Flexibiliteit als Voorwaarde

26
Onderwijslogistiek in vraaggestuurd mbo Flexibiliteit als voorwaarde

description

Flexibiliteit als voorwaarde

Transcript of Flexibiliteit als Voorwaarde

Page 1: Flexibiliteit als Voorwaarde

Onderwijslogistiek in vraaggestuurd mbo

Flexibiliteit als voorwaarde

Page 2: Flexibiliteit als Voorwaarde
Page 3: Flexibiliteit als Voorwaarde

3

Inhoud

Voorwoord 5

1 Achtergrond

Van plan naar praktijk 6

2 Visie

Onderwijs van de toekomst 8

3 Onderwijslogistiek

Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod 12

4 Randvoorwaarden

Van prioriteiten tot buffers 17

5 Uitdagingen

Hoe nu verder? 20

Bijlage 22

Informatiekaart 23

Page 4: Flexibiliteit als Voorwaarde

4

Colofon

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door

het procesmanagement herontwerp mbo

TekstROC Eindhoven

ROC de Leijgraaf

ROC-i-partners

Stichting Kennisnet Ict op school

Tekstredactie en productieRavestein & Zwart

VormgevingLauwers-C

DrukDrukkerij Trioprint

Oplage3.000

DatumSeptember 2007

Page 5: Flexibiliteit als Voorwaarde

5

April 2007 besloot staatssecretaris Marja van

Bijsterveldt de experimenteerperiode binnen het

mbo met twee jaar te verlengen. De komende

jaren staan de doorontwikkeling en invoering van

het moderne onderwijs centraal. Daar komt veel bij

kijken. Belangrijk is het oplossen van de logistieke

problemen die deze modernisering van het mbo

met zich meebrengt. Daar hebben verschillende

partijen het afgelopen anderhalf jaar aan gewerkt.

De kenniskring Onderwijslogistiek ontwikkelde

een toekomstvisie op onderwijslogistiek met als

uitgangspunt vraaggestuurd maatwerk. Het project

Flexibel leren van Kennisnet borduurde in opdracht

van ROC-i-partners voort op de visie en ging in op

de vraag: hoe ziet de organisatie en procesinrich-

ting van de nieuwe, flexibele leerorganisatie eruit?

En op welke manier kan ict hierbij ondersteunen?

Op flexibelleren.kennisnet.nl vindt u de resultaten

van dit project.

De publicatie die voor u ligt, bundelt de opgedane

kennis van deze initiatieven. Het is een goed begin

van een toch moeizame zoektocht. De materie

is immers ingewikkeld. Het mbo moet flexibeler.

Zoveel is zeker. Hoe ver we hiermee al zijn en

wat er nog gaat komen, staat beschreven in deze

uitgave. Het vormt het uitgangspunt voor onze

verdere zoektocht. Schooljaar 2007-2008 gaat

Kennisnet aan de slag met een computersimulatie

van de onderwijslogistiek in ROC’s. Hierover leest u

meer in hoofdstuk 5.

We blijven onze krachten bundelen. De mbo-

sector laat zien dat hij over zijn eigen schaduw

heen kan stappen. Dat is knap. Mijn dank gaat uit

naar iedereen die dit mogelijk heeft gemaakt: de

kenniskring Onderwijslogistiek, de projectgroep

Flexibel leren, Kennisnet, proces management

herontwerp mbo en ROC-i-partners.

Marc Veldhoven

voorzitter College van Bestuur ROC de Leijgraaf

en voorzitter kenniskring Onderwijslogistiek

Voorwoord

Page 6: Flexibiliteit als Voorwaarde

6

Er zijn goede redenen voor vernieuwing van

het middelbaar beroepsonderwijs. Veranderingen

buiten school vragen om ander onderwijs. Zo stel-

len werkgevers andere eisen aan hun werknemers

en vragen mbo’ers iets anders van docenten.

Het middelbaar beroepsonderwijs moet boven-

dien aansluiten op maatschappelijke trends zoals

individualisering, vergrijzing, globalisering en

informatisering. Daarom maakt het eindtermen-

onderwijs plaats voor competentiegericht onder-

wijs en worden nieuwe werkvormen bedacht en

getoetst. Alleen de leraar voor de klas is niet meer

het zaligmakende onderwijsconcept; het moderne

beroepsonderwijs kent vele verschillende manieren

van kennisoverdracht en het opdoen van praktijk-

ervaring neemt een centrale plaats in. Sinds augus-

tus 2005 experimenteren mbo-instellingen met

nieuw – competentiegericht – onderwijs met een

aangepaste kwalificatiestructuur als fundament.

Flexibiliteit en onderwijslogistiekEen van de problemen waar mbo-instellingen mee

worstelen, is de bedrijfsvoering. Competentie-

gericht leren brengt een individuele benadering

van het onderwijs met zich mee. Dat vereist een

buigzame organisatie en een logistiek die dit

mogelijk maakt. In het moderne mbo kan de deel-

nemer zijn eigen leertraject samenstellen. Mbo-

instellingen kennen de ambities van hun instromers

(door een goede intake), moeten voor deelnemers

altijd bereikbaar zijn, bieden succesvolle oplei-

dingen en trajecten voor ‘iedereen’, leveren profes-

sionele coaches en vakmensen, enzovoort. Maar

hoe doe je dat? De kenniskring Onderwijslogistiek

en het project Flexibel leren zijn op zoek geweest

naar antwoorden op deze vraag.

De crux van een flexibele organisatieIn het moderne beroepsonderwijs kan de deelne-

mer zelfstandig en flexibel leren, zowel binnen als

buiten de instelling. Hij is verantwoordelijk voor

zijn leerroute, maakt eigen keuzes. De school moet

het onderwijs laten aansluiten bij zíjn talenten en

ambities. Wat betekent dit voor de leerorganisatie?

Er wordt een grotere flexibiliteit gevraagd, waarbij

het accent onder meer ligt op de volgende punten.

• Het realiseren van meerdere instroommomenten.

• Het erkennen en toepassen van Eerder Verwor-

ven Competenties (EVC): het leertraject baseren

op nog te ontwikkelen competenties, kennis en

vaardigheden, rekening houdend met EVC’s.

• Het invullen van de vrije ruimte: aanvullen van

het meer algemene opleidingsprogramma met

keuzeonderdelen.

• Het creëren van een variabele doorlooptijd: de

leerroute versnellen waar mogelijk en vertragen

waar nodig.

• Het afstemmen van het programma op de leer-

stijl van de deelnemer: de mbo’er moet onder-

wijsvormen kunnen kiezen, die aansluiten bij zijn

specifieke kenmerken.

In het onderwijs zijn de klanten – de deelnemers –

en hun wensen verschillend. Het tijdstip waarop de

vraag binnenkomt varieert eveneens. De bedrijfs-

voering van een vraaggestuurde organisatie is

daarom een stuk ingewikkelder. Het toepassen van

logistieke principes kan de organisatie helpen om

hiermee om te gaan.

Van plan naar praktijk

Achtergrond1

Page 7: Flexibiliteit als Voorwaarde

ROC Zeeland, cluster Cios: basisgroepen en keuze-eenheden

Het cluster Cios van ROC Zeeland plaatst deelnemers in

een basisgroep met ongeveer hetzelfde studiedoel. Mini-

maal 40 procent van het leren vindt plaats in de beroeps-

praktijk. Op school werkt en leert de deelnemer in de

basisgroep, individueel of met anderen. Binnen het cluster

Cios worden deelnemers ingedeeld in studiegroepjes van

zes deelnemers met één studiecoach. De school combi-

neert deze eenheden in groepen van twaalf deelnemers

en vervolgens in klassen van 24 deelnemers.

Het Cios Goes biedt diverse opleidingen. Daarnaast is het

mogelijk om verschillende deeltijdstudies of cursussen

(contractonderwijs) te volgen. Deze cursussen worden

voor de reguliere opleidingen ook als korte of langere

keuze-eenheden aangeboden. Deelnemers kunnen vrij

kiezen uit 25 minors (vrije ruimte). Alle ‘soorten’ deel-

nemers – contract, deel- en voltijdopleidingen – zitten

door elkaar. Het werken met keuze-eenheden bevalt goed

en de school probeert ook clusteroverstijgende keuze-

een heden van andere opleidingen aan te bieden (bijvoor-

beeld wellness- of theateropleidingen). Clusters krijgen

behoefte aan standaardisatie van onderwijsperiodes zodat

uitwisseling van minors mogelijk is. Het aanbod wordt

daarmee flexibel, zodat deelnemers kunnen versnellen of

vertragen en zich specialiseren via keuze-eenheden. De

aansluiting op het niveau van de deelnemers (pas na twee

jaar maken ze de keuze voor niveau 3 of 4) is beter.

7

Wat is onderwijslogistiek?

Onderwijslogistiek richt zich op de organisatie, planning,

besturing en uitvoering van individuele leerroutes. Plus de

communicatie daaromheen. Doel: tegen optimale inzet

van middelen te voldoen aan de ontwikkelingsbehoeften

van zowel de deelnemer als de arbeidsmarkt.

Page 8: Flexibiliteit als Voorwaarde

8

Om een antwoord te formuleren op de vraag

hoe scholen vraaggestuurd onderwijs organiseren,

is een heldere visie op leren en onderwijslogistiek

nodig. Een visie beschrijft immers de gewenste

situatie in de toekomst, het ‘punt op de horizon’.

De visie is geen blauwdruk, maar een gekozen

richting en kan door voortschrijdend inzicht

veranderen.

De kenniskring Onderwijslogistiek ontwikkelde

een visie op de flexibele leerorganisatie, helder

verwoord in de vorm van een brochure: Het ROC

in 2012 (zie pag 10-11). Het accent ligt op het

primaire proces: het onderwijs.

In deze brochure is rekening gehouden met maat-

schappelijke ontwikkelingen zoals kort genoemd

in hoofdstuk 1. Vraaggestuurd onderwijs is immers

geen doel op zich, maar een manier om beter in te

spelen op veranderingen in de samenleving. Daar-

om zijn we op zoek naar een onderwijsorganisatie

die zich aan de snel veranderende maatschappij

kan aanpassen. Daarbij is de menselijke factor

minstens zo belangrijk: hoe leren we en waarom?

Hebben technologische ontwikkelingen invloed op

onze manier van leren?

EffectenWat betekent de invoering van het nieuwe onder-

wijs, het leren van de toekomst, voor alle betrok-

kenen? Hoe gaan zij dit idealiter ervaren? Een

beeld vanuit verschillende perspectieven.

DeelnemerDe deelnemer krijgt onderwijs op maat door inspi-

rerende vakdocenten in een rijke leeromgeving.

Begeleiding door coach en loopbaanbegeleider. Er

is balans tussen theorie en praktijk, en uitval komt

(vrijwel) niet meer voor. De deelnemer leert het

hele jaar door en heeft veertig snipperdagen. Hij

kan leren waar en wanneer hij wil, doet aan drama

en sport, en krijgt ruimte voor ondernemerschap.

Eerder Verworven Competenties tellen mee. Het

onderwijs zorgt voor arbeidsbemiddeling na

afstuderen.

OndernemerCompetentiegericht onderwijs sluit aan op de

vraag van het bedrijfsleven. De ondernemer heeft

een open werkrelatie met mbo-instellingen. De

school levert een bijdrage aan de bedrijfsinnovatie

en helpt bij het borgen van kennis in bedrijven.

OuderHet onderwijs biedt een helder pedagogisch-

didactisch concept. Ouders hebben zicht op de

loopbaanontwikkeling van hun kind. De school

levert een full-serviceconcept: jongeren gaan naar

school, worden eventueel na school in hetzelfde

gebouw opgevangen voor extra ondersteuning of

vrijetijdsbesteding. De kosten van de aanvullende

voorzieningen zijn transparant; een aanvulling op

dit pakket is mogelijk.

Onderwijs van de toekomst

Visie2

Visie: een expliciet beschreven, collectief, ambitieus beeld van een voor de organisatie

relevante toekomst. (Koster & Stolze, www.hcg.net)

Page 9: Flexibiliteit als Voorwaarde

Regio en maatschappijIedere jongere verlaat de school met een start-

kwalificatie. Voor de regio betekent dit een goed

geschoolde beroepsbevolking, minder werklozen

en risicojongeren. Tegelijkertijd begeleidt en

schoolt de instelling als loopbaancentrum risico-

jongeren, verzorgt integratie- en re-integratie-

trajecten. De instelling is aanspreekbaar op vast-

gestelde targets. Het onderwijs werkt mee aan de

visieontwikkeling van de regio. Hierdoor ontstaat

een gesloten keten van onderwijs, jeugdzorg en

overheden.

OnderwijsprofessionalDe docent werkt in een uitdagende omgeving.

Doet waar hij goed in is. Er is ruimte voor profes-

sionalisering en competentieontwikkeling.

Docenten werken in teams en zijn betrokken bij

de visieontwikkeling. Een teambonus voor goede

prestaties is bespreekbaar en kortlopende contrac-

ten krijgen meer waardering.

Uitwerking in principesVertalen we deze verschillende onderdelen van de

visie naar concrete principes voor een veerkrachti-

ge onderwijsorganisatie, dan ontstaat de volgende

opsomming.

• De school biedt iedere deelnemer een leerroute

die past bij zijn ambities en mogelijkheden.

• De deelnemer is zelf medeverantwoordelijk voor

zijn leerloopbaan.

• De school geeft leren vorm als een sociaal

proces.

• De school zorgt ervoor dat medewerkers

persoonlijk betrokken zijn bij de deelnemer.

• Het onderwijs is gericht op het ontwikkelen van

competenties bij deelnemers om professioneel en

maatschappelijk goed te kunnen functioneren.

• De school biedt een optimale mix van leer- en

werkvormen.

• De school begeleidt de deelnemer.

• De school beoordeelt en borgt het leerresultaat.

• De school geeft het onderwijs vorm in samen-

spraak met het bedrijfsleven in de regio.

• De school kiest een optimale balans tussen

flexibiliteit en voorspelbaarheid.

• De school organiseert het onderwijs in samen-

werking met het bedrijfsleven in de regio.

Bovenstaande principes zijn verder uitgewerkt in

een informatiekaart. Deze vindt u achter in deze

brochure.

9

Onderwijs van de toekomst

Page 10: Flexibiliteit als Voorwaarde

1010

We beheren jouw ontwikkelingsportefeuille

voor een leven lang leren.

Wij zorgen voor een warme overdracht.

We zijn de makelaar tussen jou en het

regionale bedrijfsleven.

Wij werken aan een doorlopende leerlijn

zonder barrières of dubbelingen.

Leven, leren en werken liggen dicht bij elkaar…

Wij voelen ons verantwoordelijk voor jouw succes

en zullen daarom alles doen om jou je talenten te

laten ontwikkelen. We willen daarom beginnen om

jou en je ambities goed te leren kennen. Natuurlijk

krijg jij voldoende mogelijkheden om je eigen

keuzes te maken.

We stimuleren eigen ondernemerschap maar

kunnen voor jou ook een brug slaan naar een

baan in het bedrijfsleven of naar een passende

vervolgopleiding.

Maak je eigen leerarrangement.

Alles telt: leren doe je overal, thuis, in de

praktijk maar ook op school.

Samen leren, samen werken, samen leven!

We zijn voor jou altijd bereikbaar.

Het gaat om meer dan leren alleen.

Wat hebben we je te bieden…

Leren waar, wanneer en zo snel jij wilt en op de

manier die het beste bij jou past, maar wel binnen

de kaders van een succesvolle opleiding.

Daarbij maken we gebruik van verschillende

werkvormen: gestuurd vanuit de praktijk, maar

met een degelijke theoretische onderbouwing. Ook

hobby’s en baantjes zijn leerzaam en tellen mee in

je resultaten.

Wij vinden dat leren iets is dat je samen doet,

zowel met je medestudenten als met de docenten.

De school is een leercommunity.

Informatie, leer- en hulpmiddelen en ondersteuning

zijn altijd beschikbaar, je krijgt snel antwoord op

je vragen. Je persoonlijke coach is desnoods ook

buiten kantooruren bereikbaar.

De school is ook een ontmoetingsplek en

een plaats voor ontspanning en gezamenlijke

activiteiten als sport en spel, cultuur en creativiteit.

Op die manier biedt de school een full-day

concept.

Het ROC in 2012: de wereld is op zoek naar jouw talent!

Page 11: Flexibiliteit als Voorwaarde

1111

Vakmensen zorgen voor jouw vakmanschap.

Je staat er niet alleen voor.

Onze mensen zijn er voor jou…

Elke opleiding heeft een eigen team met

professionals die je helpen om het beste in je naar

boven te halen. Je krijgt een persoonlijk coach, die

je ondersteunt in je opleiding en je adviseert over je

leerloopbaan.

Er wordt ook samengewerkt met vakmensen uit de

praktijk die gastcolleges verzorgen en je begeleiden

in de praktijk.

En als het even minder gaat, zoeken we samen

met jou naar oorzaken en oplossingen. We hebben

de beste mensen in huis om problemen aan te

pakken die je ontwikkeling kunnen blokkeren.

Ook de mensen die je niet ziet, zijn voor jou

aan het werk. Zo kunnen we de meest actuele

opleidingen bieden en zorgen voor deskundige

medewerkers die perfect in staat zijn om je kennis

te laten maken met de nieuwste ontwikkelingen

op jouw vakgebied. We zorgen voor gebouwen en

faciliteiten waar je alles kunt vinden wat je nodig

hebt voor je studie. En natuurlijk zijn veel mensen

bezig met het verwerken van informatie die nodig

is om jouw opleiding soepel te laten verlopen.

Het draait om jouw carrière.

Wij zijn partners in HR.

Ook zonder werk altijd actief.

Iedereen is welkom…

Er is een passend traject voor iedereen: jongeren

en volwassenen, werkenden en werkzoekenden,

mensen die een initiële beroeps opleiding, een

opfriscursus, een vervolgopleiding of juist een

re-integratiecursus willen volgen. Er is een aanbod

voor nieuwkomers maar ook voor mensen die zich

willen verdiepen in een onderwerp in het kader van

hun vrijetijdsbesteding.

Ook voor bedrijven verzorgt de school

maatwerktrajecten die aansluiten op het

bedrijfsspecifi eke HR-beleid.

Voor mensen die (tijdelijk) geen arbeidsperspectief

hebben, zijn er speciale programma’s die het

uitzicht op een baan vergroten of een zinvolle

tijdsbesteding bieden.

Page 12: Flexibiliteit als Voorwaarde

Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod

Onderwijslogistiek3

De uitgangspunten zoals geschetst in hoofd -

stuk 2 zijn behoorlijk concreet. Ze hebben conse-

quenties voor de planning, organisatie, begeleiding

en onderwijsontwikkeling. En uiteindelijk voor

de ict-ondersteuning. Ict maakt maatwerk beter

mogelijk: het onderwijs kan de leerstof onafhanke-

lijk van tijd en plaats aanbieden. In dit hoofdstuk

gaan we in op de processen en activiteiten van de

vraaggestuurde leerorganisatie. De nadruk ligt op

het plannen en organiseren van leervragen, omdat

deze twee activiteiten alle andere processen onder-

steunen en cruciaal zijn voor de bedrijfsvoering.

Procesmodel van een onderwijsinstellingIn het nieuwe beroepsonderwijs staat de deel-

nemer centraal. Figuur 1 laat zien welke hoofd-

processen een rol spelen bij het faciliteren van zijn

leerproces. De hoofdprocessen worden bekeken

vanuit het perspectief van de onderwijsinstelling als

samenspel tussen de onderwijsinstellingen en de

deelnemer. Concreet: een deelnemer heeft geko-

zen voor een beroeps opleiding en werkt toe naar

een moment waarop hij de instelling verlaat, met

een diploma. Dit traject begint met een intake,

gevolgd door het samenstellen van een POP, het

bepalen van de leerroute, het leren en toetsen, het

examen en de kwalificaties en tenslotte de nazorg.

De school faciliteert de deelnemer in zijn leerproces

en borgt zijn leerresultaat. Dat maakt begeleiden

en coachen tot een kernproces voor de onderwijs-

instelling. Leeractiviteiten worden gepland, leer-

middelen worden beschikbaar gesteld (georgani-

seerd). Daarom is er voor gekozen om het plannen

en organiseren als een afzonderlijk kernproces

te beschouwen. Ook het ontwikkelproces is van

Foto: Jeroen Jansen12

Page 13: Flexibiliteit als Voorwaarde

13

onderwijs ontwikkelen

plannen en organiseren

begeleiden en coachenondersteunende processen

1 De deel-nemer kiest voor school...

2 ...doet intake...

2 De school neemt intake af...

3 ...ondersteunt samenstellen POP...

4 ...ondersteunt samenstellen leerroute...

5 ...faciliteert leren en toetst...

6 ...examineert en kwalificeert...

7 ...geeft nazorg.

3 ...stelt POP samen...

4 ...stelt zijn leerroute samen...

5 ...leert en maakt toetsen...

6 ...legt examen af...

7 ...is alumnus.

...past leer-route aan...

...past POP aan...

Hoofdprocessen

Welke processen doorlopen deelnemer en school gedurende de leerloopbaan van de deelnemer?

deelnemerprimair proces school De ArgumentenFabriekAgemaakt door: (c)

belang om adequaat te kunnen inspelen op de

veranderingen in de omgeving.

De leerroute – van intake tot en met de nazorg

– verloopt echter niet eenmalig in deze volgorde.

Tijdens het leren, toetsen, (deel-)examineren en

uitvoeren van een assessment tijdens de intake,

kunnen nieuwe leervragen ontstaan die van

invloed kunnen zijn op de leerroute en de daaruit

volgende leeractiviteiten.

Plannen en organiseren op drie niveausHet plannen en organiseren van het onderwijs

vormt de logistieke basis onder alle andere hoofd-

processen (figuur 1). Het is een proces dat zich

herhaalt en zich afspeelt op verschillende niveaus

van vraagstelling. Deelnemers stellen opleidings-

vragen, competentievragen of leervragen (zie

figuur 2).

OpleidingsvraagEen deelnemer komt een onderwijsorganisatie

binnen met een opleidingsvraag. De meeste deel-

nemers die voor een bepaalde opleiding hebben

gekozen, hebben een vergelijkbare achtergrond.

Daarom kan de school voor grote groepen deel-

nemers een standaard traject inplannen. Na de

intake wordt duidelijk voor welke deelnemers een

aangepaste leerroute moet worden samengesteld.

Daarbij gebruikt de school zoveel mogelijk stan-

daardelementen uit het opleidingsaanbod. Na het

doorlopen van een opleiding kan de deelnemer

kiezen voor een vervolgopleiding op basis van zijn

nieuwe opleidingsvraag.

CompetentievraagDe rode draad van een opleiding wordt gevormd

door een integrale leerlijn met daarin praktijk-

gerichte, integrale opdrachten: leereenheden. In

eerste instantie wordt er voor de deelnemer een

voorlopige, 'ideale' leerroute klaargezet. Deze

leerroute bestaat uit een reeks leereenheden.

Na het doorlopen van een bepaalde leereenheid

kan de deelnemer op basis van zijn competentie-

ontwikkeling kiezen voor een andere volgorde van

leereenheden. Of – binnen de vrije ruimte – voor

andere leereenheden. Leerroutes van verschillende

deelnemers kunnen daardoor verder uiteenlopen.

De oorspronkelijke planning van middelen moet

Figuur 1: Hoofdprocessen in een onderwijsinstelling

onderwijs ontwikkelen

plannen en organiseren

begeleiden en coachenondersteunende processen

1 De deel-nemer kiest voor school...

2 ...doet intake...

2 De school neemt intake af...

3 ...ondersteunt samenstellen POP...

4 ...ondersteunt samenstellen leerroute...

5 ...faciliteert leren en toetst...

6 ...examineert en kwalificeert...

7 ...geeft nazorg.

3 ...stelt POP samen...

4 ...stelt zijn leerroute samen...

5 ...leert en maakt toetsen...

6 ...legt examen af...

7 ...is alumnus.

...past leer-route aan...

...past POP aan...

Hoofdprocessen

Welke processen doorlopen deelnemer en school gedurende de leerloopbaan van de deelnemer?

deelnemerprimair proces school De ArgumentenFabriekAgemaakt door: (c)

Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod

Page 14: Flexibiliteit als Voorwaarde

14

de organisatie daarop aanpassen. De competentie-

vraag is in dit geval het uitgangspunt voor terug-

koppeling op het niveau van leereenheden.

LeervraagDe algemene kennis en vaardigheden die een

deelnemer nodig heeft om goed te kunnen func-

tioneren in zijn werk en de maatschappij komt

aan bod in een aparte leerlijn (ondersteunende of

basisleerlijn). Tijdens het werken aan een integrale

opdracht kan een deelnemer er achter komen dat

hij toch nog bepaalde kennis of vaardigheden mist:

hij heeft een leervraag. Hij kan zich dan inschrijven

voor een aanvullende cursus of workshop, eventu-

eel in de ondersteunende of basisleerlijn. Er is spra-

ke van een terugkoppeling op het niveau van een

leervraag, die vraagt om een flexibele planning.

Informatievoorziening en communicatie zijn voor-

waarden voor een goede aansluiting van planning

en organisatie op de verschillende niveaus. De

persoonlijk begeleider van een deelnemer speelt

hierbij een centrale rol.

Plannen en organiseren in twee fasenDe problematiek en processen zijn helder. De

niveaus waarop ze zich afspelen ook. Rest de

vraag: hoe krijgt de school vraag en aanbod bij

elkaar zonder star te worden en uitgangspunten

uit het oog te verliezen (zie figuur 2)? Ofwel:

hoe organiseer en plan je vraaggestuurd, modern

beroepsonderwijs? Het hele proces bestaat uit

twee fasen: ‘managen van de vraag’ en ‘mana-

gen van het aanbod’. In de eerste fase wordt een

selectie gemaakt uit het aanbod in de onderwijs-

catalogus. Uitgangspunt is de opleidingsvraag van

de deelnemer. Het plannen gebeurt in de tweede

fase door het alloceren en reserveren van de bij-

behorende middelen (resources). De resourceplan-

ning – waar, wanneer en hoeveel middelen hebben

we nodig – wordt precies op tijd gemaakt, dat wil

zeggen vlak voor de daadwerkelijk uit te voeren

leeractiviteiten.

Het proces van plannen en organiseren wordt

hierna uitvoerig beschreven.

De ArgumentenFabriekA

resource catalogus

onderwijs catalogus

1 De deelnemer heeft opleidings-vraag, opgedeeld in leervragen...

2 De school onder-steunt samenstellen ideale leerroute...

3 ...alloceert mensen en middelen...

4 ...combineert randvoorwaarden en wensen...

5 ...faciliteert leren en toetst.

2 ...stelt zijn ideale leerroute samen...

4 ...stelt feitelijke leerroute samen...

resource managementonderwijs ontwikkelen

gemaakt door: (c)

Plannen en organiseren: de afstemming van vraag en aanbod

Op welke manier worden vraag en aanbod gepland, georganiseerd en aangepast?

deelnemerprimair proces school

2 ...ontwikkelt onderwijs...

3 ...past onderwijs- catalogus aan.

1 De school aggregeert informatie om vraag te voorspellen...

2 ...verwerft resources...

3 ...past resource- catalogus aan.

...heeft nieuwe opleidingsvraag...

...heeft nieuwe leervraag...

...heeft nieuwe competentievraag...

5 ...leert en maakt toetsen.

Figuur 2: Plannen en organiseren van leervragen

onderwijs ontwikkelen

plannen en organiseren

begeleiden en coachenondersteunende processen

1 De deel-nemer kiest voor school...

2 ...doet intake...

2 De school neemt intake af...

3 ...ondersteunt samenstellen POP...

4 ...ondersteunt samenstellen leerroute...

5 ...faciliteert leren en toetst...

6 ...examineert en kwalificeert...

7 ...geeft nazorg.

3 ...stelt POP samen...

4 ...stelt zijn leerroute samen...

5 ...leert en maakt toetsen...

6 ...legt examen af...

7 ...is alumnus.

...past leer-route aan...

...past POP aan...

Hoofdprocessen

Welke processen doorlopen deelnemer en school gedurende de leerloopbaan van de deelnemer?

deelnemerprimair proces school De ArgumentenFabriekAgemaakt door: (c)

Page 15: Flexibiliteit als Voorwaarde

Managen van de vraag

Het bij elkaar brengen van vraag en aanbodDe eerste fase start met een opleidingsvraag van een deelnemer (stap 1 in figuur 2).

Stel dat het een doorstromende vmbo’er betreft zonder bijzonderheden zoals EVC’s,

dan beperkt de vraag zich tot het niveau van de complete opleiding. Is er wél

sprake van bijzonderheden, dan wordt de opleidingsvraag veel verder uitgewerkt.

Bijvoorbeeld tot het niveau van de leervraag. Het onderwijsaanbod is vastgelegd

in de onderwijscatalogus en bevat alle beschikbare onderwijsmaterialen. Denk aan

leermodules, projecten, toetsen, stages, cursussen, enzovoort. Een goede match

levert een ideale leerroute op voor de deelnemer (stap 2). Iedere leerroute bestaat

uit een aantal onderwijsvoorzieningen (onderwijsaanbod uit de catalogus), die

naast of na elkaar doorlopen wordt. Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod

gebeurt na de intake en het vaststellen van de POP. Elke deelnemer doorloopt het

matchingsproces. De ideale leerroutes van verschillende deelnemers staan op zich-

zelf: ze zijn onderling niet afhankelijk.

15

Fase 1

Fase 2 Managen van het aanbod

Het planningsproces Plannen gebeurt – in tegenstelling tot organiseren – voor alle deelnemers tegelijk.

Dit is een complex proces waarbij aan de eerste stap van alle ideale routes (beschik-

bare) middelen worden toegekend (stap 3). Als de school bepaalde middelen aan

één ideale leerroute toewijst, heeft dat consequenties voor andere leerroutes. En

dus voor andere deelnemers.

De vervolgfase bestaat uit het plannen (stap 4), met de ideale leerroute als uit-

gangspunt maar op basis van de beschikbare middelen. Plannen is een terugkerend

proces: na afronding van een leereenheid in het leerproces wordt een volgende leer-

eenheid gepland. Natuurlijk kan het vóórkomen dat niet alle middelen voorhanden

zijn. De deelnemer kan dan nog niet beginnen aan de leereenheid van zijn voor-

keur. Dan gaat de school op zoek naar een alternatieve leereenheid. De deelnemer

volgt dan niet de ideale maar een optimale (feitelijke) leerroute. Het plannen vindt

zo veel mogelijk plaats vlak vóór het uitvoeren van leeractiviteiten (stap 5). Als er bij

de uitvoering van een integrale opdracht een nieuwe leervraag ontstaat, dan wordt

deze opgenomen in de resourceplanning. Dit gebeurt direct na afloop van de leer-

activiteit. Nieuwe opleidingsvragen en competentievragen die zich voordoen na een

leeractiviteit, worden opnieuw gematcht met het aanbod in de onderwijscatalogus.

Het voorspellen van de vraagInzicht in de regionale ontwikkelingen en ervaringsgegevens maken een redelijk

betrouwbare voorspelling van opleidingsvragen mogelijk. Dit kan leiden tot het

bijstellen van zowel de onderwijs- als de resourcecatalogus: de school kan nieuwe

onderwijseenheden ontwikkelen, materialen aanschaffen, docenten bijscholen of

aantrekken enzovoort. Het anticiperen op opleidingsvragen is erg belangrijk, omdat

het hele proces daardoor succesvoller verloopt.

15

Page 16: Flexibiliteit als Voorwaarde

16

Wellantcollege: menulijst met workshops

Het Wellantcollege in Gorinchem werkt met een combi-

natie van het Nieuwe Leren en competentiegericht leren.

In dit concept, Self made genoemd, staat de deelnemer

centraal en hebben deelnemers een actieve rol. Ze kun-

nen van opleiding veranderen of switchen van BBL naar

BOL (en omgekeerd); mbo’ers kunnen hun manier van

leren aanpassen en op vier momenten uitstromen. Een

flexibel systeem voor deelnemers. Door Self made behoren

klassen tot het verleden. Het Wellantcollege heeft een

menulijst met workshops. Een workshop is een afgeronde

leereenheid. De school maakt individuele roosters op

basis van keuzen uit de menulijst. Het jaar is verdeeld in

vier blokken en per kwartaal worden er nieuwe roosters

gemaakt. Alle individuele roosters bij elkaar opgeteld

vormen het totale rooster. Dit rooster vormt het uitgangs-

punt bij het toewijzen van de middelen (resources), zoals

ruimtes en voorzieningen. De docenten vullen een POP

in, waarin zij aangeven wat hun taken zijn. Denk aan het

geven van workshops, coaching, bpv-begeleiding en alge-

mene taken (zoals decaanschap). Uiteindelijk kijkt het hele

team op basis van deze POP's naar de verdeling van taken

en maakt het definitieve keuzes over de inzet van uren.

Als gevolg van Self made zijn er meer mensen in de admi-

nistratie en ondersteuning nodig. Zoals tuinmannen, con-

ciërges en mensen voor de uitgifte van gereedschappen.

Page 17: Flexibiliteit als Voorwaarde

17

De veerkracht van een organisatie is sterk afhan-

kelijk van de manier waarop de organisatie met

variatie en onzekerheid kan omgaan. Dit blijkt

met name bij het plannen en organiseren, zoals

beschreven in hoofdstuk 3. Als de organisatie daar-

bij rekening houdt met onderstaande aspecten,

kan ze de gevraagde flexibiliteit beter bieden.

Doorslaggevende aspectenBeschrijven van kenmerkenBij het plannen stelt de school een aanbod samen

op basis van de leervraag van de deelnemer.

Kenmerken van de deelnemer én de kenmerken

van de leermiddelen worden in feite bij elkaar

gebracht. Het goed documenteren van die ken-

merken (metadateren) is dus van groot belang

om het matchingsproces goed te kunnen laten

verlopen.

Groeperen op basis van overeenkomstenHet is praktisch onhaalbaar om voor iedere deel-

nemer een individuele leerroute te ontwikkelen.

Door ‘gelijksoortige’ vragen te bundelen kunnen

groepen worden samengesteld die hetzelfde aan-

bod krijgen. Dat kan betekenen dat deelnemers

soms moeten wachten op een module of cursus

totdat er voldoende vraag is. In de tussentijd

krijgen ze dan een alternatief aangeboden.

Gebruik van prioriteringsregelsBij het maken van keuzes zijn duidelijke criteria

noodzakelijk. Zo kan er prioriteit gegeven worden

aan een bepaald alternatief. Zo’n prioriteringsregel

kan bijvoorbeeld zijn: korte klusjes, zoals het plan-

nen van een teamvergadering, eerst. Een andere

prioriteringsregel is dat deelnemers die verder in de

opleiding zijn, voorrang krijgen boven deel nemers

die minder ver zijn. Bij de laatste groep is het

immers makkelijker om alternatieve leeractiviteiten

in te plannen dan bij deelnemers die bijna geen

keuzemogelijkheden meer hebben.

Sturen op kritische middelenOok sturing op het aanbod kan het proces van

plannen en organiseren vereenvoudigen. Schaarse

middelen, zoals ict-kennis of stageplekken, vragen

extra aandacht. Dat kan door ze het label kritisch

te geven en andere middelen in de planning hier-

aan ondergeschikt te maken.

Brede inzetbaarheidHet plannen van de ideale leerroute zal vaak vast-

lopen op het ontbreken van de juiste middelen

(inclusief medewerkers). Het ‘op voorraad houden’

van heel veel middelen is te duur. Het is daarom

van belang over middelen te kunnen beschikken

die breed inzetbaar zijn. Denk aan medewerkers

die meerdere rollen kunnen vervullen of multi-

functionele praktijkruimtes.

Generiek onderwijsmateriaalHetzelfde geldt voor onderwijsmateriaal: breed

inzetbaar onderwijsmateriaal draagt bij aan

succesvoller plannen. Bijvoorbeeld opleidings-

overstijgende taalcursussen.

Doorlooptijd planningscyclusHoe korter de planningscyclus, hoe vaker dit

proces wordt herhaald. Het planningsproces zelf

heeft ook een doorlooptijd en beperkt daarmee

de totstandkoming van de planningscyclus. Ofwel:

een korte doorlooptijd maakt het planningsproces

complexer. En dus tijdrovender.

Van prioriteiten tot buffers

Randvoorwaarden4

Page 18: Flexibiliteit als Voorwaarde

18

Doorlooptijd onderwijsmateriaalDe doorlooptijd van projecten, stages, modules

– in één woord: het onderwijsmateriaal – maakt

het planningsproces complex. Vooral variatie in

doorlooptijd maakt het ingewikkeld.

Inbouwen van buffersVaak streven onderwijsorganisaties naar een

maximale inzet van middelen. In de praktijk blijkt

dat een te krappe planning vaak problemen ver-

oorzaakt. Het oplossen daarvan kost extra tijd.

Zelforganiserend vermogenVeel planningsproblemen zijn prima op te lossen

door de betrokkenen zelf. Als daarmee in de

organisatie en de communicatie expliciet rekening

gehouden wordt, kan worden volstaan met minder

gedetailleerde planningen.

Voorspellen aan de hand van metingen en ervaringDoor langere tijd de resultaten van processen te

volgen, ontstaat inzicht in bepaalde patronen. De

organisatie kan dan de behoefte aan bepaalde

voorzieningen ruimschoots van tevoren inschatten

en daar in de planning rekening mee houden.

Een voorbeeld: de zorgHet is aan de orde van de dag in het ziekenhuis:

er treedt een complicatie op en de operatie loopt

uit. Bij een strakke dagplanning van acht uur loopt

die meteen in de soep. Operaties worden gean-

nuleerd, patiënten moeten later terugkomen,

voorbereidingen zijn voor niets geweest. Oplos-

sing? Door één operatie minder in te plannen,

ontstaat er ruimte voor uitloop (een kleine buffer).

Het is natuurlijk wel van belang dat de organisatie

efficiënt blijft werken. En daar zit een zekere span-

ning (zie figuur 3), want als voorzieningen altijd

in ruime mate voorhanden zijn, kost dat geld.

Voordeel is dat vrijwel elke klantvraag beantwoord

wordt en er geen wachtlijsten (links in het figuur)

zijn. Grotere efficiëntie door een grotere bezet-

tingsgraad van voorzieningen maakt de organisatie

minder flexibel: de wachtlijst groeit en de kans op

problemen neemt toe. In figuur 3 is te zien dat een

zekere overcapaciteit, niet te veel, de grootste effi-

ciëntie oplevert (gele stip op verticale stippellijn).

Behalve overcapaciteit zijn er andere maatregelen

denkbaar die de organisatie effectief, maar niet

star maken. Bijvoorbeeld het standaardiseren van

de vraag of het voorspellen van de klantvraag door

slimme inzet van ict. Door het nemen van dit soort

logistieke maatregelen kan de organisatie met

dezelfde inzet meer behandelcapaciteit realiseren

(de stippellijn schuift dan op naar rechts).

Ook onderwijsinstellingen staan voor de uitdaging

om een balans te zoeken tussen voorspelbaarheid

en flexibiliteit. Uitgangspunt: uniformiteit waar

kan, flexibiliteit waar nodig.

behandelcapaciteit

inzet voorzieningen

efficiency

100%

0%

Figuur 3

Page 19: Flexibiliteit als Voorwaarde

19

ROC de Leijgraaf: flexibele planningseenheden

De opleidingsafdeling Detailhandel van ROC de Leijgraaf

vult competentiegericht onderwijs op dit moment in door

aanpassing van werkvormen en plaatsing van deelnemers

in kleine groepjes. Deze kleine coachgroepen met zes tot

acht deelnemers worden per week gepland. De nadruk

ligt op praktijkleren, mbo’ers bepalen zelf hun leerroute.

Het vraaggestuurde projectonderwijs is georganiseerd

rond kerntaken. Docenten zijn van negen tot vijf op

school en kunnen ingepland worden voor projecten. Voor

welke projecten zij staan ingeroosterd, wordt uiterlijk bij

aanvang van een nieuwe schoolweek bekendgemaakt.

Begeleidingsuren plannen de docent en de deelnemer

zelf in. De planner krijgt elke week input: welke projecten

lopen er, welke groepjes (individuen) nemen aan welk pro-

ject deel, welke locaties zijn nodig. De school heeft extra

capaciteit ingezet, omdat deze manier van plannen meer

tijd vergt. Het gaat in totaal om 200 BOL- en 82 BBL-deel-

nemers en twaalf docenten verdeeld over de niveaus 1/2

en 4. Ingewikkeld is het plannen naar één deadline toe

(toetsen en eindassessement) omdat projecten variëren

in tijdsduur. Er zijn vier verschillende planningseenheden:

docenten, groepjes deelnemers, lokalen en projecten.

Het loskoppelen van de planningseenheden leidt tot

flexibiliteit. Bijvoorbeeld: docenten die meerdere vakken

kunnen geven, zijn breed inzetbaar. Hetzelfde geldt voor

multifunctionele lokalen. Binnen alle opleidingen van ROC

de Leijgraaf is flexibel toetsen ingevoerd: de deelnemer

vraagt digitaal een toets aan die vervolgens automatisch

worden ingepland.

100%

Page 20: Flexibiliteit als Voorwaarde

Hoe nu verder?

Uitdagingen5

20

Uw conclusie na het lezen van deze uitgave is

hoogstwaarschijnlijk: het verandertraject is com-

plex. Een visie ontwikkelen is het begin, maar

daarna volgt het ‘echte’ werk. Namelijk de inrich-

ting van de organisatie met de daarbij horende

ict-ondersteuning. Een veerkrachtige organisatie

creëren die maatwerk kan bieden. Die vraag en

aanbod bij elkaar kan brengen en tegelijkertijd

z’n souplesse behoudt. Deze publicatie schetst

de uitgangspunten, de hoofdprocessen en de

logistieke principes. Het is een basis waarop we

kunnen voortbouwen. Papier is geduldig, de prak-

tijk veel weerbarstiger. Flexibiliteit is helaas niet

eenvoudig te organiseren. De nadruk zal daarom

het komende jaar liggen op de uitvoering. Hoe

moeten scholen dit gaan aanpakken en wat bete-

kent dit voor de keuzes die ze moeten maken bij

het inzetten van ict?

VervolgstappenROC-i-partners en Kennisnet gaan in de volgende

fase op zoek naar concrete oplossingen: het

project Flexibel leren krijgt een vervolg. In samen-

werking met enkele deskundigen wordt een com-

putersimulatie opgezet van een flexibele onderwijs-

instelling. Het is de bedoeling dat deze simulatie

gebruikt wordt in workshops voor bestuurders en

managementteams van mbo-instellingen in 2008.

De deelnemers aan de workshop kunnen door die

simulatie de aspecten van maatwerk – zoals een

flexibele instroom en variabele opleidingsduur –

toetsen op basis van hun eigen uitgangspunten

en gegevens. Ook werken de deelnemers aan een

stappenplan, dat kan helpen bij het organiseren

van veranderingen en het maken van keuzes in

ict-ondersteuning.

Page 21: Flexibiliteit als Voorwaarde

KennisdelingToch kan niets op tegen de realiteit. Organisaties

moeten ervaren hoe het is om te vernieuwen. Wat

zijn de ervaringen van de pioniers? Waar lopen

zij tegen aan? Welke lessen hebben zij geleerd?

Kennisdeling is van wezenlijk belang voor het wel-

slagen van dit vernieuwingsproces. Logischerwijs

komt de komende periode hierop de nadruk te

liggen. Er wordt hard gewerkt aan een platform

voor kennisdeling over de thema’s flexibel leren

en onderwijslogistiek. Er komt een website en

een online-omgeving waar instellingen, experts en

leveranciers met elkaar in contact kunnen komen.

Daarnaast verschijnen er publicaties en worden

bijeenkomsten georganiseerd waar instellingen

ervaringen kunnen uitwisselen.

Met gebundelde krachten gaan we verder en

maken we de vernieuwing van het mbo tot een

succes. Samen verder, samen innoveren, met elkaar

blijven leren.

21

Hoe nu verder?

Page 22: Flexibiliteit als Voorwaarde

22

Deelnemers aan de kenniskring Onderwijslogistiek:

Da Vinci College - Max Hoefeijzers

Kennisnet - Magda Bruin en René Montenarie

Koning Willem I College - Cor van Gerven

KPC - Harry Gankema en Antonette Sanders

ROC A12 - Liesbeth Schöningh

ROC ASA - Adri van der Wind

ROC Aventus - Heijmen van Andel en Jan Bartling

ROC Eindhoven - Frida Hengeveld en Jef van den Hurk

ROC Leeuwenborgh - Carla Langen

ROC Leiden - Marieke Jas en Hugo Snabilie

ROC de Leijgraaf - Nard Kronenberg, John Schobben, Marc Veldhoven

ROC NOVA - Bart Bongers

TNO - Hans Stavleu

Wim van Gelder

Addy de Zeeuw (Facilitator)

Marc Coenders (Facilitator)

Deelnemers aan de projectgroep Flexibel leren:

Albeda College - John van der Meulen

Gilde opleidingen - Wilfred Rubens

Horizon College - André Ridder

Mondriaan Onderwijsgroep - Ernst la Haye

Regio College - Sandra de Bresser

ROC Aventus - Michael de Kort

ROC van Amsterdam - Jaap de Mare

ROC Eindhoven - Jef van den Hurk

ROC Leiden - Marelle Pronk

ROC de Leijgraaf - Frans Thijssen

ROC Zeeland - Ed Urlings

Wellant College - Willem-Jan van Rooijen

Bijlage

Page 23: Flexibiliteit als Voorwaarde
Page 24: Flexibiliteit als Voorwaarde

23gemaakt door: ©

De school kiest een optimale balans tussen flexibiliteit en voorspelbaarheid

De school organiseert het onderwijs in samenwerking met het bedrijfsleven in de regio

De school geeft leren vorm als een sociaal proces

De school zorgt dat medewerkers persoonlijk betrokken zijn bij de deelnemer

Het onderwijs ontwikkelt competenties waardoor de deelnemer professioneel én maatschappelijk goed

kan functioneren

De school biedt een optimale mix van leer- en werkvormen

De school begeleidt de deelnemer

De school beoordeelt en borgt het leerresultaat

De school geeft het onderwijs vorm in samenspraak met het bedrijfsleven in de regio

De school zorgt dat de deelnemers elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen leren.

De school zorgt dat deelnemers kunnen leren in interactie met medewerkers en mensen uit de beroepspraktijk.

Elke deelnemer heeft een persoonlijk begeleider gedurende zijn opleiding.

De school werkt al voor de opleiding aan de relatie met de deelnemer en zet die voort na het verlaten van de school.

De school biedt, vanaf het begin van de opleiding, opdrachten aan op basis van praktijksituaties.

De deelnemer krijgt begeleiding om te zorgen dat de leerroute aansluit op de benodigde competentieontwikkeling.

Het onderwijs bestaat uit competentiegerichte praktijkopdrachten en theorie.

De deelnemer kan elke dag een variëteit aan leer- en werkvormen ervaren.

De school maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden van ict voor leren.

Leermateriaal is op elk moment van de dag elektronisch beschikbaar.

De school biedt loopbaanbegeleiding aan.

De school biedt vakinhoudelijke ondersteuning.

De school leert de deelnemer leren en reflecteren.

De school toetst kennis en vaardigheden op basis van de kwalificatiestructuur.

De school beoordeelt competentieontwikkeling in praktijksituaties.

De school stemt het onderwijsaanbod af op de ontwikkeling van de arbeidsmarkt.

Leren op de werkplek en op school vormen één geheel.

Wat zijn de principes van flexibel

leren?

OVER ONDERWIJS EN BEGELEIDING

De school organiseert uniformiteit waar mogelijk en biedt flexibiliteit waar nodig.

Generieke processen en activiteiten worden voor alle opleidingen samen georganiseerd.

De deelnemer kan zijn leerroute samenstellen door standaard-eenheden te combineren.

De deelnemer kan zijn leerloopbaan doorlopen met zo min mogelijk onderbrekingen of wachttijden.

Elke leerroute resulteert in een diploma, maar welk diploma dat is, hoeft niet voor aanvang van de opleiding vast te staan.

De informatievoorziening stelt de school in staat de toekomstige opleidings-, competentie- en leervraag te voorspellen.

De school organiseert een deel van het onderwijs in samen- werking met de regio, bijvoorbeeld door bij bedrijven praktijk-onderwijs te geven.

De school zorgt voor een gedegen uitwisseling van kennis en ervaring met het regionale bedrijfsleven, bijvoorbeeld door docenten daar stages te laten lopen.

De school biedt iedere deelnemer een leerroute die past bij zijn ambities en mogelijkheden

De deelnemer is zelf medeverantwoordelijk voor zijn leerloopbaan

Een deelnemer kan op meerdere momenten in een jaar starten met de opleiding van zijn keuze.

De leerroute is gebaseerd op eerder verworven competenties.

De deelnemer heeft vrije ruimte in de opleiding en kan die invullen uit een ruim aanbod.

De leerroute sluit aan bij de leerstijl van de deelnemer.

De deelnemer kan de leerroute versnellen of vertragen.

Deelnemer en school stellen samen de leerroute vast.

De school spreekt de deelnemer zo nodig aan op de eigen verantwoordelijkheid.

Om bij te kunnen sturen, is actuele informatie over het leer- proces van de deelnemer altijd voor alle betrokkenen beschikbaar.

OVER DE DEELNEMER

OVER PLANNEN EN

ORGANISEREN

Page 25: Flexibiliteit als Voorwaarde

gemaakt door: ©

De school kiest een optimale balans tussen flexibiliteit en voorspelbaarheid

De school organiseert het onderwijs in samenwerking met het bedrijfsleven in de regio

De school geeft leren vorm als een sociaal proces

De school zorgt dat medewerkers persoonlijk betrokken zijn bij de deelnemer

Het onderwijs ontwikkelt competenties waardoor de deelnemer professioneel én maatschappelijk goed

kan functioneren

De school biedt een optimale mix van leer- en werkvormen

De school begeleidt de deelnemer

De school beoordeelt en borgt het leerresultaat

De school geeft het onderwijs vorm in samenspraak met het bedrijfsleven in de regio

De school zorgt dat de deelnemers elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen leren.

De school zorgt dat deelnemers kunnen leren in interactie met medewerkers en mensen uit de beroepspraktijk.

Elke deelnemer heeft een persoonlijk begeleider gedurende zijn opleiding.

De school werkt al voor de opleiding aan de relatie met de deelnemer en zet die voort na het verlaten van de school.

De school biedt, vanaf het begin van de opleiding, opdrachten aan op basis van praktijksituaties.

De deelnemer krijgt begeleiding om te zorgen dat de leerroute aansluit op de benodigde competentieontwikkeling.

Het onderwijs bestaat uit competentiegerichte praktijkopdrachten en theorie.

De deelnemer kan elke dag een variëteit aan leer- en werkvormen ervaren.

De school maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden van ict voor leren.

Leermateriaal is op elk moment van de dag elektronisch beschikbaar.

De school biedt loopbaanbegeleiding aan.

De school biedt vakinhoudelijke ondersteuning.

De school leert de deelnemer leren en reflecteren.

De school toetst kennis en vaardigheden op basis van de kwalificatiestructuur.

De school beoordeelt competentieontwikkeling in praktijksituaties.

De school stemt het onderwijsaanbod af op de ontwikkeling van de arbeidsmarkt.

Leren op de werkplek en op school vormen één geheel.

Wat zijn de principes van flexibel

leren?

OVER ONDERWIJS EN BEGELEIDING

De school organiseert uniformiteit waar mogelijk en biedt flexibiliteit waar nodig.

Generieke processen en activiteiten worden voor alle opleidingen samen georganiseerd.

De deelnemer kan zijn leerroute samenstellen door standaard-eenheden te combineren.

De deelnemer kan zijn leerloopbaan doorlopen met zo min mogelijk onderbrekingen of wachttijden.

Elke leerroute resulteert in een diploma, maar welk diploma dat is, hoeft niet voor aanvang van de opleiding vast te staan.

De informatievoorziening stelt de school in staat de toekomstige opleidings-, competentie- en leervraag te voorspellen.

De school organiseert een deel van het onderwijs in samen- werking met de regio, bijvoorbeeld door bij bedrijven praktijk-onderwijs te geven.

De school zorgt voor een gedegen uitwisseling van kennis en ervaring met het regionale bedrijfsleven, bijvoorbeeld door docenten daar stages te laten lopen.

De school biedt iedere deelnemer een leerroute die past bij zijn ambities en mogelijkheden

De deelnemer is zelf medeverantwoordelijk voor zijn leerloopbaan

Een deelnemer kan op meerdere momenten in een jaar starten met de opleiding van zijn keuze.

De leerroute is gebaseerd op eerder verworven competenties.

De deelnemer heeft vrije ruimte in de opleiding en kan die invullen uit een ruim aanbod.

De leerroute sluit aan bij de leerstijl van de deelnemer.

De deelnemer kan de leerroute versnellen of vertragen.

Deelnemer en school stellen samen de leerroute vast.

De school spreekt de deelnemer zo nodig aan op de eigen verantwoordelijkheid.

Om bij te kunnen sturen, is actuele informatie over het leer- proces van de deelnemer altijd voor alle betrokkenen beschikbaar.

OVER DE DEELNEMER

OVER PLANNEN EN

ORGANISEREN

Page 26: Flexibiliteit als Voorwaarde

26