Free to work
date post
28-Mar-2016Category
Documents
view
215download
2
Embed Size (px)
description
Transcript of Free to work
free to work
Free to workJan Denys
Voor een open en moderne arbeidsmarkt
HoutekietAntwerpen/Amsterdam
Jan Denys / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2010Houtekiet, Katwilgweg, 2, b-2050 Antwerpen
www.houtekiet.com
info@houtekiet.com
Omslag Jan Hendrickx
Zetwerk Intertext Antwerpen
Fotos binnenwerk Belga
Foto auteur Michel Wiegandt
Eerste druk februari 2010Tweede druk maart 2010
Derde druk mei 2010
isbn 978 90 8924 072 9d 2010 4765 1
nur 780
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint,
microfilm or any other means, without written permission of the publisher.
Inhoud
Woord vooraf 9
Hoofdstuk 1De arbeidsmarkt: een markt als geen ander 15
Hoofdstuk 2Het belang van de arbeidsmarkt 27
Hoofdstuk 3Pijnpunten, pseudopijnpunten
en sterke punten van de Belgische arbeidsmarkt 39
Hoofdstuk 4Waarom loopt het fout? 99
Hoofdstuk 5Elf belangrijke trends 119
Hoofdstuk 6De gevolgen van de
economische crisis voor de arbeidsmarkt 189
Hoofdstuk 7De moeizame modernisering van de arbeidsmarkt 219
Hoofdstuk 8De contouren van een moderne en open arbeidsmarkt 231
Hoofdstuk 9Wat te doen? Zestig voorstellen
voor een open en moderne arbeidsmarkt 243
Hoofdstuk 10De eigen loopbaan 307
Dankwoord 341
Noten 343
Bibliografie 347
Twintig opmerkelijke quotes 355
Mensen als ik vind je overal Op de arbeidsmarkt
In dit tranendalluk de vos (gorki) in mia
Wat is talent? Veel mensen zeggen: Een talent is iemand die jarenlang
binnen een bedrijf carrire heeftgemaakt. Maar dat is vaak iemanddie gewoon heel handig is geworden
in het vinden van zijn weg binnen eenbedrijf. Voor mij is een talent juistiemand die zich in verschillende
bedrijven heeft weten te etaleren eneen constante groei heeft doorgemaakt.
De kunst voor de humanresources-afdeling bestaat erin om dat soorttalent op het juiste moment bij je
bedrijf binnen te halen.tjahny bercx - het financieele dagblad
12 september 2009
Woord vooraf
We werken om te leven. We leven niet om te werken. Niet zelden wordt aan die slagzin ook de metafoor van de uitgeperste citroen gekoppeld. Het is een veelgebruikte slogan die daarnaast ook associaties
oproept met 19de eeuwse werkomstandigheden van uitbuiting en mishan-deling in het industrile Vlaanderen. Hij is ook vaak te horen in discussies
over flexicurity of langer werken. Daarmee wordt het debat meestal in de kiem gesmoord. We moeten immers, zo luidt het, naast werken, ook nog
tijd hebben voor onszelf.
Maar het is een slogan die zo hol klinkt als een valse muur. Want waaruit
is dat echte leven dan wel opgebouwd? En is het niet betreu rens waardig
dat veel mensen maar beginnen leven eens ze s avonds de deur van hun
kantoor achter zich dichtgegooid hebben? Het is op zn zachtst gezegd een
bijzonder beperkte kijk op het leven, die evenwel diep verankerd zit in onze
collectieve beeldvorming. We kunnen gerust teruggaan tot Genesis, tot het vers gij zult werken in het zweet uws aanschijns. Werk is voor velen een
vierletterwoord dat we zonder gne op straat mogen uitspreken.
Nochtans zou werk moeten beschouwd worden als een essentieel, niet
te verwaarlozen onderdeel van het leven, dat best zo niet meer dan toch
minstens even kwaliteitsvol is als datgene wat zich buiten de werksfeer af-
speelt. Ontspannen is een mateloos aangename bezigheid, maar zonder
werk worden ontspanning en verveling al snel synoniemen.
Werken doet men niet alleen om den brode, maar om een veelvoud
aan redenen. Werkende mensen staan met meer zelfvertrouwen in het
free to work10
leven, zijn beter gentegreerd in de samenleving, zijn gezonder en bouwen
voort aan hun competenties en vaardigheden. Terecht merkt Jan Denys op
dat werkloosheid een groter probleem inhoudt dan enkel het verlies van
inkomen. Of in de woorden van John Len non:Work is life, you know, and without it, theres nothing but fear and insecurity.
Zolang we werk en leven als twee gescheiden werelden zien, doen we
onszelf dus niet alleen vreselijk tekort, maar zal onze negatieve per ceptie
van werk niet snel ten goede keren. Nochtans is die afwijzende benadering
de oorzaak van onze stugge en weinig dynamische arbeidsmarkt. Met dit
boek gooit Jan Denys de knuppel in het hoenderhok en houdt hij een warm
pleidooi om die arbeidsmarkt niet langer te zien als een hellevuur dat een
ontslagen werknemer wacht, maar als een forum van nieuwe mogelijkheden
en kansen.
Jan vergelijkt de arbeidsmarkt met de middeleeuwse horigheid. Horigen
waren verbonden aan het land dat ze bewerkten en aan de eigenaar ervan.
In ruil voor een deel van de oogst konden zij rekenen op de bescherming
van de landheer. Toch was het lang niet vanzelfsprekend de relatie met de
heer stop te zetten en elders een ander leven op te bouwen. Wel integendeel,
meestal werd de horigheid doorgegeven van generatie op generatie. Veel
bewegingsruimte was er in zon relatie dus niet. Vandaag hebben werkne-
mers alle vrijheid om nieu we horizonten op te zoeken. En toch gebeurt
dit niet. Het scenario van de ideale loopbaan voltrekt zich voor velen nog
steeds binnen hetzelfde bedrijf. Men promoveert en bouwt ancinniteit
op bij dezelfde werkgever. Het lijkt erop dat de verplichte horigheid van de
middeleeuwer plaats gemaakt heeft voor een verbintenis die de werknemer
zichzelf heeft opgelegd.
Terecht merkt Jan Denys op dat werknemers nog steeds te weinig mondig
zijn, te weinig het recht op veranderen in handen nemen, en zich te veel
schikken in de horigheid aan het bedrijf waar ze bij het begin van hun car-
rire beland zijn. De mobiliteitsgraad bij werknemers ligt bijzonder laag.
En toch, het kan ook anders. Werknemers moe ten zich veel sterker bewust
worden van hun waarde, en hun competenties ten volle laten renderen.
Dat zij zich daarvoor nu en dan op de arbeidsmarkt moeten begeven, hoeft
helemaal geen pijniging te zijn. Werknemers zijn nog te bang voor een el-
lenlange calvarietocht. Onbekend maakt onbemind; het is een waarheid
die evengoed voor de arbeidsmarkt geldt.
woord vooraf 11
Jan Denys ontleedt haarfijn waar het fout loopt en waarom we er zo
moeizaam in slagen nieuwe wegen in te slaan. Sommige oorzaken liggen in
de logheid van onze bureaucratie. Structuren hebben de neiging zichzelf al
te veel in stand te houden in weerwil van maatschappe lijke veranderingen.
Op die manier bepalen de structuren het beleid in plaats van andersom.
Denys geeft richtlijnen aan zowel vakbonden als werkgeversorganisaties
over hoe zij zich kunnen hervormen om tegemoet te komen aan de noden
van de arbeidsmarkt.
Veel van de pijnpunten waaronder onze arbeidsmarkt gebukt gaat, zijn
terug te brengen tot angst. Er heerst bij verscheidene actoren een grote angst
voor verandering. Vooreerst moet de mentaliteit worden omgebogen. De
werknemer wordt nog steeds beschouwd als een hulpeloze marionet die
zoveel mogelijk moet afgeschermd worden van de kwade buitenwereld.
Gevolg is dat de eigen werkplek voor veel werk nemers nog steeds als het
alfa en het omega geldt. Het is dan ook met lood in de schoenen dat zij na
eventueel ontslag opnieuw hun weg op de arbeidsmarkt moeten zoeken,
een plek waar je naartoe gestuurd wordt, niet waar je zelf spontaan heen
gaat. En die arbeidsmarkt is nog te veel een statisch gebeuren. Werklozen
hebben het vaak bijzonder moeilijk aan de bak te komen, terwijl werkgevers
de insiders hun werknemers vaak te veel aan zich binden en afschermen
van de arbeidsmarkt.
We moeten de arbeidsmarkt beschouwen als een plaats waar werkne-
mers, werkzoekenden en werkgevers mekaar vinden, en waar voor elke
partij interessante perspectieven geboden worden. Het is geen ge wone
markt die volgens de klassieke marktprincipes draait, want zo wel de vraag
als het aanbod komt van beide zijden. Werkgevers bieden vacatures aan
maar vragen ook arbeidskrachten, terwijl werknemers hun potentieel en
competenties aanbieden maar ook op zoek zijn naar werk. Tussen beiden
ontwikkelt zich dus een relatie van wederkerigheid.
Het pleidooi voor meer mobiliteit moet gepaard gaan met loop baan-
zekerheid voor een werknemer. De huidige crisis heeft ons alvast de ogen
geopend voor het feit dat geen enkele werkgever vandaag de dag nog werk-
zekerheid kan bieden aan zijn personeel. Dat hoeft op zich geen ramp te zijn,
zolang elke werknemer te allen tijde klaar staat om zich op de arbeidsmarkt
te begeven en de draad van zijn loopbaan met een andere invulling opnieuw
op te nemen. De versterking en erkenning van competenties tijdens de
free to work12
loopbaan via opleidingen moet ervoor zorgen dat werknemers ook op latere
leeftijd naar ander werk kunnen zoeken. Dit model van flexicurity zal onze toekomstige arbeidsmarkt kenmerken.
Die nieuwe benadering van onze arbeidsmarkt moet ons toelaten het
eerste conjuncturele herstel aan te grijpen om iedereen aan he
Recommended