Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de...

60
Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa- raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr. 09 168 540

Transcript of Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de...

Page 1: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Gebruiks- en montagehandleidingGaskookplaten

Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa-raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en uvoorkomt schade aan uw apparaat.

nl-NL M.-Nr. 09 168 540

Page 2: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

2

De kookplaat kan ook in andere landen gebruikt worden dan in de op het appa-raat genoemde landen. De landspecifieke uitvoering en de aansluiting van dekookplaat zijn essentieel voor het probleemloos en veilig functioneren.Neem daarom contact op met de Miele-organisatie in het betreffende land als uhet apparaat in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat.

Page 3: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Inhoud

3

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.........................................................  5

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................  16

Overzicht ..............................................................................................................  17Kookplaat .............................................................................................................. 17

KM 3010 ........................................................................................................... 17KM 3014 ........................................................................................................... 18

Bedieningsknop..................................................................................................... 19Brander.................................................................................................................. 20Bijgeleverde accessoires....................................................................................... 21

Ingebruikneming van het apparaat ....................................................................  22Kookplaat voor de eerste keer reinigen................................................................. 22Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen.................................................. 22

De juiste pannen..................................................................................................  23

Tips om energie te besparen .............................................................................  25

Bediening .............................................................................................................  26Inschakelen ........................................................................................................... 26Vlam instellen ........................................................................................................ 27Uitschakelen.......................................................................................................... 27

Beveiligingen........................................................................................................  28Thermo-elektrische vlambeveiliging...................................................................... 28

Reiniging en onderhoud......................................................................................  29Keramische plaat................................................................................................... 30Pannendrager ........................................................................................................ 31Knoppen................................................................................................................ 31Brander.................................................................................................................. 31

Nuttige tips...........................................................................................................  34

Bij te bestellen accessoires................................................................................  36

Brandervermogen................................................................................................  37

Service..................................................................................................................  38Contact bij storingen ............................................................................................. 38Typeplaatje ............................................................................................................ 38Garantie ................................................................................................................. 38

Page 4: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Inhoud

4

Installatie ..............................................................................................................  39Veiligheidsinstructies voor het inbouwen .............................................................. 39Veiligheidsafstanden ............................................................................................. 40Aanwijzingen voor het inbouwen........................................................................... 43Inbouwmaten......................................................................................................... 44

KM 3010 ........................................................................................................... 44KM 3014 ........................................................................................................... 45

Inbouwen............................................................................................................... 46Gasaansluiting....................................................................................................... 48Elektrische aansluiting........................................................................................... 50

Aanpassen aan een andere gassoort ................................................................  53Tabel voor de inspuiters ........................................................................................ 53Inspuiters vervangen ............................................................................................. 53

Hoofdinspuiter(s) vervangen ............................................................................ 53De kleine inspuiters vervangen ........................................................................ 54

Functie controleren................................................................................................ 55

Productinformatiebladen ....................................................................................  56

Page 5: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

5

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schadetot gevolg hebben.

Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor-dat u de kookplaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in-structies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruiken het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schadeaan de kookplaat.

In overeenstemming met de norm IEC 60335-1 adviseert Miele uuitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de kookplaaten de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op tevolgen.

Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet wordenopgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-de die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze dooraan een eventuele volgende eigenaar.

Page 6: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

6

Verantwoord gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijkgebruik (of daarmee vergelijkbaar).

Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.

Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke situaties voorhet bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor anderedoeleinden is niet toegestaan.

Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die instaat zijn het apparaat veilig te bedienen. Deze personen moetenvolledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing.Men moet zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bedie-ning.

Page 7: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

7

Wanneer er kinderen in huis zijn

Houd kinderen onder 8 jaar op een afstand, tenzij u voortdurendtoezicht houdt.

Kinderen vanaf 8 jaar mogen het apparaat alleen zonder toezichtgebruiken als ze precies weten hoe ze het apparaat veilig moetenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren vaneen foutieve bediening.

Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.

Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van dekookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.

De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nogenige tijd nadat deze is uitgeschakeld. Houd kinderen op een af-stand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen ver-brandingsgevaar meer bestaat.

Pas op voor verbranding. Bewaar voorwerpen, die voor kindereninteressant kunnen zijn, niet op plaatsen boven of achter het appa-raat. Zo krijgen de kinderen niet de neiging om op het apparaat teklimmen.

Verbrandingsgevaar! Draai de grepen van de pannen zo dat zezich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen nietvan het apparaat kunnen trekken.

Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen inverpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaalover hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bijkinderen vandaan.

Page 8: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

8

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In-stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleendoor een door Miele geautoriseerde vakkracht worden uitgevoerd.

Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.Controleer het apparaat op zichtbare schade. Neem nooit een be-schadigd apparaat in gebruik.

De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren alsdeze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.

De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatjemoeten beslist overeenkomen met de waarden van het elektriciteits-net om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfeleen elektricien.

Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook-plaat op het elektriciteitsnet.

Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-ligheid gewaarborgd is.

Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals eenboot) worden gebruikt.

Page 9: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

9

Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanningstaan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen wordenveranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toeleiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.Open nooit de ommanteling van het apparaat.

Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door eentechnicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelenworden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij garan-deren dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.

De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-klok of een systeem dat op afstand werkt.

Alleen een deskundige mag het gas aansluiten (zie het hoofdstuk“Installatie”, paragraaf “Gasaansluiting”). Als de stekker van de aan-sluitkabel wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekkerheeft, mag de kookplaat uitsluitend door een elektricien op het elek-triciteitsnet worden aangesloten (zie het hoofdstuk “Installatie”, para-graaf “Elektrische aansluiting”).

Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-cien door een speciale aansluitkabel worden vervangen (zie hethoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).

Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient hetapparaat spanningsvrij te worden gemaakt. De gastoevoer moet zijnafgesloten. Ga als volgt te werk:

– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of

– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of

– trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbijaan de stekker en niet aan de aansluitkabel.

– sluit de gastoevoer af.

Page 10: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

10

Gevaar voor elektrische schok!Neem het apparaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel het apparaatmeteen uit. Maak het apparaat spanningsvrij en sluit de gastoevoeraf. Neem contact op met Miele.

Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag dedeur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter eengesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnenhet apparaat, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deurpas als het apparaat volledig is afgekoeld.

Page 11: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

11

Veilig gebruik

Het apparaat wordt bij gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijdna het uitschakelen. Raak het apparaat daarom niet aan, zolang hetnog heet is.

Voorwerpen in de nabijheid van de ingeschakelde kookplaat kun-nen door de hoge temperaturen beginnen te branden.Gebruik de kookplaat nooit om ruimten te verwarmen.

Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus eenbrand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met eendeksel of een blusdeken.

Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-zuigkap in brand vliegen.

Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke productendaarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele be-stekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.

Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.

In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken ofverwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbar-sten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgeslotenblikken en dergelijke in te maken of te verwarmen.

Als de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materi-aal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kook-plaat per ongeluk inschakelt of als deze nog heet is. Dek de kook-plaat nooit af met bijvoorbeeld afdekplaten, een doek of bescherm-folie.

Page 12: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

12

Als u het apparaat per ongeluk inschakelt of als het nog warm isvan het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op dekookplaat liggen heet worden. Andere materialen kunnen smelten ofvlam vatten. Gebruik de kookplaat nooit als werkblad.

U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijdovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaatwerkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat ofvochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran-dingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammenkomt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoekenof iets dergelijks.

Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurtvan de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko-men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigdkunnen raken.

Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs eenlicht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor-zaken.

Gebruik geen serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie. Derge-lijke materialen smelten bij hoge temperaturen.

Als u de knop indrukt, genereert de ontstekingselektrode eenvonk. Druk de knop niet in, als u de kookplaat of de brander bij deontstekingselektrode wilt reinigen of aanraken.

Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een er-boven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vlamvatten.

Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd,voordat u een brander ontsteekt.

Page 13: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

13

Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter ofkleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie “Dejuiste pannen”). Als de diameter te klein is, staat de pan niet steviggenoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbrandings-gassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, eenniet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat bescha-digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele nietaansprakelijk worden gesteld.

Zorg dat de vlammen van de brander niet onder de pan vandaankomen.

Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De kookplaat kananders beschadigd raken.

Plaats altijd de bijgeleverde pannendrager(s). Het kookgerei magniet rechtstreeks op een brander worden gezet.

Plaats de pannendrager(s) van boven op de kookplaat, zodat ergeen krassen kunnen ontstaan.

Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van hetapparaat.

Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zospoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.

Bij gebruik van het apparaat ontstaan warmte, vocht en verbran-dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimtewaar het apparaat zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voormechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).

Als u het apparaat lang en intensief gebruikt, is het aan te radende ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam teopenen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.

Gebruik geen braadpannen, pannen of grillstenen die zo groot zijndat zij meerdere branders bedekken. Door warmteophoping kan hetapparaat beschadigd raken.

Page 14: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

14

Als het apparaat gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet isgebruikt, is het aan te bevelen het apparaat grondig te reinigen voor-dat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van hetapparaat zo nodig door een vakman controleren.

Page 15: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

15

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelendie onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.

Page 16: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

16

Het verpakkingsmateriaalDe verpakking beschermt het apparaattegen transportschade. Het verpak-kingsmateriaal is uitgekozen met hetoog op een zo gering mogelijke belas-ting van het milieu en de mogelijkhedenvoor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateri-aal wordt er op grondstoffen bespaarden wordt er minder afval geproduceerd.Uw vakhandelaar neemt de verpakkingin het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaatOude elektrische en elektronische ap-paraten bevatten meestal waardevollematerialen. Ze bevatten ook stoffen,mengsels en onderdelen die nodig zijngeweest om de apparaten goed en vei-lig te laten functioneren. Wanneer u uwoude apparaat bij het gewone huisafvaldoet of er niet goed mee omgaat, kun-nen deze stoffen schadelijk zijn voor degezondheid en het milieu. Doe uw oudeapparaat daarom nooit bij het gewoneafval.

Lever het apparaat in bij een gemeente-lijk inzameldepot voor elektrische enelektronische apparatuur, bij uw vak-handelaar of bij Miele. U bent wettelijkzelf verantwoordelijk voor het wissenvan eventuele persoonlijke gegevens ophet af te danken apparaat. Bewaar hetafgedankte apparaat buiten het bereikvan kinderen.

Page 17: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Overzicht

17

Kookplaat

KM 3010

a Sterkbrander

b Sudderbrander

c Normaalbrander

d Normaalbrander

e Pannendrager (1 pannendrager per brander)

f Symbool voor de kookzone

Bedieningsknop voor de kookzone:

g Rechts voor

h Rechts achter

i Links achter

j Links voor

Page 18: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Overzicht

18

KM 3014

a Wokbrander

b Sudderbrander

c Normaalbrander

d Pannendrager (1 pannendrager per brander)

e Symbool voor de kookzone

Bedieningsknop voor de kookzone:

f Rechts voor

g Rechts achter

h Links

Page 19: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Overzicht

19

Bedieningsknop

Sudder-/normaal-/sterkbrander

Symbool Beschrijving

Brander uit, gastoevoer afgesloten

Grootste vlam

Kleinste vlam

Wokbrander

Symbool Beschrijving

Brander uit, gastoevoer afgesloten

Grootste vlam: binnenste en buitenste brander branden op de hoog-ste stand

Grote vlam: buitenste brander op laagste stand, binnenste branderop hoogste stand

Kleine vlam: buitenste brander uit, binnenste brander op hoogstestand

Kleinste vlam: buitenste brander uit, binnenste brander op laagstestand

Page 20: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Overzicht

20

Brander

Wokbrander

a Branderdop (buiten)

b Branderdop (binnen)

c Branderkop

d Brandervoet

e Thermo-element

f Ontstekingselektrode

Sudder-/sterk-/normaalbrander

a Branderdop

b Branderkop

c Brandervoet

d Thermo-element

e Ontstekingselektrode

Page 21: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Overzicht

21

Bijgeleverde accessoiresU kunt de bijgeleverde accessoires (enandere accessoires) desgewenst ooknabestellen (zie “Bij te bestellen acces-soires”).

Bijgeleverde accessoires, alleen bijKM 3014

Wokring

Met de bijgeleverde wokring staat hetkookgerei extra stevig op de brander.Dit geldt met name voor woks met eenronde bodem.

Combi-ring

Gebruik de bijgeleverde combi-ring alsu kleinere pannen wilt gebruiken danaangegeven in de tabel van het hoofd-stuk “De juiste pannen”.

Page 22: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Ingebruikneming van het apparaat

22

Plak het typeplaatje dat bij de docu-mentatie gevoegd is op de daarvoorbestemde plaats in het hoofdstuk“Service”.

Verwijder eventueel aanwezige be-schermfolies en stickers.

Kookplaat voor de eerste keerreinigen Wis uw kookplaat voor het eerste ge-

bruik af met een vochtige doek endroog de plaat weer af.

Reinig de afneembare delen van debrander(s) met een sponsdoekje, af-wasmiddel en warm water. Droog dedelen daarna weer af en zet de bran-der(s) vervolgens weer in elkaar (ziehet hoofdstuk “Reiniging en onder-houd”).

Kookplaat voor de eerste keerin gebruik nemenDe onderdelen van metaal worden meteen onderhoudsmiddel beschermd. Alshet apparaat voor het eerst in gebruikwordt genomen, ontstaan daardoorgeuren en eventueel ook damp.

De geur en de eventueel optredendedamp wijzen niet op een verkeerde aan-sluiting of een defect en zijn ook nietschadelijk voor de gezondheid.

Page 23: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

De juiste pannen

23

Minimale diameter panbodem

Brander Ø cm

Sudderbrander 10

Normaalbrander 12

Sterkbrander 14

Wokbrander 14

Maximale diameter bovenkant pan

Brander Ø cm

Sudderbrander 20

Normaalbrander 22

Sterkbrander 24

Wokbrander 26

– Gebruik een pan die qua diameter bijde brander past:grote diameter = grote brander,kleine diameter = kleine brander

– Houdt u zich aan de afmetingen in detabel. Als u te grote pannen gebruikt,kunnen de vlammen zich verspreidenen schade aan het werkblad of aanandere apparaten veroorzaken. Ge-bruikt u pannen van de juiste afme-tingen, dan neemt de efficiëntie toe.Gebruik geen pannen met een diame-ter die kleiner is dan de pannendragerof pannen die niet stevig op de pan-nendrager staan (wiebelen). Dat is ge-vaarlijk.

– Op een elektrische kookplaat moetenpannen met een vlakke bodem wor-den gebruikt. Op een gaskookplaatkunt u ook pannen zonder vlakke bo-dem gebruiken en toch goede resul-taten bereiken.

– Houdt u er rekening mee dat pannen-fabrikanten vaak de diameter aan debovenkant vermelden. Van belang isechter alleen de bodemdiameter.

– Voor gas zijn geen speciale pannennodig. Het materiaal moet alleen hit-tebestendig zijn.

– Gebruik bij voorkeur pannen met eendikke bodem, omdat de warmtever-deling dan beter is. Bij pannen meteen dunne bodem bestaat het gevaardat de gerechten plaatselijk overver-hit raken. Roer de gerechten dan ookregelmatig om.

– Plaats altijd de bijgeleverde pannen-drager. Het kookgerei mag niet recht-streeks op de brander worden gezet.

– Plaats pannen zo op de pannendra-ger dat deze niet kunnen kantelen.Minimale bewegingen kunnen echternooit helemaal worden uitgesloten.

– Gebruik geen pannen of schalen meteen rand langs de bodem.

Wokring Gebruik de wokring zodat het kook-

gerei extra stevig staat. Dit geldt metname voor woks met een ronde bo-dem.

Page 24: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

De juiste pannen

24

Positioneer de wokring zodanig op depannendrager dat de ring stevig ligten niet kan schuiven (zie afbeelding).

Een wok is een bijzondere pan met eenkleine bodemdiameter en een grote bo-vendiameter (meestal 35–40 cm). Dewokbrander is ideaal voor dergelijkepannen.

Combi-ringGebruik de combi-ring als u pannen wiltgebruiken met een bodem die kleiner isdan in de tabel staat aangegeven.

Page 25: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Tips om energie te besparen

25

– Bereid gerechten zoveel mogelijk ingesloten potten of pannen. Zo voor-komt u dat onnodig warmte ontwijkt.

– Gebruik liever brede, lage pannendan smalle, hoge pannen. De inhoudwordt dan beter verhit.

– Gebruik zo weinig mogelijk water.

– Schakel na het aankoken of aanbra-den op tijd terug naar een lagerestand.

– Gebruik een snelkookpan om de be-reidingstijd te verkorten.

Page 26: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Bediening

26

Brandgevaar door oververhittingvan gerechten.Als u het gerecht niet in de gatenhoudt, kan dit oververhit raken en inbrand vliegen.Houd toezicht op het apparaat alshet in gebruik is.

Inschakelen Druk de betreffende knop in en draai

deze naar links naar het grootstevlamsymbool. De ontstekingselektro-de “klikt” en steekt het gas aan.

Als u een knop bedient, wordt auto-matisch bij alle branders een vonk ge-genereerd. Dit is normaal en duidt nietop een defect.

Wanneer er een vlam te zien is, moetu de bedieningsknop nog 5–10 se-conden ingedrukt houden. Laat deknop vervolgens los.

Draai de knop naar als de branderniet is gaan branden. Ventileer hetvertrek of wacht minstens 1 minuutvoordat u de brander opnieuw pro-beert te ontsteken. Houd de knop bijde tweede ontsteking eventueel lan-ger ingedrukt.

Mocht de brander ook na een tweedepoging niet aangaan, draai de knopdan naar  en zie het hoofdstuk “Nut-tige tips”.

Inschakelen bij een stroomstoring

Wanneer de stroom uitvalt, kunt u degasbrander met een lucifer aansteken.

Druk de knop in en draai deze naarlinks op het grootste vlamsymbool.

Houd de knop ingedrukt en steek hetgas met een lucifer aan.

Houd de knop nog ca. 5–10 secon-den ingedrukt en laat deze dan los.

Page 27: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Bediening

27

Vlam instellenU kunt de branders traploos instellen opeen stand tussen de grootste en dekleinste vlam.

Omdat de vlam aan de buitenkant he-ter is dan in de kern moeten de puntenvan de vlam de panbodem raken. Dehitte wordt anders aan de lucht afge-geven. Bovendien kunnen de pangre-pen beschadigd raken en neemt dekans op verbrandingen toe.

Stel de brander zo in dat de vlammenniet onder de pan vandaan komen

Wokbrander

Afhankelijk van de uitvoering van deknop bevindt zich tussen de hoge en delage stand een blokkering (op de stand“6 uur”).

Druk licht op de knop om deze blok-kering te passeren.

Uitschakelen Draai de knop naar rechts op stand .

De gastoevoer wordt afgesloten en devlam gaat uit.

Page 28: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Beveiligingen

28

Thermo-elektrische vlambevei-ligingUw kookplaat is voorzien van een ther-mo-elektrische vlambeveiliging. Dithoudt in dat de gastoevoer wordt afge-sloten als de vlam dooft (bijvoorbeeldomdat een gerecht overkookt of omdatde vlam uitwaait). Zo wordt voorkomendat er gas vrijkomt. Als u de knop op zet, is de kookplaat weer klaar voor ge-bruik.

De thermo-elektrische vlambeveiligingfunctioneert los van de stroomvoorzie-ning. Dit betekent dat de beveiligingook werkt als u de kookplaat tijdenseen stroomstoring gebruikt.

Page 29: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Reiniging en onderhoud

29

Gevaar voor verbranding doorhete oppervlakken.Na afloop van het kookproces zijnhet oppervlak van de kookplaat, depannendragers en de branders heet.Laat de kookplaat afkoelen voordat udeze reinigt.

Schade door vocht in het appa-raat.De stoom van een stoomreiniger kanterechtkomen op onderdelen die on-der spanning staan en een kortslui-ting veroorzaken.Gebruik voor het reinigen van dekookplaat nooit een stoomreiniger.

Alle oppervlakken kunnen verkleurenof veranderen wanneer u onge-schikte reinigingsmiddelen gebruikt.De oppervlakken zijn krasgevoelig.Verwijder resten van reinigingsmid-delen onmiddellijk.Gebruik geen schurende reinigings-middelen of middelen die krassenkunnen veroorzaken.

Door overgekookte gerechten kun-nen er op de branders verkleuringenontstaan.Verwijder verontreinigingen en zoutof suiker meteen.

Als u de knop indrukt, genereert deontstekingselektrode een vonk. Drukde knop niet in, als u de kookplaat ofde brander bij de ontstekingselektro-de wilt reinigen of aanraken.

Ongeschikte reinigingsmidde-lenOm beschadigingen aan de oppervlak-ken te voorkomen, mogen de volgendemiddelen niet worden gebruikt:

– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- ofchloridehoudende reinigingsmiddelen

– kalkoplossende reinigingsmiddelen

– vlek- en roestverwijderaars

– schurende reinigingsmiddelen, zoalsschuurpoeder, vloeibaar schuurmid-del en reinigingssteen

– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-delen

– reinigingsmiddelen voor afwasauto-maten

– grill- en ovensprays

– glasreinigers

– schurende harde borstels en spons-jes (zoals pannensponsjes) of ge-bruikte sponsjes die nog restenschuurmiddel bevatten

– vlekkensponsjes

Page 30: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Reiniging en onderhoud

30

Reinig de hele kookplaat na elk ge-bruik.

Laat vastzittende verontreinigingeneerst inweken.

Maak het apparaat na elke vochtigereiniging weer droog om kalkresten tevoorkomen.

Keramische plaat

Schade door spitse voorwerpen.De afdichtband tussen kookplaat enwerkblad kan beschadigd raken.De afdichtband tussen keramischeplaat en lijst kan beschadigd raken.Gebruik voor de reiniging geen spitsevoorwerpen.

Met een afwasmiddel worden niet al-le verontreinigingen en resten verwij-derd. Er ontstaat een onzichtbarefilm die tot verkleuringen van hetkeramische glas leidt. Deze verkleu-ringen kunnen niet meer worden ver-wijderd.Reinig de keramische plaat regelma-tig met een speciaal reinigingsmiddelvoor keramisch glas.

Verwijder alle grove verontreinigingenmet een vochtige doek. Vastgekoekteverontreinigingen verwijdert u meteen glasschraper.

Reinig de plaat vervolgens met hetMiele-reinigingsmiddel voor kera-mische platen en roestvrij staal (ziehoofdstuk: “Bij te bestellen accessoi-res”) of met een ander geschikt reini-gingsmiddel voor keramische platen.Gebruik hierbij een stuk keukenrol ofeen schone doek. Gebruik het reini-gingsmiddel niet op een hete plaat,

omdat daardoor vlekken kunnen ont-staan. Volg de aanwijzingen van defabrikant van het reinigingsmiddel op.

Verwijder vlekken, ontstaan doorkalkresten of water met een reini-gingsmiddel voor keramische platen.

Veeg de plaat met een vochtige doekna om al het reinigingsmiddel te ver-wijderen.

Reinigingsmiddelresten kunnen andersinbranden en de keramische plaataantasten. Verwijder alle reinigings-middelresten.

Droog de keramische plaat af meteen schone, zachte doek.

Page 31: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Reiniging en onderhoud

31

Pannendrager Verwijder de pannendrager(s).

Reinig de pannendrager(s) in de af-wasautomaat met een sponsdoekje,afwasmiddel en warm water. Laatvastzittende verontreinigingen eerstinweken.

Droog de pannendrager(s) met eenschone doek af.

Knoppen

De knoppen zijn niet geschikt voorde afwasautomaat.Reinig de knoppen uitsluitend hand-matig.

De knoppen kunnen verkleuren alsze niet regelmatig worden gereinigd.Reinig de knoppen na elk gebruik.

Reinig de knoppen met een spons-doekje, wat afwasmiddel en warmwater.

Brander

Reinig de onderdelen van de branderniet in de vaatwasser.

Het oppervlak van de branderdopwordt mettertijd iets matter. Dit is nor-maal en heeft verder geen gevolgenvoor het gebruik van de kookplaat.

Verwijder alle losse delen van debrander en reinig deze uitsluitendhandmatig met een sponsdoekje, af-wasmiddel en warm water.

Reinig alle vlamopeningen zodat dezevrij zijn van verontreinigingen.

Explosiegevaar.Door verstopte vlamopeningen kanzich onverbrand gas onder de kook-plaat ophopen en ontploffen. Dit kanbeschadigingen aan het apparaat enletsel veroorzaken.Zorg ervoor dat de vlamopeningenaltijd vrij zijn van verontreinigingen.

Neem de onderdelen van de branderdie u niet kunt verwijderen met eenvochtige doek af.

Neem de ontstekingselektrode en hetthermo-element voorzichtig af meteen goed uitgewrongen doek.

De elektrode mag niet nat worden, an-ders wordt er geen vonk afgegeven.

Wrijf alles na afloop met een schonedoek droog. Zorg ervoor dat ook devlamopeningen goed droog zijn.

Page 32: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Reiniging en onderhoud

32

Het oppervlak van de branderdopwordt mettertijd iets matter. Dit is nor-maal en heeft verder geen gevolgenvoor het gebruik van de kookplaat.

Sudder-, normaal- en sterkbrander inelkaar zetten

Plaats de branderkop  zodanig opde brandervoet  dat het thermo-element  en de ontstekingselektro-de  door de gaten van de brander-kop heen steken. Zorg dat debranderkop goed op de brandervoetligt.

Plaats de branderdop  goed op debranderkop . Als de branderdopgoed is geplaatst, kunt u de dop nietverschuiven.

Zorg dat de branderdelen in de juistevolgorde worden teruggeplaatst.

Page 33: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Reiniging en onderhoud

33

Wokbrander in elkaar zetten

Plaats de branderkop  zodanig opde brandervoet  dat het thermo-element  en de ontstekingselektro-de  door het gat van de branderkopheen steken. De branderkop moetgoed op de brandervoet liggen.

Plaats de branderdoppen  en .

Zorg dat de branderdelen in de juistevolgorde worden teruggeplaatst.

Page 34: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Nuttige tips

34

De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kuntu zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat uMiele niet hoeft in te schakelen.

De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen enhet probleem te verhelpen.

Probleem Oorzaak en oplossing

Bij de eerste ingebruik-neming of nadat het ap-paraat lange tijd niet isgebruikt, ontsteekt debrander niet.

Er bevindt zich mogelijk lucht in de gasleiding. Herhaal de ontstekingsprocedure eventueel meer-

maals.

De brander ontsteektniet, ook niet na meer-dere pogingen.

Er is een technische storing opgetreden. Draai alle knoppen naar rechts op en maak het

apparaat enkele seconden spanningsvrij.De brander is niet goed in elkaar gezet. Zet de brander goed in elkaar.

De gaskraan is niet geopend. Open de gaskraan.

De brander is nat en/of verontreinigd. Reinig de brander en maak alle delen goed droog.

De vlamopeningen in de brander zijn verstopt en/ofnat. Reinig de vlamopeningen en maak alles weer goed

droog.

De gasvlam gaat na hetontsteken weer uit.

De vlammen raken het thermo-element niet. Het ele-ment wordt niet heet genoeg:De branderdelen zijn niet goed geplaatst. Plaats de onderdelen correct.

Het thermo-element is verontreinigd. Verwijder de verontreinigingen.

De vlam is veranderd. De branderdelen zijn niet goed geplaatst. Plaats de onderdelen correct.

De branderkop of de openingen in de branderdop zijnverontreinigd. Verwijder eventueel aanwezig vuil.

De gasvlam dooft tij-dens het gebruik.

De branderdelen zijn niet goed geplaatst. Plaats de onderdelen correct.

Page 35: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Nuttige tips

35

Probleem Oorzaak en oplossing

De elektrische vonkont-steking van de branderwerkt niet.

De zekering van de huisinstallatie is doorgeslagen. Neem contact op met een elektricien of met Miele.

Er bevinden zich voedselresten tussen de ontste-kingselektrode en het branderdeksel.Het thermo-element is verontreinigd. Verwijder de verontreinigingen (zie het hoofdstuk:

“Reiniging en onderhoud”).

Page 36: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Bij te bestellen accessoires

36

Speciaal voor uw apparatuur levertMiele een uitgebreid assortiment aantoebehoren, alsmede reinigings- en on-derhoudsmiddelen.

U kunt deze producten heel eenvoudigvia de webshop bestellen.

De producten zijn ook verkrijgbaar bijMiele (zie achter in deze gebruiksaan-wijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.

Reinigingsmiddel voor kera-mische platen en roestvrij staal250 ml

Voor het verwijderen van verontreini-gingen, kalk- en aluminiumvlekken

Microvezeldoekje

Voor het verwijderen van vingerafdruk-ken en lichte verontreinigingen

Page 37: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Brandervermogen

37

Nominale belasting

Brander Gassoort Hoogste stand Laagstestand

kW g/h kW

Sudderbrander Aardgas KAardgas EVloeibaar gas

1,01,0

0,95

––

69

0,250,250,2

Normaalbrander Aardgas KAardgas EVloeibaar gas

1,71,71,7

––

124

0,30,3

0,35

Sterkbrander Aardgas KAardgas EVloeibaar gas

2,72,7

2,55

––

186

0,50,50,6

Wok Aardgas KAardgas EVloeibaar gas

4,74,74,6

––

335

0,30,3

0,25

KM 3010 Totaal

Aardgas KAardgas EVloeibaar gas

7,17,16,9

––

502

KM 3014 Totaal

Aardgas KAardgas EVloeibaar gas

7,47,4

7,25

––

528

Page 38: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Service

38

Contact bij storingenVoor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaarof Miele.

Het telefoonnummer van Miele vindt u aan het einde van dit document.

Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeften welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.

TypeplaatjePlak hier het bijgaande typeplaatje. Controleer of het type apparaat overeenkomtmet het type dat op de achterkant van dit document staat.

GarantieDe garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar.

Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.

Page 39: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

39

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen

Schade door vallende voorwerpen.Bij de montage van bovenkasten of van een afzuigkap kan de kookplaat be-schadigd raken.Bouw de kookplaat pas na de montage van de bovenkasten of de afzuigkap in.

Houdt u zich bij de plaatsing van de kookplaat aan alle geldendevoorschriften en richtlijnen van het land van plaatsing.

De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebe-stendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervor-men. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.

De kookplaat mag niet boven koelapparatuur, afwas-, was- endroogautomaten worden ingebouwd.

Vanwege het eventuele overslaan van de vlammen mag een gas-kookplaat niet meteen naast een friteuse worden ingebouwd. Houdtussen de genoemde apparaten een afstand aan van ten minste300 mm.

De gasslang en de aansluitkabel mogen na de inbouw van het ap-paraat niet met hete onderdelen in aanraking komen.

De aansluitkabel en een flexibele gasaansluiting mogen na de in-bouw van het apparaat niet in aanraking komen met de beweegbaredelen van de keukenelementen (zoals een lade) en mogen ook nietworden blootgesteld aan mechanische belastingen.

Neem de veiligheidsafstanden op de volgende pagina's in acht.

Page 40: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

40

Veiligheidsafstanden

Veiligheidsafstand boven de kook-plaat

Tussen de kookplaat en een erbovengemonteerde afzuigkap dient u de vei-ligheidsafstand aan te houden die defabrikant van de afzuigkap aangeeft. Isdeze informatie niet beschikbaar, houddan een afstand aan van ten minste760 mm. Ook als zich boven het appa-raat licht ontvlambare materialen bevin-den (zoals een keukenplank), moet udeze afstand aanhouden.

Als voor verschillende apparaten ver-schillende veiligheidsafstanden wor-den genoemd voor plaatsing ondereen afzuigkap, kies dan altijd degrootste afstand.

Page 41: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

41

Veiligheidsafstand achterkant/zijkant

Bij inbouw van de kookplaat mag zichaan de achterkant en aan één kant(rechts of links) een hoge keukenkast ofeen wand bevinden (zie afbeeldingen).

 Minimumafstand achter van dewerkbladuitsparing tot de achterkantvan het werkblad:50 mm

 Minimumafstand rechts van dewerkbladuitsparing tot een ernaaststaand meubelstuk (bijv. hoge kast) ofeen wand:150 mm.

 Minimumafstand links van de werk-bladuitsparing tot een ernaast staandmeubelstuk (bijv. hoge kast) of eenwand:150 mm.

Niet toegestaan

Aan te bevelen

Niet aan te bevelen

Niet aan te bevelen

Page 42: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

42

Veiligheidsafstand bij een beklede nis

Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit-sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge tem-peraturen kunnen materialen beschadigd raken.

Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tus-sen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.

Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera-mische tegels), dan moet de afstand tussen de uitsparing in het werkblad en denisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand 50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.

Kookplaten zonder randlijst Kookplaten met randlijst / facetrand

a Wand

b Nisbekleding maat x = dikte van de nisbekleding

c Werkblad

d Uitsparing in het werkblad

e Minimale afstand bijbrandbare materialen 50 mmniet brandbare materialen 50 mm - maat x

Page 43: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

43

Aanwijzingen voor het inbou-wen

Dichting tussen kookplaat en werk-blad

Schade door verkeerde inbouw.Als u voegenkit gebruikt tussen dekookplaat en het werkblad kunnenhet apparaat en het werkblad be-schadigd raken als de kookplaatvoor werkzaamheden moet wordenverwijderd.Gebruik geen voegenkit tussenkookplaat en werkblad.De dichting onder de rand van dekookplaat is voldoende als afdichtingtussen het apparaat en het werkblad.

Werkblad met tegels

De voegen en het gearceerde ge-deelte onder de rand moeten glad envlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatigaansluit en de dichting onder de randvan het apparaat voldoende afdicht.

Page 44: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

44

Inbouwmaten

Alle maten zijn in mm aangegeven.

KM 3010

a Voor

b Inbouwhoogte

c Aansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm

d Gasaansluiting R ¹/₂ - ISO 7-1 (DIN EN 10226)

Page 45: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

45

KM 3014

a Voor

b Inbouwhoogte

c Aansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm

d Gasaansluiting R ¹/₂ - ISO 7-1 (DIN EN 10226)

Page 46: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

46

Inbouwen

Kookplaat plaatsen

Plak de bijgeleverde afdichttape on-der de rand van de kookplaat.

Leid de aansluitkabel van de kook-plaat door de uitsparing in het werk-blad omlaag.

Leg de kookplaat los in de uitsparing.Zorg ervoor dat de afdichting op hetwerkblad aansluit, zodat een correcteafdichting gegarandeerd is.

Als de afdichting bij de hoeken nietgoed op het werkblad aansluit, kan dehoekradius van het werkblad (≤ R4)voorzichtig met een decoupeerzaagbijgewerkt worden.

Dicht de kookplaat niet extra af metvoegenkit (zoals siliconenkit).

Sluit de kookplaat aan op het elektri-citeitsnet.

Sluit de kookplaat aan op de gastoe-voer (zie het hoofdstuk “Installatie”,paragraaf “Gasaansluiting”).

Voorbereiding werkblad

Maak de werkbladuitsparing zoals inde afbeelding van de kookplaat isaangegeven. Let op de veiligheidsaf-standen (zie het hoofdstuk “Installa-tie”, paragraaf “Veiligheidsafstan-den”).

De snijvlakken van houten werk-bladen moeten met speciale lak, sili-conenkit of giethars worden afge-werkt om te voorkomen dat het werk-blad door vocht wordt aangetast. Hetafdichtmateriaal moet temperatuurbe-stendig zijn.

Deze materialen mogen niet op hetoppervlak van het werkblad terecht-komen.

De afdichttape voorkomt dat de kook-plaat in de uitsparing kan gaan glijden.De spleet tussen lijst en werkbladwordt na enige tijd kleiner.

Page 47: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

47

Kookplaat bevestigen

Bevestig de kookplaat met de bijgele-verde profielen .

Functie controleren

Controleer na het inbouwen of allebranders correct functioneren.

– Op de laagste stand mag de vlamniet doven, ook niet wanneer u deknop snel van de grote naar de kleinevlam draait.

– Op de hoogste stand moet de vlameen duidelijk zichtbare kern hebben.

Page 48: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

48

Gasaansluiting

Explosiegevaar door onjuistegasaansluiting.Als het gas niet op de juiste manierwordt aangesloten, kan er gas weg-stromen.Laat het gas alleen aansluiten dooreen door het verantwoordelijke gas-bedrijf erkende installateur. Deze isverantwoordelijk voor het probleem-loos functioneren op de plaats vanopstelling van het apparaat.

Explosiegevaar door onjuisteombouw.Als de aanpassing aan een anderegassoort niet op de juiste manierwordt uitgevoerd, kan er gas weg-stromen.Laat de aanpassing aan een anderegassoort uitsluitend door een doorhet verantwoordelijke gasbedrijf er-kende installateur uitvoeren. Deze isverantwoordelijk voor het probleem-loos functioneren op de plaats vanopstelling van het apparaat.

De gasaansluiting moet zo zijn ge-plaatst dat het apparaat binnen ofbuiten het keukenmeubel kan wor-den aangesloten. De gaskraan moetzichtbaar en toegankelijk zijn, even-tueel na het openen van een deurvan het keukenmeubel.

Vraag aan het plaatselijke gasbedrijfwelke gassoort u heeft. Vergelijk de-ze met de gegevens op het type-plaatje.

De kookplaat wordt niet op een rook-gasafvoer aangesloten.Let bij de plaatsing en aansluiting opde geldende installatievoorschriften.Zorg met name voor voldoende ven-tilatie.

Controleer, of de gasaansluiting aande geldende voorschriften en richtlij-nen voldoet.

Bij de aansluiting moeten ook despecifieke voorschriften van hetplaatselijke gasbedrijf en van hetbouw- en woningtoezicht in achtworden genomen.

Schade door verwarming.De gasaansluitingen, de gasslang ende aansluitkabel kunnen bij gebruikvan de kookplaat door verhitting be-schadigd raken.De gasslang en de aansluitkabel mo-gen niet in aanraking komen met he-te delen van de kookplaat. De gas-slang en de aansluitarmaturen mo-gen niet in aanraking komen met he-te verbrandingsgassen.

Explosiegevaar door bescha-digde aansluitkabels.Bij beschadigde flexibele aansluitka-bels kan er gas wegstromen.Breng flexibele aansluitkabels zoda-nig aan dat deze niet in aanrakingkomen met beweegbare delen vankeukenelementen (zoals een schuif-lade). De leidingen mogen ook nietaan mechanische belastingen wor-den blootgesteld.

Page 49: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

49

Stel de kookplaat in op de plaatse-lijke gassituatie. Controleer de gas-aansluiting op lekkage.

Het apparaat voldoet aan klasse 3 en isgeschikt voor aardgas en vloeibaar gas.

Categorie overeenkomstig EN 30

Nederland

II2EK3B/P 20/25, 28–30 mbar

Afhankelijk van de landspecifieke uit-voering is het apparaat ingesteld opaardgas of vloeibaar gas (zie de stickerop het apparaat).

Voor omschakeling op een andere gas-soort zijn afhankelijk van de landspeci-fieke uitvoering de juiste inspuiters bij-gevoegd. Neem contact op met uwvakhandelaar of met Miele als de juisteset voor de installatie niet is bijgeleverd.De aanpassing aan een andere gas-soort is beschreven in het hoofdstuk:“Aanpassen aan een andere gassoort”.

Aansluiting kookplaat

Het apparaat heeft een conische ¹/₂"-aansluiting. Er zijn twee aansluitmoge-lijkheden:

– een vaste aansluitkabel

– een flexibele aansluitkabel die aan al-le eisen en voorschriften voldoet,maximale lengte 2.000 mm

Explosiegevaar door wegstro-mend gas.Ongeschikte afdichtmiddelen waar-borgen niet de vereiste dichtheid vande aansluiting.Gebruik alleen geschikte afdichtmid-delen.

Gebruik van een 90°-bocht

c Gasaansluiting R ¹/₂" - ISO 7-1 (DINEN 10226)

d 90°-bochtBij gebruik van een 90°-bocht neemtde inbouwhoogte bij de gasaanslui-ting met ca. 60 mm toe.

Page 50: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

50

Elektrische aansluitingAansluiting op een geaarde contact-doos wordt aanbevolen, omdat dateventuele werkzaamheden van eentechnicus gemakkelijker maakt. De con-tactdoos moet ook na het inbouwentoegankelijk zijn.

Letselrisico!Door ondeskundige installatie- enonderhoudswerkzaamheden of repa-raties kunnen zeer gevaarlijke situa-ties voor de gebruiker ontstaanwaarvoor Miele geen aansprakelijk-heid aanvaardt.Miele kan niet verantwoordelijk wor-den gesteld voor (de gevolgen van)een ontbrekende of onderbrokenaarding (bijvoorbeeld een elektrischeschok).Als de stekker wordt verwijderd ofals de aansluitkabel geen stekkerheeft, mag het apparaat uitsluitenddoor een vakman op het net wordenaangesloten.Als bij aansluiting met een stekker nade inbouw de contactdoos niet meertoegankelijk is of als een vaste aan-sluiting gepland is, moet het appa-raat via een schakelaar met alle po-len van de netspanning kunnen wor-den losgekoppeld. De schakelaarmoet een contactopening van mini-maal 3 mm hebben. Geschikt zijnzelfuitschakelaars, zekeringen en re-lais. De aansluitwaarden vindt u ophet typeplaatje. De waarden op hettypeplaatje en de waarden van hetelektriciteitsnet moeten beslist over-eenkomen.Na het inbouwen moet zijn gewaar-borgd dat onder spanning staandedelen niet kunnen worden aange-raakt.

Page 51: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

51

Aansluitwaarde

Zie typeplaatje

Aansluitgegevens

De aansluitwaarden vindt u op het type-plaatje. Deze gegevens moeten beslistmet de waarden van het elektriciteitsnetovereenkomen.

Aardlekschakelaar

Voor extra veiligheid wordt in de EU-voorschriften en -richtlijnen voor Neder-land geadviseerd om de huisinstallatievan een aardlekschakelaar te voorzien(30 mA).

Spanningsvrij maken

Gevaar voor elektrische schokdoor netspanning.Bij onderhoud en/of reparatie kan hetopnieuw inschakelen van de net-spanning een elektrische schok ver-oorzaken.Zorg dat de netspanning niet per on-geluk weer kan worden ingescha-keld.

Moet het apparaat spanningsvrij wor-den gemaakt, ga dan, afhankelijk vande situatie, als volgt te werk:

Smeltzekeringen

Draai de zekeringen los en neem dezeuit de houders.

Schroefautomaten

Druk op de testknop (rood) totdat demiddelste knop (zwart) eruit springt.

Inbouwzekeringautomaten

(Aardlekschakelaar, minimaal type Bof C): zet de tuimelschakelaar van 1(Aan) op 0 (Uit).

Aardlekschakelaar

(Aardlekschakelaar): zet de hoofd-schakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) ofdruk op de testtoets.

Page 52: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Installatie

*INSTALLATION*

52

Aansluitkabel vervangen

Gevaar voor elektrische schokdoor netspanning.Als het apparaat niet deskundig ophet elektriciteitsnet aangesloten is,kan dit een elektrische schok veroor-zaken.Laat de aansluitkabel uitsluitenddoor een gekwalificeerde vakman/-vrouw vervangen.

Als u de aansluitkabel vervangt, gebruikdan uitsluitend het type kabel H 05 VV-F met de juiste diameter. U kunt deaansluitkabel krijgen bij de fabrikant ofbij Miele.

Page 53: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Aanpassen aan een andere gassoort

*INSTALLATION*

53

Explosiegevaar door onjuisteombouw.Als de aanpassing aan een anderegassoort niet op de juiste manierwordt uitgevoerd, kan er gas weg-stromen.Laat de aanpassing aan een anderegassoort uitsluitend door een doorhet verantwoordelijke gasbedrijf er-kende installateur uitvoeren. Deze isverantwoordelijk voor het probleem-loos functioneren op de plaats vanopstelling van het apparaat.

Bij aanpassing aan een andere gas-soort moeten de hoofdinspuiter(s) ende kleine inspuiter(s) van de brander(s)worden vervangen.

Tabel voor de inspuitersDe boringsdiameter van de inspuiters isin mm aangegeven.

Grote inspui-ter

Kleine in-spuiter

Aardgas K

SudderbranderNormaalbranderSterkbranderWokbrander

0,801,021,28

2x 1,15 / 0,74

0,390,420,540,42

Aardgas E

SudderbranderNormaalbranderSterkbranderWokbrander

0,760,941,20

2x 1,07 / 0,72

0,390,420,540,42

Vloeibaar gas

SudderbranderNormaalbranderSterkbranderWokbrander

0,520,660,81

2x 0,70 / 0,46

0,230,360,420,25

Inspuiters vervangen Maak de kookplaat spanningsvrij en

sluit de gastoevoer af.

Hoofdinspuiter(s) vervangen

Sudder-, normaal-, sterkbrander

Verwijder de pannendrager, de bran-derdop  en de branderkop .

Verwijder de grote inspuiter  meteen steeksleutel 7.

Plaats de juiste inspuiter (zie tabel) endraai deze vast.

Verzegel de inspuiters daarna met ze-gellak, om te voorkomen dat de in-spuiters per ongeluk worden losge-draaid.

Page 54: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Aanpassen aan een andere gassoort

*INSTALLATION*

54

Wokbrander

Verwijder de branderdoppen  ende branderkop .

Schroef met een steeksleutel 7 degrote inspuiters  los.

Plaats de juiste inspuiters (zie tabel)en draai deze vast.

Verzegel de inspuiters daarna met ze-gellak, om te voorkomen dat de in-spuiters per ongeluk worden losge-draaid.

De kleine inspuiters vervangen

Om de kleine inspuiters te kunnen ver-vangen, moeten de bevestigings-schroeven van de branders wordenlosgedraaid en moet de bovenkantvan het apparaat worden verwijderd.

Trek de bedieningsknoppen van debranders eraf (naar boven toe).

Verwijder de onderdelen van debranders.

Verwijder de bovenkant van het ap-paraat.

Draai de inspuiter  met een kleineschroevendraaier los.

Page 55: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Aanpassen aan een andere gassoort

*INSTALLATION*

55

Verwijder de inspuiter met een punt-tang.

Plaats de juiste inspuiter (zie tabel) endraai deze vast.

Verzegel de inspuiters daarna met ze-gellak, om te voorkomen dat de in-spuiters per ongeluk worden losge-draaid.

Functie controleren Controleer alle gasleidingen op dicht-

heid (met lekzoekspray).

Zet de kookplaat weer in elkaar.

Controleer het correcte functionerenvan de brander(s):

– Op de laagste stand mag de vlamniet doven, ook niet wanneer u deknop snel van de grote naar de kleinevlam draait.

– Op de hoogste stand moet de vlameen duidelijk zichtbare kern hebben.

Plak de sticker die bij de inspuiterswordt geleverd over de oude stickerop het apparaat waarop de gassoortstaat.

Page 56: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Productinformatiebladen

56

Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en monta-gehandleiding beschreven modellen.

Informatie over huishoudelijke gaskookplatenvolgens verordening (EU) Nr. 66/2014

MIELE

Identificatie van het model KM 3010

Aantal gasbranders 4

Energie-efficiëntie per gasbrander (EEgasbrander) 1. = 58,2 3. = 55,1 4. = 55,1

Energie-efficiëntie van de gaskookplaat, berekendper kg (EEgaskookplaat)

56,1

Informatie over huishoudelijke gaskookplatenvolgens verordening (EU) Nr. 66/2014

MIELE

Identificatie van het model KM 3014

Aantal gasbranders 3

Energie-efficiëntie per gasbrander (EEgasbrander) 1. = 52,4 2. = 55,1

Energie-efficiëntie van de gaskookplaat, berekendper kg (EEgaskookplaat)

53,8

Page 57: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht
Page 58: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht
Page 59: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

Duitsland - Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh

Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl.Snel en gemakkelijk.

Miele Nederland B.V.Postbus 1664130 ED VIANEN(0347) 37 88 88

Bezoek het Miele Experience Center:De Limiet 24131 NR VIANEN

Bezoek op ook de Miele Shopvoor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat.

U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.

www.miele.nl

Page 60: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplatenbedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht

M.-Nr. 09 168 540 / 04nl-NL

KM 3010 / KM 3014