Folder Hendrik Haarklover

6

description

Als illustrator werkte Wim Bijmoer lang en intensief samen met Annie M.G. Schmidt. Tussen 1947­ en 1960 maakte hij alleen al bij haar werk een kleine duizend illustraties. Ook maakte hij met haar voor Het Parool enkele strip­verhalen. Een daarvan is ‘Hendrik Haarklover’ (1953-1954)­ over de avonturen van een kapper die te maken krijgt met atoomgeheimen en terechtkomt in wilde achtervolgingen en ontvoeringen. ‘Hendrik Haarklover’ verschijnt op 24 juli voor het eerst in boekvorm in een beperkte oplage van 125 genummerde exemplaren. Het boek bevat tevens een uitgebreide uitleiding van Marcel Raadgeep over leven en werk van Wim Bijmoer.

Transcript of Folder Hendrik Haarklover

Page 1: Folder Hendrik Haarklover

Ompl

ak 1

5Om

plak

15

Hoog

te 1

71

Achterplat 222Omplak 15 Rug 12Kn 7 Voorplat 222 Omplak 15

Op 24 juli 2014 is het 100 jaar geleden dat de veelzij­dige kunstenaar Wim Bijmoer werd geboren. De meeste mensen kennen hem vooral van de illustraties die hij maakte bij het werk van Annie M.G. Schmidt. Met haar heeft hij lang en intensief samengewerkt. In de periode 1947­1960 maakte hij alleen al bij haar werk een kleine duizend illustraties.Ook maakte hij met haar voor Het Parool enkele strip­verhalen. Naast twee korte verhalen — in 1950 ‘Stoute Arthur’ en in 1955 ‘Het kerstbroodhuis’ — verscheen van 10 oktober 1953 tot en met 23 januari 1954 het lan­gere stripverhaal ‘Hendrik Haarklover’, een onbekend gebleven Annie M.G. Schmidt­verhaal over de avonturen van een kapper en zijn klanten die te maken krijgen met atoomgeheimen en terecht komen in wilde achter­volgingen en ontvoeringen.

Schmidt &

Bijmoer Hendrik Haarklover

Kn 7

Page 2: Folder Hendrik Haarklover

68

Het Inktvis-cabaret, met van links naar rechts: Bob Steinmetz, Eli Asser, Liesbeth Montagne, Otto Montagne, Jan Wiessing, Jeanne Roos, Wim Bijmoer, Wim Hora Adema en Han G. Hoekstra.

Wim Bijmoer maakte de decors voor het Inktvis-cabaret, zo ook dit.

Uitnodigingen en programmaboekje.

69

beschilderd had) en de programmaboekjes en speelde en zong zelf

ook enthousiast mee. De uitvoering van zijn kapper ‘Monsieur Maurice’ maakte grote indruk op het publiek. Er is daarvan een

opname bewaard gebleven, die te vinden is op de cd ‘Ongehoord’,

oorspronkelijke opnamen uit de jaren 50 op teksten van Annie M.G.

Schmidt:

‘Ik ben monsieur Maurice, coiffeur. Dat staat met gouden letters op mijn deur. Ik ben grand artiste in de haute coiffure. Dat is gewoon kapper, maar een hele dure. Ik ben verschrikkelijk en vogue. U kunt bij mij terecht, als u maar dok. De haute volée uit Nice komt bij mij om advies. Ik ben Monsieur Maurice.’

Anton Koolhaas, recensent van De groene Amsterdammer, schreef:

‘Verder ziet men de tekenaar Bijmoer, die niet alleen tekenend een zeer scherp waarnemer blijkt te zijn, doch ook op het toneel. Hij is een zot persoon in vele nummers, vooral in dat van heer Halewijn, dat terecht zeer veel succes oogstte’. Over de teksten van Annie zei

hij: ‘Het ziet er naar uit dat Annie Schmidt bezig is een schrijfster van het cabaret te worden van werkelijke allure.’

Tientallen van haar teksten waren inmiddels door de gevestigde

cabaretiers Cor Ruys, Wim Sonneveld en Wim Kan gekocht. Zij ver-

werkten deze teksten in hun eigen programma’s.

De leden van ‘De Inktvis’ vernieuwden, zonder het zelf te besef-

fen, definitief het Nederlandse cabaret. Toen ze het bij ‘Het Parool’ en in hun privéleven steeds drukker kregen, kwamen de optredens

op een laag pitje te staan. Ze speelden nog slechts bij speciale

gelegenheden. In 1953 voerden ze hun laatste programma op.

Monsieur Maurice.uit: Cabaretliedjes, 1952.

8

“Weet u wat het is, meneer”, zei de kok tegen Hendrik Haarklover. “Er zit bij ons geen loop meer in de zaak. Bij mij niet en bij u niet.”

“Precies”, zei Hendrik Haarklover. “Vroeger kwam er nog wel eens iemand binnen lopen, zomaar, maar nu heb ik enkel mijn vaste klanten zoals u en hierzo de freule, maar voor de rest.... huilen met de klep dicht.”

“Het is verdrietig voor u”, zei freule Lodeline. “Ik gun u meer klanten. Maar voor mijzelf vind ik het prettig. Ik houd zo van die rust, terwijl ik gekapt word. De sfeer is hier zo intens kalm. Zo rustigjes kan ik wat op mijn harp tokkelen en ik houd zo van die rust.”

Op dat moment ging de deur van de kapsalon open en een vrouwsper-

soon rende naar binnen. Zij joeg letterlijk door de salon heen... zoeff en verdween toen weer naar buiten door de achterdeur. Het was in een mum gebeurd, nauwelijks had men haar gezien.

Hendrik Haarklover bleef sprakeloos staan, met wijd open mond, in de ene hand zijn kam, in de andere de haarlok van freule Lodeline.

“O gunst,” zei freule Lodeline, “was dat niet juffrouw Bits? U weet wel, de juffrouw van de openbare leeszaal? Waarom loopt zij hier zo ongema-nierd naar binnen. En waarom loopt ze zo ordinair door de achterdeur er weer uit?”

9

“Wel,” zegt de kok, “inderdaad, die juffrouw ken ik ook. Ze komt wel eens een enkele keer bij me eten. Een aardig mens. Zo kalm. Ik begrijp niet...”

Nog voor hij was uitgesproken ging de deur opnieuw open en een bijzonder woest uitziende man rende de kapsalon door. Een man met een grote, rode baard, met een regenjas aan en met een enorm lang scherp mes in zijn hand.

“Help!” gilde freule Lodeline en ze probeerde in een droogkap te kruipen. Maar de man holde enkel dwars door de kapsalon heen en verdween

door de achterdeur, evenals die juffrouw Bits. “Wat doen ze toch...”, murmelde de kok. “Wat een gekke ochtend! Dat

rent maar door de zaak heen. Van voren erin, van achteren eruit. Wie loopt er nou met messen door een nette kapperszaak.”

“Ssst”, zei Hendrik Haarklover streng. “Laten we even denken wat we moeten doen. Er is iets aan de hand, dat is duidelijk. Wij zullen hier moe-ten ingrijpen.”

“Ja en gauw”, jammerde freule Lodeline. “Heel gauw, anders is het arme mens vermoord... wij moeten... haar helpen. Of zou ze het prettig vinden om achtervolgd te worden? Vreemd, het was altijd zo’n nette juffrouw, die nooit achtervolgd werd. We moeten...” Maar zij kon haar zin niet afmaken, want voor de derde maal ging de glazen deur van de kapperszaak open. Een groepje koeien rende naar binnen, kennelijk met het voornemen om ook door de achterdeur weer naar buiten te hollen.

“Dit is genoeg!” donderde Hendrik Haarklover. “Geen koeien in mijn salon.” Hij greep de voorste twee bij de horens en drong ze terug de straat op. Een koe, de meest wilde, bleef in de rondte rennen in de kapsalon. Zij doorboorde met haar horens een droogkap en bleef zo staan, de kap op haar hoofd.

“Weg!” donderde Hendrik Haarklover.

Page 3: Folder Hendrik Haarklover

Op 24 juli 2014 is het 100 jaar geleden dat de veelzij­dige kunstenaar Wim Bijmoer werd geboren. De meeste mensen kennen hem vooral van de illustraties die hij maakte bij het werk van Annie M.G. Schmidt. Met haar heeft hij lang en intensief samengewerkt. In de periode 1947­1960 maakte hij alleen al bij haar werk een kleine duizend illustraties.Ook maakte hij met haar voor Het Parool enkele strip­verhalen. Naast twee korte verhalen — in 1950 ‘Stoute Arthur’ en in 1955 ‘Het kerstbroodhuis’ — verscheen van 10 oktober 1953 tot en met 23 januari 1954 het langere stripverhaal ‘Hendrik Haarklover’, een onbe­kend gebleven Annie M.G. Schmidt­verhaal over de avonturen van een kapper en zijn klanten die te maken krijgen met atoomgeheimen en terecht komen in wilde achtervolgingen en ontvoeringen.

‘Hendrik Haarklover’ verschijnt op 24 juli voor het eerst in boekvorm in een beperkte oplage van 125 genummerde exemplaren. Het boek bevat tevens een uitgebreide uitleiding van Marcel Raadgeep over het leven en werk van Wim Bijmoer.

‘Hendrik Haarklover’ is te bestelling door overmaking van ¤ 24,95 + ¤ 4,95 voor verpakkings­ en verzendkos­ten op rekening NL80 INGB 0005 5765 65 t.n.v. Marcel Raadgeep in Delft onder vermelding van uw naam en adres. U krijgt de uitgave dan stevig verpakt thuisge­stuurd.

Page 4: Folder Hendrik Haarklover

De kapsalon van meneer Hendrik Haarklover ligt in een vrij stille buurt. Er gaat zelfs geen tram langs; alleen bus P stopt er om de twintig minuten. Kijk, men ziet daar links de Openbare Leeszaal. En de hoek om daar in het midden, dat vrolijke gebouwtje is het restaurant Risotto, het Italiaanse restaurant, waar je spaghetti kunt eten. En daarginds, waar al die bomen zijn, daar is het buitengoed. Daar woont freule Lodeline. Maar veel vertier is er niet in deze buurt, o nee. En meneer Haarklover heeft het eigenlijk wel erg stilletjes in z’n kapsalon.

Ach, en het is zo’n aardige man, Hendrik Haarklover. Hij praat niet veel... dat is zo, maar hij heeft een zachte, iets weemoedige blik, want hij kent het leven en hij kent de mensen. Zoiets schuchters heeft hij over zich, men zou niet zeggen... Wat? Nee, niks... hij is een rustige keurige kapper.

Een permanent kost bij hem ƒ 10. Is dat veel? Nee, dat is beslist niet veel. En muzikaal is hij tot in zijn tenen. En daarom heeft hij ook een soort innige zielsverwantschap met freule Lodeline.

Zij is uit een adellijk, maar zwaar verarmd geslacht. Jazeker, het buiten-goed met al die olmen is van haar, maar bedienden heeft zij niet meer. De meubels heeft zij langzamerhand verpand, het statige buitenhuis is kaal en leeg. En geen familie heeft zij, kind noch kraai heeft zij. Alleen haar harp. Zij leeft voor haar harp, waar zij altijd op speelt. En waar zij gaat of staat, altijd neemt zij die harp mee, ook wanneer zij op woensdagmiddag heur haar laat doen bij kapper Haarklover. Terwijl zij onder de kap zit te drogen, tokkelt zij zachtjes over de snaren.

Page 5: Folder Hendrik Haarklover

Een verrukkelijk wijsje pinkelt er door de kapsalon, een oud en vergeten wijsje. Iedereen krijgt er tranen van in de ogen. Ook de kok. Hij heet Pasta-Pasta, deze kok. Hij is een echte Italiaan hoewel hij al dertig jaar in Nederland woont. Dagelijks laat hij zich scheren bij Hendrik Haarklover. Hij is zuidelijk en vurig en hij houdt van lekker eten.

In zijn ene schortzak heeft hij een bosje pieterselie, in zijn andere een busje parmezaanse kaas, in een derde zakje heeft hij een flesje paprika en dan draagt hij verder nog nootmuskaat bij zich en foelie en kerrie en nog veel meer.

Zijn zegelring is een zoutstrooiertje, dat is heel handig. Altijd, als hij wordt ingezeept, luistert hij naar de zachte harpmuziek van freule Lodeline en een traan rolt over zijn wang, in het schuim.

Ook Tobias, het kappersjongetje, luistert. Hij is nog maar klein, hoor, deze Tobias, maar hij wil graag vooruit. Hij droomt van een eigen kapsalon

in de toekomst. Maar die toekomst is nog ver, hij mag nu alleen nog maar inzepen. Hij zeept met veel hart en liefde in. Alleen, als de freule Lodeline speelt, droomt hij intussen van een eigen kapsalon, dan kijkt hij dromerig naar boven en de kwast komt in de mond van de kok terecht. “Pccccch... psch... grrr...” proest Pasta-Pasta dan. “Pardon”, zegt Tobias.

Tobias moet ook altijd de haren van de grond bijvegen. Al de afge-knipte haren. “Niet weggooien”, waarschuwt Hendrik Haarklover dan. Het moet allemaal bewaard in de haarkamer! De haarkamer is een groot ver-trek naast de salon. Daar wordt al het afgeknipte haar bewaard, al jaren-lang. Rood haar, blond haar, zwart haar... alleen geen grijs, daar houdt Haarklover niet van. Al dat haar ligt daar maar. En het mag nooit worden weggegooid. “Het komt nog wel eens te pas...”, zegt Hendrik Haarklover en hij kijkt dan peinzend. Ik weet niet hoe, maar het komt nog wel te pas.

Page 6: Folder Hendrik Haarklover

‘Hendrik Haarklover’ is een uitgavevan Marcel RaadgeepFormaat 225 x 165 mm oblongOmvang 80 pagina’s zwartwitAfwerking genaaid gebonden

Te bestellen door overmaking van ¤ 24,95 + ¤ 4,95 voor verpakkings­ en verzendkosten op rekening NL80 INGB 0005 5765 65 t.n.v. Marcel Raadgeep in Delft onder vermelding van uw naam en adres. U krijgt de uitgave dan stevig verpakt thuisgestuurd.