Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

32
Siegfried van Hoek Fraude Onderzoek (deel B herschreven met aanvullende scans met verbeterde scan resultaten/techniek met behulp van AGFA Duoscan.) Deel B FRAUDE ONDERZOEK Samenvatting Medisch onderzoek Deel A Pagina 2 Onderzoek naar Manipulaties van Beeld Materiaal Pagina 3 Conclusie (zit ook in deel A) Pagina 24 Verantwoording en heroverweging (zit ook in deel A) Pagina 25 Pleit Zooie en Pleit Dooie (zit ook in deel A) Pagina 26 3 Bijlagen (waarvan 2 ook in deel A) Pagina 27 - 31 . Het Medisch Onderzoek en het Fraude Onderzoek zijn in aparte files uitgewerkt, om de hekelbare medische daden te scheiden van strafbare handelingen van verhulling, resulterende in respectievelijk deel A en deel B. Deel A: EEN MEDISCH ONDERZOEK Voorwoord Pagina 2 Medische situatie van Siegfried van Hoek, vertelling Pagina 3 M.R.I. rapport uit Germany met analyse-interpretatie Pagina 5 Inleidend scanonderzoek en audiologisch onderzoek Pagina 8 Kritische analyse van het operatie rapport Pagina 20 Aanvullend scanonderzoek Pagina 24 Conclusie, Verantwoording, Pleit Dooie - Pleit Zooie Pagina 46 - 48 6 Bijlagen van deel A (waarvan 2 ook in deel B) Pagina 49 - 60 Deze lekenstudie is gemaakt met MS Word. Om dit onderzoeksstuk te evalueren geldt het advies om de afbeeldingen met de computer te bestuderen, opdat men de zoom functie kan gebruiken. Op de uitgeprinte versie kunnen de getoonde afbeeldingen van een mindere kwaliteit vertoond worden.

description

RX scanmanipulatie als obstructie in forensisch onderzoek naar een clandestien nek-implantaat, wat middels MRI onderzoek meervoudig onderkent is. Volgens een arts met wie ik samenwerk is het belachelijk dat derden-artsen zich met de kwestie inlieten door scans te manipuleren, terwijl ze zich gewoon konden verschonen. Nu zijn ze medeplichtige geworden. (Dit is een bijgewerkte versie ivm deel C).

Transcript of Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Page 1: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Siegfried van Hoek

Fraude Onderzoek (deel B herschreven met aanvullende scans met verbeterde

scan resultaten/techniek met behulp van AGFA Duoscan.) Deel B FRAUDE ONDERZOEK Samenvatting Medisch onderzoek Deel A Pagina 2 Onderzoek naar Manipulaties van Beeld Materiaal Pagina 3

Conclusie (zit ook in deel A) Pagina 24 Verantwoording en heroverweging (zit ook in deel A) Pagina 25 Pleit Zooie en Pleit Dooie (zit ook in deel A) Pagina 26 3 Bijlagen (waarvan 2 ook in deel A) Pagina 27 - 31 . Het Medisch Onderzoek en het Fraude Onderzoek zijn in aparte files uitgewerkt, om de hekelbare medische daden te scheiden van strafbare handelingen van verhulling, resulterende in respectievelijk deel A en deel B.

Deel A: EEN MEDISCH ONDERZOEK Voorwoord Pagina 2 Medische situatie van Siegfried van Hoek, vertelling Pagina 3 M.R.I. rapport uit Germany met analyse-interpretatie Pagina 5 Inleidend scanonderzoek en audiologisch onderzoek Pagina 8 Kritische analyse van het operatie rapport Pagina 20 Aanvullend scanonderzoek Pagina 24 Conclusie, Verantwoording, Pleit Dooie - Pleit Zooie Pagina 46 - 48 6 Bijlagen van deel A (waarvan 2 ook in deel B) Pagina 49 - 60 Deze lekenstudie is gemaakt met MS Word. Om dit onderzoeksstuk te evalueren geldt het advies om de afbeeldingen met de computer te bestuderen, opdat men de zoom functie kan gebruiken. Op de uitgeprinte versie kunnen de getoonde afbeeldingen van een mindere kwaliteit vertoond worden.

Page 2: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

SAMENVATTING MEDISCH ONDERZOEK DEEL A

Het MRI onderzoek toonde dat de vene sinus rectus was geschonden, dat er materiaal in het hoofd was achtergebleven, en dat er (ongeregistreerd) geïmplanteerd is geworden in de nek.

Het artefact in de nek bestaat uit meerdere (anorganische vorm-) delen waaronder een ‘tiewrap-vorm’.

Behalve een strap is er ook een ‘pouce’ in de nek te zien zoals bovenstaande reeks toont. Op de scan rechts zien we op de achterzijde van de nekwervels én net onder de huid van de nek. oplichtende (bloed?) vlekken. In deel A was aangetoond dat er géén sprake kan zijn van abusievelijk handelen; in deel B wordt dit verder aangetoond met de mate van fraude ter verhulling. Manipulatie van de beide CT scans kort na de 2e ingreep gemaakt waren ter verhulling worden met onderstaand röntgen-fraude onderzoek ook aangetoond. Laten we beginnen met het CT onderzoek om dit vervolgens met het röntgenfraude onderzoek ook verder te duiden.

Page 3: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ONDERZOEK NAAR MANIPULATIES VAN BEELD MATERIAAL Na de 1e operatieve behandeling in februari 2000 werd er één CT-scan gemaakt om eventuele interne bloedingen uit te kunnen sluiten. Na de tweede chirurgische ingreep werden in beginsel om dezelfde reden CT scans gemaakt maar nu twee stuks met een maand tussenliggende tijd met een 1e indicatie van fraude.

Op de 1e CT scan van 15 feb 2000 kunnen we niet veel bijzonders ontdekken. En er is nog geen vaatclip in het hoofd te ontdekken, er is ook nog niet (ongeregistreerd / illegaal) in de nek geopereerd geworden.

In de opvolgende scanseries zien we een zelfde nek- maar met een verschillende schedel-stand, ik vermoed dat hiermee ook sprake is van manipulatie ter maskering van het in de nek chirurgeren:

Ingreep

Page 4: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Tijdens de 2e ingreep vond het opereren in de nek plaats met het bevestigen van een metalen object aan een nekwervel vast. Op de AMC CT scans is dit niet echter niet zichtbaar. Wel is er een anorganisch object in het hoofd achtergebleven. Wat zijn die ‘gaten’ in de schedel (zwarte pijl) NB: De nek (-wervels) kijken qua strekking / draaing geheel identiek in stand, vorm, en grootte in vergelijk met de andere CT scans, maar de schedel heeft op alle CT scans een verschil in sinus-bot-lijnen zien..

` Op de 2e CT scan van 02 Nov00 verschijnt de vaatclip in het hoofd. De clip ligt exact op de plek waar interventie plaats vond. De clip kan na het maken van de scan erin gemonteerd zijn. In ieder geval bleek terugwerkend met de opvolgende MRI-scans dat hier wel al sprake was van beeldmanipulatie van de nek.

Page 5: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

AMC CT 30 Dec 2000 Waarom was er een 3e CT scan nodig? Let op de grotere vaatclip in de nek, scans kennen geen perspectief. Het is onmogelijk dat een clip door het foramen tot in de nek kan indalen, de MRI scans van Dia Sana / MRI tonen aan dat er nog steeds een anorganisch object in het hoofd achtergebleven is.

De CT scan van dec 2000 is gemanipuleerd, de clip zit nog steeds in het hoofd blijkens MRI. De CT-scan nov. 2000 is echter óók gemanipuleerd geworden, er is namelijk in de nek geïmplanteerd geworden. Het suggereren van een indalend vaatclipje was om het later op MRI scans te bevinden anorganisch object ‘valselijk’ te duiden in verhullen. De CT scans van nov en dec 2000 zijn gemanipuleerd geworden ter verhulling, nader onderzoek met nieuwe aanvullende scans, en röntgenonderzoek was nodig om meer feiten ter bevinding te duiden.

Page 6: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Ten behoeve van verdere bepaling van morphologie stelde prof. Seibel vervolgens dat röntgenonderzoek (mogelijk) uitkomst kon bieden. Hierop volgend bleek er in samenwerking door zowel een andere Nederlandse kliniek én opvolgende ook een Duits ziekenhuis beeldfraude gepleegd zijn geworden met röntgen-scan-negatieven ter verhulling van de heimelijke implantatie in de nek, en kennelijk in aanvulling op de verhullingen welke door de daders van het AMC al gepleegd waren, want de CT scans van het AMC suggereerden dat een vaatclipje vanuit binnenin het hoofd kon indalen tot achter in de nek. Onderstaande treft u het onderzoek aan naar die röntgenfoto’s. Als oriëntatie gebruik ik het omhoogstekende uitsteeksel van O.Axis (Dens Axis) van de tweede nekwervel C2 en het achterwaartse uitsteeksel van de eerste nekwervel O. Atlas ook wel de Posteriore Boog van C1 genoemd. De tussenwervelschijven heb ik gebruikt als referentie in wervelhoogte en gelijke grootte van de afbeelding. Op 16 November 2007 werd de eerste serie röntgenfoto’s gemaakt. Deze serie alleen toonde al zeer evident manipulatie aan.

Na de eerste beeldmanipulatie in beginsel onderzocht te hebben besloot ik via MRI Duitsland elders een nieuwe röntgenfotoserie in onderzoek te laten maken bij het St. MarienHospital (ZHS2) in Mulheim am Rhein. Deze scans waren van betere kwaliteit, en sloten aan in beeldvorming bij de eerste serie scans. Het een sluit het ander niet uit, zijn er dan twee clips in het lichaam (in het hoofd en achterin de nek)? Bij nadere bestudering bleken de RX scans uit de tweede serie ook gemanipuleerd te zijn. Hiermee is tevens sprake van bewuste samenspan in het verhullen van voorgaand gepleegd clandestien feit van het plaatsen van het implantaat (medeplichtigheid).

Het clipje varieert in hoogte op de scans van ZHS2 ten opzichte van de hoogte/grootte van de wervels.

Maar het meest evident bewijs van manipulatie blijft het overplakken van eerdere ziekenhuisgegevens.

C2

C2

C3 C3

C1 ZHS1H ZHS1S ZHS1F ZHS1O

Scan ZHS1H heeft een dubbele Posteriore Boog. Op alle scans varieert de hoogte / grootte van het clipje.

C2

Discus Intervertebra D. Interv.

D. Interv.

D. Interv.

C2

C3

C3 C3

C2

C2

C3

C3

C2

ZHS1S ZHS2S

ZHS2O

Page 7: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Voorafgaande aan de expositie van bevindingen volgt een totaal overzicht van alle Röntgenfoto’s.

ZHS1Frontalis (Foto ZHS1F) ZHS1Oralis (Foto ZHS1O) ZHS1Sagittalis (Foto ZHS1S)

ZHS 1 Hoofd (Foto ZHS1H) ZHS2Oralis (Foto ZHS2O) ZHS2Sagittalis (Foto ZHS2S) Eerste toelichting op te onderzoeken totale reeks. Bovenstaande zien we alle beschikbare röntgenscans, met onderstaande een afgekorte naamgeving, welke ik zal hanteren als bronmelding op het moment dat ik delen van de scans uitvergroot. In de Nederlandse kliniek werden 4 scans gemaakt, en in het Duits ziekenhuis werden er twee gemaakt. De vier scans tonen op het eerste oog enige overeenkomsten (resp. ZHS1O en ZHS1S) met de andere twee (ZHS2O en ZHS2S). Scan ZHS1F kan vergeleken worden met scan ZHS1O en ZHS2O. Scan ZHS1S is te vergelijken met scan ZHS1H en scan ZHS2S. Scan ZHS1H is ook met de Ct-scan van Dec 2000 te vergelijken vanwege een visuele verwantschap. Toelichting op het herschrijven van deel B: Al de epistels zijn gecontroleerd geworden voor presentatie. De initiële versie is aangevuld met rest info en Onderzoek A is gecontroleerd op foutjes die er in waren blijven zitten, nadat het epistel uit Veneresearch en Appendix voortkwam. Maar deel B kent meerdere versies van onderzoek, puur vanwege het gegeven dat de onderzoekstechniek te verbeteren was, waarmee uiteindelijk nog meer facetten van beeldmanipulatie zichtbaar werden. De eerste versie was gemaakt met een S-VHS camera waarvan de filmbeelden afgespeeld werden op de computer, waarvan vervolgens schermkopieën van werden gemaakt. De volgende reeks werd met een mobieltje gemaakt met de scans tegen het raam geplakt tegen de achtergrond van een nagenoeg egale grijze buitenlucht (we zien fragmentarisch nog wat takken van bomen). Maar voor de laatste registratie werd gebruik gemaakt van de AGFA DUO scan om de Röntgenfoto resultaten op 500 dpi (met details ervan op 1000 dpi) in te scannen. Twee scans pasten niet in hun geheel onder de scan, daar werd dan een Kodak fotocamera voor ingezet (lagere resolutie; de scan-details ervan waren weer op 1000 dpi ). Werkwijze. Eerst zal ik per scan een scan full-page tonen, en vervolgens onderdelen ervan uitvergroot bespreken. Een gelijkende scan met een voorgaande, zal dan ook behandeld worden in detail vergelijk, allen met hun bron vermelding, in toevoeging om falsificatie van (bron) afbeeldingen te bewijzen. En scan ZHS1H zal dan ook nog inhoudelijk vergeleken worden met de CT scan van december 2000. ZHS1 Cervical Frontalis foto ZHS1F met markering van aandachtspunten.

Page 8: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Frontale nekscan foto ZHS1F met markering van punten van aandacht.

Op deze handmatig frontaal gemaakte röntgenfoto van de gehele nek (C1 – C7) zien we bovenaan de rand van de kaak (wit), die deels de eerste wervel C1 ‘overschaduwd’. We zien ter hoogte van C3 een clipje (c) met draadjes en een achterliggend ongedefinieerde vorm. Enkel C6 is ‘ingezakt’. Onder C7 zien we de 1e borstwervel, de twee sleutelbeenderen en het begin van de bovenzijde van de borstkas. Rechtsboven (a) zien we de markering Rechts van de handmatig gemaakte röntgenscan, maar aan de rechter lange zijde zien we (b) vreemd genoeg ook een digitale markering, terwijl de scan met de hand gemaakt was. Betreft het naamplaatje (d) kan ik opmerken dat deze in alle ZHS1 scans is gebruikt.

a

c

C1

C2

C3

C4

C5

C6

C7

b

T1

Page 9: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Cervical Frontalis foto ZHS1F met markering van aandachtspunten.

a b handmatig vs digitaal opschrift KN / NG- SR 97490717 – 2 22207371 R-notatie product melding negatief type SR-REGULAR 007406

c Het Bijzondere aan deze scan is dat we een clip zien waardoor heen een draad-vorm loopt. De clip is gemonteerd in het vlak. In vergelijk met de andere scans van beide ziekenhuizen zal dit verder blijken. Achter het onderste oog van de clip zien we gelijk met het stuk draadvorm een vorm oprijzen, die ik enkel op C3 zie en niet terugvind op de andere nekwervels.

d Betreft dit naamplaatje kunnen we opmerken dat dit naamplaatje inclusief het plakband in deze hoedanigheid op alle ZHS1 voorkomt. Door het naamplaatje schijnt de achtergrond van deze scan heen. Bovendien is verderop in scan ZHS1H gebleken dat dit naamplaatje over een ander heen geplakt is geworden. Tekens van het door-kopiëren van beeldplaten in lagen over elkaar heen naar een nieuwe.

Page 10: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Cervical Oralis foto ZHS1O met markering van aandachtspunten.

Op deze frontaal door de mond gemaakte scan zien we duidelijk in de mond opening C2 Axis, met het op die hoogte tegen C2 aan gelegen (eveneens gemonteerde) clipje. Dit clipje (c) ligt hier iets hoger dan in voorgaande scan, dit terwijl het clipje ingesloten zou zijn in het myeleumkanaal tussen C2 en C3. (Nogmaals: deze scans kennen geen perspectief.) Voorts zien we hetzelfde naamplaatje (d) inclusief dezelfde vorm van bevestigingsmateriaal. We zien de melding R (a) als van een handmatig gemaakte scan, en voorst zien we aan de linker lange zijde tweemaal een digitale notatie (b1 en b2). De scan heeft een duidelijk middenblok waar de röntgenstralen het negatief volledig konden belichten. De flanken erbuiten werden minder sterk belicht, en tonen deels de contouren van de nek / onderkaak.

d

b1

a

c

C1 C2 C3 C4 C5 C6

b2

Page 11: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Cervical Oralis foto ZHS1O met markering van aandachtspunten. (Aangesneden.)

De ZHS1 Frontalis Oralis is hier vergroot aangesneden geworden ten behoeve van de zichtbaarheid. Behalve het hier buiten vallende naamplaatje (d) zien we nog wel de andere benoemde aspecten met helemaal onderaan fragmenten van onderaan de twee digitale codes (b1 en b2). Daarnaast zien we de draadvorm aan de clip vast gelegen (c) in beeld zoals bij de vorige scan als wel de indicatie R (a) van het handmatig scannen. Op de volgende bladzijden worden de genoemde beeld aspecten uitvergroot.

a

c

C1

C2

C3

C4

C5

C6

b1 b2

Page 12: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Cervical Oralis foto ZHS1O met markering van aandachtspunten.

KN / MG-SR 97490717-2 22207369 (b1)

KN / MG-SR 97490717-2 222073(7?) (b2)

Uitvergroot: Er is onmiskenbaar verschil tussen de twee registraties, de een eindigt met 69, de aangesneden scan heeft een eindgetal met zeventigtal als registratie. En dat op één en dezelfde scan! Kennelijk een manipulatiespoor; waarom hebben niet alle ZHS1-scans van dat formaat een dubbel digitaal nummer? Maar er is nog een opmerkelijkheid te bevinden.

ZHS1O detail (c) ZHS1F detail (c) blz53 Met name de positie van de clip van beide frontaal genomen foto’s is niet gelijk, terwijl ze vrijwel direct na elkaar gemaakt zijn geworden. De afmetingen van de derde nekwervel hebben in dit vergelijk vergelijkbare proporties. Ook de grootte van het clipje lijkt te verschillen. Ook de curve van de uitstekende draadvormen tussen de beide clips wijkt iets af naast verschil in lengte. Ook hier concludeer ik samenvoegende montage van een clip in een ander beeld.

d De nametag ZHS1O is visueel indentiek aan ZHS1F

C3

Page 13: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Cervical Sagittalis foto ZHS1S met markering van aandachtspunten.

Deze scan was net als ZHS1H te groot om geheel in de scanner te passen. De negatieven heb ik aan een gespannen draad opgehangen met een wit vel papier erachter waar een lamp schuin tussendoor scheen zodat ik door het negatief heen kon fotograferen net als de Duo Scan. De indicatie of we R / L zien (a) ontbreekt op deze sagittale scan. Wel heeft deze scan twee digitale codes (b1 en b2), welke nader vergeleken zullen worden. De nu van de zijkant gescande clip bevindt zich tussen de tweede en de derde nekwervel. De draadjes die aan de clip ‘zaten’op de frontale/orale scan ontbreken nu. De nametag (d) is weer identiek inclusief bevestigingsmateriaal. De nametag is hier zo volledig mogelijk afgebeeld en is indentiek aan de volledige tag van ZHS1H. Deze scan is gespiegeld getoond om deze vorm-overeenkomstig te houden met ZHS1H en CT scans (met het gezicht naar links toe).

b1 b2

C1

C2

C3

C4

C5

C6

C7

c

d

Page 14: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Cervical Sagittalis foto ZHS1S met markering van aandachtspunten.

KN / MG - SP 08190762-1 13200309

KN / MG – SP 08190762-1 13200308 In vergelijk bleken weer de eindcijfers te verschillen, de laatste scan ZHS1H heeft het bijpassend nummer KN / MG - SP 08190763 - 1 43300907. Maar de vorige reeks had afwijkende serienummers: ZHS1O had KN / MG-SR 97490717-2 22207369, ZHS1O had KN / MG-SR 97490717-2 2220737(?), en ZHS1F had KN / NG- SR 97490717 – 2 22207371. ZHS1H is bovendien de grootste scan, maar had slechts één digitaal nummer. Ofwel het kan geen toevallig nummer op afsnede van een rol met film zijn, immers dan had scan ZHS1H tenminste ook nog een deel van het opvolgende nummer moeten tonen. Ofwel, we kunnen ook hier weer spreken van een assemblage van lagen negatief over elkaar. De getoonde nekwervels op scan ZHS1S horen mij niet eens toe, immers ik heb geen ernstig ingezakte zevende nekwervel (nog erger ingezakt dan C6), bovendien benoemde prof. Seibel enkel de zesde nekwervel als de ingezakte wervel, en alle andere scans tonen overigens ook geen ingezakte 7e nekwervel. Ofwel hier is overduidelijk sprake van scanmanipulatie.

Op deze uitvergroting van ZHS1S krijgen we de clip goed in beeld. De clip bevind zich tussen C2 en C3 nabij het myeleum-kanaal als in geschrifte werd gerapporteerd. De clip laat nu echter geen oogjes zien en ook geen draadjes die aan de uiteinden van de clip zichtbaar zouden moeten zijn. Er is afgezien van het verschil in locatie van de clip ten opzichte van de wervelkolom ook geen overeenkomst in de vorm van de clip, of we deze nu van de platte kant zien of van de smalle zijde, er is geen beeld-relatie. Bovendien schijnt de contour botlijn door de clip heen, hetgeen duidt op twee negatieven over elkaar heen in plaats van een metalen object wat plat als vlek afgebeeld wordt op een röntgenscan-negatief. Voor een metalen clip is dit in ieder geval niet normaal als visuele verschijning op een scan. De nametag (d) is wederom gelijk met alle andere van ZHS1; de voorgaande scans ZHS1F en ZHS1O hadden de tag-afbeelding iets aangesneden. ZHS1S nametag is daarom goed te gebruiken ter vergelijk.

Page 15: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Head Sagittalis foto ZHS1H met markering van aandachtspunten.

Net als ZHS1S) was de Head scan te groot om geheel in de scanner te passen. De negatieven heb ik aan een gespannen draad opgehangen met een wit vel papier erachter waar een lamp schuin tussendoor scheen zodat ik door het negatief heen kon fotograferen net als de Duo Scan. De scan toont slechts één digitale code (b). Onder de identieke nametag (d) zit nog een andere! Op deze scan is weer wel een ‘R’ indicatie te zien (a).) De clip bevindt zich nu bijna geheel op C3! De draadjes die aan de clip ‘zaten’ ontbreken. Deze scan is vorm-overeenkomstig met ZHS1H en ook met de CT scan van december 2000, waar ik onderstaande ook nog op terug kom. C2 heeft nu ineens twee Processus Spinosus gespiegeld aan elkaar vast naast een dubbele nametag: manipulatie! De scan oogt als kopie van de CT scan van december 2000.

a b d

c

C4

C3 C2

C1

Page 16: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS1 Head Sagittalis foto ZHS1H met markering van aandachtspunten.

Behalve de clip zijn de andere te benoemen delen nabij elkaar opdeze scan. We zien de nametag met andere informatie aangesneden er onder (d), daarnaast zien we digitale scaninformatie (b), en tot slot weer een mark van het handmatig maken van scans met de indicatie R (a).

De digitale vermelding is zoals op blz… al vermeld is: KN / MG - SP 08190763 - 1 43300907

De clip bevindt zich nu nagenoeg ter hoogte van C3. En ineens is er een dubbele Posteriore Boog aan C1 en ook C2 oogt dubbel. Het is in ieder geval niet het resultaat van een eenmalig belichten van een negatief doch van een verkeerd uitgepakte beeldmanipulatie. We gaan nog even verder met een CT vergelijk, waarna we verder gaan met het vergelijk van scans van de tweede serie ZHS2O en ZHS2S.

d a

b

Page 17: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

De sinus-bot-lijnen (witte pijl) maakt duidelijk dat er een verband is tussen ZHS1H en CT dec 2000. De kans is vrij pover om een hoofd in de zelfde stand te scannen, vergelijk de andere 2 CT scans hier-voor. Is ZHS1H een resultaat van projectie van de CT van december 2000 op negatief?

Dubbele Processus Spinosus

Sinus-Bot- lijnen

Page 18: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS2 Cervical Oralis foto ZHS2O met markering van aandachtspunten.

Op deze frontaal gemaakte moderne digitale röntgenscan zien we duidelijk in de mond opening C2 de Axis, met het op die hoogte tegen C2 aan gelegen (eveneens gemonteerde) clipje. In de Nederlandse kliniek werd gewerkt met handmatig in te laden negatiefhouders etc, dat was hier niet het geval. De scans waren in een 10 minuten al klaar. Het clipje (c) in deze scan ligt hier hoger terwijl het clipje ingesloten zou zijn in het spinaalkanaal tussen C3 en C4. (Nogmaals: röntgenscans kennen geen perspectief.) Voorts zien we onder het naamplaatje (d) nog resten van een ander plaatje. C7 toont geen heria. We zien een afgedekt vierkant wat de melding R (a) als van een handmatig gemaakte scan kan zijn, linksboven zien we een digitale notatie en de merknaam (b1 en b2). En C7 heeft geen hernia.

b1

b2

C1

C2

C3 c

C4

C6

C7

a?

d

T1

Page 19: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS2 Cervical Oralis foto ZHS2O met markering van aandachtspunten.

Het zwarte ‘vierkantje’ zou een (voorgaande?) marker kunnen zijn van de zijde aanduiding (R), die indicatie ontbreekt hier. Er lopen zwarte ruisstrepen ook door over het vierkantje.

De foto heeft 1 digitaal nummer. 0007770400938

De merknaam is in spiegelbeeld geschreven (zie letter ‘A’) Wat mij opvalt is het geleidelijk aan ‘wegvallen’ van de gegevens in het zwarte gebied. Dit duidt op gelaagdheid (negatieven-doordruk).

We zien links het clipje zoals deze in ZHS2O getoond is en rechts de vergelijkbare scan ZHS1O met het clipje in een iets andere stand. Beide scans tonen een clipje wat net onder C2 zit. De kwaliteit van afbeelding van het clipje op scan ZHS1O is van mindere kwaliteit dan scan ZHS2O.

Ook deze scan heeft twee naamplaatjes over elkaar. De scans in Nederland werden twee maandjes eerder gemaakt dan de scans in Duitsland. In Duitsland heeft men kennelijk de scanmanipulaties die in Nederland waren gemaakt nagebootst. Kennelijk wordt de zwijgcultus sterk gehandhaafd zelfs om oneigenlijk medisch schendend handelen te verhullen. Medeplichtigheid in voorgaand clandestien implanteren wordt met het optreden van röntgenscan manipulatie als obstructie in onderzoek een feit.

Page 20: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS2 Cervical Sagittalis foto ZHS2S met markering van aandachtspunten.

De indicatie of we rechts/links zien (a) ontbreekt op deze sagittale scan. Bovenaan zien we een digitaal nummer (b1). De merknaam links (b2) blijft nu wel volledig zichtbaar in spiegelbeeld, maar rechts (b3) staat een extra digitaal nummer wart wegvalt in het zwart, maar niet in spiegelbeeld staat, wat ook weer verwijst naar gelaagdheid van negatieven. Misschien dat ZHS2O ook rechts informatie zou moeten hebben, maar dat valt dan geheel weg in het zwart. De clip bevindt zich tussen de tweede en derde nekwervel. De draadjes die aan de clip ‘zaten’ontbreken nu weer. De nametag (d) heeft ook een onderliggende nametag. En Scan ZHS1S en scan ZHS2O zijn binnen één minuut gemaakt!?!

b1 b2

b3 C1

C2

C3

C4

c

C5

C6

C7

d

Page 21: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

ZHS2 Cervical Sagittalis foto ZHS2S met markering van aandachtspunten.

De foto heeft 1 digitaal nummer. 0007770400939 (b1)

De merknaam blijft nu in spiegelbeeld wel zichtbaar. (b2) Verdere informatie loopt weg in het wit.

Op de rechterzijde staat informatie niet in spiegelbeeld weergegeven, die ‘wegvalt in het zwart’ (b3)

De clip op ZHS2S (links) heeft niet dezelfde stand als de clip op ZHS1S (rechts. De clip rechts is iets minder gevouwen (en oogt daardoor langer), wat ook bevreemdend is voor een ingekapseld object. Bovendien schijnt de contour botlijn door de clip heen, wat ongebruikelijk is voor een metalen object, waar het negatief een lege vorm moet tonen, hetgeen ook duidt op twee negatieven over elkaar heen in plaats van een metalen object wat plat als vlek afgebeeld wordt op een röntgenscan-negatief.

Ook dit naamplaatje heeft onderliggende informatie.

Behalve het feit dat op en ZHS2S (links) en ook op ZHS1S (rechts) de zesde nekwervel C6 beduidend veel is ingezakt, zijn er minimale verschillen te bevinden tussen de wervels in afmetingen and vorm.

C5

C6

Page 22: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Sommige foto’s lieten onder de Agfa Duoscan een vreemde strepenruis zien, iets wat niet zomaar kan ontstaan in het productieproces van de belichting van een scan, en ook niet door het inscannen ervan.

ZHS1H en ZHS1O toonden dit het sterkst; de scans van ZHS2 toonden dit ook met name op ZHS2O

Op deze scan van MRI zien we duidelijk dat C6 ingezakt is. Door het inzakken is een vernauwing in het wervelkanaal te zien. C3 zakte niet in, maar ook daar is een vernauwing te bevinden, als gevolg van een object wat strak rond de derde nekwervel C3 bleek geplaatst te zijn geworden. Dit feit kan onmogelijk door een (zogenaamd) vanuit het hoofd tot in de nek ingedaald vaatclipje veroorzaakt zijn. Hiermee kunnen we in aanvulling op prof. Seibel het plaatsen van een schade berokkenend artefact benoemen. Het verhullen hiervan middels röntgenfraude is het verhullen van kwalijke zaken, en is te beschouwen als een handeling van betrokken geraken met medeplichtigheid aan gedrag van strafbare daden. De MRI was twee weken voor de eerste Röntgenscan in Nederland gemaakt geworden, de tweede röntgenscan werd bijna acht weken later gemaakt.

C3

C6

Page 23: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

Tot slot nog even al de naamplaatjes bij elkaar, om aan te tonen dat hier ‘creatief’ mee gewerkt is. (NB: let op de onderliggende scan laag die specifiek door het naamplaatje van ZHS1F heen schijnt!)

ZHS1F

ZHS1O

ZHS1S

ZHS1H Het zelfde naamplaatje inclusief plakband is in serie ZHS1 als beeld gebruikt

ZHS2S

ZHS2O Binnen maximaal één minuut tijd ‘werden’ twee ZHS2 scans gemaakt? Ongelooflijk!

Page 24: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

CONCLUSIE Vanwege de diepte van de cyste was het mogelijk om de vene sinus rectus te snijden. De gelegenheid schept de dief, in dit geval de onderzoeker. Vooraf is er een MRI scan gemaakt geworden met contrastvloeistof en markeringsdoppen op mijn hoofd gelijmd die pas na de operatie verwijderd waren, er was dus zoals het gebrekkige operatierapport wel benoemt onder neuro-navigatie gehandeld geworden. Men wist dus precies waar men mee bezig was. Vervolgens is er op de linker helft craniotomisch een gat gemaakt, en vervolgens is er onderdoor op de rechterhelft schadeberokkenend geopereerd geworden. In plaats van een stukje vlies (gelijke een schil) wat uit drie boven elkaar liggende lagen bestaat open te knippen heeft men onder beduidend meer risico rechts onderdoor dieper in het hoofd de vene sinus rectus geschonden en daarmee al de hersen-scheidingswanden. In plaats van een gat te knippen in de sub-arachnoidale laag en onderliggende pia mater, snijdt men door de falx cerebelli heen op de rechter helft nota bene. Ook is er illegaal geopereerd geworden in de nek, waarbij een schadeberokkenend implantaat geplaatst is geworden. Er is géén vaatclip vanuit het hoofd ingedaald tot in de nek, dat is technisch onmogelijk zelfs; bovendien bleek er nog steeds een clip ofwel anorganisch object in mijn hoofd aanwezig te zijn. De heimelijke medische verrichtingen in het hoofd zijn terug in verband te brengen met de cyste die gelegenheid gaf hiervoor, maar de operatie in de nek is niet in directe zin terug te voeren tot het medische onderwerp van de cyste. Over het waarom zijn allerlei suggesties te maken, net als wat men onderwijl experimenteel heeft uitgeprobeerd alvorens tot deze medische situatie te komen, het feit blijft dat alles te herleiden is tot misbruik van de patiënt voor wetenschappelijke doeleinden, zonder belang en toestemming van de patiënt. Hiervoor is dan ook meervoudig fraude gepleegd geworden ter verhulling van strafbare handelingen, en nota bene zelfs in internationaal samenwerkingsverband betreft röntgenfotofraude. Zodoende is er valselijk de suggestie gemaakt van het indalen van een vaatclipje vanuit het hoofd tot in de nek. In het hoofd is thans nog niet nader te benoemen operatiemateriaal achtergebleven. Ik kan hiermee het vormen van een organisatie tot crimineel handelen in samenwerking feitelijk ook benoemen binnen de medische sector. Inmiddels zijn mijn onderzoeksresultaten wel door keuringsinstituten geaccepteerd geworden. Het AMC liet in 2009 weten dat zij de WGBO anders opvatten dan zoals deze wettelijk geformuleerd is. Er zijn verwijtbare delicten gepleegd geworden. Alle artsen werken onder een zwijgplicht, waardoor letselschade-slachtoffers opvolgend secundair worden gedupeerd. Uit studie is gebleken dat de zwijgplicht (verschoningsrecht) van artsen in hoofdzaak ter bescherming van de eigen beroepsgroep dient, en niet zoals wordt voorgesteld om een onbevreesde gang naar de hulpverlener te garanderen voor hulpbehoevenden. Gelet: de wettelijke formulering ervan stamt ongeveer uit de zelfde tijd als dat artsen de eugenetica formuleerden, het uitdoven van minderwaardig geachte mensen. Het gebrek aan empathie is kennelijk een kwaliteit binnen de medische sector om mensen doelbewust te mishandelen? Er is een taboe rond letselschade, wat doorbroken met worden. Ook de macht van de medische sector hoort niet absoluut te zijn in kwesties van geschil, men moet zich niet meer straffeloos van fraude etc kunnen bedienen. De wet wordt niet gerespecteerd. Grove nalatigheid en misbruik behoren gewoon strafrechtelijk vervolgd te worden om het kaf van het koren te scheiden. Gewone medische fouten moeten bespreekbaar worden en niet op de eerste plaats over geldelijke compensatie gaan. We hebben bevonden dat er geen trias politica is binnnen de gezondheidszorg: de dokter zit op de stoel van behandelaar, wetgever, en rechter en alles onder de beroepseed tot zwijgen voor eigen belang. Hierbij wordt de codificatie ook niet gerespecteerd. Wetten en regelgevingen worden naar willekeur toegepast wanneer het hen uitkomt (prof. Leegemate). Maar hiermee vervalt op termijn wel het beginsel van soevereiniteit van de staat over de burger, en kan de burger het recht tot eigen rechterschap verwerven als een natuurrecht! Ik gebruik mijn casus in het belang van eerzaam arts die ook geremd wordt en integer patiënt, om de impasse rond letselschadezaken te doorbreken, immers grove nalatigheid en misbruik behoren absoluut en weldegelijk strafrechtelijk vervolgd te worden om het onderscheid te maken. Misstanden in medisch handelen moet bestreden worden ook in respect voor het werk van eerzame artsen.

Page 25: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

VERANTWOORDING en heroverweging. Voor deze studie heb ik gebruik gemaakt van de Philips Media Medical Encyclopedia barcode 8712581 450632 en hoofdzakelijk de Sesam Anatomische Atlas met name deel 3 Zenuwstelsel en zintuigen ISBN 90 246 6916 2. Neurologie voor Verpleegkundigen ISBN 90 232 3394 8, en de medical sites van Harvard en andere internet-bronnen. Ook heb ik gebruik gemaakt van een PIII computer met MS Windows 98 lite pro, Word, Irfanview en Paintshop Pro, scanners, waaronder ook de Agfa Duoscan, en een digitale fotocamera. En ik heb een heleboel toewijding en geduld opgebracht om tot dit resultaat te komen. Ik denk dat de zaalverpleegster ook niet exact geïnformeerd is geworden geweest over de feitelijke verrichtingen, zodat iedereen er mee weg kon komen behalve het slachtoffer, maar het vernemen van die overdracht was voor mij een overtuigende aanzet tot onderzoek afgezien van het forse litteken in mijn nek. Toen ik mijn eerste Dia Sana scans in augustus 2006 kreeg, dacht ik dat het snel voorbij zou zijn. Maar vanwege de (impliciet?) wettelijk bepaalde zwijgcultus was ik genoodzaakt om te beginnen met het zelf allemaal te onderzoeken. Het heeft me twee jaar gekost om de scan-resultaten te kunnen begrijpen. Ik moet ook voor twee kleine dochters zorgen etc. Het heeft echt tijd gekost om zeker te zijn van mijn resultaten. Aldus heb ik privaat scanonderzoek laten maken bij Dia Sana en M.R.I. Duitsland. Na anatomische bestudering geraakte ik in staat om de scanresultaten te kunnen interpreteren. Alle afbeeldingen van de MRI scans werden eerst geëxporteerd met de extractie-tool van de originele MRI-vieuwer, maar dit werkte niet zo goed. Daarom gebruikte ik DOS om de DICOM files (.DCM) tot onafhankelijke inzichtbare files in respectievelijke mappen te converteren om daarna in Irfanview de files te converteren naar .tif en .jpeg bestandsformaten. (Dit gaf de gelegenheid om door een grote hoeveelheid afbeeldingen te scrollen, en theoretisch zelfs afbeeldingen te groeperen tot een .AVI filmpje.) Maar in het algemeen gebruikte ik daarna weer Print Screen om afbeeldingen door de MRI-viewer getoond (met bijstelling door de tools van de MRI-vieuwer) naar Paint Shop Pro (demo) te importeren, om ze daarin verder te bewerken tot een goed zichtbaar resultaat. Aldus gebruikte ik daarna Paint Shop Pro (demo) om contrast en belichting bij te stellen op de scanextracties; kleuren enhancement in grijstonen! tot en met solarisatie, alles om zaken beter zichtbaar te krijgen, want behalve de slecht werkende extractie tools van de MRI DICOM-viewer, waren hun mogelijkheden (met uitzondering van die van het OLVG) om contrast-settings bij te stellen ook beperkter. (Microsoft, Jasc Software, Irfanview, internet, thank you very much; power to the people for democracy!) Wat u hier heeft gelezen in dit epistel is de uitkomst van een eerlijke poging om tot een helder begrip te komen van wat er was gebeurd en tot welk resultaat dit nu leidde. Met het opdoen van enige kennis heb ik naar mijn kunnen als een leek de kwestie tot een maximum ten berde gebracht denk ik. De afmetingen van de cyste gaven de gelegenheid voor een dergelijk uniek (ongeregistreerd) medisch experiment uit te voeren, zonder mijn toestemming. Een parodie ‘Pleit Zooie Pleit Dooie’ is op de volgende bladzijde beschreven. Hier is doel bewust gehandeld geworden en de handelingen waren niet specifiek in het belang van mijn gezondheid, in tegendeel zelfs. Het opofferen van het gezondheidsbelang van de patiënt voor een of ander experimenteel project gaat tegen alle medische waarden van de eed van Hippocrates in. Ik gebied u de casus te gebruiken in het belang van eerzaam arts en integer patiënt.

Page 26: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.

PLEITZOOIE – PLEITDOOIE Doorsnijding van de falx cerebelli i.pv. het afgesproken en ook aan de huisarts gerapporteerde fenestraal incideren van de onderste laag hersenvlies richting linker cisterna magna zijnde de sub-archnoidale laag en de pia mater. Bovendien rapporteert men het schenden alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, onder onwetendheid van basale anatomie volgens deze versie van het operatierapport. Vervolgens rapporteerd men zogenaamd bij verassing een ader te raken, zijnde de vijfde vanaf het hart, de vene sinus rectus, een relatief forse vene, welke in zijn bestaan naar kennis van de anatomie nota bene met surgiscopische referentie (MRI onder het inspuiten van contrastvloeistof en op mijn hoofdhuid vastgelijmde markerings-doppen) beslist geen verrassing kan zijn, en wat na het lokaal liften van schedelbot gewoon met het blote oog te zien moet zijn, (als men op de rechter zijde een gat had gemaakt!). Immers op de linker helft kon men door de cyste heen zelfs de hersenstam bevinden die verder weg ligt... Vervolgens wordt de geraakte ader niet benoemd, en ook wordt er niet benoemd of de ader gerepareerd is; er wordt enkel bericht dat de bloeding is gestelpt. Hierna knipt men zelfs verder in de falx cerebelli, waar men dan denkt geen ader te zien. Men doet alsof men in vijandig gebied opereert, Ambush! Men kan natuurlijk denken onder het mom van onwetendheid, onkunde, en vergissing zich van alles te permitteren? Maar dan had men toch ook wat beter moeten frauderen in rapporten, immers er is wat anders gedaan dan afgesproken, er is in wetenschap schade berokkend, en ondanks fraude is er ten minste één clip in het hoofd achtergebleven, en er is een artefact bevonden bevestigd rondom C3. De meningen aangaande het cervicaal anorganisch lopen uiteen onder nota bene zelfs een fraude-indicatie aangaande, maar hoe het ook moge zijn: het hoort er niet te zitten. Het gebruik van clips als in het hoofd is ook niet gerapporteerd geworden, en een incisie verder doorlopend tot halverwege de nek evenmin. Men ‘geint’ een hartoperatie toch ook niet met een incisie vanaf de navel, Harakiri! Aldus, een in medische termen verhuld misdrijf... Onderstaande parabels geven een vergelijk in niet medische taal:.

- In plaats van een gevraagd gat in de vloer maakt men een gat in de muur. Er zaten zelfs naar kennis wel wat stopcontacten, en zo raakte men (zogenaamd) bij ‘verassing’ een niet nader te benoemen leiding. Deze verwijdert men gewoon ‘met de ogen dicht’, onder het mom die gewoon niet denken te zien, waarmee de geraakte leiding ook niet meer bestaat: Probleem opgelost als geraakte leiding. Feit blijft: het gevraagde gat werd niet in de vloer gemaakt, doch in de muur, maar de handeling van het maken van een gat in de vloer werd wel als zondanig extern gerapporteerd en gefactureerd.

- Operatiedoel: kofferbak openen en de sporttas pakken (met bijbehorende autosleutel...!): Om de

kofferbak te openen tikken we het achterruitje in, en nemen een kennelijk daar liggend koffertje (!?) van de achterbank weg. . . . , … , We leggen het koffertje weer terug, en we betreden nu de koffer-bakruimte om via de naar voren te klappen achterbank de sporttas te pakken, en klappen de achterbank weer terug, en plakken tot slot een plastic velletje voor de ingetikte ruit. Conclusie: minuscule operatie (met de moker) geslaagd. (En, wat wàs de inhoud van dat ‘koffertje’ )?

- Een bankovervaller graait niet in de kassa waar hij denkt geen geld te zien, maar hij geeft ook geen kopie van zijn paspoort af bij zijn oneigenlijke vorm van geldverschaffing. En als hij wel wat achterlaat, (identificatie) zal dat beslist geen correcte informatie zijn. Ook vragen wij hem niet om mee te werken aan het onderzoek om een dader aan te wijzen. In de medische sector gaat het er helaas echter wel zo aan toe in de registratie en beoordeling van (ongewenst) medisch handelen. Men gaat primair uit van een (significant incompleet) handelingsverslag zonder externe expertise...

Bovenvermelde parabels zijn bedoeld als vergelijk om mijn bevindingen ontdaan van hun juridische en medische feiten en nomenclatuur anderszins duidelijk te maken. Alleen een medisch kluchtcollege accepteert met dito recht een dergelijk pleit zooie als dat er niets te verwijten zou vallen. Bovengemelde vergelijkingen zijn echter terug te herkennen in feitelijkheden van het onderzoeksdossier, helaas. Ten dienste van eerzaam arts en integer patiënt, Make the System Work! Siegfried van Hoek..

Page 27: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.
Page 28: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.
Page 29: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.
Page 30: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.
Page 31: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.
Page 32: Fraude Onderzoek part B scanmanipulaties.