Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel...

60
Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezer Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel. nl-BE M.-Nr. 10 361 370

Transcript of Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel...

Page 1: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Gebruiks- en montagehandleidingDiepvriezer

Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestelplaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en uvoorkomt schade aan uw toestel.

nl-BE M.-Nr. 10 361 370

Page 2: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Inhoud

2

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...................................................................  4

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................  13

Energie besparen ................................................................................................  14

Beschrijving van het toestel ...............................................................................  16Bedieningspaneel.................................................................................................. 16

Accessoires .........................................................................................................  18Bijgeleverde accessoires....................................................................................... 18Bij te bestellen accessoires ................................................................................... 18

Isolatieplaat ......................................................................................................  18

Ingebruikneming van het toestel .......................................................................  19

Koeltoestel in- en uitschakelen..........................................................................  20Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... 20

De juiste temperatuur .........................................................................................  21Temperatuur instellen ............................................................................................ 21Temperatuurweergave........................................................................................... 22

De functie "SuperFrost"......................................................................................  23Functie SuperFrost ............................................................................................ 23

SuperFrost inschakelen....................................................................................  23SuperFrost uitschakelen...................................................................................  23

Temperatuur- en deuralarm................................................................................  24Temperatuuralarm ................................................................................................. 24Deuralarm .............................................................................................................. 24Het voortijdig uitschakelen van de zoemer ........................................................... 24

Het wijzigen van instellingen..............................................................................  25Instellingsmodus ................................................................................................... 25

Vergrendeling in-/uitschakelen.....................................................................  26

Invriezen en bewaren ..........................................................................................  27Maximale vriescapaciteit ....................................................................................... 27Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................................ 27Diepvriesproducten bewaren ................................................................................ 27Zelf levensmiddelen invriezen ............................................................................... 28De accessoires gebruiken .................................................................................... 30

Diepvriesplateau...............................................................................................  31Isolatieplaat ......................................................................................................  31

De binnenruimte indelen ....................................................................................... 32

Page 3: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Inhoud

3

Ontdooien.............................................................................................................  33

Reiniging en onderhoud......................................................................................  34Aanwijzingen voor het reinigingsmiddel ................................................................ 34Het koeltoestel voor de reiniging voorbereiden..................................................... 35Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... 35Front en zijkanten reinigen..................................................................................... 36Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. 36Deurdichting reinigen ............................................................................................ 36De compressor en het metalen rooster aan de achterkant reinigen ..................... 37Het in gebruik nemen van het koeltoestel na het reinigen .................................... 37

Nuttige tips ..........................................................................................................  38

Geluiden en de oorzaken ervan .........................................................................  43

Service en garantie .............................................................................................  44

Elektrische aansluiting........................................................................................  45

Aanwijzingen voor de plaatsing .........................................................................  46Plaats van opstelling ............................................................................................. 46Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. 47De meegeleverde afstandhouders monteren ........................................................ 47Het toestel plaatsen .............................................................................................. 48Koeltoestel inbouwen in een kastenrij ................................................................... 49Afmetingen van het toestel.................................................................................... 50

Draairichting van deur veranderen ....................................................................  51De deurgreep verwijderen ..................................................................................... 51Het verwijderen van de toesteldeur....................................................................... 52De onderste lagersteun verplaatsen ..................................................................... 52De bovenste lagersteun verplaatsen ..................................................................... 53Veerklem en lagerbout verplaatsen ....................................................................... 54Het monteren van de deur..................................................................................... 54Het terugplaatsen van de deurgreep..................................................................... 55

Toesteldeuren uitlijnen........................................................................................  56

Page 4: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

4

Dit koeltoestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin-gen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel enmateriële schade leiden.

Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtigdoor, voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt ubelangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veilig-heid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uwveiligheid en voorkomt schade aan het koeltoestel.

Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijkworden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kuntdoorgeven aan een eventuele volgende bezitter!

Juist gebruik

Dit koeltoestel is uitsluitend bedoeld voor gebruik in het huishou-den en gelijkaardige omgevingen.Het is niet bestemd voor gebruik buiten.

Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproductente bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjeste maken.Elk ander gebruik is niet toegelaten.

Page 5: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

5

Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen vangeneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of anderegelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan derichtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge-bruik van het koeltoestel kunnen producten worden beschadigd ofbederven. Bovendien is het koeltoestel ook niet geschikt voor ge-bruik in explosieve omgevingen.Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaaktdoordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver-keerd werd bediend.

Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijnhet koeltoestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oogworden gehouden.Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie-nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken enwanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het koel-toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden ge-houden.

Kinderen vanaf acht jaar mogen het koeltoestel zonder toezichtgebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor ge-vaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten deeventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.

Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen ofonderhouden.

Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in hetoog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.

Page 6: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

6

Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen inverpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken endaardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buitenhet bereik van kinderen.

Technische veiligheid

Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestelvoldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevanteEU-richtlijnen.

Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-tuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Hetbeschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleidtot meer lawaai als het koeltoestel aanstaat. Er kunnen afgezien vande geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koel-circuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maarhebben geen invloed op de capaciteit van het koeltoestel.Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onder-delen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddelkan oogletsel veroorzaken!In geval van beschadiging:

– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,

– ontkoppel het koeltoestel van het elektriciteitsnet,

– verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het koel-toestel staat en

– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.

Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groterhet vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te klei-ne vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gasen lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m3

groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje bin-nenin het toestel.

Page 7: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

7

Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van hetelektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koel-toestel niet beschadigd raakt.Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektri-cien.

De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.

Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, alshet op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door eendoor Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaarvoor de gebruiker te voorkomen.

Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui-ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.

Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektriciteits-kabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoesteldaarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. gara-ge, waskeuken etc.).

Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op eenschip) worden gebruikt.

Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.

Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet hetkoeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestelis van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:

Page 8: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

8

– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of

– de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit-gedraaid of

– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits-kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar bij destekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleendoor een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit-gevoerd.

Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet doorMiele technici wordt gerepareerd.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelenworden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga-randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

Page 9: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

9

Efficiënt gebruik

Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over-schreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aande binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuurheeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodathet toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.

Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-leiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelenbeschadigd raken.

Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel ofde deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vetof olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar-door de kunststof knapt of scheurt.

Bewaar geen stoffen in het koeltoestel die drijfgassen of andereverstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt inge-schakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambareproducten tot explosie brengen.

Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoestel, bijv. voor hetmaken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.

Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone die koolzuur-houdende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. Indat geval kunnen de blikjes en flessen uit elkaar springen, kunt u let-sel oplopen en kan het toestel beschadigd raken.

Haal flessen die u in de diepvrieszone hebt gelegd om snel te koe-len er na maximaal één uur weer uit. Dit om te voorkomen dat deflessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het toestel be-schadigd raakt.

Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet metnatte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.

Page 10: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

10

Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadatu ze uit de diepvrieszone heeft gehaald om letsel aan lippen en tongte voorkomen.

Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat zeanders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le-vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuwworden ingevroren.

Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt uhet risico om voedselvergiftiging op te lopen.De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali-teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be-waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum vande levensmiddelenfabrikanten in acht.

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-ductaansprakelijkheid.

Page 11: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

11

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomendat deze in de loop van de tijd poreus wordt.

Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit eenstoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span-ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza-ken.

Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geenvoorwerpen met scherpe punt of rand.

– rijp- en ijslagen te verwijderen,

– en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen loste wrikken.

Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunst-stof beschadigd raakt.

Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas-sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor degezondheid.

Transport

Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-den vervoerd.

Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpenmet het vervoeren ervan. U zou zich kunnen verwonden en er zouschade kunnen ontstaan.

Page 12: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

12

Wat te doen wanneer u het toestel afdankt

Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in hetkoeltoestel ingeslotenkunnen raken en in levensgevaar komen.

Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadiggeen delen van het koelsysteem, bijv. door

– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,

– buisleidingen om te buigen,

– beschermende lagen af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruikbestaat er geen gevaar!

Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of inte ademen.

Page 13: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

13

Het verpakkingsmateriaalDe verpakking beschermt het koude-toestel tegen transportschade. Het ver-pakkingsmateriaal is uitgekozen met hetoog op een zo gering mogelijke belas-ting van het milieu en de mogelijkhedenvoor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateri-aal wordt er op grondstoffen bespaarden wordt er minder afval geproduceerd.Uw vakhandelaar neemt de verpakkingover het algemeen terug.

Het afdanken van het oudetoestelOude elektrische en elektronische toe-stellen bevatten meestal nog waarde-volle materialen. Ze bevatten echter ookschadelijke stoffen die nodig zijn ge-weest om de toestellen goed en veilig telaten functioneren. Wanneer u uw oudetoestel bij het gewone afval doet of erop een andere manier niet goed meeomgaat, kunnen deze stoffen schadelijkzijn voor de gezondheid en het milieu.Doe uw oude toestel daarom nooit bijhet gewone huisafval.

Lever het in bij een gemeentelijk inza-meldepot voor elektrische en elektro-nische oude toestellen.

Let erop dat de buisleidingen van uwkoeltoestel niet worden beschadigd,totdat het op vakkundige en milieu-vriendelijke wijze wordt verschroot.Alleen dan kunt u er zeker van zijn datde koelmiddelen in het koelsysteem ende olie in de compressor niet in het mili-eu terechtkomen.

Het oude toestel moet tot die tijd buitenhet bereik van kinderen worden opge-slagen. Zie voor meer informatie hier-over het hoofdstuk: "Veiligheidsinstruc-ties en waarschuwingen" van de ge-bruiksaanwijzing.

Page 14: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Energie besparen

14

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik

Plaatsing en on-derhoud

Plaats het toestel in een ge-ventileerde ruimte.

In gesloten, niet geventileer-de ruimtes.

Stel het toestel niet blootaan zonnestralen.

Direct blootgesteld aan zon-nestralen.

Plaats het toestel niet naasteen warmtebron.

Naast een warmtebron (ver-warming, fornuis).

Bij een ideale omgevings-temperatuur van ca. 20 °C.

Bij een hoge omgevingstem-peratuur.

Dek ventilatieroosters niet afen maak ze regelmatig stof-vrij.

Met ventilatieroosters diezijn afgedekt of vol zittenmet stof.

Compressor en metalenrooster (warmtewisselaar)aan de achterwand van hettoestel worden minstens 1xper jaar stofvrij gemaakt.

Compressor en metalenrooster (warmtewisselaar)aan de achterwand van hettoestel zitten vol met stof.

Temperatuur-instelling

Diepvrieszone: -18°C Bij lage temperatuurinstel-ling: hoe lager de tempera-tuur in de koel-, resp. diep-vrieszone, des te hoger hetenergieverbruik.

Page 15: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Energie besparen

15

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik

Gebruik Plaats de plateaus, laden envakken zoals bij levering.

Open de deur alleen indiennodig en zo kort mogelijk.Leg levensmiddelen bij hetinruimen meteen op degoede plek.

Deur vaak en lang openenbetekent koudeverlies en in-stroom van warme lucht inhet toestel. Het toestel heefttijd nodig om daartegenop tekoelen en de compressormoet langer werken.

Neem bij het boodschappendoen een koeltas mee en legde levensmiddelen zo snelmogelijk in het toestel.Plaats levensmiddelen die uuit het toestel neemt zo snelmogelijk weer terug, voordatze warm worden. Laat war-me gerechten en drankeneerst buiten het toestel af-koelen.

Zijn levensmiddelen nogwarm wanneer ze in hetkoeltoestel worden gelegd,ontstaat er warme lucht inhet koeltoestel. Het toestelheeft tijd nodig om daarte-genop te koelen en de com-pressor moet langer werken.

Leg de levensmiddelen al-leen afgedekt of verpakt inhet toestel.

Wanneer vloeibare stoffen inde koelzone condenseren,neemt de koelcapaciteit af.

Zorg ervoor dat vakken enladen niet te zwaar wordenbeladen, zodat de lucht kancirculeren.

Als de luchtcirculatie af-neemt, wordt de koelcapaci-teit minder.

Page 16: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Beschrijving van het toestel

16

Bedieningspaneel

a Aan-/uit-toets

b SuperFrost - toets

c DisplayAls het toestel een tijdje niet bediendwordt, wisselt de lichtsterkte van hetdisplay automatisch naar de inge-stelde sterkte. Zodra er een toetsaangeraakt wordt, brandt het displayop maximale sterkte.

d Vergrendelingssymbool

e Menusymbool(Instelmodus:Lichtsterkte van het display wijzigen,vergrendeling in-/uitschakelen)

f Alarm - symbool

g Temperatuurweergave

h Temperatuurtoets

i Toets voor het uitschakelen van dezoemer

j SuperFrost - symbool

k Symbool lichtsterkte display

Page 17: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Beschrijving van het toestel

17

Schematische afbeelding

a Bedieningspaneel met display

b NoFrost module

c Bovenste diepvrieslade te gebruikenals diepvriesplateau

d Diepvriesladen (aantal afhankelijkvan het model)

De grepen bovenaan en de wieltjes on-deraan aan de achterkant van het appa-raat maken de opstelling van het appa-raat gemakkelijk.

Page 18: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Accessoires

18

Bijgeleverde accessoires

Bakje voor ijsblokjes

Bij te bestellen accessoiresHet Miele-assortiment omvat tal vanhandige accessoires, alsmede reini-gings- en onderhoudsmiddelen die spe-ciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.

Bij te bestellen accessoires kunt u bijMiele (zie achterin deze gebruiksaan-wijzing), in de webshop van Miele ofbij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.

Isolatieplaat

Voor het toestel is een isolatieplaat be-schikbaar, waarmee u de diepvriesla-den die u niet gebruikt, kunt "uitscha-kelen, oftewel kunt isoleren. Daarmeekunt u energie besparen. Gebruik dezeisolatieplaat wanneer u maar weinig le-vensmiddelen hoeft in te vriezen.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij hetverwijderen van vingerafdrukken en an-der licht vuil op roestvrijstalen fronten,panelen, ramen, meubels enz.

Page 19: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Ingebruikneming van het toestel

19

Voor het eerste gebruik

Verpakkingsmateriaal

Verwijder al het verpakkingsmateriaaluit de binnenruimte.

Beschermfolie

Als beveiliging tijdens het transport ishet koeltoestel voorzien van een be-schermfolie.

Trek de beschermfolie pas weg nadatu het koeltoestel op zijn plaats hebtopgesteld.

Reiniging en onderhoud

Volg daarvoor beslist de betreffendeinstructies in het hoofdstuk: "Reinigingen onderhoud".

Reinig de binnenkant van het toestelen de toebehoren.

Page 20: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Koeltoestel in- en uitschakelen

20

Koeltoestel inschakelen

Voordat u voor de eerste keer levens-middelen in het toestel legt, kunt u hettoestel het beste een ca. 2 uur latenvoorkoelen. Leg de levensmiddelen pas in de diep-vrieszone wanneer de temperatuur indeze zone laag genoeg is (minstens-18 °C).

Druk op de toets .

Het toestel begint te koelen en de tem-peratuurweergave geeft de gewenstetemperatuur aan. Gelijktijdig beginnende temperatuurweergave en het alarm-symbool te knipperen, totdat de ge-wenste temperatuur is bereikt.

Koeltoestel uitschakelen Druk op de Aan-/Uit-toets totdat het

display uit gaat.Is dat niet mogelijk,dan is de vergrendeling ingeschakeld(zie hoofdstuk: "Het wijzigen van in-stellingen", paragraaf: "Het uitscha-kelen van de vergrendeling").

De koeling is uitgeschakeld.

Bij langdurige afwezigheid

Als het toestel bij langdurige af-wezigheid wordt uitgeschakeld, maarniet gereinigd, bestaat er gevaar voorschimmelvorming als de deur vanhet toestel gesloten blijft.Reinig het toestel.

Wanneer u het toestel langere tijd nietmeer gebruikt, doe dan het volgende:

schakel het koeltoestel uit,

trek de stekker uit het stopcontact ofschakel de hoofdschakelaar uit,

Reinig het toestel.

laat de deur open staan om het toe-stel te luchten en te voorkomen dat ergeurtjes ontstaan.

Page 21: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

De juiste temperatuur

21

Het is voor de houdbaarheid van de le-vensmiddelen zeer belangrijk dat dejuiste temperatuur wordt ingesteld.Door micro-organismen bederven de le-vensmiddelen erg snel. De temperatuurbeïnvloedt de snelheid waarmee de mi-cro-organismen groeien. Hoe lager detemperatuur, des te langzamer de mi-cro-organismen groeien en des te lan-ger het duurt voordat de levensmid-delen bederven. Wanneer u voor hetbewaren van levensmiddelen de juistetemperatuur instelt kunt u daarmee be-derf voorkomen of vertragen.

Om verse levensmiddelen in te vriezenen om levensmiddelen over een langetijd te bewaren is een temperatuur no-dig van -18 °C. Bij deze temperatuur isde groei van micro-organismen vrijweluitgesloten. Zodra de temperatuur stijgttot boven -10 °C, begint de ontbindingdoor micro-organismen en zijn de le-vensmiddelen minder lang houdbaar.Daarom mogen geheel of gedeeltelijkontdooide levensmiddelen pas opnieuwworden ingevroren nadat ze eerst zijnverwerkt (koken of braden). De meestemicro-organismen worden door de ho-ge temperaturen vernietigd.

De temperatuur in het toestel stijgt als

– u vaak en gedurende lange tijd dedeur van het toestel opent,

– er meer levensmiddelen in het toestelworden opgeslagen;

– de temperatuur van de levensmid-delen hoger is, wanneer ze wordenopgeslagen,

– de omgevingstemperatuur hoger is.Het koeltoestel is geconstrueerd vooreen bepaalde klimaatklasse. Een kli-

maatklasse is een temperatuurbereikwaar de kamertemperatuur niet bo-ven of onder mag liggen.

Temperatuur instellen Druk zo vaak op de temperatuurtoets,

totdat de gewenste temperatuur in detemperatuuraanduiding verschijnt.

Wanneer u voor het eerst op de toetsdrukt, knippert die temperatuurwaardedie het laatst is ingesteld.

Blijft u op de toets drukken, dan veran-dert de temperatuurwaarde voortdu-rend: als -32 °C bereikt is, wordt weermet -15 °C begonnen.

Binnen het aangegeven temperatuur-bereik (bijv. tussen de -15 en -18 °C)kan een iets lagere temperatuur wor-den ingesteld:

Druk zo vaak op de temperatuurtoets,totdat in de temperatuuraanduiding-15 °C verschijnt.

Druk nog eens ca. 5 seconden langop de temperatuurtoets om een lage-re temperatuur in te stellen.

De lagere temperatuur wordt overgeno-men, maar dat is in de temperatuuraan-duiding niet zichtbaar.

Page 22: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

De juiste temperatuur

22

Temperatuurweergave

De temperatuuraanduiding op het be-dieningspaneel geeft altijd de ge-wenste temperatuur aan.

De temperatuur is instelbaar van -15 °Ctot en met -32 °C.

De temperatuuraanduiding knippert:

– De temperatuur ligt niet in het moge-lijke temperatuurbereik, bijv. als hetapparaat net ingeschakeld is.

– een andere temperatuur wordt inge-steld,

– De temperatuur in het apparaat is eenpaar graden gestegen, wat wijst opeen koudeverlies.

Dit koudeverlies is geen probleem wan-neer dit is ontstaan doordat u:

– de deur van het toestel een keer vrijlang geopend houdt, bijv. om eengrote hoeveelheid diepvriesproductenin het apparaat te leggen of eruit tehalen,

– verse levensmiddelen invriest.

Zodra de temperatuur tot ca. -10 °C isgedaald, brandt de temperatuuraandui-ding weer constant.

Is de temperatuur in de diep-vrieszone vrij lange tijd hoger dan-18 °C, controleer dan of de diep-vriesproducten geheel of gedeeltelijkzijn ontdooid.Is dat het geval, gebruik deze levens-middelen dan zo snel mogelijk ofkook of braad ze, alvorens ze op-nieuw in te vriezen!

Page 23: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

De functie "SuperFrost"

23

U kunt de functie Superfrost inscha-kelen.

Functie SuperFrost Om verse levensmiddelen optimaal in tevriezen kunt u de functie SuperFrost hetbeste voor het invriezen van verse le-vensmiddelen inschakelen. Zo wordende levensmiddelen snel tot in de kerningevroren en blijven voedingswaarde,vitaminen, vorm en smaak behouden.

Uitzonderingen:

– Als u reeds ingevroren levensmid-delen in het toestel plaatst.

– Wanneer u dagelijks slechts max.2 kg verse levensmiddelen invriest.

Schakel SuperFrost 6 uur voordat u dein te vriezen levensmiddelen in hettoestel legt, in. Wilt u gebruik maken van de maximalevriescapaciteit, schakel de SuperFrostdan 24 uur van te voren in.

Zodra u SuperFrost hebt ingeschakeld,werkt het koeltoestel met maximalekoelcapaciteit en de temperatuur in hettoestel daalt.

SuperFrost wordt automatisch na ca.65 uur uitgeschakeld. Hoe lang hetduurt is afhankelijk van de hoeveelheidverse levensmiddelen die in de vries-kast is gelegd.

Tip: Om energie te sparen, kunt u Su-perFrost zelf uitschakelen zodra er eenconstante temperatuur van de diep-vrieszone van minstens -18 °C bereiktis. Controleer de temperatuur in dediepvrieszone.

Na het uitschakelen van de SuperFrost-functie werkt het koeltoestel weer metnormaal vermogen.

SuperFrost inschakelen

Druk op de toets Superfrost .

Symbool Superfrost licht op.

De temperatuur in het toestel daalt ende koelcapaciteit is nu maximaal.

SuperFrost uitschakelen

Druk op de toets Superfrost .

Symbool Superfrost dooft.

De koelcapaciteit van het toestel isweer normaal.

Page 24: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Temperatuur- en deuralarm

24

Dit koeltoestel is uitgerust met eenwaarschuwingssysteem, waarmeewordt voorkomen dat de temperatuur inhet toestel ongemerkt stijgt en dat er te-veel energie verloren gaat, bijv. wanneerde deur openstaat.

TemperatuuralarmWanneer de vriestemperatuur in hettoestel te veel stijgt, beginnen de tem-peratuuraanduiding en het alarmsym-bool te knipperen. Bovendien klinkter een zoemer.

Of het toestel een temperatuur te hoogof te laag vindt, is afhankelijk van de in-gestelde temperatuur.

Het akoestische en optische signaalwordt bijvoorbeeld gegeven als:

– u het toestel inschakelt en de tempe-ratuur die op dat moment in een tem-peratuurzone heerst te veel verschiltvan de temperatuur die u heeft inge-steld,

– u ingevroren levensmiddelen hersor-teert of uit het toestel haalt en erdaarbij te veel warme lucht binnen-stroomt,

– u een vrij grote hoeveelheid levens-middelen invriest,

– u verse levensmiddelen invriest dienog warm zijn,

– de stroom is uitgevallen;

– het koeltoestel defect is.

Zodra de alarmtoestand beëindigd is,stopt het waarschuwingssignaal engaat het symbool voor het alarm uit.

Is de temperatuur in de diep-vrieszone vrij lange tijd hoger dan-18 °C, controleer dan of de diep-vriesproducten geheel of gedeeltelijkzijn ontdooid.Is dat het geval, gebruik deze levens-middelen dan zo snel mogelijk ofkook of braad ze, alvorens ze op-nieuw in te vriezen!

DeuralarmDe zoemer klinkt wanneer de toestel-deur langer dan ca. 60 seconden open-staat.

Zodra de deur wordt dichtgedaan,houdt de zoemer op.

Het voortijdig uitschakelen vande zoemerHindert de zoemer u, dan kunt u dezevoortijdig uitschakelen.

Druk op de toets voor het uitscha-kelen van de zoemer .

De zoemer houdt op.Bij een temperatuuralarm blijft alarm-symbool branden totdat de juistetemperatuur weer is bereikt.

Page 25: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Het wijzigen van instellingen

25

InstellingsmodusBepaalde instellingen van het apparaatkunt u in de instelmodus wijzigen.

Lichtsterkte van het display wij-zigen

Vergrendeling in-/uitschakelen

De instelmodus wordt in het displaymet het menusymbool aangegeven.

Hierna kunt u lezen, hoe u in de instel-modus komt en hoe u de instellingenkunt wijzigen.

Lichtsterkte van het display wijzi-gen

U kunt de lichtsterkte van het displayaan de omgeving aanpassen.

Mogelijk zijn 5 standen. Stand 1 is stan-daard.

Druk ca. 5 seconden op de Super-frost - toets .

Menusymbool gaat branden. De in-stelmodus is nu geactiveerd. Vergren-delingssymbool gaat knipperen.

Druk nu op de temperatuurtoets omde lichtsterktefunctie op te roepen.

Vergrendelingssymbool gaat uit enlichtsterktesymbool knippert.

Druk ter bevestiging kort op de Su-perfrost - toets .

Het lichtsterktesymbool gaat bran-den.

Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste lichtsterkte be-reikt is.

Hoe meer velden er in de temperatuur-aanduiding oplichten, hoe helderder hetdisplay is.

Druk ter bevestiging kort op de Su-perfrost - toets .

Lichtsterktesymbool gaat knipperen.De nieuw gekozen instelling is nu be-vestigd.

U kunt nu de instelmodus verlaten:

Druk op de Aan/Uit-toets ,

of

wacht 5 minuten.

Het menusymbool en het lichtsterk-tesymbool gaan uit. De temperatuur-aanduiding geeft de gewenste tempera-tuur aan.

Page 26: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Het wijzigen van instellingen

26

Vergrendeling in-/uitschakelen

Met de vergrendeling kunt u voorkomendat het toestel per ongeluk wordt uitge-schakeld:

– Het inschakelen van de vergrende-ling

Druk ca. 5 seconden op de Super-frost - toets .

Menusymbool gaat branden. De in-stelmodus is nu geactiveerd. Vergren-delingssymbool gaat knipperen.

Druk nu kort op de Superfrost - toets om de vergrendelingsfunctie op teroepen.

Vergrendelingssymbool gaat bran-den. De velden -15 °C en -21 °C in detemperatuuraanduiding gaan branden.

Druk nu op de SuperFrost - toets om de vergrendelingsfunctie in teschakelen.

Vergrendelingssymbool knippert. Develden -15 °C en -21 °C in de tempera-tuuraanduiding gaan uit. Vergrende-lingssymbool brandt.

U kunt de instelmodus verlaten doorop de Aan/Uit-toets te drukken.

of

wacht 5 minuten.

Het menu-symbool gaat uit en de tem-peratuuraanduiding geeft de gewenstetemperatuur aan. Vergrendelingssym-bool gaat branden.

– Vergrendeling uitschakelen

Druk ca. 5 seconden op de Super-frost - toets .

Menusymbool gaat branden. De in-stelmodus is nu geactiveerd. Vergren-delingssymbool gaat knipperen.

Druk nu kort op de Superfrost - toets om de vergrendelingsfunctie op teroepen.

Vergrendelingssymbool gaat bran-den. Veld -18 °C in de temperatuuraan-duiding gaat branden.

Druk nu op de Superfrost - toets om de vergrendelingsfunctie uit teschakelen.

Vergrendelingssymbool gaat knippe-ren. Veld -18 °C in de temperatuuraan-duiding gaat uit.

U kunt de instelmodus verlaten doorop de Aan/Uit-toets te drukken.

of

wacht 5 minuten.

Menusymbool gaat uit en de tempe-ratuuraanduiding geeft de gewenstetemperatuur aan. Vergrendelingssym-bool brandt niet meer.

Page 27: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Invriezen en bewaren

27

Maximale vriescapaciteitOm de levensmiddelen zo snel mogelijktot in de kern in te vriezen, mag demaximale vriescapaciteit niet wordenoverschreden. De maximale vriescapa-citeit binnen 24 uur staat op het type-plaatje "Vriescapaciteit ...kg/24 uur".

De maximale vriescapaciteit die ver-meld staat op het typeplaatje is geba-seerd op de norm DIN EN ISO 15502.

Wat gebeurt er bij het invriezenvan verse levensmiddelen?Verse levensmiddelen moeten zo snelmogelijk tot in de kern worden ingevro-ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,vitaminen, vorm en smaak behouden.

Hoe langzamer de levensmiddelen in-vriezen, des meer vocht komt er uit ie-dere cel vrij. Dit vocht komt in de tus-senruimten terecht. De cellen gaankrimpen. Wanneer de levensmiddelenontdooien komt slechts een deel vanhet vocht dat eerder vrijkwam in de cel-len terug. Praktisch betekent dit dat delevensmiddelen veel vocht verliezen.Dat ziet u aan de grote waterplas diezich om de levensmiddelen vormt wan-neer deze ontdooien.

Als levensmiddelen snel zijn doorgevro-ren, heeft de celvloeistof minder tijd omuit de cellen naar de tussenruimten telopen. De cellen krimpen veel minder.Tijdens het ontdooien kan de slechtsgeringe hoeveelheid vloeistof die naarde tussenruimten was gelopen, terug-keren naar de cellen, zodat het vocht-verlies zeer gering is. Er ontstaatslechts een kleine waterplas!

Diepvriesproducten bewarenWilt u diepvriesproducten bewaren,controleer dan al tijdens de aankoop inde winkel:

– de verpakking op beschadigingen,

– de houdbaarheidsdatum en

– de temperatuur van de diepvrieskistin de winkel. Als deze hoger is dan-18°C, dan zijn de diepvriespro-ducten niet zo lang houdbaar.

Koop diepvriesproducten pas op alsu de andere boodschappen al heeftgedaan en transporteer ze in kranten-papier of in een koelzak.

Leg de diepvriesproducten thuis di-rect in het apparaat.

Vries geheel of gedeeltelijk ont-dooide levensmiddelen niet opnieuwin. Pas nadat u deze levensmiddelenhebt gekookt of gebraden kunt u zeopnieuw invriezen.

Page 28: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Invriezen en bewaren

28

Zelf levensmiddelen invriezen

Vries uitsluitend verse levensmid-delen in perfecte staat in!

Houd bij het invriezen rekening methet volgende

– Volgende levensmiddelen zijn ge-schikt om in te vriezen:vers vlees, gevogelte, wild, vis,groenten, kruiden, onbewerkt fruit,zuivelproducten, bakproducten,voedselresten, eigeel, eiwit en talrijkekant-en-klaarproducten.

– Volgende zaken zijn niet geschiktom in te vriezen:wijndruiven, bladsalade, radijsjes,rammenas, zure room, mayonaise,volledige eieren in de schaal, uien,hele onbewerkte appels en peren.

– Om kleur, smaak, aroma en vitamineC te behouden kunt u groenten enfruit het beste voor het invriezenblancheren. Breng daartoe een panwater aan de kook, voeg het voedseldaar portiegewijs aan toe, laat hetdaar 2 - 3 minuten in liggen, haal heteruit, laat het snel in koud water af-koelen en laat het uitlekken.

– Mager vlees is beter geschikt om teworden ingevroren dan vet vlees enhet kan aanmerkelijk langer wordenbewaard.

– Leg tussen koteletten, biefstukjes,schnitzels enz. telkens een stukjehuishoudfolie om te voorkomen datstukken vlees aan elkaar vastvriezen.

– Kruid en zout verse levensmiddelenen geblancheerde groente voor hetinvriezen niet. Kruid en zout reeds

bereide gerechten voor het invriezenslechts licht. Sommige kruiden veran-deren de smaakintensiteit van de ge-rechten.

– Laat warme gerechten en drankeneerst buiten het koeltoestel afkoelenom te voorkomen dat reeds ingevro-ren levensmiddelen beginnen te ont-dooien en het energieverbruik stijgt.

Verpakken

Vries de levensmiddelen per portie in.

Geschikte verpakking

– Kunststoffolie

– Buisfolie van polyethyleen

– Aluminiumfolie

– Diepvriesdozen

Ongeschikte verpakking

– Pakpapier

– Perkamentpapier

– Cellofaan

– Afvakzakjes

– gebruikte boodschappentassen

Druk de lucht uit de verpakking.

Sluit de verpakking goed af met

– Rubberringen

– Kunststof clips

– Touw of

– koudebestendig plakband.

Tip: Zakjes en buisfolie uit polyethyleenkunt u ook met een folielastoestel dicht-lassen.

Page 29: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Invriezen en bewaren

29

Doe een sticker op de verpakkingmet inhoud en invriesdatum.

Voor het inruimen

Als u meer dan 2 kg verse levensmid-delen dient in te vriezen, dient u enigetijd vooraf de functie "Superfrost" inte schakelen (zie "Superfrost ge-bruiken").

De levensmiddelen die al zijn ingevrorenkrijgen zo een koudereserve.

Het inruimen

De maximale beladingscapaciteitis als volgt: - bovenste diepvrieslade = 15 kg- alle andere diepvriesladen = 25 kg- glasplaat = 35 kg

Leg in te vriezen levensmiddelen niettegen reeds ingevroren levensmid-delen om te voorkomen dat delaatste gaan ontdooien.

Zorg ervoor dat het materiaal waarinde in te vriezen levensmiddelen zijnverpakt droog is, zodat ze niet aan el-kaar of aan het toestel vastvriezen.

- kleine hoeveelheid

Deze kan het beste in de diepere onder-ste diepvriesladen worden gelegd.

Leg de levensmiddelen over de helebreedte op de bodem van de diep-vriesladen, zodat ze zo snel mogelijktot in de kern worden ingevroren.

- maximale hoeveelheid (zie typepla-tje)

Zorg dat de ventilatiesleuven op deachterwand van de diepvrieszone al-tijd vrij blijven.Als ze afgedekt worden, neemt dekoelcapaciteit af en stijgt het ener-gieverbruik.Leg de diepvriesproducten zo op deglasplaat, dat de ventilatiesleuvenniet afgedekt worden.

Als u de diepvriesladen verwijdert,moet de onderste lade altijd in hettoestel blijven zitten.

Neem de onderste diepere diepvries-laden uit het toestel.

Leg de levensmiddelen over de helebreedte op de onderste glasplaten,zodat ze zo snel mogelijk tot in dekern worden ingevroren.

Zijn de levensmiddelen ingevroren,

Leg ze dan in één van de diepvriesla-des en schuif deze weer in het toe-stel.

Page 30: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Invriezen en bewaren

30

Diepvriesproducten ontdooien

U kunt diepvriesproducten ontdooien

– in de microgolfoven,

– in de oven bij het verwarmingssys-teem "Hetelucht" of "Ontdooien",

– bij kamertemperatuur,

– in de koelzone (de koude die daarbijvrijkomt kan voor het koelen van deandere levensmiddelen worden ge-bruikt),

– in de stoomoven.

Platte stukken vlees en vis kunnengedeeltelijk ontdooid in een hete braad-pan worden gelegd.

Stukken vlees en vis zoals gehakt, kipen visfilet kunnen het beste worden ont-dooid als ze niet tegen andere levens-middelen aankomen. Het vrijgekomenvocht moet worden opgevangen enzorgvuldig worden verwijderd.

Fruit kan bij kamertemperatuur zowel inde verpakking als ook in een afgedekteschaal worden ontdooid.

Groenten kunnen over het algemeen inbevroren toestand in het kokende waterworden gedaan of in heet vet wordengestoofd. Door de veranderde celstruc-tuur is de bereidingstijd iets korter danbij verse groenten.

Vries geheel of gedeeltelijk ont-dooide levensmiddelen niet opnieuwin. Pas nadat u deze levensmiddelenhebt gekookt of gebraden kunt u zeopnieuw invriezen.

Dranken snel koelen

Als u flessen snel in de vrieszone wiltkoelen, dient u ze uiterlijk na één uurweer uit de vrieszone te halen. Anderskunnen ze ontploffen.

De accessoires gebruiken

Het bereiden van ijsblokjes

Vul het bakje voor ijsblokjes voordriekwart met water. Zet het bakje opde bodem van een diepvrieslade.

Wanneer het bakje is vastgevroren,gebruik dan een stomp voorwerp,bijv. een lepelsteel om het los te ma-ken.

Tip: Houd het bakje even onder stro-mend water, dan laten de ijsblokjes ge-makkelijk los.

Page 31: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Invriezen en bewaren

31

Diepvriesplateau

U kunt de bovenste diepvrieslade alsdiepvriesplateau gebruiken.

Op het diepvriesplateau kunt u bessen,kruiden, groente en dergelijke voorzich-tig invriezen.

De in te vriezen levensmiddelen behou-den hun vorm en kunnen niet vastvrie-zen.

Leg de in te vriezen producten op hetdiepvriesplateau.

Laat de producten 10 tot 12 uur steviginvriezen. Hevel ze over in een diep-vrieszak of diepvriesbakje en leg ze inde diepvriesladen.

Isolatieplaat

(Afhankelijk van het model na te bestel-len)

Voor het toestel is een isolatieplaat be-schikbaar, waarmee u de diepvriesla-den die u niet gebruikt kunt "uitscha-kelen", oftewel kunt isoleren. Daarmeekunt u energie besparen. Gebruik dezeisolatieplaat wanneer u maar weiniglevensmiddelen hoeft in te vriezen.

Bewaar in de "geïsoleerde" ladengeen levensmiddelen. Er kunnendaar namelijk grote temperatuur-schommelingen optreden, waardoorde levensmiddelen kunnen bederven.

– Voor het invriezen heeft u minstens 3diepvriesladen inclusief diepvriespla-teau nodig. Desgewenst kunt u deoverige laden "uitschakelen" (isole-ren), maar niet minder dan de onder-ste 2 laden.

– De laden die u wilt gebruiken, moetenzich altijd bovenin het toestel bevin-den.

– De isolatieplaat moet onder de on-derste diepvrieslade die u wilt ge-bruiken worden geschoven.

– Hoe minder laden u gebruikt, des teminder energie nodig is. Door de iso-latieplaat te gebruiken kunt u flinkenergie besparen.

Voorbeeld:

Stel u heeft maar 3 laden inclusief hetdiepvriesplateau nodig om levensmid-delen te bewaren.

Leg de levensmiddelen in de boven-ste 3 laden en zorg ervoor dat alle an-dere laden leeg zijn.

Neem de vierde lade uit het toestel enzet deze ergens anders neer.

Schuif nu de isolatieplaat onder dederde lade. De overige laden onderinworden nu "uitgeschakeld" (geïso-leerd).

Page 32: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Invriezen en bewaren

32

De binnenruimte indelen

De laden en glasplaten van de diep-vrieszone verwijderen

Wanneer u levensmiddelen in de ladenvan de diepvrieszone wilt leggen of eruitwilt halen of wanneer u de laden wiltschoonmaken, kunt u ze er het bestehelemaal uithalen.

Zo kunt u ook de diepvrieszone grotermaken. Wanneer u een groot stuk vleeswilt invriezen, bijv. kalkoen of wildbraad,kunt u de glasplaten tussen de diep-vriesladen verwijderen.

Trek de laden naar buiten totdat uweerstand voelt en til de laden van degeleiders.

Til de glasplaat voorzichtig op, trekde plaat naar voren en neem haar uithet toestel.

Page 33: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Ontdooien

33

Het toestel is uitgerust met een "NoF-rost" - systeem waarmee het toestel au-tomatisch wordt ontdooid.

Het geproduceerde vocht zet zich af opde verdamper, wordt regelmatig auto-matisch ontdooid en verdampt.

Doordat de diepvrieszone automatischontdooit, blijft deze altijd ijsvrij. Door ditbijzondere systeem is er geen gevaardat de levensmiddelen beginnen te ont-dooien!

Page 34: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Reiniging en onderhoud

34

Zorg ervoor dat er geen water inde elektronische besturing of de ver-lichting.

De stoom van een stoomreinigerkan in aanraking komen met delenvan het toestel die onder spanningstaan en zo kortsluiting veroorzaken.Gebruik voor de reiniging geenstoomreiniger.

Er mag geen reinigingswater in de af-voeropening voor het dooiwater te-rechtkomen.

Het typeplaatje in de binnenruimte vanhet koeltoestel mag niet worden ver-wijderd. De gegevens zijn nodig in hetgeval er een storing optreedt.

Aanwijzingen voor het reini-gingsmiddel

Gebruik in de binnenruimte van hetkoeltoestel alleen reinigings- en on-derhoudsmiddelen die de levensmid-delen niet aantasten.

Om beschadigingen aan de oppervlak-ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei-niging geen

– zuur-, soda-, ammoniak- of chloride-houdende reinigingsmiddelen,

– kalkoplossende reinigingsmiddelen,

– schurende reinigingsmiddelen zoalsschuurpoeder, schuurmiddel, schuur-sponsjes,

– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-delen,

– reinigingsmiddelen voor roestvrijstaal,

– Reinigingsmiddelen voor vaatwas-sers,

– ovensprays,

– glasreinigers,

– schurende harde sponsjes en bor-stels, zoals bijv. schuursponsjes,

– vlekkensponsjes.

– scherpe metalen schrapers!

Wij adviseren om voor het reinigen vanhet toestel lauwwarm water met wat af-wasmiddel te gebruiken.

Belangrijke instructies voor het reini-gen vindt u op de volgende bladzijden.

Page 35: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Reiniging en onderhoud

35

Het koeltoestel voor de reini-ging voorbereiden Schakel het koeltoestel uit.

De temperatuurindicator in de displaygaat uit. De koeling is uitgeschakeld.

Trek de stekker uit het stopcontact ofschakel de hoofdschakelaar uit.

Haal de levensmiddelen uit het koel-toestel en bewaar ze op een koeleplaats.

Haal alle diepvriesladen en glasplatenuit het toestel voor de reiniging.

Haal alle overige onderdelen uit hettoestel die kunnen worden verwij-derd.

Binnenkant en toebehoren rei-nigen

Reinig het toestel regelmatig. Neemvuil direct af en laat het niet opdrogen.

Reinig de binnenruimten met eensponsdoekje, lauwwarm water en watafwasmiddel.

Neem deuren en zijwanden daarnamet helder water af en wrijf alles meteen doek droog.

Laat de deur van het toestel nog evenopen staan, om het apparaat te luch-ten en geurtjes te voorkomen.

De volgende onderdelen zijn niet vaat-wasmachinebestendig:

– alle laden en deksels van laden (mo-delafhankelijk)

– de isolatieplaat (afhankelijk van hetmodel als accessoire verkrijgbaar)

Reinig de onderdelen die niet in deafwasautomaat mogen worden gerei-nigd met de hand.

De volgende onderdelen zijn geschiktvoor de vaatwasser:

De temperatuur van het gekozenprogramma van de afwasautomaatmag maximaal 55 °C bedragen!

Kunststofonderdelen kunnen in devaaatwasser verkleuren door contactmet bepaalde natuurlijke kleurstof-fen, bijv. in wortels, tomaten en ket-chup. Deze verkleuring heeft geen in-vloed op de stabiliteit van de onder-delen.

– de plateaus (zonder lijsten)

– het bakje met ijsblokjes

Page 36: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Reiniging en onderhoud

36

Front en zijkanten reinigen

Als verontreinigingen te lang inwer-ken, kunt u ze soms niet meer verwij-deren.De oppervlakken kunnen verkleurenof veranderen.Verwijder vuil op het front en de zij-wanden het best onmiddellijk.

Alle oppervlakken zijn gevoelig voorkrassen en kunnen verkleuren, wan-neer ze in contact komen met onge-schikte reinigingsmiddelen.Lees de informatie "Opmerkingenover reinigingsmiddel" aan het beginvan dit hoofdstuk.

Reinig de oppervlakken met eenschone doek, lauwwarm water en rei-nigingsmiddel. U kunt ook eenschoon, vochtig microvezeldoekjezonder reinigingsmiddel gebruiken.

Neem deuren en zijwanden daarnamet helder water af en wrijf alles meteen doek droog.

Ventilatieopeningen reinigen

Stof op de ventilatieopeningen ver-hoogt het energieverbruik.

Reinig het ventilatierooster met eenborsteltje of een stofzuiger (gebruikdaarvoor bijv. de reliëfborstel voorMiele-stofzuigers).

Deurdichting reinigen

Behandel de deurdichting / deurdich-tingen niet met olie of vet om tevoorkomen dat deze in de loop vande tijd poreus wordt / worden.

Reinig de deurdichting regelmatig al-leen met helder water en wrijf dezedaarna met een doek grondig droog.

Page 37: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Reiniging en onderhoud

37

De compressor en het metalenrooster aan de achterkant rei-nigen

Let er bij het reinigen van hetmetalen rooster en de compressorop dat er geen kabels of andere on-derdelen worden afgescheurd, ge-knikt of beschadigd.

Maak de compressor en het metalenrooster aan de achterkant van het toe-stel (warmtewisselaar) minstens een-maal in het jaar stofvrij. Wanneer er zichstof ophoopt wordt er onnodig veelenergie verbruikt!

Het in gebruik nemen van hetkoeltoestel na het reinigen Plaats de plateaus weer terug in het

koeltoestel.

Sluit het toestel weer aan en schakelhet weer in.

Schakel de SuperFrost in, zodat hetin de vriesruimte weer snel koudwordt.

Leg de ingevroren levensmiddelenweer terug in de diepvriesladen enschuif deze weer in de diepvrieszone,zodra de temperatuur in deze zonelaag genoeg is en sluit de toesteldeur.

Schakel de functie SuperFrost uit zo-dra er een constante temperatuur vanminstens -18°C in de vrieszone is be-reikt.

Page 38: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Nuttige tips

38

De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnenkrijgen kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht helpt u daarbij.Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden ofhet probleem niet kunt verhelpen.

Open de deur van het koeltoestel als het enigszins mogelijk is niet vóórdat de sto-ring is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerk-zaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen.Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door eendoor Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.

Probleem Oorzaak en oplossing

Het toestel koelt niet. Het koeltoestel is niet ingeschakeld. Schakel het koeltoestel in.

De stekker steekt niet goed in het stopcontact of detoestelstekker steekt niet goed in de contactdoos vanhet toestel. Steek de stekker in het stopcontact en de toe-

stelstekker in de contactdoos van het toestel.De hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatieis wel ingeschakeld. Dit koeltoestel, een ander toestelof de huisspanning zou defect kunnen zijn. Neem contact op met een elektricien of met de

dienst Herstellingen aan huis van Miele.

De compressor is voort-durend in werking.

Geen storing! Om energie te besparen, schakelt decompressor bij een geringere koel-/vriescapaciteit opeen laag toerental over. Daardoor moet de compres-sor langer werken.

De compressor slaatsteeds vaker en voorsteeds langere tijd aan;de temperatuur in hetkoeltoestel is te laag.

De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen zijn dicht-gezet of er zit stof op deze openingen, de compressoren het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de ach-terkant van het toestel. Zorg ervoor dat de luchttoevoer- en luchtafvoerg-

leuven niet worden geblokkeerd.

Page 39: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Nuttige tips

39

Probleem Oorzaak en oplossing

De compressor slaatsteeds vaker en voorsteeds langere tijd aan;de temperatuur in hetkoeltoestel is te laag.

Reinig de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningende compressor en de warmtewisselaar regelmatigdoor stof te verwijderen.

De deur is vaak geopend en er zijn grote hoeveelhe-den levensmiddelen vers ingevroren. Open de deur alleen indien nodig en zo kort moge-

lijk.

Na een tijdje keert in het toestel automatisch weer dejuiste temperatuur terug.De deuren van het toestel zijn niet correct gesloten.Misschien heeft zich in de diepvrieszone al een dikkeijslaag gevormd. Sluit de toesteldeur.

Na een tijdje keert in het toestel automatisch weer dejuiste temperatuur terug.

Als zich al een dikke ijslaag heeft gevormd, wordt dekoelcapaciteit lager, waardoor het energieverbruikstijgt. Ontdooi het toestel en reinig het.

De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger deomgevingstemperatuur, des te langer de compressorin werking is. Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Het toe-

stel plaatsen" in acht.Er is een te lage temperatuur ingesteld. Corrigeer de temperatuur.

Er is ineens een vrij grote hoeveelheid verse levens-middelen ingevroren. Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Het invrie-

zen en bewaren van levensmiddelen".Controleer of u vergeten hebt om de SuperFrost uit teschakelen. Om energie te besparen, kunt u de functie Super-

Frost zelf al eerder uitschakelen.

Page 40: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Nuttige tips

40

Probleem Oorzaak en oplossing

Er vormt zich ijs op hetpaneel van het NoFrost-systeem.

Dat is geen storing, maar bevroren condens.Mogelijke oorzaken zijn:

– de deur van het toestel vaak open is gedaan,

– er ineens een grote hoeveelheid verse levensmid-delen is ingevroren.

– de luchtvochtigheid van de kamerlucht is geste-gen.

Houd de deur van het toestel zoveel mogelijk ge-sloten. De ijslaag wordt door het NoFrost-systeemna een paar dagen automatisch ontdooid.

Het LED-controlelampjeachter onderaan hettoestel bij de compres-sor knippert.

Dit is geen storing! Het knipperen is normaal. Deelektronica van de compressor is uitgerust met eencontrolelampje en foutdiagnose LED-controlelampje(afhankelijk van het model). De LED knippert regel-matig elke 15 s.

Page 41: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Nuttige tips

41

Meldingen op het display

Melding Oorzaak en oplossing

In het display brandtsymbool . Het toestelkoelt niet, maar het kanwel gewoon worden be-diend.

De demomodus is ingeschakeld. Met de demomo-dus kan de vakhandel het apparaat presenteren zon-der de koeling in te hoeven schakelen. Voor particuliergebruik is deze functie niet relevant. Vraag bij de afdeling Klantcontacten na, hoe u de

demomodus kunt uitschakelen.

In het display brandt en het lukt niet om hettoestel te bedienen.

De vergrendeling is ingeschakeld. Ontgrendel het koeltoestel kort of schakelt de ver-

grendeling geheel uit. (Zie hoofdstuk: "Instellingenwijzigen", paragraaf: "Vergrendeling in-/uitscha-kelen".)

De zoemer klinkt en inhet display knippert samen met de tempera-tuuraanduiding.

Het temperatuuralarm is geactiveerd (zie ook hoofd-stuk: "Temperatuur- en deuralarm"): De temperatuurin het toestel is te hoog of te laag.Oorzaken hiervoor kunnen bijv. zijn:

– de deur van het toestel vaak open is gedaan,

– een grote hoeveelheid levensmiddelen is ingevro-ren, zonder dat de SuperFrost ingeschakeld is ge-weest;

– de stroom vrij lang uitgevallen is geweest.

Zorg ervoor dat de juiste temperatuur weer wordtbereikt. Alarmsymbool dooft.Controleer daarna of de levensmiddelen geheel ofgedeeltelijk zijn ontdooid en gebruik ze in dat gevalzo snel mogelijk of kook of braad ze, alvorens zeopnieuw in te vriezen.

Er klinkt een waarschu-wingssignaal.

Het deuralarm gaat. Sluit de deur van de toesteldeur. De zoemer scha-

kelt uit.

In het display knippert samen met de tem-peratuuraanduiding.

Een defect in het toestel wordt aangegeven: Er iseen storing. Neem contact op met de klantendienst van Miele.

Page 42: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Nuttige tips

42

Algemene problemen met het koeltoestel

Probleem Oorzaak en oplossing

De deur van de diep-vrieszone kan nietmeerdere keren achterelkaar worden geopend.

Dat is geen storing. Door de zuigende werking kunt ude deur pas na ca. 1 minuut zonder moeite openen.

De ingevroren levens-middelen zijn vastge-vroren.

De verpakking van de levensmiddelen was niet droogtoen ze in het toestel werden gelegd. Maak de ingevroren levensmiddelen met een

stomp voorwerp, bijv. met een lepelsteel los.

Het koeltoestel voeltaan de buitenkant warmaan.

Dat is geen storing. Met de ontstane warmte wordtcondensvorming voorkomen.

Page 43: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Geluiden en de oorzaken ervan

43

Vaak voor-komendegeluiden

Waar komen deze geluiden vandaan?

Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan-neer de motor aanslaat, klinkt dit geluid nog iets sterker.

Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen vande koelvloeistof die door de leidingen stroomt.

Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat demotor in- of uitschakelt.

Sssrrrrr ... Een licht ruisend geluid kan afkomstig zijn van de luchtstromingin de binnenruimte van het toestel.

Knak ... Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het koel-toestel uitzet.

Houd er rekening mee dat motor- en stromingsgeluiden in het koelsysteem niette vermijden zijn!

Geräusche Oorzaak en oplossing

Klapperende,rammelende,kletterendegeluiden

De koelkast staat niet in evenwicht. Controleer dit met een wa-terpas. Zoeg met behulp van een voorwerp dat koelkast in even-wicht staat.

De koelkast staat tegen andere apparaten of meubels en dit ver-oorzaakt trillingen. Zorg voor ruimte tussen de koelkast en hetandere meubel.

Laden of planken die wiebelen. Demonteer deze voorwerpen enmonteer deze daarna opnieuw.

Flessen of andere glazen dit tegen elkaar liggen. Zorg voor ge-noeg ruimte tussen deze voorwerpen om zo trillingen te voorko-men.

Page 44: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Service en garantie

44

ServiceVoor storingen die u niet zelf kunt ver-helpen, waarschuwt u

– uw Miele-vakhandelaar of

– Miele.

De gegevens van Miele vindt u achterin deze gebruiks- en montagehandlei-ding.

Voor een goede en vlotte afhandelingmoet de afdeling Miele-Service wetenwelk type toestel u heeft en welk fabri-cagenummer het heeft.

Deze gegevens vindt u op het typepla-tje in de binnenruimte van het koeltoe-stel.

Garantietermijn en garantie-voorwaardenDe garantietermijn voor dit toestel be-draagt 2 jaar.

Voor meer informatie over de garantie-bepalingen voor uw land kunt u het bo-venstaande telefoonnummer bellen.

Het telefoonnummer vindt u achter indeze gebruiks- en montageaanwijzing.

Page 45: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Elektrische aansluiting

45

Het koeltoestel wordt aansluitklaar gele-verd voor wisselstroom van 50Hz, 220 –240V.

De zekering moet minstens 10 A bedra-gen.

Het toestel mag uitsluitend worden aan-gesloten op een contactdoos met rand-aarde en op een huisinstallatie die aanalle voorschriften voldoet (zoals NEN1010).

Omdat in geval van nood het toestel di-rect van het elektriciteitsnet kan wordengehaald, mag de contactdoos zich nietachter het toestel bevinden en moet de-ze gemakkelijk bereikbaar zijn.

Als de gebruiker niet meer bij het stop-contact kan komen of als er sprake isvan een vaste aansluiting, moet het toe-stel via een schakelaar met alle polenvan de netspanning kunnen worden los-gekoppeld. De contactopening in uitge-schakelde toestand moet minimaal 3mm bedragen. Geschikte schakelaarszijn zelf-uitschakelaars, zekeringen enrelais (EN 60335).

Stekker en aansluitkabel van het toestelmogen niet tegen de achterkant van hettoestel aan komen, omdat ze door tril-lingen van het toestel beschadigd kun-nen raken. Dat kan kortsluiting veroor-zaken.

Ook andere toestellen mogen niet wor-den aangesloten op een contactdoosdie zich aan de achterkant van dit koel-toestel bevindt.

Het is niet toegestaan om het toestelmet een verlengsnoer op het elektrici-teitsnet aan te sluiten. Met verleng-snoeren kan een veilig gebruik van hetkoeltoestel namelijk niet worden ge-waarborgd in verband met het gevaarvoor oververhitting.

Het koeltoestel mag niet op omvormersworden aangesloten die bij autonomestroomvoorzieningen zoals zonne-energie worden gebruikt. Wanneer hettoestel in dat geval wordt ingeschakeld,kunnen er spanningspieken ontstaan,kan het toestel om veiligheidsredenenweer worden uitgeschakeld en kan deelektronica beschadigd raken. Het toestel mag ook niet met eenspaarstekker worden gebruikt. Derge-lijke stekkers verminderen de energie-toevoer, waardoor het toestel te warmwordt.

Als de elektriciteitskabel moet wordenvervangen, mag dat uitsluitend dooreen erkend elektricien gebeuren.

Page 46: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Aanwijzingen voor de plaatsing

46

Deze ovenfunctie is ideaal voorhet bakken van koekjes, roerdeeg,soezendeeg, bladerdeeg en appel-flappen.Zet deze niet op het koeltoestel.

Plaats dit koeltoestel niet direct naasteen ander model ("side-by-side").Daar dit toestel geen zijwandverwar-ming heeft, kan er bij een side-by-si-de-opstelling condenswater ontstaan.Vraag uw vakhandelaar om advies.

Plaats van opstellingKies geen plaats direct naast een for-nuis, een verwarming of in de buurt vaneen raam waar de zon direct doorheenkan schijnen. Hoe hoger de kamertem-peratuur is, des te langer de compres-sor in werking en des te hoger hetstroomverbruik is. Geschikt is een dro-ge ruimte waar kan worden geventi-leerd.

Let bij het plaatsen van het koeltoestelop het volgende:

– Het stopcontact moet gemakkelijktoegankelijk zijn in geval van nood.Het mag zich dus niet achter het toe-stel bevinden.

– Stekker en aansluitkabel van hetkoeltoestel mogen niet tegen de ach-terkant van het toestel aan komen,omdat ze door trillingen van het toe-stel beschadigd kunnen raken.

– Ook andere toestellen mogen nietworden aangesloten op een contact-doos die zich aan de achterkant vandit koeltoestel bevindt.

Bij hoge luchtvochtigheid kanzich condens op de buitenkant vanhet apparaat vormen.Dit condenswater kan corrosie ver-oorzaken.Om dit te voorkomen, kunt u het toe-stel het beste plaatsen in een droogvertrek of een vertrek met voldoendeventilatie.Controleer na de inbouw of de deurvan het toestel goed sluit, of de luchtongehinderd kan worden toegevoerden afgevoerd en of het toestel op debeschreven wijze is ingebouwd.

Page 47: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Aanwijzingen voor de plaatsing

47

KlimaatklasseHet toestel is geconstrueerd voor eenbepaalde klimaatklasse. Een klimaat-klasse is een kamertemperatuurbereikwaar de temperatuur niet boven of on-der mag liggen. Een te lage kamertemperatuur heeft totgevolg dat de compressor voor langeretijd afslaat. Dat heeft weer tot gevolgdat de temperaturen in het toestel tehoog zijn, wat ook weer schade kanveroorzaken.

De klimaatklasse van het toestel staataangegeven op het typeplaatje aan debinnenkant van uw koeltoestel.

Klimaatklasse Kamertempera-tuur

SN +10 tot +32  C

N +16 tot +32  C

ST +16 tot +38  C

T +16 tot +43  C

Wordt een diepvrieskast van klimaat-klasse SN bij vrij lage kamertempera-turen (tot +5°C) gebruikt, dan is eenprobleemloze werking gegarandeerd.

Luchttoevoer en luchtafvoerDe lucht op de achterwand van hetkoeltoestel wordt warm.

De ventilatieopeningen mogenniet worden afgedekt of geblokkeerd,zodat de luchttoevoer en luchtafvoerprobleemloos verloopt. Bovendienmoeten ze regelmatig stofvrij wordengemaakt.

De meegeleverde afstandhou-ders monteren

Om het geclaimde energieverbruik tebereiken en condensvorming bij hogeomgevingstemperatuur te vermijden,dient u de wandafstandhouders te ge-bruiken. Als deze worden gemonteerd,staat het toestel ca. 35 mm verder vande muur af en is het energieverbruikvan dit toestel zoals aangegeven.Wanneer de wandafstandhouders nietworden gebruikt, heeft dat geen in-vloed op de werking van het toestel,maar gaat het energieverbruik iets om-hoog.

Monteer de wandafstandhouderslinks en rechts naast de compressoraan de achterkant van het toestel.

Page 48: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Aanwijzingen voor de plaatsing

48

Het toestel plaatsen

Vraag iemand anders u te helpenbij het inbouwen van het toestel.

Stel het toestel alleen op als hetleeg is.

Beweeg het toestel voorzichtigop kwetsbare vloeren om bescha-digingen van de vloer te voorkomen.

De grepen bovenaan en de wieltjesonderaan aan de achterkant van hettoestel maken de opstelling van hettoestel gemakkelijk.

Zet het toestel nu al zo dicht mogelijkbij de plaats van opstelling.

Haal eerst de netaansluitkabel van deachterkant van het toestel af.

Verwijder de kabelhouder van de ach-terwand van het toestel.

Controleer of de onderdelen op deachterwand van het toestel nergenstegenaan kunnen komen. Buig even-tueel in de weg zittende onderdelenvoorzichtig weg.

Schuif het toestel voorzichtig op dedaarvoor bestemde plaats.

Heeft het toestel wandafstandhou-ders, zet het dan met de houders di-rect tegen de muur.

Het koeltoestel stellen

Plaats het koeltoestel met de bijge-voegde steeksleutel stevig en water-pas via de voorste stelvoeten.

Page 49: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Aanwijzingen voor de plaatsing

49

Koeltoestel inbouwen in eenkastenrij

Voor de luchttoevoer- en luchtaf-voeropeningen moeten de aangege-ven maten worden nageleefd. Ge-beurt dat niet, slaat de compressorsteeds vaker en voor steeds langeretijd aan.Voor de luchttoevoer- en luchtafvoer-openingen moeten de aangegevenmaten worden aangehouden. Ge-beurt dat niet, slaat de compressorsteeds vaker en voor steeds langeretijd aan, stijgt het energieverbruik enstijgt de werkingstemperatuur van decompressor, wat schade aan decompressor kan veroorzaken.Neem de aangegeven tijden en tem-peraturen beslist in acht.

a Opzetkast

b Koeltoestel

c Keukenkast

d Wand

* Zijn de wandafstandhouders gemon-teerd, dan zijn de toestellen ca. 35 mmdieper.

Het toestel kan in elk keukenblok inge-bouwd en direct naast de keukenkastgeplaatst worden. De voorkant van hettoestel dient dan aan de zijkant min-stens 34 mm en in het midden minstens55 mm uit te steken t.o.v. de voorkantvan de keukenkast. Daardoor kunt u dedeur van het toestel probleemloos ope-nen en sluiten. U kunt het toestel aande hoogte van het keukenblok aanpas-sen door boven het toestel een bijbeho-rende opzetkast te plaatsen.

Wanneer het toestel naast een muur wordt geplaatst, is aan de kant waar descharnieren zitten tussen muur entoestel een afstand van minstens 55mm noodzakelijk. Daardoor kan de deurvan het toestel probleemloos open zon-der dat de deurgreep in de weg zit.

Hoe groter de luchtafvoeropening, hoeenergiezuiniger de compressor werkt.

– Met het oog op de aan- en afvoervan de lucht moet er langs de achter-zijde van de koelkast een afvoerka-naal van minimum 50 mm diep voor-zien worden, over de hele breedtevan de opzetkast.

– De tussenruimte tussen het toestel ofde extra kast en het plafond moetminstens 300 cm2 bedragen, zodatde warme lucht ongehinderd kanworden afgevoerd.

Page 50: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Aanwijzingen voor de plaatsing

50

Afmetingen van het toestel

A[mm]

B[mm]

C[mm]

FN 22062 ws 1250 600 630*

FN 24062 ws 1450 600 630*

FN 26062 ws 1650 600 630*

FN 28062 ws 1850 600 630*

* Afmeting zonder wandafstandhouders. Als de meegeleverde wandafstandhouders ge-bruikt worden, wordt het toestel 35 mm dieper.

Page 51: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Draairichting van deur veranderen

51

Het koeltoestel wordt geleverd met eenrechtsscharnierende deur / met rechts-scharnierende deuren. Moet de deur /Moeten de deuren linksscharnierendzijn, verander dan de draairichting.

Het is beslist noodzakelijk dat uiemand vraagt om u daarbij te hel-pen.

Als de deurdichting beschadigdis, kan het voorkomen dat de deurvan het toestel niet goed sluit. Dekoelcapaciteit neemt dan af.In de binnenruimte vormt zich con-denswater, waardoor ijsvorming kanontstaan.Zorg dat u de deurdichting niet be-schadigt.

Voorbereiding

Voor het veranderen van de draairich-ting hebt u onderstaand gereedschapnodig:

– de bijgevoegde steeksleutel

De toesteldeur en uw vloer moetentegen beschadigingen worden be-schermd, leg een hiervoor geschikteondergrond op de vloer voor het ap-paraat.

De deurgreep verwijderen Open de toesteldeur.

Trek aan de deurgreep . De zijkantvan de greep schuift naar ach-teren.

Trek de zijkant de deurgreep stevignaar achteren uit de geleiding.

Draai nu de 4 schroeven (TX15) vande bevestigingsplaat los en neem dedeurgreep eraf.

Maak de afdekplaatjes aan de tegen-overliggende kant los en plaats ze opde vrijgekomen gaatjes.

Page 52: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Draairichting van deur veranderen

52

Het verwijderen van de toestel-deur

Pas op als u de bovenste toe-steldeur verwijdert! U kunt zich ver-wonden!Zodra u de lagersteun verwijdert, zitde bovenste deur niet meer stevigvast.U dient de toesteldeur samen met ie-mand anders vast te houden.

Laat het apparaat met behulp vaneen ander persoon voorzichtig naarachteren hellen en draai de beveili-gingsschroef uit de lagersteun rechts onder.

Open de toesteldeur.

Pak de deur aan de kant van degreep en onderaan vast, til de deuriets op en verwijder deze. De lager-bout met schijf komt los uit delagersteun

Als de bout niet loskomt:

Druk dan de laberbout met schijf van onderaf uit de lagersteun.

Als de lageronderdelen (lager-steun en lagerbout) niet stevig ge-noeg vastgeschroefd zijn, valt dedeur eruit of sluit ze niet meer goed.De koelcapaciteit neemt af, in hetapparaat wordt condens gevormd endeze kan bevriezen.Schroef de lagersteun en de lager-bout goed vast.Controleer alle schroeven en draai zeindien nodig nog beter vast.

De onderste lagersteun ver-plaatsen

Draai de schroeven los en haal la-gersteun er af.

Draai de schroef van gedeelte vande lagersteun een beetje los. Draaihet in het tegenoverliggende gaatje inde lagersteun . Draai de schroefdaarna weer stevig aan.

Verwijder het stopje en zet het er inhet tegenoverliggende gaatje in de la-gersteun weer in.

Trek afdekplaatje er af.

Draai schroef er uit en draai deschroef er aan de andere kant in hetbuitenste gaatje weer in.

Page 53: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Draairichting van deur veranderen

53

Draai het afdekplaatje 180° enplaats het weer terug in de gaten aande andere kant.

Schroef de lagersteun  aan de an-dere kant vast. Gebruik uitsluitend debeide buitenste sleufgaten. Gebruikde middelste schroef niet. Alleen zokan de deur later via de buitenstesleufgaten worden gesteld!

De bovenste lagersteun ver-plaatsen

Draai de bovenste lagerbout ermet de bijgevoegde steeksleutel uit.

Klik de afdekplaatjes met eensleufschroevendraaier aan de voor-kant los.

Draai de bovenste lagerbout ermet de bijgevoegde steeksleutel aande andere kant weer in.

Zet de afdekplaatjes er aan dedaartegenoverliggende kant van ach-ter weer in en laat ze van voren vast-klikken.

Neem het stopje uit de lagerbus enzet het er aan de andere kant weerop.

Page 54: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Draairichting van deur veranderen

54

Veerklem en lagerbout ver-plaatsen

Klik de veerklem , die aan de on-derkant van de deur zit, er met be-hulp van een sleufschroevendraaieruit en klik de klem er aan de tegen-overliggende kant weer op.

Trek de lagerbout met schijf uitde lagerbus.

Belangrijk! De uitsparing van de schijf moet op het nokje van de lagerbout worden geplaatst, zodat de schijf op de schijf van de lagersteun ligt.

Plaats de lagerbout met de schijf weer in de lagerbus aan de daarte-genoverliggende kant. Belangrijk! Hetnokje moet naar de binnenkant vande deur en de inkeping naar buitenwijzen.

Het monteren van de deur Pak de deur vast en leid de bovenste

lagerbus naar de lagerbout boven inhet toestel.

Draai de deur naar binnen en plaatsde lagerbout in de lagersteun.

Belangrijk! Draai indien nodig de lager-bout zo, dat het nokje naar de binnen-kant van de deur en de inkeping naarde buitenkant wijst. De lagerbout kliktnu vast!

Kantel het toestel met behulp van eenander persoon voorzichtig naar ach-teren en draai de veiligheidsschroef erin. Draai de schroef met de bij-gevoegde steeksleutel vast.

Stel de deur indien nodig nog eenkeer met behulp van de sleufgaten inde onderste lagersteun. Draai deschroeven daarna stevig vast.

Page 55: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Draairichting van deur veranderen

55

Het terugplaatsen van de deur-greep

Pas op voor beschadiging!Als de deurgreep niet goed gemon-teerd wordt, raakt de deurdichtingbeschadigd.Lees beslist de volgende opmer-kingen over het bevestigen van dedeurgreep.

Schroef de deurgreep met de beidevoorste schroeven eerst losjes aande tegenoverliggende kant vast.

De bevestigingsplaat moet zo tegenhet deurpaneel aanzitten, dat de plaat,wanneer de deur gesloten is, evenwijdigis aan de buitenwand van het toestel.

Is dat niet het geval:

Draai dan de beide voorgemonteerdestiften er met de inbussleutel zoverin, totdat de bevestigingsplaat dejuiste hoek heeft.

Draai alle 4 de schroeven stevigvast.

Schuif de zijkant van de deurgreep vanaf de kant van het apparaat op degeleiding van de bevestigingsplaat,totdat de greep hoorbaar vastklikt.

De deurdichting raakt op den duurbeschadigd!Let op, dat de zijkant van de deur-greep de deurdichting niet raakt,als de deur geopend wordt.

Is dat toch het geval, doe dan het vol-gende.

Stel de bevestigingsplaat nog eenkeer met de stiften , totdat de plaaten de zijkant van de deurgreep dejuiste hoek hebben en de zijkant vande deurgreep niet tegen de deurdich-ting aan komt.

Page 56: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Toesteldeuren uitlijnen

56

De toesteldeur kan later ten opzichtevan de ommanteling worden gesteld.

In de volgende afbeelding is de deurniet gesloten. Zo kunnen wij beter la-ten zien hoe u te werk moet gaan.

De toesteldeur stelt u met behulp vande buitenste sleufgaten in de onderstelagersteun:

Verwijder de middelste schroef inde lagersteun.

Draai de beide buitenste schroeven er een eindje uit.

Stel de deur door de lagersteun naarlinks of rechts te verschuiven.

Draai de schroeven daarna stevigvast. Deze schroef hoeft u er nietmeer op te schroeven.

Page 57: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Page 58: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Page 59: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16

nv Miele BelgiëZ.5 Mollem 4801730 Mollem (Asse)

E-mail: [email protected]: www.miele.be

DuitslandMiele & Cie. KGCarl-Miele-Straße 2933332 Gütersloh

Page 60: Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezertuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.

M.-Nr. 10 361 370 / 00nl-BE

FN 22062 ws, FN 24062 ws, FN 26062 ws, FN 28062 ws