galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1...

20
Egalisatierente, de uitleg in stappen Geëgaliseerde kosten LCC-software door mw. Olga van Kampen, Credits Personal Assistance 17 mei 2017

Transcript of galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1...

Page 1: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

Egalisatierente, de uitleg in stappen

Geëgaliseerde kosten LCC-software

door mw. Olga van Kampen, Credits Personal Assistance

17 mei 2017

Page 2: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 1

Inhoud

1. Inleiding .......................................................................................................... 2

2. Stap 1: het Contante Waarde-effect ............................................................... 2

2.1. Voorbeeld 1: de lening ................................................................................ 2

2.2. Voorbeeld 2: kosten uitstellen.................................................................... 3

2.3. Eenvoudig voorbeeld samengestelde contante waarde berekening. ....... 5

3. Stap 2: nadelen (N)CW-berekening .............................................................. 7

4. Stap 3: kostprijs zonder rente-effect .............................................................. 7

5. Stap 4: kostprijs met rente-effect .................................................................. 8

5.1. Het vrachtwagentje ..................................................................................... 9

5.2. De oplossing: egalisatierente ..................................................................... 10

6. Stap 5: de rekenformules voor de egalisatie ................................................. 13

6.1. Geëgaliseerd tarief per periode ................................................................. 15

6.2. Geëgaliseerd tarief per productieëenheid ................................................ 16

6.3. Annuïtaire afschrijving .............................................................................. 17

7. Egalisatie uitschakelen .................................................................................. 18

8. Werken met de Netto Contante Waarde ..................................................... 19

Page 3: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 2

1. Inleiding

In dit document leg ik stap voor stap het ‘waarom’ en ook beperkt het ‘hoe’ uit

van de benadering van geëgaliseerde jaarlijkse kosten, zoals verwerkt in de LCC-

software.

Samenvattend kunnen we stellen dat het (N)CW-effect door middel van

de egalisatierente vertaald is naar een valide kostprijs- of gemiddelde

jaarlijkse kosten berekening die het tijdseffect - op welk moment in de

levenscyclus men geld uitgeeft – op een correcte manier meeneemt.

2. Stap 1: het Contante Waarde-effect Bij het beoordelen van investeringsopties spelen zowel geld als tijd een rol:

vanwege het rente-effect is nu geld uitgeven duurder dan later. Om een

investering te kunnen beoordelen en te kunnen vergelijken met een andere

investeringsoptie, moet je dit rente-effect meenemen in je berekening.

Het gaat hier niet alleen over het rendement dat je kunt behalen door het geld

vast te zetten op een rekening of dit (bijvoorbeeld) te beleggen, maar óók over

het rendement dat je kunt behalen door het geld in andere projecten in te

zetten.

Waarom is eerder geld uitgeven duurder? Hieronder leg ik het Netto Contante

Waarde effect uit.

2.1. VOORBEELD 1: DE LENING

Stel, ik leen 10.000 euro van jou en we spreken af dat ik je over 10 jaar

terugbetaal. We spreken een jaarlijkse rente af van 7%

Neem jij dan genoegen met € 17.000 na tien jaar (10 x 700 voor elk jaar) ?

Dat hoop ik natuurlijk wel, maar waarschijnlijk ben je intelligent genoeg om dat

niet te accepteren. Je wilt ook rente over de rente waar je op hebt moeten

‘wachten’, het rente-op-rente effect.

Page 4: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 3

De renteberekening is als volgt:

Jaar Openstaand bedrag (€)

Rente 7% (€)

1 10.000 700,00

2 10.700 749,00

3 11.449 801,43

4 12.250 857,53

5 13.108 917,56

6 14.026 981,79

7 15.007 1.050,51

8 16.058 1.124,05

9 17.182 1.202,73

10 18.385 1.286,92

Terugbetalen 19.672

Na tien jaar moet ik dus het dubbele bedrag terugbetalen als we normale rente-

afspraken maken.

Kortom, bij een rente of rendement van 7% verdubbelt de waarde van het

geïnvesteerde bedrag na tien jaar. Het geleende bedrag van € 10.000 bedraagt na

10 jaar € 19.675.

Als je geld in een project investeert en dit voor 10 jaar vastlegt en er is sprake van

een ROI van 7% dan ontvang je na 10 jaar (ongeveer) het dubbele terug, zeker als

je de rente – zoals te doen gebruikelijk in het bankwezen – maandelijks afrekent.

Met andere woorden. De Netto Contante waarde van een bedrag van € 10.000 is

bij dit rentepercentage na 10 jaar verdubbeld.

2.2. VOORBEELD 2: KOSTEN UITSTELLEN

Het omgekeerde geldt voor kosten. Als je pas na 10 jaar €10.000 hoeft uit te

geven kun je daar nu voor gaan sparen…met andere woorden, je kunt rente of

rendement uit het geld halen dat je voorlopig ‘in je zak’ houdt. Hieronder de

berekening, ook weer op basis van een rente van 7%.

Jaar Beschikbaar bedrag (€)

Rente 7% (€)

10 10.000 700,00

9 9.300 651,00

8 8.649 605,43

7 8.044 563,05

6 7.481 523,64

5 6.957 486,98

Page 5: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 4

4 6.470 452,89

3 6.017 421,19

2 5.596 391,71

1 5.204 364,29

Laten renderen

4.840

Dit is een heel grove berekening om dit principe helder te krijgen. In feite moet

de Netto Contante Waarde van kosten worden uitgerekend op maandniveau en

als je het op jaarniveau hebt is het voor de berekening van belang op welk

moment je de jaarrente ontvangt. In de bovenstaande berekening wordt ervan

uitgegaan dat je die meteen aan het begin van het jaar krijgt. Hierdoor komt het

bedrag wat je op het moment 0 (nul) nodig hebt iets lager uit dan in

werkelijkheid.

De principes zijn als volgt en hierbij ga je ervan uit dat geld altijd rente of

rendement oplevert in de tijd – hetzij door te sparen, te beleggen of door het in

een project tot nut te laten zijn.

In andere gevallen is de rentevoet namelijk 0 (nul) en dan gaan deze

tijdseffecten niet op:

• Hoe eerder je geld uitgeeft, hoe duurder het is.

• Hoe later je geld uitgeeft, hoe goedkoper het is.

• Hoe eerder je geld verdient, hoe groter de waarde is.

• Hoe later je geld verdient, hoe kleiner de waarde is.

De op basis van de hierboven beschreven uitgangspunten formule voor een

correcte contante waarde berekening is:

Hierin is:

PV = huidige waarde (afkorting van het Engelse 'present value') in munteenheid

FV = toekomstige waarde (afkorting van het Engelse 'future value') in

munteenheid

t = periode (in jaren)

i = rentevoet (als fractie, d.i. percentage gedeeld door 100), in dit verband ook

wel disconteringsvoet genoemd

Dus om de berekening nog even los te laten op de twee voorbeelden.

Page 6: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 5

Voorbeeld 1: de lening

Formuledeel Waarde

Present Value 10.000

Future Value Wil ik berekenen

Rentevoet 0,07

Periode 10 jaar

10.000 (PV) = FV/(1+0,07)10

FV=10.000 * 1,0710

FV=10.000*1,97 = 19.672

Vertaald naar de praktijk: Als ik nu € 10.000 euro kan laten renderen tegen 7%

bezit ik over 10 jaar bijna het dubbele.

Voorbeeld 2: kosten uitstellen

Formuledeel Waarde

Present Value Wil ik berekenen

Future Value 10.000

Rentevoet 0,07

Periode 10 jaar

PV = 10.000 (FV)/(1+0,07)10

PV = 10.000/1,97 = 5.083

Vertaald naar de praktijk: Als ik over 10 jaar € 10.000 nodig heb, moet ik zien dat

ik € 5.083 kan investeren of wegzetten tegen een rente/rendement van 7%.

Als ik méérdere uitgaven en inkomsten heb in de tijd, dan tel ik de waarden uit

de NCW-berekening bij elkaar op.

2.3. EENVOUDIG VOORBEELD SAMENGESTELDE CONTANTE WAARDE

BEREKENING.

Hieronder een eenvoudig voorbeeld van een samengestelde contante waarde

berekening.

OPTIE 1 OPTIE 2

Investering: € 50.000 Investering € 60.000

Onderhoud: € 2.000 om de 4 jaar.

Onderhoudsvrij

Sloopkosten na 12 jaar: € 6.000

Sloopkosten na 12 jaar: € 3.000

Discontovoet 5%

Page 7: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 6

Als we de NCW berekenen, blijkt optie 1, ondanks de hogere onderhouds- en

sloopkosten toch de beste optie. Deze wegen niet op tegen de hogere initiële

investering bij optie 2.

OPTIE 1

Jaar Nu 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 TOTAAL € 50.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 6.000

CW € 50.000

€ 1.567

€ 1.354

€ 3.341 € 56.262

OPTIE 2

Jaar Nu 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 TOTAAL € 60.000

€ 3.000

CW € 60.000

€ 1.671 € 61.671

WELK DISCONTO- OF RENTEPERCENTAGE VOOR JE LCC-BEREKENING?

Het geldende disconto- oftewel rentepercentage wordt meestal

centraal binnen een organisatie voor een bepaalde periode vastgelegd

door het financiële management.

Voor LCC-berekeningen is het handig om dit discontopercentage als

uitgangspunt te nemen.

Soms is hierin een inflatiecomponent meegenomen. Hoewel dit vanuit

het oogpunt van Life Cycle Costing niet helemaal correct is, is het geen

probleem om een dergelijk discontopercentage over te nemen in de

berekeningen.

Als er geen centrale discontovoet beschikbaar is, neem dan de

verwachte marktrente voor bedrijven als uitgangspunt of ga na wat

eigen vermogen van het bedrijf opbrengt en wat het vreemd vermogen

kost. Neem in dat geval een rentepercentage dat de verhouding tussen

eigen en vreemd vermogen weergeeft.

Page 8: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 7

3. Stap 2: nadelen (N)CW-berekening

Door de Netto Contante Waarde van kosten en opbrengsten of de negatieve

Contante Waarde van de kosten met elkaar te vergelijken, kan ik een valide Life

Cycle Costing berekening maken.

Deze benadering heeft echter een aantal nadelen:

• Je moet altijd rekenen over gelijke periodes bij een vergelijking tussen

meerdere kostenopties.

• Bij stijgende kosten krijg je geen inzicht in een eventueel

bedrijfseconomisch vervangingsmoment.

• De benadering is grof. Er is eigenlijk maar één jaarmoment waarop geld

ontvangen of uitgegeven wordt of de berekening wordt al snel te

ingewikkeld.

• Het gebruikte rentepercentage is vaak gebaseerd op maandelijks

verrekenen van rentelasten, wat in de berekening (meestal) niet gebeurt.

Je zou hier een effectief rentepercentage op jaarniveau moeten gebruiken.

• Je hebt niet direct een grafische weergave die je uitgaven (en inkomsten)

in de tijd weergeeft.

• Vaak worden in NCW spreadsheets financiële afschrijvingen op een niet-

correcte manier als uitgaven in de tijd geplaatst.

• De NCW-methode leidt niet tot de berekening van een correct jaartarief

dat ik kan berekenen om in te zetten als basistarief voor mijn project of

object dat mij inzicht geeft in de werkelijke jaarlijkse kosten.

• In LCC heb je desondanks wel steeds óók de beschikking over de (Netto)

Contante Waarde.

4. Stap 3: kostprijs zonder rente-effect

Maar ik wil een kostprijs waarin de effecten van het moment waarop ik geld

uitgeef, verwerkt zijn. Hoe pak ik dit aan?

Als ik niet te maken had met rente-effecten, was het eenvoudiger om een

kostprijs te bepalen, gekoppeld aan tijd (per jaar of per maand bijvoorbeeld) of

aan productie.

Hieronder is een eenvoudig voorbeeld zonder rente uitgewerkt. Om het verhaal

simpel te houden, kijk ik in het voorbeeld naar een kostprijs in de tijd, zonder

wisselende productie.

Page 9: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 8

Overzicht uitgaven

Jaar Kosten

1 100

2 20

3 25

4 32

5 35

6 45

Cumulatieve uitgaven en gemiddelde kosten

Jaar Kosten Kosten cumulatief

Kosten gemiddeld per jaar

1 100 100 100

2 20 120 60

3 25 145 48

4 32 177 44

5 35 212 42

6 45 257 43

In dit geval is de kostprijs 42 en de bedrijfseconomische levensduur 5 jaar. Dat is

namelijk de levensduur waarbij de kostprijs het laagst is.

In dit voorbeeld is niet uitgegaan van rente bij het berekenen van de gemiddelde

kosten. In dit voorbeeld wordt het effect van eerder en later geld uitgeven dus

niet meegenomen.

5. Stap 4: kostprijs met rente-effect

Om de kostprijs op een correcte manier te berekenen, moet je dus wèl dat rente-

effect meenemen. In feite wil je een kostprijs hebben, die de extra financiering

dekt die je nodig hebt als je bovengemiddelde uitgaven hebt, maar die ook

rekening houdt met de momenten waarop je minder dan gemiddeld of niets

uitgeeft of zelfs negatieve kosten hebt, zoals subsidies of andere voordelen. De

kostprijsverhogende of -verlagende effecten moeten meegenomen worden in het

kostengemiddelde.

De berekening van een kostprijs waarin dit rente-effect verwerkt is, is redelijk

ingewikkeld.

Er wordt in LCC een fictieve bankrekening aangemaakt om de uitgaven uit te

betalen. Om de financiering mogelijk te maken wordt er een (eveneens fictieve)

periodieke opbrengst bepaald – in feite de geëgaliseerde kostprijs - zodanig dat

Page 10: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 9

die bankrekening aan het einde van de berekeningsperiode weer op nul staat. De

inhoud van de bankrekening noemen we de egalisatiereserve (deze vind je niet

terug in de kostengrafieken), de rente op deze bankrekening de egalisatiereserve

rente. Het periodieke bedrag dat ontstaat noemen we de geëgaliseerde kostprijs.

In de training basis LCC leg ik de uitgangspunten doorgaans als volgt uit.

5.1. HET VRACHTWAGENTJE

Ik ga mijn carrière uitbreiden met ervaring als zelfstandige in de

transportwereld. Ik kan daarvoor een vrachtwagentje aanschaffen voor

€ 100.000. Het vrachtwagentje kan naar verwachting maar 3 jaar mee.

De bank wil mijn wagentje volledig financieren tegen 7% rente. Financieel moet

ik het wagentje in 2 jaar afschrijven. Ik wil weten wat het uitgangspunt voor mijn

jaartarief moet zijn als ik elk jaar op dezelfde tariefbasis wil afrekenen bij mijn

klanten. Ik wil dus weten wat mijn werkelijke kostprijs is.

Mijn kostenplaatje ziet er als volgt uit:

In jaar 1 en 2 heb ik kosten: ik schrijf de lening af en reken 7% rente over de

afschrijving.

Als ik deze kosten deel door 3, kom ik uit op jaarlijkse kosten van afgerond

€ 35.755.

Er is echter een probleem met dit tarief. Als ik ‘slechts’ € 35.755 binnenhaal met

mijn ritjes, kan ik hiermee mijn investeringsuitgave in jaar 1 en jaar 2niet

financieren. Ik heb iets extra’s nodig in mijn basistarief om die hogere kosten in

de eerste jaren te dekken.

Auto: Nieuw vs. reparatie

Voorbeeld egalisatierente

Totaal kosten

Gemiddelde jaarlijkse kosten: € 35.754,89

2018

2017

2016

€ 55.000

€ 50.000

€ 45.000

€ 40.000

€ 35.000

€ 30.000

€ 25.000

€ 20.000

€ 15.000

€ 10.000

€ 5.000

€ -

Nieuwe inv. afschrijvingen

Boekwaarde rente

Resultaat

Peildatum

Page 11: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 10

5.2. DE OPLOSSING: EGALISATIERENTE

De egalisatierente lost dit ‘probleem’ op. Sterker nog, de egalisatierente wordt

meegerekend als uitgave en berekend over het extra kapitaal dat je nodig hebt,

ten opzichte van het geëgaliseerde gemiddelde. Het correcte basistarief wordt

dan ook berekend in de grafiek hieronder, mèt egalisatierente.

Hierboven zie je dat ik in de loop van het traject een extra reserve nodig heb om

de hoge kosten in het begin te dekken. Over die extra reserve wordt rente

berekend.

Auto: Nieuw vs. reparatie

Voorbeeld egalisatierente

Totaal kosten

Gemiddelde jaarlijkse kosten: € 37.156,59

2018

2017

2016

€ 55.000

€ 50.000

€ 45.000

€ 40.000

€ 35.000

€ 30.000

€ 25.000

€ 20.000

€ 15.000

€ 10.000

€ 5.000

€ -

Nieuwe inv. afschrijvingen

Boekwaarde rente

Egal. res. rente

Resultaat

Peildatum

Vrachtwagentje

Vrachtwagentje

Financiering

2019

2018

2017

2016

€ 100.000

€ 90.000

€ 80.000

€ 70.000

€ 60.000

€ 50.000

€ 40.000

€ 30.000

€ 20.000

€ 10.000

€ -

Nieuwe boekwaarde inv.

Egalisatiereserve

Resultaat

Peildatum

Page 12: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 11

Noot: de egalisatierente wordt uiteraard berekend over de werkelijke uitgaven

en niet over de afschrijving. De egalisatierente wordt verrekend met de

eventuele rente over de boekwaarde. De fictieve rekening-courant ziet er hier

dan ook als volgt uit.

Uitgaven Rente boekwaarde Egalisatierente

Kostprijs (als fictieve inkomsten verwerkt)

Restbedrag einde jaar

Jaar 1 100.000 5.250 500 37.157 67.768

jaar 2 0 1.750 2.994 37.157 35.030

jaar 3 0 0 2.452 37.157 0

De in de loop van het traject ontstane egalisatierente (negatief of positief) wordt

over de berekeningsperiode verdeeld afgebouwd naar 0 (nul), zodat het hele

egalisatie-effect meegenomen wordt in de kostprijs.

Vrachtwagentje

Vrachtwagentje

Rente

2019

2018

2017

2016

€ 6.000

€ 5.500

€ 5.000

€ 4.500

€ 4.000

€ 3.500

€ 3.000

€ 2.500

€ 2.000

€ 1.500

€ 1.000

€ 500

€ -

Rente op boekwaarde

Egalisatierente

Resultaat

Peildatum

Page 13: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 12

Afschrijven over 2 jaar:

Voor het geëgaliseerde tarief maakt het ook niet uit over welke periode ik

afschrijf. Als ik in drie jaar afschrijf, ziet mijn rekening courant er als volgt uit.

Uitgaven Rente boekwaarde Egalisatierente

Kostprijs (als fictieve inkomsten verwerkt)

Jaar 1 100.000 5.936 164 37.157 68.943

jaar 2 3.598 284 37.157 35.668

jaar 3 1.261 228 37.157 0

Afschrijven (aflossen) over 3 jaar:

Auto: Nieuw vs. reparatie

Voorbeeld egalisatierente

Totaal kosten

Gemiddelde jaarlijkse kosten: € 37.156,59

2018

2017

2016

€ 55.000

€ 50.000

€ 45.000

€ 40.000

€ 35.000

€ 30.000

€ 25.000

€ 20.000

€ 15.000

€ 10.000

€ 5.000

€ -

Nieuwe inv. afschrijvingen

Boekwaarde rente

Egal. res. rente

Resultaat

Peildatum

Auto: Nieuw vs. reparatie

Voorbeeld egalisatierente

Totaal kosten

Gemiddelde jaarlijkse kosten: € 37.156,59

2018

2017

2016

€ 35.000

€ 30.000

€ 25.000

€ 20.000

€ 15.000

€ 10.000

€ 5.000

€ -

Nieuwe inv. afschrijvingen

Boekwaarde rente

Egal. res. rente

Resultaat

Peildatum

Page 14: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 13

En als ik in één jaar afschrijf…

Uitgaven Rente boekwaarde Egalisatierente

Kostprijs (als fictieve inkomsten verwerkt)

Jaar 1 100.000 3.784 1.970 37.157 68.597

jaar 2 4.032 37.157 35.472

jaar 3 1.685 37.157 0

In deze benadering wordt de rente over de boekwaarde verrekend met de

egalisatierente. Bij een geëgaliseerde berekening maakt het dus niet uit over

hoeveel jaar je de investering afschrijft, de geëgaliseerde gemiddelde kosten

blijven (uiteraard) hetzelfde. Je hebt immers exact dezelfde uitgaven te maken

met hetzelfde rentepercentage en dezelfde periode.

6. Stap 5: de rekenformules voor de egalisatie

Voor de liefhebbers hieronder de formules die gebruikt worden bij het

berekenen van de egalisatierente.

Er wordt in LCC een fictieve bankrekening aangemaakt om de uitgaven uit te

betalen. Om de financiering mogelijk te maken wordt er een (eveneens fictieve)

periodieke opbrengst bepaald – in feite de geëgaliseerde kostprijs - zodanig dat

die bankrekening aan het einde van de berekeningsperiode weer op nul staat. De

inhoud van de bankrekening noemen we de egalisatiereserve (deze vind je niet

Vrachtwagentje

Vrachtwagentje

Totaal kosten

Gemiddelde jaarlijkse kosten: € 37.156,59

2018

2017

2016

€ 100.000

€ 90.000

€ 80.000

€ 70.000

€ 60.000

€ 50.000

€ 40.000

€ 30.000

€ 20.000

€ 10.000

€ -

Nieuwe inv. afschrijvingen

Boekwaarde rente

Egal. res. rente

Resultaat

Peildatum

Page 15: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 14

terug in de kostengrafieken), de rente op deze bankrekening de egalisatiereserve

rente. Het periodieke bedrag dat ontstaat noemen we de geëgaliseerde kostprijs.

Om het geëgaliseerd tarief te kunnen berekenen maakt LCC gebruik van een

rekening courant. De rekening courant is eigenlijk niets anders dan een integraal

van alle kosten/inkomsten en rente. Periodiek wordt er geld ‘naar toe gebracht’

(het berekende jaartarief, eventuele inkomsten) en ‘afgehaald’ (kosten) en rente

berekend over de rekeningstand van de voorgaande periode. De rentefactor

moet geldig zijn voor de aangegeven periode (7 % voor een jaar is ongeveer 7/12%

voor een periode van een maand).

Variabelen:

n = periode nummer

m = totaal aantal perioden

Rn = rekeningstand periode n

In = rente in periode n (100%=1.0) (veranderd meestal niet in de tijd)

K0 = startkapitaal

Kn = inkomsten in periode n (kosten zijn dus negatieve inkomsten)

Berekening

R1 = K1 + K0 + I1*K0

= K1 + (1+I1)*K0

R2 = K2 + (1+I2)*R1

= K2 + (1+I2)*( K1 + (1+I1)*K0)

R3 = K3 + (1+I3)*(K2 + (1+I2)*( K1 + (1+I1)*K0))

= (1+I4)0*K3 + (1+I3)1*K2 + (1+I2)2*K1 + (1+I1)3*K0

Page 16: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 15

Het totaal aan kosten Ktot is dus: K Rtot n

n

m

0

oftewel: K K Itot n n

m n

n

m

( )( )

( )1 1

0

Als we ook nog een eindkapitaal E over willen houden wordt de formule

K E Rtot n

n

m

0

ofwel:

K E K Itot n n

m n

n

m

( )( )

( )1 1

0

6.1. GEËGALISEERD TARIEF PER PERIODE

De bedoeling van het geëgaliseerd tarief is een vast bedrag per periode (vaste

produktie) (maand/dag/jaar) te reserveren zodat na de laatste periode de

rekeningstand op 0 uitkomt. Dit vaste bedrag noemen we het geëgaliseerd tarief.

Het tarief per periode is een geldbedrag dat het minimum inkomen voorstelt om

quitte te spelen. Om dit te berekenen vervangen we Kn door (Kn+T) en stellen

we de formule gelijk aan 0.

E= Eindkapitaal

Kn=Kosten in periode n

In=Rente in periode n

m=totaal aantal perioden

T=Geëgaliseerd tarief

0 1 1

0

E K T In n

m n

n

m

( ) ( )( )

( )

0 1 11

0

1

0

E K I T In n

m n

n

m

n

m n

n

m

( ) ( )( )

( )

( )

( )

Page 17: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 16

T I E K In

m n

n

m

n n

m n

n

m

( ) ( )( )

( )

( )

( )1 11

0

1

0

T I E K In

m n

n

m

n n

m n

n

m

( ) ( )( )

( )

( )

( )1 11

0

1

0

Uiteindelijke formule voor het periodieke tarief Tper:

T

E K I

Iper

n n

m n

n

m

n

m n

n

m

( )

( )

( )

( )

( )

( )

1

1

1

0

1

0

6.2. GEËGALISEERD TARIEF PER PRODUCTIEËENHEID

Het kan ook voorkomen dat er geen tarief per vaste tijdsperiode omgeslagen

moet worden, maar per produktieuur of -eenheid. Dit levert als complicatie op

dat het inkomen (door het tarief) varieert per periode. Daarom vervangen we in

de rekening-courant formule Kn niet door (Kn+T) maar door (Kn+Pn*T) waarbij

Pn het aantal produktieuren of -eenheden in de bedoelde periode voorstelt.

E= Eindkapitaal

Kn=Kosten in periode n

In=Rente in periode n

Pn=Produktie in periode n

m=totaal aantal perioden

T=Geegaliseerd tarief per produktieeenheid

P0=0

0 1 1

0

E K T P In n n

m n

n

m

( ) ( )( )

( )

T P I E K In n

m n

n

m

n n

m n

n

m

( ) ( )( )

( )

( )

( )1 11

0

1

0

Page 18: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 17

Uiteindelijke formule voor het eenheidstarief Teenh :

T

E K I

P Ieenh

n n

m n

n

m

n n

m n

n

m

( )

( )

( )

( )

( )

( )

1

1

1

0

1

0

6.3. ANNUÏTAIRE AFSCHRIJVING

De bedoeling van annuitaire afschrijving is een bedrag per periode

(maand/dag/jaar) af te schrijven, zodat (rente op boekwaarde+afschrijving)

iedere periode een constante vormen. Voor annuitaire afschrijving geldt dat de

rente in de eerste periode gelijk is aan K*I (Beginkapitaal xRente)

E=eindkapitaal (restwaarde)

K=beginkapitaal (investering)

rf=rentefactor (1+I)

som van eindkapitaal, beginkapitaal, rente en annuiteiten moet 0 zijn:

00

E K rf A rfm m n

n

m

( )

A rf K rf Em n

n

m

m

( )

0

Uiteindelijke formule voor de Annuiteit A, afschrijven over m perioden:

AK rf E

rf

m

n

n

m

0

De berekening van rentekosten rk in periode n

rk rf pv afsn kk

n

* ( )0

1

De berekening van afschrijving afs in periode n

afs ann rkn n

De berekening van totaal aan afschrijvingen cumafs in periode n

cumafs ann n rkn kk

n

*0

Page 19: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 18

Het totaal gecumuleerde bedrag (inclusief rente) cumval in periode n

cumval pv rf annn

n k

k

n

*0

1

7. Egalisatie uitschakelen

Ik raad het niet aan, maar wellicht is het voor de begripsvorming handig te laten

zien hoe je de egalisatie in de gemiddelde kostenberekening uitschakelt.

Open de berekeningsinstellingen ( ) en stel op het tabblad “Egalisatie” de

egalisatiemethode “Uit – Momentaan” in. In principe zet je de egalisatie uit.

Op deze manier krijg je de gemiddelde kosten onder je grafiek, zonder dat die

kosten geëgaliseerd worden in de tijd. De vertaling van het NCW-effect wordt

dan niet meegenomen in de jaarlijkse kosten.

Let op: hier geldt niet meer dat het niet uitmaakt over welke periode je je initiële

investering financieel afschrijft, de boekwaarderente wijkt in dat geval immers

per optie af! Als je deze methode gebruikt, is het daarom de beste optie om het

rentepercentage op 0 (nul) % te zetten (berekeningsinstellingen, tabblad

standaard),

Page 20: galisatierente, de uitleg in stappen · PAGINA 4 4 6.470 452,89 3 6.017 421,19 2 5.596 391,71 1 5.204 364,29 Laten renderen 4.840 Dit is een heel grove berekening om dit principe

PAGINA 19

8. Werken met de Netto Contante Waarde

Het is eenvoudig om in LCC óók de NCW-berekening te laten zien. Hiervoor

gebruik je de grafiek Netto Contante Waarde voor je invoer.

In het uitgewerkte voorbeeld is die (uiteraard) € 100.000 op 1 januari 2016 omdat

je dat bedrag op het moment nul in de tijd uitgeeft. Dit bedrag biedt geen

inzicht in het benodigde tarief of de gemiddelde kosten per jaar.

In de statusbalk kun je de ontwikkeling van de NCW in de tijd volgen.

Auto: Nieuw vs. reparatie

Voorbeeld egalisatierente

Netto Contante Waarde

2018

2017

2016

€ 100.000

€ 90.000

€ 80.000

€ 70.000

€ 60.000

€ 50.000

€ 40.000

€ 30.000

€ 20.000

€ 10.000

€ -

Investeringen

Resultaat

Netto Contante Waarde

Peildatum