Gemeenschappelijke contextanalyse Dominicaanse Republiek

65
GCA Dominicaanse Republiek 1 Gemeenschappelijke contextanalyse Dominicaanse Republiek Oktober 2015

Transcript of Gemeenschappelijke contextanalyse Dominicaanse Republiek

GCA Dominicaanse Republiek 1

Gemeenschappelijke contextanalyse

Dominicaanse Republiek

Oktober 2015

GCA Dominicaanse Republiek 2

Inhoudstafel

Afkortingenlijst

Inleiding ................................................................................................................................................ 3

1 Beschrijving van de wijze waarop de gemeenschappelijke contextanalyse tot stand is gekomen en het deelnameproces van de ANGS, van hun lokale partners en eventueel van elke andere lokaal aanwezige partner ................................................................................................................................. 4

1.1 De wijze waarop de GCA tot stand gekomen is ......................................................................................... 4 1.2 Het deelname proces van de ANGS ........................................................................................................... 5 1.3 Het deelnameproces van de lokale partners ............................................................................................. 6 1.4 Het deelnameproces van de andere lokale actoren.................................................................................. 8

1.4.1 Belgische vertegenwoordiging ...................................................................................................... 8 1.4.2 INGO’s ............................................................................................................................................ 8 1.4.3 EU ................................................................................................................................................. 11

1.5 Opname transversale elementen in GCA ................................................................................................ 11 2 Overzicht van de programma’s, projecten, synergieprojecten en partnerschapsprojecten met de gouvernementele samenwerking die in de voorafgaande periode van vijf jaar in het betrokken land of de betrokken regio door de ANGS werden uitgevoerd ............................................................................... 12

2.1 Synergieprojecten .................................................................................................................................... 14 2.2 Partnerschappen met de gouvernementele samenwerking ................................................................... 14 2.3 Linken met buurlanden en GCA’s van buurlanden. ................................................................................. 14 2.4 Vaststellingen aangaande aanwezige synergie ....................................................................................... 15

3 Analyse van de politieke, economische, sociale en milieusituatie van het land of van de regio ....... 16

3.1 Analyse van de politieke situatie van het land of van de regio ............................................................... 17 3.2 Analyse van de economische situatie van het land of van de regio ........................................................ 19 3.3 Analyse van de sociale situatie van het land of van de regio. ................................................................. 21 3.4 Analyse van de milieusituatie van het land ............................................................................................. 23 3.5 Analyse van de Waardig Werk situatie .................................................................................................... 24

4 Beschrijving van de lokale civiele maatschappij, de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en van hun voornaamste financiële partners ....................................................... 29

4.1 Het begrip civiele maatschappij, een invulling: ....................................................................................... 29 4.2 Beschrijving van de lokale civiele maatschappij en van de voornaamste financiële partners. ............... 29 4.3 Beschrijving van de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en van de voornaamste financiële partners. ................................................................................................................. 31

5 Analyse van de toestand van de lokale civiele maatschappij, de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen .................................................................................................................................................... 33

5.1 Analyse van de toestand van de partnerorganisaties van WSM binnen de lokale civiele maatschappij en de overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen. ............................... 33

5.1.1 Overwogen pistes van capaciteitsversterking van de partnerorganisaties ................................. 33 5.2 Overwogen pistes van capaciteitsversterking per interventiedomein voor de civiele maatschappij ..... 38

5.2.1 Overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen ........................ 40 5.3 Analyse van de toestand van de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en de overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen. ......................................... 41

5.3.1 Analyse......................................................................................................................................... 41 5.3.2 Overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen ......................... 41

6 Identificatie van de relevante actoren inzake ontwikkeling. .......................................................... 43

6.1 Enkele conclusies ..................................................................................................................................... 46 7 Identificatie van de mogelijke type partners van de ANGS. ............................................................ 46

GCA Dominicaanse Republiek 3

7.1 Algemeen ................................................................................................................................................. 46 7.2 Interventiedomeinen arbeidsrechten, sociale bescherming, jobcreatie en sociale dialoog ................... 47

8 Identificatie van de toekomstige interventiedomeinen van elke ANGS rekening houdend met de relevante actoren ................................................................................................................................. 48

8.1 Overzicht .................................................................................................................................................. 48 8.2 Model van verandering per interventiedomein ...................................................................................... 48

9 Analyse van de risico’s en opportuniteiten per interventiedomein ................................................ 50

9.1 Risico’s ..................................................................................................................................................... 50 9.2 Opportuniteiten ....................................................................................................................................... 51

10 Analyse van de mogelijkheden van synergie en complementariteit tussen ANGS, met de Belgische gouvernementele samenwerking en andere organisaties en de meerwaarde ervan. .............................. 52

10.1 Mogelijkheden van synergie en complementariteit .................................................................... 52 10.2 De mogelijkheden van synergie en complementariteit worden klassiek in verschillende fasen en op verschillende niveaus opgedeeld. ............................................................................................................ 53 10.3 Algemeen ...................................................................................................................................... 53 10.4 Vier interventiedomeinen ............................................................................................................ 55

10.4.1 Mogelijkheden van synergie en complementariteit tussen Belgische ANGS en met INGO’s ..... 55 10.4.2 Mogelijkheden van synergie en complementariteit tussen Belgische ANGS en de Belgische gouvernementele samenwerking .............................................................................................................. 57

Bijlagen ............................................................................................................................................... 58 Bijlage 1: lokale actoren betrokken in GCA ............................................................................................ 58

Bijlage 2: Overzicht Belangrijkste Indicatoren ....................................................................................... 60

Bijlage 3: Referenties ........................................................................................................................... 62

1 GCA Dominicaanse Republiek

Afkortingenlijst

AACID - Andalusisch Agentschap voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking

ABVV/FGTB - Algemeen Belgisch Vakverbond / Federation Générale des Travailleurs Belges

ACV/CSC - Algemeen Christelijk Vakverbond / Conféderation des syndicats chrétiens

AECID - Spaans Agentschap voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking

ADOPEM - Domincaanse Associatie voor de ontwikkeling van de vrouw

ADOZONA - Dominicaanse Associatie voor Vrijhandelszones

AMUSSOL - Asociación Mutual de Servicios Solidarios

ANGS – Acteurs van Niet Gouvernementele Samenwerking

ASONAIN - Nationale Associatie van Industriële Ingenieurs

AZONAHORES - Nationale Associatie voor Hotels, Bars en Restaurants

CASC - Confederación Autónoma Sindical Clasista

CEDAW - Comité voor de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie tegen vrouwen

CESCR - Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten van de VN

CISL - Italiaanse Arbeiders Centrale (Vakbond)

CSA - Syndicale Confederatie van de Amerikas

CSI - Internationale Syndicale Confederatie

CONAMUCA - Confederación nacional de Mujeres Campesinas

CONAVHISIDA - Nationale Raad voor HIV en AIDS

CONEP - Patronale Confederatie

COPARDOM - Nationale raad van privébedrijven

CNTD - Confederación Nacional de Trabajadores Dominicano

CNUS - Confederación Nacional de Unidad Sindical

CTH - Confédération des Travailleurs de Haiti

DGD – Directoraat Generaal Ontwikkelingssamenwerking

DIDA - Directie voor Informatie en Bescherming van de Geaffilieerden

DIGECITSS - Directoraat Generaal Controle van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen en aids

DR – Dominicaanse Republiek

EU – Europese Unie

FAO - Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties).

FEDECARES Federatie van Koffietelers van de Zuidelijke Regio

FEI - Federacion Etnica Integral

FOS/Solsoc - Socialistische Solidariteit

GCA – Gemeenschappelijke Context Analyse

HDI - Human Development Index

GCA Dominicaanse Republiek 2

IAO - Internationale Arbeidsorganisatie

INFAS - Instituto Nacional de Formación Agraria y Sindical

INFOTEP - Nationaal Instituut voor Technisch Professionele Vorming

INTEC - Technologisch Instituut van Santo Domingo

ISCOS-CISL - Syndicaal Instituut voor Ontwikkelings Samenwerking

ISCOSD – UGT - Syndicaal Instituut voor de samenwerking en ontwikkeling en Algemene Unie van Arbeiders

ISLP - International Senior Lawyers Project (ISLP)

JAD - Junta Agro Empreserial Dominicana

KB – Koninklijk Besluit

MDG - Millennium Doelstellingen

MODEMU - Beweging van Verenigde Vrouwen

MOSCTHA - Movimiento socio-cultural de Trabajadores Haitianos

ODEMA - Organisatie voor Mutualiteiten van de Amerikas

PLD - Partido de la Liberación Dominicana

PNPSP - Plan Nacional Plurianual del Sector Público

PRD Partido Revolucionario Dominicano

PROSOLI - Programma – Vooruitgang door Solidariteit

PUCMM - Pontificale Katholieke Universiteit Madre y Maestra

ROCOOM - Regionaal netwerk van Civiele Organisaties voor Migratie

SENASA Seguro Nacional de Salud

SISARIL - Administratie voor Gezondheid en Arbeidsrisico’s

TSS - Thesaurie van de Sociale Zekerheid

UNDAF - United Nations Development Assistance Framework

USO - Syndicale Arbeiders Unie

VN – Verenigde Naties

WSM - Wereldsolidariteit / Solidarité Mondiale

GCA Dominicaanse Republiek 3

Inleiding

De hier uitgewerkte gemeenschappelijke contextanalyse van de Dominicaanse Republiek komt voort uit de wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (19/03/2013 gewijzigd door Wet 09/01/2014) art 2- 6°/7 en het Koninklijk Besluit van 24 april 2014 art 14 § 1 & 2.

Het opzet is een kwaliteitsvolle analyse van de Actoren van Niet Gouvernementele Samenwerking (“ANGS”) waarbij de Dominicaanse context gemeenschappelijk wordt geanalyseerd en dit volgens het bij KB vastgelegd schema. Het betreft dus een presentatie van de context en de opportuniteiten tot synergie en complementariteit die eruit voortkomen, en niet van concrete programma’s, projecten of andere specifieke doelstellingen. Deze contextanalyse kan in geen geval gebruikt worden als informatiebron om bepaalde standpunten toe te schrijven aan een specifieke organisatie of partnerorganisatie die vermeld worden in dit document. Deze contextanalyse is in eerste instantie een opportuniteit om punten van samenwerking en onderlinge synergie en complementariteit te identificeren. Indien goedgekeurd, wordt deze GCA van de Dominicaanse Republiek een belangrijk referentiedocument voor:

- De programma’s die bij DGD ingediend zullen worden en waarbij per specifieke doelstelling moet worden aangeduid op welke manier het programma rekening houdt met ten minste één GCA.

- Een in 2019 in te dienen verslag over de stand van de uitvoering van de in de GCA bepaalde opportuniteiten met betrekking tot complementariteit en synergie.

- De toekenning van DGD-financiering gerelateerd met synergie initiatieven

Deze oefening gaat uit van de actoren van niet gouvernementele samenwerking die mogelijks een programmawerking voorzien in de Dominicaanse Republiek in de komende 10 jaar. Het betreft de volgende deelnemers en hun coördinaten (inclusief de lead):

GCA Dominicaanse Republiek

Deelnemers Adres Contact

1. Werelsolidariteit/ Solidarité Mondiale

Haachtsesteenweg 579 Chaussée de Haecht, 1031 Schaerbeek

Ellen Verryt : [email protected]

2. Groep ANG van de GCA Waardig Werk Latijns-Amerika en Caraïben

FOS Grasmarkt 105 bus 46 1000 Brussel

Stijn Roovers: [email protected]

Wat betreft de regionale GCA Waardig Werk Latijns-Amerika en Caraïben gaat het om volgende ANGS:

Deelnemers GCA Waardig Werk Latijns- Amerika en Caraïben

Adres Contact

1 FOS (Lead) Grasmarkt 105 bus 46 1000 Brussel [email protected]

2. IFSI/ISVI (ABVV/FGTB)

Hoogstraat 42 1000 Brussel

[email protected]

3. IEOI/IIAV (ACV/CSC)

Haachtstesteenweg 579 1030 Schaarbeek

[email protected]

4. Solsoc

Coenraetstraat 68 1060 Sint Gilis

[email protected]

5. WSM

Haachtstesteenweg 579 1030 Schaarbeek

[email protected]

GCA Dominicaanse Republiek 4

De tekst van de GCA beoogt een weergave te zijn van de uitwisselingen tussen de organisaties over hun visie vanuit een technisch en operationeel perspectief.

De standpunten die ingenomen worden op basis van de informatie in deze contextanalyse binden slechts die organisaties die dit standpunt expliciet ingenomen hebben, en zijn in geen geval gedragen standpunten van alle organisaties die hebben deelgenomen. Bovendien, de vermelde informatie kan niet beschouwd worden als een politieke of ideologische stellingname van de organisaties.

1 Beschrijving van de wijze waarop de gemeenschappelijke contextanalyse tot stand is gekomen en het deelnameproces van de ANGS, van hun lokale partners en eventueel van elke andere lokaal aanwezige partner

1.1 De wijze waarop de GCA tot stand gekomen is

Na een analyse van de ANGS aanwezig in de Dominicaanse Republiek is WSM aangeduid als lead organisatie voor de ontwikkeling van de GCA rond de Dominicaanse Republiek. De realisatie van de contextanalyse is gebaseerd op het Vademecum dat als leidraad goedgekeurd werd door de raden van bestuur van de koepels. Gebaseerd op dit document werd de volgende tijdlijn aangehouden om tot de realisatie te komen van de analyse:

Deadline Beschrijving

1. 05/03/2015 Eerste vergadering tussen coördinatie, leads en experten: planning van het proces (roadmap), en verduidelijking verantwoordelijkheden van leads

2. 06/03/2015 Verzameling van bestaande interne analyses

3. 07/03/2015 Opmaak lijst participerende ANGS van GCA Dominicaanse Republiek en opmaak budget

4. Mapping thema’s

5. 10/04/2015 Afstemming met relevante aanverwante GCA’s (Waardig Werk, Haïti)

6. 28/04/2015 Organisatie mini-workshop (Coördinatie met lokale partners uit Dominicaanse Republiek)

7. 29/04/2015 Vergadering alle organisaties in Dominicaanse Republiek

8. 01/05/2015 Evaluatie en Revisie laatste versie van synergie document tussen MOSCTHA, FEI en AMUSSOL.

9. 05/05/2015 Atelier in Dominicaanse Republiek met partners en mensenrechten groepen in Santo Domingo met secretaris generaal van WSM en Ellen Verryt

10. 30/05/2015 Werkvergadering tussen consultant en lead voor organisatie werk en informatieverzameling

11. 1-15/06/2015

Organisatie van teksten ter voorbereiding werk consultant Dominicaanse Republiek

12. 26/06/2015 Overleg en evaluatie eerste versie GCA Dominicaanse Republiek

13. 30/06/2015 Vergadering Leads GCA’s in het Maison des Associations Internationales om een debriefing te organiseren over het verloop van de GCA’s.

14. 5/07/2015 Online zetten van tweede versie GCA Dominicaanse Republiek na overleg consultant en lead

15. 5/07/2015 Evaluatie GCA en formulering additionele informatie nodig van lokale partners

16. 14/07/2015 Transmissie vragen aan lokale partners – uitnodiging organisatie workshop

17. 14/07/2015 Online zetten van derde versie GCA Dominicaanse Republiek

18. 28/07/2015 Organisatie Mini-Workshop te Santo Domingo om te beantwoorden aan laatst geformuleerde vragen vanwege consultant

19. 7/09/2015 Initiatie laatste fase – incorporatie additionele informatie van lokale partners en opmaak GCA (aanpassen bibliografie) door consultant en lead.

20. 26/08/2015 Opvolgingsvergadering lead en consultant

21. 29/08/2015 Online zetten vierde versie GCA Dominicaanse Republiek

GCA Dominicaanse Republiek 5

22. 07/09/2015 Online zetten vijfde versie GCA Dominicaanse Republiek

23. 15/09/2015 Vijfde vergadering pilootgroep betreffende vervollediging opportuniteit analyse voor synergiën en complementariteit

24. 15/09/2015 Vergadering lead en consultant

25. 16/09/2015 Tweede versie draft beschikbaar gesteld

26. 30/09/2015 Derde versie draft beschikbaar

27. 01/10/2015 – 15/10/2015

Afwerken analyses en akkoord pilootgroep

28. 16/10/2015 Voorstelling tekst aan DGD

In eerste instantie is dit document gebaseerd op recente bestaande analyses en referentiedocumenten voor de opmaak van de GCA. Dit betreft documenten opgemaakt door WSM zelf, partners ter plaatse en andere ontwikkelingsactoren waaronder de EU, VN, etc… Een referentielijst wordt voorzien in bijlage.

Waardig Werk is één van de drie prioritaire thema’s. Het thema verwijst naar de Agenda Waardig Werk van de IAO, bestaande uit 4 pijlers: het moet allereerst gaan om vrij gekozen en productief werk met, ten tweede, respect voor de internationale arbeidsrechten en, ten derde, toegang tot sociale bescherming en waarbij, ten vierde, de werknemers worden gehoord door middel van een sociale dialoog. Voor de gemeenschappelijke contextanalyse van de Dominicaanse Republiek m.b.t. dit thema, verwijzen we naar de thematische GCA Latijns-Amerika en Caraïben.

Om de link tussen de thematische en de landen-GCA te verzekeren, was in de loop van het proces één vertegenwoordiger van de GCA Waardig Werk contactpersoon voor deze GCA. De thematische analyse gebeurde vanuit een internationale en regionale visie op het thema, maar de voorgestelde interventie-domeinen, de types partnerorganisaties en hun noden rond capaciteitsversterking wijzen op opportuniteiten voor ondersteuning op nationaal vlak. Bij het opmaken van deze thematische GCA waren dan ook de ANGS met een bewezen expertise binnen het land actief betrokken.

In hoofdstuk 3 van deze GCA wordt Waardig Werk opgenomen als thema van de analyse van de sociale situatie van de Dominicaanse Republiek. Verder werden in de loop van het proces de mogelijkheden van complementariteit en synergie m.b.t. Waardig Werk onderzocht. Ze komen aan bod in hoofdstuk 10.

In deze zin zijn de GCA Dominicaanse Republiek en de thematische GCA Waardig Werk dus complementair en dienen zij samen gelezen te worden. Samen vormen zij één totale analyse.

1.2 Het deelname proces van de ANGS

In eerste instantie vond er een identificatie proces plaats waarbij de relevante deelnemende ANGS geïdentificeerd konden worden. Uit deze ervaring bleek dat WSM de lead zou worden met betrekking de ontwikkeling van de GCA Dominicaanse Republiek, met informatieve bijdrages van ACV. De opdeling in interventiedomeinen hangt nauw samen met het werkingsveld van WSM in de Dominicaanse Republiek, en volgt tevens in grote lijnen de GCA Waardig Werk voor Latijns Amerika.

Bovendien dient de rol van een ANG in de Dominicaanse Republiek steeds in het licht gezien te worden van de realiteit van het eiland Hispaniola, dat gedeeld wordt met Haïti. In deze zin is het fundamenteel om verdere werking van de ANGS steeds op bi-nationale wijze te benaderen. Het is dan ook zo dat in het licht van recente evoluties binnen de Dominicaanse Republiek, de lokale partners van WSM actief zijn over de landsgrenzen heen, en zich actief betrekken in de opvolging van de gedwongen deportaties van individuen van Haïtiaanse origine die zich in situaties bevinden van irregulariteit. Het werk van WSM en de partners ter plaatse dient te kaderen in de verdere

GCA Dominicaanse Republiek 6

uitwerking van de thematische Waardig Werk agenda, en vraagt tevens een verderzetting van de werking tussen ANGS en lokale partners in zowel Dominicaanse Republiek als Haïti. Met betrekking tot de GCA Waardig Werk betreft het hier nauwe samenwerking met FOS, SOLSOC, ABVV/FGTB, ACV/CSC.

1.3 Het deelnameproces van de lokale partners

WSM bouwt al jaren aan haar partnerrelaties in de DR. De selectie van de partnerorganisaties baseerde zich op de volgende criteria: grootte van de organisatie, representativiteit, kwaliteit van beheer en opvolging, beheer van het partneriaat, mogelijkheid van institutionele ontwikkeling, institutionele duurzaamheid en linken/synergiën met andere actoren. Hieronder volgt een korte beschrijving en missie:

Partners

Historiek

Korte beschrijving en missie DGD 08-10

DGD 11-13

DGD 14-16

MOSCTHA X X X

MOSCTHA (Movimiento socio-cultural de Trabajadores Haitianos - Socio-culturele beweging van Haitiaanse migrantenarbeiders) Vereniging zonder winstoogmerk gecreëerd in januari 1985 met de hulp van de CASC (Confederacion Sindical Clasista) die op dat moment geleid werd door Gabriel del Río Doné en de structurele hulp van de Lutheraanse Wereldfederatie. Ze is sindsdien juridisch erkend als NGO. De partnerorganisatie MOSCTHA is vooral een zelforganisatie van Haïtiaanse migranten die door zich samen te organiseren proberen hun leef- en werkomstandigheden te verbeteren Doelgroep: Haïtiaanse migranten en andere kwetsbare groepen Werkterreinen: eerstelijns gezondheidsdiensten en juridische consultatie, Socio-culturele organisatie van Dominicaanse Haïtianen gericht op eerstelijnsgezondheidszorg en rechtenverdediging met 50.000 leden Sterke ervaring in politieke acties rond migratie en discriminatie ook op internationaal vlak. Leadorganisatie van plaatselijke netwerken rond migratie Waardig Werk campagne voor migranten Promotie van vrouwenmigrantengroepen en sociale economieprojecten met vrouwen

CASC X X X

CASC (Confederación Autónoma Sindical Clasista - Autonome Syndicale Classistische confederatie) Autonome vakvereniging opgericht op 26 januari 1962 in Santo Domingo, de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, beschermd onder de wet nr. 200-62 plaat, met zijn Nationaal Belasting betaalregistratienummer: No4-30-00481-2 Doelgroep: werknermers(sters) uit de formele en informele sector, migrantenarbeiders Werkterreinen: Verdediging, ontwikkeling en bescherming van de rechten, de belangen en de verzuchtingen van de werknemers(sters) alsook de economische, sociale, wetenschappelijke verbetering Visie: Een representatieve vakbond zijn in de arbeidersbeweging door middel van de geloofwaardigheid en effectiviteit in de collectieve acties die gevoerd worden en de diensten die aangeboden worden aan werknemers(sters) op het platteland en in de stad

Amussol X X X

AMUSSOL (Asociación Mutual de Servicios Solidarios - Mutualiteit van solidaire diensten) Non-profit instelling, opgericht in 2003 in Santo Domingo onder de bescherming van de wet 122-05 (voor de non-profit organisaties). Dit gelegaliseerd door Executive besluit No.993-03 en geregistreerd bij de RNC onder het nummer: 4-30-01539-3 Doelgroep: werknemers uit informele sector, landbouwsector, migranten en hun families Werkterrein: dienstverlening naar sociale zekerheid toe Is een partner binnen het nationale sociale overleg Missie: bevorderen van de participatie en integratie van alle werknemers in het

GCA Dominicaanse Republiek 7

Dominicaanse systeem van sociale zekerheid om zo ook het humanisme en de solidariteit tussen de werknemers te bevorderen Sterke acties op gebied van Waardig Werk met vrouwen. De coördinatrice van Amussol is vice-presidente van vrouwencommissie in de (Confederacion Sindical de los (as) trabajadores de las Américas – Syndicale Arbeiders Confederatie van de America’s)

FEI

X X

FEI (Federacion Etnica Integral) Integrale etnische federatie Werd gesticht in juni 2000 in Gonzalo in de provincie van Monte Plata, incorporatie als vereniging zonder winstoogmerk onder de wet 122-04 in februari 2008 via resolutie IONG-542008 en Santo Domingo, D.N. Werkterreinen: armoedebestrijding, verdediging van de mensenrechten, implementatie van programma’s en projecten van integrale ontwikkeling, projecten binnen het kader van de sociale economie Doelgroep: Haïtiaanse migrantenarbeiders(sters) Fei werd partner op aanvraag van CASC, Mosctha en Amussol

CONAMUCA

X X

Conamuca (Confederacion nacional de Mujeres Campesinas) Nationale confederatie van vrouwen werkzaam in de landbouw Werd gesticht op 1 november 1986 en is geregistreerd onder de wet No. 520 die verenigingen zonder winstoogmerk regulariseert via het decreet 238-95 van 12 oktober met registratienummer RNC. 401-51365-1 Doelgroep: vrouwen die op het platteland en in de gemeenschappen van de periferie van de provincies en gemeenten leven waaronder: landbouwarbeidsters, kleine producenten ambachtsvrouwen, studenten, werklozen, thuiswerksters en loontrekkenden Werkterreinen: gezondheid, vorming, jonge vrouwen, organisatorische versterking, productie en projecten, netwerken, cultuur, milieu en natuurlijke rijkdommen, gender en mensenrechten Doelgroep: Conamuca bestaat uit 15 gemeentelijke federaties, met 227 beursorganisaties met meer dan 8000 vrouwelijke leden. Conamuca werd partner op aanvraag van CASC en FEI en is een organisatie die in het verleden ondersteund werd door Oxfam. Conamuca heeft een sterke beheersstructuur, Conamuca is lid van VIA CAMPESINA

De vertegenwoordiger van WSM, Maria Consuelo, in de Dominicaanse Republiek werd gedurende het proces op de hoogte gehouden via de programmabeheerder in Brussel, die op haar beurt de lokale partners informeerde.

Aan de hand van deze methodologie werden de lokale partners van WSM actief betrokken bij het opstellen van deze gemeenschappelijke context analyse. Dit gebeurde aan de hand van

Het in rekening nemen van bestaande contextanalyses afgeleverd zowel door WSM, waar voorafgaande bijdragen van de lokale partners al geïncorporeerd werden

Het ontwikkelen van een vragenlijst in April 2015 waar een synergetische analyse werd gemaakt omtrent het werk van de lokale partners waarvan de resultaten in Mei 2015 voorgesteld werden.

Het organiseren van twee mini workshops, een op 28-29 april 2015, de andere op 28 juli 2015 om overleg te plegen met de lokale partners om verdere input te verschaffen aan de lead.

Het ontwikkelen van een Power Point presentatie door de partnerorganisaties als bijdrage voor de GCA, gebruikt tijdens de vergadering van de continentale stuurgroep die gehouden werd tussen 13 en 16 mei 2015 te Sao Paulo, Brazilië. Aan dit regionaal seminarie namen de partnerorganisaties in de focuslanden in de regio deel: Brazilië Peru, Bolivia, Guatemala, Dominicaanse Republiek, uitgebreid met Haïti.

Het actief betrekken van de 5 lokale partnerorganisaties in de ontwikkeling van de laatste fase van de GCA geconcretiseerd met de organisatie van een synergie vergadering in de

GCA Dominicaanse Republiek 8

lokalen van CASC met de andere lokale partners van WSM, en de participatie van vertegenwoordigers van Via Campesina en het Comité voor de Mensenrechten.

Het oprichten van werkgroepen op strategisch en operationeel vlak, georganiseerd in februari 2013 en april 2015

Hiernaast vonden er begin 2013 (4 tot 8 maart) concrete planningsseminaries plaats op landenniveau. Voor Midden-Amerika betrof het Guatemala en de Dominicaanse Republiek. Dit gebeurde met in het totaal 9 partnerorganisaties die aan de gemeenschappelijke definitie werkten van resultaten, indicatoren, activiteiten, budgeten en modaliteiten van beheer. Ook werden hier op alle niveaus de synergiën verder uitgewerkt. In maart, april en mei van dat jaar was er een constante dialoog en herziening van de voorstellen van de partnerorganisaties door de regionale coördinatoren en verantwoordelijke beheerders. In mei en juni van dat jaar werd het programma geconsolideerd.

1.4 Het deelnameproces van de andere lokale actoren

1.4.1 Belgische vertegenwoordiging

In het kader van de opmaak van de GCA werd de Belgische vertegenwoordiging in de Dominicaanse Republiek via het Ere Consulaat in Santo Domingo en de bevoegde Ambassade in Kingston op de hoogte gehouden over de vorderingen. De consultant verantwoordelijk voor het opstellen van de GCA heeft bovendien direct contact opgenomen op 13 juni 2015 met de bevoegde Ambassade in Kingston, en haar Ambassadeur Dhr. Guy Sevrin om haar analyse voor te stellen van het land en op participatieve wijze het deelname proces van de andere lokale partners te verhogen.

1.4.2 INGO’s

In de Dominicaanse Republiek staan de lokale partners van WSM in direct contact met een groot aantal INGO’s in het land. Samenwerkingen werden vastgelegd op overlegplatformen of vastgelegd in de vorm van projecten, programma’s, samenwerkingsfondsen.

Lokale Partner

INGO Samen werking sinds

Aard van de samenwerking Publicaties

FEI ROCOOM (Regionaal netwerk van Civiele Organisaties voor Migratie)

2010 Gestructureerde informatie uitwisseling met betrekking tot migratie informatie elke 6 maanden in het bijzonder omtrent Haïtiaanse migranten.

Algemeen rapport over de migratieproblematiek op internationaal niveau Informe General sobre la problemática de la migración a nivel internacional

CONECTA Brasil Gestructureerde Informatie uitwisseling met betrekking tot migratie elk jaar, gebaseerd op geschreven kaderakkoord.

Algemeen Rapport over de migratieproblematiek op internationaal niveau Informe General sobre la problemática de la migración a nivel internacional

SOLETERRE Italia 2013 Samenwerkingsakkoord ter ontwikkeling van gemeenschappelijke projecten op vlak van bescherming van mensenrechtenverdedigers

/

CASC ISCOS-CISL. Syndicaal Instituut voor Ontwikkelings Samenwerking Instituto Sindacale per la Cooperazione allo Sviluppo

2014-2015 Projectondersteuning door middel van technisch advies, met de drie belangrijkste vakbonden. Globaal project in de context van de acties van de

/

GCA Dominicaanse Republiek 9

(CISL= Italiaanse Arbeiders Centrale (Vakbond) Central Italiana Sindicatos De Trabajadores)

IAO ter bevordering van de promotie van waardig werk en het model van territorium management volgens de gemeentelijke wet 176-07 van de Dominicaanse Republiek

USO- Sotermun Syndicale Arbeiders Unie (Unión Sindical Obrera (U.S.O.) bijgenaamd: “Solidariteit met de arbeiders en arbeidsters van de verarmde landen” “Solidaridad con los trabajadores y trabajadoras de los países empobrecidos” (SOTERMUN))

Ondersteuning voor technische kwesties op vlak van project ontwikkeling.

ISCOSD - UGT, Syndicaal Instituut voor de samenwerking en ontwikkeling en algemene Unie van Arbeiders Instituto sindical para la colaboración por el desarrollo y Unión General de trabajadores)

Programma met de drie centrales voor de versteviging van de lokale besturen.

IAO (Internationale Arbeidsorganisatie

1962 Akkoord voor technische vorming en samenwerking.

CSA (Syndicale Confederatie van de Amerikas)

2008 Akkoord voor technische vorming en samenwerking.

CSI (Internationale Syndicale Confederatie)

2006 Akkoord voor technische vorming en samenwerking.

AMUSSOL OXFAM Internationaal Technische samenwerking voor een programma omtrent huishoudelijk werk

IAO (Internationale Arbeidsorganisatie)

2005 Technische samenwerking – indirect via CASC

CSA (Syndicale Confederatie van Arbeiders van de Amerikas. Confederación Sindical de Trabajadores de las Américas)

2008 Technische Samenwerking

MOSCTHA Global Right

2008 Conventie voor technische samenwerking

Algemeen Rapport over de migratieproblematiek op internationaal niveau Informe General sobre la problemática de la migración a nivel internacional

Fundación Robert Kennedy

2013 Conventie voor technische samenwerking

Algemeen Rapport over de migratieproblematiek op internationaal niveau Informe General sobre la problemática de la migración a nivel internacional

International Senior Lawyers Project (ISLP)

2013 Conventie voor technische samenwerking

GCA Dominicaanse Republiek 10

ODEMA (Organisatie voor Mutualiteiten van de Amerikas Organización de Entidades Mutuales de las Américas)

2009 Conventie voor technische samenwerking

CONAMUCA

Ingeniería Sin Fronteras-AACID (Andalusisch Agentschap voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking Agencia Andaluza de Cooperación Internacional para el Desarrollo)

2012 Conventie voor de uitvoering van projecten rond Mensenrechten en Water

.

Intermon Oxfam-España 2005 Samenwerkingsakkoord voor de versterking van opleidings- en vormingscentrum Mama Tingo

Brochures, Handleidingen, Administratieve en Boekhoudkundige ondersteuning, Ontwikkeling Handleiding voor Human Resources

Dierenartsen zonder Grenzen - AECID Spaans Agentschap voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking)

2005 Initiatieven, conventies ter institutionele versteviging, vorming.

InteRed-AECID Spaans Agentschap voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking( AECID)

2008 Alfabetiseringsproject voor jongeren, en volwassen met het oog op technisch professionele opleiding in het bijzonder voor vrouwen.

Action Aid 2005 Operationeel Plan voor de versteviging van de managements capaciteiten en beleidsbeïnvloeding van CONAMUCA en ondersteuning voor productieve alternatieven, gearticuleerd ten behoeve van alimentaire souvereiniteit, ontwikkeling van strategiëen en acties om socio-politieke conflicten en natuurlijke rampen het hoofd te bieden.

FAO (Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties).

2006 Project voor de rehabilitering, productie en commercialisering van yucca

PACHAMAMA (Fundación Madre Tierra), Brazilië

2012 Project, constructie van voedselsoevereiniteit door middel van vorming en beleidsbeïnvloeding in Zuid-Amerika.

Whyhunger: Antwoorden tegen honger en armoede

2012 Project, Uitbouw en consolidatie van productieve landbouw eenheden op vlak van agroecologie en organisatorische capaciteiten en hun families.

GCA Dominicaanse Republiek 11

1.4.3 EU

De EU werkt op dit moment aan een “EU Roadmap for Civil Society in Dominican Republic”. Het document werd nog niet formeel goedgekeurd maar werd hier wel als bron opgenomen. Centraal in dit document staan de twee prioriteiten die geïdentificeerd worden met als doel een gestructureerde dialoog en strategische coöperatie met de civiele maatschappij van de Dominicaanse Republiek op te bouwen. Het betreft hier:

Promotie van een effectieve applicatie van het bestaande regelgevende en institutionele kader om te voorzien in de ontwikkeling van een gunstige werkomgeving voor de organisaties van de civiele maatschappij in de Dominicaanse Republiek.

Promotie van de zinvolle en gestructureerde deelname van de organisaties van de civiele maatschappij aan het nationale beleid, en het ontwikkelingsprogramma van de Europese Unie en internationale actoren.

Op 11 mei 2015 werd in Santo Domingo een vergadering georganiseerd tussen WSM en Luca Lo Conde, lokale verantwoordelijke voor ontwikkeling van de Delegatie van de Europese Unie. Tijdens deze vergadering werd WSM geïnformeerd over de wijze waarop de Europese Unie in de DR samenwerkt met lokale actoren. Hierbij tracht de EU een duidelijk overzicht te ontwikkelen van de civiele maatschappij, per sectoriële onderverdeling. Het in kaart brengen van het panorama van civiele actoren komt bovenop de ontwikkeling van het nieuwe Nationaal Indicatief Plan van de EU. Het gebruik van deze middelen zal een fundamentele pijler zijn in de verdere ontwikkeling van de samenwerking met de civiele maatschappij in de Dominicaanse Republiek.

WSM bereidt eveneens op dit moment een projectvoorstel voor met strategische partners in zowel de Dominicaanse Republiek als Haïti met het oog op de financieringslijn van de EU, de European Instrument for Democracy and Human Rights. De Call for Proposals van 2015 laat de ruimte om te werken rond arbeidsrechten en waardig werk in situaties van illegaliteit, en complexe naturalisatie of regularisatieprocedures, zoals het geval is tussen de twee landen op Hispaniola.

1.5 Opname transversale elementen in GCA

De GCA Dominicaanse Republiek heeft op transversale wijze de transversale thema’s gender en milieu opgenomen in de GCA, naast de specifieke vermelding onder Hoofdstuk 3. Bovendien is er in verscheidene hoofdstukken vermelding gemaakt van het onderwerp risico management zoals die ook zeer actief wordt uitgelijnd in de GCA Haïti, omwille van de complexe geologische en meteorologische realiteit van het Caraïbische eiland.

GCA Dominicaanse Republiek 12

Projecten en programma’s voorafgaand uitgevoerd

2 Overzicht van de programma’s, projecten, synergieprojecten en partnerschapsprojecten met de gouvernementele samenwerking die in de voorafgaande periode van vijf jaar in het betrokken land of de betrokken regio door de ANGS werden uitgevoerd De laatste vijf jaar zijn de volgende transversale acties geïmplementeerd in samenwerking met de lokale partners in DR, in drie prioritaire domeinen:

Recht op arbeid

- Vorming over sociale- en arbeidsrechten aan vakbondsmilitanten, leden en jongeren - Ontwikkeling wetsvoorstellen (minimumloon, tripartiete inspectie, etc..) - Versterking van organisaties - Versterking tripartiete onderhandelingen - Formulering en indienen van klachten met betrekking tot schendingen vakbondsvrijheid en andere arbeidswetten en internationale overeenkomsten - Juridische bijstand bij schendingen arbeidswetgeving en migratiewetgeving ten aanzien van Haïtiaanse migrantenarbeiders - Promotie van de ratificering van de internationale conventie voor de bescherming van de rechten van de arbeidsmigranten en hun gezinnen

Sociale Bescherming

- Verbetering van de toepassing van de sociale zekerheid door aanwezigheid aan onderhandelingstafel op nationaal niveau - Meer dan 20.000 mensen genieten via Amussol van een familiale ziekteverzekering - Campagnes rond de ratificatie van conventie 102 betreffende minimumnormen voor sociale zekerheid - Promotie van nieuwe wetsvoorstellen inzake sociale zekerheid onder leiding van de vakbond - Een groter aantal aangesloten werknemers(sters) krijgen zwangerschapsuitkering en ziekte-uitkering - Amussol werd erkend als promotor van de gezondheidszorg door de hoofdinspectie van gezondheid en werkrisico´s - Begrafenisverzekering in werking voor aangeslotenen van Amussol - Vorming van gezondheidspromotoren

Jobcreatie

- Professionele vorming en beroepsopleiding in samenwerking met overheidsinstanties - Opzet van een nationale coördinatie m.b.t. tot de sociale economie - Creatie van werkgelegenheid voor Haïtiaanse migranten

GCA Dominicaanse Republiek 13

Dit wordt vertaald naar het volgende schema

Partner Organisatie en Project Titel Thematische focus

Soort Activiteit DGD Financiering

CASC - 2011-2013: “Promotie in samenwerking met de sociale bewegingen van Waardig werk en sociale bescherming in de strijd tegen de armoede en sociale exclusie” 2014-2016: “Voor een duurzame en inclusieve ontwikkeling: internationalisering van arbeidsrechten en het recht op sociale bescherming door de sociale bewegingen”

Arbeidsrechten Jobcreatie

Verdediging arbeidsrechten in formele en informele economie. Ondersteuning van vormingscentrum Juridische Dienstverlening

DGD Programma

MOSCTHA - 2011-2013: “Promotie in samenwerking met de sociale bewegingen van Waardig werk en sociale bescherming in de strijd tegen de armoede en sociale exclusie” 2014-2016: “Voor een duurzame en inclusieve ontwikkeling: internationalisering van arbeidsrechten en het recht op sociale bescherming door de sociale bewegingen”

Arbeidsrechten Sociale Bescherming

Verdediging en Vorming op vlak van arbeidsrechten voor Haïtiaanse migranten. Medische diensten in Bateys (sloppenwijken) met mobiele veldhospitalen. Advocacy op nationaal en internationaal politiek niveau via migranten-netwerken Juridische Dienstverlening

DGD Programma

FEI – 2014-2016 “Voor een duurzame en inclusieve ontwikkeling: internationalisering van arbeidsrechten en het recht op sociale bescherming door de sociale bewegingen”

Sociale Bescherming

Juridische ondersteuning aan arbeiders van Haïtiaanse origine

DGD Programma

CONAMUCA – 2014-2016“Voor een duurzame en inclusieve ontwikkeling: internationalisering van arbeidsrechten en het recht op sociale bescherming door de sociale bewegingen”

Sociale Bescherming Job Creatie

Vorming op vlak van gender met plattelandsbevolking en kwetsbare groepen Ontwikkeling van productieve projecten

100% Eigen Fondsen (2013) en DGD Programma (2014-2016

AMUSSOL - - 2011-2013: “Promotie in samenwerking met de sociale bewegingen van Waardig werk en sociale bescherming in de strijd tegen de armoede en sociale exclusie” 2014-2016: “Voor een duurzame en inclusieve ontwikkeling: internationalisering van arbeidsrechten en het recht op sociale bescherming door de sociale bewegingen”

Sociale Bescherming

Organisatie van informele sector om toegang tot systeem van sociale bescherming te vergemakkelijken Vorming op vlak van sociale beschermingsrechten.

DGD Programma

GCA Dominicaanse Republiek 14

2.1 Synergieprojecten

In de Dominicaanse Republiek is de synergie tussen mogelijke Belgische ANGS beperkt omwille van de afwezigheid van actieve actoren met lokale partners. De focus ligt binnen de Dominicaanse Republiek dan ook op het versterken van de synergiën van de lokale partners, en het uitbreiden van samenwerking rond de thema’s en interventiedomeinen. Een basisstrategie van het programma WSM/DGD 2014-2016 is het begeleiden van de parnerorganisaties in het organiseren van een netwerk en synergieën, zowel op bi-nationaal niveau, in coördinatie met acties in Haïti, en synergie met acties op het regionale/thematische niveau.

2.2 Partnerschappen met de gouvernementele samenwerking

De Dominicaanse Republiek is noch prioritair partnerland voor de Belgische federale coöperatie, noch voor de internationale samenwerking van de gefederaliseerde entiteiten. Zo beschikt België niet over een Ambassade ter plaatse.

Op multilateraal vlak draagt de Belgische Federale Overheid uiteraard wel bij aan indirecte ontwikkelingssamenwerking door middel van bijdragen aan VN-agentschappen en organisaties.

2.3 Linken met buurlanden en GCA’s van buurlanden.

Omwille van de geografische realiteit spreekt het voor zich dat de Dominicaanse Republiek en Haïti te maken krijgen met gedeelde thema’s en problemen. De GCA Dominicaanse Republiek is dan ook zeer van mening dat om de complexe realiteit van Haïti te verstaan, en te kunnen behandelen, men tevens aandachtig en proactief dient te zijn in het buurland. Rekening houdend met de recente evoluties waarbij regularisatie en naturalisatie kwesties hebben geleid tot de deportatie van duizenden Dominicanen van Haïtiaanse origine naar Haïti, kan men niet denken aan structurele lange termijn oplossingen in één van de beide landen zonder ter degen de situatie in het andere land ter harte te nemen. Ondanks de linguïstieke, economische, sociale, culturele en politieke verschillen, om er maar enkele te noemen, zijn de landen onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Deze GCA wenst dan ook sterk de nadruk te leggen aan de ondeelbaarheid van deze relatie. Onder de overkoepelende GCA Waardig Werk, met specifieke en bijzondere focus op migrantenrechten, kan een van de onderdelen van de complexe realiteit op Hispaniola behandeld worden.

Het is dan ook belangrijk om de GCA Dominicaanse Republiek te lezen met de GCA Haïti in het achterhoofd. In Hoofdstuk 10 zullen we dan ook mogelijkheden tot synergie uitlichten die we zien tussen de Dominicaanse Republiek en Haïti. Op 31 maart 2015 werd het meest recente Dominicaans-Haïtiaans Forum voor Syndicaal overleg georganiseerd waar de lokale partners van WSM bij monde van CASC aanwezig was om de synergie en het onlosmakelijk verband tussen de twee landen te onderstrepen, voornamelijk in de context van een recent vonnis van het Grondwettelijk Hof (waarover meer bij Hoofdstuk 3).

Ondanks het feit dat op vlak van arbeidsrechten en toegang tot sociale bescherming in de Dominicaanse Republiek nog veel werk te verrichten valt met betrekking tot advocacy en opvolging van regeringsbeleid, blijft de rol van Haïtiaanse migranten in het land cruciaal. Doordat deze zich vaak bevinden in posities van uitbuiting en gebrekkige toegang tot sociale bescherming, arbeidsrechten, en bovendien leven onder bedreiging van deportatie is het belangrijk om de migratie problematiek als centraal thema te zien in de opbouw van binationale synergie-projecten. De lokale partners van WSM werken zo reeds met andere organisaties en bewegingen sinds de tweede helft van 2014 rond een gemeenschappelijk standpunt inzake een nieuw presidentieel decreet van de burgerschapswet 169-14. MOSCTHA coördineert mee de “Coalición de Concertación de Haitianos y Dominicanos”, een nieuwe coalitie van bewegingen van de civiele maatschappij uit beide landen, die trachten tussen te komen in de deportatie van niet geregulariseerde Haïtianen in DR, en die in de aanloop naar 17 juni, en de dreiging van massale deportaties, steeds actiever geworden zijn.

GCA Dominicaanse Republiek 15

2.4 Vaststellingen aangaande aanwezige synergie

Het ontwikkelen van synergiën in de Dominicaanse Republiek is door de afwezigheid van andere Belgische ANGS op het terrein eerder beperkt. De sectoren waar zodoende op gefocust worden zijn diegene die nauw bij de interventiedomeinen van WSM liggen. De focus ligt dus voornamelijk op Waardig Werk en de 4 pijlers die hiervan de basis vormen, namelijk Job Creatie, Arbeidsrechten, Toegang tot Sociale Bescherming en het Promoten van Sociale Dialoog. Binnen deze context wordt dan ook eerder gezocht naar synergiën en samenwerkingsverbanden met INGS, als lokale partners, buiten het puur Belgische kader om. De realiteit van Hispaniola, en de gedeelde problemen van beide eilanden, geïllustreerd door de huidige migratiecrisis, waarbij de Dominicaanse Republiek migranten van Haïtiaanse origine deporteert bij gebrekkige naturalisatie of regularisatie, en de daarbij aansluitende problemen van sociale bescherming, arbeidsrechten, schendingen van mensenrechten, onderlijnen het belang van een synergetische benadering tussen deze twee landen, en de ANGS ter plaatse.

GCA Dominicaanse Republiek 16

Huidige situatie, civiele maatschappij en autoriteiten

3 Analyse van de politieke, economische, sociale en milieusituatie van het land of van de regio Bijlage: Lijst belangrijkste Indicatoren

GCA Dominicaanse Republiek 17

3.1 Analyse van de politieke situatie van het land of van de regio

De Dominicaanse Republiek is een burgerlijke, democratische en representatieve republiek met een juridisch systeem en scheiding der machten gestoeld op de Franse civiele code. De huidige Grondwet, de 38ste, is op 26 Januari 2010 aanvaard, maar geamendeerd in 2013. De uitvoerende macht wordt ingevuld door President Danilo Medina Sanchez, en zijn kabinet, ondergebracht in een Ministerie, van de Partido de la Liberación Dominicana (PLD) en afstammeling van een van de drie grondleggers van de Dominicaanse Republiek. Medina Sanchez is aan de macht sinds 16 Augustus 2012, verkozen met 51,2% van de stemmen in de eerste ronde tegen Hipólito Mejía van de Partido Revolucionario Dominicano (PRD). De President is zowel Staatshoofd als hoofd van de regering. De President en de vice-President, Margarita Cedeño de Fernandez, worden samen verkozen voor een periode van 4 jaar. De laatste verkiezingen werden in mei 2012 gehouden, de komende op 15 mei 2016. Op 18 juni 2015 kondigde President Danilo Medina aan dat hij kandidaat was voor herverkiezing in 2016 na de grondwetswijziging aangebracht door het Grondwettelijk Hof.

De wetgevende macht is samengesteld in een bicameraal systeem met een Senaat bestaande uit 32 leden en een Kamer der Volksvertegenwoordigers bestaande uit 190 leden (178 direct verkozen voor elke 50 000 inwoners, 5 aangeduid voor partijen met geen directe vertegenwoordiging en 7 vanuit de diaspora). Ondanks het feit dat het mandaat van een parlementair vertegenwoordiger maar 4 jaar loopt (laatste verkiezingen gehouden op 16 mei 2010) werd er omwille van de wens tot synchroniseren van de presidentiele, wetgevende en lokale verkiezingen besloten om per uitzondering deze legislatuur uit 6 jaar te laten bestaan. De hoogste gerechtelijke macht is het Hooggerechtshof, bestaande uit 16 magistraten. Het Grondwettelijk Hof, bestaande uit 13 rechters werd pas in 2010 opgericht door middel van een Grondwettelijk amendement.

De regering van President Medina Sanchez, onder leiding van de PLD, is een van de traditionele machtspartijen die tussen 1994 en 2008 reeds drie maal het Presidentschap hield. De partij staat bekend als een centrum partij, met nationalistische en populistische kenmerken. De grootste oppositie partijen zijn de PRD, nu onder leiding van Miguel Vargas Maldonado en Hiólito Mejía, ex-president, met sociaaldemocratische karakteristieken, de Partido Reformista Social Cristiano, een conservatieve rechts-liberale partij onder leiding van Federico Antún Batlle en de Allianza Pais, een nieuwe centrumlinkse partij, die tracht te breken met de traditionele machtsverdeling. Tijdens de Parlementsverkiezingen van 2010 behaalde de PLD 41,71 % van de stemmen (met een opkomst van 54%) voor de PRD met 38,44%, wat zich vertaalde in een absolute meerderheid van 102 zetels in de Kamer der Volksvertegenwoordigers, en 31 van de 32 senatoren. Ondanks een in se representatief en democratisch systeem, wordt de politiek in de Dominicaanse Republiek sterk gekarakteriseerd door een gebrek aan transparantie en administratieve corruptie. Toch beleeft de Dominicaanse Republiek al een tijdje een welbepaalde politieke stabiliteit, mede dankzij de pogingen van de regering om meer inzage te verschaffen aan de bevolking, onder andere met betrekking tot grote contracten die getekend worden, zoals recent het geval was met het Canadese mijnbouwbedrijf Barrik Gold.1

Danilo Medina begon zijn ambtstermijn met het doordrukken van een fiscale hervorming met het oog op het verhogen van de belastinginkomsten, wat tot dan toe een van de laagste van Latijns-Amerika was (13%). De uitbreiding van de belastinginkomsten heeft de regering van Danilo Medina toegelaten om bepaalde maatregelen door te voeren waaronder het verhogen van het percentage van het Bruto Binnenlands Product bestemd voor onderwijs naar 4%.

De Dominicaanse Republiek blijft evenwel gekenmerkt door een gender ongelijkheid op politiek vlak zoals het 2013 opvolgingsrapport van de Millennium Doelstellingen duidelijk onderlijnt. Ondanks een trage stijging van de vertegenwoordiging van vrouwen op nationaal en lokaal vlak blijven de percentages onder de 21%, met lokale vertegenwoordiging in de vorm van burgemeesters onder de 8%. Voor de volgende verkiezingen werden er zodoende strenge maatregelen gevraagd om de wetten en regels toe te passen met betrekking tot de promotie van gendergelijkheid in de politiek, en zullen ten minste 33% van alle

1 http://www.economist.com/news/americas/21586560-shiny-new-mine-rusty-pollution-problems-sickness-and-wealth

GCA Dominicaanse Republiek 18

kandidaten voor verkiesbare plaatsen vrouwen zijn. Ondanks een belangrijke aanwezigheid van vrouwen binnen de administratie, met 63,9% van de jobs, blijkt amper een op de vijf posten met beslissingsmacht door vrouwen bezet. Bovendien zijn amper 3 van de 21 ministers vrouwen,2 ondanks de aanwezigheid van de vice-Presidente.

Relaties met Haïti – Migratie Problematiek

Centraal in de relaties tussen de Dominicaanse Republiek en Haïti, het enige buurland, staat de migratie problematiek. Naast racisme en xenofobie in het dagdagelijkse leven, wat zich vertaalt in uitbuiting en sociale exclusie jegens migranten van Haïtiaanse origine, heeft de Dominicaanse staat recent enkele constitutionele wijzigingen doorgemaakt. Toen in 2010 een nieuwe grondwet in voege trad, werd het principe van ius solis, die de nationaliteit verbindt aan de plek waar iemand geboren is, zelfs al gebeurt dit in de illegaliteit, vervangen door ius sanguinis. Volgens deze nieuwe interpretatie is een staatsburger van de Dominicaanse Republiek verplicht om een wettelijke resident als ouder te hebben. Hoewel de amendementen van 2010 de Dominicaanse nationaliteit erkende van mensen geboren onder het ius solis regime, bestond er een duidelijke discriminatie vanwege de Dominicaanse autoriteiten die geboorte certificaten op systematische wijze ontkenden aan kinderen geboren van Haïtiaanse ouders. Toen drie Haïtiaanse ouders dit voor het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens (IACHR naar Engelse naam) brachten, wezen de autoriteiten de beschuldigingen van de hand, en werd verklaard dat de correcte documenten niet naar voor waren gebracht. Toch stelde de Dominicaanse Republiek in haar verdediging dat kinderen geboren op het grondgebied evenwel recht hadden op de nationaliteit ongeacht de migratiestatus van hun ouders. Het IACHR besloot in de Yean & Bosico beslissing dan ook dat de Dominicaanse Republiek de Inter-Amerikaanse Conventie voor de Rechten van de Mens schond, door individuen geboren in de Dominicaanse Republiek hun nationaliteit af te nemen, en verplichtte de staat om een simpele, toegankelijke en redelijke procedure te ontwikkelen om de Dominicaanse nationaliteit te verkrijgen. Als reactie hierop paste de Dominicaanse Republiek de grondwet aan, en maakte het voor kinderen geboren van illegale residenten onmogelijk om de Dominicaanse nationaliteit te verwerven. In het debat wordt vaak gewezen naar de economische druk die illegale Haïtianen zouden zetten op de infrastructuur en sociale programma’s, hoewel xenofobie en een culturele anti-Haïtiaanse retoriek evengoed aan de oorsprong kunnen liggen. Het toegevoegde amendement hield zich a priori aan het principe van non-retroactiviteit, en zocht er niet naar om de Dominicaanse nationaliteit in te trekken. De inclusie van een nieuwe categorie, die van kinderen geboren van illegale residenten, suggereerde dat illegale residenten niet noodzakelijk in transit zijn.

Juliana Deguis Pierre, geboren in 1984 in de Dominicaanse Republiek als kind van Haïtiaanse ouders geëmigreerd in de jaren ’70, is het gezicht geworden van de strijd die Dominicanen van Haïtiaanse origine voeren om erkend te worden. Toen zij in 2008, met haar geboortecertificaat een identiteitsbewijs aanvroeg werd haar dit geweigerd, en werd bovendien haar geboortecertificaat geconfisqueerd, met als verklaring dat zij een Haïtiaanse naam had. Na pogingen om via lokale rechtbanken haar gelijk te halen, maar steeds op de lange baan geschoven te worden bracht zij haar zaak voor het Grondwettelijk Hof gebaseerd op het amendement aan de Grondwet van 2010. Het Grondwettelijk Hof interpreteerde evenwel een Grondwet van 1966 met als analyse dat illegale residenten in feite “buitenlanders in transit zijn”. Zodoende werden de ouders van Pierre gecategoriseerd als illegale residenten, en werd haar het recht ontkend om de Dominicaanse nationaliteit aan te vragen. De beslissing had evenwel verstrekkende gevolgen.

Met terugwerkende kracht schafte het Hof het burgerschap voor kinderen afkomstig van ‘illegale migranten’ die voor de grondwetswijziging in 2010 het land waren binnen gekomen af. Zodoende werd de situatie van de afstammelingen van Haïtianen steeds complexer, met de dreiging dat tussen de 200 000 en 300 000 Haïtianen het land uitgezet konden worden. Vanuit de internationale gemeenschap kwam er reactie, onder ander door het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens, die de beslissing van het Grondwettelijk Hof veroordeelde. De CARICOM, de regionale organisatie bestaande uit 15 Caraïbische staten veroordeelde het decreet ook en keurde het lidmaatschap van de Dominicaanse Republiek af. Het negeren van de beslissing van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens om het begrip “in transit” te herdefiniëren en uit te breiden betekende nu dat honderdduizenden plotseling staatloos

2 Minister van Hoger Onderwijs, Minister van de Vrouw, Ministerie van Werk

GCA Dominicaanse Republiek 19

geworden waren door de beslissing van het Grondwettelijk Hof. Zij werden beschouwd “ in transit “ te zijn, zonder daarvoor in bezit te zijn van de Dominicaanse nationaliteit, noch die van Haïti. Dit maakte het de facto onmogelijk om te studeren, een job te vinden, een bankrekening te openen, of zelfs te trouwen en hun kinderen te registreren.

In mei 2014 keurde President Danilo Medina een nieuwe naturalisatiewet goed. De nieuwe burgerschapswet 169-14 werd in mei 2014 gestemd als antwoord op de veroordelingen vanwege de internationale gemeenschap aan het adres van de Dominicaanse overheid. Wet 169-14 creëert een regime waarin het burgerschap terug hersteld wordt van diegenen die geboren zijn tussen 1929 en 2007 en geregistreerd staan in het bevolkingsregister. Zij die geboren zijn na 2007 en niet geregistreerd staan in het bevolkingsregister worden zo verplicht zich te laten registeren als vreemdelingen en moeten zich dan aanmelden voor regularisatie en naturalisatie. Hoewel de wet duizenden mensen het staatsburgerschap op deze wijze teruggeeft, betreft het hier steeds een klein percentage van het totaal aantal personen die onder het decreet vallen. De wet blijft bovendien gebaseerd op de illegale veronderstelling dat zij die geboren werden in de Dominicaanse Republiek geen burgers zijn, wat kan leiden tot het ontkennen van rechten.

Omdat de wet eist dat diegenen die niet opgenomen zijn in het bevolkingsregister dit moeten doen 90 dagen na het in voege treden van de wet, een periode die nadien verlengd werd met nogmaals 90 dagen, tot maart 2015, is de kans groot dat velen uitgesloten zullen worden, met exponentieel zwaardere gevolgen voor de armsten die in veraf gelegen gebieden wonen. Zodoende blijft 80% van de Dominicanen van Haïtiaanse afkomst zonder regularisatie. Naast de grote instabiliteit die dit teweeg brengt op sociaal vlak, kan het afschaffen van de toekenning van toekomstig staatsburgerschap voor generaties die nog geboren worden, een situatie van staatloosheid met zich meebrengen.

Mensen van Haïtiaanse origine zijn tevens vaak het slachtoffer van arbeidsschendingen aangezien ze actief zijn in de informele economie, of in de arbeidsintensieve, en niet gereglementeerde landbouw. Het systeem van op ras gebaseerde staatloosheid maakt bovendien uitbuiting mogelijk van niet-gedocumenteerde werkers. Zo zijn er vooral in de suikerindustrie, constructie en het toerisme ontelbare gevallen waar het minimumloon niet gerespecteerd wordt en minderjarigen tewerkgesteld worden. De arbeidsrechten van minderjarigen kunnen bovendien niet correct toegepast worden zonder de registratie van geboorteakten die zouden toelaten om de leeftijd te verifiëren van de werkers.

Recent wordt de Dominicaanse Republiek in de greep gehouden door sterke anti-Haïtiaanse tendensen, en is er zelfs een diplomatieke crisis ontstaan tussen de twee landen, na het lynchen van een Haïtiaanse migrant in februari 2015. De autoriteiten hebben aangekondigd dat vanaf 18 juni, het moment dat de periode van inschrijvingen in het regularisatieplan verliep, de deportaties wederom aangevat zouden worden voor zij die zich niet hebben kunnen regulariseren. Daar waar naar schatting 450 000 Dominicanen van Haïtiaanse origine verwacht werden zich in te schrijven in het zogenaamde Plan de Regularización zijn er tot op vandaag de dag enkel 240 000 ingeschreven, wat betekent dat ongeveer 210 000 Haitiaanse immigranten gedeporteerd kunnen worden. Van hen die ingeschreven zijn, zijn er volgens de laatste cijfers nog maar amper rond de 400 die hun verblijfsvergunningen hebben gekregen.

3.2 Analyse van de economische situatie van het land of van de regio

De Dominicaanse Republiek wordt door de Wereldbank en het IMF gecategoriseerd als een groeiland en noteert de voorbije twee decennia een gemiddelde BBP groei van rond de 5,5 % per jaar, hoewel deze groei per werkende Dominicaan neerkwam op een gemiddelde BBP groei van 2,9%. Ondanks deze alom bewierookte groei blijft de armoede een reëel probleem. Zoals in het Rapport van 2013 van de Millennium Doelstellingen (MDGs) duidelijk wordt onderlijnd, bevinden zich nog meer dan 1 miljoen Dominicanen, ongeveer 10% van de bevolking, in de extreme armoede.3 De inkomensongelijkheid blijft bovendien zeer markant. Zo ontving in 2012, volgens het MDGs Rapport 20% van de bevolking slechts 4,5% van het Nationaal inkomen, amper 0,7% beter dan in 2009. De armoede in het land steeg volgens data van de Wereldbank van 32% in 2000 tot bijna 50% in 2004, alvorens te dalen tegen 2011 tot 41%.

3 Volgens de projecties van UNDP zal dit tegen eind 2015 rond de 8,4% liggen.

GCA Dominicaanse Republiek 20

Bovendien blijft de activiteitsgraad zeer laag, met 47,7% in 2013, met bovendien een zeer markant gender verschil. De activiteitsgraad bij vrouwen betreft slechts 34,2%, 27% lager dan bij mannen. De werkloosheid in de Dominicaanse Republiek blijft hoog, 15,1%, waarvan een groot deel van de bevolking te maken heeft met werk van slechte kwaliteit gekenmerkt door een lage verloning en een zeer beperkte toegang tot sociale voorzieningen. Zo schat men dat in 2013 48,7% van de bevolking zelfstandig aan het werk was, met inbegrip van huishoudelijk werk. Een nog groter deel van de jongeren tussen 15 en 24 jaar, 31,2% is werkloos. Het verschil tussen de stedelijke en landelijke context blijft in de Dominicaanse Republiek eveneens markant. In de steden, waar een derde van de bevolking woont, bevindt de extreme armoede zich rond de 7,8%, terwijl dit op het platteland bijna het dubbele betreft.

Ondanks de groei die voornamelijk te danken is aan inkomsten afkomstig vanuit de dienstensector, voornamelijk opgebouwd rond het toerisme, slaagt de Dominicaanse economie er niet in om voldoende kwaliteitsvolle banen te creëren met voldoende sociale bescherming. De Human Development Index (HDI) van het United Nations Development Programme, die de lange-termijn verandering van drie basis dimensies van ontwikkeling bestudeert en kwantificeert - een lang en gezond leven, toegang tot kennis en een goede levensstandaard-4 rangschikt 187 landen. De Dominicaanse Republiek heeft een HDI waarde 0.700, wat het als 102de plaatst in de ranking, met een jaarlijkse stijging van 0,86 %. Een nog interessantere index is de Inequality Adjusted HDI, waarbij het verlies aan ontwikkeling door ongelijkheid in rekening wordt genomen. Met andere woorden, als ongelijkheid stijgt, dan stijgt het verlies aan menselijke ontwikkeling. In het geval van de Dominicaanse Republiek is de IHDI dan ook 0,535, wat een verlies van 23,6% betekent tegenover de HDI. De Gender Inequality Index bestudeert ongelijkheid op basis van gender gebaseerd op drie dimensies: reproductieve gezondheid, empowerment en economische activiteit. De Dominicaanse Republiek behaalt hier een waarde van 0,505, wat het als 105de rangschikt op 149 landen, en een van de slechtst presterende landen van Latijns-Amerika en de Caraïben.

De industrie in de Dominicaanse Republiek wordt door de Wereldbank geloofd omwille van de hervormingen die geïmplementeerd zijn om de economische productie basis te vergroten, maar traditionele arbeidsintensieve sectoren groeien aan een trager ritme dan voorheen. Sinds 2000 is een groot deel van de jobcreatie gebeurd in de sectoren die weinig arbeidsintensief zijn en weinig vorming vereisen, voornamelijk in de informele economie. De Wereldbank onderlijnt dat tevens door te stellen dat reële lonen gedaald zijn met 27% sinds de economische crisis ondanks het feit dat productiviteit steeg. Bovendien vertegenwoordigen geldzendingen vanuit de Verenigde Staten ongeveer 5% van het BBP, ongeveer evenveel als een derde van de volledige export, en ongeveer gelijk aan twee derden van de inkomsten uit toerisme.

Hoewel de dienstensector de rol van de landbouw als de belangrijkste werkgever heeft overgenomen door de groei van de telecommunicatiesector, het toerisme en de vrijhandelszones, blijft de productie van natuurlijke grondstoffen zoals suiker, rijst, koffie en tabak cruciaal. De Dominicaanse Republiek bezit in het totaal ongeveer 2,6 miljoen hectaren grond bestemd voor de land- en bosbouw. Ongeveer 20% hiervan wordt gewijd aan verscheidene gewassen, ongeveer 39% is bebost gebied, en nog 40% wordt gewijd aan graas- en weiland. De bijdrage van de landbouwsector aan de economie van de Dominicaanse Republiek gaat de laatste jaren in stijgende lijn en bovendien wordt ongeveer 80% van het voedsel geconsumeerd in de DR, ook geproduceerd in het binnenland. Volgens het rapport ontwikkeld door de Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties (FAO) en het Ministerie van Landbouw heeft de Dominicaanse landbouw de laatste jaren te kampen gehad met klimatologische fenomenen die de groei sterk gehinderd hebben. Naast de regionaal veel voorkomende orkanen en tropische stormen heeft de veeteelt bijvoorbeeld sterk geleden onder enkele periodes van droogte of overstromingen, en zijn er bepaalde ziektes opgedoken die een directe invloed hadden op de rijst, koffie, cacao en bananen productie. Met twee gewassen, suikerriet en rijst, verantwoordelijk voor 11% van het BBP en 15% van de arbeidsplaatsen, is het bovendien belangrijk om de gevoeligheid voor externe schokken zo sterk mogelijk te beperken.

4 Een lang en gezond leven wordt berekend aan de hand van levensverwachting; Toegang tot kennis wordt berekend aan de hand

van de gemiddelde hoeveelheid jaren onderwijs bij de volwassen bevolking, de gemiddelde hoeveelheid scholing in een leven voor zij die ouder dan 25 zijn en de verwachtte hoeveelheid jaren van onderwijs die een student kan verwachten op het moment dat de schoolcarrière start; de levensstandaard wordt berekened aan de hand van het Bruto Nationaal Inkomen per capita uitgedrukt in dollars omgezet tegen koopkrachtpariteit.

GCA Dominicaanse Republiek 21

De Dominicaanse Republiek is voor de landbouw nog grotendeels afhankelijk van de familiale landbouw, ondanks het feit dat een inschakeling in de wereldeconomie een bepaalde graad van professionalisering en productiviteitsverhoging met zich mee heeft gebracht. Omwille van het belang van de kleine en middelgrote landbouwbedrijven in de voedselvoorziening op het lokale niveau, de bijdrage in de ontwikkeling van duurzaam landmanagement en als buffermechanisme tegen extreme armoede is het een duidelijke strategische keuze om niet massaal in te zetten op grootschalige landbouw.

In samenwerking met de FAO heeft de regering van President Medina een Programmatie Kader ontwikkeld voor de periode 2013-2016. In deze planning worden de prioriteiten uitgelijnd, en gezocht naar synergiën tussen de Nationale Ontwikkelingsstrategie (2012-2030), het Strategisch Plan van de Landbouw (2010-2020), de Sectoriële Meerjarenplanningen, het VN Development Assistance Framework (UNDAF 2012-2016) en de Millennium Doelstellingen. De prioritaire domeinen zijn a) Voedselzekerheid en armoedevermindering b) Familiale Landbouw c) Integraal Watermanagement, efficiënt gebruik van natuurlijke grondstoffen, risicomanagement en klimaatverandering.

De arme rurale bevolking bestaat vaak uit kleinschalige landbouwers, landloze boeren, micro-entrepreneurs, kleine handelaars, landbouwhulp en arbeiders van rurale dienstverleners. De allerarmsten zijn vaak Dominicanen van Haitiaanse origine die in de grensgebieden wonen, in zogenaamde bateys, of sloppenwijken, en die over het algemeen ingeschakeld worden als seizoenarbeiders in de suikerriet plantages. Zij zijn bijzonder kwetsbaar, en zijn vaak het slachtoffer van lage inkomens, slechte woonomstandigheden en sociale exclusie.

3.3 Analyse van de sociale situatie van het land of van de regio.

Met de ontwikkeling van de “Estrategia Nacional de Desarrollo” (de Nationale Ontwikkelingsstrategie), in voege sinds januari 2012, en het “Plan Nacional Plurianual del Sector Público” (PNPSP), haar implementatie instrument, heeft de Dominicaanse Republiek het sociaal beleid in een nieuwe vorm gegoten. Tussen 2013 en 2015 heeft de Dominicaanse Republiek ingezet op het hervormen van de instellingen verantwoordelijk voor sociale assistentie, met als doel het verkrijgen van een gecoördineerde integratie van de verschillende beleidsniveaus, en het centraliseren van beleidsbeslissingen op vlak van sociale bescherming. De uitbreiding van de PNPSP, die na dit jaar geëvalueerd wordt, poogde een stimulus te bieden aan gemeenschapsnetwerken, en de participatie van verschillende actoren te versterken op vlak van armoedereductie. Binnen de context van de PNPSP belooft de regering het aantal families dat toegang heeft tot conditionele transfers en gerichte subsidies (voor voeding, huisvesting, onderwijs en gas/elektriciteit) te verhogen met 75% tegen 2016. Het Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (CESCR) van de VN merkt evenwel op dat de Nationale Ontwikkelingsstrategie een mensenrechten benadering mist, en dat de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen niet voldoende worden aangesproken.

De Dominicaanse Republiek heeft de voorbije jaren stappen gezet richting het verbeteren van de toegang tot zorgverlening. Aandacht is gegaan naar het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg en het verminderen van vermijdbare kinder- en moedersterfte. Toch blijft de publieke investering in gezondheidszorg beperkt tot amper 2,8% van het BBP, wat een directe invloed heeft op de kwaliteit en dekkingsgraad van de diensten. Het Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten van de VN (CESCR) onderlijnt dan ook haar bezorgdheid voor de gebrekkige financiering van het publieke gezondheidssysteem, en moedigt de DR dan ook aan om uitgaven in de gezondheidszorg op te trekken, en universele toegang tot zorgverlening te voorzien naast het uitbreiden van getraind personeel.

Hoewel de moedersterfte de voorbije jaren sterk gedaald is van 143 moeders per 100,000 geboren kinderen in 2009 naar 106 per 100,000 in 2012, wijst het MDG rapport van 2013 dat de doelstelling van 46,9 moeders per 100,000 niet gehaald zal worden. Het Comité voor de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie tegen vrouwen (CEDAW) raadt de regering van DR aan om gratis of betaalbare toegang tot familieplanning en anticonceptie voor alle vrouwen te voorzien. Het belang van toegang tot reproductieve gezondheidszorg voor migranten, ongeacht hun migratie status, wordt door CEDAW bovendien sterk benadrukt. CEDAW uitte ook haar bezorgdheid over de stijging van tienerzwangerschappen en het hoge

GCA Dominicaanse Republiek 22

aantal onveilige abortussen die uitgevoerd worden bij meisjes tussen de 12 en 18 jaar in haar bijdrage voor de Universal Periodic Review . CEDAW onderlijnt tevens haar bezorgdheid met betrekking tot een amendement aan de Grondwet ingeschreven in Artikel 37 die abortus criminaliseert, zelfs in situaties van verkrachting, incest en zware misvorming van de foetus door het leven als onschendbaar te definiëren, van de verwekking tot aan de dood.

De strijd tegen dengue en andere infectieziekten is een belangrijk thema in DR. Ondanks het feit dat malaria in 2012 een prevalentie had van amper 9,4 per 100,000 inwoners, kende DR in hetzelfde jaar een nieuwe uitbraak van dengue met 93,6 gevallen per 100,000 inwoners. Tuberculose blijft aanwezig in DR met een relatief hoog aantal gevallen, hoewel het aantal doden gerelateerd aan de ziekte duidelijk in dalende lijn gaan.

Zo is DR volgens het MDG Rapport van 2013 er in geslaagd om de aanwezigheid van mazelen te controleren, met een vaccinatie graad van boven de 85%. De aanwezigheid van HIV en het aantal dodelijke slachtoffers van AIDS is de voorbije 8 jaar sterk gedaald. Zo stelt de Nationale Raad voor HIV en AIDS (CONAVHISIDA) en het Directoraat Generaal voor de Controle van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen en AIDS (DIGECITSS) dat de prevalentie bij jongeren tussen 15 en 24 jaar gedaald is van 0,31% in 2009 naar 0,21% in 2013.

Met het groeiende belang van toerisme in de economie is tevens het sekstoerisme steeds prominenter geworden. De hogere percentages van AIDS bij vrouwen (58%) wordt hier deels aan toegeschreven. CEDAW wijst er op dat antiretrovirale behandelingen en HIV gerelateerde testen niet gedekt worden door het Basis Gezondheidsplan. Zodoende heeft de combinatie van structurele armoede en een hogere hiv-prevalentie bij vrouwen een invloed op de zwakste delen van de samenleving.

Op het vlak van kinderrechten zijn 6 van de 8 MDGs van toepassing, net zoals het Internationaal verdrag Inzake de Rechten van het Kind. Zo heeft de Dominicaanse Republiek zich geëngageerd om de artikels uit het Kinderrechtenverdrag om te zetten in een nationaal beleid met bijzondere aandacht voor de rechten van kinderen. Van de huidige bevolking is 36% onder de 15 jaar. Meer dan één miljoen kinderen in de Dominicaanse Republiek leven in armoede, en ongeveer 575,000 kinderen onder de 15 jaar leven zonder ouderlijke zorg, waarvan 20% effectief wees is. Het verlies van ouderlijke zorg is te wijten aan verschillende oorzaken maar voornamelijk kinderzwangerschappen, chronische ziektes zoals HIV, mentale of fysieke handicap, en gevangenisstraffen. De Dominicaanse Republiek is er in geslaagd om ondervoeding, zoals gekwalificeerd door het Voedselagentschap van de VN, te verminderen tot 15,4% van de bevolking.

De Dominicaanse Republiek heeft al serieuze stappen voorwaarts gezet in het sluiten van de gender gap, maar er blijven toch duidelijke vormen van discriminatie aanwezig, onderbouwd door traditionele culturele patronen die onvermijdelijk barrières blijven opwerpen voor de promotie van gelijkheid van kansen, gelijkheid en sociale inclusie. Volgens de Global Gender Gap Report van 2014 staat de Dominicaanse Republiek op de 78ste plaats op 142 landen. De Grondwet bevat evenwel de noodzakelijke elementen om te evolueren naar reële gelijkheid. In de context van de wet voor de Nationale Ontwikkelingsstrategie voor de periode 2013-2016 heeft de DR een reeks interventies voorzien die als doel de promotie van gelijke rechten en kansen hebben. In deze zin pleit de Strategie voor de versteviging van juridische en institutionele mechanismes, door middel van de ontwikkeling van nieuwe wetten die onder andere het geweld tegen vrouwen strafbaar maken in alle vormen en reproductieve zorgen uitbreiden. Bovendien tracht de regering om een meer proactieve participatie van de vrouw te verkrijgen en de insertie in de arbeidsmarkt te verkrijgen onder andere door de herziening van verscheidene wetboeken. De DR heeft tevens de belangrijkste internationale verdragen ondertekend met betrekking tot vrouwenrechten, waaronder de “Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against women” (CEDAW – 1980). Het Comité dat toeziet op de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie tegen vrouwen merkt evenwel op dat slechts een klein percent van het nationaal budget voorbestemd is voor het Nationaal Plan voor Gender Gelijkheid en Gelijkwaardigheid 2007-2017. Bovendien raadt CEDAW actief aan dat er stappen genomen worden om traditionele genderpatronen en stereotypen te doorbreken zowel op vlak van onderwijs, werk en familierelaties.

Het onderzoek van het landenteam van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties onderlijnde in haar conclusies opgenomen in de Universal Periodic Review dat leden van de holebi gemeenschap vaak het

GCA Dominicaanse Republiek 23

slachtoffer zijn van onrechtmatige arrestaties, beperkingen qua toegang tot publieke plekken, discriminatie op de werkvloer en gewelddadige repressie.

Grote stappen zijn recent vooruit gezet in de uitbreiding van het onderwijssysteem. In het lager onderwijs is 95% van de kinderen ingeschreven, met ongeveer gelijkwaardige resultaten voor zowel de stad als het platteland. Toch wijst het CESCR er op dat kinderen in afgelegen gebieden, zowel van Dominicaanse als Haïtiaanse origine nog steeds veel moeilijkheden meemaken op vlak van inschrijvingen en toegang tot onderwijs. Volgens het Millennium Doelstellingen Rapport van 2013 wordt er in het basisonderwijs quasi gendergelijkheid behaald5. Op het secundaire en hogere niveau blijft er een grote kloof bestaan tussen jongens en meisjes. Op dit moment zijn er ongeveer 300,000 kinderen tussen de 3 en de 5 jaar die nog steeds toegang tot onderwijs ontberen, en ongeveer 56,000 jongeren tussen de 15 en de 24 die analfabeet zijn. Het probleem van schoolverlaters blijft evenzeer een reële zorg, met ongeveer een kwart van de studenten die de opleiding niet afwerken. Dit heeft directe gevolgen voor de verdere professionele ontwikkeling en zorgt vaak voor een gebrekkige doorstroming naar de formele arbeidsmarkt. UNESCO beveelt de DR dan ook aan om verdere moeite te doen om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden zonder discriminatie, terwijl de Staat aangemoedigd dient te worden om mensenrechten-onderwijs te verstevigen om discriminerende praktijken te elimineren en inclusief onderwijs te ontwikkelen, met gender gelijkheid.

Volgens de Dominican Republic Child Labour Survey (DR Kinderarbeid Enquête) blijkt dat ongeveer 15% van alle Dominicaanse kinderen tussen de 5 en 14 jaar op een of andere wijze een arbeidsactiviteit uitvoeren. Ongeveer 17,000 kinderen die deel uitmaken van de arbeidskrachten doen dit zonder onderwijs te volgen. Dit percentage ligt bijzonder hoog bij jongens, en kinderen die in landelijke gebieden wonen. In de groep tussen 15 en 19 jaar valt het ook op dat zij die in extreme armoede leven, 20% minder geneigd zijn om het basis onderwijs af te werken. Dit bestendigt uiteraard de vicieuze cirkel van armoede. De DR heeft evenwel de “Convention concerning the Prohibition and Immediate Action for the Elimination of the Worst Forms of Child Labour” geratificeerd.

3.4 Analyse van de milieusituatie van het land

De Dominicaanse Republiek is niet immuun voor de impact van klimaatverandering. Volgens de Global Risk Index van 2014 is de DR het achtste meest aangetaste land door extreme weerverschijnselen tussen 1992 en 2003. Als eilandstaat in het Caraïbische bassin is het land kwetsbaarder voor de gevaren van stijgende zeeniveaus, beschikbaarheid van drinkbaar water, voedselzekerheid, biodiversiteit, infrastructuur, kustgemeenten, economische groei en gezondheid. Om te kunnen omgaan met de manifeste dreiging van klimaatverandering is de DR lid geworden van de Climate and Clean Air Coalition in 2012. In deze context leidt het land de Caraïbische regio in de ontwikkeling van lage emissie strategieën, met een focus op 3 centrale domeinen: energie, transport en bosbouw. Door de goedkeuring van de wet betreffende de Nationale Ontwikkelingsstrategie in Januari 2012 verbond de Dominicaanse Republiek er zich toe om de broeikasgasemissies te verminderen met 25% tegenover de niveaus van 2010, tegen 2030. Op nationaal niveau heeft de Dominicaanse Republiek maatregelen getroffen om zowel methaangas te reduceren in de landbouwsector, als de introductie van een koolstoftaks voor de transportsector. Volgens het Millennium Doelstellingen Rapport van 2013 wordt er gewag gemaakt van een aangroei van beboste gebieden met bijna 7% in amper 8 jaar, waarmee het land voldoet aan een van de indicatoren van de 7de MDG. Op basis van deze aanwas beschikt de DR over 40% beboste oppervlakte. Zo heeft de regering onder andere maatregelen genomen om aan het grensgebied met Haïti bijzondere aandacht te besteden, om ontbossing actief tegen te gaan.

De DR heeft stappen ondernomen om het verlies aan biodiversiteit actief tegen te gaan door de uitbreiding van beschermde gebieden, zowel op land als in de zee, die nu respectievelijk 24 en 9 procent van het grondgebied bevatten. Als laatste onderdeel is het tevens belangrijk te onderlijnen dat de DR er in geslaagd is om tegen 2015, in lijn met de Millennium Doelstellingen, de toegang tot drinkbaar water veilig te stellen

5 In 2012 was de verhouding in het basisonderwijs er een van O.95, terwijl die in het secundaire en hoger onderwijs respectievelijk 1.18

en 1.50 was.

GCA Dominicaanse Republiek 24

voor meer dan 80% van de bevolking. Hoewel dit een goed resultaat is, betekent het evenwel dat nog ongeveer 1,3 miljoen Dominicanen gebrek aan drinkbaar water hebben.

Volgens het Rapport opgesteld in het kader van de Universal Periodic Review van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties over de Dominicaanse Republiek van 2013 wordt aangegeven dat DR nog steeds een nationale milieustrategie ontbeert die een institutioneel beleidskader schept voor duurzame ontwikkeling en biodiversiteit conservatie. UNESCO bevestigde bovendien de nood om de huidige milieuwetgeving te versterken en in parallel een juridisch adviesorgaan te ontwikkelen dat de afdwingbaarheid van deze wetten kan garanderen.

3.5 Analyse van de Waardig Werk situatie

De IAO heeft een agenda ontwikkeld om te komen tot waardig werk als onderdeel van een strategie tot het uitroeien van de armoede. De uitvoering van deze agenda is gebaseerd op vier strategische pijlers, met de gelijkheid tussen man en vrouw als transversaal objectief.

De economie dient er op voorzien te zijn om investeringsmogelijkheden, ondernemingskansen, ontplooiing en jobcreatie te voorzien. Hiertoe moet de politiek een gecoördineerd en coherent beleid uitstippelen om productieve jobs te creëren die de mogelijkheid verschaffen om correcte lonen uit te betalen. Bovendien moet de ontwikkelingsstrategie van het land de nodige tools aanreiken om de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, de competitiviteit van de bedrijven, en de gelijke verdeling van de groei aan te moedigen. Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van de pijler jobcreatie is tevens de opbouw van netwerken en allianties die er in slagen om dit om te zetten in politieke actie, expertise uitwisseling op nationaal, regionaal en internationaal niveau.

In de Dominicaanse Republiek, ondanks pogingen tot hervormingen van de arbeidsmarkt, slaagt men er nog steeds niet in om voldoende werk te genereren, zowel wat betreft kwaliteit als kwantiteit. De werkloosheid blijft hoog, rond de 15%, wat betekent dat ongeveer 1,5 miljoen Dominicanen zonder werk zit. Bij mannen ligt dit percentage rond de 10% en bij vrouwen rond 20%. Bij jongeren blijft het werkloosheidscijfer tevens zeer hoog. Tussen 2000 en 2012 was de werkloosheid voor jongeren tussen 15 en 24 jaar gemiddeld 30%, en ging die in stijgende lijn. Zodoende blijft de activiteitssgraad zeer laag, onder de 50% met een actieve bevolking van ronde de 4 800 000 (2013). Op de arbeidsmarkt zien we bovendien dat voor gelijk werk vrouwen 37% minder betaald worden over het algemeen, wat het land in de Gender Gap Index Report van 2014 een 75ste plaats oplevert op 142 landen. De verhouding vrouwen met betaald werk buiten de landbouwsector is tussen 2009 en 2012 gestegen van 39,2% naar 41,4%. Een hoog aantal van de economisch actieve bevolking is bovendien actief in de informele economie, die op dit moment al 45% van de bevolking aan het werk zet, en die in stijgende lijn gaat. 3/5de van alle nieuwe jobs die in DR gecreëerd worden, bevinden zich in de informele economie en de kleine landbouw. Dit zorgt uiteraard voor penibele werk omstandigheden, en heeft een invloed op de levenskwaliteit van de bevolking. In deze zin is de intrede van de DR in de globale economie tot nader orde niet hand in hand gegaan met sociale ontwikkeling, noch met de creatie van waardig werk die de sociale mobiliteit in de hand kan werken.

Bron: UNDP 2014 Verhouding werk/bevolking

≥ 25 jaar

Jeugdwerkloosheid

15-24 ans

Werkloosheidsgraad

≥ 15 ans

Kinderarbeid

5-14 ans Verhouding Arme arbeiders (2$/per dag/)

Dominicaanse Republiek

63,2% 29,4% 14,7% 12,9% 10,7%

Volgens het meest recente Waardig Werk Rapport van de IAO is een van de belangrijkste problemen in Dominicaanse Republiek de lage scholingsgraad, en de afwezigheid van een nationaal beleid dat technische en professionele vorming voorziet in de belangrijkste productieve sectoren. De ontwikkeling van de Nationale Ontwikkelingsstrategie probeert dit probleem te remediëren, door in te zetten op de ontwikkeling van voldoende en waardig werk, in lijn met de Millennium Doelstellingen. In het PNPSP voor 2013-2016 werd de interventie van beleidsbeslissingen vooropgesteld die de link zouden leggen tussen

GCA Dominicaanse Republiek 25

sociaal beleid en productiviteit. Volgens de strategische actieplannen staat het versterken van de instituties die professionele en technische vorming voorzien, vooraan. Daarnaast richt het PNPSP zich op de consolidatie van de homologatie van vormingsprogramma’s, certificering van werk-gerelateerde competenties, en capaciteitsopbouw die de insertie van vrouwen in niet traditionele sectoren voorziet naast groepen die het basis onderwijs nog niet hebben vervolledigd.

De manifeste aanwezigheid van landelijke armoede heeft te maken met verscheidene factoren, waaronder de prioriteit die door de regering gegeven wordt aan de uitbouw van toerisme, industrie en de verdere dienstensector gedurende het voorbije decennium. De landbouwproductiviteit ligt laag, en de investeringen op vlak van sociale en productieve ontwikkeling in rurale gebieden blijft zo gelimiteerd. Met beperkte bewerkbare grond oppervlakte is het voor veel kleinschalige boeren moeilijk om met een gelimiteerde productie families te onderhouden. Een groot deel van zij die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van landbouw (subsistence farming) zoekt aldus naar aanvullende inkomsten, vaak in de informele economie. Zoals in veel landen in Latijns-Amerika zijn rurale huishoudens steeds meer en meer aangewezen op inkomsten uit andere economische activiteiten.

De lage productiviteit in de landbouw blijft een cruciale factor in de oorzaken van rurale armoede. Omwille hiervan heeft de Dominicaanse Republiek stappen gezet om het landbouw profiel aan te passen aan de realiteit. Zo is DR ondertussen een van de grootste exporteurs ter wereld van biologisch geproduceerde groenten en fruit, voornamelijk bananen. Biologische landbouwproductie vertegenwoordigt ondertussen al ruim 20% van de volledige landbouw export.

De toegang voor vrouwen tot werk blijft tevens een cruciale factor. Zelfs in de sectoren waar zij traditioneel gesproken in de meerderheid zijn, zoals de textiel industrie, stijgt de verhouding mannen tewerkgesteld tegenover vrouwen. Vaak is dit verbonden aan een voorkeur van werkgevers om bepaalde arbeidsrechten toe te kennen zoals het recht op zwangerschapsverlof. Bovendien blijft de afwezigheid van kinderopvang een reëel probleem voor vrouwen, naast andere praktijken zoals seksuele intimidatie. Vrouwen zijn eveneens vaak gedwongen om afstand te nemen van de arbeidsmarkt om toe te zien op familiale verplichtingen.

Het verkrijgen van de erkenning en het respect voor arbeidsrechten staat centraal in de Waardig Werk agenda. Alle arbeiders, met speciale focus op de arbeiders die zich in de precariteit, bevinden hebben nood om vertegenwoordigd te worden en te participeren in de juiste toepassing en verdediging van hun rechten. Dit kan gebeuren door steun uit te brengen aan syndicale actoren en sociale bewegingen opdat ze formele en informele arbeiders organiseren en vertegenwoordigen. De promotie van internationale arbeidsnormen staat centraal in de ontwikkeling van de arbeidsrechten op lokaal, nationaal en internationaal niveau, maar dient steeds opgevolgd te worden door een actieve toepassing en verdediging van deze rechten door middel van een controle systeem dat bijdraagt tot de effectieve applicatie van de conventies die landen ratificeren. Het werk dat uitgevoerd wordt ter ondersteuning van de arbeidsrechten zoekt voornamelijk naar een actieve promotie van syndicale netwerken en sociale bewegingen

In de Dominicaanse Republiek is men in 1991, na een lange strijd van de vakbondsbewegingen, gekomen tot een wijziging van de arbeidscodex via de wet 16-92 van 29 mei 1992. Deze wet legde bepaalde juridische verwezenlijkingen vast zoals het recht tot syndicale vertegenwoordiging, het respect voor vakbondsvrijheid, erkenning van werkloosheidssteun, zwangerschapsbescherming, recht op pre- en postnatale rust, vakanties en andere zaken. Jammer genoeg zijn deze rechten, die door de wet toegekend zijn, onvoldoende nageleefd en gerespecteerd door het patronaat. De Staat van haar kant heeft niet voldoende investeringen gedaan om arbeidsinspecties op te richten die op het respect en de implementatie van de sociale- en arbeidsrechten toekijken. Zo hebben arbeiders in de Dominicaanse Republiek nog steeds te maken met een groot aantal schendingen van hun rechten. Hieronder een overzicht:

Ontkenning en schending van de arbeidsrechten

Precaire arbeidsomstandigheden

Vervolging en schendingen van de vakbondsvrijheid

GCA Dominicaanse Republiek 26

Ontzeggen en schending van collectieve onderhandelingen

Marginalisering en sociale exclusie

Onzeker werk

Precaire en wisselende lonen

Gebrekkige kennis van de arbeidsverdeling vanwege het patronaat

Vakbondsvervolging en repressie

Continue schending van hygiëne en arbeidsomstandigheden

Afbraak van arbeidswetgeving

Beperkte toegang tot formele en technisch-professionele vorming

Gender discriminatie

Stijging van belang informele economie

De DR erkent en aanvaardt de nood om verder te werken om de problemen op te lossen die verbonden zijn aan de IAO Verklaring betreffende de Basis Principes en Rechten op het Werk, vastgelegd in de IAO conventies met betrekking tot syndicale vrijheid en collectieve onderhandelingen, non-discriminatie en het uitroeien van kinderarbeid en gedwongen arbeid.6 Het naleven van de internationale conventies die de DR heeft ondertekend zijn tevens verbonden aan de Vrijhandelsakkoorden (TLC) waarvan het land deel uitmaakt zoals het Vrijhandelsakkoord met Centraal America, en de Verenigde Staten, waar het expliciet naleven van de arbeidswetgeving en de IAO Basis Principes en Rechten ingeschreven zijn. Het Rapport van 2013 van het Bureau of International Labor Affairs van het U.S. Department of Labor omtrent de arbeidsomstandigheden in de suikerriet industrie in het kader van het CAFTA-DR (Dominicaanse Republiek – Centraal Amerika – Verenigde Staten Vrijhandel Akkoord) werpt een zorgwekkende blik op de huidige situatie. Waar de DR, volgens Artikel 16.2.1 van de CAFTA-DR zich verplicht om de arbeidswetgeving effectief toe te passen maakt het Rapport de volgende conclusies:

Aanwezigheid van gedwongen arbeid en/of mensenhandel

Aanwezigheid van Kinderarbeid

Erbarmelijke en onhygiënische woonomstandigheden

Ontkennen van medische en sociale rechten zoals pensioenen

Weigering tot informatie en publicatie van huidige lonen en betaalmodaliteiten

Gevaarlijke werkcondities

Weigering tot het opstellen van geschreven arbeidscontracten

Manipulatie van het wegen van suikerriet (fraude)

Vergeldingsmaatregelen zoals ontslag gebruikt tegen arbeiders die geaffilieerd zijn, of proberen zich te organiseren in vakbonden, of die juridische stappen ondernemen tegen werkgevers.

6Internationale Arbeids Organisatie Conventie No. 29 betreffende Gedwongen of Verplichte Arbeid; Conventie No. 105 betreffende de Afschaffing van dwangarbeid; Conventie No. 87 betreffende de syndicale vrijheid en de bescherming van de syndicale rechten; Conventie No. 98 betreffende de toepassing van de principles van de vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen; Conventie No.100 betreffende gelijkheid van verloning voor Mannen en Vrouwen voor gelijk werk; Conventie No. 111 betreffende de discriminatie met betreffing tot tewerkstelling en beroep; Discrimination; Conventie No. 138 betreffende de mínimum leeftijd voor toetreding tot de arbeidsmarkt; Conventie No. 182 betreffende het Verbod en onmiddelijke actie voor de eliminatie van de Ergste Vormen van Kinderarbeid.

GCA Dominicaanse Republiek 27

Het rapport stelt dan ook duidelijk dat de regering van DR faalt in het effectief toepassen van de arbeidswetgeving op vlak van:

Vrijheid van vereniging

recht op collectieve onderhandeling

verbod op of het gebruik van verplichte arbeid

instellen van een minimum leeftijd voor kinderarbeid en het verbieden en elimineren van de ergste vormen van kinderarbeid

het vastleggen van aanvaardbare werkcondities in verhouding tot minimumlonen, gewerkte uren en beroepsveiligheid en gezondheid.

De conclusies verwoord door het onderzoek van het V.S. Ministerie van Arbeid komen overeen met de analyses die het Comité voor Economische, Culturele en Sociale Rechten naar voor brengt in de Universal Periodic Review. De CESCR vult dit aan door te stellen dat er serieuze zorgen bestaan omtrent de slechte arbeidssituaties in de export-gerichte verwerkingsindustrie, in het bijzonder voor vrouwen, en merkt tevens op dat er grote groepen werknemers zijn die zonder vergoeding ontslaan worden. Daarom wordt DR opgeroepen om de arbeidsstandaarden na te leven, en de hoeveelheid arbeidsinspecties te verhogen, terwijl vakbondsvrijheid verzekerd dient te worden.

De syndicale vrijheid en de collectieve onderhandeling zijn basisrechten die vaak als een “springplank” gezien worden voor de werknemers en werkneemsters omdat ze een basis vormen van waaruit ze hun werk- en levensomstandigheden kunnen veranderen. Deze transformatie begint met de onderhandeling van hun rechten alsook het afdwingen van de goede toepassing ervan. Maar die basisrechten worden al te vaak helemaal niet gerespecteerd. Het meest perverse effect van dit gebrek aan naleving is de verzwakking van de sociale bewegingen : zij verliezen geleidelijk aan hun basis, ofwel omdat de mensen hun job niet op het spel willen zetten, ofwel omdat zij niet meer geloven in de capaciteit van de beweging om te veranderen en de krachtsverhoudingen structureel om te vormen. In de Dominicaanse Republiek is de syndicale vrijheid bovendien nog steeds geen gegeven iets. Zo was er begin 2015 nog een actieve vervolging van de luchtverkeersleidersvakbond, gedocumenteerd door ITUC, en is er sprake van een onverschilligheid vanwege het Ministerie van Arbeid voor continue schendingen van de vrijheid van vereniging. De CNUS heeft enkele jaren geleden bovendien nog een klacht ingediend bij de Dominicaanse overheid om schendingen van de vrijheid van vereniging vanwege de overheid door de actieve obstructie van vakbondsregistratie aan te kaarten.

Het uitbreiden van de sociale bescherming is de derde pijler in de Waardig Werk agenda. Om hiertoe te komen wordt er gewerkt rond de promotie voor toegang tot rechten en fundamentele sociale diensten op vlak van gezondheidszorg, water en sanitair, onderwijs, voeding en onderdak. Door het uitbreiden van de reikwijdte en effectiviteit van de sociale zorgverlening wordt de bescherming van arbeiders opgetrokken tot respect voor condities van waardig werk, met aandacht voor lonen, arbeidsduur, gezondheid en arbeidsveiligheid. Men zoekt dan ook naar de ontwikkeling van programma’s die zich specialiseren in de bescherming van kwetsbare groepen zoals die van migrantenarbeiders of mensen actief in de informele economie, en hun families. De ontwikkeling van netwerken en allianties op vlak van sociale bescherming kunnen er toe komen dat de thematiek op de politieke agenda geplaatst wordt.

De continue vermindering van formeel werk in het land, met 56% van de actieve bevolking werkende in de informele economie, leidt tot een gebrek aan sociale bescherming bij een groot deel van de bevolking. Deze arbeiders hebben tevens een schrijnend tekort aan kennis wat betreft hun arbeidsrechten, of de organisaties die voor hen zouden kunnen opkomen. Het grote gebrek aan effectief beleid zorgt er voor dat deze arbeiders in de armoede, ongelijkheid en sociale marginaliteit verglijden, waardoor hun recht op sociale bescherming en kwaliteitsvolle gezondheidszorg niet gerespecteerd wordt.

De Nationale Ontwikkelingsstrategie, goedgekeurd door middel van Wet n° 1-12 verzamelt de richtlijnen voor een duurzame ontwikkeling en legt de fundamenten voor een nieuw model van groei, gebaseerd op menselijke ontwikkeling. De doelstellingen van deze strategie worden vervat in dit citaat: “Tegen het jaar 2030 zal de Dominicaanse Republiek een welvarend land zijn, waar geleefd zal worden in vrede, in

GCA Dominicaanse Republiek 28

veiligheid, met waardigheid, met gelijkheid van kansen, in een participatief democratisch kader, met verantwoorde burgers, en zal men zich competitief inschakelen in de wereld economie, terwijl men de middelen voor ontwikkeling op een innovatieve en duurzame wijze gebruiken”. Naast dit progressief kader bestaan er nog een aantal andere wetten die dit doel moeten dienen: Wet 87-01 ivm het Sociale Zekerheidssysteem; Wet 189-11 ivm de ontwikkeling van de hypothecaire en fiduciaire markt; Wet 28-01 ivm de Speciale Grens Ontwikkelings Zone; Wet 158-01 ivm Toeristische Incentieven; Wet 58-79 ivm de Agrarische Hervorming; Wet 66-97 ivm Onderwijs; Wet 42-01 Algemene Gezondheidswet

De Staat, via het Ministerie van Werk, en in samenspraak met de werkgevers, hebben een voorgeschiedenis van ontwikkeling van verschillende contractvormen en statuten, de illusie wekkend dat het gaat over beleidsdaden gericht op de ontwikkeling van waardig werk. Niettegenstaande betreft het in de realiteit hier een vorm van precarisatie van de huidige vormen van sociale bescherming. Wat betreft de ziekteverzekering behoort de Dominicaanse Republiek tot de kopgroep van landen in Latijns Amerika waar de grootste stijging waar te nemen valt, van 51% in 2002 tot 75% in 2011 (ofwel een stijging van 24%). We stellen evenwel vast dat de verzekeringsniveaus hoger liggen in de publieke sector dan in de private, wat wijst op een gebrekkige arbeidscontrole.

De promotie van de sociale dialoog wordt beschouwd als de vierde pijler maar wordt tevens beschouwd als een transversale pilaar door heen de andere drie. In de Dominicaanse Republiek wordt het merendeel van de bestaande collectieve overeenkomsten onderhandel op bedrijfsniveau. Zeer weinig sociale tripartites (vakbonden, werkgevers, overheid) worden op sectorniveau gehouden, noch op het nationale noch op het regionale niveau. De afwezigheid van kaderakkoorden op sectorniveau bemoeilijkt de mogelijkheid voor de vakbonden om de onderhandelingen te laten evolueren binnen de bedrijven, omwille van het ontbreken van vooraf vastgelegde condities. Het blijft dus een fundamentele kwestie om de collectieve onderhandelingen op sectorniveau te verstevigen om zo de stem van de arbeiders doorheen de vakbonden in de sociale dialoog te verstevigen. De promotie, toepassing en verdediging van fundamentele rechten zoals vakbondsvrijheid en collectieve onderhandelingen staat centraal en wordt dan ook gerealiseerd door het ontwikkelen van steun aan onafhankelijke en sterke arbeidersorganisaties met als doel de ontwikkeling van technische kennis en capaciteiten om deel te nemen aan de sociale dialoog. Het ontwikkelen van institutionele ondersteuning door studiediensten, vorming van sociale partners en de ontwikkeling van een effectief overlegorgaan wordt gepromoot, en geruggesteund door allianties inzetten op de uitwisseling van expertise en de opbouw van een lobby strategie.

Bron : IAO Hoeveelheid geratificeerde IAO Conventies

Fundamentele Beleid Technische

Dominicaanse Republiek

8/8 3/4 25/177

De uitdagingen in de Dominicaanse context draaien voornamelijk rond de syndicale repressie, discriminatie, en de uitsluiting van arbeiders van syndicale vertegenwoordiging op de werkvloer, voor de verdediging van hun rechten. De interventies die Belgische ANGS dan ook kunnen uitvoeren, bij monde van hun partners, is de ontwikkeling en organisatie van arbeiders op hun werk, door middel van het installeren van vakbondsploegen zowel op hun werk als in de wijken en dorpen, op alle niveaus gaande van sector en regionaal tot interprofessioneel, met als doel het vertegenwoordigen van de arbeidersbelangen. In de informele economie is het van fundamenteel belang dat arbeiders beter georganiseerd worden, in het bijzonder zij die te maken hebben met een zwakker statuut, en minder toegang tot sociale rechten zoals vrouwen, jongeren en migranten. De ontwikkeling en onderhandeling van collectieve arbeidsovereenkomsten is een urgente noodzaak om de arbeidsrechten te verdedigen op interprofessioneel niveau. Door ondersteuning te bieden aan de vakbonden en hun capaciteiten voor dienstverlening te vergroten, zowel op individueel als collectief vlak kunnen we hun organisatorische en institutionele capaciteiten uitbouwen om met andere actoren van de civiele samenleving samen te werken ter verdediging van de arbeidsrechten. De rol van de vrouw kan in de sociale dialoog niet genoeg onderlijnd worden, en dient zodoende actief ondersteund te worden. De constructieve opbouw en het ontwikkelen van vormingen, met gespecialiseerde handboeken, en breed gedragen campagnes kunnen zodoende

GCA Dominicaanse Republiek 29

bijdragen tot de bescherming van een groter aantal arbeiders, en een lange termijn visie die het arbeidsklimaat in de Dominicaanse Republiek kwalitatief kan verbeteren.

4 Beschrijving van de lokale civiele maatschappij, de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en van hun voornaamste financiële partners

4.1 Het begrip civiele maatschappij, een invulling:

De civiele maatschappij wordt door de ANGS breed ingevuld. Er wordt gebruik gemaakt van de definitie gegeven door de Europese Commissie in haar documenten met betrekking tot Niet-Statelijke Actoren. Organisaties van de civiele maatschappij zijn die actoren die ageren op een onafhankelijke en verantwoordelijke wijze zonder winstoogmerk. Onder hen vinden we niet gouvernementele organisaties, organisaties die de inheemse bevolking vertegenwoordigen, de organisaties die nationale of etnische minderheden vertegenwoordigen, organisaties van diaspora, migranten organisaties in partnerlanden, beroepsverenigingen, lokale buurtcomités, netwerken of platforms, coöperatieven, vakbonden en werkgeversorganisaties, de organisaties die de economische en sociale belangen vertegenwoordigen, de verenigingen die strijden tegen corruptie en fraude, en die streven naar de ontwikkeling van goed bestuur, organisaties die burgerrechten verdedigen en strijden tegen discriminatie, lokale organisaties die werken rond thema’s van coöperatie en integratie, gedecentraliseerde regionale besturen, consumentorganisaties, jongeren of vrouwenorganisaties, milieubewegingen, universiteiten, geloofsgemeenschappen, media en alle andere niet gouvernementele associaties en onafhankelijke fondsen.

Centraal staat het belang van:

Sensibilisatie, mobilisatie en belangenverdediging van en voor individuen en groepen

Ruimte creëren voor het uiten en uitoefenen van sociale, politieke, economische, religieuze, culturele en artistieke activiteiten

Beperken van de neiging van regeringen om eenzijdig controle te verhogen

Democratisering, het verder uitbouwen en ondersteunen ervan

4.2 Beschrijving van de lokale civiele maatschappij en van de voornaamste financiële partners.

De voorbije jaren is er een merkbare evolutie geweest in de civiele maatschappij richting een gezonde diversificatie wat betreft de thema’s die voor deze GCA relevant zijn. Op het vlak van arbeidsrechten en sociale bescherming kunnen we vaststellen dat steeds meer ruimte gecreëerd wordt voor reflectie en basisgroepen die zich richten op de verdediging van arbeidsrechten. In deze zin heeft de groeiende bewustwording geleid tot de ontwikkeling van netwerken met betrekking tot het recht op sociale bescherming, mede dankzij ondersteuning van WSM. Deze netwerken bevinden zich binnen de centrale vakbonden, en deze coördineren op hun beurt acties ter verdediging van de toepassing van de sociale zorgwet in het land. Drie vakbonden zijn geïntegreerd in een coördinatiemechanisme, nl. CASC, CNUS (Nationale Confederatie voor Syndicale Eenheid) en CNTD (Nationale Confederatie voor Dominicaanse Werkers), allen aangesloten bij de CSA (Vakverbond van de Amerikaanse Staten), CSI (Internationaal Vakverbond).

Deze ronde tafel van vakbonden wordt beschouwd als een coördinatie mechanisme van de gemeenschappelijke acties, en vervult zodoende de rol van verbinder van programmatische acties.

De drie vakbonden zijn de belangrijkste actoren in het land, die zorgen voor actieve druk bij de belangrijkste werkgeversorganisaties zoals de Patronale confederatie van de werkgevers – COPARDOM, de Nationale raad van privébedrijven – CONEP, en de Dominicaanse associatie van de vrijhandelszones – ADOZONA

De belangrijkste actoren van de civiele maatschappij kunnen onderverdeeld worden in enkele categorieën:

GCA Dominicaanse Republiek 30

Vakbonden

Basisbewegingen

Ziektekassen

Bedrijven van sociale en solidaire economie en coöperatieven

NGO’s, onderzoekscentra en netwerken van de civiele maatschappij

We voorzien hieronder een tabel met de belangrijkste betrokken partners van de civiele maatschappij en een overzicht van de wijze van coöperatie:

Partner WSM Belangrijkste betrokken partners civiele maatschappij

Wijze van coöperatie

CASC INFOTEP - Vormingsinstituut

CTH (Confédération des Travailleurs de Haiti) - Vakbond

- Ontwikkeling Akkoorden voor de oriëntering en vorming op vlak van arbeidsrecht, hygiëne en veiligheid, en arbeidsintegratie

- Technisch en Professionele Capaciteitsopbouw - Samenwerking met CTH voor vorming elektriciens,

loodgieters, schrijnwerkers, bakkers etc… voor honderden migrantenarbeiders.

AMUSSOL DIDA, TSS, PROSOLO, - ziektekas

Centrale Vakbonden

- Ontwikkeling van synergie activiteiten ter verdediging van het recht op sociale bescherming van de arbeiders in de informele economie

- Uitwisselen ervaringen met regionale ziektekassen en vakbonden

MOSCTHA Haïtiaans–Dominicaanse Ontmoetingsnetwerk Jacques Viau

Ronde-tafel voor Migratie (MESA para Migraciones)

Nationale Commissie voor Mensenrechten

- Ontwikkeling van advocacy strategieën op gecoördineerde wijze

- Technische en financiële ondersteuning voor mensen van Haïtiaanse origine bij de promotie en aanvragen voor regularisatie

- Promotie van arbeidsrechten van arbeiders - Institutionele ondersteuning op vlak van advocacy

op internationaal vlak - Ontwikkeling van een ronde-tafel voor

migrantenarbeiders - Realisatie van onderzoek en publicaties van

rapporten

FEI Kerkgemeenschappen, Lokale Buurtcomités Organisaties van Internationale coöperatie (EU Delegatie, FAO, UNDP, UNHCR, UNHABITAT) Netwerken en organisaties van nationale en internationale civiele maatschappij

- Steun bij processen van advocacy - Steun bij verspreiding resultaten en synergie - Steun bij verspreiding in gemeenschappen - Financiële steun voor activiteiten - Akkoord voor oriëntatie en begeleiding op vlak

van migratie - Ontwikkeling onderzoek met betrekking tot

migranten arbeiders - Ontwikkeling van een samenwerkingsakkoord

voor humanitaire hulp na de aardbeving in Haïti, voor de implementatie van projecten in samenwerking met Politie, Regionale Directeur voor Gezondheid, Commissie voor Mensenrechten en Sociale Bescherming, de Fundacion Para El Desarrollo Integral Dominico Haitiano, Netwerk voor jongeren en vrouwen

GCA Dominicaanse Republiek 31

uit het grensgebied in Haïti (Tilori)

CONAMUCA Centrale Vakbonden

NGO’s die werken rond vrouwenrechten

Sociale Bewegingen

- Steun bij het verspreiden van kennis met betrekking tot arbeidswetgeving, en sociale bescherming,

- Ontwikkeling financiële en technische hulpmiddelen ter ondersteuning van acties

- Ontwikkeling van mobilisatie en actiestrategie

4.3 Beschrijving van de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en van de voornaamste financiële partners.

De Dominicaanse Republiek is een representatieve democratische republiek waarbij de President zowel Staatshoofd als regeringsleider is in een meerpartijensysteem. Een Ministerieel kabinet staat de President bij in zijn functies. Sinds augustus 2012 is dit Danilo Medina, met Margarita Cedeño de Fernandez als vice-President, van de PLD. De Grondwet van de Dominicaanse Republiek legt in 27 paragrafen de uitgebreide uitvoerende machten van de President uit, waarvan de belangrijkste onder andere het recht zijn om alle openbare ambtenaren te benoemen of te ontslaan, wetten goed te keuren door het Parlement aanvaard, diplomatieke relaties aangaan. De wetgevende macht wordt uitgevoerd door het Congres, opgedeeld in twee kamers, met een vertegenwoordiging in de Kamer der Volksvertegenwoordigers voor 1 per 50 000 inwoners.

De Dominicaanse Republiek is opgedeeld in 31 provincies en een Nationaal District. De provincies worden bestuurd door presidentieel aangeduide gouverneurs, terwijl verkozen burgemeesters en gemeenteraden de 103 gemeentelijke districten besturen. De Dominicaanse Republiek heeft in de periode tot 2008 een graduele decentralisatie meegemaakt op lokaal niveau met een uitbreiding van de gemeentelijke capaciteiten.

De overheid en de gedecentraliseerde instellingen hebben, ondanks de beloftes van President Danilo Medina nog steeds te kampen met een gebrek aan middelen en een gebrek aan moderne infrastructuur. Met de ontwikkeling van de Nationale Ontwikkelingsstrategie worden er stappen gezet richting het verbeteren van de dienstverlening, met speciale aandacht voor toegang tot sociale bescherming. Langs de andere kant, en ten gevolge van recente fiscale hervormingen is tevens de prijs van de basis consumptiegoederen gestegen terwijl de lonen min of meer gelijk zijn gebleven. Dit heeft de koopkracht van families duidelijk verzwakt, waarbij het minimumloon in de formele economie op dit moment een derde van de kostprijs van de basisgoederen die een familie nodig heeft om rond te komen.

GCA Dominicaanse Republiek 32

Partner WSM Belangrijkste betrokken partners gedecentraliseerde autoriteiten en overheidsinstellingen

Wijze van Cooperatie

CASC INFOTEP (Nationaal Instituut voor Technisch Professionele Vorming) INFAS (Instituto Nacional de Formación Agraria y Sindical) Ministerie van Werk Ministerie van Economie, Planificatie en Ontwikkeling Ministerie van Onderwijs Congres Ministerie van de Voorzittende President

Technische en Professionele Capaciteitsopbouw Ontwikkeling van kaderverdragen op vlak van arbeidsrechten, hygiëne en sociale bescherming en professionele insertie Ontwikkeling van het Ontwikkelingsplan in het kader van de Nationale Ontwikkelingsstrategie voor 2020 zonder vast kaderakkoord Initiatief ter ontwikkeling van nodige hervormingen.

AMUSSOL DIDA Directie voor Informatie en Bescherming van de Geaffilieerden TSS (Thesaurie van de Sociale Zekerheid) PROSOLI (Programma – Vooruitgang door Solidariteit) Syndicale Centrales Ministerie van Openbare Gezondheid

Versterking van het functioneren van het Systeem van Sociale Bescherming TSS, PROSOLI en de Syndicale Centrales dragen bij tot de ontwikkeling van synergetische acties ter verdediging van het recht op sociale bescherming van de arbeiders in de informele economie.

MOSCTHA Ministerie van Binnenlandse Zaken Nationale HIV en AIDS raad (CONAVISIDA) Ministerie van Gezondheid

Dialoog betreffende relevante onderwerpen o.a. de regularisatie en naturalisatie procedures. Ontwikkeling en verdeling van HIV/AIDS detectiekits Technisch akkoord

FEI Ministerie van Binnenlandse Zaken en Politie Algemene Directie van Migratie en Nationaal Migratie Instituut

Samenwerking op vlak technisch advies aan beide instituties

CONAMUCA Ministerie van de Vrouw Ministerie van Landbouw Dominicaans Agrarisch Instituut Nationaal instituut van waterwegen en rioleringen Nationaal instituut van Hydraulische middelen

Coördinatie en gedeelde acties van beleidsbeinvloeding omtrent vrouwen rechten Samenwerking voor ondersteuning van landbouw en aanduiding van technisch personeel. Organisatie van conferenties en workshops mbt agroecologie en goede landbouwpraktijken Ontwikkeling regionale en lokale akkoorden.

GCA Dominicaanse Republiek 33

5 Analyse van de toestand van de lokale civiele maatschappij, de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen

5.1 Analyse van de toestand van de partnerorganisaties van WSM binnen de lokale civiele maatschappij en de overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen.

Op vlak van een juridisch en regelgevend kader kan men stellen dat er in de Dominicaanse Republiek een klimaat bestaat dat het werk van de lokale civiele maatschappij aanmoedigt. Toch bestaat er een probleem met betrekking de effectieve implementatie van deze normen, opdat de organisaties geen enkele hindernis zouden hebben in het uitoefenen van hun werk als onafhankelijke actoren in de ontwikkeling van het land. Het gaat hier dan in het bijzonder over de belastingdruk voor organisaties van de civiele maatschappij, ondersteuning, zowel technisch als financieel, en andere. Bovendien, zo wordt aangegeven is het uitdiepen van de dialoog met het Centrum voor de Ontwikkeling van Associaties zonder winstoogmerk een sine qua non voor het verder werken op effectieve wijze.

Naast het regelgevend en institutioneel kader is het tevens belangrijk om te onderlijnen dat de moeilijkheden die verscheidene organisaties van de civiele maatschappij meemaken, aanwezig blijven. Voornamelijk de organisaties actief omtrent de mensenrechten, transparantie en corruptie worden vaak tegengewerkt. Zeer belangrijk is tevens de evolutie die we zien op het vlak van migratie. Zoals reeds aangegeven heeft de Dominicaanse Republiek recent een nieuwe politiek ontwikkeld omtrent de regularisatie van migranten, voornamelijk met betrekking tot Dominicanen van Haïtiaanse origine. Organisaties van de civiele maatschappij die trachten om deze situatie te monitoren, of de rechten van deze individuen te waarborgen worden niet gefaciliteerd in hun werk. Omwille van deze redenen is het van ontegensprekelijk belang dat deze thema’s genormaliseerd worden en er een open en constructief debat gevoerd kan worden in de Dominicaanse samenleving. In dit opzicht dient de rol van de media en centrale figuren van de samenleving onderlijnt te worden.

Ten gevolge deze analyse worden er door de partners van WSM enkele aanbevelingen vooruitgeschoven:

- Acties die de correcte implementatie van de Wet 122-05 met betrekking tot de regulering en ontwikkeling van organisaties zonder winstoogmerk promoten, dienen aangemoedigd te worden. Hieronder verstaan we onder andere het verminderen van belastingen en promotie en capaciteitsopbouw voor verenigingen zonder winstoogmerk.

- Mechanismes aangaande de verantwoordingsplicht en transparantie van de organisaties van de civiele maatschappij dienen ontwikkeld te worden. Hiermee kan niet alleen de legitimiteit van deze actoren in de ontwikkeling vergroot worden, maar kunnen ze tevens in de posities komen om verantwoordingsplicht van andere (gouvernementele) instanties te eisen.

- Inclusie van onafhankelijke communicatiekanalen en andere actoren om bij te dragen aan de normalisering van het debat omtrent mensenrechten, transparantie, corruptie en migratie.

- Ontwikkeling en uitvoering van ten minste een project dat als duidelijk doel heeft de verbetering van de werkomgeving van de civiele maatschappij, de institutionele versterking van de organisaties van de civiele maatschappij en de relatie met het centrum voor de ontwikkeling en promotie van associaties zonder winstoogmerk.

5.1.1 Overwogen pistes van capaciteitsversterking van de partnerorganisaties

De samenwerking die WSM in de Dominicaanse Republiek realiseert, stemt voort uit een netwerk van vijf partners die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn vanwege hun intrinsieke kenmerken.

GCA Dominicaanse Republiek 34

CASC als centrale vakbond, werd als eerste partner van WSM in 2000, en evolueerde in 2003 tot partner binnen het DGD programma. MOSCTHA, die in de eerste plaats functioneerde als rechtshulporganisatie voor Haïtiaanse migrantenarbeiders werd eerst WSM partner met eigen middelen in 2001, op vraag en suggestie van CASC. In 2003 werden zij dan als autonome organisatie opgenomen in het programma, wat hen heeft toegelaten hun diensten en activiteiten te verbreden. Amussol functioneert als sociale zekerheidskas, als tussenpersoon tussen individuele werknemers en de overheid, opgericht op initiatief van de vakbond CASC. Waar Amussol in 2007 als partner met eigen middelen toetrad, en in 2008 partner werd van DGD is die organisatie ondertussen uitgegroeid tot autonome organisatie met hoofdzetel in Santo Domingo en 5 regionale kantoren, en 8ste grootste werkgever in het land. De groei van Amussol is te danken aan de synergiën tussen Amussol en de georganiseerde sectoriële vakbondsgroepen van de CASC, waaronder die van de landbouw. FEI werd als partner voorgesteld door MOSCTHA en CASC en vormt deel van het DGD programma sinds 2012. Conamuca op haar beurt is de zusterorganisatie van CASC en concentreert zich voornamelijk op de vrouwen in de landbouwsector, en werd op vraag van CASC medepartner van WSM. Dankzij uitgebreide investeringen in promotie en sensibilisatie rond de socialezekerheidswet zijn Amussol en CASC er in geslaagd om grotere aantallen boeren aan te sluiten bij hun organisaties. De link met Conamuca speelt een belangrijke rol in het uitbreiden van het werkingsterrein van de transportsector, verkoop en huishoudsector naar de boerensector.

Onderling organiseren de vijf partners gezamenlijke activiteiten binnen het DGD programma rond vormingen (vb. syndicaal, sociale zekerheid, recht op migratie en arbeid, sociale economie) en wisselen ze onderling administratieve en technische capaciteiten uit. (vb. ondersteuning van Mosctha aan CASC bij schrijven van EU project). Op haar beurt zijn deze partners ook belangrijke spelers op het nationale vlak wat betreft de verdediging en de acties rond arbeidsrechten en sociale zekerheid. Hiervoor zetelen zij of zijn ze medestichters en oprichters van verschillende netwerken en nationale raden. Ze komen elkaar ook hier tegen en bereiden als het nodig is ook gemeenschappelijke en solidaire standpunten voor met betrekking tot de meest kwetsbare doelgroepen.

CASC, als belangrijkste lokale partner, werkt actief samen met overheidsinstanties en leden van de civiele maatschappij met als doel om door middel van netwerkvorming de actieradius te vergroten. Hieronder een aantal van de strategische partners: INFOTEP (Instituto Nacional de Fomento de Educación Tecnico Profesional – Nationaal Instituut voor de ontwikkeling van Technisch en Professioneel Onderwijs), DIDA (Dirección de Información y Defensa de los Aliados – Informatie Directoraat en Verdediging van de Geafilieerden), CNTD (Confederación Nacional de Trabajadores Dominicanos - Nationale Confederatie voor Dominicaanse Werkers), CNUS (Confederación Nacional de Unidad Sindical – Nationale Confederatie voor Syndicale Eenheid), Ministerio de Trabajo (Ministerie van Werk), Consejo Nacional de Seguridad Social (Nationale Raad voor Sociale Zekerheid), MOSCTHA, FEI, Asociación de Trabajadoras del Hogar (Associatie voor Huishoudwerkers), TSS (Tesorería de la Seguridad Social - Overheidsdienst Sociale Zekerheid), SENASA (Seguro Nacional de Salud- Nationale Ziektekas), Participación Ciudadana (Burger Beweging).

Wat Mosctha en FEI betreft is het belangrijk te vermelden dat ze de oprichters en stuwende kracht zijn achter het netwerk Red de Encuentro Dominico Haitiano Jacques Viau en de nationale ronde tafel rond migratie die vooral lobbyen rond de rechten van Haitiaanse arbeidsmigranten alsook het versterken en verbreden van netwerken en linken met lokale overheidsinstanties en andere maatschappelijke organisaties. Amussol zit sinds 2013 mee aan de onderhandelingstafel op nationaal niveau met betrekking tot de toegang tot sociale zekerheid. Dit heeft hen een grote mate van geloofwaardigheid meegegeven bij de TSS, geïllustreerd door het doorverwijzen van 12.000 informele werkers, waaronder huishoudpersoneel, naar Amussol. De uitbreiding van de rol van Amussol wordt dan ook gezien als een belangrijke stap op weg naar de verwezenlijking van een uitgebreide tripartite en dialoog tussen overheid, informele economie en sociale zekerheid.

GCA Dominicaanse Republiek 35

De ondeelbaarheid van het eiland Hispaniola, en de complexe realiteit zorgen er voor dat CASC en MOSCTHA nauwe banden hebben ontwikkeld met sociale organisaties in het buurland Haïti. CASC met zusterorganisatie CTH (Confederation des travailleurs Haitiens) en Mosctha met een brede waaier van civiele maatschappij organisaties.

In 2014 werd er door de huidige regering het Instituut voor Migratie opgericht waarin ook William Charpantier en Gabriel del Rio zetelen. Charpantier is directeur van FEI (partnerorganisatie van WSM) en vertegenwoordigt de civiele maatschappij. Del Rio is algemeen secretaris van CASC (partnerorganisatie van WSM) en vertegenwoordigt de arbeidersklasse. De bedoeling is dat dit Instituut gaat functioneren als permanent overleg- en opvolgingsorgaan van de migratie- en regularisatieprocessen van Dominicanen van Haïtiaanse afkomst. Evaluatie van de werking van dit orgaan gebeurt ook door verschillende van de partnerorganisaties van WSM via nationale en internationale platformen rond de rechten van migrantenarbeiders in de Dominicaanse Republiek.

Mosctha en FEI voeren een internationale campagne rond het recht op arbeidsmigratie en nemen hiervoor regelmatig deel aan internationale conferenties georganiseerd door de VN. Zo werden ze al als spreker uitgenodigd betreffende de specifieke situatie in de Dominicaanse Republiek. Mosctha lobbyt eveneens hard rond de ratificatie van Conventie nr. 143 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in verband met Arbeidsmigranten (Bijkomende Bepalingen) van 1975 in de Dominicaanse Republiek. Dit is evenwel geen sinecure, aangezien deze conventie nauwelijks geratificeerd wordt, ook niet door België.7

Concreet hebben de lokale partners van WSM tevens uitgelijnd, aan de hand van een vragenlijst, hoe de Belgische ANGS, waaronder WSM, kunnen bijdragen aan de doeltreffendheid van hun strategieën en ten opzichte van hun capaciteiten en de domeinen waar zij zoeken naar versterking:

7 De Conventie 143 bevat een hoofdstuk 'Arbeid in uitbuitende omstandigheden'. Net als de Conventie van de Verenigde Naties

bepaalt de IAO-Conventie 143 dat basisrechten rond loon, sociale zekerheid en andere voordelen van toepassing zijn op alle werknemers, ongeacht hun status.

GCA Dominicaanse Republiek 36

Sterktes Domeinen die versterking nodig hebben Hoe kunnen Belgische ANGS, die bijdragen aan uw organisatie, de doeltreffendheid van uw actiestrategieën beter ondersteunen?

CASC CASC is gekend op het nationale niveau, als een van de centrale vakbondsorganisaties. Dit brengt met zich mee dat CASC een zekere kracht van convocatie en beïnvloeding heeft.

Omwille van een beperkte capaciteit om fondsen en bijdrages op te halen van de leden, blijft de financiële armslag van CASC beperkt. Dit zorgt er indirect voor dat het bureau verantwoordelijk voor de organisatie van het werk en de interventies moeite heeft om te functioneren, en bovendien om een permanente structuur op poten te zetten.

Door middel van een uitgebreidere, en geïnstitutionaliseerde uitwisseling van best practices die verder kunnen gaan dan tot heden. Tevens kan de uitbreiding van capaciteitsopbouw waardevolle elementen aanreiken om de actiestrategieën verder te ontwikkelen

AMUSSOL AMUSSOL wordt door de autoriteiten ter zake herkend en erkend als een verantwoordelijke en representatieve speler. Bovendien heeft AMUSSOL een grote hoeveelheid krediet en vertrouwen opgebouwd bij diegenen die aangesloten zijn aan de aangeboden diensten.

Ondanks de sterke herkenbaarheid, ontbeert het AMUSSOL nog steeds aan het nodige technische personeel om te voldoen aan de vraag. Bovendien wordt nog steeds gewerkt met technologie die niet overeenkomt met de noden.

Door een verdere uitwisseling van ervaringen met Belgische organisaties betrokken in de sociale zorgverzekering. Amussol zoekt expliciet naar technische en financiële ondersteuning om te komen tot een effectievere en transparante dienstverlening voor grote delen van de bevolking die tot nader orde niet bereikt wordt door de sensibilisering en promotiecampagnes.

FEI FEI geniet van internationale en nationale erkenning, en kan rekenen op een structuur georganiseerd rond actie domeinen. Bovendien beschikt FEI over een voortreffelijke capaciteit tot mobilisatie bij de doelgroepen.

FEI zoekt ondanks haar uitgebreide netwerk naar een uitbreiding van haar technische en financiële middelen. Dit gebrek uit zich namelijk in beperkte fysieke ruimte voor het realiseren van haar waardevol werk.

FEI ziet de Belgische ANGS voornamelijk bijstand leveren op vlak van institutionele consolidatie, onder andere door het toepassen van vormingsmomenten voor capaciteitsopbouw, en het ontwikkelen van een methodologie die best practices van andere landen help transfereren naar de Dominicaanse context.

MOSCTHA MOSCTHA beschikt over een goed ontwikkelde politieke en institutionele organisatie. Bovendien wordt MOSCTHA beschouwd als een duidelijke referentie op vlak van

MOSCTHA signaleert een sterke afhankelijkheid van externe financieringsmiddelen, en daaruit volgend een beperkte slagkracht, wat zich vertaalt in een beperkte hoeveelheid technisch personeel.

Door middel van het aanbieden van technische en financiële steun aan het werk dat MOSCTHA verricht in verband met de Dominicanen van Haïtiaanse origine, en het uitbreiden van transnationale synergiën onderlijnt MOSCTHA de mogelijkheid om de campagne voor het recht op nationaliteit uit te

GCA Dominicaanse Republiek 37

mensenrechten zowel op institutioneel vlak als binnen in de samenleving.

breiden, en er voor te zorgen dat meer individuen bereikt worden. MOSCTHA ziet een duidelijke rol weggelegd voor Belgische ANGS bij het leveren van institutionele ondersteuning op vlak van belangenbehartiging op internationaal niveau, om zo de schrijnende situatie van de Haïtianen in de Dominicaanse Republiek verder aan het licht te brengen. MOSCTHA onderlijnt tevens dat WSM, of andere Belgische ANGS een cruciale rol kunnen spelen in het ontwikkelen van banden met andere internationale organisaties die werken rond dezelfde thematiek.

CONAMUCA Dankzij een goed ontwikkelde politieke en institutionele organisatie slaat CONAMUCA er in om haar doelgroep, vrouwen op het platteland en in de perifere gemeenschappen te ondersteunen. Zodoende wordt er vorming voorzien met betrekking tot de sociale rechten en uitbreiding van sociale bescherming voor landbouwarbeidsters, kleine producenten ambachtsvrouwen, studenten, werklozen, thuiswerksters en loontrekkenden. Als lid van VIA CAMPESINA is CONAMUCA bovendien strategisch gelieerd aan meerdere landbouwarbeidersbewegingen, wat haar als strategische partner onderlijnt.

CONAMUCA wijst op een noodzaak om de communicatiemiddelen en strategie te verbeteren om een betere slagkracht te ontwikkelen. Het versterken van de technische capaciteit, in het bijzonder gefocust op de formulering van sociale projecten, vereist eveneens de ontwikkeling van pedagogisch materiaal. Bovendien wordt er gewezen op het feit dat CONAMUCA nood heeft aan een uitbreiding van campagne middelen, om zodoende sensibiliseringscampagnes op touw te zetten die kunnen leiden tot mobilisering en het afdwingen van betere bescherming.

De bijdrage die CONAMUCA voor ogen houdt van Belgische ANGS, en uiteraard in het bijzonder WSM is de verderzetting van een uitwisseling van ervaringen. Deze inzichten zouden bijdragen tot het versterken van relaties om de strijd voor de verdediging van de arbeidsrechten verder te kunnen zetten. Naast de uitwisseling van ervaringen zoekt CONAMUCA tevens naar actieve capaciteitsopbouw.

GCA Dominicaanse Republiek 38

De lokale partners onderlijnen dat hun grootste kracht de programmatorische eenheid is die zij aan de dag leggen, versterkt door hun nauwe samenwerking. Toch zoeken ze naar versterking van de coherentie van de verschillende thematische invalshoeken. Hiervoor zoeken ze versterking op het vlak technische ondersteuning. De versterking die gezocht wordt zou de lokale partners toelaten om hun rol als watchdog tegenover de overheid te versterken. Dit zou het mogelijk maken om een kritische opvolging door organisaties uit de civiele samenleving van het overheidsbudget en van het overheidsbeleid met als belangrijke component de uitbouw van de opvolging op lokaal niveau. De kritische opvolging op nationaal niveau zou hen tevens toelaten om ontwikkelingsprogramma’s van bilaterale en multilaterale partners beter op te volgen. Omwille van de specifieke karakteristieken van de partners ter plaatse zal een versterking van hun capaciteiten bijdragen tot de capaciteitsopbouw van vrouwen en hun bijdrage tot beslissingsprocessen in de hand werken. Zodoende zullen onder andere de belangen van vrouwen in de Dominicaanse Republiek beter verdedigd worden.

Als conclusie kan men stellen dat de lokale civiele maatschappij, in deze analyse vertegenwoordigd door de lokale partners van WSM pleiten voor een uitdiepen van de uitwisseling van ervaringen en een versterking van de nationale synergiën in de sectoren waar zij actief zijn. Bovendien pleiten de lokale partners actief voor een versterking van de technische en financiële steun om verder te kunnen werken aan de sensibilisering en uitbreiding van de sociale en arbeidsrechten in de Dominicaanse Republiek. Bovendien pleiten de lokale partners voor een verdere intensivering van de samenwerking met het oog op de complexe relatie tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek, om te functioneren als eerstelijns bemiddeling bij de gevolgen van de deportatiepolitiek, voornamelijk met het oog op het bieden van humanitaire ondersteuning van slachtoffers, aan beide zijden van de grens.

5.2 Overwogen pistes van capaciteitsversterking per interventiedomein voor de civiele maatschappij

Er wordt gepleit voor de versterking van de capaciteiten rond de belangrijkste problemen, gedefinieerd door de lokale partners van WSM in de Dominicaanse Republiek. Deze worden gedefinieerd per interventiedomein:

Arbeidsrechten en wetgeving:

Uitsluiting van werknemers uit de informele economie

Gebrekkige toepassing van de wetten

Loon ongelijkheid

Schending van de syndicale vrijheid

Toepassing van de geratificeerde internationale conventies

Jobcreatie:

Gebrek aan formeel werk

Uitsluiting van jongeren en ouderen (zij die buiten de traditionele actieve demografische groepen vallen)

Inefficiënt publiek beleid

Gebrek aan beleidsbeslissingen ter ondersteuning van lokale bedrijven

Sociale bescherming met inbegrip van toegang tot gezondheidszorg

Uitsluiting van informele arbeiders en huishoudhulp van de ziekteverzekering

GCA Dominicaanse Republiek 39

Gebrek aan bijdragen voor de openbare diensten

Hoge kostprijs van de dienstverlening in de zorgsector, en de lage lonen van de meerderheid van de bevolking

Sociale Dialoog

Patronaal offensief voor de vermindering van de verworven rechten op vlak van arbeid

Gebrekkige naleving van de wet 87-01 met betrekking tot de sociale zekerheid

Gebrekkige toepassing van de politieke akkoorden afgesloten in het kader van de sociale dialoog

Gebrekkige integratie van de civiele maatschappij in de sociale dialoog

In de context van de landbouw en de agro-ecologie merken de partners van WSM op dat het grootste probleem waarmee de civiele maatschappij te maken heeft nauw verbonden is met het gebrek aan respect voor de toepasselijke wetgeving. Dit vertaalt zich in het massale gebruik door de grote agro-industrie, vaak in de suikerriet of rijst teelt, van pesticides en andere chemische producten zonder daarvoor de noodzakelijke beschermingsmaatregelen te treffen voor de arbeiders, wat uiteraard een groot gezondheidsrisico met zich meebrengt. De grootschalige landbouw in de Dominicaanse Republiek brengt tevens een neerwaartse druk op de lonen met zich mee wat leidt tot een vlucht naar de meer verstedelijkte gebieden. Landarbeiders, vaak ook migranten, die zich in complexe situaties bevinden met betrekking tot hun verblijfsstatuut, werken in penibele omstandigheden, met een schrijnend gebrek aan sociale bescherming. Dit brengt met zich mee dat eens de pensioenleeftijd bereikt wordt, deze arbeiders niet eens kunnen terugvallen op een waardig ouder worden.

De meest prangende problemen met betrekking tot de toegang tot sociale bescherming is de hoge graad van uitsluiting van arbeiders die in de informele economie werk vinden of zij die tewerkgesteld worden als huishoudhulp. Diegenen die tewerkgesteld zijn in deze sectoren kunnen maar weinig bijdragen tot het systeem van sociale bescherming. Zo ontstaat er een wanverhouding tussen de hoge kosten met betrekking tot de sociale ziekteverzekering en de beperkte bijdrages van de meerderheid van de bevolking. Vrouwen bevinden zich bovendien procentueel gesproken vaker in de informele economie, voornamelijk in de dienstensector of kleinschalige handel, zonder toegang tot de sociale bescherming en zodoende een gebrekkige toegang tot eerstelijnshulp. Wat betreft de opvang voorzien in kinderdagverblijven, zorgen de beperkte middelen voor sociale bescherming voor tekort aan beschikbare plaatsen. Omwille van een gebrekkige toepassing van de wet 87-01 met betrekking tot de sociale zekerheid wordt onder meer onvoldoende informatie en vorming voorzien omtrent het belang van bescherming van het milieu en de impact die dit heeft op de gezondheidssituatie van de bevolking. Bovendien zorgt een gebrekkige behandeling van chemisch en toxische afval voor een serieuze druk op de gezondheidszorg, die onvoldoende wordt aangesproken. De lokale partners onderlijnen als belangrijkste oorzaak het gebrek aan toepassing, opvolging en toezicht van het publiek beleid.

Het onderwerp van de migratie is nauw verbonden met de situatie van de bevolking van Haïtiaanse origine die, voor de grote meerderheid in situaties van juridische onzekerheid zich bevinden omwille van een gebrek aan officiële documentatie. Dit gebrek is nauw verbonden aan een beleid dat door de Staat wordt gevoerd die actief de hernieuwing van de benodigde identiteitsdocumenten bemoeilijkt. Hierdoor worden intrinsieke rechten ontzegd aan een bevolking die zich vaker wel dan niet reeds in situaties van verschrikkelijke precariteit bevindt, op het vlak van arbeid, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. De actieve politiek zorgt er tevens voor dat de Dominicaanse Republiek bijdraagt aan het creëren van apatriden, wat regelrecht indruist tegen het internationaal recht.

GCA Dominicaanse Republiek 40

Publiek onderwijs in de Dominicaanse Republiek bevindt zich in een kritieke situatie. Ondanks pogingen om het budget voor onderwijs te verhogen tot 4% van het BBP, onderlijnen internationale organisaties, waaronder UNESCO, dat de toegang tot kwaliteitsvol onderwijs in de Dominicaanse Republiek veel te wensen overlaat en dat het land achteraan bengelt in Centraal Amerika en de Caraïben. Protest vanwege de civiele samenleving en studentengroepen is legio, en er wordt onderlijnd dat noch de President, noch het Congres gehoor geven aan de noden van de mensen. Bovendien is er een acuut gebrek aan infrastructuur, waardoor studenten in overvolle klaslokalen gemiddeld slechts 2 uur scholing kunnen volgen. Bovendien is het slecht gesteld met het niveau van de leerkrachten. Wet 66-97, die vastlegt dat de jaarlijkse nationale uitgaven voor onderwijs tenminste 4% van het bbp hoort te bedragen, moet daarom nageleefd worden, en verder opgetrokken. Nauw verbonden aan de ontwikkeling van kwaliteitsvol onderwijs is de noodzaak tot jobcreatie. Omwille van een actief gebrek aan formeel werk, ziet een groot deel van de jongeren zich uitgesloten van de arbeidsmarkt. Gevormde studenten kunnen vaak niet aan het werk, en worden zo ingesloten in een vicieuze cirkel. Zodoende pleiten organisaties van de civiele samenleving voor de ontwikkeling van een duidelijke politiek van technische en professionele vorming en een doorstroom model die tevens de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven ondersteunt.

De interventiedomeinen in de Dominicaanse Republiek worden grotendeels gedragen door de lokale partners van WSM. Zij stellen vast dat de arbeidswetgeving en reglementering met betrekking tot werk niet toegepast worden op grote sectoren van de samenleving, waaronder die van het huishoudwerk, de landbouw en de informele sector. De wetten die bestaan worden bovendien niet nageleefd, en het werk van de vakbonden wordt gehinderd door herhaalde schendingen van het recht op syndicale vrijheid. Internationale conventies, die reeds geratificeerd zijn, worden bovendien, naar inschatting van de lokale partners niet toegepast. Voor vrouwen is de situatie des te penibeler. De Dominicaanse Republiek wordt geconfronteerd met een grote loonongelijkheid, en een scheve verhouding met betrekking tot de toegang tot formeel werk. De ratificatie en applicatie van internationale conventies die vrouwenrechten beschermen wordt actief bepleit, onder andere om in te gaan tegen discriminatie en seksuele intimidatie op het werk. Organisaties actief rond het milieu merken op dat de arbeidswetgeving nog steeds ontkoppeld wordt van de noodzaak tot bescherming van het milieu. Zo wordt er niet voldoende gewerkt rond de afbraak van industrieel toxisch afval, en worden de normen van hygiëne en arbeidsveiligheid zelden gerespecteerd. Als grootste probleem wordt de niet toepassing van reeds bestaande wetgeving onderlijnd, toegeschreven aan zwakke instellingen en een gebrek aan verantwoordelijkheid. Bovendien wordt aangegeven dat de wetgeving zelden is aangepast aan de reële situatie ter plekke.

5.2.1 Overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen

Ter versterking wordt in eerste instantie gepleit voor een actieve lobbying om de toepassing van de wetgeving te verkrijgen. AMUSSOL pleit voor het voeren van een actieve campagne waarbij de mensen gesensibiliseerd worden over de diensten van de organisatie worden verspreid. Het belang van het oprichten van een campagne die streeft voor de ratificatie van Conventie 102, met betrekking tot het minimum niveau van sociale bescherming, wordt als strategische strijdpunt gezien om de staat te verplichten meer moeite te doen om te voldoen aan haar juridische verplichtingen. De overwogen pistes die worden voorgesteld zijn de ontwikkeling van strategische allianties met andere NGO’s en de cruciale ministeries, waaronder dat van de Vrouw centraal staat, naast het versterken van de bestaande allianties.

Ter versterking wordt er gepleit voor de ontwikkeling van een uitgebreide lobbying strategie bij de bevoegde instanties, en het opzetten van grootschalige campagnes die zich richten op sensibilisering, en informatieverspreiding met betrekking tot arbeidsrechten. Bovendien zoeken de lokale partners naar een versterking van strategische allianties met nationale en internationale instellingen die kunnen bijdragen tot het realiseren van de waardig werk agenda. Op het vlak van gendergelijkheid wordt er actief gepleit voor een diepgaand akkoord met het Ministerie van de Vrouw, en het uitbreiden van een advocacy campagne om het thema van gender gelijkheid meer naar de voorgrond

GCA Dominicaanse Republiek 41

te dragen. Door middel van actieve sensibilisering campagnes wordt er gepleit voor een versterken van strategische allianties tussen vrouwenbewegingen en verder NGO’s. Rond de milieuproblematiek dient zich ook een sensibiliserings- en vormingscampagne aan, met speciale focus voor de bescherming van de natuurlijke grondstoffen, in parallel met een campagne die zich richt op het respecteren van de wet betreffende het milieu en de natuurlijke grondstoffen 64-00.

5.3 Analyse van de toestand van de gedecentraliseerde autoriteiten en de overheidsinstellingen en de overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen.

5.3.1 Analyse

De analyse van de gedecentraliseerde autoriteiten en overheidsinstellingen onderlijnt enkele positieve factoren die bijdragen tot het ontwikkelen van strategieën en het toepassen daarvan. Zo wordt er gewag gemaakt van een actief beleid op nationaal niveau dat de sociale dialoog vergroot en de stem van de civiele samenleving vergroot op het moment dat strategische beslissingen genomen worden. De hervorming van de arbeidscodex wordt tevens aangegeven als een positieve stap genomen op vlak van wetgeving, die de positie van de arbeidsrechten op juridisch vlak vastlegt. Naast deze hervorming wordt de ontwikkeling van nieuwe relevante wetten aangegeven als positieve kenmerken in de samenwerking tussen de civiele maatschappij en de overheid.

Ondanks deze stappen in de goede richting wordt duidelijk onderlijnd dat de regering zich niet actief genoeg inzet om het akkoord met betrekking tot de herziening van de lonen te implementeren. Het gebrek aan implementatie en naleving, of opvolging van aangenomen wetgeving wordt meermaals aangeduid als een van de belangrijkste hindernissen in de samenwerking tussen de gedecentraliseerde autoriteiten en overheidsinstellingen en de vertegenwoordigers van de civiele samenleving.

5.3.2 Overwogen pistes om de omstandigheden van hun versterking te bevorderen

De vertaling van de internationale arbeidsnormen in de nationale wetgeving blijft vaak een netelige zaak. Regeringen stellen de ratificatie en de implementatie van de IAO-conventies vaak uit en proberen zo de nieuwe arbeidsnormen te omzeilen, ondanks het feit dat een conventie zowel door de werknemers als door de werkgevers en de overheden goedgekeurd werd tijdens de IAO Conferentie.

De ontoereikende organisatie van een efficiënte arbeidsinspectie op nationaal vlak is een algemeen en welgekend probleem zoals onder andere aangegeven in de analyse met betrekking tot het CAFTA-DR vrijhandelsakkoord. De veranderingen in de wereld van het werk, die gekenmerkt worden door nieuwe tewerkstellingsvormen, gaan gepaard met verminderde tussenkomsten van de overheid (arbeidsinspecties) op de werkvloer. Zelfs al worden de voordelen van de arbeidsinspectie officieel erkend, toch blijft de werkelijke impact van de arbeidsinspecteurs beperkt omwille van gebrekkige menselijke en financiële middelen.

Omwille van een te zwakke structurele sociale dialoog wordt de kans niet geboden aan de werknemers en de werkgevers om de lijnen voldoende uit te tekenen van een evenwichtig sociaal beleid en een arbeidswetgeving die nageleefd wordt. De ongelijke krachtsverhoudingen tussen werkgevers (vaak gesteund door de overheid) en werknemers (die ook in de tang genomen worden door de context van armoede en weinig alternatieven) zorgen er ook voor dat de vakbonden slechte arbeidsvoorwaarden en een gebrekkige arbeidswetgeving moeten aanvaarden.

Overigens wordt die sociale dialoog vaak ook bemoeilijkt of zelfs onmogelijk gemaakt door de grote versnippering van de vakbonden. De representativiteit van de onafhankelijke vakbonden wordt vaak

GCA Dominicaanse Republiek 42

geschaad door het grote aantal bedrijfsvakbonden en “gele vakbonden” die door de staat of de werkgevers ingevoerd werden om, indien nodig, ze te gebruiken zoals het hen uitkomt. Bovendien is er altijd een grens tussen werknemers uit de formele en werknemers uit de informele economie waardoor de representatieve kracht van die vakbonden voor alle werknemers die met dezelfde uitdagingen te maken krijgen, sterk ingeperkt wordt. Zo doen de werkgevers en bepaalde multinationals een beroep op arbeiders uit de informele economie om de beweging, de onderhandelingskracht van de arbeiders en de jobs in de formele economie te blijven verzwakken.

GCA Dominicaanse Republiek 43

Actoren en partners

6 Identificatie van de relevante actoren inzake ontwikkeling. De identificatie van de relevante actoren inzake ontwikkeling is gerealiseerd door de lokale partners van WSM door middel van mini-workshops georganiseerd in april en juli 2015. Ze zijn onderverdeeld in de 4 pilaren van Waardig Werk, de vier interventiedomeinen van deze GCA.

1. Identificatie van relevante actoren : Arbeidsrechten

Internacional

Lokaal Nationaal Regionaal Internationaal

Actoren van de Civiele Maatschappij (Ngo’s, Bewegingen…)

Unie van Suikerriet Arbeiders

Nationale Commissie voor de Mensenrechten, Nationaal Comité voor Mensenrechten, CNUS (Nationale Unitaire Syndicale Confederatie), CNTD (Nationale Confederatie van Dominicaanse Arbeiders), ADP (Dominicaanse Associatie van Leerkrachten), CGT( Algemene Confederatie van Arbeiders)

CSA (Syndicale Arbeiders Confederatie van de Amerikas)

CSI (Internationale Syndicale Confederatie )

Actoren van de Civiele Maatschappij (Anderen)

FEDECARES (Federatie van Koffietelers van de Zuidelijke Regio), ASONAIN (Nationale Associatie van Industriële Ingenieurs), MODEMU, (Beweging van Verenigde Vrouwen)

Publieke instanties Ministerie van Werk IAO (Internationale Arbeidsorganisatie)

Gedecentraliseerde Autoriteiten

JAD (Junta Agro Empreserial Dominicana – Landbouw bedrijven Unie)

GCA Dominicaanse Republiek 44

2. Identificatie van relevante actoren: Toegang tot Sociale Bescherming

Lokaal Nationaal Regionaal Internationaal

Actoren van de Civiele Maatschappij (Ngo’s, Bewegingen…)

COIN (Centrum voor Integraal Onderzoek en Oriëntatie )

Actoren van de Civiele Maatschappij (Anderen)

Centro Juan Montalvo Mesa

Syndicale Centrales Dierenartsen zonder grenzen, Architecten zonder grenzen, Ingenieurs zonder grenzen

OXFAM WSM

Publieke instanties Nationale Raad voor Sociale Zekerheid; Kabinet voor de Coördinatie van Sociaal Beleid van de Dominicaanse Republiek; SISARIL (Consejo Nacional de la Seguridad Social, Gabinete de Coordinación De Políticas Sociales De La República Dominicana, SISARIL, Administratie voor Gezondheid en Arbeidsrisico’s

DIDA (DIDA Directie voor Informatie en Bescherming van de Geaffilieerden van de Sociale Zekerheid

SENASA (Nationale Ziekteverzekering)

Ministerie van Publieke Gezondheid

OPS, (Panamerikaanse Gezondheidsorganisatie)

WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) UNDP (VN Ontwikkelingsprogramma) WFP(Wereld Voedsel Programma) FAO (VN Organisatie voor Voedsel en Landbouw), IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) CSI (Internationale Syndicale Confederatie)

GCA Dominicaanse Republiek 45

3. Identificatie van relevante actoren : jobcreatie

Lokaal Nationaal Regionaal Internationaal

Actoren van de Civiele Maatschappij (NGO’s, Bewegingen…)

ADOPEM)(Domincaanse Associatie voor de ontwikkeling van de vrouw

ADOZONA( Dominicaanse Associtie voor Vrijhandelszones) AZONAHORES ( Nationale Associatie voor Hotels, Bars en Restaurants)

Actoren van de Civiele Maatschappij (Anderen)

INFAS (Nationaal Instituut voor Agrarische en Sociale Vorming )

Publieke instanties Banca Solidaria (Solidaire Bank) Ministerie van Werk IDEAC (Instituut voor de Ontwikkeling van Associatieve Economie) INFOTEP (Nationaal Instituut voor Technisch en Professionele Vorming)

Interamerikaanse Ontwikkelings Bank

Wereldbank

Actoren van de Civiele Maatschappij (NGO’s, Bewegingen…)

4. Identificatie van relevante Actoren: Promotie van Sociale Dialoog:

Lokaal Nationaal Regionaal Internationaal

Actoren van de Civiele

Maatschappij (NGO’s,

Bewegingen…)

Syndicale Ronde Tafel, Rondetafel voor Migratie; / / /

Actoren van de Civiele

Maatschappij (Anderen)

INTEC (Technologisch Instituut van Santo Domingo), PUCMM

(Pontificale Katholieke Universiteit Madre y Maestra), Pontifica Universidad

Católica Madre y Maestra), Associatie van Protestante Kerken, Participación

Ciudadana, CONEP (Patronale Confederatie )

/ / IAO (Internationale Arbeidsorganisatie)

Publieke instanties EDUCA (Multilateraal Initiatief voor Onderwijs: Innovatie ten voordele van sociale inclusie en duurzame ontwikkeling) Politieke Dialoog omtrent Gender, Economisch en Sociale Raad.

/ / /

Actoren van de Civiele

Maatschappij (NGO’s,

Bewegingen…)

/ / / /

GCA Dominicaanse Republiek 46

6.1 Enkele conclusies

Aan de hand van de identificatie van de relevante actoren verkrijgen we een breed overzicht van de verschillende actoren aanwezig in de Dominicaanse Republiek, maar eveneens op regionaal en internationaal niveau. Op bi-nationaal vlak is het tevens belangrijk om te verwijzen naar de actoren die een belangrijke rol spelen voor de Dominicanen van Haïtiaanse origine, of Haïtiaanse migranten in de Dominicaanse Republiek. Zo vinden we onder andere de Nationale Ronde Tafel voor Migratie van de Dominicaanse Republiek die ruimte biedt voor discussie en reflectie betreffende het beleid met directe of indirecte invloed op de situatie van migranten en vluchtelingen van Haïtiaanse origine. Het Dominicaans – Haïtiaans Ontmoetingsnetwerk Jacques Viau, bestaande uit organisaties van de civiele samenleving, die zowel Dominicanen als Haïtianen samenbrengen, heeft als doel het aanmoedigen van beleid, en tevens in te zetten op ontwikkeling, en beïnvloeding van beleid dat bijdraagt tot de bescherming en respect voor Dominicanen, Haïtianen van Dominicaanse origine en Haïtiaanse migranten en hun families in het land.

7 Identificatie van de mogelijke type partners van de ANGS.

7.1 Algemeen

Rekening houdend met de beperkte aanwezigheid van ANGS in de Dominicaanse Republiek en de bijzondere realiteit die de band met Haïti impliceert, wordt er voor de identificatie van de mogelijke partners voor de ANGs gekeken over de grenzen heen. Om hier toe te komen wordt de identificatie gebaseerd op de informatie uit hoofdstuk 6 en de omschrijving van de actoren uit hoofdstuk 4. Bovendien wordt er gebruik gemaakt en nauw aangesloten bij de analyses uit de GCA Haïti.

Het werk in partner verband is een van de fundamenten voor ontwikkelingssamenwerking. In haar oorspronkelijke vorm wordt er onder partners een concept verstaan dat nauw aansluit bij politieke, ideologische, of spirituele verbintenis tussen de civiele maatschappij uit het Noorden en diegene uit het Zuiden, met als doel het verwezenlijken van een gedeeld doel voor sociale verandering.

In het Koninklijk Besluit van 2014 betreffende de subsidiëring door DGD, wordt een lokale partner gedefinieerd als een associatie die representatief is voor de civiele maatschappij, een instituut van publiek belang of een gedecentraliseerde macht. Deze partners in het Zuiden dienen verbonden te zijn via een partnership akkoord of een memorandum van verstandhouding aan een ANGS. Het is in die zin interessant om te bemerken dat de partnership benadering een de facto criterium is geworden voor NGO financiering van DGD, wat niet expliciet onderlijnd is in deze wet. Toch onderlijnt deze nieuwe wet dat er bijzondere aandacht dient besteed te worden aan capaciteitsopbouw van de lokale actoren, en dus in concreto bij de lokale partners.

In de Dominicaanse Republiek wordt er voornamelijk samengewerkt met organisaties van de civiele maatschappij, bewegingen, vakbonden, territoriale collectieven, gedecentraliseerde entiteiten, universiteiten of vormingsinstituten. Bovendien wordt er sterke aandacht besteed aan de verduidelijking en versterking van deze rollen, met aandacht voor de verantwoordelijkheden en competenties van de actoren betrokken bij de lokale ontwikkeling. Deze aandacht vertaalt zich in regelmatige terugkoppelingsmomenten en intensieve communicatie met de partners ter plaatse.

GCA Dominicaanse Republiek 47

7.2 Interventiedomeinen arbeidsrechten, sociale bescherming, jobcreatie en sociale dialoog

Relevante actoren Type partner voor

Civiele maatschappij Niet-gouvernementele organisaties (NGOs) WSM

community organisaties WSM

Bi-nationale organisaties zoals : Ronde Tafel voor Migratie ; Ontmoetingsnetwerk Jean Viau

WSM

Overheid Ministeries en Onderzoeksinstituten

Congres Ministerie van Werk; Ministerie van Economie, Planificatie en Ontwikkeling; Ministerie van Onderwijs; Ministerie van de President; Ministerie van Openbare Gezondheid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Politie Ministerie van de Vrouw Ministerie van Landbouw Algemene Directie van Migratie Nationaal Migratie Instituut

WSM

INFOTEP (Nationaal Instituut voor Technisch Professionele Vorming) INFAS (Instituto Nacional de Formación Agraria y Sindical) Dominicaans Agrarisch Instituut Nationaal instituut van waterwegen en rioleringen Nationaal instituut van Hydraulische middelen

WSM

Sociale Zekerheid en Vakbonden DIDA Directie voor Informatie en Bescherming van de Geaffilieerden TSS (Thesaurie van de Sociale Zekerheid) PROSOLI (Programma – Vooruitgang door Solidariteit) Syndicale Centrales

WSM

GCA Dominicaanse Republiek 48

Toekomstige interventiedomeinen

8 Identificatie van de toekomstige interventiedomeinen van elke ANGS rekening houdend met de relevante actoren

8.1 Overzicht

Identificatie interventiedomeinen elke ANGS

ANGS Interventiedomein Acties

WSM - Job Creatie Project Ontwikkeling

- Arbeidsrechten Capaciteitsopbouw

- Sociale Bescherming Ondersteuning bij Beleidsbeïnvloeding

- Sociale Dialoog Sensibilisering

8.2 Model van verandering per interventiedomein

De toepassing van de Theory of Change maakt deel uit van een bredere programma analyse. In de context van ontwikkelingssamenwerking is de ToC nauw verbonden met de zogenaamde logical framework benadering waar er gezocht wordt naar een verband tussen activiteiten en resultaten, waarbij de uitdrukking van het verband gezien wordt als centraal onderdeel van het ToC proces. De kans waarmee dit verband uitgedrukt kan worden is gebaseerd op de gedachte dat sociale programma’s het gevolg zijn van impliciete of expliciete theoretische projecties over het verloop van het programma. In de context van deze GCA beperken we ons tot een analyse van de verschillende soorten interventies die we kunnen waarnemen in de context van de vier interventiedomeinen in de Dominicaanse Republiek. Het betreft hier onder andere advocacy, capaciteitsopbouw, ondersteuning van de civiele maatschappij op het lokale en nationale niveau. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan programma’s die gestoeld zijn op empirisch onderzoek, kwaliteitsonderzoek, en het voldoen aan internationale normen.

Een van de centrale problemen in de ontwikkeling van een Model van Verandering is de afhankelijkheid die men heeft van contextuele factoren voor de totstandkoming van de lange termijn doelstellingen. Een politiek klimaat dat niet receptief is voor een herziening van het beleid of in staat tot de effectieve implementatie daarvan speelt uiteraard niet in het voordeel. Tot op bepaalde hoogte kan dit probleem opgelost worden door het ontwikkelen van piloot projecten en een regionale coöperatie.

In de vier interventiedomeinen wordt de kwaliteit van het werk, zowel in het afleveren van diensten als producten gegarandeerd, en wordt er rekening gehouden met internationale standaarden die er op gericht zijn om het lange termijn doel te behalen.

Lange Termijn doelstelling:

Het verbeteren van arbeidsomstandigheden en sociale bescherming van arbeiders en de promotie van arbeidsrechten volgens internationale normen.

Cruciale interventies:

1. Belangenbehartiging op vlak van specifieke beleidsdomeinen zoals beter beleid, betere juridische bescherming, en de naleving van de wetten.

2. Promotie van een netwerk die op lokaal, nationaal en binationaal vlak de gedeelde problematiek van arbeidsrechten voor migranten opvolgt.

GCA Dominicaanse Republiek 49

3. Organisatie van arbeiders en het ontwikkelen van capaciteitsopbouw voor kleine boeren en mensen actief in de informele economie zodat ze zichzelf kunnen verdedigen en betrekken in hun eigen belangenbehartiging.

4. Opwaardering van informele economie en verbetering van arbeidscondities

Middellange termijn doelstellingen en daaraan gerelateerde voorwaarden en interventies

1. Nood aan het versterken van arbeiders met als doel het behalen van hun fundamentele principes en rechten met betrekking tot de toegang tot basis sociale diensten: zichtbaarheid, tewerkstellingscapaciteit, arbeidsomstandigheden, gender gelijkheid op de werkvloer en verantwoordelijkheid voor milieubescherming.

Voorwaarden en Interventies:

Coöperatie tussen de verschillende actoren gesteund op diepe coördinatie.

Steun, input en invloedsuitoefening van internationale organisaties

Promotie van een netwerk van organisaties van de civiele maatschappij, en het ontwikkelen van diepere links tussen het lokale, nationale en binationale niveau

Promotie van goede praktijken

Organisatie van arbeiders

2. Capaciteitsopbouw voor civiele maatschappij in de promotie van arbeidsrechten door middel van juridische ondersteuning, beleidsbeïnvloeding, monitoring, netwerking, arbeidersorganisatie en advocacy campagnes, in het bijzonder toegepast op de situatie van Dominicanen van Haïtiaanse origine, slachtoffers van de nieuwe Nationaliteitswet.

Voorwaarden en Interventies:

Ontwikkeling van een juridisch kader op vlak van arbeid, sociale bescherming en civiele maatschappij die het proces kan helpen verbeteren

Opvolging en druk ter implementatie van bestaande juridische kader door middel van evaluatie en rapportage campagnes.

Beleidsbeïnvloeding omtrent bepaalde thema’s zoals migratie, informele economie, subsistence farming, sekstoerisme,

Empirisch onderzoek gevolgen van gedwongen deportatie, en migratie op sociale en arbeidsrechten

Versterken van publieke gewaarwording en engagement van de media met betrekking situatie migranten

3. Pleiten voor de ontwikkeling van betere wetten en beleid op vlak van arbeidsrechten en sociale bescherming: betere standaarden, uitbreiding bescherming

Voorwaarden en Interventies:

Druk van sociale partners op vlak van het respect voor arbeidsrechten, in het bijzonder die van Dominicanen van Haïtiaanse origine

Financiële en technische ondersteuning

Uitbreiding actieradius van de organisaties van de civiele maatschappij

Beleidsbeïnvloeding op vlak van vrijheid van vereniging

Komen tot een donor verbintenis om financiële ondersteuning verder te zetten

GCA Dominicaanse Republiek 50

4. Naleven van het nationale en internationale juridische kader, langs de gehele productieketen

Voorwaarden en Interventies:

Arbeiders geïnformeerd over hun rechten en bezitten de capaciteiten om die op te eisen, in het bijzonder ondersteuning die van Dominicanen van Haïtiaanse origine

Doelmatige mechanismes voor het naleven van de wet moeten ontwikkeld zijn

Vorming, begeleiding en training

Verspreiding van informatieve tekst

Aanbieden van diensten en basis infrastructuur, in het bijzonder bij gevallen van deportatie van Dominicaanse migranten van Haïtiaanse origine

Voorwaarden en Interventies:

Interactie met openbare overheden; gedecentraliseerde autoriteiten en gemeenschappen

Nood aan tijdsinvestering, financiële en materiële middelen

Opbouw samenwerkings akkoorden en partnerships tussen de betrokken acteurs

Regulering door de Staat.

9 Analyse van de risico’s en opportuniteiten per interventiedomein

9.1 Risico’s

De voornaamste risico’s verbonden aan de verdere ontwikkeling van de vier interventiedomeinen zijn nauw verbonden met eventuele aanpassingen aan het juridische kader. Zodoende wordt er door meerdere lokale partners gesignaleerd dat een mogelijke verandering van de arbeidswetgeving, meer bepaald Artikel 63 met betrekking tot de ontslagpremie. Het voorstel houdt in dat de werkgevende sector wil snoeien in de vergoedingen voor ontslag die in de huidige context voorzien voor 21 dagen betaald loon voor elk gewerkt jaar. De werkgevers pleiten dat dit voor de meerderheid van de bedrijven een te groot activum betekent. De syndicale sector is uiteraard tegen de eliminatie van deze hard bevochten bescherming, onderdeel van het Dominicaanse wetboek sinds 1991, aangezien het de arbeider en zijn/haar familie toelaat om de periode zonder werk door te komen. Waar in andere landen de ontslagverzekering bestaat, is dit afwezig in de Dominicaanse Republiek. Uit tripartite overleg blijkt dat de werkgevers de uiteindelijke volledige eliminatie willen van deze provisie, wat serieuze gevolgen zou kunnen hebben op de sociale bescherming waaraan de Staat op dit moment wettelijk dient aan te voldoen. Bovendien bestaat er een redelijk vermoeden dat de Staat, via het Ministerie van Arbeid en de sector van de werkgevers tracht om verschillende modaliteiten en contractvormen door te voeren die negatief zijn voor de werknemers/sters en die de huidige werkomstandigheden en arbeidswetgeving trachten af te zwakken, zoals al in het verleden is voorgevallen bij de ontwikkeling van nieuwe arbeidssectoren. Dit brengt een reëel gevaar met zich meevoor marginalisatie op vlak van arbeidswetgeving.

Op politiek vlak zorgt de interne verdeeldheid tussen de regerende meerderheidspartijen er voor dat de hervorming van de nationale arbeidswetgeving niet afgerond wordt. CASC en de andere partners proberen het overleg gaande te houden door dialoog maar eveneens door de ontwikkeling van drukkingsacties. Er werd een overlegstructuur gecreëerd zodat het aanpassingsproject van wet 16-92 kon besproken worden. Dit betreft de hervorming van de nationale arbeidswetgeving. De problematische situatie omtrent de behandeling van Haïtiaanse migranten zorgt voor een reële druk op het sociale bestel. Tot voor tien jaar werden de kinderen van Haitiaanse migranten die werden geboren in de DR erkend als Dominicanen, zelfs wanneer hun ouders illegaal geïmmigreerd waren. De regels begonnen echter te veranderen sinds 2004 en in 2010 stelt de nieuwe grondwet als

GCA Dominicaanse Republiek 51

voorwaarde een wettelijk resident als ouder te hebben om Dominicaans burger te worden van bij de geboorte. Daaropvolgend ontkende een decreet van september 2012 het burgerschap voor kinderen afkomstig van illegale migranten die voor de wetswijziging in 2010 het land waren binnen gekomen. Dit decreet bleef geldig in 2013 en deels in 2014. Deze nieuwe benadering die heeft geleid tot het ontwikkelen van een grote groep apatriden, zorgt er bovendien voor dat het afdwingen van burgerlijke en sociale rechten zeer moeilijk tot onmogelijk is geworden. De toegang tot sociale bescherming, toegang tot waardig werk, het naleven van arbeidsrechten en het ondernemen van sociale dialoog wordt de facto ondermijnd door het ontbreken van een nationaliteitserkenning. Aan de vervolging ligt uiteraard ook het risico verbonden dat de pogingen tot de ontwikkeling van een regularisatie programma niet worden uitgevoerd, wat de problematiek verder zou bestendigen. In mei van 2014 tekende de President Danilo Media een nieuwe naturalisatiewet goed. De nieuwe burgerschapswet 169-14 werd in mei 2014 gestemd als antwoord op de veroordelingen vanwege de internationale gemeenschap aan het adres van de Dominicaanse overheid wegens racisme. Wet 169-14 creëert een regime waarin het burgerschap terug hersteld wordt van diegenen die geboren zijn tussen 1929 en 2007 en geregistreerd staan in het bevolkingsregister. De wet sluit diegenen uit die geboren zijn tussen 2007 en 2010, het jaar waarin de nieuwe Dominicaanse grondwet voor het eerst het burgerschap verwerpt op basis van ius soli, of burgerschap op basis van waar men geboren is. Al diegenen die geboren zijn na 2007 en niet geregistreerd staan in het bevolkingsregister werden verplicht zich te laten registeren als vreemdelingen en moeten zich dan aanmelden voor regularisatie en naturalisatie. Tevens wordt door de lokale partners onderlijnd dat de niet-ratificatie van IAO Conventie 90 en van het VN Verdrag betreffende arbeidsmigranten en hun families verdere druk zou kunnen zetten op de ontwikkeling van de Waardig Werk agenda, en de verdediging van de rechten van arbeidsmigranten. Er bestaat een wet, de “ley 87-01” die de sociale zekerheid voor de inwoners tot stand brengt. Het ontbreekt echter aan definitieve uitvoeringbesluiten en middelen om de wet toe te passen. Vakbonden en sociale organisaties voeren acties om de toepassing van deze wet afdwingbaar te maken. Amussol treedt al jaren op als virtuele werkgever voor georganiseerde groepen van informele werkgevers. Dit dreigt in gevaar te komen nu de overheid overweegt deze mogelijkheid in te perken voor privé- organisaties. Het is dan ook van prioritair belang dat CASC/ AMUSSOL haar lobbywerk hier rond versterkt daar ze ook deelnemen aan de tripartite onderhandelingstafel rond sociale zekerheid.

Op internationaal vlak zorgt de niet-ratificatie van de technische IAO-conventies ervoor dat de Dominicaanse Republiek blijft achterop hinken wat betreft het internationaal juridisch kader en blijven enkele algemeen aanvaarde richtlijnen onbereikbaar en bovenal niet afdwingbaar, waardoor de positie van de arbeiders verzwakt blijft. Bovendien, en dit is zonder twijfel nog een groter risico, zorgt een gebrekkige controle voor een al te vake lakse implementatie en gebrekkige naleving van de conventies. De belangrijkste hiaten zijn de conventie met betrekking tot de minimumleeftijd voor werk in industrie (waaronder agricultuur) en de conventie met betrekking tot huishoudelijk werk. Twee sectoren waar bovendien zeer veel Dominicanen van Haïtiaanse origine in actief zijn, en die zich reeds vaak in situaties van precariteit bevinden.

9.2 Opportuniteiten

Op wettelijk vlak kent de Dominicaanse Republiek goede opportuniteiten zoals de nationale ontwikkelingsstrategie die werd goedgekeurd via de wet no. 01 van 2012 en die normen voorziet voor een duurzame ontwikkeling en een nieuw ontwikkelingsmodel bepaalt met fundamentele strategieën betreffende groei en menselijke ontwikkeling. De volgende visie wordt naar voor geschoven: “Tegen 2030 zal de Dominicaanse Republiek een voorspoedig, waardig, veilig en vredelievend land zijn met gelijke kansen. Het zal een participatieve democratie zijn met verantwoordelijke burgers en een competitieve inbreng in de economie. Het land zal van haar opbrengsten gebruik maken om zich innovatief en duurzaam te ontwikkelen.”

Naast deze nieuwe wet zijn er nog andere wetten die o.a. hetzelfde doel voor ogen hebben:

GCA Dominicaanse Republiek 52

Wet 87-01 over het Systeem van Sociale Zekerheid

Wet 189-11 over Ontwikkeling van de Hypothecaire Markt en Fideï-commissie

Wet 158-01 over Toeristische Initiatieven

Wet 58-79 over Landbouwhervorming

Wet 66-97 over Onderwijs

Wet 42-01 over Algemene Gezondheidszorg

In de Dominicaanse Republiek bestaan er verschillende uitvoeringsprogramma’s die gepromoot en ondersteund worden door de IAO en gecoördineerd worden door het Ministerie van Arbeid, de centrale vakbonden en de werkgeversorganisaties. De uitvoeringsprogramma’s richten zich op het promoten en stimuleren van waardig werk. Deze programma’s hebben echter niet geleid tot het gehoopte succes aangezien de sector van de werkgevers beweert dat ze met verlies draaien. Een positief resultaat in dit opzicht is de versterking van de arbeidersbeweging die de strijdvlag opneemt bij eender welke syndicale actie.

In de afgelopen jaren is er een evolutie ontstaan in de Dominicaanse Republiek vanwege de diverse maatschappelijke organisaties en belangrijkste spelers wat betreft arbeidsrechten en sociale bescherming zodat we kunnen spreken van een beginnend maatschappelijk middenveld waar zowel sociale bewegingen als NGO’s samenkomen. Dit zorgt voor mogelijke reflectie ook van grassroots groepen die werken als pleitbezorgers voor de rechten van de werknemers(sters).

Mogelijkheden van synergie et complementariteit

10 Analyse van de mogelijkheden van synergie en complementariteit tussen ANGS, met de Belgische gouvernementele samenwerking en andere organisaties en de meerwaarde ervan.

10.1 Mogelijkheden van synergie en complementariteit

WSM erkent de toegevoegde waarde voor synergie en complementariteit op het vlak van interventies in de Dominicaanse Republiek. WSM is er bovendien van overtuigd dat om te komen tot de meest productieve resultaten er steeds flexibiliteit voorzien dient te worden in de ontwikkeling van strategieën en het definiëren van nieuwe mogelijkheden, veranderingen, en bedreigingen. Rekening houdend met de afwezigheid van andere ANGS in de Dominicaanse Republiek ziet WSM zich genoodzaakt om te zoeken naar synergiën en complementariteit op grensoverschrijdende wijze. Hiermee zal WSM, rekening houdend met zowel de strategieën als prioriteiten van elke ANG, op graduele wijze op zoek gaan naar domeinen waar synergie gevonden kan worden. Door middel van het uitbreiden van de zoektocht naar synergie en complementariteit over de landsgrenzen heen wordt de doeltreffendheid en de effecten verbonden aan peer learning uitgebreid. Het staat tevens vast dat de zoektocht naar synergiën mede gegidst zullen worden door de transversale thema’s zoals gender en milieu om een solide basis te ontwikkelen voor verdere samenwerking.

Op basis van een duidelijke bereidwilligheid van WSM om de synergetische allianties te baseren op een uitwisseling van informatie en kennis, met als mogelijkheid de ontwikkeling van een diepere samenwerking, wordt er voornamelijk gedacht aan de organisatie van gemeenschappelijke en bi-nationale beleidsbeïnvloeding voor bepaalde politieke thema’s zoals migratie, en arbeidsrechten van seizoenarbeiders. Een institutionele samenwerking via platformen en gestructureerde dialogen, en het voorzien van methodologische steun behoort steeds tot de mogelijkheden. Bij afwezigheid van verdere ANGS blijft meer vergaande samenwerking, naast de thematische, zoals het delen van bureaus, logistieke kosten, de ontwikkeling van management of informatica systemen steeds

GCA Dominicaanse Republiek 53

beperkter binnen in de Dominicaanse Republiek. Dit neemt evenwel niet weg dat dit in een verdere toekomst op poten gezet kan worden.

10.2 De mogelijkheden van synergie en complementariteit worden klassiek in verschillende fasen en op verschillende niveaus opgedeeld.

De ontwikkeling van synergiën en complementariteit tussen ANGS kan zodoende plaatsvinden op het niveau van informatie-uitwisseling. Daardoor worden de basisvoorwaarden geschept voor synergie en complementariteit, en het realiseren van wederzijdse capaciteitsopbouw, naast het vergroten van zowel de doeltreffendheid als de efficiëntie van de verkregen kennis. Dit kan betrekking hebben op de aanwezigheid van actoren in hetzelfde geografische gebied, op acties rond dezelfde thematiek of met dezelfde partners.

Het volgende kan uitgewisseld worden:

Analyses, rapporten

statistische data

methodologische kaders

aanwezigheid bij presentaties projecten (of evenementen)

EU projectfinanciering

Op organisatorisch niveau zijn de mogelijkheden voor complementariteit en synergie voor WSM voornamelijk gericht op de samenwerking met INGO’s aanwezig in de Dominicaanse Republiek. Met andere Belgische ANGS is het delen van gebouwen, logistieke diensten, ICT-systemen of personeel niet mogelijk op dit moment wegens hun afwezigheid. Hoewel de efficiëntie verhoogd kan worden dient de potentiële meerwaarde grensoverschrijdend gezocht te worden. Evenementen kunnen in die zin gedeeld georganiseerd worden, of activiteiten kunnen zodanig gecoördineerd worden om tot kostefficiëntie te bekomen. Tevens kan een afstemmen van agenda’s er ook voor zorgen dat er geen overlap komt, en zodoende het bereiken van het maximaal aantal individuen. Omwille van de geprivilegieerde positie van WSM in de Dominicaanse Republiek kan er eventueel gezocht worden hoe afspraken gemaakt kunnen worden met betrekking tot een taakverdeling of beurtrol betreffende vertegenwoordigingen wanneer die nodig zouden zijn in de Dominicaanse Republiek voor ANGS in Haïti. Zo zou er enerzijds een mogelijkheid van complementariteit en het gemeenschappelijk opzetten van een vertegenwoordigingsfunctie gerealiseerd kunnen worden en anderzijds een mogelijkheid van synergie ontwikkeld.

Op het operationele niveau is er sprake van synergie en complementariteit wanneer het een programma betreft waarbij twee of meerdere organisaties hun eigenheid behouden en toch voordeel halen uit het aandeel van de andere(n) in het programma. Een partneriaat waarbij een Belgische ANGS een NGO in het Zuiden steunt, om gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken, is een mogelijkheid tot synergie. Ook een multi-stakeholder aanpak met actoren uit de civiele maatschappij, de privé- en overheidssector rond één problematiek is een mogelijkheid van synergie. Meerdere ANGS dienen een gemeenschappelijke financiële aanvraag in of laten een gemeenschappelijke evaluatie uitvoeren. Als dit een grotere impact of betere kwaliteit met zich meebrengt, is dit een mogelijkheid tot synergie. Op het operationele niveau lijkt het er op dat de synergie te vinden zal zijn in de steun die WSM verleent aan de lokale NGOs om gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken zoals onder andere gedefinieerd in de thematische focus, of zoals vastgelegd in programmatische lijnen.

10.3 Algemeen

De mogelijkheden tot synergie en complementariteit tussen Belgische ANGS binnen de Dominicaanse Republiek blijft op dit moment relatief beperkt omwille van de afwezigheid van relevante actoren.

GCA Dominicaanse Republiek 54

Toch zijn er relevante mogelijkheden voor synergie tussen Belgische ANGS op het bi-nationale niveau tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek. Langs de andere kant bestaat er reeds een voorgeschiedenis van synergie en complementariteit tussen WSM en INGOs, en andere internationale actoren. Deze kunnen uiteraard verder uitgebreid worden.

Zowel op informatief als organisatorisch vlak zou er gecoördineerd kunnen worden tussen de verscheidene partners die actief zijn op het vlak van socio-professionele vorming, en het ontwikkelen van de capaciteiten die nodig zijn om toegang te verkrijgen tot waardig werk. De huidige situatie tussen de twee buurlanden die betrekking heeft tot de regularisatie-kwestie en het nationaliteitsgegeven heeft aanleiding gegeven tot een deportatie van grote groepen mensen geboren waarvan de Dominicaanse Staat hun nationaliteit in twijfel trekt. Deze mensen bevinden zich in situaties van sociale en economische problemen, en dienen op gecoördineerde wijze opgevolgd te worden. Aangezien Haïti te maken heeft met een zeer complexe en fragiele socio-economische situatie is het dan ook aangewezen om synergiën te ontwikkelen tussen partners aan beide kansen van de grens om de onvermijdelijke druk op de samenleving te verlichten. WSM ziet dan ook de mogelijkheid om samen te werken in de toekomst met partners zoals Broederlijk Delen, CEC, ACTEC, APEFE, CODEART, Entraide et Fraternité, ACV, MDM, OXFAM en Via Don Bosco.

Deze samenwerking zou kunnen inhouden dat er regelmatige overlegmomenten ingebouwd worden die zouden kunnen bijdragen tot uitwisseling van informatie, en simpelweg zouden kunnen functioneren als kennismakingsmomenten. Het oprichten, of delen van informatie in bepaalde databanken, zou kunnen bijdragen tot het effectief omgaan met punctuele problemen die zich opstellen in de relatie tussen de Dominicaanse Republiek en Haïti. Door gecoördineerde samenwerking zouden de ANGS over de landsgrenzen heen tevens op een structurele manier beter kunnen bijdragen aan de noden van de lokale partners en andere vertegenwoordigers van de civiele maatschappij die zich bezighouden met bi-nationale vraagstukken zoals arbeidsmigratie, socio-professionele vorming, landbouw, etc…

Alle elementen van een gestage uitdieping van de samenwerking kunnen leiden tot de ontwikkeling van een data-base waarin de gedeelde ervaringen, successen en lessen gecompileerd kunnen worden. Vanuit België kan er dan nagedacht worden om een mailinglijst op te stellen, of eventueel een website waarbij de meest relevante informatie gedeeld kan worden.

Op het operationele niveau vinden we de mogelijkheid om eventueel tot een programmatorische samenwerking te komen tussen WSM en andere ANGS waarbij beiden hun specifieke kracht kunnen bewaren maar tegelijkertijd bijdrages kunnen leveren aan het uitvoeren van een gemeenschappelijk project. Het zoeken naar deze complementariteit kan aangewend worden om gedeelde objectieven te bereiken zoals bijvoorbeeld de insertie van gedeporteerde Dominicanen van Haïtiaanse origine naar Haïti in de arbeidsmarkt. Vanwege de thematische focus van WSM is het tevens ook niet ondenkbaar om diepere synergiën of complementariteit te ontwikkelen met actoren van de private sector, of de civiele maatschappij.

Concrete voorbeelden van operationele samenwerking zullen zich bijvoorbeeld richten op de ontwikkeling van vormingsmomenten. Hierbij kan technische bagage uitgewisseld worden, evenals kennis van juridische, financiële en administratieve kaders en de ontwikkeling van gemeenschappelijke beleidsbeïnvloeding strategieën. Er kan in principe ook uitgegaan worden van synergiën in de vorming van technische experten waarbij meerdere ANGS zich richten tot de ontwikkeling van de capaciteit van een kleine equipe van experten die op die wijze de nodige bagage accumuleert om ten dienst te zijn van en te beantwoorden aan, de noden van verschillende actoren. Mochten de verschillende actoren zich gelijk kunnen stellen over de relevantie van bepaalde projecten kan dit uiteraard leiden tot eventueel de ontwikkeling van gedeelde interventies, waarbij complementariteit van expertise opgezocht wordt. Het moge evenwel duidelijk wezen dat zulks een diepe samenwerking solide fundamenten verlangt die vaak de vrucht zijn van graduele kennismaking. De operationele uitwisseling van ervaringen, zoals methodologie en de ontwikkeling van bepaalde

GCA Dominicaanse Republiek 55

mechanismen om kernthema’s te transversaliseren kunnen tevens leiden tot de ontwikkeling van bepaalde tools, en eventueel zelfs van een zogenaamde toolkit, die relevantie kan hebben voor de gedeelde problemen tussen de Dominicaanse Republiek en Haïti.

Het spreekt uiteraard ook voor zich dat een diepere samenwerking op het terrein zal leiden tot een versterkte samenwerking op vlak van beleidsbeïnvloeding in België. Het is in die zin niet ondenkbaar dat gedeelde ervaringen op Hispaniola kunnen leiden tot het ontwikkelen van publieke campagnes die zich richten tot de problemen die beiden landen meemaken. Diepere samenwerking, en synergiën kunnen tevens bijdragen tot het faciliteren en uitwisselen van strategische contactpersonen in regio’s waar samenwerking gestoeld is op ervaring en vertrouwen. Deze synergie is evenwel niet vanzelfsprekend aangezien de samenwerking in gevoelige sectoren, zoals mensenrechten, steeds bepaalde vertrouwens niveaus dient te overwinnen.

Op het organisatorische vlak

delen van bureau/ antenne?

Aansluiten bij bestaande platforms mbt juridische/legale zaken

Platforms mbt internationale organisaties

Gecoördineerde financiële en administratieve steun

10.4 Vier interventiedomeinen

10.4.1 Mogelijkheden van synergie en complementariteit tussen Belgische ANGS en met INGO’s

Gebaseerd op de analyse van de lokale partners, als bewijs van een hoge graad van participatie en wisselwerking voorzien we hieronder een kader met geïdentificeerde mogelijke kandidaten voor synergiën. Het gaat hier over additionele Dominicaanse leden van de civiele maatschappij, zowel als INGO’s:

GCA Dominicaanse Republiek 56

CONAMUCA Lokale Organisaties: Collectief Mujer y Salud CE-Mujer, FEDECARES, Federación de Caficultores de la Región Sur ANC, Articulación Nacional Campesina MUDHA (Movimiento de Mujeres Dominico Haitiana) Movimiento Mujeres Feministas FEDELAC (Federación Dominicana de Ligas Agrarias Cristianas) Manos Solidarias Junta Mama Tingo CIPAF (Centro de Investigación para la Accion Femenina)

Synergiën met internationale Organisaties CLOC, Coordinadora Latinoamericana de Organizaciones del Campo Vía Campesina Anap Cuba

AMUSSOL Synergiën met lokale organisaties Direccion de Información y Defensa de los Afiliados (DIDA) Fundación Étnica Integral (FEI) Gabinete de coordinación políticas sociales de la presidencia. (PROG. PROGRESANDO CON SOLIDARIDAD) PROSOLIS Mesa Sindical integrada por: CASC. CNUS, CNTD Y CIMTRA. (Depto. Genero de las centrales.) Synergiën met internationale organisaties Confederación Sindical de las Américas (CSA) Confederación Sindical Internacional (CSI) Internationale Arbeids Organisatie (IAO)

MOSCTHA Synergiën met lokale organisaties

Comisión Nacional de derechos Humanos-CNDH- Centro Bono Alas de Igualdad Centro Cultural Dominico Haitiano Movimiento de Mujeres Dominico Haitiana Observatorio Migrantes del Caribe Red Jacques Viau Confederación Nacional de Mujeres Campesinas Instituto de Acción Comunitaria

Synergiën met Internationale Organisaties

Fundación Robert Kennedy Global Right International Senior Lawyers Project (ISLP)

CASC Synergiën met Lokale Organisaties Confederación Nacional de Trabajadores Dominicanos CNTD Confederación Nacional de Unidad Sindical CNUS Comisión Nacional de derechos Humanos-CNDH Direccion de Información y Defensa de los Afiliados (DIDA) Synergiën met Internationale Organisaties

CSI,CSA

ISCO.CISL. instituto de colaboración solidaria Asociación de solidaridad con los trabajadores y trabajadoras de los países empobrecidos-USO- Sotermun ISCOS-Italia Instituto sindical para la colaboración por el desarrollo UGT España….Confederación italiana de trabajos Solidaridad de Trabajadores Cubanos (STC) Organización Internacional del Trabajo (OIT)

GCA Dominicaanse Republiek 57

FEI Synergiën met Lokale Organisaties

Movimiento de Mujeres Dominico Haitianas (MUDHA) Centro Cultural Dominico Haitiano (CCDH) Comisión Nacional de los derechos Humanos (CNDH)

Observatorio Migrantes del Caribe (OBMICA)

Alas de Igualdad

Synergiën met Internationale Organisaties

Red regional de organizaciones civiles para la migración (ROCOOM).

CONECTA Brasil

SOLETERRE Italia

10.4.2 Mogelijkheden van synergie en complementariteit tussen Belgische ANGS en de Belgische gouvernementele samenwerking

Omwille van de afwezigheid van een Belgische Ambassade in Santo Domingo of Port-au-Prince is het jammer genoeg niet vanzelfsprekend om de Belgische gouvernementele samenwerking het voortouw te laten nemen op lokaal niveau. Toch, en dit is in de GCA meermaals toegelicht, is het fundamenteel voor de toekomst van de samenwerking van de Belgische ANGS in beide landen, dat er gezocht wordt naar verdere mogelijkheden van synergie en complementariteit. Met het oog op de specialisatie van WSM, en de focus op Waardig Werk lijkt het dan ook ten zeerste aangeraden om de GCA Waardig Werk Latijns Amerika als leidraad te nemen, en voor de toepassing ter plaatse te focussen op de GCA’s van beide landen. De recente politieke en socio-culturele evoluties, in het bijzonder de Regularisatie en daaraan verbonden deportaties kunnen grootschalige gevolgen hebben voor Haïti, en het werk van de ANGS daar ter plaatse. Een influx van 250 000 ontheemde Dominicanen van Haïtiaanse origine zou zonder meer een humanitaire crisis ontlokken, en bijdrage tot het systematisch te kort komen van meerdere interventies.

In deze zin stelt WSM dan ook voor om de GCA Haïti te lezen als het verlengde van de GCA Dominicaanse Republiek, en vice versa.

Met het oog op de ontwikkeling van projecten die in aanmerking zouden kunnen komen voor financiële ondersteuning van de Europese Unie is het niet ondenkbaar dat er bepaalde consortia opgericht zouden kunnen worden met instituten gespecialiseerd in technische en professionele vorming, in samenwerking met vakbonden en andere actoren actief rond de Waardig Werk om extra vorming te voorzien via educatieve programma’s om de arbeidsrechten zeer vroeg te helpen ontwikkelen.

GCA Dominicaanse Republiek 58

Bijlagen Bijlage 1: lokale actoren betrokken in GCA

Land Partnerorganisati

e Adres, telefoon, contact, email,

website Gegevens

contactpersoon Geografische

regio Donateurs Met WSM

DO

MIN

ICA

AN

SE R

EPU

BLI

EK

CASC

Juan Erazo #39, Sector Villa Juana, Santo Domingo, República Dominicana. Apartado posta 309

Tel.: 809.687-8533/37 809.688-1743/689-2356

Correo: [email protected]

Gabriel Antonio Del Río Doñé

Sec. General CASC

Zona Metropolitana Santo Domingo, República Dominicana.

WSM

Ministerio de Trabajo.

1987-1988 (Steun bij de opbouw van de Bakkerij en Dessert school van INFAS )

AMUSSOL

Juan Erazo #14, Edificio Centrales Sindicales, segunda planta, Sector Villa Juana, Santo Domingo, República Dominicana.

Tels.: 809.221-8930/809.238-8992, Telefax: 809.221-7381

E-mail: [email protected]

Gabriel Antonio Del Río Doñé

Presidente

Francisca Jiménez

Gerente

Santo Domingo, República Dominicana.

WSM Sinds

2008

MOSCTHA

D/El Sol #03, Urb. Sol de Luz, Villa Mella, Provincia Santo Domingo Norte –Tel.: 809. 741-1990/Fax.809.741-1988

E-mail: [email protected]

[email protected]

Dr. Joseph Cherubin

Director Ejecutivo

809-224-7101

809-741-1990

Provincia Santo Domingo Norte

IAF

Plan Nagua

PSI

Fondo Mundial

American Jewish World Service

Profamilia

FLM

Farma Mundi

H+ D para el Desarrollo

Haurralde Fundazioa

Sinds 1996

GCA Dominicaanse Republiek 59

DO

MIN

ICA

AN

SE R

EPU

BLI

EK

FEI

Juan Erazo #39, Villa Juana, Santo Domingo, República Dominicana. Tel.: (809) 687-2318 E-mail: [email protected] [email protected]

Williams Charpentier

Presidente

Cel: 809-977-5347

Zona Urbana y rural

Monte Plata, Santo Domingo, Dajabon, Baní.

Soleterre, CristianAID, ACNUR, Izan Cooperacion, Junta Castilla y Leon

Sinds 2011

CONAMUCA

Callejon Marina #41, Dios Dira Municipio de Nigua Provincia San Cristobal, Correo electrónico, [email protected] , Teléfono: 809-480-6730

Juana Ferrer Paredes, correo Electrónico, [email protected],

Zona rural-urbana

Palenque-San Cristobal, Rep. Dominicana

Aecid, Veterinarios Sin Fronteras, Intermón Oxfam, Aacid, Ingeniería Sin Fronteras Ayuntamiento de Córdoba, Medico del Mundo, Fundación InteRed.

Sinds januari 2013

GCA Dominicaanse Republiek 60

Bijlage 2: Overzicht Belangrijkste Indicatoren

2015 2013 2012 2011 2010 2009

Bevolking en inkomen

Bevolkings Totaal (milj.) 10,1 9,8 9,7 9,6 9,4 9,3

GDP per capita 13,585 12,399 12,054 11,559 10,990 10,233

Gemiddelde Werkloosheid 14,2 15 14,3 14,6 14,4 14,9

Economie

Nominaal GDP (US$) 64,915 58,986 58,897 55,433 50,980 46,485

GDP groei % 4,3 2,5 3,9 4,5 7,8 3,5

Fiscale Indicatoren (%BBP)

Consumptieprijs stijging 4,3 4,6 3,9 7,8 6,2 5,8

Handelsbalans (US$ milj) -7,354 -6,986 -8,679 -8,917 -8,701 -6,813

GCA Dominicaanse Republiek 61

Sociale Indicatoren

Gini Index 0,522 0,515 0,509 0,503 / 0,49

Percentage bevolking onder de extreme armoede-lijn Man/vrouw

9,3 9,7 10,1 10,5 / 11,4

9,6 9,2 9,8 9,7 10 10,2 10,2 10,8 10,6 12,1

Percentage bevolking onder de armoede-lijn Man/vrouw

39,97 40,29 40,62 40,9 / 41,62

38,31 41,66 38,66 41,94 39,02 42,23 39,4 42,5 40,12 43,11

Levensverwachting 77,5 76,5 75,4 74,4 73,4 72,4

Levensverwachting (man/vrouw)

77,5 79,6 75,7 78,8 74 77,9 72,3 77,1 70,7 76,3 69,1 75,5

Moedersterfte (x per 100,000)

65,2 70,1 75,3 80,9 / 93,9

Werkloosheidsgraad (% boven 15 jaar )

14,7 14,8 14,9 14,7 / 14,3

Werkloosheid Man/Vrouw 9,6 22,4 9,7 22,5 / 9,7 22,1 9,8 / 9,8 21,4

Publieke Uitgaven op vlak van Onderwijs (% BBP)

5 4,7 4,4 2,8 2,2

Publieke uitgaven op vlak van Gezondheidszorg (%BBP)

2,4 2,2 2 1,8 /

1,4

Percentage van 6-14 jarigen aan het werk

1,9 1,6 1,7 1,7 / 1,5

Percentage van 15-19jarigen niet aan het studeren werkloos

6,7 6,6 6,4 6,3 / 6

GCA Dominicaanse Republiek 62

Bijlage 3: Referenties Amnesty International Report 2014-2015 Dominican Republic https://www.amnesty.org/en/countries/americas/dominican-republic/

Análisis Común de Contexto – República Dominicana 2015 – ppt. Presentatie (eigen bronnen) 28/04/2015

Dominicaanse Republiek – Thematische Context Analyse WSM 2014-2016 (eigen bronnen)

Dominicaanse Republiek – Specifieke doelstelling Zuid 6 – Analyse van de context in een land (eigen bronnen)

Encuesta sobre Trabajo Digno – WSM eigen bronnen 10 / 04 /2015

Estatus de las/os Niñas/os de Republica Dominicana – Aldeas Infantiles SOS Dominicanas – oktober 2009, Santo Domingo

EU Country Strategy Paper – National Indicative Programme Dominican Republic 2008- 2013 http://ec.europa.eu/development/icenter/repository/scanned_do_csp10_en.pdf

EU National Indicative Programme European Development Fund 11 - Dominican Republic 2014-2020 http://www.eeas.europa.eu/development-cooperation/docs/national-indicative-programme_2014-2020/2014-2020_national-indicative-programme_domenican-republic_en.pdf

EU Country Strategy Paper – National Indicative Programme Haïti 2008 – 2013 http://ec.europa.eu/development/icenter/repository/scanned_ht_csp10_fr.pdf

EU Haïti Roadmap http://capacity4dev.ec.europa.eu/public-governance-civilsociety/document/haiti-feuille-de-route-pour-lengagement-avec-la-soci%C3%A9t%C3%A9-civile

EU Dominican Republic Roadmap ( temporary version – EU contact)

Examen de los informes presentados por los estados partes con arreglo al artículo 44 de la Convención - República Dominicana – Convención sobre los derechos del Niño – Comité de los Derechos del Niño – 11 februari 2008 http://www.unicef.org/republicadominicana/Memoria_-_Taller_Proteccion_Derechos_-_11_08_2009.pdf

Ficha Narrativa Republica Dominicana (eigen bronnen) 13/05/2015

IOM Supports Haïtians Applying for Regularization in Domincan Republic, 21/11/2014 http://www.iom.int/news/iom-supports-haitians-applying-regularization-dominican-republic

List of activities of partners Dominican Republic (eigen bronnen) 16/04/2015

Platform Kinderrechten – Ondersteunende Nota voor de integratie van kinderrechten binnen de gemeenschappelijke contextanalyse van Dominicaanse Republiek. (eigen bronnen)

Public Report of Review of U.S. Submission 2011-2013 – Dominican Republic Central America – United States Free Trade Agreement – Office of Trade and Labor Affairs – Bureau of International Labor Affairs – U.S. Department of Labor – September 27 2013 http://fpc.state.gov/documents/organization/57870.pdf

UNDP – Objetivos de Desarrollo del Milenio – Informe de Seguimiento 2013 http://www.undp.org/content/undp/es/home/librarypage/mdg/the-millennium-development-goals-report-2013/

UN General Assembly – Report of the Working Group on the Universal Periodic Review – Dominican Republic – 4 April 2014 http://www.un.org/en/ga/68/resolutions.shtml