FRIESCHE EIGENNAMEN.

44
EEN EN ANDEE OVER FRIESCHE EIGENNAMEN. DOOK JOHAN WINKLER. (Vervolg van Dl. XIII, bl. 343.) »

Transcript of FRIESCHE EIGENNAMEN.

Page 1: FRIESCHE EIGENNAMEN.

E E N E N A N D E E

OVER

F R I E S C H E EIGENNAMEN.

DOOK

JOHAN WINKLER.

(Vervolg van Dl. X I I I , bl. 343.)

»

Page 2: FRIESCHE EIGENNAMEN.
Page 3: FRIESCHE EIGENNAMEN.

BEN EN ANDER OVER FRIESCHE EIGENNAMEN.

„Es geht eben den Eigennamen wie „den Büchern: häbent sita fata"

I I I .

83. Streng en strikt genomen, formen de namen op •sma en sema eindigende, en die ik thans hier nader be­spreken wil, geen afzonderlike groep van geslachtsnamen. E i g e n l i k maken ze slechts 'n afdeeling uit van de ge­slachtsnamen op ma uitgaande, want o o r s p r o n k e l i k behoort de s van sma en sema n i e t by dit achtervoech­sel, maar by den voorafgaanden wortel of stam van den geslachtsnaam; terwijl 't dan overschietende ma, erna vol­strekt niets anders is als 't achtervoechsel ma, {erna ama, oma), dat reeds hier voren in § 67 besproken is! De geslachtsnamen Halbertsma en Geertsema b. v. , be­staan eigenlik . niet uit de lettergrepen Halhert en 'sma , Geert en sema, zoo als gewoonlik aangenomen wordt, maar uit Ualberts en ma, uit Geerts en erna,- of nog na­der uit Halbert, s en ma, uit Geert, s en erna. Want die s, ingeschoven tusschen den stam van den geslachts­naam en 't achtervoechsel ma of erna, is werkelik niets meer of minder als de s waarmede in de nieuere neder-dmtsche en friesche tongvallen, de tweede naamval ge-tor md wordt. 8

al*1?! 'U t a a l k u n d i S oochpunt beschoud zijn deze ge-^achtsnamen dus niet onberispelik van form. Ze stam-* » * dan ook allen af uit den tijd, toen ' t gevoel voor taal-

» T - * - X l v ' 8

Page 4: FRIESCHE EIGENNAMEN.

114 EEN EN ANDKR OVER

zuiver-heit reeds sterk afnam by 't friesche volk, uit de dagen toen d' oude friesche taal haar oorspronkelike zui-verheit verloor, en door den invloed van 't nedersaksische platduitsch en van 't nederfrankische hollandsch, veran­derde en verliep. Ze zijn allen van latere dachteekening als de namen die op ma, inga en a eindigen. In de dertiende eeu voor ' t aldereerst mogen der reeds enkelen van deze namen voor den dach gekomen wezen, verre wech de meestèn stammen uit den jongsten tijd, uit 't eind der vorige en ' t begin van deze eeu.

84. D'oorsprong van de geslachtsnamen op sma en sema , is , naar myne meening , de volgende :

Ben Fries die b. v. Meine (Meinert, Meinart, Meinhart Meginhart) hiette , leefde in den tijd toen in de landstreek of in de plaats waar-i woonde, d'oude friesche taal uit­stierf, of althans haar oude, volle formen verloor. Dien ten gevolge spraken sommigen, vooral oude menschen, in Meine's dagen nog goed oudfriesch. Anderen ver­s t o n d e n natuurlik wel 't oudfriesch van hun ouders en grootouders, maar ze s p r a k e n 't niet meer onder el­kander ; daartoe bezigden zy 'n taal of 'n tongval die door d'inwerking van 't nederduitsch op 't oudfriesch ontstaan was, en die we nu nieufriesch noemen; of ook, ze spra­ken reeds veel meer nederduitsch als friesch. Dat doet er ook niet toe ! Ouden en jongen verstonden elkander in die dagen natuurlik volkomen, maar ze spraken toch verschillend (1). Als nu d' oude Meine 'n zoon had,

(1) Dit schijnt vreemder als 't wel is. Dat ouden en jongen, leden van 't zelfde volk en in de zelfde plaats wonende , verschillend spre­ken , komt overal en ten allen tyde voor. Overal wijkt altijd de spreektaal der ouden af van die der jongen , overal en altijd verloopt en verandert de taal. Ook onder ons: menschen van 60—80 jaren gebruiken sommige andere woorden, andere formen, andere zinwen­dingen , hebhen soms :n andere uitspraak , als jonge lui van 10—30 jaren. D' opmerkzame hoorder kan dit vaak bespeuren.

Page 5: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 115

die b. v. Hildubrant (Hildbrant, Hillebrand) hiette, dan zeiden à' oudere menschen over dezen jongeling sprekende : Thet is Hildubrant Meinema sunu; maar de jongelui

-zeiden: Del is Hille Meines soan. D' ouden alzoo noem­den hem Hildubrant Meinema , de jongeren Hille Meines.

Nu was die naam Hille Meines in 't dageliksche leven goed genoech en meer als voldoende. Maar als 't geval zich eens voordeed dat deze Hildbrant of Hille, by d'een of andere gelegenheit, by ' t bezegelen van 'n oorkonde, 'n koopbrief of zoo iets, of by 't aangaan eener plechtige verbindtenis. z'n naam ook s c h r y v e n moest, dan wild'-i ook 'n geslachtsnaam voeren., zoo als anderen hadden. Daar toe hing-i den uitgang ma achter z'n gewonen toenaam, achter z 'n, op nieufriesche wyze geformd patronymikon Meines (Meine's) , en maakte d'r Meinesma van. En zie daar ! de nieue geslachtsnaam kant en klaar en naar Hille's zin. Want dat er nu in Meinesma (Mein-sma) t w e e genitif-formen schuilen, hinderde 'm nie t , omdat door den invloed van 't nederduitsch, z'n ge­hoor of gevoel voor oudfriesche taalzuiverheit verloren gegaan was; omdat-i niet voelde, noch ook wist, dat 't achtervoechsel ma i n z i c h z e l v e n reeds de kracht heeft om 'n mansnaam of eenig ander woord in den tweeden naamval te plaatsen. Zoo bleef der voor Hildbrant niets anders over, wild'-i 'n typisch-frieschen geslachtsnaam voe­ren , en wild'-i tevens in dien geslachtsnaam z'n vaders naam in den tweeden naamval, z'n patronymikon , hebben, als om dézen naam Meinesma (Meines-ma, Meine-'s-ma) te formen en aan te nemen. Hij handelde hier in naar z'n beste weten en naar de mate van z'n verstand , en — • meer kan men van niemand eischen noch verwachten.

Hille Meines, die by bizondere gelegenheden z'n naam als Hildbrant Meinesma schreef, had weer 'n zoon, die JJernart of Berent hiette, en die in 't dageliksche leven natuurlik slecht-wech Beern of Bean Hilles genoemd werd.

Page 6: FRIESCHE EIGENNAMEN.

416 ÊEN EN ANDER OVER

Toen 't nu ook eens de beurt werd van Bean Hilles, om z'n naam in 'n geijkt (officieel) stuk te schryven , kwam 't hem te binnen dat z'n vader, by zoo'n gelegenheit, zich Hilbrant Meynesma geteekend had. 'T verband, dat er bestond tusschen den voornaam van z'n grootvader Meine, en den door z'n vader gevoerden geslachtsnaam Meynesma, was den jongen Berent volstrekt niet duide-l ik, omdat gedurende den tijd van Hilbrant Meines 's leven en van Bean Hilles 's jeucht, de friesche taal steeds meer en meer verloopen en verstorven was; omdat Bean Hilles geen flau vermoeden zelfs had dat 't achtervoech-sel ma oudtijds in 't friesch 'n tweede-naamvals-form uit­maakte. Zoo nam dus Bean Hilles eenvoudig dien zelfden, zelden gebruikten geslachtsnaam van z'n vader over, en s c h r e e f eich .- Berent Meinesma, of Bernard Hilbrants Meinesma; ook wel Beernaert Hilles Meynisma, of Ba­rend Hillebrands Meynesma, of Beert Hilbrens Meynesma, al naar 't uitkwam, en al naar 't viel. Want ziet, onze goede voorouders waren nu eenmaal hoochst onnau-keurig en zeer onregelmatig in 't schryven hunner namen. Dat men één en den zelfden naam, in éen en de zelfde oorkonde , op twee , drie of meer verschillende wyzen ge­speld vindt, is volstrekt geen zeldzaamheit (1). Dat komt of kwam, omdat de volle naam eenvoudig se h rij f naam was, en niet n o e m n a a m ; zie § 35. In 't dageliksche leven toch bleef Bernart Hillebrants Meynesma voor en n a , slechtwech. Bean Hilles hieten.

Bean Hilles had ook 'n zoon, die misschien koopman was, of geleerde , of iets anders, waardoor-i vaak in de noodzakelikheit kwam, om z'n vollen naam te schryven; dat is : z'n naam en z'n toenaam, z'n voornaam en z'n geslachtsnaam beiden. Ook kwam in den tijd, toen de zoon van Bean Hilles — laten we 'm maar Sjoert noe-

(1) Zie § 85 en de tweede noot by § 36.

Page 7: FRIESCHE EIGENNAMEN.

PRIESCHE EIGENNAMEN. 117

jjxen — leefde, de gewoonte meer en meer in zwang om de geslachtsnamen ook in 't dageliksche leven te gebrui­ken. Door dit veelvuldige gebïuik kromp de naam Meine-sma al spoedig in tot Meinsma, dat makkeliker was in d' uitspraak en vloeiender. Zoo hiette deze Sjoert, die misschien al anderhalve eeu leefde nà den stamvader Meine, nu voluit Sjoert Berents Meinsma, of, als-i 'n geleerde was of 'n geestelike, naar de gewoonte dier da­gen, Suffridus Bernhardi Meynsma. In allen gevalle, de toenaam Meinsma nam-i voor zich en z'n nakome­lingen als 'n vaste geslachtsnaam aan. In 1811 werd die naam voor goed in de boeken van den burgerliken stand ingeschreven, en nog heden ten dage bestaat-i on­der de Friesen.

85. D' opmerkzame navorscher zal by 't doorsnuffelen van oude, oorkonden en geschied boeken overvloedig gele-genheit hebben om waar te nemen dat ''t ontstaan der geslachtsnamen op srna, waarvan de stam of wortel 'n mansnaam is , zich werkelik zóo toegedragen heeft, als ik in dit voorbeeld van den geslachtsnaam Meinsma aange­toond heb. Daarvoor pleit ook 't voorkomen dezer namen, in oude geschriften, in den overgangsforni op isma of esma (in Oost-Friesland op ism of esna; zie § 93) , als Meynisma of Meinesma. Zoo vind ik b. v. in 'n oorkonde van 't jaar 143» (1) de hedendaachsche geslachtsnaam Sjuksma als Siukisma geschreven. De man die in dat stuk Benka Siukisma genoemd wordt, komt in 'n oor­konde van 1436 (2) als Beenka Siukesma voor, en m n oorkonde van 1442 (3) als Beenko Syuxma. Daar

(1) O o r k o n d e n d e r g e s c h i e d e n i s v a n h e t S i n t -A n t h o n n - G a s t h u i s t e L e e u w a r d e n , bl. 5.

(2) Idem , bl. 9. (3) Idem, bl. 13.

Page 8: FRIESCHE EIGENNAMEN.

118 EEN EX ANDER OVER

hebben wy dus de levendige by de dooden ! Drie formen van een en den zelfden geslachtsnaam in 'n klein bestek by elkander —• duidelik 't ontstaan van 't achter­voechsel sma uit isma en esma aantoonende, en tevens als 'n voorbeeld van d' onnaukeuricheit en onstandvasticheit onzer voorouders in ' t spellen hunner namen. Verder nog de oude formen Dylgisma in 14é3 (1); Syrkisma, heden-daachs Sierksma, in 1445 {%), in 'n andere oorkonde, van dat zelfde jaar dachteekende, als Syrksma voorko­mende (3); in 1456 (4) als Surkisma; in 1457 (5) als Siirkisma; in 'n ander stuk van dat zelfde jaar (6) als Siricxma; in 1466 (7) Zyrxsma; eindelik nog in 1532 (8) Syrckssma; alles (behalve 't laatste voorbeeld) de naam van een en den zelfden man. De drie laatste voorbeelden en 't allerlaatste nog wel 't sterkste, bewyzen dat de man, die dezen naam zóo schreef, namelik met xs of met ss, den oorsprong van 't achtervoechsel sma niet meer kende, dat-i 't reeds beschoude als 'n afzonderlik, op zich zelven staand aanhangsel.

De formen Aylufsisma (Alofsma), Juwisma (Jousma) , Jarichisma (Jarichsma), Siwrdisma (Sjoerdsma), Ildsisma, enz. allen in oude geschriften voorkomende, bevestigen nog verder m'n stelling. In slechts zeer weinige heden-daachsche geslachtsnamen is die oude form nog aanwezig ; namelik in Agesma, Aukesma, Minnesma, Pebesma die n ie t , zoo als andere soortgelyke namen , tot Aagsma, Auksnia, Minsma en Peebsma verloopen zijn.

86. Men stelle zich evenwel niet voor, dat a l l e ge­slachtsnamen op sma en sema eindigende, op bovenver-

(1) Oorkonden der g e s c h i e d e n i s v a n h e t S i n t - A n -t h o n i j - G a s t h u i s t e L e e u w a r d e n , bl. 1/.

(2) Idem, bl. 21. (3) Idem, bl. 23. (4) Idem, bl. 23. r5) Idem , bl. 26. (6) Idem , bl. 27. (7) Idem, bl. 46. (8) Idem. bl. 254.

Page 9: FRIESCHE EIGENNAMEN.

PRIESCHE EIGENNAMEN. 119

melde wyze in de 15de en 16de eeu ontstaan zijn Neen ! dit is 't geval met slechts weinigen onder 't groote getal van zulke namen, die heden ten dage bestaan. En dan nog niet eens is dit 't geval met al zulke namen op sma. die werkelik van mansnamen zijn afgeleid — zoo veel te minder dus nog met die namen, welke allerlei andere woorden tot wortel hebben! Eerst langzamerhand toch gebeurde ' t , door ' t verloop der tyden en 't uitsterven der oude formen in de friesche taal, dat de menschen de be-teekenis niet meer v e r s t o n d e n van dit achtervoechsel sma (= s, ma) achter zulke namen als Meynesma, Siu-kisma, enz. Ook waren die namen door ' t veelvuldige gebruik, in de spreektaal allengs tot Meinsma, Sjuksma, ingekrompen. Geen wonder, zoo men dachte dat dit ma

'met de s oorspronkelik éen was , oorspronkelik met de s vast verbonden was, dat men begon te meenen, dit sma was op zich zelven reeds 'n oorspronkelik achtervoechsel, even als d' achtervoechsels a, inga, ma, na. Zoo kwam men d'r toe om die s in zulke geslachtsnamen te verdub­belen , en Syrckssma (Syrcks-sma) te schryven, zoo als hier boven in § 85 aangetoond i s ; of Oedssma (Oeds-sma), zoo als in 'n oorkonde van ' t jaar 1543 (1) voorkomt. In enkele namen, b.v. in Assma, Eelssema, Dalssma is die onredelike verdubbeling der s in stand gebleven tot in onzen tijd. Maar zoo kwam men d'r ook toe, als men m lateren tijd zich 'n nieu en geslachtsnaam maken wilde, om dan eenvoudig dit aanhangsel sma en sema, dat op z i c h z e l v e n , en a l s g e h e e 1 genomen, niets beteekent, eerst achter mansnamen te voegen (Tjeerdsma, Folkertsma, Simonsma); later ook achter allerlei andere woorden (By-kersma, Drielsma, Koksma). Het eerste kan nog door den beugel, en levert tamelik goede geslachtsnamen op ;

uL 0 0 r k ! ? d e n d e r g ^ c h î e d e n i s v a n h e t S i n t - A » " " ^ - g a s t h u i s t e L e e u w a r d e n , bl. 271.

Page 10: FRIESCHE EIGENNAMEN.

120 EEN EN ANDER OVER

maar laatstgenoemde handelwyze is dom en dwaas en onredelik.

Toen echter een maal iemand op deze wyze zich 'n geslachtsnaam geformd had , vond dit eerlan;g zoo veel byval, dat gedurende de zestiende tot de negentiende eeu zulke namen onophoudelik en in steeds grooter getal, by ' t friesche volk voor den dach komen. Vooral ook in 't laatst van de vorige, en in 't begin van deze eieu, werden er zeer veel geslachtsnamen met dit srna en semia gemaakt, als of 't zoo de mode ware ! J a , zelfs ging dit sma in de dageliksche spreektaal van ' t volk over, en hhng men 't achter allerlei woorden, om daar zoodoende 'm woord of naam van te maken, waarmede zeker persoom genoemd of aangeduid worden kon. Zoo noemt men heden ten dage nog wel in de volksspreektaal te Leeuwardlen, hoofd-zakelik onder schoolkinders, maar ook wel ondier volwas­senen , in scherts, deze of gene persoon 'n liïïksma (lee-lijksmà) , in 't zelfde geval waarin men zoo iemand in d' andere gewesten van Nederland 'n lillekert off leelvjkert noemen zou. Zoo hoorde ik , by de schooljeiucht, ook 'n snoeper en 'n klikker, als snoepsma en kïiksma betitelen. Dat overigens deze dwaze wyze om namen t;e maken, reeds oud is in Friesland, bewijst 't voorkomeiu der na­men Putsma, Schenkinsma en Drinkuitsma , waar mede drie saten te Goutum by Leeuwarden, genoeimd zijn of waren. Volgens de volksoverlevering zouden deze zon­derlinge namen bedacht of aangenomen zijn dooir drie be­faamde drinkebroers, om zich zelven te kenmerken. Hun drinkhoorn had dit opschrift:

Schenckinsma! Drinckuitsma! Vivat dese Pocuîa! (1)

(1) VAN LENKKP en TER GOUW , Het boek der copsch rif­t e n , bl. 209.

Page 11: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGEMHNAMEN. 1 2 l

87 In den tijd toen d' oude friesche taal in den mond , jviesen haar volle formen L en haar uitgangen op a prloor, en voor dit laatste 'r"n toonlooze e in de plaats „rvi • toen alzoo 't oude mula, mond, ' t heden daachsche

0HLU- y

mule werd, en ' t oude biwaria (bewaren) tot 't nieue bi-warje verliep (zie § 56) , in de : 15de en 16de eeu dus,— toen deelden ook de geslachtsnanmen die op sma uitgingen, in dit algemeene lot. Dit was • trouens niet meer als na­tuurlik. Zoo liet b.v. de deken van Oldehove te Leeuwar­den , die Redhart of Redart Reedartsma hiette, en die in de laatste helft der 15de eeu 1 leefde, z'n naam als Re-dartsme op z'n zegel snyden (S. Redardi Redartsme Pbri) (1). Zoo vind ik de geslaachtsnaam Boulsma (Bool-sma, tegenwoordig Boelsma) inn 'n oorkonde van 't jaar

-1484 als Boulsme geschreven (1(2), en Sibbitsma (tegen­woordig Sybetsina) • in 1501 , alss Sibbitzme (3). Trouens, 't zijn niet. enkel de geslachtsnamaen op sma, die toen zoo versleten voor den dach kwamenn ; met die welke op a , inga, ia, ma, enz. eindigen, gingg het destijds niet anders, noch ook beter. Zoo vind ik de geslachtsnaam Hermana, in 1498, als Hermanne geschreveen (4) ; Wiarda, in dat zelfde jaar , als Wyaerde (5); Albinga, ook in dat jaar , als Abinghe (6); Goslinga, in 1E517., als Goslynghe (7); Donia, in 1545 , als Donye (8 ) ; ; Hiethiama (Hietjama) , in 1493, als Hiethyeme (9); Onnnema (Unnema, Oenema), in 1517, als Vnnema (10); enz. Dit bewijst dat men in de jaren tusschen 1450 en 155C0, in Friesland tusschen Flie en Lauers, die a in 't alggemeen, als uitgang van

C-) O o r k o n d e n de r g e s e h i e e d e n i s v a n h e t S i n t -A - n t h e n n ' - G a s t h u i s te L e e u w a i r d e n , bl. 91.

(2) Iden:, bl. 100. (3) Idem, bl. . 157. (4) Idem, bl. 143. (5) Idem, bl. 147. (6) Idem, bl. , 145. (7) Idem , bl. 206. (8) Idem , bl. 336. {9) Idem, bl. . 132. (10) Idem , bl. 206.

Page 12: FRIESCHE EIGENNAMEN.

122 EEN EN ANDER OVER

geslachtsnamen, nog als 'n l e v e n d deel der taal ver ­s t o n d en alzoo beschoude; dus die letter ook deelen liet in 't algemeene lot dat die uitgangs-a in ' t friesch trof. Later echter, toen men a, inga, ia, ma, srna niet meer als z o o d a n i g , niet meer als levende taaldeeltjes kende, maar ze beschoude als d o o d e , zinnelooze aan­hangsels , toen verviel natuurlik die toonlooze e weer, om voor d' oorspronkelike a plaats te maken; — toen werd Redartsme weer Redartsma, Wyaerde weer Wiarda, enz.

88. Dat de formen $ma en sema volkomen éen en ' t zelfde zijn , wat hun oorsprong aangaat, is aan geen twyfel onderhevig. Sma komt in den regel in Friesland bewes­ten Lauers voor, sema in Groningerland en ook in Oost-Friesland ; b.v. Geertsma in d' eene, Geertsema in d' an­dere landstreek. En zoo is ' t ook met Bonsma en Bon-sema, met Boersma en Boersema; Bylsma en Bylsema; Duursma en Duursema; Jansma en Jansema, enz. D' oor­zaak van dit kleine verschil berust enkel en aileen op 't onderscheid in tongval tusschen de Friesen beoosten en bewesten Lauers. De Groningerlanders en d' Oost-Friesen zijn in hun uitspraak ongelijk veel breeder en platter als de Friesen die bewesten Lauers wonen. Het saksisch heeft grooten invloed op hun tongval gehad. Ze spreken ook langzamer als de w esterlauersche Friesen, en klemmen onder ' t spreken, zooveel ze kunnen, de kaken op elkander; terwijl men bewesten Lauers ingetogener, netter, maar ook vlugger spreekt, en de lettergrepen graag in elkaar smelten laat. Zoo vertegenwoordigen en dekken de formen sma en sema elkander, beoosten en bewesten Lauers.

89. De friesche geslachtsnamen, op sma en sema ein­digende, zijn, voor zoo verre my bekend is, de volgenden (zie § 43) :

Page 13: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 1 2 3

† Aeexma P , Aalsma F , Aartsma P, † Aatsma ¥, Abelsma F , Agesma P , † Aytsma P , Albertsma P G-, Albersma G , Algersma P , † AUertsma P , AUersma G, AUeensma F , Alsma G, Alsema G, † Alvaarsma P , Andriessma P , Ankersma F , Ansma F , Arendsma F , Arensma P , † Aarnsma F , Asma P , Assma F , Atsma F , Aukesma F , Ausema G, Baalsma F , Baarsma F , † Baksma F , Balsraa F, Bandsma F, Bansema G, Barendsma F , Bargsma F , Bartsma F , Beeksma F , Beersma F , Beetsma F (1), † Berentsma F , Bergsma F , Bersma F , Biersma P , Biesma F , Bykersma F , Brjlsma F , Bijlsema G , Binksma F , Binsma F , Blanksma F , Bleeksma F , Bleinsma F , Blinksma F , Blinxma F , Van Bloemersma F , Bloemsma F , Blomsma G D , Bloksma F , Boeysma F , Boelsma F , Boersma F , Boersema G , Boetsma F , Boitsma F , Boksma F , Boxma D, Bolsma F , Bonsma P , Bonsema G O , Bontsma F, Boomsma F, Boonsma F , Boorsma F , Bootsma F , Braaksma F , Brandsma

F , Bransma F , Brantsma F , Breeksema G, Breesma F , Breeuwsma F , Breidsma F , Breitsma F , Brendsma F , Brink-sma F , Broeksma F D , Broeksema G, Broersma F G , Broer-sema G , Broksma F , Brolsma F , Brommersma G , Brondsema G, Brontsema G, Bronsema G O, Brongersma F G, Brousma F , Brugsma F G , † Brunsema G , Bruinsma P , † Bruitsma F, Bulsma F , Buursma F G, Buursema G, Buirsma G, Buir-sema G , † Buwsma F , Bouvrema G F , Bousema G, Dalsma F, Dalssma F, Damsma F, Deersma F, Deksma F, Delfsma F, Derk-sema G, Derksma P, Dijksma F D , † Dylgisma of Delesma F , † Diudesma F, † Dyoertsma F, Doeksma F, † Doysma F, Dol-sma F , † Dortsma F , Dousma F , Douwsma F , Draadsma F , Draaisma F , Draaysma F , Draysma F , Dragtsma F , Drielsma F G , Drilsma G , Droogsma F , Duursma F , Duursema G , Dusselsma G, Dwingersma F , † Eaksma F , † Ealsma F ,

(1) 'T moge sommigen sehynen alsof hier de geslachtsnamen Beidsma en Beitsma, en verder in deze lijst Reitsma, Reit sema , Ritsma, Ritsema , Sytsema , Siedsma, enz. vergeten waren. Dit is evenwel niet zoo. Maar deze geslachtsnamen zijn van de mansnamen Beitse , Reitse , Ritse , Sytse , Sieds (^Britse-ma, Ritse-ma , Sieds-ma) afgeleid, en gaan dus slechts in s c h i j n op sma, maar in werke-likheit op ma uit. Men vindt ze vermeld in § 68.

Page 14: FRIESCHE EIGENNAMEN.

1 2 4 EEN EK ANDER OVER

† Batsma F , Eeksma F , † Eelksma F , † Eelsma F , Eelssema G , † Elssma F , Eidsma F , Eilsma F , † Eytsma F , † Elixma F , † Elingsma of Elinxma F , † Elmersma F , Engelsma F , † Ernsma F , † Ewisma G, Fabersmà F , † Feddrixma F , Veensma F , Feersma F , Veersma F , Veersema G, Feycksma F , Feitsma F , Feldsema G , Veldsema G , Feltsema G , Velt-sema G , Veldsma F , Velsma F , † Fercksma F , Viersma F , Vysma F , Vlagsma F , Vlasma F , † Vleersma F , Fluitsma F , Folkertsma F , Folkersma F , Voosma F, Franssema G , † Friek-sma 0 , † Frielsma F , Fulsma F , Vulsma F , † Garsma F , Geertsina F , Geertsema G , Geersema G , Gersema O , Gerzema O , Geldersma F , Gelsema G , † Gelmersma G , Geerlsma F , GerbensmaT1, Gerbertsma F , Gerlsma F , Gerritsma F , † Ger-roltsma F , † van Gerolsma F , Graafsma F , Graansma F , Graatsma F , Graatsema G , Gramsma F , Grasma F , Groefsema

G, Grondsma F , Haadsma F , Haagsma F, Haaksma F , Haaxma F , Haarsma F , van Haersma F , Haisrna F , † Haytetsma F , Haitsma F , Haytsma F , Haaitsma F , Halbertsma F , Halbet-sma F , Halbesma F , Halsma F , Halsema G, van Halsema G, Bamersma F , Hammersma F G, Harinxma F , van Harinxma F , Haringsma F , Harmensrna F , Harmsma F G, † Harnsma F , Harssenaa G, † Hartsma F , Hartsema G, † Harweisma O, Heegsma F , Heersema G , Heersma F , Heinsma F , Heitsma F, Heitsema G , † Helmersma F , Hendriksma F , † Herynxma F , † Herywesma O, † Hirosma O, Hoegsma F , Hoeksma F , Hoeksema G, Hoekzema G, Hooysma F, Hooisma F, Hoitsma F , Hooitsma F, Hoitsema G,.Holmersma G, Hoolsema G, Hoornsma F, Houtsma F , Huiversma G , Jaagsma F , Jaalsma F , Jaarsma F, Jaasma F , Jacobsma F , Jagersma F , Jansma F , Jansema G , † Jarichisma F , Jarigsma F , Jelgersma F , Jellersma F , j ; Jelmersma F , Jelsma F , Jeltsema G, Jensma F , Jensema

G, Jentsema G, Ietsma F , † Jetsma F , Jinsma F , Ilpsema G-, † Insma F , † Jochemsma F , Johannessma F , Joldersma F , Jongsma F , † Jornsma F , Jorritsma F , Jorretsm a F , Jurritsma F , Jossma F , † Joulsma F , † Juwisma', Juwsma of Jowsma F , Herjuwsma of Heer-Jouwsma F , Jouwsma F , Jousma F , Jouwersma F , † Tpsma F , Ttsma F, Jurjensma F , Juursma G, Juursema G , † Joersma G , Kamsma F , Kalk-gma F , Caspersma F , Katsma F , Kerstma F , Kiersma F ,

Page 15: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FBIKSCHE EICENNAMEN. 125

Kingsma F, Klaversma P, Kleefsma F, Kleinsma P, KlynsmaP, Klootsema G, Klosma F, † Koertsma F, Koksma P, Koolsma F, Coolsma F ,Koopsma P , Korensma F, Kroodsma F, Erootsma P , Kundersma P, Kuindersma P, Kuipersma G-, Laansma P, † Lamb-sma P, Lammertsma F, Lammersma F, Lampsma F, Lamsma F , Landsma F , Lansma F , Latsma F , Laversma F , Lawersma F , Leefsma F, Leegsma F, Leeksma F G, Leensma F, Leysma F, Lie-bersma F, Lingsma F, Linksma F, Lootsma I', Louwsma F, Looxma JP † Luyrtsma F , Luurtsema G-, Luursema G, Meeksma F , Meersma F , Meetsma F , Meilsma F , Meinerdsma G-, Meindert-sma F , Meindersma F , Mindertsma F , Mindersma F , Minne-sma F , Meinsma F , † Mejontsma F , † Miûoltsma F , † Mom-sma F , Monsma F , † Montsma F , STammensma F , † Mtard-sma F , † Nittertsma F , † Olbetsma F , Oldersma F , Olyn-sma F , Ondersma P , Oppersma F , Oorsema G, † Ootsma F , † Orxma F, Ourensma F, Palsma F , Pasma F, Patsma F, Paulus-sma F, Pebesma F, Pekelsma F, Pelsma F, Pieksma F, Piersma F , Pietersma F , Petersma F , Ploegsma F , Poetsma O , Pompsma F , Pootsma F , Posma F G, Possma P , Potsma F , Poutsma F , Pouwsma F , PraamSma P , Propsma F , Pruiksma F , Pruim-sma G , Eaadsma F , Eaadersma F , Eadersma F , Eadsma P , Eatsma P , Eawiersma F , † Eeamersma P ,. † Eedartsma of Eedersma P , Eeemtsma O , Eeeversma Gf, Eeversma F , Bei-gersma F , † Eeylofsma F , Eeindersma F , Eeinsma F , Eei-sma F , Eeidsma P (1) , † Eemersma P , † Beinmersma P , † Eeniksma P , Eetsma F , Eewiersma F , † Eiddersma F , † Eiedtsma F , Eiegersma F , Riemersma F , Eiemsma F , † Eienksma F , Eietsema G , † Ryckelsma F , Hygeisma F , van Bygersma F , Eiksma F , Eymsma F , Bindertsma F , Eing-sma F . Einsma F , † Eickwardsma P , Eypersma F , † Eyur-disma P , † Eobynsma P , † Eodersma F , † Eoedmersma of Eodmersma F , † BoederSma F , Eoelfsema G, Eoelfzema G, Eoersma F , Eolsma F , Euwersma F , Zaagsma F , † Seisma F , † Sexma F , † Seisma F , Zetsma F , Sevensma F , † Siard-sma P , Sybertsma F, † Sibbitsœa F , Sybetsma F , † Si-brandesma G , Sibesma F , Sybesma F , Siebesma F , Sierdsma

(1) Zie de vorige noot by 't woord Beitsma.

Page 16: FRIESCHE EIGENNAMEN.

126 EEN EN ANDER OVER

F , Siertsema G, Siersma V, Siersema G, Sierksma F, Siessma F, † Syeucksma F, Sigersma F, Siegersma F, Sixma F, Sixsma F, Siksma F, Simonsma F, Symensma F, Siemonsma F, Siemensma F, Sjoeksma F, † Shixma F, Sjoerdsma F, Sypersma F Gr, Sie-persma F , Sipsma F (1), † Siwertsma F, Schaafsma F, Schans-sema G-, Schatsma F, Scheepsma F, † Schiercxma F, Schijfama F, † Schoisma F , Schraagsma F , Schrijfsma F , Schripsema G-, † Schryoetsma of Schroetsma F , † Scliutsma F , Schuursma F , Slotsma F , Sonsma F , Zonsma F , Zoodsma F , Soordsma F , Spieksma F , Spyksma F , Spriensma F , Springsma F , Sprongsma F , Spronksma F , † Staetsma O , † Stapelsma F , btapersma F , † Starsma O , Steensma F , Steeksma F , Stien-sma F , Stiemsma F , Stiksma F , † Stylsma F , Stinsma F , Stoffelsma F , Straatsma F , Strooisma F , Stroosma F , Struik-sma F , Stuiksma F , Zuidersma G , Talsma F , Tamsma F , Taama F , Teensma G, Teitsma F , Terpsma F , † Tyaerdsma F , Tjalsma F , Tjebbesma F , Tjeerdsma F , Tiemersma F , Tiemsma F , Tymersma F , Thiensma F , Tiersma F , Thomas-sma F ; † Tjerksma F , Tiesma F , Tiessema F (2), Tietsema

G, † Tybisma F , Tïbbertsma F , Tibbersma F , Tilsma F , Tolsma F , Tuinsma F , Turksma F , Touwsma F , Uildersma G , Uuldersma G , † Uylsma F , Ungersma G , † Utsma F , Wakkersma F , † Watsma F , Weersma F , Weitsema D , Wei-sma F , Wensma F , Wereldsma F , † Wybisma F , † Wybolt-sma F , † Wibrensma F , Wigersma F , Wiegersma F , Wyger-sma F , Wiggersma F , Wielsma F , Wiertsema G , Wiertzema O , Wierdsma F, Wiersma F, Wiersema G, Wyksrna F D, Wil-lemsma G, Windsma F, Wynsma F, Winsma F, Wytsma F (3).

90. Voor zoo verre de stam of wortel van boven-

(11 Zie aangaande Sytsema, enz. de vorige noot op Beitsma. (2) Zoo Tiesma en Tiessema misschien n i e t afgesleten formen

zijn van Tietsma en Tietsema (van den mansnaam Tiete) waar voor ik deze namen beschou, dan behooren ze by Tysma en Thysma (van den mansnaam Tys, Matthysl , en men plaatse ze in § 68 en 80.

(3) "Wytsma . door my hier beschoud als van den mansnaam Wite afgeleid, kan ook "Wyts-ma wezen, van den mansnaam Wytse , en behoort in dat geval by § 68.

Page 17: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 127

staande geslachtsnamen een mansnaam is , zijn ze in den regel gemakkelik te verklaren. Zoo is b v. de friesche mansnaam Ale de stam.van den geslachtsnaam Aalsma. Zoo komen de geslachtsnamen Arendsma, Arensma, Aarn-sma en Aartsma van den mansnaam Arent, Aart. Even­eens Abelsma van Able, Abele , of van den bybelschen mansnaam Abel. Agesma van Age; Aytsma van Aite; Aatsma van Ate; Algersma van Alger (Adelger); Alvaar-sma en Ausema van Aue . Auwert , Alwart, Adel wart; Aukesma van Aue , Auke; enz. enz.

91. lederen Fries moet het in ' t ooch vallen, dat verre wech 't grootste gedeelte van de geslachtsnamen in § 89 opgenoemd, werkelik van mansnamen geformd zijn. Het kleindere deel van deze namen is van allerlei andere woor­den geformd; sommigen ook van plaatsnamen. Eenigen daarvan zijn me tamelik of volkomen onverklaarbaar. In sommige geslachtsnamen leit d' oorspronkelike mansnaam duidelik voor ieders ooch; b. v. in Albertsma, Agema, Barendsma, Sierksma, Willemsma, Wigersma. Maar ande­ren , ofschoon o o r s p r o n k e l i k , zonder twyfel, even­zeer van mansnamen afgeleid, geven en gaven aan d' in­beelding der menschen voedsel, door dien de stam (d' oor­spronkelike mansnaam) van deze namen tevens een gemeen zelfstandig naamwoord of iets anders schijnt, of als zoo­danig opgevat worden kan. Dat zijn b. v de geslachtsna­men Beetsma, Bergsma, Biersma, Bylsma, Boersma, Boor-sma, Peersma, Jongsma, enz. De reeds bestaande geslachts­naam Beetsma b. v. (van den oudfrieschen mansnaam Bete geformd) heeft iemand aan 't dorp Beets doen denken, en alzoo aanleiding gegeven dat in 1811 'n man die geen geslachtsnaam had, maar die uit ' t dorp Beets afkomstig was, in zinspeling op z'n geboorteplaats , zich dien naam uitkoos. Zoo kan 't ook gegaan zijn met anderen, die van de goed friesche mansnamen Berg (Bercht,

Page 18: FRIESCHE EIGENNAMEN.

1 2 8 EEN EN ANDER OVER

Brecht), Bire . Bile , Boere, Bore, Fere en Jong afge­leid zijn, maar waar in men de nederlandsche woorden berg, bier, bijl, boer, boor, veer en jong meende te vin­den , en die dus door menseben aangenomen werden, die eenige betrekking op die woorden hadden of meenden te hebben. Zoo kan 'n brouer, biersteker of 'n befaamde bierdrinker ook, zich den naam Biersma toegeëigend heb­ben ; 'n slachter zich Bijlsma, 'n boer zich Boersma, 'n timmerman zich Boorsma, iemand die aan 'n veer woonde of die veerman was , zich Feerstna, iemand die jonger was dan 'n ander naamgenoot, zich Jongsma genoemd hebben, omdat die namen hun reeds bekend waren (zie § 33). En zoo iets gebeurde dikwijls in 't begin dezer eeu, en vele Friesen die thans nog leven, weten met zekerheit dat hun ouders of grootouders op deze wyze hun geslachtsnamen gekregen hebben.

In de geslachtsnamen Bleekstna, Bloemsma, van Bloe-mersma, Blomsma, Feltsma of Veldsma, Hammersma, Hooysma, Houtsma, Kamsma, Klaversma, Lootsma, Meet-stna , Potsma , Raadsma , Radersma , Radsma , Ratsma , Roersma, Schuursma, Straatsma, Tuinsma, Wereldsma, Windsma • schuilen goede, oudgermaansche mansnamen; velen er van zijn ook reeds van oude dachteekening. Toch kan 't in 1811 ook met deze namen gegaan zijn als met vele anderen , en kunnen bleekers , bloem kweekers , boe­ren , timmerlui, houtkooplui, wolkammers , kooplui, lood­gieters , turfmeters, pottebakkers, wagenmakers, wiel­draaiers , klokmakers, straatmakers, tuinlui en schippers zich die namen , in zinspeling op hun bedrijf, toegeëigend hebben. Van Radersma als geslachtnaam door 'n wagen­maker aangenomen, en van Roersma door Jn schipper, weet ik dit zeker; even zoo van Ratsma door 'n klok­maker.

Sommige Friesen oefenen nog heden 't zelfde bedrijf uit als hun vaders en grootvaders, en dat in 't begin dezer

Page 19: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 129

eeu of eerder, aanleiding gaf tot 't aannemen hunner geslachtsnamen. Zoo is er nog heden 'n houthandelaar Houtsma te Harlingen, 'n verwer en glazemaker Glazema te Arum , en was er voor weinige jaren 'n wolkammer Cammenga te Leeuwarden. Buitendien, friesche boeren die Boersma , Veldsma, Grasma, Klaversma , Hooisma , enz. hieten , zijn d'r nog in menichte.

'N man , wiens buurman den ouden geslachtsnaam Hooi­sma droech, nam in 1811 den geslachtsnaam Strooisma aan , als 'n tegenhanger van z'n buurmans naam. Die nieubakken Strooisma was ook al 'n slecht woord-afleid-kundige, want-i meende in den naam Hooisma 't woord hooi te vinden, terwijl deze naam toch van den mans-naam Hoie (Hoio, Hoite , Hoitse) afkomstig is. En toch •sloeg-i. louter by toeval, den spyker nog op den kop . en kreeg-i toch nog 'n redeliken naam , daar 'n zin , 'n beteekeuis in leit. Want Strooisma is niet zoo'n onzin­nige naam als b.v. Dwingersma is of Korensma. Strooi­sma k a n opgevat worden als slechts in tongval of in spelling te verschillen van den geslachtsnaam Stroosma, die ook in Friesland voorkomt; en dit Stroosma is wel degeli k van 'n mansnaam afgeleid, namelik van St ro , Strode, Strodo (1) (Strodes-ma , Strode-sma , Stroosma) , van den zelfden mansnaam die ook aan den saksischen (twentschen) geslachtsnaam Stroink (Strode-ing; zie § 47) ten grondslach leit. De Saksische geslachtsnamen Stroink en Hoynck (Hoie-ing; zie § 47) staan volkomen in de zelfde verhouding tot elkander als de friesche geslachts­namen Stroosma (Strooisma) en Hooisma.

92. In enkele geslachtsnamen op sma uitgaande, schijnt 'n plaatsnaam te schuilen. Zoo in Dragtsma, Heegsma,

(1) Zie: E. FÖBSTEMANN, A l t d e u t s c h e s N a m e n b u c h , Nordhausen, 1856, Band I, bl. 710.

V. F. XIV. 9

Page 20: FRIESCHE EIGENNAMEN.

130 ËEN EN ANDÏR OVER

Leeksma, Schanssema, Rawiersma en Rewiersma, van Drachten, Heech, de Leek , de (Nieue- of Oude- of 'n andere) Schans en Rawier. 'T onzinnige dat zulke namen kenmerkt, schijnt den makers d'r van niet geërgerd te hebben. Achter plaatsnamen toch voecht slechts 'n en­kele a, of d' uitgang stra , des noods ook nog ma. Re­wiersma en Rawiersma vooral zijn zeer bizondere namen, wijl ze als stam den plaatsnaam Rawier schynen te be­vatten. Dit Rawier, d. i. Roode wier, is 'n zeer oude, friesche, in 't dageliksche leven reeds uitgestorvene naam van 't Roode Klif by Staveren. Maar wijl de namen Ra­wiersma en Rewiersma, voor zoo verre my bekend i s , van jonge dachteekening zijn, wijl die namen my ook nooit in oude schriften, zelfs niet uit de vorige eeu , voorgekomen zijn, en wijl de oud-friesche plaats­naam Rawier sedert minstens honderd jaren geheel door de nieue hollandsche benaming Roode Klif ver­drongen i s , en nog slechts aan geleerden bekend, zoo komt die verbinding van Rawier en sma my zeer vreemd voor, en schroom ik vast dien geslachtsnaam zóo te verklaren. Aan 'n afleiding van 't onduitsche woord rivier mag natuurlik nog veel minder gedacht worden. Wil men d' afleiding van Rawier = Roode Klif niet gel­den laten, dan neme men voor den oorspronkeliken stam van dezen geslachtsnaam den oud-germaanschen mansnaam Hraward; dat geeft 'n zeer goeden zin. Die oude volle naam is in Friesland later tot Rawert, Rauert, Raue, Rauke verloopen en versleten. Zoo kan men den geslachts­naam Rauwerda ook even zeer beschouen als van dien ouden mansnaam Rauwert, Hraward, afgeleid; even goed als van den plaatsnaam Rauwert j zie § 45.

Nog ^n paar andere geslachtsnamen van deze groep wil ik hier met 'n enkel woord bespreken. D' uitgestor­vene geslachtsnamen Heerjousma (Herjuwsma) en Herywe-sma zijn oorspronkelik anders niet als Jousma (Juwsma)

Page 21: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 131

en Ywesma, van de friesche mansnamen Jou (Juw) en Iwe (Ivo) afgeleid, met 't woord her, heer (dominus) daar voor. D' eerste personen die deze geslachtsnamen voerden , waren ongetwyfeld zonen van mannen die Jou en Iwe hietten, maar die, wijl ze geesteliken waren, Heer Jou (Her Juw) en Heer Iwe (Her Ywe) genoemd werden. Want de geeste­liken werden in de middeneeuen door 't friesche volk ge-woonlik by hun voornaam genoemd, met her, heer, daar voor. Zoo vinden we b. v. in 'n oorkonde van 't jaar 1430: „Her Enke, vs Persona," heer Enke , onzegeeste-like of pastoor (1). (In 't engelsen heeft dit woord persona. als parson, nog heden ten dage de beteekenis van geeste-like). — In 'n andere oorkonde van den jare 1440 lezen we: „Her Sibrend, Persenna to da Aldehow, ende Her Dioera, Persenna to da Niahow (2), heer Sibrend (Si-brand) , geestelike. by de (kerk van) Oldehove, en heer Dioere (Djurre), geestelike by de (kerk van) Nye-hove; in een van 1473: „Her Thiebbo, Jonghenprester thoe Beethghum" (3) , heer Tjebbe, jongerpriester (kape­laan?) te Beetgum; en eindelik in een van den jare 1479 : „Her Mynna, Personna to Tuutghem" (4) , heer Minne, geestelike te ITtgong (Berlikum). Zoo luidde ook nog 't oude volksrymke op Ivo Johannis , den laatsten roomschen priester van Oldehove : „Her lef — Heth 't folk lief." En deze voorbeelden kunnen makkelik met honderden vermeeiderd worden. Dat 'n geestelike der roomsche kerk 'n zoon had, was in de middeneeuen , gelijk genoeg be­kend i s , gantsch niet zeldzaam.

Zoo beteekent dan Herjuwsma, de zoon van Heer Jou,

(1) O o r k o n d e n d e r g e s c h i e d e n i s v a n h e t S i n t -A n t h o n i j - G a s t h u i s t e L e e u w a r d e n , bl. 4.

(2) Idem, bl. 11.

(3) Idem , bl. 68.

(4) Idem, bl. 88.

Page 22: FRIESCHE EIGENNAMEN.

13'i EEN EN ANDER OYER

van den geestelike Jou, en Herywesma, de zoon van Heer Iwe, even als ook de geslachtsnaam Heeralma (Her-Al­ma) . die onder de Hunsinger Friesen voorkwam, de zoon van Heer Alle beduidt (1).

De geslachtsnaam Huiversma is van den mansnaam Huiver afgeleid, en deze naam is wel de zelfde als Hui-bert, Hubert, Hugbrecht.

Klaversma schijnt wel 'n naam van 'n boer of 'n vet-weider, en -oo iemand mag in 1811 zich dien naam dan ook toegeëigend hebben, — bedacht of willekeurig ge­maakt heeft-i 'm wis niet; want Klaversma is al 'n oude geslachtsnaam f en de mansnaam, die d;r aan ten grond-slach leit, is nog minstens duizend jaren ouder. Klaver is 'n mansnaam, die in d e z e n form misschien nooit in ge­bruik was, en die my ook in z'n oorspronkeliken form als Klafhart of Klef hart n o o i t op zich zelven voorkwam onder d' oude Friesen. Maar dat deze naam werkelik bestaan heeft en onder de Friesen in gebruik geweest is , dat bewijst ook nog de fivelgosche geslachtsnaam Cleveringa (2) , met de byformen daarvan Kleveringa, Klevering, Clevring en Cleringa, allen in Groningerland voorkomende; met Cleveringa-heert, 'n saté by Uithuizen iu Fivelgo , en de plaatsnaam Cleverns (Klever-nes, Klef har da-nes, of Cle ve­ringen. Klef hardinga ?) 'n dorp in d' oud-friesçhe landstreek Oestringen (Jeverland). Misschien moet de zeeusche ge-

(1) Een andere typisch-friesche geslachtsnaam met zulk 'n voor-voechsel, en die tevens bizonder merkweerdig is , als geen patrony-mikon, maar een metronymikon zijnde, is d' uitgestorvene oostfriesche naam Ferhildema, dat i s : Fer-Hildema, Frou-Hilde-ma , de zoon van Vrou Hilda. Deze mam is 'n tegenhanger van den ouden flaamschen geslachtsnaam Veranneman, Ver-Anne-man. Vrou-Anna-man, de zoon of hoorige van Vrou Anna.

(2i Cleveringa, saamgetrokkcn van Klef hardinga , even als Folk-ring* van Fulkhardinga, Albring van Alberding, enz. En Klaversma van Klafhart, even als Folkersma van Fulkhart.

Page 23: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHB EIGENNAMEN. 133

slachtsnaam Kleeuwens ook tot dezen stam gebracht worden, maar zekerlik is dit 't geval met den engelschen geslachts­naam Clavering , die dus reeds met Friesen , Anglen en Saksen naar Groot-Brittanje tooch. De eigenlike wortel van den mansnaam Klaver, Klavert, Klaf har t , Klef hart, komt als Claffo (zoo hiette o. a. de zesde koning der Lon-gobarden) , en Cleph (de naam van den elfden Longobar-den-koning) , en Clefo , enz. herhaalde malen voor in de geschiedenis der oude germaansche volken.

Kuindersma en Kundersma zouden wel aan den plaats­naam de Kuinder, Kuinre doen denken. Maar, behalve dat 't Saksische woord Kûnder, verhollandscht tot Kuinder, Kuinre, in 't friesch Tjonger i s , zoo geloof ik toch niet dat hier aan die plaats of rivier gedacht worden moet. Dit Kuinder is veeleer Kunert, Kunred , Konrad, Koenraad; en zoo zijn Kuindersma en Kundersma in beteekenis vol­komen gelijk aan de geslachtsnamen Koertsma, Coenders, Koerts, Koenraads , Kühnerts , Conradi, enz.

Mejontsma komt van den frieschen mansnaam Mejont, Meont, nog onder ons als Miünt, Mient bestaande, Deze oudfriesche tweeklank eo moet op de oudfriesche — en-gelsche wyze uitgesproken worden, ongeveer als io, en komt ook voor in den frieschen vrouenaam Neontske, en in den plaatsnaam Greonterp.

Koopsma is van den mansnaam Koop afgeleid, en Koop is , even als Koppe, 'n verbastering van den bybelschen naam Jacob. Deze verbastering van Jacob tot Koppe stamt al uit 't laatst der middeneeuen; ten minste in 'n oorkonde van 't jaar 1466 wordt 'n man „Coppe offt Jacop Meluê zoen" (1) genoemd. De vorm Koop is tegen­woordig vooral in gebruik in de Stellingwerven end'aan­grenzende friso-saksische streken van Qveryssel en Drente.

(1) O o r k o n d e n dei* g e s c h i e d e n i s v a n h e t S i n t An» t h o n ij-G a s t h u i s t e L e e u w a r d e n, bl, 46«

Page 24: FRIESCHE EIGENNAMEN.

134 EEN EN ANDER OVER

Overigens komt de mansnaam Jacob tegenwoordig in Friesland meer voor als Japik, en als Jappe in den zoo-genoemden Zuidhoek. Maar d' eerste oorsprong van den geslachtsnaam Koopsma uit den mansnaam Koop, verhin­dert natuurlik niet dat 'n koopman in 1811 dien naam voor zich van pas vond, en zich dien toeeigende. En even zoo is •'t met den groninger geslachtsnaam Kopinga, die ook van den mansnaam Koop afstamt, en die later door 'n koopman bemachtigd is.

In Zoodsma zie ik anders niet als 'n verhollandschte spelling van den aiouden geslachtsnaam Soordsma, ge-formd van den mansnaam Soord.

Andere namen op sma, van v r e e m d e mansnamen afgeleid , Andriessma, Jacobsma , Johannessma, Leefsma, enz. zijn in § 80 reeds vermeld en besproken.

93. De geslachtsnamen die op sna en sena uitgaan, staan naukeurig en volkomen in de zelfde verhouding tot de geslachtsnamen op na eindigende, als die op sma en sema staan tot de namen op ma uitgaande. In § 83—86 is deze verhouding van sma en sema tot ma aan­gegeven. Juist zóo als d' uitgang sma zich ontwikkeld heeft uit esma, (ismà), uit s en ma, juist zóo is ook sna ontstaan uit esna (isna), uit s en na. En even als van Meines-ma eerst Meinesma (Meine-sma) en later Meinsma werd, zoo is ook Bentsena van Bentesna, (Bente-sna) , van Bentes-na gekomen; Sybrandsna van Sybrands-na, van Sybrandes-na. — Daar is geen onderscheid, naar myne meening, anders als in tongval.

Even als à' uitgang na oorspronkelik in Oost-Friesland 't huis i s , en daar de westerlauersche form ma vertegen­woordigt, zoo komt natuurlik d' uitgang sna uit na ont­staan, ook slechts in Oost-Friesland voor. En even als ' t ontstaan van sma en sema dachteekent uit den tijd van 'tiveryal der oudfriesche taal in Friesland bewesten Lauers

Page 25: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN, 135

en bewesten Eems , zoo ontstonden sna en sena in Fries­land aan de Eems ook eveneens in dien tijd. Maar wijl d' oude friesche taal in Oost-Friesland honderd en twee­honderd jaar vroeger ontaarde en uitstierf als in Friesland bewesten Lauers , zoo zijn natuurlik de geslachtsnamen op sna en sena ook zoo veel ouder als die op sma en sema. In een woord, gelyke oorzaken hebben gelyke gevolgen gehad, oost en west van de Eems. Slechts de tijd maakt eenig verschil.

De namen op sna en sena uitgaande zijn my uitsluitend in Oost-Friesland voorgekomen, en niet , als die op na, ook in Groningerland en zelfs in 't westerlauersche Fries­land. Ze zijn betrekkelik weinig talrijk, en zijn tevens. voor zoo verre ik heb kunnen nagaan, nagenoeg allen uitgestorven. Natuurlik ! d' Oost-Friesen waren steeds veel geringer in getal als de Friesen tusschen Flie en Lauers . en dus kwamen en komen hun geslachtsnamen op na en sna ook veel minder voor als die op ma en sma. Boven­dien zijn de namen op sna 'n paar eeuen ouder als die op sma, om nu niet te gewagen van die nieubakken namen op sma, die in de vorige en in deze eeu in ' t nederlandsche Friesland ontstaan zijn. Dezen immers kun­nen hier niet mede in vergelyking komen , dewijl er in Oost-Friesland in de laatste eeu g e e n n i e u e geslachts­namen , in ondfriesche formen gemaakt werden.

Even als ik reeds by de westfriesche geslachtsnamen op sma aangetoond heb (zie §85—87), komen ook als o u d s t e formen van den uitgang sna de formen esna en isna voor; b.v. Ulbodisna (IJlbodsna, Ulbetsna); Wiardisna (Wiard-sna, Wiertzena , Weyersna); Tjarkesna, Aynerdesna , enz. Verdubbelingen van de s, uit onkunde ontstaan, toen men sna op z i c h z e l v e n als 'n g e h e e l , als 'n v o l k o m e'ne uitgang beschoude, tegenhangers dus van de westerlauersch-friesche geslachtsnamen Syrckssma (zie § 85} en Oedssma (zie § 86) , komen b.v. voor in û?

Page 26: FRIESCHE EIGENNAMEN.

136 EEN EX ANDER OVER

oostfriesche geslachtsnamen Enkissena , Pholperdissena, enz. Ook hier hebhen weer gelyke oorzaken (onkunde) , gelyke gevolgen (misspelling) gehad.

Dat overigens werkelik en in der daad , zoo iemand er nog aan twyfelen moch te , d ; uitgang sna, sena, oudtijds als ' n eenvoudige tweede-naamyal tot 't formen van pa-tronymika in gebruik w a s , blijkt uit oude oorkonden, opschriften ene, herhaalde malen en voldoende.

De vormen sna en sena leveren natuurl ik geen w e z e n -l i k verschil o p ; ze staan volkomen in de zelfde verhou­ding tot e lkander , als sma tot sema; zie § 88 .

94. De namen op sna en sena uitgaande , my bekend , ïijn de volgenden. Zie § 43 (1).

Ailbrandesna , Aildesna , Aynardsna of Aynerdesna , Aindisna , Aldesna , Aldersna , Alrioksna , Altadisna , Andersna , And-sna, Aptansna, Aptetzna of Aptisna,' Bentsena of Bentesna of Bentzena , Belissna , Boyingsna , Boolsna, Browesna , Brun-gersna , Brungsna , Dauwersna , Edzardsna of Edzardisna , Eyl-brandesna , Eylerkesna , Einretsna , Eekisna , Elekesna , Enkis-sena , Eredsna of Erdsna , Evordisna , Bwaertsena , Ewisna , Folkertsena of Folkersna, Pholperdissena, Folkmersna, Folricksna, Freerkzena , Fredericksna , Frontatsna , Froutarsna , Gelberresna, Gelbertsna, Gheltytsna, Gerdisna , G-erlifsna , Godbernisna , Gordisna , Hayersna , Hayingsna , Haytadisna , Haitetsna , Ha-ringsna , Harmensna , Hatadsna , Hylmerisna of Hilmersna , Hillersna , Hipsena , Howesna , Tdsersna , Tkesna , Keensena of Kenesna , Kennesna , Kemsna , Kimisna , Konisna , Clauwesna , Konnisna, Libudesna , Lyuddysna, Lyursna, Liuwersna of Lyuwerdesna of Lieuwertsna , Martensna, Menghersna, Mente-

(1) Omdat deze geslachtsnamen toch allen in Oost-Friesland 't huis .behooren , en allen ook (misschien met 'n paar uitzonderingen, Al­dersna? Hilmersna? Lieuwertsna? Sybrandsna? Tjarkesna?) aan reeds uitgestorvene geslachten toekomen, zoo heb ik de teekens O en † daarop betrekkelik , hier- achterwege gelaten.

Page 27: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 137

nesna, Merndisna , Mertisna , Mertsna , Mynnekesna , Nittersna, Otsna , Oudgerisna , Eambodisna , Eeedersna, Keersna , Eener-disna , Eembadisna , Bemedsna , Beintsna of Beinetsna , Beyn-disna, Eethardisna, Eycolfsna, Rotmarsna of Eotmersna of Bodmersna , Sebensna , Sebernisna , Sybrandsna , Symbedsna , Symedsna , Symundisna, Synadisna, Sierksena of Cirkgena of Cyroksena , Siptetzna , Snelgersna , Thyaddisna , Tiadmerszna , Tyarkisna of Thiarkesna of Tjarkesna , Thiardisna , Ulbodisna , Uldersna , Ulfardisna , Ulfriedisna , Ulerkesna , Walysna , Wal-ricksna , Walsena , Wiardisna , Wybudisna , Widzaldsna , Wyer-sna, Wyllatsna , Wilhinsna , Wiltadisna , Wyltesna.

Al deze n a m e n , zonder ui tzondering, zijn van mans-namen geformd , e n , behalve Martensna (van M a r t e n , Martinus) ook allen van oudfriesche mansnamen. Ze vereischen hier das geen nadere toelichting.

95. De laatste groep van t y p i s c h - f r i e s c h e geslachts­namen , namelik die op stra u i tgaan , blijft ons nog ter beschouing over.

Deze namen onderscheiden zich hooftsakelik hier door van de reeds behandelde geslachtsnamen, dat ze niet œof althans slechts by groote uitzondering van mansnamen geformd zijn; het zijn dan ook geen pat ronymika , als de anderen. In tegendeel , deze namen zijn van plaats­namen afgeleid , of van woorden die als plaatsnamen gelden (veen , heide , woud , horn , stins , strand) ; b. v. Balks t ra , van den plaatsnaam B a l k ; Groustra , van den plaatsnaam G r o u ; Sneekstra., van Sneek ; Peenstra , van 't woord veen; W o u d s t r a , van ' t woord woud; Hoekstra, van 't woord h o e k , enz. Deze regel geldt in hooftsaak , en voor de oude , goed-geformde namen dezer soort ; maar d' uitzonderingen daar op zijn talrijk.

'T is 'ia eigenaardicheit van de friesche taal dat som­mige plaatsnamen, of sommige woorden die als plaatsna­men ge lden , door achtervoeging van stera, stra in ; t

Page 28: FRIESCHE EIGENNAMEN.

138 EEN EN ANDER OVER

oudfriesch, ster in 't hedendaachsche westerlauersche friesch, geformd worden tot byvoegelike naamwoorden, die, op personen of zaken toegepast, te kennen geven, dat deze personen in die plaatsen 't huis behooren, dat deze zaken van daar afkomstig zijn. Zoo zeit men tegenwoordig nog in 't friesch van personen b.v. te Oldeboorn, te Warga , op de Joure 't huis hoorende : „hy is 'n Boarnster, Wer-geaster, Jouster. Zoo spreekt men ook van drachtster koek , lemster bokkings , enz. Maar in 't oudfriesch zou­den deze woorden luiden Bornstra, Wergeastra , Hioustra, Drachtstra, Lemstra. Dit is 't zelfde stra dat thans d' uitgang formt van zoo vele geslachtsnamen.

Als 'n man, noemen we 'm Sibrant, b. v. z'n geboor­teplaats Ee verliet en zich te Dokkum vestigde, als Binnert van Gaast naar Bolswart wonen ging, of Eelke kwam van 't Vliet te Leeuwarden in de stad wonen, dan noemden de nieue plaatsgenooten van Sibrant, de Dok­kumers , hem al spoedig Sibrant Eestra of Iestra ; dat i s : Sibrant Eester of de Eester, of Sibrant van Ee , naar 't spraakgebruik der Hollanders. En dit woord Eestra of Iestra werd eerlang voor onzen man te Dok­kum , van 'n bynaam zoo als 't eerst was om hem van andere Sibranden te onderscheiden, 'n v a s t e toenaam, nog later ook 'n v a s t e geslachtsnaam voor z'n kinders en nakomelingen. En even zoo ging het Binnert en Eelke; d' eerste hiette eerlang te Bolsward: Binnert Gaaststra (Gaastra) ; de laatste weldra te Leeuwarden: Eelke Flietstra.

Zoo lange de friesche taal haar oude, volle formen, dus ook stera en stra, in den mond der Friesen behield, zoo lang ontstonden d'r ook by- , toe- en geslachtsnamen , regelrecht geformd uit 'n plaatsnaam, met achtervoeging van stra. En die oude geslachtsnamen met stra bleven ook bestaan toen de friesche taal reeds zoo verloopen was, dat stra in ster was veranderd, dat 't achtervoegsel stra

Page 29: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 139

door 't volk niet eens meer v e r s t a a n werd noch be­g r e p e n ; ze zijn ten deeîe tot den dach van heden in wezen gebleven , en behooren , zooals Camstra (Campstra, van camp, kamp) ; Hornstra (van hom, hoek) ; Henstra (van herna, herne , uitgesproken als henne, hoek) ; Rien -stra (van 't gehucht Reen of Rien by Lutke-Wierum) , enz. aan nog levende geslachten.

Maar langzamerhand ging 't met dezen uitgang stra, zooals ik in § 84—86 vermeld heb, dat het met den uitgang sma gegaan is. 'T volk v e r s t o n d eerlang niet meer d' oude beteekenis van dit stra, en begon 't te gebruiken tot 't samenstellen van allerlei onredelike n i e u e , schijn­baar oudfriesche geslachtsnamen. Men hing eenvoudig dit stra achter allerlei woorden, die men maar, om d' een of andere vaak zeer zonderlinge reden uitkoos, en — de nieue oudfriesche, typisch-friesche geslachtsnaam was, meende men, kant en klaar ; b. v. Spaanstra, Turkstra, Scheepstra, Koornstra. Dat men zoodoende zeer onredelike, zeer onzinnige namen bekwam, scheen geen ergernis te zijn voor de goede luiden van 1811. Wel—ze hadden nu immers 'n frieschen van, 'n geslachtsnaam die op 'n a uitging; en dat was al mooi voor velen uit de min ont­wikkelde schare; al meer als genoech 1

Even als der geslachtsnamen zijn die uit 'n' plaatsnaam bestaan met sma daar achter , dus onzinnige namen (zie § 92) , even zoo zijn der ook enkele geslachtsnamen die op stra eindigen en van mansnamen geformd zijn, en die dus, in hun soort, niet minder onzinnig zijn. Want, 'zoo men ' n r e d e l i k e n z in in de geslachtsnamen leggen wil, dan past stra evenmin achter 'n mansnaam, als sma achter 'n plaatsnaam voecht. Maar deze namen zijn een­voudig op luk-raak door menschen gemaakt, die 't maar te doen was om 'n klank, en niet ook om'n zin , althans niet om 'n goeden, redeliken zin. Deze vreemdsoortige geslachtsnamen op stra, waarvan 't stamwoord 'n mans-

Page 30: FRIESCHE EIGENNAMEN.

14Ü EEN EN ANDER OVER

naam i s , zijn b. v. Leffertstra, van den mansnaatn Lef-fert; Sytstra, van den mansnaam Sytse , enz. Misschien nog enkele meer.

Overigens zijn allerlei woorden tot 't samenstellen van geslachtsnamen op stra gebruikt, en dat niet slechts ook zulke woorden, waaraan dan toch noch eenig denkbeeld gehecht is geworden; zoo als b. v. Spoelstra (zie § 31) , Veestra (van ' t woord vee , 'n naam dus voor 'n greidboer), Zwaanstra (van ' t woord zwaan, omdat de man die dezen naam aannam, in 'n huis woonde waar „de Zwaan" uithing), enz. Maar ook velen van deze geslachtsnamen op stra schynen afgeleid van 'n woord dat zonder zin of beteekenis is. In Zwikstra, Tekstra , Schnifstra, Tibstra, Kikstra, en zeer vele anderen, kan ik althans geen re-deliken zin vinden. Hoe zonderling 't ook schyne, ik geloof in der daad dat deze domme geslachtsnamen zon­der zin, en die ook vast allen uit den allerjongsten tijd, uit 1811 dachteekenen, zoo maar, geheel op goed geluk gemaakt zijn. Scherts , en wel laffe grappemakery, zon­der eenigen geest, schijnt by ' t bedenken van zulke na­men 'n rol gespeeld te hebben. De lui , die de noodza-kelikheit van 't voeren van vaste geslachtsnamen volstrekt niet inzagen, en die schenen te denken dat d' invoering daar van slechts 'n onnutte maatregel was, die geene gevolgen op den duur hebben zou, dreven eenvoudig den spot met deze instelling, en verkneukelden zich in 't bedenken van allerlei rare, onmogelike namen. Ze waren wel zoo wijs dat ze nu juist geen scheld­namen of woorden die 'n dubbelzinnige beteekenis had­den, die dus den drager van zoo'n naam tot schande strekken konden, aannamen, maar voor 't overige \vas ' t hun onverschillig onder welken geslachtsnaam ze zich opschryven lieten in de boeken van den burgerliken stand. J a , 't schijnt zelfs, als of ze by voorkeur namen bedach­ten, die, althans voor Hollanders en andere vreemdelingen

Page 31: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCIIE EIGENNAMEN. 141

(fransche amtenaren ? ) , zeer moeielik om uit te spreken waren ; namen, waarin zoo veel medeklinkers op elkan­der stootten, als maar mogelik was. Hoe waren der an­ders zulke harde, ratelende of schuifelende namen voor den dag gekomen , als Zwierstra, Zalmstra, Sprongstra, Wapstra, Strijkstra, Scherstra , Propstra , Britstra , enz. ?

~D' uitgangen sma en stra schenen in 1811, bij menschen die maar op luk-raak een naam bedachten en aannamen, vooral en 't meest in den smaak te vallen, en in aan­wending te komen; veel meer als d'anderetypisch-friesche uitgangen. Van daar dan ook dat deze namen in den regel aan thans nog levende geslachten toebehooren , en dat de verhouding van d' uitgestorvenen tot de nog be­staanden onder de namen op stra nog veel gunstiger is als onder die, welke op sma uitgaan.

Een bizonderheit is nog dat in 1811 de mode (beter woord weet ik hier niçt voor, noch dat beter de zaak uitdrukt) om geslachtsnamen met stra te maken, meest heerschte in de zuidelike grietenyen van Friesland, in Hemelumer Oldefaart en Noordwolde, in Gaasterland, Lemsterland , Doniawerstal en vooral in de Stellingwerven, terwijl • men in d' overige streken van Friesland, vooral in •'t midden van 't land , rondom Leeuwarden , meer na­men maakte met sma der achter. Dien ten gevolge komen ook de namen op stra uitgaande, nergens zoo talrijk voor als in de bovengenoemde deelen.

96. In de middeneeuen schynen geslachtsnamen, en toe- of bynamen, op stra eindigende, nog slechts weinig voor gekomen te zijn. Ze behooren geenszins tot d' oudste formen van typisch-friesche geslachtsnamen ; integendeel! Ook komen ze in oude oorkonden slechts zeldzaam voor. Onder d' oudste namen van deze groep vind ik o. a. de vol­genden : Dykstra : Liova van Dicstera was in 1418 grietman van Oost-Dongeradeel; Mernstra : Lolle Mernstera was in

Page 32: FRIESCHE EIGENNAMEN.

142 EEN EN ANDER OVER

1463 grietmaü van Barradeel j Kampstra (later ook tot Kamstra en Camstra versleten en veranderd), welke naam in 'n oorkonde van ' t jaar 1489 voorkomende, (1) door zekeren Peter Kampstera te Leeuwarden gedragen werd; Poelstra, in 'n oorkonde van 1562 (2); Heemstra of van Heemstra, Glinstra of van Glinstra, Menstra , zeer waar-schijnlik de zelfde geslachtsnaam als Mernstra, Mern-stera, — Pybe Menstra was in ' t jaar 1500 'n edelman in Barradeel; Stenstera , Stenstra of Stinstra: Sybren Jep-pes Stenstera, heerschap te Foudgum in 't eerst der 16de eeu (3) , enz.

De geslachtsnamen op stra zijn byna uitsluitend tot Friesland tusschen Flie en Lauers beperkt. Maar in Gro-ningerland en Drente komen er ook eenigen voor, vooral in 't Westerkwartier en in 't westelik deel van Drente; en tevens enkelen in Oost-Friesland. 'T komt my echter waarschijnlik voor, dat deze geslachtsnamen, vooral die in Oost-Friesland, daar uit ' t westerlauersche Friesland ingekomen zijn.

In oude oorkonden komen ook plaatsnamen voor, en wel namen van saten en staten, die op stra eindigen. Deze namen moet men echter niet vcor oorspronkelike geslachtsnamen houden , zoo als men b. v. wel moet doen , als men leest of zeggen hoort : „ik woon op Abbinga; „wy gaan naar Allinga". In deze, zoo wel in oude tyden als hedendaachs niet ongebruikelike spreekwyzen, moeten achter de namen Abbinga en Allinga, de woorden state en saté stilzwygend verstaan worden. Hier zijn Abbinga en Allinga wel degelik de namen der geslachten, aan wie de state en de saté oorspronkelik toebehooren. Maar by die

(1) O o r k o n d e n d e r g e s c h i e d e n i s v a n h e t S i n t - A n -t h o n ij - G a s t h u i s te L e e u w a r d e n , bl. 113.

(2) Idem , bl. 569.

(3) Idem. bl. 565.

Page 33: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 1 4 3

oude plaatsnamen op stra eindigende, is dit niet ' t geval. Zoo leit er b. v. by Grou 'n saté, die van ouds en nog heden ten dage ' t Hofland hiet. W e l , deze zelfde saté wordt in oude stukken ook wel Hoflanstra genoemd ; onder dien onzinnigen naam komt-i ook nog voor in HETTEMA'S

O u d en N i e u w F r i e s l a n d . Maar dit oudfriesche Hoflanstra is slechts 'n stuk van 'n naam, 'n verkorting van 't volle en oorspronkelike Hoflanstra saté, in heden-daachsch friesch: hoflanster saté, in ' t hollandsch : hof-lander zathe of landhoeve. Onzin is 't om dit Hoflanstra als de volle, op zich zelven en in den eersten naamval staande naam van deze saté te beschouen. En even dwaas zou 't wezen zoo men uit 't voorkomen van dezen naam in oude stukken, besluiten zou dat dit Hoflanstra 'n geslachts­naam was , dat Hoflanstra-sate dus beteekenen zou : de landhoeve, d' eigenerfde saté van zeker geslacht Hoflan­stra ; zoo als Abbema-sate w e l beteekent: adelik huis . Edelsitz van ' t geslacht Abbema; en Allinga-sat e w e 1 beduidt: landhoeve, Bauernsitz van 't geslacht Allinga. En even zoo als ' t gegaan is met dezen zeer oneigenliken naam Hoflanstra, die eigenlik op zich zelven in ' t ge­heel geen naam is , zoo is 't ook gelegen met de namen Eeushuistra f Eenstra , Hooghiemstra, Hooghuistra , Li-onaudstra , Niestra , Oudhuistra, Stylstra , Suffenstra , enz., die allen oorspronkelik slechts halve namen zijn, byvoegelike naamwoorden, van plaatsnamen geformd en ontleend; de woorden state of saté moeten nog achter die namen staan of er stilzwygend by verstaan worden — eerst dan hebben ze zin en beteekenis. Dat deze namen oorspron­kelik aan plaatsen en niet aan personen behooren, ziet men duidelik en klaar aan de namen Oudhuistra, of Oldehuis-tra (van 't Oudhuis, ' t oude huis), Hooghiemstra (van 't Hooghiem), Hooghuistra (van 't Hooghuis), Eenshuistra (van Eenshuis) , enz, even als aan Hoflanstra, Nydamstra enz.

Maar ofschoon deze namen o o r s p r o n k e l i k aan

Page 34: FRIESCHE EIGENNAMEN.

144. EEN EN ANDER OVER

plaatsen behooren, ofschoon 't daarmede dus juist anders om is als met de plaatsnamen Abbema-state, Allinga-sate, enz. waar de namen Abbema en Allinga in d' e e r s t e plaats en o o r s p r o n k e l i k aan geslachten toebehooren, en de t w e e d e plaats of m i d d e 1 i k aan de state of saté, zoo zijn toch sommigen van deze oudfriesche plaatsnamen of wat daar dan voor gold, in lateren tijd ook geslachtsnamen geworden, en meestal door menschen aangenomen, die pachters waren van deze zelfde plaatsen. Zoo zijn de he-dendaachs nog bestaande geslachtsnamen Eenshuistra, Hoog-hiemstra, enz. ontstaan. Zelfs de geslachtsnaam Hooghiem-ster komt heden ten dage in Friesland voor, en dit i s , voor zoo verre my bekend is, d' eenichste naam, waar in d' oudfriesche form stra overgegaan is in den nieufrie-schen form ster , even als in de dageliksche friesche spreek­taal van den nieueren, en tegenwoordigen tijd; ten zy men zulke geslachtsnamen als Dijksterhuis, waar werke-lik ook dit nieufriesche ster als opvolger van 't oudfriesche stra in voorkomt, daar by mocht willen rekenen.

Dat â' een of andere op stra uitgaande naam van 'n state of 'n saté, in lateren tijd weer overging op ' t ge­slacht zelven , dat die saté of state in eigendom bezat, komt natuurlik veel zeldzamer voor. En toch is dit 't ge­val geweest met de geslachtsnamen. Hiemstra, Heemstra, van Heemstra, Camstra ofKampstera, Stinstra of Stenstera, Glinstra of van Glinstra, enz.

97. De geslachtsnamen op stra uitgaande, voor 200 verre my bekend, zijn de volgenden (zie § 43).

Baanstra (1) , Bakstra , Balstra , Balkstra , Bartstra, Bas-

(1) Wijl deze namen byna allen uitsluitend in Friesland tusschen Flio en Lauers voorkomen, zoo heb ik slechts by die namen , welke ook in andere friesche landstreken aanwezig zijn, zulks er achter ver­meld , door F, G, D of O. De anderen zijn allen uit F.

Page 35: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FBIESCHE EIGENNAMEN. 1 4 5

(tra , Batstra , Beelstra , Beerstra , Beetstra , Bergstra , Bijlstra, Bilstra , Bystra , Blauwstra , Blystra , Boelstra , Boerstra , Bogt-stra , Bolstra , Bonstra , Boomstra, Boonstra , Boornstra, Braam­stra , Britstra , Broekstra , Boustra , Bouwstra , Budstra , Buik­stra , Bulstra , Burgstra G , Buurstra , Damstra , Deelstra , Deik-stra , Delfstra , Diepstra , Dijkstra , Dystra , Dolstra , Dongstra , Draaistra , Dragstra , Duizendstra , Dunstra , Eemstra D , Eens-huistra , Eenstra , Eerstra , Ekstra , Extra O , Endstra , Enstra, Vaartstra G , Vaatstra, Valomstra, Peenstra E Gr O, Veen-stra F G O , Veestra , Veldstra , Velstra , Fierstra , Vierstra , Fjjlstra , Fielstra, Vijlstra , Fijnstra, Flietstra , Vlietstra , Flok-stra, Voetstra , Folstra, Gaastra , Gijlstra , Glastra , Gleistra , Glinstra., † van Glinstra, Graafstra, Graanstra, Graustra, Gripstra , Grijpstra , † Groestra , Grondstra , Groustra , Grouw-str» , Grunstra , Haalstra, Haamstra , Haanstra, Haistra, Hamstra, Hanstra , Hartstra , Hatstra , Heegstra , Heemstra , van Heem­stra , Heidstra , Heitstra , Hekstra , Hemstra , Henstra, Hiekstra, Hiemstra, Hoekstra, Hoeckstra F O, Hoepstra, Hofstra, Hol­stra , Hooghiemstra (en Hooghiemster), Hoogstra , Hoornstra , Hornstra , Huistra , Huizenstra, Hulstra, Ylstra F D , Jongstra, Joustra , Jouwstra , Iestra , Istra , Tstra , Jutstra , Kaapstra , Kaastra , Kampstra F G , Kamstra , Camstra , † van Camstra , Katstra , Keegstra , Keekstra , Keestra , Kerkstra , Kiestra , Kylstra , Kielstra , Kikstra , Kimstra , Kynstra, Kienstra, Klam­stra , Kleistra , Kleinstra, Kleefstra, Klimstra, Klynstra, Klomp­stra , Kloostra , Klootstra , Knypstra , Kniepstra , Koelstra , Koestra , Kommereinstra , Kooistra , Koolstra , Koopstra , Koorn-stra , Korenstra , Kootstra, Kuikstra, Kortstra, Kunstra, Kuurstra , Laadstra , Laanstra , Laandstra , Landstra , Lapstra , Leegstra , Leekstra F G D , Leemstra, Leenstra, Lefîertstra, Leistra, Lemstra, Lenstra , Lentstra , Liekstra D , Linstra G , † Lionaudstra ? , Loonstra , Loopstra , Lotstra , Luimstra, Luinstra F G , Maastra G , Marnstra , Meenstra , Meerstra F G , † Menstra, † Mernstra, Muntstra G , Munstra F G , Napstra , Nestra , † Niestra , Nieuwstra , Nootstra , Oostra F G , Palstra , Peenstra, Pykstra, Piekstra , Pitstra , Ploegstra , Poelstra , Polstra', Pompstra F G,

- Poortstra , Postra, Poststra F G , Praamstra F G, Pronkstra, Propstra , Eeenstra, Eeinstra , Eeidstra, liiegstra, Eienstra , Bieatra , Kynstra , van Rynstra , Rypstra , Eiepstra, Eoefsfcra ,

V. F. XY. 10

Page 36: FRIESCHE EIGENNAMEN.

146 EEN EN ANDER OVER

Zaadstra, Zalnistra, Zandstra, Zanstra, Sanstia, Seinstra, Zeinstra , Zetstra , Zylstra F O , Zeylstra , Zeilstra F O , Siestra , Sytstra , Schanstra , Seheemstra , Scheenstra , Scheepstra, Scheer-stra , Scherstra, Schildstra , Schilstra , Schootstra , Sehoutstra, Sohouwstra , Schuifstra , Slofstra , Slotstra D , Sneekstra , † Solstra , † Sostra , Spaanstra, Speulstra , Spoelstra , Speerstra, Sprongstra , Staalstra , Stastra, Steenstra , Steegstra , Steekstra , Stelstra , Stelpstra , Stienstra , Stinstra, † Stylstr» ? , Strandstra, Strijkstra , Streekstra, † Suffenstra ?, Zuidstra , Swaagstra , Zwaagstra , Zwaanstra , Zwemstra , S wierstra , Z wiersira , Zwik-stra , Talstra , Teenstra F Gr , Teernstra , Tekstra , Terpstra , Teunstra , Tjaardstra , Tibstra , Tiekstra , Tilstra , Tylstra , Tiemstra , Tienstra , Tolstra, Toonstra , Toornstra, Triemstra , Troelstra, Tuinstra , Tunstra, Turkstra, Twynstra, Tzumstra, Walstra, Wapstra, Weemstra, Weerstra , Werkstra , Westra F Gr, Weststra , Wesstra , Wierstra , Wietstra , Wykstra , Wildstra , Wilstra , Wylpstra , Wilpstra , Wymstra , Windstra , Wynstra, Woudstra.

98 . Rechtstreeks van plaatsnamen geformd, zijn onder de bovenstaande namen de volgenden: Balks t ra , van ' t vlek Ba lk ; Beers t ra , van ' t dorp Beers : Beetstra , van ' t dorp Bee t s ; Boonstra en Boorns t ra , van ' t dorp 0 1 -deboorn, in de wandeling Boorn , Boon genoemd j Broek­stra , van ' t dorp Broek , of van de buur t Broek bij Akker-woude , of van eenig ander broek of moerassige land­streek ; B u d s t r a , van 't gehucht de Bird (in de wandeling en volgens de friesche uitspraak de Bud genoemd) , by G r o u : — de geslachtsnaam Budstra komt dan ook te Grou voor -*-; Dragstra, van ' t vlek Drach ten ; Valomstra, van 't gehucht de Valom by Veenwouden; Flietstra en Yl ie ts t ra , van de voorsteden ' t Vliet by Leeuwarden en by F raneke r , of van de buurten 't Vliet by Witmarsum en Westhein ; Gaas t ra , van ' t dorp Gaast of van (Rot-ster-) Gaas t ; Gl ins t ra , van de state Glins by Hempens (Glinstra-state, dat is ' t zoogenoemde Blauhuis , is by Dronrijp") ; Grous t ra , Grouwstra , van ' t dorp Grou; Ham-

Page 37: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 147

stra, van 't dorp Drogeham? of van 't dorp den Ham in 't Westerkwartier van Groningerland ? Heegstra, van 't dorp Heeg; Ylstra, van 't stadje Ylst; Joustra en Jouw-stra, van 't vlek de Joure; Kiestra en Keestra, van 't gehucht Kie of Kee by Franeker; Knypstra en Kniepstra, van 't dorp de Knype of Nieu-Brongerga; Kootstra, van 't dorp Kooten; Liekstra en Leekstra, van ' t dorp de Leek (friesch : de Lieke) in Groningerland; Leistra, van ' t gehucht de Leie op ' t Bildt; Lemstra, van ' t vlek de Lemmer; Luinstra, van 't oude huis ter Luine by Kol­lum ; Marnstra, van Marne (-zijl) by Bolswart of van de landstreek de Marne, in Hunsego ; Muntstra en Munstra , van ' t gehucht Trimunt by Marum in Groningerland (de geslachtsnaam Muntstra komt te Marum voor); Peenstra, van ' t gehucht de Peau tusschen Grou en Oldeboorn (de geslachtsnaam Peenstra komt te Grou en te Oldeboorn voor; zie § 4 ) ; Pompstra, van ' t gehucht de Pomp, by Kollum; Poststra en Postra, van de dorpen Buitenpost of Lutkepost; Reenstra en Rienstra, van de buurt Rien of Reen, by Lntke-Wierum; Rynstra en van Ryn-stra (en Reinstra ?) van 't vaarwater de Ryn by de Lem­mer ? Riedstra en Riestra, van 't dorp Ried; Rypstra, van ' t dorp Dronrijp (in de wandeling de Ryp genoemd) of van eenig ander ryp , Hardegarijp, Weisrijp, Akmarijp, Goëngarijp; Seinstra en Zeinstra, van de buurt Syns by Hartwert (1) ? Scheenstra, van ' t rivierke de Scheene in West-Stellingwerf; Schootstra, van ' t dorp (Oude-en Nye-) Schoot; Sneekstra, van de stad Sneek; Speerstra, van 't gehucht Speers (Speersterhuizen, Speerstrahusen), by Deersum, Steenstra en Stienstra, waarschijnlik (2) van

(1) In dit Seinstra en Zeinstra kan echter ook 'n se'me of zeis schuilen, zie § 99.

\2) Dat Steenstra en Stienstra van den dorpsnaam 'Stiens afgeleid zijn, durf ik niet voor vast te stellen. In de hedendaaehscli-friesche spreektaal toch , noemt men 'n inwoner van dat dorp niet 'n Stien-

Page 38: FRIESCHE EIGENNAMEN.

148 EEN EN ANDER OVER

't dorp Stiens (eertijds ook wel Steens geschreven); Streek­stra , van de buurten de Streek by Dokkum, of by Wans­werd ; Swaagstra en Zwaagstra, van 't dorp Beetsterzwaag, gewoonlik alleen de Swaag genoemd, of van Korte- of Lange-zwaag, Kollumer-zwaag, enz.; Teernstra . van ' t dorp Teerns-; Teunstra, van ' t dorp Tiras, dat in de wandeling, volgens de friesche uitspraak Teuns of Tuns genoemd wordt; Tjaardstra, van ' t gehucht Tjaard, by Wirdum; Tiekstra, van de buurt de Tieke, by Suameer; Tibstra. van de buurt de Tibben of Tibmaburen, by B e ; Tiemstra, van 't gehucht de Tym , by Witmarsum (1) ; Tienstra, van ' t gehucht de Tinia of Tynje , by ter Wis-pel, of- van ' t vaarwater de Tynje by Leeuwarden ; Troel-Btra, van ' t dorp ter Oele, tot Troele saamgetrokken; Tzumstra, van 't dorp Tzum of Tjum; Weerstra, van 't gehucht de Weeren by Wons (de geslachtsnaam Weerstra komt te Wons voor) ; Wierstra , van 't dorp Wier, of van eenig ander wier , Poppingawier, Engwier, Metslawier, enz.; Wylpstra en Wilpstra, van de buurt de Wylp of de Wilp by Siegerswolde; Wynstra , van 't dorp Wyns, of van de buurt Wyns by Oosterend.

Anderen van deze in § 97 opgenoemde geslachtsnamen zijn niet van b i z o n d e r e , maar van a l g e m e e n e plaatsnamen afgeleid, van woorden dus , die als plaatsna­men dienst doen ; b.v. woud , berg , kerk , steeg , vaart. Deze geslachtsnamen hebben 'n even goeden zin als de vorigen , en druissen in geenerlei opzicht tegen de wetten der friesche taal in. Plet zijn: Baanstra; Bartstra en Batstra , van 't friesche woord harte (uitgesproken zonder r ) , 'n breede vonder beteekenende , of ook 'n stoep, 'n

ster . maar 'n Stienser. De geslachtsnamen Stienstra en Steenstra, kunnen ook van de woorden stiens en steens (stienh/ts, steenhuis), als verscheidenheden van stins, afkomstig zijn.

(1) In dit Tiemstra kan ook 'n time , tieme, 'n boere-werktuich, schuilen.

Page 39: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 149

opstap aan 't water; Bergstra, Bogtstra, Boomstra, Burg­stra, B uurstra, (de buren, zoo noemt in Friesland wat elders 'n buurt genoemd wordt), Damstra, Deelstra (van deel, naam van vele vaarwaters in Friesland, deel, ver­want aan delf = gedolven of gegraven vaarwater); Delfstra (van dit zelfde woord delf of delft; de Delft, zoo biet o. a. de binnenhaven te Emden) ; Diepstra (van diep = vaarwa­ter , vooral in Groningerland in gebruik) ; Dykstra ; Endstra en Enstra van end, einde ; Vaartstra en Vaatstra ; van vaart, in Friesland ook zonder r uitgesproken; Feenstra en Veenstra ; Veldstra en Velstra ; Hanstra , Henstra , Horn-stra , Hoornstra, van de friesche woorden : ham, hem, hom, hoorn (zonder r uit te spreken) — hoek. Hemstra, Heemstra , van Heemstra , Hiemstra, Hooghiemstra, van heem, hiem, 't hoogduitsche woord heim, tegenwoordig in Friesland gewoonlik den naasten omtrek van 'n boerehuis, binnen 'n sloot of singel begrepen, beteekenende. Heidstra, van heide ; Hoekstra , Hofstra, Huistra, Hulstra (van 'n hulst ?) . Kampstra, Kamstra en Camstra (zie § 96) ; Keeg-stra , van 't friesche woord keech, kaag, koog, polder ; Kerkstra, Kleistra, Klynstra (misschien ook door misver­stand Kleinstra), van 't friesche woord klyn, 'n soort van veengrond; Kloostra , van klooster; Kooistra, van (eende-) kooi; Laanstra; Landstra; Leegstra (van 't friesche woord leech, leeg, laag, die in 't leech dus, of in de laachte woont; Meenstra, van meen, mien, mienschar , gemeene weide; Meerstra; Oostra, van de hemelstreek oost; Poelstra; Polstra, van polle , pol, in ' t friesch 'n klein eilandje beteekenende; Zandstra, Zanstra en Sanstra, van 't woord zand, in ' t friesch zonder d uitgesproken; Zetstra, van 't friesche woord set, 'n overzet, 'n veer over 'n vaarwater of 'n rivier beteekenende ; b.v. Tînje-tet by Leeuwarden, oudtijds 'n voorde , later ; n pontveer over 't vaarwater de Tînje; thans draacht nog 'n huis al­daar , dien naam. Zijlstra (en Zeilstra, Zeylstra ? of schuilt

Page 40: FRIESCHE EIGENNAMEN.

150 EEN EN ANDEft OVEît

in dezen naam 't woord zeil ? ) , van ' t friesche woord aîl, zijl, sluis. Schouwstra; van 't friesche woord $kou, plat-bodemd vaartuich dat door schuiven (friesch : skowa, skoue) voortbewogen wordt; dit zelfde woord is ook in overdrach-teliken zin in gebruik gekomen in de beteekenis van veer of overtochtsplaats over ' t water, waar toe men zoo'n skou gebruikte; de Oudeschoüw, 'n bekende herberg tus-schen Irnsum en Akkrum is zulk 'n oude overtochtsplaats over de Boom en de Wetering. — Steegstra, Stelpstra, van ' t friesche woord stjelp , in Noord-Holland stolp, boere-woning en schuur onder één dak, 't zelfde woord als ' t nederlandsche stulp, omdat by deze woningen woonhuis en schuur en veestallen als onder 'n stulp, stolp of stjelp staan. Stinstra, Strandstra, Zuidstra, van de hemelstreek zuid; Terpstra; Tolstra, van tol, tolhuis; Toornstra , van toren; Tuinstra, Walstra ; Weemstra en Wymstra, van ' t woord weme, (wedemé) , wime, oorspronkelik saksisch , maar ook in sommige friso-saksische tongvallen (Drente, noordelik Overyssel, Groningerland), depastory, de pre­dikantswoning beteekenende; Westra, Wesstra en West­stra, van de hemelstreek west; Wykstra, van ' t friesche woord wîk, in de beteekenis van vaart (kanaal) in ' t veen; Woudstra, van woud; zie § 8 2 ; enz.

99. Aan d' overige namen, in § 97 opgenoemd, is weinig of geen zin te hechten. Wietstra schijnt my toe, even als Leffertstra en Sytstra (zie § 95) , 'n mansnaam, in dit geval Wytse, te bevatten. Misschien is dit ook wel zoo met Bartstra (mansnaam Bart) , zie § 98 ; met Boelstra (mansnaam Boele), met Bonstra (mansnaam Bonne), met Bouwstra (mansnaam Boue), met Tjaardstra (mansnaam Tjaard) . zie § 9 8 , en met enkele anderen meer. De ge -slachtsnaam Spoelstra is in § 31 verklaard.

Bijlstra, Pijlstra met Fielstra en Vijlstra, Britstra, Glastra, Graanstra en Koornstra met Korenstra, Grip-

Page 41: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN. 151

stra metGrypstra , Dongstra, Hoepstra, Kylstra en Kielstra, Kienstra en Kynstra . Klompstra, Koestra, Koolstra, Ploeg-stra, Praamstra, Roefstra, Zaadstra , Zalmstra, Scheepstra, Slotstra, Spaanstra, Veldstra, Veestra, zijn allen namen door handwerkslui, schippers , kooplui, boeren, enz. be­dacht , en ontleend aan 't een of ander woord dat op hun bedrijf zinspeelde. B.v. de bijl voor den slachter en den houthakker; de file of vijl voor den klokmaker en den smid; graan , koorn en zaad voor den landbouer en den graankoopman; veld, vee, koe, gripe, grip of mestvork, dong of mest, de ploeg , voor den boer; glas voor den glaze-maker; 't slot voor den smid; de hoepe, hoepel, voor den kuiper; de Ml of kiel voor den scheepstimmer­man; brît of brit, turf kluiten , met Mn of kien , oud hout dat uit ' t veen opgegraven wordt, voor den turf boer en den veenman; scheep, praam en roef voor den schipper; de zalm voor den visscherman; klomp voor den klomp­maker ; kool voor den kooltjer of groenboer, enz. enz.

100. Sedert de verschillende lijsten van friesche ge­slachtsnamen , in deze opstellen voorkomende, door my opgemaakt zijn, en vooral sedert ' t belangryke werk van Brons, over oostfriesche namen (1) , verschenen i s , heb ik nog eenige typisch-friesche geslachtsnamen, zoo oude als nieue, en die vaj te voren onbekend gebleven waren, kunnen verzamelen. Ze mogen, volledicheitshalven, hier nog 'n plaats vinden.

By § 4 3 , by de geslachtsnamen op enkele a eindigende, moeten nog gevoegd worden :

Arum» F , † Brungersmunna O , † Butia O , † Duda O , † Folgera F , † Folricha G, † Fokela O , Garda F , Geldra F ,

(1) BERNHARD BRONS J R . , F r i e s i s e h e N a m e n u n d M i t -

t h e i l u n g e n d a r ü b e r , — Einden, W. Haynel, 1878.

Page 42: FRIESCHE EIGENNAMEN.

152 EEN EN ANDER OVER

Glyza F , † Habbada O, † Halbada O, † Harelda O, † Harda F , † Hawada ? O , Harsta F , † Haramana O, † He-beka O, † Hermena O , Hoga F , Homma F , Tska F , † Jürgena O, † Ivalda O , Kamma F , Kefca F , Kluurda F , † Konka O , Marra F , † Mertena O , Moda G, † Moneka O, Moora F , † Oentia O , † van Olferda F , van Onna O , Pol-sta F , Eeverda F , † Eippa O , Eompta O , Zeeba (Amster­dam) (1 ) , Scelteda G, Smilda F , † Stiddekelda O, † Taka F , † ülberna O , † Wabba O, † Warfwia O, Wheda F , † Wibolda O, † Wycla O , † Wytsera 0. —

Bij § 5 1 , namen op {inga, enya, unga) :

Atinga F , Attinga F , Beeninga O , Bylenga F , † Boy-kinga O , † Boltinga O , Bonnenga G , † Bonunga O , Bra-tenga F , Brattinga F , Bronninga G , •}- Buykinga O , Dekinga F , † Dickenga P , Diekenga O , † Doykinga O , Driewenga O , † Eavinga F , Ebbinga G, Edlinga O, † Eeuwinga F , † Eylinga O , † Euwinga O , † Everdinga O, † Ewinga O , Val-linga F , Vallenga F , † Federinga O, van Vellinga F , Pokkinga F , Poekinga F , Ganzinga F , † Geuckinga P , † Godingha O, Goïnga F , † Halbingha O , I Jallinga O , † Ha-renga O, † Haygienga G, Heerenga F , Helinga D , Hel-lenga F , Hoekinga G, Hoyenga F , van Hollinga F , Hop-penga G, Honwinga G, Hukenga P , † Humingha O , † Hummyngha O, Huninga G, † Hunninga O', † Idinga O, † Jeldinga G , † Intinga O , † Isinga O , † Itinga F O , It-zenga O , Jubbinga D ,- Lebbinga F , Liezinga P , † Liubbinga O , Löringa O , Luidinga F , Minsinga F , Muringa O , Ne-senga F , Nettinga F , † Nonninga O , † Oeffinga F , † Oet-singa P , Onninga O , Onsinga F , Oostringa F , † Ottinga O, Pausinga F , † Pekinga O , Popenga O , Eemminga F , † Bi-caldinga O , Euidenga P , j - Sajunga O, Sallinga O , † Zebinga O , † Zederinga O, † Sibbinga O, Sjoerdinga F , † Sis-singa O, Schellinga F , Sehinginga F , Smeyenga O, †

(1) Dit is de zelfde naam, maar in verhollandschte spelling, als d' oorspronkslike , oud-oostfriesche geslachtsnaam Seba.

Page 43: FRIESCHE EIGENNAMEN.

FRIESCHE EIGENNAMEN'. 1 5 3

Sparinga O , † Sprottinga F , Steigenga F , à Sterringa F , Stitzinga G O , Stuwinga F , ^Suding» J ) , Tedinga G O, † Tidinga O, † Ubinga O, † UlvuTgaTO"," † Walekenga O, Wed-zinga F , Werringa O, † Wiardinga O , Woelinga F.

By § 57 , namen op ia eindigende :

† Boycmonia O, Bruinje F , Burmania F , Frisia (Frisinga, van Friso, Fïiese); Venia F , Veenje F (Feninga, van Fene); †

.Fingia F (Finninga, van Fin) ; Groenie F ; Lelia F (Lelinga, van Lele); † Lunia F (Luninga, van Lune ; of Ludinga, van Lude); † JSTonia F , † Onnia O (Onninga , van Onne , Onne); † Schunia F ; † Tongia O (Tonninga , van Tonne, Antonius ?).

Bij § 5 8 , samengetrokken iwya-namen:

van Bonga F , † Feyga F , Fenega F , Follega F , † Ham-inerga O, Hillega G, † Onga of Onnega O (zis Onnia hier­boven).

By § 6 8 , namen op ma :

Amkema F G O , † Ammama F , Ammema O , Ankema F O , Atema F , Aulsema G, † Azeghama O , Bangema F , Batema F , † Baueania O, Berema O , Betzeina F , † Birma O G, † By wema G, † Blyma F , Boma F , Bogema F , van Buma F , Burma F , Dykma F , Doyma F , Dooyema F , † Dodema O, † Dokema F , Donema G, † Dunema O, yan Edema F , † Eytema O, † Elckma O , † Enckeina F, Ensema O, † Entekema O , Veenenia O, † Ferhildema O, Fogtema G , † Folpina O F , † Frantama 0 , Friesema F , † Fryoraa O G, † Gaitsma F , Geykema F , Geukaraa G, Gosma F , Grypma F , Haitema F , Haytema F , Hanema F , Hedema F , † Hein-thiema F , Hëlema F , Hogema F , Hoitema F , † Hockema O, † Hokema O , Huisma F , Hummema G O , † Yaikarna F , Jentjema G , Jepkema F , Inema O , † Ypckema F , Ipema G , van lepema F , Jukkema G, † Jungama F , † Kampema F , Eeema G , Kestma F , Eynma F , Klynama F , Lantema F , † Latma G, † Lawkoma F , † Mallsma F , † Martema F , † Megama F , van Menkema G, Mensma F , † Metesma F , †

V. P. XIV. 1 1

Page 44: FRIESCHE EIGENNAMEN.

I ü 4 EEN EN ANDER OVER FR1ESCHE EIGENNAMEN.

Mirrima "F , f† Moyema F O, Mokma F , Nutma F , † Oeke-ma F , Olma F , † Oitema O , † Onema O , † Qnnoma of On-nema F , Oostema G, Eent jemaF, Bynema Gr, Eondema F , Koodema F , † Eubema F , † Eummema F , † Saxema Gr, Schraama Gr, Schram» G , Zigtema Gf, Sjoukema F , Zolma F, † Stroma Gf, Tadama F , Thaddema Gr, Teyema F , Tuidema G , Tuinema F , † Waerma Gr O , Wierma F ,† Willema F , Wirsema O.

By § 7é, namen op na (1) :

Abbana , Abckena , Addena , Aytekana , Allana , Altekana , Benana, Bengena , Boykana , Dydykana , Dylana , Edena , Ed-dena , Eembana , Eggana , Elana , Elankana , Emena , Emmert-na , Engena, Enkena , Ennana , Eppena , Erokena, Ettana , Ewana , Feykena, Froukana , Ghelana , Gfrevana , Habbana , Hayena , Hayana , Haykana , Heddekana , Heddena , Herana , Herena , Herbana , Hessena , Hydduïana , Hikena , Hikna , Hyp-kena , Hipkena , Hipsena , Hyppana , Hyssena , Hyscana , Hoo-kena, Hompana , Hummena , Hunkena , Ybana , Ydsingena , Ippana , Twekana , Libana , Lueppena , Mannena , Mansana , Mekkena , Mensana , Ockana , Omena , Ovena , Pybana , Eie-kena , Eynana , Sebana , Sibbana , Sunkana , Tamana , Tante-kana , Temmena , Tyadana, Tyadekana, Tyana , Tjarkna, Tyessena , Ubkana , Udana , Uffana , Ukana , Wybana , Wym-kena, Wynkana.

H A A R L E M , April 1879. J O H A N W I N K L E R .