Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2....

56
Implementatieplan Omgevingswet 2019 Gemeente Moerdijk Rapport 8 augustus 2019 Pim Nijssen Arjan Loesink

Transcript of Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2....

Page 1: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019

Gemeente Moerdijk

Rapport

8 augustus 2019

Pim Nijssen

Arjan Loesink

Page 2: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Samenvatting

Aanleiding

In 2021 wordt de nieuwe Omgevingswet ingevoerd. Er komt één wet voor de fysieke leefomgeving, die

moet leiden tot meer eenvoud, meer integraliteit en daarmee een toekomstbestendig stelsel. Dit is een

grote wetswijzigingsoperatie en gaat tegelijkertijd verder dan dat. Het gaat ook om de wijze waarop

overheden omgaan met initiatieven en ontwikkelingen in de samenleving. Het is hiermee een wet die

kansen biedt voor inwoners, bedrijven én overheden. De Omgevingswet streeft de volgende vier

verbeterdoelen na:

- De fysieke leefomgeving samenhangend benaderen;

- De bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving vergroten;

- De inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht verg-

roten;

- De besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving versnellen en verbeteren.

Doel van dit document

Dit document betreft het implementatieplan voor de Omgevingswet in de gemeente Moerdijk en

beschrijft de stappen die nodig zijn en welke ambitie hierbij wordt nagestreefd. Daarnaast geeft het een

beschrijving van wat dit op moet leveren. Hiermee wordt invulling gegeven aan de initiatieffase, zoals

deze beschreven staat in het vastgestelde startdocument.

Dit implementatieplan is een dynamisch document. De Omgevingswet kent op veel punten nog

onduidelijkheden en daarbij vindt voor een aantal onderdelen nog een nadere uitwerking plaats.

Daarom zal dit document aangevuld en aangepast worden in de komende jaren. Het implementatie-

plan is dan ook geen blauwdruk, maar een levend document dat wordt geactualiseerd inspelend op de

omstandigheden van dat moment.

Totstandkoming implementatieplan

Dit implementatieplan is in nauwe samenwerking met de gemeentelijk projectleider, de stuurgroep,

klankbordgroep en in afstemming met alle interne belanghebbenden, het college en de gemeenteraad

opgesteld. Op deze wijze is een implementatieplan ontstaan dat voortkomt uit de organisatie zelf.

De opgave van Moerdijk

De Omgevingswet is een grootschalige wetswijziging en veranderopgave, die uitdagingen met zich

meebrengt voor onze gemeente. Met de organisatie heeft een verkenning plaatsgevonden van de

huidige stand van zaken van Moerdijk (kwalitatieve nulmeting) en de daaruit voortvloeiende verander-

opgave. Hierbij wordt geconstateerd dat:

- Moerdijk voldoende basis heeft om de Omgevingswet succesvol te kunnen implementeren. Er

is veel kennis en ervaring en er zijn veel medewerkers die hun functie over het algemeen rela-

tief lang vervullen. Om de organisatie verder te optimaliseren en gesteld te doen staan voor

nieuwe ontwikkelingen en toekomstige opgaven, is gestart met ‘Van goed naar beter’. Met het

gedachtengoed hiervan wordt al voor een belangrijk deel al invulling gegeven aan de doelen

die ook de Omgevingswet beoogt.

- Ondanks dat voor een deel al gewerkt wordt in de geest van de Omgevingswet, heeft Moer-

dijk nog een ontwikkelopgave. Deze opgave hangt samen met het verder realiseren van ‘Van

goed naar beter’. Het gaat hierbij vooral om:

Page 3: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

o Domein- en teamoverschrijdend werken. Samenwerking binnen en tussen de do-

meinen en teams alsmede integrale afstemming kan verder verbeterd worden.

o Decentrale verantwoordelijkheid. Medewerkers missen deels nog de functievolwas-

senheid om verantwoordelijkheid te pakken (nog te weinig zelfsturend). Daarnaast

wordt bestuurlijk (zowel Raad als College) veel invloed geclaimd; niet alleen gaan

over het ‘wat’, maar ook over het ‘hoe’.

o Houding en gedrag. Doordat medewerkers over het algemeen lang dezelfde functie

vervullen, is het gevaar van werken op basis van ingesleten patronen aanwezig. De

neiging bestaat om vooral te handelen binnen geldende kaders en wet- en regelge-

ving.

o Participatief werken. Moerdijk heeft al veel aandacht gehad voor participatie en ge-

biedsgericht werken, maar de vertaling ervan naar eigen handelen en beleid vraagt

nog ontwikkeling. Een meer open houding en wet- en regelgeving die meer maat-

werk en lokale afwegingsruimte mogelijk maakt, zijn wenselijk.

o Deregulering en maatwerk. Rondom de principes van de Omgevingswet (‘minder re-

gels’ en ‘meer lokaal maatwerk’) wordt het gevaar gezien dat de neiging bestaat om,

zeker bij incidenten, terug te vallen op regels, zodat controle hier mogelijk blijft.

o DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet). Zowel het intern als het extern uitwisselen van

informatie is nog niet voldoende en de organisatie ziet hierin een grote opgave.

Implementatiestrategie

Op basis van de nulmeting en de opgave, is door betrokkenen de voorkeur uitgesproken om de

implementatie van de Omgevingswet aan te vliegen op een onderscheidende wijze. Deze strategie

past bij de ambities van onze gemeente om samen op te trekken met ‘buiten’, uit te gaan van de

bestaande situatie en deze bewust en weloverwogen te optimaliseren. De proefondervindelijke,

experimenterende werkwijze van deze strategie en het gebiedsgericht werken, passen goed bij de

leervoorkeuren en het DNA van de organisatie.

Samenvattend houdt de onderscheidende strategie in:

- We zetten de huidige situatie centraal en werken vanuit daar aan de verandering

- Daarbij brengen we eerst (2021) op orde ‘wat moet’

- Stap voor stap werken we aan vernieuwing in werkwijze en competenties

- Dat doen we onder meer door te experimenteren en te ontdekken

- En door op onderdelen het verschil te maken/onderscheidend te zijn (in plaats van ineens al-

les anders te gaan doen)

- We doen het samen met ‘buiten’ (onze externe partners)

- Gebieds- en opgavegericht werken past hier goed bij.

De implementatie: sporen en doelen

We vliegen de implementatie van de Omgevingswet aan als een programma. Dit programma kent vier

sporen; Kerninstrumenten (Omgevingsvisie en Omgevingsplan), Vergunningverlening en werkproces-

sen, DSO en Anders werken (dat een concretisering is van ‘Van goed naar beter’). In onderstaande

tabel volgt wat de onderscheidende implementatiestrategie voor consequenties heeft voor de aanpak

van elk spoor en welke doelen deze sporen kennen.

Spoor Onderscheidende strategie Doel

Kerninstrumenten:

Omgevingsvisie

Uitgaan van de bestaande situatie en behouden wat

goed is, om van daaruit te kijken wat beter/ anders kan.

Voor de inhoudelijke scope eerst invulling geven aan

Moerdijk beschikt in 2022 over een

participatief opgestelde en gebiedsgerichte,

Omgevingsvisie, die ruimte biedt aan

Page 4: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

het ruimtelijke aspect en daarna aan de mogelijke

verbreding. De Omgevingsvisie zal in een hoge mate

van participatie tot stand komen, waarmee de externe

focus zal doorwerken.

initiatieven en maatwerk.

Kerninstrumenten:

Omgevingsvisie

Het proces wordt in delen opgeknipt, zodat er in

stappen één gebiedsdekkend plan ontstaat. In eerste

instantie (bij het Omgevingsplan van rechtswege) wordt

uitgegaan van een beperkte mate van deregulering en

maatwerk. Hierna zal stap voor stap verkend worden

welke keuzes passend en wenselijk zijn.

Moerdijk beschikt in 2026 over een

gebiedsdekkend Omgevingsplan.

Vergunningverlening

en werkprocessen

In eerste instantie wordt ingezet op het gereed krijgen

van hetgeen wettelijk verplicht is in 2021. Vanaf dat

moment zal, in combinatie met Omgevingsvisie en -

Plan, gekeken worden naar optimalisatie van wet- en

regelgeving. Experimenteren wat past bij onze

gemeente is hierbij uitgangspunt.

Moerdijk is per 2021 in staat om binnen 8

weken te besluiten over een

omgevingsvergunning.

DSO (Digitaal Stelsel

Omgevingswet)

In eerste instantie wordt ingezet op het gereed krijgen

van hetgeen wettelijk verplicht is in 2021. Vervolgens

wordt stap voor stap verkend wat de extra ambities zijn,

bijvoorbeeld rondom dienstverlening, en wordt hier

invulling aan gegeven.

Moerdijk heeft uiterlijk 1-1-2021 de minimale

vereisten van het DSO ingevoerd.. Na 2021

wordt (gefaseerd) gewerkt aan een

geordend, verbonden en samenhangend

stelsel van digitale voorzieningen,

standaarden, gegevens, bronnen en

afspraken in de keten.

Anders werken Er is oog voor (onder andere) de competenties

participatief werken, samenwerken en integraal werken.

Daarnaast wordt gekozen voor het benutten van de al

lopende organisatieontwikkeling VGNB. Het spoor

Anders werken benut hierin de raakvlakken. Hiermee

worden keuzes gemaakt die passend zijn bij Moerdijk,

waar onze gemeente zich op wil onderscheiden.

Moerdijk werkt in 2021 als basis in de geest

van de wet.

Planning

Voor de genoemde sporen wordt onderstaande planning gehanteerd. 2021, het jaar van de inwerking-

treding van de wet, is hierbij uiteraard een belangrijk ijkpunt. Het Omgevingsplan van rechtswege wordt

van kracht, de minimale eisen voor Vergunningverlening en DSO moeten gerealiseerd zijn en er moet

(in de basis) gewerkt worden in de geest van de Omgevingswet. Tot 2021 ligt de prioriteit dan ook op

het gereed krijgen van hetgeen verplicht volgt uit de Omgevingswet. Vooral in de jaren na 2021 zal

gewerkt worden aan verdere ambities en optimalisatie (ook volgend uit de onderscheidende strategie).

Page 5: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Capaciteit en kosten

De implementatie van de Omgevingswet vraagt flink wat van de organisatie. Voor wat betreft inzet van

benodigde capaciteit en uitvoeringskosten geldt op hoofdlijnen het volgende:

- Vergunningverlening en werkprocessen: De benodigde capaciteit voor dit spoor wordt (tot

2021) geraamd op circa 2000 uur. De kosten op €145.000,-.

- DSO: De benodigde capaciteit voor dit spoor wordt (tot 2021) geraamd op 300 uur. De kosten

op €75.000,-.

- Voor de begeleiding van de implementatie van de Omgevingswet tot 1 januari 2021, zal de

gemeente een programmamanager (en programmasecretaris) aantrekken. De kosten hiervan

worden geraamd op €200.000,-.

- Doordat de inzet voor de implementatie van de Omgevingswet deels ten kosten zal gaan van

capaciteit voor de dagelijkse werkzaamheden, zal dit opgevangen worden door externe in-

huur. De kosten hiervan worden geraamd op €100.000,-.

De nu te voorziene kosten tot 1 januari 2021 komen daarmee uit op €520.000,-. Dit betreft een eerste

inschatting. De transitie vraagt een brede betrokkenheid van mensen binnen de organisatie. Hier wordt

rekening mee gehouden, maar dat laat onverlet dat voor specifieke rollen en uitvoering inhuur van

externe expertise en advies noodzakelijk is. Ook na 2021 zullen personele inzet en financiële middelen

voor de verdere implementatie benodigd zijn. De concrete raming hiervan zal per spoor uitgewerkt

worden in gerichte plannen van aanpak die aan de Raad voorgelegd worden. De sporen Kerninstru-

menten (Omgevingsvisie en -plan) en Anders werken vragen ook inzet en middelen. De capaciteit en

kosten hiermee samenhangend zijn tot 1 januari 2021 minder groot en worden grotendeels opgevan-

gen binnen bestaande budgetten. Het nu voorgelegde bedrag van €520.000 zal dus nog verder

opgehoogd worden in de komende jaren.

Totaaloverzicht raming middelenbeslag:

Inhuur programmamanager € 200.000,-

Inhuur ondersteuning spoor vergunningverlening/ werkprocessen € 145.000,-

Inhuur ondersteuning/ projectleiding spoor DSO € 75.000,-

Opvangen extra belasting vakafdelingen € 100.000,-

Totaal: € 520.000,-

Page 6: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Programmamanagement als noodzakelijk instrument

De implementatie van de Omgevingswet is een complexe veranderopgave. Een veranderopgave die

daarnaast urgent is, gezien de (eerste) verplichtingen in 2021. Het is zinvol om deze opgave te

benaderen als een programma. Een goed ingericht programma maakt het mogelijk samenhang in

complexe trajecten te bewaken. Hiermee kunnen we sturen op het realiseren van de doelen van de

Omgevingswet en met de juiste inzet hier aan werken waarbij het reguliere werk ook door gaat. Om dit

te realiseren is onderstaande programmaorganisatie ingericht voor Moerdijk.

Page 7: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Inhoudsopgave

Samenvatting

1. Introductie 1

1.1 De komst van de Omgevingswet 1

1.2 De Omgevingswet: wat móet er en wat is gewenst? 1

1.3 Een gezamenlijk proces 1

1.4 Leeswijzer 2

1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2

1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4

2. Moerdijk en de Omgevingswet 7

2.1 Al ondernomen activiteiten 7

2.2 Aanpalende ontwikkelingen 7

2.3 Nulmeting en de opgave 8

3. De implementatiestrategie van Moerdijk 10

3.1 Verschillende implementatiestrategieën 10

3.2 De keuzes van Moerdijk 11

4. Het implementatieprogramma: doelen en sporen 14

4.1 Doelen-Inspanningen-Netwerk 14

4.2 Implementatiesporen 14

4.2.1 Algemeen 14

4.2.2 Spoor A: Kerninstrumenten 15

Deelspoor A1: De Omgevingsvisie 15

Deelspoor A2: Het Omgevingsplan 17

4.2.3 Spoor B: Vergunningverlening en werkprocessen 19

4.2.4 Spoor C: Digitaal Stelsel Omgevingswet 22

4.2.5 Spoor D: Anders werken 25

5. Programma-organisatie en rollen 29

5.1 Programmatisch werken 29

5.2 Programmastructuur 29

5.3 Rollen, taken en verantwoordelijkheden 30

5.4 Sturingsfilosofie 31

5.5 Programmasturing 32

Page 8: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

5.6 Monitoring en rapportage 32

6. Planning en afstemming 34

6.1 Planning 34

6.2 Afstemming 34

7. Capaciteit en middelen 36

7.1 Capaciteit en middelen per spoor 36

7.1.1 Kerninstrumenten: Omgevingsvisie 36

7.1.2 Kerninstrumenten: Omgevingsplan 36

7.1.3 Vergunningverlening en werkprocessen (tot 2021) 36

7.1.4 DSO 37

7.1.5 Anders werken 37

7.1.6 Programmakosten en totaal 37

8. Risico’s 38

9. Communicatie 40

9.1 Externe communicatie 40

9.2 Interne communicatie 41

9.2.1 Formele communicatie 42

9.2.2 Informele communicatie 43

9.3 Communicatie tot 2021 43

Page 9: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 1/48

1. Introductie

1.1 De komst van de Omgevingswet

In 2021 wordt de nieuwe Omgevingswet ingevoerd. Er komt één wet voor de fysieke leefomgeving, die

moet leiden tot meer eenvoud, meer integraliteit en daarmee een toekomstbestendig stelsel. Dit is een

grote wetswijzigingsoperatie en gaat tegelijkertijd verder dan dat. Het gaat ook om de wijze waarop

overheden omgaan met initiatieven en ontwikkelingen in de wereld om ons heen. Het is hiermee een wet

die kansen biedt voor inwoners, bedrijven én overheden. Dit document beschrijft de stappen die nodig zijn

voor de implementatie van de Omgevingswet in de Gemeente Moerdijk en welke ambitie hierbij wordt

nagestreefd. Daarnaast geeft het de beschrijving van wat dit op moet leveren. Hiermee wordt invulling

gegeven aan de initiatieffase, zoals deze beschreven staat in het startdocument van Moerdijk en het

stappenplan (zie figuur 1).

Figuur 1: Stappenplan.

1.2 De Omgevingswet: wat móet er en wat is gewenst?

Zoals bovenstaand beschreven is de Omgevingswet voor een deel een juridische veranderopgave. Dit

brengt bepaalde verplichtingen met zich mee, zoals het opstellen van een Omgevingsvisie en -plan door

een gemeente en het besluiten over omgevingsvergunningen binnen een termijn van 8 weken. Om de

verbeterdoelen van de wet te realiseren, is ook een andere manier van werken (in de geest van de wet)

nodig. Dit zonder dat hier vanuit de Omgevingswet verplichtingen voor mee worden gegeven. Het is aan

overheden zelf om hierin een ambitie te bepalen en dit verder in te vullen. Bij de implementatie in onze

gemeente gaat het dus zowel om de verplichte (juridische) opgave als de onverplichte opgave. Voor de

verplichte opgave is het ‘wat’ al grotendeels ingevuld. Voor het werken in de geest van de wet is dat niet

het geval. Dit implementatieplan beschrijft voor dit laatste dan ook zowel het ‘wat’ als het ‘hoe’. Voor de

verplichte opgave wordt gefocust op het ‘hoe’. Overigens verandert een aantal zaken ook niet. De verhou-

dingen tussen Rijk, provincie en gemeente veranderen in de basis niet (wel nemen de bevoegdheden van

de gemeente toe). En de gemeenteraad behoudt bijvoorbeeld ook zijn kaderstellende rol.

1.3 Een gezamenlijk proces

Dit implementatieplan is in nauwe samenwerking met de gemeentelijk projectleider, de stuurgroep,

klankbordgroep en in afstemming met alle interne belanghebbenden, het college en de gemeenteraad

opgesteld. In diverse sessies zijn de gemeenteraad, het college en een belangrijk deel van de organisatie,

van strategisch tot operationeel niveau, meegenomen in de Omgevingswet en de gevolgen hiervan voor

onze gemeente. De opgave is geïnventariseerd, lopende trajecten zijn in beeld gebracht en een indruk van

de wenselijke ambitie is opgedaan. Vervolgens is samen met de organisatie invulling gegeven aan de

Page 10: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 2/48

uitwerking van de aanpak en de wijze waarop dit georganiseerd kan worden. Op deze wijze is een imple-

mentatieplan ontstaan dat voortkomt uit de organisatie zelf. Het is noodzakelijk dat deze breed gedragen

wordt door de organisatie. De Omgevingswet brengt verandering voor een groot deel van onze organisa-

tie, raad en college met zich mee en de mensen zijn de dragers en ontwikkelaars van deze verandering.

Zij moeten hiermee aan de slag in hun dagelijkse werkzaamheden en moeten zich hierin vinden.

1.4 Leeswijzer

Met dit document wordt invulling gegeven aan het wat en het hoe van de implementatie van de Omge-

vingswet in Moerdijk. In dit hoofdstuk (1) wordt daarom de Omgevingswet kort ingeleid. In hoofdstuk 2

komt de stand van zaken en van daaruit de opgave voor onze gemeente aan bod. In hoofdstuk 3 komen

de keuzes ten aanzien van de implementatiestrategie aan de orde. In hoofdstuk 4 worden de (programma)

doelen beschreven en wordt ingegaan op de verschillende implementatiesporen. In hoofdstuk 5 komt de

wijze waarop dit programma georganiseerd wordt aan de orde; structuur, rollen, taken en verantwoorde-

lijkheden. In hoofdstuk 6 tot en met 9 komen respectievelijk de planning en afstemming, de capaciteit en

middelen, de risico’s en de communicatie aan bod.

1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht

De komende jaren wordt de Omgevingswet ingevoerd. Deze implementatie vormt een van de grootste

wetswijzigingen die we in Nederland in de afgelopen 50 jaar hebben meegemaakt. Zesentwintig bestaan-

de wetten voor onder meer bouwen, milieu, waterbeheer, monumentenzorg, ruimtelijke ordening en natuur

worden gebundeld in één wet. Deze wetten zijn nu veelal sectoraal opgebouwd. In samenhang gezien en

toegepast sluiten deze wetten niet meer aan bij de behoefte van deze tijd. Daarnaast komen er vier

Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s, zie bijlage 3), vier aanvullingswetten (natuur, bodem, geluid,

grondeigendom) en zo’n tien ministeriële regelingen.

Op Rijksniveau is de inwerkingtreding van de wet meermaals uitgesteld. Dit heeft onder andere

te maken met de complexiteit van de wetgeving en juridische aanpassingen. Ook heeft het te

maken met het ontwikkelen van een nieuw digitaal loket, het DSO. Met het DSO kan iedereen de informa-

tie raadplegen die nodig is bij het gebruik van de Omgevingswet. De realisatie hiervan is een randvoor-

waarde voor de invoering van de wet.

De overgang van de huidige wetgeving naar de Omgevingswet wordt geregeld in de lnvoeringswet.

De hierin voorgestelde regels voor het overgangsrecht zijn bedoeld om het nieuwe stelsel snel in te

kunnen voeren met behoud van rechtszekerheid en met oog voor de uitvoerbaarheid. Volgens de

ontwerpversie van de lnvoeringswet (januari 2017) hebben gemeenten na de inwerkingtreding van de

wet een overgangstermijn van 5 jaar om een Omgevingsvisie op te stellen en binnen 10 jaar dienen

de bestemmingsplannen omgezet te zijn in één integraal omgevingsplan.

Doel van de Omgevingswet

Het motto van de wet is: ‘ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Het motto is vertaald in twee

maatschappelijke doelen:

- Een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit bereiken en in

stand houden;

- De fysieke leefomgeving doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen om er maatschappelij-

ke behoeften mee te vervullen.

Verbeterdoelen

Om deze maatschappelijke doelen te halen zijn er vier verbeterdoelen geformuleerd (zie ook figuur 2):

- De fysieke leefomgeving samenhangend benaderen;

- De bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving vergroten;

Page 11: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 3/48

- De inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht vergro-

ten;

- De besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving versnellen en verbeteren.

Figuur 2: Verbeterdoelen Omgevingswet.

Taken en bevoegdheden

De wet gaat uit van het subsidiariteitsbeginsel (decentraal, tenzij). Dit betekent dat gemeenten en water-

schappen de taken en de bevoegdheden in principe uitvoeren. De provincie of het Rijk oefenen de taken

alleen uit als:

- Een provinciaal of een nationaal belang niet op een doelmatige en een doeltreffende wijze door

het gemeentebestuur kan worden behartigd;

- Dit nodig is voor een doelmatige en een doeltreffende uitoefening van de taken en de bevoegd-

heden of de uitvoering van een internationaalrechtelijke verplichting.

Instrumenten voor de uitoefening van taken en bevoegdheden

Met 6 kerninstrumenten kunnen bestuursorganen invulling geven aan hun taken en bevoegdheden.

Gemeenten kunnen zelf 4 van deze 6 kerninstrumenten opstellen of verlenen: de omgevingsvisie, het

omgevingsplan, programma’s en de omgevingsvergunning. Gemeenten houden bij het opstellen van deze

kerninstrumenten rekening met de kerninstrumenten van de hogere overheden.

- Omgevingsvisie

De gemeenteraad stelt (evenals het Rijk en de Provincie) een omgevingsvisie vast voor haar grond-

gebied. Dit is een strategisch integraal beleidsdocument dat de hoofdlijnen van de (bestaande en ge-

wenste) kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de hoofdzaken van het te voeren integrale beleid

beschrijft. Daarnaast bevat het de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen, het gebruik, be-

heer, de bescherming en het behoud van het grondgebied. De gemeente moet vijf jaar na de inwer-

kingtreding van de wet een omgevingsvisie hebben vastgesteld. De omgevingsvisie vormt de basis

voor het omgevingsplan en eventueel op te stellen programma’s.

- Programma’s

Een programma is uitvoeringsgericht en bevat maatregelen voor een aspect van de leefomgeving of

voor een specifiek gebied. Het opstellen van een programma is nodig als dit op basis van de visie

noodzakelijk is.

- Omgevingsplan

De gemeenteraad stelt voor haar grondgebied één Omgevingsplan vast. Het Omgevingsplan vervangt

de bestemmingsplannen, beheersverordeningen en gemeentelijke verordeningen op het gebied van

de fysieke leefomgeving, zoals de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Alle regels met betrek-

king tot de fysieke leefomgeving (zoals onder andere welstand, erfgoed, geluid, hinder) moeten in dit

plan worden opgenomen. De regels in het Omgevingsplan zijn gekoppeld aan de functies die aan

Page 12: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 4/48

verschillende locaties in het gebied worden toegekend. Ze regelen de activiteiten en bouwwerken die

op een locatie zijn of kunnen worden toegestaan.

Het Omgevingsplan is een doorvertaling van de Omgevingsvisie. De kaders uit de visie worden uitge-

werkt in dit plan. De reikwijdte (loslaten of controleren/begrenzen) van deze uitwerking is een afwe-

ging die later in het proces zal worden gemaakt. Vanuit het rijk worden instructieregels gesteld over

onderwerpen (bijvoorbeeld onderdelen van de aspecten externe veiligheid, water, lucht, geluid) die op

genomen moeten worden in het Omgevingsplan. Daarnaast is gebiedsgericht of themagericht schuif-

ruimte (denk aan het mengpaneel) om regels op te nemen of juist vrijheden te geven.

- Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning. De uitgangspunten van de

Omgevingswet bij het verlenen van omgevingsvergunningen zijn:

• Meer ruime kaders/ meer vergunningsvrij;

• Standaard toepassen van de reguliere procedure (8 weken).

In de huidige wetgeving van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) zijn op

gemeentelijk niveau al veel vergunningszaken gecombineerd. Onder de Omgevingswet wordt

deze integratie van regels verder uitgebreid. Vanuit hogere regelgeving en het Omgevingsplan kan

ruimte worden benut om te bepalen in welke gevallen géén vergunning nodig is, wat meldingsplichtig

is en wanneer en onder welke voorwaarden iets wél vergunningplichtig is. Met deze keuzes kan

invulling gegeven worden aan de lokale bestuurlijke afwegingsruimte die in het Omgevingsplan

geboden wordt.

Participatie en samenwerking

De Omgevingswet hecht veel belang aan participatie en samenwerking. Uitgangspunt is dat veel wordt

vrijgelaten. De hoe-vraag wordt niet ingevuld. Wel moeten partijen bij besluiten motiveren hoe ze aan

participatie doen of hebben gedaan. Dit betekent werken vanuit de opgave, in samenwerking met verschil-

lende afdelingen, partijen en personen om in een vroeg stadium kansen te pakken en waar nodig maat-

werk te bieden.

1.6 Gemeenten in de Omgevingswet

Rol

Leidend principe in de Omgevingswet is dat de verantwoordelijkheidsverdeling voor de verschillende

overheden onder de wet niet verandert. Ondanks deze status quo, geeft de expliciete nadruk op het

subsidiariteitsbeginsel gemeenten echter wel (nog) nadrukkelijk(er) een sturende rol in de inrichting van

onze fysieke leefomgeving. Met wel als uitgangspunt dat overheden samenwerken als ware het één

overheidsinstantie’. Het meest decentrale betrokken overheidsorgaan (vaak de gemeente) is dan het

primaire het aanspreekpunt.

Werkwijze

Integraal en gebiedsgericht

De Omgevingswet beoogt een omslag van de werkwijze van gemeenten. Strategische beleidsvorming

vindt niet langer plaats in sectorale plannen, maar in één Omgevingsvisie. Deze Omgevingsvisie dient

hiermee integraal en gebiedsgericht van karakter te worden. Een gemeente verwordt hiermee, nog meer

dan voorheen, tot een omgevingspartner van andere overheden en partijen. In een Omgevingsvisie kan de

eigen ambitie, in het licht van de verbeterdoelen van de Omgevingswet, bepaald worden en richting

andere overheden en partijen afgestemd en uitgedragen te worden.

Page 13: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 5/48

Gezien het integrale karakter van de Omgevingsvisie van een gemeente (en van andere overheden),

wordt een meer proactieve houding van gemeenten naar partneroverheden en andere partijen gevraagd.

De gemeente haakt dan in een vroegtijdig stadium aan bij ontwikkelingen van andere overheden en

partijen om haar belangen te borgen. Andersom zijn andere overheden, inwoners, bedrijven en maat-

schappelijke organisaties al voordat de formele besluitvorming van start gaat rondom de fysieke leefomge-

ving, betrokken (vormvrije vroegtijdige publieksparticipatie).

Minder vergunningen, meer algemene regels

Uitgangspunt van de Omgevingswet is dat van vergunningen naar algemene regels gegaan wordt. In lijn

met de veranderingen die de Wabo met zich meebracht kan meer worden afgehandeld met een melding in

plaats van een vergunning. Alles wat wenselijk is wordt afgedaan met een melding. Het toepassen van

algemene regels, brengt een verschuiving in focus met zich mee. De nadruk ligt immers niet meer op

hetgeen niet mag (nee tenzij), maar op wat toegestaan is (ja mits). Dat betekent dat aan de voorkant, bij

het bepalen van de strategische kaders, meer aandacht moet bestaan voor ruime kaders en regels die

ruimte geven voor ontwikkeling. Een gemeente moet dus vooraf bepalen wat de ambitie hierin is (figuur 3)

en hoe het omgaat met de mogelijke gevolgen (minder vergunningen, minder leges, een verschuiving van

het werk richting handhaving, financiering daarvan).

Figuur 3: Verschuiving focus.

Met ‘ja, mits’ als uitgangspunt, wordt dus in principe meer toegestaan door gemeenten. Daarnaast krijgen

gemeenten meer vrijheid om zelf te bepalen welke regels het (aanvullend) stelt. Hiermee ontstaat een

situatie waarin gemeenten meer ruimte kunnen geven aan ontwikkelingen, maar op bepaalde thema’s of in

bepaalde gebieden tevens de afwegingsruimte hebben om (strengere) regels te stellen (figuur 4).

Page 14: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 6/48

Figuur 4: Afwegingsruimte regelgeving.

Page 15: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 7/48

2. Moerdijk en de Omgevingswet

2.1 Al ondernomen activiteiten

De Gemeente Moerdijk heeft zowel alleen als in het samenwerkingsverband De6 al de nodige stappen

gezet. In 2016 is gestart is met ‘de intakefase’, waar met een interne projectgroep gewerkt is aan de

voorbereidingen voor het implementatieproces. Hierbij is de wetsontwikkeling gevolgd en zijn het bestuur

en de interne organisatie geïnformeerd over de wet. Dit heeft geleid tot een Startdocument Implementatie

Omgevingswet, als afsluiting van de ‘intakefase’, waar ingegaan wordt op de processtappen van de

implementatie. Een in De6 verband opgesteld plan van aanpak dat hieraan voorafging is als basis spoor-

boekje gehanteerd bij het opstellen hiervan.

Dit project (of beter ‘programma’) heeft als opgave te zorgen dat onze gemeente gereed is om te kunnen

gaan werken in de geest van de Omgevingswet en daarnaast beschikt over het instrumentarium dat

daarvoor nodig is. Het startdocument is 7 december 2017 vastgesteld door de gemeenteraad, als basis

voor het vervolgproces. Dit (dynamische) implementatieplan geeft invulling aan de volgende fase van dit

project: de initiatieffase. Met de De6 vindt afstemming plaats over de voortgang en onderdelen van het

implementatieproces en het benutten van samenwerkingskansen.

2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Binnen de organisatie lopen enkele trajecten die raakvlakken hebben met de geest van de Omgevingswet.

Ontwikkelingen die uitgaan van dezelfde waarden als de Omgevingswet. Die net als de Omgevingswet

inspelen op de veranderende positie van de gemeente in de samenleving (inspelen op het proces van

horizontalisering).

Het gaat hierbij in eerste instantie om de organisatieontwikkeling ‘Van goed naar beter’. Met deze organi-

satieontwikkeling wordt ingezet op “het doorpakken naar een toekomstbestendige organisatie. Dit door

meer en beter gebruik te maken van de kracht van de samenleving, door meer en beter gebruik te maken

van de kracht van de medewerkers, door nog meer te laten zien wat we doen. Door ons sneller aan te

passen aan de opgaven van deze tijd, door in gesprek met de burger tot nieuwe oplossingen te komen en

deze uitdragen. Door met nieuwe werkwijzen andere oplossingen te verzinnen voor nieuwe uitdagingen.

Om daar vervolgens actief over te communiceren.”

Daarnaast werkt Moerdijk aan de doorontwikkeling van het gebiedsgericht werken, het uitwerken van een

visie op inwoner- en overheids)participatie en ‘democratische vernieuwing’. Voor de visie op inwoner- en

overheidsparticipatie gaat het bijvoorbeeld over de rolverdeling tussen college, raad en organisatie

gekoppeld aan de drie rollen die de gemeente heeft (autoritair gestuurd, regelgestuurd en de communica-

tieve). En de vraag in welke vorm participatie gekoppeld aan de rollen gewenst is. Het uitbouwen van

gebiedsgericht werken raakt bijvoorbeeld de uitbouw van de rol en invloed van de gebiedstafels en andere

vormen waarin we de omgeving invloed geven op het gemeentelijk handelen.

Democratische vernieuwing is een spoor dat met name vanuit de gemeenteraad is opgepakt. Het gaat

bijvoorbeeld om het uitvoeren van experimenten met als doel te onderzoeken hoe inwoners en gemeente

dichter bij elkaar te brengen zijn. Relevant aspect hierbij is het bestuurlijk besluitvormingstraject. De

Omgevingswet leidt tot de verplichting om vergunningaanvragen binnen 8 weken af te werken. Zowel het

ambtelijk voorbereidende deel als ook het bestuurlijk besluitvormingstraject. Dat noodzaakt tot het tegen

het licht houden van besluitvormingsprocessen van college en gemeenteraad. Op dit moment kan aan dat

vereiste nog niet worden voldaan.

Page 16: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 8/48

Het is van belang dat het werken aan deze thema’s en de implementatie van de Omgevingswet hand in

hand gaan en de bestaande energie benut wordt. Om die reden is de verbinding tussen deze zaken

samengebracht in onder andere de sporen Vergunningverlening en werkprocessen en ‘Anders werken’

(zie hoofdstuk 4).

2.3 Nulmeting en de opgave

De Omgevingswet is een grootschalige wetswijziging en veranderopgave, die uitdagingen met zich

meebrengt voor onze gemeente. Het benoemen van de opgaven geeft aan welke zaken aandacht en

prioriteit moeten krijgen bij de implementatie van de wet. Met de organisatie heeft dan ook een verkenning

plaatsgevonden van de huidige stand van zaken van Moerdijk (kwalitatieve nulmeting) en de daaruit

voortvloeiende veranderopgaven. Hierbij is onder andere de Omgevingswetscan (bijlage 3) ingezet. Dit

heeft geleid tot onderstaande inzichten.

Basis op orde

We constateren dat Moerdijk voldoende basis heeft om de Omgevingswet succesvol te kunnen implemen-

teren. Er is veel kennis en ervaring en er zijn veel medewerkers die hun functie over het algemeen relatief

lang vervullen. Mensen weten elkaar (met name binnen de teams) veelal te vinden en er wordt al behoor-

lijk gebiedsgericht en met een externe focus gewerkt (bijvoorbeeld rondom de Visie Buitengebied en het

Gebiedsgericht Werken). Om de organisatie verder te optimaliseren en gesteld te doen staan voor nieuwe

ontwikkelingen en toekomstige opgaven, is gestart met ‘Van goed naar beter’. Moerdijk is meer een

ontwikkel- dan een beheersorganisatie. In combinatie met de aandacht voor gebiedsgericht werken,

participatie en democratische vernieuwing, wordt hiermee al voor een belangrijk deel invulling gegeven

aan de doelen die ook de Omgevingswet beoogt.

Maar Moerdijk is er nog niet

Ondanks dat voor een deel al gewerkt wordt in de geest van de Omgevingswet, heeft Moerdijk nog een

ontwikkelopgave. Deze opgave hangt samen met het verder realiseren van ‘Van goed naar beter’. Deze

opgave wordt gezien voor onderstaande aspecten.

Domein- en teamoverschrijdend werken

Met de organisatieontwikkeling is een drietal domeinen gevormd en teams daarbinnen. Samenwerking

binnen en tussen deze domeinen en teams alsmede integrale afstemming kan verder verbeterd worden. In

werkprocessen is deze afstemming beschreven, maar in de praktijk weten medewerkers elkaar nog niet

altijd te vinden waar nodig. Met de vereiste integrale benadering van de fysieke leefomgeving vanuit de

Omgevingswet, wordt dit extra belangrijk. Belangrijk om te beseffen, een deel van de gemeentelijke taken

is uitbesteed aan de OMWB. Die is daarmee een belangrijke partner.

Decentrale verantwoordelijkheid

De organisatieontwikkeling beoogt om verantwoordelijkheden laag in de organisatie te beleggen. In de

praktijk wordt bemerkt dat medewerkers deels nog de functievolwassenheid missen om deze verantwoor-

delijkheid te pakken (nog te weinig zelfsturend) en daarnaast dat bestuurlijk (zowel Raad als College) veel

invloed wordt geclaimd; niet alleen gaan over het ‘wat’, maar ook over het ‘hoe’. Dit doel van de organisa-

tieontwikkeling vraagt verdere opvolging gelet op de toenemende lokale afwegingsruimte onder de

Omgevingswet. Dit raakt ook de bestuurlijke besluitvormingsprocessen en de belegde mandaten.

Houding en gedrag

Geconstateerd wordt dat medewerkers nog niet altijd over de juiste vaardigheden beschikken om (pas-

send bij de functie) volledig te werken in de geest van de Omgevingswet. Doordat men over het algemeen

lang dezelfde functie vervult, is het gevaar van werken op basis van ingesleten patronen aanwezig. De

Page 17: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 9/48

neiging bestaat om vooral te handelen binnen geldende kaders en wet- en regelgeving en geredeneerd

wordt vanuit de inhoud. Verder inzetten op een flexibele en proactieve houding ten aanzien van nieuwe

ontwikkelingen, gebiedsgericht werken en initiatieven van derden is van belang.

Participatief werken

Moerdijk heeft al veel aandacht gehad voor participatie en gebiedsgericht werken. Geconstateerd wordt

dat hier nog een extra stap in gezet moet worden. Er wordt wel veel gesproken met buiten, maar de

vertaling ervan naar eigen handelen en beleid vraagt nog ontwikkeling. Een meer open houding en

daarnaast wet- en regelgeving die meer maatwerk en lokale afwegingsruimte mogelijk maakt, zijn wense-

lijk onder de Omgevingswet.

Deregulering en maatwerk

De principes uit de Omgevingswet (‘minder regels’ en ‘meer lokaal maatwerk’) stellen eisen aan de

beleidsinstrumenten. Er zijn nog veel vragen over de manier waarop Moerdijk dit vertaalt in haar beleid.

Het vraagt keuzes en een heldere visie, maar ook durf. Het gevaar wordt gezien dat de neiging bestaat om

zeker bij incidenten (sterker) terug te vallen op regels, zodat controle hier mogelijk blijft.

DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet)

Voorop gesteld, het DSO heeft voor gemeenten niet meer de impact en omvang waar bij de start van de

invoering van de Omgevingswet nog aan werd gedacht. Het rijk staat aan de lat voor de ontwikkeling van

het DSO. Geconstateerd wordt wel dat zowel het intern als het extern uitwisselen van informatie nog niet

voldoende is en dat de organisatie hier de grootste opgave ziet. Informatiesystemen en -stromen zijn

voornamelijk gericht op intern gebruik en domein- en teamgrenzen werpen drempels op voor de interne

uitwisseling. Met de komst van de Omgevingswet wordt het belangrijker dat deze uitwisseling plaats kan

vinden, zodat iedereen een gelijke informatiepositie heeft en zodat besluitvorming snel kan verlopen.

Immers om integraal en binnen 8 weken een aanvraag af te kunnen werken is een goede uitwisseling

binnen de gemeente maar ook tussen de gemeente en de OMWB cruciaal. Vooralsnog geven de teams

Informatievoorziening en VTH (vergunningverlening, toezicht en handhaving), die naast REO (ruimtelijke

en economische ontwikkeling) het meest direct betrokken zijn, aan de ontwikkelingen (onder andere vanuit

het Rijk) af te wachten tot er meer zekerheden gegeven kunnen worden. Overigens heeft VTH met het oog

op de Omgevingswet al wel een applicatiemigratie doorgevoerd.

Page 18: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 10/48

3. De implementatiestrategie van Moerdijk

3.1 Verschillende implementatiestrategieën

De mate waarin de Omgevingswet een verandering vraagt, is afhankelijk van de huidige manier van

werken en van de ambitie die onze gemeente heeft met de Omgevingswet. Dit is dus bepalend voor de

grootte van onze veranderopgave. De VNG heeft vier invoeringsstrategieën ontwikkeld, waarmee de

gemeenten richting geven aan de implementatie van de Omgevingswet. Het gaat hierbij om het beant-

woorden van de volgende vragen:

- Gaan we de Omgevingswet aangrijpen als kans om onze werkwijze geheel te vernieuwen of

gaan we liever uit van de huidige werkwijze en beleidskaders?

- Gaan we ons vooral richten op externe opgaven en actoren in het fysieke domein of ligt de focus

in eerste instantie op onze eigen organisatie?

Op basis hiervan is onderscheid te maken tussen vier invoeringsstrategieën (figuur 5):

- Consoliderend (aanpassen en interne focus): Uitgaan van de huidige situatie en inventariseren

welke beleidskaders aangepast moeten worden vanuit een vakinhoudelijke benadering. De Om-

gevingswet wordt dus in eerste instantie alleen gebruikt om de wettelijk noodzakelijke wijzigingen

door te voeren;

- Calculerend (veranderen en interne focus): Uitgaan van de nieuwe situatie en analyseren wat

daar voor nodig is. De Omgevingswet wordt gebruikt waar dit aanwijsbaar voordeel oplevert en

waar verandering wordt nagestreefd;

- Onderscheidend (aanpassen en externe focus): Uitgaan van de huidige situatie en vervolgens

kiezen voor een bepaalde gebiedsopgaven. Opgave- en gebiedsgericht werken hoort bij deze

strategie. De Omgevingswet wordt gebruikt om lokaal op onderdelen het verschil te maken;

- Vernieuwend (veranderen en externe focus): Uitgaan van de nieuwe situatie en samen met ex-

terne betrokkenen bepalen hoe de nieuwe werkwijze eruit moet komen te zien. De Omgevingswet

wordt gebruikt om een forse vernieuwingsslag door te voeren.

Figuur 5: Implementatiestrategieën.

Page 19: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 11/48

In onderstaande tabel is voor een aantal onderwerpen inzichtelijk gemaakt hoe de vier invoeringsstrate-

gieën op hoofdlijnen uitpakken.

Onderwerp Consoliderend Calculerend Onderscheidend Vernieuwend

Implementatie-

eigenaar

Afdelingshoofd

juridische zaken

Programmamanager/projectleider,

met vooral focus op financiën

Ruimtelijke Ontwikkeling

en bestuur

Bestuur en verander-

manager

Omgevingsvisie Aanpassen huidige

structuurvisie aan

wettelijke eisen

Van structuurvisie naar integrale

omgevingsvisie met nadruk op

efficiency

Omgevingsvisie is meer

dan een optelsom van

structuurvisies

Experimentele aanpak

om tot visie te komen,

regionale en integrale

focus

Omgevingsplan Aanpassen huidig

bestemmingsplan

aan wettelijke eisen

Van bestemmingsplan naar

omgevingsplan, met nadruk op

efficiency

Omgevingsplan is meer

dan een optelsom van

bestemmingsplannen en

biedt ruimte voor

experiment

Omgevingsplan

aangrijpen om inrichting

van leefomgeving

significant anders aan

te pakken. Ruimte

bieden aan initiatieven.

Datagebruik Intern gebruik Data delen indien dit meerwaarde

heeft

Specifieke typen data

delen

Open data en big data

om maatschappelijke

opgaven in te vullen

Dienstverlening Basisniveau,

adequaat

Kostengedreven kanaalsturing Focus op de klant,

maatwerk

Optimale dienstverle-

ning en introduceren

van nieuwe concepten

Bestuurlijke

afwegingsruimte

Geen, huidige

regels overnemen

Bekijken wat nodig is voor

efficiëntie

Experimenteren en

ontdekken wat wel en

niet werkt

Maximale afwegings-

ruimte en initiatieven

mogelijk maken

Kosten van de

implementatie

We liften vooral mee

op bestaande

investeringen

De implementatie moet zo

kostenefficiënt mogelijk

plaatsvinden

We zijn bereid om op

onderdelen te investeren

We investeren, zodat

ook andere opgave

profiteren

Tabel 1: Uitwerking invoeringsstrategieën.

3.2 De keuzes van Moerdijk

Door de Stuurgroep, aangevuld met teamleiders uit het ruimtelijke domein, het College van B&W en de

Klankbordgroep (vanuit de gemeenteraad) is op basis van de uitkomsten van de nulmeting en het vaststel-

len van de opgave, gesproken over de implementatiestrategie. Hierbij is de voorkeur uitgesproken om de

implementatie van de Omgevingswet aan te vliegen op een onderscheidende wijze.

De onderscheidende strategie houdt in dat de implementatie een gebieds- en opgavegerichte oriëntatie

kent. De Omgevingswet zal gebruikt worden om op (te prioriteren en te onderscheiden) onderdelen het

verschil te maken. Dit betekent dereguleren waar het werkt en hiervoor experimenteren en ontdekken.

Deze strategie past bij de ambities van onze gemeente om samen op te trekken met ‘buiten’ en uit te gaan

van de bestaande situatie en deze bewust en weloverwogen te optimaliseren. De proefondervindelijke,

experimenterende werkwijze van deze strategie en het gebiedsgericht werken, passen goed bij de leer-

voorkeuren en het DNA van de organisatie.

Page 20: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 12/48

Kern Onderscheidende strategie

- Samen met ‘buiten’/externe partijen

- Uitgaan van de huidige situatie

- En op basis daarvan een gefaseerde aanpak:

o Eerst (2021) op orde ‘wat moet’

o Op onderdelen het verschil maken/onderscheidend zijn (na 2021)

- Stap voor stap verbeteren

- Experimenteren en ontdekken

- Gebieds- en opgavegericht werken

Deze keuze voor een onderscheidende strategie, betekent een veranderopgave die niet onderschat moet

worden. Onze gemeente is hierin niet anders dan andere organisaties, want ook hier is de implementatie

van de wet vooral een cultuurverandering. Gezien de opgave van Moerdijk en de gekozen strategie, zullen

de volgende aspecten prioriteit krijgen tijdens de implementatie van de Omgevingswet:

- Contextniveau: Participatie en instrumenten (hoe werken wij extern samen en hoe richten wij on-

ze instrumenten hierop in);

- Organisatieniveau: Structuur en integraal werken (hoe werken wij intern samen);

- Medewerkerniveau: Competentieontwikkeling (welke vaardigheden heb ik hierbij nodig).

Deze aspecten zijn vertaald in de doelen van de Omgevingswet voor onze gemeente (volgende hoofd-

stuk).

Page 21: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 13/48

Figuur 6: Doelen-Inspanningen-Netwerk.

Page 22: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 14/48

4. Het implementatieprogramma: doelen en sporen

4.1 Doelen-Inspanningen-Netwerk

Vanuit de Omgevingswet (het Rijk) volgen ambitie en verbeterdoelen (hoofdstuk 1). Dit kan door iedere

organisatie beschouwd worden als eigen ambitie en doelen ten aanzien van de implementatie van de wet.

Moerdijk heeft deze doorvertaald naar haar eigen doelen, die volgen uit de nulmeting van de organisatie

en de opgave (hoofdstuk 2) en de gekozen strategie (hoofdstuk 3).

Hieruit volgt dat Moerdijk (programmatisch) gaat werken aan doelen die te verdelen zijn in twee categorie-

en; verplichte doelen gericht op de harde/juridische/instrumentele kant van de wet en onverplichte doelen

gericht op de zachte/culturele/organisatorische kant van de wet.

Deze doelen worden gerealiseerd aan de hand van activiteiten binnen vier programmasporen; Kerninstru-

menten, Vergunningverlening en werkprocessen, DSO en Anders werken. Dit komt grotendeels overeen

met de sporen die door de VNG zijn geïntroduceerd. Dit is verbeeld in de afbeelding van het DIN (Doelen-

Inspanningen-Netwerk), figuur 6. De doelen en inspanningen worden verder uitgewerkt in de betreffende

sporen in de volgende paragrafen.

4.2 Implementatiesporen

4.2.1 Algemeen

Nu de opgave, implementatiestrategie en programmadoelen beschreven zijn, is het tijd de sporen waar-

langs de implementatie vorm krijgt te concretiseren. We beschrijven voor ieder spoor de aanleiding en

achtergrond, doelen, resultaten, aanpak en planning. Middelen en capaciteit komen later in dit document

aan bod. Voor elk spoor is met een brede groep collega’s een canvas ingevuld dat voeding geeft aan deze

sporen. Aanvullende overleggen hebben plaatsgevonden om dit verder uit te werken.

De sporen zijn:

- Spoor A: Kerninstrumenten (Omgevingsvisie en Omgevingsplan)

- Spoor B: Vergunningverlening en werkprocessen

- Spoor C: Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)

- Spoor D: Anders Werken

Er zit een verschil in de sporen. Voor spoor B (Vergunningverlening en werkprocessen) en Spoor C

(aansluiting op Digitaal Stelsel Omgevingswet) geldt dat een aantal onderdelen 1 januari 2021 gereed

moet zijn. Voor de ontwikkeling van de kerninstrumenten gelden, op basis van de Invoeringswet Omge-

vingswet, ruimere termijnen. Om die reden functioneert dit implementatieplan voor de sporen B en C als

‘plan van aanpak’ voor het traject tot 1 januari 2021. Overigens lopen deze sporen na 2021 nog door en

volgt in een latere fase een Plan van Aanpak (PvA) voor de aanpak na 2021. De sporen A (Kerninstru-

menten) en D (anders werken) hebben een minder strakke deadline en zijn beiden langduriger processen.

Voor deze twee sporen geldt dit implementatieplan meer als ‘richtinggevend document’, waarbij de verdere

aanpak nog wordt uitgewerkt in een later op te stellen plan van aanpak (en/of startdocument). Dit betekent

niet dat deze sporen minder cruciaal zijn voor de implementatie van de wet dan Vergunningverlening en

Page 23: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 15/48

werkprocessen en DSO. Het Omgevingsplan dient overigens tot 2021 al ruime aandacht te krijgen,

aangezien bekeken wordt wat er nodig is voor een werkend Omgevingsplan van rechtswege tussen 2021

en 2026.

Relatie tussen de sporen

Vanzelfsprekend bestaan er belangrijke relaties tussen de sporen. De mate van deregulering is een keuze

die wordt gemaakt in de Omgevingsvisie, maar van invloed is op het Omgevingsplan en het spoor Ver-

gunningverlening en werkprocessen. Gezien de planning van de Omgevingsvisie weten we ook dat die

keuze nog niet is gemaakt op het moment van de inwerkingtreding van de wet (2021) en dat heeft gevol-

gen voor vergunningaanvragen die vanaf dat moment binnenkomen. In 2021 werken we in de geest van

de Omgevingswet (wat niet wil zeggen dat de cultuurontwikkeling daarmee al is afgerond), maar hebben

we nog niet alle instrumenten hierop geheel afgestemd. Concreet betekent dat dat we een Omgevingsplan

van rechtswege hebben waaraan we aanvragen toetsen. Ook is dan een reguliere vergunningprocedure

van 8 weken de standaard waarmee we moeten werken. Het is van belang om de consequenties hiervan

binnen alle sporen in beeld te hebben. Als activiteit komen deze dus terug in de afzonderlijke sporen.

4.2.2 Spoor A: Kerninstrumenten

Deelspoor A1: De Omgevingsvisie

Een onderscheidende strategie

De keuze voor de onderscheidende strategie betekent voor de Omgevingsvisie dat wordt uitgegaan van

de bestaande situatie en dat wordt behouden wat goed is, om van daaruit te kijken wat beter/ anders kan.

Dit passend bij het DNA en de opgave van onze gemeente. Dit betekent ook dat voor wat betreft de

inhoudelijke scope van de Omgevingsvisie, eerst invulling wordt geven aan het ruimtelijke aspect en

daarna aan de mogelijke verbreding. Daarnaast zal de Omgevingsvisie in een hoge mate van participatie

tot stand komen. De externe focus die de onderscheidende strategie kent, zal op deze manier doorwerken

in de Omgevingsvisie.

Aanleiding

Het spoor Kerninstrumenten is belangrijk. Hierin leg je inhoudelijk de basis voor je beleid voor de ‘fysieke

leefomgeving’. Een van deze instrumenten is de Omgevingsvisie voor gemeenten.

Achtergrond

De Omgevingsvisie beschrijft de lange termijn ambities van een gemeente op hoofdlijnen. Streven is dat

hierin integrale opgaven centraal staan en er duidelijke keuzes worden gemaakt waar de gemeente naar

toe wil. Sectoraal beleid wordt vervangen door integraal beleid. Ook beschrijft de visie de rol van de

gemeente bij deze ontwikkelingen en ambities en de wijze waarop zij wil sturen of loslaten. De Omge-

vingsvisie is vormvrij.

Probleem/uitdaging

Invulling geven aan (onder andere) de volgende vragen: Met wie gaan we de visie opstellen? Wat zijn de

integrale Moerdijkse (gebieds)opgaven? Hoe komen we tot keuzes bij conflicterend (huidig) beleid? Hoe

gaan we omgevingswaarden formuleren? Welke rol speelt de gemeente in de uitvoering van de visie en

welke instrumenten zetten we hiervoor in? Hoe sturend of dienend wil de gemeente zijn?

Page 24: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 16/48

Doelen

Moerdijk beschikt in 2022 over een participatief opgestelde en gebiedsgerichte, Omgevingsvisie, die

ruimte biedt aan initiatieven en maatwerk. Het is hiermee een goede strategische basis voor het Omge-

vingsplan.

Resultaten

Er is in 2022 een (digitaal beschikbare) en gebiedsdekkende Omgevingsvisie, die vastgesteld is door de

Raad. Tussenresultaten (niet uitputtend):

- Startdocument Omgevingsvisie (door de Raad vast te stellen);

- Inhoudelijke speerpunten analyse: bepalen waar de Omgevingsvisie wel en niet over gaat (scope

beleidsthema’s en gebiedsopgaven);

- Analyse van huidige visies en beleid: waar zitten witte vlekken, tegenstrijdigheden, onwenselijk-

heden;

- Voorbeeldscenario’s/botsproeven met vertaling naar regelgeving: wat betekenen gemaakte be-

leidskeuzes voor het omgevingsplan en voor vergunningverlening?

- Conceptvisie.

Afbakening

Nader uit te werken in het startdocument.

Belanghebbenden

Intern: Raad, College, vrijwel alle domeinen en afdelingen. Extern: Inwoners, bedrijven, ondernemers,

gebiedstafels, provincie, waterschap, OMWB, Veiligheidsregio, aanliggende gemeenten, RWS, GGD,

havenbedrijf, etc.

Projectteam

Huub Sens-Husson fungeert als projectleider. Daaromheen wordt gewerkt met een (nog te formeren)

projectteam bestaande uit in ieder geval beleidsadviseurs op het gebeid van economische zaken, wonen,

mobiliteit, water, veiligheid, milieu, ruimte, duurzaamheid/energietransitie, gezondheid en maatschappelij-

ke ondersteuning. Daaromheen bestaat een flexibele schil met ambassadeurs. Eventueel worden externe

belanghebbenden (situationeel) ook betrokken bij het projectteam.

Aanpak

Bij dit spoor staat een aantal uitgangspunten centraal:

- Gezien de gekozen onderscheidende strategie wordt uitgegaan van de bestaande situatie en

wordt behouden wat goed is, om van daaruit te kijken wat beter/ anders kan. Dit doet ook recht

aan de participatietrajecten die al voor een groot deel van de bestaande visies in meer of mindere

mate hebben plaatsgevonden. Denk hierbij aan de eerder opgestelde Structuurvisie, de gebieds-

plannen, de diverse paraplunota’s, de visie Buitengebied en de Havenstrategie Moerdijk .

- Uitgaande van de externe focus van Moerdijk is het logisch dat de visie in een hoge mate van

participatie tot stand komt. Dit vooral daar waar in het recente verleden nog geen participatie

plaats heeft gevonden bij onderliggende plannen. De rol van de raad in het proces dient vroegtij-

dig aandacht te krijgen.

- Het is wenselijk, voor wat betreft de inhoudelijke scope van de Omgevingsvisie, eerst invulling te

geven aan het ruimtelijke aspect en daarna aan de mogelijke verbreding (fysieke leefomgeving:

onderwerpen als milieu, veiligheid, gezondheid, sociaal domein) te zoeken. Zo kan stap voor stap

verkend worden wat passend is voor onze gemeente.

- Het opstellen van de Omgevingsvisie betreft een vanuit REO aangestuurd integraal project.

Page 25: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 17/48

Dit in ogenschouw nemend, wordt begonnen met het opstellen van een Startdocument. Voorzien wordt dat

een van de opvolgende activiteiten een analyse van de huidige visies en beleid zal zijn. Hiermee wordt

bekeken waar de witte vlekken en mogelijke tegenstrijdigheden zitten. Belangrijk hierbij is dat de mate

waarin dit bestuurlijke keuzes vraagt, meegenomen wordt. Deze stap zal waarschijnlijk niet geheel

beleidsneutraal genomen kunnen worden dus de betrokkenheid van bestuur wordt hierbij nader bepaald.

Aandachtspunten/ Risico

Nader uit te werken in het Startdocument.

Planning

Nader uit te werken in het Startdocument. Daarmee zal in het najaar van 2019 gestart worden. Het

Startdocument zal medio 2020 gereed zijn en daarna vastgesteld worden door de Raad.

Deelspoor A2: Het Omgevingsplan

Een onderscheidende strategie

De keuze voor de onderscheidende strategie betekent voor het Omgevingsplan dat het proces in delen

wordt opgeknipt, zodat er in stappen één gebiedsdekkend plan ontstaat. Dit passend bij de situatie en

opgave van Moerdijk. Ook zal in eerste instantie (bij het Omgevingsplan van rechtswege) uitgegaan

worden van een plan waarin nog in beperkte mate aandacht is voor deregulering en maatwerk. Hier zal

stap voor stap aan gewerkt worden. En verkend wordt welke keuzes hierin passend en wenselijk zijn.

Aanleiding

Het spoor Kerninstrumenten is belangrijk. Hierin leg je inhoudelijk de basis voor je beleid voor de ‘fysieke

leefomgeving’. Een van deze instrumenten is het Omgevingsplan voor gemeenten.

Achtergrond

Uitgangspunt is een gebiedsdekkend plan in plaats van meerdere bestemmingsplannen. Het geeft meer

mogelijkheden voor deregulering en maatwerk per gebied (geboden en open normen). Er komen minder

algemene regels vanuit Rijk en provincie en er is dus meer ruimte voor eigen invulling en maatwerk. Het

Omgevingsplan is hiermee cruciaal voor een goede implementatie van de wet.

Probleem/Uitdaging

Wat hebben we nodig om tot een goed nieuw plan te komen (denk aan een Omgevingsvisie)? Met wie

gaan we het opstellen? Hoe komen we tot nieuwe (ruimere) kaders en uitnodigende regels? Hoeveel

maatwerk staan we toe? Hoe formuleren we omgevingswaarden en hoe zijn die te monitoren? Hoe gaan

we om met de bruidsschat1?

Doelen

Moerdijk beschikt in 2026 over een Omgevingsplan. Om de gestelde kaders in de Omgevingsvisie te

kunnen verwerken in het Omgevingsplan, zal het daadwerkelijk opstellen van het Plan vanaf 2022 (nadat

de Omgevingsvisie gereed is) plaatsvinden. Het gebiedsdekkende Omgevingsplan zal dan in 2026 gereed

zijn (ruim voor de deadline van 2029).

1 Onder de Omgevingswet verhuizen veel regels van het Rijk naar gemeenten en waterschappen. Het Rijk

zorgt er met het Invoeringsbesluit voor dat deze regels automatisch in het omgevingsplan of de water-

schapsverordening komen. Dit heet ook wel de 'bruidsschat'.

Page 26: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 18/48

Resultaten

Er is in 2026 een (digitaal beschikbaar en) gebiedsdekkend Omgevingsplan, vastgesteld door de Raad.

De belangrijkste mijlpalen tot 2021 zijn:

- Eind 2019: Opstellen PvA Omgevingsplan

o Met daarin een uitspraak over de consequenties van de keuze voor een Omgevingsplan

van rechtswege en wat de gevolgen daarvan zijn bij vergunningaanvragen per 1 januari

2021;

o Daarin ook een analyse van de bruidsschat van het Rijk: principebesluit over de vraag

hoe gaan we hiermee omgaan tot 2021. Nemen van besluit of we deze 1-op-1 overne-

men of maken we keuzes (overnemen, ongewijzigd overnemen en overig)?

o Ook de omgang met de (interim) Provinciale Omgevingsverordening wordt meegeno-

men. Indien deze regels bevat die Moerdijk per 2021 door moet vertalen, worden deze

meegenomen in het Omgevingsplan van rechtswege.

o En hoe we gaan komen tot het Omgevingsplan. Maken we in één keer een plan voor het

gehele gebied of knippen we het proces in delen zodat er in stappen één gebiedsdek-

kend plan ontstaat. We gaan nu uit van de laatste variant en houden daarom 2026 aan

als moment dat dit gereed is.

o Beschreven wordt welke pilots bijdragen aan het resultaat.

- Medio 2020: Indien we in de vorige stap hebben besloten niet 1-op-1 over te nemen, vraagt de

analyse van de bruidsschat nadere specificering van de vraag wat we wel en wat we niet over-

nemen tot 2021. Als we hem wel 1-op-1 overnemen hebben we meer tijd om deze keuzes te ma-

ken na 2021.

- Medio 2020: Overzicht van te uniformeren regels voor 2021 (dubbellingen, witte vlekken).

- Medio 2020: Overzicht van conflicterende en eventueel missende (beleids)regels en een voorstel

voor vertaling in Omgevingsplan van rechtswege (bijvoorbeeld bodem, waarvan taken vanuit de

provincie naar de gemeente komen).

- 2021: Omgevingsplan van rechtswege.

- 2022: Start opstellen Omgevingsplan, aansluitend op opstellen Omgevingsvisie.

- 2026: Vaststellen Omgevingsplan door de gemeenteraad.

De belangrijkste mijlpalen na 2021 worden nader uitgewerkt in het Plan van Aanpak en de navolgende

actualiseringen ervan. Hierbij is de input vanuit de Omgevingsvisie en de keuzes die daarin worden

gemaakt met name relevant. Waaronder de mate van deregulering (generiek en voor afzonderlijke

gebieden). Vanuit de Omgevingsplan wordt hieraan input geleverd vanuit de wijze waarop werkbare

voorschriften (wel of niet) kunnen worden geformuleerd en de juridische houdbaarheid bepaald.

Afbakening

Nader te bepalen in het PvA.

Belanghebbenden

Intern: Raad, College, vrijwel alle domeinen en afdelingen. Extern: Inwoners, bedrijven, ondernemers,

gebiedstafels, provincie, waterschap, aanliggende gemeenten, OMWB, Veiligheidsregio, RWS, GGD,

havenbedrijf.

Projectteam

Beleidsadviseurs economie, wonen, mobiliteit, water, veiligheid, milieu, ruimte, duurzaam-

heid/energietransitie, handhaving, vergunningverleners, vergunningjurist en plantoetsers, beheerders

openbare ruimte. Trekker van dit spoor is Daniëlla de Kuijper.

Page 27: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 19/48

Aanpak

Nader uit te werken in PvA.

Aandachtspunten/ Risico’s

- Heb oog voor voldoende voortgang rondom de Omgevingsvisie, om voldoende basis te hebben

voor het opstellen van het Omgevingsplan;

- Houd oog voor het behoud van gevoel voor urgentie en ambities. Het Omgevingsplan (met als

basis de Omgevingsvisie) is meer dan een optelsom van de huidige bestemmingsplannen.

Planning

Het opstellen van het definitieve Omgevingsplan zal vanaf 2022 plaatsvinden. Tot 2021 wordt bekeken wat

er nodig is voor een werkend plan tussen 2021 en 2026; bruidsschat, bouwaanvragen, te uniformeren

regels, etc. De verdere planning wordt in het Plan van Aanpak nader uitgewerkt. Dit Plan van Aanpak is

uiterlijk Q1 2020 afgerond.

4.2.3 Spoor B: Vergunningverlening en werkprocessen

Een onderscheidende strategie

De keuze voor de onderscheidende strategie betekent voor Vergunningverlening dat in eerste instantie in

wordt gezet op het gereed krijgen van hetgeen wettelijk verplicht is in 2021. De basis zal hiermee in orde

gemaakt worden. Vanaf dat moment zal, in combinatie met Omgevingsvisie en -plan, gekeken worden

naar optimalisatie van wet- en regelgeving. Experimenteren wat past bij onze gemeente is hierbij uit-

gangspunt. Ook dienstverlening kan binnen dit spoor verder aan de orde komen.

Aanleiding

Het spoor Vergunningverlening en werkprocessen vraagt aandacht, omdat de Omgevingswet een aantal

wettelijke verplichtingen kent, waaronder het in 2021 binnen 8 weken kunnen besluiten over een Omge-

vingsvergunning. Dit in het licht van het versnellen van besluitvorming en het vergroten van het gebruiks-

gemak van het Omgevingsrecht.

Achtergrond

Vergunningprocedure van 26 naar 8 weken. De gemeente bepaalt niet langer welke procedure ze volgt bij

de vergunningaanvraag; de reguliere procedure van 8 weken wordt de standaard. Er is een relatie met de

Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Met de invoering van die wet verschuift de verantwoordelijkheid

voor het toezicht op de uitvoering van bouwactiviteiten in bepaalde mate van de overheid naar private

kwaliteitsborgers.

Probleem/Uitdaging

Vergunningsaanvragen binnen 8 weken afronden is een forse opgave. Na 8 weken (+eventueel 6 weken)

niet besloten betekent mogelijk een dwangsom. Op dit moment wordt het merendeel van de vergunning-

aanvragen al binnen de termijn van 8 weken afgehandeld. Dit is mogelijk indien er heldere kaders aanwe-

zig zijn. Zo’n 4 vergunningsaanvragen per maand worden niet binnen de termijn van 8 weken afgehan-

deld. Optimalisatie hiervan wordt gezien in: beperktere vergunningplicht/ deregulering, snellere afstem-

ming ketenpartners en snellere afstemming tussen de teams in domein O&L. Daarnaast vormen ook de

huidige bestuurlijke besluitvormingsprocedures een belemmering om deze termijn te kunnen halen.

Daarnaast kan door een goed vooroverleg en/ of het werken met conceptaanvragen een vlotte afhandeling

worden gerealiseerd. Hiervoor gelden echter geen termijnen. Hierdoor bestaat het risico dat (informele)

besluitvorming alsnog heel lang op zich laat wachten. Dit moet worden voorkomen.

Page 28: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 20/48

Het is tevens de uitdaging om tot 2021 zowel te werken aan hetgeen nodig is om vanaf dat moment te

werken volgens de nieuwe eisen, als aan de dagelijkse werkzaamheden (vergunningverlening moet

doorgaan).

Tot slot gelden de uitdagingen om de vergunningaanvraag van aparte activiteiten kloppend te krijgen en

het omgaan met de splitsing in vergunning; omgevingsplanvergunning en bouwtechnische vergunning.

Doelen

Moerdijk is per 2021 in staat om binnen 8 weken te besluiten over een omgevingsvergunning. Daarnaast

zetten we in op een betere dienstverlening; we zijn in staat om te faciliteren in een omgevingsdialoog en

we betrekken ketenpartners of zij kunnen het proces volgen. Hier geldt niet de deadline van 2021 voor.

Resultaten

Tussenresultaten tot 2021:

- Overzicht van werkprocessen en beleid en wet- en regelgeving dat in 2021 geoptimaliseerd moet

zijn om te voldoen aan de nieuwe eisen. Voor wat betreft de werkprocessen gaat dit niet alleen

over de werkprocessen van VTH, maar over alles wat een link heeft met het proces van vergun-

ningverlening. Het gaat hierbij dus om bijvoorbeeld het hele domein van Ondernemen & Leefom-

geving;

- Geüniformeerde/inhoudelijke gesynchroniseerde gegevens fysieke leefomgeving, ten behoeve

van systemen Omgevingsloket;

- Werkafspraken met ketenpartners;

- Nieuwe afspraken over bestuurlijke besluitvormingsprocedures, zodanig dat afhandeling van

aanvragen binnen 8 weken mogelijk wordt;

- Geïmplementeerd casemanagement. Vooral bij complexe aanvragen is het duidelijker en efficiën-

ter als gewerkt wordt met één casemanager. Keuze hiervoor dient explicieter gemaakt te worden

dan nu het geval is.

Tussenresultaten na 2021:

- Plan van Aanpak periode 2021-2029; verdere optimalisatie werkprocessen en beleid en regelge-

ving, training en opleiding medewerkers en afstemming Omgevingsvisie en Omgevingsplan.

- Afgestemde/herijkte legesverordening, naar aanleiding van consequenties vanuit keuzes Omge-

vingsvisie en Omgevingsplan;

- Kaders voor het faciliteren van een omgevingsdialoog en de rol van de gemeente daarin.

Afbakening

- Dit spoor gaat niet over de werkprocessen van ketenpartners. Er worden wel afspraken gemaakt

over resultaten en interactie, maar niet over de werkwijze die ketenpartners (intern) hanteren.

- Dit spoor zorgt dat data in SBA Leef komt en het DSO-spoor zorgt dat het toegankelijk is (na

2021). Binnen dit spoor wordt hiervoor wel gewerkt aan het uniformeren/inhoudelijke synchronise-

ren van gegevens fysieke leefomgeving.

Belanghebbenden

Intern: VTH (inclusief vergunningenloket), REO, Infra, veiligheid. Extern: OMWB, brand-

weer/veiligheidsregio, grondeigenaren, Brabant Water, ProRail, Rijkswaterstaat, Veiligheidsregio, buislei-

dingbeheerders, inwoners, bedrijven, ondernemers, provincie, waterschap, aanliggende gemeenten, GGD,

havenbedrijf.

Projectteam

Een trekker wordt extern ingehuurd. Daarnaast is er een projectteam met interne medewerkers vanuit VTH

(handhavingsjurist, vergunningenjurist) en REO en daarnaast een applicatiebeheerder, toezichthouder,

Page 29: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 21/48

OMWB, Infra, Veiligheid. Voor de (dagelijkse) werkzaamheden die blijven liggen door de inzet op dit spoor,

zal een externe partij ingehuurd worden.

Aanpak

De aanpak richt zich in eerste instantie op hetgeen nodig is om in 2021 te kunnen voldoen aan de nieuwe

wettelijke normen. Daarom worden tot die tijd de volgende werkzaamheden ondernomen:

- Inventarisatie van aan te passen werkprocessen (in ieder geval frontoffice, backoffice, voorover-

leg, overleg REO-VTH, mandatering/afstemming Raad, aanleveren wettelijke adviezen, participa-

tie/afstemming partners);

- Aanpassen werkprocessen;

- Uniformeren gegevens fysieke leefomgeving;

- Inventarisatie van te uniformeren beleid en wet- en regelgeving, witte vlekken;

- Uniformeren beleid en wet- en regelgeving;

- Afstemmen met ketenpartners over werkprocessen;

- Training en opleiding van medewerkers VTH voor ontwikkelen nieuwe competenties en verant-

woordelijkheden en inhoudelijke aspecten Omgevingswet.

- Afstemming met/betrekken van College en Gemeenteraad over wijze van organise-

ren/mandatering besluitvorming vergunningen.

- In 2021 wordt een Plan van Aanpak opgesteld voor de dan komende periode. Deze gaat in ieder

geval in op de verder te optimaliseren werkprocessen en de afstemming rondom Omgevingsvisie

en Omgevingsplan (botsproeven). Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen de periode

2021-2024 (waarin gewerkt wordt met de nieuwe normen, maar nog zonder Omgevingsvisie en

definitief Omgevingsplan) en de periode daarna (waarin deze vastgesteld zijn).

Aangezien er een periode aanbreekt waarin de bij vergunningverlening betrokken medewerkers zowel hun

dagelijkse werkzaamheden moeten voortzetten, als moeten optimaliseren tot 2021, is een pragmatische

aanpak gewenst. Een pragmatische aanpak vraagt om de veranderopgave dichtbij het werk te organise-

ren. Dat betekent dat medewerkers oefenen met wat er verandert in hun dagelijkse werk. Geen sessies vol

theorie, maar het opdoen van kennis samen laten gaan met ervaringen uit de praktijk (bijvoorbeeld aan de

hand van botsproeven). Dit maakt de veranderingen zo concreet mogelijk en legt ook bloot waar nog wat

te doen is. Dit wordt ingebed in het teamplan 2020 en de routines en processen in deze periode.

Aandachtspunten/ Risico’s

Tot 2021 geldt dat gewerkt moet worden volgens de huidige eisen, termijnen en werkprocessen én dat er

gewerkt moet worden aan de optimalisatie hiervan. Het huidige werk moet hierbij doorgaan en het risico is

dan ook dat de focus beperkt op de optimalisatie komt te liggen.

Planning

- Beschikken over spoortrekker en formeren projectteam voor november 2019

- Inventarisatie van werkprocessen Q3 2019

- Aanpassen werkprocessen Q3 2019-Q3 2020

- Uniformeren gegevens fysieke leefomgeving Q2-Q4 2019

- Inventarisatie naar te uniformeren beleid en wet- en regelgeving Q2-Q4 2019

- Uniformeren beleid en wet- en regelgeving Q1-Q4 2020

- Opleiden en trainen betrokkenen 2019-2020

- Inzetten op bewustwording betrokkenen (klantreizen, botsproeven, excursies) 2019-2020

- Afstemming College en Gemeenteraad Q4 2019

- Afstemmen met ketenpartners Q1 2020

- PvA 2021-2029 op te stellen in 2021

Page 30: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 22/48

4.2.4 Spoor C: Digitaal Stelsel Omgevingswet

Een onderscheidende strategie

De keuze voor de onderscheidende strategie betekent voor DSO dat in eerste instantie in wordt gezet op

het gereed krijgen van hetgeen wettelijk verplicht is in 2021. De basis wordt hiermee dus ingevuld. Vervol-

gens wordt stap voor stap verkend wat de extra ambities zijn, bijvoorbeeld rondom dienstverlening, en

wordt hier invulling aan gegeven.

Aanleiding

De geest van de Omgevingswet kan niet zonder integrale aanpak. Het is een belangrijke pijler om de wet

tot een succes te maken. Een aspect van de integrale aanpak is de digitalisering. De digitalisering richt

zich (1) op de informatievoorziening (de juiste informatie op het juiste moment) en (2) op het ondersteunen

van de interactie tussen de actoren die de wet uitvoeren of er een beroep op doen.

Achtergrond

DSO zorgt voor eenduidigheid en beschikbaarheid van alle informatie over fysieke leefomgeving (relevan-

te wet- en regelgeving, fysieke omgevingskwaliteit). Niet alles is per 1-1-2021 beschikbaar en gereed en

dit vraagt na 2021 nog een forse inzet.

Probleem/Uitdaging

Nieuwe applicaties: VTH, Omgevingsvisie, Omgevingsplan en programma, Toepasbare regels. Initiatief-

nemer, belanghebbende en gezag hebben zelfde informatiepositie. Informatie moet digitaal beschikbaar

zijn. Informatie dient op basis van vraag of thema in samenhang beschikbaar te zijn (nu de informatiehui-

zen pas veel later gereed blijken te komen ligt hier een uitdaging voor de gemeente).

Doelen

Moerdijk heeft uiterlijk 1-1-2021 de minimale vereisten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet ingevoerd.

Het gaat hierbij om de koppeling met het omgevingsloket, zodat er één digitaal (omgevings)loket is. Na

2021 wordt (gefaseerd) gewerkt aan een geordend, verbonden en samenhangend stelsel van digitale

voorzieningen, standaarden, gegevens, bronnen en afspraken in de keten.

Resultaten

Minimale vereisten tot 2021

Op 1-1-2021 zijn de minimale vereisten geïmplementeerd zoals deze door VNG zijn opgesteld (zie ook

bijlage 1). Voor het DSO-spoor gelden hieruit de volgende resultaten tot 2021:

- De VTH-applicatie is “Omgevingswet-proof”: De LEEF-applicatie is aangepast door de leverancier

en de nieuwe processen zijn in de applicatie opgenomen en bekend bij de medewerkers.

- De RO-applicatie (nu NedPlan) is “Omgevingswet-proof”: NedPlan zal overgaan in NedOmge-

ving, indien de gemeente niet besluit om een aanbesteding uit te schrijven. Op 1-1-2021 is Ne-

dOmgeving (of een ander geselecteerd product) geïmplementeerd en zijn de gebruikers bekend

met de werking ervan voor de nieuwe omgevingswetvereisten.

- Koppelingen met (landelijke) DSO zijn geïmplementeerd; Zonder deze koppelingen kunnen de

VTH- en RO-applicaties niet functioneren na 1-1-2021. Deze koppelingen zijn onderdeel van de

implementatie van deze producten.

Een niet verplichte activiteiten, die al wel goed is om voor 2021 te ondernemen is het aan elkaar koppelen

van genoemde applicaties voor VTH en RO. Dit zodat een efficiënte koppeling aan het Omgevingsloket

kan plaatsvinden.

Page 31: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 23/48

Voor de resultaten na 2021 dient op 1-1-2021 een Plan van Aanpak gereed te zijn. Dit Plan van Aanpak

bevat een duidelijke IST-SOLL analyse en beschrijft op welke wijze het DSO verder wordt ontwikkeld en

welke resultaten hierbij worden opgeleverd. Het gaat hierbij in ieder geval om:

- Het inrichten van een applicatie voor het gebruik van de toepasbare regels. Deze toepasbare

regels zijn nieuw onder de Omgevingswet, maar niet verplicht. De bruidsschat wordt door het Rijk

middels toepasbare regels aan de gemeenten aangeboden. Eind 2019-begin 2020 zal het Rijk dit

opstellen. Voor het beheer en het opstellen van de vragenboeken zal de gemeente software

daarvoor moeten aanschaffen en het beheer/eigenaarschap beleggen. Het aanbieden van deze

dienstverlening middels vragenbomen is niet vastgelegd in de wet. Gemeenten zijn vrij hier hun

keuze in te maken. Er zal een applicatie aangekocht moeten worden, waarbij gelet moet worden

op de koppeling met de applicatie die het maken en beheren van de Omgevingsplannen onder-

steunt. Medewerkers van de afdeling REO en andere betrokkenen zullen bekend gemaakt moe-

ten worden met het gebruik van toepasbare regels en de werking van de applicatie die deze be-

heert.

- Aangepaste processen implementeren en documenteren. Hiervoor dient aangehaakt te worden

bij de processen van de andere sporen;

- Integrale samenwerking binnen en buiten de organisatie wordt ondersteund, waarvoor o.a. de

samenwerkingsomgeving wordt opgezet. Van deze omgeving is momenteel nog niet bekend wat

en hoeveel er van gereed zal zijn op 1-1-2021. Dit zal dus in dit spoor gemonitord moeten wor-

den. Wanneer zal blijken dat de samenwerkingsomgeving op 1-1-2021 onvoldoende ondersteu-

ning zal bieden zal de gemeente samen met de ketenpartners hier een oplossing voor moeten

vinden.

- De aansluiting op het project ‘Datagedreven werken’ dient plaats te vinden.

Afbakening

Het DSO-spoor richt zich op:

- De implementatie van de aangepaste en nieuwe software en de bijbehorende opleidingen en be-

geleiding.

- Aansluiting op landelijke DSO.

- Ondersteuning van de nieuwe procesflows.

- Aansluiting op samenwerkingsomgeving.

De uniformering van data van de fysieke leefomgeving is belegd in het spoor VTH.

Belanghebbenden

Intern: VTH, REO, Informatiemanagement, Infra, CISO & FG. Extern: initiatiefnemers, belanghebbenden,

Omgevingsdienst, Veiligheidsregio, GGD, provincie, waterschap, RWS, RCE.

Projectteam

Een projectleider wordt in Q2, uiterlijk Q3 2019 (extern) aangesteld. Bij de uitwerking van dit spoor zijn

vooral de afdelingen Informatievoorziening, REO, VTH en Infrastructuur betrokken. Zij zullen dan ook

leden aan het projectteam leveren.

Aanpak

De aanpak richt zich tot 2021 op het realiseren van wat verplicht is voor wat betreft de aansluiting op het

DSO. Het gaat hierbij om het beschikken over en werken met de applicaties voor VTH, Infrastructuur en

REO. Bij de selectie van deze applicaties wordt in eerste instantie uitgegaan van wat er is. Nieuwe

aanbestedingen kosten immers veel tijd en bij de leveranciers zijn alle resources nodig voor het bouwen

van de nieuwe applicaties en het ondersteunen van de huidige klantenbase. De eerste stap is dan ook om

te inventariseren wat de minimale eisen zijn van Moerdijk aan deze applicatie. Vervolgens moet met de

huidige applicatieleverancier afgestemd worden in hoeverre de te ontwikkelen applicatie voldoet aan die

Page 32: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 24/48

eisen en welke vertaling nog wenselijk is. Op het moment dat er passende applicaties zijn voor VTH en

RO, dient geïnventariseerd te worden tot welke veranderingen dit leidt en hoe hiermee, door de verschil-

lende gebruikers, omgegaan moet worden.

Daarnaast speelt de implementatie van het “Datagedreven werken”, als niet verplicht onderdeel van het

spoor. Samen met de sporen Vergunningverlening en Werkprocessen en Anders werken, zal moeten

worden gekeken naar de consequenties voor dit spoor. Dit zal plaats moeten vinden bij het opstellen van

het Plan van Aanpak voor DSO. Dit PvA wordt voor de periode na 2021 opgesteld. Hierin wordt ook

aandacht besteed aan de nieuwe competenties en vaardigheden om binnen die digitale omgevingen te

kunnen werken. Denk daarbij aan digitale vaardigheden, dienstverlening, datagedreven werken, informa-

tiebewustwording en applicatiebeheer.

Aandachtspunten/Risico’s

- Risico is het eigenaarschap voor de integrale aanpak van de DSO-opgave. Deze is op dit mo-

ment niet voldoende formeel belegd en ligt daarmee tussen de vakafdelingen en Informatiema-

nagement.

- Let op het voldoende vastleggen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het ge-

bied van applicatiebeheer;

- Let op het tijdig beschikbaar zijn van applicaties/ te grote afhankelijkheid van een leverancier;

- Aandachtspunt is voldoende beschikbaarheid van de medewerkers;

- Aandachtspunt is een afdoende budget;

- Stem ambitieniveau en beschikbaarheid data op elkaar af;

- Wederzijdse afstemming tussen de sporen is belangrijk, maar te grote wederzijdse afhankelijk-

heid heeft als risico dat processen op elkaar wachten;

Belangrijk aandachtspunt is wie ‘proceseigenaar’ van de omgevingsvergunning wordt. De informatiebe-

hoefte zal als gevolg van de Omgevingswet toenemen. De proceseigenaar speelt hierbij een grote rol als

opdrachtgever/vraagsteller richting de informatieadviseur bij het bepalen van het ambitieniveau en het

richten en inrichten van de informatiehuishouding. Ook de (functioneel)applicatiebeheerder en de gege-

vensbeheerder in dit proces spelen een heel belangrijke rol. Deze rollen worden in Moerdijk in de vakafde-

ling ingevuld, maar zijn op dit moment nog niet structureel benoemd en bemand.

Planning

- Voor 1 oktober 2019 beschikken over (externe) projectleider voor dit spoor en bepalen wie deel-

neemt in de projectgroep.

- Q3 2019 wordt geïnventariseerd welke minimale eisen Moerdijk stelt aan de applicaties voor REO

en VTH.

- Q4 2019 wordt afgestemd met de applicatieleverancier hoe de applicaties kunnen voldoen aan de

eisen van Moerdijk.

- Q2 2020 is bekend welke applicaties en informatie er aanwezig is en gebruikt wordt (VTH, REO,

Infrastructuur).

- Q2 en Q3 van 2020 worden de applicaties gereed gemaakt voor productie per 1-1-2021. Aanpas-

sen op de nieuwe processen, testen van de applicaties, proefdraaien met de nieuwe processen;

- Per 1-1-2021 is minimaal het verplichte gerealiseerd.

- In 2021 houdt dit spoor niet op. In een Plan van Aanpak dat op 1-1-2021 gereed dient te zijn,

wordt de verdere aanpak van het DSO beschreven.

Page 33: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 25/48

4.2.5 Spoor D: Anders werken

Een onderscheidende strategie

De keuze voor de onderscheidende strategie betekent voor Anders werken dat oog is voor (onder andere)

de competenties participatief werken, samenwerken en experimenten. Dit past bij de uitgangspunten van

een onderscheidende strategie (experimenteren, externe focus). Daarnaast wordt meegelift op de be-

staande inzet en energie op de organisatieontwikkeling van ‘Van goed naar beter’, waardoor samenhan-

gende keuzes gemaakt worden die passend zijn bij Moerdijk. ‘Van goed naar beter’ is de paraplu voor dit

spoor van de Omgevingswet en dit spoor moet daarin geïntegreerd zijn (het is hier een concretisering

van). De Omgevingswet kan daarmee de katalysator zijn van de organisatieontwikkeling die al loopt.

Aanleiding

De Omgevingswet is een veranderopgave, (20% juridisch en 80% cultuur). Het (anders) werken met de

wet moet in de genen komen van de organisatie en de mensen; houding en gedrag, competenties,

participatie, samenwerking partneroverheden.

Achtergrond

Raakvlakken met onder andere lopende organisatieontwikkelingen (Van goed naar beter). De Omge-

vingswet laat open wat er precies moet veranderen. Veel is ook afhankelijk van de eigen invulling.

Probleem/Uitdaging

Moerdijk heeft een opgave op het niveau van context, organisatie en medewerkers. Onder andere verster-

king samenwerking externe partners, meer integraal werken, verantwoordelijkheden daadwerkelijk laag in

de organisatie en het durven kiezen voor maatwerk. Veranderen kost tijd en energie en het vraagt een

veilige omgeving, waarin fouten gemaakt mogen worden. De urgentie en noodzaak van het feit dat

iedereen moet veranderen is belangrijk om onder de aandacht te houden. Een deel van de gewenste

verandering is nog onduidelijk en moeten we ontdekken en definiëren.

Doelen

Moerdijk werkt in 2021 als basis in de geest van de wet: onder andere participatief en gebieds- en opga-

vegericht. Met tevens het besef dat de opgave tot ontwikkeling nooit ‘klaar’ is. De wereld om ons heen is

voortdurend in beweging. Dat noodzaakt tot het ook voortdurend meebewegen van de gemeentelijke

organisatie. Wet- en regelgeving is er op gericht initiatieven en maatwerk mogelijk te maken. Domein- en

teamoverschrijdend. Verantwoordelijkheden zijn hierbij zo laag mogelijk in de organisatie belegd. Mede-

werkers hebben de juiste competenties.

Resultaten

Concrete producten zullen volgen na akkoord op de aanpak/het Plan van Aanpak. Vanuit deze aanpak

kan in ieder geval gedacht worden aan:

- Een gezamenlijke ontwikkelagenda Van goed naar beter;

- Veranderagenda (als onderdeel van teamplannen) per team;

- Een omgevingsscan;

- Een visie op participatie.

Een aantal van deze resultaten volgt direct uit de inzet op ‘Van goed naar beter’, waar dit spoor in geïnte-

greerd zal zijn.

Page 34: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 26/48

Afbakening

De ontwikkeling van de organisatie betreft verandering van structuur, cultuur en sturing van de organisatie.

Binnen de organisatieontwikkeling staat een aantal waarden centraal (volgend uit ‘Van goed naar beter’):

- Samenwerkend: wij werken samen

- Aansprekend: wij spreken (elkaar) aan

- Bevlogen: wij zijn trots op ons werk

- Vertrouwd: vertrouwen staat centraal

Deze waarden zijn ondersteunend aan de doelen van de Omgevingswet (transparantie, integraliteit,

maatwerk en externe oriëntatie). Daarmee vallen de organisatieontwikkeling en het cultuurtraject gekop-

peld aan de Omgevingswet samen. Immers, samenwerken is een voorwaarde voor integraliteit. Transpa-

rantie raakt de waarden ‘aanspreken’ en ‘vertrouwen’. Dat geldt ook voor de ‘ja, mits’ benadering. Niet

alles dichtregelen maar ruimte geven in vertrouwen. Durven kiezen voor maatwerk boven een generieke

oplossing, vraagt ambtenaren en bestuurders met lef en trots op hun beroepseer. Niet de veiligheid van

algemeen gestelde regels, maar een maatwerkoplossing op basis van persoonlijke expertise en beoorde-

ling als oplossing voor een specifieke situatie.

Belanghebbenden

Intern: Totale organisatie, raad en college. Extern: inwoners, bedrijven, ondernemers, andere overheden,

ketenpartners.

Projectteam

Spoortrekker is de (externe) Programmamanager. Dit omdat dit spoor raakt aan alle andere sporen en

daarmee veelomvattend is. Naast de implementatie van de Omgevingswet is er nog een aantal trajecten

dat verband houdt met de cultuurontwikkeling binnen de organisatie:

- Democratische vernieuwing (trekker Arjen van den Broek)

- Gebiedsgericht werken (trekker Luc Willems)

- Cultuurdeel Van goed naar beter (aangestuurd door een programmateam met onder andere Mar-

ty Braat en Edwin Alderliesten)

- Visie op participatie (trekker Paul Wiegel)

De trekkers zijn individueel verantwoordelijk voor het eigen traject en maken onderdeel uit van het kern-

team Anders werken. De individuele trajecten dienen dezelfde waarden. De samenhang daartussen is van

belang, evenals die met de andere sporen.

Hiernaast is het van belang dat het team PC&S betrokken is. Dit onder meer met het oog op de afstem-

ming op en de consequenties voor het strategische HRM beleid.

Aanpak

De aanpak bestaat uit vijf aandachtspunten:

1. Rol en visie gemeenteraad (met betrekking tot participatie en democratische vernieuwing)

Evenals elke gemeente zoekt de gemeenteraad in Moerdijk naar haar rol in de veranderende wereld (en

onder de Omgevingswet); hoe geef je als gemeenteraad (en raadslid) invulling aan je rol als volksverte-

genwoordiger, parallel aan de participatietrajecten met de omgeving door ambtelijke organisatie en

college? Welke ambities in relatie tot het betrekken van de omgeving bij het gemeentelijk handelen stel je

als raad? Dit gekoppeld aan de verschillende rollen die je als gemeente hebt (‘autoritaire rol’, ‘regelge-

stuurde rol’ en de ‘communicatieve rol’). Daarnaast wil de gemeenteraad experimenteren met nieuwe

vormen van democratie om in handelen meer aan te sluiten bij de toegenomen dynamiek en horizontalise-

ring.

Page 35: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 27/48

Voor dit spoor is in samenwerking met college en griffie een traject gestart, deels gebruik makend van

externe expertise, om gezamenlijk tot een antwoord te komen op deze vragen. Daarnaast zal met de raad

gekeken worden hoe dit verder geagendeerd en invulling gegeven kan worden. Dit spoor heeft nadrukke-

lijk een relatie met de noodzaak tot het herbezien van de bestuurlijk besluitvormingstrajecten vanuit de

opgave om 1 januari 2021 binnen 8 weken per definitie een vergunningaanvraag te kunnen afwerken

(spoor B).

2.Creëer ruimte voor de veranderagenda

Er zit van nature spanning op de combinatie veranderagenda en efficiënt bereiken van inhoudelijke

doelen/ het uitvoeren van de lopende opgave. Een veranderende en lerende organisatie kent andere

waarden dan een organisatie die sec gericht is op het bereiken van inhoudelijke doelen (van veranderen

word je tijdelijk ‘minder goed’). Belangrijk is een breed gedragen verhouding tussen leren en experimente-

ren. Dat vraagt ambtelijk en bestuurlijk commitment op een koers waarin beiden zijn geborgd. De basis

voor een gezamenlijke lijn is gelegd tijdens de tweedaagse van het college begin april 2019. In 2019 wordt

dit traject verder vormgegeven, resulterend in een gezamenlijke ontwikkelagenda Van goed naar beter.

Deze ontwikkelagenda moet ook de ruimte bieden voor het experimenteren.

3. Integreer het veranderproces in het dagelijks werk

De eerste stappen in het cultuurtraject zijn gezet. Elk team is in 2019 gestart met het eigen cultuurtraject.

Begin 2019 is daarvoor per team de ‘nul-situatie’ opgemaakt. Voor 2020 is het van belang dat de genoem-

de waarden worden omgezet van containerbegrippen naar concrete acties en verandering in gedrag. De

waarden moeten worden geïntegreerd in het dagelijks werk en handelen. Dat vraagt per team een veran-

deragenda, als onderdeel van de op te stellen teamplannen voor 2020. Verandering van handelen vraagt

soms ook om het ontwikkelen van competenties of verandering van posities. Daarin speelt ook P&O een

belangrijke ondersteunende rol. Visie op de ontwikkeling van de medewerkers moet onderdeel zijn van de

teamplannen en onderdeel van het strategisch P&O beleid dat in 2019 wordt opgesteld. Uiteindelijk maken

alle kleine stapjes in de dagelijkse praktijk, genomen vanuit dezelfde waarden, de grote beweging.

4. Gebruik de kracht van de organisatiestructuur

De ‘aansturing’ van de organisatie is verdeeld over verschillende rollen. Naast de gemeentesecretaris

spelen ook de teamleiders (aansturing van de medewerkers), de domeinregisseurs (regisseurs op inhoud)

en de bestuursadviseur hier een belangrijke rol in. Juist die verschillen in rollen zijn belangrijk om tot een

goed functionerend systeem te komen. De opgave is om die verschillen productief te maken en dienstbaar

aan de gewenste verandering. Dat vraagt voldoende verbinding tussen de rollen. De periode vanaf 1

januari 2018 is gebruikt om alle nieuwe posities, naar aanleiding van ‘Van goed naar beter’, in te vullen en

de organisatie ‘in te regelen’. Dat proces is grotendeels afgerond. De volgende stap is (na de zomer 2019)

het versterken van die onderlinge verbinding en te komen, naast een veranderplan (Van goed naar beter),

tot een veranderplatform. Op dit moment wordt de cultuurverandering met name begeleid door een

programmateam, buiten de lijnorganisatie. Voor de implementatie van de Omgevingswet is naast het

programmateam Van goed naar beter nog meer nodig. Veranderen is een dagelijkse bezigheid en vraagt

dagelijks om aandacht. Er is een breder veranderplatform nodig, gekoppeld aan de lijnorganisatie op basis

van een gedeelde agenda, vastgelegd in het HRM-beleid. De secretaristafel is (naast de domeintafels en

gezamenlijke themasessies) daar het geschikte gremium voor. Aan deze tafel kan de voortgang van de

veranderopgave per team en de ervaringen uit experimenten worden gedeeld en bijvoorbeeld gekoppeld

aan de inhoudelijke opgaven en bestuurlijke ambities. Voortgang van de verandering moet een vast

onderwerp zijn in de aansturing van de organisatie. Voldoende verbinding tussen het lijnmanagement/

domeinregisseurs is ook een belangrijke voorwaarde voor een goede ambtelijk-bestuurlijke samenwerking.

5. Verbind de organisatie op de inhoud

Page 36: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 28/48

De organisatie kenmerkt zich ook door relatief sterke, maar nog enigszins op zichzelf gerichte teams. De

(inhoudelijke) verbinding tussen de teams is nog te beperkt. Versterken van de inhoudelijke verbinding

tussen teams en domeinen is dan ook gewenst. Daarvoor is een aantal instrumenten in het leven geroe-

pen:

- De programmatafels, waarbij per programma de meest betrokkenen rond een vraagstuk of thema

samen worden gebracht;

- De nieuwe opzet van de begroting, die ook gekoppeld is aan de programma’s, inclusief de ver-

antwoording in de bestuursrapportages;

- Secretaristafel en domeintafels;

- De nieuwe opzet van de meerjarenbegroting, inclusief de daarop aangepaste budgetcyclus. Deze

biedt de basis voor programmasturing gericht op het bereiken van de geformuleerde strategische

en operationele doelen.

Opmerking hierbij is dat er meer nodig is dan dit om de inhoudelijke verbinding van teams en domeinen te

realiseren.

Belangrijke te nemen volgende stappen zijn:

- De teamplannen 2020, waarbij per team de verbinding met de andere teams verder inhoud moet

worden gegeven en waar de Omgevingswet in door moet werken;

- Optimaliseren van het gebruik van de organisatiestructuur en de verschillende rollen daarin. Hier-

voor dienen secretaris, bestuursadviseur, domeinregisseurs en teamleiders afspraken te maken

over het optimaal benutten van het besturingssysteem van de organisatie en de verschillende rol-

len.

- De implementatie van de Omgevingswet en de programmastructuur die daarvoor wordt opgericht

is ook een interventie. Ook hiermee ontstaat een platform voor verbinding, gekoppeld aan de in-

houd en de doelen van de Omgevingswet.

- Uiteindelijk heeft de beoogde verandering als doel om aan te sluiten op de maatschappelijke

ontwikkelingen buiten het gemeentehuis. Belangrijke input voor de volgende stappen is daarmee

hoe het handelen van de gemeente op dit moment door de buitenwereld wordt ervaren. En waar

zij de ontwikkelpunten zien. Dat vraagt om een goede omgevingsscan, gericht op partijen die re-

levant zijn voor de vakgebieden waar de Omgevingswet betrekking op heeft. Deze omgevings-

scan wordt 2020 uitgevoerd, om de resultaten te kunnen betrekken bij dit spoor.

Aandachtspunten/ Risico’s

Belangrijkste risico is onvoldoende commitment op de te bereiken doelen en dominantie van de waan van

de dag (en te bereiken inhoudelijke resultaten op de korte termijn). Veranderen vraagt een combinatie van

wil, doorzettingsvermogen en discipline. Of beter, de gewenste verandering moet onderdeel uitmaken van

‘de waan van de dag’.

Planning

Een planning wordt opgesteld na akkoord op bovenstaande aanpak. Aansluitend zal een plan van aanpak

worden opgesteld dat ook aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Belangrijk in dit spoor is een

goede afstemming tussen ambtelijke organisatie, college en raad. Die vormen samen één gezicht naar

buiten. Belangrijke opmerking hierbij, het gaat om een cultuur verandertraject dat niet lineair te vatten is in

concrete stappen in de tijd. Het gaat om het in gang brengen en houden van een beweging en daarover

samen in gesprek blijven.

Page 37: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 29/48

5. Programma-organisatie en rollen

5.1 Programmatisch werken

De implementatie van de Omgevingswet is een complexe veranderopgave, die bestaat uit verschillende

onderdelen gericht op de verbeterdoelen van de Omgevingswet. Het is zinvol om deze implementatie te

benaderen als een programma. Een programma is ‘een verzameling van tijdelijke, samenhangende en

dynamische doelen, inspanningen en middelen’ en dit past beter bij de opgave dan een projectmatige

aansturing. Onderstaand wordt beschreven op welke wijze onze gemeente dit programma organiseert.

De implementatie van de Omgevingswet is gericht op een verandering van primaire processen van de

gemeente. Het is meer dan een verandering van regelgeving en instrumentarium. Het is ook en vooral een

verandering in de manier van werken. Doordat het betrekking heeft op het primaire proces is verankering

van het programma in de lijnorganisatie belangrijk. Programma en lijnorganisatie dienen elkaar zoveel

mogelijk te versterken en waar mogelijk samen te vallen. Hier wordt in de structuur van het programma

rekening mee gehouden.

Adaptief programma

Gezien de complexiteit van de veranderopgave en het feit dat een deel van de opgave gedurende de

looptijd van het programma nader wordt ingevuld, zal dit implementatieplan jaarlijks worden geactualiseerd

en geconcretiseerd voor het jaar erna. Het huidige implementatieplan is geschreven met de beschikbare

kennis op dit moment. Elk najaar wordt het plan dus aangevuld op basis van de inzichten op dat moment.

Dat plan wordt besproken in de stuurgroep en aangeboden aan het college. Tevens wordt het ter informa-

tie verstuurd aan de gemeenteraad.

5.2 Programmastructuur

Moerdijk vliegt de implementatie van de Omgevingswet aan met een programmaorganisatie. Figuur 7

maakt inzichtelijk welke overlegstructuren hiervoor bestaan. Dit betreft de structuur tijdens de implementa-

tie. Gedurende de implementatie is aandacht voor de organisatiestructuur na de implementatie.

In de programmastructuur stuurt de stuurgroep het programma en dus de implementatie van de wet in

Moerdijk aan. Deze stuurgroep bestaat uit:

- Désirée Brummans (Wethouder): Bestuurlijk opdrachtgever van de implementatie van de Omge-

vingswet en vertegenwoordiger van het College van B&W;

- Gemeentesecretaris (Theo van Waes, interim): vanuit de rol als eindverantwoordelijke voor de

totale gemeentelijke organisatie;

- Joost Frijters (Domeinregisseur Ondernemen en Leefomgeving): Mede verantwoordelijk voor de

inhoudelijke verbinding tussen de teams van het domein Ondernemen en Leefomgeving en voor

de inhoudelijke verbinding met de andere domeinen;

- Edwin Alderliesten (ambtelijk opdrachtgever en Teamleider REO): Verantwoordelijk voor op-

drachtformulering, toetsing op voortgang en inhoudelijke kwaliteit en zorgdragen voor condities

voor optimale uitvoering van het programma.

- Programmamanager Omgevingswet: Verantwoordelijk voor het uitvoeren van het programma van

de implementatie van de Omgevingswet; realiseren implementatiedoelen, aansturen implementa-

tiesporen, organiseren van draagvlak in de organisatie.

Page 38: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 30/48

Het programmateam stuurt op het tactische niveau van de implementatie; strategische keuzes worden

vertaald naar concrete activiteiten en de benodigde middelen worden bepaald. Hier vindt de afstemming

plaats tussen de sporen, waardoor integraliteit geborgd kan worden. Het programmateam bestaat uit de

programmamanager, de ambtelijk opdrachtgever, de trekkers van de 4 sporen en vertegenwoordiging

vanuit communicatie. Dit laatste met het oog programma-brede aandacht voor de interne en externe

communicatie (zie hoofdstuk 9). Tot slot sluit in het programmateam ook op regelmatige basis het sociaal

domein aan. Dit om te borgen dat bij de implementatie van de Omgevingswet geleerd wordt van de

transitie die al heeft plaatsgevonden in het sociaal domein.

Op operationeel niveau zijn er kernteams, voor ieder spoor één. Zij zorgen voor de daadwerkelijke uitvoe-

ring van de inspanningen ten behoeve van het programma. Deze kernteams bestaan uit de spoortrekker,

als voorzitter, en een aantal kernteamleden. De samenstelling van een kernteam wordt bepaald door de

trekker, in overleg met de programmamanager. Afhankelijk van het kernteam zal men bij elkaar komen

voor overleg.

Figuur 7: Organisatie van het programma.

5.3 Rollen, taken en verantwoordelijkheden

Genoemde rollen gaan gepaard met bepaalde taken en verantwoordelijkheden. In tabel 2 volgt hiervan

een overzicht.

Rol Taken en verantwoordelijkheden

Bestuurlijk opdrachtgever De bestuurlijk opdrachtgever is verantwoordelijk voor de vertaling van de ambities

en wensen vanuit de Gemeenteraad en het College naar het programma. Hij/zij

legt verantwoording af over het programma aan Raad en College en zorgt voor de

juiste afstemming.

Ambtelijk opdrachtgever De ambtelijk opdrachtgever (Edwin Alderliesten) bewaakt de invoeringsstrategie en

werkwijze voor een succesvolle invoering. Hij/zij signaleert spanningsvelden en

maakt deze bespreekbaar. De ambtelijk opdrachtgever neemt besluiten over

wijzigingen met betrekking tot de scope, planning, inzet en budget. De ambtelijk

opdrachtgever legt verantwoording af over het programma aan de bestuurlijk

opdrachtgever en waar nodig het college. Tot slot is de ambtelijk opdrachtgever

Page 39: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 31/48

een ambassadeur in de organisatie om een brede betrokkenheid te stimuleren.

Programmamanager De programmamanager is verantwoordelijk voor de invoering van de Omgevings-

wet als programma, het behalen van en sturen op de programmadoelen en de

samenhang tussen de onderdelen/sporen van het programma. Hij/zij zorgt voor de

uitwisseling van alle informatie in het programma, de integraliteit van de besluit-

vorming en de rapportage over voortgang van het programma (doelen, sporen,

middelen). Hij/zij stuurt hiervoor de spoortrekkers aan en zorgt dat de goede

dingen worden gedaan. Tot slot stuurt de programmamanager op het vergroten

van de betrokkenheid bij het programma en het bewustzijn in de organisatie.

Spoortrekker Een spoortrekker fungeert als aanjager en coördinator van zijn of haar kernteam.

De spoortrekker is verantwoordelijk voor het resultaat van een spoor en zorgt

daarmee dat de goede dingen ook goed gedaan worden. Hij of zij maakt de

operationele beslissingen om het spoor dagelijks verder te brengen en doet dit

vanuit een eigen expertise. Dit zijn beslissingen over wie waarvoor betrokken moet

worden, hoe de afgesproken resultaten behaald gaan worden en welke overleg-

structuur hierbij past. Daarnaast levert de trekker met de andere trekkers input voor

het programmateam om te komen tot samenhang tussen de sporen. Een spoor-

trekker is bekend met de inhoud van het spoor. Bovenal beschikt de spoortrekker

over de vaardigheden om de inhoudelijke medewerkers in een spoor aan te sturen

en te motiveren.

Teamlid De leden van de kernteams worden, afhankelijk van hun expertise en de fase

waarin de realisatie zich bevindt, betrokken en aangestuurd door de trekkers. Zij

brengen specifieke kennis en ervaring in en leveren producten op. Zij zijn hiermee

verantwoordelijk voor de kwaliteit van het (deel)product en indirect voor het

eindresultaat.

Tabel 2: Rollen, taken en verantwoordelijkheden.

5.4 Sturingsfilosofie

Programmamanagement is een hulpstructuur die helpt bij samenwerken aan doelgerichte projecten, maar

programmamanagement is alleen effectief als er rondom de sturing, stijl en cultuur afspraken en regels

gelden. Deze sturingsfilosofie bevat de volgende aspecten voor de implementatie van de Omgevingswet in

onze gemeente:

- Kijken wat Moerdijk past;

- Lerend vermogen centraal stellen;

- Niet alleen zelf het wiel uitvinden (ook afkijken bij anderen).

Kijken wat Moerdijk past

Dit sluit aan bij de keuze voor een onderscheidende implementatiestrategie. Het implementeren van de

Omgevingswet is een grote en complexe opgave. Het is belangrijk dat het DNA en de cultuur van Moerdijk

hierbij leidend blijft. Alleen op deze manier wordt daadwerkelijk aangesloten bij de opgave van Moerdijk.

Dat betekent dat uitgegaan wordt van de huidige situatie en dat van daaruit stap voor stap bekeken en

geprioriteerd wordt wat anders en beter moet. Zo blijft de opgave beheersbaar en overzichtelijk.

Lerend vermogen centraal stellen

De Omgevingswet betekent voor de organisatie als geheel, individuele medewerkers en partners van de

Gemeente Moerdijk een andere manier van werken. Eenieder dient bekend te geraken met dit anders

werken en zich dit eigen te maken. Voor dit leren dient veel ruimte en aandacht te zijn. Dit betekent dat het

Page 40: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 32/48

maken van fouten mogelijk moet zijn, dat de dagelijkse werkzaamheden wellicht tijdelijk minder goed of

snel gaan en dat rekening gehouden wordt met verschillende leerstijlen en -snelheden van medewerkers.

Het creëren van een veilige organisatie is hierbij essentieel.

Niet alleen zelf het wiel uitvinden

Moerdijk is niet de enige organisatie die aan de slag is met de implementatie van de Omgevingswet. Het

loopt hierin ook niet voorop. Dit betekent dat er op veel gebied te leren valt van andere (gemeentelijke)

organisaties. Het is dan ook van belang dit te benutten waar mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand

van werkbezoeken, presentaties en regionale afstemming. In ieder implementatiespoor dient hier aandacht

voor te bestaan.

5.5 Programmasturing

Onderstaand zijn de belangrijkste sturingscriteria uitgewerkt, waarmee de voortgang van het programma

wordt gemonitord. Het is de taak van de programmamanager om over benodigde bijsturing te adviseren

en/of te handelen. Dat kan betrekking hebben op (voorstellen voor) het wijzigen van de prioriteiten binnen

het programma en/of het selecteren van nieuwe activiteiten.

De programmamanager stuurt op de genoemde onderdelen van het programma. Daarbij is het van belang

dat gestuurd wordt op:

- Tempo voor wat betreft de realisatie van de doelen in het bijzonder. Worden de doelen binnen de

aangegeven periode gehaald? Worden de projecten op tijd uitgevoerd en zijn de benodigde mid-

delen op tijd beschikbaar?

- Haalbaarheid van de doelen en de uitvoering van de projecten. Kortom, zijn de doelen haalbaar,

hebben de projecten voldoende draagvlak, zijn ze (technisch/juridisch) uitvoerbaar en zijn de be-

nodigde middelen haalbaar?

- Flexibiliteit: in hoeverre liggen de verplichtingen vast, zijn er nog alternatieven om de doelen te

bereiken, kan er nog geschoven worden in de selectie van andere of betere projecten?

- Doelgerichtheid: voortdurend moet in beeld zijn of en in hoeverre de ingezette middelen en ge-

kozen projecten bijdragen aan de doelen. Dragen de projecten voldoende bij of kan het beter?

Daarnaast zal de programmamanager ook op proces en motivatie (meer zachte aspecten) sturen. Aan de

hand van een structurele en doorlopende analyse van de bovenstaande vraagpunten, houdt de program-

mamanager de programmavoortgang in de gaten. Afhankelijk van de afwijkingen (en te accepteren

toleranties) bedenkt en adviseert de programmamanager (bijsturings)maatregelen. Deze worden, in de

vorm van een advies, aan de stuurgroep voorgelegd.

5.6 Monitoring en rapportage

Monitoring en evaluatie

De gekozen implementatiestrategie, die uitgaat van onderzoeken, experimenteren en ervaren, vraagt een

goede monitoring en evaluatie van het geleerde. We experimenteren immers om te leren en om vast te

stellen wat werkt en wat niet en om op basis hiervan vast te stellen wat we willen verankeren in de nieuwe

werkwijzen van de organisatie en wat niet. Dit doen wij (onder andere) op de volgende manieren:

- Experimenten en pilots: Elk experiment (of pilot) stelt van tevoren vast waarop het experiment ge-

richt is, dus wat het onderzoekt of wil leren. De projectleider/spoortrekker is hiervoor verantwoor-

delijk en rapporteert over de lessen aan de programmamanager. Deze rapportage gaat in op zo-

wel elementen die positief zijn ervaren als over de aspecten die minder succesvol waren (en dus

niet hoeven te worden overgenomen in de manier van werken van de gemeente).

Page 41: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 33/48

- Jaarlijks vindt een evaluatie-dag plaats waarin op programmaniveau met de programmamanager,

projectleiders en eventueel aanvullende betrokken wordt teruggekeken op het geleerde in het

voorgaande jaar. Er worden lessen getrokken, parallellen gelegd tussen de verschillende experi-

menten en een voorstel gedaan voor onderwerpen die het jaar erna zouden kunnen worden on-

derzocht in de vorm van nieuwe (dan wel aanpassing van lopende) pilots en experimenten.

De overall verantwoordelijkheid voor het lerende proces van de implementatie ligt bij de programma-

manager.

Rapportage

De programmamanager rapporteert in aanvang maandelijks over de voortgang van het programma,

waarin hij aangeeft hoe het staat met budgettering en waar het programma op koers ligt en waar vertra-

ging of wijzigingen zijn ontstaan. Hierin doet hij tevens voorstellen voor bijsturing van het programma. Dit

rapporteren vindt plaats aan de Stuurgroep en waar nodig College en Raad. Na een aanloopperiode kan

het rapporteren per kwartaal of halfjaarlijks plaatsvinden. Met behulp van deze rapportages wordt het

programmaplan (waarvan dit de eerste versie is) aangescherpt voor het jaar erna.

Page 42: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 34/48

6. Planning en afstemming

6.1 Planning

Bovenstaand is per deelspoor een planning beschreven. In figuur 8 wordt hiervan een verbeelding gege-

ven. 2021, het jaar van de inwerkingtreding van de wet, is hierbij uiteraard een belangrijk ijkpunt. Het

Omgevingsplan van rechtswege wordt van kracht, de minimale eisen voor Vergunningverlening en DSO

moeten gerealiseerd zijn en er moet gewerkt worden in de geest van de Omgevingswet. In de jaren na

2021 ligt de prioriteit vooral op het opstellen van een Omgevingsvisie en Omgevingsplan en het verder

werken aan de aanvullende ambities.

Figuur 8: Planning sporen.

6.2 Afstemming

De komende jaren dient op veel momenten afstemming te bestaan tussen de verschillende deelsporen.

De processen binnen de sporen en de op te leveren resultaten zijn voor een belangrijk deel afhankelijk

van elkaar. Onderstaand worden de belangrijkste relaties en afstemmingsmomenten geschetst. Dit is op

basis van huidige inzichten en daarmee niet compleet.

Omgevingsvisie-Omgevingsplan (zelfde spoor; Kerninstrumenten)

Het is duidelijk dat de strategische visie van de Gemeente Moerdijk vertaald moet worden naar het

Omgevingsplan. Bij het opstellen van Plan van Aanpak/Startdocument voor Omgevingsvisie en -plan dient

dan ook de afstemming gezocht te worden om te zorgen dat beide planningen op elkaar aansluiten.

Tijdens het opstellen van de Omgevingsvisie dient afstemming te bestaan over de wijze waarop keuzes in

de Omgevingsvisie doorwerken in het Omgevingsplan (en vice versa). Het gaat hierbij onder andere om

de mate van gebiedsgerichte keuzes en deregulering (generiek en voor afzonderlijke gebieden). Bots-

proeven rondom de juridische houdbaarheid hiervan in het Omgevingsplan worden gehouden.

Omgevingsplan-Vergunningverlening en werkprocessen

In eerste instantie zal de nadruk bij Vergunningverlening liggen op het optimaliseren de werkprocessen,

zodat in 2021 binnen 8 weken kan worden besloten over een omgevingsvergunning. Het versimpelen van

beleid en wet- en regelgeving is echter ook een belangrijke optimalisatiemogelijkheid. Dit vindt plaats in

Page 43: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 35/48

het kader van het Omgevingsplan. Voor de optimalisatie van Vergunningverlening is het dan ook van

belang dat afstemming plaatsvindt tijdens het opstellen van het Omgevingsplan over de consequenties

hieruit. Botsproeven met Vergunningverlening zijn dan ook van belang.

DSO-Omgevingsplan en Vergunningverlening en werkprocessen

Bij het voldoen aan de minimale eisen voor DSO, dienen nieuwe applicaties beschikbaar te worden voor

VTH en RO. Bij het bepalen van de minimale eisen hiervoor en het gesprek met de (huidige) leverancier

van deze applicaties, dient afstemming te bestaan met de sporen Omgevingsplan en Vergunningverlening

en werkprocessen. Ook bij het koppelen van deze applicaties aan het Omgevingsloket is deze afstemming

nodig. Het spoor DSO is daarmee voor een belangrijk deel afhankelijk van Omgevingsplan en Vergun-

ningverlening en werkprocessen. Andersom is deze afhankelijkheid er ook.

DSO-Anders werken

In het op te stellen Plan van Aanpak voor DSO, dient een link gelegd te worden met Anders werken

rondom het “Datagedreven werken”. Samen met het spoor Anders werken, zal moeten worden gekeken

naar de consequenties voor dit spoor. Daarnaast dient de afstemming gezocht te worden over de nieuwe

competenties en vaardigheden om binnen die digitale omgevingen te kunnen werken, zoals digitale

vaardigheden, dienstverlening, datagedreven werken, informatiebewustwording en applicatiebeheer.

Anders werken-alle deelsporen

Het spoor Anders werken dient in alle sporen terug te komen, aangezien dit het werken in de geest van de

Omgevingswet betreft. Zo komt participatie, en de competenties om op een goede manier met inwo-

ners/de samenleving om te gaan, terug in het proces van de Omgevingsvisie. Ontschotting/integraal

werken is dan weer van belang om de werkprocessen rondom Vergunningverlening te optimaliseren. De

wijze waarop activiteiten in het spoor Anders werken (zoals het bepalen van en werken aan nieuw rol en

visie Gemeenteraad, het zoeken van een balans tussen veranderen en uitvoeren van doorlopende

werkzaamheden en het concreet vertalen van de veranderopgave naar de teams; teamplannen) worden

ondernomen, hebben gevolgen voor de andere sporen. Vanuit het spoor Anders werken dient dan ook

continu de afstemming gezocht te worden met de andere sporen en de teams en mensen die hiermee

bezig zijn.

Page 44: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 36/48

7. Capaciteit en middelen

7.1 Capaciteit en middelen per spoor

7.1.1 Kerninstrumenten: Omgevingsvisie

In het startdocument wordt, in afstemming met de vakafdelingen, het capaciteitsbeslag opgenomen voor

het opstellen van de Omgevingsvisie. Hetzelfde geldt voor een begroting voor de benodigde middelen

(inhuur extern bureau). Dit startdocument wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor het opstellen van

het startdocument wordt 80 uur voor de trekker geraamd en 40 voor de betrokken interne medewerkers.

7.1.2 Kerninstrumenten: Omgevingsplan

In het startdocument wordt, in afstemming met de vakafdelingen, het capaciteitsbeslag opgenomen voor

het opstellen van het Omgevingsplan. Hetzelfde geldt voor een begroting voor de benodigde middelen

(inhuur extern bureau). Dit startdocument wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor het opstellen van

het startdocument wordt 80 uur voor de trekker geraamd en 40 voor de betrokken interne medewerkers.

7.1.3 Vergunningverlening en werkprocessen (tot 2021)

Specialisten (intern)

Inventariseren te optimaliseren werkprocessen 160

Optimaliseren werkprocessen 400

Afstemmen botsproeven/voorbeeldscenario's Omge-

vingsplan 200

Afstemmen DSO over digitale dienstverlening 200

Training/opleiding 640

Afstemming met ketenpartners over werkprocessen 400

Totaal (uren) 2000

Kostenpost (€)

Uniformeren gegevens fysieke leefomgeving 40.000

Ondersteuning externe partij 30.000

Inhuur projectleider 75.000

Totaal (€) 145.000

Page 45: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 37/48

7.1.4 DSO

Specialisten (intern)

Implementeren nieuwe applicaties 200

Koppelen applicaties aan Omgevingsloket 100

Totaal (uren) 300

Kostenpost (€)

Inhuur ondersteuning / projectleider 75.000

Totaal (€) 75.000

7.1.5 Anders werken

In het Plan van Aanpak wordt, in afstemming met de vakafdelingen, het capaciteitsbeslag opgenomen

voor het opstellen van de Omgevingsvisie. Hetzelfde geldt voor een begroting voor de benodigde midde-

len (inhuur extern bureau). Dit document wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor het opstellen van

het startdocument wordt 80 uur voor de trekker geraamd en 24 voor de betrokken interne medewerkers.

7.1.6 Programmakosten en totaal

Voor de begeleiding van de implementatie van de Omgevingswet, in ieder geval tot 1 januari 2021, zal de

gemeente een programmamanager (en programmasecretaris) aantrekken. De kosten van deze program-

mamanager worden geraamd op €200.000 (startend in Q3 2019, voor 4 dagen per week).

Doordat de inzet voor de implementatie van de Omgevingswet deels ten kosten zal gaan van capaciteit

voor de dagelijkse werkzaamheden, zal dit opgevangen worden door externe inhuur. De kosten hiervan

worden geraamd op €100.000. De nu te voorziene kosten (de kosten voor de sporen Omgevingsvisie,

Omgevingsplan en Anders Werken volgen later) komen daarmee uit op €520.000. Dit betreft een eerste

inschatting.

Totaaloverzicht raming middelenbeslag :

Inhuur programmamanager € 200.000, -

Inhuur ondersteuning/projectleider - vergunningverlening/ werkprocessen € 145.000, -

Inhuur ondersteuning/projectleider - DSO € 75.000, -

Opvangen extra belasting vakafdelingen € 100.000, -

Totaal: € 520.000, -

Page 46: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 38/48

8. Risico’s

Voor de Gemeente Moerdijk is een aantal risico’s te noemen rondom de implementatie van de Omge-

vingswet. Deze en bijbehorende beheersmaatregelen volgen in onderstaande tabel. De programmamana-

ger draagt zorg voor structurele aandacht voor deze risico’s en het nemen van de genoemde beheers-

maatregelen.

Risico Beheersmaatregel

De implementatie van de Omgevingswet en bijbeho-

rende veranderopgave, vindt in Moerdijk plaats in een

periode waarin de organisatie in ontwikkeling is. Zowel

voor wat betreft structuur als cultuur. Het risico bestaat

dat de organisatie ‘verandermoe’ is en er beperkt

commitment is op de veranderopgave van de Omge-

vingswet.

- In de communicatie inzetten op het raakvlak

tussen de lopende organisatieontwikkeling en

de Omgevingswet (versterkend aan elkaar).

- Resultaten en successen zichtbaar maken en

vieren om de energie en motivatie hoog te hou-

den.

De Gemeente Moerdijk kent relatief veel medewerkers

die hun functie gedurende lange tijd vervullen. Het

risico is dat deze medewerkers niet mee kunnen en/of

willen veranderen en de vaste werkwijzen en de waan

van de dag prioriteit geven. Hierdoor is onvoldoende

commitment op de veranderopgave.

- Een persoonlijke benadering, waarbij iedere

medewerker op zijn eigen manier meegenomen

wordt.

- De veranderopgave aantrekkelijk maken; wat

kan ik er uit halen?

- Resultaten en successen zichtbaar maken en

vieren om de energie en motivatie hoog te hou-

den.

Gekozen is voor een onderscheidende strategie,

waarbij in eerste instantie uitgegaan wordt van het

bestaande (bijvoorbeeld een beperkte inhoudelijke

scope van de Omgevingsvisie en een beperkte mate

van deregulering in het Omgevingsplan). Dit wordt op

een later moment en stap voor stap verder ontwikkeld.

Het risico is dat deze ontwikkeling, door bijvoorbeeld

de waan van de dag, stilvalt en dat aan de huidige

ambities geen invulling gegeven wordt.

- Vroegtijdig een doorkijk/plan maken voor de

doorontwikkeling.

- De huidige ambities blijven communiceren.

- De controlerende rol van de raad op dit gebied

volledig benutten.

Tot op heden is aan de integrale en organisatiebrede

aansturing van de implementatie vooral vanuit het

ruimtelijke (beleid) domein invulling gegeven. Het

risico bestaat hiermee dat de implementatie vooral

beperkt blijft tot het ruimtelijk domein en de link met

overige organisatieonderdelen niet gelegd wordt.

- Geef de gemeentesecretaris een belangrijke rol

in de stuurgroep.

- Zorg voor structurele aanwezigheid van of

afstemming met de andere domeinen in de

stuurgroep.

- Maak afspraken over het mandaat van ambtelij-

ke opdrachtgever en programmamanager ten

aanzien van alle domeinen (over capaciteit en

middelen).

- Zorg voor de aanwezigheid van medewerkers

uit alle domeinen in de kernteams.

Het samen optrekken met de omgeving is centraal

gesteld door Moerdijk. Dit dient bijvoorbeeld tot uiting

- Bekijk kritisch de bruikbaarheid van gebiedsta-

fels in participatieprocessen.

Page 47: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 39/48

te komen in het participatieproces voor de Omge-

vingsvisie. Het is belangrijk dat hier een brede

vertegenwoordiging is vanuit de omgeving. Er worden

vraagtekens geplaatst bij het democratisch gehalte

van de gebiedstafels, waarmee tot nu toe veelal is

gewerkt in dit soort processen. Hiermee bestaat het

risico dat de omgeving niet optimaal betrokken is.

- Zet ook in op andere mogelijkheden om

inwoners te betrekken.

- Geef de gemeenteraad hier een actieve rol in,

onder meer door middel van het separate ver-

gaderspoor.

Het realiseren en het goed functioneren van het

digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) zijn randvoor-

waardelijk voor het goed functioneren van het stelsel.

Hierover zijn zorgen gezien de grote opgave waarvoor

Moerdijk staat

- Inhuur van externe expertise.

- DSO wordt als separaat spoor ingericht in het

programma.

- Accepteren van dit risico.

De veranderopgave van de Omgevingswet vraagt om

veranderruimte bij de medewerkers. De waan van de

dag (dus de korte termijn) dient om verschillende

redenen vaak voor deze verandering op de langere

termijn te gaan, waardoor de veranderdoelen niet

worden gehaald.

- In dit implementatieplan zijn de extra inspannin-

gen die de veranderopgave met zich meebren-

gen inzichtelijk gemaakt, zodat aanvullend bud-

get kan worden gereserveerd voor inhuur van

capaciteit. Dit wordt geborgd in de teamplan-

nen.

- Het programma wordt breed gedragen in de

organisatie, door deelname van alle relevante

afdeling in het programma.

- De veranderopgave wordt ‘leuk’ gemaakt, zodat

medewerkers het niet enkel als extra werk zien,

maar het ook graag doen.

- Er wordt bekeken hoe de medewerkers in dit

kader zo min mogelijk ‘belast’ kunnen worden,

met zo veel mogelijk resultaat.

Tabel 3: Risico’s en beheersmaatregelen.

Page 48: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 40/48

9. Communicatie

De implementatie van de Omgevingswet is voor een belangrijk deel een veranderopgave voor de interne

organisatie van onze gemeente. Vanzelfsprekend raken de gevolgen van de implementatie inwoners,

ondernemers en samenwerkingspartners van de gemeente. Het is dan ook van belang om ook hen op een

goede en positieve manier te betrekken bij de implementatie. Waar mogelijk en wenselijk, trekken we qua

communicatie op in De6 verband.

In deze communicatiestrategie werken we de manier van communiceren voor zowel de interne als de

externe doelgroepen uit. Gedurende de implementatie is Communicatie structureel en programma-breed

betrokken, doordat het deel uitmaakt van het Programmateam.

9.1 Externe communicatie

In de Omgevingswet staan de inwoner en zijn initiatieven centraal. Dat wij deze inwoner ook betrekken in

onze communicatie is daarmee evident. Tegelijkertijd is het onderwerp omvangrijk en als we niet oppas-

sen abstract en technocratisch. De kunst is dus om de relevantie van het onderwerp voor de bewoners te

duiden en daarmee nauw aan te sluiten bij de vragen die zij hebben.

De externe communicatiestrategie die hierbij past is:

“Laten zien en ervaren in plaats van laten luisteren en begrijpen”

De communicatiestrategie houdt in dat we samen met de inwoners aan de slag gaan, zodat we allebei

(inwoner en gemeente) ervaren wat er nieuw is en wat wel en niet werkt in onze nieuwe manieren van

werken. Wat we dus niét doen is eerst zelf intern dingen uitdenken en uitwerken om dat vervolgens buiten

uit te leggen (te zenden en te vertellen), opdat de inwoner begrijpt waarom we doen wat we doen.

Een grote lijst stakeholders krijgt te maken met de gevolgen van de Omgevingswet, zo niet iedereen

binnen het grondgebied van Moerdijk: Inwoners, buurt-, dorp- en wijkraden, verenigingen, stichtingen en

belangengroepen, bedrijven (waaronder het Havenbedrijf), ondernemers (inclusief initiatiefnemers en

belanghebbenden) en grondeigenaren en beheerders.

Het centrale motto van de externe communicatie (“laten zien en ervaren”) sluit aan bij de door Moerdijk

gekozen onderscheidende implementatiestrategie. Deze strategie kenmerkt zich door een externe oriënta-

tie, waarbij de klant staat centraal staat en de focus ligt op maatwerk en op experimenteren en ontdekken

“wat werkt” in de nieuwe manier van werken. Vooral in dat laatste ligt een kans om bewoners te betrekken,

écht contact te maken en open te staan. Uitgangspunt is dat bij elke pilot die wordt opgepakt de inwoner

een rol krijgt en wij de effecten op die inwoner in beeld brengen. De definitie van “wat werkt” wordt in

belangrijke mate immers ook bepaald door de mate waarin het aansluit bij de wensen van onze klanten.

Aansluiten bij wat er al is

Onze gemeente kan gebruik maken van al bestaande communicatie en hoeft niet alles zelf te ontwikkelen.

De VNG staat gemeenten bij de communicatie rondom de Omgevingswet aan verschillende partners. Ook

andere gemeenten in het land zijn hiermee bezig. Moerdijk dient hier naar op zoek te gaan en gebruik van

te maken.

Page 49: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 41/48

Wat betreft de algemene communicatie over de aanleiding en veranderdoelen van de Omgevingswet

wordt vooral aangesloten bij al lopende communicatie-uitingen rondom bijvoorbeeld gebiedsgericht

werken en democratische vernieuwing. De parallellen met deze programma’s zijn groot en zij vinden hun

oorsprong grotendeels gelegen in dezelfde maatschappelijke ontwikkelingen. De wet als zodanig leent

zich niet echt voor actieve brede publiekscommunicatie. Daarvoor is het te droog en abstract.

Op de gemeentelijke website zal wel informatie komen over de Omgevingswet, de gevolgen ervan voor de

bewoners van Moerdijk en over de manier waarop de gemeente de implementatie ter hand neemt.

Communicatie start nu

Externe communicatie start niet bij de invoering van de Omgevingswet in 2021 of het participatieproces

van de Omgevingsvisie. De partners van Moerdijk zien de Omgevingswet nu al op zich af komen en

zoeken naar de wijze waarop Moerdijk hier aanvulling aan geeft. Nu al laten zien welke ambities er zijn,

waar wij staan in het proces en hoe het verdere proces er uit ziet is belangrijk.

Nadruk van de communicatie ligt binnen de sporen

Vanuit het centrale motto (“zien en ervaren”) en de focus van externe communicatie op de daadwerkelijke

uitvoering, ligt het voor de hand dat de communicatie met inwoners daarmee vooral plaats in de implemen-

tatiesporen; in de uitwerking van de verschillende activiteiten binnen die sporen, zoals het opstellen van de

Omgevingsvisie of het doorlopen van het nieuwe proces van vergunningverlening (klantreizen).

Communicatie-instrumenten

- Informatiepagina gemeentewebsite over de Omgevingswet met daarin informatie over aanleiding,

doelen, planning en activiteiten;

- Omgevingsvisie: de totstandkoming van de Omgevingsvisie vindt op een participatieve manier

plaats.

- Pilots: bij elke nieuwe pilot wordt specifiek voor die pilot vastgesteld op welke wijze relevante (ex-

terne) partijen worden betrokken. Met hen wordt ook mede vastgesteld wat het doel is van de pi-

lot (wat we willen leren en oefenen) en hoe we het geleerde beoordelen.

9.2 Interne communicatie

De interne communicatie vindt plaats door de programmaorganisatie. De verantwoordelijk bestuurder

(portefeuillehouder) en de stuurgroep worden over de voortgang en ontwikkelingen binnen het project, op

de hoogte gehouden door de programmamanager. Hij of zij draagt, in afstemming met de portefeuillehou-

der, zorg voor de communicatie richting college, raadscommissie en gemeenteraad, eventueel met

ondersteuning van de vakafdelingen (in paragraaf 5.3 (en figuur 7) zijn de rollen binnen het programma

beschreven).

Bovenstaande beschrijft de formele lijnen binnen het programma (de bovenzij-

de van de figuur rechts) en gaat met name over besturing en besluitvorming.

Zoals al meermalen in dit plan verwoord is de veranderopgave van de Omge-

vingswet een forse, die zich grotendeels richt op een cultuurverandering van de

organisatie en dus breder is dan de programmaorganisatie. Minstens zo

belangrijk zijn daarom de informele lijnen over de inhoud van het programma

(de onderkant van de figuur). Om die reden richt de interne communicatie zich

op hen die weliswaar niet deelnemen aan de programmaorganisatie, maar wel

direct te maken krijgen of hebben met de gevolgen van de Omgevingswet (1e

schil) dan wel indirect te maken hebben met de veranderende rol van de

gemeente (2e schil). Deze doelgroep bedienen we op een andere manier.

Page 50: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 42/48

9.2.1 Formele communicatie

Formele communicatie (programmabesturing)

Rol implementatieplan Rol gedurende de

implementatie

Activiteiten

Raad Stelt het plan en bijbehoren-

de budget vast

Worden via halfjaarlijkse voort-

gangsrapportage van het

programma op de hoogte

gehouden van inhoudelijke en

financiële voortgang. Daarnaast

bestaat er een klankbordgroep*

vanuit de raad die nauw bij de

voor hen relevante inhoudelijke

onderwerpen wordt betrokken en

eens per kwartaal bijeen komt.

College Stelt het plan en bijbehoren-

de budget vast en legt dat

ter instemming voor aan

gemeenteraad

Verantwoordelijk voor

uitvoering van plan

binnen vastgestelde

kaders

Stelt jaarlijks geactualiseerd

programmaplan vast alsmede

voor de sporen relevante

besluiten (worden uitgewerkt per

spoor)

Ambtelijk opdracht-

gever

Sturen op kwaliteit van en

draagvlak voor implementa-

tieplan. Levert daarnaast

inhoudelijke input

Verantwoordelijk voor de

uitvoering van het

programma en het

realiseren van de doelen

hiervan

Sturen op programma-brede en

structurele interne en externe

communicatie

Programmamanager Geen, wordt na vaststellen

implementatieplan geworven

Verantwoordelijk voor

dagelijkse uitvoering van

en sturing op program-

ma.

Afstemming met Communicatie-

adviseur voor programma-brede

en structurele interne en externe

communicatie

Stuurgroep Adviseert college over

vaststelling implementatie-

plan

Monitort de voortgang

van het programma en

bereidt eventuele

collegebesluitvorming

voor

Kwartaalvergadering over

inhoudelijke voortgang van het

programma.

Domeinregisseurs Leveren van input voor

veranderopgave en imple-

mentatiesporen en advies

over programmaplan

Leveren strategische

vakinhoudelijke input en

afstemming met andere

gemeentelijke program-

ma’s

Per kwartaal voortgangsgesprek

tijdens domeinoverleggen.

Onderwerpen zijn afhankelijk van

de voortgang van het programma

Teammanagers Adviseren over de bemen-

sing en financiering van inzet

ten behoeve van het

programma

Monitoren inzet mede-

werkers

Zie domeinregisseurs

En: Communicatieactiviteiten

gericht op deze doelgroep (1e en

2e schil – zie later)

Vakinhoudelijke

betrokkenen

Leveren van input voor

veranderopgave en imple-

mentatiesporen

Leveren van input en

bijdrage aan de diverse

sporen

Communicatieactiviteiten gericht

op deze doelgroep (1e en 2

e schil

– zie later)

*Klankbordgroep gemeenteraad

Page 51: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 43/48

Komende jaren worden belangrijke keuzes gemaakt over de rol van de gemeente, zoals de mate van

deregulering, de wijze waarop gebiedsgericht wordt gewerkt, over participatie of over de manier waarop

we als gemeente onze werkprocessen zo inregelen dat de vereiste 8-wekentermijn voor vergunningverle-

ning in acht kan worden genomen. Bij deze (en andere relevante) onderwerpen is de gemeenteraad een

belangrijke partij. Om de raad haar rol goed te kunnen laten vervullen is een klankbordgroep in het leven

geroepen. Deze komt gemiddeld elk kwartaal bijeen om de relevante voortgang te monitoren en belangrij-

ke keuzes voor te leggen en waar nodig voor te bereiden ten behoeve van bespreking in de raad.

9.2.2 Informele communicatie

We willen de interne organisatie gedurende de komende jaren blijvend, laagdrempelig en informeel en

informatief betrekken bij de transitie en meenemen op reis. Dat doen we door het gehele verhaal te

vertellen (de opgave, de programmadoelen, de beoogde resultaten en manier van werken) bijvoorbeeld op

intranet en via lunchlezingen. We gebruiken laagdrempelige en concrete middelen die dicht aansluiten bij

de dagelijkse werkpraktijk, die praktisch zijn en inspirerend. Het invoeren van de omgevingswet is vooral

een cultuurverandering. Daarom zorgen voor een goede verbinding met het cultuurtraject

Week van de Omgevingswet

Elk jaar wordt een week georganiseerd waarin de Omgevingswet centraal staat. Doel van deze week is

om de gehele organisatie nader kennis te laten maken met de opgave, de doelen en de voortgang van de

implementatie. Tijdens deze week wordt een breed scala aan activiteiten (groot en klein) georganiseerd,

zoals trainingen en opleidingen, excursies (binnen en buiten de gemeente), meet & greets met bewoners

en ondernemers, lezingen en sprekers en terugkoppeling vanuit de experimenten en pilots.

Door een hele week lang stil te staan bij het onderwerp, wordt de aandacht actief gericht op de Omge-

vingswet. De veelheid aan activiteiten maakt dat er voor elk wat wils is en door het jaarlijks te laten

terugkomen ontstaat er een ‘traditie’ waarvan je deel wil uitmaken.

Intervisie

We stimuleren en nodigen collega’s om elkaar op te zoeken en denken na over een geschikte (werk)vorm

daarvoor.

Opleidingen

Tot slot bieden wij een breed pakket aan trainingen en opleidingen aan voor alle collega’s. Uiteenlopend

van specifieke inhoudelijke onderwerpen tot competentieontwikkeling en andere manieren van (sa-

men)werken. Daarbij onderzoeken we tevens de mogelijkheden voor in company leertrajecten.

9.3 Communicatie tot 2021

Hoewel de invoering van de Omgevingswet in 2021 een feit is, gebeurt er direct na 2021 een aantal

belangrijke zaken, die nopen tot goede interne en externe communicatie. Het gaat dan primair om de

activiteiten, zoals deze al zijn uitgewerkt in de sporen Vergunningverlening en werkprocessen en DSO.

Vergunningverlening en werkprocessen

Kernboodschap voor het proces van vergunningverlening is de ingang van de 8-wekentermijn voor

vergunningen. De interne communicatie daaromtrent is wellicht nog belangrijker dan de externe. De

aanvrager heeft immers veel voordeel bij deze regeling en kan weinig ‘fout’ doen. Als gevolg van de

nieuwe termijn voor behandeling komt extra nadruk te liggen op het tijdig betrekken van ketenpartners en

Page 52: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 44/48

het (vooraf) maken van effectieve afspraken over samenwerking. In de beschrijving van dit spoor is al

beschreven op welke wijze dit onderwerp wordt uitgewerkt en daarmee is ook de communicatie in belang-

rijke mate geborgd. Van raad tot vergunningverlener en van specialist gezondheid tot stedenbouwkundige.

De samenwerking met externe ketenpartners vormt hierbij eveneens een belangrijk onderwerp. In de

uitwerking van dit spoor zijn hiervoor al voorstellen gedaan, die kunnen worden gezien als de communica-

tie rondom dit thema.

Digitaal Stelsel

Voor het digitaal stelsel geldt in wezen hetzelfde als voor de vergunningverlening: er gaan op korte termijn

al verschillen merkbaar zijn. De uitwerking van dit spoor eerder in dit implementatieplan beschrijft de

interne organisatie daarvoor en borgt daarmee de interne communicatie. Extern is het belangrijk om

mensen te gaan wijzen op deze nieuwe dienstverlening. Dat kan redelijk pragmatisch door middel van

informatie uitingen via de regulieren communicatiekanalen van de gemeente.

Algemene veranderopgave

Tot slot is het wijs om de brede veranderopgave als gevolg van de wet geregeld te agenderen. Momenteel

wordt er hard (intern) gewerkt aan de opgave voor de gemeente. Komende periode gaan we ook naar

buiten om gesprekken te voeren over de nieuwe manieren van werken. Deels gebeurt dat al door middel

van de gebiedstafels en gebiedsgericht werken. Dat kunnen we echter uitbreiden door klantreizen te

organiseren waarin we als gemeente het gesprek voeren met bewoners en bedrijven over de vraag wat zij

van de gemeente verwachten en hoe zich dat verhoudt tot de Omgevingswet.

Page 53: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 45/48

Bijlage 1: Minimale acties Omgevingswet (bron VNG)

Wat moeten gemeenten op 1-1-2021 minimaal kunnen en hebben om voorbereid te zijn op de

Omgevingswet?

Gemeenten (en hun uitvoeringsorganisaties)

• Gemeenten kunnen besluiten op grond van de Omgevingswet opstellen, vaststellen,

bekendmaken en beschikbaar stellen.

• Gemeenten maken bij het opstellen/bekendmaken en beschikbaar stellen van twee

daarvan (het omgevingsplan (incl. voorbeschermingsregels) en de omgevingsvisie)

gebruik van de STOP/TP standaard.

• Gemeenten maken deze besluiten digitaal bekend via de LVBB en stellen deze –voor

zover het een omgevingsplan of omgevingsvisie betreft– beschikbaar via het DSO-

LV.

• Gemeenten kunnen via DSO-LV ingediende vergunningaanvragen, meldingen en

informatieverplichtingen ontvangen en maken hiervoor gebruik van systemen die vol-

doen aan de STAM-standaard.

• Gemeenten (en hun uitvoeringsorganisaties) zijn voorbereid op de gewijzigde vergun-

ningprocedure (met 8 weken als standaard) en zorgen dat initiatiefnemers binnen de

wettelijke termijnen een samenhangend besluit krijgen.

• Gemeenten kunnen initiatiefnemers meervoudige vergunningen verlenen (verschil-

lende activiteiten via één vergunning).

• Gemeenten hebben hun legesmodel aangepast op de situatie ná 1-1-2021

• Gemeenten hebben de financiële arrangementen met hun uitvoeringsdiensten

herzien.

• Gemeenten hebben een commissie ingesteld die in ieder geval tot taak heeft te

adviseren over de aanvragen van een omgevingsvergunning voor een rijksmonument

(gemeentelijke adviescommissie).

• Gemeenten hebben hun raadsleden, bestuurders, managers en medewerkers toegerust op het

anders werken onder de Omgevingswet. Gemeenten hebben in dit kader hun werkprocessen

aangepast naar de nieuwe wettelijke termijnen en geïncorporeerd, met o.a. aandacht voor interbe-

stuurlijke en integrale afweging, voor participatie en voor goed vooroverleg met initiatiefnemers en

belanghebbenden.

• Gemeenten (en hun uitvoeringsorganisaties) kunnen inwoners en bedrijven voorzien van betrouw-

bare en begrijpelijke informatie over de Omgevingswet.

• Gemeenten (en hun uitvoeringsorganisaties) kunnen via klant contact kanalen (website, telefoon,

persoonlijk, brief) inzichtelijke en begrijpelijke informatie verstrekken en vragen afhandelen.

• Voorbereiden op de beoordeling van participatiemotiveringen van initiatiefnemer(s).

Page 54: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 46/48

• Een decentraal luchtkwaliteitsplan, indien er al een overschrijding is van de richtlijn luchtkwaliteit.

Advies VNG

Bovenop het absolute minimum adviseert VNG gemeenten aanvullende acties te verrichten in aanloop

naar 1-1-2021 zodat de doelen van de Omgevingswet kunnen worden behaald en het huidige niveau

van dienstverlening wordt behouden.

Algemeen

• Gemeentelijke inhoud van ruimtelijkeplannen.nl opschonen (concept plannen en verouderde

plannen verwijderen).

• Ontwikkelen van een gemeentelijke visie op het omgevingsplan.

• Voorbereiden op de verplichte en onverplichte programma’s (nieuw kerninstrument) en de daaraan

gekoppelde monitoring.

• Zaakgericht werken op orde hebben.

Regels en fysieke omstandigheden op kaart

• Regelbeheer inrichten c.q. op orde brengen.

• Zorgen dat gemeente in staat is voor elke regel het werkingsgebied digitaal te (laten) duiden en

deze mee te geven in het omgevingsplan (op basis van STOP-TP).

• Alvast nadenken over prioritaire informatieproducten (kaartlagen) voor het beoordelen van fysieke

omstandigheden op locatie.

Vragenbomen

• Zorgen dat inwoners en bedrijven per 1-1-2021 in ieder geval voor de topactiviteiten uit de

bruidsschat via (de door het rijk meegeleverde dan wel zelf vervaardigde) vragenbomen kunnen

checken of er een vergunning dan wel melding nodig is.

• Zorgen dat gemeente op tijd zelf in staat is vragenbomen te maken, aan te passen en te publiceren

via DSO-LV en zorgen dat hiervoor op tijd de vereiste software (die voldoet aan de STTR-

standaard) en competenties (m.n. vertalen van juridische regels in toepasbare regels en v.v.) in huis

zijn.

• Zorgen dat vragenbomen – waar opportuun – goed worden afgestemd en geïntegreerd met die van

andere bevoegd gezagen (vanuit het principe van één overheid).

Vergunningverlening

• Toepassen van snelle en simpele dienstverlening voor de eenvoudige verbouwingen in en om het

huis (dakkapel, uitbouw, kappen etc.).

• Complexere aanvragen waar meerdere disciplines bij betrokken zijn, afhandelen via goed

vooroverleg aan de omgevingstafel.

Toezicht en handhaving

• Samen met de uitvoeringsorganisaties en de andere bevoegd gezagen zorgen dat toezicht en

handhaving (bijvoorbeeld bij meervoudige vergunningen) goed zijn afgestemd op de bedoelingen

en eisen van de Omgevingswet.

Page 55: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 47/48

Bijlage 2: AMvB’s Omgevingswet

Page 56: Gemeente Moerdijk...1.5 De Omgevingswet in vogelvlucht 2 1.6 Gemeenten in de Omgevingswet 4 2. Moerdijk en de Omgevingswet 7 2.1 Al ondernomen activiteiten 7 2.2 Aanpalende ontwikkelingen

Implementatieplan Omgevingswet 2019 | 8 augustus 2019 | Pagina 48/48

Bijlage 3: Omgevingswetscan

Aantal ingevulde Omgevingswetscans: 119