Limited, 1984-1991. ISBN 0 7054 0646 6

Bermant, Chaim en Michael Weitzman: Ebla. Syrië, Bakermat van de Aartsvaders?

Vertaling: Wiard Smid. Fibula van Dishoeck, Haarlem, 1979. ISBN 90 228 3867 6/520

Breasted, James Henry: Ancient Records of Egypt, Volume I. University of Chicago Press.

Chicago, Illinois.

Collins, dr. Steven en dr. Latayne C. Scott: Discovering the city of Sodom. Howard

Books, New York 2013. ISBN 978 1 4516 8430 8

Cooper, Jerrold S.: The curse of Agade. John Hopkins University press, Baltimore -

London, 1983. ISBN 0 8018 2846 5

Fischer Weltgeschichte, band 2: Die Altorientalischen Reiche I. Fischer Bücherei KG,

Frankfurt am Main 1965-1986. ISBN 3 596 60002 2

Fischer Weltgeschichte, band 3: Die Altorientalischen Reiche II. Fischer Bücherei KG,

Frankfurt am Main 1966-1991. ISBN 3 596 60003 0

Jacobson, Thorkild: The harps that once... Sumerian poetry in translation. Yale University

Press, New Haven and London 1987. ISBN 0 300 03906 9

Kerr, Richard A.: Sea-Floor Dust shows Drought felled Akkadian Empire. Science, vol.

279, nr. 5349. 16 januari 1998, p. 325-326

Ovidius: Metamorphosen, vertaald door M. D’Hane-Scheltema.Athenaeum-Polak& Van

Gennep, Amsterdam 1993. ISBN 90 253 3676 0

Pritchard, James B. ed.: Ancient Near Eastern Texts relating to the Old Testament

(ANET). Princeton University Press, New Jersy, 1955

Roaf, Michael: Cultural Atlas of Mesopotamië. Andromea Oxford Limited, Oxford 1996.

ISBN 0 8160 2218 6

Shong Maedor, Betty De: Inanna, Lady of Largest Hart. University of Texas

Press, 1993. ISBN 0 292 75242 3

Weiss, Harvey et al.: The Genesis and Collapse of Third Millennium North Mesopotamian

Civilization. Science, 20 Aug. 1993, p. 995. Vertaling: Bart Voorzanger: Weggewaaide

Culturen, de catastrofe van Akkad. Maandblad: Wetenschap, Cultuur en Samenleving,

december 1996

1 Roaf, p. 104-105 2 Roaf, p. 78 e.v. 3 Pritchard: ANET 1955, p. 265 4 Pritchard: ANET 1955, p. 265-266 5 Fischer band 2, p.66 e.v. 6 Bermant en Weitzman, p. 143

Page 294: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

294

7 Roaf, p. 87 en 89 8 Fischer band 2, p. 67-104 9 Genesis 10: 8-12 10 Fischer band 2, p. 104-112 11 Fischer band 2, p. 95-96 12 Fischer band 2, p. 97, 106, 114-115 13 Weiss, Vertaling: Bart Voorzanger, p. 23-28 14 Fischer band 2, p. 287-294 15 Fischer band 2, p. 293-301 16 Fischer band 3, p. 299 17 Kerr, in Science, 16 jan 1998, p. 325-326 18 Cooper helemaal; Jacobson, p. 359-374 19 Shong Maedor, p. 91 e.v. 20 Fischer band 2, p. 116-121, 132-133 en 138-140 21 Fischer band 2, p. 149-152 22 Jacobson, p. 447-474 23 Zie: https://www.livius.org/articles/misc/mesopotamian-chronology/ 24 Fischer band 2, p. 152-157, 160-164 en 174-185 25 Genesis 14 26 Collins: Discovering the city of Sodom 27 King, p. 16-31 28 Fischer band 3, p. 105-107 29 Roaf, p. 114 30 Fischer band 3, p. 109-112 31 Fischer band 2, p. 310-317 32 Breasted: Ancient Records I, p. 211-216 33 Fischer band 2, p. 310-325 34 Fischer band 2, p. 326-341 35 Attar-Aram syria - File:Near_East_topographic_map-blank.svg, CC BY-SA 4.0, 36 Pritchard: ANET 1955, p. 164-165

Finet: Le code de Hammurapi, p. 31-44 37 Collins, p. 126-144 38 Bron: Brian Nixon: More Evidence Confirms Tall el-Hammam as Sodom

https://www.assistnews.net/more-evidence-confirms-tall-el-hammam-as-sodom/ 39 Graves: The Greek Myths 58: Europe and Cadmus 40 Euripides: Phoinikische Vrouwen, r. 1-8, 638-648 en 822-827 41 Homerus: Odyssee, boek XI r. 260 e.v. 42 Graves: The Greek Myths 76-77: Antiope en Niobe.

Zie ook Ovidius: Metamorphosen boek 6, r. 146-312 43 Graves: The Greek Myths 24: Demeter

Page 295: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

295

Appendix A: Omtrent Immanuel Velikovsky

Immanuel Velikovsky (1895-1977) was een Joods-Russische psychoanalyticus

die in de jaren ’50 van de vorige eeuw opperde dat de Bijbelse god Jhwh een

komeet was en dat de aarde nog in het vrij recente verleden was getroffen door

deze komeet. Omstreeks het midden van het 2e millennium v.Chr. zou dit

hemellichaam rampen hebben aangericht, waarvan een verslag in het Bijbelboek

Exodus staat. Inderdaad staat daar een verhaal van de verschijning van Jhwh,

gevolgd door plagen in Egypte, waarna er een zware wolk bleef hangen boven de

woestijn. Als Jhwh een komeet was, dan was deze ramp universeel. De ramp

eindigde volgens de Bijbel ruim 40 jaar later met een verschijning van Jhwh,

waarbij de zon en de maan stil bleven staat en de machtige muren van Jericho

instortten, zoals in het Bijbelboek Jozua beschreven staat.

Uit de boomjaarringen blijkt dat er in 1628 v.Chr. een wereldwijde groeistoornis

begon, die minstens 15 jaar aanhield. Uit chronologisch onderzoek blijkt ook dat

de muren van Jericho ongeveer 45 jaar later zijn ingestort, in 1583 v.Chr..

Dat er op aarde rampen zijn gebeurd die waarvan de oorzaak in de kosmos ligt,

was tot voor kort een verboden theorie. Velikovsky werd dan ook verguisd,

evenals andere geleerden die met een catastrofistische verklaring kwamen. Rond

de eeuwwisseling naar de 21e eeuw vond er echter een kentering plaats. De

dinosaurussen bleken uitgestorven ten gevolge van een kosmische inslag; ook de

grote uitsterving aan het einde van het Perm zou daar door zijn gekomen; het

einde van de laatste ijstijd bleek eveneens gepaard met een kosmische ramp.

Tot slot zijn Sodom en Gomorra opgegraven, twee steden die volgens de Bijbel

werden verwoest door Jhwh, in een regen van brandende zwavel. Uit de

opgraving bleek dat Sodom is verwoest in een kosmische ramp.

Het wordt tijd om ook het oordeel over het werk van Velikovsky te herzien. Deze

geleerde Joodse arts en psychiater werd in 1895 geboren in Rusland. Hij

studeerde medicijnen in Frankrijk, Schotland en Moskou, waar hij in 1921

afstudeerde. Hij las de Bijbel in het Hebreeuws. Naast Russisch en Hebreeuws

sprak hij Frans, Duits en Engels, en kon hij Griekse en Latijnse teksten lezen. Hij

was zeer erudiet en zijn boeken zijn uitstekend gedocumenteerd. Hij was ook

zeer productief, hij heeft veel geschreven, zowel artikelen en brieven, als een

reeks van boeken.

Page 296: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

296

De boeken van van Velikovsky

Worlds in Collision. © 1950. Abacus, Londen 1972. ISBN: 0 349 13573 8.

Nederlandse vertaling: Werelden in botsing. Ankh-Hermes bv, Deventer 1971.

In dit eerste boek betoogt Velikovsky dat de aarde in het verleden is getroffen

door kosmische rampen. Dat klopt! Volgens hem werden die aangericht door een

komeet die zou zijn ontsprongen uit Jupiter. Dat klopt niet, want er kunnen geen

kometen ontspringen aan deze zware planeet. Jupiter is daarentegen een

kometenvanger! Volgens Velikovsky was deze komeet de planeet Venus, die later

zou zijn ingevangen door de zon. Ook dat klopt niet, want kometen gedragen

zich anders. Verder betoogde Velikovsky dat het Bijbelboek Exodus het verslag

bevat van een kosmische ramp. Dat kan wel kloppen, want ook de boeken die

volgen op het boek Exodus, te weten Numeri, Leviticus, Deuteronomium en

Jozua, getuigen op coherente wijze van rampen die worden aangericht door

Jhwh. Tot slot betoogt Velikovsky dat de komeet ten tijde van de koningen

Josafat tot Hizkia herhaaldelijk in botsing kwam met de planeet Mars. Of dit

klopt, blijft onduidelijk zolang de oude geschiedenis niet is rechtgezet.

Ages in Chaos. © 1952. Abacus, Londen 1973. ISBN 0 349 13575 4.

Nederlandse vertaling: Eeuwen in chaos. Ankh-Hermes bv, Deventer.

In dit tweede werk betoogt Velikovsky dat de oude geschiedenis volledig is

gebaseerd op de chronologie van Egypte. Dat klopt! Vervolgens zegt hij dat er in

deze chronologie een fout zit van vier tot vijf eeuwen en ook dat zou wel eens

kunnen kloppen. Hij legt de Bijbel naast de geschiedenis en komt tot de conclusie

dat koning Saul een vazal was van Amoses en koning David van Amenophis I, de

eerste farao’s van de 18e dynastie. De wijze koning Salomo is dan een tijdgenoot

van koningin Hatshepsut, die in de Bijbel wordt genoemd als koningin Sheba.

Uiteraard leidt dit tot een volledig andere interpretatie van de gebeurtenissen,

want officieel zitten er vijf eeuwen tussen deze Egyptische en Bijbelse personen.

Tot slot legt Velikovsky het Amarna-archief, dat brieven bevat aan de farao’s

Amenophis III, Akhenaton en Toetankamon, naast de Bijbelse gebeurtenissen

ten tijde van koning Josafat van Juda en koning Achab van Israël. De

overeenkomsten zijn frappant! Dit boek bevat een historische puzzel die tot op

heden niet naar behoren is opgelost.

Earth in Upheaval. © 1955. Abacus, Londen 1973. ISBN 0 349 13574 6.

Nederlandse vertaling: Aarde in beroering. Ankh-Hermes bv, Deventer, 1973

Page 297: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

297

Wie niet gelooft in kosmische rampen, hoeft alleen maar dit boek te lezen, om

overtuigd te worden dat de aarde in het verleden herhaalde malen is getroffen

door gigantische natuurrampen. De fossielen spreken boekdelen en alles is goed

gedocumenteerd. Velikovsky beweert echter ook dat de aardolie afkomstig is van

de komeet. Volgens mij klopt dat niet.

Oedipus en Echnaton. Nederlandse vertaling: Ankh-Hermes bv, Deventer,

1974. ISBN 90 202 32 878

In dit boek gaat Velikovsky volgens mij flink de fout in. Hij vereenzelvigt de

Griekse stad Thebe met de koningsstad Thebe in Egypte. Volgens hem was

Oidipous daarom dezelfde persoon als Akhenaton. Hij wijst daarbij op analogieën

tussen de beide verhalen, maar hoewel deze analogieën wel degelijk bestaan,

heette de Egyptische koningsstad Waset. Pas na de verovering van Egypte door

Alexander de Grote werd deze stad herdoopt in Thebe, de Griekse stad waarvan

de rijkdom spreekwoordelijk was. Oidipous leefde in de Griekse stad Thebe. Uit

opgravingen aldaar blijkt dat daar ooit een ommuurde stad bestond die rond het

midden van het tweede millennium v.Chr. is ingestort. Dat is dezelfde tijd waarin

Velikovsky de exodus plaatste. Oidipous was aldus geen farao Akhenaton, maar

een Griekse koning van Thebe en een tijdgenoot van Mozes.

The Dark Age of Greece, a critical examination of the mysterious gap of close

to five centuries thought to follow the Mycenaean civilization. Te downloaden op

de website van het Velikovsky Archief: https://www.varchive.org/

Dit boek is zeer overtuigend. Velikovsky betoogt daarin dat de duistere eeuwen

in Griekenland verkeerd zijn geplaatst. Volgens de officiële chronologie volgde de

Myceense beschaving vrij snel op de Minoïsche beschaving, maar de datering is

volledig afhankelijk van die van Egypte. Vlak na de Trojaanse Oorlog zou er een

gat van vijf eeuwen vallen, waarin de Grieken volgens de archeologen niet langer

beschikten over een schrift en Griekenland dusdanig ontvolkt was dat er zelfs

geen begraafplaatsen waren, waarna de beschaving vanaf 700 v.Chr. weer

opbloeide en de Klassieke Tijd begon. Tegen dit tijdschema is veel te zeggen.

Meer waarschijnlijk is, dat er na de instorting van de Minoïsche beschaving ten

gevolge van de kosmische rampen vier of vijf eeuwen volgden met een lage

beschaving, die in het 1e millennium v.Chr. uitgroeide tot de Myceense

beschaving. Deze was zeer krijgslustig en mannelijk dominant, maar in

kunstzinnigheid veruit de mindere van de Minoïsche beschaving. De Klassieke

Tijd volgt dan vrij snel op de Myceense Tijd.

Page 298: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

298

The Assyrian Conquest, a volume in the Ages in Chaos series, covering the

period from the end of the Amarna Period to the time of Ramses II. Te

downloaden op de website: https://www.varchive.org/

Ook hier weer een chronologische puzzel die nodig moet worden opgelost. We

weten dat de 18e dynastie van Egypte na Toetankamon is ingestort. Officieel

volgt daarna de 19e Dynastie, met als hoogtepunt Ramses II, waarna de

geschiedenis erg verward wordt en de Derde Tussentijd begint. Deze zou zes

eeuwen hebben geduurd. We weten eveneens dat de Assyriërs Egypte hebben

veroverd. Dat zou zijn gebeurd tijdens de Derde Tussentijd en in Egypte is deze

periode nauwelijks gedocumenteerd. Hoewel de Assyriërs zeggen dat ze Thebe

hebben geplunderd, heeft men in Thebe hoegenaamd niets gemerkt! Velikovsky

betoogde dat de 18e Dynastie niet werd gevolgd door de 19e Dynastie, maar door

de Libische farao’s en vervolgens door de Zwarte of Ethiopische farao’s. In deze

tijd zou Egypte zijn overheerst door de Assyriërs. Farao Necho I is door Assyrië

op de troon van Egypte gezet, waarna Assyrië werd veroverd door de Meden en

onderworpen door de Perzen. Dat laatste is een historisch feit.

Ramses II and his time. Doubleday & Company Inc., New York 1978.

Nederlandse vertaling: Ramses II en zijn tijd. Ankh-Hermes bv, Deventer

1980. ISBN 90 202 3300 9

Zoals men begrijpt, blijven we nu zitten met de 19e Dynastie en de grote farao

Ramses II. Volgens Velikovsky volgt deze dynastie na de Assyrische tijd. Een

belangrijk farao was Necho II, maar hoewel deze heerser naar eigen zeggen veel

heeft gebouwd en bewerkstelligd, waaronder een kanaal tussen de Middellandse

Zee en de Rode Zee, ontbreekt van hem verder ieder spoor. Geen mummie,

geen tempel, geen paleis, alleen maar teksten op papyri. Volgens Velikovsky was

Necho II dezelfde persoon als Ramses II, van wie de machtige standbeelden,

tempels en andere bouwwerken opvallend goed bewaard bleven. Kijken we naar

de jaartallen van Ramses II (1290-1224 v.Chr.) en Necho II (610-595 v.Chr.),

dan hoeft het verder geen betoog dat Velikovsky de oude geschiedenis grondig

heeft verbouwd!

Peoples of the Sea. Sidgwick and Jackson Limited, Great Britain 1977.

Nederlandse vertaling: De Zeevolkeren. Ankh-Hermes b.v. Deventer. ISBN 90

202 3299 1

In de reguliere oude geschiedenis zou de beschaving omstreeks 1200 v.Chr. zijn

verwoest door de Zeevolkeren. Waar ze vandaan kwamen blijft onduidelijk, maar

Page 299: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

299

Ramses III heeft hen bestreden in de monding van de Nijl. Het verslag van deze

strijd is goed bewaard gebleven. Niet alleen zou dit hebben geleid tot de Derde

Tussentijd in Egypte, maar ook de Myceense beschaving, het Hethietische rijk in

het huidige Turkije, het Midden Babylonische Rijk en de beschaving van de

Zwarte farao’s in het toenmalige Ethiopië vielen ten prooi aan deze Zeevolkeren.

De gerenommeerde archeoloog Eric Cline heeft een exact jaartal bepaald voor

deze verwoesting: 1177 v.Chr. Het zou vier tot vijf eeuwen duren voor men van

deze totale verwoesting was bekomen!

Wonderlijk is wel dat na deze duistere eeuwen de beschaving verder ging waar

zij eeuwen geleden was gestopt. De Neo-Hethieten, de Neo-Babyloniërs, de

Trojanen en zelfs de Egyptenaren gingen gewoon door met waar ze eeuwen

geleden mee bezig waren. Volgens Velikovsky ontstaat dat historische gat door

een foute chronologie. Volgens hem waren de Zeevolkeren huurlingen van de

Perzen die in 525 v.Chr. Egypte hebben veroverd.

Farao Ramses III (1194-1163 v.Chr.), die in Egypte vele sporen achterliet, is

volgens Velikovsky dezelfde persoon als farao Nectanebo I (380-363 v.Chr.), die

door klassieke Griekse schrijvers (o.a. Diodorus van Sicilië) gedocumenteerd is,

terwijl in Egypte ieder spoor van hem ontbreekt. Nectanebo I heeft de Perzen uit

Egypte verdreven. Wie op de hoogte is van de chaotische officiële geschiedenis

van Egypte in de Derde Tussentijd, zal moeten toegeven dat deze reconstructie

van Velikovsky vrij overtuigend is.

Mankind in Amnesia. Doubleday & Company Inc., New York 1982. ISBN: 978-

1-906833-16-9.

In dit boek, dat postuum werd gepubliceerd, wijst Velikovsky op de psychische

gevolgen van deze kosmische rampen. Deze uiterst traumatische gebeurtenissen

zijn enerzijds collectief vergeten, of (in psychoanalytische termen) verdrongen,

terwijl ze tevens in het collectieve geheugen van de mensheid zijn opgeslagen,

vaak in de vorm van religie, maar ook in mythen en sprookjes. Deze collectieve

verdringing van het trauma maakt de mensheid neurotisch.

Velikovsky zegt: De mens gedraagt zich irrationeel. Oorlog, misdaad,

vernietiging van de omgeving drijven de wereld naar de afgrond. Op dit moment

beschikken wereldmachten over de middelen om de aarde te vernietigen. Dit zal

ongetwijfeld ook gebeuren als onze manier van denken en ons gedrag zich niet

fundamenteel wijzigen.

Page 300: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

300

Appendix B: Vaste waarden en formules in het zonnestelsel

De formule voor de middelpuntvliedende kracht is: F = m w2 r. Deze kracht F

is evenredig met de massa m, met het kwadraat van de hoeksnelheid w en met

de straal r. De hoeksnelheid w is de snelheid v gedeeld door de straal r. De

middelpuntvliedende kracht is daarom evenredig met de massa en met de

snelheid van die massa, maar hij is omgekeerd evenredig met de straal van de

baan.

Alle berekeningen gaan volgens Newton in kilogram, meter en

seconde.

Een jaar is afgerond op 356,25 dagen of 31.557.600 seconden.

Een AE is 1,496 x 1011 meter.

Een lichtjaar is 9,461 x 1015 meter of 63.242 AE.

Tabel 1 laat zien uit welke massa's ons zonnestelsel bestaat. In de tweede

kolom staat voor elke planeet, hoeveel miljoenste zijn massa is van die van

de zon. De derde kolom geeft de straal van de zon en de planeten. Aan de

hand daarvan kan men het volume berekenen:

Volume = 4/3 π R3.

Π = 3,141592...

Het volume gedeeld door de massa is de Gemiddelde Dichtheid in verhouding

tot die van water. De G.D. van water is per definitie 1.

Tabel 1 Massa = M

x 1020 kg

Mp / Mz

x 10-6

Straal = R

in km

Volume

x 1020 m3

G.D.

Zon 19.891.000.000 696.265 14.138.791,9 1,41

Mercurius 3.302 0,166 2.439 0,608 5,43

Venus 48.689 2,448 6.052 9,285 5,24

Aarde 59.742 3,003 6.367,5 10,814 5,52

Maan 735 0,037 1.738 0,220 3,34

Mars 6.419 0,323 3.388,3 1,629 3,94

Jupiter 18.990.000 954,7 69.250 13.910,67 1,32

Saturnus 5.684.000 285,757 57.000 7.757,35 0,70

Uranus 869.780 43,727 25.200 670,33 1,27

Neptunus 1.028.000 51,682 24.225 595,49 1,77

Pluto 160 0,008 1.250 0,082 1,2

Totaal 19.917.690.830

Page 301: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

301

De massa van Io is 893 x 1020 kg en de G.D. = 3,53. Io verliest op dit

moment een ton massa per seconde, dat is 3,15576 x 1010 kg per jaar.

Tabel 2 toont van alle planeten de afstand tot de zon, oftewel de straal of

radius r van hun baan. De eerste drie kolommen geven de kleinste, de

grootste en de gemiddelde afstand aan in miljoen kilometer. In de laatste

kolom staat de excentriciteit e.

De gemiddelde straal en de excentriciteit staan in veel boeken vermeld. De

straal in het perihelium en het aphelium is daaruit te berekenen met de

formule: P = rp (1 + e) = ra (1 – e) = rg (1 – e2) waarin P de lengte is van

de loodlijn op de as in een van de brandpunten.

Tabel 2 Rp x 109 m Ra x 109 m Rg x 109 m Rg in AE E

Mercurius 47,59 72,23 57,91 0,3871 0,2056

Venus 107,47 108,95 108,21 0,7233 0,0068

Aarde 147,10 152,10 149,60 1 0,0167

Mars 206,65 249,23 227,94 1,5237 0,0934

Jupiter 740,59 816,09 778,34 5,2028 0,0485

Saturnus 1.357,11 1.516,91 1.437,01 9,5388 0,0556

Uranus 2.743,3 3.005,3 2.869,6 19,1818 0,0473

Neptunus 4.458,0 4.535,4 4.496,7 30,0580 0,0086

Pluto 4.425,0 7.375,0 5.900,0 39,44 0,250

Tabel 3 toont van alle planeten de gemiddelde straal van hun baan rg, de

gemiddelde snelheid vg, gevolgd door hun baanlengte en hun omlooptijd.

De gemiddelde snelheid wordt berekend uit de gemiddelde straal. De formule

voor de baansnelheid is: v2 . r = G . Mz, waarbij Mz = de massa van de zon

en G = de gravitatieconstante.

Mz = 19.891 x 1026 kg.

G = 0,667 x 10-10 m3/sec2kg.

G . Mz = μz = 13.267.297 x 1013 m3/sec2.

Draait een satelliet niet rond de zon, maar rond een planeet, dan geldt

dezelfde formule, maar dan met de massa van de planeet, in plaats van die

van de zon.

Page 302: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

302

Ook de omlooptijd van een satelliet kan worden berekend uit de gemiddelde

straal van zijn baan. De formule luidt: T = 2 π [rg3 /(G . Mz)]1/2. De

omlooptijd is dus onafhankelijk van de excentriciteit!

Tabel 3 rg

miljoen km

vg

m/sec

vg

km/uur

Baanlengte

miljoen km

Omlooptijd

dagen

Omlooptijd

Jaren

Mercurius 59,91 47.059 169.412 358 87,969 0,24

Venus 108,21 35.015 126.052 680 224,701 0,847

Aarde 149,60 29.780 107.208 940 365,256 1

Maan 384.400 km 1.018 3.665 2,4 27,289 0,0747

Mars 227,94 24.126 86.854 1.432 686,980 1,881

Jupiter 778,34 13.056 47.002 4.887 4.332,59 11,862

Saturnus 1437,01 9.609 34.592 8.932 10.759,20 29,457

Uranus 2869,6 6.800 24.480 18.028 30.684,8 84,01

Neptunus 4496,7 5.432 19.555 28.249 60.190,5 164,79

Pluto 5900,0 4.742 17.071 37.064 90.465,0 247,68

De gemiddelde straal rg van een langperiodieke komeet is vrijwel gelijk aan

de helft van de afstand tot het aphelium. De omlooptijd kan daarom met

dezelfde formule worden berekend als men weet waar het aphelium ligt.

Omgekeerd kan van een langperiodieke komeet het aphelium worden

berekend uit de omlooptijd, door de formule om te werken tot:

rg3 = (T / 2 π)2 (G . Mz) en de uitkomst met 2 te vermenigvuldigen.

Tabel 4: Voor de excentrische planeten is de snelheid in hun perihelium en

aphelium:

Tabel 4 Rpx 109 m Ra x 109 Vp Va

Mercurius 47,59 72,23 52.799 m/sec

190.080 km/uur

42.858 m/sec

154.288 km/uur

Aarde 147,10 152,10 30.032 m/sec

108.115 km/uur

29.534 m/sec

106.323 km/uur

Mars 206,65 249,23 25.338 m/sec

91.217 km/uur

23.072 m/sec

83.060 km/uur

Pluto 4.425,0 7.375,0 5.476 m/sec

19.712 km/uur

4.241 m/sec

15.269 km/uur

Page 303: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

303

Tabel 5 toont in de 1e kolom de massa van de zon, de maan en de planeten.

Deze vermenigvuldigd met de gravitatieconstante G = 0,667 x 10-10 laat zien

hoe groot de gravitatiefactor μ is in m3/sec2.

De formule voor de versnelling door de gravitatie is in ieder willekeurig punt

van het gravitatieveld: ag . r2 = G . M. Daarbij is r de afstand tot het

middelpunt van het veld. Aan de oppervlakte verandert de formule in: ag .

R2 = G . M. Daarbij is R de straal van de planeet of maan. Deze versnelling

noemt men de zwaartekracht op de planeet of maan. De laatste kolom kan

men ook zo lezen, dat de cijfers aangeven hoeveel een kilo weegt op de zon,

de planeten en de maan.

Tabel 5 M x 1020 kg μ (= G . M)

x 1010 m3/sec2

R x km

of 103 m

ag

m/sec2

ag /aa

x 1 kg

Zon 19.891.000.000 13.267.297.000 696.265 273,7 27,9

Mercurius 3.302 2.202 2.439 3,7 0,4

Venus 48.689 32.476 6.052 8,9 0,9

Aarde 59.742 39.847,9 6.367,5 9,8 1

Maan 735 490 1.738 1,6 0,16

Mars 6.419 4.281 3.388 3,7 0,38

Jupiter 18.990.000 12.666.330 69.250 26,4 2,7

Saturnus 5.684.000 3.791.228 57.000 11,7 1,2

Uranus 869.780 578.809 25.200 9,1 0,9

Neptunus 1.028.000 685.676 24.225 11,7 1,2

Pluto 160 106,7 1.250 0,68 0,07

Tabel 6 toont de gemiddelde straal van de invloedssfeer van de planeten.

De formule voor de invloedssfeer is: ri = rp-z [Mp/Mz]2/5

waarin ri = de straal van de invloedssfeer en rp-z = de afstand van de

planeet tot de zon.

De massa van de planeet wordt gedeeld door de massa van de zon en de

uitkomst vermenigvuldigd met de afstand tussen die twee. De uitkomst

wordt dan verheven tot de macht 2/5, met behulp van een rekenmachine. De

massa van Pluto is echter zo gering in verhouding tot die van de zon, dat

mijn rekenmachine niet langer bestand bleek tegen de formule.

Page 304: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

304

De omvang van de invloedssfeer is evenredig met de afstand tot de zon,

maar deze afstand kan voor een excentrische baan sterk variëren. Voor de

berekening is uitgegaan van de gemiddelde straal van de planeetbaan. De 2e

kolom geeft de verhouding tussen de straal van de invloedssfeer en die van

de planeet. De 3e kolom geeft de verhouding tussen de straal van de

invloedssfeer en de afstand tot de zon. Dit is tevens de sinus van de hoek

die de rand van de invloedssfeer maakt met de ecliptica. De laatste kolom

geeft deze hoek in booggraden.

De maan bevindt zich binnen de invloedssfeer van de aarde. Voor de maan

verandert de formule daarom in ri = rm-a [Mm/Ma]2/5.

De gemiddelde afstand tussen de maan en de aarde rm-a = 384.400 km.

Dat de maan zulke hoge waarden te zien geeft, komt omdat hij relatief zeer

groot is in verhouding tot de aarde.

Dat Jupiter de kometenvanger wordt genoemd, heeft mede te maken met de

hoge waarden die bij Jupiter verschijnen in de 3e en 4e kolom. Zijn invloeds-

sfeer heeft vanuit de zon gezien een boogomvang van ruim 7°.

Tabel 6 ri in km ri / Rp ri / rp-z Booggraden

Mercurius 112.409 46 0,0019 0,109

Venus 616.278 102 0,0057 0,327

Aarde 924.657 145 0,0062 0,355

maan 71.833 41,3 (0,1869) 10,77

Mars 577.225 170 0,0025 0,143

Jupiter 48.207.731 696 0,0619 3,549

Saturnus 54.936.220 964 0,0382 2,189

Uranus 51.775.283 2.055 0,0180 1,031

Neptunus 86.741.816 3.581 0,0193 1,106

Tabel 7 geeft de ontsnappingssnelheid vesc vanaf het oppervlak van de zon,

de maan en de planeten. Deze staat gegeven in m/sec en km/uur. Bij de

laatste waarde kunnen we ons een betere voorstelling maken van de

snelheid die nodig is om te ontsnappen aan een gravitatieveld.

De formule luidt: vesc 2

. r = 2 G . M

Page 305: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

305

De formule voor de baansnelheid luidde: vbaan2

. r = G . M De

ontsnappingssnelheid van een satelliet is daarom altijd √ 2 maal de

baansnelheid.

Voor de planeten is tevens berekend, hoe groot de vesc is op de grens van

hun invloedssfeer. Meteoren en kometen worden immers niet gelanceerd

vanaf de korst, maar ze naderen de invloedssfeer vanuit de ruimte.

De laatste kolom geeft de baansnelheid vbaan van de planeet. Is deze hoger

dan de vesc, dan wordt vrijwel iedere massa die het gravitatieveld

binnenkomt, weggeslingerd door de kosmische katapult.

Tabel 8 geeft de rotatietijd van de zon en de planeten. De Siderische

omlooptijd is gezien vanaf de sterren. Voor de buitenplaneten is deze vrijwel

gelijk aan de Synodische omlooptijd, de daglengte is daarom gelijk aan de

rotatietijd. Alleen voor Uranus weet ik dat niet zeker, want de as staat daar

zeer schuin op het baanvlak. Voor de binnenplaneten en de aarde wijkt de

daglengte duidelijk af van hun rotatietijd, waarbij Venus ook nog retrograad

draait, van oost naar west. Daarom is van deze planeten ook de daglengte

gegeven.

Naarmate een planeet sneller draait, wordt zijn afplatting aan de polen en

zijn uitstulping rond de evenaar groter. Dit hangt ook af van G.D. van de

planeet. Bij een hoge G.D. stulpt een planeet minder uit.

Tabel 7 Vesc

m/sec

km/uur

Vesc ri

m/sec

km/uur

Vbaan

m/sec

km/uur

Zon 617.332 2.222.396

Mercurius 4.249 15.297 626 2.254 47.059 169.412

Venus 10.360 37.295 325 1.170 35.015 126.052

Aarde 11.187 40.275 928 3.340 29.780 107.208

Maan 2.375 8.549

Mars 5.027 18.097 385 1.386 24.126 86.854

Jupiter 60.483 217.737 2.292 8.251 13.056 47.002

Saturnus 36.473 131.302 1.175 4.230 9.609 34.592

Uranus 21.433 77.158 473 1.702 6.800 24.480

Neptunus 23.793 85.653 398 1.432 5.432 19.555

Pluto 1.302 4.687

Page 306: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

306

Tabel 8 Sid. omlooptijd Rotatietijd Daglengte Afplatting in %

Zon 24d 4u

Mercurius 88d 58d 15u 36m 176d 0

Venus 224d 17u 243d (O-W) 117d 0

Aarde 365d 6u 23u 56m 24u 0,003

Mars 1j 322d 24u 37m 0,006

Jupiter 11j 307d 9u 55m 0,065

Saturnus 29j 168d 10u 39m 0,1

Uranus 84j 17u 14m (O-W) onbekend 0,02

Neptunus 164j 288d 13u 16u 7m 0,002

Pluto 247j 248d 6u 6d 9u (O-W) ?

Tabel 9 toont van alle planeten de afwijkingen die ze vertonen ten opzichte

van het ideale model van cirkels in een plat vlak en rechtop staande assen.

Daarbij wordt de baan van de aarde beschouwd als het vlak van de ecliptica.

Tabel 9 Stand van de as t.o.v.

ecliptica

Inclinatie t.o.v.

ecliptica

Excentriciteit

(cirkel = 0)

Mercurius ? 7°00' 0,2056

Venus 177,21° 3°23' 0,0068

Aarde 23,26° 0 0,0167

Mars 25,12° 1°50' 0,0934

Jupiter 3,07° 1°18' 0,0485

Saturnus 26,44° 2°29' 0,0556

Uranus 97,46° 0°46' 0,0473

Neptunus 27,52° 1°46' 0,0086

Pluto 60,23° 17°12' 0,250

Tabel 10 geeft van alle planeten de verplaatsing van het barycentrum. De

formule luidt: Verplaatsing = rp (Mp / Mz)

De planeten trekken het middelpunt van het gravitatieveld uit het centrum

van de zon. De verplaatsing hangt af van de verhouding tot de massa van de

zon en van de afstand tot de zon.

Page 307: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

307

Tabel 10 Massa

x 1020 kg

Mp / Mz rp

x 106 km

Verplaatsing

in km

Mercurius 3.302 0,000.000.166 59,91 9,95

Venus 48.689 0,000.024.48 108,21 264,88

Aarde + maan 60.477 0,000.003.04 149,60 454,85

Mars 6.419 0,000.000.323 227,94 73,56

Jupiter + manen 18.991.629 0,000.954.785 778,34 743.147

Saturnus + idem 5.685.397 0,000.285.828 1437,01 410.737

Uranus + idem 869.871 0,000.043.732 2869,6 125.493

Neptunus+ idem 1.028.215 0,000.051.692 4496,7 232.446

Pluto 160 Te gering nihil

De Roche-limiet van de maan

De formule voor de Roche-limiet is: rR = 2 Rplaneet (G.D.planeet/G.D.

maan)1/3.

Raarde = 6.367,5 km.

G.D.aarde = 5,52.

G.D.maan = 3,34.

de Roche-limiet van de maan:

rR = 2 x 6.367,5 (5,52 / 3,34)1/3 Rekenmachine:

rR = 150,57 x 105 m.

Page 308: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

308

Page 309: Genesis en de komeetGenesis en de komeet Een zoektocht naar Bijbelse rampen Boudine Berkenbosch Genesis en de komeet is een studie naar aanleiding van het werk van Immanuel Velikovsky.

309