Fysio Santwee Sport en Bewegen 2013/2014 ......wijze een onderzoek uit. De startende professional...
Transcript of Fysio Santwee Sport en Bewegen 2013/2014 ......wijze een onderzoek uit. De startende professional...
Addy Cramer, 511247 Fysio Santwee Sport en Bewegen 2013/2014 Praktijkbegeleider: Marije Hoogduin Stagedocent: Leonie te Loo Studieloopbaanbegeleider: Leonie te Loo Haarlem, 31 oktober 2013
Inhoudsopgave 1. Reflectie per taakgebied ........................................................................................................................................... 4
1.1. Onderzoek, advies en ontwikkeling van programma’s .................................................................... 4
1.1.1. competentie 1: Onderzoeken. .............................................................................................................. 5
1.1.2. Competentie 3: Ontwikkelen ................................................................................................................. 7
1.2. Uitvoeren en begeleiden .................................................................................................................................. 9
1.2.1. Competentie 4: Uitvoeren .................................................................................................................... 10
1.3. Managen en ondernemen ............................................................................................................................ 12
1.3.1. Competentie 7: Managen en Ondernemen ............................................................................... 13
1.4. Professionaliseren en innoveren .............................................................................................................. 15
1.4.1. Competentie 8: Professionaliseren ................................................................................................ 16
2. Andere werkzaamheden ........................................................................................................................................ 20
3. Nieuwe initiatieven .................................................................................................................................................... 20
4. Vergaderingen ............................................................................................................................................................. 20
5. Samenwerking ............................................................................................................................................................ 20
Bijlagen ................................................................................................................................................................................. 21
Bijlage 1. Slimkidz Enquête .................................................................................................................................. 21
Bijlage 2. Project format .......................................................................................................................................... 24
Bijlage 3: Slimkidz Programma ........................................................................................................................... 30
Bijlage 4: Planning ..................................................................................................................................................... 32
Bijlage 5: verdiepende opdracht ........................................................................................................................... 37
Samenvatting .................................................................................................................................................................... 48
1 Inleiding ............................................................................................................................................................................ 49
2 Methode ........................................................................................................................................................................... 50
2.1 Doelgroep omschrijving .................................................................................................................................. 50
2.2 Procedure ............................................................................................................................................................... 50
2.2.1 Deskresearch .............................................................................................................................................. 50
2.2.2 Analyse ........................................................................................................................................................... 50
2.3 Materiaal ................................................................................................................................................................. 51
3 Resultaten ....................................................................................................................................................................... 52
3.1 Resultaten deskresearch ............................................................................................................................... 52
3.1.1 Oorzaken en gevolgen Obesitas ....................................................................................................... 52
3.1.2 Slimkidz opgesteld door fysiotherapeuten ................................................................................... 52
3.1.3 Slimkidz opgesteld door Sport en Beweeg professional ...................................................... 53
3.1.4 Trainingsprincipes om gewicht te verliezen ................................................................................ 53
3.2 Resultaten Analyse ........................................................................................................................................... 55
3.2.1 Resultaten Slimkidz opgesteld door fysiotherapeuten .......................................................... 55
3.2.2 Resultaten Slimkidz opgesteld door Sport en Beweeg professional ............................. 56
5 Conclusie ......................................................................................................................................................................... 57
6 Discussie ......................................................................................................................................................................... 58
7 Aanbevelingen .............................................................................................................................................................. 60
Bijlagen ................................................................................................................................................................................. 61
Bronnen ................................................................................................................................................................................ 66
1. Reflectie per taakgebied
1.1. Onderzoek, advies en ontwikkeling van programma’s Doel Periode 1: Aan het einde van de stageperiode heb ik een wetenschappelijk onderbouwd trainingsschema ontwikkeld die gericht is op gewichtsverlies bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar in een periode van tien weken. Dit betekend dat de kinderen in een periode van 10 weken met meer dan een kilo zijn afgevallen.
Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? Er is aan dit doel gewerkt door onderzoek te doen naar de doelgroep en obesitas. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar een aantal methoden die wellicht bij de stage praktijk uitgevoerd zouden kunnen worden. Wat heb ik tot nu toe bereikt? Ik heb nu een heleboel informatie verzameld om een goed beweegprogramma te kunnen maken voor kinderen met overgewicht, die binnen tien weken een kilo moeten afvallen. Doordat ik dit nu allemaal weet kan ik een wetenschappelijk onderbouwd trainingsprogramma opstellen voor kinderen met overgewicht van 6 tot 14 jaar. Er is gewerkt aan competentie 1: Onderzoeken en competentie 3: Ontwikkelen. Doel Periode 2: Aan het einde van de stageperiode heb ik een trainingsschema ontwikkeld die uitgaat van de gezondheidsbehoefte van de doelgroep en de door de opdrachtgever gestelde randvoorwaarden. Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? Er is aan dit doel gewerkt door onderzoek te doen naar de doelgroep en obesitas. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar een aantal methoden die wellicht bij de stage praktijk uitgevoerd zouden kunnen worden. Wat heb ik tot nu toe bereikt? Ik heb nu een heleboel informatie verzameld om een goed beweegprogramma te kunnen maken voor kinderen met overgewicht, die binnen tien weken een kilo moeten afvallen. Doordat ik dit nu allemaal weet kan ik een wetenschappelijk onderbouwd trainingsprogramma opstellen voor kinderen met overgewicht van 6 tot 14 jaar. Er is gewerkt aan competentie 3: Ontwikkelen.
1.1.1. competentie 1: Onderzoeken. Het leerdoel met de bijbehorende competentie met bijbehorende indicator(en) (niveau 3) (Bijlage 3 Competentie formulier); Leerdoel: Aan het einde van de stageperiode heb ik een wetenschappelijk onderbouwd trainingsschema ontwikkeld die gericht is op gewichtsverlies bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar in een periode van tien weken. Dit betekend dat de kinderen in een periode van 10 weken met meer dan een kilo zijn afgevallen. Niveau 3 De startende professional Sport en Bewegen voert op een methodisch verantwoorde wijze een onderzoek uit. De startende professional Sport en Bewegen: 1.3.1 hanteert en ontwikkelt vragenlijsten 1.3.2 onderzoekt wensen en behoeften van doelgroepen 1.3.3 neemt op een methodische wijze vragenlijsten af 1.3.4 betrekt in onderzoek informatie uit bronnen als literatuur en internet 1.3.5 communiceert uitkomsten van onderzoek in een verslag 1.3.6 weegt persoonlijke, ethische, sociaal maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten af 1.3.7 levert een bijdrage aan het bespreken, analyseren en oplossen van vraagstukken 1.3.8 hanteert een eigen onderzoeksopzet die past bij de onderzoeksopdracht en voert het onderzoek uit 1.3.9 verwerkt systematisch kwantitatief en kwalitatief gegevens 1.3.10 onderzoekt de effectiviteit van sport-, beweeg- en voorlichtingsprogramma’s 1.3.11 hanteert zowel objectieve als subjectieve meetinstrumenten gericht op gezondheid Ervaring (Op welke wijze heb je aan dit leerdoel (deze competentie) gewerkt) Noem hier alle werkzaamheden die samenhangen met deze competentie. 1.3.1. Hanteert en ontwikkelt vragenlijsten (zie bijlage 1: Slimkidz Enquête) 1.3.4. Betrekt in onderzoek informatie uit bronnen als literatuur en internet 1.3.5. Communiceert uitkomsten van onderzoek in een verslag. Dit wordt het uiteindelijke stage verslag van jaar 3 (zie bijlage 6: verdiepende opdracht) 1.3.8. t/m 1.3.11 is bereikt door het ontwikkelen van een projectformat. (zie bijlage 2: Project format)
Vind jij dat je het leerdoel (de competentie) hebt behaald en waarom, bewijsmateriaal verzamelen zodat bij navraag dat bekeken kan worden (denk aan les voorbereidingsformulieren, evaluaties van lessen, gemaakte vragenlijsten, enquêtes etc.); Periode 1: Ik vind dat ik mijn doel bijna gehaald heb, ik ben onderweg maar ik ben er nog niet helemaal. Dit omdat mijn onderzoeksverslag nog niet helemaal af is. Ik heb hem wel behaald omdat ik al een vragenlijst gemaakt heb. Zie bijlage 1: Slimkidz Enquête. Wanneer je vindt dat je het leerdoel (de competentie) nog niet hebt behaald, geef je aan waarom niet en wat je wilt gaan doen de komende periode om deze competentie alsnog te gaan behalen (onderdeel stagewerkplan periode 10); Ik wil verder gaan met mijn onderzoek om zo betere resultaten te verwerven voor het schrijven van een aangepast beweegprogramma. Situatie (STARR) (beschrijf binnen deze leerdoel (deze competentie) een concrete situatie a.d.h.v. de STARR methode en reflecteer daarop) Situatie: Na de vijfde Slimkidz les ging ik de enquêtes afnemen bij de deelnemers. De deelnemers moesten de enquête voor zichzelf invullen. Maar een van de jongens heeft een laag cognitief niveau en begreep de meeste vragen niet. Hij wilde geen hulp bij het invullen. Taak: Ik moest de enquête afnemen bij de deelnemers. Actie: Ik heb de jongen met laag cognitief niveau hulp aangeboden bij het invullen van zijn enquête, maar hij wees mijn hulp af. Resultaat: De jongen heeft de enquête ingevuld alleen aan zijn enquête resultaat kon je zien dat hij sommige vragen niet goed begreep. Hierdoor is het lastig om een goede conclusie uit de resultaten te kunnen verwerken. Reflectie: Ik was niet tevreden met het resultaat omdat het lastig wordt om een goede conclusie uit de enquête resultaten te halen. Als zo een situatie nog een keer voor komt zou ik de jongen gewoon helpen in plaats van hem de enquête zelf in laten vullen om te voorkomen dat er vragen tussen zitten die hij niet begrijpt. Leerdoelen (Stel leerdoelen voor jezelf op voor deze competentie en maak deze SMART) Aan het einde van mijn stage is mijn onderzoeksverslag af, waarin de enquête resultaten zijn verwerkt om zo een goed beweegprogramma voor kinderen van 6 tot 18 jaar met overgewicht te kunnen maken.
1.1.2. Competentie 3: Ontwikkelen
Het leerdoel met de bijbehorende competentie met bijbehorende indicator(en) (niveau 3) (Bijlage 3 Competentie formulier); Leerdoel: Aan het einde van de stageperiode heb ik een wetenschappelijk onderbouwd trainingsschema ontwikkeld die gericht is op gewichtsverlies bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar in een periode van tien weken. Dit betekend dat de kinderen in een periode van 10 weken met meer dan een kilo zijn afgevallen. Niveau 3 De startende professional Sport en Bewegen ontwikkelt sport-, beweeg- en voorlichtingsprogramma’s voor een complexe doelgroep in opdracht van een externe opdrachtgever . De startende professional Sport en Bewegen: 3.3.1 sluit aan op de beginsituatie, wensen en behoeften van de doelgroep 3.3.2 hanteert een methodische en projectmatige werkwijze 3.3.3 werkt didactisch verantwoord 3.3.4 is gericht op het ontwikkelen van evidence based programma’s 3.3.5 onderbouwt de potentie van het programma om gezondheid positief te kunnen beïnvloeden 3.3.6 neemt zorgvuldige, verantwoorde en beargumenteerde beslissingen 3.3.7 ontwikkelt sport-, beweeg- en voorlichtingsprogramma’s gericht op het verbeteren van gezondheid 3.3.8 kan bij het ontwikkelen van programma’s modellen van gedragsverandering toepassen 3.3.9 gaat bij de ontwikkeling van het programma uit van de gezondheidsbehoefte van de doelgroep en de door de opdrachtgever gestelde randvoorwaarden Ervaring (Op welke wijze heb je aan dit leerdoel (deze competentie) gewerkt) Noem hier alle werkzaamheden die samenhangen met deze competentie. De doelgroep die bij Fysio Santwee komt sporten zijn kinderen met overgewicht, door te kijken naar hun wensen en behoeften om af te vallen heb ik een beweegplan opgesteld (zie bijlage 3: Slimkidz programma). Voor mijn onderzoek maak ik gebruik van internet en boeken om een evidence based programma te ontwikkelen, hierdoor kan ik de potentie van het programma om de gezondheid positief te beïnvloeden onderbouwen. Vind jij dat je het leerdoel (de competentie) hebt behaald en waarom, bewijsmateriaal verzamelen zodat bij navraag dat bekeken kan worden (denk aan les voorbereidingsformulieren, evaluaties van lessen, gemaakte vragenlijsten, enquêtes etc.); Ik vind dat ik dit leerdoel heb behaald omdat ik zelf bezig ben geweest met het ontwikkelen van een evidence based beweegprogramma voor kinderen van 6 tot 18 jaar met overgewicht (zie bijlage 3: Slimkidz programma).
Wanneer je vindt dat je het leerdoel (de competentie) nog niet hebt behaald, geef je aan waarom niet en wat je wilt gaan doen de komende periode om deze competentie alsnog te gaan behalen (onderdeel stagewerkplan periode 10); Situatie (STARR) (beschrijf binnen deze leerdoel (deze competentie) een concrete situatie a.d.h.v. de STARR methode en reflecteer daarop) Situatie: Er moest een vervanging komen van het oude programma voor Slimkidz. Samen met Arma hebben we oefeningen bedacht die we tijdens de Slimkidz lessen zouden kunnen uitvoeren. Naar aanleiding van de samenwerking met Arma heb ik een nieuw beweegprogramma bedacht. Taak: Het ontwikkelen van een nieuw beweegprogramma. Actie: Ik ben op internet gaat zoeken naar trainingsprincipes waarbij kinderen het snelste vet kunnen verbranden om af te vallen. Resultaat: Nu is er een nieuw beweegprogramma. Reflectie: De kinderen vinden het beweegprogramma leuk en het blijkt ook nog een effectief programma te zijn. Leerdoelen (Stel leerdoelen voor jezelf op voor deze competentie en maak deze SMART)
1.2. Uitvoeren en begeleiden Doel Periode 1: Aan het einde van de stageperiode heb ik tijdens het uitvoeren van mijn lessen effectief met de doelgroep gecommuniceerd en mijn gedrag op sociale verhoudingen aangepast, dit was dan te merken doordat de oefening (uiteindelijk) goed uitgevoerd werd. Een kind mag hierbij best zeuren, maar door effectieve communicatie toe te passen wil ik er voor zorgen dat het kind toch gaat doen wat ik van hem vraag. Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? De afgelopen tien weken heb ik een boek gelezen dat gaat over hoe om te gaan met woede aanvallen bij kinderen met autisme of ADHD. Wat heb ik tot nu toe bereikt? Door het lezen van dit boek heb ik informatie gekregen dat mij zal helpen mijn doel te kunnen halen. Ik heb nu meer kennis hoe te handelen in conflictsituaties met kinderen die een cognitieve stoornis hebben. De kinderen waar ik mee werk kan ik hierdoor makkelijker aan het werk zetten. Er is gewerkt aan competentie 4: Uitvoeren Doel Periode 2: Aan het einde van mijn stage heb ik meer inzicht verkregen in het herkennen en begrijpen van het gedrag van de deelnemers en kan ik op veranderend gedrag inspelen. Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? Bij het maken van mijn lesvoorbereiding heb ik nagedacht over de manier waarop je veranderend gedrag kunt herkennen. Door dit te doen heb ik ook aanpassingen in het programma kunnen bedenken die op veranderend gedrag inspelen. Daarnaast heb ik aan collega’s gevraagd waar bepaald gedrag van de kinderen vandaan komt. Dit blijkt voornamelijk door vermoeidheid bij het kind. Wat heb ik tot nu toe bereikt: Dat ik meer inzicht heb in het herkennen en begrijpen van het gedrag van de kinderen en kan ik op veranderend gedrag inspelen. Als een kind vermoeid is, is het vaak verstandig om het kind een andere prikkel aan te bieden. Er is gewerkt aan competentie 4: Uitvoeren
1.2.1. Competentie 4: Uitvoeren
Het leerdoel met de bijbehorende competentie met bijbehorende indicator(en) (niveau 3) (Bijlage 3 Competentie formulier); Leerdoel: Aan het einde van de stageperiode heb ik tijdens het uitvoeren van mijn lessen effectief met de doelgroep gecommuniceerd en mijn gedrag op sociale verhoudingen aangepast, dit was dan te merken doordat de oefening (uiteindelijk) goed uitgevoerd werd. Een kind mag hierbij best zeuren, maar door effectieve communicatie toe te passen wil ik er voor zorgen dat het kind toch gaat doen wat ik van hem vraag. Niveau 3 De startende professional Sport en Bewegen voert gedifferentieerd sport-, beweeg- en voorlichtingsactiviteiten uit bij een groep personen met fysieke en/of psychische beperkingen, waarbij groepsdynamica een rol speelt. De startende professional Sport en Bewegen: 4.3.1 bereidt de uitvoering van het programma voor in een schriftelijk lesplan 4.3.2 geeft instructie met verbale en visuele middelen 4.3.3 communiceert effectief met doelgroep en past gedrag op sociale verhoudingen aan 4.3.4 past didactische vaardigheden toe 4.3.5 waarborgt de veiligheid van de deelnemers 4.3.6 past EHBO technieken bij kleine en grote letsels toe 4.3.7 motiveert de groep 4.3.8 voert een gezondheidsvoorlichtingsactiviteit uit 4.3.9 zoekt naar aanpassingen en alternatieve oplossingen bij veranderde omstandigheden 4.3.10 geeft het goede voorbeeld door professionele kleding, actieve inzet, uitstralen van enthousiasme voor bewegen en bewustzijn van eigen leefstijl. 4.3.11 hanteert een planmatige aanpak m.b.t. veiligheid 4.3.12 past het programma aan de fysieke, psychische en sociale mogelijkheden van de deelnemers aan Ervaring (Op welke wijze heb je aan dit leerdoel (deze competentie) gewerkt) Noem hier alle werkzaamheden die samenhangen met deze competentie. De afgelopen tien weken heb ik een boek gelezen dat gaat over hoe om te gaan met woede aanvallen bij kinderen met autisme of ADHD om beter instructie te kunnen geven met behulp van verbale en visuele middelen tijdens de zwemlessen. Tijdens de les is het van belang dat je de kinderen motiveert. Bij het maken van mijn lesvoorbereiding heb ik nagedacht over de manier waarop je veranderend gedrag kunt herkennen. Door dit te doen heb ik ook aanpassingen in het programma kunnen bedenken die op veranderend gedrag inspelen. Daarnaast heb ik aan collega’s gevraagd waar bepaald gedrag van de kinderen vandaan komt. Dit blijkt voornamelijk door vermoeidheid bij het kind.
Vind jij dat je het leerdoel (de competentie) hebt behaald en waarom, bewijsmateriaal verzamelen zodat bij navraag dat bekeken kan worden (denk aan les voorbereidingsformulieren, evaluaties van lessen, gemaakte vragenlijsten, enquêtes etc.); Ik vind dat ik mijn leerdoel heb behaald. Dit kun je zien aan een lesreflectie en een lesvoorbereiding die ik gemaakt heb in bijlage 5.
Wanneer je vindt dat je het leerdoel (de competentie) nog niet hebt behaald, geef je aan waarom niet en wat je wilt gaan doen de komende periode om deze competentie alsnog te gaan behalen (onderdeel stagewerkplan periode 10); Situatie (STARR) (beschrijf binnen deze leerdoel (deze competentie) een concrete situatie a.d.h.v. de STARR methode en reflecteer daarop) Situatie: Ik wilde het kind op de buik de borstcrawl leren. Maar ze wilde niet. Toen heb ik met een collega overlegd en heb ik er een spelletje van gemaakt met een grote dikke mat. Het kind deed daarna wat ze moest doen. Taak: Ik wilde het kind op de buik de borstcrawl laten oefenen. Actie: Toen het kind niet luisterde heb ik er een spelletje van gemaakt, ze moest met haar benen de mat wegduwen. Resultaat: Ze oefende met haar benen de borstcrawl en ze had er nog plezier in ook! Reflectie: Ik ben blij dat het meisje deed wat ik van haar vroeg. Ik zal deze manier vaker toepassen als een kind niet wil luisteren. Gewoon van een saaie oefening een spelletje maken. Leerdoelen (Stel leerdoelen voor jezelf op voor deze competentie en maak deze SMART)
1.3. Managen en ondernemen Doel Periode 1: Aan het einde van de stageperiode heb ik gestructureerd en volgens een planning gewerkt terwijl ik de grote lijnen bewaakte. Dit kan gecontroleerd worden doordat ik een goede planning heb gemaakt waardoor ik (tussentijdse) toetsen en deadlines gehaald heb en daarbij geen tot weinig stress heb ervaren. Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? Tijdens de afgelopen tien weken heb ik een planning gemaakt en bijgehouden waarin de taken die ik gedurende en naast mijn stage moet uitvoeren verwerkt waren. Wat heb ik tot nu toe bereikt? Door deze planning te maken heb ik op tijd mijn verslagen ingeleverd en heb ik naast mijn stage tijd gevonden om te leren voor mijn toets, waardoor ik mijn Propedeuse heb behaald. Middels deze planning had ik ook op tijd mijn les voorbereidingen klaar voor de Slimkidz lessen. Er is gewerkt aan competentie 7: Managen en ondernemen
1.3.1. Competentie 7: Managen en Ondernemen
Het leerdoel met de bijbehorende competentie met bijbehorende indicator(en) (niveau 3) (Bijlage 3 Competentie formulier); Leerdoel: Aan het einde van de stageperiode heb ik gestructureerd en volgens een planning gewerkt terwijl ik de grote lijnen bewaakte. Dit kan gecontroleerd worden doordat ik een goede planning heb gemaakt waardoor ik (tussentijdse) toetsen en deadlines gehaald heb en daarbij geen tot weinig stress heb ervaren. Niveau 3 De startende professional Sport en Bewegen leidt in de beroepspraktijk een project, afdeling of een eigen organisatie op het gebied van sport, bewegen en gezondheid. De startende professional Sport en Bewegen: 7.3.1 stelt een plan van aanpak op volgens het projectformat 7.3.2 kan de projectgroep voorzitten, notuleren en beheren van logboek 7.3.3 maakt een analyse van de interne en externe omgeving van een organisatie 7.3.4 stelt een offerte op voor een activiteit 7.3.5 stelt een begroting op voor het project 7.3.6 heeft inzicht in de strategische processen binnen een organisatie 7.3.7 neemt initiatief, onderneemt actie m.b.t. gerezen vragen, problemen of conflicten 7.3.8 werkt gestructureerd, volgens een planning, bewaakt grote lijnen 7.3.9 werkt doelgericht naar een oplossing of resultaat toe 7.3.10 vervult een voortrekkers- of leidersrol, toont zich doortastend en besluitvaardig en bewaakt grote lijnen 7.3.11 werkt bedrijfsmatig en is gericht op het behalen van concrete resultaten 7.3.12 verwerft opdrachten 7.3.13 is gericht op het bedienen van zowel de interne als externe klanten 7.3.14 verzorgt de voorbereiding van strategisch financieel beleid van een organisatie Ervaring (Op welke wijze heb je aan dit leerdoel (deze competentie) gewerkt) Noem hier alle werkzaamheden die samenhangen met deze competentie. Tijdens de afgelopen tien weken heb ik een planning gemaakt en bijgehouden waarin de taken die ik gedurende en naast mijn stage moet uitvoeren verwerkt waren (zie bijlage 4: Planning). Vind jij dat je het leerdoel (de competentie) hebt behaald en waarom, bewijsmateriaal verzamelen zodat bij navraag dat bekeken kan worden (denk aan les voorbereidingsformulieren, evaluaties van lessen, gemaakte vragenlijsten, enquêtes etc.); Ik heb mijn doel behaald doordat ik me aan mijn eigen planning heb gehouden. Het verslag is op tijd af en ik heb tussendoor geen stress ervaren.
Wanneer je vindt dat je het leerdoel (de competentie) nog niet hebt behaald, geef je aan waarom niet en wat je wilt gaan doen de komende periode om deze competentie alsnog te gaan behalen (onderdeel stagewerkplan periode 10); Situatie (STARR) (beschrijf binnen deze leerdoel (deze competentie) een concrete situatie a.d.h.v. de STARR methode en reflecteer daarop) Situatie: Ik moest tijdens mijn stage een aantal opdrachten inleveren bij mijn stage docent van InHolland. Taak: Ik heb een planning gemaakt die er voor zorgt dat ik op tijd mijn tussentijdse opdrachten gemaakt heb, de lessen op tijd heb voorbereid en alles op tijd heb ingeleverd. Actie: Het uitvoeren van de planning. Resultaat: Opdrachten waren op tijd voorbereid en verslagen op tijd ingeleverd, zonder daarbij echt stress te ervaren. Reflectie: Ik had af en toe moeite met het houden aan mijn planning. Maar tot nu toe ben ik wel redelijk tevreden over hoe het gegaan is. Er is echter altijd ruimte voor verbetering. Leerdoelen (Stel leerdoelen voor jezelf op voor deze competentie en maak deze SMART)
1.4. Professionaliseren en innoveren Doel Periode 1: Aan het einde van de stageperiode heb ik op basis van zelfreflectie mijn eigen deskundigheid en professionalisering van het beroep in een (inter)nationale context onderhouden. Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? Tijdens de afgelopen tien weken heb ik aan het einde van de dag tijdens de terugreis naar huis mijn eigen handelen benoemd en bekritiseerd, wat ging die dag goed, wat ging die dag minder goed? Van elke situatie die minder goed ging heb ik van geprobeerd te leren. En in een zelfde soort situatie anders te reageren. Wat heb ik tot nu toe bereikt? Door mijn eigen handelen te benoemen en te bekritiseren ben ik beter geworden in zelfreflectie en ben ik in mijn eigen handelen vooruit gegaan. Er is gewerkt aan competentie 8: Professionaliseren Doel Periode 2: Aan het einde van mijn stage heb ik een nieuw spel bedacht dat tijdens de FitKids en Slimkidz lessen kan worden gegeven. Deze activiteit speelt in op de behoeften en het niveau van de doelgroep. Hoe heb ik aan dit doel gewerkt? Ik heb gekeken naar oude lvf’s en naar wat er tijdens andere beweegactiviteiten gedaan wordt. Daar heb ik mijn voornaamste inspiratie uit gehaald. Wat heb ik tot nu toe bereikt? Er is een leuke, actieve en sportieve activiteit ontwikkeld die de kinderen leuk vinden en die gegeven kan worden aan het begin of aan het einde van het beweeg uur. Er is gewerkt aan competentie 9: Innoveren
1.4.1. Competentie 8: Professionaliseren Het leerdoel met de bijbehorende competentie met bijbehorende indicator(en) (niveau 3) (Bijlage 3 Competentie formulier); Leerdoel: Aan het einde van de stageperiode heb ik op basis van zelfreflectie mijn eigen deskundigheid en professionalisering van het beroep in een (inter)nationale context onderhouden. Niveau 3 De startende professional Sport en Bewegen maakt op basis van verworven competenties, een weloverwogen keuze voor de verdere loopbaanplanning. Hij levert een bijdrage aan positionering van het beroep. De startende professional Sport en Bewegen: 8.3.1 kan het eigen handelen benoemen en kritisch analyseren 8.3.2 kan reflecteren op ervaringen volgens de STARR methode 8.3.3 toont inzicht in eigen sterke en zwakke kanten (kernkwaliteiten, leerstijl) 8.3.4 toont zich bewust van zijn waarden en normen 8.3.5 staat open voor feedback en vraagt om feedback 8.3.6 formuleert leerdoelen SMART 8.3.7 probeert nieuw gedrag uit aan de hand van SMART doelen 8.3.8 vormt een reëel oordeel van eigen competentie en de ontwikkeling daarvan 8.3.9 neemt initiatief, motiveert zichzelf tot leren en stelt realistische eisen aan zichzelf 8.3.10 reflecteert op professioneel niveau over sport en bewegen in relatie tot gezondheid en betrekt hierin actuele ontwikkelingen 8.3.11 integreert in een eigen visie t.a.v. sport, bewegen en gezondheid eigen ervaringen, wetenschappelijke gegevens, actuele ontwikkelingen en anticipeert op toekomstige ontwikkelingen 8.3.12 draagt een eigen visie uit op sport en bewegen in relatie tot gezondheid in schrift en woord 8.3.13 levert een bijdrage aan scholingsprogramma’s Ervaring (Op welke wijze heb je aan dit leerdoel (deze competentie) gewerkt) Noem hier alle werkzaamheden die samenhangen met deze competentie. Tijdens de afgelopen tien weken heb ik aan het einde van de dag tijdens de terugreis naar huis mijn eigen handelen benoemd en bekritiseerd, wat ging die dag goed, wat ging die dag minder goed? Van elke situatie die minder goed ging heb ik van geprobeerd te leren. En in een zelfde soort situatie anders te reageren.
Vind jij dat je het leerdoel (de competentie) hebt behaald en waarom, bewijsmateriaal verzamelen zodat bij navraag dat bekeken kan worden (denk aan les voorbereidingsformulieren, evaluaties van lessen, gemaakte vragenlijsten, enquêtes etc.); Ik heb het leerdoel behaald, ik heb mijn reflecties opgeschreven, deze zijn te vinden in bijlage 5. Wanneer je vindt dat je het leerdoel (de competentie) nog niet hebt behaald, geef je aan waarom niet en wat je wilt gaan doen de komende periode om deze competentie alsnog te gaan behalen (onderdeel stagewerkplan periode 10);
Situatie (STARR) (beschrijf binnen deze leerdoel (deze competentie) een concrete situatie a.d.h.v. de STARR methode en reflecteer daarop) Situatie: De dag is voorbij, de lessen van afgelopen dag zijn gegeven, ik zit in de bus of de trein op weg naar huis en zit de dag te overdenken. Wat ging er goed? Wat kon er beter? Taak: Uitvoeren van zelf reflectie, bedenken wat er die dag goed ging, wat er beter kon en hoe ik dat een volgende keer anders zou aanpakken. Actie: Om de reflectie te vergemakkelijken heb ik gebruik gemaakt van de STARR methode. Resultaat: Een reflectie van mijn eigen handelen van die dag. Reflectie: Het enige wat ik anders zou doen is misschien mijn reflecties opschrijven zodat ik die in verslagen zoals deze als bewijs zou kunnen aanleveren. Leerdoelen (Stel leerdoelen voor jezelf op voor deze competentie en maak deze SMART) Aan het einde van de stage heb ik nieuw gedrag uitgeprobeerd aan de hand van mijn SMART leerdoelen.
1.4.2. Competentie 9: Innoveren Het leerdoel met de bijbehorende competentie met bijbehorende indicator(en) (niveau 3) (Bijlage 3 Competentie formulier); Leerdoel: Aan het einde van mijn stage heb ik een nieuw spel bedacht dat tijdens de FitKids en Slimkidz lessen kan worden gegeven. Deze activiteit speelt in op de behoeften en het niveau van de doelgroep. Niveau 3 De startende professional Sport en Bewegen: 9.3.1 inventariseert actuele ontwikkelingen op het gebied van sport en bewegen in relatie tot gezondheid via literatuurstudie en internet 9.3.2 betrekt wetenschappelijke informatie uit wetenschappelijke artikelen en databases bij de inventarisatie van actuele ontwikkelingen op het gebied van sport en bewegen in relatie tot gezondheid 9.3.3 maakt een marktanalyse 9.3.4 durft te experimenteren, zoekt naar oplossingen, brengt eigen ideeën in 9.3.5 geeft blijk van bereidheid tot veranderen 9.3.6 ziet probleemsituaties als uitdagingen en laat bij het aanpakken ervan vaste kaders zo nodig los 9.3.7 participeert in wetenschappelijk onderzoek 9.3.8 participeert in het ontwikkelen van richtlijnen/standaarden binnen het domein sport en bewegen 9.3.9 signaleert nieuwe ontwikkelingen binnen opvattingen t.a.v. sport, bewegen en gezondheid en de markt en vertaalt dit naar concepten voor nieuwe sport-, beweeg- en/of voorlichtingsprogramma’s 9.3.10 innoveert bestaande sport-, beweeg- en voorlichtingsprogramma’s Ervaring (Op welke wijze heb je aan dit leerdoel (deze competentie) gewerkt) Noem hier alle werkzaamheden die samenhangen met deze competentie. Er is gekeken naar lesvoorbereidingen die de afgelopen jaren gemaakt zijn om inspiratie uit te halen. Daarnaast is er ook gekeken naar filmpjes op internet om kennis te maken met nieuwe vormen van bewegen. Zo is er geëxperimenteerd en uiteindelijk een keuze gemaakt voor een nieuwe activiteit.
Vind jij dat je het leerdoel (de competentie) hebt behaald en waarom, bewijsmateriaal verzamelen zodat bij navraag dat bekeken kan worden (denk aan les voorbereidingsformulieren, evaluaties van lessen, gemaakte vragenlijsten, enquêtes etc.); Ik heb het leerdoel behaald omdat ik een bestaand beweegprogramma heb geïnnoveerd, waarbij ik gebruik heb gemaakt van verschillende beschikbare bronnen. Zie bijlage 5. Wanneer je vindt dat je het leerdoel (de competentie) nog niet hebt behaald, geef je aan waarom niet en wat je wilt gaan doen de komende periode om deze competentie alsnog te gaan behalen (onderdeel stagewerkplan periode 10);
Situatie (STARR) (beschrijf binnen deze leerdoel (deze competentie) een concrete situatie a.d.h.v. de STARR methode en reflecteer daarop) Situatie: Ik had als doel gesteld om een nieuwe beweegactiviteit te ontwikkelen voor de dinsdag en woensdag Fitkids groepen, daarbij moest nagedacht worden over eventueel gedragsverandering en hoe je daar op in kan spelen. Taak: Het verzinnen van een nieuwe beweegactiviteit. Actie: Ik heb toen via verschillende zoekmachines naar leuke activiteiten gezocht waar ik inspiratie uit kon halen voor een nieuwe beweegactiviteit. Resultaat: Dat er een nieuwe beweegactiviteit is ontwikkeld voor de dinsdag en woensdag Fitkids groep. Reflectie: Het ging goed, de kinderen vinden de activiteit ook erg leuk! Leerdoelen (Stel leerdoelen voor jezelf op voor deze competentie en maak deze SMART)
2. Andere werkzaamheden Ik heb tot nu toe geen andere werkzaamheden verricht die niet in het stagewerkplan omschreven staan. Het ziet er ook niet naar uit dat ik mij op andere competenties kan ontwikkelen.
3. Nieuwe initiatieven Tijdens mijn stage ben ik met het initiatief gekomen om van onderzoeksopdracht te veranderen. Ook neem ik steeds meer initiatief tijdens het geven van de FitKids en Slimkidz lessen om oefeningen klaar te zetten waardoor ik steeds meer zelfstandigheid krijg.
4. Vergaderingen Tijdens mijn stage heb ik alleen overleg gehad met Arma over het nieuwe beweegprogramma voor Slimkidz. Tijdens dit overleg bracht ik ook nieuwe ideeën in van oefeningen die we in het programma zouden kunnen opnemen.
5. Samenwerking Tijdens mijn stage werk ik met veel verschillende mensen samen. Bij alle verschillende collega’s heb ik eigenlijk altijd wel dezelfde taak: Het uitvoeren van een beweegactiviteit. De ene collega geeft me veel ruimte om zelf oefeningen voor te bereiden en uit te voeren, de andere collega verrast me af en toe door vlak voor de les te zeggen dat ik de les moet draaien. Op dat soort momenten denk ik wel eens: Ik had het graag eerder willen weten dan had ik wat voor kunnen bereiden. Maar aan de andere kant is het ook wel prettig om zo in het diepe gegooid te worden, daar blijf je scherp van!
Bijlagen
Bijlage 1. Slimkidz Enquête
Slimkidz Enquête
Beste kids,
Sinds oktober hebben we de inhoud van de Slimkidz les veranderd. Graag zouden we willen weten wat jullie hier van vinden. Daarom deze enquête. Je hoeft je naam niet op te schrijven. De enquête heeft 10 vragen die je voor jezelf invult.
Deze enquête mogen je met een pen invullen. Bij de meerkeuze vragen maak je het rondje met het juiste antwoord zwart, zoals in onderstaand voorbeeld:
Nu begint de enquête.
Vraag 1:
Wat vind jij van het nieuwe programma?
o Leuk o Niet leuk
Voorbeeld vraag:
Wat is de hoofdstad van Nederland?
o Groningen • Amsterdam
Vraag 2:
Waarom doe je mee met Slimkidz?
o Om af te vallen o Omdat het moet van de dokter. o Anders, namelijk
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 3:
Welke manier vind jij het prettigst om de oefening uit te voeren?
o In mijn eentje o Samen met de groep o In tweetallen
Vraag 4:
Welke oefening van het nieuwe programma vind je het leukst en waarom?
Ik vind …………………………………………………………………………………………………………. het leukst omdat:
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 5:
Welke oefening van het nieuwe programma vind het stomst en waarom?
Ik vind …………………………………………………………………………………………………………. het stomst omdat:
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 6:
Kun jij de gymlessen op school beter volhouden doordat we nu een nieuw programma hebben?
o Ja o Nee o Ik merk geen verschil
Vraag 7:
Waar merk je aan dat je conditie wel/niet verbeterd is?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 8:
Waar merk je aan dat je spierkracht wel/ niet verbeterd is?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 9:
Welk beweeg programma heeft er voor gezorgd dat je conditie verbeterd is?
o Het vorige beweegprogramma o Het nieuwe beweegprogramma o Ik merk geen verschil
Vraag 10:
Wat zou jij aan het Slimkidz programma willen veranderen?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Bijlage 2. Project format
Bijlage 1: DEEL A: FORMULEREN ONDERZOEKSOPDRACHT
1. INITIATIEFASE 1.1
Aanleiding: probleem omschrijving (volledig en duidelijk)
Oftewel “voor welk probleem gaan jullie een oplossing zoeken binnen het project”
Wat is het probleem?
Volgens het CBS heeft 10% van de totale bevolking ernstig overgewicht. Van die 10%, zit 6% nog op de basisschool. Dus het grootste deel van de Nederlandse bevolking met overgewicht zijn kinderen op de basisschool. Om er voor te zorgen dat Nederland het land blijft van de lange, dunne mensen is er een beweegprogramma ontwikkeld om het aantal tieners met obesitas te beperken.
1.2
Doelstelling: Hoofddoelstelling en subdoelstellingen van het project (eenduidig en SMART) Oftewel “hoe gaat het probleem opgelost worden?”
Hoofddoelstelling:
Aan het eind van het onderzoek is er duidelijk inzicht verworven over de meest doeltreffende methode om ervoor te zorgen dat jongeren gewicht verliezen. Deze methode is wetenschappelijk onderbouwd.
Subvragen:
- Wat zijn de hoofd componenten van het beweegprogramma?
- Waar is het beweegprogramma op gericht? (verbeteren mobiliteit, stabiliteit etc.)
- Welke vergelijkbare beweegprogramma’s zijn al in gebruik bij andere vergelijkbare instanties?
- Hoe tevreden zijn de afnemers over het programma? Zouden zij het programma graag anders willen zien?
1.3
Afbakening: wat ga je niet realiseren?
Oftewel “Wat ga je niet
Wat ga je wel / niet onderzoeken m.b.t. onderzoeksgebied?
Ik ga onderzoeken hoe een trainingsschema van 10 weken er uit ziet om gewicht te verliezen. Fysio Santwee maakt al gebruik van een bepaalde methode, deze ga ik vergelijken met reeds bestaande (wetenschappelijk onderbouwde) methoden. Het beweegprogramma ga ik zo nodig herschrijven. Het
onderzoeken ?Omschrijf duidelijk waarom niet.”
beweegprogramma is toegespitst op kinderen tot 13 jaar.
Ik ga niet kijken naar de individuele vooruitgang van de deelnemers, om zo de effectiviteit te kunnen meten, gewoonweg omdat dat te veel tijd kost.
In welke gemeente vind het project plaats:
Fysio Santwee zit in Haarlem/Schalkwijk. Dus daar ga ik mijn onderzoek doen.
Welke school wordt erbij betrokken:
Hogeschool Inholland omdat zij mij een heel klein beetje begeleiden tijdens mijn project.
Welke doelgroep wordt erbij betrokken:
De doelgroep die onderzocht gaat worden zijn kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar met overgewicht.
Waarom wel / niet?
1.4
Einddatum en planning: Wanneer moet project afgerond zijn en welke andere deadlines zijn er?
Wanneer moet het project afgerond zijn?
Het project moet 22 januari afgerond zijn.
Maak een globale planning met alle deadlines voor (tussen)producten
Deskresearch: 30 september
Enquête: 7 oktober
Enquête afnemen: 29 oktober
Enquête resultaten verwerken: 14 november
Ontwikkelen trainingsschema: 22 december
Advies rapport af: 1 januari
DEEL B: FORMULEREN PLAN VAN AANPAK
2. DEFINITIEFASE 2.1
Aanleiding: probleem omschrijving (volledig en duidelijk)
Oftewel “voor welk probleem gaan jullie een oplossing zoeken binnen het project”
Wat is het probleem?
Is dit een landelijk probleem? (zoek m.b.v. literatuur en andere bronnen bewijs)
Volgens het CBS heeft 10% van de totale bevolking ernstig overgewicht. Van die 10%, zit 6% nog op de basisschool. Dus het grootste deel van de Nederlandse bevolking met overgewicht zijn kinderen op de basisschool. Om er voor te zorgen dat Nederland het land blijft van de lange, dunne mensen is er een beweegprogramma ontwikkeld om het aantal tieners met obesitas te beperken.
2.2
Doelstelling: wat wil de opdrachtgever uiteindelijk met de onderzoeks-resultaten bereiken? (SMART) Oftewel “hoe gaat het probleem opgelost worden?”
Doelstelling project:
Aan het eind van het onderzoek is er duidelijk inzicht verworven over de meest doeltreffende methode om ervoor te zorgen dat jongeren gewicht verliezen. Deze methode is wetenschappelijk onderbouwd.
2.3
Probleemstelling: wat ga je precies onderzoeken? Benoem
Hoofdvraag en subvragen:
Hoe verhoudt het beweegprogramma van Fysio Santwee zich tegenover reeds bestaande beweegprogramma’s om er voor te
doel en aard methoden van onderzoek
Oftewel “formuleer hoofdvragen en subvragen”
zorgen dat basisschool leerlingen gewicht verliezen?
Subvragen:
- Wat zijn de hoofd componenten van het beweegprogramma?
- Waar is het beweegprogramma op gericht? (verbeteren mobiliteit, stabiliteit etc.)
- Welke vergelijkbare beweegprogramma’s zijn al in gebruik bij andere vergelijkbare instanties?
- Hoe tevreden zijn de afnemers?
Literatuurstudie – deskresearch
Enquête- fieldresearch
2.4
Definities: Onbekende termen in hoofd- en subdoelstelling.
Definities:
2.5
Resultaat: Verwachte projectresultaten vanuit doelstellingen (inclusief kwaliteitscriteria) Oftewel “welke (tussen) producten levert het project op?”
Welke (tussen)producten levert het project op?
Deskresearch: 30 september
Enquête: 7 oktober
Enquête afnemen: 29 oktober
Enquête resultaten verwerken: 14 november
Ontwikkelen trainingsschema: 22 december
Advies rapport af: 1 januari
2.6
Beperkingen: wat ga je niet realiseren?
Oftewel “Wat ga je dus niet onderzoeken? Omschrijf duidelijk waarom niet.”
Randvoorwaarden: wat is verder van invloed op onderzoek?
Oftewel “welke zaken moeten geregeld zijn om de slaagkans van het project zo groot mogelijk te maken”
Wat ga je wel / niet onderzoeken m.b.t. onderzoeksgebied?
Ik ga onderzoeken hoe een trainingsschema van 10 weken er uit ziet om gewicht te verliezen. Fysio Santwee maakt al gebruik van een bepaalde methode, deze ga ik vergelijken met reeds bestaande (wetenschappelijk onderbouwde) methoden. Het beweegprogramma ga ik zo nodig herschrijven. Het beweegprogramma is toegespitst op kinderen tot 13 jaar.
Ik ga niet kijken naar de individuele vooruitgang van de deelnemers, om zo de effectiviteit te kunnen meten, gewoonweg omdat dat te veel tijd kost.
In welke gemeente vind het project plaats: Haarlem
Welke praktijk wordt erbij betrokken: Fysio Santwee
Welke doelgroep wordt erbij betrokken: Kinderen van 6 tot 18 jaar met overgewicht.
Waarom wel / niet?
Tijdafbakening
Datum opstart project: 2 september
Datum afsluiten project: 22 januari
Totale tijdsduur project: 20 weken
Hoeveel tijd per week lessen in kader project (methodologie
en tutorbijeenkomsten): geen
Hoeveel uur tijd per week voor zelfstudie: 8 uur
Lopen er gelijksoortige projecten bij de gemeente? nee
Heeft de projectgroep in bepaalde weken hoge druk vanwege andere werkzaamheden (bijvoorbeeld andere vakken, bijbanen of (her) tentamens)? Tentamen week
periode 1 is druk wegens de herkansing Mensbiologie 1.
In deze opdracht wordt gekeken naar de beste trainingsmethode die je kunt gebruiken als het gaat om gewichtsverlies bij jongeren (6-14 jaar). Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek zal er een test periode plaats vinden van 5 weken onder de deelnemers van het programma. Na de test periode zullen de deelnemers van het programma naar hun mening worden gevraagd over de nieuwe methode en wellicht de merkbare verschillen in behaalde resultaten als gevolg van invoering van het nieuwe programma. Uit de enquête moet duidelijk worden of het voor de fysiotherapie praktijk nuttig is om dit programma voortaan door te voeren en het oude programma te laten vervallen of dat het toch verstandiger is om het oude programma te laten zoals het nu is.
Bijlage 3: Slimkidz Programma Slimkidz van 17.00 – 18.00 uur Start warming-up : 6 minuten ren test Rajen Selem Reda Hadi Richard Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
4 minuten tabbata timer (kracht beenspieren) squat breed lunge links lunge rechts squat smal squat breed lunge links lunge rechts squat smal 2 minuten hardlopen/joggen
4 minuten tabbata timer (conditie) jumping jacks jumping scissors mummie kicks hoge schaatssprong jumping jacks jumping scissors mummie kicks hoge schaatssprong 2 minuten zonnegroet 2 minuten hardlopen/joggen 4 minuten tabatta timer (armspieren, buik + rug) planken opdrukken ski sprongen (schuine buikspieren) vloer sprints planken opdrukken schuine buikspieren in zit rechte buikspieren 2 minuten hardlopen/joggen Level 1 drills (5 stuks) 3x1 minuut touwtje springen Speedladder hinkelen links hinkelen rechts springen spreid sprong knie heffen hakken billen 2 voor – 1 achter, 2 voor -1 achter slalom sprong Rekken en strekken
Bijlage 4: Planning Week 1: Taken die moeten gebeuren:
- inwerk verslag 3 uur - stage werkplan 3 uur
Maandag: Tijd: Taak: 11.00 tot 12.00 Begeleiden COPD groep 12.00 tot 12.30 Lunch 12.30 tot 14.30 Inwerk verslag 14.30 tot 16.10 Spetterpret 16.10 tot 17.10 Reistijd 17.10 tot 18.00 Ontspannen 18.00 tot 19.00 Avond eten 19.00 tot 20.00 Stage werkplan Dinsdag: Tijd: Taak: 10.00 tot 13.00 Begeleiden Hydro groep 13.00 tot 13.30 Lunch 13.30 tot 14.00 Inwerk verslag 14.00 tot 15.00 Stage werkplan 15.00 tot 16.00 Ontspannen 16.00 tot 18.00 Begeleiden Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.30 tot 21.30 Hockey training 22.00 tot 22.30 Zangles Woensdag: Tijd: Taak: 11.30 tot 12.15 Spetterpret 13.00 tot 15.30 Spetterpret externe locatie 16.00 tot 18.00 Begeleiden van Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.00 tot 19.30 Avond eten 19.30 tot 22.00 Leren Mensbio 1 Donderdag: Tijd: Taak: 09.00 tot 12.00 Stage fysiotherapie externe locatie 12.00 tot 13.00 Reistijd 13.00 tot 13.30 Lunch 13.30 tot 15.00 Inwerk verslag 15.00 tot 16.00 Stage werkplan
Vrijdag: Tijd: Taak: 10.00 tot 13.00 Thuis werken 13.00 tot 14.00 Reistijd 14.00 tot 15.00 Verdiepende opdracht 15.30 tot 17.30 Begeleiden Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.30 tot 21.00 Hockey
Week 2 t/m 9: Taken die moeten gebeuren:
- Verdiepende opdracht Maandag: Tijd: Taak: 11.00 tot 12.00 uur Begeleiden COPD groep 12.00 tot 12.30 uur Lunch 12.30 tot 14.30 Verdiepende opdracht 14.30 tot 16.10 Spetterpret 16.10 tot 17.10 Reistijd 17.10 tot 18.00 Ontspannen 18.00 tot 19.00 Avond eten 19.30 tot 22.00 Leren Mensbio 1 Dinsdag: Tijd: Taak: 10.00 tot 13.00 Begeleiden Hydro groep 13.00 tot 13.30 Lunch 13.30 tot 15.30 Voorbereiden Fitkids en Slimkidz 15.30 tot 16.00 Overleg Arma 16.00 tot 18.00 Begeleiden Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.30 tot 21.30 Ontspanning 22.00 tot 22.30 Zangles Woensdag: Tijd: Taak: 11.30 tot 12.15 Spetterpret 13.00 tot 15.30 Spetterpret externe locatie 16.00 tot 18.00 Begeleiden van Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.00 tot 19.30 Avond eten 19.30 tot 22.00 Leren Mensbio 1 Donderdag: Tijd: Taak: 09.00 tot 12.00 Stage fysiotherapie externe locatie 12.00 tot 13.00 Reistijd 13.00 tot 13.30 Lunch 13.30 tot 16.00 Verdiepende opdracht 16.00 tot 19.00 Ontspannen/ avond eten 19.00 tot 20.00 Voorbereiden training 20.30 tot 22.00 Hockey training geven
Vrijdag: Tijd: Taak: 10.00 tot 13.00 Thuis werken 13.00 tot 14.00 Reistijd 14.00 tot 15.00 Verdiepende opdracht 15.30 tot 17.30 Begeleiden Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.30 tot 21.00 Hockey
Week 10 Taken:
- Verdiepende opdracht - Tussentijdse beoordeling 4 uur
Maandag: Tijd: Taak: 11.00 tot 12.00 uur Begeleiden COPD groep 12.00 tot 12.30 uur Lunch 12.30 tot 14.30 Verdiepende opdracht 14.30 tot 16.10 Spetterpret 16.10 tot 17.10 Reistijd 17.10 tot 18.00 Ontspannen 18.00 tot 19.00 Avond eten Dinsdag: Tijd: Taak: 10.00 tot 13.00 Begeleiden Hydro groep 13.00 tot 13.30 Lunch 13.30 tot 15.30 Voorbereiden Fitkids en Slimkidz 15.30 tot 16.00 Overleg Arma 16.00 tot 18.00 Begeleiden Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.30 tot 21.30 Tussentijdse beoordeling 22.00 tot 22.30 Zangles Woensdag: Tijd: Taak: 11.30 tot 12.15 Spetterpret 13.00 tot 15.30 Spetterpret externe locatie 16.00 tot 18.00 Begeleiden van Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd 19.00 tot 19.30 Avond eten 19.30 tot 22.00 Tussentijdse beoordeling Donderdag: Tijd: Taak: 09.00 tot 12.00 Stage fysiotherapie externe locatie 12.00 tot 13.00 Reistijd 13.00 tot 13.30 Lunch 13.00 tot 14.30 Tussentijdse beoordeling 15.00 tot 16.00 Pre departure bijeenkomst minor Portugal 16.00 tot 18.00 Voorbereiden training 20.30 tot 22.00 Hockey training geven Vrijdag: Tijd: Taak: 10.00 tot 13.00 Thuis werken 13.00 tot 14.00 Reistijd 14.00 tot 15.00 Verdiepende opdracht 15.30 tot 17.30 Begeleiden Fitkids en Slimkidz 18.00 tot 19.00 Reistijd
Bijlage 5: Lesvoorbereiding Fitkids Lesvoorbereidingsformulier
Naam student: Addy Cramer Naam begeleider:
Instelling: Fysiotherapie Santwee
Datum: Tijd: 16.00 uur Aantal personen: 8 kinderen
Hoofddoelstelling: in termen van het beïnvloeden van bewegingsgedrag
Aan het einde van het beweeg uur hebben de kinderen een leuk spel gespeeld wat ze nog niet eerder gespeeld hebben, dit bleek doordat ze het spel nog een keer willen spelen.
Beginsituatie: Voor de relevante dimensies concreet ingevuld
Sensomotorisch: De kinderen kunnen een stok of een knots vasthouden.
Conditioneel/structureel: De kinderen zijn in staat om 60 minuten te spelen.
Cognitief: De kinderen weten nog niks over het nieuwe spel, dit moeten ze dus nog leren.
Sociaal emotioneel: de kinderen kunnen goed met elkaar overweg maar kunnen niet goed samenspelen.
Doelstelling: Voor de relevante dimensies – in relatie tot de beginsituatie – zo concreet mogelijk ingevuld in toetsbaar gedrag
Sensomotorisch: De kinderen kunnen met de stok of de knots de bal of de schijf naar elkaar overspelen en aannemen.
Conditioneel/structureel: De kinderen kunnen gericht de bal of de schijf naar elkaar overspelen.
Cognitief: De kinderen hebben aan het einde van het spel kennis over de spelregels.
Sociaal emotioneel: de kinderen kunnen aan het eind van de training op een respectvolle manier met elkaar omgaan en waarbij iedereen als gelijke wordt aangemerkt
Fasering in tijd:
-‐ inleiding
-‐ kern
-‐ afsluiting
Onderwijsleerstof: inhoudelijk beschreven en methodisch opgebouwd
Warming-‐up
10 minuten
Kern:
40 minuten
Als warming up gaan de kinderen 6 minuten lang rennen. Daarna kunnen ze nog even wat drinken.
Na de warming-‐up wordt er een kind aangewezen die het eind spel mag bedenken.
Het spel heet stok hockey en het wordt met twee teams gespeeld. De kinderen krijgen elk een stok in hun handen. De stok mogen ze vasthouden zoals ze willen, er is geen goed of fout.
Er wordt gespeeld met een schijf met een gat in het midden. De stok gaat dan in het midden van de schijf en door met de stok te schuiven kunnen de kinderen de schijf naar elkaar overspelen.
Het veld is groot, en er zijn twee steps op lage stand gezet waar de schijf onderdoor geschoven moet worden.
Spelregels:
- Voordat ze mogen scoren, moeten de kinderen eerst 3x hebben overgespeeld, alleen aanraken telt niet.
- Om te scoren moet de schijf onder de step door gaan. - Er is geen uit, behalve als de schijf tussen de apparaten
verdwijnt of achter de doellijn. De tegenstander van het team dat de schijf het laatst raakte mag de schijf nemen.
- Als de schijf verstrengeld raakt in twee of meer verschillende stokken wordt de schijf in het midden van het speelveld gelegd en moeten beide teams zich opstellen achter de doellijn (niet letterlijk achter het doel). Op het startteken mogen beide teams naar de schijf toe rennen. Wie als eerste zijn stok door het gat heeft, mag de schijf meenemen. Op deze manier wordt ook het spel gestart!
Cooling-‐down
15 minuten
De Cooling-‐down wordt door het kind uitgelegd dat tijdens de warming-‐up de beurt kreeg om een afsluitend spel te bedenken.
Te verwachten fouten in het onderwijsleerproces:
concreet benoemen naar wezenlijke kenmerken
Didactische werkvormen: duidelijk aangeven hoe te handelen m.b.t.
de aanpak van de organisatie
het in beweging zetten,
de controle, correctie methodische hulp
Warming-‐up/Kern
De kinderen begrijpen de opdracht niet.
Doordat de opdracht moeilijk is voeren zij hem niet goed uit.
Wat te doen:
De opdracht nog een keer
Instructievorm
Voorafgaand aan de training leggen we uit wat we gedurende de training gaan doen. Dit houdt in praatje, plaatje, daadje.
Opdrachtvorm
Wanneer de opdracht is uitgelegd mogen de jongens hun positie innemen en mogen zij beginnen met de opdracht.
uitleggen en eventueel aanpassen.
Vragen hoe zij hem zelf uitvoeren in een wedstrijd en daarop inspelen om te verbeteren.
De aanpassing zou kunnen zijn in uitvoering of in materiaal. Het materiaal zou van stokken naar knotsen en een bal kunnen gaan.
Observatievorm
Tijdens het uitvoeren van de activiteit worden de kinderen gemotiveerd om te blijven rennen, ook als ze bijna niet meer kunnenn.
Evaluatievorm
Hoe is de training verlopen, vonden de kinderen het leuk, zijn de opdrachten goed gegaan, wat kunnen we verbeteren voor de volgende training?
Nogmaals complimenteren.
Organisatie:
de gekozen werkorganisaties tekenen voor onderwijsleermiddelen, leerlingen en leerkracht
Materiaallijst:
per lesonderdeel aangeven aard en aantal van de onderwijsleermiddelen
Evaluatie door lesgever: kritisch terugblikken op de gegeven les naar:
doelstellingen – vastgestelde beginsituatie Wat ging wel/niet goed en waarom?
inhoud van de les Hoe te handelen volgende keer?
Evaluatie door mentor/docent: rekening houdend met de beoordelingspunten en leerdoelen voor de student
Advies aan de student: waaraan aandacht besteden de volgende keer
Eindoordeel Handtekening
Bijlage 6: Reflecties middels STARR methode
Situatie 1: FitKids les geven, met het thema Pietengym. In het programma zat een oefening met de koprol. Arma en Karlieke hadden de variaties bedacht. Taak: Lesgeven van de koprol. Actie: Kinderen vonden de oefening te makkelijk en gingen rondkijken. Resultaat: Arma en Karlieke namen mijn les over met variaties. Reflectie: Ik had iets minder moeten afwachten en meer initiatief mogen tonen zodra ik merkte dat de kinderen ander gedrag gingen vertonen. Situatie 2: Fitkids les geven met als doel de kracht verbeteren van de armen. Taak: Uitleg geven van de oefening Actie: Terwijl er nog kinderen bezig waren met de vorige oefening, begon ik alvast met uitleggen een nieuwe oefening aan de kinderen die al klaar waren. Resultaat: Kinderen die nog bezig waren met de vorige oefening hebben de uitleg van de nieuwe oefening gemist, waardoor ik opnieuw moest uitleggen. Reflectie: Volgende keer laat ik de kinderen die eerder klaar waren even wachten op de andere kinderen, zodat niemand de uitleg mist. Situatie 3: Slimkidz les geven. Ik had bedacht om les te geven in circuit vorm zodat de jongens even individueel aan de slag konden gaan. Taak: Kinderen helpen met de uitvoering van de oefening. Actie: Als ik een kind hielp met de uitvoering, deed de rest van de groep gelijk niks meer. Hierdoor was controle op de groepsactiviteit erg laag. Resultaat: Dat de kinderen andere dingen gingen doen als ik een kind aan het helpen was. Reflectie: Ik zal niet meer zo snel voor een groep kinderen dat moet afvallen voor een circuit vorm kiezen omdat de controle op de groep erg laag is.
Bijlage 7: verdiepende opdracht
Beweegprogramma Slimkidz
Een meting in effectiviteit
Addy Cramer Sport en Bewegen cohort 2011/2012
Beweegprogramma Slimkidz
Een meting in effectiviteit
Naam: Addy Cramer
Studentnummer: 511247
Stage plaats: Fysiotherapie Santwee, Haarlem
Datum voltooiing: 19-01-2014
Periode: 02-09-2013 tot 25-01-2014
Stagebegeleider: Marije Hoogduin
Docentbegeleider: Leonie te Loo
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2
1. Reflectie per taakgebied 4
1.1. Onderzoek, advies en ontwikkeling van programma’s 4
1.1.1. competentie 1: Onderzoeken. 5
1.1.2. Competentie 3: Ontwikkelen 7
1.2. Uitvoeren en begeleiden 9
1.2.1. Competentie 4: Uitvoeren 10
1.3. Managen en ondernemen 12
1.3.1. Competentie 7: Managen en Ondernemen 13
1.4. Professionaliseren en innoveren 15
1.4.1. Competentie 8: Professionaliseren 16
2. Andere werkzaamheden 20
3. Nieuwe initiatieven 20
4. Vergaderingen 20
5. Samenwerking 20
Bijlagen 21
Bijlage 1. Slimkidz Enquête 21
Bijlage 2. Project format 24
Bijlage 3: Slimkidz Programma 30
Bijlage 4: Planning 32
Bijlage 5: verdiepende opdracht 37
Samenvatting 48
1 Inleiding 49
2 Methode 50
2.1 Doelgroep omschrijving 50
2.2 Procedure 50
2.2.1 Deskresearch 50
2.2.2 Analyse 50
2.3 Materiaal 51
3 Resultaten 52
3.1 Resultaten deskresearch 52
3.1.1 Oorzaken en gevolgen Obesitas 52
3.1.2 Slimkidz opgesteld door fysiotherapeuten 52
3.1.3 Slimkidz opgesteld door Sport en Beweeg professional 53
3.1.4 Trainingsprincipes om gewicht te verliezen 53
3.2 Resultaten Analyse 55
3.2.1 Resultaten Slimkidz opgesteld door fysiotherapeuten 55
3.2.2 Resultaten Slimkidz opgesteld door Sport en Beweeg professional 56
5 Conclusie 57
6 Discussie 58
7 Aanbevelingen 60
Bijlagen 61
Bronnen 66
Samenvatting
Uit onderzoek over leefstijl, preventief onderzoek en persoonskenmerken van het Centraal Bureau van Statistiek is gebleken dat 12,4 procent van de kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar overgewicht heeft, waarvan drie procent in ernstige mate. (www.cbs.nl) Om obesitas bij kinderen tegen te gaan is het Slimkidz programma ontwikkeld. Het Slimkidz programma is ontwikkeld door fysiotherapeuten van Fysiotherapie Santwee, maar een Sport en Beweegprofessional heeft wat aanpassingen in het programma aangebracht waardoor er de vraag ontstond: Welk programma is effectiever? Om te onderzoeken welk beweegprogramma effectiever is, is er gekeken naar de verschillende trainingsprincipes dat uit wetenschappelijk onderzoek is bewezen het beste te werken bij de preventie en behandeling van obesitas. Daarnaast zijn ook de behaalde resultaten van elk beweegprogramma onderzocht en zijn deze met elkaar vergeleken. Aan de hand van deze resultaten is er geconcludeerd dat het beweegprogramma dat opgesteld is door een Sport en Beweegprofessional effectiever is dan het beweegprogramma dat is opgesteld door een fysiotherapeut.
1 Inleiding Uit onderzoek over leefstijl, preventief onderzoek en persoonskenmerken van het Centraal Bureau van Statistiek is gebleken dat 12,4 procent van de kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar overgewicht heeft, waarvan drie procent in ernstige mate. (www.cbs.nl) Om obesitas bij kinderen tegen te gaan is het Slimkidz programma ontwikkeld. Het Slimkidz programma is ontwikkeld door fysiotherapeuten van Fysiotherapie Santwee, maar een Sport en Beweegprofessional heeft wat aanpassingen in het programma aangebracht waardoor er de vraag ontstond: Welk programma is effectiever? In dit verslag wordt de effectiviteit gemeten en vergeleken van twee verschillende beweegprogramma’s die er voor moeten zorgen dat het BMI bij kinderen met overgewicht daalt. Een beweegprogramma is opgesteld door fysiotherapeuten en de ander door een Sport en Beweegprofessional. Maar welke van de twee heeft het meeste effect als het gaat om een verlaging van het BMI bij kinderen met overgewicht? Om te onderzoeken welk beweegprogramma effectiever is, is er gekeken naar de verschillende trainingsprincipes dat uit wetenschappelijk onderzoek is bewezen het beste te werken bij de preventie en behandeling van obesitas. Daarnaast zijn ook de behaalde resultaten van elk beweegprogramma onderzocht en daarna zijn deze met elkaar vergeleken. Aan het einde van het onderzoek is er een advies geschreven voor Fysiotherapie Santwee om de effectiviteit van het programma te behouden of te verbeteren.
2 Methode
2.1 Doelgroep omschrijving De Slimkidz groep bestaat uit zeven jongens met overgewicht in de leeftijd categorie van tien tot twaalf jaar. De jongens wonen in de omgeving van Schalwijk, Haarlem. Geen van de kinderen voldoen aan de richtlijnen van de NNGB en hebben over het algemeen een vrij inactieve leefstijl. Slechts 28 procent van de jongens sport naast het beweegprogramma. Het programma is op dinsdag 25 juni 2013 begonnen.
Algemene gegevens:
Gemiddelde leeftijd: Elf jaar.
Gemiddelde lengte: 1.56 meter.
Gemiddeld gewicht: 56 kilo.
Gemiddeld BMI: 23
2.2 Procedure
2.2.1 Deskresearch Door middel van deskresearch over de oorzaken van obesitas en onderzoek naar verschillende trainingsprincipes is er gekeken naar de wijze waarop het Slimkidz programma is opgebouwd. Uit het boek van Sport-‐ en Inspanningsfysiologie van J.H. Willmore, D.L. Costill en W.L. Kenney (2009) is informatie verkregen over de oorzaken en gevolgen van obesitas. De exacte uitleg over de vraag wat obesitas precies is, is via een internet bron verkregen.
2.2.2 Analyse Aan de hand van de deskresearch kan er een analyse van het Slimkidz programma worden gemaakt. Tijdens de analyse wordt er gekeken naar het gebruikte trainingsprincipe, de manier waarop het programma aan de kinderen wordt aangeboden en wat het resultaat is van die gebruikte methode. De resultaten komen tot stand door de lengte en het gewicht van de kinderen te noteren, waarna het gemiddelde BMI berekend kan worden. Als het BMI daalt is er sprake van een effectief beweegprogramma. Om een goede analyse te kunnen maken, moeten de volgende vragen beantwoord worden:
- Wat zijn tot 1 oktober de resultaten geweest van het programma dat opgesteld is door fysiotherapeuten?
- Wat zijn tot 7 januari de resultaten geweest van het programma dat opgesteld is door een Sport en Bewegen Professional?
- In welke mate voldoen beide schema’s aan de trainingsprincipes om bij kinderen met overgewicht te zorgen voor optimaal gewichtsverlies?
2.3 Materiaal Benodigdheden voor het uitvoeren van dit onderzoek:
- Computer voor het opzoeken van bronnen en wetenschappelijke artikelen; - Het boek Sport-‐ en Inspanningsfysiologie van J.H. Willmore, D.L. Costill en W.L.
Kenney (2009) - Weegschaal; - Rolmaat om de lengte van de kinderen te meten; - Rekenmachine om het BMI te berekenen.
3 Resultaten
3.1 Resultaten deskresearch
3.1.1 Oorzaken en gevolgen Obesitas Volgens het Centrum voor Obesitas Nederland wordt obesitas veroorzaakt door een te veel aan energie en een te kort aan lichaamsbeweging. Dit zou een oorzaak kunnen zijn van verkeerde eetgewoonten, een verstoord honger gevoel, psychische oorzaken, erfelijke factoren of verstoring van de stofwisseling. Het Centrum voor Obesitas Nederland geeft de volgende gevolgen van obesitas:
-‐ Verhoogde kans op diabetes -‐ Hypertensie -‐ Verhoogde kans op hart-‐ en vaatziekten -‐ Verhoogde kans op kanker
Daarnaast zijn er ook andere gevolgen van obesitas zoals vermoeidheid, slaapstoornissen, lage rugpijn, artrose en kortademigheid. Vermindering van het overgewicht kan er toe leiden dat de klachten en kansen op verschillende ziekten afnemen, wat de kwaliteit van leven verbeterd. Doordat obesitas veroorzaakt wordt door inname van te veel energie en te weinig verbruik van energie, kun je obesitas verhelpen door een energie schuld te laten op treden in plaats van een te veel aan energie. Dit houdt in dat de patiënt meer moet gaan bewegen en minder moet gaan sporten.
3.1.2 Slimkidz opgesteld door fysiotherapeuten In de zaal staat een groot whiteboard met tien verschillende kracht of conditie oefeningen zoals: squats, roeien, opdrukken, touwtje springen, planken, sit-‐ups, op de loopband, op de crosstrainer of met een medicine bal overgooien. Als de kinderen een oefening gedaan hebben kunnen ze de activiteit afkruisen. Het bord geeft houvast voor de kinderen zodat ze precies kunnen zien wat er al gedaan is en wat ze nog moeten doen. In Bijlage 1 staat een voorbeeld van hoe het whiteboard er na zestig minuten uitziet. Sommige kinderen houden zich erg strak aan de planning van het bord en volgen de instructies nauwkeurig. Andere kinderen nemen de planning niet zo nauw waardoor ze ruim binnen het uur klaar zijn. Er zijn ook kinderen die hun tijd verdoen omdat ze staan te kletsen en die na een uur maar vier oefeningen volledig hebben uitgevoerd. In Bijlage 1 staat een voorbeeld van het whiteboard. Er valt bij deze methode weinig controle uit te oefenen op de kinderen. Als de fysiotherapeut een kind wil aanspreken op zijn houding, of uitleg wil geven over een oefening die voor het kind nog onbekend is, kan een ander kind ondertussen staan lanterfanten en net doen alsof het bezig is.
Om de vooruitgang van de kinderen bij te houden worden de kinderen wekelijks gewogen en gemeten. Met behulp van deze gegevens wordt het BMI berekend. Het programma wordt een keer in de week, zestig minuten aangeboden. De kinderen worden tijdens het uitvoeren van het programma begeleidt door twee fysiotherapeuten, een diëtiste en eventueel een kinderpsycholoog.
3.1.3 Slimkidz opgesteld door Sport en Beweeg professional De Slimkidz lessen die zijn opgesteld door een Sport en Beweeg professional zijn in de vorm van een bootcamp. Dit zorgt er voor dat de kinderen gezamenlijk en tegelijk de oefeningen uitvoeren in plaats van individueel. De les begint standaard met de zes minuten ren test. Op deze manier wordt de conditie van de kinderen bijgehouden en kan de vooruitgang van de kinderen goed bijgehouden worden. Deze zes minuten is de enige cardio oefening die opgenomen is in het schema. Naast de zes minuten ren test, krijgen de kinderen te maken met verschillende anaerobe oefeningen zoals verschillende spring vormen die ze een bepaalde tijd vol moeten houden. Na het rennen en het springen krijgen de kinderen kracht training waarbij voornamelijk gebruik gemaakt wordt van het eigen lichaam gewicht. Dit heeft te maken met de groep grootte en het gebrek aan voldoende fitness materiaal. In het programma zit ook tussendoor twee minuten rennen en de zonnegroet om de kinderen weer even op adem te laten komen van de inspanning die ze daarvoor verricht hebben. In bijlage 2 staat een voorbeeld van een Slimkidz schema dat is opgesteld door een Sport en Beweeg professional. Dit beweegprogramma is gedurende de tien weken in opzet gelijk gebleven, de oefeningen wisselden van week tot week.
3.1.4 Trainingsprincipes om gewicht te verliezen Om de effectiviteit van een beweegprogramma dat gericht is op het verliezen van gewicht te verbeteren is het handig om kennis over de meest gebruikte methoden te hebben. Zonder deze kennis bestaat er een kans dat de verwachte resultaten niet behaald worden. De schrijvers van het boek Inspannings-‐ en Sportfysiologie J.H. Willmore, D.L. Costill en W.L. Kenney,(2009) hebben het belang onderzocht van krachttraining en anaerobe training om gewicht te verliezen. Uit het onderzoek is gebleken dat door krachttraining en door anaerobe training het lichaamsgewicht en de vetmassa afnemen, terwijl de vetvrije massa toeneemt. Volgens diezelfde schrijvers zijn pogingen om af te vallen veel succesvoller als men slechts 0,45 tot 0,9 kilogram per week afvalt en als een dieet gecombineerd wordt met matige inspanning (300 tot 500 kcal per dag). Deze combinatie minimaliseert het verlies van vetvrije massa en maximaliseert het verlies aan vetmassa. Daarnaast is het ook belangrijk rekening te houden met de frequentie van de beweegactiviteit. Onderzoek naar de frequentie laat zien dat drie tot vijf dagen per week trainen optimaal is. De inspanning zal in het begin beperkt moeten worden tot drie of
vier dagen per week en moet alleen worden opgevoerd naar vijf keer of meer als de activiteiten lichamelijk goed getolereerd worden en leuk worden gevonden. (J.H. Willmore, D.L. Costill en W.L. Kenney,2009)
3.2 Resultaten Analyse
3.2.1 Resultaten Slimkidz opgesteld door fysiotherapeuten Op dit moment wordt er nog geen gebruik gemaakt van een duidelijk trainingsprincipe. Dit zou het gevolg kunnen zijn door het ontbreken van een duidelijk trainingsschema. De oefeningen worden ter plaatse bedacht en op het bord genoteerd, de frequentie en de intensiteit van de oefeningen veranderd niet. Daarnaast worden de oefeningen op een whiteboard genoteerd, waardoor de kinderen zelf de vrijheid hebben om hun uur in te delen. De oefeningen worden dan ook individueel uitgevoerd. Op het whiteboard staan cardio-‐ en kracht oefeningen. Doordat de kinderen zelf de vrijheid hebben om de volgorde van de oefeningen te bepalen is er geen op-‐ en afbouw in bewegingsintensiteit. Wel staan er kracht oefeningen en cardio oefeningen op het whiteboard. De krachtoefeningen zorgen voor een verminderde vetmassa en vergroten de vetvrije massa, maar de kortdurende aerobe oefeningen zullen volgens J.H. Willmore, D.L. Costill en W.L. Kenney (2009) voor weinig resultaat zorgen. Volgens hun zorgt namelijk de combinatie van krachttraining en anaerobe inspanning voor vermindering van vetmassa en vergroting van de vetvrije massa. Op 1 september 2013 zijn de kinderen opnieuw gemeten. De gegevens van deze meting zijn als volgt: Gemiddeld gewicht: 56 kilo Gemiddelde lengte: 1.56 meter Gemiddeld BMI: 23 Het BMI is hetzelfde als bij de begin meting.
3.2.2 Resultaten Slimkidz opgesteld door Sport en Beweeg professional Het programma dat is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional volgt zo veel mogelijk de trainingsprincipes om gewicht te verliezen. Er is voornamelijk gebruik gemaakt van krachttraining en anaerobe inspanning, dat goed overeenkomt met het principe dat door J.H. WIllmore, D.L.Costill en W.L. Kenney (2009) beschreven wordt. Doordat het programma maar een keer in de week aangeboden wordt, sporten de kinderen minder dan ze eigenlijk zouden moeten als het gaat om gewichtsverlies. Tien weken na het volgen van het nieuwe beweegprogramma dat is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional, zijn de kinderen opnieuw gemeten. Tijdens deze meting is uit gegaan van de vooruitgang in conditie, een meting van het gewicht en de lengte, en een berekening van het BMI. De begin meting voor deze groep vond plaats op 1 september 2013. De resultaten van deze meting zijn de resultaten van het beweegprogramma dat is opgesteld door fysiotherapeuten. De training begint altijd met de zes minuten ren test. Taan het begin van het nieuwe programma liepen de kinderen gemiddeld 680 meter in zes minuten. Na tien weken van het nieuwe programma liepen ze gemiddeld 836 meter in zes minuten. Dit betekend dat de conditie van de kinderen met 19 procent is verbeterd. Op 7 januari 2013 zijn de kinderen opnieuw gemeten. De gegevens van deze meting zijn als volgt: Gemiddeld gewicht: 56 kilo Gemiddelde lengte: 1.57 meter Gemiddeld BMI: 22.7 Hiermee is het BMI met twee procent verminderd in vergelijking met de begin meting.
5 Conclusie In dit rapport zijn de effecten onderzocht van een beweegprogramma dat is ontwikkeld voor kinderen met overgewicht. Bij het onderzoek zijn twee verschillende beweegprogramma’s betrokken, een daarvan is opgesteld door fysiotherapeuten en de ander is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional. Bij het onderzoek ging het voornamelijk om de vraag of het beweegprogramma van een Sport en Beweegprofessional effectiever is dan het beweegprogramma dat is opgesteld door een fysiotherapeut. Het beweegprogramma is pas effectief gevonden als er een vermindering is in het BMI. Aan het begin van de meting van het beweegprogramma dat is opgesteld door fysiotherapeuten was het gemiddelde BMI van de kinderen 23, aan het einde van het beweegprogramma was er geen verandering in het BMI bij de kinderen. Dit betekend dat het programma weinig effect heeft op het gewicht verlies bij kinderen met overgewicht. Aan het begin van de meting van het beweegprogramma dat is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional liepen de kinderen tijdens de zes minuten ren test gemiddeld 680 meter. Aan het eind van het beweegprogramma liepen ze 836 meter in zes minuten. Dit is een verbetering van 19 procent. Daarnaast hadden de kinderen aan het begin van het programma een gemiddeld BMI van 23, aan het eind van het beweegprogramma hadden ze een gemiddeld BMI van 22.7 het BMI is met twee procent gedaald. In het beweegprogramma dat is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional is verbetering van de conditie en een afname in het BMI. Aan de hand van deze resultaten valt te concluderen dat het beweegprogramma dat opgesteld is door een Sport en Beweegprofessional effectiever is dan het beweegprogramma dat is opgesteld door een fysiotherapeut.
6 Discussie
In dit rapport zijn de effecten onderzocht van een beweegprogramma dat is opgesteld door fysiotherapeuten en een beweegprogramma dat is opgesteld door een Sport en Beweeg professional voor kinderen met overgewicht.
Er is van beide beweegprogramma’s gekeken naar de behaalde resultaten en in welke mate de programma’s voldoen aan wetenschappelijke onderbouwing voor optimaal resultaat.
Er wordt over het algemeen gezegd dat een Sport en Beweegprofessional veel weet over trainingsmethoden, -principes en van bewegen.
Een fysiotherapeut heeft daarentegen meer kennis van het beweegapparaat dan van trainingsprincipes en –methoden.
De verwachting was dat het schema van een Sport en Beweegprofessional effectiever zou zijn dan die van een fysiotherapeut.
De resultaten die behaald zijn met het programma dat is opgesteld door een fysiotherapeut zijn gedurende het programma gelijk gebleven.
Het programma dat is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional heeft meer resultaat geboekt. Het BMI is verminderd en de conditie van de kinderen is vooruit gegaan.
De resultaten die uit dit onderzoek behaald zijn, geven aan dat de verwachting klopt. Het beweegprogramma van een Sport en Beweegprofessional is effectiever gebleken dan die van een fysiotherapeut.
De behaalde resultaten van het programma dat is opgesteld door een Sport en Beweegprofessional zijn helaas niet zo groot als aanvankelijk gehoopt. Er was wel gehoopt op een verbetering, maar de hoop was dat het BMI met 5% verminderd zou zijn na tien weken van het programma.
Het kan komen doordat het Slimkidz programma maar een keer in de week gehouden wordt, terwijl J.H. Willmore, D.L. Costill en W.L. Kenney(2009) aanraadden om minstens twee keer in de week te sporten.
De deelnemers waren ook maar met een kleine groep, sommige deelnemers zijn ook later in het programma ingestroomd. Daardoor zijn ook de resultaten minder dan verwacht.
De sterke kanten van het onderzoek zijn dat er rekening is gehouden met de wensen van de doelgroep en van de opdrachtgever: een vermindering van het BMI. Om dat te berekenen zijn ook de gegevens tijdig genoteerd en op hetzelfde moment van de dag gemeten. Soms hadden de kinderen vlak voor de gewicht meting gedronken waardoor een kind zwaarder leek dan de week daarvoor. Daarom is er gekeken naar het begin en het eind gewicht meer dan alle gewichten die daar tussenin zaten.
Er is echter wel vervolgonderzoek nodig als er gekeken wordt naar de behaalde resultaten. Deze aanbevelingen worden in het volgende hoofdstuk beschreven.
7 Aanbevelingen
Het wordt Fysiotherapie Santwee aangeraden om met het beweegprogramma van een Sport en Beweegprofessional door te gaan.
Er zal echter wel onderzoek gedaan moeten worden naar de mogelijkheid om het programma twee keer in de week aan te bieden, zodat de kinderen sneller afvallen. Dit kan in overleg met Pre Sport die ook gebruik maakt van de fitness ruimte.
Als het niet mogelijk is om het Slimkidz programma twee keer in de week aan te bieden, is het verstandig de kinderen die aan het programma mee doen, actiever te motiveren om naast het Slimkidz uur ook te gaan sporten. Dit kan door er strenger op toe te zien dat de kinderen bij het intake gesprek al op de hoogte zijn dat ze geacht worden naast het programma te sporten. Als ze al op aan sport doen bij een vereniging is er natuurlijk niks aan de hand, maar als een kind nog niet is aangesloten bij een vereniging dan kan er de eis gesteld worden dat het kind binnen een maand zich bij een sportvereniging aan gaat melden. Als dit na een maand nog niet gebeurd is, kan er voor gekozen worden voor dit kind het programma stop te zetten.
Bijlagen Inhoudsopgave BIJLAGE 1. WHITEBOARD SLIMKIDZ VOORBEELD 16 BIJLAGE 2. TRAININSSCHEMA SLIMKIDZ 17
Bijlage 1. Whiteboard Slimkidz voorbeeld
Activiteit: Rajen Reda Selem Richard 3 x 15 push-‐ups
3 x 15 squats
3 x 1 minuut touwtje springen
10 minuten loopband
3 x 15 seconden planken
10 minuten roeien
3 x 15 sit ups
3 x 1 minuut medicine bal overgooien
10 minuten crosstrainer
Speedladder
Bijlage 2. Trainingsschema Slimkidz
Slimkidz van 17.00 – 18.00 uur
Start warming-up : 6 minuten ren test
4 minuten tabata timer (kracht beenspieren)
-‐ squat breed -‐ lunge links -‐ lunge rechts -‐ squat smal -‐ squat breed -‐ lunge links -‐ lunge rechts -‐ squat smal
2 minuten hardlopen/joggen
4 minuten tabata timer (conditie)
-‐ jumping jacks -‐ jumping scissors -‐ mummie kicks -‐ hoge schaatssprong -‐ jumping jacks -‐ jumping scissors -‐ mummie kicks -‐ hoge schaatssprong
2 minuten zonnegroet
2 minuten hardlopen/joggen
4 minuten tabatta timer (armspieren, buik + rug)
-‐ planken -‐ opdrukken -‐ ski sprongen (schuine buikspieren) -‐ vloer sprints -‐ planken
-‐ opdrukken -‐ schuine buikspieren in zit -‐ rechte buikspieren
2 minuten hardlopen/joggen
Level 1 drills (5 stuks)
3x1 minuut touwtje springen
Speedladder
-‐ hinkelen links -‐ hinkelen rechts -‐ springen -‐ spreid sprong -‐ knie heffen -‐ hakken billen -‐ 2 voor – 1 achter, 2 voor -1 achter -‐ slalom sprong
Rekken en strekken
Tabata timer:
20 seconden inspanning, 10 seconden rust, set van 8.
Bronnen Centraal Bureau voor Statistiek (2013), leefstijl, preventief onderzoek en persoonskenmerken.
Geraadpleegd op http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81177NED&D1=14%2c26%2c39-‐43&D2=0-‐5%2c33-‐38&D3=0&D4=l&HDR=G3%2cG2%2cT&STB=G1&VW=T
Centrum voor Obesitas Nederland, oorzaken overgewicht.
Geraadpleegd op http://www.centrumvoorobesitasnederland.nl/overgewicht/oorzaken-‐overgewicht/
Wilmore, J.H., Costill, D.L., Kenney, W.L (2009), Inspannings-‐ en sportfysiologie (pp 432, 498, 503, 547), Maarssen: Elsevier gezondheidszorg