Gebruikersonderzoek snelfietsroutes Gelderland 2017 Tibs · De provincie Gelderland heeft in...

pTibsadvies1

Rapportage

Gebruikersonderzoek snelfietsroutes Gelderland0-metingen: F12, Arnhem-Dieren en Arnhem-Wageningen1-metingen Liemersroute, Batavierenpad Noord en Zuid

Datum: 17 januari 2018Projectnr: 2017013Opdrachtgever: Ditmer Santema (Provincie Gelderland)Opsteller: Bart Christiaens (Tibs) en Herman van Rooijen (SOAB)

pTibsadvies22

Samenvatting 3

1. Inleiding 4

2. Onderzoekslocaties 6

2. Resultaten gebruikersonderzoek 1-metingen 9

3. Resultaten gebruikersonderzoek 0-metingen 26

Bijlage 1: Pdf-bestand met:

Telresultaten visuele telling per locatieVragenlijsten enquête 0-metingenFlyers 0-metingen Aankondigingsposters 0-metingenVragenlijsten enquête 1-metingenFlyers 1-metingen Aankondigingsposters 1-metingen

Bijlage 2: Excel-bestand met:

Tabellen met de enquêteresultaten 0-meting Arnhem-Dieren Tabellen met de enquêteresultaten 0-meting F12Tabellen met de enquêteresultaten 0-meting Arnhem-WageningenTabellen met de enquêteresultaten 1-meting De Liemers Tabellen met de enquêteresultaten 1-meting Batavierenpad

Inhoudsopgave

pTibsadvies33

De provincie Gelderland heeft in oktober 2017 een gebruikersonderzoek gehouden onder fietsers op een aantal in ontwikkeling zijnde en gerealiseerde snelfietsroutes. Hieronder staan de belangrijkste uitkomsten samengevat.

0-metingenEr zijn drie snelfietsroutes in ontwikkeling waar 0-metingen zijn gehouden: de snelfietsroute Wageningen-Arnhem, de snelfietsroute Arnhem-Dieren en de F12 (Westervoort-Duiven).

Over de snelfietsroute Arnhem-Wageningen zijn de respondenten (volwassen fietsers) nu al het meest positief: de gemeten aspecten scoren gemiddeld een ruime voldoende. Ook voor de snelfietsroute Arnhem-Dieren worden door de volwassen fietsers redelijke rapportcijfers gegeven: gemiddeld scoort de huidige fietsroute tussen voldoende en ruim voldoende. De snelfietsroute F12 scoort gemiddeld net voldoende. De meeste onderzochte aspecten van de fietsroute zijn volgens de deelnemers aan het onderzoek voor verbetering vatbaar. Verder valt op dat de huidige doorstroming bij de verkeerslichten op alle drie onderzochte snelfietsroutes onder de fietsers niet goed scoort.

Een aantal andere opvallende enquêteresultaten: • De gebruikersgroep van de snelfietsroute Arnhem-Wageningen heeft een ander karakter dan die van de andere

snelfietsroutes (relatief veel vrouwen en ongeveer 75% hoger opgeleiden respondenten). Op de F12 zijn de respondenten minder hoog opgeleid (rond de 40%).

• Gemiddeld gebruiken op alle drie de onderzochte routes relatief veel respondenten een elektrische fiets (circa 30% tot 40%)

• Op al de drie routes geeft meer dan 30% (op de F12 is dit bijna de helft) aan dat zij geen gebruik kunnen maken van een reiskostenvergoeding van de werkgever voor woon-werk fietsverkeer.

• Als stimulans om vaker te gaan fietsen worden, naast infrastructurele verbeteringen, vooral zaken genoemd die te maken hebben met financiële prikkels, stimulans door werkgevers, gezondheid en milieu.

1-metingenDe 1-metingen zijn gehouden op de snelfietsroutes De Liemers (Zevenaar-Westervoort-Arnhem), het Batavierenpad Noord en het Batavierenpad Zuid (Nijmegen-en Beuningen).

Op al de drie snelfietsroutes hebben de maatregelen die getroffen zijn een behoorlijk effect gehad op de waardering van de snelfietsroutes: in de 1-meting scoren alle onderzochte aspecten een voldoende en zijn de toegekende rapportcijfers hoger dan bij de 0-meting. Tussen Nijmegen en Beuningen scoren beide trajecten van het Batavierenpad gemiddeld ruim voldoende waar dit in de 0-meting nog geen voldoendes waren. De gemiddelde waardering van de volwassen fietsers op de snelfietsroute De Liemers is van voldoende in de 0-meting gestegen naar ruim voldoende in de 1-meting.

Een aantal andere opvallende enquêteresultaten:• Ten opzichte van de 0-meting is de gebruikersgroep van de elektrische fiets jonger geworden: in 2017 is circa

40% van de respondenten die een elektrische fiets gebruiken jonger dan 40 jaar is (dat was 5% is de 0-meting).• Circa een kwart (de Liemersroute, het Batavierenpad Zuid) tot circa 40% (het Batavierenpad Noord) van de

respondenten zijn ten opzichte van 2014 nieuwe gebruikers. • Het percentage overstappers in de responsgroep (het aandeel werkende respondenten dat voor 2014 gebruik

maakte van de auto) ligt op de drie routes tussen de 5% en 10%. • Het gebruik van de elektrische fiets ligt op twee van de onderzochte snelfietsroutes boven de 30%. Dit is hoger

dan tijdens de 0-meting. Het hoogst is het gebruik van de elektrische fiets op de snelfietsroute De Liemers.

Samenvatting

pTibsadvies44

AanleidingBinnen de provincie Gelderland zijn de afgelopen jaren eenaantal snelfietsroutes gerealiseerd en feestelijk geopend. Daarnaast worden er ook nog steeds nieuwe snelfietsroutes ontwikkeld en/of zijn in aanleg.

De provincie Gelderland heeft in oktober 2017 onder fietsersop vijf snelfietsroutes een gebruikersonderzoek gehouden:• Een 1-meting bij twee gerealiseerde snelfietsroutes

(De Liemers: Zevenaar-Westervoort-Arnhem en op twee trajecten van het Batavierenpad tussen Nijmegen en Beuningen)

• Een 0-meting op drie in ontwikkeling zijnde snelfiets-routes (F12 Westervoort-Duiven, Arnhem-Dieren en Wageningen-Arnhem)

Het gebruikersonderzoek bestond uit het enquêteren van fietsers op de snelfietsroutes conform de ‘Basismethodiek Monitoring snelfietsroutes’. De overige onderdelen uit de methodiek (een input/output- inventarisatie van de maatregelen en een meting van infrastructurele klimaat middels de inzet van een meetfiets) waren geen onderdeel van dit gebruikersonderzoek.Het gebruikersonderzoek is uitgevoerd door Tibs advies in samenwerking met SOAB Adviseurs.

WerkwijzeOp de snelfietsroutes zijn flyers uitgedeeld aan zowel volwassen fietsers als middelbare scholieren. Deze rapportage focust zich conform de ‘Basismethodiek Monitoring snelfietsroutes’ op de onderzoeksresultaten onder de volwassen fietsers.

Met de provincie Gelderland zijn aan de begin van het projectafspraken gemaakt de onderzoekstappen, de locaties van de uit te delen flyers en de verrichten visuele tellingen, de planning, de concept stukken en andere inhoudelijke punten van afstemming. Ook zijn er werkafspraken gemaakt.

Op de snelfietsroutes is op tien locaties geflyerd (twee per onderzochte snelfietsroute). De onderzoekslocaties zijn bepaald op basis van:• De in de 0-meting gekozen locaties (alleen relevant voor de 1-metingen).• Dat de locaties een goede weerspiegeling van het (verwachte) fietsgebruik bieden. • Dat er vergelijking mogelijk is met tellocaties van de provincie op snelfietsroutes. Door een vergelijking van het

aantal uitgereikte flyers en ingevulde enquêtes zijn uitspraken gedaan over de respons en de betrouwbaarheid van het onderzoek.

• Gegevens over de gereden fietsroutes uit de fietstelweek van 2016. • Locaties nabij een beslispunt (bij meerdere route opties). Zeker bij 0-metingen waarbij op één van de routes

opties zwakke schakels worden opgewaardeerd is dat relevant aangezien deze waarschijnlijk in de 1-meting door meer fietsers gebruikt gaan worden.

• Het goed en veilig kunnen benaderen van fietsers om hen een flyer te kunnen overhandigen.

1. Inleiding

Opening fietstunnel Nijmegen-Noord

Opening Batavierenpad

pTibsadvies55

Er is per locatie door twee personen gedurende de ochtendspits (tussen 06.30 en 09.30 uur) geflyerd. Door zo actief mogelijk te flyeren is gepoogd zoveel mogelijk fietsers te benaderen. Verder heeft er een vooraankondiging middels posters langs de route en een bericht op de website van de Gelderse snelfietsroutes plaatsgevonden.

De flyer bestond uit zo weinig mogelijk tekst en een verwijzing naar de weblink van de online vragenlijst (middels tekst en QR-code).

Om de respons te verhogen zijn onder de respondenten kaartjes voor deEfteling en/of Burgers Zoo verloot.

Er is in overleg met de betrokken gemeenten geen aankondiging gedaan via de websites van de betrokken gemeenten, nieuwsberichten en social media. Dit om de onderzoekspopulatie zo zuiver mogelijk te houden en geen ‘vervuiling’ te krijgen van mensen die niet of nauwelijks op de routes fietsen of alleen meedoen om een prijs te kunnen winnen.

Ook zijn er in overleg met de provincie Gelderland geen mensen benaderd die in de 0-meting hadden aangegeven mee te willen doen aan vervolgonderzoek. Dit aangezien de emailadressen van deze mensen nietbeschikbaar waren.

Naast het uitdelen van flyers zijn op de onderzoeksdagen tussen 06.30 en09.30 uur ook visuele tellingen verricht. Hierdoor hebben we een beeld kunnen krijgen van enerzijds het gebruik van de snelfietsroutes maar anderzijds ook van de hoogte van de respons onder de doelgroep fietsers.

De resultaten van de visuele tellingen zijn terug te vinden in bijlage 2. Devragenlijsten, flyers en aankondigingsposters van de 1-metingen staan in bijlage 2, 3 en 4. De tabellen met de enquêteresultaten van de 1-metingenstaan in bijlage 5 en 6 weergegeven. Bijlage 7, 8 en 9 bevatten de vragen-lijsten, flyers en aankondigingsposters van de 0-metingen. De tabellen met de enquêteresultaten van de 0-metingen staan in bijlage 10, 11 en 12.

Opbouw rapportageIn hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van de onderzoekslocaties, waarna hoofdstuk 3 ingaat op de resultaten van het gebruikersonderzoek op de in ontwikkeling zijnde snelfietsroutes. Het betreft de verbindingenArnhem-Dieren, Arnhem-Wageningen en de F12 (Arnhem-Zevenaar).Het rapport wordt afgesloten met hoofdstuk 4 waarin de resultaten van het op de gerealiseerde snelfietsroutes De Liemers, het Batavierenpad Noord en het Batavierenpad Zuid worden beschreven.

1. Inleiding

Foto’s onderzoekslocaties

Uitgereikte flyer Batavierenpad

pTibsadvies66

Arnhem-Dieren:• Ruitenberglaan Arnhem (bij Stadsboerderij Presikhaaf)• Middachterallee, De Steeg

2. Onderzoekslocaties

Telpunt 5

Telpunt 1

Onderzoekslocatie Arnhem-Dieren

Onderzoekslocatie Arnhem-Dieren

pTibsadvies77

Arnhem-Wageningen: • Utrechtseweg (Arnhem) tussen Hulkensteinseweg en Oranjestraat• Bokkedijk, Renkum


Telpunt 13

Telpunt 67

Onderzoekslocatie Arnhem-Wageningen

Onderzoekslocatie Arnhem-Wageningen

pTibsadvies88

De F12: • Hamersestraat (nabij rotonde) Westervoort• Roodwilligenstraat (bij bruggetje nabij het tankstation / de carpoolplaats)

De Liemers:• Brug tussen Arnhem-Westervoort (identiek aan de 0-meting)• Beerenclauwstraat in Groessen (nieuw ten opzichte van de 0-meting)

Het Batavierenpad:• Brug Neerbosscheweg over Maaswaalkanaal Nijmegen (identiek aan de 0-meting)• Brug Industrieweg over Maaswaalkanaal Nijmegen (identiek aan de 0-meting)


Snelfietsroute De Liemers

Snelfietsroute F12

Batavierenpad noord

Batavierenpad zuid

Telpunt 20

Telpunt 26

Telpunt 30

Telpunt 24

Telpunt 37

Telpunt 42

Onderzoekslocaties Liemers en F12

Onderzoekslocaties Batavierenpad

pTibsadvies99

Moment van flyeren Op de te ontwikkelen snelfietsroute F12 zijn op dinsdag 3 oktober 2017 tussen 06.30 en 09.30 uur flyers aan fietsers uitgereikt. Het was circa 10 tot 12 graden, grotendeels droog met af en toe een kleine bui. Op dinsdag 10 oktober zijn op de te ontwikkelen snelfietsroutes Arnhem-Dieren en Arnhem-Wageningen flyers aan fietsers uitgedeeld. Het was circa 11 tot 13 graden en droog.

Onderzoekspopulatie en responsDoor op locaties flyers uit te delen waar ook mechanische telgegevens beschikbaar zijn, is het mogelijk het aantal visueel getelde fietsers en uitgereikte flyers te vergelijken met de resultaten van de mechanische fietstellingen.Op basis van visuele tellingen die gelijktijdig met het flyeren tussen 06.30 en 9.30 uur uitgevoerd zijn, is het aantal daadwerkelijke (brom)fietsers op de snelfietsroutes in beeld gebracht. De resultaten van de visuele tellingen zijn terug te vinden in bijlage 2.

Het aantal fietsers dat een flyer aangenomen heeft wisselt tussen de locaties. Op beide locaties in Arnhem heeft maar circa 10% van de passerende fietsers een flyers aan genomen en in de Steeg en in Renkum meer de 70%. Op de F12 ligt dit percentage op 22% en 38%.

Het aantal fietsers dat de enquête heeft ingevuld ligt met 51% hoog op de F12, vergelijkbaar met de 1-metingen op de route Arnhem-Wageningen (27%) en met 18% wat lager op de route Arnhem-Dieren.

We beperkten ons in deze rapportage tot het beeld dat de volwassen fietsers geven. Door de relatief beperkte aantallen respondenten en het feit dat in Arnhem relatief weinig flyers zijn aangenomen, vormen de genoemde percentages in dit hoofdstuk slechts een indicatief beeld. Indien er afwijkende scores van scholieren zijn, dan worden die apart vermeld. In de bijlage is een aparte tabel van de antwoorden van scholieren opgenomen, behalve van de route Arnhem-Wageningen aangezien er geen scholieren in de responsgroep zitten.

De aantallen volwassen respondenten zijn laag, zeker op de routes Arnhem-Dieren en Arnhem-Wageningen, maar vergelijkbaar met de in 2012 gehouden 0-meting op het Batavierenpad Noord en Batavierenpad Zuid.

De meeste respondenten zijn op de hoogte gebracht van de vragenlijst door de poster en/of uitgereikte flyer. Op de route Arnhem – Wageningen valt op dat 19% hierop geattendeerd is door een fietsende collega of kennis.

3. Enquêteresultaten 0-metingen

mechanisch

Westervoort 790 287 36,3% 66 23%

Duiven 540 232 43,0% 88 38%

De Steeg 1180 468 39,7% 363 78%

Stadsboerderij Presikhaaf 1930 472 24,5% 52 11%

Arnhem 3390 987 29,1% 100 10%

Renkum 910 111 12,2% 80 72%

visueel uitgereikte flyers

aantal fietsers

per etmaal

aantal fietsers

06.30-09.30 uur

percentage

etmaal

aantal flyers

uitgereikt

percentage

spitstelling

F12

Arnhem -

Dieren

Arnhem -

Wageningen

Westervoort

Duiven

De Steeg

Stadsboerderij Presikhaaf

Arnhem

Renkum

46

78

48

51%

27%

15,0%

4,4%

70

48

0-meting

aantal enquêtes

ingevuld totaal

percentage

flyers

percentage

fietsers

06.30-09.30

aantal enquêtes

ingevuld

forenzen

F12

Arnhem -

Dieren

Arnhem -

Wageningen

76 18% 8,1%

pTibsadvies1010

Sociale kenmerken respondentenNet zoals op andere onderzochte snelfietsroutes in Nederland worden de te ontwikkelen snelfietsroutes F12 en Arnhem-Dieren meer door mannen gebruikt dan door vrouwen, maar op de route Arnhem-Wageningen hebben meer vrouwen (56%) aan de enquête deelgenomen dan mannen

De grafiek hieronder geeft de leeftijdsverhouding van de respondenten weer. Respondenten uit de leeftijdscategorie 50 tot 59 zijn het meest vertegenwoordigd, gevolgd door het aantal respondenten uit de leeftijdscategorie 40 tot 49 jaar. De gemiddelde leeftijd van de respondenten ligt het hoogst op de route van Arnhem naar Wageningen.

Het aantal respondenten dat geen werk heeft is nul of verwaarloosbaar. 1% op de route F12, en 0% op de beide andere te ontwikkelen snelfietsroutes.


Verdeling man-vrouw

Leeftijdsverdeling

pTibsadvies1111

Op de routes Arnhem-Wageningen en Arnhem-Dieren heeft het merendeel van de respondenten een HBO of Universitaire opleiding gevolgd, op de route Arnhem-Wageningen is dit zelfs bijna 75%. Op de F12 is de verhouding Universiteit/HBO en MBO/Havo/Gymnasium ongeveer gelijk.

Op alle onderzochte routes ligt het autorijbewijsbezit onder de respondenten boven de 90%.

Vervoermiddelen en reismotievenAangezien op fietsroutes is geënquêteerd, is logisch dat het overgrote deel van de responsgroep met de fiets of elektrische fiets naar het werk gaat. Op alle drie de onderzochte routes is het aandeel respondenten dat met de elektrische fiets naar het werk komt hoog: 44% op de route Arnhem-Wageningen, 40% op de F12 en 30% op de route Arnhem-Dieren. Op de volgende pagina gaan we nader in op de kenmerken van de groep respondenten die de elektrische fiets gebruikt.

Aan de respondenten is ook gevraagd welk ander vervoermiddel er gebruikt wordt indien ze de fiets niet gebruiken. De auto (als bestuurder) is het meest gebruikte alternatief, op enige afstand gevold door het openbaar vervoer. De trein wordt het meest gebruikt op de verbinding Arnhem-Dieren.


Opleidingsniveau

Vervoermiddelen

pTibsadvies1212

Elektrische fietsHet gebruik van de elektrische fiets ligt op de routes Arnhem-Wageningen en F12 boven de 40%. Op de fietsroute tussen Arnhem en Dieren wordt de elektrische fiets door 29% van de respondenten gebruikt.

De gemiddelde afstand die met de elektrische fiets afgelegd is op de verbinding Arnhem-Dieren met 17,1 kilometer het hoogst. Op de route Arnhem-Wageningen is de gemiddelde afstand net iets minder dan 15 kilometer en op de F12 fietsen gebruikers een elektrische fiets gemiddeld ongeveer 12 kilometer.

Op de onderzochte snelfietsroutes maken alleen op de route Arnhem-Wageningen vrouwen meer gebruik van een elektrische fiets dan mannen. In de onderzochte 1-metingen (zie vorig hoofdstuk) was dat op alle snelfietsroutes het geval.


Gebruik elektrische fiets

Afstand elektrische fiets

Verdeling man-vrouw elektrische fiets

pTibsadvies1313

De gebruikersgroep van de elektrische fiets is het oudst op de route Arnhem-Wageningen, 67% is ouder dan 50 jaar. Opvallend is dat op de F12 de groep 50 tot 59 jarigen (die op andere routes het grootst is) kleiner is dan de groepen 40-49 en 60-69 jarigen en gelijk is met de groep 30-39 jarigen.

De meerderheid van de responsgroep die gebruik maakt van de elektrische fiets heeft een hoog opleidingsniveau. Op de verbinding Arnhem-Wageningen is deze groep het grootst.


Leeftijdsverdeling elektrische fiets

Opleidingsniveau elektrische fiets

pTibsadvies1414

Fietsfrequentie en motieven Onderstaande grafiek geeft een beeld van het aantal dagen per week dat de respondenten gebruik maken van de fietsroutes voor woon-werkverkeer. Tussen de 54% en 59% van de respondenten fietst 4 dagen of meer per week. Het overgrote deel van de rest fietst 1 tot 3 dagen per week naar het werk.Voor scholieren geldt dat zij 4 dagen of meer naar hun schoollocatie fietsen.

Meer dan 80% van de respondenten werkt 4 of meer dagen per week en waarbij meer dan 50% op een vaste locatie werkt.

De gebruikers van de route Arnhem-Zevenaar leggen gemiddeld de kortste afstand naar hetwerk af. Op de routes Arnhem – Dieren en Arnhem – Wageningen fietst 45% meer dan 15 kilometer naar hun werk.

Verder is ook gevraagd naar de tijd dat mensen naar hun werk fietsen. De bevindingen komen overeen met de fietsafstanden. De gebruikers van de route Arnhem-Zevenaarfietsen gemiddeld in de kortste tijd naar hun werk. De meeste zijn er binnen een half uur.


Fietsfrequentie

Fietsafstand

Tijdsduur fietsrit

pTibsadvies1515

De fietsroute F12 wordt het meest alleen gebruikt voor woon-werk verkeer. Op de verbinding tussen Arnhem en Wageningen wordt vaker voor andere motieven gebruikt, slechts 21% fietst hier uitsluitend om naar het werk te gaan.Bij alle drie de routes is ontspanning het belangrijkste motief naast woon-werkverkeer om gebruik te maken van de fietsroute. Voor scholieren is het belangrijkste reismotief naast woon-schoolverkeer het bezoek aan familie en vrienden.

Het beeld van de reisfrequentie voor andere motieven ligt bij alle drie de fietsroutes dicht bij elkaar, waarbij circa 20% tot 25% van de respondenten de fietsroutes minimaal 1x per week benutten voor een ander reismotief dan woon-werk.


Andere reismotieven

Frequentie andere reismotieven

pTibsadvies1616

Reden ander vervoermiddel dan de fietsDe belangrijkste reden om niet te kiezen voor de fiets maar voor een andere vervoermiddel hangt samen met het weer. De reistijd van het concurrerend vervoermiddel ten opzichte van de fiets speelt op de routes Arnhem-Dieren en Arnhem-Wageningen een grotere rol dan bij de F12. Verder worden ook de vervolgreis, bagage en andere redenen genoemd.

Stimulans om vaker te fietsenIn de 0-meting zijn in een viertal vragen aan respondenten gevraagd wat hun zou stimuleren om vaker te fietsen.

In nevenstaande tabellen staan allereerst een aantal belevingsaspecten genoemd, waarbij vooral het sneeuw-/ijsvrij maken, verbetering van de route en verbetering van de verlichting opvallen.

Bij de overige belevingsaspecten valtbij de F12 op dat fietsvoorzieningen bij de werkgever voor 10% van derespondenten een stimulans kan zijn om vaker te fietsen.Op bladzijde 33 wordt nader ingegaanop een aantal werkgeversaspecten.

Voor een deel van de respondenten zijn nevenstaande zaken geen stimulans om vaker te gaan fietsen.


Reden F12Arnhem

Dieren

Arnhem -

Wageningen

Niet van toepassing, fiets altijd 24% 23% 26%

Vanwege slecht weer 47% 31% 36%

Omdat ik kan beschikken over de auto 5% 1% 2%

Omdat het vervoermiddel sneller is dan op de fiets 3% 11% 9%

Vanwege overlast groepen scholieren 1% 3% 0%

Vanwege overlast scooters bromfietsen 0% 0% 0%

Vanwege overlast auto’s 0% 0% 0%

Vanwege bagage 3% 7% 2%

Vanwege reisgezelschap 0% 1% 2%

Vanwege reismoment 3% 3% 4%

Vanwege vervolgreis 8% 11% 2%

Anders 5% 8% 17%

Tabel: Redenen om te kiezen voor een ander vervoermiddel dan de fiets in %

Reden F12Arnhem

Dieren

Arnhem -

Wageningen

A. Als de route verbeterd wordt 19% 21% 22%

B. Als de route minder saai wordt 3% 3% 1%

C. Als de route verlicht wordt 17% 14% 18%

D. Als er meer schuilmogelijkehden komen 7% 4% 1%

E. Als er dynamische informatie op de route komt 3% 1% 0%

F. Als de route sneeuwvrij wordt in de winter 28% 29% 28%

G. Betere aansluiting naar woon- werklokatie 7% 7% 9%

H. Als de bewegwijzering verbeterd wordt 0% 0% 0%

I. Geen van deze aspecten 9% 15% 15%

J. Anders, namelijk 8% 6% 6%

Totaal 100% 100% 100%

Welke belevingsaspecten stimulans vaker te fietsen?

Reden F12Arnhem

Dieren

Arnhem -

Wageningen

A. Als ik met mensen kan fietsen 4% 7% 7%

B. Als er een fietsreparatieservice/mobiele

fietsenmaker komt5% 4% 4%

C. Bij (betere) voorzieningen bij de werkgever. 10% 5% 5%

D. Als er leuke (fiets)activiteiten worden

georganiseerd4% 1% 2%

E. Aanwezigheid van een fietsambassadeur binnen

mijn bedrijf.0% 1% 2%

F. Als mijn bedrijf zou deelnemen aan een

bedrijvenwedstrijd,2% 4% 0%

G. Mogelijkheid om gebruik te maken van social

media.1% 0% 2%

H. Als ik fietsen kan combineren met serious

gaming.5% 0% 2%

I. Geen van bovenstaande aspecten 52% 57% 57%

J. Anders, namelijk 18% 20% 20%

Totaal 100% 100% 100%

Welke overige belevingsaspecten stimulans vaker te fietsen?

pTibsadvies1717

Het belonen van fietsers lijkt een kansrijke manier te kunnen zijn om werknemers te stimuleren vaker de fiets naar het werk te nemen. Daarbij gaat om zaken als:• Een financiële vergoeding door in de spits vaker met de fiets naar het werk te gaan in plaats van met de auto.• Het aanbieden van een fietsplan door de werkgever• Een (hogere) kilometervergoeding voor woon- werkverkeer• Een beloning bij elkaar fietsen in de vorm van geld of waardebonnen• Een beloning bij elkaar fietsen in de vorm van een (elektrische) fiets

Verder lijkt het nuttig om bij het stimuleren van het fietsgebruik in te zetten op twee thema’s:• Gezondheid/fitheid• Het milieu


Reden F12Arnhem

Dieren

Arnhem -

Wageningen

A. Als ik een (hogere) kilometervergoeding voor

woon- werkverkeer.12% 16% 8%

B. Het aanbieden van een fietsplan door de

werkgever.18% 9% 16%

C. Als ik een beloning bij elkaar kan fietsen in de

vorm van geld of waardebonnen11% 13% 7%

D. Als ik een beloning bij elkaar kan fietsen in de

vorm van een (elektrische) fiets10% 10% 5%

E. Als ik een beloning bij elkaar kan fietsen in de

vorm van (fiets)gadgets of andere interessante

producten

5% 8% 3%

F. Als ik prijzen kan winnen door te fietsen 5% 4% 0%

G. Als ik een financiële vergoeding ontvang door in

de spits vaker met de fiets naar het werk te gaan in

plaats van met de auto

14% 11% 12%

H. Als ik kan deelnemen aan een "Fiets en

win"actie ". 5% 5% 1%

I. Als ik kan deelnemen aan een periodieke

gezondheidstest6% 5% 9%

J. Geen van bovenstaande aspecten 12% 15% 36%

K. Anders, namelijk 2% 4% 3%

Totaal 100% 100% 100%

Welke beloningsaspecten stimulans vaker fietsen?

Reden F12Arnhem

Dieren

Arnhem -

Wageningen

A. Voor mijn gezondheid/fitheid 34% 42% 33%

B. Om bij te dragen aan een beter milieu 26% 25% 28%

C. Als ik mijn auto niet meer dicht bij het werk kan

parkeren1% 3% 3%

D. Als ik voor het parkeren van mijn auto moet

betalen bij de werkplek3% 6% 7%

E. Als ik een elektrische fiets zou hebben (besparing

tijd en energie)5% 5% 5%

F. Als mijn werkgever of mijn chef ook gaat fietsen

(voorbeeldwerking)1% 0% 1%

G. Als mijn collega's ook gaan fietsen 1% 0% 0%

H. Beschikbaarheid van een coach/persoonlijk

reisadvies0% 0% 0%

I. Actieve fietscampagne en informatie over

bijvoorbeeld gezondheid1% 1% 2%

J. Mogelijkheid om een elektrische fiets te leasen 5% 1% 4%

K. Mogelijkheid om een elektrische fiets met korting

aan te schaffen10% 7% 7%

L. Geen van bovenstaande aspecten 8% 6% 10%

M. Anders, namelijk: 4% 4% 2%

Totaal 100% 100% 100%

Welke overige aspecten kunnen leiden tot vaker fietsen?

pTibsadvies1818

WerkgeverWerkgevers hebben volgens de respondenten op alle drie de routes vrijwel geen aandacht besteed aan de snelfietsroute. Slechts enkele respondenten zeggen dat dit geval is.

In nevenstaande grafieken hiernaast staat voorde volgende zaken aangegeven of respondentener wel of geen gebruik van (kunnen) maken:• Reiskostenvergoeding woon-werk• Fiets van de zaak• Aanschaf fiets met belastingvoordeel• Fietsvoorzieningen op de werklocatie

Wat opvalt is dat slechts 40% tot 50% van derespondenten een reiskostenvergoeding krijgtindien zij met de fiets naar het werk komen en dat een groot aandeel aangeeft dat dit nietmogelijk is.

Ook een fiets van de zaak gebruiken is voor demeeste respondenten niet mogelijk.

Het beeld is wat wisselender betreft de aanschafvan een fiets met belastingvoordeel. Ongeveer 35% tot 40% van de respondenten maakt gebruik van deze mogelijkheid, maarde groep respondenten die aangeven dat ditniet mogelijk is of dat ze er geen gebruik vanmaken zijn ook relatief groot.

Het beste wordt gebruik gemaakt van fietsvoorzieningen op de werklocaties, waarschijnlijk vooral fietsparkeervoorzieningen.

Desondanks is de groep respondenten die aangeeft dat dit niet mogelijk is of dat ze er geen gebruik van maken ook nog relatief groot (tezamen ongeveer 45% van de respondenten die deze vraag beantwoord hebben).


Gebruik van reiskostenvergoeding woon-werk

Gebruik van fiets van de zaak

Gebruik van aanschaf fiets met belastingvoordeel

Gebruik van fietsvoorzieningen op de werklocatie

pTibsadvies1919

RoutegebruikHet onderstaand kaartje laat het fietsroutegebruik zien tussen Zevenaar en Arnhem via de aan te leggen F12. Het fietsroutegebruik vindt hier in de ochtendspits vooral plaats tussen Zevenaar en Duiven en tussen Duiven en Arnhem. De volledige route wordt weinig gefietst. Dit in tegenstelling tot de Fietsroute De Liemers; hier is deze stroom duidelijk groter. Opvallend is ook dat de F12-route gebruikt wordt om van Zevenaar naar Duiven te fietsen. Dat is weer niet het geval op de Liemersroute.Het routegebruik verschilt dus al met al van elkaar.

Van de respondenten die van/naar Arnhem fietsen gaan:• 20 respondenten via de brug tussen Westervoort en Arnhem• 15 respondenten via een andere route

Van de respondenten die tussen Westervoort en Duiven fietsen gaan:• 15 respondenten via de F12• 8 respondenten via de Liemers • 8 respondenten via een andere route

Van de respondenten die tussen Duiven en Zevenaar fietsen gaan:• 29 respondenten via de F12• 4 respondenten via de Liemers• 3 respondenten via een andere route


Woon-werk relaties

pTibsadvies2020

RoutegebruikOp het onderstaande kaartje staat het routegebruik weergegeven van de respondenten op de enquête. De meeste fietsbewegingen in de ochtendspits zijn waar te nemen van Heelsum en Renkum naar Wageningen Centrum. De stroom van Arnhem naar Wageningen is aanzienlijk kleiner. De stroom andersom (van Wageningen naar Arnhem) is groter. Fietsers uit Wageningen fietsen naar verschillende postcodegebieden in Arnhem, zonder dat een bepaalde postcode er sterk uitspringt.

Van de respondenten die van/naar Wageningen fietsen gaan:• 32 respondenten via Onderlangs• 3 respondenten via de N225 Ritzema Bosweg

Van de respondenten die van/naar Arnhem fietsen gaan:• 15 respondenten via de Fonteinallee/Veerweg• 11 respondenten via Kievitsdel en Oosterbeek• 1 respondent via Kievitsdel en Doorwerth• 7 respondenten via een andere route


Woon-werk relaties

pTibsadvies2121

RoutegebruikHet eerste dat opvalt wanneer naar de route Arnhem-Dieren wordt gekeken, is dat er in de ochtendspits eigenlijk alleen maar éénrichtingsverkeer plaatsvindt richting Arnhem. De belangrijkste bestemmingen zijn daarbij het Centrum en Presikhaaf. Verder valt op dat het in belangrijke mate gaat om bewegingen vanuit Dieren of overig Gelderland. En veel minder vanuit De Steeg, Rheden of Velp. Zeker vanuit Velp wordt dit mogelijk veroorzaakt doordat er nu nog geen route ligt en forenzen daardoor via veel verschillende routes Arnhem binnen komen: met de fiets bestaan veel logische en handige routes tussen Arnhem en Velp. Mogelijk dat een nieuw aangelegde schakel de stroom meer kan bundelen.

Van de respondenten die tussen Arnhem en Dieren fietsen gaan:• 37 respondenten via de Velperweg• 10 respondenten langs station Presikhaaf• 7 respondenten via de IJssellaan• 21 respondenten via een andere route


Woon-werk relaties

pTibsadvies2222

Kwaliteit snelfietsroutesIn de tabel staan de rapportcijfers van de drie routes. Opvallend is dat de fietsroute Arnhem-Wageningen met een gemiddeld rapportcijfer 7,1 hoog scoort. De verbinding Arnhem-Dieren scoort met gemiddeld een 6,1 het laagste. De F12 heeft een gemiddeld rapportcijfer van 6,6. Het landelijk gemiddelde rapportcijfers van 15 0-metingen van snelfietsroutes is een 6,3.

Alle rapportcijfers boven de 7 zijn vergeleken met 0-metingen elders in het land goede scores. Op route Arnhem-Wageningen scoren acht van de elf een rapportcijfer 7 of meer waarbij de aantrekkelijkheid van de omgeving er met een 8,3 bovenuit springt.Op de F12 scoort alleen de directheid van de route met een 7,6 hoog. Op de Arnhem-Dieren zijn dit er drie: de aantrekkelijkheid van de omgeving, de directheid van de route (beiden een 7,6) en de bewegwijzering (7,2).

Rapportcijfers onder de 6 zijn in vergelijking met ander 0-metingen van snelfietsroutes in Nederland relatief slechte cijfers. In positieve zin springt ook hier de verbinding Arnhem-Wageningen eruit met geen enkel rapportcijfer onder de 6. In negatieve zin valt de F12 op met zes van de elf aspecten die onder een 6 scoren. Op de route Arnhem-Dieren scoort alleen de doorstroming bij verkeerslichten onder de 6.

Aanvullend op de vraag betreffende de rapportcijfers, konden respondenten een aantal sterke en zwakke punten van de snelfietsroute aangeven. In bijlage 10 t/m 12 zijn de volledige lijsten met sterke en zwakke punten weergegeven. Hieronder staan de meest genoemde sterke punten samengevat.

3. Enquêteresultaten 0metingen

Directe/

rechtsstreekse

route

Vlak wegdek

Afwatering

van het

wegdek

Doorstroming

verkeers-

lichten

Vertraging bij

kruispunten

Verlichting

van de route

Verkeers-

veiligheid

Sociale

veiligheid

Beweg-

wijzering

Aantrekkelijke

omgeving

Sneeuw en

ijsvrij

F12 7,6 6,4 6,7 5,6 6,4 5 5,8 5,8 5,7 6,7 5,5

Arnhem-Dieren 7,6 6,8 6,5 5,6 6,3 6,4 6,5 6,4 7,2 7,6 6

Arnhem-

Wageningen7,7 7,1 7,2 6,4 7,4 6,4 7,3 7 7,3 8,3 6,4

Korte snelle route 16 Mooie groene route 21 Mooie omgeving 20

Directheid van route 10 Goed fietspad 9 Weinig verkeerslichten 10

Mooie gelegen, omgeving 9 Snelle route 8 Snel 7

Goed wegdek 7 Veilgheid 7 Verlichting 7

Rustig 7 Geen verkeerslichten 3 Rechtstreekse route 6

Weinig auto’s 7 Directe route 2 Glad asfalt 6

Breed fietspad 6 Geen last van auto/bus 2 Kortste route 4

Veiligheid van route 4 Gezond en geen last van drukte in spits 2 Veilige (fietsstroken) 4

Geen verkeerslichten3

Minder auto's om rekening mee te houden2

Directe route zonder veel bochten3

Verlichting 3 Stimuleert om meer te fietsen 2 Rustige route 3

Afwisselend 2 Vlak wegdek 3

Goede verbinding 2 Bewegwijzering 2

Lange stukken door kunnen fietsen

zonder kruispunt. 2Breedte fietspad

2

Overzichtelijkheid 2 Gezonder voor de mens 2

Vlakke weg 2 IJs/sneeuwvrij 2

Vrijliggend fietspad 2

Aantal

keer

genoemd

Sterke punten F12

Aantal

keer

genoemd

Sterke punten Arnhem-Wageningen

Aantal

keer

genoemd

Sterke punten Arnhem-Dieren

pTibsadvies2323

De meest genoemde zwakke punten zijn terug te vinden onderstaande tabellen.


Landbouwverkeer en modder op route 18 Verkeerslichten 8 Smal 7

Verlichting 10Slecht wegdek

7Vertraging door verkeerslichten /

kruisingen6

Veiligheid 7Oveilig rondom Renkum / vrachtwagens

Parenco / kruispunt met bovenlangs6 Afwatering 5

Slecht wegdek 5Slechte verlichting en belijning aan de

zijkant! onderlangs3 Niet sneeuwvrij in winter 4

Sluipverkeer 5Onveilig gevoel door stille donkere

omgeving vooral in najaar en winter2

Scholieren blijven met drie man naast

elkaar fietsen4

Stoplichten 5 Verlichting 2 Takken op het pad 4

Roodwiligenstraat is te smal als er

landbouwvoertuigen fietsen (gevaarlijk)4 Druk 3

Breedte 3 Verkeersdrempels , hobbels 3

Deel door Zevenaar is niet echt

snelfietsroute3 Verlichting 3

Smal wegdek, zeker met auto’s 3 Saaie weg 2

Auto's op route 2 Slecht wegdek 2

Geen schuil mogelijkheden of zit banken 2 Sociale veiligheid 2

Geen voorrang op kruisingen 2 Verkeersveiligheid 2

Hobbelig / gaten in het fietspad 2

In de herfst vuil wegdek en in de winter

vaak glad2

Open veld veel wind 2

Oversteek kruispunt Duiven Oostsingel

naar van der Valk2

Zwakke punten F12

Aantal

keer

genoemd

Zwakke punten Arnhem-Wageningen

Aantal

keer

genoemd

Zwakke punten Arnhem-Dieren

Aantal

keer

genoemd

pTibsadvies2424

Concurrentiepositie snelfietsrouteDe concurrentiepositie van de snelfietsroute ten opzichte van de auto is het best op de F12, maar alsnog zegt 58% van de respondenten dat de auto sneller is (22% ervaart de snelfietsroute als sneller en 20% weet het niet). Op de verbindingen Arnhem-Wageningen en Arnhem-Dieren is het percentage dat dat de snelfietsroute langzamer ervaart dan reizen met de auto circa 89%.

De concurrentiepositie ten opzichte van het openbaar vervoer geeft een wisselender beeld. Op de F12 wordt de fiets door bijna 70% van de respondenten als sneller dan het openbaar vervoer ingeschat.

Op de route Arnhem-Dieren is dit beeld helemaal anders, daar ervaart 79% het OV sneller dan de fiets. Het meest in balans is de concurrentiepositie fiets-OV tussen Arnhem en Wageningen. Iets minder dan 40% ervaart de fiets sneller en iets meer dan 40% denkt dat het OV sneller is.

In vergelijking met alternatieve fietsroutes worden de te ontwikkelen snelfietsroute F12 als sneller ervaren. Op de andere twee te ontwikkelen snelfietsroutes maakt het volgens de meeste respondenten niet veel uit. De groep die wel een onderscheid merkt, vindt de onderzochte fietsroutes sneller dan alternatieve fietsroutes.


Concurrentiepositie ten opzichte van de auto

Concurrentiepositie ten opzichte van het openbaar vervoer

Concurrentiepositie ten opzichte van alternatieve fietsroutes

pTibsadvies2525

Bekendheid snelfietsroute en maatregelenSlechts een relatief klein deel van de respondenten heeft een goed beeld van de verbeteringen die op de te ontwikkelensnelfietsroutes gaan plaatsvinden. Op de F12 en tussen Arnhem en Dieren weten de meesterespondenten daar weinig tot niet van. Op deverbinding Arnhem-Wageningen weetongeveer de helft dat er verbeteringen op stapel zijn, maar niet wat er precies gaat gebeuren.

Op de vraag of de respondenten in de (sociale) media gezien hebben dat er aandacht besteed is aan de snelfietsroute beantwoord op de meerderheid deze vraag met nee. Op de F12is dit zelfs 83% van alle respondenten. Op de routes Arnhem-Dieren en Arnhem-Wageningen heeft circa 30% via krant of huis-aan-huis bladen iets vernomen.

Veel respondenten zijn neutraal ten opzichte van de aandacht die de snelfietsroute heeft gekregen. Als ze wel een oordeel geven dan is dat een positief oordeel.


Reden F12Arnhem

Dieren

Arnhem -

Wageningen

Ik heb een goed beeld van wat er gaat gebeuren 6% 6% 6%

Ik heb er wel iets van gehoord of gelezen, maar

weet niet precies wat ze gaan doen20% 35% 48%

Nee, daar weet ik weinig tot niets van 74% 59% 46%

Total 100% 100% 100%

Tabel: Weet u welke verbeteringen er op de snelfietsroute komen?

Aandacht in de media

Oordeel media aandacht

pTibsadvies2626

Moment van flyeren Op de snelfietsroutes Nijmegen-Beuningen en de Liemers zijn op dinsdag 3 oktober 2017 tussen 06.30 en 09.30 uur flyers aan fietsers uitgereikt. Het was circa 10 tot 12 graden, grotendeels droog met af en toe een kleine bui.

Onderzoekspopulatie en responsDoor op locaties flyers uit te delen waar ook mechanische telgegevens beschikbaar zijn, is het mogelijk het aantal visueel getelde fietsers en uitgereikte flyers te vergelijken met de resultaten van de mechanische fietstellingen.Op basis van visuele tellingen die gelijktijdig met het flyeren tussen 06.30 en 9.30 uur uitgevoerd zijn, is het aantal daadwerkelijke (brom)fietsers op de snelfietsroutes in beeld gebracht. De resultaten van de visuele tellingen zijn terug te vinden in bijlage 2.

Het aantal fietsers dat een flyer aangenomen heeft ligt tussen een kwart en een derde van het aantal fietsers, alleen nabij Groessen heeft bijna twee derde van de fietsers een flyer aangenomen.Op de beide snelfietsroutes tussen Nijmegen en Beuningen hebben in totaal iets meer fietsers de enquête ingevuld dan in 2012. Maar in 2012 hebben alleen volwassen fietsers een flyer ontvangen en in 2017 zowel de volwassen fietsers als scholieren. Kijkende naar alleen volwassen fietsers dan hebben in 2017 iets minder mensen de enquête ingevuld dan in 2012.

Een vergelijking op basis van het aantal getelde fietsers is in de tabellen wel gemaakt, maar de uitkomsten zijn lastiger te vergelijken omdat er enerzijds andere momenten vergeleken zijn en anderzijds mechanische en visuele tellingen met elkaar vergeleken worden. Ook zijn de weersomstandigheden tijdens het flyeren in 2012 onbekend.

We beperken ons in deze rapportage tot het beeld dat de volwassen fietsers geven. Indien er afwijkende scores van scholieren zijn, dan worden die apart vermeld. De respons van de scholieren is te laag om uitspraken over te doen. In de bijlage is een aparte tabel van de antwoorden van scholieren opgenomen. Verder worden de enquêteresultaten van de volwassen fietsers uit 2017 in dit hoofdstuk vergeleken met resultaten van de 0-meting uit 2012.

Van de responsgroep heeft meer dan 90% aangegeven de vragenlijst te hebben ingevuld n.a.v. de flyer die ze op de snelfietsroute ontvangen hadden.


mechanisch

Industrieweg (noord) 2780 974 35,0% 250 26%

Neerboscheweg (zuid) 4180 1584 37,9% 550 35%

brug Westervoort-Arnhem 4840 1744 36,0% 411 24%

Beerenclauwstraat Groessen 920 257 27,9% 163 63%

percentage

spitstelling

uitgereikte flyers

aantal flyers

uitgereikt

percentage

etmaal

visueel

aantal fietsers

per etmaal

aantal fietsers

06.30-09.30 uur

Nijmegen -

Beuningen

Liemers

Industrieweg (noord) 56 22% 5,7% 54 89 26,6%

Neerboscheweg (zuid) 100 18% 6,3% 74 47 6,4%

brug Westervoort-Arnhem

Beerenclauwstraat Groessen

percentage

fietsers 06.30-

09.30

29% 8,4%

percentage

fietsers 07.00-

09.00

19,7%

respons enquête

0-meting

Nijmegen -

Beuningen

Liemers

1-meting

aantal enquêtes

ingevuld

aantal enquêtes

ingevuld totaal

181169

aantal enquêtes

ingevuld forenzen

percentage

flyers

147

pTibsadvies2727

Sociale kenmerken respondentenNet zoals op andere onderzochte snelfietsroutes in Nederland worden de snelfietsroutes de Liemers en het Batavierenpad Zuid door meer mannen gebruikt dan door vrouwen (verhouding circa 60%-40%). Des te opvallender is dat op het Batavierenpad Noord meer vrouwen (59%) aan de enquête deelgenomen hebben dan mannen (41%). Ook in de 0-meting had het Batavierenpad Noord de meeste vrouwen in de responsgroep, toen was de verhouding man-vrouw ongeveer 50%-50%.

De grafiek hieronder geeft de leeftijdsverhouding van de respondenten weer. Net zoals in de 0-meting zijn respondenten uit de leeftijdscategorie 50 tot 59 is het meest vertegenwoordigd, iets sterker zelfs nog. Opvallend is de het relatief grote aantal respondenten tussen 30 en 39 jaar. Deze groep is ongeveer even groot dan het aantal respondenten uit de leeftijdscategorie 40 tot 49, die in de 0-meting een aanzienlijk groter aandeel in de responsgroep hadden.

Van de respondenten zijn er maar zeer weinig die geen werk hebben: 0% op de route De Liemers en 4% op het Batavierenpad Noord en 1% op het Batavierenpad Zuid.


Verdeling man-vrouw

Leeftijdsverdeling

pTibsadvies2828

Op het Batavierenpad Noord en Zuid heeft het merendeel van de respondenten, net zoals in de 0-meting, een HBO of Universitaire opleiding gevolgd. Op de Liemersroute is de verhouding Universiteit/HBO en MBO/Havo/Gymnasium ongeveer gelijk. In de 0-meting waren de hoger opgeleiden meer vertegenwoordigd.

Net zoals bij de 0-meting ligt het autorijbewijsbezit onder de respondenten bij alle snelfietsroutes boven de 90%.

Vervoermiddelen en reismotievenHet is logisch dat, aangezien op snelfietsroutes geënquêteerd is, het overgrote deel van de responsgroep net zoals tijdens de 0-meting met de fiets of elektrische fiets naar het werk gaat. Op alle drie de onderzochte routes is het aandeel respondenten dat met de elektrische fiets naar het werk komt toegenomen: 38% op de Liemersroute, 31% op het Batavierenpad Noord en 23% op het Batavierenpad Zuid. Ook bij de 0-meting was het percentage elektrische fietsen het hoogst bij de route De Liemers met 22%. Op de volgende pagina gaan we nader in op de kenmerken van de groep respondenten die de elektrische fiets gebruikt.

In de 1-meting is aan de respondenten ook gevraagd welk ander vervoermiddel er gebruikt wordt indien ze de fiets niet gebruiken. Daarop geeft rond de 50% van de gebruikers van zowel de Liemersroute als het Batavierenpad Noord en Zuid aan dat nooit te doen en dus altijd fietsen. De respondenten die wel een ander vervoermiddel gebruiken geven aan dat dat de auto (als bestuurder) het meest gebruikte alternatief is, gevolgd door de trein. In tegenstelling tot in de 0-meting is in de 1-meting niet gevraagd naar de reden waarom mensen een andere vervoermiddel gebruiken.


Opleidingsniveau

Vervoermiddelen

pTibsadvies2929

Elektrische fietsHet gebruik van de elektrische fiets ligt op twee van de onderzochte snelfietsroutes boven de 30%. Dit is hoger dan tijdens de 0-meting. Het hoogst is het gebruik van de elektrische fiets op de snelfietsroute De Liemers.

De gemiddelde afstand die met de elektrische fiets afgelegd wordt ligt bij alle drie de snelfietsroutes tussen de 11 en de 12 kilometer. In de 0-meting fietste 47% van E-bikers minder dan 10 kilometer, 38% tussen de 11 en 15 kilometer en 13% meer dan 15 kilometer.

Op de onderzochte snelfietsroutes maken vrouwen meer gebruik van een elektrische fiets dan mannen. Op het Batavierenpad Noord is het percentage vrouwen onder elektrische fietsers 75%. Uit de 0-meting zijn alleen gegevens bekend van alle indertijd onderzochte fietsroutes tezamen: toen was het aandeel vrouwen 65%.


Gebruik elektrische fiets

Gemiddelde afstand elektrische fiets

Verdeling man-vrouw gebruik elektrische fiets

pTibsadvies3030

Ten opzichte van de 0-meting is de gebruikersgroep van de elektrische fiets jonger geworden. In de 0-meting was het aandeel gebruikers onder de 40 jaar slechts 5%, terwijl in 2017 circa 40% jonger dan 40 jaar is. De grootste leeftijdsgroep die gebruik maakt van de elektrische fiets is net zoals in de 0-meting de leeftijdsgroep 50-59 jaar.

Ook het opleidingsniveau van de responsgroep die gebruik maakt van de elektrische fiets is aan verandering onderhevig. In de 0-meting was een krappe meerderheid van alle respondenten op de onderzochte fietsroutes hoger opgeleid, was 38% middel opgeleid en 9% laag opgeleid. Op de beide Batavierenroutes lijkt deze verdeling nog het meest vergelijkbaar, al is de groep die middel opgeleid hoger en de groep lager opgeleiden kleiner. Op de Liemersroute ziet deze verdeling er anders uit en is veruit de grootste groep middel opgeleid, gevolgd door 19% lager opgeleiden en de kleinste groep (12%) is hoger opgeleid.


Leeftijdsverdeling elektrische fiets

Opleidingsniveau elektrische fiets

pTibsadvies3131

Fietsfrequentie en motieven Onderstaande grafiek geeft een beeld van het aantal dagen per week dat de respondenten gebruik maken van de snelfietsroute voor woon-werkverkeer. De uitkomsten zijn vergelijkbaar met de 0-meting: bij alle drie de snelfietsroutes fietst 60% of meer 4 dagen of meer per week. Het overige deel van de respondenten fietst bijna allemaal 1 tot 3 dagen per week naar het werk.Voor scholieren geldt dat over het algemeen 4 dagen of meer naar hun schoollocatie fietsen.

Net zoals bij de 0-meting werkt meer dan 80% van de respondenten 4 of meer dagen per week en doet meer dan 70% van de respondenten dat op een vaste locatie.

De afstand dat respondenten naar het werk fietsen is op de Liemersroute verhoudingsgewijs toegenomen in vergelijking met de 0-meting waar iets meer dan 60% t/m 10 kilometer naar het werk fietste. In 2017 is dat nog maar 52%, dit terwijl 31% tussen de 10 en 15 kilometer naar het werk fietst en 17% verder dan 15 kilometer. Ook op de Batavierenpaden is het aandeel dat t/m 10 kilometer naar het werk fietst afgenomen: van ongeveer 70% in de 0-meting naar 60% in 2017 op het Batavierenpad Noord en van bijna 80% in 2012 naar 71% in 2017 op het Batavierenpad Zuid.Ook voor scholieren geldt dat zij een behoorlijke afstand fietsen: gemiddeld 7,3 km en 10,8 km oprespectievelijk Batavierenpad en De Liemers

Verder is in de 1-meting ook gevraagd naar detijd dat mensen naar hun werk fietsen. In de 0-meting is dat niet gedaan. De bevindingen komen overeen met de fietsafstanden. De gebruikers van de Liemers fietsen gemiddeld het langst en de grootste afstand: 43% fietst langer dan een half uur naar het werk. De fietsers op het Batavierenpad Zuid fietsen dekortste afstand en zijn het snelst op hun werk: 75% is binnen een half uur op het werk.


Fietsfrequentie

Fietsafstand

Tijdsduur fietsrit

pTibsadvies3232

De snelfietsroutes worden door 20% tot 28% van de respondenten alleen gebruikt voor woon-werk verkeer. Dit is iets meer dan tijdens de 0-meting. Bij alle drie de snelfietsroutes is ontspanning het belangrijkste motief naast woon-werkverkeer om gebruik te maken van de snelfietsroute. Voor fietsers op de Liemersroute is dat met 36% nog meer het geval dan voor fietsers op het Batavierenpad Noord en Zuid met respectievelijk 26% en 27%. In de 0-metingen was ontspanning/recreatief maar op één route (de Liemers) het meest voorkomende reismotief na woon-werk. Het motief winkelen was op de beide Batavierenpaden (net) wat meer genoemd dan ontspanning. In 2017 worden de snelfietsroutes voor ongeveer 1/5 van de respondenten gebruikt voor zowel het motief winkelen als het motief bezoeken van vrienden en kennissen.Voor scholieren is het belangrijkste reismotief naast woon-schoolverkeer bezoek aan familie en vrienden. Dit geldt voor beide routes.

Het beeld van de reisfrequentie voor andere motieven is redelijk vergelijkbaar met de 0-meting. Circa 30% tot 40% van de respondenten gebruikt de snelfietsroutes minimaal 1x per week voor een ander reismotief dan woon-werk.


Andere reismotieven

Fietsfrequentie andere reismotieven

pTibsadvies3333

Routegebruik LiemersrouteOp het onderstaande kaartje staat het routegebruik weergegeven van de respondenten op de enquête. Voor de Snelfietsroute De Liemers is de beweging in de ochtendspits over het algemeen naar Arnhem toe. Net als tijdens de 0-meting in 2012, zijn de stromen vanuit Duiven en Westervoort hierin het ‘dikst’. De forenzen per fiets uit Westervoort zijn met name werkzaam in het centrum van Arnhem. Dit geldt ook voor de forenzen uit Duiven. Zij reizen daarnaast ook naar Presikhaaf. De forenzen uit Zevenaar fietsen vooral naar de oostkant van het centrum en naar Presikhaaf. Er zijn ook nog kleinere stromen van Duiven naar Zevenaar en van Zevenaar naar Duiven.

Van de respondenten die ook fietsen tussen Westervoort-Duiven en Duiven-Zevenaar maken bijna alle respondenten gebruik van de Liemersroute. Slechts een enkeling fiets via de snelfietsroute F12.


Woon-werk relaties

pTibsadvies3434

Routegebruik Nijmegen-BeuningenOp onderstaand kaartje staat het fietsroutegebruik weergegeven voor de route Nijmegen-Beuningen. Forenzen die uit Beuningen gefietst komen, fietsen vooral naar de postcodegebieden 6525 (Groenewoud) en 6534 (ten zuidoosten van de Goffert). Een in omvang vergelijkbare is een stroom fietsers binnen Nijmegen: zij fietsen binnen De Kamp en Het Broek. Ten tijde van de 0-meting was er ook een behoorlijke stroom fietsende forenzen vanuit Weurt (via de Sluis Weurt). Die stroom in die omvang zien we niet tijdens de 1-meting.De route Nijmegen-Beuningen bestaat uit twee varianten: Via de Sluis Weurt (Noordelijke route) en via Neerbosch (Zuidelijke route). Ten tijde van de 1-meting was het aantal fietsers op de Zuidelijke route wat groter dan op de Noordelijke route. De herkomst- en bestemmingspostcodes komen op beide varianten in vergelijkbare verhouding voor.


Woon-werk relaties

pTibsadvies3535

Kwaliteit snelfietsroutesIn de tabel staan de rapportcijfers van de drie routes. Ter vergelijking zijn de rapportcijfers opgenomen uit de 0-meting. Over de hele linie zijn de rapportcijfers van de 1-meting hoger dan bij de 0-meting. Waren er bij de 0-metingen op verschillende onderdelen nog onvoldoendes te noteren, dat is bij de 1-meting niet meer het geval.

Op al de drie routes wordt het directe, rechtstreekse karakter en de vlakheid van het wegdek goed gewaardeerd: er is hier ook sprake van een behoorlijke toename ten opzichte van de 0-meting.Op de route naar Nijmegen Centrum scoort sociale veiligheid het slechtst, maar nog wel een voldoende.Bij de route De Liemers scoort de doorstroming bij verkeerslichten het slechtst, nog net een zesje, maar bij de 0-meting had dit het laagste cijfer: 4,4.

De scholieren zijn tevreden over beide routes. Niet alleen de infrastructurele kenmerken (directheid, vlakheid, afwatering) scoren goed. Ook sociale veiligheid scoort goed. Opvallend is dat een aanzienlijk deel (ruim een kwart) van de scholieren invult geen beeld te hebben bij de vertraging bij verkeerslichten en/of doorstroming bij verkeerslichten

Aanvullend op de vraag betreffende de rapportcijfers, konden respondenten een aantal sterke en zwakke punten van de snelfietsroute aangeven. In bijlage 5 en 6 zijn de volledige lijsten met sterke en zwakke punten weergegeven. Hieronder staan de meest genoemde sterke punten samengevat.


Directe/

rechtsstreekse

route

Vlak wegdekAfwatering van

het wegdek

Doorstroming

verkeers-

lichten

Vertraging bij

kruispunten

Verlichting van

de route

Verkeers-

veiligheid

Sociale

veiligheid

Beweg-

wijzering

Aantrekkelijk-

heid route

Aantrekkelijke

omgeving

Sneeuw en

ijsvrij

Beuningen Nijmegen

Centrum7,8 8,3 7,8 6,7 7,3 7,1 7,3 6,6 7 7,6 7 6,9

0-meting 7 4,8 5,7 4,8 4,4 5,7 5,4 5,6 6,3 5,6 6,2

Verschil 0,8 3,5 2,1 1,9 2,9 1,4 1,9 1 0,7 2 0,8

Beuningen Nijmegen

Heijendaal8,2 8,3 7,9 7,3 7,2 7,3 6,9 6,9 7,2 7,9 7,1 6,4

0-meting 6,5 5,4 5,7 5 5,7 5,8 6 5,6 5,8 5,7 5,9

Verschil 1,7 2,9 2,2 2,3 1,5 1,5 0,9 1,3 1,4 2,2 1,2

De Liemers 8,3 7,7 7,9 6 6,8 7,9 6,9 7 7,4 7,7 7,3 6,4

0-meting 7,4 6 6,4 4,4 5,8 5,8 6,1 5,9 6,9 6,1 6,7

Verschil 0,9 1,7 1,5 1,6 1 2,1 0,8 1,1 0,5 1,6 0,6

Goed verlicht 50 Vlak en glad wegdek, goed asfalt 25 Glad asfalt / wegdek 25

Brede fietspaden 38 Breed en ruim fietspad 14 Snel 17

Snel 33 Snel 9 Directe verbinding 16

Goed en glad wegdek 30 Weinig verkeerslichten 7 Breed en vlak fietspad 12

Rechtsreekse verbinding 30 Veilig: Fietspad gescheiden van de weg 6 Weinig verkeerslichten 7

Duidelijke route 9 Voorrang 6 Veilig 6

Veilig 8 Rechtreekse verbinding woonwerk 5 Goede verlichting 6

Weinig verkeerslichten 7 De rode kleur van het asfalt 3 Geen autoverkeer 4

Geen/weinig last van auto's en overig

verkeer

5 Gescheiden van de auto's 3 Overzichtelijk 4

Mooie omgeving 3 Mooie route 3

Rustig 3 Veiligheid 3

Voorrang 3

Weinig oponthoud 3

Aantal

keer

genoemd

Sterke punten De Liemers

Aantal

keer

genoemd

Sterke punten Batavierenpad NoordAantal

keer

genoemd

Sterke punten Batavierenpad Zuid

pTibsadvies3636

De meest genoemde zwakke punten zijn terug te vinden onderstaande tabellen.

Concurrentiepositie snelfietsrouteDe concurrentiepositie van de snelfietsroute ten opzichte van de auto is het best op de Liemersroute, maar alsnog zegt 40% van de respondenten dat de auto sneller is (33% ervaart de snelfietsroute als sneller en 24% weet het niet). Dit betekent dat de concurrentiepositie ten opzichte van de auto in vergelijking met de 0-metingen op de Liemersroute verbeterd is. In de 0-meting vond 55% de snelfietsroute langzamer dan reizen met de auto. Op het Batavierenpad Noord en Zuid is het percentage dat de snelfietsroute langzamer ervaart dan reizen met de auto ongeveer gelijk gebleven. Het aantal mensen dat de fiets sneller vindt is echter wel toegenomen, met name op het Batavierenpad Zuid waar 32% van de mensen de snelfietsroute sneller ervaart dan met de auto gaan. Dit percentage was nagenoeg 0% in de 0-meting.


Verkeerslicht in Westervoort duurt lang 26

Het fietspad eindigt bij de nieuwbouw t.o.

het Honig complex, moet op de rijbaan

fietsen.

5

Twee tegengestelde fietsstromen op een

smalle brug: ik probeer buiten de

scholierentijden te fietsen

6

Geen voorrang bij kruispunten 11

verkeerslicht bij Weurtseweg/s101 wordt

vaak genegeerd door fietsers omdat hij

altijd lang op rood staat terwijl er geen

verkeer is. "Ziet" je dus niet aankomen,

"dom" verkeerslicht.

3 A-sociale bromers en scoorters 3

Het gedeelte van de Westervoortsebrug

richting Arnhem is niet vlak, maar hobbelig8

Levensgevaarlijke kruising met de

Voorstadslaan. 2 Fietsgedrag scholieren 3

Veel modder en bladeren op de weg. 6Rotondes (je krijgt geen voorrang)

2Gladheid bij sneeuw- ijs- regen (de

negatieve weerseffecten)3

Afwatering brug 4Sommige stukken liggen er ( nog)

verlaten bij, niet prettig in het donker.2 Steile brugopgang Neerbosschebrug 3

Oversteekplaatsen Westervoort blijven

gevaarlijk4

Soms wat smal, ivm snelheidsverschil

tussen diverse fietsers2 Verlichting 3

Verkeerslichten 4 Verlichting kan op sommige stukken beter 2 Afgelegen (minder veilig gevoel) 2

Kruisingen en met auto verkeer 3 Bewegwijzering 2

Kruispunten 3 Brommers/snorscooters op fietspaden 2

Wegdek (op sommige plekken) 3 Brug over MaasWaal kanaal is nogal steil 2

In Duiven is nog steeds een gevaarlijk

kruispunt2

De uitrit van het zandwinning project in

Beuningen2

Modder tijdens oogsten 2 Het knikje Piekelaan 2

Saaie fietsroute 2Scooters toegestaan. Die rijden erg

onveilig en veel te hard2

Slechte verlichting 2

Smal op sommige plaatsen 2

Verlichting Duiven Zevenaar 2

Wachten voor verkeerslicht 2

Zwakke punten De Liemers

Aantal

keer

genoemd

Zwakke punten Batavierenpad NoordAantal

keer

genoemd

Zwakke punten Batavierenpad Zuid

Aantal

keer

genoemd

Concurrentiepositie ten opzichte van de auto

pTibsadvies3737

Op al de drie snelfietsroutes wordt de fiets door meer dan 75% van de respondenten als sneller dan het openbaar vervoer ingeschat. Op de route Beuningen Nijmegen Heijendaal geeft zelfs 90% aan dat de fiets sneller is (waarvan 77% ervaart dat de fiets veel sneller is). Dit is een verbetering van de concurrentiepositie ten opzicht van de 0-meting toen ongeveer 50% van respondenten voor zowel de Liemersroute als het Batavierenpad Noord en Zuid aangaf dat de fiets sneller was dan het OV.

Voor beide routes geldt dat de scholieren het gebruik van de snelfietsroute over het algemeen sneller vinden als gebruik van het OV. Voor de Batavierenroute geldt dit overigens sterker dan voor De Liemers-route.

Ook in vergelijking met alternatieve fietsroutes wordt de fiets door een duidelijke meerderheid (iets meer dan 70% op alle drie de snelfietsroutes) als sneller ervaren. Ook dit is duidelijk anders dan in de 0-meting toen het overgrote deel van de respondenten aangaf dat de reistijd van de snelfietsroutes en alternatieve fietsroutes ongeveer gelijk was.


Concurrentiepositie ten opzichte van alternatieve fietsroutes

Concurrentiepositie ten opzichte van het openbaar vervoer

pTibsadvies3838

Bekendheid snelfietsroute en maatregelenOpvallend is dat slechts een relatief klein deel van de respondenten een goed beeld heeft van de verbeteringen die op de snelfietsroutes hebben plaatsgevonden. Deze groep is, zeker op het Batavierenpad Zuid, wel groter dan in de 0-meting toen nog geen 20% een goed beeld had (op de Liemersroute was dit net zoals nu nog lager). De groep mensen die een globaal beeld hebben bij de verbeteringen is zowel in 2017 als in de 0-meting relatief groot.

Op de vraag of de respondenten in de (sociale) media gezien hebben dat er aandacht besteed is aan de snelfietsroute heeft op de Liemersroute34% van de respondenten die vraag met jabeantwoord. Op het Batavierenpad Noordis dat 51% en op het Batavierenpad Zuid 40%.Van die groep respondenten hebben de meesten het, net zoals in de 0-meting, via de traditionele media vernomen. Opvallend is de relatief grote groep respondenten op het Batavierenpad Zuid die het op een andere manier gehoord heeft dan de aangedragen antwoordmogelijkheden.

Bijna de helft van de scholieren op De Liemersroute die een enquête heeft ingevuld, heeft gezien dat er in de media aandacht is besteed aan de snelfietsroute. Op het Batavierenpad is dit heel anders; hier had bijna 80% niet mee gekregen dat er aandacht in de media was besteed aan de snelfietsroute.

Veel respondenten zijn neutraal ten opzichte van de aandacht die de snelfietsroute heeft gekregen. Als ze wel een oordeel geven dan is dat een positief oordeel.In de 0-meting was de verhouding tussen derespondenten die de vraag hadden ingevuldanders. Toen waren er meer mensen positiefdan neutraal over de media aandacht.

Op alle routes geeft meer dan 90% aan dat de aandacht voor de snelfietsroute geen invloed heeft gehad op het gebruik van de snelfietsroute.


Beeld van de verbeteringen

Snelfietsroute gezien in de media

Oordeel media aandacht

pTibsadvies3939

In totaal hebben 37 respondenten op de Liemersroute aangegeven ten opzichte van 2014 een nieuwe fietsers te zijn. Dit is 25% van de 147 werkende respondenten.

Sinds het gereed komen van de snelfietsroute geven:• 28 respondenten aan een nieuwe

gebruiker voor woon-werk verkeer te zijn. Dit is 19% van de 147 werkende respondenten.

• 20 respondenten aan meer gebruik te zijn gaan maken van de snelfietsroute De Liemers. Dit is 14% van de 147 werkende respondenten.

Op de vraag op de keuze voor het fietsen naar het werk definitief is valt vooral het aantal respondenten (24 in aantal) op dat aangeeft het nu te proberen maar niet zeker weet of dat zo blijft. Dit is 16 % van de 147 werkende respondenten.

Van de mensen die voor 2014 nog geen gebruik maakte van de snelfietsroute maakten 9 respondenten voorheen gebruik van de auto. Dit is 6% van de 147 werkende respondenten.

Om een indicatie te geven hoeveel mensen uit de getelde groep fietsers tussen 6.30 uur en 9.30 uur voorheen gebruik maakte van de auto, heeft een verrekening plaats gevonden op basis van de gegeven antwoorden in de enquête: In totaal hebben 147 werkende respondenten de vragenlijst ingevuld en zijn 1.043 volwassen fietsers geteld. Dit betekent dat 147 respondenten staan voor 1.043 fietsers, ofwel een factor van 7,10. Wanneer we deze verhouding doortrekken richting het aantal visueel getelde fietsers, betekent dit dat 9 x 7,10 = 64 autorijders zijn overgestapt op de fiets en dus tussen 6.30 en 9.30 uur gebruik maken van de snelfietsroute en niet meer van de auto.

De reden om vaker te gaan fietsen is vooral de behoefte aan lichaamsbeweging en de verbeteringen aan de route. Op de Liemersroute zijn er geen personen minder gaan fietsen. Daarnaast heeft er bijna niemand getwijfeld om te blijven fietsen.


Ja, (ook) voor woon-werkverkeer 90 63%

Ja, maar via een andere route 16 11%

Nee 37 26%

Totaal 143 100%

Ik ben een nieuwe gebruiker van de

route voor woon-werkverkeer ritten 28 20%

Ik ben meer gebruik gaan maken van de

route 20 14%

Ik ben minder vaak gebruik gaan maken

van de route voor woon-werk ritten 0 0%

Ik maak evenveel gebruik van de route

voor woon-werk ritten 89 62%

Ik gebruikte en gebruik de fietsroute

niet voor woon-werk ritten 6 4%

Totaal 143 100%

Probeer het nu maar niet zeker of dat

blijft 24 86%

Probeer het nu en zal waarschijnlijk

blijven 3 11%

Probeer tegenwoordig zo vaak mogelijk 0 0%

Weet het nog niet 1 4%

Totaal 28 100%

Prive auto 9 45%

Lease auto 0 0%

Brom- snorfiets/scooter 1 5%

Trein 3 15%

Bus 1 5%

Anders 2 10%

Geen, ben vaker gaan fietsen 4 20%

Totaal 20 100%

De Liemers: wijzigingen gebruik route 2017 t.o.v. 2014

Maakte u voor 2014 al gebruik van de

fietsroute?

Is de frequentie van gebruik route voor

woon-werkverkeer veranderd sinds

gereedkomen van route?

Hoe zeer is keuze voor fietsen naar

werk definitief?

Welk vervoermiddel gebruikte u

voordien?

pTibsadvies4040

In totaal hebben 17 respondenten op het Batavierenpad Zuid aangegeven ten opzichte van 2014 een nieuwe fietsers te zijn. Dit is 23% van de 74 werkende respondenten.



• 12 respondenten aan meer gebruik te zijn gaan maken van het Batavierenpad Zuid. Dit is 16% van de 74 werkende respondenten.



Om een indicatie te geven hoeveel mensen uit de getelde groep fietsers tussen 6.30 uur en 9.30 uur voorheen gebruik maakte van de auto, heeft een verrekening plaats gevonden op basis van de gegeven antwoorden in de enquête: In totaal hebben 74 werkende respondenten de vragenlijst ingevuld en zijn 655 volwassen fietsers geteld. Dit betekent dat 74 respondenten staan voor 665 fietsers, ofwel een factor van 8,85. Wanneer we deze verhouding doortrekken richting het aantal visueel getelde fietsers, betekent dit dat 6 x 8,85 = 53 autorijders zijn overgestapt op de fiets en dus tussen 6.30 en 9.30 uur gebruik maken van de snelfietsroute en niet meer van de auto.

Net zoals op de Liemersroute is de reden om vaker te gaan fietsen met name de behoefte aan lichaamsbeweging en de verbeteringen aan de route. Op het Batavierenpad Zuid zijn er geen personen minder gaan fietsen. Daarnaast heeft er bijna niemand getwijfeld om te blijven fietsen.




Nee 17 25%

Totaal 67 100%




route 12 18%







Totaal 67 100%


blijft 11 92%


blijven 0 0%



Totaal 12 100%

Prive auto 6 50%

Lease auto 0 0%


Trein 0 0%

Bus 0 0%

Anders 3 25%


Totaal 12 100%

Batavierenpad zuid: wijzigingen gebruik route 2017 t.o.v. 2014


fietsroute?





werk definitief?


voordien?

pTibsadvies4141

In totaal hebben 22 respondenten op het Batavierenpad Noord aangegeven ten opzichte van 2014 een nieuwe fietsers te zijn. Dit is 41% van de 54 werkende respondenten.



• 9 respondenten aan meer gebruik te zijn gaan maken van het Batavierenpad Noord. Dit is 17% van de 54 werkende respondenten.



Om een indicatie te geven hoeveel mensen uit de getelde groep fietsers tussen 6.30 uur en 9.30 uur voorheen gebruik maakte van de auto, heeft een verrekening plaats gevonden op basis van de gegeven antwoorden in de enquête: In totaal hebben 54 werkende respondenten de vragenlijst ingevuld en zijn 571 volwassen fietsers geteld. Dit betekent dat 54 respondenten staan voor 665 fietsers, ofwel een factor van 8,85. Wanneer we deze verhouding doortrekken richting het aantal visueel getelde fietsers, betekent dit dat 4 x 10,57 = 42 autorijders zijn overgestapt op de fiets en dustussen 6.30 en 9.30 uur gebruik maken van de snelfietsroute en niet meer van de auto.

Net zoals op de Liemersroute en het Batavierenpad Zuid is de reden om vaker te gaan fietsen met name de behoefte aan lichaamsbeweging en de verbeteringen aan de route. Op het Batavierenpad Noord zijn er geen personen minder gaan fietsen. Daarnaast heeft er bijna niemand getwijfeld om te blijven fietsen.




Nee 22 43%

Totaal 51 100%




route 9 18%







Totaal 51 100%


blijft 8 80%


blijven 0 0%



Totaal 10 100%

Prive auto 4 40%

Lease auto 0 0%


Trein 0 0%

Bus 1 10%

Anders 2 20%


Totaal 10 100%


werk definitief?


voordien?

Batavierenpad Noord: wijzigingen gebruik route 2017 t.o.v. 2014


fietsroute?




Gebruikersonderzoek snelfietsroutes Gelderland 2017 Tibs · De provincie Gelderland heeft in...

Documents

Transcript of Gebruikersonderzoek snelfietsroutes Gelderland 2017 Tibs · De provincie Gelderland heeft in...