Gaten vullen
-
Upload
laurens-windig -
Category
Documents
-
view
233 -
download
0
description
Transcript of Gaten vullen
GATEN VULLENmet gedichten
Laurens Windig
1
Gaten vullenmet
gedichten
2
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.
No part of this poetry may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means, without written permission from the writer: ©®Laurens Windig,
Homepage:http://members.chello.nl/l.windig/
YouTube kanaal:http://www.youtube.com/user/windigful
E-books:http://issuu.com/windig
3
Laurens Windig (1943)
Amsterdammer die zich er zich niet van kan weerhouden veel humor een plaats te geven in zijn werk, maar vooral ook drama: - Wie mij leest of naar mij luistert zal willen glimlachen en ook ontroering willen voelen - Hij voelt zich ook bijzonder thuis in de rijvan Vlaamse dichters welke hij links en rechts ziet als zijn poëtisch balans. Vooral vrije poëzie boeit hem uitermate, zoals het werk van de Nederlandse schrijver Pastuiven Verkwil, omdat er bij hem geen beperkingen zijn. Rijm gebruikt hij wanneer het op de meest onvoorziene momenten opduikt. Hij voelt zich gedreven, zoals vele dichters, vooral de liefde in al haar vormen een grote plaats in zijn werk te geven. Hij is telkens opzoek naar het juiste, mooiste gevoel dat erin ons leven bestaat.Persoonlijke liefdevolle, maar vooral ook dramatische levenservaringen hebben hem tot het schrijven gebracht: invoelen is zijn motto.
4
*Japanse dichtkunst
haiku en senryu: 5-7-5 lettergrepentanka: 5-7-5-7-7 lettergrepen
Mijn poëzie is opgedragen aan o.a. tandartsen, dijkdichters, hoerenlopers, plamuurders, holbewoners, mijnwerkers, putjescheppers, veelvraten, mortelaars,stinkende giecheltjes, enz, enz, enz…
Verder aan hen die gaten vullen om te dichten met gedichten.
Coverfoto mei 2013: zelfportret
Amsterdam, november 2007Publicatie als E-book 14 mei 2013
5
Zij mobieleerde continu
zij moest een operatie ondergaanaan het aangegroeid en uitgerekt gezwelrondom de ingang van haar orenlellen gaven knipperlichten en geluid
- ook als zij het niet echt wilde -
ermee naar bed gaan deed zo’n pijnhet opstaan bleek nog ergervooral het eeuwige gekletsvan dag naar nacht en omgekeerd
tussen door het vrijenerboven en eronderhet eeuwige geroezemoesvan schelle stemmen in het hoofd.
- die zij zelf heeft opgeroepen -
er werden toen drie beugels aan haarhoofd gehangen richting de gehoorgangen ook haar mondstereo en microfoon die haar mobieltjesnu vervangen
6
Gaten vullen
levensmuren aftastenmet zoekende ogenhart en ziel
allergrootsteontdekkingstocht
gaten opsporendie smekenom gevuld te worden
met passievolle zingevingvan nuttig bestaan
hoe snel de mortel uit zal hardentussen het aanmakenen inbrengen
kneedbaar houdentot alles egaal isbepaald de sterke wil
geheel effenzal geen enkele materie zijn
7
Loverboy
in roze en ondermaats brokaatniets meer of minderwas ze gelukkig van de straat
toch straalt ze poveralhoewel van binnenin gedistingeerdkoken haar borsten buiten over
ze wilde wel en wilde niethet zit niet in haar genendilemma botste veel verdriet
nam snel haar mooie benentoen haar loverboy vals flooten zong: dat ze zo zalig was
zwichtte tweestrijd in het wichtze keek eens om en nam besluitschold hem uit voor een malloot
zet een punt achter bedreigenplus de hele rattenplanhij kan haar kleren krijgen
8
Onzinnig liedje (verzin zelf een melodietje)
Fietje de Grootslaat op de tromze slaat nog harderdan de dom- in Utrecht -
vindt het zelferg idiootwaar komt ‘t geluidnou toch terecht?
kan het bijnaniet gelovenin de AmsterdamseRechtboomsloot
al komt de onderstesteen boventamtam kabaal moet terugliefst van een rookwolkindiaanlangs zo’n mooie rooie rug
9
Dagvlinder
en dan te bedenkendat wijheel kwetsbarevlinders zijn
worden weggezogenop enkele zuchtvan de windof zwaai met de hand
gelijk een mensdie wacht aan de haltevan de tramlijn
- als laatste standplaats -
zoeffffffffffffen zomaarin een oogwenk weg
als de tram
10
Leefbesef
genietenvan een nieuwe dagwordt vaak vergeten
- al zijn bomen volof kaal van bladeren –
wekt blijheid opdiep opgeborgenonder het kleeddat ‘vergeten’ heet
sla open voor de zonen het weinig lichtdat erkend wil zijn
maakt rondedansenmet seconden, minuten en urendie worden aangereikt
zij liggen voor het rapendurf te grijpenen te koesteren
leef nuwant morgen kan alles voorbij zijn
11
Picknicken
kijk uit mijn kind
als jij hemde eerste keerdiep in de helderblauwelokkers kijkt
kijk uit
dat het niet meerpik dan knikken in de knieën wordtalhoewelhet is aan jou
12
Willen is kunnen
zoektochtnaar goed gevoelbracht verwarring
trappendie hij op gingwaren bergendie beklommenmoesten worden
tredenvaak te hoogen was het rusten tussendoortoch werd de topbevrijdend bereikt
zijn wilhemel bleek sterkerdan verwachtde vlag werd gehesen
13
Dagje uit naar schrijverspark
entree laagverbazend vrijklimmen op gedichtenbaanzwierend zwenken op naar hoogabstract zegt nikshaikuhuis zeer goed bezochtbundels vlogen in sonnetzo ook het maagdelijk papiermolens draaiden op balladein het midden opgezetjankend afslaannaar de hemel van kwatrijnlachen uit den bozeliefde werd frequentbetredenmen kotste vaak ooknaast het ritmedubbelzinnig bochtenrijmgewoon een dagje doenmet vele onbekendenarrogante blikkenniemand die ze kendenweinig opgestokengeen plezier
14
Alcinous aan Nausicaä
vind maar wat gij van mij vindt mijn kindik slinger aan slap gespannen koordboven de afgrond zonder vangnetwaar klauwen naar mij grijpen
dank God dat er nog een grasspriet is– uw moeder – waaraan ik mij kan vastklampen als ik uitglijdhoe zwaar mijn gewicht ook voor haar is
mijn wil tracht - met moeite soms – te overleven met de schoonste parelsdie ik liefhebschone dagen staan mij bij
tracht negatief aspectvan niet rechtschapen mensmet begrip te omkleden en vergevenzo ook hij bereids gedaan heeft metminpunten van een geliefd kind
geef wanneer het u schikten neem wanneer het u behoeftzou bevattelijker moeten zijn
15
Zo gaat het
geluid van buienkletsende pijpenstelenop de straat, het dak, de vensterbanktegen ramen, soppendin mijn schoenen zalig met je zoenenzonder moeders paraplu
nu loop ik in mijn hemdte druipen door de regennat tot op het botop weg naar jou met tassen vol boodschappen
weet je nogdat wij ons zesenveertig jaar geledenverliefden en verloofdenen ik tegen je zeidat ik alles voor je over heb
16
Draaien
je weet welhet weerhuisjedat er voor zorgtdat het ventjemet parapluen het vrouwtje zonderop zin van de zonnaar buiten draait
vandaagmunt ik op het ventjeen blijf in bedlekker koesterroezenop timbre van neerslagen tussendoor geestelijkwegzinken in dutjes
morgenmunt ik op het vrouwtjeen blijf op het groenegrasmatraslekker koesterroezenop het timbre van de zonen tussendoor geestelijkwegzinken in knappende uiltjes
17
Ochtend
onze tong wrongtot in de hete zielbeddingvan libidoland
de vulkaanlaveerde naar wensin jouw lustig hof
het spel was uitdat een moment eerderhevig begon
jij sloeg het laken wegzodat ik kon zienwat ik zo-even bezat
duizelig kropen wij uit de one-night standin vergetelheid
18
Kavelen
zullen we kavelenof indonzen samenrollen op één plek
tot we kussendwegsmelten onder hetdekbedovertrek
19
Kussengevecht
over en weervedert gevoel lustig de kruin
wild als stormtraag in slow motionhemelt ons doel
jouw kussenmijn kussendrijvende tuin
jij gooitik gooiverheven
smakkendglijden naarinnig verkleven
het uitspansel opneemtde ganse nacht vrijt
20
Fata morgana
door de knieën ga iken kom langzaam opom jouw trilling te zien
die ontstaat door de withete muur
jij komt naderbijen verdwijnt weerabrupt
21
Bromtol
hartverscheurend knarsenvan krijt op het gitzwarte bordhoor ik duizend keer lieverdan draaiende schoenijzers
op granietenvloer van de klas
meester Jenner kindertreiteraargeef hem een zweepslag terugop de geelverkleurde fotowaar ik telkens in blijf steken
pingel je met uitgestrekte benen
trek haren uit je grauwe snorbespat je nieuw colbert met inktlaat een flinke scheet achter je rugdoe je naam eer aan
laat je de punt van mijn tong zien!
22
Tijdspanne
luister, mijn steun en toeverlaatwellicht vergeet ik jeomdat je telkens doorslaatwachten duurt langis onvoorspelbaar
inhalen zal me nooit lukkenalhoewel…ik het schoorvoetend tracht
penduleus sla jij dooren door en door
totdat ik stilsta en het begeefmoe, van het jakkerenals ik smeek om te wachtenjij vertikt hetloopt niet terug
zelfs als mijn vaste grondhet zwerk, de maan, de zonen sterren voor je vallenbeuk jij doorwant alle tijd is aan jou
23
Doof
ik leef, gebaarde hijin het stille der stiltewaar ik niet weetof zuchten klank hebben
muziek transformeert ertrillend naar mijn gevoelmaar verheft niet- zoals op een vliegend tapijt -naar hogere sferendie ik alleen van liefde ken
je warme lippentaal en lichaamsprekende handenhet klinkt stom
24
Onoverbrugbare kloof
als een lam- afgedwaald -wil zij terug naar eigen kudde
- tijd zegt neen –
jij moet gedijenin Niemandsland
zij wil kruipennaar de plek waar zij thuis hoort
zonder torens van Babeldie niets verstaangeen spraakverwarringgeen ogen die nazienwie zij is en niet is
zij leeft welmaar afzonderlijk
niet zoekend naar de overbruggingvan de wereldwijde kloof van het denkenzij wil sterven in eigen omhulselwaar zij zich niet van ontdoet
25
Bikeblues
ik zoek de late avondvochtig en eentonighuizen trekken mij voorbij- mijn zwager ligt ziek -zijn e-mail werkt mee -lantarens lichten weerspiegelendjij kunt niet helpen
trap mijn stem openvoor wat achtergrondmuziek- als in een film -jasbeschermers lopen aanen begeleidenoverdreven liedjes door elkaar:
Gonna take a Sentimental Journey,Gonna set my heart at ease. dadiedom diedadidadidomdommij in BikebluesverliesBikeblues dwars door de nacht
achterop rinkelt een fietsbeldie mij wakker schudtik wil terug naar huismaar mijn liefde wacht
26
Zwemelhemel
wijde blik naar landschapademt naaktigdiep doorzuchtend stilte snuivendheide waar wij paarsig blikken drinkenen verzinken in ons lichaam
waar sterren los van zondag zichtbaar raken deinend onder zwemelhemelmieren om ons heeneen nestje bouwenen verder veel aan ons voorbij zien gaan
27
Tante Vogelien komt
ze is er eentje met een kuivig hoedjestijfzwart opstaand in de kouseninwendig echt geen doetje
hoog opgesneden in wit kantgrijze rok over de knietjeseen tikkeltje charmant
rookt sigaren bij de vleetgeurt wild met Eu de Colognezoals mijn grootmoe altijd deed
mama heeft niet veel van haaralleen die ene op haar kindie scheert ze gladjes uit elkaar
tante komt straks op de snorfietszegt dat haar nieuwe vriend een flinke heeft’t is dubbel op, waar vind je nou zoiets
ze is dol op onder neus behaardenheeft er zelf ook wat aandat krijg je, lacht ze: onder snorbejaarden
28
Rondo van het rode hart
wacht op jein onze eigen suitewaar het schemert en jijkaarsen aansteekt
het kristal schittertmijn hart kloptals jij je vertoont tussen de schuifdeuren danstop je vuurrode schoentjes
glimlachtmet alles erop en eraanbevallig draai jij in het rond
VOILÀ zeg jeik smeek je smeltendalsjeblieft mijn liefdans nog even voor mij
29
Schijndood
terug hollendover jarige liefdeslanenen humorgraflacht ze nog steeds
nat rollend uit haar ogenvoelt zij zijn geestige ademwarm om haar heenals bescherming
als zij stilstaat en zweeftdoor al dat zwart en grijsvertrekt haar witte glimlach niet
nog steeds draagt zijde afscheidslinten in het haarmet spreuken en namendie zij niet meer kent
struikelen gewend over het grindknieën zwaar in ’t roodlachend door haar tranen heenhet was geen knieval voor de dood
30
Lijdster van een overvolle werkweek
stijf discreet in grijs met hier en daar wat groen als gastvrouw tussendoorzonder vleugels engelachtig goede fee
met koffie en met cake zes dagen in de weektranen vangend naar de zondagwaar de zon wel schijnen mag
om haar dan op te willen beurenzonder zeuren op een vrije dagwaar niemand sterft en wordt begraven
na een afgelopen week met zestig doden waarmee zij de ganse dag vertoefd glimlachend in de plooi, dicht aan de rand
ze wil ook wel eens een keertje lekker jankenmet warme armen om haar heenmaar het zal wel bij haar horen
telkens denkt zij weer terugzoals destijds haar moeder zei: ach kindik vind het jammer, jammer om te zeggenvoor de uitvaart ben jij geboren
31
Humoraal hemelding
moment met vleugelsfractie 1001 nacht gedrijfvloog direct in actietjeetje wat een sprookjessnoes
daar danste ze, en danste zeop melkweg pirouettenik op geitenwollensokken
ze sjanste me, ze sjanste menagels scherpend in mijn huidhaar warme armen in
pijnlijk viel ik wakkervan mijn roze wolknaast mijn buurvrouw’sgrijze poes
32
Op zoek naar zichzelf
zij probeert schoorvoetendde einder te bereikenover het ruwe paddat oneindig doorloopt
terug naar het beginslipt zij de grenslijn wegmet diamanten muiltjesdie zij daarna stukslaat
barrevoets volgt zij wederomhet ritme van haar hartglimlacht naar een voetstapzichtbaar in het hoopvol zand
33
Uiterlijk landschap
ga in etsen opvan bergen en dalendie mijn gelaat rivierenvan opzij en onderogen langs de neusen mond
ze laten zienwaar ik gestruikeld benen in mijn jaren houvast vondnog steeds ben ik wie ik beneen speelbal van het leven
mijn handen weten nogte strelen met de vingers dieook geulen trekken als straksmisschien weer tranen komen
opgevangen moeten wordendoor het onverwachtewaarop ik wel en niet ben voorbereidde bal des levens nog een tijdjeop mag gooien
34
Schoonfamilie
trillingsgetallenvliegenberustendlangs de mond
bij voorbaatgedoodverfdkiezen zij elkandersachtergrond
35
Van alle markten thuis
oudste vak geleerdnoemt men haar wijdbeense
oorspronkelijk uit Staphorstdol op Mahler, Mozartgek van Strauss
uitgewalst in Oostenrijkis ze nu een platte Weense
36
Regen in de drup
gaten vullenmet wat foldersen een krantenwijk
struint ze doorde regen en de winden kijkt…
of ze een kerel vindtdie haar zware taskan dragen
ze vindt er éénen die wil meteeneen kind!
37
Vloedgolf
rondborstig vanuit het middenrifgolven Schuberts lenteliedjeshoog en laag haar ruimte in
ebt en vloeit de hoge Coorverdovend in en uit
blij met applaus geeft zij een toegiftover liefde en wat rode wijn en blijktbij open ogen de zaal reeds leeg te zijn
38
Industriegebied
zwarte kille kerkervan rand en stadwaar hoge kranen staanals buitenaardse wezens
waar allereerst de nacht valtkogels schieten dwars doorheendrugs en valse liefdesstil gedijen
overdag hetzelfde beeldveiliger en lichtermeer te onderscheiden
39
We hielden het niet droog
onze eerste kusschichtig en voorzichtigkurkdroog vrijen en later pas
vochtig strelen met mijn tonglangs je zoete volle lippenhet ingaan van je monden de hemelpoortvan jouw onbetreden paradijs
je ronde zachte borstenkussen dansendtot de morgenstond
hittegolven stoten onsverend lichaam hoog en laagdoor de seizoenenwaar jij zelfs in hartje zomeralles zalig warm en lekker vond
buiten bed lokte de spanningvan het gehorig trapportaalvan weet je nog?
40
Onderkomen
alles ongespannenuitgelegdmet luie touwenop de maat vaningeschovenstalen staandersvaak vierhoekigop hun plaats geplant
met haringenbuiten de zeerechtop in de gronduitgeslagen linnen weguit het pakketvan lange dageninnig vrijenhete nachtenin de tent
41
Cruising
zijn kont roltrond het grindpad
lachend knerpendheen en weer
totdat hij krullend loltmet een schone jonge heer
42
Voorjaarsschoonmaak
heb een stijvenek, door het tochtenin de gang, toen ikbezweet was bij hetstomen en het trekkenvan behang!
43
Stilte
rake woordenvoor de nacht
ontmantelen
stilte houdtde spanning vast
haar negligézijn warme handenbemiddelen
44
Fantast
mijn manis een notoir poëetsprak de trotse dichtersvrouw
voordat ik het weetspelt hij mijluchtkastelen op de mouw
45
Niet tegen golven in
zij trachtgrijze wolken weg te blazendie schaduwen oproependoor een vertekend beeld
verdrijven werkt niet altijdtegen het verlichtenverwerken moet zepas daarna scheuren heelt
46
Stijf en pijnruggig
geforceerde houdinghalf schuin en zeerkrampachtig onder
schurend puntigkorrelig en scherpgesneden stokbroodin mijn kont
vreet kruimelighier en daaren overal
eigeel druiptin en uit mijn oren
lakens absorberenuitgeperste sinaasappelskoffie, melkappelstroop en vet
ik haat ontbijt op bed
47
Tijden veranderen en terug naar toen
genoeg van knoppendrukkenmetafoor alles gaat vanzelfrond elf gaat ze naar bed metlamme armen die haar man ontregeltontzegelt al het werk dat ze nahet zwoegen bij haar baas moet doen
kijkt uit naar extra handen voorverlichting want hij werkt zich na het werkook nog eens het lazarus om haar weerautomatisch tegemoet te komen
doordat ze nachtmerriet over haar mamsmet wasborden en wringers en opgezettevingers die fooitjes tellen en wordt danschreeuwend wakker pakt haar GSMom toch haar moeder eens te bellenhoe geweldig zij ontberingen doorstond!
48
Zakdoek
je vormde omin teerhartig zacht papierdoordrenktdoor hopeloze dagen
verfrommeld numet tranen zonder vragen
rechtstreeks naar de prullenbakverbrand de tijd uittoen je nog geweven wasen nat werd meegedragen
49
Machteloos
angst maakt van volwassenen weer bange kinderen:oorlogskinderen, slachtoffers van al het zinloze geweld
als de nacht weer knaagtbreekt het kleine lichaam losalles van de dag scheurt openin gegil van ja en nee
rook onthult het angstsyndroomdat telkens slaapt en wakker wordtdoor steeds hetzelfde beeld
dat stampend in het hoofdontploft en puinhoop achterlaatin overspannen geestzonder eigen wil
verlamd door vlagen van herinneringdie zich oogverblindend openbarenin een nieuwe nacht
50
uitgeholde kinderogen rollen angstignaar de hoopdie liefde, rust en vrede terug moet brengen
littekens blijven krijsend achtervan oorlog, terrorismedood opgeroependie overal misdadig sluipt
51
Paralympics
zijn korte levenslangkrom gevochtenvoor een plek
kuierlatten afgestaanen…wint!
rollend triomfeert hijalles is nurechtgezet
52
Een wonder
jouw lippen omsluitendie van mij
nu weet ikhoe een engel kust
onderste bovenallebei
53
Sophia, van de tandarts aan de Amstel
na een fietstocht langs de vaartwrijft Sophia de handenlangs haar doktersjas: zalig buitenfiets het al jaren: wilt u koffie?
ben dol op witook op mooie tandenin een kunstgebitchique: zegt ze
het is een beetje grijs vandaaghet mottert buitenwaar je nat van wordtnet als tranend vocht langs ruitenwilt u nog een kopje koffie?
roken slecht? weet het nietmijn man raakte geen sigaret aanhij is er toch aan dood gegaanzal even de rekening opmakenze lacht: de koffie zit erbij!
er belde eens een dame opof ze hier haar auto kwijt kon:tuurlijk is de Amstel diep genoegwe hebben haar niet meer gezien!
54
weet u wat het is?ik ben nogal spontaanen dol op taal en dan ga jeheel snel aan de haalwilt u nog koffie?
weet niet altijd wat voor vleesik in de kuip hebmijn man was slagermaakte echte pekelvleeshet gaat vriezen buitenwij schenken altijd hete koffie!
mijn vrouw was klaarkwam met een mond vol tandenuit de behandelkamerliet ze glimlachend zien
nou, ziet ze er niet mooi uit?zorgt u goed voor haargeeft u een flinke bos bloemen?tot later maar weer en bovendienstaat de koffie weer klaar
55
Zwoel geilende hitte
avondzwoelte druiptregeert de kilte binnenal likkend de adagiokaart
dubt ze te beginnengroot of kleine tertsopus passionata
rondo met septetallegro de nontroppovibrato of sextet
de klok wijst laatstoelen slependvan hun plek
o, als ze nu maar kiezen konen pakt tot sloteen romige finale
in de klassieke ijssalon
56
Nogmaals gaten vullen
ik vul kleine en grote gatenvan de dag met dichtenzodat het mij voeldoening geeftdoor ze telkens uit te lichten
57