(Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen...

24
Barger-Compascuum, Limietweg (Gemeente Emmen, Dr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-12/02Z

Transcript of (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen...

Page 1: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Barger-Compascuum, Limietweg(Gemeente Emmen, Dr.)

Een InventariserendArcheologisch Veldonderzoek

Steekproefrapport 2013-12/02Z

Page 2: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Barger-Compascuum, Limietweg(Gemeente Emmen, Dr.)Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

Een onderzoek in opdracht van de heer H. Koopman

Steekproefrapport 2013-12/02Z definitieve versieISSN 1871-269Xauteur: drs. J.M.G. Bongers (fysisch geograaf)autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)

De Steekproef bv werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.2

Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef bv, tenzij anders vermeld.

© De Steekproef bv, Zuidhorn, 17 december 2013

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

De Steekproef bvArcheologisch Onderzoeks- en AdviesbureauHogeweg 3, 9801 TG Zuidhorn

telefoon 050 - 5779784fax 050 - 5779786internet www.desteekproef.nle-mail [email protected] 02067214

Page 3: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Inhoud

Samenvatting

1. Inleiding..................................................................................................................11.1 Aanleiding en doel (KNA 3.2 LS01).....................................................................11.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.2 LS02)......................................................................2

2. Bureauonderzoek.....................................................................................................42.1 Bronnen............................................................................................................42.2 Fysische geografie (KNA 3.2 LS04)......................................................................42.3 Archeologie (KNA 3.2 LS04)...............................................................................62.4 Historische geografie (KNA 3.2 LS03)..................................................................62.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.2 LS05)................................................8

3. Veldonderzoek.........................................................................................................93.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.2 VS01)...............................................................93.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.2 VS02, VS03)................................................10

4. Conclusies en advies...............................................................................................12

Gebruikte bronnen

Appendix: - Archeologische periodes- Acheologische kaart- Boorstaten- Laagbeschrijvingen boringen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode

Page 4: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Samenvatting

In verband met geplande ontvening is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Limietweg te Barger-Compascuum, gemeente Emmen, provincie Drenthe. Na de vervening zal het resterende veen met de top van het pleistocene zand verploegd worden. Deze ingrepen vormen een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden.

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek, verkennende en karterende fase. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn dertien boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische indicatoren.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat de omgeving van Barger-Compascuum omstreeks 5500 vC veranderde in een veenmoeras. Binnen een kilometer omtrek zijn geen archeologische waarden gemeld. Uit het veldonderzoek blijkt dat in het midden van het plangebied een zandkop onder het veen ligt. Deze kop heeft tijdens het mesolithicum langdurig droge condities gehad, waardoor het een geschikte vestigingsplek lijkt te zijn geweest voor de mens. De top van het zand is intact, waardoor eventueel aanwezige archeologische waarden in goede staat kunnen verkeren. Echter het onderzoek heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd uit de top van het zand. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden zijn er daardoor niet. Het advies luidt om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen.

Page 5: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.2 LS01)

In opdracht van de heer H. Koopman is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Limietweg te Barger-Compascuum, gemeente Emmen, provincie Drenthe (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is geplande ontvening. Het aanwezige veen zal tot vlak boven het zand worden ontgraven. Vervolgens zal de resterende laag restveen met de top van het onderliggende zand verploegd worden tot een bouwvoor. Deze ingrepen vormen een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden.

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied gemaakt aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historisch-geografische informatie. Tijdens het verkennend en karterend veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Daartoe is van de bodem bepaald wat de opbouw en gaafheid zijn en is gezocht naar archeologische indicatoren.

Figuur 1: Barger-Compascuum, Limietweg: uitsnede van de topografische kaart 1:25.000. Het plangebied is rood omlijnd.

1

Page 6: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.2 LS02)

Het plangebied aan de Limietweg is een strookvormige kavel tussen de Limietweg en de grens met Duitsland. Tijdens het onderzoek lag het terrein braak. In het grootste deel was de bovenlaag van een halve meter afgeschoven tot enkele bulten (zie Figuur 2). Dit was niet gebeurd op het meest westelijke deel en op een strook zuidelijk langs het perceel dat tevens als toegangspad fungeerde. Volgens het Kabels en Leidingen InformatieCentrum (KLIC) liggen er geen leidingen in het gebied.

Figuur 2: Barger-Compascuum, Limietweg: foto genomen in oostelijke richting. Op de achtergrond is zichtbaar dat de bovengrond tot bulten is opgeschoven.

2

Page 7: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Tabel 1: Barger-Compascuum, Limietweg: administratieve gegevens

provincie: Drenthe

gemeente: Emmen

plaats: Barger-Compascuum

toponiem: Limietweg

bevoegd gezag: Gemeente Emmen, mevrouw C. Verschoor

opdrachtgever: de heer H. Koopman

oppervlakte: 1,5 hectare

hoogte: 17 meter + NAP

grenscoördinaten: noordoost: 267,788 / 530,497noordwest: 268,273 / 530,523zuidwest: 267,791 / 530,467zuidoost: 267,274 / 530,492

kaartblad: 18C

onderzoeksmeldingsnr: 59545

uitvoeringsperiode: 12 december 2013

onderzoeksdiepte: 250 centimeter

fase onderzoek: bureauonderzoek en veldonderzoek verkennende en karterende fase

status rapport: definitief

beheer documentatie: De Steekproef bv, E-depot RCE, Provincie Drenthe, Noordelijk Archeologisch Depot, Koninklijke Bibliotheek en DANS

3

Page 8: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

2. Bureauonderzoek

2.1 Bronnen

De gebruikte bronnen voor dit onderzoek zijn opgenomen aan het einde van dit rapport. Voor de paragraaf over archeologie is ARCHIS geraadpleegd. Dit is het archeologisch registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze databank is toegankelijk voor organisaties die werkzaam zijn in de archeologie. Het bevat een GIS-systeem waarmee de archeologische kaart uit de appendix is gemaakt en waarin ook aardkundige kaarten geraadpleegd kunnen worden. Voor de paragraaf over de historische geografie is onder meer gebruik gemaakt van watwaswaar.nl. Hierop zijn historische kaarten in te zien.

2.2 Fysische geografie (KNA 3.2 LS04)

Figuur 3: Barger-Compascuum, Limietweg: Hoogtekaart gemaakt met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland. Het plangebied is rood omlijnd. De hoogtes zijn in meters ten opzichte van NAP. Van de uiterst rechter strook heeft het AHN geen data, omdat dit Duits grondgebied is.

4

Page 9: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Barger-Compascuum ligt in veenkoloniaalgebied ten oosten van de Hondsrug (zie Figuur 3). Op paleogeografische reconstructies in De Atlas van Nederland in het Holoceen ontwikkelde zich rond 5500 vC al veenmoeras ter plaatse van het plangebied (zie Figuur 4). Op de hoogtekaart is zichtbaar dat het plangebied deel uitmaakt van een plateau dat door steile randen begrensd wordt (zie Figuur 3). Op de geomorfologische kaart wordt dit een plateau-achtige veenrest (3F9) genoemd. Op de bodemkaart staat het als een madeveengrond van veenmosveen (aVs). Het grondwater heeft er een gemiddeld hoogste stand van minder dan 40 centimeter beneden maaiveld en een gemiddeld laagste stand van 80 tot 120 centimeter (grondwatertrap III).

Figuur 4: Barger-Compascuum, Limietweg: twee uitsnedes van paleogeografische reconstructies uit De Atlas van Nederland in het Holoceen. Het plangebied wordt aangewezen door de rode pijl. De betekenis van de kleuren: donkergeel is glaciale ruggen en stuwwallen, lichtgeel is dekzandgebied, bruin = veengebied.

5

Page 10: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

2.3 Archeologie (KNA 3.2 LS04)

Binnen een kilometer rondom het plangebied zijn geen archeologische waarden gemeld (zie Appendix Archeologische Kaart). De dichtstbij geregistreerde vondst is gedaan twee kilometer westelijk van het plangebied (238462). Het betreft een buidel/beurs met zilvermunten uit de romeinse tijd. Op iets grotere afstanden zijn vondsten gedaan van stenen bijlen uit het neolithicum of de bronstijd (302116 en 438250).

Tabel 2: Archeologische waarden in de omgeving van Barger-Compascuum, Limietweg. Voor de ligging zie Appendix Archeologische Kaart. Voor dateringen zie Appendix Archeologische Periodes.

CMA / CAA RD-coördinaten Datering Omschrijving

waarnemingen

238462 265,780 / 529,940 romeinse tijd vroeg B - midden B

buidel/beurs met 312 zilvermunten en 1 bronzen ring

302116 265,900 / 532,240 neolithicum midden - bronstijd

2 stenen bijlen

438250 265,750 / 529,500 neolithicum laat A stenen hamerbijl

2.4 Historische geografie (KNA 3.2 LS03)

Op een militair-topografische kaart uit 1853/1854 (niet afgebeeld) wordt de regio van Barger-Compascuum nog weergegeven als hoogveengebied. De enige onderbreking hiervan vormt de veenrivier Rundiep die circa twee kilometer westelijk van het plangebied noordwaarts stroomt.

Op een topografische kaart uit 1906 is het gebied in vervening (zie Figuur 5). Er zijn sloten en wegen aangelegd en Barger-Compascuum wordt op deze kaart voor het eerst weergegeven. Midden in het plangebied is bebouwing aanwezig en noordelijk en zuidelijk ervan ook. Op het veen waren akkers en weilanden. Ondertussen vond vanuit het westen veenafgraving plaats ten behoeve van de turfproductie. Op een kaart uit 1935 is aan de weergegeven steilranden zichtbaar tot hoever de veenafgraving is gekomen. Op een kaart uit 1959 reikt deze grens tot aan het plangebied (zie Figuur 5). Deze situatie is tot op heden nog het geval. Op kaarten vanaf 1975 (niet afgebeeld) wordt de bebouwing in het plangebied niet langer weergegeven.

6

Page 11: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Figuur 5: Barger-Compascuum, Limiet: uitsnedes van drie historische kaarten.

7

Page 12: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.2 LS05)

Rond 5500 vC ontwikkelde zich in de regio Barger-Compascuum een veengebied. Binnen één kilometer omtrek zijn geen archeologische vondsten gemeld. Op grotere afstand zijn een zilvermunten uit de romeinse tijd gevonden en stenen hamers uit de periode neolithicum - bronstijd. Omstreeks de eerste helft van de 20e eeuw werd het veenmoeras in de omgeving van Barger-Compascuum ontgonnen en verveend ten behoeve van de turfproductie.

Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum. De mensen leefden toen nog als jagers/verzamelaars. Als verblijfplaatsen waren zandkoppen in de omgeving van open water geliefd. De meest kansrijke delen van het plangebied zijn daardoor eventueel aanwezige zandkoppen onder het veen. Hierop kan onder meer bewerkt vuursteen en houtskool gevonden worden. Tabel 3: Barger-Compascuum, Limietweg: specificatie archeologische verwachting.

datering: mesolithicum

complex: kamp

omvang: vanaf enkele meters

diepteligging: in de top van het pleistocene zand

locatie: zandkoppen

prospectiekenmerken: bewerkt vuursteen, houtskool

mogelijke verstoringen: verspoeling veenmoeras, sloten, voormalige bebouwing

8

Page 13: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

3. Veldonderzoek

3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.2 VS01)

Het veldonderzoek is uitgevoerd op 12 december 2013. Er zijn dertien boringen verricht (zie Figuur 6). De eerste negen boringen zijn verkennende boringen. Deze zijn gedaan op onderlinge afstanden van circa 57 meter. Met de verkennende boringen is een boordichtheid gehaald van zes per hectare. Ze zijn uitgevoerd met een guts van drie centimeter doorsnede. Ze reiken tot circa 0,2 meter in het zand.

Na de verkennende boringen zijn vier karterende megaboringen gedaan. Deze zijn uitgevoerd in het midden van het terrein, omdat daar een goed ontwikkelde podzolbodem was aangetroffen. Bij de karterende boringen is met behulp van een edelmanboor van twaalf centimeter doorsnede de top van het pleistocene zand opgeboord en nat gezeefd op een zeef met mazen van vier millimeter. De karterende boringen zijn niet beschreven.

Figuur 6: Barger-Compascuum, Limietweg: boorpuntenkaart. Het plangebied is geel omlijnd. De genummerde punten zijn de locaties van de dertien boringen.

9

Page 14: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

De verkennende boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. De resultaten van deze boringen staan in de Appendix in de vorm van boorstaten en laagbeschrijvingen. Van de boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS. De hoogtes van de boringen zijn gemeten met behulp van een waterpas en gerelateerd aan het NAP met het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Op het terrein is het oppervlakte geïnspecteerd op archeologisch materiaal. De vondstzichtbaarheid was goed (zie Figuur 2).

3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.2 VS02, VS03)

Onder het veen ligt lemig dekzand dat is afgezet tijdens de laatste ijstijd. Het Scandinavische landijs heeft Nederland toen niet bereikt. Wel kende ons land tijdens de koudste fases een poolwoestijn waarin verstuivingen optraden van zand dat het landschap bedekte. Binnen het plangebied bedraagt het maximale hoogteverschil in de hoogte van het zand 1,3 meter. Het zand reikt het hoogst bij boring 6 en het laagste bij boring 3 (zie Appendix Boorstaten). Bij boring 8 is ook een dal aanwezig en bij boring 9 een kop, maar deze beide reiken minder hoog respectievelijk diep dan bij boringen 6 en 3. Buiten de twee dalen is bodemvorming opgetreden in het zand. In de zandkop bij boringen 5 en 6 is een redelijk ontwikkelde podzolbodem gevormd. Blijkbaar hebben daar langdurig droge condities geheerst voorafgaand aan de vernatting en de ontwikkeling van het veenmoeras. De top van het pleistocene zand is bij alle negen boringen intact aangetroffen. Aanwijzingen voor zand verspoeling tijdens de ontwikkeling van het veenmoeras zijn niet gevonden.

De onderste centimeters veen zijn veraard (zie Figuur 7). Deze veraarding is opgetreden in de beginfase van de veenvorming toen soms nog droge periodes optraden. Op deze veraarde laag ligt tot aan het maaiveld roodbruin, draderig veenmosveen. De vastgestelde diktes van deze laag variëren tussen 0,9 en 2,2 meter. Ter plaatse van het pad zuidelijk langs het perceel is door vrijwel de gehele veenlaag zand aanwezig, zowel homogeen vermengd als in de vorm van brokken en lagen. Daarom zijn boringen 6 en 8 net naast het pad gedaan. Het zand lijkt aangevoerd ter versteviging van het pad. Onduidelijk is hoe het de hele laag door gekomen is.

Figuur 7: Barger-Compascuum, Limietweg: monster boring 1 van 200 tot 255 centimeter. Links is het pleistocene zand zichtbaar, rechts het bovenliggende veen. Op de overgang tussen beide is een circa vijf centimeter dikke, iets grijzige laag zichtbaar die het resultaat is van bodemvorming (AE-horizont). Rechts hiervan ligt een circa acht centimeter dikke donkergrijze veenlaag, ook wel 'smeerlaag' genoemd.

10

Page 15: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

De 20e-eeuwse bebouwing in het midden van het plangebied (zie Paragraaf 2.4) was ongeveer bij boring 5, dus op de hoge zandkop. Waarschijnlijk heeft men hiervoor gekozen, zodat de diepte van funderingen minimaal was. Een ander voordeel is dat het maaiveld ter plaatse van zandkoppen minder sterk zakt door uitdroging en oxidatie van veen. Doordat men de bovengrond al tot bulten had opgeworpen was het meeste bewoningsafval al van deze plek weg op het moment van het veldonderzoek. Wel waren nog enkele concentraties met afval zichtbaar. Dit afval bestond uit met name baksteenpuin, vensterglas en scherven aardewerk. Het aardewerk was vooral witbakkend en porselein. Kunststof afval was vrijwel niet aanwezig. De samenstelling van het materiaal bevestigt bewoning ter plaatse tijdens de eerste helft van de 20e eeuw, zoals kaartmateriaal weergeeft. Er zijn geen materialen verzameld.

Doordat de top van het pleistocene zand gaaf is, kunnen eventueel aanwezige archeologische grondsporen zoals haardkuilen in goede staat verkeren. De meest geschikte vestigingsplek lijkt de zandkop bij boringen 5 en 6 te zijn geweest. Hier was de bodem tijdens het mesolithicum doorgaans droog. De plek zal extra aantrekkelijk geweest zijn als ter plaatse van de laagte van boring 3 water stond. Door de afdekking met veen kan ook organisch materiaal zoals hout of voedselresten bewaard gebleven zijn. Echter de boringen hebben geen indicatoren opgeleverd zoals bewerkt vuursteen of houtskool. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden zijn er daardoor niet.

In het veen kunnen ook artefacten bewaard gebleven zijn. In het verleden zijn bij veenafgravingen bijvoorbeeld houten constructies van veenwegen gevonden en stenen bijlen die mogelijk ritueel in het veen geworpen zijn.

11

Page 16: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

4. Conclusies en advies

belangrijkste resultatenDe omgeving van Barger-Compascuum veranderde omstreeks 5500 vC in een uitgestrekt veenmoeras. Binnen één kilometer omtrek zijn geen archeologische vondsten gemeld. Tijdens de eerste helft van de 20e eeuw was het gebied westelijk van het plangebied in vervening. Deze reikte tot aan het plangebied aan toe.

In het plangebied is een dekzandlandschap bewaard gebleven onder het veen. In het midden ligt een zandkop die tijdens het mesolithicum langdurig droge condities heeft gehad. De top van het zand is gaaf. Er zijn in de top van het zand geen archeologische indicatoren gevonden zoals bewerkt vuursteen of houtskool.

archeologisch verwachtingsmodelHet archeologisch verwachtingsmodel zoals geformuleerd in Paragraaf 2.5 kan worden aangepast. Door de gaafheid van de top van het pleistocene zand kunnen archeologische grondsporen zoals van mesolithische haardkuilen bewaard gebleven zijn. Echter aangezien het onderzoek geen indicatoren heeft opgeleverd zoals bewerkt vuursteen of houtskool, kan de archeologische verwachting naar beneden toe worden bijgesteld.

adviesAangezien het onderzoek geen archeologische indicatoren heeft opgeleverd uit de top van het pleistocene zand, adviseren wij om op het terrein geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen. Als tijdens toekomstig graafwerk onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dan dient hiervan direct melding te worden gemaakt conform de Monumentenwet 1988, artikel 53. Wij adviseren dit te doen bij mevrouw C. Verschoor van de gemeente Emmen en bij de provinciaal archeoloog, dr. W.A.B. van der Sanden, Westerbrink 1, 9405 BJ, Assen, 0592-365220, 06-22662601, [email protected].

12

Page 17: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Gebruikte bronnen

AHN-Viewer. www.AHN.nl. Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo-informatie en ICT.

Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3. J.H.A. Bosch, 7 maart 2005.

Atlas van Nederland in het Holoceen. Landschap en Bewoning vanaf de Laatste IJstijd tot nu. P.C. Vos, J. Bazelmans, H.J.T. Weerts en M.J. van der Meulen. Amsterdam 2011.

Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Blad 18 Ter Apel en Blad 23 Nieuw-Schoonebeek. Stichting voor Bodemkartering. Wageningen, 1980.

Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS].

Franse Kaarten van Drenthe en de Noordelijke Kust, 1811-1813. H.J. Versfelt en M. Schroor. Heveskes Uitgevers. Groningen, 2001.

Geomorfologische Kaart van Nederland. Schaal 1:50.000. Blad 17 en blad 18. Beilen/Roswinkel. Rijks Geologische Dienst Haarlem en Stichting voor Bodemkartering Wageningen. 1978.

Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000. 2 Noord Nederland 1851-1855. Wolters Noordhoff Atlasprodukties, 1990

Huguenin, de Atlas van. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. H.J. Versfelt en M. Schroor. Heveskes Uitgevers. Groningen/Veendam, 2005.

Kaarten van Drenthe 1500-1900. Heveskes Uitgevers, H.J. Versfelt. Groningen / Veendam, 2004.

Kadata via www.kadaster.nl

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.2. www.SIKB.nl. Centraal College van Deskundigen Archeologie, mei 2010.

Page 18: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Appendix

Barger-Compascuum, Limietweg

- Archeologische periodes- Archeologische kaart- Boorstaten- Laagbeschrijvingen boringen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode

Page 19: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Archeologische periodes

paleolithicum: paleolithicum vroeg: tot 300.000 BPpaleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BPpaleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vCpaleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BPpaleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC

mesolithicum: mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vCmesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vCmesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC

neolithicum:neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vCneolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vCneolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vCneolithicum midden: 4.200 - 2.850 vCneolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vCneolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vCneolithicum laat: 2.850 - 2.000 vCneolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vCneolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC

bronstijd: bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vCbronstijd midden: 1.800 - 1.100 vCbronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vCbronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vCbronstijd laat: 1.100 - 800 vC

ijzertijd:ijzertijd vroeg: 800 - 500 vCijzertijd midden: 500 - 250 vCijzertijd laat: 250 - 12 vC

romeinse tijd:romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nCromeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nCromeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nCromeinse tijd midden: 70 - 270 nCromeinse tijd midden A: 70 - 150 nCromeinse tijd midden B: 150 - 270 nCromeinse tijd laat: 270 - 450 nCromeinse tijd laat A: 270 - 350 nCromeinse tijd laat B: 350 - 450 nC

middeleeuwen: middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nCmiddeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nCmiddeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nCmiddeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nCmiddeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nCmiddeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nCmiddeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nCmiddeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC

nieuwe tijd: nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nCnieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nCnieuwe tijd C: 1.850 – heden

Page 20: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

269435 / 532462

264640 / 528546

302116

438250

238462

Appendix Barger-Compascuum, Limietweg: Archeologische KaartArcheologische waarden volgens ARCHIS

LegendaONDERZOEKSMELDINGEN

VONDSTMELDINGEN

WAARNEMINGEN

HUIZEN

MONUMENTENarcheologische waarde

hoge archeologische waarde

zeer hoge archeologische waarde

zeer hoge arch waarde, beschermd

TOP10 ((c)TDN)bebouwd gebied

doorgaande wegen

bos

bouwland

weiland

boomgaard/kwekerij

heide

zand

begraafplaats

water

overig bodemgebruik

0 1 km

N Archis2

PLANGEBIED

Page 21: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Appendix Barger Compascuum, Limietweg: Boorstaten

(cm)

1750

1700

1650

1600

1550

1500

1450

(cm)

1750

1700

1650

1600

1550

1500

1450

1

2

3

4

5

6

7

8

9

AEAEC

C C2B

C

BBCC

AEB

AEBBC

BC

C

EBBC

Page 22: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Appendix Barger-Compascuum, Limietweg: Laagbeschrijvingen

1 / 3

1

X-coordinaat (m) : 267816

Y-coordinaat (m) : 530490

Maaiveld (cm) : 1787

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 20 veen sterk zandig, 10yr3/1, Veen: sterk amorf, bouwvoor

20 - 223 veen zwak zandig, 7,5yr3/4, Veen: zwak amorf

223 - 231 veen zwak zandig, 2,5y2/1, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

231 - 236 zand matig siltig, 10yr2/2, AE-horizont

236 - 245 zand sterk siltig, 10yr3/3, C-horizont

245 - 255 zand sterk siltig, 2,5y4/3, C-horizont

2

X-coordinaat (m) : 267875

Y-coordinaat (m) : 530477

Maaiveld (cm) : 1756

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 15 veen sterk zandig, 10yr3/1, bouwvoor

15 - 40 zand zwak siltig, 2,5y5/3, opgebrachte grond

40 - 140 veen sterk zandig, 7,5yr3/4, vergraven

140 - 145 zand zwak siltig, 2,5y5/3, opgebrachte grond

145 - 190 veen sterk zandig, 10yr3/3, vergraven

190 - 207 veen zwak zandig, 2,5y2/1, Opm.: Smeerlaag

207 - 210 zand matig siltig, 10yr2/2, AE-horizont

210 - 220 zand sterk siltig, 10yr3/3, C-horizont

220 - 225 zand sterk siltig, 7,5yr3/3, Opm.: Tweede B-horizont

3

X-coordinaat (m) : 267925

Y-coordinaat (m) : 530499

Maaiveld (cm) : 1697

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 210 veen zwak zandig, 7,5yr3/4

210 - 222 veen zwak zandig, 2,5y2/1, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

222 - 235 zand sterk siltig, 10yr4/3, C-horizont

235 - 245 leem zwak zandig, 2,5y4/2

245 - 270 zand sterk siltig, 10yr4/3

270 - 275 zand zwak siltig, 2,5y5/3

4

X-coordinaat (m) : 267980

Y-coordinaat (m) : 530484

Maaiveld (cm) : 1774

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 210 veen sterk zandig, 10yr3/3, homogeen, vergraven

210 - 230 veen zwak zandig, 7,5yr3/4, Veen: zwak amorf

230 - 240 veen zwak zandig, 2,5y2/1, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

240 - 247 zand sterk siltig, 10yr2/3, B-horizont

247 - 257 zand sterk siltig, 10yr3/2, BC-horizont

257 - 265 zand matig siltig, 10yr4/3, C-horizont

Page 23: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Appendix Barger-Compascuum, Limietweg: Laagbeschrijvingen

2 / 3

5

X-coordinaat (m) : 268034

Y-coordinaat (m) : 530507

Maaiveld (cm) : 1674

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 85 veen zwak zandig, 7,5yr3/4, Veen: zwak amorf

85 - 89 veen zwak zandig, 2,5y2/1, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

89 - 97 zand matig siltig, 10yr2/2, A-horizont

97 - 104 zand matig siltig, 10yr3/1, E-horizont

104 - 115 zand matig siltig, 7,5yr2/3, B-horizont

6

X-coordinaat (m) : 268091

Y-coordinaat (m) : 530495

Maaiveld (cm) : 1742

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 132 veen zwak zandig, 7,5yr3/4

132 - 135 veen zwak zandig, 2,5y2/1, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

135 - 139 zand matig siltig, 10yr2/2, A-horizont

139 - 144 zand matig siltig, 10yr3/1, E-horizont

144 - 155 zand matig siltig, 10yr2/3

155 - 160 zand matig siltig, 7,5yr3/3, BC-horizont

7

X-coordinaat (m) : 268145

Y-coordinaat (m) : 530507

Maaiveld (cm) : 1709

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 120 veen zwak zandig, 7,5yr3/4, Veen: zwak amorf

120 - 129 veen zwak zandig, 2,5y2/2, Opm.: Smeerlaag

129 - 135 veen sterk zandig, 10yr2/2, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

135 - 140 zand matig siltig, 10yr3/3, B-horizont

140 - 160 zand matig siltig, 10yr4/3, C-horizont

8

X-coordinaat (m) : 268202

Y-coordinaat (m) : 530495

Maaiveld (cm) : 1755

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 193 veen zwak zandig, 7,5yr3/4, Veen: zwak amorf

193 - 206 veen sterk zandig, 10yr2/2, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

206 - 213 leem zwak zandig, 10yr4/4, C-horizont

213 - 220 zand matig siltig, 10yr6/6, C-horizont

9

X-coordinaat (m) : 268254

Y-coordinaat (m) : 530513

Maaiveld (cm) : 1709

Page 24: (Gemeente Emmen, Dr.) · 2016. 11. 6. · behoeve van de turfproductie. Onder het veen kunnen archeologische resten aanwezig zijn van voor het veenmoeras, dus met name uit het mesolithicum.

Appendix Barger-Compascuum, Limietweg: Laagbeschrijvingen

3 / 3

Diepte (cm)Grondsoort

Omschrijving

0 - 123 veen zwak zandig, 7,5yr3/4, Veen: zwak amorf

123 - 134 veen zwak zandig, 2,5y2/2, Veen: sterk amorf, Opm.: Smeerlaag

134 - 138 zand matig siltig, 10yr3/2, EB-horizont

138 - 146 zand matig siltig, 10yr3/3, B-horizont

146 - 155 zand matig siltig, 10yr4/3, C-horizont

155 - 158 zand matig siltig, 10yr5/4, C-horizont

158 - 165 zand matig siltig, 7,5yr4/3, Opm.: Tweede B-horizont