Gemeente / Woudrichem Bestemmingsplan / Uitwijk ... · Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan 42 Bijlage 2...
Transcript of Gemeente / Woudrichem Bestemmingsplan / Uitwijk ... · Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan 42 Bijlage 2...
Gemeente / Woudrichem
Bestemmingsplan / Uitwijk – Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013
Gemeente / Woudrichem
Bestemmingsplan / Uitwijk – Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013
procedure datum
voorontwerp 11 juli 2013
ontwerp
vastgesteld
inwerkingtreding
onherroepelijk
Opdrachtgever Tankens Projectontwikkeling BV
Opdrachtnemer amer /ruimtelijke ontwikkeling
Zonnehof 43 /3811 ND / Amersfoort
033-4621623 / [email protected] /
www.amer.nl
status ontwerp
projectnummer 19-407
datum 22 januari 2014
Inhoudsopgave
Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 5 1.2 Ligging plangebied 5 1.3 Geldend bestemmingsplan 6 1.4 Leeswijzer 7
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Waardhuizen 9 2.2 Huidige situatie plangebied 9 2.3 Toekomstige situatie plangebied 10
Hoofdstuk 3 Voorwaarden 3.1 Wijzigingsbevoegdheden 13
Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische randvoorwaarden 4.1 Aardkundige waarden 17 4.2 Archeologie 18 4.3 Bodem 20 4.4 Externe veiligheid 21 4.5 Flora en fauna 22 4.6 Geluid 23 4.7 Luchtkwaliteit 26 4.8 Milieuhinder bedrijvigheid 26 4.9 Waterparagraaf 28 4.10 Verkeer en parkeren 32 4.11 Duurzame verstedelijking 34 4.12 Duurzaam bouwen 35 4.13 Kabels en leidingen 35
Hoofdstuk 5 Juridische opzet van het wijzigingsplan 37
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Economische uitvoerbaarheid 39 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 40
2
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Bijlagen bij toelichting
Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan 42
Bijlage 2 Archeologisch inventariserend veldonderzoek, 2006 42
Bijlage 3 Actualiserend archeologisch onderzoek, 2011 42
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek, 2003 42
Bijlage 5 Aanvullend PAK-onderzoek, 2010 42
Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek, 2012 42
Bijlage 7 Natuurtoets, 2012 42
Bijlage 8 Aardkundige waarden 42
Bijlage 9 Kwelberekening 42
Bijlage 10 Akoestisch onderzoek, 2013 42
Bijlage 11 Nota inspraak en vooroverleg 42
Voorschriften
Hoofdstuk 1 Regels (Voorschriften) Artikel 1 Begripsomschrijvingen 45 Artikel 2 Toepasselijkheid bestemmingsplan "Uitwijk – Waardhuizen 2007" 46 Artikel 3 Wonen 47 Artikel 4 Waarde - Archeologie historische kern 48 Artikel 5 Slotregel 50
3
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Toelichting
4
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
5
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007 is voor een gebied van circa 1,8 hectare
in het westen van het dorp Waardhuizen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. De
wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk om de agrarische gronden te wijzigen in
woongebied. Tankens Projectontwikkeling B.V. heeft voor het wijzigingsgebied een
inrichtingsplan opgesteld. Ten behoeve van het voorgenomen plan zijn de twee agrarische
bedrijven die zich in het gebied bevonden door de gemeente gesaneerd. Het plan behelst de
realisatie van 21 nieuwe woningen in het gebied. Het betreft hier zowel boven-, rij-,
halfvrijstaande- als vrijstaande woningen. Daarnaast maakt één bestaande woning ook deel
uit van het plangebied. Deze woning wordt in de toekomstige situatie gehandhaafd.
Dit wijzigingsplan gaat in op de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 17 van de
voorschriften van het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007. De gemeente wenst
middels dit wijzigingsplan medewerking te verlenen aan de ontwikkeling van het gebied ten
zuiden van de straat Waardhuizen. Het wijzigingsplan volgt de procedure zoals beschreven in
Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
1.2 Ligging plangebied
Het wijzigingsgebied heeft betrekking op een gebied ten zuiden van de straat Waardhuizen
aan de westzijde van het gelijknamige dorp. Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd
door de straat Waardhuizen met aan de overzijde enkele vrijstaande woningen. Ten oosten
van het gebied zijn een woning en kerk gesitueerd. Ten zuiden liggen agrarische gronden en
ten westen een actief agrarisch bedrijf. Daarnaast maakt de bestaande woning aan de straat
Waardhuizen 18 ook deel uit van het wijzigingsgebied.
afbeelding - globale ligging plangebied
6
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
1.3 Geldend bestemmingsplan
Het plangebied ligt binnen het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007. Dit plan is op
29 januari 2008 vastgesteld door de gemeente Woudrichem.
Het wijzigingsgebied heeft in het geldende bestemmingsplan de bestemming 'Agrarisch
gebied met landschapswaarden' met de nadere aanduiding 'kleinschalig landschap met
reliëf'. Daarnaast ligt over het noordelijke deel van het wijzigingsgebied de aanduiding
'gebied met archeologische waarde of verwachtingswaarde'.
De wijzigingsbevoegdheid die over het gebied ligt maakt het mogelijk om de betreffende
gronden te wijzigen naar de functies wonen, verblijfsdoeleinden en groen. Bij gebruikmaking
van de wijzigingsbevoegdheid dient echter wel aan enkele bepalingen voldaan te worden.
Hier wordt in hoofdstuk 3.1 nader bij stilgestaan.
afbeelding - uitsnede plankaart bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007
7
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
1.4 Leeswijzer
Het wijzigingsplan is als volgt opgebouwd:
allereerst worden in hoofdstuk 2 de huidige en toekomstige situatie van het plangebied
beschreven;
in hoofdstuk 3 wordt het plan getoetst aan de bepalingen die bij de
wijzigingsbevoegdheid in acht genomen dienen te worden;
in hoofdstuk 4 wordt aandacht geschonken aan de milieutechnische en planologische
randvoorwaarden;
hoofdstuk 5 beschrijft hoe het wijzigingsplan juridisch vorm is gegeven;
hoofdstuk 6 gaat kort in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het
plan.
8
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
9
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Waardhuizen
Waardhuizen is een klein dorp en behoort sinds 1973 tot de gemeente Woudrichem en is
gelegen in de historische landstreek Het Land van Heusden en Altena. Het dorp met een
lengte van één kilometer telt circa 190 inwoners en ligt nabij de dorpen Uitwijk, Rijswijk en
Giessen. De ongeveer 80 woningen in het dorp Waardhuizen liggen voornamelijk langs de
gelijknamige doorgaande straat, de Waardhuizen. Het voetpad en het wegdek liggen op
hetzelfde niveau, door verschil in bestratingspatroon is de begrenzing van beide domeinen
duidelijk. Het dorp Waardhuizen wordt ontsloten door de N322 (Almweg) wat een
belangrijke verbindingsweg vormt in de regio. Het lintdorp is gesitueerd aan de rivier de Alm
en heeft een overwegend landelijk karakter. Naast enkele plassen en moerasbosjes bestaat de
omgeving voornamelijk uit landbouwgebied.
2.2 Huidige situatie plangebied
Het plangebied ligt aan de westrand van het dorp Waardhuizen. In het gebied bevonden zich
in de oorspronkelijke situatie twee agrarische bedrijven met elk één bedrijfswoning. De
agrarische activiteiten bij beide agrarische bedrijven zijn reeds beëindigd en ook zijn de
bedrijfsgebouwen ter plaatse gesloopt. Momenteel staan in het plangebied alleen nog de twee
voormalige agrarische bedrijfswoningen en de burgerwoning. Deze drie woningen blijven in
de toekomstige situatie behouden. De woning Waardhuizen 18 maakt overigens deel uit van
dit wijzigingsplan. De andere twee woningen liggen buiten de grenzen van het
wijzigingsgebied. Bij de nieuwe plannen voor het gebied worden deze woningen zo goed
mogelijk stedenbouwkundig ingepast. In de directe omgeving staan vooral vrijstaande
woningen van één bouwlaag met een kap op relatief ruime kavels. Daarnaast is de openbare
ruimte informeel ingericht en is er veel groen aanwezig in de vorm van tuinen.
Ter hoogte van het wijzigingsgebied bevinden zich aan de zuidkant van de straat
Waardhuizen drie woningen. De bestaande woning in het oosten van het plangebied maakt
deel uit van dit wijzigingsplan. Verder bevinden zich langs de randen middelhoge
opkomende struiken en bomen. Over het algemeen gaat het om jonge houtwallen die niet als
waardevol worden beschouwd. Met uitzondering van de waardevolle boom tussen de
percelen Waardhuizen 16 en Waardhuizen 18. Het gemeentelijk beleid hanteert als
uitgangspunt om deze boom bij de toekomstige plannen te behouden. Tevens blijft de
groensingel ten zuiden van het wijzigingsgebied behouden.
De bestaande woningen van de voormalige agrarische bedrijven en de burgerwoning worden
ontsloten via de straat Waardhuizen.
10
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
2.3 Toekomstige situatie plangebied
Stedenbouwkundige opzet
Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zijn alle voormalige
agrarische gebouwen reeds gesloopt. Daarnaast worden in het kader van de herontwikkeling
verspreid in het gebied enkele bomen en struiken verwijderd. Uitgangspunt is om bij de
herontwikkeling zoveel als mogelijk de aanwezige beplanting te handhaven. Op deze manier
wordt de bestaande groene uitstraling van het gebied behouden en wordt aangesloten op de
huidige structuur.
afbeelding - voorstel voor inrichting wijzigingsgebied
De toekomstige invulling van het gebied bestaat uit twee woonhoven waar verschillende
typen woningen aan worden gesitueerd. De oriëntatie van de woonhoven is haaks gericht op
de straat Waardhuizen om deze zo onderdeel uit te laten maken van de bestaande
lintbebouwing. Door de woningen qua setting, vormgeving en bouwvolume een eenheid te
laten vormen geeft dit aan de woonhoven een krachtig en eigen karakter. Met het openbaar
groen is aangesloten bij de reeds aanwezige groene inrichting langs de straat Waardhuizen
waardoor een samenhang ontstaat tussen nieuw en oud. Gestreefd is om met de nieuwbouw
aansluiting te vinden en oriëntatie te behouden bij de bestaande structuur van de straat
Waardhuizen.
11
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Programma
In totaal worden in het wijzigingsgebied 21 nieuwe woningen gerealiseerd. Het gaat hier
zowel om rijwoningen, halfvrijstaande woningen en vrijstaande woningen. Daarnaast krijgt
ook de bestaande woning aan de straat Waardhuizen 18 een passende bestemming. Vanwege
de huidige situatie op de woningmarkt is de woningbehoefte moeilijk in beeld te krijgen. Het
bestemmingsplan wordt daarom ook dusdanig flexibel opgezet dat ingespeeld kan worden op
de meeste actuele woningbehoefte. Vooralsnog wordt in de plannen uitgegaan van vijf
vrijstaande woningen, zes halfvrijstaande woningen, tien rijwoningen. Zoals reeds
aangegeven kunnen deze aantallen ten tijde van uitwerking van het plan nog wijzigen. Het
maximale aantal van 21 woningen ligt echter vast. De woningen krijgen allen de beschikking
over een (achter)tuin.
Hoogtematen
De verschillende woningtypen in het gebied krijgen afwijkende bouwhoogten. De
rijwoningen krijgen veelal een maximale goothoogte van 6 meter en bouwhoogte van 10
meter, beoordeling van de afwijkende goothoogte zal plaats vinden op basis van het
definitieve bouwplan. Voor de halfvrijstaande en vrijstaande woningen wordt een maximale
goothoogte van 3,5 meter en bouwhoogte van 10 meter gehanteerd.
Beeldkwaliteit
De voorgenomen herontwikkeling heeft tot doel om de bestaande bebouwingsstructuur langs
de straat Waardhuizen en het dorpse karakter van het dorp te versterken. Om de
ontwikkeling zo goed mogelijk in de omgeving in te passen en de beeldkwaliteit voor de
herontwikkeling vast te leggen is een Beeldkwaliteitplan (BKP) opgesteld. Dit BKP heeft geen
formele juridische status maar dient wel als belangrijke input bij de uitwerking van de
plannen voor het plangebied.
Het BKP gaat uit van een samenhangend en streekeigen uitstraling van het plangebied.
Getracht is om de nieuwbouw een relatie te laten behouden met de straat Waardhuizen als
doorgaande weg en een voortzetting is van de huidige bebouwing. Met name het landelijke
karakter van het dorp Waardhuizen speelt hierbij een belangrijke rol. Bij het ontwerpen van
de woonhoven is geprobeerd het landelijke karakter te waarborgen en is inspiratie gevonden
bij het wonen op een boerenerf. Door de woningen een afwisselende maar eenduidige
architectuur in materialen en detaillering mee te geven kan op deze 'boerenerven' een fraai
geheel ontstaan. In het BKP wordt hier nadrukkelijk bij stilgestaan en wordt tevens ingegaan
op de nokrichting, verdeling van hoofdvolumes van de bebouwing, gevelopbouw,
materiaalgebruik en detaillering.
Omdat lang niet alle beeldkwaliteitseisen ruimtelijke relevant zijn en een doorwerking in het
wijzigingsplan kunnen krijgen behoudt het BKP een eigen functie naast het wijzigingsplan.
In het voorliggend plan zijn ondermeer beeldkwaliteitseisen opgenomen die betrekking
hebben op de bouwhoogte, bouwmassa, situering van bebouwing en dergelijke. Voor de
aspecten als materiaalgebruik, verlichting, gevelvormen en dergelijke geldt het BKP als
toetsingskader.
Voor de inrichting van het openbaar gebied dient aangesloten te worden op de
uitgangspunten uit het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) van de gemeente
Woudrichem. In het HIOR zijn de gemeentelijke uitgangspunten opgenomen met betrekking
tot openbare verlichting, verharding, groen, riolering en dergelijke.
12
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Parkeren
Om er voor te zorgen dat de herontwikkeling van het plangebied niet leidt tot
parkeerproblemen voor omgeving, worden in het plangebied nieuwe parkeerplaatsen
aangelegd. In totaal worden bij de herontwikkeling 28 parkeerplaatsen in openbaar gebied
aangelegd. De 28 parkeerplaatsen worden verspreid over drie parkeerkoffers. Twee
parkeerkoffers bevinden zich centraal in de woonhoven en één parkeerkoffer is in het westen
van het gebied gesitueerd. Naast de parkeerplaatsen in het openbaar gebied worden bij de 5
vrijstaande woningen en 6 halfvrijstaande woningen parkeervoorzieningen op eigen terrein
aangelegd. De percelen zijn dusdanig groot van omvang dat hier zelfs ruimte is voor
meerdere parkeerplaatsen op eigen terrein.
De woonhoven en de daarbinnen aanwezige parkeervoorzieningen zijn vanaf de straat
Waardhuizen direct bereikbaar. De parkeervoorzieningen zijn dusdanig gesitueerd dat zij ten
opzichte van de woningen centraal zijn gelegen.
In paragraaf 4.10 wordt uitgebreid ingegaan op de toekomstige parkeer- en verkeerssituatie.
Bluswatervoorziening
Op advies van de afdeling Risicobeheersing van brandweer Land van Heusden en Altena,
dient in het kader van de voorgenomen herontwikkeling van het plangebied een alternatieve
bluswatervoorziening (secundaire) te worden aangelegd. De bluswatervoorziening dient te
bestaan uit een geboorde put met een capaciteit van ten minste 1500 l/min voor een periode
van ten minste 4 uur. De locatie van de put bevindt zich langs de straat Waardhuizen in het
midden van het wijzigingsgebied (zie afbeelding onder stedenbouwkundige opzet). Door de
blusvoorziening op de locatie te situeren kan het gebruikt worden voor beide woonhoven.
13
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 3 Voorwaarden
In het kader van het voorgenomen plan wordt gebruik gemaakt van twee
wijzigingsbevoegdheden uit het geldende bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007.
Daarnaast wordt voor de realisatie van het plan ook gebruik gemaakt van één
vrijstellingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan Uitwijk -Waardhuizen 2007, welke ter
beoordeling zal worden voorgelegd bij met het definitief bouwplan.
In dit hoofdstuk wordt uitsluitend ingegaan op beide wijzigingsbevoegdheden en de daaraan
gekoppelde voorwaarden.
3.1 Wijzigingsbevoegdheden
3.1.1 Inleiding
In het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007 is in artikel 17 lid 1 de volgende
wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming woongebied:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gebieden met op de
plankaarten, de aanduiding 'wijzigingsbevoegdheid naar woongebied' te wijzigen in de
bestemmingen als bedoeld in de artikelen:
4 (Wonen),
7 (Verblijfsdoeleinden), en
9 (Groen).
Om gebruik te maken van deze wijzigingsbevoegdheid dienen echter wel enkele voorwaarden
in acht te worden genomen:
Hieronder zijn de verschillende voorwaarden benoemd, waarna in cursief is aangegeven hoe
aan de betreffende voorwaarde wordt voldaan.
3.1.2 Voorwaarden specifieke wijzigingsbevoegdheid
a. de nieuw te bouwen woningen dienen naar aantal en soort te passen binnen het
gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
De gemeente Woudrichem is momenteel bezig met nieuwe woonbeleid voor de periode
van 2011-2015. De Woonvisie 2011-2015 is een actualisatie van de Woonvisie 2006-
2009. De Woonvisie is ontstaan door samenwerking tussen de gemeente Woudrichem en
de drie corporaties die in Woudrichem actief zijn. De woonvisie borduurt voort op de
Toekomstvisie 2020 en het Coalitieakkoord 2010-2014.
Doel van de gemeente Woudrichem is om voor elke doelgroep geschikte huisvesting aan
te bieden. De hoofdlijnen van het woonbeleid zijn:
1. vergroten aanbod en keuzevrijheid voor starters;
2. focus op doorstroming;
3. voldoende gedifferentieerd aanbod voor toenemende groep ouderen;
4. voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met laag inkomen.
Om met de woningbouw goed in te spelen op de demografische ontwikkeling van de
gemeente Woudrichem, het aantal inwoners en op langere termijn ook het aantal
huishoudens zal gaan afnemen, is de focus verschoven van kwantiteit naar kwaliteit.
14
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Nieuwe woningbouw dient naar behoefte gebouwd te worden, regionaal afgestemd te
worden en gericht te zijn op kwaliteit en duurzaamheid.
Tankens Projectontwikkeling B.V. is van plan om de ontwikkeling van het plangebied
in het dorp Waardhuizen gefaseerd uit te voeren. Gedurende de komende vijf jaar
zijn er plannen om ieder jaar circa vijf woningen op de woningmarkt te brengen.
Door in dit wijzigingsplan flexibiliteit op te nemen voor wat betreft de
woningtypologieën kan desgewenst ingespeeld worden op de actuele
woningbehoefte. Hiermee wordt aangesloten bij het beleidsvoornemen om te
bouwen op maat. Voorlopig bestaan de plannen voor het plangebied uit de
ontwikkeling van vijf vrijstaande woningen, zes halfvrijstaande woningen, tien
rijwoningen. Door een gedifferentieerd woningaanbod te realiseren wordt eveneens
aangesloten bij de beleidsuitgangspunten uit de Woonvisie.
b. regionale afstemming voor de nieuw te bouwen woningen;
In de voorbije jaren heeft de gemeente Woudrichem reeds de nodige inspanningen
gepleegd om het aantal nieuw te bouwen woningen in deze gemeente in de komende
jaren fors terug te dringen. Was er op 1 januari 2008 nog sprake van 1499 woningen, per
1-1-2013 was dit aantal al gereduceerd tot in de totaal 691 woningen. Voor het merendeel
van deze 691 woningen is inmiddels voorzien in harde plancapaciteit c.q. zijn in de
“goede tijd” met diverse ontwikkelaars contractueel afspraken vastgelegd over de
ontwikkeling van hun projecten.
Binnen de RRO West-Brabant is op 19 december 2012 afgesproken dat de gemeente
Woudrichem 453 woningen mag bouwen in de periode 2012 – 2022. Verder is
afgesproken dat onderzocht dient te worden of uitruil van woningen met de
buurgemeenten tot de mogelijkheden behoort. In het kader van de totstandkoming van
de intergemeentelijke structuurvisie Land van Heusden en Altena is met de gemeenten
Aalburg en Werkendam gesproken over de mogelijkheid van uitruil van woningen. Dit
overleg heeft tot op heden nog niet tot concrete resultaten geleid. Vastgesteld is dat er -
op dit moment- in het land van Heusden en Altena geen sprake is van direct
beconcurrerende projecten tussen de (buur)gemeenten. Het maken van minder
vrijblijvende afspraken vanuit de regio is op dit moment niet aan de orde.
Naast het onderzoek naar de mogelijkheid van uitruil van woningen met de
buurgemeenten Aalburg en Werkendam is de gemeente Woudrichem in 2013 ook gestart
met een onderzoek naar een mogelijke temporisering en/of fasering van het huidige
woningbouwprogramma. Door fasering van het project Almkerk-West (Den Doorn)
wordt de plancapaciteit voor de periode 2012 – 2022 met 37 woningen teruggebracht.
Daarnaast zal door fasering van andere projecten de plancapaciteit in het tijdvak 2012-
2022 met circa 100 woningen worden verlaagd.
De resultaten die de gemeente Woudrichem tot nu toe heeft behaald voor wat betreft het
terugdringen van het aantal nieuw te bouwen woningen in deze gemeente in de periode
2012-2022 en de inspanningen die de gemeente Woudrichem verder op dat vlak nog zal
ondernemen staan de verdere ontwikkeling van dit wijzingsplan niet in de weg.
c. aantal woningen mag per op de plankaart aangegeven wijzigingsgebied niet meer
bedragen dan daarin op de plankaart is aangegeven;
In het wijzigingsgebied dat bestemd is voor woongebied mochten in eerste instantie 40
woningen worden gerealiseerd. Omdat de provincie een gedeelte van de
wijzigingsbevoegdheid ten tijde van de goedkeuring, buiten goedkeuring heeft gehouden,
mogen nu nog maximaal 21 nieuwe woningen in het gebied worden gerealiseerd. De
gemeente en de provincie zijn dit overeengekomen. De plannen voor het plangebied gaan
uit van 21 nieuwe woningen en het positief bestemmen van één bestaande
15
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
oorspronkelijke agrarische woning. Gelet op de 21 nieuwe woningen past het aantal
binnen het gestelde maximum aantal van 21 woningen.
d. de goothoogte en hoogte van de woning mogen niet meer bedragen dan respectievelijk
3,5 m en 10 m;
DDe plannen voor het plangebied gaan uit van een variërende goothoogte van 3,5/6
meter en maximale bouwhoogte van 10 meter. De maximale bouwhoogte van 10 meter
past binnen de opgenomen voorwaarden zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid
artikel 17 lid 1. De goothoogte van 6 meter past niet binnen de voorwaarden van de
wijzigingsbevoegdheid aangezien maximaal 3,5 meter wordt toegestaan.
Om het plan toch uit te kunnen voeren zal bij de aanvraag van de omgevingsvergunning
voor bouwen worden beoordeeld of medewerking kan worden verleend aan het bouwen
van de rijwoningen met een goothoogte van 6 meter.
Indien burgemeester en wethouders na beoordeling van het definitief bouwplan een
vrijstellingsbevoegdheid verlenen aan een hogere bouwhoogte kunnen de nieuwe
rijwoningen met een goothoogte van 6 meter worden gerealiseerd. Het voorgenomen
bouwplan is op deze wijze realiseerbaar binnen de voorwaarden van de wijzigings-
bevoegdheid .
e. het aantal parkeerplaatsen per woning dient minimaal 1,3 te bedragen;
In het plangebied worden 21 woningen gerealiseerd. Dit betekent met de norm van 1,3
dat in het gebied in totaal 28 parkeerplaatsen aangelegd moeten worden.
Als onderdeel van de herontwikkeling van het gebied worden in totaal 28
parkeerplaatsen in openbaar gebied aangelegd. Naast de parkeerplaatsen in het
openbaar gebied worden bij de 5 vrijstaande woningen en 6 halfvrijstaande woningen
parkeervoorzieningen op eigen terrein aangelegd. De percelen zijn dusdanig groot van
omvang dat hier zelfs ruimte is voor meerdere parkeerplaatsen op eigen terrein. In totaal
wordt uitgegaan van 27 parkeerplaatsen op eigen terrein. De 27 parkeerplaatsen op eigen
terrein voor de vrijstaande en halfvrijstaande woningen tellen op basis van de
gemeentelijke parkeernotitie voor 15 volwaardige parkeerplaatsen mee (zie paragraaf
4.10.1).
Fysiek worden in het gebied ten behoeve van de woningen 55 parkeerplaatsen gecreëerd,
op basis van de gemeentelijke parkeernotitie moet echter gerekend worden met 43
parkeerplaatsen.
Op basis van de norm van 1,3 parkeerplaatsen per woning zijn er 28 parkeerplaatsen
nodig. Met de aanleg van in totaal 43 parkeerplaatsen wordt derhalve ruimschoots
voldaan aan de gehanteerde norm. De gemeente Woudrichem heeft sinds medio 2011
nieuw parkeerbeleid. Hoe het voorliggende wijzigingsplan hier op aansluit wordt
beschreven in paragraaf 4.10.
f. het wijzigen mag slechts geschieden indien vaststaat dat er betreffende geluidhinder,
luchtkwaliteit, externe veiligheid, archeologie en bodemkwaliteit geen belemmeringen
bestaan voor de ontwikkeling van de woon- en de andere bestemmingen;
In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid stilgestaan bij de verschillende milieutechnische en
planologische relevant aspecten. Voor enkele aspecten is onderzoek uitgevoerd. Uit de
onderzoeksresultaten en de toelichting op de verschillende aspecten blijkt dat er geen
belemmeringen zijn vanwege geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, archeologie
en bodemkwaliteit. Daarnaast zijn de effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de
omgeving geïnventariseerd, uit deze inventarisatie blijkt dat de ontwikkeling geen
negatieve invloed heeft op de omgeving.
g. door het wijzigen mogen de agrarische gebruiksmogelijkheden en bedrijfsvoering
binnen omliggende agrarische bouwpercelen niet onevenredig worden aangetast;
In paragraaf 4.8 wordt uitgebreid stilgestaan bij het aspect milieuhinder bedrijvigheid.
16
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Uit een inventarisatie blijkt dat de voorgenomen herontwikkeling niet leidt tot
onevenredige overlast voor de gebruiksmogelijkheden en bedrijfsvoering van omliggende
agrarische bedrijven.
h. de nieuw te bouwen woningen dienen te passen in het door gedeputeerde staten
vastgestelde planningsgetal voor woningbouw binnen de gemeente Woudrichem;
de gemeente Woudrichem heeft het vastgestelde planningsgetal meegenomen in de
nieuwe Woonvisie en de afspraken die met de provincie zijn gemaakt.
i. bij nieuwe verhardingen zal het verlies aan bergend vermogen in de bodem worden
gecompenseerd door per ha nieuw verhard oppervlak ruimte te bieden voor
waterberging van maximaal 436 m³, waarbij de maximale peilstijging in het
betreffende oppervlaktewater niet meer mag bedragen dan 0,3 m. In alle gevallen
wordt het waterschap geraadpleegd over de wijze waarop de compensatie wordt
gerealiseerd;
De plannen voor herontwikkeling van het plangebied zijn reeds voorgelegd aan
Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland heeft in een advies laten weten dat
er als gevolg van de voorgenomen plannen geen noodzaak is tot het aanleggen/creëren
van extra waterberging. In paragraaf 4.9 wordt overigens nader ingegaan op het advies
van Waterschap Rivierenland.
17
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische randvoorwaarden
4.1 Aardkundige waarden
De provincie heeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 vastgelegd in
de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke
belangen in de Verordening ruimte. In de Verordening zijn voorschriften opgenomen voor de
borging en bescherming van de provinciale belangen.
Het plangebied ligt in het aardkundig waardevolle gebied van het rivierlandschap de Alm.
Binnen dit aardkundig waardevolle gebied wordt gestreefd naar behoud van reliëfverschillen
in het landschap, die samenhangen met de aardkundige reliëfpatronen, zoals die in een
rivierlandschap aanwezig zijn; stroomruggen, restgeulen, oeverwallen, kronkelwaardruggen
en komgronden. Met name het zicht op het natuurlijke reliëf op de overgangen tussen
genoemde aardkundige elementen is waardevol en kan niet zonder meer worden aangetast.
Voor dit nieuwbouwproject is een aanvullend onderzoek (zie 8) uitgevoerd op eventuele
aantasting van de aardkundige waarden van het rivierlandschap de Alm.
De conclusies uit het onderzoek geeft antwoord op een drietal onzekerheden;
1. Wat zijn de geo(morfo)logische en bodemkundige (aardkundige) kenmerken van het
plangebied?
Het plangebied ligt op de oeverwal aan de buitenbocht van de meandergordel van de
Alm. Het ligt ongeveer 20 meter ten zuiden van de laatste restgeul van de Alm in het
overgangsgebied van de oeverwal (op kom) naar het (veen)komgebied. Mogelijk zijn
restanten van oeverafzettingen of crevassen aanwezig.
2. In hoeverre zijn de oorspronkelijke aardkundige waarden en kenmerken intact, en
worden deze waarden bedreigd?
Op basis van het aanwezige reliëf en de uitgevoerde boringen kan worden geconcludeerd
dat de oorspronkelijke oeverafzettingen zijn afgegraven. Hiermee is het oorspronkelijke,
natuurlijke reliëf vervlakt. Op basis van de inrichtingsplannen in combinatie met de
huidige toestand van het terrein kan worden vastgesteld dat er geen aantasting
plaatsvindt van aardkundige waarden.
3. In hoeverre wordt in de bouwplannen voorzien in behoud of versterking van de
oorspronkelijke of nog aanwezige aardkundige waarden?
De definitieve inrichting is nog niet exact vastgesteld. Zo is op basis van de
bestemmingsplanwijziging niet vast te stellen wat de uiteindelijke bodemhoogtes zullen
worden. Mogelijkheden om de oorspronkelijke (uiterlijke) waarden te herstellen moeten
worden gezocht in het laten aflopen van het terrein in zuidelijke richting en eventueel
ophogen aan de staatzijde. De voorgestelde inrichting met tuinen aan de zuidzijde biedt
hiervoor ruimte in relatie tot de aardkundige waarden zichtbaarheid en reliëf (in de
omgeving). Hiermee zal het plangebied beter aansluiten bij de aangrenzende percelen en
het oorspronkelijke reliëf.
De gemeente Woudrichem zal het definitieve inrichtingplan toetsen op naleving van de
bovengenoemde conclusies uit het rapport "Aardkundige waarden" van Vestigia.
18
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.2 Archeologie
Op grond van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) dient bij ruimtelijke
plannen rekening gehouden te worden met de in de grond aanwezige of te verwachten
archeologische waarden.
Om in beeld te krijgen wat de archeologische waarden en verwachtingen binnen het
plangebied zijn, is in 2006 door Vestigia een Archeologisch bureau- en inventariserend
veldonderzoek uitgevoerd. Op advies van de regio-archeoloog is dit onderzoek in het kader
van het voorgenomen plan en nieuwe archeologische verwachtingskaarten in november 2011
geactualiseerd. Beide onderzoeken zijn respectievelijk in Bijlage 2 en Bijlage 3 bij het
wijzigingsplan opgenomen.
Fragment Archeologische beleidskaart en plangebied
19
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Legenda Archeologische beleidskaart en plangebied
4.2.1 Bureau- en inventariserend veldonderzoek 2006
In het wijzigingsgebied Schouten gelegen in het dorp Waardhuizen zijn geen archeologische
of cultuurhistorische waarden aangetroffen. Voorts zijn er tijdens het veldonderzoek
evenmin archeologische vondsten in omgewoelde grond of aan geschoonde slootkanten
waargenomen en ontbraken in de boringen aanwijzingen voor menselijke aanwezigheid
gedurende de prehistorie of de Middeleeuwen. Op een diepte van twee meter onder maaiveld
is een kleine stroomrug aangetroffen. Gezien deze diepte vormen de bouwplannen geen
bedreiging voor de rug mocht deze bewoond zijn geweest. Voor het noordelijk deel van het
plangebied gold een hoge verwachting aangezien de Alm-stroomrug zich hier in de
ondergrond zou bevinden. Deze stroomrug is niet aangetroffen. Mede hierdoor is het
plangebied vrijgegeven.
4.2.2 Actualiserend onderzoek 2011
De gemeente Woudrichem heeft na het onderzoek in 2006 de beschikking gekregen over een
archeologische waarden- en beleidskaart (27 maart 2012). Volgens deze nieuwe
gemeentelijke beleidskaart ligt het grootste gedeelte van het plangebied binnen een zone met
de aanduiding ‘afgerond AMZ-proces’; voor deze zone gelden geen restricties voor
ruimtelijke ontwikkeling en dit deel van het plangebied is dan ook vrijgesteld van de
verplichting tot verder archeologisch onderzoek.
Een strook langs het zuiden van het plangebied heeft een lage archeologische verwachting
(beleidscategorie 4). Binnen deze beleidscategorie is archeologische onderzoek noodzakelijk
bij ingrepen dieper dan 0,3 m en groter dan 50.000 m2. Gezien het oppervlak van het
plangebied (18.000 m2) is dit deel ook vrijgesteld van verder onderzoek.
De noordwesthoek van het plangebied is gelegen in een zone aangeduid met ‘historische
kern’ (beleidscategorie 2). Binnen deze zone is nader onderzoek vereist bij verstoringen
groter dan 50 m2 en dieper dan 0,30 m onder maaiveld. Het plangebied valt niet binnen deze
vrijstellingsnormen en op basis van het gemeentelijk beleid is archeologisch onderzoek dus
gewenst. In dit gebied zijn in 2006 vier boringen gezet die voldoen aan de recente
onderzoeksnormen. In geen van deze boringen zijn archeologische lagen aangetroffen. De
verwachtingswaarde kan derhalve bij worden gesteld tot laag.
20
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.2.3 Conclusie
De actualisatie van het onderzoek uit 2006 met betrekking tot het wijzigingsgebied heeft
aangetoond dat de archeologische verwachting voor het hele plangebied, behalve de dieper
gelegen crevasse en oeverafzettingen, bijgesteld kan worden tot laag. Gelet op het feit dat de
bodem ten behoeve van de ontwikkeling wordt opgehoogd is de maximale verstoringsdiepte
0,30 m beneden maaiveld. Gezien deze geringe verstoringen waaraan de diepe afzettingen
binnen de huidige plannen zullen worden blootgesteld, acht Vestigia nader archeologisch
onderzoek in deze fase niet noodzakelijk en ziet het geen bezwaar in de voortgang van de
plannen.
Meldingsplicht
Aangezien het nooit geheel is uit te sluiten dat archeologische vondsten worden gedaan dient
de uitvoerder/opdrachtgever wel op de hoogte te zijn van de wettelijke meldingsplicht inzake
archeologie:
Indien bij bodemverstorende werkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de
vinder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of
sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet (art. 53) verplicht dit direct te melden. De
melding dient officieel te gebeuren bij de burgemeester van de betreffende gemeente of de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
4.3 Bodem
Bij ruimtelijke ontwikkelingen is het uitgangspunt dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de
toekomstige functie. Wanneer een toekomstige functie mogelijk wordt belemmerd door de
bodemkwaliteit, zal een verkennend bodemonderzoek moeten aantonen of dit daadwerkelijk
het geval is. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het daarom van belang om te
kijken of de toekomstige functie van het gebied niet in strijd is met de kwaliteit van de
bodem.
Om de bodemkwaliteit in het wijzigingsgebied te bepalen zijn in het verleden meerdere
onderzoeken uitgevoerd:
verkennend bodemonderzoek, Tukkers, 2003 (zie Bijlage 4);
verkennend bodemonderzoek, nader onderzoek PAK en asbest (zie Bijlage 5 ), Inpijn-
Blokpoel, 2010.
Op basis van de bovenstaande onderzoeken is geconstateerd dat in het wijzigingsgebied
sprake was van een sterke grondverontreiniging met PAK en tevens twee locaties aanwezig
waren met asbest verontreinigde grond. Op basis van een saneringsplan heeft in 2011
sanering van de PAK- en asbest verontreinigde grond plaatsgevonden. De sanering is in 2012
afgerond. Na afronding van de sanering is in opdracht van de gemeente door Adico
Milieutechniek in november 2012 een nieuw verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie
Bijlage 6 ).
Uit dit laatste onderzoek van Adico Milieutechniek blijkt dat de milieuhygiënische
bodemkwaliteit van het wijzigingsgebied geschikt is voor toekomstig woongebruik.
Het aspect bodem vormt geen belemmering voor ontwikkeling van het voorgenomen plan.
21
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.4 Externe veiligheid
4.4.1 Inleiding
Sinds 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing. In het besluit
zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen
(zoals woningen) in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd
en/of opgeslagen.
Binnen de externe veiligheid worden twee normstellingen gehanteerd:
het Plaatsgebonden Risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid voor
burgers;
het Groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als gevolg
van calamiteiten met gevaarlijke stoffen.
In het kader van de externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen
onderscheiden:
1. Inrichtingen, waarin opslag en/of verwerking van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.
2. Transportroutes, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
3. Buisleidingen, waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Voor elke risicobron is een apart wettelijk kader opgesteld waarin beschreven staat hoe met
de risico's moet worden omgegaan. Het betreft hier de volgende wettelijke kaders:
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” (cRNVGS).
Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
4.4.2 Beoordeling wijzigingsgebied
Om het aspect externe veiligheid te beoordelen is de risicokaart van de provincie Noord-
Brabant geraadpleegd. Op basis van informatie afkomstig van de risicokaart kan worden
geconcludeerd dat met betrekking tot:
Inrichtingen
Binnen het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die in het kader van externe
veiligheid relevant zijn. Ook buiten het plangebied bevinden zich geen inrichtingen waarvan
het invloedsgebied zich tot het plangebied uitstrekt.
Transport over de weg, het water en het spoor
In de omgeving van het plangebied lopen geen wegen die een route voor gevaarlijke stoffen
betreffen. Daarnaast is er in de omgeving van het plangebied ook geen sprake van vervoer
van gevaarlijk stoffen over water/per spoor. In het plangebied ligt derhalve geen
risicocontour als gevolg van een vervoersstroom.
Buisleidingen
In en nabij het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig die in het kader van de externe
veiligheid relevant zijn.
Het aspect externe veiligheid vormt op basis van de gegevens van de risicokaart geen
belemmering voor ontwikkeling van het voorgenomen plan.
22
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.5 Flora en fauna
In Nederland is de bescherming van natuurwaarden in twee wetten geregeld, namelijk in de
Flora- en faunawet (2002) en in de Natuurbeschermingswet (1998). De Flora- en faunawet is
gericht op de bescherming van soorten, terwijl de Natuurbeschermingswet gericht is op de
bescherming van leefgebieden.
Ten behoeve van het voorgenomen plan is door bureau Schenkeveld een natuurtoets
uitgevoerd. Het onderzoeksrapport van 9 oktober 2012 is als Bijlage 7 aan het plan
toegevoegd. In deze natuurtoets is ingegaan op de gebieds- en soortenbescherming.
4.5.1 Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid van een gebied (Beschermd natuurmonument,
EHS of Natura2000-gebied) dat is aangewezen in het kader van de natuurbeschermingswet
1998. Het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied ligt op een afstand van circa 1 kilometer.
Het betreft hier een onderdeel van het Natura 2000-gebied "Loevestein, Pompveld &
Kornsche Boezem". De externe werking van het voorgenomen plan is gering en zal niet van
invloed zijn op het Natura 2000-gebied "Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem".
4.5.2 Soortenbescherming
In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Dit houdt in dat voorafgaand aan de
ingreep alle maatregelen dienen te worden getroffen om nadelige gevolgen op flora en fauna
voor zover mogelijk te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Deze zorgplicht geldt
altijd en voor alle soorten, ook als er een omgevingsvergunning is verleend.
In het kader van het voorgenomen plan is bij de natuurtoets (zie Bijlage 7) nadrukkelijk
stilgestaan bij mogelijk aanwezige beschermde soorten in het plangebied. Op basis van het
veldbezoek dat in het kader van de natuurtoets aan het wijzigingsgebied is gebracht, herbergt
het gebied weinig natuurwaarde. De in het gebied grazige ruigte met beplanting en sloten
biedt alleen onderdak aan enkele algemene (zoom)planten, kleine zoogdieren, amfibieën,
tuin- en parkvogels. De betekenis van de beplante randen voor vleermuizen is niet
onderzocht, maar waarschijnlijk niet groot. De relatief jonge beplanting inclusief
zoomvegetatie dient ten hoogste als geleiding en als foerageergebied.
Bij de realisatie van de plannen dient wel rekening te worden gehouden met de belangrijkste
ecologische gevolgen van het initiatief;
geluid- en lichthinder van de bouwwerkzaamheden zullen doordringen tot de Alm (natte
ecologische verbindingszone). De gevolgen voor de Alm zullen dusdanig gering zijn dat
hierdoor geen significante gevolgen voor de voorkomende soorten optreden.
de aanwezige beplanting langs de randen fungeert mogelijk als
foerageergebied/vliegroute voor vleermuizen. Bij ruimtelijke ingrepen zijn alleen de
vogels tijdens het broeden beschermd. Algemeen wordt hiervoor de periode 15 maart tot
15 juli aangehouden. In die periode mogen de bomen niet worden weggehaald. Verder
wordt geadviseerd een deel van de oude beplanting en wel het meest vitale deel te laten
staan. Deze kunnen in de periode dat de nieuwe beplanting aanslaat en uitgroeit de
functie als vliegroute en/of foerageergebied voor vleermuizen blijven vervullen.
De treurwilg nabij het perceel Waardhuizen 18 is door de gemeente als waardevol
beoordeeld. Dit is vooral op basis van stamdiameter en ruimtelijke kwaliteit. Behalve als
nestelplaats van Turkse tortel heeft dit exemplaar weinig ecologische betekenis.
23
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Het veranderde gebruik (van agrarisch bedrijf naar wonen) betekent een vermindering
van de storingsfactoren vermesting, verontreiniging en verzuring. Daarentegen is de
verwachting dat de hoeveelheid licht, geluid en (auto)bewegingen ongeveer gelijk blijft.
Deze is wel anders van aard als in de landbouwsituatie (minder zwaar, wel frequenter).
De invloed hiervan op de nabijgelegen Alm wordt niet als dusdanig groot/groter
ingeschat, dat wezenlijke waarden en kenmerken worden geschaad.
4.5.3 Conclusie
De nieuwbouw en het woongebruik lijken geen ingrijpende ecologische gevolgen te hebben.
Het weghalen van de beplanting heeft mogelijk wel enig natuureffect. De nog vrij jonge
erfbeplanting is mogelijkerwijs belangrijk als vliegroute en/of foerageergebied van
vleermuizen. Het is daarom belangrijk dat een substantieel deel hiervan blijft staan. Verder
geldt als randvoorwaarde dat de beplanting alleen buiten het broedseizoen (15 maart tot 15
juli) mag worden verwijderd.
Het aspect flora en fauna vormt met inachtneming van het bovenstaande en op basis van de
onderzoeksresultaten geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.
4.6 Geluid
4.6.1 Inleiding
Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij ruimtelijke plannen gekeken te worden
naar aspecten van geluid. In het kader van voorliggend plan is uitsluitend het
wegverkeerslawaai relevant.
Wanneer bij een plan sprake is van de realisatie van nieuwe geluidgevoelige objecten (zoals
woningen) verplicht de Wgh ertoe om rekening te houden met de geluidzone van wegen. Op
grond van artikel 74 van de Wgh heeft iedere weg een geluidzone, met uitzondering van:
wegen die liggen binnen een tot woonerf bestemd gebied;
wegen waarop een wettelijke snelheid geldt van ten hoogste 30 km/uur.
Het voorgenomen plan betreft de realisatie van 21 nieuwe woningen. In de omgeving van het
plangebied zijn de Almweg (N322) en de straat Waardhuizen gelegen. Op de Almweg geldt
een 80 km/uur regime, op de straat Waardhuizen geldt een maximale snelheid van
30km/uur. Conform de Wet geluidhinder heeft de Almweg een zonebreedte van 200 meter
(2 rijstroken / stedelijk gebied). De straat Waardhuizen heeft wettelijk gezien geen
geluidzone en is formeel niet onderzoeksplichtig.
24
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.6.2 Onderzoeksresultaten
In verband met de voorgenomen ontwikkeling is door Metz raadgevend ingenieursbureau in
februari 2013 een akoestisch onderzoek aangaande het wegverkeerslawaai uitgevoerd (zie
Bijlage 10). In het onderzoek is zowel de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op de
N322 als de straat Waardhuizen berekend.
Onderzoeksresultaten
Op basis van het akoestisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de geluidsbelasting in
het wijzigingsgebied, als gevolg van het wegverkeer op de straat Waardhuizen de
voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschrijdt. Omdat aan de voorkeurswaarde van 48
dB wordt voldaan is het niet noodzakelijk om voor deze 30 km/uur weg geluidsmaatregelen
af te wegen in het kader van een goede ruimtelijke ordening.
Uit de resultaten van het onderzoek volgt dat het wegverkeer op de Almweg (N322) ter
plaatse van negen van de 21 nieuw te bouwen woningen, een hogere geluidsbelasting zal gaan
veroorzaken dan de voorkeurswaarde van de Wet geluidhinder aangeeft. De
voorkeursgrenswaarde Lden van 48 dB zal ter plaatse van de bouwnummers 1, 2, 4, 5, 12, 14,
15, 16 en 17 overschreden gaan worden. Uit het onderzoek volgt tevens dat de ten hoogst
toelaatbare waarde Lden van 63 dB niet zal worden overschreden.
afbeelding - situering woning in het wijzigingsgebied met bouwnummers
25
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Maatregelen
Omdat de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van het verkeer op de Almweg (N322) wordt
overschreden, kan niet zonder meer tot de realisatie van de woningen worden overgegaan.
De Wet geluidhinder schrijft voor dat maatregelen moeten worden onderzocht in de
volgorde; bron, overdrachtsgebied en ontvanger.
Het wegverkeerslawaai van de Almweg (N322) kan worden gereduceerd door het toepassen
van een geluidsarm asfalt of door het plaatsen van een geluidsscherm. Door het aanbrengen
van een geluidsarm asfalt met een verwachte geluidsreductie van maximaal 3 - 4 dB zal de
geluidsbelasting niet tot de voorkeurswaarde kunnen worden teruggebracht. Daarbij komt
dat het aanbrengen van een geluidsarm asfalt zeer waarschijnlijk zal stuiten op overwegende
bezwaren van financiële aard. Een geluidsscherm zal in verband met de benodigde
afmetingen (lengte en hoogte) zeer waarschijnlijk stuiten op overwegende bezwaren van
stedenbouwkundige, financiële en landschappelijke aard.
Gelet op het bovenstaande blijkt dat de voorgestelde maatregelen niet haalbaar zijn, of
onvoldoende effect hebben, om de geluidsbelasting terug te brengen tot de
voorkeursgrenswaarde.
Hogere waarden
Om de toekomstige realisatie van de woningen toch mogelijk te maken dient door het college
van burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde vastgesteld te worden voor de
bouwnummers waar de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. Aangezien de
maximale ontheffingswaarde niet wordt overschreden is een dergelijke hogere waarde voor
alle negen bouwnummers ( 1, 2, 4, 5, 12, 14, 15, 16 en 17) mogelijk. Op basis van het
onderzoek kan voor de bouwnummers worden uitgegaan van de volgende hogere waarden.
bouw-
nummer
locatie
waarneempunt
maximale
geluidsbelasting
1 noordgevel
westgevel
53 dB
51 dB
2 noordgevel
oostgevel
53 dB
50 dB
4 westgevel 49 dB
5 westgevel 49 dB
12 westgevel 49 dB
14 westgevel 49 dB
15 westgevel 49 dB
16 noordgevel
westgevel
51 dB
52 dB
17 noord-/oostgevel
noord-/ westgevel
49 dB
49 dB
In het geval van het vaststellen van een hogere waarde, dient de binnenwaarde van 33 dB te
worden gewaarborgd. Het feit dat de maximale gecumuleerde geluidbelasting op de gevels 53
dB bedraagt, betekent dat de minimale isolatiewaarde voor gevels zoals die in het
Bouwbesluit is opgenomen (20 dB) voldoende is om aan de wettelijke binnenwaarde van 33
dB te voldoen. Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen dienen
derhalve geen aanvullende eisen te worden gesteld om een binnenwaarde van 33 dB te
kunnen waarborgen.
26
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Met het vaststellen van een hogere waarde vormt het aspect wegverkeerslawaai geen
belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.
4.7 Luchtkwaliteit
Sinds 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit van kracht. In deze wet is van bepaalde
projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de
luchtverontreiniging. Met de inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit (NSL) op 1 augustus 2009, zijn deze grenzen zoals deze in de Wet
luchtkwaliteit waren opgenomen verruimd. Een project draagt volgens het NSL "niet in
betekende mate" bij zolang de toename van de concentratie fijnstof of stikstofdioxide
maximaal 3% bedraagt van de grenswaarde.
In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van projecten (inrichtingen, kantoor- en
woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de
luchtverontreiniging. Deze projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het
aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Voor woningbouwlocaties geldt dat voor maximaal
1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee
ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op
luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden.
Aangezien het voorgenomen plan de ontwikkeling van 21 woningen betreft, voldoet het plan
aan de NIBM-grens en draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging.
Nadere toetsing van het plan aan de Wet Luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk. Het
aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.
4.8 Milieuhinder bedrijvigheid
In verband met de ontwikkeling van de 21 nieuwe woningen is het van belang om inzichtelijk
te maken of het woon- en leefklimaat niet worden gehinderd door bedrijvigheid in de
omgeving. Anderzijds is het ook van belang dat de nieuwe woningen niet leiden tot
beperkingen op de bedrijfsvoering van de reeds aanwezige bedrijvigheid.
Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling is, op basis van door gemeente verstrekte
gegevens, een inventarisatie gemaakt van de in de omgeving aanwezige activiteiten. De
verschillende activiteiten zijn op de onderstaande afbeelding weergegeven.
27
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
afbeelding - bedrijvigheid/activiteiten in omgeving wijzigingsgebied
De afstand van het plangebied tot het agrarische perceel aan de Waardhuizen 4 bedraagt
circa 130 meter. Deze afstand is dusdanig groot dat dit agrarische bedrijf geen belemmering
vormt voor de voorgenomen ontwikkeling. Bovendien wordt het agrarische bedrijf niet
beperkt in de bedrijfsvoering.
De milieucirkel van het agrarische bedrijf aan de Waardhuizen 8 bedraagt op basis van door
de gemeente verstrekte gegevens 50 meter en reikt wel tot aan het wijzigingsgebied. Bij het
ontwerp van het inrichtingsplan is hiermee rekening gehouden. Om te voorkomen dat bij de
daadwerkelijk realisatie van de woningen, sprake is van de bouw binnen de milieucirkel is
deze cirkel als aanduiding op de plankaart opgenomen. Gekoppeld aan deze aanduiding is
een regeling opgenomen waarmee voorkomen wordt dat woningen binnen de milieucirkel
gerealiseerd kunnen worden. Met het nemen van deze juridische 'maatregel' vormt het
agrarische bedrijf geen belemmering voor het voorgenomen plan. Daarnaast wordt de
bedrijfsvoering van het bedrijf niet beperkt door het voorgenomen plan.
In de omgeving van het wijzigingsgebied zijn verder nog een kerkgebouw en basisschool
aanwezig. De afstand tussen het wijzigingsgebied en beide functies is dusdanig groot dat dit
geen belemmering vormt.
Conclusie
Op basis van de bovenstaande informatie kan worden geconcludeerd dat het aspect
milieuhinder bedrijvigheid geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van het
voorgenomen plan.
28
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.9 Waterparagraaf
4.9.1 Watertoets
Sinds 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat
als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het bestemmingsplan - een
zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen.
De watertoets is een instrument dat er voor zorgt dat bij alle ruimtelijke plannen (landelijk
én stedelijk gebied) aandacht is voor de kwaliteit en kwantiteit van water. De watertoets is
verplicht voor alle overheden die waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en
besluiten hebben. Maar ook als bijvoorbeeld een particulier of ondernemer een vrijstelling
van het bestemmingsplan nodig heeft, komt de watertoets aan de orde. In het kader van de
Watertoets wordt contact opgenomen met de waterbeheerder. Dit is de overheid die
verantwoordelijk is voor het waterbeheer in het plangebied. In dit geval Waterschap
Rivierenland.
Waterschap Rivierenland kan zo in een vroeg stadium meedenken over het ruimtelijke plan
en bepaalt of het plan genoeg rekening houdt met water. Wanneer het plan is voorgelegd aan
Waterschap Rivierenland geven zij hierover een 'wateradvies'. De initiatiefnemer dient
hiermee rekening te houden. Het wijzigingsplan wordt in het kader van het wettelijk
verplichte vooroverleg aan Waterschap Rivierenland voorgelegd.
4.9.2 Beleid Waterschap Rivierenland
Sinds 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010 - 2015 “Werken aan een veilig en
schoon Rivierenland” bepalend voor het waterbeleid in het werkgebied van het waterschap
Rivierenland.
Het waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en –kwaliteit in het
onderhavige gebied. Inrichtingen van waterhuishoudingen voor nieuwbouwplannen worden
door het waterschap getoetst en gekeurd. Voor nieuwbouw geldt dat het “schone” regenwater
gescheiden van het “vuile” huishoudelijke afvalwater wordt opgevangen en verwerkt. Het
huishoudelijke afvalwater kan indien mogelijk direct aangesloten worden op een bestaand
rioolstelsel in de omgeving.
Bij nieuwe bouwplannen binnen stedelijk gebied waarbij de toename van het verhard
oppervlak meer dan 500 m² bedraagt moet er “Waterneutraal” gebouwd worden.
“Waterneutraal” bouwen houdt in dat het opgevangen regenwater van de verharde
oppervlakken binnen het plangebied wordt vastgehouden of geborgen. Afvoer naar het
oppervlaktewatersysteem kan plaatsvinden met een afvoerfactor van 1,5 l/sec/ha. De
hoeveelheid neerslag die verwerkt of gebufferd moet worden in het plangebied wordt bepaald
aan de hand van een door het waterschap gehanteerde regenreeks van Buishand en Velds.
Bij “Waterneutraal” bouwen moet het regenwater in het gebied gebufferd worden om de
geoorloofde afvoer (1,5 l/s/ha) naar het oppervlaktewater bij het vallen van de regenreeks
niet te overschrijden. Hiervoor zijn een aantal compenserende maatregelen mogelijk. De
maatregelen in volgorde van voorkeur van het waterschap zijn als volgt:
1. Creëren van open water;
2. Infiltratie;
3. Het aanbrengen van bergingsvoorzieningen (laatste redmiddel niet lozen op rioolstelsel).
29
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
4.9.3 Water en het plangebied
In het kader van het Beeldkwaliteitplan voor het voorgenomen plan is in januari 2011 overleg
geweest met Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland heeft in een reactie advies
gegeven over de wateraspecten die een rol spelen bij het voorgenomen plan. De belangrijkste
uitkomsten van het wateradvies zijn hieronder weergegeven.
Huidige situatie
Het wijzigingsgebied maakt geen onderdeel uit van een grondwaterbeschermings- of
drinkwaterwingebied. Daarnaast ligt het gebied ook niet binnen een zone van een
waterkering.
Het wijzigingsgebied was in het verleden in gebruik bij twee agrarische bedrijven. In totaal
hadden deze agrarische bedrijven een bebouwd oppervlak van circa 4.000 m². Daarnaast
waren grote delen van deze agrarische percelen nog voorzien van verharding. Het totale
oppervlakte dat niet beschikbaar was voor infiltratie was in de oorspronkelijke situatie 8.939
m².
Rond het plangebied liggen in de huidige situatie meerdere watergangen. Het gaat hier om
zowel sloten als B-watergangen. De sloot aan de noordzijde van het gebied is door middel
van een lange noord-zuid georiënteerde afvoer/duiker tussen Waardhuizen 16 en 18 via een
sloot aan de zuidzijde van het perceel verbonden met de B-watergang (die op termijn wordt
gewijzigd in een A-watergang) aan de oostzijde. Momenteel is in deze B-watergang een
overstort gelegen die in het waterplan van Woudrichem is aangemerkt als knelpunt in het
watersysteem. Voor het oplossen van dit knelpunt, is een aanvoerleiding aangelegd vanuit de
Alm naar deze B-watergang en wordt deze watergang dus opgewaardeerd naar een A-
watergang.
In de hierna volgende afbeelding is de toekomstige situatie weergegeven van het verhard
oppervlak en het toe te passen waterafvoersysteem.
30
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
afbeelding: verhard oppervlak en waterafvoersysteem nieuwe situatie
31
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Toekomstige situatie
Het uitgangspunt bij de ontwikkeling van het wijzigingsgebied is om het bestaande
watersysteem en watergangen zoveel mogelijk te behouden dan wel te verbeteren.
De B-watergang aan de noordzijde blijft in de toekomstige situatie verbonden met de B-
watergang ten westen van het gebied. Het waterschap en de gemeente hebben plannen om de
oostelijke B-watergang op te waarderen naar een A-watergang. De opwaardering houdt in
dat het waterschap het onderhoud van deze watergang zal uitvoeren en hiervoor een goed
toegankelijke en objectvrije strook van 5 meter breed langs de watergang beschikbaar moet
hebben. Voor B-watergangen dient aan weerszijden 1 meter onderhoudsstrook vrijgehouden
te worden. Daarnaast ligt de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van B-watergangen
bij de aanliggende eigenaren. De toekomstige bewoners worden hier bij de verkoop
opgewezen.In de toekomstige situatie dient voorkomen te worden dat de A-watergang
gebruikt wordt voor sproeiwater, spelevaren of andere soortgelijke activiteiten. Daarnaast is
het van belang dat een uitstroom voorziening wordt aangelegd waarmee het hemelwater
geloosd kan worden.
De B-watergang ten westen van het wijzigingsgebied wordt niet gewijzigd maar wordt via een
duiker wel verbonden met de noordelijke sloot. De aanleg van een duiker heeft de voorkeur
omdat deze optie ruimtelijk beter in het ontwerp ingepast kan worden en meer veiligheid
biedt. Bovendien staat de wijzigingsbevoegdheid niet toe om de bestemming "Water" op te
nemen. Hoewel watergangen en -partijen wel zijn toegestaan binnen de groen- en
verblijfsbestemming biedt dit echter geen planologisch-juridische garantie dat deze
watergang ook daadwerkelijk gewaarborgd blijft.
De beduikerde verbinding tussen de noordelijke sloot en ten zuiden gelegen watergang kan
hierdoor komen te vervallen.
Het afvoeren van het hemelwater van Waardhuizen 16 vindt momenteel gedeeltelijk plaats
via de bestaande duiker. In de toekomstige situatie wordt hiervoor nieuwe riolering
aangelegd. Hoe de bestaande duiker op een juiste wijze aangesloten kan worden op de
riolering zal tijdens de uitvoer gecontroleerd moeten worden.
Waterberging
De ten zuiden van het gebied gelegen sloot (130 m²) wordt gedempt. Hiervoor in de plaats
komt op de grens van het gebied een nieuwe watergang. De nieuw te graven watergang krijgt
een oppervlakte van 320 m². Naast de toename van het wateroppervlak in het zuiden wordt
ook in het noorden wateroppervlak toegevoegd. De bestaande duiker wordt hier over een
lengte van circa 25 meter vervangen door een open watergang, wat zorgt voor een toename
van circa 25 m² aan wateroppervlak. Het verhard oppervlak neemt in de toekomstige situatie
met circa 3.120 m² af. In de toekomstige situatie is sprake van circa 5.821 m² aan verhard
oppervlak. Hoewel er als gevolg van de herontwikkeling sprake is van een afname van het
verhard oppervlak, neemt het openwateroppervlak in de toekomstige situatie met 215 m²
toe.
32
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Kwel
Het wijzigingsgebied ligt in een kwelgevoelig gebied. Bovendien is de deklaag dun, waardoor
de kans op opbarsting aanwezig is. Omdat de herinrichting van het gebied (extra) kwel kan
aantrekken is hydrologisch neutraal bouwen een belangrijk aandachtspunt. Hydrologisch
neutraal betekent dat de grondwateroverlast en kwel niet mogen toenemen ten opzichte van
de bestaande situatie. Als het aantrekken van kwel door bouwactiviteiten onvermijdelijk is,
dan zijn compenserende maatregelen nodig. De extra kwel moet dan in het plangebied
worden geborgen. Om inzichtelijk te maken of sprake is van een toename van kwel is een
kwelberekening gemaakt.
Uit deze kwelberekening (zie Bijlage 9) blijkt dat door het aanbrengen van 11 x 160 = 1.760
m² kruipruimte met een diepte van 0,5 meter, de kweltoename circa 0,1 m³/dag bedraagt.
Daarnaast zal door het afgraven van de zuidelijke watergang 4 x 160 = 640 m² met een
diepte van 1,65 m. 0,2 m³/dag extra kwel toenemen. De totale toename van de kwel 0,3
m³/dag is verwaarloosbaar.
In de berekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Dikte watervoerende laag 30 m, K = 50 m/dag
Dikte bestaande slechtdoorlatende afdeklaag 5 m, K = 0,01 m/dag
Rivierwaterstand 4,50+NAP
Afstand tot rivier > 2.500 m
Hoogte bestaand maaiveld 0.00 NAP
Riolering
De nieuwe woningen in het wijzigingsgebied worden aangesloten op een gescheiden riool. In
het basisrioleringplan Uitwijk-Waardhuizen uit 2005 is reeds rekening gehouden met het
vuilwater afkomstig van dit plangebied. De capaciteit van het gemeentelijk rioleringstelsel is
dan ook toereikend.
Schoon hemelwater van daken mag rechtstreeks op het oppervlaktewater worden geloosd.
Het waterschap adviseert om het dakwater via een regenwaterafvoerleiding te lozen op de
watergang aan de oostzijde van het gebied.
De verwachting is dat de herontwikkeling van het wijzigingsgebied geen effecten heeft op de
regenwaterafvoer voor de woningen in de omgeving. Voor de huidige woning op het perceel
Waardhuizen 16 is reeds beschreven hoe wordt omgegaan met de regenwaterafvoer.
4.10 Verkeer en parkeren
4.10.1 Parkeren
Als uitgangspunt voor de nieuw aan te leggen parkeervoorzieningen voor het voorgenomen
plan is in eerste instantie de norm van minimaal 1,3 parkeerplaatsen per woning uit de
wijzigingsbevoegdheid gehanteerd. De gemeente Woudrichem heeft echter sinds mei 2011
samen met de gemeenten Aalburg en Werkendam een 'notitie parkeren' opgesteld.
Op basis van de in deze notitie vastgestelde parkeernormen dienen bij:
dure woningen 2,3 pp aangelegd te worden;
middeldure woningen 2,0 pp aangelegd te worden;
goedkope woningen 1,8 pp aangelegd te worden.
Uitgaande van het voorgenomen woningbouwprogramma voor de 21 woningen in het gebied
betekent dit dat er in totaal 42 parkeerplaatsen aangelegd moeten worden.
Type woning aantal woningen parkeernorm totaal aantal pp
33
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
duur 5 vrijstaande 2.3 pp 11,5 pp
middelduur 6 half vrijstaande 2,0pp 12 pp
goedkoop 10 rijwoningen 1,8 pp 18 pp
21 41,5 pp
Voor de woningen worden in totaal 28 parkeerplaatsen in het openbaar gebied aangelegd. De
28 parkeerplaatsen worden verspreid over drie parkeerkoffers. De parkeerkoffers bevinden
zich centraal op de twee woonhoven en in het westelijke deel van het wijzigingsgebied. De
parkeerplaatsen in het openbaar gebied zijn met name bestemd voor de bewoners van de
rijwoningen en appartementen die geen parkeerplaatsen op eigen terrein krijgen.
afbeelding - plangebied met parkeerkoffers
Voor de vrijstaande en halfvrijstaande woningen worden wel parkeerplaatsen op eigen
terrein aangelegd. In de onderstaande tabel is een overzicht genomen in welke mate deze
parkeerplaatsen op basis van de gemeentelijke 'notitie parkeren' meegeteld mogen worden
bij het totaal.
34
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
type woning aantal
woningen
op eigen terrein factor uit
parkeernotitie
feitelijk aantal
parkeerplaatsen
Halfvrijstaand 6 garage met enkele
oprit (2 pp)
1 6
Vrijstaand 5 garage met dubbele
oprit
(3 pp)
1,8 9
15
Zoals uit de tabel blijkt mogen de in totaal 27 parkeerplaatsen die op eigen terrein worden
gecreëerd op basis van de gemeentelijke parkeernotitie voor 15 parkeerplaatsen worden
meegerekend. De 15 parkeerplaatsen op eigen terrein en de 28 parkeerplaatsen in het
openbaar gebied zorgen voor een totaal van 43, waarmee voldaan wordt aan de gestelde
norm van 42 parkeerplaatsen op basis van de gemeentelijke 'notitie parkeren'.
4.10.2 Bereikbaarheid
Het plangebied bestaat uit twee 'boerenerven' die ontsloten worden op de straat
Waardhuizen. De straat Waardhuizen sluit weer aan op de N322 en zorgt voor de verbinding
met de verdere omgeving.
4.11 Duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe
stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak
van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan
van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.
De 'stappen van de ladder' worden is artikel 3.1.6, lid 2 Bro als volgt omschreven:
1. voorziet de voorgenomen stedelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte;
2. kan binnen bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio in de behoefte worden
voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie
of anderszins;
3. wanneer blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied
kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op
locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten
zijn of als zodanig worden ontwikkeld (m.a.w. zorgen voor optimale inpassing en
bereikbaarheid).
De voorgenomen herontwikkeling van het gebied in het dorp Waardhuizen sluit aan bij de
uitgangspunten van de 'ladder voor duurzame verstedelijking':
1. met het voorgenomen plan worden 21 woningen in verschillende typologieën
gerealiseerd. De woningen worden zowel in de dure, middeldure als goedkope sector
aangeboden en zorgen voor een groter woningaanbod voor starters, doorstroming en
betaalbare woningen. Hiermee wordt aangesloten op de uitgangspunten uit de
gemeentelijke Woonvisie 2011-2015;
2. het plan ligt binnen de bebouwde kom van Waardhuizen en maakt onderdeel uit van de
bebouwingsstructuur langs de straat Waardhuizen. De herontwikkeling leidt dan ook
niet tot het transformeren van landelijk gebied naar stedelijk gebied. Door de
herontwikkeling wordt het wijzigingsgebied optimaal ingericht. Hiermee wordt voldaan
aan het uitgangspunt om eerst bestaande stedelijke locaties te benutten voor stedelijke
35
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
ontwikkeling;
3. het derde punt van de 'ladder' is niet van toepassing.
Geconcludeerd wordt dat in onderhavige situatie sprake is van een duurzame stedelijke
ontwikkeling.
4.12 Duurzaam bouwen
De klimaatveranderingen, de eindigheid van de fossiele brandstof en het daarop
anticiperende beleid van het Rijk, provincies en gemeenten vragen er om dat actief gekeken
wordt naar duurzaamheid in nieuwbouwplannen. Het betreft thema's zoals CO2- en
energiebesparing, duurzame energie en duurzaam bouwen.
Bij de realisering van de nieuwe woningen wordt aandacht besteedt aan het
duurzaamheidaspect. Hierbij kan gedacht worden aan energiezuinigheid en het gebruik van
duurzame bouwmaterialen. In het kader van de aanvraag van de vergunning voor het
bouwen worden de duurzaamheidaspecten nader uitgewerkt.
4.13 Kabels en leidingen
Voor zover bekend liggen in en nabij het wijzigingsgebied geen kabels en/of leidingen die een
ruimtelijke doorwerking behoeven.
36
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
37
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 5 Juridische opzet van het wijzigingsplan
Voorliggend wijzigingsplan is een wijziging, zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1 van de Wet
ruimtelijke ordening. Wanneer deze wijziging rechtskracht verkrijgt gaat het deel uitmaken
van het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007 van de gemeente Woudrichem.
Plankaart
De wijziging betreft een wijziging van de plankaart van het bestemmingsplan Uitwijk-
Waardhuizen 2007. De plankaart behorende bij dit wijzigingsplan voorziet hierin. Het
plangebied is aangegeven met een bolletjeslijn. Op de plankaart is waar te nemen dat
gronden gewijzigd zijn van de bestemming "Agrarisch gebied met landschapswaarden" in de
bestemmingen "Wonen", "Verblijfsdoeleinden" en "Groen".
De nieuwe woningen dienen binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden. Bij de realisatie
dienen de voorgevels van de woningen in of maximaal 3 meter achter de op de plankaart
aangegeven voorgevellijn gebouwd te worden. Voor wat betreft de gebruik- en bouwregels
wordt aangesloten bij de systematiek van het bestemmingsplan Uitwijk-Waardhuizen 2007.
De op de plankaart aangegeven goot- en bouwhoogte zijn de maximale hoogten die bij het
bouwen in acht genomen dienen te worden. Toevoeging op de woonregeling uit het
bestemmingsplan Uitwijk-Waardhuizen 2007 is het opnemen van een aanduiding om het
maximum aantal woningen vast te leggen. Met deze aanduiding is vastgelegd dat zich in het
gehele wijzigingsgebied maximaal 22 woningen mogen bevinden, 21 nieuw te bouwen
woningen en één bestaande woning. Daarnaast is voor de twee woonhoven ook een
afzonderlijk aantal maximum en minimum te realiseren woningen opgenomen. Hiermee
wordt aan de ene kant de flexibiliteit binnen het plan behouden en wordt ook de
stedenbouwkundige invulling gewaarborgd.
Binnen de bestemming "Verblijfsdoeleinden" is het mogelijk om verhardingen,
parkeervoorzieningen en groen- en speelvoorzieningen aan te leggen. Binnen de
groenbestemming zijn naast de groenvoorzieningen en paden ook water- en
speelvoorzieningen toegestaan.
Voorschriften
Voor de bestemmingen die in het plangebied voorkomen blijven de goedgekeurde
voorschriften van het bestemmingsplan Uitwijk-Waardhuizen 2007 onveranderd van
toepassing.
In verband met mogelijke 'toevalsvondsten' in het noordelijke deel van het plangebied is een
dubbelbestemming 'Waarde - archeologische kern' opgenomen. Door middel van het deze
bestemming wordt het 'bodemarchief' beschermd en veiliggesteld. Voor diverse activiteiten,
waarbij de grond wordt 'geroerd', vooral graafwerkzaamheden, is een omgevingsvergunning
nodig. Een archeologische aanduiding komt in het bestemmingsplan Uitwijk-Waardhuizen
2007 ook voor zij het dat deze nu op een andere manier op de verbeelding en in de
voorschriften is weergegeven en is afgestemd op de vastgestelde Archeologische beleidskaart.
Daarnaast is een geurzone toegevoegd aan het plan waarbinnen geen geurgevoelige objecten
mogen worden gebouwd. Deze geurzone is ook op de verbeelding weergegeven.
38
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
39
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische uitvoerbaarheid
Bij het opstellen van een nieuw ruimtelijk plan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub f van
het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische
uitvoerbaarheid van het plan.
De initiatienemer is voornemens om binnen het plangebied 21 koopwoningen te realiseren.
Het streven is om het merendeel van deze woningen voor verkoop in eigen beheer te
ontwikkelen, ook worden enkele bouwkavels beschikbaar gesteld voor particulier
bouwinitiatief. Door verkoop van woningen en bouwkavels wordt voorzien in een sluitende
exploitatie. Vooralsnog wordt in de plannen uitgegaan van vijf vrijstaande woningen, zes
halfvrijstaande woningen en tien rijwoningen, respectievelijk bedoeld voor doorstromers
(senioren en overige) en starters op de woningmarkt. Beide doelgroepen zijn in het kader van
de Woonvisie Woudrichem 2011 – 2015, zoals vastgesteld op 17 mei 2011 door de
gemeenteraad van Woudrichem, aangemerkt als belangrijke doelgroepen waaraan
bijzondere aandacht moet worden geschonken.
De uitvoerbaarheid van het plan wordt bepaald door de vraag naar woningen op deze locatie.
Mede in dat kader heeft de initiatiefnemer een voorlichtings- en informatiebijeenkomst
georganiseerd en gepolst of er voldoende animo voor deze ontwikkeling binnen de kern
Waardhuizen bestaat en of er wel belangstelling voor deze woningen is. Het resultaat was dat
tegen de voorgenomen ontwikkeling geen principiële bezwaren naar voren zijn gebracht en
met belangstelling is geïnformeerd naar de woningen en kavels die binnen het plan zullen
worden gerealiseerd. In principe zijn reeds een tweetal kavels voor particulier initiatief
gereserveerd en hebben zich zeven woningzoekenden gemeld met belangstelling voor de
boerderij- en schuur-woningen.
In de afgelopen 10 jaar zijn maar een zeer beperkt aantal nieuwe woningen in de kern
Waardhuizen gebouwd, waardoor er voor nieuwe belangstellenden voor een koopwoning in
deze kern te weinig aanbod was om zich hier te vestigen, terwijl er wel vraag naar
koopwoningen was. In 2012 zijn in Waardhuizen de laatste 3 projectmatig gebouwde
woningen opgeleverd. Deze woningen zijn vooraf in 2010/2011 binnen een periode van 6
maanden verkocht.
De 21 woningen die nu in de kern Waardhuizen zullen worden gerealiseerd in de periode van
2014 tot 2019 zullen gefaseerd worden uitgegeven en zorgen daarmee voor een geleidelijk
aanbod van woningen en kavels voor de verschillende doelgroepen (gemiddeld 4 woningen
per jaar), dat volledig aansluit op de vraag in Waardhuizen.
Op de gemeentelijke wachtlijst voor nieuwbouwkoopwoningen en bouwkavels staan per juni
2013 tien personen als belangstellende voor Waardhuizen ingeschreven te weten: 4 starters,
1 senior en 5 overige.
Uit recente verkoopcijfers blijkt nog steeds dat er voor de gemeente Woudrichem een goede
verkoopbaarheid van de woningen bestaat. In plan Looveling te Giessen zijn vanaf maart tot
augustus 2012 70% van dertien woningen verkocht. In juni 2013 zijn alle dertien woningen
verkocht. In plan Landrijk te Rijswijk is in oktober 2012 gestart met de verkoop van
woningen, waarbij na een halfjaar één halfvrijstaande woning en 11 rijwoningen zijn
verkocht.
40
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
In Wijk en Aalburg worden door Tankens in 2013/2014 8 rijwoningen en 4 halfvrijstaande
woningen gerealiseerd in de prijsklasse van € 182.000,- tot € 267.000,- die in een
tijdsbestek van 9 maanden voor 100% zijn verkocht.
Gezien het bovenstaande is het aannemelijk dat de 21 woningen binnen een periode van vijf
jaar (gemiddeld vier per jaar) verkocht zullen worden.
Overeenkomst
De gemeente Woudrichem en de initiatiefnemer hebben een anterieure overeenkomst
gesloten met betrekking tot de financiële afhandeling van het plan. In de overeenkomst zijn
afspraken gemaakt over de realisatie van de woningen, de aanleg van openbare
voorzieningen, de inrichting van het openbare gebied en de kosten voor het opstellen van het
wijzigingsplan. Indien sprake is van tegemoetkoming in schade komt dit voor rekening van
de initiatiefnemer. Ook de andere financiële risico's die samenhangen met de ontwikkeling
van dit plan zijn voor rekening van de initiatiefnemer.
De economische uitvoerbaarheid van het voorgenomen plan is derhalve verzekerd, een
exploitatieplan is ook niet noodzakelijk.
6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.2.1 Vooroverleg en inspraak
In het kader van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening wordt het wijzigingsplan
toegezonden aan de vooroverlegpartners provincie Noord-Brabant, Inspectie Leefomgeving
en Transport en Waterschap Rivierenland.
Het voorontwerp van het bestemmingsplan Uitwijk-Waardhuizen 2007, wijziging
Waardhuizen 2013 heeft op grond van de inspraakverordening met ingang van vrijdag 2
augustus 2013 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tot en met 12
september 2013 bestond voor ingezetenen en belanghebbenden de mogelijkheid om bij het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem een inspraakreactie
in te dienen tegen dit voorontwerpwijzigingsplan. Dit is gepubliceerd in het weekblad Altena
Nieuws d.d. 1 augustus 2013.
Gedurende de inzagetermijn is ook een informatieavond georganiseerd. Deze
informatieavond heeft op 5 september 2013 plaatsgevonden in de zaal achter de
Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt Waardhuizen, Waardhuizen 24 te Waardhuizen. Tijdens
deze informatieavond is het voorontwerp van het wijzigingsplan toegelicht en is de
gelegenheid geboden tot het stellen van vragen. Naar aanleiding van de terinzagelegging van
het voorontwerpwijzigingsplan zijn 2 inspraakreacties ingediend.
Daarnaast is het voorontwerp van het wijzigingsplan in het kader van artikel 3.1.1. Bro
voorgelegd aan het Waterschap Rivierenland en de provincie Noord-Brabant. Van beide
instanties is een reactie ontvangen.
De inspraakreacties zijn inhoudelijk beoordeeld en de gemeentelijke beantwoording zijn
opgenomen in de "Noa inspraak, vooroverleg en ambtshalve aanpassingen' en is als
Bijlage 11 bij het wijzigingsplan opgenomen.
41
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
6.2.2 Zienswijzen
Het ontwerp plan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" wordt door de
gemeente voor een ieder ter inzage gelegd, overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3.4 van
de Algemene wet bestuursrecht.
Dat betekent dat het ontwerp van de wijziging gedurende zes weken ter inzage ligt en dat
belanghebbenden binnen deze termijn mondeling of schriftelijk hun zienswijzen naar voren
kunnen brengen.
42
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Bijlagen bij toelichting
Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan
Bijlage 2 Archeologisch inventariserend veldonderzoek, 2006
Bijlage 3 Actualiserend archeologisch onderzoek, 2011
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek, 2003
Bijlage 5 Aanvullend PAK-onderzoek, 2010
Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek, 2012
Bijlage 7 Natuurtoets, 2012
Bijlage 8 Aardkundige waarden
Bijlage 9 Kwelberekening
Bijlage 10 Akoestisch onderzoek, 2013
Bijlage 11 Nota inspraak en vooroverleg
43
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Voorschriften
44
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
45
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Hoofdstuk 1 Regels (Voorschriften)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regels (voorschriften) wordt verstaan onder:
1.1 het plan:
het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013
vervat in deze voorschriften en de verbeelding (plankaart).
1.2 de verbeelding:
de kaart nr. 22-181-26, die deel uitmaakt van het plan.
1.3 milieuzone - geurzone:
zone waarbinnen geen geurgevoelige objecten zijn toegestaan.
1.4 geurgevoelig object:
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden
gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een
daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
46
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Artikel 2 Toepasselijkheid bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007"
Onverminderd het bepaalde in de van dit wijzigingsplan deel uitmakende voorschriften, zijn
op het plan van overeenkomstige toepassing de voorschriften van het bestemmingsplan
“Uitwijk – Waardhuizen 2007”.
47
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Artikel 3 Wonen
In de voorschriften van het bestemmingsplan Uitwijk – Waardhuizen 2007 artikel 4 'Wonen'
wordt:
1. aan lid 3 toegevoegd sub a1, de bepaling die zoals hierna is weergegeven:
ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woningen' mag het aantal woningen niet
meer bedragen dan is aangegeven.
2. aan lid 3 toegevoegd sub a2, de bepaling die zoals hierna is weergegeven:
ter plaatse van de aanduiding 'minimum- en maximum aantal woningen per deelgebied'
mag het aantal woningen niet minder of meer bedragen dan is aangegeven.
3. aan lid 3 toegevoegd sub a3, de bepaling zoals hierna is weergegeven:
een geurgevoelig object is niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone -
geurzone'.
4. aan lid 3 toegevoegd sub b1, de bepaling zoals hierna is weergegeven:
de "voorgevellijn" als bedoeld in sub b is aangeduid met de aanduiding 'gevellijn'.
5. aan lid 3 toegevoegd sub k1, de bepaling zoals hierna is weergegeven:
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag een bijgebouw worden gebouwd,
waarvan de goothoogte en de hoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m
en 6 m, doch in ieder geval niet meer dan de goothoogte en hoogte van de betreffende
woning, een en ander onverminderd het bepaalde onder d.
6. aan lid 8 vrijstellingen sub e, toegevoegd zoals hierna is aangegeven:
onder sub a2 ten behoeve van het bouwen van een geurgevoelig object indien vast staat
dat de geurzone niet meer aanwezig is danwel een verordening is vastgesteld op basis
waarvan is vastgesteld dat desbetreffend geurgevoelig object geen hinder ondervindt van
betreffende geurzone.
48
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Artikel 4 Waarde - Archeologie historische kern
In de voorschriften van het bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007 wordt na artikel
10 een nieuw artikel 10a toegevoegd, , die als volgt luidt zoals hierna is weergegeven:
Artikel 10a Waarde - Archeologie historische kern
1. Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor 'Waarde - Archeologie historische kern' aangewezen gronden
zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor
bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische
waarden.
2. Bouwregels
Ingeval van een aanvraag voor het bouwen van een vergunningplichtig bouwwerk op of
in de in lid 18a.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van meer dan 50 m² en dieper
dan 30 cm, gelden de volgende regels:
a. in het belang van de archeologische monumentenzorg dient door de aanvrager
van de omgevingsvergunning een door een archeologisch deskundige opgesteld
rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein
dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van
burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
b. in het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de
omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden. Tot deze voorwaarden
kunnen in ieder geval behoren:
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor
monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten
begeleiden door een archeologisch deskundige;
c. de onder a genoemde verplichting geldt niet voor de vervanging, vernieuwing of
verandering van bestaande bebouwing, waarbij de bestaande oppervlakte niet wordt
uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
zijnde, of van werkzaamheden.
3.1 Omgevingsvergunningplicht
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van
onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige
archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in sublid 10a.3.2,
zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid
10a.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 50 m²:
a. graafwerkzaamheden en het roeren van gronden, dieper dan 30 cm;
b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe ook wordt gerekend woelen,
mengen, diepploegen en het aanleggen van drainage, dieper dan 30 cm;
d. het aanbrengen ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere
leidingen en de daarmede verband houdende constructies, dieper dan 30 cm;
49
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
e. het graven, vergraven, vergroten van watergangen en waterpartijen, dieper dan
30 cm;
f. het ophogen en egaliseren van gronden;
g. het dempen van watergangen en waterpartijen;
h. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
i. het verhogen of het verlagen van de grondwaterstand.
3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in sublid 10a.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en
werkzaamheden:
a. in het kader van het normale beheer, gebruik en onderhoud;
b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen,
mits verricht door een archeologisch deskundige;
c. die uit een oogpunt van bescherming van de archeologische
verwachtingswaarde van niet ingrijpende betekenis zijn;
d. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning
was vereist;
2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning.
3.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 10a.3.1, wordt slechts verleend, indien:
a. door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij
indirect te verwachten gevolgen, de archeologische verwachtingswaarde of waarde
van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast,
danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden
of kunnen worden verkleind, en
b. door aanvrager van de aanlegvergunning een door een archeologisch deskundige
opgesteld rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat
blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en
wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
3.4 Voorwaarden omgevingsvergunning
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10a. 3.1. kunnen voorwaarden
worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische
verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor
monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden
door een archeologisch deskundige.
4. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een
archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming
'Waarde - Archeologie historische kern' naar ligging wordt verschoven, naar omvang
wordt vergroot of verkleind of in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor
zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in
voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
50
bestemmingsplan "Uitwijk - Waardhuizen 2007, wijziging Waardhuizen 2013" (ontwerp)
Artikel 5 Slotregel
Het plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan Uitwijk - Waardhuizen 2007,
wijziging Waardhuizen 2013.