Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

51
Gemeentelijk Waterplan Bodegraven Definitief 23 september 2008

Transcript of Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Page 1: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Definitief

23 september 2008

Page 2: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

,

Page 3: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Gemeentelijk waterplan Bodegraven

Definitief

Gemeente Bodegraven in samenwerking met het

Hoogheemraadschap van Rijnland

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

p/a Postbus 401

2410 AK BODEGRAVEN

Grontmij Nederland bv

Waddinxveen, 23 september 2008

Page 4: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Page 5: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven
Page 6: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 4 van 36

Page 7: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 5 van 36

Inhoudsopgave

1 Inleiding......................................................................................................................... 7

1.1 Aanleiding ..................................................................................................................... 7

1.2 Doelen van het gemeentelijk waterplan........................................................................ 7

1.3 Afbakening van het plangebied .................................................................................... 8

1.4 Het planproces.............................................................................................................. 8

1.5 Leeswijzer ..................................................................................................................... 8

2 Waterbeleid................................................................................................................... 9

2.1 Europees beleid ............................................................................................................ 9

2.2 Landelijk beleid ............................................................................................................. 9

2.3 Provinciaal beleid........................................................................................................ 10

2.4 Gemeentelijk beleid .................................................................................................... 11

2.5 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) .............................................. 12

2.6 Hoogheemraadschap van Rijnland (HvR) .................................................................. 13

3 Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen ............................................................ 15

3.1 Waterhuishouding ....................................................................................................... 15

3.2 Waterberging............................................................................................................... 16

3.3 Waterkwaliteit.............................................................................................................. 16

3.3.1 Meetprogramma Rijnland............................................................................................ 16

3.3.2 Fysisch-chemische waterkwaliteit in Bodegraven Zuid .............................................. 16

3.3.3 Ecologische kwaliteit watergangen Bodegraven Zuid ................................................ 18

3.3.4 Beleving watergangen Bodegraven Zuid.................................................................... 19

3.3.5 Waterbodemkwaliteit watergangen Bodegraven Zuid ................................................ 19

3.3.6 Ecologische beoordeling watersysteem Bodegraven Noord ...................................... 19

3.4 Waterketen.................................................................................................................. 20

3.5 Grondwater ................................................................................................................. 22

3.6 Ruimtelijke ontwikkelingen.......................................................................................... 22

3.7 Knel- en aandachtspunten.......................................................................................... 22

4 Doelstellingen voor de lange termijn........................................................................... 25

4.1 Inleiding....................................................................................................................... 25

4.2 Waterkwantiteit en veiligheid ...................................................................................... 25

4.2.1 Hoofddoelstelling ........................................................................................................ 25

4.2.2 Stedelijk gebied........................................................................................................... 25

4.2.3 Landelijk gebied .......................................................................................................... 27

4.3 Water en ruimtelijke ordening ..................................................................................... 27

4.4 Waterkwaliteit en ecologie .......................................................................................... 27

4.4.1 Algemene doelstellingen............................................................................................. 27

4.4.2 Stedelijk gebied........................................................................................................... 27

4.4.3 Landelijk gebied .......................................................................................................... 29

4.5 Waterketen en afkoppeling ......................................................................................... 29

4.6 Grondwater ................................................................................................................. 29

4.7 Recreatie..................................................................................................................... 30

4.8 Handhaving, beheer en onderhoud ............................................................................ 30

4.9 Bewustwording............................................................................................................ 30

Page 8: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Inhoudsopgave (vervolg)

99078843-Haan, revisie

Pagina 6 van 36

5 Maatregelenprogramma.............................................................................................. 31

5.1 Algemeen.................................................................................................................... 31

5.2 Maatregelen per thema............................................................................................... 31

5.3 Belangrijkste maatregelen .......................................................................................... 32

6 Samenvatting .............................................................................................................. 33

6.1 Algemeen.................................................................................................................... 33

6.2 Knel- en aandachtspunten.......................................................................................... 33

6.3 Doelstellingen voor de lange termijn........................................................................... 33

6.4 Maatregelenprogramma.............................................................................................. 34

Bijlage 1: Kaart 1 Oppervlaktewatersysteem

Bijlage 2: Kaarten 2a-c Waterkwaliteit

Bijlage 3: Kaart 3 Rioleringssysteem

Bijlage 4: Kaart 4 Knel- en aandachtspunten

Bijlage 5: Kaart 5 Inrichtingsdoelen en zoekgebieden waterberging

Bijlage 6: Toetsing NWB normen Zuidzijdepolder

Bijlage 7: Maatregelenprogramma

Page 9: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 7 van 36

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De laatste jaren is er een toenemende aandacht voor het water. Enerzijds vormt het water een

bedreiging vanwege de toenemende neerslagintensiteit en de stijging van de zeespiegel. Maat-

regelen zijn noodzakelijk om wateroverlast nu en in de toekomst te voorkomen. Anderzijds biedt

het water ook kansen om meerwaarde te creëren voor de leefomgeving. Een biologisch gezond

watersysteem is daarvoor essentieel.

Het inrichten en beheren van water is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, de

waterschappen en andere betrokken partijen. Gemeenten hebben een belangrijke taak in het

beheer van de waterketen: het verzamelen en afvoeren van hemelwater en vuilwater. Een be-

langrijke taak van de waterschappen is het beheer van het oppervlaktewatersysteem, zowel de

kwantiteit als de kwaliteit van het water. Het (vuile) water van de waterketen komt uiteindelijk in

het watersysteem terecht. Hierdoor bestaat er een relatie tussen de waterketen en het water-

systeem. Door samenwerking tussen de keten – en systeembeheerders is naar verwachting

meer te bereiken dan de som der delen.

De gemeente Bodegraven ligt in het beheersgebied van twee waterschappen namelijk het

Hoogheemraadschap van Rijnland (HvR) en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

(HDSR). De samenwerking tussen deze instanties bleef tot nu toe beperkt tussen de gemeente

en het betreffende hoogheemraadschap. Een gezamenlijke visie en gezamenlijke doelstellingen

ontbraken tot op heden. Dit is een belangrijke reden om gezamenlijk een waterplan op te stel-

len.

De behoefte aan een gezamenlijk waterplan wordt tevens gevoed door ontwikkelingen op nati-

onaal en Europees niveau. Op nationaal niveau zijn er afspraken gemaakt in het kader van het

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In dit akkoord is afgesproken dat het watersysteem in

2015 op orde moet zijn, dat wil zeggen wateroverlast is tot een geaccepteerd niveau beperkt.

Tevens eist het NBW meer aandacht voor de plaats van water binnen de ruimtelijke ordening

(o.a. via de watertoets). In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn afspraken gemaakt

over het bereiken van een goede (grond)waterkwaliteit. In 2015 vindt de eerste toetsing aan de

KRW normen plaats. Gemeenten en waterschappen hebben een gezamenlijke taak om de

KRW doelstellingen te halen.

1.2 Doelen van het gemeentelijk waterplan

Het gemeentelijk waterplan Bodegraven moet leiden tot:

• een gezamenlijke visie op het waterbeheer in de gemeente Bodegraven, inclusief de plaats van het stedelijk water binnen de inrichting van het stedelijke gebied (strategische functie);

• het afstemmen van het waterbeleid binnen de gemeente, tussen de gemeente en de beide hoogheemraadschappen en met andere partijen (tactische functie);

• het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen en de kosten daarvan en de doorwerking van de maatregelen in de ruimtelijke ordening en de waterketen (operationele

functie).

Bij al deze punten is het vizier gericht op het realiseren van een duurzaam en biologisch gezond

watersysteem in de gemeente Bodegraven.

Page 10: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Inleiding

99078843-Haan, revisie

Pagina 8 van 36

1.3 Afbakening van het plangebied

Het waterplan van Bodegraven is een plan voor het gehele gemeentelijke grondgebied. Het

plan richt zich voornamelijk op het stedelijk gebied van de gemeente Bodegraven waarbij de

invloed op en de gevolgen voor het buitengebied ook meegenomen worden. De gemeentegrens

vormt daarom de grens van het plangebied. De grens is echter theoretisch aangezien de ge-

meentegrens veelal niet overeenkomt met de poldergrenzen. Ingrepen in het watersysteem in

de gemeente Bodegraven kunnen daardoor ook hun effect hebben buiten de gemeentegren-

zen.

1.4 Het planproces

In het waterplan zijn de doelen voor de lange termijn tot 2030 geformuleerd. De gemeenschap-

pelijk geformuleerde doelen zijn het resultaat van een ambtelijke werkbijeenkomst op 4 juli 2006

waarin meerdere disciplines van de gemeente en de beide hoogheemraadschappen waren ver-

tegenwoordigd. De doelen voor de lange termijn zijn op 2 november 2006 voorgelegd aan de

klankbordgroep. De bevindingen van de klankbordgroep zijn in een afzonderlijk besprekings-

verslag verwoord en niet verwerkt in voorliggend waterplan. De doelen voor de lange termijn en

de bevindingen van de klankbordgroep zijn op 6 december 2006 besproken in de stuurgroep.

Op 6 maart 2007 zijn in een ambtelijke werkbijeenkomst de maatregelen besproken die moeten

leiden tot het verwezenlijken van de doelstellingen. De voorgenomen maatregelen zijn opge-

nomen in een maatregelenprogramma dat op 29 mei 2008 is besproken in de stuurgroep.

1.5 Leeswijzer

Voor u ligt het Gemeentelijk waterplan Bodegraven. Het waterplan is het resultaat van vier

stappen in het waterplanproces: inventarisatie, analyse, visie-ontwikkeling en uitwerking maat-

regelen.

In de hoofdstukken 2 en 3 zijn de resultaten van de beleidsmatige en technische inventarisatie

en analyse verwoord. Aan het eind van hoofdstuk 3 is een overzicht gegeven van knelpunten in

het watersysteem en de waterketen in de gemeente Bodegraven. In hoofdstuk 4 zijn de doelen

voor de langere termijn tot 2030 geformuleerd. De voorgenomen maatregelen zijn toegelicht in

hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 leest u de samenvatting van het waterplan.

Foto 1.1 Oude Rijn

Page 11: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 9 van 36

2 Waterbeleid

2.1 Europees beleid

Kaderrichtlijn water

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn die zich richt op de bescher-

ming van grond- en oppervlaktewater. De KRW stelt zich ten doel dat alle Europese wateren in

het jaar 2015 een ‘goede toestand’ hebben bereikt en dat er binnen heel Europa duurzaam

wordt omgegaan met water. De KRW is sinds 2000 van kracht.

De KRW schrijft voor dat de landen stroomgebiedbeheersplannen opstellen, waarin zij aange-

ven welke waterkwaliteitsdoelen met welke maatregelen gerealiseerd gaan worden. De eerste

versie van de stroomgebiedbeheersplannen moet in 2009 gereed zijn. In 2015 vindt de eerste

toetsing aan de doelstellingen plaats. Daarna is er in twee periodes van zes jaar bijstelling van

de maatregelen, en eventueel de doelstellingen, mogelijk. In 2027 moet de waterkwaliteit vol-

doen aan de, eventueel bijgestelde, doelstellingen.

De doelstellingen hebben betrekking op de hoeveelheid aanwezige chemische stoffen en op de

ecologische kwaliteit. Er zijn algemene Europese doelstellingen voor een aantal chemische

stoffen, de zogenaamde prioritaire stoffen. Deze dienen gehaald te worden in alle wateren. De

ecologische doelstellingen worden regionaal bepaald voor alle wateren, de zogenaamde water-

lichamen. Deze zijn voorlopig vastgesteld in 2005. Daarnaast wordt ondermeer aandacht be-

steed aan zwemwateren.

2.2 Landelijk beleid

De belangrijkste landelijke beleidslijnen zijn in de volgende nota’s vastgelegd.

Vierde nota waterhuishouding (NW4)

De NW4 is in 1998 vastgesteld en vormt het strategisch beleidskader voor de waterhuishouding

in Nederland voor de periode tot 2006 met een doorkijk naar latere jaren. De belangrijkste ele-

menten uit de NW4 zijn:

• Beschouw het water als samenhangend systeem

• Zoek integrale oplossingen

• Versterk de eigen veerkracht van watersystemen

• Geef water de ruimte.

Voor het waterplan Bodegraven zijn de in de NW4 opgenomen doelstellingen en normen voor

het stedelijk water, direct van toepassing.

Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21)

Naar aanleiding van de wateroverlast in 1993, 1995 en 1998 onderzocht de Commissie Tielrooij

de waterhuishoudkundige inrichting van Nederland. In het advies (augustus 2000) ‘Waterbeleid

voor de 21ste eeuw’ bepleit de Commissie een andere aanpak van het waterbeheer. In het licht

van toenemende verstedelijking, bodemdaling, zeespiegelstijging en heviger neerslag, zijn

technische oplossingen alleen niet meer toereikend en zal meer ruimte voor water gecreëerd

moeten worden. Hiermee wordt water een sturend principe in de ruimtelijke ordening. Voor de

aanpak van wateroverlast geldt de drietrapsstrategie:

1. Overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden;

2. Zo nodig water tijdelijk bergen;

Page 12: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Waterbeleid

99078843-Haan, revisie

Pagina 10 van 36

3. Indien vasthouden en bergen ontoereikend zijn, dan pas het water afvoeren

naar elders.

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

Het hierboven genoemde ‘Waterbeleid voor de 21e eeuw’ diende als opmaat voor het Nationaal

Bestuursakkoord Water (NBW) waarin de genoemde partijen taakstellende afspraken hebben

gemaakt over doelen, maatregelen en financiën om het watersysteem op orde te brengen en te

houden. De eerste versie van het NBW is op 2 juli 2003 door het Rijk, provincies (IPO), ge-

meenten (VNG) en de Unie van Waterschappen ondertekend. Op 25 juni 2008 is het NBW-

Actueel ondertekend. Met de actualisatie van het NBW onderstrepen de betrokken partijen

nogmaals het belang van samenwerking om het water duurzaam en klimaatbestendig te behe-

ren.

Het NBW heeft als doel om in 2015 de watersystemen in Nederland op orde te hebben en

daarna op orde te houden anticiperend op veranderende omstandigheden, zoals klimaatveran-

dering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename verharding. Het NBW bevat:

• taakstellende afspraken over veiligheid, wateroverlast (te veel) en

• procesafspraken ten aanzien van

° watertekorten, verdroging, verzilting (te weinig water),

° water(bodem)kwaliteit, sanering waterbodems (te vies water),

° ecologie (ecologisch te arm water).

Het opstellen van stedelijke waterplannen vloeit rechtstreeks voort uit afspraken in het kader

van het NBW.

2.3 Provinciaal beleid

Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006 – 2010

Het beleidsplan Groen, Water en Milieu is de opvolger van het Beleidsplan Milieu en Water

(BMW), dat de Provinciale Staten in 2000 hebben vastgesteld. Het ontwerpbeleidsplan bestaat

uit vier delen: een Visiedeel, een Groendeel, een Waterdeel en een Milieudeel. Het visiedeel

bevat strategische integrale beleidsvisie voor groen, water en milieu. Het beleidsdeel bevat de

tactische beleidsdoelen. Het waterbeleid richt zich op het opvangen van de gevolgen van de

klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling.

In het beleidsplan worden met betrekking tot stedelijk waterbeheer de volgende doelen voor de

korte en lange termijn gesteld:

• in 2015 is het watersysteem in de stad op orde;

• gemeenten en waterschappen hebben in 2006 afspraken gemaakt over de aanpak van de stedelijke wateropgave;

• in 2010 is ten minste 25 procent van de stedelijke wateropgave opgelost en zit de aanpak van 80 procent van de resterende wateropgave in de voorbereidingsfase.

In het beleidsplan is een aantal functies met bijbehorende doelstellingen gedefinieerd en op

kaart weergegeven. De functies/doelstellingen zijn:

• Algemene basiskwaliteit (geldt voor alle wateren in Zuid-Holland);

• Provinciale vaarwegen, waaronder de Oude Rijn;

• Waternatuur;

• Zwemwater;

• Drinkwaterbereiding (niet van toepassing in de gemeente Bodegraven).

Page 13: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Waterbeleid

99078843-Haan, revisie

Pagina 11 van 36

Grondwaterbeheerplan

In 2001 heeft de provincie Zuid-Holland het Grondwaterbeheersplan vastgesteld. Het voor-

naamste doel van het provinciaal grondwaterbeheer is de zorg voor voldoende water met de

juiste kwaliteit, voor iedereen die van het grondwater afhankelijk is. De grondwaterhuishouding

moet duurzaam en evenwichtig zijn, zodat het beschikbare grondwater op de juiste wijze wordt

verdeeld en de kwaliteit ervan behouden blijft. Belangrijke uitgangspunten van het grondwater-

beleid zijn:

• Het stand-still-beginsel. Grondwater mag wel worden gebruikt, maar niet verbruikt. Het ge-bruik van grondwater van goede kwaliteit is dus in principe alleen toegestaan als het grondwater ook weer zo veel mogelijk wordt aangevuld.

• Het proces van verzilting zoveel mogelijk vertragen. Grote delen van de bodem bestaan al uit zout en brak grondwater. Het nog aanwezige zoete grondwater is onderhevig aan verzil-ting. De provincie wil dit proces vertragen en zoveel mogelijk tegengaan om daarmee de voorraden zoetwater op peil te houden.

• Grondwateronttrekkingen worden in principe toegestaan indien deze geen onaanvaardbare effecten met zich meebrengen. Bij de beoordeling zijn, naast het tegenaan van de verzilting, ook milieu en natuur wegingsfactoren. Belangrijk is of een winning duurzaam is en geen onomkeerbare schade veroorzaakt.

2.4 Gemeentelijk beleid

Het Gemeentelijk waterplan Bodegraven heeft een relatie met andere plannen die betrekking

hebben op water, en met de nieuwe wet “Verankering en bekostiging gemeentelijke waterta-

ken”. Deze wet en de belangrijkste plannen worden hieronder toegelicht.

Wet Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken

Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in wer-

king getreden. Op grond hiervan moet de gemeente in haar verbreed Gemeentelijk Riolerings-

plan (GRP) expliciet aandacht besteden aan de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloei-

end hemelwater en grondwater. Voor 2013 moet het verbreed GRP door de gemeenteraad

worden vastgesteld.

De zorgplicht grondwater betreft het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatrege-len om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maat-regelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting waarbij de gemeente bij de uitvoering van hun taak de beleidsvrijheid heeft díe aanpak te kiezen die, gelet op de lokale omstandigheden, doelmatig is. Bij de doelmatigheidsvraag moeten de financiële implicaties, de omvang en de duur van de problemen, evenals de verschillende mogelijke oplossingen in de afweging worden betrokken.

De wet gaat uit van de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar voor maatregelen op het

eigen terrein. De zorgplicht beperkt zich immers tot maatregelen op en in het openbare terrein.

Bouwkundige oplossingen zijn en blijven voor rekening van de perceelseigenaren. De gemeen-

te is dus niet verplicht tot het aanleggen van voorzieningen of het treffen van maatregelen aan

of in het particuliere eigendom.

Uit het verbreed GRP moet kunnen worden opgemaakt wanneer kan worden gesproken van structurele grondwaterstandproblemen. Particulieren kunnen dan weten in welke situaties zij van de gemeente maatregelen mogen verwachten (voor zo ver deze doelmatig te treffen zijn). Uitgangspunt van de wetgever is dat in eerste instantie de gemeente als loket fungeert waar particulieren met hun klachten terecht kunnen. De gemeente is daarmee primair aanspreekpunt voor de particulier.

Het Gemeentelijk Rioleringsplan (september 2003)

Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is een belangrijk hulpmiddel bij de afweging van het te

voeren rioleringsbeleid binnen de gemeente. Het beschrijft de wijze waarop de gemeente invul-

ling geeft aan haar wettelijke zorgplicht voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Page 14: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Waterbeleid

99078843-Haan, revisie

Pagina 12 van 36

transport van het op haar grondgebied geproduceerde afvalwater, inclusief het opgevangen

hemelwater.

Voor een duurzame inrichting van de stedelijke waterhuishouding moeten riolering en regenwa-

terafvoer in samenhang worden gezien met stedelijke waterpartijen en het grondwatersysteem.

Groenstructuurplan (juni 2004)

Het belangrijkste kenmerk van het groenstructuurplan is het streven naar een versterking van

de relatie tussen stad en landschap. Belangrijke onderscheidende kwaliteiten van Bodegraven

zijn de ligging in het Groene Hart en de aanwezige groen/blauwe linten die tot diep in de kern

doordringen. Bodegraven is onderverdeeld in 16 deelgebieden. Per deelgebied worden belang-

rijke beleidsuitgangspunten en aandachtspunten op het gebied van water en groen genoemd.

Structuurvisie, vitaliteit op een knooppunt (2004)

De ‘groenrode’ draad in deze structuurvisie is de duurzame ontwikkeling van de gemeente tot

een vitaal knooppunt in het Groene Hart. Duurzame ontwikkeling wordt o.a. bereikt door het

versterken van het groenblauwe raamwerk. De structuurvisie geeft de ambities en beleidsuit-

gangspunten weer op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2015 met een doorkijk naar de langere

termijn.

Baggerplan gemeente Bodegraven

In 2004 is in samenwerking met de waterbeheerders een beheerplan “Baggeren” opgesteld. In

dit plan is per watergang aangegeven wie onderhoudsplichtig is, wat de kwaliteit van de bagger

is en in welk jaar de watergang gebaggerd moet worden. Dit is voor het onderdeel wa-

ter(bodem)kwaliteit een belangrijk aspect.

2.5 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR)

Waterstructuurvisie (2002)

In de Waterstructuurvisie presenteert het HDSR zijn integrale visie op een duurzaam waterbe-

heer, om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening. De waterstructuurvi-

sie bestaat uit een lange termijnvisie (planningshorizon 30 – 50 jaar) en een middellange ter-

mijnvisie (10 – 15 jaar). Om de knelpunten (waaronder wateroverlast) in beeld te brengen heeft

een kwalitatieve analyse plaatsgevonden. Op basis daarvan is aangegeven waar knelpunten in

het watersysteem verwacht worden. Specifiek wordt de boezem van de Oude Rijn als knelpunt

genoemd. Als gevolg van klimaatswijziging wordt een toename van de knelpunten verwacht. In

de waterstructuurvisie wordt als oplossing ingezet op vooral vasthouden en bergen van water.

Op basis daarvan zijn zoekgebieden voor waterberging aangegeven maar worden ook moge-

lijkheden voor afvoer naar andere boezemgebieden aangegeven.

Waterbeheersplan 2003-2007 (2003)

In de planperiode van het waterbeheersplan vindt een nadere onderbouwing plaats van de be-

nodigde ruimte om wateroverlast te voorkomen. Bij de uitwerking hiervan wordt gestreefd naar

verinnerlijking van het beleidsveld water in de ruimtelijke ordening. Dit wordt vormgegeven door

het opstellen van waterplannen en de watertoets. In het waterbeheersplan zijn de zoekgebieden

uit de waterstructuurvisie overgenomen.

Baggerprogramma 2001-2020

Om de aan- en afvoer functie van de watergangen in stand te houden zullen de watergangen

periodiek gebaggerd moeten worden. De belangrijkste watergangen zijn aangemerkt als primai-

re watergangen welke, enkele uitzonderingen daargelaten, door het HDSR worden onderhou-

den.

Studie Wateropgave, 2005

Op grond van het Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) moeten de waterschappen de regi-

onale wateren toetsen aan de werknormen voor wateroverlast (het Iteratief proces

Toetsing Werknormen). Het HDSR heeft deze toetsing ondergebracht in de “Studie Wateropga-

ve”. Met deze toetsing is in beeld gebracht in hoeverre de oppervlaktewatersystemen van

HDSR ‘op orde zijn’ ten aanzien van wateroverlast.

Page 15: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Waterbeleid

99078843-Haan, revisie

Pagina 13 van 36

Stroomgebiedsvisie Amstelland, 2002

Met het ontwikkelen van de Stroomgebiedsvisie Amstelland is een koersbepalend

document tot stand gekomen dat fungeert als kompas voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelin-

gen. Tevens is gewerkt aan intensivering van de samenwerking op het gebied van water tussen

alle verantwoordelijke overheden en betrokken maatschappelijke partijen.

Beleidsnota peilbesluiten, 2005

De doelstelling van deze beleidsnota is om in grote lijnen aan te geven hoe het beleid van het

waterschap is met betrekking tot diverse facetten bij het opstellen van peilbesluiten. Tevens

wordt in dit plan aangegeven in welke periode het waterschap denkt te komen tot gebiedsdek-

kende geldige peilbesluiten (voor zover dit nodig is) en welke kosten daar globaal mee gemoeid

zullen zijn.

2.6 Hoogheemraadschap van Rijnland (HvR)

Waterbeheersplan 2006-2009

In 2006 is het Waterbeheersplan 2006-2009 vastgesteld. Voor de korte termijn (planperiode

2006-2009) bevat het plan concrete maatregelen gericht op het oplossen van de huidige knel-

punten en een visie voor de middellange termijn. Rijnland heeft voor verschillende onderwerpen

beleidsdoelen ontwikkeld, onder de noemers:

• veiligheid tegen overstromingen;

• voldoende water;

• gezond water.

Met name de aanpak en het realiseren van de doelstellingen uit het NBW (vasthouden, bergen

en afvoeren) en de KRW (resultaatsverplichting om voor 2015 de morfologie en de ecologie van

het water op orde te hebben) spelen een belangrijke rol. Belangrijke actiepunten zijn:

• onderhoud en inrichting van watergangen;

• het tegengaan van wateroverlast;

• aanleg van natuurvriendelijke oevers;

• ecologisch beheer en onderhoud van watergangen;

• visstandbeheer;

• het realiseren van de KRW doelstellingen.

Nota inrichtingscriteria watergangen en kunstwerken

In deze nota is het beleid met betrekking tot de inrichting van watergangen en kunstwerken

vastgelegd. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende aspecten (kwantiteit, kwaliteit,

ecologische kwaliteit, beheer en onderhoud), belangen en toekomstige ontwikkelingen ten aan-

zien van het waterbeheer. De betreffende beleidsregels zijn een nadere uitwerking van de in de

Keur verwoorde ge- en verbodsbepalingen.

Nota dempingen en verhard oppervlak

De doelstelling van deze nota is tweeledig:

• Vastleggen van het beleid ten aanzien van het verlenen van vergunningen voor het dempen van wateren;

• Vastleggen van het beleid ten aanzien van voorwaarden voor compensatie van de aanleg en het afkoppelen van verhard oppervlak;

Hierbij is rekening gehouden met de verschillende aspecten (waterkwantiteit, waterkwaliteit,

ecologische kwaliteit), belangen en toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van het waterbe-

heer.

De betreffende beleidsregels zijn een nadere uitwerking van de in de Keur verwoorde ge- en

verbodsbepalingen.

Page 16: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Waterbeleid

99078843-Haan, revisie

Pagina 14 van 36

Beleidskader overname beheer en onderhoud water

Rijnland is voornemens, vóór 2015 conform het WBP2006, het onderhoud in stedelijk gebied

over te nemen. Het betreft watergangen gelegen binnen de bebouwde kom die deel uitmaken

van het watersysteem. Voor het watersysteem binnen de bebouwde kom is het doel eenduidige

verantwoordelijkheid naar burgers en optimalisatie van het watersysteem tegen de laagst maat-

schappelijke kosten.

In de gemeente Bodegraven komen de zogenaamde ‘overige wateren’ met een duidelijke wa-

terhuishoudkundige functie in aanmerking voor overname. De voorwaarden en afbakening zijn

vastgesteld door de Verenigde Vergadering van Rijnland.

Baggernota 2004

In deze nota wordt zowel het waterbodembeleid als het voortschrijdend meerjaarlijks bagger-

programma gepresenteerd. Om de boezemwateren op leggerdiepte te kunnen brengen dienen

de komende jaren aanzienlijke baggerwerkzaamheden te worden geprogrammeerd welke ge-

paard gaan met hoge kosten. Om deze investeringen te kunnen verantwoorden moet voor ie-

dereen duidelijk zijn waarom in baggeren moet worden geïnvesteerd.

Handreiking natuurvriendelijke oevers

De handreiking beschrijft de minimale eisen waaraan natuurvriendelijke oevers volgens Rijnland

moeten voldoen. In juli 2003 is de handreiking natuurvriendelijke oevers tot stand gekomen als

gezamenlijk product van Rijnland en de inliggende waterschappen.

Het doel van de handreiking is het beschikken over een hulpmiddel bij het realiseren van na-

tuurvriendelijke oevers langs watergangen. Met behulp van de handreiking kan op grond van de

eigenschappen van een specifieke locatie bepaald worden welk type natuurvriendelijke oever

mogelijk is en met welke aspecten in grote lijnen rekening moet worden gehouden bij de aanleg

en het onderhoud van oevers.

Beleidsnota visstandbeheer

De beleidsnota visstandbeheer is opgesteld omdat Rijnland benaderd wordt om te participeren

bij het opstellen van visstandbeheerplannen en onderzoek naar verbetering van leefomstandig-

heden van vissen.

Doel van de beleidsnota visstandbeheer is het verbeteren van de habitat van vis en het vast-

leggen van de grootte en samenstelling van de visstand. De beleidsnota geeft antwoord op de

volgende vragen:

• Is Rijnland bereid om een actieve bijdrage te leveren in de visstandbeheercommissie Rijn-lands boezem en zo ja, waaruit kan de rol van Rijnland bestaan?

• Hoe wil Rijnland omgaan met de visstandbeheerplannen en overige aan visstand gerela-teerde projecten, welke plaats krijgen deze in ons beleid?

• Welke kosten zijn gemoeid met het visstandbeheer en onder welke omstandigheden is Rijn-land bereid tot een financiële bijdrage?

Page 17: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 15 van 36

3 Huidige situatie en ruimtelijke ontwikke-

lingen

3.1 Waterhuishouding

Op kaart 1 is het oppervlaktewatersysteem binnen de gemeente Bodegraven weergegeven. Per

woonkern wordt een korte beschrijving gegeven van het systeem.

Bodegraven Zuid

Het grootste deel van Bodegraven Zuid is gelegen in de Zuidzijderpolder. Het overtollige water

uit dit deel van Bodegraven wordt in oostelijke richting afgevoerd via de watergang langs de

Boesemsingel naar het gemaal aan het oosteinde van de Groote- of Zuidzijderwetering, waar

het wordt uitgeslagen op de Enkele Wiericke. Het watersysteem van de Zuidzijderpolder heeft

een vast peil van NAP -2,10 m. Uitzonderingen hierop zijn de watergang langs de Emmakade,

met een peil van NAP -1,40 m, en de hoogwatergebieden langs de Oude Rijn.

Het westelijk deel van Bodegraven Zuid behoort tot de polder Reeuwijk met een vast peil van

NAP -2,20 m. Het overtollige water wordt rechtstreeks uitgeslagen op een zijtak (voorboezem)

van de Oude Rijn.

Voor het aanvullen of doorspoelen van het watersysteem kan water via verschillende punten

worden ingelaten vanuit de Oude Rijn.

Bodegraven Noord

Het watersysteem van Bodegraven Noord is gescheiden van de omliggende Noordzijderpolder.

In Bodegraven-Noord kunnen globaal drie waterpeilen worden onderscheiden. In de watergang

aan de Burg. van Dobben De Bruijnstraat en de vijver aan de Laan van Turkenburg wordt een

waterpeil van NAP -0,90 m in stand gehouden. Het waterpeil in de watergang langs de west- en

noordrand van Bodegraven Noord bedraagt NAP -1,50 m, terwijl het waterpeil langs de oost-

rand NAP -2,10 m bedraagt.

Het overtollige water van Bodegraven Noord stroomt nabij het oude gemaal aan het Kopeind

via een duiker onder de Burgemeester Kremerweg af in noordelijke richting en vervolgens via

de Dwarswatering (peil NAP –2,34 / -2,24 m) in oostelijke richting naar het gemaal waar het

rechtstreeks wordt uitgeslagen op de Oude Rijn.

Via twee inlaatpunten wordt water vanuit de Oude Rijn ingelaten in het stedelijk watersysteem

van Bodegraven-Noord. Het Oude Rijn water wordt enerzijds ingelaten in de vijver aan de bur-

gemeester Dobben de Bruijnstraat en vervolgens via de noordelijke ringsloot naar de duiker

onder de Burgemeester Kremerweg geleid (circuit met de wijzers van de klok mee). Anderzijds

wordt het Oude Rijn water ingelaten ter hoogte van de Noordhof en via duikers en de vijver

langs de Hoefslag naar de ringsloot langs de Burgemeester Kremerweg aan de oostzijde van

Bodegraven geleid. Ook hier wordt het water vervolgens via de duiker onder de Burg. Kremer-

weg afgevoerd richting polder (circuit tegen de wijzers van de klok in). Beide inlaten staan altijd

voor een deel open zodat het watersysteem continu wordt voorzien van water vanuit de Oude

Rijn.

Page 18: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 16 van 36

Nieuwerbrug

Nieuwerbrug ligt in de polder Het Westeinde waarin een waterpeil van NAP -2,10 m wordt ge-

handhaafd. Het overtollige water stroomt af in zuidelijke richting waar het via een gemaal wordt

uitgeslagen op de Dubbele Wiericke. Via drie inlaatpunten kan water worden ingelaten vanuit

de Oude Rijn.

Hoogwatervoorzieningen

In een smalle zone langs beide zijden van de Oude Rijn bevinden zich zogenaamde hoogwa-

tervoorzieningen. Binnen deze zones wordt een afwijkend, hoger waterpeil aangehouden dan in

het aangrenzende peilgebied. Het overtollige water stroomt onder vrij verval af richting aan-

grenzend peilgebied.

3.2 Waterberging

In het kader van de NBW afspraken hebben de beide hoogheemraadschappen alle polders ge-

toetst op de normen tegen wateroverlast.

Het HDSR heeft uit de berekeningen geconstateerd dat de Meijepolder, polder Weijland en de

Wijpoortse polder in Bodegraven Noord niet voldoen aan de normen. Dit betekent dat er meer

open water moet worden gerealiseerd in deze polder.

De Zuidzijderpolder, in het beheersgebied van het HvR, voldeed aanvankelijk ook niet aan de

normen. Uit een nadere analyse van de ingevoerde maaiveldhoogtes en de berekeningsresulta-

ten blijkt de Zuidzijderpolder wel te voldoen aan de normen. De nadere analyse is beschreven

in een notitie welke integraal is opgenomen in bijlage 6.

3.3 Waterkwaliteit

3.3.1 Meetprogramma Rijnland

Vooruitlopend op het waterplan is het hoogheemraadschap van Rijnland in 2003 een meetpro-

gramma gestart in het deel van Bodegraven dat binnen haar beheergebied valt. Dit meetpro-

gramma bestond uit het bepalen van de fysisch-chemische kwaliteit van het water. De meetlo-

caties zijn gelegen bij de sluis in de Oude Rijn, een boezempunt, en op zeven locaties in het

poldergebied, waarvan zes in het bebouwd gebied en één in het veenweidegebied. In 2005 zijn

op twee locaties in het bebouwd gebied, waarvan een locatie het boezempunt, aanvullende me-

tingen uitgevoerd. In 2003 is de kwaliteit van de waterbodem bepaald. De beoordeling van de

ecologische kwaliteit is in het voorjaar van 2005 uitgevoerd.

De beschrijving van de fysisch-chemische en de ecologische waterkwaliteit in de hierna volgen-

de subparagrafen is gebaseerd op de onderzoeken vanaf 2003. Onlangs is in Bodegraven Zuid

een groot aantal watergangen gebaggerd. De kwaliteit van het water en de waterbodem kan

hierdoor zijn verbeterd. Hier is nog geen onderzoek naar verricht.

3.3.2 Fysisch-chemische waterkwaliteit in Bodegraven Zuid

Fysische parameters

In tabel 3.1 zijn per meetpunt de resultaten van de toetsing aan de MTR normen voor de fysi-

sche parameters weergegeven. De meetpunten zijn weergegeven op de kaarten 2a-c. De

kleurcodering is hierbij als volgt:

0 parameter voldoet aan de streefwaarde

1 parameter voldoet aan het maximaal toelaatbaar risico (MTR)

2 MTR < paramater ≤ 2x MTR

3 2x MTR < parameter ≤ 5x MTR

4 paramater > 5x MTR

Page 19: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 17 van 36

Meetpunt Locatie

doorzicht in m

zuurgraad

zuurgraad

Norm 0,40 9 6,5

Toetsing zg 90-P 10-P

RO375 Brug Oude Rijn centrum Bodegraven 0,59 8,1 7,6

ROP17204 Groote Wetering 0,49 8,1 7,7

ROP17206 Watergang langs A12 0,57 7,8 7,4

ROP17207 Bedrijventerrein De Groote Wetering 0,62 8,3 7,6

ROP17208 Brug Karperlaan 0,68 8,3 7,4

ROP17209 Brug Watermunt 0,85 8,3 7,6

ROP17210 Goudse Vaart 0,67 8,1 7,5

ROP17211 Dronensingel 0,72 8,0 7,6

ROP17212 Landlust 0,62 8,8 7,6

Legenda:

zg = zomergemiddelde

90-P = 90 percentiel

10-P = 10 percentiel

Tabel 3.1a Toetsresultaten fysische parameters watergangen Bodegraven Zuid

De situatie voor de fysische parameters is uitermate positief. Op alle locaties wordt aan de norm

voldaan. Voor doorzicht wordt, op één punt na, zelfs voldaan aan de streefwaarde.

Chemische parameters

Meetpunt ammoniak in mg/l

ammonium in mg/l *

nitriet in mg/l *

chloride in mg/l

fosfor in mg/l

stikstof in mg/l

chlorofyl in ug/l

zuurstof in mg/l

BZV in mg/l *

norm 0,02 6 0,3 200 0,15 2,2 100 5 10

toetsing 90-P amvb Amvb 90-P zg zg zg 10-P amvb

RO375 0,01 1,3 0,08 130 0,29 2,7 30 4,0 6

ROP17204 0,01 0,9 0,05 119 0,21 2,4 42 3,6 11

ROP17206 0,12 8,4 0,19 150 0,10 8,2 27 0,4 16

ROP17207 0,01 0,7 0,04 110 0,21 2,1 32 0,9 6

ROP17208 0,01 0,5 0,03 119 0,18 1,5 22 0,6 8

ROP17209 0,01 0,3 0,03 119 0,11 1,6 13 2,8 5

ROP17210 0,01 1,0 0,07 120 0,19 1,8 5 1,0 5

ROP17211 0,01 1,0 0,04 82 0,90 2,1 28 1,2 7

ROP17212 0,01 0,3 0,03 119 0,22 1,6 27 2,6 5

Page 20: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 18 van 36

Meetpunt ammoniak in mg/l

chloride in mg/l

fosfor in mg/l

stikstof in mg/l

chlorofyl in ug/l

zuurstof in mg/l

BZV in mg/l *

norm 0,02 200 0,15 2,2 100 5 10

toetsing 90-P 90-P zg zg zg 10-P amvb

ROP25071 0,01 91 1.99 2.82 106 0,97 5,8

RO375 0,01 75 0,33 3.88 14 2,55 6,8

Tabel 3.2 Toetsresultaten chemische parameters 2005 watergangen Bodegraven Zuid

Tabel 3.2 laat zowel positieve als negatieve aspecten zien. Goed zijn de analyseresultaten voor

ammoniak (op één punt na), nitriet, chloride, chlorofyl en iets mindere mate het biologisch zuur-

stofverbruik. Alleszins meevallend is de stikstofconcentratie. Ammonium scoort al twijfelachti-

ger, met goede scores op een viertal locaties, maar op vijf locaties wordt de norm niet gehaald.

Bij totaalfosfor wordt op maar twee locaties de norm gehaald, terwijl op één locatie de norm

zelfs vijfmaal wordt overschreden. Uitgesproken slecht is de score voor zuurstof. Nergens wordt

de norm gehaald en op zelfs vijf locaties blijft de score ruim vijfmaal onder de norm.

In 2005 is het chloridegehalte in de boezem sterk verbeterd van 130 mg/l naar 75 mg/l. Echter,

het fosfor-, stikstof en het zuurstofgehalte is op het boezempunt verslechterd. Het watergange-

tje in Domburg waarin het meetpunt ROP25071 is gelegen, is redelijk geïsoleerd. In deze wa-

tergang zijn vooral het fosfor- en het zuurstofgehalte zeer slecht.

Negatief opvallend is de locatie in de watergang langs de A12. Voor vier parameters wordt vol-

daan aan het MTR, maar vijf voldoen niet. Vooral de stikstofconcentraties vallen hoog uit, tot

bijna vier maal hoger dan op de andere locaties. Opvallend is dat de fosforconcentratie op dit

punt wel aan de norm voldoet. Riooloverstorten zijn in de naaste omgeving niet aanwezig. Wel

is een enorme baggerlaag aanwezig. Deze bestaat voor een belangrijk deel uit organisch mate-

riaal. Als gevolg van de mineralisatie van dit pakket komen grote hoeveelheden stikstof vrij.

Verder wordt de waterdiepte door een sliblaag gereduceerd, waardoor het zuurstofgehalte in

het water aan grotere schommelingen onderhevig is dan in een diepere watergang het geval is.

3.3.3 Ecologische kwaliteit watergangen Bodegraven Zuid

De ecologische kwaliteit van het water is weergegeven op kaart 2a. De aanwezigheid van di-

verse en vooral bijzondere plantensoorten draagt bij tot een goede score voor de ecologie van

het water. Drijflagen en kroosdek scoren daarentegen negatief. Dat komt omdat ze het gehele

oppervlak afdekken en daardoor de belichting en de beluchting van de waterlaag verhinderen,

waardoor andere planten zich niet of nauwelijks kunnen ontwikkelen. De aanwezigheid van flora

en fauna in het water is op de meeste punten voldoende of goed. Waterpest, kikkerbeet, glans-

wier en gele lis komen voor. Op twee locaties is de situatie onvoldoende:

• ROP25071, een kleine watergang achter de kerk aan de Overtocht, met een begroeiing van vrijwel uitsluitend kroossoorten;

• ROP17206, de watergang langs de A12, waar zelfs van de algemene kroossoorten maar weinig exemplaren aanwezig zijn en er is welgeteld één slakje aangetroffen.

Page 21: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 19 van 36

Foto 3.1 Goudse Vaart met aaneengesloten kroosdek

3.3.4 Beleving watergangen Bodegraven Zuid

Bij het aspect beleving wordt onder andere gekeken naar de diepte van het water, de dikte van

de baggerlaag, de aanwezigheid van stank en de aanwezigheid van zwerfvuil. De beoordeling

van de beleving van het water is op kaart 2b in beeld gebracht.

Op locatie ROP17211, Dronensingel, is de situatie slecht. Het water stinkt, er is een sliblaag

van 0,50 m aanwezig en het aantreffen van zwerfvuil zijn hiervan de reden.

Op de andere meetpunten is de situatie voldoende, goed of bij locatie ROP17208, ter plaatse

van de brug in de Karperlaan, zelfs zeer goed.

3.3.5 Waterbodemkwaliteit watergangen Bodegraven Zuid

Op zes van de acht locaties is de bodem licht tot matig verontreinigd (zie kaart 2c). Naast de

PAK’s zijn de metalen koper en nikkel de maatgevende parameters voor de waterbodemkwali-

teit. Deze beide parameters zijn eveneens veelvuldig in normoverschrijdende concentraties in

het water aangetroffen. Daarmee lijkt een relatie met de riooloverstorten aanwezig.

3.3.6 Ecologische beoordeling watersysteem Bodegraven Noord

In juli 2006 is in Bodegraven Noord een ecologische beoordeling volgens de EBEOstad metho-

de uitgevoerd in vijf representatieve waterpartijen, waarvan drie vijvers en twee watergangen.

De resultaten van het onderzoek zijn beschreven in het rapport Ecologische beoordeling stads-

wateren Bodegraven Noord (Tauw, 13 september 2006).

Ecologische waterkwaliteit

De ecologische waterkwaliteit in Bodegraven Noord scoort matig tot goed. Vooral de vijver aan

de burgemeester Dobben de Bruijnstraat en de watergang langs de Burg. Kremerweg in het

noorden van Bodegraven scoren goed vanwege een goed doorzicht (0,80 m) en de aanwezig-

heid van veel soorten waterplanten (9 stuks). De overige drie locaties scoren matig. Oorzaken

zijn vooral gerelateerd aan de lichtinval. Kroosbedekking, troebel water en schaduw van bomen

Page 22: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 20 van 36

verminderen de lichtinval voor ondergedoken waterplanten. De ontwikkeling van deze vorm van

vegetatie komt hierdoor (vrijwel) niet op gang.

Oever

Uit de inventarisatie komt naar voren dat de aanwezigheid van beschoeiing en intensief maai-

beheer een belemmering vormen voor de oevervegetatie in Bodegraven Noord. Vooral op loca-

ties waar naast de beschoeiing ook nog steile (onderwater)taluds aanwezig zijn heeft de oever-

vegetatie maar weinig kans. Over het algemeen scoren de oevers matig tot slecht. Alleen de

vijver langs De Ruijterlaan krijgt de beoordeling goed, vanwege de geringe oeverhoogte. Hier-

door is de oeverbegroeiing daar meer tot ontwikkeling gekomen. Bij de ringsloot aan de Burg.

Kremerweg langs de oostrand van Bodegraven is naast de beschoeiing, ook de schaduw van

bomen een probleem.

Beleving

De beleving van de watergangen in Bodegraven Noord varieert van goed tot zeer goed. Het

enige probleem dat in alle watergangen lijkt voor te komen is de aanwezigheid van zwerfvuil.

Fysisch-chemische waterkwaliteit

Het HDSR beschikt nog niet over een meetpunt voor het bepalen van de fysisch-chemische

waterkwaliteit in Bodegraven Noord. Wel is bekend dat het inlaatwater van de Oude Rijn een

redelijke chemische kwaliteit heeft. De waterkwaliteit in het buitengebied bij Bodegraven Noord

is vrijwel gelijk aan de kwaliteit van de Oude Rijn. Alleen het fosfaatgehalte in de watergangen

in het buitengebied is vele malen hoger (meer dan 3x de norm). Dit komt voor een groot deel

door de veehouderij die in de omgeving plaatsvindt, maar kan ook deels veroorzaakt worden

door de aanwezigheid van veen in de ondergrond.

Het inlaten van water uit de Oude Rijn om het stedelijk water door te stromen en op peil te hou-

den, lijkt een positief effect te hebben op de waterkwaliteit. In het stedelijk water van Bodegra-

ven Noord zijn geen zeer troebele watergangen door algen of drijflagen (flab) aanwezig. De

aanwezigheid van kroos op veel van de watergangen is wel een aanwijzing dat het water nog

voedselrijk is. Mogelijke oorzaken hiervan kunnen zijn:

• eventueel aanwezige baggerlaag;

• effecten van overstorten (inmiddels verminderd door de aanleg van bergbezinkbassins);

• invloed van de veenachtige bodem (de kans hierop is klein, omdat de kern Bodegraven is gebouwd op een kleipakket dat op de veenlagen ligt).

3.4 Waterketen

Op kaart 3 is het rioleringssysteem binnen de gemeente Bodegraven weergegeven. Per woon-

kern wordt een korte beschrijving gegeven van het systeem.

Bodegraven Zuid

Het hoofdrioolgemaal bevindt zich in het centrum, in het bemalingsgebied Tussen spoor en de

Oude Rijn. Via dit gemaal wordt het rioolwater van Bodegraven Zuid afgevoerd naar de afval-

waterzuiveringsinstallatie (awzi) Bodegraven. Bodegraven Zuid is verdeeld in de volgende be-

malingsgebieden:

• Tussen spoor en Oude Rijn.

• Dronenwijk;

• Zuid I en II;

• Zuidzijde

• Bedrijventerrein Broekvelden;

• Bedrijventerrein De Groote Wetering

In de eerste drie genoemde bemalingsgebieden bevinden zich gemengde stelsels. De wijk

Zuidzijde en de beide bedrijventerreinen zijn verbeterd gescheiden gerioleerd. Het bedrijventer-

rein Broekvelden was aanvankelijk gescheiden gerioleerd, waarbij al het hemelwater werd ge-

loosd op de watergang tussen het bedrijventerrein en de A12. Na problemen met de kwaliteit

Page 23: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 21 van 36

van het te lozen hemelwater is een persleiding aangelegd naar de gemengde riolering van Zuid

I en II. Sinds 1996 pompt het rioolgemaal bij Menken het hemelwater naar het naburige ge-

mengde stelsel in plaats van naar de watergang langs de A12. Tijdens extreme neerslagsitua-

ties wordt er ook hemelwater via de overstorten geloosd op de watergang langs de A12. Sinds

1996 is er sprake van een verbeterd gescheiden stelsel in Broekvelden. In de nieuwe wijk Wei-

develd I wordt in de toekomst een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd.

Het laaggelegen deel van de Emmakade is afgekoppeld van het hoofdriool en aangesloten op

een onderbemaling omdat door de lage ligging van de huizen problemen met de afstroming van

het rioolwater ontstonden. Gemaal Cortenhoeve verpompt het rioolwater van de woonwijk

Broekvelden en deels van Industrieterrein Broekvelden naar het hoofdriool van de Dronenwijk.

Als er door regenval meer aanbod is van afvalwater dan er verpompt kan worden, dan schakelt

het gemaal zichzelf uit en stort het afvalwater over een interne overstortmuur in het hoofdriool

van de Dronenwijk. Als dat stelsel het niet meer kan verwerken stort het over naar het opper-

vlaktewater.

Er zijn inmiddels drie bergbezinkbassins gerealiseerd te weten Zwaluw, Hoornblad en Roer-

domp, alle drie met een inhoud van 220 m3. In 2007/2008 worden nog twee bergbezinkbassins

gerealiseerd, één op de Lijster en één op de Spoorlaan, beide met een inhoud van 350 m3.

Bodegraven Noord

In Bodegraven Noord bevinden zich twee bemalingsgebieden te weten Noord en Noordoost. In

beide gebieden bevindt zich een gemengd stelsel. In Bodegraven Noord zijn in totaal twee ex-

terne overstorten aanwezig, te weten overstort Ingelanden in Bodegraven Noordoost en Willem

de Zwijgerstraat in Bodegraven Noord. Beiden overstorten zijn inmiddels voorzien van een

bergbezinkbassin met inhoud van 129 m3 bij Bodegraven Noordoost en 450 m

3 bij Bodegraven

Noord.

Foto 3.2 Bergbezinkbassin Bodegraven Noord met riooloverstort

Page 24: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 22 van 36

Nieuwerbrug

Het bemalingsgebied van Nieuwerbrug bestaat uit een gemengd stelsel. Het nieuwbouwgebied

aan de zuidzijde van Nieuwerbrug wordt voorzien van een gemengd rioleringsstelsel. In Nieu-

werbrug is een externe overstort aanwezig. Achter deze overstort is sinds 2005 ook een berg-

bezinkbassin met een inhoud van 149 m3 aanwezig.

Landelijk gebied

De lintbebouwingen in het landelijke gebied zijn aangesloten op een drukriolering. Een aantal

solitaire woningen en boerderijen zuiveren het afvalwater door middel van een IBA.

3.5 Grondwater

De gemeente Bodegraven heeft niet de beschikking over een grondwatermeetnet. Vanwege het

ontbreken van een grondwatermeetnet is er geen overall beeld van de optredende grondwater-

standen in gemeente Bodegraven. Incidenteel worden er grondwaterstandsmetingen uitgevoerd

ten behoeve van graafwerkzaamheden. Op basis van deze informatie is bekend dat de grond-

waterstanden plaatselijk sterk kunnen variëren. Plaatselijk (en tijdelijk) komen problemen voor

met water in kruipruimten. De sterke verschillen in grondwaterstanden kunnen verband houden

met de aanwezigheid van relatief ondiep gelegen zandruggen (oeverwallen) in de ondergrond.

3.6 Ruimtelijke ontwikkelingen

De gemeente Bodegraven is momenteel bezig met de voorbereiding van het woningbouwplan

Weideveld ten oosten van Bodegraven. Ten westen van de Bodegraven wordt gewerkt aan de

nieuwe bedrijvenlocatie Rijnhoek. Verder zijn er woningbouwplannen in het centrum (plan

Domburg), Bodegraven Noord (plan Noordrand) en Nieuwerbrug (plan De Wijde Wiericke). De

gemeente voert intensief overleg met de betreffende hoogheemraadschappen teneinde in deze

plangebieden een duurzaam watersysteem te creëren.

Voorts is de gemeente Bodegraven betrokken bij de ontwikkeling van een transformatievisie

voor de Oude Rijnzone. Belangrijke aspecten hierin zijn onder andere de toekomstige invulling

van de woningbouwopgave en de inpassing van de provinciale ecologische verbindingszone

tussen de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen.

3.7 Knel- en aandachtspunten

Bij de inventarisatie van het functioneren van het watersysteem en de waterketen is een aantal

knel- en aandachtspunten gesignaleerd. Deze zijn in onderstaande tabel 3.2 per thema over-

zichtelijk weergegeven en voorzien van een code. De geografisch gebonden knel- en aan-

dachtspunten zijn eveneens verwerkt op kaart 4.

Page 25: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 23 van 36

Waterkwantiteit

W1 Tijdens extreme buien treedt wateroverlast langs de Emmakade. De wateroverlast

wordt veroorzaakt door de uitstoot vanuit drie riooloverstorten op de Goudse Vaart in

combinatie met een geringe drooglegging van de Emmakade. Ook de knelpunten W2

en W3 dragen bij aan de wateroverlast aan de Emmakade.

W2 Tussen de Goudse Vaart en de Boesemsingel bevinden zich drie duikers. Hoewel het

aantal duikers is uitgebreid van één tot drie, vormen deze een ‘flessenhals’ in de af-

voer van overtollig water vanuit de Goudse Vaart richting Boesemsingel.

W3 Tussen de Goudse Vaart en de watergang langs de A12 bevindt zich geen (dui-

ker)verbinding. In extreme situaties treedt bij een bepaalde waterstand in de Goudse

Vaart een pomp in werking waarna overtollig water vanuit de Goudse Vaart wordt af-

gevoerd naar de watergang langs de A12. De capaciteit van deze noodvoorziening is

gering.

W4 In de groenzone langs de Broekveldselaan is sprake van (grond)wateroverlast. De

overlast wordt veroorzaakt door slecht onderhoud aan de aanwezige ont- en afwate-

ringsmiddelen.

W5 Slecht functionerende waterafvoer van de Elzenplas (wijk Elzenhof) naar de polder

Reeuwijk.

W6 Slechte functionerende waterafvoer vanuit Domburg.

W7 Waterbergingsopgave in het herstructureringsgebied Noordrand in Bodegraven Noord.

W8 Het watersysteem in de polder Bodegraven Noord voldoet niet aan de NBW norm te-

gen wateroverlast

W9 Versnipperde peilgebiedjes in Bodegraven Noord, waardoor het waterpeil sterk kan

fluctueren tijdens extreme neerslagsituaties.

Waterkwaliteit

Q1 De waterkwaliteit in de watergang langs de Dronensingel wordt gekenmerkt als slecht.

Dit komt door de geringe doorstroming en de lozing vanuit twee riooloverstorten.

Q2 Uit de waterkwaliteitsspoortoetsing blijkt het zuidelijk deel van de Goudse Vaart niet

voldoet aan de kwaliteitsnormen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het ontbreken van

een goede doorstroming (knelpunt W3)

Q3 De waterkwaliteit in de watergang langs de A12 is slecht. Dit wordt veroorzaakt door

een combinatie van lozingen (in het verleden), lozing van wegwater afkomstig van de

A12 en een slechte doorstroming.

Q4 De slechte waterkwaliteit in de watergang ten zuiden van de spoorlijn (eigendom NS).

Q5 De slechte water(bodem)kwaliteit in het herstructureringsgebied Domburg.

Q6 Matige doorspoeling nabij de riooloverstort langs de Oostelijke Randweg (Burg. Kre-

merweg)

Riolering

R1 Het rioleringssysteem van het bedrijventerrein Broekvelden is oorspronkelijk opgezet

als een gescheiden stelsel, waarbij het hemelwater van daken werd verzameld en via

een pomp werd geloosd op de watergang langs de A12. Na meting van zeer hoge

CZV-gehalten in het hemelwaterriool is het systeem in 1996 gewijzigd in een verbeterd

gescheiden stelsel met een geringe berging (2 mm). Het hemelwater wordt daarbij ge-

pompt naar het gemengde stelsel van bemalingsgebied Zuid I en II.

R2 Foutieve aansluitingen van hemelwaterafvoer op de drukriolering langs de Meije,

waardoor geregeld overstortingen plaatsvinden.

R3 De nadelige invloed van riooloverstorten op de kwaliteit van het oppervlaktewater in

het algemeen.

R4 De gemeente heeft nog geen definitief Basisrioleringsplan in Rijnlands gebied. De

doorspoelvoorziening voor de overstort in Nieuwerbrug moet nog worden gerealiseerd.

Page 26: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Huidige situatie en ruimtelijke ontwikkelingen

99078843-Haan, revisie

Pagina 24 van 36

Ecologie en beleving

E1 De oevers van veel watergangen binnen de bebouwde kom zijn vaak steil en worden

beschermd door een hoge beschoeiing (glad, strak en netjes). De watergangen heb-

ben daardoor een ‘technische’ uitstraling en bieden weinig ecologische potentie.

E2 Weinig open water en lange duikers in Bodegraven Noord

Grondwater

G1 Er is geen inzicht in optredende grondwaterpeilen en -fluctuaties

G2 Geen enkele instantie is verantwoordelijk voor het ondiepe grondwater en grondwater-

overlast.

Beheer en onderhoud

B1 Achterstallig onderhoud van constructies (bijvoorbeeld duikers)

B2 De watergangen rond de volkstuinen in Bodegraven Noord en in de Noordzijderpolder

zijn slecht onderhouden.

B3 Langs de Oude Rijn en de Meije bevinden zich diverse particuliere inlaten. De hoe-

veelheid inlaatwater is voor de hoogheemraadschappen niet controleerbaar.

B4 Het onderhoud van watergangen die aan beide zijden grenzen aan particuliere perce-

len, wordt vaak slecht of helemaal niet uitgevoerd door de betreffende eigenaar of ei-

genaren.

Tabel 3.2 Knel- en aandachtspunten per thema

Foto 3.3 Boesemsingel: glad, strak en netjes

Page 27: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 25 van 36

4 Doelstellingen voor de lange termijn

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de doelen voor de lange termijn geformuleerd. Onder lange termijn

wordt de periode tot het jaar 2030 verstaan. Het waterplan van de gemeente Bodegraven loopt

daarmee in de pas met de planning van de Europese Kaderrichtlijn Water (de KRW) waarin

wordt gesteld dat de waterkwaliteit uiterlijk in 2027 (na uitstel met twee perioden van zes jaar)

moet voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria. Omdat de doelen voor de KRW pas in 2009 wor-

den vastgesteld en de mate waarin deze doelen behaald zijn in 2015 en 2021 worden geëvalu-

eerd, zal tussentijdse afstemming tussen het waterplan en de KRW doelstellingen noodzakelijk

zijn.

De tijdshorizon van het gemeentelijk waterplan reikt verder dan de planning van het Nationale

Bestuursakkoord Water (NBW). Het NBW stelt dat de waterkwantiteit in 2015 op orde moet zijn.

De NBW doelstelling kan worden beschouwd als een tussendoelstelling van het gemeentelijk

waterplan Bodegraven.

In de volgende paragrafen worden de doelen voor de langere termijn per thema aangegeven en

toegelicht.

4.2 Waterkwantiteit en veiligheid

4.2.1 Hoofddoelstelling

Het hoofddoel van de gemeente en de beide hoogheemraadschappen ten aanzien van water-

kwantiteit en veiligheid is het voorkomen van wateroverlast. Dit houdt in dat de aanwezige boe-

zemkaden voldoen aan de veiligheidsnormen voor waterkeringen (NBW) en dat deze goed

worden onderhouden. Om wateroverlast bij langdurige regenval zo goed mogelijk te voorko-

men, is er voldoende ruimte om het regenwater tijdelijk te bergen. Dit is al in 2015 op orde zoals

afgesproken in het Nationaal Bestuursakkoord Water (zie ook paragraaf 4.1).

Om het hoofddoel te bereiken is een aantal algemene subdoelen geformuleerd. Vanwege het

grote verschil in ruimtegebruik wordt hierbij onderscheid gemaakt in stedelijk en landelijk ge-

bied. Het stedelijk gebied betreft de bebouwde kommen van Bodegraven en Nieuwerbrug, het

landelijk gebied betreft het weilandengebied binnen de gemeente Bodegraven.

4.2.2 Stedelijk gebied

Voor het stedelijk gebied zijn de volgende subdoelen geformuleerd:

• grote, robuuste peilgebieden zijn gecreëerd. Hierin treden minder grote peilstijgingen op ten gevolge van extreme neerslagsituaties, dan nu het geval is in versnipperde peilgebieden, zoals in Bodegraven Noord;

• extra waterberging is gerealiseerd, bij voorkeur binnen de bebouwde kom en in hetzelfde peilgebied, anders langs de randen van de bebouwde kom maar wel in hetzelfde (robuuste) peilgebied. Bij het zoeken naar locaties voor waterberging buiten de bebouwde kom is aan-gesloten bij de ontwikkelingen in de Oude Rijnzone, de verbreding van de A12 en het plat-form Gouwe - Wiericke;

• een goede doorstroming is gecreëerd, bij voorkeur met aaneengesloten open waterverbin-dingen, in tweede instantie met ruim gedimensioneerde duikerverbindingen;

• een onbelemmerde afvoer van water vindt plaats naar bergingslocaties binnen en buiten de bebouwde kom;

Page 28: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Doelstellingen voor de lange termijn

99078843-Haan, revisie

Pagina 26 van 36

• het principe van meervoudig ruimtegebruik met waterberging (bijvoorbeeld waterberging onder een parkeerterrein) is toegepast in gebieden met beperkte of geen mogelijkheden voor de aanleg van open water. Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor op het bedrijventerrein Broekvelden;

• het peilbeheer is afgestemd op de gebruiksfunctie.

In nieuwbouw- en herstructureringsgebieden is voldoende open water volgens de NBW normen

gerealiseerd. Bij kleinschalige bouwlocaties daarentegen, kan de waterbergingsopgave wegens

fysieke beperkingen niet altijd worden gerealiseerd. Voor dergelijke gevallen is een aantal

zoekgebieden aangewezen waarin een eventueel waterbergingstekort kan worden opgelost.

Deze zoekgebieden zijn (zie kaart 5):

• Z1: de watergang langs de rand van Bodegraven Noord, parallel aan de Burgemeester Kre-merweg. Hier zijn mogelijkheden voor het verbreden van de watergang in combinatie met de

aanleg van een natuurvriendelijke oever;

• Z2: in de Dronenwijk langs de N11 (ligt momenteel in een ander peilgebied dan het cen-trum);

• Z3: het verruimen van de hoofdwatergang tussen Watersnip en de Broekveldselaan;

• Z4: ten zuidoosten van het bedrijventerrein De Groote Wetering.

Daarnaast is de behoefte aan extra open water zoveel mogelijk gecombineerd met het verbete-

ren van de doorstroming, het creëren van open waterverbindingen en het wegwerken van ob-

stakels.

Foto 4.1 Ruimte voor waterberging en natuurvriendelijke oevers langs Burg. Kremerweg

Page 29: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Doelstellingen voor de lange termijn

99078843-Haan, revisie

Pagina 27 van 36

4.2.3 Landelijk gebied

Voor het landelijke gebied zijn de volgende subdoelen geformuleerd:

• extra open water is gerealiseerd in de polders waarin momenteel sprake is van een water-bergingstekort (uiterlijk in 2015 volgens NBW);

• de hoogwatervoorzieningen langs de Oude Rijn en de Meije zijn zoveel mogelijk met elkaar verbonden. De gemeenschappelijk waterinlaten zijn onder controle;

• het peilbeheer is afgestemd op de gebruiksfunctie.

4.3 Water en ruimtelijke ordening

Er vindt vooroverleg plaats over het water in ruimtelijke plannen op nieuwbouwlocaties in een

vroegtijdig stadium van de planvorming. Hiervoor is een regulier overleg ingesteld, waarin alle

ruimtelijke ontwikkelingen worden besproken en proces- en inhoudelijke afspraken worden ge-

maakt. In een eenmalig op te stellen werkwijzer “Watertoets” is de frequentie van het regulier

overleg vastgelegd, alsmede algemene afspraken over het watertoetsproces (aan te leveren

documenten, maar ook het besluitvormingstraject). De ontwikkellocatie Dom-

burg/slachthuisterrein fungeert hiervoor als proefproject.

Het overleg moet resulteren in een op de gebruiksfunctie afgestemde, optimale benutting van

de ruimte bij (grootschalige) gebiedsontwikkelingen. Hierbij wordt gedoeld op het spanningsveld

van ruimtevragende eisen en wensen, zoals de behoefte aan open water, parkeren, groen,

speelvoorzieningen en dergelijke.

4.4 Waterkwaliteit en ecologie

4.4.1 Algemene doelstellingen

Het thema waterkwaliteit omvat het geheel van fysisch-chemische en ecologische waterkwaliteit

en de aspecten die hiermee samenhangen zoals de inrichting van de oevers en belevingswaar-

de.

Algemene doelstellingen voor het oppervlaktewater, ongeacht het inrichtingsdoel, zijn:

• de doelen van de KRW zijn behaald;

• geen overlast (geen stank, geen ongedierte, geen zwerfvuil);

• wat schoon is moet schoon blijven, dus lozingen op schoon water zoveel mogelijk voorko-men;

• bij maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit worden alle waterprojecten (wa-terberging, afvalwater beheer, (her)inrichting, waterkwaliteit en ecologie) in samenhang be-schouwd; er wordt altijd gezocht naar ‘win-win’ situaties.

4.4.2 Stedelijk gebied Aanvullende doelstellingen, voornamelijk van toepassing voor het stedelijk gebied, zijn:

• doorspoeling/circulatie bevorderen, ‘dode takken’ mogen niet voorkomen;

• bij voorkeur open waterverbinding. Indien een open waterverbinding niet mogelijk is, dan een zo kort mogelijke duikerverbinding met voldoende lucht boven de waterspiegel;

• aanleg van natuurvriendelijke oevers met profielen volgens inrichtingseisen van het betref-fende hoogheemraadschap.

Natuurvriendelijke oevers

In de bebouwde kom van Bodegraven zijn diverse kansrijke watergangen waar ruimte is voor

het maken van een flauw talud. Deze liggen vooral aan de randen van de bebouwde kom. Ge-

meente en hoogheemraadschappen spannen zich de komende jaren actief in om meer natuur-

vriendelijke oevers aan te leggen in het stedelijk gebied van Bodegraven.

Inrichtingsdoelen

Voor het water binnen de bebouwde kommen van de gemeente Bodegraven zijn twee inrich-

tingsdoelen gedefinieerd, namelijk het belevingswater en het natuurvriendelijk ingericht water

(zie tekstkaders). Het belevingswater vertegenwoordigt een basiskwaliteit. Het inrichtingsdoel

Page 30: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Doelstellingen voor de lange termijn

99078843-Haan, revisie

Pagina 28 van 36

natuurvriendelijk ingericht water krijgt waterkwaliteitsdoelen die aanvullend zijn aan die van het

belevingswater. Op kaart 5 zijn de inrichtingsdoelen op watergang niveau weergegeven.

Belevingswater

Het belevingswater moet minimaal aan de volgende eisen en normen voldoen:

• fysisch-chemische kwaliteit voldoet aan de MTR normen;

• ecologische kwaliteit voldoet minimaal aan STOWA klasse 3 (helder water met redelijk veel ondergedoken waterplanten);

• vistype blankvoorn/snoek;

• profiel van de watergang voldoet aan de eisen van het betreffende hoogheemraadschap;

• waar mogelijk en met geringe inspanning, aanleg van natuurvriendelijke oevers. Bij het inrichtingsdoel belevingswater wordt, daar waar mogelijk, rekening gehouden met de wensen van hengelaars.

Natuurvriendelijk ingericht water

Natuurvriendelijk ingericht water omvat die watergangen die een hogere potentie kennen voor

een natuurlijke(re) ontwikkeling. In het stedelijk gebied van de gemeente Bodegraven wordt de-

ze potentie voornamelijk bepaald door de ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden rondom de

watergangen. In het buitengebied is het aanwijzen van natuurvriendelijk ingericht water gericht

op de bestaande, door de provincie aangewezen ecologische verbindingszones en verbindin-

gen tussen deze grotere natuurzones en het stedelijk natuurvriendelijk ingericht water. Door

een verbindingszone te leggen tussen het stedelijk natuurvriendelijk ingericht water en het bui-

tengebied kan een grotere ecologische diversiteit binnen het stedelijk water worden verkregen.

De extra doelstellingen voor het natuurvriendelijk ingericht water zijn:

• alle emissies op natuurvriendelijk ingericht water zo klein mogelijk en, indien mogelijk, op-heffen;

• alle mogelijkheden voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers benutten;

• beheer zo veel mogelijk gericht op de natuurontwikkeling.

Foto 4.2 Natuurvriendelijke oevers in hoofdwatergang tussen Watersnip en Broekveldselaan

Page 31: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Doelstellingen voor de lange termijn

99078843-Haan, revisie

Pagina 29 van 36

4.4.3 Landelijk gebied

Ecologische verbindingen

Naast de functie van hoofdafvoer krijgt de Groote Wetering tevens een functie als ecologische

verbinding tussen het stedelijk gebied van Bodegraven en de provinciale ecologische zone

langs de Enkele Wiericke. Deze zone maakt deel uit van de provinciale ecologische hoofdstruc-

tuur tussen de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen. Tevens wordt een ecologi-

sche verbinding ingericht tussen de watergang langs de noordrand van Bodegraven Noord en

het toekomstige natuurgebied in de Noordzijderpolder en de polder Weijland. De natuurgebie-

den en ecologische verbindingen zijn aangegeven op de inrichtingsdoelenkaart 5.

4.5 Waterketen en afkoppeling

Het thema waterketen en afkoppeling heeft voornamelijk betrekking op het stedelijk gebied. Op

de lange termijn is de waterketen geoptimaliseerd. Onderzocht is welke maatregelen het mees-

te effect hebben op de afvalwaterketen. Dit wordt bereikt door een nauwe samenwerking tussen

de gemeente en de beide hoogheemraadschappen.

Voor de afvalwaterketen en het afkoppelen van verhard oppervlak binnen de bebouwde kom

zijn verder de volgende, algemene doelen gesteld:

• een zo laag mogelijke emissie naar het oppervlaktewater;

• geen verslechtering van de waterkwaliteit ten gevolge van riooloverstorten;

• nieuw ontwikkelde stedelijke gebieden en herstructureringsgebieden zijn voorzien van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel;

• verharde oppervlakken bij nieuwbouwprojecten zijn in principe niet aangekoppeld op de rio-lering. Afstromend hemelwater wordt daarbij direct (met randvoorzieningen zoals een vuilaf-scheider) afgevoerd naar het oppervlaktewater. Hiervoor worden de richtlijnen gehanteerd uit de ‘Beslisboom aan- en afkoppelen van verharde oppervlakken’.

Het hoogheemraadschap van Rijnland streeft naar een afkoppelpercentage van 25% in be-

staand stedelijk gebied in 2030 (nota “Afkoppelen verhard oppervlak”, 2003). In het Waterbe-

heersplan is dit geconcretiseerd naar 12% in 2015 wat resulteert in 6% volumereductie op de

AWZI en 24% reductie in emissie door riooloverstorten.

4.6 Grondwater

Sinds 1 januari 2008 hebben de gemeenten een belangrijke taak in het kwantitatieve beheer

van het ondiepe grondwater in het stedelijk gebied (zie paragraaf 2.4). De gemeente Bodegra-

ven ligt in een waterrijk gebied met een geringe drooglegging. Tijdelijke en plaatselijke

(grond)wateroverlast is daarom inherent aan de hydrologische kenmerken van het gebied. De

belangrijkste doelen ten aanzien van het grondwater zijn het verkrijgen van een gebiedsdek-

kend inzicht in de optredende grondwaterpeilen en -fluctuaties en het voorkomen van eventuele

grondwateroverlast binnen de bebouwde kom.

Andere doelen met betrekking tot grondwater zijn:

• particulieren hebben de mogelijkheid om overtollige (grond)water af te voeren via een ge-meentelijk stelsel;

• de gemeente beschikt over een adequate opvang en afvoer van grondwater door middel van een drainagesysteem dat frequent wordt onderhouden volgens een onderhoudsschema;

• particulieren zijn bekend met hun verantwoordelijkheden ten aanzien van het voorkomen van (grond)wateroverlast op hun eigen perceel;

• de gemeente is het eerste aanspreekpunt in geval van grondwateroverlast en zorgt voor de juiste informatieverstrekking en passende oplossingen aan de burgers.

Page 32: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Doelstellingen voor de lange termijn

99078843-Haan, revisie

Pagina 30 van 36

4.7 Recreatie

Op het gebied van recreatie wordt aangesloten op de gebiedsvisie voor de Oude Rijnzone.

Concreet stelt de gemeente zich ten doel om meer extensieve (water)recreatievoorzieningen te

ontwikkelen in en aan de Dubbele Wiericke en in de omgeving van de Wierickerschans.

Binnen het stedelijk gebied is de inrichting zoveel mogelijk gericht op het inrichtingsdoel Bele-

vingswater. In 2030 is het belevingswater in de stad zichtbaar en herkenbaar. Natuurvriendelijk

ingericht water wordt in recreatieve zin ervaren als water in een natuurlijke omgeving.

4.8 Handhaving, beheer en onderhoud

Algemeen

Gemeente en beide hoogheemraadschappen stellen zich ten doel om:

• een op het inrichtingsdoel afgestemd programma voor klein en groot onderhoud aan water-gangen, oevers en kunstwerken uit te voeren;

• goede onderlinge afspraken te maken over het beheer en onderhoud (wie doet wat, waar en wanneer);

• afspraken te maken tussen gemeente, de hoogheemraadschappen, particulieren en overige onderhoudsplichtigen, zodat het onderhoud van (natuurvriendelijke) oevers volgens de richt-

lijnen gebeurt. Er wordt een halfjaarlijks water- en oeverbeheerdersoverleg ingesteld voor de

afstemming van de werkzaamheden in, aan en langs de watergangen. Stedelijk gebied

Gemeente en beide hoogheemraadschappen stellen zich ten doel het verbeteren van de be-

reikbaarheid van watergangen voor onderhoud door de watergangen tenminste aan één zijde te

laten grenzen aan openbaar gebied met een onderhoudspad.

Landelijk gebied

Het doel van de beide hoogheemraadschappen is om de waterinlaten langs de Oude Rijn en de

Meije, waarop meerdere particulieren zijn aangesloten (knelpunt B3), in kaart te brengen en zo

goed mogelijk beheersbaar te krijgen.

4.9 Bewustwording

De realisatie van de gestelde doelen hangt niet alleen af van de verantwoordelijke beheerders,

maar ook van de medewerking van bedrijven, (belangen)verenigingen, maatschappelijke orga-

nisaties en, niet in de laatste plaats, de bewoners. Een ieder zal zijn steentje moeten bijdragen

aan het voorkomen van (grond)wateroverlast en het realiseren en behouden van kwalitatief

goed water. Door middel van voorlichting en publieksacties (bijvoorbeeld het verstrekken van

regentonnen) wordt de bewustwording onder de bewoners ten aanzien van duurzaam

(grond)waterbeheer en het nut en de noodzaak van beheers- en onderhoudsactiviteiten ver-

groot. Het principe van maatschappelijk verantwoord ondernemen, met aandacht voor duur-

zaam waterbeheer, door bedrijven wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld door een jaarlijkse verkie-

zing van het meest watervriendelijke bedrijf.

Page 33: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 31 van 36

5 Maatregelenprogramma

5.1 Algemeen

Om de gestelde doelen voor de (middel)lange termijn te bereiken moeten diverse maatregelen

worden uitgevoerd. In bijlage 7 zijn de voorgenomen maatregelen per thema uitgewerkt in een

maatregelenprogramma. Het programma bestrijkt de periode 2008-2012 en biedt een totaal-

overzicht van alle watergerelateerde maatregelen.

5.2 Maatregelen per thema

In onderstaand overzicht zijn de maatregelen per thema weergegeven. Deze maatregelen vindt

u met dezelfde codes weer terug in het maatregelenprogramma in bijlage 7. Hierin is per maat-

regel het doel, de financiële dekking, de trekker en de kosten van de maatregel, alsook de kos-

tenverdeling over de drie partijen per kalenderjaar aangegeven.

Thema Waterkwaliteit en veiligheid

A1 Verbeteren waterafvoer vanuit Elzenplas

A2 Verbeteren waterafvoer vanuit Domburg

A3 Opheffen (grond)wateroverlast Broekveldselaan

A4 Verbeteren waterafvoer Groote Wetering

A5 Verbeteren waterberging en doorstroming in Bodegraven Noord

A6 Vergroten waterberging in landelijk gebied HDSR

A7 Beheersen particuliere inlaten langs Meije en Oude Rijn

A8 Opstellen watergebiedsplannen (gebiedsgericht integrale plannen)

Thema Waterkwaliteit en veiligheid

B1 Aanleg natuurvriendelijke oevers

B2 Ecologische verbindingen tussen stad en ecologische hoofdstructuur

B3 Verbinding Goudse Vaart en sloot A12

B4 Verbeteren waterkwaliteit spoorsloot

B5 Monitoring waterkwaliteit

B6 Afstemming KRW maatregelen tussen Rijnland en HDSR

B7 Verbeteren doorstroming Bodegraven Noord (onderhoud)

Thema Riolering en waterkwaliteit

C1 Verbeteren riolering bedrijventerrein Broekvelden

C2 Maatregelen Gemeentelijk Rioleringsplan

C3 Minimaliseren overstort 419 op watergang langs Spoorsingel

C4 Minimaliseren overstorten

C5 Maatregelen drukriolering langs Meije

C6 Monitoren riooloverstorten

C7 Optimalisatiestudie afvalwaterketen

C8 Sanering overstort Nieuwerbrug

Thema Grondwater

D1 Verkrijgen inzicht in grondwaterstanden

Page 34: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Maatregelenprogramma

99078843-Haan, revisie

Pagina 32 van 36

Thema Ruimtelijke ordening

E1 Opstellen richtlijnen watertoets

E2 Opstellen Waterhuishoudkundig plan Slachthuisbuurt

E3 Watertoets nieuwbouwplan Wijde Wiericke in Nieuwerbrug

Thema Beheer en onderhoud

F1 Natuurvriendelijk beheer en onderhoud

F2 Hondenuitlaatregime

F3 Overname onderhoud stedelijk water

Thema Communicatie

G1 (Grond)waterloket gemeente

G2 Duurzaam omgaan met water

Thema Uitvoering maatregelen waterplan

H1 Medefinanciering

H2 Projectorganisatie

5.3 Belangrijkste maatregelen

De grootste investering om het watersysteem te verbeteren ligt in de riolering. De gemeente

neemt hierin haar verantwoordelijkheid en gaat fors investeren de komende tijd. Een andere

belangrijke maatregel is dat jaarlijks geïnvesteerd wordt in de aanleg van natuurvriendelijke oe-

vers om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. Verder zijn maatregelen aangegeven om

lokale knelpunten op te lossen op het gebied van zowel waterkwantiteit, waterkwaliteit als

grondwater. Voor sommige locaties is hiervoor eerst nader onderzoek nodig.

Foto 5.1 Hoofdwatergang ter plaatse van Waterhoen

Page 35: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 33 van 36

6 Samenvatting

6.1 Algemeen

De gemeente Bodegraven heeft in nauwe samenwerking met het Hoogheemraadschap van

Rijnland (HvR) en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) het gemeentelijk

waterplan Bodegraven opgesteld. Het gemeentelijk waterplan geeft een gezamenlijke visie op

het waterbeheer in de gemeente Bodegraven op de (middel)lange termijn, inclusief de plaats

van het stedelijk water binnen de inrichting van het stedelijke gebied. Het waterplan bevat ge-

zamenlijk gedragen voorstellen voor het te voeren waterbeleid, de ambities, de benodigde

maatregelen en de kosten daarvan met als einddoel het realiseren van een duurzaam en biolo-

gisch gezond watersysteem in de gemeente Bodegraven. Het plan richt zich voornamelijk op

het stedelijk gebied van de gemeente Bodegraven waarbij de invloed op en de gevolgen voor

het buitengebied ook meegenomen worden.

Afspraken op nationaal niveau in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en op Europees

niveau in de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn geïntegreerd in het plan. Volgens het NBW moet

het watersysteem in 2015 op orde moet zijn, dat wil zeggen, wateroverlast is beperkt tot een

geaccepteerd niveau. De KRW bevat afspraken over het bereiken van een goede

(grond)waterkwaliteit uiterlijk in 2027.

6.2 Knel- en aandachtspunten

Tijdens de inventarisatie van het watersysteem in Bodegraven is een aantal knel- en aan-

dachtspunten gesignaleerd. De belangrijkste zijn:

• locale (grond)wateroverlast tijdens extreme buien;

• locaal slecht functionerende waterafvoer;

• slechte waterkwaliteit in een aantal watergangen en de nadelige invloed van riooloverstorten daarop;

• de ‘technische’ oevers in het stedelijk gebied (weinig ecologische potentie);

• geen inzicht in optredende grondwaterpeilen en -fluctuaties;

• achterstallig onderhoud in een aantal watergangen, mede door slechte bereikbaarheid;

• oncontroleerbare particuliere waterinlaten langs de Oude Rijn en de Meije. 6.3 Doelstellingen voor de lange termijn

In het waterplan zijn per thema doelstellingen voor de lange termijn tot 2030 geformuleerd.

Waterkwantiteit en veiligheid

Het hoofddoel is het zoveel mogelijk voorkomen van wateroverlast bij langdurige regenval. Dit

houdt in dat er voldoende open water in stedelijk en landelijk gebied is gecreëerd om regenwa-

ter tijdelijk te bergen (NBW doelstelling 2015). Daarnaast is de behoefte aan extra open water

zoveel mogelijk gecombineerd met het verbeteren van de doorstroming, het creëren van open

waterverbindingen, het verbeteren van de waterkwaliteit en het wegwerken van knelpunten.

Tevens voldoen de aanwezige boezemkaden aan de veiligheidsnormen voor waterkeringen en

worden deze goed onderhouden.

Water en ruimtelijke ordening

Er is een regulier overleg tussen gemeente en beide waterschappen ingesteld, waarin alle ruim-

telijke ontwikkelingen worden besproken en proces- en inhoudelijke afspraken worden gemaakt.

Het overleg moet resulteren in een optimale benutting van de ruimte bij (grootschalige) ge-

biedsontwikkelingen, waarin voldoende ruimte is gecreëerd voor water en andere functies.

Page 36: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Samenvatting

99078843-Haan, revisie

Pagina 34 van 36

Waterkwaliteit en ecologie

In 2030 voldoet het oppervlaktewater in Bodegraven aan de KRW normen, is er geen overlast

als stank, drijfvuil en dergelijke en worden lozingen op schoon water zoveel mogelijk voorko-

men. Voor het water binnen de bebouwde kom zijn twee inrichtingsdoelen gedefinieerd:

• Belevingswater Het belevingswater voldoet aan de basisnormen voor (natuurvriende-

lijke) inrichting, waterkwaliteit en ecologie, en biedt mogelijkheden

voor hengelaars.

• Natuurvriendelijk ingericht water

Water met aanvullende waterkwaliteitsdoelen zoals het volledig be-

nutten van de mogelijkheden voor natuurvriendelijke oevers, ecolo-

gisch verantwoord onderhoud en het zoveel mogelijk voorkomen van

emissie op de watergang.

In het landelijk gebied zijn twee ecologische verbindingszones aangelegd:

• langs de Groote Wetering tussen het stedelijk gebied van Bodegraven en de provinciale ecologische zone langs de Enkele Wiericke;

• tussen de watergang langs de noordrand van Bodegraven Noord en het toekomstige na-tuurgebied in de Noordzijderpolder en de polder Weijland.

Waterketen (riolering) en afkoppelen

De gemeente beschikt over een adequaat afvoersysteem van vuil water en hemelwater dat vol-

doet aan de vereiste normen. Nieuw ontwikkelde stedelijke gebieden en herstructureringsge-

bieden zijn voorzien van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel. Verharde oppervlakken bij

nieuwbouwprojecten zijn in principe niet aangekoppeld op de riolering.

Grondwater

De gemeente Bodegraven heeft een gebiedsdekkend inzicht in de optredende grondwaterpei-

len en -fluctuaties en beschikt over een goed onderhouden drainagestelsel waarmee structurele

grondwateroverlast kan worden voorkomen. De gemeente beschikt over een (grond)waterloket

waar burgers terecht kunnen voor (grond)watergerelateerde vragen.

Recreatie

Er zijn meer extensieve (water)recreatievoorzieningen ontwikkeld in en aan de Dubbele Wieric-

ke en in de omgeving van de Wierickerschans. In 2030 is het belevingswater in de stad zicht-

baar en herkenbaar.

Handhaving, beheer en onderhoud

Er wordt een op het inrichtingsdoel afgestemd programma voor klein en groot onderhoud aan

watergangen, oevers en kunstwerken uitgevoerd. Het is duidelijk wie wat wanneer doet. Ter

verbetering van de bereikbaarheid van watergangen in stedelijk gebied grenst iedere watergang

tenminste aan één zijde aan openbaar gebied met een onderhoudspad.

De waterinlaten langs de Oude Rijn en de Meije zijn zo goed mogelijk in kaart gebracht en be-

heersbaar gemaakt.

Bewustwording

Door middel van voorlichting en publieksacties is de bewustwording onder bewoners en bedrij-

ven ten aanzien van duurzaam (grond)waterbeheer en het nut en de noodzaak van beheers- en

onderhoudsactiviteiten vergroot.

6.4 Maatregelenprogramma

De voorgenomen maatregelen per thema zijn uitgewerkt in een maatregelenprogramma.

Het programma bestrijkt de periode 2008-2012. In het maatregelenprogramma zijn het kalen-

derjaar van uitvoering, de kosten van de maatregelen en de kostenverdeling over de drie partij-

en aangegeven. Tevens is de financiële dekking aangegeven.

De grootste investering om het watersysteem te verbeteren ligt in de riolering. De gemeente

neemt hierin haar verantwoordelijkheid en gaat fors investeren de komende tijd. Een andere

belangrijke maatregel is dat jaarlijks geïnvesteerd wordt in de aanleg van natuurvriendelijke oe-

Page 37: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Samenvatting

99078843-Haan, revisie

Pagina 35 van 36

vers om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. Verder zijn maatregelen aangegeven om

lokale knelpunten op te lossen op het gebied van zowel waterkwantiteit, waterkwaliteit als

grondwater. Voor sommige locaties is hiervoor eerst nader onderzoek nodig.

Foto 6.1 Vijver langs de Eendrachtsweg

Page 38: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan, revisie

Pagina 36 van 36

Page 39: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan,

Bijlage 6

Toetsing NWB normen Zuidzijdepolder

Page 40: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

,

Page 41: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Bijlage 6: Toetsing NWB normen Zuidzijdepolder (Vervolg 1)

Page 42: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Bijlage 6: Toetsing NWB normen Zuidzijdepolder (Vervolg 2)

Page 43: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Bijlage 6: Toetsing NWB normen Zuidzijdepolder (Vervolg 1)

Page 44: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

Bijlage 6: Toetsing NWB normen Zuidzijdepolder (Vervolg 1)

Page 45: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

99078843-Haan,

Bijlage 7

Maatregelenprogramma

Page 46: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

GEMEENTELIJK WATERPLAN BODEGRAVENMAATREGELEN MET DEKKING VANUIT ALLE PLANNEN Datum 23 september 2008 Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW

Knelpunt Planning Planjaar 2008 Planjaar 2009 Planjaar 2010 Planjaar 2011 Planjaar 2012 Periode vanaf 2013

< 5 jaar > 5 jaar Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR

A. Waterkwantiteit en veiligheidA. Waterkwantiteit en veiligheidA. Waterkwantiteit en veiligheidA. Waterkwantiteit en veiligheid

A1A1A1A1 Verbeteren waterafvoer vanuit ElzenplasVerbeteren waterafvoer vanuit ElzenplasVerbeteren waterafvoer vanuit ElzenplasVerbeteren waterafvoer vanuit Elzenplas W5 Opheffen knelpunt

waterkwantiteit, historisch

gegroeidA1.1 Duiker aanleggen Elzenplas UUUU 1,2 WP Rnld X 0/100/0 Gereed

A1.2 Onderzoek werking duiker op waterafvoer OOOO 1,2 WP Rnld Gem X 0/100/0 5

A2A2A2A2 Verbeteren waterafvoer vanuit DomburgVerbeteren waterafvoer vanuit DomburgVerbeteren waterafvoer vanuit DomburgVerbeteren waterafvoer vanuit Domburg W6 Opheffen knelpunt

waterkwantiteit, historisch

gegroeidA2.1 Onderzoek werking afvoer OOOO 1,2 WP Rnld X 0/100/0 5

A2.2 Splitsen inlaat via twee nieuwe leidingen UUUU 1,2,3 Expl. Gem Rnld X 100/0/0 25

A2.3 Uitvoering aanvullende maatregelen ter verbetering

waterafvoer

UUUU 1,2,3 B&O Gem Rnld X pmpm pm

A3A3A3A3 Opheffen (grond)wateroverlast Broekveldselaan Opheffen (grond)wateroverlast Broekveldselaan Opheffen (grond)wateroverlast Broekveldselaan Opheffen (grond)wateroverlast Broekveldselaan W4 Opheffen overlast grond- en

regenwaterA3.1 Doorspuiten aanwezige ontwateringsmiddelen +

ophogen

O+UO+UO+UO+U 1 VBR Gem X 100/0/0Gereed

A3.2 Eventueel vernieuwen ontwateringsmiddelen UUUU 1 VBR Gem Rnld X 100/0/0

A4A4A4A4 Verbeteren waterafvoer Groote WeteringVerbeteren waterafvoer Groote WeteringVerbeteren waterafvoer Groote WeteringVerbeteren waterafvoer Groote Wetering Opheffen knelpunt

waterkwantiteit, afvoer van

polder naar gemaal, historisch

gegroeidA4.1 Onderzoek naar verbreden Groote Wetering OOOO 1,2 WP Rnld X 0/100/0 Gereed

A4.2 Verbreden Groote Wetering UUUU 1,2 WP Rnld X 0/100/0 Gereed

A4.3 Aanleg bruggen met grotere overspanning (>3 m) over

Groote Wetering

UUUU 1 WP DLG Rnld X 0/100/0Bijna gereed

A5A5A5A5 Verbeteren waterberging en doorstroming in Verbeteren waterberging en doorstroming in Verbeteren waterberging en doorstroming in Verbeteren waterberging en doorstroming in

Bodegraven NoordBodegraven NoordBodegraven NoordBodegraven Noord

W7, E2 Vergroten waterberging en

verbeteren doorstromingA5.1 Verbreden watergang langs Burg. Kremerweg UUUU 1,2 Expl./WP Gem HDSR X pm pm pm

A5.2 Duikers vervangen door open watergangen O/UO/UO/UO/U 1,2,3 WP Gem X pm pm

A6A6A6A6 Vergroten waterberging in landelijk gebied HDSRVergroten waterberging in landelijk gebied HDSRVergroten waterberging in landelijk gebied HDSRVergroten waterberging in landelijk gebied HDSR W8, W9,

W10

Voor de uitwerking van de

wateropgaven uit de NBW en de

KRW is ruimte voor water nodig.

A6.1 Onderzoek naar mogelijkheden 1 - 1,5% extra open

water in de Meijepolder, polder Weijland en

Weijpoortse polder

OOOO 1,2 NBW wateropg. HDSR X 0/0/100pm

A6.2 Realisatie 1 - 1,5% extra open water in de Meijepolder,

polder Weijland en Weijpoortse polder

UUUU 1,2 NBW wateropg. HDSR X X 0/0/100pm pm pm pm pm pm

A6.3 Aanleg inlaatpolder langs Dubbele Wiericke UUUU 1,2 NBW wateropg. HDSR X X 0/0/100 pm pm pm pm pm pm

A7A7A7A7 Beheersen particuliere inlaten langs Meije en Oude Beheersen particuliere inlaten langs Meije en Oude Beheersen particuliere inlaten langs Meije en Oude Beheersen particuliere inlaten langs Meije en Oude

RijnRijnRijnRijn

B3 Duidelijkheid geven over

onderhoud en beheer van

hoogwatervoorzieningen met

bijbehorende kunstwerkenA7.1 Goedkeuren beleid particuliere inlaten UUUU 1 Beleid HDSR Rnld X geen

A7.2 Koppeling inlaatwerken particulieren langs Meije UUUU 1 Beleid HDSR X pm pm

A7.3 Uitvoeren en handhaven beleid inlaatwerken

particulieren langs de Oude Rijn

UUUU 1 Beleid HDSR en

Rnld

X eigen deel

A7.4 Onderzoek consequenties beleid particuliere inlaten OOOO 1 Beleid HDSR X 0/0/100 20 20

A8A8A8A8 Watergebiedsplannen (gebiedsgericht integrale Watergebiedsplannen (gebiedsgericht integrale Watergebiedsplannen (gebiedsgericht integrale Watergebiedsplannen (gebiedsgericht integrale

plannen)plannen)plannen)plannen)

NBW

opgave

Het optimaliseren van de

waterhuishouding ten aanzien

van het oppervlaktewater en

grondwater

A8.1 Watergebiedsplan Reeuwijk (polder Reeuwijk en

Binnenpolder)

Producten:

Inventarisatierapport,

variantenrapport,

Inrichtingsplan, Peilbesluiten

Maatregelenplan, (in sommige

gevallen) een visie op het gebied

O,UO,UO,UO,U

1,2,3,4,6

WGP/NBW

wateropgave

Rnld X 0/100/0

100 100

A8.2 Watergebiedsplan Gouwe Oost (Zuidzijderpolder) Idem O,UO,UO,UO,U1,2,3,4,6

WGP/NBW

wateropgave

Rnld X 0/100/0100 100

Partici-

pantTrekker

Kostenverdeling

Gem/Rnld/HDSRMaatregel Doel EffectSoort

Financiële

dekking

versie dd 23 september 2008 blad 1

Page 47: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

GEMEENTELIJK WATERPLAN BODEGRAVENMAATREGELEN MET DEKKING VANUIT ALLE PLANNEN Datum 23 september 2008 Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW

Knelpunt Planning Planjaar 2008 Planjaar 2009 Planjaar 2010 Planjaar 2011 Planjaar 2012 Periode vanaf 2013

< 5 jaar > 5 jaar Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR

Partici-

pantTrekker

Kostenverdeling

Gem/Rnld/HDSRMaatregel Doel EffectSoort

Financiële

dekking

B Waterkwaliteit en ecologieB Waterkwaliteit en ecologieB Waterkwaliteit en ecologieB Waterkwaliteit en ecologie

B1B1B1B1 Aanleg natuurvriendelijke oevers (nvo)Aanleg natuurvriendelijke oevers (nvo)Aanleg natuurvriendelijke oevers (nvo)Aanleg natuurvriendelijke oevers (nvo) Verbeteren waterkwaliteit en

ecologieB1.1 Aanleg nvo diverse watergangen Bodegraven Zuid E1 UUUU 3,4 BB/WP(Rnld) Gem Rnld X 50/50/0

B1.2 Aanleg nvo Dronensingel Q1, E1 UUUU 3,4 BB/WP(Rnld) Gem Rnld X 50/50 /0

B1.3 Aanleg nvo Rijngaarde E1 UUUU 3,4 WP Gem Rnld X 50/50 /0 45 45 45 45 45 45 45 45 45 45

B1.4 Aanleg nvo bedrijventerrein Grote Wetering E1 UUUU 3,4 BB/WP(Rnld) Gem Rnld X 50/50 /0

B1.5 Aanleg nvo langs Boerderijweg E1 Verbinden natuur in stad met

natte as

UUUU 4 WP Rnld Gem+

Prov

X 50/50/0

B1.6 Aanleg nvo Van Dobben de Bruinstraat E1 UUUU 3,4 WP Gem HDSR X pm pm pm

B1.7 Aanleg nvo Burgemeester Kremerweg E1 UUUU 3,4 Expl Gem+

Extern

HDSR X Gem 0/0/0

B2B2B2B2 Ecologische verbindingen tussen stad en Ecologische verbindingen tussen stad en Ecologische verbindingen tussen stad en Ecologische verbindingen tussen stad en

ecologische hoofdstructuurecologische hoofdstructuurecologische hoofdstructuurecologische hoofdstructuur

Ecologie de stad in krijgen door

barrieres te minimaliseren

Rnld

B2.1 Onderzoek naar open waterverbinding en

natuurvriendelijke oevers tussen Bodegraven Noord en

natuurgebied Noordzijderpolder

OOOO 4 WP HDSR Gem+

Prov

X 0/0/1002

B3B3B3B3 Verbinding Goudse Vaart en sloot A12Verbinding Goudse Vaart en sloot A12Verbinding Goudse Vaart en sloot A12Verbinding Goudse Vaart en sloot A12 Q2 Opheffen waterkwantiteit-

kwaliteitsknelpunt door

verbeteren doorstroming B3.1 Onderzoek naar mogelijkheden waterverbinding OOOO 1,2,3 WP Rnld X 0/100/0 5

B3.2 Aanleg duikerverbinding UUUU 1,2,3 WP Rnld Gem X pm pm pm

B3.3 Aanleg (open) waterverbinding UUUU 1,2,3 WP Rnld Gem X pm pm pm

B4B4B4B4 Verbeteren waterkwaliteit spoorslootVerbeteren waterkwaliteit spoorslootVerbeteren waterkwaliteit spoorslootVerbeteren waterkwaliteit spoorsloot Q4 Verbeteren doorstroming en

waterkwaliteit B4.1 Aanleg duikerverbinding onder Goudseweg en

circulatiepomp

UUUU 3 GRP Gem Rnld X 100/0/020

B4.2 Verlengen spoorsloot richting Goudseweg en aanleg

duikerverbinding tussen spoorsloot en Goudse Vaart

UUUU 1,3 GRP Gem Rnld X 100/0/0155

B5B5B5B5 Monitoring waterkwaliteitMonitoring waterkwaliteitMonitoring waterkwaliteitMonitoring waterkwaliteit Meten van het effect van de

uitgevoerde maatregelen op de

waterkwaliteitB5.1 Monitoring waterkwaliteit in Bodegraven Zuid UUUU 3 Monitoring Rnld/

Gem

X 0/100/020 20

B5.2 Monitoring waterkwaliteit Bodegraven Noord en

Nieuwerbrug

UUUU 3 Monitoring HDSR/

Gem

X 0/0/100pm pm

B6B6B6B6 Afstemming KRW maatregelen tussen Rijnland en Afstemming KRW maatregelen tussen Rijnland en Afstemming KRW maatregelen tussen Rijnland en Afstemming KRW maatregelen tussen Rijnland en

HDSRHDSRHDSRHDSR

Duidelijkheid over interactie

polder - boezemB6.1 Afstemming over afwatering van Zuidzijderpolder op

de Oude Rijn

OOOO 3 KRW/NBW HDSR+

Rnld

X 0/50/50pm pm

B7B7B7B7 Verbeteren doorstroming Bodegraven Noord Verbeteren doorstroming Bodegraven Noord Verbeteren doorstroming Bodegraven Noord Verbeteren doorstroming Bodegraven Noord

(onderhoud)(onderhoud)(onderhoud)(onderhoud)

Verbeteren doorstromning

watergangen

UUUU 1,3,6 B&O HDSR X 0/0/1005

versie dd 23 september 2008 blad 2

Page 48: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

GEMEENTELIJK WATERPLAN BODEGRAVENMAATREGELEN MET DEKKING VANUIT ALLE PLANNEN Datum 23 september 2008 Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW

Knelpunt Planning Planjaar 2008 Planjaar 2009 Planjaar 2010 Planjaar 2011 Planjaar 2012 Periode vanaf 2013

< 5 jaar > 5 jaar Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR

Partici-

pantTrekker

Kostenverdeling

Gem/Rnld/HDSRMaatregel Doel EffectSoort

Financiële

dekking

C Riolering en waterkwaliteitC Riolering en waterkwaliteitC Riolering en waterkwaliteitC Riolering en waterkwaliteit

C1C1C1C1 Verbeteren riolering bedrijventerrein BroekveldenVerbeteren riolering bedrijventerrein BroekveldenVerbeteren riolering bedrijventerrein BroekveldenVerbeteren riolering bedrijventerrein Broekvelden R1, Q3 Verbeteren waterkwaliteit

C1.1 Vervangen gescheiden stelsel UUUU 3 GRP 2008 Gem Rnld X 100/0/0 13.000

C2C2C2C2 Maatregelen Gemeentelijk RioleringsplanMaatregelen Gemeentelijk RioleringsplanMaatregelen Gemeentelijk RioleringsplanMaatregelen Gemeentelijk Rioleringsplan Voorkomen van wateroverlast en

verbeteren waterkwaliteitC2.1 Aanleg riolering Lijster en Eiber en nieuw

bergbezinkbassin met overstort (1207J) op

Boesemsingel

W1 UUUU 3 GRP Gem Rnld X 100/0/0

C2.2 Opheffen 4 overstorten (839, 1195, 576 en 1227) op

Goudse Vaart

W1, Q2 UUUU 1,3 GRP Gem Rnld X 100/0/01.300

C2.3 Opheffen overstort (401) op Goudse Vaart W1, Q2 UUUU 1,3 GRP Gem Rnld X 100/0/0

C2.4 Opheffen 2 overstorten (342 en 661) op spoorsloot en

Dronensingel

Q1, Q4 UUUU 1,3 GRP Gem Rnld X 100/0/0

C2.5 Aanleg bergbezinkbassin met overstort (419) op

watergang langs Spoorlaan

W1 UUUU 3 GRP Gem Rnld X 100/0/0975

C2.6 Opheffen overstort (500) op Goudse Vaart (gereed) W1, Q2 UUUU 1,3 GRP Gem Rnld X X 100/0/0

C2.7 Aanpassen riolering Dronenwijk Q1 UUUU 3 GRP Gem Rnld X 100/0/0 1.617 980 2.571 1.669 2.079 1.335

C2.8 Maken regenwateroverstort op zuidelijk deel Goudse

Vaart

Q2 UUUU 3 GRP Gem Rnld X 100/0/0pm

C3C3C3C3 Minimaliseren overstort (419) op watergang langs Minimaliseren overstort (419) op watergang langs Minimaliseren overstort (419) op watergang langs Minimaliseren overstort (419) op watergang langs

SpoorsingelSpoorsingelSpoorsingelSpoorsingel

Verbeteren waterkwaliteit

C3.1 Onderzoek naar afkoppelen verhard oppervlak in oude

centrum Bodegraven

OOOO 3 GAP Gem Rnld X 60/40/09,6 6,4

C4C4C4C4 Minimaliseren overstortenMinimaliseren overstortenMinimaliseren overstortenMinimaliseren overstorten Verbeteren waterkwaliteit

C4.1 Afkoppelen verhard oppervlak in Bodegraven Noord

volgens Afkoppelplan

OOOO 3 Expl./GAP Gem X 100/0/020 20 20 20

C4.2 Afkoppelen verhard oppervlak in Bodegraven Zuid

volgens Afkoppelplan

OOOO 3 GAP Gem X >55 / <45 / 080 36

C5C5C5C5 Maatregelen drukriolering langs MeijeMaatregelen drukriolering langs MeijeMaatregelen drukriolering langs MeijeMaatregelen drukriolering langs Meije Verbeteren waterkwaliteit

C5.1 Opheffen foutieve aansluitingen drukriolering langs

Meije

UUUU 3 GRP Gem X 100/0/0pm

C6C6C6C6 Monitoren riooloverstortenMonitoren riooloverstortenMonitoren riooloverstortenMonitoren riooloverstorten

C6.1 Opstellen monitoringplan OOOO 3 GRP Gem Rnld/

HDSR

X 100/0/0

C6.2 Uitvoering monitoring riooloverstorten (kwantiteit) UUUU 3 GRP Gem Rnld/

HDSR

X 100/0/02 2 2 2 2

C7C7C7C7 Optimalisatiestudie afvalwaterketenOptimalisatiestudie afvalwaterketenOptimalisatiestudie afvalwaterketenOptimalisatiestudie afvalwaterketen Verbeteren benutting van water

en verbeteren waterkwaliteit

OOOO 3 GRP 2013 Rnld Gem X pmpm pm

C8C8C8C8 Sanering overstort NieuwerbrugSanering overstort NieuwerbrugSanering overstort NieuwerbrugSanering overstort Nieuwerbrug Verbeteren waterkwaliteit UUUU 3 B&O HDSR Gem X 20/0/80 40 140

D GrondwaterD GrondwaterD GrondwaterD Grondwater

D1D1D1D1 Verkrijgen inzicht in grondwaterstandenVerkrijgen inzicht in grondwaterstandenVerkrijgen inzicht in grondwaterstandenVerkrijgen inzicht in grondwaterstanden Stedelijke wateropgave (NBW):

grondwaterD1.1 Opstellen grondwaterbeheerplan OOOO 1 GRP 2008 Gem Rnld

HDSR

X 50/25/2510 5 5

D1.2 Aanleggen en monitoren grondwatermeetnet UUUU 1 GRP 2008 Gem X 100/0/0 15 15

D1.3 Maatregelen ter beheersing grondwaterstanden UUUU 1 GRP 2008 Gem Rnld

HDSR

X 100/0/0pm

versie dd 23 september 2008 blad 3

Page 49: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

GEMEENTELIJK WATERPLAN BODEGRAVENMAATREGELEN MET DEKKING VANUIT ALLE PLANNEN Datum 23 september 2008 Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW

Knelpunt Planning Planjaar 2008 Planjaar 2009 Planjaar 2010 Planjaar 2011 Planjaar 2012 Periode vanaf 2013

< 5 jaar > 5 jaar Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR

Partici-

pantTrekker

Kostenverdeling

Gem/Rnld/HDSRMaatregel Doel EffectSoort

Financiële

dekking

E Ruimtelijke ordeningE Ruimtelijke ordeningE Ruimtelijke ordeningE Ruimtelijke ordening

E1E1E1E1 Opstellen richtlijnen watertoetsOpstellen richtlijnen watertoetsOpstellen richtlijnen watertoetsOpstellen richtlijnen watertoets Het watertoetsproces efficiënt

laten verlopenE1.1 Opstellen procesafspraken: wie doet wat wanneer UUUU 1,2,3,4,5,6 WP HDSR

Rnld Gem

X 50/25/25 1 0,5 0,5

E2E2E2E2 Opstellen Waterhuishoudkundig plan Opstellen Waterhuishoudkundig plan Opstellen Waterhuishoudkundig plan Opstellen Waterhuishoudkundig plan

SlachthuisbuurtSlachthuisbuurtSlachthuisbuurtSlachthuisbuurt

Q5Q5Q5Q5 Overkoepelende visie op de

watersructuur in het

herinrichtingsgsgebied E2.1 Opstellen Waterhuishoudkundig plan met een visie op

de waterstructuur

UUUU 1,3 Expl. Gem Rnld X X 0/0/0

E3E3E3E3 Watertoets nieuwbouwplan Wijde Wiericke in Watertoets nieuwbouwplan Wijde Wiericke in Watertoets nieuwbouwplan Wijde Wiericke in Watertoets nieuwbouwplan Wijde Wiericke in

NieuwerbrugNieuwerbrugNieuwerbrugNieuwerbrug

Zorg voor goede afstemming

wateraspecten in het ruimtelijke

planE3.1 Opstellen randvoorwaarden voor wateraspecten OOOO 1,2,3,4,5,6 Watertoets HDSR Gem X nvt

F Beheer en onderhoudF Beheer en onderhoudF Beheer en onderhoudF Beheer en onderhoud

F1F1F1F1 Natuurvriendelijk beheer en onderhoudNatuurvriendelijk beheer en onderhoudNatuurvriendelijk beheer en onderhoudNatuurvriendelijk beheer en onderhoud Behoud natuurvriendelijke oever

met ecologische waardeF1.1 Afstemmen natuurvriendelijk onderhoud Het beheer en onderhoud van

de kruidenrijke zone boven

watertaluds, de

natuurvriendelijke oevers en de

vernattingszones wordt

natuurvriendelijk uitgevoerd

OOOO 3,6 WP en B&O Gem Rnld/

HDSR

X nvt

F2F2F2F2 HondenuitlaatregimeHondenuitlaatregimeHondenuitlaatregimeHondenuitlaatregime

F2.1 Handhaven hondenuitlaatregime UUUU 3,6 B&O Gem X 100/0/0 nvt

F3F3F3F3 Overname onderhoud stedelijk waterOvername onderhoud stedelijk waterOvername onderhoud stedelijk waterOvername onderhoud stedelijk water

F3.1 Afspraken overname 'overige stedelijke

(polder)watergangen'

OOOO 3,6 B&O Rnld Gem X nvt

G Communicatie G Communicatie G Communicatie G Communicatie

G1G1G1G1 (Grond)waterloket gemeente(Grond)waterloket gemeente(Grond)waterloket gemeente(Grond)waterloket gemeente G2 Centraal aanspreekpunt voor

watergerelateerde klachtenG1.1 Aanspreekpunt voor de burger met vragen en klachten

over (grond)water

UUUU 1 GRP 2008 Gem X 100/0/0pm pm pm pm

G2G2G2G2 Duurzaam omgaan met waterDuurzaam omgaan met waterDuurzaam omgaan met waterDuurzaam omgaan met water Twee communicatiedoelen: 1

Het bewust houden van de

bewoners, betrokken

organisaties en verenigingen

over het belang van voldoende,

veilig, schoon en ecologisch

gezond oppervlaktewater en 2

Het informeren van

omwonenden ivm de uitvoering

van maatregelen

G2.1 Communicatie/voorlichting naar bewoners en

belanghebbenden

UUUU 3 WP Gem Rnld+

HDSR

X 50/25/252 1 1 2 1 1 2 1 1 2 1 1 2 1 1

G2.2 Communicatie/voorlichting naar bedrijven UUUU 3 WP Gem Rnld X 50/50/0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

versie dd 23 september 2008 blad 4

Page 50: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

GEMEENTELIJK WATERPLAN BODEGRAVENMAATREGELEN MET DEKKING VANUIT ALLE PLANNEN Datum 23 september 2008 Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW Bedragen in duizend euro excl BTW

Knelpunt Planning Planjaar 2008 Planjaar 2009 Planjaar 2010 Planjaar 2011 Planjaar 2012 Periode vanaf 2013

< 5 jaar > 5 jaar Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR Gem Rnld HDSR

Partici-

pantTrekker

Kostenverdeling

Gem/Rnld/HDSRMaatregel Doel EffectSoort

Financiële

dekking

H Uitvoering maatregelen waterplanH Uitvoering maatregelen waterplanH Uitvoering maatregelen waterplanH Uitvoering maatregelen waterplan

H1H1H1H1 MedefinancieringMedefinancieringMedefinancieringMedefinanciering Verlaging van de kosten

H1.1 Onderzoek naar subsidiemogelijkeden door

gemeente/Rijnland/HDSR

OOOO 1,2,3,4,5,6 WP Gem X 33/33/331 1 1 1

H2H2H2H2 ProjectorganisatieProjectorganisatieProjectorganisatieProjectorganisatie Coördinatie van

watergerelateerde zaken binnen

de gemeente en afstemming

met waterschappen

H2.1 Aanstellen (grond)watercoördinator (1/2 fte) UUUU 1,2,3,4,5,6 WP/GRP Gem X 100/0/0 50 50 50 50 50

TotaalTotaalTotaalTotaal

Effect/bijdrage aanEffect/bijdrage aanEffect/bijdrage aanEffect/bijdrage aan Soort maatregelSoort maatregelSoort maatregelSoort maatregel Financiële dekkingFinanciële dekkingFinanciële dekkingFinanciële dekking

1 Zorgen voor veiligheid en droge voeten O = Onderzoek en planvorming WP = Waterplan Bodegraven

2 Naar een robuust en meer zelfvoorzienend watersysteem U = Uitvoering GRP = Gemeentelijk rioleringsplan

3 Een betere waterkwaliteit in de stadswateren KRW = Kaderrichtlijn Water

4 Meer ruimte voor natuur in en langs het water Trekker/ParticipantTrekker/ParticipantTrekker/ParticipantTrekker/Participant NBW = Nationaal Bestuursakkoord Water

5 Richtlijnen onderhoud oevers en watergangen Gem = Gemeente Bodegraven B&O = Beheer en onderhoud

6 Verbeteren van het beheer en onderhoud Rnld = Hoogheemraadschap van Rijnland VBR = Verbreed rioolrecht

HDSR = Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden WGP = Watergebiedsplan

Prov = Provincie Zuid-Holland Expl = Exploitatie

DLG = Dienst Landelijk Gebied GAP = Gemeentelijk afkoppelplan

versie dd 23 september 2008 blad 5

Page 51: Gemeentelijk Waterplan Bodegraven

www.grontmij.nl

Grontmij

Coenecoop 55

2741 PH Waddinxveen

Postbus 190

2740 AD Waddinxveen

T +31 (0)182 62 55 00

F +31 (0)182 62 55 10

[email protected]