Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag,...

130

Transcript of Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag,...

Page 1: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 2: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 3: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 4: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 5: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 6: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 7: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 8: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde
Page 9: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Deel I Veldwerkverslag

1

Page 10: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

2

Page 11: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

1 De steekproef van scholen en leerlingen

1.1 Inleiding

Bij de vierde PRIMA-meting in het basisonderwijs, in schooljaar 2000/2001, warencirca 600 scholen betrokken geweest. Bij de start van de vijfde PRIMA-meting werdbesloten deze steekproefomvang te handhaven. Eveneens in overeenstemming met devorige meting werd bovendien bepaald dat 420 van de scholen tezamen de referen-tiesteekproef zouden moeten vormen - representatief voor alle Nederlandse basisscho-len - terwijl de 180 resterende scholen zodanig moesten worden geselecteerd dat in detotale PRIMA-steekproef voldoende allochtone en autochtone leerlingen zoudenvoorkomen die behoren tot de doelgroepen van het Onderwijsachterstandenbeleid.Daarnaast was het net als in voorgaande jaren de bedoeling om de scholensteekproefvan de vorige PRIMA-meting zoveel mogelijk intact te houden, dit om het longitudi-nale karakter van het onderzoek te waarborgen.

1.2 Nagestreefde referentiesteekproef

Voor het selecteren van de referentiesteekproef werden richting, provincie en urbani-satiegraad van de vestigingsgemeente van de school als belangrijkste kenmerken be-schouwd, samen met de variabele schoolscore. Deze laatste variabele geeft een indi-catie voor de sociaal-etnische samenstelling van de leerlingpopulatie van een schoolen is gebaseerd op het opleidings- en beroepsniveau en het geboorteland van de ou-ders. De schoolscore wordt door het Ministerie van OC&W berekend door het gewo-gen aantal leerlingen van een school (dus met verdiscontering van hun wegingsfactor)te verminderen met 9% van het ongewogen aantal leerlingen en het resultaat te delendoor het ongewogen aantal leerlingen. De uitkomst van deze rekensom wordt met 100vermenigvuldigd en is door ons vervolgens ingedikt tot zeven categorieën.

Met het meest recente scholenbestand van OC&W, gedateerd van voorjaar 2002, konworden vastgesteld hoe de landelijke verdeling van deze kenmerken er op dat momentuitzag. Door dezelfde percentuele verdeling over te brengen op een referentiesteek-proef van 420 scholen werd duidelijk naar welke aantallen diende te worden ge-streefd. In Tabel 1.1 geven we de procentuele landelijke verdeling en de nagestreefdeaantallen scholen weer.

3

Page 12: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 1.1 - Verhoudingen in de landelijke schoolpopulatie (voorjaar 2002, N=7171)wat betreft schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad en bijbehorendestreefaantallen in de referentiesteekproef

landelijk % nagestreefde n

schoolscore100-109 77.7 326110-119 8.0 34120-129 4.1 17130-139 2.7 11140-149 1.5 6150-159 1.8 8>159 4.2 18

richtingopenbaar 33.6 141protestants-christelijk 29.8 125rooms-katholiek 29.9 126overig bijzonder 6.7 28

provincieGroningen 4.8 20Friesland 6.9 29Drenthe 4.3 18Overijssel 7.9 33Flevoland 2.5 11Gelderland 13.5 57Utrecht 6.6 28Noord-Holland 13.1 55Zuid-Holland 17.8 75Zeeland 3.5 15Noord-Brabant 13.0 55Limburg 6.2 26

urbanisatiegraadniet stedelijk 22.1 93weinig stedelijk 26.3 110matig stedelijk 20.7 87sterk stedelijk 19.6 82zeer sterk stedelijk 11.3 47

totaal 100 ± 420

4

Page 13: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

1.3 Nagestreefde aanvullende steekproef

Net als in de vierde PRIMA-meting werd als criterium voor de aanvullende steek-proef uitsluitend de schoolscore-verdeling gebruikt. De omvang van de aanvullendesteekproef werd bepaald door de eis dat de totale PRIMA-steekproef per schoolscore-categorie ten minste 45 scholen zou moeten bevatten. Daarmee zouden naar verwach-ting voldoende achterstandsleerlingen in de steekproef worden opgenomen en kondentevens uitspraken gedaan worden over scholen met een uiteenlopende sociaal-etnischesamenstelling. Gegeven de nagestreefde aantallen in de referentiesteekproef (zie ookTabel 1.1), leidde dat tot de in Tabel 1.2 weergegeven aantallen voor de nagestreefdeaanvullende steekproef.

Tabel 1.2 - Nagestreefde schoolscore-aantallen in de referentiesteekproef en aanvul-lende steekproef

schoolscore ref. aanv. totaal

100-109 326 0 326110-119 34 11 45120-129 17 28 45130-139 11 34 45140-149 6 39 45150-159 8 37 45>159 18 27 45

totaal 420 176 596

1.4 Omvang en representativiteit van de uiteindelijke scholensteekproef

De uiteindelijke totale steekproef van PRIMA in schooljaar 2002/2003 bestaat uit 600basisscholen. Kanttekening bij dit aantal is dat verschillende dépendances van éénschool afzonderlijk in de steekproef kunnen voorkomen. In dat geval is er sprake vanmeer locaties waarop alle toetsgroepen (2, 4, 6 en 8) aanwezig zijn. Achter dezewerkwijze steekt zowel een inhoudelijk als een financieel-organisatorisch motief. Teneerste blijkt het vaak te gaan om gefuseerde scholen die slechts in beperkte mate sa-menwerken; ten tweede zou het alternatief (elke administratieve eenheid met al zijnlocaties beschouwen als één school) leiden tot een enorme verhoging van het aantal tetoetsen leerlingen.

Niet alle scholen met meer locaties zijn op deze manier opgesplitst: met name scholendie al langere tijd in de PRIMA-steekproef voorkomen, bestaan vaak nog onder éénPRIMA-schoolnummer. Het zou erg complex worden om deze scholen en hun leer-

5

Page 14: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

lingpopulatie met terugwerkende kracht ook op te splitsen per locatie. Schooldirectiesvragen in verband met de terugrapportage van toetsresultaten soms expliciet om een afzonderlijke benadering van hun locaties of juist om het tegenovergestelde; voorzo-ver dat binnen onze voorwaarden past, komen we hieraan tegemoet.

In hoofdstuk 2 wordt beschreven op welke wijze de PRIMA-scholen geselecteerd enbenaderd zijn. Hier dient echter alvast enige toelichting gegeven te worden op de wij-ze waarop omgegaan werd met de selectiecriteria tijdens de werving. Het bleek name-lijk vrijwel onmogelijk om deze alle vier (schoolscore, richting, provincie en urbani-satiegraad) steeds een even zwaar gewicht te geven. Dat heeft te maken met de rela-tief beperkte periode waarin de werving diende plaats te vinden, gecombineerd methet forse percentage scholen dat negatief op ons deelnameverzoek bleek te reageren.Daardoor was het onmogelijk om de reactie van een in alle opzichten geschikteschool eerst af te wachten alvorens - bij een afwijzing - een even geschikte alternatie-ve school te benaderen. In plaats daarvan werd een groot aantal scholen tegelijkertijdbenaderd, hetgeen consequenties had voor de precisie waarmee geselecteerd konworden op alle relevante schoolkenmerken.

Het uiteindelijke resultaat daarvan is af te lezen in Tabel 1.3; deze tabel laat deschoolscore-verdeling zien van de totale steekproef van de vijfde PRIMA-meting.

Tabel 1.3 - Feitelijke schoolscore-verdeling in de totale steekproef

schoolscore totaal

100-109 321 110-119 51 120-129 45 130-139 42 140-149 32 150-159 42 >159 67

totaal 600

In de totale steekproef is vooral aan scholen met een schoolscore tussen 140 en 149een tekort: 32 in plaats van de nagestreefde 45. Dat komt onder andere doordat ookhet totale aantal scholen in Nederland in deze categorie laag is (n=110); gezien dezeer hoge non-respons (zie hoofdstuk 2) leidt zelfs een wervingspoging onder allescholen tot te lage deelnemersaantallen. Ten opzichte van de vierde meting zijn de schoolscore-categorieën in de totale steekproef van de vijfde PRIMA-meting dit keeroverigens beter gevuld; toen bevatte de totale steekproef slechts 29 scholen in catego-

6

Page 15: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

rie 140-149 en bovendien slechts 33 scholen in categorie 150-159. Ook toen werdgestreefd naar 45 scholen per categorie.

In Tabel 1.4 wordt de verdeling van de 420 scholen in de referentiesteekproef over devier selectiekenmerken (schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad) weerge-geven (‘feitelijke n’). Daarbij moet bedacht worden dat de schoolkenmerken afkom-stig zijn van het departementale bestand van 2002, dat naar BRIN-nummer is gerang-schikt. Dat betekent dat, waar er in de PRIMA-steekproef sprake is van meer school-locaties met elk een eigen schoolnummer, aan elk van die locaties dus de kenmerkenvan de gehele school gekoppeld zijn. Bij richting, provincie en urbanisatiegraad is datook zeer voor de hand liggend, maar bij de schoolscore zou er in principe een discre-pantie kunnen zitten tussen de schoolscore van de hele school en de ‘virtuele’ school-score van de locatie, als de verdeling van leerlingen over locaties niet willekeurig isgeweest.

De verwachte verdeling van de 420 scholen over de vier schoolkenmerken, gegevende verhoudingen binnen de totale Nederlandse schoolpopulatie, is ook weergegevenin Tabel 1.4. Met de • •2-toets is uitgerekend of er sprake is van een significant verschil(p<0.01) tussen de verwachte en feitelijke n, waarmee de representativiteit van de referentiesteekproef in het geding zou zijn. Dat bleek nergens het geval te zijn. Deverhoudingen naar schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad zijn in de refe-rentiesteekproef goed in overeenstemming met de landelijke verhoudingen. Dat bete-kent dat de referentiesteekproef representatief is in alle genoemde opzichten

7

Page 16: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 1.4 - Feitelijke en verwachte verdeling van de 420 scholen in de referen-tiesteekproef naar schoolscore, richting, provincie en urbanisatiegraad

feitelijke n verwachte n

schoolscore100-109 317 326110-119 33 34120-129 17 17130-139 16 11140-149 3 6150-159 13 8>159 21 18

richtingopenbaar 142 141protestants-christelijk 126 125rooms-katholiek 124 126overig bijzonder 28 28

provincieGroningen 20 20Friesland 30 29Drenthe 20 18Overijssel 30 33Flevoland 7 11Gelderland 53 57Utrecht 21 28Noord-Holland 60 55Zuid-Holland 75 75Zeeland 17 15Noord-Brabant 56 55Limburg 31 26

urbanisatiegraadniet stedelijk 106 93weinig stedelijk 108 110matig stedelijk 86 87sterk stedelijk 79 82zeer sterk stedelijk 41 47

totaal 420 ± 420

8

Page 17: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Niet betrokken bij de selectiecriteria is schoolgrootte. Volledigheidshalve is achterafechter wel nagegaan of de scholen in de referentiesteekproef erg afwijken van de lan-delijke populatie qua totale aantal leerlingen. Daartoe hebben we eveneens gebruikgemaakt van het scholenbestand van OC&W van voorjaar 2002. In Tabel 1.5 zijn deresultaten opgenomen van de vergelijking tussen populatie en referentiesteekproef.

Tabel 1.5 – Schoolgrootte in de landelijke schoolpopulatie (voorjaar 2002, N=7171)en in de referentiesteekproef

landelijk ref.steekproef

gem. aantal leerlingen 216.5 208.1

schoolgrootte % %max. 100 17.4 16.5101-150 14.5 17.8151-200 17.5 17.5201-250 17.8 20.2251-300 12.3 10.6301-350 7.9 7.4351-450 7.9 5.9> 450 4.7 4.0

De referentiesteekproef lijkt qua gemiddeld aantal leerlingen goed op de landelijkebasisscholenpopulatie. De afwijkingen tussen de op basis van de populatie verwachteen feitelijk in de referentiesteekproef geobserveerde aantallen scholen per school-grootte-categorie zijn nergens significant bij p<0.01.

1.5 Aantallen ‘oude’ en nieuwe PRIMA-basisscholen

De totale PRIMA-steekproef bevat dus 600 basisscholen en valt uiteen in een referen-tiesteekproef van 420 scholen en een aanvullende steekproef van 180 scholen. Vandeze 600 steekproefscholen namen er 406 (68%) ook deel aan de PRIMA-meting in 2000/2001; 313 scholen (52%) namen zowel deel aan de derde, vierde als vijfde me-ting van PRIMA in 1998/1999, 2000/2001 en 2002/2003. Binnen de referentiesteek-proef van 420 scholen zijn er 277 (66%) die ook in 2000/2001 deelnamen aan PRIMAen 207 (49%) die zowel in 1998/99 als in 2000/2001 deelnamen. Onder de 194PRIMA-scholen die in 2002/2003 voor het eerst deelnamen, zijn er overigens twintigdie eerder wel aan aanverwant onderzoek op verzoek van een lokale opdrachtgeverhadden deelgenomen.

9

Page 18: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

1.6 Omvang van de leerlingensteekproef, inclusief ‘bekende’ en nieuwe leerlin-gen

Ten behoeve van de vijfde PRIMA-meting hebben de 600 deelnemende basisscholengegevens verstrekt over hun leerlingen in de groepen 2, 4, 6 en 8. In totaal bleek het tegaan om 58471 leerlingen; een gemiddelde van 97 leerlingen per school in de vierjaargroepen tezamen. In Tabel 1.6 is te zien hoeveel leerlingen per jaargroep ensteekproef dit betreft. Ook is in de tabel opgenomen welk deel van hen ook deelnamaan de vierde PRIMA-meting in 2000/2001, uitgesplitst naar steekproef. Per definitiekan dit alleen betrekking hebben op de leerlingen die bij de vierde meting in groep 4,6 en 8 zaten. Leerlingen die in 2000/2001 aan aanverwant onderzoek op verzoek van een lokale opdrachtgever hebben deelgenomen, zijn overigens niet meegerekend.

Tabel 1.6 - Totale aantal opgegeven leerlingen per jaargroep, en percentage daarvandat bekend is uit de vorige PRIMA-meting, naar steekproef

referentiesteekproef aanvullende steekproef totale steekproef n % in PRIMA4 n % in PRIMA4 n % in PRIMA4

groep 2 10748 0.0 4933 0.0 15681 0.0groep 4 10249 51.4 4429 54.2 14678 52.2groep 6 9883 56.3 4223 60.2 14106 57.5groep 8 9764 59.8 4242 64.1 14006 61.1

totaal 40644 17827 58471

Het gemiddeld aantal opgegeven leerlingen in groep 2, 4, 6 en 8 op de scholen uit de referentiesteekproef is 96.8, terwijl op de scholen in de aanvullende steekproef ge-middeld 99 leerlingen zitten. In Tabel 1.6 valt verder op dat het percentage bekendeleerlingen stijgt met de groep; vermoedelijk omdat in de lagere groepen relatief meerleerlingen naar het speciaal onderwijs worden verwezen of van school veranderen.

Door ziekte, tussentijdse uitstroom of andere oorzaken hebben overigens niet alledoor de scholen opgegeven leerlingen uiteindelijk ook deelgenomen aan de toetsaf-names van PRIMA. De verhoudingen tussen het totale aantal opgegeven leerlingen enhet aantal leerlingen dat ten minste één toets (taal, rekenen of begrijpend lezen) heeftgemaakt, zijn in Tabel 1.7 weergegeven.

10

Page 19: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 1.7 - Aantal leerlingen per jaargroep dat ten minste één toets heeft gemaakt en% ten opzichte van het totale aantal opgegeven leerlingen, naar steekproef

referentiesteekproef aanvullende steekproef totale steekproef getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal getoetste n % v. totaal

groep 2 10304 95.9 4522 91.7 14826 94.5groep 4 9978 97.4 4237 95.7 14215 96.8groep 6 9685 98.0 4063 96.2 13748 97.5groep 8 9593 98.2 4134 97.5 13727 98.0

totaal 39560 97.3 16956 95.1 56516 96.7

Het percentage getoetste ten opzichte van opgegeven leerlingen ligt in de aanvullendesteekproef wat lager dan in de referentiesteekproef. Dat zou te maken kunnen hebbenmet een groter tussentijds verloop van leerlingen in eerstgenoemde steekproef, of meteen groter aantal leerlingen daar dat op een te laag niveau verkeert om aan de toetsaf-names mee te kunnen doen (bv. neven-instromers uit het buitenland).

11

Page 20: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

2 Dataverzameling

2.1 Onderscheiden fasen en tijdsplanning

In de dataverzameling ten behoeve van de vijfde meting van het PRIMA-onderzoekzijn een viertal fasen te onderscheiden: de werving van scholen voor deelname aan het PRIMA-cohort, gecombineerd met het opvragen van enkele administratieve gege-vens (fase 1), de verzameling van aantallen, namen en enkele achtergrondgegevensvan de leerlingen in de toetsgroepen (fase 2), de toetsafnames en gelijktijdige overigedataverzamelingen in groep 2, 4, 6 en 8 (fase 3), en ten slotte de verzameling van uit-stroomgegevens groep 8 en tussentijdse instroom- en uitvalsgegevens (fase 4). Aldeze dataverzamelingen zijn standaard en kwamen ook in voorgaande PRIMA-metingen voor. In het kader van het speciale onderzoeksthema van de vijfde PRIMA-meting (de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs) vond er in fase 4 daarnaasteen extra dataverzameling plaats bij de leerlingen en leerkrachten van groep 8. Debijbehorende kalender staat hieronder vermeld. Elke fase wordt in de paragrafen hier-na beschreven.

Kalender dataverzameling vijfde PRIMA-metingfase 1: mei – oktober 2002fase 2: september – december 2002 fase 3: januari – maart 2003fase 4: mei – juni 2003

2.2 Benadering van scholen en opvragen van administratieve gegevens (fase 1)

De eerste benadering van scholen was vooral bedoeld om hun bereidheid tot deelna-me te checken, maar werd gecombineerd met het aanbieden van een kort vragenlijstjeover een aantal administratieve zaken.

Alle scholen die twee jaar eerder aan PRIMA4 hadden deelgenomen, ontvingen al inmei 2002 deze vragenlijst. Zodoende kon in de zomervakantie op basis van hun res-pons worden geïnventariseerd hoeveel nieuwe scholen nog nodig waren; dat bleken ereen kleine 200 te zijn. Nagegaan is wat de kenmerken moesten zijn van deze nieuwescholen, in eerste instantie qua schoolscore en vervolgens ook zoveel mogelijk naarprovincie, richting en urbanisatiegraad (zie ook paragraaf 1.4). Met het oog op de te verwachten hoge non-respons werd uit het departementale bestand vervolgens eenveelvoud van deze benodigde scholen geselecteerd en direct bij de start van het nieu-we schooljaar (augustus/september 2002) benaderd met dezelfde vragenlijst als dereeds bekende deelnemers uit PRIMA4. Zodra de vragenlijstjes ingevuld terugkwa-men van de scholen, werden zij ingevoerd in een computerbestand. Geregeld werd de

12

Page 21: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

stand van zaken ten aanzien van deelnemers en weigeraars opgemaakt. Op gronddaarvan is in oktober nog een tweede wervingsronde georganiseerd. Uiteindelijk is op deze manier het benodigde aantal van 600 scholen gehaald. Daartoe zijn in totaal welbijna 2200 scholen benaderd; de 600 deelnemers van de vorige meting en daarnaastcirca 1600 nieuwe scholen. Dat betekent dat het responspercentage onder de nieuwescholen ongeveer 13 procent bedroeg. Onder de bekende scholen lag de respons veelhoger: 68 procent.

2.3 Verzameling van leerlinggegevens (fase 2)

Zodra gebleken was dat een nieuwe school bereid was aan het onderzoek deel te ne-men, werd een aantal groepsformulieren verstuurd met het verzoek om hierop in tevullen welke leerlingen in het lopende schooljaar in de even jaargroepen zaten. Per parallelgroep werden behalve de namen van die leerlingen ook enkele achtergrond-kenmerken opgevraagd (zie hoofdstuk 3). Het was ook mogelijk voor scholen dezegegevens geautomatiseerd aan te leveren, mits zij gebruik maakten van het admini-stratieprogramma ESIS-A (DOS- of Windows-versie). Alle scholen ontvingen daartoebehalve bovengenoemde formulieren ook een diskette. Aan de hand van een bijge-voegde gebruiksaanwijzing konden de scholen met een paar eenvoudige handelingende gevraagde gegevens vanuit hun administratieprogramma op deze diskette zetten.Voor ESIS-A was gekozen omdat dit programma door circa tweederde van de basis-scholen wordt gebruikt.

De scholen die ook aan de vorige PRIMA-meting hadden deelgenomen, ontvingeneen vergelijkbaar groepsformulier voor groep 2. De gegevensverzameling per formu-lier voor de groepen 4, 6 en 8 verliep echter anders: de meeste leerlingen uit dezegroepen waren immers al bekend van deze vorige meting; toen zaten ze namelijk in groep 2, 4 en 6. Daarom werden op formulieren de namen van die bekende leerlingenal voorgedrukt, met het verzoek aan te geven of deze leerlingen inderdaad normaalwaren doorgestroomd. Van deze bekende leerlingen waren veel achtergrondgegevensal beschikbaar, zodat op de nieuwe formulieren nog slechts enkele aanvullingen hoef-den te worden vermeld. Van eventuele nieuwe leerlingen in deze groepen (niet be-kend uit eerdere metingen) moesten natuurlijk wel nog alle gegevens worden opgege-ven.

De diskette die de bekende scholen ontvingen, was geheel gelijk aan die van de nieu-we scholen. Alle gegevens van de leerlingen in de even groepen konden daarmeeworden afgetapt uit het ESIS-administratiebestand van de scholen; ook die van de leerlingen die reeds bekend waren uit voorgaande metingen. Pas naderhand, bij deverwerking van de diskette-gegevens van de bekende scholen, werd de nieuwe infor-matie vergeleken met de bestanden van PRIMA4. Aldus kon worden nagegaan welkeleerlingen ook twee jaar eerder aan het onderzoek hadden deelgenomen en welke leer-lingen nieuw waren.

13

Page 22: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Bij de verwerking van de opbrengst van fase 2 werd aan elke leerling die volgens deopgave van de scholen in de toetsgroepen zat, een uniek respondentnummer toege-kend. In dit nummer was ook het schoolnummer en de jaargroep verwerkt. De namenen respondentnummers werden vervolgens voorgedrukt op alle instrumenten, toetsenen antwoordbladen die met betrekking tot deze leerlingen in fase 3 en 4 zouden wor-den ingezet. Ook de directie- en leerkrachtvragenlijsten werden zodanig genummerddat er geen twijfel kon ontstaan over de identiteit van de respondent. De school- enrespondentnummers vormen ook de basis van de opgebouwde school- en leerlingbe-standen waarin alle in 2002/2003 en eventueel ook in de jaren daarvoor verzameldegegevens zijn opgenomen.

Fase 2 was in principe in december 2002 voltooid. Over bepaalde leerlingen blekenechter door de scholen niet alle achtergrondgegevens verstrekt te zijn. Voorzover het de gegevens betrof waarop de in PRIMA veelvuldig gehanteerde indeling naar soci-aal-etnische achtergrond is gebaseerd (zie hoofdstuk 3), is in fase 3 nog een poginggedaan deze informatie alsnog te verzamelen. De toetsleider die werd ingezet bij deafname van de toetsen kreeg daartoe een overzicht met de ontbrekende gegevens mee,dat de scholen alsnog konden aanvullen.

2.4 Toetsafnames en gelijktijdige overige dataverzameling (fase 3)

Een belangrijk deel van de toetsen in het PRIMA-onderzoek is afkomstig uit het Cito-Leerlingvolgsysteem (zie ook hoofdstuk 4). Dat geldt voor de toetsen Taal voor Kleu-ters (deze toets is bij de vijfde PRIMA-meting voor het eerst gebruikt, ter vervangingvoor de Begrippentoets) en Ordenen voor groep 2, de toetsen Rekenen/Wiskunde ver-sie M4, M6 en M8 voor groep 4, 6 en 8, en de toetsen Begrijpend lezen deel 2 en deel4 voor groep 6 en 8. Veel scholen gebruiken deze toetsen ook zelf, en dat heeft logi-scherwijs tot gevolg dat zij vaak uitgesproken wensen hebben ten aanzien van detoetsafname en het toetsmoment. Daarom is bij de vierde PRIMA-meting een nieuweafnameprocedure ingevoerd, die ook bij de vijfde meting is toegepast. Scholen kon-den er voor kiezen om zonder aanwezigheid van de toetsleider alle of bepaalde Cito-toetsen alvast af te nemen, op een zelfgekozen tijdstip (mits in de periode januari-maart), maar wel met gebruikmaking van PRIMA-materiaal waarop de nummers ennamen van leerlingen al waren aangebracht. Scholen die kozen voor deze procedurekregen begin januari dit materiaal aangeleverd via de toetsleider, samen met een uit-gebreide schriftelijke instructie. Voorwaarde was wel dat de school zelf moest be-schikken over het algemene toetsmateriaal, zoals de handleiding. Op deze scholenwas de toetsleider uitsluitend aanwezig tijdens de afname van de overige toetsen(d.w.z. de Taaltoetsen voor groep 4, 6 en 8; deze zijn niet afkomstig uit het Cito-LVS)en de IQ-testen voor groep 4, 6 en 8 en daarnaast bij de distributie van vragenlijstenen dergelijke. Andere scholen kozen niet voor deze nieuwe procedure; op deze scho-len was de toetsleider gedurende alle toetsdagen aanwezig. Overigens werden, ook alsde toetsleider wel aanwezig was, de meeste toetsen en testen toch door de groepsleer-krachten afgenomen. De toetsleider diende als vraagbaak op de achtergrond en nam

14

Page 23: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

de toetsen en testen alleen af op uitdrukkelijk verzoek van de school (bv. in het gevalvan combinatieklassen).

Voorafgaande aan de toetsafnames werden in een voorbereidend gesprek tussen toets-leider en team de procedures doorgenomen, afspraken gemaakt en materiaal overge-dragen. Tevens nam de toetsleider bij dit eerste bezoek de vragenlijsten mee voor deleerkrachten van groep 2, 4, 6 en 8 en de directie, alsmede de zogenaamde leerling-profielen met vragen voor de leerkrachten over elke leerling in groep 2, 4, 6 en 8. Tenslotte werden ook de oudervragenlijsten voor de ouders van leerlingen in groep 2 bijdit eerste bezoek door de toetsleider achtergelaten, met het verzoek deze lijsten aan deleerlingen mee te geven. Ingevulde vragenlijsten werden aan het einde van de toetspe-riode door de toetsleiders weer mee teruggenomen. Vragenlijsten die nog niet wareningevuld, konden de scholen per post later alsnog retourneren. De meeste toetsleidersdie betrokken waren bij fase 3, hadden al eerder ervaring opgedaan met het PRIMA-onderzoek. Desondanks werden zij tevoren uitgebreid mondeling en schriftelijk geïn-strueerd.

2.5 Uitstroomformulieren en extra vragenlijsten in groep 8, tussentijdse in-stroom- en uitvalformulieren (fase 4)

De laatste fase in de dataverzameling van de vijfde PRIMA-meting bestond uit vierschriftelijke onderdelen. De instrumenten werden in mei per post aan de PRIMA-scholen toegestuurd; ook de retournering door de scholen verliep per post.

Het eerste onderdeel betrof de optisch inleesbare uitstroomformulieren voor groep 8, waarmee bij de leerkracht van groep 8 of eventueel bij de directeur informatie perleerling van groep 8 gevraagd werd over het schooladvies voor voortgezet onderwijs,de Cito-Eindtoetsscore en de vermoedelijke VO-schoolkeuze.

Het tweede onderdeel beoogde de oorzaken in kaart te brengen van tussentijds ver-schenen en verdwenen leerlingen: leerlingen die - bijvoorbeeld door verhuizen ofdoubleren - tussentijds zijn ingestroomd in de hogere groepen (4, 6 en 8) van de PRIMA-steekproef, zonder dat hun voorgeschiedenis bij de PRIMA-administratiebekend is, of leerlingen die - om vergelijkbare redenen - juist zijn verdwenen uit desteekproef zonder dat in de PRIMA-administratie duidelijk is waar deze leerlingenzijn gebleven. Met behulp van deels voorgedrukte formulieren werden over al dezeleerlingen de redenen van de tussentijdse instroom of uitval en de ontbrekende loop-baangegevens opgevraagd.

De overige twee onderdelen van fase 4 waren in principe eenmalig en hadden betrek-king op het speciale onderzoeksthema van PRIMA5, namelijk de overgang van basis-naar voortgezet onderwijs. In dat kader zijn twee extra instrumenten ontwikkeld: eenleerlingvragenlijst en een leerlingprofiel met betrekking tot de overgang naar voortge-zet onderwijs, in te vullen door respectievelijk de leerlingen en leerkrachten vangroep 8. Beide instrumenten waren optisch inleesbaar.

15

Page 24: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

2.6 Overzicht van de verzamelde data

In de verschillende fasen van dataverzameling werd via diverse instrumenten enbronnen en op verschillende niveaus informatie verzameld. Zonder in details te tre-den, laten we in Figuur 2.1 de herkomst en het niveau van de verzamelde informatiezien.

16

Page 25: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Figuur 2.1 - Verzamelde gegevens naar fase, instrument, bron en niveau

fase/instrument informatie verstrektdoor/verzameld bij

informatie(-niveau)

school groep leerling

1. wervingsvragen-lijst

directie deelname-bereidheid,schoolkenmerken

2. groepsformulierenof ESIS-diskette

directie, administratie ofleerkrachten groep 2, 4, 6 en 8

aantal groepen 2,4, 6 en 8

groepsnamen,locaties groep 2, 4, 6 en 8

groep, naam,achtergrond-kenmerken

3. toets (voorberei-dend) taal/rekenen

leerlingen groep 2, 4, 6, 8 toetsscores

3. toets begrijpendlezen

leerlingen groep 6 en 8 toetsscores

3. IQ-testen leerlingen groep 4, 6 en 8 testscores

3. schoolwelbevin-denvragenlijst

leerlingen groep 6 en 8 welbevinden,zelfvertrouwen enpopulariteit

3. leerlingprofielen leerkrachten groep 2, 4, 6 en 8

beoordeling, aan-pak en bijzonder-heden leerling

3. directievragenlijst directie kenmerken team,schoolpopulatie en onderwijsaanpak

3. leerkracht-vragenlijst groep 2 en groep 4, 6, 8

leerkrachten groep 2, 4, 6 en 8

kenmerken klas,leerkracht en on-derwijs

3. oudervragenlijst ouders groep 2 kenmerken ouders,gezin, opvoeding

4. uitstroom formulieren groep 8

directie of leerkracht groep8

uitstroomgegevensovergang VO

4. formulierentussentijdse instroomen uitval

directie of administratie oorzaken tussen-tijdse in/uitstroom,schoolloopbaange-gevens

4. leerlingvragenlijstovergang BaO-VO

leerlingen groep 8 oordeel advies,keuze VO-school, motivatie, inbrengouders

4. leerlingprofielovergang BaO-VO

leerkrachten groep 8 totstandkomingVO-advies enschoolkeuze

17

Page 26: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Over alle instrumenten op leerling-niveau wordt in het vervolg van dit rapport gerap-porteerd, met uitzondering van de formulieren over tussentijdse instroom en uitval ende eenmalige leerlingvragenlijsten en leerlingprofielen met betrekking tot de over-gang BaO-VO, waarover afzonderlijke rapportages zullen verschijnen. Over de vra-genlijsten voor de leerkrachten en directies wordt eveneens een afzonderlijk rapportuitgebracht.

2.7 Rapportage aan de scholen

De meeste deelnemende scholen hebben tweemaal een terugkoppeling ontvangenover de verzamelde resultaten van hun leerlingen.

Een deel van de afgenomen toetsen is afkomstig uit het leerlingvolgsysteem van het Cito. Veel scholen gebruiken deze toetsen ook zelf, om de vorderingen van hun leer-lingen te meten. Daarom zijn de scores op deze toetsen binnen enkele weken na af-name in de vorm van een zogenaamde ‘versnelde terugrapportage’ teruggekoppeldnaar de scholen die dat wensten. Voorzover van toepassing (afhankelijk van de toets)bevatte deze versnelde rapportage behalve ruwe scores ook subtoets-scores en zoge-naamde Cito-vaardigheidsscores per leerling.

Een totale rapportage van alle toetsresultaten is naar de scholen verzonden vlak vóórde zomervakantie van 2003. In deze rapportage is veel aandacht besteed aan de pres-taties van de leerlingen en de school in relatie tot leerlingen en scholen elders in hetland met een vergelijkbare sociaal-etnische achtergrond. Ook van de leerlingprofielenen de schoolwelbevindenvragenlijst zijn in het ‘landelijk vergelijkend schoolrapport’enkele resultaten opgenomen.

2.8 Taakverdeling tussen beide uitvoerende instituten

Het PRIMA-onderzoek wordt door twee onderzoeksinstituten tezamen uitgevoerd.Tot nu toe is in dit rapport in het midden gelaten welk onderzoeksinstituut welk ge-deelte van de beschreven werkzaamheden in het basisonderwijs nu precies heeft ver-richt. Tussen ITS en SCO-Kohnstamm Instituut zijn voorafgaand aan de vijfde metingafspraken over de werkverdeling gemaakt.

Aan de basis daarvan staat de verdeling van de PRIMA-basisscholen tussen de onder-zoeksinstituten naar regio. Deze verdeling komt er op neer dat het SCO-Kohnstamm Instituut verantwoordelijk was voor alle dataverzameling bij de betrokken basisscho-len in de provincie Noord-Holland en in de stad Den Haag en het ITS overal elders inNederland. Alle dataverzameling en -verwerking is in alle fasen door beide institutenafzonderlijk uitgevoerd met betrekking tot de eigen scholen.

18

Page 27: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

In dit veldwerkverslag is geen aandacht besteed aan de toetsafnames en andere data-verzamelingen die op lokaal niveau hebben plaatsgevonden in opdracht van schoolbe-sturen of gemeenten. Dat is gebeurd in het kader van de School Prestatie Metingen(SPM) van het ITS en het project PRIMA-plus van het SCO-Kohnstamm Instituut enstaat daarmee buiten het PRIMA-cohortonderzoek.

19

Page 28: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Deel II De leerlinggegevens

Page 29: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

18

Page 30: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

3 Achtergronden van de leerlingen

3.1 Achtergronden van de leerlingen

In deze paragraaf beschrijven we de samenstelling van de groep leerlingen die in het schooljaar2002/2003 aan het PRIMA-onderzoek heeft deelgenomen. Bij deze beschrijving maken we steedseen onderscheid naar de totale steekproef en de referentiesteekproef.

De achtergrondkenmerken van de leerlingen die in de tabellen worden gepresenteerd, zijn verstrektdoor de scholen (c.q. directies, leerkrachten, administratie), die daartoe enkele formulieren hebbeningevuld. In totaal zijn van 58471 leerlingen deze kenmerken bekend. Van deze groep heeft 96.7%ook aan de toetsafnames deelgenomen. In Tabel 3.1 staan allereerst enige kenmerken van de leer-lingen zelf; deze zijn dus gebaseerd op de totale groep, inclusief degenen zonder toetsscores. Deleeftijd is overigens berekend per 1 januari 2003.

Uit Tabel 3.1 is op te maken dat de verschillende kenmerken betrekking hebben op een steeds wis-selend aantal leerlingen. De vragen op de formulieren zijn dus niet allemaal even consequent inge-vuld, met als gevolg dat we soms belangrijke achtergrondkenmerken moeten missen. Hierop komenwe later terug in verband met de indeling van leerlingen naar hun sociaal-etnische achtergrond. Hetverschil in de samenstelling van de referentiesteekproef en de totale steekproef wordt vooral zicht-baar bij het kenmerk wegingsfactor.

De totale scholensteekproef bevat naast de referentiesteekproef een aanvullende steekproef van scholen met relatief veel leerlingen in achterstandssituaties, zodat het aandeel leerlingen uit deOAB-doelgroepen relatief groot is.

19

Page 31: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 3.1 - Achtergrondkenmerken van de leerlingen, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal

maximaal aantal 10748 10249 9883 9764 40644 15681 14678 14106 14006 58471leerlingen

leeftijd (• •) 5.8 7.9 9.9 11.9 8.8 5.8 8.0 10.0 12.0 8.8

n 10502 10045 9735 9632 39914 15262 14378 13864 13807 57311 sekse (%)jongens 51.0 50.6 50.5 49.8 50.5 51.1 50.1 50.5 49.8 50.4meisjes 49.0 49.4 49.5 50.2 49.5 48.9 49.9 49.5 50.2 49.6

n 10625 10169 9791 9669 40254 15434 14522 13945 13848 57749 verblijfsduur in Nederland (%)< 1 jaar .4 .3 .3 .1 .3 .5 .4 .4 .2 .41-3 jaar 1.0 .9 .8 .5 .8 1.7 1.6 1.4 1.1 1.54-5 jaar 2.5 .6 .8 .7 1.2 4.3 1.1 1.2 1.2 2.0> 5 jaar .7 2.3 3.0 3.1 2.3 1.7 4.4 5.7 5.9 4.4altijd 95.4 95.8 95.1 95.6 95.5 91.8 92.4 91.2 91.5 91.7

n 10167 9819 9465 9361 38812 14642 14045 13480 13456 55623 gezinssamenstelling(%)vader en moeder 90.5 91.0 90.5 89.3 90.3 87.5 87.7 86.8 86.2 87.1alleen moeder 8.3 8.1 8.2 9.1 8.5 11.2 11.4 11.9 12.0 11.6alleen vader .5 .5 .6 .8 .6 .6 .6 .7 .9 .7anders/onbekend .7 .4 .6 .8 .6 .6 .4 .6 .8 .6

n 10372 9967 9583 9481 39403 15175 14312 13742 13662 56891 OAB-wegingsfactor(%)0.00 70.3 71.0 68.8 68.0 69.6 56.6 58.7 56.8 56.2 57.10.25 14.3 14.8 17.1 18.8 16.2 15.0 15.8 18.0 19.6 17.00.40 .1 .1 .1 .0 .1 .0 .1 .1 .0 .00.70 .1 .2 .2 .2 .2 .4 .4 .4 .4 .40.90 15.2 13.9 13.9 13.0 14.0 28.0 25.0 24.8 23.7 25.5

n 10473 10007 9683 9577 39740 15250 14342 13801 13740 57133

Het kenmerk ‘wegingsfactor’ is gebaseerd op enkele achtergrondgegevens van de ouders van deleerling, met name hun etnische herkomst, opleiding en beroep. Specifieke gegevens hierover zijnweergegeven in de volgende tabellen. Tabel 3.2 bevat informatie omtrent het geboorteland van bei-de ouders.

20

Page 32: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 3.2 - Geboorteland van de ouders, naar steekproef en jaargroep (in %)

referentiesteekproef totale steekproef2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal

geboortelandvaderNederland 81.6 83.3 83.0 83.5 82.8 69.2 72.0 71.9 73.1 71.5Suriname 1.4 1.4 1.5 1.6 1.5 2.1 2.2 2.3 2.4 2.2Antillen .4 .5 .4 .4 .4 .8 .8 .7 .7 .8Molukken .0 .0 .1 .2 .1 .1 .1 .2 .2 .2Turkije 4.9 4.5 4.7 4.5 4.6 9.2 8.3 8.5 8.2 8.5Marokko 4.9 4.0 4.3 3.7 4.2 8.9 7.8 7.8 7.1 7.9Griekenland .1 .0 .1 .1 .1 .1 .0 .1 .1 .1Spanje .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .2 .1Italië .1 .1 .1 .1 .1 .2 .1 .1 .2 .2Portugal .0 .0 .0 .1 .0 .1 .1 .1 .2 .1voormaligJoegoslavië .4 .5 .5 .4 .5 .8 .7 .7 .7 .7

China .3 .3 .3 .3 .3 .4 .4 .4 .4 .4Vietnam .2 .2 .2 .1 .2 .2 .3 .3 .3 .3overigelanden 5.4 5.1 4.8 4.8 5.0 7.9 7.2 6.8 6.3 7.1

n 9784 9498 9115 8972 37369 13918 13251 12675 12593 52437

geboortelandmoederNederland 80.8 81.9 82.5 82.9 82.0 68.2 70.6 71.1 72.0 70.4Suriname 1.7 2.0 2.0 2.1 1.9 2.7 3.1 3.1 3.3 3.0Antillen .7 .8 .7 .6 .7 1.4 1.6 1.3 1.2 1.4Molukken .0 .1 .1 .2 .1 .1 .2 .2 .2 .2Turkije 4.4 4.1 4.4 4.3 4.3 8.4 7.6 7.8 7.7 7.9Marokko 4.7 3.8 4.2 3.6 4.1 8.3 7.2 7.5 6.8 7.5Griekenland .1 .0 .0 .0 .0 .0 .0 .0 .0Spanje .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .2 .1 .1Italië .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .1Portugal .0 .0 .1 .1 .1 .1 .1 .1 .2 .1voormaligJoegoslavië .5 .5 .4 .5 .5 .8 .7 .6 .8 .7

China .3 .3 .3 .4 .3 .4 .4 .4 .5 .4Vietnam .2 .3 .2 .1 .2 .2 .3 .3 .3 .3overigelanden 6.4 6.0 5.0 5.1 5.6 9.1 8.0 7.2 6.9 7.9

n 10360 9934 9535 9391 39220 15109 14237 13657 13521 56524

Ook uit Tabel 3.2 blijkt het verschil tussen de referentiesteekproef en de totale steekproef: in detotale steekproef bevinden zich circa 12% meer leerlingen wier ouders niet in Nederland geboren zijn dan in de referentiesteekproef. Relatief veel allochtone ouders zijn geboren in Turkije, Marok-ko en Suriname; daarnaast is de categorie ‘overige landen’ redelijk sterk gevuld. De aantallen leer-lingen die in de tabel vermeld staan, kunnen worden afgezet tegen het maximale aantal leerlingen in Tabel 3.1. Dan wordt duidelijk dat van ongeveer 96% van alle leerlingen het geboorteland van tenminste een van de ouders bekend is. Behalve naar geboorteland is op de formulieren ook gevraagd

21

Page 33: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

naar het opleidingsniveau van de ouders. Het ging daarbij niet om gedetailleerde gegevens, maarom een inschatting van het niveau. Gekozen kon worden uit vier niveaus: maximaal lager onder-wijs, maximaal lager beroepsonderwijs, maximaal middelbaar beroepsonderwijs (inclusief MAVO,HAVO, VWO), of een HBO/WO-opleiding. In Tabel 3.3 staan de verdelingen.

Tabel 3.3 - Opleidingsniveau van de ouders, naar steekproef en jaargroep (in %)

referentiesteekproef totale steekproef2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal

opleiding vadermax. LO 8.7 7.7 8.7 8.7 8.4 15.3 13.8 14.8 15.4 14.8max. LBO 31.2 32.1 33.4 35.1 32.9 32.4 33.5 34.8 36.0 34.1max. MBO 36.0 36.5 34.3 33.3 35.1 32.4 32.8 30.8 29.6 31.5HBO/WO 24.1 23.6 23.6 22.9 23.6 20.0 20.0 19.6 18.9 19.6

n 9235 8947 8549 8289 35020 13282 12577 12024 11826 49709

opleiding moedermax. LO 10.8 10.1 11.2 10.9 10.7 18.6 17.2 18.7 19.0 18.4max. LBO 25.8 27.1 28.6 31.3 28.1 27.4 29.2 30.0 32.2 29.6max. MBO 44.2 43.4 41.0 39.6 42.1 38.6 37.8 35.8 34.2 36.7HBO/WO 19.2 19.4 19.3 18.1 19.0 15.4 15.8 15.5 14.6 15.3

n 9765 9376 8956 8713 36810 14437 13601 13009 12763 53810

Uit Tabel 3.3 wordt duidelijk dat we van zo’n 90% van de leerlingen beschikken over het oplei-dingsniveau van ten minste een van de ouders. Overigens betekent het feit dat er minder ‘vader-gegevens’ zijn dan ‘moeder-gegevens’ niet per definitie dat de vader-gegevens niet zijn verstrekt. Inveel gevallen heeft dat er mee te maken dat het kind opgroeit in een eenoudergezin, en doorgaans zijn dat dan gezinnen zonder vader.

3.2 Sociaal-etnische achtergrond

In het PRIMA-onderzoek wordt naast de wegingsfactor nog een andere, gedetailleerdere maat voorsociaal-etnische achtergrond gehanteerd. Aan de basis daarvan staan de in Tabel 3.2 en Tabel 3.3 weergegeven kenmerken herkomstland en opleiding van de ouders. Bij de bepaling van deze varia-bele wordt in principe gebruik gemaakt van de gegevens van beide ouders. Alleen wanneer het eeneenoudergezin betreft, wordt uitgegaan van de gegevens van de ene, wel aanwezige ouder. Bij het herkomstland van de ouders is het herkomstland van de vader als vertrekpunt genomen. De op basisvan deze gegevens geconstrueerde variabele ‘sociaal-etnische achtergrond’ kan de volgende waar-den aannemen:1. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn van Turkse of Marokkaanse her-

komst;2. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn afkomstig uit andere landen dan Ne-

derland, Turkije of Marokko (overig allochtonen);3. beide ouders hebben maximaal een LBO-opleiding en zijn van Nederlandse herkomst (autoch-

toon);

22

Page 34: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

4. de hoogst opgeleide ouder heeft maximaal een MBO-opleiding;5. de hoogst opgeleide ouder heeft een opleiding op HBO- of WO-niveau. Bij de eerste drie categorieën speelt de etnische herkomst, i.c. het geboorteland, dus wel een rol, maar bij de twee hoogste categorieën niet meer. De verdeling van de categorieën staat in Tabel 3.4.

Tabel 3.4 - Sociaal-etnische achtergrond, naar steekproef en jaargroep (in %)

referentiesteekproef totale steekproef2 4 6 8 totaal 2 4 6 8 totaal

max LBO, Tu/Ma 6.4 6.0 6.7 6.2 6.3 12.4 11.4 12.3 11.8 12.0max LBO, ov. all. 4.7 4.4 4.1 4.3 4.4 7.8 7.5 7.3 7.6 7.5max LBO, aut. 16.9 17.2 19.3 21.4 18.6 16.8 17.6 19.5 21.7 18.8max MBO 42.6 43.3 40.6 39.9 41.6 38.8 39.5 36.9 36.0 37.8HBO/WO 29.4 29.1 29.3 28.1 29.0 24.2 24.2 24.0 22.9 23.8

n 9897 9522 9146 8964 37529 14585 13774 13218 13050 54627

Uit vergelijking van de aantallen in Tabel 3.4 met die in Tabel 3.1 maakt duidelijk dat we 3844(6.6%) leerlingen uit de totale steekproef en 3115 (7.7%) leerlingen uit de referentiesteekproef nietkunnen onderbrengen in een van de sociaal-etnische achtergrondcategorieën. Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we deze achtergrondcategorieën afgezet tegen deOAB-wegingsfactor (vgl. Tabel 3.1). Hieruit bleek dat binnen de totale steekproef van 5.9% van de 0.00-leerlingen de achtergrond ontbrak; voor de 0.25- en 0.90-leerlingen ging het om 1.1, respectie-velijk 6.0%. Binnen de referentiesteekproef betrof het achtereenvolgens 6.7, 1.2 en 9.9%. In beide steekproeven is de non-respons onder de niet-achterstandsleerlingen (0.00) en de allochtone achter-standsleerlingen (0.90) het hoogst. De non-respons onder de autochtone achterstandskinderen is betrekkelijk laag.

23

Page 35: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

4 De taal-, reken- en leestoetsen

4.1 Inleiding

Sinds de derde meting van het PRIMA-onderzoek zijn voor dit onderzoek hoofdzakelijk toetsen uit Cito-leerlingvolgsysteem (Cito-LVS) afgenomen. Paragraaf 4.2 bevat een beknopte beschrijving van de gehanteerde toetsen. In de paragrafen daarna wordt ingegaan op de respons op deze toetsen en de behaalde scores door diverse groepen en steekproeven in PRIMA4.

4.2 De taal-, reken- en leestoetsen

In Figuur 4.1 staat per jaargroep weergegeven welke toetsen in de vijfde PRIMA-meting zijn afge-nomen en hoeveel items elke toets telt. De cursivering betekent dat de toets afkomstig is uit hetCito-LVS.

Figuur 4.1 - Overzicht afgenomen toetsen met tussen [ ] het aantal opgaven per toets

taal rekenen lezen

groep 2 Taal voor kleuters (56) Ordenen oudste kleuters [42] -groep 4 PRIMA-taal [60] Rekenen / Wiskunde M4 [58] -

groep 6 PRIMA-taal [65] Rekenen /Wiskunde M6 [115] Begrijpend lezen 2 (deel 1 en

2 of deel 1 en 3) [50]

groep 8 PRIMA-taal [64] Rekenen /

Wiskunde M8 [120]Begrijpend lezen 4 (deel 1 en2 of deel 1 en 3) [50]

Nieuw in deze vijfde meting is de toets Taal voor kleuters voor groep 2. Deze toets is de vervangervan de Begrippentoets die door het Cito niet meer wordt geleverd. Ook de toets Taal voor kleuterkan klassikaal worden afgenomen. De toets meet in het eerste deel de passieve woordenschat vaneen leerling, het herkennen van begrippen en het begrijpen van korte teksten. In het tweede deel richt de toets zich op schriftoriëntatie, klank en rijm, eerste en laatste woord horen en auditievesynthese.

Al eerder is het via een kalibratie-onderzoek mogelijk gemaakt dat de behaalde ruwe scores op deBegrippentoets worden omgezet naar PRIMA-taalvaardigheidsscores, die op dezelfde schaal liggenals de scores op de PRIMA-taaltoetsen in groep 4, 6 en 8. Wij verwijzen - ook voor deze laatstetoetsen - dan ook naar eerdere PRIMA-rapportages en naar de kalibratie-rapportage van Vierke(1995). Om de eenheid van de schaal over de groepen 2, 4, 6 en 8 intact te houden, is de toets Taal voor Kleuters op dezelfde schaal gebracht als de Begrippentoets. Hierdoor blijven de vaardigheids-scores in groep 2 vergelijkbaar met eerdere metingen en met de behaalde taalscores in de groepen4, 6 en 8. Een verslag van dit kalibratie-onderzoek wordt in een aparte publicatie gedaan.

24

Page 36: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Voor (voorbereidend) rekenen in groep 2 werd de toets Ordenen voor de oudste kleuters gebruikt. Ook deze toets werd al bij vorige PRIMA-metingen ingezet. De toets is rond drie orde-ningsprincipes opgebouwd:- classificeren: bij elkaar horende voorwerpen bij elkaar plaatsen; - seriëren: groepjes voorwerpen op bepaalde kenmerken rangschikken;- vergelijken en tellen: het aantal of de volgorde in een reeks voorwerpen bepalen.Na het reeds aangehaalde kalibratie-onderzoek was het mogelijk de scores op de toets Ordenen omte zetten naar PRIMA-rekenvaardigheidsscores, die op dezelfde schaal lagen als de scores op dePRIMA-rekentoetsen voor groep 4, 6 en 8. Bij de derde PRIMA-meting zijn deze laatste rekentoet-sen echter vervangen door andere toetsen. Daarom zijn de ruwe scores op de toets Ordenen vanaf de derde PRIMA-meting omgezet naar vaardigheidsscores via de tabel in de Cito-handleiding. Dezescores worden in het vervolg van dit rapport gehanteerd als het gaat om de rekenscores van groep 2.Er is dus sprake van een schaalbreuk tussen de rekenscores van groep 2 en van de hogere groepen.

Als rekentoets voor groep 4, 6 en 8 zijn de zogenaamde medio-versies voor deze leerjaren van de toets Rekenen/Wiskunde uit het Cito-LVS afgenomen. Deze toets is ontwikkeld om de algemenerekenvaardigheid te meten in de groepen 3 tot en met 8. In de lagere groepen is sprake van een ‘ge-leide’ toets (de opgaven worden dus voorgelezen door de afname-leider) die bestaat uit twee delenvan elk circa 45 minuten. De toetsen voor groep 6 en 8 bestaan uit drie delen van elk circa 45 minu-ten die de leerlingen zelfstandig doorwerken. De toetsen bevatten veel open vragen. Voor het PRIMA-onderzoek moesten de toetsen daarom eerst worden nagekeken, waarna de scores vanaf deopgavenboekjes (groep 4) of antwoordbladen (groep 6 en 8) werden overgebracht naar een databe-stand. Er bestaat een gekalibreerde schaal voor alle LVS-toetsen Rekenen/Wiskunde van het Cito. Vanaf groep 6 is er in principe sprake van twee subschalen: Getallen & Bewerkingen naast Meten,Tijd & Geld. Het is echter ook mogelijk om vaardigheidsscores voor de totale toets te berekenen. De omzetting van ruwe scores tot deze vaardigheidsscores voor rekenen-totaal - die in dit rapport worden gehanteerd - is gebeurd aan de hand van gegevens die het Cito heeft verstrekt.

In groep 6 en 8 zijn ook deel 2 respectievelijk 4 van de toets Begrijpend Lezen afgenomen, even-eens afkomstig uit het Cito-LVS. Deze toets bestaat voor beide leerjaren uit een algemeen deel vooralle leerlingen, gevolgd door een optioneel gedeelte: de betere leerlingen maken een moeilijkervervolgdeel dan de zwakkere leerlingen. In PRIMA3 is destijds besloten om bij alle leerlingen heteerste deel plus het makkelijkste vervolgdeel af te nemen. In PRIMA5 is de toets Begrijpend Lezen echter geheel volgens de regels afgenomen: afhankelijk van hun score op het eerste deel werd aande leerlingen deel 2 òf deel 3 voorgelegd. De leestoetsen bevatten uitsluitend multiple-choice opga-ven; de leerlingen van groep 6 en 8 hebben hun antwoorden op optisch inleesbare antwoordbladeningevuld. De ruwe scores zijn omgezet in vaardigheidsscores volgens de tabellen uit de Cito-handleiding.

4.3 Respons

In totaal namen 58471 leerlingen deel aan de vijfde meting van PRIMA; dit zijn de leerlingen waar-van de scholen bij aanvang van het schooljaar hebben gemeld dat de leerlingen in de betreffendeklassen zaten. Van al deze leerlingen zijn - in principe - ook de achtergrondkenmerken bekend die

25

Page 37: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

door de scholen (directies, administraties) zijn verstrekt en zijn opgeslagen in het administratiebe-stand. Ten opzichte van deze groep heeft 96.7% (56516) van de leerlingen ook de toetsen gemaakt.Dit betekent dat van 3.3% van de leerlingen geen toetsgegevens bekend zijn. Dit kan onder meer te maken hebben met absentie door ziekte, of door tussentijdse verhuizingen.

Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieve uitval hebben we de feitelijke verdeling vande sociaal-etnische achtergrond in het administratiebestand afgezet tegen de verdeling in het toets-bestand. Deze verdelingen geven we in Tabel 4.1, waarbij we een uitsplitsing hebben gemaakt naartotale steekproef en referentiesteekproef. In de tabel staan alleen de leerlingen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is.

Tabel 4.1 - Respons op de taal-, reken- en leestoetsen, naar steekproef en sociaal-etnische achter-grond (in %)

referentiesteekproef totale steekproefverdeling respons verdeling respons

LBO Tu/Ma 6.3 6.3 12.0 11.9LBO ov. all. 4.4 4.2 7.5 7.3LBO aut. 18.6 18.6 18.8 18.9MBO 41.6 41.7 37.8 38.0HBO/WO 29.0 29.1 23.8 24.0

n 37529 36566 54627 52878

Zoals uit de hoge deelname aan de toetsen verwacht mag worden, zijn de verschillen tussen feite-lijke verdeling en respons uitermate klein. Zowel in de referentiesteekproef als ook in de totalesteekproef is het verschil hoogstens .1 à .2 %-punten.

4.4 De taal-, reken- en leesvaardigheid

In Tabel 4.2 worden eerst de gemiddelde scores op taal, rekenen en begrijpend lezen per jaargroepweergegeven; daarna volgt in Tabel 4.3, 4.4 en 4.5 een uitsplitsing van deze gemiddelden naar soci-aal-etnische achtergrond, en in Tabel 4.6, 4.7 en 4.8 een uitsplitsing naar geslacht. De gemiddeldenin de eerste tabel zijn gebaseerd op alle leerlingen; de totaalgemiddelden in de laatste vier tabellenzijn gebaseerd op die leerlingen, van wie het betreffende achtergrondgegeven - sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht - bekend is (dus exclusief de ‘missings’ op die variabele).

26

Page 38: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 4.2 - Vaardigheidsscores taal, rekenen en begrijpend lezen, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

taalgroep 2 988.3 34.5 9939 982.4 35.7 14256groep 4 1048.2 36.2 9679 1042.8 37.3 13788groep 6 1081.4 33.3 9438 1076.9 33.3 13378groep 8 1119.1 35.5 9347 1114.6 35.7 13286

rekenengroep 2 56.4 13.6 10001 54.8 13.5 14412groep 4 69.4 11.7 9719 67.9 11.8 13792groep 6 95.1 10.2 9226 93.8 10.4 13076groep 8 117.7 9.1 8869 116.7 9.3 12626

lezengroep 6 36.2 15.1 9373 34.4 15.1 13210groep 8 56.0 16.5 9235 54.0 16.4 13155

27

Page 39: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 4.3 - Vaardigheidsscores taal, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2LBO Tu/Ma 958.7 29.7 554 955.3 27.9 1592LBO ov. all. 963.7 31.6 406 959.6 29.9 992LBO aut. 981.4 30.7 1562 979.7 31.7 2258MBO 990.9 32.9 3917 987.5 34.2 5210HBO/WO 1000.0 33.6 2736 997.3 34.3 3269

totaal 988.8 34.4 9175 982.7 35.6 13321

groep 4LBO Tu/Ma 1010.0 31.4 514 1011.8 30.2 1454LBO ov. all. 1024.5 31.6 369 1023.0 33.2 923LBO aut. 1043.2 33.8 1553 1041.3 34.1 2279MBO 1049.9 33.8 3921 1047.0 35.1 5143HBO/WO 1060.4 34.5 2663 1057.9 35.6 3180

totaal 1048.5 36.0 9020 1043.0 37.2 12979

groep 6LBO Tu/Ma 1053.6 26.8 590 1052.9 25.9 1526LBO ov. all. 1062.8 24.3 351 1060.3 26.0 891LBO aut. 1072.9 28.8 1665 1071.6 28.8 2430MBO 1082.6 31.8 3574 1079.9 31.7 4689HBO/WO 1095.4 34.0 2565 1094.2 34.3 3021

totaal 1081.8 33.5 8745 1077.1 33.4 12557

groep 8LBO Tu/Ma 1087.6 31.1 538 1088.1 28.9 1491LBO ov. all. 1102.3 32.9 363 1098.0 31.2 910LBO aut. 1110.2 31.0 1827 1108.6 30.9 2672MBO 1120.9 33.4 3432 1119.3 33.7 4483HBO/WO 1133.5 35.4 2426 1132.1 35.9 2870

totaal 1119.3 35.5 8586 1114.6 35.7 12426

28

Page 40: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 4.4 - Vaardigheidsscores rekenen, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-grond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2LBO Tu/Ma 48.9 12.9 570 48.3 11.7 1629LBO ov. all. 50.2 12.4 409 48.6 11.3 1010LBO aut. 53.3 12.6 1567 52.8 12.5 2285MBO 56.8 13.0 3946 56.0 13.1 5258HBO/WO 60.7 13.8 2743 60.1 13.9 3293

totaal 56.6 13.6 9235 55.0 13.5 13475

groep 4LBO Tu/Ma 61.8 10.0 533 61.5 10.2 1473LBO ov. all. 62.6 10.8 378 62.5 10.8 923LBO aut. 67.0 11.2 1570 66.1 11.3 2300MBO 69.6 11.2 3923 68.7 11.4 5145HBO/WO 73.1 11.4 2640 72.5 11.6 3128

totaal 69.4 11.6 9044 67.9 11.8 12969

groep 6LBO Tu/Ma 88.7 10.6 553 88.6 9.8 1476LBO ov. all. 90.8 10.4 346 89.7 10.2 857LBO aut. 92.1 9.5 1622 91.6 9.6 2370MBO 95.6 9.8 3489 94.8 9.8 4579HBO/WO 98.7 9.6 2548 98.2 9.6 3000

totaal 95.2 10.2 8558 93.9 10.3 12282

groep 8LBO Tu/Ma 112.6 9.1 495 112.9 8.7 1352LBO ov. all. 114.1 8.8 330 112.9 9.3 848LBO aut. 114.5 8.6 1730 114.0 8.5 2551MBO 117.8 8.6 3282 117.5 8.6 4295HBO/WO 121.1 8.6 2335 120.8 8.6 2762

totaal 117.6 9.0 8172 116.7 9.1 11808

29

Page 41: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 4.5 - Vaardigheidsscores lezen, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6LBO Tu/Ma 24.0 12.5 552 24.5 12.0 1484LBO ov. all. 28.8 12.5 343 28.1 13.0 855LBO aut. 30.6 13.2 1663 30.3 13.3 2412MBO 36.6 14.4 3552 35.5 14.4 4636HBO/WO 43.2 14.4 2574 42.7 14.7 3011

totaal 36.3 15.1 8684 34.4 15.1 12398

groep 8LBO Tu/Ma 44.5 14.7 530 44.5 14.0 1436LBO ov. all. 49.3 14.1 357 47.1 14.4 903LBO aut. 49.8 14.8 1826 49.0 14.7 2675MBO 56.0 15.4 3391 55.4 15.3 4444HBO/WO 63.5 15.9 2415 62.9 16.1 2856

totaal 55.8 16.4 8519 53.9 16.4 12314

30

Page 42: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 4.6 - Vaardigheidsscores taal, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 985.9 34.0 5018 980.6 35.2 7191meisjes 991.1 34.7 4805 984.6 36.0 6876

totaal 988.4 34.5 9823 982.5 35.6 14067

groep 4jongens 1047.2 36.5 4868 1041.6 37.4 6841meisjes 1049.4 35.9 4741 1044.3 37.2 6814

totaal 1048.3 36.2 9609 1042.9 37.3 13655

groep 6jongens 1079.2 33.2 4724 1074.9 33.0 6664meisjes 1083.9 33.1 4642 1079.2 33.4 6584

totaal 1081.5 33.3 9366 1077.0 33.3 13248

groep 8jongens 1118.3 36.1 4620 1113.8 36.0 6576meisjes 1119.9 35.0 4638 1115.5 35.4 6592

totaal 1119.1 35.6 9258 1114.6 35.7 13168

31

Page 43: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 4.7 - Vaardigheidsscores rekenen, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 55.9 13.3 5044 54.6 13.3 7259meisjes 57.0 13.9 4840 55.2 13.8 6960

totaal 56.4 13.6 9884 54.9 13.5 14219

groep 4jongens 71.2 11.6 4888 69.8 11.7 6839meisjes 67.6 11.4 4764 66.0 11.6 6821

totaal 69.4 11.7 9652 67.9 11.8 13660

groep 6jongens 96.5 9.8 4643 95.4 9.9 6548meisjes 93.7 10.3 4500 92.4 10.4 6387

totaal 95.1 10.1 9143 93.9 10.3 12935

groep 8jongens 119.1 9.0 4439 118.2 9.1 6300meisjes 116.2 9.0 4378 115.3 9.0 6218

totaal 117.7 9.1 8817 116.7 9.2 12518

Tabel 4.8 - Vaardigheidsscores lezen, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6jongens 35.4 15.2 4688 33.4 15.3 6566meisjes 37.1 14.9 4615 35.4 14.8 6520

totaal 36.2 15.0 9303 34.4 15.1 13086 groep 8jongens 55.0 16.6 4571 53.0 16.6 6489meisjes 57.0 16.3 4607 55.1 16.2 6556

totaal 56.0 16.5 9178 54.0 16.4 13045

32

Page 44: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

5 De intelligentietests

5.1 De intelligentietests

Voor de intelligentietests is gebruik gemaakt van bestaand materiaal dat destijds is ontwikkeld tenbehoeve van de Landelijke Evaluatie van het Onderwijsvoorrangsbeleid (LEO; de voorganger van het Onderwijsachterstandenbeleid). De indertijd door het RION ontwikkelde intelligentietests be-staan uit vijf onderdelen: figuren samenstellen, exclusie, getallenreeksen, categorieën en analogieën. Voor het PRIMA-onderzoek is alleen gebruik gemaakt van de non-verbale onderdelen ‘figurensamenstellen’ en ‘exclusie’. Ook deze tests zijn tijdens een vooronderzoek op hun psychometrischeeigenschappen onderzocht (Driessen, Van Langen & Oudenhoven, 1994). Op basis hiervan zijnenkele items uit de oorspronkelijke tests verwijderd. De intelligentietests zijn alleen in de groepen4, 6 en 8 afgenomen. Testafname van een geëigende test is in groep 2 achterwege gebleven teneinde deze leerlingen niet te veel te belasten.

5.2 Respons

In totaal namen 42790 leerlingen uit de groepen 4, 6 en 8 deel aan de vijfde meting van PRIMA; ditzijn de leerlingen uit het administratiebestand. Ten opzichte van deze groep heeft 91.9% van deleerlingen ook de intelligentietests gemaakt. Om na te gaan of er eventueel sprake is van selectieveuitval hebben we de verdeling van de sociaal-etnische achtergrond in het administratiebestand afge-zet tegen de verdeling in het bestand met de testresultaten. Deze verdelingen geven we in Tabel 5.1,met daarbij een uitsplitsing naar totale steekproef en referentiesteekproef. In de tabel staan alleen de leerlingen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is.

Tabel 5.1 - Respons op de intelligentietests, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %) referentiesteekproef totale steekproef verdeling respons verdeling respons LBO Tu/Ma 6.3 6.3 11.8 11.7LBO ov. all. 4.3 4.1 7.5 6.8LBO aut. 19.2 19.1 19.5 19.4 MBO 41.3 41.4 37.5 37.8 HBO/WO 28.9 29.0 23.7 24.2

n 27632 26339 40042 36860

33

Page 45: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

De verschillen in sociaal-etnische achtergrond tussen verdeling en respons zijn uitermate klein. In de referentiesteekproef is het verschil maximaal .2 %-punten. In de totale steekproef is het verschilmaximaal .7 %-punten.

Behalve naar de respons ten opzichte van de administratiesteekproef, hebben we ook gekeken naarde respons met betrekking tot het toetsbestand. Uit deze analyses bleek dat 94.1% van de 41690 ingroep 4, 6 en 8 getoetste leerlingen ook de intelligentietests heeft gemaakt. Daarnaast zijn er ook nog 91 leerlingen die weliswaar de intelligentietests hebben gemaakt, maar niet aan de toetsafnamehebben deelgenomen. Voor de hierna te beschrijven analyses nemen we ook deze laatstgenoemdegroep mee; in totaal betreft het 39309 leerlingen.

5.3 Intelligentiescores

In Tabel 5.2 presenteren we allereerst per jaargroep de gemiddelde totaalscores op de intelligentie-test, apart voor de referentiesteekproef en de totale steekproef. Daarna worden in Tabel 5.3 en Tabel 5.4 deze scores verder uitgesplitst naar sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht. Om-dat deze tests niet zijn gekalibreerd (zoals dat bij de taal- en rekentoetsen wel is gebeurd), is eenvergelijking tussen de jaargroepen niet mogelijk. Ook hier geldt dat de scores in Tabel 5.2 zijn ge-baseerd op alle leerlingen, en de totaalscores in de twee daarop volgende tabellen op de leerlingen van wie de sociaal-etnische achtergrond en het geslacht bekend zijn.

Tabel 5.2 - Intelligentiescores, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 4 27.9 5.34 9723 27.5 5.47 13456groep 6 25.9 4.62 9398 25.6 4.71 12958groep 8 26.2 4.43 9330 25.9 4.49 12895

34

Page 46: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 5.3 - Intelligentiescores, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 4LBO Tu/Ma 24.5 5.95 525 24.7 5.78 1412LBO ov. all. 25.6 5.82 371 25.6 5.78 857LBO aut. 26.6 5.70 1562 26.4 5.68 2209MBO 28.1 5.08 3921 27.9 5.20 5024HBO/WO 29.4 4.70 2674 29.3 4.71 3139

totaal 27.9 5.34 9053 27.5 5.48 12641

groep 6LBO Tu/Ma 23.4 5.15 587 23.9 5.03 1474LBO ov. all. 24.1 5.10 349 24.2 5.10 821LBO aut. 24.9 4.53 1661 24.8 4.55 2348MBO 26.1 4.50 3564 25.9 4.58 4556HBO/WO 27.2 4.11 2554 27.1 4.21 2971

totaal 25.9 4.61 8715 25.6 4.71 12170

groep 8LBO Tu/Ma 25.1 4.37 540 24.9 4.54 1436LBO ov. all. 24.7 4.50 365 24.9 4.59 843LBO aut. 25.1 4.58 1820 25.0 4.59 2588MBO 26.3 4.16 3431 26.2 4.20 4358HBO/WO 27.4 3.99 2415 27.3 4.03 2824

totaal 26.2 4.33 8571 26.0 4.42 12049

35

Page 47: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 5.4 - Intelligentiescores, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 4 jongens 27.7 5.40 4880 27.2 5.54 6650meisjes 28.2 5.25 4775 27.7 5.39 6677

totaal 27.9 5.33 9655 27.5 5.47 13327

groep 6 jongens 25.7 4.65 4700 25.3 4.81 6450meisjes 26.1 4.58 4637 25.9 4.59 6396

totaal 25.9 4.62 9337 25.6 4.71 12846

groep 8 jongens 26.1 4.57 4608 25.8 4.61 6378meisjes 26.3 4.29 4640 26.0 4.38 6408

totaal 26.2 4.44 9248 25.9 4.50 12786

36

Page 48: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

6 Leerlingprofielen

6.1 De leerlingprofielen

Bij alle PRIMA-metingen is aan de leerkrachten in groep 2, 4, 6 en 8 het zogenaamde leerlingpro-fiel voorgelegd waarop zij hun mening over de leerlingen ten aanzien van een aantal gedrags- en houdingsaspecten, het thuisklimaat en enkele onderwijskundige bijzonderheden konden geven. Inde loop van de tijd is dit leerlingprofiel al een aantal keren herzien. Tussen de derde en vierdePRIMA-meting is in schooljaar 1999/2000 een valideringsonderzoek naar de laatste versie van het instrument uitgevoerd (Jungbluth, Roede & Roeleveld, 2000). Naar aanleiding daarvan is het profielbij de vierde meting opnieuw op enkele punten bijgesteld en uitgebreid. Deze laatste versie van deleerlingprofielen is ook in de vijfde PRIMA-meting aan de leerkrachten voorgelegd.

6.2 Respons

Bij de eerste drie PRIMA-metingen is aan de leerkrachten gevraagd voor elke leerling in hun klaseen leerlingprofiel in te vullen. Omdat het leerlingprofiel met enkele items is uitgebreid en daardoorde belasting voor de leerkrachten (nog) groter is geworden, is met ingang van de vierde metingbesloten niet meer voor alle leerlingen een leerlingprofiel te laten invullen. De selectie van de leer-lingen voor wie een leerlingprofiel aan de leerkracht werd voorgelegd zag er als volgt uit: per groepwerd gekeken naar het aantal leerlingen. In een groep van 14 of minder leerlingen werd voor elkeleerling een formulier aangemaakt. Bij groepen met meer dan 14 leerlingen werd random 75 pro-cent van de leerlingen geselecteerd.

De leerlingprofielen zijn door de toetsleiders bij hun eerste bezoek op school achtergelaten, zodat de leerkrachten ze in de periode totdat de feitelijke toetsafname plaatsvond konden invullen. Na de toetsafnames hebben de toetsleiders de formulieren weer mee teruggenomen. Nog niet ingevuldeformulieren konden de leerkrachten nazenden.

In totaal zijn 56516 leerlingen getoetst. Van 68.7% van deze leerlingen is ook het leerlingprofiel beschikbaar. Daarnaast zijn er ook nog 475 leerlingen die niet zijn getoetst, maar waarvan wel hetprofiel is ingevuld. In totaal betreft het 39280 leerlingprofielen. Het administratiebestand bevat 58471 leerlingen. Ten opzichte van dat bestand is de respons 67.1%.

Of er sprake is van selectieve uitval hebben we gecontroleerd door de feitelijke verdeling naar soci-aal-etnische achtergrond van de leerlingen in het administratiebestand af te zetten tegen de responsop de leerlingprofielen. De resultaten hiervan staan vermeld in Tabel 6.1, waarbij we een uitsplit-sing hebben gemaakt naar totale steekproef en referentiesteekproef. De tabel bevat alleen de leerlin-gen waarvan de sociaal-etnische achtergrond bekend is.

37

Page 49: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.1 - Respons op de leerlingprofielen, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %)

referentiesteekproef totale steekproefverdeling respons verdeling respons

LBO Tu/Ma 6.3 5.9 12.0 11.3LBO ov. all. 4.4 3.8 7.5 6.6LBO aut. 18.6 18.9 18.8 19.6MBO 41.6 41.9 37.8 38.2HBO/WO 29.0 29.4 23.8 24.3

n 37529 26251 54627 37329

In de referentiesteekproef wijkt de verdeling van de sociaal-etnische achtergrond tussen de admini-stratiesteekproef en profielensteekproef nauwelijks af; het maximale verschil in de afzonderlijke categorieën bedraagt 0.8 %-punten. Gemiddeld iets groter zijn de verschillen in de totale steekproef,maar ook hier bedragen de verschillen maximaal 0.9 %-punten.

6.3 Schalen

In de volgende paragraaf geven we een overzicht van de schalen die in het leerlingprofiel aan de orde komen. Hoe deze schalen tot stand zijn gekomen staat uitvoerig beschreven in het technischerapport van de vierde meting. Hier zullen we er niet verder op ingaan.

De afzonderlijke items uit het leerlingprofiel zijn samengevat in de volgende schalen:- cognitieve capaciteiten - onderpresteerder- bovenpresteerder- gedrag- zelfvertrouwen- populariteit- werkhouding- schoolwelbevinden- relatie met de leerkracht - etnische breuk - sociaal milieu- remediërende maatregelen- aandacht voor discipline - extra leerstofaanbod voor de slimme leerlingen - gereduceerd leerstofaanbod voor de zwakkere leerlingen.

6.4 Schaalscores

Om een indruk te geven van de gemiddelde scores op de geconstrueerde schalen presenteren weallereerst in Tabel 6.2 een overzicht van de schaalscores uitgesplitst naar steekproef en jaargroep. De scores zijn berekend door het gemiddelde te nemen van de afzonderlijke items, voor zover ten

38

Page 50: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

minste tweederde deel van de items over de betreffende leerling zijn ingevuld. Daarna volgt in Ta-bel 6.3 tot en met Tabel 6.17 een verdere verbijzondering naar sociaal-etnische achtergrond.

Tabel 6.2 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

cognitieve capaciteiten groep 2 3.67 .92 8321 3.60 .95 11575groep 4 3.53 1.02 6545 3.48 1.03 9247groep 6 3.55 1.03 6298 3.50 1.04 8726groep 8 3.51 1.08 6288 3.45 1.08 8996

onderpresteerdergroep 2 2.49 .74 8237 2.53 .75 11438groep 4 2.50 .76 6515 2.53 .76 9202groep 6 2.50 .79 6267 2.53 .78 8669groep 8 2.49 .79 6207 2.53 .80 8902

bovenpresteerdergroep 2 2.39 .73 8288 2.43 .72 11510groep 4 2.48 .76 6546 2.51 .76 9226groep 6 2.50 .80 6295 2.53 .79 8713groep 8 2.52 .81 6237 2.53 .79 8934

gedraggroep 2 3.62 .74 8414 3.59 .75 11694groep 4 3.66 .74 6648 3.63 .77 9386groep 6 3.65 .77 6357 3.61 .79 8821groep 8 3.65 .78 6331 3.61 .80 9048

zelfvertrouwengroep 2 3.73 .82 8275 3.74 .81 11487groep 4 3.74 .79 6509 3.73 .79 9205groep 6 3.77 .78 6265 3.75 .79 8701groep 8 3.80 .77 6274 3.78 .77 8964

populariteitgroep 2 3.72 .71 8265 3.70 .72 11477groep 4 3.65 .73 6543 3.62 .74 9229groep 6 3.59 .78 6275 3.56 .79 8711groep 8 3.58 .80 6253 3.57 .80 8933

39

Page 51: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Vervolg Tabel 6.2 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

werkhoudinggroep 2 3.37 .88 8268 3.35 .88 11486groep 4 3.43 .86 6517 3.39 .86 9216groep 6 3.41 .88 6286 3.37 .88 8715groep 8 3.41 .87 6263 3.38 .88 8956

schoolwelbevindengroep 2 4.24 .59 8291 4.24 .59 11526groep 4 4.10 .63 6557 4.08 .63 9248groep 6 4.03 .67 6287 4.01 .68 8715groep 8 3.99 .68 6267 3.98 .69 8953

relatie met de leerkrachtgroep 2 4.17 .53 8285 4.16 .54 11510groep 4 4.10 .52 6547 4.08 .54 9242groep 6 4.03 .55 6282 4.01 .56 8714groep 8 4.01 .58 6266 4.00 .59 8958

etnische breukgroep 2 1.80 1.00 8257 2.09 1.17 11464groep 4 1.78 .98 6523 2.06 1.16 9171groep 6 1.79 .97 6262 2.04 1.14 8670groep 8 1.75 .94 6225 2.01 1.14 8898

sociaal milieugroep 2 3.72 .80 8302 3.60 .87 11537groep 4 3.69 .78 6548 3.56 .85 9244groep 6 3.64 .82 6265 3.51 .87 8687groep 8 3.58 .82 6268 3.47 .87 8961

remediërende maatregelengroep 2 2.10 .99 8221 2.19 1.00 11393groep 4 2.32 1.10 6489 2.37 1.10 9168groep 6 2.27 1.07 6274 2.31 1.06 8696groep 8 2.15 1.02 6240 2.19 1.03 8908

disciplinegroep 2 2.26 .84 8206 2.30 .85 11399groep 4 2.37 .84 6532 2.42 .86 9215groep 6 2.36 .87 6260 2.41 .88 8674groep 8 2.33 .87 6254 2.37 .88 8929

40

Page 52: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Vervolg Tabel 6.2 - Schaalscores op de leerlingprofielen, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

extra leerstofaanbod voor slimme leerlingengroep 2 2.72 .91 7969 2.71 .91 11105groep 4 2.80 .99 6477 2.77 .99 9106groep 6 2.80 1.04 6234 2.77 1.04 8646groep 8 2.83 1.14 6251 2.78 1.13 8918

gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingengroep 2 2.17 .82 8167 2.23 .84 11349groep 4 2.24 .87 6509 2.28 .87 9174groep 6 2.23 .88 6250 2.27 .88 8662groep 8 2.22 .93 6242 2.25 .92 8910

41

Page 53: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.3 - Schaalscores ‘cognitieve capaciteiten’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproefsd n sd n• • • •

groep 2 LBO Tu/Ma 3.23 .91 448 3.20 .94 1247LBO ov.all. 3.28 .92 308 3.26 .96 731LBO aut. 3.29 .95 1373 3.29 .96 1980MBO 3.69 .87 3350 3.67 .90 4292HBO/WO 4.00 .82 2368 3.98 .83 2763

groep 4 LBO Tu/Ma 3.06 .98 374 3.08 1.01 989LBO ov.all. 3.29 1.07 226 3.29 1.05 578LBO aut. 3.20 1.07 1072 3.20 1.05 1581MBO 3.53 1.00 2681 3.51 1.01 3520HBO/WO 3.85 .94 1821 3.86 .94 2158

groep 6 LBO Tu/Ma 3.05 1.12 357 3.12 1.07 922LBO ov.all. 3.28 .96 211 3.28 1.01 525LBO aut. 3.18 1.01 1168 3.17 1.02 1698MBO 3.60 .99 2388 3.57 .99 3070HBO/WO 3.90 .93 1768 3.90 .94 2059

groep 8 LBO Tu/Ma 3.08 1.08 352 3.07 1.07 982LBO ov.all. 3.24 1.09 229 3.20 1.07 577LBO aut. 3.09 1.08 1272 3.10 1.08 1920MBO 3.53 1.02 2373 3.54 1.02 3098HBO/WO 3.91 .99 1624 3.90 .98 1935

42

Page 54: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.4 - Schaalscores ‘onderpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach-tergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.71 .67 440 2.72 .68 1226LBO ov.all. 2.76 .69 303 2.76 .72 718LBO aut. 2.49 .65 1366 2.52 .68 1966MBO 2.47 .73 3331 2.50 .74 4249HBO/WO 2.42 .79 2331 2.43 .80 2729

groep 4 LBO Tu/Ma 2.74 .72 362 2.67 .71 977LBO ov.all. 2.57 .73 230 2.59 .72 581LBO aut. 2.52 .75 1067 2.54 .75 1568MBO 2.49 .74 2678 2.51 .75 3517HBO/WO 2.46 .79 1817 2.47 .79 2147

groep 6 LBO Tu/Ma 2.63 .74 355 2.59 .73 908LBO ov.all. 2.67 .76 212 2.64 .75 525LBO aut. 2.58 .75 1162 2.62 .75 1688MBO 2.51 .78 2378 2.53 .77 3056HBO/WO 2.40 .82 1754 2.42 .82 2040

groep 8 LBO Tu/Ma 2.58 .75 353 2.63 .77 983LBO ov.all. 2.63 .85 224 2.68 .84 566LBO aut. 2.55 .78 1261 2.57 .78 1903MBO 2.51 .77 2332 2.51 .77 3058HBO/WO 2.39 .82 1605 2.42 .82 1915

43

Page 55: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.5 - Schaalscores ‘bovenpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach-tergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.75 .70 450 2.71 .67 1241LBO ov.all. 2.63 .68 306 2.61 .69 724LBO aut. 2.63 .72 1362 2.61 .71 1964MBO 2.40 .72 3342 2.41 .72 4270HBO/WO 2.16 .68 2361 2.17 .68 2756

groep 4 LBO Tu/Ma 2.87 .73 361 2.80 .74 972LBO ov.all. 2.59 .76 229 2.66 .73 578LBO aut. 2.62 .77 1070 2.61 .76 1566MBO 2.50 .75 2687 2.51 .75 3527HBO/WO 2.28 .74 1829 2.27 .75 2162

groep 6 LBO Tu/Ma 2.80 .78 353 2.74 .78 916LBO ov.all. 2.71 .78 215 2.64 .74 530LBO aut. 2.68 .77 1161 2.68 .75 1689MBO 2.51 .79 2391 2.52 .78 3073HBO/WO 2.27 .79 1767 2.28 .80 2053

groep 8 LBO Tu/Ma 2.81 .76 351 2.78 .73 985LBO ov.all. 2.65 .76 226 2.61 .76 565LBO aut. 2.68 .76 1269 2.66 .76 1909MBO 2.54 .79 2343 2.52 .79 3070HBO/WO 2.28 .80 1613 2.29 .79 1925

44

Page 56: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.6 - Schaalscores ‘gedrag’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 3.48 .71 454 3.49 .75 1260LBO ov.all. 3.54 .77 307 3.45 .82 731LBO aut. 3.56 .75 1393 3.52 .76 2010MBO 3.64 .74 3394 3.63 .75 4339HBO/WO 3.68 .71 2386 3.67 .71 2786

groep 4 LBO Tu/Ma 3.36 .78 371 3.42 .80 992LBO ov.all. 3.56 .88 236 3.58 .85 593LBO aut. 3.58 .77 1089 3.54 .78 1605MBO 3.68 .73 2724 3.66 .76 3577HBO/WO 3.75 .68 1852 3.75 .69 2192

groep 6 LBO Tu/Ma 3.46 .79 360 3.46 .85 929LBO ov.all. 3.63 .85 215 3.47 .89 536LBO aut. 3.56 .77 1178 3.51 .80 1717MBO 3.65 .76 2411 3.64 .77 3110HBO/WO 3.75 .76 1784 3.76 .75 2075

groep 8 LBO Tu/Ma 3.42 .82 354 3.36 .87 990LBO ov.all. 3.52 .82 229 3.49 .81 572LBO aut. 3.57 .82 1281 3.53 .83 1930MBO 3.66 .75 2384 3.66 .76 3113HBO/WO 3.73 .75 1640 3.73 .75 1953

45

Page 57: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.7 - Schaalscores ‘zelfvertrouwen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-grond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 3.81 .74 444 3.81 .75 1237LBO ov.all. 3.70 .81 304 3.74 .80 723LBO aut. 3.65 .83 1369 3.65 .83 1974MBO 3.71 .83 3337 3.72 .83 4255HBO/WO 3.78 .81 2345 3.77 .80 2736

groep 4 LBO Tu/Ma 3.68 .75 365 3.73 .76 972LBO ov.all. 3.85 .77 230 3.75 .78 583LBO aut. 3.70 .82 1053 3.68 .81 1564MBO 3.72 .80 2683 3.71 .80 3522HBO/WO 3.80 .77 1816 3.79 .78 2153

groep 6 LBO Tu/Ma 3.80 .74 357 3.80 .75 916LBO ov.all. 3.84 .75 213 3.79 .79 531LBO aut. 3.68 .80 1160 3.64 .82 1693MBO 3.75 .78 2378 3.73 .80 3070HBO/WO 3.83 .79 1756 3.82 .78 2044

groep 8 LBO Tu/Ma 3.90 .66 353 3.84 .73 984LBO ov.all. 3.81 .68 226 3.76 .72 565LBO aut. 3.71 .80 1264 3.68 .81 1905MBO 3.78 .76 2363 3.78 .76 3086HBO/WO 3.84 .78 1628 3.83 .78 1937

46

Page 58: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.8 - Schaalscores ‘populariteit’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 3.53 .69 446 3.53 .71 1231LBO ov.all. 3.52 .70 304 3.52 .73 723LBO aut. 3.60 .71 1373 3.61 .71 1981MBO 3.77 .70 3326 3.75 .71 4245HBO/WO 3.79 .69 2347 3.79 .69 2740

groep 4 LBO Tu/Ma 3.36 .71 368 3.43 .72 976LBO ov.all. 3.43 .84 228 3.49 .79 579LBO aut. 3.54 .77 1075 3.52 .76 1582MBO 3.68 .72 2683 3.66 .73 3520HBO/WO 3.76 .69 1818 3.75 .71 2152

groep 6 LBO Tu/Ma 3.47 .76 355 3.48 .78 921LBO ov.all. 3.50 .78 211 3.49 .79 530LBO aut. 3.42 .80 1155 3.39 .82 1690MBO 3.61 .77 2390 3.59 .78 3077HBO/WO 3.71 .77 1756 3.70 .76 2041

groep 8 LBO Tu/Ma 3.52 .79 350 3.51 .75 980LBO ov.all. 3.49 .74 226 3.49 .78 568LBO aut. 3.49 .83 1267 3.47 .83 1908MBO 3.59 .79 2352 3.59 .79 3066HBO/WO 3.67 .77 1618 3.67 .78 1925

47

Page 59: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.9 - Schaalscores ‘werkhouding’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-grond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 3.20 .85 444 3.27 .85 1229LBO ov.all. 3.30 .85 302 3.25 .88 718LBO aut. 3.16 .86 1362 3.14 .88 1970MBO 3.38 .88 3338 3.37 .88 4267HBO/WO 3.52 .85 2353 3.52 .85 2746

groep 4 LBO Tu/Ma 3.17 .79 366 3.19 .83 978LBO ov.all. 3.41 .94 232 3.40 .90 584LBO aut. 3.27 .90 1074 3.23 .88 1586MBO 3.45 .85 2659 3.42 .86 3498HBO/WO 3.54 .84 1820 3.56 .84 2153

groep 6 LBO Tu/Ma 3.21 .86 354 3.26 .90 915LBO ov.all. 3.41 .90 210 3.34 .94 528LBO aut. 3.21 .87 1160 3.15 .88 1689MBO 3.41 .86 2392 3.40 .86 3082HBO/WO 3.57 .88 1766 3.57 .87 2052

groep 8 LBO Tu/Ma 3.28 .82 354 3.25 .87 986LBO ov.all. 3.30 .93 228 3.31 .96 569LBO aut. 3.22 .87 1264 3.18 .88 1906MBO 3.41 .87 2355 3.42 .87 3076HBO/WO 3.60 .84 1622 3.60 .84 1932

48

Page 60: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.10 - Schaalscores ‘schoolwelbevinden’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 4.18 .55 444 4.22 .57 1240LBO ov.all. 4.17 .56 306 4.20 .59 719LBO aut. 4.15 .62 1370 4.17 .62 1978MBO 4.25 .58 3347 4.26 .59 4284HBO/WO 4.29 .58 2350 4.28 .59 2744

groep 4 LBO Tu/Ma 3.95 .67 365 4.01 .65 983LBO ov.all. 4.17 .61 233 4.08 .61 582LBO aut. 4.03 .66 1073 3.99 .66 1579MBO 4.09 .64 2689 4.09 .64 3528HBO/WO 4.16 .59 1827 4.17 .60 2157

groep 6 LBO Tu/Ma 4.04 .62 354 4.05 .64 913LBO ov.all. 4.06 .69 211 4.00 .69 530LBO aut. 3.91 .69 1163 3.87 .69 1695MBO 4.03 .66 2393 4.01 .67 3080HBO/WO 4.10 .68 1761 4.10 .67 2048

groep 8 LBO Tu/Ma 3.97 .63 348 3.96 .66 977LBO ov.all. 3.95 .68 228 3.92 .72 566LBO aut. 3.87 .71 1271 3.85 .72 1911MBO 3.99 .68 2366 4.00 .68 3089HBO/WO 4.06 .67 1619 4.06 .67 1928

49

Page 61: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.11 - Schaalscores ‘relatie met de leerkracht’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 4.05 .50 441 4.07 .55 1233LBO ov.all. 4.00 .57 306 4.05 .56 722LBO aut. 4.12 .51 1374 4.14 .52 1981MBO 4.19 .54 3340 4.19 .54 4272HBO/WO 4.21 .52 2359 4.21 .52 2749

groep 4 LBO Tu/Ma 3.92 .55 368 3.95 .57 983LBO ov.all. 4.14 .57 232 4.02 .55 582LBO aut. 4.08 .53 1073 4.05 .53 1578MBO 4.11 .53 2680 4.09 .54 3521HBO/WO 4.14 .51 1826 4.13 .52 2159

groep 6 LBO Tu/Ma 3.95 .56 354 3.95 .59 912LBO ov.all. 4.03 .57 214 3.94 .61 531LBO aut. 3.98 .55 1166 3.96 .54 1698MBO 4.03 .54 2392 4.01 .55 3085HBO/WO 4.08 .56 1753 4.07 .55 2040

groep 8 LBO Tu/Ma 3.83 .65 348 3.88 .63 976LBO ov.all. 3.93 .63 222 3.90 .67 561LBO aut. 3.97 .59 1272 3.98 .59 1914MBO 4.02 .56 2360 4.02 .57 3084HBO/WO 4.04 .55 1623 4.04 .56 1937

50

Page 62: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.12 - Schaalscores ‘etnische breuk’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-grond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 3.92 .69 447 3.89 .68 1225LBO ov.all. 3.50 1.03 302 3.50 .99 719LBO aut. 1.62 .54 1363 1.66 .59 1974MBO 1.62 .79 3328 1.81 .97 4251HBO/WO 1.49 .74 2348 1.62 .88 2738

groep 4 LBO Tu/Ma 3.87 .64 366 3.95 .67 965LBO ov.all. 3.43 1.07 223 3.44 .99 567LBO aut. 1.58 .58 1069 1.62 .58 1579MBO 1.61 .77 2680 1.77 .93 3505HBO/WO 1.52 .73 1821 1.64 .88 2142

groep 6 LBO Tu/Ma 3.97 .68 354 3.96 .66 902LBO ov.all. 3.39 1.14 211 3.45 1.04 528LBO aut. 1.62 .57 1158 1.66 .56 1689MBO 1.63 .76 2372 1.78 .90 3053HBO/WO 1.46 .67 1759 1.55 .80 2044

groep 8 LBO Tu/Ma 3.88 .63 347 3.96 .64 964LBO ov.all. 3.17 1.03 223 3.35 1.06 559LBO aut. 1.61 .56 1258 1.60 .55 1901MBO 1.56 .72 2345 1.69 .87 3063HBO/WO 1.47 .71 1617 1.57 .84 1930

51

Page 63: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.13 - Schaalscores ‘sociaal milieu’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achter-grond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.87 .84 448 2.92 .88 1238LBO ov.all. 3.00 .85 306 2.93 .88 723LBO aut. 3.39 .82 1369 3.34 .88 1977MBO 3.79 .70 3342 3.73 .75 4280HBO/WO 4.07 .64 2361 4.04 .67 2755

groep 4 LBO Tu/Ma 2.87 .81 372 2.84 .84 985LBO ov.all. 2.95 .81 228 2.92 .85 578LBO aut. 3.44 .78 1073 3.36 .82 1581MBO 3.76 .70 2682 3.70 .74 3524HBO/WO 4.02 .65 1825 4.00 .68 2157

groep 6 LBO Tu/Ma 2.74 .84 357 2.78 .85 911LBO ov.all. 3.04 .90 213 2.92 .89 527LBO aut. 3.36 .78 1160 3.28 .81 1694MBO 3.69 .73 2380 3.66 .75 3066HBO/WO 4.01 .69 1752 3.99 .71 2040

groep 8 LBO Tu/Ma 2.80 .81 349 2.75 .83 973LBO ov.all. 3.01 .82 226 2.95 .88 566LBO aut. 3.24 .80 1265 3.21 .82 1911MBO 3.64 .75 2369 3.61 .77 3094HBO/WO 3.97 .66 1620 3.96 .69 1932

52

Page 64: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.14 - Schaalscores ‘remediërende maatregelen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.70 .97 443 2.68 .97 1228LBO ov.all. 2.69 1.01 298 2.62 1.00 710LBO aut. 2.33 1.03 1351 2.36 1.03 1947MBO 2.06 .96 3320 2.10 .97 4229HBO/WO 1.83 .86 2339 1.86 .87 2724

groep 4 LBO Tu/Ma 2.76 1.07 364 2.70 1.07 968LBO ov.all. 2.56 1.13 230 2.59 1.11 575LBO aut. 2.57 1.15 1060 2.58 1.13 1568MBO 2.30 1.10 2661 2.32 1.09 3502HBO/WO 2.08 1.02 1807 2.08 1.03 2138

groep 6 LBO Tu/Ma 2.58 1.13 355 2.51 1.07 914LBO ov.all. 2.48 .99 211 2.50 1.03 523LBO aut. 2.52 1.07 1161 2.55 1.06 1691MBO 2.23 1.05 2382 2.26 1.04 3069HBO/WO 2.02 1.02 1761 2.03 1.00 2049

groep 8 LBO Tu/Ma 2.42 .93 347 2.42 .98 966LBO ov.all. 2.49 1.07 229 2.47 1.06 564LBO aut. 2.44 1.06 1262 2.41 1.05 1903MBO 2.13 1.00 2351 2.12 1.00 3071HBO/WO 1.89 .93 1616 1.91 .94 1925

53

Page 65: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.15 - Schaalscores ‘discipline’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.43 .76 436 2.45 .81 1230LBO ov.all. 2.42 .82 300 2.51 .89 719LBO aut. 2.38 .87 1350 2.41 .88 1936MBO 2.27 .86 3318 2.28 .86 4232HBO/WO 2.11 .79 2336 2.13 .79 2730

groep 4 LBO Tu/Ma 2.64 .83 366 2.67 .88 970LBO ov.all. 2.49 .94 225 2.49 .91 573LBO aut. 2.52 .89 1073 2.56 .90 1581MBO 2.36 .84 2678 2.39 .85 3517HBO/WO 2.24 .78 1820 2.24 .80 2155

groep 6 LBO Tu/Ma 2.58 .85 357 2.58 .91 916LBO ov.all. 2.44 .82 212 2.56 .88 527LBO aut. 2.50 .87 1160 2.56 .88 1686MBO 2.38 .85 2372 2.40 .85 3052HBO/WO 2.20 .86 1755 2.20 .85 2043

groep 8 LBO Tu/Ma 2.64 .92 348 2.64 .94 968LBO ov.all. 2.57 .96 226 2.57 .93 559LBO aut. 2.47 .88 1265 2.47 .88 1909MBO 2.34 .86 2353 2.33 .86 3075HBO/WO 2.16 .82 1623 2.16 .82 1935

54

Page 66: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.16 - Schaalscores ‘extra leerstofaanbod voor slimme leerlingen’, naar steekproef, jaar-groep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.52 .78 430 2.49 .83 1210LBO ov.all. 2.49 .84 284 2.56 .86 689LBO aut. 2.38 .83 1301 2.43 .86 1890MBO 2.70 .88 3219 2.73 .89 4121HBO/WO 2.99 .94 2278 3.00 .94 2655

groep 4 LBO Tu/Ma 2.58 .89 363 2.54 .92 968LBO ov.all. 2.63 .98 227 2.66 .99 559LBO aut. 2.53 .95 1064 2.51 .95 1553MBO 2.76 .98 2645 2.75 .97 3471HBO/WO 3.07 1.01 1809 3.10 1.01 2137

groep 6 LBO Tu/Ma 2.40 1.01 358 2.48 1.00 916LBO ov.all. 2.53 1.00 211 2.60 1.04 526LBO aut. 2.44 .93 1154 2.47 .95 1680MBO 2.81 1.01 2367 2.81 1.00 3052HBO/WO 3.16 1.08 1741 3.17 1.07 2023

groep 8 LBO Tu/Ma 2.48 .99 350 2.49 1.02 969LBO ov.all. 2.65 1.16 227 2.59 1.08 560LBO aut. 2.39 1.04 1264 2.39 1.03 1903MBO 2.81 1.10 2353 2.83 1.10 3074HBO/WO 3.27 1.13 1620 3.26 1.12 1931

55

Page 67: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.17 - Schaalscores ‘gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingen’, naar steekproef,jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 LBO Tu/Ma 2.58 .81 442 2.58 .82 1228LBO ov.all. 2.53 .84 296 2.52 .85 717LBO aut. 2.42 .87 1342 2.43 .86 1934MBO 2.14 .80 3302 2.17 .81 4208HBO/WO 1.93 .73 2323 1.95 .74 2715

groep 4 LBO Tu/Ma 2.70 .84 365 2.61 .84 970LBO ov.all. 2.53 .90 229 2.49 .86 576LBO aut. 2.44 .92 1064 2.45 .89 1568MBO 2.21 .86 2673 2.23 .86 3503HBO/WO 2.01 .79 1821 2.01 .80 2151

groep 6 LBO Tu/Ma 2.64 .93 354 2.53 .89 909LBO ov.all. 2.40 .84 207 2.45 .87 522LBO aut. 2.48 .89 1156 2.50 .88 1684MBO 2.20 .86 2367 2.22 .85 3048HBO/WO 1.97 .82 1762 1.97 .81 2049

groep 8 LBO Tu/Ma 2.55 .88 351 2.51 .90 968LBO ov.all. 2.40 .91 224 2.44 .90 560LBO aut. 2.55 .97 1256 2.51 .95 1900MBO 2.21 .90 2356 2.19 .89 3074HBO/WO 1.91 .82 1620 1.92 .81 1930

In de voorgaande tabellen zijn de scores op de geconstrueerde schalen naast steekproef en jaargroepafgezet tegen de sociaal-etnische herkomst van de leerlingen. In Tabel 6.18 tot en met Tabel 6.32 geven we de uitsplitsing naar geslacht weer.

56

Page 68: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.18 - Schaalscores ‘cognitieve capaciteiten’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.58 .93 4266 3.53 .95 5937meisjes 3.76 .90 4045 3.68 .94 5611

groep 4 jongens 3.49 1.04 3311 3.45 1.04 4637meisjes 3.57 1.01 3226 3.50 1.02 4598

groep 6 jongens 3.57 1.02 3158 3.52 1.03 4344meisjes 3.54 1.04 3111 3.48 1.04 4348

groep 8 jongens 3.52 1.07 3147 3.47 1.08 4496meisjes 3.49 1.09 3129 3.44 1.09 4482

Tabel 6.19 - Schaalscores ‘onderpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 2.58 .76 4224 2.61 .76 5881meisjes 2.40 .71 4003 2.44 .72 5530

groep 4 jongens 2.61 .78 3302 2.62 .78 4618meisjes 2.40 .71 3207 2.43 .71 4574

groep 6 jongens 2.65 .82 3153 2.67 .80 4327meisjes 2.35 .72 3085 2.40 .72 4306

groep 8 jongens 2.64 .83 3113 2.65 .84 4455meisjes 2.34 .72 3082 2.40 .73 4428

57

Page 69: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.20 - Schaalscores ‘bovenpresteerder’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 2.38 .70 4247 2.41 .70 5900meisjes 2.41 .76 4031 2.45 .75 5583

groep 4 jongens 2.41 .74 3321 2.43 .74 4642meisjes 2.56 .78 3217 2.59 .78 4572

groep 6 jongens 2.40 .77 3166 2.42 .75 4350meisjes 2.61 .83 3100 2.64 .82 4327

groep 8 jongens 2.40 .77 3137 2.42 .76 4476meisjes 2.64 .82 3088 2.65 .81 4439

Tabel 6.21 - Schaalscores ‘gedrag’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.49 .76 4310 3.46 .77 5990meisjes 3.77 .68 4094 3.73 .71 5677

groep 4 jongens 3.49 .76 3365 3.47 .78 4709meisjes 3.83 .67 3275 3.79 .72 4665

groep 6 jongens 3.46 .79 3193 3.42 .80 4399meisjes 3.85 .71 3135 3.80 .74 4386

groep 8 jongens 3.50 .80 3173 3.44 .82 4525meisjes 3.80 .73 3146 3.77 .74 4504

58

Page 70: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.22 - Schaalscores ‘zelfvertrouwen’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.71 .83 4232 3.72 .83 5870meisjes 3.75 .80 4033 3.75 .79 5590

groep 4 jongens 3.72 .79 3303 3.71 .80 4632meisjes 3.77 .78 3198 3.75 .78 4561

groep 6 jongens 3.76 .78 3142 3.74 .79 4335meisjes 3.78 .78 3094 3.75 .79 4331

groep 8 jongens 3.81 .79 3145 3.79 .79 4486meisjes 3.78 .75 3117 3.77 .76 4459

Tabel 6.23 - Schaalscores ‘populariteit’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.68 .71 4241 3.66 .72 5889meisjes 3.77 .70 4014 3.73 .71 5562

groep 4 jongens 3.59 .74 3303 3.57 .75 4628meisjes 3.70 .72 3232 3.67 .73 4589

groep 6 jongens 3.53 .78 3155 3.50 .79 4349meisjes 3.66 .78 3091 3.62 .79 4326

groep 8 jongens 3.52 .82 3139 3.50 .82 4473meisjes 3.65 .76 3102 3.63 .77 4441

59

Page 71: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.24 - Schaalscores ‘werkhouding’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.18 .88 4228 3.16 .88 5877meisjes 3.57 .83 4031 3.54 .84 5585

groep 4 jongens 3.23 .87 3295 3.21 .87 4619meisjes 3.63 .80 3214 3.58 .82 4585

groep 6 jongens 3.17 .88 3151 3.14 .88 4339meisjes 3.65 .81 3107 3.61 .82 4341

groep 8 jongens 3.19 .87 3137 3.16 .88 4476meisjes 3.64 .81 3114 3.61 .82 4461

Tabel 6.25 - Schaalscores ‘schoolwelbevinden’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 4.18 .60 4244 4.18 .61 5904meisjes 4.30 .57 4037 4.30 .57 5595

groep 4 jongens 4.00 .65 3307 4.00 .65 4628meisjes 4.19 .60 3243 4.17 .60 4609

groep 6 jongens 3.91 .69 3156 3.91 .70 4342meisjes 4.14 .62 3102 4.11 .64 4337

groep 8 jongens 3.92 .72 3142 3.91 .73 4476meisjes 4.07 .63 3113 4.05 .65 4458

60

Page 72: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.26 - Schaalscores ‘relatie met de leerkracht’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 4.11 .53 4229 4.10 .54 5883meisjes 4.23 .52 4046 4.23 .52 5600

groep 4 jongens 4.02 .52 3308 4.00 .54 4631meisjes 4.19 .51 3232 4.15 .52 4600

groep 6 jongens 3.94 .56 3158 3.92 .56 4342meisjes 4.12 .53 3095 4.09 .54 4336

groep 8 jongens 3.96 .61 3137 3.94 .62 4480meisjes 4.06 .55 3117 4.06 .56 4459

Tabel 6.27 - Schaalscores ‘etnische breuk’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 1.80 1.00 4226 2.08 1.17 5861meisjes 1.79 .99 4021 2.08 1.17 5576

groep 4 jongens 1.80 .98 3289 2.07 1.16 4592meisjes 1.77 .98 3226 2.05 1.15 4568

groep 6 jongens 1.79 .98 3144 2.04 1.14 4320meisjes 1.78 .96 3089 2.03 1.13 4314

groep 8 jongens 1.76 .96 3123 2.02 1.16 4454meisjes 1.74 .93 3090 2.00 1.13 4425

61

Page 73: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.28 - Schaalscores ‘sociaal milieu’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.72 .81 4248 3.59 .88 5901meisjes 3.71 .80 4044 3.60 .87 5609

groep 4 jongens 3.65 .80 3314 3.53 .86 4644meisjes 3.73 .76 3226 3.60 .84 4589

groep 6 jongens 3.60 .84 3141 3.48 .89 4320meisjes 3.68 .80 3095 3.55 .86 4331

groep 8 jongens 3.56 .84 3141 3.44 .89 4476meisjes 3.60 .81 3115 3.49 .85 4466

Tabel 6.29 - Schaalscores ‘remediërende maatregelen’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 2.23 1.02 4206 2.29 1.02 5822meisjes 1.97 .93 4005 2.07 .97 5545

groep 4 jongens 2.38 1.11 3284 2.42 1.11 4594meisjes 2.26 1.08 3197 2.33 1.09 4562

groep 6 jongens 2.27 1.05 3149 2.30 1.04 4338meisjes 2.26 1.08 3096 2.32 1.07 4322

groep 8 jongens 2.15 1.03 3133 2.18 1.02 4459meisjes 2.16 1.02 3096 2.20 1.03 4432

62

Page 74: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.30 - Schaalscores ‘discipline’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 2.47 .90 4191 2.50 .90 5826meisjes 2.03 .71 4005 2.09 .74 5547

groep 4 jongens 2.60 .89 3306 2.64 .91 4626meisjes 2.15 .72 3218 2.20 .75 4577

groep 6 jongens 2.60 .92 3131 2.65 .93 4314meisjes 2.11 .73 3100 2.16 .75 4324

groep 8 jongens 2.57 .94 3133 2.61 .95 4463meisjes 2.10 .73 3109 2.12 .74 4447

Tabel 6.31 - Schaalscores ‘extra leerstofaanbod voor slimme leerlingen’, naar steekproef, jaar-groep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 2.64 .89 4069 2.64 .89 5663meisjes 2.80 .92 3890 2.77 .93 5415

groep 4 jongens 2.81 1.00 3276 2.79 1.00 4570meisjes 2.79 .99 3193 2.74 .98 4524

groep 6 jongens 2.88 1.05 3112 2.85 1.05 4290meisjes 2.73 1.04 3093 2.71 1.03 4320

groep 8 jongens 2.88 1.16 3127 2.83 1.15 4452meisjes 2.79 1.12 3112 2.74 1.10 4447

63

Page 75: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.32 - Schaalscores ‘gereduceerd leerstofaanbod voor zwakkere leerlingen’, naar steekproef,jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 2.25 .83 4164 2.29 .84 5795meisjes 2.10 .80 3993 2.17 .83 5527

groep 4 jongens 2.26 .88 3287 2.28 .87 4589meisjes 2.21 .87 3214 2.27 .87 4573

groep 6 jongens 2.20 .86 3134 2.23 .85 4312meisjes 2.25 .91 3087 2.30 .90 4314

groep 8 jongens 2.19 .91 3131 2.22 .91 4454meisjes 2.26 .94 3099 2.28 .93 4437

64

Page 76: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

6.5 Onderwijskundige bijzonderheden

Het laatste blok vragen in het leerlingprofiel had betrekking op een aantal specifieke onderwijskun-dige bijzonderheden van de leerlingen volgens de leerkracht: hun aanspreekbaarheid in het Neder-lands, hun relatieve prestatieniveau, hun toekomstige onderwijsniveau, hun AVI-leesniveau en hundeelname aan OALT-lessen. Hierna beschrijven we in een aantal subparagrafen de opbrengstenhiervan.

6.5.1 Aanspreekbaarheid in het Nederlands

Aan de leerkrachten is de vraag gesteld in hoeverre de leerlingen aanspreekbaar zijn in het Neder-lands. De antwoordcategorieën zijn: (1) zeer slecht, (2) slecht, (3) matig, (4) goed en (5) zeer goed.In Tabel 6.33 presenteren we de gegevens in de vorm van gemiddelden. In Tabel 6.34 en Tabel 6.35 splitsen we deze gegevens uit naar sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht.

Tabel 6.33 - Aanspreekbaarheid in het Nederlands, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 4.39 .64 8393 4.29 .69 11650groep 4 4.45 .58 6623 4.37 .63 9332groep 6 4.49 .56 6343 4.41 .60 8790groep 8 4.53 .54 6300 4.47 .57 9009

65

Page 77: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.34 - Aanspreekbaarheid in het Nederlands, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnischeachtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2LBO Tu/Ma 3.63 .71 448 3.62 .74 1255LBO ov. all. 3.76 .73 304 3.81 .73 724LBO aut. 4.30 .56 1388 4.31 .56 1993MBO 4.44 .58 3398 4.39 .62 4337HBO/WO 4.59 .55 2391 4.56 .58 2789

totaal 4.39 .63 7929 4.29 .69 11098

groep 4LBO Tu/Ma 3.78 .65 377 3.77 .64 990LBO ov. all. 4.00 .61 236 3.98 .64 591LBO aut. 4.42 .53 1083 4.41 .53 1595MBO 4.51 .55 2710 4.46 .58 3555HBO/WO 4.60 .52 1842 4.57 .55 2177

totaal 4.45 .58 6248 4.37 .63 8908

groep 6LBO Tu/Ma 3.90 .60 360 3.91 .66 923LBO ov. all. 4.05 .63 214 4.06 .64 537LBO aut. 4.43 .51 1173 4.39 .52 1708MBO 4.52 .53 2406 4.47 .55 3096HBO/WO 4.66 .49 1780 4.64 .51 2070

totaal 4.49 .56 5933 4.41 .60 8334

groep 8LBO Tu/Ma 3.95 .58 349 3.97 .58 979LBO ov. all. 4.23 .56 227 4.14 .57 574LBO aut. 4.46 .52 1276 4.46 .52 1922MBO 4.56 .52 2374 4.54 .54 3100HBO/WO 4.69 .47 1634 4.67 .50 1949

totaal 4.53 .54 5860 4.46 .57 8524

66

Page 78: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.35 - Aanspreekbaarheid in het Nederlands, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 4.37 .64 4304 4.27 .70 5976meisjes 4.41 .63 4079 4.32 .68 5647

totaal 4.39 .64 8383 4.29 .69 11623

groep 4 4.42 .58 3348 4.34 .63 4674jongens 4.48 .58 3267 4.40 .62 4646meisjes

totaal 4.45 .58 6615 4.37 .63 9320

groep 6 jongens 4.45 .57 3179 4.38 .62 4377meisjes 4.52 .54 3135 4.44 .58 4377

totaal 4.49 .56 6314 4.41 .60 8754

groep 8 jongens 4.52 .55 3166 4.45 .58 4513meisjes 4.54 .54 3122 4.48 .57 4477

totaal 4.53 .54 6288 4.47 .57 8990

6.5.2 Het relatieve prestatieniveau

De leerkrachten kregen op het leerlingprofiel het volgende voorgelegd: ‘In vergelijking tot de klas-genoten zijn de schoolprestaties van deze leerling(e) …’. De antwoordcategorieën waaruit zij ver-volgens konden kiezen, luidden (1) zeer slecht, (2) slecht, (3) matig, (4) goed, en (5) zeer goed. InTabel 6.36 tot en met Tabel 6.38 staan de scores uitgesplitst naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond, respectievelijk geslacht.

Tabel 6.36 - Prestaties leerling(e) vergeleken met andere kinderen in groep, naar steekproef enjaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 3.70 .79 8206 3.64 .82 11424groep 4 3.65 .83 6414 3.60 .86 9088groep 6 3.64 .86 6122 3.59 .87 8528groep 8 3.60 .92 6150 3.54 .94 8820

67

Page 79: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.37 - Prestaties leerling(e) vergeleken met andere kinderen in groep, naar steekproef, jaar-groep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2LBO Tu/Ma 3.27 .83 442 3.25 .85 1237LBO ov. all. 3.31 .84 298 3.32 .86 723LBO aut. 3.42 .82 1347 3.42 .85 1946MBO 3.72 .72 3325 3.70 .76 4242HBO/WO 3.97 .72 2340 3.95 .74 2734

totaal 3.70 .78 7752 3.64 .82 10882

groep 4LBO Tu/Ma 3.27 .86 364 3.29 .87 968LBO ov. all. 3.43 .91 230 3.41 .95 578LBO aut. 3.41 .85 1050 3.41 .86 1554MBO 3.65 .81 2627 3.63 .83 3463HBO/WO 3.88 .77 1776 3.89 .78 2108

totaal 3.64 .83 6047 3.60 .86 8671

groep 6LBO Tu/Ma 3.18 .99 345 3.23 .94 903LBO ov. all. 3.37 .86 210 3.37 .90 526LBO aut. 3.35 .83 1122 3.34 .85 1648MBO 3.68 .82 2330 3.66 .82 3009HBO/WO 3.94 .79 1712 3.94 .79 1994

totaal 3.65 .86 5719 3.60 .87 8080

groep 8LBO Tu/Ma 3.21 .94 347 3.18 .97 973LBO ov. all. 3.35 1.00 225 3.28 .97 570LBO aut. 3.25 .92 1244 3.25 .93 1876MBO 3.62 .86 2311 3.62 .88 3027HBO/WO 3.95 .84 1590 3.94 .84 1896

totaal 3.59 .92 5717 3.53 .94 8342

68

Page 80: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.38 - Prestaties leerling(e) vergeleken met andere kinderen in groep, naar steekproef, jaar-groep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.62 .79 4200 3.57 .83 5843meisjes 3.77 .77 3996 3.71 .81 5554

totaal 3.70 .79 8196 3.64 .82 11397

Groep 4 jongens 3.61 .85 3241 3.58 .87 4558meisjes 3.68 .81 3165 3.62 .84 4518

totaal 3.64 .83 6406 3.60 .86 9076

Groep 6 jongens 3.65 .86 3056 3.60 .88 4237meisjes 3.64 .86 3038 3.59 .87 4257

totaal 3.64 .86 6094 3.59 .87 8494

Groep 8 jongens 3.60 .92 3081 3.55 .94 4406meisjes 3.59 .92 3057 3.53 .94 4396

totaal 3.60 .92 6138 3.54 .94 8802

6.5.3 Prognose voor toekomstig onderwijs

Middels twee vragen is aan de leerkrachten gevraagd een inschatting te geven van de mogelijkhe-den van de leerling(e) voor toekomstig onderwijs. Ten eerste was dat de vraag: ‘De kans dat deze leerling(e) ooit HBO of universiteit haalt acht ik: …’; hiervoor waren de antwoordcategorieën: (1)zeer klein, (2) klein, (3) twijfel, (4) groot en (5) zeer groot. Tabel 6.39 geeft de gemiddelden weer,uitgesplitst naar steekproef en jaargroep. In de Tabellen 6.40 en 6.41 worden de gemiddelden uitge-splitst naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische status, respectievelijk geslacht.

Tabel 6.39 – Kans op een HBO- of universitaire opleiding, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 3.08 1.05 7652 2.95 1.08 10645groep 4 2.98 1.11 6414 2.86 1.14 8997groep 6 2.96 1.19 6216 2.85 1.19 8636groep 8 2.88 1.33 6199 2.77 1.32 8876

69

Page 81: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

70

Page 82: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.40 – Kans op een HBO- of universitaire opleiding, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2LBO Tu/Ma 2.46 .97 412 2.33 .98 1173LBO ov. all. 2.59 .97 275 2.49 1.00 669LBO aut. 2.46 1.04 1220 2.41 1.04 1756MBO 3.07 .96 3101 3.03 .98 3954HBO/WO 3.61 .90 2231 3.57 .91 2595

totaal 3.08 1.05 7239 2.94 1.08 10147

groep 4LBO Tu/Ma 2.37 .98 368 2.28 1.02 964LBO ov. all. 2.53 1.07 230 2.47 1.09 561LBO aut. 2.49 1.07 1051 2.43 1.06 1535MBO 2.97 1.07 2628 2.90 1.08 3431HBO/WO 3.47 1.03 1770 3.46 1.05 2089

totaal 2.98 1.12 6047 2.85 1.14 8580

groep 6LBO Tu/Ma 2.19 1.16 362 2.22 1.09 923LBO ov. all. 2.50 1.12 204 2.46 1.13 524LBO aut. 2.39 1.07 1150 2.34 1.07 1673MBO 2.99 1.12 2352 2.95 1.11 3035HBO/WO 3.53 1.09 1743 3.51 1.10 2030

totaal 2.97 1.19 5811 2.85 1.20 8185

groep 8LBO Tu/Ma 2.17 1.16 344 2.15 1.17 966LBO ov. all. 2.46 1.26 213 2.39 1.22 555LBO aut. 2.21 1.19 1262 2.19 1.18 1900MBO 2.88 1.26 2344 2.87 1.26 3059HBO/WO 3.55 1.20 1605 3.52 1.20 1918

totaal 2.86 1.33 5768 2.75 1.32 8398

71

Page 83: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.41 – Kans op een HBO- of universitaire opleiding, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.01 1.05 3933 2.89 1.07 5467meisjes 3.15 1.04 3712 3.01 1.08 5155

totaal 3.08 1.05 7645 2.95 1.08 10622

Groep 4 jongens 2.95 1.13 3257 2.85 1.14 4537meisjes 3.01 1.10 3150 2.87 1.13 4449

totaal 2.98 1.11 6407 2.86 1.14 8986

Groep 6 jongens 2.98 1.19 3111 2.87 1.20 4297meisjes 2.95 1.19 3076 2.83 1.19 4303

totaal 2.96 1.19 6187 2.85 1.19 8600

Groep 8 jongens 2.90 1.33 3092 2.79 1.33 4426meisjes 2.85 1.33 3095 2.75 1.32 4431

totaal 2.88 1.33 6187 2.77 1.32 8857

De tweede vraag luidde: ‘De meest waarschijnlijke V.O.-keuze acht ik: …’. De antwoordcategorie-en waren: (1) VMBO-beroepsgericht, (2) VMBO-theoretisch, (3) HAVO en (4) VWO. Bij twijfelkonden er twee categorieën worden omcirkeld. Hierdoor komt het uiteindelijke aantal adviezen uit op zeven:

1) VMBO-beroepsgericht2) VMBO-beroepsgericht/VMBO-theoretisch3) VMBO-theoretisch4) VMBO-theoretisch/HAVO5) HAVO6) HAVO/VWO7) VWO.

Tabel 6.42 geeft de gemiddelden weer, uitgesplitst naar steekproef en jaargroep. In de Tabel 6.43 en Tabel 6.44 worden de gemiddelden uitgesplitst naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische status,respectievelijk geslacht.

72

Page 84: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.42 – Meest waarschijnlijke V.O.-keuze, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2 3.74 1.93 7508 3.53 1.93 10384groep 4 3.68 1.92 6388 3.50 1.92 8989groep 6 3.74 1.98 6226 3.56 1.95 8620groep 8 3.57 2.06 6183 3.34 2.03 8865

Tabel 6.43 – Meest waarschijnlijke V.O.-keuze, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach-tergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2LBO Tu/Ma 2.52 1.66 394 2.47 1.60 1133LBO ov. all. 2.68 1.75 266 2.63 1.71 637LBO aut. 2.64 1.74 1202 2.57 1.71 1706MBO 3.69 1.80 3033 3.64 1.81 3862HBO/WO 4.78 1.69 2201 4.70 1.73 2553

totaal 3.75 1.93 7096 3.53 1.93 9891

groep 4LBO Tu/Ma 2.57 1.68 367 2.54 1.65 970LBO ov. all. 2.99 1.85 227 2.90 1.81 556LBO aut. 2.83 1.76 1050 2.77 1.73 1531MBO 3.67 1.82 2621 3.57 1.83 3436HBO/WO 4.56 1.82 1761 4.54 1.83 2085

totaal 3.69 1.92 6026 3.50 1.92 8578

groep 6LBO Tu/Ma 2.48 1.63 362 2.54 1.59 910LBO ov. all. 2.89 1.79 209 2.87 1.74 519LBO aut. 2.76 1.72 1152 2.75 1.71 1677MBO 3.79 1.89 2349 3.71 1.86 3028HBO/WO 4.71 1.83 1758 4.67 1.83 2045

totaal 3.75 1.98 5830 3.57 1.95 8179

groep 8LBO Tu/Ma 2.42 1.73 346 2.36 1.68 973LBO ov. all. 2.80 1.95 227 2.62 1.81 562LBO aut. 2.57 1.79 1260 2.49 1.73 1895MBO 3.58 1.94 2320 3.51 1.94 3044HBO/WO 4.62 1.93 1594 4.53 1.94 1909

totaal 3.54 2.05 5747 3.32 2.02 8383

73

Page 85: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

74

Page 86: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.44 – Meest waarschijnlijke V.O.-keuze, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 2jongens 3.59 1.95 3836 3.41 1.94 5292meisjes 3.90 1.89 3665 3.67 1.92 5070

totaal 3.74 1.93 7501 3.53 1.93 10362

groep 4 jongens 3.62 1.95 3240 3.48 1.95 4523meisjes 3.75 1.88 3140 3.52 1.90 4454

totaal 3.68 1.92 6380 3.50 1.92 8977

Groep 6 jongens 3.77 2.02 3115 3.59 1.99 4283meisjes 3.72 1.94 3082 3.54 1.91 4301

totaal 3.74 1.98 6197 3.57 1.95 8584

groep 8 jongens 3.60 2.08 3104 3.38 2.06 4441meisjes 3.54 2.03 3067 3.32 2.00 4405

totaal 3.57 2.06 6171 3.35 2.03 8846

6.5.4 Het AVI-leesniveau

Evenals bij de vorige metingen is ook nu weer de vraag gesteld: ‘Op welk AVI-niveau leest dezeleerling(e)?’. De antwoordcategorieën waren ‘niet van toepassing’ en vervolgens ‘1’ tot en met ‘9’(het maximale AVI-niveau). Tabel 6.45 geeft de gemiddelden uitgesplitst naar steekproef en jaar-groep, en Tabel 6.46 en Tabel 6.47 vervolgens nog naar sociaal-etnische achtergrond, respectieve-lijk geslacht. De AVI-niveaus voor groep 2 zijn weggelaten, aangezien die daar meestal nog niet van toepassing zijn.

Tabel 6.45 - AVI-niveau, naar steekproef en jaargroep

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 4 4.67 2.04 5747 4.51 2.02 8275groep 6 8.23 1.21 4830 8.18 1.24 6751groep 8 8.86 .49 4391 8.85 .53 6320

75

Page 87: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.46 - AVI-niveau, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 4LBO Tu/Ma 4.21 1.82 342 4.04 1.78 932 LBO ov. all. 4.60 2.08 208 4.36 2.05 524 LBO aut. 4.30 1.94 943 4.20 1.92 1426MBO 4.61 1.96 2404 4.51 1.98 3188HBO/WO 5.15 2.12 1590 5.09 2.12 1899

totaal 4.69 2.03 5487 4.53 2.01 7969

groep 6LBO Tu/Ma 7.81 1.51 291 7.83 1.46 727 LBO ov. all. 7.85 1.41 151 7.76 1.48 395 LBO aut. 8.01 1.29 862 8.00 1.29 1295MBO 8.26 1.21 1890 8.25 1.20 2436HBO/WO 8.47 .97 1371 8.47 .98 1594

totaal 8.23 1.21 4565 8.18 1.24 6447

groep 8LBO Tu/Ma 8.77 .61 255 8.77 .70 673 LBO ov. all. 8.80 .52 152 8.77 .67 424 LBO aut. 8.87 .46 847 8.86 .46 1310MBO 8.88 .48 1691 8.88 .47 2209HBO/WO 8.90 .40 1141 8.90 .44 1366

totaal 8.87 .47 4086 8.86 .51 5982

76

Page 88: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.47 - AVI-niveau, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 4 jongens 4.48 2.02 2891 4.36 2.00 4113meisjes 4.85 2.04 2848 4.66 2.03 4151

totaal 4.67 2.04 5739 4.51 2.02 8264

groep 6 jongens 8.12 1.30 2406 8.08 1.33 3344meisjes 8.34 1.09 2395 8.27 1.14 3372

totaal 8.23 1.21 4801 8.18 1.24 6716

groep 8 jongens 8.82 .57 2236 8.81 .58 3195meisjes 8.91 .38 2144 8.89 .47 3112

totaal 8.86 .49 4380 8.85 .53 6307

77

Page 89: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

6.5.5 OALT-lessen

Het leerlingprofiel bevatte ten slotte nog de vraag of de betreffende leerling les krijgt in Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT). In Tabel 6.48 wordt per steekproef en jaargroep het percen-tage leerlingen weergegeven dat dergelijke lessen krijgt.

Tabel 6.48 - Percentage leerlingen dat les krijgt in Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT), naar steekproef en jaargroep (n is het totaal aantal leerlingen in de groep waarvoor de vraag isingevuld) referentiesteekproef totale steekproef

% n % n OALTgroep 2 5.0 6804 11.3 9863 groep 4 4.2 5646 9.1 8182 groep 6 4.4 5420 9.1 7722 groep 8 4.0 5480 7.9 8009

Hierna volgt een uitsplitsing van OALT-deelnemers naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnischeachtergrond, respectievelijk geslacht (Tabel 6.49 en Tabel 6.50). In deze laatste tabellen zijn terwille van de overzichtelijkheid alleen de percentages weergegeven die voor de betreffende catego-rieën aangeven hoeveel procent van de leerlingen lessen in OALT krijgt.

Tabel 6.49 - Percentage leerlingen dat les krijgt in Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT), naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond referentiesteekproef totale steekproef

2 4 6 8 2 4 6 8 OALTLBO Tu/Ma 47.9 42.9 50.6 45.3 55.4 48.8 54.8 48.0 LBO ov.all. 13.0 9.7 7.7 7.3 11.1 11.1 9.3 8.6 LBO aut. .3 .4 .1 .2 .7 .6 .3 .2MBO 2.4 1.7 1.5 1.2 6.6 5.0 4.7 3.1HBO/WO 1.7 1.6 .8 1.7 3.7 3.0 2.0 2.8

78

Page 90: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 6.50 - Percentage leerlingen dat les krijgt in Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT), naar steekproef, jaargroep en geslacht referentiesteekproef totale steekproef

2 4 6 8 2 4 6 8 OALTjongens 5.1 3.9 4.0 3.9 10.9 8.8 8.8 7.7 meisjes 4.9 4.5 4.9 4.1 11.5 9.3 9.4 8.1

De resultaten in Tabel 6.49 vereisen enige toelichting. Dat er in de categorie ‘LBO-autochtoon’leerlingen voorkomen die OALT krijgen, hangt samen met de codering van deze variabele. Deze is, zoals eerder is aangegeven, samengesteld uit opleiding en herkomstland van de ouders. Bij het her-komstland van de ouders is in principe uitgegaan van het herkomstland van de vader. De leerlingenin de categorie ‘LBO-autochtoon’ die OALT-les krijgen zijn afkomstig uit gezinnen waar de moe-der niet van Nederlandse herkomst is. Bij de categorieën ‘MBO’ en ‘HBO/WO’ is het herkomstlandvan de ouders buiten beschouwing gebleven, derhalve bevatten deze categorieën kinderen van ho-ger opgeleide ouders die in het buitenland geboren zijn.

79

Page 91: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

7 De vragenlijst Schoolwelbevinden

7.1 De vragenlijst Schoolwelbevinden

In de groepen 6 en 8 is de leerlingen gevraagd een korte vragenlijst in te vullen met betrekking tot hun schoolwelbevinden. Bij de eerste twee PRIMA-metingen bestond deze lijst uit 10 items die hetschoolwelbevinden en zelfvertrouwen indiceerde. Vanaf de derde meting in 1998/99 zijn er 7 itemstoegevoegd die een indicatie geven van de sociale integratie in de klas.

De in totaal 17 items luiden als volgt: a. Ik kan goed lerenb. Ik kan met de juf/meester goed opschieten c. De meeste kinderen in de klas gaan leuker met elkaar om dan met mijd. Ik ben een van de beste leerlingen van de klas e. Ik heb in deze klas weinig vrienden of vriendinnenf. Ik vind dat ik op school interessante dingen leer g. Ik kan goed met de kinderen in de klas opschietenh. Ik verveel me op school i. Ik voel me thuis op schoolj. Ik voel me bij de juf/meester op mijn gemak k. Ik word vaak gepest door andere kinderen in mijn klas l. De meeste kinderen in de klas kunnen beter leren dan ik m. De juf/meester vindt dat ik goed kan lerenn. Ik vind het leuk om met de kinderen in mijn klas om te gaan o. Ik heb op school weinig hulp nodigp. Als ik kinderen in mijn klas vraag of ze me willen helpen, dan zijn er genoeg die dat doen q. Ik vind dat we met aardige jongens en meisjes in de klas zitten

De antwoordcategorieën zijn: (1) dat is helemaal niet waar, (2) dat is niet waar, (3) dat weet ik niet,(4) dat is waar, en (5) dat is helemaal waar.

Factoranalyse op deze items resulteerde in drie schalen, namelijk ‘zelfvertrouwen’, ‘welbevinden’en ‘sociale integratie’. De constructie van deze schalen is uitgebreid beschreven in het technischrapport van de vierde meting.

7.2 Respons

Het beantwoorden van de lijst maakte deel uit van de toetsafname, waardoor bijna alle lijsten in-gevuld zijn teruggekomen. Slechts 3.9% (n=1060) van de getoetste leerlingen heeft de vragenlijstniet ingevuld; daarnaast waren er nog 73 leerlingen die niet waren getoetst, maar die wel de schoolwelbevinden-vragenlijst hadden ingevuld. In totaal zijn van 26488 leerlingen de gegevens over het welbevinden bekend. We hebben ook nog gekeken naar de respons ten opzichte van het

80

Page 92: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

totale leerlingenbestand met de achtergrondkenmerken uit de schooladministraties. Ten opzichte van dit bestand was de respons 94.2%. Of er sprake is van selectieve uitval hebben we ge-controleerd door de feitelijke verdeling naar sociaal-etnische achtergrond van de leerlingen in hetadministratiebestand af te zetten tegen de respons op het schoolwelbevinden-formulier. De resulta-ten hiervan staan vermeld in Tabel 7.1, waarbij we een uitsplitsing hebben gemaakt naar totalesteekproef en referentiesteekproef. De tabel bevat alleen de leerlingen waarvan de sociaal-etnischeachtergrond bekend is.

Tabel 7.1 - Respons op de vragenlijst schoolwelbevinden, naar steekproef en sociaal-etnische ach-tergrond (in %)

referentiesteekproef totale steekproef verdeling respons verdeling respons

LBO Tu/Ma 6.5 6.3 12.1 12.1LBO ov. all. 4.2 4.1 7.4 7.0LBO aut. 20.3 20.2 20.6 20.4MBO 40.2 40.5 36.5 36.7HBO/WO 28.7 28.9 23.5 23.8

n 19647 18796 28112 26488

De percentages voor de referentiesteekproef maken duidelijk dat de verschillen in sociaal-etnische achtergrond gering zijn, hoogstens .1 à .4 %-punten. In de totale steekproef liggen de verschillen indezelfde orde van grootte.

7.3 Schaalscores

In Tabel 7.2 presenteren we eerst de gemiddelde schaalscores op de drie dimensies naar jaargroepen steekproef. Deze scores zijn berekend door het gemiddelde te nemen van de samenstellendeitems, voor zover ten minste tweederde bekend was. In Tabel 7.3, Tabel 7.4 en Tabel 7.5 zijn ver-volgens de gemiddelde schaalscores naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrondweergegeven.

81

Page 93: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 7.2 - Schaalscores op ‘zelfvertrouwen’, ‘schoolwelbevinden’, en ‘sociale integratie’, naar steekproef en jaargroep referentiesteekproef totale steekproef

• • sd n • • sd n

zelfvertrouwengroep 6 3.24 .69 9385 3.24 .69 13202groep 8 3.17 .71 9382 3.19 .71 13246

schoolwelbevindengroep 6 3.75 .71 9383 3.76 .71 13195groep 8 3.76 .68 9385 3.79 .68 13250

sociale integratiegroep 6 4.07 .69 9274 4.04 .70 13048groep 8 4.15 .66 9349 4.15 .66 13203

Tabel 7.3 - Schaalscores op ‘zelfvertrouwen’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische ach-tergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6LBO Tu/Ma 3.23 .66 560 3.25 .63 1504LBO ov.all. 3.15 .63 345 3.19 .68 849LBO aut. 3.08 .67 1664 3.10 .69 2400MBO 3.24 .70 3561 3.24 .70 4628HBO/WO 3.38 .69 2576 3.39 .70 3026

groep 8LBO Tu/Ma 3.19 .63 541 3.23 .67 1496LBO ov.all. 3.10 .74 371 3.12 .70 891LBO aut. 2.94 .68 1839 2.97 .69 2667MBO 3.14 .71 3468 3.17 .71 4483HBO/WO 3.39 .70 2434 3.41 .71 2881

82

Page 94: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 7.4 - Schaalscores op ‘schoolwelbevinden’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6LBO Tu/Ma 3.82 .70 561 3.84 .69 1503LBO ov.all. 3.88 .66 345 3.81 .69 848LBO aut. 3.69 .74 1662 3.71 .73 2397MBO 3.74 .69 3564 3.76 .69 4630HBO/WO 3.76 .71 2571 3.77 .71 3021

groep 8LBO Tu/Ma 3.83 .68 541 3.88 .66 1496LBO ov.all. 3.83 .65 373 3.81 .67 893LBO aut. 3.68 .72 1839 3.72 .70 2668MBO 3.75 .68 3469 3.77 .68 4484HBO/WO 3.80 .66 2434 3.82 .67 2881

Tabel 7.5 - Schaalscores op ‘sociale integratie’, naar steekproef, jaargroep en sociaal-etnische achtergrond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6LBO Tu/Ma 3.90 .73 554 3.90 .72 1482LBO ov.all. 3.94 .77 341 3.93 .76 839LBO aut. 4.00 .72 1643 3.99 .72 2374MBO 4.08 .67 3513 4.06 .69 4570HBO/WO 4.14 .65 2552 4.13 .66 2998

groep 8LBO Tu/Ma 4.14 .68 540 4.19 .63 1490LBO ov.all. 4.09 .66 368 4.12 .66 888LBO aut. 4.12 .69 1826 4.11 .69 2653MBO 4.16 .66 3459 4.15 .66 4470HBO/WO 4.19 .64 2429 4.19 .65 2876

83

Page 95: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 7.6, 7.7 en 7.8 laten de schaalgemiddelden zien naar steekproef, jaargroep en geslacht.

Tabel 7.6 - Schaalscores op ‘zelfvertrouwen’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6jongens 3.34 .71 4705 3.34 .71 6581meisjes 3.15 .65 4618 3.15 .66 6507

groep 8jongens 3.25 .71 4658 3.27 .72 6573meisjes 3.09 .70 4672 3.10 .70 6593

Tabel 7.7 - Schaalscores op ‘schoolwelbevinden’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6jongens 3.64 .75 4699 3.67 .74 6570meisjes 3.85 .65 4622 3.86 .65 6511

groep 8jongens 3.66 .70 4657 3.69 .71 6572meisjes 3.87 .64 4676 3.89 .64 6598

Tabel 7.8 - Schaalscores op ‘sociale integratie’, naar steekproef, jaargroep en geslacht

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

groep 6jongens 4.07 .69 4648 4.04 .70 6496meisjes 4.07 .68 4564 4.03 .70 6438

groep 8jongens 4.12 .68 4639 4.12 .68 6551meisjes 4.18 .65 4658 4.18 .64 6572

84

Page 96: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

8 Uitstroomgegevens groep 8

8.1 Het uitstroomformulier

Het uitstroomformulier is ontwikkeld om de situatie van de leerling aan het einde van het basison-derwijs in kaart te brengen. Het bevat vragen over het vervolgadvies basisonderwijs, en de behaalde scores op de Eindtoets basisonderwijs van het Cito. Wat die toets betreft is niet alleen de totaalscoreopgevraagd, maar ook de deelscores voor de onderdelen taal, rekenen, informatieverwerking enwereldoriëntatie. Dit laatste onderdeel is overigens op veel scholen niet afgenomen. Ook is aan deleerkrachten gevraagd een prognose te geven of de leerling in het voortgezet onderwijs een poten-tiële voortijdig schoolverlater is. Het spreekt voor zich dat het uitstroomformulier alleen is afge-nomen voor leerlingen in groep 8. Hiervoor zijn de formulieren in mei 2003 opgestuurd naar descholen. Reden voor deze latere verzending is dat pas dan het vervolgadvies bekend is.

8.2 Respons

In totaal zijn 13727 leerlingen uit groep 8 getoetst. Van 83.6% van deze leerlingen is het uitstroom-formulier geretourneerd. Daarnaast zijn er ook nog 186 leerlingen die niet zijn getoetst, maar waar-van wel het uitstroomformulier is ingevuld. In totaal betreft het dus 11660 formulieren. Het admini-stratiebestand bevat voor groep 8 14006 leerlingen. Ten opzichte van dat bestand is de respons 83.3%.

Of er sprake is van selectieve uitval hebben we gecontroleerd door de feitelijke verdeling naar soci-aal-etnische achtergrond van de leerlingen in het administratiebestand af te zetten tegen de responsop de uitstroomformulieren. De resultaten hiervan staan vermeld in Tabel 8.1, waarbij we een uit-splitsing hebben gemaakt naar totale steekproef en referentiesteekproef.

Tabel 8.1 - Respons op de uitstroomformulieren, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %) referentiesteekproef totale steekproef verdeling respons verdeling respons LBO Tu/Ma 6.2 6.4 11.8 12.2LBO ov. all. 4.3 4.1 7.6 7.1LBO aut. 21.4 21.1 21.7 21.7 MBO 39.9 40.2 36.0 36.1 HBO/WO 28.1 28.2 22.9 22.9

n 8964 7647 13050 11040

85

Page 97: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

De verschillen in respons zijn in beide steekproeven zeer gering, maximaal .5 %-punten.

8.3 Vervolgadvies voortgezet onderwijs

Aan de leerkrachten is de vraag gesteld: ‘Welk advies voor voortgezet onderwijs heeft de betrokken leerling ontvangen?’. Zij konden kiezen uit de volgende acht adviezen:

- VWO - HAVO- MAVO/VMBO-theoretische leerweg (TL) - VMBO-gemengde leerweg (GL) - VMBO-kader beroepsgerichte leerweg (KBL)- VMBO-basis beroepsgerichte leerweg (BBL)- VMBO-basis beroepsgerichte leerweg (BBL) met leerweg ondersteunend onderwijs (LWOO) - VMBO-praktijkonderwijs (PRO).

Op het formulier was het mogelijk meerdere adviezen aan te strepen. Vooral bij de VMBO-adviezen werd daarvan veel gebruik gemaakt. Een aantal van deze ‘meervoudige adviezen’ was van dien aard, dat het niet mogelijk was deze zonder meer in te delen; het kwam bijvoorbeeld voor dat er vier adviezen waren aangestreept. In zulke gevallen is het gemiddelde berekend en naar heteerstvolgende hogere (combinatie-)advies afgerond.

De vervolgadviezen zijn uiteindelijk ingedeeld in 15 categorieën, oplopend van VMBO-praktijkonderwijs naar VWO, inclusief gemengde adviezen. Een verdeling van de adviezen in de referentiesteekproef en in de totale steekproef geeft Tabel 8.2. Onder in de tabel staan tevens het gemiddelde en de standaarddeviatie vermeld.

Tabel 8.2 - Advies voortgezet onderwijs, naar steekproef (in %)

referentiesteekproef totale steekproef

VMBO-PRO .6 .9VMBO-PRO/LWOO .1 .2VMBO-LWOO 6.6 9.0VMBO-LWOO/BBL .3 .4VMBO-BBL 5.8 6.8VMBO-BBL/KBL 2.5 2.6VMBO-KBL 9.1 10.1VMBO-KBL/GL 1.4 1.6VMBO-GL 4.4 4.6VMBO-GL/TL 3.3 3.1VMBO-TL 17.6 18.0VMBO-TL/HAVO 8.9 8.1HAVO 16.0 14.9HAVO/VWO 11.8 10.1VWO 11.4 9.8

• • 10.60 10.11

86

Page 98: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

sd 3.61 3.80n 7970 11298

Tabel 8.3 toont de verdeling van de adviezen naar sociaal-etnische achtergrond, uitgesplitst naarreferentiesteekproef en totale steekproef.

Tabel 8.3 - Advies voortgezet onderwijs, naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond (in %)

LBO/TuMa LBO ov.all. LBO aut. MBO HBO/WO referentiesteekproefVMBO-PRO 2.9 2.0 .6 .4 .1VMBO-PRO/LWOO .2 .3 .1VMBO-LWOO 12.5 13.0 13.0 4.8 1.9VMBO-LWOO/BBL 1.5 .7 .2 .1VMBO-BBL 13.8 9.6 9.5 4.9 2.4VMBO-BBL/KBL 3.5 3.3 5.1 2.2 1.0VMBO-KBL 14.6 13.0 14.9 8.6 4.0VMBO-KBL/GL 1.5 1.0 2.4 1.4 .8VMBO-GL 5.2 5.3 5.7 5.2 2.2VMBO-GL/TL 2.1 3.7 3.5 4.1 2.3VMBO-TL 21.3 18.3 16.7 19.3 15.1VMBO-TL/HAVO 4.4 7.6 8.0 10.2 8.5HAVO 9.4 10.6 9.6 17.7 20.5HAVO/VWO 3.1 8.0 6.1 11.9 18.2VWO 4.0 4.7 4.0 8.8 22.8

• • 8.3 9.0 8.8 10.8 12.3sd 3.8 3.9 3.7 3.3 2.8n 479 301 1567 3012 2094

totale steekproefVMBO-PRO 2.7 2.7 .6 .6 .2VMBO-PRO/LWOO .5 .2 .1VMBO-LWOO 16.9 17.6 14.5 5.6 2.5VMBO-LWOO/BBL 1.1 .7 .2 .2VMBO-BBL 13.6 8.9 9.9 5.3 2.5VMBO-BBL/KBL 3.4 3.1 4.4 2.2 1.0VMBO-KBL 12.9 14.6 15.6 8.8 4.3VMBO-KBL/GL 1.3 1.6 3.1 1.5 .8VMBO-GL 5.7 4.4 5.7 5.3 2.4VMBO-GL/TL 2.6 3.4 3.0 3.7 2.3VMBO-TL 19.1 16.8 17.0 20.1 15.4VMBO-TL/HAVO 5.0 7.1 7.5 9.4 8.0HAVO 9.1 9.5 9.2 17.3 20.8HAVO/VWO 3.1 6.4 5.3 11.1 17.5VWO 2.9 3.8 3.5 8.8 22.1

• • 8.0 8.5 8.6 10.6 12.2sd 3.9 4.0 3.7 3.4 2.9n 1312 733 2315 3894 2447

87

Page 99: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

In Tabel 8.4 zijn de adviezen voor jongens en meisjes, uitgesplitst naar referentiesteekproef en tota-le steekproef, weergegeven.

Tabel 8.4 - Advies voortgezet onderwijs, naar steekproef en geslacht (in %)

referentiesteekproef totale steekproef jongens meisjes jongens meisjes

VMBO-PRO .7 .5 1.0 .8VMBO-PRO/LWOO .2 .1 .2 .1VMBO-LWOO 6.7 6.4 9.1 8.8VMBO-LWOO/BBL .4 .3 .4 .4VMBO-BBL 5.7 5.8 6.7 6.8VMBO-BBL/KBL 2.6 2.5 2.5 2.7VMBO-KBL 8.9 9.5 9.9 10.4VMBO-KBL/GL 1.1 1.7 1.4 1.8VMBO-GL 4.4 4.4 4.7 4.4VMBO-GL/TL 3.1 3.5 2.9 3.3VMBO-TL 17.9 17.4 17.8 18.2VMBO-TL/HAVO 8.6 9.2 8.0 8.2HAVO 16.1 15.8 14.9 14.8HAVO/VWO 11.6 12.0 10.2 9.9VWO 12.0 10.8 10.4 9.2

• • 10.6 10.6 10.1 10.1sd 3.7 3.6 3.8 3.8n 3910 3995 5555 5654

8.4 Potentiële voortijdig schoolverlaters

In het uitstroomformulier is gevraagd: ‘Is deze leerling volgens uw inschatting een potentiële voor-tijdig schoolverlater (‘drop-out’)?’, met als antwoordcategorieën (1) zeker niet, (2) waarschijnlijkniet, (3) weet ik niet, (4) waarschijnlijk wel, en (5) zeker wel. Tabel 8.5 toont de gemiddelden naar sociaal-etnische achtergrond en geslacht, uitgesplitst naar steekproef.

88

Page 100: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 8.5 - Scores op ’drop-out-prognose’, naar steekproef, sociaal-etnische achtergrond en ge-slacht referentiesteekproef totale steekproef

• • sd n • • sd n

totaal 1.58 .75 7915 1.63 .78 11328

LBO Tu/Ma 1.95 .86 453 1.90 .88 1292LBO ov.all. 1.74 .86 306 1.80 .89 746LBO aut. 1.85 .85 1554 1.87 .85 2292MBO 1.53 .70 2994 1.55 .71 3869HBO/WO 1.36 .59 2082 1.37 .60 2434

jongens 1.67 .79 3880 1.72 .83 5515meisjes 1.50 .69 3968 1.55 .73 5631

8.5 De Eindtoets basisonderwijs

Aan de Eindtoets basisonderwijs van het Cito nemen elk voorjaar ruim 6000 basisscholen deel. Datis meer dan 80% van alle Nederlandse basisscholen. Van de leerlingen die aan PRIMA hebbendeelgenomen en waarvan de uitstroomformulieren zijn ingevuld, heeft 82.7% ook aan de Eindtoets basisonderwijs meegedaan. Binnen de referentiesteekproef ligt de deelname op 81.0%. De vraag isof er verschillen in deelname zijn tussen de sociaal-etnische categorieën. Dit is weergegeven in Tabel 8.6.

Tabel 8.6 - Deelname aan de Eindtoets basisonderwijs, naar steekproef en sociaal-etnische achter-grond (in %)

referentiesteekproef totale steekproef

LBO Tu/Ma 94.3 91.6LBO ov. all. 90.2 87.5LBO aut. 83.1 84.3MBO 77.6 79.5HBO/WO 81.9 82.7

n 6237 9196

Voor beide steekproeven geldt dat een groter aandeel van de allochtone leerlingen aan de Eindtoets basisonderwijs heeft deelgenomen dan van de autochtone leerlingen. Dit was ook in eerdere metin-gen het geval.

De totaalscore op de Cito-Eindtoets varieert van 500 tot en met 550. Deze totaalscore is de (bewerk-te) optelsom van de scores op drie onderdelen: taal, rekenen en informatieverwerking. Wereldoriën-tatie is een facultatief onderdeel dat minder vaak wordt afgenomen en niet in de totaalscore is ver-werkt. In het verleden bestond elke subtoets uit 60 items. Bij de eindtoets 2003 is dit veranderd: de

89

Page 101: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

taaltoets bestaat uit 100 items, de rekentoets uit 60, de toets informatieverwerking 40 en de toetswereldoriëntatie wederom uit 60 items.

In Tabel 8.7 presenteren we allereerst de scores op de Eindtoets uitgesplitst naar steekproef. Tabel 8.8 toont vervolgens de resultaten van de leerlingen op de onderdelen van de Eindtoets en de totaal-score, uitgesplitst naar steekproef en sociaal-etnische achtergrond.

90

Page 102: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 8.7 - Resultaten op de Eindtoets basisonderwijs, naar steekproef referentiesteekproef totale steekproef

• • sd n • • sd n

taal 73.1 13.9 6337 71.1 14.5 9262rekenen 43.0 11.0 6456 41.8 11.3 9387informatieverwerking 28.9 6.7 6401 28.1 6.9 9284wereldoriëntatie 41.9 9.0 5523 40.1 9.5 7884

totaalscore 534.7 9.8 6525 533.2 10.2 9517

Tabel 8.8 - Resultaten op de Eindtoets Basisonderwijs, naar steekproef en sociaal-etnische achter-grond

referentiesteekproef totale steekproef• • sd n • • sd n

taalLBO Tu/Ma 61.2 13.8 448 61.7 13.9 1201LBO ov.all. 68.3 14.3 278 66.1 14.8 668LBO aut. 68.6 13.1 1284 67.3 13.6 1943MBO 74.2 12.9 2283 73.3 13.3 3039HBO/WO 79.3 12.0 1675 78.8 12.2 1978

rekenenLBO Tu/Ma 39.1 11.9 452 39.0 11.3 1207LBO ov.all. 39.7 11.8 280 38.0 12.0 670LBO aut. 39.2 11.0 1317 38.1 11.2 1976MBO 43.5 10.4 2329 42.9 10.6 3085HBO/WO 46.8 9.9 1715 46.5 10.1 2022

informatieverwerkingLBO Tu/Ma 23.9 6.8 451 24.2 6.6 1177LBO ov.all. 26.5 7.2 276 25.4 7.2 661LBO aut. 26.6 6.6 1302 26.0 6.7 1957MBO 29.5 6.2 2318 29.1 6.4 3068HBO/WO 31.8 5.7 1695 31.6 5.8 1999

wereldoriëntatieLBO Tu/Ma 31.2 9.3 256 31.4 8.7 875LBO ov.all. 36.4 9.6 231 35.5 8.9 542LBO aut. 39.3 8.6 1149 38.1 8.9 1689MBO 42.5 8.2 2073 41.7 8.6 2689HBO/WO 45.7 7.6 1537 45.3 7.8 1766

totaalLBO Tu/Ma 527.2 10.0 457 527.6 9.7 1222LBO ov.all. 530.7 10.5 283 529.2 10.4 678LBO aut. 530.9 9.4 1322 529.9 9.6 1994MBO 535.4 9.0 2349 534.7 9.3 3126HBO/WO 539.2 8.3 1754 538.8 8.5 2074

91

Page 103: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 8.9 toont de resultaten van de leerlingen op de onderdelen van de Eindtoets en de totaalscore,uitgesplitst naar steekproef en geslacht.

Tabel 8.9 - Resultaten op de Eindtoets basisonderwijs, naar steekproef en geslacht referentiesteekproef totale steekproef

• • sd n • • sd n taaljongens 72.3 14.2 3122 70.3 14.7 4555meisjes 74.0 13.6 3157 71.9 14.2 4629

rekenenjongens 45.0 10.3 3185 43.9 10.6 4618meisjes 41.0 11.4 3212 39.6 11.6 4690

informatieverwerkingjongens 29.0 6.8 3160 28.1 7.0 4573meisjes 28.9 6.7 3182 28.0 6.9 4633

wereldoriëntatiejongens 43.5 8.8 2707 41.6 9.6 3876meisjes 40.3 8.9 2761 38.7 9.3 3934

totaaljongens 535.1 9.8 3210 533.7 10.1 4677meisjes 534.3 9.8 3255 532.8 10.2 4761

92

Page 104: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Deel IIIDe oudervragenlijsten

Page 105: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

9 De oudervragenlijst voor groep 2

9.1 Constructie

De ouders van de leerlingen in groep 2 is verzocht een schriftelijke vragenlijst in te vullen. Indeze vragenlijst werd geïnformeerd naar een aantal achtergrondkenmerken van de ouders, het kind en de gezinssituatie. In dit deel van de basisrapportage staan deze vragenlijsten centraal.Het doel van de onderhavige rapportage is tweeledig, het functioneert als codeboek voor dezevragenlijst, en is tegelijkertijd ook een naslagwerk waarin een eerste beschrijving van een aantalgezinskenmerken van PRIMA-leerlingen wordt gegeven.

De vragenlijst voor groep 2 die in deze vijfde PRIMA-meting in 2002/2003 is afgenomen, isvoor een belangrijk deel dezelfde als die welke bij de eerste vier metingen is gebruikt. Het al-gemene doel van deze vragenlijst is om bij de start op de basisschool een indruk te krijgen van de situatie waarin het kind thuis opgroeit. Daartoe wordt informatie gevraagd over een serie gezinsstructurele en gezinsculturele kenmerken. Onder de eerste groep vallen aspecten als ge-zinssamenstelling, sociaal milieu, en geboorteland. Onder de tweede groep vallen kenmerken die te maken hebben met de religie, de taal, de cultuur en opvoeding.

Bij de vragenlijsten is gebruik gemaakt van zogenaamde OMR-formulieren (‘Optical Mark Reader’), waarbij de respondenten antwoorden via het instrepen van hokjes. Inherent aan deze methode is dat de antwoorden alleen in de vorm van gesloten categorieën kunnen worden gege-ven. Voor respondenten is het wellicht aantrekkelijker en gemakkelijker (zeker voor allochtonenmet een geringe productieve beheersing van het Nederlands) alleen antwoordhokjes in te hoeven strepen in plaats van het moeten noteren van antwoorden. Een groot voordeel van deze werkwij-ze is in ieder geval dat het inlezen zeer snel gaat. Een nadeel is dat de respondenten gedwongen worden een bepaalde antwoordkeuze te maken die eigenlijk misschien toch net niet de hunne is. Door alleen met gesloten categorieën te werken, en niet bijvoorbeeld met continue antwoorden,wordt bovendien de variatie, en daarmee de variantie, doorgaans beperkter, hetgeen ook gevol-gen heeft voor uit te voeren analyses.

De vragenlijsten zijn door het ITS in samenspraak met het SCO ontwikkeld. Daarna heeft het IOWO van de Universiteit van Nijmegen de lay-out verzorgd. Het betrof in totaal zes pagina’s(incl. het titelblad met de aanwijzingen voor het invullen) met 26 hoofdvragen. Op het titelbladstond, behalve het school- en leerlingnummer, ook de naam van de betreffende leerling afge-drukt. Bij de vragenlijsten waren aparte toelichtingen in het Nederlands, Turks en Arabisch gevoegd. Hierin werd het doel van het onderzoek uitgelegd en werd tevens aangegeven dat, wanneer men eventueel moeite had met het invullen, men bij anderen om hulp mocht vragen.

95

Page 106: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

9.2 Afname

De vragenlijsten zijn enkele weken voordat de toetsafnames zouden plaatsvinden door de ITS/SCO-toetsleiders tijdens een eerste voorbereidend gesprek op de scholen afgegeven met hetverzoek ze mee te geven aan de leerlingen. De ouders konden ze vervolgens invullen en — inverband met de privacy — in een bijgevoegde, gesloten enveloppe weer mee teruggeven naar school. De toetsleiders hebben ze van daaruit meegenomen naar het ITS of SCO. Vragenlijsten die op een later tijdstip door de ouders aan hun kinderen zijn meegegeven, zijn door de scholenper post naar het ITS of SCO geretourneerd.

9.3 Verwerking

Na een eerste controle zijn de vragenlijsten door het IOWO ingelezen en omgezet in SPSS-bestanden. Hoewel OMR-formulieren in principe geen buiten-range waarden toelaten, bevattende antwoordpatronen van de ouders soms wel inconsistenties. Bijvoorbeeld: de ouders vullen ineen bepaalde openingsvraag in dat hun kind niet naar een kinderdagverblijf is geweest, maargeven tegelijkertijd in een vervolgvraag aan dat het kind het kinderdagverblijf drie dagen perweek gedurende twee jaar heeft bezocht. Hoe met dit type inconsistenties is omgegaan, zullenwe hierna bij de beschrijving van de betreffende vragen zelf aan de orde stellen.

9.4 Respons

9.4.1 Aantallen

Binnen PRIMA worden verschillende databestanden onderscheiden. Zo is er een ad-ministratiebestand dat de namen en een beperkt aantal achtergrondgegevens van de leerlingen bevat zoals ze door de scholen zijn opgegeven, doorgaans in het begin van het schooljaar. Voorgroep 2 telt dit bestand 15681 leerlingen. Daarnaast is er een toetsbestand met de resultaten op de afgenomen toetsen. Niet alle leerlingen zijn echter getoetst. Als gevolg van tussentijdse wij-zingen in de leerlingenpopulatie van de scholen (bv. door verhuizingen) en absentie (bv. i.v.m.ziekte) tijdens de toetsafnames is er sprake geweest van uitval. Daarnaast zijn er ook leerlingen geweest die slechts één of enkele toetsopgaven hebben gemaakt; deze leerlingen zijn uit het bestand verwijderd. In het resulterende toetsbestand zitten 14826 leerlingen (ofwel 94.5% t.o.v.het administratiebestand).

Voor alle 15681 leerlingen uit het administratiebestand zijn oudervragenlijsten gedrukt en naar de scholen gestuurd. In hoeverre al deze leerlingen ook daadwerkelijk een vragenlijst hebben meegekregen is niet helemaal duidelijk. Op de eerste plaats zijn er enkele complete scholengeweest die weigerden de vragenlijsten uit te delen. Op de tweede plaats zijn er — zoals hierbo-ven al uitgelegd — als gevolg van absentie van leerlingen vragenlijsten niet uitgedeeld en niet geretourneerd. In totaal zijn er 11144 ingevulde en bruikbare vragenlijsten teruggekomen. Deze groep omvat 10956 leerlingen (98.3%) die zijn getoetst en waarvan de vragenlijst beschikbaaris, en 188 leerlingen (1.7%) die weliswaar de vragenlijst hebben ingeleverd, maar die niet zijngetoetst. De respons ten opzichte van het administratiebestand bedraagt 71.1%. Als we uitgaanvan het bestand met alleen de getoetste leerlingen, komen we op een respons van 73.9%. Bij de

96

Page 107: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

hierna te bespreken schaalanalyses, variabelen-constructie en de beschrijving van de variabelenis uitgegaan van het bestand met 11144 leerlingen, dus alle leerlingen die in het administratiebe-stand zitten en waarvan oudergegevens beschikbaar zijn.

In het PRIMA-onderzoek zijn verschillende onderzoeksinstrumenten gehanteerd. Naast de hierbesproken oudervragenlijst zijn er bij de leerlingen van groep 2 onder meer twee onderdelen vanhet Cito-leerlingvolgsysteem afgenomen, te weten de toetsen Taal voor Kleuters en Ordenen, die een indicatie geven van respectievelijk het voorbereidend lezen en rekenen. Tevens is erdoor de directie of schooladministratie een formulier met achtergrond- en administratieve gege-vens over elke leerling ingevuld. Daarnaast is van elke school bekend of zij tot het representa-tieve deel van de PRIMA-steekproef behoort of niet. Met behulp van deze gegevens is de repre-sentativiteit van de oudergegevens bepaald.

9.4.2 Respons, sociaal-etnische achtergrond en toetsprestaties

Op de eerste plaats is nagegaan of er zich verschillen voordoen in het beantwoorden van de oudervragenlijsten die te maken hebben met de sociaal-etnische achtergrond van de leerlingen, de variabele die eerder in dit rapport al is geïntroduceerd.

In Tabel 9.1 geven we een overzicht van de respons op de oudervragenlijst, waarbij we kijken of er een verschil is tussen ouders met uiteenlopende sociaal-etnische achtergronden. De totaalver-deling van deze achtergrond zelf staat (in %) onder in de tabel.

Tabel 9.1 - Respons oudervragenlijst naar sociaal-etnische achtergrond (in %)

max. LBO max. LBO max. LBO max. HBO/WO onbekend totaalTu/Ma ov. all. aut. MBO

geen respons 43.1 46.7 28.7 23.5 20.2 44.2 28.9wel respons 56.9 53.3 71.3 76.5 79.8 55.8 71.1

n 1804 1136 2450 5664 3531 1096 15681% 11.5 7.2 15.6 36.1 22.5 7.0 100.0

De tabel laat zien dat er een duidelijk verband bestaat tussen enerzijds de combinatie oplei-ding/herkomst en anderzijds de respons op de oudervragenlijst. De nominaal-metrische samen-hang, eta, bedraagt .21. Van de Turkse en Marokkaanse laagopgeleide ouders heeft 57% devragenlijst ingevuld tegen 80% van de ouders met een HBO/WO-opleiding. De respons lijkt vooral af te hangen van de allochtone herkomst: van de Turkse/Marokkaanse en overig alloch-tone ouders met hooguit een LBO-opleiding heeft 57, respectievelijk 53% de vragenlijst gere-tourneerd, terwijl de respons van de autochtone ouders uit dezelfde opleidingscategorie op 71% ligt. Met name de respons van de categorie ‘laagopgeleid overig allochtoon’ is laag. De oorzaak voor dit resultaat ligt ongetwijfeld bij het lage beheersingsniveau van de Nederlandse taal vande allochtone groepen.

97

Page 108: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Bovenstaande analyse is één manier om zicht te krijgen op de ouderrespons. Omdat bij de res-pons-analyses ook de toetsresultaten van de leerlingen voorhanden zijn, kan ook daarop wordenvergeleken. Tabel 9.2 geeft een overzicht van de scores op Taal voor Kleuters en Ordenen vanleerlingen mèt en leerlingen zònder oudergegevens. We hebben daarvoor gebruik gemaakt vande ruwe scores op de toetsen, dat wil zeggen het aantal goed gemaakte opgaven.

Tabel 9.2 - Toetsresultaten naar respons oudervragenlijst (gemiddelden)

Taal voor kleuters Ordenen

geen respons 40.0 28.3wel respons 43.9 30.8

sd 8.6 6.5n 14478 14539eta .20 .17

Voor Taal voor kleuters is er een verschil van bijna 4 toetspunten, hetgeen overeenkomt metbijna een halve standaardafwijking. De samenhang tussen de toetsscore en respons op de vra-genlijst is .20; het door respons verklaarde verschil in variantie bedraagt dus 4%. Voor Ordenen is het verschil 2.5 punt ofwel ruim een derde standaardafwijking. Dit verschil komt overeen meteen samenhang van .17 ofwel bijna 3% verklaarde variantie. Op basis van hetgeen bekend is over de taal- en rekenprestaties van allochtone kinderen en de taalbeheersing van hun ouders,vormt dit een bevestiging van datgene wat we al in Tabel 9.1 constateerden, namelijk dat de non-respons vooral een allochtone factor betreft en waarschijnlijk voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door het lage taalbeheersingsniveau Nederlands van de ouders.

9.4.3 Respons en steekproeven

In Tabel 9.1 en Tabel 9.2 hebben we twee vergelijkingen gemaakt, namelijk qua sociaal-etnische achtergrond en qua prestaties. Dat is gebeurd voor de totale steekproef. Omdat we hier-na bij de beschrijving van de oudergegevens ook een uitsplitsing maken naar referentiesteek-proef, zijn we ook nagegaan hoe het met de representativiteit staat binnen die steekproef. Voor Tabel 9.3 hebben we daarom de analyses herhaald, maar nu alleen voor de referentiesteekproef.

98

Page 109: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.3 - Respons oudervragenlijst referentiesteekproef naar sociaal-etnische achtergrond (in %)

max. LBO max. LBO max. LBO max. HBO/WO onbekend totaalTu/Ma ov. all. aut. MBO

geen respons 39.9 40.9 23.5 18.1 17.0 35.7 22.3wel respons 60.1 59.1 76.5 81.9 83.0 64.3 77.7

n 636 462 1675 4212 2912 851 10748% 5.9 4.3 15.6 39.2 27.1 7.9 100.0

De tabel maakt duidelijk dat er tussen de referentiesteekproef en de totale steekproef (vgl. Tabel9.1) een groot verschil is in respons. In de referentiesteekproef bedraagt die bijna 78%, terwijl de respons in de totale steekproef ongeveer 7%-punten lager ligt. De door de achtergrond ver-klaarde variantie bedraagt voor de referentiesteekproef bijna 4% (eta =.19). Dit verschil heeft te maken met het feit dat de aanvullende steekproef (totale steekproef minus referentiesteekproef) uit scholen bestaat die in een achterstandssituatie verkeren, dus met name door leerlingen wor-den bevolkt die tot een laag sociaal-economisch milieu behoren en/of allochtoon zijn.

Aanvullend op Tabel 9.2 hebben we ook hier de analyses met betrekking tot de prestaties op de Taal voor kleuters- en Ordenen-toets herhaald voor de referentiesteekproef. De resultaten daar-van staan in Tabel 9.4.

Tabel 9.4 - Toetsprestaties referentiesteekproef, naar respons oudervragenlijst (gemiddelden)

Taal voor kleuters Ordenen

geen respons 41.8 29.1wel respons 45.0 31.4

sd 7.7 6.2n 10097 10089eta .16 .15

Uit de tabel kan worden afgelezen dat er ook binnen de onderscheiden steekproeven (vgl. Tabel9.2) verschillen zijn in prestaties tussen leerlingen mèt en leerlingen zònder oudergegevens. Deze verschillen zijn binnen de referentiesteekproef iets minder groot dan binnen de totalesteekproef.

99

Page 110: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

9.4.4 Respons op schoolniveau

Bij het verzamelen van de oudergegevens nemen de scholen een sleutelpositie in. De oudervra-genlijsten worden immers via de scholen verspreid. Tijdens de fase van het veldwerk van hetonderzoek bleek een aantal scholen te weigeren aan het verspreiden van de vragenlijsten mee te werken. Dat had onder meer te maken met de privacy-gevoeligheid van de gevraagde informa-tie, maar ook omdat de scholen het idee hadden dat hun ouders de vragenlijsten toch niet zouden willen of kunnen invullen. Om nu na te gaan of er bij de non-respons onder de ouders sprake isvan individuele weigering of ‘collectieve’ weigering (d.w.z. door de school vooraf als geheel) en of dat verschilt per steekproef, hebben we de responsgegevens afsluitend ook vanuit dat per-spectief bestudeerd.

De oorspronkelijke, administratiesteekproef voor groep 2 telt 592 scholen. Dit betekent dat van8 scholen van de totale PRIMA-steekproef (N=600) geen gegevens over groep 2 beschikbaarzijn. Wat de oudervragenlijsten betreft is de gemiddelde respons op schoolniveau 72.8%. Van60 (10.1%) van die scholen zijn alle vragenlijsten geretourneerd, terwijl van 38 scholen (6.4%) geen van de vragenlijsten is teruggekomen. We hebben deze gegevens ook voor de referen-tiesteekproef berekend. In de referentiesteekproef voor groep 2 zitten 414 scholen; van 53 scho-len uit die groep (12.8%) hebben we alle oudervragenlijsten terugontvangen, van 14 scholen(3.4%) zijn in het geheel geen oudergegevens beschikbaar. De gemiddelde respons bedraagt78.4%.

9.4.5 Samenvatting

We kunnen concluderen dat er in zijn algemeenheid een redelijk hoge respons is op de ouder-vragenlijsten — zeker als we rekening houden met de omvang van de vragenlijsten en met de achtergronden van een belangrijk deel van de doelgroep. Wel is duidelijk dat de respons qua sociaal-etnische achtergrond scheef verdeeld is. Met name de respons onder de allochtone laag-opgeleide ouders is relatief laag. Uit een vergelijking van de onderscheiden steekproeven blijkt dat de respons in de aanvullende steekproef, die relatief veel allochtonen bevat, lager is dan die in de referentiesteekproef. Vergeleken met de respons op de vorige, vierde PRIMA-meting ligtde respons bij deze vijfde meting iets hoger.

9.5 Een beschrijving van de oudergegevens

9.5.1 Inleiding

In deze rapportage richten we ons op die leerlingen die in het administratiebestand voorkomenèn waarvan ingevulde en bruikbare oudervragenlijsten zijn teruggekomen. We houden dus geenrekening met het feit of van deze leerlingen ook toetsgegevens beschikbaar zijn. In totaal gaathet bij groep 2 om 11144 leerlingen. In de tabellen vermelden we waar mogelijk de aantallenleerlingen waarop de analyses betrekking hebben, dat wil zeggen: exclusief mogelijk ‘missingvalues’.

100

Page 111: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Hierna geven we een beschrijving van de oudergegevens. We doen dat apart voor de referen-tiesteekproef en de totale steekproef. De referentiesteekproef telt 10748 leerlingen, waarvan er2401 geen oudervragenlijst hebben geretourneerd. De totale steekproef omvat 15681 leerlingen;bij 4537 van hen ontbreekt de oudervragenlijst. Bij de beschrijving worden deze 2401, respec-tievelijk 4537 leerlingen — zoals hierboven al aangeduid — dus niet meer apart vermeld. Wat in de tabellen komt te staan zijn de percentages, respectievelijk gemiddelden en de aantallen leerlingen waarop die zijn gebaseerd. Voor de referentiesteekproef bedraagt dit maximaal 8347, en voor de totale steekproef 11144 leerlingen. Voor de duidelijkheid: de aantallen die in de tabellen onder ‘n’ staan betreffen dus steeds het aantal valide cases (=100%) waarop het be-treffende vermelde percentage of gemiddelde is gebaseerd.

De oudervragenlijst voor groep 2 bevat 26 hoofdvragen. Bij de beschrijving van de oudergege-vens houden we de volgorde aan van de vragen zoals die in de vragenlijst aan bod zijn geko-men. Op deze manier fungeert dit rapport als een naslagwerk annex codeboek. Om een koppe-ling te leggen naar de nummering in de vragenlijst, vermelden we steeds in de kop van de sub-paragraaf het vraagnummer. Bij de eerste PRIMA-meting hebben we de variabelen als eerste letter een ‘v’ gegeven, bij de tweede een ‘t’, bij de derde een ‘d’, bij de vierde een ‘p’, en nu, bij de vijfde, een ‘f’.

101

Page 112: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

9.5.2 De oudergegevens

Samenstelling van het gezin (f1, f2, f3, f4, f5)

Het gaat hier om de vraag naar de aanwezigheid van de moeder en vader, het aantal en aantaloudere kinderen, de gezinssamenstelling in termen van burgerlijke staat en de invuller(s) van devragenlijst. Er zijn daarbij op twee manieren inconsistenties ontstaan. Op de eerste plaats heb-ben enkele ouders bij vraag f1 aangegeven dat er geen moeder/verzorgster dan wel va-der/verzorger aanwezig in het gezin, terwijl ze tegelijkertijd bij vraag f4 melden dat het gezin bestaat uit twee gehuwde of samenwonende ouders of niet-ouders. Op de tweede plaats heeft een aantal ouders aangegeven dat ze deel uitmaakten van een eenoudergezin, terwijl ze bij eenreeks van vervolgvragen, die apart voor de in het gezin aanwezige moeder/verzorgster en va-der/verzorgster moesten worden beantwoord, toch voor beide ouders deze vragen invulden. Dit, terwijl er bij de instructie voor het invullen van de vragenlijst nadrukkelijk op is gewezen dat, wanneer er op dit moment geen partner is, alleen de gegevens van de aanwezige ouder hoevente worden ingevuld. Waarschijnlijk heeft een en ander te maken met situaties waarin een van deouders overleden is of na een scheiding elders is gaan wonen, terwijl de achterblijvende ouder toch nog diens gegevens heeft ingevuld. Het feit dat er in veel van de betreffende gezinnen ookweer een nieuwe partner is gekomen en — in geval van scheiding — de oude partner soms ooknog met een zekere regelmaat aanwezig is, maakt de situatie soms erg gecompliceerd. Omdathet bijzonder lastig en wellicht arbitrair is om al dit type (al-dan-niet vermeende) inconsistentiesuit het bestand te halen, is besloten dat helemaal niet te doen. Dit betekent dus dat overal de originele antwoorden zijn blijven staan.

Bij dit blok van kenmerken is allereerst onder vraag f1 gevraagd: ‘Welke volwassenen zijn er inuw gezin?’: (a) moeder (of verzorgster), (b) vader (of verzorger). Deze vragen moesten met‘nee’ of ‘ja’ worden beantwoord. Bij vraag f2 is gevraagd: ‘Hoeveel kinderen zijn er in totaal in uw gezin?’, met als antwoordcategorieën ‘1’ tot ‘5 of meer’, en bij f3 is de vraag gesteld: ‘Hoe-veel kinderen in uw huishouden zijn ouder dan het kind dat deze vragenlijst heeft meege-kregen?’, met als antwoordcategorieën ‘0’ tot ‘5 of meer’.

In Tabel 9.5 geven we een overzicht van de aanwezigheid van moeder en vader in het gezin.Genoemd worden de percentages ouders die deze vragen met ‘ja’ hebben beantwoord. Ook staat in de tabel van het totaal aantal kinderen en het aantal oudere kinderen het gemiddelde en de bijbehorende standaarddeviatie vermeld. We maken bij deze — en alle overige tabellen — eenuitsplitsing naar referentie- ofwel representatieve steekproef en totale steekproef, dat wil zeggen de steekproef met een oververtegenwoordiging van scholen met leerlingen in sociaal-etnische achterstandssituaties.

102

Page 113: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.5 - Aanwezigheid ouders en kinderen in het gezin (gemiddelden en in %)

referentiesteekproef totale steekproef % n % n

moeder/verzorgster aanwezig 99.7 8213 99.5 10887vader/verzorger aanwezig 95.2 7997 94.2 10423

• • sd n • • sd n

aantal kinderen 2.4 .9 8236 2.4 .9 10963aantal oudere kinderen .8 1.0 8167 .8 1.0 10844

Uit de gegevens in Tabel 9.5 blijkt dat in bijna vijf procent van de gezinnen geen vader aanwe-zig is en in een half procent geen moeder. Dit heeft tot consequentie dat bij de vragen die apartvoor moeder en vader moesten worden beantwoord, een belangrijk deel van de ‘missings’ voor rekening komt van het feit dat het eenoudergezinnen betreft, en dat het hier dus feitelijk om ‘nietvan toepassing’ gaat. Het gemiddelde kindertal is bijna 2.5 en gemiddeld hebben de kinderenuit groep 2 nog 1 oudere broer of zus.

In Tabel 9.6 vervolgen we met een overzicht van burgerlijke staat, waarbij de vraag is gesteld:‘Wat is de huidige samenstelling van uw gezin?’ In de tabel staan de reacties op de antwoord-mogelijkheden.

Tabel 9.6 - Burgerlijke staat (in %)

referentiesteekproef totale steekproef

gehuwd of samenwonend met de ouder van het kind 90.1 87.7gehuwd of samenwonend met de niet-ouder van het kind 2.7 3.0alleenstaand, gescheiden 4.5 5.6alleenstaand, partner overleden .5 .6alleenstaand, niet gehuwd geweest 2.2 3.1

n 8221 10939

In Tabel 9.7 wordt een antwoord gegeven op de vraag: ‘Door welke ouder wordt deze vragen-lijst ingevuld?’

103

Page 114: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.7 - Invuller(s) vragenlijst (in %)

referentiesteekproef totale steekproef

moeder 76.0 73.2vader 9.0 10.6beide ouders 15.0 16.2

n 8084 10716

Etnische herkomst ouders en grootouders (f6, f7)

Bij f6 is de vraag gesteld: ‘Waar zijn u en uw partner geboren? En waar het kind?’, met in totaal12 antwoordcategorieën. In Tabel 9.8 staan de reacties. Wellicht ten overvloede: Bij deze vraag en ook de nog volgende ‘moeder- en vader-vragen’ dient het volgende te worden aangetekend. Omdat een deel van de cases betrekking heeft op eenoudergezinnen ontbreekt daar de moeder,dan wel vader. Dit gegeven leidt er toe dat de n waarop de percentages zijn gebaseerd bij deze vragen bij voorbaat al wat lager zijn. Omdat, zoals uit vraag f1 is gebleken, in eenoudergezinnendoorgaans geen vader aanwezig is, ligt met name het aantal geldige responses van de vaders navenant lager.

Tabel 9.8 - Geboorteland ouders en kind (in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader kind moeder vader kind

Nederland 85.2 85.3 96.9 75.8 75.6 95.7

Antillen/Aruba .5 .4 .3 .9 .9 .6Suriname 1.1 1.1 .1 1.7 1.8 .2Turkije 3.4 3.7 .1 6.7 7.2 .3Marokko 3.1 3.3 .2 6.1 6.4 .4Zuid-Europa .6 .8 .2 .9 1.1 .3Noord- en West-Europa 1.1 .8 .5 1.1 .8 .5Oost-Europa .4 .1 .1 .5 .2 .1Azië 1.4 1.3 .5 1.9 1.7 .6Afrika 1.2 1.2 .2 1.7 1.8 .3Midden-Oosten .5 .6 .1 .7 .9 .2ander land 1.6 1.3 .7 2.1 1.7 .9

n 8237 8074 8038 10954 10674 10651

Op basis van de gegevens over het herkomstland van de moeder en vader afzonderlijk hebbenwe een nieuwe variabele geconstrueerd, namelijk de etnische herkomst van het gezin. Deze kenttwee categorieën: (1) beiden in Nederland geboren: autochtoon; (2) minimaal één van de ouders in het buitenland geboren: allochtoon. In de referentiesteekproef is 18.6% van de gezinnen(n=8133) allochtoon, en in de totale steekproef 29.0% (n=10811).

104

Page 115: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Niet alleen is geïnformeerd naar het geboorteland van de ouders, maar bij vraag f7 ook naar dat van de grootouders: ‘Waar zijn de grootouders van het kind geboren?’ Daarbij zijn dezelfde antwoordcategorieën aangehouden. Met behulp van deze gegevens kan een onderscheid wordengemaakt naar generatie migranten. De resultaten staan in Tabel 9.9.

Tabel 9.9 - Geboorteland grootouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproefmoeders kant vaders kant moeders kant vaders kant

oma opa oma opa oma opa oma opa

Nederland 83.1 83.1 83.3 83.1 73.1 73.3 73.3 73.1

Antillen/Aruba .4 .5 .4 .4 .8 .9 .9 .9Suriname 1.3 1.3 1.3 1.4 1.9 2.0 2.0 2.1Turkije 3.7 3.7 3.8 3.9 7.4 7.3 7.6 7.7Marokko 3.2 3.3 3.3 3.4 6.1 6.3 6.2 6.2Zuid-Europa .6 .8 1.0 1.0 1.0 1.2 1.3 1.3Noord- en West-Europa 1.5 1.2 1.4 1.1 1.4 1.2 1.2 1.0Oost-Europa .4 .4 .2 .2 .5 .5 .2 .2Azië 2.3 2.2 2.0 2.1 2.9 2.7 2.6 2.6Afrika 1.1 1.0 1.1 1.1 1.7 1.6 1.8 1.7Midden-Oosten .5 .5 .6 .6 .7 .8 .9 .9ander land 1.9 1.9 1.6 1.8 2.4 2.4 2.1 2.2

n 8221 8210 8098 8096 10948 10902 10697 10694

Verblijfsduur ouders (f8)

Behalve naar het geboorteland is ook naar de verblijfsduur gevraagd: ‘Hoeveel jaar wonen u enuw partner in Nederland?’. Deze vraag is gesteld aan alle ouders, dus ongeacht hun geboorte-land. Deze gegevens staan in Tabel 9.10.

Tabel 9.10 - Verblijfsduur ouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

minder dan 5 jaar 1.5 1.0 2.4 1.65-9 jaar 3.9 2.5 6.5 3.910-14 jaar 3.9 3.9 6.3 6.815-19 jaar 1.6 2.1 2.8 3.720-24 jaar 1.7 2.4 2.9 3.925 of meer jaar 3.2 4.0 4.0 5.5altijd al 84.1 84.0 75.1 74.7

n 8108 7634 10719 10056

105

Page 116: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Nationaliteit ouders (f9)

Behalve naar het geboorteland en verblijfsduur, is ook geïnformeerd naar de nationaliteit van deouders: ‘Welke nationaliteit(en) hebben u en uw partner?’. De gegevens hierover staan in Tabel 9.11.

Tabel 9.11 - Nationaliteit ouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

Nederlandse 90.8 91.0 84.5 85.0andere 5.3 4.5 8.9 7.1dubbele 3.9 4.5 6.6 7.9

n 8214 7989 10888 10455

Opleiding ouders (f10, f11, f12)

De vraag naar de opleiding van de ouders is op drie manieren gesteld, namelijk naar het hoogste gevolgde type, het totaal aantal jaren gevolgd dagonderwijs en de behaalde diploma’s. Wat hethoogste gevolgde type betreft luidde de vraag: ‘Deze vraag gaat over het onderwijs dat u en uw partner hebben gevolgd. Hieronder staat een aantal opleidingsniveaus. Wilt u het hoogste niveauaanstrepen dat u en uw partner hebben gevolgd? Als u niet het precieze type weet (bv. omdat hetom een avondopleiding gaat of omdat de opleiding in het buitenland is gevolgd), probeer dan een zo goed mogelijke inschatting te geven. Kleuteronderwijs niet meetellen.’ Bij deze vraagwaren 12 categorieën voorgegeven; de antwoorden staan in Tabel 9.12.

106

Page 117: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.12 - Hoogste gevolgde opleiding ouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

geen onderwijs 1.9 1.4 3.2 2.21-3 jaar lager onderwijs 1.1 1.0 2.1 1.74-6 jaar lager onderwijs 2.5 1.9 4.7 3.61-2 jaar lager beroepsonderwijs (IBO/LBO) 1.6 1.9 2.2 2.43-4 jaar lager beroepsonderwijs (IBO/LBO) 11.9 16.0 12.7 16.11-2 jaar MAVO/MULO 1.9 1.8 2.5 2.33-4 jaar MAVO/MULO 11.9 7.7 11.9 8.21-3 jaar HAVO/HBS/MMS/VWO/gymnasium 2.5 1.8 2.6 2.24-6 jaar HAVO/HBS/MMS/VWO/gymnasium 7.1 4.4 6.5 4.4middelbaar beroepsonderwijs (MBO/KMBO) of

leerlingwezen 34.6 32.3 31.4 29.7hoger beroepsonderwijs 17.8 20.4 15.5 18.2wetenschappelijk onderwijs (universiteit) 5.2 9.5 4.8 8.9

n 8212 7913 10896 10358

De tweede opleidingsvraag luidde: ‘Hoeveel jaar hebben u en uw partner in totaal dagonderwijs gevolgd? Kleuteronderwijs niet meetellen.’ Voorgegeven waren de antwoordmogelijkheden: 0 jaar, 1 jaar ... tot ... 14 jaar, 15 jaar of meer. We hebben op basis van deze gegevens de gemid-delden berekend, hoewel moet worden vermeld dat dit enigszins problematisch kan zijn voor de hoogste categorie, omdat die alle ouders met 15 jaar of meer omvat. Als we van dit mogelijkeprobleem afzien, dan blijkt dat in de referentiesteekproef het gemiddelde voor de moeders 12.1bedraagt met een standaarddeviatie van 3.0 (n=7809); voor de vaders is het gemiddelde 12.3 ende standaarddeviatie 2.9 (n=7528). In de totale steekproef liggen de gemiddelden wat lager; voor de moeders is het 11.5 met een standaarddeviatie van 3.5 (n=10262) en voor de vaders11.8 met een standaarddeviatie van 3.3 (n=9790).

De derde vraag was: ‘Van welk onderwijstype hebben u en uw partner het diploma behaald? Ukunt meerdere antwoorden kiezen.’. Voorgegeven waren zeven antwoordmogelijkheden. Oor-spronkelijk ging het dus in feite om zeven deelvragen. Op basis van deze gegevens is in combi-natie met de gegevens van de eerste vraag bepaald welk het hoogste diploma is dat de ouders hebben behaald. In Tabel 9.13 staan de reacties.

107

Page 118: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.13 - Hoogste behaalde diploma ouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

geen enkel diploma 10.4 9.5 16.0 13.4lager beroepsonderwijs (IBO/LBO) 13.6 16.4 14.9 17.0MAVO/MULO 12.5 8.1 12.4 8.6HAVO/HBS/MMS/VWO/gymnasium 7.9 6.0 7.5 6.2middelbaar beroepsonderwijs (MBO/KMBO)/

leerlingwezen 34.8 32.6 31.2 30.2hoger beroepsonderwijs 16.5 18.9 14.2 16.8wetenschappelijk onderwijs (universiteit) 4.3 8.4 3.9 7.7

n 8238 7910 10960 10370

Vervolgens hebben we op grond van de gegevens uit de vragen f10 en f12 elk van de oudersingedeeld in de opleidingscategorieën zoals deze destijds binnen de evaluatie van het Onder-wijsvoorrangsbeleid (OVB) werden gehanteerd (vgl. Mulder, 1996). Deze indeling gaat uit vanhet hoogst voltooide opleidingsniveau: (1) maximaal LO; (2) LBO; (3) MAVO + leerjaar 1-3HAVO/VWO; (4) MBO; (5) leerjaar 4-5/6 HAVO/VWO; (6) HBO; (7) WO. Uitgangspunt bij de OVB-evaluatie was of het diploma is behaald. Als dat niet het geval is of niet bekend is, daalt de ouder een niveau. Naast het hoogste voltooide niveau van de moeder en vader afzonder-lijk is nog het hoogste voltooide opleidingsniveau binnen het gezin bepaald. Voorzover vantoepassing, zijn bij de constructie van deze variabelen dezelfde regels gehanteerd als bij de eer-dere PRIMA-meting (vgl. Driessen & Haanstra, 1996; Driessen, Van Langen, Portengen & Vierke, 1998; Driessen, Van Langen & Vierke, 2000, 2002). In Tabel 9.14 geven we de procen-tuele verdeling en de gemiddelden weer.

Tabel 9.14 - Hoogste voltooide opleiding moeder, vader en gezin (in % en gemiddelden)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader gezin moeder vader gezin

maximaal LO 9.8 9.2 5.2 15.3 13.0 8.6LBO 13.9 16.7 9.4 15.2 17.3 11.0MAVO, 1-3 HAVO/VWO 12.9 8.8 9.1 12.8 9.3 9.8MBO 34.6 32.1 32.7 31.0 29.8 30.64-5/6 HAVO/VWO 8.0 6.2 9.7 7.7 6.5 9.7HBO 16.5 18.7 24.2 14.1 16.6 21.3WO 4.3 8.3 9.8 3.9 7.6 8.9

• • 3.8 4.0 4.4 3.6 3.8 4.2sd 1.6 1.8 1.6 1.7 1.8 1.7n 8284 8019 8307 11024 10525 11067

108

Page 119: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Bezigheden (f13)

Een vraag handelde over de bezigheden van de ouders: ‘Wat zijn de belangrijkste bezighedenvan u en uw partner? Kies wat het beste van toepassing is. U kunt meerdere antwoorden kie-zen.’. In totaal waren acht categorieën voorgegeven. In Tabel 9.15 geven we een overzicht vandeze bezigheden. Omdat de ouders meer dan één antwoord konden kiezen, geven we per catego-rie het percentage ouders dat die heeft gekozen. Een nadeel van deze manier van bevragen(‘multiple respons’) is overigens dat, wanneer geen antwoord is aangestreept, onduidelijk is of de respondent het betreffende item niet relevant acht voor zijn/haar situatie of dat het een gewo-ne missing betreft. Ook is het mogelijk dat het gaat om een ‘niet van toepassing’-situatie omdat er geen moeder dan wel vader is. Bij deze laatste optie zou de percenteringsbasis er ook anders uitzien. De mogelijkheid om hiervoor te corrigeren op basis van de informatie uit de vragenover de gezinssamenstelling (f1 en f4) is hier vooralsnog achterwege gelaten, maar valt wel te overwegen.

Tabel 9.15 - Belangrijkste bezigheden ouders (meerdere antwoorden mogelijk)(in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

verricht op dit moment betaald werk voor 12 uur of meer per week 46.8 84.5 43.2 79.5

verricht op dit moment betaald werk voor minder dan 12 uur per week 13.4 .9 12.2 1.0

is werkloos, op zoek naar werk 2.7 2.7 3.9 4.0is arbeidsongeschikt (WAO) 3.2 2.9 4.1 3.9doet onbetaald werk/vrijwilligerswerk voor

enkele uren of dagen per week 8.5 2.7 7.8 2.5doet het huishouden 61.5 8.5 60.0 7.9is student(e), volgt een opleiding 4.8 2.4 5.6 2.6doet iets anders 4.0 5.5 4.1 5.7

n 8347 8347 11144 11144

Kerk, geloofsgemeenschap, levensbeschouwing (f14)

De volgende (eentraps) vraag is voorgelegd: ‘Tot welke kerk, geloofsgemeenschap of levensbe-schouwelijke groepering rekent u/uw partner zich? En tot welke rekent u uw kind?’. Tabel 9.16 geeft een overzicht van de antwoorden.

109

Page 120: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.16 - Kerk, geloofsgemeenschap, levensbeschouwing ouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader kind moeder vader kind

geen 32.6 35.8 40.0 30.6 33.5 37.4Rooms-katholiek 31.1 29.6 26.6 28.3 26.7 24.1Nederlands Hervormd 12.4 11.6 10.4 10.2 9.5 8.5Gereformeerd 6.6 6.3 6.1 5.5 5.3 5.1Reformatorisch 1.9 2.0 1.9 1.5 1.5 1.5overig christelijk 3.9 3.4 4.0 4.0 3.4 4.0Islam 9.4 9.7 9.4 17.6 17.9 17.4Hindoeïsme .5 .4 .4 .7 .7 .7een andere 1.4 1.3 1.1 1.7 1.5 1.3

n 8207 7944 8099 10918 10430 10713

Spreektaal kind (f15)

Aan de ouders is de vraag voorgelegd: ‘Welke taal spreekt het kind meestal?’. Voorgegevenwaren vier situaties: (a) met de moeder, (b) met de vader, (c) met broers of zussen, en (d) metvriendjes of vriendinnetjes. Als keuzemogelijkheden waren voorgegeven: (1) Nederlands, (2) Nederlands dialect of Fries, (3) andere taal (bv. Turks of Arabisch). Tabel 9.19 geeft de reacties.Vooraf willen we er op wijzen dat, zoals we bij de vragen naar de gezinssamenstelling al op-merkten, er bij de aantallen moeders en vaders rekening dient te worden gehouden met het feit dat in een deel van de gezinnen geen moeder of vader aanwezig is, en de betreffende vragennaar de spreektaal dus ook niet konden worden beantwoord. Iets soortgelijks geldt voor de aan-tallen met betrekking tot de siblings: als er geen broers of zusjes zijn (vgl. f2), is deze vraag nietvan toepassing.

Tabel 9.19 - Spreektaal kind (in %)

referentiesteekproef totale steekproef Neder- dialect andere Neder- dialect andere

lands of Fries taal n lands of Fries taal n

met moeder 87.0 6.7 6.3 7993 82.8 5.8 11.4 10489met vader 86.6 7.3 6.1 7756 82.3 6.4 11.2 10054met siblings 91.0 6.9 2.1 7249 89.8 6.2 4.1 9347met vrienden 93.7 5.8 .5 7710 93.8 5.2 1.0 10075

Taalgebruik en -beheersing ouders (f16, f17)

Informatie over het taalgebruik in het huishouden is verkregen via de vraag: ‘Welke taal spreken u en uw partner het meeste met elkaar? Maar 1 antwoord kiezen. Als er maar één ouder is, kies

110

Page 121: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

dan de taal die in het huishouden het meest wordt gesproken.’. Hier waren 12 antwoordmoge-lijkheden voorgegeven. In Tabel 9.20 staan de reacties.

Tabel 9.20 - Spreektaal ouders (in %)

referentiesteekproef totale steekproef

Nederlands 73.8 67.8een Nederlands dialect 13.6 11.4Fries 1.9 1.7Papiamento .3 .6een Surinaamse taal .1 .1een Chinese taal .2 .4Maleis .2 .2Turks 3.1 6.6Koerdisch .2 .3Marokkaans-Arabisch 1.9 3.8Berber 1.1 1.8een andere taal 3.5 5.3

n 8077 10676

De laatste vraag in deze reeks luidde: ‘In welke mate beheersen u en uw partner de Nederlandsetaal? Niet bedoeld worden dialecten en Fries.’ Deze vraag is uiteengelegd in de vier modalitei-ten: (a) verstaan/begrijpen, (b) spreken, (c) lezen, en (d) schrijven. De ouders konden antwoor-den met: (1) niet of zeer slecht, (2) slecht, (3) redelijk, (4) goed, en (5) zeer goed. Tabel 9.21 geeft een overzicht van de kengetallen, eerst uitgesplitst naar de vier afzonderlijke modaliteitenen vervolgens wordt een totaalgemiddelde gegeven. Dat laatste is tot stand gekomen op basis van factor- en betrouwbaarheidsanalyse. Principale factoranalyse met oblimin-rotatie leidde —op inhoudelijke gronden — tot twee dimensies. Het initiële verloop van de Eigen-waarden was:5.9, 1.3, .3, ... , met als bijbehorende verklaarde variantie: 73.5%, 16.2%, 3.6%, ... Hoewel er dus aanleiding was om tot één dimensie te besluiten, liet de factorstructuur zien dat de ladingenzich scherp verdeelden over twee dimensies, namelijk de taalbeheersing Nederlands door demoeder, en door de vader. De ladingen waren .91, .93, .98 en .92, respectievelijk .86, .90, .99 en.91. De modaliteit ‘lezen’ draagt dus in de sterkste mate bij aan de dimensies. Betrouwbaar-heidsanalyses leverde zeer hoge alfa’s op, te weten .97 voor de beheersing door de moeder, en .96 voor de beheersing door de vader. Vervolgens zijn de gemiddelden bepaald door het gemid-delde te nemen van de oorspronkelijke scores — althans, voorzover ten minste de helft van het aantal items valide was.

111

Page 122: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.21 - Beheersing Nederlands ouders (gemiddelden)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

• • sd • • sd • • sd • • sd

verstaan 4.5 .7 4.6 .6 4.4 .8 4.5 .7spreken 4.5 .7 4.5 .7 4.3 .8 4.4 .7lezen 4.5 .8 4.5 .7 4.4 .9 4.4 .8schrijven 4.4 .8 4.4 .8 4.2 1.0 4.3 .0

totaal 4.5 .7 4.5 .7 4.3 .8 4.4 .7

minimum n 8029 7803 10629 10188

Voorschoolse opvang, peuterspeelzaalbezoek en kind-ouderprogramma’s (f18, f19, f20)

Drie vragen handelden over voorschoolse opvang, peuterspeelzaalbezoek en kind-ouderprogramma’s. Bij die vragen is eerst geïnformeerd of het kind aan de betreffende voorzie-ning heeft deelgenomen, en vervolgens om hoeveel jaren en dagen of dagdelen het daarbij perweek ging. Sommige ouders hebben bij de vervolgvragen wel een specifiek antwoord gegeven,bijvoorbeeld 2 jaren of 3 dagdelen, terwijl ze bij de openingsvraag niets invulden of aangaven dat geen gebruik werd gemaakt van de betreffende voorziening. Terwille van de interne consis-tentie is in die gevallen de openingsvraag gehercodeerd naar ‘ja’.

De eerste vraag luidde: ‘Is het kind, voordat het naar school ging, naar een crè-che/kinderdagverblijf geweest? Zo ja, gedurende hoeveel jaar en hoeveel dagen was dat gemid-deld per week?’. In Tabel 9.24 staat allereerst het percentage ouders dat die vraag met ‘ja’ heeft beantwoord. De antwoordcategorieën met betrekking tot de jaren liepen van ‘½ of minder’ met stappen van telkens een half jaar tot ‘4 of meer’; de categorieën ten aanzien van het aantal dagenliepen van ‘½ of minder’ met stappen van een half jaar tot ‘5 of meer’. In de tabel geven we demodale categorie weer en het percentage leerlingen in die categorie.

Tabel 9.24 - Bezoek crèche/kinderdagverblijf (in % en modus)

referentiesteekproef totale steekproef % n % n

bezoek crèche/kinderdagverblijf 42.2 8040 44.5 10725

modus % n modus % n

aantal jaren 1.5 25.2 3195 1.5 25.0 4464aantal dagen per week 2 35.4 3114 2 35.6 4366

112

Page 123: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

De vraag naar peuterspeelzaalbezoek luidde: ‘Is het kind, voordat het naar school ging, naar eenpeuterspeelzaal geweest? Zo ja, gedurende hoeveel jaar en hoeveel dagdelen (=ongeveer halve dag) was dat gemiddeld per week?’. In Tabel 9.25 staat allereerst het percentage ouders dat dievraag met ‘ja’ heeft beantwoord. Bij de vraag of het kind naar een peuterspeelzaal is geweest,liepen de antwoordcategorieën met betrekking tot de jaren van ‘½ of minder’ met stappen van telkens een half jaar tot ‘2 of meer’; de categorieën ten aanzien van de dagdelen liepen van ‘1’met stappen van een dagdeel tot ‘5 of meer’.

Tabel 9.25 - Bezoek peuterspeelzaal (in % en modus)

referentiesteekproef totale steekproef % n % n

bezoek peuterspeelzaal 77.5 8278 75.9 11012

modus % n modus % n

aantal jaren 1.5 53.8 6192 1.5 50.6 8015aantal dagdelen per week 2 81.0 6283 2 75.7 8137

De laatste vraag in deze reeks luidde: ‘Heeft het kind deelgenomen of neemt het nog deel aaneen voor- of vroegschools programma voor ouders en kind?’ Hierop konden ze met ‘nee’ of ‘ja’ antwoorden. Vervolgens is gevraagd ‘Welk programma is/was dat? Meerdere antwoorden mo-gelijk.’ Hierbij waren 16 programma’s voorgegeven. Als laatste is gevraagd: ‘Gedurende hoe-veel jaren was dat in totaal?’ Bij deze laatste deelvraag varieerden de antwoordcategorieën van ‘½ of minder’ met stappen van ½ naar ‘4 of meer’. Tabel 9.26 geeft de reacties. Dat de n in hetbovenste deel van de tabel lager is dan in het onderste deel, heeft te maken met de missings opdeze vragen.

113

Page 124: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.26 - Deelname kind-ouderprogramma’s (in % en modus)

referentiesteekproef totale steekproef % n % n

deelname programma’s 8.9 8175 15.3 10847

Opstap 2.2 8347 6.7 11144Boekenpret 2.1 2.2Kaleidoscoop .0 .4Piramide 1.8 2.8Stap door! .0 .1Overstap .3 .8Instapje .1 .2klimrek .2 .4Opstap opnieuw .2 .6Opstapje .6 1.0Spel aan de wagen .2 .4Spel aan huis .7 1.3Spel- en boekenplan 1.5 2.1Stap in .1 .1Stap rond .1 .2anders .7 .9

modus % n modus % n

aantal jaren 2 25.9 641 2 32.9 1458

Instroom basisonderwijs (f21)

Twee samenhangende vragen zijn gesteld: ‘Vanaf welke groep volgt het kind onderwijs? En hoe oud was het toen?’. Bij de eerste vraag kon groep 1 of groep 2 worden aangestreept, en bij detweede diende het aantal jaren (4, 5 of 6) en maanden (0-11) te worden ingevuld. Bij de verwer-king van deze laatste gegevens bleek dat een fors deel van de ouders wel de jaren had ingevuld,maar niet de maanden (37% niet). We hebben daarom de instroomleeftijd vooralsnog alleenberekend op basis van de gegevens van leerlingen voor wie beide vragen waren beantwoord (hetgeen overigens voor het gemiddelde niets uitmaakt). Tabel 9.27 geeft een antwoord op dezevragen.

114

Page 125: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.27 - Instroomgroep en -leeftijd basisonderwijs (in % en gemiddelden)

referentiesteekproef totale steekproef

groep 1 97.6 95.9groep 2 2.4 4.1

n 8174 10805

• • sd n • • sd n

leeftijd 4.1 .2 5598 4.1 .2 6976

Leesfrequentie ouders (f22)

Drie subvragen handelen over het leesgedrag van de ouders. Ze geven een indicatie van hetcultureel — of meer precies: linguïstisch — kapitaal van de ouders. Gevraagd is: ‘Hoeveel uurper week besteden u en uw partner in de vrije tijd ongeveer aan het lezen van boeken, kranten entijdschriften? S.v.p. afronden op hele uren. Als u iets niet leest, kies dan 0 uur’. De antwoord-mogelijkheden waren: 0 uur, 1 uur, 2 uur, 3 uur, 4 uur, 5 uur, 6 of meer uur. Tabel 9.31 bevat degemiddelden. Ook bij deze tabel moeten we bedenken dat de hoogste categorie (6 uur of meer)eigenlijk breder is dan de andere categorieën, zodat het gemiddelde in principe iets vertekend zou kunnen zijn. Echter, gelet op de geringe aantallen in die categorie is de kans daarop mini-maal. Bij het relatief grote aantal ontbrekende waarden bij met name de vaders dient bedacht te worden dat vanwege het aantal eenoudergezinnen een groot deel daarvan inhoudt: niet van toe-passing.

Tabel - 9.31 - Leesfrequentie ouders (gemiddelden)

referentiesteekproef totale steekproef moeder vader moeder vader

• • sd n • • sd n • • sd n • • sd n

boeken 2.1 1.9 7843 1.3 1.7 7334 2.1 1.9 10346 1.3 1.7 9500kranten 2.0 1.5 7652 2.5 1.7 7458 1.8 1.5 9942 2.3 1.7 9616tijdschriften 1.6 1.3 7649 1.5 1.4 7228 1.6 1.3 9936 1.5 1.4 9264

115

Page 126: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Cultuurparticipatie (f23)

Er zijn vier deelvragen gesteld over cultuurparticipatie; deze vallen ook onder de noemer ‘cultu-reel kapitaal’. Het betreft de volgende: ‘Gaat u wel eens naar een concert, naar een bios-coop/filmhuis, naar toneel of ballet of naar een museum?’. Tabel 9.32 geeft de relatieve fre-quenties. Ook hier geldt dat een belangrijk deel van de ontbrekende waarden voor rekening komt van de eenoudergezinnen.

Tabel 9.32 - Cultuurparticipatie (in %)

referentiesteekproef totale steekproef concert bioscoop toneel museum concert bioscoop toneel museum

moeder:nooit 47.3 26.7 60.5 47.5 51.4 29.1 64.2 50.71-2 x per jaar 45.1 48.5 31.7 42.9 41.5 46.0 28.9 40.43-6 x per jaar 6.4 19.9 6.7 8.1 5.9 19.2 5.9 7.4vaker 1.2 5.0 1.0 1.5 1.2 5.7 1.0 1.5

n 7782 7787 7416 7521 10223 10139 9553 9712

vader:nooit 50.1 29.6 69.1 49.6 53.4 31.6 71.8 52.51-2 x per jaar 41.8 48.5 25.6 41.0 38.9 46.0 23.3 38.43-6 x per jaar 6.5 17.7 4.6 7.9 6.1 17.2 4.3 7.5vaker 1.6 4.3 .7 1.5 1.6 5.2 .7 1.5

n 7521 7463 7128 7214 9673 9589 9056 9220

Vrijetijdsbesteding kind (f24)

Aan de ouders is gevraagd: ‘Gaat uw kind wel eens naar een club of vereniging? Zo ja, wat voorclub of vereniging? Meerdere antwoorden mogelijk’. Dit zou opgevat kunnen worden als een indicator voor sociale integratie van het kind. In Tabel 9.33 staan de antwoorden vermeld.

116

Page 127: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.33 - Bezoek clubs, verenigingen, e.d. (in %)

referentiesteekproef totale steekproef

nee 30.6 34.0ja, sportvereniging 57.3 52.5ja, muziek-, zangverenging, muziekschool 2.9 2.7ja, jeugd-, club- of buurthuis, wijkcentrum, creativiteitscentrum 9.8 11.7ja, club van kerk of moskee 7.8 8.3ja, dans-, balletschool 7.5 6.6ja, hobby-, natuurclub, scouting, padvinderij 4.6 4.5

n 8347 11144

Ouder-kindactiviteiten (f25, f26)

Gevraagd is hoe vaak het voorkomt dat de ouders het kind ergens mee naar toe nemen, waarbij vier mogelijkheden zijn voorgegeven, namelijk (a) dierentuin of kinderboerderij, (b) kermis ofpretpark, (c) toneelvoorstelling, (d) museum. De antwoordcategorieën waren: (1) nooit, (2) éénkeer per jaar, (3) enkele keren per jaar, (4) iedere maand, (5) iedere week. Het betreft indicato-ren van socialisatie in het gezin, namelijk het gezamenlijk ondernemen van leerzame uitstapjes.Tabel 9.34 geeft de verdelingen van de activiteiten buitenshuis.

Tabel 9.34 - Gezamenlijke activiteiten buitenshuis (in %)

referentiesteekproef totale steekproef dierentuin/ kermis/ toneel museum dierentuin/ kermis toneel museum k.boerderij pretpark k.boerderij pretpark

nooit 1.6 3.7 50.2 49.9 2.3 3.4 53.2 52.71 x per jaar 19.3 25.0 27.8 26.2 18.7 24.6 26.0 25.0enkele x per jaar 67.1 70.2 21.5 23.4 65.8 70.6 20.3 21.7iedere maand 9.9 1.0 .5 .5 10.6 1.2 .5 .6iedere week 2.0 .2 .0 .0 2.6 .2 .1 .0

n 8139 8056 7548 7608 10750 10665 9737 9848

Ook is gevraagd hoe vaak het voor komt dat de ouders en het kind samen iets doen: (a) een puz-zel maken, (b) een denk- of geheugenspelletje doen, (c) speelt met constructiemateriaal, zoalsblokken of Lego, (d) speelt met poppen, een winkeltje of speelgoedauto’s, (e) tekent of kleurt, (f) tv kijkt, (g) met de computer speelt of werkt. De antwoordcategorieën waren: (1) nooit, (2)enkele keren per jaar, (3) enkele keren per maand, (4) enkele keren per week, (5) (bijna) iederedag. Ook deze vraag kan worden opgevat als een indicator van socialisatie in het gezin. In Tabel9.35 staan de resultaten van de activiteiten binnenshuis.

117

Page 128: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Tabel 9.35 - Gezamenlijke activiteiten binnenshuis (in %)

puzzel denk- constr.- poppen/ tekenen/ tv- com-spelletje materiaal auto’s kleuren kijken puter

referentiesteekproef:nooit 3.2 2.0 9.0 10.3 1.9 2.6 9.5enkele keren per jaar 21.4 8.2 15.4 14.1 5.8 1.4 7.5enkele keren per maand 43.9 35.8 30.8 27.1 21.6 5.9 29.5enkele keren per week 26.5 40.6 29.5 27.5 36.1 25.3 37.3(bijna) iedere dag 4.9 13.5 15.2 21.0 34.6 64.7 16.3

n 8100 7990 7933 7996 8058 8093 8096

totale steekproef:nooit 3.5 2.8 9.4 10.1 1.8 3.1 10.8enkele keren per jaar 20.3 8.5 15.1 13.2 5.6 1.3 7.0enkele keren per maand 42.1 34.5 29.9 25.7 20.6 5.4 27.0enkele keren per week 28.0 40.6 30.1 28.3 35.6 23.7 36.7(bijna) iedere dag 6.1 13.6 15.4 22.7 36.4 67.4 18.6

n 10680 10508 10425 10535 10654 10731 10676

118

Page 129: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde

Literatuur

Bergen, J. van (1987). Verantwoording constructie toetsen voor de evaluatie van het Onder-wijsvoorrangsbeleid. Arnhem: Cito.

Driessen, G., & Haanstra, F. (1996a). De oudervragenlijst basisonderwijs en speciaal onder-wijs. Technische rapportage PRIMA-cohortonderzoek 1994/95. Amsterdam/Nijmegen:SCO/ITS.

Driessen, G., & Haanstra, F. (1996b). Achtergrondkenmerken van leerlingen in het primair on-derwijs. Beschrijvende rapportage op basis van het PRIMA-cohortonderzoek 1994/95. Ub-bergen: Tandem Felix.

Driessen, G., Langen, A. van, & Oudenhoven, D. (1994). De toetsen voor het cohort primairOnderwijs. Verantwoording. Nijmegen: ITS.

Driessen, G., Langen, A. van, Portengen, R., & Vierke, H. (1998). Basisonderwijs: Veldwerk-verslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek.Tweede meting 1996-1997. Nijmegen: ITS.

Driessen, G., Langen, A. van, & Vierke, H. (2000). Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerling-gegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Derde meting1998/99. Nijmegen: ITS.

Driessen, G., Langen, A. van, & Vierke, H. (2002). Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerling-gegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vierde meting2000/01. Nijmegen: ITS.

Jungbluth, P., Langen, A. van, Peetsma, T., & Vierke, H. (1996). Leerlinggegevens basisonder-wijs en speciaal onderwijs. Technische rapportage PRIMA-cohortonderzoek 1994/95. Am-sterdam/Nijmegen: SCO/ITS.

Jungbluth, P., Roede, E., & Roeleveld, J. (2001). Validering van het PRIMA-leerlingprofiel.Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

Kamphuis, F., Mulder, L., Vierke, H., Overmaat, M., & Koopman, P. (1998). De relatie tussenPRIMA-toetsen en toetsen uit het Cito-Leerlingvolgsysteem. Nijmegen: ITS.

Kuyk, J. van (1992). Ordenen. Handleiding. Arnhem: Cito.

Langen, A. van, Vierke, H., & Robijns, M. (1996). Veldwerkverslag basisonderwijs en speciaalonderwijs. Technische rapportage PRIMA-cohortonderzoek 1994/95. Amsterdam/Nijmegen:SCO/ITS.

Verhelst, N. (1992). Het eenparameter logistische model. Een theoretische inleiding en eenhandleiding bij het computerprogramma. Arnhem: Cito.

Vierke, H. (1995). De PRIMA-toetsen gekalibreerd. De ontwikkeling van vaardigheidsscores over de leerjaren heen op basis van de jaargroeptoetsen in het cohort primair onderwijs (PRIMA). Nijmegen: ITS.

119

Page 130: Geert Driessen, Annemarie van Langen & Hermann Vierke (2004) Basisonderwijs: Veldwerkverslag, leerlinggegevens en oudervragenlijsten. Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Vijfde